Annual Report • Mar 28, 2011
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
De JENSEN-GROUP wil duurzame, zuinige en milieuvriendelijke machines en systemen leveren aan de heavy-duty wasserijsector overal ter wereld, zodat zij kwaliteitsvolle textieldiensten kunnen aanbieden.
Jesper Munch Jensen, CEO JENSEN-GROUP
De Nederlandstalige versie is de officiële versie van het jaarverslag.
Er is eveneens een Engelstalige versie beschikbaar om onze aandeelhouders ter wille te zijn. De overeenstemming tussen beide versies werd door JENSEN-GROUP op haar eigen verantwoordelijkheid gecontroleerd.
In dit rapport verwijst de term "JENSEN-GROUP" naar JENSEN-GROUP nv en haar dochterondernemingen. De termen "JENSEN-GROUP nv", "het bedrijf" of "de firma" verwijzen naar de holdingmaatschappij in België. De zakelijke activiteiten worden verricht via operationele dochterondernemingen verspreid over de gehele wereld. De termen "we", "onze" en "ons" worden gebruikt om de groep te beschrijven.
| Kerncijfers per aandeel | 6 |
|---|---|
| Kerncijfers | 8 |
| Bericht aan de aandeelhouders | 10 |
| Profiel van de groep | 12 |
| JENSEN-GROUP Profiel |
15 |
| We denken globaal en handelen lokaal Activiteiten 2010 Vooruitzichten 2011 |
|
| Informatie voor aandeelhouders en beleggers Koersevolutie Communicatiestrategie Wijziging in aandeelhouders Financiële kalender |
20 |
| Juridische geschillen | 22 |
| Personeel | 22 |
| Onderzoek en Ontwikkeling | 23 |
| Investeringen Vooruitzichten 2011 |
23 |
| Financieel verslag | 27 |
| GECONSOLIDEERDE KERNCIJFERS PER AANDEEL | 31 december | 31 december |
|---|---|---|
| Boekjaar afgesloten per (in euro) | 2010 | 2009 |
| Bedrijfscashflow (EBTIDA) | 3,04 | 1,87 |
| Netto resultaat van de voortgezette activiteiten (=winst per aandeel) | 1,07 | 0,64 |
| Netto cashflow van de voortgezette activiteiten | 2,19 | 1,15 |
| Eigen vermogen (=boekwaarde) | 7,18 | 6,20 |
| Bruto dividend | 0,25 | 0,25 |
| Aantal aandelen (gemiddeld) | 8.002.968 | 8.034.413 |
| Aantal aandelen (balansdatum) | 8.002.968 | 8.002.968 |
| Beurskoers (hoogste) | 11,15 | 7,41 |
| Beurskoers (laagste) | 6,40 | 3,90 |
| Beurskoers (gemiddeld) | 8,24 | 5,57 |
| Beurskoers (31 december) | 10,65 | 7,10 |
| Koers/winst (hoogste) | 10,40 | 11,60 |
| Koers/winst (laagste) | 6,00 | 6,10 |
| Koers/winst (gemiddeld) | 7,70 | 8,70 |
| Koers/winst (31 december) | 10,00 | 11,10 |
Relatieve prijsbeweging JENSEN-GROUP B.A.S. Return Smallcaps
| GECONSOLIDEERDE KERNCIJFERS (in duizend euro) |
31 december 2010 |
31 december 2009 |
|---|---|---|
| Opbrengsten | 226.977 | 175.089 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 15.429 | 10.934 |
| Bedrijfscashflow (EBITDA) | 24.336 | 15.034 |
| Netto interestlasten | 678 | 1.797 |
| Resultaat voor belastingen | 12.754 | 6.848 |
| Netto resultaat van de voortgezette activiteiten | 8.582 | 5.112 |
| Resultaat van de verkochte activiteiten | -78 | -118 |
| Netto resultaat (aandeel van de groep) | 8.504 | 4.994 |
| Toegevoegde waarde | 91.396 | 70.169 |
| Netto cashflow van de voortgezette activiteiten | 17.489 | 9.212 |
| Eigen vermogen | 57.459 | 49.589 |
| Netto financiële schulden | 13.207 | 12.977 |
| Werkkapitaal | 76.036 | 60.787 |
| Niet-vlottende Activa | 29.596 | 30.903 |
| Capital Employed (CE) | 105.632 | 91.690 |
| Marktkapitalisatie (hoogste) | 89.233 | 59.535 |
| Marktkapitalisatie (laagste) | 51.219 | 31.334 |
| Marktkapitalisatie (gemiddeld) | 65.929 | 44.752 |
| Marktkapitalisatie (31 december) | 85.232 | 56.821 |
| Entreprise value (31 december) (EV) | 98.439 | 69.798 |
| Ratio's | ||
| EBIT/Opbrengsten | 6,80% | 6,24% |
| EBITDA/Opbrengsten | 10,72% | 8,59% |
| ROCE (EBIT/CE) | 15,64% | 11,13% |
| ROE (Netto resultaat/Eigen Vermogen) | 16,03% | 10,64% |
| Gearing (Netto financiële schuld/Eigen Vermogen) | 22,99% | 26,17% |
| Dekking van de interestlasten door bedrijfscashflow | 35,89 | 8,37 |
| Netto financiële schuld/EBITDA | 0,54 | 1,36 |
| Werkkapitaal/Opbrengsten | 30,14% | 37,96% |
| EV/EBITDA (31 december) | 4,04 | 4,64 |
Duurzame wasserij-automatisering
Na een zeer moeilijk jaar 2009 boekte de groep in 2010 een nieuwe recordverkoop. We hadden die nieuwe activiteiten te danken aan het goed gevulde orderboek van het jaar voordien, aan de verhoogde capaciteit in onze fabrieken en aan een positief investeringsklimaat in verschillende geografische gebieden ter wereld. Dit succes bewijst dat onze strategie om de distributie over te nemen en uit te breiden vruchten afwerpt. In die context besloten we in 2010 om onze eerste en oudste distributeur, met wie we al meer dan 50 jaar samenwerken, Maskin AB Sipano in Zweden, over te nemen.
In de uitvoering van onze 'Go East'-strategie namen we nog twee andere belangrijke stappen. Eerst besloten we om te investeren in een productievestiging in China om in te spelen op de toekomstige groei van de heavy-duty wasserijsector in China. Ten tweede sloten we een distributieovereenkomst af met Asahi Seisakusho Co. Ltd, Japan. We zijn ervan overtuigd dat die investeringen op middellange termijn tot meer groei en succes zullen leiden.
Gelukkig kan onze groep rekenen op zeer flexibele werknemers, zodat we onze productie snel kunnen verhogen als een beter investeringsklimaat de vraag naar onze producten doet toenemen. De groep profiteerde in verschillende landen van een zeer flexibele arbeidswetgeving, zoals van regelingen met betrekking tot gedeeltelijke werkloosheid. In combinatie met verdere investeringen in onze eigen distributie en in productontwikkeling zorgde dat voor een omzetstijging van 30 % in vergelijking met de lage omzet van 2009 en voor een zakencijfer dat nog hoger is dan in 2008.
De bedrijfswinst en het nettoresultaat zijn toegenomen ten gevolge van de hogere activiteitsgraad. De strenge controle op de vaste kosten en de hogere productiviteit droegen eveneens bij tot de betere financiële resultaten. Een nadeel van de hogere activiteitsgraad is dat het werkkapitaal oploopt. Toch zijn we erin geslaagd om de nettoschulden op het niveau van 2009 te houden.
Door voortdurend te investeren in productontwikkeling kunnen we beter tegemoet komen aan de behoeften van onze klanten. We zoeken in onze productontwikkeling vooral naar oplossingen om energie en water te besparen. Omdat die duurder worden, zien onze klanten op dat vlak immers steeds meer besparingsmogelijkheden. We hebben deze nieuwe producten samengebracht onder ons CleanTech-merk. Een tweede belangrijk aandachtspunt voor de productontwikkeling is automatisering, waardoor onze klanten dankzij de integratie van onze technologieën de productie in heavy-duty wasserijen in realtime kunnen controleren en opvolgen.
We blijven investeren om in onze vele vestigingen wereldwijd een sterke JENSEN-cultuur uit te bouwen. Het managementteam van JENSEN-GROUP is internationaal en multicultureel. In 2010 was het nieuwe Executive Management Team voor het eerst een volledig jaar actief en leidde het onze verschillende technologische activiteiten en regionale verkoopteams. Dat resulteerde in een duidelijker beleid dat beter was afgestemd op onze strategie, zodat we de doelstelling konden realiseren om onze globale kennis te combineren met lokale aanwezigheid in elke markt.
De groep doorstond de afgelopen 10 jaar verschillende economische cycli, waardoor onze managers en werknemers een ruime ervaring opbouwden. In 2000 maakten we een grote fusie mee; in 2001 en 2002 ondervonden we de
weerslag van de 9/11-gebeurtenissen, en moesten we een grote ommekeer maken omdat de vraag daalde. In 2006 splitsten we onze commerciële divisie af en kende JENSEN-GROUP een ongeziene periode van organische groei, die abrupt tot stilstand kwam door de financiële crisis in april 2008. In 2010 noteerden we een nieuwe recordomzet. Daaruit blijkt dat we op de juiste manier konden reageren op de verschillende marktomstandigheden waardoor ons merk, onze producten en onze werknemers sterker werden.
We starten het jaar 2011 met een kleiner orderboek dan bij het begin van 2010. Dat heeft te maken met een daling van het aantal orders in bepaalde gebieden ter wereld in de tweede helft van 2010 en met de toenemende concurrentiedruk in de markt. Om die situatie om te keren blijven we rekenen op onze sterk gemotiveerde medewerkers die elke opportuniteit in onze bestaande markten aangaan. Zoals aangekondigd breiden we onze wereldwijde aanwezigheid nog uit. De ervaring leert ons dat onze aanwezigheid vergroten ons bedrijf minder gevoelig maakt voor een baisse, waar ook ter wereld.
We danken onze klanten voor hun blijvend vertrouwen en loyaliteit. We zullen er blijven naar streven om aan hun verwachtingen te kunnen voldoen zowel op vlak van betrouwbaarheid, productiviteit als milieu.
Onze dank gaat ook uit naar onze medewerkers, die open staan voor verandering en die samen voortdurend streven naar verbetering.
Ten slotte willen we onze aandeelhouders bedanken voor het ondersteunen van de Raad van Bestuur en van het management, aangezien we ernaar streven om de leider te zijn in deze industrie.
Jesper Munch Jensen Raf Decaluwé
Chief Executive Officer Voorzitter van de Raad van Bestuur
JENSEN-GROUP engageert zich om zijn klanten die wereldwijd actief zijn in de heavy-duty wasserijsector de beste oplossingen aan te bieden. We werken voor en samen met onze klanten om de wasserijwereld te voorzien van bevoorrechte oplossingen door duurzame enkelvoudige machines, systemen en geïntegreerde oplossingen te leveren. We zorgen ervoor dat onze werknemers zich voortdurend verder ontwikkelen en dat onze efficiëntie continu verbetert, zodat we milieuvriendelijke en innovatieve producten en diensten kunnen aanbieden. Dankzij de combinatie van onze globale kennis met onze lokale aanwezigheid zullen we een omzetgroei en een verantwoordelijk leiderschap in de sector kunnen realiseren.
Dankzij onze technische voorsprong, onze hoge investeringen in productontwikkeling en de specialisatie binnen onze sector, is JENSEN-GROUP in staat om de oplevering van zowel een alleenstaande machine, een productielijn als een volledig geïntegreerd project te plannen, te ontwikkelen, te produceren en te installeren. Wij leveren aan textielverhuurbedrijven, industriële wasserijen, centrale wasserijen, ziekenhuizen en OPL-wasserijen (hotels, cruiseschepen). We zijn ervan overtuigd dat onze klanten hun wasserij beter kennen dan wie ook en dat we met onze competentie en ervaring in staat zijn om voor ieder de juiste oplossing te vinden.
JENSEN-GROUP beschikt over 3 technologiecentra en 4 businessregio's. Deze 3 technologiecentra ontwikkelen en produceren het volledige assortiment JENSEN-producten. De levering naar de eindklant gebeurt via ons wereldwijd netwerk van eigen verkoopkantoren (SSCs) en erkende lokale distributeurs. Dit wereldwijd distributienetwerk, onze expertise in de ontwikkeling van wasinrichtingen, ons deskundig projectbeheer en onze dienstverlening na verkoop zorgen ervoor dat JENSEN-GROUP uitstekend geplaatst is om op lokaal niveau snel en betrouwbaar te beantwoorden aan de verwachtingen van de klant, of het nu gaat om een enkele machine of om een totaaloplossing om het even waar ter wereld.
JENSEN Verkoopkantoren
| 2010 | 227 | |
|---|---|---|
| 2009 | 175 |
JENSEN-GROUP beschikt over 5 productievestigingen in 5 landen. Elke productievestiging is gespecialiseerd in een specifieke technologie voor de wasserij-industrie.
JENSEN-GROUP verkoopt haar producten en diensten onder de merknaam JENSEN™ via eigen verkoopkantoren en via onafhankelijke distributeurs wereldwijd.
Ons marktbereik, onze uitgebreide kennis van heavy-duty machines en systemen en ons productassortiment zijn uniek voor de wasserijmarkt.
JENSEN-GROUP realiseert zijn omzet geografisch als volgt:
| Miljoen euro | Europa | Noord-Amerika | Overige markten | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 2010 | 160 | 39 | 28 | 227 |
| 2009 | 133 | 21 | 21 | 175 |
Wij zijn in de belangrijkste markten aanwezig via eigen verkoopkantoren ("Sales and Service Centers" – kortweg SSCs) en verkopen zowel alleenstaande machines en systemen als volledig geïntegreerde projecten.
Onze apparatuur en systemen worden geproduceerd in de volgende fabrieken:
We verkopen onze systemen en diensten via eigen verkoopkantoren (SSCs) en onafhankelijke distributeurs. De omzet via eigen verkoopkantoren is de laatste jaren toegenomen, aangezien deze opereren in de meest belangrijke industriële markten zoals de Benelux, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Frankrijk, Italië, Singapore, Australië, Zwitserland en Noord-Amerika. Ze spelen een cruciale rol in de coördinatie van het toenemend aantal complexe installaties, waarbij projectbeheersing met betrekking tot de installatie van producten uit verschillende productievestigingen van de groep tot een geïntegreerd geheel essentieel is. Door onze lokale aanwezigheid zorgen wij tevens voor een verdere dienstverlening na verkoop aan onze klanten. Daarnaast hebben we ervaren distributeurs in meer dan 50 landen.
| 2010 | 2009 | ||
|---|---|---|---|
| Opbrengsten, miljoen euro | 227,0 | 175,1 | |
| Bedrijfswinst, miljoen euro | 15,4 | 10,9 | |
| Investeringen, miljoen euro | 3,9 | 1,8 | |
| Aantal werknemers op jaareinde | 1.041 | 976 |
De opmerkelijke omzetgroei is te wijten aan het goed gevulde orderboek bij het begin van het jaar en een positief investeringsklimaat in de heavy-duty wasserijsector in veel landen. Tijdens het eerste halfjaar was de activiteitsgraad zeer hoog en konden we een nieuw zesmaandelijks record vestigen. In het derde kwartaal voelden we, zoals voorheen, de gevolgen van de vakantieperiode en in het vierde kwartaal bleven we binnen de begroting.
Door die schommelingen in de vraag doorheen het jaar moesten we de capaciteit in onze verschillende entiteiten aanpassen. De groep had baat bij de flexibele arbeidswetgeving in verschillende landen en kon rekenen op zijn zeer flexibele werknemers.
Onze eigen verkoop- en dienstencentra (SSCs) blijven het merendeel van onze omzet genereren. Dit toont aan hoe belangrijk het is om in de belangrijkste afzetmarkten een lokale vertegenwoordiging te hebben. We hebben onze positie in de Europese markten versterkt door onze Zweedse distributeur over te nemen, en we breiden onze aanwezigheid in de opkomende markten uit.
We slagen er meer en meer in om op wereldwijde schaal een "one-stop-supplier" te zijn voor totaaloplossingen.
Onze contributiemarge ligt iets lager dan in 2009. Dat heeft te maken met de hevige concurrentie voor projecten en marktaandeel overal ter wereld.
Op 31 december was het orderboek voor 11 % minder gevuld in vergelijking met het jaar voordien. Het orderboek nam in het vierde kwartaal in verschillende markten af omdat we in sommige markten nog steeds af te rekenen hebben met een onzeker investeringsklimaat. Onze grootste risicofactoren zijn niet wezenlijk veranderd ten opzichte van vorig jaar. De voornaamste risico's zijn het onzekere investeringsklimaat in de nasleep van de wereldwijde financiële crisis, de schommelende wisselkoersen en de prijsontwikkelingen voor grondstoffen. We verwijzen naar het verslag van de Raad van Bestuur, waarin de verschillende risicofactoren van onze activiteiten en afzetmarkten apart worden besproken.
Onze operationele objectieven voor 2011 situeren zich op het vlak van een verdere integratie en standaardisatie van de systemen en activiteiten binnen JENSEN-GROUP, om capaciteitsproblemen indien nodig lokaal aan te pakken, en van de verdere integratie van de externe distributeurs in onze marketing- en verkoopinspanningen.
We verwachten dat we in het laatste kwartaal van 2011 onze productievestiging in China zullen opstarten.
JENSEN is een pionier op het vlak van geautomatiseerde wasserijen.
In 1994 ontdekte Jørn Munch Jensen de voordelen van een linnenscheider – nu bekend als de Viking. Zo bespaarde hij de operators heel wat hard werk en verhoogde hij de algemene productiviteit in de wasserijen.
Deze kleine, eenvoudige scharnier opent en sluit de grijper van een Viking 2000-centrifuge elk uur tot 600 keer en brengt zo tussen 1.200 en 1.900 gecentrifugeerde wasstukken naar de operators van het invoerstation.
Het JENSEN-GROUP-aandeel is genoteerd op Euronext met als ticker JEN (Reuters: JEN.BR; Bloomberg:JEN.BB) sinds juni 1997 (vorige ticker was LSG). De koers van het JENSEN-GROUP-aandeel kan online geconsulteerd worden op de volgende websites:
De beurskoers van JENSEN-GROUP steeg van 7,10 euro per einde 2009 naar 10,65 euro op het einde van 2010, met een gemiddeld verhandeld dagvolume van 4.871 aandelen, vergeleken met 3.729 aandelen in 2009 (zie grafiek pagina 7).
JENSEN-GROUP zet haar communicatiestrategie verder op basis van de volgende principes:
De aandeelhoudersstructuur is op 31 december 2010 als volgt:
Verder is de Investor Relations Manager beschikbaar voor particuliere en institutionele beleggers, financiële analisten en gespecialiseerde journalisten. Zij kan hen het potentieel van JENSEN-GROUP op korte en lange termijn verduidelijken, zowel voor JENSEN-GROUP als geheel als voor specifieke activiteiten. Lezingen, vergaderingen en bedrijfsbezoeken worden op verzoek georganiseerd.
Het jaarverslag van JENSEN-GROUP, persberichten en andere informatie zijn beschikbaar op de corporate website (http://www.jensen-group.com).
Aandeelhouders die hun aandelen aan toonder wensen om te zetten in aandelen op naam, of aandelen op naam wensen om te zetten in gedematerialiseerde aandelen, kunnen eveneens contact opnemen met de Investor Relations Manager.
Aandeelhouders en beleggers die het jaarverslag, de jaarrekeningen van JENSEN-GROUP nv, persberichten of andere informatie omtrent JENSEN-GROUP wensen te ontvangen, kunnen eveneens contact opnemen met de Investor Relations Manager:
JENSEN-GROUP N.V. Scarlet Janssens Investor Relations Manager Bijenstraat 6 BE-9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem) België Tel. +32.9.333.83.30 E-mail: [email protected]
Voor alle juridische geschillen die een daadwerkelijk risico vormen, werd op basis van een voorzichtige beoordeling een voorziening aangelegd. Op gecentraliseerde basis worden alle mogelijke claims en hangende juridische geschillen bijgehouden. Hier worden alleen de claims tegen de vennootschap of haar dochters besproken. Per categorie zijn volgende geschillen hangend:
Productaansprakelijkheid:
Commerciële geschillen:
• 2 geschillen van klanten
Algemene geschillen • 1 algemeen geschil in Australië
Milieurisico:
• 1 onderzoek in de VS
De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering. Het management verwacht dat deze geschillen, gebaseerd op advies van onze juridische adviseurs, geen significante invloed zullen hebben op de winstgevendheid van de groep.
Het gemiddeld aantal werknemers kende de volgende evolutie:
| 2009 | 976 |
|---|---|
| 2010 | 1.041 |
De belangrijkste technologieën van JENSEN-GROUP zijn toegespitst op de verschillende fasen van een wasproces, gaande van het wassen en drogen, over logistiek en transport van het linnen, tot de afwerking van het gewassen linnen via toevoer-, strijk- en vouwmachines, met inbegrip van de softwaretechnologie om het volledige proces te sturen. Samengevat gaat het om de verschillende technologieën die gebruikt worden in het proces om vuil linnen om te zetten in proper linnen, klaar voor gebruik.
Gezien de vele technologieën die nodig zijn om aan de noden van onze klanten te voldoen, zijn we zelf niet bezig met fundamenteel onderzoek en ontwikkeling. Onze taak bestaat er voornamelijk in bestaande technologieën aan te passen aan de vereisten van onze industrie.
De afgelopen jaren hebben we geïnvesteerd in de verdere modernisering en uitbreiding van ons productassortiment en vooral in nieuwe softwaretoepassingen voor de sector en in milieuvriendelijke producten. Veel van onze ontwikkelingen die erop gericht zijn om middelen te besparen voor onze klanten zijn samengebracht onder ons Cleantechmerk. Software om het gehele wasproces te sturen en te controleren is essentieel om onze klanten een totaaloplossing te kunnen aanbieden.
Onze groep heeft verschillende machineonderdelen gepatenteerd en onze teams van de verschillende ontwikkelingscentra onderzoeken constant de mogelijkheid om verdere ontwikkelingen te patenteren.
Patenten worden vooral gebruikt om aan te tonen dat wij als eerste gebruik gemaakt hebben van de nieuwe technologie. Wij evalueren de aanvraag voor patentering op individuele basis, en dit vooral in de belangrijkste markten.
JENSEN-GROUP investeerde dit jaar rond 2-3 % van zijn omzet in productontwikkeling. Wij vermoeden dat dit cijfer ongeveer het gemiddelde van de sector is.
