AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

KBC Groupe NV

Annual Report Apr 2, 2024

3968_rns_2024-04-02_e13c6df5-15e9-4eaa-bc02-b441cda7ff83.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Jaarverslag KBC Groep

Covers_2023_A4_witLogo_final.indd 1 6/03/2024 12:04

Jaarverslag

2023

KBC Groep

Lees ook onze andere verslagen:

Sustainability Report KBC Group

Taking the next steps on our sustainability journey

Risk Report KBC Group

Verslag aan de samenleving

www.kbc.com

Paspoort van de KBC-groep

Ons werkgebied

We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar die focust op retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In enkele andere landen zijn we slechts beperkt aanwezig.

Ons doel en onze ambitie

Met onze activiteiten willen we onze klanten helpen om hun dromen en projecten te realiseren en ze te beschermen.

Het is onze ambitie om de referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.

Onze klanten, medewerkers en netwerk, 31-12-2023

Klanten 13 miljoen
Medewerkers 41 000
Bankkantoren 1 166
Verzekeringsnetwerk 292 agentschappen in België,
diverse distributiekanalen in Centraal- en Oost
Europa

Onze ratings, 14-03-2024

Debt ratings
op lange termijn Fitch Moody's S&P's
KBC Bank NV A+ A1 A+
KBC Verzekeringen NV A
KBC Groep NV A Baa1 A
Duurzaamheids Sustaina S&P ISS FTSE
ratings CDP lytics Global MSCI ESG 4good
KBC Groep A 9,8 64/100 AAA C+ prime 4,7/5

deposito's: deposito's van klanten zonder schuldpapier en repo's.

Kredieten en deposito's België: inclusief het beperkte net van buitenlandse kantoren van KBC Bank. Medewerkers uitgedrukt in vte.

KBC Groep in 2023

Succes en
verdere uitbouw
van Kate en
Kate Coins
3,4
miljard euro
nettowinst
Afronding
verkoop
van de Ierse
activiteiten
Blijvend
uitdagende
geopolitieke
en
economische
omstandig
heden
Uitbreiding
Sustainable
Finance
Programme
van klimaat
naar andere
milieudomeinen
Uitgebreidere
verzekerings
informatie
onder IFRS 17
Fusie
overgenomen
Raieisenbank
Bulgaria met
UBB in Bulgarije
Start
aandeleninkoop
programma
van 1,3 miljard
euro in
augustus 2023
Verdere stappen
in onze strategie
met Save Time
and Earn Money
(S.T.E.M.), the
Ecosphere

Ontwikkeling van het nettoresultaat

Verdeling van het nettoresultaat per divisie (2023, in miljoenen euro)

Kerncijfers 20231 20221 2021 2020 2019
Geconsolideerde balans (in miljoenen euro)
Balanstotaal 346 921 354 545 340 346 320 743 290 591
Leningen en voorschotten aan klanten (excl. rev. repo's) 183 613 178 053 159 728 159 621 155 816
Effecten 73 696 67 160 67 794 71 784 65 633
Deposito's van klanten (excl. schuldpapier en repo's) 216 423 224 407 199 476 190 553 173 184
Verplichtingen uit verzekeringscontracten en schulden m.b.t. beleg
gingscontracten, verzekeringen 30 245 28 184 32 571 31 442 32 170
Totaal eigen vermogen 24 260 21 819 23 077 21 530 20 222
Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro)
Totale opbrengsten 11 224 10 035 7 558 7 195 7 629
Totale exploitatiekosten (inclusief bank- en verzekeringsheffingen) -5 125 -4 805 -4 396 -4 156 -4 303
Waardeverminderingen -215 -282 261 -1 182 -217
Nettoresultaat, groepsaandeel 3 402 2 818 2 614 1 440 2 489
België 1 866 1 876 1 997 1 001 1 344
Tsjechië 763 653 697 375 789
Internationale Markten 676 428 127 199 379
Groepscenter 97 -139 -207 -135 -23
Duurzaamheid en genderdiversiteit
Eigen broeikasgasemissie (in ton CO2
per vte)
1,5 1,5
Aandeel hernieuwbare energie in kredieten aan de energiesector (%) 62% 63% 63% 61% 57%
Volume fondsen die verantwoord beleggen (in miljarden euro) 41 32 32 17 12
Genderdiversiteit volledig personeelsbestand: percentage vrouwen 57% 57% 56% 56% 57%
Genderdiversiteit Raad van Bestuur: percentage vrouwen 31% 38% 33% 38% 31%
KBC-aandeel
Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in miljoenen) 417,3 417,2 416,9 416,7 416,4
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde 53,9 48,7 51,8 48,1 45,0
periode (in euro)
Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro)
Slotkoers boekjaar (in euro)
61,8
58,7
58,9
60,1
68,3
75,5
52,8
57,3
60,8
67,1
Brutodividend per aandeel (in euro)2 4,15 4,0 8,6 2,44 1,00
Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) 8,04 6,64 6,15 3,34 5,85
Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) 24,5 25,1 31,5 23,9 27,9
Financiële ratio's
Rendement op eigen vermogen 16% 13% 13% 8% 14%
Kosten-inkomstenratio (excl. bank- en verzekeringsheffingen) 43% 45% 51% 51% 50%
Gecombineerde ratio schadeverzekeringen 87% 87% 89% 85% 90%
Kredietkostenratio 0,00% 0,08% -0,18% 0,60% 0,12%
Common equity ratio (Deense compromismethode, fully loaded) 15,2% 15,3% 15,5% 17,6% 17,1%

Definities en toelichtingen: zie de analyses en het glossarium verder in dit verslag.

1 Vanaf 2023 is IFRS 17 (verzekeringsactiviteiten) in voege, met retroactieve aanpassing van de cijfers van 2022. De cijfers t.e.m. 2021 zijn dus niet volledig vergelijkbaar met die van 2023 en 2022.

2 Dividend 2023 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.

Onze belangrijkste ambities voor de toekomst

NPS-score klanten Digitale verkoop Straight-through processing Bankverzekeringsklanten Stabiele
Doel: top 2-ranking op
groepsniveau eind 2026
Doel: aandeel digitale
verkoop ≥ 65% voor
bankproducten en ≥ 35%
voor verzekeringsproducten
in 2026
Doel: aandeel straight
through processes (STP) ≥ 68%
in 2026
Doel: 83% van de actieve
klanten tegen eind 2026
bankverzekeringsklanten
Doel: 29% van de actieve
klanten tegen eind 2026
str
ate
gis
ch
Responsible Investment-fondsen
(RI)
Doel: aandeel RI-fondsen ≥ 45%
van Assets under Distribution in
2025 en 55% in 2030; nieuwe
productie RI-fondsen ≥ 65% van
de totale jaarlijkse fondsen
productie in 2030; daling van de
broeikasgasintensiteit van
bedrijven in verantwoorde
fondsen met 50% tussen 2019 en
2030
Kredieten hernieuwbare
energie
Doel: aandeel hernieuwbare
energiebronnen in de
portefeuille kredieten aan de
energiesector ≥ 75% in 2030
Broeikasgasintensiteit
Doel: daling in 2030 en 2050
van de broeikasgasintensiteit
van diverse sectoren in de
kredietportefeuille.
Daling in 2025 en 2030 van de
broeikasgasintensiteit van de
portefeuille aandelen- en
bedrijfsobligaties van KBC
Verzekeringen
Eigen CO2
e-emissies
Doel: -80% tussen 2015 en
2030 en bereiken van
netto klimaatneutraliteit
voor onze directe
voetafdruk vanaf eind
2021 door het verschil te
compenseren.
Eigen stroomverbruik uit
hernieuwbare bronnen
Doel: 100% groene
elektriciteit tegen 2030
ESG
Nettorente-inkomsten
Doel: CAGR 2023-2026: ≥ 1,8%
Verzekeringsinkomsten
Doel: CAGR 2023-2026: ≥ 6%
Exploitatiekosten incl. betaalde
verzekeringsprovisies (zonder
bank- en verzekeringsheffingen)
Doel: CAGR 2023-2026: < 1,7%
Kredietkostenratio
Doel: substantieel lager dan
de through-the-cycle
kredietkost van 25-30
basispunten (excl. de reserve
voor geopolitieke en opkomende
risico's)
Kosten-inkomstenratio zonder
bank- en verzekeringsheffingen
Doel: < 42% in 2026
Gecombineerde ratio
Doel: < 91%
Dividenduitkeringsratio
Doel: ≥ 50% (zie hoofdstuk
Onze strategie)
Surpluskapitaal
Raad van Bestuur beslist
over uitbetaling van deel
> 15% common equity ratio
(zie verder)
fin
an
cie
el

De definities van de KPI's en de scores vindt u in het hoofdstuk Onze strategie. De belangrijkste kapitaal- en liquiditeitsratio's vindt u in datzelfde hoofdstuk.

Jaarverslag KBC Groep 2023 1

Inhoud Verslag van de Raad van Bestuur

  • 6 Voorwoord
  • 8 Ons bedrijfsmodel
  • 29 Onze strategie
  • 67 Ons financieel rapport
  • 74 Onze divisies
  • 88 Hoe beheren we onze risico's?
  • 132 Hoe beheren we ons kapitaal?
  • 138 Verklaring inzake deugdelijk bestuur 170 Verklaring over duurzaamheid (nietfinanciële informatie)

Geconsolideerde jaarrekening

174 Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
175 Geconsolideerde gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
(comprehensive income)
177 Geconsolideerde balans
178 Geconsolideerde vermogensmutaties
179 Geconsolideerd kasstroomoverzicht
181 1.0 Toelichtingen in verband met de
grondslagen voor financiële verslaggeving
181 Toelichting 1.1: Verklaring van
overeenstemming
182 Toelichting 1.2: Belangrijkste grondslagen
voor financiële verslaggeving
203 Toelichting 1.3: Belangrijke schattingen en
significante oordelen
204 Toelichting 1.4: Klimaatgerelateerde
informatie
204 Toelichting 1.5: IFRS 17-transitie

206 2.0 Toelichtingen in verband met
segmentinformatie
  • 206 Toelichting 2.1: Segmentering volgens de managementstructuur
  • 207 Toelichting 2.2: Resultaten per segment
  • 209 Toelichting 2.3: Balansinformatie per segment
  • 210 3.0 Toelichtingen bij de winst-enverliesrekening
  • 210 Toelichting 3.1: Nettorente-inkomsten
  • 211 Toelichting 3.2: Dividendinkomsten
  • 211 Toelichting 3.3: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
  • 212 Toelichting 3.4: Nettoprovisie-inkomsten
  • 213 Toelichting 3.5: Overige netto-inkomsten
  • 214 Toelichting 3.6: Verzekeringsresultaten
  • 218 Toelichting 3.7: Exploitatiekosten
  • 218 Toelichting 3.8: Personeel
  • 219 Toelichting 3.9: Bijzondere waardeverminderingen (impairments) – winst-en-verliesrekening
  • 222 Toelichting 3.10: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
  • 223 Toelichting 3.11: Belastingen
  • 225 Toelichting 3.12: Winst per aandeel
  • 226 4.0 Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans
  • 226 Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product
  • 229 Toelichting 4.2: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit
  • 232 Toelichting 4.3: Maximaal kredietrisico en offsetting
  • 234 Toelichting 4.4: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen
  • 236 Toelichting 4.5: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie
  • 239 Toelichting 4.6: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2
  • 239 Toelichting 4.7: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3
  • 240 Toelichting 4.8: Derivaten

Overige informatie

  • 292 Verkorte vennootschappelijke jaarrekening
  • 296 Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse
  • 298 Glossarium van financiële ratio's en termen
  • 301 EU-taxonomie detailtabellen
  • 337 Verklaring van de verantwoordelijke personen
  • 337 Contactadressen en kalender

Wettelijk jaarverslag: de wettelijk vereiste inhoud van het jaarverslag hebben we verwerkt in het Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast ook niet-verplichte informatie bevat. We combineren het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over

maken geen deel uit van ons jaarverslag. Naam van de vennootschap: met KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus de vennootschap KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Met KBC Groep NV bedoelen we enkel die vennootschap.

de geconsolideerde jaarrekening. Andere rapporten en de websites waarnaar we verwijzen,

Glossarium: achteraan vindt u de belangrijkste in dit verslag gebruikte financiële ratio's en termen (inclusief de alternative performance measures).

Verklaring over duurzaamheid (of niet-financiële informatie): in overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze duurzaamheidsinformatie geïntegreerd in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. Het hoofdstuk Verklaring over duurzaamheid bevat de verwijzingen naar die hoofdstukken. De informatie over diversiteit vindt u in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Vertaling en versies: het jaarverslag is verkrijgbaar in een Nederlandse en Engelse ESEF-versie (European Single Electronic Format) en een Nederlandse, Engelse en Franse PDF-versie. De Nederlandse ESEF-versie is de originele versie en de andere versies zijn officieuze versies. We hebben alles gedaan wat redelijkerwijs mogelijk is om verschillen tussen de verschillende taal- en formaatversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft die Nederlandse ESEFversie voorrang.

Hoe bepalen we wat belangrijk genoeg is om te vermelden in ons jaarverslag? We baseren ons op de wetgeving en de International Financial Reporting Standards, en we houden, in de mate van het mogelijke, rekening met de principes van integrated reporting, die ook de inspiratie vormen voor onze informatie over waardecreatie. We baseren ons voor de niet-financiële verklaring voornamelijk op de GRI (Global Reporting Initiative) Standards en rapporteren in overeenstemming met de GRI Universal Standards en de GRI Topic Standards. De GRI Content Index met de GRIindicatoren die de meeste impact hebben op onze onderneming, vindt u in het Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com. We brengen onze relevante onderwerpen ook in kaart volgens de normen van de Sustainability Accounting Standards Board (SASB) en nemen relevante SASBnormen op in de GRI Content Index and SASB Disclosure. Die rapporteringskaders leggen de nadruk op belangrijkheid en relevantie in verslaggeving. Om te bepalen welke onderwerpen voor onze stakeholders belangrijk zijn, voeren we onder meer een materialiteitsanalyse uit. De resultaten daarvan werden gevalideerd door de Interne Duurzaamheidsraad, geratificeerd door het Directiecomité en bezorgd aan de Raad van Bestuur. Uitleg over de consolidatiekring voor financiële informatie vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.5. We verzamelen onze duurzaamheidsgegevens via een groepswijd proces met strikte hiërarchische validatie, en dat minimaal voor alle KBC-entiteiten uit de kernlanden. In de meeste gevallen betreft het de periode van 1 oktober [t-1] tot 30 september [t]. Voor meer informatie over het verzamelen en verwerken van duurzaamheidsdata verwijzen we naar het Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com. We wijzen er uitdrukkelijk op dat als we terminologie zoals 'groen' en 'duurzaam' gebruiken, die termen geenszins suggereren dat wat we beschrijven al (volledig) is afgestemd op de EU-taxonomie.

Disclaimer: de in het jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op onze veronderstellingen en inschattingen bij het opmaken van dat verslag begin maart 2024. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen (sterk) afwijken van de initiële verklaringen.

  • 244 5.0 Toelichtingen bij de andere posten op de balans
  • 244 Toelichting 5.1: Overige activa
  • 244 Toelichting 5.2: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen
  • 245 Toelichting 5.3: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
  • 246 Toelichting 5.4: Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen
  • 247 Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa
  • 249 Toelichting 5.6: Verzekeringen balans
  • 260 Toelichting 5.7: Voorzieningen voor risico's en kosten
  • 262 Toelichting 5.8: Overige verplichtingen
  • 263 Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen
  • 266 Toelichting 5.10: Eigen vermogen van de aandeelhouders en AT1-instrumenten
  • 267 Toelichting 5.11: Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten (IFRS 5)
  • 268 6.0 Andere toelichtingen
  • 268 Toelichting 6.1: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en financiële garanties buiten balans
  • 269 Toelichting 6.2: Leasing
  • 270 Toelichting 6.3: Transacties met verbonden partijen
  • 271 Toelichting 6.4: Bezoldiging van de commissaris
  • 272 Toelichting 6.5: Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen
  • 274 Toelichting 6.6: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring
  • 276 Toelichting 6.7: Risicobeheer en kapitaaltoereikendheid
  • 277 Toelichting 6.8: Gebeurtenissen na balansdatum
  • 278 Toelichting 6.9: Algemene gegevens betreffende de vennootschap
  • 280 Verslag van de commissaris

Verslag van 1 de Raad van Bestuur

Voorwoord

KBC vierde zijn 25ste verjaardag in 2023

Koenraad Debackere: "In juni 2023 vierden we een speciale verjaardag. Vijfentwintig jaar tevoren ontstond onze groep uit de fusie tussen Kredietbank, CERA Bank en ABB Verzekeringen. In die tijd zijn we geëvolueerd van een nieuwe Belgische bank-verzekeraar naar een

bankverzekeringsgroep die zich concentreert op vijf Europese kernmarkten en een voorloper is in innovatie en digitalisering. Tegelijkertijd integreerden we aandacht voor duurzaamheid in alle geledingen van onze organisatie en in onze strategie, zodat we ook samen met onze klanten de verduurzaming mee vorm geven.

Kortom, een verhaal van durf, visie, ondernemerschap, innovatie en efficiëntie. Maar bovenal is dit het verhaal van onze duizenden medewerkers die elke dag het beste van zichzelf geven om het vertrouwen van onze klanten te winnen en te behouden en daarmee de belangrijkste factor zijn en blijven in het succes van onze groep."

Duurzaamheid is geïntegreerd in ons bedrijfsmodel en onze strategie

Johan Thijs: "De weg naar een duurzame toekomst gaat gepaard met veranderingen in de manier waarop we leven, reizen, produceren en consumeren. Met onze strategie zetten we onze bankverzekeringsproducten in om onze klanten hierbij te ondersteunen. We geloven immers dat we een unieke hefboom hebben om een echte verandering teweeg te brengen in het dagelijkse leven van al onze klanten door digitale transformatie te combineren met een klantgerichte, oplossingsgerichte ervaring en we zijn er ook van overtuigd dat dit de best mogelijke manier is om bij te dragen aan een duurzame en veerkrachtige toekomst.

We hebben ook concrete klimaatindicatoren voor CO2 intensieve sectoren in onze kredietportefeuille en volgen dat nauwgezet op, en we engageerden ons in diverse internationale initiatieven inzake klimaatverandering en duurzaamheid. We namen in 2023 opnieuw heel wat concrete initiatieven. Zo heeft KBC Verzekeringen zich in 2023 bijvoorbeeld geëngageerd om tot 200 miljoen euro te investeren in duurzame infrastructuurfondsen in Europa, via een investeringsfaciliteit die beheerd wordt door het Europees Investeringsfonds. We lanceerden in 2023 ook een tweede sociale obligatie. Zo willen we onze positieve impact op de samenleving vergroten en bijdragen aan een betere toegang tot onderwijs en gezondheidszorg.

We toonden de voorbije jaren dat we duurzaamheid maximaal integreren in onze bedrijfsvoering. Hierdoor behoren we met trots tot het duurzame

financieringsuniversum van meerdere investeerders. Onze uitstekende duurzaamheidsratings, waaronder de CDPscore A, en de opname van KBC in de BEL®ESG-beursindex van Euronext in 2023 zijn mooie erkenningen voor onze

inspanningen. Dat geldt ook voor de uitstekende 'ESG negligible risk' rating die we kregen van het gerenommeerde ESG Risk agency Sustainalytics. Met deze rating zijn we opgenomen in de Sustainalytics 2024 ESG Top-Rated Companies List.

We nodigen u uit om te lezen hoe KBC zijn inspanningen rond duurzaamheid verderzet, in dit Jaarverslag, maar zeker ook in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com."

Vernieuwen blijft een topprioriteit

Johan Thijs: "Doordat we inzetten op innovatie en flexibiliteit zijn we in staat het hoofd te bieden aan een veranderende samenleving. Dat is dus een absolute noodzaak om succesvol te blijven. We hebben altijd al vooropgelopen bij nieuwe ontwikkelingen inzake digitaliteit, die we combineren met de kracht van menselijk contact. We zijn trots op onze persoonlijke digitale assistent, Kate, die steeds beter helpt onze klanten te ontzorgen in al onze kernmarkten. Tot de meest markante ontwikkelingen op dat gebied behoort het feit dat particuliere KBC-klanten in 2023 de mogelijkheid kregen om Kate Coins te verwerven en die ook effectief opnieuw te besteden.

Dat kadert trouwens perfect in de verdere uitvoering van onze strategie. In de afgelopen jaren lanceerden we immers een aantal concepten en bouwstenen zoals Digital First, Bankverzekeren+, Kate en Kate Coins, die extra waarde creëren wanneer ze met elkaar in contact komen. Die elementen brengen we nu samen in zogenaamde ecosystemen, waarbij we onze klanten een nieuwe soort dienstverlening aanbieden. Die bestaat erin dat we hen ondersteunen bij elke stap in de zoektocht naar oplossingen voor problemen rond wonen, mobiliteit, energie, enz., niet alleen via onze eigen producten, maar ook via producten en diensten van partners en leveranciers. Dat laat onze klanten toe geld te besparen én te verdienen, zowel binnen als buiten de traditionele bank- en verzekeringsomgeving. We noemen die volgende stap in onze strategie 'S.T.E.M., the Ecosphere', waarbij S.T.E.M. staat voor 'Save Time and Earn Money'.

Dat we ons met onze strategie succesvol blijven inzetten voor innovatie en een maximaal gemak voor onze klanten, wordt trouwens ook extern erkend. Het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau Sia Partners heeft in 2023 KBC Mobile opnieuw uitgeroepen tot de beste mobiele bank- en verzekeringsapp in België en zelfs tot de nummer drie wereldwijd. Daarenboven bekroonde Sia Partners onze app ook nog eens met de titel van beste gebruikerservaring voor auto- en brandverzekeringen."

Focus op vijf kernlanden

Koenraad Debackere: "Ons kernmetier is en blijft bankverzekeren in een duidelijke selectie van vijf

kernmarkten. Begin 2023 finaliseerden we de verkoop van de resterende portefeuille kredieten en van de deposito's van KBC Bank Ireland. Dat betekent dat we ons nu de facto volledig hebben teruggetrokken uit de Ierse markt. Onze kernlanden zijn dus België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In die kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn en we willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria. Dat concretiseerden we in de afgelopen jaren onder meer door overnames in Slowakije, met OTP Banka Slovensko, en vooral in Bulgarije, waar we niet alleen de Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringsactiviteiten van NN, maar ook Raiffeisenbank Bulgaria overnamen en onze positie op deze thuismarkt gevoelig verstevigden. In dat kader ging in 2023 veel aandacht naar de verdere integratie van Raiffeisenbank Bulgaria in onze bankdochtermaatschappij UBB. Een integratie die transparant, doordacht en zorgzaam werd doorgevoerd, in het belang van onze klanten en medewerkers. Op 10 april 2023 werd de juridische fusie er een feit."

Opnieuw een uitstekend resultaat in uitdagende omstandigheden

Johan Thijs: "In 2023 hielden onze financiële resultaten voor het eerst rekening met de nieuwe IFRS 17-boekhoudnorm voor onze verzekeringsactiviteiten. We herwerkten ook de referentiecijfers van 2022 om de vergelijkbaarheid te waarborgen. Rekening houdend met die nieuwe norm bedroeg in 2023 ons nettoresultaat 3,4 miljard euro, een stijging van 21% tegenover het jaar voordien. Onze opbrengsten profiteerden van onder meer gestegen nettorente-inkomsten (ondanks het negatieve effect van de deposito-uitvloei naar een eenjarige staatsbon in België), hogere verzekeringsinkomsten en gestegen nettoprovisieinkomsten, en werden bovendien begunstigd door de 0,4 miljard euro meerwaarde die we konden boeken als gevolg van de afronding van de Ierse verkoopovereenkomst. We boekten ook per saldo iets lagere waardeverminderingen. Onze kosten stegen, vooral onder impuls van loonindexatie, ICT-kosten en hogere bank- en verzekeringsheffingen. Onze liquiditeit en solvabiliteit bleven zeer solide, getuige een NSFR van 136%, een LCR van 159% en een fully loaded common equity ratio van 15,2% eind 2023. We stellen aan de Algemene Vergadering een brutototaaldividend van 4,15 euro per dividendgerechtigd aandeel voor, bestaande uit een interim-dividend van 1 euro, reeds uitgekeerd in november 2023, en een slotdividend van 3,15 euro, nog uit te keren in mei 2024. Daarnaast zal, in overeenstemming met ons aangekondigde kapitaalaanwendingsplan voor het boekjaar 2023, de Raad

van Bestuur in de eerste helft van 2024 een beslissing nemen over de uitkering van het surpluskapitaal dat een fully loaded common equity ratio van 15% overstijgt.

Last but not least zitten we goed op schema inzake de uitvoering van ons aandeleninkoopprogramma, dat we in augustus 2023 lanceerden voor een maximumbedrag van 1,3 miljard euro. Het programma loopt nog tot eind juli 2024 en u vindt een wekelijks overzicht van de stand van zaken op onze website www.kbc.com."

De economische omgeving in 2023 en daarna

Koenraad Debackere: "De wereldeconomie kende in 2023 verschillende snelheden. De economische groeidynamiek van de eurozone stagneerde, in tegenstelling tot de veel forsere dynamiek in de VS, die gedreven werd door de robuuste binnenlandse vraag en de eerste effecten van een industriebeleid dat op zijn beurt een belangrijke impuls geeft aan de verduurzaming van belangrijke waardeketens in de Amerikaanse economie. Ondanks de conjunctuurverzwakking aan het eind van 2023 zal de wereldeconomie in 2024 allicht een diepe recessie kunnen vermijden. De inflatie zette in 2023 haar neerwaartse pad na de energieprijsschok van 2022 voort. Dat was vooral het gevolg van een gedeeltelijke normalisatie van energieprijzen en het krappere monetaire beleid dat per saldo ook de obligatierentes deed stijgen. De inflatie lag echter nog steeds boven de 2%-doelstelling van zowel de Fed als de ECB. Vandaar dat beide centrale banken waarschijnlijk nog enige tijd hun beleidsrentes op hun actuele piekniveau zullen houden, maar met verwachte neerwaartse bijstellingen in de loop van 2024. Samen met de kwantitatieve verkrapping door de ECB vormen die hoge rentes voor de financiering van de overheidsfinanciën in de eurozone een belangrijk aandachtspunt voor 2024. Dat komt uiteraard bovenop een blijvend uitdagende geopolitieke omgeving, inclusief diverse conflicten en oorlogen. Onze resultaten in 2023 en in de voorbije jaren zijn echter het bewijs dat we, ook in uitdagende omstandigheden, kunnen voortbouwen op onze sterke fundamenten en onze strategie. Het fundament van die strategie blijft uiteraard het vertrouwen dat u, beste klant, medewerker, aandeelhouder of andere stakeholder, in ons stelt en waarvoor wij u oprecht danken."

Johan Thijs Koenraad Debackere Chief Executive Officer voorzitter van

de Raad van Bestuur

Ons bedrijfsmodel

Hoe creëren we duurzame waarde?

Als bankier zorgen we ervoor dat onze klanten goed geïnformeerd kunnen sparen en beleggen, waarbij we ook actief duurzame beleggingsproducten aanbieden. Op die manier kan iedere klant zijn vermogen laten aangroeien volgens zijn eigen wensen en risicoprofiel, en daarbij rekenen op onze expertise. Met de deposito's die de klanten aan ons toevertrouwen, verlenen we kredieten aan particulieren, ondernemingen en overheden, en houden op die manier de economie draaiende, ook in moeilijkere omstandigheden, zoals tijdens de coronacrisis. We houden ook een beleggingsportefeuille aan en investeren dus ook onrechtstreeks in de economie. Bovendien financieren we ook specifieke sectoren en projecten, zoals de socialprofitsector en infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling.

Als verzekeraar bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken. We streven ernaar elke dag de beste verzekering aan te bieden voor een correcte prijs en we investeren in een kwaliteitsvolle schadeafhandeling. We gebruiken ook onze kennis over ongevalsoorzaken bij het opzetten van preventiecampagnes en we hebben een lange traditie van samenwerking met organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers.

We bieden onze klanten ook verschillende andere diensten aan die voor hen belangrijk zijn in hun dagelijkse leven. We denken dan bijvoorbeeld aan betalingsverkeer, cashmanagement, handelsfinanciering, leasing, corporate finance, geld- en kapitaalmarktproducten, enz. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.

Bij al die activiteiten trachten we rekening te houden met de impact ervan op de samenleving en het milieu, en we vertalen dat in concrete doelstellingen. We kiezen er ook bewust voor om waar mogelijk onze positieve impact op de samenleving te vergroten, en we leggen daarbij de focus op gebieden waar we als bank-verzekeraar het verschil kunnen maken, zoals financiële geletterdheid, milieubewustzijn, ondernemerschap en de gezondheids- en vergrijzingsproblematiek. In onze bedrijfsvoering besteden we ook terdege aandacht aan zaken zoals cyberrisico, anticorruptiemaatregelen, klimaatverandering en in toenemende mate ook andere milieuaspecten (zoals biodiversiteit, circulaire economie, waterbeheer en vervuiling).

Wat klimaat betreft, hebben we als bank-verzekeraar een rechtstreekse invloed op de klimaatverandering door ons eigen energieverbruik. Belangrijker is echter de onrechtstreekse invloed, via kredietverlening, het aanhouden van een beleggingsportefeuille, het aanbieden van beleggingen aan klanten en het verzekeren van tegenpartijen die een belangrijke invloed op het klimaat kunnen hebben. We ondervinden bovendien zelf de invloed van klimaatverandering. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan hogere schadeclaims bij onze verzekeringen als gevolg van extreme weersomstandigheden of een impact op onze kredieten of beleggingen wanneer de betrokken tegenpartijen negatieve gevolgen ondervinden van de klimaatverandering of de transitie naar een CO2 -armere samenleving. We houden daar terdege rekening mee, niet alleen om negatieve gevolgen te verminderen of te vermijden, maar ook om actief bij te dragen door bijvoorbeeld duurzame producten en diensten te lanceren. We volgen onze prestaties op dat gebied van nabij op en hanteren daarvoor specifieke doelen. Sinds 2022 hebben we

We willen onze klanten proactief financieel ontzorgen, via ons oplossingsgerichte bankverzekeringsmodel, en gaan daarbij zelfs verder dan pure bank- of verzekeringsproducten.

"

de scope van ons Sustainable Finance Programme verder uitgebreid naar andere milieuaspecten, zoals biodiversiteit en circulariteit.

Als grote lokale speler in elk van onze kernlanden zijn we bovendien een deel van het lokale economische en sociale weefsel. We dragen in al onze kernmarkten in belangrijke mate bij tot de werkgelegenheid en we beseffen dat we een belangrijke impact hebben op het leven van onze mensen. We stimuleren verantwoord gedrag bij onze medewerkers en we bieden hun een faire vergoeding voor hun werk. Zo dragen we bij tot hun koopkracht en tot de welvaart van de landen waarin we actief zijn.

Hoe creëren we waarde?

Grondstoffen Activiteiten Output en resultaten (selectie, 2023) Doelen en termijn

(resultaten: zie hoofdstuk Onze strategie)

• Groei nettorente-inkomsten en verzekeringsinkomsten ('26) • Groei exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen

• Gecombineerde ratio en kosten-

• Kredietkostenratio (through-the-

• Jaarlijkse bevragingen over werknemersbetrokkenheid

• Aandeel digitale verkoop ('26) • Straight-through processing score

• Dividenduitkeringsratio en uitkering surpluskapitaal • NPS-ranking klanten ('26)

• Fondsen die verantwoord beleggen ('25 en '30) • Reductie eigen CO2

• Aandeel elektriciteit uit hernieuwbare bronnen ('30) • Aandeel hernieuwbareenergiekredieten ('30) • Broeikasgasintensiteit diverse sectoren uit de kredietportefeuille

('30 en '50)

• Aandeel bankverzekeringsklanten

-emissie ('30)

inkomstenratio ('26)

('26)

cycle)

('26)

('26)

• 3,4 miljard euro nettowinst

gecombineerde ratio

klantendeposito's

Coins

processen

• Eigen CO2

• Solide kapitaal- en liquiditeitsratio's • 43% kosten-inkomstenratio; 87%

• 3% groei leningen en voorschotten aan klanten, 19% groei beheerd vermogen, 3% daling

• 2,7 miljard euro verloning van onze medewerkers

• Ca. 200 000 geregistreerde opleidingsdagen • Diversiteit: 43% vrouwen in junior en middle management, 25% in senior management

• Innovatieve digitale AI- en datagedreven aanpak • Succes digitale assistent Kate en lancering Kate

• Focus op vereenvoudiging en straight-through

• Focus op initiatieven inzake financiële geletterdheid

• Lancering aandeleninkoopprogramma in '23-'24

• Focus op initiatieven inzake milieubewustzijn en vergrijzings- en gezondheidsproblematiek • 41 miljard euro in Responsible Investmentfondsen • Diverse milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen

-emissies, -68% t.o.v. 2015

• Stakeholderinteractieproces in elk land • Belastingen en bank- en verzekeringsheffingen

en stimuleren van ondernemerschap

samen 1,5 miljard euro

• Sterk ingebedde bedrijfscultuur PEARL+

Ca. 41 000 medewerkers Sterke merknamen in alle kernlanden, vertrouwde

Medewerkers en merk

partner, digitale assistent Kate Innovatiecapaciteit Diverse elektronische distributieplatformen, apps, AI en achterliggende

ICT-systemen 1 166 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen

13 miljoen klanten, 5 kernlanden Leveranciers, overheden, regelgevers en andere stakeholders

Direct gebruik van elektriciteit, gas, water, papier, enz. Belangrijkere indirecte impact via kredietverlening, beleggingsportefeuille, fondsen, verzekeringen, enz.

Doel en ambitie

Proactief datagedreven oplossingen aanbieden om tegemoet te komen aan de noden van onze klanten. De referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernlanden

Kernactiviteiten

Kredieten Deposito's Verzekeringen Beleggingen Vermogensbeheer Betalingsverkeer Andere financiële diensten

Meest relevante SDG's voor de groep

Milieu en maatschappij

Grondstoffen Activiteiten Output en resultaten (selectie, 2023) Doelen en termijn

duurzame rendabele groei

klant centraal

Doel en ambitie Proactief datagedreven oplossingen aanbieden om tegemoet te komen aan de noden van onze klanten. De referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernlanden

Kernactiviteiten Kredieten Deposito's Verzekeringen Beleggingen Vermogensbeheer Betalingsverkeer Andere financiële diensten

Meest relevante SDG's voor de groep

rol in de maatschappij

bankverzekeren +

Financieel

Medewerkers

Infrastructuur

Klanten en andere

Milieu en maatschappij

stakeholders

en merk

kapitaal

24,3 miljard euro totaal

259 miljard euro deposito's

Ca. 41 000 medewerkers Sterke merknamen in alle kernlanden, vertrouwde partner, digitale assistent

Innovatiecapaciteit

verschillende

verzekeringen

stakeholders

papier, enz.

Diverse elektronische distributieplatformen, apps, AI en achterliggende ICT-systemen 1 166 bankkantoren,

distributiekanalen voor

13 miljoen klanten, 5 kernlanden

Leveranciers, overheden, regelgevers en andere

Direct gebruik van elektriciteit, gas, water,

Belangrijkere indirecte impact via kredietverlening, beleggingsportefeuille, fondsen, verzekeringen, enz.

eigen vermogen

en schuldpapier

Kate

(resultaten: zie hoofdstuk Onze

strategie)
3,4 miljard euro nettowinst


Solide kapitaal- en liquiditeitsratio's
43% kosten-inkomstenratio; 87%

gecombineerde ratio
3%

groei leningen en voorschotten aan klanten,
19% groei beheerd vermogen, 3%
daling
klantendeposito's

Groei nettorente-inkomsten en
verzekeringsinkomsten ('26)

Groei exploitatiekosten zonder
bank- en verzekeringsheffingen
('26)

Gecombineerde ratio en kosten
inkomstenratio ('26)

Kredietkostenratio (through-the
cycle)
2,7 miljard euro verloning van onze medewerkers


Sterk ingebedde bedrijfscultuur PEARL+
Ca. 200 000 geregistreerde opleidingsdagen

Diversiteit: 43% vrouwen in junior en middle

management, 25% in senior management

Jaarlijkse bevragingen over
werknemersbetrokkenheid

Innovatieve digitale AI- en datagedreven aanpak

Succes digitale assistent Kate en lancering Kate
Coins

Focus op vereenvoudiging en straight-through
processen

Aandeel digitale verkoop ('26)

Straight-through processing score
('26)

Stakeholderinteractieproces in elk land

Belastingen en bank- en verzekeringsheffingen
samen 1,5 miljard euro

Focus op initiatieven inzake financiële geletterdheid
en stimuleren van ondernemerschap

Lancering aandeleninkoopprogramma in '23-'24

Dividenduitkeringsratio en
uitkering surpluskapitaal

NPS-ranking klanten ('26)

Aandeel bankverzekeringsklanten
('26)

Focus op initiatieven inzake milieubewustzijn en
vergrijzings- en gezondheidsproblematiek
41 miljard euro in Responsible Investmentfondsen


Diverse milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen
-emissies, -68% t.o.v. 2015

Eigen CO2

Fondsen die verantwoord
beleggen ('25 en '30)

Reductie eigen CO2
-emissie ('30)

Aandeel elektriciteit uit
hernieuwbare bronnen ('30)

Aandeel hernieuwbare
energiekredieten ('30)

Broeikasgasintensiteit diverse

sectoren uit de kredietportefeuille

('30 en '50)

We vatten onze bedrijfscultuur samen in het letterwoord PEARL+. Dat staat voor Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local Embeddedness. Het plusteken in PEARL+ symboliseert onze focus op gezamenlijke ontwikkeling en 'smart copy' van oplossingen, initiatieven en ideeën zodat ze overal in de groep gemakkelijk bruikbaar en inzetbaar zijn. Daardoor kunnen we efficiënter werken, sneller schakelen en lokale talenten groepswijd benutten. We moedigen al onze medewerkers aan zich responsive, respectvol en resultaatgericht te gedragen. In het schema leggen we uit wat we daarmee bedoelen.

PEARL+ is een mindset, een werkcultuur van al onze medewerkers. Om er zeker van te zijn dat al onze medewerkers doordrongen zijn van die waarden, stelden we een specifieke PEARL-manager aan die aan onze CEO rapporteert. Om die cultuur in de volledige groep in te bedden en tot een succes te maken, implementeren we ze niet alleen top-down, maar ook bottom-up. Zo hebben we op de werkvloer honderden PEARL ambassadors die PEARL concreet vormgeven en andere collega's daarin voorthelpen.

Resultaatgericht We doen wat we beloven, we halen onze doelstellingen, we leveren kwaliteit, we doen dat op tijd en op een kostenefficiënte manier.

Respectvol

We behandelen mensen als onze

gelijken, we zijn transparant, we

vertrouwen ze en waarderen ze

om wat ze doen en wie ze zijn.

Responsive

We anticiperen en reageren

spontaan en op een positieve

manier op suggesties en vragen.

We focussen op gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven, ideeën binnen de groep

Local Embeddedness

(lokale verwevenheid) We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef en we staan dicht bij onze klanten.

Responsiveness (ontvankelijkheid)

We anticiperen en spelen proactief in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden.

Performance (performantie) We streven naar uitstekende resultaten en doen wat we

Empowerment

(ruimte om te ondernemen) We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien.

beloven.

Accountability

(individuele verantwoordelijkheid) We nemen onze persoonlijke verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega's, aandeelhouders en de maatschappij.

Wat ons onderscheidt van onze concurrenten

Ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel

We spelen geïntegreerd in op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten. Ook onze organisatie is geïntegreerd: de meeste diensten werken op een overkoepelend niveau en we sturen de groep ook geïntegreerd aan. Voor onze klanten biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide relevante en gepersonaliseerde one-stop financiële dienstverlening, waarbij ze kunnen kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod, dat zelfs het pure bankverzekeren overstijgt. Voor onszelf biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën, en verhoogde interactiemogelijkheden met en een vollediger inzicht in onze klanten.

Onze digitale aanpak

1 2 3

In onze strategie vormt digitale interactie met de klanten de basis van ons bedrijfsmodel, zowel op het vlak van verkoop en advies als wat proces- en productontwikkeling betreft. Naast een digitaal productaanbod bieden we dus ook digitaal advies aan onze klanten én ontwikkelen we alle processen en producten alsof ze digitaal verkocht moeten worden. Bij digitale verkoop en advies zullen artificiële intelligentie en data-analyse een belangrijke rol spelen. Kate, onze persoonlijke digitale assistent, speelt daarbij een essentiële rol. Uiteraard blijft het zo dat er voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten experts beschikbaar zijn in onze kantoren of callcentra. Net dankzij het succes van onze digitale aanpak kunnen we tegelijk ook meer tijd vrijmaken om meer klanten nog

Onze sterke geografische focus en local responsiveness

We concentreren ons op onze kernmarkten België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. Met deze selectie van landen werken we in een mix van mature markten en groeimarkten, en kunnen we bij die laatste rekenen op het inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening. In de rest van de wereld zijn we beperkt aanwezig, onder meer om de activiteiten van onze bedrijfsklanten in de kernmarkten te ondersteunen. In onze kernlanden willen we duurzame relaties met onze lokale klanten opbouwen. We willen onze lokale klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, diensten en producten op maat aanbieden en focussen op duurzame ontwikkeling van de verschillende gemeenschappen waarbinnen we actief zijn. Waar relevant werken we tussen onze kernlanden samen om dubbel werk te vermijden en onze klanten het beste te kunnen aanbieden.

Onze sterktes en uitdagingen

Sterktes

Uniek bankverzekeringsmodel en innovatieve datagedreven digitale strategie, waardoor we direct kunnen inspelen op de behoeften van onze klanten

Sterke commerciële bank- en verzekeringsfranchises in al onze divisies

Succesvolle historiek inzake onderliggende bedrijfsresultaten

beter te adviseren.

Solide kapitaalpositie en sterke liquiditeit

Sterke inbedding in de lokale economieën van onze kernlanden

Sterke focus op duurzaamheid. Ambitieuze klimaatdoelstellingen waarmee we ook onze klanten begeleiden naar een duurzamere toekomst.

Onze duurzaamheidsaanpak

Als financiële instelling hebben we een belangrijke directe en indirecte impact op de samenleving. KBC wil de transitie naar een duurzamere en klimaatbestendigere samenleving ondersteunen. Daarom is duurzaamheid een integraal onderdeel van onze algemene bedrijfsstrategie en verankerd in onze dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de producten en diensten die we aanbieden. Onze duurzaamheidsstrategie, afgestemd op de lokale economie en samenleving, bestaat uit financiële veerkracht en drie hoekstenen: verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren, onze positieve impact op de samenleving vergroten en onze nadelige impact op de samenleving beperken.

4 5 Onze aandeelhoudersstructuur

Bijzonder aan onze aandeelhoudersstructuur is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, die eind 2023 samen ruwweg 41% van onze aandelen in handen hadden. Die aandeelhouders treden op in onderling overleg en verzekeren op die manier de aandeelhoudersstabiliteit van onze groep.

Uitdagingen

Macroeconomische omgeving gekenmerkt door onder meer geopolitieke uitdagingen en een gewijzigde rente-omgeving

Invloed van de klimaatverandering op onze activiteiten en die van onze klanten, en benutten van opportuniteiten gerelateerd aan de overgang naar een groenere economie

Strengere regelgeving omtrent klantenbescherming, solvabiliteit, milieu, enz.

Veranderend klantengedrag, concurrentie en nieuwe spelers op de markt

Nieuwe technologieën en cybercriminaliteit

We hebben onze groep opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale activiteiten en bijdragen tot een duurzame winst en groei. Het gaat om de divisies België, Tsjechië en Internationale Markten. Een uitgebreide omschrijving vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

In onze groep bepaalt de Raad van Bestuur de strategie, het algemene beleid en het niveau van te nemen risico's. Een aantal gespecialiseerde comités staat die Raad bij: het Auditcomité, het Risico- en Compliancecomité, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité. We gaan dieper in op die comités in het hoofdstuk Verklaring inzake

deugdelijk bestuur. De belangrijkste onderwerpen die in 2023 in de Raad werden besproken, en ons vergoedingsbeleid voor het management bespreken we in datzelfde hoofdstuk.

Ons Directiecomité zorgt voor het operationele bestuur van de groep en doet dat binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Het Directiecomité omvat, naast de CEO, ook de chief financial officer (CFO), de chief risk officer (CRO) en de chief innovation officer (CIO) van de groep, en de CEO's van de drie divisies.

Divisie Internationale Markten Overige Divisie Internationale Markten Overige Divisie Internationale Markten Overige 'Overige' in de grafieken: een deel van onze medewerkers werkt in andere landen of in groepsfuncties; we wijzen bovendien een deel van het kapitaal en het resultaat toe aan het Groepscenter.

In welke omgeving zijn we actief?

2023 was een jaar van verschillende groeitempo's van de grote economieën. De economie van de eurozone had nog te lijden van de naweeën van de energieprijsschok uit 2022, wat in 2023 resulteerde in een stagnerende kwartaalgroei in de buurt van 0% (jaargemiddelde groei 0,5%). De Amerikaanse economie, en in het bijzonder de Amerikaanse consument, had daar veel minder last van, wat resulteerde in een bovengemiddelde kwartaalgroei tot en met het vierde kwartaal. Per saldo leidde dat tot een jaargemiddelde groei van 2,5%. In China heerste er in het eerste kwartaal van 2023 een groeioptimisme na het loslaten van de meeste beperkende coronamaatregelen. Als gevolg van de zwakke wereldconjunctuur en de onevenwichtige binnenlandse vraag (met o.m. een aanhoudende crisis in de vastgoedsector) ontgoochelde de groeidynamiek echter in de daaropvolgende kwartalen. Per saldo bedroeg de jaargemiddelde groei er 5,2%.

Zowel in Europa als in de VS is de inflatie voorbij de piek. De desinflatiegolf van 2023 was vooral het gevolg van het feit dat de hoge energieprijzen van 2022 geleidelijk uit de vergelijkingsbasis van de jaar-op-jaar inflatie verdwenen. Ook de onderliggende kerninflatie (inflatie exclusief energieen voedingsprijzen) droeg naar het jaareinde van 2023 bij tot het desinflatiepad. Hoe snel de headline-inflatie in de eurozone en de VS opnieuw de doelstelling van de Fed en ECB van 2% bereiken, hangt er dan ook in grote mate van af of, en in welke mate, er zich in de loop van 2024 nieuwe inflatie-impulsen voordoen.

Nu de inflatie over haar hoogtepunt heen lijkt, en gegeven het feit dat de monetaire verkrappingen met vertraging nog hun volle impact op de groei en inflatie moeten tonen, hebben zowel de Fed als de ECB in 2023 de piek van hun verkrappingscyclus bereikt. De beleidsrente van de Fed bereikte in juli de band tussen 5,25% en 5,50%, waarna de ECB in september haar depositorente een laatste maal verhoogde tot 4%. Om de inflatie voldoende snel terug te brengen naar de doelstelling van 2% zullen beide centrale banken allicht hun rente nog enige tijd op dat restrictieve peil houden. Een eerste renteverlaging door de ECB is dan ook pas waarschijnlijk rond het midden van 2024.

In 2023 volgde de ECB het pad van de Fed en begon ze in maart met het niet-herbeleggen van aflopende activa uit haar APP-portefeuille ook aan haar kwantitatieve verstrakking. Net zoals dat het geval is voor de Fed, loopt die verstrakking allicht voort na het begin van de renteverlagingscyclus in 2024. Volgens de ECBcommunicatie zal ze haar bestaande PEPP-portefeuille vanaf de tweede jaarhelft van 2024 niet meer volledig herbeleggen, zodat de totale portefeuille gemiddeld per maand met 7,5 miljard euro zal krimpen. Vanaf 2025 zal de ECB herbeleggingen van de PEPP-portefeuille volledig stopzetten. Na het stopzetten van die flexibele PEPPherbeleggingen zal de ECB vooral rekenen op het Transmission Protection Mechanism (TPI) om de intra-EMU rentespreads binnen voor de aanvaardbare grenzen te houden.

Onder impuls van de stijgende beleidsrentes en de normaliserende risicopremies stegen in 2023 de Amerikaanse en Duitse tienjaarsrentes in het derde kwartaal tot respectievelijk ca. 5% en 3%. Beide referentierentes daalden echter opnieuw fors in het vierde kwartaal tot respectievelijk 4% en 2% naar het jaareinde van 2023 toe. Een matige opwaartse correctie deed zich voor in januari 2024.

De Amerikaanse dollar was ook in 2023 volatiel, gedreven door 'vlucht naar kwaliteit' en (verwachte) rente- en groeiverschillen. Per saldo verzwakte de Amerikaanse dollar in 2023 ten opzichte van de euro licht van circa 1,07 tot 1,10 dollar per euro.

De belangrijkste beleidsuitdaging voor 2024 is het vinden van een evenwicht tussen enerzijds het voeren van een voldoende restrictief (monetair) beleid om de inflatie duurzaam terug te brengen tot de 2%-doelstelling, en anderzijds het vermijden van het veroorzaken van een ernstige recessie.

Informatie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2023

België Tsjechië Slowakije Hongarije Bulgarije
Marktomgeving in 20231
Wijziging van het bbp (reëel) 1,5% -0,4% 1,1% -0,8% 1,9%
Inflatie (gemiddelde jaarstijging van
de consumptieprijzen)
2,3% 12,1% 11,0% 17,0% 8,6%
Werkloosheidsgraad
(% van de beroepsbevolking,
jaareinde, Eurostat-definitie)
5,7% 2,8% 5,8% 4,4% 4,3%
Financieringssaldo overheid
(% van het bbp)
-4,6% -3,8% -6,1% -6,0% -3,0%
Overheidsschuld (% van het bbp) 105,8% 43,9% 57,5% 72,5% 22,0%
Geschatte verwachte groei van het reële bbp in de komende jaren
2024 1,1% 1,4% 2,2% 2,8% 2,3%
2025 1,1% 3,1% 3,3% 3,6% 3,0%
Positie van KBC in elk kernland2
Belangrijkste merken KBC, CBC,
KBC Brussels
ČSOB ČSOB K&H UBB, DZI
Netwerk 434
bankkantoren
292 verzekerings
agentschappen
198
bankkantoren
Verzekeringen
via verschillende
99
bankkantoren
Verzekeringen
via verschillende
195
bankkantoren
Verzekeringen
via verschillende
228
bankkantoren
Verzekeringen
via verschillende
kanalen kanalen kanalen kanalen
Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen
Recente overnames of verkopen3
(2021-2022-2023)
Overname
Bulgaarse
pensioen- en
levensverzeke
ringsactiviteiten
van NN (2021).
Overname
Raiffeisenbank
Bulgaria (2022)
Klanten (miljoenen, schatting) 3,9 4,3 0,8 1,6 2,2
Kredietportefeuille (miljarden euro) 131 39 12 8 11
Deposito's (excl. schuldpapier)
(miljarden euro)
134 51 9 10 13
Marktaandelen (schatting)
- bankproducten
- beleggingsfondsen
- levensverzekeringen
- schadeverzekeringen
20%
27%
12%
9%
21%
25%
7%
10%
12%
7%
2%
5%
11%
11%
3%
7%
19%
14%
32%
12%
Nettowinstbijdrage in 2023
(in miljoenen euro)
1 866 763 105 285 286

1 Gegevens gebaseerd op schattingen van begin maart 2024 en dus afwijkend van gegevens m.b.t. eind 2023 in Toelichting 3.9. in het deel Geconsolideerde jaarrekening. 2 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen. Marktaandeel bankproducten: gemiddelde van marktaandelen in kredieten en in deposito's. Voor levensverzekeringen in België gebaseerd op reserves; voor de andere landen gebaseerd op premies. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? Deposito's:

deposito's van klanten, zonder repo's. Het aantal bankkantoren is zonder de automatenkantoren en het netwerk van 12 buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië. De marktaandelen zijn gebaseerd op de meest recente beschikbare gegevens (bv. van eind september 2023).

3 Voor details zie Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Meer informatie over de marktomstandigheden per land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

Onze belangrijkste uitdagingen

Klimaatverandering, wereldwijde gezondheidsrisico's, geopolitieke en economische uitdagingen

Uiteraard beïnvloeden de wereldeconomie, de financiële markten en de demografische ontwikkelingen ons resultaat. De coronacrisis en de recente extreme weersomstandigheden toonden dat ook

klimaatverandering en gezondheidsrisico's significante invloed kunnen hebben. Ook geopolitieke ontwikkelingen, zoals de oorlog in Oekraïne, kunnen een belangrijke impact op de economie hebben en dus mogelijk gevolgen voor onze resultaten.

Hoe gaan we daarmee om?

  • We zorgen er in onze langetermijnplanning en onze langetermijnscenario's voor dat onze kapitaal- en liquiditeitsposities een negatief scenario kunnen doorstaan.
  • We berekenen de impact van wijzigingen in de belangrijke parameters en schatten de invloed van significante gebeurtenissen zo goed mogelijk in.
  • Wanneer blijkt dat de modellen het verhoogde kredietrisico resulterend uit bepaalde gebeurtenissen niet opvangen, leggen we bijkomende reserves aan gebaseerd op een beoordeling door het management.
  • Waar nodig (bijvoorbeeld n.a.v. de coronacrisis) nemen we de nodige maatregelen inzake toegankelijkheid en bedrijfscontinuïteit.
  • We vertalen onze strategie inzake milieu en klimaatverandering in concrete doelstellingen en engageren ons in diverse internationale initiatieven ter zake. We rapporteren uitvoerig over duurzaamheid in dit rapport, maar ook in ons Duurzaamheidsrapport, op www.kbc.com.
  • We passen ons aanbod aan producten en diensten voortdurend aan, bijvoorbeeld door in te spelen op de vraag naar duurzame producten. We willen ook voor onze klanten een partner zijn in hun transformatie naar een duurzamere toekomst.
  • We streven ernaar onze inkomsten te diversifiëren, onder andere door meer fee business, naast interestinkomsten.

Wijzigend klantengedrag en concurrentie

We hebben te maken met sterke concurrentie (van traditionele spelers, internetbanken, fintechs, bigtechs, enz.), technologische veranderingen en wijzigend klantengedrag. Dat beïnvloedt de verwachtingen van klanten inzake snelheid, digitale interactie, proactiviteit, personalisatie en relevantie, verhoogt het belang van digitalisering en innovatie in onze groep, en noodzaakt tot een wendbare, snelle organisatie die in staat is continu aanpassingen te doen aan processen en systemen.

Hoe gaan we daarmee om?

  • Om ons te wapenen tegen concurrentie en technologische veranderingen zijn de creatieve input en de diversiteit qua opleiding en achtergrond van onze medewerkers bijzonder belangrijk.
  • We hebben een grote hoeveelheid gegevens ter beschikking wat – mits toestemming van de klant – ons in staat stelt beter te begrijpen wat klanten echt willen. Ons geïntegreerde model stelt ons in staat betere inzichten te verwerven en completere oplossingen aan te bieden dan pure banken of verzekeraars. We staan bovendien dichter bij onze klanten dan bijvoorbeeld de bigtechbedrijven.
  • We hebben een proces om ervoor te zorgen dat de business op een efficiënte manier een beslissing verkrijgt om een nieuw product of dienst te lanceren, waarbij ook de risico's grondig bekeken worden. We herzien regelmatig alle bestaande producten om ze aan te passen aan gewijzigde klantenbehoeften of omstandigheden.
  • In verschillende vennootschappen van de groep worden activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling verricht die kaderen binnen een programma dat tot doel heeft om nieuwe en innovatieve digitale oplossingen in een meer datagedreven financiële organisatie te ontwikkelen. We lanceerden in de afgelopen jaren tal van succesvolle innovatieve toepassingen (zie hoofdstuk Onze Divisies).
  • We volgen actief trends op en analyseren de markt.
  • Toepassingen worden waar mogelijk gekopieerd in verschillende kernmarkten van de groep. We staan ook open voor samenwerking met fintechbedrijven en branchegenoten.
  • Naast innovatie en digitalisering zetten we ook in op vereenvoudiging en automatisatie van producten en processen (straight-through processing). Onder meer via onze digitale assistent Kate focussen we op ontzorging van onze klanten.

Topics uit onze materialiteitsanalyse*

  • Veerkracht van ons bedrijfsmodel op lange termijn
  • Duurzaam en verantwoord aanbod van producten en diensten
  • Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen
  • Ethische bedrijfsvoering en verantwoord gedrag
  • Partner in de transformatie naar een duurzamere toekomst
  • Directe milieu-impact van onze activiteiten
  • Dienstenaanbod dat de lokale economie stimuleert
  • Betrokkenheid in de gemeenschap

Topics uit onze materialiteitsanalyse*

  • Gegevensbescherming en cyberveiligheid
  • Eerlijke, begrijpelijke en transparante informatie aan klanten
  • Diverse en inclusieve bedrijfscultuur
  • Ontwikkeling en welzijn van werknemers
  • Veerkracht van ons bedrijfsmodel op lange termijn
  • Toegankelijkheid en bruikbaarheid van producten en diensten
  • Inclusief dienstenaanbod

Regelgeving

De komende jaren zullen de volgende trends en regelgevingen een belangrijke impact hebben:

  • duurzaamheid: EU-maatregelen om financiële middelen te mobiliseren voor duurzame groei o.m. via aangepaste rapportering (CSRD & artikel 8 Taxonomieverordening);
  • digitaliteit: EU-initiatieven rond de impact van nieuwe technologieën op de financiële dienstensector (Digital Operational Resilience Act, Cyber Resilience Act, AML-Richtlijn (virtuele valuta), Markets in Crypto-Assets Regulation, voorstellen van verordeningen over Financial Data Access, de digitale euro en de European Digital Identity);
  • artificial intelligence: de EU wil via een risicogebonden aanpak verkoop, ontwikkeling en toepassing van AI-systemen op Europees niveau regelen;
  • prudentieel toezicht: omzetting van Basel IV in de Verordening en Richtlijn kapitaalvereisten (CRR3 en CRD6); herziening van Solvency II; ontwikkelingen m.b.t. de hervorming van het Crisis Management & Deposit Insurance Framework; ontwikkelingen rond het ontwerp van de Richtlijn herstel- en resolutieplanning voor verzekeringsondernemingen;
  • betalingsverkeer: voorstel van Verordening voor onmiddellijke overmakingen in euro, herziening juridisch kader voor de betalingsdiensten en voorstel voor richtlijn (PSD3) dat zich richt op de prudentiële aspecten;
  • financiële markten en producten: hervorming Verordening Europese marktinfrastructuur, voorstel Richtlijn voor verkoop op afstand van financiële diensten; EU Green Bonds Standards Regulation.

Hoe gaan we daarmee om?

  • We bereiden ons degelijk voor op nieuwe regelgeving: gespecialiseerde teams volgen de trends en regelgeving op de voet en stellen acties voor, onder meer met betrekking tot de kapitaalplanning van de groep.
  • We nemen deel aan werkgroepen in belangenverenigingen, waar we ontwerpteksten analyseren.
  • Een speciaal team bekommert zich om de contacten met de overheden en de toezichthouders.
  • We bereiden nota's voor en geven opleidingen voor de business.
  • We bekijken de impact van de regelgeving op het klantengedrag en passen onze producten en processen waar nodig aan het wijzigende klantengedrag aan; ook de impact op transformatie- en innovatieprojecten wordt bekeken.

Topics uit onze materialiteitsanalyse*

  • Eerlijke, begrijpelijke en transparante informatie naar klanten
  • Veerkracht van ons bedrijfsmodel op lange termijn
  • Ethische bedrijfsvoering en verantwoord gedrag
  • Duurzaam en verantwoord aanbod van producten en diensten
  • Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen
  • Gegevensbescherming en cyberveiligheid
  • Bevordering van financiële geletterdheid

Cyberrisico en gegevensbeveiliging

In een snel digitaliserende wereld zijn cyberaanvallen een constante bedreiging. Deze bedreigingen volgen evoluties in het digitale landschap. Ontwikkelingen die gebruik maken van artificiële intelligentie verhogen het aantal mogelijke cyberaanvallen en introduceren nieuwe manieren om cyberaanvallen uit te voeren. Binnen KBC focussen we op een optimale bescherming tegen cybercriminaliteit, zowel van onze klanten als van onze entiteiten zelf.

Hoe gaan we daarmee om?

  • We maken onze medewerkers bewust van cyberrisico's door digitale opleidingen aan te bieden waarbij we aandacht besteden aan zaken zoals phishing, smishing (sms phishing), vishing (voice phishing) en cyberfraude in het algemeen. Via simulatietesten wordt gecontroleerd of medewerkers correct reageren op diverse scenario's.
  • We werken aan sterk beveiligde en betrouwbare ICT-systemen en databeschermingsprocedures.
  • We zetten sterk in op het verzamelen van threat intelligence en gebruiken diverse tools om zo snel en accuraat mogelijk te anticiperen/reageren op verschillende cyberbedreigingen zoals DDoS en ransomware.
  • Het groepswijde competentiecentrum voor Information Risk Management en Business Continuity volgt alle risico's op die gerelateerd zijn aan gegevensbeveiliging, cybercrime en operationele ICT. Het team informeert en assisteert de lokale entiteiten, test de verdedigingssystemen van KBC en faciliteert trainingen.
  • We zijn lid van de Belgische Cyber Security Coalition, een kennis- en overlegplatform van zo'n vijftig overheids- en privébedrijven en academici.
  • We laten de cyberrisico's en de verdedigingsmechanismen van onze entiteiten evalueren door interne en externe beveiligingsexperts.
  • Zie ook Hoe beheren we onze risico's, onder Nietfinanciële risico's en De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur, onder Privacy, databescherming, communicatie en inclusie, en in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com.

Topics uit onze materialiteitsanalyse*

• Gegevensbescherming en cyberveiligheid

Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties

Belangrijke uitdagingen

  • Blijvende aandacht hebben voor het welzijn van onze medewerkers
  • Investeren in duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers
  • Investeren in de juiste skills en een cultuur van continu leren
  • Inzetten op coachend en inspirerend leiderschap

Onze medewerkers

Onze waarden zijn groepswijd dezelfde en steunen op onze bedrijfscultuur PEARL+. De E uit PEARL+ staat voor Empowerment, waarmee we bedoelen dat we elke medewerker de ruimte bieden om zijn talent en creativiteit te ontplooien en om die in te zetten bij de realisatie van onze bedrijfsstrategie. De + in PEARL+ staat voor cocreëren over de landsgrenzen heen en slim kopiëren van elkaar. Zo halen we meer voordeel uit de rijkdom en verscheidenheid in onze groep. We stimuleren die cultuur bij onze medewerkers actief. Met de verschillende Team Blue-initiatieven zoals Team Blue Challenges en Group Inspiration Days willen we alle collega's uit de verschillende landen verenigen, zodat ze fier zijn op hun team en hun bedrijf en gebruikmaken van elkaars ervaring.

Het blijft de vaste ambitie om onze organisatie en medewerkers toekomstbestendig te houden en medewerkers zoveel mogelijk aan boord te houden en te laten meegroeien met KBC. We zetten in op een leercultuur waarbij leren integraal deel uitmaakt van de dagelijkse activiteiten. Ons bedrijf is in volle transformatie (denk maar aan de introductie van Kate) en heeft dus continu nieuwe skills nodig. Daarom vragen we onze medewerkers om continu te blijven leren en te focussen op die skills die ertoe doen. Om dat op een slimme manier mogelijk te maken, werken we met een AI-gestuurd leer- en talentenplatform, dat de naam StiPPLE draagt. Dat reikt medewerkers de juiste hr-info aan om hun loopbaan naar een hoger niveau te tillen. Ze krijgen leerinhoud op maat, niet alleen voor de relevante skills, maar ook voor het juiste skillsniveau. Via progressiedialogen met de leidinggevende helpt StiPPLE hen te focussen op de juiste prestatie- en ontwikkelingsdoelen. StiPPLE vormt ook een geïntegreerde marktplaats voor interne vacatures, waarbij openstaande jobs en interne talenten gematcht worden. De medewerkers kunnen via het platform ook inzicht krijgen in hun loopbaan: welke jobs sluiten aan bij hun profiel en welke skills zijn nog te ontwikkelen om hun ambities waar te maken. Medewerkers kunnen sinds dit jaar ook een beroep doen op career counseling om een beter inzicht te krijgen in hun persoonlijke talenten en interesses en in hun loopbaanmogelijkheden binnen KBC. Het digitale leer- en talentenplatform is al deels internationaal uitgerold.

Onze medewerkers kunnen uiteraard ook rekenen op een marktconform en fair loon, aangevuld met extralegale voordelen. We nemen de gezondheid en het welzijn van onze medewerkers ter harte. Een goede balans tussen business performance en welzijn van de medewerkers is belangrijker dan ooit. Daarom gaan we op zoek naar creatieve oplossingen, zodat we met zijn allen gezond en met enthousiasme aan de slag kunnen blijven. KBC heeft een eigen medische en preventiedienst en commissies voor veiligheid en gezondheid op het werk in alle kernlanden. Bij KBC België werkt een apart Work Life Support-team in de context van langer werken geïntegreerde oplossingen uit

voor de preventieve aanpak van burn-outs en mentale issues, voor een goede opvang van collega's die na ziekte opnieuw aan de slag gaan, en voor duurzame eindeloopbaanvoorstellen. En postcorona investeren we in de herinrichting van onze hoofdkantoren met het oog op een aangenamere werkomgeving met meer aandacht voor connectie met collega's en een betere ondersteuning van het hybride werken.

We doen het goed in de war for talent, getuige bijvoorbeeld de ruwweg 560 nieuwe aanwervingen in 2023 in België. Dat belet echter niet dat de zoektocht naar gespecialiseerde profielen om KBC mee uit te bouwen nog altijd doorgaat. Het nieuwe AI-gedreven talent acquisition platform dat in 2022 in België geïntroduceerd werd, vermijdt vooroordelen en fricties bij aanwerving. Kandidaten doorlopen hun testen op een digitale wijze, waar en wanneer zij het verkiezen, wat resulteert in kortere doorlooptijden en een excellente kandidaatbeleving. In 2023 verliepen 54% van de nieuwe aanwervingen via dat platform: digitaal, maar met de human touch op het gepaste moment. Dankzij al die nieuwe talenten telt KBC in België alleen al 50 nationaliteiten.

Goede leidinggevenden zijn de sleutel om het beste in onze medewerkers naar boven te halen en om de KBC-strategie succesvol te implementeren. We investeren dan ook in de opleiding van alle leidinggevenden. We bieden een intensieve opleiding aan voor startende leidinggevenden en hebben een open aanbod van klassikale trainingen om ervaren leidinggevenden zich te laten verdiepen in cruciale skills en vaardigheden. Daarnaast voorzien we intensieve begeleiding en training van groepen van leidinggevenden die leiderschap opnemen in een specifieke transformatie. In België blijven we inzetten op de 'SAMEN Werkt!'-sessies waarin we formele en informele leiders inspireren en activeren aan de hand van bedrijfswijde uitdagingen. Om een gemeenschappelijke visie te kunnen uitdragen, nemen senior managers uit de hele groep deel aan de KBC University, een ambitieus ontwikkelingsprogramma. Nieuw benoemde senior managers gaan door een leiderschapstraject in de lijn van onze bedrijfscultuur PEARL+ en volgen ook een module over de strategie. We maken ook actief werk van een apart beleid voor toptalentmanagement, waarmee we toekomstige senior managers in kaart brengen en klaarstomen voor de uitdagingen van morgen. Het thema genderdiversiteit krijgt hierin speciale aandacht.

We volgen de mening van onze medewerkers nauw op via een groepswijde Shape Your Future Survey. In 2023 organiseerden we twee bevragingen waarop de globale responsgraad 80% bedroeg in de tweede jaarhelft. In België was de antwoordratio 81% in maart en 80% in oktober. Groepswijd voelde 72% van de medewerkers zich betrokken bij KBC (België 77%, Tsjechië 75%, Slowakije 65%, Hongarije

65%, Bulgarije 64%). Betrokkenheid is gebaseerd op trots zijn, motivatie in de functie en verbondenheid met KBC. Net die verbondenheid steeg in België in 2023 tot 79%, op groepsniveau bleef het ongewijzigd op 72%. Medewerkers zijn trots op de stabiliteit van KBC als bedrijf en zijn innovatieve aanpak. Behalve naar betrokkenheid peilen we in de Shape Your Future Survey ook naar het draagvlak en de impact van de KBC-strategie bij onze medewerkers en naar andere aspecten van PEARL+, zoals het gevoel van autonomie en empowerment. Uit de resultaten blijkt onder meer dat 75% van de medewerkers ziet hoe hun job helpt om de KBC-strategie in de praktijk om te zetten. De bevragingen leidden ook tot een aantal acties, zoals initiatieven om managers te ondersteunen in hun coachingrol. De managers zelf hebben toegang tot hun resultaten en nemen specifieke actie waar nodig.

Sinds 1 januari 2023 installeerde KBC België een nieuw distributiemodel voor Retail, Private Banking en Commercial Banking. Voor Retail werd het functiemodel aangepast aan de toenemende digitalisering met onder meer Kate. Functies werden meer veelzijdig gemaakt en worden complexer dan voorheen, wat meer groeikansen biedt aan de medewerkers.

In onze hr-beleidslijnen, ons rekruterings- en promotiebeleid en onze loonsystemen maken we geen onderscheid inzake geslacht, leeftijd, geloof, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Onze beleidsvisie met algemene principes wordt gepubliceerd op www.kbc.com en we zijn voor de

derde keer opgenomen in de Bloomberg Gender Equality Index en doen voor de tweede keer mee met het Workforce Disclosure Initiative. Intern zijn er meer concrete richtlijnen. We hebben twee specifieke focuspunten: gender en mensen met een fysieke beperking. Aan de hand van focusgroepen, surveys en andere participatieve methoden luisteren we actief naar de ervaringen en behoeftes van onze collega's. Deze waardevolle inzichten dragen niet alleen bij tot een inclusievere werkomgeving, maar maken ook concrete stappen mogelijk om aanpassingen te doen die toegankelijkheid van de werkvloer vergroten. Elke entiteit werkt een plan met concrete verbeteracties uit rond diversiteit en inclusie en kijkt bij de samenstelling van teams niet alleen naar skills maar ook naar factoren als geslacht, leeftijd, culturele achtergrond, enz. Omdat we dit thema belangrijk vinden, hanteren we een nultolerantie ten aanzien van flagrant respectloos gedrag. We verhogen ook het bewustzijn rond diversiteit bij onze medewerkers via inspiratiesessies. Binnen KBC hebben we een netwerkorganisatie rond diversiteit en inclusie, genaamd Diversity Rocks, met een lokale groep per land. In 2023 vond trouwens ook een eerste internationale Group Diversity Day plaats. Op het vlak van verloning wordt jaarlijks een paygapanalyse uitgevoerd. In België loopt jaarlijks een studie om na te gaan welke rol geslacht speelt, in vergelijking met andere factoren, bij beslissingen in verband met verloning. De resultaten daarvan vindt u in ons Duurzaamheidsverslag.

Personeelsbestand van de KBC-groep1 31-12-2023 31-12-2022
Totaal personeelsbestand
In aantallen 41 265 41 947
In vte's 38 678 39 288
Onderverdelingen, in procent (gebaseerd op vte's)
Geografisch
België 37% 37%
Centraal- en Oost-Europa 61% 60%
Tsjechië 26% 26%
Slowakije 8% 8%
Hongarije 10% 10%
Bulgarije 17% 16%
Rest van de wereld 1% 4%
Per divisie
Divisie België 28% 28%
Divisie Tsjechië 23% 23%
Divisie Internationale Markten 33% 32%
Groepsfuncties en Groepscenter 16% 17%
Genderdiversiteit (aandeel vrouwen, gebaseerd op aantallen)
In totaal personeelsbestand 57% 57%
In middle & junior management 43% 43%
In senior management (top 300) 25% 24%
In Directiecomité 14% 14%
In Raad van Bestuur 31% 38%
In aantal promoties per jaar 62% 59%
Naar leeftijd
< 30 jaar 15% 14%
30-50 jaar 55% 56%
> 50 jaar 30% 30%
Gemiddelde leeftijd (in jaren) 43 43
Overige informatie
Aandeel deeltijders (in % van het totale personeelsbestand) 16% 16%
Gemiddelde anciënniteit (in jaren) 13 13
Aantal dagen afwezigheid door ziekte per medewerker 8,0 9,0
Werknemersverloop (in % van het totale personeelsbestand)2 13% 15%
Interne arbeidsmobiliteit (in % van het totale personeelsbestand) 21% 15%
Aantal (geregistreerde) opleidingsdagen (in duizenden) 201 151
Aantal opleidingsdagen per vte 5,4 4,0
Nieuwe aanwervingen (in aantallen) 5 166 5 120
Werknemers die onder een CAO vallen (in % van het totale personeelsbestand) 86% 77%

1 De gegevens vanaf Genderdiversiteit betreffen de periode van 1 oktober [t-1] tot 30 september [t]. Meer details vindt u in het Duurzaamheidsverslag.

2 Is inclusief mobiliteit tussen de juridische entiteiten van de groep (m.u.v. de verschuiving tussen KBC Groep en KBC Global Services in 2022).

We investeren in een goede sociale dialoog met de werknemersvertegenwoordigers. In ons sociale overleg komen zeer uiteenlopende thema's aan bod, zoals loon- en arbeidsvoorwaarden, strategie, reorganisaties en welzijn. Om rekening te houden met de lokale wettelijke en bedrijfseigen situaties, organiseren we het sociale overleg voornamelijk per land en onderneming. Daarnaast is er op groepsniveau jaarlijks een vergadering van de Europese ondernemingsraad. Op de agenda staan topics van grensoverschrijdend belang, zodat er een forum is om de sociale impact van beslissingen ook op groepsniveau te bespreken.

We volgen de toepassing van ons hr-beleid zorgvuldig op. Dat doen we niet alleen met kwalitatieve bevragingen, maar ook met hr-data. Het Beehive-dashboard, bijvoorbeeld, geeft in één oogopslag weer wat belangrijke parameters zijn voor ons senior & middle management. Daarmee brengen we onder andere FTE-ontwikkelingen, performantie- en progressiecijfers, evoluties over skills en rewards in kaart. Ook andere dashboards en diverse ad hoc analyses stellen ons in staat inzichten te halen uit hr-data en daar de juiste acties aan te koppelen. Jaarlijks bekijken we aan de hand van een operational risk framework de belangrijke risico's in het hr-proces. Een belangrijk onderdeel daarvan is de implementatie en monitoring van wetgeving. We zorgen ervoor dat we die strikt toepassen op het hr-domein. Daarbij denken we onder meer aan de EBA-richtlijnen voor outsourcing, diverse wetgeving inzake het loonbeleid (inclusief variabel loon) en de privacywetgeving. Zaken waar we extra op focussen in deze context zijn Schrems II (dataverwerking buiten de Europese Economische Ruimte) en data loss prevention. In de verschillende landen waar we actief zijn, zorgen we dat alle medewerkers in orde zijn met alle wettelijke opleidingsvereisten, bijvoorbeeld voor de

distributie van verzekeringen, kredieten of beleggingsproducten. Ook verhogen we via gerichte campagnes en training het algemene risicobewustzijn van onze medewerkers, onder andere voor cyberrisico. Een belangrijk operationeel risico voor human resources is people risk. We volgen in samenwerking met onze risicoafdeling de diverse risico's op de voet. In de zeer snel veranderende financiële sector zou KBC zonder de juiste medewerkers met de juiste competenties niet in staat zijn een referentie te blijven in de Europese financiële sector.

Al de inspanningen vertalen zich in extern gevalideerde hr-awards voor de hele KBC-groep. In 2023 behaalden niet alleen KBC en CBC in België het certificaat Top Employer 2023, ook K&H in Hongarije en onze shared service centers in Tsjechië en Bulgarije kregen die erkenning.

Meer gedetailleerde informatie over ons personeel vindt u in ons Duurzaamheidsverslag.

Ons kapitaal

Onze activiteiten zijn alleen mogelijk als we beschikken over een degelijke kapitaalbasis. Eind 2023 bedroeg ons totale eigen vermogen 24,3 miljard euro en werd ons kapitaal vertegenwoordigd door 417 305 876 aandelen. Onze aandelen zijn in handen van een groot aantal aandeelhouders in verschillende landen. MRBB, Cera, KBC Ancora en de Andere vaste aandeelhouders vormen de groep van onze vaste aandeelhouders.

Dividendpolitiek en aandeleninkoopprogramma: zie onder We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. Dividend over 2023: zie Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.

KBC-aandeel 2023 2022
Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) 417,3 417,2
Koersontwikkeling in het boekjaar*
Hoogste koers (in euro) 71,8 85,1
Laagste koers (in euro) 51,0 45,5
Gemiddelde koers (in euro) 61,8 58,9
Slotkoers (in euro) 58,7 60,1
Verschil tussen slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar -2% -20%
Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december 24,5 25,1
Gemiddelde dagelijkse omzet op Euronext Brussels (bron: Eikon)
In miljoenen aandelen 0,6 0,7
In miljoenen euro 39 43
Eigen vermogen per aandeel (in euro) 53,9 48,7

* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.

Aandeelhoudersstructuur KBC Groep NV1
, 31 december 2023
Aantal aan
delen op het
moment van
kennisgeving
Percentage
van het hui
dige aantal
aandelen
KBC Ancora 77 516 380 18,6%
Cera 15 555 143 3,7%
MRBB 47 887 696 11,5%
Andere vaste aandeelhouders 30 945 409 7,4%
Subtotaal vaste aandeelhouders 171 904 628 41,2%
Free float2 245 401 248 58,8%
Waarvan ingekochte aandelen op 31 december 2023 n.a.v. aandeleninkoopplan gelanceerd in augustus 2023 8 797 069 2,1%
Totaal 417 305 876 100,0%

1 Gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen. MRBB meldde de aankoop van 79 000 extra KBC-aandelen op 5 januari 2024 (niet inbegrepen in dit overzicht van de situatie op 31-12-2023).

2 Benaderende geografische samenstelling van het deel 'free float', gebaseerd op eigen KBC-schattingen voor september 2023: institutionele aandeelhouders: in België 6%, in overig Continentaal Europa 24%, in VK & Ierland 13%, in Noord-Amerika 33% en in andere landen 3%; overige (particuliere aandeelhouders, niet-geïdentificeerd, enz.) 21%.

Onze activiteiten bestaan voor een belangrijk deel in het omzetten van deposito's en andere financieringsvormen in kredieten. Naast kapitaal is dus ook onze financiering via deposito's en schuldpapier een belangrijke grondstof voor

onze groep. We hebben daarom een sterke depositobasis bij particulieren en midcaps opgebouwd in onze kernmarkten. We geven bovendien regelmatig schuldinstrumenten uit, onder meer via KBC Ifima, KBC Bank en KBC Groep NV zelf.

Koersontwikkeling van het KBC-aandeel over 1 jaar

Ons netwerk en onze relaties

Naast medewerkers en kapitaal zijn ook ons netwerk en onze relaties bijzonder belangrijk voor onze activiteiten. U vindt een overzicht van ons netwerk bij De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2023.

Ons maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met onze klanten, aandeelhouders, overheden,

regelgevers en andere belanghebbenden, waardoor we maatschappelijk relevant kunnen blijven en handelen als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het deel Onze strategie, in de paragraaf Onze rol in de samenleving.

Ratings, 14-03-2024
Financiële ratings KBC-groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen1 Long term debt
ratings
Outlook Short term debt
rating
Fitch
KBC Bank NV A+ Stabiel F1
KBC Groep NV A Stabiel F1
Moody's
KBC Bank NV2 A1 Positief P-1
KBC Groep NV Baa1 Positief P-2
Standard & Poor's
KBC Bank NV A+ Stabiel A-1
KBC Verzekeringen NV A Stabiel
KBC Groep NV A- Stabiel A-2
Duurzaamheidsratings KBC-groep Score
CDP A
Sustainalytics ESG Risk Rating 9,8
S&P Global CSA Score 64/100
MSCI ESG Rating AAA
ISS ESG Rating C+ (Prime)
FTSE4Good ESG Rating 4,7/5

1 Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen. Wat betreft de financiële ratings gaat het voor KBC Verzekeringen over de financial strength rating. Die geeft een idee van de waarschijnlijkheid van het honoreren van claims van verzekerden, terwijl de vermelde ratings voor KBC Bank en KBC Groep de waarschijnlijkheid meten van het honoreren van financiële verplichtingen.

2 Long term deposit rating is Aa3.

Onze strategie

Onze strategie steunt op de volgende principes:

  • Onze klanten staan centraal in alles wat we doen.
  • We willen onze klanten een unieke bankverzekeringservaring bezorgen.
  • We bekijken de ontwikkeling van onze groep op lange termijn en we willen duurzame en rendabele groei realiseren.
  • We nemen onze rol op in de samenleving en de lokale economieën.
  • We voeren onze strategie uit binnen een strikt kader van beheer van risico's, kapitaal en liquiditeit.

In het kader van onze bedrijfscultuur PEARL+ focussen we daarbij op de gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven en ideeën binnen de groep.

Meer informatie over PEARL+: zie Ons bedrijfsmodel.

De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur

Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader

Belangrijke uitdagingen

  • De klantbeleving centraal stellen en focussen op operationele efficiëntie
  • Proactieve klantvriendelijke oplossingen aanbieden, dankzij artificiële intelligentie en kwalitatieve data
  • Bijzondere aandacht voor databescherming en privacy, en voor transparante klantencommunicatie

DISCAI krijgt een plaats in de top RegTech100 innovators wereldwijd

FinTech Global heeft de RegTech100 voor 2024 vrijgegeven. Het betreft 's werelds meest innovatieve RegTech-bedrijven, die vooroplopen met baanbrekende oplossingen op het gebied van regelgevende technologie. KBC's dochteronderneming, DISCAI, heeft – komende van een longlist van 1 400 bedrijven – de top 100 gehaald.

KBC Mobile voor de derde keer op rij bekroond tot beste mobile banking app in België door internationaal onderzoeksbureau Sia Partners. Het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau Sia Partners heeft KBC Mobile in september 2023 opnieuw uitgeroepen tot de beste mobile banking &

insurance app in België. KBC Mobile versterkte zijn leiderspositie nog t.o.v. vorig jaar. Wereldwijd vervolledigt KBC de top 3. Sia Partners riep bovendien KBC's mobiele app uit als beste inzake gebruikservaring voor auto- en woonpolis.

Toegang tot financiële diensten en degelijk financieel advies voor elk deel van de bevolking draagt bij tot economische ontwikkeling en is de basis voor financiële en sociale integratie.

Als bank-verzekeraar zetten we in op financiële geletterdheid en willen we door degelijk en transparant advies onze klanten helpen de juiste beslissingen te nemen. We nemen initiatieven om de financiële geletterdheid te bevorderen. We lanceerden bijvoorbeeld de mogelijkheid om financieel-economisch nieuws te ontvangen via KBC Mobile. Op die manier dragen we bij tot een verbreding van kennis en financiële educatie. We verwachten ook dat onze medewerkers op een toegankelijke, duidelijke en begrijpelijke en transparante manier communiceren met onze klanten.

Sinds een aantal jaren ontwikkelen we producten, diensten en processen vanuit de invalshoek digital first. Dat impliceert dat ze aangepast werden vooraleer ze te digitaliseren, zodat ze eenvoudiger en gebruiksvriendelijker worden, schaalbaar zijn en toelaten om snel en gepast antwoorden te geven op vragen en verwachtingen van onze klanten. Voor klanten die dat wensen, gaan we de beschikbare data op een slimme en correcte manier gebruiken.

We evolueren dan ook van een omnikanaaldistributiemodel naar een digital first distributiemodel. In beide modellen blijft de menselijke factor belangrijk en staan onze medewerkers en kantoren ter beschikking van de klanten. Bij een digital first distributiemodel vormt digitale interactie met de klanten de startbasis. We zullen dan ook op termijn alle relevante commerciële oplossingen via mobiele applicaties aanbieden. Naast een digitaal productaanbod zullen we onze klanten digitaal advies aanbieden én alle processen en producten ontwikkelen alsof ze digitaal verkocht worden.

Kate – onze persoonlijke, digitale assistent – speelt een belangrijke rol in de digitale verkoop en adviesverlening door proactief gepersonaliseerde en relevante oplossingen te bieden. De klant kan zelf vragen met betrekking tot zijn financiële basistransacties aan Kate stellen. Hij krijgt in zijn mobiele app ook regelmatig discreet en

proactief voorstellen en wordt daardoor maximaal ontzorgd. Wanneer de klant op een voorstel ingaat, zal die oplossing volledig digitaal aangeboden en verwerkt worden.

De medewerkers in het kantorennetwerk en in de contactcenters blijven als vertrouwensbaken voor onze klanten functioneren. Onze medewerkers ondersteunen en stimuleren bovendien ook het gebruik van digitale processen en volgen dat op. Ze worden daarbij geholpen door artificiële intelligentie, data en data-analyse.

Om onze klanten maximaal gebruiksgemak te kunnen bieden en steeds meer mogelijkheden via Kate te kunnen aanbieden, veranderden we ook onze interne processen, de manier waarop we producten en diensten aanbieden en de manier waarop we ons intern organiseren, wat tegelijkertijd een verdere mentaliteitsverandering en bijscholing van onze medewerkers vereist. Zo zorgt Kate er bijvoorbeeld voor dat bepaalde administratieve handelingen geautomatiseerd verlopen of beantwoordt Kate vragen waardoor die niet meer door de medewerkers moeten behandeld worden. Dat bespaart tijd en die tijd wordt dan gebruikt om effectief met klanten te praten over zaken die hen bezighouden.

In 2022 lanceerden we onze eigen banktech, DISCAI, die onze intern ontwikkelde, baanbrekende artificiële intelligentietoepassingen wereldwijd op de markt brengt. De eerste toepassing richtte zich op de strijd tegen het groeiende probleem van witwassen van geld. DISCAI's portfolio zal geleidelijk worden uitgebreid met oplossingen die binnen KBC zijn ontwikkeld en die aansluiten bij de behoeften van de markt op het gebied van regelgeving en technologie.

Digitaliteit in de praktijk (2023)

  • 52% van de bankproducten en 26% van de verzekeringsproducten werd digitaal verkocht (zie verder bij de doelstellingen).
  • Het aantal mobiele-appgebruikers groeide met 13% in 2023.
  • 4,2 miljoen klanten klikten al op Kate.
  • Het aantal Kate use cases voor retail groeide aan tot 372 in België, 223 in Tsjechië en 415 in de divisie Internationale Markten. Voor businesses zijn er al 49 use cases in België, 53 in Tsjechië en 33 in de divisie Internationale Markten.
  • Het aandeel vragen dat volledig zelfstandig (E2E) door Kate werd opgelost, bedroeg 63% in België en 66% in Tsjechië.

In 2022 zorgden we met de Kate Coin voor een primeur in Europa. Sinds begin 2023 kunnen KBC-klanten Kate Coins verwerven door bij ons bepaalde producten of diensten af te nemen, zoals een woningkrediet, een woningverzekering of sparen met wisselgeld. Ze kunnen de Kate Coins vervolgens gebruiken om geld te besparen door ze in te ruilen voor extra voordelen en cashbacks. Zo kunnen KBC-klanten Kate Coins inzetten in het kader van een beleggingsplan, een prepaidkaart, een persoonlijke ongevallenverzekering, een familiale verzekering, en meteen een cashback genieten. In het najaar breidden we dat aanbod gevoelig uit. Helemaal nieuw is dat Kate Coins kunnen worden verworven of uitgegeven bij een aankoop bij een aantal commerciële partners. De klanten krijgen meteen een cashback, of na hun volgende aankoop bij deze partner. De partners bepalen zelf de voorwaarden en de timing van hun aanbod. KBC zal de mogelijkheden en samenwerking met deze partners stelselmatig blijven uitbreiden. Klanten zullen in KBC Mobile kunnen volgen bij welke nieuwe partners zij geld kunnen verdienen en in hun Kate Coin Wallet in KBC Mobile opvolgen hoeveel Kate Coins zij bij KBC en bij de diverse partners hebben opgebouwd of besteed.

De afgelopen drie jaar hebben we ons ingespannen voor de digitale transformatie van ons kernbedrijfsmodel. Die strategie, die we 'Differently, the Next Level' noemden, hield in dat we ons digital first bankverzekeringsmodel uitbouwden, klanten toegang gaven tot niet-financiële oplossingen, Kate lanceerden en Kate Coins introduceerden. Al die inspanningen hebben duidelijk voordelen opgeleverd, vanuit het oogpunt van klantervaring en operationele efficiëntie. De implementatie van onze digitale transformatiestrategie is echter nog niet voltooid. In de afgelopen jaren lanceerden we een aantal concepten en bouwstenen zoals Digital First, Bankverzekeren+, Kate en Kate Coins, die extra waarde creëren wanneer ze met elkaar in contact komen. Die elementen brengen we nu samen in zogenaamde ecosystemen, waarbij we onze klanten een nieuwe soort dienstverlening aanbieden. Die bestaat erin dat we hen ondersteunen bij elke stap in de zoektocht naar oplossingen voor problemen rond wonen, mobiliteit, energie, enz., niet alleen via onze eigen producten, maar ook via producten en diensten van partners en leveranciers. Dat laat onze klanten toe geld te besparen én te verdienen, zowel binnen als buiten de traditionele bank- en verzekeringsomgeving. We noemen die volgende stap in onze strategie 'S.T.E.M., the Ecosphere', waarbij S.T.E.M. staat voor 'Save Time and Earn Money'.

Digitalisering brengt ook de plicht met zich mee om de beschikbare gegevens op een verantwoorde manier te gebruiken. We besteden er dan ook continu aandacht aan dat we gegevens verwerken in overeenstemming met de GDPR en alle privacyregels, en dat er processen worden opgezet om dat ook te garanderen voor elke nieuwe dienst die we lanceren. We houden daarbij rekening met de belangrijke gegevensbeschermingsprincipes van purpose limitation (gegevens niet gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze zijn verzameld), data minimisation (niet meer gegevens verzamelen dan nodig is voor het beoogde doel) en transparancy (transparant zijn over de verzamelde en gebruikte gegevens). Dat laatste gaat hand in hand met ons privacybeleid, dat door elke entiteit van onze groep via de gepaste kanalen werd gepubliceerd om ervoor te zorgen dat alle personen van wie persoonsgegevens worden verwerkt, goed geïnformeerd zijn. We doen er alles aan om gegevens te beveiligen en te beschermen tegen ongewenste of ongeoorloofde toegang, verlies of beschadiging, geen persoonsgegevens te bewaren zodra die niet meer nodig zijn voor het doel waarvoor ze zijn verzameld, en de persoonsgegevens accuraat en up-to-date te houden. We hebben alle rechten van de betrokkenen vastgelegd en waken tegen elke inbreuk op de fundamentele mensenrechten door onze toegang tot gegevens. Privacy en gegevensbescherming zijn niet alleen objectieve, in wetten vastgelegde begrippen, maar tegelijk ook erg subjectief. We willen klanten dan ook zelf laten beslissen wat we met hun data doen en wat Kate met hun data kan doen. Daarbij willen we transparant communiceren en onze klanten een duidelijk privacy-overzicht bieden, waarbij ze op elk ogenblik van keuze kunnen veranderen.

U vindt informatie over onze beleidslijn inzake gegevensbescherming in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Omdat de klant centraal stellen de hoeksteen van onze strategie is, volgen we dat grondig op. We bevragen onze klanten continu en hebben regelmatig debatten met klantenpanels. We gaan ook specifiek in dialoog met ngo's en organiseren regelmatig een stakeholderdebat. We volgen onze reputatie nauwlettend op en we delen die analyse met alle betrokken diensten en personen, zodat die het nodige kunnen doen. De doelstellingen en resultaten voor tevredenheid van klanten en digitale verkoop vindt u hierna.

KPI Wat? Doel en resultaat
Klanten
NPS-score
Op basis van de Net Promoter Scores
wordt per kernland een ranking
opgemaakt. De rankings worden
geaggregeerd op groepsniveau op basis
van actieve* klantenaantallen
Doel: top 2-ranking in
2023.
Resultaat in 2023: top 3.
Nieuwe doelen: zie
onderaan tabel
NPS-ranking klantentevredenheid
Top 3
T Top 2 op 3
Top 2
2021
2022
2023
doel '23
Digitale
verkoop
Digitale verkoop als percentage van de
totale verkoop, gebaseerd op het
gewogen gemiddelde van een selectie van
kernproducten.
Doel: ≥ 40% voor
bankieren in 2023 en
≥ 25% voor verzekeringen
in 2023
Resultaat in 2023:
52% voor bankieren
26% voor verzekeringen
Nieuwe doelen: zie
onderaan tabel
Digitale verkoop
52%
46%
39%
40%
19% 24% 26% 25%
Bank
Bank
Bank
doel
Verzek.
Verzek.
Verzek.
doel
2021
2022
2023
'23
2021
2022
2023
'23
Straight
through
processing
De STP-score is gebaseerd op de analyse
van commerciële kernproducten. De
STP-ratio meet hoeveel diensten die
digitaal kunnen worden aangeboden,
verwerkt worden zonder menselijke
Doel: STP-ratio ≥ 60% in
2023
Resultaat in 2023:
STP: 61%
STP-score
(straight-through processing)
61%
60%
49%
33%
2021
2022
2023
doel '23
(STP) tussenkomst, en dat vanaf het moment van
de interactie met de klant tot het
verstrekken van het finale akkoord door
KBC.
Nieuwe doelen: zie
onderaan tabel

• Straight-through processing (STP): nieuw doel is STP-ratio ≥ 68% in 2026 (gebaseerd op alle retailprocessen)

* Zie verder bij de KPI Aandeel bankverzekeringsklanten.

We bieden onze klanten een unieke bankverzekeringservaring

Belangrijke uitdagingen

  • Naadloze samenwerking tussen data-, communicatieen verkoopkanalen
  • Opereren als één bedrijf en streven naar een digital first, lead-gedreven en AI-gestuurde aanpak als bank-verzekeraar
  • Bankverzekeren+: uitbreiding van het aanbod naar bredere economische dienstverlening

Als bank-verzekeraar stellen we onze klant centraal met een geïntegreerd product- en dienstenaanbod. Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide, relevante en gepersonaliseerde one-stop dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen, synergieën en verhoogde interactiemogelijkheden met en een meer volledig inzicht in onze klanten.

Zoals al vermeld, doen we er alles aan om onze kanalen (bank- en verzekeringskantoren, contactcenters, automaten, de website, de homebankingtoepassing en mobiele apps) te integreren. Omdat we zowel een bank als een verzekeraar zijn, kunnen we voluit gaan voor die integratie en naadloze service.

We ontwikkelden een uniek concept voor samenwerking tussen de bank- en verzekeringsbedrijven van onze groep. Dat model gaat veel verder dan een bank die verzekeringsproducten verkoopt. Het gaat immers om een volledige integratie van backoffices en ondersteunende diensten. Dat levert operationele en commerciële optimalisaties op, zowel voor de klant als voor KBC zelf. In onze werking volstaat bijvoorbeeld één communicatieafdeling, één marketingafdeling, één risicobeheerdienst, enz. Enkel de achterliggende productfabrieken werken afzonderlijk, omdat het om specifieke metiers gaat.

Naast het operationeel werken als één bedrijf streven we naar een digital first, lead-gedreven en AI-gestuurde organisatie. Dat impliceert volledig geïntegreerde front- en back-end-toepassingen ontworpen volgens het principe 'digital first'. In al onze kernlanden wordt er volop op ingezet om – op eigen ritme – data- en AI-gestuurd te worden. Kate (zie vorig hoofdstuk) is het kernelement van een dergelijke datagestuurde organisatie. Uiteraard blijft het zo dat er voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten experts beschikbaar zijn in onze kantoren of callcentra.

Vroeger boden we in onze mobiele apps enkel onze eigen bank- en verzekeringsproducten en -diensten aan. Ondertussen is 'Bankverzekeren+' een feit. Dat betekent dat we in onze kernlanden ook niet-financiële oplossingen aanbieden, naast de traditionele bankverzekeringsoplossingen. Het gaat daarbij om oplossingen die het onze klanten mogelijk maken geld te besparen (bijvoorbeeld een voorstel om naar een goedkopere energieleverancier over te schakelen), geld te verdienen (denk bijvoorbeeld aan de kortingen via Kate Coins in België), dagelijkse betalingen te vergemakkelijken (zoals automatisch betalen van een parkeersessie) of bedrijfsactiviteiten te ondersteunen. Voor die oplossingen werken we samen met derde partijen.

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we nu al verschillende commerciële synergieën. In België bijvoorbeeld namen onze klanten in 2023 bij 8 à 9 op de 10 woningkredieten van KBC Bank ook een schuldsaldoverzekering bij KBC Verzekeringen en bij meer dan 9 op de 10 een woningverzekering. Bij de ČSOB-groep in Tsjechië namen 5 à 6 op de 10 klanten die in 2023 een hypothecaire lening aangingen, ook een woningverzekering van de groep. Nog een ander voorbeeld: in de hele groep bezat eind 2023 zo'n 77% van de actieve klanten minstens 1 bankproduct en 1 verzekeringsproduct van de groep; ruwweg 24% heeft zelfs minimaal 2 bank- en 2 verzekeringsproducten (3-3 in België). Het aantal dergelijke bankverzekeringsklanten groeide in 2023 met respectievelijk 4% (1-1) en 7% (2-2, en 3-3 in België).

We volgen het succes van onze bankverzekeringsprestaties aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat? Doel en resultaat
Bankverzekeringsklanten
Aandeel
bank
verzeke
Aandeel van bankverzekeringsklanten (met
min. 1 bank- + 1 verzekeringsproduct van de
groep) in totaal aantal actieve
bankklanten*.
Doel: ≥ 80%
bankverzekeringsklanten
in 2023
81%
80%
78%
77%
rings
klanten
Resultaat 2023: 77% 2021
2022
2023
doel '23
Nieuwe doelen: zie
onderaan tabel
Vanaf 2023 is de scope gewijzigd
(Raiffeisenbank Bulgaria
inbegrepen).
Stabiele bankverzekeringsklanten
Aandeel Aandeel van stabiele Doel: ≥ 25% stabiele 25%
25%
stabiele
bank
bankverzekeringsklanten (met min. 2
bank- en 2 verzekeringsproducten van de
bankverzekeringsklanten
in 2023
24%
23%
verzeke
rings
groep (3-3 voor België)) in totaal aantal
actieve bankklanten*.
Resultaat 2023: 24% 2021
2022
2023
doel '23
klanten Nieuwe doelen: zie onder
aan tabel
Vanaf 2023 is de scope gewijzigd
(Raiffeisenbank Bulgaria
inbegrepen).
NIEUWE KPI's VANAF 2024

• Aandeel bankverzekeringsklanten: nieuw doel is ≥ 83% van de actieve klanten in 2026

• Aandeel stabiele bankverzekeringsklanten: nieuw doel is ≥ 29% van de actieve klanten in 2026

* Een actieve bankklant is minstens in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op die rekening (salaris, pensioen, geldovermakingen, ...).

We focussen op duurzame en rendabele groei

Belangrijke uitdagingen

  • Langetermijnrelaties uitbouwen met onze klanten
  • Aanwezigheid in kernlanden verder optimaliseren en overgenomen activiteiten integreren
  • Inkomstenbasis diversifiëren
  • Relevante partnerships en samenwerkingsverbanden opzetten

Naast rente-inkomsten willen we meer inkomsten genereren uit fee business en uit onze verzekeringsactiviteiten. Een gediversifieerde inkomstenbasis draagt immers bij tot duurzame en rendabele groei.

Langetermijnrelaties uitbouwen met onze klanten is cruciaal om ons bestaan op lange termijn veilig te stellen. We mikken niet op hoge rendementen op korte termijn waaraan overdreven risico's verbonden zijn, maar kiezen voor duurzame en rendabele groei op lange termijn.

Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we ons concentreren op de lokale economieën van onze kernmarkten België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In die kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn en we willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria.

Als gevolg van de terugtrekking uit Ierland kunnen fusie- en overnamemogelijkheden buiten onze kernmarkten worden onderzocht (en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur), rekening houdend met zeer strikte strategische, financiële, operationele en risicocriteria.

Recente voorbeelden (meer informatie in het hoofdstuk Onze divisies en in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde jaarrekening):

  • In februari 2022 verkochten we nagenoeg de volledige portefeuille non-performing hypothecaire kredieten van KBC Bank Ireland. In februari 2023 verkochten we (voornamelijk performing) kredieten en de depositoportefeuille aan Bank of Ireland.
  • In juli 2022 finaliseerden we het akkoord met Raiffeisen Bank International over de overname van Raiffeisenbank Bulgaria, een universele bank in Bulgarije, die een volledig gamma bank-, vermogensbeheer-, leasing- en verzekeringsdiensten aanbiedt aan particulieren, kmo's en bedrijvenklanten. De juridische fusie van Raiffeisenbank Bulgaria en KBC's bestaande bankdochter UBB werd op 10 april 2023 geregistreerd. De nieuwe entiteit gaat door het leven als UBB en zorgt voor een verdere versterking van

onze positie op de Bulgaarse bankmarkt. Bovendien creëert deze overname bijkomende mogelijkheden voor kruisverkoop met DZI op het vlak van verzekeringen.

We willen voor al onze producten en diensten in staat zijn topklasse af te leveren. Wat onze kernactiviteiten betreft, houden we de productie ervan in eigen hand. Maar voor de randactiviteiten kijken we in de meeste gevallen naar uitbesteding of samenwerkingsverbanden met (of in sommige gevallen overname van) specialisten, waaronder bijvoorbeeld start-ups. Zo werken we bijvoorbeeld in België samen met een start-up die voor onze klanten een renovatie-inschatting van een pand maakt en de weg wijst naar de juiste premies en subsidies. Dat laatste is natuurlijk niet onze corebusiness, maar het gaat – naast het bevorderen van de klanttevredenheid en het ontzorgen van de klanten – om het verwerven van inzichten over onze klanten om zo onze corebusiness te verbeteren. Als we – mits toestemming van de klant – toegang hebben tot de gegevens van die transacties, kunnen we toegevoegde waarde genereren voor onze klanten door op basis van analyse betere oplossingen voor te stellen en hun op die manier geld te besparen of hen verder te ontzorgen.

Om duurzaamheid te kunnen waarborgen is een strikt risicobeheer bij alles wat we doen een absolute voorwaarde. Daarover vindt u meer in de paragraaf We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat? Doel en resultaat
CAGR totale Samengestelde jaarlijkse groei van totale
opbrengsten
Voormalig doel: CAGR
2022-2025: ca. +7,3%
CAGR totale opbrengsten
11,8%
opbrengsten Resultaat 2022-2023:
+11,8%
7,3%
Nieuwe doelen: zie on
deraan tabel
groei '22-'23
doel CAGR '22-'25
Samengestelde jaarlijkse groei van
exploitatiekosten inclusief betaalde
Voormalig doel: CAGR
2022-2025: ca. +2,3%
CAGR exploitatiekosten
(zonder bankenhengen)
7,0%
CAGR
exploitatie
kosten
verzekeringsprovisies maar zonder bank
en verzekeringsheffingen
Resultaat 2022-2023:
+7,0%
2,3%
groei '22-'23
doel CAGR '22-'25
Nieuwe doelen: zie
onderaan tabel
Zie Glossarium achteraan in dit verslag. Voormalig doel: ≤ 92% Gecombineerde ratio
(schadeverzekeringen)
Gecombi
neerde ratio
Resultaat 2023: 87% 92%
89%
87%
87%
Nieuwe doelen: zie
onderaan tabel
2021
2022
2023
doel
Krediet
kostenratio
Zie Glossarium achteraan in dit verslag. Voormalig doel: 25-30
basispunten 'through
the-cycle'
Kredietkostenratio
(bankieren, in basispunten)
25-30
Resultaat 2023: 0,00%
(exclusief de reserve voor
geopolitieke en
opkomende risico's:
0,07%)
8
0
-18
2021
2022
2023
doel
(through
the-cycle)
Nieuwe doelen: zie
onderaan tabel
NIEUWE KPI's VANAF 2024
  • Nettorente-inkomsten: nieuw doel is CAGR 2023-2026 ≥ 1,8%
  • Verzekeringsinkomsten: nieuw doel is CAGR 2023-2026 ≥ 6%
  • Exploitatiekosten en betaalde verzekeringsprovisies (zonder bank- en verzekeringsheffingen): nieuw doel is CAGR 2023-2026 < 1,7%
  • Kosten-inkomstenratio zonder bank- en verzekeringsheffingen: nieuw doel is < 42% in 2026
  • Gecombineerde ratio: nieuw doel is < 91%
  • Kredietkostenratio: nieuw doel is 'substantieel lager dan de through-the-cycle kredietkost van 25-30 basispunten' (excl. wijzigingen in reserve voor geopolitieke en opkomende risico's die eind 2023 nog uitstond)

Onze rol in de samenleving

Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader

Belangrijke uitdagingen

  • Duurzaamheid integreren in de belangrijkste processen en bedrijfsactiviteiten
  • Doelen bepalen voor het verminderen van de impact van onze activiteiten en acties implementeren om die te bereiken
  • Waarde voor al onze stakeholders blijven genereren in een onzekere omgeving
  • Managen van risico's die klimaatverandering met zich meebrengt voor ons en de bedrijven die we financieren, verzekeren of waarin we investeren
  • Rekening houden met andere milieuoverwegingen bij het bepalen van onze strategie (biodiversiteit, circulariteit)
  • Opvolgen van nieuwe en gewijzigde wetgeving over duurzaamheid
  • Aandacht voor verantwoord gedrag in alle lagen van onze onderneming

Covers_2023_A4_witLogo_final.indd 10 6/03/2024 12:04

Uitgebreide informatie over onze rol in de samenleving vindt u in ons Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com.

Meer informatie over hoe we stakeholders betrekken en op welke wijze we de onderwerpen selecteren waarover we rapporteren, vindt u in dit jaarverslag, onder Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse.

Duurzame ontwikkelingsdoelen

De Sustainable Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties hebben een belangrijke invloed gehad op hoe onze duurzaamheidsstrategie is vormgegeven. We geloven dat we een grotere impact kunnen hebben door te focussen op een beperkt aantal SDG-onderwerpen die direct gelinkt zijn aan onze activiteiten als bankverzekeraar en kozen er daarom voor te focussen op vijf doelstellingen.

Goede gezondheid en welzijn

We willen bank- en verzekeringsproducten ontwikkelen gericht op gezondheid, gezondheidszorg en het verbeteren van de levenskwaliteit. We promoten een goede werk-levensbalans bij onze werknemers.

BETAAIRAREEN
DUURZAME
ENERGIE

Betaalbare en duurzame energie

We dragen actief bij tot het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix via onze bank- en verzekeringsactiviteiten. We hebben een geleidelijk exitprogramma uitgewerkt voor de financiering van niet-duurzame energieoplossingen zoals thermische steenkool, olie en gas.

8 ENECONOMISCHE
GROEI

Eerlijk werk en economische groei

Via onze bank- en verzekeringsactiviteiten ondersteunen we ondernemerschap en de creatie van jobs en dragen we bij tot duurzame economische groei. We ondersteunen startende ondernemers en investeren in innovatie en technologie door samenwerkingsverbanden met start-ups en fintechs. Daarnaast bieden we microfinancierings- en microverzekeringsactiviteiten aan, samen met BRS. Hiermee helpen we duurzame lokale ontwikkeling en dragen we bij tot financiële inclusie.

Verantwoorde consumptie en productie

We ontwikkelen duurzame bank- en verzekeringsproducten en -diensten die tegemoetkomen aan sociale en ecologische uitdagingen. We adviseren fondsen die verantwoord beleggen aan al onze klanten.

KLIMAATACTIE

Klimaatactie

We passen een strikt milieubeleid toe op onze krediet-, beleggings- en verzekeringsportefeuille. Daarnaast hebben we ambitieuze klimaatdoelstellingen geformuleerd voor de meest belangrijke sectoren en producten in onze kredietportefeuille. We werken samen met onze klanten om deze doelstellingen te behalen. We werken ook actief samen met de bedrijven waarin we beleggen om de klimaatimpact te verminderen. Bovendien hebben we ambitieuze doelstellingen geformuleerd voor onze directe uitstoot en zetten we ons in om deze doelstellingen te behalen.

We willen verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren

Het vertrouwen van onze stakeholders staat of valt met verantwoord gedrag van elke medewerker. We verwachten dan ook van al onze medewerkers dat ze zich verantwoord gedragen. Dat onderwerp staat dan ook elk jaar hoog op onze agenda.

De basis van verantwoord gedrag is integriteit, en die vereist eerlijkheid, correctheid, transparantie, vertrouwelijkheid én een gezond risicobewustzijn. Integriteit en ethische waarden worden eveneens weerspiegeld in onze KBC-Gedragslijn voor medewerkers. Meer daarover vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Aangezien verantwoord gedrag moeilijk te definiëren is, hebben we gekozen om richtlijnen te bepalen over wat verantwoord gedrag is en hebben we principes weergegeven. Die principes zijn gebundeld in het 'Kompas voor (mijn) verantwoord gedrag'. Verantwoord gedrag komt bij een bank-verzekeraar nadrukkelijk tot uiting in gepaste adviesverlening en verkoop. We besteden daarom speciale aandacht aan opleiding (inclusief testen) en bewustwording. We ontwikkelden een online training om het belang van verantwoord gedrag duidelijk te maken en reiken een kader aan dat onze medewerkers helpt bij het nemen van moeilijke

beslissingen en bij het omgaan met dilemma's. Deze online training maakt nu ook deel uit van het onboardingprogramma voor nieuwe medewerkers. In 2023 werd een nieuw initiatief inzake bewustwording van verantwoord gedrag gelanceerd, onder de vorm van een verplichte webinar.

We communiceren in alle transparantie over onze regels en beleidslijnen. U vindt ze op www.kbc.com. Meer informatie over het Integriteitsbeleid en de toepassing ervan vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

We willen onze positieve impact op de samenleving vergroten

We willen onze positieve impact op de samenleving vergroten en leggen daarbij de focus op de vier domeinen waar wij als bank-verzekeraar toegevoegde waarde kunnen creëren: financiële geletterdheid, ondernemerschap, milieubewustzijn, vergrijzing en/of gezondheid. Concrete voorbeelden van initiatieven voor elk domein vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

Milieubewustzijn

We verkleinen onze directe en indirecte milieuvoetafdruk via uiteenlopende initiatieven en doelstellingen. We ontwikkelen diensten en producten die een positieve bijdrage kunnen leveren aan het milieu.

Financiële geletterdheid

We helpen klanten de juiste keuzes te maken door goede en transparante adviesverlening en duidelijke communicatie.

We verbreden de kennis van financiële concepten en producten bij het brede publiek.

We hebben de ambitie om jongeren financieel geletterd te maken over complexere producten zoals woningkredieten.

Ondernemerschap

We dragen bij tot economische groei door innovatieve ideeën en projecten te ondersteunen.

Vergrijzing en gezondheid

In België en Tsjechië focussen we op vergrijzing. We passen ons aanbod van diensten en producten aan rekening houdend met het feit dat mensen langer leven. In Bulgarije, Slowakije en Hongarije focussen we op gezondheid. We ontwikkelen diensten, producten en projecten die erop gericht zijn gezondheid, gezondheidszorg en levenskwaliteit te verbeteren.

We willen onze nadelige impact op de samenleving beperken

We onderwerpen onze bedrijfsactiviteiten aan strikte duurzaamheidsregels in verband met mensenrechten, milieu, ethisch ondernemen en gevoelige of controversiële maatschappelijke thema's. Gezien de steeds wijzigende maatschappelijke verwachtingen en bekommernissen

herbekijken we minimaal om de twee jaar onze duurzaamheidsbeleidslijnen. Voor een volledig overzicht van onze duurzaamheidsbeleidslijnen, inclusief voor specifieke sectoren zoals steenkool en thema's zoals biodiversiteit, verwijzen we naar ons Duurzaamheidsverslag en naar ons Duurzaamheidskader, op www.kbc.com.

Belangrijke KBC-duurzaamheidsrichtlijnen

Blacklist van We leggen strenge ethische beperkingen op aan bedrijven die betrokken zijn bij controversiële
bedrijven en wapensystemen (inclusief nucleaire en wittefosforwapens) en aan bedrijven die beschouwd worden als
activiteiten 'zware' overtreders van de UN Global Compact Principles (UNGC)
Rechten van Ons beleid over mensenrechten is gebaseerd op de VN-beleidslijnen voor bedrijven en mensenrechten en
de mens de principes van de UN Global Compact. Zie verder in een aparte paragraaf hierna.
Controversiële
regimes
We willen niet betrokken zijn in financiële activiteiten met controversiële regimes die fundamentele
inbreuken plegen tegen de mensenrechten en die elke vorm van deugdelijk bestuur, wettigheid of
economische vrijheid ontberen. We maken wel een uitzondering voor strikt humanitaire goederen. Op basis
van erkende externe bronnen beslissen we elk jaar welke landen moeten worden opgenomen in de lijst van
controversiële regimes.
Sustainable & We hebben restricties vastgelegd voor de kredietverlening, de adviesverlening en het verzekeren van
responsible controversiële en maatschappelijk gevoelige sectoren en activiteiten, zoals de energiesector,
bank, advisory projectfinanciering, activiteiten in verband met wapens, tabak, gokken, sectoren met een grote impact op
and insurance de biodiversiteit (palmolieproductie, mijnbouw, enz.), grondverwerving en onvrijwillige verhuizing van
policy inheemse bevolking, dierenwelzijn (o.m. bont) en prostitutie.
KBC Asset
Management,
uitsluiting uit
fondsen
Voor alle fondsen (conventionele en fondsen die verantwoord beleggen) en onze eigen beleggingen
passen we de minimale uitsluitingen toe op basis van de blacklist van bedrijven die te maken hebben met
controversiële wapensystemen of zware inbreuken plegen tegen de principes van de UN Global Compact
en het beleid inzake controversiële regimes. Daarenboven zijn beleggingsproducten die gebaseerd zijn op
speculatie op voedselprijzen, volledig uitgesloten. Verder hebben we beslist om de tabaksindustrie uit de
beleggingsfondsen van KBC Asset Management en de eigen beleggingsportefeuille van KBC te weren en
zijn mijnbouwbedrijven die steenkool ontginnen, net zoals nutsbedrijven die hun energieproductie uit
steenkool halen, uitgesloten uit alle beleggingsfondsen en eigen beleggingen.
Voor verantwoord beleggen gaan we nog verder in de uitsluiting en restricties van omstreden activiteiten
zoals alle fossiele brandstoffen, gokken, defensie, bont, enz.

We controleren de naleving van ons duurzaamheidsbeleid onder meer door:

  • een actieve interne screening van de toepassing van ons duurzaamheidsbeleid op onze krediet-, verzekerings- en beleggingsactiviteiten;
  • een algemene ESG-beoordeling van de duurzaamheidsprestaties van de betrokken bedrijven door externe partijen, met de nadruk op de duurzaamheidsstrategie en het publieke
  • duurzaamheidsbeleid van de ondernemingen en op eventuele recente controverses waarbij ze betrokken zijn geweest.

Voorbeelden van maatregelen wanneer inbreuken worden vastgesteld:

  • nultolerantie voor bedrijven op de blacklist in al onze bedrijfsactiviteiten;
  • uitsluiting van ondernemingen die niet voldoen aan de UN Global Compact Principles, zoals beoordeeld door een externe ESG-beoordelaar, voor leningen, verzekeringen, adviesverlening en eigen activa;
  • toepassing, in samenspraak met de betrokken partijen, van een exitstrategie of specifieke voorwaarden op bestaande krediet- of verzekeringsrelaties en adviesdiensten, en afwijzing van nieuwe aanvragen.

Duurzaamheidsgovernance

Raad van Bestuur: wordt geïnformeerd door het Directiecomité over de duurzaamheidsstrategie, inclusief het beleid over klimaatverandering, maar ook andere relevante duurzaamheidsthema's, zoals genderdiversiteit. Aangezien klimaat- en milieugerelateerde risico's zijn aangemerkt als een top risk, volgt het Risico- en Compliancecomité duurzaamheidsgerelateerde risico's van nabij op. De Raad beoordeelt de implementatie van de duurzaamheidsstrategie door middel van een Sustainability Dashboard en spreekt zich uit over belangrijke wijzigingen aan de duurzaamheidsbeleidslijnen.

Directiecomité: is het hoogste niveau met directe verantwoordelijkheid voor duurzaamheid, met inbegrip van het beleid over klimaatverandering. Het bekrachtigt de beslissingen van de Interne Duurzaamheidsraad en het Sustainable Finance Steering Committee.

Interne Duurzaamheidsraad (ISB): wordt voorgezeten door de CEO en bestaat uit de CFO als ondervoorzitter, de senior managers van alle bedrijfsonderdelen en kernlanden en de senior general manager van Group Corporate Sustainability. Het is het belangrijkste platform voor het aansturen van duurzaamheid op groepsniveau en neemt beslissingen over elke kwestie die verband houdt met duurzaamheid.

Group Corporate Sustainability:

verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van de duurzaamheidsstrategie en het toezicht daarop. Het team rapporteert aan de Interne Duurzaamheidsraad over de implementatie van de strategie en stelt het KBC Sustainability Dashboard op. De dienst werkt onder leiding van de Senior General Manager Group Corporate Sustainability, die rechtstreeks rapporteert aan de groeps-CEO.

Sustainable Finance Steering Committee: houdt toezicht op het Sustainable Finance Programme en wordt voorgezeten door de CFO. Het rapporteert aan het Directiecomité en de Raad en staat in contact met de ISB.

CSRD Steering Committee: houdt toezicht op de conceptualisering en de implementatie van ons CSRD-programma.

Data and Metrics Steering Committee: beheert de uitdagingen met betrekking tot het verzamelen en rapporteren van klimaatgerelateerde gegevens.

General Managers Sustainability in elk kernland: hebben de eindverantwoordelijkheid voor alles wat met duurzaamheid te maken heeft in hun land. Zij maken deel uit van het topmanagement. Ze zijn verantwoordelijk voor de communicatie rond duurzaamheid in elk land en voor de integratie van de duurzaamheidsstrategie. Ze maken deel uit van de lokale organisatie in het land en rapporteren dan ook hiërarchisch. Inhoudelijk werken ze echter nauw samen met zowel hun lokale ISB-vertegenwoordiger als met Group Corporate Sustainability. Ze worden dan ook functioneel mee aangestuurd door de Senior General Manager Group Corporate Sustainability.

Sustainability-afdelingen en -comités in elk kernland: zijn zo georganiseerd dat ze hun senior managers, die zitting hebben in de Interne Duurzaamheidsraad en de General Manager Corporate Sustainability per land ondersteunen bij het integreren van onze duurzaamheidsstrategie en het organiseren van en communiceren over lokale duurzaamheidsinitiatieven. De verantwoordelijke medewerkers en comités leveren en valideren onder meer ook niet-financiële informatie.

Externe Duurzaamheidsraad: bestaat hoofdzakelijk uit duurzaamheidsdeskundigen uit de academische wereld en adviseert Group Corporate Sustainability over duurzaamheidsbeleid en -strategie.

Focus op het klimaat en het milieu

Voor diepgaande(re) informatie over de gebruikte klimaatscenario's, de bepaling van de meest relevante sectoren, de scope en afbakening van onze klimaatmaatstaven, -gegevens en -doelen, en onze aanpak voor biodiversiteit, vervuiling, waterbeheer en circulariteit verwijzen we naar ons Klimaatrapport en ons Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com.

Klimaat en milieu in ons bedrijfsmodel

Als bank-verzekeraar hebben we zelf op twee manieren een invloed op de klimaatverandering en het milieu. Vooreerst door onze eigen directe impact, onder andere via ons energieverbruik. Onze afhankelijkheid van natuurlijke grondstoffen is relatief beperkt, maar we beheren niettemin onze rechtstreekse broeikasgasemissies met als doel die voortdurend te verminderen in overeenstemming met de vooropgestelde doelstellingen.

Belangrijker is de onrechtstreekse invloed, die we hebben door kredieten te verlenen, een beleggingsportefeuille aan te houden, beleggingen aan te bieden aan klanten en tegenpartijen te verzekeren die een belangrijke invloed op het klimaat en het milieu kunnen hebben. We beperken de indirecte negatieve impact via duidelijke beleidslijnen die ook restricties inhouden voor de meest vervuilende activiteiten, en we vergroten de positieve impact door acties met betrekking tot de meest klimaat- en milieugevoelige sectorportefeuilles, door de dialoog over duurzaamheid aan te gaan met onze klanten, door bedrijven te ondersteunen die bij hun investeringsbeslissingen rekening houden met milieu-, sociale en bestuursaspecten, en door in al onze kernlanden nieuwe innovatieve bedrijfsoplossingen te ontwikkelen om een CO2 -arme en circulaire economie te stimuleren.

Als bank-verzekeraar ondervinden we ook zelf de invloed van de klimaatverandering. Daarbij denken we aan mogelijke risico's als gevolg van acute of chronisch veranderende weerpatronen die kunnen leiden tot hogere schadeclaims bij onze verzekeringen, of een impact op onze kredieten of beleggingen wanneer de betrokken tegenpartijen negatieve gevolgen ondervinden van de klimaatverandering of de transitie naar een CO2 -armere samenleving (wat kan leiden tot terugbetalingsproblemen). Het gaat ook over de invloed die we ondervinden van mogelijke wijzigingen in de wetgeving en kapitaalvereisten ter zake, rechtsgeschillen, veranderend klantengedrag (inclusief het risico van gemiste opportuniteiten), de impact van stijgende marktprijzen voor de emissies van broeikasgassen en technologische vernieuwingen.

We passen ons bedrijfsmodel actief aan, niet alleen om negatieve gevolgen te verminderen of te vermijden, maar ook om onze bijdrage te leveren om de klimaatopwarming te beperken binnen de doelen die bepaald zijn door het Akkoord van Parijs. Daarnaast willen we uiteraard ook inspelen op de vele opportuniteiten die de transitie naar een duurzamere en groenere economie met zich meebrengt. Dat gaat dan zowel over het verder uitbouwen van het aanbod duurzame producten en diensten op het gebied van beleggingen, verzekeringen, leasing, enz. als over het actief bijstaan van klanten in hun transitie naar activiteiten met minder CO2 -uitstoot en minder impact op het milieu.

Het is de bedoeling om op termijn de weerbaarheid van ons bedrijfsmodel in kaart te brengen, rekening houdend met verschillende klimaatscenario's en tijdshorizonten, via specifieke meet- en rapporteringsinstrumenten (zie verder).

Klimaat- en milieugovernance

Klimaat- en milieugovernance is een deel van onze algemene duurzaamheidsgoverance. Als deel van het duurzaamheidsbeleid bestaat er binnen de groep een Sustainable Finance-programma dat focust op de integratie van de klimaat- en milieuaanpak in de groep.

  • Het Sustainable Finance-programma wordt aangestuurd door een programmamanager die deel uitmaakt van Group Corporate Sustainability, samen met een kernteam bestaande uit vertegenwoordigers van de meest betrokken departementen. Het kernteam staat in contact met andere afdelingen en werkt nauw samen met de duurzaamheidsteams in alle kernlanden.
  • Een stuurgroep, voorgezeten door de groeps-CFO, ziet toe op de voortgang en de implementatie van de acties in het Sustainable Finance-programma. De belangrijkste strategische beslissingen worden evenwel genomen door de Interne Duurzaamheidsraad (ISB), onder het voorzitterschap van de groeps-CEO en met vertegenwoordiging van alle kernlanden.
  • Onder meer via het KBC Sustainability Dashboard wordt de voortgang van het programma ook regelmatig besproken in het Directiecomité en de Raad van Bestuur.
  • Een Externe Duurzaamheidsraad adviseert Group Corporate Sustainability over alle duurzaamheidsthema's, inclusief ons klimaat- en milieubeleid.

