Annual Report • Apr 2, 2024
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

Jaarverslag KBC Groep
Covers_2023_A4_witLogo_final.indd 1 6/03/2024 12:04
Jaarverslag
2023
KBC Groep
Lees ook onze andere verslagen:
Sustainability Report KBC Group
Taking the next steps on our sustainability journey
Risk Report KBC Group
Verslag aan de samenleving
www.kbc.com
We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar die focust op retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In enkele andere landen zijn we slechts beperkt aanwezig.
Met onze activiteiten willen we onze klanten helpen om hun dromen en projecten te realiseren en ze te beschermen.
Het is onze ambitie om de referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.
| Klanten | 13 miljoen |
|---|---|
| Medewerkers | 41 000 |
| Bankkantoren | 1 166 |
| Verzekeringsnetwerk | 292 agentschappen in België, |
| diverse distributiekanalen in Centraal- en Oost | |
| Europa |
| Debt ratings | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| op lange termijn | Fitch | Moody's | S&P's | |||
| KBC Bank NV | A+ | A1 | A+ | |||
| KBC Verzekeringen NV | – | – | A | |||
| KBC Groep NV | A | Baa1 | A | |||
| Duurzaamheids | Sustaina | S&P | ISS | FTSE | ||
| ratings | CDP | lytics | Global | MSCI | ESG | 4good |
| KBC Groep | A | 9,8 | 64/100 | AAA C+ prime | 4,7/5 | |

deposito's: deposito's van klanten zonder schuldpapier en repo's.
Kredieten en deposito's België: inclusief het beperkte net van buitenlandse kantoren van KBC Bank. Medewerkers uitgedrukt in vte.
| Succes en verdere uitbouw van Kate en Kate Coins |
3,4 miljard euro nettowinst |
Afronding verkoop van de Ierse activiteiten |
|---|---|---|
| Blijvend uitdagende geopolitieke en economische omstandig heden |
Uitbreiding Sustainable Finance Programme van klimaat naar andere milieudomeinen |
Uitgebreidere verzekerings informatie onder IFRS 17 |
| Fusie overgenomen Raieisenbank Bulgaria met UBB in Bulgarije |
Start aandeleninkoop programma van 1,3 miljard euro in augustus 2023 |
Verdere stappen in onze strategie met Save Time and Earn Money (S.T.E.M.), the Ecosphere |

Verdeling van het nettoresultaat per divisie (2023, in miljoenen euro)

| Kerncijfers | 20231 | 20221 | 2021 | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde balans (in miljoenen euro) | |||||
| Balanstotaal | 346 921 | 354 545 | 340 346 | 320 743 | 290 591 |
| Leningen en voorschotten aan klanten (excl. rev. repo's) | 183 613 | 178 053 | 159 728 | 159 621 | 155 816 |
| Effecten | 73 696 | 67 160 | 67 794 | 71 784 | 65 633 |
| Deposito's van klanten (excl. schuldpapier en repo's) | 216 423 | 224 407 | 199 476 | 190 553 | 173 184 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten en schulden m.b.t. beleg | |||||
| gingscontracten, verzekeringen | 30 245 | 28 184 | 32 571 | 31 442 | 32 170 |
| Totaal eigen vermogen | 24 260 | 21 819 | 23 077 | 21 530 | 20 222 |
| Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro) | |||||
| Totale opbrengsten | 11 224 | 10 035 | 7 558 | 7 195 | 7 629 |
| Totale exploitatiekosten (inclusief bank- en verzekeringsheffingen) | -5 125 | -4 805 | -4 396 | -4 156 | -4 303 |
| Waardeverminderingen | -215 | -282 | 261 | -1 182 | -217 |
| Nettoresultaat, groepsaandeel | 3 402 | 2 818 | 2 614 | 1 440 | 2 489 |
| België | 1 866 | 1 876 | 1 997 | 1 001 | 1 344 |
| Tsjechië | 763 | 653 | 697 | 375 | 789 |
| Internationale Markten | 676 | 428 | 127 | 199 | 379 |
| Groepscenter | 97 | -139 | -207 | -135 | -23 |
| Duurzaamheid en genderdiversiteit | |||||
| Eigen broeikasgasemissie (in ton CO2 per vte) |
1,5 | 1,5 | – | – | – |
| Aandeel hernieuwbare energie in kredieten aan de energiesector (%) | 62% | 63% | 63% | 61% | 57% |
| Volume fondsen die verantwoord beleggen (in miljarden euro) | 41 | 32 | 32 | 17 | 12 |
| Genderdiversiteit volledig personeelsbestand: percentage vrouwen | 57% | 57% | 56% | 56% | 57% |
| Genderdiversiteit Raad van Bestuur: percentage vrouwen | 31% | 38% | 33% | 38% | 31% |
| KBC-aandeel | |||||
| Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in miljoenen) | 417,3 | 417,2 | 416,9 | 416,7 | 416,4 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde | 53,9 | 48,7 | 51,8 | 48,1 | 45,0 |
| periode (in euro) | |||||
| Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro) Slotkoers boekjaar (in euro) |
61,8 58,7 |
58,9 60,1 |
68,3 75,5 |
52,8 57,3 |
60,8 67,1 |
| Brutodividend per aandeel (in euro)2 | 4,15 | 4,0 | 8,6 | 2,44 | 1,00 |
| Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) | 8,04 | 6,64 | 6,15 | 3,34 | 5,85 |
| Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) | 24,5 | 25,1 | 31,5 | 23,9 | 27,9 |
| Financiële ratio's | |||||
| Rendement op eigen vermogen | 16% | 13% | 13% | 8% | 14% |
| Kosten-inkomstenratio (excl. bank- en verzekeringsheffingen) | 43% | 45% | 51% | 51% | 50% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringen | 87% | 87% | 89% | 85% | 90% |
| Kredietkostenratio | 0,00% | 0,08% | -0,18% | 0,60% | 0,12% |
| Common equity ratio (Deense compromismethode, fully loaded) | 15,2% | 15,3% | 15,5% | 17,6% | 17,1% |
Definities en toelichtingen: zie de analyses en het glossarium verder in dit verslag.
1 Vanaf 2023 is IFRS 17 (verzekeringsactiviteiten) in voege, met retroactieve aanpassing van de cijfers van 2022. De cijfers t.e.m. 2021 zijn dus niet volledig vergelijkbaar met die van 2023 en 2022.
2 Dividend 2023 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.
| NPS-score klanten | Digitale verkoop | Straight-through processing | Bankverzekeringsklanten | Stabiele | |
|---|---|---|---|---|---|
| Doel: top 2-ranking op groepsniveau eind 2026 |
Doel: aandeel digitale verkoop ≥ 65% voor bankproducten en ≥ 35% voor verzekeringsproducten in 2026 |
Doel: aandeel straight through processes (STP) ≥ 68% in 2026 |
Doel: 83% van de actieve klanten tegen eind 2026 |
bankverzekeringsklanten Doel: 29% van de actieve klanten tegen eind 2026 |
str ate gis ch |
| Responsible Investment-fondsen (RI) Doel: aandeel RI-fondsen ≥ 45% van Assets under Distribution in 2025 en 55% in 2030; nieuwe productie RI-fondsen ≥ 65% van de totale jaarlijkse fondsen productie in 2030; daling van de broeikasgasintensiteit van bedrijven in verantwoorde fondsen met 50% tussen 2019 en 2030 |
Kredieten hernieuwbare energie Doel: aandeel hernieuwbare energiebronnen in de portefeuille kredieten aan de energiesector ≥ 75% in 2030 |
Broeikasgasintensiteit Doel: daling in 2030 en 2050 van de broeikasgasintensiteit van diverse sectoren in de kredietportefeuille. Daling in 2025 en 2030 van de broeikasgasintensiteit van de portefeuille aandelen- en bedrijfsobligaties van KBC Verzekeringen |
Eigen CO2 e-emissies Doel: -80% tussen 2015 en 2030 en bereiken van netto klimaatneutraliteit voor onze directe voetafdruk vanaf eind 2021 door het verschil te compenseren. |
Eigen stroomverbruik uit hernieuwbare bronnen Doel: 100% groene elektriciteit tegen 2030 |
ESG |
| Nettorente-inkomsten Doel: CAGR 2023-2026: ≥ 1,8% Verzekeringsinkomsten Doel: CAGR 2023-2026: ≥ 6% Exploitatiekosten incl. betaalde verzekeringsprovisies (zonder bank- en verzekeringsheffingen) Doel: CAGR 2023-2026: < 1,7% |
Kredietkostenratio Doel: substantieel lager dan de through-the-cycle kredietkost van 25-30 basispunten (excl. de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's) |
Kosten-inkomstenratio zonder bank- en verzekeringsheffingen Doel: < 42% in 2026 Gecombineerde ratio Doel: < 91% |
Dividenduitkeringsratio Doel: ≥ 50% (zie hoofdstuk Onze strategie) |
Surpluskapitaal Raad van Bestuur beslist over uitbetaling van deel > 15% common equity ratio (zie verder) |
fin an cie el |
De definities van de KPI's en de scores vindt u in het hoofdstuk Onze strategie. De belangrijkste kapitaal- en liquiditeitsratio's vindt u in datzelfde hoofdstuk.
Jaarverslag KBC Groep 2023 1

| 174 | Geconsolideerde winst-en-verliesrekening |
|---|---|
| 175 | Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (comprehensive income) |
| 177 | Geconsolideerde balans |
| 178 | Geconsolideerde vermogensmutaties |
| 179 | Geconsolideerd kasstroomoverzicht |
| 181 | 1.0 Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving |
| 181 | Toelichting 1.1: Verklaring van overeenstemming |
| 182 | Toelichting 1.2: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving |
| 203 | Toelichting 1.3: Belangrijke schattingen en significante oordelen |
| 204 | Toelichting 1.4: Klimaatgerelateerde informatie |
| 204 | Toelichting 1.5: IFRS 17-transitie |

| 206 | 2.0 Toelichtingen in verband met |
|---|---|
| segmentinformatie |

Wettelijk jaarverslag: de wettelijk vereiste inhoud van het jaarverslag hebben we verwerkt in het Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast ook niet-verplichte informatie bevat. We combineren het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over
maken geen deel uit van ons jaarverslag. Naam van de vennootschap: met KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus de vennootschap KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Met KBC Groep NV bedoelen we enkel die vennootschap.
de geconsolideerde jaarrekening. Andere rapporten en de websites waarnaar we verwijzen,
Glossarium: achteraan vindt u de belangrijkste in dit verslag gebruikte financiële ratio's en termen (inclusief de alternative performance measures).
Verklaring over duurzaamheid (of niet-financiële informatie): in overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze duurzaamheidsinformatie geïntegreerd in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. Het hoofdstuk Verklaring over duurzaamheid bevat de verwijzingen naar die hoofdstukken. De informatie over diversiteit vindt u in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Vertaling en versies: het jaarverslag is verkrijgbaar in een Nederlandse en Engelse ESEF-versie (European Single Electronic Format) en een Nederlandse, Engelse en Franse PDF-versie. De Nederlandse ESEF-versie is de originele versie en de andere versies zijn officieuze versies. We hebben alles gedaan wat redelijkerwijs mogelijk is om verschillen tussen de verschillende taal- en formaatversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft die Nederlandse ESEFversie voorrang.
Hoe bepalen we wat belangrijk genoeg is om te vermelden in ons jaarverslag? We baseren ons op de wetgeving en de International Financial Reporting Standards, en we houden, in de mate van het mogelijke, rekening met de principes van integrated reporting, die ook de inspiratie vormen voor onze informatie over waardecreatie. We baseren ons voor de niet-financiële verklaring voornamelijk op de GRI (Global Reporting Initiative) Standards en rapporteren in overeenstemming met de GRI Universal Standards en de GRI Topic Standards. De GRI Content Index met de GRIindicatoren die de meeste impact hebben op onze onderneming, vindt u in het Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com. We brengen onze relevante onderwerpen ook in kaart volgens de normen van de Sustainability Accounting Standards Board (SASB) en nemen relevante SASBnormen op in de GRI Content Index and SASB Disclosure. Die rapporteringskaders leggen de nadruk op belangrijkheid en relevantie in verslaggeving. Om te bepalen welke onderwerpen voor onze stakeholders belangrijk zijn, voeren we onder meer een materialiteitsanalyse uit. De resultaten daarvan werden gevalideerd door de Interne Duurzaamheidsraad, geratificeerd door het Directiecomité en bezorgd aan de Raad van Bestuur. Uitleg over de consolidatiekring voor financiële informatie vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.5. We verzamelen onze duurzaamheidsgegevens via een groepswijd proces met strikte hiërarchische validatie, en dat minimaal voor alle KBC-entiteiten uit de kernlanden. In de meeste gevallen betreft het de periode van 1 oktober [t-1] tot 30 september [t]. Voor meer informatie over het verzamelen en verwerken van duurzaamheidsdata verwijzen we naar het Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com. We wijzen er uitdrukkelijk op dat als we terminologie zoals 'groen' en 'duurzaam' gebruiken, die termen geenszins suggereren dat wat we beschrijven al (volledig) is afgestemd op de EU-taxonomie.
Disclaimer: de in het jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op onze veronderstellingen en inschattingen bij het opmaken van dat verslag begin maart 2024. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen (sterk) afwijken van de initiële verklaringen.

Verslag van 1 de Raad van Bestuur
Koenraad Debackere: "In juni 2023 vierden we een speciale verjaardag. Vijfentwintig jaar tevoren ontstond onze groep uit de fusie tussen Kredietbank, CERA Bank en ABB Verzekeringen. In die tijd zijn we geëvolueerd van een nieuwe Belgische bank-verzekeraar naar een
bankverzekeringsgroep die zich concentreert op vijf Europese kernmarkten en een voorloper is in innovatie en digitalisering. Tegelijkertijd integreerden we aandacht voor duurzaamheid in alle geledingen van onze organisatie en in onze strategie, zodat we ook samen met onze klanten de verduurzaming mee vorm geven.
Kortom, een verhaal van durf, visie, ondernemerschap, innovatie en efficiëntie. Maar bovenal is dit het verhaal van onze duizenden medewerkers die elke dag het beste van zichzelf geven om het vertrouwen van onze klanten te winnen en te behouden en daarmee de belangrijkste factor zijn en blijven in het succes van onze groep."
Johan Thijs: "De weg naar een duurzame toekomst gaat gepaard met veranderingen in de manier waarop we leven, reizen, produceren en consumeren. Met onze strategie zetten we onze bankverzekeringsproducten in om onze klanten hierbij te ondersteunen. We geloven immers dat we een unieke hefboom hebben om een echte verandering teweeg te brengen in het dagelijkse leven van al onze klanten door digitale transformatie te combineren met een klantgerichte, oplossingsgerichte ervaring en we zijn er ook van overtuigd dat dit de best mogelijke manier is om bij te dragen aan een duurzame en veerkrachtige toekomst.
We hebben ook concrete klimaatindicatoren voor CO2 intensieve sectoren in onze kredietportefeuille en volgen dat nauwgezet op, en we engageerden ons in diverse internationale initiatieven inzake klimaatverandering en duurzaamheid. We namen in 2023 opnieuw heel wat concrete initiatieven. Zo heeft KBC Verzekeringen zich in 2023 bijvoorbeeld geëngageerd om tot 200 miljoen euro te investeren in duurzame infrastructuurfondsen in Europa, via een investeringsfaciliteit die beheerd wordt door het Europees Investeringsfonds. We lanceerden in 2023 ook een tweede sociale obligatie. Zo willen we onze positieve impact op de samenleving vergroten en bijdragen aan een betere toegang tot onderwijs en gezondheidszorg.
We toonden de voorbije jaren dat we duurzaamheid maximaal integreren in onze bedrijfsvoering. Hierdoor behoren we met trots tot het duurzame
financieringsuniversum van meerdere investeerders. Onze uitstekende duurzaamheidsratings, waaronder de CDPscore A, en de opname van KBC in de BEL®ESG-beursindex van Euronext in 2023 zijn mooie erkenningen voor onze
inspanningen. Dat geldt ook voor de uitstekende 'ESG negligible risk' rating die we kregen van het gerenommeerde ESG Risk agency Sustainalytics. Met deze rating zijn we opgenomen in de Sustainalytics 2024 ESG Top-Rated Companies List.
We nodigen u uit om te lezen hoe KBC zijn inspanningen rond duurzaamheid verderzet, in dit Jaarverslag, maar zeker ook in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com."
Johan Thijs: "Doordat we inzetten op innovatie en flexibiliteit zijn we in staat het hoofd te bieden aan een veranderende samenleving. Dat is dus een absolute noodzaak om succesvol te blijven. We hebben altijd al vooropgelopen bij nieuwe ontwikkelingen inzake digitaliteit, die we combineren met de kracht van menselijk contact. We zijn trots op onze persoonlijke digitale assistent, Kate, die steeds beter helpt onze klanten te ontzorgen in al onze kernmarkten. Tot de meest markante ontwikkelingen op dat gebied behoort het feit dat particuliere KBC-klanten in 2023 de mogelijkheid kregen om Kate Coins te verwerven en die ook effectief opnieuw te besteden.
Dat kadert trouwens perfect in de verdere uitvoering van onze strategie. In de afgelopen jaren lanceerden we immers een aantal concepten en bouwstenen zoals Digital First, Bankverzekeren+, Kate en Kate Coins, die extra waarde creëren wanneer ze met elkaar in contact komen. Die elementen brengen we nu samen in zogenaamde ecosystemen, waarbij we onze klanten een nieuwe soort dienstverlening aanbieden. Die bestaat erin dat we hen ondersteunen bij elke stap in de zoektocht naar oplossingen voor problemen rond wonen, mobiliteit, energie, enz., niet alleen via onze eigen producten, maar ook via producten en diensten van partners en leveranciers. Dat laat onze klanten toe geld te besparen én te verdienen, zowel binnen als buiten de traditionele bank- en verzekeringsomgeving. We noemen die volgende stap in onze strategie 'S.T.E.M., the Ecosphere', waarbij S.T.E.M. staat voor 'Save Time and Earn Money'.
Dat we ons met onze strategie succesvol blijven inzetten voor innovatie en een maximaal gemak voor onze klanten, wordt trouwens ook extern erkend. Het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau Sia Partners heeft in 2023 KBC Mobile opnieuw uitgeroepen tot de beste mobiele bank- en verzekeringsapp in België en zelfs tot de nummer drie wereldwijd. Daarenboven bekroonde Sia Partners onze app ook nog eens met de titel van beste gebruikerservaring voor auto- en brandverzekeringen."
Koenraad Debackere: "Ons kernmetier is en blijft bankverzekeren in een duidelijke selectie van vijf

kernmarkten. Begin 2023 finaliseerden we de verkoop van de resterende portefeuille kredieten en van de deposito's van KBC Bank Ireland. Dat betekent dat we ons nu de facto volledig hebben teruggetrokken uit de Ierse markt. Onze kernlanden zijn dus België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In die kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn en we willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria. Dat concretiseerden we in de afgelopen jaren onder meer door overnames in Slowakije, met OTP Banka Slovensko, en vooral in Bulgarije, waar we niet alleen de Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringsactiviteiten van NN, maar ook Raiffeisenbank Bulgaria overnamen en onze positie op deze thuismarkt gevoelig verstevigden. In dat kader ging in 2023 veel aandacht naar de verdere integratie van Raiffeisenbank Bulgaria in onze bankdochtermaatschappij UBB. Een integratie die transparant, doordacht en zorgzaam werd doorgevoerd, in het belang van onze klanten en medewerkers. Op 10 april 2023 werd de juridische fusie er een feit."
Johan Thijs: "In 2023 hielden onze financiële resultaten voor het eerst rekening met de nieuwe IFRS 17-boekhoudnorm voor onze verzekeringsactiviteiten. We herwerkten ook de referentiecijfers van 2022 om de vergelijkbaarheid te waarborgen. Rekening houdend met die nieuwe norm bedroeg in 2023 ons nettoresultaat 3,4 miljard euro, een stijging van 21% tegenover het jaar voordien. Onze opbrengsten profiteerden van onder meer gestegen nettorente-inkomsten (ondanks het negatieve effect van de deposito-uitvloei naar een eenjarige staatsbon in België), hogere verzekeringsinkomsten en gestegen nettoprovisieinkomsten, en werden bovendien begunstigd door de 0,4 miljard euro meerwaarde die we konden boeken als gevolg van de afronding van de Ierse verkoopovereenkomst. We boekten ook per saldo iets lagere waardeverminderingen. Onze kosten stegen, vooral onder impuls van loonindexatie, ICT-kosten en hogere bank- en verzekeringsheffingen. Onze liquiditeit en solvabiliteit bleven zeer solide, getuige een NSFR van 136%, een LCR van 159% en een fully loaded common equity ratio van 15,2% eind 2023. We stellen aan de Algemene Vergadering een brutototaaldividend van 4,15 euro per dividendgerechtigd aandeel voor, bestaande uit een interim-dividend van 1 euro, reeds uitgekeerd in november 2023, en een slotdividend van 3,15 euro, nog uit te keren in mei 2024. Daarnaast zal, in overeenstemming met ons aangekondigde kapitaalaanwendingsplan voor het boekjaar 2023, de Raad
van Bestuur in de eerste helft van 2024 een beslissing nemen over de uitkering van het surpluskapitaal dat een fully loaded common equity ratio van 15% overstijgt.
Last but not least zitten we goed op schema inzake de uitvoering van ons aandeleninkoopprogramma, dat we in augustus 2023 lanceerden voor een maximumbedrag van 1,3 miljard euro. Het programma loopt nog tot eind juli 2024 en u vindt een wekelijks overzicht van de stand van zaken op onze website www.kbc.com."
Koenraad Debackere: "De wereldeconomie kende in 2023 verschillende snelheden. De economische groeidynamiek van de eurozone stagneerde, in tegenstelling tot de veel forsere dynamiek in de VS, die gedreven werd door de robuuste binnenlandse vraag en de eerste effecten van een industriebeleid dat op zijn beurt een belangrijke impuls geeft aan de verduurzaming van belangrijke waardeketens in de Amerikaanse economie. Ondanks de conjunctuurverzwakking aan het eind van 2023 zal de wereldeconomie in 2024 allicht een diepe recessie kunnen vermijden. De inflatie zette in 2023 haar neerwaartse pad na de energieprijsschok van 2022 voort. Dat was vooral het gevolg van een gedeeltelijke normalisatie van energieprijzen en het krappere monetaire beleid dat per saldo ook de obligatierentes deed stijgen. De inflatie lag echter nog steeds boven de 2%-doelstelling van zowel de Fed als de ECB. Vandaar dat beide centrale banken waarschijnlijk nog enige tijd hun beleidsrentes op hun actuele piekniveau zullen houden, maar met verwachte neerwaartse bijstellingen in de loop van 2024. Samen met de kwantitatieve verkrapping door de ECB vormen die hoge rentes voor de financiering van de overheidsfinanciën in de eurozone een belangrijk aandachtspunt voor 2024. Dat komt uiteraard bovenop een blijvend uitdagende geopolitieke omgeving, inclusief diverse conflicten en oorlogen. Onze resultaten in 2023 en in de voorbije jaren zijn echter het bewijs dat we, ook in uitdagende omstandigheden, kunnen voortbouwen op onze sterke fundamenten en onze strategie. Het fundament van die strategie blijft uiteraard het vertrouwen dat u, beste klant, medewerker, aandeelhouder of andere stakeholder, in ons stelt en waarvoor wij u oprecht danken."
Johan Thijs Koenraad Debackere Chief Executive Officer voorzitter van
de Raad van Bestuur

Als bankier zorgen we ervoor dat onze klanten goed geïnformeerd kunnen sparen en beleggen, waarbij we ook actief duurzame beleggingsproducten aanbieden. Op die manier kan iedere klant zijn vermogen laten aangroeien volgens zijn eigen wensen en risicoprofiel, en daarbij rekenen op onze expertise. Met de deposito's die de klanten aan ons toevertrouwen, verlenen we kredieten aan particulieren, ondernemingen en overheden, en houden op die manier de economie draaiende, ook in moeilijkere omstandigheden, zoals tijdens de coronacrisis. We houden ook een beleggingsportefeuille aan en investeren dus ook onrechtstreeks in de economie. Bovendien financieren we ook specifieke sectoren en projecten, zoals de socialprofitsector en infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling.
Als verzekeraar bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken. We streven ernaar elke dag de beste verzekering aan te bieden voor een correcte prijs en we investeren in een kwaliteitsvolle schadeafhandeling. We gebruiken ook onze kennis over ongevalsoorzaken bij het opzetten van preventiecampagnes en we hebben een lange traditie van samenwerking met organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers.
We bieden onze klanten ook verschillende andere diensten aan die voor hen belangrijk zijn in hun dagelijkse leven. We denken dan bijvoorbeeld aan betalingsverkeer, cashmanagement, handelsfinanciering, leasing, corporate finance, geld- en kapitaalmarktproducten, enz. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.
Bij al die activiteiten trachten we rekening te houden met de impact ervan op de samenleving en het milieu, en we vertalen dat in concrete doelstellingen. We kiezen er ook bewust voor om waar mogelijk onze positieve impact op de samenleving te vergroten, en we leggen daarbij de focus op gebieden waar we als bank-verzekeraar het verschil kunnen maken, zoals financiële geletterdheid, milieubewustzijn, ondernemerschap en de gezondheids- en vergrijzingsproblematiek. In onze bedrijfsvoering besteden we ook terdege aandacht aan zaken zoals cyberrisico, anticorruptiemaatregelen, klimaatverandering en in toenemende mate ook andere milieuaspecten (zoals biodiversiteit, circulaire economie, waterbeheer en vervuiling).
Wat klimaat betreft, hebben we als bank-verzekeraar een rechtstreekse invloed op de klimaatverandering door ons eigen energieverbruik. Belangrijker is echter de onrechtstreekse invloed, via kredietverlening, het aanhouden van een beleggingsportefeuille, het aanbieden van beleggingen aan klanten en het verzekeren van tegenpartijen die een belangrijke invloed op het klimaat kunnen hebben. We ondervinden bovendien zelf de invloed van klimaatverandering. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan hogere schadeclaims bij onze verzekeringen als gevolg van extreme weersomstandigheden of een impact op onze kredieten of beleggingen wanneer de betrokken tegenpartijen negatieve gevolgen ondervinden van de klimaatverandering of de transitie naar een CO2 -armere samenleving. We houden daar terdege rekening mee, niet alleen om negatieve gevolgen te verminderen of te vermijden, maar ook om actief bij te dragen door bijvoorbeeld duurzame producten en diensten te lanceren. We volgen onze prestaties op dat gebied van nabij op en hanteren daarvoor specifieke doelen. Sinds 2022 hebben we

We willen onze klanten proactief financieel ontzorgen, via ons oplossingsgerichte bankverzekeringsmodel, en gaan daarbij zelfs verder dan pure bank- of verzekeringsproducten.
"
de scope van ons Sustainable Finance Programme verder uitgebreid naar andere milieuaspecten, zoals biodiversiteit en circulariteit.
Als grote lokale speler in elk van onze kernlanden zijn we bovendien een deel van het lokale economische en sociale weefsel. We dragen in al onze kernmarkten in belangrijke mate bij tot de werkgelegenheid en we beseffen dat we een belangrijke impact hebben op het leven van onze mensen. We stimuleren verantwoord gedrag bij onze medewerkers en we bieden hun een faire vergoeding voor hun werk. Zo dragen we bij tot hun koopkracht en tot de welvaart van de landen waarin we actief zijn.
(resultaten: zie hoofdstuk Onze strategie)
• Groei nettorente-inkomsten en verzekeringsinkomsten ('26) • Groei exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen
• Gecombineerde ratio en kosten-
• Kredietkostenratio (through-the-
• Jaarlijkse bevragingen over werknemersbetrokkenheid
• Aandeel digitale verkoop ('26) • Straight-through processing score
• Dividenduitkeringsratio en uitkering surpluskapitaal • NPS-ranking klanten ('26)
• Fondsen die verantwoord beleggen ('25 en '30) • Reductie eigen CO2
• Aandeel elektriciteit uit hernieuwbare bronnen ('30) • Aandeel hernieuwbareenergiekredieten ('30) • Broeikasgasintensiteit diverse sectoren uit de kredietportefeuille
('30 en '50)
• Aandeel bankverzekeringsklanten
-emissie ('30)
inkomstenratio ('26)
('26)
cycle)
('26)
('26)
• 3,4 miljard euro nettowinst
gecombineerde ratio
klantendeposito's
Coins
processen
• Eigen CO2
• Solide kapitaal- en liquiditeitsratio's • 43% kosten-inkomstenratio; 87%
• 3% groei leningen en voorschotten aan klanten, 19% groei beheerd vermogen, 3% daling
• 2,7 miljard euro verloning van onze medewerkers
• Ca. 200 000 geregistreerde opleidingsdagen • Diversiteit: 43% vrouwen in junior en middle management, 25% in senior management
• Innovatieve digitale AI- en datagedreven aanpak • Succes digitale assistent Kate en lancering Kate
• Focus op vereenvoudiging en straight-through
• Focus op initiatieven inzake financiële geletterdheid
• Lancering aandeleninkoopprogramma in '23-'24
• Focus op initiatieven inzake milieubewustzijn en vergrijzings- en gezondheidsproblematiek • 41 miljard euro in Responsible Investmentfondsen • Diverse milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen
-emissies, -68% t.o.v. 2015
• Stakeholderinteractieproces in elk land • Belastingen en bank- en verzekeringsheffingen
en stimuleren van ondernemerschap
samen 1,5 miljard euro
• Sterk ingebedde bedrijfscultuur PEARL+


Ca. 41 000 medewerkers Sterke merknamen in alle kernlanden, vertrouwde
Medewerkers en merk


partner, digitale assistent Kate Innovatiecapaciteit Diverse elektronische distributieplatformen, apps, AI en achterliggende
ICT-systemen 1 166 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen
Direct gebruik van elektriciteit, gas, water, papier, enz. Belangrijkere indirecte impact via kredietverlening, beleggingsportefeuille, fondsen, verzekeringen, enz.
Proactief datagedreven oplossingen aanbieden om tegemoet te komen aan de noden van onze klanten. De referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernlanden
Kernactiviteiten
Kredieten Deposito's Verzekeringen Beleggingen Vermogensbeheer Betalingsverkeer Andere financiële diensten


Milieu en maatschappij
duurzame rendabele groei
klant centraal
Doel en ambitie Proactief datagedreven oplossingen aanbieden om tegemoet te komen aan de noden van onze klanten. De referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernlanden
Kernactiviteiten Kredieten Deposito's Verzekeringen Beleggingen Vermogensbeheer Betalingsverkeer Andere financiële diensten
Meest relevante SDG's voor de groep
rol in de maatschappij
bankverzekeren +
Financieel
Medewerkers
Infrastructuur
Klanten en andere
Milieu en maatschappij
stakeholders
en merk
kapitaal
24,3 miljard euro totaal
259 miljard euro deposito's
Ca. 41 000 medewerkers Sterke merknamen in alle kernlanden, vertrouwde partner, digitale assistent
Innovatiecapaciteit
verschillende
verzekeringen
stakeholders
papier, enz.
Diverse elektronische distributieplatformen, apps, AI en achterliggende ICT-systemen 1 166 bankkantoren,
distributiekanalen voor
13 miljoen klanten, 5 kernlanden
Leveranciers, overheden, regelgevers en andere
Direct gebruik van elektriciteit, gas, water,
Belangrijkere indirecte impact via kredietverlening, beleggingsportefeuille, fondsen, verzekeringen, enz.
eigen vermogen
en schuldpapier
Kate
(resultaten: zie hoofdstuk Onze
| strategie) | |
|---|---|
| 3,4 miljard euro nettowinst • • Solide kapitaal- en liquiditeitsratio's 43% kosten-inkomstenratio; 87% • gecombineerde ratio 3% • groei leningen en voorschotten aan klanten, 19% groei beheerd vermogen, 3% daling klantendeposito's |
• Groei nettorente-inkomsten en verzekeringsinkomsten ('26) • Groei exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen ('26) • Gecombineerde ratio en kosten inkomstenratio ('26) • Kredietkostenratio (through-the cycle) |
| 2,7 miljard euro verloning van onze medewerkers • • Sterk ingebedde bedrijfscultuur PEARL+ Ca. 200 000 geregistreerde opleidingsdagen • Diversiteit: 43% vrouwen in junior en middle • management, 25% in senior management |
• Jaarlijkse bevragingen over werknemersbetrokkenheid |
| • Innovatieve digitale AI- en datagedreven aanpak • Succes digitale assistent Kate en lancering Kate Coins • Focus op vereenvoudiging en straight-through processen |
• Aandeel digitale verkoop ('26) • Straight-through processing score ('26) |
| • Stakeholderinteractieproces in elk land • Belastingen en bank- en verzekeringsheffingen samen 1,5 miljard euro • Focus op initiatieven inzake financiële geletterdheid en stimuleren van ondernemerschap • Lancering aandeleninkoopprogramma in '23-'24 |
• Dividenduitkeringsratio en uitkering surpluskapitaal • NPS-ranking klanten ('26) • Aandeel bankverzekeringsklanten ('26) |
| • Focus op initiatieven inzake milieubewustzijn en vergrijzings- en gezondheidsproblematiek 41 miljard euro in Responsible Investmentfondsen • • Diverse milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen -emissies, -68% t.o.v. 2015 • Eigen CO2 |
• Fondsen die verantwoord beleggen ('25 en '30) • Reductie eigen CO2 -emissie ('30) • Aandeel elektriciteit uit hernieuwbare bronnen ('30) • Aandeel hernieuwbare energiekredieten ('30) • Broeikasgasintensiteit diverse |
sectoren uit de kredietportefeuille
('30 en '50)

We vatten onze bedrijfscultuur samen in het letterwoord PEARL+. Dat staat voor Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local Embeddedness. Het plusteken in PEARL+ symboliseert onze focus op gezamenlijke ontwikkeling en 'smart copy' van oplossingen, initiatieven en ideeën zodat ze overal in de groep gemakkelijk bruikbaar en inzetbaar zijn. Daardoor kunnen we efficiënter werken, sneller schakelen en lokale talenten groepswijd benutten. We moedigen al onze medewerkers aan zich responsive, respectvol en resultaatgericht te gedragen. In het schema leggen we uit wat we daarmee bedoelen.
PEARL+ is een mindset, een werkcultuur van al onze medewerkers. Om er zeker van te zijn dat al onze medewerkers doordrongen zijn van die waarden, stelden we een specifieke PEARL-manager aan die aan onze CEO rapporteert. Om die cultuur in de volledige groep in te bedden en tot een succes te maken, implementeren we ze niet alleen top-down, maar ook bottom-up. Zo hebben we op de werkvloer honderden PEARL ambassadors die PEARL concreet vormgeven en andere collega's daarin voorthelpen.

Resultaatgericht We doen wat we beloven, we halen onze doelstellingen, we leveren kwaliteit, we doen dat op tijd en op een kostenefficiënte manier.
Respectvol
We behandelen mensen als onze
gelijken, we zijn transparant, we
vertrouwen ze en waarderen ze
om wat ze doen en wie ze zijn.
Responsive
We anticiperen en reageren
spontaan en op een positieve
manier op suggesties en vragen.
We focussen op gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven, ideeën binnen de groep
(lokale verwevenheid) We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef en we staan dicht bij onze klanten.
We anticiperen en spelen proactief in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden.
(ruimte om te ondernemen) We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien.
beloven.
(individuele verantwoordelijkheid) We nemen onze persoonlijke verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega's, aandeelhouders en de maatschappij.

We spelen geïntegreerd in op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten. Ook onze organisatie is geïntegreerd: de meeste diensten werken op een overkoepelend niveau en we sturen de groep ook geïntegreerd aan. Voor onze klanten biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide relevante en gepersonaliseerde one-stop financiële dienstverlening, waarbij ze kunnen kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod, dat zelfs het pure bankverzekeren overstijgt. Voor onszelf biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën, en verhoogde interactiemogelijkheden met en een vollediger inzicht in onze klanten.
1 2 3
In onze strategie vormt digitale interactie met de klanten de basis van ons bedrijfsmodel, zowel op het vlak van verkoop en advies als wat proces- en productontwikkeling betreft. Naast een digitaal productaanbod bieden we dus ook digitaal advies aan onze klanten én ontwikkelen we alle processen en producten alsof ze digitaal verkocht moeten worden. Bij digitale verkoop en advies zullen artificiële intelligentie en data-analyse een belangrijke rol spelen. Kate, onze persoonlijke digitale assistent, speelt daarbij een essentiële rol. Uiteraard blijft het zo dat er voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten experts beschikbaar zijn in onze kantoren of callcentra. Net dankzij het succes van onze digitale aanpak kunnen we tegelijk ook meer tijd vrijmaken om meer klanten nog
We concentreren ons op onze kernmarkten België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. Met deze selectie van landen werken we in een mix van mature markten en groeimarkten, en kunnen we bij die laatste rekenen op het inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening. In de rest van de wereld zijn we beperkt aanwezig, onder meer om de activiteiten van onze bedrijfsklanten in de kernmarkten te ondersteunen. In onze kernlanden willen we duurzame relaties met onze lokale klanten opbouwen. We willen onze lokale klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, diensten en producten op maat aanbieden en focussen op duurzame ontwikkeling van de verschillende gemeenschappen waarbinnen we actief zijn. Waar relevant werken we tussen onze kernlanden samen om dubbel werk te vermijden en onze klanten het beste te kunnen aanbieden.
Uniek bankverzekeringsmodel en innovatieve datagedreven digitale strategie, waardoor we direct kunnen inspelen op de behoeften van onze klanten
Sterke commerciële bank- en verzekeringsfranchises in al onze divisies
Succesvolle historiek inzake onderliggende bedrijfsresultaten
beter te adviseren.
Solide kapitaalpositie en sterke liquiditeit
Sterke inbedding in de lokale economieën van onze kernlanden
Sterke focus op duurzaamheid. Ambitieuze klimaatdoelstellingen waarmee we ook onze klanten begeleiden naar een duurzamere toekomst.
Als financiële instelling hebben we een belangrijke directe en indirecte impact op de samenleving. KBC wil de transitie naar een duurzamere en klimaatbestendigere samenleving ondersteunen. Daarom is duurzaamheid een integraal onderdeel van onze algemene bedrijfsstrategie en verankerd in onze dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de producten en diensten die we aanbieden. Onze duurzaamheidsstrategie, afgestemd op de lokale economie en samenleving, bestaat uit financiële veerkracht en drie hoekstenen: verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren, onze positieve impact op de samenleving vergroten en onze nadelige impact op de samenleving beperken.
Bijzonder aan onze aandeelhoudersstructuur is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, die eind 2023 samen ruwweg 41% van onze aandelen in handen hadden. Die aandeelhouders treden op in onderling overleg en verzekeren op die manier de aandeelhoudersstabiliteit van onze groep.
Macroeconomische omgeving gekenmerkt door onder meer geopolitieke uitdagingen en een gewijzigde rente-omgeving
Invloed van de klimaatverandering op onze activiteiten en die van onze klanten, en benutten van opportuniteiten gerelateerd aan de overgang naar een groenere economie
Strengere regelgeving omtrent klantenbescherming, solvabiliteit, milieu, enz.
Veranderend klantengedrag, concurrentie en nieuwe spelers op de markt
Nieuwe technologieën en cybercriminaliteit
We hebben onze groep opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale activiteiten en bijdragen tot een duurzame winst en groei. Het gaat om de divisies België, Tsjechië en Internationale Markten. Een uitgebreide omschrijving vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
In onze groep bepaalt de Raad van Bestuur de strategie, het algemene beleid en het niveau van te nemen risico's. Een aantal gespecialiseerde comités staat die Raad bij: het Auditcomité, het Risico- en Compliancecomité, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité. We gaan dieper in op die comités in het hoofdstuk Verklaring inzake
deugdelijk bestuur. De belangrijkste onderwerpen die in 2023 in de Raad werden besproken, en ons vergoedingsbeleid voor het management bespreken we in datzelfde hoofdstuk.
Ons Directiecomité zorgt voor het operationele bestuur van de groep en doet dat binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Het Directiecomité omvat, naast de CEO, ook de chief financial officer (CFO), de chief risk officer (CRO) en de chief innovation officer (CIO) van de groep, en de CEO's van de drie divisies.

Divisie Internationale Markten Overige Divisie Internationale Markten Overige Divisie Internationale Markten Overige 'Overige' in de grafieken: een deel van onze medewerkers werkt in andere landen of in groepsfuncties; we wijzen bovendien een deel van het kapitaal en het resultaat toe aan het Groepscenter.


2023 was een jaar van verschillende groeitempo's van de grote economieën. De economie van de eurozone had nog te lijden van de naweeën van de energieprijsschok uit 2022, wat in 2023 resulteerde in een stagnerende kwartaalgroei in de buurt van 0% (jaargemiddelde groei 0,5%). De Amerikaanse economie, en in het bijzonder de Amerikaanse consument, had daar veel minder last van, wat resulteerde in een bovengemiddelde kwartaalgroei tot en met het vierde kwartaal. Per saldo leidde dat tot een jaargemiddelde groei van 2,5%. In China heerste er in het eerste kwartaal van 2023 een groeioptimisme na het loslaten van de meeste beperkende coronamaatregelen. Als gevolg van de zwakke wereldconjunctuur en de onevenwichtige binnenlandse vraag (met o.m. een aanhoudende crisis in de vastgoedsector) ontgoochelde de groeidynamiek echter in de daaropvolgende kwartalen. Per saldo bedroeg de jaargemiddelde groei er 5,2%.
Zowel in Europa als in de VS is de inflatie voorbij de piek. De desinflatiegolf van 2023 was vooral het gevolg van het feit dat de hoge energieprijzen van 2022 geleidelijk uit de vergelijkingsbasis van de jaar-op-jaar inflatie verdwenen. Ook de onderliggende kerninflatie (inflatie exclusief energieen voedingsprijzen) droeg naar het jaareinde van 2023 bij tot het desinflatiepad. Hoe snel de headline-inflatie in de eurozone en de VS opnieuw de doelstelling van de Fed en ECB van 2% bereiken, hangt er dan ook in grote mate van af of, en in welke mate, er zich in de loop van 2024 nieuwe inflatie-impulsen voordoen.
Nu de inflatie over haar hoogtepunt heen lijkt, en gegeven het feit dat de monetaire verkrappingen met vertraging nog hun volle impact op de groei en inflatie moeten tonen, hebben zowel de Fed als de ECB in 2023 de piek van hun verkrappingscyclus bereikt. De beleidsrente van de Fed bereikte in juli de band tussen 5,25% en 5,50%, waarna de ECB in september haar depositorente een laatste maal verhoogde tot 4%. Om de inflatie voldoende snel terug te brengen naar de doelstelling van 2% zullen beide centrale banken allicht hun rente nog enige tijd op dat restrictieve peil houden. Een eerste renteverlaging door de ECB is dan ook pas waarschijnlijk rond het midden van 2024.
In 2023 volgde de ECB het pad van de Fed en begon ze in maart met het niet-herbeleggen van aflopende activa uit haar APP-portefeuille ook aan haar kwantitatieve verstrakking. Net zoals dat het geval is voor de Fed, loopt die verstrakking allicht voort na het begin van de renteverlagingscyclus in 2024. Volgens de ECBcommunicatie zal ze haar bestaande PEPP-portefeuille vanaf de tweede jaarhelft van 2024 niet meer volledig herbeleggen, zodat de totale portefeuille gemiddeld per maand met 7,5 miljard euro zal krimpen. Vanaf 2025 zal de ECB herbeleggingen van de PEPP-portefeuille volledig stopzetten. Na het stopzetten van die flexibele PEPPherbeleggingen zal de ECB vooral rekenen op het Transmission Protection Mechanism (TPI) om de intra-EMU rentespreads binnen voor de aanvaardbare grenzen te houden.
Onder impuls van de stijgende beleidsrentes en de normaliserende risicopremies stegen in 2023 de Amerikaanse en Duitse tienjaarsrentes in het derde kwartaal tot respectievelijk ca. 5% en 3%. Beide referentierentes daalden echter opnieuw fors in het vierde kwartaal tot respectievelijk 4% en 2% naar het jaareinde van 2023 toe. Een matige opwaartse correctie deed zich voor in januari 2024.
De Amerikaanse dollar was ook in 2023 volatiel, gedreven door 'vlucht naar kwaliteit' en (verwachte) rente- en groeiverschillen. Per saldo verzwakte de Amerikaanse dollar in 2023 ten opzichte van de euro licht van circa 1,07 tot 1,10 dollar per euro.
De belangrijkste beleidsuitdaging voor 2024 is het vinden van een evenwicht tussen enerzijds het voeren van een voldoende restrictief (monetair) beleid om de inflatie duurzaam terug te brengen tot de 2%-doelstelling, en anderzijds het vermijden van het veroorzaken van een ernstige recessie.
Informatie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
| België | Tsjechië | Slowakije | Hongarije | Bulgarije | |
|---|---|---|---|---|---|
| Marktomgeving in 20231 | |||||
| Wijziging van het bbp (reëel) | 1,5% | -0,4% | 1,1% | -0,8% | 1,9% |
| Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen) |
2,3% | 12,1% | 11,0% | 17,0% | 8,6% |
| Werkloosheidsgraad (% van de beroepsbevolking, jaareinde, Eurostat-definitie) |
5,7% | 2,8% | 5,8% | 4,4% | 4,3% |
| Financieringssaldo overheid (% van het bbp) |
-4,6% | -3,8% | -6,1% | -6,0% | -3,0% |
| Overheidsschuld (% van het bbp) | 105,8% | 43,9% | 57,5% | 72,5% | 22,0% |
| Geschatte verwachte groei van het reële bbp in de komende jaren | |||||
| 2024 | 1,1% | 1,4% | 2,2% | 2,8% | 2,3% |
| 2025 | 1,1% | 3,1% | 3,3% | 3,6% | 3,0% |
| Positie van KBC in elk kernland2 | |||||
| Belangrijkste merken | KBC, CBC, KBC Brussels |
ČSOB | ČSOB | K&H | UBB, DZI |
| Netwerk | 434 bankkantoren 292 verzekerings agentschappen |
198 bankkantoren Verzekeringen via verschillende |
99 bankkantoren Verzekeringen via verschillende |
195 bankkantoren Verzekeringen via verschillende |
228 bankkantoren Verzekeringen via verschillende |
| kanalen | kanalen | kanalen | kanalen | ||
| Onlinekanalen | Onlinekanalen | Onlinekanalen | Onlinekanalen | Onlinekanalen | |
| Recente overnames of verkopen3 (2021-2022-2023) |
– | – | – | – | Overname Bulgaarse pensioen- en levensverzeke ringsactiviteiten van NN (2021). Overname Raiffeisenbank Bulgaria (2022) |
| Klanten (miljoenen, schatting) | 3,9 | 4,3 | 0,8 | 1,6 | 2,2 |
| Kredietportefeuille (miljarden euro) | 131 | 39 | 12 | 8 | 11 |
| Deposito's (excl. schuldpapier) (miljarden euro) |
134 | 51 | 9 | 10 | 13 |
| Marktaandelen (schatting) - bankproducten - beleggingsfondsen - levensverzekeringen - schadeverzekeringen |
20% 27% 12% 9% |
21% 25% 7% 10% |
12% 7% 2% 5% |
11% 11% 3% 7% |
19% 14% 32% 12% |
| Nettowinstbijdrage in 2023 (in miljoenen euro) |
1 866 | 763 | 105 | 285 | 286 |
1 Gegevens gebaseerd op schattingen van begin maart 2024 en dus afwijkend van gegevens m.b.t. eind 2023 in Toelichting 3.9. in het deel Geconsolideerde jaarrekening. 2 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen. Marktaandeel bankproducten: gemiddelde van marktaandelen in kredieten en in deposito's. Voor levensverzekeringen in België gebaseerd op reserves; voor de andere landen gebaseerd op premies. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? Deposito's:
deposito's van klanten, zonder repo's. Het aantal bankkantoren is zonder de automatenkantoren en het netwerk van 12 buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië. De marktaandelen zijn gebaseerd op de meest recente beschikbare gegevens (bv. van eind september 2023).
3 Voor details zie Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
Meer informatie over de marktomstandigheden per land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

Uiteraard beïnvloeden de wereldeconomie, de financiële markten en de demografische ontwikkelingen ons resultaat. De coronacrisis en de recente extreme weersomstandigheden toonden dat ook
klimaatverandering en gezondheidsrisico's significante invloed kunnen hebben. Ook geopolitieke ontwikkelingen, zoals de oorlog in Oekraïne, kunnen een belangrijke impact op de economie hebben en dus mogelijk gevolgen voor onze resultaten.
We hebben te maken met sterke concurrentie (van traditionele spelers, internetbanken, fintechs, bigtechs, enz.), technologische veranderingen en wijzigend klantengedrag. Dat beïnvloedt de verwachtingen van klanten inzake snelheid, digitale interactie, proactiviteit, personalisatie en relevantie, verhoogt het belang van digitalisering en innovatie in onze groep, en noodzaakt tot een wendbare, snelle organisatie die in staat is continu aanpassingen te doen aan processen en systemen.
De komende jaren zullen de volgende trends en regelgevingen een belangrijke impact hebben:
In een snel digitaliserende wereld zijn cyberaanvallen een constante bedreiging. Deze bedreigingen volgen evoluties in het digitale landschap. Ontwikkelingen die gebruik maken van artificiële intelligentie verhogen het aantal mogelijke cyberaanvallen en introduceren nieuwe manieren om cyberaanvallen uit te voeren. Binnen KBC focussen we op een optimale bescherming tegen cybercriminaliteit, zowel van onze klanten als van onze entiteiten zelf.
Topics uit onze materialiteitsanalyse*
• Gegevensbescherming en cyberveiligheid





Onze waarden zijn groepswijd dezelfde en steunen op onze bedrijfscultuur PEARL+. De E uit PEARL+ staat voor Empowerment, waarmee we bedoelen dat we elke medewerker de ruimte bieden om zijn talent en creativiteit te ontplooien en om die in te zetten bij de realisatie van onze bedrijfsstrategie. De + in PEARL+ staat voor cocreëren over de landsgrenzen heen en slim kopiëren van elkaar. Zo halen we meer voordeel uit de rijkdom en verscheidenheid in onze groep. We stimuleren die cultuur bij onze medewerkers actief. Met de verschillende Team Blue-initiatieven zoals Team Blue Challenges en Group Inspiration Days willen we alle collega's uit de verschillende landen verenigen, zodat ze fier zijn op hun team en hun bedrijf en gebruikmaken van elkaars ervaring.
Het blijft de vaste ambitie om onze organisatie en medewerkers toekomstbestendig te houden en medewerkers zoveel mogelijk aan boord te houden en te laten meegroeien met KBC. We zetten in op een leercultuur waarbij leren integraal deel uitmaakt van de dagelijkse activiteiten. Ons bedrijf is in volle transformatie (denk maar aan de introductie van Kate) en heeft dus continu nieuwe skills nodig. Daarom vragen we onze medewerkers om continu te blijven leren en te focussen op die skills die ertoe doen. Om dat op een slimme manier mogelijk te maken, werken we met een AI-gestuurd leer- en talentenplatform, dat de naam StiPPLE draagt. Dat reikt medewerkers de juiste hr-info aan om hun loopbaan naar een hoger niveau te tillen. Ze krijgen leerinhoud op maat, niet alleen voor de relevante skills, maar ook voor het juiste skillsniveau. Via progressiedialogen met de leidinggevende helpt StiPPLE hen te focussen op de juiste prestatie- en ontwikkelingsdoelen. StiPPLE vormt ook een geïntegreerde marktplaats voor interne vacatures, waarbij openstaande jobs en interne talenten gematcht worden. De medewerkers kunnen via het platform ook inzicht krijgen in hun loopbaan: welke jobs sluiten aan bij hun profiel en welke skills zijn nog te ontwikkelen om hun ambities waar te maken. Medewerkers kunnen sinds dit jaar ook een beroep doen op career counseling om een beter inzicht te krijgen in hun persoonlijke talenten en interesses en in hun loopbaanmogelijkheden binnen KBC. Het digitale leer- en talentenplatform is al deels internationaal uitgerold.
Onze medewerkers kunnen uiteraard ook rekenen op een marktconform en fair loon, aangevuld met extralegale voordelen. We nemen de gezondheid en het welzijn van onze medewerkers ter harte. Een goede balans tussen business performance en welzijn van de medewerkers is belangrijker dan ooit. Daarom gaan we op zoek naar creatieve oplossingen, zodat we met zijn allen gezond en met enthousiasme aan de slag kunnen blijven. KBC heeft een eigen medische en preventiedienst en commissies voor veiligheid en gezondheid op het werk in alle kernlanden. Bij KBC België werkt een apart Work Life Support-team in de context van langer werken geïntegreerde oplossingen uit
voor de preventieve aanpak van burn-outs en mentale issues, voor een goede opvang van collega's die na ziekte opnieuw aan de slag gaan, en voor duurzame eindeloopbaanvoorstellen. En postcorona investeren we in de herinrichting van onze hoofdkantoren met het oog op een aangenamere werkomgeving met meer aandacht voor connectie met collega's en een betere ondersteuning van het hybride werken.
We doen het goed in de war for talent, getuige bijvoorbeeld de ruwweg 560 nieuwe aanwervingen in 2023 in België. Dat belet echter niet dat de zoektocht naar gespecialiseerde profielen om KBC mee uit te bouwen nog altijd doorgaat. Het nieuwe AI-gedreven talent acquisition platform dat in 2022 in België geïntroduceerd werd, vermijdt vooroordelen en fricties bij aanwerving. Kandidaten doorlopen hun testen op een digitale wijze, waar en wanneer zij het verkiezen, wat resulteert in kortere doorlooptijden en een excellente kandidaatbeleving. In 2023 verliepen 54% van de nieuwe aanwervingen via dat platform: digitaal, maar met de human touch op het gepaste moment. Dankzij al die nieuwe talenten telt KBC in België alleen al 50 nationaliteiten.
Goede leidinggevenden zijn de sleutel om het beste in onze medewerkers naar boven te halen en om de KBC-strategie succesvol te implementeren. We investeren dan ook in de opleiding van alle leidinggevenden. We bieden een intensieve opleiding aan voor startende leidinggevenden en hebben een open aanbod van klassikale trainingen om ervaren leidinggevenden zich te laten verdiepen in cruciale skills en vaardigheden. Daarnaast voorzien we intensieve begeleiding en training van groepen van leidinggevenden die leiderschap opnemen in een specifieke transformatie. In België blijven we inzetten op de 'SAMEN Werkt!'-sessies waarin we formele en informele leiders inspireren en activeren aan de hand van bedrijfswijde uitdagingen. Om een gemeenschappelijke visie te kunnen uitdragen, nemen senior managers uit de hele groep deel aan de KBC University, een ambitieus ontwikkelingsprogramma. Nieuw benoemde senior managers gaan door een leiderschapstraject in de lijn van onze bedrijfscultuur PEARL+ en volgen ook een module over de strategie. We maken ook actief werk van een apart beleid voor toptalentmanagement, waarmee we toekomstige senior managers in kaart brengen en klaarstomen voor de uitdagingen van morgen. Het thema genderdiversiteit krijgt hierin speciale aandacht.
We volgen de mening van onze medewerkers nauw op via een groepswijde Shape Your Future Survey. In 2023 organiseerden we twee bevragingen waarop de globale responsgraad 80% bedroeg in de tweede jaarhelft. In België was de antwoordratio 81% in maart en 80% in oktober. Groepswijd voelde 72% van de medewerkers zich betrokken bij KBC (België 77%, Tsjechië 75%, Slowakije 65%, Hongarije
65%, Bulgarije 64%). Betrokkenheid is gebaseerd op trots zijn, motivatie in de functie en verbondenheid met KBC. Net die verbondenheid steeg in België in 2023 tot 79%, op groepsniveau bleef het ongewijzigd op 72%. Medewerkers zijn trots op de stabiliteit van KBC als bedrijf en zijn innovatieve aanpak. Behalve naar betrokkenheid peilen we in de Shape Your Future Survey ook naar het draagvlak en de impact van de KBC-strategie bij onze medewerkers en naar andere aspecten van PEARL+, zoals het gevoel van autonomie en empowerment. Uit de resultaten blijkt onder meer dat 75% van de medewerkers ziet hoe hun job helpt om de KBC-strategie in de praktijk om te zetten. De bevragingen leidden ook tot een aantal acties, zoals initiatieven om managers te ondersteunen in hun coachingrol. De managers zelf hebben toegang tot hun resultaten en nemen specifieke actie waar nodig.
Sinds 1 januari 2023 installeerde KBC België een nieuw distributiemodel voor Retail, Private Banking en Commercial Banking. Voor Retail werd het functiemodel aangepast aan de toenemende digitalisering met onder meer Kate. Functies werden meer veelzijdig gemaakt en worden complexer dan voorheen, wat meer groeikansen biedt aan de medewerkers.
In onze hr-beleidslijnen, ons rekruterings- en promotiebeleid en onze loonsystemen maken we geen onderscheid inzake geslacht, leeftijd, geloof, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Onze beleidsvisie met algemene principes wordt gepubliceerd op www.kbc.com en we zijn voor de
derde keer opgenomen in de Bloomberg Gender Equality Index en doen voor de tweede keer mee met het Workforce Disclosure Initiative. Intern zijn er meer concrete richtlijnen. We hebben twee specifieke focuspunten: gender en mensen met een fysieke beperking. Aan de hand van focusgroepen, surveys en andere participatieve methoden luisteren we actief naar de ervaringen en behoeftes van onze collega's. Deze waardevolle inzichten dragen niet alleen bij tot een inclusievere werkomgeving, maar maken ook concrete stappen mogelijk om aanpassingen te doen die toegankelijkheid van de werkvloer vergroten. Elke entiteit werkt een plan met concrete verbeteracties uit rond diversiteit en inclusie en kijkt bij de samenstelling van teams niet alleen naar skills maar ook naar factoren als geslacht, leeftijd, culturele achtergrond, enz. Omdat we dit thema belangrijk vinden, hanteren we een nultolerantie ten aanzien van flagrant respectloos gedrag. We verhogen ook het bewustzijn rond diversiteit bij onze medewerkers via inspiratiesessies. Binnen KBC hebben we een netwerkorganisatie rond diversiteit en inclusie, genaamd Diversity Rocks, met een lokale groep per land. In 2023 vond trouwens ook een eerste internationale Group Diversity Day plaats. Op het vlak van verloning wordt jaarlijks een paygapanalyse uitgevoerd. In België loopt jaarlijks een studie om na te gaan welke rol geslacht speelt, in vergelijking met andere factoren, bij beslissingen in verband met verloning. De resultaten daarvan vindt u in ons Duurzaamheidsverslag.

| Personeelsbestand van de KBC-groep1 | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Totaal personeelsbestand | ||
| In aantallen | 41 265 | 41 947 |
| In vte's | 38 678 | 39 288 |
| Onderverdelingen, in procent (gebaseerd op vte's) | ||
| Geografisch | ||
| België | 37% | 37% |
| Centraal- en Oost-Europa | 61% | 60% |
| Tsjechië | 26% | 26% |
| Slowakije | 8% | 8% |
| Hongarije | 10% | 10% |
| Bulgarije | 17% | 16% |
| Rest van de wereld | 1% | 4% |
| Per divisie | ||
| Divisie België | 28% | 28% |
| Divisie Tsjechië | 23% | 23% |
| Divisie Internationale Markten | 33% | 32% |
| Groepsfuncties en Groepscenter | 16% | 17% |
| Genderdiversiteit (aandeel vrouwen, gebaseerd op aantallen) | ||
| In totaal personeelsbestand | 57% | 57% |
| In middle & junior management | 43% | 43% |
| In senior management (top 300) | 25% | 24% |
| In Directiecomité | 14% | 14% |
| In Raad van Bestuur | 31% | 38% |
| In aantal promoties per jaar | 62% | 59% |
| Naar leeftijd | ||
| < 30 jaar | 15% | 14% |
| 30-50 jaar | 55% | 56% |
| > 50 jaar | 30% | 30% |
| Gemiddelde leeftijd (in jaren) | 43 | 43 |
| Overige informatie | ||
| Aandeel deeltijders (in % van het totale personeelsbestand) | 16% | 16% |
| Gemiddelde anciënniteit (in jaren) | 13 | 13 |
| Aantal dagen afwezigheid door ziekte per medewerker | 8,0 | 9,0 |
| Werknemersverloop (in % van het totale personeelsbestand)2 | 13% | 15% |
| Interne arbeidsmobiliteit (in % van het totale personeelsbestand) | 21% | 15% |
| Aantal (geregistreerde) opleidingsdagen (in duizenden) | 201 | 151 |
| Aantal opleidingsdagen per vte | 5,4 | 4,0 |
| Nieuwe aanwervingen (in aantallen) | 5 166 | 5 120 |
| Werknemers die onder een CAO vallen (in % van het totale personeelsbestand) | 86% | 77% |
1 De gegevens vanaf Genderdiversiteit betreffen de periode van 1 oktober [t-1] tot 30 september [t]. Meer details vindt u in het Duurzaamheidsverslag.
2 Is inclusief mobiliteit tussen de juridische entiteiten van de groep (m.u.v. de verschuiving tussen KBC Groep en KBC Global Services in 2022).
We investeren in een goede sociale dialoog met de werknemersvertegenwoordigers. In ons sociale overleg komen zeer uiteenlopende thema's aan bod, zoals loon- en arbeidsvoorwaarden, strategie, reorganisaties en welzijn. Om rekening te houden met de lokale wettelijke en bedrijfseigen situaties, organiseren we het sociale overleg voornamelijk per land en onderneming. Daarnaast is er op groepsniveau jaarlijks een vergadering van de Europese ondernemingsraad. Op de agenda staan topics van grensoverschrijdend belang, zodat er een forum is om de sociale impact van beslissingen ook op groepsniveau te bespreken.
We volgen de toepassing van ons hr-beleid zorgvuldig op. Dat doen we niet alleen met kwalitatieve bevragingen, maar ook met hr-data. Het Beehive-dashboard, bijvoorbeeld, geeft in één oogopslag weer wat belangrijke parameters zijn voor ons senior & middle management. Daarmee brengen we onder andere FTE-ontwikkelingen, performantie- en progressiecijfers, evoluties over skills en rewards in kaart. Ook andere dashboards en diverse ad hoc analyses stellen ons in staat inzichten te halen uit hr-data en daar de juiste acties aan te koppelen. Jaarlijks bekijken we aan de hand van een operational risk framework de belangrijke risico's in het hr-proces. Een belangrijk onderdeel daarvan is de implementatie en monitoring van wetgeving. We zorgen ervoor dat we die strikt toepassen op het hr-domein. Daarbij denken we onder meer aan de EBA-richtlijnen voor outsourcing, diverse wetgeving inzake het loonbeleid (inclusief variabel loon) en de privacywetgeving. Zaken waar we extra op focussen in deze context zijn Schrems II (dataverwerking buiten de Europese Economische Ruimte) en data loss prevention. In de verschillende landen waar we actief zijn, zorgen we dat alle medewerkers in orde zijn met alle wettelijke opleidingsvereisten, bijvoorbeeld voor de
distributie van verzekeringen, kredieten of beleggingsproducten. Ook verhogen we via gerichte campagnes en training het algemene risicobewustzijn van onze medewerkers, onder andere voor cyberrisico. Een belangrijk operationeel risico voor human resources is people risk. We volgen in samenwerking met onze risicoafdeling de diverse risico's op de voet. In de zeer snel veranderende financiële sector zou KBC zonder de juiste medewerkers met de juiste competenties niet in staat zijn een referentie te blijven in de Europese financiële sector.
Al de inspanningen vertalen zich in extern gevalideerde hr-awards voor de hele KBC-groep. In 2023 behaalden niet alleen KBC en CBC in België het certificaat Top Employer 2023, ook K&H in Hongarije en onze shared service centers in Tsjechië en Bulgarije kregen die erkenning.
Meer gedetailleerde informatie over ons personeel vindt u in ons Duurzaamheidsverslag.
Onze activiteiten zijn alleen mogelijk als we beschikken over een degelijke kapitaalbasis. Eind 2023 bedroeg ons totale eigen vermogen 24,3 miljard euro en werd ons kapitaal vertegenwoordigd door 417 305 876 aandelen. Onze aandelen zijn in handen van een groot aantal aandeelhouders in verschillende landen. MRBB, Cera, KBC Ancora en de Andere vaste aandeelhouders vormen de groep van onze vaste aandeelhouders.
Dividendpolitiek en aandeleninkoopprogramma: zie onder We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. Dividend over 2023: zie Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
| KBC-aandeel | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) | 417,3 | 417,2 |
| Koersontwikkeling in het boekjaar* | ||
| Hoogste koers (in euro) | 71,8 | 85,1 |
| Laagste koers (in euro) | 51,0 | 45,5 |
| Gemiddelde koers (in euro) | 61,8 | 58,9 |
| Slotkoers (in euro) | 58,7 | 60,1 |
| Verschil tussen slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar | -2% | -20% |
| Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december | 24,5 | 25,1 |
| Gemiddelde dagelijkse omzet op Euronext Brussels (bron: Eikon) | ||
| In miljoenen aandelen | 0,6 | 0,7 |
| In miljoenen euro | 39 | 43 |
| Eigen vermogen per aandeel (in euro) | 53,9 | 48,7 |
* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.
| Aandeelhoudersstructuur KBC Groep NV1 , 31 december 2023 |
Aantal aan delen op het moment van kennisgeving |
Percentage van het hui dige aantal aandelen |
|---|---|---|
| KBC Ancora | 77 516 380 | 18,6% |
| Cera | 15 555 143 | 3,7% |
| MRBB | 47 887 696 | 11,5% |
| Andere vaste aandeelhouders | 30 945 409 | 7,4% |
| Subtotaal vaste aandeelhouders | 171 904 628 | 41,2% |
| Free float2 | 245 401 248 | 58,8% |
| Waarvan ingekochte aandelen op 31 december 2023 n.a.v. aandeleninkoopplan gelanceerd in augustus 2023 | 8 797 069 | 2,1% |
| Totaal | 417 305 876 | 100,0% |
1 Gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen. MRBB meldde de aankoop van 79 000 extra KBC-aandelen op 5 januari 2024 (niet inbegrepen in dit overzicht van de situatie op 31-12-2023).
2 Benaderende geografische samenstelling van het deel 'free float', gebaseerd op eigen KBC-schattingen voor september 2023: institutionele aandeelhouders: in België 6%, in overig Continentaal Europa 24%, in VK & Ierland 13%, in Noord-Amerika 33% en in andere landen 3%; overige (particuliere aandeelhouders, niet-geïdentificeerd, enz.) 21%.
Onze activiteiten bestaan voor een belangrijk deel in het omzetten van deposito's en andere financieringsvormen in kredieten. Naast kapitaal is dus ook onze financiering via deposito's en schuldpapier een belangrijke grondstof voor
onze groep. We hebben daarom een sterke depositobasis bij particulieren en midcaps opgebouwd in onze kernmarkten. We geven bovendien regelmatig schuldinstrumenten uit, onder meer via KBC Ifima, KBC Bank en KBC Groep NV zelf.


Naast medewerkers en kapitaal zijn ook ons netwerk en onze relaties bijzonder belangrijk voor onze activiteiten. U vindt een overzicht van ons netwerk bij De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2023.
Ons maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met onze klanten, aandeelhouders, overheden,
regelgevers en andere belanghebbenden, waardoor we maatschappelijk relevant kunnen blijven en handelen als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het deel Onze strategie, in de paragraaf Onze rol in de samenleving.

| Ratings, 14-03-2024 | |||
|---|---|---|---|
| Financiële ratings KBC-groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen1 | Long term debt ratings |
Outlook | Short term debt rating |
| Fitch | |||
| KBC Bank NV | A+ | Stabiel | F1 |
| KBC Groep NV | A | Stabiel | F1 |
| Moody's | |||
| KBC Bank NV2 | A1 | Positief | P-1 |
| KBC Groep NV | Baa1 | Positief | P-2 |
| Standard & Poor's | |||
| KBC Bank NV | A+ | Stabiel | A-1 |
| KBC Verzekeringen NV | A | Stabiel | – |
| KBC Groep NV | A- | Stabiel | A-2 |
| Duurzaamheidsratings KBC-groep | Score | ||
| CDP | A | ||
| Sustainalytics ESG Risk Rating | 9,8 | ||
| S&P Global CSA Score | 64/100 | ||
| MSCI ESG Rating | AAA | ||
| ISS ESG Rating | C+ (Prime) | ||
| FTSE4Good ESG Rating | 4,7/5 | ||
1 Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen. Wat betreft de financiële ratings gaat het voor KBC Verzekeringen over de financial strength rating. Die geeft een idee van de waarschijnlijkheid van het honoreren van claims van verzekerden, terwijl de vermelde ratings voor KBC Bank en KBC Groep de waarschijnlijkheid meten van het honoreren van financiële verplichtingen.
2 Long term deposit rating is Aa3.

Onze strategie steunt op de volgende principes:
In het kader van onze bedrijfscultuur PEARL+ focussen we daarbij op de gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven en ideeën binnen de groep.
Meer informatie over PEARL+: zie Ons bedrijfsmodel.

Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader

DISCAI krijgt een plaats in de top RegTech100 innovators wereldwijd
FinTech Global heeft de RegTech100 voor 2024 vrijgegeven. Het betreft 's werelds meest innovatieve RegTech-bedrijven, die vooroplopen met baanbrekende oplossingen op het gebied van regelgevende technologie. KBC's dochteronderneming, DISCAI, heeft – komende van een longlist van 1 400 bedrijven – de top 100 gehaald.

KBC Mobile voor de derde keer op rij bekroond tot beste mobile banking app in België door internationaal onderzoeksbureau Sia Partners. Het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau Sia Partners heeft KBC Mobile in september 2023 opnieuw uitgeroepen tot de beste mobile banking &
insurance app in België. KBC Mobile versterkte zijn leiderspositie nog t.o.v. vorig jaar. Wereldwijd vervolledigt KBC de top 3. Sia Partners riep bovendien KBC's mobiele app uit als beste inzake gebruikservaring voor auto- en woonpolis.
Toegang tot financiële diensten en degelijk financieel advies voor elk deel van de bevolking draagt bij tot economische ontwikkeling en is de basis voor financiële en sociale integratie.
Als bank-verzekeraar zetten we in op financiële geletterdheid en willen we door degelijk en transparant advies onze klanten helpen de juiste beslissingen te nemen. We nemen initiatieven om de financiële geletterdheid te bevorderen. We lanceerden bijvoorbeeld de mogelijkheid om financieel-economisch nieuws te ontvangen via KBC Mobile. Op die manier dragen we bij tot een verbreding van kennis en financiële educatie. We verwachten ook dat onze medewerkers op een toegankelijke, duidelijke en begrijpelijke en transparante manier communiceren met onze klanten.
Sinds een aantal jaren ontwikkelen we producten, diensten en processen vanuit de invalshoek digital first. Dat impliceert dat ze aangepast werden vooraleer ze te digitaliseren, zodat ze eenvoudiger en gebruiksvriendelijker worden, schaalbaar zijn en toelaten om snel en gepast antwoorden te geven op vragen en verwachtingen van onze klanten. Voor klanten die dat wensen, gaan we de beschikbare data op een slimme en correcte manier gebruiken.
We evolueren dan ook van een omnikanaaldistributiemodel naar een digital first distributiemodel. In beide modellen blijft de menselijke factor belangrijk en staan onze medewerkers en kantoren ter beschikking van de klanten. Bij een digital first distributiemodel vormt digitale interactie met de klanten de startbasis. We zullen dan ook op termijn alle relevante commerciële oplossingen via mobiele applicaties aanbieden. Naast een digitaal productaanbod zullen we onze klanten digitaal advies aanbieden én alle processen en producten ontwikkelen alsof ze digitaal verkocht worden.

Kate – onze persoonlijke, digitale assistent – speelt een belangrijke rol in de digitale verkoop en adviesverlening door proactief gepersonaliseerde en relevante oplossingen te bieden. De klant kan zelf vragen met betrekking tot zijn financiële basistransacties aan Kate stellen. Hij krijgt in zijn mobiele app ook regelmatig discreet en
proactief voorstellen en wordt daardoor maximaal ontzorgd. Wanneer de klant op een voorstel ingaat, zal die oplossing volledig digitaal aangeboden en verwerkt worden.
De medewerkers in het kantorennetwerk en in de contactcenters blijven als vertrouwensbaken voor onze klanten functioneren. Onze medewerkers ondersteunen en stimuleren bovendien ook het gebruik van digitale processen en volgen dat op. Ze worden daarbij geholpen door artificiële intelligentie, data en data-analyse.
Om onze klanten maximaal gebruiksgemak te kunnen bieden en steeds meer mogelijkheden via Kate te kunnen aanbieden, veranderden we ook onze interne processen, de manier waarop we producten en diensten aanbieden en de manier waarop we ons intern organiseren, wat tegelijkertijd een verdere mentaliteitsverandering en bijscholing van onze medewerkers vereist. Zo zorgt Kate er bijvoorbeeld voor dat bepaalde administratieve handelingen geautomatiseerd verlopen of beantwoordt Kate vragen waardoor die niet meer door de medewerkers moeten behandeld worden. Dat bespaart tijd en die tijd wordt dan gebruikt om effectief met klanten te praten over zaken die hen bezighouden.
In 2022 lanceerden we onze eigen banktech, DISCAI, die onze intern ontwikkelde, baanbrekende artificiële intelligentietoepassingen wereldwijd op de markt brengt. De eerste toepassing richtte zich op de strijd tegen het groeiende probleem van witwassen van geld. DISCAI's portfolio zal geleidelijk worden uitgebreid met oplossingen die binnen KBC zijn ontwikkeld en die aansluiten bij de behoeften van de markt op het gebied van regelgeving en technologie.

In 2022 zorgden we met de Kate Coin voor een primeur in Europa. Sinds begin 2023 kunnen KBC-klanten Kate Coins verwerven door bij ons bepaalde producten of diensten af te nemen, zoals een woningkrediet, een woningverzekering of sparen met wisselgeld. Ze kunnen de Kate Coins vervolgens gebruiken om geld te besparen door ze in te ruilen voor extra voordelen en cashbacks. Zo kunnen KBC-klanten Kate Coins inzetten in het kader van een beleggingsplan, een prepaidkaart, een persoonlijke ongevallenverzekering, een familiale verzekering, en meteen een cashback genieten. In het najaar breidden we dat aanbod gevoelig uit. Helemaal nieuw is dat Kate Coins kunnen worden verworven of uitgegeven bij een aankoop bij een aantal commerciële partners. De klanten krijgen meteen een cashback, of na hun volgende aankoop bij deze partner. De partners bepalen zelf de voorwaarden en de timing van hun aanbod. KBC zal de mogelijkheden en samenwerking met deze partners stelselmatig blijven uitbreiden. Klanten zullen in KBC Mobile kunnen volgen bij welke nieuwe partners zij geld kunnen verdienen en in hun Kate Coin Wallet in KBC Mobile opvolgen hoeveel Kate Coins zij bij KBC en bij de diverse partners hebben opgebouwd of besteed.
De afgelopen drie jaar hebben we ons ingespannen voor de digitale transformatie van ons kernbedrijfsmodel. Die strategie, die we 'Differently, the Next Level' noemden, hield in dat we ons digital first bankverzekeringsmodel uitbouwden, klanten toegang gaven tot niet-financiële oplossingen, Kate lanceerden en Kate Coins introduceerden. Al die inspanningen hebben duidelijk voordelen opgeleverd, vanuit het oogpunt van klantervaring en operationele efficiëntie. De implementatie van onze digitale transformatiestrategie is echter nog niet voltooid. In de afgelopen jaren lanceerden we een aantal concepten en bouwstenen zoals Digital First, Bankverzekeren+, Kate en Kate Coins, die extra waarde creëren wanneer ze met elkaar in contact komen. Die elementen brengen we nu samen in zogenaamde ecosystemen, waarbij we onze klanten een nieuwe soort dienstverlening aanbieden. Die bestaat erin dat we hen ondersteunen bij elke stap in de zoektocht naar oplossingen voor problemen rond wonen, mobiliteit, energie, enz., niet alleen via onze eigen producten, maar ook via producten en diensten van partners en leveranciers. Dat laat onze klanten toe geld te besparen én te verdienen, zowel binnen als buiten de traditionele bank- en verzekeringsomgeving. We noemen die volgende stap in onze strategie 'S.T.E.M., the Ecosphere', waarbij S.T.E.M. staat voor 'Save Time and Earn Money'.
Digitalisering brengt ook de plicht met zich mee om de beschikbare gegevens op een verantwoorde manier te gebruiken. We besteden er dan ook continu aandacht aan dat we gegevens verwerken in overeenstemming met de GDPR en alle privacyregels, en dat er processen worden opgezet om dat ook te garanderen voor elke nieuwe dienst die we lanceren. We houden daarbij rekening met de belangrijke gegevensbeschermingsprincipes van purpose limitation (gegevens niet gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze zijn verzameld), data minimisation (niet meer gegevens verzamelen dan nodig is voor het beoogde doel) en transparancy (transparant zijn over de verzamelde en gebruikte gegevens). Dat laatste gaat hand in hand met ons privacybeleid, dat door elke entiteit van onze groep via de gepaste kanalen werd gepubliceerd om ervoor te zorgen dat alle personen van wie persoonsgegevens worden verwerkt, goed geïnformeerd zijn. We doen er alles aan om gegevens te beveiligen en te beschermen tegen ongewenste of ongeoorloofde toegang, verlies of beschadiging, geen persoonsgegevens te bewaren zodra die niet meer nodig zijn voor het doel waarvoor ze zijn verzameld, en de persoonsgegevens accuraat en up-to-date te houden. We hebben alle rechten van de betrokkenen vastgelegd en waken tegen elke inbreuk op de fundamentele mensenrechten door onze toegang tot gegevens. Privacy en gegevensbescherming zijn niet alleen objectieve, in wetten vastgelegde begrippen, maar tegelijk ook erg subjectief. We willen klanten dan ook zelf laten beslissen wat we met hun data doen en wat Kate met hun data kan doen. Daarbij willen we transparant communiceren en onze klanten een duidelijk privacy-overzicht bieden, waarbij ze op elk ogenblik van keuze kunnen veranderen.
U vindt informatie over onze beleidslijn inzake gegevensbescherming in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Omdat de klant centraal stellen de hoeksteen van onze strategie is, volgen we dat grondig op. We bevragen onze klanten continu en hebben regelmatig debatten met klantenpanels. We gaan ook specifiek in dialoog met ngo's en organiseren regelmatig een stakeholderdebat. We volgen onze reputatie nauwlettend op en we delen die analyse met alle betrokken diensten en personen, zodat die het nodige kunnen doen. De doelstellingen en resultaten voor tevredenheid van klanten en digitale verkoop vindt u hierna.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |
|---|---|---|---|
| Klanten NPS-score |
Op basis van de Net Promoter Scores wordt per kernland een ranking opgemaakt. De rankings worden geaggregeerd op groepsniveau op basis van actieve* klantenaantallen |
Doel: top 2-ranking in 2023. Resultaat in 2023: top 3. Nieuwe doelen: zie onderaan tabel |
NPS-ranking klantentevredenheid Top 3 T Top 2 op 3 Top 2 2021 2022 2023 doel '23 |
| Digitale verkoop |
Digitale verkoop als percentage van de totale verkoop, gebaseerd op het gewogen gemiddelde van een selectie van kernproducten. |
Doel: ≥ 40% voor bankieren in 2023 en ≥ 25% voor verzekeringen in 2023 Resultaat in 2023: 52% voor bankieren 26% voor verzekeringen Nieuwe doelen: zie onderaan tabel |
Digitale verkoop 52% 46% 39% 40% 19% 24% 26% 25% Bank Bank Bank doel Verzek. Verzek. Verzek. doel 2021 2022 2023 '23 2021 2022 2023 '23 |
| Straight through processing |
De STP-score is gebaseerd op de analyse van commerciële kernproducten. De STP-ratio meet hoeveel diensten die digitaal kunnen worden aangeboden, verwerkt worden zonder menselijke |
Doel: STP-ratio ≥ 60% in 2023 Resultaat in 2023: STP: 61% |
STP-score (straight-through processing) 61% 60% 49% 33% 2021 2022 2023 doel '23 |
| (STP) | tussenkomst, en dat vanaf het moment van de interactie met de klant tot het verstrekken van het finale akkoord door KBC. |
Nieuwe doelen: zie onderaan tabel |
• Straight-through processing (STP): nieuw doel is STP-ratio ≥ 68% in 2026 (gebaseerd op alle retailprocessen)
* Zie verder bij de KPI Aandeel bankverzekeringsklanten.


Als bank-verzekeraar stellen we onze klant centraal met een geïntegreerd product- en dienstenaanbod. Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide, relevante en gepersonaliseerde one-stop dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen, synergieën en verhoogde interactiemogelijkheden met en een meer volledig inzicht in onze klanten.
Zoals al vermeld, doen we er alles aan om onze kanalen (bank- en verzekeringskantoren, contactcenters, automaten, de website, de homebankingtoepassing en mobiele apps) te integreren. Omdat we zowel een bank als een verzekeraar zijn, kunnen we voluit gaan voor die integratie en naadloze service.
We ontwikkelden een uniek concept voor samenwerking tussen de bank- en verzekeringsbedrijven van onze groep. Dat model gaat veel verder dan een bank die verzekeringsproducten verkoopt. Het gaat immers om een volledige integratie van backoffices en ondersteunende diensten. Dat levert operationele en commerciële optimalisaties op, zowel voor de klant als voor KBC zelf. In onze werking volstaat bijvoorbeeld één communicatieafdeling, één marketingafdeling, één risicobeheerdienst, enz. Enkel de achterliggende productfabrieken werken afzonderlijk, omdat het om specifieke metiers gaat.
Naast het operationeel werken als één bedrijf streven we naar een digital first, lead-gedreven en AI-gestuurde organisatie. Dat impliceert volledig geïntegreerde front- en back-end-toepassingen ontworpen volgens het principe 'digital first'. In al onze kernlanden wordt er volop op ingezet om – op eigen ritme – data- en AI-gestuurd te worden. Kate (zie vorig hoofdstuk) is het kernelement van een dergelijke datagestuurde organisatie. Uiteraard blijft het zo dat er voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten experts beschikbaar zijn in onze kantoren of callcentra.
Vroeger boden we in onze mobiele apps enkel onze eigen bank- en verzekeringsproducten en -diensten aan. Ondertussen is 'Bankverzekeren+' een feit. Dat betekent dat we in onze kernlanden ook niet-financiële oplossingen aanbieden, naast de traditionele bankverzekeringsoplossingen. Het gaat daarbij om oplossingen die het onze klanten mogelijk maken geld te besparen (bijvoorbeeld een voorstel om naar een goedkopere energieleverancier over te schakelen), geld te verdienen (denk bijvoorbeeld aan de kortingen via Kate Coins in België), dagelijkse betalingen te vergemakkelijken (zoals automatisch betalen van een parkeersessie) of bedrijfsactiviteiten te ondersteunen. Voor die oplossingen werken we samen met derde partijen.
Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we nu al verschillende commerciële synergieën. In België bijvoorbeeld namen onze klanten in 2023 bij 8 à 9 op de 10 woningkredieten van KBC Bank ook een schuldsaldoverzekering bij KBC Verzekeringen en bij meer dan 9 op de 10 een woningverzekering. Bij de ČSOB-groep in Tsjechië namen 5 à 6 op de 10 klanten die in 2023 een hypothecaire lening aangingen, ook een woningverzekering van de groep. Nog een ander voorbeeld: in de hele groep bezat eind 2023 zo'n 77% van de actieve klanten minstens 1 bankproduct en 1 verzekeringsproduct van de groep; ruwweg 24% heeft zelfs minimaal 2 bank- en 2 verzekeringsproducten (3-3 in België). Het aantal dergelijke bankverzekeringsklanten groeide in 2023 met respectievelijk 4% (1-1) en 7% (2-2, en 3-3 in België).
We volgen het succes van onze bankverzekeringsprestaties aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |
|---|---|---|---|
| Bankverzekeringsklanten | |||
| Aandeel bank verzeke |
Aandeel van bankverzekeringsklanten (met min. 1 bank- + 1 verzekeringsproduct van de groep) in totaal aantal actieve bankklanten*. |
Doel: ≥ 80% bankverzekeringsklanten in 2023 |
81% 80% 78% 77% |
| rings klanten |
Resultaat 2023: 77% | 2021 2022 2023 doel '23 |
|
| Nieuwe doelen: zie onderaan tabel |
|||
| Vanaf 2023 is de scope gewijzigd (Raiffeisenbank Bulgaria inbegrepen). |
|||
| Stabiele bankverzekeringsklanten | |||
| Aandeel | Aandeel van stabiele | Doel: ≥ 25% stabiele | 25% 25% |
| stabiele bank |
bankverzekeringsklanten (met min. 2 bank- en 2 verzekeringsproducten van de |
bankverzekeringsklanten in 2023 |
24% 23% |
| verzeke rings |
groep (3-3 voor België)) in totaal aantal actieve bankklanten*. |
Resultaat 2023: 24% | 2021 2022 2023 doel '23 |
| klanten | Nieuwe doelen: zie onder aan tabel |
||
| Vanaf 2023 is de scope gewijzigd (Raiffeisenbank Bulgaria inbegrepen). |
|||
| NIEUWE KPI's VANAF 2024 |
• Aandeel bankverzekeringsklanten: nieuw doel is ≥ 83% van de actieve klanten in 2026
• Aandeel stabiele bankverzekeringsklanten: nieuw doel is ≥ 29% van de actieve klanten in 2026
* Een actieve bankklant is minstens in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op die rekening (salaris, pensioen, geldovermakingen, ...).



Naast rente-inkomsten willen we meer inkomsten genereren uit fee business en uit onze verzekeringsactiviteiten. Een gediversifieerde inkomstenbasis draagt immers bij tot duurzame en rendabele groei.
Langetermijnrelaties uitbouwen met onze klanten is cruciaal om ons bestaan op lange termijn veilig te stellen. We mikken niet op hoge rendementen op korte termijn waaraan overdreven risico's verbonden zijn, maar kiezen voor duurzame en rendabele groei op lange termijn.
Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we ons concentreren op de lokale economieën van onze kernmarkten België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In die kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn en we willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria.
Als gevolg van de terugtrekking uit Ierland kunnen fusie- en overnamemogelijkheden buiten onze kernmarkten worden onderzocht (en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur), rekening houdend met zeer strikte strategische, financiële, operationele en risicocriteria.
Recente voorbeelden (meer informatie in het hoofdstuk Onze divisies en in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde jaarrekening):
onze positie op de Bulgaarse bankmarkt. Bovendien creëert deze overname bijkomende mogelijkheden voor kruisverkoop met DZI op het vlak van verzekeringen.
We willen voor al onze producten en diensten in staat zijn topklasse af te leveren. Wat onze kernactiviteiten betreft, houden we de productie ervan in eigen hand. Maar voor de randactiviteiten kijken we in de meeste gevallen naar uitbesteding of samenwerkingsverbanden met (of in sommige gevallen overname van) specialisten, waaronder bijvoorbeeld start-ups. Zo werken we bijvoorbeeld in België samen met een start-up die voor onze klanten een renovatie-inschatting van een pand maakt en de weg wijst naar de juiste premies en subsidies. Dat laatste is natuurlijk niet onze corebusiness, maar het gaat – naast het bevorderen van de klanttevredenheid en het ontzorgen van de klanten – om het verwerven van inzichten over onze klanten om zo onze corebusiness te verbeteren. Als we – mits toestemming van de klant – toegang hebben tot de gegevens van die transacties, kunnen we toegevoegde waarde genereren voor onze klanten door op basis van analyse betere oplossingen voor te stellen en hun op die manier geld te besparen of hen verder te ontzorgen.
Om duurzaamheid te kunnen waarborgen is een strikt risicobeheer bij alles wat we doen een absolute voorwaarde. Daarover vindt u meer in de paragraaf We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |
|---|---|---|---|
| CAGR totale | Samengestelde jaarlijkse groei van totale opbrengsten |
Voormalig doel: CAGR 2022-2025: ca. +7,3% |
CAGR totale opbrengsten 11,8% |
| opbrengsten | Resultaat 2022-2023: +11,8% |
7,3% | |
| Nieuwe doelen: zie on deraan tabel |
groei '22-'23 doel CAGR '22-'25 |
||
| Samengestelde jaarlijkse groei van exploitatiekosten inclusief betaalde |
Voormalig doel: CAGR 2022-2025: ca. +2,3% |
CAGR exploitatiekosten (zonder bankenhengen) 7,0% |
|
| CAGR exploitatie kosten |
verzekeringsprovisies maar zonder bank en verzekeringsheffingen |
Resultaat 2022-2023: +7,0% |
2,3% groei '22-'23 doel CAGR '22-'25 |
| Nieuwe doelen: zie onderaan tabel |
|||
| Zie Glossarium achteraan in dit verslag. | Voormalig doel: ≤ 92% | Gecombineerde ratio (schadeverzekeringen) |
|
| Gecombi neerde ratio |
Resultaat 2023: 87% | 92% 89% 87% 87% |
|
| Nieuwe doelen: zie onderaan tabel |
2021 2022 2023 doel |
||
| Krediet kostenratio |
Zie Glossarium achteraan in dit verslag. | Voormalig doel: 25-30 basispunten 'through the-cycle' |
Kredietkostenratio (bankieren, in basispunten) 25-30 |
| Resultaat 2023: 0,00% (exclusief de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's: 0,07%) |
8 0 -18 2021 2022 2023 doel (through the-cycle) |
||
| Nieuwe doelen: zie onderaan tabel |
|||
| NIEUWE KPI's VANAF 2024 |

Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader

Covers_2023_A4_witLogo_final.indd 10 6/03/2024 12:04
Uitgebreide informatie over onze rol in de samenleving vindt u in ons Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com.
Meer informatie over hoe we stakeholders betrekken en op welke wijze we de onderwerpen selecteren waarover we rapporteren, vindt u in dit jaarverslag, onder Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse.

De Sustainable Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties hebben een belangrijke invloed gehad op hoe onze duurzaamheidsstrategie is vormgegeven. We geloven dat we een grotere impact kunnen hebben door te focussen op een beperkt aantal SDG-onderwerpen die direct gelinkt zijn aan onze activiteiten als bankverzekeraar en kozen er daarom voor te focussen op vijf doelstellingen.

We willen bank- en verzekeringsproducten ontwikkelen gericht op gezondheid, gezondheidszorg en het verbeteren van de levenskwaliteit. We promoten een goede werk-levensbalans bij onze werknemers.
| BETAAIRAREEN DUURZAME ENERGIE |
|---|
We dragen actief bij tot het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix via onze bank- en verzekeringsactiviteiten. We hebben een geleidelijk exitprogramma uitgewerkt voor de financiering van niet-duurzame energieoplossingen zoals thermische steenkool, olie en gas.
| 8 ENECONOMISCHE GROEI |
|---|
Via onze bank- en verzekeringsactiviteiten ondersteunen we ondernemerschap en de creatie van jobs en dragen we bij tot duurzame economische groei. We ondersteunen startende ondernemers en investeren in innovatie en technologie door samenwerkingsverbanden met start-ups en fintechs. Daarnaast bieden we microfinancierings- en microverzekeringsactiviteiten aan, samen met BRS. Hiermee helpen we duurzame lokale ontwikkeling en dragen we bij tot financiële inclusie.

We ontwikkelen duurzame bank- en verzekeringsproducten en -diensten die tegemoetkomen aan sociale en ecologische uitdagingen. We adviseren fondsen die verantwoord beleggen aan al onze klanten.
| KLIMAATACTIE |
|---|
We passen een strikt milieubeleid toe op onze krediet-, beleggings- en verzekeringsportefeuille. Daarnaast hebben we ambitieuze klimaatdoelstellingen geformuleerd voor de meest belangrijke sectoren en producten in onze kredietportefeuille. We werken samen met onze klanten om deze doelstellingen te behalen. We werken ook actief samen met de bedrijven waarin we beleggen om de klimaatimpact te verminderen. Bovendien hebben we ambitieuze doelstellingen geformuleerd voor onze directe uitstoot en zetten we ons in om deze doelstellingen te behalen.
Het vertrouwen van onze stakeholders staat of valt met verantwoord gedrag van elke medewerker. We verwachten dan ook van al onze medewerkers dat ze zich verantwoord gedragen. Dat onderwerp staat dan ook elk jaar hoog op onze agenda.
De basis van verantwoord gedrag is integriteit, en die vereist eerlijkheid, correctheid, transparantie, vertrouwelijkheid én een gezond risicobewustzijn. Integriteit en ethische waarden worden eveneens weerspiegeld in onze KBC-Gedragslijn voor medewerkers. Meer daarover vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Aangezien verantwoord gedrag moeilijk te definiëren is, hebben we gekozen om richtlijnen te bepalen over wat verantwoord gedrag is en hebben we principes weergegeven. Die principes zijn gebundeld in het 'Kompas voor (mijn) verantwoord gedrag'. Verantwoord gedrag komt bij een bank-verzekeraar nadrukkelijk tot uiting in gepaste adviesverlening en verkoop. We besteden daarom speciale aandacht aan opleiding (inclusief testen) en bewustwording. We ontwikkelden een online training om het belang van verantwoord gedrag duidelijk te maken en reiken een kader aan dat onze medewerkers helpt bij het nemen van moeilijke
beslissingen en bij het omgaan met dilemma's. Deze online training maakt nu ook deel uit van het onboardingprogramma voor nieuwe medewerkers. In 2023 werd een nieuw initiatief inzake bewustwording van verantwoord gedrag gelanceerd, onder de vorm van een verplichte webinar.
We communiceren in alle transparantie over onze regels en beleidslijnen. U vindt ze op www.kbc.com. Meer informatie over het Integriteitsbeleid en de toepassing ervan vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
We willen onze positieve impact op de samenleving vergroten en leggen daarbij de focus op de vier domeinen waar wij als bank-verzekeraar toegevoegde waarde kunnen creëren: financiële geletterdheid, ondernemerschap, milieubewustzijn, vergrijzing en/of gezondheid. Concrete voorbeelden van initiatieven voor elk domein vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

We verkleinen onze directe en indirecte milieuvoetafdruk via uiteenlopende initiatieven en doelstellingen. We ontwikkelen diensten en producten die een positieve bijdrage kunnen leveren aan het milieu.

We helpen klanten de juiste keuzes te maken door goede en transparante adviesverlening en duidelijke communicatie.
We verbreden de kennis van financiële concepten en producten bij het brede publiek.
We hebben de ambitie om jongeren financieel geletterd te maken over complexere producten zoals woningkredieten.

We dragen bij tot economische groei door innovatieve ideeën en projecten te ondersteunen.

