Annual Report • Mar 30, 2012
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
JENSEN-GROUP – lokaal in de wereld.
Water is een natuurelement, water is energie, water is leven, geen leven zonder water
Water over de hele wereld.
De Nederlandstalige versie is de officiële versie van het jaarverslag. Er is eveneens een Engelstalige versie beschikbaar om onze aandeelhouders ter wille te zijn. De overeenstemming tussen beide versies werd door JENSEN-GROUP op haar eigen verantwoordelijkheid gecontroleerd.
In dit rapport verwijst de term "JENSEN-GROUP" naar JENSEN-GROUP nv en haar dochterondernemingen. De termen "JENSEN-GROUP nv", "het bedrijf" of "de firma" verwijzen naar de holdingmaatschappij in België. De zakelijke activiteiten worden verricht via operationele dochterondernemingen verspreid over de gehele wereld. De termen "we", "onze" en "ons" worden gebruikt om de groep te beschrijven.
| Kerncijfers per aandeel | 4 |
|---|---|
| Kerncijfers | 6 |
| Bericht aan de aandeelhouders | 8 |
| Profiel van de groep | 10 |
| JENSEN-GROUP Profiel |
13 |
| We denken globaal en handelen lokaal Activiteiten 2011 Vooruitzichten 2012 |
|
| Informatie voor aandeelhouders en beleggers Koersevolutie Communicatiestrategie Wijziging in aandeelhouders Financiële kalender |
18 |
| Juridische geschillen | 20 |
| Personeel | 20 |
| Onderzoek en ontwikkeling | 21 |
| Investeringen Vooruitzichten 2012 |
21 |
| Financieel verslag | 25 |
| Geconsolideerde kerncijfers per aandeel | 31 december | 31 december |
|---|---|---|
| Boekjaar afgesloten per (in euro) | 2011 | 2010 |
| Bedrijfscashflow (EBTIDA) | 1,69 | 3,04 |
| Netto resultaat van de voortgezette activiteiten (=winst per aandeel) | 0,60 | 1,07 |
| Netto cashflow van de voortgezette activiteiten | 1,24 | 2,19 |
| Eigen vermogen (=boekwaarde) | 7,50 | 7,18 |
| Bruto dividend | 0,25 | 0,25 |
| Aantal aandelen (balansdatum) | 8.002.968 | 8.002.968 |
| Aantal aandelen (gemiddeld) | 8.002.968 | 8.002.968 |
| Beurskoers (hoogste) | 10,87 | 11,15 |
| Beurskoers (laagste) | 7,51 | 6,40 |
| Beurskoers (gemiddeld) | 9,68 | 8,24 |
| Beurskoers (31 december) | 7,55 | 10,65 |
| Koers/winst (hoogste) | 18,10 | 10,40 |
| Koers/winst (laagste) | 12,50 | 6,00 |
| Koers/winst (gemiddeld) | 16,10 | 7,70 |
| Koers/winst (31 december) | 12,60 | 10,00 |
BAS: Brussels All Shares
| Geconsolideerde kerncijfers (in duizend euro) |
31 december 2011 |
31 december 2010 |
|---|---|---|
| Opbrengsten | 216.174 | 226.977 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 8.442 | 15.429 |
| Bedrijfscashflow (EBITDA) | 13.546 | 24.336 |
| Netto interestlasten | 748 | 678 |
| Resultaat voor belastingen | 7.502 | 12.754 |
| Netto resultaat van de voortgezette activiteiten | 4.825 | 8.582 |
| Resultaat van de verkochte activiteiten | -87 | -78 |
| Netto resultaat (aandeel van de groep) | 4.738 | 8.504 |
| Toegevoegde waarde | 82.790 | 91.396 |
| Netto cashflow van de voortgezette activiteiten | 9.929 | 17.489 |
| Eigen vermogen | 60.039 | 57.459 |
| Netto financiële schulden | 14.535 | 13.207 |
| Werkkapitaal | 76.504 | 76.036 |
| Niet-vlottende Activa | 30.461 | 29.596 |
| Capital Employed (CE) | 106.965 | 105.632 |
| Marktkapitalisatie (hoogste) | 86.992 | 89.233 |
| Marktkapitalisatie (laagste) | 60.102 | 51.219 |
| Marktkapitalisatie (gemiddeld) | 77.469 | 65.929 |
| Marktkapitalisatie (31 december) | 60.422 | 85.232 |
| Entreprise value (31 december) (EV) | 74.957 | 98.439 |
| Ratio's | ||
| EBIT/Opbrengsten | 3,91% | 6,80% |
| EBITDA/Opbrengsten | 6,27% | 10,72% |
| ROCE (EBIT/CE) | 7,94% | 15,64% |
| ROE (Netto resultaat/Eigen Vermogen) | 8,21% | 16,03% |
| Gearing (Netto financiële schuld/Eigen Vermogen) | 24,21% | 22,99% |
| Dekking van de interestlasten door bedrijfscashflow | 18,11 | 35,89 |
| Netto financiële schuld/EBITDA | 1,02 | 0,54 |
| Werkkapitaal/Opbrengsten | 35,28% | 30,14% |
| EV/EBITDA (31 december) | 5,53 | 4,04 |
Duurzame wasserij-automatisering
In 2011 slaagde JENSEN-GROUP er niet in om zijn geplande groei voort te zetten. We zijn het jaar begonnen met grotere investeringen in nieuwe markten, producten, diensten en mensen, en we verwachtten hogere verkoopcijfers om die investeringen te compenseren. Het onzekere economische klimaat verminderde echter onze groeikansen. Het management neemt alle nodige maatregelen om de groei te herstellen.