In 2010 hebben we 3,9 miljoen euro geïnvesteerd, hoofdzakelijk in machines en in informatietechnologie. In mei 2010 nam JENSEN-GROUP zijn distributeur in Zweden over.
In 2009 hebben we 2,7 miljoen euro geïnvesteerd, hoofdzakelijk in machines en in informatietechnologie. In het laatste kwartaal van 2009 verkreeg JENSEN-GROUP de resterende 20 % minderheidsaandelen in JENSEN Italia s.r.l.
We verwachten dat we in het laatste kwartaal van 2011 onze productievestiging in China zullen opstarten. We blijven ons inzetten om onze capaciteit indien nodig aan te passen en om de efficiëntie van onze processen te verhogen. We moeten efficiënt werken om in deze competitieve omgeving succesvol te zijn.
Van de vuilgoedzone waar het vuile wasgoed wordt verzameld tot de finishing stations aan de schoongoedzijde: Futurail automatiseert de volledige verwerking en opslag van het linnen. Het linnen wordt via een Futurail-systeem getransporteerd in zakken die doorgaans 50 tot 150 kg bevatten.
| Verslag van de Raad van Bestuur | 28 |
|---|---|
| Verklaring van de verantwoorde personen | 49 |
| Verslag van de Commissaris | 50 |
| Geconsolideerde balans | 54 |
| Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat | 56 |
| Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen | 58 |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 60 |
| Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening | 61 |
Het nettoresultaat van de voortgezette activiteiten van JENSEN-GROUP steeg van 5,1 miljoen euro naar 8,6 miljoen euro. Dat is voornamelijk te wijten aan de hoge activiteitsgraad en een verbeterd investeringsklimaat in de heavy-duty wasserijsector in de meeste landen. Deze resultaten werden behaald in een periode van hevige concurrentie voor projecten en marktaandeel overal ter wereld.
In de resultaten van 2009 zijn niet-recurrente inkomsten van 1,5 miljoen euro inbegrepen uit de regeling van een geschil. De resultaten van 2010 bevatten eenmalige afschrijvingskosten van 2,0 miljoen euro op de goodwill van JENSEN Denmark. Die goodwill vloeide voort uit de productie van een lijn flatwork strijkmachines. Aangezien die lijn geleidelijk aan wordt vervangen door nieuwe producten, zullen er in de toekomst geen kasstromen meer worden gegenereerd om die goodwill te verantwoorden.
In 2010 nam JENSEN-GROUP zijn distributeur Maskin AB Sipano in Zweden over, met wie de groep al vele jaren samenwerkte.
Ondanks ons hedgingbeleid hadden de schommelingen in verschillende munteenheden, zoals de Australische dollar, de Zwitserse frank, de Amerikaanse dollar en de Zweedse kroon, een negatieve impact op onze rentabiliteit in 2010 ten bedrage van 1,3 miljoen euro.
Wat de balans betreft, is het werkkapitaal door de hogere activiteitsgraad met 14,1 miljoen euro toegenomen in vergelijking met vorig jaar. Ondanks de verhoogde activiteiten bleven de nettoschulden op hetzelfde niveau (13,2 miljoen euro, inclusief de verdisconteerde vorderingen van 0,8 miljoen euro). JENSEN-GROUP respecteert alle financiële ratio's die met de banken werden afgesproken.
Ons gemiddeld personeelsbestand steeg in 2010 (van 976 naar 1.041).
De opbrengsten en bedrijfswinst zijn gestegen met respectievelijk 30 % en 41 % tegenover 2009.
Onze financiële uitgaven namen af, voornamelijk ten gevolge van een daling van de rentevoeten. Een belangrijke financiële uitgave zijn de wisselkoersverliezen die worden veroorzaakt door de hoge volatiliteit van verschillende valuta.
De bovengenoemde factoren zorgden samen voor een stijging in het resultaat van 3,5 miljoen euro voor de voortgezette activiteiten (van 5,1 miljoen euro naar 8,6 miljoen euro).
Op 31 december 2010 was het orderboek voor 11 % minder gevuld, in vergelijking met het jaar voordien. Het aantal bestellingen daalde in het vierde kwartaal in enkele markten waarin we nog altijd af te rekenen hebben met een onzeker investeringsklimaat.
We verwachten dat we in het laatste kwartaal van 2011 onze productievestiging in China zullen opstarten. De belangrijkste risicofactoren zijn grotendeels dezelfde als vorig jaar: de economische onzekerheid die een weerslag heeft op het investeringsklimaat en bijgevolg op het orderboek, de snelle veranderingen in de vraag, de volatiele wisselkoersen en de schommelende grondstof-, energie- en transportprijzen.
Ons resultaat is afhankelijk van het halen van een bepaald omzetniveau om de indirecte kosten te kunnen absorberen. Wanneer de activiteiten in belangrijke mate zouden dalen, heeft dit een onmiddellijk effect op de operationele winst. Onze groep heeft 5 productievestigingen, gesitueerd in de volgende landen:
Iedere productievestiging ("PEC" of Production and Engineering Center) is gespecialiseerd in een specifiek onderdeel van het wasproces (Washroom, Flatwork, Garment Technology) of voor een specifiek soort linnen (vlak linnen, kledingstukken of speciale toepassingen zoals matten, rolhanddoeken of andere roldoeken).
Onze groep beschikt ook over eigen verkoopkantoren (Sales and Service Center – of "SSC") in onze belangrijkste afzetmarkten:
Behalve de SSC's heeft JENSEN-GROUP nog vertegenwoordigers in:
Iedere SSC beschikt over de nodige mankracht om zowel alleenstaande machines te verkopen als een volledig sleutel-op-de-deur project uit te voeren.
Bovendien hebben we in elke PEC en SSC de nodige staffuncties om de autonome juridische entiteit te besturen. Om deze indirecte kosten te kunnen dekken hebben de verschillende entiteiten nood aan een voldoende hoog verkoopvolume. Het productievolume is afhankelijk van de activiteitsgraad en van externe factoren waarop wij geen invloed hebben. Omdat onze goederen investeringsgoederen zijn, kan het algemene internationale investeringsklimaat, in de gezondheidszorg maar vooral in de toerismesector (hotels en restaurants) en in de industriële kledingsector, een grote invloed hebben op de markt- en verkoopopportuniteiten. Een plotse terugval in de vraag naar onze producten kan niet volledig worden gecompenseerd door een vermindering van de indirecte kosten of infrastructuurkosten, en kan als dusdanig een negatieve weerslag hebben op onze activiteiten, financiële situatie en operationele resultaten.
Een belangrijk deel van ons zakencijfer bestaat uit het leveren van machines en integrale systemen aan bedrijven in de sector van textielverhuur. De internationalisatie en concentratie van onze klanten in deze sector kan leiden tot een hogere afhankelijkheid van deze grotere groepen die hun eigen voorwaarden stellen.
Wij kopen voor onze producten een belangrijk aantal componenten en grondstoffen zoals roestvrij staal en andere ijzerlegeringen en aluminium panelen. De prijs en de beschikbaarheid van deze componenten en grondstoffen hangen af van vraag en aanbod op de internationale markten. In een competitieve markt bestaat er geen zekerheid dat stijgingen of dalingen van grondstofprijzen en andere kosten kunnen vlug worden omgezet in hogere verkoop- of lagere aankoopprijzen. Daarenboven kunnen we niet garanderen dat het verlies van sommige kritische leveranciers geen invloed zou hebben op de resultaten en de financiële toestand van onze activiteiten. Tot op heden dekken wij ons niet in voor de verandering in grondstofprijzen of prijzen van belangrijke componenten.
Binnen onze markt van heavy-duty wasserijmachines en -systemen staan we in concurrentie met verschillende andere leveranciers. De intrede van nieuwe concurrenten of sterkere concurrentie van de bestaande marktspelers kunnen een belangrijke impact op de resultaten van onze operaties en de financiële toestand van de groep hebben.
Daarenboven kunnen we te maken krijgen met concurrentie van bedrijven buiten de VS of Europa die lagere productiekosten hebben (waaronder arbeids- of grondstofkosten). Deze concurrenten kunnen hun producten aan een lagere verkoopprijs aanbieden en dit kan een belangrijk effect hebben op onze omzet en resultaten.
Wij halen een groot deel van onze omzet uit de verkoop van onze producten en projecten aan internationale klanten. De vraag naar onze producten is afhankelijk van economische en politieke omstandigheden in de verschillende landen waarin wij leveren. Daarnaast zijn er andere risico's verbonden aan internationale handel waaronder de wisselkoersschommelingen (die een invloed kunnen hebben op de lokale verkoopprijs voor producten die voornamelijk in de eurozone worden geproduceerd). We dekken ons in voor een deel van de wisselkoersschommelingen; m.n. voor de voornaamste munten waarin we activiteiten hebben (de EUR, USD, CHF, GBP, DKK, SEK, SGD en AUD).
Wij zijn afhankelijk van de continuïteit van werknemers die kritiek zijn voor onze activiteiten zoals ons managementteam en andere sleutelfiguren binnen ons personeelsbestand. De meeste van die werknemers hebben een contract van onbepaalde duur. Het verlies van dergelijke werknemers kan een invloed hebben op onze winstgevendheid omdat wij daardoor bepaalde kennis, ervaring of belangrijke klantenrelaties kunnen verliezen.
Door de aard van onze activiteiten kunnen wij eventueel aansprakelijk gesteld worden voor milieuproblemen en zijn wij afhankelijk van veranderingen in de milieuwetgeving of de wetgeving met betrekking tot veiligheid en gezondheid. Wij zijn onderhevig aan uitgebreide en wijzigende lokale, nationale en internationale wetgeving met betrekking tot milieu, veiligheid en gezondheid, waaronder de wetgeving met betrekking tot uitstoot van gassen, afval, afwatering van regenwater en giftig afval. Wij kunnen eventuele schade-eisen of kosten niet voorspellen die het gevolg zouden zijn van toekomstige veranderingen in de wetgeving, met eventueel een retroactief effect. Meer stringente wetgeving kan leiden tot bijkomende kosten en investeringen die een negatieve weerslag kunnen hebben op de resultaten van onze activiteiten of onze financiële toestand.
Wij kunnen ook aansprakelijk gesteld worden voor milieuvervuiling (inclusief vervuiling door andere partijen) op de locaties waar wij actief zijn. Als gevolg daarvan worden we af en toe betrokken in administratieve of juridische geschillen of vragen om inlichtingen met betrekking tot de milieuwetgeving. We kunnen niet uitsluiten dat dit in de toekomst nog gebeurt. We kunnen ook niet garanderen dat onze bestaande of aanvullende verzekeringen voldoende dekking bieden tegen de gevolgen hiervan. De totale kosten die hierop betrekking hebben, zouden een aanzienlijke negatieve invloed kunnen hebben op onze resultaten of financiële positie.
Milieuonderzoek en aanpassingswerken met betrekking tot onze voormalige productievestiging Cissell zijn aan de gang of gepland. Het valt niet uit te sluiten dat de Cissell-vestiging of andere vestigingen in de toekomst nog voor aanzienlijke bijkomende kosten zorgen.
Onze activiteiten leiden tot normale gevaren die ontstaan door de productie en het vervoer van heavy-duty machines en installaties. Deze gevaren kunnen leiden tot lichamelijke letsels en schade aan machines en eigendommen. Men kan dus nooit zeker zijn dat onze huidige en toekomstige activiteiten niet leiden tot schadeclaims vanwege personeelsleden of derde partijen. Daarenboven kunnen we ook worden geconfronteerd met huidige of toekomstige schadeeisen met betrekking tot veiligheid en gezondheid van werknemers en andere schade-eisen. Er bestaat geen zekerheid over het bedrag en het tijdstip van dergelijke schade-eisen. Verdere regelgeving hierover kan een invloed hebben op de manier van produceren, op de vraag naar en de kostprijs van onze producten en diensten, of kunnen leiden tot belangrijke productieproblemen, waardoor onze resultaten en financiële toestand negatief worden geaffecteerd.
De kans dat er een productaansprakelijkheidsclaim wordt ingediend is altijd reëel gezien de producten en diensten die we verkopen. Bovenop de directe kosten, zoals schadevergoedingen en gerechtskosten, lopen we het risico dat productaansprakelijkheidsclaims ons imago schaden. Er bestaat geen zekerheid dat onze bestaande verzekering of elke bijkomende verzekering mogelijke schade-eisen voldoende zal dekken. Dit kan een negatieve invloed hebben op ons resultaat en onze financiële positie.
Als bedrijf zijn we altijd partij in een of ander juridisch geschil dat ontstaat tijdens de normale uitoefening van onze activiteiten. Niettegenstaande we, naar onze mening, een goede dekking hiervoor hebben voorzien in diverse verzekeringspolissen, bestaat er toch geen enkele zekerheid dat deze ons zullen kunnen vrijwaren van toekomstige geschillen met betrekking tot materiële of persoonlijke schade, of dat dergelijke verzekeringen in de toekomst nog zullen bestaan aan economisch haalbare tarieven. Een belangrijke veroordeling ten nadele van ons, het verlies van een belangrijke vergunning, of de betaling van belangrijke boetes kunnen een negatief effect hebben op onze winstgevendheid of op onze financiële situatie en toekomstverwachtingen.
Wij zijn onderhevig aan schommelingen in de intrestvoeten. Niettegenstaande we ons op lange termijn grotendeels hebben ingedekt tegen de risico's van schommelingen van de intrestvoeten, zal een stijging van de intrestvoeten toch een negatieve weerslag hebben op het algemene investeringsklimaat en dus indirect op onze activiteiten en resultaten.
De drie belangrijkste financiële groepen waarmee JENSEN-GROUP werkt zijn Nordea, Credit Suisse en KBC. Met één van onze financiers werd een schuldratio afgesproken (eigen vermogen ratio). Deze ratio zou onze financiële mogelijkheden kunnen beperken.
Of we onze leningen kunnen afbetalen en onze geplande investeringen, onze onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten en onze capaciteitsuitbreiding kunnen financieren, hangt af van onze kasstroomgeneratie, onze toekomstige financiële resultaten en de ontwikkelingen binnen de grote financiële instellingen waarmee we werken. Deze zijn tot op zekere hoogte afhankelijk van de risicofactoren die reeds zijn vermeld.
Conform de vennootschapswetgeving dienen de leden van de Raad van Bestuur de voorzitter op te hoogte te stellen indien er een agendapunt is waarbij zij een direct of indirect belangenconflict van financiële of andere aard hebben. Ze nemen geen deel aan de vergadering, noch aan de stemming over dat punt. Dit is steeds een standaard agendapunt bij iedere Raad van Bestuur. Dit gebeurde eenmaal in 2010, tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur van 18 mei 2010 waarop SWID AG, vertegenwoordigd door de heer Jesper M. Jensen, werd aangesteld als lid van de Raad van Bestuur. De notulen van die vergadering zijn opgenomen in het verslag van de Raad van Bestuur.
"Op 18 mei 2010 om 11.30 uur hield de Raad van Bestuur van JENSEN-GROUP N.V. een vergadering via telefoonconferentie waarbij alle deelnemers elkaar konden horen.
• Dhr. Jesper Munch Jensen
• Dhr. Werner Vanderhaeghe, secretaris;
Dhr. Decaluwé trad op als voorzitter. Dhr. Vanderhaeghe trad op als secretaris. De voorzitter wees erop dat de vergadering was aangekondigd en goedgekeurd tijdens de vorige vergadering van de Raad van Bestuur op 17 mei 2010 en dat de Raad van Bestuur, op zijn voorstel, had afgezien van de noodzaak voor een formele aankondiging. De voorzitter stelde eveneens vast dat alle bestuurders aanwezig waren, dat de heer Jesper Jensen een belangenconflict had aangekondigd en dat de vergadering geldig was samengesteld.
De voorzitter herinnerde de leden van de Raad van Bestuur aan de regelingen omtrent het ontslag van de heer Jesper Jensen als managing director en zijn vervanging door SWID AG die uitgebreid werden toegelicht tijdens de vergadering op 17 mei 2010. De voorzitter deelde de leden van de Raad van Bestuur dan mee dat de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering vlak voor de huidige vergadering had plaatsgevonden en dat de aandeelhouders het voorstel van de Raad van Bestuur om SWID AG als bestuurder van de vennootschap aan te stellen unaniem hadden goedgekeurd. De voorzitter bevestigde verder dat de aandeelhouders formeel waren ingelicht dat de heer Jensen was aangesteld als permanente vertegenwoordiger van SWID AG en dat de heer Jensen dat mandaat van SWID AG met betrekking tot het dagelijks bestuur zou opnemen als en wanneer de Raad van Bestuur een beslissing in die zin zou nemen.
Aangezien er geen verdere vragen werden gesteld, verzocht de voorzitter om een beslissing en de Raad van Bestuur besliste als volgt:
"De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen tot benoeming van SWID AG, een vennootschap naar Zwitsers recht met maatschappelijke zetel in Schlossgutweg 35 in 3073 Gümligen, Zwitserland en handelend via zijn vaste vertegenwoordiger, de heer Jesper Jensen, als gedelegeerd bestuurder van de Vennootschap met de bevoegdheid voor het dagelijks bestuur ervan; de Raad besluit verder dat deze benoeming ingaat met terugwerkende kracht op 1 mei 2010."
Aangezien er geen andere punten moesten worden besproken, werd de vergadering gesloten om 11.45 uur.
Onze investeringen in 2010 bedroegen in totaal 3,9 miljoen euro (2,7 miljoen euro in 2009). Het betrof voornamelijk machines en de overname van de Zweedse distributeur SIPANO. We verwachten dat we in het laatste kwartaal van 2011 onze productievestiging in China zullen opstarten.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is de politiek van de groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Om de wisselrisico's in te dekken waren er op 31 december 2010 voor 17,8 miljoen euro aankoopverplichtingen en voor 13,0 miljoen euro verkoopverplichtingen. Daarnaast had de onderneming een aantal interest rate swaps afgesloten voor 1,4 miljoen euro, 1,7 miljoen USD, 4 miljoen CHF en 27,2 miljoen DKK met vervaldagen van 2011 tot 2024 en vaste rente tussen de 0,69 % en 5,04 %.
JENSEN-GROUP doet geen fundamenteel onderzoek, maar streeft daarentegen naar een voortdurende ontwikkeling van haar bestaande producten. De kosten hieraan gerelateerd, bedroegen 5,2 miljoen euro in 2010 (4,6 miljoen euro in 2009). De kosten voor ontwikkeling worden niet geactiveerd. Het is immers moeilijk om een onderscheid te maken tussen productontwikkelingen en specifieke aanpassingen en om de toekomstige kasstromen als gevolg van deze inspanningen te beoordelen. Aangezien de kosten voor ontwikkeling vrij stabiel zijn en een continu proces zijn, heeft JENSEN-GROUP ervoor gekozen om deze kosten niet te activeren maar onmiddellijk als kost te boeken.
JENSEN-GROUP beschouwt de Code van 2009 als referentiecode. De groep heeft de Belgische Corporate Governance Code sinds 2004 geïmplementeerd. Hierbij werden de belangrijkste verplichtingen en ontwikkelingen in de Code opgelijst, en werd geëvalueerd in welke mate JENSEN-GROUP hieraan reeds voldoet. In 2010 heeft JENSEN-GROUP verder inspanningen geleverd om aan de Corporate Governance Code te beantwoorden.
Dit resulteerde in de formalisering, goedkeuring en publicatie van volgende charters door de Raad van Bestuur van JENSEN-GROUP:
Deze charters zijn beschikbaar op onze website www.jensen-group.com onder de hoofding Investor Relations/Deugdelijk Bestuur. De charters zullen geregeld worden herbekeken en aangepast door de Raad van Bestuur. Ze vormen een dagelijkse realiteit voor de Raad van Bestuur en de comités en ze beantwoorden grotendeels aan de Code.
Het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité werden reeds vóór de Code opgericht door de Raad van Bestuur. Dit illustreert het belang dat de Raad van Bestuur van JENSEN-GROUP hecht aan deugdelijk bestuur.
Volgens het 'pas toe of leg uit'-principe ('comply or explain') kan de onderneming van de Code afwijken omwille van haar aard, organisatie en grootte. Op basis van een interne risicoanalyse en gezien de omvang van de activiteiten, volgt JENSEN-GROUP de aanbeveling om een interne auditafdeling op te richten niet, en dit om de volgende redenen:
Daarom heeft het Auditcomité van JENSEN-GROUP beslist dat een eigen interne auditfunctie geen fulltimefunctie is. In samenspraak met de externe auditor en op basis van een risico-analyse heeft het Auditcomité een intern auditplan uitgewerkt en doet het voor specifieke interne audits een beroep op een onafhankelijke externe auditfirma.
Tot 1 mei 2010 oefende de CEO zijn functie als CEO uit in eigen naam als een werknemer van de vennootschap. De CEO vroeg om vanaf 1 mei 2010 zijn functie als CEO uit te oefenen via een managementbedrijf, SWID AG, waarvan hij de enige vertegenwoordiger is. Na overleg met het Benoemings- en Remuneratiecomité en met dien verstande dat de nieuwe regeling de totale kosten van het bedrijf niet doet oplopen, gaf het Benoemings- en Remuneratiecomité een gunstig advies over de wijziging en keurde de Raad van Bestuur de wijziging goed. Bijgevolg wordt, vanaf 1 mei 2010, de bedrijfskost voor de CEO opgenomen onder 'gefactureerde diensten'.
Naar het beste weten van de Raad van Bestuur zijn er geen andere punten waarop JENSEN-GROUP niet voldoet aan de Code.
De informatie in het Corporate Governance Charter wordt gegeven 'as is' en is enkel bedoeld ter verklaring. De aanbevelingen en richtlijnen in het charter zijn een aanvulling bij en niet bedoeld als wijziging of interpretatie van enige wet- of regelgeving, de oprichtingsakte of de statuten van de onderneming. Door dit charter met bijlagen en eventuele subcharters aan te nemen, aanvaardt de onderneming geen enkele verplichting, contractueel of eenzijdig engagement. De charters dienen als leidraad voor de dagelijkse activiteiten van de onderneming. De competenties en taken die worden toegekend aan de Raad van Bestuur dienen te worden geïnterpreteerd als machtigingsclausules, niet als verplichte regels of dwingende gedragslijnen.
De Raad van Bestuur heeft het Executive Management Team de opdracht gegeven een risicobeheersingsproces en een intern controlesysteem op te zetten.