We zijn er trots op dat Euronext in 2023 het KBC-aandeel opgenomen heeft in de nieuwe BEL®ESG-beursindex. Deze nieuwe index identificeert en volgt de BEL®20- en BEL®Mid-bedrijven die door hun concrete werking en beleid een uitstekende ESG-score krijgen via een erkend extern assessment.

De belangrijkste milieu- en klimaataspecten van ons duurzaamheidsbeleid

  • Het toepassen en regelmatig herzien van een strikt beleid om de negatieve milieu-impact van onze activiteiten te beperken, onder meer via onze specifieke beleidslijnen met betrekking tot energie en andere maatschappelijk gevoelige sectoren, het volgen van de Equator Principles bij projectfinancieringen en de KBC-Blacklist;
  • De ontwikkeling van specifieke bank-, verzekerings- en beleggingsproducten en -diensten die een duurzame, CO2 -arme en klimaatbestendige samenleving ondersteunen (voorbeelden: zie tabel);
  • Het creëren van bewustzijn van milieuverantwoordelijkheid bij onze interne (medewerkers) en externe (klanten, leveranciers, enz.) stakeholders;
  • Het ondersteunen van onze klanten in hun transitie naar een duurzamer bedrijfsmodel, onder andere via partnerships die hun advies verlenen en effectief begeleiden om energie-performanter te worden;
  • De aanpassing van onze activiteiten om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken in overeenstemming met het Akkoord van Parijs, en onze toetreding tot de Collective Commitment to Climate Action van de VN;
  • Het opvolgen van de aanbevelingen van de TCFD (Taskforce on Climate-related Financial Disclosures): we brengen onze klimaatrisico's in kaart en spelen tegelijkertijd in op kansen die de groene transitie biedt. We dragen bij aan de ontwikkeling van methodes om de impact van het klimaat op ons bedrijfsmodel te meten met het oog op het vastleggen van onderbouwde doelstellingen. We rapporteren hierover op een transparante manier (zie ook ons Duurzaamheidsverslag).
  • KBC Groep heeft zich er eind 2023 ook toe verbonden om over de impact op de natuur te rapporteren volgens de TNFD-aanbevelingen (Taskforce on Nature-related Financial Disclosures). De eerste volledig op TNFD afgestemde publicatie is voorzien voor boekjaar 2025. In

tussentijd rapporteren we wel de relevante acties die we hieromtrent nemen in ons Duurzaamheidsverslag.

Een belangrijke uitdaging is het integreren van klimaatgerelateerde risico's, opportuniteiten en doelstellingen in onze sectorbenadering. Dat geldt ook voor andere milieu-gerelateerde aspecten:

  • In een eerste fase zijn we gestart met het analyseren van onze kredietportefeuille, en ondertussen zijn ook onze verzekeringsportefeuilles opgenomen in de interne analyses. Op basis van een materialiteitsbeoordeling hebben we ons gericht op de sectoren die meer dan 5% van het klimaatgevoelige en CO2 -intensieve deel van de industriële kredietportefeuille vertegenwoordigen. Die analyses vormen de basis om een strategie en doelstellingen te bepalen die onze klimaatverbintenis in het kader van het Akkoord van Parijs de facto moeten helpen waarmaken. Omdat we die oefening zijn begonnen met een open geest en een blanco blad noemden we ze 'white papers'.
  • We hebben white papers uitgewerkt voor de sectoren energie, commercieel vastgoed, landbouw, voedselproductie, bouw & constructie, chemie, transport (inclusief luchtvaart en de maritieme sector) en metalen, en voor drie productlijnen voor particulieren: woningkredieten, autoleningen en autoleasing. In de white papers werd steeds ook de lokale context van al de kernlanden geanalyseerd, om vervolgens beleidsbeslissingen te nemen voor de volledige portefeuille van de groep. De white papers worden regelmatig geactualiseerd. Ook voor specifieke milieuthema's worden sectoroverschrijdende white papers uitgewerkt.
  • In 2022 vormden deze white papers de basis voor ons eerste Klimaatrapport. Dat rapport bevat een duidelijk overzicht van onze nulmeting en reductiedoelstellingen voor 2030 en 2050, die we hebben bepaald voor de meest

relevante koolstofintensieve industriële sectoren en productlijnen in onze kredietverlening. Het rapport bevat ook de bijhorende beleidsbeslissingen om die doelen te realiseren. In ons Duurzaamheidsverslag rapporteren we jaarlijks over onze voortgang voor deze doelen.

We rapporteren over onze aanpak op milieugebied, onder meer in ons Klimaatrapport, in ons Duurzaamheidsverslag, in dit Jaarverslag en met duurzaamheidsvragenlijsten. We verscherpen regelmatig onze aanpak, rekening houdend met wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, maatschappelijke trends en de veranderende opvattingen van onze stakeholders en laten ons ook op geregelde tijdstippen challengen door onze Externe Duurzaamheidsraad.

We willen voor onze klanten een partner zijn in hun transformatie naar een duurzamere toekomst. Samen met Encon voerde KBC in België gesprekken met grote klanten uit het bedrijvensegment om hun bedrijfsprocessen te helpen verduurzamen. Dat resulteerde in meer dan 130 adviescontracten in 2023. Naar analogie met de Enconsamenwerking voor grotere bedrijven kunnen nu ook kmo's een beroep doen op klimaatadvies via ecoWise, een gespecialiseerde dochteronderneming van KBC. Daar kwamen ondertussen al meer dan 200 contracten uit voort. Ook ČSOB in Tsjechië biedt haar bedrijfsklanten ondersteuning aan via Green0meter, een platform dat de

CO2 -voetafdruk berekent, het verzamelen van ESGgegevens vergemakkelijkt en geïndividualiseerde rapporten en advies levert.

Ook onze leveranciers zijn belangrijke stakeholders en we wensen dat ook zij sociale, ethische en milieucriteria integreren in hun beleid. Voor informatie over onze gedragslijn voor leveranciers en onze interne procedure bij de screening van leveranciers verwijzen we naar Focus op mensenrechten. In het proces zijn ook milieuvereisten voor producten ingebed, onder andere door de verplichting om KBC te informeren over nieuwe milieuvriendelijke producten en het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal. We betrekken onze leveranciers ook bij het opzetten van circulaire inkoopmodellen.

Een van de pijlers van ons duurzaamheids- en klimaatbeleid is de focus op verantwoord beleggen. Ons uitgebreide aanbod geeft klanten de mogelijkheid hun totale portefeuille volledig verantwoord in te vullen. In ons digitale verkoopproces adviseren we standaard de verantwoorde variant. Wanneer zowel de traditionele als de verantwoorde variant beschikbaar is, bieden onze medewerkers in het reguliere verkoopkanaal ook altijd de verantwoorde belegging als eerste aan. Alle KBC-fondsen die verantwoord beleggen in België, voldoen aan de Towards Sustainabilitykwaliteitsstandaard. Die standaard werd ontwikkeld op

initiatief van en staat onder toezicht van het Central Labelling Agency.

We nemen onze verantwoordelijkheid in verschillende internationale organisaties en initiatieven:

  • We onderschreven in december 2017 de TCFDaanbevelingen. Eind 2023 hebben we ons er ook toe verbonden om vanaf boekjaar 2025 te rapporteren over onze natuurgerelateerde aanpak volgens de TNFDaanbevelingen.
  • We volgen en implementeren de verschillende acties die voortvloeien uit het EU-Actieplan voor Duurzame Financiering.
  • We zijn lid van het UN Environment Programme Finance Initiative (UNEP FI) en een Founding Signatory van de UNEP FI Principles for Responsible Banking (PRB's). We onderschreven ook het Collective Commitment to Climate Action (CCCA).
  • We onderschreven de UNEP FI Principles for Sustainable Insurance en de Principles for Responsible Investment.
  • Als bestuurslid van de International Capital Markets Association (ICMA) werken we mee aan de ontwikkeling van groene obligaties in de EU.
  • We zijn sinds 2004 lid van de Equator Principles en hebben die principes geïntegreerd in ons algemene kredietbeleid.

Enkele voorbeelden van recente producten en initiatieven die met duurzaamheid en/of milieu te maken hebben bij de KBC-groep*

In augustus 2022 bracht KBC als eerste financiële instelling in België een sociale obligatielening (social bond) uit van 750 miljoen euro, die wordt aangewend voor de (her)financiering van projecten in de ziekenhuissector. In juni 2023 volgde een tweede sociale obligatielening van 750 miljoen euro, aangewend in de sector van onderwijs en gezondheidszorg.

We bieden een veelzijdig aanbod van fondsen aan die verantwoord beleggen, inclusief ECO-thematische fondsen en Impact Investing-fondsen. We doen een diepgaande doorlichting om te bepalen welke bedrijven en landen behoren tot het beleggingsuniversum voor verantwoorde beleggingsoplossingen. Daarnaast worden alle bedrijven die gelinkt kunnen worden aan fossiele brandstoffen, uitgesloten uit al onze fondsen die verantwoord beleggen.

We zijn actief betrokken bij de financiering van hernieuwbare energieprojecten in alle kernlanden en in onze buurlanden. Het Project Finance Team financierde vorig jaar 97,1 MWp geïnstalleerd vermogen aan hernieuwbare energie. Er werden succesvolle transacties gerealiseerd in onshore en offshore windenergie in Frankijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

We bieden diverse producten aan om de meest energie-efficiënte woningen en energierenovatie financieel te ondersteunen en te stimuleren. Zo biedt KBC tariefkortingen aan op basis van de energiezuinigheid van woningen (gebaseerd op het EPC) of op leningen specifiek bedoeld voor energetische renovaties. Daarnaast wordt ook het Vlaamse renovatiekrediet met rentesubsidie aangeboden aan klanten. In onze andere kernlanden ondersteunen we eveneens de overgang naar energieefficiënte woningen door het aanbieden van hypothecaire en renovatieleningen tegen goede voorwaarden. Naast financiële stimulansen wil KBC klanten praktisch ontzorgen bij duurzame renovaties. Een voorbeeld hiervan is de participatie in de start-up Setle. Setle laat klanten toe om op een zo eenvoudig mogelijke manier een renovatieplan op te stellen met een inschatting van de renovatiekosten en de eventuele premies en subsidies. Daarnaast biedt KBC klanten ook de mogelijkheid om, in samenwerking met derde partijen, zonnepanelen te laten installeren (met of zonder thuisbatterij) of hun huis te laten isoleren.

Zo'n 39% van de nieuwe wagens in de vloot van KBC Autolease zijn nu al volledig elektrische wagens. KBC Autolease is bovendien marktleider in fietsleasing, met 30 500 fietsen in portefeuille. We zijn de partner van de Vlaamse overheid om fietsleasing aan te bieden aan hun medewerkers als een duurzaam mobiliteitsalternatief. In Slowakije promoot ČSOB Leasing, in samenwerking met andere partners, actief emissievrije en emissiearme voertuigen.

In België en in Slowakije biedt onze autoverzekering een uitgebreide dekking en adequate hulp aan voor elektrische en hybride auto's. Voor klanten die zelf een laadpaal installeren, is die in België standaard meeverzekerd in de Woningpolis, waarin ook een aantal andere groene investeringen zoals zonnepanelen en thuisbatterijen worden gedekt. Daarnaast bieden we de eigen multiklimaatrisicoverzekering voor landbouwers aan. Landbouwers met open teelten, zoals fruittelers of akkerbouwers, kunnen zich hiermee verzekeren tegen schade aan gewassen als gevolg van extreme en ongunstige weersomstandigheden zoals storm, hagel, vorst, ijs, neerslag en droogte.

KBC Asset Management neemt via proxy voting zijn verantwoordelijkheid om onze klanten, die via onze aandelenfondsen investeren in bedrijven, te vertegenwoordigen op de aandeelhoudersvergaderingen. KBC Asset Management is al geruime tijd aangesloten bij Climate Action 100+, een initiatief van investeerders om ervoor te zorgen dat 's werelds grootste bedrijven die broeikasgassen uitstoten, de nodige actie ondernemen tegen klimaatverandering. Eind 2023 heeft KBC Asset Management zich ook aangesloten bij het Nature Action 100-initiatief, dat bedrijven wilt aanzetten tot meer ambitie en actie om de impact van hun activiteiten op de natuur en de achteruitgang van biodiversiteit aan te pakken.

KBC promoot duurzame financieringsoplossingen bij zijn bedrijfsklanten in alle kernlanden, waaronder groene en duurzame obligaties en groene en duurzaamheidsgerelateerde leningen. We zijn ook actief in de gesyndiceerde markt van sustainability-linked loans. Vorig jaar hebben we dergelijke leningen ook frequent gerealiseerd op bilaterale basis. KBC is ook actief als duurzaamheidscoördinator om bedrijven bij te staan bij de integratie van duurzaamheidskenmerken in hun bankfinanciering op lange termijn.

* Het gebruik van terminologie zoals 'groen' of 'duurzaam' hier en elders in dit rapport betekent geenszins dat wat wordt beschreven, al volledig in overeenstemming is met de EU-taxonomie.

Onze maatstaven, gegevens en doelen

Onze indirecte impact

We gebruiken geavanceerde methodes (waaronder PCAF en PACTA) om de klimaatimpact van bepaalde sectoren en de transitie in de kredietportefeuille te meten. Meer hierover vindt u in ons Klimaatrapport, op www.kbc.com. KBC Asset Management brengt sinds vier jaar volgens dezelfde methode de klimaatimpact van alle beleggingsfondsen in zijn portfolio in kaart. Die analyse, gebaseerd op gegevens en de aanpak van TRUCOST, werd in 2023 ook voor de derde keer toegepast op de eigen investeringsportefeuille van KBC Verzekeringen en op de investeringen van het KBC Pensioenfonds.

We rapporteren over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met onze kredietverlening. We hanteren hiervoor de berekeningsmethode die aangereikt wordt door het Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF). De tabel hierna geeft een overzicht van de resultaten. We verwijzen ook naar ons Duurzaamheidsverslag, waarin uitgebreid toelichting gegeven wordt over de PCAFberekeningsmethode, onze berekeningsaanpak en de begrenzingen waarmee rekening moet worden gehouden bij het interpreteren van de resultaten. Ook vindt u er informatie over hoe wij door het verzamelen van meer adequate en verfijnde data onze rapportering over deze emissies gradueel willen verbeteren.

Gefinancierde scope 3-emissies geassocieerd met onze kredietverlening (geschatte scope 1-, 2- en 3-

broeikasgasemissies van onze klanten) 30-09-2023 30-09-2022
miljoen
ton CO2
e
% van
gefinan
cierde
emissies
% van uit
staande
kredieten
miljoen
ton CO2
e
% van
gefinan
cierde
emissies
% van
uitstaande
kredieten
White papersectoren en -producten 33,4 59% 65% 34,0 61% 64%
Landbouw, veeteelt en visserij1 9,5 17% 3% 9,1 16% 3%
Vastgoed en woningkredieten1 3,2 6% 44% 3,5 6% 45%
Energie1 3,5 6% 3% 4,0 7% 2%
Bouw en constructie1 4,8 8% 4% 4,6 8% 4%
Voedsel- en drankproducenten 3,3 6% 2% 3,5 6% 2%
Auto-industrie en voertuigfinanciering1 3,4 6% 6% 3,4 6% 5%
Metaal1 3,3 6% 2% 3,5 6% 2%
Chemie 2,3 4% 1% 2,4 4% 1%
Overige sectoren2 22,7 41% 34% 22,2 39% 36%
Totaal 56,1 100% 100% 56,2 100% 100%

1 Voor deze sectoren (of subsectoren ervan) worden doelstellingen gedefinieerd (zie verder en in het Klimaatrapport op www.kbc.com). Operationele voertuigleasing is niet opgenomen in de cijfers van Auto-industrie en voertuigfinanciering (berekeningen van de gefinancierde bedragen zijn gebaseerd op de nettoboekwaarde van de geleasede voertuigen).

2 Bevat ook de emissies geassocieerd met scheepvaart en luchtvaart (2,0 en 0,5 miljoen ton CO2 e) met relatief beperkte uitstaande kredieten (resp. 0,8% en 0,2% van de totale uitstaande portefeuille). Voor deze sectoren hebben we in 2023 eveneens white paper-oefeningen opgezet.

Hoe bepaalden we onze sectorale klimaatdoelstellingen? Op basis van klimaatwetenschap gealigneerd op doelstellingen van het Akkoord van Parijs en rekening houdend met de lokale context, maakten alle KBC-entiteiten met krediet- of leasingactiviteiten projecties voor de verwachte portefeuilleen sectorspecifieke decarbonisatieontwikkeling, uiteindelijk uitmondend in bedrijfsdoelstellingen. Alle doelstellingen werden samengevoegd tot één projectie op KBCgroepsniveau, die wordt vergeleken met klimaatbenchmarks afgeleid van klimaatscenario's met de doelstelling 'minder dan 2 °C klimaatopwarming', d.w.z. trajecten die in overeenstemming zijn met onze CCCA-verbintenis. Meer daarover vindt u in ons Klimaatrapport. Om onze klimaatdoelstellingen onafhankelijk te laten verifiëren, hebben KBC Bank en haar geconsolideerde entiteiten eind 2022 een engagement getekend bij het Science Based Targets initiative (SBTi). Via dat engagement verbinden we ons ertoe om onze klimaatdoelstellingen binnen de 2 jaar na ondertekening door SBTi te laten valideren.

Terwijl we ook de lopende Net Zero-initiatieven nauwlettend volgen, hebben wij ervoor gekozen ons te richten op de zorgvuldige uitvoering van de doelstellingen in dit verslag in al onze kredietverleningsactiviteiten en in alle kernlanden alvorens nieuwe verplichtingen aan te gaan. Zie verder in het Duurzaamheidsverslag.

Ook voor onze assetmanagementactiviteiten hebben we de doelstellingen aangescherpt, onder meer inzake het belang van fondsen die verantwoord beleggen en de koolstofintensiteit van de bedrijfsinvesteringen in deze fondsen. We hebben recent ook voor de eigen investeringen in aandelen en bedrijfsobligaties van KBC Verzekeringen een reductiedoelstelling van de koolstofintensiteit van de portefeuille bepaald (-25% tegen 2025 en -40% tegen 2030,

beide t.o.v. 2019, zie Duurzaamheidsverslag). Deze doelstelling werd nog niet opgenomen in de tabel verderop.

De klimaatdoelstellingen werden besproken en goedgekeurd door de Interne Duurzaamheidsraad, het Directiecomité en de Raad van Bestuur. Specifiek voor de risico-onderschrijving van de schadeverzekeringsactiviteiten zijn in 2023 de eerste berekeningen gebeurd van de verzekeringsgerelateerde emissies voor enkele takken (volgens de PCAF-methodologie die in 2023 is gepubliceerd). De PCAF-richtlijnen voor de andere verzekeringstakken zijn nog niet beschikbaar. Er werden daarom ook nog geen klimaatdoelstellingen opgesteld voor die activiteiten.

U vindt de doelstellingen verderop in de tabel.

Eigen directe impact

De impact van onze eigen activiteiten als bank-verzekeraar is zeer beperkt, zeker in vergelijking met industriële bedrijven en met onze indirecte impact via onder meer kredietverlening. Niettemin berekenen we ook onze directe eigen broeikasgasimpact (van onder andere onze gebouwen en onze eigen vloot). Ook daarvoor hanteren we bepaalde doelstellingen.

Hierna vindt u gegevens over onze eigen milieuvoetafdruk. De data en berekeningen van de broeikasgasemissies werden geverifieerd door Vinçotte volgens ISO 14064-3. Daarnaast investeren we sinds 2021 in klimaatprojecten om het deel van onze emissies dat we nu nog niet kunnen verminderen, te compenseren en streven we zo naar koolstofneutraliteit. De gekozen projecten hebben ook toegevoegde waarde voor het verhogen en beschermen van biodiversiteit en voor lokale gemeenschappen.

Meer informatie over onze milieuvoetafdruk inclusief verdere detaillering, methodologie en scope van de berekeningen en compensatieprojecten vindt u in het Duurzaamheidsverslag. U vindt de doelstellingen verderop in de tabel.

Eigen milieuvoetafdruk: broeikasgasemissies, in ton CO2
, KBC-groep1, 2
2023 2022
Scope 1-emissies omvatten emissies uit direct energieverbruik, emissies van koelvloeistoffen en emissies
van de eigen vloot, zowel voor dienstverplaatsingen als voor woon-werkverkeer en privaat gebruik
29 047 33 257
Scope 2-emissies (market-based) omvatten emissies uit indirect energieverbruik (elektriciteit, stads
warmte, koeling en stoom)
3 995 3 484
Scope 3-emissies zoals hier vermeld omvatten alleen emissies van dienstverplaatsingen en woon
werkverkeer (met uitzondering van de emissies van de eigen vloot die vervat zijn in de scope 1-
emissies), emissies van papier- en waterverbruik en afvalverwerking 22 336 18 677
Totaal 55 377 55 417
Totaal per vte 1,5 1,5

1 De gegevens betreffen de periode van 1 oktober [t-1] tot 30 september [t]. De gegevens voor 2022 werden herrekend (meer informatie in het Duurzaamheidsverslag). Scope: zie Duurzaamheidsrapport.

2 De CO2 e-emissies in 2023 zijn als volgt verdeeld (in duizenden ton): 26 in België, 14 in Tsjechië, 4 in Slowakije, 6 in Hongarije, 5 in Bulgarije en 1 in de rest van de wereld.

Overzicht van onze belangrijkste doelstellingen

KPI Wat? Doel en resultaat
DOELEN INZAKE ONZE INDIRECTE IMPACT (selectie; volledig overzicht in ons Duurzaamheidsverslag)
Kredieten voor
hernieuwbare
energie
[Bedrag van kredieten
aan bedrijven in de
sector van
hernieuwbare
energiebronnen] /
[totale krediet
portefeuille in de
energiesector]
Doel: 75% in 2030
Resultaat 2023: 62%
Kredieten voor hernieuwbare energie
(in % van het totale volume aan kredieten
aan de energiesector)
75%
63%
63%
62%
2021
2022
2023
doel '30
Broeikasgas
intensiteit
Kredieten aan
elektriciteits
producenten
Procentueel verschil
[kg CO2
e/MWh] in de
betreffende periode
Doel: -39% in 2030 (en
-77% in 2050)
t.o.v. 2021
Resultaat 2023: -38%
t.o.v. 2021
Afbouw broeikasgasintensiteit
Kredieten aan elektriciteitsproducenten
(op basis van kg CO2e/MWh, t.o.v. 2021)
77%
38%
39%
1%
2022
2023
doel
doel
2030
2050
Broeikasgas
intensiteit
Hypothecaire
kredieten en
commercieel
residentieel
vastgoed
(hypothecaire kredieten
en ondernemings
kredieten voor
commercieel
residentieel vastgoed,
excl. vastgoed
ontwikkeling)
Procentueel verschil
[kg CO2
e/m2
] in de
betreffende periode
Doel: -43% in 2030 (en
-85% in 2050)
t.o.v. 2021
Resultaat 2023: -8%
t.o.v. 2021
Afbouw broeikasgasintensiteit
Hypothecaire kredieten en commercieel
residentieel vastgoed
(op basis van kg CO2e/m2
, t.o.v. 2021)
85%
43%
8%
3%
2022
2023
doel
doel
2030
2050
Broeikasgas
intensiteit
Operationele
autoleasing
Procentueel verschil
[gram CO2
/km] in
betreffende periode
Doel voor
passagiersvoertuigen:
-81% in 2030 (en -100% in
2050)
Resultaat 2023:
passagiersvoertuigen
-22%
Afbouw broeikasgasintensiteit
Operationele autoleasing
(passagiersvoertuigen)
(op basis van gram CO2/km, t.o.v. 2021)
100%
81%
84%
22%
7%
2%
2022
2023
doel
doel
2030
2050
KPI Wat? Doel en resultaat
Broeikasgas
intensiteit
Kredieten aan
landbouwsector
Procentueel verschil
[ton CO2
e/miljoen
euro kredieten] in
betreffende periode
Doel: -21% in 2030 (en
-34% in 2050)
t.o.v. 2021
Resultaat 2023: -5%
t.o.v. 2021
Afbouw broeikasgasintensiteit
Kredieten aan landbouwsector
(op basis van ton CO2e/miljoen euro
uitstaande kredieten, t.o.v. 2021)
34%
21%
5%
1%
2022
2023
doel
doel
2030
2050
Broeikasgas
intensiteit
Kredieten aan
cement- en staal
producenten
Procentueel verschil
[ton CO2
e/ton cement
of staal] in
betreffende periode
Doel: cement -16% in
2030 (en -68% in 2050),
staal -14% in 2030 (en
-56% in 2050) t.o.v. 2021
Resultaat 2023: cement
toename van 1%, staal
toename van 15% t.o.v.
2021*
Afbouw broeikasgasintensiteit
Cement- en staalproducenten
(op basis van ton CO2/ton
cement of staal, t.o.v. 2021)
cement
staal
68%
56%
16%
14%
-1%
-13% -15%
0%
2022 2023
doel
doel 2022 2023
doel
doel
'30
'50
'30
'50
Fondsen die
verantwoord
beleggen
(Responsible
Investment-fondsen,
RI)
[Volume RI-fondsen] /
[Assets under
distribution (AUD, of
'direct client money')]
[Nieuwe jaarlijkse
productie RI-fondsen] /
[Totale productie
nieuwe fondsen]
Procentueel verschil
[ton CO2
e/miljoen
dollar omzet] van
bedrijven in de
verantwoorde
fondsen in de
betreffende periode
Doel:

45% van AUD in 2025
en 55% in 2030

nieuwe productie van
RI-fondsen minstens
65% van de totale
jaarlijkse productie in
2030

daling van de
broeikasgasintensiteit
van bedrijven in de
verantwoorde
fondsen met 50% in
2030, t.o.v. 2019
Resultaat 2023:

in totaal 41% van AUD

35% in nieuwe
productie

broeikasgasintensiteit
bedrijven: -75%
Responsible Investment-fondsen
(in % van totale AUD)
55%
45%
41%
37%
2022
2023
doel
doel
2025
2030
Jaarlijkse productie van
Responsible Investment-fondsen
(in % van totale productie van
nieuwe fondsen)
65%
48%
35%
2022
2023
doel 2030
Afbouw broeikasgasintensiteit
Bedrijven in de verantwoorde fondsen
(op basis van ton CO2e/miljoen dollar
omzet, t.o.v. 2019)
75%
67%
50%
2022
2023
doel 2030

* De stijging van de broeikasgasemissies heeft te maken met een verandering van de emissie-intensiteit van één bedrijfsgroep. Deze bedrijfsgroep heeft een net zero-actieplan, dat wordt gebruikt in engagementgesprekken met de bedrijfsgroep om ondersteuning te kunnen bieden in hun transitiepad.

KPI Wat? Doel en resultaat
DOELEN INZAKE ONZE EIGEN DIRECTE IMPACT
Eigen CO2
-emissies
Reductie van eigen
emissies van
broeikasgassen, ten
opzichte van 2015
Doel: afbouw met 80%
tussen 2015 en 2030 en
bereiken van volledige
klimaatneutraliteit voor
onze eigen voetafdruk
vanaf eind 2021 door het
verschil te compenseren.
Resultaat 2015-2023:
-68% incl. woon
werkverkeer
Net als de jaren
voordien bereikten we in
2023 al
nettoklimaatneutraliteit
door onze resterende
directe emissies te
compenseren door de
aankoop van carbon
credits van
kwaliteitsvolle
klimaatprojecten.
Reductie eigen broeikasgasemissies
(in %, t.o.v. 2015, incl woon-werkverkeer)
80%
68%
68%
2022
2023
doel 2030
De gegevens voor 2022
werden herrekend
(meer informatie in het
duurzaamheidsverslag).
Eigen stroomverbruik
uit hernieuwbare
bronnen
[Stroom uit
hernieuwbare
bronnen] / [totaal
elektriciteitsverbruik]
Doel: 100% groen tegen
2030
Eigen stroomverbruik uit
hernieuwbare bronnen
(in % van eigen elektriciteitsverbruik)
100%
100%
100%
100%
Resultaat 2023: 100% 2021
2022
2023
doel 2030

Gelieve er rekening mee te houden dat onze klimaatdoelen gericht zijn op een convergentie met de doelen voor 2030 en 2050. Tussentijdse en kortetermijnfluctuaties in onze voortgang (metingen) kunnen niet worden uitgesloten gezien de vele onzekerheden met betrekking tot de klimaattransitie en de ontwikkelingen binnen de portefeuilles. Startwaarden voor 2021: zie Duurzaamheidsrapport. Gegevens betreffen de periode van 1 oktober [t-1] tot 30 september [t].

Hoe willen we onze doelen bereiken?

Energie: We willen in alle segmenten de decarbonisering van het energiesysteem ondersteunen door de financiering van bijkomende hernieuwbare energieproductiecapaciteit en het stimuleren van energie-efficiëntie. We steunen daarbij de energieplannen van de lokale overheden in onze kernlanden. Al die plannen moeten voldoen aan de regels van het Europese 'Fit for 55'-pakket en de ambities van de Green Deal. We zijn de toonaangevende bank in de financiering van offshore windenergieprojecten in België en actief in deze markt in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland.

Vastgoed: We bieden diverse producten aan om de meest energie-efficiënte woningen en energierenovatie financieel te ondersteunen en te stimuleren. Zo biedt KBC tariefkortingen aan op basis van de energiezuinigheid van woningen (gebaseerd op het EPC) of op leningen specifiek bedoeld voor energetische renovaties. Daarnaast wordt ook het Vlaamse renovatiekrediet met rentesubsidie aangeboden aan klanten. In onze andere kernlanden ondersteunen we eveneens de overgang naar energieefficiënte woningen door het aanbieden van hypothecaire en renovatieleningen tegen goede voorwaarden. Naast financiële stimulansen wil KBC klanten praktisch ontzorgen bij duurzame renovaties. Een voorbeeld hiervan is de participatie in de start-up Setle. Setle laat klanten toe om op een zo eenvoudig mogelijke manier een renovatieplan op te stellen met een inschatting van de renovatiekosten en de eventuele premies en subsidies. Daarnaast biedt KBC klanten ook de mogelijkheid om, in samenwerking met derde partijen, zonnepanelen te laten installeren (met of zonder thuisbatterij) of hun huis te laten isoleren.

Mobiliteit: We moedigen klanten aan om groenere vervoerskeuzes te maken, zoals gebruik van elektrische voertuigen, openbaar vervoer, fietsen of een combinatie daarvan. In sommige kernlanden biedt KBC al fietsleasing en fietsverzekeringen aan. Nieuwe diensten en gerichte prijszetting moeten de keuze voor alternatieve vormen van transport nog aantrekkelijker maken.

Landbouw: We informeren klanten en inspireren en ondersteunen hen bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen (methaan, distikstofmonoxide en CO2 ). We moedigen efficiëntieverbeteringen en investeringen in hernieuwbare energie aan en bieden bv. in Bulgarije en Hongarije een 'carbon footprint calculator' aan waarmee klanten inzicht krijgen in hun emissies.

Cement, staal, aluminium: Voor deze sectoren verwachten we dat nieuwe klanten transitieplannen hebben op het vlak van CO2 -reductie die voldoen aan de doelstellingen voor 2030 die KBC vooropstelt. We zullen ook de vooruitgang inzake decarboniseringsstrategieën van onze klanten actief opvolgen.

Fondsen die verantwoord beleggen: We vragen beleggers naar hun voorkeuren inzake duurzaamheid en houden daar rekening mee bij beleggingsadviezen. KBC Asset Management is aangesloten bij Climate Action 100+, een initiatief om de dialoog aan te gaan met bedrijven die aanzienlijke mogelijkheden hebben om de overgang naar schone energie te helpen verwezenlijken. Ons beleid inzake verantwoord beleggen staat onder toezicht van de onafhankelijke Responsible Investing Advisory Board, bestaande uit academici.

Eigen CO2 -emissies: De belangrijkste bronnen van onze directe CO2 -uitstoot zijn ons directe energieverbruik en transport. Voorbeelden van initiatieven om onze eigen milieuvoetafdruk te verminderen zijn de overstap naar 100% elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, het plaatsen van fotovoltaïsche panelen op eigen gebouwen, en de heroriëntering van het mobiliteitsbeleid voor onze medewerkers naar openbaar vervoer, fietsen en elektrische auto's.

Meer informatie in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com.

Duurzaamheid geïntegreerd in ons verloningsbeleid

  • Voor de variabele vergoeding van de leden van het Directiecomité wordt onder meer rekening gehouden met het behalen van een aantal collectieve doelstellingen. Elementen zoals duurzaamheid worden daarbij alsmaar belangrijker en bepalen vandaag ten minste 30% van de collegiale resultaatsgebonden vergoeding. De vooruitgang op het vlak van duurzaamheid wordt onder meer beoordeeld via de halfjaarlijkse rapportering van het KBC Sustainability Dashboard. De Raad van Bestuur beoordeelt, via het Remuneratiecomité, de criteria voor de evaluatie van de leden van het Directiecomité in dit verband. Meer info vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, in het remuneratieverslag.
  • Duurzaamheid is ook geïntegreerd in de variabele verloning van de directie. Ten minste 10% van de variabele verloning van het senior management is afhankelijk van het behalen van individuele doelstellingen die vooraf zijn overeengekomen in het kader van het duurzaamheidsbeleid van de groep, waaronder het klimaatbeleid.
  • De niet-recurrente resultaatsgebonden vergoeding van de medewerkers in België is gedeeltelijk gekoppeld aan duurzaamheidsdoelstellingen (bijvoorbeeld de verhouding groene kilometers tot het aantal woon-werkkilometers).

Ons klimaatrisicomanagement

In het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's vindt u meer informatie over hoe we omgaan met klimaatgerelateerde risico's.

EU-taxonomie

De Taxonomieverordening legt een EU-breed kader vast aan de hand waarvan investeerders en bedrijven kunnen beoordelen of bepaalde economische activiteiten ecologisch duurzaam zijn.

Om een economische activiteit als ecologisch duurzaam te bestempelen, worden vier controles uitgevoerd. De activiteit moet:

  • een relevante activiteit zijn, d.w.z. dat de activiteit is opgenomen in de lijst van activiteiten die als het meest relevant worden beschouwd voor het bereiken van de door Europa vastgestelde ecologische doelstellingen. De relevante activiteiten worden 'voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten' genoemd ('taxonomyeligible') en worden beschreven in de Gedelegeerde Verordeningen;
  • substantieel bijdragen tot ten minste één van de milieudoelstellingen en voldoen aan de technische screeningcriteria voor substantiële bijdrage, zoals beschreven in de Gedelegeerde Verordeningen;
  • geen ernstige afbreuk doen aan een van de andere milieudoelstellingen en voldoen aan de technische

screeningcriteria voor 'geen ernstige afbreuk doen aan', zoals beschreven in de Gedelegeerde Verordeningen;

• worden uitgevoerd met inachtneming van minimale sociale en governance-waarborgen.

Een economische activiteit die voldoet aan die vier controles, wordt een op de taxonomie afgestemde activiteit genoemd ('taxonomy-aligned').

In de Taxonomieverordening zijn zes milieudoelstellingen vastgelegd:

  • mitigatie van klimaatverandering (KM);
  • adaptatie aan klimaatverandering (KA);
  • duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen (WTR);
  • transitie naar een circulaire economie (CE);
  • preventie en bestrijding van verontreiniging (PBV);
  • bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen (BIO).

Artikel 8 van de Taxonomieverordening schrijft voor dat ondernemingen die onder de niet-financiële rapporteringsrichtlijn (NFRD) vallen, in hun niet-financiële verklaring informatie opnemen over de wijze waarop en de mate waarin hun activiteiten verband houden met ecologisch duurzame economische activiteiten. De Gedelegeerde Verordening inzake Rapportering (Disclosure Delegated Act) specificeert de inhoud en de presentatie van te rapporteren informatie. Deze Disclosure Delegated Act (verder DDA) voert een gefaseerde aanpak in. Vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023 was de rapportering van financiële ondernemingen (in scope NFRD) beperkt tot eligibility voor taxonomie over klimaatmitigatie en klimaatadaptatie; vanaf 1 januari 2024 moet er over taxonomy-alignment gerapporteerd worden voor deze objectieven en over taxonomy-eligibility voor de vier overige milieudoelstellingen.

KBC Groep is een grote onderneming die krachtens de NFRD niet-financiële informatie moet publiceren, en is als dusdanig ook onderworpen aan de rapporteringsverplichtingen uit de DDA. De DDA bevat geen specifieke informatie over de rapportering voor een groep die verschillende soorten financiële ondernemingen omvat. Wel heeft de Europese Commissie aangegeven dat, als de moedermaatschappij een kredietinstelling is, alle prudentieel geconsolideerde entiteiten meegenomen moeten worden in de taxonomierapportering van die kredietinstelling. We passen dit principe ook toe aan de verzekeringskant en zullen dus rapporteren als kredietinstelling en als (her)verzekeringsonderneming. Gezien de verschillen in rapporteringsvereisten kunnen we geen geconsolideerd overzicht maken op niveau van KBC Groep.

We hebben de taxonomiecriteria in verschillende werkgroepen behandeld met vertegenwoordiging van de verschillende KBC-kernlanden en hebben de criteria met

betrekking tot de substantiële bijdrage aan milieuobjectieven opgenomen in ons jaarlijkse planningsproces. De werkgroepen werken op verschillende thema's, zoals verschillende vormen van groene kredietverlening en niet-levensverzekeringen gericht op klimaatadaptatie. We focussen niet enkel op de EUtaxonomie, maar volgen ook andere milieu-initiatieven van dichtbij op. Bij de ontwikkeling van bank- of verzekeringsproducten evalueren we het groene of duurzame karakter ervan op basis van de taxonomie of eventuele andere initiatieven. Daarnaast worden individuele kredietaanvragen die in aanmerking komen voor de taxonomie, grondig gescreend op de technische criteria en sociale minimumgaranties.

In deze derde rapportering blijft de beschikbaarheid van gegevens een uitdaging.

  • Voor leningen en voorschotten aan en schuldbewijzen en eigenvermogensinstrumenten van bedrijven die NFRDplichtig zijn, stelt artikel 8.4 van de DDA dat financiële ondernemingen de meest recente beschikbare gegevens van hun tegenpartijen moeten gebruiken. Om te bepalen of een tegenpartij al dan niet onder de NFRDrapporteringsverplichtingen valt, kijken we naar criteria zoals gedefinieerd in de NFRD (beursgenoteerd of niet, aantal vte's, balanstotaal en omzet van de tegenpartij). Niet-financiële tegenpartijen hebben in hun publicaties over 2022 voor de eerste keer alignmentgegevens over klimaatmitigatie en klimaatadaptatie bekendgemaakt, aangezien hun rapporteringsverplichting hierover een jaar eerder in werking trad dan die van de financiële ondernemingen. Voor financiële tegenpartijen is er nog geen informatie beschikbaar over alignment. Gezien de Europese databank ESAP (European Single Access Point) nog niet operationeel is, is het een grote uitdaging om al deze informatie van de tegenpartijen terug te vinden in de gepubliceerde rapporten. Er zijn wel een aantal dataproviders die duurzaamheidsdata aanbieden, maar ook voor hen is het een uitdaging om alle gegevens te verzamelen.
  • Een groot deel van onze bedrijventegenpartijen is niet NFRD-plichtig. Dit heeft als gevolg dat er voor deze bedrijven geen verplichting is om te publiceren over taxonomie, maar ook dat we deze tegenpartijen niet mogen opnemen in eligible en/of aligned activa. Hierdoor kunnen we momenteel de financiering van hernieuwbare energieprojecten niet opnemen, aangezien bedrijven hier meestal werken met gestructureerde entiteiten (SPV's).
  • Voor leningen aan huishoudens (onroerend goed en motorvoertuigen) kunnen we momenteel nog geen volledige alignmentbeoordeling uitvoeren door gebrek aan individuele data over de onderliggende activa. Zo hebben we niet alle individuele data ter beschikking van de gefinancierde huizen, terwijl voor gefinancierde elektrische auto's dikwijls informatie ontbreekt over de autobanden en het circulaire materiaalgebruik.

Daarom kiezen we er voor (zoals voorgesteld door het Platform on Sustainable Finance) om ook vrijwillige taxonomiepercentages te rapporteren in ons Duurzaamheidsverslag 2023 (op www.kbc.com), die gebaseerd zijn op benaderingen en op informatie die in de groep beschikbaar is. Waar nodig lichten we dat transparant toe. In de verdere bespreking in dit jaarverslag ligt de focus vooral op de verplichte rapportering.

EU-taxonomie – KBC als kredietinstelling Aansluiting Totale activa – Aligned activa (2023, in miljoenen euro)

86 078

GARactiva (teller) -4 174

Nieteligible 81 904

Eligible activa

-81 498

Nietaligned 406

Aligned activa

314 818

Totale activa -114 042

Uitgesloten van taxonomie

200 776

GARactiva (noemer) -20 777

Overige activa

-93 921

Niet-NFRD

We monitoren voortdurend de beschikbaarheid en kwaliteit van de gegevens en we doen het nodige om op dit vlak vooruitgang te boeken (zie de initiatieven beschreven in ons Duurzaamheidsverslag). We wijzen er uitdrukkelijk op dat als we elders in dit jaarverslag terminologie als 'groen' en 'duurzaam' gebruiken, die termen geenszins suggereren dat wat wij beschrijven al (volledig) is afgestemd op deze EU-taxonomie.

KBC als kredietinstelling

In deze rubriek worden alle activa in aanmerking genomen van de kredietinstellingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 4 (1), punt (1), van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (prudentiële vereisten voor kredietinstellingen). Zoals gedefinieerd in de DDA, moet de rapportering gebaseerd zijn op de prudentiële consolidatiescope van KBC Groep. Merk op dat die scope licht verschilt van de boekhoudkundige scope (zoals beschreven in Toelichting 6.5 van de Geconsolideerde jaarrekening).

De DDA schrijft een aantal gedetailleerde tabellen voor met betrekking tot kredietinstellingen. Die hebben we opgenomen in het hoofdstuk EU-taxonomie – detailtabellen in het deel Overige informatie van dit jaarverslag:

  • Overzicht van de op grond van artikel 8 van de taxonomieverordening door kredietinstellingen te rapporteren KPI's
  • Activa voor berekening GAR (groeneactivaratio)
  • Sectorinformatie GAR
  • Stand GAR-KPI
  • Stroom GAR-KPI
  • KPI voor blootstellingen buiten balanstelling
  • Bijkomende informatie met betrekking tot activa gelinkt aan kernenergie en fossiel gas

Die tabellen moeten steeds op twee manieren getoond worden, omdat de DDA voorschrijft dat berekeningen moeten gebeuren op basis van zowel omzet als CapEx-data van de tegenpartijen. In de bespreking hierna beperken we ons tot de data gebaseerd op omzet-KPI's van de tegenpartij.

Het verplichte eligibilitypercentage voor de activa van onze kredietinstellingen is 40,8%. Dat omvat de hypothecaire kredieten en autoleningen aan huishoudens net als de eligible blootstelling aan financiële en niet-financiële

EU-taxonomie – KBC als kredietinstelling Aansluiting Totale activa – Aligned activa (2023, in miljoenen euro)

(NFRD-plichtige) tegenpartijen, gebaseerd op beschikbare klanteninformatie. Het alignmentpercentage (GAR, groeneactivaratio) bedraagt 0,2%. Dat percentage is beperkt omwille van de gelimiteerde beschikbaarheid van data en de asymmetrische definitie van teller en noemer van de GAR. Zo zijn bedrijventegenpartijen in de teller beperkt tot NFRD-plichtige bedrijven, terwijl in de noemer ook niet NFRD-plichtige tegenpartijen opgenomen moeten worden. Daarnaast bevat de noemer nog een aantal andere activa die niet in aanmerking komen voor alignment, zoals derivaten, cash en goodwill.

In de grafiek tonen we de aansluiting van totale activa (zonder waardeverminderingen) en aligned activa (gebaseerd op omzet-KPI's van de tegenpartijen). Uitgesloten zijn de handelsportefeuille en bedragen met centrale banken en centrale overheden. In ons Duurzaamheidsverslag geven we extra informatie met betrekking tot de vrijwillige GAR, waar – bovenop de bovenstaande verplichte alignment – ook taxonomiealignment over niet-NFRD-plichtige bedrijven en SPV's en geschatte alignment over onze hypothecaire leningen aan huishoudens is opgenomen. Onze vrijwillige GAR bedraagt 2,1% (zelfde noemer als de verplichte GAR).

De alignmentpercentages voor blootstellingen buiten balanstelling bedragen 0,4% voor financiële garanties (ten opzichte van totale financiële garanties) en 0,9% voor activa onder beheer. Deze activa onder beheer omvatten het Direct beheerd geld van de klanten (zie Totaal beheerd vermogen in het glossarium) zonder overheidsobligaties; we werken met een ESG-dataprovider voor de taxonomiedata van de NFRD-tegenpartijen. Ook hier zijn de percentages beperkt gezien de gelimiteerde beschikbaarheid van data van onze tegenpartijen.

KBC als (her)verzekeringsonderneming

Dit deel omvat alle activiteiten van de verzekeringsondernemingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 13, punt (1), van Richtlijn 2009/138/EG, en van de herverzekeringsondernemingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 13, punt (4), van diezelfde richtlijn. De onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de verzekeringsconsolidatiekring van KBC.

Voor (her)verzekeringsactiviteiten zijn twee KPI's vereist: een met betrekking tot beleggingen en een met betrekking tot verzekeringsactiviteiten. De DDA bepaalt de vereiste rapporteringstabellen. We hebben die tabellen opgenomen in het hoofdstuk EU-taxonomie – detailtabellen in het deel Overige informatie van dit jaarverslag:

  • KPI m.b.t. verzekeringsactiviteiten
  • KPI m.b.t. beleggingen
  • Bijkomende informatie met betrekking tot beleggingen gelinkt aan kernenergie en fossiel gas

De tabellen in verband met beleggingen moeten steeds op twee manieren getoond worden, omdat de DDA voorschrijft dat berekeningen moeten gebeuren op basis van zowel omzet als CapEx-data van de tegenpartijen. In de bespreking hierna beperken we ons tot de data gebaseerd op omzet-KPI's van de tegenpartij.

Verzekeringsactiviteiten

De percentages over de verzekeringsactiviteiten worden uitgedrukt ten opzichte van de brutopremies van schadeverzekeringen en hangen niet af van de informatie die we van onze tegenpartijen moeten ontvangen, maar zijn volledig bepaald op basis van de gedekte gevaren, zoals voorgeschreven in de Gedelegeerde Klimaatverordening. De eligible premies geven het deel van de brutopremies weer

gelinkt aan het klimaatrisico (nietlevensverzekeringsactiviteiten 'overige motorrijtuigenverzekeringen' en 'verzekeringen tegen brand en andere schade aan goederen') zoals bepaald in de DDA. Het eligibilitypercentage ligt substantieel lager dan het percentage gepubliceerd in de vorige jaren, aangezien we op dat moment de volledige brutopremies opnamen van deze twee niet-levensverzekeringsactiviteiten (in lijn met aanbevelingen van Insurance Europe); het verplichte eligibilitypercentage voor verzekeringsactiviteiten bedraagt 14,3% (13,8% in 2022, herberekend volgens huidige methodologie). Het alignmentpercentage bedraagt 6,6%, en is enkel gelinkt aan verzekeringen tegen brand en andere schade van goederen in België. In de volgende jaren zullen we verderwerken aan het aligneren van ons verzekeringsaanbod met de taxonomiecriteria in al onze andere kernlanden.

In de grafiek tonen we de aansluiting van de totale verzekeringspremies en de aligned premies.

EU-taxonomie – KBC als (her)verzekeringsonderneming

Beleggingen

Beleggingen omvatten alle directe en indirecte beleggingen van de verzekeraars met inbegrip van leningen, voorschotten en gebouwen. Het verplichte eligibilitypercentage met betrekking tot beleggingen is 8,5%. Dat omvat onder meer de eligible blootstelling aan financiële en niet-financiële (NFRD-plichtige) tegenpartijen en een aantal leningen (onder meer een overgenomen portefeuille hypotheekleningen van KBC Bank). Het alignmentpercentage (GIR, groene-investeringsratio) bedraagt 0,5%. De beleggingen worden voornamelijk beheerd door KBC Asset Management, waar gewerkt wordt met een externe dataprovider voor de taxonomiedata.

In de grafiek tonen we de aansluiting van totale activa met aligned beleggingen. Uitgesloten zijn onder andere bedragen met centrale banken en centrale overheden.

EU-taxonomie – KBC als (her)verzekeringsonderneming Aansluiting Totale activa –

Focus op mensenrechten

We nemen onze verantwoordelijkheid om mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en arbeidsrechten in de hele groep te respecteren. We verbinden ons tot het naleven van de letter en de geest van: (i) de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens; (ii) de principes inzake fundamentele rechten vastgelegd in de acht kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie en uiteengezet in de Verklaring inzake de fundamentele principes en rechten op het werk, (iii) de VN-Verklaring over de rechten van inheemse volkeren, (iv) de OECD Guidelines for Multinational Enterprises on Responsible Business Conduct en (v) de Britse wet over moderne slavernij, waarvoor KBC sinds 2017 een verklaring over moderne slavernij publiceert. Daarnaast zijn we sinds 2006 lid van de UN Global Compact en hebben we de tien principes over mensenrechten, arbeid, milieu en anticorruptie opgenomen in onze beleidslijnen, zodat ze toegepast worden in al onze activiteiten. We rapporteren transparant over de vorderingen die we hebben geboekt bij de implementatie van deze principes. Deze informatie is beschikbaar op de website van UN Global Compact. Vanzelfsprekend volgen we de lokale wetgeving, regels en voorschriften die gelden in de landen waar we actief zijn, en respecteren we de internationale en regionale mensenrechtenverdragen die internationaal erkende normen bevatten waaraan het bedrijfsleven zich moet houden.

Om ons mensenrechtenbeleid, zoals omschreven in de KBC Group Policy on Human Rights, op te volgen, gebruiken we het UN Guiding Principles Reporting Framework van de VN. Ons mensenrechtenbeleid is van toepassing op onze activiteiten (klanten en leveranciers) en ook op onze eigen bedrijfsvoering (medewerkers).

KBC beschouwt voor zijn medewerkers het recht op vrijheid van vereniging, het recht op collectieve onderhandeling, het recht op een gezonde en veilige werkplek en het recht op vrijwaring van discriminatie als fundamenteel. We zetten ons dan ook ten volle in om de mensenrechten van onze medewerkers te respecteren en te handhaven. Daarnaast verwachten we ook van onze medewerkers dat ze de mensenrechten toepassen en respecteren tijdens hun activiteiten. Die principes lichten we toe in de KBC-Gedragslijn voor de groep en de KBC-beleidslijn Diversiteit en inclusie (op www.kbc.com). In al onze kernlanden zijn er strikte nationale en internationale wetten en regelgeving voor de bescherming van de mensenrechten. We verwachten van onze medewerkers dat ze handelen volgens de regelgeving en dat ze zich verantwoord gedragen in alles wat ze doen. We hebben bovendien specifieke procedures om de naleving te waarborgen en om klachten te behandelen, waaronder het beleid voor de bescherming van klokkenluiders.

Onze leveranciers zijn een belangrijke stakeholder in onze waardeketen. We werken dan ook nauw samen met hen. Onze strikte regels en kaders rond inkoop-, verkoop- en uitbestedingsactiviteiten bij leveranciers zijn samengevat in de KBC Code of Conduct for Suppliers en zijn van toepassing in al onze kernlanden. We hebben onze gedragslijn voor leveranciers vertaald naar een interne procedure in de vorm van een stappenplan, waarmee onze aankoopafdeling aan de slag kan. Leveranciers waarmee we samenwerken, worden gescreend met de KBC-Blacklist, de lijst met controversiële bedrijven waarmee KBC geen zaken wil doen. Verder doen we een beroep op de World-Check-lijst en op een gestandaardiseerde vragenlijst (over mensenrechten, arbeid, milieu en corruptiebestrijding) voor het screenen van onze belangrijkste leveranciers. Leveranciers die aan onze verwachtingen voldoen, krijgen een positieve evaluatie en ondertekenen de KBC Sustainability Code of Conduct for Suppliers. Als er tijdens de contractuele periode inbreuken worden vastgesteld die niet binnen een redelijke termijn fundamenteel kunnen worden opgelost, beëindigen we de overeenkomst.

Van onze klanten verwachten we als minimale norm dat ze de lokale en internationale wetten en regels respecteren. Dat wordt gecontroleerd door onze afdeling Compliance. Verder passen we in al onze dagelijkse activiteiten de KBC Group Policy on Blacklisted Companies, de KBC Group Human Rights Policy en de KBC Group Policy on Controversial Regimes toe. Het betreft bedrijven en landen die geheel of gedeeltelijk worden uitgesloten op basis van betrokkenheid bij onder meer een ernstige vorm van schending van de mensenrechten en de betrokkenheid bij controversiële wapensystemen. We besteden ook veel aandacht aan privacy en gegevensbescherming en volgen de naleving ervan nauw op. Waar relevant vragen we aan onze klanten om aan te tonen dat ze voldoen aan bepaalde beleidslijnen en de standaarden voor hun sector, waarbij respect voor mensenrechten een belangrijk aspect is. We hebben een specifiek due diligence-proces ontwikkeld voor kredieten, verzekeringsactiviteiten en adviesdiensten. Dat omvat ook procedures voor het geval dat er inbreuken vastgesteld worden, zoals uitsluiting van bedrijven voor al onze activiteiten, het toepassen van een exitstrategie of speciale voorwaarden op bestaande kredieten of verzekeringen. In geval van twijfel wordt er advies van de directie Group Corporate Sustainability of van experten in de kernlanden ingewonnen. Ook onze investeringsactiviteiten (vermogensbeheer en eigen beleggingen) ondergaan een interne screening. Fondsen die verantwoord beleggen, worden bovendien onderworpen aan bijkomende controles en normen.

Voor internationale projectfinancieringen gelden de Equator Principles. De deelnemende financiële instellingen bepalen, beoordelen en beheren daarmee de ecologische en sociale risico's bij projectfinanciering.

Door de strikte toepassing van deze duurzaamheidregels waken we over het reputatie- en financiële risico als gevolg van een mogelijke schending van de mensenrechten en andere controversiële kwesties in onze kernactiviteiten. Zie ook het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Bedrijfs- en strategisch risico. U vindt onze richtlijnen over mensenrechten, blacklists en dergelijke op www.kbc.com.

Indicatoren in verband met mensenrechten, KBC-groep 2022
Klanten
Projectfinancieringen (en projectgerelateerde bedrijfsleningen) onderworpen aan de Equator Principles
(categorie A/B/C)1
0/6/15 0/3/21
Aantal adviezen van de experten in de kernlanden en afdeling Corporate Sustainability over ESG-dos
siers (positief advies / positief onder strikte voorwaarden / negatief advies)
221/42/55 177/45/48
Leveranciers
Aandeel leveranciers die de Code of Conduct for Suppliers hebben ondertekend2 75%

1 Categorie A: projecten met potentieel significante negatieve milieu- en sociale impact en/of ernstige gevolgen; categorie B: projecten met potentieel beperkte negatieve milieu- en sociale impact en/of gevolgen die minder ernstig zijn; categorie C: risico's die als minimaal worden beschouwd en projecten die in het land van uitvoering aan de wettelijke voorschriften voldoen.

2 Nieuwe methodologie vanaf 2023: zie Duurzaamheidsrapport op www.kbc.com.

.

We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer

Het beheren van risico's maakt volledig deel uit van onze strategie en ons besluitvormingsproces.

  • We voeren risicoscans uit om alle toprisico's te identificeren.
  • We bepalen duidelijk tot waar onze risicobereidheid gaat.
  • We vertalen dat naar een strikte limietopvolging per activiteit en per divisie.
  • We bewaken het risicoprofiel van bestaande en nieuwe producten door een product approval process.
  • We onderwerpen het periodieke planningsproces aan stresstests.
  • In alle relevante delen van onze organisatie hebben we onafhankelijke Chief Risk Officers.

Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep zijn blootgesteld aan risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen voor onze groep. Die beschrijven we in het deel Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? Daarnaast zijn we als bank-verzekeraar blootgesteld aan typische risico's voor de sector. Een overzicht daarvan vindt u in de tabel. De omschrijving van elke risicosoort vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

Typische risico's voor de sector Hoe gaan we daarmee om?
Kredietrisico
Bestaan van een degelijk beheerskader

Boeken van waardeverminderingen, nemen van risicobeperkende
maatregelen, optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel,
rapportering, stresstesting, enz.

Limietsystemen om concentratierisico binnen de kredietportefeuille te
beheersen, enz.
Marktrisico van niet-tradingactiviteiten
Bestaan van een degelijk beheerskader

Basis-Point-Value (BPV), gevoeligheid van de Net Interest Income,
sensitiviteit per risicotype, stresstests, limietopvolging voor cruciale
indicatoren, enz.
Niet-financiële risico's (operationeel risico,
compliancerisico, reputatierisico,
bedrijfsrisico, strategisch risico)

Bestaan van een degelijk beheerskader

Group key controls, Risicoscans, Key Risk Indicators, enz.

Risicoscans en opvolging van risicosignalen

Strikt acceptatiebeleid, stresstests, monitoring, enz.
Marktrisico van tradingactiviteiten
Bestaan van een degelijk beheerskader

Historical VaR-methode, BPV- en basisrisicolimieten, greeks en
scenariolimieten voor producten met opties, stresstests, enz.
Liquiditeitsrisico
Bestaan van een degelijk beheerskader

Opstellen en testen van noodplannen voor het beheersen van een
liquiditeitscrisis

Liquiditeitsstresstests, beheer van financieringsstructuur, enz.
Verzekeringstechnische risico's
Bestaan van een degelijk beheerskader

Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en
schaderegelingsbeleid, enz.
Klimaat- en andere ESG-risico's
Deze risico's zijn geïntegreerd in de bestaande risicobeheerskaders (zie
hierboven).

Naast de uitgebreide opvolging van risico-indicatoren (zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?) volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit op aan de hand van een aantal ratio's. De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel verderop.

Dividendbeleid

Ons dividendbeleid houdt het volgende in:

  • een uitkeringsratio (d.w.z. dividend + AT1-coupon) van ten minste 50% van de geconsolideerde winst van het boekjaar;
  • een interim-dividend van 1 euro per aandeel (betaalbaar in november van het boekjaar) als voorschot op het totale dividend van het boekjaar;
  • bovenop de uitkeringsratio van 50% van de geconsolideerde winst neemt de Raad van Bestuur elk jaar naar eigen discretie een beslissing over het uitkeren aan de aandeelhouders van het kapitaal dat een fully loaded common equity ratio van 15,0% overstijgt (het surpluskapitaal).

Aandeleninkoopprogramma 2023-2024: zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Dividenduitkeringsratio: zie deel Overige informatie, onder Verkorte vennootschappelijke jaarrekening.

Regulatoire
en eigen
ratio's Wat? Doel en resultaat
Common
equity ratio
[Common equity tier
1-kapitaal] / [totaal gewogen
risicovolume]. De berekening
is fully loaded en volgens de
Deense compromismethode.
Overall capital requirement: 10,92%
(zie hoofdstuk Hoe beheren we ons
kapitaal?)
Elk jaar beslist de Raad van
Bestuur over het uitkeren aan de
aandeelhouders van het kapitaal
dat een fully loaded common
equity ratio van 15,0% overstijgt
(het surpluskapitaal).*
Resultaat in 2023: 15,2%
Common equity ratio
(fully loaded, Deense Compomismethode)
15,5%
15,3%
15,2%
15,0%
10,92%
2021
2022
2023
OCR
voor
bepaling
surplus
kapitaal
MREL-ratio [Eigen middelen en in
aanmerking komende
passiva] / [Totale
risicogewogen activa (RWA)]
en
[Eigen middelen en in
aanmerking komende
passiva] / [Leverage ratio
exposure amount (LRE)]
Reglementair minimum: 28,30% van
RWA (2024) en 7,38% van LRE (2024)
Resultaat in 2023: 30,7% van RWA
en 10,4% van LRE
MREL-ratio
30,7% 27,5%
28,3%
27,7%
9,9% 8,7% 10,4% 7,4%
2021 2022 2023
Regl. 2021 2022 2023
Regl.
minimum
minimum
2024
2024
in % van RWA
in % van LRE
Netto stabiele
financierings
ratio, NSFR
[Beschikbaar bedrag
stabiele financiering] /
[vereist bedrag stabiele
financiering]
Reglementair minimum: 100%
Resultaat in 2023: 136%
NSFR
148%
136%
136%
100%
2021
2022
2023
Reglementair
minimum
Liquiditeits
dekkingsratio,
LCR
[Liquide activa van hoge
kwaliteit] / [totale
nettokasuitstroom voor de
volgende dertig
kalenderdagen]
Reglementair minimum: 100%
Resultaat in 2023: 159%
LCR
167%
159%
152%
100%
2021
2022
2023
Reglementair
minimum

* In 2023 werd bovendien een inkoop van eigen aandelen ter waarde van 1,3 miljard euro gelanceerd. Zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal?

Ons financieel rapport (geconsolideerd)

  • Geconsolideerde nettowinst: 3,4 miljard euro in 2023, +21% t.o.v. een jaar eerder.
  • Hogere totale opbrengsten, onder meer dankzij gestegen nettorente-inkomsten, verzekeringsinkomsten en nettoprovisie-inkomsten. Bovendien 0,4 miljard euro meerwaarde bij de afronding van de verkoop van onze Ierse portefeuilles in 2023.
  • Groei van kredieten aan klanten, daling klantendeposito's, gestegen verkoop van schadeverzekeringen en levensverzekeringen, groei van het beheerde vermogen.
  • Hogere kosten door onder meer loonindexering, hogere ICT- en facilitaire kosten en hogere bank- en verzekeringsheffingen.
  • Lagere waardeverminderingen.
  • Stevige solvabiliteit en liquiditeit.

Nettorente-inkomsten
5 473
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering
2 679
Niet-leven
2 280
Leven
399
Dividendinkomsten
59
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeverande
322
ringen in de winst-en-verliesrekening1
Nettoprovisie-inkomsten
2 349
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten)
-313
Overige netto-inkomsten
656
Totale opbrengsten
11 224
Exploitatiekosten (excl. rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten)
-4 616
Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen
-4 438
Totale bank- en verzekeringsheffingen
-687
Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten
509
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering
-2 120
Waarvan betaalde verzekeringsprovisies
-340
Niet-leven
-1 870
Leven
-251
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering
-90
Bijzondere waardeverminderingen
-215
waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other
16
comprehensive income2
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures
-4
Resultaat vóór belastingen
4 179
Belastingen
-778
Resultaat na belastingen
3 401
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen
-1
Resultaat na belastingen, groepsaandeel
3 402
Rendement op eigen vermogen
16%3
Resultaat na belastingen op gemiddeld balanstotaal
1,0%
Kosten-inkomstenratio groep (excl. bank- en verzekeringsheffingen)
43%
Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten
87%
Kredietkostenratio bankieren
0,00%
Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) 2023 2022
5 162
2 423
2 050
373
59
252
2 218
-96
16
10 035
-4 327
-4 159
-646
478
-1 908
-308
-1 733
-174
-20
-282
-154
-10
3 488
-670
2 818
0
2 818
13%
0,8%
45%
87%
0,08%

1 Ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd.

2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.

3 Zonder eenmalige en niet-operationele elementen: 15%.

Kerncijfers geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit, KBC-groep (in miljoenen euro) 2023 2022
Balanstotaal 346 921 354 545
Leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) 183 613 178 053
Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) 73 696 67 160
Deposito's van klanten (zonder schuldpapier en repo's) 216 423 224 407
Verplichtingen uit verzekeringscontracten en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen 30 245 28 184
Totaal eigen vermogen 24 260 21 819
Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded) 15,2% 15,3%
Liquiditeitsdekkingsratio (LCR) 159% 152%
Netto stabiele financieringsratio (NSFR) 136% 136%
  • Cijfers over de organische volumegroei van leningen en deposito's zijn na uitsluiting van wisselkoersinvloeden en na uitsluiting van consolidatiekringwijzigingen in 2023. Meer informatie vindt u in Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
  • Als gevolg van de invoering van IFRS 17 in 2023 zijn de winst-en-verliesrekening, de balans en sommige ratio's

gewijzigd en/of geherdefinieerd. Alle wijzigingen werden met terugwerkende kracht toegepast voor 2022, zoals vereist door IFRS 17. Zie het persbericht van 18 april 2023 op www.kbc.com en Toelichting 1.5 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Ons financieel resultaat

Nettorente-inkomsten 1

Onze nettorente-inkomsten bedroegen 5 473 miljoen euro in 2023, 6% meer dan in het jaar voordien. Dat was vooral toe te schrijven aan een veel hoger commercieel

transformatieresultaat (dankzij de hogere

herbeleggingsrente), de consolidatie van de overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria (een half jaar in de resultaten van 2022, een vol jaar in 2023) en toegenomen rente-inkomsten m.b.t. termijndeposito's. Dat werd deels tenietgedaan door onder meer het negatieve effect van de uitstroom van deposito's naar de Belgische eenjarige staatsbon, een hogere vergoeding voor spaarrekeningen in sommige kernlanden, het lagere resultaat uit de kredietportefeuille (lagere marges op de uitstaande kredietportefeuille in de meeste kernmarkten, ondanks volumegroei), de verkoop van de Ierse portefeuilles in februari 2023, de hogere kost van de financiering van participaties en wholesalefinanciering (deels door het wegvallen van TLTRO-gerelateerde opbrengsten), de lagere rente van inflatiegerelateerde obligaties en de wijziging in de vergoeding met betrekking tot minimaal vereiste reserves aangehouden bij diverse centrale banken in onze kernlanden.

Onze leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) bedroegen 184 miljard euro en stegen op organische basis met 3%, met een toename van 2% in divisie België, 5% in divisie Tsjechië en 9% in divisie Internationale Markten (met sterke groei in elk van de drie landen). Ons totale depositovolume (deposito's van klanten zonder schuldpapier en repo's) bedroeg 216 miljard euro en daalde op organische basis met 3% (of 2%, wanneer de deposito's in de buitenlandse kantoren van KBC Bank, die worden gedreven door kortetermijn cash-managementopportuniteiten,

worden uitgesloten), met een daling van 7% in divisie België, een stijging van 5% in divisie Tsjechië en een stijging van 5% in divisie Internationale Markten (dankzij Slowakije en Bulgarije). De depositodaling in België had deels te maken met de rechtstreekse deposito-uitstroom (ruwweg 5,7 miljard euro) naar aanleiding van de uitgifte van een éénjarige staatsbon in augustus 2023.

De nettorentemarge van onze bankactiviteiten kwam uit op 2,05%, tegen 1,96% het jaar voordien. De nettorentemarge bedroeg 1,94% in divisie België, 2,30% in divisie Tsjechië en 3,26% in divisie Internationale Markten.

Nettoprovisie-inkomsten 2

Onze nettoprovisie-inkomsten bedroegen 2 349 miljoen euro in 2023, een aangroei van 6% ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat is dankzij hogere vergoedingen voor onze assetmanagementdiensten (vooral de

beheersvergoedingen) en hogere vergoedingen voor onze bankdiensten. Dat laatste betrof vooral hogere

vergoedingen m.b.t. betalingsverkeer, netwerkinkomsten en effecten en was bovendien begunstigd door de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria en ontvangen provisies op de verkoop van de staatsbon in België.

Eind 2023 bedroeg ons totale beheerde vermogen ongeveer 244 miljard euro. Dat is 19% meer dan een jaar eerder, door hogere activaprijzen (+10 procentpunten), in combinatie met een netto-instroom (+9 procentpunten). Het grootste deel van ons totale beheerde vermogen eind 2023 heeft betrekking op de divisies België (218 miljard euro) en Tsjechië (17 miljard euro).

Technisch verzekeringsresultaat 3

Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering – lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering; deze laatste twee posten maken geen deel uit van de totale opbrengsten) bedroeg 469 miljoen euro. Daarvan had 323 miljoen euro betrekking op schadeverzekeringen, 9% meer dan het jaar voordien, waarbij de hogere verzekeringsinkomsten de gestegen lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten en het lagere herverzekeringsresultaat meer dan compenseerden. Zo'n 146 miljoen euro had betrekking op levensverzekeringen, 26% minder ten opzichte van het jaar voordien (omdat 2022 positief was beïnvloed door een terugname van verliescomponenten, zie Toelichting 3.6.1 in het deel Geconsolideerde Jaarrekening), waarbij gestegen lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten de hogere verzekeringsinkomsten meer dan compenseerden. De verkoop van schadeverzekeringen bedroeg 2 351 miljoen euro en steeg 12% jaar-op-jaar, met groei in nagenoeg alle landen en takken, door een combinatie van volume- en tariefstijgingen. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen kwam uit op een uitstekende 87%, ongeveer hetzelfde niveau als in 2022. De verkoop van levensverzekeringsproducten bedroeg 2 328 miljoen euro,

een stijging met 12% ten opzichte van 2022, dankzij een gestegen verkoop van tak 23-producten, vooral in België. In totaal bedroeg het aandeel van tak 21-producten en tak 23-producten in onze totale verkoop van levensverzekeringen in 2023 respectievelijk 42% en 52%, waarbij de rest bestond uit hybride producten (voornamelijk in Tsjechië).

Andere inkomsten 4

De andere inkomsten bedroegen samen 724 miljoen euro, tegenover 232 miljoen euro in het jaar voordien. Het cijfer voor 2023 omvat 322 miljoen euro trading- en reëlewaarderesultaat, een stijging tegenover de 252 miljoen euro van het jaar voordien, dankzij gestegen dealingroominkomsten en een hoger resultaat van beleggingen m.b.t. tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17 (met tegengestelde beweging in verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, die -313 miljoen euro bedroegen eind 2023, tegenover -96 miljoen euro het jaar voordien), ondanks de negatieve verandering in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer en in de marktwaardeaanpassingen (xVA). De dividendinkomsten bedroegen 59 miljoen euro, nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van het jaar voordien. De overige netto-inkomsten bedroegen 656 miljoen euro. Dat laatste is 639 miljoen euro meer dan het jaar voordien, vooral door de positieve impact van de afronding van de verkoop van de Ierse portefeuilles in februari 2023 (+0,4 miljard euro), gecombineerd met het feit dat het cijfer voor 2022 negatief was beïnvloed door de uitspraak in de arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding in Tsjechië in februari 2023 (-0,15 miljard euro; zie verder in Toelichting 3.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).

Exploitatiekosten 5

Onze exploitatiekosten exclusief diegene die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan verzekeringscontracten bedroegen 4 616 miljoen euro. Inclusief rechtstreeks aan verzekeringscontracten toerekenbare kosten bedroegen ze 5 125 miljoen euro in 2023. Ze omvatten 687 miljoen euro aan bank- en verzekeringsheffingen, een verdere stijging met 6% op een jaar tijd. De kosten zonder bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 4 438 miljoen euro en stegen met 7%. Dat heeft vooral te maken met de inflatiegebonden druk op de lonen, hogere ICT- en facilitaire uitgaven (voornamelijk gestegen energiekosten), en het consolidatie-effect van Raiffeisenbank Bulgaria, slechts deels gecompenseerd door het positieve effect van de verkoop van de Ierse portefeuilles. De kosten-inkomstenratio zonder de bank- en

verzekeringsheffingen bedroeg 43% in 2023, tegenover 45% het jaar voordien. De kosten-inkomstenratio inclusief de bank- en verzekeringsheffingen maar zonder de uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen (meer uitleg in het glossarium achteraan in dit jaarverslag) bedroeg 49%, tegenover eveneens 49% het jaar voordien.

Waardeverminderingen 6

Onze totale waardeverminderingen (voor kredieten en voor andere activa samen) bedroegen 215 miljoen euro in 2023. Dat omvat een nettoterugname van waardeverminderingen voor kredieten van 16 miljoen euro, tegenover een nettotoename van 154 miljoen euro het jaar voordien. Het cijfer voor 2023 omvat een toename van waardeverminderingen voor de kredietportefeuille (139 miljoen euro) en een terugname van een deel van de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's (155 miljoen euro, zie Toelichting 3.9 in het deel Geconsolideerde jaarrekening). Daardoor bedroeg de resterende reserve voor geopolitieke en opkomende risico's (bedoeld om de directe en indirecte gevolgen op de kredietportefeuille van oorlogen, zoals in Oekraïne, andere geopolitieke onzekerheden en opkomende risico's en economische risico's, zoals hogere rente en inflatie, op te vangen) nog 256 miljoen euro per eind 2023.

Voor de hele groep bedroeg de kredietkostenratio 0,00% voor 2023 (0,07% zonder de wijziging in de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's), tegenover 0,08% voor heel 2022 (0,00% zonder de wijzigingen in de reserves voor geopolitieke en opkomende risico's en voor de coronacrisis). Op 31 december 2023 vertegenwoordigden de (stage 3) impaired kredieten (zie Glossarium) 2,1% van onze kredietportefeuille, tegenover eveneens 2,1% het jaar voordien. Het aandeel van de impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroeg 1,0%, tegenover 1,1% het jaar voordien.

De andere waardeverminderingen bedroegen in 2023 231 miljoen euro, tegenover 128 miljoen euro in 2022. In 2023 ging het onder meer over waardeverminderingen in verband met de goodwill op een dochtermaatschappij van ČSOB in Tsjechië, de verlenging van de rentecapregeling in Hongarije, software en materiële vaste activa in Ierland in verband met de verkoopovereenkomst. In 2022 betrof het vooral waardeverminderingen m.b.t. software, de rentecapregeling in Hongarije en vaste activa in Ierland.

De belastingen bedroegen 778 miljoen euro in 2023, tegenover 670 miljoen euro het jaar voordien. Naast belastingen betaalden we ook nog de speciale bank- en verzekeringsheffingen. Die bedroegen 687 miljoen euro, tegenover 646 miljoen euro het jaar voordien, en zijn inbegrepen bij de post Exploitatiekosten.

Onze balans

Kredieten en deposito's 1

De kernactiviteit van ons bankbedrijf bestaat erin deposito's aan te trekken en daarmee kredieten te verstrekken. Dat verklaart het belang van de Leningen en voorschotten aan klanten aan de actiefzijde van onze balans, met 184 miljard euro (zonder reverse repo's) eind 2023. Die leningen en voorschotten aan klanten stegen op organische basis met 3%, met een groei van 2% in divisie België, 5% in divisie Tsjechië en 9% in divisie Internationale Markten (met groei in alle landen). De belangrijkste kredietproducten op groepsniveau blijven de termijnkredieten met 86 miljard euro (+3%) en de woningkredieten met 75 miljard euro (+2%).

Aan de passiefzijde daalden onze klantendeposito's (zonder schuldpapier en repo's) op organische basis met 3% tot 216 miljard euro. Dat omvatte een daling van 7% in divisie België (vooral door de uitstroom als gevolg van de uitgifte van een eenjarige staatsbon in België), een groei van 5% in divisie Tsjechië en een groei van 5% in divisie Internationale Markten. De voornaamste depositoproducten op groepsniveau blijven de zichtdeposito's met 108 miljard euro (-14%), de spaarrekeningen met 71 miljard euro (-8%) en de termijndeposito's met 38 miljard euro (+70%). Uitgegeven schuldpapier was goed voor 43 miljard euro, 52% meer dan een jaar voordien. Meer informatie vindt u in Toelichting 4.1 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Effecten 2

We houden ook een portefeuille met waardepapieren aan, bij de bank en bij de verzekeraar (en daar vooral als belegging in het kader van de levensverzekeringen). Eind 2023 bedroeg die effectenportefeuille 74 miljard euro, ruwweg 10% meer dan het jaar voordien. De effectenportefeuille bestond voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties. Eind 2023 had 83% van die obligaties betrekking op overheden, met als belangrijkste Tsjechië, België, Frankrijk, Slowakije en Hongarije. U vindt een overzicht in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

Overige activa en overige verplichtingen 3

De andere belangrijke posten aan de actiefzijde van de balans waren de leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (3 miljard euro, 35% lager dan het jaar voordien, onder meer door lagere volumes in collateral management in België en een verschuiving naar tegoeden bij centrale banken in Hongarije), reverse repo's (26 miljard euro, 26% hoger dan het jaar voordien), derivaten (5 miljard euro positieve marktwaarde, 28% minder dan het jaar voordien, voornamelijk door een afname bij de rentecontracten), beleggingscontracten van (tak 23-)verzekeringen (14 miljard euro, 12% hoger jaar-op-jaar, deels gerelateerd aan de gunstige marktomstandigheden) en geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij

Samenstelling van de balans eind 2023

Eigen vermogen

kredietinstellingen (35 miljard euro, 33% lager dan het jaar voordien, onder meer gerelateerd aan de gedeeltelijke terugbetaling van de TLTRO III en de uitstroom van deposito's door de uitgifte van de staatsbon in België).

Bij de andere belangrijke posten aan de passiefzijde van de balans vermelden we de verplichtingen uit verzekeringscontracten en de schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 30 miljard euro, 7% meer dan het jaar voordien), repo's (5 miljard euro, de helft lager dan het jaar voordien), derivaten (6 miljard euro negatieve marktwaarde, 31% lager dan het jaar voordien, door een afname bij de rentecontracten en bij de valutacontracten) en deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (15 miljard euro, 40% lager jaar-op-jaar, onder meer door een gedeeltelijke terugbetaling van de TLTRO III).

De daling in de posten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten (nagenoeg nihil op 31 december 2023, tegenover 8 miljard euro een jaar eerder) en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten (nihil op 31 december 2023, tegenover 2 miljard euro een jaar eerder) heeft te maken met de finalisatie van de verkoop van Ierse krediet- en depositoportefeuilles in februari 2023 (zie Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).

Eigen vermogen 4

Op 31 december 2023 bedroeg ons totale eigen vermogen 24,3 miljard euro. Dat bestond uit 22,0 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 2,3 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg in 2023 met 2,4 miljard euro. Dat was toe te schrijven aan het gecombineerde effect van een aantal elementen, waaronder de winst van het boekjaar (+3,4 miljard euro), de uitkering van het slotdividend in mei en het interim-dividend in november (samen -1,7 miljard euro), een stijging van de herwaarderingsreserves (+0,5 miljard euro), de aandeleninkoop (-0,5 miljard euro), de uitgifte van nieuwe additional tier 1-instrumenten in september (+0,75 miljard euro) en een aantal minder belangrijke posten. Meer details vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.

Op 31 december 2023 bedroeg onze common equity ratio (Basel III, volgens de Deense compromismethode) 15,2% (fully loaded), tegenover 15,3% het jaar voordien. De ratio in 2023 bevat de invloed van het volledige aandeleninkoopplan van 1,3 miljard euro en van de verhoogde kapitaalvereisten van de ECB als gevolg van modelherzieningen. Gedetailleerde berekeningen van onze solvabiliteitsindicatoren vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? De liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 159% en een NSFR-ratio van 136%.

Bijkomende informatie en verwachtingen

  • De totale invloed van wisselkoersverschillen van de belangrijkste niet-euromunten op het nettoresultaat was per saldo beperkt tot een positieve 27 miljoen euro (door de appreciatie van de gemiddelde koers van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint tegenover de euro).
  • Informatie over het gebruik van financiële instrumenten en hedge accounting vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder meer in Toelichtingen 1.2, 3.3 en 4.1 t.e.m. 4.8, en in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
  • Aandeleninkoopprogramma 2023-2024: zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
  • Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden: zie Geconsolideerde jaarrekening, Toelichting 6.8.
  • Resultaatsbespreking per divisie: zie hoofdstuk Onze divisies.
  • Guidance voor 2024 (meer details vindt u in ons kwartaalrapport over het vierde kwartaal van 2023):
    • nettorente-inkomsten: in een range van 5,3 5,5 miljard euro (ondersteund door een organische groei van de kredietportefeuille van ongeveer 3%);
    • verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering: groei ≥ 6%;
    • totale exploitatiekosten inclusief betaalde verzekeringsprovisies (zonder bank- en verzekeringsheffingen): groei < 1,7%;
    • kosten-inkomstenratio (excl. bank- en verzekeringsheffingen): < 45%;
    • gecombineerde ratio schadeverzekeringen: < 91%;
    • kredietkostenratio: significant onder de through-thecycle ratio van 25-30 basispunten (exclusief wijzigingen in reserve voor geopolitieke en opkomende risico's die per eind 2023 nog uitstaat).

Onze divisies

Divisie België

KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en hun Belgische dochtervennootschappen, zoals CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep en KBC Securities.

Divisie Internationale Markten

Divisie Internationale Markten

Overige

Overige

Divisie Internationale Markten

Overige

België

Macro-economische context

De Belgische economie toonde in 2023 heel wat veerkracht en heeft de energiecrisis van een jaar eerder al bij al goed verteerd. De kwartaalgroei veerde bij het jaarbegin op en bleef het hele jaar door relatief stevig. Per saldo werd in 2023 nog een behoorlijke jaargroei van 1,5% opgetekend. Dat was te danken aan zowel de particuliere consumptie, gesteund door de automatische loonindexatie en een robuuste arbeidsmarkt, als de bedrijfsinvesteringen, terwijl de netto-uitvoer op de groei woog. Het ondernemersvertrouwen daalde in de loop van het jaar door de verzwakking van de internationale handel, de hoge financieringskosten en de grote onzekerheid. Vooral de industrie kampte met een toenemend vraagtekort. De hoge rente remde de woninginvesteringen van de huishoudens af, waarbij de hypotheekvraag terugviel tot het laagste niveau sinds 2007. De activiteit op de woningmarkt koelde fel af, maar de woningprijzen bleven met een gemiddelde stijging van 2% verrassend veerkrachtig.

De netto-jobcreatie verzwakte in 2023, maar bleef positief. Op het einde van het jaar lag de werkgelegenheid bijna 1% hoger dan een jaar eerder. De werkloosheidsgraad bleef vrij stabiel tussen 5,5 en 6,0%. De vacaturegraad topte af, maar blijft wijzen op arbeidskrapte. De inflatie, gemeten volgens de geharmoniseerde index, liep door de kelderende energie-inflatie fel terug en belandde eind 2023 zelfs in negatief territorium. Het gemiddelde inflatiecijfer voor heel 2023 bedroeg 2,3%. De kerninflatie viel ook terug, maar bleef met circa 5% op het jaareinde wel nog erg hoog. De Belgische OLO-rente op 10 jaar steeg van circa 3,16% eind

december 2022 naar 3,60% in oktober 2023, maar viel naar het jaareinde toe terug tot 2,60%. De rentespread met de overeenstemmende Duitse Bund lag nagenoeg het hele jaar tussen 55 en 75 basispunten. Na de dalingen in 2021 en 2022 namen het tekort en de schuld van de Belgische overheid in 2023 opnieuw toe tot respectievelijk 4,6% en 105,8% van het bbp.

Verwachte bbp-groei in 2024 en 2025: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.

beleggingsbank (Spaargids.be)

  • We zetten de klant centraal in alles wat we ontwikkelen en doen. We focussen daarbij op een digital first-benadering met een human touch en investeren in een naadloze integratie van onze verschillende distributiekanalen. We zetten in op de verdere digitale ontwikkeling van onze bank-, verzekerings- en assetmanagementdiensten en benutten nieuwe technologieën en data om onze klanten meer persoonlijke en proactieve oplossingen aan te reiken.
  • Onze digitale assistent Kate speelt daarbij een uiterst belangrijke rol. Met Kate helpen we klanten tijd besparen en geld verdienen. Kate Coins spelen daar een essentiële rol in.
  • Om dat te ondersteunen werken we ook volop aan het end-to-end straight-through maken van al onze commerciële processen, gebruik makend van alle technologische mogelijkheden zoals artificiële intelligentie. Zo groeien we in efficiëntie en dat laat ons toe te investeren in een sterk kantorennet met meer expertise.
  • We werken samen met partners via ecosystemen om onze klanten complete oplossingen te kunnen aanbieden. We integreren een aanbod van partners in onze eigen mobiele app en zijn ook met onze producten en diensten aanwezig in de distributiekanalen van derde partijen.
  • Specifieke doelstellingen We streven naar een verdere groei van CBC op het vlak van bankverzekeren in specifieke marktsegmenten en naar een uitbreiding van onze toegankelijkheid in Wallonië. Ook hier focussen we op digital first, met een human touch.
    • We werken continu aan de verdere optimalisatie van ons bankverzekeringsmodel in België. Specifiek voor het verzekeringsluik zetten we in de komende jaren in op verdere groei.
    • We vertalen onze maatschappelijke betrokkenheid in de Belgische samenleving door een voortrekkersrol op te nemen in de duurzame revolutie. We verduurzamen onze bank-, verzekerings- en assetmanagementproducten zodat we mee een financiële hefboom vormen in de realisatie van de wereldwijde klimaatambities. Ook 'beyond bank-insurance' willen we een partner in klimaattransitie zijn, en daarom bouwen we samen met partners aan proposities inzake wonen, mobiliteit en energie. Daarnaast blijven we aandacht hebben voor financiële geletterdheid, ondernemerschap en de vergrijzingsproblematiek.

Ontwikkelingen 2023

We bleven ook in 2023 sterk investeren in de uitbouw van onze digitale systemen, met de nadruk op oplossingen die het leven van onze klanten gemakkelijker maken. Het belangrijkste feit in 2023 was de verdere

ontwikkeling van Kate, onze digitale assistent. Met Kate helpen we onze klanten om tijd te besparen en ook geld te verdienen. De verdere ontwikkeling van Kate Coins speelt daarbij een essentiële rol. U vindt meer over Kate en de Kate Coins in het hoofdstuk De klant staat centraal in

onze bedrijfscultuur. Naast de continue uitbreiding van onze bancaire en verzekeringstoepassingen voegden we in de laatste jaren ook talrijke niet-bancaire toepassingen toe aan ons aanbod, zoals de mogelijkheid om in KBC Mobile financieeleconomisch nieuws te ontvangen, een parkeerplaats te betalen of tickets voor openbaar vervoer te kopen (in 2023 werden zo meer dan 4 miljoen tickets verkocht), stortingen voor goede doelen uit te voeren, via Kate een afspraak te maken bij KBC, een nieuwe woning te zoeken, enzovoort. KBC ontwikkelde ook, in samenwerking met Hogeschool West-Vlaanderen, de allereerste digitale studentenkaart, conform de nieuwe Europese identiteit- en datastandaarden. Die kaart kan worden opgeslagen in KBC Mobile. In KBC Mobile vindt u nu ook een overzicht van uw Kate Coins, hoe u Kate Coins kunt verdienen en waar u ermee terecht kunt. Eind 2023 bedroeg het aantal gebruikers van onze mobiele app al bijna 1,9 miljoen, een verdere stijging met 10% op één jaar tijd. Voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten zijn er uiteraard experts beschikbaar in onze kantoren of bij KBC Live. Net dankzij het succes van onze digitale aanpak kunnen we tegelijk ook meer tijd vrijmaken om meer klanten nog beter te adviseren. Daarom investeren we ook in een grotere toegankelijkheid van onze experts en hebben we sinds vorig jaar het aantal kantoren voor private en commercial banking sterk uitgebreid. We bekijken ook continu hoe we onze bereikbaarheid nog verder kunnen optimaliseren. Zo hebben we, na een succesvolle testfase in West-Vlaanderen, in maart 2023 beslist om het experiment met dienstverlening aan huis (de KBC-Belmobiel) verder uit te rollen over heel Vlaanderen. Niet-mobiele en minder digitale particuliere klanten voor wie een kantoorbezoek en PC- of mobiel bankieren geen evidentie zijn, kunnen op hun verzoek en enkel op afspraak aan huis bezocht worden door een ervaren KBC-medewerker. Op die manier garandeert KBC een fijnmazige lokale aanwezigheid, ook in gebieden waar geen KBC-bankkantoor beschikbaar is.

Globaal steeg onze kredietportefeuille met 2%. Onze deposito's (exclusief schuldpapier en de volatielere deposito's in ons netwerk van buitenlandse kantoren) kenden per saldo een daling van 7% in 2023, die vooral te maken heeft met de uitstroom naar de in

september 2023 uitgegeven staatsbon, wat leidde tot een rechtstreekse uitstroom van ruwweg 5,7 miljard euro). Het beheerde vermogen (fondsen, vermogensbeheer, enz.) steeg anderzijds met 18% in 2023, te danken aan een combinatie van netto-instromen en de stijging van de activaprijzen. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 10% in 2023, en die van levensverzekeringen ook met 10% (de stijging was vooral gesitueerd bij de tak 23-producten).

Zoals al vermeld, streven we ook specifiek naar een verdere groei van CBC in Wallonië en naar een uitbreiding van onze toegankelijkheid in Wallonië. In 2023 resulteerde dat in een nettogroei van het aantal klanten met ongeveer 20 000.

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we verschillende commerciële synergieën. In 2023 namen onze klanten bijvoorbeeld bij meer dan negen op de tien woningkredieten van KBC Bank ook een

woningverzekering bij KBC Verzekeringen en bij tussen acht en negen op de tien een schuldsaldoverzekering. Het aantal klanten dat minstens één KBC-bankproduct en één KBCverzekeringsproduct bezit (de bankverzekeringsklanten), steeg verder met 2% in 2023. Het aantal klanten dat minimaal drie bank- en drie verzekeringsproducten van KBC bezit (de stabiele bankverzekeringsklanten), steeg zelfs met 4%. Eind 2023 maakten de bankverzekeringsklanten 80% uit van de actieve klanten (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening) van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten maakten 30% van de actieve klanten uit.

Om ondernemerschap te stimuleren namen we opnieuw diverse initiatieven. Zo ging Start it @KBC, de grootste start-upcommunity in België, een structurele samenwerking aan met BeCode, de organisatie die mensen

omschoolt tot programmeurs. BeCode en Start it @KBC focussen zo op inclusieve rekrutering, talentontwikkeling en ondernemerschap. Vanuit Corporate

HR heeft KBC zijn schouders gezet onder de BeCodian bootcamps rond artificiële intelligentie en cybersecurity en enkele stagiairs verwelkomd in onze teams.

In mei 2023 gaven we onze tweede 'social bond' uit, van 750 miljoen euro, die wordt aangewend voor investeringen in onderwijs en gezondheidszorg. We aligneerden ook ons KBC Green Bond Framework beter op de EU Taxonomieverordening. Wat betreft milieubewustzijn werken we uiteraard verder aan het verkleinen van onze eigen voetafdruk, maar we willen ook onze klanten actief bijstaan in hun transitie naar een duurzamer bedrijfsmodel. Ondernemers geven aan dat het hen aan kennis en tijd ontbreekt om stappen te zetten in de verduurzaming van hun energiehuishouding. Daarom werd in 2023 ecoWise opgericht. EcoWise begeleidt en ontzorgt ondernemers in de transitie naar duurzaam

ondernemerschap met focus op energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.

We blijven ook inzetten op het versterken van financiële kennis en vaardigheden bij jongeren en leren hun slim om te gaan met hun geld. Daarnaast willen we hen behoeden voor verkeerde keuzes die kunnen leiden tot financiële problemen. Met het lessenpakket Get-a-Teacher bieden we gratis lessen voor middelbare scholen, hogescholen en universiteiten aan en maken we jongeren wegwijs in de financiële wereld. Verder hebben we in 2023 ook de ambitie uitgesproken om

tegen 2030 de financiële vaardigheden en attitude van meer dan 35 000 jongeren over financieel complexe producten zoals woningkredieten te verbeteren.

Ook in 2023 engageerden we ons om De Warmste Week te ondersteunen. Het thema was Opgroeien zonder zorgen. Want iedereen verdient een warme jeugd, alle kansen om zich te ontplooien en zonder zorgen te kunnen spelen, ravotten, puberen en lachen.

Resultaat 2023

Betreft 2023, bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2022. Verzekeringstechnisch resultaat = verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment.

  • 15% groei van de nettorente-inkomsten, vooral dankzij het hogere commerciële transformatieresultaat (door de hogere herbeleggingsrente, die het negatieve volume-effect als gevolg van de uitstroom van deposito's naar de Belgische eenjarige staatsbon en de hogere vergoeding voor spaarboekjes meer dan compenseerde) en de toegenomen renteinkomsten m.b.t. termijndeposito's. Dat werd deels tenietgedaan door onder meer het lagere resultaat uit de kredietportefeuille (lagere marges, ondanks volumegroei), de hogere kost van de financiering van participaties en wholesalefinanciering, de lagere rente van inflatiegerelateerde obligaties en de wijziging in de vergoeding met betrekking tot minimaal vereiste reserves aangehouden bij de centrale bank.
  • 18% lagere technische verzekeringsresultaten, waarbij de stijging van de verzekeringsinkomsten meer dan gecompenseerd werd door de hogere lasten uit hoofde van de verzekeringsdiensten en een lager herverzekeringsresultaat.
  • 2% groei van de nettoprovisie-inkomsten, vooral door hogere beheersvergoedingen in verband met vermogensbeheerdiensten.
  • 53% daling van alle andere inkomstenposten samen, vooral door de lagere trading- en reëlewaarde-inkomsten.
  • 7% stijging van de kosten, vooral door inflatie en loonindexering, en hogere ICT, facilitaire- en marketingkosten, naast hogere bank- en verzekeringsheffingen.
  • 82 miljoen euro nettotoename van waardeverminderingen op kredieten door de nettotoename van waardeverminderingen voor individuele kredieten, slechts deels gecompenseerd door de gedeeltelijke terugname van de resterende reserve voor geopolitieke en opkomende risico's (zie Toelichting 3.9 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).

Tsjechië

Macro-economische context

In 2023 kromp de Tsjechische economie met 0,4%. De particuliere consumptie stabiliseerde weliswaar sinds het eerste kwartaal van 2023, maar groeide tijdens de rest van het jaar niet significant. Ze ligt nog steeds ruim onder het gemiddelde van het pre-covidjaar 2019. Tegelijkertijd begon ook de buitenlandse vraag vanaf het tweede kwartaal van 2023 te verzwakken en nam de export af in volume. Ondanks de daling van het reële bbp in 2023, vertaalde dat zich niet in een meer uitgesproken afkoeling van de arbeidsmarkt. De werkloosheidsgraad steeg slechts licht, van 2,3% eind 2022 naar 2,8% eind 2023, en het aantal openstaande vacatures overtrof nog steeds het aantal werklozen.

De inflatiedruk bleef hoog, vooral in de eerste helft van het jaar. Dat kwam niet alleen door de inflatie van de energieen voedselprijzen, maar ook door de snelle stijging van de dienstenprijzen. Over het hele jaar bedroeg de inflatie gemiddeld 12,1%. De aanhoudend hoge inflatie en hoge inflatieverwachtingen waren ook de belangrijkste reden waarom de Tsjechische centrale bank (CNB) haar beleidsrente van 7,0% pas in december begon te verlagen

tot 6,75% eind 2023. Begin februari 2024 volgde een verdere verlaging tot 6,25%

Vooral als gevolg van het renteverschil met de eurozone apprecieerde de Tsjechische kroon in het begin van 2023 tot circa 23,30 kroon per euro. Daarna deprecieerde de kroon fors tot circa 24,70 Tsjechische kroon per euro aan het eind van 2023. Die depreciatie was in belangrijke mate het gevolg van het einde van de belofte van de CNB om, indien nodig, via interventies op de FX-markt de wisselkoers van de Tsjechische kroon te ondersteunen. Bovendien anticipeerden de markten op de eerste renteverlaging door de CNB, die er eind december 2023 ook effectief kwam. Nadat geleidelijk duidelijk werd dat de ECB het einde van haar cyclus van renteverhogingen had bereikt, herstelde de Tsjechische kroon begin december licht tot tijdelijk 24,50 kroon per euro.

Verwachte bbp-groei in 2024 en 2025: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.

Specifieke doelstellingen

  • We willen onze referentiepositie in bankverzekeren behouden door een zero-hassle, no-frills klantenervaring voor onze retailklanten, kmo's en midcaps.
  • We gebruiken data en AI om op een proactieve wijze gepersonaliseerde, klantgerichte oplossingen aan te bieden, onder meer via Kate, onze gepersonaliseerde digitale assistent.
  • We gaan door met het verder digitaliseren en het introduceren van nieuwe innovatieve producten en diensten, waaronder open bankverzekeringsoplossingen gericht op het financiële welzijn van onze klanten.
  • We concentreren ons op het straight-through maken van processen en het verder vereenvoudigen van producten, ons hoofdkantoor en ons distributiemodel, om nog kostenefficiënter te worden.
  • We mikken op een verdere aangroei van het aantal actieve klanten en een verdere versterking van onze marktpositie, vooral in verzekeringen, beleggingsdiensten en woningfinanciering.
  • We willen onze klanten 'beyond banking'-activiteiten, -producten en -diensten aanbieden om onze relatie met hen verder te versterken.
  • We willen onze bedrijfscultuur verder versterken met de nadruk op een resultaatgerichte houding, een klantgerichte aanpak, aanpassingsvermogen en samenwerking.
  • We willen de referentie worden inzake adviesverlening met betrekking tot klimaatverandering en duurzame kredietverlening en beleggingen. We brengen onze maatschappelijke betrokkenheid ook tot uitdrukking door te focussen op onder meer financiële kennis, ondernemerschap, cyberveiligheid en vergrijzing.

  • Best Bank in Tsjechië (Global finance)
  • Best Bank in Tsjechië (EMEA Finance)
  • Best Bank for Sustainable Finance, Best trade finance provider en Best Bank for SMEs in Tsjechië (Global Finance)
  • Best Private Bank in Tsjechië (Euromoney)
  • Best Private Bank in Tsjechië (PWM/The Banker)
  • TOP responsible large company in Tsjechië (Business for Society)

Ontwikkelingen 2023

Net zoals dat in België het geval was, bleven we ook in Tsjechië sterk investeren in de uitbouw van onze digitale systemen, met de nadruk op oplossingen die het leven van onze klanten gemakkelijker maken en hen helpen

tijd en geld te besparen. We breidden bovendien in de laatste jaren het aantal diensten in onze smartphoneapps geleidelijk aan verder uit met als belangrijkste wapenfeit de mogelijkheid om gebruik te maken van Kate, onze gepersonaliseerde digitale assistent. Sinds de lancering contacteerden al meer dan 1,2 miljoen klanten Kate. U vindt meer over Kate in het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.

We verbeteren ook continu onze andere mobile bankingtoepassingen. In 2023 konden de gebruikers van onze ČSOB Smart mobile app bijvoorbeeld profiteren van een vernieuwde look van de app, met een meer gestroomlijnde startpagina, een handigere menulay-out en een aantal nieuwe functies die verder gaan dan bankieren. Klanten kunnen bijvoorbeeld energieprijzen van verschillende aanbieders vergelijken, leren hoe ze overheidssubsidies kunnen gebruiken of de kosten van een woningrenovatie berekenen en financiering regelen. De app kan worden afgestemd op de behoeften van elke klant en gepersonaliseerde aanbiedingen tonen. Specifiek via onze lifestyle-app DoKapsy kunnen gebruikers nu ook gemakkelijk het dichtstbijzijnde oplaadstation voor elektrische auto's vinden op basis van hun huidige locatie of op een specifieke plaats. De details van de oplader bevatten ook informatie over de bezetting, het adres en de mogelijkheid om te betalen met behulp van een QR-code. De DoKapsy-app is gratis en is ook beschikbaar voor mensen die geen account hebben bij ČSOB. Eind 2023 bedroeg het aantal gebruikers van onze mobile app al meer dan 1,3 miljoen.

We werken ook continu aan een betere bereikbaarheid voor onze klanten. Zo lanceerden we een nieuwe videochatdienst waarmee klanten vanaf elke locatie contact kunnen maken met hun bankier met behulp van MS Teams.

We realiseerden opnieuw een behoorlijke kredietgroei in 2023. Globaal stegen onze leningen en voorschotten aan klanten immers met 5%. Onze deposito's (zonder schuldpapier) stegen eveneens met 5%. In die groeicijfers maakten we abstractie van

de wisselkoersimpact. Het beheerde vermogen steeg met 15% dankzij de netto-instroom en een stijging van de activaprijzen. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 15% in 2023, en die van levensverzekeringen met 9%.

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we verschillende commerciële synergieën. In 2023 namen bijvoorbeeld vijf à zes op de tien klanten van de ČSOB-groep

die een hypothecaire lening aangingen bij de bank, ook een woningverzekering van de groep. Het aantal klanten dat minstens één bankproduct en één verzekeringsproduct van de groep bezit (de bankverzekeringsklanten) steeg verder met 4% in 2023. Het aantal klanten dat minimaal twee bank- en twee verzekeringsproducten van de groep bezit (de stabiele bankverzekeringsklanten) steeg zelfs met 9%. Eind 2023 maakten de bankverzekeringsklanten 87% uit van de actieve klanten (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening) van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten maakten 21% van de actieve klanten uit.

We namen opnieuw diverse initiatieven inzake maatschappelijke betrokkenheid en legden de focus op milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en vergrijzing.

Als leider op het gebied van duurzaamheid wil ČSOB zijn kmo-klanten in staat stellen om nog beter en efficiënter tegemoet te komen aan de veranderende verwachtingen in de samenleving en te voldoen aan de veranderende Europese duurzaamheidseisen. Met dat in het achterhoofd hebben KBC Bank en de Tsjechische start-up Digital & Legal s.r.o. ('Green0meter') een joint venture aangegaan om Tsjechische kmo's te adviseren op hun weg naar verduurzaming. Green0meter is actief in de duurzaamheidssector en stelt CO2 -voetafdrukberekeningen en duurzaamheidsdiensten ter beschikking aan Tsjechische kmo's.

Inzake initiatieven om ondernemerschap te stimuleren blijft Start it @ČSOB het belangrijkste. Een mooi voorbeeld van een succesvolle start-up is het platform Mumdoo, dat tracht de arbeidsparticipatie van vrouwen in zwangerschapsverlof te bevorderen. Vrouwelijke professionals die er tijdens hun zwangerschapsverlof voor kiezen om professioneel actief te zijn, worden via het platform in contact gebracht met bedrijven die op zoek zijn naar expertise voor specifieke kortlopende projecten.

Financiële geletterdheid is voor ons een voor de hand liggend en belangrijk onderwerp. Sinds 2016 zetten we volop in op financiële educatie in scholen. Werknemers van ČSOB bezoeken scholen en helpen jongeren hun geld te beheren door praktische voorbeelden uit het dagelijkse leven aan te reiken en te bespreken. Het programma bestaat uit zes onderdelen waaronder verantwoord lenen, beheren van het huishoudbudget en (complexe) financiële producten. Als aanvulling op dit programma ontwikkelden we in 2021 de

applicatie ČSOB FILIP. De app is beschikbaar in de Google Play Store en de Apple App Store en werd al meer dan 10 000 keer gedownload. Onlangs hebben we een nieuw hoofdstuk toegevoegd over cyberbedreigingen in een virtuele omgeving.

In dat kader was ook onze cyberriskverzekering, die via ČSOB Smart kan worden onderschreven, opnieuw bijzonder succesvol, met bijvoorbeeld bijna 90 000 nieuwe verzekeringspolissen in 2023, wat het totaal al op 300 000 brengt sinds de lancering van deze verzekering.

Betreft 2023, bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2022. Verzekeringstechnisch resultaat = verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment.

  • 3% stijging van de gemiddelde wisselkoers van de Tsjechische kroon ten opzichte van de euro. Groeicijfers in de tabel en de analyse zijn berekend exclusief dat wisselkoerseffect.
  • 6% daling van de nettorente-inkomsten, door een lager commercieel transformatieresultaat, licht lagere inkomsten uit kredietverlening en een negatief effect m.b.t. de wijziging van de vergoeding van de minimaal vereiste reserves aangehouden bij de centrale bank, ondanks toegenomen rente-inkomsten m.b.t. termijndeposito's en kredietgroei.
  • 11% hogere technische verzekeringsresultaten, door de stijging van de verzekeringsinkomsten en ondanks de hogere lasten uit hoofde van de verzekeringsdiensten en een lager herverzekeringsresultaat.
  • 12% stijging van de nettoprovisie-inkomsten, door de groei van de vergoedingen voor zowel vermogensbeheerdiensten als voor bankdiensten.
  • 128 miljoen euro stijging van alle andere inkomstenposten samen, vooral door hogere overige netto-inkomsten (cijfer vorig jaar negatief geïmpacteerd door de arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding in Tsjechië; zie Toelichting 3.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).
  • 3% stijging van de kosten, vooral door hogere personeelskosten en ICT-kosten.
  • 70 miljoen euro nettoterugname van waardeverminderingen op kredieten, door een nettoterugname van waardeverminderingen voor individuele kredieten en van een deel van de resterende reserve voor geopolitieke en opkomende risico's. Daarnaast 127 miljoen euro andere waardeverminderingen (merendeel betreffende goodwill m.b.t. ČSOB Stavební). Meer informatie in Toelichting 3.9 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Internationale markten

Macro-economische context

Zowel de Slowaakse als de Bulgaarse groei lag doorheen 2023 significant boven het stagnerende groeitempo van de eurozone. Dat gold in de tweede jaarhelft ook voor de Hongaarse economie, ondanks het feit dat die in de eerste jaarhelft van start ging met een technische recessie van twee opeenvolgende kwartalen van negatieve groei. Per saldo bedroeg de reële jaarlijkse groei van het bbp 1,1% in Slowakije, 1,9% in Bulgarije en -0,8% in Hongarije.

De jaargemiddelde inflatie in 2023 was door de band genomen opnieuw hoger in de Centraal-Europese economieën dan in de eurozone. Vooral de grote afhankelijkheid van energie-invoer en periodieke zwakten van de Hongaarse forint droegen daartoe bij. In Slowakije, Hongarije en Bulgarije bedroeg de jaargemiddelde inflatie respectievelijk 11,0%, 17,0% en 8,6%.

Dankzij de dalende inflatie als gevolg van onder meer lagere energieprijzen en de afkoeling van de binnenlandse vraag kon de Nationale Bank van Hongarije (NBH) de geldmarktrente doen dalen tot ze in september het niveau van de basisrente ('base rate') bereikte. Vanaf dat moment

werden de niet-conventionele rentefaciliteiten overbodig en stopgezet, en werd de basisrente opnieuw de richtinggevende beleidsrente. De NBH verlaagde die vervolgens fors verder in drie stappen van telkens 75 basispunten van 13% aan het einde van 2022 tot 10,75% aan het einde van 2023. Eind januari 2024 volgde een verdere verlaging met 75 basispunten tot 10% en eind februari 2024 met 100 basispunten tot 9%.

De Hongaarse forint apprecieerde in 2023 per saldo van circa 400 forint per euro tot circa 383 forint per euro. Die appreciatie droeg bij tot de geleidelijke daling van de inflatie. Ze was vooral het gevolg van een verbeterd saldo op de Hongaarse lopende rekening en het rentevoordeel ten opzichte van de eurozone. Een belangrijk kenmerk van het monetaire beleid van de NBH is immers dat ze de reële (voor inflatie gecorrigeerde) rente positief wil houden in haar strijd tegen de inflatie. De volatiliteit van de wisselkoers van de Hongaarse forint doorheen 2023 was opnieuw in grote mate het gevolg van de grote gevoeligheid van de forint voor de algemene risicoaversie op de financiële markten.

Verwachte bbp-groei in 2024 en 2025: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.

  • UBB: Best Trade Finance Provider in Bulgarije (Global Finance)
  • UBB: Best bank for ESG in Bulgarije (Euromoney)
  • DZI: Business Transformation Award bij de Manager of the Year 2023 Awards (Manager Magazine)
  • ČSOB: Best Sub-custodian Bank (Global Finance)
  • ČSOB: Best Trade Finance Provider in Slowakije (Global Finance)
  • K&H: Best Trade Finance Provider in Hongarije (Global Finance)
  • K&H: Top Employer (Top Employer Institute)
  • K&H: Best Digital Bank in Hongarije (Global Banking & Finance Review)

Specifieke doelstellingen

  • De groepsstrategie brengt een aantal opportuniteiten met zich mee voor alle landen van de divisie:
    • de verdere ontwikkeling van unieke 'bankverzekeren+' proposities;
    • het verder digitaal upgraden van ons distributiemodel;
    • het opdrijven van straight-through en scalable processen;
    • het vergroten van de capaciteit inzake data & AI, om proactief relevante en gepersonaliseerde oplossingen aan te bieden;
    • het selectief uitbreiden van onze activiteiten om tot de top 3 inzake bankieren en verzekeren te behoren;
    • het blijven streven naar een maatschappelijk verantwoorde aanpak in alle landen. Onze focusdomeinen zijn milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en gezondheid. In alle landen willen we een koploper zijn inzake duurzaamheid.
  • Specifiek per land:
    • In Bulgarije focussen we onder meer op de operationele fusie van UBB en de overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria om de toonaangevende bank in Bulgarije te worden, ook op het gebied van digitaliteit en innovatie, en de referentie inzake bankverzekeren in alle segmenten. Ook voor onze verzekeraar DZI blijft het de bedoeling sterker te groeien dan de markt, zowel in levens- als in niet-levensverzekeringen.
    • In Hongarije zetten we in op een sterke klantenwerving bij de bank, om de onbetwiste leider te worden op het gebied van innovatie, en op een stevige groei van onze verzekeringsactiviteiten, voor levensverzekeringen vooral door verkoop in de bankkantoren en voor nietlevensverzekeringen, via agenten, brokers, bankkantoren en online.
    • In Slowakije mikken we op een voortzetting van de sterke groei in strategische producten (woningkredieten, consumentenkredieten, kmo-financiering, leasing, verzekeringen), onder meer via crossselling aan bestaande klanten van de groep en via digitale kanalen. Andere prioriteiten zijn de verkoop van fondsen en het verhogen van de fee-opbrengsten.

Ontwikkelingen 2023

Net zoals in onze andere kernlanden zagen we in Slowakije, Hongarije en Bulgarije in de laatste jaren een snelle groei van het gebruik van onze digitale kanalen. Het aantal gebruikers van onze mobile banking-

toepassingen, bijvoorbeeld, groeide in 2023 opnieuw sterk, met ongeveer 12% in Slowakije, 15% in Hongarije en 12% in Bulgarije, en bereikte, voor de drie landen van de divisie samen, meer dan 1,5 miljoen.

We ontwikkelden opnieuw diverse nieuwe producten en diensten, waarbij de focus vanzelfsprekend op het digitale lag. Dat vertaalde zich opnieuw in een groei van het aandeel digitale verkopen in de globale verkoop. Dat bedraagt nu al (gemeten op basis van de belangrijkste bankproducten) ruwweg de helft in Slowakije en Hongarije, en een derde in Bulgarije. ČSOB is volgens McKinsey de leider op het gebied van digitale verkooppenetratie in Slowakije en in Centraalen Oost-Europa.

Het belangrijkste feit in 2023 was uiteraard de verdere uitbouw, in alle drie de landen, van Kate, onze digitale assistent, die proactief helpt, notificaties stuurt (bv. in Hongarije om de klant te verwittigen dat er een nieuwe betaalkaart op komst is, of de Hongaarse Kate-oplossing voor betalingsverkeer voor de digitale SZEP-kaart) of voorstellen stuurt (bv. pre-approved voorstel inzake consumentenkrediet in Bulgarije). Zie voor meer informatie het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur. Een ander voorbeeld van nieuwe en innovatieve producten en diensten is de nieuwe app voor mobiel bankieren in Hongarije, die onder meer een eenvoudigere toegang (met minder klikken) biedt voor een betere klantervaring. De app maakt ook gebruik van een toekomstbestendig ontwerp, zodat nieuwe functies eenvoudiger in de app kunnen worden geïntegreerd. De app bevat ook een verzekeringsdashboard waar klanten hun verzekeringspolissen kunnen controleren, de verzekeringspremie kunnen betalen, een claim kunnen indienen, enzovoort. In Bulgarije is UBB Mobile dan weer de enige bankapp waarmee gebruikers toegang hebben tot hun pensioengegevens, via een directe toegang tot het online platform van UBB Pensioenverzekeringen. Klanten kunnen op die manier de opgebouwde fondsen op hun pensioenrekeningen controleren en allerlei informatie over die fondsen opvragen. De mobiele app van UBB voorziet nu ook in een geïntegreerd aanbod van een

consumentenkrediet aangevuld met een levensverzekering. En via een nieuw digitaal platform kunnen bedrijven in Bulgarije nu ook volledig online klant worden van UBB, via een aantal eenvoudige stappen. In Slowakije biedt ČSOB nu ook een cascoverzekering aan voor elektrische auto's, met dekking van schade aan elektrische accu's en mogelijke risico's van het gebruik van een openbaar laadstation. Dat aanbod verrijkte de al unieke bankverzekeringspropositie van verkoop- en dienstverleningsmogelijkheden voor verzekeringsproducten in de mobiele ČSOB-bankapp. Daarnaast breidde ČSOB zijn aanbod aan toepassingen die verder gaan dan bankverzekeren, verder uit met andere mobiliteitsopties en is ČSOB daarmee de enige bank in Slowakije met zo'n groot aanbod van smart diensten in de mobiele app. Ook in de andere landen breiden we ons product- en dienstenaanbod geleidelijk aan uit met toepassingen die het strikte bankverzekeren overstijgen, zoals bijvoorbeeld een energiekostencalculator voor retail in Hongarije, die uniek is op de Hongaarse markt, omdat hij opties voor de modernisering van woningen – waarvoor K&H ook specifieke financiering aanbiedt – biedt en de mogelijke energiebesparingen berekent.

Voor de divisie als geheel (zonder wisselkoersimpact) namen in 2023 de deposito's (exclusief schuldpapier) met ruwweg 5% toe en de leningen en voorschotten aan klanten met 9%. Per land

was dat 5% depositogroei en 7% groei van de leningen en voorschotten in Slowakije, een daling van de deposito's met 2% en een toename van 10% van de leningen en voorschotten in Hongarije, en respectievelijk +10% en +10% voor deposito's en voor leningen en voorschotten in Bulgarije. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 18% in 2023 (met sterke groei in alle landen) en die van levensverzekeringen met 46% (de stijging was vooral gesitueerd bij de tak 23-producten in Hongarije en Bulgarije).

We werkten ook verder aan het scherpstellen van de geografische focus van de groep. In juli 2022 rondden we de overname van Raiffeisenbank Bulgaria af. Dat is een universele bank in Bulgarije, die een volledig gamma bank-, vermogensbeheer-, leasing- en verzekeringsdiensten aanbiedt aan particulieren, kmo's en bedrijven. In april 2023 was de juridische fusie met KBC's bestaande bankdochter UBB een feit. Hierdoor kon KBC zijn positie op de Bulgaarse bankmarkt significant versterken. De overname biedt trouwens ook ruime mogelijkheden voor crossselling met onze verzekeringsinstelling DZI. U vindt meer informatie in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde jaarrekening.

Door onze focus op bankverzekeren realiseren we tal van commerciële synergieën. Zo verkochten we in elk van de drie landen bij ongeveer negen op de tien van onze woningkredieten ook een

woningverzekering van de groep.

Voor de divisie als geheel steeg het aantal klanten dat minstens één bankproduct en één verzekeringsproduct van de maatschappijen van de groep bezit (de bankverzekeringsklanten) verder met 6% in 2023. Het aantal klanten dat minimaal twee bank- en twee verzekeringsproducten van de groepsmaatschappijen bezit (de stabiele bankverzekeringsklanten), steeg zelfs met 8%. Eind 2023 maakten de bankverzekeringsklanten 65% uit van de actieve klanten (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening) van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten maakten 21% van de actieve klanten uit.

We linken onze maatschappelijke projecten aan financiële geletterdheid,

milieuverantwoordelijkheid, ondernemerschap en gezondheid. Enkele voorbeelden: om de financiële kennis van (potentiële) beleggers te vergroten, publiceerde ČSOB in Slowakije het

e-book 'Van basiskennis tot succes: Hoe leer ik beleggen?'. Dat wil beleggers leren hoe ze reële verwachtingen kunnen stellen op basis van hun risicoprofiel en hoe ze best omgaan met schommelingen op de financiële markt. Daarnaast ontvangen klanten van ČSOB in Slowakije maandelijks een blog over beleggen met tips and tricks.

In Bulgarije hebben we verder ingezet op gezondheid en de gezondheidsapp Kaksi verder uitgebouwd. Kaksi biedt DZI-klanten directe toegang tot het DZI Health Claim Portal en tot een hele reeks gezondheidsgerelateerde diensten. Verder stimuleert Kaksi via gamification en beloningen de gezondheid en fysieke activiteiten van onze klanten. De app werd ondertussen al meer dan 22 000 keer gedownload en

het aantal actieve gebruikers per maand is gestegen tot 6 000.

UBB Interlease in Bulgarije bracht in 2023 een financieringsen verzekeringsproduct op de markt voor elektrische voertuigen. Het pakket bevat gunstige verzekerings- en financieringstarieven alsook bijstand voor de klant in geval van een lege batterij en een vervangvoertuig bij ongeval. In Hongarije won K&H de Mastercard 'Sustainability Initiative of the Year' award voor haar groene woningkrediet dat als

eerste op de markt kwam, en lanceerde een CO2 -calculator voor de landbouw op haar website.

Tenslotte zijn we ook in Bulgarije, Hongarije en Slowakije vertegenwoordigd in de start-upcommunity. We blijven inzetten op het ondersteunen van vrouwelijke ondernemers en ook andere duurzaamheidsthema's komen aan bod. Zo zet de start-up E-szerződés volop in op het vereenvoudigen en digitaliseren van contracten. Momenteel is de start-up enkel actief op de Hongaarse markt, maar wordt een internationale lancering voorbereid.

Resultaat 2023

Betreft 2023, bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2022. Verzekeringstechnisch resultaat = verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment. * 94% exclusief de aanvullende verzekeringsheffing in Hongarije.

  • 33% groei van de nettorente-inkomsten, vooral dankzij het hogere commerciële transformatieresultaat, de consolidatie van de overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria (een half jaar in de resultaten van 2022, een vol jaar in 2023), een hoger resultaat uit de kredietportefeuille (onder meer dankzij volumegroei) en toegenomen rente-inkomsten m.b.t. termijndeposito's. Dat werd deels tenietgedaan door onder meer een wijziging van de vergoeding met betrekking tot minimaal vereiste reserves aangehouden bij de centrale banken in vooral Hongarije en Bulgarije.
  • 13% lagere technische verzekeringsresultaten, waarbij de stijging van de verzekeringsinkomsten meer dan tenietgedaan werd door de hogere lasten uit hoofde van de verzekeringsdiensten.
  • 15% stijging van de nettoprovisie-inkomsten, vooral door hogere vergoedingen voor vermogensbeheerdiensten en voor bankdiensten in Hongarije en Bulgarije (inclusief het positieve effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria).
  • 34% daling van de andere inkomstenposten samen (onder meer door lagere maar nog steeds hoge dealingroominkomsten).
  • 17% stijging van de kosten, door hogere looninflatie en hogere ICT- en facilitaire kosten (inclusief het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria), en hogere bank- en verzekeringsheffingen (onder meer door een stijging van aanvullende heffingen in Hongarije).
  • 19 miljoen euro nettoterugname van de waardeverminderingen op kredieten, door een nettotoename van waardeverminderingen voor individuele kredieten, meer dan gecompenseerd door de terugname van een deel van de resterende reserve voor geopolitieke en opkomende risico's (zie Toelichting 3.9 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).

Groepscenter

Voor onze financiële rapportering onderscheiden we naast de drie divisies ook een Groepscenter. Het omvat vooral de resultaten van activiteiten en/of beslissingen die specifiek voor groepsdoeleinden worden genomen (operationele kosten van de holdingactiviteiten van de groep, bepaalde kosten in verband met kapitaalbeheer en thesaurie, enz.) en de resultaten van af te bouwen activiteiten en ondernemingen, waaronder vooral KBC Bank Ireland.

Het nettoresultaat van het Groepscenter bedroeg 97 miljoen euro in 2023, tegenover -139 miljoen euro in 2022. Het positieve verschil van 236 miljoen euro heeft te maken met:

• een 293 miljoen euro hoger nettoresultaat in Ierland. In februari 2023 verkochten we immers de (voornamelijk performing) kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland, waarbij een meerwaarde van ongeveer 0,4 miljard euro werd geboekt. Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 6.6 van het deel Geconsolideerde jaarrekening;

• een 57 miljoen euro lager nettoresultaat voor de andere elementen. De belangrijkste elementen daarbij waren lagere nettorente-inkomsten (vooral omwille van hogere financieringskosten) en hogere reëlewaarderesultaten (vooral gerelateerd aan de waardering van derivaten gebruikt voor balansbeheer).

Hoe beheren we onze risico's?

KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de sector, zoals kredietrisico, interest- en wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationeel risico en andere niet-financiële risico's. ESGrisico's en geïntegreerde risico's ontstaan wanneer de bovengenoemde risico's zich opstapelen. In dit hoofdstuk beschrijven we ons risicobeleidsmodel en de belangrijkste risico's die we lopen.

De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening, geauditeerd. Het betreft de volgende delen:

  • Risicobeleid;
  • Kredietrisico: Kredietrisicobeheer, Bouwstenen voor het kredietrisicobeheer, een deel van de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille bankactiviteiten, Kredietherstructureringen, de tabel Andere kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten, de tabel Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep en de tabel Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse;
  • Marktrisico in niet-tradingactiviteiten: Beheer van het marktrisico in niet-tradingactiviteiten, Bouwstenen voor het beheer van marktrisico in niet-tradingactiviteiten en de tabel Blootstelling aan obligaties;
  • Marktrisico in tradingactiviteiten: Beheer van het marktrisico, Bouwstenen voor het beheer van marktrisico en Marktrisicoprofiel;
  • Liquiditeitsrisico: Beheer van het liquiditeitsrisico, Bouwstenen voor het beheer van liquiditeitsrisico en Looptijdanalyse;
  • Verzekeringstechnisch risico, inclusief de informatie met betrekking tot IFRS 17.

Inleiding

KBC en de hele financiële sector zijn actief in een snel veranderende omgeving die gekenmerkt wordt door volatiliteit, onzekerheid, complexiteit en ambiguïteit:

  • De financiële sector maakt een grote transitie door, waarbij de digitale transformatie nieuwe mogelijkheden (bv. artificiële intelligentie (AI), big data-analyse en automatiseringstechnologieën in onze activiteiten integreren om de interactie met onze klanten instant, straight-through en frictieloos te maken) en uitdagingen (onder andere op het gebied van cyberrisico's, ethische AI en nieuwe digitale concurrenten) met zich meebrengt.
  • Tegelijkertijd speelt de financiële sector een cruciale rol in de overgang naar een groenere en duurzame economie: financiële instellingen moeten niet alleen nadenken over hun eigen activiteiten, rekening houdend met alle nieuwe regelgeving, maar spelen ook een cruciale rol in het bijstaan van hun klanten in hun transitie naar een duurzamere wereld.
  • Daarnaast moet de sector nog altijd het hoofd bieden aan grote macro-economische, financiële en geopolitieke uitdagingen en instabiliteit, waarbij de druk en onzekerheid op het gebied van regelgeving en toezicht toenemen tot ongekende niveaus.