In België en Tsjechië focussen we op vergrijzing. We passen ons aanbod van diensten en producten aan rekening houdend met het feit dat mensen langer leven. In Bulgarije, Slowakije en Hongarije focussen we op gezondheid. We ontwikkelen diensten, producten en projecten die erop gericht zijn gezondheid, gezondheidszorg en levenskwaliteit te verbeteren.
We onderwerpen onze bedrijfsactiviteiten aan strikte duurzaamheidsregels in verband met mensenrechten, milieu, ethisch ondernemen en gevoelige of controversiële maatschappelijke thema's. Gezien de steeds wijzigende maatschappelijke verwachtingen en bekommernissen
herbekijken we minimaal om de twee jaar onze duurzaamheidsbeleidslijnen. Voor een volledig overzicht van onze duurzaamheidsbeleidslijnen, inclusief voor specifieke sectoren zoals steenkool en thema's zoals biodiversiteit, verwijzen we naar ons Duurzaamheidsverslag en naar ons Duurzaamheidskader, op www.kbc.com.
| Blacklist van | We leggen strenge ethische beperkingen op aan bedrijven die betrokken zijn bij controversiële |
|---|---|
| bedrijven en | wapensystemen (inclusief nucleaire en wittefosforwapens) en aan bedrijven die beschouwd worden als |
| activiteiten | 'zware' overtreders van de UN Global Compact Principles (UNGC) |
| Rechten van | Ons beleid over mensenrechten is gebaseerd op de VN-beleidslijnen voor bedrijven en mensenrechten en |
| de mens | de principes van de UN Global Compact. Zie verder in een aparte paragraaf hierna. |
| Controversiële regimes |
We willen niet betrokken zijn in financiële activiteiten met controversiële regimes die fundamentele inbreuken plegen tegen de mensenrechten en die elke vorm van deugdelijk bestuur, wettigheid of economische vrijheid ontberen. We maken wel een uitzondering voor strikt humanitaire goederen. Op basis van erkende externe bronnen beslissen we elk jaar welke landen moeten worden opgenomen in de lijst van controversiële regimes. |
| Sustainable & | We hebben restricties vastgelegd voor de kredietverlening, de adviesverlening en het verzekeren van |
| responsible | controversiële en maatschappelijk gevoelige sectoren en activiteiten, zoals de energiesector, |
| bank, advisory | projectfinanciering, activiteiten in verband met wapens, tabak, gokken, sectoren met een grote impact op |
| and insurance | de biodiversiteit (palmolieproductie, mijnbouw, enz.), grondverwerving en onvrijwillige verhuizing van |
| policy | inheemse bevolking, dierenwelzijn (o.m. bont) en prostitutie. |
| KBC Asset Management, uitsluiting uit fondsen |
Voor alle fondsen (conventionele en fondsen die verantwoord beleggen) en onze eigen beleggingen passen we de minimale uitsluitingen toe op basis van de blacklist van bedrijven die te maken hebben met controversiële wapensystemen of zware inbreuken plegen tegen de principes van de UN Global Compact en het beleid inzake controversiële regimes. Daarenboven zijn beleggingsproducten die gebaseerd zijn op speculatie op voedselprijzen, volledig uitgesloten. Verder hebben we beslist om de tabaksindustrie uit de beleggingsfondsen van KBC Asset Management en de eigen beleggingsportefeuille van KBC te weren en zijn mijnbouwbedrijven die steenkool ontginnen, net zoals nutsbedrijven die hun energieproductie uit steenkool halen, uitgesloten uit alle beleggingsfondsen en eigen beleggingen. Voor verantwoord beleggen gaan we nog verder in de uitsluiting en restricties van omstreden activiteiten zoals alle fossiele brandstoffen, gokken, defensie, bont, enz. |
We controleren de naleving van ons duurzaamheidsbeleid onder meer door:
Voorbeelden van maatregelen wanneer inbreuken worden vastgesteld:
Raad van Bestuur: wordt geïnformeerd door het Directiecomité over de duurzaamheidsstrategie, inclusief het beleid over klimaatverandering, maar ook andere relevante duurzaamheidsthema's, zoals genderdiversiteit. Aangezien klimaat- en milieugerelateerde risico's zijn aangemerkt als een top risk, volgt het Risico- en Compliancecomité duurzaamheidsgerelateerde risico's van nabij op. De Raad beoordeelt de implementatie van de duurzaamheidsstrategie door middel van een Sustainability Dashboard en spreekt zich uit over belangrijke wijzigingen aan de duurzaamheidsbeleidslijnen.
Directiecomité: is het hoogste niveau met directe verantwoordelijkheid voor duurzaamheid, met inbegrip van het beleid over klimaatverandering. Het bekrachtigt de beslissingen van de Interne Duurzaamheidsraad en het Sustainable Finance Steering Committee.
Interne Duurzaamheidsraad (ISB): wordt voorgezeten door de CEO en bestaat uit de CFO als ondervoorzitter, de senior managers van alle bedrijfsonderdelen en kernlanden en de senior general manager van Group Corporate Sustainability. Het is het belangrijkste platform voor het aansturen van duurzaamheid op groepsniveau en neemt beslissingen over elke kwestie die verband houdt met duurzaamheid.
verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van de duurzaamheidsstrategie en het toezicht daarop. Het team rapporteert aan de Interne Duurzaamheidsraad over de implementatie van de strategie en stelt het KBC Sustainability Dashboard op. De dienst werkt onder leiding van de Senior General Manager Group Corporate Sustainability, die rechtstreeks rapporteert aan de groeps-CEO.
Sustainable Finance Steering Committee: houdt toezicht op het Sustainable Finance Programme en wordt voorgezeten door de CFO. Het rapporteert aan het Directiecomité en de Raad en staat in contact met de ISB.
CSRD Steering Committee: houdt toezicht op de conceptualisering en de implementatie van ons CSRD-programma.
Data and Metrics Steering Committee: beheert de uitdagingen met betrekking tot het verzamelen en rapporteren van klimaatgerelateerde gegevens.
General Managers Sustainability in elk kernland: hebben de eindverantwoordelijkheid voor alles wat met duurzaamheid te maken heeft in hun land. Zij maken deel uit van het topmanagement. Ze zijn verantwoordelijk voor de communicatie rond duurzaamheid in elk land en voor de integratie van de duurzaamheidsstrategie. Ze maken deel uit van de lokale organisatie in het land en rapporteren dan ook hiërarchisch. Inhoudelijk werken ze echter nauw samen met zowel hun lokale ISB-vertegenwoordiger als met Group Corporate Sustainability. Ze worden dan ook functioneel mee aangestuurd door de Senior General Manager Group Corporate Sustainability.
Sustainability-afdelingen en -comités in elk kernland: zijn zo georganiseerd dat ze hun senior managers, die zitting hebben in de Interne Duurzaamheidsraad en de General Manager Corporate Sustainability per land ondersteunen bij het integreren van onze duurzaamheidsstrategie en het organiseren van en communiceren over lokale duurzaamheidsinitiatieven. De verantwoordelijke medewerkers en comités leveren en valideren onder meer ook niet-financiële informatie.
Externe Duurzaamheidsraad: bestaat hoofdzakelijk uit duurzaamheidsdeskundigen uit de academische wereld en adviseert Group Corporate Sustainability over duurzaamheidsbeleid en -strategie.
Voor diepgaande(re) informatie over de gebruikte klimaatscenario's, de bepaling van de meest relevante sectoren, de scope en afbakening van onze klimaatmaatstaven, -gegevens en -doelen, en onze aanpak voor biodiversiteit, vervuiling, waterbeheer en circulariteit verwijzen we naar ons Klimaatrapport en ons Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com.
Als bank-verzekeraar hebben we zelf op twee manieren een invloed op de klimaatverandering en het milieu. Vooreerst door onze eigen directe impact, onder andere via ons energieverbruik. Onze afhankelijkheid van natuurlijke grondstoffen is relatief beperkt, maar we beheren niettemin onze rechtstreekse broeikasgasemissies met als doel die voortdurend te verminderen in overeenstemming met de vooropgestelde doelstellingen.
Belangrijker is de onrechtstreekse invloed, die we hebben door kredieten te verlenen, een beleggingsportefeuille aan te houden, beleggingen aan te bieden aan klanten en tegenpartijen te verzekeren die een belangrijke invloed op het klimaat en het milieu kunnen hebben. We beperken de indirecte negatieve impact via duidelijke beleidslijnen die ook restricties inhouden voor de meest vervuilende activiteiten, en we vergroten de positieve impact door acties met betrekking tot de meest klimaat- en milieugevoelige sectorportefeuilles, door de dialoog over duurzaamheid aan te gaan met onze klanten, door bedrijven te ondersteunen die bij hun investeringsbeslissingen rekening houden met milieu-, sociale en bestuursaspecten, en door in al onze kernlanden nieuwe innovatieve bedrijfsoplossingen te ontwikkelen om een CO2 -arme en circulaire economie te stimuleren.
Als bank-verzekeraar ondervinden we ook zelf de invloed van de klimaatverandering. Daarbij denken we aan mogelijke risico's als gevolg van acute of chronisch veranderende weerpatronen die kunnen leiden tot hogere schadeclaims bij onze verzekeringen, of een impact op onze kredieten of beleggingen wanneer de betrokken tegenpartijen negatieve gevolgen ondervinden van de klimaatverandering of de transitie naar een CO2 -armere samenleving (wat kan leiden tot terugbetalingsproblemen). Het gaat ook over de invloed die we ondervinden van mogelijke wijzigingen in de wetgeving en kapitaalvereisten ter zake, rechtsgeschillen, veranderend klantengedrag (inclusief het risico van gemiste opportuniteiten), de impact van stijgende marktprijzen voor de emissies van broeikasgassen en technologische vernieuwingen.
We passen ons bedrijfsmodel actief aan, niet alleen om negatieve gevolgen te verminderen of te vermijden, maar ook om onze bijdrage te leveren om de klimaatopwarming te beperken binnen de doelen die bepaald zijn door het Akkoord van Parijs. Daarnaast willen we uiteraard ook inspelen op de vele opportuniteiten die de transitie naar een duurzamere en groenere economie met zich meebrengt. Dat gaat dan zowel over het verder uitbouwen van het aanbod duurzame producten en diensten op het gebied van beleggingen, verzekeringen, leasing, enz. als over het actief bijstaan van klanten in hun transitie naar activiteiten met minder CO2 -uitstoot en minder impact op het milieu.
Het is de bedoeling om op termijn de weerbaarheid van ons bedrijfsmodel in kaart te brengen, rekening houdend met verschillende klimaatscenario's en tijdshorizonten, via specifieke meet- en rapporteringsinstrumenten (zie verder).
Klimaat- en milieugovernance is een deel van onze algemene duurzaamheidsgoverance. Als deel van het duurzaamheidsbeleid bestaat er binnen de groep een Sustainable Finance-programma dat focust op de integratie van de klimaat- en milieuaanpak in de groep.
We zijn er trots op dat Euronext in 2023 het KBC-aandeel opgenomen heeft in de nieuwe BEL®ESG-beursindex. Deze nieuwe index identificeert en volgt de BEL®20- en BEL®Mid-bedrijven die door hun concrete werking en beleid een uitstekende ESG-score krijgen via een erkend extern assessment.
tussentijd rapporteren we wel de relevante acties die we hieromtrent nemen in ons Duurzaamheidsverslag.
Een belangrijke uitdaging is het integreren van klimaatgerelateerde risico's, opportuniteiten en doelstellingen in onze sectorbenadering. Dat geldt ook voor andere milieu-gerelateerde aspecten:

relevante koolstofintensieve industriële sectoren en productlijnen in onze kredietverlening. Het rapport bevat ook de bijhorende beleidsbeslissingen om die doelen te realiseren. In ons Duurzaamheidsverslag rapporteren we jaarlijks over onze voortgang voor deze doelen.
We rapporteren over onze aanpak op milieugebied, onder meer in ons Klimaatrapport, in ons Duurzaamheidsverslag, in dit Jaarverslag en met duurzaamheidsvragenlijsten. We verscherpen regelmatig onze aanpak, rekening houdend met wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, maatschappelijke trends en de veranderende opvattingen van onze stakeholders en laten ons ook op geregelde tijdstippen challengen door onze Externe Duurzaamheidsraad.
We willen voor onze klanten een partner zijn in hun transformatie naar een duurzamere toekomst. Samen met Encon voerde KBC in België gesprekken met grote klanten uit het bedrijvensegment om hun bedrijfsprocessen te helpen verduurzamen. Dat resulteerde in meer dan 130 adviescontracten in 2023. Naar analogie met de Enconsamenwerking voor grotere bedrijven kunnen nu ook kmo's een beroep doen op klimaatadvies via ecoWise, een gespecialiseerde dochteronderneming van KBC. Daar kwamen ondertussen al meer dan 200 contracten uit voort. Ook ČSOB in Tsjechië biedt haar bedrijfsklanten ondersteuning aan via Green0meter, een platform dat de
CO2 -voetafdruk berekent, het verzamelen van ESGgegevens vergemakkelijkt en geïndividualiseerde rapporten en advies levert.
Ook onze leveranciers zijn belangrijke stakeholders en we wensen dat ook zij sociale, ethische en milieucriteria integreren in hun beleid. Voor informatie over onze gedragslijn voor leveranciers en onze interne procedure bij de screening van leveranciers verwijzen we naar Focus op mensenrechten. In het proces zijn ook milieuvereisten voor producten ingebed, onder andere door de verplichting om KBC te informeren over nieuwe milieuvriendelijke producten en het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal. We betrekken onze leveranciers ook bij het opzetten van circulaire inkoopmodellen.
Een van de pijlers van ons duurzaamheids- en klimaatbeleid is de focus op verantwoord beleggen. Ons uitgebreide aanbod geeft klanten de mogelijkheid hun totale portefeuille volledig verantwoord in te vullen. In ons digitale verkoopproces adviseren we standaard de verantwoorde variant. Wanneer zowel de traditionele als de verantwoorde variant beschikbaar is, bieden onze medewerkers in het reguliere verkoopkanaal ook altijd de verantwoorde belegging als eerste aan. Alle KBC-fondsen die verantwoord beleggen in België, voldoen aan de Towards Sustainabilitykwaliteitsstandaard. Die standaard werd ontwikkeld op
initiatief van en staat onder toezicht van het Central Labelling Agency.
We nemen onze verantwoordelijkheid in verschillende internationale organisaties en initiatieven:
In augustus 2022 bracht KBC als eerste financiële instelling in België een sociale obligatielening (social bond) uit van 750 miljoen euro, die wordt aangewend voor de (her)financiering van projecten in de ziekenhuissector. In juni 2023 volgde een tweede sociale obligatielening van 750 miljoen euro, aangewend in de sector van onderwijs en gezondheidszorg.
We bieden een veelzijdig aanbod van fondsen aan die verantwoord beleggen, inclusief ECO-thematische fondsen en Impact Investing-fondsen. We doen een diepgaande doorlichting om te bepalen welke bedrijven en landen behoren tot het beleggingsuniversum voor verantwoorde beleggingsoplossingen. Daarnaast worden alle bedrijven die gelinkt kunnen worden aan fossiele brandstoffen, uitgesloten uit al onze fondsen die verantwoord beleggen.
We zijn actief betrokken bij de financiering van hernieuwbare energieprojecten in alle kernlanden en in onze buurlanden. Het Project Finance Team financierde vorig jaar 97,1 MWp geïnstalleerd vermogen aan hernieuwbare energie. Er werden succesvolle transacties gerealiseerd in onshore en offshore windenergie in Frankijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk.
We bieden diverse producten aan om de meest energie-efficiënte woningen en energierenovatie financieel te ondersteunen en te stimuleren. Zo biedt KBC tariefkortingen aan op basis van de energiezuinigheid van woningen (gebaseerd op het EPC) of op leningen specifiek bedoeld voor energetische renovaties. Daarnaast wordt ook het Vlaamse renovatiekrediet met rentesubsidie aangeboden aan klanten. In onze andere kernlanden ondersteunen we eveneens de overgang naar energieefficiënte woningen door het aanbieden van hypothecaire en renovatieleningen tegen goede voorwaarden. Naast financiële stimulansen wil KBC klanten praktisch ontzorgen bij duurzame renovaties. Een voorbeeld hiervan is de participatie in de start-up Setle. Setle laat klanten toe om op een zo eenvoudig mogelijke manier een renovatieplan op te stellen met een inschatting van de renovatiekosten en de eventuele premies en subsidies. Daarnaast biedt KBC klanten ook de mogelijkheid om, in samenwerking met derde partijen, zonnepanelen te laten installeren (met of zonder thuisbatterij) of hun huis te laten isoleren.
Zo'n 39% van de nieuwe wagens in de vloot van KBC Autolease zijn nu al volledig elektrische wagens. KBC Autolease is bovendien marktleider in fietsleasing, met 30 500 fietsen in portefeuille. We zijn de partner van de Vlaamse overheid om fietsleasing aan te bieden aan hun medewerkers als een duurzaam mobiliteitsalternatief. In Slowakije promoot ČSOB Leasing, in samenwerking met andere partners, actief emissievrije en emissiearme voertuigen.
In België en in Slowakije biedt onze autoverzekering een uitgebreide dekking en adequate hulp aan voor elektrische en hybride auto's. Voor klanten die zelf een laadpaal installeren, is die in België standaard meeverzekerd in de Woningpolis, waarin ook een aantal andere groene investeringen zoals zonnepanelen en thuisbatterijen worden gedekt. Daarnaast bieden we de eigen multiklimaatrisicoverzekering voor landbouwers aan. Landbouwers met open teelten, zoals fruittelers of akkerbouwers, kunnen zich hiermee verzekeren tegen schade aan gewassen als gevolg van extreme en ongunstige weersomstandigheden zoals storm, hagel, vorst, ijs, neerslag en droogte.
KBC Asset Management neemt via proxy voting zijn verantwoordelijkheid om onze klanten, die via onze aandelenfondsen investeren in bedrijven, te vertegenwoordigen op de aandeelhoudersvergaderingen. KBC Asset Management is al geruime tijd aangesloten bij Climate Action 100+, een initiatief van investeerders om ervoor te zorgen dat 's werelds grootste bedrijven die broeikasgassen uitstoten, de nodige actie ondernemen tegen klimaatverandering. Eind 2023 heeft KBC Asset Management zich ook aangesloten bij het Nature Action 100-initiatief, dat bedrijven wilt aanzetten tot meer ambitie en actie om de impact van hun activiteiten op de natuur en de achteruitgang van biodiversiteit aan te pakken.
KBC promoot duurzame financieringsoplossingen bij zijn bedrijfsklanten in alle kernlanden, waaronder groene en duurzame obligaties en groene en duurzaamheidsgerelateerde leningen. We zijn ook actief in de gesyndiceerde markt van sustainability-linked loans. Vorig jaar hebben we dergelijke leningen ook frequent gerealiseerd op bilaterale basis. KBC is ook actief als duurzaamheidscoördinator om bedrijven bij te staan bij de integratie van duurzaamheidskenmerken in hun bankfinanciering op lange termijn.
* Het gebruik van terminologie zoals 'groen' of 'duurzaam' hier en elders in dit rapport betekent geenszins dat wat wordt beschreven, al volledig in overeenstemming is met de EU-taxonomie.
We gebruiken geavanceerde methodes (waaronder PCAF en PACTA) om de klimaatimpact van bepaalde sectoren en de transitie in de kredietportefeuille te meten. Meer hierover vindt u in ons Klimaatrapport, op www.kbc.com. KBC Asset Management brengt sinds vier jaar volgens dezelfde methode de klimaatimpact van alle beleggingsfondsen in zijn portfolio in kaart. Die analyse, gebaseerd op gegevens en de aanpak van TRUCOST, werd in 2023 ook voor de derde keer toegepast op de eigen investeringsportefeuille van KBC Verzekeringen en op de investeringen van het KBC Pensioenfonds.
We rapporteren over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met onze kredietverlening. We hanteren hiervoor de berekeningsmethode die aangereikt wordt door het Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF). De tabel hierna geeft een overzicht van de resultaten. We verwijzen ook naar ons Duurzaamheidsverslag, waarin uitgebreid toelichting gegeven wordt over de PCAFberekeningsmethode, onze berekeningsaanpak en de begrenzingen waarmee rekening moet worden gehouden bij het interpreteren van de resultaten. Ook vindt u er informatie over hoe wij door het verzamelen van meer adequate en verfijnde data onze rapportering over deze emissies gradueel willen verbeteren.
| broeikasgasemissies van onze klanten) | 30-09-2023 | 30-09-2022 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen ton CO2 e |
% van gefinan cierde emissies |
% van uit staande kredieten |
miljoen ton CO2 e |
% van gefinan cierde emissies |
% van uitstaande kredieten |
|
| White papersectoren en -producten | 33,4 | 59% | 65% | 34,0 | 61% | 64% |
| Landbouw, veeteelt en visserij1 | 9,5 | 17% | 3% | 9,1 | 16% | 3% |
| Vastgoed en woningkredieten1 | 3,2 | 6% | 44% | 3,5 | 6% | 45% |
| Energie1 | 3,5 | 6% | 3% | 4,0 | 7% | 2% |
| Bouw en constructie1 | 4,8 | 8% | 4% | 4,6 | 8% | 4% |
| Voedsel- en drankproducenten | 3,3 | 6% | 2% | 3,5 | 6% | 2% |
| Auto-industrie en voertuigfinanciering1 | 3,4 | 6% | 6% | 3,4 | 6% | 5% |
| Metaal1 | 3,3 | 6% | 2% | 3,5 | 6% | 2% |
| Chemie | 2,3 | 4% | 1% | 2,4 | 4% | 1% |
| Overige sectoren2 | 22,7 | 41% | 34% | 22,2 | 39% | 36% |
| Totaal | 56,1 | 100% | 100% | 56,2 | 100% | 100% |
1 Voor deze sectoren (of subsectoren ervan) worden doelstellingen gedefinieerd (zie verder en in het Klimaatrapport op www.kbc.com). Operationele voertuigleasing is niet opgenomen in de cijfers van Auto-industrie en voertuigfinanciering (berekeningen van de gefinancierde bedragen zijn gebaseerd op de nettoboekwaarde van de geleasede voertuigen).
2 Bevat ook de emissies geassocieerd met scheepvaart en luchtvaart (2,0 en 0,5 miljoen ton CO2 e) met relatief beperkte uitstaande kredieten (resp. 0,8% en 0,2% van de totale uitstaande portefeuille). Voor deze sectoren hebben we in 2023 eveneens white paper-oefeningen opgezet.
Hoe bepaalden we onze sectorale klimaatdoelstellingen? Op basis van klimaatwetenschap gealigneerd op doelstellingen van het Akkoord van Parijs en rekening houdend met de lokale context, maakten alle KBC-entiteiten met krediet- of leasingactiviteiten projecties voor de verwachte portefeuilleen sectorspecifieke decarbonisatieontwikkeling, uiteindelijk uitmondend in bedrijfsdoelstellingen. Alle doelstellingen werden samengevoegd tot één projectie op KBCgroepsniveau, die wordt vergeleken met klimaatbenchmarks afgeleid van klimaatscenario's met de doelstelling 'minder dan 2 °C klimaatopwarming', d.w.z. trajecten die in overeenstemming zijn met onze CCCA-verbintenis. Meer daarover vindt u in ons Klimaatrapport. Om onze klimaatdoelstellingen onafhankelijk te laten verifiëren, hebben KBC Bank en haar geconsolideerde entiteiten eind 2022 een engagement getekend bij het Science Based Targets initiative (SBTi). Via dat engagement verbinden we ons ertoe om onze klimaatdoelstellingen binnen de 2 jaar na ondertekening door SBTi te laten valideren.
Terwijl we ook de lopende Net Zero-initiatieven nauwlettend volgen, hebben wij ervoor gekozen ons te richten op de zorgvuldige uitvoering van de doelstellingen in dit verslag in al onze kredietverleningsactiviteiten en in alle kernlanden alvorens nieuwe verplichtingen aan te gaan. Zie verder in het Duurzaamheidsverslag.
Ook voor onze assetmanagementactiviteiten hebben we de doelstellingen aangescherpt, onder meer inzake het belang van fondsen die verantwoord beleggen en de koolstofintensiteit van de bedrijfsinvesteringen in deze fondsen. We hebben recent ook voor de eigen investeringen in aandelen en bedrijfsobligaties van KBC Verzekeringen een reductiedoelstelling van de koolstofintensiteit van de portefeuille bepaald (-25% tegen 2025 en -40% tegen 2030,
beide t.o.v. 2019, zie Duurzaamheidsverslag). Deze doelstelling werd nog niet opgenomen in de tabel verderop.
De klimaatdoelstellingen werden besproken en goedgekeurd door de Interne Duurzaamheidsraad, het Directiecomité en de Raad van Bestuur. Specifiek voor de risico-onderschrijving van de schadeverzekeringsactiviteiten zijn in 2023 de eerste berekeningen gebeurd van de verzekeringsgerelateerde emissies voor enkele takken (volgens de PCAF-methodologie die in 2023 is gepubliceerd). De PCAF-richtlijnen voor de andere verzekeringstakken zijn nog niet beschikbaar. Er werden daarom ook nog geen klimaatdoelstellingen opgesteld voor die activiteiten.
U vindt de doelstellingen verderop in de tabel.
De impact van onze eigen activiteiten als bank-verzekeraar is zeer beperkt, zeker in vergelijking met industriële bedrijven en met onze indirecte impact via onder meer kredietverlening. Niettemin berekenen we ook onze directe eigen broeikasgasimpact (van onder andere onze gebouwen en onze eigen vloot). Ook daarvoor hanteren we bepaalde doelstellingen.
Hierna vindt u gegevens over onze eigen milieuvoetafdruk. De data en berekeningen van de broeikasgasemissies werden geverifieerd door Vinçotte volgens ISO 14064-3. Daarnaast investeren we sinds 2021 in klimaatprojecten om het deel van onze emissies dat we nu nog niet kunnen verminderen, te compenseren en streven we zo naar koolstofneutraliteit. De gekozen projecten hebben ook toegevoegde waarde voor het verhogen en beschermen van biodiversiteit en voor lokale gemeenschappen.

Meer informatie over onze milieuvoetafdruk inclusief verdere detaillering, methodologie en scope van de berekeningen en compensatieprojecten vindt u in het Duurzaamheidsverslag. U vindt de doelstellingen verderop in de tabel.
| Eigen milieuvoetafdruk: broeikasgasemissies, in ton CO2 , KBC-groep1, 2 |
2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Scope 1-emissies omvatten emissies uit direct energieverbruik, emissies van koelvloeistoffen en emissies van de eigen vloot, zowel voor dienstverplaatsingen als voor woon-werkverkeer en privaat gebruik |
29 047 | 33 257 |
| Scope 2-emissies (market-based) omvatten emissies uit indirect energieverbruik (elektriciteit, stads warmte, koeling en stoom) |
3 995 | 3 484 |
| Scope 3-emissies zoals hier vermeld omvatten alleen emissies van dienstverplaatsingen en woon werkverkeer (met uitzondering van de emissies van de eigen vloot die vervat zijn in de scope 1- |
||
| emissies), emissies van papier- en waterverbruik en afvalverwerking | 22 336 | 18 677 |
| Totaal | 55 377 | 55 417 |
| Totaal per vte | 1,5 | 1,5 |
1 De gegevens betreffen de periode van 1 oktober [t-1] tot 30 september [t]. De gegevens voor 2022 werden herrekend (meer informatie in het Duurzaamheidsverslag). Scope: zie Duurzaamheidsrapport.
2 De CO2 e-emissies in 2023 zijn als volgt verdeeld (in duizenden ton): 26 in België, 14 in Tsjechië, 4 in Slowakije, 6 in Hongarije, 5 in Bulgarije en 1 in de rest van de wereld.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| DOELEN INZAKE ONZE INDIRECTE IMPACT (selectie; volledig overzicht in ons Duurzaamheidsverslag) | ||||||
| Kredieten voor hernieuwbare energie |
[Bedrag van kredieten aan bedrijven in de sector van hernieuwbare energiebronnen] / [totale krediet portefeuille in de energiesector] |
Doel: 75% in 2030 Resultaat 2023: 62% |
Kredieten voor hernieuwbare energie (in % van het totale volume aan kredieten aan de energiesector) 75% 63% 63% 62% 2021 2022 2023 doel '30 |
|||
| Broeikasgas intensiteit Kredieten aan elektriciteits producenten |
Procentueel verschil [kg CO2 e/MWh] in de betreffende periode |
Doel: -39% in 2030 (en -77% in 2050) t.o.v. 2021 Resultaat 2023: -38% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Kredieten aan elektriciteitsproducenten (op basis van kg CO2e/MWh, t.o.v. 2021) 77% 38% 39% 1% 2022 2023 doel doel 2030 2050 |
|||
| Broeikasgas intensiteit Hypothecaire kredieten en commercieel residentieel vastgoed (hypothecaire kredieten en ondernemings kredieten voor commercieel residentieel vastgoed, excl. vastgoed ontwikkeling) |
Procentueel verschil [kg CO2 e/m2 ] in de betreffende periode |
Doel: -43% in 2030 (en -85% in 2050) t.o.v. 2021 Resultaat 2023: -8% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Hypothecaire kredieten en commercieel residentieel vastgoed (op basis van kg CO2e/m2 , t.o.v. 2021) 85% 43% 8% 3% 2022 2023 doel doel 2030 2050 |
|||
| Broeikasgas intensiteit Operationele autoleasing |
Procentueel verschil [gram CO2 /km] in betreffende periode |
Doel voor passagiersvoertuigen: -81% in 2030 (en -100% in 2050) Resultaat 2023: passagiersvoertuigen -22% |
Afbouw broeikasgasintensiteit Operationele autoleasing (passagiersvoertuigen) (op basis van gram CO2/km, t.o.v. 2021) 100% 81% 84% 22% 7% 2% 2022 2023 doel doel 2030 2050 |
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |
|---|---|---|---|
| Broeikasgas intensiteit Kredieten aan landbouwsector |
Procentueel verschil [ton CO2 e/miljoen euro kredieten] in betreffende periode |
Doel: -21% in 2030 (en -34% in 2050) t.o.v. 2021 Resultaat 2023: -5% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Kredieten aan landbouwsector (op basis van ton CO2e/miljoen euro uitstaande kredieten, t.o.v. 2021) 34% 21% 5% 1% 2022 2023 doel doel 2030 2050 |
| Broeikasgas intensiteit Kredieten aan cement- en staal producenten |
Procentueel verschil [ton CO2 e/ton cement of staal] in betreffende periode |
Doel: cement -16% in 2030 (en -68% in 2050), staal -14% in 2030 (en -56% in 2050) t.o.v. 2021 Resultaat 2023: cement toename van 1%, staal toename van 15% t.o.v. 2021* |
Afbouw broeikasgasintensiteit Cement- en staalproducenten (op basis van ton CO2/ton cement of staal, t.o.v. 2021) cement staal 68% 56% 16% 14% -1% -13% -15% 0% 2022 2023 doel doel 2022 2023 doel doel '30 '50 '30 '50 |
| Fondsen die verantwoord beleggen (Responsible Investment-fondsen, RI) |
[Volume RI-fondsen] / [Assets under distribution (AUD, of 'direct client money')] [Nieuwe jaarlijkse productie RI-fondsen] / [Totale productie nieuwe fondsen] Procentueel verschil [ton CO2 e/miljoen dollar omzet] van bedrijven in de verantwoorde fondsen in de betreffende periode |
Doel: • 45% van AUD in 2025 en 55% in 2030 • nieuwe productie van RI-fondsen minstens 65% van de totale jaarlijkse productie in 2030 • daling van de broeikasgasintensiteit van bedrijven in de verantwoorde fondsen met 50% in 2030, t.o.v. 2019 Resultaat 2023: • in totaal 41% van AUD • 35% in nieuwe productie • broeikasgasintensiteit bedrijven: -75% |
Responsible Investment-fondsen (in % van totale AUD) 55% 45% 41% 37% 2022 2023 doel doel 2025 2030 Jaarlijkse productie van Responsible Investment-fondsen (in % van totale productie van nieuwe fondsen) 65% 48% 35% 2022 2023 doel 2030 Afbouw broeikasgasintensiteit Bedrijven in de verantwoorde fondsen (op basis van ton CO2e/miljoen dollar omzet, t.o.v. 2019) 75% 67% 50% 2022 2023 doel 2030 |
* De stijging van de broeikasgasemissies heeft te maken met een verandering van de emissie-intensiteit van één bedrijfsgroep. Deze bedrijfsgroep heeft een net zero-actieplan, dat wordt gebruikt in engagementgesprekken met de bedrijfsgroep om ondersteuning te kunnen bieden in hun transitiepad.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |
|---|---|---|---|
| DOELEN INZAKE ONZE EIGEN DIRECTE IMPACT | |||
| Eigen CO2 -emissies |
Reductie van eigen emissies van broeikasgassen, ten opzichte van 2015 |
Doel: afbouw met 80% tussen 2015 en 2030 en bereiken van volledige klimaatneutraliteit voor onze eigen voetafdruk vanaf eind 2021 door het verschil te compenseren. Resultaat 2015-2023: -68% incl. woon werkverkeer Net als de jaren voordien bereikten we in 2023 al nettoklimaatneutraliteit door onze resterende directe emissies te compenseren door de aankoop van carbon credits van kwaliteitsvolle klimaatprojecten. |
Reductie eigen broeikasgasemissies (in %, t.o.v. 2015, incl woon-werkverkeer) 80% 68% 68% 2022 2023 doel 2030 |
| De gegevens voor 2022 werden herrekend (meer informatie in het duurzaamheidsverslag). |
|||
| Eigen stroomverbruik uit hernieuwbare bronnen |
[Stroom uit hernieuwbare bronnen] / [totaal elektriciteitsverbruik] |
Doel: 100% groen tegen 2030 |
Eigen stroomverbruik uit hernieuwbare bronnen (in % van eigen elektriciteitsverbruik) 100% 100% 100% 100% |
| Resultaat 2023: 100% | 2021 2022 2023 doel 2030 |
Gelieve er rekening mee te houden dat onze klimaatdoelen gericht zijn op een convergentie met de doelen voor 2030 en 2050. Tussentijdse en kortetermijnfluctuaties in onze voortgang (metingen) kunnen niet worden uitgesloten gezien de vele onzekerheden met betrekking tot de klimaattransitie en de ontwikkelingen binnen de portefeuilles. Startwaarden voor 2021: zie Duurzaamheidsrapport. Gegevens betreffen de periode van 1 oktober [t-1] tot 30 september [t].

Energie: We willen in alle segmenten de decarbonisering van het energiesysteem ondersteunen door de financiering van bijkomende hernieuwbare energieproductiecapaciteit en het stimuleren van energie-efficiëntie. We steunen daarbij de energieplannen van de lokale overheden in onze kernlanden. Al die plannen moeten voldoen aan de regels van het Europese 'Fit for 55'-pakket en de ambities van de Green Deal. We zijn de toonaangevende bank in de financiering van offshore windenergieprojecten in België en actief in deze markt in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland.
Vastgoed: We bieden diverse producten aan om de meest energie-efficiënte woningen en energierenovatie financieel te ondersteunen en te stimuleren. Zo biedt KBC tariefkortingen aan op basis van de energiezuinigheid van woningen (gebaseerd op het EPC) of op leningen specifiek bedoeld voor energetische renovaties. Daarnaast wordt ook het Vlaamse renovatiekrediet met rentesubsidie aangeboden aan klanten. In onze andere kernlanden ondersteunen we eveneens de overgang naar energieefficiënte woningen door het aanbieden van hypothecaire en renovatieleningen tegen goede voorwaarden. Naast financiële stimulansen wil KBC klanten praktisch ontzorgen bij duurzame renovaties. Een voorbeeld hiervan is de participatie in de start-up Setle. Setle laat klanten toe om op een zo eenvoudig mogelijke manier een renovatieplan op te stellen met een inschatting van de renovatiekosten en de eventuele premies en subsidies. Daarnaast biedt KBC klanten ook de mogelijkheid om, in samenwerking met derde partijen, zonnepanelen te laten installeren (met of zonder thuisbatterij) of hun huis te laten isoleren.
Mobiliteit: We moedigen klanten aan om groenere vervoerskeuzes te maken, zoals gebruik van elektrische voertuigen, openbaar vervoer, fietsen of een combinatie daarvan. In sommige kernlanden biedt KBC al fietsleasing en fietsverzekeringen aan. Nieuwe diensten en gerichte prijszetting moeten de keuze voor alternatieve vormen van transport nog aantrekkelijker maken.
Landbouw: We informeren klanten en inspireren en ondersteunen hen bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen (methaan, distikstofmonoxide en CO2 ). We moedigen efficiëntieverbeteringen en investeringen in hernieuwbare energie aan en bieden bv. in Bulgarije en Hongarije een 'carbon footprint calculator' aan waarmee klanten inzicht krijgen in hun emissies.
Cement, staal, aluminium: Voor deze sectoren verwachten we dat nieuwe klanten transitieplannen hebben op het vlak van CO2 -reductie die voldoen aan de doelstellingen voor 2030 die KBC vooropstelt. We zullen ook de vooruitgang inzake decarboniseringsstrategieën van onze klanten actief opvolgen.
Fondsen die verantwoord beleggen: We vragen beleggers naar hun voorkeuren inzake duurzaamheid en houden daar rekening mee bij beleggingsadviezen. KBC Asset Management is aangesloten bij Climate Action 100+, een initiatief om de dialoog aan te gaan met bedrijven die aanzienlijke mogelijkheden hebben om de overgang naar schone energie te helpen verwezenlijken. Ons beleid inzake verantwoord beleggen staat onder toezicht van de onafhankelijke Responsible Investing Advisory Board, bestaande uit academici.
Eigen CO2 -emissies: De belangrijkste bronnen van onze directe CO2 -uitstoot zijn ons directe energieverbruik en transport. Voorbeelden van initiatieven om onze eigen milieuvoetafdruk te verminderen zijn de overstap naar 100% elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, het plaatsen van fotovoltaïsche panelen op eigen gebouwen, en de heroriëntering van het mobiliteitsbeleid voor onze medewerkers naar openbaar vervoer, fietsen en elektrische auto's.
Meer informatie in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com.
In het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's vindt u meer informatie over hoe we omgaan met klimaatgerelateerde risico's.
De Taxonomieverordening legt een EU-breed kader vast aan de hand waarvan investeerders en bedrijven kunnen beoordelen of bepaalde economische activiteiten ecologisch duurzaam zijn.
Om een economische activiteit als ecologisch duurzaam te bestempelen, worden vier controles uitgevoerd. De activiteit moet:
screeningcriteria voor 'geen ernstige afbreuk doen aan', zoals beschreven in de Gedelegeerde Verordeningen;
• worden uitgevoerd met inachtneming van minimale sociale en governance-waarborgen.
Een economische activiteit die voldoet aan die vier controles, wordt een op de taxonomie afgestemde activiteit genoemd ('taxonomy-aligned').
In de Taxonomieverordening zijn zes milieudoelstellingen vastgelegd:
Artikel 8 van de Taxonomieverordening schrijft voor dat ondernemingen die onder de niet-financiële rapporteringsrichtlijn (NFRD) vallen, in hun niet-financiële verklaring informatie opnemen over de wijze waarop en de mate waarin hun activiteiten verband houden met ecologisch duurzame economische activiteiten. De Gedelegeerde Verordening inzake Rapportering (Disclosure Delegated Act) specificeert de inhoud en de presentatie van te rapporteren informatie. Deze Disclosure Delegated Act (verder DDA) voert een gefaseerde aanpak in. Vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023 was de rapportering van financiële ondernemingen (in scope NFRD) beperkt tot eligibility voor taxonomie over klimaatmitigatie en klimaatadaptatie; vanaf 1 januari 2024 moet er over taxonomy-alignment gerapporteerd worden voor deze objectieven en over taxonomy-eligibility voor de vier overige milieudoelstellingen.
KBC Groep is een grote onderneming die krachtens de NFRD niet-financiële informatie moet publiceren, en is als dusdanig ook onderworpen aan de rapporteringsverplichtingen uit de DDA. De DDA bevat geen specifieke informatie over de rapportering voor een groep die verschillende soorten financiële ondernemingen omvat. Wel heeft de Europese Commissie aangegeven dat, als de moedermaatschappij een kredietinstelling is, alle prudentieel geconsolideerde entiteiten meegenomen moeten worden in de taxonomierapportering van die kredietinstelling. We passen dit principe ook toe aan de verzekeringskant en zullen dus rapporteren als kredietinstelling en als (her)verzekeringsonderneming. Gezien de verschillen in rapporteringsvereisten kunnen we geen geconsolideerd overzicht maken op niveau van KBC Groep.
We hebben de taxonomiecriteria in verschillende werkgroepen behandeld met vertegenwoordiging van de verschillende KBC-kernlanden en hebben de criteria met
betrekking tot de substantiële bijdrage aan milieuobjectieven opgenomen in ons jaarlijkse planningsproces. De werkgroepen werken op verschillende thema's, zoals verschillende vormen van groene kredietverlening en niet-levensverzekeringen gericht op klimaatadaptatie. We focussen niet enkel op de EUtaxonomie, maar volgen ook andere milieu-initiatieven van dichtbij op. Bij de ontwikkeling van bank- of verzekeringsproducten evalueren we het groene of duurzame karakter ervan op basis van de taxonomie of eventuele andere initiatieven. Daarnaast worden individuele kredietaanvragen die in aanmerking komen voor de taxonomie, grondig gescreend op de technische criteria en sociale minimumgaranties.
In deze derde rapportering blijft de beschikbaarheid van gegevens een uitdaging.
Daarom kiezen we er voor (zoals voorgesteld door het Platform on Sustainable Finance) om ook vrijwillige taxonomiepercentages te rapporteren in ons Duurzaamheidsverslag 2023 (op www.kbc.com), die gebaseerd zijn op benaderingen en op informatie die in de groep beschikbaar is. Waar nodig lichten we dat transparant toe. In de verdere bespreking in dit jaarverslag ligt de focus vooral op de verplichte rapportering.
EU-taxonomie – KBC als kredietinstelling Aansluiting Totale activa – Aligned activa (2023, in miljoenen euro)
86 078
GARactiva (teller) -4 174
Nieteligible 81 904
Eligible activa
-81 498
Nietaligned 406
Aligned activa
314 818
Totale activa -114 042
Uitgesloten van taxonomie
200 776
GARactiva (noemer) -20 777
Overige activa
-93 921
Niet-NFRD
We monitoren voortdurend de beschikbaarheid en kwaliteit van de gegevens en we doen het nodige om op dit vlak vooruitgang te boeken (zie de initiatieven beschreven in ons Duurzaamheidsverslag). We wijzen er uitdrukkelijk op dat als we elders in dit jaarverslag terminologie als 'groen' en 'duurzaam' gebruiken, die termen geenszins suggereren dat wat wij beschrijven al (volledig) is afgestemd op deze EU-taxonomie.
In deze rubriek worden alle activa in aanmerking genomen van de kredietinstellingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 4 (1), punt (1), van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (prudentiële vereisten voor kredietinstellingen). Zoals gedefinieerd in de DDA, moet de rapportering gebaseerd zijn op de prudentiële consolidatiescope van KBC Groep. Merk op dat die scope licht verschilt van de boekhoudkundige scope (zoals beschreven in Toelichting 6.5 van de Geconsolideerde jaarrekening).
De DDA schrijft een aantal gedetailleerde tabellen voor met betrekking tot kredietinstellingen. Die hebben we opgenomen in het hoofdstuk EU-taxonomie – detailtabellen in het deel Overige informatie van dit jaarverslag:
Die tabellen moeten steeds op twee manieren getoond worden, omdat de DDA voorschrijft dat berekeningen moeten gebeuren op basis van zowel omzet als CapEx-data van de tegenpartijen. In de bespreking hierna beperken we ons tot de data gebaseerd op omzet-KPI's van de tegenpartij.
Het verplichte eligibilitypercentage voor de activa van onze kredietinstellingen is 40,8%. Dat omvat de hypothecaire kredieten en autoleningen aan huishoudens net als de eligible blootstelling aan financiële en niet-financiële

(NFRD-plichtige) tegenpartijen, gebaseerd op beschikbare klanteninformatie. Het alignmentpercentage (GAR, groeneactivaratio) bedraagt 0,2%. Dat percentage is beperkt omwille van de gelimiteerde beschikbaarheid van data en de asymmetrische definitie van teller en noemer van de GAR. Zo zijn bedrijventegenpartijen in de teller beperkt tot NFRD-plichtige bedrijven, terwijl in de noemer ook niet NFRD-plichtige tegenpartijen opgenomen moeten worden. Daarnaast bevat de noemer nog een aantal andere activa die niet in aanmerking komen voor alignment, zoals derivaten, cash en goodwill.
In de grafiek tonen we de aansluiting van totale activa (zonder waardeverminderingen) en aligned activa (gebaseerd op omzet-KPI's van de tegenpartijen). Uitgesloten zijn de handelsportefeuille en bedragen met centrale banken en centrale overheden. In ons Duurzaamheidsverslag geven we extra informatie met betrekking tot de vrijwillige GAR, waar – bovenop de bovenstaande verplichte alignment – ook taxonomiealignment over niet-NFRD-plichtige bedrijven en SPV's en geschatte alignment over onze hypothecaire leningen aan huishoudens is opgenomen. Onze vrijwillige GAR bedraagt 2,1% (zelfde noemer als de verplichte GAR).
De alignmentpercentages voor blootstellingen buiten balanstelling bedragen 0,4% voor financiële garanties (ten opzichte van totale financiële garanties) en 0,9% voor activa onder beheer. Deze activa onder beheer omvatten het Direct beheerd geld van de klanten (zie Totaal beheerd vermogen in het glossarium) zonder overheidsobligaties; we werken met een ESG-dataprovider voor de taxonomiedata van de NFRD-tegenpartijen. Ook hier zijn de percentages beperkt gezien de gelimiteerde beschikbaarheid van data van onze tegenpartijen.
Dit deel omvat alle activiteiten van de verzekeringsondernemingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 13, punt (1), van Richtlijn 2009/138/EG, en van de herverzekeringsondernemingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 13, punt (4), van diezelfde richtlijn. De onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de verzekeringsconsolidatiekring van KBC.
Voor (her)verzekeringsactiviteiten zijn twee KPI's vereist: een met betrekking tot beleggingen en een met betrekking tot verzekeringsactiviteiten. De DDA bepaalt de vereiste rapporteringstabellen. We hebben die tabellen opgenomen in het hoofdstuk EU-taxonomie – detailtabellen in het deel Overige informatie van dit jaarverslag:
De tabellen in verband met beleggingen moeten steeds op twee manieren getoond worden, omdat de DDA voorschrijft dat berekeningen moeten gebeuren op basis van zowel omzet als CapEx-data van de tegenpartijen. In de bespreking hierna beperken we ons tot de data gebaseerd op omzet-KPI's van de tegenpartij.
De percentages over de verzekeringsactiviteiten worden uitgedrukt ten opzichte van de brutopremies van schadeverzekeringen en hangen niet af van de informatie die we van onze tegenpartijen moeten ontvangen, maar zijn volledig bepaald op basis van de gedekte gevaren, zoals voorgeschreven in de Gedelegeerde Klimaatverordening. De eligible premies geven het deel van de brutopremies weer
gelinkt aan het klimaatrisico (nietlevensverzekeringsactiviteiten 'overige motorrijtuigenverzekeringen' en 'verzekeringen tegen brand en andere schade aan goederen') zoals bepaald in de DDA. Het eligibilitypercentage ligt substantieel lager dan het percentage gepubliceerd in de vorige jaren, aangezien we op dat moment de volledige brutopremies opnamen van deze twee niet-levensverzekeringsactiviteiten (in lijn met aanbevelingen van Insurance Europe); het verplichte eligibilitypercentage voor verzekeringsactiviteiten bedraagt 14,3% (13,8% in 2022, herberekend volgens huidige methodologie). Het alignmentpercentage bedraagt 6,6%, en is enkel gelinkt aan verzekeringen tegen brand en andere schade van goederen in België. In de volgende jaren zullen we verderwerken aan het aligneren van ons verzekeringsaanbod met de taxonomiecriteria in al onze andere kernlanden.
In de grafiek tonen we de aansluiting van de totale verzekeringspremies en de aligned premies.

EU-taxonomie – KBC als (her)verzekeringsonderneming
Beleggingen omvatten alle directe en indirecte beleggingen van de verzekeraars met inbegrip van leningen, voorschotten en gebouwen. Het verplichte eligibilitypercentage met betrekking tot beleggingen is 8,5%. Dat omvat onder meer de eligible blootstelling aan financiële en niet-financiële (NFRD-plichtige) tegenpartijen en een aantal leningen (onder meer een overgenomen portefeuille hypotheekleningen van KBC Bank). Het alignmentpercentage (GIR, groene-investeringsratio) bedraagt 0,5%. De beleggingen worden voornamelijk beheerd door KBC Asset Management, waar gewerkt wordt met een externe dataprovider voor de taxonomiedata.
In de grafiek tonen we de aansluiting van totale activa met aligned beleggingen. Uitgesloten zijn onder andere bedragen met centrale banken en centrale overheden.

EU-taxonomie – KBC als (her)verzekeringsonderneming Aansluiting Totale activa –
We nemen onze verantwoordelijkheid om mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en arbeidsrechten in de hele groep te respecteren. We verbinden ons tot het naleven van de letter en de geest van: (i) de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens; (ii) de principes inzake fundamentele rechten vastgelegd in de acht kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie en uiteengezet in de Verklaring inzake de fundamentele principes en rechten op het werk, (iii) de VN-Verklaring over de rechten van inheemse volkeren, (iv) de OECD Guidelines for Multinational Enterprises on Responsible Business Conduct en (v) de Britse wet over moderne slavernij, waarvoor KBC sinds 2017 een verklaring over moderne slavernij publiceert. Daarnaast zijn we sinds 2006 lid van de UN Global Compact en hebben we de tien principes over mensenrechten, arbeid, milieu en anticorruptie opgenomen in onze beleidslijnen, zodat ze toegepast worden in al onze activiteiten. We rapporteren transparant over de vorderingen die we hebben geboekt bij de implementatie van deze principes. Deze informatie is beschikbaar op de website van UN Global Compact. Vanzelfsprekend volgen we de lokale wetgeving, regels en voorschriften die gelden in de landen waar we actief zijn, en respecteren we de internationale en regionale mensenrechtenverdragen die internationaal erkende normen bevatten waaraan het bedrijfsleven zich moet houden.
Om ons mensenrechtenbeleid, zoals omschreven in de KBC Group Policy on Human Rights, op te volgen, gebruiken we het UN Guiding Principles Reporting Framework van de VN. Ons mensenrechtenbeleid is van toepassing op onze activiteiten (klanten en leveranciers) en ook op onze eigen bedrijfsvoering (medewerkers).
KBC beschouwt voor zijn medewerkers het recht op vrijheid van vereniging, het recht op collectieve onderhandeling, het recht op een gezonde en veilige werkplek en het recht op vrijwaring van discriminatie als fundamenteel. We zetten ons dan ook ten volle in om de mensenrechten van onze medewerkers te respecteren en te handhaven. Daarnaast verwachten we ook van onze medewerkers dat ze de mensenrechten toepassen en respecteren tijdens hun activiteiten. Die principes lichten we toe in de KBC-Gedragslijn voor de groep en de KBC-beleidslijn Diversiteit en inclusie (op www.kbc.com). In al onze kernlanden zijn er strikte nationale en internationale wetten en regelgeving voor de bescherming van de mensenrechten. We verwachten van onze medewerkers dat ze handelen volgens de regelgeving en dat ze zich verantwoord gedragen in alles wat ze doen. We hebben bovendien specifieke procedures om de naleving te waarborgen en om klachten te behandelen, waaronder het beleid voor de bescherming van klokkenluiders.
Onze leveranciers zijn een belangrijke stakeholder in onze waardeketen. We werken dan ook nauw samen met hen. Onze strikte regels en kaders rond inkoop-, verkoop- en uitbestedingsactiviteiten bij leveranciers zijn samengevat in de KBC Code of Conduct for Suppliers en zijn van toepassing in al onze kernlanden. We hebben onze gedragslijn voor leveranciers vertaald naar een interne procedure in de vorm van een stappenplan, waarmee onze aankoopafdeling aan de slag kan. Leveranciers waarmee we samenwerken, worden gescreend met de KBC-Blacklist, de lijst met controversiële bedrijven waarmee KBC geen zaken wil doen. Verder doen we een beroep op de World-Check-lijst en op een gestandaardiseerde vragenlijst (over mensenrechten, arbeid, milieu en corruptiebestrijding) voor het screenen van onze belangrijkste leveranciers. Leveranciers die aan onze verwachtingen voldoen, krijgen een positieve evaluatie en ondertekenen de KBC Sustainability Code of Conduct for Suppliers. Als er tijdens de contractuele periode inbreuken worden vastgesteld die niet binnen een redelijke termijn fundamenteel kunnen worden opgelost, beëindigen we de overeenkomst.
Van onze klanten verwachten we als minimale norm dat ze de lokale en internationale wetten en regels respecteren. Dat wordt gecontroleerd door onze afdeling Compliance. Verder passen we in al onze dagelijkse activiteiten de KBC Group Policy on Blacklisted Companies, de KBC Group Human Rights Policy en de KBC Group Policy on Controversial Regimes toe. Het betreft bedrijven en landen die geheel of gedeeltelijk worden uitgesloten op basis van betrokkenheid bij onder meer een ernstige vorm van schending van de mensenrechten en de betrokkenheid bij controversiële wapensystemen. We besteden ook veel aandacht aan privacy en gegevensbescherming en volgen de naleving ervan nauw op. Waar relevant vragen we aan onze klanten om aan te tonen dat ze voldoen aan bepaalde beleidslijnen en de standaarden voor hun sector, waarbij respect voor mensenrechten een belangrijk aspect is. We hebben een specifiek due diligence-proces ontwikkeld voor kredieten, verzekeringsactiviteiten en adviesdiensten. Dat omvat ook procedures voor het geval dat er inbreuken vastgesteld worden, zoals uitsluiting van bedrijven voor al onze activiteiten, het toepassen van een exitstrategie of speciale voorwaarden op bestaande kredieten of verzekeringen. In geval van twijfel wordt er advies van de directie Group Corporate Sustainability of van experten in de kernlanden ingewonnen. Ook onze investeringsactiviteiten (vermogensbeheer en eigen beleggingen) ondergaan een interne screening. Fondsen die verantwoord beleggen, worden bovendien onderworpen aan bijkomende controles en normen.
Voor internationale projectfinancieringen gelden de Equator Principles. De deelnemende financiële instellingen bepalen, beoordelen en beheren daarmee de ecologische en sociale risico's bij projectfinanciering.
Door de strikte toepassing van deze duurzaamheidregels waken we over het reputatie- en financiële risico als gevolg van een mogelijke schending van de mensenrechten en andere controversiële kwesties in onze kernactiviteiten. Zie ook het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Bedrijfs- en strategisch risico. U vindt onze richtlijnen over mensenrechten, blacklists en dergelijke op www.kbc.com.
| Indicatoren in verband met mensenrechten, KBC-groep | 2022 | |
|---|---|---|
| Klanten | ||
| Projectfinancieringen (en projectgerelateerde bedrijfsleningen) onderworpen aan de Equator Principles (categorie A/B/C)1 |
0/6/15 | 0/3/21 |
| Aantal adviezen van de experten in de kernlanden en afdeling Corporate Sustainability over ESG-dos siers (positief advies / positief onder strikte voorwaarden / negatief advies) |
221/42/55 | 177/45/48 |
| Leveranciers | ||
| Aandeel leveranciers die de Code of Conduct for Suppliers hebben ondertekend2 | 75% | – |
1 Categorie A: projecten met potentieel significante negatieve milieu- en sociale impact en/of ernstige gevolgen; categorie B: projecten met potentieel beperkte negatieve milieu- en sociale impact en/of gevolgen die minder ernstig zijn; categorie C: risico's die als minimaal worden beschouwd en projecten die in het land van uitvoering aan de wettelijke voorschriften voldoen.
2 Nieuwe methodologie vanaf 2023: zie Duurzaamheidsrapport op www.kbc.com.
.

Het beheren van risico's maakt volledig deel uit van onze strategie en ons besluitvormingsproces.

Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep zijn blootgesteld aan risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen voor onze groep. Die beschrijven we in het deel Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? Daarnaast zijn we als bank-verzekeraar blootgesteld aan typische risico's voor de sector. Een overzicht daarvan vindt u in de tabel. De omschrijving van elke risicosoort vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
| Typische risico's voor de sector | Hoe gaan we daarmee om? |
|---|---|
| Kredietrisico | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Boeken van waardeverminderingen, nemen van risicobeperkende maatregelen, optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel, rapportering, stresstesting, enz. • Limietsystemen om concentratierisico binnen de kredietportefeuille te beheersen, enz. |
| Marktrisico van niet-tradingactiviteiten | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Basis-Point-Value (BPV), gevoeligheid van de Net Interest Income, sensitiviteit per risicotype, stresstests, limietopvolging voor cruciale indicatoren, enz. |
| Niet-financiële risico's (operationeel risico, compliancerisico, reputatierisico, bedrijfsrisico, strategisch risico) |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Group key controls, Risicoscans, Key Risk Indicators, enz. • Risicoscans en opvolging van risicosignalen • Strikt acceptatiebeleid, stresstests, monitoring, enz. |
| Marktrisico van tradingactiviteiten | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Historical VaR-methode, BPV- en basisrisicolimieten, greeks en scenariolimieten voor producten met opties, stresstests, enz. |
| Liquiditeitsrisico | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Opstellen en testen van noodplannen voor het beheersen van een liquiditeitscrisis • Liquiditeitsstresstests, beheer van financieringsstructuur, enz. |
| Verzekeringstechnische risico's | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid, enz. |
| Klimaat- en andere ESG-risico's | • Deze risico's zijn geïntegreerd in de bestaande risicobeheerskaders (zie hierboven). |

Naast de uitgebreide opvolging van risico-indicatoren (zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?) volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit op aan de hand van een aantal ratio's. De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel verderop.
Ons dividendbeleid houdt het volgende in:
Aandeleninkoopprogramma 2023-2024: zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
Dividenduitkeringsratio: zie deel Overige informatie, onder Verkorte vennootschappelijke jaarrekening.
| Regulatoire en eigen |
|||
|---|---|---|---|
| ratio's | Wat? | Doel en resultaat | |
| Common equity ratio |
[Common equity tier 1-kapitaal] / [totaal gewogen risicovolume]. De berekening is fully loaded en volgens de Deense compromismethode. |
Overall capital requirement: 10,92% (zie hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?) Elk jaar beslist de Raad van Bestuur over het uitkeren aan de aandeelhouders van het kapitaal dat een fully loaded common equity ratio van 15,0% overstijgt (het surpluskapitaal).* Resultaat in 2023: 15,2% |
Common equity ratio (fully loaded, Deense Compomismethode) 15,5% 15,3% 15,2% 15,0% 10,92% 2021 2022 2023 OCR voor bepaling surplus kapitaal |
| MREL-ratio | [Eigen middelen en in aanmerking komende passiva] / [Totale risicogewogen activa (RWA)] en [Eigen middelen en in aanmerking komende passiva] / [Leverage ratio exposure amount (LRE)] |
Reglementair minimum: 28,30% van RWA (2024) en 7,38% van LRE (2024) Resultaat in 2023: 30,7% van RWA en 10,4% van LRE |
MREL-ratio 30,7% 27,5% 28,3% 27,7% 9,9% 8,7% 10,4% 7,4% 2021 2022 2023 Regl. 2021 2022 2023 Regl. minimum minimum 2024 2024 in % van RWA in % van LRE |
| Netto stabiele financierings ratio, NSFR |
[Beschikbaar bedrag stabiele financiering] / [vereist bedrag stabiele financiering] |
Reglementair minimum: 100% Resultaat in 2023: 136% |
NSFR 148% 136% 136% 100% 2021 2022 2023 Reglementair minimum |
| Liquiditeits dekkingsratio, LCR |
[Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalenderdagen] |
Reglementair minimum: 100% Resultaat in 2023: 159% |
LCR 167% 159% 152% 100% 2021 2022 2023 Reglementair minimum |
* In 2023 werd bovendien een inkoop van eigen aandelen ter waarde van 1,3 miljard euro gelanceerd. Zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal?

| Nettorente-inkomsten 5 473 Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering 2 679 Niet-leven 2 280 Leven 399 Dividendinkomsten 59 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeverande 322 ringen in de winst-en-verliesrekening1 Nettoprovisie-inkomsten 2 349 Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) -313 Overige netto-inkomsten 656 Totale opbrengsten 11 224 Exploitatiekosten (excl. rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten) -4 616 Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen -4 438 Totale bank- en verzekeringsheffingen -687 Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 509 Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering -2 120 Waarvan betaalde verzekeringsprovisies -340 Niet-leven -1 870 Leven -251 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -90 Bijzondere waardeverminderingen -215 waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other 16 comprehensive income2 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures -4 Resultaat vóór belastingen 4 179 Belastingen -778 Resultaat na belastingen 3 401 Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen -1 Resultaat na belastingen, groepsaandeel 3 402 Rendement op eigen vermogen 16%3 Resultaat na belastingen op gemiddeld balanstotaal 1,0% Kosten-inkomstenratio groep (excl. bank- en verzekeringsheffingen) 43% Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten 87% Kredietkostenratio bankieren 0,00% |
Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|
| 5 162 | |||
| 2 423 | |||
| 2 050 | |||
| 373 | |||
| 59 | |||
| 252 | |||
| 2 218 | |||
| -96 | |||
| 16 | |||
| 10 035 | |||
| -4 327 | |||
| -4 159 | |||
| -646 | |||
| 478 | |||
| -1 908 | |||
| -308 | |||
| -1 733 | |||
| -174 | |||
| -20 | |||
| -282 | |||
| -154 | |||
| -10 | |||
| 3 488 | |||
| -670 | |||
| 2 818 | |||
| 0 | |||
| 2 818 | |||
| 13% | |||
| 0,8% | |||
| 45% | |||
| 87% | |||
| 0,08% |
1 Ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd.
2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.
3 Zonder eenmalige en niet-operationele elementen: 15%.
| Kerncijfers geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit, KBC-groep (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Balanstotaal | 346 921 | 354 545 |
| Leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) | 183 613 | 178 053 |
| Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) | 73 696 | 67 160 |
| Deposito's van klanten (zonder schuldpapier en repo's) | 216 423 | 224 407 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 30 245 | 28 184 |
| Totaal eigen vermogen | 24 260 | 21 819 |
| Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded) | 15,2% | 15,3% |
| Liquiditeitsdekkingsratio (LCR) | 159% | 152% |
| Netto stabiele financieringsratio (NSFR) | 136% | 136% |
gewijzigd en/of geherdefinieerd. Alle wijzigingen werden met terugwerkende kracht toegepast voor 2022, zoals vereist door IFRS 17. Zie het persbericht van 18 april 2023 op www.kbc.com en Toelichting 1.5 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Onze nettorente-inkomsten bedroegen 5 473 miljoen euro in 2023, 6% meer dan in het jaar voordien. Dat was vooral toe te schrijven aan een veel hoger commercieel
transformatieresultaat (dankzij de hogere
herbeleggingsrente), de consolidatie van de overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria (een half jaar in de resultaten van 2022, een vol jaar in 2023) en toegenomen rente-inkomsten m.b.t. termijndeposito's. Dat werd deels tenietgedaan door onder meer het negatieve effect van de uitstroom van deposito's naar de Belgische eenjarige staatsbon, een hogere vergoeding voor spaarrekeningen in sommige kernlanden, het lagere resultaat uit de kredietportefeuille (lagere marges op de uitstaande kredietportefeuille in de meeste kernmarkten, ondanks volumegroei), de verkoop van de Ierse portefeuilles in februari 2023, de hogere kost van de financiering van participaties en wholesalefinanciering (deels door het wegvallen van TLTRO-gerelateerde opbrengsten), de lagere rente van inflatiegerelateerde obligaties en de wijziging in de vergoeding met betrekking tot minimaal vereiste reserves aangehouden bij diverse centrale banken in onze kernlanden.
Onze leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) bedroegen 184 miljard euro en stegen op organische basis met 3%, met een toename van 2% in divisie België, 5% in divisie Tsjechië en 9% in divisie Internationale Markten (met sterke groei in elk van de drie landen). Ons totale depositovolume (deposito's van klanten zonder schuldpapier en repo's) bedroeg 216 miljard euro en daalde op organische basis met 3% (of 2%, wanneer de deposito's in de buitenlandse kantoren van KBC Bank, die worden gedreven door kortetermijn cash-managementopportuniteiten,
worden uitgesloten), met een daling van 7% in divisie België, een stijging van 5% in divisie Tsjechië en een stijging van 5% in divisie Internationale Markten (dankzij Slowakije en Bulgarije). De depositodaling in België had deels te maken met de rechtstreekse deposito-uitstroom (ruwweg 5,7 miljard euro) naar aanleiding van de uitgifte van een éénjarige staatsbon in augustus 2023.
De nettorentemarge van onze bankactiviteiten kwam uit op 2,05%, tegen 1,96% het jaar voordien. De nettorentemarge bedroeg 1,94% in divisie België, 2,30% in divisie Tsjechië en 3,26% in divisie Internationale Markten.
Onze nettoprovisie-inkomsten bedroegen 2 349 miljoen euro in 2023, een aangroei van 6% ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat is dankzij hogere vergoedingen voor onze assetmanagementdiensten (vooral de
beheersvergoedingen) en hogere vergoedingen voor onze bankdiensten. Dat laatste betrof vooral hogere
vergoedingen m.b.t. betalingsverkeer, netwerkinkomsten en effecten en was bovendien begunstigd door de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria en ontvangen provisies op de verkoop van de staatsbon in België.
Eind 2023 bedroeg ons totale beheerde vermogen ongeveer 244 miljard euro. Dat is 19% meer dan een jaar eerder, door hogere activaprijzen (+10 procentpunten), in combinatie met een netto-instroom (+9 procentpunten). Het grootste deel van ons totale beheerde vermogen eind 2023 heeft betrekking op de divisies België (218 miljard euro) en Tsjechië (17 miljard euro).
Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering – lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering; deze laatste twee posten maken geen deel uit van de totale opbrengsten) bedroeg 469 miljoen euro. Daarvan had 323 miljoen euro betrekking op schadeverzekeringen, 9% meer dan het jaar voordien, waarbij de hogere verzekeringsinkomsten de gestegen lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten en het lagere herverzekeringsresultaat meer dan compenseerden. Zo'n 146 miljoen euro had betrekking op levensverzekeringen, 26% minder ten opzichte van het jaar voordien (omdat 2022 positief was beïnvloed door een terugname van verliescomponenten, zie Toelichting 3.6.1 in het deel Geconsolideerde Jaarrekening), waarbij gestegen lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten de hogere verzekeringsinkomsten meer dan compenseerden. De verkoop van schadeverzekeringen bedroeg 2 351 miljoen euro en steeg 12% jaar-op-jaar, met groei in nagenoeg alle landen en takken, door een combinatie van volume- en tariefstijgingen. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen kwam uit op een uitstekende 87%, ongeveer hetzelfde niveau als in 2022. De verkoop van levensverzekeringsproducten bedroeg 2 328 miljoen euro,
een stijging met 12% ten opzichte van 2022, dankzij een gestegen verkoop van tak 23-producten, vooral in België. In totaal bedroeg het aandeel van tak 21-producten en tak 23-producten in onze totale verkoop van levensverzekeringen in 2023 respectievelijk 42% en 52%, waarbij de rest bestond uit hybride producten (voornamelijk in Tsjechië).

De andere inkomsten bedroegen samen 724 miljoen euro, tegenover 232 miljoen euro in het jaar voordien. Het cijfer voor 2023 omvat 322 miljoen euro trading- en reëlewaarderesultaat, een stijging tegenover de 252 miljoen euro van het jaar voordien, dankzij gestegen dealingroominkomsten en een hoger resultaat van beleggingen m.b.t. tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17 (met tegengestelde beweging in verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, die -313 miljoen euro bedroegen eind 2023, tegenover -96 miljoen euro het jaar voordien), ondanks de negatieve verandering in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer en in de marktwaardeaanpassingen (xVA). De dividendinkomsten bedroegen 59 miljoen euro, nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van het jaar voordien. De overige netto-inkomsten bedroegen 656 miljoen euro. Dat laatste is 639 miljoen euro meer dan het jaar voordien, vooral door de positieve impact van de afronding van de verkoop van de Ierse portefeuilles in februari 2023 (+0,4 miljard euro), gecombineerd met het feit dat het cijfer voor 2022 negatief was beïnvloed door de uitspraak in de arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding in Tsjechië in februari 2023 (-0,15 miljard euro; zie verder in Toelichting 3.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).
Onze exploitatiekosten exclusief diegene die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan verzekeringscontracten bedroegen 4 616 miljoen euro. Inclusief rechtstreeks aan verzekeringscontracten toerekenbare kosten bedroegen ze 5 125 miljoen euro in 2023. Ze omvatten 687 miljoen euro aan bank- en verzekeringsheffingen, een verdere stijging met 6% op een jaar tijd. De kosten zonder bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 4 438 miljoen euro en stegen met 7%. Dat heeft vooral te maken met de inflatiegebonden druk op de lonen, hogere ICT- en facilitaire uitgaven (voornamelijk gestegen energiekosten), en het consolidatie-effect van Raiffeisenbank Bulgaria, slechts deels gecompenseerd door het positieve effect van de verkoop van de Ierse portefeuilles. De kosten-inkomstenratio zonder de bank- en
verzekeringsheffingen bedroeg 43% in 2023, tegenover 45% het jaar voordien. De kosten-inkomstenratio inclusief de bank- en verzekeringsheffingen maar zonder de uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen (meer uitleg in het glossarium achteraan in dit jaarverslag) bedroeg 49%, tegenover eveneens 49% het jaar voordien.
Onze totale waardeverminderingen (voor kredieten en voor andere activa samen) bedroegen 215 miljoen euro in 2023. Dat omvat een nettoterugname van waardeverminderingen voor kredieten van 16 miljoen euro, tegenover een nettotoename van 154 miljoen euro het jaar voordien. Het cijfer voor 2023 omvat een toename van waardeverminderingen voor de kredietportefeuille (139 miljoen euro) en een terugname van een deel van de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's (155 miljoen euro, zie Toelichting 3.9 in het deel Geconsolideerde jaarrekening). Daardoor bedroeg de resterende reserve voor geopolitieke en opkomende risico's (bedoeld om de directe en indirecte gevolgen op de kredietportefeuille van oorlogen, zoals in Oekraïne, andere geopolitieke onzekerheden en opkomende risico's en economische risico's, zoals hogere rente en inflatie, op te vangen) nog 256 miljoen euro per eind 2023.
Voor de hele groep bedroeg de kredietkostenratio 0,00% voor 2023 (0,07% zonder de wijziging in de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's), tegenover 0,08% voor heel 2022 (0,00% zonder de wijzigingen in de reserves voor geopolitieke en opkomende risico's en voor de coronacrisis). Op 31 december 2023 vertegenwoordigden de (stage 3) impaired kredieten (zie Glossarium) 2,1% van onze kredietportefeuille, tegenover eveneens 2,1% het jaar voordien. Het aandeel van de impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroeg 1,0%, tegenover 1,1% het jaar voordien.
De andere waardeverminderingen bedroegen in 2023 231 miljoen euro, tegenover 128 miljoen euro in 2022. In 2023 ging het onder meer over waardeverminderingen in verband met de goodwill op een dochtermaatschappij van ČSOB in Tsjechië, de verlenging van de rentecapregeling in Hongarije, software en materiële vaste activa in Ierland in verband met de verkoopovereenkomst. In 2022 betrof het vooral waardeverminderingen m.b.t. software, de rentecapregeling in Hongarije en vaste activa in Ierland.

De belastingen bedroegen 778 miljoen euro in 2023, tegenover 670 miljoen euro het jaar voordien. Naast belastingen betaalden we ook nog de speciale bank- en verzekeringsheffingen. Die bedroegen 687 miljoen euro, tegenover 646 miljoen euro het jaar voordien, en zijn inbegrepen bij de post Exploitatiekosten.

De kernactiviteit van ons bankbedrijf bestaat erin deposito's aan te trekken en daarmee kredieten te verstrekken. Dat verklaart het belang van de Leningen en voorschotten aan klanten aan de actiefzijde van onze balans, met 184 miljard euro (zonder reverse repo's) eind 2023. Die leningen en voorschotten aan klanten stegen op organische basis met 3%, met een groei van 2% in divisie België, 5% in divisie Tsjechië en 9% in divisie Internationale Markten (met groei in alle landen). De belangrijkste kredietproducten op groepsniveau blijven de termijnkredieten met 86 miljard euro (+3%) en de woningkredieten met 75 miljard euro (+2%).
Aan de passiefzijde daalden onze klantendeposito's (zonder schuldpapier en repo's) op organische basis met 3% tot 216 miljard euro. Dat omvatte een daling van 7% in divisie België (vooral door de uitstroom als gevolg van de uitgifte van een eenjarige staatsbon in België), een groei van 5% in divisie Tsjechië en een groei van 5% in divisie Internationale Markten. De voornaamste depositoproducten op groepsniveau blijven de zichtdeposito's met 108 miljard euro (-14%), de spaarrekeningen met 71 miljard euro (-8%) en de termijndeposito's met 38 miljard euro (+70%). Uitgegeven schuldpapier was goed voor 43 miljard euro, 52% meer dan een jaar voordien. Meer informatie vindt u in Toelichting 4.1 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
We houden ook een portefeuille met waardepapieren aan, bij de bank en bij de verzekeraar (en daar vooral als belegging in het kader van de levensverzekeringen). Eind 2023 bedroeg die effectenportefeuille 74 miljard euro, ruwweg 10% meer dan het jaar voordien. De effectenportefeuille bestond voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties. Eind 2023 had 83% van die obligaties betrekking op overheden, met als belangrijkste Tsjechië, België, Frankrijk, Slowakije en Hongarije. U vindt een overzicht in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
De andere belangrijke posten aan de actiefzijde van de balans waren de leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (3 miljard euro, 35% lager dan het jaar voordien, onder meer door lagere volumes in collateral management in België en een verschuiving naar tegoeden bij centrale banken in Hongarije), reverse repo's (26 miljard euro, 26% hoger dan het jaar voordien), derivaten (5 miljard euro positieve marktwaarde, 28% minder dan het jaar voordien, voornamelijk door een afname bij de rentecontracten), beleggingscontracten van (tak 23-)verzekeringen (14 miljard euro, 12% hoger jaar-op-jaar, deels gerelateerd aan de gunstige marktomstandigheden) en geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij

Eigen vermogen
kredietinstellingen (35 miljard euro, 33% lager dan het jaar voordien, onder meer gerelateerd aan de gedeeltelijke terugbetaling van de TLTRO III en de uitstroom van deposito's door de uitgifte van de staatsbon in België).
Bij de andere belangrijke posten aan de passiefzijde van de balans vermelden we de verplichtingen uit verzekeringscontracten en de schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 30 miljard euro, 7% meer dan het jaar voordien), repo's (5 miljard euro, de helft lager dan het jaar voordien), derivaten (6 miljard euro negatieve marktwaarde, 31% lager dan het jaar voordien, door een afname bij de rentecontracten en bij de valutacontracten) en deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (15 miljard euro, 40% lager jaar-op-jaar, onder meer door een gedeeltelijke terugbetaling van de TLTRO III).
De daling in de posten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten (nagenoeg nihil op 31 december 2023, tegenover 8 miljard euro een jaar eerder) en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten (nihil op 31 december 2023, tegenover 2 miljard euro een jaar eerder) heeft te maken met de finalisatie van de verkoop van Ierse krediet- en depositoportefeuilles in februari 2023 (zie Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).
Op 31 december 2023 bedroeg ons totale eigen vermogen 24,3 miljard euro. Dat bestond uit 22,0 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 2,3 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg in 2023 met 2,4 miljard euro. Dat was toe te schrijven aan het gecombineerde effect van een aantal elementen, waaronder de winst van het boekjaar (+3,4 miljard euro), de uitkering van het slotdividend in mei en het interim-dividend in november (samen -1,7 miljard euro), een stijging van de herwaarderingsreserves (+0,5 miljard euro), de aandeleninkoop (-0,5 miljard euro), de uitgifte van nieuwe additional tier 1-instrumenten in september (+0,75 miljard euro) en een aantal minder belangrijke posten. Meer details vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
Op 31 december 2023 bedroeg onze common equity ratio (Basel III, volgens de Deense compromismethode) 15,2% (fully loaded), tegenover 15,3% het jaar voordien. De ratio in 2023 bevat de invloed van het volledige aandeleninkoopplan van 1,3 miljard euro en van de verhoogde kapitaalvereisten van de ECB als gevolg van modelherzieningen. Gedetailleerde berekeningen van onze solvabiliteitsindicatoren vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? De liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 159% en een NSFR-ratio van 136%.
KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en hun Belgische dochtervennootschappen, zoals CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep en KBC Securities.


Divisie Internationale Markten
Divisie Internationale Markten
Overige
Overige
Divisie Internationale Markten
Overige
De Belgische economie toonde in 2023 heel wat veerkracht en heeft de energiecrisis van een jaar eerder al bij al goed verteerd. De kwartaalgroei veerde bij het jaarbegin op en bleef het hele jaar door relatief stevig. Per saldo werd in 2023 nog een behoorlijke jaargroei van 1,5% opgetekend. Dat was te danken aan zowel de particuliere consumptie, gesteund door de automatische loonindexatie en een robuuste arbeidsmarkt, als de bedrijfsinvesteringen, terwijl de netto-uitvoer op de groei woog. Het ondernemersvertrouwen daalde in de loop van het jaar door de verzwakking van de internationale handel, de hoge financieringskosten en de grote onzekerheid. Vooral de industrie kampte met een toenemend vraagtekort. De hoge rente remde de woninginvesteringen van de huishoudens af, waarbij de hypotheekvraag terugviel tot het laagste niveau sinds 2007. De activiteit op de woningmarkt koelde fel af, maar de woningprijzen bleven met een gemiddelde stijging van 2% verrassend veerkrachtig.
De netto-jobcreatie verzwakte in 2023, maar bleef positief. Op het einde van het jaar lag de werkgelegenheid bijna 1% hoger dan een jaar eerder. De werkloosheidsgraad bleef vrij stabiel tussen 5,5 en 6,0%. De vacaturegraad topte af, maar blijft wijzen op arbeidskrapte. De inflatie, gemeten volgens de geharmoniseerde index, liep door de kelderende energie-inflatie fel terug en belandde eind 2023 zelfs in negatief territorium. Het gemiddelde inflatiecijfer voor heel 2023 bedroeg 2,3%. De kerninflatie viel ook terug, maar bleef met circa 5% op het jaareinde wel nog erg hoog. De Belgische OLO-rente op 10 jaar steeg van circa 3,16% eind
december 2022 naar 3,60% in oktober 2023, maar viel naar het jaareinde toe terug tot 2,60%. De rentespread met de overeenstemmende Duitse Bund lag nagenoeg het hele jaar tussen 55 en 75 basispunten. Na de dalingen in 2021 en 2022 namen het tekort en de schuld van de Belgische overheid in 2023 opnieuw toe tot respectievelijk 4,6% en 105,8% van het bbp.
Verwachte bbp-groei in 2024 en 2025: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.
beleggingsbank (Spaargids.be)




We bleven ook in 2023 sterk investeren in de uitbouw van onze digitale systemen, met de nadruk op oplossingen die het leven van onze klanten gemakkelijker maken. Het belangrijkste feit in 2023 was de verdere
ontwikkeling van Kate, onze digitale assistent. Met Kate helpen we onze klanten om tijd te besparen en ook geld te verdienen. De verdere ontwikkeling van Kate Coins speelt daarbij een essentiële rol. U vindt meer over Kate en de Kate Coins in het hoofdstuk De klant staat centraal in
onze bedrijfscultuur. Naast de continue uitbreiding van onze bancaire en verzekeringstoepassingen voegden we in de laatste jaren ook talrijke niet-bancaire toepassingen toe aan ons aanbod, zoals de mogelijkheid om in KBC Mobile financieeleconomisch nieuws te ontvangen, een parkeerplaats te betalen of tickets voor openbaar vervoer te kopen (in 2023 werden zo meer dan 4 miljoen tickets verkocht), stortingen voor goede doelen uit te voeren, via Kate een afspraak te maken bij KBC, een nieuwe woning te zoeken, enzovoort. KBC ontwikkelde ook, in samenwerking met Hogeschool West-Vlaanderen, de allereerste digitale studentenkaart, conform de nieuwe Europese identiteit- en datastandaarden. Die kaart kan worden opgeslagen in KBC Mobile. In KBC Mobile vindt u nu ook een overzicht van uw Kate Coins, hoe u Kate Coins kunt verdienen en waar u ermee terecht kunt. Eind 2023 bedroeg het aantal gebruikers van onze mobiele app al bijna 1,9 miljoen, een verdere stijging met 10% op één jaar tijd. Voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten zijn er uiteraard experts beschikbaar in onze kantoren of bij KBC Live. Net dankzij het succes van onze digitale aanpak kunnen we tegelijk ook meer tijd vrijmaken om meer klanten nog beter te adviseren. Daarom investeren we ook in een grotere toegankelijkheid van onze experts en hebben we sinds vorig jaar het aantal kantoren voor private en commercial banking sterk uitgebreid. We bekijken ook continu hoe we onze bereikbaarheid nog verder kunnen optimaliseren. Zo hebben we, na een succesvolle testfase in West-Vlaanderen, in maart 2023 beslist om het experiment met dienstverlening aan huis (de KBC-Belmobiel) verder uit te rollen over heel Vlaanderen. Niet-mobiele en minder digitale particuliere klanten voor wie een kantoorbezoek en PC- of mobiel bankieren geen evidentie zijn, kunnen op hun verzoek en enkel op afspraak aan huis bezocht worden door een ervaren KBC-medewerker. Op die manier garandeert KBC een fijnmazige lokale aanwezigheid, ook in gebieden waar geen KBC-bankkantoor beschikbaar is.

Globaal steeg onze kredietportefeuille met 2%. Onze deposito's (exclusief schuldpapier en de volatielere deposito's in ons netwerk van buitenlandse kantoren) kenden per saldo een daling van 7% in 2023, die vooral te maken heeft met de uitstroom naar de in
september 2023 uitgegeven staatsbon, wat leidde tot een rechtstreekse uitstroom van ruwweg 5,7 miljard euro). Het beheerde vermogen (fondsen, vermogensbeheer, enz.) steeg anderzijds met 18% in 2023, te danken aan een combinatie van netto-instromen en de stijging van de activaprijzen. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 10% in 2023, en die van levensverzekeringen ook met 10% (de stijging was vooral gesitueerd bij de tak 23-producten).
Zoals al vermeld, streven we ook specifiek naar een verdere groei van CBC in Wallonië en naar een uitbreiding van onze toegankelijkheid in Wallonië. In 2023 resulteerde dat in een nettogroei van het aantal klanten met ongeveer 20 000.

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we verschillende commerciële synergieën. In 2023 namen onze klanten bijvoorbeeld bij meer dan negen op de tien woningkredieten van KBC Bank ook een
woningverzekering bij KBC Verzekeringen en bij tussen acht en negen op de tien een schuldsaldoverzekering. Het aantal klanten dat minstens één KBC-bankproduct en één KBCverzekeringsproduct bezit (de bankverzekeringsklanten), steeg verder met 2% in 2023. Het aantal klanten dat minimaal drie bank- en drie verzekeringsproducten van KBC bezit (de stabiele bankverzekeringsklanten), steeg zelfs met 4%. Eind 2023 maakten de bankverzekeringsklanten 80% uit van de actieve klanten (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening) van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten maakten 30% van de actieve klanten uit.

Om ondernemerschap te stimuleren namen we opnieuw diverse initiatieven. Zo ging Start it @KBC, de grootste start-upcommunity in België, een structurele samenwerking aan met BeCode, de organisatie die mensen
omschoolt tot programmeurs. BeCode en Start it @KBC focussen zo op inclusieve rekrutering, talentontwikkeling en ondernemerschap. Vanuit Corporate
HR heeft KBC zijn schouders gezet onder de BeCodian bootcamps rond artificiële intelligentie en cybersecurity en enkele stagiairs verwelkomd in onze teams.
In mei 2023 gaven we onze tweede 'social bond' uit, van 750 miljoen euro, die wordt aangewend voor investeringen in onderwijs en gezondheidszorg. We aligneerden ook ons KBC Green Bond Framework beter op de EU Taxonomieverordening. Wat betreft milieubewustzijn werken we uiteraard verder aan het verkleinen van onze eigen voetafdruk, maar we willen ook onze klanten actief bijstaan in hun transitie naar een duurzamer bedrijfsmodel. Ondernemers geven aan dat het hen aan kennis en tijd ontbreekt om stappen te zetten in de verduurzaming van hun energiehuishouding. Daarom werd in 2023 ecoWise opgericht. EcoWise begeleidt en ontzorgt ondernemers in de transitie naar duurzaam

ondernemerschap met focus op energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.
We blijven ook inzetten op het versterken van financiële kennis en vaardigheden bij jongeren en leren hun slim om te gaan met hun geld. Daarnaast willen we hen behoeden voor verkeerde keuzes die kunnen leiden tot financiële problemen. Met het lessenpakket Get-a-Teacher bieden we gratis lessen voor middelbare scholen, hogescholen en universiteiten aan en maken we jongeren wegwijs in de financiële wereld. Verder hebben we in 2023 ook de ambitie uitgesproken om
tegen 2030 de financiële vaardigheden en attitude van meer dan 35 000 jongeren over financieel complexe producten zoals woningkredieten te verbeteren.
Ook in 2023 engageerden we ons om De Warmste Week te ondersteunen. Het thema was Opgroeien zonder zorgen. Want iedereen verdient een warme jeugd, alle kansen om zich te ontplooien en zonder zorgen te kunnen spelen, ravotten, puberen en lachen.
Resultaat 2023

Betreft 2023, bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2022. Verzekeringstechnisch resultaat = verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment.
In 2023 kromp de Tsjechische economie met 0,4%. De particuliere consumptie stabiliseerde weliswaar sinds het eerste kwartaal van 2023, maar groeide tijdens de rest van het jaar niet significant. Ze ligt nog steeds ruim onder het gemiddelde van het pre-covidjaar 2019. Tegelijkertijd begon ook de buitenlandse vraag vanaf het tweede kwartaal van 2023 te verzwakken en nam de export af in volume. Ondanks de daling van het reële bbp in 2023, vertaalde dat zich niet in een meer uitgesproken afkoeling van de arbeidsmarkt. De werkloosheidsgraad steeg slechts licht, van 2,3% eind 2022 naar 2,8% eind 2023, en het aantal openstaande vacatures overtrof nog steeds het aantal werklozen.
De inflatiedruk bleef hoog, vooral in de eerste helft van het jaar. Dat kwam niet alleen door de inflatie van de energieen voedselprijzen, maar ook door de snelle stijging van de dienstenprijzen. Over het hele jaar bedroeg de inflatie gemiddeld 12,1%. De aanhoudend hoge inflatie en hoge inflatieverwachtingen waren ook de belangrijkste reden waarom de Tsjechische centrale bank (CNB) haar beleidsrente van 7,0% pas in december begon te verlagen
tot 6,75% eind 2023. Begin februari 2024 volgde een verdere verlaging tot 6,25%
Vooral als gevolg van het renteverschil met de eurozone apprecieerde de Tsjechische kroon in het begin van 2023 tot circa 23,30 kroon per euro. Daarna deprecieerde de kroon fors tot circa 24,70 Tsjechische kroon per euro aan het eind van 2023. Die depreciatie was in belangrijke mate het gevolg van het einde van de belofte van de CNB om, indien nodig, via interventies op de FX-markt de wisselkoers van de Tsjechische kroon te ondersteunen. Bovendien anticipeerden de markten op de eerste renteverlaging door de CNB, die er eind december 2023 ook effectief kwam. Nadat geleidelijk duidelijk werd dat de ECB het einde van haar cyclus van renteverhogingen had bereikt, herstelde de Tsjechische kroon begin december licht tot tijdelijk 24,50 kroon per euro.
Verwachte bbp-groei in 2024 en 2025: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.


Net zoals dat in België het geval was, bleven we ook in Tsjechië sterk investeren in de uitbouw van onze digitale systemen, met de nadruk op oplossingen die het leven van onze klanten gemakkelijker maken en hen helpen
tijd en geld te besparen. We breidden bovendien in de laatste jaren het aantal diensten in onze smartphoneapps geleidelijk aan verder uit met als belangrijkste wapenfeit de mogelijkheid om gebruik te maken van Kate, onze gepersonaliseerde digitale assistent. Sinds de lancering contacteerden al meer dan 1,2 miljoen klanten Kate. U vindt meer over Kate in het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.
We verbeteren ook continu onze andere mobile bankingtoepassingen. In 2023 konden de gebruikers van onze ČSOB Smart mobile app bijvoorbeeld profiteren van een vernieuwde look van de app, met een meer gestroomlijnde startpagina, een handigere menulay-out en een aantal nieuwe functies die verder gaan dan bankieren. Klanten kunnen bijvoorbeeld energieprijzen van verschillende aanbieders vergelijken, leren hoe ze overheidssubsidies kunnen gebruiken of de kosten van een woningrenovatie berekenen en financiering regelen. De app kan worden afgestemd op de behoeften van elke klant en gepersonaliseerde aanbiedingen tonen. Specifiek via onze lifestyle-app DoKapsy kunnen gebruikers nu ook gemakkelijk het dichtstbijzijnde oplaadstation voor elektrische auto's vinden op basis van hun huidige locatie of op een specifieke plaats. De details van de oplader bevatten ook informatie over de bezetting, het adres en de mogelijkheid om te betalen met behulp van een QR-code. De DoKapsy-app is gratis en is ook beschikbaar voor mensen die geen account hebben bij ČSOB. Eind 2023 bedroeg het aantal gebruikers van onze mobile app al meer dan 1,3 miljoen.
We werken ook continu aan een betere bereikbaarheid voor onze klanten. Zo lanceerden we een nieuwe videochatdienst waarmee klanten vanaf elke locatie contact kunnen maken met hun bankier met behulp van MS Teams.

We realiseerden opnieuw een behoorlijke kredietgroei in 2023. Globaal stegen onze leningen en voorschotten aan klanten immers met 5%. Onze deposito's (zonder schuldpapier) stegen eveneens met 5%. In die groeicijfers maakten we abstractie van
de wisselkoersimpact. Het beheerde vermogen steeg met 15% dankzij de netto-instroom en een stijging van de activaprijzen. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 15% in 2023, en die van levensverzekeringen met 9%.

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we verschillende commerciële synergieën. In 2023 namen bijvoorbeeld vijf à zes op de tien klanten van de ČSOB-groep
die een hypothecaire lening aangingen bij de bank, ook een woningverzekering van de groep. Het aantal klanten dat minstens één bankproduct en één verzekeringsproduct van de groep bezit (de bankverzekeringsklanten) steeg verder met 4% in 2023. Het aantal klanten dat minimaal twee bank- en twee verzekeringsproducten van de groep bezit (de stabiele bankverzekeringsklanten) steeg zelfs met 9%. Eind 2023 maakten de bankverzekeringsklanten 87% uit van de actieve klanten (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening) van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten maakten 21% van de actieve klanten uit.

We namen opnieuw diverse initiatieven inzake maatschappelijke betrokkenheid en legden de focus op milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en vergrijzing.
Als leider op het gebied van duurzaamheid wil ČSOB zijn kmo-klanten in staat stellen om nog beter en efficiënter tegemoet te komen aan de veranderende verwachtingen in de samenleving en te voldoen aan de veranderende Europese duurzaamheidseisen. Met dat in het achterhoofd hebben KBC Bank en de Tsjechische start-up Digital & Legal s.r.o. ('Green0meter') een joint venture aangegaan om Tsjechische kmo's te adviseren op hun weg naar verduurzaming. Green0meter is actief in de duurzaamheidssector en stelt CO2 -voetafdrukberekeningen en duurzaamheidsdiensten ter beschikking aan Tsjechische kmo's.
Inzake initiatieven om ondernemerschap te stimuleren blijft Start it @ČSOB het belangrijkste. Een mooi voorbeeld van een succesvolle start-up is het platform Mumdoo, dat tracht de arbeidsparticipatie van vrouwen in zwangerschapsverlof te bevorderen. Vrouwelijke professionals die er tijdens hun zwangerschapsverlof voor kiezen om professioneel actief te zijn, worden via het platform in contact gebracht met bedrijven die op zoek zijn naar expertise voor specifieke kortlopende projecten.
Financiële geletterdheid is voor ons een voor de hand liggend en belangrijk onderwerp. Sinds 2016 zetten we volop in op financiële educatie in scholen. Werknemers van ČSOB bezoeken scholen en helpen jongeren hun geld te beheren door praktische voorbeelden uit het dagelijkse leven aan te reiken en te bespreken. Het programma bestaat uit zes onderdelen waaronder verantwoord lenen, beheren van het huishoudbudget en (complexe) financiële producten. Als aanvulling op dit programma ontwikkelden we in 2021 de
applicatie ČSOB FILIP. De app is beschikbaar in de Google Play Store en de Apple App Store en werd al meer dan 10 000 keer gedownload. Onlangs hebben we een nieuw hoofdstuk toegevoegd over cyberbedreigingen in een virtuele omgeving.
In dat kader was ook onze cyberriskverzekering, die via ČSOB Smart kan worden onderschreven, opnieuw bijzonder succesvol, met bijvoorbeeld bijna 90 000 nieuwe verzekeringspolissen in 2023, wat het totaal al op 300 000 brengt sinds de lancering van deze verzekering.

Betreft 2023, bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2022. Verzekeringstechnisch resultaat = verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment.
Zowel de Slowaakse als de Bulgaarse groei lag doorheen 2023 significant boven het stagnerende groeitempo van de eurozone. Dat gold in de tweede jaarhelft ook voor de Hongaarse economie, ondanks het feit dat die in de eerste jaarhelft van start ging met een technische recessie van twee opeenvolgende kwartalen van negatieve groei. Per saldo bedroeg de reële jaarlijkse groei van het bbp 1,1% in Slowakije, 1,9% in Bulgarije en -0,8% in Hongarije.
De jaargemiddelde inflatie in 2023 was door de band genomen opnieuw hoger in de Centraal-Europese economieën dan in de eurozone. Vooral de grote afhankelijkheid van energie-invoer en periodieke zwakten van de Hongaarse forint droegen daartoe bij. In Slowakije, Hongarije en Bulgarije bedroeg de jaargemiddelde inflatie respectievelijk 11,0%, 17,0% en 8,6%.
Dankzij de dalende inflatie als gevolg van onder meer lagere energieprijzen en de afkoeling van de binnenlandse vraag kon de Nationale Bank van Hongarije (NBH) de geldmarktrente doen dalen tot ze in september het niveau van de basisrente ('base rate') bereikte. Vanaf dat moment
werden de niet-conventionele rentefaciliteiten overbodig en stopgezet, en werd de basisrente opnieuw de richtinggevende beleidsrente. De NBH verlaagde die vervolgens fors verder in drie stappen van telkens 75 basispunten van 13% aan het einde van 2022 tot 10,75% aan het einde van 2023. Eind januari 2024 volgde een verdere verlaging met 75 basispunten tot 10% en eind februari 2024 met 100 basispunten tot 9%.
De Hongaarse forint apprecieerde in 2023 per saldo van circa 400 forint per euro tot circa 383 forint per euro. Die appreciatie droeg bij tot de geleidelijke daling van de inflatie. Ze was vooral het gevolg van een verbeterd saldo op de Hongaarse lopende rekening en het rentevoordeel ten opzichte van de eurozone. Een belangrijk kenmerk van het monetaire beleid van de NBH is immers dat ze de reële (voor inflatie gecorrigeerde) rente positief wil houden in haar strijd tegen de inflatie. De volatiliteit van de wisselkoers van de Hongaarse forint doorheen 2023 was opnieuw in grote mate het gevolg van de grote gevoeligheid van de forint voor de algemene risicoaversie op de financiële markten.
Verwachte bbp-groei in 2024 en 2025: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.


•

Net zoals in onze andere kernlanden zagen we in Slowakije, Hongarije en Bulgarije in de laatste jaren een snelle groei van het gebruik van onze digitale kanalen. Het aantal gebruikers van onze mobile banking-
toepassingen, bijvoorbeeld, groeide in 2023 opnieuw sterk, met ongeveer 12% in Slowakije, 15% in Hongarije en 12% in Bulgarije, en bereikte, voor de drie landen van de divisie samen, meer dan 1,5 miljoen.
We ontwikkelden opnieuw diverse nieuwe producten en diensten, waarbij de focus vanzelfsprekend op het digitale lag. Dat vertaalde zich opnieuw in een groei van het aandeel digitale verkopen in de globale verkoop. Dat bedraagt nu al (gemeten op basis van de belangrijkste bankproducten) ruwweg de helft in Slowakije en Hongarije, en een derde in Bulgarije. ČSOB is volgens McKinsey de leider op het gebied van digitale verkooppenetratie in Slowakije en in Centraalen Oost-Europa.
Het belangrijkste feit in 2023 was uiteraard de verdere uitbouw, in alle drie de landen, van Kate, onze digitale assistent, die proactief helpt, notificaties stuurt (bv. in Hongarije om de klant te verwittigen dat er een nieuwe betaalkaart op komst is, of de Hongaarse Kate-oplossing voor betalingsverkeer voor de digitale SZEP-kaart) of voorstellen stuurt (bv. pre-approved voorstel inzake consumentenkrediet in Bulgarije). Zie voor meer informatie het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur. Een ander voorbeeld van nieuwe en innovatieve producten en diensten is de nieuwe app voor mobiel bankieren in Hongarije, die onder meer een eenvoudigere toegang (met minder klikken) biedt voor een betere klantervaring. De app maakt ook gebruik van een toekomstbestendig ontwerp, zodat nieuwe functies eenvoudiger in de app kunnen worden geïntegreerd. De app bevat ook een verzekeringsdashboard waar klanten hun verzekeringspolissen kunnen controleren, de verzekeringspremie kunnen betalen, een claim kunnen indienen, enzovoort. In Bulgarije is UBB Mobile dan weer de enige bankapp waarmee gebruikers toegang hebben tot hun pensioengegevens, via een directe toegang tot het online platform van UBB Pensioenverzekeringen. Klanten kunnen op die manier de opgebouwde fondsen op hun pensioenrekeningen controleren en allerlei informatie over die fondsen opvragen. De mobiele app van UBB voorziet nu ook in een geïntegreerd aanbod van een
consumentenkrediet aangevuld met een levensverzekering. En via een nieuw digitaal platform kunnen bedrijven in Bulgarije nu ook volledig online klant worden van UBB, via een aantal eenvoudige stappen. In Slowakije biedt ČSOB nu ook een cascoverzekering aan voor elektrische auto's, met dekking van schade aan elektrische accu's en mogelijke risico's van het gebruik van een openbaar laadstation. Dat aanbod verrijkte de al unieke bankverzekeringspropositie van verkoop- en dienstverleningsmogelijkheden voor verzekeringsproducten in de mobiele ČSOB-bankapp. Daarnaast breidde ČSOB zijn aanbod aan toepassingen die verder gaan dan bankverzekeren, verder uit met andere mobiliteitsopties en is ČSOB daarmee de enige bank in Slowakije met zo'n groot aanbod van smart diensten in de mobiele app. Ook in de andere landen breiden we ons product- en dienstenaanbod geleidelijk aan uit met toepassingen die het strikte bankverzekeren overstijgen, zoals bijvoorbeeld een energiekostencalculator voor retail in Hongarije, die uniek is op de Hongaarse markt, omdat hij opties voor de modernisering van woningen – waarvoor K&H ook specifieke financiering aanbiedt – biedt en de mogelijke energiebesparingen berekent.


Voor de divisie als geheel (zonder wisselkoersimpact) namen in 2023 de deposito's (exclusief schuldpapier) met ruwweg 5% toe en de leningen en voorschotten aan klanten met 9%. Per land
was dat 5% depositogroei en 7% groei van de leningen en voorschotten in Slowakije, een daling van de deposito's met 2% en een toename van 10% van de leningen en voorschotten in Hongarije, en respectievelijk +10% en +10% voor deposito's en voor leningen en voorschotten in Bulgarije. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 18% in 2023 (met sterke groei in alle landen) en die van levensverzekeringen met 46% (de stijging was vooral gesitueerd bij de tak 23-producten in Hongarije en Bulgarije).
We werkten ook verder aan het scherpstellen van de geografische focus van de groep. In juli 2022 rondden we de overname van Raiffeisenbank Bulgaria af. Dat is een universele bank in Bulgarije, die een volledig gamma bank-, vermogensbeheer-, leasing- en verzekeringsdiensten aanbiedt aan particulieren, kmo's en bedrijven. In april 2023 was de juridische fusie met KBC's bestaande bankdochter UBB een feit. Hierdoor kon KBC zijn positie op de Bulgaarse bankmarkt significant versterken. De overname biedt trouwens ook ruime mogelijkheden voor crossselling met onze verzekeringsinstelling DZI. U vindt meer informatie in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde jaarrekening.