Met de hulp van een externe consultant heeft het Executive Management Team een risicomap opgemaakt waarin de financiële, operationele, strategische en wettelijke risico's worden beschreven. Die risicomap werd in 2008 voor het eerst opgesteld en wordt regelmatig bijgewerkt. De map bepaalt enerzijds de waarschijnlijkheid dat de verschillende risico's zich werkelijk voordoen en bepaalt anderzijds de gevolgen voor de jaarrekening evenals de maatregelen om de blootstelling aan de risico's te verminderen. Het Executive Management Team heeft de bevindingen op het vlak van risicobeheersing voorgelegd aan het Auditcomité en aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur zal in 2011 de belangrijkste risico's bespreken met het management.
Het Executive Management Team heeft na overleg met het Auditcomité een intern controlesysteem uitgewerkt om redelijke zekerheid te verschaffen omtrent de betrouwbaarheid van de financiële rapportering en de jaarrekening die ter beschikking worden gesteld van externen. Het lokale management heeft dat interne controlesysteem momenteel ingevoerd. Interne evaluaties omvatten een financiële evaluatie die zich specifiek richt op belangrijke P&L- en BS-gerelateerde wijzigingen en op afwijkingen van budgetten, evenals op de consistentie inzake de toepassing van IFRS-regels. Het interne controlesysteem wordt elk kwartaal herzien. Het Executive Management Team heeft het implementatieplan en de verdere ontwikkeling van het interne controlesysteem voorgesteld aan het Auditcomité en aan de Raad van Bestuur.
JENSEN-GROUP heeft geen interne auditfunctie om de hierboven beschreven redenen. In overleg met de externe auditor en op basis van een risicoanalyse heeft het Auditcomité een intern auditplan uitgewerkt. De interne auditfunctie is uitbesteed aan een onafhankelijke externe auditfirma (BB&B). In het boekjaar 2010 voerde BB&B een interne audit uit bij JENSEN Italia. De resultaten van die interne audit werden besproken tijdens de vergadering van het Auditcomité.
De leden van de Raad van Bestuur worden door de aandeelhouders bij eenvoudige meerderheid aangesteld tijdens de aandeelhoudersvergadering.
De statuten voorzien in de mogelijkheid van benoeming via coöptatie. Bij coöptatie is er sprake van een overgangsregeling waarbij de bestuurder het mandaat overneemt van een uittredende bestuurder in plaats van zelf een nieuw mandaat op te nemen. Daarom wordt de overgangsperiode niet in aanmerking genomen als een mandaat in de evaluatie van de onafhankelijkheidscriteria als de vennootschap het totaal aantal jaren als lid van de Raad van Bestuur bekijkt. Volgens de statuten moet de Raad van Bestuur samengesteld zijn uit minstens drie en hoogstens elf leden. Het mandaat van de bestuurders loopt voor maximum vier jaar.
De statuten zijn aangevuld met het charter van de Raad van Bestuur. Dit charter bepaalt de taken en verantwoordelijkheden en zal op geregelde tijdstippen herbekeken worden. Het charter omvat vier hoofdstukken:
Voor verdere gegevens verwijzen we naar het hoofdstuk Investor Relations/Deugdelijk Bestuur op onze website www.jensen-group.com.
Zoals in het verleden wordt er bij JENSEN-GROUP naar gestreefd om binnen de Raad van Bestuur een evenwicht te vinden in het profiel van de verschillende leden wat betreft hun achtergrond en ervaring. Er is een evenwicht tussen uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders, bestuurders die aandeelhouders vertegenwoordigen en onafhankelijke bestuurders evenals in de professionele achtergrond van de bestuurders.
De samenstelling van de Raad van Bestuur, de aanwezigheid van de individuele leden van de Raad van Bestuur en hun vergoedingen zijn als volgt:
| Naam | Functie | Einde | Aanwezigheid Raad van Bestuur |
Commités | Aanwezigheid commités |
Vergoeding |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 1. Vertegenwoordigers van de meerderheidsaandeelhouders (niet-uitvoerende bestuurders) | ||||||
| Jørn Munch Jensen | Bestuurder | 2013 | 100% | 28.000 | ||
| 2. Onafhankelijke bestuurders, niet-uitvoerende bestuurders | ||||||
| GOBES c.v. | Voorzitter | 2012 | 100% | AC | 100% | 94.000 |
| vertegenwoordigd door Raf Decaluwé | B&R | 100% | ||||
| Hans Werdelin | Bestuurder | 2012 | 100% | B&R | 100% | 38.500 |
| The Marble b.v.b.a. | Bestuurder | 2012 | 100% | AC | 100% | 52.000 |
| vertegenwoordigd door Luc Van Nevel | B&R | 100% | ||||
| 3. Vertegenwoordigers van het management (uitvoerende bestuurders) | ||||||
| Jesper Munch Jensen/SWID AG1 | CEO | 2013 | 100% | |||
| TTP b.v.b.a. | CFO2 | 2013 | 100% | AC | 100% | 41.500 |
| vertegenwoordigd door Erik Vanderhaegen | ||||||
| Totaal | 254.000 | |||||
| Secretaris | ||||||
| Werner Vanderhaeghe | Secretaris | 29.300 | ||||
B&R: Benoemings- en remuneratiecomité
1: Vanaf 1 mei 2010, SWID AG vertegenwoordigd door Jesper M. Jensen
2: Tot 29 juni 2007
De Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur voeren regelmatig een zelfevaluatie uit om na te gaan of de Raad van Bestuur en de Comités goed functioneren. Daarbij vullen alle leden een vragenlijst in. De secretaris maakt een samenvatting van de individuele resultaten, trends en aantekeningen. De resultaten, trends en aantekeningen worden besproken tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar wat de Raad van Bestuur en de Comités bijdragen aan de vennootschap en meer specifiek naar gebieden waarin de Raad van Bestuur of het executive management menen dat de Raad van Bestuur of de Comités verbeteringen kunnen doorvoeren. Plannen tot verbetering worden opgesteld en uitgevoerd.
De bijdrage van de individuele leden van de Raad van Bestuur wordt voortdurend en op een informele manier geëvalueerd tijdens de vergaderingen van de Raad van Bestuur.
In 2010 voerde de Raad van Bestuur een zelfevaluatie uit.
Van links boven: Erik Vanderhaegen, Hans Werdelin, Raf Decaluwé, Jesper Munch Jensen, Van rechts boven: Luc Van Nevel, Jørn Munch Jensen en Werner Vanderhaeghe.
Jørn Munch Jensen, is stichter van de JENSEN-GROUP.
Gobes cv, vertegenwoordigd door Raf Decaluwé, die de voormalige algemeen directeur van Bekaert nv/sa. is. Dhr. Decaluwé bekleedde senior functies bij Black&Decker en Fisher Price Toys vooraleer Bekaert te vervoegen. Dhr. Decaluwé is bestuurder bij verschillende vennootschappen.
Hans Werdelin is de voormalige algemeen directeur van Sophus Berendsen A/S. Dhr. Werdelin is voorzitter en bestuurder bij meerdere ondernemingen.
TTP bvba, vertegenwoordigd door Erik Vanderhaegen,die de voormalige CFO van de JENSEN-GROUP is en momenteel Managing Director is bij NIBC. Voordien was dhr. Vanderhaegen M&A-manager bij Univeg nv/sa en manager van de afdeling fiscaliteit, audit, fusies en overnames bij Bekaert nv/sa.
SWID AG, vertegenwoordigd door Jesper Munch Jensen, is de CEO van de JENSEN-GROUP. Vanaf mei 2010 is Jesper M. Jensen de permanente vertegenwoordiger van SWID AG.
The Marble bvba, vertegenwoordigd door Luc Van Nevel, die de voormalige voorzitter en algemeen directeur van Samsonite Corporation is. Dhr. Van Nevel is voorzitter en bestuurder bij verschillende ondernemingen.
Werner Vanderhaeghe is advocaat en partner bij het advocatenkantoor Vanderhaeghe, De Wolf, Boelens & Lambrecht. Dhr. Vanderhaeghe is de voormalige General Counsel van de Bekaert Groep en van de Agfa-Gevaert Groep, en praktiseerde in Brussel en New York bij Cleary, Gottlieb, Steen & Hamilton en bij White & Case.
De Raad van Bestuur kwam in 2010 zevenmaal samen, waarvan twee meetings telefonisch werden gehouden. Volgende onderwerpen kwamen aan bod:
Afhankelijk van de onderwerpen op de agenda, werden leden van het managementteam uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad van Bestuur en op de vergaderingen van de comités van de Raad van Bestuur. De Raden van Bestuur en de comitévergaderingen worden gehouden in aanwezigheid van dhr. Werner Vanderhaeghe, die in mei 2009 werd aangesteld als secretaris en ook in die functie optreedt.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité bestaat uit GOBES cv vertegenwoordigd door dhr. Raf Decaluwé, die voorzitter is, en dhr. Hans Werdelin en The Marble bvba, vertegenwoordigd door dhr. Luc Van Nevel. Het Benoemings- en Remuneratiecomité vergaderde tweemaal tijdens 2010. Het comité analyseerde en besprak de vergoeding en de bonussen van het executive management van de groep. Het comité evalueerde eveneens of de leden van de Raad van Bestuur adequaat worden vergoed. In 2010 voerde het Benoemings- en Remuneratiecomité geen zelfevaluatie uit.
Voor het charter van het Benoemings- en Remuneratiecomité, verwijzen we naar onze website www.jensen-group. com onder het hoofdstuk Investor Relations/Deugdelijk Bestuur. Het charter bevat volgende onderwerpen:
Het Auditcomité bestaat uit The Marble bvba, vertegenwoordigd door dhr. Luc Van Nevel, die voorzitter is, GOBES cv, vertegenwoordigd door dhr. Raf Decaluwé, en TTP bvba, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen. Tijdens 2010 kwam het Auditcomité viermaal samen. Twee vergaderingen werden gehouden in de aanwezigheid van de externe auditor PricewaterhouseCoopers, vertegenwoordigd door dhr. Raf Vander Stichele. De onderwerpen waren:
In 2010 heeft het auditcomité een zelfevaluatie uitgevoerd om na te gaan of het auditcomité goed functioneert.
Voor het charter van het Auditcomité verwijzen we naar onze website www.jensen-group.com onder het hoofdstuk Investor Relations/Deugdelijk Bestuur. Het charter bevat volgende onderwerpen:
Het management is aanwezig op een deel van het Auditcomité, maar bij iedere meeting vergaderen de externe auditor en de leden van het Auditcomité ook afzonderlijk.
Conform de vennootschapswetgeving dienen de leden van de Raad van Bestuur de voorzitter op te hoogte te stellen indien er een agendapunt is waarbij zij een belangenconflict, direct of indirect, van financiële of andere aard, hebben. Ze nemen geen deel aan de vergadering, noch aan de stemming over dat punt. De voorzitter en de Raad zien erop toe dat er geen potentiële belangenconflicten zijn die niet binnen de definitie van de vennootschapswet vallen. Dit gebeurde eenmaal in 2010, tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur van 18 mei 2010 toen SWID AG, vertegenwoordigd door de heer Jesper M. Jensen, werd aangesteld als bestuurder. De notulen van deze vergaderingen zijn opgenomen in het verslag van de Raad van Bestuur.
Bij twijfel wordt er aan de betrokken bestuurder of manager een geschreven nota gevraagd, waarin de reden van afwezigheid van belangenconflict wordt toegelicht.
De Raad van Bestuur keurde een algemeen Beleid voor Bedrijfsethiek goed en gaf het Executive Management Team de opdracht om ethische waarden uit te werken, om een gedragscode op te stellen en om eveneens de transacties op te volgen die zijn toegestaan tussen JENSEN-GROUP en derde partijen, in zoverre die transacties niet geregeld worden door de wettelijke voorzieningen inzake belangenconflicten. Het Executive Management Team voert het algemeen beleid momenteel in.
Om te vermijden dat bevoorrechte informatie door bestuurders of door leden van het management op onwettige wijze zou worden aangewend, hebben alle betrokken leden een protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis ondertekend.
De vennootschap voorziet twee periodes waarin de handel in aandelen van de vennootschap beperkt wordt voor bestuurders, leden van het Executive Management Team of leden van het lokale managementteam. Het betreft de periode tussen midden januari en de bekendmaking van de jaarresultaten en de periode tussen midden juli en de bekendmaking van de halfjaarlijkse resultaten.
Alle aandelentransacties dienen door de Compliance Officer te worden goedgekeurd vooraleer ze kunnen plaatsvinden.
Per kwartaal moeten alle bestuurders en leden van het Executive Management Team elke handel in JENSEN-GROUPaandelen aan de Compliance Officer rapporteren. Op 31 december 2010 hadden de leden van de Raad van Bestuur en de leden van het managementteam 11.710 aandelen. Er zijn geen warrants.
Het protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis is opgenomen in het charter van de Raad van Bestuur. Deze charters zijn beschikbaar op onze website www.jensen-group.com onder de hoofding Investor Relations/Deugdelijk Bestuur.
In 2005 werd aan de statuten een bepaling toegevoegd waardoor de Raad van Bestuur de machtiging heeft om zijn managementbevoegdheden over te dragen aan een uitvoerend comité. De Raad van Bestuur heeft hiervan nog geen gebruik gemaakt.
In 2009 werd een Executive Management Team aangesteld dat bestaat uit de Chief Executive Officer (CEO), de Chief Financial Officer (CFO), de Executive VP Business Development, de Executive VP Operations en de Executive VP Sales. De CEO leidt de vergaderingen van het Executive Management Team.
Het Executive Management Team is verantwoordelijk voor:
Het Executive Management Team vergadert minstens eenmaal per kwartaal en is als volgt samengesteld:
Van links naar rechts: Jesper Munch Jensen, Martin Rauch, Markus Schalch, Steen Nielsen
Jesper Munch Jensen, startte zijn loopbaan bij de Swiss Bank Corporation waar hij als effectenmakelaar werkte op de Zwitserse beurs (1984-1987). Hij behaalde een MBA-graad aan de Business School Lausanne, en trad in 1991 in dienst bij JENSEN-GROUP als assistent general manager van de JENSEN Holding. Dhr. Jensen werd CEO van de JENSEN-GROUP in 1996.
Steen Nielsen is burgerlijk ingenieur en behaalde een bachelor in handel en financiën. In de periode 1978-1987 werkte hij voor F.L. Smidth & Co. als verkoop- en afdelingsdirecteur. Dhr. Nielsen startte bij JENSEN-GROUP in 1987 als verkoop- en marketingdirecteur en is sinds 2006 directeur Flatwork Technology.
Martin Rauch behaalde een bachelor in Electrical Engineering. Na zijn studies in 1989 startte hij bij JENSEN AG Burgdorf, waar hij verschillende posities bekleedde binnen de productie- en verkoopafdelingen. In 2003 werd dhr. Rauch algemeen directeur van JENSEN AG Burgdorf en van JENSEN Sweden AB toen in 2006 de Business Unit Garment Technology gevormd werd. Dhr. Rauch werd in 2006 ook lid van het managementteam van JENSEN-GROUP als directeur van de Garment Technology.
Markus Schalch behaalde een masterdiploma in financiën en accounting aan de Hogeschool St. Gallen. Hij werkte twee jaar in een auditkantoor. Nadien vervoegde dhr. Schalch de Alstom Group, waar hij verschillende financiële functies bekleedde. In 2000 ging hij aan de slag bij een vooraanstaand Zwitsers telecombedrijf en werd er CFO van Swisscom Systems Ltd. (2002-2004). Vervolgens werd hij CFO van Swisscom Solutions AG (2005 tot augustus 2007). In september 2007 trad dhr. Schalch als CFO in dienst bij JENSEN-GROUP.
Het remuneratiebeleid is bedoeld om gekwalificeerde en getalenteerde werknemers aan te trekken en te behouden die nodig zijn om de langetermijnontwikkeling en groei van de vennootschap te ondersteunen.
Door een competitief vergoedingspakket aan te bieden wil de vennootschap de individuele prestaties bevorderen en de individuele belangen van de werknemers afstemmen op die van de aandeelhouders en andere stakeholders.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité evalueert de vergoeding van de Raad van Bestuur, de CEO en het Executive Management Team.
Met de hulp van externe adviseurs wordt regelmatig nagegaan of de vergoedingspakketten marktconform zijn.
De niet-uitvoerende bestuurders, met uitzondering van de voorzitter, ontvangen een vaste vergoeding van 17.000 euro en een vergoeding volgens aanwezigheid van 2.000 euro per Raad van Bestuur en 1.000 euro indien de Raad van Bestuur telefonisch verloopt. De leden van de comités van de Raad van Bestuur ontvangen een vaste vergoeding van 7.500 euro per jaar en een vergoeding volgens aanwezigheid van 1.500 euro per vergadering. Die regeling is niet van toepassing op de voorzitter van de Raad van Bestuur. De voorzitter van de Raad van Bestuur ontvangt een vaste vergoeding van 94.000 euro per jaar. De CEO ontvangt geen vergoeding als bestuurder. De totale vergoeding betaald aan de leden van de Raad van Bestuur en aan de leden van de Comités bedraagt 254.000 euro, wat binnen het door de aandeelhouders goedgekeurd bedrag van 300.000 euro valt.
Naast die vergoedingen ontving volgende bestuurder bijkomende vergoedingen voor specifieke projecten en opdrachten die hij als adviseur voor de vennootschap uitvoerde:
De heer Jørn Munch Jensen: 37.500 euro voor zijn rol als ambassadeur op verschillende handelsbeurzen en voor zijn contacten met grote klanten.
De leden van de Raad van Bestuur hebben in totaal 11.500 aandelen in hun bezit.
Op voorstel van de CEO geeft het Benoemings- en Remuneratiecomité aanbevelingen betreffende de benoeming en verloning van het Executive Management Team. Het comité bespreekt in detail het remuneratiebeleid, de salarisniveaus en de individuele prestatiebeoordelingen van de leden van het Executive Management Team. De remuneratie van het executive management bestaat uit een basisvergoeding, aangevuld met een variabele bonus, een pensioenplan afhankelijk van het land waarin ze wonen, een levensverzekering en overige verzekeringen. De benoeming in de Raad van Bestuur van een entiteit wordt in sommige gevallen ook vergoed. Executive managers beschikken over alle nodige middelen om hun verplichtingen uit te voeren.
Het variabele gedeelte van de vergoeding voor het executive management (CEO en EMT) is gebaseerd op prestaties ten opzichte van de volgende doelstellingen:
De doelstellingen voor de groep worden vastgelegd door de Raad van Bestuur, in overeenstemming met het jaarlijkse begrotingsproces, waarbij de begroting eerst wordt beoordeeld in het kader van het strategisch plan. Voor het boekjaar 2010 werden de doelstellingen voor de groep gebaseerd op de operationele winst en cashflow. Er zijn geen incentiveplannen op lange termijn.
Bij de voorbereiding van het bonusplan voor het executive management voor 2011 bestudeerde het Benoemings- en Remuneratiecomité de gevolgen van de nieuwe richtlijnen volgens de wet tot versterking van het deugdelijk bestuur van 6 april 2010 (de "Wet") voor de bepaling, de rapportering en de goedkeuring van de vergoeding voor executives. Het comité evalueerde meer bepaald de impact van de in de Wet vastgelegde richtlijnen betreffende uitgestelde bonussen op de variabele vergoeding van de CEO voor 2011. Het comité discussieerde uitgebreid en grondig over het strategisch langetermijnplan van de vennootschap voor 2011-2014 dat in oktober 2010 met het executive management werd besproken en dat de basis legt voor de kwantitatieve objectieven die het comité gebruikt om de prestaties van het executive management te evalueren. Daarop besloot het comité om het huidige bonusbeleid op basis van jaarlijkse groei, rentabiliteit, gebruikt kapitaal en/of cashflow te behouden in plaats van een oplossing te vinden voor de gekende problemen die eigen zijn aan een incentiveplan op lange termijn. Het comité oordeelde dat dit de beste manier was om waarde te creëren voor de aandeelhouders en tegelijk te beantwoorden aan de normen voor deugdelijk bestuur. Op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité besliste de Raad van Bestuur, die over het algemeen de bepalingen van de Wet onderschrijft, om de goedkeuring van de aandeelhouders te vragen voor een vrijstelling van de wetsbepaling inzake uitgestelde bonussen. In het belang van de transparantie naar de aandeelhouders toe besliste de Raad van Bestuur eveneens om een vrijstelling te vragen voor 3 jaar in plaats van gebruik te maken van de optie in de Wet om een vrijstelling te verkrijgen zonder beperking in de tijd, en dit door middel van een wijziging van de statuten van de vennootschap.
Daar waar een pensioenplan aanwezig is, nemen de leden van het Executive Management Team ook deel aan dat pensioenplan. De manager kan beslissen om de variabele vergoedingen te laten uitbetalen of te laten storten in het pensioenplan. Er zijn geen aandelenopties.
De CEO ontvangt geen vergoeding als lid van de Raad van Bestuur.
Sinds 1 mei 2010 factureert de CEO zijn diensten via het managementbedrijf SWID AG. De andere leden van het Executive Management Team zijn bezoldigde werknemers.
Voor het jaar 2010 bedragen de totale uitbetaalde brutovergoedingen aan het Executive Management Team, inclusief de vergoeding aan de CEO, 1.396.721 euro. Dit totaal bedrag is als volgt samengesteld:
| 2010 | 2009 | ||
|---|---|---|---|
| In euro | Totaal EMT | Totaal EMT | |
| Basisvergoeding | 746.648 | 908.262 | |
| Gefactureerde diensten | 270.688 | ||
| Vaste kosten | 22.604 | 30.199 | |
| Variabele vergoeding | 317.741 | 282.950 | |
| Extralegale voordelen | 23.850 | 27.416 | |
| Pensioenplan* | 15.190 | 19.075 | |
| Totaal | 1.396.721 | 1.267.903 |
* Het pensioenplan verwijst naar de bijdrage van de werkgever aan een pensioenplan die hoger is dan de wettelijk vereiste bijdrage.
Sinds 1 mei 2010 factureert de CEO zijn diensten via het managementbedrijf SWID AG. De hierboven vermelde bedragen bevatten de bedragen, ten belope van 270.688 euro, die SWID AG factureerde aan de vennootschap. De bedragen voor de bezoldigde werknemers verwijzen naar hun volledige vergoedingspakketten, voor aftrek van lokale belastingen en bijdragen voor verplichte pensioenplannen.
De vaste kosten verwijzen voornamelijk naar de representatievergoedingen.