KBC antwoordt op die belangrijke uitdagingen met zijn datagedreven digitale strategie, die erop gericht is ecosystemen te creëren die onze klanten helpen tijd en geld te besparen door financiële en niet-financiële diensten te combineren, en door zijn ambitie om bij te dragen aan een duurzamere wereld.

De risico- en compliancefunctie hebben de duidelijke ambitie KBC bij te staan om deze strategische doelstellingen te bereiken, bij te dragen tot zijn veerkracht en wendbaarheid, het management en de Raad van Bestuur inzichten te verschaffen die een risicobewuste besluitvorming ondersteunen en hen te informeren over de risico's waarmee KBC wordt geconfronteerd. De strategie van de risico- en compliancefunctie is daarom gebaseerd op de algemene KBC-bedrijfsstrategie en de Pearl-cultuur en de vertaling daarvan in de KBC-risicobereidheid, die bepaalt waar de lat ligt voor risicobeheer in heel KBC.

Om mee te blijven met de veranderende bedrijfsomgeving en de KBC-bedrijfsstrategie, beoordelen en actualiseren de risico- en compliancefunctie regelmatig hun strategie, rekening houdend met alle relevante elementen (bv. top

risks), alsook de 'visie van externe toezichthouders' en aankomende wijzigingen in de regelgeving. Op die manier passen we het risicobeheerkader van KBC en de onderliggende risicobeheerprocessen voortdurend aan en versterken we ze verder.

De strategie van de risico- en compliancefuncties is gebaseerd op drie belangrijke pijlers:

  • De business ondersteunen: we ondersteunen, adviseren en challengen de business, zowel in hun dagelijkse activiteiten ('business-as-usual') als bij hun transformatie met als doel hen te helpen de controleomgeving van KBC op peil te houden en de risicobereidheid van KBC te allen tijde te respecteren.
  • Onszelf transformeren: in overeenstemming met de strategie en de activiteiten van KBC worden we meer digitaal, datagedreven en STP, optimaliseren we onze operationele efficiëntie en smart copyen we oplossingen. Door efficiënter en effectiever te zijn in onze 'business as usual' processen, creëren we ruimte om de aanpak van nieuwe risico's te ontwikkelen. Bovendien 'denken we Ecosphere'. We breiden ons risico- en compliancekader uit en verbeteren het voor een steeds meer digitale, onderling verbonden en duurzame toekomst.
  • Mensen: we trekken talent aan, koesteren het en bouwen zo aan de workforce of the future om de transformatie mogelijk te maken en onze dagelijkse activiteiten uit te voeren. We zorgen ervoor dat onze mensen een duidelijk zicht hebben op de strategische richting van KBC, hoe de transformatie van KBC hun job beïnvloedt en hoe ze bijdragen tot de strategie van KBC.

Risicobeleid

De voornaamste onderdelen van ons risicobeleidsmodel zijn de volgende:

• De Raad van Bestuur, bijgestaan door het Risico- en Compliancecomité (RCC), beslist over de risicobereidheid – die het algemene risicospeelveld van de groep en de risicostrategie bepaalt – en houdt toezicht op de risicoblootstelling van KBC in verhouding tot die risicobereidheid. De Raad is ook verantwoordelijk voor de invoering van een sterke governance om te verzekeren dat alle belangrijke risico's van de KBC-groep op passende wijze worden beheerd, en bevordert een gezonde, consistente groepswijde risicocultuur.

  • Het Directiecomité (ExCo) is als senior managementcomité verantwoordelijk voor geïntegreerd risicobeheer in overeenstemming met de beslissingen van de Raad van Bestuur met betrekking tot risicobereidheid, strategie en prestatiedoelstellingen.
  • Het ExCo wordt ondersteund door het Managementcomité CRO-diensten (MC CRO-diensten) en activiteitsgebonden risicocomités (rechts in de figuur) en businesscomités (links in de figuur).

We beheren onze risico's volgens het Three Lines of Defensemodel:

  • Risicobewuste commerciële managers treden op als eerste verdedigingslinie voor een gezond risicobeheer. Dat houdt in dat aan risico-onderwerpen voldoende prioriteit en capaciteit wordt toegekend, dat de juiste controles op de juiste manier worden uitgevoerd en dat de kwaliteit van risicozelfbeoordelingen door de business voldoende hoog is.
  • Onafhankelijke gereglementeerde controlefuncties, zowel op groepsniveau als op lokaal niveau, treden op als (een deel van) de tweede verdedigingslinie:
    1. De risicofunctie ontwikkelt het Risk Management Framework, legt het op en bewaakt de consequente uitvoering ervan. Dat kader beschrijft de processen, methodes en benaderingen om risico's te identificeren, te meten en erover te rapporteren. Om de risicofunctie

een krachtigere stem te geven en ervoor te zorgen dat de beslissingsorganen van de bedrijfsentiteiten passend worden uitgedaagd op het vlak van risicobeheer en daarover deskundig advies krijgen, heeft KBC in de hele groep onafhankelijke chief risk officers (CRO's) ingezet. Een nauwe samenwerking met de business is verzekerd omdat ze aanwezig zijn in managementcomités, terwijl hun onafhankelijkheid wordt gegarandeerd door een functionele rapporteringslijn naar de groeps-CRO. Als dat nodig is, kunnen ze hun vetorecht uitoefenen.

  1. Het hoofddoel van de compliancefunctie is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt (d.w.z. verlies of schade oplopen, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels) dat tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoort of binnen de domeinen valt die het ExCo haar heeft toegewezen (zoals beschreven in het Integriteitscharter). De compliancefunctie wordt gekenmerkt door haar specifieke statuut (zoals bepaald in de wet- en regelgeving en zoals beschreven in het Compliancecharter), haar plaats in het organigram (hiërarchisch onder de CRO) en de bijhorende rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC en in bepaalde gevallen zelfs aan de Raad).

  2. De actuariële functie zorgt voor een bijkomende kwaliteitsbewaking door deskundig technisch actuarieel advies te verschaffen aan het toezichtsorgaan, het RCC en het uitvoerend orgaan van KBC Groep NV, KBC Verzekeringen NV en alle (her-)verzekeringsentiteiten binnen de groep. Dat advies betreft onder meer de berekening van de technische voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen, het herverzekeringsbeleid en het risico van aangegane verzekeringsverplichtingen. Zoals beschreven in het 'Charter van de actuariële functie' en om de onafhankelijkheid te waarborgen,

rapporteert de actuariëlefunctiehouder functioneel aan de groeps-CRO.

• Interne Audit treedt op als derde verdedigingslinie. Het verschaft de Raad van Bestuur redelijke zekerheid dat de algemene internecontroleomgeving doeltreffend is en dat doeltreffende beleidslijnen en processen aanwezig zijn en consequent worden toegepast in de hele groep.

Meer informatie over risicobeheer vindt u in ons Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Onderdelen van een gezond risicobeheer

Risicobeheer verwijst naar het gecoördineerde geheel van activiteiten om de risico's waarmee KBC wordt geconfronteerd, proactief te identificeren en te beheren. Het helpt KBC om zijn doelstellingen te bereiken en zijn strategie te verwezenlijken.

Het Enterprise Risk Management Framework (ERMF) van KBC, goedgekeurd door de Raad van Bestuur, bepaalt de risicogovernance, met inbegrip van de drie verdedigingslinies, en legt duidelijke regels en procedures vast voor de manier waarop risicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd. Het verwijst naar een reeks minimumnormen en risicomethoden, -processen en -tools die moeten worden vertaald naar alle risicospecifieke Risk Management Frameworks (RMF's) en die alle entiteiten moeten naleven. Het ERMF en de risicospecifieke RMF's beschrijven niet alleen hoe KBC risico's beheert bij een normale gang van zaken, maar ook bij veranderingen (kleine en grote transformaties) en in crisissituaties (gaande van eerder milde stresssituaties en bedreigingen voor de bedrijfscontinuïteit tot de meest stressvolle situaties, zoals herstel en afwikkeling). Ze hebben ook tot doel dat KBC blijft voldoen aan de wettelijke vereisten.

Om ervoor te zorgen dat ze altijd relevant blijven, worden het ERMF en de risicospecifieke RMF's jaarlijks herzien, terwijl de kwaliteit van hun toepassing een keer per jaar formeel wordt beoordeeld.

Het risicobeheerproces bestaat uit risico-identificatie, risicometing, de risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren, risicoanalyse, -rapportering en -opvolging.

Risico-identificatie

Risico-identificatie is het systematisch en proactief ontdekken, beoordelen en beschrijven van risico's, zowel binnen als buiten KBC, die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de strategische doelstellingen van de groep, vandaag en in de toekomst. Niet alleen de

risicobronnen worden geanalyseerd, maar ook hun mogelijke gevolgen en materialiteit.

Met het oog op risico-identificatie heeft KBC krachtige en solide processen opgezet, zowel op strategisch als op operationeel niveau, om alle belangrijke risico's waaraan KBC is blootgesteld aan het licht te brengen. Die processen omvatten:

  • de risicoscan, een strategische groepswijde oefening bedoeld om de top risks voor KBC aan het licht te brengen en te beoordelen, d.w.z. de financiële en niet-financiële risico's die een grote invloed kunnen hebben op ons bedrijfsmodel. De geïdentificeerde top risks worden meegenomen in het jaarlijkse financiëleplanningsproces en in verschillende risicobeheeroefeningen, waaronder het bepalen van de prioriteiten van de risicofunctie, van de risicobereidheid en voor stresstests;
  • het New and Active Product Process (NAPP), een groepswijd, geformaliseerd proces om productgerelateerde risico's, zowel voor KBC als voor zijn klanten, te identificeren en te beperken. Binnen de groep kunnen geen producten, processen of diensten worden gecreëerd, gekocht, gewijzigd of verkocht zonder goedkeuring in overeenstemming met het NAPP-beleid. De risicoafdeling beoordeelt ook periodiek de impact van het verruimde en/of geactualiseerde aanbod van producten en diensten op het risicoprofiel van de groep;
  • risicosignalen, die continu worden verzameld op alle niveaus van de organisatie (groep en lokaal). Zowel de interne als de externe omgeving wordt voortdurend en met behulp van alle mogelijke informatiebronnen gescand op gebeurtenissen of veranderingen die een rechtstreekse of onrechtstreekse impact kunnen hebben op de KBC-groep. De rapportering van risicosignalen geeft het management een overzicht van de geïdentificeerde risico's, hun potentiële gevolgen en mogelijke herstelacties.

Risicometing

KBC definieert risicometing als "de handeling om te komen tot een kwantitatieve uitdrukking van een risico, of een combinatie van risico's, voor een portefeuille van instrumenten/posities". Zodra risico's zijn geïdentificeerd, kunnen bepaalde kenmerken van het risico worden beoordeeld, zoals de impact, de waarschijnlijkheid dat het zich voordoet, de omvang van de blootstelling, enz. Dit gebeurt met behulp van risicomaatstaven, die het mogelijk maken om de materialiteit van risico's te beoordelen, ze in de tijd op te volgen (met een frequentie die past bij het risicotype) en de impact van risicobeheermaatregelen te beoordelen.

Risicomaatstaven zijn ontworpen om een specifiek risico of meerdere risico's tegelijk te meten en kunnen intern ontwikkeld zijn of opgelegd worden door de toezichthouder (inclusief de gebruikte berekeningsmethode). Een overzicht van de uitgebreide reeks risicomaatregelen die in de KBC-groep worden gebruikt (zowel wettelijk als intern bepaalde) is opgenomen in het ERMF en de risicospecifieke kaders.

Om te bewaken dat de risicomaatstaven geschikt en van hoge kwaliteit zijn en blijven, worden ze onderworpen aan strenge en solide processen, met inbegrip van een gepaste documentatie en sterke governance. Regelmatige herzieningen en de toepassing van het 'vierogenprincipe', inclusief een onafhankelijke interne validatie waar nodig, verbeteren verder de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van deze risicomaatstaven. Alle vereisten die betrekking hebben op deze processen zijn gedocumenteerd in de KBC Risk Measurement Standards (RMS).

De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren

Het nemen en omzetten van risico's maakt integraal deel uit – en is dus een onvermijdelijk gevolg – van de activiteiten van een financiële instelling. Het is dan ook niet de bedoeling van KBC om alle betrokken risico's uit te sluiten (risicomijding), maar wel om ze te identificeren, controleren en beheren voor een optimaal gebruik van zijn beschikbare kapitaal (d.w.z. risico's nemen als middel om waarde te creëren).

De risicotolerantie van KBC zit vervat in zijn 'risicobereidheid'. Die risicobereidheid drukt uit – zowel kwalitatief als kwantitatief – hoeveel en welke soorten risico's we willen nemen en binnen welke grenzen die risico's moeten worden beheerd. De mogelijkheid om risico te aanvaarden wordt beperkt door financiële verplichtingen (beschikbaar kapitaal en liquiditeitsbuffers, leencapaciteit, enz.), niet-financiële beperkingen (strategisch vermogen, vaardigheden, juridische verplichtingen, enz.) en wettelijke bepalingen (bv. wettelijke minima voor kapitaal- en liquiditeitsratio's). De bereidheid om risico te aanvaarden is dan weer afhankelijk van de belangen van de verschillende stakeholders. Een

belangrijke factor bij de bepaling van de risicobereidheid is dan ook dat we de verwachtingen van de belangrijkste stakeholders van de organisatie kennen.

De risicobereidheid wordt expliciet beschreven in de risicobereidheidsverklaring (Risk Appetite Statement - RAS) en bepaald op groeps- en lokaal niveau. De RAS weerspiegelt de visie van de Raad van Bestuur en het topmanagement over het aanvaardbare niveau en de samenstelling van risico's, om te verzekeren dat ze coherent zijn met het gewenste rendement en de groep zijn bedrijfsstrategie kan uitvoeren binnen een duidelijk risicospeelveld. De overkoepelende risicobereidheidsdoelstellingen, die jaarlijks worden herzien en herbevestigd door de Raad van Bestuur, worden verder uitgewerkt voor elk afzonderlijk risicotype via kwalitatieve en kwantitatieve verklaringen en via een risicobereidheidslabel, dat Laag, Middelmatig of Hoog kan zijn. De risicobereidheid op lange termijn wordt bewaakt op basis van een reeks risicomaatstaven waarvoor risicodrempels zijn vastgesteld. Tot slot wordt de risicobereidheid vertaald in risicospecifieke groepslimieten/-doelstellingen, die naar de lagere entiteiten worden uitgewaaierd.

Het risicobereidheidsproces is stevig ingebed in het financiële en strategische planningsproces (Alignment of Planning Cycles – APC), omdat het de focus en manier van werken van bedrijfs- en controlefuncties stuurt en helpt om dienovereenkomstig prioriteiten te stellen. De Raad van Bestuur keurt jaarlijks de voorlopige risicobereidheid goed als input voor het APC. Wanneer de financiële planning door de Raad wordt goedgekeurd, wordt ook de definitieve risicobereidheid bepaald en wordt die vertaald in concrete limieten en doelstellingen die waarborgen dat het risicoprofiel binnen de risicobereidheid blijft bij de uitvoering van het financiële plan.

Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging

Risicoanalyse en -rapportering zijn bedoeld om het management meer transparantie te verschaffen door een allesomvattend, toekomstgericht en ex-postbeeld te geven van hoe het risicoprofiel is geëvolueerd ten opzichte van de risicobereidheid en in welke context KBC actief is.

Daarvoor worden rapporten opgesteld die zijn afgestemd op de gebruikers en rekening houden met de verschillende informatiebehoeften van de Raad van Bestuur, het senior management en andere niveaus van de organisatie, zodat zij de mogelijke problemen kunnen begrijpen en relevante acties kunnen ondernemen. Naast de interne rapportering worden ook externe rapporten opgesteld voor de verschillende stakeholders van KBC Groep, met name klanten, aandeelhouders, obligatiehouders, toezichthouders, regelgevers en ratingbureaus.

Het Directiecomité, het Risico- en Compliancecomité en de Raad van Bestuur worden periodiek en ad hoc op de hoogte gehouden over het risicolandschap van KBC via een uitgebreide interne risicorapportering. Daaronder valt ook het Integrated Risk Report, dat acht keer per jaar aan deze comités wordt bezorgd. Dat holistische risicorapport bestaat uit risicosignalen die als belangrijk voor de groep worden beschouwd, zodat indien nodig tijdig actie kan worden ondernomen, en uit een overzicht, voor alle risicotypes, van de ontwikkeling van verschillende risicomaatstaven ten opzichte van de risicobereidheid via het 'health check' dashboard.

De belangrijkste externe rapporten aan de toezichthouder zijn het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process), ILAAP (Internal Liquidity Adequacy Assessment Process) en ORSA (Own Risk and Solvency Assessment). Ze bieden een holistische en uitgebreide onderbouwing van de mening van de Raad van Bestuur en het ExCo over de toereikendheid van het kapitaal en de liquiditeit van KBC. Er wordt ook jaarlijks een FICO (Financieel Conglomeraat) rapport opgesteld. Dat geeft een overzicht van KBC als financieel conglomeraat, met nadruk op de financiële, commerciële en operationele verwevenheid tussen zijn bank-, verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten, en op de risico's die in deze context bijzonder relevant zijn en hoe deze worden beheerd en beperkt. Ook het KBC Group Recovery Plan wordt voorgelegd aan de toezichthouder, aangezien KBC ook heel wat gegevens moet leveren aan de afwikkelingsautoriteiten om hen te helpen bij het opstellen van een afwikkelingsplan voor KBC.

Stresstesting

Stresstesting is een belangrijk instrument dat ons risicobeheer en onze besluitvormingsprocessen ondersteunt door de mogelijke negatieve invloed van specifieke

gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren op de (financiële) toestand van KBC te simuleren, zodat we ons beter op die situaties kunnen voorbereiden.

Daartoe heeft KBC een uitgebreide reeks stresstests ontwikkeld, gaande van aannemelijke tot uitzonderlijke en zelfs extreme gebeurtenissen of scenario's, zowel op het niveau van individuele risicotypes als over risicotypes heen (geïntegreerde stresstests). Die laatste kijken naar de interactie en gecombineerde impact van stress op meerdere risicotypes, inclusief interactie en feedback loops tussen stresssituaties op financiële indicatoren.

De resultaten van deze stresstests worden gebruikt in belangrijke risicobeheerprocessen en -rapporten, waaronder ICAAP, ILAAP en ORSA, herstel- en afwikkelingsplanning. Als onderdeel van de jaarlijkse ICAAP-, ILAAP- en ORSAprocessen simuleert KBC een stressgebeurtenis die zich een keer op 20 jaar voordoet om te controleren of en aan te tonen dat het zelfs in dergelijke stresssituaties kan voldoen aan de reglementaire kapitaal- en liquiditeitsvereisten en de interne risicobereidheidsdoelstellingen. Stresstests in het kader van herstelplanning zijn nog strenger en simuleren KBC op de rand van wanbetaling. In dergelijke scenario's moet KBC zijn herstelcapaciteit aantonen (zowel de diepgang als de snelheid van kapitaalverhogende en risicoverlagende acties). Ten slotte bereiden stresstests in het kader van afwikkeling KBC voor op situaties waarin de groep niet langer levensvatbaar is en de overheden moeten ingrijpen om de groep te redden (via een bail-in) of te liquideren.

Naast de stresstests die KBC op eigen initiatief uitvoert (op groeps- en/of lokaal niveau), kunnen ook de regelgever en de toezichthouder stresstests opleggen (bv. tweejaarlijkse EBA-stresstest, jaarlijkse EIOPA-stresstests, klimaatstresstest van de ECB, cyberstresstest van de ECB).

ESG in ons risicobeheer

ESG-risico's zijn de risico's van (huidige of toekomstige) milieu-, sociale of (corporate-) governancefactoren die een invloed hebben op KBC, rechtstreeks of via zijn tegenpartijen en blootstellingen.

  • Milieurisico is het risico dat voortvloeit uit klimaatverandering (klimaatrisico) of uit andere aantastingen van het milieu, zoals verlies van biodiversiteit, waterschaarste, (lucht-, water- en bodem-) vervuiling en afval.
  • Sociaal risico is het risico dat voortvloeit uit veranderende verwachtingen inzake relaties met werknemers, leveranciers, klanten en gemeenschappen, bijvoorbeeld overwegingen inzake arbeid en personeel, mensenrechten en armoede, gevolgen voor de gemeenschap, klantenrelaties, enz.
  • Governancerisico is het risico dat voortvloeit uit veranderende verwachtingen inzake corporate governance, de bestrijding van corruptie en omkoping en transparantie.

In onze risicotaxonomie zijn ESG-risico's opgenomen als belangrijke risico's verbonden aan de bedrijfsomgeving van KBC, die zich manifesteren via (alle) andere traditionele risicodomeinen, zoals kredietrisico, verzekeringstechnisch risico, marktrisico, operationeel en reputatierisico. We beschouwen ESG dus niet afzonderlijk, maar stevig ingebed in alle aspecten en domeinen van ons risicobeheer.

Sinds 2018 wordt klimaatrisico aangemerkt als een top risk voor KBC in de jaarlijkse risicoscanoefening. In 2023 werden 'andere milieurisico's' toegevoegd om rekening te houden met het toenemende belang van de gevolgen van de aantasting van het milieu.

Hoewel de risicobeoordelingsmethodologieën voor klimaatrisico's verder gevorderd zijn dan voor sommige andere ESG-risicodomeinen, levert KBC voortdurend inspanningen om de integratie van klimaat- en andere ESG-risico's in het KBC-risicobeheerkader en in onze risicobeheerprocessen verder te verbeteren.

Bij het beheer van klimaat- en andere milieurisico's maken we een onderscheid tussen:

  • transitierisico's: risico's die voortvloeien uit verstoringen en verschuivingen die gepaard gaan met de overgang naar een koolstofarme, klimaatbestendige of milieuduurzame economie;
  • fysieke risico's: risico's die verband houden met mogelijke financiële gevolgen van fysieke verschijnselen die gepaard gaan met zowel klimaat- als milieutrends en die activiteiten, waardeketens of eigendommen kunnen verstoren.

KBC benadert klimaatrisico vanuit een dubbel materialiteitsperspectief en concentreert zich daarbij op:

• financiële materialiteit (outside-in view), waarbij wordt gekeken naar het effect van klimaatverandering op onze activiteiten. Fysieke risico's, bijvoorbeeld, kunnen het aantal schadeclaims onder de verzekeringspolissen die we aanbieden, doen stijgen of de waarde van onze activa of waarborgen aantasten;

• milieu- en sociale materialiteit (inside-out view), waarbij wordt gekeken naar het effect van onze activiteiten op het klimaat. In dat verband hebben we, door in 2019 de Collective Commitment to Climate Action (CCCA) te ondertekenen, publiekelijk verklaard dat we een voortrekkersrol willen spelen en een belangrijke hefboom willen zijn in het overgangsproces naar een duurzamere samenleving en een koolstofarme economie, onder meer door ons ertoe te verbinden onze portefeuilles en bedrijfsstrategie af te stemmen op het Klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde onder de 2 °C te houden, terwijl we streven naar 1,5 °C. Meer informatie over onze decarboniseringsdoelstellingen vindt u in het KBC Sustainability Report.

In dit hoofdstuk geven we een overzicht van onze belangrijkste ESG-risicobeheerprocessen vanuit een risicotypeoverschrijdend perspectief. Voor een meer gedetailleerd overzicht van onze ESG-risicobeheerprocessen verwijzen we ook naar de informatie over de specifieke risicotypes in het vervolg van dit hoofdstuk, die telkens een apart deel over ESG-risico bevat. Voor een gedetailleerde bespreking van hoe wij klimaat- en andere ESG-risico's beheren, verwijzen we naar ons Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Integratie van ESG in het bestaande risicobeleid

Het beheer van ESG-risico's zit volledig vervat in het bestaande risicobeleid, dat wordt beschreven in het deel Risicobeleid. Bovendien:

  • zijn de directeurs van Risico Groep en Kredietrisico Groep lid van de stuurgroep van het Sustainable Financeprogramma en van de stuurgroep Sustainable Finance Data & Metrics en is de risicofunctie ook vertegenwoordigd in de Interne Duurzaamheidsraad;
  • maakt de risicofunctie deel uit van het kernteam van het Sustainable Finance-programma, dat focust op de integratie van klimaatgerelateerde onderwerpen in de groep;
  • aangezien een sterke inbedding in de lokale organisatie een belangrijke vereiste is, is in elk van de kernlanden van

KBC wil ESG-overwegingen integreren in zijn besluitvorming, risicobeheerprocessen en interacties met klanten en derde partijen, met als doel een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving en de duurzaamheid van KBC op lange termijn te vrijwaren.

KBC een soortgelijk beleid ingevoerd, zijn lokale sustainability managers aangesteld en nemen de lokale risicofuncties actief deel aan lokaal opgerichte duurzaamheidscomités;

  • worden, binnen ons auditkader, ESG-risico's behandeld in meerdere audittrajecten.
  • is duurzaamheid geïntegreerd in de verloningssystemen voor onze medewerkers en voor het topmanagement in het bijzonder.

Meer informatie over ons duurzaamheidsbeleid vindt u in Onze rol in de samenleving en Focus op het klimaat en het milieu in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.

Sterke focus op risico-identificatie en materialiteitsbeoordeling

We gebruiken verschillende benaderingen om ESG-risico's in kaart te brengen, zowel op de korte termijn (0 tot 3 jaar), als op de middellange (3 tot 10 jaar) en lange termijn (langer dan 10 jaar). Daardoor integreren we ook een forward-looking perspectief. Om een proactieve identificatie van risico's te waarborgen, hebben we de volgende initiatieven genomen:

  • ESG-risicosignalen worden regelmatig gerapporteerd aan het Directiecomité, het Risico- en Compliancecomité en de Raad van Bestuur via het Integrated Risk Report.
  • In 2021 ontwikkelde KBC een Climate Risk Impact Map. Dat jaarlijkse risico-identificatieproces is bedoeld om voor verschillende tijdshorizonten en klimaatscenario's de voornaamste klimaatrisicofactoren te identificeren die een invloed hebben op de activiteiten en portefeuilles van KBC, en de belangrijkheid (materialiteit) van die klimaatfactoren te beoordelen. Sinds 2022 nemen we de conclusies van de Climate Risk Impact Map op in onze belangrijkste risicobeheerprocessen, zoals risicobereidheid, stresstesting, rapportering en ons ICAAP-/ILAAP-/ORSA-proces. Een gedetailleerde bespreking van de Climate Risk Impact Map, de methodologie en de resultaten ervan vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com. Deze pilootoefeningen hebben de uitbreiding van de Climate Risk Impact Map naar een meer algemene Environmental Risk Impact Map mogelijk gemaakt.
  • In 2023 hebben we een aantal bijkomende identificatieoefeningen uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in andere milieurisico's (verlies van biodiversiteit, vervuiling en waterschaarste). We hebben daarvoor dezelfde methodologie gebruikt als voor de Climate Risk Impact Map (en dus ook rekening gehouden met verschillende fysieke- en transitierisicofactoren en tijdshorizonten).
  • We blijven verschillende initiatieven nemen om het ESG-risicobewustzijn verder te vergroten. Zo hebben we de Sustainable Finance Legal Working Group opgericht om de nieuwe en veranderende regelgeving op te volgen en zorgen we voor interne communicatie en opleidingen voor (risico)medewerkers en leidinggevenden.

ESG-risicometing en -stresstests versterken

We gebruiken een reeks methodologieën om klimaatgerelateerde risico's beter te kunnen identificeren, meten en analyseren en benutten daarbij bestaande praktijken in de sector (zoals PCAF en PACTA), maar ook intern ontwikkelde tools. Die geven meer inzicht in de gevolgen van de klimaatverandering op ons bedrijfsmodel, maar ook in de gevolgen van onze kredietverlening en beleggings- en verzekeringsactiviteiten op het milieu. Door die methodologieën te integreren, kunnen we ons kredietacceptatie- en beleggingsbeleid geleidelijk verbeteren, en ze geven de nodige ondersteuning in de dialoog met onze klanten. Meer informatie over de ESGrisicometingsinstrumenten vindt u in het Risk Report.

Zowel klimaattransitie- en fysiekerisicofactoren als socialerisicofactoren zijn al in verscheidene interne stresstests geïntegreerd (bv. in reverse stresstests en stresstests in het kader van ICAAP/ILAAP/ORSA). De klimaatstresstests en het gebruik van klimaatscenario's worden voortdurend verbeterd op basis van nieuwe inzichten uit bijvoorbeeld onze interne Climate Risk Impact Map of andere toegepaste methodologieën die ons zullen helpen de impact van klimaatscenario's beter te vertalen naar financiële parameters.

Omdat data belangrijk zijn voor risicokwantificering en om onze portefeuilles verder te bewaken en te sturen, om doelstellingen te bepalen en te kunnen voldoen aan de verschillende regelgevingsvereisten (bv. van de EUtaxonomieverordening, de Pijler 3-vereisten van de EBA, de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)), coördineert een speciaal Data & Metrics-project binnen het Sustainable Finance-programma de gegevensverzameling in al onze kernlanden.

ESG-risico is ingebed in het risicobereidheidsproces

Gezien het toegenomen belang dat KBC toekent aan ESG-risico's, is ESG op het hoogste niveau opgenomen in de KBC-risicobereidheidsverklaring via een specifieke risicobereidheidsdoelstelling, die beide invalshoeken van de 'dubbele materialiteit' dekt. Door het klimaatrisico en andere ESG-risico's te integreren in ons risicobereidheidsproces richten we ons niet alleen op kortetermijneffecten, maar houden we ook rekening met langere tijdshorizonten. De potentiële gevolgen op korte, middellange en lange termijn die in de Climate Risk Impact Map zijn vastgesteld, geven input voor onze besprekingen over de risicobereidheid, zodat (vroege) waarschuwingssignalen kunnen worden gegeven in geval van verwachte belangrijke gevolgen (voor alle tijdshorizonten) met als doel het strategische debat te sturen en tijdig risicobeperkende maatregelen te nemen (bv. het beleid aanpassen of bijkomende doelstellingen en limieten bepalen).

De risicobereidheid van KBC wordt ondersteund door beleidslijnen en duurzaamheidsdoelstellingen (zie Onze rol in de samenleving in het deel Verslag van de Raad van Bestuur). In ons beleid voor duurzame en verantwoorde kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening en beleggingen identificeren we bijvoorbeeld controversiële activiteiten met betrekking tot het milieu (waaronder klimaat en biodiversiteit), mensenrechten, bedrijfsethiek en gevoelige/controversiële maatschappelijke thema's. Dat zijn economische activiteiten waarvoor we geen financiering, verzekering of advies willen verstrekken (zoals activiteiten in verband met thermische steenkool) of die we alleen onder strikte voorwaarden willen financieren (zoals biomassatechnologieën, de productie van palmolie, enz.).

In 2023 hebben we een aantal klimaatgerelateerde belangrijke risico-indicatoren (Key Risk Indicators – KRI's) opgenomen in ons risicobereidheidsproces. Die hebben we gedefinieerd voor de belangrijkste transitie- en fysieke risico's zoals bepaald in de Climate Risk Impact Map, en ze

bestrijken een groot deel van de activiteiten en portefeuilles van KBC. Meer informatie vindt u in het Risk Report.

Risicoanalyse, -bewaking en -opvolging

Klimaatgerelateerde en milieugegevens worden steeds vaker opgenomen in zowel interne als externe rapporten.

ESG-risico's zijn goed geïntegreerd en komen uitgebreid aan bod in verschillende van onze belangrijkste risicobeheerrapporten (bv. ICAAP/ILAAP/ORSA, Integrated Risk Report, Risicobereidheidsverklaring, Pijler 3 risicorapport, enz.) die worden bezorgd aan de Raad van Bestuur, het Risico- en Compliancecomité en het Directiecomité. In 2023 werd een eerste Climate Risk Dashboard opgenomen in het Integrated Risk Report (met een halfjaarlijkse frequentie). Het dashboard bevat een analyse en bewaking van klimaatgerelateerde transitie- en fysiekerisicomaatstaven voor de meest relevante portefeuilles en bedrijfsactiviteiten van KBC.

Kredietrisico

Kredietrisico is het risico dat betrekking heeft op de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van de insolvabiliteit of de onwil van die partij om te betalen of haar prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land.

Kredietrisicobeheer

Op het vlak van kredietrisico wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Kredietverlening (GLC) dat het kredietrisico van KBC en de daaruit voortvloeiende kapitaalvereisten op het vlak van kredietverlening beheert. Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop kredietrisicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Kredietrisicobeheerkader (CRMF). De toepassing ervan wordt bewaakt door Kredietrisico Groep (GCRD) en het Competentiecentrum Kredietrisico. GCRD werkt nauw samen met de lokale CRO's en risicoafdelingen, die verantwoordelijk zijn voor de lokale toepassing van het CRMF. Bedrijfsentiteiten worden geraadpleegd voor die onderdelen van het CRMF die gevolgen hebben voor de bedrijfsprocessen en/of governance.

Bouwstenen voor het kredietrisicobeheer

• Risico-identificatie: een essentieel onderdeel van het identificatieproces van kredietrisico is het opvangen van kredietrisicosignalen, zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Zowel de interne als de externe omgeving wordt gescand op gebeurtenissen of ontwikkelingen die al hebben plaatsgevonden of zouden kunnen plaatsvinden en die rechtstreeks of onrechtstreeks een aanzienlijke impact hebben of zouden kunnen hebben op de kredietkwaliteit. Risicosignalen geven een overzicht van het geïdentificeerde risico en schetsen de mogelijke impact voor KBC en stellen, indien mogelijk, herstelacties voor.

De bevoegde risicobeheercomités worden periodiek op de hoogte gebracht van relevante signalen of waarnemingen. Risicosignalen die als belangrijk worden beschouwd, worden aan het Directiecomité gemeld. Daarnaast worden thematische en sectorspecifieke deep dives uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het kredietrisico. Nieuwe en komende prudentiële regelgeving inzake kredietrisico's, product- of klantspecifieke regelgeving en wetgeving worden op groepsniveau of lokaal opgevolgd om ervoor te zorgen dat ze snel in de beleidslijnen en de instructies van KBC worden opgenomen.

Voorlopende indicatoren vormen een specifiek risicoidentificatieproces, ontworpen om opkomende kredietrisico's op te sporen die tot waardeverminderingen zouden kunnen leiden. Het hoofddoel is in een vroeg stadium een betrouwbare raming te hebben van de

waardeverminderingen voor het lopende kwartaal en zo verrassingen te vermijden. Het maakt deel uit van de kwartaalrapportering over waardeverminderingen op leningen en obligaties.

• Risicometing: kredietrisicometing is het toepassen van een model of methodologie om een kwantitatieve uitdrukking te krijgen van het kredietrisico van een portefeuille van instrumenten/posities. Er is een minimale set kredietrisicometingen voor de hele groep vastgesteld, die kan worden aangevuld met lokale metingen. Centraal daarin staat de risicoklasse, waarbij een classificatie wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft. Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren, enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interneratingschaal.

De resultaten van die modellen gebruiken we om de kredietportefeuille die niet in gebreke is, in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10 tot PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren waarbij er reden is om aan te nemen dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. De status wanbetaling stemt overeen met de statussen non-performing en impaired. Debiteuren in PD 10, 11 en 12 worden daarom in wanbetaling en impaired genoemd. De status performing stemt overeen met niet-wanbetaling en niet-impaired.

Bijzondere waardeverminderingen worden aangelegd volgens de IFRS 9-normen. Voor debiteuren in gebreke

<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->

worden ze berekend op basis van de volledige resterende looptijd van het verwachte kredietverlies (lifetime expected credit loss). Voor debiteuren die niet in gebreke zijn, is dat op basis van het verwachte kredietverlies over twaalf maanden of over de volledige resterende looptijd als het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen en de debiteur verschuift van stage 1 naar stage 2. Daarvoor gebruiken we specifieke collectieve IFRS

9-berekeningsmodellen, behalve voor belangrijke debiteuren die in gebreke zijn gebleven, waarvoor er een individuele inschatting van de verwachte kredietverliezen wordt gemaakt.

Samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven (Exposure at Default) vormen concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default) de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft gekozen voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering voor de meeste van zijn portefeuilles. Eind 2023 zijn de volgende entiteiten en portefeuilles overgeschakeld naar de standaardbenadering als gevolg van modelvereenvoudiging: ČSOB in Slowakije, K&H, de overheidsobligatieportefeuilles in de hele KBC-groep en enkele onbelangrijke portefeuilles in de divisie België en ČSOB in Tsjechië. Afgezien van de genoemde uitzonderingen blijven de belangrijkste groepsentiteiten in België en Tsjechië de IRB Advanced-benadering hanteren, terwijl de kleinere entiteiten en de hele divisie Internationale Markten de standaardbenadering hanteren.

• De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de KBC-risicobereidheidsverklaring bepaalt hoeveel kredietrisico KBC kan en wil aanvaarden om zijn strategische doelstellingen na te streven. De kredietrisicobereidheid wordt concreet gemaakt door kredietrisicolimieten en vroege waarschuwingsniveaus toe te kennen aan een beperkte reeks kredietrisicoindicatoren die één jaar geldig zijn. Primaire kredietrisicolimieten worden bepaald door de Raad van Bestuur of het Directiecomité. Ze omvatten limieten voor het verwachte verlies (EL), verlies in stressomstandigheden (SCL), kredietrisicogewogen activa (RWA) en – voor de productie van nieuwe woningkredieten – de Loan-to-Value (LTV) en de verhouding schuld/ inkomen (Debt Service-To-Income, DSTI). Die limieten worden aangevuld met een portefeuillelimietsysteem (PLS) om het concentratierisico op groepen tegenpartijen of overheden te beperken, en met andere kredietrisicolimieten op groeps- of lokaal niveau die limieten voor sectoren en activiteiten omvatten, evenals limieten voor risico's zoals het kredietrisico van tegenpartijen voor professionele transacties of het emittentenrisico.

Het risicospeelveld wordt ook bepaald door groepswijde risicogrenzen die zijn vastgelegd in kredietrisiconormen. Die normen hebben tot doel het risicobeheer van specifieke kredietrisicogerelateerde onderwerpen in de hele groep op één lijn te brengen door beperkingen en/of aanbevelingen te definiëren.

  • • Risicoanalyse, -bewaking, -rapportering en -opvolging: de kredietportefeuille wordt voortdurend geanalyseerd. Naast de portefeuilleanalyses die de business uitvoert, analyseren ook de kredietrisicoafdelingen op lokaal en groepsniveau het kredietrisicoprofiel van de kredietportefeuille om een onafhankelijk beeld te krijgen van de ontwikkeling van het kredietrisico. De resultaten van de analyses worden gerapporteerd aan de bevoegde risicocomités. Het is de verantwoordelijkheid van zowel het lijnmanagement als de risicocomités om erop te reageren, d.w.z. de risico's in overeenstemming te houden of te brengen met de risicobereidheid. Corrigerende actieplannen kunnen worden uitgevoerd om (verder) kredietrisico te vermijden, het te verminderen (beperken), het risico over te dragen of het te aanvaarden.
  • • Stresstests: stresstests zijn een essentieel onderdeel van een gezond kredietrisicobeheer en worden op lokaal en groepsniveau uitgevoerd.

ESG in kredietrisicobeheer

Het beheer van ESG-risico's zit volledig vervat in het bovengenoemde Kredietrisicobeheerkader. De Climate Risk Impact Map, waarvan het concept wordt beschreven in het hoofdstuk over ESG in het algemene risicobeheer van KBC, wordt gebruikt voor kredietrisicobeheer. Ze identificeert op jaarbasis de klimaatrisicofactoren die het meest relevant zijn voor de kredietportefeuilles van KBC, zowel voor transitie- als fysieke risico's. Die oefening is in 2023 uitgebreid naar andere milieurisico's door pilootoefeningen aangaande verlies van biodiversiteit, vervuiling en waterschaarste.

Voor acht koolstofintensieve industriële sectoren en drie productlijnen zijn strategische sectorprojecten (zogenaamde White Papers) opgezet. Die White Papers beschrijven ook de impact van sectorspecifieke uitdagingen, technologische ontwikkelingen en veranderende regelgeving op de kredietportefeuilles van KBC, evenals mogelijke risicobeperkende maatregelen. In de White Papers kiezen we ook voor een progressieve benadering van andere milieudoelstellingen dan klimaatverandering. Voor een deel van deze sectoren heeft KBC klimaatdoelstellingen bepaald en rapporteert het over de vooruitgang met betrekking tot deze doelstellingen. Meer informatie vindt u in ons Sustainability Report.

In het kredietacceptatie- en -beoordelingsproces gebruiken we een milieu- en sociale (E&S) sectorheatmap. Dat is een screeningsinstrument om specifieke milieu- en sociale risico's in de portefeuille kredieten aan bedrijven en kmo's op te

sporen. Voor belangrijke kredietdossiers in sectoren met een hoog E&S-risico wordt een ESG-beoordeling uitgevoerd op tegenpartijniveau. Daarnaast wordt Internal Carbon Pricing gebruikt om de financiële impact te beoordelen van huidige en mogelijk toekomstige koolstofregelgeving op broeikasgasintensieve bedrijven. Om te begrijpen hoe bedrijfsklanten omgaan met duurzaamheidsuitdagingen en om hen te ondersteunen bij die transitie, zijn klantengesprekken een essentieel onderdeel van die beoordeling.

De Paris Agreement Capital Transition Assessment (PACTA) methodologie helpt ons het transitierisico in onze kredietportefeuille te beoordelen. Deze analyse bepaalt of de grote bedrijven in onze kredietportefeuille zich in een transitie bevinden in overeenstemming met de doelstellingen die in verschillende klimaattransitiescenario's zijn vastgesteld. De Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF)-methodologie wordt gebruikt om de gefinancierde uitstoot van onze kredietportefeuille te berekenen.

Voortbouwend op eerdere modelleringen met betrekking tot klimaatrisico's blijft KBC de impact van fysieke risico's op zijn kredietportefeuilles beoordelen. Specifiek met betrekking tot het overstromingsrisico werd in 2023 een pilootanalyse uitgevoerd om de mogelijke impact op het verlies bij in gebreke blijven (LGD) te onderzoeken. Gezien het om een verkennende oefening ging, is de analyse niet in aanmerking genomen voor verwachte kredietverliezen (ECL). Met betrekking tot transitierisico's werd een analyse uitgevoerd om in te schatten hoe het verwachte verlies (EL) van zeer klimaatrelevante portefeuilles mogelijk zou kunnen veranderen in zes verschillende klimaatscenario's. Meer informatie over de oorspronkelijke beoordeling is beschikbaar in het Risk Report over 2021 op www.kbc.com.

In het algemeen zijn de inzichten die de bovenvermelde methodologieën opleveren waardevol om hotspots in de kredietportefeuille van KBC op te sporen, als input voor het bepalen van doelstellingen en het uitvoeren van stresstests voor klimaatrisico's, en om waar nodig het beleid aan te passen. Ze maken ook deel uit van de voortdurende inspanningen van KBC om klimaatrisico verder te integreren in zijn kredietbeoordelingsprocessen en modellering. Het management heeft altijd de mogelijkheid om de verwachte kredietverliezen aan te passen om zo rekening te houden met gebeurtenissen die geen deel uitmaken van de financiële beoordeling, zoals groeiende inzichten in ESG- en klimaatgerelateerde risico's.

In 2023 zijn er klimaatgerelateerde belangrijke risicoindicatoren (Key Risk Indicators – KRI's) opgenomen in het risicobereidheidsproces. Deze KRI's worden halfjaarlijks gecontroleerd door het Groepscomité Kredietverlening en geïntegreerd in het Climate Risk Dashboard.

KBC streeft ernaar de negatieve impact van zijn activiteiten op het milieu en de samenleving te beperken en een positieve impact aan te moedigen, op basis van een cultuur van verantwoorde kredietverlening, waarvan de principes zijn vastgelegd in de Credit Risk Standards on Sustainable and Responsible Lending. Het engagement van KBC om rekening te houden met klimaat- en milieurisico's in elke stap van het kredietproces wordt ook weerspiegeld in standaarden voor de bepaling van krediettarieven en de waardering van onderpand.

Meer informatie vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Invloed van externe ontwikkelingen op het kredietrisico

Terwijl de gevolgen van de coronapandemie en de ontregeling (van de toeleveringsketen) tijdens het daaropvolgende economische herstel zijn afgenomen en de covidbeperkingen geleidelijk werden afgeschaft, vormden het aanhoudende conflict tussen Rusland en Oekraïne en de daarmee gepaard gaande verstoring van de wereldwijde energiemarkten, de snel stijgende inflatiedruk en de stijgende rentes nieuwe uitdagingen voor het kredietrisicobeheer.

Bij particulieren hadden de torenhoge energierekeningen en de inflatiedruk op de prijzen van dagelijkse goederen en diensten onvermijdelijk invloed op de kredietaflossingscapaciteit van zwakkere kredietnemers. Dankzij een gepaste verlichting van die druk heeft dit niet geleid tot betalingsproblemen bij woning- en consumentenkredieten. Voor bedrijven heeft de sterke stijging van de energiekosten in 'energie-intensieve' sectoren de winstmarges en kasreserves negatief beïnvloed. Gaandeweg is gebleken dat deze stijgingen van de inputkosten konden worden gecompenseerd door hogere verkoopprijzen. Bovendien hebben particulieren hun consumptiepatroon wat aangepast en minder nietnoodzakelijke uitgaven gedaan, wat sommige sectoren in gevaar kan brengen door een verminderde vraag. Ook kunnen hogere herfinancieringsrisico's van vervallend schuldpapier in een klimaat van hogere rente leiden tot meer wanbetalingen door bedrijven. Bijgevolg zou de situatie voor een aantal kwetsbare sectoren uitdagend kunnen blijven.

Er zijn kredietrisicobeheermaatregelen genomen om de bovenvermelde opkomende risico's te ondervangen, te meten, te beperken en te beheren. Zo is er scherp toezicht op de kredietportefeuilles, zijn de acceptatieprocessen aangepast (bv. om rekening te houden met de impact van gezinsbudgetten op de acceptatie van woningkredieten), is specifiek kredietbeleid aangescherpt (bv. voorwaarden voor kredietverstrekking om bepaalde activiteiten van de commerciële vastgoedsector mogelijk te maken) en worden watchlists aangehouden. Voor de financiering van

commercieel vastgoed (CRE) bijvoorbeeld is de evolutie van een herfinancieringsrisico een cruciaal basiselement in het kredietacceptatieproces. Voor kredieten die afgewerkt vastgoed financieren met een hoge ballon- of zelfs bulletaflossing op de vervaldatum van het krediet, wordt het herfinancieringsrisico grondig geëvalueerd rekening houdend met de kwaliteit van het gebouw, de diversificatie en sterkte van de huurders, de algemene sterkte van de vastgoedmarkt (evenwicht vraag/aanbod, leegstand), de Loan-to-Value-ratio op de vervaldatum, de resterende aflossingsperiode op basis van de geschatte huurinkomsten en meer conservatief geschatte rentevoeten. Naast die analyse van elk individueel dossier wordt de kredietportefeuille nauwlettend bewaakt en is het acceptatiebeleid voor CRE-kredieten aangescherpt om het toegenomen herfinancieringsrisico aan te pakken.

Ondanks de uitdagende context wijzen de traditionele kredietrisicomaatstaven (zoals kredietherstructureringen, betalingsachterstanden en verslechtering van de PD, nieuwe wanbetalingen) niet op een aanzienlijke verslechtering van de kredietkwaliteit voor de KBC-portefeuilles in 2023, wat verder wordt weerspiegeld in een comfortabele kredietkostenratio.

Ten slotte worden sinds de Russische inval in Oekraïne een reserve voor geopolitieke en opkomende risico's aangehouden en is een selectie van kwetsbare portefeuilles en subportefeuilles aangemerkt als potentieel verhoogd risico. Voor cijfers, onder meer over de methodologie en ontwikkeling van deze reserve, verwijzen we naar Toelichting 3.9 in de Geconsolideerde jaarrekening. In de toekomst

kunnen de ontwikkeling van het Israëlisch-Palestijnse conflict en andere problemen (bijvoorbeeld in de Rode Zee) de geopolitieke en opkomende risico's vergroten, aangezien een mogelijke escalatie in een breder (regionaal) conflict grotere en langdurige gevolgen kan hebben.

Kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten als gevolg van kredietverlening en beleggingen

Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de kredietportefeuille van de bank. Die bevat alle leningen en garanties die KBC heeft verstrekt aan particulieren, bedrijven, overheden en banken. Schuldbewijzen worden opgenomen in de beleggingsportefeuille als ze zijn uitgegeven door bedrijven of banken. Overheidsobligaties worden niet in de beleggingsportefeuille opgenomen. Bovendien wordt in de tabel geen rekening gehouden met het kredietrisico met betrekking tot de handelsportefeuille (emittentenrisico) en het kredietrisico van tegenpartijen met betrekking tot derivatentransacties. Die elementen beschrijven we verderop apart.

De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening. Meer informatie vindt u in het Glossarium van financiële ratio's en termen.

Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten
A: Totale kredietportefeuille 31-12-2023 31-12-2022
Totale kredietportefeuille (in miljarden euro)
Uitstaand en niet-opgenomen bedrag 258 259
Uitstaand bedrag 203 206
Kredietportefeuille per divisie (in procenten van de uitstaande portefeuille)1
België2 65% 63%
Tsjechië 19% 19%
Internationale Markten 15% 14%
Groepscenter7 1% 5%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van de uitstaande portefeuille)1
Particulieren 41% 43%
Financiële en verzekeringsdiensten 6% 6%
Overheden 3% 3%
Bedrijven 50% 48%
Diensten 11% 10%
Distributie 8% 8%
Vastgoed 7% 6%
Bouw en constructie 5% 4%
Landbouw, veeteelt en visserij 3% 3%
Auto-industrie 3% 2%
Overige (sectoren < 2%) 15% 14%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per regio (in procenten van de uitstaande portefeuille)1,3
België 55% 53%
Tsjechië 18% 18%
Slowakije 6% 6%
Hongarije 4% 4%
Bulgarije 5% 5%
Rest van West-Europa 8% 11%
Rest van Centraal- en Oost-Europa 0% 0%
Noord-Amerika 1% 1%
Azië 1% 1%
Overige 1% 1%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per risicoklasse (in procenten van de uitstaande portefeuille)1
Unimpaired
PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) 24% 25%
PD 2 (0,10% – 0,20%) 14% 13%
PD 3 (0,20% – 0,40%) 14% 13%
PD 4 (0,40% – 0,80%) 18% 18%
PD 5 (0,80% – 1,60%) 14% 15%
PD 6 (1,60% – 3,20%) 8% 8%
PD 7 (3,20% – 6,40%) 4% 4%
PD 8 (6,40% – 12,80%) 1% 1%
PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) 1% 1%
Zonder rating 0% 0%
Impaired
PD 10 1,1% 1,0%
PD 11 0,2% 0,3%
PD 12 0,8% 0,8%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage4 (in procenten van de uitstaande portefeuille)1
Stage 1 (geen significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) 80% 78%
Stage 2 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname - niet credit impaired)
incl.
POCI5
18% 20%
Stage 3 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname - credit impaired) incl.
POCI5
2% 2%
Totaal 100% 100%
B: Portefeuille impaired kredieten 31-12-2023 31-12-2022
Impaired kredieten (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten)
Impaired kredieten6 4 221 4 350
Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 2 051 2 289
Impaired kredieten per divisie (in procenten van portefeuille impaired kredieten)1
België2 63% 57%
Tsjechië 13% 15%
Internationale Markten 13% 13%
Slowakije 4% 3%
Hongarije 4% 3%
Bulgarije 6% 6%
Groepscenter 10% 15%
Totaal 100% 100%
Impaired kredieten per sector (in procenten van de portefeuille impaired kredieten)1
Distributie 19% 19%
Particulieren 16% 21%
Vastgoed 13% 11%
Diensten 9% 10%
Auto-industrie 9% 5%
Bouw en constructie 7% 7%
Chemie 4% 4%
Landbouw, veeteelt en visserij 2% 1%
Hotels, bars en restaurants 2% 3%
Overheden 2% 2%
Voedselproducenten 2% 2%
Overige (sectoren < 2%) 15% 16%
Totaal 100% 100%
Geboekte waardevermindering op kredieten (in miljoenen euro)
Waardevermindering voor stage 1-portefeuille 168 134
Waardevermindering voor stage 2-portefeuille, incl. POCI5
(hersteld)
502 694
Waardevermindering voor stage 3-portefeuille, incl. POCI5
(nog altijd impaired)
1 888 2 048
Waarvan waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn 1 459 1 547
Kredietkostenratio
Divisie België2 0,06% 0,03%
Divisie Tsjechië -0,18% 0,13%
Divisie Internationale Markten -0,06% 0,31%
Slowakije -0,07% 0,17%
Hongarije -0,14% 0,42%
Bulgarije 0,00% 0,43%
Groepscenter 0,07% -0,04%
Totaal 0,00% 0,08%
Ratio van impaired kredieten
Divisie België2 2,0% 1,9%
Divisie Tsjechië 1,4% 1,7%
Divisie Internationale Markten 1,8% 1,9%
Slowakije 1,4% 1,2%
Hongarije 1,9% 2,0%
Bulgarije 2,2% 2,8%
Groepscenter 36,2% 6,6%
Totaal 2,1% 2,1%
Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 1,0% 1,1%
Dekkingsratio
Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten 45% 47%
Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 71% 68%
Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten (excl. hypotheekleningen) 47% 50%
Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 74% 71%

1 Cijfers niet gecontroleerd door de commissaris.

2 Omvat ook het beperkte netwerk van buitenlandse kantoren van KBC Bank in de rest van Europa, de VS en Zuidoost-Azië (met een totale uitstaande portefeuille van 7 miljard euro op 31 december 2023).

3 Een meer gedetailleerde verdeling per land is opgenomen in de kwartaalverslagen van KBC op www.kbc.com.

4 Zie Toelichting 1.2 van de Geconsolideerde jaarrekening voor meer informatie over de stages.

5 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid; brutobedragen, in tegenstelling tot nettobedragen in de boekhoudkundige verwerking.

6 Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.2 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring. De daling van 128 miljoen euro tussen 2023 en 2022 kan worden uitgesplitst als volgt: +179 miljoen euro in divisie België, -95 miljoen euro in Tsjechië, +32 miljoen euro in Slowakije, +11 miljoen euro in Hongarije, -36 miljoen euro in Bulgarije en -220 miljoen euro voor de rest (door de afgesloten verkoop van de activiteiten van KBC Ireland).

7 De daling van de kredietportefeuille in het Groepscenter heeft grotendeels te maken met de verkoop van de performing kredietportefeuille van KBC Bank Ireland in februari 2023 (zie Toelichting 6.6 bij de Geconsolideerde jaarrekening).

De delen Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage (in procenten van de uitstaande portefeuille) en Geboekte waardevermindering op kredieten in de bovenstaande tabel worden hieronder verder uitgesplitst.

Uitsplitsing kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage 31-12-2023 31-12-2022
Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal
Kredietportefeuille per land/divisie
België 51,1% 12,3% 1,3% 64,7% 48,1% 13,4% 1,2% 62,7%
Tsjechië 16,1% 2,9% 0,3% 19,3% 15,2% 3,1% 0,3% 18,6%
Internationale Markten 12,5% 2,7% 0,3% 15,4% 10,6% 3,1% 0,3% 13,9%
Slowakije 5,0% 0,9% 0,1% 6,1% 4,5% 1,1% 0,1% 5,6%
Hongarije 3,0% 1,0% 0,1% 4,1% 2,3% 1,2% 0,1% 3,7%
Bulgarije 4,4% 0,7% 0,1% 5,2% 3,7% 0,8% 0,1% 4,7%
Groepscenter 0,4% 0,0% 0,2% 0,6% 4,1% 0,3% 0,3% 4,7%
Totaal 80,1% 17,9% 2,1% 100,0% 78,0% 19,9% 2,1% 100,0%
Kredietportefeuille per sector
Particulieren 36,4% 4,1% 0,3% 40,8% 37,5% 5,2% 0,4% 43,2%
Financiële en
verzekeringsdiensten
5,8% 0,2% 0,0% 6,0% 5,6% 0,2% 0,0% 5,9%
Overheden 2,4% 0,2% 0,0% 2,7% 2,8% 0,2% 0,0% 3,1%
Bedrijven 35,4% 13,4% 1,7% 50,5% 32,1% 14,2% 1,6% 47,9%
Totaal 80,1% 17,9% 2,1% 100,0% 78,0% 19,9% 2,1% 100,0%
Kredietportefeuille per risicoklasse
PD 1-4 64,5% 5,1% 69,7% 61,4% 6,1% 67,5%
PD 5-9 15,5% 12,7% 28,3% 16,6% 13,8% 30,4%
PD 10-12 2,1% 2,1% 2,1% 2,1%
Totaal 80,1% 17,9% 2,1% 100,0% 78,0% 19,9% 2,1% 100,0%
Totaal, in miljoenen euro 162 474 36 258 4 221 202 953 160 412 40 958 4 350 205 720
Uitsplitsing waardeverminderingen volgens IFRS 9 ECL-stage 31-12-2023 31-12-2022
Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal
Waardeverminderingen per land/divisie
België 2,6% 9,3% 40,0% 51,9% 1,8% 9,7% 34,4% 45,9%
Tsjechië 1,6% 5,5% 9,9% 16,9% 1,3% 6,7% 10,2% 18,1%
Internationale Markten 2,4% 4,8% 9,5% 16,7% 1,4% 6,9% 9,5% 17,8%
Slowakije 0,5% 2,0% 3,4% 6,0% 0,4% 2,8% 2,7% 5,9%
Hongarije 1,0% 1,2% 1,7% 3,9% 0,3% 2,1% 1,9% 4,3%
Bulgarije 0,9% 1,6% 4,4% 6,9% 0,7% 1,9% 4,9% 7,5%
Groepscenter 0,0% 0,0% 14,4% 14,4% 0,2% 0,8% 17,1% 18,2%
Totaal 6,6% 19,6% 73,8% 100,0% 4,7% 24,1% 71,2% 100,0%
Waardeverminderingen per sector
Particulieren 1,1% 4,4% 6,5% 12,0% 1,3% 7,8% 12,8% 21,9%
Financiële en
verzekeringsdiensten
0,2% 0,2% 1,8% 2,2% 0,2% 0,1% 1,6% 2,0%
Overheden 0,2% 0,6% 1,4% 2,2% 0,0% 0,0% 0,3% 0,4%
Bedrijven 5,0% 14,5% 64,1% 83,5% 3,2% 16,1% 56,4% 75,7%
Totaal 6,6% 19,6% 73,8% 100,0% 4,7% 24,1% 71,2% 100,0%
Waardeverminderingen per risicoklasse
PD 1-4 1,2% 1,1% 2,3% 1,4% 1,9% 3,3%
PD 5-9 5,4% 18,5% 23,9% 3,3% 22,3% 25,5%
PD 10-12 73,8% 73,8% 71,2% 71,2%
Totaal 6,6% 19,6% 73,8% 100,0% 4,7% 24,1% 71,2% 100,0%
Totaal, in miljoenen euro 168 502 1 888 2 559 134 694 2 048 2 875

Kredietherstructureringen

Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht. Dat kan betekenen dat rentebetalingen of kosten worden verlaagd of uitgesteld, de krediettermijn wordt verlengd om het aflossingsplan te versoepelen, achterstallen worden gekapitaliseerd, een uitstel van betaling wordt toegestaan of de schulden worden kwijtgescholden.

Een klant met een als geherstructureerd (forborne) aangemerkt krediet krijgt doorgaans een slechtere PDklasse toegekend dan vóór de herstructurering, gezien het hogere risico van wanbetaling. Wanneer dat het geval is, wordt ook beoordeeld hoe onwaarschijnlijkheid het is dat de klant zal betalen (volgens specifieke 'unlikely to pay'-criteria). In overeenstemming met de IFRS 9-normen wordt een krediet met de status forborne toegewezen aan stage 2 (als de klant/het krediet niet in wanbetaling is) of aan stage 3 (als de klant/het krediet in wanbetaling is).

De criteria die KBC toepast om de status van geherstructureerde kredieten te veranderen van wanbetaling naar normaal of om de status forborne te verwijderen, zijn in overeenstemming met de betreffende EBA-normen. Als aan een klant/krediet de status wanbetaling is toegekend (voor of op het ogenblik dat een kredietherstructurering wordt toegestaan), moet de klant/het geherstructureerde krediet (afhankelijk van het feit of de status wanbetaling is toegekend op klant- of kredietniveau) minstens een jaar de status wanbetaling behouden. Alleen onder strikte voorwaarden kan de klant/het krediet opnieuw de status normaal krijgen. Een geherstructureerd krediet met de status normaal blijft het etiket geherstructureerd evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant/het krediet opnieuw de status normaal heeft, en dat kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.). Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (d.w.z. een aanleiding tot waardevermindering) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest.

On-balance-sheet exposures met
kredietherstructureringen: bruto
boekwaarde (in miljoenen euro)
Openings
balans
Kredieten
waar
aan een
herstructu
rering is
toegekend
Kredieten
die niet
langer als
geherstruc
tureerd
worden
beschouwd
Terug
betalingen
Afschrij
vingen
Overige1 Slotbalans
2023 2 939 642 -1 001 -361 -20 103 2 303
2022 3 681 668 -1 088 -436 -16 129 2 939
On-balance-sheet exposures met
kredietherstructureringen: bijzondere
waardeverminderingen (in miljoenen
euro)
Openings
balans
Bestaande
waarde
verminde
ringen op
kredieten
waar
aan een
herstructu
rering is
toegekend
Daling van
waarde
vermin
deringen
omdat
kredieten
niet langer
geher
structu
reerd zijn
Stijging
van waar
devermin
deringen
op geher
struc
tureerde
kredieten
Daling van
waarde
verminde
ringen op
geher
structu
reerde
kredieten
Overige2 Slotbalans
2023 428 63 -55 86 -122 -13 387
2022 445 197 -171 52 -118 22 428

1 Omvat wisselkoerseffecten voor kredieten toegestaan in andere munten dan de lokale munt, wijzigingen in het opgenomen/niet-opgenomen deel van de faciliteiten, stijgingen van de brutoboekwaarde van bestaande geherstructureerde kredieten en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties.

2 Omvat het gebruik van waardeverminderingen met betrekking tot afschrijvingen en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties.

Geherstructureerde kredieten In procenten van
de uitstaande
portefeuille
Verdeling per PD-klasse
(in procenten van de portefeuille geherstructureerde kredieten van de
entiteit)
PD 1-8 PD 9 PD 10 (impaired,
minder dan 90
dagen achter
stallig)
PD 11-12 (im
paired, 90 dagen
of meer achter
stallig)
31-12-2023
Totaal 1% 33% 8% 46% 14%
Per klantensegment1
Particulieren2 1% 64% 3% 25% 8%
Kmo's 1% 30% 12% 42% 16%
Bedrijven3 1% 13% 8% 63% 16%
31-12-2022
Totaal 2% 39% 15% 33% 13%
Per klantensegment1
Particulieren2 1% 45% 17% 26% 12%
Kmo's 2% 44% 11% 34% 12%
Bedrijven3 2% 31% 16% 37% 16%

1 Niet gecontroleerd door de commissaris.

2 In 2023 had 86% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen (in 2022 was dat 90%).

3 In 2023 had 32% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen (in 2022 was dat 26%).

Andere kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten

Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als de emittent in wanbetaling blijft). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse.

Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden. We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.

Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties. De bedragen in de onderstaande tabel zijn de presettlementrisico's van de groep die worden gemeten met de internemodelmethode voor rente- en valutaderivaten in divisie België. Voor inflatie, aandelen- en grondstoffenderivaten worden de presettlementrisico's berekend als de som van de (positieve) huidige

vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). Die berekening wordt ook gebruikt om de presettlementrisico's te meten van rente- en valutaderivaten in de andere divisies.

De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal.

Andere kredietrisico's, bankactiviteiten

(in miljarden euro) 31-12-2023 31-12-2022
Emittentenrisico1 0,05 0,03
Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties2 4,2 3,9

1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden, en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken.

2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.

Kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten

Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling

en de ratings. Het bovenste deel van de onderstaande tabel geeft de marktwaarde van de beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten uitgesplitst naar activatype volgens Solvency II, terwijl het onderste deel meer details geeft over de obligaties en andere vastrentende effecten in die portefeuille.

Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep

(in miljoenen euro, marktwaarde)1 31-12-2023 31-12-2022
Per activatype (Solvency II)
Effecten 16 785 16 444
Obligaties en dergelijke 15 540 15 278
Aandelen 1 205 1 097
Derivaten 40 69
Leningen en hypotheken 2 160 2 153
Leningen en hypotheken aan klanten 1 768 1 780
Leningen aan banken 393 374
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 328 309
Tak 23-beleggingen2 14 348 12 771
Investeringen in geassocieerde ondernemingen 298 295
Overige beleggingen 7 8
Totaal 33 926 31 981
Details over obligaties en soortgelijke effecten
Per externe rating3
Investment grade 99% 99%
Non-investment grade 1% 1%
Zonder rating 0% 0%
Per sector3
Overheden 66% 65%
Financieel4 22% 24%
Overige 12% 11%
Per restlooptijd3
Maximaal 1 jaar 12% 9%
Tussen 1 en 3 jaar 16% 18%
Tussen 3 en 5 jaar 14% 17%
Tussen 5 en 10 jaar 28% 29%
Meer dan 10 jaar 30% 27%

1 De totale boekwaarde bedroeg 34 155 miljoen euro eind 2023 en 32 897 miljoen euro eind 2022. Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.1 in het deel Geconsolideerde jaarrekening als gevolg van de rapportering per activaklasse volgens Solvency II.

2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.

3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.

4 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.

We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het

verwachte verlies (EL). Er gelden naamconcentratielimieten. De kans op een in gebreke blijven (PD) en het verwachte verlies worden berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default (EAD) bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.

Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1
:
EAD en EL2 (in miljoenen euro)
EAD
2023
EL
2023
EAD
2022
EL
2022
AAA tot en met A- 178 0,1 171 0,1
BBB+ tot en met BB- 3 0,0 17 0,0
Lager dan BB- 0 0,0 0 0,0
Zonder rating 0 0,0 0 0,0
Totaal 181 0,1 188 0,1

1 Op basis van interne ratings.

2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.

Marktrisico in niet-tradingactiviteiten

Marktrisico houdt verband met wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van prijzen op de financiële markten. Het beheersproces van onze structurele marktrisico's in niet-tradingactiviteiten omvat het renterisico, het gaprisico, het basisrisico, het optierisico (zoals het risico van vervroegde aflossing), het muntrisico, het aandelenkoersrisico, het vastgoedprijsrisico, het creditspreadrisico en het inflatierisico. Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze beleggingen (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. Dit proces wordt ook Asset-Liability Management (ALM) genoemd.

Beheer van het marktrisico in niettradingactiviteiten

Inzake marktrisico in niet-tradingactiviteiten wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Assets and Liabilities (ALCO), dat het ondersteunt op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau. Het beleid, de regels en procedures en de manier waarop het beheer van balansrisico's in de hele groep wordt uitgevoerd, worden beschreven in het Risk Management Framework voor marktrisico in niet-tradingactiviteiten. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum voor Marktrisico in niettradingactiviteiten. Binnen de risicofunctie wil de Raad voor ALM en Liquiditeitsrisico – voorgezeten door de CRO Treasury en Markten – de goede en efficiënte integratie van alle taken die zijn toegewezen aan de lokale en groepsafdelingen, tot stand brengen, vergemakkelijken, bevorderen en ondersteunen.

De Treasury-functies op groeps- en lokaal niveau treden op als eerste verdedigingslinie en meten en beheren het renterisico binnen een door de risicobereidheid en de limieten begrensd speelveld.

Bouwstenen voor het beheer van marktrisico in niet-tradingactiviteiten

  • • Risico-identificatie: om marktrisico's in de niettradingportefeuilles te identificeren wordt een aantal instrumenten gebruikt, waaronder het New and Active Products Process (NAPP), de Environmental Risk Impact Map, de risicoscan en vroegewaarschuwingsprocessen die worden geactiveerd door regelmatige monitoring. Risicosignalen zijn ook een belangrijk instrument. Daarvoor wordt zowel de interne als externe omgeving gescand op gebeurtenissen en ontwikkelingen die een invloed zouden kunnen hebben op onze niet-tradingportefeuilles. Relevante risicosignalen worden, indien mogelijk, gerapporteerd aan het management, samen met mogelijke herstelacties. Nieuwe en komende regelgeving wordt op groepsniveau of lokaal opgevolgd om ervoor te zorgen dat ze wordt opgenomen in het beleid en de instructies van KBC.
  • • Risicometingen: een gemeenschappelijk reglement, dat het kader aanvult voor technische aspecten, en gedeelde meetinstrumenten verzekeren dat die risico's in de hele

groep op dezelfde manier worden gemeten via, onder andere:

  • Basis-Point-Value (BPV) voor renterisico;
  • gapanalyse voor renterisico verbonden aan onevenwichtigheden in de herprijzing tussen activa en passiva en inflatierisico;
  • economische gevoeligheden voor muntrisico, aandelenkoersrisico en vastgoedprijsrisico. De metingen worden aangevuld met stresstests, waaronder de backtesting van vooruitbetalingen, nettorente-inkomsten in verschillende scenario's, of de impact op het reglementair kapitaal van rente-, spread- of aandelenrisico's in de bankportefeuilles.
  • • De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: limieten gelden voor alle belangrijke marktrisico's die de ALM-functie loopt: limieten voor het renterisico, het aandelenrisico, het vastgoedrisico en het wisselkoersrisico voor de geconsolideerde entiteiten worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur, en de limieten voor elke lokale entiteit worden goedgekeurd door het Directiecomité.
  • • Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging: naast de wettelijke rapportering is er een structurele rapportering aan het ALCO. Het rapporteringsproces omvat een aftekeningsproces om de nauwkeurigheid van de gegevens te waarborgen.

ESG in het beheer van marktrisico in niettradingactiviteiten

Binnen ALM wordt rekening gehouden met ESG-risico's, met name klimaat- en andere milieurisico's, in de portefeuille van overheids- en bedrijfsobligaties, aandelenbeleggingen en direct vastgoed. Voor alle producten wordt het milieutransitierisico beoordeeld op basis van het sectorrisico (bedrijfsobligaties en directe aandelen), landenrisico (overheidsobligaties) of fysiek risico (direct vastgoed). De obligatie- en aandelenportefeuilles worden gemonitord via KRI's voor klimaatrisico's om ervoor te zorgen dat de posities niet gevoeliger worden voor transitierisico. Voor bedrijfsobligaties en aandelenposities is het grootste deel van de blootstelling aanwezig in sectoren met een laag transitierisico en dat zal naar verwachting zo blijven. Dezelfde aanpak wordt gevolgd voor overheidsobligaties. Direct vastgoed vertegenwoordigt een kleine en stabielere blootstelling en wordt opgevolgd wanneer posities veranderen. Alle beleggingsbeslissingen van Treasury

worden genomen in overeenstemming met het enige bindende kader, waarin de screeningcriteria voor verantwoorde beleggingen zijn vastgelegd. Voor overheidsobligaties gebeurt de classificatie op basis van een interne duurzaamheidsbarometer van landen, die worden ingedeeld in landen met een laag, gemiddeld of hoog risico op het gebied van milieuverplichtingen. Bedrijfsobligaties en directe aandelenposities worden per sector ingedeeld als posities met een laag, gemiddeld of hoog klimaattransitierisico. De duurzaamheidsanalyse voor bedrijfsobligaties en aandelenposities volgt een scenario dat is geïnspireerd op het 'scenario van een niet-ordelijke transitie', ontwikkeld door het 'Network for Greening the Financial System' (NGFS), dat werd gebruikt in de klimaatstresstest die de ECB in 2022 uitvoerde. Voor bedrijfsobligaties wordt de gevoeligheid gemeten door een creditspreadschok gebaseerd op de eerder genoemde spreadschokken uit de klimaatstresstest van de ECB in 2022. De aandelenwaarde wordt per sector onderworpen aan schokken gebaseerd op de ECB- klimaatschokken voor aandelen. Direct vastgoed wordt per positie gemeten met de nadruk op fysiek risico. De inzichten worden verzameld en gerapporteerd naar analogie van andere risicotypes in de Climate Risk Impact Map (zie ESG in ons risicobeheer). Meer informatie vindt u in het Risk Report op www.kbc.com.

Invloed van externe ontwikkelingen op het marktrisico in niet-tradingactiviteiten

Na de forse renteverhogingen in 2022 zagen we in 2023 een normalisering van de rentetarieven na jaren van lage rentes. Bij nagenoeg alle banken vond een aanzienlijke migratie

plaats van zicht- en spaarrekeningen naar vastrentende instrumenten. De uitgifte van de eenjarige staatsbon in België illustreerde die algemene tendens van een verschuiving van deposito's zonder looptijd naar termijnrekeningen of vastrentende instrumenten. KBC past echter altijd een voorzichtige beleggingsaanpak toe voor dergelijke deposito's en houdt aanzienlijke buffers in kortetermijnbeleggingen aan om grote uitstromen te kunnen opvangen. Door die buffers heeft het grote succes van de Belgische staatsbon dus geen aanleiding gegeven tot specifieke acties voor de bestaande beleggingen.

Marktrisico in de niet-tradingactiviteiten bestaat uit verschillende subrisicotypes. Ze worden hieronder meer detail in beschreven.

Renterisico en gaprisico

We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfoliotechniek voor de niet-looptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen). De bank past haar renteprofiel ook aan via rentederivaten om binnen de grenzen van de risicobereidheid te blijven.

De belangrijkste techniek die we gebruiken om renterisico's te meten, is de 10 Basis Point Value (BPV)-methode. Die geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige swapcurve met tien basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de waarde van de portefeuille).

Invloed van een parallelle stijging van de swapcurve1 met 10 basispunten

voor de KBC-groep, invloed op de waarde2 (in miljoenen euro) 2023 2022
Bankactiviteiten -45 -36
Verzekeringsactiviteiten 11 4
Totaal -33 -32

1 In overeenstemming met de marktnormen zijn de gevoeligheidscijfers gebaseerd op een risicovrije curve (swapcurve).

2 Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.

Voor de bankactiviteiten zijn er twee andere methoden om de rentegevoeligheid te meten, die vergelijkbaar zijn tussen instellingen, namelijk de outlier stresstest (SOT) op de economische waarde van het eigen vermogen (EVE) en de SOT op de nettorente-inkomsten (NII), beide berekend volgens de richtlijnen van de Europese Bankautoriteit.

Voor de SOT EVE worden elk kwartaal zes verschillende scenario's toegepast op de bankportefeuilles (materiële valuta's). Deze scenario's omvatten belangrijke parallelle verschuivingen naar boven en beneden, swapcurves die steiler of vlakker worden of enkel verschuivingen van de kortetermijnrente. De impact van het worstcasescenario (de meest negatieve impact op de economische waarde van het eigen vermogen) wordt afgezet tegen het tier 1-kapitaal. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau kwam de

SOT EVE uit op -3,91% van het tier 1-kapitaal op 31 december 2023. Dat is ruim onder de drempel van -15% waar de Europese Centrale Bank op toeziet en geeft aan dat de totale rentegevoeligheid van de balans van KBC beperkt is.

Vanaf 2023 wordt de SOT EVE aangevuld met de SOT NII, die de impact meet van twee scenario's (parallel omhoog en omlaag) op de NII. De impact van het worstcasescenario voor de NII wordt ook afgezet tegen het tier 1-kapitaal. Volgens deze meting is de rentegevoeligheid van KBC ook beperkt: die bedroeg eind 2023 -1,27%, tegenover de door de toezichthouder gehanteerde outlier-drempel van 5%.

We gebruiken ook andere technieken om potentiële onevenwichtigheden in onze rentepositie te meten, zoals gapanalyse, durationbenadering, scenarioanalyse en

stresstesting. Informatie met betrekking tot de gaptabel, waarin onevenwichtigheden tussen activa en passiva worden uitgesplitst in tijdsperioden, is te vinden in het Risk Report 2023.

Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Nietlevenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses.

De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling voor klanten te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd door de kasstromen van activa en passiva van de levensverzekeringsportefeuilles die gedekt worden door vastrentende beleggingen, grotendeels op elkaar af te stemmen. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.

Verwachte kasstromen, niet-verdisconteerd,

Levenbedrijf
(in miljoenen euro)
0-1 jaar 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar 4-5 jaar >5 jaar Totaal
31-12-2023
Vastrentende activa ter afdekking van
verplichtingen met rentegarantie
1 787 741 932 787 1 044 8 225 13 516
Eigen vermogen 937
Eigendom 108
Overige (geen vervaldag) 299
Verplichtingen volgend uit rentegarantie 1 595 1 201 807 882 834 9 474 14 793
Verschil in tijdgevoelige verwachte kasstromen 192 -460 125 -95 210 -1 250 -1 278
Gemiddelde duration van activa 6,72 jaar
Gemiddelde duration van passiva 7,92 jaar
31-12-2022
Vastrentende activa ter afdekking van
verplichtingen met rentegarantie
1 233 1 489 855 1 048 844 8 738 14 208
Eigen vermogen 929
Eigendom 112
Overige (geen vervaldag) 95
Verplichtingen volgend uit rentegarantie 1 367 1 201 807 882 834 9 474 14 566
Verschil in tijdgevoelige verwachte kasstromen -134 288 48 166 11 -737 -358
Gemiddelde duration van activa 6,66 jaar
Gemiddelde duration van passiva 8,76 jaar

Zoals hierboven vermeld, is het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar het risico dat de rentes voor een langere periode laag blijven. Verplichtingen in Leven of bij arbeidsongevallen hebben vaak een looptijd die langer is dan de klassieke beleggingshorizon en het risico bestaat dat herbeleggingen tegen lagere rentes moeten gebeuren. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken

van het renterisico in overeenstemming met de risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.

Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten 31-12-2023 31-12-2022
5,00% en hoger 3% 3%
Meer dan 4,25% tot en met 4,99% 6% 7%
Meer dan 3,50% tot en met 4,25% 4% 4%
Meer dan 3,00% tot en met 3,50% 9% 9%
Meer dan 2,50% tot en met 3,00% 3% 3%
2,50% en lager 73% 72%
0,00% 2% 2%
Totaal 100% 100%

Creditspreadrisico

Om rente-inkomsten te realiseren, kopen we obligaties. Hun selectie is grotendeels conservatief en gebaseerd op criteria zoals kredietrisicorating, risicorendementberekening en liquiditeitskenmerken.

We beheren het creditspreadrisico van onder meer de portefeuille overheidsobligaties door op te volgen in

hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de creditspreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. Naast de portefeuille overheidsobligaties heeft KBC een portefeuille nietoverheidsobligaties (banken, bedrijven, supranationale entiteiten). Meer details over de componenten van de obligatieportefeuille vindt u in het Risk Report.

Blootstelling aan obligaties op jaareinde 2023, KBC Groep, boekwaarde(in miljoenen euro)

Tegen ge
amortiseerde
kostprijs
Tegen reële
waarde met
verwerking
van waarde
veranderin
gen in other
comprehen
sive income
(FVOCI)
Aangehouden
voor handels
doeleinden
Totaal Ter vergelij
king: totaal
einde 20223
Economische
invloed van
+100 basis
punten1
Overheidsobligaties 43 337 13 206 2 966 59 509 53 642 -2 803
Waarvan2
:
Tsjechië 12 079 1 278 2 254 15 611 13 556 -721
België 7 052 4 126 189 11 367 10 664 -659
Frankrijk 3 710 1 703 38 5 451 5 408 -223
Slowakije 3 524 617 66 4 207 3 618 -219
Hongarije 2 405 472 189 3 066 2 624 -114
Niet-overheidsobligaties 8 035 3 701 172 11 908 11 524 -359

1 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur. Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De gevoeligheidscijfers hebben betrekking op niet-tradingposities in overheidsobligaties voor de bank- en verzekeringsactiviteiten (de invloed op de blootstelling van de tradingportefeuille was vrij beperkt en bedroeg 35 miljoen euro op het einde van 2023).

2 Top 5 grootste portefeuilles overheidsobligaties.

3 De cijfers van 2022 zijn aangepast als gevolg van de overgang naar IFRS 17.

Aandelenrisico

Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risicorendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Het overgrote deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden als een economische afdekking van

langlopende verplichtingen van de verzekeringsmaatschappij. Ook andere entiteiten van de groep houden kleinere aandelenportefeuilles aan die van strategische aard zijn, zoals deelnemingen met betrekking tot de uitvoering van het bedrijfsmodel van KBC. De verdeling van de portefeuille per sector is beschikbaar in het Risk Report.

Aandelenportefeuille KBC-groep Bankactiviteiten Verzekeringsactiviteiten Groep
31-12-2023 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2022
(in miljarden euro)* 0,23 0,22 1,39 1,33 1,63 1,55
Waarvan niet-genoteerd 0,22 0,21 0,18 0,14 0,4 0,35

* De belangrijkste reden voor het verschil met Aandelen in Toelichting 4.1 van het deel Geconsolideerde jaarrekening, is dat de aandelen in de tradingportefeuille hierboven zijn uitgesloten, maar wel zijn opgenomen in de tabel in Toelichting 4.1.

Invloed van een 25%-daling van de aandelenkoersen, invloed op de waarde

(in miljoenen euro) 2023 2022
Bankactiviteiten -59 -55
Verzekeringsactiviteiten -348 -333
Totaal -407 -387
Niet-tradingaandelenpositie* Netto gerealiseerde winst
(in winst-en-verliesrekening)
Netto niet-gerealiseerde
winst op posities op het einde
van het jaar
(in eigen vermogen)
(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2022
Bankactiviteiten 19 12
Verzekeringsactiviteiten 2 -1 212 80
Totaal 2 -1 231 91

* Cijfers voor 2022 voor de verzekeringsactiviteiten en het totaal zijn aangepast als gevolg van de overgang naar IFRS 17.

Vastgoedrisico

De vastgoedactiviteiten van de groep houden een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille aan. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan als belegging voor zowel Niet-levenreserves als

Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als een langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risicorendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren.

Invloed van een 25%-daling van de vastgoedprijzen (in miljoenen euro) 2022
Bankportefeuilles -94 -94
Verzekeringsportefeuilles -107 -78
Totaal -201 -172

Inflatierisico

Inflatie kan een financiële instelling op vele manieren indirect beïnvloeden, bijvoorbeeld via wijzigingen van de rentetarieven of de operationele kosten. Als concept van marktrisico is inflatie in het algemeen daarom niet gemakkelijk kwantificeerbaar. Bepaalde financiële producten of instrumenten zijn echter rechtstreeks gekoppeld aan inflatie en hun waarde wordt rechtstreeks beïnvloed door een verandering in de marktverwachtingen. KBC Bank gebruikt inflatiegerelateerde obligaties om zijn

activaportefeuille te diversifiëren. Bij KBC Verzekeringen is het inflatierisico specifiek verbonden met de arbeidsongevallenverzekering, waar met name bij blijvende of langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente-uitkering aan de verzekerde wordt uitbetaald (waarbij de lijfrente wettelijk gekoppeld is aan de inflatie). KBC Verzekeringen beperkt de risico's gedeeltelijk door te beleggen in inflatiegerelateerde obligaties en vult zijn inflatieafdekkingsprogramma aan met beleggingen in

vastgoed en aandelen, omdat die activa traditioneel gecorreleerd zijn met de inflatie en geen einddatum hebben.

De bankactiviteiten houden een portefeuille van inflatiegerelateerde obligaties aan waarvan de gevoeligheid voor inflatiebewegingen (BPI) 7,5 miljoen euro bedraagt (0,10% verandering in de inflatieverwachting) aan het einde van 2023. Voor de verzekeringsactiviteiten werd de BPI van de verplichtingen berekend op 4,8 miljoen euro, waartegenover inflatiegerelateerde obligaties worden aangehouden met een BPI van 4,4 miljoen euro, aangevuld met een vastgoedportefeuille van 26 miljoen euro. De gevoeligheid van de verplichtingen voor inflatie is pas bekend met een kwartaal vertraging. Daarom zijn de verzekeringscijfers in dit deel gebaseerd op het derde kwartaal van 2023.

Wisselkoersrisico

Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid. De belangrijke wisselpositie in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille wordt via interne transacties overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze wordt beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille en van verzekerings- en andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in nieteuromunten die zijn opgenomen in de beleggingsportefeuille, zijn evenwel niet afgedekt, omdat de volatiliteit van de wisselkoersen wordt gezien als deel van de beleggingsopbrengst.

KBC concentreert zich op de stabilisatie van de common equity ratio voor wisselkoersschommelingen.

Invloed van een daling van de valutawaarde met 10%* Bank
activiteiten
Verzekerings
activiteiten
(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2022
CZK -209 -231 -31 -31
HUF -85 -100 -9 -7
BGN -93 -96 -22 -17
USD 6 -1 -52 -47

* Blootstelling voor valuta's waarvan de invloed op de bank- of verzekeringsactiviteiten meer dan 10 miljoen euro bedraagt.

Hedge accounting

Balansbeheer maakt gebruik van derivaten om rente- en valutarisico's te beperken. Het doel van hedge accounting is de volatiliteit van de winst-en-verliesrekening als gevolg van het gebruik van die derivaten te verminderen.

KBC heeft besloten geen hedge accounting toe te passen op krediet- en aandelenrisico's. Wanneer aan de noodzakelijke criteria is voldaan, wordt het toegepast om de boekhoudkundige mismatch tussen het

afdekkingsinstrument en de afgedekte positie weg te nemen. Meer informatie over hedge accounting vindt u in de Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Risicocategorieën waarvoor hedge accounting van toepassing is

Rentevoeten

Afdekkingsderivaten worden gebruikt om een renterisico te beperken dat voortvloeit uit een verschil in het renteprofiel van activa en hun financieringspassiva. De hedgeaccountingstatus van een afdekking kan gekoppeld zijn aan de actiefpost of de passiefpost.

Rentederivaten kunnen worden aangemerkt als:

  • afdekkingen van de reële waarde van activa of passiva. Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die worden aangemerkt en kwalificeren als reëlewaardeafdekkingen, worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, samen met de veranderingen in de reële waarde van het afgedekte actief of passief die toe te schrijven zijn aan het afgedekte risico. De winst of het verlies met betrekking tot het niet-effectieve deel wordt eveneens opgenomen in de winst-en-verliesrekening;
  • afdekkingen van de kasstroom van opgenomen activa en passiva die ofwel zekere, ofwel zeer waarschijnlijke verwachte transacties zijn. Het effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van derivaten die worden aangemerkt en kwalificeren als kasstroomafdekkingen, wordt opgenomen in de afdekkingsreserve van kasstroomafdekkingen in het eigen vermogen. De winst of het verlies met betrekking tot het niet-effectieve deel wordt rechtstreeks opgenomen in de winst-enverliesrekening.

KBC gebruikt macrostrategieën voor hedge accounting voor homogene portefeuilles van kleinere elementen, waarbij de frequentie van optreden of de relatief kleine omvang van de gemiddelde transactie de één-op-één-relatie suboptimaal maakt. Dat is onder meer het geval voor hypotheken, leningen aan kmo's of deposito's van klanten. Macrostrategieën kunnen dynamisch zijn en frequent

veranderen, onder meer op basis van een balancering van de portefeuille (open portfolio hedge). Microafdekking wordt gebruikt wanneer grote individuele

activa of passiva worden afgedekt. Typische activa zijn grote bedrijfsleningen en obligatieaankopen waarvoor het creditspreadprofiel relevant is. Passiva kunnen eigen emissies van KBC zijn of specifieke langetermijnfaciliteiten aangeboden door een centrale bank. Microafdekkingen zijn gebaseerd op de reële waarde of op kasstromen.

Valuta

KBC heeft strategische beleggingen in niet-euromunten. De netto-inventariswaarde van belangrijke deelnemingen wordt deels in de lokale munt gefinancierd met deposito's en valutaderivaten om de stabiliteit van de common equity ratio te verzekeren. Door gebruik te maken van afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten wordt de valutacomponent in het eigen vermogen opgenomen tot de realisatie (afwikkeling van de financiering als gevolg van liquidatie, dividenduitkeringen of andere verminderingen van de netto-inventariswaarde).

KBC heeft ook een beperkte portefeuille van obligaties in vreemde valuta die gefinancierd worden met opbrengsten in euro. Die obligaties worden afgedekt door cross-currency renteswaps om een synthetische vaste rente-opbrengst in euro te creëren. Kasstroomafdekkingen (micro-hedge) worden toegepast om de valutavolatiliteit te beperken.

Afdekkingseffectiviteit

De afdekkingseffectiviteit wordt bepaald bij het aangaan van de afdekkingsrelatie, en ook door periodieke

prospectieve en retrospectieve effectiviteitsbeoordelingen om ervoor te zorgen dat er een relevante relatie blijft bestaan tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument.

Effectiviteitscontrole

Voor rentevoeten worden verschillende prospectieve en retrospectieve controles uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de relatie tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument in aanmerking komt voor de hedgeaccountingstrategie.

Prospectieve tests zijn meestal gebaseerd op een gevoeligheidsanalyse (waarbij wordt nagegaan of de basis point value van de afgedekte portefeuille ten opzichte van het afdekkingsinstrument binnen het interval van 80-125% blijft) of op volumetests (als de hoofdsom van de voor afdekking in aanmerking komende instrumenten hoger is dan het nominale volume van de afdekkingsinstrumenten waarvan wordt verwacht dat ze in elke gespecificeerde tijdskorf worden geherprijsd of terugbetaald). Voor macrokasstroomafdekkingen wordt aan de hand van uitgebreide toekomstgerichte analyses beoordeeld of het voldoende waarschijnlijk is dat het toekomstige volume van afgedekte posities het volume van de afdekkingsinstrumenten grotendeels zal dekken. Voor elke

afdekkingsstrategie wordt een afdekkingsratio berekend, die meet welke proportie van een portefeuille met derivaten wordt afgedekt.

De retrospectieve effectiviteitscontrole van de afdekkingsrelatie wordt periodiek uitgevoerd door de verandering in de reële waarde van de portefeuille van afdekkingsinstrumenten te vergelijken met de verandering in

de reële waarde van de afgedekte in aanmerking komende posities die toe te rekenen zijn aan het afgedekte risico over een bepaalde periode (de verhouding van de veranderingen in reële waarde blijft binnen het interval van 80-125%). Voor de afdekking van valutarisico's wordt de effectiviteit verzekerd door de som van het nominale bedrag van de financieringstransacties en valutaderivaten aan te passen aan het beoogde afdekkingsbedrag van de strategische deelnemingen. Voor obligaties in vreemde valuta die zijn geswapt in euro, worden ook de begindatum, de vervaldatum en de coupondata in overeenstemming gebracht.

Bronnen van niet-effectieve afdekking

Ineffectiviteit voor renteswaps kan optreden als gevolg van:

  • verschillen in relevante aspecten tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument (kan verschillen in rentecurves en periodiciteit omvatten);
  • een daling van het volume van de afgedekte positie tot onder het volume van de afdekkingsinstrumenten voor een tijdskorf;
  • de aanpassing van de kredietwaardering van de renteswap die niet wordt gecompenseerd door de lening. De afdekkingsswaps worden echter volledig gedekt door een onderpand of verhandeld via clearinginstellingen en de aanpassing van de kredietwaardering is beperkt.

Wat de afdekking van de netto-investering in vreemde valuta betreft, kan de rentecomponent van de afdekkingsinstrumenten een bron van inefficiëntie zijn. Het tegenpartijrisico op het afdekkingsinstrument, zelfs als er een zekerheid tegenover staat, kan ook een bron van inefficiëntie zijn.

Stopzetting van hedge accounting

Hedge-accountingstrategieën die de effectiviteitscontrole niet doorstaan, worden stopgezet. Een niet langer aangemerkt afdekkingsinstrument kan in een nieuwe afdekkingsrelatie opnieuw worden aangemerkt. Effectieve hedge-accountingstrategieën kunnen ook om technische of strategische redenen worden beëindigd. Elke eventuele invloed op de winst-en-verliesrekening die voortvloeit uit niet-effectieve afdekking en stopzetting, wordt gerapporteerd aan het Groeps-ALCO.

Kapitaalgevoeligheid voor marktbewegingen

Het beschikbare kapitaal kan worden beïnvloed door veranderingen in de waarde van balansposten (bv. overheids- en bedrijfsobligaties en aandelen) die worden geboekt tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten en tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Die invloed kan negatief zijn als de markt onder stress staat, wat een gevolg kan zijn van een aantal marktparameters, zoals stijgende swaprentes of obligatiespreads of dalende aandelenkoersen. Bij KBC gebruiken we die kapitaalgevoeligheid als een gemeenschappelijke noemer om de kwetsbaarheid van de bankportefeuille voor verschillende marktrisicoschokken te meten.

CET1-gevoeligheid voor belangrijkste marktfactoren (Deense compromismethode), KBC Groep
(in procentpunten van CET1-ratio), IFRS-invloed veroorzaakt door:
31-12-2023 31-12-2022
een parallelle beweging van de rente met +100 basispunten -0,1% -0,1%
een parallelle beweging van de spread met +100 basispunten -0,2% -0,1%
een daling van de aandelenkoersen met -25% -0,1% -0,1%

De tabel toont aan dat de gevoeligheid van het kapitaal voor marktbewegingen beperkt is. Dat komt omdat het grootste deel van de obligatieportefeuille van KBC geacht wordt tot einde looptijd te worden aangehouden en daarom tegen geamortiseerde kostprijs wordt geboekt. Deze posities hebben geen invloed op het kapitaal, tenzij ze voor de vervaldag worden geliquideerd. Merk op dat KBC een

aanzienlijke hoeveelheid liquide middelen aanhoudt (zie het deel over liquiditeit) om onverwachte uitstromen van financiering op te vangen. Als die niet zou volstaan, kan KBC nog altijd repo-overeenkomsten afsluiten om toegang te krijgen tot liquiditeit in plaats van verliezen te moeten boeken op de obligaties.

Niet-financiële risico's

Operationeel risico

Operationeel risico is het risico van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak.

Beheer van het operationeel risico

Op het vlak van operationeel risico wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Interne Controle (GICC) om de kwaliteit en de doeltreffendheid van het internecontrolesysteem van KBC te versterken. Het beleid, de regels en procedures voor de uitvoering van het operationeelrisicobeheer in de hele KBC-groep worden uiteengezet in het Operational Risk Mangement Framework. Dat kader sluit aan bij de Basel-vereiste inzake operationele veerkracht en de EU-wet inzake digitale operationele veerkracht (DORA) - Verordening (EU) 2022/2554. De toepassing ervan wordt gecoördineerd en bewaakt door het Competentiecentrum voor Operationeel Risico van Risico Groep, dat bestaat uit risico-experts op groeps- en lokaal niveau. Het Competentiecentrum werkt samen met andere expertfuncties voor de negen subtypes van operationeel risico: informatietechnologierisico,

informatiebeveiligingsrisico, bedrijfscontinuïteitsrisico, procesrisico, uitbestedings- en derdenrisico, modelrisico, juridisch risico, frauderisico en persoonlijke- en fysiekeveiligheidsrisico.

Bouwstenen voor het operationeelrisicobeheer

• Risico-identificatie: KBC identificeert zijn operationele risico's op basis van diverse bronnen, zoals het opvolgen van de wetgeving, gebruikmaken van de resultaten van het New and Active Products Process (NAPP), het uitvoeren van risicoscans, het analyseren van belangrijke risicoindicatoren (Key Risk Indicators) en het uitvoeren van onafhankelijke controlebewakingsactiviteiten en root cause analyses van operationele incidenten, near misses en verliezen. Er bestaat een gestructureerde set van operationele risico's en daarmee samenhangende risicobeperkende controles, waarbij een herzieningsproces ervoor zorgt dat de set wordt aangepast aan nieuwe of opduikende subtypes van operationele risico's. De interne beoordelingen van risico's in de operationele bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd door de eerste verdedigingslinie met als doel bijkomende lokale risico's en mogelijke hiaten in de operationele controles te identificeren. Er worden dynamische trigger-based risicobeoordelingen uitgevoerd, die gebaseerd zijn op de voortdurende screening van zowel interne als externe risicogebeurtenissen. Bovendien wordt regelmatig proactief een scan van de omgeving uitgevoerd om

externe of interne (cyber)trends op te sporen die een directe of indirecte negatieve invloed op ons bedrijf kunnen hebben. Die worden ook wel risicosignalen genoemd en worden gerapporteerd via het Integrated Risk Report.

  • • Risicometing: Er zijn uniforme metrics en schalen op groepsniveau om de individuele (inherente en resterende) operationeelrisiconiveaus in de bedrijfsactiviteiten te bepalen en om het risicoprofiel van een entiteit te onderbouwen, op een alomvattende en geïntegreerde manier voor alle subtypes van operationeel risico en voor de hele KBC-groep en zijn entiteiten. Daarnaast wordt een groepswijde uniforme schaal gebruikt om de internecontrolestatus van bedrijfsactiviteiten en KBC-entiteiten uit te drukken. De datagestuurde risicobeoordeling van de controleomgeving resulteert in Internal Control Statement (ICS)-scores gebaseerd op de indicatoren die zijn afgeleid uit de groepswijde tools, bv:
    • de controlematuriteit, die de doeltreffendheid van de controles weerspiegelt;
    • het aantal uitstaande actieplannen en auditaanbevelingen;
    • risicoacceptaties;
    • operationele verliezen (en juridische claims);
    • near misses.

Er zijn metrics bepaald om de doeltreffendheid van de controles te onderbouwen met feiten en cijfers. Enkele voorbeelden zijn, zonder limitatief te zijn, statistieken over vermogensbeheer, de klikratio van werknemers bij phishingcampagnes, de snelheid waarmee kwetsbaarheden in websites worden verholpen en andere metrics met betrekking tot bedreigingen voor KBC-klanten en -ondernemingen, het aantal fouten dat ex post wordt vastgesteld via de boekhoudkundige aansluiting en het aantal verwerkingsfouten.

• De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: voor operationeel risico wordt overkoepelend een risicobereidheid bepaald, maar ook op het niveau van elk subtype van operationeel risico. Het risicoprofiel meet in welke mate KBC Groep en zijn entiteiten momenteel zijn blootgesteld aan elk risico. Het huidige operationeelrisicoprofiel in verhouding tot de operationeelrisicobereidheid wordt elk kwartaal besproken in het Operational and Compliance Core-rapport aan het GICC.

  • • Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging: de analyse en rapportering van operationeel risico is bedoeld om het management een transparant en volledig, toekomstgericht en ex-postbeeld te geven van de ontwikkeling van het risicoprofiel en de context waarin KBC actief is. Er wordt structureel gerapporteerd aan het GICC via het Operational and Compliance Risk Report en het Integrated Risk Report (op kwartaalbasis) en aan het Global IT Committee (GITCO) (op maandbasis). Het GITCO fungeert als bestuursstructuur om de informatiebeveiligings- en IT-strategie binnen de groep op één lijn te brengen. De maturiteit van de internecontroleomgeving wordt een keer per jaar meegedeeld aan het senior management van KBC via de jaarlijkse Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding) aan het Directiecomité/het RCC/de Raad van Bestuur en aan de NBB, de FSMA en de ECB.
  • • Stresstests: het Competentiecentrum voor Operationeel Risico definieert scenario's met een potentiële negatieve impact op de (financiële) positie van KBC om de KBCentiteiten voor te bereiden op (extreme) crisissituaties. Deze scenario's beschrijven specifieke operationeelrisicogebeurtenissen die gaan van plausibel tot uitzonderlijk of zelfs extreem en/of veranderingen in de gevolgen van verlies door operationeel risico volgens het basisscenario en het ongunstige scenario. Dankzij stresstests, bijvoorbeeld, kunnen KBC-entiteiten lokale cybercrises het hoofd bieden en grote incidenten aanpakken. Om ervoor te zorgen dat de informatiebeveiligings- en informatietechnologierisico's effectief worden beperkt, wordt in de hele groep regelmatig een aantal tests uitgevoerd, zoals ethische hackingoefeningen, technische Cyber Resilience and Readiness-tests, gedetailleerde onderzoeken, phishingtests voor werknemers, crisissimulaties en andere incidentoefeningen.

In 2023 werd specifieke aandacht besteed aan:

Informatierisicobeheer

Binnen het operationeelrisicobeheer omvat informatierisicobeheer de risico's van informatiebeveiliging, informatietechnologie en bedrijfscontinuïteitsbeheer. Onder dit laatste valt ook crisismanagement. Het informatiebeveiligingsrisico is een van de belangrijkste risico's waarmee financiële instellingen vandaag de dag worden geconfronteerd, omdat het wordt bepaald door steeds belangrijker wordende externe (zoals geopolitieke spanningen, cybercriminaliteit, technologische groei en innovatie, bv. artificiële intelligentie) en interne factoren (zoals verdere digitalisering, experimenten met opkomende technologie, enz.).

Het Competentiecentrum voor Informatierisicobeheer van KBC (Group IRM) maakt deel uit van Risico Groep en omvat zowel de traditionele zekerheidsactiviteiten (standaarden bepalen, controles ter discussie stellen, groepswijde rapportering) als het internationaal erkende en gecertifieerde Group Cyber Emergency & Response Team (CERT) van KBC. Elk land heeft een lokaal tweedelijnsteam (lokaal 2LoD IRM) dat zich concentreert op informatierisico en vergelijkbare verantwoordelijkheden heeft als Group IRM in zijn kernactiviteiten. Deze lokale teams worden functioneel aangestuurd door Group IRM om hun mogelijkheden te versterken.

Uitbestedingsrisicobeheer

Het beheer van het uitbestedingrisico is een specifiek onderdeel van derdenrisicobeheer. De wettelijke vereisten inzake de opvolging, meting en rapportering van het uitbestedingsrisico zijn in de loop der jaren toegenomen. Omdat contracten sluiten met externe dienstverleners een essentieel onderdeel is van de operationele processen en uitbesteding binnen de groep een belangrijk aspect is van de KBC-strategie, blijft de noodzaak om aandacht te besteden aan het uitbestedingsrisico een belangrijk onderdeel van het groepswijde risicobeheer bij KBC.

Om een sterk beheer van zijn uitbestedingsprocessen en -risico's te verzekeren, heeft KBC een groepswijd uitbestedingskader ingevoerd, dat bestaat uit een groepswijd uitbestedingsbeleid en groepswijde uitbestedingsrisiconormen. Zowel het beleid als de normen worden ondersteund door advies van de eerste en tweede verdedigingslinie om een gestandaardiseerde aanpak binnen de hele KBC-groep te waarborgen, in overeenstemming met de EBA-richtsnoeren inzake uitbesteding.

Er bestaan belangrijke controledoelstellingen om de risico's die voortvloeien uit externe of interne uitbesteding gedurende de volledige levenscyclus van een dienstverlener, van de selectie en de precontractuele fase tot de strategieën voor verlenging, beëindiging en uitstap, adequaat te beperken. Een kwaliteitsvolle risicogovernance van de uitbestede activiteiten van KBC wordt verzekerd door regelmatige risicobeoordelingen (inclusief een reeks verplichte subrisico's: proces-, IT-, informatiebeveiligings-, ESG-, model-, fraude-, juridisch, concentratie-, offshoringen step-inrisico), waarbij de frequentie wordt bepaald door hoe kritiek de uitbestede activiteit is.

Modelrisicobeheer

De datagedreven strategie van KBC wordt onderbouwd door een groeiende reeks geavanceerde wiskundige, statistische en numerieke modellen om de besluitvorming te ondersteunen, risico's te meten en te beheren, bedrijfsactiviteiten te beheren en processen te stroomlijnen. Op AI-gebaseerde modellen worden ook steeds vaker gebruikt in verschillende bedrijfsdomeinen (bankieren, verzekeren, vermogensbeheer). Naarmate het gebruik van modellen toeneemt, wordt het ook almaar belangrijker de risico's die verband houden met het ontwerp, de implementatie of het gebruik van modellen te herkennen, begrijpen en beperken, om zowel KBC als zijn klanten te beschermen.

De normen voor modelrisicobeheer van KBC bieden een kader om modelrisico's te identificeren, begrijpen en efficiënt te beheren, op dezelfde manier als elk ander risicotype.

Bedrijfscontinuïteitsbeheer, inclusief crisisbeheer

Om te garanderen dat kritieke diensten beschikbaar blijven, beschikt KBC over een bedrijfscontinuïteitsbeheerproces (BCM). Dat zorgt ervoor dat er regelmatig een businessimpactanalyse wordt uitgevoerd en dat er hersteltijddoelstellingen worden bepaald en toegepast.

Het bedrijfscontinuïteitsbeheerproces is een matuur proces binnen de groep, waarbij de nadruk ligt op zowel preventie als respons. Crisispreventie is erop gericht de kans op een crisis te verkleinen, terwijl crisisrespons is gericht op het effectief en efficiënt afhandelen van een crisis als die zich voordoet. Daarvoor zijn praktische scenario's beschikbaar, draaiboeken genaamd, over hoe een lopende crisis moet worden aangepakt.

Compliancerisico

Compliancerisico is het risico dat aan een instelling en/of haar werknemers een gerechtelijke, administratieve of reglementaire sanctie wordt opgelegd voor het niet naleven van wetten en regelgeving met betrekking tot de compliancedomeinen, met reputatieverlies en mogelijke financiële schade tot gevolg. Dat reputatieverlies kan ook het gevolg zijn van het niet naleven van het interne beleid ter zake en van de eigen waarden en gedragsregels van de instelling met betrekking tot de integriteit van haar activiteiten.

De activiteiten van de compliancefunctie moeten prioritair en minimaal gericht zijn op de volgende integriteitsgebieden: de voorkoming van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, de voorkoming van belastingfraude, bescherming van beleggers, gegevensbescherming, ethisch ondernemen, frauderisicobeheer, bescherming van de verzekeringnemer, non-discriminatie, consumentenbescherming, governance-aspecten van CRD IV en V, Solvency II en/of lokale wetgeving en duurzame financiering.

Op het vlak van compliancerisico wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Interne Controle (GICC) om de kwaliteit en de doeltreffendheid van het internecontrolesysteem van KBC te versterken. Het compliancerisico wordt behandeld door het Compliancecharter, het Integriteitsbeleid en de Groepscomplianceregels. Er is een gecoördineerde aanpak om compliancerisico's op te nemen in risicoprocessen als dat relevant is (bv. risicoscan, risicobereidheid, enz.).

Om compliancerisico's te beheren, streeft KBC ernaar de wetten en regelgeving in de compliancedomeinen na te leven, zoals bepaald in zijn Compliancecharter. De compliancefunctie vervult een tweeledige rol bij het beheer van die risico's: enerzijds geeft ze advies vanuit een onafhankelijke invalshoek over de interpretatie van wetten en regelgeving die betrekking hebben op de domeinen waarin ze actief is. Vanuit die preventieve rol heeft ze Groepscomplianceregels uitgevaardigd, die

minimumvereisten definiëren voor de hele groep, stelt ze procedures en instructies en opleidingen op maat op, geeft ze dagelijkse adviezen en onafhankelijke opinies in het New and Active Products Process, levert ze informatie aan de governanceorganen over nieuwe regelgevende ontwikkelingen ter ondersteuning van de groepsstrategie en zorgt ze voor de implementatie van de wettelijke en regelgevende vereisten door de verschillende betrokken businesses. Anderzijds voert de compliancefunctie als tweede verdedigingslinie een risicogebaseerde controle uit om de toereikendheid van het internecontrolesysteem te waarborgen. Meer specifiek laat de controle toe om na te gaan of de wettelijke en reglementaire vereisten die betrekking hebben op de verschillende compliancedomeinen correct worden toegepast in de business. Het heeft ook tot doel de doeltreffendheid en efficiëntie te waarborgen van de controles die de eerste verdedigingslinie uitvoert. Bovendien worden in de belangrijkste entiteiten van de groep kwaliteitscontroles

uitgevoerd om de Raad van Bestuur ervan te verzekeren dat het compliancerisico naar behoren wordt beoordeeld door de lokale compliancefunctie.

Sinds 2020 zijn er aanzienlijke inspanningen geleverd om de compliancefunctie schaalbaar en futureproof te maken. Dit werd bereikt door meer processen te vereenvoudigen, de samenwerking tussen teams in de hele groep te bevorderen en centrale sturing door middel van programma's om uitmuntendheid in ontwerp en efficiëntie te garanderen, bijvoorbeeld door automatisering en artificiële intelligentie. Daarom is als eerste stap een gemeenschappelijk geïntegreerd platform ontwikkeld om het beheer van het witwasrisico te verbeteren – 'Know Your Transaction' – dat wordt uitgerold in België en de Centraal-Europese entiteiten. Op basis van modellen en machine learning kan daarmee onder andere ongewoon gedrag beter worden opgespoord. In de afgelopen jaren zijn de middelen binnen de compliancefunctie uitgebreid, waardoor het Compliance Monitoring-programma aanzienlijk kon worden versterkt en we gelijke tred kunnen houden met de toenemende reglementaire vereisten en de snelle strategische en bedrijfsontwikkelingen.

De waarden die de Groep verdedigt en de belangrijkste vereisten worden verder uitgewerkt in het Integriteitsbeleid. Ze worden aangevuld met een inhoudelijke strategie en met backward- en forward-looking kwalitatieve en kwantitatieve Key Risk Indicators en prestatie-indicatoren, om het risicoprofiel van de organisatie beter te onderbouwen en om het uiteindelijke doel van conformiteit met de letter en de geest van de wet te weerspiegelen.

De voorkoming van het witwassen van geld en van de financiering van terrorisme, inclusief embargo's, was de voorbije jaren een topprioriteit voor de compliancefunctie en zal ook in 2024 een prioriteit blijven. Het is een domein waar kennis van de klant (Know Your Customer, KYC), het updaten

van hun profiel en het opvolgen van transacties (Know Your Transaction, KYT) essentieel zijn. Er worden ononderbroken inspanningen geleverd om de organisatie aan te passen aan een voortdurend veranderende regelgeving, in het bijzonder ten aanzien van klanten die een verhoogd risico vormen en voor wie aanvullende informatie nodig is. Er werd een Financial Crime Unit opgericht om de synergieën tussen AML (Antiwitwas), Embargo's en Fraude te verbeteren. De compliancefunctie volgt ook van nabij de EU-ontwikkelingen op het vlak van de nieuwe AML-autoriteit (AMLA) en de reglementaire bepalingen die in 2024 worden verwacht. Er wordt bijzondere nadruk gelegd op een preventieve aanpak van risicobeheer (bijvoorbeeld maatregelen tegen het omzeilen van embargo's).

De controlefuncties, waaronder Compliance, zorgen er in het kader van het New and Active Products Process voor dat de lancering van nieuwe producten in overeenstemming is met de vele wettelijke en reglementaire bepalingen, zoals MiFID II, de Verzekeringsdistributierichtlijn (IDD) en andere lokale en EU-regelgeving, en ook met de waarden van KBC.

De naleving van de GDPR en verplichtingen inzake gegevensbescherming is een centraal kenmerk van elke duurzame en klantgerichte organisatie. In het kader van de datagedreven strategie van KBC is het van cruciaal belang om aandacht te besteden aan alle (talrijke) aankomende ontwikkelingen in de regelgeving op het gebied van gegevensbescherming. Voortdurende waakzaamheid op het gebied van gegevensbescherming is essentieel om toekomstbestendige, geloofwaardige en betrouwbare bankverzekeringsactiviteiten te garanderen. Sinds 2020 is Kate, de persoonlijke assistent, slimmer geworden en slaagt ze er almaar beter in het dagelijkse leven van onze klanten gemakkelijker te maken. Het onderzoek naar een eventueel gebruik van generatieve AI-modellen wordt nauwlettend gevolgd om ervoor te zorgen dat de risico's naar behoren worden geïdentificeerd.

Reputatierisico

Reputatierisico ontstaat uit het verlies van vertrouwen van of een negatieve perceptie bij stakeholders (zoals KBCmedewerkers en -vertegenwoordigers, klanten en niet-klanten, aandeelhouders, beleggers, financieel analisten, ratingbureaus, de lokale gemeenschap waarin het actief is, enz.) – al dan niet correct – die een nadelige invloed kunnen hebben op de mogelijkheid van een bedrijf om bestaande zakelijke of klantenrelaties te onderhouden of nieuwe relaties op te bouwen en om blijvend toegang te hebben tot financieringsbronnen.

Reputatie is een waardevol goed in het bedrijfsleven en dat geldt zeker voor de financiëledienstensector, die in hoge mate drijft op vertrouwen. Het reputatierisico is doorgaans een secundair risico, omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico. Om het reputatierisico te beheren, blijven we ons richten op duurzame en rendabele groei en bevorderen we een sterke bedrijfscultuur die verantwoord gedrag aanmoedigt, ook op het vlak van sociale en milieuverantwoordelijkheid. We stellen de belangen van de klant centraal en bevorderen het vertrouwen door de klant eerlijk en oprecht te behandelen.

Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop reputatierisicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Reputational Risk Management Framework. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum Reputatierisico. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door gespecialiseerde afdelingen (waaronder Communicatie Groep, Investor Relations en Compliance Groep).

ESG in het beheer van niet-financiële risico's

De belangrijkste effecten van klimaat- en andere milieurisico's op ons operationeel- en reputatierisicoprofiel worden geïdentificeerd in de Climate Risk Impact Map en pilootoefeningen voor andere milieurisico's (zie ESG in ons risicobeheer).

Binnen onze operationeelrisicobeheerprocessen zijn er controles voor het beheer van het cyberrisico, modelrisico (bv. het vermijden van vooroordelen in modellen, het waarborgen van ethische AI), de bedrijfscontinuïteit (bv. zorgen voor continuïteit van de dienstverlening aan klanten, ook in geval van verstoring door klimaat- of andere ESGrisicofactoren), juridisch risico (waaronder klimaatgeschillen), persoonlijke- en fysiekeveiligheidsrisico's (met betrekking tot personeel en klanten).

Wat de sociale en governancerisico's betreft, hangen verscheidene compliancedomeinen zoals beschreven in het Compliancecharter van KBC nauw samen met sociale en

governancerisico's (bv. Corporate Governance, Gedrag, Embargo, Beleggersbescherming, Gegevensbescherming, Ethiek & Fraude, Consumentenbescherming en Antiwitwas). Cyberrisico, compliancerisico's (waaronder antiwitwas, GDPR en embargo's) en gedragsrisico worden al enkele jaren door het Directiecomité en de Raad van Bestuur als top risks aangemerkt. Ook worden duurzame beleggingen en ESG-kenmerken in MiFID en IDD nauwlettend gevolgd vanuit complianceperspectief, evenals de strategie inzake duurzame financiering in het algemeen.

We houden ook rekening met het duurzaamheids- en het klimaatbeleid bij de beslissing over nieuwe producten of diensten. Bijzondere aandacht gaat uit naar het correct toekennen van een 'groen' label aan nieuw ontwikkelde producten, in overeenstemming met regelgevingskaders zoals de EU-taxonomie en het International Capital Markets Association (ICMA)-kader voor groene obligaties.

Om de reputatierisico's te beheren, stimuleert KBC een sterke bedrijfscultuur die verantwoord gedrag in de hele organisatie aanmoedigt, ook op het vlak van sociale en milieuverantwoordelijkheid. Om onze rol in de samenleving te vervullen, willen we onze klanten ondersteunen bij de transitie naar een koolstofarme economie in al onze kernactiviteiten. Ons duurzaamheidsbeleid, onze duurzaamheidsbeperkingen en -doelstellingen bepalen een duidelijk risicospeelveld met betrekking tot ESG-risico's. Bovendien houden we de reputatierisico's onder controle door onze ESG-ratings nauwlettend te bewaken en af te zetten tegen die van sectorgenoten, door gepaste beoordelingen te maken en te reageren op controverses.

Meer informatie vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Marktrisico in tradingactiviteiten

Marktrisico houdt verband met wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van prijzen op de financiële markten. Marktrisico in tradingactiviteiten is de eventuele negatieve afwijking ten aanzien van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) in de handelsportefeuille veroorzaakt door veranderende rentevoeten, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen, enz.

De strategische doelstellingen van KBC bij het uitvoeren van tradingactiviteiten zijn het aanbieden van degelijke en geschikte financiële producten en oplossingen aan zijn klanten om hen te helpen hun risico's te beheren en toegang te krijgen tot kapitaal, en het uitvoeren van gecertificeerde marketmakingactiviteiten. Doordat we het marktrisico dat voortvloeit uit die oplossingen op maat voor onze klanten afdekken met standaard marktproducten, blijven we met een aantal resterende marktrisico's zitten als gevolg van de mismatch tussen de meer marktconforme standaardgroottes en vervaldata en de oplossingen die we aan onze klanten leveren.

Onze tradingactiviteiten zijn vooral gericht op renteinstrumenten, terwijl de activiteit op de valutamarkten en met betrekking tot aandelen van oudsher beperkt is. Deze activiteiten worden uitgevoerd door onze dealingrooms in onze thuislanden en via een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. Waar dat mogelijk en praktisch haalbaar is, worden de resterende tradingposities van onze buitenlandse entiteiten systematisch overgedragen aan KBC Bank NV, in het kader van het centrale beheer van de tradingactiviteiten van de groep, zowel vanuit businessperspectief als vanuit het oogpunt van risicobeheer. Als gevolg daarvan tekent KBC Bank NV voor ongeveer 98% van het aan de handelsportefeuille gerelateerde reglementaire kapitaal van KBC Groep NV.

De lage risicobereidheid van KBC voor het marktrisico in tradingactiviteiten blijkt uit het feit dat de risicogewogen activa voor marktrisico in tradingactiviteiten 2 tot 3% van de totale risicogewogen activa van KBC bedroegen. Hierna geven we een algemeen overzicht van het marktrisico in tradingactiviteiten. Meer details vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Beheer van het marktrisico

Op het vlak van marktrisico in tradingactiviteiten wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Markten (GMC) dat advies geeft over risicobewaking en kapitaalgebruik met betrekking tot tradingactiviteiten. Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop tradingrisicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Risk Management Framework voor marktrisico's in tradingactiviteiten. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum voor Marktrisico's in tradingactiviteiten.

Bouwstenen voor het beheer van marktrisico

  • • Risico-identificatie: de risicofunctie analyseert de resultaten van waarde- en risicoberekeningen, marktontwikkelingen, ESG-risicobeoordelingen, sectortrends, nieuwe modelvormingsinzichten, wijzigingen in regelgeving, enz. Voorts onderzoekt de risicofunctie, vooraleer een nieuw of gewijzigd dealingroomproduct of -activiteit kan worden gelanceerd, of de risicoaspecten (incl. ESG-risico's) correct en voldoende zijn afgedekt en verstrekt ze een risicoadvies dat vetobevoegdheden omvat en deel uitmaakt van het NAPP.
  • • Risicometing: de verantwoordelijkheid voor de definities die worden gebruikt voor de groepswijde meting van het marktrisico in tradingactiviteiten ligt bij de risicofunctie. We meten het risico aan de hand van een aantal parameters, waaronder nominale posities, concentraties, Basis-Point-Value (BPV) en andere gevoeligheden (de zogenaamde greeks) en scenarioanalyse. Het belangrijkste instrument voor de berekening en bewaking van marktrisico's in de tradingportefeuille is evenwel de Historical Value-at-Risk-methode (HVaR), die een raming geeft van de economische waarde die een bepaalde portefeuille over een bepaalde houdperiode zou kunnen verliezen als gevolg van marktrisico, met een gegeven betrouwbaarheidsniveau.
  • • De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de risicobereidheid voor het marktrisico in tradingactiviteiten wordt bepaald in overeenstemming met de algemene vereisten die zijn opgenomen in ons overkoepelende risicobeheerkader. Ze wordt door het GMC bewaakt via een risicolimietenraamwerk dat bestaat uit een hiërarchie van limieten en vroege waarschuwingssignalen. Deze zijn bepaald tot op handelsdeskniveau en omvatten, naast de HVaR, een reeks concentratielimieten, Basis-Point-Value-limieten en (stress)scenariolimieten.
  • • Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging: naast de meer proactieve elementen die we onder Risicoidentificatie hebben beschreven, betreft dit het opstellen van de nodige externe en interne rapporten, het geven van advies over businessvoorstellen en het bewaken en verstrekken van advies over de risico's die aan de posities verbonden zijn. We volgen de risico's verbonden aan de posities dagelijks op met behulp van het

risicolimietenraamwerk. Het GMC, dat maandelijks bijeenkomt, ontvangt een uitgebreid kernverslag en periodieke en ad-hocmemo's en -rapporten. Het GMC ontvangt ook halfweg tussen de maandelijkse bijeenkomsten een dashboard. De frequentie daarvan wordt verhoogd (tot dagelijks als dat nodig is) naargelang van de marktomstandigheden. Het Directiecomité bekrachtigt de notulen van de GMC-vergaderingen en ontvangt ook informatie over het marktrisico en risicosignalen in zijn Integrated Risk Report (acht keer per jaar).

• Stresstests: naast het risicolimietenraamwerk voeren we wekelijks uitgebreide stresstests op onze posities uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario's omvatten zowel het marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen. De stresstests worden besproken op GMC-vergaderingen, zodat de leden inzicht krijgen in de potentiële zwakheden in de posities van de groep.

ESG in het beheer van marktrisico in tradingactiviteiten

Klimaat- en andere milieurisico's zijn in deze tijden een belangrijk onderwerp en ze worden dan ook in overweging genomen en geanalyseerd in het kader van bedrijfsplanning en zijn geïntegreerd in het marktrisicobeheer. Hoewel ESG-risicobeoordelingen (bv. de Climate Risk Impact Map en pilootstudies naar andere milieurisico's) hebben bevestigd dat ESG-aspecten binnen het marktrisico als verwaarloosbaar kunnen worden beschouwd, wordt het Groepscomité Markten (GMC) daarvan nauwgezet op de hoogte gehouden via een driemaandelijkse update (inclusief ESG-dashboards en resultaten van klimaatrisicostresstests voor de handelsportefeuille) en een volledige beoordeling op jaarbasis.

Meer informatie vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Marktrisicoprofiel

Ons goedgekeurde interne model (Approved Internal Model) wordt gebruikt om het overgrote deel van het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico te berekenen. Het reglementaire kapitaalbeslag voor bedrijfsactiviteiten die niet in het goedgekeurde interne model zijn opgenomen, wordt gemeten volgens de standaardbenadering. De volgende tabellen tonen de Management HVaR (volgens ons goedgekeurde interne model en met een 99% betrouwbaarheidsinterval, houdperiode van 1 dag) voor de resterende tradingposities in alle dealingrooms van KBC die met HVaR kunnen worden gemodelleerd, en de indeling naar risicotype.

Marktrisico (Management HVaR) (in miljoenen euro) 2023 2022
Gemiddelde 1e kwartaal 7 8
Gemiddelde 2e kwartaal 6 9
Gemiddelde 3e kwartaal 6 10
Gemiddelde 4e kwartaal 7 9
Op 31 december 8 7
Maximum in jaar 10 12
Minimum in jaar 4 6
Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR voor de KBC-groep
(Management HVaR; in miljoenen euro)
Gemiddelde
voor 2023
Gemiddelde
voor 2022
Renterisico 6,3 8,6
Wisselkoersrisico 0,9 1,3
Valutaoptierisico 0,2 0,3
Aandelenrisico 2,1 0,8
Invloed van diversificatie -3,0 -2,1
Totale HVaR 6,5 8,9

Liquiditeitsrisico

Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn schulden en verplichtingen tijdig na te komen zonder hoger dan verwachte verliezen te lijden.