Door onze focus op bankverzekeren realiseren we tal van commerciële synergieën. Zo verkochten we in elk van de drie landen bij ongeveer negen op de tien van onze woningkredieten ook een
woningverzekering van de groep.
Voor de divisie als geheel steeg het aantal klanten dat minstens één bankproduct en één verzekeringsproduct van de maatschappijen van de groep bezit (de bankverzekeringsklanten) verder met 6% in 2023. Het aantal klanten dat minimaal twee bank- en twee verzekeringsproducten van de groepsmaatschappijen bezit (de stabiele bankverzekeringsklanten), steeg zelfs met 8%. Eind 2023 maakten de bankverzekeringsklanten 65% uit van de actieve klanten (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening) van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten maakten 21% van de actieve klanten uit.

We linken onze maatschappelijke projecten aan financiële geletterdheid,
milieuverantwoordelijkheid, ondernemerschap en gezondheid. Enkele voorbeelden: om de financiële kennis van (potentiële) beleggers te vergroten, publiceerde ČSOB in Slowakije het
e-book 'Van basiskennis tot succes: Hoe leer ik beleggen?'. Dat wil beleggers leren hoe ze reële verwachtingen kunnen stellen op basis van hun risicoprofiel en hoe ze best omgaan met schommelingen op de financiële markt. Daarnaast ontvangen klanten van ČSOB in Slowakije maandelijks een blog over beleggen met tips and tricks.
In Bulgarije hebben we verder ingezet op gezondheid en de gezondheidsapp Kaksi verder uitgebouwd. Kaksi biedt DZI-klanten directe toegang tot het DZI Health Claim Portal en tot een hele reeks gezondheidsgerelateerde diensten. Verder stimuleert Kaksi via gamification en beloningen de gezondheid en fysieke activiteiten van onze klanten. De app werd ondertussen al meer dan 22 000 keer gedownload en
het aantal actieve gebruikers per maand is gestegen tot 6 000.
UBB Interlease in Bulgarije bracht in 2023 een financieringsen verzekeringsproduct op de markt voor elektrische voertuigen. Het pakket bevat gunstige verzekerings- en financieringstarieven alsook bijstand voor de klant in geval van een lege batterij en een vervangvoertuig bij ongeval. In Hongarije won K&H de Mastercard 'Sustainability Initiative of the Year' award voor haar groene woningkrediet dat als
eerste op de markt kwam, en lanceerde een CO2 -calculator voor de landbouw op haar website.
Tenslotte zijn we ook in Bulgarije, Hongarije en Slowakije vertegenwoordigd in de start-upcommunity. We blijven inzetten op het ondersteunen van vrouwelijke ondernemers en ook andere duurzaamheidsthema's komen aan bod. Zo zet de start-up E-szerződés volop in op het vereenvoudigen en digitaliseren van contracten. Momenteel is de start-up enkel actief op de Hongaarse markt, maar wordt een internationale lancering voorbereid.

Betreft 2023, bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2022. Verzekeringstechnisch resultaat = verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment. * 94% exclusief de aanvullende verzekeringsheffing in Hongarije.

Voor onze financiële rapportering onderscheiden we naast de drie divisies ook een Groepscenter. Het omvat vooral de resultaten van activiteiten en/of beslissingen die specifiek voor groepsdoeleinden worden genomen (operationele kosten van de holdingactiviteiten van de groep, bepaalde kosten in verband met kapitaalbeheer en thesaurie, enz.) en de resultaten van af te bouwen activiteiten en ondernemingen, waaronder vooral KBC Bank Ireland.
Het nettoresultaat van het Groepscenter bedroeg 97 miljoen euro in 2023, tegenover -139 miljoen euro in 2022. Het positieve verschil van 236 miljoen euro heeft te maken met:
• een 293 miljoen euro hoger nettoresultaat in Ierland. In februari 2023 verkochten we immers de (voornamelijk performing) kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland, waarbij een meerwaarde van ongeveer 0,4 miljard euro werd geboekt. Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 6.6 van het deel Geconsolideerde jaarrekening;
• een 57 miljoen euro lager nettoresultaat voor de andere elementen. De belangrijkste elementen daarbij waren lagere nettorente-inkomsten (vooral omwille van hogere financieringskosten) en hogere reëlewaarderesultaten (vooral gerelateerd aan de waardering van derivaten gebruikt voor balansbeheer).
KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de sector, zoals kredietrisico, interest- en wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationeel risico en andere niet-financiële risico's. ESGrisico's en geïntegreerde risico's ontstaan wanneer de bovengenoemde risico's zich opstapelen. In dit hoofdstuk beschrijven we ons risicobeleidsmodel en de belangrijkste risico's die we lopen.
De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening, geauditeerd. Het betreft de volgende delen:

KBC en de hele financiële sector zijn actief in een snel veranderende omgeving die gekenmerkt wordt door volatiliteit, onzekerheid, complexiteit en ambiguïteit:
KBC antwoordt op die belangrijke uitdagingen met zijn datagedreven digitale strategie, die erop gericht is ecosystemen te creëren die onze klanten helpen tijd en geld te besparen door financiële en niet-financiële diensten te combineren, en door zijn ambitie om bij te dragen aan een duurzamere wereld.
De risico- en compliancefunctie hebben de duidelijke ambitie KBC bij te staan om deze strategische doelstellingen te bereiken, bij te dragen tot zijn veerkracht en wendbaarheid, het management en de Raad van Bestuur inzichten te verschaffen die een risicobewuste besluitvorming ondersteunen en hen te informeren over de risico's waarmee KBC wordt geconfronteerd. De strategie van de risico- en compliancefunctie is daarom gebaseerd op de algemene KBC-bedrijfsstrategie en de Pearl-cultuur en de vertaling daarvan in de KBC-risicobereidheid, die bepaalt waar de lat ligt voor risicobeheer in heel KBC.
Om mee te blijven met de veranderende bedrijfsomgeving en de KBC-bedrijfsstrategie, beoordelen en actualiseren de risico- en compliancefunctie regelmatig hun strategie, rekening houdend met alle relevante elementen (bv. top
risks), alsook de 'visie van externe toezichthouders' en aankomende wijzigingen in de regelgeving. Op die manier passen we het risicobeheerkader van KBC en de onderliggende risicobeheerprocessen voortdurend aan en versterken we ze verder.
De strategie van de risico- en compliancefuncties is gebaseerd op drie belangrijke pijlers:
De voornaamste onderdelen van ons risicobeleidsmodel zijn de volgende:
• De Raad van Bestuur, bijgestaan door het Risico- en Compliancecomité (RCC), beslist over de risicobereidheid – die het algemene risicospeelveld van de groep en de risicostrategie bepaalt – en houdt toezicht op de risicoblootstelling van KBC in verhouding tot die risicobereidheid. De Raad is ook verantwoordelijk voor de invoering van een sterke governance om te verzekeren dat alle belangrijke risico's van de KBC-groep op passende wijze worden beheerd, en bevordert een gezonde, consistente groepswijde risicocultuur.

We beheren onze risico's volgens het Three Lines of Defensemodel:
een krachtigere stem te geven en ervoor te zorgen dat de beslissingsorganen van de bedrijfsentiteiten passend worden uitgedaagd op het vlak van risicobeheer en daarover deskundig advies krijgen, heeft KBC in de hele groep onafhankelijke chief risk officers (CRO's) ingezet. Een nauwe samenwerking met de business is verzekerd omdat ze aanwezig zijn in managementcomités, terwijl hun onafhankelijkheid wordt gegarandeerd door een functionele rapporteringslijn naar de groeps-CRO. Als dat nodig is, kunnen ze hun vetorecht uitoefenen.
Het hoofddoel van de compliancefunctie is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt (d.w.z. verlies of schade oplopen, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels) dat tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoort of binnen de domeinen valt die het ExCo haar heeft toegewezen (zoals beschreven in het Integriteitscharter). De compliancefunctie wordt gekenmerkt door haar specifieke statuut (zoals bepaald in de wet- en regelgeving en zoals beschreven in het Compliancecharter), haar plaats in het organigram (hiërarchisch onder de CRO) en de bijhorende rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC en in bepaalde gevallen zelfs aan de Raad).
De actuariële functie zorgt voor een bijkomende kwaliteitsbewaking door deskundig technisch actuarieel advies te verschaffen aan het toezichtsorgaan, het RCC en het uitvoerend orgaan van KBC Groep NV, KBC Verzekeringen NV en alle (her-)verzekeringsentiteiten binnen de groep. Dat advies betreft onder meer de berekening van de technische voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen, het herverzekeringsbeleid en het risico van aangegane verzekeringsverplichtingen. Zoals beschreven in het 'Charter van de actuariële functie' en om de onafhankelijkheid te waarborgen,
rapporteert de actuariëlefunctiehouder functioneel aan de groeps-CRO.
• Interne Audit treedt op als derde verdedigingslinie. Het verschaft de Raad van Bestuur redelijke zekerheid dat de algemene internecontroleomgeving doeltreffend is en dat doeltreffende beleidslijnen en processen aanwezig zijn en consequent worden toegepast in de hele groep.
Meer informatie over risicobeheer vindt u in ons Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Risicobeheer verwijst naar het gecoördineerde geheel van activiteiten om de risico's waarmee KBC wordt geconfronteerd, proactief te identificeren en te beheren. Het helpt KBC om zijn doelstellingen te bereiken en zijn strategie te verwezenlijken.
Het Enterprise Risk Management Framework (ERMF) van KBC, goedgekeurd door de Raad van Bestuur, bepaalt de risicogovernance, met inbegrip van de drie verdedigingslinies, en legt duidelijke regels en procedures vast voor de manier waarop risicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd. Het verwijst naar een reeks minimumnormen en risicomethoden, -processen en -tools die moeten worden vertaald naar alle risicospecifieke Risk Management Frameworks (RMF's) en die alle entiteiten moeten naleven. Het ERMF en de risicospecifieke RMF's beschrijven niet alleen hoe KBC risico's beheert bij een normale gang van zaken, maar ook bij veranderingen (kleine en grote transformaties) en in crisissituaties (gaande van eerder milde stresssituaties en bedreigingen voor de bedrijfscontinuïteit tot de meest stressvolle situaties, zoals herstel en afwikkeling). Ze hebben ook tot doel dat KBC blijft voldoen aan de wettelijke vereisten.
Om ervoor te zorgen dat ze altijd relevant blijven, worden het ERMF en de risicospecifieke RMF's jaarlijks herzien, terwijl de kwaliteit van hun toepassing een keer per jaar formeel wordt beoordeeld.
Het risicobeheerproces bestaat uit risico-identificatie, risicometing, de risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren, risicoanalyse, -rapportering en -opvolging.
Risico-identificatie is het systematisch en proactief ontdekken, beoordelen en beschrijven van risico's, zowel binnen als buiten KBC, die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de strategische doelstellingen van de groep, vandaag en in de toekomst. Niet alleen de
risicobronnen worden geanalyseerd, maar ook hun mogelijke gevolgen en materialiteit.
Met het oog op risico-identificatie heeft KBC krachtige en solide processen opgezet, zowel op strategisch als op operationeel niveau, om alle belangrijke risico's waaraan KBC is blootgesteld aan het licht te brengen. Die processen omvatten:
KBC definieert risicometing als "de handeling om te komen tot een kwantitatieve uitdrukking van een risico, of een combinatie van risico's, voor een portefeuille van instrumenten/posities". Zodra risico's zijn geïdentificeerd, kunnen bepaalde kenmerken van het risico worden beoordeeld, zoals de impact, de waarschijnlijkheid dat het zich voordoet, de omvang van de blootstelling, enz. Dit gebeurt met behulp van risicomaatstaven, die het mogelijk maken om de materialiteit van risico's te beoordelen, ze in de tijd op te volgen (met een frequentie die past bij het risicotype) en de impact van risicobeheermaatregelen te beoordelen.
Risicomaatstaven zijn ontworpen om een specifiek risico of meerdere risico's tegelijk te meten en kunnen intern ontwikkeld zijn of opgelegd worden door de toezichthouder (inclusief de gebruikte berekeningsmethode). Een overzicht van de uitgebreide reeks risicomaatregelen die in de KBC-groep worden gebruikt (zowel wettelijk als intern bepaalde) is opgenomen in het ERMF en de risicospecifieke kaders.
Om te bewaken dat de risicomaatstaven geschikt en van hoge kwaliteit zijn en blijven, worden ze onderworpen aan strenge en solide processen, met inbegrip van een gepaste documentatie en sterke governance. Regelmatige herzieningen en de toepassing van het 'vierogenprincipe', inclusief een onafhankelijke interne validatie waar nodig, verbeteren verder de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van deze risicomaatstaven. Alle vereisten die betrekking hebben op deze processen zijn gedocumenteerd in de KBC Risk Measurement Standards (RMS).
Het nemen en omzetten van risico's maakt integraal deel uit – en is dus een onvermijdelijk gevolg – van de activiteiten van een financiële instelling. Het is dan ook niet de bedoeling van KBC om alle betrokken risico's uit te sluiten (risicomijding), maar wel om ze te identificeren, controleren en beheren voor een optimaal gebruik van zijn beschikbare kapitaal (d.w.z. risico's nemen als middel om waarde te creëren).
De risicotolerantie van KBC zit vervat in zijn 'risicobereidheid'. Die risicobereidheid drukt uit – zowel kwalitatief als kwantitatief – hoeveel en welke soorten risico's we willen nemen en binnen welke grenzen die risico's moeten worden beheerd. De mogelijkheid om risico te aanvaarden wordt beperkt door financiële verplichtingen (beschikbaar kapitaal en liquiditeitsbuffers, leencapaciteit, enz.), niet-financiële beperkingen (strategisch vermogen, vaardigheden, juridische verplichtingen, enz.) en wettelijke bepalingen (bv. wettelijke minima voor kapitaal- en liquiditeitsratio's). De bereidheid om risico te aanvaarden is dan weer afhankelijk van de belangen van de verschillende stakeholders. Een
belangrijke factor bij de bepaling van de risicobereidheid is dan ook dat we de verwachtingen van de belangrijkste stakeholders van de organisatie kennen.
De risicobereidheid wordt expliciet beschreven in de risicobereidheidsverklaring (Risk Appetite Statement - RAS) en bepaald op groeps- en lokaal niveau. De RAS weerspiegelt de visie van de Raad van Bestuur en het topmanagement over het aanvaardbare niveau en de samenstelling van risico's, om te verzekeren dat ze coherent zijn met het gewenste rendement en de groep zijn bedrijfsstrategie kan uitvoeren binnen een duidelijk risicospeelveld. De overkoepelende risicobereidheidsdoelstellingen, die jaarlijks worden herzien en herbevestigd door de Raad van Bestuur, worden verder uitgewerkt voor elk afzonderlijk risicotype via kwalitatieve en kwantitatieve verklaringen en via een risicobereidheidslabel, dat Laag, Middelmatig of Hoog kan zijn. De risicobereidheid op lange termijn wordt bewaakt op basis van een reeks risicomaatstaven waarvoor risicodrempels zijn vastgesteld. Tot slot wordt de risicobereidheid vertaald in risicospecifieke groepslimieten/-doelstellingen, die naar de lagere entiteiten worden uitgewaaierd.
Het risicobereidheidsproces is stevig ingebed in het financiële en strategische planningsproces (Alignment of Planning Cycles – APC), omdat het de focus en manier van werken van bedrijfs- en controlefuncties stuurt en helpt om dienovereenkomstig prioriteiten te stellen. De Raad van Bestuur keurt jaarlijks de voorlopige risicobereidheid goed als input voor het APC. Wanneer de financiële planning door de Raad wordt goedgekeurd, wordt ook de definitieve risicobereidheid bepaald en wordt die vertaald in concrete limieten en doelstellingen die waarborgen dat het risicoprofiel binnen de risicobereidheid blijft bij de uitvoering van het financiële plan.
Risicoanalyse en -rapportering zijn bedoeld om het management meer transparantie te verschaffen door een allesomvattend, toekomstgericht en ex-postbeeld te geven van hoe het risicoprofiel is geëvolueerd ten opzichte van de risicobereidheid en in welke context KBC actief is.
Daarvoor worden rapporten opgesteld die zijn afgestemd op de gebruikers en rekening houden met de verschillende informatiebehoeften van de Raad van Bestuur, het senior management en andere niveaus van de organisatie, zodat zij de mogelijke problemen kunnen begrijpen en relevante acties kunnen ondernemen. Naast de interne rapportering worden ook externe rapporten opgesteld voor de verschillende stakeholders van KBC Groep, met name klanten, aandeelhouders, obligatiehouders, toezichthouders, regelgevers en ratingbureaus.
Het Directiecomité, het Risico- en Compliancecomité en de Raad van Bestuur worden periodiek en ad hoc op de hoogte gehouden over het risicolandschap van KBC via een uitgebreide interne risicorapportering. Daaronder valt ook het Integrated Risk Report, dat acht keer per jaar aan deze comités wordt bezorgd. Dat holistische risicorapport bestaat uit risicosignalen die als belangrijk voor de groep worden beschouwd, zodat indien nodig tijdig actie kan worden ondernomen, en uit een overzicht, voor alle risicotypes, van de ontwikkeling van verschillende risicomaatstaven ten opzichte van de risicobereidheid via het 'health check' dashboard.
De belangrijkste externe rapporten aan de toezichthouder zijn het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process), ILAAP (Internal Liquidity Adequacy Assessment Process) en ORSA (Own Risk and Solvency Assessment). Ze bieden een holistische en uitgebreide onderbouwing van de mening van de Raad van Bestuur en het ExCo over de toereikendheid van het kapitaal en de liquiditeit van KBC. Er wordt ook jaarlijks een FICO (Financieel Conglomeraat) rapport opgesteld. Dat geeft een overzicht van KBC als financieel conglomeraat, met nadruk op de financiële, commerciële en operationele verwevenheid tussen zijn bank-, verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten, en op de risico's die in deze context bijzonder relevant zijn en hoe deze worden beheerd en beperkt. Ook het KBC Group Recovery Plan wordt voorgelegd aan de toezichthouder, aangezien KBC ook heel wat gegevens moet leveren aan de afwikkelingsautoriteiten om hen te helpen bij het opstellen van een afwikkelingsplan voor KBC.
Stresstesting is een belangrijk instrument dat ons risicobeheer en onze besluitvormingsprocessen ondersteunt door de mogelijke negatieve invloed van specifieke
gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren op de (financiële) toestand van KBC te simuleren, zodat we ons beter op die situaties kunnen voorbereiden.
Daartoe heeft KBC een uitgebreide reeks stresstests ontwikkeld, gaande van aannemelijke tot uitzonderlijke en zelfs extreme gebeurtenissen of scenario's, zowel op het niveau van individuele risicotypes als over risicotypes heen (geïntegreerde stresstests). Die laatste kijken naar de interactie en gecombineerde impact van stress op meerdere risicotypes, inclusief interactie en feedback loops tussen stresssituaties op financiële indicatoren.
De resultaten van deze stresstests worden gebruikt in belangrijke risicobeheerprocessen en -rapporten, waaronder ICAAP, ILAAP en ORSA, herstel- en afwikkelingsplanning. Als onderdeel van de jaarlijkse ICAAP-, ILAAP- en ORSAprocessen simuleert KBC een stressgebeurtenis die zich een keer op 20 jaar voordoet om te controleren of en aan te tonen dat het zelfs in dergelijke stresssituaties kan voldoen aan de reglementaire kapitaal- en liquiditeitsvereisten en de interne risicobereidheidsdoelstellingen. Stresstests in het kader van herstelplanning zijn nog strenger en simuleren KBC op de rand van wanbetaling. In dergelijke scenario's moet KBC zijn herstelcapaciteit aantonen (zowel de diepgang als de snelheid van kapitaalverhogende en risicoverlagende acties). Ten slotte bereiden stresstests in het kader van afwikkeling KBC voor op situaties waarin de groep niet langer levensvatbaar is en de overheden moeten ingrijpen om de groep te redden (via een bail-in) of te liquideren.
Naast de stresstests die KBC op eigen initiatief uitvoert (op groeps- en/of lokaal niveau), kunnen ook de regelgever en de toezichthouder stresstests opleggen (bv. tweejaarlijkse EBA-stresstest, jaarlijkse EIOPA-stresstests, klimaatstresstest van de ECB, cyberstresstest van de ECB).
ESG-risico's zijn de risico's van (huidige of toekomstige) milieu-, sociale of (corporate-) governancefactoren die een invloed hebben op KBC, rechtstreeks of via zijn tegenpartijen en blootstellingen.
In onze risicotaxonomie zijn ESG-risico's opgenomen als belangrijke risico's verbonden aan de bedrijfsomgeving van KBC, die zich manifesteren via (alle) andere traditionele risicodomeinen, zoals kredietrisico, verzekeringstechnisch risico, marktrisico, operationeel en reputatierisico. We beschouwen ESG dus niet afzonderlijk, maar stevig ingebed in alle aspecten en domeinen van ons risicobeheer.
Sinds 2018 wordt klimaatrisico aangemerkt als een top risk voor KBC in de jaarlijkse risicoscanoefening. In 2023 werden 'andere milieurisico's' toegevoegd om rekening te houden met het toenemende belang van de gevolgen van de aantasting van het milieu.
Hoewel de risicobeoordelingsmethodologieën voor klimaatrisico's verder gevorderd zijn dan voor sommige andere ESG-risicodomeinen, levert KBC voortdurend inspanningen om de integratie van klimaat- en andere ESG-risico's in het KBC-risicobeheerkader en in onze risicobeheerprocessen verder te verbeteren.
Bij het beheer van klimaat- en andere milieurisico's maken we een onderscheid tussen:
KBC benadert klimaatrisico vanuit een dubbel materialiteitsperspectief en concentreert zich daarbij op:
• financiële materialiteit (outside-in view), waarbij wordt gekeken naar het effect van klimaatverandering op onze activiteiten. Fysieke risico's, bijvoorbeeld, kunnen het aantal schadeclaims onder de verzekeringspolissen die we aanbieden, doen stijgen of de waarde van onze activa of waarborgen aantasten;
• milieu- en sociale materialiteit (inside-out view), waarbij wordt gekeken naar het effect van onze activiteiten op het klimaat. In dat verband hebben we, door in 2019 de Collective Commitment to Climate Action (CCCA) te ondertekenen, publiekelijk verklaard dat we een voortrekkersrol willen spelen en een belangrijke hefboom willen zijn in het overgangsproces naar een duurzamere samenleving en een koolstofarme economie, onder meer door ons ertoe te verbinden onze portefeuilles en bedrijfsstrategie af te stemmen op het Klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde onder de 2 °C te houden, terwijl we streven naar 1,5 °C. Meer informatie over onze decarboniseringsdoelstellingen vindt u in het KBC Sustainability Report.
In dit hoofdstuk geven we een overzicht van onze belangrijkste ESG-risicobeheerprocessen vanuit een risicotypeoverschrijdend perspectief. Voor een meer gedetailleerd overzicht van onze ESG-risicobeheerprocessen verwijzen we ook naar de informatie over de specifieke risicotypes in het vervolg van dit hoofdstuk, die telkens een apart deel over ESG-risico bevat. Voor een gedetailleerde bespreking van hoe wij klimaat- en andere ESG-risico's beheren, verwijzen we naar ons Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Het beheer van ESG-risico's zit volledig vervat in het bestaande risicobeleid, dat wordt beschreven in het deel Risicobeleid. Bovendien:
KBC wil ESG-overwegingen integreren in zijn besluitvorming, risicobeheerprocessen en interacties met klanten en derde partijen, met als doel een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving en de duurzaamheid van KBC op lange termijn te vrijwaren.
KBC een soortgelijk beleid ingevoerd, zijn lokale sustainability managers aangesteld en nemen de lokale risicofuncties actief deel aan lokaal opgerichte duurzaamheidscomités;
Meer informatie over ons duurzaamheidsbeleid vindt u in Onze rol in de samenleving en Focus op het klimaat en het milieu in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.
We gebruiken verschillende benaderingen om ESG-risico's in kaart te brengen, zowel op de korte termijn (0 tot 3 jaar), als op de middellange (3 tot 10 jaar) en lange termijn (langer dan 10 jaar). Daardoor integreren we ook een forward-looking perspectief. Om een proactieve identificatie van risico's te waarborgen, hebben we de volgende initiatieven genomen:
We gebruiken een reeks methodologieën om klimaatgerelateerde risico's beter te kunnen identificeren, meten en analyseren en benutten daarbij bestaande praktijken in de sector (zoals PCAF en PACTA), maar ook intern ontwikkelde tools. Die geven meer inzicht in de gevolgen van de klimaatverandering op ons bedrijfsmodel, maar ook in de gevolgen van onze kredietverlening en beleggings- en verzekeringsactiviteiten op het milieu. Door die methodologieën te integreren, kunnen we ons kredietacceptatie- en beleggingsbeleid geleidelijk verbeteren, en ze geven de nodige ondersteuning in de dialoog met onze klanten. Meer informatie over de ESGrisicometingsinstrumenten vindt u in het Risk Report.
Zowel klimaattransitie- en fysiekerisicofactoren als socialerisicofactoren zijn al in verscheidene interne stresstests geïntegreerd (bv. in reverse stresstests en stresstests in het kader van ICAAP/ILAAP/ORSA). De klimaatstresstests en het gebruik van klimaatscenario's worden voortdurend verbeterd op basis van nieuwe inzichten uit bijvoorbeeld onze interne Climate Risk Impact Map of andere toegepaste methodologieën die ons zullen helpen de impact van klimaatscenario's beter te vertalen naar financiële parameters.
Omdat data belangrijk zijn voor risicokwantificering en om onze portefeuilles verder te bewaken en te sturen, om doelstellingen te bepalen en te kunnen voldoen aan de verschillende regelgevingsvereisten (bv. van de EUtaxonomieverordening, de Pijler 3-vereisten van de EBA, de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)), coördineert een speciaal Data & Metrics-project binnen het Sustainable Finance-programma de gegevensverzameling in al onze kernlanden.
Gezien het toegenomen belang dat KBC toekent aan ESG-risico's, is ESG op het hoogste niveau opgenomen in de KBC-risicobereidheidsverklaring via een specifieke risicobereidheidsdoelstelling, die beide invalshoeken van de 'dubbele materialiteit' dekt. Door het klimaatrisico en andere ESG-risico's te integreren in ons risicobereidheidsproces richten we ons niet alleen op kortetermijneffecten, maar houden we ook rekening met langere tijdshorizonten. De potentiële gevolgen op korte, middellange en lange termijn die in de Climate Risk Impact Map zijn vastgesteld, geven input voor onze besprekingen over de risicobereidheid, zodat (vroege) waarschuwingssignalen kunnen worden gegeven in geval van verwachte belangrijke gevolgen (voor alle tijdshorizonten) met als doel het strategische debat te sturen en tijdig risicobeperkende maatregelen te nemen (bv. het beleid aanpassen of bijkomende doelstellingen en limieten bepalen).
De risicobereidheid van KBC wordt ondersteund door beleidslijnen en duurzaamheidsdoelstellingen (zie Onze rol in de samenleving in het deel Verslag van de Raad van Bestuur). In ons beleid voor duurzame en verantwoorde kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening en beleggingen identificeren we bijvoorbeeld controversiële activiteiten met betrekking tot het milieu (waaronder klimaat en biodiversiteit), mensenrechten, bedrijfsethiek en gevoelige/controversiële maatschappelijke thema's. Dat zijn economische activiteiten waarvoor we geen financiering, verzekering of advies willen verstrekken (zoals activiteiten in verband met thermische steenkool) of die we alleen onder strikte voorwaarden willen financieren (zoals biomassatechnologieën, de productie van palmolie, enz.).
In 2023 hebben we een aantal klimaatgerelateerde belangrijke risico-indicatoren (Key Risk Indicators – KRI's) opgenomen in ons risicobereidheidsproces. Die hebben we gedefinieerd voor de belangrijkste transitie- en fysieke risico's zoals bepaald in de Climate Risk Impact Map, en ze
bestrijken een groot deel van de activiteiten en portefeuilles van KBC. Meer informatie vindt u in het Risk Report.
Klimaatgerelateerde en milieugegevens worden steeds vaker opgenomen in zowel interne als externe rapporten.
ESG-risico's zijn goed geïntegreerd en komen uitgebreid aan bod in verschillende van onze belangrijkste risicobeheerrapporten (bv. ICAAP/ILAAP/ORSA, Integrated Risk Report, Risicobereidheidsverklaring, Pijler 3 risicorapport, enz.) die worden bezorgd aan de Raad van Bestuur, het Risico- en Compliancecomité en het Directiecomité. In 2023 werd een eerste Climate Risk Dashboard opgenomen in het Integrated Risk Report (met een halfjaarlijkse frequentie). Het dashboard bevat een analyse en bewaking van klimaatgerelateerde transitie- en fysiekerisicomaatstaven voor de meest relevante portefeuilles en bedrijfsactiviteiten van KBC.

Kredietrisico is het risico dat betrekking heeft op de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van de insolvabiliteit of de onwil van die partij om te betalen of haar prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land.
Op het vlak van kredietrisico wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Kredietverlening (GLC) dat het kredietrisico van KBC en de daaruit voortvloeiende kapitaalvereisten op het vlak van kredietverlening beheert. Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop kredietrisicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Kredietrisicobeheerkader (CRMF). De toepassing ervan wordt bewaakt door Kredietrisico Groep (GCRD) en het Competentiecentrum Kredietrisico. GCRD werkt nauw samen met de lokale CRO's en risicoafdelingen, die verantwoordelijk zijn voor de lokale toepassing van het CRMF. Bedrijfsentiteiten worden geraadpleegd voor die onderdelen van het CRMF die gevolgen hebben voor de bedrijfsprocessen en/of governance.
• Risico-identificatie: een essentieel onderdeel van het identificatieproces van kredietrisico is het opvangen van kredietrisicosignalen, zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Zowel de interne als de externe omgeving wordt gescand op gebeurtenissen of ontwikkelingen die al hebben plaatsgevonden of zouden kunnen plaatsvinden en die rechtstreeks of onrechtstreeks een aanzienlijke impact hebben of zouden kunnen hebben op de kredietkwaliteit. Risicosignalen geven een overzicht van het geïdentificeerde risico en schetsen de mogelijke impact voor KBC en stellen, indien mogelijk, herstelacties voor.
De bevoegde risicobeheercomités worden periodiek op de hoogte gebracht van relevante signalen of waarnemingen. Risicosignalen die als belangrijk worden beschouwd, worden aan het Directiecomité gemeld. Daarnaast worden thematische en sectorspecifieke deep dives uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het kredietrisico. Nieuwe en komende prudentiële regelgeving inzake kredietrisico's, product- of klantspecifieke regelgeving en wetgeving worden op groepsniveau of lokaal opgevolgd om ervoor te zorgen dat ze snel in de beleidslijnen en de instructies van KBC worden opgenomen.
Voorlopende indicatoren vormen een specifiek risicoidentificatieproces, ontworpen om opkomende kredietrisico's op te sporen die tot waardeverminderingen zouden kunnen leiden. Het hoofddoel is in een vroeg stadium een betrouwbare raming te hebben van de
waardeverminderingen voor het lopende kwartaal en zo verrassingen te vermijden. Het maakt deel uit van de kwartaalrapportering over waardeverminderingen op leningen en obligaties.
• Risicometing: kredietrisicometing is het toepassen van een model of methodologie om een kwantitatieve uitdrukking te krijgen van het kredietrisico van een portefeuille van instrumenten/posities. Er is een minimale set kredietrisicometingen voor de hele groep vastgesteld, die kan worden aangevuld met lokale metingen. Centraal daarin staat de risicoklasse, waarbij een classificatie wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft. Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren, enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interneratingschaal.
De resultaten van die modellen gebruiken we om de kredietportefeuille die niet in gebreke is, in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10 tot PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren waarbij er reden is om aan te nemen dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. De status wanbetaling stemt overeen met de statussen non-performing en impaired. Debiteuren in PD 10, 11 en 12 worden daarom in wanbetaling en impaired genoemd. De status performing stemt overeen met niet-wanbetaling en niet-impaired.
Bijzondere waardeverminderingen worden aangelegd volgens de IFRS 9-normen. Voor debiteuren in gebreke
<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->
worden ze berekend op basis van de volledige resterende looptijd van het verwachte kredietverlies (lifetime expected credit loss). Voor debiteuren die niet in gebreke zijn, is dat op basis van het verwachte kredietverlies over twaalf maanden of over de volledige resterende looptijd als het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen en de debiteur verschuift van stage 1 naar stage 2. Daarvoor gebruiken we specifieke collectieve IFRS
9-berekeningsmodellen, behalve voor belangrijke debiteuren die in gebreke zijn gebleven, waarvoor er een individuele inschatting van de verwachte kredietverliezen wordt gemaakt.
Samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven (Exposure at Default) vormen concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default) de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft gekozen voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering voor de meeste van zijn portefeuilles. Eind 2023 zijn de volgende entiteiten en portefeuilles overgeschakeld naar de standaardbenadering als gevolg van modelvereenvoudiging: ČSOB in Slowakije, K&H, de overheidsobligatieportefeuilles in de hele KBC-groep en enkele onbelangrijke portefeuilles in de divisie België en ČSOB in Tsjechië. Afgezien van de genoemde uitzonderingen blijven de belangrijkste groepsentiteiten in België en Tsjechië de IRB Advanced-benadering hanteren, terwijl de kleinere entiteiten en de hele divisie Internationale Markten de standaardbenadering hanteren.
• De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de KBC-risicobereidheidsverklaring bepaalt hoeveel kredietrisico KBC kan en wil aanvaarden om zijn strategische doelstellingen na te streven. De kredietrisicobereidheid wordt concreet gemaakt door kredietrisicolimieten en vroege waarschuwingsniveaus toe te kennen aan een beperkte reeks kredietrisicoindicatoren die één jaar geldig zijn. Primaire kredietrisicolimieten worden bepaald door de Raad van Bestuur of het Directiecomité. Ze omvatten limieten voor het verwachte verlies (EL), verlies in stressomstandigheden (SCL), kredietrisicogewogen activa (RWA) en – voor de productie van nieuwe woningkredieten – de Loan-to-Value (LTV) en de verhouding schuld/ inkomen (Debt Service-To-Income, DSTI). Die limieten worden aangevuld met een portefeuillelimietsysteem (PLS) om het concentratierisico op groepen tegenpartijen of overheden te beperken, en met andere kredietrisicolimieten op groeps- of lokaal niveau die limieten voor sectoren en activiteiten omvatten, evenals limieten voor risico's zoals het kredietrisico van tegenpartijen voor professionele transacties of het emittentenrisico.
Het risicospeelveld wordt ook bepaald door groepswijde risicogrenzen die zijn vastgelegd in kredietrisiconormen. Die normen hebben tot doel het risicobeheer van specifieke kredietrisicogerelateerde onderwerpen in de hele groep op één lijn te brengen door beperkingen en/of aanbevelingen te definiëren.
Het beheer van ESG-risico's zit volledig vervat in het bovengenoemde Kredietrisicobeheerkader. De Climate Risk Impact Map, waarvan het concept wordt beschreven in het hoofdstuk over ESG in het algemene risicobeheer van KBC, wordt gebruikt voor kredietrisicobeheer. Ze identificeert op jaarbasis de klimaatrisicofactoren die het meest relevant zijn voor de kredietportefeuilles van KBC, zowel voor transitie- als fysieke risico's. Die oefening is in 2023 uitgebreid naar andere milieurisico's door pilootoefeningen aangaande verlies van biodiversiteit, vervuiling en waterschaarste.
Voor acht koolstofintensieve industriële sectoren en drie productlijnen zijn strategische sectorprojecten (zogenaamde White Papers) opgezet. Die White Papers beschrijven ook de impact van sectorspecifieke uitdagingen, technologische ontwikkelingen en veranderende regelgeving op de kredietportefeuilles van KBC, evenals mogelijke risicobeperkende maatregelen. In de White Papers kiezen we ook voor een progressieve benadering van andere milieudoelstellingen dan klimaatverandering. Voor een deel van deze sectoren heeft KBC klimaatdoelstellingen bepaald en rapporteert het over de vooruitgang met betrekking tot deze doelstellingen. Meer informatie vindt u in ons Sustainability Report.
In het kredietacceptatie- en -beoordelingsproces gebruiken we een milieu- en sociale (E&S) sectorheatmap. Dat is een screeningsinstrument om specifieke milieu- en sociale risico's in de portefeuille kredieten aan bedrijven en kmo's op te
sporen. Voor belangrijke kredietdossiers in sectoren met een hoog E&S-risico wordt een ESG-beoordeling uitgevoerd op tegenpartijniveau. Daarnaast wordt Internal Carbon Pricing gebruikt om de financiële impact te beoordelen van huidige en mogelijk toekomstige koolstofregelgeving op broeikasgasintensieve bedrijven. Om te begrijpen hoe bedrijfsklanten omgaan met duurzaamheidsuitdagingen en om hen te ondersteunen bij die transitie, zijn klantengesprekken een essentieel onderdeel van die beoordeling.
De Paris Agreement Capital Transition Assessment (PACTA) methodologie helpt ons het transitierisico in onze kredietportefeuille te beoordelen. Deze analyse bepaalt of de grote bedrijven in onze kredietportefeuille zich in een transitie bevinden in overeenstemming met de doelstellingen die in verschillende klimaattransitiescenario's zijn vastgesteld. De Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF)-methodologie wordt gebruikt om de gefinancierde uitstoot van onze kredietportefeuille te berekenen.
Voortbouwend op eerdere modelleringen met betrekking tot klimaatrisico's blijft KBC de impact van fysieke risico's op zijn kredietportefeuilles beoordelen. Specifiek met betrekking tot het overstromingsrisico werd in 2023 een pilootanalyse uitgevoerd om de mogelijke impact op het verlies bij in gebreke blijven (LGD) te onderzoeken. Gezien het om een verkennende oefening ging, is de analyse niet in aanmerking genomen voor verwachte kredietverliezen (ECL). Met betrekking tot transitierisico's werd een analyse uitgevoerd om in te schatten hoe het verwachte verlies (EL) van zeer klimaatrelevante portefeuilles mogelijk zou kunnen veranderen in zes verschillende klimaatscenario's. Meer informatie over de oorspronkelijke beoordeling is beschikbaar in het Risk Report over 2021 op www.kbc.com.
In het algemeen zijn de inzichten die de bovenvermelde methodologieën opleveren waardevol om hotspots in de kredietportefeuille van KBC op te sporen, als input voor het bepalen van doelstellingen en het uitvoeren van stresstests voor klimaatrisico's, en om waar nodig het beleid aan te passen. Ze maken ook deel uit van de voortdurende inspanningen van KBC om klimaatrisico verder te integreren in zijn kredietbeoordelingsprocessen en modellering. Het management heeft altijd de mogelijkheid om de verwachte kredietverliezen aan te passen om zo rekening te houden met gebeurtenissen die geen deel uitmaken van de financiële beoordeling, zoals groeiende inzichten in ESG- en klimaatgerelateerde risico's.
In 2023 zijn er klimaatgerelateerde belangrijke risicoindicatoren (Key Risk Indicators – KRI's) opgenomen in het risicobereidheidsproces. Deze KRI's worden halfjaarlijks gecontroleerd door het Groepscomité Kredietverlening en geïntegreerd in het Climate Risk Dashboard.
KBC streeft ernaar de negatieve impact van zijn activiteiten op het milieu en de samenleving te beperken en een positieve impact aan te moedigen, op basis van een cultuur van verantwoorde kredietverlening, waarvan de principes zijn vastgelegd in de Credit Risk Standards on Sustainable and Responsible Lending. Het engagement van KBC om rekening te houden met klimaat- en milieurisico's in elke stap van het kredietproces wordt ook weerspiegeld in standaarden voor de bepaling van krediettarieven en de waardering van onderpand.
Meer informatie vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Terwijl de gevolgen van de coronapandemie en de ontregeling (van de toeleveringsketen) tijdens het daaropvolgende economische herstel zijn afgenomen en de covidbeperkingen geleidelijk werden afgeschaft, vormden het aanhoudende conflict tussen Rusland en Oekraïne en de daarmee gepaard gaande verstoring van de wereldwijde energiemarkten, de snel stijgende inflatiedruk en de stijgende rentes nieuwe uitdagingen voor het kredietrisicobeheer.
Bij particulieren hadden de torenhoge energierekeningen en de inflatiedruk op de prijzen van dagelijkse goederen en diensten onvermijdelijk invloed op de kredietaflossingscapaciteit van zwakkere kredietnemers. Dankzij een gepaste verlichting van die druk heeft dit niet geleid tot betalingsproblemen bij woning- en consumentenkredieten. Voor bedrijven heeft de sterke stijging van de energiekosten in 'energie-intensieve' sectoren de winstmarges en kasreserves negatief beïnvloed. Gaandeweg is gebleken dat deze stijgingen van de inputkosten konden worden gecompenseerd door hogere verkoopprijzen. Bovendien hebben particulieren hun consumptiepatroon wat aangepast en minder nietnoodzakelijke uitgaven gedaan, wat sommige sectoren in gevaar kan brengen door een verminderde vraag. Ook kunnen hogere herfinancieringsrisico's van vervallend schuldpapier in een klimaat van hogere rente leiden tot meer wanbetalingen door bedrijven. Bijgevolg zou de situatie voor een aantal kwetsbare sectoren uitdagend kunnen blijven.
Er zijn kredietrisicobeheermaatregelen genomen om de bovenvermelde opkomende risico's te ondervangen, te meten, te beperken en te beheren. Zo is er scherp toezicht op de kredietportefeuilles, zijn de acceptatieprocessen aangepast (bv. om rekening te houden met de impact van gezinsbudgetten op de acceptatie van woningkredieten), is specifiek kredietbeleid aangescherpt (bv. voorwaarden voor kredietverstrekking om bepaalde activiteiten van de commerciële vastgoedsector mogelijk te maken) en worden watchlists aangehouden. Voor de financiering van
commercieel vastgoed (CRE) bijvoorbeeld is de evolutie van een herfinancieringsrisico een cruciaal basiselement in het kredietacceptatieproces. Voor kredieten die afgewerkt vastgoed financieren met een hoge ballon- of zelfs bulletaflossing op de vervaldatum van het krediet, wordt het herfinancieringsrisico grondig geëvalueerd rekening houdend met de kwaliteit van het gebouw, de diversificatie en sterkte van de huurders, de algemene sterkte van de vastgoedmarkt (evenwicht vraag/aanbod, leegstand), de Loan-to-Value-ratio op de vervaldatum, de resterende aflossingsperiode op basis van de geschatte huurinkomsten en meer conservatief geschatte rentevoeten. Naast die analyse van elk individueel dossier wordt de kredietportefeuille nauwlettend bewaakt en is het acceptatiebeleid voor CRE-kredieten aangescherpt om het toegenomen herfinancieringsrisico aan te pakken.
Ondanks de uitdagende context wijzen de traditionele kredietrisicomaatstaven (zoals kredietherstructureringen, betalingsachterstanden en verslechtering van de PD, nieuwe wanbetalingen) niet op een aanzienlijke verslechtering van de kredietkwaliteit voor de KBC-portefeuilles in 2023, wat verder wordt weerspiegeld in een comfortabele kredietkostenratio.
Ten slotte worden sinds de Russische inval in Oekraïne een reserve voor geopolitieke en opkomende risico's aangehouden en is een selectie van kwetsbare portefeuilles en subportefeuilles aangemerkt als potentieel verhoogd risico. Voor cijfers, onder meer over de methodologie en ontwikkeling van deze reserve, verwijzen we naar Toelichting 3.9 in de Geconsolideerde jaarrekening. In de toekomst
kunnen de ontwikkeling van het Israëlisch-Palestijnse conflict en andere problemen (bijvoorbeeld in de Rode Zee) de geopolitieke en opkomende risico's vergroten, aangezien een mogelijke escalatie in een breder (regionaal) conflict grotere en langdurige gevolgen kan hebben.
Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de kredietportefeuille van de bank. Die bevat alle leningen en garanties die KBC heeft verstrekt aan particulieren, bedrijven, overheden en banken. Schuldbewijzen worden opgenomen in de beleggingsportefeuille als ze zijn uitgegeven door bedrijven of banken. Overheidsobligaties worden niet in de beleggingsportefeuille opgenomen. Bovendien wordt in de tabel geen rekening gehouden met het kredietrisico met betrekking tot de handelsportefeuille (emittentenrisico) en het kredietrisico van tegenpartijen met betrekking tot derivatentransacties. Die elementen beschrijven we verderop apart.
De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening. Meer informatie vindt u in het Glossarium van financiële ratio's en termen.
| Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten | ||
|---|---|---|
| A: Totale kredietportefeuille | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
| Totale kredietportefeuille (in miljarden euro) | ||
| Uitstaand en niet-opgenomen bedrag | 258 | 259 |
| Uitstaand bedrag | 203 | 206 |
| Kredietportefeuille per divisie (in procenten van de uitstaande portefeuille)1 | ||
| België2 | 65% | 63% |
| Tsjechië | 19% | 19% |
| Internationale Markten | 15% | 14% |
| Groepscenter7 | 1% | 5% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van de uitstaande portefeuille)1 | ||
| Particulieren | 41% | 43% |
| Financiële en verzekeringsdiensten | 6% | 6% |
| Overheden | 3% | 3% |
| Bedrijven | 50% | 48% |
| Diensten | 11% | 10% |
| Distributie | 8% | 8% |
| Vastgoed | 7% | 6% |
| Bouw en constructie | 5% | 4% |
| Landbouw, veeteelt en visserij | 3% | 3% |
| Auto-industrie | 3% | 2% |
| Overige (sectoren < 2%) | 15% | 14% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per regio (in procenten van de uitstaande portefeuille)1,3 | ||
| België | 55% | 53% |
| Tsjechië | 18% | 18% |
| Slowakije | 6% | 6% |
| Hongarije | 4% | 4% |
| Bulgarije | 5% | 5% |
| Rest van West-Europa | 8% | 11% |
| Rest van Centraal- en Oost-Europa | 0% | 0% |
| Noord-Amerika | 1% | 1% |
| Azië | 1% | 1% |
| Overige | 1% | 1% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per risicoklasse (in procenten van de uitstaande portefeuille)1 | ||
| Unimpaired | ||
| PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) | 24% | 25% |
| PD 2 (0,10% – 0,20%) | 14% | 13% |
| PD 3 (0,20% – 0,40%) | 14% | 13% |
| PD 4 (0,40% – 0,80%) | 18% | 18% |
| PD 5 (0,80% – 1,60%) | 14% | 15% |
| PD 6 (1,60% – 3,20%) | 8% | 8% |
| PD 7 (3,20% – 6,40%) | 4% | 4% |
| PD 8 (6,40% – 12,80%) | 1% | 1% |
| PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) | 1% | 1% |
| Zonder rating | 0% | 0% |
| Impaired | ||
| PD 10 | 1,1% | 1,0% |
| PD 11 | 0,2% | 0,3% |
| PD 12 | 0,8% | 0,8% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage4 (in procenten van de uitstaande portefeuille)1 | ||
| Stage 1 (geen significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) | 80% | 78% |
| Stage 2 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname - niet credit impaired) incl. POCI5 |
18% | 20% |
| Stage 3 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname - credit impaired) incl. POCI5 |
2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
| B: Portefeuille impaired kredieten | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Impaired kredieten (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten) | ||
| Impaired kredieten6 | 4 221 | 4 350 |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 2 051 | 2 289 |
| Impaired kredieten per divisie (in procenten van portefeuille impaired kredieten)1 | ||
| België2 | 63% | 57% |
| Tsjechië | 13% | 15% |
| Internationale Markten | 13% | 13% |
| Slowakije | 4% | 3% |
| Hongarije | 4% | 3% |
| Bulgarije | 6% | 6% |
| Groepscenter | 10% | 15% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Impaired kredieten per sector (in procenten van de portefeuille impaired kredieten)1 | ||
| Distributie | 19% | 19% |
| Particulieren | 16% | 21% |
| Vastgoed | 13% | 11% |
| Diensten | 9% | 10% |
| Auto-industrie | 9% | 5% |
| Bouw en constructie | 7% | 7% |
| Chemie | 4% | 4% |
| Landbouw, veeteelt en visserij | 2% | 1% |
| Hotels, bars en restaurants | 2% | 3% |
| Overheden | 2% | 2% |
| Voedselproducenten | 2% | 2% |
| Overige (sectoren < 2%) | 15% | 16% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Geboekte waardevermindering op kredieten (in miljoenen euro) | ||
| Waardevermindering voor stage 1-portefeuille | 168 | 134 |
| Waardevermindering voor stage 2-portefeuille, incl. POCI5 (hersteld) |
502 | 694 |
| Waardevermindering voor stage 3-portefeuille, incl. POCI5 (nog altijd impaired) |
1 888 | 2 048 |
| Waarvan waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | 1 459 | 1 547 |
| Kredietkostenratio | ||
| Divisie België2 | 0,06% | 0,03% |
| Divisie Tsjechië | -0,18% | 0,13% |
| Divisie Internationale Markten | -0,06% | 0,31% |
| Slowakije | -0,07% | 0,17% |
| Hongarije | -0,14% | 0,42% |
| Bulgarije | 0,00% | 0,43% |
| Groepscenter | 0,07% | -0,04% |
| Totaal | 0,00% | 0,08% |
| Ratio van impaired kredieten | ||
| Divisie België2 | 2,0% | 1,9% |
| Divisie Tsjechië | 1,4% | 1,7% |
| Divisie Internationale Markten | 1,8% | 1,9% |
| Slowakije | 1,4% | 1,2% |
| Hongarije | 1,9% | 2,0% |
| Bulgarije | 2,2% | 2,8% |
| Groepscenter | 36,2% | 6,6% |
| Totaal | 2,1% | 2,1% |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 1,0% | 1,1% |
| Dekkingsratio | ||
| Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten | 45% | 47% |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 71% | 68% |
| Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten (excl. hypotheekleningen) | 47% | 50% |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 74% | 71% |
1 Cijfers niet gecontroleerd door de commissaris.
2 Omvat ook het beperkte netwerk van buitenlandse kantoren van KBC Bank in de rest van Europa, de VS en Zuidoost-Azië (met een totale uitstaande portefeuille van 7 miljard euro op 31 december 2023).
3 Een meer gedetailleerde verdeling per land is opgenomen in de kwartaalverslagen van KBC op www.kbc.com.
4 Zie Toelichting 1.2 van de Geconsolideerde jaarrekening voor meer informatie over de stages.
5 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid; brutobedragen, in tegenstelling tot nettobedragen in de boekhoudkundige verwerking.
6 Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.2 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring. De daling van 128 miljoen euro tussen 2023 en 2022 kan worden uitgesplitst als volgt: +179 miljoen euro in divisie België, -95 miljoen euro in Tsjechië, +32 miljoen euro in Slowakije, +11 miljoen euro in Hongarije, -36 miljoen euro in Bulgarije en -220 miljoen euro voor de rest (door de afgesloten verkoop van de activiteiten van KBC Ireland).
7 De daling van de kredietportefeuille in het Groepscenter heeft grotendeels te maken met de verkoop van de performing kredietportefeuille van KBC Bank Ireland in februari 2023 (zie Toelichting 6.6 bij de Geconsolideerde jaarrekening).
De delen Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage (in procenten van de uitstaande portefeuille) en Geboekte waardevermindering op kredieten in de bovenstaande tabel worden hieronder verder uitgesplitst.
| Uitsplitsing kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage | 31-12-2023 | 31-12-2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | |
| Kredietportefeuille per land/divisie | ||||||||
| België | 51,1% | 12,3% | 1,3% | 64,7% | 48,1% | 13,4% | 1,2% | 62,7% |
| Tsjechië | 16,1% | 2,9% | 0,3% | 19,3% | 15,2% | 3,1% | 0,3% | 18,6% |
| Internationale Markten | 12,5% | 2,7% | 0,3% | 15,4% | 10,6% | 3,1% | 0,3% | 13,9% |
| Slowakije | 5,0% | 0,9% | 0,1% | 6,1% | 4,5% | 1,1% | 0,1% | 5,6% |
| Hongarije | 3,0% | 1,0% | 0,1% | 4,1% | 2,3% | 1,2% | 0,1% | 3,7% |
| Bulgarije | 4,4% | 0,7% | 0,1% | 5,2% | 3,7% | 0,8% | 0,1% | 4,7% |
| Groepscenter | 0,4% | 0,0% | 0,2% | 0,6% | 4,1% | 0,3% | 0,3% | 4,7% |
| Totaal | 80,1% | 17,9% | 2,1% | 100,0% | 78,0% | 19,9% | 2,1% | 100,0% |
| Kredietportefeuille per sector | ||||||||
| Particulieren | 36,4% | 4,1% | 0,3% | 40,8% | 37,5% | 5,2% | 0,4% | 43,2% |
| Financiële en verzekeringsdiensten |
5,8% | 0,2% | 0,0% | 6,0% | 5,6% | 0,2% | 0,0% | 5,9% |
| Overheden | 2,4% | 0,2% | 0,0% | 2,7% | 2,8% | 0,2% | 0,0% | 3,1% |
| Bedrijven | 35,4% | 13,4% | 1,7% | 50,5% | 32,1% | 14,2% | 1,6% | 47,9% |
| Totaal | 80,1% | 17,9% | 2,1% | 100,0% | 78,0% | 19,9% | 2,1% | 100,0% |
| Kredietportefeuille per risicoklasse | ||||||||
| PD 1-4 | 64,5% | 5,1% | – | 69,7% | 61,4% | 6,1% | – | 67,5% |
| PD 5-9 | 15,5% | 12,7% | – | 28,3% | 16,6% | 13,8% | – | 30,4% |
| PD 10-12 | – | – | 2,1% | 2,1% | – | – | 2,1% | 2,1% |
| Totaal | 80,1% | 17,9% | 2,1% | 100,0% | 78,0% | 19,9% | 2,1% | 100,0% |
| Totaal, in miljoenen euro | 162 474 | 36 258 | 4 221 | 202 953 | 160 412 | 40 958 | 4 350 | 205 720 |
| Uitsplitsing waardeverminderingen volgens IFRS 9 ECL-stage | 31-12-2023 | 31-12-2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | |
| Waardeverminderingen per land/divisie | ||||||||
| België | 2,6% | 9,3% | 40,0% | 51,9% | 1,8% | 9,7% | 34,4% | 45,9% |
| Tsjechië | 1,6% | 5,5% | 9,9% | 16,9% | 1,3% | 6,7% | 10,2% | 18,1% |
| Internationale Markten | 2,4% | 4,8% | 9,5% | 16,7% | 1,4% | 6,9% | 9,5% | 17,8% |
| Slowakije | 0,5% | 2,0% | 3,4% | 6,0% | 0,4% | 2,8% | 2,7% | 5,9% |
| Hongarije | 1,0% | 1,2% | 1,7% | 3,9% | 0,3% | 2,1% | 1,9% | 4,3% |
| Bulgarije | 0,9% | 1,6% | 4,4% | 6,9% | 0,7% | 1,9% | 4,9% | 7,5% |
| Groepscenter | 0,0% | 0,0% | 14,4% | 14,4% | 0,2% | 0,8% | 17,1% | 18,2% |
| Totaal | 6,6% | 19,6% | 73,8% | 100,0% | 4,7% | 24,1% | 71,2% | 100,0% |
| Waardeverminderingen per sector | ||||||||
| Particulieren | 1,1% | 4,4% | 6,5% | 12,0% | 1,3% | 7,8% | 12,8% | 21,9% |
| Financiële en verzekeringsdiensten |
0,2% | 0,2% | 1,8% | 2,2% | 0,2% | 0,1% | 1,6% | 2,0% |
| Overheden | 0,2% | 0,6% | 1,4% | 2,2% | 0,0% | 0,0% | 0,3% | 0,4% |
| Bedrijven | 5,0% | 14,5% | 64,1% | 83,5% | 3,2% | 16,1% | 56,4% | 75,7% |
| Totaal | 6,6% | 19,6% | 73,8% | 100,0% | 4,7% | 24,1% | 71,2% | 100,0% |
| Waardeverminderingen per risicoklasse | ||||||||
| PD 1-4 | 1,2% | 1,1% | – | 2,3% | 1,4% | 1,9% | – | 3,3% |
| PD 5-9 | 5,4% | 18,5% | – | 23,9% | 3,3% | 22,3% | – | 25,5% |
| PD 10-12 | – | – | 73,8% | 73,8% | – | – | 71,2% | 71,2% |
| Totaal | 6,6% | 19,6% | 73,8% | 100,0% | 4,7% | 24,1% | 71,2% | 100,0% |
| Totaal, in miljoenen euro | 168 | 502 | 1 888 | 2 559 | 134 | 694 | 2 048 | 2 875 |
Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht. Dat kan betekenen dat rentebetalingen of kosten worden verlaagd of uitgesteld, de krediettermijn wordt verlengd om het aflossingsplan te versoepelen, achterstallen worden gekapitaliseerd, een uitstel van betaling wordt toegestaan of de schulden worden kwijtgescholden.
Een klant met een als geherstructureerd (forborne) aangemerkt krediet krijgt doorgaans een slechtere PDklasse toegekend dan vóór de herstructurering, gezien het hogere risico van wanbetaling. Wanneer dat het geval is, wordt ook beoordeeld hoe onwaarschijnlijkheid het is dat de klant zal betalen (volgens specifieke 'unlikely to pay'-criteria). In overeenstemming met de IFRS 9-normen wordt een krediet met de status forborne toegewezen aan stage 2 (als de klant/het krediet niet in wanbetaling is) of aan stage 3 (als de klant/het krediet in wanbetaling is).
De criteria die KBC toepast om de status van geherstructureerde kredieten te veranderen van wanbetaling naar normaal of om de status forborne te verwijderen, zijn in overeenstemming met de betreffende EBA-normen. Als aan een klant/krediet de status wanbetaling is toegekend (voor of op het ogenblik dat een kredietherstructurering wordt toegestaan), moet de klant/het geherstructureerde krediet (afhankelijk van het feit of de status wanbetaling is toegekend op klant- of kredietniveau) minstens een jaar de status wanbetaling behouden. Alleen onder strikte voorwaarden kan de klant/het krediet opnieuw de status normaal krijgen. Een geherstructureerd krediet met de status normaal blijft het etiket geherstructureerd evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant/het krediet opnieuw de status normaal heeft, en dat kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.). Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (d.w.z. een aanleiding tot waardevermindering) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest.
| On-balance-sheet exposures met kredietherstructureringen: bruto boekwaarde (in miljoenen euro) |
Openings balans |
Kredieten waar aan een herstructu rering is toegekend |
Kredieten die niet langer als geherstruc tureerd worden beschouwd |
Terug betalingen |
Afschrij vingen |
Overige1 | Slotbalans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2023 | 2 939 | 642 | -1 001 | -361 | -20 | 103 | 2 303 |
| 2022 | 3 681 | 668 | -1 088 | -436 | -16 | 129 | 2 939 |
| On-balance-sheet exposures met kredietherstructureringen: bijzondere waardeverminderingen (in miljoenen euro) |
Openings balans |
Bestaande waarde verminde ringen op kredieten waar aan een herstructu rering is toegekend |
Daling van waarde vermin deringen omdat kredieten niet langer geher structu reerd zijn |
Stijging van waar devermin deringen op geher struc tureerde kredieten |
Daling van waarde verminde ringen op geher structu reerde kredieten |
Overige2 | Slotbalans |
| 2023 | 428 | 63 | -55 | 86 | -122 | -13 | 387 |
| 2022 | 445 | 197 | -171 | 52 | -118 | 22 | 428 |
1 Omvat wisselkoerseffecten voor kredieten toegestaan in andere munten dan de lokale munt, wijzigingen in het opgenomen/niet-opgenomen deel van de faciliteiten, stijgingen van de brutoboekwaarde van bestaande geherstructureerde kredieten en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties.
2 Omvat het gebruik van waardeverminderingen met betrekking tot afschrijvingen en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties.
| Geherstructureerde kredieten | In procenten van de uitstaande portefeuille |
Verdeling per PD-klasse (in procenten van de portefeuille geherstructureerde kredieten van de entiteit) |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| PD 1-8 | PD 9 | PD 10 (impaired, minder dan 90 dagen achter stallig) |
PD 11-12 (im paired, 90 dagen of meer achter stallig) |
|||
| 31-12-2023 | ||||||
| Totaal | 1% | 33% | 8% | 46% | 14% | |
| Per klantensegment1 | ||||||
| Particulieren2 | 1% | 64% | 3% | 25% | 8% | |
| Kmo's | 1% | 30% | 12% | 42% | 16% | |
| Bedrijven3 | 1% | 13% | 8% | 63% | 16% | |
| 31-12-2022 | ||||||
| Totaal | 2% | 39% | 15% | 33% | 13% | |
| Per klantensegment1 | ||||||
| Particulieren2 | 1% | 45% | 17% | 26% | 12% | |
| Kmo's | 2% | 44% | 11% | 34% | 12% | |
| Bedrijven3 | 2% | 31% | 16% | 37% | 16% |
1 Niet gecontroleerd door de commissaris.
2 In 2023 had 86% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen (in 2022 was dat 90%).
3 In 2023 had 32% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen (in 2022 was dat 26%).
Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als de emittent in wanbetaling blijft). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse.
Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden. We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.
Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties. De bedragen in de onderstaande tabel zijn de presettlementrisico's van de groep die worden gemeten met de internemodelmethode voor rente- en valutaderivaten in divisie België. Voor inflatie, aandelen- en grondstoffenderivaten worden de presettlementrisico's berekend als de som van de (positieve) huidige
vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). Die berekening wordt ook gebruikt om de presettlementrisico's te meten van rente- en valutaderivaten in de andere divisies.
De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal.
| (in miljarden euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|---|
| Emittentenrisico1 | 0,05 | 0,03 | |
| Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties2 | 4,2 | 3,9 |
1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden, en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken.
2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.
Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling
en de ratings. Het bovenste deel van de onderstaande tabel geeft de marktwaarde van de beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten uitgesplitst naar activatype volgens Solvency II, terwijl het onderste deel meer details geeft over de obligaties en andere vastrentende effecten in die portefeuille.
| (in miljoenen euro, marktwaarde)1 | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Per activatype (Solvency II) | ||
| Effecten | 16 785 | 16 444 |
| Obligaties en dergelijke | 15 540 | 15 278 |
| Aandelen | 1 205 | 1 097 |
| Derivaten | 40 | 69 |
| Leningen en hypotheken | 2 160 | 2 153 |
| Leningen en hypotheken aan klanten | 1 768 | 1 780 |
| Leningen aan banken | 393 | 374 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 328 | 309 |
| Tak 23-beleggingen2 | 14 348 | 12 771 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | 298 | 295 |
| Overige beleggingen | 7 | 8 |
| Totaal | 33 926 | 31 981 |
| Details over obligaties en soortgelijke effecten | ||
| Per externe rating3 | ||
| Investment grade | 99% | 99% |
| Non-investment grade | 1% | 1% |
| Zonder rating | 0% | 0% |
| Per sector3 | ||
| Overheden | 66% | 65% |
| Financieel4 | 22% | 24% |
| Overige | 12% | 11% |
| Per restlooptijd3 | ||
| Maximaal 1 jaar | 12% | 9% |
| Tussen 1 en 3 jaar | 16% | 18% |
| Tussen 3 en 5 jaar | 14% | 17% |
| Tussen 5 en 10 jaar | 28% | 29% |
| Meer dan 10 jaar | 30% | 27% |
1 De totale boekwaarde bedroeg 34 155 miljoen euro eind 2023 en 32 897 miljoen euro eind 2022. Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.1 in het deel Geconsolideerde jaarrekening als gevolg van de rapportering per activaklasse volgens Solvency II.
2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.
3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.
4 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.
We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het
verwachte verlies (EL). Er gelden naamconcentratielimieten. De kans op een in gebreke blijven (PD) en het verwachte verlies worden berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default (EAD) bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.
| Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1 : EAD en EL2 (in miljoenen euro) |
EAD 2023 |
EL 2023 |
EAD 2022 |
EL 2022 |
|---|---|---|---|---|
| AAA tot en met A- | 178 | 0,1 | 171 | 0,1 |
| BBB+ tot en met BB- | 3 | 0,0 | 17 | 0,0 |
| Lager dan BB- | 0 | 0,0 | 0 | 0,0 |
| Zonder rating | 0 | 0,0 | 0 | 0,0 |
| Totaal | 181 | 0,1 | 188 | 0,1 |
1 Op basis van interne ratings.
2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.

Marktrisico houdt verband met wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van prijzen op de financiële markten. Het beheersproces van onze structurele marktrisico's in niet-tradingactiviteiten omvat het renterisico, het gaprisico, het basisrisico, het optierisico (zoals het risico van vervroegde aflossing), het muntrisico, het aandelenkoersrisico, het vastgoedprijsrisico, het creditspreadrisico en het inflatierisico. Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze beleggingen (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. Dit proces wordt ook Asset-Liability Management (ALM) genoemd.
Inzake marktrisico in niet-tradingactiviteiten wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Assets and Liabilities (ALCO), dat het ondersteunt op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau. Het beleid, de regels en procedures en de manier waarop het beheer van balansrisico's in de hele groep wordt uitgevoerd, worden beschreven in het Risk Management Framework voor marktrisico in niet-tradingactiviteiten. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum voor Marktrisico in niettradingactiviteiten. Binnen de risicofunctie wil de Raad voor ALM en Liquiditeitsrisico – voorgezeten door de CRO Treasury en Markten – de goede en efficiënte integratie van alle taken die zijn toegewezen aan de lokale en groepsafdelingen, tot stand brengen, vergemakkelijken, bevorderen en ondersteunen.
De Treasury-functies op groeps- en lokaal niveau treden op als eerste verdedigingslinie en meten en beheren het renterisico binnen een door de risicobereidheid en de limieten begrensd speelveld.
groep op dezelfde manier worden gemeten via, onder andere:
Binnen ALM wordt rekening gehouden met ESG-risico's, met name klimaat- en andere milieurisico's, in de portefeuille van overheids- en bedrijfsobligaties, aandelenbeleggingen en direct vastgoed. Voor alle producten wordt het milieutransitierisico beoordeeld op basis van het sectorrisico (bedrijfsobligaties en directe aandelen), landenrisico (overheidsobligaties) of fysiek risico (direct vastgoed). De obligatie- en aandelenportefeuilles worden gemonitord via KRI's voor klimaatrisico's om ervoor te zorgen dat de posities niet gevoeliger worden voor transitierisico. Voor bedrijfsobligaties en aandelenposities is het grootste deel van de blootstelling aanwezig in sectoren met een laag transitierisico en dat zal naar verwachting zo blijven. Dezelfde aanpak wordt gevolgd voor overheidsobligaties. Direct vastgoed vertegenwoordigt een kleine en stabielere blootstelling en wordt opgevolgd wanneer posities veranderen. Alle beleggingsbeslissingen van Treasury
worden genomen in overeenstemming met het enige bindende kader, waarin de screeningcriteria voor verantwoorde beleggingen zijn vastgelegd. Voor overheidsobligaties gebeurt de classificatie op basis van een interne duurzaamheidsbarometer van landen, die worden ingedeeld in landen met een laag, gemiddeld of hoog risico op het gebied van milieuverplichtingen. Bedrijfsobligaties en directe aandelenposities worden per sector ingedeeld als posities met een laag, gemiddeld of hoog klimaattransitierisico. De duurzaamheidsanalyse voor bedrijfsobligaties en aandelenposities volgt een scenario dat is geïnspireerd op het 'scenario van een niet-ordelijke transitie', ontwikkeld door het 'Network for Greening the Financial System' (NGFS), dat werd gebruikt in de klimaatstresstest die de ECB in 2022 uitvoerde. Voor bedrijfsobligaties wordt de gevoeligheid gemeten door een creditspreadschok gebaseerd op de eerder genoemde spreadschokken uit de klimaatstresstest van de ECB in 2022. De aandelenwaarde wordt per sector onderworpen aan schokken gebaseerd op de ECB- klimaatschokken voor aandelen. Direct vastgoed wordt per positie gemeten met de nadruk op fysiek risico. De inzichten worden verzameld en gerapporteerd naar analogie van andere risicotypes in de Climate Risk Impact Map (zie ESG in ons risicobeheer). Meer informatie vindt u in het Risk Report op www.kbc.com.
Na de forse renteverhogingen in 2022 zagen we in 2023 een normalisering van de rentetarieven na jaren van lage rentes. Bij nagenoeg alle banken vond een aanzienlijke migratie
plaats van zicht- en spaarrekeningen naar vastrentende instrumenten. De uitgifte van de eenjarige staatsbon in België illustreerde die algemene tendens van een verschuiving van deposito's zonder looptijd naar termijnrekeningen of vastrentende instrumenten. KBC past echter altijd een voorzichtige beleggingsaanpak toe voor dergelijke deposito's en houdt aanzienlijke buffers in kortetermijnbeleggingen aan om grote uitstromen te kunnen opvangen. Door die buffers heeft het grote succes van de Belgische staatsbon dus geen aanleiding gegeven tot specifieke acties voor de bestaande beleggingen.
Marktrisico in de niet-tradingactiviteiten bestaat uit verschillende subrisicotypes. Ze worden hieronder meer detail in beschreven.
We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfoliotechniek voor de niet-looptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen). De bank past haar renteprofiel ook aan via rentederivaten om binnen de grenzen van de risicobereidheid te blijven.
De belangrijkste techniek die we gebruiken om renterisico's te meten, is de 10 Basis Point Value (BPV)-methode. Die geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige swapcurve met tien basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de waarde van de portefeuille).
| voor de KBC-groep, invloed op de waarde2 (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 | |
|---|---|---|---|
| Bankactiviteiten | -45 | -36 | |
| Verzekeringsactiviteiten | 11 | 4 | |
| Totaal | -33 | -32 |
1 In overeenstemming met de marktnormen zijn de gevoeligheidscijfers gebaseerd op een risicovrije curve (swapcurve).
2 Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.
Voor de bankactiviteiten zijn er twee andere methoden om de rentegevoeligheid te meten, die vergelijkbaar zijn tussen instellingen, namelijk de outlier stresstest (SOT) op de economische waarde van het eigen vermogen (EVE) en de SOT op de nettorente-inkomsten (NII), beide berekend volgens de richtlijnen van de Europese Bankautoriteit.
Voor de SOT EVE worden elk kwartaal zes verschillende scenario's toegepast op de bankportefeuilles (materiële valuta's). Deze scenario's omvatten belangrijke parallelle verschuivingen naar boven en beneden, swapcurves die steiler of vlakker worden of enkel verschuivingen van de kortetermijnrente. De impact van het worstcasescenario (de meest negatieve impact op de economische waarde van het eigen vermogen) wordt afgezet tegen het tier 1-kapitaal. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau kwam de
SOT EVE uit op -3,91% van het tier 1-kapitaal op 31 december 2023. Dat is ruim onder de drempel van -15% waar de Europese Centrale Bank op toeziet en geeft aan dat de totale rentegevoeligheid van de balans van KBC beperkt is.
Vanaf 2023 wordt de SOT EVE aangevuld met de SOT NII, die de impact meet van twee scenario's (parallel omhoog en omlaag) op de NII. De impact van het worstcasescenario voor de NII wordt ook afgezet tegen het tier 1-kapitaal. Volgens deze meting is de rentegevoeligheid van KBC ook beperkt: die bedroeg eind 2023 -1,27%, tegenover de door de toezichthouder gehanteerde outlier-drempel van 5%.
We gebruiken ook andere technieken om potentiële onevenwichtigheden in onze rentepositie te meten, zoals gapanalyse, durationbenadering, scenarioanalyse en
stresstesting. Informatie met betrekking tot de gaptabel, waarin onevenwichtigheden tussen activa en passiva worden uitgesplitst in tijdsperioden, is te vinden in het Risk Report 2023.
Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Nietlevenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses.
De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling voor klanten te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd door de kasstromen van activa en passiva van de levensverzekeringsportefeuilles die gedekt worden door vastrentende beleggingen, grotendeels op elkaar af te stemmen. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.
| Levenbedrijf (in miljoenen euro) |
0-1 jaar | 1-2 jaar | 2-3 jaar | 3-4 jaar | 4-5 jaar | >5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2023 | |||||||
| Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met rentegarantie |
1 787 | 741 | 932 | 787 | 1 044 | 8 225 | 13 516 |
| Eigen vermogen | – | – | – | – | – | – | 937 |
| Eigendom | – | – | – | – | – | – | 108 |
| Overige (geen vervaldag) | – | – | – | – | – | – | 299 |
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 1 595 | 1 201 | 807 | 882 | 834 | 9 474 | 14 793 |
| Verschil in tijdgevoelige verwachte kasstromen | 192 | -460 | 125 | -95 | 210 | -1 250 | -1 278 |
| Gemiddelde duration van activa | 6,72 jaar | ||||||
| Gemiddelde duration van passiva | 7,92 jaar | ||||||
| 31-12-2022 | |||||||
| Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met rentegarantie |
1 233 | 1 489 | 855 | 1 048 | 844 | 8 738 | 14 208 |
| Eigen vermogen | – | – | – | – | – | – | 929 |
| Eigendom | – | – | – | – | – | – | 112 |
| Overige (geen vervaldag) | – | – | – | – | – | – | 95 |
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 1 367 | 1 201 | 807 | 882 | 834 | 9 474 | 14 566 |
| Verschil in tijdgevoelige verwachte kasstromen | -134 | 288 | 48 | 166 | 11 | -737 | -358 |
| Gemiddelde duration van activa | 6,66 jaar | ||||||
| Gemiddelde duration van passiva | 8,76 jaar | ||||||
Zoals hierboven vermeld, is het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar het risico dat de rentes voor een langere periode laag blijven. Verplichtingen in Leven of bij arbeidsongevallen hebben vaak een looptijd die langer is dan de klassieke beleggingshorizon en het risico bestaat dat herbeleggingen tegen lagere rentes moeten gebeuren. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken
van het renterisico in overeenstemming met de risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.
| Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| 5,00% en hoger | 3% | 3% |
| Meer dan 4,25% tot en met 4,99% | 6% | 7% |
| Meer dan 3,50% tot en met 4,25% | 4% | 4% |
| Meer dan 3,00% tot en met 3,50% | 9% | 9% |
| Meer dan 2,50% tot en met 3,00% | 3% | 3% |
| 2,50% en lager | 73% | 72% |
| 0,00% | 2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
Om rente-inkomsten te realiseren, kopen we obligaties. Hun selectie is grotendeels conservatief en gebaseerd op criteria zoals kredietrisicorating, risicorendementberekening en liquiditeitskenmerken.
We beheren het creditspreadrisico van onder meer de portefeuille overheidsobligaties door op te volgen in
hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de creditspreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. Naast de portefeuille overheidsobligaties heeft KBC een portefeuille nietoverheidsobligaties (banken, bedrijven, supranationale entiteiten). Meer details over de componenten van de obligatieportefeuille vindt u in het Risk Report.
| Tegen ge amortiseerde kostprijs |
Tegen reële waarde met verwerking van waarde veranderin gen in other comprehen sive income (FVOCI) |
Aangehouden voor handels doeleinden |
Totaal | Ter vergelij king: totaal einde 20223 |
Economische invloed van +100 basis punten1 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Overheidsobligaties | 43 337 | 13 206 | 2 966 | 59 509 | 53 642 | -2 803 |
| Waarvan2 : |
||||||
| Tsjechië | 12 079 | 1 278 | 2 254 | 15 611 | 13 556 | -721 |
| België | 7 052 | 4 126 | 189 | 11 367 | 10 664 | -659 |
| Frankrijk | 3 710 | 1 703 | 38 | 5 451 | 5 408 | -223 |
| Slowakije | 3 524 | 617 | 66 | 4 207 | 3 618 | -219 |
| Hongarije | 2 405 | 472 | 189 | 3 066 | 2 624 | -114 |
| Niet-overheidsobligaties | 8 035 | 3 701 | 172 | 11 908 | 11 524 | -359 |
1 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur. Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De gevoeligheidscijfers hebben betrekking op niet-tradingposities in overheidsobligaties voor de bank- en verzekeringsactiviteiten (de invloed op de blootstelling van de tradingportefeuille was vrij beperkt en bedroeg 35 miljoen euro op het einde van 2023).
2 Top 5 grootste portefeuilles overheidsobligaties.
3 De cijfers van 2022 zijn aangepast als gevolg van de overgang naar IFRS 17.
Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risicorendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Het overgrote deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden als een economische afdekking van
langlopende verplichtingen van de verzekeringsmaatschappij. Ook andere entiteiten van de groep houden kleinere aandelenportefeuilles aan die van strategische aard zijn, zoals deelnemingen met betrekking tot de uitvoering van het bedrijfsmodel van KBC. De verdeling van de portefeuille per sector is beschikbaar in het Risk Report.
| Aandelenportefeuille KBC-groep | Bankactiviteiten | Verzekeringsactiviteiten | Groep | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | ||
| (in miljarden euro)* | 0,23 | 0,22 | 1,39 | 1,33 | 1,63 | 1,55 | |
| Waarvan niet-genoteerd | 0,22 | 0,21 | 0,18 | 0,14 | 0,4 | 0,35 |
* De belangrijkste reden voor het verschil met Aandelen in Toelichting 4.1 van het deel Geconsolideerde jaarrekening, is dat de aandelen in de tradingportefeuille hierboven zijn uitgesloten, maar wel zijn opgenomen in de tabel in Toelichting 4.1.
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Bankactiviteiten | -59 | -55 |
| Verzekeringsactiviteiten | -348 | -333 |
| Totaal | -407 | -387 |
| Niet-tradingaandelenpositie* | Netto gerealiseerde winst (in winst-en-verliesrekening) |
Netto niet-gerealiseerde winst op posities op het einde van het jaar (in eigen vermogen) |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
| Bankactiviteiten | – | – | 19 | 12 | |
| Verzekeringsactiviteiten | 2 | -1 | 212 | 80 | |
| Totaal | 2 | -1 | 231 | 91 |
* Cijfers voor 2022 voor de verzekeringsactiviteiten en het totaal zijn aangepast als gevolg van de overgang naar IFRS 17.
De vastgoedactiviteiten van de groep houden een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille aan. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan als belegging voor zowel Niet-levenreserves als
Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als een langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risicorendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren.
| Invloed van een 25%-daling van de vastgoedprijzen (in miljoenen euro) | 2022 | |
|---|---|---|
| Bankportefeuilles | -94 | -94 |
| Verzekeringsportefeuilles | -107 | -78 |
| Totaal | -201 | -172 |
Inflatie kan een financiële instelling op vele manieren indirect beïnvloeden, bijvoorbeeld via wijzigingen van de rentetarieven of de operationele kosten. Als concept van marktrisico is inflatie in het algemeen daarom niet gemakkelijk kwantificeerbaar. Bepaalde financiële producten of instrumenten zijn echter rechtstreeks gekoppeld aan inflatie en hun waarde wordt rechtstreeks beïnvloed door een verandering in de marktverwachtingen. KBC Bank gebruikt inflatiegerelateerde obligaties om zijn
activaportefeuille te diversifiëren. Bij KBC Verzekeringen is het inflatierisico specifiek verbonden met de arbeidsongevallenverzekering, waar met name bij blijvende of langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente-uitkering aan de verzekerde wordt uitbetaald (waarbij de lijfrente wettelijk gekoppeld is aan de inflatie). KBC Verzekeringen beperkt de risico's gedeeltelijk door te beleggen in inflatiegerelateerde obligaties en vult zijn inflatieafdekkingsprogramma aan met beleggingen in
vastgoed en aandelen, omdat die activa traditioneel gecorreleerd zijn met de inflatie en geen einddatum hebben.
De bankactiviteiten houden een portefeuille van inflatiegerelateerde obligaties aan waarvan de gevoeligheid voor inflatiebewegingen (BPI) 7,5 miljoen euro bedraagt (0,10% verandering in de inflatieverwachting) aan het einde van 2023. Voor de verzekeringsactiviteiten werd de BPI van de verplichtingen berekend op 4,8 miljoen euro, waartegenover inflatiegerelateerde obligaties worden aangehouden met een BPI van 4,4 miljoen euro, aangevuld met een vastgoedportefeuille van 26 miljoen euro. De gevoeligheid van de verplichtingen voor inflatie is pas bekend met een kwartaal vertraging. Daarom zijn de verzekeringscijfers in dit deel gebaseerd op het derde kwartaal van 2023.
Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid. De belangrijke wisselpositie in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille wordt via interne transacties overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze wordt beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille en van verzekerings- en andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in nieteuromunten die zijn opgenomen in de beleggingsportefeuille, zijn evenwel niet afgedekt, omdat de volatiliteit van de wisselkoersen wordt gezien als deel van de beleggingsopbrengst.
KBC concentreert zich op de stabilisatie van de common equity ratio voor wisselkoersschommelingen.
| Invloed van een daling van de valutawaarde met 10%* | Bank activiteiten |
Verzekerings activiteiten |
||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
| CZK | -209 | -231 | -31 | -31 |
| HUF | -85 | -100 | -9 | -7 |
| BGN | -93 | -96 | -22 | -17 |
| USD | 6 | -1 | -52 | -47 |
* Blootstelling voor valuta's waarvan de invloed op de bank- of verzekeringsactiviteiten meer dan 10 miljoen euro bedraagt.
Balansbeheer maakt gebruik van derivaten om rente- en valutarisico's te beperken. Het doel van hedge accounting is de volatiliteit van de winst-en-verliesrekening als gevolg van het gebruik van die derivaten te verminderen.
KBC heeft besloten geen hedge accounting toe te passen op krediet- en aandelenrisico's. Wanneer aan de noodzakelijke criteria is voldaan, wordt het toegepast om de boekhoudkundige mismatch tussen het
afdekkingsinstrument en de afgedekte positie weg te nemen. Meer informatie over hedge accounting vindt u in de Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
Afdekkingsderivaten worden gebruikt om een renterisico te beperken dat voortvloeit uit een verschil in het renteprofiel van activa en hun financieringspassiva. De hedgeaccountingstatus van een afdekking kan gekoppeld zijn aan de actiefpost of de passiefpost.
Rentederivaten kunnen worden aangemerkt als:
KBC gebruikt macrostrategieën voor hedge accounting voor homogene portefeuilles van kleinere elementen, waarbij de frequentie van optreden of de relatief kleine omvang van de gemiddelde transactie de één-op-één-relatie suboptimaal maakt. Dat is onder meer het geval voor hypotheken, leningen aan kmo's of deposito's van klanten. Macrostrategieën kunnen dynamisch zijn en frequent
veranderen, onder meer op basis van een balancering van de portefeuille (open portfolio hedge). Microafdekking wordt gebruikt wanneer grote individuele
activa of passiva worden afgedekt. Typische activa zijn grote bedrijfsleningen en obligatieaankopen waarvoor het creditspreadprofiel relevant is. Passiva kunnen eigen emissies van KBC zijn of specifieke langetermijnfaciliteiten aangeboden door een centrale bank. Microafdekkingen zijn gebaseerd op de reële waarde of op kasstromen.
KBC heeft strategische beleggingen in niet-euromunten. De netto-inventariswaarde van belangrijke deelnemingen wordt deels in de lokale munt gefinancierd met deposito's en valutaderivaten om de stabiliteit van de common equity ratio te verzekeren. Door gebruik te maken van afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten wordt de valutacomponent in het eigen vermogen opgenomen tot de realisatie (afwikkeling van de financiering als gevolg van liquidatie, dividenduitkeringen of andere verminderingen van de netto-inventariswaarde).
KBC heeft ook een beperkte portefeuille van obligaties in vreemde valuta die gefinancierd worden met opbrengsten in euro. Die obligaties worden afgedekt door cross-currency renteswaps om een synthetische vaste rente-opbrengst in euro te creëren. Kasstroomafdekkingen (micro-hedge) worden toegepast om de valutavolatiliteit te beperken.
De afdekkingseffectiviteit wordt bepaald bij het aangaan van de afdekkingsrelatie, en ook door periodieke
prospectieve en retrospectieve effectiviteitsbeoordelingen om ervoor te zorgen dat er een relevante relatie blijft bestaan tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument.
Voor rentevoeten worden verschillende prospectieve en retrospectieve controles uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de relatie tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument in aanmerking komt voor de hedgeaccountingstrategie.
Prospectieve tests zijn meestal gebaseerd op een gevoeligheidsanalyse (waarbij wordt nagegaan of de basis point value van de afgedekte portefeuille ten opzichte van het afdekkingsinstrument binnen het interval van 80-125% blijft) of op volumetests (als de hoofdsom van de voor afdekking in aanmerking komende instrumenten hoger is dan het nominale volume van de afdekkingsinstrumenten waarvan wordt verwacht dat ze in elke gespecificeerde tijdskorf worden geherprijsd of terugbetaald). Voor macrokasstroomafdekkingen wordt aan de hand van uitgebreide toekomstgerichte analyses beoordeeld of het voldoende waarschijnlijk is dat het toekomstige volume van afgedekte posities het volume van de afdekkingsinstrumenten grotendeels zal dekken. Voor elke
afdekkingsstrategie wordt een afdekkingsratio berekend, die meet welke proportie van een portefeuille met derivaten wordt afgedekt.
De retrospectieve effectiviteitscontrole van de afdekkingsrelatie wordt periodiek uitgevoerd door de verandering in de reële waarde van de portefeuille van afdekkingsinstrumenten te vergelijken met de verandering in