De variabele vergoeding is gebaseerd op de prestaties ten opzichte van objectieven, zoals hierboven beschreven. In de extralegale voordelen is de waarde van de bedrijfswagens opgenomen.
Eén manager heeft een toegezegde bijdrageregeling. Twee managers hebben een toegezegde pensioenregeling. Overeenkomstig de bepalingen in de Wet, worden de vergoedingen van de leden van het Executive Management Team op globale basis toegelicht. Alle individuele vergoedingen worden binnen het Benoemings- en Remuneratiecomité besproken. Verder wordt er binnen het Benoemings- en Remuneratiecomité nagegaan of de vergoedingen marktconform zijn. De eindecontractregelingen voor het management verschillen van land tot land en zijn afhankelijk van de lokale wetgeving. In de meeste landen bepaalt de wet de te volgen procedure. Indien de wetgeving niets voorziet, wordt er maximaal twee jaar loon uitbetaald. Eén lid van het Executive Management Team heeft een eindecontractregeling voor 24 maanden en een ander lid heeft een eindecontractregeling voor 18 maanden. Er zijn geen bepalingen inzake controlewijziging ('change of control clauses') opgenomen in de managementcontracten. Drie managers hebben een concurrentiebeding van twee jaar, uitoefenbaar op vraag van de vennootschap. Bij vrijwillig vertrek wordt er geen vergoeding uitbetaald.
Er werden geen leningen toegestaan aan de leden van het Executive Management Team. Geen enkele buitengewone transactie heeft plaatsgevonden en er deden zich geen belangenconflicten voor.
Het Executive Management Team heeft in totaal 9.710 aandelen in zijn bezit.
Er zijn geen warrants. Er is geen aandelenoptieplan.
De vennootschap heeft voor haar bestuurders en voor sommige kaderleden een aansprakelijkheidsverzekering onderschreven. Hiervoor heeft ze in de loop van 2010 een premie van 954,07 euro betaald.
De vennootschap beslist om jaarlijks 0,25 euro per aandeel uit te keren behalve wanneer het resultaat of de financiële situatie dergelijk dividend niet toelaat.
De grootste aandeelhouders zijn: JENSEN Invest: 50,1% Baillie Gifford: 7,50% Petercam: 8,6% Free float: 33,8%
Het stemrecht wordt beschreven in toelichting 9 - Eigen vermogen.
Op de vergadering van 3 november 2009 keurde de Raad van Bestuur de aankoop goed van 36.874 aandelen van de vennootschap, die in het bezit waren van Baillie Gifford en te koop werden aangeboden. De terugkoop werd geregeld via een zakenbank als tussenpersoon en met een prijs per aandeel van 6,9 euro op de Euronext-beurs. Bijgevolg bezit JENSEN-GROUP momenteel 36.874 eigen aandelen.
Er bestaat geen aandeelhoudersovereenkomst tussen de referentieaandeelhouders.
De commissaris is PriceWaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Raf Vander Stichele.
Wereldwijd heeft de commissaris een vergoeding van 306.000 euro (excl. btw) ontvangen voor de uitoefening van zijn mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van JENSEN-GROUP. Naast zijn mandaat heeft de commissaris in de loop van 2010 een bijkomende vergoeding ontvangen van 69.330 euro (excl. btw). Van dit bedrag werd 18.960 euro gefactureerd aan JENSEN-GROUP nv en heeft betrekking op fiscaal advies. JENSEN-GROUP heeft eenzelfde auditkantoor benoemd voor de volledige groep.
Per 31 december 2010 bedraagt het kapitaal 42,7 miljoen euro, vertegenwoordigd door 8.039.842 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er zijn geen preferente aandelen.
De statuten voorzien in de mogelijkheid om eigen aandelen in te kopen. JENSEN-GROUP bezit momenteel 36.874 eigen aandelen.
JENSEN INVEST A/S heeft in het kader van art. 74§6 van de wet van 1 april 2007, zowel aan de CBFA als aan JENSEN-GROUP nv bekendgemaakt dat ze op 1 september 2007 in onderling overleg meer dan 30 % van de aandelen met stemrecht van JENSEN-GROUP nv bezit.
Er wordt over het bericht aan de aandeelhouders meer informatie gegeven in toelichting 9 – Eigen vermogen.
De raad van bestuur stelt voor om over 2010 een dividend uit te keren van 0,25 euro per aandeel, voor een totaal van 2.000.742,00 euro, gebaseerd op het aantal aandelen op 31 december 2010 en rekening houdend met de eigen aandelen.
JENSEN-GROUP nv, de holding, rapporteert in haar statutaire jaarrekening een nettowinst van 2.526.666,93 euro. De Raad van Bestuur stelt voor om dit resultaat als volgt te bestemmen:
| Winst van het boekjaar | 2.526.666,93 |
|---|---|
| Toevoeging aan de wettelijke reserves | 126.333,35 |
| Uitkering dividend | 2.000.742,00 |
| Toevoeging aan overgedragen winst | 399.591,58 |
Dit brengt het totaal van de overgedragen winst op 38.195.562,00 euro.
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na jaareinde.
Gent, 16 maart 2011
We verklaren, voor zover ons bekend, dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2010, opgesteld overeenkomstig de International Financial Reporting Standards (IFRS-normen), zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving geeft van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
Jesper M. Jensen Markus Schalch Chief Executive Officer Chief Financial Officer
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN DE VENNOOTSCHAP JENSEN-GROUP NV OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2010
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij U verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende inlichtingen.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Jensen-Group NV en haar dochterondernemingen (de "Groep") over het boekjaar afgesloten op 31 december 2010, opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. De geconsolideerde jaarrekening van de Groep is weergegeven op bladzijde 54 tot 105. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december 2010, het geconsolideerde overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum, evenals de samenvatting van de voornaamste waarderingsregels en andere toelichtingen. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt EUR (000) 157.898 en het geconsolideerde overzicht van het totaalresultaat sluit af met een winst van het boekjaar van EUR (000) 8.504.
Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, het implementeren en het in stand houden van een interne controle met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijkingen bevat die van materieel belang zijn als gevolg van fraude of van fouten, alsook het kiezen en het toepassen van geschikte waarderingsregels en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over deze geconsolideerde jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen bevat van materieel belang.
Overeenkomstig deze normen, hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter staving van de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en inlichtingen. De keuze van de uitgevoerde werkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling en van de inschatting van het risico op materiële afwijkingen in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting, hebben wij rekening gehouden met de interne controle van de Groep met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening om controleprocedures vast te leggen die geschikt zijn in de gegeven omstandigheden, maar niet om een oordeel te geven over de doeltreffendheid van die interne controle. Wij hebben tevens een beoordeling gemaakt van het passend karakter van de waarderingsregels, de redelijkheid van de door de vennootschap gemaakte boekhoudkundige ramingen en de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening in haar geheel. Ten slotte hebben wij van de raad van bestuur en de verantwoordelijken van de Groep de voor onze controle noodzakelijke verduidelijkingen en inlichtingen bekomen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2010 en weergegeven op bladzijden 62 tot 107, een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Groep evenals van haar resultaten en kasstromen voor het boekjaar dan eindigend, in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
De opstelling en de inhoud van het geconsolideerde jaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur.
Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende inlichtingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
Brussel, 16 maart 2011
De commissaris PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren vertegenwoordigd door
Raf Vander Stichele Bedrijfsrevisor
In een moderne wasserij betekent snelheid niets zonder precisie – en omgekeerd.
De JENSEN Universal-vouwmachines zorgen ervoor dat tafellinnen op een kwaliteitsvolle manier wordt gevouwen. De keerstations gebruiken gordels om het linnen te ondersteunen tijdens het vouwen bij lage snelheid. Bij een meerbanige strijkstraat moet de vouwmachine ook bestand zijn tegen hoge snelheden als er lichter linnengoed, zoals lakens, wordt verwerkt. Door licht aluminium materialen en een getande riemaandrijving te gebruiken in plaats van staal en kettingen, zijn de koppelingen van de keerstations minder traag en kunnen ze de draairichting van de draaigordels wijzigen tegen een snelheid van max. 55 meter per minuut – tot 5.000 keer per shift – of 1.500.000 per jaar. En dat zonder het minste geluid!
| (in duizend euro) | toelichting | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|---|
| Vaste activa | 37.442 | 37.828 | |
| Immateriële vaste activa | 5.1 | 4.882 | 5.900 |
| A. Terreinen en gebouwen | 18.552 | 18.040 | |
| B. Installaties, machines en uitrusting | 4.721 | 5.381 | |
| C. Meubilair en rollend materieel | 1.138 | 1.494 | |
| D. Overige materiële vaste activa | 61 | 88 | |
| E. Activa in opbouw en vooruitbetalingen | 242 | 0 | |
| Materiële vaste activa | 5.2 | 24.714 | 25.003 |
| A. Handelsvorderingen | 288 | 0 | |
| B. Overige vorderingen | 610 | 554 | |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 8 | 898 | 554 |
| Uitgestelde belastingen | 6 | 6.948 | 6.371 |
| Vlottend activa | 120.456 | 114.208 | |
| A. Grond- en hulpstoffen | 14.680 | 9.547 | |
| B. Handelsgoederen | 10.336 | 9.773 | |
| C. Vooruitbetalingen | 403 | 549 | |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 25.419 | 19.869 | |
| A. Handelsvorderingen | 59.221 | 45.469 | |
| B. Overige vorderingen | 2.589 | 3.173 | |
| C. Vorderingen op klanten voor contracten in uitvoering | 7 | 22.576 | 25.651 |
| D. Afgeleide financiële instrumenten | 743 | 220 | |
| Handels- en overige vorderingen | 8 | 85.129 | 74.513 |
| Liquide middelen | 19 | 9.534 | 19.409 |
| Activa te koop | 22 | 374 | 417 |
| TOTAAL DER ACTIVA |
157.898 | 152.036 |
| (in duizend euro) | toelichting | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen toerekenbaar | 9 | 57.459 | 49.589 |
| aan de eigenaars van de moedervennootschap | |||
| Kapitaal | 48.274 | 48.274 | |
| Overige reserves | -2.769 | -4.136 | |
| Geconsolideerde reserves | 11.954 | 5.451 | |
| Lange termijn schulden | 25.143 | 24.109 | |
| Leningen | 10 | 12.646 | 12.862 |
| Schulden m.b.t. financiële lease | 10 | 354 | 508 |
| Uitgestelde belastingen | 6 | 1.656 | 1.142 |
| Provisies voor personeelsverplichtingen | 11 | 10.487 | 9.597 |
| Korte termijn schulden | 75.296 | 78.338 | |
| Leningen | 10 | 9.587 | 18.849 |
| Schulden m.b.t. financiële lease | 10 | 154 | 167 |
| Provisies voor overige risico's en kosten | 12 | 11.548 | 10.535 |
| A. Handelsschulden | 18.838 | 15.085 | |
| B. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen | 7 | 12.342 | 15.117 |
| C. Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten | 8.331 | 6.480 | |
| D. Overige schulden | 2.071 | 1.466 | |
| E. Overlopende rekeningen | 5.957 | 5.403 | |
| F. Afgeleide financiële instrumenten | 1.224 | 1.131 | |
| Handels- en overige schulden | 13 | 48.763 | 44.682 |
| Schulden m.b.t. belastingen | 5.244 | 4.105 | |
| TOTAAL VAN HET EIGEN VER MOGEN EN PASS IVA |
157.898 | 152.036 |
| (in duizend euro) | toelichting | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|---|
| Opbrengsten | 7 | 226.977 | 175.089 |
| Grond- en hulpstoffen | -111.279 | -87.636 | |
| Diensten en diverse goederen | -25.922 | -18.968 | |
| Bezoldigingen en sociale lasten | -67.060 | -55.135 | |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen op activa | 14 | -7.864 | -5.134 |
| en bijzondere waardeverminderingen | |||
| Operationele kosten | -212.125 | -166.873 | |
| Overige opbrensten/(kosten) | 577 | 2.718 | |
| Bedrijfswinst voor belastingen en financiële (kost)/opbrengst | 15.429 | 10.934 | |
| Financiële opbrengsten | 3.812 | 3.433 | |
| Interest opbrengsten | 651 | 339 | |
| Overige financiële opbrengsten | 3.161 | 3.094 | |
| Financiële kosten | -6.487 | -7.519 | |
| Interest kosten | -1.329 | -2.136 | |
| Overige financiële kosten | -5.158 | -5.383 | |
| Netto financiële kosten | 15 | -2.675 | -4.086 |
| Resultaat voor belastingen | 12.754 | 6.848 | |
| Belastingen | 16 | -4.172 | -1.736 |
| Geconsolideerd resultaat van de voortgezette activiteiten | 8.582 | 5.112 | |
| Resultaat van de verkochte activiteiten | 22 | -78 | -118 |
| Geconsolideerd resultaat | 8.504 | 4.994 |
| (in duizend euro) | toelichting | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|---|
| Overig resultaat: | |||
| Winsten/verliezen onmiddellijk toegerekend aan het eigen vermogen | |||
| Financiële instrumenten | 9 | 137 | -121 |
| Wisselkoersverschillen bij omrekening buitenlandse vestigingen | 9 | 1.964 | 817 |
| Actuariële winst/(verlies) pensioenplan Te Bereiken Doel | 9 | -990 | 241 |
| Belastingen op boekingen direct van of naar eigen vermogen | 9 | 256 | -36 |
| Netto opbrengsten/(uitgaven) | 1.367 | 901 | |
| direct erkend in eigen vermogen na belastingen | |||
| Totaal erkende opbrengsten/(uitgaven) | 9.871 | 5.895 | |
| Resultaat toerekenbaar aan: | |||
| Eigenaars van de moedermaatschappij | 8.504 | 4.994 | |
| Totaalresultaat | |||
| Eigenaars van de moedermaatschappij | 9.871 | 5.895 | |
| Gewone en verwaterde winst per aandeel | 17 | 1,06 | 0,62 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 8.002.968 | 8.034.413 |
| (In duizend euro) | Kapitaal | Uitgifte- premie |
Eigen aandelen |
aandelen kapitaal |
Totaal Omrekenings- verschillen |
Reserves | Hedging Actuariële winst en verlies op pensioen- regelingen |
Totaal overige reserves |
Overgedragen resultaat |
Minderheids- belangen |
Totaal Eigen vermogen |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2008 | 42.715 | 5.813 | -1.614 | 46.914 | -2.817 | -545 | -1.675 | -5.037 | 4.081 | 584 | 46.542 | |
| Resultaat van het boekjaar | - | - | - | - | - | - | - | - | 4.994 | 4.994 | ||
| Overig resultaat: | ||||||||||||
| Omrekeningsverschillen | - | - | - | - | 817 | - | - | 817 | - | - | 817 | |
| Financiële instrumenten | - | - | - | - | - | -121 | - | -121 | - | - | -121 | |
| Pensioenregeling Te Bereiken Doel | - | - | - | - | - | - | 241 | 241 | - | - | 241 | |
| Belastingen op zaken direkt toegevoegd of | - | - | - | - | - | 36 | -72 | -36 | -36 | |||
| onttrokken aan het eigen vermogen | ||||||||||||
| Netto opbrengsten/(uitgaven) direct erkend - | - | - | - | 817 | -85 | 169 | 901 | - | - | 901 | ||
| in eigen vermogen na belastingen | ||||||||||||
| Uitgekeerd dividend | - | - | - | - | - | - | -2.010 | - | -2.010 | |||
| Inkoop eigen aandelen | - | - | 1.360 | 1.360 | - | - | -1.614 | - | -254 | |||
| Wijziging consolidatiekring | - | - | - | - | - | - | - | -584 | -584 | |||
| 31 december 2009 | 42.715 | 5.813 | -254 | 48.274 | -2.000 | -630 | -1.506 | -4.136 | 5.451 | - | 49.589 |
| (In duizend euro) | Kapitaal | Uitgifte- premie |
Eigen aandelen |
aandelen kapitaal |
Totaal Omrekenings- verschillen Reserves |
Hedging | Actuariële winst en verlies op pensioen- regelingen |
Totaal overige reserves |
Overgedragen resultaat |
Minderheids- belangen |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2009 | 42.715 | 5.813 | -254 | 48.274 | -2.000 | -630 | -1.506 | -4.136 | 5.451 | - | 49.589 |
| Resultaat van het boekjaar | - | - | - | - | - | - | - | - | 8.504 | - | 8.504 |
| Overig resultaat: | |||||||||||
| Omrekeningsverschillen | - | - | - | - | 1.964 | - | - | 1.964 | - | - | 1.964 |
| Financiële instrumenten | - | - | - | - | - | 137 | - | 137 | - | - | 137 |
| Pensioenregeling Te Bereiken Doel | - | - | - | - | - | - | -990 | -990 | - | - | -990 |
| Belastingen op zaken direkt toegevoegd of | - | - | - | - | - | -41 | 297 | 256 | - | - | 256 |
| onttrokken aan het eigen vermogen | |||||||||||
| Netto opbrengsten/(uitgaven) direct | - | - | - | - | 1.964 | 96 | -693 | 1.367 | - | - | 1.367 |
| erkend in eigen vermogen en belastingen | |||||||||||
| Uitgekeerd dividend | - | - | - | - | - | - | - | - | -2.001 | - | -2.001 |
| 31 december 2010 | 42.715 | 5.813 | -254 | 48.274 | -36 | -534 | -2.199 | -2.769 | 11.954 | - | 57.459 |
| (in duizend euro) | toelichting | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|---|
| Cashflow uit bedrijfsactiviteiten | 23.580 | 15.001 | |
| Winst van het boekjaar van de voortgezette activiteiten | 8.582 | 5.112 | |
| Aangepast voor: | |||
| • Belastingen en uitgestelde belastingen | 4.109 | 1.534 | |
| • Interesten en andere financiële inkomsten en uitgaven | 2.675 | 4.086 | |
| • Afschrijvingen | 14 | 5.266 | 3.496 |
| • Waardeverminderingen op handelsvorderingen | 14 | 953 | 753 |
| • Waardeverminderingen op voorraden | 14 | 785 | 286 |
| • Wijzigingen in provisies | 1.210 | -266 | |
| Wijzigingen in het bedrijfskapitaal 1 | -14.071 | 9.881 | |
| Wijzigingen in voorraden | -6.335 | 2.480 | |
| Wijzigingen in korte en lange termijn vorderingen | -11.913 | 4.434 | |
| Wijzigingen in handels- en overige schulden | 4.177 | 2.967 | |
| Betaalde inkomstenbelastingen | -3.033 | -1.796 | |
| Betaalde inkomstenbelastingen | -3.033 | -1.796 | |
| Operationele cashflow - voortgezette activiteiten | 6.476 | 23.086 | |
| Operationele cashflow - verkochte activiteiten | -35 | -76 | |
| Netto operationele cashflow - totaal | 6.441 | 23.010 | |
| Netto cashflow uit investeringen | -3.959 | -2.656 | |
| Eigen aandelen | -254 | ||
| Netto investeringen in financiële vaste activa | -2.185 | -1.818 | |
| Verwerving van nieuwe dochterondernemingen | -1.774 | -584 | |
| (na aftrek van hun liquide middelen) | |||
| Cashflow voor financiële verrichtingen | 2.482 | 20.354 | |
| Netto cashflow uit financiële verrichtingen | -5.571 | -17.608 | |
| Netto overige financiële lasten | 15 | -1.997 | -2.289 |
| Dividenden | -2.001 | -2.010 | |
| Inkomsten uit en terugbetalingen van leningen | -895 | -11.512 | |
| Interestlasten | 15 | -678 | -1.797 |
| Netto wijzigingen in liquide middelen | -3.089 | 2.746 | |
| Liquiditeiten en opgenomen kredietlijnen bij het begin van het boekjaar | 4.461 | 898 | |
| Wisselkoerswinst/(verlies) op liquiditeiten en opgenomen kredietlijnen | 1.964 | 817 | |
| Liquiditeiten en opgenomen kredietlijnen op het einde van het boekjaar19 | 3.336 | 4.461 |
De toelichtingen op bladzijden 61-105 maken integraal deel uit van de geconsolideerde jaarrekening.
1De berekening van bedrijfskapitaal onder IFRS is verschillend van de berekening in de geconsolideerde kerncijfers p. 8. Het verschil betreft overige schulden van 1,2 miljoen euro
JENSEN-GROUP (hierna "de groep") is één van de belangrijkste toeleveranciers voor de professionele wasserijmarkt. De groep verkoopt zijn producten en diensten onder het merknaam JENSEN™ en is de marktleider binnen de heavyduty markt. Het productaanbod is zeer uitgebreid: van transport- en behandelingssystemen, tunnelwassers, wassorteerders, toevoermachines en vouwmachines tot het projectmanagement voor sleutel-op-de-deur wasserijen. JEN-SEN-GROUP heeft vestigingen in 12 landen en een distributienet in meer dan 50 landen. Wereldwijd stelt JENSEN-GROUP 1.041 mensen tewerk.
JENSEN-GROUP nv (hierna "de Vennootschap") is een Belgische vennootschap met maatschappelijke zetel in Bijenstraat 6, 9051 Sint-Denijs-Westrem, België.
De aandelen van JENSEN-GROUP noteren op Euronext.
De Raad van Bestuur heeft deze geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd op 16 maart 2011.
De geconsolideerde jaarrekening van 2010 heeft betrekking op 12 maanden en eindigt op 31 december 2010 en is opgesteld volgens de IFRS-waarderingsregels, zoals goedgekeurd door de Europese Unie. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de IFRS-normen en volgens de IFRIC-interpretaties die van toepassing zijn, of die reeds vervroegd worden toegepast, per 31 december 2010 en die goedgekeurd zijn door de Europese Unie.
De jaarrekening is opgesteld volgens het principe van historische kost, behalve voor wat betreft de financiële vaste activa bestemd voor verkoop, en voor de financiële activa en passiva (inclusief financiële instrumenten), die aan werkelijke waarde worden gewaardeerd.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op 'accrual basis' en volgens het principe van 'going concern'.
Bij de opmaak van de jaarrekening maakt het management gebruik van schattingen en veronderstellingen. Deze kunnen betrekking hebben op opbrengsten, kosten, activa en passiva en op de toelichting van niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. De schattingen en veronderstellingen die een aanmerkelijk risico in zich dragen of die bepalend zijn voor de geconsolideerde jaarrekening, worden verder toegelicht in de waarderingsregels.