Beheer van het liquiditeitsrisico

Inzake liquiditeitsrisico wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Assets and Liabilities (ALCO), dat het ondersteunt op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau, met inbegrip van liquiditeit en financiering. Het beleid, de regels en procedures en de manier waarop het beheer van balansrisico's in de hele groep wordt uitgevoerd, worden beschreven in het Liquidity Risk Management Framework. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum voor Liquiditeitsrisico, die optreden als de tweede verdedigingslinie. Binnen de risicofunctie wil de Raad voor ALM en Liquiditeitsrisico – voorgezeten door de CRO Treasury en Markten – de goede en efficiënte integratie van alle taken die zijn toegewezen aan de lokale en groepsafdelingen, tot stand brengen, vergemakkelijken, bevorderen en ondersteunen.

Treasury Groep en de lokale treasuryfunctie treden op als eerste verdedigingslinie en zijn verantwoordelijk voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van KBC. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau.

Bouwstenen voor het beheer van liquiditeitsrisico

  • • Risico-identificatie: het NAPP-proces, de Climate Risk Impact Map, de risicoscan, stresstests en materialiteitsbeoordelingen zijn belangrijke instrumenten voor de identificatie van risico's. Jaarlijks wordt ook een beoordeling gemaakt van de belangrijkste risicofactoren die de liquiditeit beïnvloeden. Risicosignalen worden, als ze relevant zijn, meegedeeld in Treasury Risk Reports en Integrated Risk Reports.
  • • Risicometing: vastgestelde liquiditeitsrisico's worden gemeten aan de hand van zowel reglementaire maatstaven zoals de Liquidity Coverage Ratio (159% in 2023) en de Net Stable Funding Ratio (136%), als interne maatstaven voor bijvoorbeeld de financieringsmix en -concentratie en de samenstelling van de liquiditeitsbuffer. In de tabel hieronder betreffende de looptijdanalyse wordt het structurele liquiditeitsrisico van KBC geïllustreerd door de activa en passiva te groeperen volgens restlooptijd (op basis van de contractuele vervaldag). Het verschil tussen de kasinstroom en -uitstroom is de nettofinancieringsgap.
  • • De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: het ALCO houdt toezicht op de ontwikkeling van het liquiditeitsrisicoprofiel ten opzichte van de limieten.
  • • Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging: om het dag-tot-dag liquiditeitsrisico te beperken, worden de groepswijde tendensen in financieringsliquiditeit en financieringsbehoeften voortdurend gevolgd door Treasury Groep. Treasury Groep heeft een liquiditeitscontingencyplan opgesteld om het hoofd te bieden aan een mogelijke liquiditeitscrisis, dat minstens een keer per jaar wordt getest.
  • • Stresstests: liquiditeitsstresstests beoordelen het liquiditeitscontingencyrisico van KBC door te meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. Die buffer is gebaseerd op veronderstellingen betreffende liquiditeitsuitstroom en -instroom als gevolg van liquiditeitsverhogende acties. De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Die informatie wordt verwerkt in het liquiditeitscontingencyplan.

Daarnaast heeft KBC ook een Internal Liquidity Adequacy Assessment Process (ILAAP) om ervoor te zorgen dat het beschikt over robuuste strategieën, beleidslijnen, processen en systemen voor het identificeren, meten, beheren en bewaken van het liquiditeitsrisico en financieringsposities over alle passende tijdshorizonten, om voldoende hoge liquiditeitsbuffers aan te houden.

ESG in liquiditeitsrisicobeheer

Klimaat- en andere milieurisico's worden in overweging genomen en geanalyseerd in het kader van liquiditeitsrisicobeheer. De Climate Risk Impact Map en pilootoefeningen voor andere milieurisico's (zie ESG in ons risicobeheer) tonen echter aan dat fysieke risico's en transitierisico's een beperkte impact zullen hebben op het beheer van het liquiditeitsrisico. Desondanks wordt het ALCO regelmatig geïnformeerd over ontwikkelingen in ESG-risico's in het kader van liquiditeitsrisicobeheer.

Meer informatie vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Invloed van externe ontwikkelingen op het liquiditeitsrisico

De aanzienlijke stijging van de kortetermijnrente na de verstrakking van het monetaire beleid door de ECB vanaf 2022 heeft invloed gehad op de samenstelling van de depositobasis bij KBC Groep. Tot begin september zagen we echter geen significante uitstroom van deposito's. In september werd een fiscaal voordelige Belgische staatsbon met een looptijd van één jaar uitgegeven. Hoewel de uitgifte van de Belgische staatsbon kan worden beschouwd als een stressgebeurtenis, doorstond KBC de test zonder grote gevolgen voor de liquiditeit (de uitgifte leidde tot een uitstroom van deposito's van 5,7 miljard euro bij KBC Bank NV en CBC Banque SA).

Looptijdanalyse

De onderstaande tabel toont de looptijdanalyse van de totale in- en uitstroom. De structurele liquiditeitsgap in de tabel omvat niet het concept van een liquiditeitsbuffer (d.w.z. het feit dat KBC zijn liquide obligaties te allen tijde kan monetiseren via repo of verpanding). Het kasstroomgenererend vermogen van obligaties is in deze tabel pas zichtbaar op de eindvervaldag van de obligatie. Bijgevolg zijn de nettofinancieringsgaps die in de eerste looptijdintervallen in de tabel zijn weergegeven, een duidelijke overschatting van het risico, omdat KBC in de praktijk zijn liquiditeitsbuffer (97 miljard euro eind 2023, waarvan 72 miljard euro niet-bezwaarde, voor de centrale bank in aanmerking komende activa en de rest cash en opeisbare vorderingen op de centrale bank) zou monetiseren om deze netto-uitstroom aan te pakken.

Eind 2023 had KBC voor 72 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 58 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (80%). De resterende beschikbare liquide middelen waren voornamelijk gedekte obligaties (11%). De meeste liquide middelen zijn uitgedrukt in de munten van onze thuismarkten. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten.

Liquiditeitsrisico (exclusief intercompany 1-3 3-12
transacties)* ≤ 1 maan maan 1-5 > 5 Op Niet be
(in miljarden euro) maand den den jaar jaar vraag paald Totaal
31-12-2023
Totale instroom 4 12 27 100 115 7 47 312
Totale uitstroom 49 30 20 26 6 152 29 312
Professionele financiering 10 3 1 0 0 4 0 18
Klantenfinanciering 24 14 14 13 5 148 0 218
Schuldbewijzen 11 13 5 13 1 0 0 43
Overige 4 0 0 0 0 0 29 33
Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen
verbintenissen)
-45 -18 7 74 108 -145 18 0
Niet-opgenomen verbintenissen -48 -48
Financiële garanties -11 -11
Nettofinancieringsgap (inclusief niet
opgenomen verbintenissen)
-45 -18 7 74 108 -145 -41 -59
31-12-2022
Totale instroom 6 12 20 82 115 53 34 322
Totale uitstroom 38 20 29 24 5 178 29 322
Professionele financiering 6 0 20 5 0 4 0 36
Klantenfinanciering 19 9 8 12 3 174 0 226
Schuldbewijzen 8 11 1 7 1 0 0 28
Overige 4 0 0 0 0 0 29 33
Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen
verbintenissen)
-32 -8 -9 58 111 -125 5 0
Niet-opgenomen verbintenissen -47 -47
Financiële garanties -11 -11
Nettofinancieringsgap (inclusief niet
opgenomen verbintenissen)
-32 -8 -9 58 111 -125 -53 -58

* Kasstromen omvatten rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtMposities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.

Informatie over financiering (funding)

We hebben een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in onze kernmarkten, wat leidt tot een stabiele

financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.

Financieringsmix Informatie 31-12-2023 31-12-2022
Financiering van klanten1 79% 79%
Schulduitgiften geplaatst bij
institutionele beleggers
Waaronder gedekte obligaties, tier 2-uitgiften, senior schulden
van KBC Groep NV
9% 6%
Netto ongedekte interbancaire
financiering
Inclusief TLTRO 4% 7%
Netto gedekte financiering2 Repofinanciering -7% -3%
Depositocertificaten 6% 3%
Totaal eigen vermogen Inclusief AT1-uitgiften 9% 7%
Totaal 100% 100%
(in miljarden euro) 276 287

1 Ongeveer 86% van deze financiering heeft betrekking op particulieren en kmo's (eind 2023).

2 Negatief omdat KBC meer reverserepotransacties uitvoerde dan repotransacties.

Verzekeringstechnisch risico

Verzekeringstechnisch risico is het risico van verlies als gevolg van (her)verzekeringsverplichtingen of van ongunstige ontwikkelingen in de waarde van (her)verzekeringsverplichtingen met betrekking tot (her)verzekeringscontracten in Niet-Leven, Leven en Gezondheid, als gevolg van onzekerheid over de frequentie en ernst van schadegevallen.

Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 3.6 en 5.6.

Beheer van het verzekeringstechnische risico

Op het vlak van verzekeringstechnisch risico wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Verzekeringen (GIC), dat toezicht houdt op de risico's en het kapitaal met betrekking tot de (her)verzekeringsactiviteiten. Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop het beheer van het verzekeringstechnisch risico in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Risk Management Framework voor verzekeringstechnisch risico. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum voor Verzekeringstechnisch risico. Het Competentiecentrum ondersteunt de lokale implementatie en de functionele aansturing van de verzekeringsrisicobeheerprocessen van de verzekeringsdochtermaatschappijen.

De bouwstenen voor het beheer van het verzekeringstechnische risico

  • • Risico-identificatie: de identificatie en analyse van belangrijke verzekeringsrisico's door onder andere de analyse van nieuw opduikende risico's, concentratie- of accumulatierisico's, NAPP-analyse en de ontwikkeling van vroege waarschuwingssignalen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de toereikendheid van de technische voorzieningen. Het risico-identificatieproces bestaat deels uit een betrouwbare classificatie van alle verzekeringsrisico's waartoe (her)verzekeringscontracten aanleiding kunnen geven. Ingevolge de Solvency II-richtlijn worden de verzekeringsactiviteiten opgesplitst in drie hoofdcategorieën, namelijk Leven, Niet-leven en Gezondheid, met telkens een onderverdeling in catastroferisico's en niet-catastroferisico's.
  • • Risicometing: het verzekeringstechnische risico wordt gemeten aan de hand van zowel reglementaire maatstaven zoals de solvabiliteitskapitaalvereiste (SCR) en de Best Estimate-waardering van verzekeringsverplichtingen, als interne maatstaven voor bijvoorbeeld de economische winstgevendheid van verzekeringsportefeuilles en kapitaalvereisten voor Niet-leven op basis van interne stochastische modellen. Deze maatstaven voor het verzekeringsrisico worden in de hele groep consequent gebruikt.
  • • De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de risicobereidheid voor verzekeringstechnisch risico staat

onder toezicht van het GIC, dat de vastgestelde limieten herziet en rapporteert. De verzekeringsrisicolimieten worden bepaald en vastgelegd op groepsniveau en vervolgens uitgewaaierd naar de lokale entiteiten. De nodige nalevingscontroles worden uitgevoerd.

  • • Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging: als het risicoprofiel niet overeenstemt met de risicobereidheid, moet de reden daarvoor worden vastgesteld en geanalyseerd (bv. welke bedrijfstakken dragen bij tot het afwijkende risicoprofiel) en moeten het resultaat en de corrigerende maatregelen worden besproken in het GIC. Inbreuken op groepsniveau moeten worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Een regelmatige rapportering en opvolging van de risicometingen gebeurt in het geïntegreerde verzekeringsrisicorapport, dat elk kwartaal wordt voorgelegd aan het Groepscomité Verzekeringen. Daarnaast worden relevante risicosignalen regelmatig gerapporteerd als onderdeel van het Group (Insurance) Integrated Risk Report.
  • • Stresstests: er worden interne en extern opgelegde (wettelijke) stresstests en gevoeligheidsanalyses uitgevoerd en de resultaten van die tests worden gerapporteerd in het jaarlijkse verslag over de beoordeling van het eigen risico en de solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment – ORSA).

ESG in het beheer van het verzekeringstechnische risico

Het beheer van ESG-risico's zit volledig vervat in het bovengenoemde Risk Management Framework voor Verzekeringstechnisch risico.

De Climate Risk Impact Map en de pilootoefeningen voor andere milieurisico's (biodiversiteit, waterschaarste en vervuiling) worden gebruikt om de klimaat- en milieurisicofactoren te identificeren die het meest relevant zijn voor de verzekeringsportefeuilles van KBC (zie ESG in ons risicobeheer). Daarnaast worden deep dives uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het verzekeringstechnische risico en de gevolgen van klimaatverandering. Er zijn strategische sectorprojecten (zogenaamde White Papers) opgezet, die waar relevant ook een beoordeling maken van de impact van klimaatverandering op specifieke

verzekeringsportefeuilles van KBC (zoals verzekeringen voor vastgoed, mobiliteit en landbouw).

Voor onze schadeverzekeringsportefeuille beoordelen we meer extreme weersomstandigheden (zoals veranderingen in overstromings-, storm-, hagel- en neerslagpatronen) met behulp van een aantal interne en externe maatstaven en

stresstests om hun mogelijke invloed te analyseren. Om dergelijke extreme gebeurtenissen te modelleren, gebruikt KBC ook modellen van externe brokers en vendors. KBC dringt aan op een actieve dialoog om klimaatverandering op te nemen in de scenarioanalyse uitgevoerd door die partijen. Fysieke risico's in andere delen van de wereld worden ook nauwlettend opgevolgd, omdat ze invloed kunnen hebben op de wereldwijde herverzekeringsmarkt waarop KBC een beroep doet. Voor sommige soorten natuurrampen (zoals overstromingen) wordt de laatste jaren een stijgende tendens in hun waarschijnlijkheid vastgesteld. Dat kwam het afgelopen jaar tot uiting in verwoestende natuurrampen in onze kernlanden.

Om de stabiliteit van de winst en het kapitaal van onze verzekeringsactiviteiten te versterken, worden de risico's op gepaste wijze beperkt door herverzekeringsprogramma's die bescherming bieden tegen de gevolgen van grote schadeclaims of een opeenstapeling van verliezen als gevolg van klimaatverandering en door een gediversifieerde exposure over alle kernmarkten heen.

Meer informatie vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Herverzekering

De verzekeringsportefeuilles worden beschermd tegen de invloed van grote schadeclaims of de opeenstapeling van verliezen door:

  • limieten per polis;
  • spreiding van de portefeuille over productlijnen en geografische regio's;
  • herverzekering.

Herverzekeringsprogramma's kunnen worden onderverdeeld in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen. Het overgrote deel van de herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van grote schadegebeurtenissen wordt afgedekt.

Het is de opdracht van de onafhankelijke verzekeringsrisicofunctie om:

  • te adviseren over de hervorming van het herverzekeringsprogramma tijdens de jaarlijkse onderhandelingen;
  • het management elk kwartaal te informeren over de belangrijkste schadeclaims door natuurrampen en de wijze waarop deze zijn beheerd en beperkt;

• ad-hocanalyses/deep dives uit te voeren naar aanleiding van risicosignalen of verzoeken van het management om mogelijke trends in rampen te analyseren.

De actuariële functie

Het regelgevingskader Solvency II eist dat er in elke verzekeringsentiteit en op het niveau van de verzekeringsgroep een actuariële functie wordt opgericht als een van de onafhankelijke controlefuncties (naast de risicobeheer-, compliance- en interne auditfunctie). Een actuariëlefunctiehouder wordt aangesteld om de activiteiten van de actuariële functie op zich te nemen. Die functie moet er eigenlijk voor zorgen dat de Raad van Bestuur van de vennootschap op onafhankelijke wijze volledig is ingelicht over technische actuariële onderwerpen.

De hoofdtaken van de actuariële functie zijn:

  • ervoor zorgen dat de gebruikte methoden en onderliggende modellen en de bij de berekening van de technische voorzieningen gehanteerde aannames juist zijn;
  • de toereikendheid en kwaliteit van de bij de berekening van de technische voorzieningen gebruikte gegevens beoordelen;
  • best estimates vergelijken met ervaring;
  • het bestuur, het management of de toezichthouder in kennis stellen van de betrouwbaarheid en toereikendheid van de berekening van de technische voorzieningen;
  • een oordeel geven over het algemene acceptatiebeleid;
  • een oordeel geven over de toereikendheid van herverzekeringsafspraken; en
  • meewerken aan de effectieve implementatie van het risicobeheer, met name met betrekking tot de risicomodellering die ten grondslag ligt aan de berekening van de kapitaalvereisten.

Gevoeligheid voor parameters die ten grondslag liggen aan de IFRS 17-waardering van verzekeringsverplichtingen

De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van verzekeringsverplichtingen volgens IFRS 17 voor een verandering op de rapporteringsdatum van een selectie van parameters die worden gebruikt bij de berekening van de vervullingskasstromen volgens IFRS 17. Verplichtingen op de balans die onder IFRS 9 vallen, voornamelijk tak 23 verplichtingen, zijn niet opgenomen in de onderstaande gevoeligheidsrapportering. De impact wordt gerapporteerd vóór herverzekering, gezien de kleine invloed die de herverzekering heeft op de gevoeligheden.

31-12-2023
31-12-2022
Gevoeligheid (in miljoenen euro) Verdiscon
teerde
vervullings
kasstromen
Contractuele
diensten
marge
Resultaat
vóór
belastingen
Eigen
vermogen:
OCI vóór
belastingen
Verdiscon
teerde
vervullings
kasstromen
Contractuele
diensten
marge
Resultaat
vóór
belastingen
Eigen vermo
gen: OCI vóór
belastingen
Levensverzekeringen: balans 11 745 2 117 11 542 1 902
Invloed van:
Sterftekans: +1% 5 -3 0 -2 4 -3 -0 -1
Sterftekans: -1% -5 3 0 2 -4 3 -0 1
Kans op ziekte: +1% 6 -6 -0 1 5 -6 0 1
Kans op ziekte: -1% -6 6 0 -1 -5 6 -0 -1
Uitgaven: +5% 49 -54 -3 9 41 -48 -3 11
Uitgaven: -5% -49 53 3 -9 -41 48 3 -11
Vervalpercentage: +10% 55 50 7 -112 37 24 4 -66
Vervalpercentage: -10% -58 -52 -6 116 -39 -23 -4 67
Schadeverzekeringen: balans 2 238 2 061
Invloed van:
Onbetaalde schadeclaims en
uitgaven: +5%
111 -116 5 102 -110 8
Onbetaalde schadeclaims en
uitgaven: -5%
-111 116 -5 -102 110 -8

Vergelijking van boekwaarde en uit te keren bedragen volgens IFRS 17 voor levensverzekeringscontracten

In deze tabel worden de 'onmiddellijk opeisbare bedragen' voor volgens IFRS 17 gewaardeerde

levensverzekeringscontracten afgezet tegen de boekwaarde van deze contracten. De boekwaarde wordt gedefinieerd als

de som van de contante waarde van toekomstige kasstromen van deze contracten vermeerderd met de risicoaanpassing en de contractuele dienstenmarge. De 'onmiddellijk opeisbare bedragen' zijn de bedragen waarop verzekeringnemers contractueel recht hebben als ze hun contracten op de verslagdatum zouden afkopen. De afkoopvergoeding is daar evenwel nog niet van afgetrokken.

31-12-2023 31-12-2022
Levensverzekeringen (in miljoenen
euro)
Onmiddel
lijk opeisbare
bedragen
Boekwaarde
van verzeke
ringsverplich
tingen
Verschil Onmiddel
lijk opeisbare
bedragen
Boekwaarde
van verzeke
ringsverplich
tingen
Verschil
Tak 23 (IFRS 17) 788 811 24 673 686 14
Tak 21 12 825 12 804 -21 12 972 12 525 -446
Hybride contracten 233 246 13 218 232 15
Totaal 13 846 13 862 16 13 862 13 444 -418

Gevoeligheid van de IFRS 17-waardering van verzekeringsverplichtingen voor een verandering in de disconteringscurve

De tabel toont de gevoeligheid voor een parallelle beweging van de disconteringscurve met 30 basispunten omhoog en omlaag.

31-12-2023 31-12-2022
Gevoeligheid (in miljoenen euro) Vervullings
kasstromen
Contractue
le diensten
marge
Resultaat
vóór belas
tingen
Eigen ver
mogen: OCI
vóór belas
tingen
Vervullings
kasstromen
Contractue
le diensten
marge
Resultaat
vóór belas
tingen
Eigen
vermogen:
OCI vóór
belastingen
Levensverzekeringen:
Activa: balans 14 466 14 244
Invloed van disconteringsvoet +0,30% -220 0 2 -222 -196 0 1 -197
Invloed van disconteringsvoet -0,30% 228 0 -2 230 203 0 -1 204
Verzekeringsverplichtingen (excl. tak 23): balans 11 745 2 117 11 542 1 902
Invloed van disconteringsvoet +0,30% -306 5 1 300 -314 16 -0 296
Invloed van disconteringsvoet -0,30% 354 -6 -0 -348 336 -16 1 -317
Gecombineerd effect
Invloed van disconteringsvoet +0,30% 86 5 3 78 118 16 1 100
Invloed van disconteringsvoet -0,30% -126 -6 -2 -118 -132 -16 -0 -112
Schadeverzekeringen
Activa: balans 4 152 3 800
Invloed van disconteringsvoet +0,30% -12 0 0 -12 -16 0 0 -16
Invloed van disconteringsvoet -0,30% 12 0 0 12 17 0 0 17
Verzekeringsverplichtingen: balans 2 238 2 061
Invloed van disconteringsvoet +0,30% -31 0 0 31 -28 0 0 28
Invloed van disconteringsvoet -0,30% 31 0 -0 -31 28 0 0 -28
Gecombineerd effect
Invloed van disconteringsvoet +0,30% 19 0 0 19 12 0 0 12
Invloed van disconteringsvoet -0,30% -19 0 -0 -19 -12 0 0 -12

Schadeafwikkeling Niet-leven

Onderstaande tabel verstrekt informatie over de schadeafwikkeling (BBA Niet-leven is uitgesloten omdat die onbelangrijk is). Voor elk ongevalsjaar geeft deze tabel een jaarlijkse follow-up van de totale schadelast in de jaren volgend op het jaar waarin de claims zich voordeden. Door voor elk ongevalsjaar de bedragen die al betaald zijn af te trekken van de totale geschatte schadelast van dat jaar,

wordt een schatting van de toekomstige kasstromen verkregen.

Aangezien de IFRS 17-conforme gegevens beschikbaar zijn vanaf 2022 tonen de laatste twee diagonalen de schadeafwikkeling berekend volgens de IFRS 17-principes. De schuin gedrukte getallen werden gerapporteerd rekening houdend met IFRS 4 en worden als referentie meegegeven.

Ongevalsjaar
Schadeafwikkeling Niet-leven, KBC
Verzekeringen (in miljoenen euro)
< 2014 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 To
taal
Schattingen van niet-verdiscon
teerde cumulatieve claims vóór
herverzekering
Aan het einde van ongevalsjaar: 990 940 1 024 1 000 1 072 1 149 1 018 1 262 1 097 1 091
1 jaar later 880 796 888 882 939 1 019 897 1 022 1 091
2 jaar later 826 751 825 849 894 989 782 1 020
3 jaar later 805 720 811 833 876 895 793
4 jaar later 789 708 806 816 782 903
5 jaar later 781 697 787 743 786
6 jaar later 779 690 746 743
7 jaar later 770 651 751
8 jaar later 751 654
9 jaar later 749
Schattingen van niet-verdiscon
teerde cumulatieve claims vóór
herverzekering op rapporteringsda
tum
749 654 751 743 786 903 793 1 020 1 091 1 091 8 581
Cumulatieve betalingen vóór herver
zekering laatste 10 ongevalsjaren
692 593 654 661 703 763 657 824 822 567 6 936
Totale (cumulatieve) niet-verdiscon
teerde toekomstige kasstromen vóór
herverzekering
678 57 61 97 82 83 140 136 196 269 525 2 323
Effect van discontering -350
Effect (verdisconteerde) risicoaan
passing
240
Overige -7
Verdisconteerde verzekeringsver
plichtingen uit hoofde van ontstane
claims vóór herverzekering
2 206
Verdisconteerde activa uit afgestane
herverzekering voor ontstane claims
84

Hoe beheren we ons kapitaal?

Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal. Het moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de standpunten van ratingbureaus, de verwachtingen van de markt en de ambities van het management.

Solvabiliteitsrapportering

We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRSgegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD.

De CRR/CRD geeft uitvoering aan de Baselregels in Europa en wordt regelmatig bijgewerkt. Wanneer nieuwe voorschriften worden geïmplementeerd, kan een overgangsperiode worden toegestaan waarin die voorschriften geleidelijk worden ingevoerd. Momenteel maakt KBC gebruik van overgangsmaatregelen voor tier 2 instrumenten die zijn uitgegeven volgens het recht van een derde land zonder een contractuele bail-in erkenningsclausule en van de IFRS 9-overgangsmaatregelen (toegepast vanaf het tweede kwartaal van 2020). Deze laatste overgangsmaatregelen maken het mogelijk om een deel van de toegenomen waardeverminderingen weer aan het common equity capital (CET1) toe te voegen, wanneer de voorzieningen onverwacht stijgen als gevolg van een verslechtering van de macro-economische vooruitzichten, tijdens de overgangsperiode tot 31 december 2024.

Op basis van het bankenreguleringspakket (CRR/CRD) kan de winst pas in het CET1-kapitaal worden opgenomen na beslissing over de winstverdeling door het uiteindelijke beslissingsorgaan (voor KBC Groep is dat de Algemene Vergadering). De ECB kan de opname van tussentijdse of jaarwinst in het CET1-kapitaal toestaan voordat de Algemene Vergadering daartoe heeft besloten. In dat geval moet het te verwachten dividend worden afgetrokken van

Solvabiliteitsvereisten

De minimale solvabiliteitsratio's die volgens CRR/CRD moeten worden gehaald, zijn 4,5% voor de common equity tier 1-ratio (CET1), 6% voor de tier 1-kapitaalratio en 8% voor de winst die in het CET1-kapitaal is opgenomen. Aangezien in ons dividendbeleid van 'minstens 50%' geen maximum is opgenomen, moeten we van de ECB een uitkeringsratio van 100% hanteren om het te verwachten dividend te bepalen. Bijgevolg vraagt KBC niet langer de goedkeuring van de ECB om de tussentijdse of jaarwinst op te nemen in het CET1 kapitaal vóór de beslissing van de Algemene Vergadering. De jaarwinst van 2023 en het slotdividend over 2023 zullen worden opgenomen in het transitionele CET1 van het eerste kwartaal van 2024, dat zal worden bekendgemaakt na de Algemene Vergadering. Vanaf 31 december 2021 weerspiegelen de fully loaded-cijfers onmiddellijk de tussentijdse of jaarwinst, rekening houdend met ons dividendbeleid en/of een eventueel dividendvoorstel/ besluit van de Raad van Bestuur.

Volgens CRR/CRD geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). Vanaf het vierde kwartaal van 2020 moet ingevolge de herziene CRR/CRD de vermogensmutatiemethode worden gebruikt, tenzij de bevoegde autoriteit de instellingen toestaat een andere methode toe te passen. KBC heeft van de ECB de toelating gekregen om de historische boekwaarde (een historische boekwaarde van 2 469 miljoen euro) te blijven gebruiken voor risicoweging (370%), na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.

de totale kapitaalratio (minimumratio's pijler 1). Bovendien eist CRR/CRD een conserveringsbuffer van 2,5%.

Naar aanleiding van zijn proces van toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process, SREP) kan de bevoegde toezichthouder (voor KBC is dat de ECB) hogere minimumratio's opleggen (= pijler 2-vereisten). Na de SREP-cyclus voor 2023 heeft de ECB KBC formeel meegedeeld dat de pijler 2-vereiste (P2R) ongewijzigd blijft op 1,86% (waarvan 1,05% in CET1, rekening houdend met artikel 104a van de CRD). KBC kan overwegen zijn kapitaalstructuur verder te optimaliseren door de AT1- en T2-korven binnen de P2R op te vullen.

De pijler 2-aanbeveling (P2G) is verhoogd naar 1,25% van het CET1.

De totale kapitaalvereiste voor KBC wordt niet alleen bepaald door de ECB, maar ook door de beslissingen van de lokale bevoegde autoriteiten in zijn kernmarkten. De percentages voor de contracyclische buffer die de landen waar de relevante kredietrisico's van KBC zich bevinden recent hebben aangekondigd, komen overeen met een contracyclische buffer op KBC-groepsniveau van 1,24%, tegenover 0,75% in 2023.

Voor de Belgische systeembanken maakte de NBB haar systemische kapitaalbuffers al eerder bekend. Voor de KBC-groep betekent dat een bijkomende kapitaalbuffer van 1,5% van het CET1.

Vanaf 1 mei 2022 heeft de Nationale Bank van België (NBB) een sectorale systeemrisicobuffer ingevoerd. Het bedrag van de CET1-kapitaalbuffer komt overeen met 6% van de risicogewogen activa vanaf april 2024 (tot dan is het 9%) voor de blootstellingen gedekt door residentieel vastgoed in België, wat overeenkomt met 0,14% van de totale risicogewogen activa voor KBC Groep geconsolideerd.

In totaal brengt dat de fully loaded CET1-kapitaalvereiste (volgens de Deense compromismethode) op 10,92%, met een bijkomende pijler 2-aanbeveling (P2G) van 1,25%.

De bovenstaande gegevens geven de situatie weer zoals die bekend was op 31 december 2023, zonder rekening te houden met eventuele wijzigingen die na die datum zijn meegedeeld.

Solvabiliteitscijfers volgens CRR/CRD

Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense
compromismethode) (in miljoenen euro)
31-12-2023
Fully loaded
31-12-2023
Transitioneel
31-12-2022
Fully loaded
31-12-2022
Transitioneel
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling1 21 260 19 768 20 100 18 742
Tier 1-kapitaal 18 986 17 389 18 318 16 974
Kernkapitaal (common equity)2 17 236 15 639 16 818 15 474
Eigen vermogen van aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verze
keringen)
21 181 18 209 19 623 16 982
Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) -712 -712 -609 -609
Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) -1 070 -1 070 -1 178 -1 178
Belangen van derden 0 0 0 0
Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) 579 579 936 936
Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde –
eigen kredietrisico (-)
-29 -29 -40 -40
Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)3 -24 -24 -31 -31
Dividenduitkering (-) -1 287 0 -1 252 0
Inkoop eigen aandelen - deel nog niet uitgevoerd (-) -803 -803 0 0
Vergoeding van AT1-instrumenten (-) -26 -26 -12 -12
Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) -56 -56 -57 -57
Aftrek m.b.t. onherroepelijke betalingsverplichtingen (-) -90 -90 -90 -90
Aftrek m.b.t. backstops voor non-performing kredieten (-)4 -204 -204 -158 -158
Aftrek m.b.t. pensioenplanactiva (-) -121 -121 -143 -143
IRB-voorzieningstekort (-) -4 0 0 0
Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) -98 -98 -172 -172
Overgangsaanpassingen van CET1 0 84 0 46
Beperking van uitgestelde belastingvorderingen uit timingverschillen die
afhangen van toekomstige winstgevendheid en belangrijke deelnemin
gen in financiële entiteiten (-)
0 0 0 0
Aanvullend going concern-kapitaal5 1 750 1 750 1 500 1 500
AT1-instrumenten die voldoen aan CRR 1 750 1 750 1 500 1 500
Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal 0 0 0 0
Tier 2-kapitaal 2 273 2 379 1 782 1 767
IRB-voorzieningsoverschot (+) 277 265 284 136
Overgangsaanpassingen van tier 2-kapitaal 0 -60 0 -46
Achtergestelde schulden 1 997 2 174 1 498 1 677
Achtergestelde leningen aan niet-geconsolideerde entiteiten uit de
financiële sector (-)
0 0 0 0
Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal 0 0 0 0
Totaal gewogen risicovolume 113 038 113 029 109 981 109 966
Bankactiviteiten 103 201 103 192 100 300 100 285
Kredietrisico 88 051 88 042 85 003 84 988
Marktrisico6 2 116 2 116 3 132 3 132
Operationeel risico 13 034 13 034 12 166 12 166
Verzekeringsactiviteiten 9 133 9 133 9 133 9 133
Holdingactiviteiten en eliminatie van intercompanytransacties 704 704 548 548
Solvabiliteitsratio's
Common equity ratio (of CET1-ratio) 15,2% 13,8% 15,3% 14,1%
Tier 1-ratio 16,8% 15,4% 16,7% 15,4%
Totale kapitaalratio 18,8% 17,5% 18,3% 17,0%

1 Het verschil tussen het fully loaded-cijfer en het transitioneel cijfer op 31-12-2023 wordt verklaard door het nettoresultaat voor 2023 (3 383 miljoen euro volgens de Deense Compromis-methode), het voorgestelde slotdividend (-1 698 miljoen euro), de impact van de IFRS 9-overgangsmaatregelen en het IRB-overschot/tekort (-15 miljoen euro) en de toegelaten (grandfathered) tier 2 achtergestelde schuldinstrumenten (-177 miljoen euro).

2 Cijfers gecontroleerd door de commissaris (behalve de lijnen IRB-voorzieningstekort, Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering en Aftrek m.b.t. backstops voor non-performing kredieten).

3 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen), moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van de CET1-ratio.

4 Backstops voor non-performing kredieten verwijzen naar de minimale dekkingsvereisten voor non-performing kredieten voor kredieten die na 26 april 2019 zijn verstrekt (de CRR vereist dat ze worden afgetrokken van CET1) en de minimale dekkingsverwachtingen van de ECB voor non-performing kredieten, voor posities die na 1 april 2018 in gebreke zijn gebleven maar vóór 26 april 2019 zijn aangegaan (KBC heeft besloten om eventuele tekorten ten opzichte van de verwachtingen van de toezichthouder vrijwillig van het CET1 af te trekken).

5 KBC heeft voor 750 miljoen euro AT1-effecten uitgegeven op 5 september 2023 en dit gelinkt als vervangingsinstrument voor de 500 miljoen euro aan AT1 die opvraagbaar zijn in maart 2024. De 500 miljoen euro van AT1 die opvraagbaar zijn in maart 2024 zijn daarom niet langer opgenomen in het eigen vermogen en dus ook niet in de MREL.

6 De multiplicator van HVAR en SVAR die voor de berekening van het marktrisico wordt gebruikt, is gelijk aan 3,0.

De fully loaded CET1-ratio daalde licht van 15,3% eind 2022 naar 15,2% eind 2023. Dat wordt verklaard door de winst over 2023 (invloed van +3,1 procentpunten), het voorgestelde dividend van 4,15 euro per aandeel voor 2023 (invloed van -1,5 procentpunten), de aftrek van de inkoop van eigen aandelen van 1,3 miljard euro (invloed van -1,2% procentpunten) en de toename van de risicogewogen activa (invloed van -0,4 procentpunten). Vanaf het derde kwartaal van 2023 omvat het totale volume aan risicogewogen activa de effecten van de toezichtbesluiten van de ECB met betrekking tot modelherzieningen.

In de aanloop naar het Basel 4-tijdperk schat KBC (op basis van de huidige EU-consensus voor Basel 4, een statische balans en alle andere parameters ceteris paribus, zonder enige beperkende maatregelen):

  • op 1 januari 2025: geen impact bij eerste toepassing;
  • tegen 1 januari 2033: een fully loaded impact van +8,0 miljard euro in risicogewogen activa.

De invloed op de common equity ratio van de belangrijkste overnames en verkopen in 2023 en 2022 beschrijven we in Toelichting 6.6 van het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd; CRR/CRD, deductiemethode)

deductiemethode) 31-12-2023 31-12-2023 31-12-2022 31-12-2022
(in miljoenen euro) Fully loaded Transitioneel Fully loaded Transitioneel
Kernkapitaal (common equity) 16 521 14 755 16 056 14 574
Totaal gewogen risicovolume 108 287 107 858 105 114 104 752
Common equity ratio 15,3% 13,7% 15,3% 13,9%

Beknopte solvabiliteitsberekeningen voor KBC Bank en KBC Verzekeringen vindt u in de Geconsolideerde Jaarrekening onder Toelichting 6.7.

Maximaal uitkeerbaar bedrag (Maximum Distributable Amount, MDA)

De uit te keren bedragen (dividendbetalingen, betalingen in verband met additional tier 1-instrumenten of variabele beloning) zijn beperkt wanneer de hierboven beschreven gezamenlijke buffervereisten niet nageleefd worden. Die

beperking wordt aangeduid als de drempels voor maximaal uitkeerbare bedragen.

Buffer ten opzichte van de totale kapitaalvereiste (OCR)
(geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode)1
31-12-2023
Fully loaded
31-12-2023
Transitioneel
31-12-2022
Fully loaded
31-12-2022
Transitioneel
CET1 Pijler 1-minimum 4,50% 4,50% 4,50% 4,50%
Pijler 2-vereiste waaraan moet worden voldaan met CET1 1,05% 1,05% 1,05% 1,05%
Conserveringsbuffer 2,50% 2,50% 2,50% 2,50%
Buffer voor systeemrelevante instellingen (O-SII) 1,50% 1,50% 1,50% 1,50%
Systeemrisicobuffer 0,14% 0,21% 0,19% 0,19%
Entiteitsspecifieke contracyclische buffer 1,24% 0,69% 0,75% 0,40%
Totale kapitaalvereiste (OCR) – met P2R-opsplitsing, CRD artikel 104a (4) 10,92% 10,45% 10,49% 10,14%
CET1 gebruikt om tekort in AT1-korf op te vangen (B) 0,30% 0,30% 0,48% 0,48%
CET1 gebruikt om tekort in T2-korf op te vangen (C)2 0,45% 0,36% 0,84% 0,86%
CET1-vereiste voor MDA (A+B+C) 11,68% 11,11% 11,82% 11,48%
CET1-kapitaal (in miljoenen euro) 17 236 15 639 16 818 15 474
CET1-buffer (= buffer ten opzichte van MDA), in miljoenen euro 4 036 3 082 3 820 2 846

1 Situatie zoals bekend op 31 december 2023 (waarbij geen rekening is gehouden met wijzigingen die na die datum zijn meegedeeld).

2 Het fully loaded tier 2-kapitaal omvat niet de tier 2-instrumenten die zijn toegelaten (grandfathered) krachtens CRR2. Die instrumenten zijn opgenomen in het eigenlijke (transitionele) tier 2-kapitaal voor de periode waarvoor de toelating (grandfathering) geldt, in overeenstemming met CRR2 en het COREP 3.0-rapporteringskader.

Solvabiliteitscijfers volgens FICOD

KBC moet ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, berekend volgens de richtlijn betreffende financiële conglomeraten. Volgens die richtlijn wordt het beschikbare eigen vermogen berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt, namelijk CRD voor het bankbedrijf en Solvency II voor het verzekeringsbedrijf. Het resultaat van die berekening moet worden vergeleken met een kapitaalvereiste uitgedrukt als een risicogewogenactivabedrag. Voor dat laatste cijfer wordt de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf (op basis van Solvency II) vermenigvuldigd met 12,5 om een

risicogewogenactiva-equivalent te verkrijgen (in plaats van de risicoweging van 370% die aan de vermogenswaarde in de verzekeringsonderneming werd toegekend bij de Deense compromismethode).

KBC moet voldoen aan de pijler 1-vereisten. Op het niveau van de FICOD-ratio zijn geen pijler 2-vereisten of een managementdoelstelling vastgesteld.

Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, FICOD-methode) 31-12-2023 31-12-2023 31-12-2022 31-12-2022
(in miljoenen euro) Fully loaded Transitioneel Fully loaded Transitioneel
Kernkapitaal (common equity) 18 625 17 536 17 873 17 405
Totaal gewogen risicovolume 128 965 128 956 123 755 123 740
Common equity ratio 14,4% 13,6% 14,4% 14,1%

Leverageratio

Leverageratio KBC Groep (geconsolideerd, volgens CRR/CRD,
Deense compromismethode) (in miljoenen euro)
31-12-2023
Fully loaded
31-12-2023
Transitioneel
31-12-2022
Fully loaded
31-12-2022
Transitioneel
Tier 1-kapitaal 18 986 17 389 18 318 16 974
Totale exposure 333 791 333 894 346 481 346 538
Balanstotaal 346 921 346 921 355 872 355 872
Deconsolidatie van KBC Verzekeringen -30 980 -30 980 -30 267 -30 267
Overgangsaanpassing 0 103 0 57
Aanpassing voor derivaten -1 341 -1 341 -3 032 -3 032
Aanpassing voor reglementaire correcties bij de berekening van tier 1-
kapitaal
-2 286 -2 286 -2 347 -2 347
Aanpassing voor blootstellingen aan effectenfinancieringstransacties 1 357 1 357 813 813
Blootstelling aan centrale banken 0 0 0 0
Off-balance sheet exposure 20 119 20 119 25 442 25 442
Leverageratio 5,7% 5,2% 5,3% 4,9%

Meer details, waaronder een beschrijving van de processen om het risico van een te hoge leverage te beheren, vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op

www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).

Minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (Minimum requirement for own funds and eligible liabilities, MREL)

De ECB en de NBB houden toezicht op KBC op going concern-basis, maar daarnaast moet KBC ook voldoen aan vereisten die de SRB (Single Resolution Board) oplegt. De SRB stelt afwikkelingsplannen op voor de grote banken van de eurozone.

Het afwikkelingsplan voor KBC is gebaseerd op een Single Point of Entry (SPE)-aanpak op KBC-groepsniveau, met de bail-in als voornaamste afwikkelingsinstrument. Een bail-in houdt in dat de bank wordt geherkapitaliseerd en gestabiliseerd door bepaalde ongedekte schulden af te schrijven of ze om te zetten in aandelen. De SPE-aanpak op groepsniveau is een weerspiegeling van het businessmodel

van KBC, dat sterk steunt op integratie, zowel commercieel (bv. bank- en verzekeringsactiviteiten) als operationeel (risico, financiën, treasury, ICT, enz.). De schuldinstrumenten die geschikt zijn voor bail-in, worden uitgegeven door KBC Groep NV. Die aanpak houdt de groep intact tijdens de afwikkeling en beschermt het bankverzekeringsmodel in going concern.

Het is cruciaal dat er voldoende schulden zijn die in aanmerking komen voor bail-in. Dat wordt gemeten door de minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (MREL). De SRB bepaalt de minimum-MREL voor KBC. Hij heeft aan KBC MREL-doelstellingen

meegedeeld, uitgedrukt als een percentage van de risicogewogen activa (RWA) en van de leverage ratio exposure amount (LRE):

  • 28,30% van de risicogewogen activa vanaf 1 januari 2024 (inclusief een fully loaded gezamenlijke buffervereiste van 5,38%), met een tussentijdse doelstelling vanaf 1 januari 2022 die eind 2023 26,53% bedroeg (inclusief een gezamenlijke buffervereiste van 4,90%);
  • 7,38% van de LRE vanaf 1 januari 2024 (met een tussentijdse doelstelling van 7,34% vanaf 1 januari 2022).

Naast een totaal MREL-bedrag vereist de BRRD2 ook dat KBC een bepaald deel van de MREL aanhoudt in achtergestelde vorm (d.w.z. instrumenten die achtergesteld zijn aan schulden en uitgesloten zijn van bail-in). De bindende achtergestelde MREL-doelstellingen zijn:

  • 24,35% van de risicogewogen activa vanaf 1 januari 2024 (inclusief een fully loaded gezamenlijke buffervereiste van 5,38%), met een tussentijdse doelstelling vanaf 1 januari 2022 die eind 2023 18,40% bedroeg (inclusief een gezamenlijke buffervereiste van 4,90%);
  • 7,38% van de LRE vanaf 1 januari 2024 (met een tussentijdse doelstelling van 6,19% vanaf 1 januari 2022).
MREL (in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Eigen middelen en in aanmerking komende passiva (op transitionele basis) 34 672 30 269
CET1-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD, Deense compromismethode) 15 639 15 474
AT1-instrumenten (geconsolideerd, CRR/CRD) 1 750 1 500
T2-instrumenten (geconsolideerd, CRR/CRD) 2 379 1 767
Achtergestelde schulden (uitgegeven door KBC Groep NV, maar niet opgenomen in AT1 en T2) 8 6
Senior schulden (uitgegeven door KBC Groep NV, nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) 14 897 11 522
Risicogewogen activa (RWA) 113 029 109 966
MREL als percentage van RWA 30,7% 27,5%
Leverage ratio exposure amount (LRE) 333 894 346 538
MREL als percentage van LRE 10,4% 8,7%

Informatie over ICAAP, ORSA en stresstests wordt verstrekt in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Verklaring inzake deugdelijk bestuur

De voornaamste aspecten van ons beleid op het vlak van corporate governance zijn opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV (hierna het Charter genoemd, gepubliceerd op www.kbc.com). We gebruiken als referentie de Belgische Corporate Governance Code 2020 (hierna de Code 2020 genoemd). U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. Meer feitelijke informatie over corporate governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen vindt u in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2023.

In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt:

  • Raad van Bestuur: Raad
  • Directiecomité: DC
  • Auditcomité: AC

  • Risico- en Compliancecomité: RCC

  • Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen: WVV
  • Wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen: Bankwet

Samenstelling van de Raad en zijn comités op 31 december 2023

De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.

Johan Thijs

Erik Clinck

Koenraad Debackere Philippe Vlerick

Alain Bostoen

Marc De Ceuster Franky Depickere

Frank Donck

Popelier

Alicia Reyes Revuelta

Raf Sels

Christine Van Rijsseghem

ecomité
Remunerati
Benoeming
scomité
RCC
AC
4
10
10
8
4 (v)
10 (v)
4
8
8
10
4 (v)* 10
10 (v)
9 10
10
8
4
8
DC (v)
lijke bestuu
rders
Onafhanke
uders
aandeelho
oordigers k
Vertegenw
ern
uurders
rende best
Niet-uitvoe
deringen
raadsverga
Bijgewoon
de
16 16 16 16 16 16 15 10 16 15 16 16 16 16 10 15 13
huidig man
daat
Einde
2027 2025 2024 2027 2024 2024 2027 2027 2027 2024 2024 2025 2026 2027 2024 2026
2023
de Raad in
Periode in
Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar 8 maanden Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar 8 maanden Volledig jaar Volledig jaar
ie
Hoofdfunct
Aantal vergaderingen in 2023 Voorzitter van de Raad Ondervoorzitter van de Raad; CEO Vlerick
Group
Voorzitter DC en uitvoerend bestuurder KBC CEO Christeyns Groep Uitvoerend beheerder van Enactus Belgium Voorzitter MRBB Professor Financiële Economie Universiteit
Antwerpen
Gedelegeerd bestuurder; CEO van Cera en KBC
Ancora
Gedelegeerd bestuurder 3D Financieel directeur gemeente en OCMW
Zoersel
Retired Partner, Squire Patton Boggs (US) LLP Uitvoerend bestuurder KBC Bestuurder van vennootschappen CEO MRBB CEO Ravago Groep Uitvoerend bestuurder KBC
Naam Koenraad Debackere Philippe Vlerick Johan Thijs Alain Bostoen Erik Clinck Sonja De Becker Marc De Ceuster Franky Depickere Frank Donck Liesbet Okkerse Vladimira Papirnik Luc Popelier Alicia Reyes Revuelta Raf Sels Theodoros Roussis Christine Van

(v) Voorzitter van dit comité.

* Aanwezig op elke vergadering van het AC vanaf zijn benoeming.

Wijzigingen in de Raad in 2023

  • Katelijn Callewaert en Marc Wittemans namen ontslag als bestuurder met ingang van de algemene vergadering. Marc De Ceuster en Raf Sels werden benoemd als bestuurder voor een mandaat van vier jaar.
  • Koenraad Debackere, Franky Depickere, Alain Bostoen en Frank Donck werden herbenoemd als bestuurder voor een mandaat van vier jaar.

Wijzigingen in de Raad, voorgesteld aan de Algemene Vergadering op 2 mei 2024

  • Vladimira Papirnik neemt ontslag als bestuurder met ingang van de algemene vergadering. De raad dankt haar voor de jarenlange bijdrage die ze aan de KBC-groep heeft geleverd.
  • Diana Rádl Rogerová wordt op advies van het Benoemingscomité en onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouder door de Raad voorgedragen voor benoeming als onafhankelijk bestuurder, in de zin van en beantwoordend aan de wettelijke criteria en de Code 2020, voor een mandaat van vier jaar.
  • Op advies van het Benoemingscomité worden Johan Thijs, Erik Clinck, Sonja De Becker en Liesbet Okkerse voorgedragen voor een herbenoeming als bestuurder voor een mandaat van vier jaar en Theodoros Roussis voor een mandaat van één jaar.

Curriculum vitae van de voorgedragen nieuwe bestuurder:

• Diana Rádl Rogerová is geboren in Hradec Králové (Tsjechië) op 15 augustus 1972. Ze heeft een masterdiploma Internationale Handel, Monetaire Economie en Bankwezen (VŠE, University of Economics and Business in Praag). In 2006 werd ze auditpartner bij Deloitte in Praag en stond ze onder meer in voor de audit van enkele belangrijke financiële instellingen. Van 2016 tot 2022 was ze managing partner voor Deloitte Tsjechië. Deze verantwoordelijkheid combineerde ze van 2018 tot 2022 met de rol van Chief Strategy Officer voor Deloitte Europe, waar ze instond voor de ontwikkeling en implementatie van de globale strategie van alle Europese businessunits (Audit, Tax and Legal, Consulting, Financial Advisory and Risk Advisory) van Deloitte. In 2022 richtte ze Behind Inventions op, een investeringsvennootschap die een aantal technologische startups in portefeuille heeft en waar Diana managing partner van is. In 2022 behaalde Diana de titel van 'Czech Manager of the Year'.

U vindt het Corporate Governance Charter, de cv's van de leden van de Raad en de agenda van de Algemene Vergadering op www.kbc.com.

Het Directiecomité van de groep

Johan
Thijs
Peter
Andronov
Aleš
Blažek
Erik
Luts
David
Moucheron
Luc
Popelier
Christine
Van Rijsseghem
°1965 °1969 °1972 °1960 °1973 °1964 °1962
Belg Bulgaar Tsjech Belg Belg Belg Belg
Licentiaat
Weten
schappen
(Toegepaste
Wiskunde) en
Actuariële
Weten
schappen
Licentiaat Fi
nance (University
of National and
World Economy in
Sofia)
Licentiaat
Rechten (Charles
University Law
School in Praag)
Licentiaat
Pedagogische
Wetenschappen
(KU Leuven)
Licentiaat in de
Rechten (UCL)
Licentiaat
Toegepaste
Economische
Wetenschappen
(UFSIA)
Licentiaat
in de Rechten
(UGent)
(KU Leuven)
In dienst sinds*
In dienst sinds*
2007
In dienst sinds*
2014
In dienst sinds*
1988
In dienst sinds*
2015
In dienst sinds*
1988
In dienst sinds*
1987
1988
Groeps-CEO
(chief executive
officer)
CEO Divisie
Internationale
Markten
CEO Divisie
Tsjechië
CIO (chief
innovation officer)
CEO Divisie
België
CFO (chief
financial officer)
CRO (chief
risk officer)

* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.).

Wijzigingen in 2023:

• Geen.

Voorziene wijzigingen in 2024:

• Geen

Bestuursmodel

Op 31 december 2023 telde de Raad 16 leden:

  • de voorzitter, die onafhankelijk bestuurder is;
  • twee onafhankelijke bestuurders;
  • drie leden van het Directiecomité (de CEO, CFO en CRO);
  • tien vertegenwoordigers van de kernaandeelhouders.

Aangezien de Bankwet bepaalt dat minstens drie leden van het DC ook bestuurder moeten zijn (optredend als 'uitvoerend bestuurder'), is het wettelijk niet mogelijk om een zuiver duale bestuursstructuur in te voeren met een duidelijke scheiding tussen de Raad (strategie, risicobereidheid en toezicht op het management) en het DC (operationeel management). De CEO, CFO en CRO zijn uitvoerend bestuurder.

De kernaandeelhouders (Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere kernaandeelhouders) hebben een

aandeelhoudersovereenkomst gesloten om de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de langetermijnfocus van het management van de groep te waarborgen en om het algemene beleid van de groep te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de algemene vergadering van KBC Groep en waren ze op 31 december 2023 vertegenwoordigd in de Raad door tien bestuurders.

Er is dus geen meerderheid van onafhankelijke bestuurders in de Raad. KBC heeft echter een sterke nadruk gelegd op de selectie van onafhankelijke bestuurders van hoog niveau, zowel voor KBC Groep als voor de raden van bestuur van

KBC Bank en KBC Verzekeringen. Die personen hebben een zeer goede reputatie en ze brengen specifieke financiële en bestuurlijke expertise en een diversiteit aan achtergronden mee naar de Raad. Daar komt bij dat in de praktijk de raden van bestuur van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen steeds samen vergaderen. Omdat er in de Raad van Bestuur van zowel KBC Bank als KBC Verzekeringen ook telkens twee onafhankelijke bestuurders zetelen, zijn er de facto zeven onafhankelijke bestuurders die aan de (gezamenlijke) vergaderingen van de Raad deelnemen. Het feit dat in deze gezamenlijke vergaderingen van de Raad in principe steeds collegiaal beslist wordt, illustreert ook het belang dat gehecht wordt aan de standpunten van de onafhankelijke bestuurders.

De wens van de kernaandeelhouders dat hun vertegenwoordigers een meerderheid in de Raad en een belangrijke vertegenwoordiging in de adviserende comités hebben, moet worden beschouwd als de tegenhanger van de verbintenis die zij in het kader van hun aandeelhoudersovereenkomst zijn aangegaan met het doel de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van de groep te waarborgen. Gezien het langetermijnkarakter van hun engagement hebben de kernaandeelhouders van nature bijzondere aandacht voor waardecreatie, een sterke kapitaalbasis, voorzichtig risicobeheer en duurzaamheid.

Alle leden van het DC nemen deel aan de vergaderingen van de Raad, behalve wanneer de Raad de werking en de remuneratie van de leden van het DC bespreekt.

Diversiteitsbeleid

De Raad heeft een beleid opgesteld over de gewenste diversiteit in de samenstelling van de Raad zelf en van het DC. Dat beleid wil diversiteit garanderen inzake kennis, ervaring, geslacht en geografische achtergrond. Het wil verzekeren dat de Raad en het DC allebei een brede basis van relevante competenties en knowhow kunnen aanspreken en voor hun besluitvormingsproces diverse meningen en input ontvangen.

Het beleid bepaalt dat de Raad evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat hij beschikt over een gepaste bank- en verzekeringsexpertise, de nodige ervaring in uitvoerend bestuur en een breed maatschappelijk en technologisch bewustzijn.

Verder bepaalt het beleid dat:

  • ten minste een derde van de leden van de Raad van een ander geslacht moet zijn dan de overige leden;
  • de Raad leden moet hebben van verschillende nationaliteiten, daarbij voldoende rekening houdend met de verschillende geografische gebieden waar KBC actief is;
  • ten minste drie bestuurders onafhankelijk moeten zijn in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV;
  • drie leden van het DC ook lid moeten zijn van de Raad.

De Raad vergadert in de regel samen met die van KBC Bank en van KBC Verzekeringen. De twee bijkomende onafhankelijke bestuurders in beide raden zorgen voor extra expertise en diversiteit.

Het beleid bepaalt ook dat het DC evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat het beschikt over een uitgebreide kennis van de financiële sector en de vereiste algemene knowhow van alle domeinen waarin KBC actief is.

Verder bepaalt het beleid dat:

  • ten minste één lid van het DC van een ander geslacht moet zijn dan de overige leden; de doelstelling is het bereiken van een evenwichtigere samenstelling qua geslacht;
  • het DC streeft naar een gediversifieerde samenstelling op het vlak van nationaliteit en leeftijd;
  • alle leden van het DC moeten beschikken over de nodige en gediversifieerde financiële kennis, professionele integriteit en managementervaring, maar een verschillend carrièreverloop moeten hebben.

De Raad zal toekijken op de correcte toepassing van dit diversiteitsbeleid, wanneer hij beslist over het profiel van een nieuwe bestuurder of een nieuw lid van het DC.

Het Benoemingscomité controleerde op regelmatige basis de toepassing van dit beleid en heeft vastgesteld dat het in 2023 effectief werd toegepast.

Een volledig cv van elk lid van de Raad en het DC is te vinden op www.kbc.com, onder Corporate Governance > Management.

Samenstelling van de Raad en het DC,
31 december 2023
Raad DC
Aantal jaren in de Raad of het DC
0-2 jaar / 3-10 jaar / meer dan 10 jaar 4 lid / 6 leden / 6 leden 3 leden / 2 leden / 2 leden
gemiddeld aantal jaren 9 jaar 7 jaar
Leeftijd
41-50 jaar / 51-60 jaar / meer dan 60 jaar 1 lid / 7 leden / 8 leden 1 lid / 4 leden / 2 leden
gemiddelde leeftijd 59 jaar 57 jaar
Geslacht 11 mannen / 5 vrouwen 6 mannen / 1 vrouw
Nationaliteit1 14 Belgisch, 1 Spaans, 1 Tsjechisch
Amerikaans
5 Belgisch, 1 Tsjechisch, 1 Bulgaars
Diploma's2 rechten 28%, economie/financiën 24%,
MBA 17%, actuariële wetenschappen/
verzekeringen 3%, andere 28%
rechten 30%, economie/financiën 20%,
MBA 10%, actuariële wetenschappen/
verzekeringen 10%, andere 30%

1 Voor de raden van bestuur van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen samen: Belgisch, Tsjechisch, Tsjechisch/Amerikaans, Iers, Zweeds, Deens, Bulgaars, Spaans en Frans.

2 Benaderende procentuele verdeling op basis van totaal aantal diploma's (verschillende personen hebben meer dan één diploma.)

AC: toepassing van artikel 7:99 van het WVV en punt 6.2.3 van het Charter

Op 31 december 2023 zetelden in het AC twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:

  • Vladimira Papirnik, doctor juris (Northwestern University, USA), was senior partner bij het advocatenkantoor Squire Patton Boggs (zowel in Praag als in Chicago) tot juni 2017 en werkt nog verder aan projecten voor de firma en haar klanten. Ze is gespecialiseerd in vennootschapsrecht (fusies en overnames, corporate governance). Met ingang van de algemene vergadering in 2024 zal ze als lid van het AC worden opgevolgd door Diana Rádl Rogerová (cv: zie hierboven).
  • Alicia Reyes Revuelta, master in de rechten en in economie en bedrijfskunde (ICADE, Madrid) en PhD in kwantitatieve methoden en financiële markten (ICADE, Madrid), bekleedde seniormanagementfuncties bij Bear Stearns, Olympo Capital en Wells Fargo. Momenteel is ze

onafhankelijk bestuurder van Ferrovial en Banco Sabadell en Fellow Professor aan het Institute of Finance and Technology (University College London).

De voorzitter van het AC is:

• Marc De Ceuster: niet-uitvoerend bestuurder, doctor in de toegepaste economische wetenschappen (UFSIA, Antwerpen) en licentiaat in de rechten (UIA, Antwerpen). Hij is hoogleraar Financiële economie aan de Universiteit Antwerpen en uitvoerend bestuurder van CERA en KBC Ancora.

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC is samengesteld overeenkomstig de vereisten van artikel 7:99 van het WVV en van punt 6.2.3 van het Charter en over de daarin vooropgestelde vaardigheden en ervaring beschikt.

RCC: toepassing van artikel 56, §4 van de bankwet en punt 6.3.3 van het Charter

Op 31 december 2023 zetelde in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:

• Vladimira Papirnik: met ingang van de algemene vergadering in 2024 zal ze als lid van het RCC worden opgevolgd door Diana Rádl Rogerová (cv's: zie hierboven).

De andere leden van het RCC zijn:

  • Franky Depickere, niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen (Antwerpen UFSIA) en master in financieel management (VLEKHO Business School). Hij was intern auditor bij CERA Bank en heeft functies en mandaten uitgeoefend in verschillende financiële instellingen. Momenteel is hij gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora. Franky Depickere is voorzitter van het RCC.
  • Frank Donck, niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de rechten (UGent) en licentiaat financiële wetenschappen (Vlerick Business School). Hij is gedelegeerd bestuurder van 3D NV, voorzitter van Atenor Group NV en van Barco NV, onafhankelijk bestuurder bij Elia System Operator Group NV en Luxempart SA. Hij is ook bestuurder van enkele niet-genoteerde vennootschappen. Hij is lid van de Belgische Commissie Corporate Governance.
  • Sonja De Becker, niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de rechten (KU Leuven). Ze heeft verschillende functies uitgeoefend bij de Boerenbond en Landelijke Gilden en was er van 2015 tot 2022 voorzitter. Momenteel is ze voorzitter van MRBB, Arvesta, Agri Investment Fund, SBB Accountants & Adviseurs, Aktiefinvest en bestuurder bij Acerta.

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.

Remuneratiecomité: toepassing van artikel 56, §4 van de bankwet en van punt 6.5.2 van het Charter

Op 31 december 2023 zetelden in het remuneratiecomité twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:

  • Koenraad Debackere, onafhankelijk bestuurder en voorzitter van de Raad, burgerlijk werktuigkundig elektrotechnisch ingenieur, doctor in management, gewoon hoogleraar KU Leuven aan de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen en voorzitter van de Associatie KU Leuven. Daarnaast is hij onafhankelijk bestuurder bij Umicore NV. Koenraad Debackere is voorzitter van het remuneratiecomité.
  • Alicia Reyes Revuelta (cv: zie hierboven).

Het andere lid van het remuneratiecomité is:

• Philippe Vlerick, niet-uitvoerend bestuurder, bachelor in de filosofie en licentiaat in de rechten (KU Leuven), master in management (Vlerick Business School Gent) en MBA (Indiana University, Bloomington, USA), uitvoerend voorzitter van de Vlerick Group en van UCO, voorzitter van Raymond Uco Denim, BIC Carpets, Pentahold, Besix Group en Smartphoto, niet-uitvoerend bestuurder van Exmar, Concordia Textiles, B.M.T, L.V.D., Mediahuis, Vlerick Business School en voorzitter van Festival van Vlaanderen, Stichting Professor Vlerick en Europalia.

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het remuneratiecomité kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.

Benoemingscomité: toepassing van artikel 56, §4 van de bankwet en van punt 6.4.2 van het Charter

Op 31 december 2023 zetelden in het benoemingscomité van KBC Groep NV twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:

  • Koenraad Debackere, voorzitter van het Benoemingscomité (cv: zie hierboven)
  • Vladimira Papirnik: met ingang van de algemene vergadering in 2024 zal ze als lid van het benoemingscomité worden opgevolgd door Diana Rádl Rogerová (cv's: zie hierboven)

De andere leden zijn:

  • Franky Depickere (cv: zie hierboven)
  • Philippe Vlerick (cv: zie hierboven)
  • Sonja De Becker (cv: zie hierboven)

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het benoemingscomité kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.

Toepassing van en afwijkingen op de Code 2020

De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code 2020 waarvan wordt afgeweken (comply or explain-principe). Het betreft het volgende:

Bepaling 4.19 van de Code 2020 schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders.

Zoals hierboven toegelicht, was het Benoemingscomité op 31 december 2023 samengesteld uit vijf bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, een tweede onafhankelijk bestuurder en drie vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. Dit comité telt dus twee onafhankelijke bestuurders. Bovendien wordt een onafhankelijk bestuurder van KBC Bank NV

uitgenodigd voor alle vergaderingen van dit comité: op die manier zijn drie onafhankelijke bestuurders betrokken bij de werkzaamheden van het Benoemingscomité.

Bij de samenstelling van het Benoemingscomité houdt de groep rekening met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders. De Raad achtte het wenselijk hen, in het licht van hun langetermijnengagement, op een gepaste wijze te betrekken bij de werkzaamheden van dit comité.

Verder schrijft de Code 2020 voor dat de Verklaring inzake deugdelijk bestuur alle relevante informatie moet bevatten over gebeurtenissen die de governance hebben beïnvloed. In 2023 hebben dergelijke gebeurtenissen zich niet voorgedaan.

Commissaris

De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BV (PwC), wordt vertegenwoordigd door Damien Walgrave en Jeroen

Bockaert. De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.4.

Activiteitenverslag van de Raad en zijn comités in 2023

Raad

Naast het vervullen van de wettelijk opgelegde taken, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen:

  • de update van de KBC-strategie;
  • de strategie en activiteiten van de divisies/landen België, Tsjechië, Slowakije, Internationale Markten, Corporate HR, KBC Asset Management, KBC Securities en shared services;
  • de afbouw van de activiteiten van KBC Ireland;
  • het beheer van de gevolgen van de geopolitieke en de liquiditeitscrisis;
  • het kapitaal- en dividendbeleid;
  • de inkoop van eigen aandelen;
  • de introductie van IFRS 17;
  • de IT-strategie en de digitale transformatie (inclusief Kate en STI-trends);
  • het project Rainbow (de bouw van een platform met het oog op een kwalitatieve financiële, risico- en treasuryrapportering);
  • de implementatie van de (her)verzekeringsstrategie;
  • de bespreking van de corporate sustainability strategie en het Sustainable Finance Programme;
  • het hr-beleid;
  • het ICAAP/ILAAP-rapport;
  • het Risk Appetite Statement;
  • de Risk Reports;
  • de Compliance reports en de compliancefunctie;
  • de bespreking van het Internal Control Statement;
  • de zelfevaluatie van de Raad.

Maandelijks bracht het DC verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Daarnaast besteedde de Raad aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen in de verschillende activiteitsdomeinen.

Ook worden regelmatig opleidingssessies georganiseerd voor alle leden van de Raad (nieuw benoemde bestuurders volgen daarnaast ook een uitgebreid introductieprogramma). De volgende topics kwamen aan bod: ESG, de witwasreglementering, IFRS 17, het wetgevend kader en regelgevende ontwikkelingen, databescherming, cyberbeveiliging en operationele veerkracht.

In de Duurzaamheidsboordtabel (Sustainability Dashboard) van KBC zijn duurzaamheidsparameters opgenomen waarmee de stand van zaken binnen de KBC-groep wordt opgevolgd en zo nodig kan worden bijgestuurd. Twee keer

per jaar beoordeelt de Raad de evolutie van die parameters. U vindt meer informatie hierover in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com.

Auditcomité (AC)

Het AC heeft onder meer de opdracht om de Raad te adviseren over de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en houdt toezicht op de externe revisor. Het AC van KBC Groep vervult die rol ook voor KBC Global Services.

Het AC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag, de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van de desbetreffende persberichten en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen van de interne auditor besproken, inclusief de goedkeuring van het auditjaarplan.

Het AC besprak bovendien:

  • de verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle en de opvolging van de actieplannen die eruit voortvloeien;
  • de intragroep belangenconflicten;
  • de resultaten van de door de toezichthouders uitgevoerde inspecties en de door het management geformuleerde actieplannen;
  • de evaluatie van de interne auditfunctie en haar verloning;
  • de selectieprocedure voor het mandaat van de externe revisor;
  • de eerste toepassing van de IFRS 17-regels.

Risico- en compliancecomité (RCC)

Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie en staat de Raad bij in de uitoefening van het toezicht op het uitvoeren van die strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt. Daarbij wordt gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden, in het bijzonder reputatierisico's. Het RCC waakt over de risico- en de compliancefuncties. Het RCC van KBC Groep vervult die rol ook voor KBC Global Services.

Het RCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer werd ook aandacht

besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten.

Het RCC besteedde in het bijzonder aandacht aan:

  • ESG- en klimaatrisico's die onderdeel uitmaken van de periodieke rapportering van de risicofunctie;
  • belangrijke digitaliseringsprojecten zoals Rainbow of Temenos;
  • de voortgangsrapportering betreffende de implementatie van het EU-databeleid (GDPR, Schrems II) en van andere specifieke reglementering zoals AML en MiFID, met inbegrip van de EG-reglementering;
  • de verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle en de opvolging van de actieplannen die eruit voortvloeien;
  • het KBC ICAAP/ILAAP-rapport 2023;
  • het KBC ORSA-rapport 2023;
  • het KBC Recovery Plan 2023;
  • Information Security and Cyber risk;
  • de resultaten van de door de toezichthouders uitgevoerde inspecties en de door het management geformuleerde actieplannen;
  • het bijgewerkte Compliance Charter;
  • het bijgewerkte Integriteitsbeleid;
  • de bijgewerkte Onverenigbaarheidscode;
  • het Compliance-jaarverslag aan de Raad:
  • het rapport van de data protection officer;
  • het Belangenconflictenrapport;
  • het rapport van het antiwitwascomité;
  • het Enterprise Wide Risk Assessment;
  • het taping- en het belangenconflictenbeleid;
  • het rapport over de klachtenbehandeling;
  • het acceptatiebeleid;
  • het klokkenluidersbeleid;
  • de Group Treasury frameworks.

Benoemingscomité

Het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen, KBC Bank en KBC Global Services.

Belangrijkste behandelde onderwerpen:

  • de benoemingen en herbenoemingen in de Raad,
  • de opvolgingsplanning voor de Raad,
  • de beoordeling van de collectieve geschiktheid van het DC en de Raad,
  • de bepaling van het profiel van de raadsleden en van de daaraan verbonden opleidingsportefeuille,
  • het hr-beleid,
  • de evaluatie van de werking en samenstelling van de Raad en het Benoemingscomité.

Remuneratiecomité

Het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen, KBC Bank en KBC Global Services. Het Remuneratiecomité vergaderde altijd in aanwezigheid

van de voorzitter van het RCC en meestal ook van de voorzitter van het DC.

Belangrijkste behandelde onderwerpen:

  • de evaluatie van de beoordelingscriteria van het DC over 2022,
  • de beoordelingscriteria van het DC voor 2023,
  • de jaarlijkse Remuneration Review,
  • toepassing van de indexering van de vergoeding van de CEO en de andere leden van het DC,
  • opmaak van het remuneratieverslag,
  • de retentievergoedingen voor KBC Ireland.

Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstukken 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com.

Belangrijkste kenmerken van het evaluatieproces van de Raad, zijn comités en zijn leden

Onder leiding van zijn voorzitter en met de hulp van het Benoemingscomité evalueert de Raad minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties, zijn interactie met het DC en zijn omvang, samenstelling en werking, alsook die van de comités.

Minstens om de drie jaar evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.

De bestuurders die worden voorgesteld voor herbenoeming worden individueel geëvalueerd m.b.t. hun aanwezigheid in de vergaderingen van de Raad en de comités en hun

engagement en constructieve betrokkenheid in besprekingen en besluitvorming. Die evaluatie gebeurt door het Benoemingscomité.

Op initiatief van de voorzitter van het DC bespreekt het voltallige DC eens per jaar zijn doelstellingen en beoordeelt het daarbij zijn prestaties. De voorzitter van het DC maakt jaarlijks een individuele beoordeling van de leden van het DC. Die wordt verder besproken in het remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter van de Raad in samenspraak met het remuneratiecomité en wordt goedgekeurd door de Raad.

Belangenconflicten die onder artikel 7:115, 7:116 of 7:117 van het WVV vallen

In de loop van het boekjaar 2023 vereiste de beslissing van de Raad inzake de evaluatie van de leden van het DC de toepassing van artikel 7:115 van het WVV. Het voorstel werd besproken op de vergadering van de Raad van 8 februari 2023. Het verslag luidt als volgt (vertaling):

De Raad bespreekt op voorstel van het Remuneratiecomité de individuele prestatiescore van de leden van het Directiecomité (behalve de CEO). De Raad gaat akkoord. De CEO verlaat vervolgens de vergadering en de Raad bespreekt het voorstel van het Remuneratiecomité met betrekking tot de individuele prestatiescore van de CEO en gaat hiermee akkoord.

De voorzitter legt verder uit dat het Remuneratiecomité de (collectieve) KPI's van het Directiecomité voor 2022 heeft besproken en tot een globale score van 97,79% is gekomen (vergeleken met 96,4% in 2021). Aangezien voor de CRO de risk & control parameters dubbel tellen en de business parameters buiten beschouwing worden gelaten (vanwege regelgeving), is de eindscore voor de CRO 97,46%.

Daarnaast vereiste de beslissing van de Raad tot het verlenen van kwijting aan de leden van het DC, in uitvoering van artikel 7:109, §3 van het WVV, de toepassing van artikel 7:115 van het WVV. Het voorstel werd besproken op de vergadering van de Raad van 16 maart 2023. Het verslag luidt als volgt (vertaling):

Er wordt toegelicht dat KBC Groep een duaal bestuursmodel heeft, maar dat drie leden van het Directiecomité ook lid moeten zijn van de Raad van Bestuur. Artikel 7:109, §3 WVV bepaalt dat de Raad, na de vaststelling van de jaarrekening, moet beslissen over de aan de leden van het Directiecomité te verlenen kwijting. De Raad moet de vermogensrechtelijke gevolgen van de voorgestelde beslissing omschrijven en het voorgenomen besluit verantwoorden.

De Raad erkent dat er een belangenconflict is van vermogensrechtelijke aard, maar dat er geen vermogensrechtelijke gevolgen zijn vermits de Raad niet de intentie heeft om een vordering tot schadevergoeding in te dienen tegen het Directiecomité en zijn leden. De Raad beslist om kwijting te verlenen aan de leden van het Directiecomité.

Er kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 7:116 of 7:117 WVV vereisten.

Transacties tussen de vennootschap en haar bestuurders en leden van het DC die niet onder de wettelijke regeling inzake belangenconflicten vallen

Geen.

Maatregelen in verband met misbruik van voorkennis en marktmisbruik

De Dealing Code voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële

Diensten en Markten (FSMA) van verhandelingen door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen.

Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen

Deel 1: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC

Een duidelijke strategie, organisatiestructuur en bevoegdheidsverdeling vormen het kader voor een deugdelijke bedrijfsvoering

We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in de hoofdstukken Ons bedrijfsmodel en Onze strategie van dit jaarverslag.

De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is geschoeid op een functioneel duale structuur naar Belgisch model:

• De Raad tekent de strategie en het algemene beleid uit. Hij oefent alle verantwoordelijkheden en handelingen uit die hem bij wet zijn voorbehouden. De Raad beslist, op

voorstel van het DC, over het niveau van te nemen risico's (risk appetite). De Raad benoemt de leden van het DC.

• Het DC is belast met het operationele bestuur van de vennootschap binnen de door de Raad goedgekeurde algemene strategie en het algemene beleid. Om zijn specifieke verantwoordelijkheden inzake financieel beleid en risicobeheer waar te nemen, heeft het DC in zijn midden een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO) aangesteld.

Het Charter beschrijft voor beide beleidsorganen hun respectieve bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificaties waaraan hun leden moeten voldoen.

Bedrijfscultuur en integriteitsbeleid

Onze principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, procedures en gedragslijnen en specifieke opleidingen en campagnes voor het personeel. We communiceren transparant over de belangrijkste beleidslijnen en gedragscodes. U vindt ze op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen > Regels en beleidslijnen hanteren.

Het integriteitsbeleid omvat o.a. ook gedragsrisico, een begrip dat het risico als gevolg van een ongepaste verlening van financiële diensten aangeeft. Daarvoor heeft KBC een omvattende aanpak opgezet bestaande uit preventie, monitoring en rapportering. Uitgebreide groepswijde communicatiecampagnes en opleidingen over het omgaan met dilemma's zorgen voor de nodige bewustmaking rond dit thema. In het bijzonder in de domeinen van bescherming van de belegger en de bescherming van de verzekeringspolishouder is gedragsrisico cruciaal om de belangen van de klant te vrijwaren.

Het integriteitsbeleid richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen, waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:

  • de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en terrorismefinanciering, het naleven van embargo's en de preventie van financiering van de verspreiding van massavernietigingswapens;
  • het fiscale preventiebeleid, waaronder de bijzondere mechanismen en DAC 6;
  • de bescherming van de belegger;
  • gegevensbescherming (privacy), inclusief bankgeheim, elektronische communicatie, vertrouwelijkheid van informatie en professionele discretieplicht;
  • de deontologie;
  • de coördinatie van fraudebestrijding;
  • de bescherming van de verzekeringspolishouder;
  • de naleving van de antidiscriminatiewetgeving;
  • de regels betreffende de bescherming van de consument: marktpraktijken, betalings- en kredietdiensten, behandeling van klachten door ondernemingen, regels m.b.t. kmo-financiering en PSD2;
  • governance-aspecten van CRD IV en V, Solvency II en/of plaatselijke wetgeving, inclusief de scheiding van taken tussen het uitvoerende management en de toezichthoudende instanties, de werking van comités, onverenigbaarheid van mandaten, behoorlijk beloningsbeleid, Fit & Proper-vereisten, belangenconflicten, leningen aan leden van het DC en bestuurders en de met hen verbonden personen en aan aandeelhouders met een significante participatie, en het verstrekken van advies m.b.t. uitbesteding alsook regelgeving aangaande duurzaamheid.

Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding:

  • Via doelgerichte campagnes en opleidingen neemt KBC initiatief om deze deontologische houding in het DNA van elke medewerker te verankeren. Elementen van dat beleid zitten onder andere verweven in het ethische beleid en het fraudebeleid van de groep en in de diverse andere beleidslijnen die in dit onderdeel worden aangegeven.
  • Verschillende diensten, zoals Compliance, Inspectie, Interne Audit en ook de business zijn actief bezig met de preventie en het opsporen van fraude. Voor complexe fraudedossiers en/of zaken met een invloed op groepsniveau voert en/of coördineert Compliance Groep het onderzoek in zijn hoedanigheid van groepscompetentiecentrum voor fraude.
  • Het beleid voor de bescherming van klokkenluiders in de KBC-groep biedt bescherming aan de (ex-)medewerkers of derden die te goeder trouw aanwijzingen van fraude en ernstige wanpraktijken signaleren (zie verder).
  • Geïnspireerd door de UK Modern Slavery Act publiceert KBC een Modern Slavery Act Statement, waarin KBC de strijd tegen iedere vorm van moderne slavernij in zijn activiteiten onderschrijft.

De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep. Het schrijft aan alle medewerkers een gedrag voor dat daarmee overeenstemt. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van meer gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau. Het is de inspiratie voor bewustmakingscampagnes en opleidingen.

Bestrijding van corruptie en omkoping

KBC voert al jaren een nultolerantiebeleid ten opzichte van elke vorm van corruptie en duldt geen enkele uitzondering op dit beleid.

Het anticorruptiebeleid van KBC bevestigt niet alleen de strijd tegen corruptie, maar zet ook in op het voorkomen van corruptie bij de uitoefening van al zijn werkzaamheden, inclusief de activiteiten uitgevoerd door het personeel van KBC, alsook door alle personen of entiteiten die activiteiten uitvoeren voor KBC of die KBC vertegenwoordigen in om het even welke hoedanigheid.

De bestrijding van corruptie en het vermijden van belangenconflicten in het algemeen maken zowel deel uit van een ex-cathedraopleiding als van verschillende digitale opleidingen (zie ook tabel verderop). Het anticorruptiebeleid omvat ook het beleid inzake

geschenken, giften en sponsoring: KBC wil zowel zijn medewerkers als zijn tegenpartijen beschermen door duidelijke en ondubbelzinnige criteria op te stellen voor transparant en redelijk gedrag. Geschenken, giften, entertainment, uitnodigingen en/of sponsoring, waarvan de tegenwaarde een bepaald bedrag (op jaarbasis) overschrijdt, moeten vooraf worden gemeld aan en goedgekeurd door het bevoegde directiecomité/ management. In 2023 werden in België in dit verband 18 meldingen goedgekeurd. Ook in de Centraal-Europese entiteiten moeten giften boven een bepaald bedrag worden gemeld. In Tsjechië werden twee meldingen goedgekeurd, in Hongarije twee, in Slowakije één en in Bulgarije drie.

Antiwitwaspraktijken

Omdat KBC niet betrokken wil zijn bij activiteiten die beschouwd kunnen worden als het witwassen van geld of de financiering van terrorisme, werd er op het niveau van de groep een antiwitwasbeleid uitgewerkt, met een heldere organisatorische inbedding. Het doel van dat beleid bestaat erin om een algemeen kader voor de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (met inbegrip van de financiering en de verspreiding van massavernietigingswapens alsook de embargovereisten) vast te stellen. Elke entiteit binnen de groep heeft een eigen antiwitwasprogramma ontwikkeld dat gebaseerd is op de groepswijde complianceregels, die de minimumregels omvatten, maar waarbij ook in de nodige ruimte is voorzien om de lokale wetgeving te kunnen implementeren. Om alle risico's goed in kaart te kunnen brengen, vindt er een jaarlijkse risicobeoordeling plaats in alle entiteiten. Aan alle medewerkers, verbonden agenten en hun medewerkers wordt op regelmatige tijdstippen opleiding gegeven (zie ook tabel verderop). Daarnaast wordt van de medewerkers, de

verbonden agenten en hun medewerkers verwacht dat ze de uitgewerkte procedures en voorschriften strikt opvolgen en de nodige waakzaamheid aan de dag leggen. Voor deze waakzaamheid wordt een risicogebaseerde benadering toegepast in functie van de risicoclassificatie van de klant, zowel bij de identificatie van de klanten als bij het controleren van de transacties. Bij twijfel of indien ze een verdachte transactie opmerken, moeten ze dit melden aan Compliance.

In het kader van de transactiemonitoring werd een geïntegreerd groepswijd AI-platform ontwikkeld, gebaseerd op modellen en op machine learning, en uitgerold in België en in de Centraal-Europese landen van de groep.

Verantwoordelijke belastingbetaler

Het basisprincipe van de fiscale strategie van KBC is dat KBC Groep en al zijn entiteiten zich moeten gedragen als verantwoordelijke belastingbetalers, door een professionele naleving van de belastingwetgeving en een legitieme fiscale planning ondersteund door geldige businessdoelstellingen, die voorrang hebben op fiscale overwegingen. KBC neemt geen agressieve fiscale standpunten in omdat het zijn reputatie als verantwoordelijke belastingbetaler wil vrijwaren, en het houdt zich aan een strikt fiscaal risicobeheer op basis van deze principes. KBC-medewerkers mogen aan klanten geen advies geven dat hen zou kunnen aanzetten tot belastingfraude. Het verstrekte belastingadvies en de fiscale informatie moeten juridisch correct en duidelijk geformuleerd zijn. Alle belastingaangiften en -betalingen van KBC worden correct en op tijd ingediend. Bij belastingcontroles is volledige openheid in overeenstemming met de geldende lokale belastingwetgeving de algemene richtlijn. KBC reageert tijdig op alle wetswijzigingen door te investeren in de nodige IT-systemen en door zijn fiscale processen aan te passen aan de nieuwe regels. Er is een degelijke governance om de Fiscale Strategie van KBC op te volgen en te controleren. Het fiscaal voorkomingsbeleid wordt regelmatig geüpdatet en werd in overeenstemming gebracht met de instructies van de NBB inzake bijzondere mechanismen die in 2021 werden aangepast. KBC Groep beschikt over de nodige procedures om te voldoen aan de verplichtingen van DAC 6. KBC voldoet aan alle verplichtingen inzake CRS en FATCA.

Zie ook toelichting 3.11 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Klokkenluidersbeleid

KBC heeft zijn beleid inzake klokkenluiders geactualiseerd, rekening houdend met de nieuwe Europese regelgeving rond de bescherming van klokkenluiders. KBC verwacht van zijn

medewerkers, zijn verbonden agenten en hun medewerkers dat ze tijdens hun werk waakzaam zijn voor aanwijzingen van misdrijven, ernstige overtredingen van regels of voorschriften en andere wanpraktijken door personeel of klanten. Alle KBC-medewerkers, verbonden agenten en hun medewerkers hebben de elementaire morele plicht en de juridische mogelijkheid om elk vermoeden van dergelijk gedrag te melden. KBC faciliteert anonieme meldingen en kan ook rechtstreeks anoniem rapporteren aan de respectieve toezichthouders in de domeinen waarvoor ze bevoegd zijn. KBC verbindt zich ertoe om de identiteit van de klokkenluiders af te schermen en hen te beschermen tegen alle mogelijke negatieve gevolgen van het te goeder trouw melden van een vermoeden, op de manier zoals opgenomen in de interne reglementen. Zodoende beschermt en respecteert KBC eveneens de rechten van de persoon waarop de melding betrekking heeft. Group Compliance ziet toe op de werking van dit beleid. In principe fungeert de lokale compliancefunctie als de entiteit waar alle rapporten en dossiers worden gecentraliseerd. De lokale compliancefunctie moet alle klokkenluidersdossiers rapporteren aan de Cel Ethiek van Group Compliance. Het klokkenluidersbeleid wordt intern en extern (www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen) gepubliceerd. In 2023 werden op groepsniveau 28 meldingen ontvangen, waarvan 11 uit België, 11 uit Tsjechië, 0 uit Hongarije, 5 uit Slowakije en 1 uit Bulgarije.

Gegevensbescherming

De Interne Groepscompliance-beleidslijn inzake gegevensbescherming legt een strikt privacykader vast, dat moet worden gezien als minimumvereiste en moet worden toegepast in elke entiteit van de groep. Elke entiteit heeft een data protection officer aangesteld, die het management en de medewerkers informeert en adviseert over hun verplichtingen op het gebied van privacy en gegevensbescherming en die toeziet op de naleving van de regelgeving en het beleid met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. We controleren de status door middel van regelmatige compliance-monitoringprogramma's en maken gebruik van bewustmakingscampagnes en opleidingen om de aandacht van de mensen vast te houden en ervoor te zorgen dat hun kennis up-to-date blijft (zie ook tabel verderop).

Gezien het belang van privacy- en gegevensbescherming worden het DC en het RCC op de hoogte gehouden met een kwartaalverslag. U vindt meer informatie over databescherming en privacy in het hoofdstuk Onze Strategie, De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.

Gevolgde opleidingen, in % van het geselecteerde
doelpubliek, 2023
Opleiding ethiek,
vermijden van belangen
conflicten en bestrijding
van corruptie
Opleiding
antiwitwaspraktijken
Opleiding
gegevens
bescherming
België (KBC Bank, KBC Verzekeringen, KBC Securities,
KBC Asset Management, verbonden verzekerings
agenten en hun medewerkers)
99% 97% 99%
Tsjechië (ČSOB Bank / ČSOB Pojišt'ovna) 99% / 100% 99% / 100% 99% / 100%
Slowakije (ČSOB Bank / ČSOB Poist'ovňa) 97% / 98% 98% / 98% 99% / 99%
Hongarije (K&H Bank / K&H Insurance) 97% / 93% 95% / 87% 97% / 98%
Bulgarije (UBB / DZI) 96% / 94% 96% / 91% 96% / 91%

Het Three Lines of Defense-model

1 De business

De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en moet zorgen voor effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende kwaliteit schuilt in de zelfbeoordelingen van de eigen business, er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en er voldoende prioriteit en ruimte gegeven wordt aan risico-onderwerpen.

2 De risicofunctie, de compliancefunctie en de actuariële functie, en voor bepaalde zaken Finance, Juridische en

Fiscale Zaken, vormen de tweede verdedigingslinie. Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisico- en controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier zorgen de tweedelijnsrisico- en controlefuncties voor toezicht op de controle-omgeving en de genomen risico's, evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. De taak van de tweedelijnsfuncties bestaat erin risico's te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, hebben de chief risk officers een vetorecht, dat gebruikt kan worden in de verschillende comités waar belangrijke beslissingen worden genomen. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan. De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de groep. Ze wordt gekenmerkt door haar specifieke statuut (zoals bepaald in de wet- en regelgeving en zoals vertaald in het Compliance Charter), haar plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO, met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de bijhorende rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC en in bepaalde gevallen zelfs aan de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren

of binnen de domeinen vallen die het DC haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.

Als onafhankelijke controlefunctie zorgt de actuariële functie voor een bijkomende kwaliteitsbewaking door het verschaffen van deskundig technisch actuarieel advies aan de Raad, het RCC, het DC van KBC Groep NV en van de KBC-verzekeringsgroep en elke (her)verzekeringsentiteit binnen de groep. Dat advies betreft onder meer de berekening van de technische voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen, het herverzekeringsbeleid en het onderschrijvingsrisico. De onafhankelijkheid van de actuariële functie wordt ondersteund door het aangepaste statuut van de functie, zoals beschreven in het Charter van de actuariële functie.

3 Als onafhankelijke derdelijnscontrole ondersteunt Interne Audit het DC, het AC, het RCC en de Raad bij de bewaking van de effectiviteit en efficiëntie van het interne controleen risicobeheersysteem.

Interne Audit verschaft redelijke zekerheid (reasonable assurance) omtrent de effectiviteit en efficiëntie van de interne controle- en risicobeheerprocessen, inclusief Corporate Governance. Als onafhankelijke derdelijnscontrole – rapporterend aan het AC – voert het daartoe risicogestuurde audits uit. Het ziet er ook op toe dat er beleidsmaatregelen en processen zijn die consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten gegarandeerd is.

Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodes, samenwerking tussen interne-auditafdelingen van de KBC-groep en uitbesteding van interne-auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV.

Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde in 2023. De (zeer positieve) resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd.

Het AC en het RCC spelen een centrale rol in de monitoring van het interne controle- en risicobeheersysteem

Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC. Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet. Het AC besteedt hierbij specifieke aandacht aan een correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures voldoen aan de wet en andere reglementeringen. Hun rol, samenstelling en werking en de

kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.

Deel 2: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen in verband met het proces van financiële verslaggeving

De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. De boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces zijn gedocumenteerd in een

uitvoerige handleiding. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond. De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).

De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.

De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen attesteren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de directeurs van Investor Relations Office en van Experts, Reporting & Accounting, controleert de naleving van de IFRS-waarderingsregels en de volledigheid van de IFRStoelichtingsvereisten.

Conform de Bankwet heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.

De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting, de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.

De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te beheersen, bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.

Het Challenger Framework en het Data Management Framework definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.

Jaarlijks moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk Assessment Tool van de risicofunctie. Hierbij worden Business Process Management-technieken (BPM) toegepast, gebruikmakend van procesinventarissen, procesbeschrijvingen (Turtle Diagrams) en analyses van de potentiële risico's in de processen (Failure Mode & Effects Analysis (FMEA)), aangevuld met een door de CFO's ingevulde vragenlijst. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-to-endproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen.

Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.

Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

1 Kapitaalstructuur op 31 december 2023

Het maatschappelijke kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 417 305 876 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie in het deel Overige informatie.

2 Wettelijke of statutaire beperking van overdracht van effecten

Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de vastgestelde slotkoers, kan het personeelslid die nieuwe aandelen niet overdragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop het personeel heeft ingetekend in het kader van de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Bestuur in november 2023 heeft beslist, zijn uitgegeven zonder korting en bijgevolg niet geblokkeerd. De aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2022 zijn nog geblokkeerd tot 14 december 2024.

3 Houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten zijn verbonden Nihil.

4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.

5 Wettelijke of statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht

De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Zie Toelichting 5.10. in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

6 Aan KBC Groep NV bekende aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht

De kernaandeelhouders van KBC Groep NV bestaan uit KBC Ancora NV, haar moederonderneming Cera CV, MRBB BV en een groep van rechtspersonen en natuurlijke personen die worden aangeduid als Andere vaste aandeelhouders.

Uit de meest recente kennisgevingen van deze

  • kernaandeelhouders blijkt het volgende aandelenbezit: • KBC Ancora NV 77 516 380
  • Cera CV 15 555 143 • MRBB BV 47 887 696*
  • Andere vaste aandeelhouders 30 945 409
  • Totaal 171 904 628
  • (41,19% van totaal op 31 december 2023)

* MRBB meldde de aankoop van 79 000 extra KBC-aandelen op 5 januari 2024 (niet inbegrepen in dit overzicht van de situatie op 31-12-2023).

Tussen deze kernaandeelhouders werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten die voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. Dat bevat de regels m.b.t. de gesyndiceerde aandelen, het beheer van het aandeelhouderssyndicaat, de syndicaatsvergaderingen, de stemrechten binnen het aandeelhouderssyndicaat, voorkooprechten in het geval van overdracht van bepaalde gesyndiceerde aandelen, de uittreding uit de overeenkomst en de duur van de overeenkomst. Behalve voor een beperkt aantal beslissingen beslist de syndicaatsvergadering met een tweederdemeerderheid, met dien verstande dat geen enkele van de aandeelhoudersgroepen een beslissing kan blokkeren. De aandeelhoudersovereenkomst werd verlengd voor een periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014.

7 De regels voor de benoeming en vervanging van leden van het bestuursorgaan en voor de wijziging van de statuten van KBC Groep NV

Benoeming en vervanging van leden van de Raad: De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad, na goedkeuring door of kennisgeving aan de toezichthouder, ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité. Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering. In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het WVV (art. 7:87). De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter

en eventueel een of meer ondervoorzitters. Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar.

Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan.

Wijziging van de statuten:

De Algemene Vergadering heeft het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en beslissen, als de voorgestelde wijzigingen nauwkeurig zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders ten minste de helft van het kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig, en de nieuwe vergadering beraadslaagt en beslist op geldige wijze ongeacht het door de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als ze drie vierde van de stemmen heeft verkregen (art. 7:153 van het WVV).

Als de statutenwijziging betrekking heeft op het voorwerp van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging verantwoorden in een omstandig verslag dat in de agenda wordt vermeld. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als ze ten minste vier vijfde van de uitgebrachte stemmen heeft verkregen (art. 7:154 van het WVV).

8 Bevoegdheden van de Raad met betrekking tot uitgifte of inkoop van eigen aandelen

De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 22 mei 2028 gemachtigd om het maatschappelijke kapitaal in een of meerdere keren te verhogen, in geld of in natura, door de uitgifte van aandelen. De Raad is bovendien tot dezelfde datum gemachtigd om in een of meerdere keren te beslissen tot de uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties die aanleiding kunnen geven tot verhogingen van het kapitaal. Die machtiging

werd verleend ten belope van 146 000 000 euro, waarbij de Raad bevoegd is om, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders op te heffen of te beperken, en ten belope van 554 000 000 euro, waarbij de Raad niet bevoegd is het voorkeurrecht op te heffen of te beperken. Op 8 november 2023 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met opheffing van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Zie verder in het deel Overige informatie, in de toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening.

De Algemene Vergadering van 5 mei 2022 heeft de Raad voor een periode van vier jaar te rekenen vanaf de bekendmaking van dit besluit gemachtigd om maximaal 10% van de aandelen van KBC Groep NV te verwerven op Euronext Brussels of op een andere gereglementeerde markt, tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met tien procent, en niet lager dan één euro. De Raad heeft in 2023 met gebruik van deze machtiging 8 797 069 aandelen verworven (2,11% van het aantal aandelen in omloop). Voor de aandelen van KBC Groep NV in het bezit van KBC Groep NV en zijn dochtervennootschappen, zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.

10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil.

Aandeelhoudersstructuur op 31 december 2023

Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren naar aanleiding van de wet van 2 mei 2007, naar aanleiding van de wet op de openbare overnamebiedingen, of op vrijwillige basis. In het deel Verslag van de Raad van Bestuur, hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, vindt u een synthese met de

meest recente meldingen. We wijzen erop dat de hierna vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.

Aandeelhoudersstructuur zoals die blijkt uit ontvangen kennisgevingen in het kader van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

Aandeelhouderschap op 31-12-
2023, volgens de meest recente
kennisgevingen overeenkomstig
de wet van 2 mei 2007
Adres Aantal KBC-aandelen/
stemrechten (tegenover het
huidige aantal aandelen/
stemrechten)*
De kennisgeving be
treft de situatie op
Kernaandeelhouders
KBC Ancora NV Muntstraat 1, 3000 Leuven, België 77 516 380 / 18,58% 1 december 2014
Cera CV Muntstraat 1, 3000 Leuven, België 11 127 166 / 2,67% 1 december 2014
MRBB BV Diestsevest 32/5b, 3000 Leuven, België 47 889 864 / 11,48% 1 december 2014
Andere vaste aandeelhouders P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2, 8510
Bellegem, België
32 020 498 / 7,67% 1 december 2014
Andere aandeelhouders
Blackrock Inc. 55 East 52nd Street, New York, NY 10055,
Verenigde Staten
20 651 401 / 4,95% 1 december 2022
* Inclusief de in deel B van de transparantiekennisgeving vermelde voting rights that may be acquired if the instrument is exercised. Als de aandeelhouder onder de drempel

van 3% is gezakt in de recentste notificatie, wordt hij niet meer vermeld in de tabel (tenzij hij tot de kernaandeelhouders behoort). KBC publiceert de ontvangen kennisgevingen integraal op www.kbc.com.

Mededelingen in het kader van artikel 74 van de Belgische Wet op openbare overnamebiedingen

In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV in augustus 2023 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.

A Mededelingen door (a) rechtspersonen en (b) natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1
Aandeelhouder Participatie,
aantal
In procenten2 Aandeelhouder Participatie,
aantal
In procenten2
Niramore International
KBC Ancora nv 77 516 380 18,58% sa 400 000 0,10%
MRBB BV 47 887 696 11,48% Cecan Invest nv 397 563 0,10%
CERA CV 15 555 143 3,73% Robor nv 359 606 0,09%
Plastiche Finance nv 4 380 500 1,05% Rodep Comm. va 320 000 0,08%
VIM cvba 4 032 141 0,97% Dufinco 300 000 0,07%
Agev SAK 2 807 731 0,67% Beluval nv 267 698 0,06%
Almafin sa 1 625 127 0,39% Bareldam sa 260 544 0,06%
Anchorage 1 550 000 0,37% Algimo nv 210 000 0,05%
De Berk bv 1 138 208 0,27% Gavel nv 200 000 0,05%
Cecan nv 1 087 697 0,26% Ibervest 190 000 0,05%
Pula SAK 981 450 0,24% Iberanfra STAK 120 107 0,03%
Rainyve sa 950 000 0,23% Promark international nv 110 000 0,03%
Alia sa 938 705 0,22% Agrobos 85 000 0,02%
Stichting Amici Almae Matris 917 731 0,22% Wiljam NV 65 000 0,02%
3D nv 911 893 0,22% Filax stichting 38 529 0,01%
Alginvest nv 840 901 0,20% Hendrik Van Houtte CVA 36 000 0,01%
Ceco cva 661 499 0,16% Van Holsbeeck Kristo
bvba
18 720 0,00%
Van Holsbeeck nv 524 656 0,13% Ravago IBP-OFP 9 833 0,00%
Sereno sa 502 408 0,12%

B Mededelingen door natuurlijke personen die minder dan 3% van de effecten met stemrecht houden (deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen)

Participatie,
aantal
In procenten2 Participatie,
aantal
In procenten2
900 000 0,22% – 63 562 0,02%
884 000 0,21% – 50 000 0,01%
285 000 0,07% – 41 446 0,01%
285 000 0,07% – 38 000 0,01%
250 000 0,06% – 33 318 0,01%
167 498 0,04% – 30 000 0,01%
125 200 0,03% – 23 131 0,01%
102 944 0,02% – 18 167 0,00%
89 562 0,02% – 10 542 0,00%
81 212 0,02% – 9 765 0,00%
75 000 0,02% – 3 431 0,00%
71 168 0,02% – 887 0,00%
67 329 0,02%

1 Dergelijke mededelingen werden niet ontvangen.

2 De berekening is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2023. MRBB meldde de aankoop van 79 000 extra KBC-aandelen op 5 januari 2024 (niet inbegrepen in dit overzicht van de situatie op 31-12-2023).

Remuneratieverslag over het boekjaar 2023

Procedures om het vergoedingsbeleid te ontwikkelen en de vergoeding te bepalen van individuele bestuurders en leden van het DC

Het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC houdt rekening met de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. Het wordt door het Remuneratiecomité bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Remuneratiecomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de uitvoering ervan. De verslagen van het Remuneratiecomité worden aan de Raad bezorgd ter kennisgeving. De Raad kan het Remuneratiecomité ook opdracht geven om mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.

Het RCC staat de Raad bij in de uitwerking van een gezond beloningsbeleid en checkt ook jaarlijks of dat beleid en de praktijk consistent zijn met een gezond en effectief risicobeheer en of de stimulansen in de beloningssystemen geen risico's in de hand werken.

Op advies van het Remuneratiecomité beslist de Raad over voorstellen tot wijziging van het vergoedingsregime van de leden van de Raad en draagt die indien nodig ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.

Op advies van het Remuneratiecomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een variabele component (resultaats- en prestatiegebonden).

Afwijkingen van de Corporate Governance Code

• De Corporate Governance Code schrijft voor dat de leden van de Raad een deel van hun vergoeding moeten ontvangen in de vorm van aandelen van het bedrijf. Het achterliggende idee is dat dit de bestuurders zal aanzetten om te handelen als

langetermijnaandeelhouders of, zoals de Commissie Corporate Governance het verwoordt, om te bewerkstelligen dat de bestuurders 'skin in the game' hebben. Het Remuneratiecomité kan zich achter de

filosofie van de regel scharen, maar vindt het, gelet op de specifieke aandeelhoudersstructuur van KBC, niet opportuun om deze regel te volgen. Op de onafhankelijke bestuurders na, zijn alle niet-uitvoerende bestuurders van KBC immers vertegenwoordigers van de kernaandeelhouders. Deze kernaandeelhouders zijn bij uitstek langetermijnaandeelhouders die samen meer dan 40% van de aandelen van KBC in handen houden. Over 'skin in the game' kan er dus bezwaarlijk twijfel bestaan. Daar nog een beperkt aantal aandelen aan toevoegen via hun vergoeding zal dan ook geen enkele impact hebben. Het Remuneratiecomité vindt het bijgevolg niet nodig om de regel van de Code te implementeren om de beoogde doelstelling te bereiken. De Raad heeft het advies van het Remuneratiecomité gevolgd.

• Verder stelt de Corporate Governance Code dat de Raad het minimumaantal aandelen moet bepalen dat de leden van het DC op persoonlijke titel moeten aanhouden. De achterliggende filosofie hiervan is dat dit de belangen van het uitvoerende management in overeenstemming zou brengen met de belangen van de aandeelhouders en het zou bijdragen aan duurzame waardecreatie. Ook hier stelt de Commissie Corporate Governance dat het gaat om het hebben van 'skin in the game'. Bovendien zou er een positieve correlatie bestaan tussen aandelenbezit door het topmanagement en de toekomstige bedrijfswinst. Het Remuneratiecomité heeft de Raad geadviseerd om deze bepaling van de Code desondanks niet toe te passen. De Raad heeft het advies van het Remuneratiecomité gevolgd. De reden daarvoor is dat het achterliggende idee van deze bepaling en de positieve effecten van aandelenbezit door het topmanagement al diep ingebed zijn in de huidige structuur van de vergoeding van de leden van het DC. Niet alleen wordt de betaling van 60% van hun variabele vergoeding uitgesteld over een periode van vijf jaar, maar bovendien wordt de helft van de variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van phantom stocks. De helft van de variabele vergoeding is m.a.w. gekoppeld aan de evolutie van de waarde van het KBC-aandeel gedurende een periode van zeven jaar volgend op het jaar waarover de variabele vergoeding werd toegekend. Er is dus al behoorlijk wat 'skin in the game'. Aanhoudend goede resultaten en een gunstige evolutie van de koers van het aandeel zijn dus even belangrijk voor de leden van het DC als voor de aandeelhouders. Daarbovenop de leden van het DC nog verplichten om een pakket KBCaandelen aan te houden zou een al te groot stuk van hun vermogen afhankelijk maken van de evolutie van de koers van het KBC-aandeel.

Algemeen kader

Het vergoedingsbeleid voor de leden van de Raad en het DC wordt beschreven in de Remuneration Policy voor de Raad van Bestuur en de leden van het Directiecomité, die op 5 mei 2022 door de Algemene Vergadering werd goedgekeurd met bijna 90% van de stemmen. Een actualisering van deze policy wordt ter beslissing voorgelegd aan de Algemene Vergadering van 2 mei 2024.

De belangrijkste principes voor de bepaling van de variabele vergoeding vindt u hierna:

  • Het variabele loon moet altijd bestaan uit een resultaatsgebonden deel (voor het DC als college) en een prestatiegebonden deel (voor de individuele prestaties).
  • 60% van het variabele loon van de leden van het DC wordt niet onmiddellijk uitbetaald, maar de betaling daarvan wordt gespreid over vijf jaar.
  • De helft van de totale variabele vergoeding wordt uitgekeerd in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten (phantom stocks of een ander door een lokale toezichthouder opgelegd instrument). Op die manier wordt de omvang van de variabele vergoeding ook afhankelijk gemaakt van de langetermijngevolgen van het gevoerde beleid.
  • Er worden geen voorschotten op het variabele loon uitgekeerd en er wordt in een clawback/holdbackmogelijkheid voorzien.
  • Het variabele loon kan nooit meer bedragen dan de helft van de vaste looncomponenten.
  • De criteria voor de beoordeling van de prestaties van het lid van het DC verantwoordelijk voor de risicofunctie bevatten geen enkele verwijzing naar de resultaten van KBC Groep.
  • Een deel van de criteria voor de beoordeling van de prestaties van de leden van het DC is altijd risicogerelateerd. Ook het duurzaamheidsbeleid is een element waarmee rekening gehouden wordt in de bepaling van de variabele vergoeding.

Terugvorderingsbepalingen

• De betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding wordt niet alleen gespreid in de tijd, maar de helft ervan wordt ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar (ze worden pas verzilverd één jaar na de toekenning ervan). De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en van het DC gerechtvaardigd wordt.

• In een aantal omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus). Uitzonderlijk kan ook een al uitgekeerde variabele vergoeding geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden (claw back). De Raad neemt daarover een beslissing op advies van het Remuneratiecomité.

De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders

  • De vergoeding voor niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit een jaarlijkse vaste vergoeding van 20 000 euro die noch prestatiegebonden, noch resultaatsgebonden is, en het presentiegeld per bijgewoonde vergadering (5 000 euro). Het presentiegeld wordt bij vergaderingen die samen met de Raad van Bestuur van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen plaatsvinden, slechts eenmaal uitgekeerd aan de bestuurders die in meerdere van die raden zetelen. Gelet op zijn taak ontvangt de ondervoorzitter een verhoogde vaste vergoeding (30 000 euro extra).
  • Gezien zijn ruime tijdsbesteding als verantwoordelijke voor het permanente toezicht op de zaken van de KBC-groep, geniet de voorzitter van de Raad een afzonderlijk vergoedingsregime dat uitsluitend bestaat uit een vaste vergoeding. Die vergoeding wordt afzonderlijk vastgelegd door het Remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad. Die vergoeding bedraagt 200 000 euro als voorzitter van KBC Groep NV en telkens 50 000 euro als voorzitter van KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV.
  • De bestuurders die in het AC en/of RCC zitting hebben, ontvangen een extra vaste vergoeding van 30 000 euro voor de prestaties die ze in dat kader leveren. Ook daar geldt dat voor leden die ook zitting hebben in het AC of RCC van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen, de vergoeding maar eenmaal wordt uitgekeerd voor gezamenlijke vergaderingen. De voorzitters van het AC en het RCC ontvangen een verhoogde vaste vergoeding (extra 30 000 euro voor AC en extra 100 000 euro voor RCC). Bestuurders die in het Benoemingscomité of het Remuneratiecomité zitting hebben, ontvangen daarvoor geen extra vergoedingen.
  • Gelet op de ruime tijdsbesteding die de deelname aan de vergaderingen van de Raad vergt voor bestuurders die woonachtig zijn buiten België, wordt hen een extra vergoeding (presentiegeld) van 2 500 euro toegekend per bijgewoonde vergadering. Dit geldt niet voor de vergaderingen die virtueel gehouden worden of voor virtuele deelname aan fysieke vergaderingen.

• KBC Groep NV verleent geen kredieten aan bestuurders. Kredieten of waarborgen kunnen wel worden verleend door de bankdochtermaatschappijen van KBC Groep NV overeenkomstig artikel 72 van de Bankwet. Dat betekent dat die kredieten kunnen worden verleend tegen klantvoorwaarden en worden goedgekeurd door de Raad.

Vergoedingen op individuele basis die aan de niet-uitvoerende bestuurders van KBC Groep NV werden toegekend

  • De niet-uitvoerende bestuurders van KBC Groep NV en, in voorkomend geval, van andere vennootschappen van de KBC-groep ontvingen de bedragen die in de onderstaande tabel zijn vermeld.
  • De leden van het DC die als gedelegeerd bestuurder lid zijn van de Raad, ontvingen in die hoedanigheid noch een vaste vergoeding, noch presentiegeld.
Vergoeding per individuele
bestuurder (op geconsolideerde
Vergoeding Vergoeding
AC en RCC
Presentiegeld
basis, in euro) (m.b.t. boekjaar 2023) (m.b.t. boekjaar 2023) (m.b.t. boekjaar 2023) Totaal
Koenraad Debackere 300 000 300 000
Alain Bostoen 30 000 65 000 95 000
Eric Clinck 30 000 65 000 95 000
Sonja De Becker 40 000 60 000 100 000
Marc De Ceuster 41 667 40 000 43 750 125 417
Franky Depickere 65 000 130 000 71 250 266 250
Frank Donck 30 000 30 000 60 000 120 000
Katelijn Callewaert (tot 4 mei 2023) 13 333 25 000 38 333
Liesbet Okkerse 36 667 65 000 101 667
Vladimira Papirnik 30 000 30 000 92 500 152 500
Alicia Reyes Revuelta 30 000 30 000 92 500 152 500
Theodoros Roussis 30 000 65 000 95 000
Raf Sels 20 000 40 000 60 000
Philippe Vlerick 60 000 65 000 125 000
Mark Wittemans (tot 4 mei 2023) 13 333 20 000 25 000 58 333

De vergoeding van de voorzitter en de leden van het DC

  • De individuele vergoeding van de leden van het DC is samengesteld uit de volgende componenten:
    • vaste maandvergoeding;
    • (vaste) pensioentoelage in een vastebijdragenplan;
    • jaarlijkse resultaatsgebonden variabele vergoeding, afhankelijk van de prestaties van het DC als geheel en van de instelling;
    • jaarlijkse individuele variabele vergoeding op basis van de geleverde prestaties en de naleving van de voorbeeldfunctie in verband met de groepswaarden van elk lid van het DC afzonderlijk;
    • eventuele vergoeding van mandaten die worden uitgeoefend in opdracht van KBC Groep NV (uitzonderlijk).
  • Voor de bepaling van de variabele vergoeding wordt een kwantitatief risicoaanpassingsmechanisme gehanteerd, de risk gateway. Dat bevat een aantal parameters in verband met kapitaal en liquiditeit die bereikt moeten

worden alvorens een variabele vergoeding kan worden toegekend. De parameters worden jaarlijks vastgelegd door de Raad. Als een van de opgelegde parameters niet wordt bereikt, wordt er niet alleen geen variabele vergoeding toegekend, maar vervalt in dat jaar ook de uitbetaling van uitgestelde bedragen voor voorgaande jaren.

• De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. Het Remuneratiecomité maakt voor elk lid van het DC een globale evaluatie in het licht van de elementen van onze bedrijfscultuur en het element Respectvol als basiswaarde voor de ganse KBC-organisatie. Op basis daarvan stelt het Remuneratiecomité een percentage tussen 0 en 100% voor aan de Raad die een beslissing neemt over deze eindscore, die uiteindelijk de omvang van de individuele variabele vergoeding bepaalt.

Criteria voor toekenning individuele varia-

bele vergoeding voor de leden van het DC Uitleg*
Performance We streven naar uitstekende resultaten en doen wat we beloven.
Empowerment We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien.
Accountability We nemen onze verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega's,
aandeelhouders en de maatschappij.
Responsiveness We anticiperen en spelen proactief in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen
van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden.
Local Embeddedness en groepswijde samen
werking
We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende
kernmarkten als een troef en we staan dicht bij onze klanten.
Respectvol We behandelen mensen als onze gelijken, we zijn transparant, we vertrouwen ze en
waarderen ze om wat ze doen en wie ze zijn.

* Zie Wat maakt ons tot wie we zijn?

• De collegiale resultaatsgebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt door de Raad op advies van het Remuneratiecomité bepaald op basis van een evaluatie van een aantal vooraf afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties, zowel van het DC zelf als van het bedrijf (zie tabel). De gehanteerde criteria zijn opgebouwd rond vier grote thema's: implementatie van de strategie, realisatie van de financiële planning, versterking van de risico-omgeving en tevredenheid van alle stakeholders. De prestaties van het DC in elk van deze vier blokken bepalen elk voor 25% de omvang van deze variabele vergoeding. Het resultaat van

Criteria voor toekenning van de resultaats-

de evaluatie op deze criteria wordt vertaald in een percentage tussen 0 en 100% dat wordt toegepast op het maximale bedrag van de resultaatsgebonden variabele vergoeding. De omvang van de variabele vergoeding is dus maar voor een klein percentage afhankelijk van het behalen van financiële resultaten. Andere elementen zoals risicobeheersing en stakeholdermanagement zijn ook belangrijke factoren bij de bepaling van de omvang van de variabele vergoeding. Ook duurzaamheid wordt alsmaar belangrijker; dit bepaalt vandaag ten minste 30% van de resultaatsgebonden variabele vergoeding.

gebonden variabele vergoeding voor de
leden van het DC
Uitleg Gewicht*
Implementatie van de strategie Naast eventuele specifieke doelstellingen, nadruk op de implementatie
van klantgerichtheid, duurzaamheid en het stimuleren van verantwoord
gedrag, en op innovatie.
Voor 2023 ging het in hoofdzaak over verdere stappen in de implemen
tatie van de strategie (vooruitgang op het vlak van bankverzekeren, van
digitale verkoop, …), vooruitgang in de belangrijkste duurzaamheidsindi
catoren, de integratieoefening in Bulgarije, uitvoering van het exitplan in
Ierland en de implementatie van het Temenos-platform.
25%
Realisatie van de financiële planning Betreft een aantal financiële parameters (rendement, winst, kapitaal,
kredietkosten) en evaluatie van de vooruitgang op het vlak van diversifi
catie van de inkomsten.
25%
Versterking van de risico-omgeving Beoordeeld aan de hand van liquiditeits-, kapitaal- en fundingcrite
ria, uitvoering van de aanbevelingen van Audit en de toezichthouder
en mate van verbetering van de interne controleomgeving, inclusief
compliance. In 2023 werd er opnieuw veel nadruk gelegd op cyberrisk.
Een reeks van deze elementen komt niet enkel de risico-omgeving ten
goede, maar versterkt ook het goede bestuur van de onderneming.
25%
Tevredenheid van alle stakeholders Beoordeeld op basis van resultaten van klanten- en personeels
tevredenheidsenquêtes en vooruitgang inzake duurzaamheid. Er wordt
gebruik gemaakt van een duurzaamheidsdashboard dat parameters
bevat m.b.t. duurzaamheid, o.m. duurzaamheid in onze bank- en verze
keringsactiviteiten (bv. aandeel van hernieuwbare energie in de krediet
portefeuille en afbouw van de financiering van de steenkoolsector), onze
rol in de samenleving (bv. eigen ecologische voetafdruk), duurzame groei
(bv. beheersing van risico's en langetermijnwaardecreatie), reputatie,
personeelsbeleid, enz.
25%

* Voor de variabele vergoeding van de CRO wordt geen rekening gehouden met de prestaties gerelateerd aan de realisatie van de financiële planning, maar wordt het relatieve gewicht van de risicogerelateerde criteria verdubbeld.

• De variabele vergoeding van de leden van het DC houdt niet enkel rekening met de resultaten over één boekjaar, maar ondergaat ook een impact op lange termijn. Dit is

ingebed in de structuur van de uitbetaling van de variabele vergoeding:

  • De helft van de vergoeding is gekoppeld aan de

evolutie van de koers van het KBC-aandeel over een periode van zeven jaar volgend op het prestatiejaar (via de uitkering onder de vorm van phantom stocks).

  • 60% van de variabele vergoeding wordt niet onmiddellijk uitgekeerd maar gespreid over een periode van zes jaar volgend op het prestatiejaar. Gebeurtenissen die tijdens deze periode een belangrijk negatief effect zouden hebben op het resultaat of de reputatie van KBC, kunnen aanleiding geven tot het niet of verminderd uitbetalen van de variabele vergoeding.
  • Voor de leden is er verder een stelsel van rust- en overlevingspensioen dat voorziet in een aanvullend ouderdomspensioen of – als de verzekerde overlijdt in actieve dienst en een echtgeno(o)t(e) achterlaat – een overlevingspensioen (en een uitkering voor eventuele wezen), alsook een invaliditeitsdekking.

Bepalingen over vertrekvergoedingen voor uitvoerende bestuurders en leden van het DC van KBC Groep NV

• Binnen de grenzen van wat wettelijk en reglementair is toegestaan, wordt voor een lid van het DC met een anciënniteit van zes jaar of minder de vergoeding vastgelegd op twaalf maanden beloning. Voor een anciënniteit van zes t.e.m. negen jaar wordt dat 15 maanden en bij een anciënniteit van meer dan negen jaar wordt het 18 maanden beloning. Beloning moet in deze context begrepen worden als de vaste vergoeding van het lopende jaar en de variabele vergoeding van het laatste volledige jaar voorafgaand aan de beëindiging van het mandaat.

Relatief belang van de verschillende componenten van de vergoeding

  • De variabele component van de vergoeding wordt opgedeeld in een collegiale resultaatsgebonden variabele vergoeding en een individuele variabele vergoeding. Die bedragen voor 2023:
    • voor de voorzitter van het DC: maximaal 704 463 euro en maximaal 373 331 euro;
    • voor de andere leden van het DC: maximaal 316 576 euro en maximaal 142 263 euro.
  • Het uiteindelijke bedrag wordt bepaald door de Raad op advies van het Remuneratiecomité op basis van een evaluatie van de individuele en collectieve prestaties van het afgelopen boekjaar.

De kenmerken van prestatiepremies in aandelen, opties of andere rechten om aandelen te verwerven

• De betaling van de totale jaarlijkse (resultaatsgebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt gespreid over zes jaar: 40% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende vijf jaar.

  • De uitbetaling van die uitgestelde bedragen is onderhevig aan de hiervoor geschetste terugvorderingsbepalingen.
  • 50% van de totale jaarlijkse variabele vergoeding wordt toegekend in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten, meer bepaald phantom stocks waarvan de waarde gekoppeld is aan de koers van het aandeel van KBC Groep NV (behalve in Tsjechië, waar gewerkt wordt met een specifiek non-cashinstrument waarvan de waarde evolueert in functie van het resultaat van ČSOB en van de onderliggende factoren die de waarde van de phantom stocks bepalen). De phantom stocks hebben een retentieperiode van een jaar vanaf toekenning. Ook de toekenning daarvan wordt gespreid over een periode van zes jaar. Voor de berekening van het aantal phantom stocks waarop elk lid van het DC recht heeft, wordt de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van het jaar gebruikt. Een jaar later worden de phantom stocks dan omgezet in cash op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van dat jaar. De phantom stocks zijn onderhevig aan de toekennings- en verwervingsvoorwaarden die beschreven worden onder Terugvorderingsbepalingen.

Pensioen, overlijdens- en invaliditeitsdekking

  • Voor de leden van het DC is er een apart vastebijdragenplan dat volledig door KBC gefinancierd wordt. Bij de opmaak van dat plan werd rekening gehouden met het feit dat de loopbaan van een lid van het DC (en in het bijzonder van de voorzitter) korter is dan die van een doorsneewerknemer. Daarom wordt in de pensioenformule de hoofdmoot van de opbouw van het bijkomende pensioen gesitueerd gedurende de eerste tien jaar dat iemand lid is van het DC. De toelage van KBC aan het pensioenplan bedraagt 32% van de vaste vergoeding gedurende de eerste tien jaar, 7% de volgende vijf jaar en 3% vanaf het zestiende jaar van aansluiting. Op de toelagen wordt een minimaal rendement gegarandeerd van 0% en het toegekende rendement wordt afgetopt op 8,25%. Gedurende de eerste tien jaar is het niveau van de toelagen aan het pensioenfonds behoorlijk hoog, maar vanaf het elfde jaar en zeker vanaf het zestiende jaar valt de financieringslast ervan terug tot een fractie van de jaren daarvoor.
  • Het plan is van toepassing voor elk in België gedomicilieerd lid van het DC. Voor de andere leden van het DC is er een verzekering afgesloten die de bepalingen van het Belgisch pensioenplan weerspiegelt.
  • Het pensioenplan bevat een overlijdensdekking. Die bedraagt viermaal de vaste vergoeding (of, indien hoger, de op het ogenblik van overlijden opgebouwde reserves). Er is ook voorzien in een vergoeding voor eventuele wezen. Die bestaat uit een eenmalig kapitaal van 231 387 euro en rente van 7 504 euro per jaar.

• De invaliditeitsvoorziening die in het plan werd opgenomen, bedraagt 891 120 euro per jaar.

Vaste en variabele vergoeding 2023

  • De vaste en variabele vergoedingen vindt u in de tabel.
  • Voor het jaar 2023 besliste de Raad om aan de leden van het DC een collegiale resultaatsgebonden variabele vergoeding toe te kennen van 98,92% van het maximumbedrag (98,58% voor de CRO).
Beslissing
Score 2023
A Implementatie van de strategie
Uitleg
Er werd verdere vooruitgang geboekt bij de implementatie van de next
level-strategie. Op het vlak van duurzaamheid werd belangrijke vooruit
gang geboekt. Alle duurzaamheidsindicatoren die zwaar doorwegen in deze
beoordelingen en opgevolgd worden via het duurzaamheidsdashboard,
werden behaald (bijvoorbeeld: percentage van 'groene' leningen (voor o.m.
vastgoed, hernieuwbare energie, elektrische wagens), aandeel verantwoorde
beleggingen, …). De integratieoefening in Bulgarije verloopt volgens plan. Het
zelfde kan gezegd worden van de uitstap uit Ierland. De implementatie van
het Temenos-platform in Slowakije zit op schema. In Hongarije daarentegen
was een herstart van het Temenos-project noodzakelijk.
inzake score
97%
B Realisatie van de financiële planning De financiële doestellingen werden behaald of overschreden met een meer
dan behoorlijk resultaat als gevolg.
100%
C Versterking van de risico-omgeving Het merendeel van de KPI's werd gehaald (audit-aanbevelingen, liquidit
eits-, funding- en kapitaalplanning, historisch laag niveau van operationele
verliezen, …). Op enkele domeinen zoals datakwaliteit, GDPR en de antiwit
wasproblematiek is veel werk verricht maar blijft er nog een weg te gaan. Dit
is deels te wijten aan het feit dat de lat op dat vlak door de toezichthouder
steeds hoger gelegd wordt. Alle criteria die behoren tot het domein van het
goede bestuur van de groep, werden gehaald.
98,67%
D Tevredenheid van alle stakeholders Het reeds hoge niveau van personeelstevredenheid is nog lichtjes verder
toegenomen. Op het vlak van duurzaamheid werd een flinke vooruitgang
geboekt, zoals o.m. blijkt uit het duurzaamheidsrapport. Op dit vlak wordt
KBC erkend als een koploper binnen de financiële sector, wat o.m. resulteerde
in uitstekende duurzaamheidsratings. Nagenoeg alle entiteiten van KBC
behaalden hun NPS-doelstelling. Hetzelfde geldt voor de doelstellingen
m.b.t. reputatie. Personeelstevredenheid, NPS-scores en reputatie werden
ook positief beïnvloed door goed bestuur en verantwoord gedrag, waar veel
aandacht aan besteed wordt.
100%
Gewogen totaalscore (percentage
toegepast op het maximale bedrag
van de resultaatsgebonden variabele
vergoeding)
Leden DC excl. CRO ((97 x 25%) + (100 x 25%) + (98,67 x 25%) + (100 x 25%)) 98,92%
CRO ((97 x 25%) + (100 x 0%) + (98,67 x 50%) + (100 x 25%)) 98,58%
  • De helft van de variabele vergoeding wordt uitbetaald in cash, de andere helft wordt toegekend in de vorm van phantom stocks. Van het cashgedeelte wordt 40% in 2024 uitbetaald. De uitbetaling van de overige 60% wordt gelijkmatig gespreid over de vijf daaropvolgende jaren (van 2025 tot en met 2029). De bedragen die toegekend werden, zijn opgenomen in de tabel hierna.
  • Phantom stocks 2023: Het aantal phantom stocks wordt berekend op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel gedurende het eerste kwartaal van 2024.