de reële waarde van de afgedekte in aanmerking komende posities die toe te rekenen zijn aan het afgedekte risico over een bepaalde periode (de verhouding van de veranderingen in reële waarde blijft binnen het interval van 80-125%). Voor de afdekking van valutarisico's wordt de effectiviteit verzekerd door de som van het nominale bedrag van de financieringstransacties en valutaderivaten aan te passen aan het beoogde afdekkingsbedrag van de strategische deelnemingen. Voor obligaties in vreemde valuta die zijn geswapt in euro, worden ook de begindatum, de vervaldatum en de coupondata in overeenstemming gebracht.
Ineffectiviteit voor renteswaps kan optreden als gevolg van:
Wat de afdekking van de netto-investering in vreemde valuta betreft, kan de rentecomponent van de afdekkingsinstrumenten een bron van inefficiëntie zijn. Het tegenpartijrisico op het afdekkingsinstrument, zelfs als er een zekerheid tegenover staat, kan ook een bron van inefficiëntie zijn.
Hedge-accountingstrategieën die de effectiviteitscontrole niet doorstaan, worden stopgezet. Een niet langer aangemerkt afdekkingsinstrument kan in een nieuwe afdekkingsrelatie opnieuw worden aangemerkt. Effectieve hedge-accountingstrategieën kunnen ook om technische of strategische redenen worden beëindigd. Elke eventuele invloed op de winst-en-verliesrekening die voortvloeit uit niet-effectieve afdekking en stopzetting, wordt gerapporteerd aan het Groeps-ALCO.
Het beschikbare kapitaal kan worden beïnvloed door veranderingen in de waarde van balansposten (bv. overheids- en bedrijfsobligaties en aandelen) die worden geboekt tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten en tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Die invloed kan negatief zijn als de markt onder stress staat, wat een gevolg kan zijn van een aantal marktparameters, zoals stijgende swaprentes of obligatiespreads of dalende aandelenkoersen. Bij KBC gebruiken we die kapitaalgevoeligheid als een gemeenschappelijke noemer om de kwetsbaarheid van de bankportefeuille voor verschillende marktrisicoschokken te meten.
| CET1-gevoeligheid voor belangrijkste marktfactoren (Deense compromismethode), KBC Groep (in procentpunten van CET1-ratio), IFRS-invloed veroorzaakt door: |
31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| een parallelle beweging van de rente met +100 basispunten | -0,1% | -0,1% |
| een parallelle beweging van de spread met +100 basispunten | -0,2% | -0,1% |
| een daling van de aandelenkoersen met -25% | -0,1% | -0,1% |
De tabel toont aan dat de gevoeligheid van het kapitaal voor marktbewegingen beperkt is. Dat komt omdat het grootste deel van de obligatieportefeuille van KBC geacht wordt tot einde looptijd te worden aangehouden en daarom tegen geamortiseerde kostprijs wordt geboekt. Deze posities hebben geen invloed op het kapitaal, tenzij ze voor de vervaldag worden geliquideerd. Merk op dat KBC een
aanzienlijke hoeveelheid liquide middelen aanhoudt (zie het deel over liquiditeit) om onverwachte uitstromen van financiering op te vangen. Als die niet zou volstaan, kan KBC nog altijd repo-overeenkomsten afsluiten om toegang te krijgen tot liquiditeit in plaats van verliezen te moeten boeken op de obligaties.
Operationeel risico is het risico van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak.
Op het vlak van operationeel risico wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Interne Controle (GICC) om de kwaliteit en de doeltreffendheid van het internecontrolesysteem van KBC te versterken. Het beleid, de regels en procedures voor de uitvoering van het operationeelrisicobeheer in de hele KBC-groep worden uiteengezet in het Operational Risk Mangement Framework. Dat kader sluit aan bij de Basel-vereiste inzake operationele veerkracht en de EU-wet inzake digitale operationele veerkracht (DORA) - Verordening (EU) 2022/2554. De toepassing ervan wordt gecoördineerd en bewaakt door het Competentiecentrum voor Operationeel Risico van Risico Groep, dat bestaat uit risico-experts op groeps- en lokaal niveau. Het Competentiecentrum werkt samen met andere expertfuncties voor de negen subtypes van operationeel risico: informatietechnologierisico,
informatiebeveiligingsrisico, bedrijfscontinuïteitsrisico, procesrisico, uitbestedings- en derdenrisico, modelrisico, juridisch risico, frauderisico en persoonlijke- en fysiekeveiligheidsrisico.
• Risico-identificatie: KBC identificeert zijn operationele risico's op basis van diverse bronnen, zoals het opvolgen van de wetgeving, gebruikmaken van de resultaten van het New and Active Products Process (NAPP), het uitvoeren van risicoscans, het analyseren van belangrijke risicoindicatoren (Key Risk Indicators) en het uitvoeren van onafhankelijke controlebewakingsactiviteiten en root cause analyses van operationele incidenten, near misses en verliezen. Er bestaat een gestructureerde set van operationele risico's en daarmee samenhangende risicobeperkende controles, waarbij een herzieningsproces ervoor zorgt dat de set wordt aangepast aan nieuwe of opduikende subtypes van operationele risico's. De interne beoordelingen van risico's in de operationele bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd door de eerste verdedigingslinie met als doel bijkomende lokale risico's en mogelijke hiaten in de operationele controles te identificeren. Er worden dynamische trigger-based risicobeoordelingen uitgevoerd, die gebaseerd zijn op de voortdurende screening van zowel interne als externe risicogebeurtenissen. Bovendien wordt regelmatig proactief een scan van de omgeving uitgevoerd om
externe of interne (cyber)trends op te sporen die een directe of indirecte negatieve invloed op ons bedrijf kunnen hebben. Die worden ook wel risicosignalen genoemd en worden gerapporteerd via het Integrated Risk Report.
Er zijn metrics bepaald om de doeltreffendheid van de controles te onderbouwen met feiten en cijfers. Enkele voorbeelden zijn, zonder limitatief te zijn, statistieken over vermogensbeheer, de klikratio van werknemers bij phishingcampagnes, de snelheid waarmee kwetsbaarheden in websites worden verholpen en andere metrics met betrekking tot bedreigingen voor KBC-klanten en -ondernemingen, het aantal fouten dat ex post wordt vastgesteld via de boekhoudkundige aansluiting en het aantal verwerkingsfouten.
• De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: voor operationeel risico wordt overkoepelend een risicobereidheid bepaald, maar ook op het niveau van elk subtype van operationeel risico. Het risicoprofiel meet in welke mate KBC Groep en zijn entiteiten momenteel zijn blootgesteld aan elk risico. Het huidige operationeelrisicoprofiel in verhouding tot de operationeelrisicobereidheid wordt elk kwartaal besproken in het Operational and Compliance Core-rapport aan het GICC.
Binnen het operationeelrisicobeheer omvat informatierisicobeheer de risico's van informatiebeveiliging, informatietechnologie en bedrijfscontinuïteitsbeheer. Onder dit laatste valt ook crisismanagement. Het informatiebeveiligingsrisico is een van de belangrijkste risico's waarmee financiële instellingen vandaag de dag worden geconfronteerd, omdat het wordt bepaald door steeds belangrijker wordende externe (zoals geopolitieke spanningen, cybercriminaliteit, technologische groei en innovatie, bv. artificiële intelligentie) en interne factoren (zoals verdere digitalisering, experimenten met opkomende technologie, enz.).
Het Competentiecentrum voor Informatierisicobeheer van KBC (Group IRM) maakt deel uit van Risico Groep en omvat zowel de traditionele zekerheidsactiviteiten (standaarden bepalen, controles ter discussie stellen, groepswijde rapportering) als het internationaal erkende en gecertifieerde Group Cyber Emergency & Response Team (CERT) van KBC. Elk land heeft een lokaal tweedelijnsteam (lokaal 2LoD IRM) dat zich concentreert op informatierisico en vergelijkbare verantwoordelijkheden heeft als Group IRM in zijn kernactiviteiten. Deze lokale teams worden functioneel aangestuurd door Group IRM om hun mogelijkheden te versterken.
Het beheer van het uitbestedingrisico is een specifiek onderdeel van derdenrisicobeheer. De wettelijke vereisten inzake de opvolging, meting en rapportering van het uitbestedingsrisico zijn in de loop der jaren toegenomen. Omdat contracten sluiten met externe dienstverleners een essentieel onderdeel is van de operationele processen en uitbesteding binnen de groep een belangrijk aspect is van de KBC-strategie, blijft de noodzaak om aandacht te besteden aan het uitbestedingsrisico een belangrijk onderdeel van het groepswijde risicobeheer bij KBC.
Om een sterk beheer van zijn uitbestedingsprocessen en -risico's te verzekeren, heeft KBC een groepswijd uitbestedingskader ingevoerd, dat bestaat uit een groepswijd uitbestedingsbeleid en groepswijde uitbestedingsrisiconormen. Zowel het beleid als de normen worden ondersteund door advies van de eerste en tweede verdedigingslinie om een gestandaardiseerde aanpak binnen de hele KBC-groep te waarborgen, in overeenstemming met de EBA-richtsnoeren inzake uitbesteding.
Er bestaan belangrijke controledoelstellingen om de risico's die voortvloeien uit externe of interne uitbesteding gedurende de volledige levenscyclus van een dienstverlener, van de selectie en de precontractuele fase tot de strategieën voor verlenging, beëindiging en uitstap, adequaat te beperken. Een kwaliteitsvolle risicogovernance van de uitbestede activiteiten van KBC wordt verzekerd door regelmatige risicobeoordelingen (inclusief een reeks verplichte subrisico's: proces-, IT-, informatiebeveiligings-, ESG-, model-, fraude-, juridisch, concentratie-, offshoringen step-inrisico), waarbij de frequentie wordt bepaald door hoe kritiek de uitbestede activiteit is.
De datagedreven strategie van KBC wordt onderbouwd door een groeiende reeks geavanceerde wiskundige, statistische en numerieke modellen om de besluitvorming te ondersteunen, risico's te meten en te beheren, bedrijfsactiviteiten te beheren en processen te stroomlijnen. Op AI-gebaseerde modellen worden ook steeds vaker gebruikt in verschillende bedrijfsdomeinen (bankieren, verzekeren, vermogensbeheer). Naarmate het gebruik van modellen toeneemt, wordt het ook almaar belangrijker de risico's die verband houden met het ontwerp, de implementatie of het gebruik van modellen te herkennen, begrijpen en beperken, om zowel KBC als zijn klanten te beschermen.
De normen voor modelrisicobeheer van KBC bieden een kader om modelrisico's te identificeren, begrijpen en efficiënt te beheren, op dezelfde manier als elk ander risicotype.
Bedrijfscontinuïteitsbeheer, inclusief crisisbeheer
Om te garanderen dat kritieke diensten beschikbaar blijven, beschikt KBC over een bedrijfscontinuïteitsbeheerproces (BCM). Dat zorgt ervoor dat er regelmatig een businessimpactanalyse wordt uitgevoerd en dat er hersteltijddoelstellingen worden bepaald en toegepast.
Het bedrijfscontinuïteitsbeheerproces is een matuur proces binnen de groep, waarbij de nadruk ligt op zowel preventie als respons. Crisispreventie is erop gericht de kans op een crisis te verkleinen, terwijl crisisrespons is gericht op het effectief en efficiënt afhandelen van een crisis als die zich voordoet. Daarvoor zijn praktische scenario's beschikbaar, draaiboeken genaamd, over hoe een lopende crisis moet worden aangepakt.
Compliancerisico is het risico dat aan een instelling en/of haar werknemers een gerechtelijke, administratieve of reglementaire sanctie wordt opgelegd voor het niet naleven van wetten en regelgeving met betrekking tot de compliancedomeinen, met reputatieverlies en mogelijke financiële schade tot gevolg. Dat reputatieverlies kan ook het gevolg zijn van het niet naleven van het interne beleid ter zake en van de eigen waarden en gedragsregels van de instelling met betrekking tot de integriteit van haar activiteiten.
De activiteiten van de compliancefunctie moeten prioritair en minimaal gericht zijn op de volgende integriteitsgebieden: de voorkoming van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, de voorkoming van belastingfraude, bescherming van beleggers, gegevensbescherming, ethisch ondernemen, frauderisicobeheer, bescherming van de verzekeringnemer, non-discriminatie, consumentenbescherming, governance-aspecten van CRD IV en V, Solvency II en/of lokale wetgeving en duurzame financiering.
Op het vlak van compliancerisico wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Interne Controle (GICC) om de kwaliteit en de doeltreffendheid van het internecontrolesysteem van KBC te versterken. Het compliancerisico wordt behandeld door het Compliancecharter, het Integriteitsbeleid en de Groepscomplianceregels. Er is een gecoördineerde aanpak om compliancerisico's op te nemen in risicoprocessen als dat relevant is (bv. risicoscan, risicobereidheid, enz.).
Om compliancerisico's te beheren, streeft KBC ernaar de wetten en regelgeving in de compliancedomeinen na te leven, zoals bepaald in zijn Compliancecharter. De compliancefunctie vervult een tweeledige rol bij het beheer van die risico's: enerzijds geeft ze advies vanuit een onafhankelijke invalshoek over de interpretatie van wetten en regelgeving die betrekking hebben op de domeinen waarin ze actief is. Vanuit die preventieve rol heeft ze Groepscomplianceregels uitgevaardigd, die
minimumvereisten definiëren voor de hele groep, stelt ze procedures en instructies en opleidingen op maat op, geeft ze dagelijkse adviezen en onafhankelijke opinies in het New and Active Products Process, levert ze informatie aan de governanceorganen over nieuwe regelgevende ontwikkelingen ter ondersteuning van de groepsstrategie en zorgt ze voor de implementatie van de wettelijke en regelgevende vereisten door de verschillende betrokken businesses. Anderzijds voert de compliancefunctie als tweede verdedigingslinie een risicogebaseerde controle uit om de toereikendheid van het internecontrolesysteem te waarborgen. Meer specifiek laat de controle toe om na te gaan of de wettelijke en reglementaire vereisten die betrekking hebben op de verschillende compliancedomeinen correct worden toegepast in de business. Het heeft ook tot doel de doeltreffendheid en efficiëntie te waarborgen van de controles die de eerste verdedigingslinie uitvoert. Bovendien worden in de belangrijkste entiteiten van de groep kwaliteitscontroles
uitgevoerd om de Raad van Bestuur ervan te verzekeren dat het compliancerisico naar behoren wordt beoordeeld door de lokale compliancefunctie.
Sinds 2020 zijn er aanzienlijke inspanningen geleverd om de compliancefunctie schaalbaar en futureproof te maken. Dit werd bereikt door meer processen te vereenvoudigen, de samenwerking tussen teams in de hele groep te bevorderen en centrale sturing door middel van programma's om uitmuntendheid in ontwerp en efficiëntie te garanderen, bijvoorbeeld door automatisering en artificiële intelligentie. Daarom is als eerste stap een gemeenschappelijk geïntegreerd platform ontwikkeld om het beheer van het witwasrisico te verbeteren – 'Know Your Transaction' – dat wordt uitgerold in België en de Centraal-Europese entiteiten. Op basis van modellen en machine learning kan daarmee onder andere ongewoon gedrag beter worden opgespoord. In de afgelopen jaren zijn de middelen binnen de compliancefunctie uitgebreid, waardoor het Compliance Monitoring-programma aanzienlijk kon worden versterkt en we gelijke tred kunnen houden met de toenemende reglementaire vereisten en de snelle strategische en bedrijfsontwikkelingen.
De waarden die de Groep verdedigt en de belangrijkste vereisten worden verder uitgewerkt in het Integriteitsbeleid. Ze worden aangevuld met een inhoudelijke strategie en met backward- en forward-looking kwalitatieve en kwantitatieve Key Risk Indicators en prestatie-indicatoren, om het risicoprofiel van de organisatie beter te onderbouwen en om het uiteindelijke doel van conformiteit met de letter en de geest van de wet te weerspiegelen.
De voorkoming van het witwassen van geld en van de financiering van terrorisme, inclusief embargo's, was de voorbije jaren een topprioriteit voor de compliancefunctie en zal ook in 2024 een prioriteit blijven. Het is een domein waar kennis van de klant (Know Your Customer, KYC), het updaten
van hun profiel en het opvolgen van transacties (Know Your Transaction, KYT) essentieel zijn. Er worden ononderbroken inspanningen geleverd om de organisatie aan te passen aan een voortdurend veranderende regelgeving, in het bijzonder ten aanzien van klanten die een verhoogd risico vormen en voor wie aanvullende informatie nodig is. Er werd een Financial Crime Unit opgericht om de synergieën tussen AML (Antiwitwas), Embargo's en Fraude te verbeteren. De compliancefunctie volgt ook van nabij de EU-ontwikkelingen op het vlak van de nieuwe AML-autoriteit (AMLA) en de reglementaire bepalingen die in 2024 worden verwacht. Er wordt bijzondere nadruk gelegd op een preventieve aanpak van risicobeheer (bijvoorbeeld maatregelen tegen het omzeilen van embargo's).
De controlefuncties, waaronder Compliance, zorgen er in het kader van het New and Active Products Process voor dat de lancering van nieuwe producten in overeenstemming is met de vele wettelijke en reglementaire bepalingen, zoals MiFID II, de Verzekeringsdistributierichtlijn (IDD) en andere lokale en EU-regelgeving, en ook met de waarden van KBC.
De naleving van de GDPR en verplichtingen inzake gegevensbescherming is een centraal kenmerk van elke duurzame en klantgerichte organisatie. In het kader van de datagedreven strategie van KBC is het van cruciaal belang om aandacht te besteden aan alle (talrijke) aankomende ontwikkelingen in de regelgeving op het gebied van gegevensbescherming. Voortdurende waakzaamheid op het gebied van gegevensbescherming is essentieel om toekomstbestendige, geloofwaardige en betrouwbare bankverzekeringsactiviteiten te garanderen. Sinds 2020 is Kate, de persoonlijke assistent, slimmer geworden en slaagt ze er almaar beter in het dagelijkse leven van onze klanten gemakkelijker te maken. Het onderzoek naar een eventueel gebruik van generatieve AI-modellen wordt nauwlettend gevolgd om ervoor te zorgen dat de risico's naar behoren worden geïdentificeerd.
Reputatierisico ontstaat uit het verlies van vertrouwen van of een negatieve perceptie bij stakeholders (zoals KBCmedewerkers en -vertegenwoordigers, klanten en niet-klanten, aandeelhouders, beleggers, financieel analisten, ratingbureaus, de lokale gemeenschap waarin het actief is, enz.) – al dan niet correct – die een nadelige invloed kunnen hebben op de mogelijkheid van een bedrijf om bestaande zakelijke of klantenrelaties te onderhouden of nieuwe relaties op te bouwen en om blijvend toegang te hebben tot financieringsbronnen.
Reputatie is een waardevol goed in het bedrijfsleven en dat geldt zeker voor de financiëledienstensector, die in hoge mate drijft op vertrouwen. Het reputatierisico is doorgaans een secundair risico, omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico. Om het reputatierisico te beheren, blijven we ons richten op duurzame en rendabele groei en bevorderen we een sterke bedrijfscultuur die verantwoord gedrag aanmoedigt, ook op het vlak van sociale en milieuverantwoordelijkheid. We stellen de belangen van de klant centraal en bevorderen het vertrouwen door de klant eerlijk en oprecht te behandelen.
Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop reputatierisicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Reputational Risk Management Framework. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum Reputatierisico. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door gespecialiseerde afdelingen (waaronder Communicatie Groep, Investor Relations en Compliance Groep).
De belangrijkste effecten van klimaat- en andere milieurisico's op ons operationeel- en reputatierisicoprofiel worden geïdentificeerd in de Climate Risk Impact Map en pilootoefeningen voor andere milieurisico's (zie ESG in ons risicobeheer).
Binnen onze operationeelrisicobeheerprocessen zijn er controles voor het beheer van het cyberrisico, modelrisico (bv. het vermijden van vooroordelen in modellen, het waarborgen van ethische AI), de bedrijfscontinuïteit (bv. zorgen voor continuïteit van de dienstverlening aan klanten, ook in geval van verstoring door klimaat- of andere ESGrisicofactoren), juridisch risico (waaronder klimaatgeschillen), persoonlijke- en fysiekeveiligheidsrisico's (met betrekking tot personeel en klanten).
Wat de sociale en governancerisico's betreft, hangen verscheidene compliancedomeinen zoals beschreven in het Compliancecharter van KBC nauw samen met sociale en
governancerisico's (bv. Corporate Governance, Gedrag, Embargo, Beleggersbescherming, Gegevensbescherming, Ethiek & Fraude, Consumentenbescherming en Antiwitwas). Cyberrisico, compliancerisico's (waaronder antiwitwas, GDPR en embargo's) en gedragsrisico worden al enkele jaren door het Directiecomité en de Raad van Bestuur als top risks aangemerkt. Ook worden duurzame beleggingen en ESG-kenmerken in MiFID en IDD nauwlettend gevolgd vanuit complianceperspectief, evenals de strategie inzake duurzame financiering in het algemeen.
We houden ook rekening met het duurzaamheids- en het klimaatbeleid bij de beslissing over nieuwe producten of diensten. Bijzondere aandacht gaat uit naar het correct toekennen van een 'groen' label aan nieuw ontwikkelde producten, in overeenstemming met regelgevingskaders zoals de EU-taxonomie en het International Capital Markets Association (ICMA)-kader voor groene obligaties.
Om de reputatierisico's te beheren, stimuleert KBC een sterke bedrijfscultuur die verantwoord gedrag in de hele organisatie aanmoedigt, ook op het vlak van sociale en milieuverantwoordelijkheid. Om onze rol in de samenleving te vervullen, willen we onze klanten ondersteunen bij de transitie naar een koolstofarme economie in al onze kernactiviteiten. Ons duurzaamheidsbeleid, onze duurzaamheidsbeperkingen en -doelstellingen bepalen een duidelijk risicospeelveld met betrekking tot ESG-risico's. Bovendien houden we de reputatierisico's onder controle door onze ESG-ratings nauwlettend te bewaken en af te zetten tegen die van sectorgenoten, door gepaste beoordelingen te maken en te reageren op controverses.
Meer informatie vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Marktrisico houdt verband met wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van prijzen op de financiële markten. Marktrisico in tradingactiviteiten is de eventuele negatieve afwijking ten aanzien van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) in de handelsportefeuille veroorzaakt door veranderende rentevoeten, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen, enz.
De strategische doelstellingen van KBC bij het uitvoeren van tradingactiviteiten zijn het aanbieden van degelijke en geschikte financiële producten en oplossingen aan zijn klanten om hen te helpen hun risico's te beheren en toegang te krijgen tot kapitaal, en het uitvoeren van gecertificeerde marketmakingactiviteiten. Doordat we het marktrisico dat voortvloeit uit die oplossingen op maat voor onze klanten afdekken met standaard marktproducten, blijven we met een aantal resterende marktrisico's zitten als gevolg van de mismatch tussen de meer marktconforme standaardgroottes en vervaldata en de oplossingen die we aan onze klanten leveren.
Onze tradingactiviteiten zijn vooral gericht op renteinstrumenten, terwijl de activiteit op de valutamarkten en met betrekking tot aandelen van oudsher beperkt is. Deze activiteiten worden uitgevoerd door onze dealingrooms in onze thuislanden en via een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. Waar dat mogelijk en praktisch haalbaar is, worden de resterende tradingposities van onze buitenlandse entiteiten systematisch overgedragen aan KBC Bank NV, in het kader van het centrale beheer van de tradingactiviteiten van de groep, zowel vanuit businessperspectief als vanuit het oogpunt van risicobeheer. Als gevolg daarvan tekent KBC Bank NV voor ongeveer 98% van het aan de handelsportefeuille gerelateerde reglementaire kapitaal van KBC Groep NV.
De lage risicobereidheid van KBC voor het marktrisico in tradingactiviteiten blijkt uit het feit dat de risicogewogen activa voor marktrisico in tradingactiviteiten 2 tot 3% van de totale risicogewogen activa van KBC bedroegen. Hierna geven we een algemeen overzicht van het marktrisico in tradingactiviteiten. Meer details vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Op het vlak van marktrisico in tradingactiviteiten wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Markten (GMC) dat advies geeft over risicobewaking en kapitaalgebruik met betrekking tot tradingactiviteiten. Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop tradingrisicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Risk Management Framework voor marktrisico's in tradingactiviteiten. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum voor Marktrisico's in tradingactiviteiten.
risicolimietenraamwerk. Het GMC, dat maandelijks bijeenkomt, ontvangt een uitgebreid kernverslag en periodieke en ad-hocmemo's en -rapporten. Het GMC ontvangt ook halfweg tussen de maandelijkse bijeenkomsten een dashboard. De frequentie daarvan wordt verhoogd (tot dagelijks als dat nodig is) naargelang van de marktomstandigheden. Het Directiecomité bekrachtigt de notulen van de GMC-vergaderingen en ontvangt ook informatie over het marktrisico en risicosignalen in zijn Integrated Risk Report (acht keer per jaar).
• Stresstests: naast het risicolimietenraamwerk voeren we wekelijks uitgebreide stresstests op onze posities uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario's omvatten zowel het marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen. De stresstests worden besproken op GMC-vergaderingen, zodat de leden inzicht krijgen in de potentiële zwakheden in de posities van de groep.
Klimaat- en andere milieurisico's zijn in deze tijden een belangrijk onderwerp en ze worden dan ook in overweging genomen en geanalyseerd in het kader van bedrijfsplanning en zijn geïntegreerd in het marktrisicobeheer. Hoewel ESG-risicobeoordelingen (bv. de Climate Risk Impact Map en pilootstudies naar andere milieurisico's) hebben bevestigd dat ESG-aspecten binnen het marktrisico als verwaarloosbaar kunnen worden beschouwd, wordt het Groepscomité Markten (GMC) daarvan nauwgezet op de hoogte gehouden via een driemaandelijkse update (inclusief ESG-dashboards en resultaten van klimaatrisicostresstests voor de handelsportefeuille) en een volledige beoordeling op jaarbasis.
Meer informatie vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Ons goedgekeurde interne model (Approved Internal Model) wordt gebruikt om het overgrote deel van het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico te berekenen. Het reglementaire kapitaalbeslag voor bedrijfsactiviteiten die niet in het goedgekeurde interne model zijn opgenomen, wordt gemeten volgens de standaardbenadering. De volgende tabellen tonen de Management HVaR (volgens ons goedgekeurde interne model en met een 99% betrouwbaarheidsinterval, houdperiode van 1 dag) voor de resterende tradingposities in alle dealingrooms van KBC die met HVaR kunnen worden gemodelleerd, en de indeling naar risicotype.
| Marktrisico (Management HVaR) (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Gemiddelde 1e kwartaal | 7 | 8 |
| Gemiddelde 2e kwartaal | 6 | 9 |
| Gemiddelde 3e kwartaal | 6 | 10 |
| Gemiddelde 4e kwartaal | 7 | 9 |
| Op 31 december | 8 | 7 |
| Maximum in jaar | 10 | 12 |
| Minimum in jaar | 4 | 6 |
| Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR voor de KBC-groep (Management HVaR; in miljoenen euro) |
Gemiddelde voor 2023 |
Gemiddelde voor 2022 |
|
|---|---|---|---|
| Renterisico | 6,3 | 8,6 | |
| Wisselkoersrisico | 0,9 | 1,3 | |
| Valutaoptierisico | 0,2 | 0,3 | |
| Aandelenrisico | 2,1 | 0,8 | |
| Invloed van diversificatie | -3,0 | -2,1 | |
| Totale HVaR | 6,5 | 8,9 |
Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn schulden en verplichtingen tijdig na te komen zonder hoger dan verwachte verliezen te lijden.
Inzake liquiditeitsrisico wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Assets and Liabilities (ALCO), dat het ondersteunt op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau, met inbegrip van liquiditeit en financiering. Het beleid, de regels en procedures en de manier waarop het beheer van balansrisico's in de hele groep wordt uitgevoerd, worden beschreven in het Liquidity Risk Management Framework. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum voor Liquiditeitsrisico, die optreden als de tweede verdedigingslinie. Binnen de risicofunctie wil de Raad voor ALM en Liquiditeitsrisico – voorgezeten door de CRO Treasury en Markten – de goede en efficiënte integratie van alle taken die zijn toegewezen aan de lokale en groepsafdelingen, tot stand brengen, vergemakkelijken, bevorderen en ondersteunen.
Treasury Groep en de lokale treasuryfunctie treden op als eerste verdedigingslinie en zijn verantwoordelijk voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van KBC. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau.
Daarnaast heeft KBC ook een Internal Liquidity Adequacy Assessment Process (ILAAP) om ervoor te zorgen dat het beschikt over robuuste strategieën, beleidslijnen, processen en systemen voor het identificeren, meten, beheren en bewaken van het liquiditeitsrisico en financieringsposities over alle passende tijdshorizonten, om voldoende hoge liquiditeitsbuffers aan te houden.
Klimaat- en andere milieurisico's worden in overweging genomen en geanalyseerd in het kader van liquiditeitsrisicobeheer. De Climate Risk Impact Map en pilootoefeningen voor andere milieurisico's (zie ESG in ons risicobeheer) tonen echter aan dat fysieke risico's en transitierisico's een beperkte impact zullen hebben op het beheer van het liquiditeitsrisico. Desondanks wordt het ALCO regelmatig geïnformeerd over ontwikkelingen in ESG-risico's in het kader van liquiditeitsrisicobeheer.
Meer informatie vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
De aanzienlijke stijging van de kortetermijnrente na de verstrakking van het monetaire beleid door de ECB vanaf 2022 heeft invloed gehad op de samenstelling van de depositobasis bij KBC Groep. Tot begin september zagen we echter geen significante uitstroom van deposito's. In september werd een fiscaal voordelige Belgische staatsbon met een looptijd van één jaar uitgegeven. Hoewel de uitgifte van de Belgische staatsbon kan worden beschouwd als een stressgebeurtenis, doorstond KBC de test zonder grote gevolgen voor de liquiditeit (de uitgifte leidde tot een uitstroom van deposito's van 5,7 miljard euro bij KBC Bank NV en CBC Banque SA).
De onderstaande tabel toont de looptijdanalyse van de totale in- en uitstroom. De structurele liquiditeitsgap in de tabel omvat niet het concept van een liquiditeitsbuffer (d.w.z. het feit dat KBC zijn liquide obligaties te allen tijde kan monetiseren via repo of verpanding). Het kasstroomgenererend vermogen van obligaties is in deze tabel pas zichtbaar op de eindvervaldag van de obligatie. Bijgevolg zijn de nettofinancieringsgaps die in de eerste looptijdintervallen in de tabel zijn weergegeven, een duidelijke overschatting van het risico, omdat KBC in de praktijk zijn liquiditeitsbuffer (97 miljard euro eind 2023, waarvan 72 miljard euro niet-bezwaarde, voor de centrale bank in aanmerking komende activa en de rest cash en opeisbare vorderingen op de centrale bank) zou monetiseren om deze netto-uitstroom aan te pakken.
Eind 2023 had KBC voor 72 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 58 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (80%). De resterende beschikbare liquide middelen waren voornamelijk gedekte obligaties (11%). De meeste liquide middelen zijn uitgedrukt in de munten van onze thuismarkten. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten.
| Liquiditeitsrisico (exclusief intercompany | 1-3 | 3-12 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| transacties)* | ≤ 1 | maan | maan | 1-5 | > 5 | Op | Niet be | |
| (in miljarden euro) | maand | den | den | jaar | jaar | vraag | paald | Totaal |
| 31-12-2023 | ||||||||
| Totale instroom | 4 | 12 | 27 | 100 | 115 | 7 | 47 | 312 |
| Totale uitstroom | 49 | 30 | 20 | 26 | 6 | 152 | 29 | 312 |
| Professionele financiering | 10 | 3 | 1 | 0 | 0 | 4 | 0 | 18 |
| Klantenfinanciering | 24 | 14 | 14 | 13 | 5 | 148 | 0 | 218 |
| Schuldbewijzen | 11 | 13 | 5 | 13 | 1 | 0 | 0 | 43 |
| Overige | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 29 | 33 |
| Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen verbintenissen) |
-45 | -18 | 7 | 74 | 108 | -145 | 18 | 0 |
| Niet-opgenomen verbintenissen | – | – | – | – | – | – | -48 | -48 |
| Financiële garanties | – | – | – | – | – | – | -11 | -11 |
| Nettofinancieringsgap (inclusief niet opgenomen verbintenissen) |
-45 | -18 | 7 | 74 | 108 | -145 | -41 | -59 |
| 31-12-2022 | ||||||||
| Totale instroom | 6 | 12 | 20 | 82 | 115 | 53 | 34 | 322 |
| Totale uitstroom | 38 | 20 | 29 | 24 | 5 | 178 | 29 | 322 |
| Professionele financiering | 6 | 0 | 20 | 5 | 0 | 4 | 0 | 36 |
| Klantenfinanciering | 19 | 9 | 8 | 12 | 3 | 174 | 0 | 226 |
| Schuldbewijzen | 8 | 11 | 1 | 7 | 1 | 0 | 0 | 28 |
| Overige | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 29 | 33 |
| Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen verbintenissen) |
-32 | -8 | -9 | 58 | 111 | -125 | 5 | 0 |
| Niet-opgenomen verbintenissen | – | – | – | – | – | – | -47 | -47 |
| Financiële garanties | – | – | – | – | – | – | -11 | -11 |
| Nettofinancieringsgap (inclusief niet opgenomen verbintenissen) |
-32 | -8 | -9 | 58 | 111 | -125 | -53 | -58 |
* Kasstromen omvatten rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtMposities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.
We hebben een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in onze kernmarkten, wat leidt tot een stabiele
financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.
| Financieringsmix | Informatie | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|---|
| Financiering van klanten1 | 79% | 79% | |
| Schulduitgiften geplaatst bij institutionele beleggers |
Waaronder gedekte obligaties, tier 2-uitgiften, senior schulden van KBC Groep NV |
9% | 6% |
| Netto ongedekte interbancaire financiering |
Inclusief TLTRO | 4% | 7% |
| Netto gedekte financiering2 | Repofinanciering | -7% | -3% |
| Depositocertificaten | – | 6% | 3% |
| Totaal eigen vermogen | Inclusief AT1-uitgiften | 9% | 7% |
| Totaal | 100% | 100% | |
| (in miljarden euro) | 276 | 287 | |
1 Ongeveer 86% van deze financiering heeft betrekking op particulieren en kmo's (eind 2023).
2 Negatief omdat KBC meer reverserepotransacties uitvoerde dan repotransacties.
Verzekeringstechnisch risico is het risico van verlies als gevolg van (her)verzekeringsverplichtingen of van ongunstige ontwikkelingen in de waarde van (her)verzekeringsverplichtingen met betrekking tot (her)verzekeringscontracten in Niet-Leven, Leven en Gezondheid, als gevolg van onzekerheid over de frequentie en ernst van schadegevallen.
Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 3.6 en 5.6.
Op het vlak van verzekeringstechnisch risico wordt het Directiecomité bijgestaan door het Groepscomité Verzekeringen (GIC), dat toezicht houdt op de risico's en het kapitaal met betrekking tot de (her)verzekeringsactiviteiten. Het beleid, de regels en procedures voor de manier waarop het beheer van het verzekeringstechnisch risico in de hele groep moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in het Risk Management Framework voor verzekeringstechnisch risico. De toepassing ervan wordt bewaakt door Risico Groep en het Competentiecentrum voor Verzekeringstechnisch risico. Het Competentiecentrum ondersteunt de lokale implementatie en de functionele aansturing van de verzekeringsrisicobeheerprocessen van de verzekeringsdochtermaatschappijen.
onder toezicht van het GIC, dat de vastgestelde limieten herziet en rapporteert. De verzekeringsrisicolimieten worden bepaald en vastgelegd op groepsniveau en vervolgens uitgewaaierd naar de lokale entiteiten. De nodige nalevingscontroles worden uitgevoerd.
Het beheer van ESG-risico's zit volledig vervat in het bovengenoemde Risk Management Framework voor Verzekeringstechnisch risico.
De Climate Risk Impact Map en de pilootoefeningen voor andere milieurisico's (biodiversiteit, waterschaarste en vervuiling) worden gebruikt om de klimaat- en milieurisicofactoren te identificeren die het meest relevant zijn voor de verzekeringsportefeuilles van KBC (zie ESG in ons risicobeheer). Daarnaast worden deep dives uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het verzekeringstechnische risico en de gevolgen van klimaatverandering. Er zijn strategische sectorprojecten (zogenaamde White Papers) opgezet, die waar relevant ook een beoordeling maken van de impact van klimaatverandering op specifieke
verzekeringsportefeuilles van KBC (zoals verzekeringen voor vastgoed, mobiliteit en landbouw).
Voor onze schadeverzekeringsportefeuille beoordelen we meer extreme weersomstandigheden (zoals veranderingen in overstromings-, storm-, hagel- en neerslagpatronen) met behulp van een aantal interne en externe maatstaven en
stresstests om hun mogelijke invloed te analyseren. Om dergelijke extreme gebeurtenissen te modelleren, gebruikt KBC ook modellen van externe brokers en vendors. KBC dringt aan op een actieve dialoog om klimaatverandering op te nemen in de scenarioanalyse uitgevoerd door die partijen. Fysieke risico's in andere delen van de wereld worden ook nauwlettend opgevolgd, omdat ze invloed kunnen hebben op de wereldwijde herverzekeringsmarkt waarop KBC een beroep doet. Voor sommige soorten natuurrampen (zoals overstromingen) wordt de laatste jaren een stijgende tendens in hun waarschijnlijkheid vastgesteld. Dat kwam het afgelopen jaar tot uiting in verwoestende natuurrampen in onze kernlanden.
Om de stabiliteit van de winst en het kapitaal van onze verzekeringsactiviteiten te versterken, worden de risico's op gepaste wijze beperkt door herverzekeringsprogramma's die bescherming bieden tegen de gevolgen van grote schadeclaims of een opeenstapeling van verliezen als gevolg van klimaatverandering en door een gediversifieerde exposure over alle kernmarkten heen.
Meer informatie vindt u in het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
De verzekeringsportefeuilles worden beschermd tegen de invloed van grote schadeclaims of de opeenstapeling van verliezen door:
Herverzekeringsprogramma's kunnen worden onderverdeeld in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen. Het overgrote deel van de herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van grote schadegebeurtenissen wordt afgedekt.
Het is de opdracht van de onafhankelijke verzekeringsrisicofunctie om:

• ad-hocanalyses/deep dives uit te voeren naar aanleiding van risicosignalen of verzoeken van het management om mogelijke trends in rampen te analyseren.
Het regelgevingskader Solvency II eist dat er in elke verzekeringsentiteit en op het niveau van de verzekeringsgroep een actuariële functie wordt opgericht als een van de onafhankelijke controlefuncties (naast de risicobeheer-, compliance- en interne auditfunctie). Een actuariëlefunctiehouder wordt aangesteld om de activiteiten van de actuariële functie op zich te nemen. Die functie moet er eigenlijk voor zorgen dat de Raad van Bestuur van de vennootschap op onafhankelijke wijze volledig is ingelicht over technische actuariële onderwerpen.
De hoofdtaken van de actuariële functie zijn:
De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van verzekeringsverplichtingen volgens IFRS 17 voor een verandering op de rapporteringsdatum van een selectie van parameters die worden gebruikt bij de berekening van de vervullingskasstromen volgens IFRS 17. Verplichtingen op de balans die onder IFRS 9 vallen, voornamelijk tak 23 verplichtingen, zijn niet opgenomen in de onderstaande gevoeligheidsrapportering. De impact wordt gerapporteerd vóór herverzekering, gezien de kleine invloed die de herverzekering heeft op de gevoeligheden.
| 31-12-2023 31-12-2022 |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gevoeligheid (in miljoenen euro) | Verdiscon teerde vervullings kasstromen |
Contractuele diensten marge |
Resultaat vóór belastingen |
Eigen vermogen: OCI vóór belastingen |
Verdiscon teerde vervullings kasstromen |
Contractuele diensten marge |
Resultaat vóór belastingen |
Eigen vermo gen: OCI vóór belastingen |
| Levensverzekeringen: balans | 11 745 | 2 117 | – | – | 11 542 | 1 902 | – | – |
| Invloed van: | ||||||||
| Sterftekans: +1% | 5 | -3 | 0 | -2 | 4 | -3 | -0 | -1 |
| Sterftekans: -1% | -5 | 3 | 0 | 2 | -4 | 3 | -0 | 1 |
| Kans op ziekte: +1% | 6 | -6 | -0 | 1 | 5 | -6 | 0 | 1 |
| Kans op ziekte: -1% | -6 | 6 | 0 | -1 | -5 | 6 | -0 | -1 |
| Uitgaven: +5% | 49 | -54 | -3 | 9 | 41 | -48 | -3 | 11 |
| Uitgaven: -5% | -49 | 53 | 3 | -9 | -41 | 48 | 3 | -11 |
| Vervalpercentage: +10% | 55 | 50 | 7 | -112 | 37 | 24 | 4 | -66 |
| Vervalpercentage: -10% | -58 | -52 | -6 | 116 | -39 | -23 | -4 | 67 |
| Schadeverzekeringen: balans | 2 238 | – | – | – | 2 061 | – | – | – |
| Invloed van: | ||||||||
| Onbetaalde schadeclaims en uitgaven: +5% |
111 | – | -116 | 5 | 102 | – | -110 | 8 |
| Onbetaalde schadeclaims en uitgaven: -5% |
-111 | – | 116 | -5 | -102 | – | 110 | -8 |
In deze tabel worden de 'onmiddellijk opeisbare bedragen' voor volgens IFRS 17 gewaardeerde
levensverzekeringscontracten afgezet tegen de boekwaarde van deze contracten. De boekwaarde wordt gedefinieerd als
de som van de contante waarde van toekomstige kasstromen van deze contracten vermeerderd met de risicoaanpassing en de contractuele dienstenmarge. De 'onmiddellijk opeisbare bedragen' zijn de bedragen waarop verzekeringnemers contractueel recht hebben als ze hun contracten op de verslagdatum zouden afkopen. De afkoopvergoeding is daar evenwel nog niet van afgetrokken.
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Levensverzekeringen (in miljoenen euro) |
Onmiddel lijk opeisbare bedragen |
Boekwaarde van verzeke ringsverplich tingen |
Verschil | Onmiddel lijk opeisbare bedragen |
Boekwaarde van verzeke ringsverplich tingen |
Verschil |
| Tak 23 (IFRS 17) | 788 | 811 | 24 | 673 | 686 | 14 |
| Tak 21 | 12 825 | 12 804 | -21 | 12 972 | 12 525 | -446 |
| Hybride contracten | 233 | 246 | 13 | 218 | 232 | 15 |
| Totaal | 13 846 | 13 862 | 16 | 13 862 | 13 444 | -418 |
De tabel toont de gevoeligheid voor een parallelle beweging van de disconteringscurve met 30 basispunten omhoog en omlaag.
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gevoeligheid (in miljoenen euro) | Vervullings kasstromen |
Contractue le diensten marge |
Resultaat vóór belas tingen |
Eigen ver mogen: OCI vóór belas tingen |
Vervullings kasstromen |
Contractue le diensten marge |
Resultaat vóór belas tingen |
Eigen vermogen: OCI vóór belastingen |
| Levensverzekeringen: | ||||||||
| Activa: balans | 14 466 | – | – | – | 14 244 | – | – | – |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | -220 | 0 | 2 | -222 | -196 | 0 | 1 | -197 |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | 228 | 0 | -2 | 230 | 203 | 0 | -1 | 204 |
| Verzekeringsverplichtingen (excl. tak 23): balans | 11 745 | 2 117 | – | – | 11 542 | 1 902 | – | – |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | -306 | 5 | 1 | 300 | -314 | 16 | -0 | 296 |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | 354 | -6 | -0 | -348 | 336 | -16 | 1 | -317 |
| Gecombineerd effect | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | 86 | 5 | 3 | 78 | 118 | 16 | 1 | 100 |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | -126 | -6 | -2 | -118 | -132 | -16 | -0 | -112 |
| Schadeverzekeringen | ||||||||
| Activa: balans | 4 152 | – | – | – | 3 800 | – | – | – |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | -12 | 0 | 0 | -12 | -16 | 0 | 0 | -16 |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | 12 | 0 | 0 | 12 | 17 | 0 | 0 | 17 |
| Verzekeringsverplichtingen: balans | 2 238 | – | – | – | 2 061 | – | – | – |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | -31 | 0 | 0 | 31 | -28 | 0 | 0 | 28 |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | 31 | 0 | -0 | -31 | 28 | 0 | 0 | -28 |
| Gecombineerd effect | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Invloed van disconteringsvoet +0,30% | 19 | 0 | 0 | 19 | 12 | 0 | 0 | 12 |
| Invloed van disconteringsvoet -0,30% | -19 | 0 | -0 | -19 | -12 | 0 | 0 | -12 |
Onderstaande tabel verstrekt informatie over de schadeafwikkeling (BBA Niet-leven is uitgesloten omdat die onbelangrijk is). Voor elk ongevalsjaar geeft deze tabel een jaarlijkse follow-up van de totale schadelast in de jaren volgend op het jaar waarin de claims zich voordeden. Door voor elk ongevalsjaar de bedragen die al betaald zijn af te trekken van de totale geschatte schadelast van dat jaar,
wordt een schatting van de toekomstige kasstromen verkregen.
Aangezien de IFRS 17-conforme gegevens beschikbaar zijn vanaf 2022 tonen de laatste twee diagonalen de schadeafwikkeling berekend volgens de IFRS 17-principes. De schuin gedrukte getallen werden gerapporteerd rekening houdend met IFRS 4 en worden als referentie meegegeven.
| Ongevalsjaar | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Schadeafwikkeling Niet-leven, KBC Verzekeringen (in miljoenen euro) |
< 2014 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | To taal |
| Schattingen van niet-verdiscon teerde cumulatieve claims vóór herverzekering |
||||||||||||
| Aan het einde van ongevalsjaar: | – | 990 | 940 | 1 024 | 1 000 | 1 072 | 1 149 | 1 018 | 1 262 | 1 097 | 1 091 | – |
| 1 jaar later | – | 880 | 796 | 888 | 882 | 939 | 1 019 | 897 | 1 022 | 1 091 | – | – |
| 2 jaar later | – | 826 | 751 | 825 | 849 | 894 | 989 | 782 | 1 020 | – | – | – |
| 3 jaar later | – | 805 | 720 | 811 | 833 | 876 | 895 | 793 | – | – | – | – |
| 4 jaar later | – | 789 | 708 | 806 | 816 | 782 | 903 | – | – | – | – | – |
| 5 jaar later | – | 781 | 697 | 787 | 743 | 786 | – | – | – | – | – | – |
| 6 jaar later | – | 779 | 690 | 746 | 743 | – | – | – | – | – | – | – |
| 7 jaar later | – | 770 | 651 | 751 | – | – | – | – | – | – | – | – |
| 8 jaar later | – | 751 | 654 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| 9 jaar later | – | 749 | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Schattingen van niet-verdiscon teerde cumulatieve claims vóór herverzekering op rapporteringsda tum |
– | 749 | 654 | 751 | 743 | 786 | 903 | 793 | 1 020 | 1 091 | 1 091 | 8 581 |
| Cumulatieve betalingen vóór herver zekering laatste 10 ongevalsjaren |
– | 692 | 593 | 654 | 661 | 703 | 763 | 657 | 824 | 822 | 567 | 6 936 |
| Totale (cumulatieve) niet-verdiscon teerde toekomstige kasstromen vóór herverzekering |
678 | 57 | 61 | 97 | 82 | 83 | 140 | 136 | 196 | 269 | 525 | 2 323 |
| Effect van discontering | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | -350 |
| Effect (verdisconteerde) risicoaan passing |
– | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | 240 |
| Overige | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | -7 |
| Verdisconteerde verzekeringsver plichtingen uit hoofde van ontstane claims vóór herverzekering |
– | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | 2 206 |
| Verdisconteerde activa uit afgestane herverzekering voor ontstane claims |
– | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | 84 |
Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal. Het moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de standpunten van ratingbureaus, de verwachtingen van de markt en de ambities van het management.
We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRSgegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD.
De CRR/CRD geeft uitvoering aan de Baselregels in Europa en wordt regelmatig bijgewerkt. Wanneer nieuwe voorschriften worden geïmplementeerd, kan een overgangsperiode worden toegestaan waarin die voorschriften geleidelijk worden ingevoerd. Momenteel maakt KBC gebruik van overgangsmaatregelen voor tier 2 instrumenten die zijn uitgegeven volgens het recht van een derde land zonder een contractuele bail-in erkenningsclausule en van de IFRS 9-overgangsmaatregelen (toegepast vanaf het tweede kwartaal van 2020). Deze laatste overgangsmaatregelen maken het mogelijk om een deel van de toegenomen waardeverminderingen weer aan het common equity capital (CET1) toe te voegen, wanneer de voorzieningen onverwacht stijgen als gevolg van een verslechtering van de macro-economische vooruitzichten, tijdens de overgangsperiode tot 31 december 2024.
Op basis van het bankenreguleringspakket (CRR/CRD) kan de winst pas in het CET1-kapitaal worden opgenomen na beslissing over de winstverdeling door het uiteindelijke beslissingsorgaan (voor KBC Groep is dat de Algemene Vergadering). De ECB kan de opname van tussentijdse of jaarwinst in het CET1-kapitaal toestaan voordat de Algemene Vergadering daartoe heeft besloten. In dat geval moet het te verwachten dividend worden afgetrokken van
Solvabiliteitsvereisten
De minimale solvabiliteitsratio's die volgens CRR/CRD moeten worden gehaald, zijn 4,5% voor de common equity tier 1-ratio (CET1), 6% voor de tier 1-kapitaalratio en 8% voor de winst die in het CET1-kapitaal is opgenomen. Aangezien in ons dividendbeleid van 'minstens 50%' geen maximum is opgenomen, moeten we van de ECB een uitkeringsratio van 100% hanteren om het te verwachten dividend te bepalen. Bijgevolg vraagt KBC niet langer de goedkeuring van de ECB om de tussentijdse of jaarwinst op te nemen in het CET1 kapitaal vóór de beslissing van de Algemene Vergadering. De jaarwinst van 2023 en het slotdividend over 2023 zullen worden opgenomen in het transitionele CET1 van het eerste kwartaal van 2024, dat zal worden bekendgemaakt na de Algemene Vergadering. Vanaf 31 december 2021 weerspiegelen de fully loaded-cijfers onmiddellijk de tussentijdse of jaarwinst, rekening houdend met ons dividendbeleid en/of een eventueel dividendvoorstel/ besluit van de Raad van Bestuur.
Volgens CRR/CRD geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). Vanaf het vierde kwartaal van 2020 moet ingevolge de herziene CRR/CRD de vermogensmutatiemethode worden gebruikt, tenzij de bevoegde autoriteit de instellingen toestaat een andere methode toe te passen. KBC heeft van de ECB de toelating gekregen om de historische boekwaarde (een historische boekwaarde van 2 469 miljoen euro) te blijven gebruiken voor risicoweging (370%), na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.
de totale kapitaalratio (minimumratio's pijler 1). Bovendien eist CRR/CRD een conserveringsbuffer van 2,5%.

Naar aanleiding van zijn proces van toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process, SREP) kan de bevoegde toezichthouder (voor KBC is dat de ECB) hogere minimumratio's opleggen (= pijler 2-vereisten). Na de SREP-cyclus voor 2023 heeft de ECB KBC formeel meegedeeld dat de pijler 2-vereiste (P2R) ongewijzigd blijft op 1,86% (waarvan 1,05% in CET1, rekening houdend met artikel 104a van de CRD). KBC kan overwegen zijn kapitaalstructuur verder te optimaliseren door de AT1- en T2-korven binnen de P2R op te vullen.
De pijler 2-aanbeveling (P2G) is verhoogd naar 1,25% van het CET1.
De totale kapitaalvereiste voor KBC wordt niet alleen bepaald door de ECB, maar ook door de beslissingen van de lokale bevoegde autoriteiten in zijn kernmarkten. De percentages voor de contracyclische buffer die de landen waar de relevante kredietrisico's van KBC zich bevinden recent hebben aangekondigd, komen overeen met een contracyclische buffer op KBC-groepsniveau van 1,24%, tegenover 0,75% in 2023.
Voor de Belgische systeembanken maakte de NBB haar systemische kapitaalbuffers al eerder bekend. Voor de KBC-groep betekent dat een bijkomende kapitaalbuffer van 1,5% van het CET1.
Vanaf 1 mei 2022 heeft de Nationale Bank van België (NBB) een sectorale systeemrisicobuffer ingevoerd. Het bedrag van de CET1-kapitaalbuffer komt overeen met 6% van de risicogewogen activa vanaf april 2024 (tot dan is het 9%) voor de blootstellingen gedekt door residentieel vastgoed in België, wat overeenkomt met 0,14% van de totale risicogewogen activa voor KBC Groep geconsolideerd.
In totaal brengt dat de fully loaded CET1-kapitaalvereiste (volgens de Deense compromismethode) op 10,92%, met een bijkomende pijler 2-aanbeveling (P2G) van 1,25%.
De bovenstaande gegevens geven de situatie weer zoals die bekend was op 31 december 2023, zonder rekening te houden met eventuele wijzigingen die na die datum zijn meegedeeld.
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) (in miljoenen euro) |
31-12-2023 Fully loaded |
31-12-2023 Transitioneel |
31-12-2022 Fully loaded |
31-12-2022 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling1 | 21 260 | 19 768 | 20 100 | 18 742 |
| Tier 1-kapitaal | 18 986 | 17 389 | 18 318 | 16 974 |
| Kernkapitaal (common equity)2 | 17 236 | 15 639 | 16 818 | 15 474 |
| Eigen vermogen van aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verze keringen) |
21 181 | 18 209 | 19 623 | 16 982 |
| Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) | -712 | -712 | -609 | -609 |
| Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) | -1 070 | -1 070 | -1 178 | -1 178 |
| Belangen van derden | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) | 579 | 579 | 936 | 936 |
| Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen kredietrisico (-) |
-29 | -29 | -40 | -40 |
| Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)3 | -24 | -24 | -31 | -31 |
| Dividenduitkering (-) | -1 287 | 0 | -1 252 | 0 |
| Inkoop eigen aandelen - deel nog niet uitgevoerd (-) | -803 | -803 | 0 | 0 |
| Vergoeding van AT1-instrumenten (-) | -26 | -26 | -12 | -12 |
| Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) | -56 | -56 | -57 | -57 |
| Aftrek m.b.t. onherroepelijke betalingsverplichtingen (-) | -90 | -90 | -90 | -90 |
| Aftrek m.b.t. backstops voor non-performing kredieten (-)4 | -204 | -204 | -158 | -158 |
| Aftrek m.b.t. pensioenplanactiva (-) | -121 | -121 | -143 | -143 |
| IRB-voorzieningstekort (-) | -4 | 0 | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) | -98 | -98 | -172 | -172 |
| Overgangsaanpassingen van CET1 | 0 | 84 | 0 | 46 |
| Beperking van uitgestelde belastingvorderingen uit timingverschillen die afhangen van toekomstige winstgevendheid en belangrijke deelnemin gen in financiële entiteiten (-) |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Aanvullend going concern-kapitaal5 | 1 750 | 1 750 | 1 500 | 1 500 |
| AT1-instrumenten die voldoen aan CRR | 1 750 | 1 750 | 1 500 | 1 500 |
| Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Tier 2-kapitaal | 2 273 | 2 379 | 1 782 | 1 767 |
| IRB-voorzieningsoverschot (+) | 277 | 265 | 284 | 136 |
| Overgangsaanpassingen van tier 2-kapitaal | 0 | -60 | 0 | -46 |
| Achtergestelde schulden | 1 997 | 2 174 | 1 498 | 1 677 |
| Achtergestelde leningen aan niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal gewogen risicovolume | 113 038 | 113 029 | 109 981 | 109 966 |
| Bankactiviteiten | 103 201 | 103 192 | 100 300 | 100 285 |
| Kredietrisico | 88 051 | 88 042 | 85 003 | 84 988 |
| Marktrisico6 | 2 116 | 2 116 | 3 132 | 3 132 |
| Operationeel risico | 13 034 | 13 034 | 12 166 | 12 166 |
| Verzekeringsactiviteiten | 9 133 | 9 133 | 9 133 | 9 133 |
| Holdingactiviteiten en eliminatie van intercompanytransacties | 704 | 704 | 548 | 548 |
| Solvabiliteitsratio's | ||||
| Common equity ratio (of CET1-ratio) | 15,2% | 13,8% | 15,3% | 14,1% |
| Tier 1-ratio | 16,8% | 15,4% | 16,7% | 15,4% |
| Totale kapitaalratio | 18,8% | 17,5% | 18,3% | 17,0% |
1 Het verschil tussen het fully loaded-cijfer en het transitioneel cijfer op 31-12-2023 wordt verklaard door het nettoresultaat voor 2023 (3 383 miljoen euro volgens de Deense Compromis-methode), het voorgestelde slotdividend (-1 698 miljoen euro), de impact van de IFRS 9-overgangsmaatregelen en het IRB-overschot/tekort (-15 miljoen euro) en de toegelaten (grandfathered) tier 2 achtergestelde schuldinstrumenten (-177 miljoen euro).
2 Cijfers gecontroleerd door de commissaris (behalve de lijnen IRB-voorzieningstekort, Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering en Aftrek m.b.t. backstops voor non-performing kredieten).
3 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen), moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van de CET1-ratio.
4 Backstops voor non-performing kredieten verwijzen naar de minimale dekkingsvereisten voor non-performing kredieten voor kredieten die na 26 april 2019 zijn verstrekt (de CRR vereist dat ze worden afgetrokken van CET1) en de minimale dekkingsverwachtingen van de ECB voor non-performing kredieten, voor posities die na 1 april 2018 in gebreke zijn gebleven maar vóór 26 april 2019 zijn aangegaan (KBC heeft besloten om eventuele tekorten ten opzichte van de verwachtingen van de toezichthouder vrijwillig van het CET1 af te trekken).
5 KBC heeft voor 750 miljoen euro AT1-effecten uitgegeven op 5 september 2023 en dit gelinkt als vervangingsinstrument voor de 500 miljoen euro aan AT1 die opvraagbaar zijn in maart 2024. De 500 miljoen euro van AT1 die opvraagbaar zijn in maart 2024 zijn daarom niet langer opgenomen in het eigen vermogen en dus ook niet in de MREL.
6 De multiplicator van HVAR en SVAR die voor de berekening van het marktrisico wordt gebruikt, is gelijk aan 3,0.
De fully loaded CET1-ratio daalde licht van 15,3% eind 2022 naar 15,2% eind 2023. Dat wordt verklaard door de winst over 2023 (invloed van +3,1 procentpunten), het voorgestelde dividend van 4,15 euro per aandeel voor 2023 (invloed van -1,5 procentpunten), de aftrek van de inkoop van eigen aandelen van 1,3 miljard euro (invloed van -1,2% procentpunten) en de toename van de risicogewogen activa (invloed van -0,4 procentpunten). Vanaf het derde kwartaal van 2023 omvat het totale volume aan risicogewogen activa de effecten van de toezichtbesluiten van de ECB met betrekking tot modelherzieningen.
In de aanloop naar het Basel 4-tijdperk schat KBC (op basis van de huidige EU-consensus voor Basel 4, een statische balans en alle andere parameters ceteris paribus, zonder enige beperkende maatregelen):
De invloed op de common equity ratio van de belangrijkste overnames en verkopen in 2023 en 2022 beschrijven we in Toelichting 6.6 van het deel Geconsolideerde jaarrekening.
| deductiemethode) | 31-12-2023 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Fully loaded | Transitioneel | Fully loaded | Transitioneel | |
| Kernkapitaal (common equity) | 16 521 | 14 755 | 16 056 | 14 574 | |
| Totaal gewogen risicovolume | 108 287 | 107 858 | 105 114 | 104 752 | |
| Common equity ratio | 15,3% | 13,7% | 15,3% | 13,9% |
Beknopte solvabiliteitsberekeningen voor KBC Bank en KBC Verzekeringen vindt u in de Geconsolideerde Jaarrekening onder Toelichting 6.7.
De uit te keren bedragen (dividendbetalingen, betalingen in verband met additional tier 1-instrumenten of variabele beloning) zijn beperkt wanneer de hierboven beschreven gezamenlijke buffervereisten niet nageleefd worden. Die
beperking wordt aangeduid als de drempels voor maximaal uitkeerbare bedragen.
| Buffer ten opzichte van de totale kapitaalvereiste (OCR) (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode)1 |
31-12-2023 Fully loaded |
31-12-2023 Transitioneel |
31-12-2022 Fully loaded |
31-12-2022 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| CET1 Pijler 1-minimum | 4,50% | 4,50% | 4,50% | 4,50% |
| Pijler 2-vereiste waaraan moet worden voldaan met CET1 | 1,05% | 1,05% | 1,05% | 1,05% |
| Conserveringsbuffer | 2,50% | 2,50% | 2,50% | 2,50% |
| Buffer voor systeemrelevante instellingen (O-SII) | 1,50% | 1,50% | 1,50% | 1,50% |
| Systeemrisicobuffer | 0,14% | 0,21% | 0,19% | 0,19% |
| Entiteitsspecifieke contracyclische buffer | 1,24% | 0,69% | 0,75% | 0,40% |
| Totale kapitaalvereiste (OCR) – met P2R-opsplitsing, CRD artikel 104a (4) | 10,92% | 10,45% | 10,49% | 10,14% |
| CET1 gebruikt om tekort in AT1-korf op te vangen (B) | 0,30% | 0,30% | 0,48% | 0,48% |
| CET1 gebruikt om tekort in T2-korf op te vangen (C)2 | 0,45% | 0,36% | 0,84% | 0,86% |
| CET1-vereiste voor MDA (A+B+C) | 11,68% | 11,11% | 11,82% | 11,48% |
| CET1-kapitaal (in miljoenen euro) | 17 236 | 15 639 | 16 818 | 15 474 |
| CET1-buffer (= buffer ten opzichte van MDA), in miljoenen euro | 4 036 | 3 082 | 3 820 | 2 846 |
1 Situatie zoals bekend op 31 december 2023 (waarbij geen rekening is gehouden met wijzigingen die na die datum zijn meegedeeld).
2 Het fully loaded tier 2-kapitaal omvat niet de tier 2-instrumenten die zijn toegelaten (grandfathered) krachtens CRR2. Die instrumenten zijn opgenomen in het eigenlijke (transitionele) tier 2-kapitaal voor de periode waarvoor de toelating (grandfathering) geldt, in overeenstemming met CRR2 en het COREP 3.0-rapporteringskader.
KBC moet ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, berekend volgens de richtlijn betreffende financiële conglomeraten. Volgens die richtlijn wordt het beschikbare eigen vermogen berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt, namelijk CRD voor het bankbedrijf en Solvency II voor het verzekeringsbedrijf. Het resultaat van die berekening moet worden vergeleken met een kapitaalvereiste uitgedrukt als een risicogewogenactivabedrag. Voor dat laatste cijfer wordt de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf (op basis van Solvency II) vermenigvuldigd met 12,5 om een
risicogewogenactiva-equivalent te verkrijgen (in plaats van de risicoweging van 370% die aan de vermogenswaarde in de verzekeringsonderneming werd toegekend bij de Deense compromismethode).
KBC moet voldoen aan de pijler 1-vereisten. Op het niveau van de FICOD-ratio zijn geen pijler 2-vereisten of een managementdoelstelling vastgesteld.
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, FICOD-methode) | 31-12-2023 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | 31-12-2022 |
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Fully loaded | Transitioneel | Fully loaded | Transitioneel |
| Kernkapitaal (common equity) | 18 625 | 17 536 | 17 873 | 17 405 |
| Totaal gewogen risicovolume | 128 965 | 128 956 | 123 755 | 123 740 |
| Common equity ratio | 14,4% | 13,6% | 14,4% | 14,1% |
| Leverageratio KBC Groep (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) (in miljoenen euro) |
31-12-2023 Fully loaded |
31-12-2023 Transitioneel |
31-12-2022 Fully loaded |
31-12-2022 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| Tier 1-kapitaal | 18 986 | 17 389 | 18 318 | 16 974 |
| Totale exposure | 333 791 | 333 894 | 346 481 | 346 538 |
| Balanstotaal | 346 921 | 346 921 | 355 872 | 355 872 |
| Deconsolidatie van KBC Verzekeringen | -30 980 | -30 980 | -30 267 | -30 267 |
| Overgangsaanpassing | 0 | 103 | 0 | 57 |
| Aanpassing voor derivaten | -1 341 | -1 341 | -3 032 | -3 032 |
| Aanpassing voor reglementaire correcties bij de berekening van tier 1- kapitaal |
-2 286 | -2 286 | -2 347 | -2 347 |
| Aanpassing voor blootstellingen aan effectenfinancieringstransacties | 1 357 | 1 357 | 813 | 813 |
| Blootstelling aan centrale banken | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Off-balance sheet exposure | 20 119 | 20 119 | 25 442 | 25 442 |
| Leverageratio | 5,7% | 5,2% | 5,3% | 4,9% |
Meer details, waaronder een beschrijving van de processen om het risico van een te hoge leverage te beheren, vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op
www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).
De ECB en de NBB houden toezicht op KBC op going concern-basis, maar daarnaast moet KBC ook voldoen aan vereisten die de SRB (Single Resolution Board) oplegt. De SRB stelt afwikkelingsplannen op voor de grote banken van de eurozone.
Het afwikkelingsplan voor KBC is gebaseerd op een Single Point of Entry (SPE)-aanpak op KBC-groepsniveau, met de bail-in als voornaamste afwikkelingsinstrument. Een bail-in houdt in dat de bank wordt geherkapitaliseerd en gestabiliseerd door bepaalde ongedekte schulden af te schrijven of ze om te zetten in aandelen. De SPE-aanpak op groepsniveau is een weerspiegeling van het businessmodel
van KBC, dat sterk steunt op integratie, zowel commercieel (bv. bank- en verzekeringsactiviteiten) als operationeel (risico, financiën, treasury, ICT, enz.). De schuldinstrumenten die geschikt zijn voor bail-in, worden uitgegeven door KBC Groep NV. Die aanpak houdt de groep intact tijdens de afwikkeling en beschermt het bankverzekeringsmodel in going concern.
Het is cruciaal dat er voldoende schulden zijn die in aanmerking komen voor bail-in. Dat wordt gemeten door de minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (MREL). De SRB bepaalt de minimum-MREL voor KBC. Hij heeft aan KBC MREL-doelstellingen
meegedeeld, uitgedrukt als een percentage van de risicogewogen activa (RWA) en van de leverage ratio exposure amount (LRE):
Naast een totaal MREL-bedrag vereist de BRRD2 ook dat KBC een bepaald deel van de MREL aanhoudt in achtergestelde vorm (d.w.z. instrumenten die achtergesteld zijn aan schulden en uitgesloten zijn van bail-in). De bindende achtergestelde MREL-doelstellingen zijn:
| MREL (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Eigen middelen en in aanmerking komende passiva (op transitionele basis) | 34 672 | 30 269 |
| CET1-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD, Deense compromismethode) | 15 639 | 15 474 |
| AT1-instrumenten (geconsolideerd, CRR/CRD) | 1 750 | 1 500 |
| T2-instrumenten (geconsolideerd, CRR/CRD) | 2 379 | 1 767 |
| Achtergestelde schulden (uitgegeven door KBC Groep NV, maar niet opgenomen in AT1 en T2) | 8 | 6 |
| Senior schulden (uitgegeven door KBC Groep NV, nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) | 14 897 | 11 522 |
| Risicogewogen activa (RWA) | 113 029 | 109 966 |
| MREL als percentage van RWA | 30,7% | 27,5% |
| Leverage ratio exposure amount (LRE) | 333 894 | 346 538 |
| MREL als percentage van LRE | 10,4% | 8,7% |
Informatie over ICAAP, ORSA en stresstests wordt verstrekt in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
De voornaamste aspecten van ons beleid op het vlak van corporate governance zijn opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV (hierna het Charter genoemd, gepubliceerd op www.kbc.com). We gebruiken als referentie de Belgische Corporate Governance Code 2020 (hierna de Code 2020 genoemd). U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. Meer feitelijke informatie over corporate governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen vindt u in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2023.
In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt:
Auditcomité: AC
Risico- en Compliancecomité: RCC
De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.


Johan Thijs


Erik Clinck



Koenraad Debackere Philippe Vlerick
Alain Bostoen

Marc De Ceuster Franky Depickere

Frank Donck




Popelier

Alicia Reyes Revuelta


Raf Sels

Christine Van Rijsseghem
| ecomité Remunerati Benoeming scomité RCC AC |
4 10 10 8 |
4 (v) 10 (v) |
4 8 |
8 10 |
4 (v)* | 10 10 (v) |
9 | 10 10 8 |
4 8 |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| DC | (v) ■ |
■ | |||||||||||||||
| lijke bestuu rders Onafhanke uders aandeelho oordigers k Vertegenw ern |
■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ||||
| uurders rende best Niet-uitvoe |
■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ■ | ||||
| deringen raadsverga Bijgewoon de |
16 | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 | 15 | 10 | 16 | 15 | 16 | 16 | 16 | 16 | 10 | 15 | 13 |
| huidig man daat Einde |
2027 | 2025 | 2024 | 2027 | 2024 | 2024 | 2027 | 2027 | 2027 | 2024 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2024 | 2026 | |
| 2023 de Raad in Periode in |
Volledig jaar | Volledig jaar | Volledig jaar | Volledig jaar | Volledig jaar | Volledig jaar | 8 maanden | Volledig jaar | Volledig jaar | Volledig jaar | Volledig jaar | Volledig jaar | Volledig jaar | 8 maanden | Volledig jaar | Volledig jaar | |
| ie Hoofdfunct |
Aantal vergaderingen in 2023 | Voorzitter van de Raad | Ondervoorzitter van de Raad; CEO Vlerick Group |
Voorzitter DC en uitvoerend bestuurder KBC | CEO Christeyns Groep | Uitvoerend beheerder van Enactus Belgium | Voorzitter MRBB | Professor Financiële Economie Universiteit Antwerpen |
Gedelegeerd bestuurder; CEO van Cera en KBC Ancora |
Gedelegeerd bestuurder 3D | Financieel directeur gemeente en OCMW Zoersel |
Retired Partner, Squire Patton Boggs (US) LLP | Uitvoerend bestuurder KBC | Bestuurder van vennootschappen | CEO MRBB | CEO Ravago Groep | Uitvoerend bestuurder KBC |
| Naam | Koenraad Debackere | Philippe Vlerick | Johan Thijs | Alain Bostoen | Erik Clinck | Sonja De Becker | Marc De Ceuster | Franky Depickere | Frank Donck | Liesbet Okkerse | Vladimira Papirnik | Luc Popelier | Alicia Reyes Revuelta | Raf Sels | Theodoros Roussis | Christine Van |
(v) Voorzitter van dit comité.
* Aanwezig op elke vergadering van het AC vanaf zijn benoeming.
Curriculum vitae van de voorgedragen nieuwe bestuurder:
• Diana Rádl Rogerová is geboren in Hradec Králové (Tsjechië) op 15 augustus 1972. Ze heeft een masterdiploma Internationale Handel, Monetaire Economie en Bankwezen (VŠE, University of Economics and Business in Praag). In 2006 werd ze auditpartner bij Deloitte in Praag en stond ze onder meer in voor de audit van enkele belangrijke financiële instellingen. Van 2016 tot 2022 was ze managing partner voor Deloitte Tsjechië. Deze verantwoordelijkheid combineerde ze van 2018 tot 2022 met de rol van Chief Strategy Officer voor Deloitte Europe, waar ze instond voor de ontwikkeling en implementatie van de globale strategie van alle Europese businessunits (Audit, Tax and Legal, Consulting, Financial Advisory and Risk Advisory) van Deloitte. In 2022 richtte ze Behind Inventions op, een investeringsvennootschap die een aantal technologische startups in portefeuille heeft en waar Diana managing partner van is. In 2022 behaalde Diana de titel van 'Czech Manager of the Year'.
U vindt het Corporate Governance Charter, de cv's van de leden van de Raad en de agenda van de Algemene Vergadering op www.kbc.com.






| Johan Thijs |
Peter Andronov |
Aleš Blažek |
Erik Luts |
David Moucheron |
Luc Popelier |
Christine Van Rijsseghem |
|---|---|---|---|---|---|---|
| °1965 | °1969 | °1972 | °1960 | °1973 | °1964 | °1962 |
| Belg | Bulgaar | Tsjech | Belg | Belg | Belg | Belg |
| Licentiaat Weten schappen (Toegepaste Wiskunde) en Actuariële Weten schappen |
Licentiaat Fi nance (University of National and World Economy in Sofia) |
Licentiaat Rechten (Charles University Law School in Praag) |
Licentiaat Pedagogische Wetenschappen (KU Leuven) |
Licentiaat in de Rechten (UCL) |
Licentiaat Toegepaste Economische Wetenschappen (UFSIA) |
Licentiaat in de Rechten (UGent) |
| (KU Leuven) In dienst sinds* |
In dienst sinds* 2007 |
In dienst sinds* 2014 |
In dienst sinds* 1988 |
In dienst sinds* 2015 |
In dienst sinds* 1988 |
In dienst sinds* 1987 |
| 1988 Groeps-CEO (chief executive officer) |
CEO Divisie Internationale Markten |
CEO Divisie Tsjechië |
CIO (chief innovation officer) |
CEO Divisie België |
CFO (chief financial officer) |
CRO (chief risk officer) |
* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.).
• Geen.
• Geen

Op 31 december 2023 telde de Raad 16 leden:
Aangezien de Bankwet bepaalt dat minstens drie leden van het DC ook bestuurder moeten zijn (optredend als 'uitvoerend bestuurder'), is het wettelijk niet mogelijk om een zuiver duale bestuursstructuur in te voeren met een duidelijke scheiding tussen de Raad (strategie, risicobereidheid en toezicht op het management) en het DC (operationeel management). De CEO, CFO en CRO zijn uitvoerend bestuurder.
De kernaandeelhouders (Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere kernaandeelhouders) hebben een
aandeelhoudersovereenkomst gesloten om de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de langetermijnfocus van het management van de groep te waarborgen en om het algemene beleid van de groep te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de algemene vergadering van KBC Groep en waren ze op 31 december 2023 vertegenwoordigd in de Raad door tien bestuurders.
Er is dus geen meerderheid van onafhankelijke bestuurders in de Raad. KBC heeft echter een sterke nadruk gelegd op de selectie van onafhankelijke bestuurders van hoog niveau, zowel voor KBC Groep als voor de raden van bestuur van
KBC Bank en KBC Verzekeringen. Die personen hebben een zeer goede reputatie en ze brengen specifieke financiële en bestuurlijke expertise en een diversiteit aan achtergronden mee naar de Raad. Daar komt bij dat in de praktijk de raden van bestuur van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen steeds samen vergaderen. Omdat er in de Raad van Bestuur van zowel KBC Bank als KBC Verzekeringen ook telkens twee onafhankelijke bestuurders zetelen, zijn er de facto zeven onafhankelijke bestuurders die aan de (gezamenlijke) vergaderingen van de Raad deelnemen. Het feit dat in deze gezamenlijke vergaderingen van de Raad in principe steeds collegiaal beslist wordt, illustreert ook het belang dat gehecht wordt aan de standpunten van de onafhankelijke bestuurders.
De wens van de kernaandeelhouders dat hun vertegenwoordigers een meerderheid in de Raad en een belangrijke vertegenwoordiging in de adviserende comités hebben, moet worden beschouwd als de tegenhanger van de verbintenis die zij in het kader van hun aandeelhoudersovereenkomst zijn aangegaan met het doel de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van de groep te waarborgen. Gezien het langetermijnkarakter van hun engagement hebben de kernaandeelhouders van nature bijzondere aandacht voor waardecreatie, een sterke kapitaalbasis, voorzichtig risicobeheer en duurzaamheid.
Alle leden van het DC nemen deel aan de vergaderingen van de Raad, behalve wanneer de Raad de werking en de remuneratie van de leden van het DC bespreekt.

De Raad heeft een beleid opgesteld over de gewenste diversiteit in de samenstelling van de Raad zelf en van het DC. Dat beleid wil diversiteit garanderen inzake kennis, ervaring, geslacht en geografische achtergrond. Het wil verzekeren dat de Raad en het DC allebei een brede basis van relevante competenties en knowhow kunnen aanspreken en voor hun besluitvormingsproces diverse meningen en input ontvangen.
Het beleid bepaalt dat de Raad evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat hij beschikt over een gepaste bank- en verzekeringsexpertise, de nodige ervaring in uitvoerend bestuur en een breed maatschappelijk en technologisch bewustzijn.
Verder bepaalt het beleid dat:
De Raad vergadert in de regel samen met die van KBC Bank en van KBC Verzekeringen. De twee bijkomende onafhankelijke bestuurders in beide raden zorgen voor extra expertise en diversiteit.
Het beleid bepaalt ook dat het DC evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat het beschikt over een uitgebreide kennis van de financiële sector en de vereiste algemene knowhow van alle domeinen waarin KBC actief is.
Verder bepaalt het beleid dat:
De Raad zal toekijken op de correcte toepassing van dit diversiteitsbeleid, wanneer hij beslist over het profiel van een nieuwe bestuurder of een nieuw lid van het DC.
Het Benoemingscomité controleerde op regelmatige basis de toepassing van dit beleid en heeft vastgesteld dat het in 2023 effectief werd toegepast.
Een volledig cv van elk lid van de Raad en het DC is te vinden op www.kbc.com, onder Corporate Governance > Management.
| Samenstelling van de Raad en het DC, 31 december 2023 |
Raad | DC |
|---|---|---|
| Aantal jaren in de Raad of het DC | ||
| 0-2 jaar / 3-10 jaar / meer dan 10 jaar | 4 lid / 6 leden / 6 leden | 3 leden / 2 leden / 2 leden |
| gemiddeld aantal jaren | 9 jaar | 7 jaar |
| Leeftijd | ||
| 41-50 jaar / 51-60 jaar / meer dan 60 jaar | 1 lid / 7 leden / 8 leden | 1 lid / 4 leden / 2 leden |
| gemiddelde leeftijd | 59 jaar | 57 jaar |
| Geslacht | 11 mannen / 5 vrouwen | 6 mannen / 1 vrouw |
| Nationaliteit1 | 14 Belgisch, 1 Spaans, 1 Tsjechisch Amerikaans |
5 Belgisch, 1 Tsjechisch, 1 Bulgaars |
| Diploma's2 | rechten 28%, economie/financiën 24%, MBA 17%, actuariële wetenschappen/ verzekeringen 3%, andere 28% |
rechten 30%, economie/financiën 20%, MBA 10%, actuariële wetenschappen/ verzekeringen 10%, andere 30% |
1 Voor de raden van bestuur van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen samen: Belgisch, Tsjechisch, Tsjechisch/Amerikaans, Iers, Zweeds, Deens, Bulgaars, Spaans en Frans.
2 Benaderende procentuele verdeling op basis van totaal aantal diploma's (verschillende personen hebben meer dan één diploma.)
Op 31 december 2023 zetelden in het AC twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
onafhankelijk bestuurder van Ferrovial en Banco Sabadell en Fellow Professor aan het Institute of Finance and Technology (University College London).
• Marc De Ceuster: niet-uitvoerend bestuurder, doctor in de toegepaste economische wetenschappen (UFSIA, Antwerpen) en licentiaat in de rechten (UIA, Antwerpen). Hij is hoogleraar Financiële economie aan de Universiteit Antwerpen en uitvoerend bestuurder van CERA en KBC Ancora.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC is samengesteld overeenkomstig de vereisten van artikel 7:99 van het WVV en van punt 6.2.3 van het Charter en over de daarin vooropgestelde vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2023 zetelde in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
• Vladimira Papirnik: met ingang van de algemene vergadering in 2024 zal ze als lid van het RCC worden opgevolgd door Diana Rádl Rogerová (cv's: zie hierboven).
De andere leden van het RCC zijn:
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2023 zetelden in het remuneratiecomité twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
Het andere lid van het remuneratiecomité is:
• Philippe Vlerick, niet-uitvoerend bestuurder, bachelor in de filosofie en licentiaat in de rechten (KU Leuven), master in management (Vlerick Business School Gent) en MBA (Indiana University, Bloomington, USA), uitvoerend voorzitter van de Vlerick Group en van UCO, voorzitter van Raymond Uco Denim, BIC Carpets, Pentahold, Besix Group en Smartphoto, niet-uitvoerend bestuurder van Exmar, Concordia Textiles, B.M.T, L.V.D., Mediahuis, Vlerick Business School en voorzitter van Festival van Vlaanderen, Stichting Professor Vlerick en Europalia.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het remuneratiecomité kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2023 zetelden in het benoemingscomité van KBC Groep NV twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
De andere leden zijn:
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het benoemingscomité kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.
De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code 2020 waarvan wordt afgeweken (comply or explain-principe). Het betreft het volgende:
Bepaling 4.19 van de Code 2020 schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders.
Zoals hierboven toegelicht, was het Benoemingscomité op 31 december 2023 samengesteld uit vijf bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, een tweede onafhankelijk bestuurder en drie vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. Dit comité telt dus twee onafhankelijke bestuurders. Bovendien wordt een onafhankelijk bestuurder van KBC Bank NV
uitgenodigd voor alle vergaderingen van dit comité: op die manier zijn drie onafhankelijke bestuurders betrokken bij de werkzaamheden van het Benoemingscomité.
Bij de samenstelling van het Benoemingscomité houdt de groep rekening met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders. De Raad achtte het wenselijk hen, in het licht van hun langetermijnengagement, op een gepaste wijze te betrekken bij de werkzaamheden van dit comité.
Verder schrijft de Code 2020 voor dat de Verklaring inzake deugdelijk bestuur alle relevante informatie moet bevatten over gebeurtenissen die de governance hebben beïnvloed. In 2023 hebben dergelijke gebeurtenissen zich niet voorgedaan.
De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BV (PwC), wordt vertegenwoordigd door Damien Walgrave en Jeroen
Bockaert. De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.4.
Naast het vervullen van de wettelijk opgelegde taken, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen:
Maandelijks bracht het DC verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Daarnaast besteedde de Raad aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen in de verschillende activiteitsdomeinen.
Ook worden regelmatig opleidingssessies georganiseerd voor alle leden van de Raad (nieuw benoemde bestuurders volgen daarnaast ook een uitgebreid introductieprogramma). De volgende topics kwamen aan bod: ESG, de witwasreglementering, IFRS 17, het wetgevend kader en regelgevende ontwikkelingen, databescherming, cyberbeveiliging en operationele veerkracht.
In de Duurzaamheidsboordtabel (Sustainability Dashboard) van KBC zijn duurzaamheidsparameters opgenomen waarmee de stand van zaken binnen de KBC-groep wordt opgevolgd en zo nodig kan worden bijgestuurd. Twee keer
per jaar beoordeelt de Raad de evolutie van die parameters. U vindt meer informatie hierover in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com.
Het AC heeft onder meer de opdracht om de Raad te adviseren over de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en houdt toezicht op de externe revisor. Het AC van KBC Groep vervult die rol ook voor KBC Global Services.
Het AC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag, de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van de desbetreffende persberichten en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen van de interne auditor besproken, inclusief de goedkeuring van het auditjaarplan.
Het AC besprak bovendien:
Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie en staat de Raad bij in de uitoefening van het toezicht op het uitvoeren van die strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt. Daarbij wordt gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden, in het bijzonder reputatierisico's. Het RCC waakt over de risico- en de compliancefuncties. Het RCC van KBC Groep vervult die rol ook voor KBC Global Services.
Het RCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer werd ook aandacht
besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten.
Het RCC besteedde in het bijzonder aandacht aan:
Het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen, KBC Bank en KBC Global Services.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
Het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen, KBC Bank en KBC Global Services. Het Remuneratiecomité vergaderde altijd in aanwezigheid
van de voorzitter van het RCC en meestal ook van de voorzitter van het DC.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstukken 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com.
Onder leiding van zijn voorzitter en met de hulp van het Benoemingscomité evalueert de Raad minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties, zijn interactie met het DC en zijn omvang, samenstelling en werking, alsook die van de comités.
Minstens om de drie jaar evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.
De bestuurders die worden voorgesteld voor herbenoeming worden individueel geëvalueerd m.b.t. hun aanwezigheid in de vergaderingen van de Raad en de comités en hun
engagement en constructieve betrokkenheid in besprekingen en besluitvorming. Die evaluatie gebeurt door het Benoemingscomité.
Op initiatief van de voorzitter van het DC bespreekt het voltallige DC eens per jaar zijn doelstellingen en beoordeelt het daarbij zijn prestaties. De voorzitter van het DC maakt jaarlijks een individuele beoordeling van de leden van het DC. Die wordt verder besproken in het remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter van de Raad in samenspraak met het remuneratiecomité en wordt goedgekeurd door de Raad.
In de loop van het boekjaar 2023 vereiste de beslissing van de Raad inzake de evaluatie van de leden van het DC de toepassing van artikel 7:115 van het WVV. Het voorstel werd besproken op de vergadering van de Raad van 8 februari 2023. Het verslag luidt als volgt (vertaling):
De Raad bespreekt op voorstel van het Remuneratiecomité de individuele prestatiescore van de leden van het Directiecomité (behalve de CEO). De Raad gaat akkoord. De CEO verlaat vervolgens de vergadering en de Raad bespreekt het voorstel van het Remuneratiecomité met betrekking tot de individuele prestatiescore van de CEO en gaat hiermee akkoord.
De voorzitter legt verder uit dat het Remuneratiecomité de (collectieve) KPI's van het Directiecomité voor 2022 heeft besproken en tot een globale score van 97,79% is gekomen (vergeleken met 96,4% in 2021). Aangezien voor de CRO de risk & control parameters dubbel tellen en de business parameters buiten beschouwing worden gelaten (vanwege regelgeving), is de eindscore voor de CRO 97,46%.
Daarnaast vereiste de beslissing van de Raad tot het verlenen van kwijting aan de leden van het DC, in uitvoering van artikel 7:109, §3 van het WVV, de toepassing van artikel 7:115 van het WVV. Het voorstel werd besproken op de vergadering van de Raad van 16 maart 2023. Het verslag luidt als volgt (vertaling):
Er wordt toegelicht dat KBC Groep een duaal bestuursmodel heeft, maar dat drie leden van het Directiecomité ook lid moeten zijn van de Raad van Bestuur. Artikel 7:109, §3 WVV bepaalt dat de Raad, na de vaststelling van de jaarrekening, moet beslissen over de aan de leden van het Directiecomité te verlenen kwijting. De Raad moet de vermogensrechtelijke gevolgen van de voorgestelde beslissing omschrijven en het voorgenomen besluit verantwoorden.
De Raad erkent dat er een belangenconflict is van vermogensrechtelijke aard, maar dat er geen vermogensrechtelijke gevolgen zijn vermits de Raad niet de intentie heeft om een vordering tot schadevergoeding in te dienen tegen het Directiecomité en zijn leden. De Raad beslist om kwijting te verlenen aan de leden van het Directiecomité.
Er kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 7:116 of 7:117 WVV vereisten.

Transacties tussen de vennootschap en haar bestuurders en leden van het DC die niet onder de wettelijke regeling inzake belangenconflicten vallen
Geen.
De Dealing Code voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële
Diensten en Markten (FSMA) van verhandelingen door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen.
Deel 1: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC
Een duidelijke strategie, organisatiestructuur en bevoegdheidsverdeling vormen het kader voor een deugdelijke bedrijfsvoering
We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in de hoofdstukken Ons bedrijfsmodel en Onze strategie van dit jaarverslag.
De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is geschoeid op een functioneel duale structuur naar Belgisch model:
• De Raad tekent de strategie en het algemene beleid uit. Hij oefent alle verantwoordelijkheden en handelingen uit die hem bij wet zijn voorbehouden. De Raad beslist, op
voorstel van het DC, over het niveau van te nemen risico's (risk appetite). De Raad benoemt de leden van het DC.
• Het DC is belast met het operationele bestuur van de vennootschap binnen de door de Raad goedgekeurde algemene strategie en het algemene beleid. Om zijn specifieke verantwoordelijkheden inzake financieel beleid en risicobeheer waar te nemen, heeft het DC in zijn midden een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO) aangesteld.
Het Charter beschrijft voor beide beleidsorganen hun respectieve bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificaties waaraan hun leden moeten voldoen.
Onze principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, procedures en gedragslijnen en specifieke opleidingen en campagnes voor het personeel. We communiceren transparant over de belangrijkste beleidslijnen en gedragscodes. U vindt ze op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen > Regels en beleidslijnen hanteren.
Het integriteitsbeleid omvat o.a. ook gedragsrisico, een begrip dat het risico als gevolg van een ongepaste verlening van financiële diensten aangeeft. Daarvoor heeft KBC een omvattende aanpak opgezet bestaande uit preventie, monitoring en rapportering. Uitgebreide groepswijde communicatiecampagnes en opleidingen over het omgaan met dilemma's zorgen voor de nodige bewustmaking rond dit thema. In het bijzonder in de domeinen van bescherming van de belegger en de bescherming van de verzekeringspolishouder is gedragsrisico cruciaal om de belangen van de klant te vrijwaren.
Het integriteitsbeleid richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen, waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:
Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding:
De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep. Het schrijft aan alle medewerkers een gedrag voor dat daarmee overeenstemt. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van meer gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau. Het is de inspiratie voor bewustmakingscampagnes en opleidingen.
KBC voert al jaren een nultolerantiebeleid ten opzichte van elke vorm van corruptie en duldt geen enkele uitzondering op dit beleid.
Het anticorruptiebeleid van KBC bevestigt niet alleen de strijd tegen corruptie, maar zet ook in op het voorkomen van corruptie bij de uitoefening van al zijn werkzaamheden, inclusief de activiteiten uitgevoerd door het personeel van KBC, alsook door alle personen of entiteiten die activiteiten uitvoeren voor KBC of die KBC vertegenwoordigen in om het even welke hoedanigheid.
De bestrijding van corruptie en het vermijden van belangenconflicten in het algemeen maken zowel deel uit van een ex-cathedraopleiding als van verschillende digitale opleidingen (zie ook tabel verderop). Het anticorruptiebeleid omvat ook het beleid inzake
geschenken, giften en sponsoring: KBC wil zowel zijn medewerkers als zijn tegenpartijen beschermen door duidelijke en ondubbelzinnige criteria op te stellen voor transparant en redelijk gedrag. Geschenken, giften, entertainment, uitnodigingen en/of sponsoring, waarvan de tegenwaarde een bepaald bedrag (op jaarbasis) overschrijdt, moeten vooraf worden gemeld aan en goedgekeurd door het bevoegde directiecomité/ management. In 2023 werden in België in dit verband 18 meldingen goedgekeurd. Ook in de Centraal-Europese entiteiten moeten giften boven een bepaald bedrag worden gemeld. In Tsjechië werden twee meldingen goedgekeurd, in Hongarije twee, in Slowakije één en in Bulgarije drie.
Omdat KBC niet betrokken wil zijn bij activiteiten die beschouwd kunnen worden als het witwassen van geld of de financiering van terrorisme, werd er op het niveau van de groep een antiwitwasbeleid uitgewerkt, met een heldere organisatorische inbedding. Het doel van dat beleid bestaat erin om een algemeen kader voor de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (met inbegrip van de financiering en de verspreiding van massavernietigingswapens alsook de embargovereisten) vast te stellen. Elke entiteit binnen de groep heeft een eigen antiwitwasprogramma ontwikkeld dat gebaseerd is op de groepswijde complianceregels, die de minimumregels omvatten, maar waarbij ook in de nodige ruimte is voorzien om de lokale wetgeving te kunnen implementeren. Om alle risico's goed in kaart te kunnen brengen, vindt er een jaarlijkse risicobeoordeling plaats in alle entiteiten. Aan alle medewerkers, verbonden agenten en hun medewerkers wordt op regelmatige tijdstippen opleiding gegeven (zie ook tabel verderop). Daarnaast wordt van de medewerkers, de
verbonden agenten en hun medewerkers verwacht dat ze de uitgewerkte procedures en voorschriften strikt opvolgen en de nodige waakzaamheid aan de dag leggen. Voor deze waakzaamheid wordt een risicogebaseerde benadering toegepast in functie van de risicoclassificatie van de klant, zowel bij de identificatie van de klanten als bij het controleren van de transacties. Bij twijfel of indien ze een verdachte transactie opmerken, moeten ze dit melden aan Compliance.
In het kader van de transactiemonitoring werd een geïntegreerd groepswijd AI-platform ontwikkeld, gebaseerd op modellen en op machine learning, en uitgerold in België en in de Centraal-Europese landen van de groep.
Het basisprincipe van de fiscale strategie van KBC is dat KBC Groep en al zijn entiteiten zich moeten gedragen als verantwoordelijke belastingbetalers, door een professionele naleving van de belastingwetgeving en een legitieme fiscale planning ondersteund door geldige businessdoelstellingen, die voorrang hebben op fiscale overwegingen. KBC neemt geen agressieve fiscale standpunten in omdat het zijn reputatie als verantwoordelijke belastingbetaler wil vrijwaren, en het houdt zich aan een strikt fiscaal risicobeheer op basis van deze principes. KBC-medewerkers mogen aan klanten geen advies geven dat hen zou kunnen aanzetten tot belastingfraude. Het verstrekte belastingadvies en de fiscale informatie moeten juridisch correct en duidelijk geformuleerd zijn. Alle belastingaangiften en -betalingen van KBC worden correct en op tijd ingediend. Bij belastingcontroles is volledige openheid in overeenstemming met de geldende lokale belastingwetgeving de algemene richtlijn. KBC reageert tijdig op alle wetswijzigingen door te investeren in de nodige IT-systemen en door zijn fiscale processen aan te passen aan de nieuwe regels. Er is een degelijke governance om de Fiscale Strategie van KBC op te volgen en te controleren. Het fiscaal voorkomingsbeleid wordt regelmatig geüpdatet en werd in overeenstemming gebracht met de instructies van de NBB inzake bijzondere mechanismen die in 2021 werden aangepast. KBC Groep beschikt over de nodige procedures om te voldoen aan de verplichtingen van DAC 6. KBC voldoet aan alle verplichtingen inzake CRS en FATCA.
Zie ook toelichting 3.11 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
KBC heeft zijn beleid inzake klokkenluiders geactualiseerd, rekening houdend met de nieuwe Europese regelgeving rond de bescherming van klokkenluiders. KBC verwacht van zijn

medewerkers, zijn verbonden agenten en hun medewerkers dat ze tijdens hun werk waakzaam zijn voor aanwijzingen van misdrijven, ernstige overtredingen van regels of voorschriften en andere wanpraktijken door personeel of klanten. Alle KBC-medewerkers, verbonden agenten en hun medewerkers hebben de elementaire morele plicht en de juridische mogelijkheid om elk vermoeden van dergelijk gedrag te melden. KBC faciliteert anonieme meldingen en kan ook rechtstreeks anoniem rapporteren aan de respectieve toezichthouders in de domeinen waarvoor ze bevoegd zijn. KBC verbindt zich ertoe om de identiteit van de klokkenluiders af te schermen en hen te beschermen tegen alle mogelijke negatieve gevolgen van het te goeder trouw melden van een vermoeden, op de manier zoals opgenomen in de interne reglementen. Zodoende beschermt en respecteert KBC eveneens de rechten van de persoon waarop de melding betrekking heeft. Group Compliance ziet toe op de werking van dit beleid. In principe fungeert de lokale compliancefunctie als de entiteit waar alle rapporten en dossiers worden gecentraliseerd. De lokale compliancefunctie moet alle klokkenluidersdossiers rapporteren aan de Cel Ethiek van Group Compliance. Het klokkenluidersbeleid wordt intern en extern (www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen) gepubliceerd. In 2023 werden op groepsniveau 28 meldingen ontvangen, waarvan 11 uit België, 11 uit Tsjechië, 0 uit Hongarije, 5 uit Slowakije en 1 uit Bulgarije.
De Interne Groepscompliance-beleidslijn inzake gegevensbescherming legt een strikt privacykader vast, dat moet worden gezien als minimumvereiste en moet worden toegepast in elke entiteit van de groep. Elke entiteit heeft een data protection officer aangesteld, die het management en de medewerkers informeert en adviseert over hun verplichtingen op het gebied van privacy en gegevensbescherming en die toeziet op de naleving van de regelgeving en het beleid met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. We controleren de status door middel van regelmatige compliance-monitoringprogramma's en maken gebruik van bewustmakingscampagnes en opleidingen om de aandacht van de mensen vast te houden en ervoor te zorgen dat hun kennis up-to-date blijft (zie ook tabel verderop).
Gezien het belang van privacy- en gegevensbescherming worden het DC en het RCC op de hoogte gehouden met een kwartaalverslag. U vindt meer informatie over databescherming en privacy in het hoofdstuk Onze Strategie, De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.
| Gevolgde opleidingen, in % van het geselecteerde doelpubliek, 2023 |
Opleiding ethiek, vermijden van belangen conflicten en bestrijding van corruptie |
Opleiding antiwitwaspraktijken |
Opleiding gegevens bescherming |
|---|---|---|---|
| België (KBC Bank, KBC Verzekeringen, KBC Securities, KBC Asset Management, verbonden verzekerings agenten en hun medewerkers) |
99% | 97% | 99% |
| Tsjechië (ČSOB Bank / ČSOB Pojišt'ovna) | 99% / 100% | 99% / 100% | 99% / 100% |
| Slowakije (ČSOB Bank / ČSOB Poist'ovňa) | 97% / 98% | 98% / 98% | 99% / 99% |
| Hongarije (K&H Bank / K&H Insurance) | 97% / 93% | 95% / 87% | 97% / 98% |
| Bulgarije (UBB / DZI) | 96% / 94% | 96% / 91% | 96% / 91% |
De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en moet zorgen voor effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende kwaliteit schuilt in de zelfbeoordelingen van de eigen business, er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en er voldoende prioriteit en ruimte gegeven wordt aan risico-onderwerpen.
Fiscale Zaken, vormen de tweede verdedigingslinie. Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisico- en controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier zorgen de tweedelijnsrisico- en controlefuncties voor toezicht op de controle-omgeving en de genomen risico's, evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. De taak van de tweedelijnsfuncties bestaat erin risico's te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, hebben de chief risk officers een vetorecht, dat gebruikt kan worden in de verschillende comités waar belangrijke beslissingen worden genomen. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan. De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de groep. Ze wordt gekenmerkt door haar specifieke statuut (zoals bepaald in de wet- en regelgeving en zoals vertaald in het Compliance Charter), haar plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO, met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de bijhorende rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC en in bepaalde gevallen zelfs aan de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren
of binnen de domeinen vallen die het DC haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.
Als onafhankelijke controlefunctie zorgt de actuariële functie voor een bijkomende kwaliteitsbewaking door het verschaffen van deskundig technisch actuarieel advies aan de Raad, het RCC, het DC van KBC Groep NV en van de KBC-verzekeringsgroep en elke (her)verzekeringsentiteit binnen de groep. Dat advies betreft onder meer de berekening van de technische voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen, het herverzekeringsbeleid en het onderschrijvingsrisico. De onafhankelijkheid van de actuariële functie wordt ondersteund door het aangepaste statuut van de functie, zoals beschreven in het Charter van de actuariële functie.
Interne Audit verschaft redelijke zekerheid (reasonable assurance) omtrent de effectiviteit en efficiëntie van de interne controle- en risicobeheerprocessen, inclusief Corporate Governance. Als onafhankelijke derdelijnscontrole – rapporterend aan het AC – voert het daartoe risicogestuurde audits uit. Het ziet er ook op toe dat er beleidsmaatregelen en processen zijn die consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten gegarandeerd is.
Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodes, samenwerking tussen interne-auditafdelingen van de KBC-groep en uitbesteding van interne-auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV.
Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde in 2023. De (zeer positieve) resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd.
Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC. Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet. Het AC besteedt hierbij specifieke aandacht aan een correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures voldoen aan de wet en andere reglementeringen. Hun rol, samenstelling en werking en de
kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.
De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. De boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces zijn gedocumenteerd in een

uitvoerige handleiding. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond. De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).
De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.
De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen attesteren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de directeurs van Investor Relations Office en van Experts, Reporting & Accounting, controleert de naleving van de IFRS-waarderingsregels en de volledigheid van de IFRStoelichtingsvereisten.
Conform de Bankwet heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.
De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting, de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.
De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te beheersen, bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.
Het Challenger Framework en het Data Management Framework definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.
Jaarlijks moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk Assessment Tool van de risicofunctie. Hierbij worden Business Process Management-technieken (BPM) toegepast, gebruikmakend van procesinventarissen, procesbeschrijvingen (Turtle Diagrams) en analyses van de potentiële risico's in de processen (Failure Mode & Effects Analysis (FMEA)), aangevuld met een door de CFO's ingevulde vragenlijst. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-to-endproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen.
Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.
Het maatschappelijke kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 417 305 876 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie in het deel Overige informatie.
Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de vastgestelde slotkoers, kan het personeelslid die nieuwe aandelen niet overdragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop het personeel heeft ingetekend in het kader van de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Bestuur in november 2023 heeft beslist, zijn uitgegeven zonder korting en bijgevolg niet geblokkeerd. De aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2022 zijn nog geblokkeerd tot 14 december 2024.
4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.
De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Zie Toelichting 5.10. in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
De kernaandeelhouders van KBC Groep NV bestaan uit KBC Ancora NV, haar moederonderneming Cera CV, MRBB BV en een groep van rechtspersonen en natuurlijke personen die worden aangeduid als Andere vaste aandeelhouders.
Uit de meest recente kennisgevingen van deze
* MRBB meldde de aankoop van 79 000 extra KBC-aandelen op 5 januari 2024 (niet inbegrepen in dit overzicht van de situatie op 31-12-2023).
Tussen deze kernaandeelhouders werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten die voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. Dat bevat de regels m.b.t. de gesyndiceerde aandelen, het beheer van het aandeelhouderssyndicaat, de syndicaatsvergaderingen, de stemrechten binnen het aandeelhouderssyndicaat, voorkooprechten in het geval van overdracht van bepaalde gesyndiceerde aandelen, de uittreding uit de overeenkomst en de duur van de overeenkomst. Behalve voor een beperkt aantal beslissingen beslist de syndicaatsvergadering met een tweederdemeerderheid, met dien verstande dat geen enkele van de aandeelhoudersgroepen een beslissing kan blokkeren. De aandeelhoudersovereenkomst werd verlengd voor een periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014.
Benoeming en vervanging van leden van de Raad: De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad, na goedkeuring door of kennisgeving aan de toezichthouder, ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité. Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering. In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het WVV (art. 7:87). De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter
en eventueel een of meer ondervoorzitters. Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar.
Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan.
De Algemene Vergadering heeft het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en beslissen, als de voorgestelde wijzigingen nauwkeurig zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders ten minste de helft van het kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig, en de nieuwe vergadering beraadslaagt en beslist op geldige wijze ongeacht het door de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als ze drie vierde van de stemmen heeft verkregen (art. 7:153 van het WVV).
Als de statutenwijziging betrekking heeft op het voorwerp van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging verantwoorden in een omstandig verslag dat in de agenda wordt vermeld. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als ze ten minste vier vijfde van de uitgebrachte stemmen heeft verkregen (art. 7:154 van het WVV).
De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 22 mei 2028 gemachtigd om het maatschappelijke kapitaal in een of meerdere keren te verhogen, in geld of in natura, door de uitgifte van aandelen. De Raad is bovendien tot dezelfde datum gemachtigd om in een of meerdere keren te beslissen tot de uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties die aanleiding kunnen geven tot verhogingen van het kapitaal. Die machtiging
werd verleend ten belope van 146 000 000 euro, waarbij de Raad bevoegd is om, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders op te heffen of te beperken, en ten belope van 554 000 000 euro, waarbij de Raad niet bevoegd is het voorkeurrecht op te heffen of te beperken. Op 8 november 2023 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met opheffing van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Zie verder in het deel Overige informatie, in de toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening.
De Algemene Vergadering van 5 mei 2022 heeft de Raad voor een periode van vier jaar te rekenen vanaf de bekendmaking van dit besluit gemachtigd om maximaal 10% van de aandelen van KBC Groep NV te verwerven op Euronext Brussels of op een andere gereglementeerde markt, tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met tien procent, en niet lager dan één euro. De Raad heeft in 2023 met gebruik van deze machtiging 8 797 069 aandelen verworven (2,11% van het aantal aandelen in omloop). Voor de aandelen van KBC Groep NV in het bezit van KBC Groep NV en zijn dochtervennootschappen, zie Toelichting 5.10 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.
10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil.
Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren naar aanleiding van de wet van 2 mei 2007, naar aanleiding van de wet op de openbare overnamebiedingen, of op vrijwillige basis. In het deel Verslag van de Raad van Bestuur, hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, vindt u een synthese met de
meest recente meldingen. We wijzen erop dat de hierna vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.
| Aandeelhouderschap op 31-12- 2023, volgens de meest recente kennisgevingen overeenkomstig de wet van 2 mei 2007 |
Adres | Aantal KBC-aandelen/ stemrechten (tegenover het huidige aantal aandelen/ stemrechten)* |
De kennisgeving be treft de situatie op |
|---|---|---|---|
| Kernaandeelhouders | |||
| KBC Ancora NV | Muntstraat 1, 3000 Leuven, België | 77 516 380 / 18,58% | 1 december 2014 |
| Cera CV | Muntstraat 1, 3000 Leuven, België | 11 127 166 / 2,67% | 1 december 2014 |
| MRBB BV | Diestsevest 32/5b, 3000 Leuven, België | 47 889 864 / 11,48% | 1 december 2014 |
| Andere vaste aandeelhouders | P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2, 8510 Bellegem, België |
32 020 498 / 7,67% | 1 december 2014 |
| Andere aandeelhouders | |||
| Blackrock Inc. | 55 East 52nd Street, New York, NY 10055, Verenigde Staten |
20 651 401 / 4,95% | 1 december 2022 |
| * Inclusief de in deel B van de transparantiekennisgeving vermelde voting rights that may be acquired if the instrument is exercised. Als de aandeelhouder onder de drempel |
van 3% is gezakt in de recentste notificatie, wordt hij niet meer vermeld in de tabel (tenzij hij tot de kernaandeelhouders behoort). KBC publiceert de ontvangen kennisgevingen integraal op www.kbc.com.