De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen van standaarden en interpretaties zijn voor het eerst van toepassing op de verslagperiode van de groep vanaf 1 januari 2010:
De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen van standaarden en interpretaties zijn voor het eerst van toepassing op de verslagperiode van de groep vanaf 1 januari 2010, maar zijn niet relevant voor de groep:
Wijzigingen aan de standaard IAS 39, "Financiële instrumenten: Opname en waardering" betreffende kwalificerende afgedekte posities (van kracht per 1 juli 2009);
Wijzigingen aan de standaard IFRS 2, "In geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties binnen een groep van entiteiten" (van kracht per 1 januari 2010);
Nieuwe standaarden, wijzigingen aan bestaande standaarden en interpretaties die gepubliceerd werden door de IASB en onderschreven werden door de EU en die van toepassing zijn op de verslagperiodes van de groep vanaf 1 januari 2011 en die niet vervroegd toegepast worden door de groep, zijn:
Nieuwe standaarden, wijzigingen aan bestaande standaarden en interpretaties die gepubliceerd werden door de IASB, maar nog niet onderschreven werden door de EU, zijn:
De groep bekijkt momenteel de impact van deze standaarden.
De belangrijkste waarderingsregels van de groep zijn:
De consoliderende vennootschap, JENSEN-GROUP nv, en al haar dochtervennootschappen die zij controleert, worden
in de consolidatie opgenomen. De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizend euro. Intercompanytransacties en de gerealiseerde en niet-gerealiseerde intercompanywinst en -verlies worden in de consolidatie geëlimineerd.
Alle vennootschappen waarin JENSEN-GROUP voor meer dan 50 % participeert, worden opgenomen in de consolidatie onder de integrale consolidatiemethode.
Bij de opmaak van de jaarrekening, worden schattingen en veronderstellingen gebruikt die een impact kunnen hebben op de waardering van de activa en passiva op balansdatum en op de resultatenrekening. Schattingen zijn gebaseerd op economische gegevens, die kunnen wijzigen in de tijd, en zijn dus deels onzeker. Deze hebben voornamelijk betrekking op het erkennen van inkomsten bij de projecten en op de provisies voor pensioenen.
De geconsolideerde jaarrekening wordt in dit jaarverslag uitgedrukt in duizend euro. De omrekening van in vreemde valuta uitgedrukte bezittingen, schulden en verplichtingen gebeurt op basis van de volgende grondslagen:
De resultaten en de financiële positie van alle groepsentiteiten waarvan de functionele valuta verschilt van de presentatievaluta, dienen als volgt te worden omgerekend in de presentatievaluta:
De wisselkoersverschillen die bij de consolidatie ontstaan uit netto-investeringen in vennootschappen die rapporteren in vreemde munt, worden toegerekend aan het eigen vermogen en zullen in resultaat worden genomen op het moment dat de participatie wordt verkocht.
Goodwill en aanpassingen in reële waarden resulterende uit de investering in vennootschappen die rapporteren in vreemde munten, worden geboekt als activa of passiva van de vennootschap en worden herrekend aan slotkoers.
Kosten voor bestellingen in uitvoering worden in voorkomend geval erkend. Wanneer het resultaat van een bestelling in uitvoering niet precies kan worden ingeschat, wordt enkel dat deel van de opbrengst erkend dat met zekerheid zal worden gerealiseerd.
Wanneer de afloop van een project getrouw kan worden ingeschat, en wanneer het waarschijnlijk is dat het project winstgevend is, wordt de opbrengst erkend over de periode van het contract. Wanneer het waarschijnlijk is dat de kosten groter zullen zijn dan de baten, wordt het verwachte verlies onmiddellijk in het resultaat opgenomen.
De groep maakt gebruik van de 'percentage of completion'-methode om het juiste bedrag te bepalen dat tijdens de periode in het resultaat zal worden erkend. Het percentage van afwerking wordt bepaald op basis van de verhouding van de reeds gemaakte kosten ten opzichte van de totale kosten van het project. Bij deze berekening worden kosten niet mee opgenomen die tijdens het jaar gemaakt zijn, maar betrekking hebben op toekomstige projecten. Deze kosten worden opgenomen onder de voorraad, vooruitbetalingen of onder overige activa.
De groep erkent als activa het brutobedrag van de vordering op klanten met betrekking tot de projecten waarvoor reeds kosten gemaakt zijn en die groter zijn dan de ontvangen vooruitbetalingen, plus erkende winsten minus erkende verliezen. De vooruitbetalingen die nog niet ontvangen zijn van de klant, worden opgenomen in handels- en overige vorderingen.
In de passiva worden alle ontvangen vooruitbetalingen geboekt in de mate dat ze de gemaakte kost plus de erkende winst, minus de erkende verliezen, overschrijden.
Royalty's en huurinkomsten worden in de resultatenrekening opgenomen als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen van de transactie naar de groep zullen vloeien en met een zekere graad van betrouwbaarheid kunnen worden gemeten. De opbrengsten worden pro rata temporis in de winst- en verliesrekening opgenomen, in overeenstemming met de essentie van de hierop betrekking hebbende overeenkomst.
De kosten van onderzoek worden onmiddellijk ten laste genomen in het jaar waarin ze worden gemaakt.
Kosten van ontwikkeling worden geactiveerd op voorwaarde dat volgende criteria vervuld zijn:
De geactiveerde kosten van ontwikkeling worden afgeschreven vanaf het moment dat het product gecommercialiseerd wordt. De kosten worden lineair afgeschreven over de periode waarin winst wordt verwacht.
Investeringen in licenties, handelsmerken, enz. worden geactiveerd en afgeschreven over 5 jaar, met een minimaal bedrag van 50.000 EUR.
Bij verwerving van nieuwe deelnemingen wordt het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de waarde van de activa, passiva en mogelijke verplichtingen van de geconsolideerde dochtervennootschappen, na toewijzing van eventuele meer- en minderwaarden op de activa en passiva, in de geconsolideerde balans opgenomen als goodwill. Goodwill wordt niet afgeschreven maar op jaarbasis – of frequenter indien specifieke aanwijzingen of gebeurtenissen dit vereisen – getest op mogelijke minderwaarde. Voor deze test op waardeverminderingen wordt de goodwill toegewezen aan de afdeling die de kasstromen genereert.
De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, eventueel verhoogd met de aanverwante kosten.
Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van grote componenten. Deze componenten, die regelmatig worden vervangen, worden afgeschreven over hun verwachte levensduur.
Er worden geen financieringskosten opgenomen in de kost van materiële vaste activa.
Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geraamde nuttige levensduur vanaf de maand van aanschaf. Indien nodig, worden activa beschouwd als een samenstelling van verschillende componenten met elk hun specifieke levensduur.
De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:
| 30 Y |
|---|
| 10 Y |
| 10 Y |
| 3 – 10 Y |
| 5 – 10 Y |
| 3 - 5 Y |
| 3 - 5 Y |
Indien er door omstandigheden aanwijzingen zijn dat de realisatiewaarde van de activa – met uitzondering van voorraden, uitgestelde belastingvorderingen, personeelsvoordelen, afgeleide financiële instrumenten en activa met betrekking tot bestellingen in uitvoering – is veranderd, worden de activa van de groep nagezien voor bijzondere waardeverminderingen.
Indien de boekwaarde van een actief de realisatiewaarde (zijnde het hoogste van de nettoverkoopprijs en de bedrijfswaarde) overschrijdt, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt in de resultatenrekening. De bedrijfswaarde wordt bepaald door verdiscontering van de verwachte toekomstige kasstromen uit het verdere gebruik van de activa en van de verkoopwaarde op het einde van de levensduur.
De realisatiewaarde wordt geschat per individueel actief of, indien dit niet mogelijk is, per kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort.
Een eerder geboekte bijzondere waardevermindering wordt teruggenomen indien er een indicatie is dat het erkende verlies niet meer bestaat of afgenomen is. Minstens eenmaal per jaar wordt getest wat de goodwill waard is (impairment test). De bijzondere waardevermindering op goodwill kan niet worden teruggenomen.
Bij financiële lease worden alle risico's en vergoedingen verbonden aan de activa getransfereerd naar de huurder. Activa onder financiële lease worden gewaardeerd tegen de huidige waarde – bij het begin van de huurtermijn – van de latere minimumaflossingen tijdens de huurtermijn. Huuraflossingen worden verdeeld tussen de financiële lasten en de vermindering van de uitstaande schuld om een constante rentevoet te verkrijgen op de schuld gedurende de huurtermijn.
De materiële vaste activa verworven via financiële lease worden afgeschreven over de kortste periode, hetzij de verwachte levensduur, hetzij de huurtermijn.
Wanneer activa verkocht worden onder financiële lease, wordt de netto actuele waarde van de toekomstige betalingen als een vordering geboekt. Het verschil tussen de brutowaarde en de netto actuele waarde, wordt geboekt als een niet-ontvangen financieel inkomen. De inkomsten uit de lease worden geboekt over de duur van de lease op basis van de netto-investeringsmethode.
Leases waarbij de lessor een aanzienlijk deel van de risico's en de voordelen van het eigendom behoudt, worden onder operationele leases ondergebracht. Betalingen voor operationele leases worden geboekt op de resultatenrekening op een lineaire basis over de huurperiode.
Voorraden worden gewaardeerd tegen het laagste van de kostprijs of nettomarktwaarde. De kostprijs wordt bepaald aan de hand van de fifo-methode (first in, first out). Voor verwerkte voorraden betekent kostprijs de volledige kost, inclusief alle directe en indirecte productiekosten, nodig om de voorraaditems tot het stadium van afwerking van de balansdatum te brengen. De nettomarktprijs is de geschatte verkoopwaarde onder normale voortzetting van de activiteit, verminderd met de kosten van voltooiing en de kosten van verkoop.
Een voorziening dient uitsluitend te worden opgenomen als en slechts als een onderneming een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; het waarschijnlijk is (dat wil zeggen, meer kans dat het gebeurt dan niet) dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen; en het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
Het bedrag van de voorziening is gebaseerd op een schatting naar best vermogen van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichtingen op balansdatum af te handelen. Indien nodig, wordt het bedrag van de vereiste uitgaven verdisconteerd.
De groep voorziet voor een aantal van haar werknemers in vergoedingen na uitdiensttreding. Deze vergoedingen worden verstrekt onder de vorm van toegezegde bijdragenregelingen en toegezegde pensioenregeling.
De betaalde bijdragen worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
De boekwaarde op de balansdatum van de toegezegde pensioenregeling wordt bepaald als de contante waarde van de brutoverplichtingen uit hoofde van het toegezegde pensioenplan, rekening houdend met de niet-opgenomen actuariële winsten of verliezen, verminderd met nog niet-opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd en met de reële waarde van fondsbeleggingen.
De opname van actuariële winsten en verliezen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat wordt individueel bepaald voor elk toegezegd pensioenplan. De actuariële winsten en verliezen worden opgenomen in het eigen vermogen.
Uitgestelde belastingen moeten worden geboekt via de balansmethode voor tijdelijke verschillen die ontstaan tussen de fiscale basis van activa en verplichtingen en hun boekwaarde in de geconsolideerde jaarrekening. De uitgestelde belastingvordering wordt niet genomen als de vordering ontstaat uit de eerste opname van een actief of de verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en op het moment van de transactie geen invloed heeft op de winst vóór belasting of op de fiscale winst (het fiscale verlies).
De uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die wettelijk van toepassing zijn op de balansdatum en die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld.
Uitgestelde belastingvorderingen moeten worden opgenomen als het waarschijnlijk is dat fiscale winsten beschikbaar zullen zijn die voor de uitgestelde belastingvordering kunnen worden aangewend.
Een onderneming dient een uitgestelde belastingverplichting op te nemen voor alle belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen en geassocieerde deelnemingen en belangen in joint ventures, tenzij de moedermaatschappij, investeerder of deelnemer in de joint venture het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld; en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld.
Toe te rekenen kosten zijn gemaakte kosten op balansdatum die betrekking hebben op vorige periodes. Over te dragen opbrengsten zijn opbrengsten die pas gerealiseerd worden in toekomstige periodes.
Financiële instrumenten worden geboekt op transactiedatum. De reële waarde van de financiële instrumenten wordt bepaald d.m.v. verschillende waarderingstechnieken. De groep gebruikt een waaier van waarderingstechnieken en formuleert hypotheses die gebaseerd zijn op marktomstandigheden die zich voordoen op elke balansdatum.
Handelsvorderingen worden initieel gewaardeerd tegen marktwaarde en vervolgens gewaardeerd tegen "amortised cost" (afgeschreven kostprijs) via de effectieve intrestmethode, verminderd met de provisie voor waardeverminderingen. Een provisie voor waardeverminderingen van handelsvorderingen wordt aangelegd als er objectief bewijs is dat de groep niet alle uitstaande bedragen zal kunnen recupereren. Significante financiële problemen van de schuldenaar, de waarschijnlijkheid dat de schuldenaar failliet zal verklaard worden of een financiële reorganisatie zal ondergaan, en het gebrek of het staken van betalingen worden erkend als indicatoren die aantonen dat de handelsvordering dient afgewaardeerd te worden. Het bedrag van de provisie is het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de huidige waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de effectieve intrest.
Geldbeleggingen en liquide middelen hebben betrekking op kastegoeden, bankdeposito's en kredietlijnen. In de balans worden de kredietlijnen opgenomen onder de korte termijn schulden, leningen.
De schulden worden gewaardeerd tegen nominale op balansdatum.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is een politiek van de groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Na initiële erkenning worden de financiële instrumenten opgenomen in de balans tegen reële waarde. De boekhoudkundige verwerking van de hieruit voortvloeiende winsten en verliezen is afhankelijk van de aard van de ingedekte positie. Veranderingen in de reële waarde van derivaten die formeel niet toegewezen zijn als financieel instrument of niet in aanmerking komen voor hedge accounting, worden opgenomen in de resultatenrekening.
Het effectieve deel van de winsten of verliezen uit de reële waardeveranderingen van derivaten die als indekkingsinstrument specifiek toegewezen werden ter indekking van de variabiliteit van de kasstromen van een in de balans opgenomen actief of passief, een niet in de balans opgenomen verplichting of een verwachte transactie, wordt opgenomen in het eigen vermogen. Op het moment dat de niet in de balans opgenomen verplichting of de verwachte transactie aanleiding geeft tot de effectieve opname van een actief of een passief in de balans, zullen alle gecumuleerde winsten of verliezen die tot dan toe opgenomen werden in het eigen vermogen, geïncorporeerd worden in de aanschaffings- of boekwaarde van het betrokken actief of passief.
In de andere gevallen wordt de gecumuleerde winst of het gecumuleerde verlies op het financieel instrument uit het eigen vermogen overgebracht naar de resultatenrekening op het moment dat de ingedekte transactie zelf de nettowinst of het nettoverlies beïnvloedt. Winsten of verliezen afkomstig van de veranderingen in de tijdswaarde van de derivaten worden niet in rekening genomen in de effectiviteitsbepaling van de indekkingstransactie.
Cumulatieve winsten of verliezen met betrekking tot reeds afgelopen derivaten blijven verwerkt als onderdeel van het eigen vermogen, zolang het waarschijnlijk is dat de afgeleide transactie zich zal voordoen. Dergelijke transacties worden verwerkt zoals beschreven in voorgaande paragraaf. Indien de ingedekte transactie niet langer waarschijnlijk blijkt, worden alle gecumuleerde niet-gerealiseerde winsten of verliezen op dat moment overgedragen van het eigen vermogen naar de resultatenrekening.
De leningen worden initieel opgenomen onder hun reële waarde exclusief transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd volgens afgeschreven kostprijs. Het verschil tussen de opbrengst (exclusief transactiekosten) en de aflossingswaarde wordt opgenomen in de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve intrestmethode.
Wanneer een vaste activa (of een groep) hoogstwaarschijnlijk verkocht zal worden, dan wordt ze in de balans apart opgenomen onder de activa te koop en gewaardeerd aan de laagste van de boekwaarde of de marktwaarde, min de kosten die nodig zijn om de activa te verkopen.
De geconsolideerde financieringstabel geeft een overzicht van de gegenereerde cashflow tijdens het boekjaar en dit voor operationele kasstromen, investerings- en financieringsactiviteiten.
De onderneming is actief in een enkel bedrijfssegment, namelijk de heavy-duty wasserij-sector.
Alle boekjaren omvatten 12 maanden van activiteit, beginnend op 1 januari van elk jaar.
De geconsolideerde jaarrekening omvat JENSEN-GROUP nv en alle dochtervennootschappen die zij controleert. Op 30 april 2010 verwierf JENSEN-GROUP 100 % van de aandelen van zijn distributeur Maskin AB Sipano in Zweden. JENSEN SWEDEN HOLDING AB werd opgericht. Deze vennootschap heeft een participatie van 100 % in JENSEN SIPANO AB en JENSEN Sweden AB. In de loop van 2010 fuseerde JENSEN Italia met JENSEN Holding Italia.
De volledige wasserijsector kan worden opgedeeld in consumentenmarkt, commerciële en heavy-duty wasserijen. De entiteiten van JENSEN-GROUP bedienen eindklanten in de heavy-duty wasserijsector. Ze werken volgens hetzelfde proces. JENSEN-GROUP verkoopt haar producten en diensten onder de merknaam JENSEN™ via eigen verkoopkantoren en via onafhankelijke distributeurs wereldwijd. Op die manier is JENSEN-GROUP slechts actief in één enkel bedrijfssegment.
De volgende tabel geeft informatie over omzet en activa op basis van de geografische locaties van de groep:
| (in duizend euro) | Europa + GOS | Verenigde Staten | (Midden) Oosten en Australië | TOTAAl | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | |
| Opbrengsten uit externe verkopen 159.568 | 133.554 | 38.812 | 20.731 | 28.597 | 20.804 | 226.977 | 175.089 | |
| Overige segment informatie | ||||||||
| Segment activa | 26.690 | 27.750 | 3.470 | 3.390 | 334 | 317 | 30.494 | 31.457 |
| Niet-toegewezen activa | 127.404 | 120.579 | ||||||
| Totaal activa | 157.898 | 152.036 | ||||||
| Investeringen | -3.430 | -2.388 | -447 | 39 | -82 | -53 | -3.959 | -2.402 |
Er waren 1.041 werknemers in voltijds equivalent per 31 december 2010. Deze kunnen als volgt worden weergegeven:
| (in VTE) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Productie | 618 | 601 |
| Onderzoek en ontwikkeling | 60 | 51 |
| Verkoop en marketing | 176 | 162 |
| Onderhoud en installatie | 114 | 93 |
| Administratie | 73 | 69 |
| Totaal | 1.041 | 976 |
| (in duizend euro) | Know-how | Goodwill | Totaal |
|---|---|---|---|
| Bruto boekwaarde per 1 januari 2009 | 343 | 5.314 | 5.657 |
| Toevoegingen | 0 | 345 | 345 |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2009 | 343 | 5.659 | 6.002 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 112 | 112 |
| Toevoegingen | 0 | 885 | 885 |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2010 | 343 | 6.656 | 6.999 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen | 34 | 0 | 34 |
| per 1 januari 2009 | |||
| Toevoegingen | 68 | 0 | 68 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen | 102 | 0 | 102 |
| per 31 december 2009 | |||
| Toevoegingen | 69 | 1.946 | 2.015 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen | |||
| per 31 december 2010 | 171 | 1.946 | 2.117 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2009 | 241 | 5.659 | 5.900 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2010 | 172 | 4.710 | 4.882 |
De knowhow heeft betrekking op de technologie voor specifieke vouwmachines, aangekocht bij de acquisitie van JENSEN Italia s.r.l. en geproduceerd bij JENSEN Italia.
De goodwill is ontstaan bij de overname van JENSEN France, JENSEN SIPANO, JENSEN Benelux en JENSEN Italia. In 2009 verwierf de vennootschap de resterende 20 % in JENSEN Italia s.r.l., wat leidde tot een toename van de goodwill van 0,3 miljoen euro.
De toename van de goodwill in 2010 hield verband met de acquisitie van 100 % van het aandelenkapitaal van distributeur Maskin AB Sipano in Zweden. We verwijzen naar toelichting 23 voor meer informatie over deze acquisitie. Er wordt een jaarlijkse impairment test uitgevoerd op al deze consolidatieverschillen.
In 2009 resulteerde de impairment test op goodwill niet in enige indicatie van bijzondere waardevermindering.
In 2010 boekte de groep afschrijvingen op de goodwill van JENSEN Denmark voor een bedrag van 2,0 miljoen euro. Die goodwill vloeide voort uit de productie van een lijn flatwork strijkmachines. Aangezien die lijn geleidelijk aan wordt vervangen door nieuwe producten, zullen er in de toekomst geen kasstromen meer worden gegenereerd om die goodwill te verantwoorden.
De goodwill wordt toegewezen aan de eenheid van de groep die kasstromen genereert. Bepalend voor de toewijzing is het land waarin de activiteit plaatsvindt.
De goodwill voor de eenheden die kasstromen genereren, wordt als volgt toegewezen:
| (in duizend euro) | 2010 | 2009 | |
|---|---|---|---|
| Goodwill | Goodwill | ||
| JENSEN Denmark | 0 | 1.946 | |
| JENSEN France | 763 | 763 | |
| JENSEN Switzerland | 114 | 80 | |
| JENSEN Australia | 152 | 123 | |
| JENSEN Italia | 1.945 | 1.945 | |
| JENSEN Benelux | 802 | 802 | |
| JENSEN Sipano | 934 | ||
| Totaal | 4.710 | 5.659 |
Ontwikkelingskosten voor 5,2 miljoen euro (4,6 miljoen euro in 2009) werden in kosten genomen gedurende het jaar.
| (in duizend euro) | Terreinen & gebouwen |
Installaties machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bruto boekwaarde per 1 januari 2009 | 30.821 | 18.740 | 5.183 | 388 | 0 | 55.132 |
| Wisselkoersverschillen | -21 | 6 | 68 | 0 | 0 | 53 |
| Toevoegingen | 19 | 1.077 | 468 | 0 | 0 | 1.564 |
| Buitengebruikstelling | 0 | -915 | -595 | -5 | 0 | -1.515 |
| Overdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2009 | 30.819 | 18.908 | 5.124 | 383 | 0 | 55.234 |
| Wisselkoersverschillen | 1.445 | 538 | 508 | 0 | 0 | 2.491 |
| Toevoegingen | 670 | 517 | 229 | 13 | 242 | 1.671 |
| Buitengebruikstelling | 0 | -105 | -1.167 | 0 | 0 | -1.272 |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2010 | 32.934 | 19.858 | 4.694 | 396 | 242 | 58.124 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | ||||||
| per 1 januari 2009 | 11.430 | 12.890 | 3.584 | 270 | 0 | 28.174 |
| Wisselkoersverschillen | 6 | 18 | 43 | 0 | 0 | 67 |
| Afschrijvingen | 1.343 | 1.488 | 559 | 30 | 0 | 3.420 |
| Buitengebruikstelling | 0 | -869 | -556 | -5 | 0 | -1.430 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | ||||||
| per 31 december 2009 | 12.779 | 13.527 | 3.630 | 295 | 0 | 30.231 |
| Wisselkoersverschillen | 579 | 370 | 381 | 0 | 0 | 1.330 |
| Afschrijvingen | 1.024 | 1.314 | 566 | 40 | 0 | 2.944 |
| Buitengebruikstelling | 0 | -74 | -1.021 | 0 | 0 | -1.095 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | ||||||
| per 31 december 2010 | 14.382 | 15.137 | 3.556 | 335 | 0 | 33.410 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2009 | 18.040 | 5.381 | 1.494 | 88 | 0 | 25.003 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2010 | 18.552 | 4.721 | 1.138 | 61 | 242 | 24.714 |
In de loop van 2010 daalden de netto materiële vaste activa met 0,3 miljoen euro. Zonder rekening te houden met de afschrijving in de resultatenrekening ten belope van 3,3 miljoen euro, bedroeg de toename van de materiële vaste activa 3,0 miljoen euro.