Ook daarvan wordt 40% in 2024 toegekend en de overige 60% gelijkmatig gespreid over de vijf daaropvolgende jaren. Gezien de retentieperiode van één jaar voor de phantom stocks worden die telkens één jaar na toekenning uitbetaald in cash. Dat betekent dat de uitbetaling ervan gespreid wordt over de jaren 2025 t.e.m. 2030. De bedragen waarvoor op die manier over 2023 phantom stocks worden toegekend, worden in de onderstaande tabel weergegeven.

Bedragen toegekend in de vorm van
phantom stocks (in euro)
Totaal Toekenning
2024
Toekenning
2025
Toekenning
2026
Toekenning
2027
Toekenning
2028
Toekenning
2029
Johan Thijs 531 360 212 545 63 763 63 763 63 763 63 763 63 763
Erik Luts 221 782 88 713 26 614 26 614 26 614 26 614 26 614
Luc Popelier 218 226 87 290 26 187 26 187 26 187 26 187 26 187
Christine Van Rijsseghem 217 688 87 075 26 123 26 123 26 123 26 123 26 123
David Moucheron 218 226 87 290 26 187 26 187 26 187 26 187 26 187
Peter Andronov 221 782 88 713 26 614 26 614 26 614 26 614 26 614
Aleš Blažek* 129 631 51 851 15 556 15 556 15 556 15 556 15 556

* Specifieke instrumenten in Tsjechië, zoals hiervoor toegelicht.

Variabele vergoeding over de voorbije jaren

  • Een deel van de (uitgestelde) variabele vergoeding die voor de jaren 2018-2022 werd toegekend, wordt in 2024 uitbetaald.
  • Een gedeelte van de phantom stocks die voor 2017-2021 werden toegekend, werd in april 2023 omgezet in cash tegen een koers van 66,52 euro.
  • De uitbetaalde bedragen vindt u in de tabel.

Vertrekvergoedingen in 2023

• Geen.

Andere voordelen

a) Vergoeding van voormalige

• Alle leden van het DC beschikken over een bedrijfswagen. Op het privégebruik daarvan worden zij belast

overeenkomstig de geldende reglementering. De leden van het DC genieten ook nog enkele andere voordelen, o.m. een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering. De waarde van deze voordelen vindt u in de tabel. De forfaitaire kostenvergoeding van 335 euro per maand die alle leden van het DC ontvangen, is niet in dit bedrag inbegrepen.

Overzicht

  • In de tabellen hierna worden de vergoedingen gegeven van a) de voormalige leden van het DC en b) de huidige leden van het DC.
  • Statuut van de leden van het DC: zelfstandige.

leden van het DC van KBC Groep NV, 2023 Luc Gijsens Daniel Falque Hendrik Scheerlinck John Hollows Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Vaste basisvergoeding – – – – – – – – Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar – – – – – – – - cash – – – – – – – – - phantom stocks – – – – – – – – Resultaatsgebonden variabele vergoeding voor het boekjaar – – – – – – – – - cash – – – – – – – – - phantom stocks – – – – – – – – Vergoedingen voor voorgaande boekjaren - individuele variabele vergoeding – 0 – 14 724 – 15 893 – 22 439 - resultaatsgebonden variabele vergoeding – 0 – 48 862 – 48 862 – 65 838 - phantom stocks – 22 417 – 117 075 – 86 055 – 201 458 Tussentotaal variabele vergoeding – 22 417 – 180 661 – 160 810 – 289 735 Pensioentoelage type vaste bijdragen (exclusief belastingen) – – – – – – – – Andere voordelen – – – – – – – – Totaal – 22 417 – 180 661 – 160 810 – 289 735 Verhouding vast/variabel (in %) – – – – – – – –

huidige leden van het DC
van KBC Groep NV, 2023
b) Vergoeding van de
Johan
Thijs
(CEO)
Peter
Andronov
Aleš
Blažek*
Erik
Luts
David
Moucheron
Luc
Popelier
Christine
Van Rijsseghem
Toe
gekend
Uit-
betaald
Toe-
gekend
betaald
Uit-
Toe-
gekend
Uit-
betaald
gekend
Toe-
Uit-
betaald
Toe-
gekend
Uit-
betaald
Toe-
gekend
Uit-
betaald
Toe-
gekend
betaald
Uit-
Vaste basisvergoeding 1 922 210 1 922 210 1 011 753 1 011 753 682 324 682 324 1 011 753 1 011 753 1 011 753 1 011 753 1 011 753 1 011 753 1 011 753 1 011 753
goeding voor het boekjaar
Individuele variabele ver
cash
-
182 932 73 173 65 204 26 082 32 943 13 177 65 204 26 082 61 648 24 659 61 648 24 659 61 648 24 659
phantom stocks
-
182 932 65 204 32 943 65 204 61 648 61 648 61 648
Resultaatsgebonden varia
bele vergoeding voor het
boekjaar
cash
-
348 427 139 371 156 578 62 631 96 688 38 675 156 578 62 631 156 578 62 631 156 578 62 631 156 040 62 416
phantom stocks
-
348 427 156 578 96 688 156 578 156 578 156 578 156 040
Vergoedingen voor voor
gaande boekjaren
individuele variabele
vergoeding
-
59 327 11 403 2 457 28 789 10 585 26 145 27 791
variabele vergoeding
resultaatsgebonden
-
139 373 29 221 7 638 78 083 29 221 78 083 78 556
phantom stocks
-
274 661 45 034 0 143 284 44 302 162 641 165 169
Tussentotaal variabele ver
goeding
1 062 718 685 905 443 564 174 371 259 262 61 947 443 564 338 869 436 452 171 398 436 452 354 159 435 376 358 591
Pensioentoelage type vaste
bijdragen (exclusief belas
tingen)
615 775 615 775 256 700 256 700 256 700 256 700 323 761 323 761 323 761 323 761 323 761 323 761 323 761 323 761
Andere voordelen 19 534 19 534 8 562 8 562 4 679 4 679 14 000 14 000 7 589 7 589 18 064 18 064 8 939 8 939
Totaal 3 620 237 3 243 424 1 720 579 1 451 386 1 202 965 1 005 650 1 793 078 1 688 383 1 779 555 1 514 501 1 790 030 1 707 737 1 779 830 1 703 045
Verhouding vast/variabel
(in %)
71/29 79/21 74/26 88/12 78/22 94/6 75/25 80/20 75/25 89/11 76/24 79/21 76/24 79/21
* De nettovergoeding van Aleš Blažek is dezelfde als die van de andere leden van het DC.

Vergoeding van het topmanagement in perspectief

• Om de ontwikkeling van de vergoeding van het topmanagement in perspectief te plaatsen, volgt hierna een overzicht van de ontwikkeling van de totale vergoeding van de huidige leden van het DC, het gemiddelde loon van de werknemers (in voltijdequivalent) van KBC Groep NV, het laagste loon van een werknemer (in voltijdequivalent) in KBC Groep NV en enkele gegevens die een indicatie vormen voor de prestaties van KBC.

• De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt niet in het overzicht opgenomen, omdat die vergoeding gedurende de laatste vijf jaar ongewijzigd gebleven is.

Vergoeding van het
topmanagement in
perspectief
2019 2020 (t.o.v.
het jaar
voordien)
2021 (t.o.v.
het jaar
voordien)
2022 (t.o.v.
het jaar
voordien)
2023 (t.o.v.
het jaar
voordien)
Vergoeding van de DC
leden (in euro)
Johan Thijs 2 361 493 2 245 548 -5% 2 421 147 +8% 3 067 231 +27% 3 620 237 +18%
Peter Andronov 1 506 087
(12/12)
1 602 089 +6% 1 720 579 +7%
Aleš Blažek 1 111 584
(12/12)
1 202 965 +8%
Erik Luts 1 494 112 1 426 805 -5% 1 534 287 +8% 1 643 993 +7% 1 793 078 +9%
David Moucheron 1 520 236
(12/12)
1 627 611 +7% 1 779 555 +9%
Luc Popelier 1 488 162 1 420 447 -5% 1 527 022 +8% 1 633 710 +7% 1 790 030 +10%
Christine Van Rijsseghem 1 500 277 1 424 458 -5% 1 529 211 +7% 1 632 959 +7% 1 779 830 +9%
Gemiddelde (exclusief
CEO1
)
1 491 388 1 422 900 -5% 1 522 517 +7% 1 541 991 +7%2 1 677 673 +9%
Gemiddeld loon van een
Belgische werknemer van
KBC Groep NV (in euro)
Gemiddelde loon 90 780 92 124 +1% 94 312 +2% 109 106 +16%3 112 376 +3%
Laagste loon 43 259 46 448 +7% 47 767 +3% 53 559 +12% 54 704 +2%
Ratio hoogste/laagste
loon
1/55 1/48 1/51 1/57 1/66
Prestatie-indicatoren
Nettoresultaat van de
groep
(in miljoenen euro)
2 489 1 440 -42% 2 614 +82% 2 8184 +5% 3 402 +21%
Totale opbrengsten van
de groep
(in miljoenen euro)
7 629 7 195 -6% 7 558 +5% 10 0354 +12% 11 224 +12%
Eigen broeikasgas
emissies (in ton CO2
, per
vte)
1,97 1,54 -22% 1,02 -34% 1,495 1,48 -1%
Volume fondsen die
verantwoord beleggen (in
miljarden euro)
12,0 16,8 +40% 31,7 +89% 32,3 +2% 40,7 +26%
Common equity ratio
(fully loaded)
17,1% 17,6% +3% 15,5% -12% 15,3% -1% 15,2% -0%

1 Voor deze berekening werd de toenmalige samenstelling van het DC gebruikt.

2 Zonder Aleš Blažek

3 De stijging werd beïnvloed door de afsplitsing van KBC Global Services.

4 Rekening houdend met IFRS 17. Stijgingspercentages t.o.v. 2021 zonder rekening te houden met IFRS 17.

5 Herberekend in functie van de desinvestering van KBC Ireland en de opname van het privaat gebruik van ons eigen of door KBC gecontroleerde wagenpark.

Vergoeding vanaf 2024

• Een geactualiseerde versie van de Remuneration Policy voor de leden van de Raad en het DC wordt op 2 mei aan de Algemene Vergadering ter goedkeuring voorgelegd. Inhoudelijk bevat deze actualisatie slechts één wijziging. De impact van het niet halen van de risk gateway (ex ante risk adjustment) is aangepast in lijn met de toepasselijke wetgeving. Bij het niet halen van een van de parameters van de risk gateway schrijft de wet voor dat er geen variabele vergoeding mag worden toegekend voor dat jaar. Onze policy ging verder: niet alleen werd er geen variabele vergoeding toegekend voor het betreffende jaar, maar ook werden de uitgestelde bedragen van vroegere jaren, die normalerwijze dat jaar zouden worden betaald, niet uitgekeerd. Dat laatste wordt nu geschrapt.

Die aanpassing wordt ook doorgevoerd in de Remuneration Policy die op alle personeelsleden van toepassing is.

  • Met ingang van 2024 wordt de laatste stap in de aanpassing van de vergoeding van de CEO zoals die werd beslist in 2021, doorgevoerd.
  • Een voorstel om de vergoeding van de leden van het AC en RCC met ingang van 2024 op te trekken met 30 000 euro per jaar wordt aan de Algemene Vergadering van 2 mei 2024 ter goedkeuring voorgelegd. Die vergoeding was al ruim tien jaar onaangepast gebleven terwijl de hoeveelheid en complexiteit van de aan deze comités toegewezen taken over de voorbije jaren enorm gestegen zijn.

Verklaring over duurzaamheid

(niet-financiële informatie)

In overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze geconsolideerde duurzaamheidsinformatie (zoals vereist door art. 3:6 § 4 en 3:32 § 2 WVV en de EU-taxonomie) geïntegreerd in de verschillende hoofdstukken van dit verslag. Informatie over het bedrijfsmodel vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel. De tabel vermeldt waar u de door de wet vereiste andere nietfinanciële informatie terugvindt.

We houden bij de opmaak van ons jaarverslag in de mate van het mogelijke rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council en we baseren ons voor onze geconsolideerde niet-financiële verklaring op de GRI Sustainability Reporting Standards (Global Reporting Initiative Standards). Het GRI is een sustainability reporting framework, met universele richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving en rapportering van niet-

financiële data. Het legt de kwaliteitsbeginselen en indicatoren uit om de impact op economische, milieu- en sociale prestaties inclusief de impact op mensenrechten te meten en erover te rapporteren. De volledige toepassing van de 2021 GRI Sustainability Reporting Standards en de GRI/ SASB Content Index vindt u in het Duurzaamheidsverslag, dat wordt gepubliceerd op www.kbc.com.

Het progressierapport over de (duurzaamheids-)doelen van de kredietportefeuille van de groep, de berekeningen van de eigen milieuvoetafdruk en onze PRB (Principles for Responsible Banking) voor zelfevaluatie zijn door een externe partij geverifieerd.

2

Geconsolideerde jaarrekening

Gebruikte afkortingen

  • AC (amortized cost): gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs
  • BBA (building block approach): bouwsteenbenadering
  • CSM (contractual service margin): contractuele servicemarge
  • FVO (fair value option): bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening
  • FVOCI (fair value through other comprehensive income): gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via OCI
  • FVPL (fair value through profit or loss): gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
  • HFT (held for trading): aangehouden voor handelsdoeleinden
  • IFIE (insurance finance income and expense): verzekeringsfinancieringsbaten of lasten
  • MFVPL (mandatorily at fair value through profit or loss): verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
  • OCI (other comprehensive income): andere gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
  • PAA (premium allocation approach): premiealloactiebenadering
  • POCI (purchased or originated credit impaired assets): verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid
  • VFA (variable fee approach): variabelevergoedingsbenadering

Op 1 januari 2023 vervangt IFRS 17 de vroegere IFRS 4 (Verzekeringscontracten). Zie Toelichting 1.5.

Geconsolideerde

jaarrekening

Geconsolideerde winst-en-verliesrekening

Nettorente-inkomsten
3.1
5 473
5 162
Rente-inkomsten
3.1
20 170
11 225
Rentelasten
3.1
-14 697
-6 063
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering
3.6
2 679
2 423
Niet-leven
2 280
2 050
3.6
Leven
3.6
399
373
Dividendinkomsten
3.2
59
59
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van
3.3
322
252
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
Nettoprovisie-inkomsten
3.4
2 349
2 218
2 991
2 800
Provisie-inkomsten
3.4
Provisielasten
3.4
-642
-581
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten)
3.6
-313
-96
Overige netto-inkomsten
3.5
656
16
TOTALE OPBRENGSTEN
11 224
10 035
Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten)
3.7
-4 616
-4 327
Totale exploitatiekosten zonder bank-
en verzekeringsheffingen
-4 438
-4 159
3.7
Bank-
en verzekeringsheffingen
3.7
-687
-646
Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten
3.7
509
478
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering
3.6
-2 120
-1 908
Waarvan: betaalde verzekeringsprovisies
3.6
-340
-308
Niet-leven
870
3.6
-1
-1 733
Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven
3.6
-1 157
-1 077
Leven
3.6
-251
-174
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering
3.6
-90
-20
Bijzondere waardeverminderingen
3.9
-215
-282
op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI
3.9
16
-154
op goodwill
3.9
-109
-5
op overige
3.9
-122
-123
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
3.10
-4
-10
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN
4 179
3 488
Belastingen
3.11
-778
-670
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten

0
0
RESULTAAT NA BELASTINGEN

3 401
2 818
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen

-1
0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij

3 402
2 818
Winst per aandeel (in euro)
Gewoon
3.12
8,04
6,64
Verwaterd
3.12
8,04
6,64
(in miljoenen euro) Toelichting 2023 2022

• We lichten de belangrijkste elementen van de resultatenrekening toe in het Verslag van de Raad van Bestuur, in de hoofdstukken Ons financieel rapport en Onze divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.

• De verdeling van de rente-inkomsten en -lasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet en op andere financiële instrumenten (niet berekend volgens de effectieve rentevoet) vindt u in Toelichting 3.1.

p. 140

• De invloed van de belangrijkste overnames en verkopen in 2023 en 2022 beschrijven we in Toelichting 6.6.

Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (comprehensive income)

(in miljoenen euro) 2023 2022
RESULTAAT NA BELASTINGEN 3 401 2 818
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen -1 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 3 402 2 818
OCI DIE NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING KAN WORDEN OVERGEBOEKT 370 257
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten 499 -2 166
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 635 -2 930
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -144 711
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 7 53
Bijzondere waardeverminderingen 1 -1
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding 7 69
Uitgestelde belastingen -1 -14
Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) 358 171
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 387 165
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -74 -55
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 45 61
Brutobedrag 61 80
Uitgestelde belastingen -15 -19
Nettowijziging van de omrekeningsverschillen -115 -15
Brutobedrag -115 -15
Uitgestelde belastingen 0 0
Afdekking van een netto-investering in buitenlandse entiteiten 52 -4
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 84 -65
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -23 12
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -10 49
Brutobedrag -13 66
3 -16
Uitgestelde belastingen
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten voor uitgegeven (her)verzekeringscontracten
-428 2 288
Aanpassingen van de huidige waarde vóór belastingen -561 3 039
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de huidige waarde 134 -751
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 0 0
Brutobedrag 0 0
Uitgestelde belastingen 0 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten van afgestane herverzekeringscontracten 6 -19
Brutobedrag 7 -25
Uitgestelde belastingen -2 6
Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
Brutobedrag 0 0
Uitgestelde belastingen 0 0
Overige mutaties -1 1
OCI DIE NIET NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING ZAL WORDEN OVERGEBOEKT 125 -40
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen 159 -263
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 161 -268
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -2 5
Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen -34 222
Wijzigingen -43 299
Uitgestelde belastingen op wijzigingen 10 -77
Nettowijziging van het eigen kredietrisico 0 1
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 0 1
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 0 0
Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
Wijzigingen 0 0
Uitgestelde belastingen op wijzigingen 0 0
TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN 3 896 3 035
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen -1 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 3 897 3 035
  • Herwaarderingsreserves in 2023:
    • De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten (+499 miljoen euro) wordt vooral verklaard door de lagere rentevoeten en het unwinding effect van de negatieve uitstaande herwaarderingsreserve.
    • De nettowijziging in de afdekkingsreserve kasstroomafdekking (+358 miljoen euro) is voornamelijk te verklaren door het unwinding effect van de negatieve uitstaande afdekkingsreserve en positieve MtM op receiver swaps als gevolg van lagere rentevoeten.
    • De nettowijziging in toegezegdpensioenregelingen (-34 miljoen euro) wordt verklaard door de impact van de lagere discontovoet toegepast op de verplichtingen, deels gecompenseerd door lagere verwachte inflatie en het positieve rendement van de fondsenbeleggingen
    • De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen (+159 miljoen euro) wordt vooral verklaard door positieve reëlewaardeveranderingen gedreven door gestegen aandelenmarkten.
    • De nettowijziging van de omrekeningsverschillen (-115 miljoen euro) is voornamelijk veroorzaakt door de depreciatie van de Tsjechische kroon tegenover de euro, deels gecompenseerd door de appreciatie van de Hongaarse forint tegenover de euro. Dat is voor een deel gecompenseerd door de afdekking van de netto-investeringen in buitenlandse entiteiten (+52 miljoen euro). Het indekkingsbeleid voor participaties in vreemde valuta beoogt het stabiliseren van de groepskapitaalratio (en niet het eigen vermogen).
    • De nettowijziging in de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten voor uitgegeven en afgestane (her)verzekeringscontracten (-422 miljoen euro) wordt vooral verklaard door de gedaalde rentevoeten en het unwinding effect van de uitstaande positieve verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten via OCI.
  • Herwaarderingsreserves in 2022:
    • De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten (-2 166 miljoen euro) wordt vooral verklaard door hogere rentevoeten, grotendeels gerelateerd aan staatsobligaties van Europese landen.
    • De nettowijziging in de afdekkingsreserve kasstroomafdekking (+171 miljoen euro) is voornamelijk te verklaren door de positieve MtM op net payer swapposities door hogere rentevoeten.
    • De nettowijziging in toegezegdpensioenregelingen (+222 miljoen euro) wordt verklaard door de impact van de hogere discontovoet toegepast op de verplichtingen, deels tenietgedaan door het negatieve rendement van de fondsenbeleggingen en de hogere inflatie.
    • De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen (-263 miljoen euro) is vooral te wijten aan negatieve reëlewaardewijzigingen door gedaalde aandelenmarkten.
    • De nettowijziging van de omrekeningsverschillen (-15 miljoen euro) is voornamelijk veroorzaakt door de depreciatie van de Hongaarse forint tegenover de euro en de realisatie van positieve omrekeningsverschillen in Tsjechische kroon door dividenduitkering in de groep, voor een groot deel gecompenseerd door de appreciatie van de Amerikaanse dollar en de Tsjechische kroon ten opzichte van de euro. De afdekking van de netto-investeringen in buitenlandse entiteiten (-4 miljoen euro) was negatief beïnvloed door de appreciatie van de Amerikaanse dollar en de Tsjechische kroon (slechts beperkte volumes afdekkingsinstrumenten in Hongaarse forint).
    • De nettowijziging in de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten voor uitgegeven en afgestane (her)verzekeringscontracten (+2 269 miljoen euro) wordt vooral verklaard door de hogere rentevoeten.

Geconsolideerde balans

(in miljoenen euro) Toelichting 31-12-2023 31-12-2022
ACTIVA
Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen 34 530 51 427
Financiële activa 4.0 306 047 290 840
Tegen geamortiseerde kostprijs 4.0 263 625 251 770
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 4.0 18 587 16 617
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening
4.0 23 539 21 911
Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden 4.0 8 327 8 471
Afdekkingsderivaten 4.0 295 542
Afgestane herverzekeringsvorderingen 5.6 64 55
Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico -2 402 -4 335
Belastingvorderingen 5.2 900 1 175
Actuele belastingvorderingen 5.2 176 174
Uitgestelde belastingvorderingen 5.2 724 1 001
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten 5.11 4 8 054
Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 5.3 30 32
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 5.4 3 702 3 560
Goodwill en andere immateriële vaste activa 5.5 2 355 2 331
Overige activa 5.1 1 691 1 406
TOTAAL ACTIVA 346 921 354 545
VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN
Financiële verplichtingen 4.0 303 116 312 759
Tegen geamortiseerde kostprijs 4.0 280 874 289 885
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening
4.0 21 840 22 297
Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden 4.0 7 050 9 096
Afdekkingsderivaten 4.0 401 577
Verplichtingen uit verzekeringscontracten 5.6 16 784 16 158
Niet-leven 5.6 2 922 2 714
Leven 5.6 13 862 13 444
Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico -505 -1 443
Belastingverplichtingen 5.2 472 462
Actuele belastingverplichtingen 5.2 99 150
Uitgestelde belastingverplichtingen 5.2 373 312
Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 5.11 0 2 020
Voorziening voor risico's en kosten 5.7 183 418
Overige verplichtingen 5.8 2 611 2 353
TOTAAL VERPLICHTINGEN 322 661 332 727
Totaal eigen vermogen 5.10 24 260 21 819
Eigen vermogen van de aandeelhouders 5.10 22 010 20 319
Additional tier 1-instrumenten opgenomen in eigen vermogen 5.10 2 250 1 500
Minderheidsbelangen 0 0
TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN 346 921 354 545

• De invloed van de belangrijkste overnames en verkopen in 2023 en 2022 beschrijven we in Toelichting 6.6.

• Een analyse van de belangrijkste posten op de balans vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Ons financieel rapport. De commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd.

Geconsolideerde vermogensmutaties

Geplaatst
en
volgestort
aandelen
Uitgifte Eigen Overge
dragen
Totaal
herwaar
derings
Eigen
vermogen
van
aandeel
Additional
tier 1-
instrumen
-ten in
eigen
Minder
heids
Totaal
eigen
(in miljoenen euro)
2023
kapitaal premie aandelen resultaat reserves houders vermogen belangen vermogen
Saldo aan het begin van het jaar 1 461 5 542 0 12 626 690 20 319 1 500 0 21 819
Nettoresultaat over de periode 0 0 0 3 402 0 3 402 0 -1 3 401
OCI erkend in eigen vermogen over de periode 0 0 0 -1 497 495 0 0 495
Subtotaal 0 0 0 3 400 497 3 897 0 -1 3 896
Dividenden 0 0 0 -1 663 0 -1 663 0 0 -1 663
Coupon op additional tier 1-instrumenten 0 0 0 -50 0 -50 0 0 -50
Uitgifte/terugkoop additional tier 1-instrumenten 0 0 0 -3 0 -3 750 0 747
Kapitaalverhoging 0 6 0 0 0 7 0 0 7
Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat
bij realisatie
0 0 0 21 -21 0 0 0 0
Aankoop/verkoop van eigen aandelen 0 0 -497 0 0 -497 0 0 -497
Wijzigingen in scope 0 0 0 0 0 0 0 1 1
Wijzigingen in minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal wijzigingen 0 6 -497 1 705 476 1 691 750 0 2 441
Saldo aan het einde van het jaar 1 461 5 548 -497 14 332 1 166 22 010 2 250 0 24 260
2022
Saldo aan het begin van het jaar 1 460 5 528 0 13 289 627 20 904 1 500 0 22 404
Nettoresultaat over de periode 0 0 0 2 818 0 2 818 0 0 2 818
OCI erkend in eigen vermogen over de periode 0 0 0 1 215 217 0 0 217
Subtotaal 0 0 0 2 819 215 3 035 0 0 3 035
Dividenden 0 0 0 -3 585 0 -3 585 0 0 -3 585
Coupon op additional tier 1-instrumenten 0 0 0 -50 0 -50 0 0 -50
Kapitaalverhoging 1 14 0 0 0 15 0 0 15
Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat
bij realisatie
0 0 0 152 -152 0 0 0 0
Aankoop/verkoop van eigen aandelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal wijzigingen 1 14 0 -663 63 -585 0 0 -585
Saldo aan het einde van het jaar 1 461 5 542 0 12 626 690 20 319 1 500 0 21 819

• Uitleg bij de wijzigingen in de herwaarderingsreserves: zie Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.

• Aandeelhouderschap: zie deel Verslag van de Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

  • Kapitaalverhogingen, additional tier 1-instrumenten, inkoop van eigen aandelen en aantal aandelen: zie Toelichting 5.10.
  • De post Dividenden in 2022 (3,6 miljard euro) bevat het slotdividend van 7,60 euro per aandeel, uitbetaald in mei 2022 en het interim-dividend van 1,00 euro per aandeel, uitbetaald in november 2022. De post Dividenden in 2023 (1,7 miljard euro) bevat het slotdividend van 3,00 euro per aandeel, uitbetaald in mei 2023 en het interim-dividend van 1,00 euro per aandeel, uitbetaald in november 2023.
  • We stellen aan de Algemene Vergadering van 2 mei 2024 een totaaldividend voor van 4,15 euro per dividendgerechtigd aandeel met betrekking tot 2023, bestaande uit het in november 2023 uitgekeerde interim-dividend van 1,00 euro en een slotdividend van 3,15 euro, te betalen in mei 2024. Noteer dat aandelen ingekocht in het kader van het lopende aandeleninkoopprogramma worden uitgesloten bij de berekening van het aantal dividendgerechtigde aandelen. Zie ook de Verkorte vennootschappelijke jaarrekening, verderop in dit jaarverslag. In lijn met ons kapitaalaanwendingsplan voor 2023 beslist de Raad van Bestuur in de eerste helft van 2024 naar eigen discretie over de distributie van het surpluskapitaal, dat een fully loaded common equity ratio van 15% overstijgt.
Samenstelling van de kolom Totaal herwaarderingsreserves uit de vorige tabel (in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Totaal 1 166 690
Herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten -596 -1 095
Herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen 222 84
Afdekkingsreserve kasstroomafdekkingen -579 -937
Omrekeningsverschillen -240 -125
Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit 127 75
Wijziging in toegezegdpensioenregelingen 434 467
Eigen kredietrisico via eigen vermogen 0 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten na herverzekering 1 799 2 221

Geconsolideerd kasstroomoverzicht

(in miljoenen euro) Verwijzing1 2023 2022
BEDRIJFSACTIVITEITEN
Resultaat vóór belastingen Gecons. w-&-v-rekening 4 179 3 488
Aanpassingen voor
resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten Gecons. w-&-v-rekening 0 0
bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, 3.9,
4.2, 5.4, 5.5
650 532
vastgoedbeleggingen en effecten
winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen -461 -85
wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 3.9 -17 155
(vóór herverzekering)
wijziging in verplichtingen uit verzekeringscontracten
5.6 -246 -419
wijzigingen in afgestane herverzekeringscontracten 5.6 90 20
wijzigingen in overige voorzieningen 5.7 -145 155
overige niet-gerealiseerde winst of verlies 421 1 332
opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 3.10 4 10
Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen 4 473 5 188
Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) -7 709 -7 879
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs, zonder schuldpapier 4.1 -4 990 -12 669
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 4.1 -1 208 1 201
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
4.1 -1 645 2 173
Waarvan financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 4.1 97 454
Afdekkingsderivaten 4.1 246 -253
Afgestane herverzekeringsvorderingen -44 13
Bedrijfsactiva in verband met activa die worden afgestoten en overige activa -68 1 657
Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) -16 426 14 007
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 -16 475 16 406
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in
de winst-en-verliesrekening
4.1 -452 161
Waarvan financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 4.1 -2 013 1 783
Afdekkingsderivaten 4.1 212 -353
Verplichtingen uit verzekeringscontracten 5.6 302 -312
Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen -13 -1 894
Betaalde belastingen 3.11 -532 -525
Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten -20 194 10 791
INVESTERINGSACTIVITEITEN
Aankoop van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 -11 124 -13 369
Opbrengst van de terugbetaling van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 7 620 10 111
Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel na aftrek van de overgenomen
geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages)
6.6 -4 -94
Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel na aftrek van de afgestoten
geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages)
6 480 111
Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures -1 -5
Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 23 0
Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
Aankoop van vastgoedbeleggingen 5.4 -35 -85
Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen 5.4 87 15
Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 5.5 -370 -345
Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 5.5 3 3
Aankoop van materiële vaste activa 5.4 -988 -575
Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa 5.4 290 246
Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten 1 982 -3 986
FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Inkoop of verkoop van eigen aandelen Geconsol. vermogensmut. -497 0
Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen 4.1 5 958 1 033
Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden 4.1 519 -795
Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal Geconsol. vermogensmut. 7 15
Uitgifte van additional tier 1-instrumenten Geconsol. vermogensmut. 747 0
Uitgekeerde dividenden Geconsol. vermogensmut. -1 663 -3 585
Coupon op additional tier 1-instrumenten Geconsol. Vermogensmut. -50 -50
Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten 5 021 -3 382
MUTATIE VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten -13 191 3 424
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar 67 481 63 554
Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten -330 503
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode 53 961 67 481
OVERIGE INFORMATIE
Betaalde rente2 3.1 -14 697 -6 063
Ontvangen rente2 3.1 20 170 11 225
Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) 3.2, 5.3 59 59
COMPONENTEN VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen Geconsol. balans 34 530 51 427
Termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden, zonder reverse repo's 4.1 222 1 237
Reverse repo's met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen op maximaal 3 maanden 4.1 25 345 19 903
Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 4.1 -6 136 -5 085
Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten 0 0
Totaal 53 961 67 481
Waarvan niet beschikbaar 0 0

1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd exact de bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.

2 De betaalde en ontvangen rente wordt in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer grote administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.

• KBC brengt verslag uit over kasstromen van bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode.

  • Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten:
    • omvatten in 2023 onder meer een gedeeltelijke terugbetaling van TLTRO III (12,9 miljard euro), lagere zicht- en spaardeposito's (deels door de uitstroom naar de Belgische staatsbon in september 2023), lagere repo's en toegenomen hypotheekleningen en termijnkredieten, deels gecompenseerd door groei van depositocertificaten en termijndeposito's;
    • omvatten in 2022 onder meer het gerealiseerde resultaat en een sterke depositogroei (vooral klantendeposito's) en repo's, deels gecompenseerd door een toegenomen portefeuille woningkredieten en termijnkredieten en een gedeeltelijke terugbetaling van TLTRO III (9,1 miljard euro).
  • Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten:
    • omvatten in 2023 onder meer de kasopbrengsten van de afronding van de verkoop in Ierland, deels tenietgedaan door bijkomende investeringen in schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs;
    • omvatten in 2022 onder meer bijkomende investeringen in schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs en daarnaast -42 miljoen euro gerelateerd aan de overname van de Bulgaarse activiteiten van Raiffeisenbank, -52 miljoen euro gerelateerd aan de overname van een vastgoedonderneming en +111 miljoen euro gerelateerd aan de verkoop van KBC Verzekeringen Vastgoed Nederland BV.
  • Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten:
    • omvatten in 2023 onder meer de dividenduitkering (-1,7 miljard euro), de inkoop van eigen aandelen (-0,5 miljard euro), de uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen (+6,0 miljard euro; KBC Ifima, KBC Groep NV, ČSOB in Tsjechië en KBC Bank NV tekenden voor het grootste deel van het bedrag, de ontwikkeling in 2023 heeft vooral te maken met 8,6 miljard euro uitgiften en 2,7 miljard euro terugbetalingen), de opbrengst of terugbetaling van achtergestelde schulden (+0,5 miljard euro; KBC Groep NV tekende voor het grootste deel van het bedrag) en een nieuwe additional tier 1-uitgifte (+0,75 miljard euro);
    • omvatten in 2022 onder meer de dividenduitkering (-3,6 miljard euro), de uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen (KBC Ifima, KBC Groep NV, ČSOB in Tsjechië en KBC Bank NV tekenden voor het grootste deel van het bedrag, de ontwikkeling in 2022 heeft vooral te maken met 5,6 miljard euro uitgiften en 4,9 miljard euro terugbetalingen) en de opbrengst of terugbetaling van achtergestelde schulden (KBC Groep NV tekende voor het grootste deel van het bedrag, de ontwikkeling in 2022 heeft voornamelijk te maken met terugbetalingen).

1.0 Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving

Toelichting 1.1: Verklaring van overeenstemming

De Raad van Bestuur keurde de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV, inclusief alle toelichtingen, op 14 maart 2024 goed voor publicatie. De jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoen (tenzij anders vermeld).

De volgende normen werden van kracht op 1 januari 2023:

  • IFRS 17, met een significante invloed voor KBC. Zie Toelichting 1.5.
  • Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van financiële staten: vereist dat ondernemingen informatie verstrekken over grondslagen voor financiële verslaggeving die materieel zijn, in plaats van een opsomming van hun belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving. De invloed daarvan was beperkt voor KBC.
  • Wijziging aan IAS 12 Internationale belastinghervorming Pijler 2-modelregels: stelt ondernemingen tijdelijk vrij van de erkennings- en toelichtingsvereisten voor uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen gerelateerd aan de Pijler 2 inkomstenbelasting en introduceert daarnaast gerichte toelichtingsvereisten voor ondernemingen die door deze belastinghervorming worden beïnvloed. Zie Toelichting 3.11.

De volgende IFRS-normen werden gepubliceerd, maar zijn nog niet van kracht in 2023. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt.

• De IASB heeft enkele beperkte aanpassingen aan bestaande IFRS-normen en IFRIC's gepubliceerd. Ze zullen worden toegepast zodra dat verplicht is, maar we gaan er momenteel van uit dat hun impact verwaarloosbaar zal zijn.

De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.

Als bankverzekeringsgroep verstrekt KBC geïntegreerde bank- en verzekeringsinformatie in zijn jaarrekening. Als u geïnteresseerd bent in afzonderlijke informatie over onze bank- en verzekeringsactiviteiten, vindt u dat in het jaarverslag van KBC Bank en van KBC Verzekeringen op www.kbc.com > Investor Relations, onder Informatie over KBC Bank en Informatie over KBC Verzekeringen.

Toelichting 1.2: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving

Algemeen / Basisprincipe

De algemene boekhoudkundige principes van KBC Groep NV ('KBC') zijn gebaseerd op de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aangenomen door de Europese Unie, en op de IFRS-grondslagen. De jaarrekening van KBC is gebaseerd op de going concern-veronderstelling. KBC presenteert elke belangrijke categorie van soortgelijke posten afzonderlijk. Ongelijksoortige posten worden afzonderlijk gepresenteerd, tenzij ze niet van wezenlijk belang zijn, en posten worden alleen gesaldeerd als de IFRS in kwestie dat expliciet voorschrijft of toestaat.

Financiële activa

KBC past met ingang van 1 januari 2018 alle voorschriften van IFRS 9 toe, met uitzondering van afdekkingstransacties (hedge accounting), die nog altijd worden geboekt in overeenstemming met IAS 39.

Financiële activa – opname en niet langer opnemen in de balans

Opname: financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als KBC een betrokken partij wordt bij de contractuele bepalingen van de instrumenten. Aan- en verkopen van financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans opgenomen op de afwikkelingsdatum. Alle financiële activa, behalve de financiële activa die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden bij hun eerste opname in de balans gewaardeerd tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan hun verwerving.

Niet langer opnemen en herziening: KBC zal een financieel actief niet langer opnemen in de balans wanneer de contractueel vastgelegde kasstromen uit het actief aflopen of wanneer KBC zijn contractuele rechten op het ontvangen van de kasstromen uit het financiële actief overdraagt in een transactie waarbij nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom worden overgedragen. Als de voorwaarden wijzigen tijdens de looptijd van een financieel actief, beoordeelt KBC of de nieuwe voorwaarden aanzienlijk verschillen van de oorspronkelijke voorwaarden en of de wijziging inhoudt dat de oorspronkelijke rechten op de kasstromen uit het instrument zijn verlopen. Als wordt besloten dat de voorwaarden aanzienlijk verschillen, wordt de transactie verwerkt als het niet langer opnemen van een financieel actief, wat inhoudt dat het bestaande financiële actief uit de balans wordt verwijderd en een nieuw financieel actief wordt opgenomen op basis van de gewijzigde voorwaarden. Als KBC daarentegen oordeelt dat de voorwaarden niet aanzienlijk verschillen, wordt de transactie geboekt als herziening van een financieel actief.

Afschrijvingen: KBC schrijft de brutoboekwaarde af van financiële activa (of het deel van de brutoboekwaarde) die het oninbaar acht. Dat betekent dat er geen redelijke verwachting is dat KBC enige rente of kapitaal tijdig zal terugkrijgen. De timing van afschrijvingen hangt af van verschillende factoren, waaronder de portefeuille, het bestaan en type van onderpand, het afwikkelingsproces in elke jurisdictie en de lokale wetgeving. Als een lening oninbaar is, wordt de brutoboekwaarde direct afgeschreven tegen de overeenkomstige bijzondere waardevermindering. Recuperaties van eerder afgeschreven bedragen worden opgenomen als terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen in de winst-enverliesrekening. KBC maakt een onderscheid tussen afschrijvingen met het oog op financiële rapportering (die nog steeds onderworpen zijn aan kredietuitvoering) en kwijtschelding van schulden. Dit laatste houdt in dat het wettelijke recht om de uitstaande schuld van de klant geheel of gedeeltelijk terug te vorderen, vervalt.

Classificatie van schuldinstrumenten en aandelen

Bij de eerste opname van een financieel actief beoordeelt KBC eerst de contractuele voorwaarden van het instrument om het te classificeren als een aandeel of een schuldinstrument. Onder aandeel wordt elk contract verstaan op grond waarvan een overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit wordt verkregen. Om na te gaan of aan die voorwaarde is voldaan, controleert KBC of het instrument niet gepaard gaat met een contractuele verplichting voor de emittent om geldmiddelen te leveren of financiële activa of financiële verplichtingen te ruilen met een andere entiteit onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor de emittent. Instrumenten die niet voldoen aan de criteria om als aandeel te worden aangemerkt, classificeert KBC als schuldinstrument, tenzij het derivaten betreft.

Classificatie en waardering – schuldinstrumenten

Als KBC besluit dat een financieel actief een schuldinstrument is, kan het bij eerste opname in een van de volgende categorieën worden ondergebracht:

  • gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies (FVPL);
  • verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies (MFVPL) dit bevat ook instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT);
  • bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO);
  • gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI);
  • gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (AC).

Schuldinstrumenten moeten worden geclassificeerd in de categorie FVPL als (i) ze niet worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen of binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen, of (ii) ze worden aangehouden binnen een dergelijk bedrijfsmodel, maar de contractuele voorwaarden van het instrument op bepaalde data aanleiding geven tot kasstromen die niet uitsluitend bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom

Voorts kan KBC in sommige gevallen een financieel actief dat anderszins voldoet aan de voorwaarden om te worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI, bij eerste opname onherroepelijk aanduiden als gewaardeerd tegen reële waarde (FVO), als die keuze een boekhoudkundige mismatch voorkomt of aanzienlijk beperkt.

Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen FVOCI als het niet is aangeduid voor waardering tegen FVO en aan beide onderstaande voorwaarden voldoet:

  • Het actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen.
  • Op bepaalde data geven de contractvoorwaarden van het financiële actief aanleiding tot kasstromen die uitsluitend bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom.

Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen AC als het aan beide onderstaande voorwaarden voldoet en niet is aangeduid voor waardering tegen FVO:

  • Het actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen.
  • Op bepaalde data geven de contractvoorwaarden van het financiële actief aanleiding tot kasstromen die uitsluitend bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom.

Businessmodelbeoordeling

Het bedrijfsmodel wordt beoordeeld om te bepalen of schuldinstrumenten moeten worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI. Bij die beoordeling licht KBC op portefeuilleniveau de doelstelling door van het bedrijfsmodel waarin een actief wordt aangehouden, omdat dit het best weerspiegelt hoe de bedrijfsactiviteiten worden beheerd en informatie aan het management wordt verstrekt. De in aanmerking genomen informatie behelst:

  • het beleid en de doelstellingen die voor de portefeuille zijn vooropgesteld en hoe dat beleid in de praktijk wordt gebracht, en in het bijzonder of de strategie van het management erop is gericht contractuele rente-inkomsten te verwerven, een bepaald renteprofiel in stand te houden, de rentegevoeligheid van de financiële activa in overeenstemming te houden met die van de verplichtingen waarmee die activa zijn gefinancierd of kasstromen te realiseren door de activa te verkopen;
  • hoe de prestatie van de portefeuille wordt beoordeeld en gerapporteerd aan het Directiecomité en de Raad van Bestuur van KBC;
  • de risico's die de prestaties van het bedrijfsmodel (en van de binnen dat bedrijfsmodel aangehouden financiële activa) beïnvloeden en hoe die risico's worden beheerd;
  • hoe bestuurders van het bedrijf worden vergoed bijvoorbeeld of de vergoeding is gebaseerd op de reële waarde van de beheerde activa, dan wel op de ontvangen contractuele kasstromen; en
  • de frequentie, het volume en het tijdstip van de verkopen in voorgaande perioden, de redenen voor die verkopen en de verwachtingen van KBC betreffende toekomstige verkoopactiviteiten. Informatie over de verkopen wordt evenwel niet afzonderlijk in aanmerking genomen, maar als onderdeel van een globale beoordeling van hoe het doel dat KBC met het beheer van de financiële activa beoogt, wordt bereikt en van hoe kasstromen worden gerealiseerd.

Financiële activa die worden aangehouden voor handelsdoeleinden of waarvan de prestaties worden beoordeeld op basis van de reële waarde, worden gewaardeerd tegen FVPL, omdat ze niet worden aangehouden om contractuele kasstromen te ontvangen, noch om zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen.

Beoordeling of contractuele kasstromen uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen (SPPI)

In het kader van deze beoordeling wordt 'hoofdsom' gedefinieerd als de reële waarde van het financiële actief bij eerste opname. 'Rente' wordt gedefinieerd als een vergoeding voor de tijdswaarde van geld, voor het tijdens een bepaalde periode aan de uitstaande hoofdsom verbonden kredietrisico en voor andere met kredietverlening samenhangende basisrisico's en -kosten (bv. het liquiditeitsrisico en administratieve kosten), en als winstmarge. Om te beoordelen of contractuele kasstromen uitsluitend bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom, houdt KBC rekening met de contractvoorwaarden van het instrument, wat een beoordeling inhoudt of het financiële actief een contractvoorwaarde bevat die het tijdstip of het bedrag van contractuele kasstromen kan wijzigen waardoor het instrument niet aan deze voorwaarde zou voldoen. Bij die beoordeling houdt KBC rekening met:

  • onvoorziene gebeurtenissen die het tijdstip of het bedrag van de kasstromen kunnen wijzigen;
  • hefboomwerking;
  • voorwaarden voor vervroegde aflossing en verlenging;
  • voorwaarden die de vordering van KBC op kasstromen uit nader omschreven activa beperken (bv. overeenkomsten aangaande activa zonder verhaalrechten); en
  • kenmerken die de vergoeding voor de tijdswaarde van geld wijzigen (bv. periodieke herziening van de rente).

Herclassificaties

Financiële activa worden na hun eerste opname niet geherclassificeerd, behalve in een periode volgend op een besluit van KBC om zijn bedrijfsmodel voor het beheer van financiële activa te wijzigen, wat zich kan voordoen wanneer KBC een voor zijn bedrijfsactiviteiten belangrijke activiteit begint of stopt (bv. wanneer KBC een bedrijfsactiviteit verwerft, afstoot of beëindigt). De herclassificatie gaat in bij aanvang van de verslagperiode die onmiddellijk volgt op de wijziging.

Classificatie en waardering – aandelen

Financiële aandelen worden ondergebracht in een van de volgende categorieën:

  • verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies (MFVPL): dit bevat alleen de eigenvermogensinstrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT);
  • aandelen waarvoor gekozen is voor waardering tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de nietgerealiseerde resultaten (FVOCI).

Er geldt een weerlegbaar vermoeden dat alle aandelen worden beschouwd als FVOCI als ze niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden of een voorwaardelijke vergoeding in een bedrijvencombinatie waarop IFRS 3 van toepassing is. De keuze om eigenvermogensinstrumenten op te nemen in de categorie FVOCI is onherroepelijk bij eerste opname en kan gebeuren per instrument, wat door KBC wordt geïnterpreteerd als per aandeel. Als FVOCI geclassificeerde aandelen worden nadien gewaardeerd tegen reële waarde met opname van alle waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten en kunnen niet worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet wanneer het instrument van de hand wordt gedaan. De enige uitzondering betreft dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder de post 'Dividendinkomsten'.

Classificatie en waardering – derivaten (handelsdoeleinden en afdekkingsdoeleinden)

KBC kan derivaten opnemen voor handelsdoeleinden of voor afdekkingsdoeleinden. Derivaten kunnen, afhankelijk van hun actuele marktwaarde, als activa of verplichtingen worden geboekt.

Derivaten voor handelsdoeleinden

Derivaten worden altijd gewaardeerd tegen reële waarde en KBC maakt het volgende onderscheid:

  • Derivaten die worden aangehouden met het oog op afdekking, maar waarvoor geen hedge accounting wordt (kan worden) toegepast (economische afdekkingen): afdekkingsinstrumenten kunnen worden verworven om een externe blootstelling economisch af te dekken zonder toepassing van hedge accounting. De rentecomponent van die derivaten wordt opgenomen onder 'Nettorente-inkomsten', terwijl alle andere wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'.
  • Derivaten die niet worden aangehouden met het oog op afdekking (handelsderivaten): KBC-entiteiten kunnen ook derivatencontracten aangaan die niet tot doel hebben een positie economisch af te dekken. Dat kan gebeuren in het kader van de nakende sluiting of verkoop van een externe positie of om op korte termijn winst te nemen. Alle wijzigingen in de reële waarde (inclusief interest) van dergelijke derivaten worden opgenomen onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'.

Afdekkingsderivaten

Afdekkingsderivaten zijn derivaten die uitdrukkelijk zijn aangewezen als onderdeel van een afdekkingsconstructie. Het proces voor de boeking van dergelijke derivaten wordt uitvoerig beschreven in 'Afdekkingstransacties'.

Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen

Definitie van default

KBC hanteert dezelfde definitie van het begrip financiële activa waarbij sprake is van default als voor interne risicobeheerdoeleinden, in overeenstemming met de leidraden en standaarden van toezichthouders van de financiële sector. Bij een financieel actief is er sprake van default wanneer aan minstens een van de volgende voorwaarden is voldaan:

  • Er is een aanzienlijke verslechtering van de kredietwaardigheid.
  • Het actief is aangemerkt als actief dat geen rente meer opbouwt.
  • Het actief is een geherstructureerd actief en voldoet aan de criteria van default volgens het interne beleid inzake herstructurering (bijvoorbeeld wanneer aan een geherstructureerd actief dat nog niet de defaultstatus heeft, binnen een periode van twee jaar na het toekennen van een eerste herstructurering een extra herstructurering wordt toegekend, of wanneer een dergelijk actief binnen de twee jaar meer dan 30 dagen achterstallig wordt).
  • KBC heeft de rechtbank verzocht de kredietnemer failliet te verklaren.
  • De tegenpartij heeft het faillissement of een gelijkaardige bescherming tegen haar schuldeisers aangevraagd.
  • De aan de klant verleende kredietopening is beëindigd.

KBC hanteert een 'backstop' voor kredietopeningen met een betalingsachterstand van 90 dagen of meer. Onder 'backstop' wordt in dit kader een laatste controle verstaan om te garanderen dat alle activa die moeten worden aangemerkt als 'activa waarbij sprake is van default', dat ook daadwerkelijk zijn.

Model van te verwachten kredietverliezen (ECL) – algemeen

Het ECL-model wordt gebruikt om bijzondere waardeverminderingen van financiële activa te meten.

Het toepassingsgebied van het ECL-model is gebaseerd op de classificatie van de financiële activa. Het model is van toepassing op de volgende financiële activa:

  • financiële activa gewaardeerd tegen AC en tegen FVOCI;
  • verplichtingen uit hoofde van leningen en financiëlegarantiecontracten;
  • vorderingen voor financiële leasing;
  • handels- en overige vorderingen.

Voor beleggingen in aandelen worden geen te verwachten verliezen berekend.

Op financiële activa waarop het ECL-model van toepassing is, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt ten belope van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen als het kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. In andere gevallen komt de voorziening voor verliezen overeen met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen (zie hierna voor nadere toelichting van het begrip 'significante toename van het kredietrisico').

Om een onderscheid te maken tussen de verschillende categorieën met het oog op de kwantificering van de te verwachten kredietverliezen, gebruikt KBC de internationaal aanvaarde terminologie voor de indeling van financiële activa in 'stages' of categorieën: categorie 1, categorie 2 en categorie 3.

Tenzij het activa met verminderde kredietwaardigheid betreft, worden alle financiële activa bij eerste opname geclassificeerd in categorie 1 en geboekt met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen. Zodra zich een significante toename van het kredietrisico voordoet na de eerste opname, wordt het actief ondergebracht in categorie 2 en geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. Zodra een actief aan de definitie van default voldoet, wordt het ondergebracht in categorie 3.

Voor handelsvorderingen staat IFRS 9 het gebruik van een praktisch hulpmiddel toe. De te verwachten kredietverliezen voor handelsvorderingen kunnen worden gewaardeerd als een bedrag dat overeenkomt met hun tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. KBC past dit praktische hulpmiddel toe op handels- en overige vorderingen.

Bijzondere waardeverminderingswinsten en -verliezen op financiële activa worden opgenomen onder de noemer 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst-en-verliesrekening.

Financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden in de balans gepresenteerd tegen hun nettoboekwaarde, die overeenkomt met de brutoboekwaarde verminderd met de bijzondere waardeverminderingen. Schuldinstrumenten gewaardeerd tegen FVOCI worden in de balans gepresenteerd tegen hun boekwaarde, die overeenkomt met hun reële waarde op de verslagdatum. De aanpassing voor te verwachten verliezen wordt opgenomen als een herclassificatie-aanpassing tussen de winst-en-verliesrekening en de niet-gerealiseerde resultaten.

Significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname

In overeenstemming met het ECL-model worden financiële activa geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen zodra hun kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. Bijgevolg bepaalt de beoordeling van wat 'een significante toename van het kredietrisico' is, hoe financiële activa in categorieën worden ingedeeld. De beoordeling van een significante toename van het kredietrisico is een relatieve beoordeling op basis van het kredietrisico dat bij de eerste opname werd toegewezen. Dit is een beoordeling op grond van meerdere factoren en bijgevolg heeft KBC een benadering met meerdere niveaus ontwikkeld.

Benadering met meerdere niveaus – obligatieportefeuille

Voor de obligatieportefeuille bestaat de benadering uit drie niveaus:

  • Uitzondering voor laag kredietrisico: obligaties worden altijd geboekt met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen als ze op de verslagdatum een laag kredietrisico hebben (d.w.z. categorie 1). KBC gebruikt deze uitzondering voor obligaties met een investment grade-rating.
  • Interne rating [alleen van toepassing als niet aan het eerste niveau wordt voldaan]: dit is een relatieve beoordeling die de kans op default (PD) bij de eerste opname vergelijkt met die op de verslagdatum. KBC voert de beoordeling voor elke verslagperiode uit op het niveau van de faciliteit. De relatieve verandering van de PD die aanleiding geeft tot een wijziging van categorie, is een verhoging met twee PD-notches.
  • Beoordeling door het bestuur: tot slot bestudeert en beoordeelt het bestuur de significante toename van het kredietrisico van financiële activa op individueel niveau (tegenpartij) en op portefeuilleniveau, wanneer wordt geconcludeerd dat er in de eerste twee niveaus van de benadering met meerdere niveaus onvoldoende rekening wordt gehouden met idiosyncratische gebeurtenissen. Voorbeelden van idiosyncratische gebeurtenissen zijn onverwachte ontwikkelingen in de macro-economische omgeving (onder andere door de coronacrisis), onzekerheden over geopolitieke gebeurtenissen en de secundaire impact van belangrijke defaults (bv. op leveranciers, klanten en medewerkers van een bedrijf dat in gebreke is gebleven).

Als geen van deze triggers leidt tot een overgang naar categorie 2, blijft de obligatie in categorie 1. Een financieel actief wordt geacht tot categorie 3 te behoren zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op een volgende verslagdatum niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid.

Kredietportefeuille

Voor de kredietportefeuille gebruikt KBC een benadering met vijf niveaus. Deze benadering met meerdere niveaus is een getrapt systeem (als de beoordeling van het eerste niveau niet leidt tot overheveling naar categorie 2, wordt het tweede niveau beoordeeld, enz.). Als na beoordeling van alle niveaus overheveling naar categorie 2 niet nodig is gebleken, blijft het financiële actief in categorie 1.

  • Interne rating: de interne rating wordt gebruikt als de voornaamste maatstaf om een toename van het kredietrisico te beoordelen. Dit is een relatieve beoordeling die de kans op default bij de eerste opname vergelijkt met die op de verslagdatum. KBC voert de beoordeling voor elke verslagperiode uit op het niveau van de faciliteit (d.w.z. contract). De relatieve verandering van de PD die aanleiding geeft tot een wijziging van categorie, is een verhoging met twee PDnotches.
  • Kredietherstructurering: geherstructureerde financiële activa worden altijd beschouwd als categorie 2, tenzij ze reeds aan de definitie van default voldoen. In dat geval worden ze overgeheveld naar categorie 3.
  • Aantal dagen betalingsachterstand: KBC gebruikt de 'backstop' zoals omschreven in de standaard. Een financieel actief met meer dan 30 dagen betalingsachterstand wordt overgeheveld naar categorie 2.
  • Interne rating als 'backstop': KBC gebruikt een absolute waarde van de PD als 'backstop' voor financiële activa die moeten worden overgeheveld naar categorie 2. Die backstop komt overeen met de hoogste PD (namelijk PD 9 op basis van de interne rating van KBC) vooraleer een financieel actief als defaulted wordt beschouwd.
  • Beoordeling door het bestuur: tot slot bestudeert en beoordeelt het bestuur de significante toename van het kredietrisico van financiële activa op individueel niveau (tegenpartij) en op portefeuilleniveau, wanneer wordt geconcludeerd dat er in de eerste vier niveaus van de benadering met meerdere niveaus onvoldoende rekening wordt gehouden met idiosyncratische gebeurtenissen (zie hierboven voor enkele voorbeelden).

Een financieel actief dat onder het ECL-model valt, wordt geacht tot categorie 3 te behoren zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op de verslagdatum niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid.

Waardering van te verwachten kredietverliezen

De te verwachten kredietverliezen (ECL) worden berekend als het product van de kans op wanbetaling (PD), de geraamde blootstelling op het moment van wanbetaling (EAD) en het verlies bij wanbetaling (LGD).

De te verwachten kredietverliezen worden berekend als weergave van:

  • een objectief en kansgewogen bedrag;
  • de tijdswaarde van geld; en
  • informatie over gebeurtenissen uit het verleden, de heersende omstandigheden en prognoses van economische omstandigheden.

De tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen komen overeen met de som van alle tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet.

De binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen komen overeen met het deel van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen dat voortvloeit uit een default binnen de periode van twaalf maanden na de verslagdatum.

KBC gebruikt specifieke IFRS 9-modellen voor PD, EAD en LGD om de ECL te berekenen. In de mate van het mogelijke en om de efficiëntie te bevorderen, gebruikt KBC modelvormingstechnieken die vergelijkbaar zijn met de technieken die werden ontwikkeld voor prudentiële doeleinden (de Baselmodellen). Meer informatie over de kredietrisicomodellen die KBC heeft ontwikkeld, vindt u in het deel 'Internal Modelling' van het Risk Report op www.kbc.com. KBC ziet er niettemin op toe dat de Baselmodellen worden aangepast om te voldoen aan IFRS 9:

  • KBC maakt geen gebruik van de voorzichtigheidsmarges die de toezichthouder voor de Baselmodellen voorschrijft.
  • KBC brengt aanpassingen aan om rekening te houden met de impact van macro-economische factoren op het resultaat om te garanderen dat de IFRS 9-modellen een raming op een bepaald tijdstip weerspiegelen (point-in-time) en geen raming over de hele cyclus (through-the-cycle), zoals vereist door de toezichthouder.
  • KBC maakt in de modellen gebruik van macro-economische prognoses.

Voor de leningen die in default zijn, wordt de ECL eveneens berekend als het product van PD, EAD en LGD. Maar in dit specifieke geval wordt de PD bepaald op 100%, is de EAD bekend gezien de defaultstatus en houdt de LGD rekening met de netto actuele waarde van het (niet-)recupereerbare bedrag.

KBC gebruikt de IRB en gestandaardiseerde modellen om de Basel PD toe te wijzen, die vervolgens dient als input voor de IFRS 9 ECL-berekeningen en staging. Als er geen Basel PD-model is met een vergelijkbare scope als die van het IFRS 9-model, wordt voor alle faciliteiten in de portefeuille de op lange termijn waargenomen default rate als PD gebruikt. Voor portefeuilles met een lage default rate kan het voorkomen dat er zich in de beschouwde periode geen of slechts een klein aantal wanbetalingen heeft voorgedaan. In dat geval wordt de PD bepaald op basis van deskundige input en externe ratings.

KBC houdt bij de berekening van de ECL rekening met toekomstgerichte informatie via macro-economische variabelen en op basis van de beoordeling door het management van eventuele idiosyncratische gebeurtenissen. De hoofdeconoom van KBC ontwikkelt drie verschillende macro-economische scenario's (basis, optimistisch en pessimistisch) voor alle KBCkernlanden en bepaalt voor elk scenario een overeenkomstige waarschijnlijkheid. Elk kwartaal herziet KBC de economische scenario's en de toegekende wegingen die worden gebruikt voor de berekening van de ECL, op basis van de input van de hoofdeconoom. De integratie van de macro-economische variabelen in deze scenario's in de PD-, EAD- en LGDcomponenten van de ECL-berekening is gebaseerd op statistische correlatie in historische datasets.

De maximale periode voor waardering van de te verwachten kredietverliezen is de maximale contractuele periode (inclusief verlengingsopties), behalve voor specifieke financiële activa die bestaan uit een opgenomen en een opvraagbaar nietopgenomen bedrag, waarbij de blootstelling aan het kredietrisico niet beperkt wordt tot de contractuele periode door de contractuele mogelijkheid van KBC om terugbetaling van het opgenomen bedrag te vragen en het niet-opgenomen bedrag te annuleren. Alleen voor dergelijke activa kan de waarderingsperiode langer zijn dan de contractuele periode.

Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (Purchased or Originated Credit impaired, POCI)

KBC definieert verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) als financiële activa waarop bijzondere waardevermindering conform IFRS 9 van toepassing is en waarbij reeds bij de creatie sprake was van default (d.w.z. die op dat ogenblik aan de definitie van default beantwoordden). POCI-activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen een bedrag na aftrek van bijzondere waardeverminderingen en worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van een effectieve interestvoet die aangepast wordt voor de kredietwaardigheid. In latere verslagperiodes worden alle wijzigingen aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen opgenomen in de winsten-verliesrekening. Gunstige wijzigingen worden opgenomen als een terugname van waardeverminderingen, zelfs als de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen op de verslagdatum lager zijn dan die op het moment van uitgifte.

Belangrijke beoordelingen en onzekerheden

De berekening van de te verwachten kredietverliezen (en de significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) vereist een verregaande oordeelsvorming over verschillende aspecten, waaronder de financiële situatie en aflossingscapaciteit van de kredietnemer, de realiseerbare waarde van waarborgen, prognoses en macro-economische informatie. KBC past een neutrale, onbevooroordeelde benadering toe ten aanzien van onzekerheden en bij het nemen van beslissingen op basis van verregaande oordeelsvorming.

Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen

'Geldmiddelen' omvat contanten en direct opvraagbare deposito's, zoals cheques, kasmiddelen en saldi bij centrale banken en andere banken.

Financiële verplichtingen

Financiële instrumenten of hun componenten worden bij eerste opname geclassificeerd als verplichting of als eigen vermogen op grond van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten en de definities van financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten. Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een verplichting als:

  • KBC een contractuele verplichting heeft om aan de houder ervan geldmiddelen of een ander financieel actief te leveren of met de houder een ander financieel instrument te ruilen onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor KBC; of
  • KBC een contractuele verplichting heeft om het financiële instrument af te wikkelen in een variabel aantal van zijn eigen aandelen.

Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een aandeel als aan geen van beide voorwaarden is voldaan. In dat geval wordt het administratief verwerkt zoals beschreven onder 'Eigen vermogen'.

Financiële verplichtingen – opname en niet langer opnemen in de balans

KBC neemt een financiële verplichting op wanneer het partij wordt bij de contractuele bepalingen van het betreffende instrument. Dat is gewoonlijk de datum waarop de vergoeding in de vorm van geldmiddelen of een ander financieel actief wordt ontvangen. Bij eerste opname wordt de financiële verplichting gewaardeerd tegen reële waarde verminderd met de transactiekosten die direct aan de uitgifte van het instrument kunnen worden toegerekend, behalve voor financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening.

Financiële verplichtingen worden niet langer in de balans opgenomen wanneer ze tenietgaan, dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt. KBC kan de financiële verplichting ook niet langer in de balans opnemen en een nieuwe financiële verplichting in de balans opnemen wanneer een ruil plaatsvindt tussen KBC en de kredietgevers van de financiële verplichting, waarbij sprake is van aanzienlijk afwijkende voorwaarden of als er aanzienlijke wijzigingen zijn aan de voorwaarden van een bestaande financiële verplichting. Om te bepalen of de voorwaarden verschillen, vergelijkt KBC de contante waarde van de kasstromen onder de nieuwe voorwaarden, met inbegrip van het saldo van betaalde en ontvangen provisies gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet, met de contante waarde van de resterende kasstromen van de oorspronkelijke financiële verplichting. Als het verschil 10% of meer bedraagt, neemt KBC de oorspronkelijke financiële verplichting niet langer op in de balans en neemt het een nieuwe financiële verplichting op. Wanneer een ruil van schuldinstrumenten of de wijziging van voorwaarden wordt geboekt als schulddelging, worden gemaakte kosten of provisies opgenomen als deel van de winst of het verlies op de gedelgde schuld.

Financiële verplichtingen – classificatie en waardering

KBC brengt opgenomen financiële verplichtingen onder in drie verschillende categorieën, zoals voorgeschreven door IFRS 9: • Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT). Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden zijn financiële verplichtingen die hoofdzakelijk worden aangegaan om winst te behalen uit prijsschommelingen op korte termijn of uit de handelsmarge. Een verplichting wordt ook beschouwd als voor handelsdoeleinden aangehouden als ze deel uitmaakt van een portefeuille van afzonderlijk door de handelsdesk voor handelsdoeleinden aangehouden financiële instrumenten waarvoor een recent patroon bestaat van winstnemingen op korte termijn. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen kunnen verplichtingen zijn in de vorm van derivaten, shortposities in schuldinstrumenten en aandelen, termijndeposito's en schuldcertificaten. Verplichtingen in de vorm van derivaten worden door KBC opgedeeld in derivaten voor handelsdoeleinden en derivaten voor afdekkingsdoeleinden, net als bij activa in de vorm van derivaten. Bij eerste opname worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde. Op het einde van de verslagperiode worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen in de vorm van derivaten gewaardeerd tegen reële waarde. Aanpassingen van de reële waarde worden altijd opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

  • Financiële verplichtingen bij eerste opname door de entiteit aangewezen als tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO). Krachtens IFRS 9 kan een financiële verplichting of groep van financiële verplichtingen bij eerste opname worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij veranderingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van veranderingen in de reële waarde die betrekking hebben op veranderingen in het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten. KBC gebruikt de waardering tegen reële waarde om de volgende redenen:
    • beheerd op basis van de reële waarde: KBC waardeert een financiële verplichting of een groep van financiële verplichtingen tegen reële waarde wanneer die wordt beheerd en de prestaties ervan worden beoordeeld op basis van de reële waarde. Ze wordt gebruikt voor de administratieve verwerking van (ontbundelde) depositocomponenten (d.w.z. financiële verplichtingen die geen discretionaire winstdeling bevatten);
    • boekhoudkundige mismatch: waardering tegen reële waarde mag worden gebruikt wanneer dat een opname- of waarderingsinconsistentie voorkomt of aanzienlijk beperkt die anders zou zijn ontstaan als de waardering van activa of verplichtingen of de opname van de winsten en verliezen hierop op basis van verschillende grondslagen had plaatsgevonden;
    • hybride instrumenten: een financieel instrument wordt als hybride beschouwd wanneer het een of meer besloten derivaten omvat die geen nauw verband vertonen met het basiscontract. Waardering tegen reële waarde kan worden gebruikt wanneer het niet mogelijk is om de in een contract besloten derivaten zonder nauw verband te scheiden van het basiscontract, in welk geval het volledige hybride instrument mag worden aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde. Dat betekent dat zowel de in het contract besloten derivaten als het basiscontract worden gewaardeerd tegen reële waarde. KBC gebruikt deze mogelijkheid wanneer gestructureerde producten besloten derivaten zonder nauw verband met het basiscontract omvatten. In dat geval worden zowel het basiscontract als de in het contract besloten derivaten gewaardeerd tegen reële waarde.
  • Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (AC). KBC classificeert de meeste van zijn financiële verplichtingen in deze categorie, ook die financiële verplichtingen die worden gebruikt om handelsactiviteiten te financieren maar zelf niet voor handelsdoeleinden bestemd zijn (bv. uitgegeven obligaties). Deze financiële verplichtingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs, wat overeenkomt met de reële waarde van de ontvangen vergoeding, inclusief transactiekosten. Later worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, wat overeenkomt met het bedrag waartegen de financieringsverplichting bij eerste opname werd gewaardeerd, verminderd met de hoofdsomaflossingen en vermeerderd of verminderd met de cumulatieve amortisatie van het eventuele verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag. Het verschil tussen het ter beschikking gestelde bedrag en de nominale waarde wordt pro rata temporis opgenomen als een rentelast. De reeds opgelopen maar nog niet betaalde rentelasten worden geboekt op de overlopende rekeningen.

Financiële verplichtingen – eigen kredietrisico

Voor financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde schrijft IFRS 9 voor dat de financiële verplichting bij eerste opname tegen reële waarde moet worden gewaardeerd. Latere veranderingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van veranderingen in het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten.

Dienovereenkomstig worden ontwikkelingen in de reële waarde van de verplichting op verschillende plaatsen gepresenteerd: veranderingen in het eigen kredietrisico worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten en alle andere veranderingen in reële waarde worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'. De in de nietgerealiseerde resultaten opgenomen bedragen met betrekking tot het eigen kredietrisico worden niet overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet als de verplichting niet langer in de balans wordt opgenomen en de bedragen worden gerealiseerd. Hoewel overboeking niet is toegelaten, hevelt KBC de in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen wel over naar het overgedragen resultaat in het eigen vermogen wanneer de verplichting niet langer in de balans wordt opgenomen. De enige situatie waarin opname van het eigen kredietrisico in de niet-gerealiseerde resultaten niet wordt toegepast, is wanneer dat een boekhoudkundige mismatch in de winst-en-verliesrekening zou veroorzaken. Dat kan zich voordoen wanneer er een nauw economisch verband bestaat tussen de tegen reële waarde gewaardeerde financiële verplichting (waarvoor het eigen kredietrisico is opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten) en het financiële actief, waarvan alle veranderingen in de reële waarde worden gewaardeerd en opgenomen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Dat is het geval bij tak 23-beleggingsovereenkomsten, waar wijzigingen in de reële waarde van de verplichting volledig worden gesaldeerd met het actief.

Financiële verplichtingen – financiëlegarantiecontract

Een financiëlegarantiecontract is een contract op grond waarvan KBC verplicht is bepaalde betalingen te verrichten om de houders te compenseren voor verliezen die ze lijden omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldinstrument niet nakomt. Een financiëlegarantiecontract wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde en later gewaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen: (a) het bedrag dat is bepaald overeenkomstig de bepalingen van IFRS 9 inzake bijzondere waardeverminderingen (zie 'Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen') en (b) het oorspronkelijk opgenomen bedrag, verminderd met, in voorkomend geval, de cumulatieve amortisatie die in overeenstemming met het beginsel van IFRS 15 inzake de opname van opbrengsten is opgenomen.

Reverse repo's en repo's

Een reverse repo is een transactie waarbij KBC een financieel actief koopt en tegelijkertijd een overeenkomst aangaat om het actief (of een vergelijkbaar actief) tegen een vaste prijs op een datum in de toekomst te verkopen. Deze overeenkomst wordt geboekt als een lening of voorschot en het onderliggende actief wordt niet opgenomen in de jaarrekening.

In een repotransactie verkoopt KBC een effect en tegelijkertijd stemt het ermee in om het opnieuw te kopen (of een actief dat in essentie hetzelfde is) tegen een vaste prijs op een toekomstige datum. KBC blijft de effecten volledig in de balans opnemen, omdat het vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom behoudt. De ontvangen geldelijke vergoeding wordt opgenomen als een financieel actief en de financiële verplichting wordt opgenomen als verplichting om de terugkoopprijs te betalen.

Compensatie (offsetting)

KBC saldeert en presenteert in zijn balans voor een financieel actief en een financiële verplichting uitsluitend een nettobedrag als (i) het op dat ogenblik een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te compenseren; en (ii) het van plan is om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om het actief te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.

Reële waarde

KBC definieert 'reële waarde' als 'de prijs die zou worden ontvangen uit de verkoop van een actief of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum'. De reële waarde is niet het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen op grond van een gedwongen transactie, een onvrijwillige liquidatie of een gedwongen verkoop. Een onevenwichtigheid tussen vraag en aanbod (bv. minder kopers dan verkopers, waardoor de prijzen dalen) is niet hetzelfde als een gedwongen transactie of een gedwongen verkoop.

Wijzigingen van de marktwaarde worden opgenomen voor alle posities die worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Ze houden verband met afwikkelingskosten, aanpassingen voor posities of markten met verminderde liquiditeit, wijzigingen van waarderingen op basis van een modellenbenadering, tegenpartijrisico (aanpassing van kredietwaardering) en financieringskosten:

  • Aanpassingen van de kredietwaardering (CVA's) worden gebruikt bij het waarderen van derivaten om te garanderen dat hun marktwaarde wordt aangepast om het kredietrisico van de tegenpartij te weerspiegelen. Daarbij wordt zowel de huidige vervangingswaarde van het contract (mark-to-market) als de verwachte toekomstige marktwaarde van het contract in rekening genomen. Die waarderingen worden gewogen op basis van het kredietrisico van de tegenpartij, dat bepaald wordt door middel van een genoteerde Credit Default Swap (CDS)-spread, of, als die er niet is, afgeleid wordt uit obligaties waarvan de emittenten vergelijkbaar zijn met die van de tegenpartij van het financiële instrument (wat betreft rating, sector en geografische ligging). Een aanpassing van de schuldwaardering (DVA) vindt plaats voor contracten waarbij de tegenpartij is blootgesteld aan KBC. Die is gelijkaardig aan de CVA, waarbij de verwachte toekomstige negatieve marktwaarde van de contracten in rekening wordt gebracht.
  • Een FVA (funding value adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van niet door zekerheden gedekte derivaten om bij de waardering ervan rekening te houden met de (toekomstige) financieringskosten of -opbrengsten die gepaard gaan met het aangaan en afdekken van dergelijke instrumenten.

Hedge accounting (afdekkingstransacties)

KBC kiest ervoor om gebruik te maken van de grondslagen van hedge accounting van IAS 39 (de EU-carve-out-versie). KBC wijst bepaalde voor risicobeheerdoeleinden aangehouden derivaten en bepaalde niet-afgeleide financiële instrumenten aan als afdekkingsinstrumenten die in aanmerking komen voor afdekkingsconstructies. Bij de eerste aanwijzing van de afdekking legt KBC formeel de relatie vast tussen de afdekkingsinstrumenten en de afgedekte posities, inclusief de risicobeheerdoelstelling en -strategie bij het aangaan van de afdekkingstransactie, evenals de methode die zal worden gebruikt om de effectiviteit van de afdekkingsrelatie te beoordelen. KBC beoordeelt zowel bij aanvang van de afdekkingsrelatie als daarna doorlopend of de door de afdekkingsinstrumenten gerealiseerde compensatie van de wijzigingen in de reële waarde of kasstromen van de overeenkomstige afgedekte posities tijdens de periode waarvoor de afdekking is aangewezen, naar verwachting zeer effectief zullen zijn, en of de werkelijke resultaten van elke afdekking binnen een vork van 80 tot 125% liggen. KBC beoordeelt voor een kasstroomafdekking van een verwachte transactie of het zeer waarschijnlijk is dat die zal plaatsvinden en een blootstelling aan kasstroomschommelingen inhoudt die uiteindelijk van invloed zou kunnen zijn op de winst-en-verliesrekening.

KBC gebruikt de volgende afdekkingstechnieken: kasstroomafdekking, micro-hedge op basis van reële waarde, reëlewaardeafdekking voor een portefeuille met renterisico en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten.

Kasstroomafdekkingen: als een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument bij een afdekking van kasstroomschommelingen die toe te rekenen zijn aan een bepaald risico dat aan een opgenomen actief, verplichting of zeer waarschijnlijke, verwachte transactie verbonden is en dat invloed zou kunnen hebben op de winst-en-verliesrekening, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het derivaat opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten en gepresenteerd in de afdekkingsreserve (kasstroomafdekking) binnen het eigen vermogen. Elk niet-effectief deel van wijzigingen in de reële waarde van een derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening'. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt overgeboekt naar de winst-enverliesrekening (als een herclassificatieaanpassing in de periode waarin de afgedekte kasstromen de winst-enverliesrekening beïnvloeden) onder 'Nettorente-inkomsten'. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor kasstroomafdekking voldoet of als de aanwijzing als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Eventuele cumulatieve winsten of verliezen die op dat moment bestaan in de niet-gerealiseerde resultaten, blijven in de nietgerealiseerde resultaten en worden opgenomen onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening' wanneer de verwachte transactie uiteindelijk wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer verwacht wordt dat een verwachte transactie niet langer zal plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat in de niet-gerealiseerde resultaten is opgenomen, onmiddellijk overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'.

Micro-hedging op basis van reële waarde: wanneer een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument voor het afdekken van de verandering in de reële waarde van een opgenomen actief of verplichting of een portefeuille van opgenomen activa of verplichtingen of een vaststaande toezegging die van invloed kan zijn op de winst-en-verliesrekening, worden veranderingen in de reële waarde van het derivaat onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening, evenals de veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie die toerekenbaar zijn aan het afgedekte risico (in dezelfde post van de winst-en-verliesrekening als de afgedekte positie). Maar de geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in 'Nettorente-inkomsten'. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor reëlewaardeafdekking voldoet of als de aanwijzing als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Elke aanpassing van een afgedekte positie waarvoor de effectieve rentevoet wordt gebruikt, wordt tot op het ogenblik van beëindiging geamortiseerd naar de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de herberekende effectieve rentevoet van de positie over haar resterende looptijd of rechtstreeks opgenomen wanneer de afgedekte positie niet langer wordt opgenomen.

Reëlewaardeafdekkingen voor een portefeuille met renterisico (macro-hedging): de uitzondering van de EU inzake macrohedging betekent dat een groep van derivaten (of delen van derivaten) mag worden beschouwd als combinatie en gezamenlijk als afdekkingsinstrument mag worden aangewezen, en neemt een deel van de beperkingen op reëlewaardeafdekkingen met betrekking tot de afdekking van kerndeposito's en op onderafdekking gerichte strategieën weg. Krachtens de EU-uitzondering mogen afdekkingstransacties worden toegepast op kerndeposito's en zijn ze alleen ineffectief wanneer de herziene raming van het bedrag van de kasstromen in geplande tijdsintervallen daalt tot onder het aangewezen bedrag voor dat tijdsinterval. KBC dekt het renterisico van portefeuilles van financiële activa en portefeuilles van financiële verplichtingen af. Renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in 'Nettorente-inkomsten'. Het afgedekte bedrag aan financiële activa en verplichtingen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de wijzigingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Bij afgedekte posities gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs wordt de reële waarde van het afgedekte bedrag in de balans opgenomen als een aparte post bij de activa of de verplichtingen. Als een afdekking niet effectief is, wordt de cumulatieve wijziging in de reële waarde van het afgedekte bedrag dat als een aparte post op de balans werd opgenomen, geamortiseerd in de winst-en-verliesrekening over de resterende looptijd van de afgedekte activa of onmiddellijk uit de balans verwijderd als de ineffectiviteit voortvloeit uit het feit dat de overeenkomstige financiële activa en verplichtingen niet langer worden opgenomen.

Afdekking van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten: wanneer een derivaat of een niet-afgeleid financieel instrument wordt aangewezen als afdekkingsinstrument voor afdekking van een netto-investering in een buitenlandse activiteit met een andere functionele munt dan die van de directe holdingmaatschappij van de buitenlandse activiteit, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument opgenomen in de afdekkingsreserve (investeringen in buitenlandse activiteiten) in de niet-gerealiseerde resultaten. Het niet-effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van het derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening als een herclassificatieaanpassing bij vervreemding van de buitenlandse activiteit (inclusief een dividenduitkering of kapitaalverlaging).

Verzekeringscontracten

Algemeen

KBC past alle vereisten van IFRS 17 toe vanaf 1 januari 2023.

Toepassingsgebied

Om als verzekeringscontract te worden aangemerkt, moet het daaraan verbonden verzekeringsrisico aanzienlijk zijn, ook al is het uiterst onwaarschijnlijk dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet, bijvoorbeeld catastrofale gebeurtenissen zoals een aardbeving. Of het verzekeringsrisico aanzienlijk is, wordt beoordeeld bij de eerste opname van elk individueel contract op basis van de actuele waarde.

In het algemeen vallen de volgende soorten contracten binnen KBC binnen het toepassingsgebied van IFRS 17: schadeverzekeringscontracten, herverzekeringscontracten (aangenomen en afgestane), levensverzekeringscontracten, met name de tak 21-contracten, de tak 23-contracten, de hybride producten en beleggingscontracten met discretionaire winstdeling als ze zijn uitgegeven door een KBC-verzekeringsentiteit.

In het algemeen vallen de volgende soorten contracten buiten het toepassingsgebied van IFRS 17: beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (IFRS 9), de meeste tak 23-contracten van KBC Verzekeringen België (IFRS 9), omdat die verzekeringscontracten geen aanzienlijk verzekeringsrisico inhouden, kredietkaarten die bepaalde dekkingen bevatten uitgegeven door een entiteit van KBC Bank (IFRS 15), en pechverhelpingscontracten (IFRS 15).

Afzonderlijke niet-verzekeringsgebonden componenten worden gescheiden van de verzekeringscomponenten in het contract en derhalve geboekt in overeenstemming met de toepasselijke IFRS.

Aggregatieniveau

IFRS 17-berekeningen worden uitgevoerd op een geaggregeerd niveau, in plaats van per contract, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende vier dimensies:

  • IFRS 17-portefeuille (samenvoeging van contracten met gelijksoortige risico's die samen worden beheerd);
  • cohorten van een jaar (jaar waarin de polis wordt gesloten);
  • winstgevendheid van de groep contracten (verlieslatend, winstgevend, onzeker; wordt beoordeeld bij aanvang);
  • reeks contracten (samenvoeging van contracten met een homogene winstgevendheidsverwachting).

Aggregatie per IFRS 17-portefeuille

IFRS 17-portefeuilles zijn landspecifiek en worden bepaald door de lokale productmix (vergelijkbare risico's) en de manier waarop het lokale verzekeringsbedrijf wordt beheerd (gezamenlijk beheer). De portefeuilles zijn minimaal onderverdeeld als volgt:

  • Leven
    • Tak 23
    • Tak 21
    • Hybride producten
  • Schadeverzekeringen
    • Personenverzekering
    • Aansprakelijkheid BA Motorrijtuigen
    • Aansprakelijkheid andere dan BA Motorrijtuigen
    • Zaakschadeverzekering (inclusief andere) anders dan volledige omnium
    • Volledige omnium
    • Aangenomen herverzekering
  • Afgestane herverzekering

Aggregatie per cohorten van een jaar

KBC hanteert cohorten van een jaar (een cohort is een tijdskorf van contracten die in hetzelfde jaar zijn uitgegeven), die overeenstemmen met het begin en het einde van het boekjaar van KBC. Op 23 november 2021 publiceerde de EU een verordening ter bekrachtiging van IFRS 17 Verzekeringscontracten, inclusief de wijzigingen in de oorspronkelijke IFRS 17 en een oplossing voor de vereisten van cohorten van een jaar voor bepaalde soorten verzekeringscontracten, voor gebruik in de Europese Unie. KBC zal de Europese facultatieve vrijstelling van de vereiste van cohorten van een jaar niet toepassen.

Aggregatie per groep contracten: verlieslatend, winstgevend of onzeker

BBA en VFA – Verwachte winstgevendheid bij eerste opname

Voor contracten die worden gewaardeerd volgens de bouwsteenbenadering (BBA, zie verder) en de variabelevergoedingsbenadering (VFA, zie verder), wordt de toewijzing aan de verlieslatende, winstgevende of onzekere groep contracten (GC) bepaald op basis van de aanwezigheid van een contractuele dienstenmarge (CSM is de nietverdiende winst in de groep contracten bij aanvang) onder verschillende risicoaanpassingsniveaus (d.i. compensatie voor onzekerheid in bedrag en tijdstip van toekomstige kasstromen):

  • als CSM < 0 wanneer de risicoaanpassing wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 75%: verlieslatende groep contracten;
  • als CSM > 0 wanneer de risicoaanpassing wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 75% EN
    • als CSM < 0 wanneer de risicoaanpassing wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 90%: onzekere groep contracten;
    • als CSM > 0 wanneer de risicoaanpassing wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 90%: winstgevende groep contracten.

PAA – Verwachte winstgevendheid bij eerste opname

Voor de premietoerekeningsbenadering (Premium Allocation Approach, PAA) worden feiten en omstandigheden die erop wijzen dat de groep contracten verlieslatend kan zijn, beoordeeld aan de hand van de verwachte economische gecombineerde ratio volgens IFRS 17 van meer dan 100%. Deze ratio verschilt van de extern gepubliceerde gecombineerde ratio. De verwachte economische gecombineerde ratio volgens IFRS 17 wordt op jaarbasis berekend voor een reeks contracten. Bijgevolg wordt de nieuwe productie van een jaar volgens IFRS 17 toegewezen aan één specifieke groep contracten. In uitzonderlijke gevallen, wanneer kwaliteitsvolle informatie feiten en omstandigheden aan het licht brengt die wijzen op een negatieve trend in de verwachte economische ratio volgens IFRS 17, wordt in de loop van het boekjaar een herberekening uitgevoerd.

Aggregatie per reeks contracten

Een reeks contracten is een samenvoeging van contracten met een homogene winstgevendheidsverwachting. Een reeks contracten wordt zo gedefinieerd dat de conclusie over de verwachte winstgevendheid van de reeks contracten en de bijbehorende classificatie (winstgevend, onzeker of verlieslatend) gelijk is aan de conclusie die zou zijn getrokken als de beoordeling van de verwachte winstgevendheid was uitgevoerd op het niveau van het individuele contract.

Opname in en verwijdering uit de balans

KBC neemt een groep verzekeringscontracten (en aangenomen herverzekeringscontracten) die het uitgeeft, op vanaf het vroegste van de volgende tijdstippen:

  • het begin van de dekkingsperiode van de groep contracten;
  • de datum waarop de eerste betaling door een verzekeringnemer in de groep verschuldigd is;
  • voor een groep verlieslatende contracten, wanneer de groep verlieslatend wordt.

Als er geen contractuele vervaldatum is, wordt de eerste betaling door de verzekeringnemer geacht verschuldigd te zijn wanneer ze wordt ontvangen.

Naarmate de cohort vordert, kunnen nieuwe contracten worden toegevoegd aan een groep contracten als zij voldoen aan de criteria voor eerste opname.

KBC neemt een groep afgestane herverzekeringscontracten die het aanhoudt, op vanaf het vroegste van de volgende tijdstippen:

  • het begin van de dekkingsperiode van de groep aangehouden herverzekeringscontracten;
  • de datum waarop de entiteit een verlieslatende groep van onderliggende verzekeringscontracten opneemt, als de entiteit het daarmee verband houdende afgestane herverzekeringscontract is aangegaan in de groep herverzekeringscontracten die op of vóór die datum worden aangehouden.

KBC stelt de opname van een groep aangehouden herverzekeringscontracten die proportionele dekking bieden, uit tot de datum waarop een onderliggend verzekeringscontract voor het eerst wordt opgenomen, als die datum later valt dan het begin van de dekkingsperiode van de groep aangehouden herverzekeringscontracten.

Een verzekeringsverplichting wordt niet langer in de balans opgenomen wanneer ze beëindigd is, d.w.z. wanneer de in het contract vastgelegde verplichting vervuld of geannuleerd is, dan wel afloopt.

Waardering

IFRS 17 past uniforme waarderingsgrondslagen toe voor verzekeringsverplichtingen, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van het verzekeringscontract.

  • Het algemene model, de bouwsteenbenadering (Building Block Approach, BBA), wordt toegepast voor de meeste levensverzekeringsproducten.
  • De optionele premietoerekeningsbenadering (Premium Allocation Approach, PAA) is een vereenvoudigd waarderingsmodel dat kan worden gebruikt wanneer aan de PAA-criteria is voldaan en wordt toegepast voor de meeste schadeverzekeringsproducten en herverzekeringscontracten.
  • De variabelevergoedingsbenadering (Variable Fee Approach, VFA) is een aangepaste BBA voor levensverzekeringscontracten, waarbij de aan de verzekeringnemer te betalen kasstromen in aanzienlijke mate afhangen

van het rendement van de belegde activa. Dit is een verplicht waarderingsmodel wanneer aan de VFA-criteria wordt voldaan en het wordt toegepast voor tak 23-producten en sommige hybride producten van Centraal-Europese entiteiten. Voor elke IFRS 17-portefeuille kan slechts één waarderingsmodel worden toegepast.

De verzekeringsverplichtingen vertegenwoordigen alle rechten en plichten die voortvloeien uit uitgegeven verzekeringscontracten en bestaan uit twee componenten, namelijk een verplichting uit hoofde van resterende dekking (Liability for Remaining Coverage, LRC) en een verplichting uit hoofde van ontstane claims (Liability for Incurred Claims, LIC).

Waardering van levensverzekeringsverplichtingen

De levensverzekeringsverplichtingen worden meestal gewaardeerd volgens het BBA- of het VFA-model:

  • Waardering volgens de BBA wordt toegepast om de verplichtingen te berekenen voor tak 21 levensverzekeringscontracten en voor sommige hybride producten.
  • Waardering volgens de VFA wordt in Centraal-Europese entiteiten toegepast om de verplichtingen te berekenen van tak 23-contracten en sommige hybride producten waarbij de aan de verzekeringnemer te betalen kasstromen sterk afhangen van het rendement van de belegde activa.

Waardering volgens de bouwsteenbenadering (BBA)

De verzekeringsverplichting bestaat uit de volgende vier bouwstenen:

  • actuarieel geschatte waarde van verwachte toekomstige kasstromen;
  • discontering om de schatting om te zetten in een actuele waarde;
  • risicoaanpassing ter compensatie van de onzekerheid over het bedrag en het tijdstip van de verwachte toekomstige kasstromen;
  • contractuele dienstenmarge (CSM), zijnde de niet-verdiende winst die over de termijn van het contract van de balans in de winst-en-verliesrekening vrijvalt op basis van de geleverde diensten; er is dus geen winst op de eerste dag.

Schatting van verwachte toekomstige kasstromen

Als basisprincipe worden de kasstromen volgens Solvency II gebruikt om de consistentie met IFRS 17 te waarborgen. De schatting van toekomstige kasstromen volgens IFRS 17 wijkt af van Solvency II op de volgende punten:

  • Ingevolge Solvency II zijn alle kosten opgenomen in de beste schatting. Ingevolge IFRS 17 worden uitgaven opgedeeld in rechtstreeks toerekenbare kosten en niet-rechtstreeks toerekenbare kosten. Rechtstreeks toerekenbare kosten zijn kosten die rechtstreeks verband houden met verzekeringscontracten. Alleen deze rechtstreeks toerekenbare kosten worden opgenomen in de schatting van de verwachte toekomstige kasstromen.
  • Contracten waarbij de verzekeraar risico loopt, stilzwijgende verlengingen en contracten met een dekkingsperiode die in de toekomst begint, vallen binnen de Solvency II-contractgrens. Ingevolge IFRS 17 vallen kasstromen binnen de contractgrens als ze voortvloeien uit rechten en plichten die tijdens de verslagperiode bestaan,
    • waarbij de entiteit de verzekeringnemer kan dwingen de premies te betalen; of
    • waarbij de entiteit een wezenlijke verplichting heeft om diensten te verlenen.

Contracten waarbij de verzekeraar dekking verleent, d.w.z. waarbij de verzekeraar risico loopt, vallen binnen de IFRS 17 contractgrenzen. Stilzwijgende verlengingen van schadeverzekeringscontracten en contracten met een dekkingsperiode die in de toekomst begint, vallen buiten de IFRS 17-contractgrenzen.

Aggregatieniveau van verwachte kasstromen: de aggregatieniveaus van Solvency II zijn bedrijfstakken (Lines of Business, LoB's) en risicocategorieën. De IFRS 17-rekeneenheid is gebaseerd op portefeuilles, cohorten en verwachte winstgevendheid.

Discontering - tijdswaarde van geld

Per valuta wordt een disconteringsvoet vastgesteld die overeenstemt met de valuta van de kasstromen. Het uitgangspunt voor de opstelling van de curves zijn waarneembare marktprijzen van een reeks activa met verschillende looptijden.

De inflatie-aannames voor de nominale kasstromen en de disconteringsvoeten zijn consistent. Bij de projectie van de kasstromen wordt rekening gehouden met de inflatie. Hoewel wordt verwezen naar 'kasstromen', staat de standaard toe dezelfde disconteringscurve toe te passen voor alle kasstromen in hetzelfde contract. Die vereenvoudiging wordt bij KBC toegepast.

Voor kasstromen die variëren naargelang van de onderliggende posten, wordt de disconteringsvoet bepaald via een topdownbenadering. Kasstromen die variëren naargelang van de onderliggende posten, zijn typisch kasstromen zoals rentegaranties op toekomstige premies die niet vastliggen bij aanvang van het contract, toekomstige winstdeling, toekomstig verval, enz. Voor een top-downbenadering wordt gebruik gemaakt van een risicovrije rente, gecorrigeerd met een spread op basis van een referentieportefeuille van activa. Een dergelijke portefeuille is gebaseerd op de huidige activamix die een entiteit aanhoudt. Bovendien moet de disconteringscurve alleen de kenmerken van de verzekeringsverplichtingen weergeven. De risicocurve wordt aangepast om het gedeelte dat geen verband houdt met de verzekeringsverplichtingen, buiten beschouwing te laten.

Per valuta wordt een Last Liquid Point (LLP) vastgesteld op KBC-niveau, dat voor alle entiteiten consistent is. De LLP's per valuta worden bepaald door de laatst beschikbare looptijd van de risicovrije rentevoet in de desbetreffende valuta te nemen.

Voor langlopende levensverzekeringscontracten worden de kasstromen gemodelleerd over een looptijd van 110 jaar. De Ultimate Forward Rate (UFR) is het percentage van de 110-jarige looptijd waarnaar de disconteringscurve moet convergeren. Deze UFR wordt gedefinieerd als de som van een verwachte reële rentevoet en een verwacht inflatiepercentage.

Voor kasstromen die niet afhankelijk zijn van onderliggende posten, kiest KBC ervoor om de bottom-upbenadering toe te passen. De bottom-upbenadering wordt bepaald door een illiquiditeitspremie toe te voegen aan een risicovrije rentevoet, zodat de disconteringscurve de illiquiditeitskenmerken van de verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten weerspiegelt. Deze benadering wordt gebruikt voor verplichtingen uit hoofde van ontstane claims in Niet-leven. De illiquiditeitspremie is de premie die door de verzekeringnemer wordt gevorderd, omdat de verplichtingen van het verzekeringscontract niet gemakkelijk tegen reële marktwaarde in contanten kunnen worden omgezet.

Risicoaanpassing van levensverzekeringsverplichtingen

De risicoaanpassing voor niet-financiële risico's is de compensatie die de entiteit vraagt voor het dragen van de onzekerheid over het bedrag en het tijdstip van kasstromen die voortvloeit uit niet-financiële risico's. Het is een buffer boven op de beste schatting van toekomstige kasstromen, die een waarschijnlijkheid van 50% inhoudt dat toekomstige verplichtingen kunnen worden nagekomen en dus ook een waarschijnlijkheid van 50% dat toekomstige verplichtingen voor uitstaande contracten niet kunnen worden nagekomen.

Levensverzekeringsverplichtingen worden gekenmerkt door (langetermijn-)kasstromen gebaseerd op biometrische parameters. De risicoaanpassing wordt gedefinieerd als het verschil tussen de Value at Risk (VaR) en de beste schatting van toekomstige kasstromen als onderdeel van de vervullingskasstromen. De VaR wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 75%. Niet-financiële risico's die in het VaR-model zijn opgenomen, zijn het sterfterisico, het langlevenrisico, het ziekte-/invaliditeitsrisico, het vervalrisico, het kostenrisico en het herzieningsrisico. De correlaties tussen de verschillende risicotypes zijn afgestemd op de correlatiematrix van Solvency II.

Contractuele dienstenmarge

De contractuele dienstenmarge (CSM) vertegenwoordigt de niet-verdiende winst die de verzekeraar in de winst-enverliesrekening opneemt naarmate hij diensten uit hoofde van verzekeringscontracten verleent. De CSM wordt in de balans opgenomen als deel van de verzekeringsverplichting bij de eerste opname, om een winst op de eerste dag te vermijden. De CSM op de balans valt geleidelijk vrij, op basis van de in de periode verleende diensten, en moet aan het einde van de dekkingsperiode voor een groep contracten nul zijn.

Het vrijvalpatroon van de CSM is gebaseerd op dekkingseenheden in de groep contracten (GC). Het aantal dekkingseenheden is de omvang van de diensten die de verzekeraar verleent uit hoofde van de contracten in de GC, en wordt bepaald door voor elk contract de omvang van de uitkeringen waarin het contract voorziet en de verwachte periode van de dekking in aanmerking te nemen. Het CSM-bedrag dat in de winst-en-verliesrekening wordt opgenomen, is het bedrag van de dekkingseenheden die aan de lopende periode zijn toegewezen voor de verzekeringsdekking die in de lopende periode wordt verstrekt. Het aantal dekkingseenheden wordt aan het einde van elke verslagperiode opnieuw beoordeeld om rekening te houden met de meest actuele veronderstellingen van het contract.

KBC heeft ervoor gekozen om de tijdswaarde van geld op dekkingseenheden weer te geven. Door discontering van de dekkingseenheden wordt een stabielere toerekening van de CSM aan de winst-en-verliesrekening bereikt. Voor contracten die meerdere diensten aanbieden, d.w.z. verzekeringsdekking, beleggingsrendementsdiensten en beleggingsbeheerdiensten, werkt KBC met zogenaamde 'multivariabele dekkingseenheden', waarbij rekening wordt gehouden met het volgende:

• Dekkingseenheden worden bepaald op basis van de afzonderlijke individuele uitkeringscomponenten.

• Aan elke component wordt een weging toegekend die een passend niveau van dienstverlening weergeeft.

Dergelijke wegingen weerspiegelen op passende wijze de vrijval van CSM op basis van de hoeveelheid voordelen die worden geboden voor elke dienst. Analoog aan de dekkingseenheden worden ook deze wegingen aan het einde van elke verslagperiode opnieuw beoordeeld.

Dekkingseenheden kunnen niet negatief zijn. Ze hebben een positief teken en hun bodemgrens ligt op nul. Als het aantal dekkingseenheden in een bepaalde periode nul is, wordt geen CSM toegerekend aan de winst-en-verliesrekening, aangezien in die periode geen diensten zijn verleend. Dit is in sommige gevallen mogelijk, bijvoorbeeld wanneer er wachtperiodes in contracten zijn opgenomen. In dergelijke gevallen is het contract door de verzekeringnemer ondertekend, maar is er een verplichte wachttijd voordat de klant de verzekeringsdekking geniet.

Waardering volgens de variabelevergoedingsbenadering (VFA)

Volgens de VFA weerspiegelt de CSM voornamelijk de vergoeding die KBC verwacht te verdienen op de marktwaarde van het beheerde vermogen (AUM), ook wel onderliggende posten genoemd. De CSM wordt bepaald als het saldo van de reële waarde van de onderliggende posten en de totale verplichting van de entiteit ten aanzien van de verzekeringnemer. De verandering in de variabele vergoeding die van invloed is op de CSM, wordt bepaald als het saldo van:

• de verandering in de reële waarde van de onderliggende posten; en

• de verandering in de totale verplichting van de entiteit aan de verzekeringnemer.

Om het eenvoudig te houden, past KBC een gecombineerd bedrag toe en niet de verschillende aanpassingen die CSM vrijmaken, afzonderlijk.

Bij de VFA ligt het verschil in waardering met de BBA in de waardering na eerste opname van contracten met directe winstdeling. Alle veranderingen in vervullingskasstromen worden geabsorbeerd door de CSM, tot de CSM negatief wordt en een verlies wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

In België kan de verzekeringsmaatschappij naar eigen goeddunken beslissen over het bedrag van de winstdeling dat aan de verzekeringnemers wordt toegekend. De verzekeringnemer heeft geen 'afdwingbaar recht' om deel te nemen in de winst van de verzekeringsmaatschappij en derhalve is niet voldaan aan de VFA-criteria en wordt BBA toegepast.

Waardering van schadeverzekeringsverplichtingen

Waardering volgens de PAA wordt toegepast voor de verplichtingen van de meeste schadeverzekeringsproducten. De PAAverplichting uit hoofde van resterende dekking (LRC) weerspiegelt de ontvangen premies en de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen, aangepast voor bedragen die pro rata temporis in de resultatenrekening zijn opgenomen. Wanneer zich een verzekerde schade voordoet, wordt een verplichting uit hoofde van ontstane claims (LIC) opgenomen, vergelijkbaar met de LIC bij BBA (zie verder). Bij verlieslatende contracten wordt een bijkomende verplichting ter dekking van verwachte toekomstige verliezen toegevoegd aan de LRC op de balans en wordt een verlies rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Waardering volgens de premietoerekeningsbenadering

De PAA-LRC geeft alleen de ontvangen premies en de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen weer. Om de verzekeringsverplichting op kasbasis correct weer te geven, wordt een aanpassing uitgevoerd door de verzekeringsschulden en -vorderingen te verrekenen met de LRC-waarde.

In het kader van de PAA zal KBC geen gebruik maken van de mogelijkheid om acquisitiekosten te boeken wanneer die gemaakt zijn. Aan het einde van elke verslagperiode worden de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen geamortiseerd (d.w.z. geboekt als kosten van verzekeringsdiensten) en wordt een deel van de premieontvangsten verworven (d.w.z. geboekt als verzekeringsinkomsten). Beide componenten van de LRC worden toegewezen aan de winst-en-verliesrekening op basis van het verstrijken van de tijd of het verwachte tijdstip van ontstane claims en uitkeringen, als dat patroon het verval van risico beter weergeeft.

Waardering van de verplichting uit hoofde van ontstane claims (LIC) voor uitstaande vorderingen

De verplichting uit hoofde van ontstane claims wordt afzonderlijk berekend. In de balans wordt een voorziening opgenomen voor een verdisconteerde beste schatting van de toekomstige kasuitstromen met een risicoaanpassing als veiligheidsmarge. Er is geen CSM opgenomen in de LIC, aangezien de verplichting uit hoofde van ontstane claims geen rekening houdt met toekomstige dekking, d.w.z. dat de LIC bestaat uit vervullingskasstromen die verband houden met in het verleden verleende diensten.

Er wordt een voorziening voor de interne schadeafwikkelingskosten opgenomen, die wordt berekend als een percentage op basis van opgedane ervaring. De risicoaanpassing voor schadeverzekeringsverplichtingen wordt alleen berekend voor ontstane schade. Bijgevolg wordt alleen reserverisico in aanmerking genomen. Vergelijkbaar met de levensverzekeringsverplichtingen wordt een 'Value at Risk'-methode (VaR) gebruikt, maar hier wordt ze berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 90%.

Waardering na eerste opname

BBA/VFA – verplichting uit hoofde van resterende dekking

Aan het einde van elke verslagperiode, na de eerste opname, werkt KBC zijn schattingen en veronderstellingen bij om de meest actuele situatie weer te geven. Als gevolg van die updates zal de boekwaarde van vervullingskasstromen verschillen van de ene periode tot de andere.

De waardering na eerste opname volgens de BBA/VFA voor de LRC gebeurt op basis van:

• ervaringsaanpassingen – hetzij geabsorbeerd door de CSM (d.w.z. in verband met toekomstige diensten), hetzij opgenomen in het verzekeringsresultaat (d.w.z. in verband met lopende of in het verleden verleende diensten) – en rollforward van de portefeuille;

  • updates van niet-economische parameters voor de vervullingskasstromen;
  • updates van economische parameters voor de vervullingskasstromen;
  • CSM-vrijval.

PAA – verplichting uit hoofde van resterende dekking

Volgens de PAA wordt de LRC pro rata temporis afgewikkeld om de zogenaamde 'verdiende premies' te verkrijgen, d.w.z. de premiereserve en de reserve voor uitgestelde overlopende aanbrengprovisies. Aan het einde van elke verslagperiode worden de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen geamortiseerd (d.w.z. geboekt als kosten van verzekeringsdiensten) en wordt een deel van de premieontvangsten verworven (d.w.z. geboekt als verzekeringsinkomsten). Beide componenten van de LRC worden toegewezen aan de winst-en-verliesrekening op basis van het verstrijken van de tijd of het verwachte tijdstip van ontstane claims en uitkeringen, als dat patroon het verval van risico beter weergeeft.

BBA/VFA/PAA – verplichting uit hoofde van ontstane claims

Wijzigingen in de verplichting uit hoofde van ontstane claims worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Afhankelijk van de reden voor die wijzigingen, worden ze opgenomen in:

  • lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten. Belangrijkste redenen: updates van vervullingskasstromen, d.w.z. hogere of lagere totale verwachte schade-uitkeringen, wijzigingen in het statistische percentage van interne schadebeheerkosten, enz.; of
  • verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten. Belangrijkste redenen: een verandering in de disconteringsvoet, rente uit deposito's bij de cederende onderneming.

Overige elementen

KBC heeft gekozen voor een 'year-to-date'-benadering, d.w.z. een herberekening van eerder gerapporteerde kwartalen, waarbij de impact van de herberekening wordt meegenomen in de lopende periode.

KBC kiest ervoor om verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten op te splitsen tussen winst-en-verliesrekening en OCI. Dat betekent dat de rentelasten van de verzekeringsverplichting over de verslagperiode in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen, waarbij die rentelasten worden berekend op basis van de locked-in rate (de rentecurve die van toepassing is bij de aanvang van het IFRS 17-contract), en dat het effect van veranderingen in de marktrente over de verslagperiode in OCI wordt opgenomen.

De passiva van verzekeringscontracten en de activa van herverzekeringscontracten worden in de balans gepresenteerd op basis van de ontvangen bedragen. Afgestane herverzekeringscontracten (aangehouden herverzekeringscontracten) moeten afzonderlijk van de onderliggende contracten waarop ze betrekking hebben, worden geboekt en gepresenteerd.

Bij de overname van een andere verzekeringsmaatschappij of een portefeuille-overdracht bestaat de ontvangen of betaalde vergoeding gedeeltelijk uit de Value of Business In-force (VBI). Verzekeringscontracten die via een bedrijfscombinatie verworven zijn, worden op dezelfde wijze gewaardeerd als verzekeringscontracten die door de entiteit zijn uitgegeven, behalve dat de vervullingskasstromen worden opgenomen op de overnamedatum.

Leasing

Alle leaseovereenkomsten moeten worden geclassificeerd als financiële leasing of operationele leasing. De classificatie volgens IFRS 16 is gebaseerd op de mate waarin de aan de eigendom van een geleased actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever of de leasingnemer liggen. Een financiële lease draagt nagenoeg alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen over.

Deze classificatie is cruciaal voor posities als leasinggever. Voor posities als leasingnemer is deze classificatie van minder belang aangezien beide classificaties resulteren in een vergelijkbare opname en waardering van de lease op de balans en in de winst-en-verliesrekening.

Eigen vermogen

Het eigen vermogen vertegenwoordigt het overblijvende belang in de totale activa van KBC na aftrek van alle verplichtingen (de 'nettoactiva' genoemd) en omvat alle door KBC uitgegeven aandelen, aan de houders van de aandelen toerekenbare reserves en de minderheidsbelangen.

KBC classificeert alle uitgegeven financiële instrumenten als eigen vermogen of als een financiële verplichting op basis van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten. Het cruciale kenmerk om een financiële verplichting te onderscheiden van een aandeel is of KBC een onvoorwaardelijk recht heeft om te voorkomen dat de afwikkeling van een contractuele verplichting verloopt door middel van de levering van geldmiddelen of een ander financieel actief.

Minderheidsbelangen vertegenwoordigen het eigen vermogen in een dochteronderneming dat niet toerekenbaar is aan de houders van KBC-aandelen. Wanneer het aandeel van minderheidsbelangen in het eigen vermogen wijzigt, past KBC de boekwaarde van de controlerende belangen en de minderheidsbelangen aan om wijzigingen in hun relatieve belangen in de geconsolideerde vennootschappen te weerspiegelen. KBC neemt in het eigen vermogen elk verschil op tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast, en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, en rekent dat toe aan het controlerende belang.

KBC kan binnen het wettelijke kader eigen aandelen inkopen. Deze ingekochte (gewone) aandelen worden een eerste maal erkend op de balans op transactiedatum onder de rubriek 'eigen aandelen'. De aanschaffingsprijs (inclusief de transactiekosten) wordt afgetrokken van het eigen vermogen. De dividendinkomsten m.b.t. 'eigen aandelen' worden erkend in eigen vermogen.

Personeelsbeloningen

Kortetermijnpersoneelsbeloningen

Kortetermijnpersoneelsbeloningen, zoals salarissen, betaalde vakantie, prestatiegebonden geldelijke voordelen en socialezekerheidsbijdragen, worden opgenomen in de periode waarin de werknemers de overeenkomstige diensten verlenen. De bijbehorende uitgaven worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening als 'Exploitatiekosten' onder de rubriek 'Personeelskosten'.

Vergoedingen na uitdiensttreding

KBC biedt zijn personeelsleden pensioenplannen aan in de vorm van toegezegdebijdrageregelingen of toegezegdpensioenregelingen. Uit hoofde van de toegezegdebijdrageregelingen is de in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting van KBC beperkt tot de toegezegde bijdrage aan het fonds. Het bedrag van de vergoedingen na uitdiensttreding dat de werknemer ontvangt, wordt bepaald door het bedrag van de bijdragen die KBC en de werknemer hebben betaald aan een regeling inzake vergoedingen na uitdiensttreding, evenals het beleggingsrendement dat resulteert uit die bijdragen. Het actuariële risico wordt gedragen door de werknemer.

Daarentegen heeft KBC bij toegezegdpensioenregelingen de verplichting de overeengekomen vergoedingen aan huidige en voormalige werknemers te verschaffen en vallen het actuariële risico en het beleggingsrisico ten laste van KBC. Dat betekent dat als de opbrengst vanuit actuarieel of beleggingsoogpunt slechter is dan verwacht, de verplichting van KBC kan worden verhoogd.

In België gaan toegezegdebijdrageregelingen gepaard met een wettelijk gewaarborgd minimumrendement en kan het werkelijke rendement lager liggen dan het wettelijk voorgeschreven rendement. Bovendien vertonen deze regelingen kenmerken van toegezegdpensioenregelingen en verwerkt KBC ze administratief als toegezegdpensioenregelingen.

Verplichtingen uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen en de Belgische toegezegdebijdrageregelingen (of pensioenverplichtingen) worden opgenomen in de post 'Overige verplichtingen' en hebben betrekking op de verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en vergelijkbare pensioenen en renten.

De pensioenverplichtingen voor werknemers uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen worden berekend met behulp van de 'projected unit credit'-methode, waarbij elke dienstprestatieperiode bijkomende pensioenrechten genereert.

De actuariële waardering wordt elke verslagperiode uitgevoerd. De verplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen worden gedisconteerd op basis van een disconteringsvoet die is gebaseerd op het rendement van hoogwaardige bedrijfsobligaties in de valuta waarin de vergoedingen zullen worden uitbetaald en met een vergelijkbare looptijd als de overeenkomstige pensioenverplichtingen.

Wijzigingen in de nettoverplichtingen/-activa uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen, uitgezonderd kasmutaties, worden gegroepeerd in drie hoofdcategorieën en opgenomen in de exploitatiekosten (pensioenkosten), de rentelasten (nettorentelasten) en de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingen).

Nettoprovisie-inkomsten

Het grootste deel van de nettoprovisie-inkomsten valt onder het toepassingsgebied van IFRS 15 (Opbrengsten uit contracten met klanten), aangezien ze betrekking hebben op diensten die KBC aan zijn klanten verleent en buiten het toepassingsgebied van andere IFRS-normen vallen. Voor de verantwoording van opbrengsten identificeert KBC het contract en bepaalt het wat de beloften (prestatieverplichtingen) in de transactie zijn. Opbrengsten worden alleen opgenomen als KBC de prestatieverplichting heeft vervuld.

De opbrengsten die worden gepresenteerd onder 'Effecten en assetmanagement', vallen onder het toepassingsgebied van IFRS 15 en houden in beginsel in dat KBC activa bewaart in een trust voor de begunstigde ('fonds') en verantwoordelijk is voor het beleggen van de van de klant ontvangen bedragen ten gunste van de klant. Die transacties zijn duidelijk omdat KBC een reeks afzonderlijke diensten verricht die de klant gelijktijdig verbruikt wanneer hij de voordelen ontvangt. KBC ontvangt daarvoor een maandelijkse of driemaandelijkse beheersvergoeding die wordt berekend als een vast percentage van de netto-inventariswaarde, of een inschrijvingsvergoeding die van de begunstigde wordt ingehouden. De vergoedingen omvatten geen variabele component.

Opbrengsten gerapporteerd als Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling vertegenwoordigen het gerealiseerde bedrag op de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, d.w.z. dat een vast percentage of vast bedrag wordt ingehouden op de betalingen van klanten, zodat de verzekeringsmaatschappij haar uitgaven kan dekken.

Betalingsdiensten waarbij KBC de klant een vergoeding aanrekent voor bepaalde transacties met zijn zichtrekeningen, voor binnenlandse of buitenlandse betalingen, voor betalingsdiensten via geldautomaten, enz. worden meestal verrekend wanneer de eigenlijke transactie is uitgevoerd, zodat de betreffende vergoeding op dat tijdstip direct kan worden opgenomen.

<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->

Heffingen

Overheden kunnen KBC diverse heffingen opleggen. Het bedrag van de heffingen kan afhankelijk zijn van het bedrag van de opbrengsten (voornamelijk rentebaten) van KBC, het bedrag van de van klanten aangenomen deposito's en het totale balansvolume, inclusief correcties op basis van bepaalde specifieke ratio's. In overeenstemming met IFRIC 21 worden heffingen opgenomen wanneer de gebeurtenis die aanleiding geeft tot opname van de verplichting, zich heeft voorgedaan, zoals vermeld in de wetgeving ter zake. Afhankelijk van de tot een verplichting leidende gebeurtenis kunnen heffingen worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd of gespreid in de tijd. De meeste heffingen die aan KBC worden opgelegd, moeten worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd, meestal het begin van het boekjaar. KBC neemt de heffingen op onder 'Exploitatiekosten'.

Winstbelasting

Winstbelasting bestaat uit drie elementen: over de verslagperiode betaalde/verschuldigde belastingen, te weinig/te veel aangelegde voorzieningen in voorgaande jaren en wijzigingen in uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen. De winstbelasting wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten, afhankelijk van de manier waarop de posten die tot de belasting hebben geleid, zijn geboekt. Winstbelastingen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winsten-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening.

Uitgestelde en actuele belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd wanneer er zowel een juridisch recht tot saldering bestaat als een voornemen om tot afwikkeling op nettobasis over te gaan of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.

Actuele belastingvorderingen/-verplichtingen

Actuele belastingen voor de verslagperiode worden gewaardeerd tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald aan of teruggevorderd van de belastingautoriteiten, op basis van de belastingtarieven die tijdens de verslagperiode van kracht waren.

Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen

Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die op de verslagdatum wettelijk zijn vastgelegd en die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij de realisatie van de vordering of de afwikkeling van de verplichting waarop zij betrekking hebben en die de fiscale gevolgen weerspiegelen die voortvloeien uit de wijze waarop de entiteit op de balansdatum de boekwaarde van de onderliggende activa of verplichtingen verwacht te realiseren of af te wikkelen.

Bij de opname van uitgestelde belastingvorderingen wordt rekening gehouden met alle verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen en hun fiscale boekwaarde, evenals de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee de verrekenbare tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend. KBC berekent uitgestelde belastingvorderingen voor de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen. Bij het beoordelen van de periode waarover fiscale verliezen kunnen worden verrekend met toekomstige belastbare winsten, gebruikt KBC prognoses voor een periode van acht tot tien jaar.

Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen die betrekking hebben op bedrijfscombinaties worden rechtstreeks geboekt als goodwill.

Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen worden niet verdisconteerd.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief direct toerekenbare acquisitiekosten). KBC waardeert in daaropvolgende verslagperiodes materiële vaste activa tegen de initiële kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages worden bepaald op basis van de geschatte gebruiksduur van de activa en worden toegepast volgens de lineaire methode vanaf het ogenblik waarop de activa gebruiksklaar zijn. Materiële vaste activa worden niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of wanneer het actief in kwestie permanent buiten gebruik wordt gesteld en er geen toekomstige economische voordelen worden verwacht bij de vervreemding ervan. Winsten of verliezen als gevolg van het niet langer opnemen in de balans worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin de activa uit de balans worden verwijderd.

Materiële vaste activa worden aan een bijzonderewaardeverminderingstoets onderworpen wanneer er een aanwijzing is dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.

Afschrijvingskosten, bijzonderewaardeverminderingsverliezen en winsten of verliezen bij vervreemding worden opgenomen onder 'Exploitatiekosten' in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van activa die worden geleased uit hoofde van operationele leasing (KBC als leasinggever), waarvoor de kosten worden opgenomen in de post 'Overige netto-inkomsten'. Wanneer een vervreemding voldoet aan de definitie van een beëindigde bedrijfsactiviteit, wordt het nettoresultaat opgenomen in een enkele post in de winst-en-verliesrekening (zie het hoofdstuk over beëindigde bedrijfsactiviteiten hieronder).

Vastgoedbeleggingen

Een vastgoedbelegging wordt gedefinieerd als vastgoed dat KBC heeft gebouwd, gekocht of verworven uit hoofde van een financiële lease en dat wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging te realiseren en niet om door KBC te worden gebruikt voor de levering van diensten of voor bestuurlijke doeleinden.

Vastgoedbeleggingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief rechtstreeks toerekenbare kosten). KBC waardeert vastgoedbeleggingen in daaropvolgende verslagperiodes tegen de initiële kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.

De afschrijvingskosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten van de winst-en-verliesrekening.

Immateriële activa

Immateriële activa omvatten goodwill, intern ontwikkelde software, extern ontwikkelde software en andere immateriële activa. Immateriële activa kunnen (i) verworven zijn als onderdeel van een bedrijfscombinatie (zie 'Bedrijfscombinaties en goodwill' hieronder), (ii) afzonderlijk verworven zijn of (iii) intern ontwikkeld zijn.

Afzonderlijk verworven immateriële activa (voornamelijk extern ontwikkelde software) worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs. Intern ontwikkelde immateriële activa (voornamelijk intern ontwikkelde software) worden alleen opgenomen als ze voortvloeien uit ontwikkeling en KBC het volgende kan aantonen:

  • de technische haalbaarheid om ze te voltooien;
  • de intentie om ze te voltooien en te gebruiken of te verkopen;
  • het vermogen om ze te gebruiken of te verkopen;
  • de manier waarop de immateriële activa toekomstige economische voordelen zullen genereren;
  • de beschikbaarheid van adequate technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling te voltooien en de immateriële activa te gebruiken of te verkopen;
  • de mogelijkheid om de uitgaven die aan de immateriële activa kunnen worden toegerekend tijdens de ontwikkeling ervan, op een betrouwbare wijze te waarderen.

Intern gegenereerde immateriële activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen de ontwikkelingskosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het ontwerpen en testen van de unieke software waarover KBC de zeggenschap heeft. Rechtstreeks toerekenbare kosten die worden gekapitaliseerd als onderdeel van de intern ontwikkelde software, omvatten personeelskosten voor softwareontwikkeling en rechtstreeks toerekenbare algemene kosten.

Onderzoekskosten, overige ontwikkelingsuitgaven, kosten in verband met het onderhoud van software en investeringsprojecten (grootschalige projecten die een belangrijke bedrijfsdoelstelling of een belangrijk bedrijfsmodel introduceren of vervangen) die niet aan de criteria voor opname voldoen, worden opgenomen als kosten in de periode waarin ze zijn ontstaan.

Immateriële activa worden in latere verslagperiodes geboekt tegen kostprijs verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving vangt aan wanneer het actief gebruiksklaar is zoals door het management bedoeld. De afschrijving van software gebeurt als volgt:

  • Systeemsoftware (oorspronkelijk aangekochte software die onlosmakelijk verbonden is met hardware) wordt afgeschreven tegen hetzelfde percentage als hardware.
  • Standaardsoftware en door een derde partij of intern ontwikkelde maatsoftware worden lineair afgeschreven over vijf jaar vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik.
  • Kernsystemen (doorgaans toepassingen voor de verwerking van depositorekeningen, leningen en kredieten, interfaces met het grootboek en tools voor rapportering) worden lineair afgeschreven over minimum acht jaar.

Bijzondere waardeverminderingen van niet-financiële activa

Wanneer KBC zijn jaarrekening opmaakt, ziet het erop toe dat de boekwaarde van het niet-financiële actief niet hoger is dan het bedrag dat zou kunnen worden verkregen door het te gebruiken of verkopen ('realiseerbare waarde'). Materiële vaste activa, vastgoedbeleggingen en software worden alleen doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen wanneer er objectieve bewijzen van bijzondere waardevermindering bestaan. Goodwill en immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur worden minstens jaarlijks doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen en bovendien driemaandelijks doorgelicht op aanwijzingen van bijzondere waardevermindering.

Aanwijzingen dat een bijzonder waardeverminderingsverlies moet worden opgenomen, kunnen afkomstig zijn van een interne bron (bv. de toestand van het actief) of een externe bron (bv. nieuwe technologie of een aanzienlijke afname van de marktwaarde van het actief).

Wanneer een aanwijzing van bijzondere waardevermindering aanwezig is, licht KBC de realiseerbare waarde van het actief door en wordt een bijzondere waardevermindering op het actief geboekt indien de realiseerbare waarde ervan lager is dan de boekwaarde op de verslagdatum. De realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als het hoogste van de volgende twee bedragen: de bedrijfswaarde of de reële waarde verminderd met de verkoopkosten.

De bedrijfswaarde wordt gedefinieerd als de gedisconteerde toekomstige kasstromen die een actief of een kasstroomgenererende eenheid naar verwachting zal leveren.

Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen op het niveau van het individuele actief, maar wanneer het individuele actief geen instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de zogeheten 'kasstroomgenererende eenheid' waartoe het actief of de groep van activa behoort. Om de kasstroomgenererende eenheden tot stand te brengen, bepaalt KBC naar zijn eigen oordeel de kleinste identificeerbare groep activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen uit andere activa of groepen van activa. Dit proces is voornamelijk van toepassing op goodwill die werd opgenomen in het kader van overnames.

Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen. Een bijzonder waardeverminderingsverlies kan worden teruggenomen als de voorwaarde die tot het bijzondere waardeverminderingsverlies heeft geleid, niet langer aanwezig is, behalve voor goodwill, die nooit kan worden teruggenomen. Bijzondere waardeverminderingswinsten worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen.

Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa

Voorzieningen worden uitsluitend opgenomen op de verslagdatum als aan de volgende criteria is voldaan:

  • Er is een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden.
  • Het is waarschijnlijk dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen.
  • Het bedrag van de verplichting kan op betrouwbare wijze worden geschat.

Het bedrag dat als voorziening wordt opgenomen, is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op de balansdatum af te wikkelen. Wanneer de tijd een essentiële factor is, komt het als voorziening opgenomen bedrag overeen met de netto actuele waarde van de beste schatting.