In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV in augustus 2023 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.
| A Mededelingen door (a) rechtspersonen en (b) natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Aandeelhouder | Participatie, aantal |
In procenten2 Aandeelhouder | Participatie, aantal |
In procenten2 | |
| Niramore International | |||||
| KBC Ancora nv | 77 516 380 | 18,58% | sa | 400 000 | 0,10% |
| MRBB BV | 47 887 696 | 11,48% Cecan Invest nv | 397 563 | 0,10% | |
| CERA CV | 15 555 143 | 3,73% Robor nv | 359 606 | 0,09% | |
| Plastiche Finance nv | 4 380 500 | 1,05% Rodep Comm. va | 320 000 | 0,08% | |
| VIM cvba | 4 032 141 | 0,97% Dufinco | 300 000 | 0,07% | |
| Agev SAK | 2 807 731 | 0,67% Beluval nv | 267 698 | 0,06% | |
| Almafin sa | 1 625 127 | 0,39% Bareldam sa | 260 544 | 0,06% | |
| Anchorage | 1 550 000 | 0,37% Algimo nv | 210 000 | 0,05% | |
| De Berk bv | 1 138 208 | 0,27% Gavel nv | 200 000 | 0,05% | |
| Cecan nv | 1 087 697 | 0,26% Ibervest | 190 000 | 0,05% | |
| Pula SAK | 981 450 | 0,24% Iberanfra STAK | 120 107 | 0,03% | |
| Rainyve sa | 950 000 | 0,23% Promark international nv | 110 000 | 0,03% | |
| Alia sa | 938 705 | 0,22% Agrobos | 85 000 | 0,02% | |
| Stichting Amici Almae Matris | 917 731 | 0,22% Wiljam NV | 65 000 | 0,02% | |
| 3D nv | 911 893 | 0,22% Filax stichting | 38 529 | 0,01% | |
| Alginvest nv | 840 901 | 0,20% Hendrik Van Houtte CVA | 36 000 | 0,01% | |
| Ceco cva | 661 499 | 0,16% | Van Holsbeeck Kristo bvba |
18 720 | 0,00% |
| Van Holsbeeck nv | 524 656 | 0,13% Ravago IBP-OFP | 9 833 | 0,00% | |
| Sereno sa | 502 408 | 0,12% |
B Mededelingen door natuurlijke personen die minder dan 3% van de effecten met stemrecht houden (deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen)
| Participatie, aantal |
In procenten2 | Participatie, aantal |
In procenten2 | |
|---|---|---|---|---|
| – | 900 000 | 0,22% – | 63 562 | 0,02% |
| – | 884 000 | 0,21% – | 50 000 | 0,01% |
| – | 285 000 | 0,07% – | 41 446 | 0,01% |
| – | 285 000 | 0,07% – | 38 000 | 0,01% |
| – | 250 000 | 0,06% – | 33 318 | 0,01% |
| – | 167 498 | 0,04% – | 30 000 | 0,01% |
| – | 125 200 | 0,03% – | 23 131 | 0,01% |
| – | 102 944 | 0,02% – | 18 167 | 0,00% |
| – | 89 562 | 0,02% – | 10 542 | 0,00% |
| – | 81 212 | 0,02% – | 9 765 | 0,00% |
| – | 75 000 | 0,02% – | 3 431 | 0,00% |
| – | 71 168 | 0,02% – | 887 | 0,00% |
| – | 67 329 | 0,02% |
1 Dergelijke mededelingen werden niet ontvangen.
2 De berekening is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2023. MRBB meldde de aankoop van 79 000 extra KBC-aandelen op 5 januari 2024 (niet inbegrepen in dit overzicht van de situatie op 31-12-2023).
Het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC houdt rekening met de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. Het wordt door het Remuneratiecomité bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Remuneratiecomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de uitvoering ervan. De verslagen van het Remuneratiecomité worden aan de Raad bezorgd ter kennisgeving. De Raad kan het Remuneratiecomité ook opdracht geven om mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Het RCC staat de Raad bij in de uitwerking van een gezond beloningsbeleid en checkt ook jaarlijks of dat beleid en de praktijk consistent zijn met een gezond en effectief risicobeheer en of de stimulansen in de beloningssystemen geen risico's in de hand werken.
Op advies van het Remuneratiecomité beslist de Raad over voorstellen tot wijziging van het vergoedingsregime van de leden van de Raad en draagt die indien nodig ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Op advies van het Remuneratiecomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een variabele component (resultaats- en prestatiegebonden).
• De Corporate Governance Code schrijft voor dat de leden van de Raad een deel van hun vergoeding moeten ontvangen in de vorm van aandelen van het bedrijf. Het achterliggende idee is dat dit de bestuurders zal aanzetten om te handelen als
langetermijnaandeelhouders of, zoals de Commissie Corporate Governance het verwoordt, om te bewerkstelligen dat de bestuurders 'skin in the game' hebben. Het Remuneratiecomité kan zich achter de
filosofie van de regel scharen, maar vindt het, gelet op de specifieke aandeelhoudersstructuur van KBC, niet opportuun om deze regel te volgen. Op de onafhankelijke bestuurders na, zijn alle niet-uitvoerende bestuurders van KBC immers vertegenwoordigers van de kernaandeelhouders. Deze kernaandeelhouders zijn bij uitstek langetermijnaandeelhouders die samen meer dan 40% van de aandelen van KBC in handen houden. Over 'skin in the game' kan er dus bezwaarlijk twijfel bestaan. Daar nog een beperkt aantal aandelen aan toevoegen via hun vergoeding zal dan ook geen enkele impact hebben. Het Remuneratiecomité vindt het bijgevolg niet nodig om de regel van de Code te implementeren om de beoogde doelstelling te bereiken. De Raad heeft het advies van het Remuneratiecomité gevolgd.
• Verder stelt de Corporate Governance Code dat de Raad het minimumaantal aandelen moet bepalen dat de leden van het DC op persoonlijke titel moeten aanhouden. De achterliggende filosofie hiervan is dat dit de belangen van het uitvoerende management in overeenstemming zou brengen met de belangen van de aandeelhouders en het zou bijdragen aan duurzame waardecreatie. Ook hier stelt de Commissie Corporate Governance dat het gaat om het hebben van 'skin in the game'. Bovendien zou er een positieve correlatie bestaan tussen aandelenbezit door het topmanagement en de toekomstige bedrijfswinst. Het Remuneratiecomité heeft de Raad geadviseerd om deze bepaling van de Code desondanks niet toe te passen. De Raad heeft het advies van het Remuneratiecomité gevolgd. De reden daarvoor is dat het achterliggende idee van deze bepaling en de positieve effecten van aandelenbezit door het topmanagement al diep ingebed zijn in de huidige structuur van de vergoeding van de leden van het DC. Niet alleen wordt de betaling van 60% van hun variabele vergoeding uitgesteld over een periode van vijf jaar, maar bovendien wordt de helft van de variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van phantom stocks. De helft van de variabele vergoeding is m.a.w. gekoppeld aan de evolutie van de waarde van het KBC-aandeel gedurende een periode van zeven jaar volgend op het jaar waarover de variabele vergoeding werd toegekend. Er is dus al behoorlijk wat 'skin in the game'. Aanhoudend goede resultaten en een gunstige evolutie van de koers van het aandeel zijn dus even belangrijk voor de leden van het DC als voor de aandeelhouders. Daarbovenop de leden van het DC nog verplichten om een pakket KBCaandelen aan te houden zou een al te groot stuk van hun vermogen afhankelijk maken van de evolutie van de koers van het KBC-aandeel.
Het vergoedingsbeleid voor de leden van de Raad en het DC wordt beschreven in de Remuneration Policy voor de Raad van Bestuur en de leden van het Directiecomité, die op 5 mei 2022 door de Algemene Vergadering werd goedgekeurd met bijna 90% van de stemmen. Een actualisering van deze policy wordt ter beslissing voorgelegd aan de Algemene Vergadering van 2 mei 2024.
De belangrijkste principes voor de bepaling van de variabele vergoeding vindt u hierna:
• De betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding wordt niet alleen gespreid in de tijd, maar de helft ervan wordt ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar (ze worden pas verzilverd één jaar na de toekenning ervan). De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en van het DC gerechtvaardigd wordt.
• In een aantal omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus). Uitzonderlijk kan ook een al uitgekeerde variabele vergoeding geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden (claw back). De Raad neemt daarover een beslissing op advies van het Remuneratiecomité.
• KBC Groep NV verleent geen kredieten aan bestuurders. Kredieten of waarborgen kunnen wel worden verleend door de bankdochtermaatschappijen van KBC Groep NV overeenkomstig artikel 72 van de Bankwet. Dat betekent dat die kredieten kunnen worden verleend tegen klantvoorwaarden en worden goedgekeurd door de Raad.
| Vergoeding per individuele bestuurder (op geconsolideerde |
Vergoeding | Vergoeding AC en RCC |
Presentiegeld | |
|---|---|---|---|---|
| basis, in euro) | (m.b.t. boekjaar 2023) | (m.b.t. boekjaar 2023) | (m.b.t. boekjaar 2023) | Totaal |
| Koenraad Debackere | 300 000 | – | – | 300 000 |
| Alain Bostoen | 30 000 | – | 65 000 | 95 000 |
| Eric Clinck | 30 000 | – | 65 000 | 95 000 |
| Sonja De Becker | 40 000 | – | 60 000 | 100 000 |
| Marc De Ceuster | 41 667 | 40 000 | 43 750 | 125 417 |
| Franky Depickere | 65 000 | 130 000 | 71 250 | 266 250 |
| Frank Donck | 30 000 | 30 000 | 60 000 | 120 000 |
| Katelijn Callewaert (tot 4 mei 2023) | 13 333 | – | 25 000 | 38 333 |
| Liesbet Okkerse | 36 667 | – | 65 000 | 101 667 |
| Vladimira Papirnik | 30 000 | 30 000 | 92 500 | 152 500 |
| Alicia Reyes Revuelta | 30 000 | 30 000 | 92 500 | 152 500 |
| Theodoros Roussis | 30 000 | – | 65 000 | 95 000 |
| Raf Sels | 20 000 | – | 40 000 | 60 000 |
| Philippe Vlerick | 60 000 | – | 65 000 | 125 000 |
| Mark Wittemans (tot 4 mei 2023) | 13 333 | 20 000 | 25 000 | 58 333 |
worden alvorens een variabele vergoeding kan worden toegekend. De parameters worden jaarlijks vastgelegd door de Raad. Als een van de opgelegde parameters niet wordt bereikt, wordt er niet alleen geen variabele vergoeding toegekend, maar vervalt in dat jaar ook de uitbetaling van uitgestelde bedragen voor voorgaande jaren.
• De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. Het Remuneratiecomité maakt voor elk lid van het DC een globale evaluatie in het licht van de elementen van onze bedrijfscultuur en het element Respectvol als basiswaarde voor de ganse KBC-organisatie. Op basis daarvan stelt het Remuneratiecomité een percentage tussen 0 en 100% voor aan de Raad die een beslissing neemt over deze eindscore, die uiteindelijk de omvang van de individuele variabele vergoeding bepaalt.
| bele vergoeding voor de leden van het DC | Uitleg* |
|---|---|
| Performance | We streven naar uitstekende resultaten en doen wat we beloven. |
| Empowerment | We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien. |
| Accountability | We nemen onze verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega's, aandeelhouders en de maatschappij. |
| Responsiveness | We anticiperen en spelen proactief in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden. |
| Local Embeddedness en groepswijde samen werking |
We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef en we staan dicht bij onze klanten. |
| Respectvol | We behandelen mensen als onze gelijken, we zijn transparant, we vertrouwen ze en waarderen ze om wat ze doen en wie ze zijn. |
* Zie Wat maakt ons tot wie we zijn?
• De collegiale resultaatsgebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt door de Raad op advies van het Remuneratiecomité bepaald op basis van een evaluatie van een aantal vooraf afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties, zowel van het DC zelf als van het bedrijf (zie tabel). De gehanteerde criteria zijn opgebouwd rond vier grote thema's: implementatie van de strategie, realisatie van de financiële planning, versterking van de risico-omgeving en tevredenheid van alle stakeholders. De prestaties van het DC in elk van deze vier blokken bepalen elk voor 25% de omvang van deze variabele vergoeding. Het resultaat van
Criteria voor toekenning van de resultaats-
de evaluatie op deze criteria wordt vertaald in een percentage tussen 0 en 100% dat wordt toegepast op het maximale bedrag van de resultaatsgebonden variabele vergoeding. De omvang van de variabele vergoeding is dus maar voor een klein percentage afhankelijk van het behalen van financiële resultaten. Andere elementen zoals risicobeheersing en stakeholdermanagement zijn ook belangrijke factoren bij de bepaling van de omvang van de variabele vergoeding. Ook duurzaamheid wordt alsmaar belangrijker; dit bepaalt vandaag ten minste 30% van de resultaatsgebonden variabele vergoeding.
| gebonden variabele vergoeding voor de leden van het DC |
Uitleg | Gewicht* |
|---|---|---|
| Implementatie van de strategie | Naast eventuele specifieke doelstellingen, nadruk op de implementatie van klantgerichtheid, duurzaamheid en het stimuleren van verantwoord gedrag, en op innovatie. Voor 2023 ging het in hoofdzaak over verdere stappen in de implemen tatie van de strategie (vooruitgang op het vlak van bankverzekeren, van digitale verkoop, …), vooruitgang in de belangrijkste duurzaamheidsindi catoren, de integratieoefening in Bulgarije, uitvoering van het exitplan in Ierland en de implementatie van het Temenos-platform. |
25% |
| Realisatie van de financiële planning | Betreft een aantal financiële parameters (rendement, winst, kapitaal, kredietkosten) en evaluatie van de vooruitgang op het vlak van diversifi catie van de inkomsten. |
25% |
| Versterking van de risico-omgeving | Beoordeeld aan de hand van liquiditeits-, kapitaal- en fundingcrite ria, uitvoering van de aanbevelingen van Audit en de toezichthouder en mate van verbetering van de interne controleomgeving, inclusief compliance. In 2023 werd er opnieuw veel nadruk gelegd op cyberrisk. Een reeks van deze elementen komt niet enkel de risico-omgeving ten goede, maar versterkt ook het goede bestuur van de onderneming. |
25% |
| Tevredenheid van alle stakeholders | Beoordeeld op basis van resultaten van klanten- en personeels tevredenheidsenquêtes en vooruitgang inzake duurzaamheid. Er wordt gebruik gemaakt van een duurzaamheidsdashboard dat parameters bevat m.b.t. duurzaamheid, o.m. duurzaamheid in onze bank- en verze keringsactiviteiten (bv. aandeel van hernieuwbare energie in de krediet portefeuille en afbouw van de financiering van de steenkoolsector), onze rol in de samenleving (bv. eigen ecologische voetafdruk), duurzame groei (bv. beheersing van risico's en langetermijnwaardecreatie), reputatie, personeelsbeleid, enz. |
25% |
* Voor de variabele vergoeding van de CRO wordt geen rekening gehouden met de prestaties gerelateerd aan de realisatie van de financiële planning, maar wordt het relatieve gewicht van de risicogerelateerde criteria verdubbeld.
• De variabele vergoeding van de leden van het DC houdt niet enkel rekening met de resultaten over één boekjaar, maar ondergaat ook een impact op lange termijn. Dit is
ingebed in de structuur van de uitbetaling van de variabele vergoeding:
evolutie van de koers van het KBC-aandeel over een periode van zeven jaar volgend op het prestatiejaar (via de uitkering onder de vorm van phantom stocks).
• Binnen de grenzen van wat wettelijk en reglementair is toegestaan, wordt voor een lid van het DC met een anciënniteit van zes jaar of minder de vergoeding vastgelegd op twaalf maanden beloning. Voor een anciënniteit van zes t.e.m. negen jaar wordt dat 15 maanden en bij een anciënniteit van meer dan negen jaar wordt het 18 maanden beloning. Beloning moet in deze context begrepen worden als de vaste vergoeding van het lopende jaar en de variabele vergoeding van het laatste volledige jaar voorafgaand aan de beëindiging van het mandaat.
• De betaling van de totale jaarlijkse (resultaatsgebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt gespreid over zes jaar: 40% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende vijf jaar.
• De invaliditeitsvoorziening die in het plan werd opgenomen, bedraagt 891 120 euro per jaar.
| Beslissing | ||
|---|---|---|
| Score 2023 A Implementatie van de strategie |
Uitleg Er werd verdere vooruitgang geboekt bij de implementatie van de next level-strategie. Op het vlak van duurzaamheid werd belangrijke vooruit gang geboekt. Alle duurzaamheidsindicatoren die zwaar doorwegen in deze beoordelingen en opgevolgd worden via het duurzaamheidsdashboard, werden behaald (bijvoorbeeld: percentage van 'groene' leningen (voor o.m. vastgoed, hernieuwbare energie, elektrische wagens), aandeel verantwoorde beleggingen, …). De integratieoefening in Bulgarije verloopt volgens plan. Het zelfde kan gezegd worden van de uitstap uit Ierland. De implementatie van het Temenos-platform in Slowakije zit op schema. In Hongarije daarentegen was een herstart van het Temenos-project noodzakelijk. |
inzake score 97% |
| B Realisatie van de financiële planning | De financiële doestellingen werden behaald of overschreden met een meer dan behoorlijk resultaat als gevolg. |
100% |
| C Versterking van de risico-omgeving | Het merendeel van de KPI's werd gehaald (audit-aanbevelingen, liquidit eits-, funding- en kapitaalplanning, historisch laag niveau van operationele verliezen, …). Op enkele domeinen zoals datakwaliteit, GDPR en de antiwit wasproblematiek is veel werk verricht maar blijft er nog een weg te gaan. Dit is deels te wijten aan het feit dat de lat op dat vlak door de toezichthouder steeds hoger gelegd wordt. Alle criteria die behoren tot het domein van het goede bestuur van de groep, werden gehaald. |
98,67% |
| D Tevredenheid van alle stakeholders | Het reeds hoge niveau van personeelstevredenheid is nog lichtjes verder toegenomen. Op het vlak van duurzaamheid werd een flinke vooruitgang geboekt, zoals o.m. blijkt uit het duurzaamheidsrapport. Op dit vlak wordt KBC erkend als een koploper binnen de financiële sector, wat o.m. resulteerde in uitstekende duurzaamheidsratings. Nagenoeg alle entiteiten van KBC behaalden hun NPS-doelstelling. Hetzelfde geldt voor de doelstellingen m.b.t. reputatie. Personeelstevredenheid, NPS-scores en reputatie werden ook positief beïnvloed door goed bestuur en verantwoord gedrag, waar veel aandacht aan besteed wordt. |
100% |
| Gewogen totaalscore (percentage toegepast op het maximale bedrag van de resultaatsgebonden variabele vergoeding) |
Leden DC excl. CRO ((97 x 25%) + (100 x 25%) + (98,67 x 25%) + (100 x 25%)) | 98,92% |
| CRO ((97 x 25%) + (100 x 0%) + (98,67 x 50%) + (100 x 25%)) | 98,58% |
Ook daarvan wordt 40% in 2024 toegekend en de overige 60% gelijkmatig gespreid over de vijf daaropvolgende jaren. Gezien de retentieperiode van één jaar voor de phantom stocks worden die telkens één jaar na toekenning uitbetaald in cash. Dat betekent dat de uitbetaling ervan gespreid wordt over de jaren 2025 t.e.m. 2030. De bedragen waarvoor op die manier over 2023 phantom stocks worden toegekend, worden in de onderstaande tabel weergegeven.
| Bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks (in euro) |
Totaal | Toekenning 2024 |
Toekenning 2025 |
Toekenning 2026 |
Toekenning 2027 |
Toekenning 2028 |
Toekenning 2029 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Johan Thijs | 531 360 | 212 545 | 63 763 | 63 763 | 63 763 | 63 763 | 63 763 |
| Erik Luts | 221 782 | 88 713 | 26 614 | 26 614 | 26 614 | 26 614 | 26 614 |
| Luc Popelier | 218 226 | 87 290 | 26 187 | 26 187 | 26 187 | 26 187 | 26 187 |
| Christine Van Rijsseghem | 217 688 | 87 075 | 26 123 | 26 123 | 26 123 | 26 123 | 26 123 |
| David Moucheron | 218 226 | 87 290 | 26 187 | 26 187 | 26 187 | 26 187 | 26 187 |
| Peter Andronov | 221 782 | 88 713 | 26 614 | 26 614 | 26 614 | 26 614 | 26 614 |
| Aleš Blažek* | 129 631 | 51 851 | 15 556 | 15 556 | 15 556 | 15 556 | 15 556 |
* Specifieke instrumenten in Tsjechië, zoals hiervoor toegelicht.
• Geen.
a) Vergoeding van voormalige
• Alle leden van het DC beschikken over een bedrijfswagen. Op het privégebruik daarvan worden zij belast
overeenkomstig de geldende reglementering. De leden van het DC genieten ook nog enkele andere voordelen, o.m. een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering. De waarde van deze voordelen vindt u in de tabel. De forfaitaire kostenvergoeding van 335 euro per maand die alle leden van het DC ontvangen, is niet in dit bedrag inbegrepen.
| huidige leden van het DC van KBC Groep NV, 2023 b) Vergoeding van de |
Johan Thijs (CEO) |
Peter Andronov |
Aleš Blažek* |
Erik Luts |
David Moucheron |
Luc Popelier |
Christine Van Rijsseghem |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Toe gekend |
Uit- betaald |
Toe- gekend |
betaald Uit- |
Toe- gekend |
Uit- betaald |
gekend Toe- |
Uit- betaald |
Toe- gekend |
Uit- betaald |
Toe- gekend |
Uit- betaald |
Toe- gekend |
betaald Uit- |
|
| Vaste basisvergoeding | 1 922 210 | 1 922 210 | 1 011 753 | 1 011 753 | 682 324 | 682 324 | 1 011 753 | 1 011 753 | 1 011 753 | 1 011 753 | 1 011 753 | 1 011 753 | 1 011 753 | 1 011 753 |
| goeding voor het boekjaar Individuele variabele ver |
||||||||||||||
| cash - |
182 932 | 73 173 | 65 204 | 26 082 | 32 943 | 13 177 | 65 204 | 26 082 | 61 648 | 24 659 | 61 648 | 24 659 | 61 648 | 24 659 |
| phantom stocks - |
182 932 | – | 65 204 | – | 32 943 | – | 65 204 | – | 61 648 | – | 61 648 | – | 61 648 | – |
| Resultaatsgebonden varia bele vergoeding voor het boekjaar |
||||||||||||||
| cash - |
348 427 | 139 371 | 156 578 | 62 631 | 96 688 | 38 675 | 156 578 | 62 631 | 156 578 | 62 631 | 156 578 | 62 631 | 156 040 | 62 416 |
| phantom stocks - |
348 427 | – | 156 578 | – | 96 688 | – | 156 578 | – | 156 578 | – | 156 578 | – | 156 040 | – |
| Vergoedingen voor voor gaande boekjaren |
||||||||||||||
| individuele variabele vergoeding - |
– | 59 327 | – | 11 403 | – | 2 457 | – | 28 789 | – | 10 585 | – | 26 145 | – | 27 791 |
| variabele vergoeding resultaatsgebonden - |
– | 139 373 | – | 29 221 | – | 7 638 | – | 78 083 | – | 29 221 | – | 78 083 | – | 78 556 |
| phantom stocks - |
– | 274 661 | – | 45 034 | – | 0 | – | 143 284 | – | 44 302 | – | 162 641 | – | 165 169 |
| Tussentotaal variabele ver goeding |
1 062 718 | 685 905 | 443 564 | 174 371 | 259 262 | 61 947 | 443 564 | 338 869 | 436 452 | 171 398 | 436 452 | 354 159 | 435 376 | 358 591 |
| Pensioentoelage type vaste bijdragen (exclusief belas tingen) |
615 775 | 615 775 | 256 700 | 256 700 | 256 700 | 256 700 | 323 761 | 323 761 | 323 761 | 323 761 | 323 761 | 323 761 | 323 761 | 323 761 |
| Andere voordelen | 19 534 | 19 534 | 8 562 | 8 562 | 4 679 | 4 679 | 14 000 | 14 000 | 7 589 | 7 589 | 18 064 | 18 064 | 8 939 | 8 939 |
| Totaal | 3 620 237 | 3 243 424 | 1 720 579 | 1 451 386 | 1 202 965 | 1 005 650 | 1 793 078 | 1 688 383 | 1 779 555 | 1 514 501 | 1 790 030 | 1 707 737 | 1 779 830 | 1 703 045 |
| Verhouding vast/variabel (in %) |
71/29 | 79/21 | 74/26 | 88/12 | 78/22 | 94/6 | 75/25 | 80/20 | 75/25 | 89/11 | 76/24 | 79/21 | 76/24 | 79/21 |
| * De nettovergoeding van Aleš Blažek is dezelfde als die van de andere leden van het DC. |
• Om de ontwikkeling van de vergoeding van het topmanagement in perspectief te plaatsen, volgt hierna een overzicht van de ontwikkeling van de totale vergoeding van de huidige leden van het DC, het gemiddelde loon van de werknemers (in voltijdequivalent) van KBC Groep NV, het laagste loon van een werknemer (in voltijdequivalent) in KBC Groep NV en enkele gegevens die een indicatie vormen voor de prestaties van KBC.
• De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt niet in het overzicht opgenomen, omdat die vergoeding gedurende de laatste vijf jaar ongewijzigd gebleven is.
| Vergoeding van het topmanagement in perspectief |
2019 | 2020 | (t.o.v. het jaar voordien) |
2021 | (t.o.v. het jaar voordien) |
2022 | (t.o.v. het jaar voordien) |
2023 | (t.o.v. het jaar voordien) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Vergoeding van de DC leden (in euro) |
|||||||||
| Johan Thijs | 2 361 493 | 2 245 548 | -5% | 2 421 147 | +8% | 3 067 231 | +27% | 3 620 237 | +18% |
| Peter Andronov | – | – | – | 1 506 087 (12/12) |
– | 1 602 089 | +6% | 1 720 579 | +7% |
| Aleš Blažek | – | – | – | – | – | 1 111 584 (12/12) |
– | 1 202 965 | +8% |
| Erik Luts | 1 494 112 | 1 426 805 | -5% | 1 534 287 | +8% | 1 643 993 | +7% | 1 793 078 | +9% |
| David Moucheron | – | – | – | 1 520 236 (12/12) |
– | 1 627 611 | +7% | 1 779 555 | +9% |
| Luc Popelier | 1 488 162 | 1 420 447 | -5% | 1 527 022 | +8% | 1 633 710 | +7% | 1 790 030 | +10% |
| Christine Van Rijsseghem | 1 500 277 | 1 424 458 | -5% | 1 529 211 | +7% | 1 632 959 | +7% | 1 779 830 | +9% |
| Gemiddelde (exclusief CEO1 ) |
1 491 388 | 1 422 900 | -5% | 1 522 517 | +7% | 1 541 991 | +7%2 | 1 677 673 | +9% |
| Gemiddeld loon van een Belgische werknemer van KBC Groep NV (in euro) |
|||||||||
| Gemiddelde loon | 90 780 | 92 124 | +1% | 94 312 | +2% | 109 106 | +16%3 | 112 376 | +3% |
| Laagste loon | 43 259 | 46 448 | +7% | 47 767 | +3% | 53 559 | +12% | 54 704 | +2% |
| Ratio hoogste/laagste loon |
1/55 | 1/48 | 1/51 | 1/57 | 1/66 | ||||
| Prestatie-indicatoren | |||||||||
| Nettoresultaat van de groep (in miljoenen euro) |
2 489 | 1 440 | -42% | 2 614 | +82% | 2 8184 | +5% | 3 402 | +21% |
| Totale opbrengsten van de groep (in miljoenen euro) |
7 629 | 7 195 | -6% | 7 558 | +5% | 10 0354 | +12% | 11 224 | +12% |
| Eigen broeikasgas emissies (in ton CO2 , per vte) |
1,97 | 1,54 | -22% | 1,02 | -34% | 1,495 | – | 1,48 | -1% |
| Volume fondsen die verantwoord beleggen (in miljarden euro) |
12,0 | 16,8 | +40% | 31,7 | +89% | 32,3 | +2% | 40,7 | +26% |
| Common equity ratio (fully loaded) |
17,1% | 17,6% | +3% | 15,5% | -12% | 15,3% | -1% | 15,2% | -0% |
1 Voor deze berekening werd de toenmalige samenstelling van het DC gebruikt.
2 Zonder Aleš Blažek
3 De stijging werd beïnvloed door de afsplitsing van KBC Global Services.
4 Rekening houdend met IFRS 17. Stijgingspercentages t.o.v. 2021 zonder rekening te houden met IFRS 17.
5 Herberekend in functie van de desinvestering van KBC Ireland en de opname van het privaat gebruik van ons eigen of door KBC gecontroleerde wagenpark.
• Een geactualiseerde versie van de Remuneration Policy voor de leden van de Raad en het DC wordt op 2 mei aan de Algemene Vergadering ter goedkeuring voorgelegd. Inhoudelijk bevat deze actualisatie slechts één wijziging. De impact van het niet halen van de risk gateway (ex ante risk adjustment) is aangepast in lijn met de toepasselijke wetgeving. Bij het niet halen van een van de parameters van de risk gateway schrijft de wet voor dat er geen variabele vergoeding mag worden toegekend voor dat jaar. Onze policy ging verder: niet alleen werd er geen variabele vergoeding toegekend voor het betreffende jaar, maar ook werden de uitgestelde bedragen van vroegere jaren, die normalerwijze dat jaar zouden worden betaald, niet uitgekeerd. Dat laatste wordt nu geschrapt.
Die aanpassing wordt ook doorgevoerd in de Remuneration Policy die op alle personeelsleden van toepassing is.
In overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze geconsolideerde duurzaamheidsinformatie (zoals vereist door art. 3:6 § 4 en 3:32 § 2 WVV en de EU-taxonomie) geïntegreerd in de verschillende hoofdstukken van dit verslag. Informatie over het bedrijfsmodel vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel. De tabel vermeldt waar u de door de wet vereiste andere nietfinanciële informatie terugvindt.


We houden bij de opmaak van ons jaarverslag in de mate van het mogelijke rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council en we baseren ons voor onze geconsolideerde niet-financiële verklaring op de GRI Sustainability Reporting Standards (Global Reporting Initiative Standards). Het GRI is een sustainability reporting framework, met universele richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving en rapportering van niet-
financiële data. Het legt de kwaliteitsbeginselen en indicatoren uit om de impact op economische, milieu- en sociale prestaties inclusief de impact op mensenrechten te meten en erover te rapporteren. De volledige toepassing van de 2021 GRI Sustainability Reporting Standards en de GRI/ SASB Content Index vindt u in het Duurzaamheidsverslag, dat wordt gepubliceerd op www.kbc.com.
Het progressierapport over de (duurzaamheids-)doelen van de kredietportefeuille van de groep, de berekeningen van de eigen milieuvoetafdruk en onze PRB (Principles for Responsible Banking) voor zelfevaluatie zijn door een externe partij geverifieerd.
2
Op 1 januari 2023 vervangt IFRS 17 de vroegere IFRS 4 (Verzekeringscontracten). Zie Toelichting 1.5.