De investeringen hebben voornamelijk betrekking op de modernisering van machines en uitrusting.
De financiële leases hebben voornamelijk betrekking op machines en uitrusting van JENSEN GmbH.
De buitengebruikstellingen van vaste activa hebben geen noemenswaardige resultaten opgebracht.
De boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 36,0 miljoen euro.
Onderstaande tabel toont de machines die door de groep werden geleased onder een financiële lease.
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| Kost gekapitaliseerde financiële leasings | 1.505 | 1.539 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | -742 | -598 |
| Netto boekwaarde | 763 | 941 |
De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen zijn toewijsbaar aan de volgende rubrieken:
| (in duizend euro) | 31 december 2009 |
Debet/credit verlies- en winstrekening |
Debet/credit eigen vermogen |
Wisselkoers- verschillen |
31 december 2010 |
|---|---|---|---|---|---|
| Voorraden | -357 | -580 | 0 | 0 | -937 |
| Vaste activa | -668 | -349 | 0 | 0 | -1.017 |
| Provisies | 854 | -191 | 297 | 0 | 960 |
| Op fiscale verliezen | 4.425 | -146 | 0 | -306 | 3.973 |
| Uitgestelde belastingen op verschillen tussen | 725 | 1.421 | 0 | 0 | 2.146 |
| fiscaal en statutair resultaat | |||||
| Op financiële instrumenten | 250 | -42 | -41 | 0 | 167 |
| Totaal activa uitgestelde belastingen (netto) | 5.229 | 113 | 256 | -306 | 5.292 |
De uitgestelde belastingvorderingen worden erkend omdat het management en de Raad van Bestuur ervan overtuigd zijn, conform de waarderingsregels van de onderneming, dat deze uitgestelde belastingvorderingen binnen een redelijke periode kunnen gerealiseerd worden.
De uitgestelde belastingen zijn gestegen door de uitgestelde belastingen geboekt op basis van tijdsverschillen.
Het grootste deel van de uitgestelde belastingvorderingen (2,9 miljoen euro) situeert zich in de VS. Het management heeft maatregelen genomen om de realiseerbaarheid van deze belastingvorderingen te vergemakkelijken. Eén van de redenen voor de toename van de latente belastingvorderingen in de VS was de verzwakking van de USD. Alle machines die geproduceerd worden in Europa en verkocht in de VS, worden gefactureerd in USD. Dit is de voorspelbaarheid van de winst van JENSEN USA ten goede gekomen. Verder zorgde de verhuizing van Futurail naar JENSEN USA voor meer productie in de VS. Daardoor kan JENSEN USA haar activiteiten uitbreiden en haar operationele verliezen uit het verleden goedmaken.
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| Inkomsten uit projecten | 226.977 | 175.089 |
| Balansinformatie van lopende projecten: | ||
| Bruto tegoeden op klanten voor contracten in uitvoering | 22.576 | 25.651 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 12.342 | 15.117 |
De projecten worden gewaardeerd op basis van de 'percentage of completion'-methode. Op 31 december 2010 was in de brutotegoeden op klanten voor contracten in uitvoering 3,7 miljoen euro gecumuleerde winst opgenomen (3,2 miljoen euro op 31 december 2009).
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 63.370 | 48.518 |
| Provisies voor dubieuze debiteuren | -3.861 | -3.049 |
| Belastingen | 474 | 1.141 |
| Overige vorderingen | 2.042 | 2.183 |
| Bruto tegoeden op klanten voor contracten in uitvoering | 22.576 | 25.651 |
| Overlopende rekeningen | 683 | 403 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 743 | 220 |
| Totaal handels- en overige vorderingen | 86.027 | 75.067 |
| Verminderd met vorderingen op meer dan 1 jaar | ||
| Handelsvorderingen | 288 | 0 |
| Overige vorderingen | 610 | 554 |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 898 | 554 |
| Handels- en overige vorderingen op minder dan 1 jaar | 85.129 | 74.513 |
In de overige vorderingen zijn garanties opgenomen voor 0,6 miljoen euro.
Op basis van de waarderingsregel waarbij vorderingen en schulden niet mogen gecompenseerd worden, zijn de ontvangen voorschotten opgenomen in de handelsschulden.
De groep heeft voor 0,8 miljoen euro openstaande klanten in Frankrijk verdisconteerd bij een financiële instelling. De corresponderende schuld is opgenomen onder kortetermijnleningen.
Op 13 januari 2009 besloot de buitengewone aandeelhoudersvergadering van JENSEN-GROUP om 212.762 eigen aandelen te vernietigen. Op 31 december 2010 bedroeg het aandelenkapitaal 42,7 miljoen euro en bestond het uit 8.039.842 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er waren geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volgestort.
Op de vergadering van 3 november 2009 keurde de Raad van Bestuur de aankoop goed van 36.874 aandelen van de vennootschap, die in het bezit waren van Baillie Gifford en te koop werden aangeboden. De terugkoop werd geregeld via een zakenbank als tussenpersoon en met een prijs per aandeel van 6,9 euro op de Euronext-beurs. Bijgevolg bezit JENSEN-GROUP momenteel 36.874 eigen aandelen.
Per 31 december 2010 bedraagt het kapitaal 42,7 miljoen euro, vertegenwoordigd door 8.039.842 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er zijn geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volgestort.
Hierna wordt verdere informatie weergegeven over de staat van het kapitaal per 31 december 2010.
| STAAT VAN HET KAPITAAL (TOESTAND OP 31 DECEMBER 2010) | Bedragen (In duizend euro) | Aantal aandelen |
|---|---|---|
| A. Maatschappelijk kapitaal | ||
| 1. Geplaatst kapitaal | ||
| · Per einde van het vorig boekjaar | 42.715 | |
| · Wijzigingen tijdens het boekjaar | 0 | |
| · Per einde van het boekjaar | 42.715 | |
| 2. Samenstelling van het kapitaal | ||
| 2.1. Gewone aandelen zonder nominale waarde | 42.715 | 8.039.842 |
| 2.2 Aandelen op naam of aan toonder | ||
| · Op naam | 4.020.910 | |
| · Aan toonder/gedematerialiseerd | 4.018.932 |
| STAAT VAN HET KAPITAAL (TOESTAND OP 31 DECEMBER 2010) | Bedragen (In duizend euro) | Aantal aandelen |
|---|---|---|
| B. Eigen aandelen gehouden door | ||
| · de vennootschap zelf of door één van haar dochters | 254 | 36.874 |
| C. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen | ||
| 1. Als gevolg van uitoefening van conventierechten | 0 | 0 |
| 2. Als gevolg van de uitoefening van warranten | 0 | 0 |
| D. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal | 21.350 | |
| Volgende kennisgevingen van deelname in aandelen | ||
| die het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen, werden ontvangen: | ||
| JENSEN INVES T A/S, JENSEN-GROUP N.V., Jørn M. Jensen, Jesper M. Jensen |
Totaal | % | |
|---|---|---|---|
| JENSEN Invest A/S, Ejnar Jensen Vej 1, 3700 Rønne, Denemarken | |||
| JENSEN-GROUP N.V., Bijenstraat 6, 9051 Sint-Denijs-Westrem | |||
| · Aantal aandelen | 4.068.450 | 8.039.842 | 50,60% |
| · Stemrecht | 4.068.450 | 8.002.968 | 50,84% |
De controleketen is als volgt: JENSEN INVEST A/S, Dhr Jørn M. Jensen en Dhr Jesper M. Jensen hebben een participatie in JENSEN-GROUP N.V. van respectievelijk 50%, 0,02% en 0,12%. JF Tenura heeft 100% participatie in JENSEN INVEST A/S. Dhr Jørn M. Jensen en Dhr Jepser M. Jensen hebben elk 50% participatie in JF Tenura.
De Raad van Bestuur van JENSEN-GROUP N.V. heeft op 3 november 20009 de aankoop van 36,874 eigen aandelen goedgekeurd. Als gevolg van deze tranactie, heeft Jensen-Group momenteel 36,874 eigen aandelen.
| Baillie Gifford & Co | Totaal | % | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Calton Square, 1 Greenside Row, Edinburgh, EH1 3AN, Schotland | |||||
| · Aantal aandelen | 602.669 | 8.039.842 | 7,50% | ||
| · Stemrecht | 602.669 | 8.002.968 | 7,53% |
De controleketen is als volgt: Baillie Gifford Overseas Limited is 100% dochtervennootschap van Baillie Gifford & Co.
| Petercam N.V., | Totaal | % | |
|---|---|---|---|
| Place Sainte Gudule 19, 1000 BRUSSEL, België | |||
| · Aantal aandelen | 693.344 | 8.039.842 | 8,62% |
| · Stemrecht | 693.344 | 8.002.968 | 8,66% |
De controleketen is als volgt: PMS is 100% dochtervennootschap van Petercam N.V. Petercam Luxembourg is 100% dochtervennootschap van Petercam N.V.
Elk aandeel heeft één stem. De stemrechten zijn in overeenstemming met het Wetboek van Vennootschappen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de stemrechten.
De regelingen betreffende de overdracht van aandelen zijn in overeenstemming met het Wetboek van Vennootschappen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de overdracht van aandelen.
De uitgiftepremie is voornamelijk het gevolg van de fusie met LSG, dat daarna de naam JENSEN-Group kreeg.
De eindbalans van de uitgiftepremie bedraagt 5,8 miljoen euro.
De statuten (art. 11) staan de Raad van Bestuur toe om eigen aandelen terug te kopen. De Raad van Bestuur van 4 maart 2008 besloot om een programma voor de terugkoop van eigen aandelen uit te voeren voor maximum 225.000 aandelen. Op 31 december 2008 bezat JENSEN-GROUP 212.762 aandelen en werden 12.238 aandelen vernietigd. Op 13 januari 2009 besloot de buitengewone aandeelhoudersvergadering van JENSEN-GROUP om de resterende 212.762 aandelen te vernietigen, zodat JENSEN-GROUP op dat ogenblik geen eigen aandelen meer bezat.
Op de vergadering van 3 november 2009 keurde de Raad van Bestuur de aankoop goed van 36.874 aandelen van de vennootschap, die in het bezit waren van Baillie Gifford en te koop werden aangeboden. De terugkoop werd geregeld via een zakenbank als tussenpersoon en met een prijs per aandeel van 6,9 euro op de Euronext-beurs. Bijgevolg bezit JENSEN-GROUP momenteel 36.874 eigen aandelen.
De geconsolideerde jaarrekening wordt in dit jaarverslag uitgedrukt in duizend euro. Alle posten van de balans van buitenlandse vennootschappen worden omgerekend in euro aan de wisselkoers per einde van het boekjaar, met uitzondering van het eigen vermogen, dat aan historische koers wordt opgenomen. De resultatenrekeningen worden omgezet aan de gemiddelde koers van het boekjaar. De wisselkoersverschillen die aldus ontstaan uit de omzetting van het eigen vermogen en de resultatenrekeningen worden afzonderlijk vermeld op het passief onder de post 'omrekeningsverschillen'.
De wisselkoersverschillen die ontstaan uit de omzetting van de netto-investeringen in de buitenlandse activiteiten worden opgenomen in overige resultaten. In totaal wordt 1,1 miljoen euro aan wisselkoersverliezen van de financiële resultaten naar overige resultaten overgedragen.t
De gebruikte wisselkoersen waren:
| Valuta | Gemiddelde koers (per euro) | Slotkoers (per euro) | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2010 | 2009 | 2008 | 2010 | 2009 | 2008 | |
| USD | 1,3257 | 1,3948 | 1,4707 | 1,3362 | 1,4406 | 1,3917 |
| DKK | 7,4473 | 7,4462 | 7,4559 | 7,4535 | 7,4418 | 7,4506 |
| GBP | 0,8578 | 0,8909 | 0,7960 | 0,8608 | 0,8881 | 0,9525 |
| Valuta | Gemiddelde koers (per euro) | Slotkoers (per euro) | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2010 | 2009 | 2008 | 2010 | 2009 | 2008 | |
| SEK | 9,5373 | 10,6191 | 9,6147 | 8,9655 | 10,2520 | 10,870 |
| SGD | 1,8055 | 2,0241 | 2,0763 | 1,7136 | 2,0194 | 2,0040 |
| CHF | 1,3803 | 1,5100 | 1,5873 | 1,2504 | 1,4836 | 1,4850 |
| AUD | 1,4423 | 1,7727 | 1,7413 | 1,3136 | 1,6008 | 2,0274 |
De groep stelt haar termijncontracten op vreemde valuta en intresten voor als kasstroomindekkingen. Het gedeelte winst of verlies op de indekkingsinstrumenten dat als effectieve hedge wordt beschouwd, wordt onmiddellijk in het eigen vermogen opgenomen (toelichting 21).
Gedurende het jaar werd 0,5 miljoen euro op het eigen vermogen geboekt.
Verliezen en winsten op wisselkoerscontracten die per 31 december 2010 op de indekkingsreserve in het eigen vermogen geboekt zijn, zullen in de verlies- en winstrekening opgenomen worden op verschillende tijdstippen tussen één en zes maanden.
Verliezen en winsten op de interest rate swap contracten die per 31 december 2010 geboekt zijn op de indekkingsreserve in het eigen vermogen, zullen in de verlies- en winstrekening opgenomen worden a rato van de terugbetaling van de bankleningen.
JENSEN-GROUP heeft vier toegezegde pensioenregelingen. De groep heeft ervoor geopteerd om de aangepaste versie van IAS 19 toe te passen. De groep maakt dus gebruik van de mogelijkheid om actuariële winsten en verliezen in het eigen vermogen te boeken. Het gecumuleerde verlies van de vier regelingen bedraagt 2,2 miljoen euro.
De Raad van Bestuur stelt voor om een dividend van 0,25 euro per aandeel of 2.000.742,00 euro uit te keren op het resultaat van 2010.
De doelstelling van JENSEN-GROUP bij het kapitaalbeheer is ervoor te zorgen dat JENSEN-GROUP verder kan functioneren als een 'going concern' om rendement te genereren voor de aandeelhouders en voordelen te bieden aan de andere stakeholders, en om een optimale structuur te behouden die de vermogenskosten beperkt.
Nadat de operators van een Logic Plus-invoerstation twee hoeken van het linnengoed in de grijpers hebben ingevoerd, verloopt het hele proces automatisch.
Deze flexibele luchtslangen zorgen voor een optimale zuigkracht op de zuignappen die het linnen overneemt van de spreidklemmen. Ze moeten bestand zijn tegen continue beweging omdat de zuignap de hoek van het linnengoed 200 mm in de machine trekt – tot 5.000 keer per shift – of 1.500.000 keer per jaar.
De korte- en langetermijnleningen kunnen als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 | |
|---|---|---|---|
| Schulden m.b.t. financiële lease LT | 354 | 508 | |
| LT leningen bij kredietinstellingen | 12.646 | 12.862 | |
| Totaal LT leningen | 13.000 | 13.370 |
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 | |
|---|---|---|---|
| Schulden op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 2.562 | 1.338 | |
| Schulden m.b.t. financiële lease KT | 154 | 167 | |
| KT leningen bij kredietinstellingen | 6.198 | 14.948 | |
| Verdisconteerde vorderingen | 827 | 2.563 | |
| Totaal KT leningen | 9.741 | 19.016 | |
| Totaal van de leningen | 22.741 | 32.386 |
De financiële schulden daalden van 32,4 miljoen euro per 31 december 2009 tot 22,7 miljoen euro per 31 december 2010.
De groep heeft een cashpoolingsysteem ingevoerd. Tot 2009 pastte de groep de regels van strikte compensatie toe onder IAS 32. Hierdoor werden de debet- en creditbedragen binnen de notionele cashpool afzonderlijk getoond als activa en passiva. In 2010 werd dit cashpoolsysteem voorgesteld als een 'zero balance cash pool'. Als gevolg van deze wijziging, daalde het balanstotaal met 39 miljoen euro.
De groep heeft voor 0,8 miljoen euro handelsvorderingen verdisconteerd. Omdat de risico's en vergoedingen slechts beperkt aan de andere partij worden overgedragen, leidt de verdiscontering niet tot de verwijdering van een post op de balans.
De volgende tabel geeft de langetermijnleningen weer per vervaldag:
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 | |
|---|---|---|---|
| Tussen 1 en 2 jaar | 4.485 | 1.508 | |
| Tussen 2 en 5 jaar | 5.356 | 9.356 | |
| Meer dan 5 jaar | 3.159 | 2.506 | |
| Totaal LT leningen | 13.000 | 13.370 |
Het risico van de groep met betrekking tot rentewijzigingen op de leningen en met betrekking tot contractuele herzieningen van de intresten op de leningen voor en na het effect van de IRS (Interest Rate Swaps) is als volgt:
| (in duizend euro) | Minder dan 1 jaar |
Tussen 1 en 2 jaar |
Tussen 2 en 5 jaar |
Meer dan 5 jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Kredietinstelling | 8.761 | 4.346 | 5.140 | 3.159 | 21.406 |
| Leasing | 154 | 139 | 215 | 0 | 508 |
| Verdisconteerde vorderingen | 827 | 0 | 0 | 0 | 827 |
| Totaal | 9.742 | 4.485 | 5.355 | 3.159 | 22.741 |
| IRS | 1.303 | 4.785 | 0 | 3.445 | 9.533 |
| Totaal | 8.439 | -300 | 5.355 | -286 | 13.208 |
Het management gaat ervan uit dat de boekwaarde van de leningen aan vaste intrest de werkelijke waarde benadert.
Voor meer details met betrekking tot de IRS, verwijzen we naar toelichting 21.
Het bedrag van de leningen van de groep per munt kan als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 | |
|---|---|---|---|
| EUR | 9.758 | 20.185 | |
| USD | 1.803 | 1.945 | |
| DKK | 4.291 | 4.864 | |
| CHF | 6.398 | 5.392 | |
| Overige | 491 | 0 | |
| Totaal | 22.741 | 32.386 |
Met betrekking tot de leningen van de groep wordt door één van de belangrijkste kredietinstellingen één financiële ratio opgelegd (een eigen vermogen ratio). De groep voldoet aan deze financiële ratio.
Een van de kredietinstellingen voorziet een voortijdige beëindiging van de faciliteit in geval van verandering van zeggenschap.
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 | |
|---|---|---|---|
| Hypotheken | 8.716 | 8.311 | |
| Activa in pandgeving | 1.302 | 1.372 | |
| Garanties gegeven door de moedervennootschap | 8.597 | 16.970 | |
| Totaal | 18.615 | 26.653 |
De boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 36,0 miljoen euro.
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 | |
|---|---|---|---|
| Provisies voor pensioenplan Te Bereiken Doel | 9.710 | 8.826 | |
| Provisies voor overige pensioenverplichtingen | 777 | 771 | |
| Totaal provisies voor personeelsbeloningen | 10.487 | 9.597 |
De provisie voor overige pensioenverplichtingen heeft betrekking op de brugpensioenen in Duitsland en in de Benelux.
JENSEN GmbH, JENSEN France, JENSEN Italia en JENSEN AG Burgdorf voorzien in een toegezegde pensioenregeling. Deze vergoedingen zijn gebaseerd op het salaris van de werknemer en het aantal dienstjaren.
De groep heeft ervoor gekozen om de aangepaste versie van IAS 19 'toegezegde pensioenregeling' toe te passen, waarbij de actuariële winsten en verliezen onmiddellijk in het eigen vermogen worden geboekt. Het gecumuleerde verlies voor de vier pensioenplannen bedraagt 2,2 miljoen euro.
Per 31 december 2010 bedroeg de totale nettoverplichting 9,7 miljoen euro.