De heavy-duty wasserijmarkt is een zeer competitieve markt. Daarom proberen we voortdurend in te spelen op de verwachtingen van onze klanten door nieuwe producten te ontwikkelen waarmee we een unieke positie kunnen innemen in de markt. Een groot aantal van die nieuwe producten werden in de loop van 2011 geïnstalleerd in verschillende projecten. Bijgevolg was het aantal nieuwe ontwikkelingen in de projecten van 2011 aanzienlijk hoger dan de vorige jaren. Dat had nadelige gevolgen voor de rentabiliteit van bepaalde grote projecten die in 2011 werden afgerond.
In april 2010 namen we onze Zweedse distributeur over. JENSEN-SIPANO Sweden AB maakte in 2011 dus voor het eerst een volledig jaar deel uit van JENSEN-GROUP. Het bedrijf ontwikkelt zich goed en realiseert zijn doelstellingen.
In de uitvoering van onze 'Go East'-strategie bereikten we de mijlpalen die we hadden vastgelegd voor 2011. Onze nieuwe fabriek in Xuzhou, die een oppervlakte van 8.000 m² heeft, werd op 9 september 2011 officieel geopend. Op 11 november 2011 verliet het eerste afgewerkte product, 'JENROLL EXP', de Chinese fabriek om te worden voorgesteld op de Texcare Asia-beurs.
De bedrijfswinst en het nettoresultaat zijn gedaald ten gevolge van de overdracht van de Zwitserse activiteiten naar Denemarken, de iets lagere activiteitsgraad, investeringen in strategische langetermijninitiatieven zoals 'Go East', aanzienlijke investeringen in productontwikkeling en kostenoverschrijdingen bij specifieke op maat gemaakte projecten. Een strikte beheersing van de vaste kosten en de productiviteitswinsten konden de negatieve gevolgen van de bovenvermelde factoren niet volledig compenseren. Ondanks de lagere verkoopcijfers bleef het werkkapitaal stabiel. De nettoschulden namen toe ten gevolge van de lagere rentabiliteit.
Door continu te investeren in productontwikkeling kunnen we beter inspelen op de behoeften van onze klanten. Daarbij zoeken we vooral naar oplossingen om water en energie te besparen. Onze klanten zijn immers steeds meer geïnteresseerd in die besparingsmogelijkheden. We verkopen onze nieuwe producten onder het CleanTech-merk.
Een tweede belangrijk aandachtspunt voor de ontwikkeling is automatisering, waardoor onze klanten dankzij de integratie van onze technologieën de productie in heavy-duty wasserijen in realtime kunnen controleren en opvolgen. Zo kunnen we een totaalleverancier worden van oplossingen voor de wasserijsector. De eerste projecten in Europa bevestigen dat onze klanten geïnteresseerd zijn in meer automatisering.
JENSEN-GROUP blijft investeren om in onze vele vestigingen wereldwijd een sterke JENSEN-cultuur uit te bouwen. Het managementteam van JENSEN-GROUP is internationaal en multicultureel. In 2011 startten we met een opleidingsprogramma om leiderschapscapaciteiten verder te ontwikkelen, en dat blijft in de toekomst doorlopen. Zo kunnen we onze lokale activiteiten beter begeleiden en beter afstemmen op de strategie van de groep om een wereldwijde leverancier van oplossingen voor de wasserijsector te zijn met lokale aanwezigheid in elke belangrijke markt.
De afgelopen tien jaar kreeg de groep af te rekenen met een zeer veranderend economisch klimaat. In 2000 maakten we een grote fusie mee; in 2001 en 2002 ondervonden we de weerslag van de 9/11-gebeurtenissen en moesten we een grote ommekeer maken omdat de vraag daalde. In 2006 splitsten we onze commerciële divisie af en kende JENSEN-GROUP een ongeziene periode van organische groei, die abrupt tot stilstand kwam door de financiële crisis in de lente van 2008. In 2010 noteerden we een nieuwe recordomzet. Dat alles verrijkte de ervaring van ons management, onze kaderleden en onze medewerkers. Uit ons aanhoudend succes blijkt dat we op de juiste manier konden reageren op de verschillende marktomstandigheden, waardoor ons merk, onze producten en onze werknemers sterker werden.