Het is inherent aan de aard van een voorziening dat oordeelsvorming van het management vereist is om het bedrag en het tijdstip te bepalen van de waarschijnlijke uitstroom van economische middelen in de toekomst.

Geconsolideerde jaarrekening / tussentijdse jaarrekening

Alle materiële entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarover KBC rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent zoals gedefinieerd in IFRS 10, worden geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode. Veranderingen in eigendomsbelangen (die niet leiden tot verlies van zeggenschap) worden verwerkt als eigenvermogenstransacties. Ze hebben geen invloed op goodwill of winst of verlies.

Dochterondernemingen die wegens hun immateriële aard niet zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, worden geclassificeerd als aandelen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten, waarbij alle wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de niet-gerealiseerde resultaten, met uitzondering van dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Materiële ondernemingen waarover rechtstreeks of onrechtstreeks gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend en materiële investeringen in geassocieerde deelnemingen (ondernemingen waarover KBC een invloed van betekenis uitoefent), worden allemaal verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode.

Consolidatiedrempel: dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode als minstens twee van de volgende materialiteitscriteria zijn overschreden:

  • aandeel van de groep in het eigen vermogen: 2 500 000 euro;
  • aandeel van de groep in het resultaat: 1 000 000 euro (absolute waarde);
  • aandeel van de groep in het balanstotaal: 100 000 000 euro.

Om te vermijden dat te veel entiteiten worden uitgesloten, controleert KBC of het gecombineerde balanstotaal van de van consolidatie uitgesloten entiteiten niet meer bedraagt dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.

Bedrijfscombinaties en goodwill

Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. Volgens deze methode wordt de kostprijs van een overname gewaardeerd als de som van de betaalde overnameprijs (gewaardeerd tegen reële waarde op datum van de overname) en het bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de overgenomen entiteit. Voor de waardering van minderheidsbelangen kan KBC voor elke bedrijfscombinatie apart beslissen of het minderheidsbelang wordt gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het proportionele aandeel van KBC in de identificeerbare nettoactiva van de overgenomen entiteit. De wijze waarop het minderheidsbelang wordt gewaardeerd op de verwervingsdatum, is van invloed op de boeking van de acquisitie als gevolg van de berekening van de goodwill.

Goodwill is het surplus van de overnamekosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Om de boekhoudkundige verwerking van de overname te voltooien en de goodwill te bepalen, past KBC een waarderingsperiode van twaalf maanden toe. De classificatie van de verworven financiële activa en de overgenomen financiële verplichtingen in de bedrijfscombinatie is gebaseerd op feiten en omstandigheden op de overnamedatum (behalve voor lease- en verzekeringscontracten, die worden geclassificeerd op basis van de contractuele voorwaarden en andere factoren bij de totstandkoming van het contract in kwestie).

Goodwill wordt gepresenteerd in de post 'Goodwill en andere immateriële activa' en wordt geboekt tegen kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt minstens jaarlijks of wanneer er objectieve (externe of interne) bewijzen zijn dat een bijzondere waardevermindering op goodwill moet worden geboekt, getoetst op bijzondere waardevermindering. Als de verwerking van de overname niet is voltooid omdat de waarderingsperiode van twaalf maanden nog niet is verstreken, wordt de goodwill niet als definitief beschouwd en alleen getoetst op bijzondere waardevermindering als er objectief bewijs is dat de voorlopige goodwill aan bijzondere waardevermindering onderhevig is.

Om goodwill te toetsen op bijzondere waardevermindering wordt hij toegerekend aan elke kasstroomgenererende eenheid van KBC die naar verwachting voordeel zal halen uit de synergie van de bedrijfscombinatie, ongeacht het feit of er activa of verplichtingen van de overgenomen entiteit aan die eenheden zijn toegekend. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen als de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de goodwill behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen.

Effecten van wijzigingen in wisselkoersen

De functionele en presentatievaluta van KBC is de euro. Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in vreemde valuta's, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele valuta tegen de contantkoers op de balansdatum. Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in de winst-enverliesrekening. De niet-monetaire posten gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers op de transactiedatum. Niet-monetaire posten geboekt tegen reële waarde worden omgerekend tegen de contantkoers op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Omrekeningsverschillen worden samen met wijzigingen in de reële waarde gerapporteerd. Opbrengsten en kosten in vreemde valuta's worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening tegen de wisselkoers op het tijdstip van opname.

Waarderingsverschillen worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Waarderingsverschillen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-enverliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening. De balansen van buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend naar de presentatievaluta tegen de contantkoers op de verslagdatum (met uitzondering van het eigen vermogen, dat wordt omgerekend tegen de historische koers). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste schatting van de wisselkoers op de transactiedatum.

Transacties met verbonden partijen

Een met KBC verbonden partij is een partij waar KBC zeggenschap over heeft of invloed van betekenis op uitoefent of een partij die zeggenschap heeft over of invloed van betekenis uitoefent op KBC. KBC definieert zijn verbonden partijen als volgt: • dochterondernemingen van KBC, geassocieerde deelnemingen en joint ventures van KBC, KBC Ancora, Cera en MRBB;

• managers op sleutelposities bij KBC (zijnde de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Groep NV).

Transacties met verbonden partijen moeten gebeuren conform het objectiviteitsbeginsel.

Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot groepen activa die worden afgestoten en beëindigde bedrijfsactiviteiten

Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot groepen activa die worden afgestoten

Vaste activa of groepen van activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop zijn die waarvan KBC de boekwaarde zal realiseren door een verkooptransactie die naar verwachting binnen een jaar als een verkoop zal worden aangemerkt, en niet door het voortgezette gebruik ervan. Vaste activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop worden op het einde van de verslagperiode afzonderlijk van de overige activa en verplichtingen in de balans gerapporteerd.

Beëindigde bedrijfsactiviteiten

Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een onderdeel van KBC dat werd afgestoten of is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en:

  • een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch operationeel gebied vertegenwoordigt; of
  • deel uitmaakt van een enkel gecoördineerd plan om een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch operationeel gebied af te stoten; of
  • een dochteronderneming is die uitsluitend is overgenomen met de bedoeling te worden doorverkocht.

Resultaten uit beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening en in de nietgerealiseerde resultaten en omvatten:

  • de winst of het verlies na belastingen van de beëindigde bedrijfsactiviteiten; en
  • de winst of het verlies na belastingen opgenomen bij de waardering tegen reële waarde min de kosten van de verkoop of vervreemding van de activa of groep van activa.

Gebeurtenissen na de verslagperiode

Gebeurtenissen na de verslagdatum zijn gunstige of ongunstige gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de verslagdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor publicatie. Er zijn twee soorten gebeurtenissen na de verslagdatum:

  • gebeurtenissen die wijzen op omstandigheden die bestonden op de verslagdatum (gebeurtenissen die leiden tot aanpassing van de jaarrekening);
  • gebeurtenissen die wijzen op omstandigheden die zijn ontstaan na de verslagdatum (gebeurtenissen die niet leiden tot aanpassing van de jaarrekening).

De impact van gebeurtenissen die leiden tot aanpassing van de jaarrekening, is al weerspiegeld in de financiële positie en het resultaat van het lopende jaar. De impact en gevolgen van gebeurtenissen die niet leiden tot aanpassing van de jaarrekening, worden vermeld in de toelichtingen bij de jaarrekening.

Belangrijkste gebruikte wisselkoersen*

Wisselkoers op 31-12-2023 Wisselkoersgemiddelde in 2023
Wijziging ten opzichte van Wijziging ten opzichte van
31-12-2022 het gemiddelde in 2022
1 EUR = … Positief: appreciatie tegenover EUR 1 EUR = … Positief: appreciatie tegenover EUR
… vreemde munt Negatief: depreciatie tegenover EUR … vreemde munt Negatief: depreciatie tegenover EUR
CZK 24,724 -2% 23,946 +3%
HUF 382,80 +5% 381,33 +3%

* Afgeronde cijfers.

Toelichting 1.3: Belangrijke schattingen en significante oordelen

Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening en het toepassen van de KBC-grondslagen voor financiële verslaggeving moet het management beoordelingen, schattingen en assumpties maken die een effect hebben op de gerapporteerde bedragen van activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten. Enige mate van onzekerheid is inherent aan bijna alle gerapporteerde bedragen. De schattingen zijn gebaseerd op ervaring en assumpties, waarbij het KBCmanagement erop vertrouwt dat ze redelijk zijn op het moment dat de jaarrekening voorbereid wordt.

Bijsturingen van boekhoudkundige schattingen worden erkend in de periode waarin ze worden herzien en in elke volgende periode die daardoor beïnvloed wordt. Belangrijke schattingen en beoordelingen toegepast in de grondslagen voor financiële verslaggeving die de sterkste invloed hebben op de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening, vindt u onder meer in Toelichtingen 1.4, 1.5, 3.3, 3.6, 3.9, 3.11, 4.2, 4.4 t.e.m. 4.8, 5.2, 5.5 t.e.m. 5.7, 5.9 en 6.1.

Zie ook de klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

Toelichting 1.4: Klimaatgerelateerde informatie

Duurzaamheid en het ondersteunen van de overgang naar een meer duurzame en veerkrachtige samenleving – inclusief focus op het klimaat - is een cruciaal onderdeel van onze bedrijfsstrategie en onze dagelijkse activiteiten. We beschikken over een degelijke duurzaamheidsgovernance om de integratie van die duurzaamheidsstrategie in onze hele groep te verzekeren. Dat omvat verantwoordelijkheid op het hoogste niveau en behelst alle milieu-, sociale en bestuursgerelateerde (ESG) thema's.

Omdat duurzaamheid sterk verankerd is in onze dagelijkse activiteiten, is het niet relevant om de financiële impact van duurzaamheidsgerelateerde investeringen af te zonderen. We benadrukken dat:

  • KBC duurzaamheidsgerelateerde opportuniteiten en de gerelateerde kosten integreert in de jaarlijkse algemene budgetteringsronde;
  • KBC als financiële instelling sterk gereguleerd is op het vlak van duurzaamheid en dat we de nodige middelen voorzien om aan die reglementaire verplichtingen te voldoen;
  • KBC daarnaast ook een aantal vrijwillige verbintenissen heeft aangegaan waarvoor gepaste acties worden ondernomen en middelen worden ingezet;
  • KBC inzake zijn eigen directe voetafdruk de nodige stappen onderneemt, vooral op het vlak van faciliteiten (gebouwen) en mobiliteit, om zijn doelstelling inzake de reductie van de uitstoot van broeikasgassen te halen (zie hoofdstuk Focus op het klimaat en het milieu). Verder bereiken we nettoklimaatneutraliteit door onze resterende eigen emissies te compenseren.

Hierna vindt u de toelichtingen en andere hoofdstukken in het jaarverslag die direct of indirect refereren naar klimaat en/of klimaatrisico's of duurzaamheid in het algemeen.

In het Verslag van de Raad van Bestuur:

  • Ons bedrijfsmodel, onder Hoe creëren we duurzame waarde?
  • Ons bedrijfsmodel, onder Onze belangrijkste uitdagingen
  • Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving en Focus op het klimaat en het milieu
  • Onze divisies, voor elk land onder Rol in de samenleving
  • Hoe beheren we onze risico's?

In de Geconsolideerde jaarrekening (telkens bij de toelichting onder de tabellen):

  • Toelichting 3.6: Verzekeringsresultaten
  • Toelichting 3.9: Bijzondere waardeverminderingen
  • Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product
  • Toelichting 5.4: Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen
  • Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa
  • Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen
  • Toelichting 6.2: Leasing

Bij het opstellen van de financiële verslaggeving is rekening gehouden met de financiële impact van klimaatgerelateerde risico's, binnen het kader van de IFRS-normen. Het betreft voornamelijk indirecte risico's waaraan KBC is blootgesteld, onder meer via zijn krediet-, investerings- en verzekeringsportefeuilles. Die risico's vormen een bron van significante onzekerheid bij het opstellen van de financiële verslaggeving op de middellange en lange termijn. Dat is enerzijds omdat de gevolgen van de klimaatverandering op onze huidige portefeuilles moeilijk in te schatten zijn en anderzijds omdat het onzeker is in welke mate de mitigerende acties en plannen voor onze (vooral indirecte) klimaatimpact in toekomstige portefeuilles (zie Focus op het klimaat en het milieu in het deel Verslag van de Raad van Bestuur) financiële gevolgen hebben. Met betrekking tot de door KBC gestelde doelen kan verwacht worden dat ze de financiële positie en prestatie van KBC kunnen beïnvloeden. Met name bij de doelen voor de kredietverlening (verlenen van kredieten voor hernieuwbare energie en terugdringen van broeikasgasintensiteit van leningen) kan dit initieel een negatief effect hebben op de gerealiseerde interestinkomsten op kredieten, wellicht via impact op marges (maar waarbij de kredieten nog steeds voldoen aan de SPPI-test) en/of productie, wat later eventueel gecompenseerd wordt door beperktere kredietverliezen gezien de verhoogde weerbaarheid van de portefeuille voor klimaatgerelateerde risico's. Ook in het verzekeringsbedrijf vormen de klimaatgerelateerde risico's een significante onzekerheid op de middellange en lange termijn voor de inschatting van de evolutie van de aan te houden reserves, voornamelijk in schadeverzekeringen.

Toelichting 1.5: IFRS 17-transitie

Achtergrondinformatie

Sinds 1 januari 2023 zijn de nieuwe boekhoudregels voor de opname, waardering en presentatie van verzekeringscontracten (IFRS 17) verplicht voor de verslagperiode die begint op 1 januari 2023. Deze vervangen IFRS 4. De in dit verslag opgenomen referentiecijfers van 2022 werden overeenkomstig herberekend. IFRS 17 geldt voor alle types verzekeringscontracten, ongeacht het type entiteit dat ze uitgeeft, en voor financiële instrumenten met discretionaire winstdeling. De algemene doelstelling van IFRS 17 bestaat erin een boekhoudkundig model voor verzekeringscontracten te bieden dat nuttiger en

consistenter is voor verzekeraars. In tegenstelling tot de verplichtingen van IFRS 4, die grotendeels gebaseerd zijn op grandfathering van de vroegere lokale grondslagen van de financiële verslaggeving, biedt IFRS 17 een compleet model voor verzekeringscontracten dat alle relevante boekhoudkundige aspecten omvat. Meer informatie vindt u onder Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving, in dit verslag.

Impact van de eerste toepassing van IFRS 17 op 1 januari 2022

De volledige netto-impact (na belastingen) van de overgang naar IFRS 17 op het eigen vermogen van de aandeelhouders, inclusief de herclassificatie van financiële activa (IFRS 9), bedroeg -673 miljoen euro als gevolg van:

  • IFRS 17-waarderingsverschillen. De negatieve impact op het eigen vermogen (-1 485 miljoen euro voor belastingen; -1 102 miljoen euro na belastingen) door de overgang naar IFRS 17 is toe te schrijven aan de levensverzekeringsactiviteiten (-1 857 miljoen euro voor belastingen) en wordt gedeeltelijk gecompenseerd door het schadebedrijf (+372 miljoen euro voor belastingen).
  • De eerste toepassing van IFRS 17 staat ook een herclassificatie toe van financiële activa die beschikbaar zijn voor de verzekeringsmaatschappijen om een boekhoudkundige mismatch tussen activa en verplichtingen te voorkomen. Als gevolg daarvan werd voor 5 234 miljoen euro aan obligaties overgeheveld van 'Financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs' naar 'Financiële activa gewaardeerd tegen FVOCI', terwijl in de tegenovergestelde richting voor 2 235 miljoen euro aan obligaties werd overgeheveld. Dat vertaalde zich in een positieve netto-impact na belastingen van 428 miljoen euro op het eigen vermogen. Als algemeen principe heeft KBC besloten om obligaties die gebruikt worden om levensverzekeringsverplichtingen af te dekken, te classificeren als gewaardeerd tegen FVOCI, en obligaties die gebruikt worden om schadeverzekeringsverplichtingen af te dekken, als gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (90%) en tegen FVOCI (10%).
  • De eerste toepassing van IFRS 17 resulteerde ook in de afschaffing van 'Financiële activa tegen reële waarde overlaybenadering', wat heeft geleid tot de overheveling van 1 366 miljoen euro aan aandelen naar 'Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in niet-gerealiseerde resultaten' (FVOCI). Die overheveling heeft geen netto-impact op het eigen vermogen, maar resulteert wel in een verschuiving van 'Overgedragen resultaat' (-71 miljoen euro, met betrekking tot waardeverminderingen die in het verleden zijn opgenomen) en de 'Herwaarderingsreserve (FVPL-aandelen) – overlaybenadering' (496 miljoen euro) naar de 'Herwaarderingsreserve (FVOCI-aandelen)'.

Meer informatie vindt u in Toelichting 6.10 in het jaarverslag over 2022.

Voor IFRS 17 herberekende cijfers over boekjaar 2022

Als gevolg van de toepassing van IFRS 17 is de resultatenrekening van KBC Groep, als geïntegreerde bank-verzekeraar, bijgewerkt om de nieuwe posten ingevoerd door IFRS 17 op te nemen (bv. verzekeringsinkomsten, verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten en lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten). Andere posten van de resultatenrekening die verband hielden met IFRS 4 zijn uitgesloten of anders voorgesteld.

De volledige netto-impact op het resultaat na belastingen over 2022 van de herberekening naar IFRS 17, inclusief de herclassificatie van financiële activa (IFRS 9), bedroeg +75 miljoen euro als gevolg van:

  • IFRS 17-waarderingsverschillen: de positieve impact op het resultaat na belastingen (+223 miljoen euro voor belastingen) door de overgang naar IFRS 17 is toe te schrijven aan de levensverzekeringsactiviteiten (+166 miljoen euro voor belastingen) en het schadebedrijf (+57 miljoen euro voor belastingen);
  • de afschaffing van 'Financiële activa tegen reële waarde overlaybenadering' (die heeft geleid tot de overheveling van de aandeleninstrumenten naar FVOCI): deze had een negatieve impact op het resultaat voor belastingen van 2022 van -86 miljoen euro, aangezien gerealiseerde winsten en waardeverminderingen op die overgehevelde aandeleninstrumenten niet langer worden overgedragen naar de winst-en-verliesrekening;
  • uitgestelde winstbelasting op deze posten: -62 miljoen euro.

Het eigen vermogen van de aandeelhouders op 31 december 2022 volgens IFRS 17 bedroeg 20 319 miljoen euro, 1 012 miljoen euro meer dan het eigen vermogen van de aandeelhouders volgens IFRS 4 op dezelfde datum, als gevolg van (alle bedragen na belastingen):

  • de impact van de eerste toepassing van IFRS 17 op 1 januari 2022: -673 miljoen euro;
  • het verschil tussen het resultaat na belastingen over 2022 volgens IFRS 17 tegenover IFRS 4: +75 miljoen euro (zie hierboven); • de aanpassing voor het resultaat van de overlaybenadering: +86 miljoen euro, aangezien dit resultaat wordt uitgesloten onder IFRS 17 (en dus deel uitmaakt van het verschil van +75 miljoen euro in het resultaat na belastingen), maar geen nettoimpact heeft op het eigen vermogen omdat het nu rechtstreeks in het eigen vermogen wordt opgenomen zonder overheveling naar de winst-en-verliesrekening;
  • de impact op de niet-gerealiseerde resultaten van -744 miljoen euro in 2022 van geherclassificeerde obligaties die zijn overgeheveld van 'Financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs' naar 'Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in niet-gerealiseerde resultaten', voornamelijk veroorzaakt door hogere rentevoeten;
  • de stijging van de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten via niet-gerealiseerde resultaten na herverzekering met +2 269 miljoen euro in 2022, voornamelijk door hogere rentevoeten.

Meer informatie vindt u in het persbericht van 18 april 2023 op www.kbc.com.

2.0 Toelichtingen in verband met segmentinformatie

Toelichting 2.1: Segmentering volgens de managementstructuur

U vindt uitgebreide informatie over de managementstructuur van de groep en de resultaten per segment in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). Op basis van IFRS 8 heeft KBC het Directiecomité en de Raad van Bestuur van de groep geïdentificeerd als chief operating decision makers, verantwoordelijk voor het toewijzen van middelen en het beoordelen van de prestaties van de verschillende onderdelen van het bedrijf. De operationele segmenten zijn gebaseerd op de interne financiële rapportering aan die beleidsorganen en is gebaseerd op de locatie van de activiteiten van het bedrijf, wat resulteert in een geografische segmentatie.

De drie operationele segmenten zijn (vereenvoudigd):

  • divisie België (alle activiteiten in België),
  • divisie Tsjechië (alle activiteiten in Tsjechië),
  • divisie Internationale Markten (activiteiten in Hongarije, Slowakije en Bulgarije), samen gerapporteerd in overeenstemming met IFRS 8.16.

Daarnaast is er, voor rapporteringsdoeleinden, een Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen (waaronder KBC Bank Ireland, waarvan de verkoop van de krediet- en depositoportefeuille werd afgerond in februari 2023).

Segmentrapportering

  • De beleidsorganen analyseren de prestatie van de segmenten op basis van een aantal maatstaven, waarbij het Resultaat na belastingen de belangrijkste resultaatsindicator is. De segmentgegevens zijn volledig op IFRS gebaseerd, zonder aanpassingen.
  • We wijzen een groepsmaatschappij in principe volledig toe aan hetzelfde segment/dezelfde divisie. Uitzonderingen maken we alleen voor elementen die we niet op een eenduidige manier aan een bepaald segment kunnen toewijzen, zoals de achterstellingskosten van achtergestelde leningen (vermeld onder Groepscenter).
  • We wijzen de financieringskosten van de participaties toe aan Groepscenter. Ook de eventuele financieringskosten met betrekking tot de leverage op het niveau van KBC Groep NV zijn vervat in Groepscenter.
  • Transacties tussen de segmenten onderling worden voorgesteld at arm's length.
  • In de segmentinformatie vermelden we de nettorente-inkomsten zonder opdeling in renteopbrengsten en rentelasten, wat toegestaan is door IFRS. Het merendeel van de opbrengsten van de segmenten bestaat immers uit rente en het management baseert zich bij de beoordeling en sturing van de divisies vooral op de nettorente-inkomsten.
  • We verstrekken geen informatie over opbrengsten uit verkoop aan externe klanten per groep van producten of diensten, omdat we de informatie op geconsolideerd niveau vooral per divisie, en niet per klantengroep of productgroep opmaken.
  • Overname van Raiffeisenbank Bulgaria in 2022 en verkoop van de krediet- en depositoportefeuille van KBC Bank Ireland in 2022 en 2023: zie Toelichting 6.6.
ment
Toelichting 2.2: Resultaten per seg
Divisie Divisie Divisie
Internationale
Waarvan
(in miljoenen euro) België Tsjechië Markten Hongarije Slowakije Bulgarije Groepscenter Ierland KBC-groep
WINST-EN-VERLIESREKENING 2023
Nettorente-inkomsten 3 248 1 271 1 179 529 254 396 -225 64 5 473
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering 1 637 555 473 189 96 189 14 0 2 679
Niet-leven 1 387 459 420 169 79 172 14 0 2 280
Leven 250 96 53 20 17 16 0 0 399
Dividendinkomsten 53 0 1 0 0 1 4 0 59
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
-22 132 125 97 6 22 88 -4 322
Nettoprovisie-inkomsten 1 537 324 493 260 84 149 -6 -1 2 349
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) -175 -68 -70 -46 -5 -19 0 0 -313
Overige netto-inkomsten 235 5 15 -3 11 6 400 409 656
TOTALE OPBRENGSTEN 6 512 2 220 2 216 1 026 446 744 276 467 11 224
Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten)a -2 532 -865 -962 -463 -229 -270 -256 -112 -4 616
en verzekeringsheffingen
Totale exploitatiekosten zonder bank-
-2 463 -916 -805 -275 -250 -281 -254 -107 -4 438
en verzekeringsheffingen
Totale bank-
-361 -60 -262 -238 -4 -20 -4 -4 -687
Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 292 111 104 49 25 30 2 0 509
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering -1 285 -420 -414 -186 -90 -139 -1 0 -2 120
Waarvan betaalde verzekeringsprovisies -220 -65 -55 -12 -10 -33 -1 0 -340
Niet-leven -1 116 -368 -384 -173 -80 -131 -1 0 870
-1
Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven -734 -213 -211 -85 -51 -75 2 0 -1 157
Leven -169 -52 -30 -12 -10 -8 0 0 -251
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -63 -16 -15 -3 1 -13 4 0 -90
Bijzondere waardeverminderingen -114 -57 -36 -38 6 -4 -7 -2 -215
Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI -82 70 19 11 8 0 8 9 16
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures -3 -1 0 0 0 0 0 0 -4
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 515 860 789 336 134 318 15 354 4 179
Belastingen -650 -97 -112 -51 -30 -32 82 -24 -778
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 865 763 676 285 105 286 97 330 3 401
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen -1 0 0 0 0 0 0 0 -1
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 866 763 676 285 105 286 97 330 3 402
a Waarvan niet-kaskosten -64 -124 -102 -43 -25 -34 -101 -7 -391
Afschrijvingen vaste activa -61 -122 -102 -43 -25 -34 -101 -7 -386
Overige -4 -2 0 0 0 0 0 0 -5
Aanschaffing vaste activa* 867 163 216 118 57 42 146 0 1 392

* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.

(in miljoenen euro) Divisie Divisie Divisie
Internationale
Waarvan
België Tsjechië Markten Hongarije Slowakije Bulgarije Groepscenter Ierland KBC-groep
WINST-EN-VERLIESREKENING 2022
Nettorente-inkomsten 2 827 1 313 888 423 235 229 134 240 5 162
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering 1 507 488 412 159 86 166 16 0 2 423
Niet-leven 1 269 401 365 141 70 153 16 0 2 050
Leven 238 87 47 18 16 13 0 0 373
Dividendinkomsten 54 1 1 0 0 1 4 0 59
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
57 133 70 60 33 -22 -8 -3 252
Nettoprovisie-inkomsten 1 512 282 429 228 82 119 -5 -2 2 218
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) -131 -10 45 14 8 23 0 0 -96
Overige netto-inkomsten 213 -185 -7 -8 -3 4 -5 -8 16
TOTALE OPBRENGSTEN 6 039 2 023 1 837 876 441 520 136 228 10 035
Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten)a -2 360 -815 -816 -409 -226 -181 -337 -208 -4 327
en verzekeringsheffingen
Totale exploitatiekosten zonder bank-
-2 284 -861 -683 -238 -248 -197 -332 -200 -4 159
en verzekeringsheffingen
Totale bank-
-349 -61 -228 -211 -7 -10 -8 -8 -646
Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 273 107 95 40 29 26 3 0 478
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering -1 174 -378 -347 -142 -71 -134 -9 0 -1 908
Waarvan betaalde verzekeringsprovisies -198 -46 -63 -26 -8 -29 -1 0 -308
Niet-leven -1 084 -327 -314 -130 -59 -125 -9 0 -1 733
Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven -711 -190 -170 -60 -33 -77 -6 0 -1 077
Leven -90 -51 -33 -12 -12 -9 0 0 -174
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 21 -6 -14 -3 -3 -8 -22 0 -20
Bijzondere waardeverminderingen -46 -60 -152 -97 -21 -33 -24 -18 -282
Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI -35 -46 -78 -29 -19 -30 5 7 -154
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures -9 -1 0 0 0 0 0 0 -10
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 472 762 509 225 119 164 -254 3 3 488
Belastingen -596 -109 -81 -37 -27 -16 116 34 -670
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 876 653 428 188 91 148 -139 37 2 818
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 876 653 428 188 91 148 -139 37 2 818
a Waarvan niet-kaskosten -58 -114 -89 -40 -23 -26 -120 -31 -381
Afschrijvingen vaste activa -57 -114 -86 -38 -23 -24 -117 -26 -374
Overige 0 0 -4 -2 0 -2 -3 -4 -7
Aanschaffing vaste activa* 544 125 624 95 63 466 151 1 1 443

* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.

Toelichting 2.3: Balansinformatie per segment

De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.

Divisie
(in miljoenen euro) Divisie
België
Divisie
Tsjechië
Internationale
Markten
Hongarije Slowakije Bulgarije Groeps
center
Waarvan
Ierland
KBC-groep
BALANS 31-12-2023
Deposito's van klanten en schuldpapier,
exclusief repo's
154 238 52 642 31 687 9 610 8 836 13 241 20 924 0 259 491
Zichtdeposito's (incl. deposito's van
bijzondere aard en overige deposito's)
60 531 23 378 23 659 6 645 5 480 11 534 0 0 107 568
Termijndeposito's 19 654 12 058 6 333 2 252 2 382 1 699 0 0 38 044
Spaarrekeningen 54 074 15 220 1 516 636 872 8 0 0 70 810
Schuldpapier 19 979 1 986 179 76 103 0 20 924 0 43 068
Leningen en voorschotten aan klanten,
exclusief reverse repo's
119 168 36 470 27 975 6 764 11 589 9 623 0 0 183 613
Termijnkredieten 62 573 11 463 11 658 3 279 3 452 4 927 0 0 85 694
Hypotheekleningen 45 394 19 641 10 447 1 818 6 451 2 178 0 0 75 482
Overige 11 200 5 366 5 870 1 667 1 686 2 517 0 0 22 437
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 13 461 0 0 0 0 0 0 0 13 461
Verplichtingen uit verzekeringscontracten 14 315 1 288 1 162 413 226 524 18 0 16 784
Niet-leven 2 204 357 343 114 58 171 18 0 2 922
Leven 12 111 931 820 299 168 353 0 0 13 862
BALANS 31-12-2022
Deposito's van klanten en schuldpapier,
exclusief repo's
155 971 51 069 29 962 9 515 8 421 12 026 15 743 418 252 746
Zichtdeposito's (incl. deposito's van
bijzondere aard en overige deposito's)
75 322 25 747 23 543 7 303 5 826 10 415 418 418 125 030
Termijndeposito's 8 896 9 211 4 291 1 291 1 414 1 586 0 0 22 397
Spaarrekeningen 60 802 14 344 1 833 722 1 086 25 0 0 76 979
Schuldpapier 10 951 1 767 295 200 96 0 15 325 0 28 338
Leningen en voorschotten aan klanten,
exclusief reverse repo's
117 221 35 445 25 384 5 879 10 796 8 709 3 3 178 053
Termijnkredieten 61 768 10 581 10 544 2 970 3 013 4 561 2 2 82 894
Hypotheekleningen 44 326 19 696 9 638 1 681 6 114 1 843 0 0 73 660
Overige 11 127 5 168 5 202 1 228 1 668 2 306 1 1 21 498
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 12 026 0 0 0 0 0 0 0 12 026
Verplichtingen uit verzekeringscontracten 13 933 1 258 951 321 213 417 16 0 16 158
Niet-leven 2 101 316 281 85 44 153 16 0 2 714
Leven 11 832 943 669 236 169 264 0 0 13 444

3.0 Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening

Toelichting 3.1: Nettorente-inkomsten

(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal 5 473 5 162
Rente-inkomsten 20 170 11 225
Rente-inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs 10 233 7 848
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 384 376
Afdekkingsderivaten 5 094 1 838
Financiële verplichtingen (negatieve rente) 11 289
Overige 2 143 130
Rente-inkomsten op andere financiële instrumenten
Financiële activa verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden 55 35
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 2 250 710
Waarvan economische afdekkingen 2 085 582
Overige financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 0 0
Rentelasten -14 697 -6 063
Rentelasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs -6 757 -2 320
Afdekkingsderivaten -5 277 -1 972
Financiële activa (negatieve rente) -1 -94
Overige -5 -3
Rentelasten op andere financiële instrumenten
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden -2 599 -1 639
Waarvan economische afdekkingen -2 546 -1 595
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening -68 -33
Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen 10 -1

• Financiële verplichtingen/activa (negatieve rente): het grootste deel van deze negatieve rente heeft betrekking op transacties met centrale banken, interbancaire en professionele tegenpartijen en de TLTRO (meer informatie over de TLTRO vindt u in Toelichting 4.1).

• De stijging van de rente-inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet, overige, is vooral gerelateerd aan rente op tegoeden bij centrale banken. Die tegoeden bij centrale banken worden vooral gefinancierd met kortetermijnverplichtingen, zoals depositocertificaten en repo's. De daarmee gerelateerde rentelasten zijn opgenomen onder rentelasten m.b.t. financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs. De rentemarge op die activiteit is beperkt.

• Eind augustus 2023 gaf het Koninkrijk België een staatsbon uit met een looptijd van 1 jaar. Voor KBC had dat in 2023 de volgende gevolgen: een uitstroom van klantendeposito's van 5,7 miljard euro, een negatieve invloed op de nettorente-inkomsten van 73 miljoen euro en een eenmalige positieve invloed op de nettoprovisie-inkomsten (gerelateerd aan de verkoop van staatsbons via KBC) van 11 miljoen euro.

• Verschillende centrale banken in onze kernlanden beslisten om de minimaal vereiste reserves te verhogen of de vergoeding erop te verminderen. Dat had een negatieve invloed op onze nettorente-inkomsten van ongeveer 125 miljoen euro (13 miljoen euro in 2022).

Toelichting 3.2: Dividendinkomsten

(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal 59 59
Aandelen verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden 0 0
Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden 14 10
Aandelen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 44 50

Toelichting 3.3: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal 322 252
Opdeling totaal naar IFRS-portefeuille
Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden 1 250 -2 016
Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente op niet-ALM-tradingderivaten en
marktwaardeveranderingen van alle instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden)
134 566
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening -1 103 1 941
Wisselbedrijf 155 -90
Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties -113 -150
Opdeling afdekkingstransacties
Micro-hedge reëlewaardeafdekkingen -2 5
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten -269 624
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten 267 -619
Kasstroomafdekkingen -9 -3
Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectief deel -9 -3
Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectief deel 0 0
Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille 7 0
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten 1 029 -3 254
Reëlewaardeveranderingen
van de afdekkingsderivaten
-1 022 3 254
Stopzetting van hedge accounting in geval van reëlewaardeafdekking -58 -75
Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking -52 -77
Opdeling totaal naar driver
Dealingroom 288 245
Waardeverandering van afgeleide producten gebruikt voor balansbeheer en overige -47 -7
Marktwaardeaanpassingen (xVA) -15 80
Resultaat van beleggingen m.b.t. tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17 96 -65
  • ALM-afdekkingsderivaten (opgenomen in hedge accounting): het rentegedeelte van deze afdekkingsderivaten wordt weergegeven onder Nettorente-inkomsten. De reëlewaardeveranderingen van deze afdekkingsderivaten, met uitzondering van die waarvoor een effectieve kasstroomafdekkingsrelatie geldt, worden weergegeven onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Ook de reëlewaardeveranderingen van de afgedekte activa worden in een reëlewaardeafdekkingstransactie in diezelfde post weergegeven en daar gebeurt een opheffing voor zover het een effectieve afdekking betreft. De ALM-afdekkingsderivaten die niet in hedge accounting zijn opgenomen (en dus als tradinginstrumenten worden geklasseerd) volgen hetzelfde stramien, behalve dat de meeste gerelateerde activa niet tegen reële waarde (d.w.z. niet marked-to-market) worden geboekt.
  • Dag 1-winsten: wanneer de transactieprijs op een niet-actieve markt verschillend is van de reële waarde van andere observeerbare markttransacties in hetzelfde instrument of van de reële waarde gebaseerd op een waarderingstechniek waarvan de variabelen alleen data van observeerbare markten bevatten, dan wordt het verschil tussen de transactieprijs en de reële waarde (een dag 1-winst) opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als dat niet het geval is (als de variabelen dus niet alleen data van observeerbare markten bevatten), wordt de dag 1-winst gereserveerd en opgenomen in de winst-enverliesrekening tijdens de looptijd en uiterlijk op de eindvervaldag van het financiële instrument. Deze dag 1-winsten betreffen beperkte bedragen.

  • Het wisselbedrijf omvat de gerealiseerde en niet-gerealiseerde wisselkoersresultaten (bij herwaardering van de monetaire activa en passiva), ongeacht de IFRS-portefeuille, met uitzondering van financiële activa en passiva die tegen reële waarde in de winst-en-verliesrekening worden gewaardeerd, waarvoor de herwaardering in de reëlewaardeverandering is opgenomen. Merk op dat (ongerealiseerde) wisselkoerswinsten/-verliezen op verplichtingen uit verzekeringscontracten worden opgenomen onder verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten).

  • De lijnen 'Resultaat van beleggingen m.b.t. tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17' en 'Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden' worden respectievelijk volledig en ten dele samengesteld door de reëlewaardeschommelingen van onderliggende activa van langlopende unit-linked contracten in Centraal- en Oost-Europa (gewaardeerd volgens VFA onder IFRS 17). De compenserende impact van de reëlewaardeschommelingen van de betrokken unit-linked verplichtingen is opgenomen in de lijn Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten in de winst-en-verliesrekening (zie ook Toelichting 3.6.1).
  • Effectiviteit van afdekkingen: we bepalen de effectiviteit aan de hand van de volgende methodes:
    • Voor micro-hedge-reëlewaardeafdekkingen gebruiken we op kwartaalbasis de dollaroffsetmethode, waarbij reëlewaardeschommelingen van de afgedekte positie en reëlewaardeschommelingen van het afdekkingsinstrument elkaar compenseren binnen een marge van 80% – 125%.
    • Voor kasstroomafdekkingen vergelijken we het aangegeven afdekkingsinstrument met een perfect hedge van de afgedekte kasstromen. Die vergelijking gebeurt vooruitkijkend (via BPV-meting) en terugkijkend (door vergelijking van de reële waarde van het aangegeven afdekkingsinstrument met de perfect hedge). De effectiviteit van beide tests moet zich binnen een marge van 80% – 125% bevinden.
    • Voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille beoordelen we de effectiviteit volgens de regels voorgeschreven in de Europese versie van IAS 39 (carve-out). IFRS staat niet toe nettoposities weer te geven als afgedekte posities, maar staat wel toe om de afdekkingsinstrumenten toe te wijzen aan de brutopositie van activa (of eventueel de brutopositie van verplichtingen). Concreet zorgen we ervoor dat het volume activa (of verplichtingen) in elk looptijdsegment groter is dan het volume afdekkingsinstrumenten dat aan hetzelfde segment wordt toegewezen.
Toelichting 3.4: Nettoprovisie-inkomsten
------------------------------------------
(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal 2 349 2 218
Ontvangen provisies 2 991 2 800
Betaalde provisies -642 -581
Indeling naar type
Vermogensbeheerdiensten 1 247 1 199
Ontvangen provisies 1 305 1 259
Betaalde provisies -59 -60
Bankdiensten 1 057 983
Ontvangen provisies 1 632 1 495
Betaalde provisies -575 -512
Overige 45 36
Ontvangen provisies 53 46
Betaalde provisies -8 -10
  • De lijn Vermogensbeheerdiensten bevat managementvergoedingen, instapvergoedingen en distributievergoedingen voor beleggingsfondsen en tak 23-levensverzekeringen onder IFRS 9. De lijn Bankdiensten bevat krediet- en garantiegerelateerde vergoedingen, vergoedingen voor betalingsverkeer, netwerkinkomsten, effectengerelateerde vergoedingen, betaalde distributievergoedingen voor bankproducten en vergoedingen voor andere bankdiensten. Distributievergoedingen betaald voor verzekeringsproducten (leven en niet-leven onder IFRS 17) worden in de winst-en verliesrekening opgenomen onder Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering (zie Toelichting 3.6). De lijn Overige omvat distributievergoedingen van derde verzekeraars (niet onder IFRS 17) en platformicationinkomsten.
  • Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader van de effectieve rentevoetberekening.
  • De verkoop van de Belgische staatsbon via KBC in 2023 resulteerde in eenmalige nettoprovisie-inkomsten van 11 miljoen euro.

Toelichting 3.5: Overige netto-inkomsten

(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal 656 16
Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van
verkoop van financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs -22 -32
verkoop van FVOCI-schuldinstrumenten -7 -69
terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs 0 0
andere, waaronder: 685 117
inkomsten uit operationele leasingactiviteiten 101 94
inkomsten van Groep VAB 39 50
(KBC Vastgoed Nederland)
meerwaarde op verkoop vastgoeddochteronderneming
68
arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding -149
meerwaarde op verkoop krediet-
en depositoportefeuilles KBC Bank Ireland
405
meerwaarde op verkoop van een participatie in België 18
en verzekeringsheffingen uit 2016 (incl. moratoriuminteresten)
recuperatie Belgische bank-
48
  • Arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding (belangrijke gebeurtenis na balansdatum die heeft geleid tot een aanpassing van de jaarrekening over 2022): op 17 februari 2023 heeft ČSOB in Tsjechië een uitspraak in arbitrage ontvangen in de arbitrageprocedure tegen het bedrijf ICEC-Holding. ČSOB werd in de arbitrageprocedure vervolgd als rechtsopvolger van Investiční a poštovní banka (IPB), waarvan de bedrijfsactiviteiten in 2000 door ČSOB werden overgenomen. De procedure werd in 2007 ingeleid door ICEC-Holding. De eiser, het bedrijf ICEC-Holding a.s., stelde dat IPB in 1999 zijn contractuele verplichtingen had geschonden en dat ICEC-Holding recht had op schadevergoeding en een contractuele boete. De vordering zelf hield op geen enkele wijze verband met de bedrijfsactiviteiten van ČSOB en moet worden beschouwd als onderdeel van de IPBhistoriek. In zijn arbitrage-uitspraak heeft het arbitragehof aan ČSOB de betaling opgelegd aan ICEC-Holding van een bedrag van 3,7 miljard CZK, tezamen met de kosten van de procedure ten bedrage van 5,0 miljoen CZK, en dat binnen de vijftien dagen volgend op de aflevering van de uitspraak. De eiser faalde in de rest van zijn vordering en het arbitragehof veroordeelde hem tot betaling aan ČSOB van de proceskosten ten bedrage van 17,4 miljoen CZK. ČSOB zal mogelijke verdere juridische stappen tot herziening van de uitspraak onderzoeken. De betaling van schadevergoeding en contractuele boetes had een negatieve financiële impact op ČSOB en KBC Groep. In overeenstemming met IFRS was ČSOB verplicht om het volledige bedrag van 3,7 miljard CZK te provisioneren in zijn winst-en-verliesrekening van 2022, wat de winst-en-verliesrekening van KBC Groep in 2022 beïnvloedde met -149 miljoen euro vóór belastingen of -121 miljoen euro na belastingen.
  • Meerwaarde bij verkoop van de krediet- en depositoportefeuille van KBC Bank Ireland: zie Toelichting 6.6.

Toelichting 3.6: Verzekeringsresultaten

Toelichting 3.6.1: Winstgevendheid verzekeringen – winst-en-verliesrekening

  • De cijfers hierna omvatten in tegenstelling tot de winst-en-verliesrekening van de groep ook intercompany transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep (resultaten betreffende verzekeringscontracten die werden gesloten tussen de bankentiteiten en verzekeringsentiteiten binnen de groep, rente die de verzekeringsondernemingen ontvangen op hun deposito's bij de bankentiteiten, provisies die de verzekeringsentiteiten betalen aan de bankkantoren voor de verkoop van verzekeringen, enz.) om een juister beeld te geven van de rentabiliteit van de verzekeringsactiviteiten.
  • Van de posten in Toelichting 3.6.1 worden alleen 'Verzekeringsinkomsten', 'Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten', 'Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten' en 'Nettoresultaat uit afgestane herverzekering' op aparte lijnen in de winst-enverliesrekening weergegeven (met een kleine aanpassing in verband met eliminaties van intercompanytransacties tussen bank- en verzekeringsentiteiten). In het kader van ons geïntegreerde bankverzekeringsconcept worden alle andere verzekeringsposten – samen met de bankactiviteiten van de groep – opgenomen in de winst-en-verliesrekening en de bijbehorende toelichtingen.
Waarvan
directe
winstdeling
Niet
(in miljoenen euro) Leven Leven (VFA) Niet-leven technisch Totaal
2023
Verzekeringstechnisch resultaat 149 12 418 567
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering 400 25 2 290 2 690
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten -251 -12 -1 872 -2 123
Waarvan lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven -1 159 -1 159
Beleggingsresultaat en verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 151 0 63 19 233
Beleggingsresultaat 434 96 93 19 546
Nettorente-inkomsten 304 0 87 1 392
Dividendinkomsten 22 0 4 14 40
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
100 96 0 6 106
Overige netto-inkomsten 10 0 2 -3 10
Bijzondere waardeverminderingen -1 0 0 0 -2
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering -283 -96 -30 -313
Opgelopen rente -186 -31 -217
Effect van wijzigingen in financiële veronderstellingen en
wisselkoersverschillen
-1 0 1 -1
Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van
contracten gewaardeerd volgens VFA
-96 -96 -96
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering 300 12 481 19 800
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -3 -87 -90
Premies betaald aan de herverzekeraar -30 -95 -125
Ontvangen provisies 7 10 17
Op de herverzekeraar verhaalbare bedragen 21 0 21
Totaal herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 0 -2 -2
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering 297 12 394 19 710
Niet-rechtstreeks toerekenbare baten of lasten 10 -1 -50 9 -31
Nettoprovisie-inkomsten 67 0 -2 24 90
Overige netto-inkomsten -1 69 68
Exploitatiekosten (incl. bank-
en verzekeringsheffingen)
-48 -1 -48 -83 -179
Waardeverminderingen -
overige
-9 0 -1 0 -10
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint
ventures 0 0
Belastingen -152 -152
Resultaat na belastingen 307 11 344 -124 527
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 527
(in miljoenen euro) Leven Waarvan
directe
winstdeling
Leven (VFA)
Niet-leven Niet
technisch
Totaal
2022
Verzekeringstechnisch resultaat 198 9 324 522
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering 373 23 2 059 2 431
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten -174 -14 -1 735 -1 909
Waarvan lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven -1 079 -1 079
Beleggingsresultaat en verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 179 0 95 43 317
Beleggingsresultaat 272 -65 99 43 413
Nettorente-inkomsten 305 0 110 27 442
Dividendinkomsten 20 0 4 15 39
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
-65 -65 5 -2 -63
Overige netto-inkomsten 12 0 -20 1 -8
Bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 2 2
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering -92 66 -4 -96
Opgelopen rente -157 -4 -161
Effect van wijzigingen in financiële veronderstellingen en
wisselkoersverschillen
-1 0 0 -1
Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van
contracten gewaardeerd volgens VFA
66 66 66
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering 377 10 419 43 839
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -1 -19 -20
Premies betaald aan de herverzekeraar -28 -81 -109
Ontvangen provisies 12 9 21
Op de herverzekeraar verhaalbare bedragen 15 54 69
Totaal herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 0 -1 -1
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering 376 10 400 43 819
Niet-rechtstreeks toerekenbare baten of lasten 20 -1 -37 12 -5
Nettoprovisie-inkomsten 62 0 -2 19 80
Overige netto-inkomsten 0 64 64
Exploitatiekosten (incl. bank-
en verzekeringsheffingen)
-42 -1 -35 -71 -148
Waardeverminderingen -
overige
0 0 0 0 0
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint
ventures
0 0
Belastingen -179 -179
Resultaat na belastingen 396 9 363 -125 635
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 635
  • De kolom 'Waarvan directe winstdeling Leven (VFA)' heeft betrekking op de resultaten van langlopende tak 23-contracten in Centraal- en Oost-Europa, gewaardeerd volgens IFRS 17.
  • 'Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering' omvat:
    • opgelopen rente op de verzekeringsverplichtingen volgens IFRS 17, die wordt gecompenseerd door het beleggingsresultaat op de overeenkomstige activa ter dekking van deze verplichtingen;
    • veranderingen in de reële waarde van verplichtingen onderliggend aan verzekeringscontracten gewaardeerd volgens de VFA, die de verandering in de reële waarde van tak 23-verplichtingen vertegenwoordigt, gewaardeerd volgens IFRS 17 (Variable Fee Approach), met het compenserende effect in de verandering in de reële waarde van onderliggende tak 23 activa in 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening' (zie ook Toelichting 3.3).
  • 'Niet-technisch' omvat de resultaten van niet-verzekeringsdochtermaatschappijen zoals VAB Groep en ADD. Ze zijn opgenomen in de toelichting over de 'verzekeringsactiviteiten', omdat ze dochtermaatschappijen zijn van KBC Verzekeringen (maar omdat ze niet kunnen worden opgenomen onder 'Leven' of 'Niet-leven', worden ze opgenomen onder 'Niet-technisch'). 'Niet-technisch' omvat ook de beleggingsopbrengsten van het eigen vermogen (d.w.z. voornamelijk rente-inkomsten uit obligaties) en belastingen.
  • In 2022 werd het resultaat uit hoofde van schadeverzekeringsdiensten negatief beïnvloed door stormen, voornamelijk in België, voor een bedrag van -89 miljoen euro vóór herverzekering of -35 miljoen euro na herverzekering. In 2023 was dit respectievelijk

-29 miljoen euro en -34 miljoen euro. In 2022 werd het resultaat uit hoofde van levensverzekeringsdiensten positief beïnvloed door een terugname van een verliescomponent voor een bedrag van per saldo 67 miljoen euro (vóór belastingen) vooral op moderne spaarproducten in België, als gevolg van hogere rentes.

Toelichting 3.6.2: Winstgevendheid verzekeringen – niet-gerealiseerde resultaten (OCI)

(in miljoenen euro) Leven Waarvan directe
winstdeling
Leven (VFA)
Niet-leven Niet
technisch
Totaal
2023
Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI 595 1 49 0 644
Wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI, vóór
herverzekering
-538 -1 -23 -561
Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere financiële
veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen
-537 0 -23 -560
Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van
contracten gewaardeerd volgens VFA –
OCI
-1 -1 -1
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering – OCI 56 0 25 0 81
Wijziging in herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI 0 7 7
Uitgestelde belastingen 13 13
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering, na
belastingen – OCI
56 0 33 13 101
2022
Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI -2 716 -2 -236 -26 -2 979
Wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI, vóór
herverzekering
2 615 1 424 3 039
Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere financiële
veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen
2 613 0 424 3 037
Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van
contracten gewaardeerd volgens VFA –
OCI
1 1 1
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering – OCI -102 0 188 -26 60
Wijziging in herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI 0 -25 -25
Uitgestelde belastingen -106 -106
Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering, na
belastingen – OCI
-102 0 164 -132 -71
  • Het 'Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI' en het 'Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere financiële veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen' heffen elkaar (gedeeltelijk) op. Dat is het gevolg van een beslissing van KBC om een groot deel van de obligatieportefeuille ter afdekking van levensverzekeringscontracten en een deel van de obligatieportefeuille ter afdekking van schadeverzekeringscontracten te categoriseren als FVOCI-activa, wat resulteert in een natuurlijke afdekking tussen beleggingsresultaten van financiële activa tegen FVOCI en verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten via OCI.
  • Voor meer informatie over het beleggingsresultaat en de wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten en -lasten: zie 'Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten'.
  • Naast het beleggingsresultaat van de financiële activa opgenomen in het resultaat (Toelichting 3.6.1) en in OCI (Toelichting 3.6.2) worden gerealiseerde resultaten op FVOCI-aandelen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen (zie Geconsolideerde vermogensmutaties – Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie). Voor 2023 en 2022 betrof dit respectievelijk 24 en 133 miljoen euro op verzekeringsniveau van de 21 en 152 miljoen euro op groepsniveau.

Toelichting 3.6.3: Verzekeringsinkomsten (Leven en Niet-leven) per component

(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal Leven Niet-leven Totaal Leven Niet-leven
Verzekeringsinkomsten voor BBA- en VFA-contracten 406 370 36 379 343 35
Bedragen met betrekking tot wijzigingen in verplichtingen uit hoofde van
resterende dekking
390 355 35 372 337 35
Verwachte claims en andere lasten uit hoofde van
verzekeringsdiensten
226 200 25 228 204 23
Wijziging in risicoaanpassing voor verlopen risico (niet-financieel risico) 15 11 3 14 10 4
CSM opgenomen voor geleverde diensten 150 143 6 131 123 8
Compensatie van met de acquisitie van verzekeringen verband houdende
kasstromen
16 15 1 6 6 0
Verzekeringsinkomsten voor contracten gewaardeerd volgens de PAA 2 284 30 2 255 2 052 29 2 023
Totaal verzekeringsinkomsten 2 690 400 2 290 2 431 373 2 059

Toelichting 3.6.4: Verkoop levensverzekeringen

(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal 2 328 2 071
IFRS 17 – tak 21 975 978
IFRS 17 – tak 23 171 99
IFRS 17 – hybride 131 115
Niet-IFRS 17 1 051 880

• De cijfers voor de verkoop van Niet-IFRS 17 levensverzekeringen hebben voornamelijk betrekking op beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, gewaardeerd volgens IFRS 9. Het betreft de tak 23-verzekeringscontracten in België, waarvoor de marges worden gerapporteerd onder 'Nettoprovisie-inkomsten'.

• Hybride producten: zie Toelichting 5.6.1.

Toelichting 3.6.5: Winstgevendheid schadeverzekeringen per product (winst-en-verliesrekening)

(in miljoenen euro)
2023
Verzekerings
inkomsten
Lasten uit
hoofde van
verzeke
rings
diensten
Verzekerings
financierings
baten
of -lasten
vóór herver
zekering
in winst-en
verlies
Totaal
vóór herver
zekering
Netto
resultaat uit
afgestane
herverze
kering
Totaal
na herver
zekering
Personenverzekering 274 -211 -4 59
Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen 562 -542 -13 7
Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen 144 -88 -4 53
Casco 409 -371 -2 35
Zaakschade, incl. andere dan casco 883 -658 -8 217
Totaal rechtstreekse zaken 2 272 -1 870 -31 371 -33 338
Aangenomen herverzekering 18 -2 0 17 -54 -38
Totaal 2 290 -1 872 -30 388 -87 301
2022
Personenverzekering 238 -152 1 87
Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen 526 -444 -3 79
Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen 129 -117 -1 11
Casco 358 -313 0 44
Zaakschade, incl. andere dan casco 791 -698 -1 93
Totaal rechtstreekse zaken 2 041 -1 725 -4 313 -39 274
Aangenomen herverzekering 18 -10 -0 7 20 27
Totaal 2 059 -1 735 -4 320 -19 301

Toelichting 3.7: Exploitatiekosten

(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal -5 125 -4 805
Personeelskosten -2 677 -2 561
Algemene beheerskosten
ICT -634 -562
Facilitaire kosten -265 -224
Marketing en communicatie -108 -109
Vergoedingen professionele dienstverlening -144 -157
Bank-
en verzekeringsheffingen
-687 -646
Andere -224 -172
Afschrijvingen van vaste activa -386 -374

• Bovenstaande tabel bevat de som van de lijnen Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen en Bank- en verzekeringsheffingen uit de winst-en-verliesrekening.

• In 2023 stegen de totale kosten met 7% ten opzichte van 2022.

  • Ze omvatten 687 miljoen euro aan bank- en verzekeringsheffingen, een verdere stijging met 6% op een jaar tijd. Dat had deels te maken met een hoger bedrag aan bijkomende taxen in Hongarije.
  • De kosten zonder bank- en verzekeringsheffingen stegen met 7% tot 4 438 miljoen euro. Dat heeft vooral te maken met de inflatiegebonden druk op de lonen, hogere ICT- en facilitaire uitgaven, naast het negatieve effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria, en slechts deels gecompenseerd door onder meer het positieve effect van de verkoop van de Ierse portefeuilles.
  • Informatie over de ontwikkeling van het gemiddelde personeelsbestand: zie Toelichting 3.8.; informatie over de remuneratie van de leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur: zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Remuneratieverslag; informatie over de bezoldiging van de commissaris (PwC): zie Toelichting 6.4.
  • Kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden van de KBC-groep: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. Dat leidde in 2023 niet tot het boeken van een beperkt personeelsvoordeel, omdat de uitgifteprijs in 2023 geen korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers. Informatie over de koers van het KBC-aandeel vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.
  • In 2023 besliste de Belgische regering om de nationale bankheffingen verder te verhogen door hogere bankheffingen voor deposito's op de balans boven 50 miljard euro en door de volledige afschaffing van de aftrekbaarheid van de bankbelastingen. De negatieve impact daarvan vanaf 2024 wordt geschat op 40 miljoen euro (waarvan 30 miljoen euro bank- en verzekeringsheffingen). Bovendien werd de bijdrage aan het depositogarantiestelsel verhoogd, wat een negatieve invloed van 8 miljoen euro in 2023 en naar schatting 24 miljoen euro in 2024 heeft.

Toelichting 3.8: Personeel

(in aantal) 2023 2022
Gemiddeld personeelsbestand, in vte's 38 609 37 946
Volgens juridische structuur
KBC Bank 28 708 28 741
KBC Verzekeringen 4 067 4 024
KBC Groep NV (de holding) en KBC Global Services NV (kostendelende structuur) 5 834 5 181
Volgens statuut
Arbeiders 389 389
Bedienden 37 960 37 306
Directieleden (senior management) 260 251

• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders vermelden.

• De gegevens voor 2022 bevatten de overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria voor 6 maanden en bevatten nog steeds KBC Bank Ireland (aangezien de verkoop van de activiteiten op 31-12-2022 nog niet afgerond was). In 2023 werd Raiffeisenbank Bulgaria (inmiddels gefuseerd met UBB) volledig ingeteld en KBC Bank Ireland sterk gereduceerd (de verkoop van de activiteiten werd afgerond in februari 2023).

Toelichting 3.9: Bijzondere waardeverminderingen (impairments) – winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro*) 2023 2022
Totaal -215 -282
Bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en reële waarde via OCI
(waardeverminderingen op kredieten)
16 -154
Per IFRS-categorie
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs 17 -155
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI -1 1
Per product
Leningen en voorschotten -5 -177
Schuldpapier 7 -3
Verbintenissen en financiële garanties buiten balans 15 25
Per type
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) -41 5
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 161 -107
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) -92 -60
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid -11 8
Per divisie/land
België -82 -35
Tsjechië 70 -46
Internationale Markten 19 -78
Slowakije 8 -19
Hongarije 11 -29
Bulgarije 0 -30
Groepscenter 8 5
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill -109 -5
Bijzondere waardeverminderingen op overige -122 -123
Immateriële vaste activa (zonder goodwill) -77 -34
Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen -15 -18
Geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
Overige -30 -71

• De waardeverminderingen op kredieten omvatten:

  • in 2023: een gedeeltelijke terugname van 155 miljoen euro met betrekking tot de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's (zie verder) en een nettotoename van 139 miljoen euro voor dossiers in de kredietportefeuille;
  • in 2022: een volledige terugname van de resterende 255 miljoen euro aan coronagerelateerde ECL en een nettoaanleg van 413 miljoen euro voor geopolitieke en opkomende risico's, een nettoaanleg van 17 miljoen euro met betrekking tot de verkoopstransacties in Ierland (zie Toelichting 6.6) en een nettoterugname van 21 miljoen euro voor dossiers in de kredietportefeuille;
  • bijzondere weersomstandigheden (overstromingen, stormen, enz.) in 2023 en 2022 hadden slechts een onbelangrijke invloed op de (waardeverminderingen op) kredieten.
  • De waardeverminderingen op goodwill omvatten:
  • in 2023: 109 miljoen euro m.b.t. ČSOB Stavební spořitelna (zie verder).
  • De waardeverminderingen op overige bevatten onder meer:
    • in 2023: waardeverminderingen op vaste activa (onder meer gerelateerd aan de verkoop in Ierland), op software en modificationverliezen met betrekking tot de verlenging/verbreding van de interest cap-regulering in Hongarije;
    • in 2022: waardeverminderingen op (im)materiële activa in verband met de verkooptransacties in Ierland, waardeverminderingen op vastgoed en modificationverliezen met betrekking tot de verlenging/verbreding van de interest cap-regulering in Hongarije.
  • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op. Verder vindt u in dat hoofdstuk onder andere meer informatie over de impaired kredieten (stage 3).
  • Informatie over de totale bijzondere waardeverminderingen op de balans: zie Toelichting 4.2.

  • Achtergrondinformatie en methodologie bij het model van KBC voor de te verwachten kredietverliezen (ECL) vindt u in de waarderingsregels (Toelichting 1.2, onder Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen).

  • Om de te verwachten kredietverliezen te berekenen gebruikt KBC specifieke modellen voor probability of default (PD), exposure at default (EAD) en loss given default (LGD). Historische observaties en toekomstgerichte voorspellingen zijn daarbij van essentieel belang.
    • PD is de kans dat een tegenpartij in faling gaat in de komende 12 maanden of over de gehele looptijd van de verbintenis (afhankelijk van de IFRS 9-stage waarin de faciliteit zich bevindt). De PD wordt bepaald door de interne (en eventueel externe) kredietscore van de tegenpartij. Voorbeelden van variabelen die gebruikt worden als input voor PD-modellen zijn financiële ratio's, gedragsparameters (achterstallen), enz.
    • EAD is de verwachte uitstaande schuld op het moment van faling en is afhankelijk van de huidige uitstaande schuld en eventuele veranderingen toegestaan door het contract en normale aflossingen. Voorbeelden van inputvariabelen zijn producttypes, terugbetalingsschema, enz.
    • LGD is de verwachte grootte van het verlies ten opzichte van de uitstaande schuld op het moment van faling. De LGD wordt voorgesteld als een percentage van de uitstaande schuld en wordt bepaald door historische recuperaties op vergelijkbare vorderingen. Voorbeelden van inputvariabelen zijn waarborgtypes, financiële ratio's, enz.
  • Op 31 december 2023 ging het in totaal over circa 80 IFRS 9-modellen. Naast enkele groepswijde modellen hebben we aparte PD-, EAD- en LGD-modellen voor elk van onze kernlanden. In overeenstemming met de Basel grouping approach bepalen we de scope van een IFRS 9-model op basis van het type tegenpartij (particulieren, kmo's, bedrijven, overheden, enz.). Binnen elk model kan er worden gedifferentieerd naar type faciliteit (termijnleningen, revolving facilities, enz.) en type waarborg (hypotheek, pand ondernemingsgoed, garanties, enz.). Enkele voorbeelden van IFRS 9-modellen zijn 'Banks', 'Belgian private persons – home loans', 'Czech corporates', 'Bulgarian corporates and SMEs' en 'Central governments'. Voor elk PD-, EAD- en LGD-model is er uitgebreide documentatie beschikbaar. De belangrijkste modellen worden gecontroleerd door externe revisoren. Daarnaast staan de Basel-modellen, waarop de IFRS 9-modellen zijn gebaseerd, onder externe controle door de toezichthouder.
  • Bij de opmaak van modellen voor verschillende portefeuilles maken we, naast de voor het model typische inputparameters voor PD, EAD en LGD, ook gebruik van macro- en micro-economische variabelen wanneer er een statistische relatie bestaat. Die macro-economische variabelen zijn de groei van het bbp, de werkloosheidsgraad, de beleidsrente, de wisselkoers, de rente op overheidsobligaties, de huizenprijzen en de inflatie. Micro-economische variabelen omvatten bijvoorbeeld vertrouwensindicatoren, de consumptieprijsindex (HICP), de productieprijsindex (PPI), enz. Regelmatige back-testing van de modellen kan leiden tot een wijziging van een model waarbij een herbeoordeling van de economische variabelen plaatsvindt. Hierna geven we het basisscenario voor de drie belangrijkste indicatoren voor elk van onze kernlanden (bbp, werkloosheidsgraad, huizenprijzen) voor de komende jaren. Daarna werken we met een geleidelijke lineaire overgang naar een stabiele situatie.
Macro-economische basisscenario's – belangrijkste indicatoren
(gebruikt voor situatie eind 2023)* 2023 2024 2025
Groei reëel bruto binnenlands product
België 1,4% 0,8% 1,1%
Tsjechië -0,5% 1,4% 3,1%
Hongarije -0,5% 2,8% 3,3%
Slowakije 1,2% 2,2% 3,3%
Bulgarije 1,9% 2,3% 3,0%
Werkloosheidsgraad
België 5,8% 5,7% 5,6%
Tsjechië 2,8% 3,3% 3,2%
Hongarije 4,1% 3,8% 3,6%
Slowakije 6,1% 6,3% 6,0%
Bulgarije 4,5% 4,2% 4,0%
Huizenprijzenindex
België 1,0% 1,5% 2,5%
Tsjechië -2,0% 1,7% 3,5%
Hongarije 0,0% 3,0% 4,0%
Slowakije -3,5% 0,0% 3,5%
Bulgarije 8,4% 0,7% 3,0%
* Wijkt af van de (recentere) schattingen die u vindt in het hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur, onder De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2023, en onder Onze divisies.

• We gebruiken drie verschillende toekomstgerichte macro-economische scenario's, met verschillende gewichten voor de berekening van de ECL. De gewichten op het einde van 2023 zijn 60% voor het basisscenario, 10% voor het 'up'-scenario en 30% voor het 'down'-scenario. De volledige beschouwde toekomstige periode (forecast horizon) bedraagt 30 jaar. Een gevoeligheidsanalyse van de impact van deze meervoudige economische scenario's op de collectief berekende ECL (d.w.z. zonder de ECL op individueel berekende dossiers van 1,6 miljard euro eind 2023 en eind 2022) toont dat het basisscenario resulteert in een ECL van 0,9 miljard euro (1,0 miljard euro in 2022), wat 0,1 miljard euro lager is dan voor het 'down'-scenario (0,1 miljard euro in 2022) en 0,0 miljard euro hoger dan voor het 'up'-scenario (0,0 miljard euro in 2022). Het berekende scenariogewogen collectieve ECL-resultaat (dat werd geboekt) bedraagt 0,9 miljard euro (1,0 miljard euro in 2022). Deze bedragen houden rekening met de aan geopolitieke en opkomende risico's gerelateerde ECL.

Collectief berekende ECL, per land (2023, in miljarden euro) 100%
basisscenario
100%
up-scenario
100%
down-scenario
Totaal 0,9 0,9 1,0
België 0,3 0,3 0,3
Tsjechië 0,3 0,3 0,3
Slowakije 0,1 0,1 0,1
Hongarije 0,1 0,1 0,1
Bulgarije 0,1 0,1 0,2
  • Zoals uiteengezet in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, houdt KBC rekening met ESG-risico's in de kredietrisicobeoordelingsprocessen. Daarnaast kan voor grote individuele klanten de kwetsbaarheid voor specifieke ESGrisico's gedurende de looptijd van het krediet tot uiting komen in klantspecifieke kredietrisicocijfers zoals kredietrisicoratings en onderpandwaarderingen die doorwerken in de ECL-berekening. Met name voor het klimaatrisico, dat op langere termijn aanzienlijke gevolgen kan hebben voor bepaalde sectoren, zullen de gevolgen voor onze kredietportefeuille zich naar verwachting niet voordoen binnen de tijdshorizon die voor de ECL-meting in aanmerking wordt genomen.
  • Waardevermindering op goodwill: ČSOB Stavební spořitelna (dochteronderneming van ČSOB Tsjechië) wordt beïnvloed door de vermindering van de staatssubsidie voor bouwsparen in Tsjechië, wat een aanzienlijke negatieve impact heeft op de toekomstige verwachte inkomsten. Dat leidde tot een waardevermindering van 109 miljoen euro op de totale uitstaande goodwill van 175 miljoen euro (gebaseerd op de wisselkoers van 31 december 2023). Die goodwill werd in juni 2019 gecreëerd tijdens de volledige overname van ČSOB Stavební (het voormalige ČMSS), gedeeltelijk via de herwaardering van het bestaande belang van de groep van 55% op dat moment in ČMSS, wat een eenmalige winst van 82 miljoen euro opleverde. De Tsjechische regeringscoalitie presenteerde op 11 mei 2023 haar fiscale stabilisatiepakket, dat een voorstel bevatte voor de vermindering van de staatssubsidie voor bouwsparen. Het compromis van de Tsjechische coalitie werd vertaald in het regeringsvoorstel, dat op 8 november 2023 door het Tsjechische parlement werd goedgekeurd.
  • Reserve voor geopolitieke en opkomende risico's: het uitstaande saldo van de ECL voor de geopolitieke en opkomende risico's bedroeg 256 miljoen euro aan het einde van 2023. Eind 2022 was dat 429 miljoen euro. De daling heeft vooral te maken met verbeterde micro- en macro-economische vooruitzichten en de finalisatie van de verkoop van de kredietportefeuille van KBC Bank Ireland. Deze ECL wordt bepaald op basis van individuele tegenpartijen en bepaalde subsegmenten in onze portefeuille die geacht worden een toename van het kredietrisico te hebben opgelopen omdat ze (°) onderhevig zijn aan de huidige opkomende risico's (hoge inflatie en rente, hoge(re) energieprijzen, verstoring van de toeleveringsketen) die een impact hebben op onze bedrijfs- en kmo-klanten die actief zijn in een aantal kwetsbare sectoren (bijvoorbeeld de auto-industrie, de bouwindustrie, de chemie en metalen), en retailklanten met een beperkte reservecapaciteit om de hogere kosten van levensonderhoud op te vangen en/of om een hogere aflossing te betalen als gevolg van de hogere rentetarieven, of (°) direct of indirect zijn blootgesteld aan lopende militaire conflicten, zoals bijvoorbeeld in Oekraïne. Uit die analyse blijkt dat voor 12 miljard euro aan stage 1-posities het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen, die (nog) niet worden gecapteerd in de normale stagingbeoordeling. Eind 2022 was dat 14 miljard euro.

Toelichting 3.10: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures

(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal -4 -10
Waarvan
IGLUU s.r.o. -1 -1
Bancontact Payconiq Company NV 1 1
Isabel NV 3 2
Payconiq International S.A. -3 -6
Batopin NV -3 -3
Immoscoop
2.0 BV
-2

• Bijzondere waardeverminderingen van (goodwill op) geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn inbegrepen bij Bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 3.9). Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures houdt bijgevolg geen rekening met die bijzondere waardeverminderingen.

Toelichting 3.11: Belastingen

(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal -778 -670
Naar type
Actuele belastingen -532 -525
Uitgestelde belastingen -246 -144
Componenten van de belastingberekening
Resultaat vóór belastingen 4 179 3 488
Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief 25,00% 25,00%
Berekende winstbelastingen -1 045 -872
Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan
verschillen in belastingtarieven, België-buitenland 234 130
belastingvrije winst 117 86
aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren 4 1
aanpassingen uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief 4 -1
niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend
om de huidige belastingkosten te verminderen
9 2
niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend
om de uitgestelde belastingkosten te verminderen
25 28
terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen 0 0
overige, onder meer niet-aftrekbare uitgaven -126 -44

• Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 5.2.

  • De belastingen in 2022 zijn positief beïnvloed door een eenmalige boeking van 51 miljoen euro uitgestelde belastingsvorderingen, onder meer als gevolg van de verhoging van de bedrijsfbelasting in het V.K. van 19% naar 25% en de boeking van een uitgestelde belastingsvordering in Ierland (zie ook Toelichting 6.6). De belastingen in 2023 zijn positief beïnvloed door een geactualiseerde schatting van toekomstige belastbare winsten van de branche in Londen (15 miljoen euro).
  • In 2023 werden de belastingen negatief beïnvloed voor 36 miljoen euro door het voor 80% afschaffen van de aftrekbaarheid van de Belgische bank- en verzekeringsheffingen. Vanaf 2024 valt de volledige resterende 20% aftrekbaarheid ook weg.
  • In Tsjechië introduceerde de overheid een windfall-belasting, onder meer voor grote banken. Die belasting is van toepassing in de periode 2023-2025. De effectieve belasting op overwinsten bedraagt 79% (19% gewone bedrijfsbelasting en 60% windfallbelasting). In 2023 realiseerde ČSOB in Tsjechië geen overwinst waardoor er geen Tsjechische overwinstbelasting verschuldigd is.
  • Op 14 december 2023 heeft België, waar KBC Groep NV als uiteindelijke moedermaatschappij is gevestigd, de 'global minimum tax' (Pijler 2) wettelijk verankerd en van kracht verklaard met ingang van 1 januari 2024. Onder deze regels zal KBC verplicht zijn om (in België of in het buitenland) een 'top-up'-belasting te betalen op de winsten van haar dochterondernemingen en vaste inrichtingen (permanent establishments) die worden belast tegen een effectief belastingtarief van minder dan 15 procent. Op basis van de resultaten van 2023 zou de bijkomende top-up-heffing ongeveer 1 procent van het resultaat vóór belastingen van de groep bedragen. De groep heeft de tijdelijke uitzondering toegepast die de IASB in mei 2023 heeft uitgevaardigd m.b.t. de boekhoudkundige vereisten voor uitgestelde belastingen in IAS 12. De groep zal het effect van de Pijler 2-wetgeving op haar toekomstige financiële prestaties blijven opvolgen.
  • Liquidatie van KBC Bank Ireland: na de goedkeuring van het Ierse ministerie van Financiën in september 2023 werden de resterende posities van KBC Bank Ireland overgeboekt naar de Dublin branch van KBC Bank. Aldus zijn de belangrijkste hindernissen genomen om het wettelijke liquidatieproces van KBC Bank Ireland op te starten. Het doel is om dat proces in de loop van 2024 af te ronden. De formele afronding ervan kan leiden tot een fiscaal aftrekbaar verlies voor KBC Bank NV waarvoor nog geen uitgestelde belastingvorderingen zijn opgenomen, aangezien we dit momenteel beschouwen als een contingent asset afhankelijk van de officiële toestemming van de Ierse belastingautoriteiten om KBC Bank Ireland te vereffenen. Dit zou kunnen leiden tot een belastingvoordeel in de winst-en-verliesrekening van ongeveer 0,3 miljard euro in 2024.
  • De rapportering per land vindt u in de tabel op de volgende pagina.
Gemiddelde
VTE
Omzet van
verkopen
aan derde
Totale
opbrengsten
van
intragroep
transacties
met andere
belastings
Resultaat
vóór
belas
Toereken
bare
inkomsten
belastingen
Betaalde
inkomsten
belastingen
Over
gedragen
Andere
materiële
vaste
activa dan
kasmid
delen en
equiva
Ontvangen
overheids
(in miljoenen euro) (aantallen) partijen1 jurisdicties2 tingen huidig jaar (op kasbasis) resultaat lenten3 subsidies
2023
KBC-kernlanden
België 14 184 6 101 753 1 889 -338 -303 12 254 2 385 0
Tsjechië 10 189 2 215 -732 890 -65 -52 2 044 522 0
Slowakije 3 011 408 -162 134 -25 1 -104 178 0
Hongarije 3 810 994 -79 336 -54 -39 929 164 0
Bulgarije 6 519 715 -1 321 -34 -33 146 201 0
Andere landen
China 34 1 0 0 0 0 0 2 0
Duitsland 22 2 0 2 -3 -3 0 0 0
Frankrijk 53 6 -7 1 0 0 1 0 0
Groot-Brittannië 38 29 24 18 13 13 547 0 0
Hongkong 33 1 0 1 0 0 0 2 0
Ierland 560 619 180 515 -14 -13 -1 598 0 0
Italië 7 0 0 0 0 0 0 1 0
Luxemburg 38 117 25 58 -6 -2 86 156 0
Nederland 27 6 0 9 -3 -2 2 38 0
Roemenië 0 4 0 4 0 0 24 32 0
Singapore 40 2 0 1 0 2 0 1 0
VSA 45 3 0 1 -2 -2 0 18 0
Totaal 38 609 11 224 0 4 179 -532 -433 14 332 3 702 0
2022
KBC-kernlanden
België 13 959 5 817 601 1 986 -261 -229 11 607 2 260 0
Tsjechië 10 166 2 028 -554 785 -157 -128 1 617 548 0
Slowakije 3 241 410 4 119 -25 -18 -203 185 0
Hongarije 3 685 848 -34 221 -40 5 662 153 0
Bulgarije 5 482 504 -10 166 -18 -17 -107 209 0
Andere landen
China 35 1 0 0 -1 0 0 -3 0
Duitsland 22 1 0 0 -1 -1 0 0 0
Frankrijk 56 5 -2 9 -2 -2 1 0 0
Groot-Brittannië 39 17 8 16 17 17 528 -1 0
Hongkong 36 1 0 1 0 0 0 0 0
Ierland 1 069 341 107 130 -9 -9 -1 665 18 0
Italië 7 0 0 0 0 0 0 0 0
Luxemburg 39 47 -120 48 -27 7 162 137 0
Nederland 25 4 0 1 0 0 5 40 0
Roemenië 0 3 0 3 0 0 20 33 0
Singapore 43 2 0 1 0 0 0 0 0
VSA 43 4 0 2 0 0 0 -20 0
Totaal 37 946 10 035 0 3 488 -525 -376 12 626 3 560 0

Landen waarvan het aantal vte's nul is en waarvan alle financiele gegevens in de tabel onder 0,5 miljoen euro liggen (met andere woorden tot 0 afgerond), worden niet opgesomd.

1 Komt overeen met Totale opbrengsten in de winst-en-verliesrekening.

2 Als er voor een bepaalde jurisdictie in deze kolom een positief cijfer staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen die jurisdictie gecombineerd meer intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties. Als er een negatief cijfers staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen deze jurisdictie gecombineerd minder

p. 190

intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties.

3 Komt overeen met Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen op de balans.

Toelichting 3.12: Winst per aandeel

p. 190

(in miljoenen euro)

KBC-kernlanden

Andere landen

2022

KBC-kernlanden

Andere landen

1 Komt overeen met Totale opbrengsten in de winst-en-verliesrekening.

3 Komt overeen met Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen op de balans.

intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties.

2023

Gemiddelde VTE (aantallen)

Omzet van verkopen aan derde partijen1

Totale opbrengsten van intragroeptransacties met andere belastingsjurisdicties2

Resultaat vóór belastingen

België 14 184 6 101 753 1 889 -338 -303 12 254 2 385 0 Tsjechië 10 189 2 215 -732 890 -65 -52 2 044 522 0 Slowakije 3 011 408 -162 134 -25 1 -104 178 0 Hongarije 3 810 994 -79 336 -54 -39 929 164 0 Bulgarije 6 519 715 -1 321 -34 -33 146 201 0

China 34 1 0 0 0 0 0 2 0 Duitsland 22 2 0 2 -3 -3 0 0 0 Frankrijk 53 6 -7 1 0 0 1 0 0 Groot-Brittannië 38 29 24 18 13 13 547 0 0 Hongkong 33 1 0 1 0 0 0 2 0 Ierland 560 619 180 515 -14 -13 -1 598 0 0 Italië 7 0 0 0 0 0 0 1 0 Luxemburg 38 117 25 58 -6 -2 86 156 0 Nederland 27 6 0 9 -3 -2 2 38 0 Roemenië 0 4 0 4 0 0 24 32 0 Singapore 40 2 0 1 0 2 0 1 0 VSA 45 3 0 1 -2 -2 0 18 0 Totaal 38 609 11 224 0 4 179 -532 -433 14 332 3 702 0

België 13 959 5 817 601 1 986 -261 -229 11 607 2 260 0 Tsjechië 10 166 2 028 -554 785 -157 -128 1 617 548 0 Slowakije 3 241 410 4 119 -25 -18 -203 185 0 Hongarije 3 685 848 -34 221 -40 5 662 153 0 Bulgarije 5 482 504 -10 166 -18 -17 -107 209 0

China 35 1 0 0 -1 0 0 -3 0 Duitsland 22 1 0 0 -1 -1 0 0 0 Frankrijk 56 5 -2 9 -2 -2 1 0 0 Groot-Brittannië 39 17 8 16 17 17 528 -1 0 Hongkong 36 1 0 1 0 0 0 0 0 Ierland 1 069 341 107 130 -9 -9 -1 665 18 0 Italië 7 0 0 0 0 0 0 0 0 Luxemburg 39 47 -120 48 -27 7 162 137 0 Nederland 25 4 0 1 0 0 5 40 0 Roemenië 0 3 0 3 0 0 20 33 0 Singapore 43 2 0 1 0 0 0 0 0 VSA 43 4 0 2 0 0 0 -20 0 Totaal 37 946 10 035 0 3 488 -525 -376 12 626 3 560 0 Landen waarvan het aantal vte's nul is en waarvan alle financiele gegevens in de tabel onder 0,5 miljoen euro liggen (met andere woorden tot 0 afgerond), worden niet opgesomd.

2 Als er voor een bepaalde jurisdictie in deze kolom een positief cijfer staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen die jurisdictie gecombineerd meer intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties. Als er een negatief cijfers staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen deze jurisdictie gecombineerd minder

Toerekenbare inkomstenbelastingen huidig jaar

Betaalde inkomstenbelastingen (op kasbasis)

Overgedragen resultaat

Andere materiële vaste activa dan kasmiddelen en equivalenten3

Ontvangen overheidssubsidies

(in miljoenen euro) 2023 2022
Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 3 402 2 818
Coupon op AT1-instrumenten -64 -50
Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel 3 338 2 768
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden) 415 417
Gewone winst per aandeel (in euro) 8,04 6,64

• De verwaterde winst per aandeel is momenteel nagenoeg gelijk aan de gewone winst per aandeel.

4.0 Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans

Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product

Aange
Verplicht houden Gewaar
Tegen Tegen tegen voor deerd
geamor reële reële handels tegen Afdek
tiseerde
kostprijs
waarde
via OCI
waarde
(MFVPL)
doel
einden
reële
waarde1
kings
deri
(in miljoenen euro) (AC) (FVOCI) excl. HFT (HFT) (FVO) vaten Totaal
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2023
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, 2 779 0 0 1 0 0 2 779
excl. reverse repo's
Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar
op verzoek en termijnleningen
aan banken op minder dan drie maanden
222
Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev. repo's 182 777 0 836 0 0 0 183 613
Handelsvorderingen 2 680 0 0 0 0 0 2 680
Afbetalingskredieten 6 604 0 608 0 0 0 7 211
Hypotheekleningen 75 254 0 228 0 0 0 75 482
Termijnkredieten 85 694 0 0 0 0 0 85 694
Financiële leasing 7 197 0 0 0 0 0 7 197
Voorschotten in rekening-courant 4 626 0 0 0 0 0 4 626
Overige 723 0 0 0 0 0 723
Reverse repo's2 25 501 0 0 0 0 0 25 501
Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 25 356 0 0 0 0 0 25 356
Met klanten 144 0 0 0 0 0 144
Aandelen 0 1 695 14 570 0 0 2 279
Beleggingscontracten, verzekeringen3 0 0 14 348 0 0 0 14 348
Schuldpapier 51 372 16 892 14 3 138 0 0 71 417
Van publiekrechtelijke emittenten 43 337 13 206 0 2 966 0 0 59 509
Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 5 658 1 826 0 12 0 0 7 496
Van ondernemingen 2 377 1 861 14 160 0 0 4 412
Derivaten 0 0 0 4 618 0 295 4 914
Overige4 1 196 0 0 0 0 0 1 196
Totaal 263 625 18 587 15 212 8 327 0 295 306 047
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2022
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, 4 240 0 13 1 0 0 4 254
excl. reverse repo's
Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar
op verzoek en termijnleningen
aan banken op minder dan drie maanden
237
1
Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev. repo's 177 427 0 625 0 0 0 178 053
Handelsvorderingen 2 818 0 0 0 0 0 2 818
Afbetalingskredieten 6 222 0 430 0 0 0 6 652
Hypotheekleningen 73 465 0 196 0 0 0 73 660
Termijnkredieten 82 894 0 0 0 0 0 82 894
Financiële leasing 6 368 0 0 0 0 0 6 368
Voorschotten in rekening-courant 4 886 0 0 0 0 0 4 886
Overige 774 0 0 0 0 0 774
Reverse repo's2 20 186 0 0 33 0 0 20 219
Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 20 018 0 0 33 0 0 20 050
Met klanten 168 0 0 0 0 0 168
Aandelen 0 1 552 13 430 0 0 1 994
Beleggingscontracten, verzekeringen3 0 0 12 772 0 0 0 12 772
Schuldpapier 48 356 15 065 17 1 728 0 0 65 166
Van publiekrechtelijke emittenten 40 750 11 225 0 1 667 0 0 53 642
Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 5 022 1 743 0 9 0 0 6 774
Van ondernemingen 2 583 2 097 17 53 0 0 4 750
Derivaten 0 0 0 6 279 0 542 6 821
Overige4 1 561 0 0 0 0 0 1 561
Totaal 251 770 16 617 13 440 8 471 0 542 290 840
Tegen
geamor
tiseerde
kostprijs
Aange
houden voor
handels
doeleinden
Gewaar
deerd tegen
reële waarde
Afdek
kings
(in miljoenen euro) (AC) (HFT) (FVO) derivaten Totaal
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2023
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's 15 013 0 0 0 15 013
Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk
terugbetaalbaar
6 136
Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's 258 051 81 1 359 0 259 491
Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en andere deposito's) 107 568 0 0 0 107 568
Termijndeposito's 37 770 81 194 0 38 044
Spaarrekeningen 70 810 0 0 0 70 810
Subtotaal deposito's van klanten, excl. repo's 216 148 81 194 0 216 423
Depositocertificaten 16 840 0 6 0 16 846
Kasbons 79 0 0 0 79
Niet-converteerbare obligaties 22 294 0 1 045 0 23 339
Niet-converteerbare achtergestelde schulden 2 690 0 114 0 2 804
Repo's5 5 235 40 0 0 5 275
Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 3 259 40 0 0 3 298
Met klanten 1 976 0 0 0 1 976
Schulden m.b.t. beleggingscontracten3 29 0 13 432 0 13 461
Derivaten 0 5 501 0 401 5 902
Baisseposities 0 1 428 0 0 1 428
In aandelen 0 6 0 0 6
In schuldpapier 0 1 421 0 0 1 421
Overige6 2 546 0 0 0 2 547
Totaal 280 874 7 050 14 791 401 303 116
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2022
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's 24 819 0 0 0 24 819
Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk
terugbetaalbaar
5
085
Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's 251 496 44 1 205 0 252 746
Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en andere deposito's) 125 030 0 0 0 125 030
Termijndeposito's 22 280 44 73 0 22 397
Spaarrekeningen 76 979 0 0 0 76 979
Subtotaal deposito's van klanten, excl. repo's 224 290 44 73 0 224 407
Depositocertificaten 9 321 0 1 0 9 322
Kasbons 104 0 0 0 104
Niet-converteerbare obligaties 15 621 0 1 006 0 16 627
Niet-converteerbare achtergestelde schulden 2 160 0 126 0 2 285
Repo's5 11 091 7 0 0 11 097
Met kredietinstellingen & beleggingsondernemingen 10 852 7 0 0 10 859
Met klanten 239 0 0 0 239
Schulden m.b.t. beleggingscontracten3 30 0 11 996 0 12 026
Derivaten 0 8 038 0 577 8 615
Baisseposities 0 1 007 0 0 1 007
In aandelen 0 5 0 0 5
In schuldpapier 0 1 002 0 0 1 002
Overige6 2 448 0 0 0 2 448
Totaal 289 885 9 096 13 201 577 312 759

1 De boekwaarde benadert het maximale kredietrisico.

2 Het bedrag van de reverse repo's (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.

3 Het verschil tussen 'beleggingscontracten, verzekeringen' en 'schulden m.b.t. beleggingscontracten' kan verklaard worden door de presentatie van de niet-ontbundelde beleggingscontracten, die wel opgenomen zijn bij de 'beleggingscontracten, verzekeringen' bij de financiële activa maar op het passief opgenomen worden bij de post 'verplichtingen uit

verzekeringscontracten'.

4 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening.

5 Het bedrag van de repo's (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa (deels op balans en deels verkregen via reverse repo's). 6 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.

  • Niet-converteerbare obligaties: betreft hoofdzakelijk uitgiften van KBC Bank, KBC Groep, ČSOB (Tsjechië) en KBC Ifima. Ze worden gewoonlijk geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, maar wanneer ze closely related embedded-derivaten bevatten, worden ze geboekt in de categorie Gewaardeerd tegen reële waarde (cf. waarderingsregels).
  • De post Leningen en voorschotten aan klanten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs bevat ook leningen waar de rentebetalingen gelinkt zijn aan een ESG-doelstelling van de klant. De contractuele kasstromen van deze kredieten worden geacht uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de hoofdsom te betreffen (SPPI) aangezien de variabiliteit in rentevergoeding ten gevolge van de ESG-component het kredietrisico van het instrument weerspiegelt. Daarnaast bevat deze post ook kredieten verstrekt aan klanten ter financiering van investeringen gelinkt aan ESG-doelstellingen. De post Niet-converteerbare obligaties bevat in 2023 ook twee groene obligatieleningen (green bonds, 500 en 750 miljoen euro) en twee sociale obligatieleningen (social bond, 750 en 750 miljoen euro), geboekt tegen geamortiseerde kostprijs. Deze obligatieleningen dienen om kredieten aan onze klanten te financieren met groene of sociale doelstellingen, maar de kasstromen van deze obligatieleningen zelf zijn niet gelinkt aan ESG-doelstellingen. Meer informatie over ons Green Bond Framework en ons Social Bond Framework vindt u op www.kbc.com. We verwijzen ook naar ons Duurzaamheidsverslag (eveneens op www.kbc.com), onder meer in het deel Our commitment to the environment. Daarin geven we een overzicht van de kenmerken van onze krediet- en obligatieportefeuilles die bijdragen tot de milieudoelstellingen. Het deel Our commitment concerning our social impact gaat dieper in op onze financieringen en adviezen die we geven aan projecten die een positieve maatschappelijke impact creëren.
  • Voor meer informatie over belangrijke nieuwe of terugbetaalde schulduitgiften: zie Geconsolideerd kasstroomoverzicht.
  • De daling bij de zichtdeposito's en spaarrekeningen heeft deels te maken met de uitvloei naar de staatsbon in België en naar termijndeposito's.
  • Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen: bevat onder meer de financiering uit het TLTRO-programma van de ECB (gedaald van 15,4 miljard euro eind 2022 naar 2,6 miljard euro eind 2023).
  • Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel: KBC leent op regelmatige basis effecten uit en/of verkoopt effecten met de verbintenis die op een latere datum terug te kopen (repotransacties). De effecten die uitgeleend of verkocht worden met de verbintenis ze op een latere datum terug te kopen, worden overgedragen aan de tegenpartij, waarbij KBC in ruil cash of andere financiële activa ontvangt. KBC behoudt evenwel de voornaamste risico's en opbrengsten met betrekking tot die effecten en blijft bijgevolg die effecten opnemen in zijn balans. Bovendien wordt er een financiële schuld erkend ten belope van de ontvangen cash.
Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel (boekwaarde, in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten 19 065 17 425
Aangehouden voor handelsdoeleinden 622 960
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 1 172 860
Tegen geamortiseerde kostprijs 17 271 15 605
Gerelateerde financiële schuld 3 214 10 534
Aangehouden voor handelsdoeleinden 126 689
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 183 609
Tegen geamortiseerde kostprijs 2 905 9 236
  • KBC heeft meer overgedragen activa op zijn balans dan repotransacties, omdat de cash-benen van bepaalde repotransacties worden gesaldeerd met reverserepotransacties als ze met dezelfde tegenpartij, in dezelfde valuta en met dezelfde einddatum worden uitgevoerd en er bovendien een wettelijk afdwingbaar recht en intentie bestaat om de transacties af te wikkelen op nettobasis of het financiële actief en financiële passief simultaan te realiseren.
  • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. We rapporteren over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met (onder meer) die kredietverlening en stelden doelstellingen op voor de afbouw van de broeikasgasintensiteit van onze kredieten aan onder meer elektriciteitsproducenten, de vastgoedsector, hypothecaire kredieten en commercieel residentieel vastgoed, de automobielsector en autoleasing (zie Toelichting 6.2), de landbouwsector en cement- en staalproducenten. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Focus op het klimaat en het milieu. De commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd.

Toelichting 4.2: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit

Toelichting 4.2.1: Financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
Boekwaarde vóór
bijzondere
Bijzondere
waarde
Boekwaarde na
bijzondere
(in miljoenen euro) waardeverminderingen verminderingen waardeverminderingen
31-12-2023
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten* 213 531 -2 474 211 057
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 175 853 -146 175 708
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 33 571 -490 33 081
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 3 694 -1 750 1 944
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid
(POCI)
412 -88 324
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier 51 384 -12 51 372
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 51 300 -6 51 294
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 80 -4 76
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 5 -2 3
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid
(POCI)
0 0 0
Financiële activa tegen reële waarde via OCI: Schuldpapier 16 897 -5 16 892
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 16 864 -4 16 861
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 33 -1 32
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid
(POCI)
0 0 0
31-12-2022
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten* 204 472 -2 619 201 853
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 163 846 -110 163 735
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 36 577 -635 35 941
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 3 616 -1 796 1 820
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid
(POCI)
434 -77 357
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier 48 374 -18 48 356
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 48 220 -7 48 213
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 146 -4 141
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 8 -7 1
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid
(POCI)
0 0 0
Financiële activa tegen reële waarde via OCI: Schuldpapier 15 069 -4 15 065
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 15 019 -3 15 016
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 50 -2 49
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid
(POCI)
0 0 0

* De boekwaarde na bijzondere waardeverminderingen in deze toelichting komt overeen met de som van de lijnen Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. reverse repo's, Leningen en voorschotten aan klanten, excl. reverse repo's en Reverse repo's in Toelichting 4.1 (in de kolom Tegen geamortiseerde kostprijs).

  • Boekwaarde (vóór bijzondere waardeverminderingen) van de leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs: toename van 9,1 miljard euro in 2023, voornamelijk door:
    • organische nettogroei van de kredietportefeuille (voornamelijk hypothecaire kredieten en termijnkredieten);
    • toename van de boekwaarde vóór bijzondere waardeverminderingen van de reverse repo's aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen.
  • Boekwaarde (vóór bijzondere waardeverminderingen) van de leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs in categorie 2: afname van 3,0 miljard euro in 2023, voornamelijk door:
    • de actualisering van de overheveling naar categorie 2 op basis van een collectieve benadering van portefeuilles van leningen van categorie 1 (zie ook Toelichting 3.9) die indirect blootgesteld zijn aan militaire conflicten zoals in Oekraïne en/of kwetsbaar zijn ten opzichte van opkomende risico's (samen 12,0 miljard euro eind 2023 t.o.v. 14,2 miljard euro eind 2022).

Bemerk ook dat de actualisatie van de overhevelingen op basis van de collectieve benadering van portefeuilles van leningen in categorie 1 naar categorie 2, samen met de organische kredietgroei, resulteerde in een nettostijging met 12,0 miljard euro van de boekwaarde vóór bijzondere waardeverminderingen van leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs in categorie 1.

• Boekwaarde (vóór bijzondere waardeverminderingen) van schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs: toename van 1,8 miljard euro in 2023, bijna volledig in categorie 1.

Dit betreft voor 85% (uitgiftes van) publiekrechtelijke emittenten, en voor een vijfde kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (deels tenietgedaan door een daling bij de ondernemingen), en had voornamelijk te maken met netto-investeringen.

• Bijzondere waarderminderingen: afname van 0,2 miljard euro in 2023, door:

  • financiële activa die derecognised zijn, deels gecompenseerd door overige wijzigingen (zie Toelichting 3.9).

De bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2022 en 31-12-2023 bevatten voor ex-Raiffeisenbank Bulgaria 106 respectievelijk 99 miljoen euro in leningen en voorschotten aan klanten, en 7 respectievelijk 0 miljoen euro in schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs. De waardering van die waardeverminderingen wijkt deels af van de methodologie toegelicht in de waarderingsregels (met name op het vlak van de gebruikte toekomstgerichte informatie, toegepaste IFRS 9-modellen en gehanteerde criteria ter bepaling van een significante toename van het kredietrisico). Het aligneren van de waarderingsregels bij KBC Bank Bulgaria voor het bepalen van de bijzondere waardeverminderingen maakt deel uit van de verdere integratie van de kredietportefeuille van KBC Bank Bulgaria in 2024. Overige wijzigingen: zie Toelichting 3.9.

  • Zie ook de klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? De commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd.
  • In 2023 zijn er financiële activa in categorie 2 en 3 met een nettoboekwaarde van 579 miljoen euro die in het verleden onderhevig geweest zijn aan modificaties die niet resulteerden in derecognition. De brutoboekwaarde van financiële activa in categorie 1 die in het verleden onderhevig geweest zijn aan modificaties die niet resulteerden in derecognition bedroeg in 2023 1 001 miljoen euro. In 2022 was dat respectievelijk 471 miljoen euro en 1 088 miljoen euro. Modificatiewinsten/-verliezen worden opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 3.9).
  • In 2023 is een brutoboekwaarde van 59 miljoen euro aan financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs afgeschreven, maar nog steeds onderhevig aan enforcementactiviteiten. In 2022 was dat 80 miljoen euro.

Toelichting 4.2.2. Details over bijzondere waardeverminderingen m.b.t. leningen en voorschotten tegen geamotiseerde kostprijs

Categorie 1
onderhevig
aan ECL over 12
Categorie 2
onderhevig
aan ECL over
Categorie 3
onderhevig
aan ECL over
Onderhevig
aan ECL over
resterende looptijd -
voor verworven of
gecreëerde activa
met verminderde
(in miljoenen euro) maanden resterende looptijd resterende looptijd kredietwaardigheid Totaal
2023
Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari 110 635 1 796 77 2 619
Mutaties met resultaatsinvloed1 37 -144 141 11 46
Overdracht van financiële activa
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) -12 86 41 0 115
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 14 -125 95 0 -16
Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 17 -34 -1 -18
Nieuwe financiële activa2 60 22 7 0 89
Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -10 -98 76 15 -17
Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0
Financiële activa die derecognized zijn3 -15 -45 -58 -2 -121
Andere 0 0 14 0 14
Mutaties zonder resultaatsinvloed -2 -1 -187 -1 -191
Financiële activa die derecognized zijn3 -2 -1 -207 -1 -211
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0
Andere 0 0 19 1 20
Bijzondere waardeverminderingen op 31 december 146 490 1 750 88 2 474
2022
Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari 104 507 1 848 114 2 573
Mutaties met resultaatsinvloed1 -6 96 147 -8 230
Overdracht van financiële activa
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) -22 158 60 0 197
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 4 -83 95 0 16
Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 26 -54 -3 -31
Nieuwe financiële activa2 40 43 10 0 93
Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -16 -23 90 -5 48
Veranderingen in model of methodologie -1 3 0 0 2
Financiële activa die derecognized zijn3 -10 -26 -59 -1 -97
Andere -1 -2 4 0 2
Mutaties zonder resultaatsinvloed 12 32 -199 -29 -184
Financiële activa die derecognized zijn3 0 -1 -296 -7 -304
Veranderingen in de consolidatiekring 14 32 88 0 133
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0
Andere -2 1 9 -21 -13
Bijzondere waardeverminderingen op 31 december 110 635 1 796 77 2 619

1 Recuperaties op al afgeschreven kredieten worden wel verwerkt in de winst-en-verliesrekening bij de 'bijzondere waardeverminderingen op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI', maar worden niet in deze tabel opgenomen, aangezien ze geen invloed hebben op de waardeverminderingen die in de balans zijn uitgedrukt. 2 Bevat ook bijzondere waardeverminderingen gerelateerd aan nieuwe financiële activa ten gevolge van uitoefening van al bestaande verbintenissen en verstrekte financiële garanties

buiten balans.

3 Derecognition zonder resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de aanpassing van de waardevermindering al upfront was doorgevoerd (bijvoorbeeld op het moment van de verkoopovereenkomst (desinvesteringen) of aanpassing van de waardevermindering vóór de afschrijving). Derecognition met resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de

waardevermindering op hetzelfde moment plaatsvindt (bijvoorbeeld in geval van kwijtschelding van schulden).

  • De tabel is beperkt tot bijzondere waardeverminderingen voor leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs. De (bewegingen in) bijzondere waardeverminderingen voor schuldpapier aan geamoriseerde kostprijs (van 18 miljoen euro eind 2022 naar 12 miljoen euro eind 2023) en voor schuldpapier gewaardeerd tegen reële waarde via OCI (van 4 miljoen euro eind 2022 naar 5 miljoen euro eind 2023) zijn immers zeer beperkt.
  • De wijziging van de waardeverminderingen in 2023 heeft vooral te maken met financiële activa die derecognized zijn en mutaties met resultaatsinvloed (zie Toelichting 3.9).
  • Het overgrote deel van de trigger voor staging is net zoals vorig jaar gedreven door een collectieve beoordeling door het bestuur en relatieve wijzigingen in de PD (zie de multi-tieraanpak beschreven in Significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname in Toelichting 1.2)
  • Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties: zie Toelichting 5.7.2.
  • Invloed van wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op de winst-en-verliesrekening: zie Toelichting 3.9.
  • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.

Toelichting 4.3: Maximaal kredietrisico en offsetting

Ontvangen waarborgen
Maximaal en andere credit
(in miljoenen euro) kredietrisico (A) enhancements (B) Netto (A-B)
31-12-2023
Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 341 106 141 604 199 502
Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) 2 261 1 721 540
Schuldpapier 68 265 56 68 209
Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's 185 556 103 556 82 000
Reverse repo's 25 501 25 476 24
Overige financiële activa 1 196 0 1 196
Buitenbalansverplichtingen 60 589 12 515 48 073
Onherroepelijk 40 149 7 179 32 970
Herroepelijk 20 440 5 337 15 103
Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 8 902 2 400 6 502
Schuldpapier 3 152 0 3 152
Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's 836 796 40
Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO)
0 0 0
Reverse repo's 0 0 0
Derivaten 4 914 1 604 3 310
Overige financiële activa 0 0 0
Buitenbalansverplichtingen 0 0 0
Totaal 350 009 144 004 206 004
31-12-2022
Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 326 282 132 743 193 539
Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) 2 106 1 550 556
Schuldpapier 63 421 98 63 323
Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's 181 667 99 415 82 252
Reverse repo's 20 186 20 131 55
Overige financiële activa 1 561 0 1 561
Buitenbalansverplichtingen 59 447 13 099 46 348
Onherroepelijk 38 832 6 741 32 091
Herroepelijk 20 616 6 358 14 258
Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 9 239 2 208 7 031
Schuldpapier 1 745 0 1 745
Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's 639 593 46
Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO)
0 0 0
Reverse repo's 33 33 0
Derivaten 6 821 1 582 5 239
Overige financiële activa 0 0 0
Buitenbalansverplichtingen 0 0 0
Totaal 335 521 134 951 200 570
  • Maximaal kredietrisico van een financieel actief is de nettoboekwaarde. Het maximale kredietrisico bevat, naast de bedragen op de balans, ook het niet-opgenomen deel van de verstrekte kredietlijnen, de verstrekte financiële garanties en de andere onherroepelijk verstrekte verbintenissen.
  • De belangrijkste soorten ontvangen waarborgen en andere credit enhancements betreffen hypotheken op vastgoed (voornamelijk als waarborg voor hypotheekleningen), uitgeleende effecten (voornamelijk als waarborg voor reverse repo's), ontvangen financiële garanties buiten balans en onderpand van roerende goederen. Hypotheekleningen met een LTV (loanto-value) groter dan 100% zijn beperkt tot 0,5 miljard euro of 0,6% van de volledige portefeuille hypotheekleningen eind 2023.
  • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.

• Ontvangen waarborgen en credit enhancements worden opgenomen tegen marktwaarde en beperkt tot het uitstaande bedrag van de betreffende leningen.

p. 198

Financiële instrumenten onderhevig aan netting, afdwingbare
nettingraamovereenkomsten en soortgelijke overeenkomsten
Brutobedrag
van erkende
financiële
instrumenten
Brutobedrag
van erkende
financiële
instrumenten
die verrekend
worden (netting)
Nettobedrag
van financiële
instrumenten
gepresen
teerd op de
balans
Bedragen die niet verrekend worden op de
balans (netting)
Netto
bedrag
(in miljoenen euro) Financiële
instrumenten
Kaswaar
borgen
Effecten
waarborgen
31-12-2023
FINANCIËLE ACTIVA
Derivaten 24 076 19 163 4 914 3 162 1 123 6 623
Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen 4 821 0 4 821 3 162 1 123 6 531
Derivaten met centrale clearinghuizen* 19 255 19 163 93 0 0 0 93
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
38 919 13 418 25 501 120 0 25 361 19
Reverse repo's 38 919 13 418 25 501 120 0 25 361 19
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 62 996 32 581 30 415 3 282 1 123 25 367 643
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
Derivaten 23 223 17 321 5 902 3 166 809 576 1 352
Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen 5 796 0 5 796 3 166 809 576 1 245
Derivaten met centrale clearinghuizen* 17 427 17 321 106 0 0 0 106
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten 18 693 13 418 5 275 120 0 5 112 43
Repo's 18 693 13 418 5 275 120 0 5 112 43
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 41 916 30 739 11 177 3 286 809 5 688 1 394
31-12-2022
FINANCIËLE ACTIVA
Derivaten 32 380 25 559 6 821 4 485 1 302 67 968
Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen 6 601 0 6 601 4 485 1 302 67 748
Derivaten met centrale clearinghuizen* 25 779 25 559 220 0 0 0 220
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
25 694 5 475 20 219 0 0 20 210 8
Reverse repo's 25 694 5 475 20 219 0 0 20 210 8
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 58 074 31 034 27 040 4 485 1 302 20 277 976
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
Derivaten 31 462 22 846 8 615 4 492 1 095 447 2 582
Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen 8 329 0 8 329 4 492 1 095 447 2 296
Derivaten met centrale clearinghuizen* 23 132 22 846 286 0 0 0 286
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten 16 573 5 475 11 097 0 0 11 082 15
Repo's 16 573 5 475 11 097 0 0 11 082 15
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 48 035 28 322 19 713 4 492 1 095 11 529 2 597

* Voor centrale clearinghuizen verwijst de nettingprocedure naar de netting tussen derivaten en de gerelateerde kaswaarborgen. Het bedrag van de kaswaarborgen met centrale clearinghuizen is 1 842 miljoen euro eind 2023 en 2 712 miljoen euro eind 2022.

  • De criteria voor netting zijn vervuld als KBC momenteel een wettelijk afdwingbaar recht heeft om de erkende financiële activa en financiële passiva te verrekenen en de intentie heeft om de transacties af te wikkelen op een nettobasis, of het financiële actief en het financiële passief simultaan te realiseren. De financiële activa en financiële passiva die op die manier verrekend worden, zijn gerelateerd aan financiële instrumenten die verhandeld werden via (centrale) clearinghuizen.
  • Onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans worden in de kolom Financiële instrumenten de bedragen van financiële instrumenten weergegeven die afgesloten worden onder een afdwingbaar nettingraamakkoord of een gelijkaardig akkoord dat niet aan de criteria voldoet zoals gedefinieerd onder IAS 32. Die bedragen refereren aan de situaties waar netting alleen kan worden toegepast in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. Hetzelfde principe is van toepassing voor financiële instrumenten die gegeven of ontvangen worden als waarborg. Voor waarborgen ontvangen in de vorm van niet-contanten (in de kolom Effectenwaarborgen onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans) wordt in de tabel de marktwaarde weergegeven, en het is die waarde die gebruikt wordt in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen.

Toelichting 4.4: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen

  • In overeenstemming met de richtlijnen van de Europese Bankautoriteit voeren we elk kwartaal een outlier-stresstest uit door zes verschillende scenario's toe te passen op de bankportefeuilles (materiële valuta's). Het worstcasescenario wordt afgezet tegen het tier 1-kapitaal. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico -3,91% van het tier 1-kapitaal op 31 december 2023, ruim onder de tier 1-drempel van -15% waar de ECB op toeziet. Zie verder in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
  • De tabel geeft de veranderingen weer in de economische waarde van het eigen vermogen bij zes verschillende rentescenario's. Om die zes scenario's te testen, combineren we de verschuiving in de rentecurves met veranderingen in de looptijden afhankelijk van het klantengedrag (bv. rentegedreven vervroegde aflossingen) en gebruiken we een run-off balans waarbij vervallende posten niet worden vervangen. De bank analyseert ook het effect van verschillende rentescenario's op zijn nettorente-inkomsten.
Schokscenario's van de toezichthouder (in miljoenen euro, materiële valuta's)* Veranderingen in de economische waarde
van het eigen vermogen, 4KW2023
1 Parallel omhoog -606
2 Parallel omlaag 126
3 Steepener -131
4 Flattener -23
5 Kortetermijnrente omhoog -142
6 Kortetermijnrente omlaag 72

* Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de onderliggende interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in de door de regelgever opgelegde normen.

  • De bovengenoemde stresstest omvat het banking book (volledig economisch beeld), met compenserende effecten over de hele balans, terwijl de tabel hieronder focust op bepaalde delen van de balans.
  • Rekening houdend met 1) de grote voorraad hoogwaardige liquide middelen van KBC (gemiddeld ongeveer 101,5 miljard euro in 2023), die bestaan uit cash en obligaties die in aanmerking komen voor repotransacties op de particuliere markt en bij de centrale banken, 2) het feit dat 56% van de totale klantendeposito's bij KBC wordt gedekt door de depositogarantie en 3) 86% van de totale klantendeposito's afkomstig is van stabielere retail- en kmo-klanten, hoeven de niet-gerealiseerde verliezen op de portefeuille schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs niet te worden gerealiseerd voor liquiditeitsdoeleinden en zijn ze vanuit kapitaalsperspectief dan ook irrelevant.
  • Alle interne waarderingsmodellen worden door een onafhankelijke Risk Validation Unit gevalideerd. Bovendien heeft het Directiecomité een Group Valuation Committee (GVC) aangesteld om ervoor te zorgen dat KBC voldoet aan alle wettelijke bepalingen over de waardering van financiële instrumenten tegen reële waarde. Het GVC bewaakt de consistente implementatie van het KBC Valuation Framework, dat bestaat uit verschillende richtlijnen (waaronder de Group Valuation Policy, de Group Market Value Adjustments Policy en de Group Parameter Review Policy). Het GVC komt minstens tweemaal per kwartaal samen om belangrijke wijzigingen in waarderingsmethoden (inclusief, maar niet beperkt tot, modellen, marktgegevens en inputs) of afwijkingen van Group Policies voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde goed te keuren. Het GVC bestaat uit leden van Finance, Risicobeheer en Middle Office. Om de drie maanden worden er valuation uncertainty measurements uitgevoerd en gerapporteerd aan het GVC. Een speciaal daartoe samengesteld team neemt reële waarden onder de loep die het resultaat zijn van een waarderingsmodel.
  • De reële waarde van hypothecaire kredieten en termijnkredieten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen (zie tabel), wordt bepaald door contractuele kasstromen tegen de risicovrije rentevoet te verdisconteren. Die berekening wordt dan gecorrigeerd voor kredietrisico door rekening te houden met marges verkregen op gelijkaardige, maar recent uitgegeven kredieten of door een spread te gebruiken, afgeleid van de spread van genoteerde obligaties. De reële waarde houdt voor de belangrijkste portefeuilles rekening met prepayment risks en cap-opties. De reële waarde van termijndeposito's wordt berekend door de contractuele kasstromen te verdisconteren met de risicovrije rente. De reële waarde van zichtdeposito's en depositoboekjes wordt verondersteld gelijk te zijn aan de boekwaarde.
  • Naar aanleiding van de eerste toepassing van IFRS 9 op 1 januari 2018 werd voor een totale boekwaarde van 15 060 miljoen euro aan schuldinstrumenten geherclassificeerd van voor verkoop beschikbare financiële activa naar financiële activa aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs. Wegens die herclassificatie werd in 2023 voor 35 miljoen euro reëlewaardeverandering vóór belastingen niet geboekt in de herwaarderingsreserves (-566 miljoen euro in 2022). De reële waarde van die geherclassificeerde portefeuille (na terugbetalingen) bedroeg 2 808 miljoen euro eind 2023 (4 668 miljoen euro eind 2022). Zie ook Toelichting 5.6.9. met betrekking tot de eerste toepassing van IFRS 17.
  • Het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde van de financiële instrumenten tegen geamortiseerde kostprijs werd veroorzaakt door de forse rentestijging in 2022, deels gecompenseerd door de rentedaling in 2023. Aan de actiefzijde betreft het een hold-to-collect businessmodel, waardoor tussentijdse reëlewaardeveranderingen minder relevant zijn.
Reële waarde van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde
op de balans zijn opgenomen
Financiële activa tegen
geamortiseerde kostprijs
Financiële verplichtingen tegen
geamortiseerde kostprijs
(in miljoenen euro) Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde
31-12-2023
FINANCIËLE ACTIVA
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo's 28 135 28 100
Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo's 182 921 175 381
Schuldpapier 51 372 48 976
Overige 1 196 1 196
Correctie voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een
portefeuille
-2 402
Totaal 261 223 253 653
Niveau 1 45 992
Niveau 2 31 953
Niveau 3 175 708
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo's 18 272 18 142
Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's 260 028 259 713
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 29 29
Overige 2 546 2 533
Totaal 280 874 280 417
Niveau 1 119
Niveau 2 99 879
Niveau 3 180 418
31-12-2022
FINANCIËLE ACTIVA
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo's 24 258 24 211
Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo's 177 596 163 972
Schuldpapier 48 356 43 611
Overige 1 561 1 561
Correctie voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een
portefeuille
-4 335
Totaal 247 435 233 355
Niveau 1 40 671
Niveau 2 31 336
Niveau 3 161 349
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo's 35 671 35 207
Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's 251 735 250 485
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 30 30
Overige 2 448 2 448
Totaal 289 885 288 170
Niveau 1 47
Niveau 2 111 124
Niveau 3 176 999

Toelichting 4.5: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie

Waarderingshiërarchie 31-12-2023 31-12-2022
(in miljoenen euro) Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal
FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE
Verplicht tegen reële waarde, niet aangehouden voor handelsdoeleinden
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's
0 0 0 0 0 13 0 13
Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's 0 0 836 836 0 0 625 625
Aandelen 0 0 14 14 0 0 13 13
Beleggingscontracten, verzekeringen 14 241 107 0 14 348 12 638 134 0 12 772
Schuldpapier 13 0 1 14 12 0 5 17
Waarvan overheidsobligaties 0 0 0 0 0 0 0 0
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's
0 1 0 1 0 34 0 34
Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelen 567 0 2 570 429 0 0 430
Schuldpapier 2 420 717 1 3 138 1 480 244 4 1 728
Waarvan overheidsobligaties 2 364 602 0 2 966 1 444 223 0 1 667
Derivaten 3 3 908 708 4 618 3 5 547 729 6 279
Tegen reële waarde via OCI
Aandelen 1 212 1 483 1 695 1 149 1 403 1 552
Schuldpapier 14 079 2 628 186 16 892 12 201 2 645 219 15 065
Waarvan overheidsobligaties 11 679 1 501 26 13 206 9 723 1 429 73 11 225
Afdekkingsderivaten
Derivaten 0 295 0 295 0 542 0 542
Totaal
Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde 32 534 7 656 2 231 42 422 27 913 9 159 1 998 39 070
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen,
incl. repo's
0 40 0 40 0 7 0 7
Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's 0 81 0 81 0 44 0 44
Derivaten 2 4 460 1 039 5 501 2 6 911 1 125 8 038
Baisseposities 1 428 0 0 1 428 884 123 0 1 007
Bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO)
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen,
incl. repo's
0 0 0 0 0 0 0 0
Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's 0 202 1 157 1 359 0 74 1 131 1 205
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 13 432 0 0 13 432 11 996 0 0 11 996
Afdekkingsderivaten
Derivaten 0 306 95 401 0 479 98 577
Totaal
Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde 14 862 5 090 2 290 22 242 12 881 7 638 2 355 22 874
  • De waarderingshiërarchie verdeelt de waarderingstechnieken, samen met de respectieve waarderingsparameters waarop die gebaseerd zijn, op basis van prioriteit, in drie niveaus:
    • De waarderingshiërarchie kent de hoogste prioriteit toe aan parameters van niveau 1. Dat betekent dat, als er een actieve markt bestaat, gepubliceerde prijsnoteringen moeten worden gebruikt om het financiële actief of passief tegen reële waarde te waarderen. Parameters van niveau 1 zijn gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, een handelaar, een makelaar, een sectorgroep, een waarderingsdienst (pricing service) of een regelgevende instantie. Die prijzen zijn eenvoudig en op regelmatige basis beschikbaar en zijn ontleend aan actuele en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen op actieve markten die voor KBC toegankelijk zijn. De reële waarde is dan gebaseerd op de marktwaarde die wordt afgeleid van de huidige beschikbare transactieprijzen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt.
    • Als er geen prijsnoteringen beschikbaar zijn, bepaalt de rapporterende entiteit de reële waarde met behulp van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare of niet-waarneembare parameters. Het gebruik van waarneembare parameters moet worden gemaximaliseerd. Waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 2 genoemd. Ze weerspiegelen alle factoren die marktdeelnemers bij de waardering van het actief of de verplichting tegen reële waarde in overweging zouden nemen op basis van marktgegevens afkomstig van bronnen die onafhankelijk zijn van de rapporterende entiteit. Waarneembare waarderingsparameters zijn bijvoorbeeld de risicovrije rente, wisselkoersen van vreemde valuta, aandelenkoersen en de impliciete volatiliteit. Waarderingstechnieken op basis van waarneembare parameters zijn onder andere: verdiscontering van toekomstige kasstromen, vergelijking met de huidige of recente reële waarde van een ander soortgelijk instrument.
    • Niet-waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 3 genoemd. Ze zijn gebaseerd op de assumpties die marktpartijen volgens de rapporterende entiteit zouden gebruiken bij de waardering van het actief of de verplichting (inclusief assumpties over de betrokken risico's). Niet-waarneembare parameters weerspiegelen een markt die niet actief is. Waarderingsparameters die benaderingen zijn voor niet-waarneembare parameters (proxy) en correlatiefactoren kunnen worden beschouwd als niet-waarneembaar op de markt.
  • Als de parameters die worden gebruikt om de reële waarde van een actief of passief te bepalen, in verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie kunnen worden ondergebracht, dan wordt de reële waarde van het gehele actief of passief geklasseerd volgens het laagste niveau van de betreffende parameters die een belangrijke invloed hebben op de totale reële waarde van het actief of passief. Bijvoorbeeld: als de berekening van de reële waarde gebaseerd is op waarneembare parameters, waarbij belangrijke aanpassingen van die waarde nodig zijn op basis van niet-waarneembare parameters, dan valt die waarderingsmethode onder niveau 3 van de waarderingshiërarchie.
  • De waarderingshiërarchie en de classificatie in die waarderingshiërarchie van de meest gebruikte financiële instrumenten vindt u in de tabel. Hoewel de meerderheid van een bepaald type financiële instrumenten geklasseerd wordt op het in de tabel vermelde niveau, kan een klein deel van die instrumenten geklasseerd zijn op een ander niveau.
  • Bij overdrachten tussen verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie hanteert KBC het principe dat die plaatsvinden aan het einde van de rapporteringsperiode. Voor meer details over overdrachten tussen de verschillende niveaus: zie Toelichtingen 4.6. en 4.7.
Soort instrument Producten Type waardering
Niveau 1 Liquide financiële
instrumenten waarvoor
genoteerde koersen
regelmatig beschikbaar zijn
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde financiële futures,
beursgenoteerde opties, beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde
fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere liquide obligaties, liquide
asset backed securities op actieve markten
Mark-to-market (gepubliceerde
prijsnoteringen op een actieve markt),
voor obligaties: BVAL of data vendor.
Plain vanilla / liquide
derivaten
(Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps, valutatermijncontracten,
rentetermijncontracten (FRA), inflatieswaps, dividendswaps en -futures,
reverse floaters, opties op obligatiefutures, opties op rentefutures,
overnight index swaps, FX reset
Verdiscontering van toekomstige
kasstromen op basis van
verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde
depositoquoteringen,
valutaswaps en (CC)IRS)
Caps en floors, renteopties, Europese aandelenopties, Europese en
Amerikaanse valutaopties, forward start-opties, digitale valutaopties, FX
strips van eenvoudige opties, Europese swaptions, European cancelable
IRS
Waarderingsmodel voor opties op basis
van waarneembare parameters (bv.
volatiliteit)
Niveau 2 Lineaire financiële
verplichtingen (zonder
optionele kenmerken) –
cashinstrumenten
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in het kader van repo's Verdiscontering van toekomstige
kasstromen op basis van
verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde
depositoquoteringen,
valutaswaps en (CC)IRS)
Halfliquide obligaties/ABS Halfliquide obligaties / asset backed securities BVAL, prijscontrole a.d.h.v. alternatieve
observeerbare marktgegevens, of via
vergelijkbare spreadmethode
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva) Verdiscontering van toekomstige
kasstromen en waardering van
gerelateerde derivaten op basis van
observeerbare parameters
Lineaire financiële activa
(cashinstrumenten)
Leningen, thesauriebewijzen Verdiscontering van toekomstige
kasstromen op basis van
verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde
depositoquoteringen,
valutaswaps en (CC)IRS)
Exotische derivaten Target profit forwards, flexible forwards, Amerikaanse en Aziatische
aandelenopties, Bermudan swaptions, digitale renteopties, quanto
renteopties, digitale aandelenopties, composite aandelenopties,
barrieropties op aandelen, quanto-digital FX options, FX Asian options, FX
European barrier options, FX simple digital barrier options, FX touch rebate,
inflatieopties, Bermudan cancelable IRS, constant maturity swaps (CMS),
CMS spread swaps, CMS spread options, CMS interest rate caps/floors,
(callable) range accruals, autocallable options, lookback options,
commodity swaps en forwards
Waarderingsmodel voor opties op basis
van niet-waarneembare parameters
(bv. correlatie)
Niveau 3 Illiquide instrumenten met
kredietkoppeling
Collateralised debt obligations (notes) Waarderingsmodel op basis van de
correlatie tussen de respectieve
defaultkansen van de onderliggende
activa
Private Equity Investments Private equity en niet-genoteerde deelnemingen Op basis van de waarderingsrichtlijnen
van de European Private Equity & Venture
Capital Association
Illiquide obligaties / ABS Illiquide (hypotheek)obligaties / Asset backed securities die indicatief
worden geprijsd door één prijsleverancier op een niet-actieve markt
BVAL, prijsstelling door derden (bv.
leadmanager), geen prijscontrole mogelijk
door gebrek aan
beschikbare/betrouwbare alternatieve
marktgegevens
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima), hypotheekobligaties op het actief
van ČSOB
Verdiscontering van toekomstige
kasstromen en waardering van
gerelateerde derivaten op basis van niet
observeerbare parameters (indicatieve
prijsstelling door derden voor de
derivaten)
Gestructureerde leningen Door de overheid gereguleerde leningen met ingebouwde hefboomrente
en exotische vervroegde aflossingsmogelijkheden (K&H)
Verdiscontering van toekomstige
kasstromen en waardering van
gerelateerde derivaten op basis van niet
observeerbare parameters.

Toelichting 4.6: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2

• Overdrachten: in 2023 herklasseerde KBC voor 176 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 1 naar niveau 2 en voor 286 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 2 naar niveau 1. In 2022 was dit respectievelijk 77 miljoen euro en 434 miljoen euro. Het grootste deel van die herklasseringen gebeurde wegens een gewijzigde liquiditeit van overheids- en bedrijfsobligaties.