De volgende tabel geeft de assumpties weer die gebruikt worden bij de berekening van de provisies:
| Verdisconteringsfactor | Inflatie | Verwachte opbrengsten activa | Verwachte loonstijging | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | |
| Zwitserland | 3,00% | 3,00% | 1,00% | 1,00% | 4,00% | 4,00% | 1,50% | 1,50% |
| Frankrijk | 4,50% | 5,40% | 2,00% | 2,00% | -* | -* | 3,00% | 3,00% |
| Duitsland | 4,50% | 5,40% | 2,00% | 2,00% | -* | -* | 2,50% | 2,50% |
| Italië | 4,50% | 5,40% | 2,00% | 2,00% | -* | -* | 0,00% | 0,00% |
* Heeft betrekking op het Duitse en Franse pensioenplan waarvoor geen activa zijn toegekend
De totale last in 2010 van de toegezegde pensioenregelingen bedroeg 0,8 miljoen euro.
| (in duizend euro) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Toegerekende pensioenkosten | 461 | 392 |
| Interestkosten | 642 | 635 |
| Verwacht rendement op fondsbeleggingen | -291 | -247 |
| Pensioenkosten van uit dienst getreden personeelsleden | 14 | 0 |
| Totale pensioenlast van de periode | 826 | 780 |
De wijziging in de nettoverplichting gedurende de jaren 2010 en 2009 wordt in onderstaande tabel weergegeven:
| (in duizend euro) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Netto verplichting op 1 januari | ||
| Financieringspositie | -8.826 | -9.237 |
| Totale pensioenlasten van de periode | -826 | -780 |
| Werkgeversbijdragen | 390 | 352 |
| Bijdrage betaald door de vennootschap | 508 | 667 |
| Staat van erkende inkomsten en kosten | -695 | 166 |
| Wisselkoersverschil | -261 | 6 |
| Netto verplichting op 31 december | -9.710 | -8.826 |
De wijzigingen in de toegezegde pensioenregelingen en in fondsbeleggingen wordt in onderstaande tabel weergegeven:
| (in duizend euro) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Wijziging in plannen Te Bereiken Doel (TBD) | ||
| TBD op 1 januari | 15.503 | 15.471 |
| Pensioenkosten | 461 | 392 |
| Interest kosten | 642 | 636 |
| Uitkeringen | -966 | -1.318 |
| Betaalde premies | -145 | -131 |
| Werknemersbijdrage | 238 | 223 |
| Actuariële (winsten)/verliezen | 691 | 225 |
| Pensioenkosten van uit dienst getreden personeelsleden | 14 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 1.542 | 5 |
| TBD op 31 december | 17.980 | 15.503 |
| (in duizend euro) | 2010 | 2009 |
| Wijziging in fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van fondsbelegging op 1 januari | 6.677 | 6.234 |
| Bijdragen | 1.137 | 1.242 |
| Actuariële (winsten)/verliezen | -3 | 391 |
| Effectief rendement op fondsbeleggingen | 291 | 248 |
| Uitkeringen | -966 | -1.318 |
| Betaalde premies | -144 | -131 |
| Wisselkoersverschil | 1.278 | 11 |
| Reële waarde van fondsbelegging op 31 december | 8.270 | 6.677 |
| (in duizend euro) | 2010 | 2009 |
| TBD op het einde van de periode | -17.980 | -15.503 |
| Reële waarde fondsbeleggingen | 8.270 | 6.677 |
| Financieringspositie | -9.710 | -8.826 |
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| Provisies voor garantieverplichtingen | 7.744 | 7.114 |
| Provisies voor terugkoopverplichtingen | 212 | 225 |
| Provisies voor juridische risico's | 3.592 | 3.196 |
| Totaal provisies voor overige risico's en kosten | 11.548 | 10.535 |
Wijzigingen in provisies kunnen als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2009 |
Toevoegingen | Terugnames/ aanwendingen |
Wisselkoers- verschillen |
31 december 2010 |
|---|---|---|---|---|---|
| Provisies voor garantieverplichtingen | 7.114 | 933 | -568 | 265 | 7.744 |
| Provisies voor terugkoopverplichtingen | 225 | 33 | -55 | 9 | 212 |
| Provisies voor juridische risico's | 3.196 | 352 | 0 | 44 | 3.592 |
| Totaal provisies voor overige risico's en kosten | 10.535 | 1.318 | -623 | 318 | 11.548 |
Op basis van de verkopen van het jaar wordt een provisie voor garantieverplichtingen aangelegd. De provisie wordt berekend op basis van de verkoopcijfers van het jaar en de beschikbare informatie over de producten die terugkeren. Op de meeste producten geldt een standaardgarantie van maximum 18 maanden.
Er wordt een provisie aangelegd voor terugnameverplichtingen als JENSEN-GROUP materiaal verkoopt aan een klant en de klant voor dat materiaal een leasingovereenkomst wil afsluiten met een leasingmaatschappij. In sommige gevallen eist de leasingmaatschappij een terugnameclausule.
De overige provisies betreffen voornamelijk provisies voor juridische geschillen. Voor alle juridische geschillen die een daadwerkelijk risico vormen, werd op basis van een voorzichtige beoordeling een voorziening aangelegd. De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering. Het management verwacht dat deze geschillen geen significante invloed zullen hebben op de winstgevendheid van de groep. Het baseert zich daarbij op het advies van onze juridische raadgevers.
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 18.838 | 15.085 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 12.342 | 15.117 |
| Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten | 8.331 | 6.480 |
| Overige schulden | 2.071 | 1.466 |
| Overlopende rekeningen | 5.957 | 5.403 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 1.224 | 1.131 |
| Totale handels- en overige schulden | 48.763 | 44.682 |
| (in duizend euro) | December 31, 2010 | December 31, 2009 |
|---|---|---|
| Afschrijvingen | 5.266 | 3.496 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | 953 | 753 |
| Waardeverminderingen op voorraden | 785 | 286 |
| Wijzigingen in provisies | 860 | 599 |
| Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen op activa | 7.864 | 5.134 |
In 2010 boekte de groep afschrijvingen op de goodwill van JENSEN Denmark van 2,0 miljoen euro. Die goodwill vloeide voort uit de productie van een lijn flatwork strijkmachines. Aangezien die lijn geleidelijk aan wordt vervangen door nieuwe producten, zullen er in de toekomst geen kasstromen meer worden gegenereerd om die goodwill te verantwoorden. De afschrijving bedraagt 2,0 miljoen euro en heeft geen impact op de cashflow.
De analyse van de financiële inkomsten en kosten is als volgt:
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| Financiële opbrengsten | 3.812 | 3.433 |
| Interest opbrengsten | 651 | 339 |
| Overige financiële opbrengsten | 425 | 361 |
| Wisselkoerswinsten | 2.736 | 2.733 |
| Financiële kosten | -6.487 | -7.519 |
| Interest kosten | -1.329 | -2.136 |
| Overige financiële kosten | -1.124 | -1.091 |
| Wisselkoersverliezen | -4.034 | -4.292 |
| Totaal netto financiële kosten | -2.675 | -4.086 |
In 2009 omvatten de interestkosten het ineffectieve deel van de waardeverandering van de renteswap van 0,07 miljoen euro.
Het nettowisselkoersresultaat bedraagt 1,3 miljoen euro en heeft betrekking op het gerealiseerde wisselkoersresultaat op de hedgingcontracten. Het niet-gerealiseerde wisselkoersresultaat heeft betrekking op de herwaardering van openstaande balansposten in vreemde valuta.
De overige financiële kosten hebben voornamelijk betrekking op bankkosten.
De belastingen kunnen als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| Belastingen | -4.285 | -2.352 |
| Uitgestelde belastingen | 113 | 616 |
| Totaal belastingen | -4.172 | -1.736 |
Aansluiting tussen het gemiddelde theoretische belastingtarief per 31 december 2010 en 31 december 2009 en het effectieve belastingtarief:
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| Winst voor belastingen | 12.754 | 6.848 |
| Theoretische belastinglast | 3.436 | 1.764 |
| Theoretisch belastingtarief | 27% | 26% |
| Verworpen uitgaven | 987 | 330 |
| Gebruik van fiscale verliezen | -251 | -358 |
| Effectieve belastinglast | 4.172 | 1.736 |
| Effectief belastingtarief | 33% | 25% |
Het theoretisch belastingpercentage is het gewogen gemiddelde van de theoretische belastingpercentages van de verschillende entiteiten.
Het theoretisch belastingpercentage steeg van 26 % in 2009 naar 27 % in 2010. Dit komt doordat dit percentage een gewogen gemiddelde is van de theoretische belastingpercentages van de verschillende entiteiten.
Het effectieve belastingpercentage ligt in 2010 hoger omdat de afschrijvingen op goodwill ten bedrage van 2,0 miljoen euro niet fiscaal aftrekbaar zijn.
De berekening van de gewone winst per aandeel is gebaseerd op het resultaat van de groep van 8,5 miljoen euro (5,0 miljoen euro in 2009) en het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen gedurende de jaren eindigend op 31 december 2010 en 2009.
| 2010 | 2009 | |
|---|---|---|
| Gewone winst per aandeel: | 1,06 | 0,62 |
| Gemiddeld aantal aandelen | 8.002.968 | 8.034.413 |
JENSEN-GROUP huurt voornamelijk gebouwen, voertuigen, rollend materieel en informaticamateriaal onder een aantal operationele lease-overeenkomsten. De toekomstige leasebetalingen onder deze lease-overeenkomsten zijn:
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| < 1 jaar | 720 | 838 |
| >1 jaar < 5 jaar | 1.887 | 1.885 |
| > 5 jaar | 64 | 386 |
| Totaal operationele leasings | 2.671 | 3.109 |
Het resultaat van het boekjaar bevat 1,4 miljoen euro kosten met betrekking tot operationele lease.
In de financieringstabel zijn liquide middelen en opgenomen kredietlijnen als volgt samengesteld:
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| Liquide middelen | 9.534 | 19.409 |
| Opgenomen kredietlijnen | -6.198 | -14.948 |
| Liquide middelen en opgenomen kredietlijnen | 3.336 | 4.461 |
De groep heeft een cashpoolingsysteem ingevoerd. Tot 2009 pastte de groep de regels van strikte compensatie toe onder IAS 32. Hierdoor werden de debet- en creditbedragen binnen de notionele cashpool afzonderlijk getoond als activa en passiva. In 2010 werd dit cashpoolsysteem voorgesteld als een 'zero balance cash pool'. Als gevolg van deze wijziging, daalde het balanstotaal met 39 miljoen euro.De geconsolideerde financieringstabellen worden op een consistente manier voorgesteld. Als dusdanig stellen zij niet het wisselkoerseffect voor op elke individuele lijn, maar slechts op één globaal bedrag via de wisselkoers winst/verlies op liquide middelen en bankdeposito's. Over de fluctuatie kan volgende opmerking worden gemaakt:
De liquide middelen bleven onveranderd ondanks de hogere activiteitsgraad en een hoger werkkapitaal.
JENSEN-GROUP ging de volgende verbintenissen aan:
| (in duizend euro) | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
|---|---|---|
| Intentieverklaring | 8.597 | 16.970 |
| Bankgaranties | 7.832 | 8.702 |
| Hypotheek | 8.716 | 8.311 |
| Terugkoopverplichtingen | 2.121 | 2.212 |
| Bank garanties die betrekking hebben op de verkochte activiteiten | 5.000 | 5.000 |
De blootstelling aan risico's verbonden aan vreemde valuta, intrestvoeten en kredietwaardigheid zijn het gevolg van het normale verloop van de activiteiten van JENSEN-GROUP. De groep wil elk van deze risico's afzonderlijk analyseren en strategieën bepalen om de economische impact op de resultaten van de groep te beheersen, in overeenstemming met de interne beleidsbepalingen inzake financiële risico's.
De groep loopt valutarisico's op leningen, investeringen, (verwachte) verkopen, (verwachte) aankopen die uitgedrukt zijn in een andere munt dan de functionele munt van de dochteronderneming. De valuta's waarin de groep risico's loopt zijn voornamelijk de US dollar, Zwitsere frank, Zweedse kroon, Deense kroon en Australische dollar.
De belangrijkste afgeleide financiële instrumenten die gebruikt worden om valutarisico's te beheersen zijn termijncontracten.
Het is een politiek van de groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Deze indekkingen worden dus beschouwd als kasstroomindekkingen. Ze worden aangegaan op basis van de indekkingspolitiek zonder rekening te houden met de verwachte evolutie van de munten op de markt.
Alle termijncontracten worden gecentraliseerd in de treasury-afdeling van JENSEN-GROUP. De contracten worden aangegaan op basis van de input van de verschillende entiteiten.
Het valutarisico als gevolg van omzetting van de financiële staten van niet-euro vennootschappen, wordt niet ingedekt (Toelichting 9 – Eigen Vermogen).
Onderstaande tabel geeft een indicatie van de valutaposities van de groep per 31 december 2010 en 31 december 2009 met betrekking tot vaststaande verplichtingen en verwachte toekomstige transacties. De open posities zijn het gevolg van de toepassing van de beleidsbepalingen van de groep. Positieve waarden betekenen dat de groep 'long' is (netto toekomstige kasinstroom) terwijl een negatief bedrag aangeeft dat de groep 'short' is (netto toekomstige kasuitstroom).
| 2010 (in duizend euro) | Totaal risico | Totaal afgeleide instrumenten | Open positie |
|---|---|---|---|
| USD/EUR | 1.324 | -1.415 | -91 |
| GBP/EUR | 1.806 | -1.000 | 806 |
| PLN/EUR | 633 | -579 | 54 |
| JPY/EUR | 97 | -89 | 8 |
| CAD/EUR | 149 | -148 | 1 |
| AUD/EUR | 3.086 | -4.500 | -1.414 |
| CHF/EUR | -6.435 | 4.500 | -1.935 |
| SEK/EUR | -5.219 | 5.000 | -219 |
| DKK/EUR | -26.328 | 3.000 | -23.328 |
| 2009 (in duizend euro) | Totaal risico | Totaal afgeleide instrumenten | Open positie |
| USD/EUR | 4.304 | -4.793 | -490 |
| GBP/EUR | 2.687 | -2.600 | 87 |
| PLN/EUR | 1.013 | -1.013 | 0 |
| SGD/EUR | 1.556 | -1.556 | 0 |
| AUD/EUR | 3.883 | -3.000 | 883 |
| CHF/EUR | -4.554 | 4.000 | -554 |
| SEK/EUR | -6.304 | 5.800 | -504 |
| DKK/EUR | -17.969 | 9.500 | -8.469 |
Behalve voor een deel van de Washroom Technologie, worden alle producten in Europese vestigingen geproduceerd, waarbij de activiteiten in euro (of euro-gerelateerde munten) en in Zwitserse franken worden uitgedrukt. Een verzwakking van de dollar in 2010 met 20 % zou een verlaging van de operationale winst met 1,4 miljoen euro hebben opgeleverd. Een versterking van de dollar in 2009 met 20 % zou een verhoging van de operationele winst met 2,1 miljoen euro hebben opgeleverd1. Deze berekening is een pure theoretische berekening en houdt geen rekening met de verkopen die de groep zou winnen of verliezen als gevolg van een gewijzigde dollar.
1 De raming is gebaseerd op de standaard afwijking van de dagelijkse volatiliteit van de wisselkoersen gedurende de laatste 360 dagen per 31 december 2010, gebruik makend van een betrouwbaarheidsmarge van 95%.
Op 31 december 2010 had JENSEN-GROUP volgende termijncontracten. De balansposities met verplichtingen binnen de 12 maanden evenaren hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| Munt | Verkopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
|---|---|---|---|---|
| USD | 8.820.000 | 1,31 | 30/04/11 | 121 |
| GBP | 867.041 | 0,87 | 18/03/11 | -7 |
| PLN | 2.340.000 | 4,04 | 28/03/11 | -7 |
| JPY | 10.500.000 | 117,89 | 1/09/11 | -8 |
| CAD | 193.303 | 1,31 | 4/03/11 | -2 |
| AUD | 6.464.636 | 1,44 | 22/05/11 | -430 |
| Munt | Aankopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
| CHF | 6.119.010 | 1,36 | 27/05/11 | 404 |
| SEK | 46.674.258 | 9,33 | 15/05/11 | 181 |
| USD | 7.110.000 | 1,34 | 21/07/11 | -4 |
| DKK | 22.304.594 | 7,43 | 6/02/11 | -8 |
Al deze termijncontracten zijn effectieve kasstroomindekkingen. De verandering in reële waarde gedurende 2010 bedraagt 0,09 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien alle hedges effectief zijn, diende niets in het resultaat te worden geboekt.
Op 31 december 2009 had JENSEN-GROUP volgende termijncontracten. De balansposities met verplichtingen binnen de 12 maanden evenaren hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| Munt | Verkopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
|---|---|---|---|---|
| USD | 6.974.444 | 1,46 | 15/05/10 | 17 |
| GBP | 2.315.744 | 0,89 | 18/01/10 | -7 |
| PLN | 4.240.000 | 4,19 | 14/05/10 | -12 |
| SGD | 3.220.439 | 2,07 | 15/01/10 | -39 |
| AUD | 5.279.093 | 1,76 | 17/04/10 | -262 |
| Munt | Aankopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
| CHF | 6.018.761 | 1,50 | 15/06/10 | 63 |
| SEK | 60.474.657 | 10,43 | 17/05/10 | 102 |
| DKK | 70.931.259 | 7,47 | 23/05/10 | 20 |
Al deze termijncontracten zijn effectieve kasstroomindekkingen. De verandering in reële waarde gedurende 2009 bedraagt 0,03 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien alle hedges effectief zijn, diende niets in het resultaat te worden geboekt.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige fluctuaties op de intrestvoet in te dekken. Het is een politiek van de groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
JENSEN-GROUP hanteert volgende indekkingspolitiek in verband met renterisico:
Om de indekkingspolitiek op de interest rate swaps te respecteren, worden alle financieringen binnen JENSEN-GROUP gecentraliseerd in de treasury afdeling.
Onderstaande tabel vat de effectieve intrestvoeten op balansdatum samen van rentedragende leningen, alsook de perioden waarin hun intrestvoeten worden herzien. De balansposities met verplichtingen binnen de 12 maanden evenaren hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| 2010 | Interestvoet | Uitstaand bedrag | < 1 maand | > 1 maand | > 3 maanden | 1– 5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | < 3 maanden | < 12 maanden | |||||
| Vlottende interest | |||||||
| EUR | 1,4%-2,15% | 9.030 | 7.025 | 164 | 490 | 1.352 | 0 |
| USD | 1,78-1,86% | 1.303 | 0 | 326 | 977 | 0 | 0 |
| DKK | 1,4%-2,15% | 3.703 | 0 | 103 | 309 | 1.055 | 2.236 |
| CHF | 0,1775%-0,28% | 3.199 | 0 | 0 | 0 | 3.199 | 0 |
| Totaal | 17.235 | 7.025 | 592 | 1.776 | 5.606 | 2.236 | |
| Vaste interest | |||||||
| EUR | 1,32% | 1.218 | 0 | 14 | 43 | 238 | 923 |
| USD | 5,76% | 501 | 0 | 31 | 92 | 378 | 0 |
| DKK | 2,50% | 588 | 0 | 42 | 126 | 420 | 0 |
| CHF | 3,50% | 3.199 | 0 | 0 | 0 | 3.199 | 0 |
| Totaal | 5.506 | 0 | 87 | 261 | 4.235 | 923 | |
| 2009 (in duizend euro) |
Interestvoet | Uitstaand bedrag | < 1 maand | > 1 maand < 3 maanden |
> 3 maand < 12 maanden |
1– 5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Vlottende interest | |||||||
| EUR | 1,37%-3,35% | 20.185 | 17.510 | 167 | 500 | 2.008 | 0 |
| USD | 1,23% - 1,4% | 1.372 | 0 | 41 | 122 | 1.210 | 0 |
| DKK | 1,37%-3,35% | 4.108 | 0 | 100 | 300 | 1.201 | 2.507 |
| CHF | 1,43% - 1,55% | 2.696 | 0 | 0 | 0 | 2.696 | 0 |
| Total | 28.361 | 17.510 | 307 | 922 | 7.115 | 2.507 | |
| Vaste interest | |||||||
| USD | 5,76% | 573 | 9 | 18 | 81 | 465 | 0 |
| DKK | 2,50% | 756 | 14 | 28 | 126 | 588 | 0 |
| CHF | 3,5 - 4,5% | 2.696 | 0 | 0 | 0 | 2.696 | 0 |
| Totaal | 4.025 | 23 | 46 | 207 | 3.749 | 0 |
De volgende tabel geeft een overzicht van de voorwaarden van de interest rate swaps:
| 2010 Munt |
Bedrag SWAP | Vaste interest | Vervaldatum | Reële waarde (in duizend euro) |
|---|---|---|---|---|
| EUR | 1.375.000 | 0,99% | 1/10/13 | 3 |
| USD | 1.741.667 | 0,69% | 30/12/11 | -7 |
| DKK | 11.507.195 | 4,71% | 30/12/22 | -134 |
| DKK | 14.168.701 | 5,04% | 30/12/24 | -201 |
| DKK | 1.574.013 | 3,09% | 15/02/12 | -3 |
| CHF | 4.000.000 | 3,50% | 10/07/13 | -380 |
| TOTAAL in EUR |
9.533.412 | -721 |
De interest rate swaps worden geboekt als kasstroomhedges. De verandering in reële waarde gedurende 2010 bedraagt 0,6 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien deze hedges effectief zijn, diende niets bijkomend in resultaat te worden geboekt.
| 2009 Munt |
Bedrag SWAP | Vaste interest | Vervaldatum | Reële waarde (in duizend euro) |
|---|---|---|---|---|
| EUR | 15.000.000 | 3,93% | 8/02/10 | -140 |
| USD | 5.000.000 | 4,05% | 8/02/10 | -35 |
| DKK | 12.206.391 | 4,71% | 30/12/22 | -112 |
| DKK | 15.005.620 | 5,04% | 30/12/24 | -174 |
| DKK | 2.791.566 | 3,09% | 15/02/12 | -5 |
| CHF | 4.000.000 | 3,50% | 10/07/13 | -313 |
| TOTAAL in EUR |
25.199.659 | -779 |
De interest rate swaps werden geboekt als kasstroomhedges. De verandering in reële waarde gedurende 2009 bedroeg 0,6 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien deze hedges effectief zijn, diende niets bijkomend in resultaat te worden geboekt.
Zoals toegelicht in de bovenstaande tabel, hebben rentedragende leningen voor een totaal uitstaand bedrag van 17,2 miljoen euro of 75,8 % van de totale rentedragende leningen een variabele rentevoet. Dit houdt geen rekening met de combinatie van leningen aan variabele rentevoet met interest rate swaps. Volgens de inschatting van de onderneming zouden de marktrentes die van toepassing zijn op de leningen met variabele rentevoet redelijkerwijs als volgt kunnen wijzigen:
| (in duizend euro) | Boekwaarde | Reële rentevoet | Mogelijke rentevoet per 31 december 2010 |
|---|---|---|---|
| Euro | 17.235 | 0,18% –2,15% | 1,18% – 3,15% |
Wanneer we de mogelijke stijging/daling van de marktrentes zoals hierboven vermeld toepassen op onze leningen met variabele rentevoet per 31 december 2010, en alle andere variabelen zouden constant blijven, dan zou de winst van 2010 0,2 miljoen euro lager/hoger zijn.
Het kredietrisico is het risico dat één van de contracterende partijen zijn verplichtingen met betrekking tot het financiële instrument niet nakomt, waardoor er voor de andere partij een verlies kan ontstaan.
Binnen het beleid van kredietrisico dienen klanten van projecten ofwel een voorschot te betalen of een garantie te geven (vb. L/C, bankgaranties,...). Verder controleren we de kredietwaardigheid van iedere nieuwe klant en van iedere bestaande klant die grotere hoeveelheden begint te kopen.