Geconsolideerde
jaarrekening
| Nettorente-inkomsten 3.1 5 473 5 162 Rente-inkomsten 3.1 20 170 11 225 Rentelasten 3.1 -14 697 -6 063 Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering 3.6 2 679 2 423 Niet-leven 2 280 2 050 3.6 Leven 3.6 399 373 Dividendinkomsten 3.2 59 59 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van 3.3 322 252 waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening Nettoprovisie-inkomsten 3.4 2 349 2 218 2 991 2 800 Provisie-inkomsten 3.4 Provisielasten 3.4 -642 -581 Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) 3.6 -313 -96 Overige netto-inkomsten 3.5 656 16 TOTALE OPBRENGSTEN 11 224 10 035 Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten) 3.7 -4 616 -4 327 Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen -4 438 -4 159 3.7 Bank- en verzekeringsheffingen 3.7 -687 -646 Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten 3.7 509 478 Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering 3.6 -2 120 -1 908 Waarvan: betaalde verzekeringsprovisies 3.6 -340 -308 Niet-leven 870 3.6 -1 -1 733 Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven 3.6 -1 157 -1 077 Leven 3.6 -251 -174 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 3.6 -90 -20 Bijzondere waardeverminderingen 3.9 -215 -282 op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI 3.9 16 -154 op goodwill 3.9 -109 -5 op overige 3.9 -122 -123 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 3.10 -4 -10 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 4 179 3 488 Belastingen 3.11 -778 -670 Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten – 0 0 RESULTAAT NA BELASTINGEN – 3 401 2 818 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen – -1 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij – 3 402 2 818 Winst per aandeel (in euro) Gewoon 3.12 8,04 6,64 Verwaterd 3.12 8,04 6,64 |
(in miljoenen euro) | Toelichting | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
• We lichten de belangrijkste elementen van de resultatenrekening toe in het Verslag van de Raad van Bestuur, in de hoofdstukken Ons financieel rapport en Onze divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.
• De verdeling van de rente-inkomsten en -lasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet en op andere financiële instrumenten (niet berekend volgens de effectieve rentevoet) vindt u in Toelichting 3.1.
p. 140
• De invloed van de belangrijkste overnames en verkopen in 2023 en 2022 beschrijven we in Toelichting 6.6.
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 3 401 | 2 818 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -1 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 3 402 | 2 818 |
| OCI DIE NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING KAN WORDEN OVERGEBOEKT | 370 | 257 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten | 499 | -2 166 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 635 | -2 930 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -144 | 711 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 7 | 53 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 1 | -1 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | 7 | 69 |
| Uitgestelde belastingen | -1 | -14 |
| Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) | 358 | 171 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 387 | 165 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -74 | -55 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 45 | 61 |
| Brutobedrag | 61 | 80 |
| Uitgestelde belastingen | -15 | -19 |
| Nettowijziging van de omrekeningsverschillen | -115 | -15 |
| Brutobedrag | -115 | -15 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Afdekking van een netto-investering in buitenlandse entiteiten | 52 | -4 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 84 | -65 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -23 | 12 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -10 | 49 |
| Brutobedrag | -13 | 66 |
| 3 | -16 | |
| Uitgestelde belastingen Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten voor uitgegeven (her)verzekeringscontracten |
-428 | 2 288 |
| Aanpassingen van de huidige waarde vóór belastingen | -561 | 3 039 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de huidige waarde | 134 | -751 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 0 | 0 |
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten van afgestane herverzekeringscontracten | 6 | -19 |
| Brutobedrag | 7 | -25 |
| Uitgestelde belastingen | -2 | 6 |
| Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Overige mutaties | -1 | 1 |
| OCI DIE NIET NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING ZAL WORDEN OVERGEBOEKT | 125 | -40 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen | 159 | -263 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 161 | -268 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -2 | 5 |
| Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen | -34 | 222 |
| Wijzigingen | -43 | 299 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen | 10 | -77 |
| Nettowijziging van het eigen kredietrisico | 0 | 1 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 0 | 1 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 0 | 0 |
| Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Wijzigingen | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen | 0 | 0 |
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 3 896 | 3 035 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -1 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 3 897 | 3 035 |
| (in miljoenen euro) | Toelichting | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|---|
| ACTIVA | |||
| Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen | – | 34 530 | 51 427 |
| Financiële activa | 4.0 | 306 047 | 290 840 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 4.0 | 263 625 | 251 770 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 4.0 | 18 587 | 16 617 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
4.0 | 23 539 | 21 911 |
| Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.0 | 8 327 | 8 471 |
| Afdekkingsderivaten | 4.0 | 295 | 542 |
| Afgestane herverzekeringsvorderingen | 5.6 | 64 | 55 |
| Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico | – | -2 402 | -4 335 |
| Belastingvorderingen | 5.2 | 900 | 1 175 |
| Actuele belastingvorderingen | 5.2 | 176 | 174 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 5.2 | 724 | 1 001 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten | 5.11 | 4 | 8 054 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 5.3 | 30 | 32 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 5.4 | 3 702 | 3 560 |
| Goodwill en andere immateriële vaste activa | 5.5 | 2 355 | 2 331 |
| Overige activa | 5.1 | 1 691 | 1 406 |
| TOTAAL ACTIVA | 346 921 | 354 545 | |
| VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN | |||
| Financiële verplichtingen | 4.0 | 303 116 | 312 759 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 4.0 | 280 874 | 289 885 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
4.0 | 21 840 | 22 297 |
| Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.0 | 7 050 | 9 096 |
| Afdekkingsderivaten | 4.0 | 401 | 577 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 5.6 | 16 784 | 16 158 |
| Niet-leven | 5.6 | 2 922 | 2 714 |
| Leven | 5.6 | 13 862 | 13 444 |
| Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico | – | -505 | -1 443 |
| Belastingverplichtingen | 5.2 | 472 | 462 |
| Actuele belastingverplichtingen | 5.2 | 99 | 150 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 5.2 | 373 | 312 |
| Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 5.11 | 0 | 2 020 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 5.7 | 183 | 418 |
| Overige verplichtingen | 5.8 | 2 611 | 2 353 |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 322 661 | 332 727 | |
| Totaal eigen vermogen | 5.10 | 24 260 | 21 819 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders | 5.10 | 22 010 | 20 319 |
| Additional tier 1-instrumenten opgenomen in eigen vermogen | 5.10 | 2 250 | 1 500 |
| Minderheidsbelangen | – | 0 | 0 |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN | 346 921 | 354 545 |
• De invloed van de belangrijkste overnames en verkopen in 2023 en 2022 beschrijven we in Toelichting 6.6.
• Een analyse van de belangrijkste posten op de balans vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Ons financieel rapport. De commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd.
| Geplaatst en volgestort aandelen |
Uitgifte | Eigen | Overge dragen |
Totaal herwaar derings |
Eigen vermogen van aandeel |
Additional tier 1- instrumen -ten in eigen |
Minder heids |
Totaal eigen |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) 2023 |
kapitaal | premie | aandelen | resultaat | reserves | houders | vermogen | belangen | vermogen |
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 461 | 5 542 | 0 | 12 626 | 690 | 20 319 | 1 500 | 0 | 21 819 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 3 402 | 0 | 3 402 | 0 | -1 | 3 401 |
| OCI erkend in eigen vermogen over de periode | 0 | 0 | 0 | -1 | 497 | 495 | 0 | 0 | 495 |
| Subtotaal | 0 | 0 | 0 | 3 400 | 497 | 3 897 | 0 | -1 | 3 896 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | -1 663 | 0 | -1 663 | 0 | 0 | -1 663 |
| Coupon op additional tier 1-instrumenten | 0 | 0 | 0 | -50 | 0 | -50 | 0 | 0 | -50 |
| Uitgifte/terugkoop additional tier 1-instrumenten | 0 | 0 | 0 | -3 | 0 | -3 | 750 | 0 | 747 |
| Kapitaalverhoging | 0 | 6 | 0 | 0 | 0 | 7 | 0 | 0 | 7 |
| Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie |
0 | 0 | 0 | 21 | -21 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aankoop/verkoop van eigen aandelen | 0 | 0 | -497 | 0 | 0 | -497 | 0 | 0 | -497 |
| Wijzigingen in scope | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 1 |
| Wijzigingen in minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal wijzigingen | 0 | 6 | -497 | 1 705 | 476 | 1 691 | 750 | 0 | 2 441 |
| Saldo aan het einde van het jaar | 1 461 | 5 548 | -497 | 14 332 | 1 166 | 22 010 | 2 250 | 0 | 24 260 |
| 2022 | |||||||||
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 460 | 5 528 | 0 | 13 289 | 627 | 20 904 | 1 500 | 0 | 22 404 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 2 818 | 0 | 2 818 | 0 | 0 | 2 818 |
| OCI erkend in eigen vermogen over de periode | 0 | 0 | 0 | 1 | 215 | 217 | 0 | 0 | 217 |
| Subtotaal | 0 | 0 | 0 | 2 819 | 215 | 3 035 | 0 | 0 | 3 035 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | -3 585 | 0 | -3 585 | 0 | 0 | -3 585 |
| Coupon op additional tier 1-instrumenten | 0 | 0 | 0 | -50 | 0 | -50 | 0 | 0 | -50 |
| Kapitaalverhoging | 1 | 14 | 0 | 0 | 0 | 15 | 0 | 0 | 15 |
| Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie |
0 | 0 | 0 | 152 | -152 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aankoop/verkoop van eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal wijzigingen | 1 | 14 | 0 | -663 | 63 | -585 | 0 | 0 | -585 |
| Saldo aan het einde van het jaar | 1 461 | 5 542 | 0 | 12 626 | 690 | 20 319 | 1 500 | 0 | 21 819 |
• Uitleg bij de wijzigingen in de herwaarderingsreserves: zie Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
• Aandeelhouderschap: zie deel Verslag van de Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
| Samenstelling van de kolom Totaal herwaarderingsreserves uit de vorige tabel (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 166 | 690 |
| Herwaarderingsreserve FVOCI-schuldinstrumenten | -596 | -1 095 |
| Herwaarderingsreserve FVOCI-aandelen | 222 | 84 |
| Afdekkingsreserve kasstroomafdekkingen | -579 | -937 |
| Omrekeningsverschillen | -240 | -125 |
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit | 127 | 75 |
| Wijziging in toegezegdpensioenregelingen | 434 | 467 |
| Eigen kredietrisico via eigen vermogen | 0 | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten na herverzekering | 1 799 | 2 221 |
| (in miljoenen euro) | Verwijzing1 | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|
| BEDRIJFSACTIVITEITEN | |||
| Resultaat vóór belastingen | Gecons. w-&-v-rekening | 4 179 | 3 488 |
| Aanpassingen voor | – | ||
| resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | Gecons. w-&-v-rekening | 0 | 0 |
| bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, | 3.9, 4.2, 5.4, 5.5 |
650 | 532 |
| vastgoedbeleggingen en effecten | |||
| winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen | – | -461 | -85 |
| wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 3.9 | -17 | 155 |
| (vóór herverzekering) wijziging in verplichtingen uit verzekeringscontracten |
5.6 | -246 | -419 |
| wijzigingen in afgestane herverzekeringscontracten | 5.6 | 90 | 20 |
| wijzigingen in overige voorzieningen | 5.7 | -145 | 155 |
| overige niet-gerealiseerde winst of verlies | – | 421 | 1 332 |
| opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 3.10 | 4 | 10 |
| Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen | – | 4 473 | 5 188 |
| Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | -7 709 | -7 879 |
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs, zonder schuldpapier | 4.1 | -4 990 | -12 669 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 4.1 | -1 208 | 1 201 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
4.1 | -1 645 | 2 173 |
| Waarvan financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.1 | 97 | 454 |
| Afdekkingsderivaten | 4.1 | 246 | -253 |
| Afgestane herverzekeringsvorderingen | – | -44 | 13 |
| Bedrijfsactiva in verband met activa die worden afgestoten en overige activa | – | -68 | 1 657 |
| Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | -16 426 | 14 007 |
| Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | 4.1 | -16 475 | 16 406 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
4.1 | -452 | 161 |
| Waarvan financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.1 | -2 013 | 1 783 |
| Afdekkingsderivaten | 4.1 | 212 | -353 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 5.6 | 302 | -312 |
| Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen | – | -13 | -1 894 |
| Betaalde belastingen | 3.11 | -532 | -525 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten | -20 194 | 10 791 | |
| INVESTERINGSACTIVITEITEN | |||
| Aankoop van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | 4.1 | -11 124 | -13 369 |
| Opbrengst van de terugbetaling van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | 4.1 | 7 620 | 10 111 |
| Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel na aftrek van de overgenomen geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages) |
6.6 | -4 | -94 |
| Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel na aftrek van de afgestoten geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages) |
– | 6 480 | 111 |
| Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | -1 | -5 |
| Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | 23 | 0 |
| Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | 0 | 0 |
| Aankoop van vastgoedbeleggingen | 5.4 | -35 | -85 |
| Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen | 5.4 | 87 | 15 |
| Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) | 5.5 | -370 | -345 |
| Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) | 5.5 | 3 | 3 |
| Aankoop van materiële vaste activa | 5.4 | -988 | -575 |
| Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa | 5.4 | 290 | 246 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten | 1 982 | -3 986 | |
| FINANCIERINGSACTIVITEITEN | |||
| Inkoop of verkoop van eigen aandelen | Geconsol. vermogensmut. | -497 | 0 |
| Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen | 4.1 | 5 958 | 1 033 |
| Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden | 4.1 | 519 | -795 |
| Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal | Geconsol. vermogensmut. | 7 | 15 |
| Uitgifte van additional tier 1-instrumenten | Geconsol. vermogensmut. | 747 | 0 |
| Uitgekeerde dividenden | Geconsol. vermogensmut. | -1 663 | -3 585 |
| Coupon op additional tier 1-instrumenten | Geconsol. Vermogensmut. | -50 | -50 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten | 5 021 | -3 382 |
| MUTATIE VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | |||
|---|---|---|---|
| Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten | – | -13 191 | 3 424 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar | – | 67 481 | 63 554 |
| Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | – | -330 | 503 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode | – | 53 961 | 67 481 |
| OVERIGE INFORMATIE | |||
| Betaalde rente2 | 3.1 | -14 697 | -6 063 |
| Ontvangen rente2 | 3.1 | 20 170 | 11 225 |
| Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) | 3.2, 5.3 | 59 | 59 |
| COMPONENTEN VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | |||
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen | Geconsol. balans | 34 530 | 51 427 |
| Termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden, zonder reverse repo's | 4.1 | 222 | 1 237 |
| Reverse repo's met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen op maximaal 3 maanden | 4.1 | 25 345 | 19 903 |
| Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 4.1 | -6 136 | -5 085 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten | – | 0 | 0 |
| Totaal | – | 53 961 | 67 481 |
| Waarvan niet beschikbaar | – | 0 | 0 |
1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd exact de bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.
2 De betaalde en ontvangen rente wordt in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer grote administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.
• KBC brengt verslag uit over kasstromen van bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode.
De Raad van Bestuur keurde de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV, inclusief alle toelichtingen, op 14 maart 2024 goed voor publicatie. De jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoen (tenzij anders vermeld).
De volgende normen werden van kracht op 1 januari 2023:
De volgende IFRS-normen werden gepubliceerd, maar zijn nog niet van kracht in 2023. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt.
• De IASB heeft enkele beperkte aanpassingen aan bestaande IFRS-normen en IFRIC's gepubliceerd. Ze zullen worden toegepast zodra dat verplicht is, maar we gaan er momenteel van uit dat hun impact verwaarloosbaar zal zijn.
De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.
Als bankverzekeringsgroep verstrekt KBC geïntegreerde bank- en verzekeringsinformatie in zijn jaarrekening. Als u geïnteresseerd bent in afzonderlijke informatie over onze bank- en verzekeringsactiviteiten, vindt u dat in het jaarverslag van KBC Bank en van KBC Verzekeringen op www.kbc.com > Investor Relations, onder Informatie over KBC Bank en Informatie over KBC Verzekeringen.
De algemene boekhoudkundige principes van KBC Groep NV ('KBC') zijn gebaseerd op de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aangenomen door de Europese Unie, en op de IFRS-grondslagen. De jaarrekening van KBC is gebaseerd op de going concern-veronderstelling. KBC presenteert elke belangrijke categorie van soortgelijke posten afzonderlijk. Ongelijksoortige posten worden afzonderlijk gepresenteerd, tenzij ze niet van wezenlijk belang zijn, en posten worden alleen gesaldeerd als de IFRS in kwestie dat expliciet voorschrijft of toestaat.
KBC past met ingang van 1 januari 2018 alle voorschriften van IFRS 9 toe, met uitzondering van afdekkingstransacties (hedge accounting), die nog altijd worden geboekt in overeenstemming met IAS 39.
Opname: financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als KBC een betrokken partij wordt bij de contractuele bepalingen van de instrumenten. Aan- en verkopen van financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans opgenomen op de afwikkelingsdatum. Alle financiële activa, behalve de financiële activa die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden bij hun eerste opname in de balans gewaardeerd tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan hun verwerving.
Niet langer opnemen en herziening: KBC zal een financieel actief niet langer opnemen in de balans wanneer de contractueel vastgelegde kasstromen uit het actief aflopen of wanneer KBC zijn contractuele rechten op het ontvangen van de kasstromen uit het financiële actief overdraagt in een transactie waarbij nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom worden overgedragen. Als de voorwaarden wijzigen tijdens de looptijd van een financieel actief, beoordeelt KBC of de nieuwe voorwaarden aanzienlijk verschillen van de oorspronkelijke voorwaarden en of de wijziging inhoudt dat de oorspronkelijke rechten op de kasstromen uit het instrument zijn verlopen. Als wordt besloten dat de voorwaarden aanzienlijk verschillen, wordt de transactie verwerkt als het niet langer opnemen van een financieel actief, wat inhoudt dat het bestaande financiële actief uit de balans wordt verwijderd en een nieuw financieel actief wordt opgenomen op basis van de gewijzigde voorwaarden. Als KBC daarentegen oordeelt dat de voorwaarden niet aanzienlijk verschillen, wordt de transactie geboekt als herziening van een financieel actief.
Afschrijvingen: KBC schrijft de brutoboekwaarde af van financiële activa (of het deel van de brutoboekwaarde) die het oninbaar acht. Dat betekent dat er geen redelijke verwachting is dat KBC enige rente of kapitaal tijdig zal terugkrijgen. De timing van afschrijvingen hangt af van verschillende factoren, waaronder de portefeuille, het bestaan en type van onderpand, het afwikkelingsproces in elke jurisdictie en de lokale wetgeving. Als een lening oninbaar is, wordt de brutoboekwaarde direct afgeschreven tegen de overeenkomstige bijzondere waardevermindering. Recuperaties van eerder afgeschreven bedragen worden opgenomen als terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen in de winst-enverliesrekening. KBC maakt een onderscheid tussen afschrijvingen met het oog op financiële rapportering (die nog steeds onderworpen zijn aan kredietuitvoering) en kwijtschelding van schulden. Dit laatste houdt in dat het wettelijke recht om de uitstaande schuld van de klant geheel of gedeeltelijk terug te vorderen, vervalt.
Bij de eerste opname van een financieel actief beoordeelt KBC eerst de contractuele voorwaarden van het instrument om het te classificeren als een aandeel of een schuldinstrument. Onder aandeel wordt elk contract verstaan op grond waarvan een overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit wordt verkregen. Om na te gaan of aan die voorwaarde is voldaan, controleert KBC of het instrument niet gepaard gaat met een contractuele verplichting voor de emittent om geldmiddelen te leveren of financiële activa of financiële verplichtingen te ruilen met een andere entiteit onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor de emittent. Instrumenten die niet voldoen aan de criteria om als aandeel te worden aangemerkt, classificeert KBC als schuldinstrument, tenzij het derivaten betreft.
Als KBC besluit dat een financieel actief een schuldinstrument is, kan het bij eerste opname in een van de volgende categorieën worden ondergebracht:
Schuldinstrumenten moeten worden geclassificeerd in de categorie FVPL als (i) ze niet worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen of binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen, of (ii) ze worden aangehouden binnen een dergelijk bedrijfsmodel, maar de contractuele voorwaarden van het instrument op bepaalde data aanleiding geven tot kasstromen die niet uitsluitend bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom
Voorts kan KBC in sommige gevallen een financieel actief dat anderszins voldoet aan de voorwaarden om te worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI, bij eerste opname onherroepelijk aanduiden als gewaardeerd tegen reële waarde (FVO), als die keuze een boekhoudkundige mismatch voorkomt of aanzienlijk beperkt.
Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen FVOCI als het niet is aangeduid voor waardering tegen FVO en aan beide onderstaande voorwaarden voldoet:
Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen AC als het aan beide onderstaande voorwaarden voldoet en niet is aangeduid voor waardering tegen FVO:
Het bedrijfsmodel wordt beoordeeld om te bepalen of schuldinstrumenten moeten worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI. Bij die beoordeling licht KBC op portefeuilleniveau de doelstelling door van het bedrijfsmodel waarin een actief wordt aangehouden, omdat dit het best weerspiegelt hoe de bedrijfsactiviteiten worden beheerd en informatie aan het management wordt verstrekt. De in aanmerking genomen informatie behelst:
Financiële activa die worden aangehouden voor handelsdoeleinden of waarvan de prestaties worden beoordeeld op basis van de reële waarde, worden gewaardeerd tegen FVPL, omdat ze niet worden aangehouden om contractuele kasstromen te ontvangen, noch om zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen.
Beoordeling of contractuele kasstromen uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen (SPPI)
In het kader van deze beoordeling wordt 'hoofdsom' gedefinieerd als de reële waarde van het financiële actief bij eerste opname. 'Rente' wordt gedefinieerd als een vergoeding voor de tijdswaarde van geld, voor het tijdens een bepaalde periode aan de uitstaande hoofdsom verbonden kredietrisico en voor andere met kredietverlening samenhangende basisrisico's en -kosten (bv. het liquiditeitsrisico en administratieve kosten), en als winstmarge. Om te beoordelen of contractuele kasstromen uitsluitend bestaan uit aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom, houdt KBC rekening met de contractvoorwaarden van het instrument, wat een beoordeling inhoudt of het financiële actief een contractvoorwaarde bevat die het tijdstip of het bedrag van contractuele kasstromen kan wijzigen waardoor het instrument niet aan deze voorwaarde zou voldoen. Bij die beoordeling houdt KBC rekening met:
Financiële activa worden na hun eerste opname niet geherclassificeerd, behalve in een periode volgend op een besluit van KBC om zijn bedrijfsmodel voor het beheer van financiële activa te wijzigen, wat zich kan voordoen wanneer KBC een voor zijn bedrijfsactiviteiten belangrijke activiteit begint of stopt (bv. wanneer KBC een bedrijfsactiviteit verwerft, afstoot of beëindigt). De herclassificatie gaat in bij aanvang van de verslagperiode die onmiddellijk volgt op de wijziging.
Financiële aandelen worden ondergebracht in een van de volgende categorieën:
Er geldt een weerlegbaar vermoeden dat alle aandelen worden beschouwd als FVOCI als ze niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden of een voorwaardelijke vergoeding in een bedrijvencombinatie waarop IFRS 3 van toepassing is. De keuze om eigenvermogensinstrumenten op te nemen in de categorie FVOCI is onherroepelijk bij eerste opname en kan gebeuren per instrument, wat door KBC wordt geïnterpreteerd als per aandeel. Als FVOCI geclassificeerde aandelen worden nadien gewaardeerd tegen reële waarde met opname van alle waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten en kunnen niet worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet wanneer het instrument van de hand wordt gedaan. De enige uitzondering betreft dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder de post 'Dividendinkomsten'.
KBC kan derivaten opnemen voor handelsdoeleinden of voor afdekkingsdoeleinden. Derivaten kunnen, afhankelijk van hun actuele marktwaarde, als activa of verplichtingen worden geboekt.
Derivaten worden altijd gewaardeerd tegen reële waarde en KBC maakt het volgende onderscheid:
Afdekkingsderivaten zijn derivaten die uitdrukkelijk zijn aangewezen als onderdeel van een afdekkingsconstructie. Het proces voor de boeking van dergelijke derivaten wordt uitvoerig beschreven in 'Afdekkingstransacties'.
KBC hanteert dezelfde definitie van het begrip financiële activa waarbij sprake is van default als voor interne risicobeheerdoeleinden, in overeenstemming met de leidraden en standaarden van toezichthouders van de financiële sector. Bij een financieel actief is er sprake van default wanneer aan minstens een van de volgende voorwaarden is voldaan:
KBC hanteert een 'backstop' voor kredietopeningen met een betalingsachterstand van 90 dagen of meer. Onder 'backstop' wordt in dit kader een laatste controle verstaan om te garanderen dat alle activa die moeten worden aangemerkt als 'activa waarbij sprake is van default', dat ook daadwerkelijk zijn.
Het ECL-model wordt gebruikt om bijzondere waardeverminderingen van financiële activa te meten.
Het toepassingsgebied van het ECL-model is gebaseerd op de classificatie van de financiële activa. Het model is van toepassing op de volgende financiële activa:
Voor beleggingen in aandelen worden geen te verwachten verliezen berekend.
Op financiële activa waarop het ECL-model van toepassing is, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt ten belope van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen als het kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. In andere gevallen komt de voorziening voor verliezen overeen met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen (zie hierna voor nadere toelichting van het begrip 'significante toename van het kredietrisico').
Om een onderscheid te maken tussen de verschillende categorieën met het oog op de kwantificering van de te verwachten kredietverliezen, gebruikt KBC de internationaal aanvaarde terminologie voor de indeling van financiële activa in 'stages' of categorieën: categorie 1, categorie 2 en categorie 3.
Tenzij het activa met verminderde kredietwaardigheid betreft, worden alle financiële activa bij eerste opname geclassificeerd in categorie 1 en geboekt met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen. Zodra zich een significante toename van het kredietrisico voordoet na de eerste opname, wordt het actief ondergebracht in categorie 2 en geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. Zodra een actief aan de definitie van default voldoet, wordt het ondergebracht in categorie 3.
Voor handelsvorderingen staat IFRS 9 het gebruik van een praktisch hulpmiddel toe. De te verwachten kredietverliezen voor handelsvorderingen kunnen worden gewaardeerd als een bedrag dat overeenkomt met hun tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. KBC past dit praktische hulpmiddel toe op handels- en overige vorderingen.
Bijzondere waardeverminderingswinsten en -verliezen op financiële activa worden opgenomen onder de noemer 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst-en-verliesrekening.
Financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden in de balans gepresenteerd tegen hun nettoboekwaarde, die overeenkomt met de brutoboekwaarde verminderd met de bijzondere waardeverminderingen. Schuldinstrumenten gewaardeerd tegen FVOCI worden in de balans gepresenteerd tegen hun boekwaarde, die overeenkomt met hun reële waarde op de verslagdatum. De aanpassing voor te verwachten verliezen wordt opgenomen als een herclassificatie-aanpassing tussen de winst-en-verliesrekening en de niet-gerealiseerde resultaten.
In overeenstemming met het ECL-model worden financiële activa geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen zodra hun kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. Bijgevolg bepaalt de beoordeling van wat 'een significante toename van het kredietrisico' is, hoe financiële activa in categorieën worden ingedeeld. De beoordeling van een significante toename van het kredietrisico is een relatieve beoordeling op basis van het kredietrisico dat bij de eerste opname werd toegewezen. Dit is een beoordeling op grond van meerdere factoren en bijgevolg heeft KBC een benadering met meerdere niveaus ontwikkeld.
Voor de obligatieportefeuille bestaat de benadering uit drie niveaus:
Als geen van deze triggers leidt tot een overgang naar categorie 2, blijft de obligatie in categorie 1. Een financieel actief wordt geacht tot categorie 3 te behoren zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op een volgende verslagdatum niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid.
Voor de kredietportefeuille gebruikt KBC een benadering met vijf niveaus. Deze benadering met meerdere niveaus is een getrapt systeem (als de beoordeling van het eerste niveau niet leidt tot overheveling naar categorie 2, wordt het tweede niveau beoordeeld, enz.). Als na beoordeling van alle niveaus overheveling naar categorie 2 niet nodig is gebleken, blijft het financiële actief in categorie 1.
Een financieel actief dat onder het ECL-model valt, wordt geacht tot categorie 3 te behoren zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op de verslagdatum niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid.
De te verwachten kredietverliezen (ECL) worden berekend als het product van de kans op wanbetaling (PD), de geraamde blootstelling op het moment van wanbetaling (EAD) en het verlies bij wanbetaling (LGD).
De te verwachten kredietverliezen worden berekend als weergave van:
De tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen komen overeen met de som van alle tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet.
De binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen komen overeen met het deel van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen dat voortvloeit uit een default binnen de periode van twaalf maanden na de verslagdatum.
KBC gebruikt specifieke IFRS 9-modellen voor PD, EAD en LGD om de ECL te berekenen. In de mate van het mogelijke en om de efficiëntie te bevorderen, gebruikt KBC modelvormingstechnieken die vergelijkbaar zijn met de technieken die werden ontwikkeld voor prudentiële doeleinden (de Baselmodellen). Meer informatie over de kredietrisicomodellen die KBC heeft ontwikkeld, vindt u in het deel 'Internal Modelling' van het Risk Report op www.kbc.com. KBC ziet er niettemin op toe dat de Baselmodellen worden aangepast om te voldoen aan IFRS 9:
Voor de leningen die in default zijn, wordt de ECL eveneens berekend als het product van PD, EAD en LGD. Maar in dit specifieke geval wordt de PD bepaald op 100%, is de EAD bekend gezien de defaultstatus en houdt de LGD rekening met de netto actuele waarde van het (niet-)recupereerbare bedrag.
KBC gebruikt de IRB en gestandaardiseerde modellen om de Basel PD toe te wijzen, die vervolgens dient als input voor de IFRS 9 ECL-berekeningen en staging. Als er geen Basel PD-model is met een vergelijkbare scope als die van het IFRS 9-model, wordt voor alle faciliteiten in de portefeuille de op lange termijn waargenomen default rate als PD gebruikt. Voor portefeuilles met een lage default rate kan het voorkomen dat er zich in de beschouwde periode geen of slechts een klein aantal wanbetalingen heeft voorgedaan. In dat geval wordt de PD bepaald op basis van deskundige input en externe ratings.
KBC houdt bij de berekening van de ECL rekening met toekomstgerichte informatie via macro-economische variabelen en op basis van de beoordeling door het management van eventuele idiosyncratische gebeurtenissen. De hoofdeconoom van KBC ontwikkelt drie verschillende macro-economische scenario's (basis, optimistisch en pessimistisch) voor alle KBCkernlanden en bepaalt voor elk scenario een overeenkomstige waarschijnlijkheid. Elk kwartaal herziet KBC de economische scenario's en de toegekende wegingen die worden gebruikt voor de berekening van de ECL, op basis van de input van de hoofdeconoom. De integratie van de macro-economische variabelen in deze scenario's in de PD-, EAD- en LGDcomponenten van de ECL-berekening is gebaseerd op statistische correlatie in historische datasets.
De maximale periode voor waardering van de te verwachten kredietverliezen is de maximale contractuele periode (inclusief verlengingsopties), behalve voor specifieke financiële activa die bestaan uit een opgenomen en een opvraagbaar nietopgenomen bedrag, waarbij de blootstelling aan het kredietrisico niet beperkt wordt tot de contractuele periode door de contractuele mogelijkheid van KBC om terugbetaling van het opgenomen bedrag te vragen en het niet-opgenomen bedrag te annuleren. Alleen voor dergelijke activa kan de waarderingsperiode langer zijn dan de contractuele periode.
KBC definieert verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) als financiële activa waarop bijzondere waardevermindering conform IFRS 9 van toepassing is en waarbij reeds bij de creatie sprake was van default (d.w.z. die op dat ogenblik aan de definitie van default beantwoordden). POCI-activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen een bedrag na aftrek van bijzondere waardeverminderingen en worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van een effectieve interestvoet die aangepast wordt voor de kredietwaardigheid. In latere verslagperiodes worden alle wijzigingen aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen opgenomen in de winsten-verliesrekening. Gunstige wijzigingen worden opgenomen als een terugname van waardeverminderingen, zelfs als de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen op de verslagdatum lager zijn dan die op het moment van uitgifte.
De berekening van de te verwachten kredietverliezen (en de significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) vereist een verregaande oordeelsvorming over verschillende aspecten, waaronder de financiële situatie en aflossingscapaciteit van de kredietnemer, de realiseerbare waarde van waarborgen, prognoses en macro-economische informatie. KBC past een neutrale, onbevooroordeelde benadering toe ten aanzien van onzekerheden en bij het nemen van beslissingen op basis van verregaande oordeelsvorming.
'Geldmiddelen' omvat contanten en direct opvraagbare deposito's, zoals cheques, kasmiddelen en saldi bij centrale banken en andere banken.
Financiële instrumenten of hun componenten worden bij eerste opname geclassificeerd als verplichting of als eigen vermogen op grond van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten en de definities van financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten. Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een verplichting als:
Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een aandeel als aan geen van beide voorwaarden is voldaan. In dat geval wordt het administratief verwerkt zoals beschreven onder 'Eigen vermogen'.
KBC neemt een financiële verplichting op wanneer het partij wordt bij de contractuele bepalingen van het betreffende instrument. Dat is gewoonlijk de datum waarop de vergoeding in de vorm van geldmiddelen of een ander financieel actief wordt ontvangen. Bij eerste opname wordt de financiële verplichting gewaardeerd tegen reële waarde verminderd met de transactiekosten die direct aan de uitgifte van het instrument kunnen worden toegerekend, behalve voor financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening.
Financiële verplichtingen worden niet langer in de balans opgenomen wanneer ze tenietgaan, dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt. KBC kan de financiële verplichting ook niet langer in de balans opnemen en een nieuwe financiële verplichting in de balans opnemen wanneer een ruil plaatsvindt tussen KBC en de kredietgevers van de financiële verplichting, waarbij sprake is van aanzienlijk afwijkende voorwaarden of als er aanzienlijke wijzigingen zijn aan de voorwaarden van een bestaande financiële verplichting. Om te bepalen of de voorwaarden verschillen, vergelijkt KBC de contante waarde van de kasstromen onder de nieuwe voorwaarden, met inbegrip van het saldo van betaalde en ontvangen provisies gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet, met de contante waarde van de resterende kasstromen van de oorspronkelijke financiële verplichting. Als het verschil 10% of meer bedraagt, neemt KBC de oorspronkelijke financiële verplichting niet langer op in de balans en neemt het een nieuwe financiële verplichting op. Wanneer een ruil van schuldinstrumenten of de wijziging van voorwaarden wordt geboekt als schulddelging, worden gemaakte kosten of provisies opgenomen als deel van de winst of het verlies op de gedelgde schuld.
KBC brengt opgenomen financiële verplichtingen onder in drie verschillende categorieën, zoals voorgeschreven door IFRS 9: • Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT). Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden zijn financiële verplichtingen die hoofdzakelijk worden aangegaan om winst te behalen uit prijsschommelingen op korte termijn of uit de handelsmarge. Een verplichting wordt ook beschouwd als voor handelsdoeleinden aangehouden als ze deel uitmaakt van een portefeuille van afzonderlijk door de handelsdesk voor handelsdoeleinden aangehouden financiële instrumenten waarvoor een recent patroon bestaat van winstnemingen op korte termijn. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen kunnen verplichtingen zijn in de vorm van derivaten, shortposities in schuldinstrumenten en aandelen, termijndeposito's en schuldcertificaten. Verplichtingen in de vorm van derivaten worden door KBC opgedeeld in derivaten voor handelsdoeleinden en derivaten voor afdekkingsdoeleinden, net als bij activa in de vorm van derivaten. Bij eerste opname worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde. Op het einde van de verslagperiode worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen in de vorm van derivaten gewaardeerd tegen reële waarde. Aanpassingen van de reële waarde worden altijd opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Voor financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde schrijft IFRS 9 voor dat de financiële verplichting bij eerste opname tegen reële waarde moet worden gewaardeerd. Latere veranderingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van veranderingen in het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten.
Dienovereenkomstig worden ontwikkelingen in de reële waarde van de verplichting op verschillende plaatsen gepresenteerd: veranderingen in het eigen kredietrisico worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten en alle andere veranderingen in reële waarde worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'. De in de nietgerealiseerde resultaten opgenomen bedragen met betrekking tot het eigen kredietrisico worden niet overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet als de verplichting niet langer in de balans wordt opgenomen en de bedragen worden gerealiseerd. Hoewel overboeking niet is toegelaten, hevelt KBC de in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen wel over naar het overgedragen resultaat in het eigen vermogen wanneer de verplichting niet langer in de balans wordt opgenomen. De enige situatie waarin opname van het eigen kredietrisico in de niet-gerealiseerde resultaten niet wordt toegepast, is wanneer dat een boekhoudkundige mismatch in de winst-en-verliesrekening zou veroorzaken. Dat kan zich voordoen wanneer er een nauw economisch verband bestaat tussen de tegen reële waarde gewaardeerde financiële verplichting (waarvoor het eigen kredietrisico is opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten) en het financiële actief, waarvan alle veranderingen in de reële waarde worden gewaardeerd en opgenomen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Dat is het geval bij tak 23-beleggingsovereenkomsten, waar wijzigingen in de reële waarde van de verplichting volledig worden gesaldeerd met het actief.
Een financiëlegarantiecontract is een contract op grond waarvan KBC verplicht is bepaalde betalingen te verrichten om de houders te compenseren voor verliezen die ze lijden omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldinstrument niet nakomt. Een financiëlegarantiecontract wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde en later gewaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen: (a) het bedrag dat is bepaald overeenkomstig de bepalingen van IFRS 9 inzake bijzondere waardeverminderingen (zie 'Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen') en (b) het oorspronkelijk opgenomen bedrag, verminderd met, in voorkomend geval, de cumulatieve amortisatie die in overeenstemming met het beginsel van IFRS 15 inzake de opname van opbrengsten is opgenomen.
Een reverse repo is een transactie waarbij KBC een financieel actief koopt en tegelijkertijd een overeenkomst aangaat om het actief (of een vergelijkbaar actief) tegen een vaste prijs op een datum in de toekomst te verkopen. Deze overeenkomst wordt geboekt als een lening of voorschot en het onderliggende actief wordt niet opgenomen in de jaarrekening.
In een repotransactie verkoopt KBC een effect en tegelijkertijd stemt het ermee in om het opnieuw te kopen (of een actief dat in essentie hetzelfde is) tegen een vaste prijs op een toekomstige datum. KBC blijft de effecten volledig in de balans opnemen, omdat het vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom behoudt. De ontvangen geldelijke vergoeding wordt opgenomen als een financieel actief en de financiële verplichting wordt opgenomen als verplichting om de terugkoopprijs te betalen.
KBC saldeert en presenteert in zijn balans voor een financieel actief en een financiële verplichting uitsluitend een nettobedrag als (i) het op dat ogenblik een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te compenseren; en (ii) het van plan is om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om het actief te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.
KBC definieert 'reële waarde' als 'de prijs die zou worden ontvangen uit de verkoop van een actief of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum'. De reële waarde is niet het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen op grond van een gedwongen transactie, een onvrijwillige liquidatie of een gedwongen verkoop. Een onevenwichtigheid tussen vraag en aanbod (bv. minder kopers dan verkopers, waardoor de prijzen dalen) is niet hetzelfde als een gedwongen transactie of een gedwongen verkoop.
Wijzigingen van de marktwaarde worden opgenomen voor alle posities die worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Ze houden verband met afwikkelingskosten, aanpassingen voor posities of markten met verminderde liquiditeit, wijzigingen van waarderingen op basis van een modellenbenadering, tegenpartijrisico (aanpassing van kredietwaardering) en financieringskosten:
KBC kiest ervoor om gebruik te maken van de grondslagen van hedge accounting van IAS 39 (de EU-carve-out-versie). KBC wijst bepaalde voor risicobeheerdoeleinden aangehouden derivaten en bepaalde niet-afgeleide financiële instrumenten aan als afdekkingsinstrumenten die in aanmerking komen voor afdekkingsconstructies. Bij de eerste aanwijzing van de afdekking legt KBC formeel de relatie vast tussen de afdekkingsinstrumenten en de afgedekte posities, inclusief de risicobeheerdoelstelling en -strategie bij het aangaan van de afdekkingstransactie, evenals de methode die zal worden gebruikt om de effectiviteit van de afdekkingsrelatie te beoordelen. KBC beoordeelt zowel bij aanvang van de afdekkingsrelatie als daarna doorlopend of de door de afdekkingsinstrumenten gerealiseerde compensatie van de wijzigingen in de reële waarde of kasstromen van de overeenkomstige afgedekte posities tijdens de periode waarvoor de afdekking is aangewezen, naar verwachting zeer effectief zullen zijn, en of de werkelijke resultaten van elke afdekking binnen een vork van 80 tot 125% liggen. KBC beoordeelt voor een kasstroomafdekking van een verwachte transactie of het zeer waarschijnlijk is dat die zal plaatsvinden en een blootstelling aan kasstroomschommelingen inhoudt die uiteindelijk van invloed zou kunnen zijn op de winst-en-verliesrekening.
KBC gebruikt de volgende afdekkingstechnieken: kasstroomafdekking, micro-hedge op basis van reële waarde, reëlewaardeafdekking voor een portefeuille met renterisico en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten.
Kasstroomafdekkingen: als een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument bij een afdekking van kasstroomschommelingen die toe te rekenen zijn aan een bepaald risico dat aan een opgenomen actief, verplichting of zeer waarschijnlijke, verwachte transactie verbonden is en dat invloed zou kunnen hebben op de winst-en-verliesrekening, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het derivaat opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten en gepresenteerd in de afdekkingsreserve (kasstroomafdekking) binnen het eigen vermogen. Elk niet-effectief deel van wijzigingen in de reële waarde van een derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening'. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt overgeboekt naar de winst-enverliesrekening (als een herclassificatieaanpassing in de periode waarin de afgedekte kasstromen de winst-enverliesrekening beïnvloeden) onder 'Nettorente-inkomsten'. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor kasstroomafdekking voldoet of als de aanwijzing als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Eventuele cumulatieve winsten of verliezen die op dat moment bestaan in de niet-gerealiseerde resultaten, blijven in de nietgerealiseerde resultaten en worden opgenomen onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening' wanneer de verwachte transactie uiteindelijk wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer verwacht wordt dat een verwachte transactie niet langer zal plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat in de niet-gerealiseerde resultaten is opgenomen, onmiddellijk overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'.
Micro-hedging op basis van reële waarde: wanneer een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument voor het afdekken van de verandering in de reële waarde van een opgenomen actief of verplichting of een portefeuille van opgenomen activa of verplichtingen of een vaststaande toezegging die van invloed kan zijn op de winst-en-verliesrekening, worden veranderingen in de reële waarde van het derivaat onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening, evenals de veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie die toerekenbaar zijn aan het afgedekte risico (in dezelfde post van de winst-en-verliesrekening als de afgedekte positie). Maar de geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in 'Nettorente-inkomsten'. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor reëlewaardeafdekking voldoet of als de aanwijzing als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Elke aanpassing van een afgedekte positie waarvoor de effectieve rentevoet wordt gebruikt, wordt tot op het ogenblik van beëindiging geamortiseerd naar de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de herberekende effectieve rentevoet van de positie over haar resterende looptijd of rechtstreeks opgenomen wanneer de afgedekte positie niet langer wordt opgenomen.
Reëlewaardeafdekkingen voor een portefeuille met renterisico (macro-hedging): de uitzondering van de EU inzake macrohedging betekent dat een groep van derivaten (of delen van derivaten) mag worden beschouwd als combinatie en gezamenlijk als afdekkingsinstrument mag worden aangewezen, en neemt een deel van de beperkingen op reëlewaardeafdekkingen met betrekking tot de afdekking van kerndeposito's en op onderafdekking gerichte strategieën weg. Krachtens de EU-uitzondering mogen afdekkingstransacties worden toegepast op kerndeposito's en zijn ze alleen ineffectief wanneer de herziene raming van het bedrag van de kasstromen in geplande tijdsintervallen daalt tot onder het aangewezen bedrag voor dat tijdsinterval. KBC dekt het renterisico van portefeuilles van financiële activa en portefeuilles van financiële verplichtingen af. Renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in 'Nettorente-inkomsten'. Het afgedekte bedrag aan financiële activa en verplichtingen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de wijzigingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Bij afgedekte posities gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs wordt de reële waarde van het afgedekte bedrag in de balans opgenomen als een aparte post bij de activa of de verplichtingen. Als een afdekking niet effectief is, wordt de cumulatieve wijziging in de reële waarde van het afgedekte bedrag dat als een aparte post op de balans werd opgenomen, geamortiseerd in de winst-en-verliesrekening over de resterende looptijd van de afgedekte activa of onmiddellijk uit de balans verwijderd als de ineffectiviteit voortvloeit uit het feit dat de overeenkomstige financiële activa en verplichtingen niet langer worden opgenomen.
Afdekking van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten: wanneer een derivaat of een niet-afgeleid financieel instrument wordt aangewezen als afdekkingsinstrument voor afdekking van een netto-investering in een buitenlandse activiteit met een andere functionele munt dan die van de directe holdingmaatschappij van de buitenlandse activiteit, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument opgenomen in de afdekkingsreserve (investeringen in buitenlandse activiteiten) in de niet-gerealiseerde resultaten. Het niet-effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van het derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening als een herclassificatieaanpassing bij vervreemding van de buitenlandse activiteit (inclusief een dividenduitkering of kapitaalverlaging).
KBC past alle vereisten van IFRS 17 toe vanaf 1 januari 2023.
Om als verzekeringscontract te worden aangemerkt, moet het daaraan verbonden verzekeringsrisico aanzienlijk zijn, ook al is het uiterst onwaarschijnlijk dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet, bijvoorbeeld catastrofale gebeurtenissen zoals een aardbeving. Of het verzekeringsrisico aanzienlijk is, wordt beoordeeld bij de eerste opname van elk individueel contract op basis van de actuele waarde.
In het algemeen vallen de volgende soorten contracten binnen KBC binnen het toepassingsgebied van IFRS 17: schadeverzekeringscontracten, herverzekeringscontracten (aangenomen en afgestane), levensverzekeringscontracten, met name de tak 21-contracten, de tak 23-contracten, de hybride producten en beleggingscontracten met discretionaire winstdeling als ze zijn uitgegeven door een KBC-verzekeringsentiteit.
In het algemeen vallen de volgende soorten contracten buiten het toepassingsgebied van IFRS 17: beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (IFRS 9), de meeste tak 23-contracten van KBC Verzekeringen België (IFRS 9), omdat die verzekeringscontracten geen aanzienlijk verzekeringsrisico inhouden, kredietkaarten die bepaalde dekkingen bevatten uitgegeven door een entiteit van KBC Bank (IFRS 15), en pechverhelpingscontracten (IFRS 15).
Afzonderlijke niet-verzekeringsgebonden componenten worden gescheiden van de verzekeringscomponenten in het contract en derhalve geboekt in overeenstemming met de toepasselijke IFRS.
IFRS 17-berekeningen worden uitgevoerd op een geaggregeerd niveau, in plaats van per contract, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende vier dimensies:
IFRS 17-portefeuilles zijn landspecifiek en worden bepaald door de lokale productmix (vergelijkbare risico's) en de manier waarop het lokale verzekeringsbedrijf wordt beheerd (gezamenlijk beheer). De portefeuilles zijn minimaal onderverdeeld als volgt:
KBC hanteert cohorten van een jaar (een cohort is een tijdskorf van contracten die in hetzelfde jaar zijn uitgegeven), die overeenstemmen met het begin en het einde van het boekjaar van KBC. Op 23 november 2021 publiceerde de EU een verordening ter bekrachtiging van IFRS 17 Verzekeringscontracten, inclusief de wijzigingen in de oorspronkelijke IFRS 17 en een oplossing voor de vereisten van cohorten van een jaar voor bepaalde soorten verzekeringscontracten, voor gebruik in de Europese Unie. KBC zal de Europese facultatieve vrijstelling van de vereiste van cohorten van een jaar niet toepassen.
Voor contracten die worden gewaardeerd volgens de bouwsteenbenadering (BBA, zie verder) en de variabelevergoedingsbenadering (VFA, zie verder), wordt de toewijzing aan de verlieslatende, winstgevende of onzekere groep contracten (GC) bepaald op basis van de aanwezigheid van een contractuele dienstenmarge (CSM is de nietverdiende winst in de groep contracten bij aanvang) onder verschillende risicoaanpassingsniveaus (d.i. compensatie voor onzekerheid in bedrag en tijdstip van toekomstige kasstromen):
Voor de premietoerekeningsbenadering (Premium Allocation Approach, PAA) worden feiten en omstandigheden die erop wijzen dat de groep contracten verlieslatend kan zijn, beoordeeld aan de hand van de verwachte economische gecombineerde ratio volgens IFRS 17 van meer dan 100%. Deze ratio verschilt van de extern gepubliceerde gecombineerde ratio. De verwachte economische gecombineerde ratio volgens IFRS 17 wordt op jaarbasis berekend voor een reeks contracten. Bijgevolg wordt de nieuwe productie van een jaar volgens IFRS 17 toegewezen aan één specifieke groep contracten. In uitzonderlijke gevallen, wanneer kwaliteitsvolle informatie feiten en omstandigheden aan het licht brengt die wijzen op een negatieve trend in de verwachte economische ratio volgens IFRS 17, wordt in de loop van het boekjaar een herberekening uitgevoerd.
Een reeks contracten is een samenvoeging van contracten met een homogene winstgevendheidsverwachting. Een reeks contracten wordt zo gedefinieerd dat de conclusie over de verwachte winstgevendheid van de reeks contracten en de bijbehorende classificatie (winstgevend, onzeker of verlieslatend) gelijk is aan de conclusie die zou zijn getrokken als de beoordeling van de verwachte winstgevendheid was uitgevoerd op het niveau van het individuele contract.
KBC neemt een groep verzekeringscontracten (en aangenomen herverzekeringscontracten) die het uitgeeft, op vanaf het vroegste van de volgende tijdstippen:
Als er geen contractuele vervaldatum is, wordt de eerste betaling door de verzekeringnemer geacht verschuldigd te zijn wanneer ze wordt ontvangen.
Naarmate de cohort vordert, kunnen nieuwe contracten worden toegevoegd aan een groep contracten als zij voldoen aan de criteria voor eerste opname.
KBC neemt een groep afgestane herverzekeringscontracten die het aanhoudt, op vanaf het vroegste van de volgende tijdstippen:
KBC stelt de opname van een groep aangehouden herverzekeringscontracten die proportionele dekking bieden, uit tot de datum waarop een onderliggend verzekeringscontract voor het eerst wordt opgenomen, als die datum later valt dan het begin van de dekkingsperiode van de groep aangehouden herverzekeringscontracten.
Een verzekeringsverplichting wordt niet langer in de balans opgenomen wanneer ze beëindigd is, d.w.z. wanneer de in het contract vastgelegde verplichting vervuld of geannuleerd is, dan wel afloopt.
IFRS 17 past uniforme waarderingsgrondslagen toe voor verzekeringsverplichtingen, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van het verzekeringscontract.
van het rendement van de belegde activa. Dit is een verplicht waarderingsmodel wanneer aan de VFA-criteria wordt voldaan en het wordt toegepast voor tak 23-producten en sommige hybride producten van Centraal-Europese entiteiten. Voor elke IFRS 17-portefeuille kan slechts één waarderingsmodel worden toegepast.
De verzekeringsverplichtingen vertegenwoordigen alle rechten en plichten die voortvloeien uit uitgegeven verzekeringscontracten en bestaan uit twee componenten, namelijk een verplichting uit hoofde van resterende dekking (Liability for Remaining Coverage, LRC) en een verplichting uit hoofde van ontstane claims (Liability for Incurred Claims, LIC).
De levensverzekeringsverplichtingen worden meestal gewaardeerd volgens het BBA- of het VFA-model:
De verzekeringsverplichting bestaat uit de volgende vier bouwstenen:
Als basisprincipe worden de kasstromen volgens Solvency II gebruikt om de consistentie met IFRS 17 te waarborgen. De schatting van toekomstige kasstromen volgens IFRS 17 wijkt af van Solvency II op de volgende punten:
Contracten waarbij de verzekeraar dekking verleent, d.w.z. waarbij de verzekeraar risico loopt, vallen binnen de IFRS 17 contractgrenzen. Stilzwijgende verlengingen van schadeverzekeringscontracten en contracten met een dekkingsperiode die in de toekomst begint, vallen buiten de IFRS 17-contractgrenzen.
Aggregatieniveau van verwachte kasstromen: de aggregatieniveaus van Solvency II zijn bedrijfstakken (Lines of Business, LoB's) en risicocategorieën. De IFRS 17-rekeneenheid is gebaseerd op portefeuilles, cohorten en verwachte winstgevendheid.
Per valuta wordt een disconteringsvoet vastgesteld die overeenstemt met de valuta van de kasstromen. Het uitgangspunt voor de opstelling van de curves zijn waarneembare marktprijzen van een reeks activa met verschillende looptijden.
De inflatie-aannames voor de nominale kasstromen en de disconteringsvoeten zijn consistent. Bij de projectie van de kasstromen wordt rekening gehouden met de inflatie. Hoewel wordt verwezen naar 'kasstromen', staat de standaard toe dezelfde disconteringscurve toe te passen voor alle kasstromen in hetzelfde contract. Die vereenvoudiging wordt bij KBC toegepast.
Voor kasstromen die variëren naargelang van de onderliggende posten, wordt de disconteringsvoet bepaald via een topdownbenadering. Kasstromen die variëren naargelang van de onderliggende posten, zijn typisch kasstromen zoals rentegaranties op toekomstige premies die niet vastliggen bij aanvang van het contract, toekomstige winstdeling, toekomstig verval, enz. Voor een top-downbenadering wordt gebruik gemaakt van een risicovrije rente, gecorrigeerd met een spread op basis van een referentieportefeuille van activa. Een dergelijke portefeuille is gebaseerd op de huidige activamix die een entiteit aanhoudt. Bovendien moet de disconteringscurve alleen de kenmerken van de verzekeringsverplichtingen weergeven. De risicocurve wordt aangepast om het gedeelte dat geen verband houdt met de verzekeringsverplichtingen, buiten beschouwing te laten.
Per valuta wordt een Last Liquid Point (LLP) vastgesteld op KBC-niveau, dat voor alle entiteiten consistent is. De LLP's per valuta worden bepaald door de laatst beschikbare looptijd van de risicovrije rentevoet in de desbetreffende valuta te nemen.
Voor langlopende levensverzekeringscontracten worden de kasstromen gemodelleerd over een looptijd van 110 jaar. De Ultimate Forward Rate (UFR) is het percentage van de 110-jarige looptijd waarnaar de disconteringscurve moet convergeren. Deze UFR wordt gedefinieerd als de som van een verwachte reële rentevoet en een verwacht inflatiepercentage.
Voor kasstromen die niet afhankelijk zijn van onderliggende posten, kiest KBC ervoor om de bottom-upbenadering toe te passen. De bottom-upbenadering wordt bepaald door een illiquiditeitspremie toe te voegen aan een risicovrije rentevoet, zodat de disconteringscurve de illiquiditeitskenmerken van de verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten weerspiegelt. Deze benadering wordt gebruikt voor verplichtingen uit hoofde van ontstane claims in Niet-leven. De illiquiditeitspremie is de premie die door de verzekeringnemer wordt gevorderd, omdat de verplichtingen van het verzekeringscontract niet gemakkelijk tegen reële marktwaarde in contanten kunnen worden omgezet.
De risicoaanpassing voor niet-financiële risico's is de compensatie die de entiteit vraagt voor het dragen van de onzekerheid over het bedrag en het tijdstip van kasstromen die voortvloeit uit niet-financiële risico's. Het is een buffer boven op de beste schatting van toekomstige kasstromen, die een waarschijnlijkheid van 50% inhoudt dat toekomstige verplichtingen kunnen worden nagekomen en dus ook een waarschijnlijkheid van 50% dat toekomstige verplichtingen voor uitstaande contracten niet kunnen worden nagekomen.
Levensverzekeringsverplichtingen worden gekenmerkt door (langetermijn-)kasstromen gebaseerd op biometrische parameters. De risicoaanpassing wordt gedefinieerd als het verschil tussen de Value at Risk (VaR) en de beste schatting van toekomstige kasstromen als onderdeel van de vervullingskasstromen. De VaR wordt berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 75%. Niet-financiële risico's die in het VaR-model zijn opgenomen, zijn het sterfterisico, het langlevenrisico, het ziekte-/invaliditeitsrisico, het vervalrisico, het kostenrisico en het herzieningsrisico. De correlaties tussen de verschillende risicotypes zijn afgestemd op de correlatiematrix van Solvency II.
De contractuele dienstenmarge (CSM) vertegenwoordigt de niet-verdiende winst die de verzekeraar in de winst-enverliesrekening opneemt naarmate hij diensten uit hoofde van verzekeringscontracten verleent. De CSM wordt in de balans opgenomen als deel van de verzekeringsverplichting bij de eerste opname, om een winst op de eerste dag te vermijden. De CSM op de balans valt geleidelijk vrij, op basis van de in de periode verleende diensten, en moet aan het einde van de dekkingsperiode voor een groep contracten nul zijn.
Het vrijvalpatroon van de CSM is gebaseerd op dekkingseenheden in de groep contracten (GC). Het aantal dekkingseenheden is de omvang van de diensten die de verzekeraar verleent uit hoofde van de contracten in de GC, en wordt bepaald door voor elk contract de omvang van de uitkeringen waarin het contract voorziet en de verwachte periode van de dekking in aanmerking te nemen. Het CSM-bedrag dat in de winst-en-verliesrekening wordt opgenomen, is het bedrag van de dekkingseenheden die aan de lopende periode zijn toegewezen voor de verzekeringsdekking die in de lopende periode wordt verstrekt. Het aantal dekkingseenheden wordt aan het einde van elke verslagperiode opnieuw beoordeeld om rekening te houden met de meest actuele veronderstellingen van het contract.
KBC heeft ervoor gekozen om de tijdswaarde van geld op dekkingseenheden weer te geven. Door discontering van de dekkingseenheden wordt een stabielere toerekening van de CSM aan de winst-en-verliesrekening bereikt. Voor contracten die meerdere diensten aanbieden, d.w.z. verzekeringsdekking, beleggingsrendementsdiensten en beleggingsbeheerdiensten, werkt KBC met zogenaamde 'multivariabele dekkingseenheden', waarbij rekening wordt gehouden met het volgende:
• Dekkingseenheden worden bepaald op basis van de afzonderlijke individuele uitkeringscomponenten.
• Aan elke component wordt een weging toegekend die een passend niveau van dienstverlening weergeeft.
Dergelijke wegingen weerspiegelen op passende wijze de vrijval van CSM op basis van de hoeveelheid voordelen die worden geboden voor elke dienst. Analoog aan de dekkingseenheden worden ook deze wegingen aan het einde van elke verslagperiode opnieuw beoordeeld.
Dekkingseenheden kunnen niet negatief zijn. Ze hebben een positief teken en hun bodemgrens ligt op nul. Als het aantal dekkingseenheden in een bepaalde periode nul is, wordt geen CSM toegerekend aan de winst-en-verliesrekening, aangezien in die periode geen diensten zijn verleend. Dit is in sommige gevallen mogelijk, bijvoorbeeld wanneer er wachtperiodes in contracten zijn opgenomen. In dergelijke gevallen is het contract door de verzekeringnemer ondertekend, maar is er een verplichte wachttijd voordat de klant de verzekeringsdekking geniet.
Volgens de VFA weerspiegelt de CSM voornamelijk de vergoeding die KBC verwacht te verdienen op de marktwaarde van het beheerde vermogen (AUM), ook wel onderliggende posten genoemd. De CSM wordt bepaald als het saldo van de reële waarde van de onderliggende posten en de totale verplichting van de entiteit ten aanzien van de verzekeringnemer. De verandering in de variabele vergoeding die van invloed is op de CSM, wordt bepaald als het saldo van:
• de verandering in de reële waarde van de onderliggende posten; en
• de verandering in de totale verplichting van de entiteit aan de verzekeringnemer.
Om het eenvoudig te houden, past KBC een gecombineerd bedrag toe en niet de verschillende aanpassingen die CSM vrijmaken, afzonderlijk.
Bij de VFA ligt het verschil in waardering met de BBA in de waardering na eerste opname van contracten met directe winstdeling. Alle veranderingen in vervullingskasstromen worden geabsorbeerd door de CSM, tot de CSM negatief wordt en een verlies wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
In België kan de verzekeringsmaatschappij naar eigen goeddunken beslissen over het bedrag van de winstdeling dat aan de verzekeringnemers wordt toegekend. De verzekeringnemer heeft geen 'afdwingbaar recht' om deel te nemen in de winst van de verzekeringsmaatschappij en derhalve is niet voldaan aan de VFA-criteria en wordt BBA toegepast.
Waardering volgens de PAA wordt toegepast voor de verplichtingen van de meeste schadeverzekeringsproducten. De PAAverplichting uit hoofde van resterende dekking (LRC) weerspiegelt de ontvangen premies en de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen, aangepast voor bedragen die pro rata temporis in de resultatenrekening zijn opgenomen. Wanneer zich een verzekerde schade voordoet, wordt een verplichting uit hoofde van ontstane claims (LIC) opgenomen, vergelijkbaar met de LIC bij BBA (zie verder). Bij verlieslatende contracten wordt een bijkomende verplichting ter dekking van verwachte toekomstige verliezen toegevoegd aan de LRC op de balans en wordt een verlies rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
De PAA-LRC geeft alleen de ontvangen premies en de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen weer. Om de verzekeringsverplichting op kasbasis correct weer te geven, wordt een aanpassing uitgevoerd door de verzekeringsschulden en -vorderingen te verrekenen met de LRC-waarde.
In het kader van de PAA zal KBC geen gebruik maken van de mogelijkheid om acquisitiekosten te boeken wanneer die gemaakt zijn. Aan het einde van elke verslagperiode worden de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen geamortiseerd (d.w.z. geboekt als kosten van verzekeringsdiensten) en wordt een deel van de premieontvangsten verworven (d.w.z. geboekt als verzekeringsinkomsten). Beide componenten van de LRC worden toegewezen aan de winst-en-verliesrekening op basis van het verstrijken van de tijd of het verwachte tijdstip van ontstane claims en uitkeringen, als dat patroon het verval van risico beter weergeeft.
De verplichting uit hoofde van ontstane claims wordt afzonderlijk berekend. In de balans wordt een voorziening opgenomen voor een verdisconteerde beste schatting van de toekomstige kasuitstromen met een risicoaanpassing als veiligheidsmarge. Er is geen CSM opgenomen in de LIC, aangezien de verplichting uit hoofde van ontstane claims geen rekening houdt met toekomstige dekking, d.w.z. dat de LIC bestaat uit vervullingskasstromen die verband houden met in het verleden verleende diensten.
Er wordt een voorziening voor de interne schadeafwikkelingskosten opgenomen, die wordt berekend als een percentage op basis van opgedane ervaring. De risicoaanpassing voor schadeverzekeringsverplichtingen wordt alleen berekend voor ontstane schade. Bijgevolg wordt alleen reserverisico in aanmerking genomen. Vergelijkbaar met de levensverzekeringsverplichtingen wordt een 'Value at Risk'-methode (VaR) gebruikt, maar hier wordt ze berekend met een betrouwbaarheidsniveau van 90%.
Aan het einde van elke verslagperiode, na de eerste opname, werkt KBC zijn schattingen en veronderstellingen bij om de meest actuele situatie weer te geven. Als gevolg van die updates zal de boekwaarde van vervullingskasstromen verschillen van de ene periode tot de andere.
De waardering na eerste opname volgens de BBA/VFA voor de LRC gebeurt op basis van:
• ervaringsaanpassingen – hetzij geabsorbeerd door de CSM (d.w.z. in verband met toekomstige diensten), hetzij opgenomen in het verzekeringsresultaat (d.w.z. in verband met lopende of in het verleden verleende diensten) – en rollforward van de portefeuille;
Volgens de PAA wordt de LRC pro rata temporis afgewikkeld om de zogenaamde 'verdiende premies' te verkrijgen, d.w.z. de premiereserve en de reserve voor uitgestelde overlopende aanbrengprovisies. Aan het einde van elke verslagperiode worden de met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen geamortiseerd (d.w.z. geboekt als kosten van verzekeringsdiensten) en wordt een deel van de premieontvangsten verworven (d.w.z. geboekt als verzekeringsinkomsten). Beide componenten van de LRC worden toegewezen aan de winst-en-verliesrekening op basis van het verstrijken van de tijd of het verwachte tijdstip van ontstane claims en uitkeringen, als dat patroon het verval van risico beter weergeeft.
Wijzigingen in de verplichting uit hoofde van ontstane claims worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Afhankelijk van de reden voor die wijzigingen, worden ze opgenomen in:
KBC heeft gekozen voor een 'year-to-date'-benadering, d.w.z. een herberekening van eerder gerapporteerde kwartalen, waarbij de impact van de herberekening wordt meegenomen in de lopende periode.
KBC kiest ervoor om verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten op te splitsen tussen winst-en-verliesrekening en OCI. Dat betekent dat de rentelasten van de verzekeringsverplichting over de verslagperiode in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen, waarbij die rentelasten worden berekend op basis van de locked-in rate (de rentecurve die van toepassing is bij de aanvang van het IFRS 17-contract), en dat het effect van veranderingen in de marktrente over de verslagperiode in OCI wordt opgenomen.
De passiva van verzekeringscontracten en de activa van herverzekeringscontracten worden in de balans gepresenteerd op basis van de ontvangen bedragen. Afgestane herverzekeringscontracten (aangehouden herverzekeringscontracten) moeten afzonderlijk van de onderliggende contracten waarop ze betrekking hebben, worden geboekt en gepresenteerd.
Bij de overname van een andere verzekeringsmaatschappij of een portefeuille-overdracht bestaat de ontvangen of betaalde vergoeding gedeeltelijk uit de Value of Business In-force (VBI). Verzekeringscontracten die via een bedrijfscombinatie verworven zijn, worden op dezelfde wijze gewaardeerd als verzekeringscontracten die door de entiteit zijn uitgegeven, behalve dat de vervullingskasstromen worden opgenomen op de overnamedatum.
Alle leaseovereenkomsten moeten worden geclassificeerd als financiële leasing of operationele leasing. De classificatie volgens IFRS 16 is gebaseerd op de mate waarin de aan de eigendom van een geleased actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever of de leasingnemer liggen. Een financiële lease draagt nagenoeg alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen over.
Deze classificatie is cruciaal voor posities als leasinggever. Voor posities als leasingnemer is deze classificatie van minder belang aangezien beide classificaties resulteren in een vergelijkbare opname en waardering van de lease op de balans en in de winst-en-verliesrekening.
Het eigen vermogen vertegenwoordigt het overblijvende belang in de totale activa van KBC na aftrek van alle verplichtingen (de 'nettoactiva' genoemd) en omvat alle door KBC uitgegeven aandelen, aan de houders van de aandelen toerekenbare reserves en de minderheidsbelangen.
KBC classificeert alle uitgegeven financiële instrumenten als eigen vermogen of als een financiële verplichting op basis van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten. Het cruciale kenmerk om een financiële verplichting te onderscheiden van een aandeel is of KBC een onvoorwaardelijk recht heeft om te voorkomen dat de afwikkeling van een contractuele verplichting verloopt door middel van de levering van geldmiddelen of een ander financieel actief.
Minderheidsbelangen vertegenwoordigen het eigen vermogen in een dochteronderneming dat niet toerekenbaar is aan de houders van KBC-aandelen. Wanneer het aandeel van minderheidsbelangen in het eigen vermogen wijzigt, past KBC de boekwaarde van de controlerende belangen en de minderheidsbelangen aan om wijzigingen in hun relatieve belangen in de geconsolideerde vennootschappen te weerspiegelen. KBC neemt in het eigen vermogen elk verschil op tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast, en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, en rekent dat toe aan het controlerende belang.
KBC kan binnen het wettelijke kader eigen aandelen inkopen. Deze ingekochte (gewone) aandelen worden een eerste maal erkend op de balans op transactiedatum onder de rubriek 'eigen aandelen'. De aanschaffingsprijs (inclusief de transactiekosten) wordt afgetrokken van het eigen vermogen. De dividendinkomsten m.b.t. 'eigen aandelen' worden erkend in eigen vermogen.
Kortetermijnpersoneelsbeloningen, zoals salarissen, betaalde vakantie, prestatiegebonden geldelijke voordelen en socialezekerheidsbijdragen, worden opgenomen in de periode waarin de werknemers de overeenkomstige diensten verlenen. De bijbehorende uitgaven worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening als 'Exploitatiekosten' onder de rubriek 'Personeelskosten'.
KBC biedt zijn personeelsleden pensioenplannen aan in de vorm van toegezegdebijdrageregelingen of toegezegdpensioenregelingen. Uit hoofde van de toegezegdebijdrageregelingen is de in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting van KBC beperkt tot de toegezegde bijdrage aan het fonds. Het bedrag van de vergoedingen na uitdiensttreding dat de werknemer ontvangt, wordt bepaald door het bedrag van de bijdragen die KBC en de werknemer hebben betaald aan een regeling inzake vergoedingen na uitdiensttreding, evenals het beleggingsrendement dat resulteert uit die bijdragen. Het actuariële risico wordt gedragen door de werknemer.
Daarentegen heeft KBC bij toegezegdpensioenregelingen de verplichting de overeengekomen vergoedingen aan huidige en voormalige werknemers te verschaffen en vallen het actuariële risico en het beleggingsrisico ten laste van KBC. Dat betekent dat als de opbrengst vanuit actuarieel of beleggingsoogpunt slechter is dan verwacht, de verplichting van KBC kan worden verhoogd.
In België gaan toegezegdebijdrageregelingen gepaard met een wettelijk gewaarborgd minimumrendement en kan het werkelijke rendement lager liggen dan het wettelijk voorgeschreven rendement. Bovendien vertonen deze regelingen kenmerken van toegezegdpensioenregelingen en verwerkt KBC ze administratief als toegezegdpensioenregelingen.
Verplichtingen uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen en de Belgische toegezegdebijdrageregelingen (of pensioenverplichtingen) worden opgenomen in de post 'Overige verplichtingen' en hebben betrekking op de verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en vergelijkbare pensioenen en renten.
De pensioenverplichtingen voor werknemers uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen worden berekend met behulp van de 'projected unit credit'-methode, waarbij elke dienstprestatieperiode bijkomende pensioenrechten genereert.
De actuariële waardering wordt elke verslagperiode uitgevoerd. De verplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen worden gedisconteerd op basis van een disconteringsvoet die is gebaseerd op het rendement van hoogwaardige bedrijfsobligaties in de valuta waarin de vergoedingen zullen worden uitbetaald en met een vergelijkbare looptijd als de overeenkomstige pensioenverplichtingen.
Wijzigingen in de nettoverplichtingen/-activa uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen, uitgezonderd kasmutaties, worden gegroepeerd in drie hoofdcategorieën en opgenomen in de exploitatiekosten (pensioenkosten), de rentelasten (nettorentelasten) en de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingen).
Het grootste deel van de nettoprovisie-inkomsten valt onder het toepassingsgebied van IFRS 15 (Opbrengsten uit contracten met klanten), aangezien ze betrekking hebben op diensten die KBC aan zijn klanten verleent en buiten het toepassingsgebied van andere IFRS-normen vallen. Voor de verantwoording van opbrengsten identificeert KBC het contract en bepaalt het wat de beloften (prestatieverplichtingen) in de transactie zijn. Opbrengsten worden alleen opgenomen als KBC de prestatieverplichting heeft vervuld.
De opbrengsten die worden gepresenteerd onder 'Effecten en assetmanagement', vallen onder het toepassingsgebied van IFRS 15 en houden in beginsel in dat KBC activa bewaart in een trust voor de begunstigde ('fonds') en verantwoordelijk is voor het beleggen van de van de klant ontvangen bedragen ten gunste van de klant. Die transacties zijn duidelijk omdat KBC een reeks afzonderlijke diensten verricht die de klant gelijktijdig verbruikt wanneer hij de voordelen ontvangt. KBC ontvangt daarvoor een maandelijkse of driemaandelijkse beheersvergoeding die wordt berekend als een vast percentage van de netto-inventariswaarde, of een inschrijvingsvergoeding die van de begunstigde wordt ingehouden. De vergoedingen omvatten geen variabele component.
Opbrengsten gerapporteerd als Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling vertegenwoordigen het gerealiseerde bedrag op de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, d.w.z. dat een vast percentage of vast bedrag wordt ingehouden op de betalingen van klanten, zodat de verzekeringsmaatschappij haar uitgaven kan dekken.
Betalingsdiensten waarbij KBC de klant een vergoeding aanrekent voor bepaalde transacties met zijn zichtrekeningen, voor binnenlandse of buitenlandse betalingen, voor betalingsdiensten via geldautomaten, enz. worden meestal verrekend wanneer de eigenlijke transactie is uitgevoerd, zodat de betreffende vergoeding op dat tijdstip direct kan worden opgenomen.
<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->
Overheden kunnen KBC diverse heffingen opleggen. Het bedrag van de heffingen kan afhankelijk zijn van het bedrag van de opbrengsten (voornamelijk rentebaten) van KBC, het bedrag van de van klanten aangenomen deposito's en het totale balansvolume, inclusief correcties op basis van bepaalde specifieke ratio's. In overeenstemming met IFRIC 21 worden heffingen opgenomen wanneer de gebeurtenis die aanleiding geeft tot opname van de verplichting, zich heeft voorgedaan, zoals vermeld in de wetgeving ter zake. Afhankelijk van de tot een verplichting leidende gebeurtenis kunnen heffingen worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd of gespreid in de tijd. De meeste heffingen die aan KBC worden opgelegd, moeten worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd, meestal het begin van het boekjaar. KBC neemt de heffingen op onder 'Exploitatiekosten'.
Winstbelasting bestaat uit drie elementen: over de verslagperiode betaalde/verschuldigde belastingen, te weinig/te veel aangelegde voorzieningen in voorgaande jaren en wijzigingen in uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen. De winstbelasting wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten, afhankelijk van de manier waarop de posten die tot de belasting hebben geleid, zijn geboekt. Winstbelastingen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winsten-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
Uitgestelde en actuele belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd wanneer er zowel een juridisch recht tot saldering bestaat als een voornemen om tot afwikkeling op nettobasis over te gaan of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.
Actuele belastingen voor de verslagperiode worden gewaardeerd tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald aan of teruggevorderd van de belastingautoriteiten, op basis van de belastingtarieven die tijdens de verslagperiode van kracht waren.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die op de verslagdatum wettelijk zijn vastgelegd en die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij de realisatie van de vordering of de afwikkeling van de verplichting waarop zij betrekking hebben en die de fiscale gevolgen weerspiegelen die voortvloeien uit de wijze waarop de entiteit op de balansdatum de boekwaarde van de onderliggende activa of verplichtingen verwacht te realiseren of af te wikkelen.
Bij de opname van uitgestelde belastingvorderingen wordt rekening gehouden met alle verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen en hun fiscale boekwaarde, evenals de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee de verrekenbare tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend. KBC berekent uitgestelde belastingvorderingen voor de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen. Bij het beoordelen van de periode waarover fiscale verliezen kunnen worden verrekend met toekomstige belastbare winsten, gebruikt KBC prognoses voor een periode van acht tot tien jaar.
Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen die betrekking hebben op bedrijfscombinaties worden rechtstreeks geboekt als goodwill.
Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen worden niet verdisconteerd.
Materiële vaste activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief direct toerekenbare acquisitiekosten). KBC waardeert in daaropvolgende verslagperiodes materiële vaste activa tegen de initiële kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages worden bepaald op basis van de geschatte gebruiksduur van de activa en worden toegepast volgens de lineaire methode vanaf het ogenblik waarop de activa gebruiksklaar zijn. Materiële vaste activa worden niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of wanneer het actief in kwestie permanent buiten gebruik wordt gesteld en er geen toekomstige economische voordelen worden verwacht bij de vervreemding ervan. Winsten of verliezen als gevolg van het niet langer opnemen in de balans worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin de activa uit de balans worden verwijderd.
Materiële vaste activa worden aan een bijzonderewaardeverminderingstoets onderworpen wanneer er een aanwijzing is dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.
Afschrijvingskosten, bijzonderewaardeverminderingsverliezen en winsten of verliezen bij vervreemding worden opgenomen onder 'Exploitatiekosten' in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van activa die worden geleased uit hoofde van operationele leasing (KBC als leasinggever), waarvoor de kosten worden opgenomen in de post 'Overige netto-inkomsten'. Wanneer een vervreemding voldoet aan de definitie van een beëindigde bedrijfsactiviteit, wordt het nettoresultaat opgenomen in een enkele post in de winst-en-verliesrekening (zie het hoofdstuk over beëindigde bedrijfsactiviteiten hieronder).
Een vastgoedbelegging wordt gedefinieerd als vastgoed dat KBC heeft gebouwd, gekocht of verworven uit hoofde van een financiële lease en dat wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging te realiseren en niet om door KBC te worden gebruikt voor de levering van diensten of voor bestuurlijke doeleinden.
Vastgoedbeleggingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief rechtstreeks toerekenbare kosten). KBC waardeert vastgoedbeleggingen in daaropvolgende verslagperiodes tegen de initiële kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
De afschrijvingskosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten van de winst-en-verliesrekening.
Immateriële activa omvatten goodwill, intern ontwikkelde software, extern ontwikkelde software en andere immateriële activa. Immateriële activa kunnen (i) verworven zijn als onderdeel van een bedrijfscombinatie (zie 'Bedrijfscombinaties en goodwill' hieronder), (ii) afzonderlijk verworven zijn of (iii) intern ontwikkeld zijn.
Afzonderlijk verworven immateriële activa (voornamelijk extern ontwikkelde software) worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs. Intern ontwikkelde immateriële activa (voornamelijk intern ontwikkelde software) worden alleen opgenomen als ze voortvloeien uit ontwikkeling en KBC het volgende kan aantonen:
Intern gegenereerde immateriële activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen de ontwikkelingskosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het ontwerpen en testen van de unieke software waarover KBC de zeggenschap heeft. Rechtstreeks toerekenbare kosten die worden gekapitaliseerd als onderdeel van de intern ontwikkelde software, omvatten personeelskosten voor softwareontwikkeling en rechtstreeks toerekenbare algemene kosten.
Onderzoekskosten, overige ontwikkelingsuitgaven, kosten in verband met het onderhoud van software en investeringsprojecten (grootschalige projecten die een belangrijke bedrijfsdoelstelling of een belangrijk bedrijfsmodel introduceren of vervangen) die niet aan de criteria voor opname voldoen, worden opgenomen als kosten in de periode waarin ze zijn ontstaan.
Immateriële activa worden in latere verslagperiodes geboekt tegen kostprijs verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving vangt aan wanneer het actief gebruiksklaar is zoals door het management bedoeld. De afschrijving van software gebeurt als volgt:
Wanneer KBC zijn jaarrekening opmaakt, ziet het erop toe dat de boekwaarde van het niet-financiële actief niet hoger is dan het bedrag dat zou kunnen worden verkregen door het te gebruiken of verkopen ('realiseerbare waarde'). Materiële vaste activa, vastgoedbeleggingen en software worden alleen doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen wanneer er objectieve bewijzen van bijzondere waardevermindering bestaan. Goodwill en immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur worden minstens jaarlijks doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen en bovendien driemaandelijks doorgelicht op aanwijzingen van bijzondere waardevermindering.
Aanwijzingen dat een bijzonder waardeverminderingsverlies moet worden opgenomen, kunnen afkomstig zijn van een interne bron (bv. de toestand van het actief) of een externe bron (bv. nieuwe technologie of een aanzienlijke afname van de marktwaarde van het actief).
Wanneer een aanwijzing van bijzondere waardevermindering aanwezig is, licht KBC de realiseerbare waarde van het actief door en wordt een bijzondere waardevermindering op het actief geboekt indien de realiseerbare waarde ervan lager is dan de boekwaarde op de verslagdatum. De realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als het hoogste van de volgende twee bedragen: de bedrijfswaarde of de reële waarde verminderd met de verkoopkosten.
De bedrijfswaarde wordt gedefinieerd als de gedisconteerde toekomstige kasstromen die een actief of een kasstroomgenererende eenheid naar verwachting zal leveren.
Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen op het niveau van het individuele actief, maar wanneer het individuele actief geen instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de zogeheten 'kasstroomgenererende eenheid' waartoe het actief of de groep van activa behoort. Om de kasstroomgenererende eenheden tot stand te brengen, bepaalt KBC naar zijn eigen oordeel de kleinste identificeerbare groep activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen uit andere activa of groepen van activa. Dit proces is voornamelijk van toepassing op goodwill die werd opgenomen in het kader van overnames.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen. Een bijzonder waardeverminderingsverlies kan worden teruggenomen als de voorwaarde die tot het bijzondere waardeverminderingsverlies heeft geleid, niet langer aanwezig is, behalve voor goodwill, die nooit kan worden teruggenomen. Bijzondere waardeverminderingswinsten worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen.
Voorzieningen worden uitsluitend opgenomen op de verslagdatum als aan de volgende criteria is voldaan:
Het bedrag dat als voorziening wordt opgenomen, is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op de balansdatum af te wikkelen. Wanneer de tijd een essentiële factor is, komt het als voorziening opgenomen bedrag overeen met de netto actuele waarde van de beste schatting.
Het is inherent aan de aard van een voorziening dat oordeelsvorming van het management vereist is om het bedrag en het tijdstip te bepalen van de waarschijnlijke uitstroom van economische middelen in de toekomst.
Alle materiële entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarover KBC rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent zoals gedefinieerd in IFRS 10, worden geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode. Veranderingen in eigendomsbelangen (die niet leiden tot verlies van zeggenschap) worden verwerkt als eigenvermogenstransacties. Ze hebben geen invloed op goodwill of winst of verlies.
Dochterondernemingen die wegens hun immateriële aard niet zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, worden geclassificeerd als aandelen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten, waarbij alle wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de niet-gerealiseerde resultaten, met uitzondering van dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Materiële ondernemingen waarover rechtstreeks of onrechtstreeks gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend en materiële investeringen in geassocieerde deelnemingen (ondernemingen waarover KBC een invloed van betekenis uitoefent), worden allemaal verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode.
Consolidatiedrempel: dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode als minstens twee van de volgende materialiteitscriteria zijn overschreden:
Om te vermijden dat te veel entiteiten worden uitgesloten, controleert KBC of het gecombineerde balanstotaal van de van consolidatie uitgesloten entiteiten niet meer bedraagt dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.
Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. Volgens deze methode wordt de kostprijs van een overname gewaardeerd als de som van de betaalde overnameprijs (gewaardeerd tegen reële waarde op datum van de overname) en het bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de overgenomen entiteit. Voor de waardering van minderheidsbelangen kan KBC voor elke bedrijfscombinatie apart beslissen of het minderheidsbelang wordt gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het proportionele aandeel van KBC in de identificeerbare nettoactiva van de overgenomen entiteit. De wijze waarop het minderheidsbelang wordt gewaardeerd op de verwervingsdatum, is van invloed op de boeking van de acquisitie als gevolg van de berekening van de goodwill.
Goodwill is het surplus van de overnamekosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Om de boekhoudkundige verwerking van de overname te voltooien en de goodwill te bepalen, past KBC een waarderingsperiode van twaalf maanden toe. De classificatie van de verworven financiële activa en de overgenomen financiële verplichtingen in de bedrijfscombinatie is gebaseerd op feiten en omstandigheden op de overnamedatum (behalve voor lease- en verzekeringscontracten, die worden geclassificeerd op basis van de contractuele voorwaarden en andere factoren bij de totstandkoming van het contract in kwestie).
Goodwill wordt gepresenteerd in de post 'Goodwill en andere immateriële activa' en wordt geboekt tegen kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt minstens jaarlijks of wanneer er objectieve (externe of interne) bewijzen zijn dat een bijzondere waardevermindering op goodwill moet worden geboekt, getoetst op bijzondere waardevermindering. Als de verwerking van de overname niet is voltooid omdat de waarderingsperiode van twaalf maanden nog niet is verstreken, wordt de goodwill niet als definitief beschouwd en alleen getoetst op bijzondere waardevermindering als er objectief bewijs is dat de voorlopige goodwill aan bijzondere waardevermindering onderhevig is.
Om goodwill te toetsen op bijzondere waardevermindering wordt hij toegerekend aan elke kasstroomgenererende eenheid van KBC die naar verwachting voordeel zal halen uit de synergie van de bedrijfscombinatie, ongeacht het feit of er activa of verplichtingen van de overgenomen entiteit aan die eenheden zijn toegekend. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen als de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de goodwill behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen.
De functionele en presentatievaluta van KBC is de euro. Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in vreemde valuta's, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele valuta tegen de contantkoers op de balansdatum. Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in de winst-enverliesrekening. De niet-monetaire posten gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers op de transactiedatum. Niet-monetaire posten geboekt tegen reële waarde worden omgerekend tegen de contantkoers op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Omrekeningsverschillen worden samen met wijzigingen in de reële waarde gerapporteerd. Opbrengsten en kosten in vreemde valuta's worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening tegen de wisselkoers op het tijdstip van opname.
Waarderingsverschillen worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Waarderingsverschillen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-enverliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening. De balansen van buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend naar de presentatievaluta tegen de contantkoers op de verslagdatum (met uitzondering van het eigen vermogen, dat wordt omgerekend tegen de historische koers). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste schatting van de wisselkoers op de transactiedatum.
Een met KBC verbonden partij is een partij waar KBC zeggenschap over heeft of invloed van betekenis op uitoefent of een partij die zeggenschap heeft over of invloed van betekenis uitoefent op KBC. KBC definieert zijn verbonden partijen als volgt: • dochterondernemingen van KBC, geassocieerde deelnemingen en joint ventures van KBC, KBC Ancora, Cera en MRBB;
• managers op sleutelposities bij KBC (zijnde de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Groep NV).
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot groepen activa die worden afgestoten en beëindigde bedrijfsactiviteiten
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot groepen activa die worden afgestoten
Vaste activa of groepen van activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop zijn die waarvan KBC de boekwaarde zal realiseren door een verkooptransactie die naar verwachting binnen een jaar als een verkoop zal worden aangemerkt, en niet door het voortgezette gebruik ervan. Vaste activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop worden op het einde van de verslagperiode afzonderlijk van de overige activa en verplichtingen in de balans gerapporteerd.
Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een onderdeel van KBC dat werd afgestoten of is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en:
Resultaten uit beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening en in de nietgerealiseerde resultaten en omvatten:
Gebeurtenissen na de verslagdatum zijn gunstige of ongunstige gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de verslagdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor publicatie. Er zijn twee soorten gebeurtenissen na de verslagdatum:
De impact van gebeurtenissen die leiden tot aanpassing van de jaarrekening, is al weerspiegeld in de financiële positie en het resultaat van het lopende jaar. De impact en gevolgen van gebeurtenissen die niet leiden tot aanpassing van de jaarrekening, worden vermeld in de toelichtingen bij de jaarrekening.
| Wisselkoers op 31-12-2023 | Wisselkoersgemiddelde in 2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Wijziging ten opzichte van | Wijziging ten opzichte van | |||
| 31-12-2022 | het gemiddelde in 2022 | |||
| 1 EUR = … | Positief: appreciatie tegenover EUR | 1 EUR = … | Positief: appreciatie tegenover EUR | |
| … vreemde munt | Negatief: depreciatie tegenover EUR | … vreemde munt | Negatief: depreciatie tegenover EUR | |
| CZK | 24,724 | -2% | 23,946 | +3% |
| HUF | 382,80 | +5% | 381,33 | +3% |
* Afgeronde cijfers.
Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening en het toepassen van de KBC-grondslagen voor financiële verslaggeving moet het management beoordelingen, schattingen en assumpties maken die een effect hebben op de gerapporteerde bedragen van activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten. Enige mate van onzekerheid is inherent aan bijna alle gerapporteerde bedragen. De schattingen zijn gebaseerd op ervaring en assumpties, waarbij het KBCmanagement erop vertrouwt dat ze redelijk zijn op het moment dat de jaarrekening voorbereid wordt.
Bijsturingen van boekhoudkundige schattingen worden erkend in de periode waarin ze worden herzien en in elke volgende periode die daardoor beïnvloed wordt. Belangrijke schattingen en beoordelingen toegepast in de grondslagen voor financiële verslaggeving die de sterkste invloed hebben op de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening, vindt u onder meer in Toelichtingen 1.4, 1.5, 3.3, 3.6, 3.9, 3.11, 4.2, 4.4 t.e.m. 4.8, 5.2, 5.5 t.e.m. 5.7, 5.9 en 6.1.
Zie ook de klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
Duurzaamheid en het ondersteunen van de overgang naar een meer duurzame en veerkrachtige samenleving – inclusief focus op het klimaat - is een cruciaal onderdeel van onze bedrijfsstrategie en onze dagelijkse activiteiten. We beschikken over een degelijke duurzaamheidsgovernance om de integratie van die duurzaamheidsstrategie in onze hele groep te verzekeren. Dat omvat verantwoordelijkheid op het hoogste niveau en behelst alle milieu-, sociale en bestuursgerelateerde (ESG) thema's.
Omdat duurzaamheid sterk verankerd is in onze dagelijkse activiteiten, is het niet relevant om de financiële impact van duurzaamheidsgerelateerde investeringen af te zonderen. We benadrukken dat:
Hierna vindt u de toelichtingen en andere hoofdstukken in het jaarverslag die direct of indirect refereren naar klimaat en/of klimaatrisico's of duurzaamheid in het algemeen.
In het Verslag van de Raad van Bestuur:
In de Geconsolideerde jaarrekening (telkens bij de toelichting onder de tabellen):
Bij het opstellen van de financiële verslaggeving is rekening gehouden met de financiële impact van klimaatgerelateerde risico's, binnen het kader van de IFRS-normen. Het betreft voornamelijk indirecte risico's waaraan KBC is blootgesteld, onder meer via zijn krediet-, investerings- en verzekeringsportefeuilles. Die risico's vormen een bron van significante onzekerheid bij het opstellen van de financiële verslaggeving op de middellange en lange termijn. Dat is enerzijds omdat de gevolgen van de klimaatverandering op onze huidige portefeuilles moeilijk in te schatten zijn en anderzijds omdat het onzeker is in welke mate de mitigerende acties en plannen voor onze (vooral indirecte) klimaatimpact in toekomstige portefeuilles (zie Focus op het klimaat en het milieu in het deel Verslag van de Raad van Bestuur) financiële gevolgen hebben. Met betrekking tot de door KBC gestelde doelen kan verwacht worden dat ze de financiële positie en prestatie van KBC kunnen beïnvloeden. Met name bij de doelen voor de kredietverlening (verlenen van kredieten voor hernieuwbare energie en terugdringen van broeikasgasintensiteit van leningen) kan dit initieel een negatief effect hebben op de gerealiseerde interestinkomsten op kredieten, wellicht via impact op marges (maar waarbij de kredieten nog steeds voldoen aan de SPPI-test) en/of productie, wat later eventueel gecompenseerd wordt door beperktere kredietverliezen gezien de verhoogde weerbaarheid van de portefeuille voor klimaatgerelateerde risico's. Ook in het verzekeringsbedrijf vormen de klimaatgerelateerde risico's een significante onzekerheid op de middellange en lange termijn voor de inschatting van de evolutie van de aan te houden reserves, voornamelijk in schadeverzekeringen.
Sinds 1 januari 2023 zijn de nieuwe boekhoudregels voor de opname, waardering en presentatie van verzekeringscontracten (IFRS 17) verplicht voor de verslagperiode die begint op 1 januari 2023. Deze vervangen IFRS 4. De in dit verslag opgenomen referentiecijfers van 2022 werden overeenkomstig herberekend. IFRS 17 geldt voor alle types verzekeringscontracten, ongeacht het type entiteit dat ze uitgeeft, en voor financiële instrumenten met discretionaire winstdeling. De algemene doelstelling van IFRS 17 bestaat erin een boekhoudkundig model voor verzekeringscontracten te bieden dat nuttiger en
consistenter is voor verzekeraars. In tegenstelling tot de verplichtingen van IFRS 4, die grotendeels gebaseerd zijn op grandfathering van de vroegere lokale grondslagen van de financiële verslaggeving, biedt IFRS 17 een compleet model voor verzekeringscontracten dat alle relevante boekhoudkundige aspecten omvat. Meer informatie vindt u onder Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving, in dit verslag.
De volledige netto-impact (na belastingen) van de overgang naar IFRS 17 op het eigen vermogen van de aandeelhouders, inclusief de herclassificatie van financiële activa (IFRS 9), bedroeg -673 miljoen euro als gevolg van:
Meer informatie vindt u in Toelichting 6.10 in het jaarverslag over 2022.
Als gevolg van de toepassing van IFRS 17 is de resultatenrekening van KBC Groep, als geïntegreerde bank-verzekeraar, bijgewerkt om de nieuwe posten ingevoerd door IFRS 17 op te nemen (bv. verzekeringsinkomsten, verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten en lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten). Andere posten van de resultatenrekening die verband hielden met IFRS 4 zijn uitgesloten of anders voorgesteld.
De volledige netto-impact op het resultaat na belastingen over 2022 van de herberekening naar IFRS 17, inclusief de herclassificatie van financiële activa (IFRS 9), bedroeg +75 miljoen euro als gevolg van:
Het eigen vermogen van de aandeelhouders op 31 december 2022 volgens IFRS 17 bedroeg 20 319 miljoen euro, 1 012 miljoen euro meer dan het eigen vermogen van de aandeelhouders volgens IFRS 4 op dezelfde datum, als gevolg van (alle bedragen na belastingen):
Meer informatie vindt u in het persbericht van 18 april 2023 op www.kbc.com.
U vindt uitgebreide informatie over de managementstructuur van de groep en de resultaten per segment in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). Op basis van IFRS 8 heeft KBC het Directiecomité en de Raad van Bestuur van de groep geïdentificeerd als chief operating decision makers, verantwoordelijk voor het toewijzen van middelen en het beoordelen van de prestaties van de verschillende onderdelen van het bedrijf. De operationele segmenten zijn gebaseerd op de interne financiële rapportering aan die beleidsorganen en is gebaseerd op de locatie van de activiteiten van het bedrijf, wat resulteert in een geografische segmentatie.
De drie operationele segmenten zijn (vereenvoudigd):
Daarnaast is er, voor rapporteringsdoeleinden, een Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen (waaronder KBC Bank Ireland, waarvan de verkoop van de krediet- en depositoportefeuille werd afgerond in februari 2023).
| ment |
|---|
| Toelichting 2.2: Resultaten per seg |
| Divisie | Divisie | Divisie Internationale |
Waarvan | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | België | Tsjechië | Markten | Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Groepscenter | Ierland | KBC-groep |
| WINST-EN-VERLIESREKENING 2023 | |||||||||
| Nettorente-inkomsten | 3 248 | 1 271 | 1 179 | 529 | 254 | 396 | -225 | 64 | 5 473 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 1 637 | 555 | 473 | 189 | 96 | 189 | 14 | 0 | 2 679 |
| Niet-leven | 1 387 | 459 | 420 | 169 | 79 | 172 | 14 | 0 | 2 280 |
| Leven | 250 | 96 | 53 | 20 | 17 | 16 | 0 | 0 | 399 |
| Dividendinkomsten | 53 | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 4 | 0 | 59 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
-22 | 132 | 125 | 97 | 6 | 22 | 88 | -4 | 322 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 537 | 324 | 493 | 260 | 84 | 149 | -6 | -1 | 2 349 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) | -175 | -68 | -70 | -46 | -5 | -19 | 0 | 0 | -313 |
| Overige netto-inkomsten | 235 | 5 | 15 | -3 | 11 | 6 | 400 | 409 | 656 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 6 512 | 2 220 | 2 216 | 1 026 | 446 | 744 | 276 | 467 | 11 224 |
| Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten)a | -2 532 | -865 | -962 | -463 | -229 | -270 | -256 | -112 | -4 616 |
| en verzekeringsheffingen Totale exploitatiekosten zonder bank- |
-2 463 | -916 | -805 | -275 | -250 | -281 | -254 | -107 | -4 438 |
| en verzekeringsheffingen Totale bank- |
-361 | -60 | -262 | -238 | -4 | -20 | -4 | -4 | -687 |
| Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 292 | 111 | 104 | 49 | 25 | 30 | 2 | 0 | 509 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering | -1 285 | -420 | -414 | -186 | -90 | -139 | -1 | 0 | -2 120 |
| Waarvan betaalde verzekeringsprovisies | -220 | -65 | -55 | -12 | -10 | -33 | -1 | 0 | -340 |
| Niet-leven | -1 116 | -368 | -384 | -173 | -80 | -131 | -1 | 0 | 870 -1 |
| Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven | -734 | -213 | -211 | -85 | -51 | -75 | 2 | 0 | -1 157 |
| Leven | -169 | -52 | -30 | -12 | -10 | -8 | 0 | 0 | -251 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -63 | -16 | -15 | -3 | 1 | -13 | 4 | 0 | -90 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -114 | -57 | -36 | -38 | 6 | -4 | -7 | -2 | -215 |
| Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI | -82 | 70 | 19 | 11 | 8 | 0 | 8 | 9 | 16 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | -3 | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -4 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 515 | 860 | 789 | 336 | 134 | 318 | 15 | 354 | 4 179 |
| Belastingen | -650 | -97 | -112 | -51 | -30 | -32 | 82 | -24 | -778 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 865 | 763 | 676 | 285 | 105 | 286 | 97 | 330 | 3 401 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 866 | 763 | 676 | 285 | 105 | 286 | 97 | 330 | 3 402 |
| a Waarvan niet-kaskosten | -64 | -124 | -102 | -43 | -25 | -34 | -101 | -7 | -391 |
| Afschrijvingen vaste activa | -61 | -122 | -102 | -43 | -25 | -34 | -101 | -7 | -386 |
| Overige | -4 | -2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -5 |
| Aanschaffing vaste activa* | 867 | 163 | 216 | 118 | 57 | 42 | 146 | 0 | 1 392 |
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
| (in miljoenen euro) | Divisie | Divisie | Divisie Internationale |
Waarvan | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| België | Tsjechië | Markten | Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Groepscenter | Ierland | KBC-groep | |
| WINST-EN-VERLIESREKENING 2022 | |||||||||
| Nettorente-inkomsten | 2 827 | 1 313 | 888 | 423 | 235 | 229 | 134 | 240 | 5 162 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 1 507 | 488 | 412 | 159 | 86 | 166 | 16 | 0 | 2 423 |
| Niet-leven | 1 269 | 401 | 365 | 141 | 70 | 153 | 16 | 0 | 2 050 |
| Leven | 238 | 87 | 47 | 18 | 16 | 13 | 0 | 0 | 373 |
| Dividendinkomsten | 54 | 1 | 1 | 0 | 0 | 1 | 4 | 0 | 59 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
57 | 133 | 70 | 60 | 33 | -22 | -8 | -3 | 252 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 512 | 282 | 429 | 228 | 82 | 119 | -5 | -2 | 2 218 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten) | -131 | -10 | 45 | 14 | 8 | 23 | 0 | 0 | -96 |
| Overige netto-inkomsten | 213 | -185 | -7 | -8 | -3 | 4 | -5 | -8 | 16 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 6 039 | 2 023 | 1 837 | 876 | 441 | 520 | 136 | 228 | 10 035 |
| Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten)a | -2 360 | -815 | -816 | -409 | -226 | -181 | -337 | -208 | -4 327 |
| en verzekeringsheffingen Totale exploitatiekosten zonder bank- |
-2 284 | -861 | -683 | -238 | -248 | -197 | -332 | -200 | -4 159 |
| en verzekeringsheffingen Totale bank- |
-349 | -61 | -228 | -211 | -7 | -10 | -8 | -8 | -646 |
| Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 273 | 107 | 95 | 40 | 29 | 26 | 3 | 0 | 478 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering | -1 174 | -378 | -347 | -142 | -71 | -134 | -9 | 0 | -1 908 |
| Waarvan betaalde verzekeringsprovisies | -198 | -46 | -63 | -26 | -8 | -29 | -1 | 0 | -308 |
| Niet-leven | -1 084 | -327 | -314 | -130 | -59 | -125 | -9 | 0 | -1 733 |
| Waarvan: lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven | -711 | -190 | -170 | -60 | -33 | -77 | -6 | 0 | -1 077 |
| Leven | -90 | -51 | -33 | -12 | -12 | -9 | 0 | 0 | -174 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 21 | -6 | -14 | -3 | -3 | -8 | -22 | 0 | -20 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -46 | -60 | -152 | -97 | -21 | -33 | -24 | -18 | -282 |
| Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI | -35 | -46 | -78 | -29 | -19 | -30 | 5 | 7 | -154 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | -9 | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -10 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 472 | 762 | 509 | 225 | 119 | 164 | -254 | 3 | 3 488 |
| Belastingen | -596 | -109 | -81 | -37 | -27 | -16 | 116 | 34 | -670 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 876 | 653 | 428 | 188 | 91 | 148 | -139 | 37 | 2 818 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 876 | 653 | 428 | 188 | 91 | 148 | -139 | 37 | 2 818 |
| a Waarvan niet-kaskosten | -58 | -114 | -89 | -40 | -23 | -26 | -120 | -31 | -381 |
| Afschrijvingen vaste activa | -57 | -114 | -86 | -38 | -23 | -24 | -117 | -26 | -374 |
| Overige | 0 | 0 | -4 | -2 | 0 | -2 | -3 | -4 | -7 |
| Aanschaffing vaste activa* | 544 | 125 | 624 | 95 | 63 | 466 | 151 | 1 | 1 443 |
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.
| Divisie | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Internationale Markten |
Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Groeps center |
Waarvan Ierland |
KBC-groep |
| BALANS 31-12-2023 | |||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
154 238 | 52 642 | 31 687 | 9 610 | 8 836 | 13 241 | 20 924 | 0 | 259 491 |
| Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en overige deposito's) |
60 531 | 23 378 | 23 659 | 6 645 | 5 480 | 11 534 | 0 | 0 | 107 568 |
| Termijndeposito's | 19 654 | 12 058 | 6 333 | 2 252 | 2 382 | 1 699 | 0 | 0 | 38 044 |
| Spaarrekeningen | 54 074 | 15 220 | 1 516 | 636 | 872 | 8 | 0 | 0 | 70 810 |
| Schuldpapier | 19 979 | 1 986 | 179 | 76 | 103 | 0 | 20 924 | 0 | 43 068 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
119 168 | 36 470 | 27 975 | 6 764 | 11 589 | 9 623 | 0 | 0 | 183 613 |
| Termijnkredieten | 62 573 | 11 463 | 11 658 | 3 279 | 3 452 | 4 927 | 0 | 0 | 85 694 |
| Hypotheekleningen | 45 394 | 19 641 | 10 447 | 1 818 | 6 451 | 2 178 | 0 | 0 | 75 482 |
| Overige | 11 200 | 5 366 | 5 870 | 1 667 | 1 686 | 2 517 | 0 | 0 | 22 437 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | 13 461 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 13 461 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 14 315 | 1 288 | 1 162 | 413 | 226 | 524 | 18 | 0 | 16 784 |
| Niet-leven | 2 204 | 357 | 343 | 114 | 58 | 171 | 18 | 0 | 2 922 |
| Leven | 12 111 | 931 | 820 | 299 | 168 | 353 | 0 | 0 | 13 862 |
| BALANS 31-12-2022 | |||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
155 971 | 51 069 | 29 962 | 9 515 | 8 421 | 12 026 | 15 743 | 418 | 252 746 |
| Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en overige deposito's) |
75 322 | 25 747 | 23 543 | 7 303 | 5 826 | 10 415 | 418 | 418 | 125 030 |
| Termijndeposito's | 8 896 | 9 211 | 4 291 | 1 291 | 1 414 | 1 586 | 0 | 0 | 22 397 |
| Spaarrekeningen | 60 802 | 14 344 | 1 833 | 722 | 1 086 | 25 | 0 | 0 | 76 979 |
| Schuldpapier | 10 951 | 1 767 | 295 | 200 | 96 | 0 | 15 325 | 0 | 28 338 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
117 221 | 35 445 | 25 384 | 5 879 | 10 796 | 8 709 | 3 | 3 | 178 053 |
| Termijnkredieten | 61 768 | 10 581 | 10 544 | 2 970 | 3 013 | 4 561 | 2 | 2 | 82 894 |
| Hypotheekleningen | 44 326 | 19 696 | 9 638 | 1 681 | 6 114 | 1 843 | 0 | 0 | 73 660 |
| Overige | 11 127 | 5 168 | 5 202 | 1 228 | 1 668 | 2 306 | 1 | 1 | 21 498 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | 12 026 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 12 026 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 13 933 | 1 258 | 951 | 321 | 213 | 417 | 16 | 0 | 16 158 |
| Niet-leven | 2 101 | 316 | 281 | 85 | 44 | 153 | 16 | 0 | 2 714 |
| Leven | 11 832 | 943 | 669 | 236 | 169 | 264 | 0 | 0 | 13 444 |
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Totaal | 5 473 | 5 162 |
| Rente-inkomsten | 20 170 | 11 225 |
| Rente-inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet | ||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs | 10 233 | 7 848 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 384 | 376 |
| Afdekkingsderivaten | 5 094 | 1 838 |
| Financiële verplichtingen (negatieve rente) | 11 | 289 |
| Overige | 2 143 | 130 |
| Rente-inkomsten op andere financiële instrumenten | ||
| Financiële activa verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden | 55 | 35 |
| Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 2 250 | 710 |
| Waarvan economische afdekkingen | 2 085 | 582 |
| Overige financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 0 | 0 |
| Rentelasten | -14 697 | -6 063 |
| Rentelasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet | ||
| Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | -6 757 | -2 320 |
| Afdekkingsderivaten | -5 277 | -1 972 |
| Financiële activa (negatieve rente) | -1 | -94 |
| Overige | -5 | -3 |
| Rentelasten op andere financiële instrumenten | ||
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | -2 599 | -1 639 |
| Waarvan economische afdekkingen | -2 546 | -1 595 |
| Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | -68 | -33 |
| Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen | 10 | -1 |
• Financiële verplichtingen/activa (negatieve rente): het grootste deel van deze negatieve rente heeft betrekking op transacties met centrale banken, interbancaire en professionele tegenpartijen en de TLTRO (meer informatie over de TLTRO vindt u in Toelichting 4.1).
• De stijging van de rente-inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet, overige, is vooral gerelateerd aan rente op tegoeden bij centrale banken. Die tegoeden bij centrale banken worden vooral gefinancierd met kortetermijnverplichtingen, zoals depositocertificaten en repo's. De daarmee gerelateerde rentelasten zijn opgenomen onder rentelasten m.b.t. financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs. De rentemarge op die activiteit is beperkt.
• Eind augustus 2023 gaf het Koninkrijk België een staatsbon uit met een looptijd van 1 jaar. Voor KBC had dat in 2023 de volgende gevolgen: een uitstroom van klantendeposito's van 5,7 miljard euro, een negatieve invloed op de nettorente-inkomsten van 73 miljoen euro en een eenmalige positieve invloed op de nettoprovisie-inkomsten (gerelateerd aan de verkoop van staatsbons via KBC) van 11 miljoen euro.
• Verschillende centrale banken in onze kernlanden beslisten om de minimaal vereiste reserves te verhogen of de vergoeding erop te verminderen. Dat had een negatieve invloed op onze nettorente-inkomsten van ongeveer 125 miljoen euro (13 miljoen euro in 2022).
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Totaal | 59 | 59 |
| Aandelen verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden | 0 | 0 |
| Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden | 14 | 10 |
| Aandelen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 44 | 50 |
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Totaal | 322 | 252 |
| Opdeling totaal naar IFRS-portefeuille | ||
| Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden | 1 250 | -2 016 |
| Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente op niet-ALM-tradingderivaten en marktwaardeveranderingen van alle instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden) |
134 | 566 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | -1 103 | 1 941 |
| Wisselbedrijf | 155 | -90 |
| Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties | -113 | -150 |
| Opdeling afdekkingstransacties | ||
| Micro-hedge reëlewaardeafdekkingen | -2 | 5 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | -269 | 624 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten | 267 | -619 |
| Kasstroomafdekkingen | -9 | -3 |
| Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectief deel | -9 | -3 |
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectief deel | 0 | 0 |
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | 7 | 0 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | 1 029 | -3 254 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten |
-1 022 | 3 254 |
| Stopzetting van hedge accounting in geval van reëlewaardeafdekking | -58 | -75 |
| Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking | -52 | -77 |
| Opdeling totaal naar driver | ||
| Dealingroom | 288 | 245 |
| Waardeverandering van afgeleide producten gebruikt voor balansbeheer en overige | -47 | -7 |
| Marktwaardeaanpassingen (xVA) | -15 | 80 |
| Resultaat van beleggingen m.b.t. tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17 | 96 | -65 |
Dag 1-winsten: wanneer de transactieprijs op een niet-actieve markt verschillend is van de reële waarde van andere observeerbare markttransacties in hetzelfde instrument of van de reële waarde gebaseerd op een waarderingstechniek waarvan de variabelen alleen data van observeerbare markten bevatten, dan wordt het verschil tussen de transactieprijs en de reële waarde (een dag 1-winst) opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als dat niet het geval is (als de variabelen dus niet alleen data van observeerbare markten bevatten), wordt de dag 1-winst gereserveerd en opgenomen in de winst-enverliesrekening tijdens de looptijd en uiterlijk op de eindvervaldag van het financiële instrument. Deze dag 1-winsten betreffen beperkte bedragen.
Het wisselbedrijf omvat de gerealiseerde en niet-gerealiseerde wisselkoersresultaten (bij herwaardering van de monetaire activa en passiva), ongeacht de IFRS-portefeuille, met uitzondering van financiële activa en passiva die tegen reële waarde in de winst-en-verliesrekening worden gewaardeerd, waarvoor de herwaardering in de reëlewaardeverandering is opgenomen. Merk op dat (ongerealiseerde) wisselkoerswinsten/-verliezen op verplichtingen uit verzekeringscontracten worden opgenomen onder verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten (voor uitgegeven verzekeringscontracten).
| Toelichting 3.4: Nettoprovisie-inkomsten |
|---|
| ------------------------------------------ |
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Totaal | 2 349 | 2 218 |
| Ontvangen provisies | 2 991 | 2 800 |
| Betaalde provisies | -642 | -581 |
| Indeling naar type | ||
| Vermogensbeheerdiensten | 1 247 | 1 199 |
| Ontvangen provisies | 1 305 | 1 259 |
| Betaalde provisies | -59 | -60 |
| Bankdiensten | 1 057 | 983 |
| Ontvangen provisies | 1 632 | 1 495 |
| Betaalde provisies | -575 | -512 |
| Overige | 45 | 36 |
| Ontvangen provisies | 53 | 46 |
| Betaalde provisies | -8 | -10 |
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Totaal | 656 | 16 |
| Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van | ||
| verkoop van financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs | -22 | -32 |
| verkoop van FVOCI-schuldinstrumenten | -7 | -69 |
| terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | 0 | 0 |
| andere, waaronder: | 685 | 117 |
| inkomsten uit operationele leasingactiviteiten | 101 | 94 |
| inkomsten van Groep VAB | 39 | 50 |
| (KBC Vastgoed Nederland) meerwaarde op verkoop vastgoeddochteronderneming |
– | 68 |
| arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding | – | -149 |
| meerwaarde op verkoop krediet- en depositoportefeuilles KBC Bank Ireland |
405 | – |
| meerwaarde op verkoop van een participatie in België | 18 | – |
| en verzekeringsheffingen uit 2016 (incl. moratoriuminteresten) recuperatie Belgische bank- |
48 | – |
| Waarvan directe winstdeling |
Niet | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Leven | Leven (VFA) | Niet-leven | technisch | Totaal |
| 2023 | |||||
| Verzekeringstechnisch resultaat | 149 | 12 | 418 | — | 567 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 400 | 25 | 2 290 | — | 2 690 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | -251 | -12 | -1 872 | — | -2 123 |
| Waarvan lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven | — | — | -1 159 | — | -1 159 |
| Beleggingsresultaat en verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 151 | 0 | 63 | 19 | 233 |
| Beleggingsresultaat | 434 | 96 | 93 | 19 | 546 |
| Nettorente-inkomsten | 304 | 0 | 87 | 1 | 392 |
| Dividendinkomsten | 22 | 0 | 4 | 14 | 40 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
100 | 96 | 0 | 6 | 106 |
| Overige netto-inkomsten | 10 | 0 | 2 | -3 | 10 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -1 | 0 | 0 | 0 | -2 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering | -283 | -96 | -30 | — | -313 |
| Opgelopen rente | -186 | — | -31 | — | -217 |
| Effect van wijzigingen in financiële veronderstellingen en wisselkoersverschillen |
-1 | 0 | 1 | — | -1 |
| Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van contracten gewaardeerd volgens VFA |
-96 | -96 | — | — | -96 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering | 300 | 12 | 481 | 19 | 800 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -3 | — | -87 | — | -90 |
| Premies betaald aan de herverzekeraar | -30 | — | -95 | — | -125 |
| Ontvangen provisies | 7 | — | 10 | — | 17 |
| Op de herverzekeraar verhaalbare bedragen | 21 | — | 0 | — | 21 |
| Totaal herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 0 | — | -2 | — | -2 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering | 297 | 12 | 394 | 19 | 710 |
| Niet-rechtstreeks toerekenbare baten of lasten | 10 | -1 | -50 | 9 | -31 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 67 | 0 | -2 | 24 | 90 |
| Overige netto-inkomsten | -1 | — | — | 69 | 68 |
| Exploitatiekosten (incl. bank- en verzekeringsheffingen) |
-48 | -1 | -48 | -83 | -179 |
| Waardeverminderingen - overige |
-9 | 0 | -1 | 0 | -10 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint | |||||
| ventures | — | — | — | 0 | 0 |
| Belastingen | — | — | — | -152 | -152 |
| Resultaat na belastingen | 307 | 11 | 344 | -124 | 527 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | — | — | — | — | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | — | — | — | — | 527 |
| (in miljoenen euro) | Leven | Waarvan directe winstdeling Leven (VFA) |
Niet-leven | Niet technisch |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | |||||
| Verzekeringstechnisch resultaat | 198 | 9 | 324 | – | 522 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 373 | 23 | 2 059 | – | 2 431 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | -174 | -14 | -1 735 | – | -1 909 |
| Waarvan lasten verbonden aan schadevorderingen Niet-leven | – | – | -1 079 | – | -1 079 |
| Beleggingsresultaat en verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 179 | 0 | 95 | 43 | 317 |
| Beleggingsresultaat | 272 | -65 | 99 | 43 | 413 |
| Nettorente-inkomsten | 305 | 0 | 110 | 27 | 442 |
| Dividendinkomsten | 20 | 0 | 4 | 15 | 39 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
-65 | -65 | 5 | -2 | -63 |
| Overige netto-inkomsten | 12 | 0 | -20 | 1 | -8 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 | 0 | 2 | 2 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten, vóór herverzekering | -92 | 66 | -4 | – | -96 |
| Opgelopen rente | -157 | – | -4 | – | -161 |
| Effect van wijzigingen in financiële veronderstellingen en wisselkoersverschillen |
-1 | 0 | 0 | – | -1 |
| Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van contracten gewaardeerd volgens VFA |
66 | 66 | – | – | 66 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering | 377 | 10 | 419 | 43 | 839 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -1 | – | -19 | – | -20 |
| Premies betaald aan de herverzekeraar | -28 | – | -81 | – | -109 |
| Ontvangen provisies | 12 | – | 9 | – | 21 |
| Op de herverzekeraar verhaalbare bedragen | 15 | – | 54 | – | 69 |
| Totaal herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 0 | – | -1 | – | -1 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering | 376 | 10 | 400 | 43 | 819 |
| Niet-rechtstreeks toerekenbare baten of lasten | 20 | -1 | -37 | 12 | -5 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 62 | 0 | -2 | 19 | 80 |
| Overige netto-inkomsten | 0 | — | — | 64 | 64 |
| Exploitatiekosten (incl. bank- en verzekeringsheffingen) |
-42 | -1 | -35 | -71 | -148 |
| Waardeverminderingen - overige |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
— | — | — | 0 | 0 |
| Belastingen | — | — | — | -179 | -179 |
| Resultaat na belastingen | 396 | 9 | 363 | -125 | 635 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | — | — | — | — | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | — | — | — | — | 635 |
-29 miljoen euro en -34 miljoen euro. In 2022 werd het resultaat uit hoofde van levensverzekeringsdiensten positief beïnvloed door een terugname van een verliescomponent voor een bedrag van per saldo 67 miljoen euro (vóór belastingen) vooral op moderne spaarproducten in België, als gevolg van hogere rentes.
| (in miljoenen euro) | Leven | Waarvan directe winstdeling Leven (VFA) |
Niet-leven | Niet technisch |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| 2023 | |||||
| Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI | 595 | 1 | 49 | 0 | 644 |
| Wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI, vóór herverzekering |
-538 | -1 | -23 | — | -561 |
| Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere financiële veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen |
-537 | 0 | -23 | — | -560 |
| Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van contracten gewaardeerd volgens VFA – OCI |
-1 | -1 | — | — | -1 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering – OCI | 56 | 0 | 25 | 0 | 81 |
| Wijziging in herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI | 0 | — | 7 | — | 7 |
| Uitgestelde belastingen | — | — | — | 13 | 13 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering, na belastingen – OCI |
56 | 0 | 33 | 13 | 101 |
| 2022 | |||||
| Beleggingsresultaat (OCI) uit financiële activa tegen FVOCI | -2 716 | -2 | -236 | -26 | -2 979 |
| Wijziging in verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI, vóór herverzekering |
2 615 | 1 | 424 | – | 3 039 |
| Effect van wijzigingen in rentevoeten en andere financiële veronderstellingen in OCI, inclusief wisselkoersverschillen |
2 613 | 0 | 424 | – | 3 037 |
| Wijzigingen in de reële waarde van onderliggende verplichtingen van contracten gewaardeerd volgens VFA – OCI |
1 | 1 | – | – | 1 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat vóór herverzekering – OCI | -102 | 0 | 188 | -26 | 60 |
| Wijziging in herverzekeringsfinancieringsbaten of -lasten – OCI | 0 | – | -25 | – | -25 |
| Uitgestelde belastingen | – | – | – | -106 | -106 |
| Nettoverzekerings- en beleggingsresultaat na herverzekering, na belastingen – OCI |
-102 | 0 | 164 | -132 | -71 |
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | Leven | Niet-leven | Totaal | Leven | Niet-leven | |
| Verzekeringsinkomsten voor BBA- en VFA-contracten | 406 | 370 | 36 | 379 | 343 | 35 |
| Bedragen met betrekking tot wijzigingen in verplichtingen uit hoofde van resterende dekking |
390 | 355 | 35 | 372 | 337 | 35 |
| Verwachte claims en andere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten |
226 | 200 | 25 | 228 | 204 | 23 |
| Wijziging in risicoaanpassing voor verlopen risico (niet-financieel risico) | 15 | 11 | 3 | 14 | 10 | 4 |
| CSM opgenomen voor geleverde diensten | 150 | 143 | 6 | 131 | 123 | 8 |
| Compensatie van met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen |
16 | 15 | 1 | 6 | 6 | 0 |
| Verzekeringsinkomsten voor contracten gewaardeerd volgens de PAA | 2 284 | 30 | 2 255 | 2 052 | 29 | 2 023 |
| Totaal verzekeringsinkomsten | 2 690 | 400 | 2 290 | 2 431 | 373 | 2 059 |
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Totaal | 2 328 | 2 071 |
| IFRS 17 – tak 21 | 975 | 978 |
| IFRS 17 – tak 23 | 171 | 99 |
| IFRS 17 – hybride | 131 | 115 |
| Niet-IFRS 17 | 1 051 | 880 |
• De cijfers voor de verkoop van Niet-IFRS 17 levensverzekeringen hebben voornamelijk betrekking op beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, gewaardeerd volgens IFRS 9. Het betreft de tak 23-verzekeringscontracten in België, waarvoor de marges worden gerapporteerd onder 'Nettoprovisie-inkomsten'.
• Hybride producten: zie Toelichting 5.6.1.
Toelichting 3.6.5: Winstgevendheid schadeverzekeringen per product (winst-en-verliesrekening)
| (in miljoenen euro) 2023 |
Verzekerings inkomsten |
Lasten uit hoofde van verzeke rings diensten |
Verzekerings financierings baten of -lasten vóór herver zekering in winst-en verlies |
Totaal vóór herver zekering |
Netto resultaat uit afgestane herverze kering |
Totaal na herver zekering |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Personenverzekering | 274 | -211 | -4 | 59 | — | — |
| Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen | 562 | -542 | -13 | 7 | — | — |
| Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen | 144 | -88 | -4 | 53 | — | — |
| Casco | 409 | -371 | -2 | 35 | — | — |
| Zaakschade, incl. andere dan casco | 883 | -658 | -8 | 217 | — | — |
| Totaal rechtstreekse zaken | 2 272 | -1 870 | -31 | 371 | -33 | 338 |
| Aangenomen herverzekering | 18 | -2 | 0 | 17 | -54 | -38 |
| Totaal | 2 290 | -1 872 | -30 | 388 | -87 | 301 |
| 2022 | ||||||
| Personenverzekering | 238 | -152 | 1 | 87 | – | – |
| Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen | 526 | -444 | -3 | 79 | – | – |
| Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen | 129 | -117 | -1 | 11 | – | – |
| Casco | 358 | -313 | 0 | 44 | – | – |
| Zaakschade, incl. andere dan casco | 791 | -698 | -1 | 93 | – | – |
| Totaal rechtstreekse zaken | 2 041 | -1 725 | -4 | 313 | -39 | 274 |
| Aangenomen herverzekering | 18 | -10 | -0 | 7 | 20 | 27 |
| Totaal | 2 059 | -1 735 | -4 | 320 | -19 | 301 |
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Totaal | -5 125 | -4 805 |
| Personeelskosten | -2 677 | -2 561 |
| Algemene beheerskosten | ||
| ICT | -634 | -562 |
| Facilitaire kosten | -265 | -224 |
| Marketing en communicatie | -108 | -109 |
| Vergoedingen professionele dienstverlening | -144 | -157 |
| Bank- en verzekeringsheffingen |
-687 | -646 |
| Andere | -224 | -172 |
| Afschrijvingen van vaste activa | -386 | -374 |
• Bovenstaande tabel bevat de som van de lijnen Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen en Bank- en verzekeringsheffingen uit de winst-en-verliesrekening.
• In 2023 stegen de totale kosten met 7% ten opzichte van 2022.
| (in aantal) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Gemiddeld personeelsbestand, in vte's | 38 609 | 37 946 |
| Volgens juridische structuur | ||
| KBC Bank | 28 708 | 28 741 |
| KBC Verzekeringen | 4 067 | 4 024 |
| KBC Groep NV (de holding) en KBC Global Services NV (kostendelende structuur) | 5 834 | 5 181 |
| Volgens statuut | ||
| Arbeiders | 389 | 389 |
| Bedienden | 37 960 | 37 306 |
| Directieleden (senior management) | 260 | 251 |
• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders vermelden.
• De gegevens voor 2022 bevatten de overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria voor 6 maanden en bevatten nog steeds KBC Bank Ireland (aangezien de verkoop van de activiteiten op 31-12-2022 nog niet afgerond was). In 2023 werd Raiffeisenbank Bulgaria (inmiddels gefuseerd met UBB) volledig ingeteld en KBC Bank Ireland sterk gereduceerd (de verkoop van de activiteiten werd afgerond in februari 2023).
| (in miljoenen euro*) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Totaal | -215 | -282 |
| Bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en reële waarde via OCI (waardeverminderingen op kredieten) |
16 | -154 |
| Per IFRS-categorie | ||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs | 17 | -155 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | -1 | 1 |
| Per product | ||
| Leningen en voorschotten | -5 | -177 |
| Schuldpapier | 7 | -3 |
| Verbintenissen en financiële garanties buiten balans | 15 | 25 |
| Per type | ||
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | -41 | 5 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 161 | -107 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | -92 | -60 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid | -11 | 8 |
| Per divisie/land | ||
| België | -82 | -35 |
| Tsjechië | 70 | -46 |
| Internationale Markten | 19 | -78 |
| Slowakije | 8 | -19 |
| Hongarije | 11 | -29 |
| Bulgarije | 0 | -30 |
| Groepscenter | 8 | 5 |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill | -109 | -5 |
| Bijzondere waardeverminderingen op overige | -122 | -123 |
| Immateriële vaste activa (zonder goodwill) | -77 | -34 |
| Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen | -15 | -18 |
| Geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Overige | -30 | -71 |
• De waardeverminderingen op kredieten omvatten:
Informatie over de totale bijzondere waardeverminderingen op de balans: zie Toelichting 4.2.
Achtergrondinformatie en methodologie bij het model van KBC voor de te verwachten kredietverliezen (ECL) vindt u in de waarderingsregels (Toelichting 1.2, onder Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen).
| Macro-economische basisscenario's – belangrijkste indicatoren | |||
|---|---|---|---|
| (gebruikt voor situatie eind 2023)* | 2023 | 2024 | 2025 |
| Groei reëel bruto binnenlands product | |||
| België | 1,4% | 0,8% | 1,1% |
| Tsjechië | -0,5% | 1,4% | 3,1% |
| Hongarije | -0,5% | 2,8% | 3,3% |
| Slowakije | 1,2% | 2,2% | 3,3% |
| Bulgarije | 1,9% | 2,3% | 3,0% |
| Werkloosheidsgraad | |||
| België | 5,8% | 5,7% | 5,6% |
| Tsjechië | 2,8% | 3,3% | 3,2% |
| Hongarije | 4,1% | 3,8% | 3,6% |
| Slowakije | 6,1% | 6,3% | 6,0% |
| Bulgarije | 4,5% | 4,2% | 4,0% |
| Huizenprijzenindex | |||
| België | 1,0% | 1,5% | 2,5% |
| Tsjechië | -2,0% | 1,7% | 3,5% |
| Hongarije | 0,0% | 3,0% | 4,0% |
| Slowakije | -3,5% | 0,0% | 3,5% |
| Bulgarije | 8,4% | 0,7% | 3,0% |
| * Wijkt af van de (recentere) schattingen die u vindt in het hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur, onder De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2023, en onder Onze divisies. |
• We gebruiken drie verschillende toekomstgerichte macro-economische scenario's, met verschillende gewichten voor de berekening van de ECL. De gewichten op het einde van 2023 zijn 60% voor het basisscenario, 10% voor het 'up'-scenario en 30% voor het 'down'-scenario. De volledige beschouwde toekomstige periode (forecast horizon) bedraagt 30 jaar. Een gevoeligheidsanalyse van de impact van deze meervoudige economische scenario's op de collectief berekende ECL (d.w.z. zonder de ECL op individueel berekende dossiers van 1,6 miljard euro eind 2023 en eind 2022) toont dat het basisscenario resulteert in een ECL van 0,9 miljard euro (1,0 miljard euro in 2022), wat 0,1 miljard euro lager is dan voor het 'down'-scenario (0,1 miljard euro in 2022) en 0,0 miljard euro hoger dan voor het 'up'-scenario (0,0 miljard euro in 2022). Het berekende scenariogewogen collectieve ECL-resultaat (dat werd geboekt) bedraagt 0,9 miljard euro (1,0 miljard euro in 2022). Deze bedragen houden rekening met de aan geopolitieke en opkomende risico's gerelateerde ECL.
| Collectief berekende ECL, per land (2023, in miljarden euro) | 100% basisscenario |
100% up-scenario |
100% down-scenario |
|---|---|---|---|
| Totaal | 0,9 | 0,9 | 1,0 |
| België | 0,3 | 0,3 | 0,3 |
| Tsjechië | 0,3 | 0,3 | 0,3 |
| Slowakije | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
| Hongarije | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
| Bulgarije | 0,1 | 0,1 | 0,2 |
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Totaal | -4 | -10 |
| Waarvan | ||
| IGLUU s.r.o. | -1 | -1 |
| Bancontact Payconiq Company NV | 1 | 1 |
| Isabel NV | 3 | 2 |
| Payconiq International S.A. | -3 | -6 |
| Batopin NV | -3 | -3 |
| Immoscoop 2.0 BV |
– | -2 |
• Bijzondere waardeverminderingen van (goodwill op) geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn inbegrepen bij Bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 3.9). Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures houdt bijgevolg geen rekening met die bijzondere waardeverminderingen.
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Totaal | -778 | -670 |
| Naar type | ||
| Actuele belastingen | -532 | -525 |
| Uitgestelde belastingen | -246 | -144 |
| Componenten van de belastingberekening | ||
| Resultaat vóór belastingen | 4 179 | 3 488 |
| Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief | 25,00% | 25,00% |
| Berekende winstbelastingen | -1 045 | -872 |
| Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan | ||
| verschillen in belastingtarieven, België-buitenland | 234 | 130 |
| belastingvrije winst | 117 | 86 |
| aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren | 4 | 1 |
| aanpassingen uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief | 4 | -1 |
| niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te verminderen |
9 | 2 |
| niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te verminderen |
25 | 28 |
| terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen | 0 | 0 |
| overige, onder meer niet-aftrekbare uitgaven | -126 | -44 |
• Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 5.2.
| Gemiddelde VTE |
Omzet van verkopen aan derde |
Totale opbrengsten van intragroep transacties met andere belastings |
Resultaat vóór belas |
Toereken bare inkomsten belastingen |
Betaalde inkomsten belastingen |
Over gedragen |
Andere materiële vaste activa dan kasmid delen en equiva |
Ontvangen overheids |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | (aantallen) | partijen1 | jurisdicties2 | tingen | huidig jaar | (op kasbasis) | resultaat | lenten3 | subsidies |
| 2023 | |||||||||
| KBC-kernlanden | |||||||||
| België | 14 184 | 6 101 | 753 | 1 889 | -338 | -303 | 12 254 | 2 385 | 0 |
| Tsjechië | 10 189 | 2 215 | -732 | 890 | -65 | -52 | 2 044 | 522 | 0 |
| Slowakije | 3 011 | 408 | -162 | 134 | -25 | 1 | -104 | 178 | 0 |
| Hongarije | 3 810 | 994 | -79 | 336 | -54 | -39 | 929 | 164 | 0 |
| Bulgarije | 6 519 | 715 | -1 | 321 | -34 | -33 | 146 | 201 | 0 |
| Andere landen | |||||||||
| China | 34 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 | 0 |
| Duitsland | 22 | 2 | 0 | 2 | -3 | -3 | 0 | 0 | 0 |
| Frankrijk | 53 | 6 | -7 | 1 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 |
| Groot-Brittannië | 38 | 29 | 24 | 18 | 13 | 13 | 547 | 0 | 0 |
| Hongkong | 33 | 1 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 2 | 0 |
| Ierland | 560 | 619 | 180 | 515 | -14 | -13 | -1 598 | 0 | 0 |
| Italië | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 |
| Luxemburg | 38 | 117 | 25 | 58 | -6 | -2 | 86 | 156 | 0 |
| Nederland | 27 | 6 | 0 | 9 | -3 | -2 | 2 | 38 | 0 |
| Roemenië | 0 | 4 | 0 | 4 | 0 | 0 | 24 | 32 | 0 |
| Singapore | 40 | 2 | 0 | 1 | 0 | 2 | 0 | 1 | 0 |
| VSA | 45 | 3 | 0 | 1 | -2 | -2 | 0 | 18 | 0 |
| Totaal | 38 609 | 11 224 | 0 | 4 179 | -532 | -433 | 14 332 | 3 702 | 0 |
| 2022 | |||||||||
| KBC-kernlanden | |||||||||
| België | 13 959 | 5 817 | 601 | 1 986 | -261 | -229 | 11 607 | 2 260 | 0 |
| Tsjechië | 10 166 | 2 028 | -554 | 785 | -157 | -128 | 1 617 | 548 | 0 |
| Slowakije | 3 241 | 410 | 4 | 119 | -25 | -18 | -203 | 185 | 0 |
| Hongarije | 3 685 | 848 | -34 | 221 | -40 | 5 | 662 | 153 | 0 |
| Bulgarije | 5 482 | 504 | -10 | 166 | -18 | -17 | -107 | 209 | 0 |
| Andere landen | |||||||||
| China | 35 | 1 | 0 | 0 | -1 | 0 | 0 | -3 | 0 |
| Duitsland | 22 | 1 | 0 | 0 | -1 | -1 | 0 | 0 | 0 |
| Frankrijk | 56 | 5 | -2 | 9 | -2 | -2 | 1 | 0 | 0 |
| Groot-Brittannië | 39 | 17 | 8 | 16 | 17 | 17 | 528 | -1 | 0 |
| Hongkong | 36 | 1 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Ierland | 1 069 | 341 | 107 | 130 | -9 | -9 | -1 665 | 18 | 0 |
| Italië | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Luxemburg | 39 | 47 | -120 | 48 | -27 | 7 | 162 | 137 | 0 |
| Nederland | 25 | 4 | 0 | 1 | 0 | 0 | 5 | 40 | 0 |
| Roemenië | 0 | 3 | 0 | 3 | 0 | 0 | 20 | 33 | 0 |
| Singapore | 43 | 2 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| VSA | 43 | 4 | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | -20 | 0 |
| Totaal | 37 946 | 10 035 | 0 | 3 488 | -525 | -376 | 12 626 | 3 560 | 0 |
Landen waarvan het aantal vte's nul is en waarvan alle financiele gegevens in de tabel onder 0,5 miljoen euro liggen (met andere woorden tot 0 afgerond), worden niet opgesomd.
1 Komt overeen met Totale opbrengsten in de winst-en-verliesrekening.
2 Als er voor een bepaalde jurisdictie in deze kolom een positief cijfer staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen die jurisdictie gecombineerd meer intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties. Als er een negatief cijfers staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen deze jurisdictie gecombineerd minder
p. 190
intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties.
3 Komt overeen met Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen op de balans.
p. 190
(in miljoenen euro)
KBC-kernlanden
Andere landen
2022
KBC-kernlanden
Andere landen
1 Komt overeen met Totale opbrengsten in de winst-en-verliesrekening.
3 Komt overeen met Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen op de balans.
intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties.
2023
Gemiddelde VTE (aantallen)
Omzet van verkopen aan derde partijen1
Totale opbrengsten van intragroeptransacties met andere belastingsjurisdicties2
Resultaat vóór belastingen
België 14 184 6 101 753 1 889 -338 -303 12 254 2 385 0 Tsjechië 10 189 2 215 -732 890 -65 -52 2 044 522 0 Slowakije 3 011 408 -162 134 -25 1 -104 178 0 Hongarije 3 810 994 -79 336 -54 -39 929 164 0 Bulgarije 6 519 715 -1 321 -34 -33 146 201 0
China 34 1 0 0 0 0 0 2 0 Duitsland 22 2 0 2 -3 -3 0 0 0 Frankrijk 53 6 -7 1 0 0 1 0 0 Groot-Brittannië 38 29 24 18 13 13 547 0 0 Hongkong 33 1 0 1 0 0 0 2 0 Ierland 560 619 180 515 -14 -13 -1 598 0 0 Italië 7 0 0 0 0 0 0 1 0 Luxemburg 38 117 25 58 -6 -2 86 156 0 Nederland 27 6 0 9 -3 -2 2 38 0 Roemenië 0 4 0 4 0 0 24 32 0 Singapore 40 2 0 1 0 2 0 1 0 VSA 45 3 0 1 -2 -2 0 18 0 Totaal 38 609 11 224 0 4 179 -532 -433 14 332 3 702 0
België 13 959 5 817 601 1 986 -261 -229 11 607 2 260 0 Tsjechië 10 166 2 028 -554 785 -157 -128 1 617 548 0 Slowakije 3 241 410 4 119 -25 -18 -203 185 0 Hongarije 3 685 848 -34 221 -40 5 662 153 0 Bulgarije 5 482 504 -10 166 -18 -17 -107 209 0
China 35 1 0 0 -1 0 0 -3 0 Duitsland 22 1 0 0 -1 -1 0 0 0 Frankrijk 56 5 -2 9 -2 -2 1 0 0 Groot-Brittannië 39 17 8 16 17 17 528 -1 0 Hongkong 36 1 0 1 0 0 0 0 0 Ierland 1 069 341 107 130 -9 -9 -1 665 18 0 Italië 7 0 0 0 0 0 0 0 0 Luxemburg 39 47 -120 48 -27 7 162 137 0 Nederland 25 4 0 1 0 0 5 40 0 Roemenië 0 3 0 3 0 0 20 33 0 Singapore 43 2 0 1 0 0 0 0 0 VSA 43 4 0 2 0 0 0 -20 0 Totaal 37 946 10 035 0 3 488 -525 -376 12 626 3 560 0 Landen waarvan het aantal vte's nul is en waarvan alle financiele gegevens in de tabel onder 0,5 miljoen euro liggen (met andere woorden tot 0 afgerond), worden niet opgesomd.
2 Als er voor een bepaalde jurisdictie in deze kolom een positief cijfer staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen die jurisdictie gecombineerd meer intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties. Als er een negatief cijfers staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen deze jurisdictie gecombineerd minder
Toerekenbare inkomstenbelastingen huidig jaar
Betaalde inkomstenbelastingen (op kasbasis)
Overgedragen resultaat
Andere materiële vaste activa dan kasmiddelen en equivalenten3
Ontvangen overheidssubsidies
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 3 402 | 2 818 |
| Coupon op AT1-instrumenten | -64 | -50 |
| Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel | 3 338 | 2 768 |
| Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden) | 415 | 417 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 8,04 | 6,64 |
• De verwaterde winst per aandeel is momenteel nagenoeg gelijk aan de gewone winst per aandeel.
| Aange | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verplicht | houden | Gewaar | |||||
| Tegen | Tegen | tegen | voor | deerd | |||
| geamor | reële | reële | handels | tegen | Afdek | ||
| tiseerde kostprijs |
waarde via OCI |
waarde (MFVPL) |
doel einden |
reële waarde1 |
kings deri |
||
| (in miljoenen euro) | (AC) | (FVOCI) | excl. HFT | (HFT) | (FVO) | vaten | Totaal |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2023 | |||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, | 2 779 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 2 779 |
| excl. reverse repo's | |||||||
| Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden |
222 | ||||||
| Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev. repo's | 182 777 | 0 | 836 | 0 | 0 | 0 | 183 613 |
| Handelsvorderingen | 2 680 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 680 |
| Afbetalingskredieten | 6 604 | 0 | 608 | 0 | 0 | 0 | 7 211 |
| Hypotheekleningen | 75 254 | 0 | 228 | 0 | 0 | 0 | 75 482 |
| Termijnkredieten | 85 694 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 85 694 |
| Financiële leasing | 7 197 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7 197 |
| Voorschotten in rekening-courant | 4 626 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 626 |
| Overige | 723 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 723 |
| Reverse repo's2 | 25 501 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25 501 |
| Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 25 356 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25 356 |
| Met klanten | 144 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 144 |
| Aandelen | 0 | 1 695 | 14 | 570 | 0 | 0 | 2 279 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen3 | 0 | 0 | 14 348 | 0 | 0 | 0 | 14 348 |
| Schuldpapier | 51 372 | 16 892 | 14 | 3 138 | 0 | 0 | 71 417 |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 43 337 | 13 206 | 0 | 2 966 | 0 | 0 | 59 509 |
| Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 5 658 | 1 826 | 0 | 12 | 0 | 0 | 7 496 |
| Van ondernemingen | 2 377 | 1 861 | 14 | 160 | 0 | 0 | 4 412 |
| Derivaten | 0 | 0 | 0 | 4 618 | 0 | 295 | 4 914 |
| Overige4 | 1 196 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 196 |
| Totaal | 263 625 | 18 587 | 15 212 | 8 327 | 0 | 295 | 306 047 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2022 | |||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, | 4 240 | 0 | 13 | 1 | 0 | 0 | 4 254 |
| excl. reverse repo's | |||||||
| Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden |
237 1 |
||||||
| Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev. repo's | 177 427 | 0 | 625 | 0 | 0 | 0 | 178 053 |
| Handelsvorderingen | 2 818 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 818 |
| Afbetalingskredieten | 6 222 | 0 | 430 | 0 | 0 | 0 | 6 652 |
| Hypotheekleningen | 73 465 | 0 | 196 | 0 | 0 | 0 | 73 660 |
| Termijnkredieten | 82 894 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 82 894 |
| Financiële leasing | 6 368 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6 368 |
| Voorschotten in rekening-courant | 4 886 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 886 |
| Overige | 774 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 774 |
| Reverse repo's2 | 20 186 | 0 | 0 | 33 | 0 | 0 | 20 219 |
| Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 20 018 | 0 | 0 | 33 | 0 | 0 | 20 050 |
| Met klanten | 168 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 168 |
| Aandelen | 0 | 1 552 | 13 | 430 | 0 | 0 | 1 994 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen3 | 0 | 0 | 12 772 | 0 | 0 | 0 | 12 772 |
| Schuldpapier | 48 356 | 15 065 | 17 | 1 728 | 0 | 0 | 65 166 |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 40 750 | 11 225 | 0 | 1 667 | 0 | 0 | 53 642 |
| Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 5 022 | 1 743 | 0 | 9 | 0 | 0 | 6 774 |
| Van ondernemingen | 2 583 | 2 097 | 17 | 53 | 0 | 0 | 4 750 |
| Derivaten | 0 | 0 | 0 | 6 279 | 0 | 542 | 6 821 |
| Overige4 | 1 561 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 561 |
| Totaal | 251 770 | 16 617 | 13 440 | 8 471 | 0 | 542 | 290 840 |
| Tegen geamor tiseerde kostprijs |
Aange houden voor handels doeleinden |
Gewaar deerd tegen reële waarde |
Afdek kings |
||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | (AC) | (HFT) | (FVO) | derivaten | Totaal |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2023 | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's | 15 013 | 0 | 0 | 0 | 15 013 |
| Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar |
6 136 | ||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's | 258 051 | 81 | 1 359 | 0 | 259 491 |
| Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en andere deposito's) | 107 568 | 0 | 0 | 0 | 107 568 |
| Termijndeposito's | 37 770 | 81 | 194 | 0 | 38 044 |
| Spaarrekeningen | 70 810 | 0 | 0 | 0 | 70 810 |
| Subtotaal deposito's van klanten, excl. repo's | 216 148 | 81 | 194 | 0 | 216 423 |
| Depositocertificaten | 16 840 | 0 | 6 | 0 | 16 846 |
| Kasbons | 79 | 0 | 0 | 0 | 79 |
| Niet-converteerbare obligaties | 22 294 | 0 | 1 045 | 0 | 23 339 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 2 690 | 0 | 114 | 0 | 2 804 |
| Repo's5 | 5 235 | 40 | 0 | 0 | 5 275 |
| Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 3 259 | 40 | 0 | 0 | 3 298 |
| Met klanten | 1 976 | 0 | 0 | 0 | 1 976 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten3 | 29 | 0 | 13 432 | 0 | 13 461 |
| Derivaten | 0 | 5 501 | 0 | 401 | 5 902 |
| Baisseposities | 0 | 1 428 | 0 | 0 | 1 428 |
| In aandelen | 0 | 6 | 0 | 0 | 6 |
| In schuldpapier | 0 | 1 421 | 0 | 0 | 1 421 |
| Overige6 | 2 546 | 0 | 0 | 0 | 2 547 |
| Totaal | 280 874 | 7 050 | 14 791 | 401 | 303 116 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2022 | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's | 24 819 | 0 | 0 | 0 | 24 819 |
| Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar |
5 085 |
||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's | 251 496 | 44 | 1 205 | 0 | 252 746 |
| Zichtdeposito's (incl. deposito's van bijzondere aard en andere deposito's) | 125 030 | 0 | 0 | 0 | 125 030 |
| Termijndeposito's | 22 280 | 44 | 73 | 0 | 22 397 |
| Spaarrekeningen | 76 979 | 0 | 0 | 0 | 76 979 |
| Subtotaal deposito's van klanten, excl. repo's | 224 290 | 44 | 73 | 0 | 224 407 |
| Depositocertificaten | 9 321 | 0 | 1 | 0 | 9 322 |
| Kasbons | 104 | 0 | 0 | 0 | 104 |
| Niet-converteerbare obligaties | 15 621 | 0 | 1 006 | 0 | 16 627 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 2 160 | 0 | 126 | 0 | 2 285 |
| Repo's5 | 11 091 | 7 | 0 | 0 | 11 097 |
| Met kredietinstellingen & beleggingsondernemingen | 10 852 | 7 | 0 | 0 | 10 859 |
| Met klanten | 239 | 0 | 0 | 0 | 239 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten3 | 30 | 0 | 11 996 | 0 | 12 026 |
| Derivaten | 0 | 8 038 | 0 | 577 | 8 615 |
| Baisseposities | 0 | 1 007 | 0 | 0 | 1 007 |
| In aandelen | 0 | 5 | 0 | 0 | 5 |
| In schuldpapier | 0 | 1 002 | 0 | 0 | 1 002 |
| Overige6 | 2 448 | 0 | 0 | 0 | 2 448 |
| Totaal | 289 885 | 9 096 | 13 201 | 577 | 312 759 |
1 De boekwaarde benadert het maximale kredietrisico.
2 Het bedrag van de reverse repo's (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.
3 Het verschil tussen 'beleggingscontracten, verzekeringen' en 'schulden m.b.t. beleggingscontracten' kan verklaard worden door de presentatie van de niet-ontbundelde beleggingscontracten, die wel opgenomen zijn bij de 'beleggingscontracten, verzekeringen' bij de financiële activa maar op het passief opgenomen worden bij de post 'verplichtingen uit
verzekeringscontracten'.
4 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening.
5 Het bedrag van de repo's (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa (deels op balans en deels verkregen via reverse repo's). 6 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.
| Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel (boekwaarde, in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten | 19 065 | 17 425 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 622 | 960 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 1 172 | 860 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 17 271 | 15 605 |
| Gerelateerde financiële schuld | 3 214 | 10 534 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 126 | 689 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 183 | 609 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 2 905 | 9 236 |
| Toelichting 4.2.1: Financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt | |||
|---|---|---|---|
| Boekwaarde vóór bijzondere |
Bijzondere waarde |
Boekwaarde na bijzondere |
|
|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | waardeverminderingen | verminderingen | waardeverminderingen |
| 31-12-2023 | |||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten* | 213 531 | -2 474 | 211 057 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 175 853 | -146 | 175 708 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 33 571 | -490 | 33 081 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 3 694 | -1 750 | 1 944 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
412 | -88 | 324 |
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier | 51 384 | -12 | 51 372 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 51 300 | -6 | 51 294 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 80 | -4 | 76 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 5 | -2 | 3 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
0 | 0 | 0 |
| Financiële activa tegen reële waarde via OCI: Schuldpapier | 16 897 | -5 | 16 892 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 16 864 | -4 | 16 861 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 33 | -1 | 32 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
0 | 0 | 0 |
| 31-12-2022 | |||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten* | 204 472 | -2 619 | 201 853 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 163 846 | -110 | 163 735 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 36 577 | -635 | 35 941 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 3 616 | -1 796 | 1 820 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
434 | -77 | 357 |
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier | 48 374 | -18 | 48 356 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 48 220 | -7 | 48 213 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 146 | -4 | 141 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 8 | -7 | 1 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
0 | 0 | 0 |
| Financiële activa tegen reële waarde via OCI: Schuldpapier | 15 069 | -4 | 15 065 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 15 019 | -3 | 15 016 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 50 | -2 | 49 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
0 | 0 | 0 |
* De boekwaarde na bijzondere waardeverminderingen in deze toelichting komt overeen met de som van de lijnen Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. reverse repo's, Leningen en voorschotten aan klanten, excl. reverse repo's en Reverse repo's in Toelichting 4.1 (in de kolom Tegen geamortiseerde kostprijs).
Bemerk ook dat de actualisatie van de overhevelingen op basis van de collectieve benadering van portefeuilles van leningen in categorie 1 naar categorie 2, samen met de organische kredietgroei, resulteerde in een nettostijging met 12,0 miljard euro van de boekwaarde vóór bijzondere waardeverminderingen van leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs in categorie 1.
• Boekwaarde (vóór bijzondere waardeverminderingen) van schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs: toename van 1,8 miljard euro in 2023, bijna volledig in categorie 1.
Dit betreft voor 85% (uitgiftes van) publiekrechtelijke emittenten, en voor een vijfde kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (deels tenietgedaan door een daling bij de ondernemingen), en had voornamelijk te maken met netto-investeringen.
• Bijzondere waarderminderingen: afname van 0,2 miljard euro in 2023, door:
De bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2022 en 31-12-2023 bevatten voor ex-Raiffeisenbank Bulgaria 106 respectievelijk 99 miljoen euro in leningen en voorschotten aan klanten, en 7 respectievelijk 0 miljoen euro in schuldpapier tegen geamortiseerde kostprijs. De waardering van die waardeverminderingen wijkt deels af van de methodologie toegelicht in de waarderingsregels (met name op het vlak van de gebruikte toekomstgerichte informatie, toegepaste IFRS 9-modellen en gehanteerde criteria ter bepaling van een significante toename van het kredietrisico). Het aligneren van de waarderingsregels bij KBC Bank Bulgaria voor het bepalen van de bijzondere waardeverminderingen maakt deel uit van de verdere integratie van de kredietportefeuille van KBC Bank Bulgaria in 2024. Overige wijzigingen: zie Toelichting 3.9.
| Categorie 1 onderhevig aan ECL over 12 |
Categorie 2 onderhevig aan ECL over |
Categorie 3 onderhevig aan ECL over |
Onderhevig aan ECL over resterende looptijd - voor verworven of gecreëerde activa met verminderde |
||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | maanden | resterende looptijd | resterende looptijd | kredietwaardigheid | Totaal |
| 2023 | |||||
| Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari | 110 | 635 | 1 796 | 77 | 2 619 |
| Mutaties met resultaatsinvloed1 | 37 | -144 | 141 | 11 | 46 |
| Overdracht van financiële activa | |||||
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | -12 | 86 | 41 | 0 | 115 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 14 | -125 | 95 | 0 | -16 |
| Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) | 0 | 17 | -34 | -1 | -18 |
| Nieuwe financiële activa2 | 60 | 22 | 7 | 0 | 89 |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -10 | -98 | 76 | 15 | -17 |
| Veranderingen in model of methodologie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | -15 | -45 | -58 | -2 | -121 |
| Andere | 0 | 0 | 14 | 0 | 14 |
| Mutaties zonder resultaatsinvloed | -2 | -1 | -187 | -1 | -191 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | -2 | -1 | -207 | -1 | -211 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 0 | 19 | 1 | 20 |
| Bijzondere waardeverminderingen op 31 december | 146 | 490 | 1 750 | 88 | 2 474 |
| 2022 | |||||
| Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari | 104 | 507 | 1 848 | 114 | 2 573 |
| Mutaties met resultaatsinvloed1 | -6 | 96 | 147 | -8 | 230 |
| Overdracht van financiële activa | |||||
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | -22 | 158 | 60 | 0 | 197 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 4 | -83 | 95 | 0 | 16 |
| Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) | 0 | 26 | -54 | -3 | -31 |
| Nieuwe financiële activa2 | 40 | 43 | 10 | 0 | 93 |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -16 | -23 | 90 | -5 | 48 |
| Veranderingen in model of methodologie | -1 | 3 | 0 | 0 | 2 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | -10 | -26 | -59 | -1 | -97 |
| Andere | -1 | -2 | 4 | 0 | 2 |
| Mutaties zonder resultaatsinvloed | 12 | 32 | -199 | -29 | -184 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | 0 | -1 | -296 | -7 | -304 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 14 | 32 | 88 | 0 | 133 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | -2 | 1 | 9 | -21 | -13 |
| Bijzondere waardeverminderingen op 31 december | 110 | 635 | 1 796 | 77 | 2 619 |
1 Recuperaties op al afgeschreven kredieten worden wel verwerkt in de winst-en-verliesrekening bij de 'bijzondere waardeverminderingen op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI', maar worden niet in deze tabel opgenomen, aangezien ze geen invloed hebben op de waardeverminderingen die in de balans zijn uitgedrukt. 2 Bevat ook bijzondere waardeverminderingen gerelateerd aan nieuwe financiële activa ten gevolge van uitoefening van al bestaande verbintenissen en verstrekte financiële garanties
buiten balans.
3 Derecognition zonder resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de aanpassing van de waardevermindering al upfront was doorgevoerd (bijvoorbeeld op het moment van de verkoopovereenkomst (desinvesteringen) of aanpassing van de waardevermindering vóór de afschrijving). Derecognition met resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de
waardevermindering op hetzelfde moment plaatsvindt (bijvoorbeeld in geval van kwijtschelding van schulden).
| Ontvangen waarborgen | ||||
|---|---|---|---|---|
| Maximaal | en andere credit | |||
| (in miljoenen euro) | kredietrisico (A) | enhancements (B) | Netto (A-B) | |
| 31-12-2023 | ||||
| Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 341 106 | 141 604 | 199 502 | |
| Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) | 2 261 | 1 721 | 540 | |
| Schuldpapier | 68 265 | 56 | 68 209 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 185 556 | 103 556 | 82 000 | |
| Reverse repo's | 25 501 | 25 476 | 24 | |
| Overige financiële activa | 1 196 | 0 | 1 196 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 60 589 | 12 515 | 48 073 | |
| Onherroepelijk | 40 149 | 7 179 | 32 970 | |
| Herroepelijk | 20 440 | 5 337 | 15 103 | |
| Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 8 902 | 2 400 | 6 502 | |
| Schuldpapier | 3 152 | 0 | 3 152 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 836 | 796 | 40 | |
| Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) |
0 | 0 | 0 | |
| Reverse repo's | 0 | 0 | 0 | |
| Derivaten | 4 914 | 1 604 | 3 310 | |
| Overige financiële activa | 0 | 0 | 0 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal | 350 009 | 144 004 | 206 004 | |
| 31-12-2022 | ||||
| Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 326 282 | 132 743 | 193 539 | |
| Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) | 2 106 | 1 550 | 556 | |
| Schuldpapier | 63 421 | 98 | 63 323 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 181 667 | 99 415 | 82 252 | |
| Reverse repo's | 20 186 | 20 131 | 55 | |
| Overige financiële activa | 1 561 | 0 | 1 561 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 59 447 | 13 099 | 46 348 | |
| Onherroepelijk | 38 832 | 6 741 | 32 091 | |
| Herroepelijk | 20 616 | 6 358 | 14 258 | |
| Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 9 239 | 2 208 | 7 031 | |
| Schuldpapier | 1 745 | 0 | 1 745 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 639 | 593 | 46 | |
| Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) |
0 | 0 | 0 | |
| Reverse repo's | 33 | 33 | 0 | |
| Derivaten | 6 821 | 1 582 | 5 239 | |
| Overige financiële activa | 0 | 0 | 0 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal | 335 521 | 134 951 | 200 570 |
• Ontvangen waarborgen en credit enhancements worden opgenomen tegen marktwaarde en beperkt tot het uitstaande bedrag van de betreffende leningen.
p. 198
•
| Financiële instrumenten onderhevig aan netting, afdwingbare nettingraamovereenkomsten en soortgelijke overeenkomsten |
Brutobedrag van erkende financiële instrumenten |
Brutobedrag van erkende financiële instrumenten die verrekend worden (netting) |
Nettobedrag van financiële instrumenten gepresen teerd op de balans |
Bedragen die niet verrekend worden op de balans (netting) |
Netto bedrag |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Financiële instrumenten |
Kaswaar borgen |
Effecten waarborgen |
||||
| 31-12-2023 | |||||||
| FINANCIËLE ACTIVA | |||||||
| Derivaten | 24 076 | 19 163 | 4 914 | 3 162 | 1 123 | 6 | 623 |
| Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen | 4 821 | 0 | 4 821 | 3 162 | 1 123 | 6 | 531 |
| Derivaten met centrale clearinghuizen* | 19 255 | 19 163 | 93 | 0 | 0 | 0 | 93 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
38 919 | 13 418 | 25 501 | 120 | 0 | 25 361 | 19 |
| Reverse repo's | 38 919 | 13 418 | 25 501 | 120 | 0 | 25 361 | 19 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 62 996 | 32 581 | 30 415 | 3 282 | 1 123 | 25 367 | 643 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||||
| Derivaten | 23 223 | 17 321 | 5 902 | 3 166 | 809 | 576 | 1 352 |
| Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen | 5 796 | 0 | 5 796 | 3 166 | 809 | 576 | 1 245 |
| Derivaten met centrale clearinghuizen* | 17 427 | 17 321 | 106 | 0 | 0 | 0 | 106 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten | 18 693 | 13 418 | 5 275 | 120 | 0 | 5 112 | 43 |
| Repo's | 18 693 | 13 418 | 5 275 | 120 | 0 | 5 112 | 43 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 41 916 | 30 739 | 11 177 | 3 286 | 809 | 5 688 | 1 394 |
| 31-12-2022 | |||||||
| FINANCIËLE ACTIVA | |||||||
| Derivaten | 32 380 | 25 559 | 6 821 | 4 485 | 1 302 | 67 | 968 |
| Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen | 6 601 | 0 | 6 601 | 4 485 | 1 302 | 67 | 748 |
| Derivaten met centrale clearinghuizen* | 25 779 | 25 559 | 220 | 0 | 0 | 0 | 220 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
25 694 | 5 475 | 20 219 | 0 | 0 | 20 210 | 8 |
| Reverse repo's | 25 694 | 5 475 | 20 219 | 0 | 0 | 20 210 | 8 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 58 074 | 31 034 | 27 040 | 4 485 | 1 302 | 20 277 | 976 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||||
| Derivaten | 31 462 | 22 846 | 8 615 | 4 492 | 1 095 | 447 | 2 582 |
| Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen | 8 329 | 0 | 8 329 | 4 492 | 1 095 | 447 | 2 296 |
| Derivaten met centrale clearinghuizen* | 23 132 | 22 846 | 286 | 0 | 0 | 0 | 286 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten | 16 573 | 5 475 | 11 097 | 0 | 0 | 11 082 | 15 |
| Repo's | 16 573 | 5 475 | 11 097 | 0 | 0 | 11 082 | 15 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 48 035 | 28 322 | 19 713 | 4 492 | 1 095 | 11 529 | 2 597 |
* Voor centrale clearinghuizen verwijst de nettingprocedure naar de netting tussen derivaten en de gerelateerde kaswaarborgen. Het bedrag van de kaswaarborgen met centrale clearinghuizen is 1 842 miljoen euro eind 2023 en 2 712 miljoen euro eind 2022.
| Schokscenario's van de toezichthouder (in miljoenen euro, materiële valuta's)* | Veranderingen in de economische waarde van het eigen vermogen, 4KW2023 |
|---|---|
| 1 Parallel omhoog | -606 |
| 2 Parallel omlaag | 126 |
| 3 Steepener | -131 |
| 4 Flattener | -23 |
| 5 Kortetermijnrente omhoog | -142 |
| 6 Kortetermijnrente omlaag | 72 |
* Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de onderliggende interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in de door de regelgever opgelegde normen.
| Reële waarde van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen |
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs |
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde | |
| 31-12-2023 | |||||
| FINANCIËLE ACTIVA | |||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo's | 28 135 | 28 100 | – | – | |
| Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo's | 182 921 | 175 381 | – | – | |
| Schuldpapier | 51 372 | 48 976 | – | – | |
| Overige | 1 196 | 1 196 | – | – | |
| Correctie voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille |
-2 402 | – | – | – | |
| Totaal | 261 223 | 253 653 | – | – | |
| Niveau 1 | – | 45 992 | – | – | |
| Niveau 2 | – | 31 953 | – | – | |
| Niveau 3 | – | 175 708 | – | – | |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo's | – | – | 18 272 | 18 142 | |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | – | – | 260 028 | 259 713 | |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | 29 | 29 | |
| Overige | – | – | 2 546 | 2 533 | |
| Totaal | – | – | 280 874 | 280 417 | |
| Niveau 1 | – | – | – | 119 | |
| Niveau 2 | – | – | – | 99 879 | |
| Niveau 3 | – | – | – | 180 418 | |
| 31-12-2022 | |||||
| FINANCIËLE ACTIVA | |||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo's | 24 258 | 24 211 | – | – | |
| Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo's | 177 596 | 163 972 | – | – | |
| Schuldpapier | 48 356 | 43 611 | – | – | |
| Overige | 1 561 | 1 561 | – | – | |
| Correctie voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille |
-4 335 | – | – | – | |
| Totaal | 247 435 | 233 355 | – | – | |
| Niveau 1 | – | 40 671 | – | – | |
| Niveau 2 | – | 31 336 | – | – | |
| Niveau 3 | – | 161 349 | – | – | |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo's | – | – | 35 671 | 35 207 | |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | – | – | 251 735 | 250 485 | |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | 30 | 30 | |
| Overige | – | – | 2 448 | 2 448 | |
| Totaal | – | – | 289 885 | 288 170 | |
| Niveau 1 | – | – | – | 47 | |
| Niveau 2 | – | – | – | 111 124 | |
| Niveau 3 | – | – | – | 176 999 |
| Waarderingshiërarchie | 31-12-2023 | 31-12-2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE | ||||||||
| Verplicht tegen reële waarde, niet aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 13 | 0 | 13 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's | 0 | 0 | 836 | 836 | 0 | 0 | 625 | 625 |
| Aandelen | 0 | 0 | 14 | 14 | 0 | 0 | 13 | 13 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | 14 241 | 107 | 0 | 14 348 | 12 638 | 134 | 0 | 12 772 |
| Schuldpapier | 13 | 0 | 1 | 14 | 12 | 0 | 5 | 17 |
| Waarvan overheidsobligaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's |
0 | 1 | 0 | 1 | 0 | 34 | 0 | 34 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelen | 567 | 0 | 2 | 570 | 429 | 0 | 0 | 430 |
| Schuldpapier | 2 420 | 717 | 1 | 3 138 | 1 480 | 244 | 4 | 1 728 |
| Waarvan overheidsobligaties | 2 364 | 602 | 0 | 2 966 | 1 444 | 223 | 0 | 1 667 |
| Derivaten | 3 | 3 908 | 708 | 4 618 | 3 | 5 547 | 729 | 6 279 |
| Tegen reële waarde via OCI | ||||||||
| Aandelen | 1 212 | 1 | 483 | 1 695 | 1 149 | 1 | 403 | 1 552 |
| Schuldpapier | 14 079 | 2 628 | 186 | 16 892 | 12 201 | 2 645 | 219 | 15 065 |
| Waarvan overheidsobligaties | 11 679 | 1 501 | 26 | 13 206 | 9 723 | 1 429 | 73 | 11 225 |
| Afdekkingsderivaten | ||||||||
| Derivaten | 0 | 295 | 0 | 295 | 0 | 542 | 0 | 542 |
| Totaal | ||||||||
| Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | 32 534 | 7 656 | 2 231 | 42 422 | 27 913 | 9 159 | 1 998 | 39 070 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE | ||||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. repo's |
0 | 40 | 0 | 40 | 0 | 7 | 0 | 7 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | 0 | 81 | 0 | 81 | 0 | 44 | 0 | 44 |
| Derivaten | 2 | 4 460 | 1 039 | 5 501 | 2 | 6 911 | 1 125 | 8 038 |
| Baisseposities | 1 428 | 0 | 0 | 1 428 | 884 | 123 | 0 | 1 007 |
| Bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. repo's |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | 0 | 202 | 1 157 | 1 359 | 0 | 74 | 1 131 | 1 205 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | 13 432 | 0 | 0 | 13 432 | 11 996 | 0 | 0 | 11 996 |
| Afdekkingsderivaten | ||||||||
| Derivaten | 0 | 306 | 95 | 401 | 0 | 479 | 98 | 577 |
| Totaal | ||||||||
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde | 14 862 | 5 090 | 2 290 | 22 242 | 12 881 | 7 638 | 2 355 | 22 874 |
| Soort instrument | Producten | Type waardering | |
|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Liquide financiële instrumenten waarvoor genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn |
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde financiële futures, beursgenoteerde opties, beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere liquide obligaties, liquide asset backed securities op actieve markten |
Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op een actieve markt), voor obligaties: BVAL of data vendor. |
| Plain vanilla / liquide derivaten |
(Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps, valutatermijncontracten, rentetermijncontracten (FRA), inflatieswaps, dividendswaps en -futures, reverse floaters, opties op obligatiefutures, opties op rentefutures, overnight index swaps, FX reset |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, valutaswaps en (CC)IRS) |
|
| Caps en floors, renteopties, Europese aandelenopties, Europese en Amerikaanse valutaopties, forward start-opties, digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige opties, Europese swaptions, European cancelable IRS |
Waarderingsmodel voor opties op basis van waarneembare parameters (bv. volatiliteit) |
||
| Niveau 2 | Lineaire financiële verplichtingen (zonder optionele kenmerken) – cashinstrumenten |
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in het kader van repo's | Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, valutaswaps en (CC)IRS) |
| Halfliquide obligaties/ABS | Halfliquide obligaties / asset backed securities | BVAL, prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode |
|
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva) | Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van observeerbare parameters |
|
| Lineaire financiële activa (cashinstrumenten) |
Leningen, thesauriebewijzen | Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, valutaswaps en (CC)IRS) |
|
| Exotische derivaten | Target profit forwards, flexible forwards, Amerikaanse en Aziatische aandelenopties, Bermudan swaptions, digitale renteopties, quanto renteopties, digitale aandelenopties, composite aandelenopties, barrieropties op aandelen, quanto-digital FX options, FX Asian options, FX European barrier options, FX simple digital barrier options, FX touch rebate, inflatieopties, Bermudan cancelable IRS, constant maturity swaps (CMS), CMS spread swaps, CMS spread options, CMS interest rate caps/floors, (callable) range accruals, autocallable options, lookback options, commodity swaps en forwards |
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet-waarneembare parameters (bv. correlatie) |
|
| Niveau 3 | Illiquide instrumenten met kredietkoppeling |
Collateralised debt obligations (notes) | Waarderingsmodel op basis van de correlatie tussen de respectieve defaultkansen van de onderliggende activa |
| Private Equity Investments | Private equity en niet-genoteerde deelnemingen | Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de European Private Equity & Venture Capital Association |
|
| Illiquide obligaties / ABS | Illiquide (hypotheek)obligaties / Asset backed securities die indicatief worden geprijsd door één prijsleverancier op een niet-actieve markt |
BVAL, prijsstelling door derden (bv. leadmanager), geen prijscontrole mogelijk door gebrek aan beschikbare/betrouwbare alternatieve marktgegevens |
|
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima), hypotheekobligaties op het actief van ČSOB |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet observeerbare parameters (indicatieve prijsstelling door derden voor de derivaten) |
|
| Gestructureerde leningen | Door de overheid gereguleerde leningen met ingebouwde hefboomrente en exotische vervroegde aflossingsmogelijkheden (K&H) |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet observeerbare parameters. |
• Overdrachten: in 2023 herklasseerde KBC voor 176 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 1 naar niveau 2 en voor 286 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 2 naar niveau 1. In 2022 was dit respectievelijk 77 miljoen euro en 434 miljoen euro. Het grootste deel van die herklasseringen gebeurde wegens een gewijzigde liquiditeit van overheids- en bedrijfsobligaties.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde Gecontracteerde bedragen* | Boekwaarde | Gecontracteerde bedragen* | ||||||
| Activa | Verplich tingen |
Aangekocht | Verkocht | Activa | Verplich tingen |
Aangekocht | Verkocht | |
| Totaal | 4 618 | 5 501 | 598 880 | 591 923 | 6 279 | 8 038 | 567 205 | 568 302 |
| Rentecontracten | 1 821 | 2 252 | 403 723 | 395 170 | 2 642 | 3 678 | 379 270 | 377 754 |
| Waarvan renteswaps en futures | 1 684 | 2 169 | 394 018 | 389 184 | 2 429 | 3 542 | 368 144 | 371 294 |
| Waarvan opties | 137 | 83 | 9 705 | 5 986 | 214 | 136 | 11 126 | 6 460 |
| Valutacontracten | 2 318 | 2 481 | 180 438 | 182 719 | 3 166 | 3 620 | 174 787 | 177 841 |
| Waarvan valuta- en renteswaps, termijnwisselverrichtingen en futures |
2 246 | 2 409 | 176 708 | 176 829 | 3 081 | 3 509 | 171 878 | 172 361 |
| Waarvan opties | 72 | 72 | 3 730 | 5 890 | 85 | 112 | 2 909 | 5 480 |
| Aandelencontracten | 471 | 761 | 14 381 | 13 698 | 452 | 720 | 12 812 | 12 371 |
| Waarvan aandelenswaps | 385 | 393 | 11 314 | 11 031 | 414 | 410 | 10 553 | 10 394 |
| Waarvan opties | 85 | 368 | 3 067 | 2 667 | 37 | 311 | 2 259 | 1 977 |
| Kredietcontracten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan credit default swaps | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Grondstoffen- en andere contracten |
8 | 7 | 338 | 336 | 20 | 19 | 337 | 335 |
p. 206
* In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd.
| (in miljoenen euro) | Afdekkingsinstrument | Afgedekt instrument | Invloed op eigen vermogen | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gecontracteerde bedragen1 |
Boekwaarde | veranderingen van instrumenten als basis voor de berekening van het niet-effectieve deel van de Reëlewaarde de afdekkings periode2 |
Type | veranderingen van de afgedekte instrumenten als basis voor de berekening van effectieve deel van de periode2 Rëelewaarde het niet |
Niet-effectief deel opgenomen resultaat het in |
Effectief deel opgenomen in OCI |
|||||
| Hedgingstrategie | Aange kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Totaal inclusief veranderingen reëlewaarde |
Waarvan gecumuleerde reëlewaarde aanpassingen |
|||||
| Micro-hegde-reëlewaardeafdekkingen | |||||||||||
| Renteswaps | 31 864 | 31 864 | 97 | 112 | 267 | Aangehouden schuldpapier tegen AC | 6 547 | -300 | 377 | ||
| renteswaps en Valuta- |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Leningen en voorschotten tegen AC | 601 | 75 | 3 | ||
| Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI |
2 999 | -25 | 124 | ||||||||
| Uitgegeven schuldpapier tegen AC | 21 285 | -560 | -774 | ||||||||
| Deposito's tegen AC | 0 | 0 | 0 | ||||||||
| Totaal | 31 864 | 31 864 | 97 | 112 | 267 | Totaal | -269 | -2 | – | ||
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | |||||||||||
| Renteswaps | 143 932 | 143 932 | 93 | 123 | -995 | Aangehouden schuldpapier tegen AC | 937 | -7 | 115 | ||
| renteopties en Valuta- |
1 618 | 0 | 70 | 0 | -27 | Leningen en voorschotten tegen AC | 125 541 | -2 473 | 1 841 | ||
| Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI |
85 | 3 | 9 | ||||||||
| Uitgegeven schuldpapier tegen AC | 0 | 0 | 0 | ||||||||
| Deposito's tegen AC | 15 938 | -507 | -936 | ||||||||
| Totaal | 145 550 | 143 932 | 163 | 123 | -1 022 | Totaal | 1 029 | 7 | – | ||
| Kasstroomafdekkingen (micro-hedge en ter afdekking van een portefeuille) | |||||||||||
| Renteswaps | 19 603 | 19 603 | 15 | 127 | 401 | ||||||
| renteswaps en Valuta- |
1 181 | 1 205 | 1 | 22 | -14 | ||||||
| Totaal | 20 784 | 20 808 | 17 | 149 | 387 | Totaal | -395 | -9 | -611 | ||
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit | |||||||||||
| Totaal3 | 2 579 | 2 570 | 19 | 460 | 77 | Totaal | -77 | 0 | 92 | ||
| In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd. 1 |
Toelichting 4.8.2:
31-12-2023
Afdekkingsderivaten
Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – zie ook Toelichting 3.3.
Boekwaarde verplichtingen: afdekkingsinstrumenten voor het grootste deel onder de vorm van deposito's in een vreemde munt.
p. 207
2 3
| Effectief deel opgenomen -1 046 in OCI – – 20 deel opgenomen in het resultaat Niet-effectief 5 0 -3 0 veranderingen van de afgedekte als basis voor de berekening van effectieve deel van de periode2 -176 624 -123 -3 769 -6 644 -3 254 -167 -18 Rëelewaarde het niet -323 -310 1 432 0 0 instrumenten Waarvan leerde gecumu reëlewaarde aanpassingen -684 70 -152 -1 334 0 -122 -4 207 -6 0 -1 432 Totaal inclusief 4 007 14 624 359 14 574 reëlewaarde veranderingen 683 1 342 0 104 980 23 0 Aangehouden schuldpapier tegen AC Aangehouden schuldpapier tegen AC Leningen en voorschotten tegen AC Leningen en voorschotten tegen AC Uitgegeven schuldpapier tegen AC Uitgegeven schuldpapier tegen AC Aangehouden schuldpapier tegen Aangehouden schuldpapier tegen Deposito's tegen AC Deposito's tegen AC Totaal Totaal Totaal Totaal FVOCI FVOCI Type veranderingen van instrumenten als basis voor de berekening van het niet-effectieve deel van de Reëlewaarde de afdekkings periode2 -619 0 -619 3 172 82 3 254 177 -13 164 18 Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille Kasstroomafdekkingen (micro-hedge en ter afdekking van een portefeuille) Boekwaarde 154 Verplich- tingen 102 0 102 261 0 261 115 39 505 Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit Activa 185 0 185 209 310 47 0 47 0 101 Gecontracteerde bedragen1 Verkocht 123 930 123 930 20 073 1 257 1 807 22 753 0 22 753 0 21 330 Micro-hegde-reëlewaardeafdekkingen 1 204 Aange kocht 22 753 0 22 753 123 930 1 762 125 692 20 073 21 277 1 755 Hedgingstrategie Renteswaps Renteswaps Renteswaps renteswaps renteswaps renteopties en en en Valuta- Valuta- Valuta- Totaal3 Totaal Totaal Totaal |
(in miljoenen euro) | Afdekkingsinstrument | Afgedekt instrument | Invloed op eigen vermogen | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening –
p. 208
Boekwaarde verplichtingen: afdekkingsinstrumenten voor het grootste deel onder de vorm van deposito's in een vreemde munt.
3
242 Jaarverslag KBC Groep 2023
31-12-2022
| Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf (in miljoenen euro) | Instroom | Uitstroom |
|---|---|---|
| Maximaal 3 maanden | 34 | -79 |
| Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden | 52 | -103 |
| Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar | 115 | -213 |
| Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar | 202 | -401 |
| Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar | 335 | -625 |
| Meer dan 5 jaar | 537 | -671 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 691 | 1 406 |
| Vooruitbetaalde kosten en verkregen opbrengsten | 627 | 561 |
| Overige | 1 064 | 845 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| ACTUELE BELASTINGEN | ||
| Actuele belastingvorderingen | 176 | 174 |
| Actuele belastingverplichtingen | 99 | 150 |
| UITGESTELDE BELASTINGEN | 351 | 689 |
| Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil | 1 134 | 1 568 |
| Personeelsbeloningen | 85 | 78 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 103 | 186 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 80 | 77 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 19 | 49 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 207 | 219 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
92 | 142 |
| Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
445 | 705 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 36 | 21 |
| Overige, incl. herverzekeringscontracten | 68 | 90 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil | 784 | 879 |
| Personeelsbeloningen | 95 | 99 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 0 | 0 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 43 | 40 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 9 | 9 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 3 | 3 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
76 | 129 |
| Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
41 | 50 |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 467 | 516 |
| Overige, incl. herverzekeringscontracten | 50 | 32 |
| Netto opgenomen in de balans als volgt | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 724 | 1 001 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 373 | 312 |
| Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden | 117 | 151 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Totaal | 30 | 32 |
| Overzicht van investeringen inclusief goodwill | ||
| IGLUU s.r.o. | 2 | 2 |
| Immoscoop 2.0 BV | 0 | 1 |
| Isabel NV | 15 | 12 |
| Bancontact Payconiq Company NV | 7 | 7 |
| Payconiq International SA | – | 7 |
| Batopin NV | 3 | 1 |
| Overige | 2 | 3 |
| Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures | ||
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Indeling naar type | ||
| Niet-beursgenoteerd | 30 | 32 |
| Beursgenoteerd | 0 | 0 |
| Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 3 216 | 2 989 | |||
| Vastgoedbeleggingen | 571 | ||||
| Huurinkomsten | 50 | ||||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd | 15 | ||||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd | 1 | ||||
| MUTATIETABEL | Terreinen en gebouwen |
IT apparatuur |
Overige uitrusting |
Totaal materiële vaste activa |
Vastgoed beleggingen |
| 2023 | |||||
| Beginsaldo | 1 373 | 130 | 1 486 | 2 989 | 571 |
| Aanschaffingen | 106 | 53 | 830 | 988 | 34 |
| Vervreemdingen | -24 | 0 | -242 | -266 | -82 |
| Afschrijvingen | -119 | -62 | -25 | -206 | -31 |
| Overige mutaties | -30 | 1 | -260 | -289 | -7 |
| Eindsaldo | 1 306 | 122 | 1 789 | 3 216 | 485 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
1 585 | 479 | 915 | 2 979 | 308 |
| Reële waarde | 733 | ||||
| 2022 | |||||
| Beginsaldo | 1 479 | 117 | 1 454 | 3 050 | 518 |
| Aanschaffingen | 37 | 68 | 470 | 575 | 85 |
| Vervreemdingen | -30 | -1 | -204 | -235 | -13 |
| Afschrijvingen | -120 | -60 | -25 | -205 | -31 |
| Overige mutaties | 7 | 6 | -209 | -196 | 12 |
| Eindsaldo | 1 373 | 130 | 1 486 | 2 989 | 571 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
1 570 | 446 | 876 | 2 892 | 376 |
| Reële waarde | – | – | – | – | 827 |
• Jaarlijkse afschrijvingspercentages: hoofdzakelijk 3% voor gebouwen (inclusief vastgoedbeleggingen), 33% voor ITapparatuur, tussen 5% en 33% voor overige uitrusting. Op terreinen wordt geen afschrijving toegepast.
| (in miljoenen euro) | Goodwill | Intern ontwik kelde software |
Extern ontwikkelde software |
Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| 2023 | |||||
| Beginsaldo | 1 346 | 719 | 250 | 16 | 2 331 |
| Aanschaffingen | 0 | 271 | 87 | 11 | 370 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 | -2 | -2 |
| Afschrijvingen | 0 | -113 | -64 | -2 | -179 |
| Overige mutaties | -106 | -48 | -7 | -3 | -164 |
| Eindsaldo | 1 240 | 829 | 266 | 20 | 2 355 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 369 | 806 | 909 | 31 | 2 115 |
| 2022 | |||||
| Beginsaldo | 913 | 559 | 263 | 13 | 1 749 |
| Aanschaffingen | 438 | 262 | 73 | 9 | 783 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | -1 | -3 | -4 |
| Afschrijvingen | 0 | -90 | -78 | -1 | -169 |
| Overige mutaties | -6 | -12 | -8 | -2 | -28 |
| Eindsaldo | 1 346 | 719 | 250 | 16 | 2 331 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 260 | 646 | 836 | 56 | 1 797 |
p. 214
| Uitstaande goodwill | van kasstroomprognose heen | |||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
| K&H Bank | 181 | 173 | 15,2% – 13,7% | 17,3% – 13,3% |
| ČSOB (Tsjechië) | 252 | 259 | 13,0% – 12,8% | 13,9% – 12,8% |
| ČSOB Stavební sporitelna | 66 | 176 | 13,0% – 12,8% | 13,2% – 12,8% |
| United Bulgarian Bank | 546 | 544 | 13,3% – 12,5% | 12,5% – 12,2% |
| DZI Insurance | 75 | 75 | 11,2% – 10,4% | 10,5% – 8,1% |
| KBC Commercial Finance | 21 | 21 | 12,0% | 9,9% |
| Pension Insurance Company UBB | 56 | 56 | 8,3% – 8,4% | 9,3% – 9,1% |
| Rest | 42 | 42 | – | – |
| Totaal | 1 240 | 1 346 | – | – |
• De periode waarop de kasstroombudgetten en prognoses betrekking hebben, is in de meeste gevallen 10 jaar. We gebruiken die langere periode vanwege de huidige sterke groei in de Centraal- en Oost-Europese landen waarbij de verwachting is dat op langere termijn de groeivoet evolueert naar een meer gematigd niveau.
• Het gebruikte groeipercentage voor de extrapolatie van de kasstroomprognoses na die periode is gelijk aan de verwachte langetermijngroei van het bruto binnenlands product. Dat laatste is afhankelijk van het land en bedroeg in 2023 tussen 3,2% en 4,7% (2022: ook tussen 3,2% en 4,7%).
• We voerden geen gevoeligheidsanalyse uit voor die entiteiten waarvoor het overschot van de realiseerbare waarde op de boekwaarde zo aanzienlijk is dat geen redelijke verandering in de hoofdparameters ertoe zou leiden dat de realiseerbare waarde gelijk is aan of kleiner wordt dan de boekwaarde. In de tabel vindt u voor de andere entiteiten een indicatie van de impact van redelijke veranderingen in hoofdparameters op bijzondere waardeverminderingen op goodwill.
| Sensitiviteit inzake redelijke veranderingen (in miljoenen euro)* |
1,0%verhoging in discontovoet |
1,0% verhoging in beoogde solvabliteitsratio |
5% daling in jaarlijkse nettowinst |
|---|---|---|---|
| United Bulgarian Bank | -164 | -109 | -98 |
| ČSOB Stavební sporitelna | -9 | -9 | -12 |
* De impact van de veranderingen worden ceteris paribus berekend.
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | PAA | BBA | VFA | Totaal | PAA | BBA | VFA | |
| Leven | ||||||||
| Afgestane herverzekeringsvorderingen | 0 | 0 | — | — | 0 | 0 | – | – |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 13 862 | 55 | 12 878 | 928 | 13 444 | 52 | 12 600 | 792 |
| LRC (verplichting uit hoofde van resterende dekking) | 13 674 | 2 | 12 762 | 910 | 13 268 | 2 | 12 491 | 775 |
| Tak 23 | 798 | 0 | — | 798 | 675 | 0 | – | 675 |
| Tak 21 | 12 651 | 2 | 12 650 | — | 12 383 | 2 | 12 381 | 0 |
| Hybride | 225 | 0 | 112 | 112 | 210 | 0 | 110 | 100 |
| Aangenomen herverzekering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| LIC (verplichting uit hoofde van ontstane claims) | 188 | 53 | 116 | 18 | 176 | 50 | 109 | 17 |
| Tak 23 | 13 | 0 | — | 13 | 12 | 0 | – | 12 |
| Tak 21 | 153 | 53 | 99 | — | 142 | 50 | 92 | – |
| Hybride | 21 | 0 | 17 | 4 | 22 | 0 | 17 | 5 |
| Aangenomen herverzekering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Activa voor aanschaffingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Niet-leven | ||||||||
| Afgestane herverzekeringsvorderingen | 64 | 64 | — | — | 55 | 55 | – | – |
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 2 922 | 2 716 | 206 | — | 2 714 | 2 462 | 252 | – |
| LRC (verplichting uit hoofde van resterende dekking) | 701 | 512 | 190 | — | 676 | 439 | 238 | – |
| Personenverzekering | 205 | 16 | 190 | — | 253 | 16 | 238 | – |
| Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen | 160 | 160 | — | — | 145 | 145 | – | – |
| Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen | 25 | 25 | — | — | 24 | 24 | – | – |
| Casco | 96 | 96 | — | — | 81 | 81 | – | – |
| Zaakschade, andere dan casco | 216 | 216 | — | — | 173 | 173 | – | – |
| Aangenomen herverzekering | 0 | 0 | 0 | — | -1 | -1 | 0 | – |
| LIC (verplichting uit hoofde van ontstane claims) | 2 220 | 2 204 | 16 | — | 2 038 | 2 024 | 14 | – |
| Personenverzekering | 610 | 594 | 16 | — | 544 | 530 | 14 | – |
| Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) Motorrijtuigen | 863 | 863 | — | — | 771 | 771 | – | – |
| Aansprakelijkheid, andere dan BA Motorrijtuigen | 357 | 357 | — | — | 358 | 358 | – | – |
| Casco | 53 | 53 | — | — | 42 | 42 | – | – |
| Zaakschade, andere dan casco | 319 | 319 | — | — | 306 | 306 | – | – |
| Aangenomen herverzekering | 18 | 18 | 0 | — | 17 | 17 | 0 | – |
| Activa voor aanschaffingskosten | 0 | 0 | 0 | — | 0 | 0 | 0 | – |
De LRC (behalve PAA) wordt berekend op basis van verschillende veronderstellingen. Bij het maken van deze veronderstellingen is beoordelingsvermogen vereist en ze zijn gebaseerd op verschillende interne en externe informatiebronnen. Deze verplichtingen worden over het algemeen berekend aan de hand van veronderstellingen die van toepassing waren bij het afsluiten van de verzekeringscontracten en bepalen als zodanig de CSM bij eerste opname. De belangrijkste veronderstellingen zijn:
Veronderstellingen voor de LIC zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden met claims, schade-uitkeringen en schaderegelingskosten, gecorrigeerd om rekening te houden met factoren als de verwachte marktontwikkeling, inflatie in schadegevallen en externe factoren zoals gerechtelijke uitspraken, wetgeving en discontering.
| Munt | Illiquiditeitspremie | Looptijd van de portefeuille | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 1 jaar | 5 jaar | 10 jaar | 20 jaar | ||
| 2023 | |||||
| EUR | Met volatiliteitsaanpassing | 3,14% | 2,51% | 2,96% | 2,34% |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 2,92% | 2,29% | 2,74% | 2,13% | |
| CZK | Met volatiliteitsaanpassing | 4,83% | 3,19% | 3,70% | 3,98% |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 4,67% | 3,03% | 3,54% | 3,82% | |
| HUF | Met volatiliteitsaanpassing | 5,55% | 5,25% | 6,29% | 5,49% |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 5,44% | 5,14% | 6,18% | 5,38% | |
| BGN | Met volatiliteitsaanpassing | 3,16% | 2,50% | 3,00% | 2,43% |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 3,16% | 2,50% | 3,00% | 2,43% | |
| 2022 | |||||
| EUR | Met volatiliteitsaanpassing | 4,77% | 3,26% | 3,36% | 1,87% |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 4,56% | 3,05% | 3,15% | 1,69% | |
| CZK | Met volatiliteitsaanpassing | 7,92% | 4,46% | 4,51% | 6,04% |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 7,61% | 4,16% | 4,21% | 5,70% | |
| HUF | Met volatiliteitsaanpassing | 13,96% | 7,21% | 8,52% | 9,40% |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 13,77% | 7,04% | 8,34% | 9,22% | |
| BGN | Met volatiliteitsaanpassing | 5,27% | 3,57% | 3,67% | 1,97% |
| Zonder volatiliteitsaanpassing | 5,27% | 3,57% | 3,67% | 1,97% |
p. 216
Rentecurve gebruikt om kasstromen te verdisconteren die niet variëren op basis van onderliggende posten; bottom-upmethode
| (in miljoenen euro) | Verplichtingen uit hoofde van resterende dekking |
Verplichtingen uit hoofde van | Totaal | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Excl. Verliescomponent |
Verliescomponent | Contracten niet gewaardeerd |
Contracten gewaardeerd volgens PAA volgens PAA Contante waarde van Risico toekomstige aanpassing kasstromen |
|||
| 2023 | ||||||
| Openingsbalans | 13 258 | 10 | 126 | 47 | 3 | 13 444 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -381 | -2 | 218 | 16 | 1 | -149 |
| Verzekeringsinkomsten BBA + VFA per overgangsmethode |
-399 -370 |
– – |
– – |
– – |
– – |
-399 -370 |
| Herziene retrospectieve benadering | -10 | – | – | – | – | -10 |
| Reëlewaardebenadering | -267 | – | – | – | – | -267 |
| Overige PAA |
-93 -30 |
– – |
– – |
– – |
– – |
-93 -30 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 19 | -2 | 218 | 16 | 1 | 251 |
| Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van beleggingscomponenten) | – | -1 | 156 | 13 | 1 | 169 |
| Gemaakte kosten andere dan claims | 0 | -7 | 92 | 2 | 87 | |
| Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op toekomstige diensten – verliezen op en terugname van verliezen op verlieslatende contracten |
19 – |
– 6 |
– – |
– – |
– – |
19 6 |
| Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op | – | – | -30 | 1 | 1 | -30 |
| diensten in het verleden Beleggingscomponenten |
-1 284 | – | 1 284 | – | – | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 815 | 0 | 3 | 3 | 0 | 821 |
| In winst-en-verliesrekening | 281 | 0 | 1 | 0 | 0 | 283 |
| In OCI | 534 | 0 | 2 | 3 | 0 | 538 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
-850 | -2 | 1 505 | 19 | 1 | 672 |
| Totaal kasstromen | 1 271 | – | -1 497 | -16 | – | -242 |
| Ontvangen premies | 1 401 | – | – | – | – | 1 401 |
| Betaalde claims Andere kosten dan betaalde claims |
– | – | -1 404 -92 |
-14 -2 |
– | -1 419 -94 |
| Betaalde acquisitiekosten | – -130 |
– – |
– | – | – – |
-130 |
| Overige | -12 | 0 | 0 | 0 | 0 | -13 |
| Slotbalans | 13 667 | 7 | 134 | 50 | 3 | 13 862 |
| 2022 | ||||||
| Openingsbalans | 16 576 | 76 | 138 | 56 | 2 | 16 847 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -361 | -73 | 219 | 16 | 1 | -198 |
| Verzekeringsinkomsten | -372 | – | – | – | – | -372 |
| BBA + VFA per overgangsmethode | -343 | – | – | – | – | -343 |
| Herziene retrospectieve benadering | -11 | – | – | – | – | -11 |
| Reëlewaardebenadering | -263 -69 |
– – |
– – |
– – |
– – |
-263 -69 |
| Overige PAA |
-29 | – | – | – | – | -29 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 12 | -73 | 219 | 16 | 1 | 174 |
| Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van beleggingscomponenten) | – | -1 | 160 | 14 | 0 | 173 |
| Gemaakte kosten andere dan claims | 0 | -6 | 84 | 3 | 0 | 81 |
| Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op toekomstige diensten – verliezen op en terugname van verliezen op verlieslatende contracten |
12 – |
– -67 |
– – |
– – |
– – |
12 -67 |
| Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op | – | – | -25 | -1 | -1 | -25 |
| diensten in het verleden Beleggingscomponenten |
-1 606 | – | 1 606 | – | – | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -2 510 | 7 | -10 | -8 | 0 | -2 521 |
| In winst-en-verliesrekening | 91 | 0 | 1 | 0 | 0 | 92 |
| In OCI | -2 601 | 7 | -12 | -8 | 0 | -2 614 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
-4 477 | -66 | 1 815 | 8 | 1 | -2 719 |
| Totaal kasstromen | 1 151 | – | -1 827 | -17 | 0 | -692 |
| Ontvangen premies | 1 259 | – | – | – | – | 1 259 |
| Betaalde claims Andere kosten dan betaalde claims |
– – |
– – |
-1 742 -84 |
-14 -3 |
– – |
-1 756 -87 |
| Betaalde acquisitiekosten | -108 | – | – | – | – | -108 |
| Overige | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8 |
| Slotbalans | 13 258 | 10 | 126 | 47 | 3 | 13 444 |
| (in miljoenen euro) | Verplichtingen uit hoofde van resterende dekking |
Verplichtingen uit hoofde van | Totaal | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Excl. Verliescomponent |
Verliescomponent | Contracten niet gewaardeerd volgens PAA |
Contracten gewaardeerd volgens PAA |
|||
| Contante waarde van toekomstige kasstromen |
Risico aanpassing |
|||||
| 2023 | ||||||
| Openingsbalans | 675 | 1 | 14 | 1 802 | 222 | 2 714 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -1 789 | 0 | 28 | 1 343 | 7 | -410 |
| Verzekeringsinkomsten | -2 280 | – | – | – | – | -2 280 |
| BBA per overgangsmethode Herziene retrospectieve benadering |
-36 0 |
– – |
– – |
– – |
– – |
-36 0 |
| Reëlewaardebenadering | -29 | – | – | – | – | -29 |
| Overige PAA |
-7 -2 244 |
– – |
– – |
– – |
– – |
-7 -2 244 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 491 | 0 | 28 | 1 343 | 7 | 1 869 |
| Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van | ||||||
| beleggingscomponenten) | 0 | -1 | 26 | 1 091 | 62 | 1 178 |
| Gemaakte kosten andere dan claims Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie |
1 490 |
0 – |
3 – |
219 – |
0 – |
223 490 |
| Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op verliezen op en terugname van verliezen toekomstige diensten – op verlieslatende contracten |
– | 1 | – | – | – | 1 |
| Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op | – | – | 0 | 33 | -55 | -22 |
| diensten in het verleden Beleggingscomponenten |
0 | – | 0 | – | – | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten In winst-en-verliesrekening |
-48 0 |
0 0 |
1 0 |
89 27 |
12 4 |
54 30 |
| In OCI | -48 | 0 | 0 | 63 | 8 | 24 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
-1 837 | 0 | 29 | 1 433 | 19 | -356 |
| Totaal kasstromen | 1 862 | – | -27 | -1 288 | – | 547 |
| Ontvangen premies Betaalde claims |
2 357 – |
– – |
– -24 |
– -1 070 |
– – |
2 357 -1 094 |
| Andere kosten dan betaalde claims | – | – | -3 | -218 | – | -221 |
| Betaalde acquisitiekosten | -496 | – | – | – | – | -496 |
| Overige | 1 | 0 | 0 | 17 | 0 | 18 |
| Slotbalans | 700 | 1 | 16 | 1 964 | 240 | 2 922 |
| 2022 | ||||||
| Openingsbalans | 795 | 1 | 15 | 1 988 | 266 | 3 065 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -1 608 | 0 | 24 | 1 273 | -16 | -328 |
| Verzekeringsinkomsten | -2 049 | – | – | – | – | -2 049 |
| BBA per overgangsmethode | -35 0 |
– | – | – | – | -35 0 |
| Herziene retrospectieve benadering Reëlewaardebenadering |
-30 | – – |
– – |
– – |
– – |
-30 |
| Overige | -5 | – | – | – | – | -5 |
| PAA | -2 013 | – | – | – | – | -2 013 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten Ontstane claims (excl. Terugbetalingen van |
441 | 0 | 24 | 1 273 | -16 | 1 721 |
| beleggingscomponenten) | – | -1 | 21 | 1 098 | 65 | 1 183 |
| Gemaakte kosten andere dan claims | -1 441 |
0 | 3 | 214 | 0 | 216 441 |
| Geamortiseerde lasten uit hoofde van acquisitie Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op verliezen op en terugname van verliezen toekomstige diensten – op verlieslatende contracten |
– | – 1 |
– – |
– – |
– – |
1 |
| Veranderingen in vervullingskasstromen die betrekking hebben op | – | – | 0 | -38 | -81 | -120 |
| diensten in het verleden Beleggingscomponenten |
0 | – | 0 | – | – | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -131 | 0 | -2 | -253 | -28 | -413 |
| In winst-en-verliesrekening | -2 | 0 | 0 | 5 | 1 | 4 |
| In OCI | -129 | 0 | -1 | -258 | -29 | -417 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
-1 739 | 0 | 22 | 1 020 | -44 | -741 |
| Totaal kasstromen | 1 620 | – | -23 | -1 208 | – | 388 |
| Ontvangen premies Betaalde claims |
2 074 – |
– – |
– -20 |
– -995 |
– – |
2 074 -1 015 |
| Andere kosten dan betaalde claims | – | – | -3 | -214 | – | -216 |
| Betaalde acquisitiekosten | -454 | – | – | – | – | -454 |
| Overige | -1 | 0 | 0 | 2 | 0 | 2 |
| Slotbalans | 675 | 1 | 14 | 1 802 | 222 | 2 714 |
p. 220
• Er wordt momenteel geen actief voor met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen erkend.
| (in miljoenen euro) | Contante waarde van toekomstige kasstromen (incl. LIC) |
Risico aanpassing (incl. LIC) |
Contractuele dienstenmarge | Totaal verplichtingen uit verzekerings contracten |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verzekeringscon tracten die bestonden op de overgangsdatum, herziene retrospectieve benadering |
Verzekeringscon tracten die bestonden op de overgangsdatum, reëlewaarde benadering |
Overige verzekerings contracten |
||||
| 2023 | ||||||
| Openingsbalans | 11 378 | 112 | 45 | 1 377 | 480 | 13 393 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -390 | 47 | -1 | 8 | 198 | -139 |
| Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten Nieuwe contracten |
-399 -161 |
56 17 |
4 – |
120 – |
224 150 |
5 6 |
| Schattingswijzigingen gereflecterd in de CSM | -238 | 39 | 4 | 120 | 74 | -1 |
| Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en terugnemingen op verlieslatende contracten |
0 | 0 | – | – | – | 0 |
| Veranderingen i.v.m. lopende diensten | 38 | -8 | -5 | -113 | -26 | -113 |
| CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening | 0 | – | -5 | -113 | -26 | -143 |
| Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht) | 0 | -8 | – | – | – | -8 |
| Ervaringsaanpassingen Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane claims i.v.m. in het verleden verleende diensten |
38 -29 |
– -2 |
– – |
– – |
– – |
38 -30 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | 809 | -7 | 1 | 9 | 7 | 818 |
| In winst-en-verliesrekening | 264 | 2 | 1 | 9 | 7 | 283 |
| In OCI | 544 | -9 | – | – | – | 535 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
418 | 40 | 0 | 16 | 205 | 679 |
| Totaal kasstromen | -252 | – | – | – | – | -252 |
| Ontvangen premies | 1 371 | – | – | – | – | 1 371 |
| Betaalde claims Andere kosten dan betaalde claims |
-1 404 -92 |
– – |
– – |
– – |
– – |
-1 404 -92 |
| Betaalde acquisitiekosten | -126 | – | – | – | – | -126 |
| Overige veranderingen | -7 | -1 | 2 | -6 | -1 | -14 |
| Slotbalans | 11 538 | 152 | 47 | 1 387 | 683 | 13 807 |
| 2022 | ||||||
| Openingsbalans | 15 426 | 110 | 55 | 981 | 215 | 16 787 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -831 | 4 | -7 | 382 | 263 | -189 |
| Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten | -842 | 13 | -2 | 476 | 288 | -67 |
| Nieuwe contracten | -126 | 14 | – | – | 135 | 23 |
| Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM | -626 | 0 | -2 | 476 | 152 | 0 |
| Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en terugnemingen op verlieslatende contracten |
-90 | 0 | – | – | – | -90 |
| Veranderingen i.v.m. lopende diensten | 33 | -8 | -5 | -94 | -24 | -98 |
| CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening | – | – | -5 | -94 | -24 | -123 |
| Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht) Ervaringsaanpassingen |
– 33 |
-8 – |
– – |
– – |
– – |
-8 33 |
| Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane claims i.v.m. in het verleden verleende diensten |
-23 | -2 | – | – | – | -25 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -2 519 | -2 | 1 | 6 | 1 | -2 513 |
| In winst-en-verliesrekening | 83 | 2 | 1 | 6 | 1 | 92 |
| In OCI | -2 602 | -4 | – | – | – | -2 606 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
-3 350 | 1 | -7 | 389 | 264 | -2 702 |
| Totaal kasstromen | -700 | – | – | – | – | -700 |
| Ontvangen premies | 1 231 | – | – | – | – | 1 231 |
| Betaalde claims Andere kosten dan betaalde claims |
-1 742 -84 |
– – |
– – |
– – |
– – |
-1 742 -84 |
| Betaalde acquisitiekosten | -105 | – | – | – | – | -105 |
| Overige veranderingen | 2 | 1 | -3 | 7 | 1 | 8 |
| Slotbalans | 11 378 | 112 | 45 | 1 377 | 480 | 13 393 |
| (in miljoenen euro) | Contante waarde van toekomstige kasstromen (incl. LIC) |
Risico aanpassing (incl. LIC) |
Contractuele dienstenmarge | Totaal verplichtingen uit verzekerings contracten |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Verzekeringscontracten die bestonden op de overgangsdatum, reëlewaardebenadering |
Overige verzekerings contracten |
||||
| 2023 | |||||
| Openingsbalans | 17 | 75 | 93 | 67 | 252 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | 11 | 16 | -41 | 7 | -7 |
| Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten | 9 | 19 | -38 | 10 | 0 |
| Nieuwe contracten | -18 | 1 | – | 17 | 0 |
| Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en |
27 0 |
17 0 |
-38 – |
-7 – |
0 0 |
| terugnemingen op verlieslatende contracten | |||||
| Veranderingen i.v.m. lopende diensten | 2 | -3 | -3 | -4 | -7 |
| CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening | – | – | -3 | -4 | -6 |
| Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht) Ervaringsaanpassingen |
– 2 |
-3 – |
– – |
– – |
-3 2 |
| Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane claims i.v.m. in het verleden verleende diensten |
0 | 0 | – | – | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -29 | -19 | 0 | 1 | -48 |
| In winst-en-verliesrekening | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 |
| In OCI | -28 | -19 | – | – | -48 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
-17 | -4 | -41 | 7 | -54 |
| Totaal kasstromen | 8 | – | – | – | 8 |
| Ontvangen premies | 43 | – | – | – | 43 |
| Betaalde claims | -24 | – | – | – | -24 |
| Andere kosten dan betaalde claims | -3 | – | – | – | -3 |
| Betaalde acquisitiekosten | -7 | – | – | – | -7 |
| Overige veranderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Slotbalans | 8 | 71 | 52 | 74 | 206 |
| 2022 | |||||
| Openingsbalans | 136 | 117 | 96 | 36 | 386 |
| Verzekeringstechnisch resultaat | -36 | -3 | -3 | 31 | -11 |
| Veranderingen i.v.m. toekomstige diensten | -36 | 1 | 2 | 34 | 0 |
| Nieuwe contracten | -18 | 1 | – | 17 | 0 |
| Schattingswijzigingen gereflecteerd in de CSM Schattingswijzigingen die leiden tot verliezen en |
-19 0 |
0 0 |
2 – |
17 – |
0 0 |
| terugnemingen op verlieslatende contracten Veranderingen i.v.m. lopende diensten |
0 | -4 | -5 | -3 | -11 |
| CSM opgenomen in winst-en-verliesrekening | – | – | -5 | -3 | -8 |
| Veranderingen in de risicoaanpassing (verwacht) | – | -4 | – | – | -4 |
| Ervaringsaanpassingen | 0 | – | – | – | 0 |
| Veranderingen in verplichtingen uit hoofde van ontstane claims i.v.m. in het verleden verleende diensten |
0 | 0 | – | – | 0 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -93 | -39 | 0 | 0 | -132 |
| In winst-en-verliesrekening | -1 | 0 | 0 | 0 | -2 |
| In OCI | -92 | -39 | – | – | -131 |
| Totaal wijzigingen in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
-129 | -42 | -3 | 30 | -144 |
| Totaal kasstromen | 9 | – | – | – | 9 |
| Ontvangen premies | 39 | – | – | – | 39 |
| Betaalde claims Andere kosten dan betaalde claims |
-20 -3 |
– – |
– – |
– – |
-20 -3 |
| Betaalde acquisitiekosten | -6 | – | – | – | -6 |
| Overige veranderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Slotbalans | 17 | 75 | 93 | 67 | 252 |
| Uitgegeven | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | (her-)verzekeringscontracten | (her-)verzekeringscontracten | Totaal | ||
| Niet verlieslatend |
Verlieslatend | Niet verlieslatend |
Verlieslatend | ||
| 2023 | |||||
| Schattingen van de contante waarde van uitstromen van kasmiddelen | 1 194 | 212 | 0 | 0 | 1 406 |
| Verwachte claims | 1 034 | 171 | 0 | 0 | 1 205 |
| Verwachte overige lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 63 | 19 | 0 | 0 | 82 |
| Met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen |
97 | 22 | 0 | 0 | 119 |
| Schattingen van de contante waarde van instromen van kasmiddelen | -1 378 | -207 | 0 | 0 | -1 585 |
| Risicoaanpassing voor niet-financieel risico | 16 | 2 | 0 | 0 | 18 |
| Contractuele dienstenmarge | 166 | - | 0 | 0 | 166 |
| Toename van verplichtingen uit verzekeringscontracten: verliescomponent |
– | 7 | – | 0 | 7 |
| 2022 | |||||
| Schattingen van de contante waarde van uitstromen van kasmiddelen | 781 | 440 | 0 | 0 | 1 221 |
| Verwachte claims | 657 | 375 | 0 | 0 | 1 032 |
| Verwachte overige lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 41 | 43 | 0 | 0 | 84 |
| Met de acquisitie van verzekeringen verband houdende kasstromen |
83 | 22 | 0 | 0 | 105 |
| Schattingen van de contante waarde van instromen van kasmiddelen | -946 | -419 | 0 | 0 | -1 365 |
| Risicoaanpassing voor niet-financieel risico | 12 | 3 | 0 | 0 | 15 |
| Contractuele dienstenmarge | 152 | – | 0 | – | 152 |
| Toename van verplichtingen uit verzekeringscontracten: verliescomponent |
– | 24 | – | 0 | 24 |
• In 2022 was het lagerenteklimaat aan het begin van het jaar de belangrijkste verklaring voor de verkoop van verlieslatende producten. De stijgende rentevoeten verbeterden de algehele winstgevendheid van nieuwe contracten (verzekeringen en de financiële marge) tijdens het jaar.
| Opname van CSM in de winst-en-verliesrekening in … volgend op het verslagjaar | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 1e jaar | 2e jaar | 3e jaar | 4e jaar | 5e jaar | 6e tot 10e jaar | +10e jaar | ||
| 2023 | |||||||||
| Leven | 149 | 142 | 135 | 129 | 122 | 529 | 973 | ||
| Niet-leven | 6 | 6 | 6 | 6 | 5 | 24 | 51 | ||
| 2022 | |||||||||
| Leven | 123 | 118 | 113 | 109 | 105 | 471 | 928 | ||
| Niet-leven | 8 | 8 | 7 | 7 | 7 | 30 | 62 |
p. 224
• Deze tabel toont de toekomstige opname van CSM voor de volgende 25 jaar.
| (in miljoenen euro) | Leven | Waarvan directe winstdeling Leven (VFA) |
Niet-leven | Niet technisch |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| 2023 | |||||
| Totaal (onderliggende) activa | 27 930 | 928 | 4 152 | 1 686 | 33 769 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 1 949 | 0 | 2 926 | 882 | 5 757 |
| Tegen FVOCI | 11 490 | 15 | 1 158 | 590 | 13 238 |
| Schuldpapier | 10 441 | 15 | 933 | 386 | 11 759 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 1 050 | 0 | 225 | 204 | 1 479 |
| Verplicht tegen reële waarde (excl. derivaten) | 14 364 | 913 | 0 | 8 | 14 372 |
| Instrumenten ter dekking van tak 23-contracten | 14 348 | 912 | – | – | 14 348 |
| Overige | 16 | 1 | 0 | 8 | 16 |
| Tegen FVO | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 127 | 0 | 68 | 207 | 401 |
| 2022 | |||||
| Totaal (onderliggende) activa | 26 268 | 786 | 3 800 | 1 748 | 31 816 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 1 947 | 0 | 2 625 | 990 | 5 562 |
| Tegen FVOCI | 11 428 | 12 | 1 104 | 531 | 13 064 |
| Schuldpapier | 10 519 | 12 | 890 | 292 | 11 700 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 910 | 0 | 215 | 240 | 1 364 |
| Verplicht tegen reële waarde (excl. derivaten) | 12 781 | 774 | 0 | 18 | 12 798 |
| Instrumenten ter dekking van tak 23-contracten | 12 772 | 774 | – | – | 12 772 |
| Overige | 9 | 0 | 0 | 18 | 26 |
| Tegen FVO | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 112 | 0 | 71 | 209 | 392 |
• De tabel bevat ook de activa ter dekking van de verplichtingen met betrekking tot beleggingscontracten (IFRS 9).
| (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| OCI die kunnen worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening | 340 | -1 748 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve (FVOCI schuldinstrumenten) | 340 | -1 748 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 446 | -2 367 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -108 | 582 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 2 | 37 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 2 | 0 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | 0 | 48 |
| Uitgestelde belastingen | -1 | -11 |
| OCI die niet worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening | 110 | -199 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve (FVOCI eigenvermogensinstrumenten) | 110 | -199 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 110 | -199 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 0 | 0 |
• IFRS 17 staat vereenvoudigingen toe om de geaccumuleerde OCI voor de verzekeringsverplichtingen op de overgangsdatum op nul te zetten, terwijl de geaccumuleerde OCI voor de financiële activa die tot dekking dienen, behouden blijven. Deze toelichting geeft inzicht in de onevenwichtigheid tussen financiële activa die tot dekking dienen en verzekeringsverplichtingen, omdat ze de classificatie binnen het eigen vermogen verstoort op de overgangsdatum en de jaren daarna, totdat de portefeuille die onder de overgangsbenadering valt, de vervaldatum bereikt. Evenwel werden bij de eerste toepassing van IFRS 17 een groot deel van de obligatieportefeuille van KBC Verzekeringen overgeboekt naar FVOCI (zie Toelichting 1.6 voor meer informatie), waardoor dit onevenwicht zeer beperkt was in 2022 en 2023.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Totale voorzieningen voor risico's en kosten | 183 | 418 |
| Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans | 91 | 114 |
| Voorzieningen voor andere risico's en kosten | 92 | 305 |
| Voorzieningen voor herstructurering | 37 | 92 |
| Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen | 37 | 192 |
| Overige | 18 | 20 |
| Onderhevig aan | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Onderhevig aan 12 maanden ECL |
Onderhevig aan lifetime ECL |
lifetime ECL - non-performing |
Totaal | ||
| 31-12-2023 | ||||||
| Voorzieningen op 1 januari | 19 | 35 | 60 | 114 | ||
| Mutaties met resultaatsinvloed | ||||||
| Overdracht van financiële activa | ||||||
| Categorie 1 (12 maanden ECL) | -2 | 3 | 1 | 2 | ||
| Categorie 2 (lifetime ECL) | 1 | -13 | 9 | -3 | ||
| 3 non-performing (lifetime ECL) Categorie |
0 | 1 | -2 | -2 | ||
| Nieuwe financiële activa | 10 | 4 | 2 | 16 | ||
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -3 | -6 | -12 | -21 | ||
| Veranderingen in model of methodologie | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| Financiële activa die derecognized zijn | -3 | -3 | -3 | -9 | ||
| Andere | 0 | 0 | 2 | 2 | ||
| Mutaties zonder resultaatsimpact | ||||||
| Financiële activa die derecognized zijn | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | -1 | 0 | -1 | ||
| Andere | 0 | 1 | -7 | -7 | ||
| Voorzieningen op 31 december | 22 | 20 | 49 | 91 | ||
| 31-12-2022 | ||||||
| Voorzieningen op 1 januari | 19 | 21 | 91 | 130 | ||
| Mutaties met resultaatsinvloed | ||||||
| Overdracht van financiële activa | ||||||
| Categorie 1 (12 maanden ECL) | -6 | 10 | 6 | 10 | ||
| Categorie 2 (lifetime ECL) | 0 | -5 | 7 | 2 | ||
| Categorie 3 non-performing (lifetime ECL) | 0 | 6 | -2 | 4 | ||
| Nieuwe financiële activa | 8 | 4 | 0 | 12 | ||
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -1 | 1 | -45 | -45 | ||
| Veranderingen in model of methodologie | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| Financiële activa die derecognized zijn | -1 | -1 | -1 | -3 | ||
| Andere | 0 | -5 | 0 | -5 | ||
| Mutaties zonder resultaatsimpact | ||||||
| Financiële activa die derecognized zijn | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| Veranderingen in de consolidatiekring | 1 | 2 | 3 | 6 | ||
| Andere | 0 | 1 | 1 | 2 | ||
| Voorzieningen op 31 december | 19 | 35 | 60 | 114 |
p. 226
• Zie ook Toelichting 6.1.
| Voorzieningen voor | ||||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Voorzieningen voor herstructurering |
belastingen en lopende rechtsgeschillen |
Overige | Totaal |
| 2023 | ||||
| Beginsaldo | 92 | 192 | 20 | 305 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||
| Bedragen aangelegd | 11 | 10 | 5 | 26 |
| Bedragen gebruikt | -65 | -163 | -5 | -233 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid | -1 | -3 | -2 | -6 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Eindsaldo | 37 | 37 | 18 | 92 |
| 2022 | ||||
| Beginsaldo | 87 | 45 | 20 | 152 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||
| Bedragen aangelegd | 13 | 163 | 9 | 185 |
| Bedragen gebruikt | -7 | -11 | -7 | -26 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid | 0 | -6 | -2 | -8 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 1 | 2 | 2 |
| Andere | 0 | 1 | -1 | 0 |
| Eindsaldo | 92 | 192 | 20 | 305 |
• Voor het grootste deel van de aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden gebruikt.
• Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen in 2022: zie Toelichting 3.5.
• Overige voorzieningen: omvatten specifieke voorzieningen voor verschillende risico's.
verzoekschrift (certiorari petition) werd op 2 juni 2020 door het Amerikaanse Hooggerechtshof afgewezen. Als gevolg daarvan wordt de zaak ten gronde behandeld door de faillissementsrechtbank. Op 30 augustus 2021 heeft de beroepsinstantie (Court of Appeals for the Second Circuit) in twee andere beroepsprocedures van andere verweerders de bewijslast omgekeerd van een aanvankelijke bewijslast voor de trustee om het ontbreken van goede trouw van de verweerder adequaat aan te tonen, naar een bewijslast voor de verweerder om zijn goede trouw te bewijzen. Op 1 augustus 2022 heeft de faillissementsrechtbank een beschikking uitgevaardigd met betrekking tot de regeling van de procedure. In dit kader heeft de trustee op 5 augustus 2022 zijn klacht gewijzigd door zijn vordering te verminderen tot 86 miljoen USD in hoofdsom. KBC heeft op 18 november 2022 een verzoek tot afwijzing van de gewijzigde klacht ingediend wegens gebrek aan specifieke bevoegdheid van de Amerikaanse rechtbank. Op 26 april 2023 heeft de rechtbank deze bevoegdheidsexceptie verworpen en vervolgens een plan voor de voortgang van de procedure opgesteld, dat voorziet in een periode voor het feitenonderzoek tot 22 september 2025. Sedertdien hebben beide partijen al een eerste feitelijke documentatie vrijgegeven. De volgende stap is de selectie van bepaalde personen die in de reeds uitgevoerde bekendmakingen worden genoemd en die waarschijnlijk door één of beide partijen zullen worden gehoord in de procedure. Hoewel de bewijslast is verzwaard, gelooft KBC nog steeds dat het goede en geloofwaardige verweermiddelen heeft, waaronder het aantonen van zijn goede trouw. De procedure kan nog enkele jaren duren.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Totaal | 2 611 | 2 353 |
| Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen | 93 | 93 |
| Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten | 385 | 382 |
| Loon en sociale lasten | 531 | 516 |
| Leaseverplichtingen | 63 | 68 |
| Overige | 1 539 | 1 294 |
• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 5.9 (noteer dat het in Toelichting 5.8 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 5.9 opgenomen bedragen).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN | ||
| Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | ||
| Brutoverplichtingen aan het begin van het jaar | 2 580 | 3 335 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 95 | 129 |
| Rentekosten | 104 | 26 |
| Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen | -3 | -10 |
| Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen | 152 | -814 |
| Ervaringsaanpassingen | -56 | 58 |
| Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren | 0 | 0 |
| Betaalde uitkeringen | -149 | -129 |
| Overige | 0 | -14 |
| Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar | 2 724 | 2 580 |
| Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar | 2 746 | 3 244 |
| Feitelijk rendement op fondsbeleggingen | 222 | -499 |
| Verwachte rente-inkomsten op de planactiva, berekend op basis van de marktrentevoeten van bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit |
115 | 25 |
| Bijdragen van de werkgever | 93 | 94 |
| Bijdragen van de deelnemers aan de regeling | 20 | 19 |
| Betaalde uitkeringen | -149 | -129 |
| Overige | 5 | 16 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar | 2 936 | 2 746 |
| Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep | 0 | 0 |
| Waarvan vastgoed in eigendom van KBC | 2 | 2 |
| Financieringsstatus | ||
| Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | 212 | 166 |
| Restitutierecht | 0 | 0 |
| Begrenzing van het financieringsplafond | -70 | -12 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten | 142 | 153 |
| Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief | ||
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar | 153 | -128 |
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -65 | -112 |
| Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -43 | 299 |
| Bijdragen van de werkgever | 93 | 94 |
| Overige | 4 | -1 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar | 142 | 153 |
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -65 | -112 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -95 | -129 |
| Rentekosten | 10 | -1 |
| Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers | 20 | 19 |
| Overige | 0 | 0 |
| Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -43 | 299 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen | 3 | 10 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen | -152 | 814 |
| Actuariële resultaten op fondsbeleggingen | 107 | -524 |
| Ervaringsaanpassingen | 56 | -58 |
| Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond | 1 | 25 |
| Overige | -58 | 31 |
| TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN | ||
| Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen | -18 | -21 |
| Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel | |||||
| Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | 2 724 | 2 580 | 3 335 | 3 387 | 3 212 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 2 936 | 2 746 | 3 244 | 2 849 | 2 791 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten | 142 | 153 | -128 | -537 | -457 |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van planactiva en brutoverplichtingen |
|||||
| Invloed op planactiva | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Invloed op brutoverplichtingen* | 149 | -825 | -35 | 253 | 250 |
| * Ontstaan uit toegezegdpensioenregelingen. Een plus betekent een toename van de verplichting (in absolute waarde), een min een afname. |
Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN, KBC-Pensioenfonds
| Samenstelling op 31-12-2023 | |
|---|---|
| Aandelen | 31% |
| Obligaties | 55% |
| Vastgoed | 13% |
| Liquiditeiten | 1% |
| Waarvan illiquide activa | 17% |
| Samenstelling op 31-12-2022 | |
|---|---|
| Aandelen | 37% |
| Obligaties | 46% |
| Vastgoed | 14% |
| Liquiditeiten | 3% |
| Waarvan illiquide activa | 18% |
| Verwachte bijdragen in 2024 (in miljoenen euro) | 42 |
| Wetgevend kader | Pensioenplannen zijn opgenomen in de cao's en worden omgezet in een pensioenreglement. Jaarlijkse rapportering van de financieringsniveaus aan de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van onderfinanciering rapportering aan de controleautoriteiten. |
| Risico's voor KBC | Investeringsrisico en inflatierisico |
| Asset liability-beleid | De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v. renteswaps. De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren. |
| Planwijzigingen | Een nieuwe versie van het toegezegdebijdragenplan, gefinancierd door de werkgever, werd geïntroduceerd op 1 januari 2019. Alle werknemers die aangesloten waren in het vasteprestatieplan, hadden eenmalig de mogelijkheid om naar dat plan over te stappen. |
| Inperkingen en afwikkelingen | Niet van toepassing. |
| Verdisconteringsmethode | Vertrekpunt zijn de noteringen van diverse tijdpunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De afgeleide obligatierendementen worden omgevormd tot een zero coupon-curve. |
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | |
| • Gemiddelde verdisconteringsvoet | 3,20% |
| • Verwachte salarisstijging | 2,75% |
| • Verwachte inflatie | 2,42% |
| • Verwachte stijging van de pensioenen | – |
| • Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen | 10 jaar |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2023 als gevolg van: |
|
| • 1% daling in de verdisconteringsvoet | 11,83% |
| • 1% stijging in de verwachte inflatie | 9,17% |
| • 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op inflatie |
12,18% |
| • Stijging van de levensverwachting met 1 jaar | – |
| De invloed van de volgende veronderstellingen werd niet berekend: |
Impact van dalende sterftecijfers: het pensioenfonds betaalt een kapitaal uit, langlevenrisico is verwaarloosbaar. |
| Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN, KBC-Pensioenfonds | Impact van personeelsverloop: de invloed van de wijzigingen in het personeelsverloop blijft gering. |
| Verwachte bijdragen in 2024 (in miljoenen euro) | 45 |
| Wetgevend kader | Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een |
| Risico's voor KBC | minimumrendement van 1,75% garanderen op werknemers- en werkgeversbijdragen. Investeringsrisico |
| Waardering | De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd rekening houdend met de verworven reserve op de rapporteringsdatum, met een projectie van deze reserves tot de verwachte pensioenleeftijd tegen de wettelijk gegarandeerde interestvoet, en met verdiscontering van de resulterende verplichting. KBC biedt twee types toegezegdebijdrageregelingen aan: één gefinancierd door werknemersbijdragen en één gefinancierd door werkgeversbijdragen. De waardering van de pensioenverplichtingen van het toegezegdebijdragenplan, gefinancierd door de werkgever, houdt rekening met de toekomstige bijdragen. Voor de waardering van het toegezegdebijdragenplan gefinancierd door werknemers wordt dit niet gedaan omdat de verplichting van de werkgever voor dat plan alleen betrekking heeft op de gegarandeerde minimale rentevoet. |
| Verdisconteringsmethodologie | Vertrekpunt zijn de noteringen van diverse tijdpunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De afgeleide obligatierendementen worden omgevormd tot een zero coupon-curve. |
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | |
| • Gemiddelde verdisconteringsvoet | 3,31% |
| • Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen | 16 jaar |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2023 als gevolg van: |
|
| • 1% daling in de verdisconteringsvoet | 19,00% |
| In aantal | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Gewone aandelen | 417 305 876 | 417 169 414 |
| Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering | 408 508 807 | 417 169 414 |
| Waarvan eigen aandelen | 8 801 316 | 2 |
| Overige informatie | ||
| Fractiewaarde per aandeel (in euro) | 3,51 | 3,51 |
| Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen | 0 | 0 |
| KBC Bank Ireland: Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten (in miljoenen euro) |
31-12-2022 |
|---|---|
| ACTIVA | |
| Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev. repo's | 8 049 |
| Afbetalingskredieten | 18 |
| Hypotheekleningen | 7 938 |
| Termijnkredieten | 84 |
| Voorschotten in rekening-courant | 10 |
| VERPLICHTINGEN | |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's | 1 929 |
| Zichtdeposito's | 303 |
| Termijndeposito's | 494 |
| Spaarrekeningen | 1 132 |
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's | 91 |
| Waarvan terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 35 |
• In oktober 2021 bevestigde KBC Bank Ireland dat het een juridisch bindende overeenkomst had gesloten met Bank of Ireland met betrekking tot de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Zie verder in Toelichting 6.6. Die verkopen zorgden voor een verschuiving naar de posten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten. In februari 2023 werd deze verkoop gefinaliseerd.
• Maximaal kredietrisico: het maximale kredietrisico verbonden aan Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten bedroeg eind 2022 8,0 miljard euro, waarvan 7,9 miljard euro ontvangen waarborgen en andere credit enhancements.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Nominaal bedrag | Voorziening | Netto-exposure | Nominaal bedrag |
Voorziening | Netto-exposure | |
| Niet-opgenomen deel van verstrekte kredietlijnen | ||||||
| Categorie 1 | 41 551 | 20 | 41 531 | 39 134 | 17 | 39 117 |
| Categorie 2 | 6 683 | 14 | 6 670 | 8 077 | 26 | 8 051 |
| Categorie 3 | 79 | 5 | 73 | 51 | 13 | 38 |
| Totaal | 48 313 | 39 | 48 274 | 47 262 | 56 | 47 206 |
| Waarvan onherroepelijke kredietlijnen | 27 856 | 23 | 27 833 | 26 618 | 27 | 26 591 |
| Verstrekte financiële garanties | ||||||
| Categorie 1 | 7 860 | 2 | 7 859 | 7 600 | 2 | 7 598 |
| Categorie 2 | 2 952 | 6 | 2 947 | 3 139 | 8 | 3 131 |
| Categorie 3 | 133 | 44 | 90 | 119 | 44 | 76 |
| Totaal | 10 946 | 51 | 10 895 | 10 858 | 54 | 10 805 |
| Andere verstrekte verbintenissen | ||||||
| Totaal | 1 421 | 1 | 1 420 | 1 440 | 4 | 1 436 |
| Verbintenissen en financiële garanties buiten balans | ||||||
| Totaal | 60 680 | 91 | 60 589 | 59 561 | 114 | 59 447 |
• Reële waarde van financiële garanties: gebaseerd op de beschikbare marktwaarde.
• De boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven bedroeg 36 842 miljoen euro voor verplichtingen en 4 489 miljoen euro voor eventuele verplichtingen (2022: 59 753 miljoen euro en 5 291 miljoen euro). Eind 2023 waren voor ongeveer 18,9 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzondere vermogen van het covered bond-programma (eind 2022: 16,6 miljard euro).
• Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen die kunnen worden opgeëist als kredieten, worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 4.3.
• De waarborgen verworven door uitwinning bedroegen 3 miljoen euro in 2023 (4 miljoen euro in 2022).
| Aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro) |
Reële waarde van ontvangen waarborgen |
Reële waarde van verkochte of doorverpande waarborgen |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | ||
| Financiële activa | 42 215 | 30 126 | 5 267 | 7 792 | |
| Aandelen | 21 | 16 | 2 | 2 | |
| Schuldpapier | 41 959 | 29 876 | 5 265 | 7 790 | |
| Leningen en voorschotten | 235 | 234 | 0 | 0 | |
| Liquiditeiten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Andere activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
• KBC heeft zich in de periode 2016-2022 verbonden tot onherroepelijke betalingsverplichtingen ten bedrage van 90 miljoen euro aan het Single Resolution Fund (SRF), die volledig gedekt worden door kaswaarborgen. In lijn met de praktijk in de sector worden die verplichtingen als volgt verwerkt: 1) het bedrag van de kaswaarborg wordt erkend als een financieel actief en 2) de hypothetische uitoefening van een call door het fonds in geval van een resolutie wordt gerapporteerd als een voorwaardelijke verplichting. De erkenning van de kaswaarborg als een financieel actief is gebaseerd op de veronderstelling dat, in elk scenario, de waarborg dient te worden teruggestort aan de bank en dat er interest wordt ontvangen op het uitstaande bedrag. In een recente gerechtelijke uitspraak werd echter beslist dat in een scenario waarin een bank zijn banklicentie verliest, die niet het recht heeft om de kaswaarborg terug te eisen. KBC wacht de uitkomst van het beroep in deze zaak af vooraleer de mogelijke gevolgen voor de boekhoudkundige verwerking in acht te nemen. De 90 miljoen euro worden afgetrokken in de berekening van het common equity-kapitaal.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Vorderingen voor financiële leasing | ||
| Bruto-investering in financiële leasing, vordering | 7 824 | 6 836 |
| Tot 1 jaar | 1 925 | 1 378 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 4 551 | 4 069 |
| Meer dan 5 jaar | 1 349 | 1 389 |
| Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing | 627 | 468 |
| Netto-investering in financiële leasing | 7 198 | 6 368 |
| Tot 1 jaar | 1 766 | 1 226 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 4 178 | 3 842 |
| Meer dan 5 jaar | 1 254 | 1 300 |
| Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever | 41 | 36 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen | 31 | 35 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 110 | 111 |
| Vorderingen voor operationele leasing | ||
| Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing | 694 | 513 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 1 | 0 |
• KBC treedt slechts in beperkte mate op als leasingnemer in operationele en financiële leasing.
• Financiële leasing: KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.
• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto's. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder. Door het verhoogde belang van leasing van hybride en volledig elektrische auto's wordt de transitie naar groene mobiliteit ondersteund. Ook het segment van (elektrische) bedrijfsfietsen groeit verder.
• We rapporteren over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met (onder meer) die kredietverlening en leasing en stelden in dat kader ook doelstellingen op voor de afbouw van de broeikasgasintensiteit van onze financiële en operationele autoleasing. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Focus op het klimaat en het milieu. De commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd. Meer details vindt u in ons Climate Report en ons Sustainability Report, op www.kbc.com.
| 2023 | 2022 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Transacties met verbonden partijen, | Dochter | Geasso cieerde |
Dochter | Geasso cieerde |
||||||
| exclusief key management |
onder | onder | Joint | onder | onder | Joint | ||||
| (in miljoenen euro) | nemingen | nemingen | ventures | Overige | Totaal | nemingen | nemingen | ventures | Overige | Totaal |
| Activa | 161 | 100 | 25 | 0 | 287 | 147 | 107 | 33 | 0 | 287 |
| Leningen en voorschotten | 15 | 81 | 0 | 0 | 96 | 15 | 89 | 0 | 0 | 104 |
| Aandelen (inclusief investeringen in geassoc. ondernemingen en joint ventures) |
146 | 19 | 25 | 0 | 191 | 131 | 19 | 33 | 0 | 184 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Verplichtingen | 45 | 80 | 0 | 677 | 803 | 54 | 74 | 0 | 593 | 721 |
| Deposito's | 41 | 23 | 0 | 674 | 738 | 54 | 10 | 0 | 590 | 654 |
| Andere financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 4 | 58 | 0 | 3 | 65 | 1 | 63 | 0 | 3 | 67 |
| Winst-en-verliesrekening | 7 | -3 | 0 | 1 | 6 | -1 | -2 | 0 | -1 | -3 |
| Nettorente-inkomsten | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 |
| Rente-inkomsten | 0 | 2 | 0 | 0 | 2 | 0 | 2 | 0 | 0 | 2 |
| Rentelasten | -1 | -1 | 0 | 0 | -2 | 0 | -1 | 0 | 0 | -1 |
| Verzekeringsinkomsten vóór herverzekering |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór herverzekering |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Dividendinkomsten | 10 | 0 | 0 | 4 | 14 | 4 | 1 | 0 | 4 | 9 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 0 | 0 | 0 | 2 | 2 | 1 | 0 | 0 | 2 | 3 |
| Provisie-inkomsten | 0 | 0 | 0 | 2 | 2 | 1 | 0 | 0 | 2 | 3 |
| Provisielasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige netto-inkomsten | 0 | -1 | 0 | 0 | -1 | 1 | -1 | 0 | 0 | 0 |
| Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen |
-3 | -2 | 0 | -5 | -10 | -7 | -2 | 0 | -7 | -16 |
| Niet-opgenomen deel van kredietlijnen, financiële garanties en andere verbintenissen |
||||||||||
| Gegeven door de groep | 0 | 1 | 0 | 150 | 151 | 0 | 0 | 0 | 50 | 50 |
| Ontvangen door de groep | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Transacties met key management (leden van de Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro)* 2023 |
2022 | |||||||||
| Totaal* | 15 | 13 | ||||||||
| Indeling naar type bezoldiging | ||||||||||
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 12 | 11 | ||||||||
| Vergoedingen na uitdiensttreding | 2 | 2 | ||||||||
| Toegezegdpensioenregelingen | 0 | 0 | ||||||||
| Toegezegdebijdrageregelingen | 2 | 2 | ||||||||
| Andere langetermijnpersoneelsbeloningen | 0 | 0 | ||||||||
| Vergoedingen bij uitdiensttreding | 0 | 0 | ||||||||
| Betalingen in aandelen | 0 | 0 | ||||||||
| Aandelenopties, in eenheden | ||||||||||
| Aan het begin van het jaar | 0 | 0 | ||||||||
| Toegestaan | 0 | 0 | ||||||||
| Uitgeoefend | 0 | 0 | ||||||||
| Verandering van samenstelling | 0 | 0 | ||||||||
| Aan het einde van het jaar | 0 | 0 | ||||||||
| Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners | 1 | 1 | ||||||||
* Bedragen van de bezoldiging van het key management of de partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key managementtoegekende rustpensioenen.
| Bezoldigingen van de commissaris (PwC; in euro) 2023 |
2022 | |
|---|---|---|
| KBC Groep NV en dochtervennootschappen | ||
| Standaardcontroleopdrachten | 8 547 038 | 8 524 658 |
| Overige diensten | ||
| Andere controleopdrachten | 1 007 482 | 892 844 |
| Belastingadviesopdrachten | 0 | 0 |
| Andere opdrachten buiten revisoraatsopdrachten | 1 351 | 2 225 |
| KBC Groep NV alleen | ||
| Standaardcontroleopdrachten | 237 914 | 570 825 |
| Overige diensten | 440 228 | 250 890 |
| Vennoot | Gehouden deel van | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Zetel | schaps nummer |
het kapitaal op groepsniveau (%) |
Divisie* | Activiteit |
| KBC Bank (groep) | |||||
| KBC Bank NV | Brussel – BE | 0462.920.226 | 100,00 | BEL/GRP | kredietinstelling |
| CBC BANQUE SA | Namen – BE | 0403.211.380 | 100,00 | BEL | kredietinstelling |
| Československá Obchodná Banka a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Československá Obchodní Banka a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | kredietinstelling |
| KBC Asset Management NV | Brussel – BE | 0469.444.267 | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Autolease NV | Leuven – BE | 0422.562.385 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Commercial Finance NV | Brussel – BE | 0403.278.488 | 100,00 | BEL | factoring |
| KBC Ifima SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | financiering |
| KBC Securities NV | Brussel – BE | 0437.060.521 | 100,00 | BEL | beursmakelaar |
| K&H Bank Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Loan Invest NV | Brussel – BE | 0889.054.884 | 100,00 | BEL | effectiseringsvehikel |
| United Bulgarian Bank AD | Sofia – BG | -- | 99,96 | IMA | kredietinstelling |
| KBC Verzekeringen (groep) | |||||
| KBC Verzekeringen NV | Leuven – BE | 0403.552.563 | 100,00 | BEL/GRP | verzekeringsmaatschappij |
| ADD NV | Heverlee – BE | 0406.080.305 | 100,00 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| KBC Group Re SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | herverzekeringsmaatschappij |
| ČSOB Pojišt'ovna a.s. | Pardubice – CZ | -- | 100,00 | CZR | verzekeringsmaatschappij |
| ČSOB Poist'ovňa a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| DZI (groep) | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| Groep VAB NV | Zwijndrecht – BE | 0456.920.676 | 100,00 | BEL | rijschool/reisbijstand |
| K&H Biztosító Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| KBC Groep | |||||
| DISCAI NV | Brussel – BE | 0773.435.537 | 100,00 | GRP | softwarebedrijf |
| KBC Groep NV | Brussel – BE | 0403.227.515 | 100,00 | GRP | bankverzekeringsholding |
| KBC Bank (groep) | Verschillende locaties | -- | 100,00 | Verschil lende |
kredietinstelling |
| KBC Global Services NV | Brussel – BE | 0772.332.707 | 100,00 | GRP | kostendelende structuur |
| KBC Verzekeringen (groep) | Verschillende locaties | -- | 100,00 | Verschil lende |
verzekeringsmaatschappij |
p. 238
* BEL: Divisie België; CZR: Divisie Tsjechië; IMA: Divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.
| Invloed van de acquisitie van Raiffeisenbank Bulgaria in 2022 (in miljoenen euro) | 2022: Raiffeisenbank Bulgaria |
|---|---|
| Percentage aandelen gekocht of verkocht in het betrokken jaar | aankoop |
| Percentage aandelen na transactie | 100,00% 100,00% |
| Betreffende divisie | Internationale Markten |
| Datum sluiting transactie, maand en jaar | juli 2022 |
| Resultaten van de betreffende maatschappij opgenomen in het resultaat van de groep vanaf: | juli 2022* |
| Aankoopprijs of verkoopprijs | 1 009 |
| Kasstroom voor de aankoop of verkoop van bedrijven min aangekochte of verkochte geldmiddelen en kasequivalenten | -42 |
| Geboekte bedragen voor de gekochte activa en verplichtingen, reële waarde | |
| Toestand op: | 7 juli 2022 |
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken | 1 053 |
| Financiële activa | 4 686 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 4 521 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 132 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 30 |
| Afdekkingsderivaten | 4 |
| Belastingvorderingen | 2 |
| Investeringen in geasocieerde ondernemingen en joint ventures | 2 |
| Materiële vaste activa | 35 |
| Goodwill en andere immateriële vaste activa | 15 |
| Overige activa | 20 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande activa) | 1 053 |
| Financiële verplichtingen | 5 150 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 19 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 5 130 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 9 |
| Overige verplichtingen | 21 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande verplichtingen) | 28 |
* Bijkomend werd 58 miljoen euro betaald voor een AT1-instrument inbegrepen in eigen vermogen tegen nominale waarde uitgegegeven door Raiffeisenbank Bulgaria.
| Verkoopovereenkomst | Verkoopovereenkomst resterende kredieten en |
|||
|---|---|---|---|---|
| Invloed van de transacties m.b.t. Ierland op boekjaar 2022 en 2023: eenmalige elementen* (in miljoenen euro) |
non-performing kredieten |
deposito's en geplande afwikkeling |
Totaal | |
| 2023 | ||||
| Totale opbrengsten | – | 409 | 409 | |
| waarvan Overige netto-inkomsten | – | 408 | 408 | |
| Exploitatiekosten | – | -11 | -11 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | -5 | -5 | |
| op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI* | – | 6 | 6 | |
| overige | – | -11 | -11 | |
| Belastingen | – | -28 | -28 | |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | – | 365 | 365 | |
| 2022 | ||||
| Totale opbrengsten | 6 | 1 | 6 | |
| Exploitatiekosten | 0 | -32 | -33 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | -2 | -38 | -41 | |
| op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI* | -2 | -15 | -17 | |
| op overige | 0 | -24 | -24 | |
| Belastingen | 0 | 36 | 36 | |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 3 | -35 | -31 |
* De waardevermindering wordt veroorzaakt door de vergelijking van de verkoopprijs van de impaired kredieten met de nettoboekwaarde van de onderliggende kredieten.
Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal, zowel voor het bank- als voor het verzekeringsbedrijf. Het betreft alle instrumenten die geschikt zijn om verliezen op te vangen in going concern- en/of gone concern-situaties. Kapitaalbeheer moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de beleggersverwachtingen, de standpunten van ratingbureaus en de ambities van het management. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het kapitaalbeheer ligt bij de Raad van Bestuur. Kapitaalbeheer omvat een brede waaier van activiteiten, waaronder strategische onderwerpen (bv. beleid, doelstellingen bepalen, enz.), kaders en modellen (bv. reglementaire kapitaalmodellen, interne kapitaalmodellen, kosten van eigen vermogen, prestatiemeting, enz.), planning en toewijzing (bv. toewijzing van kapitaal aan activiteiten, planning inzake uitgifte van kapitaalinstrumenten, raming van kapitaalratio's, enz.), uitvoering (bv. dividenden, kapitaaltransacties) en bewaking (bv. huidige solvabiliteitspositie op verschillende niveaus, naleving van de groepsbeleidslijnen en reglementaire vereisten, enz.). Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om altijd voldoende gekapitaliseerd te zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II.
We rapporteren over de solvabiliteit op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt.
| Samenvatting solvabiliteitscijfers voor KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen (in miljoenen euro) |
KBC Groep (geconsolideerd) CRR/CRD transitioneel |
KBC Bank (geconsolideerd) CRR/CRD transitioneel |
KBC Verzekeringen (geconsolideerd) Solvency II |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling | 19 768 | 18 742 | 17 952 | 17 516 | 4 130 | 3 721 |
| Tier 1-kapitaal | 17 389 | 16 974 | 15 573 | 15 749 | 3 629 | 3 220 |
| Common equity | 15 639 | 15 474 | 13 823 | 14 249 | – | – |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen voor KBC Groep) |
18 209 | 16 982 | 15 450 | 15 618 | 3 302 | 2 157 |
| Solvabiliteitsaanpassingen | -2 571 | -1 508 | -1 627 | -1 370 | 327 | 1 063 |
| Aanvullend going concern-kapitaal1 | 1 750 | 1 500 | 1 750 | 1 500 | – | – |
| Tier 2-kapitaal2 | 2 379 | 1 767 | 2 379 | 1 768 | 501 | 501 |
| Totaal gewogen risicovolume (RWA)3 | 113 029 | 109 966 | 103 192 | 100 285 | – | – |
| Kredietrisico's | 88 042 | 84 988 | 88 042 | 84 988 | – | – |
| Marktrisico's | 2 116 | 3 132 | 2 116 | 3 132 | – | – |
| Operationele risico's | 13 034 | 12 166 | 13 034 | 12 166 | – | – |
| Verzekeringsrisico's | 9 133 | 9 133 | – | – | – | – |
| Holdingactiviteiten en eliminatie intragroepstransacties | 704 | 548 | – | – | – | – |
| Solvabiliteitskapitaalvereiste (verzekeringen) | – | – | – | – | 2 005 | 1 833 |
| Common equity ratio (groep, bank) | 13,8% | 14,1% | 13,4% | 14,2% | – | – |
| Solvency II-ratio (verzekeringen) | – | – | – | – | 206% | 203% |
1 Bevat perpetuele achtergestelde leningen met een volledig discretionaire en niet-cumulatieve interestvergoeding. De effecten bevatten verder ook een lossabsorptiemechanisme, meer bepaald een tijdelijke afschrijving wanneer de CET1-ratio onder 5,125% zou vallen. Zie ook Toelichting 5.10.
2 Bevat achtergestelde leningen met een vaste vervaldag, waarvan de hoofdsom en rentevergoeding in going concern niet kunnen worden geannuleerd.
3 Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de RWA-interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in de door de regelgever opgelegde normen.
Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring voor publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 14 maart 2024 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2023:
• Op 5 maart 2024 oefende KBC Groep NV de call uit voor de additional tier 1 (AT1)-effecten (ISIN:BE0002638196) die het in 2019 heeft uitgegeven. Zie Toelichting 5.10.
De vennootschap heeft als voorwerp het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder – maar niet beperkt tot – kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen.
De vennootschap heeft tevens als voorwerp om, hetzij voor eigen hetzij voor andermans rekening, diensten te verlenen ten behoeve van derden, onder meer ten behoeve van ondernemingen waarin de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft en ten behoeve van (potentiële) klanten van deze ondernemingen.
Verder heeft de vennootschap als voorwerp de verwerving in de meest ruime zin van het woord (onder meer door middel van aankoop, huur en leasing), het onderhoud en de exploitatie van werkingsmiddelen, en de terbeschikkingstelling in de meest ruime zin van het woord (onder meer verhuur, verlenen van een recht van gebruik) van deze middelen ten behoeve van de begunstigden, vermeld in de tweede alinea.
Voorts kan de vennootschap fungeren als een 'intellectual property'-vennootschap, die onder meer instaat voor de ontwikkeling, de verwerving, het beheer, de bescherming en het onderhoud van intellectuele eigendomsrechten evenals voor de terbeschikkingstelling van deze rechten, het verstrekken van gebruiksrechten over deze rechten en/of de overdracht van deze rechten.
De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar voorwerp en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan tevens door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen.
In het algemeen kan ze, in binnen- én buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar voorwerp kunnen bijdragen.