Toelichting 4.7: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3

  • Belangrijke bewegingen m.b.t. financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie in 2023:
    • Activa verplicht gewaardeerd tegen reële waarde (niet aangehouden voor handelsdoeleinden): de reële waarde van de leningen en voorschotten steeg met 210 miljoen euro, voornamelijk door nieuwe transacties en wijzigingen in marktparameters, deels gecompenseerd door instrumenten die de eindvervaldag bereikten.
    • Activa gewaardeerd tegen reële waarde via OCI: de reële waarde van schuldinstrumenten daalde met 33 miljoen euro, voornamelijk door instrumenten die de eindvervaldag bereikten en de verkoop van bestaande posities. De reële waarde van eigenvermogensinstrumenten steeg met 80 miljoen euro, vooral door aankopen.
    • Activa aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten daalde met 22 miljoen euro, voornamelijk door de verkoop van bestaande posities, slechts deels gecompenseerd door nieuwe aankopen en wijzigingen in marktparameters.
    • Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten daalde met 86 miljoen euro, voornamelijk door de verkoop van bestaande posities en wijzigingen in marktparameters, slechts gedeeltelijk gecompenseerd door nieuwe transacties.
    • Verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening: de reële waarde van uitgegeven schuldinstrumenten steeg met 26 miljoen euro, voornamelijk door aankopen en wijzigingen in marktparameters, slechts gedeeltelijk gecompenseerd door transacties die de vervaldag bereikten en verkoop van bestaande posities.
  • Belangrijke bewegingen m.b.t. financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie in 2022:
    • Activa verplicht gewaardeerd tegen reële waarde (niet aangehouden voor handelsdoeleinden): de reële waarde van de leningen en voorschotten steeg met 65 miljoen euro, voornamelijk door nieuwe transacties, deels gecompenseerd door wijzigingen in marktparameters en instrumenten die de eindvervaldag bereikten.
    • Activa gewaardeerd tegen reële waarde via OCI: de reële waarde van niet-genoteerde aandelen steeg met 66 miljoen euro, voornamelijk door nieuwe transacties. De reële waarde van schuldinstrumenten daalde met 36 miljoen euro, voornamelijk door instrumenten die de vervaldag bereikten en wijzigingen in marktparameters.
    • Activa aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten daalde met 232 miljoen euro, voornamelijk door de verkoop van bestaande posities en wijzigingen in marktparameters, slechts deels gecompenseerd door nieuwe aankopen en overdrachten naar niveau 3.
    • Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten daalde met 83 miljoen euro, voornamelijk door de verkoop van bestaande posities en wijzigingen in marktparameters, slechts gedeeltelijk gecompenseerd door nieuwe aankopen en overdrachten naar niveau 3.
    • Verplichtingen met betrekking tot afdekkingsderivaten: de reële waarde van derivaten daalde met 300 miljoen euro door wijzigingen in marktparameters.
    • Verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening: de reële waarde van uitgegeven schuldinstrumenten daalde met 120 miljoen euro, voornamelijk door transacties die de vervaldatum hebben bereikt en de verkoop van bestaande posities, gedeeltelijk gecompenseerd door nieuwe transacties.
  • Sommige activa van niveau 3 zijn geassocieerd of economisch gehedged door identieke verplichtingen van niveau 3, waardoor de blootstelling van KBC aan niet-observeerbare parameters lager is dan uit de brutocijfers zou kunnen blijken. Een substantieel deel van de instrumenten van niveau 3 wordt bovendien gewaardeerd aan de hand van prijsstelling door derden, waarbij KBC niet zelf de mogelijke niet-observeerbare parameters ontwikkelt. De belangrijkste niet-observeerbare parameters die KBC hanteert met betrekking tot de waardering van exotische derivaten, betreffen: mean reversion parameter bij Bermudan swaptions, aandelen-cross-correlations en volatiliteiten voor bepaalde aandelenopties, interestvoetcorrelaties voor CMS spread options, en de financieringskosten die gebruikt worden voor het bepalen van forwardprijzen van aandelen als onderdeel van de waardering van bepaalde aandelenderivaten. De verandering in reële waarde als gevolg van een wijziging in deze parameters naar redelijke mogelijke alternatieve assumpties (reasonably possible alternatives) is niet significant.

Toelichting 4.8: Derivaten

  • Qua volume van de gecontracteerde bedragen zijn van de derivaten ongeveer 75% derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en ongeveer 25% afdekkingsderivaten.
  • Het grootste deel van de derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden is effectief opgenomen in het trading book, maar wordt voor een groot deel economisch afgedekt (beperkte open posities) door andere derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden (bijvoorbeeld derivatentransacties geïnitieerd door commerciële klanten die economisch worden afgedekt) of door balansposities (bijvoorbeeld valutaposities), hetgeen leidt tot grote volumes nominale bedragen maar netto resultaatsneutrale herwaarderingen.
  • Een beperkt deel van de derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden zijn ALM-derivaten die opgenomen zijn in het banking book en worden gebruikt om het economische risico af te dekken, maar daarop wordt geen hedge accounting toegepast. Op de meeste ALM-rentecontracten wordt hedge accounting toegepast. Slechts een beperkt deel van de ALMderivaten voor vreemde valuta is gekoppeld aan hedge accounting.

Toelichting 4.8.1: Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Boekwaarde Gecontracteerde bedragen* Boekwaarde Gecontracteerde bedragen*
Activa Verplich
tingen
Aangekocht Verkocht Activa Verplich
tingen
Aangekocht Verkocht
Totaal 4 618 5 501 598 880 591 923 6 279 8 038 567 205 568 302
Rentecontracten 1 821 2 252 403 723 395 170 2 642 3 678 379 270 377 754
Waarvan renteswaps en futures 1 684 2 169 394 018 389 184 2 429 3 542 368 144 371 294
Waarvan opties 137 83 9 705 5 986 214 136 11 126 6 460
Valutacontracten 2 318 2 481 180 438 182 719 3 166 3 620 174 787 177 841
Waarvan valuta-
en
renteswaps,
termijnwisselverrichtingen en
futures
2 246 2 409 176 708 176 829 3 081 3 509 171 878 172 361
Waarvan opties 72 72 3 730 5 890 85 112 2 909 5 480
Aandelencontracten 471 761 14 381 13 698 452 720 12 812 12 371
Waarvan aandelenswaps 385 393 11 314 11 031 414 410 10 553 10 394
Waarvan opties 85 368 3 067 2 667 37 311 2 259 1 977
Kredietcontracten 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan credit default swaps 0 0 0 0 0 0 0 0
Grondstoffen- en andere
contracten
8 7 338 336 20 19 337 335

p. 206

* In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd.

(in miljoenen euro) Afdekkingsinstrument Afgedekt instrument Invloed op eigen vermogen
Gecontracteerde
bedragen1
Boekwaarde veranderingen van
instrumenten als
basis voor de
berekening van
het niet-effectieve
deel van de
Reëlewaarde
de afdekkings
periode2
Type veranderingen
van de afgedekte
instrumenten als
basis voor de
berekening van
effectieve deel
van de periode2
Rëelewaarde
het niet
Niet-effectief
deel
opgenomen
resultaat
het
in
Effectief deel
opgenomen
in OCI
Hedgingstrategie Aange
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Totaal inclusief
veranderingen
reëlewaarde
Waarvan
gecumuleerde
reëlewaarde
aanpassingen
Micro-hegde-reëlewaardeafdekkingen
Renteswaps 31 864 31 864 97 112 267 Aangehouden schuldpapier tegen AC 6 547 -300 377
renteswaps
en
Valuta-
0 0 0 0 0 Leningen en voorschotten tegen AC 601 75 3
Aangehouden schuldpapier tegen
FVOCI
2 999 -25 124
Uitgegeven schuldpapier tegen AC 21 285 -560 -774
Deposito's tegen AC 0 0 0
Totaal 31 864 31 864 97 112 267 Totaal -269 -2
Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille
Renteswaps 143 932 143 932 93 123 -995 Aangehouden schuldpapier tegen AC 937 -7 115
renteopties
en
Valuta-
1 618 0 70 0 -27 Leningen en voorschotten tegen AC 125 541 -2 473 1 841
Aangehouden schuldpapier tegen
FVOCI
85 3 9
Uitgegeven schuldpapier tegen AC 0 0 0
Deposito's tegen AC 15 938 -507 -936
Totaal 145 550 143 932 163 123 -1 022 Totaal 1 029 7
Kasstroomafdekkingen (micro-hedge en ter afdekking van een portefeuille)
Renteswaps 19 603 19 603 15 127 401
renteswaps
en
Valuta-
1 181 1 205 1 22 -14
Totaal 20 784 20 808 17 149 387 Totaal -395 -9 -611
Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit
Totaal3 2 579 2 570 19 460 77 Totaal -77 0 92
In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd.
1

Toelichting 4.8.2:

31-12-2023

Afdekkingsderivaten

Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – zie ook Toelichting 3.3.

Boekwaarde verplichtingen: afdekkingsinstrumenten voor het grootste deel onder de vorm van deposito's in een vreemde munt.

p. 207

2 3

Effectief deel
opgenomen
-1 046
in OCI


20
deel
opgenomen
in het
resultaat
Niet-effectief
5
0
-3
0
veranderingen
van de
afgedekte
als
basis voor de
berekening van
effectieve deel
van de periode2
-176
624
-123
-3 769
-6
644
-3 254
-167
-18
Rëelewaarde
het niet
-323
-310
1 432
0
0
instrumenten
Waarvan
leerde
gecumu
reëlewaarde
aanpassingen
-684
70
-152
-1 334
0
-122
-4 207
-6
0
-1 432
Totaal inclusief
4 007
14 624
359
14 574
reëlewaarde
veranderingen
683
1 342
0
104 980
23
0
Aangehouden schuldpapier tegen AC
Aangehouden schuldpapier tegen AC
Leningen en voorschotten tegen AC
Leningen en voorschotten tegen AC
Uitgegeven schuldpapier tegen AC
Uitgegeven schuldpapier tegen AC
Aangehouden schuldpapier tegen
Aangehouden schuldpapier tegen
Deposito's tegen AC
Deposito's tegen AC
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
FVOCI
FVOCI
Type
veranderingen van
instrumenten als
basis voor de
berekening van
het niet-effectieve
deel van de
Reëlewaarde
de afdekkings
periode2
-619
0
-619
3 172
82
3 254
177
-13
164
18
Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille
Kasstroomafdekkingen (micro-hedge en ter afdekking van een portefeuille)
Boekwaarde
154
Verplich-
tingen
102
0
102
261
0
261
115
39
505
Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit
Activa
185
0
185
209
310
47
0
47
0
101
Gecontracteerde
bedragen1
Verkocht
123 930
123 930
20 073
1 257
1 807
22 753
0
22 753
0
21 330
Micro-hegde-reëlewaardeafdekkingen
1 204
Aange
kocht
22 753
0
22 753
123 930
1 762
125 692
20 073
21 277
1 755
Hedgingstrategie
Renteswaps
Renteswaps
Renteswaps
renteswaps
renteswaps
renteopties
en
en
en
Valuta-
Valuta-
Valuta-
Totaal3
Totaal
Totaal
Totaal
(in miljoenen euro) Afdekkingsinstrument Afgedekt instrument Invloed op eigen vermogen

Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening –

p. 208

Boekwaarde verplichtingen: afdekkingsinstrumenten voor het grootste deel onder de vorm van deposito's in een vreemde munt.

3

242 Jaarverslag KBC Groep 2023

31-12-2022

  • De Treasury-departementen van de verschillende entiteiten beheren het renterisico. Om de negatieve impact van renteschommelingen te vermijden, worden de looptijden van activa en passiva op de balans aangepast door middel van interest rate swaps en andere derivaten.
  • Wat de verhouding tussen risicobeheer en boekhoudkundige vertaling ervan betreft, krijgt het economische beheer voorrang en worden de risico's afgedekt volgens het algemene ALM-kader. Pas daarna wordt gezocht naar de mogelijkheden om de eventuele boekhoudkundige mismatch die daardoor ontstaat, te beperken door een van de bovengenoemde indekkingstechnieken.
  • De resterende afdekkingsreserves van kasstroomafdekkingen van eventuele afdekkingsrelaties waarvoor hedge accounting niet langer wordt toegepast, bedragen -322 miljoen euro. Het geaccumuleerde bedrag van reëlewaardeafdekkingsveranderingen dat nog resteert in de balans voor alle afgedekte instrumenten die niet meer worden aangepast voor het afdekken van winsten en verliezen, bedraagt -82 miljoen euro. Deze aanpassingen worden geamortiseerd naar winst of verlies.
  • Het verschil tussen de balanspost Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico en de gecumuleerde aanpassingen van de reële waarde naar aanleiding van reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille zoals opgenomen in Toelichting 4.8.2, wordt verklaard door gecumuleerde aanpassingen van de reële waarde met betrekking tot stopgezette reëlewaardeafdekkingstransacties die niet worden opgenomen in Toelichting 4.8.2, maar wel op de balans.
  • De gecumuleerde reëlewaarde-aanpassingen van de afgedekte activa betrokken bij reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille, waren minder negatief in 2023 door de algemene rentedaling. Ook de balanspost Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt voor renterisico, aan de passiefzijde van de balans, was minder negatief om dezelfde reden.
  • Zie ook de paragraaf over hedge accounting in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? en Toelichting 3.3.
Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf (in miljoenen euro) Instroom Uitstroom
Maximaal 3 maanden 34 -79
Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden 52 -103
Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar 115 -213
Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar 202 -401
Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar 335 -625
Meer dan 5 jaar 537 -671

5.0 Toelichtingen bij de andere posten op de balans

Toelichting 5.1: Overige activa

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Totaal 1 691 1 406
Vooruitbetaalde kosten en verkregen opbrengsten 627 561
Overige 1 064 845

Toelichting 5.2: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
ACTUELE BELASTINGEN
Actuele belastingvorderingen 176 174
Actuele belastingverplichtingen 99 150
UITGESTELDE BELASTINGEN 351 689
Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil 1 134 1 568
Personeelsbeloningen 85 78
Fiscaal overgedragen verliezen 103 186
Materiële en immateriële vaste activa 80 77
Voorziening voor risico's en kosten 19 49
Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 207 219
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en
reëlewaardeafdekkingen
92 142
Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en
afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten
445 705
Verplichtingen uit verzekeringscontracten 36 21
Overige, incl. herverzekeringscontracten 68 90
Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil 784 879
Personeelsbeloningen 95 99
Fiscaal overgedragen verliezen 0 0
Materiële en immateriële vaste activa 43 40
Voorziening voor risico's en kosten 9 9
Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 3 3
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en
reëlewaardeafdekkingen
76 129
Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en
afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten
41 50
Verplichtingen uit verzekeringscontracten 467 516
Overige, incl. herverzekeringscontracten 50 32
Netto opgenomen in de balans als volgt
Uitgestelde belastingvorderingen 724 1 001
Uitgestelde belastingverplichtingen 373 312
Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden 117 151
  • Uitgestelde belastingvorderingen worden geboekt voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn op basis van realistische financiële projecties waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt in de nabije toekomst (beperkt tot een periode van 8 à 10 jaar).
  • Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden hebben betrekking op fiscale verliezen van de groepsmaatschappijen die niet werden geactiveerd wegens onvoldoende bewijs van toekomstige belastbare winst. De meeste fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden zijn overdraagbaar gedurende twintig jaar of meer.
  • De nettowijziging van de uitgestelde belastingen (-338 miljoen euro in 2023) is als volgt verdeeld:
    • Wijziging van de uitgestelde belastingvorderingen (-433 miljoen euro), voornamelijk omwille van:
      • nettoafname van uitgestelde belastingvorderingen door wijzigingen in de herwaarderingsreserve van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van nettoinvesteringen in buitenlandse entiteiten (-260 miljoen euro), voor het grootste gedeelte rechtstreeks geboekt in OCI;
      • afname van uitgestelde belastingvorderingen via resultaat (-180 miljoen euro), voornamelijk benutting en afboekingen van fiscaal overgedragen verliezen en provisies voor risico's en kosten, verder versterkt door afname via resultaat bij bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten en financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen.
      • Wijziging van de uitgestelde belastingverplichtingen (-96 miljoen euro), voornamelijk door:
        • afname van uitgestelde belastingverplichtingen bij verplichtingen uit verzekeringscontracten (-49 miljoen euro), voor -120 miljoen euro rechtstreeks geboekt in OCI, deels gecompenseerd onder meer via resultaat;
        • afname van uitgestelde belastingverplichtingen bij financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen (-53 miljoen euro).
  • De uitgestelde belastingvorderingen zoals opgenomen in de balans bevinden zich grotendeels bij KBC Bank, KBC Verzekeringen en ČSOB in Tsjechië.
  • Contingent assets m.b.t. liquidatie Ierland: zie Toelichting 3.11.

Toelichting 5.3: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Totaal 30 32
Overzicht van investeringen inclusief goodwill
IGLUU s.r.o. 2 2
Immoscoop 2.0 BV 0 1
Isabel NV 15 12
Bancontact Payconiq Company NV 7 7
Payconiq International SA 7
Batopin NV 3 1
Overige 2 3
Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Brutobedrag 0 0
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen 0 0
Indeling naar type
Niet-beursgenoteerd 30 32
Beursgenoteerd 0 0
Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
  • Geassocieerde ondernemingen: ondernemingen waarbij KBC een belangrijke invloed uitoefent op het management, maar zonder directe of indirecte, volledige of gezamenlijke controle. KBC heeft over het algemeen een aandeelhouderschap van 20% tot 50% in dergelijke ondernemingen. Joint ventures zijn ondernemingen waarbij KBC gezamenlijke controle uitoefent.
  • Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen en joint ventures: is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures in de balans. We voeren een waardeverminderingstoets uit en boeken indien vereist de nodige bijzondere waardeverminderingen op goodwill (zie tabel).

Toelichting 5.4: Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Materiële vaste activa 3 216 2 989
Vastgoedbeleggingen 571
Huurinkomsten 50
Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd 15
Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd 1
MUTATIETABEL Terreinen en
gebouwen
IT
apparatuur
Overige
uitrusting
Totaal materiële
vaste activa
Vastgoed
beleggingen
2023
Beginsaldo 1 373 130 1 486 2 989 571
Aanschaffingen 106 53 830 988 34
Vervreemdingen -24 0 -242 -266 -82
Afschrijvingen -119 -62 -25 -206 -31
Overige mutaties -30 1 -260 -289 -7
Eindsaldo 1 306 122 1 789 3 216 485
Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen
1 585 479 915 2 979 308
Reële waarde 733
2022
Beginsaldo 1 479 117 1 454 3 050 518
Aanschaffingen 37 68 470 575 85
Vervreemdingen -30 -1 -204 -235 -13
Afschrijvingen -120 -60 -25 -205 -31
Overige mutaties 7 6 -209 -196 12
Eindsaldo 1 373 130 1 486 2 989 571
Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen
1 570 446 876 2 892 376
Reële waarde 827

• Jaarlijkse afschrijvingspercentages: hoofdzakelijk 3% voor gebouwen (inclusief vastgoedbeleggingen), 33% voor ITapparatuur, tussen 5% en 33% voor overige uitrusting. Op terreinen wordt geen afschrijving toegepast.

  • Er bestaan beperkte verplichtingen (ongeveer 0,4 miljard euro) voor de verwerving van materiële vaste activa. Er bestaan geen belangrijke beperkingen op eigendom en materiële vaste activa die als zekerheid dienen voor verplichtingen.
  • De meeste vastgoedbeleggingen worden periodiek gewaardeerd door een onafhankelijke expert en jaarlijks door eigen specialisten in die materie. Die waardering is hoofdzakelijk gebaseerd op de kapitalisatie van de geschatte huurwaarde en eenheidsprijzen van soortgelijke onroerende goederen. Daarbij houden we rekening met alle marktparameters die beschikbaar zijn op de datum van de schatting (onder meer ligging en marktsituatie, bouwwijze en constructie, staat van onderhoud en bestemming).
  • Eigen specialisten waarderen jaarlijks een aantal andere vastgoedbeleggingen en baseren zich daarbij op de actuele jaarhuur per gebouw en de verwachte ontwikkeling ervan, en op een geïndividualiseerde kapitalisatievoet per gebouw.
  • De impact van de zware overstromingen en de andere bijzondere weersomstandigheden in 2023 en 2022 op de (waardeverminderingen op) materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen (in casu ons kantorennetwerk) was niet wezenlijk. Voor informatie met betrekking tot klimaat- en andere ESG-risico's: zie het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
  • De impact van onze eigen activiteiten als bank-verzekeraar op het milieu is, zeker in vergelijking met industriële bedrijven en met onze indirecte impact via onder meer kredietverlening, zeer beperkt. Het betreft dan voornamelijk onze gebouwen en voertuigen (woon-werkverkeer). Niettemin berekenen we ook onze directe eigen broeikasgasimpact en hanteren daarvoor ook bepaalde doelstellingen. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Focus op het klimaat en het milieu. De commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd. Meer details vindt u in ons Climate Report en ons Sustainability Report, op www.kbc.com.

Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa

(in miljoenen euro) Goodwill Intern
ontwik
kelde
software
Extern
ontwikkelde
software
Overige Totaal
2023
Beginsaldo 1 346 719 250 16 2 331
Aanschaffingen 0 271 87 11 370
Vervreemdingen 0 0 0 -2 -2
Afschrijvingen 0 -113 -64 -2 -179
Overige mutaties -106 -48 -7 -3 -164
Eindsaldo 1 240 829 266 20 2 355
Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 369 806 909 31 2 115
2022
Beginsaldo 913 559 263 13 1 749
Aanschaffingen 438 262 73 9 783
Vervreemdingen 0 0 -1 -3 -4
Afschrijvingen 0 -90 -78 -1 -169
Overige mutaties -6 -12 -8 -2 -28
Eindsaldo 1 346 719 250 16 2 331
Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 260 646 836 56 1 797
  • Goodwill: omvat de goodwill betaald op ondernemingen uit de consolidatiekring en betaald bij de overname van activiteiten. Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen in de balans.
  • Goodwill met betrekking tot recente overnames: zie Toelichting 6.6.
  • Waardeverminderingstoets: we voerden die waardeverminderingstoets uit om na te gaan of er waardeverminderingen op goodwill moesten worden geboekt (zie tabel en Toelichting 3.9). We voeren de waardeverminderingstoets minstens jaarlijks uit. Bovendien voeren we op kwartaalbasis een high level assessment uit om na te gaan of er een indicatie voor waardevermindering bestaat. In die toets beschouwen we elke entiteit als een aparte kasstroom genererende eenheid (KGE). De entiteiten op zich hebben een specifiek risicoprofiel en binnen de entiteiten zelf komen in veel mindere mate verschillende profielen voor.
  • Bijzondere waardeverminderingen op goodwill als gevolg van de toepassing van IAS 36: nemen we in het resultaat op als het realiseerbare bedrag van een investering lager is dan de boekwaarde ervan. Het realiseerbare bedrag bepalen we als het hoogste van de bedrijfswaarde (bepaald op basis van de DCF-methode (DCF staat voor Discounted Cash Flow)) en de reële waarde (via multipele analyse en dergelijke) min directe verkoopkosten.
  • De voornaamste groepsmaatschappijen waarop de goodwill betrekking heeft, vindt u in de tabel. Ze werden allemaal gewaardeerd op basis van de DCF-methode. Bij de DCF-methode wordt het realiseerbare bedrag van een investering berekend als de huidige waarde van alle toekomstige vrije kasstromen van het bedrijf. Daarbij gaan we uit van langetermijnprognoses over de activiteit van de onderneming en de daaruit resulterende kasstromen (enerzijds gaat het om voorspellingen voor een aantal jaren in de toekomst, anderzijds om de restwaarde van het bedrijf na die expliciete voorspellingsperiode). Die langetermijnprognoses zijn het resultaat van een combinatie van een beoordeling van de vroegere en huidige prestaties, en externe informatiebronnen inzake toekomstige ontwikkelingen in de respectieve markten en de globale macro-economische omgeving. Waar in de onderliggende financiële prognoses rekening gehouden wordt met elementen van en producten/projecten inzake duurzaamheid, heeft dat bijgevolg ook een invloed op de waardering. De uiteindelijke groeivoet bepalen we op basis van het langetermijngemiddelde van de groei van de markt. De huidige waarde van die toekomstige kasstromen berekenen we door een samengestelde discontovoet toe te passen. We bepalen de samengestelde discontovoet aan de hand van de CAPM-theorie (Capital Asset Pricing Model) en gebruiken daarbij een landenspecifieke risicovrije rente, samen met een marktrisicopremie (vermenigvuldigd met een activiteitsafhankelijke bèta). Binnen KBC hebben we twee specifieke DCF-modellen ontwikkeld: een bankmodel en een verzekeringsmodel. In beide gevallen beschouwen we als vrije kasstromen de dividenden die kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van het bedrijf, rekening houdend met de reglementaire vereisten voor het minimumkapitaal.

Discontovoeten over de expliciete periode

p. 214

Uitstaande goodwill van kasstroomprognose heen
(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2022
K&H Bank 181 173 15,2% – 13,7% 17,3% – 13,3%
ČSOB (Tsjechië) 252 259 13,0% – 12,8% 13,9% – 12,8%
ČSOB Stavební sporitelna 66 176 13,0% – 12,8% 13,2% – 12,8%
United Bulgarian Bank 546 544 13,3% – 12,5% 12,5% – 12,2%
DZI Insurance 75 75 11,2% – 10,4% 10,5% – 8,1%
KBC Commercial Finance 21 21 12,0% 9,9%
Pension Insurance Company UBB 56 56 8,3% – 8,4% 9,3% – 9,1%
Rest 42 42
Totaal 1 240 1 346

• De periode waarop de kasstroombudgetten en prognoses betrekking hebben, is in de meeste gevallen 10 jaar. We gebruiken die langere periode vanwege de huidige sterke groei in de Centraal- en Oost-Europese landen waarbij de verwachting is dat op langere termijn de groeivoet evolueert naar een meer gematigd niveau.

• Het gebruikte groeipercentage voor de extrapolatie van de kasstroomprognoses na die periode is gelijk aan de verwachte langetermijngroei van het bruto binnenlands product. Dat laatste is afhankelijk van het land en bedroeg in 2023 tussen 3,2% en 4,7% (2022: ook tussen 3,2% en 4,7%).

• We voerden geen gevoeligheidsanalyse uit voor die entiteiten waarvoor het overschot van de realiseerbare waarde op de boekwaarde zo aanzienlijk is dat geen redelijke verandering in de hoofdparameters ertoe zou leiden dat de realiseerbare waarde gelijk is aan of kleiner wordt dan de boekwaarde. In de tabel vindt u voor de andere entiteiten een indicatie van de impact van redelijke veranderingen in hoofdparameters op bijzondere waardeverminderingen op goodwill.

Sensitiviteit inzake redelijke veranderingen
(in miljoenen euro)*
1,0%verhoging
in discontovoet
1,0% verhoging in beoogde
solvabliteitsratio
5% daling
in jaarlijkse nettowinst
United Bulgarian Bank -164 -109 -98
ČSOB Stavební sporitelna -9 -9 -12

* De impact van de veranderingen worden ceteris paribus berekend.

Toelichting 5.6: Verzekeringen – balans

Toelichting 5.6.1: Verdeling van vorderingen en verplichtingen m.b.t. (her)verzekeringscontracten

(in miljoenen euro) 2023 2022
Totaal PAA BBA VFA Totaal PAA BBA VFA
Leven
Afgestane herverzekeringsvorderingen 0 0 0 0
Verplichtingen uit verzekeringscontracten 13 862 55 12 878 928 13 444 52 12 600 792
LRC (verplichting uit hoofde van resterende dekking) 13 674 2 12 762 910 13 268 2 12 491 775
Tak 23 798 0 798 675 0 675
Tak 21 12 651 2 12 650 12 383 2 12 381 0
Hybride 225 0 112 112 210 0 110 100
Aangenomen herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0
LIC (verplichting uit hoofde van ontstane claims) 188 53 116 18 176 50 109 17
Tak 23 13 0 13 12 0 12
Tak 21 153 53 99 142 50 92
Hybride 21 0 17 4 22 0 17 5
Aangenomen herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0
Activa voor aanschaffingskosten 0 0 0 0 0 0 0 0
Niet-leven
Afgestane herverzekeringsvorderingen 64 64 55 55
Verplichtingen uit verzekeringscontracten 2 922 2 716 206 2 714 2 462 252
LRC (verplichting uit hoofde van resterende dekking) 701 512 190 676 439 238
Personenverzekering 205 16 190 253 16 238
Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen 160 160 145 145
Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen 25 25 24 24
Casco 96 96 81 81
Zaakschade, andere dan casco 216 216 173 173
Aangenomen herverzekering 0 0 0 -1 -1 0
LIC (verplichting uit hoofde van ontstane claims) 2 220 2 204 16 2 038 2 024 14
Personenverzekering 610 594 16 544 530 14
Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen 863 863 771 771
Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen 357 357 358 358
Casco 53 53 42 42
Zaakschade, andere dan casco 319 319 306 306
Aangenomen herverzekering 18 18 0 17 17 0
Activa voor aanschaffingskosten 0 0 0 0 0 0
  • Verplichtingen uit verzekeringscontracten houden verband met verzekeringscontracten en beleggingscontracten met discretionaire winstdeling. Verplichtingen uit beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling worden gewaardeerd tegen reële waarde. Ze hebben betrekking op tak 23-contracten, die zijn opgenomen onder financiële verplichtingen (zie Toelichting 4.1).
  • De LRC (behalve PAA) wordt berekend op basis van verschillende veronderstellingen. Bij het maken van deze veronderstellingen is beoordelingsvermogen vereist en ze zijn gebaseerd op verschillende interne en externe informatiebronnen. Deze verplichtingen worden over het algemeen berekend aan de hand van veronderstellingen die van toepassing waren bij het afsluiten van de verzekeringscontracten en bepalen als zodanig de CSM bij eerste opname. De belangrijkste veronderstellingen zijn:

    • vervalassumpties zowel op contract- als op premieniveau alsook de ziekte- en sterftecijfers, gebaseerd op de standaardsterftetabellen en aangepast waar nodig op basis van de eigen ervaring van de groep;
    • veronderstellingen over de exploitatiekosten die de verwachte kosten weerspiegelen voor het onderhouden en uitvoeren van bestaande polissen en de bijbehorende overheadkosten die als rechtstreeks toerekenbaar worden beschouwd. Kosten worden als rechtstreeks toerekenbaar beschouwd als ze worden gemaakt in het kader van het uitvoeren van verzekeringsactiviteiten voor lopende contracten;
    • veronderstellingen kunnen verschillen naargelang het soort verzekering, de generatie van contracten (voornamelijk het moment van sluiting van het contract en de toepasselijke voorwaarden) en het land. Daardoor is het onmogelijk deze veronderstellingen te kwantificeren voor de hele groep.
  • Veronderstellingen voor de LIC zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden met claims, schade-uitkeringen en schaderegelingskosten, gecorrigeerd om rekening te houden met factoren als de verwachte marktontwikkeling, inflatie in schadegevallen en externe factoren zoals gerechtelijke uitspraken, wetgeving en discontering.

  • Voor contracten die meerdere diensten aanbieden, d.w.z. verzekeringsdekking, beleggingsrendementsdiensten en beleggingsbeheerdiensten, worden 'multivariabele dekkingseenheden' gebruikt, waarbij (a) dekkingseenheden worden bepaald op basis van de afzonderlijke individuele uitkeringscomponenten en (b) aan elke component een weging wordt toegekend die een passend niveau van dienstverlening weergeeft. Dergelijke wegingen weerspiegelen op passende wijze de vrijval van CSM op basis van de hoeveelheid voordelen die worden geboden voor elke dienst. Analoog aan de dekkingseenheden worden ook deze wegingen aan het einde van elke verslagperiode opnieuw beoordeeld.
  • Dekkingseenheden hebben een positieve waarde en hun bodemgrens ligt op nul. Als het aantal dekkingseenheden in een bepaalde periode nul is, wordt geen CSM toegerekend aan de winst-en-verliesrekening, aangezien in die periode geen diensten zijn verleend. Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer er wachtperiodes in contracten zijn opgenomen. In dergelijke gevallen is het contract door de verzekeringnemer ondertekend, maar is er een verplichte wachttijd voordat de klant de verzekeringsdekking geniet.
  • Het bepalen van IFRS 17-portefeuilles is een lokale beslissing, genomen door elke verzekeringsentiteit van de KBC-groep. Ze is landspecifiek en wordt bepaald door de lokale productmix en de manier waarop het verzekeringsbedrijf lokaal wordt beheerd. De tabel geeft een high-level uitsplitsing per product.
  • Bij hybride producten kan de verzekeringnemer binnen hetzelfde contract, dat een aanzienlijk verzekeringsrisico dekt, overstappen van de tak 23- naar de tak 21-component en omgekeerd.
  • De LRC BBA Niet-leven (238 miljoen euro in 2022, 190 miljoen euro in 2023) vertegenwoordigt de LRC in ziekteverzekeringen (als onderdeel van personenverzekeringen), omdat dat meestal langetermijncontracten zijn en ze daarom worden gewaardeerd volgens de BBA. De LIC PAA Niet-leven m.b.t. personenverzekering (530 miljoen euro in 2022, 594 miljoen euro in 2023) vertegenwoordigt de ontstane claims binnen personenverzekeringen met betrekking tot de arbeidsongevallenverzekering, die gewoonlijk over een lange periode worden afgewikkeld.
  • De meeste herverzekeringsprogramma's beschermen tegen de invloed van uitzonderlijk grote verliezen of de opeenstapeling van verliezen. Daarom is het herverzekeringsresultaat niet van dezelfde grootteorde als het directe verzekeringsresultaat, wat betekent dat de veranderingen in herverzekeringsvorderingen beperkt zijn.
  • De volgende rentecurves worden gebruikt om kasstromen te verdisconteren die niet variëren op basis van het rendement van onderliggende posten. Aangezien deze bottom-upverdisconteringscurves niet entiteitsgebonden maar valuta-afhankelijk zijn, worden er voor elke munt twee curves opgenomen, één met volatiliteitsaanpassing en één zonder (deze laatste wordt gebruikt voor VFA-verplichtingen, de eerste voor alle andere verplichtingen waarvoor bottom-upcurves worden gebruikt).
Munt Illiquiditeitspremie Looptijd van de portefeuille
1 jaar 5 jaar 10 jaar 20 jaar
2023
EUR Met volatiliteitsaanpassing 3,14% 2,51% 2,96% 2,34%
Zonder volatiliteitsaanpassing 2,92% 2,29% 2,74% 2,13%
CZK Met volatiliteitsaanpassing 4,83% 3,19% 3,70% 3,98%
Zonder volatiliteitsaanpassing 4,67% 3,03% 3,54% 3,82%
HUF Met volatiliteitsaanpassing 5,55% 5,25% 6,29% 5,49%
Zonder volatiliteitsaanpassing 5,44% 5,14% 6,18% 5,38%
BGN Met volatiliteitsaanpassing 3,16% 2,50% 3,00% 2,43%
Zonder volatiliteitsaanpassing 3,16% 2,50% 3,00% 2,43%
2022
EUR Met volatiliteitsaanpassing 4,77% 3,26% 3,36% 1,87%
Zonder volatiliteitsaanpassing 4,56% 3,05% 3,15% 1,69%
CZK Met volatiliteitsaanpassing 7,92% 4,46% 4,51% 6,04%
Zonder volatiliteitsaanpassing 7,61% 4,16% 4,21% 5,70%
HUF Met volatiliteitsaanpassing 13,96% 7,21% 8,52% 9,40%
Zonder volatiliteitsaanpassing 13,77% 7,04% 8,34% 9,22%
BGN Met volatiliteitsaanpassing 5,27% 3,57% 3,67% 1,97%
Zonder volatiliteitsaanpassing 5,27% 3,57% 3,67% 1,97%

p. 216

Rentecurve gebruikt om kasstromen te verdisconteren die niet variëren op basis van onderliggende posten; bottom-upmethode

Toelichting 5.6.2: Wijzigingen in verplichtingen uit levensverzekeringscontracten

(in miljoenen euro) Verplichtingen uit hoofde van
resterende dekking
Verplichtingen uit hoofde van Totaal
Excl.
Verliescomponent
Verliescomponent Contracten niet
gewaardeerd
Contracten gewaardeerd
volgens PAA
volgens PAA
Contante
waarde van
Risico
toekomstige
aanpassing
kasstromen
2023
Openingsbalans 13 258 10 126 47 3 13 444
Verzekeringstechnisch resultaat -381 -2 218 16 1 -149
Verzekeringsinkomsten
BBA + VFA per overgangsmethode
-399
-370




-399
-370
Herziene retrospectieve benadering -10 -10
Reëlewaardebenadering -267 -267
Overige
PAA
-93
-30




-93
-30
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 19 -2 218 16 1 251
Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van beleggingscomponenten) -1 156 13 1 169
Gemaakte kosten andere dan claims 0 -7 92 2 87
Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op
toekomstige diensten –
verliezen op en terugname van verliezen op
verlieslatende contracten
19

6



19
6
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op -30 1 1 -30
diensten in het verleden
Beleggingscomponenten
-1 284 1 284 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 815 0 3 3 0 821
In winst-en-verliesrekening 281 0 1 0 0 283
In OCI 534 0 2 3 0 538
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten
-850 -2 1 505 19 1 672
Totaal kasstromen 1 271 -1 497 -16 -242
Ontvangen premies 1 401 1 401
Betaalde claims
Andere kosten dan betaalde claims
-1 404
-92
-14
-2
-1 419
-94
Betaalde acquisitiekosten
-130


-130
Overige -12 0 0 0 0 -13
Slotbalans 13 667 7 134 50 3 13 862
2022
Openingsbalans 16 576 76 138 56 2 16 847
Verzekeringstechnisch resultaat -361 -73 219 16 1 -198
Verzekeringsinkomsten -372 -372
BBA + VFA per overgangsmethode -343 -343
Herziene retrospectieve benadering -11 -11
Reëlewaardebenadering -263
-69




-263
-69
Overige
PAA
-29 -29
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 12 -73 219 16 1 174
Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van beleggingscomponenten) -1 160 14 0 173
Gemaakte kosten andere dan claims 0 -6 84 3 0 81
Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op
toekomstige diensten –
verliezen op en terugname van verliezen op
verlieslatende contracten
12

-67



12
-67
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op -25 -1 -1 -25
diensten in het verleden
Beleggingscomponenten
-1 606 1 606 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten -2 510 7 -10 -8 0 -2 521
In winst-en-verliesrekening 91 0 1 0 0 92
In OCI -2 601 7 -12 -8 0 -2 614
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten
-4 477 -66 1 815 8 1 -2 719
Totaal kasstromen 1 151 -1 827 -17 0 -692
Ontvangen premies 1 259 1 259
Betaalde claims
Andere kosten dan betaalde claims


-1 742
-84
-14
-3

-1 756
-87
Betaalde acquisitiekosten -108 -108
Overige 8 0 0 0 0 8
Slotbalans 13 258 10 126 47 3 13 444
  • Bij de overgang van IFRS 4 naar IFRS 17 heeft KBC voor recente jaren de volledige retroactieve benadering (Full Retrospective Approach, FRA) toegepast. De FRA toepassen voor niet-recente jaren is niet haalbaar door ofwel een gebrek aan historische gegevens (data en hypothesen), ofwel de hoge kosten om informatie uit het verleden beschikbaar te maken voor FRAovergangsberekeningen. Waar de FRA praktisch niet haalbaar is, werd hoofdzakelijk de reëlewaardebenadering (Fair Value Approach, FVA) toegepast om de CSM op de overgangsdatum te bepalen. De herziene retrospectieve benadering (Modified Retrospective Approach, MRA) wordt zelden toegepast, omdat die overgangsbenadering te ingewikkeld is en de kosten niet opwegen tegen de voordelen. KBC berekent een reële waarde volgens IFRS 13 op basis van de IFRS 17-kasstromen en past vervolgens enkele veronderstellingen of parameters aan. De aanpassingen hebben betrekking op het opnemen in de reële waarde volgens IFRS 13 van de totale kosten, d.w.z. inclusief niet-rechtstreeks toerekenbare kosten, en op het opnemen van een risicopremie die niet alleen niet-financiële risico's dekt, maar ook systeem- en integratiekosten en kapitaalfinancieringskosten. Alle afgelopen jaren worden samengevoegd tot één cohort voor de FVAovergangsberekeningen. De FVA CSM vloeit voort uit verschillen in kosten en risicomarge tussen de IFRS 17- en IFRS 13 waarderingsmethoden. Het OCI-bedrag op de overgangsdatum volgens de FVA wordt bepaald in overeenstemming met de overgangsvrijstellingen waarin IFRS 17 voorziet.
  • Mutatie in verplichtingen uit verzekeringscontracten in 2023:
    • Door de daling van de marktrentes in de loop van 2023 wordt in OCI een kost van 538 miljoen euro vóór belastingen erkend, aangezien KBC voor alle portefeuilles binnen de groep de keuze heeft gemaakt om in zijn financiële verslaggeving de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten uit te splitsen over winst-en-verliesrekening en OCI.
    • De verandering in de beleggingscomponent van 1 284 miljoen euro van LRC naar LIC geeft de bedragen weer van contracten die op vervaldag komen of vervallen zijn.
  • Mutatie in verplichtingen uit verzekeringscontracten in 2022:
    • Door de stijging van de marktrentes in de loop van 2022 wordt in OCI een winst van 2 614 miljoen euro vóór belastingen erkend, aangezien KBC voor alle portefeuilles binnen de groep de keuze heeft gemaakt om in zijn financiële verslaggeving de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten uit te splitsen over winst-en-verliesrekening en OCI. Het resultaat uit hoofde van levensverzekeringsdiensten werd positief beïnvloed door een nettoterugname van een verliescomponent voor een bedrag van 67 miljoen euro.
    • De verandering in de beleggingscomponent van 1 606 miljoen euro van LRC naar LIC geeft de bedragen weer van contracten die op vervaldag komen of vervallen zijn.
  • Bij de overgang naar IFRS 17 heeft KBC voornamelijk de reëlewaardebenadering toegepast. Daarom zijn de geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie laag, aangezien ze niet zijn geschat volgens de reëlewaardebenadering (d.w.z. de prospectieve benadering).
  • De levensverzekeringscontracten zijn meestal langetermijncontracten en worden daarom gewaardeerd volgens de BBA of VFA. Deze laatste wordt alleen toegepast bij de Centraal- en Oost-Europese entiteiten voor tak 23-contracten of hybride producten, omdat die verkochte contracten verplicht een dekking van verzekeringsrisico's bevatten.
  • Sommige verzekeringscontracten kunnen bedragen vermelden die betaalbaar zijn wanneer zich geen verzekerde gebeurtenis voordoet, en onder alle omstandigheden terugbetaalbaar zijn en in die zin een beleggingscomponent bevatten. Om de beleggingscomponent te bepalen, moet een onderzoek worden gevoerd op basis van de kenmerken van het contract. Binnen KBC worden alleen beleggingscomponenten geïdentificeerd binnen levensverzekeringen, zoals levenslange overlijdensdekking. Wanneer een verzekeringscontract afkoop toestaat, wordt de brutoafkoopwaarde beschouwd als een beleggingscomponent. Eventuele afkoopkosten naar aanleiding van de afkoop worden beschouwd als verzekeringscomponenten.

Toelichting 5.6.3: Wijzigingen in verplichtingen uit schadeverzekeringscontracten

(in miljoenen euro) Verplichtingen uit hoofde van
resterende dekking
Verplichtingen uit hoofde van Totaal
Excl.
Verliescomponent
Verliescomponent Contracten niet
gewaardeerd
volgens PAA
Contracten gewaardeerd
volgens PAA
Contante
waarde van
toekomstige
kasstromen
Risico
aanpassing
2023
Openingsbalans 675 1 14 1 802 222 2 714
Verzekeringstechnisch resultaat -1 789 0 28 1 343 7 -410
Verzekeringsinkomsten -2 280 -2 280
BBA per overgangsmethode
Herziene retrospectieve benadering
-36
0




-36
0
Reëlewaardebenadering -29 -29
Overige
PAA
-7
-2 244




-7
-2 244
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 491 0 28 1 343 7 1 869
Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van
beleggingscomponenten) 0 -1 26 1 091 62 1 178
Gemaakte kosten andere dan claims
Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie
1
490
0
3
219
0
223
490
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op
verliezen op en terugname van verliezen
toekomstige diensten –
op verlieslatende contracten
1 1
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op 0 33 -55 -22
diensten in het verleden
Beleggingscomponenten
0 0 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten
In winst-en-verliesrekening
-48
0
0
0
1
0
89
27
12
4
54
30
In OCI -48 0 0 63 8 24
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten
-1 837 0 29 1 433 19 -356
Totaal kasstromen 1 862 -27 -1 288 547
Ontvangen premies
Betaalde claims
2 357


-24

-1 070

2 357
-1 094
Andere kosten dan betaalde claims -3 -218 -221
Betaalde acquisitiekosten -496 -496
Overige 1 0 0 17 0 18
Slotbalans 700 1 16 1 964 240 2 922
2022
Openingsbalans 795 1 15 1 988 266 3 065
Verzekeringstechnisch resultaat -1 608 0 24 1 273 -16 -328
Verzekeringsinkomsten -2 049 -2 049
BBA per overgangsmethode -35
0
-35
0
Herziene retrospectieve benadering
Reëlewaardebenadering
-30



-30
Overige -5 -5
PAA -2 013 -2 013
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten
Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van
441 0 24 1 273 -16 1 721
beleggingscomponenten) -1 21 1 098 65 1 183
Gemaakte kosten andere dan claims -1
441
0 3 214 0 216
441
Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op
verliezen op en terugname van verliezen
toekomstige diensten –
op verlieslatende contracten

1



1
Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op 0 -38 -81 -120
diensten in het verleden
Beleggingscomponenten
0 0 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten -131 0 -2 -253 -28 -413
In winst-en-verliesrekening -2 0 0 5 1 4
In OCI -129 0 -1 -258 -29 -417
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten
-1 739 0 22 1 020 -44 -741
Totaal kasstromen 1 620 -23 -1 208 388
Ontvangen premies
Betaalde claims
2 074


-20

-995

2 074
-1 015
Andere kosten dan betaalde claims -3 -214 -216
Betaalde acquisitiekosten -454 -454
Overige -1 0 0 2 0 2
Slotbalans 675 1 14 1 802 222 2 714
  • In Niet-leven past KBC meestal de PAA toe, aangezien de dekkingsperiode 1 jaar of minder is.
  • De kosten van uitstaande claims zijn gebaseerd op ervaringen met claims in het verleden om de ontwikkeling van toekomstige claims te voorspellen. Deze methoden extrapoleren de ontwikkeling van betaalde en geleden verliezen, de gemiddelde kosten per schadegeval (inclusief schaderegelingskosten) en het aantal schadegevallen op basis van de waargenomen schadeontwikkeling van voorgaande jaren en de ratio van verwachte verliezen. Historische claims worden voornamelijk geanalyseerd per ongevalsjaar. Grote claims worden apart behandeld.
  • Schattingen van schaderecuperaties en vergoedingen uit indeplaatsstelling worden in aanmerking genomen bij het bepalen van de uiteindelijke schadekosten.

p. 220

• Er wordt momenteel geen actief voor met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen erkend.

Toelichting 5.6.4: Veranderingen in componenten van verplichtingen uit levensverzekeringscontracten (BBA, VFA)

(in miljoenen euro) Contante
waarde van
toekomstige
kasstromen
(incl. LIC)
Risico
aanpassing
(incl. LIC)
Contractuele dienstenmarge Totaal
verplichtingen
uit
verzekerings
contracten
Verzekeringscon
tracten die
bestonden op de
overgangsdatum,
herziene
retrospectieve
benadering
Verzekeringscon
tracten die
bestonden op de
overgangsdatum,
reëlewaarde
benadering
Overige
verzekerings
contracten
2023
Openingsbalans 11 378 112 45 1 377 480 13 393
Verzekeringstechnisch resultaat -390 47 -1 8 198 -139
Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten
Nieuwe contracten
-399
-161
56
17
4
120
224
150
5
6
Schattingswijzigingen gereflecterd in de CSM -238 39 4 120 74 -1
Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en
terugnemingen op verlieslatende contracten
0 0 0
Veranderingen i.v.m. lopende diensten 38 -8 -5 -113 -26 -113
CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening 0 -5 -113 -26 -143
Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht) 0 -8 -8
Ervaringsaanpassingen
Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane
claims i.v.m. in het verleden verleende diensten
38
-29

-2



38
-30
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten 809 -7 1 9 7 818
In winst-en-verliesrekening 264 2 1 9 7 283
In OCI 544 -9 535
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten
418 40 0 16 205 679
Totaal kasstromen -252 -252
Ontvangen premies 1 371 1 371
Betaalde claims
Andere kosten dan betaalde claims
-1 404
-92




-1 404
-92
Betaalde acquisitiekosten -126 -126
Overige veranderingen -7 -1 2 -6 -1 -14
Slotbalans 11 538 152 47 1 387 683 13 807
2022
Openingsbalans 15 426 110 55 981 215 16 787
Verzekeringstechnisch resultaat -831 4 -7 382 263 -189
Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten -842 13 -2 476 288 -67
Nieuwe contracten -126 14 135 23
Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM -626 0 -2 476 152 0
Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en
terugnemingen op verlieslatende contracten
-90 0 -90
Veranderingen i.v.m. lopende diensten 33 -8 -5 -94 -24 -98
CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening -5 -94 -24 -123
Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht)
Ervaringsaanpassingen

33
-8



-8
33
Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane
claims i.v.m. in het verleden verleende diensten
-23 -2 -25
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten -2 519 -2 1 6 1 -2 513
In winst-en-verliesrekening 83 2 1 6 1 92
In OCI -2 602 -4 -2 606
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten
-3 350 1 -7 389 264 -2 702
Totaal kasstromen -700 -700
Ontvangen premies 1 231 1 231
Betaalde claims
Andere kosten dan betaalde claims
-1 742
-84




-1 742
-84
Betaalde acquisitiekosten -105 -105
Overige veranderingen 2 1 -3 7 1 8
Slotbalans 11 378 112 45 1 377 480 13 393
  • Het bedrag dat in de winst-en-verliesrekening wordt opgenomen als CSM-vrijval wordt bepaald door:
    • de dekkingseenheden in de groep te identificeren. Het aantal dekkingseenheden in een groep is de omvang van de diensten die de verzekeraar verleent uit hoofde van de contracten in de groep contracten (GC) en wordt bepaald door voor elk contract de omvang van de uitkeringen waarin het contract voorziet en de verwachte periode van de dekking in aanmerking te nemen;
    • het toewijzen van de CSM aan het einde van de periode in gelijke mate aan elke dekkingseenheid die in de huidige periode is verleend en naar verwachting in de toekomst zal worden verleend, en het opnemen in de winst-en-verliesrekening van het bedrag dat is toegewezen aan dekkingseenheden die aan de huidige periode zijn toegewezen.
  • Belangrijkste veranderingen in 2023: er waren geen belangrijke uitzonderlijke wijzigingen.
  • Belangrijkste veranderingen in 2022: de nettomutatie in de verliescomponent bedroeg 67 miljoen euro en was voornamelijk toe te schrijven aan (i) nieuwe contracten in 2022 waarvoor een verliescomponent van -24 miljoen euro werd opgenomen en (ii) een terugboeking van een verliescomponent van 90 miljoen euro als gevolg van stijgende rentevoeten, wat resulteert in een hogere marge die naar verwachting zal worden verdiend op toekomstige premies. De stijgende rentevoeten waren ook de voornaamste reden voor de stijging van 626 miljoen euro in de CSM, omdat er meer marge wordt verwacht op toekomstige premies.

Toelichting 5.6.5: Veranderingen in componenten van verplichtingen uit schadeverzekeringscontracten (BBA)

(in miljoenen euro) Contante
waarde van
toekomstige
kasstromen
(incl. LIC)
Risico
aanpassing
(incl. LIC)
Contractuele dienstenmarge Totaal
verplichtingen uit
verzekerings
contracten
Verzekeringscontracten
die bestonden op de
overgangsdatum,
reëlewaardebenadering
Overige verzekerings
contracten
2023
Openingsbalans 17 75 93 67 252
Verzekeringstechnisch resultaat 11 16 -41 7 -7
Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten 9 19 -38 10 0
Nieuwe contracten -18 1 17 0
Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM
Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en
27
0
17
0
-38
-7
0
0
terugnemingen op verlieslatende contracten
Veranderingen i.v.m. lopende diensten 2 -3 -3 -4 -7
CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening -3 -4 -6
Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht)
Ervaringsaanpassingen

2
-3


-3
2
Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane
claims i.v.m. in het verleden verleende diensten
0 0 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten -29 -19 0 1 -48
In winst-en-verliesrekening 0 0 0 1 0
In OCI -28 -19 -48
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten
-17 -4 -41 7 -54
Totaal kasstromen 8 8
Ontvangen premies 43 43
Betaalde claims -24 -24
Andere kosten dan betaalde claims -3 -3
Betaalde acquisitiekosten -7 -7
Overige veranderingen 0 0 0 0 0
Slotbalans 8 71 52 74 206
2022
Openingsbalans 136 117 96 36 386
Verzekeringstechnisch resultaat -36 -3 -3 31 -11
Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten -36 1 2 34 0
Nieuwe contracten -18 1 17 0
Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM
Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en
-19
0
0
0
2
17
0
0
terugnemingen op verlieslatende contracten
Veranderingen i.v.m. lopende diensten
0 -4 -5 -3 -11
CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening -5 -3 -8
Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht) -4 -4
Ervaringsaanpassingen 0 0
Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane
claims i.v.m. in het verleden verleende diensten
0 0 0
Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten -93 -39 0 0 -132
In winst-en-verliesrekening -1 0 0 0 -2
In OCI -92 -39 -131
Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten
-129 -42 -3 30 -144
Totaal kasstromen 9 9
Ontvangen premies 39 39
Betaalde claims
Andere kosten dan betaalde claims
-20
-3



-20
-3
Betaalde acquisitiekosten -6 -6
Overige veranderingen 0 0 0 0 0
Slotbalans 17 75 93 67 252
  • In Niet-leven wordt de BBA toegepast op 'individuele ziekteverzekeringen'.
  • De daling van 48 miljoen euro van de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten via OCI in 2023 wordt verklaard door de stijging van de discontocurve op lange termijn (op meer dan 20 jaar). De daling van 131 miljoen euro in 2022 wordt verklaard door de scherpe stijging van de disconteringscurve tijdens het eerste halfjaar. Kenmerkend voor de portefeuille hospitalisatie is de hogere impact van rentebewegingen op de kasuitstromen dan op de kasinstromen. De hospitalisatiepremies zijn genivelleerd (constante kasinstroom tijdens de looptijd van het contract) en de schadeclaims stijgen naarmate de verzekerde ouder wordt (kasuitstroom meer naar het einde van het contract toe).

Toelichting 5.6.6: Nieuwe contracten van het jaar (BBA/VFA)

Uitgegeven
(in miljoenen euro) (her-)verzekeringscontracten (her-)verzekeringscontracten Totaal
Niet
verlieslatend
Verlieslatend Niet
verlieslatend
Verlieslatend
2023
Schattingen van de contante waarde van uitstromen van kasmiddelen 1 194 212 0 0 1 406
Verwachte claims 1 034 171 0 0 1 205
Verwachte overige lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 63 19 0 0 82
Met de acquisitie van verzekeringen verband houdende
kasstromen
97 22 0 0 119
Schattingen van de contante waarde van instromen van kasmiddelen -1 378 -207 0 0 -1 585
Risicoaanpassing voor niet-financieel risico 16 2 0 0 18
Contractuele dienstenmarge 166 - 0 0 166
Toename van verplichtingen uit verzekeringscontracten:
verliescomponent
7 0 7
2022
Schattingen van de contante waarde van uitstromen van kasmiddelen 781 440 0 0 1 221
Verwachte claims 657 375 0 0 1 032
Verwachte overige lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 41 43 0 0 84
Met de acquisitie van verzekeringen verband houdende
kasstromen
83 22 0 0 105
Schattingen van de contante waarde van instromen van kasmiddelen -946 -419 0 0 -1 365
Risicoaanpassing voor niet-financieel risico 12 3 0 0 15
Contractuele dienstenmarge 152 0 152
Toename van verplichtingen uit verzekeringscontracten:
verliescomponent
24 0 24

• In 2022 was het lagerenteklimaat aan het begin van het jaar de belangrijkste verklaring voor de verkoop van verlieslatende producten. De stijgende rentevoeten verbeterden de algehele winstgevendheid van nieuwe contracten (verzekeringen en de financiële marge) tijdens het jaar.

Toelichting 5.6.7: Toekomstige opname van CSM m.b.t. verzekeringscontracten in de winst-en-verliesrekening (aan het einde van de verslagperiode) (BBA/VFA)

Opname van CSM in de winst-en-verliesrekening in … volgend op het verslagjaar
(in miljoenen euro) 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar 5e jaar 6e tot 10e jaar +10e jaar
2023
Leven 149 142 135 129 122 529 973
Niet-leven 6 6 6 6 5 24 51
2022
Leven 123 118 113 109 105 471 928
Niet-leven 8 8 7 7 7 30 62

p. 224

• Deze tabel toont de toekomstige opname van CSM voor de volgende 25 jaar.

Toelichting 5.6.8: Reële waarde van activa ter dekking van verzekerings- en beleggingscontracten

(in miljoenen euro) Leven Waarvan directe
winstdeling Leven
(VFA)
Niet-leven Niet
technisch
Totaal
2023
Totaal (onderliggende) activa 27 930 928 4 152 1 686 33 769
Tegen geamortiseerde kostprijs 1 949 0 2 926 882 5 757
Tegen FVOCI 11 490 15 1 158 590 13 238
Schuldpapier 10 441 15 933 386 11 759
Eigenvermogensinstrumenten 1 050 0 225 204 1 479
Verplicht tegen reële waarde (excl. derivaten) 14 364 913 0 8 14 372
Instrumenten ter dekking van tak 23-contracten 14 348 912 14 348
Overige 16 1 0 8 16
Tegen FVO 0 0 0 0 0
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 127 0 68 207 401
2022
Totaal (onderliggende) activa 26 268 786 3 800 1 748 31 816
Tegen geamortiseerde kostprijs 1 947 0 2 625 990 5 562
Tegen FVOCI 11 428 12 1 104 531 13 064
Schuldpapier 10 519 12 890 292 11 700
Eigenvermogensinstrumenten 910 0 215 240 1 364
Verplicht tegen reële waarde (excl. derivaten) 12 781 774 0 18 12 798
Instrumenten ter dekking van tak 23-contracten 12 772 774 12 772
Overige 9 0 0 18 26
Tegen FVO 0 0 0 0 0
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 112 0 71 209 392

• De tabel bevat ook de activa ter dekking van de verplichtingen met betrekking tot beleggingscontracten (IFRS 9).

Toelichting 5.6.9: Wijzigingen in geaccumuleerde OCI voor FVOCI-activa die staan tegenover verzekeringscontracten waarvoor de reëlewaardeovergangsbenadering is gebruikt

(in miljoenen euro) 2023 2022
OCI die kunnen worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening 340 -1 748
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve (FVOCI schuldinstrumenten) 340 -1 748
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 446 -2 367
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -108 582
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 2 37
Bijzondere waardeverminderingen 2 0
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding 0 48
Uitgestelde belastingen -1 -11
OCI die niet worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening 110 -199
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve (FVOCI eigenvermogensinstrumenten) 110 -199
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 110 -199
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 0 0

• IFRS 17 staat vereenvoudigingen toe om de geaccumuleerde OCI voor de verzekeringsverplichtingen op de overgangsdatum op nul te zetten, terwijl de geaccumuleerde OCI voor de financiële activa die tot dekking dienen, behouden blijven. Deze toelichting geeft inzicht in de onevenwichtigheid tussen financiële activa die tot dekking dienen en verzekeringsverplichtingen, omdat ze de classificatie binnen het eigen vermogen verstoort op de overgangsdatum en de jaren daarna, totdat de portefeuille die onder de overgangsbenadering valt, de vervaldatum bereikt. Evenwel werden bij de eerste toepassing van IFRS 17 een groot deel van de obligatieportefeuille van KBC Verzekeringen overgeboekt naar FVOCI (zie Toelichting 1.6 voor meer informatie), waardoor dit onevenwicht zeer beperkt was in 2022 en 2023.

Toelichting 5.7: Voorzieningen voor risico's en kosten

Toelichting 5.7.1: Overzicht

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Totale voorzieningen voor risico's en kosten 183 418
Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans 91 114
Voorzieningen voor andere risico's en kosten 92 305
Voorzieningen voor herstructurering 37 92
Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen 37 192
Overige 18 20

Toelichting 5.7.2: Details van voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans

Onderhevig aan
(in miljoenen euro) Onderhevig aan
12 maanden ECL
Onderhevig aan
lifetime ECL
lifetime ECL -
non-performing
Totaal
31-12-2023
Voorzieningen op 1 januari 19 35 60 114
Mutaties met resultaatsinvloed
Overdracht van financiële activa
Categorie 1 (12 maanden ECL) -2 3 1 2
Categorie 2 (lifetime ECL) 1 -13 9 -3
3 non-performing (lifetime ECL)
Categorie
0 1 -2 -2
Nieuwe financiële activa 10 4 2 16
Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -3 -6 -12 -21
Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0
Financiële activa die derecognized zijn -3 -3 -3 -9
Andere 0 0 2 2
Mutaties zonder resultaatsimpact
Financiële activa die derecognized zijn 0 0 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 -1 0 -1
Andere 0 1 -7 -7
Voorzieningen op 31 december 22 20 49 91
31-12-2022
Voorzieningen op 1 januari 19 21 91 130
Mutaties met resultaatsinvloed
Overdracht van financiële activa
Categorie 1 (12 maanden ECL) -6 10 6 10
Categorie 2 (lifetime ECL) 0 -5 7 2
Categorie 3 non-performing (lifetime ECL) 0 6 -2 4
Nieuwe financiële activa 8 4 0 12
Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -1 1 -45 -45
Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0
Financiële activa die derecognized zijn -1 -1 -1 -3
Andere 0 -5 0 -5
Mutaties zonder resultaatsimpact
Financiële activa die derecognized zijn 0 0 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 1 2 3 6
Andere 0 1 1 2
Voorzieningen op 31 december 19 35 60 114

p. 226

• Zie ook Toelichting 6.1.

Toelichting 5.7.3: Details van de voorzieningen voor andere risico's en kosten

Voorzieningen voor
(in miljoenen euro) Voorzieningen voor
herstructurering
belastingen en lopende
rechtsgeschillen
Overige Totaal
2023
Beginsaldo 92 192 20 305
Mutaties met resultaatsimpact
Bedragen aangelegd 11 10 5 26
Bedragen gebruikt -65 -163 -5 -233
Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid -1 -3 -2 -6
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m.
groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0
Andere 0 1 0 1
Eindsaldo 37 37 18 92
2022
Beginsaldo 87 45 20 152
Mutaties met resultaatsimpact
Bedragen aangelegd 13 163 9 185
Bedragen gebruikt -7 -11 -7 -26
Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid 0 -6 -2 -8
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m.
groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 1 2 2
Andere 0 1 -1 0
Eindsaldo 92 192 20 305

• Voor het grootste deel van de aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden gebruikt.

• Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen in 2022: zie Toelichting 3.5.

• Overige voorzieningen: omvatten specifieke voorzieningen voor verschillende risico's.

  • Informatie met betrekking tot de belangrijkste hangende rechtsgeschillen: vorderingen ingesteld tegen maatschappijen van de KBC-groep waarderen we overeenkomstig de IFRS-regels naargelang van hun risico-inschatting (waarschijnlijk, mogelijk of onwaarschijnlijk). Voor de dossiers met risico-inschatting 'waarschijnlijk verlies' leggen we voorzieningen aan (zie Toelichtingen bij de grondslagen voor financiële verslaggeving). Als de vordering maar als 'mogelijk' wordt ingeschat (de dossiers met risico-inschatting 'mogelijk verlies'), leggen we geen voorzieningen aan, maar geven we een toelichting in de jaarrekening als ze een beduidende invloed zouden kunnen hebben op de balans (d.w.z. als de vordering kan leiden tot een mogelijke uitstroom van meer dan 50 miljoen euro). Alle andere vorderingen (met risico-inschatting 'onwaarschijnlijk verlies'), ongeacht hun grootteorde, die maar een gering of geen risico vertonen, hoeven niet te worden vermeld. De belangrijkste dossiers sommen we hierna op. We houden de informatie beperkt om de positie van de groep in lopende rechtszaken niet te hinderen.
    • Mogelijk verlies: op 6 oktober 2011 heeft Irving H. Picard, curator (hierna 'trustee' genoemd) voor de vereffening van Bernard L. Madoff Investments Securities LLC (& Bernard L. Madoff), KBC Investments Ltd (een volledige dochteronderneming van KBC Bank) voor de faillissementsrechtbank in New York gedagvaard voor de terugvordering van ongeveer 110 miljoen USD (claw-back) ten gevolge van overdrachten van Madoff (via een feederfonds dat KBC had uitgeleend aan Harley) aan KBC-entiteiten. Deze vordering is slechts één van een hele reeks vorderingen van de curator tegen verschillende banken, hedgefondsen, feederfondsen en investeerders (hierna de 'gezamenlijke verdedigingsgroep' genoemd). Er werd een langdurig proces gevoerd op basis van procedurele verweermiddelen met betrekking tot de toepasselijkheid van de 'veilige haven' (safe harbor) van de faillissementswet en regels voor 'goede trouw'-verdediging (good defenses), alsmede op basis van prudentiële beperkingen op de bevoegdheden van Amerikaanse rechtbanken in internationale zaken, op latere cessionarissen (zoals het geval is voor KBC Investments Ltd), zoals uiteengezet in de vorige bekendmakingen. In juni 2015 heeft de curator zijn intentie kenbaar gemaakt om de oorspronkelijke vordering te wijzigen, wat leidde tot een verhoging van het gevorderde bedrag tot 196 miljoen USD. Op 3 maart 2017 werd een gerechtelijke uitspraak gedaan, waarbij de vordering van de trustee werd afgewezen. De trustee is in hoger beroep gegaan en de beroepsinstantie (Court of Appeals for the Second Circuit) heeft de afwijzing op 28 februari 2019 teruggedraaid. Een op 30 augustus 2019 ingediend

verzoekschrift (certiorari petition) werd op 2 juni 2020 door het Amerikaanse Hooggerechtshof afgewezen. Als gevolg daarvan wordt de zaak ten gronde behandeld door de faillissementsrechtbank. Op 30 augustus 2021 heeft de beroepsinstantie (Court of Appeals for the Second Circuit) in twee andere beroepsprocedures van andere verweerders de bewijslast omgekeerd van een aanvankelijke bewijslast voor de trustee om het ontbreken van goede trouw van de verweerder adequaat aan te tonen, naar een bewijslast voor de verweerder om zijn goede trouw te bewijzen. Op 1 augustus 2022 heeft de faillissementsrechtbank een beschikking uitgevaardigd met betrekking tot de regeling van de procedure. In dit kader heeft de trustee op 5 augustus 2022 zijn klacht gewijzigd door zijn vordering te verminderen tot 86 miljoen USD in hoofdsom. KBC heeft op 18 november 2022 een verzoek tot afwijzing van de gewijzigde klacht ingediend wegens gebrek aan specifieke bevoegdheid van de Amerikaanse rechtbank. Op 26 april 2023 heeft de rechtbank deze bevoegdheidsexceptie verworpen en vervolgens een plan voor de voortgang van de procedure opgesteld, dat voorziet in een periode voor het feitenonderzoek tot 22 september 2025. Sedertdien hebben beide partijen al een eerste feitelijke documentatie vrijgegeven. De volgende stap is de selectie van bepaalde personen die in de reeds uitgevoerde bekendmakingen worden genoemd en die waarschijnlijk door één of beide partijen zullen worden gehoord in de procedure. Hoewel de bewijslast is verzwaard, gelooft KBC nog steeds dat het goede en geloofwaardige verweermiddelen heeft, waaronder het aantonen van zijn goede trouw. De procedure kan nog enkele jaren duren.

Toelichting 5.8: Overige verplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Totaal 2 611 2 353
Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen 93 93
Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten 385 382
Loon en sociale lasten 531 516
Leaseverplichtingen 63 68
Overige 1 539 1 294

• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 5.9 (noteer dat het in Toelichting 5.8 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 5.9 opgenomen bedragen).

Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN
Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen
Brutoverplichtingen aan het begin van het jaar 2 580 3 335
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 95 129
Rentekosten 104 26
Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen -3 -10
Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen 152 -814
Ervaringsaanpassingen -56 58
Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren 0 0
Betaalde uitkeringen -149 -129
Overige 0 -14
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar 2 724 2 580
Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar 2 746 3 244
Feitelijk rendement op fondsbeleggingen 222 -499
Verwachte rente-inkomsten op de planactiva, berekend op basis van de marktrentevoeten van bedrijfsobligaties van hoge
kwaliteit
115 25
Bijdragen van de werkgever 93 94
Bijdragen van de deelnemers aan de regeling 20 19
Betaalde uitkeringen -149 -129
Overige 5 16
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar 2 936 2 746
Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep 0 0
Waarvan vastgoed in eigendom van KBC 2 2
Financieringsstatus
Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen 212 166
Restitutierecht 0 0
Begrenzing van het financieringsplafond -70 -12
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten 142 153
Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar 153 -128
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -65 -112
Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -43 299
Bijdragen van de werkgever 93 94
Overige 4 -1
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar 142 153
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -65 -112
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -95 -129
Rentekosten 10 -1
Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers 20 19
Overige 0 0
Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -43 299
Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen 3 10
Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen -152 814
Actuariële resultaten op fondsbeleggingen 107 -524
Ervaringsaanpassingen 56 -58
Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond 1 25
Overige -58 31
TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN
Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen -18 -21
  • De actieve pensioenopbouw voor de Belgische personeelsleden van KBC Bank, KBC Verzekeringen en het grootste deel van hun Belgische dochterondernemingen verloopt uitsluitend via het KBC-Pensioenfonds. De pensioenopbouw gefinancierd met werkgeverstoelagen gebeurde tot en met 2018 voornamelijk via een vasteprestatieplan (toegezegdpensioenregeling), waarbij de pensioenprestatie wordt berekend op basis van het loon voorafgaand aan de pensionering, de periode van aansluiting en een formule in schijven met progressieve percentages. Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdrageplan voor alle nieuwe indiensttredingen en werknemers die overgestapt zijn, waarbij op basis van het maandloon voor de lopende maand een bijdrage wordt gestort. Bij pensionering worden de gestorte bijdragen vermeerderd met het (gewaarborgde) rendement uitbetaald. Beide types pensioenplannen worden beheerd door het KBC-Pensioenfonds, dat voor de beleggingsstrategie een beroep doet op KBC Asset Management. Bijkomend zijn er een aantal kleinere stopgezette groepsverzekeringen uit het verleden die verder gefinancierd worden en beheerd worden door het KBC-Pensioenfonds. Op 1 januari 2019 werd een nieuw toegezegdebijdragenplan geïntroduceerd ter vervanging van het toegezegdebijdragenplan van 2014, waarbij ook alle werknemers eenmalig de mogelijkheid hadden om over te stappen van het vasteprestatieplan naar het nieuwe toegezegdebijdrageplan. Op 31 december 2023 waren er 52% actief aangesloten werknemers in de toegezegdpensioenregeling en 48% in het toegezegdebijdrageplan (op 31 december 2022 was dat 55% en 45%).
  • In de bepaling van de brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen wordt rekening gehouden met de verwachte wettelijke pensioenleeftijd van iedere werknemer en een verwachte looninflatie op basis van een inflatiecurve afgeleid uit de marktwaarde van inflatiegerelateerde obligaties. Tijdens 2023 werden de marktgegevens integraal overgenomen zonder uitvlakkingen van de percentages en werd de looptijd van de marktgegevens uitgebreid van 22 jaar tot 30 jaar.
  • Vanaf 1 januari 2020 zijn de verzekeringsrisico's voor overlijden en invaliditeit volledig herverzekerd via een extern herverzekeringsprogramma.
  • Het KBC-Pensioenfonds gelooft in een evenwichtige ESG-aanpak die het mogelijk maakt om de broeikasgasintensiteit te verbeteren, maar ook andere milieuthema's zoals biodiversiteit en sociale en governancegerelateerde zaken in rekening brengt. Wat het beheer van de activa betreft, was het aandeel van verantwoorde beleggingen eind december ongeveer 89%. Het KBC-Pensioenfonds streeft ook naar een klimaatneutrale investeringsportefeuille tegen 2050. Zo bedroeg de broeikasgasintensiteit van de aandelenportefeuille eind september 2023 ongeveer 40% van de MSCI World AC-benchmark, die van de bedrijfsobligatieportefeuille ongeveer 36% van de Iboxx Euro Corporates-benchmark en die van de overheidsobligatieportefeuille ongeveer 121% van de JPM EMU Government Bond-benchmark. Dat is een daling t.o.v. 2019 van respectievelijk 56%, 40% en 25%.
  • Door de hogere gemiddelde interestvoeten liggen de pensioenreserves van de aangeslotenen veelal hoger dan de brutoverplichtingen die berekend worden als de huidige waarde van de minimaal gegarandeerde pensioenkapitalen van het toegezegdebijdragenplan. Vanaf 2023 werd het netto-actief daarom verlaagd met het verschil tussen de aldus berekende brutoverplichtingen en de hogere minimaal gegarandeerde reserves en/of de pensioenreserves berekend aan de toegekende fondsreturn. Het verschil per einde 2023 bedraagt 41 miljoen euro en wordt toegevoegd aan de rubriek Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond, waardoor het netto-actief met dit bedrag wordt verminderd. Doordat het jaar voordien de pensioenverplichting van het toegezegdebijdragenplan nog als het maximum tussen de huidige brutoverplichting en de minimaal gegarandeerde reserves werd uitgedrukt, is er nu een hogere interestgevoeligheid.
  • In het tweede kwartaal van 2023 werd het model aangepast door de disconteringscurve van een externe leverancier te vervangen door een KBC-curve die gebaseerd is op Bloomberg-gegevens van koersen van bedrijfsobligaties met een AArating. Als dezelfde methode was gebruikt geweest om de curve aan het begin van het jaar te bepalen, zou de pensioenverplichting 25 miljoen euro lager zijn geweest.
  • Er bestaan geen belangrijke toegezegdpensioenregelingen in de andere kernlanden van de groep.
Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) 2023 2022 2021 2020 2019
Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen 2 724 2 580 3 335 3 387 3 212
Reële waarde van fondsbeleggingen 2 936 2 746 3 244 2 849 2 791
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten 142 153 -128 -537 -457
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening
van planactiva en brutoverplichtingen
Invloed op planactiva 0 0 0 0 0
Invloed op brutoverplichtingen* 149 -825 -35 253 250
* Ontstaan uit toegezegdpensioenregelingen. Een plus betekent een toename van de verplichting (in absolute waarde), een min een afname.

Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN, KBC-Pensioenfonds

Samenstelling op 31-12-2023
Aandelen 31%
Obligaties 55%
Vastgoed 13%
Liquiditeiten 1%
Waarvan illiquide activa 17%
Samenstelling op 31-12-2022
Aandelen 37%
Obligaties 46%
Vastgoed 14%
Liquiditeiten 3%
Waarvan illiquide activa 18%
Verwachte bijdragen in 2024 (in miljoenen euro) 42
Wetgevend kader Pensioenplannen zijn opgenomen in de cao's en worden omgezet in een pensioenreglement. Jaarlijkse
rapportering van de financieringsniveaus aan de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van
onderfinanciering rapportering aan de controleautoriteiten.
Risico's voor KBC Investeringsrisico en inflatierisico
Asset liability-beleid De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v. renteswaps.
De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren.
Planwijzigingen Een nieuwe versie van het toegezegdebijdragenplan, gefinancierd door de werkgever, werd
geïntroduceerd op 1 januari 2019. Alle werknemers die aangesloten waren in het vasteprestatieplan,
hadden eenmalig de mogelijkheid om naar dat plan over te stappen.
Inperkingen en afwikkelingen Niet van toepassing.
Verdisconteringsmethode Vertrekpunt zijn de noteringen van diverse tijdpunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De afgeleide
obligatierendementen worden omgevormd tot een zero coupon-curve.
Voornaamste actuariële veronderstellingen
• Gemiddelde verdisconteringsvoet 3,20%
• Verwachte salarisstijging 2,75%
• Verwachte inflatie 2,42%
• Verwachte stijging van de pensioenen
• Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen 10 jaar
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen
voor actuariële berekening van brutoverplichtingen
Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2023 als
gevolg van:
• 1% daling in de verdisconteringsvoet 11,83%
• 1% stijging in de verwachte inflatie 9,17%
• 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op
inflatie
12,18%
• Stijging van de levensverwachting met 1 jaar
De invloed van de volgende veronderstellingen werd
niet berekend:
Impact van dalende sterftecijfers: het pensioenfonds betaalt
een kapitaal uit, langlevenrisico is verwaarloosbaar.
Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN, KBC-Pensioenfonds Impact van personeelsverloop: de invloed van de wijzigingen in het personeelsverloop blijft gering.
Verwachte bijdragen in 2024 (in miljoenen euro) 45
Wetgevend kader Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een
Risico's voor KBC minimumrendement van 1,75% garanderen op werknemers- en werkgeversbijdragen.
Investeringsrisico
Waardering De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd rekening houdend met de verworven reserve op de
rapporteringsdatum, met een projectie van deze reserves tot de verwachte pensioenleeftijd tegen de
wettelijk gegarandeerde interestvoet, en met verdiscontering van de resulterende verplichting.
KBC biedt twee types toegezegdebijdrageregelingen aan: één gefinancierd door werknemersbijdragen
en één gefinancierd door werkgeversbijdragen. De waardering van de pensioenverplichtingen van het
toegezegdebijdragenplan, gefinancierd door de werkgever, houdt rekening met de toekomstige
bijdragen. Voor de waardering van het toegezegdebijdragenplan gefinancierd door werknemers wordt
dit niet gedaan omdat de verplichting van de werkgever voor dat plan alleen betrekking heeft op de
gegarandeerde minimale rentevoet.
Verdisconteringsmethodologie Vertrekpunt zijn de noteringen van diverse tijdpunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De afgeleide
obligatierendementen worden omgevormd tot een zero coupon-curve.
Voornaamste actuariële veronderstellingen
• Gemiddelde verdisconteringsvoet 3,31%
• Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen 16 jaar
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen
voor actuariële berekening van brutoverplichtingen
Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2023 als
gevolg van:
• 1% daling in de verdisconteringsvoet 19,00%

Toelichting 5.10: Eigen vermogen van de aandeelhouders en AT1-instrumenten

In aantal 31-12-2023 31-12-2022
Gewone aandelen 417 305 876 417 169 414
Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering 408 508 807 417
169 414
Waarvan eigen aandelen 8 801 316 2
Overige informatie
Fractiewaarde per aandeel (in euro) 3,51 3,51
Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen 0 0
  • Gewone aandelen: betreft gewone aandelen zonder nominale waarde. Ze dragen stemrecht en elk aandeel vertegenwoordigt één stem. Er werden geen winstbewijzen of aandelen zonder stemrecht uitgegeven. De aandelen zijn genoteerd op Euronext Brussel.
  • Kapitaalverhogingen: in 2023 en 2022 nam het aantal aandelen van KBC Groep NV toe met respectievelijk 136 462 en 285 822 door de uitgifte van nieuwe aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging voorbehouden aan het personeel. Meer informatie vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
  • Eigen aandelen:
    • KBC Groep NV kondigde op 10 augustus 2023 een inkoopprogramma eigen aandelen aan, met het oog op de verdeling van het overtollige kapitaal, waarvoor het de nodige toestemming heeft gekregen van de ECB. Een agent werd gemandateerd om KBC-aandelen in te kopen namens KBC Groep NV op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussel, tot 31 juli 2024, voor maximum 1,3 miljard euro. De aandelen worden teruggekocht onder de voorwaarden vermeld in de machtiging verleend door de Algemene Vergadering van 5 mei 2022. Onder deze machtiging is de Raad van Bestuur gemachtigd om maximaal 10% eigen aandelen in te kopen onder bepaalde voorwaarden, tegen een prijs die niet lager mag zijn dan 1 euro of hoger dan 110% van de laatste slotkoers op Euronext Brussel voorafgaand aan de datum van verwerving. Het programma kan op elk moment worden gepauzeerd, opgeschort of stopgezet als dit gepast wordt geacht met betrekking tot de strategie van KBC Groep, zijn kapitaalpositie of de marktomstandigheden. Wekelijks geven we een update van het aandeleninkoopprogramma via een persbericht en op www.kbc.com. In 2023 werden in totaal al 8 797 069 eigen aandelen ingekocht, gespreid over verschillende transacties, voor een totaal bedrag van afgerond 497 miljoen euro.
    • Op 31 december 2023 hadden de vennootschappen van de KBC-groep daarnaast nog 4 247 KBC-aandelen in portefeuille. Daarvan dienen 4 245 eigen aandelen als indekking voor uitstaande derivaten op indexen die aandelen van KBC Groep bevatten.
  • Additional tier 1 (AT1)-instrumenten (deze effecten zijn geklasseerd als eigenvermogensinstrumenten onder IAS 32 en de coupon wordt behandeld als dividend):
    • In april 2018 plaatste KBC AT1-effecten voor 1 miljard euro (perpetueel met een eerste call op 7 jaar; met tijdelijke afschrijving bij een common equity ratio van 5,125%; initiële coupon van 4,25% per jaar halfjaarlijks te betalen).
    • In februari 2019 plaatste KBC AT1-effecten voor 500 miljoen euro (perpetueel met een eerste call op 5 jaar; tijdelijke afschrijving bij een common equity ratio van 5,125%; initiële coupon van 4,75% per jaar halfjaarlijks te betalen). KBC heeft aan ECB toelating gevraagd om dit instrument te callen in maart 2024 op basis van CRR Art. 78 punt 1(a). Overeenkomstig de EBA Q&A 2023_6791 van 15-09-2023 wordt het instrument gediskwalificeerd als tier 1-kapitaal in de solvabiliteitsberekeningen zodra het vervangende instrument is uitgeven (deze plaatsing is gebeurd begin september; zie hieronder). De call gebeurde op 5 maart 2024.
    • In september 2023 plaatste KBC AT1-effecten voor 750 miljoen euro (perpetueel met een eerste call op 5 jaar; tijdelijke afschrijving bij een common equity ratio van 5,125%; initiële coupon van 8,00% per jaar halfjaarlijks te betalen).

Toelichting 5.11: Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten (IFRS 5)

KBC Bank Ireland: Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten
en Verplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten (in miljoenen euro)
31-12-2022
ACTIVA
Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev. repo's 8 049
Afbetalingskredieten 18
Hypotheekleningen 7 938
Termijnkredieten 84
Voorschotten in rekening-courant 10
VERPLICHTINGEN
Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's 1 929
Zichtdeposito's 303
Termijndeposito's 494
Spaarrekeningen 1 132
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's 91
Waarvan terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 35

• In oktober 2021 bevestigde KBC Bank Ireland dat het een juridisch bindende overeenkomst had gesloten met Bank of Ireland met betrekking tot de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Zie verder in Toelichting 6.6. Die verkopen zorgden voor een verschuiving naar de posten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten. In februari 2023 werd deze verkoop gefinaliseerd.

• Maximaal kredietrisico: het maximale kredietrisico verbonden aan Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten bedroeg eind 2022 8,0 miljard euro, waarvan 7,9 miljard euro ontvangen waarborgen en andere credit enhancements.

6.0 Andere toelichtingen

Toelichting 6.1: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en financiële garanties buiten balans

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Nominaal bedrag Voorziening Netto-exposure Nominaal
bedrag
Voorziening Netto-exposure
Niet-opgenomen deel van verstrekte kredietlijnen
Categorie 1 41 551 20 41 531 39 134 17 39 117
Categorie 2 6 683 14 6 670 8 077 26 8 051
Categorie 3 79 5 73 51 13 38
Totaal 48 313 39 48 274 47 262 56 47 206
Waarvan onherroepelijke kredietlijnen 27 856 23 27 833 26 618 27 26 591
Verstrekte financiële garanties
Categorie 1 7 860 2 7 859 7 600 2 7 598
Categorie 2 2 952 6 2 947 3 139 8 3 131
Categorie 3 133 44 90 119 44 76
Totaal 10 946 51 10 895 10 858 54 10 805
Andere verstrekte verbintenissen
Totaal 1 421 1 1 420 1 440 4 1 436
Verbintenissen en financiële garanties buiten balans
Totaal 60 680 91 60 589 59 561 114 59 447

• Reële waarde van financiële garanties: gebaseerd op de beschikbare marktwaarde.

• De boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven bedroeg 36 842 miljoen euro voor verplichtingen en 4 489 miljoen euro voor eventuele verplichtingen (2022: 59 753 miljoen euro en 5 291 miljoen euro). Eind 2023 waren voor ongeveer 18,9 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzondere vermogen van het covered bond-programma (eind 2022: 16,6 miljard euro).

• Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen die kunnen worden opgeëist als kredieten, worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 4.3.

• De waarborgen verworven door uitwinning bedroegen 3 miljoen euro in 2023 (4 miljoen euro in 2022).

Aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand
zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro)
Reële waarde van ontvangen
waarborgen
Reële waarde van verkochte of
doorverpande waarborgen
31-12-2023 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2022
Financiële activa 42 215 30 126 5 267 7 792
Aandelen 21 16 2 2
Schuldpapier 41 959 29 876 5 265 7 790
Leningen en voorschotten 235 234 0 0
Liquiditeiten 0 0 0 0
Andere activa 0 0 0 0

• KBC heeft zich in de periode 2016-2022 verbonden tot onherroepelijke betalingsverplichtingen ten bedrage van 90 miljoen euro aan het Single Resolution Fund (SRF), die volledig gedekt worden door kaswaarborgen. In lijn met de praktijk in de sector worden die verplichtingen als volgt verwerkt: 1) het bedrag van de kaswaarborg wordt erkend als een financieel actief en 2) de hypothetische uitoefening van een call door het fonds in geval van een resolutie wordt gerapporteerd als een voorwaardelijke verplichting. De erkenning van de kaswaarborg als een financieel actief is gebaseerd op de veronderstelling dat, in elk scenario, de waarborg dient te worden teruggestort aan de bank en dat er interest wordt ontvangen op het uitstaande bedrag. In een recente gerechtelijke uitspraak werd echter beslist dat in een scenario waarin een bank zijn banklicentie verliest, die niet het recht heeft om de kaswaarborg terug te eisen. KBC wacht de uitkomst van het beroep in deze zaak af vooraleer de mogelijke gevolgen voor de boekhoudkundige verwerking in acht te nemen. De 90 miljoen euro worden afgetrokken in de berekening van het common equity-kapitaal.

Toelichting 6.2: Leasing

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Vorderingen voor financiële leasing
Bruto-investering in financiële leasing, vordering 7 824 6 836
Tot 1 jaar 1 925 1 378
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 4 551 4 069
Meer dan 5 jaar 1 349 1 389
Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing 627 468
Netto-investering in financiële leasing 7 198 6 368
Tot 1 jaar 1 766 1 226
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 4 178 3 842
Meer dan 5 jaar 1 254 1 300
Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever 41 36
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen 31 35
Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 110 111
Vorderingen voor operationele leasing
Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing 694 513
Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 1 0

• KBC treedt slechts in beperkte mate op als leasingnemer in operationele en financiële leasing.

• Financiële leasing: KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.

• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto's. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder. Door het verhoogde belang van leasing van hybride en volledig elektrische auto's wordt de transitie naar groene mobiliteit ondersteund. Ook het segment van (elektrische) bedrijfsfietsen groeit verder.

• We rapporteren over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met (onder meer) die kredietverlening en leasing en stelden in dat kader ook doelstellingen op voor de afbouw van de broeikasgasintensiteit van onze financiële en operationele autoleasing. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Focus op het klimaat en het milieu. De commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd. Meer details vindt u in ons Climate Report en ons Sustainability Report, op www.kbc.com.

Toelichting 6.3: Transacties met verbonden partijen

2023 2022
Transacties met verbonden partijen, Dochter Geasso
cieerde
Dochter Geasso
cieerde
exclusief
key management
onder onder Joint onder onder Joint
(in miljoenen euro) nemingen nemingen ventures Overige Totaal nemingen nemingen ventures Overige Totaal
Activa 161 100 25 0 287 147 107 33 0 287
Leningen en voorschotten 15 81 0 0 96 15 89 0 0 104
Aandelen (inclusief investeringen in
geassoc. ondernemingen en joint
ventures)
146 19 25 0 191 131 19 33 0 184
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Verplichtingen 45 80 0 677 803 54 74 0 593 721
Deposito's 41 23 0 674 738 54 10 0 590 654
Andere financiële verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 4 58 0 3 65 1 63 0 3 67
Winst-en-verliesrekening 7 -3 0 1 6 -1 -2 0 -1 -3
Nettorente-inkomsten 0 1 0 0 1 0 1 0 0 0
Rente-inkomsten 0 2 0 0 2 0 2 0 0 2
Rentelasten -1 -1 0 0 -2 0 -1 0 0 -1
Verzekeringsinkomsten vóór
herverzekering
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Lasten uit hoofde van
verzekeringsdiensten vóór herverzekering
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Dividendinkomsten 10 0 0 4 14 4 1 0 4 9
Nettoprovisie-inkomsten 0 0 0 2 2 1 0 0 2 3
Provisie-inkomsten 0 0 0 2 2 1 0 0 2 3
Provisielasten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige netto-inkomsten 0 -1 0 0 -1 1 -1 0 0 0
Totale exploitatiekosten zonder bank- en
verzekeringsheffingen
-3 -2 0 -5 -10 -7 -2 0 -7 -16
Niet-opgenomen deel van kredietlijnen,
financiële garanties en andere
verbintenissen
Gegeven door de groep 0 1 0 150 151 0 0 0 50 50
Ontvangen door de groep 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Transacties met key management (leden van de Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV)
(in miljoenen euro)*
2023
2022
Totaal* 15 13
Indeling naar type bezoldiging
Kortetermijnpersoneelsbeloningen 12 11
Vergoedingen na uitdiensttreding 2 2
Toegezegdpensioenregelingen 0 0
Toegezegdebijdrageregelingen 2 2
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 0 0
Vergoedingen bij uitdiensttreding 0 0
Betalingen in aandelen 0 0
Aandelenopties, in eenheden
Aan het begin van het jaar 0 0
Toegestaan 0 0
Uitgeoefend 0 0
Verandering van samenstelling 0 0
Aan het einde van het jaar 0 0
Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners 1 1

* Bedragen van de bezoldiging van het key management of de partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key managementtoegekende rustpensioenen.

  • Dochterondernemingen in de eerste tabel: omvat transacties met de niet-geconsolideerde dochterondernemingen (transacties met geconsolideerde dochterondernemingen zijn al geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening).
  • Overige in de eerste tabel: omvat onder andere KBC Ancora, Cera en MRBB.
  • Alle transacties met verbonden partijen gebeuren at arm's length.
  • Key management zijn de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Groep NV. Meer informatie over de vergoedingen van het topmanagement vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
  • Er staan geen belangrijke waardeverminderingen uit ten opzichte van verbonden partijen.

Toelichting 6.4: Bezoldiging van de commissaris

Bezoldigingen van de commissaris (PwC; in euro)
2023
2022
KBC Groep NV en dochtervennootschappen
Standaardcontroleopdrachten 8 547 038 8 524 658
Overige diensten
Andere controleopdrachten 1 007 482 892 844
Belastingadviesopdrachten 0 0
Andere opdrachten buiten revisoraatsopdrachten 1 351 2 225
KBC Groep NV alleen
Standaardcontroleopdrachten 237 914 570 825
Overige diensten 440 228 250 890

Toelichting 6.5: Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

KBC Groep: belangrijkste vennootschappen opgenomen in de consolidatie, 31-12-2023

Vennoot Gehouden deel van
Naam Zetel schaps
nummer
het kapitaal op
groepsniveau (%)
Divisie* Activiteit
KBC Bank (groep)
KBC Bank NV Brussel – BE 0462.920.226 100,00 BEL/GRP kredietinstelling
CBC BANQUE SA Namen – BE 0403.211.380 100,00 BEL kredietinstelling
Československá Obchodná Banka a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA kredietinstelling
Československá Obchodní Banka a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR kredietinstelling
KBC Asset Management NV Brussel – BE 0469.444.267 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Autolease NV Leuven – BE 0422.562.385 100,00 BEL leasing
KBC Commercial Finance NV Brussel – BE 0403.278.488 100,00 BEL factoring
KBC Ifima SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP financiering
KBC Securities NV Brussel – BE 0437.060.521 100,00 BEL beursmakelaar
K&H Bank Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA kredietinstelling
Loan Invest NV Brussel – BE 0889.054.884 100,00 BEL effectiseringsvehikel
United Bulgarian Bank AD Sofia – BG -- 99,96 IMA kredietinstelling
KBC Verzekeringen (groep)
KBC Verzekeringen NV Leuven – BE 0403.552.563 100,00 BEL/GRP verzekeringsmaatschappij
ADD NV Heverlee – BE 0406.080.305 100,00 BEL verzekeringsmakelaar
KBC Group Re SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP herverzekeringsmaatschappij
ČSOB Pojišt'ovna a.s. Pardubice – CZ -- 100,00 CZR verzekeringsmaatschappij
ČSOB Poist'ovňa a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
DZI (groep) Sofia – BG -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
Groep VAB NV Zwijndrecht – BE 0456.920.676 100,00 BEL rijschool/reisbijstand
K&H Biztosító Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
KBC Groep
DISCAI NV Brussel – BE 0773.435.537 100,00 GRP softwarebedrijf
KBC Groep NV Brussel – BE 0403.227.515 100,00 GRP bankverzekeringsholding
KBC Bank (groep) Verschillende locaties -- 100,00 Verschil
lende
kredietinstelling
KBC Global Services NV Brussel – BE 0772.332.707 100,00 GRP kostendelende structuur
KBC Verzekeringen (groep) Verschillende locaties -- 100,00 Verschil
lende
verzekeringsmaatschappij

p. 238

* BEL: Divisie België; CZR: Divisie Tsjechië; IMA: Divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.

  • De juridische structuur van de groep bestaat in essentie uit KBC Groep NV, dat twee grote vennootschappen controleert: KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV, en daarnaast ook onder meer DISCAI NV en KBC Global Services NV. KBC Bank en KBC Verzekeringen bezitten een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen. Een volledig overzicht van alle (in de consolidatie opgenomen en van de consolidatie uitgesloten) groepsmaatschappijen vindt u op www.kbc.com > Over ons > Onze structuur.
  • We passen de methode van integrale consolidatie toe voor alle (belangrijke) entiteiten, inclusief structured entities (SPV's), waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, een exclusieve zeggenschap uitoefent. Om te beoordelen of structured entities al dan niet moeten worden geconsolideerd, hanteren we de principes zoals uiteengezet in IFRS 10. Bovendien hanteren we drempels voor opname in de consolidatie.
  • Toelichting in verband met belangen in andere entiteiten (IFRS 12):
    • Belangrijke beoordelingen en veronderstellingen:
      • Over het algemeen worden de fondsen die KBC beheert, niet opgenomen in de consolidatiekring, omdat ze niet beantwoorden aan de drie criteria van controle (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden).
      • De gemeenschappelijke entiteiten (joint entities) waarvan KBC geen 50% van het aandelenkapitaal in handen heeft, worden geclassificeerd als joint ventures, omdat KBC Groep de gezamenlijke controle over die entiteiten heeft op basis van aandeelhoudersovereenkomsten. Op basis van de statuten en/of aandeelhoudersovereenkomsten is het stemrecht in (en dus de controle over) de joint venture gelijkmatig verdeeld over de verschillende aandeelhouders en kunnen beslissingen enkel genomen worden met unanimiteit.
    • Belangen in dochtermaatschappijen:
      • Voor de overgrote meerderheid van de entiteiten zijn de stemrechten wezenlijk gelijk aan de eigendomsrechten.
      • In de gezamenlijke kapitaalbeslissing (joint capital decision) werden bepaalde Pijler 2-niveaus vastgelegd. Daardoor moeten bepaalde minimale kapitaalratio's gerespecteerd worden en gelden er beperkingen voor de repatriëring van kapitaal en de uitkering van dividenden.
      • Met betrekking tot Loan Invest NV is KBC blootgesteld aan kredietverliezen op de hypotheekportefeuille. Daarvoor worden waardeverminderingen geboekt als dat nodig is.
    • Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten:
      • KBC Bank NV treedt op als arranger en dealer voor Medium Term Note-programma's ter waarde van 40 miljard euro, uitgegeven door 19 niet-geconsolideerde speciaal daartoe opgerichte gestructureerde entiteiten. Die entiteiten werden tussen 2006 en 2016 overeenkomstig de Ierse vennootschapswet (Irish Companies Act 2014) opgericht als een Ierse naamloze vennootschap (public limited company) of een Ierse besloten vennootschap (private limited company). Hun hoofdactiviteit is het bijeenbrengen van geld door notes uit te geven om financiële activa aan te kopen (zoals effecten, obligaties, deposito's, enz.) en gerelateerde derivaten- en andere contracten aan te gaan. Ze bieden beleggingsmogelijkheden aan klanten door te zorgen voor schaalvoordelen, een spreiding van het kredietrisico en een grote granulariteit. Elke structured entity heeft een prospectus dat is goedgekeurd door de Ierse centrale bank en kan worden geraadpleegd op www.kbc.be/prospectus/spv. De gestructureerde entiteiten zijn evenwel niet geconsolideerd, omdat ze niet voldoen aan de drie criteria voor consolidatie (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden). Op 31 december 2023 bedroeg het beheerde vermogen van die entiteiten 5,4 miljard euro.
      • Sponsored niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten worden gedefinieerd als gestructureerde entiteiten waarbij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen optreedt als arranger van het emissieprogramma, maar waarbij de beslissingsbevoegdheid van de gestructureerde entiteiten niet bij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen ligt en die dus niet geconsolideerd zijn.
      • In 2023 had KBC Groep de volgende inkomsten uit de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten: beheersvergoeding 17 miljoen euro en accounting fee 1 miljoen euro.
      • Op 31 december 2023 had KBC Groep door de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten uitgegeven notes in handen voor een bedrag van 1,8 miljard euro. KBC Groep heeft verplichtingen ten aanzien van de nietgeconsolideerde gestructureerde entiteiten voor een bedrag van 0,9 miljard euro die voornamelijk bestaan uit termijndeposito's (0,9 miljard euro).
      • Een eventuele waardedaling van de notes wordt doorgerekend aan de eindklant en zal dus geen invloed hebben op KBC.
  • Er waren eind 2023 geen groepsvennootschappen actief in de winningsindustrie. Bijgevolg werd geen geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden opgesteld (cf. art 3:8 § 1 WVV).

Toelichting 6.6: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring

  • 2022: overname Bulgaarse activiteiten van Raiffeisen Bank International (KBC Bank Bulgaria)
    • In juli 2022 finaliseerden we het akkoord met Raiffeisen Bank International over de overname van 100% van de aandelen van Raiffeisenbank (Bulgaria) EAD, voor 1 009 miljoen euro in cash, zonder enige voorwaardelijke vergoeding. De transactie omvat ook de dochterondernemingen Raiffeisen Leasing Bulgaria, Raiffeisen Asset Management (Bulgaria), Raiffeisen Insurance Broker en Raiffeisen Service. De naam van Raiffeisenbank (Bulgaria) EAD werd veranderd in KBC Bank Bulgaria EAD (ook de dochterondernemingen kregen een nieuwe naam). De bank had een marktaandeel in Bulgarije van naar schatting 8% wat betreft activa, een netwerk van 122 bankkantoren, ruwweg 2 500 medewerkers en 600 000 klanten.
    • Aangezien de transactie al gefinaliseerd was op 31-12-2022 werd ze opgenomen in de geconsolideerde balanscijfers van 31-12-2022. De resultaten van KBC Bank Bulgaria werden vanaf het derde kwartaal 2022 volledig geconsolideerd in de winst-en-verliesrekening. De impact in de tweede jaarhelft van 2022 bedroeg: +108 miljoen euro totale opbrengsten (voornamelijk 70 miljoen euro nettorente-inkomsten en 36 miljoen euro nettoprovisie-inkomsten), -51 miljoen euro exploitatiekosten, -5 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen en +47 miljoen euro resultaat na belastingen.
    • KBC heeft goodwill erkend voor een bedrag van 436 miljoen euro in de geconsolideerde jaarrekening, rekening houdend met beperkte aanpassingen aan de reële waarde. Dat wordt verantwoord door de kwaliteit van de overgenomen entiteit die tot uiting komt in de kwalitatieve kredietportefeuille en de winstgevendheid (op basis van de resultaten van de voorbije jaren en het businessplan voor de komende jaren). Daardoor kan KBC zijn klantenbasis uitbreiden en dus profiteren van schaalvoordelen (via aanzienlijke kostensynergieën met betrekking tot het kantorennetwerk en het hoofdkantoor in Bulgarije en inkomstensynergieën onder meer door de toegenomen verkoop van verzekeringsproducten van DZI) en een grotere visibiliteit. De overname biedt KBC een kans om zijn surpluskapitaal in te zetten in een waardeverhogende transactie in een markt die de groep goed kent. Goodwill is niet fiscaal aftrekbaar.
    • De transactie had een invloed van -0,9 procentpunt op de common equity ratio van KBC Groep in het derde kwartaal van 2022.
    • In april 2023 fuseerde KBC Bank Bulgaria met United Bulgarian Bank (UBB).
  • Verkoop van de Ierse activiteiten (2022 en 2023)
    • Eind augustus 2021 bereikte KBC Bank Ireland een akkoord over de afstoting van een portefeuille non-performing hypothecaire kredieten van ruwweg 1,1 miljard euro in een transactie die wordt gefinancierd via fondsen die worden beheerd door CarVal Investors. De deal werd begin februari 2022 gefinaliseerd. Pepper Finance Corporation (Ireland) DAC zal de kredieten beheren als wettelijke houder van de eigendomstitel. Pepper staat onder toezicht van de Ierse centrale bank.
    • In oktober 2021 bevestigde KBC Bank Ireland ook dat het een juridisch bindende overeenkomst heeft gesloten met Bank of Ireland met betrekking tot de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Daarnaast verwerft Bank of Ireland Group ook een kleine portefeuille van nonperforming hypotheekleningen (en kredietkaartsaldi). De transactie werd op 3 februari 2023 gefinaliseerd. De overname, voor een oorspronkelijk totaalbedrag van ongeveer 6,5 miljard euro, omvat ca. 7,6 miljard euro performing hypotheekleningen, ca. 0,1 miljard euro voornamelijk performing commerciële en consumentenkredieten, ca. 0,1 miljard euro non-performing hypotheekleningen en ca. 1,8 miljard euro deposito's.
    • Die transactie had een invloed op de winst-en-verliesrekening van +0,4 miljard euro in 2023 (zie detailtabel verder in deze toelichting). De transactie leidde bij finalisatie ook tot een positief effect op de common equity ratio van zo'n 0,9 procentpunten (onder meer door de vermindering van de risicogewogen activa) in het eerste kwartaal van 2023.
    • Zie ook Toelichting 5.11.
Invloed van de acquisitie van Raiffeisenbank Bulgaria in 2022 (in miljoenen euro) 2022:
Raiffeisenbank Bulgaria
Percentage aandelen gekocht of verkocht in het betrokken jaar aankoop
Percentage aandelen na transactie 100,00%
100,00%
Betreffende divisie Internationale Markten
Datum sluiting transactie, maand en jaar juli 2022
Resultaten van de betreffende maatschappij opgenomen in het resultaat van de groep vanaf: juli 2022*
Aankoopprijs of verkoopprijs 1 009
Kasstroom voor de aankoop of verkoop van bedrijven min aangekochte of verkochte geldmiddelen en kasequivalenten -42
Geboekte bedragen voor de gekochte activa en verplichtingen, reële waarde
Toestand op: 7 juli 2022
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 1 053
Financiële activa 4 686
Tegen geamortiseerde kostprijs 4 521
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 132
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 30
Afdekkingsderivaten 4
Belastingvorderingen 2
Investeringen in geasocieerde ondernemingen en joint ventures 2
Materiële vaste activa 35
Goodwill en andere immateriële vaste activa 15
Overige activa 20
Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande activa) 1 053
Financiële verplichtingen 5 150
Aangehouden voor handelsdoeleinden 19
Tegen geamortiseerde kostprijs 5 130
Voorziening voor risico's en kosten 9
Overige verplichtingen 21
Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande verplichtingen) 28

* Bijkomend werd 58 miljoen euro betaald voor een AT1-instrument inbegrepen in eigen vermogen tegen nominale waarde uitgegegeven door Raiffeisenbank Bulgaria.

Verkoopovereenkomst Verkoopovereenkomst
resterende kredieten en
Invloed van de transacties m.b.t. Ierland op boekjaar 2022 en 2023: eenmalige
elementen* (in miljoenen euro)
non-performing
kredieten
deposito's en geplande
afwikkeling
Totaal
2023
Totale opbrengsten 409 409
waarvan Overige netto-inkomsten 408 408
Exploitatiekosten -11 -11
Bijzondere waardeverminderingen -5 -5
op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI* 6 6
overige -11 -11
Belastingen -28 -28
RESULTAAT NA BELASTINGEN 365 365
2022
Totale opbrengsten 6 1 6
Exploitatiekosten 0 -32 -33
Bijzondere waardeverminderingen -2 -38 -41
op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI* -2 -15 -17
op overige 0 -24 -24
Belastingen 0 36 36
RESULTAAT NA BELASTINGEN 3 -35 -31

* De waardevermindering wordt veroorzaakt door de vergelijking van de verkoopprijs van de impaired kredieten met de nettoboekwaarde van de onderliggende kredieten.

Toelichting 6.7: Risicobeheer en kapitaaltoereikendheid

Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal, zowel voor het bank- als voor het verzekeringsbedrijf. Het betreft alle instrumenten die geschikt zijn om verliezen op te vangen in going concern- en/of gone concern-situaties. Kapitaalbeheer moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de beleggersverwachtingen, de standpunten van ratingbureaus en de ambities van het management. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het kapitaalbeheer ligt bij de Raad van Bestuur. Kapitaalbeheer omvat een brede waaier van activiteiten, waaronder strategische onderwerpen (bv. beleid, doelstellingen bepalen, enz.), kaders en modellen (bv. reglementaire kapitaalmodellen, interne kapitaalmodellen, kosten van eigen vermogen, prestatiemeting, enz.), planning en toewijzing (bv. toewijzing van kapitaal aan activiteiten, planning inzake uitgifte van kapitaalinstrumenten, raming van kapitaalratio's, enz.), uitvoering (bv. dividenden, kapitaaltransacties) en bewaking (bv. huidige solvabiliteitspositie op verschillende niveaus, naleving van de groepsbeleidslijnen en reglementaire vereisten, enz.). Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om altijd voldoende gekapitaliseerd te zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II.

We rapporteren over de solvabiliteit op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt.

  • Voor KBC Groep en KBC Bank houdt dat in dat we de solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD. KBC maakt sinds 30 juni 2020 gebruik van de overgangsbepalingen met betrekking tot IFRS 9 (transitioneel) en bepaalde tier 2-instrumenten. KBC heeft van de toezichthouder toelating gekregen om op het niveau van KBC Groep een risicoweging toe te passen op de participatie in KBC Verzekeringen (Deense compromismethode). KBC Groep en KBC Bank zijn onderworpen aan minimale solvabiliteitsratio's.
  • De common equity ratio van KBC Groep moet volgens de reglementaire vereiste 10,92% (fully loaded) bedragen op 31 december 2023. Die omvat het Pijler 1-minimum (4,5%), de Pijler 2-vereiste (1,05%, opgelegd door de ECB, naar aanleiding van haar Supervisory Review and Evaluation Process-beoordeling) en de vereiste buffers (5,38%, bepaald door de lokale bevoegde autoriteiten in de kernmarkten van KBC). De fully loaded common equity ratio van eind 2023 bedroeg 15,2% (zie verder in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?). Eind 2023 bedroeg de transitionele common equity ratio 13,8%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 3,4% ten opzichte van de transitionele minimumvereiste van 10,45%.
  • De common equity ratio van KBC Bank moet volgens de reglementaire vereisten 10,50% (transitioneel) bedragen op 31 december 2023. De transitionele common equity ratio stond op 13,4% eind 2023.
  • De solvabiliteit van KBC Verzekeringen wordt berekend op basis van Solvency II; het voorgeschreven minimum is 100%. Eind 2023 bedroeg de Solvency II-ratio 206%, ten opzichte van het vereiste minimum van 100%.
Samenvatting solvabiliteitscijfers voor KBC Groep,
KBC Bank en KBC Verzekeringen (in miljoenen euro)
KBC Groep
(geconsolideerd)
CRR/CRD
transitioneel
KBC Bank
(geconsolideerd)
CRR/CRD
transitioneel
KBC Verzekeringen
(geconsolideerd)
Solvency II
31-12-2023 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2022
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 19 768 18 742 17 952 17 516 4 130 3 721
Tier 1-kapitaal 17 389 16 974 15 573 15 749 3 629 3 220
Common equity 15 639 15 474 13 823 14 249
Eigen vermogen van de aandeelhouders (na deconsolidatie
van KBC Verzekeringen voor KBC Groep)
18 209 16 982 15 450 15 618 3 302 2 157
Solvabiliteitsaanpassingen -2 571 -1 508 -1 627 -1 370 327 1 063
Aanvullend going concern-kapitaal1 1 750 1 500 1 750 1 500
Tier 2-kapitaal2 2 379 1 767 2 379 1 768 501 501
Totaal gewogen risicovolume (RWA)3 113 029 109 966 103 192 100 285
Kredietrisico's 88 042 84 988 88 042 84 988
Marktrisico's 2 116 3 132 2 116 3 132
Operationele risico's 13 034 12 166 13 034 12 166
Verzekeringsrisico's 9 133 9 133
Holdingactiviteiten en eliminatie intragroepstransacties 704 548
Solvabiliteitskapitaalvereiste (verzekeringen) 2 005 1 833
Common equity ratio (groep, bank) 13,8% 14,1% 13,4% 14,2%
Solvency II-ratio (verzekeringen) 206% 203%

1 Bevat perpetuele achtergestelde leningen met een volledig discretionaire en niet-cumulatieve interestvergoeding. De effecten bevatten verder ook een lossabsorptiemechanisme, meer bepaald een tijdelijke afschrijving wanneer de CET1-ratio onder 5,125% zou vallen. Zie ook Toelichting 5.10.

2 Bevat achtergestelde leningen met een vaste vervaldag, waarvan de hoofdsom en rentevergoeding in going concern niet kunnen worden geannuleerd.

3 Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de RWA-interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in de door de regelgever opgelegde normen.

  • U vindt meer gedetailleerde informatie in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? van dit verslag en in het Risk Report.
  • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De vereiste informatie in verband met risico's nemen we op in de door de commissaris geauditeerde delen van het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? Die delen maken dus deel uit van de jaarrekening.

Toelichting 6.8: Gebeurtenissen na balansdatum

Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring voor publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 14 maart 2024 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2023:

• Op 5 maart 2024 oefende KBC Groep NV de call uit voor de additional tier 1 (AT1)-effecten (ISIN:BE0002638196) die het in 2019 heeft uitgegeven. Zie Toelichting 5.10.

Toelichting 6.9: Algemene gegevens betreffende de vennootschap

  • Naam: KBC Groep
  • Oprichting: 9 februari 1935 als Kredietbank; huidige naam sinds 2 maart 2005
  • Oprichtingsland: België
  • Zetel: Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
  • BTW-nummer: BE 0403.227.515
  • RPR: Brussel
  • Website: https://www.kbc.com
  • E-mailladres voor communicatie met aandeel- en obligatiehouders: [email protected]
  • Juridische vorm: genoteerde naamloze vennootschap naar Belgisch recht die als gemengde financiële holding valt onder het prudentiële toezicht van de Nationale Bank van België en de Europese Centrale Bank
  • Duur: onbepaalde duur
  • Voorwerp (artikel 2 van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com):

De vennootschap heeft als voorwerp het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder – maar niet beperkt tot – kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen.

De vennootschap heeft tevens als voorwerp om, hetzij voor eigen hetzij voor andermans rekening, diensten te verlenen ten behoeve van derden, onder meer ten behoeve van ondernemingen waarin de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft en ten behoeve van (potentiële) klanten van deze ondernemingen.

Verder heeft de vennootschap als voorwerp de verwerving in de meest ruime zin van het woord (onder meer door middel van aankoop, huur en leasing), het onderhoud en de exploitatie van werkingsmiddelen, en de terbeschikkingstelling in de meest ruime zin van het woord (onder meer verhuur, verlenen van een recht van gebruik) van deze middelen ten behoeve van de begunstigden, vermeld in de tweede alinea.

Voorts kan de vennootschap fungeren als een 'intellectual property'-vennootschap, die onder meer instaat voor de ontwikkeling, de verwerving, het beheer, de bescherming en het onderhoud van intellectuele eigendomsrechten evenals voor de terbeschikkingstelling van deze rechten, het verstrekken van gebruiksrechten over deze rechten en/of de overdracht van deze rechten.

De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar voorwerp en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan tevens door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen.

In het algemeen kan ze, in binnen- én buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar voorwerp kunnen bijdragen.

  • Plaatsen waar de voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden ingezien: de statuten van de vennootschap kunnen geraadpleegd worden bij de griffie van de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel en op www.kbc.com en www.notaris.be/statuten. De jaarrekeningen, het jaarverslag en de verslagen van de commissaris met betrekking tot de jaarrekeningen worden bij de Nationale Bank van België neergelegd en zijn beschikbaar op www.kbc.com. Het jaarverslag is ook verkrijgbaar bij de zetel van de vennootschap en het wordt verstuurd aan de personen die erom hebben gevraagd. De beslissingen aangaande de benoeming en de beëindiging van de mandaten van leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur worden bij uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De financiële berichten over de vennootschap verschijnen in de financiële dagbladen en/of op www.kbc.com. De oproepingen tot de Algemene Vergaderingen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, in minstens één nationaal verspreid dagblad, in de media en op www.kbc.com.
  • Voor informatie over de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en het recht van een aandeelhouder om deel te nemen aan de Algemene Vergadering, verwijzen we naar artikel 23 e.v. van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com.

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN KBC GROEP NV OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2023

In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Het vormt één geheel en is ondeelbaar.

Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 5 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende acht opeenvolgende boekjaren.

Verslag over de geconsolideerde jaarrekening

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2023 omvat, alsook de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde vermogensmutaties en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een totaal van de geconsolideerde balans van EUR 346.921 miljoen en de geconsolideerde winst-en-verliesrekening sluit af met een winst van het boekjaar (toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij) van EUR 3.402 miljoen.

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2023, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor het oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Kernpunten van de controle

280 Jaarverslag KBC Groep 2023

Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services Maatschappelijke zetel/Siège social: Culliganlaan 5, B-1831 Diegem T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB / BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCCBEBB 1 van 9

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN

VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2023

gestelde eisen. Het vormt één geheel en is ondeelbaar.

Groep uitgevoerd gedurende acht opeenvolgende boekjaren.

Verslag over de geconsolideerde jaarrekening

van de moedermaatschappij) van EUR 3.402 miljoen.

Basis voor het oordeel zonder voorbehoud

van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

Maatschappelijke zetel/Siège social: Culliganlaan 5, B-1831 Diegem

T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com

BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCCBEBB

Oordeel zonder voorbehoud

reglementaire voorschriften.

voor ons oordeel.

1 van 9

Kernpunten van de controle

AANDEELHOUDERS VAN KBC GROEP NV OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving

Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 5 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die

winst-en-verliesrekening sluit af met een winst van het boekjaar (toerekenbaar aan de aandeelhouders

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip

Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis

Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het

BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB /

meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij

PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services

winst-en-verliesrekening, de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde vermogensmutaties en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een

de geconsolideerde balans op 31 december 2023 omvat, alsook de geconsolideerde

totaal van de geconsolideerde balans van EUR 346.921 miljoen en de geconsolideerde

geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2023, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en

Onzekerheid met betrekking tot de inschatting van bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen

Beschrijving van het kernpunt van de controle

De gepastheid van de bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs vereist een belangrijke mate van beoordeling vanwege de directie. Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen aan geamortiseerde kostprijs in overeenstemming met IFRS 9 vereist een beoordeling van de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen en de beoordeling van een significante toename in het kredietrisico of het risico op wanbetaling.

De geopolitieke en opkomende risico's die zich in de loop van 2022 hebben voorgedaan blijven het vermogen van de modellen beperken om alle gevolgen van de daaruit voortvloeiende economische omstandigheden adequaat weer te geven, waardoor bijkomende waardeverminderingen bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen vereist zijn.

Informatie met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs, inclusief informatie over de impact van de geopolitieke en opkomende risico's, is opgenomen in Toelichtingen 3.9 en 4.2 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de waarderingsregels beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving".

Op jaareinde 31 december 2023 bedraagt de boekwaarde van de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs vóór bijzondere waardeverminderingen EUR 213.531 miljoen, de totale overeenstemmende bijzondere waardeverminderingen op die datum bedragen EUR 2.474 miljoen.

De beoordeling van significante toenames in kredietrisico, van wanbetaling met betrekking tot leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en de beoordeling van de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen maken deel uit van het beoordelingsproces van de Groep en zijn, onder andere, gebaseerd op macro-economische scenario's en micro-economische parameters (zoals gedefinieerd door de Groep), op kredietrisicomodellen, op elementen die op significante toenames in kredietrisico en het risico op wanbetalingen wijzen, op de financiële toestand van de tegenpartij en op de verwachte toekomstige kasstromen of de waarde van het onderpand.

De bepaling van de bijkomende waardeverminderingen erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen steunen op de input van deskundigen om kwetsbare klanten te identificeren.

Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken, scenario's en veronderstellingen, alsook het bepalen van de bijkomende waardeverminderingen erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen, zou tot verschillende inschattingen kunnen leiden van bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. Aangezien de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs het belangrijkste deel uitmaken van de balans van de Groep, en gegeven de gerelateerde onzekerheid met betrekking tot de inschatting van kosten van bijzondere waardeverminderingen, beschouwen wij dit als een kernpunt van de controle.

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle

Onze controlewerkzaamheden omvatten een beoordeling van het algemeen beheer inzake de processen van kredieten en bijzondere waardeverminderingen van de Groep, inclusief de processen met betrekking tot de modellen voor het bepalen van de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen en de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen. Wij hebben de opzet en de operationele doeltreffendheid getest van de beheersingsmaatregelen in het proces van de toekenning van leningen, het risicobeheersingsproces en het inschattingsproces voor de bepaling van bijzondere waardeverminderingen. Wat betreft bijzondere waardeverminderingen bepaald op individuele basis hebben we, voor een steekproef van bedrijfs- en kmo-kredietdossiers, een detailnazicht uitgevoerd; wij hebben de veronderstellingen in vraag gesteld onderliggend aan de elementen die op wanbetaling kunnen wijzen en de kwantificatie, inclusief de verwachte toekomstige kasstromen, de waardering van het gerelateerde onderpand en de inschatting van recuperatie bij wanbetaling.

Jaarverslag KBC Groep 2023 281

Wat betreft de bijzondere waardeverminderingen voor de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen, hebben wij de elementen die op significante toenames in kredietrisico wijzen alsook de macro-economische scenario's en micro-economische parameters (zoals gedefinieerd door de Groep) in vraag gesteld en hebben we, samen met onze experten, de onderliggende modellen getest inclusief het proces van de Groep inzake de goedkeuring en validatie van modellen.

Wij hebben ook de volledigheid van de identificatie van kwetsbare klanten door de directie beoordeeld bij het bepalen van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's en de mathematische nauwkeurigheid van de berekeningen om deze aanpassingen te bepalen gevalideerd en de redelijkheid ervan beoordeeld.

Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.

Naar onze mening liggen de door de directie opgenomen bijzondere waardeverminderingen, met inbegrip van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen, binnen een redelijke vork van uitkomsten in de context van de leningen en vorderingen in het algemeen, en de gerelateerde onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening.

Reëlewaardeafdekkingstransacties voor een portefeuille van kerndeposito's met renterisico

Beschrijving van het kernpunt van de controle

KBC Groep past de door IAS 39 - zoals goedgekeurd door de Europese Unie - toegestane boekhoudkundige reëlewaardeafdekkingsmethodiek voor het renterisico toe op een deel van een portefeuille van kerndeposito's. Deze methodiek vereist dat de cumulatieve veranderingen in de reële waarde van de betrokken kerndeposito's als gevolg van veranderingen in de rentevoeten op een afzonderlijke rubriek van de jaarrekening geboekt worden. Het bedrag van deze afzonderlijke rubriek is gelijk aan een debet op de passiva van EUR 507 miljoen op 31 december 2023 (zoals vermeld in Toelichting 4.8.2 bij de geconsolideerde jaarrekening), in toepassing van de waarderingsregels zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving". De omvang van dit bedrag op de afzonderlijke rubriek van de balans leidt tot een gestegen mate van aandacht vanwege de Groep op de naleving van de voorwaarden om te blijven voldoen aan de vereisten, voornamelijk het uitvoeren van adequate prospectieve en retrospectieve indekkingseffectiviteittesten en leidde ons ertoe om dit als een kernpunt van onze controle te beschouwen.

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle

Wij hebben een begrip verkregen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot indekkingsrelaties en hebben de belangrijkste interne beheersingsmaatregelen getest aangaande de documentatie van de boekhoudkundige indekkingsmethodieken, het aanmerken of ongedaan maken van aanmerking als indekkingsinstrument, en de prospectieve en retrospectieve indekkingseffectiviteitstesten. Wij hebben de geschiktheid beoordeeld van de boekhoudkundige indekkingsrelatie en van de methodologie om de effectiviteit van de indekking te meten met betrekking tot de hogervernoemde boekhoudkundige indekkingsmethodiek. Dit omvatte de beoordeling van brondata en belangrijkste assumpties als voornaamste elementen die worden gebruikt in het indekkingsproces, op basis van door de Groep verstrekte gegevens, onze ervaring en marktpraktijken.

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij kunnen vaststellen dat het gebruik van deze boekhoudkundige indekkingsmethodiek adequaat was gedocumenteerd en dat de effectiviteitstests adequaat waren uitgevoerd.

Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld met betrekking tot de reëlewaardeafdekkingsmethodiek van het renterisico voor een portefeuille van kerndeposito's, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.

282 Jaarverslag KBC Groep 2023

Wat betreft de bijzondere waardeverminderingen voor de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen, hebben wij de elementen die op significante toenames in kredietrisico wijzen alsook de macro-economische scenario's en micro-economische parameters (zoals gedefinieerd door de Groep) in vraag gesteld en hebben we, samen met onze experten, de onderliggende modellen getest inclusief het proces van de Groep inzake de goedkeuring en validatie

Wij hebben ook de volledigheid van de identificatie van kwetsbare klanten door de directie

om deze aanpassingen te bepalen gevalideerd en de redelijkheid ervan beoordeeld.

beoordeeld bij het bepalen van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's en de mathematische nauwkeurigheid van de berekeningen

Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS)

Naar onze mening liggen de door de directie opgenomen bijzondere waardeverminderingen, met inbegrip van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen, binnen een redelijke vork van uitkomsten in de context van de leningen en vorderingen in het algemeen, en de gerelateerde onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening.