Er zijn geen belangrijke concentraties van meer dan 15 % van de openstaande vorderingen bij een bepaalde (groep) klanten.
De geconsolideerde ouderdomsbalans van de openstaande klanten is in onderstaande tabel weergegeven. De openstaande vorderingen binnen de 12 maanden benaderen hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| 2010 (in duizend euro) |
Courant | < 60 dagen | > 60 dagen < 90 dagen vervallen |
> 90 dagen < 120 dagen vervallen |
> 120 dagen dagen vervallen |
Total |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Openstaande klanten | 40.869 | 10.938 | 3.060 | 1.333 | 6.882 | 63.082 |
| Ontvangen zekerheden | 0 | 0 | ||||
| Netto openstaand | 40.869 | 10.938 | 3.060 | 1.333 | 6.882 | 63.082 |
| Geboekte provisie | -3.861 | |||||
| Totaal | 59.221 |
| 2009 (in duizend euro) |
Courant | < 60 dagen | > 60 dagen < 90 dagen vervallen |
> 90 dagen < 120 dagen vervallen |
> 120 dagen vervallen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Openstaande klanten | 29.565 | 8.865 | 1.987 | 3.510 | 4.591 | 48.518 |
| Ontvangen zekerheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Netto openstaand | 29.565 | 8.865 | 1.987 | 3.510 | 4.591 | 48.518 |
| Geboekte provisie | -3.049 | |||||
| Totaal | 45.469 |
Het management gaat op geregelde tijdstippen na of er een specifieke provisie voor dubieuze debiteuren nodig is op basis van de ouderdomsbalans. Openstaande klanten worden geboekt aan hun nominale waarde, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. De provisie voor bijzondere waardevermindering houdt zowel rekening met het risico op niet betaling als de periode waarin cash zal worden ontvangen. Per eind 2010 is er een totale provisie van 3,9 miljoen euro aangelegd voor dubieuze debiteuren.
Onderstaande tabel geeft de wijziging weer in de provisie dubieuze debiteuren:
| Provisie dubieuze debiteuren beginboekjaar | 3.049 | |
|---|---|---|
| Toevoeging | 1.095 | |
| Terugname | -308 | |
| Wisselkoersverschil | 25 | |
| Provisie dubieuze debiteuren einde boekjaar | 3.861 |
De kredietratings van de bank (Moody's) per 31 december 2010 is als volgt:
| Nordea: | Aa2 |
|---|---|
| KBC: | Aa3 |
| Credit Suisse: | Aa1 |
De te koop gestelde activa (0,4 miljoen euro) hebben betrekking op het gebouw in Kentucky waar vroeger CLDactiviteiten werden uitgevoerd.
Op 30 april 2010 verwierf JENSEN-GROUP 100 % van de aandelen van zijn distributeur Maskin AB Sipano in Zweden, met wie de groep al vele jaren samenwerkte.
JENSEN-GROUP nam de distributie over van de JENSEN-machines, de dienst na verkoop voor zijn materiaal in Zweden en ongeveer 12 werknemers.
De omzet blijft zo goed als ongewijzigd omdat de opbrengsten van de JENSEN-machines, die in Zweden werden verkocht, reeds zijn opgenomen in de geconsolideerde cijfers.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reële waarde van de totale overgedragen inbreng op de datum van acquisitie en het resterende bedrag aan goodwill erkend voor de acquisitie:
| Vaste activa | 859 | |
|---|---|---|
| Vlottende activa | 1.303 | |
| Lange termijn schulden | -122 | |
| Korte termijn schulden | -1.200 | |
| Verworven netto eigen vermogen | 840 | |
| Deel van de groep in verworven eigen vermogen | 840 | |
| Goodwill | 934 | |
| Aankoopprijs | 1.774 | |
| Netto kasstroom voor verwerving dochtervennootschap | 1.774 |
De aandeelhouders van de groep op 31 december 2010 zijn:
| JENSEN Invest: | 50,1% |
|---|---|
| Baillie Gifford: | 7,50% |
| Petercam: | 8,6% |
| Free float: | 33,8% |
JENSEN Italia heeft een participatie van 49 % in MILM Services SRL. Dat bedrijf is een service center met enkele technici. De resultaten van MILM Services SRL zijn niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, wat echter geen wezenlijke invloed heeft op de getrouwe weergave van de jaarrekening.
JENSEN Industrial Group A/S en JENSEN Denmark A/S en JENSEN INVEST, hoofdaandeelhouder van de Groep, maken samen deel uit van eenzelfde taxconsolidatie in Denemarken. Op basis van de lokale Deense fiscale wetgeving, dienen alle Deense vennootschappen die deel uitmaken van eenzelfde groep, een geconsolideerde taxaangifte in. Deze tax consolidatie laat toe om de impact op de fiscale verliezen binnen eenzlefde groep te beheren. Op basis hiervan heeft Jensen Invest 0,07 miljoen euro taxen ontvangen van de Deense fiscus. Hierbij is de aandeelhouder van JENSEN-GROUP in 2010 niet benadeeld.
De vergoeding aan het key management kan als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 2010 | 2009 | |
|---|---|---|---|
| Fees betaald aan leden van de Raad van Bestuur | 254 | 232 | |
| Brutosalarissen betaald aan management | 1.397 | 1.268 |
Naast deze vergoedingen ontving bestuurder Jørn Munch Jensen 37.500 euro bijkomende vergoedingen voor zijn rol als ambassadeur op verschillende handelsbeurzen en voor zijn contacten met grote klanten.
De heer Nikolai Jensen, kleinzoon van de heer Jørn M. Jensen, is financieel directeur van JENSEN UK. Zijn vergoeding is marktconfrom. Met de heer Nikolai Jensen wordt de nieuwe generatie actief binnen JENSEN-GROUP.
De commissaris is PriceWaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Raf Vander Stichele.
Wereldwijd heeft de commissaris een vergoeding van 306.000 euro (excl. btw) ontvangen voor de uitoefening van zijn mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van JENSEN-GROUP. Naast zijn mandaat heeft de commissaris in de loop van 2010 een bijkomende vergoeding ontvangen van 69.330 euro (excl. btw). Van dit bedrag werd er 18.960 euro gefactureerd aan JENSEN-GROUP nv. voor fiscaal advies. JENSEN-GROUP heeft eenzelfde auditkantoor benoemd voor de volledige groep.
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
| Integraal geconsolideerde ondernemingen |
Maatschappelijke zetel | btw of nationaal nummer |
Deelnemings percentage |
|---|---|---|---|
| België | |||
| JENSEN-GROUP N.V. | Bijenstraat 6 | BE 440.449.284 | Moeder |
| 9051 Sint-Denijs-Westrem | vennootschap | ||
| VS | |||
| JENSEN NA Inc. | Corporation Trust Center | 100% | |
| Orange Street 1209 | |||
| Wilmington - Delaware | |||
| JENSEN USA, Inc. | Aberdeen loop 99 | 100% | |
| Panama City, FL 32405 | |||
| 831 South 1st Street | 831 South 1st Street | 100% | |
| KU 40203 Louisville | |||
| Verenigd Koninkrijk | |||
| JENSEN UK Ltd. | Unit 5, Network 11 | 100% | |
| Thorpe Way Industrial Estate | |||
| Banbury, Oxfordshire OX16 4XS | |||
| Singapore | |||
| JENSEN Asia PTE Ltd. | No. 6 Jalan Kilang #02-01 | 100% | |
| Dadlani Industrial House | |||
| Singapore 159406 | |||
| Denemarken | |||
| JENSEN Industrial Group A/S | Industrivej 2 | 100% | |
| 3700 Rønne | |||
| JENSEN Denmark A/S | Industrivej 2 | 100% | |
| 3700 Rønne |
| Zwitserland | ||
|---|---|---|
| JENSEN AG Burgdorf | Buchmattstrasse 8 | 100% |
| 3400 Burgdorf | ||
| JENSEN AG Holding | Buchmattstrasse 8 | 100% |
| 3400 Burgdorf | ||
| Zweden | ||
| JENSEN Sweden AB | Företagsgatan 68 | 100% |
| 504 94 Borås | ||
| JENSEN Sipano AB |
P.O. Box 1088 | 100% |
| 171 22 Solna | ||
| JENSEN Sweden Holding AB | Box 363 | 100% |
| 503 12 Borås | ||
| Frankrijk | ||
| JENSEN France SAS | 2 "Village d'entreprises" | 100% |
| Avenue de la Mauldre | ||
| ZA de la Couronne des Près | ||
| 78680 Epône | ||
| Duitsland | ||
| JENSEN GmbH | Jörn-Jensen-Straße 1 | 100% |
| 31177 Harsum | ||
| Australië | ||
| JENSEN Laundry Systems Australia PTY Ltd. | Unit 16, 38-46 South Street | 100% |
| Rydalmere NSW 2116 | ||
| Italië | ||
| JENSEN Italia s.r.l. | Strada Provinciale Novedratese 46 | 100% |
| 22060 Novedrate | ||
JENSEN China (in oprichting) 100%
Onze wastunnels garanderen de beste wasresultaten voor elk soort linnen of sterk vervuild wasgoed, en ze beantwoorden aan alle marktvereisten voor om het even welke benodigde toepassing: hoge productiviteit, beschikbaarheid en laagste energieverbruik. Onder de beste hygiënische omstandigheden, dat spreekt vanzelf.
Het hier afgebeelde ventiel regelt het badniveau in de spoelzone als onderdeel van een gepatenteerd spoelproces. Zo kunnen we zuinig omspringen met water, één van de waardevolle grondstoffen op onze aarde.
| ACTIVA PER | 31 december | 31 december | |
|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | 2010 | 2009 | |
| Vaste Activa | 101.362 | 89.960 | |
| Immateriële vaste activa | 481 | 642 | |
| Materiële vaste activa | 172 | 262 | |
| Financiële vaste activa: deelnemingen | 100.709 | 89.056 | |
| Vlottende Activa | 6.217 | 9.397 | |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 865 | 1.211 | |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 3.717 | 5.010 | |
| Geldbeleggingen | 254 | 254 | |
| Liquide middelen | 1.219 | 2.912 | |
| Overlopende rekeningen | 162 | 10 | |
| Totaal der acti va |
107.579 | 99.357 |
| PASSIVA PER | 31 december | 31 december | |
|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | 2010 | 2009 | |
| Eigen Vermogen | 90.399 | 89.873 | |
| Kapitaal | 42.715 | 42.715 | |
| Uitgiftepremies | 5.814 | 5.814 | |
| Reserves | 3.674 | 3.548 | |
| Overgedragen resultaat | 38.196 | 37.796 | |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 1.364 | 1.197 | |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 1.364 | 1.197 | |
| Schulden | 15.816 | 8.287 | |
| Schulden op meer dan 1 jaar | - | - | |
| Schulden op ten hoogste 1 jaar | 14.906 | 7.024 | |
| Overlopende rekeningen | 910 | 1.263 | |
| Totaal der passiva | 107.579 | 99.357 |
| BOEKJAAR AFGESLOTEN PER (in duizend euro) |
31 december 2010 |
31 december 2009 |
|
|---|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 22.017 | 19.851 | |
| Omzet | 22.318 | 20.258 | |
| Wijziging in de voorraad goederen in bewerking en | |||
| gereed product en bestellingen in uitvoering | -525 | -980 | |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 224 | 573 | |
| Bedrijfskosten | -21.223 | -18.766 | |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 13.601 | 12.158 | |
| Diensten en diverse goederen | 5.110 | 4.199 | |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 1.999 | 1.943 | |
| Afschrijvingen | 261 | 270 | |
| Waardeverminderingen | 78 | 251 | |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 167 | -60 | |
| Andere bedrijfskosten | 7 | 5 | |
| Bedrijfswinst (bedrijfsverlies) | 794 | 1.085 | |
| Financieel resultaat | 1.960 | 7.291 | |
| Financiële opbrengsten | 2.543 | 8.757 | |
| Financiële kosten | -583 | -1.466 | |
| Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening | |||
| voor belastingen | 2.754 | 8.376 | |
| Uitzonderlijk resultaat | -229 | 0 | |
| Uitzonderlijke opbrengsten | 0 | 0 | |
| Uitzonderlijke kosten | -229 | 0 | |
| Winst van het boekjaar voor belasting | 2.525 | 8.376 | |
| Belastingen | 2 | 0 | |
| Belastingen op het resultaat | 2 | 0 | |
| Winst van het boekjaar | 2.527 | 8.376 |
| BOEKJAAR AFGESLOTEN PER | 31 december | 31 december | |
|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | 2010 | 2009 | |
| Te bestemmen winstsaldo | 40.323 | 40.470 | |
| Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar | 2.527 | 8.376 | |
| Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar | 37.796 | 32.094 | |
| Toevoeging aan het eigen vermogen | -126 | -673 | |
| Aan wettelijke reserves | -126 | -419 | |
| Aan reserves voor eigen aandelen | - | -254 | |
| Over te dragen resultaat | -38.196 | -37.796 | |
| Over te dragen winst (verlies) | 38.196 | 37.796 | |
| Uit te keren winst | -2.001 | -2.001 | |
| Dividend | -2.001 | -2.001 |
| (in euro) | 2010 (12 maand) |
2009 (12 maand) |
|
|---|---|---|---|
| Courante winst per aandeel na belastingen (1) | 0,34 | 1,04 | |
| Aantal aandelen (gemiddeld) | 8.002.968 | 8.034.413 | |
| Aantal aandelen (balansdatum) | 8.002.968 | 8.002.968 |
(1) Het courant nettoresultaat is gelijk aan de netto winst vermeerderd met de uitzonderlijke kosten minus de uitzonderlijke opbrengsten (beiden na belastingcorrectie).
Conform artikel 105 van de Belgische vennootschapswet werd in dit jaarverslag een verkorte versie van de statutaire jaarrekening van JENSEN-GROUP nv opgenomen. De jaarrekening werd opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen. Het verslag van het management, de statutaire jaarrekening van JENSEN-GROUP nv en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de bevoegde instanties en zijn eveneens beschikbaar op de maatschappelijke zetel.
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van JENSEN-GROUP nv.
JENSEN-GROUP N.V. fungeert als holdingmaatschappij en als commerciële entiteit, verantwoordelijk voor de verkoop en dienst na verkoop in de Benelux.Het financieel resultaat omvat een dividend ten belope van 2 miljoen euro, ontvangen van JENSEN Industrial Group A/S.
De volledige versie van de statutaire jaarrekening van JENSEN-GROUP nv is beschikbaar op de corporate website www. jensen-group.com.
De waarderingsregels zijn opgesteld conform het KB van 31 januari 2001.
Aangezien JENSEN-GROUP nv vooral een holdingfunctie heeft, benadrukken we dat – in overeenstemming met onze waarderingsregels en de boekhoudwetgeving in België – financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun initiële aanschaffingswaarde of volgestort kapitaal. Waardeverminderingen op financiële vaste activa worden geboekt wanneer zij verondersteld worden permanent te zijn. Indien blijkt dat waardeverminderingen die voorheen werden genomen niet langer nodig zijn, worden zij teruggenomen. Financiële vaste activa worden nooit boven hun aanschaffingswaarde of volgestort kapitaal gewaardeerd.
De immateriële vaste activa omvatten goodwill die ontstaan is uit de acquisities van de distributie-activiteiten in de Benelux. Om statutaire redenen wordt de goodwill afgeschreven over een periode van vijf jaar.
De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, eventueel verhoogd met de aanverwante kosten. Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geraamde nuttige levensduur vanaf de maand van aanschaf.
De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:
| Rubriek | Methode | Afschrijvingspercentage |
|---|---|---|
| Gebouwen | lineair | 10% |
| Installaties, uitrusting en machines | lineair | 20% |
| Kantoorbenodigdheden en meubilair | lineair | 20% |
| Rollend materieel | lineair | 20% |
Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of directe opbrengstwaarde. De kostprijs wordt bepaald volgens de FIFO-methode (First In First Out). Voor geproduceerde voorraden is de kostprijs gelijk aan de volledige kostprijs inclusief alle directe en indirecte productiekosten die voortvloeien uit de afwerking van de voorraden op balansdatum. De directe opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de afwerkingskosten en de variabele verkoopkosten.
De vennootschap maakt gebruik van de 'percentage of completion'-methode om het juiste bedrag te bepalen dat tijdens de periode in het resultaat zal worden erkend. Het percentage van afwerking wordt bepaald op basis van de verhouding van de reeds gemaakte kosten ten opzichte van de totale kosten van het project. Bij deze berekening worden kosten niet mee opgenomen die tijdens het jaar gemaakt zijn, maar betrekking hebben op toekomstige projecten. Deze kosten worden opgenomen onder de voorraad, vooruitbetalingen of onder overige activa.
De handelsvorderingen en andere vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Op de vorderingen worden waardeverminderingen toegepast indien er onzekerheid bestaat over de ontvangst of de betalingsdatum voor het geheel of een gedeelte van de balans. Bijkomende waardeverminderingen worden ook geboekt indien de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan de boekwaarde.
Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waardeverminderingen worden toegepast wanneer de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan de aanschaffingswaarde.
De voorzieningen voor risico's en kosten worden individueel bepaald naargelang van de risico's en toekomstige kosten die ze moeten dekken. Ze worden slechts gehandhaafd in de mate dat zij vereist zijn volgens een actuele beoordeling van de risico's en kosten waarvoor ze werden gevormd.
De schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde op balansdatum. In de overlopende rekeningen wordt er slechts rekening gehouden met de nog te betalen kosten op balansdatum die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is de politiek van de groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Afgeleide producten worden geboekt tegen kostprijs en hun premie wordt pro rata temporis in het resultaat opgenomen. Op balansdatum worden de financiële instrumenten omgerekend aan marktwaarde op basis van het mark-tomarket mechanisme. De niet-gerealiseerde verliezen worden in resultaat genomen terwijl de niet-gerealiseerde winsten uitgesteld worden.
De ingedekte balansposten (openstaande klanten en leveranciers) worden gewaardeerd aan indekkingskoers.
Doel: de vennootschap heeft tot doel, in België en in het buitenland, in eigen naam of in naam van derden, voor eigen rekening of voor rekening van derden:
alle verrichtingen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op of verband houden met de engineering, productie, aan- en verkoop, verdeling, import, export en vertegenwoordiging van wasserijmachines en -installaties en de herstelling ervan;
het verlenen van technische, commerciële, financiële en andere diensten aan verbonden ondernemingen, met inbegrip van ondersteunende commerciële en industriële activiteiten;
het nemen van belangen, op welke wijze dan ook, in alle ondernemingen die eenzelfde, een gelijkaardig of een verwant doel nastreven of die haar onderneming kunnen bevorderen of de afzet van haar producten of diensten kunnen vergemakkelijken, evenals het samenwerken met of fuseren met deze ondernemingen; in het algemeen het beleggen, het intekenen op, kopen, verkopen en verhandelen van financiële instrumenten uitgegeven door Belgische of buitenlandse ondernemingen;
het beheren van beleggingen en van deelnemingen in Belgische of buitenlandse ondernemingen, met inbegrip van het verlenen van borgstellingen, aval, voorschotten, kredieten, persoonlijke of zakelijke zekerheden ten gunste van deze ondernemingen en het optreden als hun agent of vertegenwoordiger;
het waarnemen van bestuursfuncties, het verlenen van advies, management en andere diensten aan andere Belgische of buitenlandse ondernemingen krachtens contractuele relatie of statutaire benoeming en in de hoedanigheid van externe raadgever of orgaan van deze onderneming.
De vennootschap mag, in België en in het buitenland, alle industriële, handels-, financiële, roerende en onroerende verrichtingen verwezenlijken die rechtstreeks of onrechtstreeks haar onderneming kunnen uitbreiden of bevorderen of ermee verband houden. Zij mag alle roerende en onroerende goederen verwerven, zelfs als deze noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks verband houden met het doel van de vennootschap.
Zij kan, op welke wijze ook, belangen nemen in alle verenigingen, zaken, ondernemingen of vennootschappen die eenzelfde, gelijkaardig of verwant doel nastreven of die haar onderneming kunnen bevorderen of de afzet van haar producten of diensten kunnen vergemakkelijken, en ze kan ermee samenwerken of fuseren.
toegankelijk zijn en in het jaarverslag worden vermeld, kunnen op de maatschappelijke zetel van de vennootschap worden geraadpleegd en zijn eveneens beschikbaar op de website www.jensen-group.com. Het jaarverslag van de vennootschap wordt elk jaar verstuurd naar de houders van aandelen op naam, alsook naar elke aandeelhouder aan toonder die het wenst te ontvangen.
• Het geplaatst kapitaal bedraagt 42.714.559,83 euro en is vertegenwoordigd door 8.039.842 aandelen zonder nominale waarde. Er zijn geen aandelen die het maatschappelijk kapitaal niet vertegenwoordigen. Alle aandelen zijn gewone aandelen, er zijn geen preferente aandelen. De aandelen zijn aan toonder (echter slechts tot 2013), gedematerialiseerde of aandelen op naam, naargelang de voorkeur van de aandeelhouder. De gedematerialiseerde aandelen zijn uitgegeven, hetzij door een kapitaalverhoging, hetzij door de omruiling van bestaande aandelen op naam of aan toonder in gedematerialiseerde aandelen. Elke aandeelhouder zal de omruiling kunnen vragen, hetzij in aandelen aan toonder, hetzij in aandelen op naam, hetzij in gedematerialiseerde aandelen. Een aandeel aan toonder wordt door ten minste twee bestuurders ondertekend; de handtekeningen mogen door naamstempels worden vervangen.
• Evolutie van het maatschappelijk kapitaal:
| Datum | Maatschappelijk kapitaal | Munt A | antal aandelen |
|---|---|---|---|
| 23/04/1990 | 35.000,000 | BEF | 100.000 |
| 31/07/1997 | 440.024.000 | BEF | 2.111.129 |
| 31/12/1999 | 10.998.000 | euro | 2.128.197 |
| 31/12/2000 | 21.349.943 | euro | 4.132.421 |
| 31/12/2002 | 42.714.560 | euro | 8.264.842 |
| 31/12/2008 | 42.714.560 | euro | 8.252.604 |
| 31/12/2009 | 42.714.560 | euro | 8.039.842 |
| 31/12/2010 | 42.714.560 | euro | 8.039.842 |
JENSEN-GROUP altijd een stap vooruit
JENSEN-GROUP · Bijenstraat 6 · 9051 Sint-Denijs-Westrem (Gent) T +32 (0)9 333 83 30 · F +32 (0)9 333 83 39 · www.jensen-group.com
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.