In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Het vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 5 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende acht opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2023 omvat, alsook de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde vermogensmutaties en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een totaal van de geconsolideerde balans van EUR 346.921 miljoen en de geconsolideerde winst-en-verliesrekening sluit af met een winst van het boekjaar (toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij) van EUR 3.402 miljoen.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2023, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
280 Jaarverslag KBC Groep 2023
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services Maatschappelijke zetel/Siège social: Culliganlaan 5, B-1831 Diegem T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB / BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCCBEBB 1 van 9

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN
VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2023
gestelde eisen. Het vormt één geheel en is ondeelbaar.
Groep uitgevoerd gedurende acht opeenvolgende boekjaren.
Verslag over de geconsolideerde jaarrekening
van de moedermaatschappij) van EUR 3.402 miljoen.
Basis voor het oordeel zonder voorbehoud
van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
Maatschappelijke zetel/Siège social: Culliganlaan 5, B-1831 Diegem
T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com
BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCCBEBB
Oordeel zonder voorbehoud
reglementaire voorschriften.
voor ons oordeel.
1 van 9
Kernpunten van de controle
AANDEELHOUDERS VAN KBC GROEP NV OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 5 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die
winst-en-verliesrekening sluit af met een winst van het boekjaar (toerekenbaar aan de aandeelhouders
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip
Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het
BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB /
meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij
PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services
winst-en-verliesrekening, de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde vermogensmutaties en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een
de geconsolideerde balans op 31 december 2023 omvat, alsook de geconsolideerde
totaal van de geconsolideerde balans van EUR 346.921 miljoen en de geconsolideerde
geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2023, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en
De gepastheid van de bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs vereist een belangrijke mate van beoordeling vanwege de directie. Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen aan geamortiseerde kostprijs in overeenstemming met IFRS 9 vereist een beoordeling van de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen en de beoordeling van een significante toename in het kredietrisico of het risico op wanbetaling.
De geopolitieke en opkomende risico's die zich in de loop van 2022 hebben voorgedaan blijven het vermogen van de modellen beperken om alle gevolgen van de daaruit voortvloeiende economische omstandigheden adequaat weer te geven, waardoor bijkomende waardeverminderingen bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen vereist zijn.
Informatie met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs, inclusief informatie over de impact van de geopolitieke en opkomende risico's, is opgenomen in Toelichtingen 3.9 en 4.2 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de waarderingsregels beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving".
Op jaareinde 31 december 2023 bedraagt de boekwaarde van de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs vóór bijzondere waardeverminderingen EUR 213.531 miljoen, de totale overeenstemmende bijzondere waardeverminderingen op die datum bedragen EUR 2.474 miljoen.
De beoordeling van significante toenames in kredietrisico, van wanbetaling met betrekking tot leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en de beoordeling van de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen maken deel uit van het beoordelingsproces van de Groep en zijn, onder andere, gebaseerd op macro-economische scenario's en micro-economische parameters (zoals gedefinieerd door de Groep), op kredietrisicomodellen, op elementen die op significante toenames in kredietrisico en het risico op wanbetalingen wijzen, op de financiële toestand van de tegenpartij en op de verwachte toekomstige kasstromen of de waarde van het onderpand.
De bepaling van de bijkomende waardeverminderingen erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen steunen op de input van deskundigen om kwetsbare klanten te identificeren.
Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken, scenario's en veronderstellingen, alsook het bepalen van de bijkomende waardeverminderingen erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen, zou tot verschillende inschattingen kunnen leiden van bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. Aangezien de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs het belangrijkste deel uitmaken van de balans van de Groep, en gegeven de gerelateerde onzekerheid met betrekking tot de inschatting van kosten van bijzondere waardeverminderingen, beschouwen wij dit als een kernpunt van de controle.
Onze controlewerkzaamheden omvatten een beoordeling van het algemeen beheer inzake de processen van kredieten en bijzondere waardeverminderingen van de Groep, inclusief de processen met betrekking tot de modellen voor het bepalen van de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen en de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen. Wij hebben de opzet en de operationele doeltreffendheid getest van de beheersingsmaatregelen in het proces van de toekenning van leningen, het risicobeheersingsproces en het inschattingsproces voor de bepaling van bijzondere waardeverminderingen. Wat betreft bijzondere waardeverminderingen bepaald op individuele basis hebben we, voor een steekproef van bedrijfs- en kmo-kredietdossiers, een detailnazicht uitgevoerd; wij hebben de veronderstellingen in vraag gesteld onderliggend aan de elementen die op wanbetaling kunnen wijzen en de kwantificatie, inclusief de verwachte toekomstige kasstromen, de waardering van het gerelateerde onderpand en de inschatting van recuperatie bij wanbetaling.
Jaarverslag KBC Groep 2023 281

Wat betreft de bijzondere waardeverminderingen voor de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen, hebben wij de elementen die op significante toenames in kredietrisico wijzen alsook de macro-economische scenario's en micro-economische parameters (zoals gedefinieerd door de Groep) in vraag gesteld en hebben we, samen met onze experten, de onderliggende modellen getest inclusief het proces van de Groep inzake de goedkeuring en validatie van modellen.
Wij hebben ook de volledigheid van de identificatie van kwetsbare klanten door de directie beoordeeld bij het bepalen van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's en de mathematische nauwkeurigheid van de berekeningen om deze aanpassingen te bepalen gevalideerd en de redelijkheid ervan beoordeeld.
Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Naar onze mening liggen de door de directie opgenomen bijzondere waardeverminderingen, met inbegrip van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen, binnen een redelijke vork van uitkomsten in de context van de leningen en vorderingen in het algemeen, en de gerelateerde onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening.
Reëlewaardeafdekkingstransacties voor een portefeuille van kerndeposito's met renterisico
KBC Groep past de door IAS 39 - zoals goedgekeurd door de Europese Unie - toegestane boekhoudkundige reëlewaardeafdekkingsmethodiek voor het renterisico toe op een deel van een portefeuille van kerndeposito's. Deze methodiek vereist dat de cumulatieve veranderingen in de reële waarde van de betrokken kerndeposito's als gevolg van veranderingen in de rentevoeten op een afzonderlijke rubriek van de jaarrekening geboekt worden. Het bedrag van deze afzonderlijke rubriek is gelijk aan een debet op de passiva van EUR 507 miljoen op 31 december 2023 (zoals vermeld in Toelichting 4.8.2 bij de geconsolideerde jaarrekening), in toepassing van de waarderingsregels zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving". De omvang van dit bedrag op de afzonderlijke rubriek van de balans leidt tot een gestegen mate van aandacht vanwege de Groep op de naleving van de voorwaarden om te blijven voldoen aan de vereisten, voornamelijk het uitvoeren van adequate prospectieve en retrospectieve indekkingseffectiviteittesten en leidde ons ertoe om dit als een kernpunt van onze controle te beschouwen.
Wij hebben een begrip verkregen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot indekkingsrelaties en hebben de belangrijkste interne beheersingsmaatregelen getest aangaande de documentatie van de boekhoudkundige indekkingsmethodieken, het aanmerken of ongedaan maken van aanmerking als indekkingsinstrument, en de prospectieve en retrospectieve indekkingseffectiviteitstesten. Wij hebben de geschiktheid beoordeeld van de boekhoudkundige indekkingsrelatie en van de methodologie om de effectiviteit van de indekking te meten met betrekking tot de hogervernoemde boekhoudkundige indekkingsmethodiek. Dit omvatte de beoordeling van brondata en belangrijkste assumpties als voornaamste elementen die worden gebruikt in het indekkingsproces, op basis van door de Groep verstrekte gegevens, onze ervaring en marktpraktijken.
Op basis van onze werkzaamheden hebben wij kunnen vaststellen dat het gebruik van deze boekhoudkundige indekkingsmethodiek adequaat was gedocumenteerd en dat de effectiviteitstests adequaat waren uitgevoerd.
Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld met betrekking tot de reëlewaardeafdekkingsmethodiek van het renterisico voor een portefeuille van kerndeposito's, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
282 Jaarverslag KBC Groep 2023

Wat betreft de bijzondere waardeverminderingen voor de binnen de 12 maanden of tijdens de restlooptijd te verwachten kredietverliezen, hebben wij de elementen die op significante toenames in kredietrisico wijzen alsook de macro-economische scenario's en micro-economische parameters (zoals gedefinieerd door de Groep) in vraag gesteld en hebben we, samen met onze experten, de onderliggende modellen getest inclusief het proces van de Groep inzake de goedkeuring en validatie
Wij hebben ook de volledigheid van de identificatie van kwetsbare klanten door de directie
om deze aanpassingen te bepalen gevalideerd en de redelijkheid ervan beoordeeld.
beoordeeld bij het bepalen van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's en de mathematische nauwkeurigheid van de berekeningen
Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS)
Naar onze mening liggen de door de directie opgenomen bijzondere waardeverminderingen, met inbegrip van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen, binnen een redelijke vork van uitkomsten in de context van de leningen en vorderingen in het algemeen, en de gerelateerde onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening.
Reëlewaardeafdekkingstransacties voor een portefeuille van kerndeposito's met renterisico
KBC Groep past de door IAS 39 - zoals goedgekeurd door de Europese Unie - toegestane boekhoudkundige reëlewaardeafdekkingsmethodiek voor het renterisico toe op een deel van een portefeuille van kerndeposito's. Deze methodiek vereist dat de cumulatieve veranderingen in de reële waarde van de betrokken kerndeposito's als gevolg van veranderingen in de rentevoeten op een afzonderlijke rubriek van de jaarrekening geboekt worden. Het bedrag van deze afzonderlijke rubriek is gelijk aan een debet op de passiva van EUR 507 miljoen op 31 december 2023 (zoals vermeld in Toelichting 4.8.2 bij de geconsolideerde jaarrekening), in toepassing van de waarderingsregels zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving". De omvang van dit bedrag op de afzonderlijke rubriek van de balans leidt tot een gestegen mate van aandacht vanwege de Groep op de naleving van de voorwaarden om te blijven voldoen aan de vereisten, voornamelijk het uitvoeren van adequate prospectieve en retrospectieve indekkingseffectiviteittesten
Wij hebben een begrip verkregen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot
indekkingseffectiviteitstesten. Wij hebben de geschiktheid beoordeeld van de boekhoudkundige indekkingsrelatie en van de methodologie om de effectiviteit van de indekking te meten met betrekking tot de hogervernoemde boekhoudkundige indekkingsmethodiek. Dit omvatte de beoordeling van brondata en belangrijkste assumpties als voornaamste elementen die worden gebruikt in het
Op basis van onze werkzaamheden hebben wij kunnen vaststellen dat het gebruik van deze boekhoudkundige indekkingsmethodiek adequaat was gedocumenteerd en dat de effectiviteitstests
Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld met betrekking tot de reëlewaardeafdekkingsmethodiek van het renterisico voor een portefeuille van kerndeposito's, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial
indekkingsrelaties en hebben de belangrijkste interne beheersingsmaatregelen getest aangaande de documentatie van de boekhoudkundige indekkingsmethodieken, het aanmerken of ongedaan maken
indekkingsproces, op basis van door de Groep verstrekte gegevens, onze ervaring en marktpraktijken.
en leidde ons ertoe om dit als een kernpunt van onze controle te beschouwen.
van aanmerking als indekkingsinstrument, en de prospectieve en retrospectieve
Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle
Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
van modellen.
zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Beschrijving van het kernpunt van de controle
adequaat waren uitgevoerd.
3 van 9
Zoals toegelicht in Toelichting 5.5 bij de geconsolideerde jaarrekening heeft de Groep, in toepassing van de waarderingsregels zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving" op jaareinde 31 december 2023 voor EUR 1.240 miljoen aan goodwill erkend. Goodwill wordt jaarlijks, of wanneer er een aanwijzing is, doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen om na te gaan of de realiseerbare waarde hoger is dan de boekwaarde.
Gelet op de significante oordeelsvorming van het management en de daarmee samenhangende schattingsonzekerheid voor het bepalen van de realiseerbare waarde van de respectieve kasstroomgenererende eenheden beschouwen we dit als een kernpunt van de controle.
Wij hebben een begrip verkregen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot het bepalen van bijzondere waardevermindering op goodwill. Daarnaast hebben wij, samen met onze experten, de geschiktheid beoordeeld van de door de directie ontwikkelde verdisconteerde kasstroom-modellen, de evaluatie van de significante aannames van het management voor het bepalen van de vrije kasstroomprojecties, de verdisconteringsvoeten en de uiteindelijke groeivoet van de respectieve kasstroomgenererende eenheden, evenals de volledigheid en nauwkeurigheid van de onderliggende gegevens die in de modellen worden gebruikt. Wij hebben ook de redelijkheid beoordeeld van de gestresste aannames die gebruikt zijn in de stresstests zoals vermeld in de toelichting.
Tenslotte hebben wij de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Naar onze mening liggen de uitkomsten van de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van goodwill door de directie binnen een redelijk bereik van uitkomsten, gelet op de totale uitstaande goodwill en de daarmee samenhangende onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening.
Onzekerheid met betrekking tot schattingen gerelateerd aan de overgang naar en eerste toepassing van IFRS 17 en IFRS 9
Het boekjaar dat eindigt op 31 december 2023 is het eerste jaar waarin IFRS 17 "Verzekeringscontracten" van toepassing is voor KBC Groep. Deze wijzigt de boekhoudkundige criteria voor de erkenning en waardering van verzekeringscontracten aanzienlijk ten opzichte van IFRS 4. Op 1 januari 2023 is de Groep ook gestopt met het toepassen van de tijdelijke "overlay" benadering van IFRS 9, waardoor de classificatie en opsplitsing van financiële activa en verplichtingen in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep zijn gewijzigd.
Als onderdeel van de eerste toepassing van deze boekhoudnormen moet de vergelijkende informatie op 1 januari 2022 (transitiebalans) worden opgesteld en moeten de overeenkomstige cijfers voor het jaar 2022 in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep worden herzien. De overgang naar IFRS 17 en IFRS 9 heeft een aanzienlijke invloed op het eigen vermogen per 1 januari 2022 en omvat een complex proces dat de toepassing van assumpties en schattingen vereist.
De overgang naar en eerste toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 wordt daarom beschouwd als een kernpunt van de controle.
Jaarverslag KBC Groep 2023 283
Informatie met betrekking tot de overgang naar en eerste toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 is opgenomen in Toelichting 1.5 bij de geconsolideerde jaarrekening.

Onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de overgang naar IFRS 17 en IFRS 9 bestonden voornamelijk uit de volgende procedures:
We hebben ook de geschiktheid van de toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening met betrekking tot de overgang beoordeeld, rekening houdend met de eisen van de International Financial Reporting Standards zoals geïmplementeerd door de Europese Unie.
We hebben een beroep gedaan op onze interne actuariële experten bij het uitvoeren van de bovengenoemde controleprocedures.
De LRC van contracten gewaardeerd met behulp van de BBA (EUR 12.952 miljoen) of de VFA (EUR 910 miljoen) omvat de PVFCF met betrekking tot toekomstige verzekeringsdiensten, evenals de CSM en de RA. De assumpties die worden gebruikt voor de projecties van deze kasstromen hebben met name betrekking op sterfte, levensduur, vroegtijdige beëindiging, winstgevendheid, toekomstige stortingen en de bepaling van direct toerekenbare kosten. De actuariële berekening van de kasstromen die voortvloeien uit de verzekeringscontracten is complex en berust op een hoge graad van subjectieve beoordeling en op veronderstellingen die beïnvloed worden door de toekomstige economische en politieke omstandigheden, alsook door overheidsreglementeringen. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de top-down benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt van de controle te beschouwen.
De LIC van contracten gewaardeerd met behulp van de PAA (EUR 2.257 miljoen) houdt rekening met de geschatte kosten van vorderingen die zich voordoen tot op de rapporteringsdatum. De actuariële projectiemethoden van de huidige waarde van de vervullingskasstromen met betrekking tot verzekeringsdiensten uit het verleden, voortvloeiend uit dergelijke verzekeringscontracten, zijn complex en zeer subjectief omdat ze zijn gebaseerd op een aantal belangrijke assumpties die zijn afgeleid van historische informatie, namelijk met betrekking tot het bedrag van de vordering en patronen van schadebetalingen inclusief de verwachte toekomstige ontwikkeling. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de bottom-up benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt van de controle te beschouwen.
Informatie over de waardering van verzekeringsverplichtingen is opgenomen in Toelichting 5.6.1 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de beleidslijnen zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving".
284 Jaarverslag KBC Groep 2023

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle
hoofde van ontstane schades ("LIC") te waarderen, volgens de
Reporting Standards zoals geïmplementeerd door de Europese Unie.
voornamelijk uit de volgende procedures:
bovengenoemde controleprocedures.
van de controle te beschouwen.
van de controle te beschouwen.
5 van 9
Beschrijving van het kernpunt van de controle
Onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de overgang naar IFRS 17 en IFRS 9 bestonden
● Beoordeling van de overeenstemming van de boekhoudkundige principes van de Groep met IFRS 17 en IFRS 9; ● Begrip en beoordeling van de bijgewerkte interne controleomgeving met betrekking tot het financiële rapporteringsproces volgens IFRS 17 en IFRS 9; ● Beoordeling en testen van de toegepaste overgangsmethoden om de transitiebalans vast te stellen; ● Beoordeling van de boekhoudkundige principes, de methodologie en de redelijkheid van de
van de vervullingskasstromen ("PVFCF"), Contractuele Dienstenmarge ("CSM") en de
risicoaanpassing voor niet-financiële risico's ("RA"); ● Herberekening van de actuariële vervullingskasstromen, CSM en CSM-vrijval via
actuariële modellen en assumpties die worden gebruikt bij de berekening van de huidige waarde
dekkingseenheden, opgenomen in de verplichting uit hoofde van de resterende dekking ("LRC") voor een steekproef van contracten die zijn gewaardeerd volgens de Bouwsteenbenadering ("BBA") en variabelevergoedingsbenadering ("VFA"); ● Onafhankelijke beoordeling van de actuariële modellen die worden gebruikt om de verplichting uit
premietoerekeningsbenaderingsmethode ("PAA"), voor een op risico gebaseerde steekproef van
beoordeling van de vervulling van de criteria voor dergelijke wijzigingen in het kader van IFRS 9.
betrekking tot de overgang beoordeeld, rekening houdend met de eisen van de International Financial
een groep contracten; ● Beoordeling van de criteria voor de toepassing van de PAA of de VFA; en ● Uitvoering van een analyse van de wijzigingen in de beoordelingen van het bedrijfsmodel en
We hebben ook de geschiktheid van de toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening met
We hebben een beroep gedaan op onze interne actuariële experten bij het uitvoeren van de
De LRC van contracten gewaardeerd met behulp van de BBA (EUR 12.952 miljoen) of de VFA (EUR 910 miljoen) omvat de PVFCF met betrekking tot toekomstige verzekeringsdiensten, evenals de CSM en de RA. De assumpties die worden gebruikt voor de projecties van deze kasstromen hebben met name betrekking op sterfte, levensduur, vroegtijdige beëindiging, winstgevendheid, toekomstige
kasstromen die voortvloeien uit de verzekeringscontracten is complex en berust op een hoge graad van subjectieve beoordeling en op veronderstellingen die beïnvloed worden door de toekomstige economische en politieke omstandigheden, alsook door overheidsreglementeringen. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de top-down benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt
De LIC van contracten gewaardeerd met behulp van de PAA (EUR 2.257 miljoen) houdt rekening met de geschatte kosten van vorderingen die zich voordoen tot op de rapporteringsdatum. De actuariële
Informatie over de waardering van verzekeringsverplichtingen is opgenomen in Toelichting 5.6.1 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de beleidslijnen zoals beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving".
stortingen en de bepaling van direct toerekenbare kosten. De actuariële berekening van de
projectiemethoden van de huidige waarde van de vervullingskasstromen met betrekking tot verzekeringsdiensten uit het verleden, voortvloeiend uit dergelijke verzekeringscontracten, zijn complex en zeer subjectief omdat ze zijn gebaseerd op een aantal belangrijke assumpties die zijn afgeleid van historische informatie, namelijk met betrekking tot het bedrag van de vordering en patronen van schadebetalingen inclusief de verwachte toekomstige ontwikkeling. Bovendien wordt de bepaling van de passende verdiscontering van deze kasstromen met behulp van de bottom-up benadering als complex en zeer subjectief beschouwd, hetgeen ons ertoe leidt dit als een kernpunt
Onzekerheid met betrekking tot de waardebepaling van verzekeringsverplichtingen
We hebben werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot het ontwerp en de effectiviteit van de controles van de Groep om vast te stellen dat de gegevens die worden gebruikt bij de waardering en de opzet van de verzekeringsverplichtingen adequaat en volledig zijn. We hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd op de procedures van de Groep om de hierboven genoemde assumpties te bepalen, het valideren van de assumpties op basis van op de markt observeerbare gegevens en een actuariële analyse door backtesting van de gebruikte assumpties.
Onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de LRC voor verzekeringscontracten gewaardeerd onder de BBA of de VFA bestonden voornamelijk uit de volgende procedures:
Onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de LIC voor verzekeringscontracten gewaardeerd onder de PAA bestonden voornamelijk uit de volgende procedures:
Tot slot hebben we de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen met betrekking tot verzekeringscontracten beoordeeld om te evalueren of aan de vereisten voor toelichting is voldaan die zijn opgenomen in de International Financial Reporting Standards zoals geïmplementeerd door de Europese Unie.
We hebben een beroep gedaan op onze interne actuariële experten bij het uitvoeren van onze controleprocedures.
We hebben onze conclusies van onze actuariële analyse besproken met de actuariële functie van de Groep. Onze controlewerkzaamheden hebben ons toegelaten de waardering en de opzet van de verzekeringscontracten te beoordelen.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Jaarverslag KBC Groep 2023 285

Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig ISA is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling worden hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig ISA, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
286 Jaarverslag KBC Groep 2023

Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te
Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig ISA is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft
genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de raad van bestuur gehanteerde
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig ISA, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens
● Het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren
controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het
van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van
● Het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële
schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen.
opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het omzeilen van de interne beheersing.
● Het concluderen of de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling
die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep zijn continuïteit niet
● Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van
verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte
aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden
doen.
jaarrekening
deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
de volgende werkzaamheden uit:
langer kan handhaven.
7 van 9
de Groep.
continuïteitsveronderstelling worden hieronder beschreven.
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde de secties:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Jaarverslag KBC Groep 2023 287

De op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste niet-financiële informatie werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de Global Reporting Initiative (GRI) Standards. Overeenkomstig artikel 3:80, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met de in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening vermelde Global Reporting Initiative (GRI) Standards.
Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag.
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van KBC Groep NV per 31 december 2023 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Diegem, 29 maart 2024
De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door
Damien Walgrave* Jeroen Bockaert** Bedrijfsrevisor Bedrijfsrevisor
*Handelend in naam van Damien Walgrave BV **Handelend in naam van Jeroen Bockaert BV
9 van 9
288 Jaarverslag KBC Groep 2023
We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 2 mei 2024 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Global Services NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op www.kbc.com. De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.
Overige informatie
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 38 678 | 32 820 |
| Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa | 0 | 0 |
| Financiële vaste activa | 38 678 | 32 820 |
| Verbonden ondernemingen | 38 677 | 32 819 |
| Deelnemingen | 16 368 | 16 368 |
| Vorderingen | 22 309 | 16 451 |
| Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | 1 | 1 |
| Deelnemingen | 1 | 1 |
| Andere financiële activa | 0 | 0 |
| Vlottende activa | 1 573 | 557 |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 0 | 0 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 0 | 0 |
| Vorderingen op ten hoogste 1 jaar | 9 | 10 |
| Handelsvorderingen | 8 | 10 |
| Overige vorderingen | 1 | 0 |
| Geldbeleggingen | 1 017 | 300 |
| Eigen aandelen | 476 | 0 |
| Overige beleggingen | 542 | 300 |
| Liquide middelen | 220 | 80 |
| Overlopende rekeningen | 326 | 166 |
| Totaal activa | 40 251 | 33 377 |
| Eigen vermogen | 16 133 | 15 512 |
| Kapitaal | 1 461 | 1 461 |
| Geplaatst kapitaal | 1 461 | 1 461 |
| Uitgiftepremies | 5 516 | 5 510 |
| Reserves | 1 287 | 1 287 |
| Wettelijke reserves | 146 | 146 |
| Inkoop eigen aandelen | 476 | 0 |
| Overige onbeschikbare reserves | 1 | 1 |
| Belastingvrije reserves | 190 | 190 |
| Beschikbare reserves | 473 | 949 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) | 7 869 | 7 255 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 1 | 0 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 |
| Schulden | 24 117 | 17 865 |
| Schulden op meer dan 1 jaar | 19 828 | 14 754 |
| Financiële schulden | 19 828 | 14 754 |
| Achtergestelde leningen | 4 431 | 3 683 |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 15 397 | 11 071 |
| Schulden op ten hoogste 1 jaar | 4 012 | 2 990 |
| Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 1 500 | 1 700 |
| Financiële schulden | 1 202 | 0 |
| Handelsschulden | 1 | 1 |
| Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 16 | 15 |
| Belastingen | 0 | 1 |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 16 | 14 |
| Overige schulden | 1 293 | 1 274 |
| Overlopende rekeningen | 277 | 121 |
| Totaal passiva | 40 251 | 33 377 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 101 | 499 |
| Omzet | 100 | 449 |
| Voorraad goederen in bewerking, gereed product en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) | 0 | 0 |
| Geproduceerde vaste activa | 0 | 35 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 1 | 15 |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 0 | 0 |
| Bedrijfskosten | 114 | 504 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 0 | 0 |
| Diensten en diverse goederen | 30 | 254 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 83 | 213 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa | 0 | 38 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen/bestedingen en terugnemingen | 1 | -1 |
| Andere bedrijfskosten | 0 | 1 |
| Niet-recurrente bedrijfskosten | 0 | 0 |
| Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) | -13 | -6 |
| Financiële opbrengsten | 2 861 | 4 089 |
| Recurrente financiële opbrengsten | 2 861 | 4 089 |
| Opbrengsten uit financiële vaste activa | 2 291 | 3 862 |
| Opbrengsten uit vlottende activa | 26 | 4 |
| Andere financiële opbrengsten | 544 | 224 |
| Niet-recurrente financiële opbrengsten | 0 | 0 |
| Financiële kosten | 543 | 215 |
| Recurrente financiële kosten | 543 | 215 |
| Kosten van schulden | 519 | 212 |
| Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen en terugnemingen | 0 | 0 |
| Andere financiële kosten | 24 | 3 |
| Niet-recurrente financiële kosten | 0 | 0 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting | 2 305 | 3 869 |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Overboeking naar de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Belastingen op het resultaat | 4 | 3 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar | 2 302 | 3 866 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 2 302 | 3 866 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winst (verlies (-)) | 9 557 | 8 930 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 2 302 | 3 866 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar | 7 255 | 5 063 |
| Toevoeging aan het eigen vermogen | 0 | 0 |
| Aan de wettelijke reserve | 0 | 0 |
| Aan de overige reserves | 0 | 0 |
| Over te dragen winst (verlies (-)) | 7 869 | 7 255 |
| Uit te keren winst | 1 688 | 1 674 |
| Vergoeding van het kapitaal* | 1 685 | 1 668 |
| Bestuurders of zaakvoerders | 0 | 0 |
| Werknemers/andere rechthebbenden | 3 | 6 |
* De totale vergoeding van het kapitaal zoals in de tabel is aangegeven houdt rekening met het aantal dividendgerechtigde aandelen op de datum van de Raad van Bestuur (14 maart 2024). Het finale dividendbedrag zal nog verlaagd worden met het dividend op de ingekochte aandelen tussen de datum van de Raad van Bestuur (14 maart 2024) en de ex-coupondatum (13 mei 2024), die niet-dividendgerechtigd zijn. Dat verschil zal verrekend worden met de eerstvolgende resultaatsbestemming.
We stellen aan de Algemene Vergadering voor het boekjaar 2023 een brutoslotdividend van 3,15 euro per aandeel voor, wat het totale brutodividend met betrekking tot 2023 op 4,15 euro per aandeel brengt. De dividenduitkeringsratio ([uit te keren dividend + coupon op AT1 instrumenten in eigen vermogen] / [totaal geconsolideerd nettoresultaat]) voor 2023 bedraagt dan ongeveer 51%.
| (in miljoenen euro) | Deelnemingen in verbonden ondernemingen |
Vorderingen op verbonden ondernemingen |
Deelnemingen in ondernemingen waarmee er een deelnemingsverhouding bestaat |
|---|---|---|---|
| Boekwaarde 31-12-2022 | 16 368 | 16 451 | 1 |
| Aanschaffingen in 2023 | 0 | 7 559 | 0 |
| Vervreemdingen in 2023 | 0 | -1 700 | 0 |
| Andere wijzigingen in 2023 | 0 | 0 | 0 |
| Boekwaarde 31-12-2023 | 16 368 | 22 309 | 1 |
• De deelnemingen in verbonden ondernemingen zijn voornamelijk de participaties in KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV, en daarnaast in KBC Global Services NV en DISCAI.
| Kapitaalverhoging voor | ||||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | het personeel | Toevoeging | 31-12-2023 |
| Kapitaal | 1 461 | 0 | – | 1 461 |
| Uitgiftepremies | 5 510 | 6 | – | 5 516 |
| Reserves | 1 287 | – | – | 1 287 |
| Overgedragen resultaat | 7 255 | – | 614 | 7 869 |
| Eigen vermogen | 15 512 | 6 | 614 | 16 133 |
• Op 31 december 2023 bedroeg het geplaatste kapitaal van de vennootschap 1 461 017 750,26 euro, verdeeld in 417 305 876 aandelen zonder nominale waarde. Het kapitaal is volgestort.
• Ontvangen kennisgevingen: we ontvingen in 2023 een aantal kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. We publiceren de ontvangen kennisgevingen in extenso op www.kbc.com.
| Met stemrechtverlenende effecten gelijkgestelde |
||||
|---|---|---|---|---|
| Ontvangen kennisgevingen in 2023 (% stemrechten in KBC Groep NV) |
Situatie op | Stemrechtverlenende effecten |
financiële instrumenten |
Totaal |
| FMR LLC | 8 september 2023 | 2,99% | 0,00% | 2,99% |
| FMR LLC | 14 september 2023 | 3,03% | 0,00% | 3,03% |
| FMR LLC | 9 oktober 2023 | 2,98% | 0,00% | 2,98% |
Om de twee jaar voeren we een materialiteitsanalyse uit. Die analyse helpt ons om voldoende voeling te krijgen en rekening te houden met de standpunten van onze stakeholders over materiële onderwerpen die verband houden met mensenrechten en de economische, sociale en milieuprestaties van KBC. In 2022 voerden we een uitgebreide analyse uit in samenwerking met een gerenommeerde en gespecialiseerde derde partij. Ook onze kernlanden werden actief betrokken bij het proces. Zo werden ook de lokale verwachtingen van onze stakeholders (kernaandeelhouders, klanten, werknemers, investeerders, leveranciers, ngo's, regelgevers en sectororganisaties) in onze kernlanden meegenomen in de analyse. Het dubbele materialiteitsperspectief en de herziene GRI-normen vormden de leidraad doorheen de materialiteitsanalyse. We bereiden ons voor op een tweejaarlijkse (dubbele) materialiteitsanalyse in 2024, die een sleutelrol speelt in de CSRD.