Reëlewaardeafdekkingstransacties voor een portefeuille van kerndeposito's met renterisico

KBC Groep past de door IAS 39 - zoals goedgekeurd door de Europese Unie - toegestane boekhoudkundige reëlewaardeafdekkingsmethodiek voor het renterisico toe op een deel van een portefeuille van kerndeposito's. Deze methodiek vereist dat de cumulatieve veranderingen in de reële waarde van de betrokken kerndeposito's als gevolg van veranderingen in de rentevoeten op een afzonderlijke rubriek van de jaarrekening geboekt worden. Het bedrag van deze afzonderlijke rubriek is gelijk aan een debet op de passiva van EUR 507 miljoen op 31 december 2023 (zoals vermeld in Toelichting 4.8.2 bij de geconsolideerde jaarrekening), in toepassing van de waarderingsregels zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving". De omvang van dit bedrag op de afzonderlijke rubriek van de balans leidt tot een gestegen mate van aandacht vanwege de Groep op de naleving van de voorwaarden om te blijven voldoen aan de vereisten, voornamelijk het uitvoeren van adequate prospectieve en retrospectieve indekkingseffectiviteittesten

Wij hebben een begrip verkregen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot

indekkingseffectiviteitstesten. Wij hebben de geschiktheid beoordeeld van de boekhoudkundige indekkingsrelatie en van de methodologie om de effectiviteit van de indekking te meten met betrekking tot de hogervernoemde boekhoudkundige indekkingsmethodiek. Dit omvatte de beoordeling van brondata en belangrijkste assumpties als voornaamste elementen die worden gebruikt in het

Op basis van onze werkzaamheden hebben wij kunnen vaststellen dat het gebruik van deze boekhoudkundige indekkingsmethodiek adequaat was gedocumenteerd en dat de effectiviteitstests

Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld met betrekking tot de reëlewaardeafdekkingsmethodiek van het renterisico voor een portefeuille van kerndeposito's, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial

indekkingsrelaties en hebben de belangrijkste interne beheersingsmaatregelen getest aangaande de documentatie van de boekhoudkundige indekkingsmethodieken, het aanmerken of ongedaan maken

indekkingsproces, op basis van door de Groep verstrekte gegevens, onze ervaring en marktpraktijken.

en leidde ons ertoe om dit als een kernpunt van onze controle te beschouwen.

van aanmerking als indekkingsinstrument, en de prospectieve en retrospectieve

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle

Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.

van modellen.

zoals goedgekeurd door de Europese Unie.

Beschrijving van het kernpunt van de controle

adequaat waren uitgevoerd.

3 van 9

Onzekerheid met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen op goodwill

Beschrijving van het kernpunt van de controle

Zoals toegelicht in Toelichting 5.5 bij de geconsolideerde jaarrekening heeft de Groep, in toepassing van de waarderingsregels zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving" op jaareinde 31 december 2023 voor EUR 1.240 miljoen aan goodwill erkend. Goodwill wordt jaarlijks, of wanneer er een aanwijzing is, doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen om na te gaan of de realiseerbare waarde hoger is dan de boekwaarde.

Gelet op de significante oordeelsvorming van het management en de daarmee samenhangende schattingsonzekerheid voor het bepalen van de realiseerbare waarde van de respectieve kasstroomgenererende eenheden beschouwen we dit als een kernpunt van de controle.

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle

Wij hebben een begrip verkregen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot het bepalen van bijzondere waardevermindering op goodwill. Daarnaast hebben wij, samen met onze experten, de geschiktheid beoordeeld van de door de directie ontwikkelde verdisconteerde kasstroom-modellen, de evaluatie van de significante aannames van het management voor het bepalen van de vrije kasstroomprojecties, de verdisconteringsvoeten en de uiteindelijke groeivoet van de respectieve kasstroomgenererende eenheden, evenals de volledigheid en nauwkeurigheid van de onderliggende gegevens die in de modellen worden gebruikt. Wij hebben ook de redelijkheid beoordeeld van de gestresste aannames die gebruikt zijn in de stresstests zoals vermeld in de toelichting.

Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.

Naar onze mening liggen de uitkomsten van de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van goodwill door de directie binnen een redelijk bereik van uitkomsten, gelet op de totale uitstaande goodwill en de daarmee samenhangende onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening.

Onzekerheid met betrekking tot schattingen gerelateerd aan de overgang naar en eerste toepassing van IFRS 17 en IFRS 9

Beschrijving van het kernpunt van de controle

Het boekjaar dat eindigt op 31 december 2023 is het eerste jaar waarin IFRS 17 "Verzekeringscontracten" van toepassing is voor KBC Groep. Deze wijzigt de boekhoudkundige criteria voor de erkenning en waardering van verzekeringscontracten aanzienlijk ten opzichte van IFRS 4. Op 1 januari 2023 is de Groep ook gestopt met het toepassen van de tijdelijke "overlay" benadering van IFRS 9, waardoor de classificatie en opsplitsing van financiële activa en verplichtingen in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep zijn gewijzigd.

Als onderdeel van de eerste toepassing van deze boekhoudnormen moet de vergelijkende informatie op 1 januari 2022 (transitiebalans) worden opgesteld en moeten de overeenkomstige cijfers voor het jaar 2022 in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep worden herzien. De overgang naar IFRS 17 en IFRS 9 heeft een aanzienlijke invloed op het eigen vermogen per 1 januari 2022 en omvat een complex proces dat de toepassing van assumpties en schattingen vereist.

De overgang naar en eerste toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 wordt daarom beschouwd als een kernpunt van de controle.

Jaarverslag KBC Groep 2023 283

Informatie met betrekking tot de overgang naar en eerste toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 is opgenomen in Toelichting 1.5 bij de geconsolideerde jaarrekening.

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle

Onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de overgang naar IFRS 17 en IFRS 9 bestonden voornamelijk uit de volgende procedures:

  • Beoordeling van de overeenstemming van de boekhoudkundige principes van de Groep met
  • IFRS 17 en IFRS 9; Begrip en beoordeling van de bijgewerkte interne controleomgeving met betrekking tot het
  • financiële rapporteringsproces volgens IFRS 17 en IFRS 9; Beoordeling en testen van de toegepaste overgangsmethoden om de transitiebalans vast te
  • stellen; Beoordeling van de boekhoudkundige principes, de methodologie en de redelijkheid van de actuariële modellen en assumpties die worden gebruikt bij de berekening van de huidige waarde van de vervullingskasstromen ("PVFCF"), Contractuele Dienstenmarge ("CSM") en de
  • risicoaanpassing voor niet-financiële risico's ("RA"); Herberekening van de actuariële vervullingskasstromen, CSM en CSM-vrijval via dekkingseenheden, opgenomen in de verplichting uit hoofde van de resterende dekking ("LRC") voor een steekproef van contracten die zijn gewaardeerd volgens de Bouwsteenbenadering ("BBA") en variabelevergoedingsbenadering ("VFA"); ● Onafhankelijke beoordeling van de actuariële modellen die worden gebruikt om de verplichting uit
  • hoofde van ontstane schades ("LIC") te waarderen, volgens de premietoerekeningsbenaderingsmethode ("PAA"), voor een op risico gebaseerde steekproef van
  • een groep contracten; Beoordeling van de criteria voor de toepassing van de PAA of de VFA; en Uitvoering van een analyse van de wijzigingen in de beoordelingen van het bedrijfsmodel en beoordeling van de vervulling van de criteria voor dergelijke wijzigingen in het kader van IFRS 9.

We hebben ook de geschiktheid van de toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening met betrekking tot de overgang beoordeeld, rekening houdend met de eisen van de International Financial Reporting Standards zoals geïmplementeerd door de Europese Unie.

We hebben een beroep gedaan op onze interne actuariële experten bij het uitvoeren van de bovengenoemde controleprocedures.

Onzekerheid met betrekking tot de waardebepaling van verzekeringsverplichtingen

Beschrijving van het kernpunt van de controle

De LRC van contracten gewaardeerd met behulp van de BBA (EUR 12.952 miljoen) of de VFA (EUR 910 miljoen) omvat de PVFCF met betrekking tot toekomstige verzekeringsdiensten, evenals de CSM en de RA. De assumpties die worden gebruikt voor de projecties van deze kasstromen hebben met name betrekking op sterfte, levensduur, vroegtijdige beëindiging, winstgevendheid, toekomstige stortingen en de bepaling van direct toerekenbare kosten. De actuariële berekening van de kasstromen die voortvloeien uit de verzekeringscontracten is complex en berust op een hoge graad van subjectieve beoordeling en op veronderstellingen die beïnvloed worden door de toekomstige economische en politieke omstandigheden, alsook door overheidsreglementeringen. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de top-down benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt van de controle te beschouwen.

De LIC van contracten gewaardeerd met behulp van de PAA (EUR 2.257 miljoen) houdt rekening met de geschatte kosten van vorderingen die zich voordoen tot op de rapporteringsdatum. De actuariële projectiemethoden van de huidige waarde van de vervullingskasstromen met betrekking tot verzekeringsdiensten uit het verleden, voortvloeiend uit dergelijke verzekeringscontracten, zijn complex en zeer subjectief omdat ze zijn gebaseerd op een aantal belangrijke assumpties die zijn afgeleid van historische informatie, namelijk met betrekking tot het bedrag van de vordering en patronen van schadebetalingen inclusief de verwachte toekomstige ontwikkeling. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de bottom-up benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt van de controle te beschouwen.

Informatie over de waardering van verzekeringsverplichtingen is opgenomen in Toelichting 5.6.1 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de beleidslijnen zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving".

284 Jaarverslag KBC Groep 2023

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle

hoofde van ontstane schades ("LIC") te waarderen, volgens de

Reporting Standards zoals geïmplementeerd door de Europese Unie.

voornamelijk uit de volgende procedures:

bovengenoemde controleprocedures.

van de controle te beschouwen.

van de controle te beschouwen.

5 van 9

Beschrijving van het kernpunt van de controle

Onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de overgang naar IFRS 17 en IFRS 9 bestonden

● Beoordeling van de overeenstemming van de boekhoudkundige principes van de Groep met IFRS 17 en IFRS 9; ● Begrip en beoordeling van de bijgewerkte interne controleomgeving met betrekking tot het financiële rapporteringsproces volgens IFRS 17 en IFRS 9; ● Beoordeling en testen van de toegepaste overgangsmethoden om de transitiebalans vast te stellen; ● Beoordeling van de boekhoudkundige principes, de methodologie en de redelijkheid van de

van de vervullingskasstromen ("PVFCF"), Contractuele Dienstenmarge ("CSM") en de

risicoaanpassing voor niet-financiële risico's ("RA"); ● Herberekening van de actuariële vervullingskasstromen, CSM en CSM-vrijval via

actuariële modellen en assumpties die worden gebruikt bij de berekening van de huidige waarde

dekkingseenheden, opgenomen in de verplichting uit hoofde van de resterende dekking ("LRC") voor een steekproef van contracten die zijn gewaardeerd volgens de Bouwsteenbenadering ("BBA") en variabelevergoedingsbenadering ("VFA"); ● Onafhankelijke beoordeling van de actuariële modellen die worden gebruikt om de verplichting uit

premietoerekeningsbenaderingsmethode ("PAA"), voor een op risico gebaseerde steekproef van

beoordeling van de vervulling van de criteria voor dergelijke wijzigingen in het kader van IFRS 9.

betrekking tot de overgang beoordeeld, rekening houdend met de eisen van de International Financial

een groep contracten; ● Beoordeling van de criteria voor de toepassing van de PAA of de VFA; en ● Uitvoering van een analyse van de wijzigingen in de beoordelingen van het bedrijfsmodel en

We hebben ook de geschiktheid van de toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening met

We hebben een beroep gedaan op onze interne actuariële experten bij het uitvoeren van de

De LRC van contracten gewaardeerd met behulp van de BBA (EUR 12.952 miljoen) of de VFA (EUR 910 miljoen) omvat de PVFCF met betrekking tot toekomstige verzekeringsdiensten, evenals de CSM en de RA. De assumpties die worden gebruikt voor de projecties van deze kasstromen hebben met name betrekking op sterfte, levensduur, vroegtijdige beëindiging, winstgevendheid, toekomstige

kasstromen die voortvloeien uit de verzekeringscontracten is complex en berust op een hoge graad van subjectieve beoordeling en op veronderstellingen die beïnvloed worden door de toekomstige economische en politieke omstandigheden, alsook door overheidsreglementeringen. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de top-down benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt

De LIC van contracten gewaardeerd met behulp van de PAA (EUR 2.257 miljoen) houdt rekening met de geschatte kosten van vorderingen die zich voordoen tot op de rapporteringsdatum. De actuariële

Informatie over de waardering van verzekeringsverplichtingen is opgenomen in Toelichting 5.6.1 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de beleidslijnen zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving".

stortingen en de bepaling van direct toerekenbare kosten. De actuariële berekening van de

projectiemethoden van de huidige waarde van de vervullingskasstromen met betrekking tot verzekeringsdiensten uit het verleden, voortvloeiend uit dergelijke verzekeringscontracten, zijn complex en zeer subjectief omdat ze zijn gebaseerd op een aantal belangrijke assumpties die zijn afgeleid van historische informatie, namelijk met betrekking tot het bedrag van de vordering en patronen van schadebetalingen inclusief de verwachte toekomstige ontwikkeling. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de bottom-up benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt

Onzekerheid met betrekking tot de waardebepaling van verzekeringsverplichtingen

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle

We hebben werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot het ontwerp en de effectiviteit van de controles van de Groep om vast te stellen dat de gegevens die worden gebruikt bij de waardering en de opzet van de verzekeringsverplichtingen adequaat en volledig zijn. We hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd op de procedures van de Groep om de hierboven genoemde assumpties te bepalen, het valideren van de assumpties op basis van op de markt observeerbare gegevens en een actuariële analyse door backtesting van de gebruikte assumpties.

Onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de LRC voor verzekeringscontracten gewaardeerd onder de BBA of de VFA bestonden voornamelijk uit de volgende procedures:

  • Beoordeling van de boekhoudkundige principes, de methodologie en de redelijkheid van de
  • actuariële modellen en assumpties die worden gebruikt bij de berekening van de PVFCF; Test van de volledigheid en nauwkeurigheid van de gegevens die worden gebruikt bij het bepalen
  • van de assumpties, evenals de gegevens die worden gebruikt bij actuariële berekeningen; Verificatie van de nauwkeurigheid van de verwachte toekomstige kasstromen op risico
  • gebaseerde steekproef basis; Verificatie van de methodologie en redelijkheid van de RA; Uitvoering van een herberekening van de CSM voor een steekproef van cohorten, inclusief
  • nieuwe contracten; Analyse van wijzigingen en een herberekening van de vrijval van de CSM op basis van
  • dekkingseenheden, voor een geselecteerde steekproef van reeksen van contracten; en Verificatie van de vergrendelde en huidige verdisconteringspercentages (top-down).

Onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de LIC voor verzekeringscontracten gewaardeerd onder de PAA bestonden voornamelijk uit de volgende procedures:

  • Beoordeling van de boekhoudkundige principes, de methodologie en de redelijkheid van de actuariële modellen en assumpties die worden gebruikt bij de berekening van de huidige waarde
  • van de vervullingskasstromen; Testen van de volledigheid en nauwkeurigheid van de gegevens die worden gebruikt bij actuariële
  • berekeningen; Onafhankelijke beoordeling van de actuariële modellen voor een op risico gebaseerde steekproef
  • van een groep contracten; en Verificatie van de vergrendelde en huidige verdisconteringspercentages (bottom-up).

Tot slot hebben we de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen met betrekking tot verzekeringscontracten beoordeeld om te evalueren of aan de vereisten voor toelichting is voldaan die zijn opgenomen in de International Financial Reporting Standards zoals geïmplementeerd door de Europese Unie.

We hebben een beroep gedaan op onze interne actuariële experten bij het uitvoeren van onze controleprocedures.

We hebben onze conclusies van onze actuariële analyse besproken met de actuariële functie van de Groep. Onze controlewerkzaamheden hebben ons toegelaten de waardering en de opzet van de verzekeringscontracten te beoordelen.

Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

Jaarverslag KBC Groep 2023 285

Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig ISA is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.

Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling worden hieronder beschreven.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig ISA, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

  • Het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het omzeilen van de interne beheersing.
  • Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep.
  • Het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen.
  • Het concluderen of de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep zijn continuïteit niet langer kan handhaven.

286 Jaarverslag KBC Groep 2023

Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te

Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig ISA is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van

Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft

genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de raad van bestuur gehanteerde

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig ISA, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens

● Het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren

controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het

van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van

● Het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële

schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen.

opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het omzeilen van de interne beheersing.

● Het concluderen of de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling

die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep zijn continuïteit niet

● Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van

verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte

aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden

doen.

jaarrekening

deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.

de volgende werkzaamheden uit:

langer kan handhaven.

7 van 9

de Groep.

continuïteitsveronderstelling worden hieronder beschreven.

  • Het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.
  • Het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de Groep gericht op het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld verantwoordelijk voor ons oordeel.

Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.

Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.

Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.

Verantwoordelijkheden van de commissaris

In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening

Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde de secties:

  • "Verkorte vennootschappelijke jaarrekening"; "Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse"; "Glossarium van financiële ratio's en termen"; "EU-taxonomie detailtabellen"

een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

Jaarverslag KBC Groep 2023 287

De op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste niet-financiële informatie werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de Global Reporting Initiative (GRI) Standards. Overeenkomstig artikel 3:80, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met de in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening vermelde Global Reporting Initiative (GRI) Standards.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

  • Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Groep.
  • De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.

Europees uniform elektronisch formaat (ESEF)

Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag.

Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.

Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van KBC Groep NV per 31 december 2023 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.

Andere vermelding

Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.

Diegem, 29 maart 2024

De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door

Damien Walgrave* Jeroen Bockaert** Bedrijfsrevisor Bedrijfsrevisor

*Handelend in naam van Damien Walgrave BV **Handelend in naam van Jeroen Bockaert BV

9 van 9

288 Jaarverslag KBC Groep 2023

We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 2 mei 2024 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Global Services NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op www.kbc.com. De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.

De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.

Overige informatie

Verkorte vennootschappelijke jaarrekening

Balans na winstverdeling (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Vaste activa 38 678 32 820
Immateriële vaste activa 0 0
Materiële vaste activa 0 0
Financiële vaste activa 38 678 32 820
Verbonden ondernemingen 38 677 32 819
Deelnemingen 16 368 16 368
Vorderingen 22 309 16 451
Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1 1
Deelnemingen 1 1
Andere financiële activa 0 0
Vlottende activa 1 573 557
Vorderingen op meer dan 1 jaar 0 0
Voorraden en bestellingen in uitvoering 0 0
Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 9 10
Handelsvorderingen 8 10
Overige vorderingen 1 0
Geldbeleggingen 1 017 300
Eigen aandelen 476 0
Overige beleggingen 542 300
Liquide middelen 220 80
Overlopende rekeningen 326 166
Totaal activa 40 251 33 377
Eigen vermogen 16 133 15 512
Kapitaal 1 461 1 461
Geplaatst kapitaal 1 461 1 461
Uitgiftepremies 5 516 5 510
Reserves 1 287 1 287
Wettelijke reserves 146 146
Inkoop eigen aandelen 476 0
Overige onbeschikbare reserves 1 1
Belastingvrije reserves 190 190
Beschikbare reserves 473 949
Overgedragen winst (verlies (-)) 7 869 7 255
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 1 0
Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0
Schulden 24 117 17 865
Schulden op meer dan 1 jaar 19 828 14 754
Financiële schulden 19 828 14 754
Achtergestelde leningen 4 431 3 683
Niet-achtergestelde obligatieleningen 15 397 11 071
Schulden op ten hoogste 1 jaar 4 012 2 990
Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen 1 500 1 700
Financiële schulden 1 202 0
Handelsschulden 1 1
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 16 15
Belastingen 0 1
Bezoldigingen en sociale lasten 16 14
Overige schulden 1 293 1 274
Overlopende rekeningen 277 121
Totaal passiva 40 251 33 377

Resultaten (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Bedrijfsopbrengsten 101 499
Omzet 100 449
Voorraad goederen in bewerking, gereed product en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) 0 0
Geproduceerde vaste activa 0 35
Andere bedrijfsopbrengsten 1 15
Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten 0 0
Bedrijfskosten 114 504
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 0 0
Diensten en diverse goederen 30 254
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 83 213
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 0 38
Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen/bestedingen en terugnemingen 1 -1
Andere bedrijfskosten 0 1
Niet-recurrente bedrijfskosten 0 0
Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) -13 -6
Financiële opbrengsten 2 861 4 089
Recurrente financiële opbrengsten 2 861 4 089
Opbrengsten uit financiële vaste activa 2 291 3 862
Opbrengsten uit vlottende activa 26 4
Andere financiële opbrengsten 544 224
Niet-recurrente financiële opbrengsten 0 0
Financiële kosten 543 215
Recurrente financiële kosten 543 215
Kosten van schulden 519 212
Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen en terugnemingen 0 0
Andere financiële kosten 24 3
Niet-recurrente financiële kosten 0 0
Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting 2 305 3 869
Onttrekking aan de uitgestelde belastingen 0 0
Overboeking naar de uitgestelde belastingen 0 0
Belastingen op het resultaat 4 3
Winst (Verlies (-)) van het boekjaar 2 302 3 866
Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 2 302 3 866

Resultaatsverwerking (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2023 31-12-2022
Te bestemmen winst (verlies (-)) 9 557 8 930
Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 2 302 3 866
Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar 7 255 5 063
Toevoeging aan het eigen vermogen 0 0
Aan de wettelijke reserve 0 0
Aan de overige reserves 0 0
Over te dragen winst (verlies (-)) 7 869 7 255
Uit te keren winst 1 688 1 674
Vergoeding van het kapitaal* 1 685 1 668
Bestuurders of zaakvoerders 0 0
Werknemers/andere rechthebbenden 3 6

* De totale vergoeding van het kapitaal zoals in de tabel is aangegeven houdt rekening met het aantal dividendgerechtigde aandelen op de datum van de Raad van Bestuur (14 maart 2024). Het finale dividendbedrag zal nog verlaagd worden met het dividend op de ingekochte aandelen tussen de datum van de Raad van Bestuur (14 maart 2024) en de ex-coupondatum (13 mei 2024), die niet-dividendgerechtigd zijn. Dat verschil zal verrekend worden met de eerstvolgende resultaatsbestemming.

Dividend

We stellen aan de Algemene Vergadering voor het boekjaar 2023 een brutoslotdividend van 3,15 euro per aandeel voor, wat het totale brutodividend met betrekking tot 2023 op 4,15 euro per aandeel brengt. De dividenduitkeringsratio ([uit te keren dividend + coupon op AT1 instrumenten in eigen vermogen] / [totaal geconsolideerd nettoresultaat]) voor 2023 bedraagt dan ongeveer 51%.

Toelichting 1: Financiële vaste activa

(in miljoenen euro) Deelnemingen
in verbonden
ondernemingen
Vorderingen
op verbonden
ondernemingen
Deelnemingen in
ondernemingen
waarmee er een
deelnemingsverhouding
bestaat
Boekwaarde 31-12-2022 16 368 16 451 1
Aanschaffingen in 2023 0 7 559 0
Vervreemdingen in 2023 0 -1 700 0
Andere wijzigingen in 2023 0 0 0
Boekwaarde 31-12-2023 16 368 22 309 1

• De deelnemingen in verbonden ondernemingen zijn voornamelijk de participaties in KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV, en daarnaast in KBC Global Services NV en DISCAI.

  • De vorderingen op verbonden ondernemingen zijn leningen aan KBC Bank van het type additional tier 1-kapitaal (AT1; in totaal 2,3 miljard euro), tier 2-kapitaal (2,2 miljard euro), tier 3-kapitaal (17,4 miljard euro) en een achtergestelde lening aan KBC Verzekeringen NV van 0,5 miljard euro.
  • De belangrijkste wijzigingen in 2023 betroffen nieuwe doorleningen aan KBC Bank (7,6 miljard euro). Daarnaast verviel ook 1,7 miljard euro.

Toelichting 2: Mutatietabel eigen vermogen en ontwikkeling van het kapitaal

Kapitaalverhoging voor
(in miljoenen euro) 31-12-2022 het personeel Toevoeging 31-12-2023
Kapitaal 1 461 0 1 461
Uitgiftepremies 5 510 6 5 516
Reserves 1 287 1 287
Overgedragen resultaat 7 255 614 7 869
Eigen vermogen 15 512 6 614 16 133

• Op 31 december 2023 bedroeg het geplaatste kapitaal van de vennootschap 1 461 017 750,26 euro, verdeeld in 417 305 876 aandelen zonder nominale waarde. Het kapitaal is volgestort.

  • Inkoop eigen aandelen: zie Toelichting 3.
  • Door een kapitaalverhoging in het kader van het toegestane kapitaal op 15 december 2023, waarop alleen personeelsleden van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochterondernemingen konden intekenen, werden 136 462 aandelen uitgegeven tegen 51,04 euro per aandeel. Met die kapitaalverhoging wil de groep de band met zijn personeel en met het personeel van de Belgische dochterondernemingen nauwer aanhalen. Door de geringe omvang van de kapitaalverhoging zijn de financiële gevolgen voor de bestaande aandeelhouders uiterst beperkt. Alle aandelen die in de loop van 2023 werden uitgegeven, zijn ook dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2023 (met uitzondering van het interimdividend dat de vennootschap in november 2023 betaalde).
  • De machtiging voor het toegestane kapitaal kan tot en met 22 mei 2028 worden gebruikt voor een bedrag van 700 000 000 euro, waarvan maximaal 146 000 000 euro met opheffing van het voorkeurrecht voor de bestaande aandeelhouders. Gelet op de kapitaalverhoging van 15 december 2023 en gerekend tegen een fractiewaarde van 3,51 euro per aandeel kunnen dus in het kader van de bovengenoemde machtiging nog maximaal 199 293 737 nieuwe aandelen van KBC Groep NV worden uitgegeven, waarvan nog maximaal 41 458 979 met mogelijkheid tot opheffing van het voorkeurrecht.

Toelichting 3: Aandeelhouders en inkoop eigen aandelen

• Ontvangen kennisgevingen: we ontvingen in 2023 een aantal kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. We publiceren de ontvangen kennisgevingen in extenso op www.kbc.com.

Met
stemrechtverlenende
effecten gelijkgestelde
Ontvangen kennisgevingen in 2023
(% stemrechten in KBC Groep NV)
Situatie op Stemrechtverlenende
effecten
financiële
instrumenten
Totaal
FMR LLC 8 september 2023 2,99% 0,00% 2,99%
FMR LLC 14 september 2023 3,03% 0,00% 3,03%
FMR LLC 9 oktober 2023 2,98% 0,00% 2,98%
  • Gemiddelde fractiewaarde van het KBC-aandeel in 2023: 3,51 euro.
  • Eigen aandelen: zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
  • In 2023 (tussen augustus 2023 en eind december 2023) heeft KBC Groep NV via zijn aandeleninkoopprogramma van 1,3 miljard euro (voor meer informatie: zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening) al 8,8 miljoen aandelen ingekocht voor een totale prijs van 0,5 miljard euro. Het aandeleninkoopprogramma loopt nog tot en met eind juli 2024. Een wekelijks overzicht van de inkopen vindt u op www.kbc.com.

Toelichting 4: Balans op 31-12-2023

  • Het balanstotaal bedroeg 40 251 miljoen euro, tegenover 33 377 miljoen euro het jaar voordien.
  • We bespreken de financiële vaste activa in Toelichting 1.
  • De vlottende activa bedroegen 1 573 miljoen euro, tegenover 557 miljoen euro het jaar voordien. De wijziging betrof vooral de inkoop van eigen aandelen van 476 miljoen euro (zie hierboven).
  • We bespreken het eigen vermogen in Toelichting 2.
  • De schulden bedroegen 24 117 miljoen euro, tegenover 17 865 miljoen euro het jaar voordien. De wijziging betrof vooral de uitgifte van een commercial paper van 1,2 miljard euro en een toename van de leningen van 4,9 miljard euro.

Toelichting 5: Resultaten in 2023

  • De nettowinst bedroeg 2 302 miljoen euro, tegenover 3 866 miljoen euro het jaar voordien.
  • De belangrijkste wijziging in het financiële resultaat is het lagere bedrag aan ontvangen dividenden van KBC Bank en KBC Verzekeringen in 2023 (lijn Opbrengsten uit financiële vaste activa).

Toelichting 6: Overige informatie

  • Vergoeding van de commissaris: zie Toelichting 6.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
  • KBC Groep NV had op 31 december 2023 twee bijkantoren.
  • KBC Groep NV maakt gebruik van financiële instrumenten voor de indekking van renterisico's. Op 31 december 2023 bedroeg het notioneel uitstaande bedrag aan renteswaps ter indekking van renterisico's 500 miljoen euro.
  • KBC Groep NV is de uitgevende entiteit voor alle verlies absorberende instrumenten (aandeelhouderskapitaal, AT1, T2 en voor MREL in aanmerking komende instrumenten). In principe worden de middelen doorgegeven aan KBC Bank en KBC Verzekeringen in hetzelfde of een gelijkaardig formaat en met een gelijkaardige looptijd. Bijgevolg is er overeenstemming tussen de vervaldata van de schuld uitgegeven door KBC Groep en de doorlening aan zijn dochterondernemingen. De dividenden te betalen door KBC Groep worden gefinancierd door dividenden te ontvangen van KBC Bank en KBC Verzekeringen. Eventuele tijdelijke liquiditeitstekorten kunnen opgevangen worden door de uitgifte van kortetermijnschuldpapier in het kader van het Short Term Certificate of Deposit Programme.
  • De vereiste wettelijke informatie volgens art. 3:6 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen die hierboven nog niet werd vermeld, inclusief de verklaring over niet-financiële informatie, vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.

Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse

Om de twee jaar voeren we een materialiteitsanalyse uit. Die analyse helpt ons om voldoende voeling te krijgen en rekening te houden met de standpunten van onze stakeholders over materiële onderwerpen die verband houden met mensenrechten en de economische, sociale en milieuprestaties van KBC. In 2022 voerden we een uitgebreide analyse uit in samenwerking met een gerenommeerde en gespecialiseerde derde partij. Ook onze kernlanden werden actief betrokken bij het proces. Zo werden ook de lokale verwachtingen van onze stakeholders (kernaandeelhouders, klanten, werknemers, investeerders, leveranciers, ngo's, regelgevers en sectororganisaties) in onze kernlanden meegenomen in de analyse. Het dubbele materialiteitsperspectief en de herziene GRI-normen vormden de leidraad doorheen de materialiteitsanalyse. We bereiden ons voor op een tweejaarlijkse (dubbele) materialiteitsanalyse in 2024, die een sleutelrol speelt in de CSRD.

Materialiteitsanalyse, stappenplan

De belangrijkste thema's voor KBC en waar we in het jaarverslag die thema's bespreken, vindt u in de tekening en de tabel.

2 11 4 5 12 1 15 3 6 13 7 14 9 10 8 Duurzaam en verantwoord aanbod van producten en diensten Ethische bedrijfsvoering en verantwoord gedrag Veerkracht van ons bedrijfsmodel op lange termijn Partner in de transformatie naar een duurzamere toekomst Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen Gegevensbescherming en cyberveiligheid Eerlijke, begrijpelijke en transparante informatie aan klanten Dienstenaanbod dat de lokale economie stimuleert Bevordering van financiële geletterdheid Toegankelijkheid en bruikbaarheid van producten en diensten Ontwikkeling en welzijn van werknemers Directe milieu-impact van onze activiteiten Betrokkenheid in de gemeenschap Diverse en inclusieve bedrijfscultuur Inclusief dienstenaanbod

Belangrijkste
elementen
Informatie in dit rapport (selectie)
Duurzaam en verantwoord
aanbod van producten en
diensten

Ons bedrijfsmodel, onder 'Hoe creëren we duurzame waarde' en 'In welke omgeving zijn we actief?'

Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving', 'Focus op het klimaat en het milieu' en 'Focus op
mensenrechten

Onze divisies
Ethische bedrijfsvoering en
verantwoord gedrag

Ons bedrijfsmodel, onder 'Wat maakt ons tot wie we zijn?'

Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving' en 'Focus op mensenrechten'

Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder 'Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en
risicobeheersystemen'
Veerkracht van ons
bedrijfsmodel op lange
termijn

Ons bedrijfsmodel, onder 'In welke omgeving zijn we actief?'

Onze strategie, onder 'De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur'

Ons financieel rapport

Onze strategie

Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal?
Partner in de transformatie
naar een duurzamere
toekomst

Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving' en 'Focus op het klimaat en het milieu'

Onze divisies
Duurzaam en verantwoord
vermogensbeheer en
beleggen

Ons bedrijfsmodel, onder 'Hoe creëren we duurzame waarde?' en 'In welke omgeving zijn we actief?'

Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving', 'Focus op het klimaat en het milieu' en 'Focus op
mensenrechten'
Gegevensbescherming en
cyberveiligheid

Ons bedrijfsmodel, onder 'In welke omgeving zijn we actief?'

Onze strategie, onder 'De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur'

Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder 'Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en
risicobeheersystemen'

Hoe beheren we onze risico's?, onder 'Niet-financiële risico's'

De commissaris heeft dit hoofdstuk niet geauditeerd.

Glossarium van financiële ratio's en termen

Naast wettelijk of door IFRS bepaalde ratio's en termen gebruiken we ook eigen ratio's en definities, zogenaamde alternatieve prestatiemaatstaven. We duiden die aan met APM in de titel.

(bedragen in miljoenen euro, tenzij anders vermeld) Verwijzing/referentie Berekening 2023 2022
Common equity ratio
Gedetailleerde beschrijving/berekening in Hoe beheren
we ons kapitaal?
Dekkingsratio (APM)
Deel van de impaired kredieten gedekt door stage 3-
waardeverminderingen. De teller en noemer kunnen ook
Hoe beheren we onze risico's?:
tabel Krediet- en beleggingspor
tefeuille
A: Stage 3-waardeverminderin
gen op kredieten
1 888 2 048
worden beperkt tot impaired kredieten met meer dan B: Impaired kredieten 4 221 4 350
90 dagen achterstalligheid. A/B 45% 47%
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (APM)
Boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in
euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen ver
Geconsolideerde balans en Toe
lichting 5.10
A: Eigen vermogen van de
aandeelhouders
22 010 20 319
mogen van de aandeelhouders van KBC. B: Aantal gewone aandelen min
eigen aandelen (in miljoenen)
409 417
A/B (in euro) 53,9 48,7
Gecombineerde ratio schadeverzekeringen (APM)1
Technische winstgevendheid van de schadeverzekerings
activiteiten op korte termijn, meer bepaald in welke mate
de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkerin
gen en kosten te dekken.
Toelichting 3.6 A: Niet-leven premieallocatie
benadering: schadelasten en
kosten verbonden aan scha
delasten na herverzekering
1 204 1 080
B: Andere kosten dan verbonden
aan schadelasten en provisies
676 602
C: Niet-leven premieallocatie
benadering: netto verdiende
verwachte ontvangen premies
2 160 1 943
(A+B)/C 87% 87%
Kosten-inkomstenratio, zonder bank- en verzekeringsheffingen (APM)1
Relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van op
brengsten, exclusief de bank- en verzekeringsheffingen)
Geconsolideerde winst-en
verliesrekening
A: Totale exploitatiekosten zonder
bank- en verzekeringsheffingen
4 438 4 159
van de groep. B: Betaalde verzekeringsprovisies 340 308
C: Totale opbrengsten 11 224 10 035
(A+B)/C 43% 45%
Kosten-inkomstenratio, inclusief bank- en verzekeringsheffingen maar zonder uitzonderlijke of niet-operationele elementen
(APM)1
Waar relevant berekenen we ook de kosten-inkomsten
ratio inclusief de bank- en verzekeringsheffingen, maar
zonder uitzonderlijke of niet-operationele elementen. De
bedoeling is een beter idee te geven van de relatieve
kostenefficiëntie van de pure businessactiviteiten.
Geconsolideerde winst-en
verliesrekening
A: Totale exploitatiekosten zonder
bank- en verzekeringsheffingen
4 438 4 159
Overzicht van uitzonderlijke/
niet-operationele elementen (per
kwartaal): zie General Investor
Presentations op www.kbc.com.
B: Totale bank- en verzekerings
heffingen
687 646
C: Betaalde verzekeringsprovisies 340 308
D: Uitzonderlijke en/of niet
operationele kosten2
-124 -169
E: Totale opbrengsten 11 224 10 035
F: Uitzonderlijke en/of niet
operationele opbrengsten2
-429 -(-76)
(A+B+C-D)/(E-F) 49% 49%
Kredietkostenratio (APM)1
Waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde
periode in verhouding tot de totale kredietportefeuille
Geconsolideerde winst-en
verliesrekening en Hoe beheren
we onze risico's?: tabel Krediet
en beleggingsportefeuille
A: Nettowijziging in waardever
minderingen voor kredieten
-9 155
(definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan
deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van
B: Gemiddelde uitstaande kre
dietportefeuille
200 270 197 052
de portefeuille. A/B 0,00%3 0,08%3

<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->

Kredietportefeuille (APM)
Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk
traditionele) kredietactiviteiten.
Toelichtingen 4.1, 4.2, 6.1, 5.11 en
Hoe beheren we onze risico's?:
A: Leningen en voorschotten
aan klanten
183 613 178 053
tabel Krediet- en beleggings
portefeuille
B: Reverse repo's (niet op cen
trale banken)
763 785
C:Schuldinstrumenten van
ondernemingen en van
kredietinstellingen en beleg
gingsondernemingen (bank)
6 681 6 157
D:Andere blootstelling aan
kredietinstellingen
3 301 4 072
E: Verstrekte financiële garan
ties aan klanten en andere
commitments
10 263 10 222
F: Waardeverminderingen op
kredieten
2 483 2 636
G:Verzekeringsentiteiten (-) -1 927 - 1 997
H:Niet-kredietgerelateerde
vorderingen (-)
-528 -602
I: Overige -1 694 6 394
Leverageratio A+B+C+D+E+F+H+G+H+I 202 953 205 720
Gedetailleerde beschrijving/berekening in Hoe beheren we ons kapitaal?
Liquiditeitsdekkingsratio (Liquidity coverage ratio, LCR)
Liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer
bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeits
EC Delegated Act on LCR
en EBA-richtlijnen voor LCR
A: Liquide activa van hoge
kwaliteit
101 555 91 928
moeilijkheden te doorstaan gedurende een maand.
Het betreft het gemiddelde van de LCR-cijfers van de
12 maandafsluitingen.
disclosure B: Totale nettokasuitstroom
voor volgende dertig kalen
derdagen
63 805 60 820
A/B 159% 152%
Marktkapitalisatie
Beurswaarde van de KBC-groep. Toelichting 5.10 A: Slotkoers KBC-aandeel
(euro)
58,7 60,1
B: Aantal aandelen (in mil
joenen)
417,3 417,2
AxB (in miljarden euro) 24,5 25,1
Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL)
Gedetailleerde beschrijving/berekening in Hoe beheren we ons kapitaal?
Netto stabiele financieringsratio (Net stable funding ratio, NSFR)
Structurele liquiditeitspositie van de bank op lange ter
mijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is
Regulation (EU) 2019/876 dd.
20-05-2019
A: Beschikbaar bedrag stabiele
financiering
208 412 209 271
liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode
van één jaar.
B: Vereist bedrag stabiele
financiering
153 372 153 767
A/B 136% 136%
Nettorentemarge (APM)1
Nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een
van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep)
ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende
Geconsolideerde winst-en
verliesrekening en Geconsoli
deerde balans
A: Nettorente-inkomsten van
de bankactiviteiten
4 812 4 450
activa van de bankactiviteiten. De nettorente-inkom
sten van de bankactiviteiten zijn exclusief de dealing
B: Gemiddelde rentedragende
activa van de bank
activiteiten
231 869 224 014
rooms en de nettorente-impact van ALM FX swaps en
repo's.
A/B x 360/aantal kalenderda
gen
2,05% 1,96%
Ratio van impaired kredieten (APM)1
Aandeel van impaired kredieten in de kredietporte Hoe beheren we onze risico's?: A: Impaired kredieten 4 221 4 350
feuille (definitie: zie Kredietportefeuille), dus reflec tabel Krediet- en beleg B: Totale kredietportefeuille 202 953 205 720
tie van de kredietwaardigheid van die portefeuille.
Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaar
schijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en
interesten worden (terug)betaald (KBC-defaultstatus
PD 10, PD 11 en PD 12). De teller in de formule kan
worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90
dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12).
gingsportefeuille A/B 2,1% 2,1%
Rendement op eigen vermogen (APM)
Relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald
de verhouding van het nettoresultaat tot de ingezette
eigen middelen.
Geconsolideerde winst-en
verliesrekening en Geconsoli
deerde vermogensmutaties
A: Resultaat na belastin
gen, toerekenbaar aan de
aandeelhouders van de
moedermaatschappij
3 402 2 818
B: Coupon op de AT1-instru
menten (-)
-64 -50
C: Gemiddeld eigen vermogen
van de aandeelhouders
21 164 20 611
(A+B)/C 16% 13%

Totaal beheerd vermogen (assets under management, APM)

Bestaat uit direct beheerd geld van de klanten (assets under distribution voor retail-, private banking- en institutionele klanten), groepsactiva (waaronder pensioenfonds), activa van funds-of-funds en activa onder adviserend vermogensbeheer. Het bevat de activa beheerd door de verschillende vermogensbeheerbedrijven van de groep en de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen zijn belangrijke elementen bij de nettoprovisie-inkomsten (genereren instap- en beheersvergoedingen). Bedragen in miljarden euro.

A: Divisie België 217,9 184,1
B: Divisie Tsjechië 17,4 15,1
C: Divisie Internationale
Markten
9,1 6,9
A+B+C (in miljarden euro) 244,4 206,1
Waarvan
Direct beheerd geld van de
klanten (assets under distribu
tion)
100 87
Beleggingsadvies 55 40
Funds-of-funds 68 60
Groepsactiva, incl. pensioen
fondsen
21 19

Winst per aandeel, gewoon en verwaterd

Gedetailleerde berekening in Toelichting 3.12. –

1 We berekenen deze ratio's ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.

2 De uitzonderlijke en/of niet-operationele kosten in 2023 omvatten de uitzonderlijke bankentaksen in Hongarije, integratiekosten inzake Raiffeisenbank Bulgaria en kosten gerelateerd aan de verkooptransacties in Ierland, voor 2022 gaat het over kosten gerelateerd aan de verkooptransacties in Ierland, de uitzonderlijke winstpremie voor het personeel, de uitzonderlijke bankentaksen in Hongarije en integratiekosten inzake Raiffeisenbank Bulgaria. De uitzonderlijke en/of niet-operationele opbrengsten in 2023 omvatten de meerwaarde bij de afronding van de verkooptransacties in Ierland, een recuperatie van vroegere bankentaksen in België, diverse kleinere elementen en de m-t-m van ALM-derivaten. Voor 2022 gaat het over opbrengsten met betrekking tot de verkoop van een vastgoedmaatschappij, de negatieve impact van de arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding in Tsjechië, diverse kleinere elementen en de m-t-m van ALM-derivaten.

3 Voor de berekening van de ratio zonder de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's en voor de coronacrisis wordt de teller berekend exclusief de nettoterugname van 155 miljoen euro in 2023 en de nettotoename van 158 miljoen euro in 2022. De kredietkostenratio bedraagt in dat geval 0,07% in 2023 en 0,00% in 2022.

EU-taxonomie – detailtabellen

Op de volgende pagina's vindt u de verplichte rapporteringstabellen i.v.m. de EU-taxonomie.

Bijkomende vrijwillige rapporteringstabellen vindt u in ons Duurzaamheidsverslag.

Gebruikte afkortingen:

  • Capex: kapitaalsuitgaven (capital expenditure)
  • GAR: ratio van groene activa (green assets ratio)
  • GIR: ratio van groene investeringen (green investment ratio)
  • UoP: gebruik van opbrengsten (use of proceeds)
  • NFC: niet-financiële tegenpartijen (non-financial counterparties)
  • N/A: niet van toepassing (not applicable)

De commissaris heeft dit hoofdstuk niet geauditeerd.

KBC als kredietinstelling – overzicht door kredietinstellingen op grond van artikel 8 van de taxonomieverordening te rapporteren KPI's

Totaal ecologisch KPI (gebaseerd KPI (gebaseerd Bestreken % % van activa % van activa
31-12-2023 duurzame data op omzet-KPI) op capex-KPI) activa)
(over totale
uitgesloten van uitgesloten van
(in miljoenen euro of %) de teller van de GAR de noemer van de GAR
Belangrijkste KPI Stand groene-activaratio (GAR) 406 0.2% 0.3% 63.8% 72.7% 36.2%
Aanvullende KPI's GAR (stroom) 151 1,7% 2,2% N/A N/A N/A
Financiële garantie 40 0,4% 1,1% N/A N/A N/A
Activa onder beheer 698 0,9% 1,3% N/A N/A N/A
DEEL 1
-
activa voor berekening GAR (gebaseerd op omzet)
KBC als kredietinstelling
a b c d e f g h i j k l m n o p q r
Totale Klimaatmitigatie (KM) Klimaatadaptie (KA) Water en mariene hulpbronnen (WTR) Circulaire economie (CE)
bruto
boek
Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor taxonomie in aanmerking komend) Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor
taxonomie in aanmerking komend)
Waarvan naar taxonomie- relevante sectoren (voor
taxonomie in aanmerking komend)
Waarvan naar taxonomie- relevante sectoren (voor
taxonomie in aanmerking komend)
waarde Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie Waarvan ecologisch duurzaam (op Waarvan ecologisch duurzaam (op Waarvan ecologisch duurzaam (op
31-12-2023 afgestemd) taxonomie afgestemd) taxonomie afgestemd) taxonomie afgestemd)
Waarvan
gebruik van
Waarvan
transitie
Waarvan
faciliterend
Waarvan
gebruik van
Waarvan
faciliterend
Waarvan
gebruik van
Waarvan
faciliterend
Waarvan
gebruik van
Waarvan
faciliterend
opbreng ondersteu
nend
opbreng opbreng opbreng
in aanmerking genomen activa in teller
(in miljoenen euro)
GAR -
sten sten sten sten
en noemer
Voor berekening GAR in aanmerking komende
leningen en voorschotten, schuldbewijzen en
1 eigenvermogensinstrumenten, niet voor
handelsdoeleinden aangehouden
86 078 81 893 396 1 45 168 11 10 0 10 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
2 Financiële ondernemingen 602 141 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
3 Kredietinstellingen 590 135 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
4 Leningen en voorschotten 199 57 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
5
6
Eigenvermogensinstrumenten
Schuldbewijzen, incl. UoP
391
0
79
0
0
0
0
N/A
0
0
0
0
0
0
0
0
0
N/A
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
7 Andere financiële ondernemingen 12 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
8 waarvan beleggingsondernemingen 12 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
9 Leningen en voorschotten 12 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
12
11
Eigenvermogensinstrumenten 0
0
0
0
0
0
N/A
0
0
0
0
0
0
0
0
0
N/A
0
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
13 waarvan beheersmaatschappijen
Leningen en voorschotten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
15 Eigenvermogensinstrumenten 0 0 0 N/A 0 0 0 0 N/A 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
17 Leningen en voorschotten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
20
19
Eigenvermogensinstrumenten
Niet-financiële ondernemingen
0
4 364
0
871
0
395
N/A
0
0
45
0
168
0
11
0
10
N/A
0
0
10
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
21 Leningen en voorschotten 3 977 785 391 0 45 165 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
22 Schuldbewijzen, incl. UoP 357 86 3 0 1 3 11 10 0 10 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
23 Eigenvermogensinstrumenten 30 0 0 N/A 0 0 0 0 N/A 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
24 Huishoudens 79 825 79 825 1 1 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
75 607 75 607 1 1 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen 4 627 4 627 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
27 waarvan leningen motorvoertuigen 609 609 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
28 Financiering lokale overheden 1 254 1 023 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
29 Financiering huisvesting 1 004 1 004 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
30 Overige financiering lokale overheden 250 19 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden:
niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed
33 33 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
32 Bij berekening GAR van teller uitgesloten
activa (in noemer bestreken)
114 697 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
33 Financiële en niet-financiële ondernemingen 93 921 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
34 Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen
onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde
kmo's)
86 875 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
35 Leningen en voorschotten 84 073 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
36 Waarvan door zakelijk onroerend goed 22 559 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
zekergestelde leningen
37 Waarvan leningen voor renovatie
gebouwen
1 925 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
38 Schuldbewijzen 2 626 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
39 Eigenvermogensinstrumenten 176 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
40 Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen
onderwerpen tegenpartijen uit niet EU
landen
7 047 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
41 Leningen en voorschotten 4 539 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
42 Schuldbewijzen 2 458 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
43 Eigenvermogensinstrumenten 49 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
-2 115 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A
717
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A
1 418
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A
20 756
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
81 893
200 776
396 1 45 168 11 10 0 10 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
N/A
114 042
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A
47 916
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A
57 783
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A
8 343
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
81 893
314 818
396 1 45 168 11 10 0 10 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
110
601
40 0 2 10 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
1 520
30 431
660 0 10 376 48 39 0 2 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
636
20 685
290 0 2 99 31 22 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
884
9 746
369 0 8 277 18 17 0 2 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A

KBC als kredietinstelling – activa voor berekening GAR (gebaseerd op omzet) - DEEL 2

s t u v w x z aa ab ac ad ae af
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Waarvan naar taxonomie- relevante sectoren (voor Waarvan naar taxonomie- relevante sectoren (voor Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor taxonomie in
taxonomie in aanmerking komend) taxonomie in aanmerking komend) aanmerking komend)
Waarvan ecologisch duurzaam (op Waarvan ecologisch duurzaam (op Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie
31-12-2023 taxonomie afgestemd) taxonomie afgestemd) afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik van faciliterend gebruik van facilitere
nd
gebruik van transitie
ondersteu
faciliterend
(in miljoenen euro) opbreng
sten
opbreng
sten
opbreng
sten
nend
in aanmerking genomen activa in teller
GAR -
en noemer
Voor berekening GAR in aanmerking komende
leningen en voorschotten, schuldbewijzen en
1 eigenvermogensinstrumenten, niet voor 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 81 904 406 1 45 178
handelsdoeleinden aangehouden
2 Financiële ondernemingen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 141 0 0 0 0
3 Kredietinstellingen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 135 0 0 0 0
4 Leningen en voorschotten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 57 0 0 0 0
5
6
Eigenvermogensinstrumenten
Schuldbewijzen, incl. UoP
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
79
0
0
0
0
N/A
0
0
0
0
7 Andere financiële ondernemingen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 6 0 0 0 0
8 waarvan beleggingsondernemingen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 6 0 0 0 0
9 Leningen en voorschotten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 6 0 0 0 0
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
11 Eigenvermogensinstrumenten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 N/A 0 0
12 waarvan beheersmaatschappijen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
13 Leningen en voorschotten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
15 Eigenvermogensinstrumenten 0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
0
0
N/A
0
0
0
0
0
16
17
waarvan verzekeringsondernemingen
Leningen en voorschotten
0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
19 Eigenvermogensinstrumenten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 N/A 0 0
20 Niet-financiële ondernemingen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 882 405 0 45 178
21 Leningen en voorschotten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 785 391 0 45 165
22 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 97 13 0 1 13
23 Eigenvermogensinstrumenten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 N/A 0 0
24 Huishoudens N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 79 825 1 1 0 0
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 75 607 1 1 0 0
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 4 627 0 0 0 0
27 waarvan leningen motorvoertuigen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 609 0 0 0 0
28 Financiering lokale overheden 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 1 023 0 0 0 0
29 Financiering huisvesting 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 1 004 0 0 0 0
30 Overige financiering lokale overheden 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 19 0 0 0 0
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden:
niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed
0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 33 0 0 0 0
32 Bij berekening GAR van teller uitgesloten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
activa (in noemer bestreken)
33 Financiële en niet-financiële ondernemingen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
34 Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen
onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
kmo's)
35 Leningen en voorschotten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
36 Waarvan door zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Waarvan leningen voor renovatie
37 gebouwen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
38 Schuldbewijzen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
39 Eigenvermogensinstrumenten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
40 Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen
onderwerpen tegenpartijen uit niet EU
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
landen
41 Leningen en voorschotten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
42 Schuldbewijzen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
43 Eigenvermogensinstrumenten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
44 Derivaten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
45 Opeisbare interbancaire leningen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
46 Contanten en cash-gerelateerde activa N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
47 Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
48 Totaal GAR-activa 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 81 904 406 1 45 178
49 Andere bij berekening GAR niet in aanmerking
genomen activa
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
50 Centrale overheden en supranationale
emittenten
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
51 Blootstelling centrale banken N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
52 Handelsportefeuille N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
53 Totale activa 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 81 904 406 1 45 178
NFRD rapportageverplichtingen onderworpen
aan
Blootstellingen buiten balanstelling –
ondernemingen
54 Financiële garanties 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 110 40 0 2 10
55 Activa onder beheer 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 1 569 698 0 10 378
56 waarvan schuldbewijzen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 667 313 0 2 100
57 waarvan eigenvermogensinstrumenten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 902 386 0 8 278
DEEL 1
activa voor berekening GAR (gebaseerd op capex) -
KBC als kredietinstelling –
a b c d e f g h i j k l m n o p q r
Totale Klimaatmitigatie (KM) Klimaatadaptie (KA) Water en mariene hulpbronnen (WTR) Circulaire economie (CE)
bruto
boek
Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor taxonomie in aanmerking komend) Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor
taxonomie in aanmerking komend)
Waarvan naar taxonomie- relevante sectoren (voor
taxonomie in aanmerking komend)
Waarvan naar taxonomie- relevante sectoren (voor
taxonomie in aanmerking komend)
waarde Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie Waarvan ecologisch duurzaam (op Waarvan ecologisch duurzaam (op Waarvan ecologisch duurzaam (op
31-12-2023 afgestemd) taxonomie afgestemd) taxonomie afgestemd) taxonomie afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik van
opbreng
transitie
ondersteu
faciliterend gebruik van
opbreng
faciliterend gebruik van
opbreng
faciliterend gebruik van
opbreng
faciliterend
(in miljoenen euro) sten nend sten sten sten
in aanmerking genomen activa in teller
en noemer
GAR -
Voor berekening GAR in aanmerking komende
1 leningen en voorschotten, schuldbewijzen en
eigenvermogensinstrumenten, niet voor
86 078 82 023 536 1 112 137 17 10 0 5 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
2 handelsdoeleinden aangehouden
Financiële ondernemingen
602 68 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
3 Kredietinstellingen 590 62 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
4 Leningen en voorschotten 199 20 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
5 Schuldbewijzen, incl. UoP 391 42 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
6 Eigenvermogensinstrumenten 0 0 0 N/A 0 0 0 0 N/A 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
8
7
Andere financiële ondernemingen 12
12
6
6
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
9 waarvan beleggingsondernemingen
Leningen en voorschotten
12 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
11 Eigenvermogensinstrumenten 0 0 0 N/A 0 0 0 0 N/A 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
12 waarvan beheersmaatschappijen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
14
13
Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
15 Eigenvermogensinstrumenten 0 0 0 N/A 0 0 0 0 N/A 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
17 Leningen en voorschotten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
19 Eigenvermogensinstrumenten 0 0 0 N/A 0 0 0 0 N/A 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
20
21
Niet-financiële ondernemingen 4 364
3 977
1 073
1 060
535
526
0
0
112
111
137
133
17
4
10
4
0
0
5
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
22 Leningen en voorschotten
Schuldbewijzen, incl. UoP
357 13 9 0 1 4 13 5 0 5 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
23 Eigenvermogensinstrumenten 30 0 0 N/A 0 0 0 0 N/A 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
24 Huishoudens 79 825 79 825 1 1 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
75 607 75 607 1 1 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen 4 627 4 627 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
27 waarvan leningen motorvoertuigen 609 609 0 0 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
28 Financiering lokale overheden 1 254 1 023 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
29 Financiering huisvesting 1 004 1 004 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
30 Overige financiering lokale overheden 250 19 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden:
niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed
33 33 0 0 0 0 0 0 0 0 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A
32 Bij berekening GAR van teller uitgesloten
activa (in noemer bestreken)
114 697 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
33 Financiële en niet-financiële ondernemingen 93 921 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
34 Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen
onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde
86 875 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
35 Leningen en voorschotten
kmo's)
84 073 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
36 Waarvan door zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
22 559 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
37 Waarvan leningen voor renovatie
gebouwen
1 925 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
38 Schuldbewijzen 2 626 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
39 Eigenvermogensinstrumenten 176 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
40 Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen
onderwerpen tegenpartijen uit niet EU
7 047 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
41 Leningen en voorschotten
landen
4 539 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
42 Schuldbewijzen 2 458 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
43 Eigenvermogensinstrumenten 49 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
N/A N/A N/A N/A 5 N/A N/A N/A N/A 5 0 1 0 1
N/A N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
N/A N/A N/A N/A 10 N/A N/A N/A N/A 10 0 44 13 31
N/A N/A N/A N/A 17 N/A N/A N/A N/A 17 0 88 44 45
N/A N/A N/A N/A 137 N/A N/A N/A N/A 137 24 457 119 338
N/A N/A N/A N/A 112 N/A N/A N/A N/A 112 2 48 12 36
N/A N/A N/A N/A 1 N/A N/A N/A N/A 1 0 0 0 0
N/A N/A N/A N/A 536 N/A N/A N/A N/A 536 119 981 366 615
N/A N/A N/A N/A 82 023 N/A N/A N/A N/A 82 023 190 2 440 837 1 602
-2 115 717 1 418 20 756 200 776 114 042 47 916 57 783 8 343 314 818 601 30 431 20 685 9 746
Derivaten Opeisbare interbancaire leningen Contanten en cash-gerelateerde activa Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) Totaal GAR-activa Andere bij berekening GAR niet in aanmerking
genomen activa
Centrale overheden en supranationale
emittenten
Blootstelling centrale banken Handelsportefeuille Totale activa NFRD rapportageverplichtingen onderworpen
aan
Blootstellingen buiten balanstelling –
ondernemingen
Financiële garanties Activa onder beheer waarvan schuldbewijzen waarvan eigenvermogensinstrumenten
44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57

KBC als kredietinstelling – activa voor berekening GAR (gebaseerd op capex) - DEEL 2

s t u v w x z aa ab ac ad ae af
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Waarvan naar taxonomie- relevante sectoren (voor Waarvan naar taxonomie- relevante sectoren (voor Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor taxonomie in
taxonomie in aanmerking komend) taxonomie in aanmerking komend) aanmerking komend)
31-12-2023 Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie afgestemd) Waarvan ecologisch duurzaam (op
taxonomie afgestemd)
Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie afgestemd)
Waarvan
gebruik van
Waarvan
faciliterend
Waarvan
gebruik van
Waarvan
facilitere
Waarvan
gebruik van
Waarvan
transitie
Waarvan
faciliterend
opbreng opbreng nd opbreng ondersteu
(in miljoenen euro) sten sten sten nend
in aanmerking genomen activa in teller
en noemer
GAR -
Voor berekening GAR in aanmerking komende
1 leningen en voorschotten, schuldbewijzen en 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 82 040 546 1 112 143
eigenvermogensinstrumenten, niet voor
2 handelsdoeleinden aangehouden
Financiële ondernemingen
0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 68 0 0 0 0
3 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 62 0 0 0 0
4 Leningen en voorschotten
Kredietinstellingen
0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 20 0 0 0 0
5 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 42 0 0 0 0
6 Eigenvermogensinstrumenten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 N/A 0 0
7 Andere financiële ondernemingen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 6 0 0 0 0
8 waarvan beleggingsondernemingen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 6 0 0 0 0
9 Leningen en voorschotten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 6 0 0 0 0
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
11 Eigenvermogensinstrumenten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 N/A 0 0
12 waarvan beheersmaatschappijen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
13 Leningen en voorschotten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
15 Eigenvermogensinstrumenten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 N/A 0 0
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
17 Leningen en voorschotten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 0 0 0
19 Eigenvermogensinstrumenten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 N/A 0 0
20 Niet-financiële ondernemingen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 1 090 545 0 112 143
21 Leningen en voorschotten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 1 064 530 0 111 133
22 Schuldbewijzen, incl. UoP 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 25 14 0 1 10
23 Eigenvermogensinstrumenten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 0 0 N/A 0 0
24 Huishoudens N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 79 825 1 1 0 0
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 75 607 1 1 0 0
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 4 627 0 0 0 0
27 waarvan leningen motorvoertuigen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 609 0 0 0 0
28 Financiering lokale overheden 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 1 023 0 0 0 0
29 Financiering huisvesting 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 1 004 0 0 0 0
30 Overige financiering lokale overheden 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 19 0 0 0 0
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden:
niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed
0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 33 0 0 0 0
32 Bij berekening GAR van teller uitgesloten
activa (in noemer bestreken)
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
33 Financiële en niet-financiële ondernemingen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen
34 onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde
kmo's)
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
35 Leningen en voorschotten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Waarvan door zakelijk onroerend goed
36 zekergestelde leningen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
37 Waarvan leningen voor renovatie
gebouwen
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
38 Schuldbewijzen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
39 Eigenvermogensinstrumenten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen
40 onderwerpen tegenpartijen uit niet EU
landen
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
41 Leningen en voorschotten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
42 Schuldbewijzen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
43 Eigenvermogensinstrumenten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
44 Derivaten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
45 Opeisbare interbancaire leningen N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
46 Contanten en cash-gerelateerde activa N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
47 Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
48 Totaal GAR-activa 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 82 040 546 1 112 143
49 Andere bij berekening GAR niet in aanmerking
genomen activa
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
50 Centrale overheden en supranationale
emittenten
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
51 Blootstelling centrale banken N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
52 Handelsportefeuille N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
53 Totale activa 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 82 040 546 1 112 143
NFRD rapportageverplichtingen onderworpen
aan
Blootstellingen buiten balanstelling –
ondernemingen
54 Financiële garanties 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 190 119 0 2 24
55 Activa onder beheer 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 2 528 1 025 0 48 458
56 waarvan schuldbewijzen 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 881 379 0 12 119
57 waarvan eigenvermogensinstrumenten 0 N/A N/A N/A 0 N/A N/A N/A 1 647 646 0 36 339
a b c d e f g h i j k l m n o p
Klimaatmitigatie (KM) Klimaatadaptie (KA) Water en mariene hulpbronnen (WTR) Circulaire economie (CE))
Niet-financiële Niet aan NFRD Niet-financiële Niet aan NFRD Niet-financiële Niet aan NFRD Niet-financiële Niet aan NFRD
(onderworpen aan NFRD) ondernemingen (NFC's) onderworpen kmo's en
NFC's
andere
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en
andere
NFC's ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en NFC's
andere
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en NFC's
andere
viercijfercode NACE (code en label)
31-12-2023; Uitsplitsing per sector –
Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
ecologisch ecologisch ecologisch ecologisch ecologisch ecologisch ecologisch ecologisch
(in miljoenen euro) duurzaam duurzaam duurzaam duurzaam duurzaam duurzaam duurzaam duurzaam
1 Landbouw, bosbouw en visserij
A –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
2 Winning van delfstoffen
B –
5 0 N/A N/A 5 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
4
3
Winning van steenkool en bruinkool
B.05 –
B.06 –
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
5 Winning van aardolie en aardgas
Winning van metaalertsen
B.07 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
6 Overige winning van delfstoffen
B.08 –
5 0 N/A N/A 5 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
7 Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw
B.09 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
8 Industrie
C-
1 090 21 N/A N/A 1 090 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
9 Vervaardiging van voedingsmiddelen
C.10 -
160 0 N/A N/A 160 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
10 Vervaardiging van dranken
C.11 –
17 0 N/A N/A 17 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
11 Vervaardiging van tabaksproducten
C.12 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
12 Vervaardiging van textiel
C.13 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
13
14
Vervaardiging van leer en van producten van leer
Vervaardiging van kleding
C.14 –
C.15 –
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk,
C.16 –
15 exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk 0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
16 Vervaardiging van papier en van papierwaren
C.17 –
54 0 N/A N/A 54 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
17 Drukkerijen, reproductie van opgenomen media
C.18 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
18 Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten
C.19 –
10 0 N/A N/A 10 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
19 Vervaardiging van chemische producten
C.20 –
309 4 N/A N/A 309 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
20 Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten
C.21 –
148 0 N/A N/A 148 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
21 Vervaardiging van producten van rubber of kunststof
C.22 –
101 4 N/A N/A 101 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
22 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale
producten
C.23 –
6 0 N/A N/A 6 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
23 Vervaardiging van metalen in primaire vorm
C.24 –
128 0 N/A N/A 128 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
24 Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en
C.25 –
2 0 N/A N/A 2 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en
apparaten
C.26 –
25 optische producten 5 0 N/A N/A 5 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
26 Vervaardiging van elektrische apparatuur
C.27 –
36 13 N/A N/A 36 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
27 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.
C.28 –
13 0 N/A N/A 13 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
28 Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers
C.29 –
11 0 N/A N/A 11 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
29 Vervaardiging van andere transportmiddelen
C.30 –
71 0 N/A N/A 71 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
30
31
Vervaardiging van meubelen
C.32 –
C.31 –
8
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
8
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
32 Reparatie en installatie van machines en apparaten
Overige industrie
C.33 –
11 0 N/A N/A 11 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
33 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
D –
675 147 N/A N/A 675 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
34 Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit
D35.1 –
601 147 N/A N/A 601 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
35 Productie van elektriciteit
D.35.11 –
478 17 N/A N/A 478 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
36 Productie en distributie van gas
D.35.2 –
70 0 N/A N/A 70 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
38
37
Productie en distributie van stoom en gekoelde lucht
Distributie van water; afval-
D.35.3 –
E –
5
44
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
5
44
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
39 en afvalwaterbeheer en sanering
Bouwnijverheid
F –
45 16 N/A N/A 45 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
40 Bouw van gebouwen
F.41 –
11 1 N/A N/A 11 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
41 en waterbouw
Weg-
F.42 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
42 Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden
F.43 –
33 15 N/A N/A 33 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
43 en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen
Groot-
G –
522 1 N/A N/A 522 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
44 Vervoer en opslag
H –
640 90 N/A N/A 640 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
45 Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen
H.49 –
559 66 N/A N/A 559 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
46
47
Vervoer over water
Luchtvaart
H.50 –
H. 51 –
47
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
47
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
48 Opslag en vervoerondersteunende diensten
H. 52 –
33 24 N/A N/A 33 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
49 Posterijen en koeriers
H.35 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
50 Verschaffen en accommodatie en maaltijden
I –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
51 Financiële activiteiten en verzekeringen
K-
869 30 N/A N/A 869 10 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
52 Exploitatie van handel in onroerend goed
L –
90 14 N/A N/A 90 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
53 Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) 384 75 N/A N/A 384 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
54 TOTAAL 4 364 395 N/A N/A 4 364 10 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A

KBC als kredietinstelling –sectorinformatie GAR (gebaseerd op omzet)–DEEL 1

KBC als kredietinstelling –sectorinformatie GAR (gebaseerd op omzet) –DEEL 2

q r s t u v w x y z aa ab
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Niet-financiële Niet aan NFRD Niet-financiële Niet aan NFRD Niet-financiële Niet aan NFRD
(onderworpen aan NFRD) ondernemingen (NFC's) onderworpen kmo's en
NFC's
andere
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en
NFC's
andere
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en
NFC's
andere
viercijfercode NACE (code en label)
31-12-2023; Uitsplitsing per sector –
Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
ecologisch
duurzaam
ecologisch
duurzaam
ecologisch
duurzaam
ecologisch
duurzaam
ecologisch
duurzaam
ecologisch
duurzaam
1 (in miljoenen euro)
A –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
2 Landbouw, bosbouw en visserij
Winning van delfstoffen
B –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 5 0 N/A N/A
3 Winning van steenkool en bruinkool
B.05 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
4 Winning van aardolie en aardgas
B.06 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
5 Winning van metaalertsen
B.07 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
6 Overige winning van delfstoffen
B.08 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 5 0 N/A N/A
7 Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw
B.09 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0
21
N/A N/A
8
9
Vervaardiging van voedingsmiddelen
Industrie
C.10 -
C-
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
1 090
160
0 N/A
N/A
N/A
N/A
10 Vervaardiging van dranken
C.11 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 17 0 N/A N/A
11 Vervaardiging van tabaksproducten
C.12 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
12 Vervaardiging van textiel
C.13 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
13 Vervaardiging van kleding
C.14 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
14 Vervaardiging van leer en van producten van leer
C.15 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
15 Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk,
exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk
C.16 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
16 Vervaardiging van papier en van papierwaren
C.17 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 54 0 N/A N/A
17 Drukkerijen, reproductie van opgenomen media
C.18 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
18 Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten
C.19 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 10 0 N/A N/A
19 Vervaardiging van chemische producten
C.20 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 309 4 N/A N/A
20
21
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten
C.22 –
C.21 –
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
148
101
0
4
N/A
N/A
N/A
N/A
Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale
Vervaardiging van producten van rubber of kunststof
C.23 –
22 producten N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 6 0 N/A N/A
23 Vervaardiging van metalen in primaire vorm
C.24 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 128 0 N/A N/A
24 Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en
apparaten
C.25 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 2 0 N/A N/A
25 Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en
optische producten
C.26 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 5 0 N/A N/A
26 Vervaardiging van elektrische apparatuur
C.27 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 36 13 N/A N/A
27 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.
C.28 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 13 0 N/A N/A
28 Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers
C.29 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 11 0 N/A N/A
29 Vervaardiging van andere transportmiddelen
C.30 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 71 0 N/A N/A
30 Vervaardiging van meubelen
C.31 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 8 0 N/A N/A
32
31
Reparatie en installatie van machines en apparaten
Overige industrie
C.32 –
C.33 –
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
11
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
33 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
D –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 675 147 N/A N/A
34 Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit
D35.1 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 601 147 N/A N/A
35 Productie van elektriciteit
D.35.11 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 478 17 N/A N/A
36
37
Productie en distributie van stoom en gekoelde lucht
Productie en distributie van gas
D.35.2 –
D.35.3 –
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
70
5
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
38 en afvalwaterbeheer en sanering
Distributie van water; afval-
E –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 44 0 N/A N/A
39 Bouwnijverheid
F –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 45 16 N/A N/A
40 Bouw van gebouwen
F.41 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 11 1 N/A N/A
42
41
Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden
en waterbouw
Weg-
F.42 –
F.43 –
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
33
0
15
N/A
N/A
N/A
N/A
43 en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen
Groot-
G –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 522 1 N/A N/A
44 Vervoer en opslag
H –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 640 90 N/A N/A
45 Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen
H.49 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 559 66 N/A N/A
46 Vervoer over water
H.50 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 47 0 N/A N/A
47 Luchtvaart
H. 51 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
48 Opslag en vervoerondersteunende diensten
H. 52 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 33 24 N/A N/A
50
49
Posterijen en koeriers
H.35 –
I –
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
51 Verschaffen en accommodatie en maaltijden
Financiële activiteiten en verzekeringen
K-
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 869 40 N/A N/A
52 Exploitatie van handel in onroerend goed
L –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 90 14 N/A N/A
53 Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 384 75 N/A N/A
54 TOTAAL N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 4 364 405 N/A N/A
a b c d e f g h i j k l m n o p
Klimaatmitigatie (KM) Klimaatadaptie (KA) Water en mariene hulpbronnen (WTR) Circulaire economie (CE))
Niet-financiële Niet aan NFRD Niet-financiële Niet aan NFRD Niet-financiële Niet aan NFRD Niet-financiële Niet aan NFRD
(onderworpen aan NFRD) ondernemingen (NFC's) onderworpen kmo's en
NFC's
andere
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en
andere
NFC's ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en NFC's
andere
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en NFC's
andere
viercijfercode NACE (code en label)
31-12-2023; Uitsplitsing per sector –
Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
ecologisch ecologisch ecologisch ecologisch ecologisch ecologisch ecologisch ecologisch
(in miljoenen euro) duurzaam duurzaam duurzaam duurzaam duurzaam duurzaam duurzaam duurzaam
1 Landbouw, bosbouw en visserij
A –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
2 Winning van delfstoffen
B –
5 0 N/A N/A 5 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
3 Winning van steenkool en bruinkool
B.05 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
4 Winning van aardolie en aardgas
B.06 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
5 Winning van metaalertsen
B.07 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
6 Overige winning van delfstoffen
B.08 –
5 0 N/A N/A 5 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
7
8
Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw
Industrie
B.09 –
C-
0
1 090
0
63
N/A
N/A
N/A
N/A
0
1 090
4
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
9 Vervaardiging van voedingsmiddelen
C.10 -
160 0 N/A N/A 160 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
10 Vervaardiging van dranken
C.11 –
17 0 N/A N/A 17 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
11 Vervaardiging van tabaksproducten
C.12 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
12 Vervaardiging van textiel
C.13 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
13 Vervaardiging van kleding
C.14 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
14 Vervaardiging van leer en van producten van leer
C.15 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
15 Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk,
exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk
C.16 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
16 Vervaardiging van papier en van papierwaren
C.17 –
54 0 N/A N/A 54 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
17 Drukkerijen, reproductie van opgenomen media
C.18 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
18 Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten
C.19 –
10 0 N/A N/A 10 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
19 Vervaardiging van chemische producten
C.20 –
309 33 N/A N/A 309 4 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
20 Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten
C.21 –
148 0 N/A N/A 148 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
21 Vervaardiging van producten van rubber of kunststof
C.22 –
101 8 N/A N/A 101 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
22 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale
producten
C.23 –
6 0 N/A N/A 6 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
23 Vervaardiging van metalen in primaire vorm
C.24 –
128 0 N/A N/A 128 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en
C.25 –
24 apparaten 2 0 N/A N/A 2 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
25 Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en
optische producten
C.26 –
5 0 N/A N/A 5 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
26 Vervaardiging van elektrische apparatuur
C.27 –
36 21 N/A N/A 36 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
27 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.
C.28 –
13 0 N/A N/A 13 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
28 Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers
C.29 –
11 1 N/A N/A 11 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
29 Vervaardiging van andere transportmiddelen
C.30 –
71 0 N/A N/A 71 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
30 Vervaardiging van meubelen
C.31 –
8 0 N/A N/A 8 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
31 Overige industrie
C.32 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
32 Reparatie en installatie van machines en apparaten
C.33 –
11 0 N/A N/A 11 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
33
34
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit
D35.1 –
D –
675
601
185
183
N/A
N/A
N/A
N/A
675
601
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
35 Productie van elektriciteit
D.35.11 –
478 66 N/A N/A 478 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
36 Productie en distributie van gas
D.35.2 –
70 2 N/A N/A 70 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
37 Productie en distributie van stoom en gekoelde lucht
D.35.3 –
5 0 N/A N/A 5 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
38 en afvalwaterbeheer en sanering
Distributie van water; afval-
E –
44 0 N/A N/A 44 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
40
39
Bouw van gebouwen
Bouwnijverheid
F.41 –
F –
45
11
3
3
N/A
N/A
N/A
N/A
45
11
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
41 en waterbouw
Weg-
F.42 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
42 Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden
F.43 –
33 0 N/A N/A 33 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
43 en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen
Groot-
G –
522 17 N/A N/A 522 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
44 Vervoer en opslag
H –
640 97 N/A N/A 640 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
45 Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen
H.49 –
559 74 N/A N/A 559 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
46
47
Vervoer over water
Luchtvaart
H.50 –
H. 51 –
47
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
47
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
48 Opslag en vervoerondersteunende diensten
H. 52 –
33 23 N/A N/A 33 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
49 Posterijen en koeriers
H.35 –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
50 Verschaffen en accommodatie en maaltijden
I –
0 0 N/A N/A 0 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
51 Financiële activiteiten en verzekeringen
K-
869 70 N/A N/A 869 5 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
52 Exploitatie van handel in onroerend goed
L –
90 10 N/A N/A 90 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
53 Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) 384 90 N/A N/A 384 0 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
54 TOTAAL 4 364 535 N/A N/A 4 364 10 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A

KBC als kredietinstelling –sectorinformatie GAR (gebaseerd op capex) –DEEL 1

KBC als kredietinstelling –sectorinformatie GAR (gebaseerd op capex) –DEEL 2

q r r t u v w x y z aa ab
Verontreiniging (PPC) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Niet-financiële Niet aan NFRD Niet-financiële Niet aan NFRD Niet-financiële Niet aan NFRD
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en
NFC's
andere
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en
NFC's
andere
ondernemingen (NFC's)
(onderworpen aan NFRD)
onderworpen kmo's en
NFC's
andere
viercijfercode NACE (code en label)
31-12-2023; Uitsplitsing per sector –
Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde Brutoboekwaarde
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
(in miljoenen euro) ecologisch
duurzaam
ecologisch
duurzaam
ecologisch
duurzaam
ecologisch
duurzaam
ecologisch
duurzaam
ecologisch
duurzaam
1 Landbouw, bosbouw en visserij
A –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
2 Winning van delfstoffen
B –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 5 0 N/A N/A
3 Winning van steenkool en bruinkool
B.05 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
4 Winning van aardolie en aardgas
B.06 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
5 Winning van metaalertsen
B.07 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
6 Overige winning van delfstoffen
B.08 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 5 0 N/A N/A
7
8
Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw
B.09 –
C-
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
1 090
0
67
N/A
N/A
N/A
N/A
9 Vervaardiging van voedingsmiddelen
Industrie
C.10 -
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 160 0 N/A N/A
10 Vervaardiging van dranken
C.11 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 17 0 N/A N/A
11 Vervaardiging van tabaksproducten
C.12 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
12 Vervaardiging van textiel
C.13 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
13 Vervaardiging van kleding
C.14 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
14 Vervaardiging van leer en van producten van leer
C.15 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
15 Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk,
exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk
C.16 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
16 Vervaardiging van papier en van papierwaren
C.17 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 54 0 N/A N/A
17 Drukkerijen, reproductie van opgenomen media
C.18 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
18 Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten
C.19 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 10 0 N/A N/A
19 Vervaardiging van chemische producten
C.20 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 309 37 N/A N/A
20 Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten
C.21 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 148 0 N/A N/A
21 Vervaardiging van producten van rubber of kunststof
C.22 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 101 8 N/A N/A
22 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale
producten
C.23 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 6 0 N/A N/A
23 Vervaardiging van metalen in primaire vorm
C.24 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 128 0 N/A N/A
24 Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en
apparaten
C.25 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 2 0 N/A N/A
25 Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en
optische producten
C.26 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 5 0 N/A N/A
26 Vervaardiging van elektrische apparatuur
C.27 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 36 21 N/A N/A
27 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.
C.28 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 13 0 N/A N/A
28 Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers
C.29 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 11 0 N/A N/A
29 Vervaardiging van andere transportmiddelen
C.30 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 71 0 N/A N/A
30 Vervaardiging van meubelen
C.31 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 8 0 N/A N/A
32
31
Reparatie en installatie van machines en apparaten
Overige industrie
C.32 –
C.33 –
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
11
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
33 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
D –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 675 185 N/A N/A
34 Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit
D35.1 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 601 183 N/A N/A
35 Productie van elektriciteit
D.35.11 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 478 66 N/A N/A
36 Productie en distributie van gas
D.35.2 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 70 2 N/A N/A
38
37
Productie en distributie van stoom en gekoelde lucht
Distributie van water; afval-
D.35.3 –
E –
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
5
44
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
39 en afvalwaterbeheer en sanering
Bouwnijverheid
F –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 45 3 N/A N/A
40 Bouw van gebouwen
F.41 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 11 3 N/A N/A
41 en waterbouw
Weg-
F.42 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
42 Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden
F.43 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 33 0 N/A N/A
43 en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen
Groot-
G –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 522 17 N/A N/A
44 Vervoer en opslag
H –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 640 97 N/A N/A
45 Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen
H.49 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 559 74 N/A N/A
46
47
Vervoer over water
Luchtvaart
H.50 –
H. 51 –
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
47
0
0
0
N/A
N/A
N/A
N/A
48 Opslag en vervoerondersteunende diensten
H. 52 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 33 23 N/A N/A
49 Posterijen en koeriers
H.35 –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
50 Verschaffen en accommodatie en maaltijden
I –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 0 0 N/A N/A
51 Financiële activiteiten en verzekeringen
K-
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 869 75 N/A N/A
52 Exploitatie van handel in onroerend goed
L –
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 90 10 N/A N/A
53 Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 384 90 N/A N/A
54 TOTAAL N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 4 364 545 N/A N/A
DEEL 1
stand GAR-KPI (gebaseerd op omzet)
KBC als kredietinstelling –
a b c d e f g h i j k l m n o p q
Klimaatmitigatie (KM) Klimaatadaptie (KA) Water en mariene hulpbronnen (WTR) Circulaire economie (CE)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend
taxonomie) komend voor taxonomie) voor taxonomie) voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter
31-12-2023 van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante
% (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer) afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan Waarvan
transitie
Waarvan
facilite
Waarvan Waarvan
facilite
Waarvan Waarvan
facilite
Waarvan Waarvan
facilite
gebruik
van
ondersteu rend gebruik
van
rend gebruik van
opbreng
rend gebruik van
opbreng
rend
opbreng
sten
-nend opbreng
sten
sten sten
GAR -
in aanmerking genomen activa in teller en
noemer
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
1 en voorschotten, schuldbewijzen en 40.8% 0.2% 0.0% 0.0% 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
eigenvermogensinstrumenten, niet voor
handelsdoeleinden aangehouden
2 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
Financiële ondernemingen
3 Kredietinstellingen 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
4 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
5 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
6 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
7 Andere financiële ondernemingen 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
8 waarvan beleggingsondernemingen 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
9 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
11 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
12 waarvan beheersmaatschappijen 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
13 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
15 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
17 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
19 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
20 Niet-financiële ondernemingen 0.4% 0.2% 0.0% 0.0% 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
21 Leningen en voorschotten 0.4% 0.2% 0.0% 0.0% 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
22 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
23 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
24 Huishoudens 39.8% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
37.7% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen 2.3% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
27 waarvan leningen motorvoertuigen 0.3% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
28 Financiering lokale overheden 0.5% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
29 Financiering huisvesting 0.5% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
30 Overige financiering lokale overheden 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
32 Totaal GAR activa 40.8% 0.2% 0.0% 0.0% 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A

KBC als kredietinstelling – stand GAR-KPI (gebaseerd op omzet) – DEEL 2

r s t u v w x z aa ab ac ad ae af
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) totale
bestreken
Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter activa
31-12-2023 financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
% (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik
van
facilite
rend
gebruik
van
facilite
rend
gebruik
van
transitie
ondersteu
facilite
rend
opbreng
sten
opbreng
sten
opbreng
sten
-nend
in aanmerking genomen activa in teller en
GAR -
noemer
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
en voorschotten, schuldbewijzen en
1 eigenvermogensinstrumenten, niet voor 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 40.8% 0.2% 0,0% 0.0% 0.1% 42.9%
handelsdoeleinden aangehouden
2 Financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.3%
3 Kredietinstellingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.3%
4 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.1%
5 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.2%
6 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
7 Andere financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
8 waarvan beleggingsondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
9 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
11 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
12 waarvan beheersmaatschappijen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
13 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
15 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
17 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
19 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
20 Niet-financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.4% 0.2% 0,0% 0.0% 0.1% 2.2%
21 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.4% 0.2% 0,0% 0.0% 0.1% 2.0%
22 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.2%
23 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
24 Huishoudens 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 39.8% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 39.8%
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 37.7% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 37.7%
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 2.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 2.3%
27 waarvan leningen motorvoertuigen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.3%
28 Financiering lokale overheden 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.5% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.6%
29 Financiering huisvesting 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.5% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.5%
30 Overige financiering lokale overheden 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.1%
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
32 Totaal GAR activa 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 40.8% 0.2% 0,0% 0.0% 0.1% 42,9%

p. 273

KBC als kredietinstelling – stand GAR-KPI (gebaseerd op capex) – DEEL 1

a b c d e f g h i j k l m n o p q
Klimaatmitigatie (KM) Klimaatadaptie (KA) Water en mariene hulpbronnen (WTR) Circulaire economie (CE)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend
taxonomie) komend voor taxonomie) voor taxonomie) voor taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter
31-12-2023 van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante
% (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer) afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik
van
transitie
ondersteu
facilite
rend
gebruik
van
facilite
rend
gebruik van
opbreng
facilite
rend
gebruik van
opbreng
facilite
rend
opbreng -nend opbreng sten sten
sten sten
in aanmerking genomen activa in teller en
GAR -
noemer
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
1 en voorschotten, schuldbewijzen en 40.9% 0.3% 0.0% 0.1% 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
eigenvermogensinstrumenten, niet voor
handelsdoeleinden aangehouden
2 Financiële ondernemingen 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
3 Kredietinstellingen 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
4 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
5 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
6 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
7 Andere financiële ondernemingen 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
8 waarvan beleggingsondernemingen 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
9 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
11 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
12 waarvan beheersmaatschappijen 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
13 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
15 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
17 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
19 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
20 Niet-financiële ondernemingen 0.5% 0.3% 0.0% 0.1% 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
21 Leningen en voorschotten 0.5% 0.3% 0.0% 0.1% 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
22 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
23 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
24 Huishoudens 39.8% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
37.7% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen 2.3% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
27 0.3% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
waarvan leningen motorvoertuigen
28 Financiering lokale overheden 0.5% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
29 Financiering huisvesting 0.5% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
30 Overige financiering lokale overheden 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
Totaal GAR activa 40.9% 0.3% 0.0% 0.1% 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
32

KBC als kredietinstelling – stand GAR-KPI (gebaseerd op capex) – DEEL 2

r s t u v w x z aa ab ac ad ae af
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor totale
komend voor taxonomie) komend voor taxonomie) taxonomie) bestreken
Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter financiering activa
31-12-2023 financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
% (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik facilite gebruik facilite gebruik transitie facilite
van
opbreng
sten
rend van
sten
opbreng
rend van
opbreng
sten
ondersteu
-nend
rend
in aanmerking genomen activa in teller en
GAR -
noemer
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
en voorschotten, schuldbewijzen en
1 eigenvermogensinstrumenten, niet voor 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 40.9% 0.3% 0.0% 0.1% 0.1% 42.9%
handelsdoeleinden aangehouden
2 Financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.3%
3 Kredietinstellingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.3%
4 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.1%
5 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.2%
6 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
7 Andere financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
8 waarvan beleggingsondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
9 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
11 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
12 waarvan beheersmaatschappijen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
13 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
15 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
17 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
19 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
20 Niet-financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.5% 0.3% 0.0% 0.1% 0.1% 2.2%
21 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.5% 0.3% 0.0% 0.1% 0.1% 2.0%
22 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.2%
23 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
24 Huishoudens 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 39.8% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 39.8%
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 37.7% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 37.7%
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 2.3% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 2.3%
27 waarvan leningen motorvoertuigen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.3% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.3%
28 Financiering lokale overheden 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.5% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.6%
29 Financiering huisvesting 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.5% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.5%
30 Overige financiering lokale overheden 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.1%
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
32 Totaal GAR activa 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 40.9% 0.3% 0.0% 0.1% 0.1% 42,9%

p. 275

KBC als kredietinstelling – stroom GAR-KPI (gebaseerd op omzet) – DEEL 1

a b c d e f g h i j k l m n o p q
Klimaatmitigatie (KM) Klimaatadaptie (KA) Water en mariene hulpbronnen (WTR) Circulaire economie (CE)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend
31-12-2023 taxonomie) Aandeel totale bestreken activa ter komend voor taxonomie) Aandeel totale bestreken activa ter voor taxonomie) Aandeel totale bestreken activa ter voor taxonomie)
% (in verhouding tot stroom totale in aanmerking Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante
komende activa) afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik transitie facilite gebruik facilite gebruik van facilite gebruik van facilite
van ondersteu rend van rend opbreng rend opbreng rend
opbreng
sten
-nend opbreng
sten
sten sten
in aanmerking genomen activa in teller en
GAR -
noemer
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
1 en voorschotten, schuldbewijzen en 100.0% 1.7% 0,0% 0.1% 0.9% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
eigenvermogensinstrumenten, niet voor
handelsdoeleinden aangehouden
2 Financiële ondernemingen 0.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
3 Kredietinstellingen 0.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
4 Leningen en voorschotten 0.2% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
5 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
6 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
7 Andere financiële ondernemingen 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
8 waarvan beleggingsondernemingen 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
9 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
11 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
12 waarvan beheersmaatschappijen 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
13 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
15 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
17 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
19 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
20 Niet-financiële ondernemingen 4.3% 39.3% 0,0% 2.2% 21.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
21 Leningen en voorschotten 4.0% 42.1% 0,0% 2.3% 22.5% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
22
23
Eigenvermogensinstrumenten
Schuldbewijzen, incl. UoP
0.3%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
0,0%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0.0%
0.0%
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
24 Huishoudens 94.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
80.6% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen 37.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
27 waarvan leningen motorvoertuigen 4.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
28 Financiering lokale overheden 1.4% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
29 Financiering huisvesting 0.6% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
30 Overige financiering lokale overheden 0.8% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
zakelijk en zakelijk onroerend goed
32 Totaal GAR activa 100.0% 1.7% 0,0% 0.1% 0.9% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A

KBC als kredietinstelling – stroom GAR-KPI (gebaseerd op omzet) – DEEL 2

r s t u v w x z aa ab ac ad ae af
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking
komend voor taxonomie)
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) totale
nieuwe
bestreken
% (in verhouding tot stroom totale in aanmerking
31-12-2023
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
Aandeel totale bestreken activa ter
financiering van taxonomierelevante
Aandeel totale bestreken activa ter financiering
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
activa
komende activa) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik
van
facilite
rend
gebruik
van
facilite
rend
gebruik
van
transitie
ondersteu
facilite
rend
sten
opbreng
opbreng
sten
opbreng
sten
-nend
in aanmerking genomen activa in teller en
GAR -
noemer
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
1 en voorschotten, schuldbewijzen en 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 100.0% 1.7% 0,0% 0.1% 0.9% 48.5%
eigenvermogensinstrumenten, niet voor
handelsdoeleinden aangehouden
2 Financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.6%
3 Kredietinstellingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.6%
4 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.2% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.4%
5 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.2%
6 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
7 Andere financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
8 waarvan beleggingsondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
9 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
11 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
12 waarvan beheersmaatschappijen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
13 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
15 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
17 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
19 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
20 Niet-financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 4.3% 39.3% 0,0% 2.2% 21.0% 5.5%
21 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 4.0% 42.1% 0,0% 2.3% 22.5% 5.3%
22 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.2%
23 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
24 Huishoudens 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 94.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 39.9%
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 80.6% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 28.9%
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 37.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 13.3%
27 waarvan leningen motorvoertuigen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 4.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 1.5%
28 Financiering lokale overheden 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 1.4% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 2.5%
29 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.6% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.2%
Financiering huisvesting
30 Overige financiering lokale overheden 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.8% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 2.2%
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
32 Totaal GAR activa 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 100.0% 1.7% 0,0% 0.1% 0.9% 48.5%

p. 277

KBC als kredietinstelling – stroom GAR-KPI (gebaseerd op capex) – DEEL 1

a b c d e f g h i j k l m n o p q
Klimaatmitigatie (KM) Klimaatadaptie (KA) Water en mariene hulpbronnen (WTR) Circulaire economie (CE)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend
taxonomie) komend voor taxonomie) voor taxonomie) voor taxonomie)
31-12-2023 Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter
% (in verhouding tot stroom totale in aanmerking
komende activa)
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
financiering van taxonomierelevante
sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik transitie facilite gebruik facilite gebruik van facilite gebruik van facilite
van ondersteu rend van rend opbreng rend opbreng rend
opbreng
sten
-nend sten
opbreng
sten sten
in aanmerking genomen activa in teller en
noemer
GAR -
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
en voorschotten, schuldbewijzen en
1 eigenvermogensinstrumenten, niet voor 100.0% 2.2% 0,0% 0.5% 0.6% 0.0% 96.5% 0,0% 0.2% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
handelsdoeleinden aangehouden
2 Financiële ondernemingen 0.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
3 Kredietinstellingen 0.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
4 Leningen en voorschotten 0.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
5 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
6 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
7 Andere financiële ondernemingen 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
8 waarvan beleggingsondernemingen 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
9 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
11 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
12 waarvan beheersmaatschappijen 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
13 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
15 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
17 Leningen en voorschotten 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
19 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
20 Niet-financiële ondernemingen 5.2% 41.3% 0,0% 10.3% 12.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
21 Leningen en voorschotten 5.2% 41.3% 0,0% 10.3% 12.0% 0.0% 96.5% 0,0% 0.2% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
22 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 96.5% 0,0% 0.2% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
23 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
24 Huishoudens 93.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
79.9% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen 36.8% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
27 waarvan leningen motorvoertuigen 4.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
28 Financiering lokale overheden 1.4% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
29 Financiering huisvesting 0.6% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
30 Overige financiering lokale overheden 0.8% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
zakelijk en zakelijk onroerend goed
32 Totaal GAR activa 100.0% 2.2% 0,0% 0.5% 0.6% 0.0% 96.5% 0,0% 0.2% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A

KBC als kredietinstelling – stroom GAR-KPI (gebaseerd op capex) – DEEL 2

r s t u v w x z aa ab ac ad ae af
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) totale
nieuwe
31-12-2023 Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter financiering bestreken
% (in verhouding tot stroom totale in aanmerking financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie activa
komende activa) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik
van
facilite
rend
gebruik
van
facilite
rend
gebruik
van
transitie
ondersteu
facilite
rend
sten
opbreng
sten
opbreng
opbreng
sten
-nend
in aanmerking genomen activa in teller en
GAR -
noemer
Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen
en voorschotten, schuldbewijzen en
1 eigenvermogensinstrumenten, niet voor 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 100.0% 2.2% 0,0% 0.5% 0.6% 48.5%
handelsdoeleinden aangehouden
2 Financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.6%
3 Kredietinstellingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.6%
4 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.1% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.4%
5 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.2%
6 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
7 Andere financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
8 waarvan beleggingsondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
9 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
10 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
11 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
12 waarvan beheersmaatschappijen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
13 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
14 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
15 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
16 waarvan verzekeringsondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
17 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
18 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.0%
19 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
20 Niet-financiële ondernemingen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 5.2% 41.6% 0,0% 10.2% 12.0% 5.5%
21 Leningen en voorschotten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 5.2% 41.6% 0,0% 10.2% 12.0% 5.3%
22 Schuldbewijzen, incl. UoP 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.2%
23 Eigenvermogensinstrumenten 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% N/A 0.0% 0.0% 0.0%
24 Huishoudens 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 93.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 39.9%
25 waarvan door niet-zakelijk onroerend goed
zekergestelde leningen
0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 79.9% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 28.9%
26 waarvan leningen voor renovatie gebouwen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 36.8% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 13.3%
27 waarvan leningen motorvoertuigen 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 4.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 1.5%
28 Financiering lokale overheden 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 1.3% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 2.5%
29 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.6% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 0.2%
Financiering huisvesting
30 Overige financiering lokale overheden 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.8% 0.0% 0,0% 0.0% 0.0% 2.2%
31 Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-
zakelijk en zakelijk onroerend goed
0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
32 Totaal GAR activa 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 100.0% 2.2% 0,0% 0.5% 0.6% 48.5%

p. 279

KBC als kredietinstelling – KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stand - gebaseerd op omzet) – DEEL 1

q Circulaire economie (CE) voor taxonomie) Waarvan facilite rend N/A N/A
p Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) Waarvan gebruik van opbreng sten N/A N/A
o N/A N/A
n 0.0% 0.0%
m voor taxonomie) Waarvan facilite rend N/A N/A
l Water en mariene hulpbronnen (WTR) Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) Waarvan gebruik van opbreng sten N/A N/A
k N/A N/A
j 0.0% 0.0%
i Klimaatadaptie (KA) Waarvan facilite rend 0.0% 0.1%
h Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) Waarvan gebruik van opbreng sten 0.0% 0.0%
g 0.0% 2.5%
f 0.0% 3.1%
e Klimaatmitigatie (KM) taxonomie) afgestemd) Waarvan facilite rend 9.2% 24.0%
d Waarvan transitie ondersteu -nend 1.7% 0.6%
c Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie Waarvan gebruik van opbreng sten 0.0% 0.0%
b 36.0% 42.0%
a 100.0% 96.9%
31-12-2023 % (in verhouding tot totale activa buiten balanstelling) Financiële garanties (FinGuar-KPI) Activa onder beheer (AuM-KPI)
1 2

KBC als kredietinstelling – KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stand - gebaseerd op omzet) – DEEL 2

r s t u v w x z aa ab ac ad ae
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
komend voor taxonomie) komend voor taxonomie) taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter financiering
31-12-2023 financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
balanstelling)
% (in verhouding tot totale activa buiten
sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik facilite gebruik facilite gebruik transitie facilite
van rend van rend van ondersteu rend
opbreng opbreng opbreng -nend
sten sten sten
Financiële garanties (FinGuar-KPI) 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 100.0% 36.0% 0.0% 1.7% 9.2%
Activa onder beheer (AuM-KPI) 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 100.0% 44.5% 0.0% 0.6% 24.1%

KBC als kredietinstelling – KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stroom - gebaseerd op omzet) – DEEL 1

a b c d e f g h i j k l m n o p q
Klimaatmitigatie (KM) Klimaatadaptie (KA) Water en mariene hulpbronnen (WTR) Circulaire economie (CE)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend
taxonomie) komend voor taxonomie) voor taxonomie) voor taxonomie)
31-12-2023 Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter
% (in verhouding tot stroom van totale activa buiten van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante
balanstelling) afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik transitie facilite gebruik facilite gebruik van facilite gebruik van facilite
van ondersteu rend van rend opbreng rend opbreng rend
opbreng -nend opbreng sten sten
sten sten
Financiële garanties (FinGuar-KPI)
1
100.0% 36.8% 0.0% 0.7% 9.2% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A
Activa onder beheer (AuM-KPI)
2
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Informatie over stroom van activa onder beheer is niet beschikbaar.

KBC als kredietinstelling –KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stroomgebaseerd op omzet) –DEEL 2

r s t u v w x z aa ab ac ad ae
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
komend voor taxonomie) komend voor taxonomie) taxonomie)
31-12-2023 Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter financiering
% (in verhouding tot stroom van totale activa buiten financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
balanstelling) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik facilite gebruik facilite gebruik transitie facilite
van rend van rend van ondersteu rend
opbreng opbreng opbreng -nend
sten sten sten
Financiële garanties (FinGuar-KPI) 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 100.0% 36.8% 0.0% 0.7% 9.2%
Activa onder beheer (AuM-KPI) N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A

1 2 Informatie over stroom van activa onder beheer is niet beschikbaar.

p. 281

324 Jaarverslag KBC Groep 2023

KBC als kredietinstelling – KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stand - gebaseerd op capex) – DEEL 1

q Circulaire economie (CE) voor taxonomie) Waarvan facilite rend N/A N/A
p Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) Waarvan gebruik van opbreng sten N/A N/A
o Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend N/A N/A
n 0.0% 0.0%
m voor taxonomie) Waarvan facilite rend N/A N/A
l Water en mariene hulpbronnen (WTR) Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) Waarvan gebruik van opbreng sten N/A N/A
k N/A N/A
j 0.0% 0.0%
i Klimaatadaptie (KA) komend voor taxonomie) Waarvan facilite rend 0.0% 0.0%
h Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) Waarvan gebruik van opbreng sten 0.0% 0.0%
g
f
0.0% 1.7%
0.0% 3.5%
e Klimaatmitigatie (KM) taxonomie) afgestemd) Waarvan facilite rend 12.6% 18.1%
d Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie Waarvan transitie ondersteu -nend 1.1% 1.9%
c Waarvan gebruik van opbreng sten 0.0% 0.0%
b 62.8% 38.8%
a 100.0% 96.5%
31-12-2023 % (in verhouding tot totale activa buiten balanstelling) Financiële garanties (FinGuar-KPI) Activa onder beheer (AuM-KPI)
1 2

KBC als kredietinstelling – KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stand - gebaseerd op capex) – DEEL 2

r s t u v w x z aa ab ac ad ae
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
komend voor taxonomie) komend voor taxonomie) taxonomie)
Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter financiering
31-12-2023 financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
% (in verhouding tot totale activa buiten balanstelling) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik facilite gebruik facilite gebruik transitie facilite
van rend van rend van ondersteu rend
opbreng opbreng opbreng -nend
sten sten sten
Financiële garanties (FinGuar-KPI) 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 100.0% 62.8% 0.0% 1.1% 12.6%
Activa onder beheer (AuM-KPI) 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 100.0% 40.5% 0.0% 1.9% 18.1%

KBC als kredietinstelling – KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stroom - gebaseerd op capex) – DEEL 1

Informatie over stroom van activa onder beheer is niet beschikbaar.
N/A
N/A
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A Activa onder beheer (AuM-KPI)
2
N/A
N/A
N/A 0.0% N/A N/A N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 12.2% 0.2% 0.0% 64.1% 100.0% Financiële garanties (FinGuar-KPI)
1
sten sten
sten sten opbreng -nend opbreng
rend
opbreng
rend opbreng rend van rend ondersteu van
facilite
gebruik van
facilite gebruik van facilite gebruik facilite transitie gebruik
Waarvan
Waarvan
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) afgestemd) balanstelling)
financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie % (in verhouding tot stroom van totale activa buiten
Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter financiering 31-12-2023
voor taxonomie) voor taxonomie) komend voor taxonomie) taxonomie)
taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering van Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
Circulaire economie (CE) Water en mariene hulpbronnen (WTR) Klimaatadaptie (KA) Klimaatmitigatie (KM)
q
p
o n m l k j i h g f e d c b a

KBC als kredietinstelling –KPI voor blootstellingen buiten balanstelling (stroomgebaseerd op capex) –DEEL 2

r s t u v w x z aa ab ac ad ae
Verontreiniging (PBV) Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO)
Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering Aandeel totale bestreken activa ter financiering van
van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor
komend voor taxonomie) komend voor taxonomie) taxonomie)
31-12-2023 Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter Aandeel totale bestreken activa ter financiering
% (in verhouding tot stroom totale activa buiten financiering van taxonomierelevante financiering van taxonomierelevante van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie
balanstelling) sectoren (op taxonomie afgestemd) sectoren (op taxonomie afgestemd) afgestemd)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
gebruik facilite gebruik facilite gebruik transitie facilite
van rend van rend van ondersteu rend
opbreng opbreng opbreng -nend
sten sten sten
1 Financiële garanties (FinGuar-KPI) 0.0% N/A N/A N/A 0.0% N/A N/A N/A 100.0% 64.1% 0.0% 0.2% 12.2%
2 Activa onder beheer (AuM-KPI) N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A

Informatie over stroom van activa onder beheer is niet beschikbaar.

KBC als kredietinstelling – activiteiten i.v.m. kernenergie en fossiel gas (verder gerefereerd als 'template 1')

ACTIVITEITEN IN VERBAND MET KERNENERGIE
1 installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus.
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve
Nee
2 zoals de productie van waterstof,
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen
alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën.
Ja
3 zoals de productie van waterstof uit
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen
kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan.
Ja
ACTIVITEITEN IN VERBAND MET FOSSIEL GAS
4 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen. Ja
5 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. Ja
6 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. Ja
op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (noemer) (gebaseerd op omzet)
kernenergie en fossiel gas –
KBC als kredietinstelling –
Adaptatie van klimaatverandering (KA) % N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
KPI Financiële garanties bedrag N/A 0 0 0 0 0 0
Mitigatie van (KM) % N/A 0.0% 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 6.5%
klimaatverandering bedrag N/A 0 0 0 0 0 39
KM+KA % N/A 0.0% 0.1% 0.0% 0.0% 0.0% 6.5% 100.0%
bedrag N/A 0 0 0 0 0 39 601
Adaptatie van (KA) % N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.1%
KPI Activa onder beheer klimaatverandering bedrag N/A 0 0 0 0 0 39
Mitigatie van (KM) % N/A 0.0% 0.0% 0.2% 0.0% 0.0% 2.0%
klimaatverandering bedrag N/A 0 3 58 0 0 599
KM+KA % N/A 0.0% 0.0% 0.2% 0.0% 0.0% 2.1% 100.0%
bedrag N/A 0 3 58 0 0 637 30 431
Stand GAR-KPI Adaptatie van (KA) % N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0%
klimaatverandering bedrag N/A 0 0 0 0 0 10
Mitigatie van (KM) % N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.2%
klimaatverandering bedrag N/A 0 31 0 0 0 365
KM+KA % N/A 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 0.2% 100.0%
bedrag N/A 0 31 0 0 0 374 200 776
31-12-2023 Economische activiteiten (bedragen in miljoenen euro) Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
noemer van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die
niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI
Totaal Toepasselijke KPI
Rij 1 2 3 4 5 6 7 8

KBC als kredietinstelling – kernenergie en fossiel gas – op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (noemer) (gebaseerd op capex)

0.1%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.3%
90
0.0%
0.3%
0 90
0.0% 0.0%
0 0
0.0% 0.0%
27 0
0.0% 0.0%
27 0
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
noemer van de toepasselijke KPI
noemer van de toepasselijke KPI
Stand GAR-KPI KPI Activa onder beheer KPI Financiële garanties
KM+KA Mitigatie van Adaptatie van KM+KA Mitigatie van Adaptatie van KM+KA Mitigatie van Adaptatie van
31-12-2023 klimaatverandering klimaatverandering klimaatverandering klimaatverandering klimaatverandering klimaatverandering
Economische activiteiten (KM) (KA) (KM) (KA) (KM) (KA)
(bedragen in miljoenen euro) bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag %
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
van de toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
van de toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
van de toepasselijke KPI
31 7.7% 31 7.9% 0 0.0% 3 0.4% 3 0.4% 0 0.0% 0 1.0% 0 1.0% 0 0.0%
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
van de toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 58 8.8% 58 8.8% 0 0.0% 0 100% 0 0.0% 0 0.0%
in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
van de toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
van de toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die
niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de teller van de toepasselijke KPI
374 92.3% 365 92.1% 10 100.0% 637 91.3% 599 90.7% 39 100.0% 39 99.0% 39 99.0% 0 100.0%
Totaal bedrag en aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de
teller van de toepasselijke KPI's
406 100.0% 396 100.0% 10 100.0% 698 100.0% 660 100.0% 39 100.0% 40 100.0% 40 100.0% 0 100.0%

KBC als kredietinstelling – kernenergie en fossiel gas – op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (teller) (gebaseerd op omzet)

Rij

1

2

3

4

5

6

7 8 1

7 8

KBC als kredietinstelling – kernenergie en fossiel gas – op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (teller) (gebaseerd op capex)

Stand GAR-KPI KPI Activa onder beheer KPI Financiële garanties
KM+KA
Adaptatie van
Mitigatie van
KM+KA
Mitigatie van Adaptatie van KM+KA Mitigatie van Adaptatie van
klimaatverandering
(KA)
klimaatverandering
(KM)
Economische activiteiten
31-12-2023
klimaatverandering (KM) klimaatverandering
(KA)
klimaatverandering
(KM)
klimaatverandering
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
%
bedrag
(bedragen in miljoenen euro)
% bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
van de toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
0
0.0%
0
0.2%
1
0.2%
1
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
van de toepasselijke KPI
0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0
0
0.0%
0
5.0%
27
4.9%
27
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
van de toepasselijke KPI
0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0
90
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
van de toepasselijke KPI
8.8% 90 9.2% 0 0.0% 0 100% 0 0.0% 0 0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
van de toepasselijke KPI
0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0
0
0.0%
0
0.0%
0
0.0%
0
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld
in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller
van de toepasselijke KPI
0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0
935
100.0%
10
94.9%
508
94.9%
518
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die
niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de teller van de toepasselijke KPI
91.2% 890 90.8% 44 100.0% 119 100.0% 119 100.0% 0 100.0%
1 025
100.0%
10
100.0%
536
100.0%
546
Totaal bedrag en aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de
teller van de toepasselijke KPI's
100.0% 981 100.0% 44 100.0% 119 100.0% 119 100.0% 0 100.0%

KBC als kredietinstelling – kernenergie en fossiel gas – voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (gebaseerd op omzet)

bedrag
N/A
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I
0
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I
31
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I
126
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I
0
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I
0
taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I
40.7%
81 747
Bedrag en aandeel van andere voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
81 904
Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de

KBC als kredietinstelling – kernenergie en fossiel gas – voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (gebaseerd op capex)

Stand GAR-KPI KPI Activa onder beheer KPI Financiële garanties
KM+KA Mitigatie van Adaptatie van KM+KA Mitigatie van Adaptatie van KM+KA Mitigatie van Adaptatie van
Economische activiteiten
31-12-2023
klimaatverandering (KM) klimaatverandering (KA) klimaatverandering (KM) klimaatverandering (KA) klimaatverandering
(KM)
klimaatverandering (KA)
Rij (bedragen in miljoenen euro) bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag %
1 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
2 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
en II bij Gedelegeerde
1 0.0% 1 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
3 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
27 0.0% 27 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 1 0.2% 1 0.2% 0 0.0%
4 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
126 0.1% 126 0.1% 0 0.0% 90 0.3% 90 0.3% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
5 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
6 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I
Bedrag en aandeel van de vppr de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
7 Bedrag en aandeel van andere voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6
hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI
81 887 40.8% 81 869 40.8% 17 0.0% 2 438 8.0% 2 349 7.7% 88 0.3% 189 31.4% 189 31.4% 0 0.0%
8 Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de
taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI
82 040 40.9% 82 023 40.8% 17 0.0% 2 528 8.3% 2 440 8.0% 88 0.3% 190 31.6% 190 31.6% 0 0.0%
31-12-2023 Stand GAR-KPI KPI Activa onder KPI Financiële
Economische activiteiten beheer garanties
(bedragen in miljoenen euro) bedrag % bedrag % bedrag %
Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A N/A N/A
in de noemer van de
Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139
toepasselijke KPI
130 0.1% 0 0.0% 0 0.0%
Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
2 0.0% 0 0.0% 2 0.4%
Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
Bedrag en aandeel van de in rij 6van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI 118 740 59.1% 28.862 94.8% 489 1.6%
Totaal bedrag en aandeel van niet de voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI 118 871 59.2% 28.862 94.8% 491 1.6%

KBC als kredietinstelling –kernenergie en fossiel gas –niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (gebaseerd op omzet)

Rij

1 2 3 4 5 6 7 8

KBC als kredietinstelling – kernenergie en fossiel gas – niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (gebaseerd op capex)

1

31-12-2023 Stand GAR-KPI KPI Activa onder KPI Financiële
Economische activiteiten beheer garanties
Rij (bedragen in miljoenen euro) bedrag % bedrag % bedrag %
1 Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A N/A N/A
2 Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
130 0.1% 0 0.0% 0 0.0%
3 Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
2 0.0% 0 0.0% 2 0.4%
4 in de noemer van de
Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139
toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
5 Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
6 Bedrag en aandeel van de in rij 6van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0% 0 0.0%
7 Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI 118 604 59.1% 27.903 91.7% 409 1.3%
8 Totaal bedrag en aandeel van niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI 118 736 59.1% 27.903 91.7% 411 1.4%
Substantiële bijdrage aan adaptie van GEAD (Geen ernstige afbreuk doen aan)
klimaatverandering
Absolute Aandeel Aandeel Klimaat Water en Circulaire Verontreiniging Biodiversiteit en Minimum
premies premies premies mitigatie mariene economie (8) ecosystemen garanties
31-12-2023 31-12-2023 31-12-2022 (5) hulpbronnen (7) (9) (10)
(2) (3) (4) (6)
Economische activiteiten (1) in miljoenen % % J/N J/N J/N J/N J/N J/N
euro
en schadeherverzekeringsactiviteiten (ecologisch duurzaam)
A.1 Op taxonomie afgestemde schadeverzekerings-
156 6.6% 6.7% J J J J J J
A.1.1 waarvan herverzekerd -30 N/A N/A J J J J J J
A.1.2 Waarvan afkomstig uit herverzekeringsactiviteiten 3 0.1% 0.1% J J J J J J
A.1.2.1. waarvan herverzekerd (retrocessie) -1 N/A N/A J J J J J J
en schadeherverzekeringsactiviteiten
A.2 voor taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame schadeverzekerings-
181 7.7% 7.1% N/A N/A N/A N/A N/A N/A
(niet op taxonomie afgestemde activiteiten)
en schadeherverzekeringsactiviteiten
B Niet voor taxonomie in aanmerking komende schadeverzekerings-
031
2
85.7% 86.3% N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Totaal (A.1+A.2+B) 2 368 100% 100% N/A N/A N/A N/A N/A N/A

p. 289

KBC als (her)verzekeringsonderneming – KPI m.b.t. beleggingen

(in miljoenen euro, tenzij anders vermeld) De gewogen gemiddelde waarde van alle beleggingen van verzekerings-

of herverzekeringsondernemingen die gericht zijn op de financiering van of verband houden met op de taxonomie

De gewogen gemiddelde waarde van alle

beleggingen van verzekerings-

of herverzekeringsondernemingen die gericht zijn op de financiering van of

afgestemde economische activiteiten, in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa, met daaruit voortvloeiende wegingsfactoren voor beleggingen in
ondernemingen zoals hieronder:
verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, met daaruit voortvloeiende wegingsfactoren voor beleggingen in
ondernemingen zoals hieronder:
0.5%
0.8%
Op omzet gebaseerd:
Op kapitaaluitgaven gebaseerd:
Op omzet gebaseerd: 130
185
Op kapitaaluitgaven gebaseerd:
Het percentage door de KPI bestreken activa in verhouding tot de totale beleggingen van verzekerings-
beleggingen in overheidsentiteiten.
of herverzekeringsondernemingen (totaal activa onder beheer). Met uitzondering van De monetaire waarde van door de KPI bestreken activa. Met uitzondering van beleggingen in overheidsentiteiten.
97.3%
Bestreken aandeel:
Bestreken aandeel: 24 251
Aanvullende rapportages: uitsplitsing van de noemer van de KPI
Het percentage derivaten in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa. 0.2% 41
De waarde in geldbedragen van derivaten:
financiële ondernemingen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de
Het aandeel van blootstellingen aan financiële en niet-
totale door de KPI bestreken activa:
De waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van
Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen:
24.5%
8.3%
Voor financiële ondernemingen:
Voor niet-financiële ondernemingen:
Voor niet-financiële ondernemingen: 5 940
Voor financiële ondernemingen: 2 019
financiële ondernemingen uit niet-EU-landen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in
Het aandeel van blootstellingen aan financiële en niet-
verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa:
De waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen uit niet-EU-landen die niet aan de artikelen 19 bis en
29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen:
23.7%
8.0%
Voor financiële ondernemingen:
Voor niet-financiële ondernemingen:
Voor financiële ondernemingen: 5 742
Voor niet-financiële ondernemingen: 1 928
financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de totale
Het aandeel van blootstellingen aan financiële en niet-
door de KPI bestreken activa:
De waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn
2013/34/EU zijn onderworpen:
21.4%
20.8%
Voor niet-financiële ondernemingen:
Voor financiële ondernemingen:
financiële ondernemingen: 5 188
Voor-financiële ondernemingen: 5 048
niet-
Voor
Het aandeel van blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: 24.8% 6 016
Waarde van blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa:
of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden voor levensverzekeringsovereenkomsten
waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen.
Het aandeel van de beleggingen van de verzekerings-
40.8% 9.903
of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden
voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen.
De waarde van de beleggingen van de verzekerings-
De waarde van alle beleggingen die niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten financieren, in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken
activa:
De waarde van alle beleggingen die niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten financieren:
91.5% 22 178
De waarde van alle beleggingen die economische activiteiten financieren die voor de taxonomie in aanmerking komen, doch niet op de taxonomie zijn afgestemd in verhouding tot de waarde
van de totale door de KPI bestreken activa:
De waarde van alle beleggingen die voor de taxonomie in aanmerking komend, doch niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten
financieren:
8.0% 1 943
Aanvullende rapportages: uitsplitsing van de teller van de KPI
Het aandeel van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen,
in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa:
De waarde van op de taxonomie afgestemde blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen
19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen:
Voor niet-financiële ondernemingen:
Op omzet gebaseerd: 0.5%
Voor niet-financiële ondernemingen:
Op omzet gebaseerd: 130
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 0.8% Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 185
Voor financiële ondernemingen: Voor financiële ondernemingen:
Op omzet gebaseerd: 0.0%
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 0.0%
Op omzet gebaseerd: 0
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 0
of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden
De waarde van de beleggingen van de verzekerings-
of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden voor levensverzekeringsovereenkomsten
waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen, en die gericht zijn op de financiering van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten:
Het aandeel van de beleggingen van de verzekerings-
voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen, en die gericht zijn op de financiering
van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten:
Op omzet gebaseerd: 0.1%
0.2%
Op kapitaaluitgaven gebaseerd:
Op omzet gebaseerd: 35
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 46
Het aandeel van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: :
en activa
De waarde van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan andere tegenpartijen
Op omzet gebaseerd: 0.0%
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 0.0%
Op omzet gebaseerd: 0
Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 0
op voorwaarde van een positieve beoordeling voor "geen ernstige afbreuk doen aan" en sociale waarborgen:
Uitsplitsing van de teller van de KPI per milieudoelstelling
Op de taxonomie afgestemde activiteiten —
Omzet: 94.5% 5.4%
:2.1%
Capex:
Omzet
Transitieactiviteiten:
(1) Klimaatmitigatie CapEx: 95.3% 39.8%
Omzet: 56.9%
Capex:
Faciliterende activiteiten:
(2) Klimaatadaptatie Omzet: 5.5%
CapEx: 4.7%
3.0%
4.0%
Capex:
Omzet:
Faciliterende activiteiten:
(3) Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen Omzet: N/A
CapEx: N/A
Capex: N/A
Omzet: N/A
Faciliterende activiteiten:
(4) Transitie naar een circulaire economie Omzet: N/A
CapEx: N/A
Omzet: N/A
Capex: N/A
Faciliterende activiteiten:
(5) Preventie en bestrijding van verontreiniging Omzet: N/A
CapEx: N/A
Omzet: N/A
Capex: N/A
Faciliterende activiteiten:
(6) Bescherming en herstel biodiversiteit en ecosystemen Omzet: N/A
CapEx: N/A
Omzet: N/A
Capex: N/A
Faciliterende activiteiten:

KBC als (her)verzekeringsonderneming – activiteiten i.v.m. kernenergie en fossiel gas (verder gerefereerd als 'template 1')

ACTIVITEITEN IN VERBAND MET KERNENERGIE
1 die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus.
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking
Nee
2 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof,
alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën.
Nee
3 of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit
De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit
kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan.
Ja
ACTIVITEITEN IN VERBAND MET FOSSIEL GAS
4 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen. Ja
5 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. Nee
6 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. Nee
GIR (gebaseerd op omzet) GIR (gebaseerd op capex)
31-12-2023 KM+KA Mitigatie van kimaatverandering Adaptatie van KM+KA Mitigatie van kimaatverandering Adaptatie van
Economische activiteiten (KM) klimaatverandering (KA) (KM) klimaatverandering (KA)
(bedragen in miljoenen euro) bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag % bedrag %
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
2 0.0% 2 0.0% 0 0.0% 1 0.0% 1 0.0% 0 0.0%
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
19 0.1% 19 0.1% 0 0.0% 31 0.1% 31 0.1% 0 0.0%
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A
op de taxonomie afgestemde economische activiteiten
die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke
Bedrag en aandeel van andere
KPI
109 0.5% 102 0.4% 7 0.0% 153 0.6% 145 0.6% 9 0.0%
Totaal toepasselijke KPI 24 251 100% 24 251 100%

KBC als (her)verzekeringsonderneming – kernenergie en fossiel gas - op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (noemer)

Rij

1

2

3

4

5

6

7

8

KBC als (her)verzekeringsonderneming – kernenergie en fossiel gas - op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (teller)

GIR (gebaseerd op capex) Adaptatie van klimaatverandering (KA) % N/A N/A 0.0% 0.0% N/A N/A 4.7% 4.7%
bedrag N/A N/A 0 0 N/A N/A 9 9
(KM) % N/A N/A 0.5% 16.8% N/A N/A 78.1% 95.3%
Mitigatie van kimaatverandering bedrag N/A N/A 1 31 N/A N/A 145 177
KM+KA % N/A N/A 0.5% 16.8% N/A N/A 82.7% 100%
bedrag N/A N/A 1 31 N/A N/A 153 185
GIR (gebaseerd op omzet) Adaptatie van klimaatverandering (KA) % N/A N/A 0.0% 0.0% N/A N/A 5,5% 5,5%
bedrag N/A N/A 0 0 N/A N/A 7 7
(KM) % N/A N/A 1.6% 14.4% N/A N/A 78.5% 94,5%
Mitigatie van kimaatverandering bedrag N/A N/A 2 19 N/A N/A 102 123
KM+KA % N/A N/A 1.6% 14.4% N/A N/A 84.1% 100%
bedrag N/A N/A 2 19 N/A N/A 109 130
31-12-2023 Economische activiteiten (bedragen in miljoenen euro) Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
van de toepasselijke KPI
2021/2139 in de teller
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
van de toepasselijke KPI
2021/2139 in de teller
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als
bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU)
2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten
van de toepasselijke KPI
die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de teller
taxonomie afgestemde economische
activiteiten in de teller van de toepasselijke KPI's
Totaal bedrag en aandeel van op de
Rij 1 2 3 4 5 6 7 8

KBC als (her)verzekeringsonderneming – kernenergie en fossiel gas - voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische

activiteiten

31-12-2023 GIR (gebaseerd op omzet) GIR (gebaseerd op Capex)
Rij (bedragen in miljoenen euro)
Economische activiteiten
bedrag % bedrag %
1 als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
noemer van de toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A
2 als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
KPI
noemer van de toepasselijke
N/A N/A N/A N/A
3 als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
noemer van de toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0%
4 als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
noemer van de toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0%
5 als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
noemer van de toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A
6 als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de
Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit
noemer van de toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A
7 Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI 1 943 8.0% 1 743 7.2%
8 Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI 1 943 8.0% 1 743 7.2%

KBC als (her)verzekeringsonderneming – kernenergie en fossiel gas - niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten

31-12-2023 GIR (gebaseerd op omzet) GIR (gebaseerd op Capex)
Rij (bedragen in miljoenen euro)
Economische activiteiten
bedrag % bedrag %
1 Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A
2 in de noemer van de
Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139
toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A
3 Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0%
4 Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
0 0.0% 0 0.0%
5 bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de
toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A
6 Bedrag en aandeel van de in rij 6 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de
toepasselijke KPI
N/A N/A N/A N/A
7 Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI 22 178 91.5% 22 322 92.0%
8 Totaal bedrag en aandeel van niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI 22 178 91.5% 22 322 92.0%

Verklaring van de verantwoordelijke personen

"Ik, Luc Popelier, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee ze geconfronteerd worden."

Contactadressen en kalender

Kurt De Baenst (directeur Investor Relations Office)
[email protected]
KBC Global Services NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Pers
Viviane Huybrecht (directeur Corporate & Interne Communicatie, woordvoerster KBC Groep)
[email protected]
KBC Global Services NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Duurzaam ondernemen
Filip Ferrante (algemeen directeur Corporate Sustainability)
[email protected]
KBC Global Services NV, Corporate Sustainability, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Kalender 2024
Publicatie Jaarverslag 2023, Duurzaamheidsrapport 2023 en Risk report 2023
2 april 2024
Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com)
2 mei 2024
Publicatie resultaten 1e kwartaal 2024
16 mei 2024
Publicatie resultaten 2e kwartaal 2024
8 augustus 2024
Investor Relations Office
Publicatie resultaten 3e kwartaal 2024
7 november 2024

Ontdek al onze rapporten op www.kbc.com

De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.

Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België

Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België

Verantwoordelijk uitgever: KBC Global Services NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België

Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier voorzien van het FSC®-label.

De opmaak, druk en afwerking van dit jaarverslag verloopt 100% klimaatneutraal.

Jaarverslag

2023

KBC Groep

Jaarverslag

KBC Groep

Covers_2023_A4_witLogo_final.indd 1 6/03/2024 12:04

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.