De belangrijkste thema's voor KBC en waar we in het jaarverslag die thema's bespreken, vindt u in de tekening en de tabel.

2 11 4 5 12 1 15 3 6 13 7 14 9 10 8 Duurzaam en verantwoord aanbod van producten en diensten Ethische bedrijfsvoering en verantwoord gedrag Veerkracht van ons bedrijfsmodel op lange termijn Partner in de transformatie naar een duurzamere toekomst Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen Gegevensbescherming en cyberveiligheid Eerlijke, begrijpelijke en transparante informatie aan klanten Dienstenaanbod dat de lokale economie stimuleert Bevordering van financiële geletterdheid Toegankelijkheid en bruikbaarheid van producten en diensten Ontwikkeling en welzijn van werknemers Directe milieu-impact van onze activiteiten Betrokkenheid in de gemeenschap Diverse en inclusieve bedrijfscultuur Inclusief dienstenaanbod
| Belangrijkste elementen |
Informatie in dit rapport (selectie) |
|---|---|
| Duurzaam en verantwoord aanbod van producten en diensten |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'Hoe creëren we duurzame waarde' en 'In welke omgeving zijn we actief?' • Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving', 'Focus op het klimaat en het milieu' en 'Focus op mensenrechten • Onze divisies |
| Ethische bedrijfsvoering en verantwoord gedrag |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'Wat maakt ons tot wie we zijn?' • Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving' en 'Focus op mensenrechten' • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder 'Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen' |
| Veerkracht van ons bedrijfsmodel op lange termijn |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'In welke omgeving zijn we actief?' • Onze strategie, onder 'De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur' • Ons financieel rapport • Onze strategie • Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal? |
| Partner in de transformatie naar een duurzamere toekomst |
• Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving' en 'Focus op het klimaat en het milieu' • Onze divisies |
| Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'Hoe creëren we duurzame waarde?' en 'In welke omgeving zijn we actief?' • Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving', 'Focus op het klimaat en het milieu' en 'Focus op mensenrechten' |
| Gegevensbescherming en cyberveiligheid |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'In welke omgeving zijn we actief?' • Onze strategie, onder 'De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur' • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder 'Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen' • Hoe beheren we onze risico's?, onder 'Niet-financiële risico's' |
De commissaris heeft dit hoofdstuk niet geauditeerd.
Naast wettelijk of door IFRS bepaalde ratio's en termen gebruiken we ook eigen ratio's en definities, zogenaamde alternatieve prestatiemaatstaven. We duiden die aan met APM in de titel.
| (bedragen in miljoenen euro, tenzij anders vermeld) | Verwijzing/referentie | Berekening | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Common equity ratio | ||||
| Gedetailleerde beschrijving/berekening in Hoe beheren we ons kapitaal? |
– | – | ||
| Dekkingsratio (APM) | ||||
| Deel van de impaired kredieten gedekt door stage 3- waardeverminderingen. De teller en noemer kunnen ook |
Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleggingspor tefeuille |
A: Stage 3-waardeverminderin gen op kredieten |
1 888 | 2 048 |
| worden beperkt tot impaired kredieten met meer dan | B: Impaired kredieten | 4 221 | 4 350 | |
| 90 dagen achterstalligheid. | A/B | 45% | 47% | |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (APM) | ||||
| Boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen ver |
Geconsolideerde balans en Toe lichting 5.10 |
A: Eigen vermogen van de aandeelhouders |
22 010 | 20 319 |
| mogen van de aandeelhouders van KBC. | B: Aantal gewone aandelen min eigen aandelen (in miljoenen) |
409 | 417 | |
| A/B (in euro) | 53,9 | 48,7 | ||
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringen (APM)1 | ||||
| Technische winstgevendheid van de schadeverzekerings activiteiten op korte termijn, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkerin gen en kosten te dekken. |
Toelichting 3.6 | A: Niet-leven premieallocatie benadering: schadelasten en kosten verbonden aan scha delasten na herverzekering |
1 204 | 1 080 |
| B: Andere kosten dan verbonden aan schadelasten en provisies |
676 | 602 | ||
| C: Niet-leven premieallocatie benadering: netto verdiende verwachte ontvangen premies |
2 160 | 1 943 | ||
| (A+B)/C | 87% | 87% | ||
| Kosten-inkomstenratio, zonder bank- en verzekeringsheffingen (APM)1 | ||||
| Relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van op brengsten, exclusief de bank- en verzekeringsheffingen) |
Geconsolideerde winst-en verliesrekening |
A: Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen |
4 438 | 4 159 |
| van de groep. | B: Betaalde verzekeringsprovisies | 340 | 308 | |
| C: Totale opbrengsten | 11 224 | 10 035 | ||
| (A+B)/C | 43% | 45% | ||
| Kosten-inkomstenratio, inclusief bank- en verzekeringsheffingen maar zonder uitzonderlijke of niet-operationele elementen (APM)1 |
||||
| Waar relevant berekenen we ook de kosten-inkomsten ratio inclusief de bank- en verzekeringsheffingen, maar zonder uitzonderlijke of niet-operationele elementen. De bedoeling is een beter idee te geven van de relatieve kostenefficiëntie van de pure businessactiviteiten. |
Geconsolideerde winst-en verliesrekening |
A: Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen |
4 438 | 4 159 |
| Overzicht van uitzonderlijke/ niet-operationele elementen (per kwartaal): zie General Investor Presentations op www.kbc.com. |
B: Totale bank- en verzekerings heffingen |
687 | 646 | |
| C: Betaalde verzekeringsprovisies | 340 | 308 | ||
| D: Uitzonderlijke en/of niet operationele kosten2 |
-124 | -169 | ||
| E: Totale opbrengsten | 11 224 | 10 035 | ||
| F: Uitzonderlijke en/of niet operationele opbrengsten2 |
-429 | -(-76) | ||
| (A+B+C-D)/(E-F) | 49% | 49% | ||
| Kredietkostenratio (APM)1 | ||||
| Waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode in verhouding tot de totale kredietportefeuille |
Geconsolideerde winst-en verliesrekening en Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet en beleggingsportefeuille |
A: Nettowijziging in waardever minderingen voor kredieten |
-9 | 155 |
| (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van |
B: Gemiddelde uitstaande kre dietportefeuille |
200 270 | 197 052 | |
| de portefeuille. | A/B | 0,00%3 | 0,08%3 |
<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->
| Kredietportefeuille (APM) | ||||
|---|---|---|---|---|
| Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk traditionele) kredietactiviteiten. |
Toelichtingen 4.1, 4.2, 6.1, 5.11 en Hoe beheren we onze risico's?: |
A: Leningen en voorschotten aan klanten |
183 613 | 178 053 |
| tabel Krediet- en beleggings portefeuille |
B: Reverse repo's (niet op cen trale banken) |
763 | 785 | |
| C:Schuldinstrumenten van ondernemingen en van kredietinstellingen en beleg gingsondernemingen (bank) |
6 681 | 6 157 | ||
| D:Andere blootstelling aan kredietinstellingen |
3 301 | 4 072 | ||
| E: Verstrekte financiële garan ties aan klanten en andere commitments |
10 263 | 10 222 | ||
| F: Waardeverminderingen op kredieten |
2 483 | 2 636 | ||
| G:Verzekeringsentiteiten (-) | -1 927 | - 1 997 | ||
| H:Niet-kredietgerelateerde vorderingen (-) |
-528 | -602 | ||
| I: Overige | -1 694 | 6 394 | ||
| Leverageratio | A+B+C+D+E+F+H+G+H+I | 202 953 | 205 720 | |
| Gedetailleerde beschrijving/berekening in Hoe beheren we ons kapitaal? | – | – | ||
| Liquiditeitsdekkingsratio (Liquidity coverage ratio, LCR) | ||||
| Liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeits |
EC Delegated Act on LCR en EBA-richtlijnen voor LCR |
A: Liquide activa van hoge kwaliteit |
101 555 | 91 928 |
| moeilijkheden te doorstaan gedurende een maand. Het betreft het gemiddelde van de LCR-cijfers van de 12 maandafsluitingen. |
disclosure | B: Totale nettokasuitstroom voor volgende dertig kalen derdagen |
63 805 | 60 820 |
| A/B | 159% | 152% | ||
| Marktkapitalisatie | ||||
| Beurswaarde van de KBC-groep. | Toelichting 5.10 | A: Slotkoers KBC-aandeel (euro) |
58,7 | 60,1 |
| B: Aantal aandelen (in mil joenen) |
417,3 | 417,2 | ||
| AxB (in miljarden euro) | 24,5 | 25,1 | ||
| Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL) | ||||
| Gedetailleerde beschrijving/berekening in Hoe beheren we ons kapitaal? Netto stabiele financieringsratio (Net stable funding ratio, NSFR) |
– | – | ||
| Structurele liquiditeitspositie van de bank op lange ter mijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is |
Regulation (EU) 2019/876 dd. 20-05-2019 |
A: Beschikbaar bedrag stabiele financiering |
208 412 | 209 271 |
| liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode van één jaar. |
B: Vereist bedrag stabiele financiering |
153 372 | 153 767 | |
| A/B | 136% | 136% | ||
| Nettorentemarge (APM)1 | ||||
| Nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende |
Geconsolideerde winst-en verliesrekening en Geconsoli deerde balans |
A: Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten |
4 812 | 4 450 |
| activa van de bankactiviteiten. De nettorente-inkom sten van de bankactiviteiten zijn exclusief de dealing |
B: Gemiddelde rentedragende activa van de bank activiteiten |
231 869 | 224 014 | |
| rooms en de nettorente-impact van ALM FX swaps en repo's. |
A/B x 360/aantal kalenderda gen |
2,05% | 1,96% | |
| Ratio van impaired kredieten (APM)1 | ||||
| Aandeel van impaired kredieten in de kredietporte | Hoe beheren we onze risico's?: | A: Impaired kredieten | 4 221 | 4 350 |
| feuille (definitie: zie Kredietportefeuille), dus reflec | tabel Krediet- en beleg | B: Totale kredietportefeuille | 202 953 | 205 720 |
| tie van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaar schijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald (KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12). De teller in de formule kan worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12). |
gingsportefeuille | A/B | 2,1% | 2,1% |
| Rendement op eigen vermogen (APM) | ||||
| Relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat tot de ingezette eigen middelen. |
Geconsolideerde winst-en verliesrekening en Geconsoli deerde vermogensmutaties |
A: Resultaat na belastin gen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
3 402 | 2 818 |
| B: Coupon op de AT1-instru menten (-) |
-64 | -50 | ||
| C: Gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders |
21 164 | 20 611 | ||
| (A+B)/C | 16% | 13% |
Bestaat uit direct beheerd geld van de klanten (assets under distribution voor retail-, private banking- en institutionele klanten), groepsactiva (waaronder pensioenfonds), activa van funds-of-funds en activa onder adviserend vermogensbeheer. Het bevat de activa beheerd door de verschillende vermogensbeheerbedrijven van de groep en de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen zijn belangrijke elementen bij de nettoprovisie-inkomsten (genereren instap- en beheersvergoedingen). Bedragen in miljarden euro.
| – | A: Divisie België | 217,9 | 184,1 |
|---|---|---|---|
| B: Divisie Tsjechië | 17,4 | 15,1 | |
| C: Divisie Internationale Markten |
9,1 | 6,9 | |
| A+B+C (in miljarden euro) | 244,4 | 206,1 | |
| Waarvan | |||
| Direct beheerd geld van de klanten (assets under distribu tion) |
100 | 87 | |
| Beleggingsadvies | 55 | 40 | |
| Funds-of-funds | 68 | 60 | |
| Groepsactiva, incl. pensioen fondsen |
21 | 19 | |
Gedetailleerde berekening in Toelichting 3.12. –
1 We berekenen deze ratio's ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.
2 De uitzonderlijke en/of niet-operationele kosten in 2023 omvatten de uitzonderlijke bankentaksen in Hongarije, integratiekosten inzake Raiffeisenbank Bulgaria en kosten gerelateerd aan de verkooptransacties in Ierland, voor 2022 gaat het over kosten gerelateerd aan de verkooptransacties in Ierland, de uitzonderlijke winstpremie voor het personeel, de uitzonderlijke bankentaksen in Hongarije en integratiekosten inzake Raiffeisenbank Bulgaria. De uitzonderlijke en/of niet-operationele opbrengsten in 2023 omvatten de meerwaarde bij de afronding van de verkooptransacties in Ierland, een recuperatie van vroegere bankentaksen in België, diverse kleinere elementen en de m-t-m van ALM-derivaten. Voor 2022 gaat het over opbrengsten met betrekking tot de verkoop van een vastgoedmaatschappij, de negatieve impact van de arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding in Tsjechië, diverse kleinere elementen en de m-t-m van ALM-derivaten.
3 Voor de berekening van de ratio zonder de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's en voor de coronacrisis wordt de teller berekend exclusief de nettoterugname van 155 miljoen euro in 2023 en de nettotoename van 158 miljoen euro in 2022. De kredietkostenratio bedraagt in dat geval 0,07% in 2023 en 0,00% in 2022.
Op de volgende pagina's vindt u de verplichte rapporteringstabellen i.v.m. de EU-taxonomie.
Bijkomende vrijwillige rapporteringstabellen vindt u in ons Duurzaamheidsverslag.
Gebruikte afkortingen:
De commissaris heeft dit hoofdstuk niet geauditeerd.
KBC als kredietinstelling – overzicht door kredietinstellingen op grond van artikel 8 van de taxonomieverordening te rapporteren KPI's
| Totaal ecologisch | KPI (gebaseerd | KPI (gebaseerd | Bestreken % | % van activa | % van activa | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2023 | duurzame data | op omzet-KPI) | op capex-KPI) | activa) (over totale |
uitgesloten van | uitgesloten van | |
| (in miljoenen euro of %) | de teller van de GAR | de noemer van de GAR | |||||
| Belangrijkste KPI | Stand groene-activaratio (GAR) | 406 | 0.2% | 0.3% | 63.8% | 72.7% | 36.2% |
| Aanvullende KPI's | GAR (stroom) | 151 | 1,7% | 2,2% | N/A | N/A | N/A |
| Financiële garantie | 40 | 0,4% | 1,1% | N/A | N/A | N/A | |
| Activa onder beheer | 698 | 0,9% | 1,3% | N/A | N/A | N/A |
| DEEL 1 |
|---|
| - |
| activa voor berekening GAR (gebaseerd op omzet) |
| – |
| KBC als kredietinstelling |
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale | Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | |||||||||||||||
| bruto boek |
Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor taxonomie in | aanmerking komend) | Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor taxonomie in aanmerking komend) |
Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor taxonomie in aanmerking komend) |
Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor taxonomie in aanmerking komend) |
||||||||||||
| waarde | Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie | Waarvan ecologisch duurzaam (op | Waarvan ecologisch duurzaam (op | Waarvan ecologisch duurzaam (op | |||||||||||||||
| 31-12-2023 | afgestemd) | taxonomie afgestemd) | taxonomie afgestemd) | taxonomie afgestemd) | |||||||||||||||
| Waarvan gebruik van |
Waarvan transitie |
Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van |
Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van |
Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van |
Waarvan faciliterend |
|||||||||||
| opbreng | ondersteu nend |
opbreng | opbreng | opbreng | |||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller (in miljoenen euro) GAR - |
sten | sten | sten | sten | |||||||||||||||
| en noemer | |||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen en voorschotten, schuldbewijzen en |
|||||||||||||||||||
| 1 | eigenvermogensinstrumenten, niet voor handelsdoeleinden aangehouden |
86 078 | 81 893 | 396 | 1 | 45 | 168 | 11 | 10 | 0 | 10 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 2 | Financiële ondernemingen | 602 | 141 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 590 | 135 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Leningen en voorschotten | 199 | 57 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 5 6 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
391 0 |
79 0 |
0 0 |
0 N/A |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 12 | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 12 | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Leningen en voorschotten | 12 | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 12 11 |
Eigenvermogensinstrumenten | 0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 13 | waarvan beheersmaatschappijen Leningen en voorschotten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 20 19 |
Eigenvermogensinstrumenten Niet-financiële ondernemingen |
0 4 364 |
0 871 |
0 395 |
N/A 0 |
0 45 |
0 168 |
0 11 |
0 10 |
N/A 0 |
0 10 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 21 | Leningen en voorschotten | 3 977 | 785 | 391 | 0 | 45 | 165 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 357 | 86 | 3 | 0 | 1 | 3 | 11 | 10 | 0 | 10 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 30 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Huishoudens | 79 825 | 79 825 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
75 607 | 75 607 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 4 627 | 4 627 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 609 | 609 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Financiering lokale overheden | 1 254 | 1 023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 1 004 | 1 004 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 250 | 19 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed |
33 | 33 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 32 | Bij berekening GAR van teller uitgesloten activa (in noemer bestreken) |
114 697 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 | Financiële en niet-financiële ondernemingen | 93 921 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 34 | Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde kmo's) |
86 875 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Leningen en voorschotten | 84 073 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Waarvan door zakelijk onroerend goed | 22 559 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| zekergestelde leningen | |||||||||||||||||||
| 37 | Waarvan leningen voor renovatie gebouwen |
1 925 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 | Schuldbewijzen | 2 626 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 39 | Eigenvermogensinstrumenten | 176 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 40 | Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen onderwerpen tegenpartijen uit niet EU landen |
7 047 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 41 | Leningen en voorschotten | 4 539 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Schuldbewijzen | 2 458 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 43 | Eigenvermogensinstrumenten | 49 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| -2 115 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| N/A 717 |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| N/A 1 418 |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| N/A 20 756 |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| 81 893 200 776 |
396 | 1 | 45 | 168 | 11 | 10 | 0 | 10 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | |
| N/A 114 042 |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| N/A 47 916 |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| N/A 57 783 |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| N/A 8 343 |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| 81 893 314 818 |
396 | 1 | 45 | 168 | 11 | 10 | 0 | 10 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | |
| 110 601 |
40 | 0 | 2 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | |
| 1 520 30 431 |
660 | 0 | 10 | 376 | 48 | 39 | 0 | 2 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | |
| 636 20 685 |
290 | 0 | 2 | 99 | 31 | 22 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | |
| 884 9 746 |
369 | 0 | 8 | 277 | 18 | 17 | 0 | 2 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | ||||||||||||
| Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor taxonomie in | ||||||||||
| taxonomie in aanmerking komend) | taxonomie in aanmerking komend) | aanmerking komend) | ||||||||||||
| Waarvan ecologisch duurzaam (op | Waarvan ecologisch duurzaam (op | Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie | ||||||||||||
| 31-12-2023 | taxonomie afgestemd) | taxonomie afgestemd) | afgestemd) | |||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||
| gebruik van | faciliterend | gebruik van | facilitere nd |
gebruik van | transitie ondersteu |
faciliterend | ||||||||
| (in miljoenen euro) | opbreng sten |
opbreng sten |
opbreng sten |
nend | ||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller GAR - |
||||||||||||||
| en noemer | ||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen en voorschotten, schuldbewijzen en |
||||||||||||||
| 1 | eigenvermogensinstrumenten, niet voor | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 81 904 | 406 | 1 | 45 | 178 |
| handelsdoeleinden aangehouden | ||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 141 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 3 | Kredietinstellingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 135 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 57 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 5 6 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
79 0 |
0 0 |
0 N/A |
0 0 |
0 0 |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A 0 |
0 0 |
0 0 |
| 16 17 |
waarvan verzekeringsondernemingen Leningen en voorschotten |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 882 | 405 | 0 | 45 | 178 |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 785 | 391 | 0 | 45 | 165 |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 97 | 13 | 0 | 1 | 13 |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 24 | Huishoudens | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 79 825 | 1 | 1 | 0 | 0 |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 75 607 | 1 | 1 | 0 | 0 |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 4 627 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 609 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 29 | Financiering huisvesting | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 004 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 19 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 33 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 32 | Bij berekening GAR van teller uitgesloten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| activa (in noemer bestreken) | ||||||||||||||
| 33 | Financiële en niet-financiële ondernemingen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 34 | Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| kmo's) | ||||||||||||||
| 35 | Leningen en voorschotten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Waarvan door zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Waarvan leningen voor renovatie | ||||||||||||||
| 37 | gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 | Schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 39 | Eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 40 | Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen onderwerpen tegenpartijen uit niet EU |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| landen | ||||||||||||||
| 41 | Leningen en voorschotten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 43 | Eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 44 | Derivaten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 45 | Opeisbare interbancaire leningen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 46 | Contanten en cash-gerelateerde activa | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 47 | Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 48 | Totaal GAR-activa | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 81 904 | 406 | 1 | 45 | 178 |
| 49 | Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 50 | Centrale overheden en supranationale emittenten |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 51 | Blootstelling centrale banken | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 52 | Handelsportefeuille | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Totale activa | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 81 904 | 406 | 1 | 45 | 178 |
| NFRD rapportageverplichtingen onderworpen aan Blootstellingen buiten balanstelling – ondernemingen |
||||||||||||||
| 54 | Financiële garanties | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 110 | 40 | 0 | 2 | 10 |
| 55 | Activa onder beheer | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 569 | 698 | 0 | 10 | 378 |
| 56 | waarvan schuldbewijzen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 667 | 313 | 0 | 2 | 100 |
| 57 | waarvan eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 902 | 386 | 0 | 8 | 278 |
| DEEL 1 |
|---|
| activa voor berekening GAR (gebaseerd op capex) - |
| KBC als kredietinstelling – |
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale | Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | |||||||||||||||
| bruto boek |
Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor taxonomie in | aanmerking komend) | Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor taxonomie in aanmerking komend) |
Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor taxonomie in aanmerking komend) |
Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor taxonomie in aanmerking komend) |
||||||||||||
| waarde | Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie | Waarvan ecologisch duurzaam (op | Waarvan ecologisch duurzaam (op | Waarvan ecologisch duurzaam (op | |||||||||||||||
| 31-12-2023 | afgestemd) | taxonomie afgestemd) | taxonomie afgestemd) | taxonomie afgestemd) | |||||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||||
| gebruik van opbreng |
transitie ondersteu |
faciliterend | gebruik van opbreng |
faciliterend | gebruik van opbreng |
faciliterend | gebruik van opbreng |
faciliterend | |||||||||||
| (in miljoenen euro) | sten | nend | sten | sten | sten | ||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
|||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende | |||||||||||||||||||
| 1 | leningen en voorschotten, schuldbewijzen en eigenvermogensinstrumenten, niet voor |
86 078 | 82 023 | 536 | 1 | 112 | 137 | 17 | 10 | 0 | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 2 | handelsdoeleinden aangehouden Financiële ondernemingen |
602 | 68 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 590 | 62 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Leningen en voorschotten | 199 | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 391 | 42 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 8 7 |
Andere financiële ondernemingen | 12 12 |
6 6 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 9 | waarvan beleggingsondernemingen Leningen en voorschotten |
12 | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 14 13 |
Leningen en voorschotten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 20 21 |
Niet-financiële ondernemingen | 4 364 3 977 |
1 073 1 060 |
535 526 |
0 0 |
112 111 |
137 133 |
17 4 |
10 4 |
0 0 |
5 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 22 | Leningen en voorschotten Schuldbewijzen, incl. UoP |
357 | 13 | 9 | 0 | 1 | 4 | 13 | 5 | 0 | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 30 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Huishoudens | 79 825 | 79 825 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
75 607 | 75 607 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 4 627 | 4 627 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 609 | 609 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Financiering lokale overheden | 1 254 | 1 023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 1 004 | 1 004 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 250 | 19 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed |
33 | 33 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A |
| 32 | Bij berekening GAR van teller uitgesloten activa (in noemer bestreken) |
114 697 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 | Financiële en niet-financiële ondernemingen | 93 921 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 34 | Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde |
86 875 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Leningen en voorschotten kmo's) |
84 073 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Waarvan door zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
22 559 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 37 | Waarvan leningen voor renovatie gebouwen |
1 925 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 | Schuldbewijzen | 2 626 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 39 | Eigenvermogensinstrumenten | 176 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 40 | Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen onderwerpen tegenpartijen uit niet EU |
7 047 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 41 | Leningen en voorschotten landen |
4 539 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Schuldbewijzen | 2 458 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 43 | Eigenvermogensinstrumenten | 49 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 5 | N/A | N/A | N/A | N/A | 5 | 0 | 1 | 0 | 1 | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 10 | N/A | N/A | N/A | N/A | 10 | 0 | 44 | 13 | 31 | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 17 | N/A | N/A | N/A | N/A | 17 | 0 | 88 | 44 | 45 | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 137 | N/A | N/A | N/A | N/A | 137 | 24 | 457 | 119 | 338 | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 112 | N/A | N/A | N/A | N/A | 112 | 2 | 48 | 12 | 36 | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 1 | N/A | N/A | N/A | N/A | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 536 | N/A | N/A | N/A | N/A | 536 | 119 | 981 | 366 | 615 | |
| N/A | N/A | N/A | N/A | 82 023 | N/A | N/A | N/A | N/A | 82 023 | 190 | 2 440 | 837 | 1 602 | |
| -2 115 | 717 | 1 418 | 20 756 | 200 776 | 114 042 | 47 916 | 57 783 | 8 343 | 314 818 | 601 | 30 431 | 20 685 | 9 746 | |
| Derivaten | Opeisbare interbancaire leningen | Contanten en cash-gerelateerde activa | Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) | Totaal GAR-activa | Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa |
Centrale overheden en supranationale emittenten |
Blootstelling centrale banken | Handelsportefeuille | Totale activa | NFRD rapportageverplichtingen onderworpen aan Blootstellingen buiten balanstelling – ondernemingen |
Financiële garanties | Activa onder beheer | waarvan schuldbewijzen | waarvan eigenvermogensinstrumenten |
| 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 |
| s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | ||||||||||||
| Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | Waarvan naar taxonomie- | relevante sectoren (voor | Waarvan naar taxonomierelevante sectoren (voor taxonomie in | ||||||||||
| taxonomie in aanmerking komend) | taxonomie in aanmerking komend) | aanmerking komend) | ||||||||||||
| 31-12-2023 | Waarvan ecologisch duurzaam (op | taxonomie afgestemd) | Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie afgestemd) |
Waarvan ecologisch duurzaam (op taxonomie | afgestemd) | |||||||||
| Waarvan gebruik van |
Waarvan faciliterend |
Waarvan gebruik van |
Waarvan facilitere |
Waarvan gebruik van |
Waarvan transitie |
Waarvan faciliterend |
||||||||
| opbreng | opbreng | nd | opbreng | ondersteu | ||||||||||
| (in miljoenen euro) | sten | sten | sten | nend | ||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende | ||||||||||||||
| 1 | leningen en voorschotten, schuldbewijzen en | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 82 040 | 546 | 1 | 112 | 143 |
| eigenvermogensinstrumenten, niet voor | ||||||||||||||
| 2 | handelsdoeleinden aangehouden Financiële ondernemingen |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 68 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 3 | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 62 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| 4 | Leningen en voorschotten Kredietinstellingen |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 42 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 090 | 545 | 0 | 112 | 143 |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 064 | 530 | 0 | 111 | 133 |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 25 | 14 | 0 | 1 | 10 |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | 0 | 0 |
| 24 | Huishoudens | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 79 825 | 1 | 1 | 0 | 0 |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 75 607 | 1 | 1 | 0 | 0 |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 4 627 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 609 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 29 | Financiering huisvesting | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 004 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 19 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 33 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 32 | Bij berekening GAR van teller uitgesloten activa (in noemer bestreken) |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 | Financiële en niet-financiële ondernemingen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen | ||||||||||||||
| 34 | onderworpen kmo's en NFC's (niet zijnde kmo's) |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Leningen en voorschotten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Waarvan door zakelijk onroerend goed | ||||||||||||||
| 36 | zekergestelde leningen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 37 | Waarvan leningen voor renovatie gebouwen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 | Schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 39 | Eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Niet aan NFRD-rapportageverplichtingen | ||||||||||||||
| 40 | onderwerpen tegenpartijen uit niet EU landen |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 41 | Leningen en voorschotten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Schuldbewijzen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 43 | Eigenvermogensinstrumenten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 44 | Derivaten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 45 | Opeisbare interbancaire leningen | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 46 | Contanten en cash-gerelateerde activa | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 47 | Andere activa (goodwill, grondstoffen enz.) | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 48 | Totaal GAR-activa | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 82 040 | 546 | 1 | 112 | 143 |
| 49 | Andere bij berekening GAR niet in aanmerking genomen activa |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 50 | Centrale overheden en supranationale emittenten |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 51 | Blootstelling centrale banken | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 52 | Handelsportefeuille | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Totale activa | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 82 040 | 546 | 1 | 112 | 143 |
| NFRD rapportageverplichtingen onderworpen aan Blootstellingen buiten balanstelling – ondernemingen |
||||||||||||||
| 54 | Financiële garanties | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 190 | 119 | 0 | 2 | 24 |
| 55 | Activa onder beheer | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 2 528 | 1 025 | 0 | 48 | 458 |
| 56 | waarvan schuldbewijzen | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 881 | 379 | 0 | 12 | 119 |
| 57 | waarvan eigenvermogensinstrumenten | 0 | N/A | N/A | N/A | 0 | N/A | N/A | N/A | 1 647 | 646 | 0 | 36 | 339 |
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE)) | ||||||||||||||
| Niet-financiële | Niet aan NFRD | Niet-financiële | Niet aan NFRD | Niet-financiële | Niet aan NFRD | Niet-financiële | Niet aan NFRD | ||||||||||
| (onderworpen aan NFRD) | ondernemingen (NFC's) | onderworpen | kmo's en NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en andere |
NFC's | ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en | NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en | NFC's andere |
|||||
| viercijfercode NACE (code en label) 31-12-2023; Uitsplitsing per sector – |
Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | |||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||||
| ecologisch | ecologisch | ecologisch | ecologisch | ecologisch | ecologisch | ecologisch | ecologisch | ||||||||||
| (in miljoenen euro) | duurzaam | duurzaam | duurzaam | duurzaam | duurzaam | duurzaam | duurzaam | duurzaam | |||||||||
| 1 | Landbouw, bosbouw en visserij A – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 2 | Winning van delfstoffen B – |
5 | 0 | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 4 3 |
Winning van steenkool en bruinkool B.05 – B.06 – |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 5 | Winning van aardolie en aardgas Winning van metaalertsen B.07 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Overige winning van delfstoffen B.08 – |
5 | 0 | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 7 | Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw B.09 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 8 | Industrie C- |
1 090 | 21 | N/A | N/A | 1 090 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Vervaardiging van voedingsmiddelen C.10 - |
160 | 0 | N/A | N/A | 160 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Vervaardiging van dranken C.11 – |
17 | 0 | N/A | N/A | 17 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Vervaardiging van tabaksproducten C.12 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 12 | Vervaardiging van textiel C.13 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 13 14 |
Vervaardiging van leer en van producten van leer Vervaardiging van kleding C.14 – C.15 – |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, C.16 – |
|||||||||||||||||
| 15 | exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk | 0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 16 | Vervaardiging van papier en van papierwaren C.17 – |
54 | 0 | N/A | N/A | 54 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Drukkerijen, reproductie van opgenomen media C.18 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten C.19 – |
10 | 0 | N/A | N/A | 10 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Vervaardiging van chemische producten C.20 – |
309 | 4 | N/A | N/A | 309 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 20 | Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten C.21 – |
148 | 0 | N/A | N/A | 148 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 21 | Vervaardiging van producten van rubber of kunststof C.22 – |
101 | 4 | N/A | N/A | 101 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 22 | Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten C.23 – |
6 | 0 | N/A | N/A | 6 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Vervaardiging van metalen in primaire vorm C.24 – |
128 | 0 | N/A | N/A | 128 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en C.25 – |
2 | 0 | N/A | N/A | 2 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en apparaten C.26 – |
|||||||||||||||||
| 25 | optische producten | 5 | 0 | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 26 | Vervaardiging van elektrische apparatuur C.27 – |
36 | 13 | N/A | N/A | 36 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 27 | Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g. C.28 – |
13 | 0 | N/A | N/A | 13 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers C.29 – |
11 | 0 | N/A | N/A | 11 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Vervaardiging van andere transportmiddelen C.30 – |
71 | 0 | N/A | N/A | 71 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 30 31 |
Vervaardiging van meubelen C.32 – C.31 – |
8 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
8 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 32 | Reparatie en installatie van machines en apparaten Overige industrie C.33 – |
11 | 0 | N/A | N/A | 11 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 | Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht D – |
675 | 147 | N/A | N/A | 675 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 34 | Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit D35.1 – |
601 | 147 | N/A | N/A | 601 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 35 | Productie van elektriciteit D.35.11 – |
478 | 17 | N/A | N/A | 478 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Productie en distributie van gas D.35.2 – |
70 | 0 | N/A | N/A | 70 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 37 |
Productie en distributie van stoom en gekoelde lucht Distributie van water; afval- D.35.3 – E – |
5 44 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
5 44 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 39 | en afvalwaterbeheer en sanering Bouwnijverheid F – |
45 | 16 | N/A | N/A | 45 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 40 | Bouw van gebouwen F.41 – |
11 | 1 | N/A | N/A | 11 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 41 | en waterbouw Weg- F.42 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden F.43 – |
33 | 15 | N/A | N/A | 33 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 43 | en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen Groot- G – |
522 | 1 | N/A | N/A | 522 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 44 | Vervoer en opslag H – |
640 | 90 | N/A | N/A | 640 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 45 | Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen H.49 – |
559 | 66 | N/A | N/A | 559 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 46 47 |
Vervoer over water Luchtvaart H.50 – H. 51 – |
47 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
47 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 48 | Opslag en vervoerondersteunende diensten H. 52 – |
33 | 24 | N/A | N/A | 33 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 49 | Posterijen en koeriers H.35 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 50 | Verschaffen en accommodatie en maaltijden I – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 51 | Financiële activiteiten en verzekeringen K- |
869 | 30 | N/A | N/A | 869 | 10 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 52 | Exploitatie van handel in onroerend goed L – |
90 | 14 | N/A | N/A | 90 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) | 384 | 75 | N/A | N/A | 384 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 54 | TOTAAL | 4 364 | 395 | N/A | N/A | 4 364 | 10 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| q | r | s | t | u | v | w | x | y | z | aa | ab | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||
| Niet-financiële | Niet aan NFRD | Niet-financiële | Niet aan NFRD | Niet-financiële | Niet aan NFRD | ||||||||
| (onderworpen aan NFRD) | ondernemingen (NFC's) | onderworpen kmo's en NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en NFC's andere |
|||||||
| viercijfercode NACE (code en label) 31-12-2023; Uitsplitsing per sector – |
Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | |||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||
| ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
||||||||
| 1 | (in miljoenen euro) A – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 2 | Landbouw, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen B – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A |
| 3 | Winning van steenkool en bruinkool B.05 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 4 | Winning van aardolie en aardgas B.06 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 5 | Winning van metaalertsen B.07 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 6 | Overige winning van delfstoffen B.08 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A |
| 7 | Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw B.09 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 21 |
N/A | N/A |
| 8 9 |
Vervaardiging van voedingsmiddelen Industrie C.10 - C- |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
1 090 160 |
0 | N/A N/A |
N/A N/A |
| 10 | Vervaardiging van dranken C.11 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 17 | 0 | N/A | N/A |
| 11 | Vervaardiging van tabaksproducten C.12 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 12 | Vervaardiging van textiel C.13 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 13 | Vervaardiging van kleding C.14 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 14 | Vervaardiging van leer en van producten van leer C.15 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 15 | Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk C.16 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 16 | Vervaardiging van papier en van papierwaren C.17 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 54 | 0 | N/A | N/A |
| 17 | Drukkerijen, reproductie van opgenomen media C.18 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 18 | Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten C.19 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 10 | 0 | N/A | N/A |
| 19 | Vervaardiging van chemische producten C.20 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 309 | 4 | N/A | N/A |
| 20 21 |
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten C.22 – C.21 – |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
148 101 |
0 4 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale Vervaardiging van producten van rubber of kunststof C.23 – |
|||||||||||||
| 22 | producten | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 6 | 0 | N/A | N/A |
| 23 | Vervaardiging van metalen in primaire vorm C.24 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 128 | 0 | N/A | N/A |
| 24 | Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten C.25 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 2 | 0 | N/A | N/A |
| 25 | Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten C.26 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A |
| 26 | Vervaardiging van elektrische apparatuur C.27 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 36 | 13 | N/A | N/A |
| 27 | Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g. C.28 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 13 | 0 | N/A | N/A |
| 28 | Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers C.29 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 11 | 0 | N/A | N/A |
| 29 | Vervaardiging van andere transportmiddelen C.30 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 71 | 0 | N/A | N/A |
| 30 | Vervaardiging van meubelen C.31 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 8 | 0 | N/A | N/A |
| 32 31 |
Reparatie en installatie van machines en apparaten Overige industrie C.32 – C.33 – |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 11 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 33 | Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht D – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 675 | 147 | N/A | N/A |
| 34 | Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit D35.1 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 601 | 147 | N/A | N/A |
| 35 | Productie van elektriciteit D.35.11 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 478 | 17 | N/A | N/A |
| 36 37 |
Productie en distributie van stoom en gekoelde lucht Productie en distributie van gas D.35.2 – D.35.3 – |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
70 5 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 38 | en afvalwaterbeheer en sanering Distributie van water; afval- E – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 44 | 0 | N/A | N/A |
| 39 | Bouwnijverheid F – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 45 | 16 | N/A | N/A |
| 40 | Bouw van gebouwen F.41 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 11 | 1 | N/A | N/A |
| 42 41 |
Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden en waterbouw Weg- F.42 – F.43 – |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 33 |
0 15 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 43 | en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen Groot- G – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 522 | 1 | N/A | N/A |
| 44 | Vervoer en opslag H – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 640 | 90 | N/A | N/A |
| 45 | Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen H.49 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 559 | 66 | N/A | N/A |
| 46 | Vervoer over water H.50 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 47 | 0 | N/A | N/A |
| 47 | Luchtvaart H. 51 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 48 | Opslag en vervoerondersteunende diensten H. 52 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 33 | 24 | N/A | N/A |
| 50 49 |
Posterijen en koeriers H.35 – I – |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 51 | Verschaffen en accommodatie en maaltijden Financiële activiteiten en verzekeringen K- |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 869 | 40 | N/A | N/A |
| 52 | Exploitatie van handel in onroerend goed L – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 90 | 14 | N/A | N/A |
| 53 | Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 384 | 75 | N/A | N/A |
| 54 | TOTAAL | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 4 364 | 405 | N/A | N/A |
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE)) | ||||||||||||||
| Niet-financiële | Niet aan NFRD | Niet-financiële | Niet aan NFRD | Niet-financiële | Niet aan NFRD | Niet-financiële | Niet aan NFRD | ||||||||||
| (onderworpen aan NFRD) | ondernemingen (NFC's) | onderworpen kmo's en NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en andere |
NFC's | ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en | NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en | NFC's andere |
||||||
| viercijfercode NACE (code en label) 31-12-2023; Uitsplitsing per sector – |
Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | |||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||||
| ecologisch | ecologisch | ecologisch | ecologisch | ecologisch | ecologisch | ecologisch | ecologisch | ||||||||||
| (in miljoenen euro) | duurzaam | duurzaam | duurzaam | duurzaam | duurzaam | duurzaam | duurzaam | duurzaam | |||||||||
| 1 | Landbouw, bosbouw en visserij A – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 2 | Winning van delfstoffen B – |
5 | 0 | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Winning van steenkool en bruinkool B.05 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Winning van aardolie en aardgas B.06 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 5 | Winning van metaalertsen B.07 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Overige winning van delfstoffen B.08 – |
5 | 0 | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 7 8 |
Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw Industrie B.09 – C- |
0 1 090 |
0 63 |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 1 090 |
4 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 9 | Vervaardiging van voedingsmiddelen C.10 - |
160 | 0 | N/A | N/A | 160 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Vervaardiging van dranken C.11 – |
17 | 0 | N/A | N/A | 17 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Vervaardiging van tabaksproducten C.12 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 12 | Vervaardiging van textiel C.13 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Vervaardiging van kleding C.14 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Vervaardiging van leer en van producten van leer C.15 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk C.16 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 16 | Vervaardiging van papier en van papierwaren C.17 – |
54 | 0 | N/A | N/A | 54 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Drukkerijen, reproductie van opgenomen media C.18 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten C.19 – |
10 | 0 | N/A | N/A | 10 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Vervaardiging van chemische producten C.20 – |
309 | 33 | N/A | N/A | 309 | 4 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 20 | Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten C.21 – |
148 | 0 | N/A | N/A | 148 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 21 | Vervaardiging van producten van rubber of kunststof C.22 – |
101 | 8 | N/A | N/A | 101 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 22 | Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten C.23 – |
6 | 0 | N/A | N/A | 6 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Vervaardiging van metalen in primaire vorm C.24 – |
128 | 0 | N/A | N/A | 128 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en C.25 – |
|||||||||||||||||
| 24 | apparaten | 2 | 0 | N/A | N/A | 2 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 25 | Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten C.26 – |
5 | 0 | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 26 | Vervaardiging van elektrische apparatuur C.27 – |
36 | 21 | N/A | N/A | 36 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 27 | Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g. C.28 – |
13 | 0 | N/A | N/A | 13 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers C.29 – |
11 | 1 | N/A | N/A | 11 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Vervaardiging van andere transportmiddelen C.30 – |
71 | 0 | N/A | N/A | 71 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Vervaardiging van meubelen C.31 – |
8 | 0 | N/A | N/A | 8 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Overige industrie C.32 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 32 | Reparatie en installatie van machines en apparaten C.33 – |
11 | 0 | N/A | N/A | 11 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 33 34 |
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit D35.1 – D – |
675 601 |
185 183 |
N/A N/A |
N/A N/A |
675 601 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 35 | Productie van elektriciteit D.35.11 – |
478 | 66 | N/A | N/A | 478 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 36 | Productie en distributie van gas D.35.2 – |
70 | 2 | N/A | N/A | 70 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 37 | Productie en distributie van stoom en gekoelde lucht D.35.3 – |
5 | 0 | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 38 | en afvalwaterbeheer en sanering Distributie van water; afval- E – |
44 | 0 | N/A | N/A | 44 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 40 39 |
Bouw van gebouwen Bouwnijverheid F.41 – F – |
45 11 |
3 3 |
N/A N/A |
N/A N/A |
45 11 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 41 | en waterbouw Weg- F.42 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 42 | Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden F.43 – |
33 | 0 | N/A | N/A | 33 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 43 | en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen Groot- G – |
522 | 17 | N/A | N/A | 522 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 44 | Vervoer en opslag H – |
640 | 97 | N/A | N/A | 640 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 45 | Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen H.49 – |
559 | 74 | N/A | N/A | 559 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 46 47 |
Vervoer over water Luchtvaart H.50 – H. 51 – |
47 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
47 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 48 | Opslag en vervoerondersteunende diensten H. 52 – |
33 | 23 | N/A | N/A | 33 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 49 | Posterijen en koeriers H.35 – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 50 | Verschaffen en accommodatie en maaltijden I – |
0 | 0 | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 51 | Financiële activiteiten en verzekeringen K- |
869 | 70 | N/A | N/A | 869 | 5 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 52 | Exploitatie van handel in onroerend goed L – |
90 | 10 | N/A | N/A | 90 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 53 | Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) | 384 | 90 | N/A | N/A | 384 | 0 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 54 | TOTAAL | 4 364 | 535 | N/A | N/A | 4 364 | 10 | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| q | r | r | t | u | v | w | x | y | z | aa | ab | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PPC) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||
| Niet-financiële | Niet aan NFRD | Niet-financiële | Niet aan NFRD | Niet-financiële | Niet aan NFRD | ||||||||
| ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en NFC's andere |
ondernemingen (NFC's) (onderworpen aan NFRD) |
onderworpen kmo's en NFC's andere |
||||||||
| viercijfercode NACE (code en label) 31-12-2023; Uitsplitsing per sector – |
Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | Brutoboekwaarde | |||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||
| (in miljoenen euro) | ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
ecologisch duurzaam |
|||||||
| 1 | Landbouw, bosbouw en visserij A – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 2 | Winning van delfstoffen B – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A |
| 3 | Winning van steenkool en bruinkool B.05 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 4 | Winning van aardolie en aardgas B.06 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 5 | Winning van metaalertsen B.07 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 6 | Overige winning van delfstoffen B.08 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A |
| 7 8 |
Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw B.09 – C- |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 1 090 |
0 67 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 9 | Vervaardiging van voedingsmiddelen Industrie C.10 - |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 160 | 0 | N/A | N/A |
| 10 | Vervaardiging van dranken C.11 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 17 | 0 | N/A | N/A |
| 11 | Vervaardiging van tabaksproducten C.12 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 12 | Vervaardiging van textiel C.13 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 13 | Vervaardiging van kleding C.14 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 14 | Vervaardiging van leer en van producten van leer C.15 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 15 | Houtindustrie van vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk C.16 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 16 | Vervaardiging van papier en van papierwaren C.17 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 54 | 0 | N/A | N/A |
| 17 | Drukkerijen, reproductie van opgenomen media C.18 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 18 | Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten C.19 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 10 | 0 | N/A | N/A |
| 19 | Vervaardiging van chemische producten C.20 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 309 | 37 | N/A | N/A |
| 20 | Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten C.21 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 148 | 0 | N/A | N/A |
| 21 | Vervaardiging van producten van rubber of kunststof C.22 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 101 | 8 | N/A | N/A |
| 22 | Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten C.23 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 6 | 0 | N/A | N/A |
| 23 | Vervaardiging van metalen in primaire vorm C.24 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 128 | 0 | N/A | N/A |
| 24 | Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten C.25 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 2 | 0 | N/A | N/A |
| 25 | Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten C.26 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 5 | 0 | N/A | N/A |
| 26 | Vervaardiging van elektrische apparatuur C.27 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 36 | 21 | N/A | N/A |
| 27 | Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g. C.28 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 13 | 0 | N/A | N/A |
| 28 | Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers C.29 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 11 | 0 | N/A | N/A |
| 29 | Vervaardiging van andere transportmiddelen C.30 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 71 | 0 | N/A | N/A |
| 30 | Vervaardiging van meubelen C.31 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 8 | 0 | N/A | N/A |
| 32 31 |
Reparatie en installatie van machines en apparaten Overige industrie C.32 – C.33 – |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0 11 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 33 | Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht D – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 675 | 185 | N/A | N/A |
| 34 | Opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit D35.1 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 601 | 183 | N/A | N/A |
| 35 | Productie van elektriciteit D.35.11 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 478 | 66 | N/A | N/A |
| 36 | Productie en distributie van gas D.35.2 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 70 | 2 | N/A | N/A |
| 38 37 |
Productie en distributie van stoom en gekoelde lucht Distributie van water; afval- D.35.3 – E – |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
5 44 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 39 | en afvalwaterbeheer en sanering Bouwnijverheid F – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 45 | 3 | N/A | N/A |
| 40 | Bouw van gebouwen F.41 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 11 | 3 | N/A | N/A |
| 41 | en waterbouw Weg- F.42 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 42 | Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden F.43 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 33 | 0 | N/A | N/A |
| 43 | en detailhandel; Reparatie van auto's en motorfietsen Groot- G – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 522 | 17 | N/A | N/A |
| 44 | Vervoer en opslag H – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 640 | 97 | N/A | N/A |
| 45 | Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen H.49 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 559 | 74 | N/A | N/A |
| 46 47 |
Vervoer over water Luchtvaart H.50 – H. 51 – |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
47 0 |
0 0 |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 48 | Opslag en vervoerondersteunende diensten H. 52 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 33 | 23 | N/A | N/A |
| 49 | Posterijen en koeriers H.35 – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 50 | Verschaffen en accommodatie en maaltijden I – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A |
| 51 | Financiële activiteiten en verzekeringen K- |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 869 | 75 | N/A | N/A |
| 52 | Exploitatie van handel in onroerend goed L – |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 90 | 10 | N/A | N/A |
| 53 | Blootstelling aan andere sectoren (NACE-codes J, M-U) | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 384 | 90 | N/A | N/A |
| 54 | TOTAAL | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 4 364 | 545 | N/A | N/A |
| DEEL 1 |
|---|
| – |
| stand GAR-KPI (gebaseerd op omzet) |
| KBC als kredietinstelling – |
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | ||||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | ||||||||||||||||
| taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | ||||||||||||||||
| taxonomie) | komend voor taxonomie) | voor taxonomie) | voor taxonomie) | ||||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | ||||||||||||||||
| 31-12-2023 | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | |||||||||||||||
| % (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer) | afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | |||||||||||||||
| Waarvan | Waarvan transitie |
Waarvan facilite |
Waarvan | Waarvan facilite |
Waarvan | Waarvan facilite |
Waarvan | Waarvan facilite |
|||||||||||
| gebruik van |
ondersteu | rend | gebruik van |
rend | gebruik van opbreng |
rend | gebruik van opbreng |
rend | |||||||||||
| opbreng sten |
-nend | opbreng sten |
sten | sten | |||||||||||||||
| GAR - | |||||||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer |
|||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | |||||||||||||||||||
| 1 | en voorschotten, schuldbewijzen en | 40.8% | 0.2% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| eigenvermogensinstrumenten, niet voor handelsdoeleinden aangehouden |
|||||||||||||||||||
| 2 | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | ||
| Financiële ondernemingen | |||||||||||||||||||
| 3 | Kredietinstellingen | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.4% | 0.2% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.4% | 0.2% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 24 | Huishoudens | 39.8% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
37.7% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 2.3% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 0.3% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 32 | Totaal GAR activa | 40.8% | 0.2% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) |
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | taxonomie) | totale bestreken |
||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | activa | |||||||||||||
| 31-12-2023 | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie |
||||||||||||
| % (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik van |
facilite rend |
gebruik van |
facilite rend |
gebruik van |
transitie ondersteu |
facilite rend |
|||||||||
| opbreng sten |
opbreng sten |
opbreng sten |
-nend | ||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
|||||||||||||||
| noemer | |||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | |||||||||||||||
| en voorschotten, schuldbewijzen en | |||||||||||||||
| 1 | eigenvermogensinstrumenten, niet voor | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 40.8% | 0.2% | 0,0% | 0.0% | 0.1% | 42.9% |
| handelsdoeleinden aangehouden | |||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.4% | 0.2% | 0,0% | 0.0% | 0.1% | 2.2% |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.4% | 0.2% | 0,0% | 0.0% | 0.1% | 2.0% |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 24 | Huishoudens | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 39.8% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 39.8% |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 37.7% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 37.7% |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 2.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 2.3% |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.5% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.6% |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.5% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.5% |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 32 | Totaal GAR activa | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 40.8% | 0.2% | 0,0% | 0.0% | 0.1% | 42,9% |
p. 273
KBC als kredietinstelling – stand GAR-KPI (gebaseerd op capex) – DEEL 1
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | |||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||||||
| taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | |||||||||||||||
| taxonomie) | komend voor taxonomie) | voor taxonomie) | voor taxonomie) | |||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | |||||||||||||||
| 31-12-2023 | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | ||||||||||||||
| % (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer) | afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | ||||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||||
| gebruik van |
transitie ondersteu |
facilite rend |
gebruik van |
facilite rend |
gebruik van opbreng |
facilite rend |
gebruik van opbreng |
facilite rend |
||||||||||
| opbreng | -nend | opbreng | sten | sten | ||||||||||||||
| sten | sten | |||||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
||||||||||||||||||
| noemer | ||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | ||||||||||||||||||
| 1 | en voorschotten, schuldbewijzen en | 40.9% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| eigenvermogensinstrumenten, niet voor | ||||||||||||||||||
| handelsdoeleinden aangehouden | ||||||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.5% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.5% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Huishoudens | 39.8% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
37.7% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 2.3% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 27 | 0.3% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| waarvan leningen motorvoertuigen | ||||||||||||||||||
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| Totaal GAR activa | 40.9% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | |
| 32 |
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | totale | ||||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | bestreken | ||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | activa | ||||||||||||
| 31-12-2023 | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | ||||||||||||
| % (in verhouding tot totale bestreken activa in noemer) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||||
| van opbreng sten |
rend | van sten opbreng |
rend | van opbreng sten |
ondersteu -nend |
rend | |||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
|||||||||||||||
| noemer | |||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | |||||||||||||||
| en voorschotten, schuldbewijzen en | |||||||||||||||
| 1 | eigenvermogensinstrumenten, niet voor | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 40.9% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 42.9% |
| handelsdoeleinden aangehouden | |||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.5% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 2.2% |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.5% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 2.0% |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 24 | Huishoudens | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 39.8% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 39.8% |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 37.7% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 37.7% |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 2.3% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 2.3% |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.3% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.3% |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.6% |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.5% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.5% |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 32 | Totaal GAR activa | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 40.9% | 0.3% | 0.0% | 0.1% | 0.1% | 42,9% |
p. 275
KBC als kredietinstelling – stroom GAR-KPI (gebaseerd op omzet) – DEEL 1
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | |||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||||||
| taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | |||||||||||||||
| 31-12-2023 | taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter | komend voor taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter | voor taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter | voor taxonomie) | |||||||||||
| % (in verhouding tot stroom totale in aanmerking | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie |
financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | ||||||||||||||
| komende activa) | afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | ||||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||||
| gebruik | transitie | facilite | gebruik | facilite | gebruik van | facilite | gebruik van | facilite | ||||||||||
| van | ondersteu | rend | van | rend | opbreng | rend | opbreng | rend | ||||||||||
| opbreng sten |
-nend | opbreng sten |
sten | sten | ||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
||||||||||||||||||
| noemer | ||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | ||||||||||||||||||
| 1 | en voorschotten, schuldbewijzen en | 100.0% | 1.7% | 0,0% | 0.1% | 0.9% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| eigenvermogensinstrumenten, niet voor handelsdoeleinden aangehouden |
||||||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.2% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 4.3% | 39.3% | 0,0% | 2.2% | 21.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 21 | Leningen en voorschotten | 4.0% | 42.1% | 0,0% | 2.3% | 22.5% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 22 23 |
Eigenvermogensinstrumenten Schuldbewijzen, incl. UoP |
0.3% 0.0% |
0.0% 0.0% |
N/A 0,0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
N/A 0,0% |
0.0% 0.0% |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
0.0% 0.0% |
N/A N/A |
N/A N/A |
N/A N/A |
| 24 | Huishoudens | 94.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
80.6% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 37.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 4.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Financiering lokale overheden | 1.4% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.6% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.8% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| zakelijk en zakelijk onroerend goed | ||||||||||||||||||
| 32 | Totaal GAR activa | 100.0% | 1.7% | 0,0% | 0.1% | 0.9% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor taxonomie) |
taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | taxonomie) | totale nieuwe |
||||||||||
| bestreken | |||||||||||||||
| % (in verhouding tot stroom totale in aanmerking 31-12-2023 |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante |
Aandeel totale bestreken activa ter financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie |
activa | |||||||||||
| komende activa) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik van |
facilite rend |
gebruik van |
facilite rend |
gebruik van |
transitie ondersteu |
facilite rend |
|||||||||
| sten opbreng |
opbreng sten |
opbreng sten |
-nend | ||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
|||||||||||||||
| noemer | |||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | |||||||||||||||
| 1 | en voorschotten, schuldbewijzen en | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 1.7% | 0,0% | 0.1% | 0.9% | 48.5% |
| eigenvermogensinstrumenten, niet voor | |||||||||||||||
| handelsdoeleinden aangehouden | |||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.6% |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.6% |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.2% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.4% |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 4.3% | 39.3% | 0,0% | 2.2% | 21.0% | 5.5% |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 4.0% | 42.1% | 0,0% | 2.3% | 22.5% | 5.3% |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 24 | Huishoudens | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 94.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 39.9% |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 80.6% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 28.9% |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 37.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 13.3% |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 4.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 1.5% |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 1.4% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 2.5% |
| 29 | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.6% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% | |
| Financiering huisvesting | |||||||||||||||
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.8% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 2.2% |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 32 | Totaal GAR activa | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 1.7% | 0,0% | 0.1% | 0.9% | 48.5% |
p. 277
KBC als kredietinstelling – stroom GAR-KPI (gebaseerd op capex) – DEEL 1
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | |||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||||||
| taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | |||||||||||||||
| taxonomie) | komend voor taxonomie) | voor taxonomie) | voor taxonomie) | |||||||||||||||
| 31-12-2023 | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | ||||||||||||||
| % (in verhouding tot stroom totale in aanmerking komende activa) |
van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | afgestemd) | financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
financiering van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie afgestemd) |
|||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||||
| gebruik | transitie | facilite | gebruik | facilite | gebruik van | facilite | gebruik van | facilite | ||||||||||
| van | ondersteu | rend | van | rend | opbreng | rend | opbreng | rend | ||||||||||
| opbreng sten |
-nend | sten opbreng |
sten | sten | ||||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en noemer GAR - |
||||||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | ||||||||||||||||||
| en voorschotten, schuldbewijzen en | ||||||||||||||||||
| 1 | eigenvermogensinstrumenten, niet voor | 100.0% | 2.2% | 0,0% | 0.5% | 0.6% | 0.0% | 96.5% | 0,0% | 0.2% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| handelsdoeleinden aangehouden | ||||||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 5.2% | 41.3% | 0,0% | 10.3% | 12.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 21 | Leningen en voorschotten | 5.2% | 41.3% | 0,0% | 10.3% | 12.0% | 0.0% | 96.5% | 0,0% | 0.2% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 96.5% | 0,0% | 0.2% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 24 | Huishoudens | 93.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
79.9% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 36.8% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 4.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 28 | Financiering lokale overheden | 1.4% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 29 | Financiering huisvesting | 0.6% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.8% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| zakelijk en zakelijk onroerend goed | ||||||||||||||||||
| 32 | Totaal GAR activa | 100.0% | 2.2% | 0,0% | 0.5% | 0.6% | 0.0% | 96.5% | 0,0% | 0.2% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | af | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | taxonomie) | totale nieuwe |
|||||||||
| 31-12-2023 | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | bestreken | |||||||||||
| % (in verhouding tot stroom totale in aanmerking | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | activa | |||||||||||
| komende activa) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik van |
facilite rend |
gebruik van |
facilite rend |
gebruik van |
transitie ondersteu |
facilite rend |
|||||||||
| sten opbreng |
sten opbreng |
opbreng sten |
-nend | ||||||||||||
| in aanmerking genomen activa in teller en GAR - |
|||||||||||||||
| noemer | |||||||||||||||
| Voor berekening GAR in aanmerking komende leningen | |||||||||||||||
| en voorschotten, schuldbewijzen en | |||||||||||||||
| 1 | eigenvermogensinstrumenten, niet voor | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 2.2% | 0,0% | 0.5% | 0.6% | 48.5% |
| handelsdoeleinden aangehouden | |||||||||||||||
| 2 | Financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.6% |
| 3 | Kredietinstellingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.6% |
| 4 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.1% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.4% |
| 5 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% |
| 6 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 7 | Andere financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 8 | waarvan beleggingsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 9 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 10 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 11 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 12 | waarvan beheersmaatschappijen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 13 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 14 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 15 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 16 | waarvan verzekeringsondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 17 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 18 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 19 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 20 | Niet-financiële ondernemingen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 5.2% | 41.6% | 0,0% | 10.2% | 12.0% | 5.5% |
| 21 | Leningen en voorschotten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 5.2% | 41.6% | 0,0% | 10.2% | 12.0% | 5.3% |
| 22 | Schuldbewijzen, incl. UoP | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% |
| 23 | Eigenvermogensinstrumenten | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 24 | Huishoudens | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 93.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 39.9% |
| 25 | waarvan door niet-zakelijk onroerend goed zekergestelde leningen |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 79.9% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 28.9% |
| 26 | waarvan leningen voor renovatie gebouwen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 36.8% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 13.3% |
| 27 | waarvan leningen motorvoertuigen | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 4.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 1.5% |
| 28 | Financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 1.3% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 2.5% |
| 29 | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.6% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% | |
| Financiering huisvesting | |||||||||||||||
| 30 | Overige financiering lokale overheden | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.8% | 0.0% | 0,0% | 0.0% | 0.0% | 2.2% |
| 31 | Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden: niet- zakelijk en zakelijk onroerend goed |
0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% |
| 32 | Totaal GAR activa | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 2.2% | 0,0% | 0.5% | 0.6% | 48.5% |
p. 279
| q | Circulaire economie (CE) | voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| p | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | |||
| o | N/A | N/A | ||||||||||||
| n | 0.0% | 0.0% | ||||||||||||
| m | voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | ||||||||
| l | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | ||
| k | N/A | N/A | ||||||||||||
| j | 0.0% | 0.0% | ||||||||||||
| i | Klimaatadaptie (KA) | Waarvan | facilite | rend | 0.0% | 0.1% | ||||||||
| h | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | komend voor taxonomie) | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | 0.0% | |
| g | 0.0% | 2.5% | ||||||||||||
| f | 0.0% | 3.1% | ||||||||||||
| e | Klimaatmitigatie (KM) | taxonomie) | afgestemd) | Waarvan | facilite | rend | 9.2% | 24.0% | ||||||
| d | Waarvan | transitie | ondersteu | -nend | 1.7% | 0.6% | ||||||||
| c | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | 0.0% | |||
| b | 36.0% | 42.0% | ||||||||||||
| a | 100.0% | 96.9% | ||||||||||||
| 31-12-2023 | % (in verhouding tot totale activa buiten balanstelling) | Financiële garanties (FinGuar-KPI) | Activa onder beheer (AuM-KPI) | |||||||||||
| 1 | 2 |
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | |||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | |||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | |||||||||||
| 31-12-2023 | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | ||||||||||
| balanstelling) % (in verhouding tot totale activa buiten |
sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||
| van | rend | van | rend | van | ondersteu | rend | |||||||
| opbreng | opbreng | opbreng | -nend | ||||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||
| Financiële garanties (FinGuar-KPI) | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 36.0% | 0.0% | 1.7% | 9.2% |
| Activa onder beheer (AuM-KPI) | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 44.5% | 0.0% | 0.6% | 24.1% |
| a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Klimaatmitigatie (KM) | Klimaatadaptie (KA) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Circulaire economie (CE) | ||||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | ||||||||||||||
| taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | ||||||||||||||
| taxonomie) | komend voor taxonomie) | voor taxonomie) | voor taxonomie) | ||||||||||||||
| 31-12-2023 | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | |||||||||||||
| % (in verhouding tot stroom van totale activa buiten | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | |||||||||||||
| balanstelling) | afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | |||||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| gebruik | transitie | facilite | gebruik | facilite | gebruik van | facilite | gebruik van | facilite | |||||||||
| van | ondersteu | rend | van | rend | opbreng | rend | opbreng | rend | |||||||||
| opbreng | -nend | opbreng | sten | sten | |||||||||||||
| sten | sten | ||||||||||||||||
| Financiële garanties (FinGuar-KPI) 1 |
100.0% | 36.8% | 0.0% | 0.7% | 9.2% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A |
| Activa onder beheer (AuM-KPI) 2 |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Informatie over stroom van activa onder beheer is niet beschikbaar. |
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | |||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | |||||||||||
| 31-12-2023 | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | ||||||||||
| % (in verhouding tot stroom van totale activa buiten | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | ||||||||||
| balanstelling) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||
| van | rend | van | rend | van | ondersteu | rend | |||||||
| opbreng | opbreng | opbreng | -nend | ||||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||
| Financiële garanties (FinGuar-KPI) | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 36.8% | 0.0% | 0.7% | 9.2% |
| Activa onder beheer (AuM-KPI) | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
1 2 Informatie over stroom van activa onder beheer is niet beschikbaar.
p. 281
324 Jaarverslag KBC Groep 2023
| q | Circulaire economie (CE) | voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| p | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | |||||
| o | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | N/A | N/A | ||||||||||
| n | 0.0% | 0.0% | ||||||||||||
| m | voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | N/A | N/A | ||||||||
| l | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik van | opbreng | sten | N/A | N/A | ||
| k | N/A | N/A | ||||||||||||
| j | 0.0% | 0.0% | ||||||||||||
| i | Klimaatadaptie (KA) | komend voor taxonomie) | Waarvan | facilite | rend | 0.0% | 0.0% | |||||||
| h | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | Aandeel totale bestreken activa ter | financiering van taxonomierelevante | sectoren (op taxonomie afgestemd) | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | 0.0% | ||
| g f |
0.0% | 1.7% | ||||||||||||
| 0.0% | 3.5% | |||||||||||||
| e | Klimaatmitigatie (KM) | taxonomie) | afgestemd) | Waarvan | facilite | rend | 12.6% | 18.1% | ||||||
| d | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | Waarvan | transitie | ondersteu | -nend | 1.1% | 1.9% | ||||
| c | Waarvan | gebruik | van | opbreng | sten | 0.0% | 0.0% | |||||||
| b | 62.8% | 38.8% | ||||||||||||
| a | 100.0% | 96.5% | ||||||||||||
| 31-12-2023 | % (in verhouding tot totale activa buiten balanstelling) | Financiële garanties (FinGuar-KPI) | Activa onder beheer (AuM-KPI) | |||||||||||
| 1 | 2 |
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | |||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | |||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | |||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | |||||||||||
| 31-12-2023 | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | ||||||||||
| % (in verhouding tot totale activa buiten balanstelling) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | ||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | |||||||
| van | rend | van | rend | van | ondersteu | rend | |||||||
| opbreng | opbreng | opbreng | -nend | ||||||||||
| sten | sten | sten | |||||||||||
| Financiële garanties (FinGuar-KPI) | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 62.8% | 0.0% | 1.1% | 12.6% |
| Activa onder beheer (AuM-KPI) | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 40.5% | 0.0% | 1.9% | 18.1% |
| Informatie over stroom van activa onder beheer is niet beschikbaar. | ||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| N/A N/A |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | Activa onder beheer (AuM-KPI) 2 |
| N/A N/A |
N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 12.2% | 0.2% | 0.0% | 64.1% | 100.0% | Financiële garanties (FinGuar-KPI) 1 |
| sten | sten | |||||||||||||||
| sten | sten | opbreng | -nend | opbreng | ||||||||||||
| rend opbreng |
rend | opbreng | rend | van | rend | ondersteu | van | |||||||||
| facilite gebruik van |
facilite | gebruik van | facilite | gebruik | facilite | transitie | gebruik | |||||||||
| Waarvan Waarvan |
Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | |||||||||
| sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | balanstelling) | ||||||||||||
| financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | % (in verhouding tot stroom van totale activa buiten | ||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | 31-12-2023 | ||||||||||||
| voor taxonomie) | voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | |||||||||||||
| taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | taxonomie-relevante sectoren (in aanmerking komend | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | |||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | |||||||||||||
| Circulaire economie (CE) | Water en mariene hulpbronnen (WTR) | Klimaatadaptie (KA) | Klimaatmitigatie (KM) | |||||||||||||
| q p |
o | n | m | l | k | j | i | h | g | f | e | d | c | b | a |
| r | s | t | u | v | w | x | z | aa | ab | ac | ad | ae | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verontreiniging (PBV) | Biodiversiteit en ecosystemen (BIO) | TOTAAL (KM+KA+WTR+CE+PBV+BIO) | ||||||||||||
| Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | Aandeel totale bestreken activa ter financiering van | ||||||||||||
| van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | van taxonomierelevante sectoren (in aanmerking | taxonomierelevante sectoren (in aanmerking komend voor | ||||||||||||
| komend voor taxonomie) | komend voor taxonomie) | taxonomie) | ||||||||||||
| 31-12-2023 | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter | Aandeel totale bestreken activa ter financiering | |||||||||||
| % (in verhouding tot stroom totale activa buiten | financiering van taxonomierelevante | financiering van taxonomierelevante | van taxonomierelevante sectoren (op taxonomie | |||||||||||
| balanstelling) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | sectoren (op taxonomie afgestemd) | afgestemd) | |||||||||||
| Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | Waarvan | ||||||||
| gebruik | facilite | gebruik | facilite | gebruik | transitie | facilite | ||||||||
| van | rend | van | rend | van | ondersteu | rend | ||||||||
| opbreng | opbreng | opbreng | -nend | |||||||||||
| sten | sten | sten | ||||||||||||
| 1 | Financiële garanties (FinGuar-KPI) | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 0.0% | N/A | N/A | N/A | 100.0% | 64.1% | 0.0% | 0.2% | 12.2% |
| 2 | Activa onder beheer (AuM-KPI) | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
Informatie over stroom van activa onder beheer is niet beschikbaar.
| ACTIVITEITEN IN VERBAND MET KERNENERGIE | ||
|---|---|---|
| 1 | installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus. De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve |
Nee |
| 2 | zoals de productie van waterstof, De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën. |
Ja |
| 3 | zoals de productie van waterstof uit De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan. |
Ja |
| ACTIVITEITEN IN VERBAND MET FOSSIEL GAS | ||
| 4 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen. | Ja |
| 5 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | Ja |
| 6 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | Ja |
| op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (noemer) (gebaseerd op omzet) |
|---|
| kernenergie en fossiel gas – |
| KBC als kredietinstelling – |
| Adaptatie van | klimaatverandering | (KA) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KPI Financiële garanties | bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| Mitigatie van | (KM) | % | N/A | 0.0% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 6.5% | |||
| klimaatverandering | bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 39 | ||||
| KM+KA | % | N/A | 0.0% | 0.1% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 6.5% | 100.0% | |||
| bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 39 | 601 | ||||
| Adaptatie van | (KA) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.1% | |||
| KPI Activa onder beheer | klimaatverandering | bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 39 | |||
| Mitigatie van | (KM) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.2% | 0.0% | 0.0% | 2.0% | |||
| klimaatverandering | bedrag | N/A | 0 | 3 | 58 | 0 | 0 | 599 | ||||
| KM+KA | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.2% | 0.0% | 0.0% | 2.1% | 100.0% | |||
| bedrag | N/A | 0 | 3 | 58 | 0 | 0 | 637 | 30 431 | ||||
| Stand GAR-KPI | Adaptatie van | (KA) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | ||
| klimaatverandering | bedrag | N/A | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10 | ||||
| Mitigatie van | (KM) | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% | |||
| klimaatverandering | bedrag | N/A | 0 | 31 | 0 | 0 | 0 | 365 | ||||
| KM+KA | % | N/A | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.0% | 0.2% | 100.0% | |||
| bedrag | N/A | 0 | 31 | 0 | 0 | 0 | 374 | 200 776 | ||||
| 31-12-2023 | Economische activiteiten | (bedragen in miljoenen euro) | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI |
Totaal Toepasselijke KPI | ||
| Rij | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
| 0.1% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 |
0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 0.3% 90 |
|---|---|
| 0.0% 0.3% |
|
| 0 | 90 |
| 0.0% | 0.0% |
| 0 | 0 |
| 0.0% | 0.0% |
| 27 | 0 |
| 0.0% | 0.0% |
| 27 | 0 |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI noemer van de toepasselijke KPI |
| Stand GAR-KPI | KPI Activa onder beheer | KPI Financiële garanties | ||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | ||||||||||
| 31-12-2023 | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | klimaatverandering | ||||||||||||
| Economische activiteiten | (KM) | (KA) | (KM) | (KA) | (KM) | (KA) | ||||||||||||
| (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
31 | 7.7% | 31 | 7.9% | 0 | 0.0% | 3 | 0.4% | 3 | 0.4% | 0 | 0.0% | 0 | 1.0% | 0 | 1.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 58 | 8.8% | 58 | 8.8% | 0 | 0.0% | 0 | 100% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de teller van de toepasselijke KPI |
374 | 92.3% | 365 | 92.1% | 10 | 100.0% | 637 | 91.3% | 599 | 90.7% | 39 | 100.0% | 39 | 99.0% | 39 | 99.0% | 0 | 100.0% |
| Totaal bedrag en aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de teller van de toepasselijke KPI's |
406 | 100.0% | 396 | 100.0% | 10 | 100.0% | 698 | 100.0% | 660 | 100.0% | 39 | 100.0% | 40 | 100.0% | 40 | 100.0% | 0 | 100.0% |
Rij
1
2
3
4
5
6
7 8 1
7 8
| Stand GAR-KPI | KPI Activa onder beheer | KPI Financiële garanties | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KM+KA Adaptatie van Mitigatie van KM+KA |
Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | ||||||||||
| klimaatverandering (KA) klimaatverandering (KM) Economische activiteiten 31-12-2023 |
klimaatverandering | (KM) | klimaatverandering (KA) |
klimaatverandering (KM) |
klimaatverandering | ||||||||||
| bedrag % bedrag % bedrag % bedrag (bedragen in miljoenen euro) |
% | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | |||||
| N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |||||
| 0 0.0% 0 0.2% 1 0.2% 1 Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | |||||
| 0 0.0% 0 5.0% 27 4.9% 27 Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | |||||
| 90 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
8.8% | 90 | 9.2% | 0 | 0.0% | 0 | 100% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | ||||
| 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld van de toepasselijke KPI |
0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | |||||
| 0 0.0% 0 0.0% 0 0.0% 0 Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | |||||
| 935 100.0% 10 94.9% 508 94.9% 518 Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de teller van de toepasselijke KPI |
91.2% | 890 | 90.8% | 44 | 100.0% | 119 | 100.0% | 119 | 100.0% | 0 | 100.0% | ||||
| 1 025 100.0% 10 100.0% 536 100.0% 546 Totaal bedrag en aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de teller van de toepasselijke KPI's |
100.0% | 981 | 100.0% | 44 | 100.0% | 119 | 100.0% | 119 | 100.0% | 0 | 100.0% |
KBC als kredietinstelling – kernenergie en fossiel gas – voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (gebaseerd op omzet)
| bedrag |
|---|
| N/A taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I |
| 0 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I |
| 31 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I |
| 126 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I |
| 0 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I |
| 0 taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I |
| 40.7% 81 747 Bedrag en aandeel van andere voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de |
| 81 904 Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de |
KBC als kredietinstelling – kernenergie en fossiel gas – voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten (gebaseerd op capex)
| Stand GAR-KPI | KPI Activa onder beheer | KPI Financiële garanties | |||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van | Adaptatie van | |||||||||||
| Economische activiteiten 31-12-2023 |
klimaatverandering | (KM) | klimaatverandering | (KA) | klimaatverandering | (KM) | klimaatverandering | (KA) | klimaatverandering (KM) |
klimaatverandering | (KA) | ||||||||
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % |
| 1 | taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| 2 | taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI en II bij Gedelegeerde |
1 | 0.0% | 1 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 3 | taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
27 | 0.0% | 27 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 1 | 0.2% | 1 | 0.2% | 0 | 0.0% |
| 4 | taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
126 | 0.1% | 126 | 0.1% | 0 | 0.0% | 90 | 0.3% | 90 | 0.3% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 5 | taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 6 | taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I Bedrag en aandeel van de vppr de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 7 | Bedrag en aandeel van andere voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI |
81 887 | 40.8% | 81 869 | 40.8% | 17 | 0.0% | 2 438 | 8.0% | 2 349 | 7.7% | 88 | 0.3% | 189 | 31.4% | 189 | 31.4% | 0 | 0.0% |
| 8 | Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI |
82 040 | 40.9% | 82 023 | 40.8% | 17 | 0.0% | 2 528 | 8.3% | 2 440 | 8.0% | 88 | 0.3% | 190 | 31.6% | 190 | 31.6% | 0 | 0.0% |
| 31-12-2023 | Stand GAR-KPI | KPI Activa onder | KPI Financiële | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | beheer | garanties | ||||
| (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % |
| Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| in de noemer van de Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 toepasselijke KPI |
130 | 0.1% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
2 | 0.0% | 0 | 0.0% | 2 | 0.4% |
| Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de in rij 6van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI | 118 740 | 59.1% | 28.862 | 94.8% | 489 | 1.6% |
| Totaal bedrag en aandeel van niet de voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI | 118 871 | 59.2% | 28.862 | 94.8% | 491 | 1.6% |
Rij
1 2 3 4 5 6 7 8
1
| 31-12-2023 | Stand GAR-KPI | KPI Activa onder | KPI Financiële | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten | beheer | garanties | ||||||
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | |
| 1 | Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | |
| 2 | Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
130 | 0.1% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 3 | Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
2 | 0.0% | 0 | 0.0% | 2 | 0.4% | |
| 4 | in de noemer van de Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 5 | Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 6 | Bedrag en aandeel van de in rij 6van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 7 | Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI | 118 604 | 59.1% | 27.903 | 91.7% | 409 | 1.3% | |
| 8 | Totaal bedrag en aandeel van niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI | 118 736 | 59.1% | 27.903 | 91.7% | 411 | 1.4% |
| Substantiële bijdrage aan adaptie van | GEAD (Geen ernstige afbreuk doen aan) | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| klimaatverandering | |||||||||
| Absolute | Aandeel | Aandeel | Klimaat | Water en | Circulaire | Verontreiniging | Biodiversiteit en | Minimum | |
| premies | premies | premies | mitigatie | mariene | economie | (8) | ecosystemen | garanties | |
| 31-12-2023 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | (5) | hulpbronnen | (7) | (9) | (10) | ||
| (2) | (3) | (4) | (6) | ||||||
| Economische activiteiten (1) | in miljoenen | % | % | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N |
| euro | |||||||||
| en schadeherverzekeringsactiviteiten (ecologisch duurzaam) A.1 Op taxonomie afgestemde schadeverzekerings- |
156 | 6.6% | 6.7% | J | J | J | J | J | J |
| A.1.1 waarvan herverzekerd | -30 | N/A | N/A | J | J | J | J | J | J |
| A.1.2 Waarvan afkomstig uit herverzekeringsactiviteiten | 3 | 0.1% | 0.1% | J | J | J | J | J | J |
| A.1.2.1. waarvan herverzekerd (retrocessie) | -1 | N/A | N/A | J | J | J | J | J | J |
| en schadeherverzekeringsactiviteiten A.2 voor taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame schadeverzekerings- |
181 | 7.7% | 7.1% | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||
| en schadeherverzekeringsactiviteiten B Niet voor taxonomie in aanmerking komende schadeverzekerings- |
031 2 |
85.7% | 86.3% | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Totaal (A.1+A.2+B) | 2 368 | 100% | 100% | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
p. 289
(in miljoenen euro, tenzij anders vermeld) De gewogen gemiddelde waarde van alle beleggingen van verzekerings-
of herverzekeringsondernemingen die gericht zijn op de financiering van of verband houden met op de taxonomie
De gewogen gemiddelde waarde van alle
beleggingen van verzekerings-
of herverzekeringsondernemingen die gericht zijn op de financiering van of
| afgestemde economische activiteiten, in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa, met daaruit voortvloeiende wegingsfactoren voor beleggingen in ondernemingen zoals hieronder: |
verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten, met daaruit voortvloeiende wegingsfactoren voor beleggingen in ondernemingen zoals hieronder: |
|
|---|---|---|
| 0.5% 0.8% Op omzet gebaseerd: Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
Op omzet gebaseerd: 130 185 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
|
| Het percentage door de KPI bestreken activa in verhouding tot de totale beleggingen van verzekerings- beleggingen in overheidsentiteiten. |
of herverzekeringsondernemingen (totaal activa onder beheer). Met uitzondering van | De monetaire waarde van door de KPI bestreken activa. Met uitzondering van beleggingen in overheidsentiteiten. |
| 97.3% Bestreken aandeel: |
Bestreken aandeel: 24 251 | |
| Aanvullende rapportages: uitsplitsing van de noemer van de KPI | ||
| Het percentage derivaten in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa. | 0.2% | 41 De waarde in geldbedragen van derivaten: |
| financiële ondernemingen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de Het aandeel van blootstellingen aan financiële en niet- totale door de KPI bestreken activa: |
De waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: |
|
| 24.5% 8.3% Voor financiële ondernemingen: Voor niet-financiële ondernemingen: |
Voor niet-financiële ondernemingen: 5 940 Voor financiële ondernemingen: 2 019 |
|
| financiële ondernemingen uit niet-EU-landen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in Het aandeel van blootstellingen aan financiële en niet- verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: |
De waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen uit niet-EU-landen die niet aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: |
|
| 23.7% 8.0% Voor financiële ondernemingen: Voor niet-financiële ondernemingen: |
Voor financiële ondernemingen: 5 742 Voor niet-financiële ondernemingen: 1 928 |
|
| financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de totale Het aandeel van blootstellingen aan financiële en niet- door de KPI bestreken activa: |
De waarde van blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: |
|
| 21.4% 20.8% Voor niet-financiële ondernemingen: Voor financiële ondernemingen: |
financiële ondernemingen: 5 188 Voor-financiële ondernemingen: 5 048 niet- Voor |
|
| Het aandeel van blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: | 24.8% | 6 016 Waarde van blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa: |
| of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen. Het aandeel van de beleggingen van de verzekerings- |
40.8% | 9.903 of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen. De waarde van de beleggingen van de verzekerings- |
| De waarde van alle beleggingen die niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten financieren, in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa: |
De waarde van alle beleggingen die niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten financieren: | |
| 91.5% | 22 178 | |
| De waarde van alle beleggingen die economische activiteiten financieren die voor de taxonomie in aanmerking komen, doch niet op de taxonomie zijn afgestemd in verhouding tot de waarde van de totale door de KPI bestreken activa: |
De waarde van alle beleggingen die voor de taxonomie in aanmerking komend, doch niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten financieren: |
|
| 8.0% | 1 943 | |
| Aanvullende rapportages: uitsplitsing van de teller van de KPI | ||
| Het aandeel van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen, in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: |
De waarde van op de taxonomie afgestemde blootstellingen met betrekking tot financiële en niet-financiële ondernemingen die aan de artikelen 19 bis en 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU zijn onderworpen: |
|
| Voor niet-financiële ondernemingen: Op omzet gebaseerd: 0.5% |
Voor niet-financiële ondernemingen: Op omzet gebaseerd: 130 |
|
| Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 0.8% | Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 185 | |
| Voor financiële ondernemingen: | Voor financiële ondernemingen: | |
| Op omzet gebaseerd: 0.0% Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 0.0% |
Op omzet gebaseerd: 0 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 0 |
|
| of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden De waarde van de beleggingen van de verzekerings- |
||
| of herverzekeringsonderneming, met uitzondering van beleggingen die worden aangehouden voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen, en die gericht zijn op de financiering van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten: Het aandeel van de beleggingen van de verzekerings- |
voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de polishouders wordt gedragen, en die gericht zijn op de financiering van of verband houden met op de taxonomie afgestemde economische activiteiten: |
|
| Op omzet gebaseerd: 0.1% 0.2% Op kapitaaluitgaven gebaseerd: |
Op omzet gebaseerd: 35 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 46 |
|
| Het aandeel van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan andere tegenpartijen en activa in verhouding tot de totale door de KPI bestreken activa: | : en activa De waarde van op de taxonomie afgestemde blootstellingen aan andere tegenpartijen |
|
| Op omzet gebaseerd: 0.0% Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 0.0% |
Op omzet gebaseerd: 0 Op kapitaaluitgaven gebaseerd: 0 |
|
| op voorwaarde van een positieve beoordeling voor "geen ernstige afbreuk doen aan" en sociale waarborgen: Uitsplitsing van de teller van de KPI per milieudoelstelling Op de taxonomie afgestemde activiteiten — |
||
| Omzet: 94.5% | 5.4% :2.1% Capex: Omzet Transitieactiviteiten: |
|
| (1) Klimaatmitigatie | CapEx: 95.3% | 39.8% Omzet: 56.9% Capex: Faciliterende activiteiten: |
| (2) Klimaatadaptatie | Omzet: 5.5% CapEx: 4.7% |
3.0% 4.0% Capex: Omzet: Faciliterende activiteiten: |
| (3) Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen | Omzet: N/A CapEx: N/A |
Capex: N/A Omzet: N/A Faciliterende activiteiten: |
| (4) Transitie naar een circulaire economie | Omzet: N/A CapEx: N/A |
Omzet: N/A Capex: N/A Faciliterende activiteiten: |
| (5) Preventie en bestrijding van verontreiniging | Omzet: N/A CapEx: N/A |
Omzet: N/A Capex: N/A Faciliterende activiteiten: |
| (6) Bescherming en herstel biodiversiteit en ecosystemen | Omzet: N/A CapEx: N/A |
Omzet: N/A Capex: N/A Faciliterende activiteiten: |
| ACTIVITEITEN IN VERBAND MET KERNENERGIE | ||
|---|---|---|
| 1 | die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus. De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking |
Nee |
| 2 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën. |
Nee |
| 3 | of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan. |
Ja |
| ACTIVITEITEN IN VERBAND MET FOSSIEL GAS | ||
| 4 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen. | Ja |
| 5 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | Nee |
| 6 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | Nee |
| GIR (gebaseerd op omzet) | GIR (gebaseerd op capex) | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2023 | KM+KA | Mitigatie van kimaatverandering | Adaptatie van | KM+KA | Mitigatie van kimaatverandering | Adaptatie van | ||||||
| Economische activiteiten | (KM) | klimaatverandering (KA) | (KM) | klimaatverandering (KA) | ||||||||
| (bedragen in miljoenen euro) | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % | bedrag | % |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
2 | 0.0% | 2 | 0.0% | 0 | 0.0% | 1 | 0.0% | 1 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
19 | 0.1% | 19 | 0.1% | 0 | 0.0% | 31 | 0.1% | 31 | 0.1% | 0 | 0.0% |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A |
| op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke Bedrag en aandeel van andere KPI |
109 | 0.5% | 102 | 0.4% | 7 | 0.0% | 153 | 0.6% | 145 | 0.6% | 9 | 0.0% |
| Totaal toepasselijke KPI | 24 251 | 100% | 24 251 | 100% |
Rij
1
2
3
4
5
6
7
8
| GIR (gebaseerd op capex) | Adaptatie van | klimaatverandering (KA) | % | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | 4.7% | 4.7% |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| bedrag | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 9 | 9 | |||
| (KM) | % | N/A | N/A | 0.5% | 16.8% | N/A | N/A | 78.1% | 95.3% | ||
| Mitigatie van kimaatverandering | bedrag | N/A | N/A | 1 | 31 | N/A | N/A | 145 | 177 | ||
| KM+KA | % | N/A | N/A | 0.5% | 16.8% | N/A | N/A | 82.7% | 100% | ||
| bedrag | N/A | N/A | 1 | 31 | N/A | N/A | 153 | 185 | |||
| GIR (gebaseerd op omzet) | Adaptatie van | klimaatverandering (KA) | % | N/A | N/A | 0.0% | 0.0% | N/A | N/A | 5,5% | 5,5% |
| bedrag | N/A | N/A | 0 | 0 | N/A | N/A | 7 | 7 | |||
| (KM) | % | N/A | N/A | 1.6% | 14.4% | N/A | N/A | 78.5% | 94,5% | ||
| Mitigatie van kimaatverandering | bedrag | N/A | N/A | 2 | 19 | N/A | N/A | 102 | 123 | ||
| KM+KA | % | N/A | N/A | 1.6% | 14.4% | N/A | N/A | 84.1% | 100% | ||
| bedrag | N/A | N/A | 2 | 19 | N/A | N/A | 109 | 130 | |||
| 31-12-2023 | Economische activiteiten | (bedragen in miljoenen euro) | Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI 2021/2139 in de teller |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) van de toepasselijke KPI 2021/2139 in de teller |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van de op de taxonomie afgestemde economische activiteit als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI |
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten van de toepasselijke KPI die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de teller |
taxonomie afgestemde economische activiteiten in de teller van de toepasselijke KPI's Totaal bedrag en aandeel van op de |
|
| Rij | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
KBC als (her)verzekeringsonderneming – kernenergie en fossiel gas - voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische
| 31-12-2023 | GIR (gebaseerd op omzet) | GIR (gebaseerd op Capex) | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) Economische activiteiten |
bedrag | % | bedrag | % |
| 1 | als bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A |
| 2 | als bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit KPI noemer van de toepasselijke |
N/A | N/A | N/A | N/A |
| 3 | als bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 4 | als bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% |
| 5 | als bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A |
| 6 | als bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteit noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A |
| 7 | Bedrag en aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI | 1 943 | 8.0% | 1 743 | 7.2% |
| 8 | Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI | 1 943 | 8.0% | 1 743 | 7.2% |
| 31-12-2023 | GIR (gebaseerd op omzet) | GIR (gebaseerd op Capex) | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Rij | (bedragen in miljoenen euro) Economische activiteiten |
bedrag | % | bedrag | % | |
| 1 | Bedrag en aandeel van de in rij 1 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | |
| 2 | in de noemer van de Bedrag en aandeel van de in rij 2 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | |
| 3 | Bedrag en aandeel van de in rij 3 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 4 | Bedrag en aandeel van de in rij 4 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
0 | 0.0% | 0 | 0.0% | |
| 5 | bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de Bedrag en aandeel van de in rij 5 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.30 van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | |
| 6 | Bedrag en aandeel van de in rij 6 van template 1 genoemde activiteit die niet voor de taxonomie in aanmerking komt overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI |
N/A | N/A | N/A | N/A | |
| 7 | Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 t.e.m. 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI | 22 178 | 91.5% | 22 322 | 92.0% | |
| 8 | Totaal bedrag en aandeel van niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI | 22 178 | 91.5% | 22 322 | 92.0% |
"Ik, Luc Popelier, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee ze geconfronteerd worden."
| Kurt De Baenst (directeur Investor Relations Office) [email protected] KBC Global Services NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Pers Viviane Huybrecht (directeur Corporate & Interne Communicatie, woordvoerster KBC Groep) [email protected] KBC Global Services NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Duurzaam ondernemen Filip Ferrante (algemeen directeur Corporate Sustainability) [email protected] KBC Global Services NV, Corporate Sustainability, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Kalender 2024 Publicatie Jaarverslag 2023, Duurzaamheidsrapport 2023 en Risk report 2023 2 april 2024 Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) 2 mei 2024 Publicatie resultaten 1e kwartaal 2024 16 mei 2024 Publicatie resultaten 2e kwartaal 2024 8 augustus 2024 |
Investor Relations Office | |
|---|---|---|
| Publicatie resultaten 3e kwartaal 2024 7 november 2024 |
Ontdek al onze rapporten op www.kbc.com
De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.
Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België
Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België
Verantwoordelijk uitgever: KBC Global Services NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier voorzien van het FSC®-label.
De opmaak, druk en afwerking van dit jaarverslag verloopt 100% klimaatneutraal.




Jaarverslag
2023
KBC Groep
Jaarverslag
KBC Groep
Covers_2023_A4_witLogo_final.indd 1 6/03/2024 12:04

Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.