We starten het jaar 2012 met een veel groter orderboek dan bij het begin van 2011. Dat heeft te maken met het toegenomen aantal orders in bepaalde gebieden ter wereld in de tweede helft van 2011, en dat ondanks de hevige concurrentie in de markt. We rekenen op onze sterk gemotiveerde medewerkers die elke opportuniteit in onze bestaande markten blijven aangaan.
We danken onze klanten voor hun blijvend vertrouwen en loyaliteit. We zullen er blijven naar streven om aan hun verwachtingen te kunnen voldoen zowel op vlak van betrouwbaarheid, productiviteit als milieu.
Onze dank gaat ook uit naar onze medewerkers, die open staan voor verandering en die samen voortdurend streven naar verbetering.
Ten slotte willen we onze aandeelhouders bedanken voor het ondersteunen van de Raad van Bestuur en van het management, aangezien we ernaar streven om de leider te zijn in deze industrie.
Jesper Munch Jensen Raf Decaluwé
Chief Executive Officer Voorzitter van de Raad van Bestuur
JENSEN-GROUP engageert zich om zijn klanten die wereldwijd actief zijn in de heavy-duty wasserijsector de beste oplossingen aan te bieden. We werken voor en samen met onze klanten om de wasserijwereld te voorzien van bevoorrechte oplossingen door duurzame enkelvoudige machines, systemen en geïntegreerde oplossingen te leveren. We zorgen ervoor dat onze werknemers zich voortdurend verder ontwikkelen en dat onze efficiëntie continu verbetert, zodat we milieuvriendelijke en innovatieve producten en diensten kunnen aanbieden. Dankzij de combinatie van onze globale kennis met onze lokale aanwezigheid zullen we een omzetgroei en een verantwoordelijk leiderschap in de sector kunnen realiseren.
Dankzij onze technische voorsprong, onze hoge investeringen in productontwikkeling en de specialisatie binnen onze sector, is JENSEN-GROUP in staat om de oplevering van zowel een alleenstaande machine, een productielijn als een volledig geïntegreerd project te plannen, te ontwikkelen, te produceren en te installeren. Wij leveren aan textielverhuurbedrijven, industriële wasserijen, centrale wasserijen, ziekenhuizen en OPL-wasserijen (hotels, cruiseschepen). We zijn ervan overtuigd dat onze klanten hun wasserij beter kennen dan wie ook en dat we met onze competentie en ervaring in staat zijn om voor ieder de juiste oplossing te vinden.
JENSEN-GROUP beschikt over 3 technologiecentra en 4 businessregio's. Deze 3 technologiecentra ontwikkelen en produceren het volledige assortiment JENSEN-producten. De levering naar de eindklant gebeurt via ons wereldwijd netwerk van eigen verkoopkantoren (SSCs) en erkende lokale distributeurs. Dit wereldwijd distributienetwerk, onze expertise in de ontwikkeling van wasinrichtingen, ons deskundig projectbeheer en onze dienstverlening na verkoop zorgen ervoor dat JENSEN-GROUP uitstekend geplaatst is om op lokaal niveau snel en betrouwbaar te beantwoorden aan de verwachtingen van de klant, of het nu gaat om een enkele machine of om een totaaloplossing om het even waar ter wereld.
| 2011 | 216 | |
|---|---|---|
| 2010 | 227 |
JENSEN-GROUP beschikt over 6 productievestigingen in 6 landen. Elke productievestiging is gespecialiseerd in een specifieke technologie voor de wasserij-industrie.
JENSEN-GROUP verkoopt haar producten en diensten onder de merknaam JENSEN™ via eigen verkoopkantoren en via onafhankelijke distributeurs wereldwijd.
Ons marktbereik, onze uitgebreide kennis van heavy-duty machines en systemen en ons productassortiment zijn uniek voor de wasserijmarkt.
JENSEN-GROUP realiseert zijn omzet geografisch als volgt:
| Miljoen euro | Europa | Noord-Amerika | Overige markten | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 2011 | 151 | 34 | 31 | 216 |
| 2010 | 160 | 39 | 28 | 227 |
JENSEN Technologie Centra
JENSEN Verkoopkantoren
Wij zijn in de belangrijkste markten aanwezig via eigen verkoopkantoren ("Sales and Service Centers" – kortweg SSCs) en verkopen zowel alleenstaande machines en systemen als volledig geïntegreerde projecten.
Onze apparatuur en systemen worden geproduceerd in de volgende fabrieken:
We verkopen onze systemen en diensten via eigen verkoopkantoren (SSCs) en onafhankelijke distributeurs. De omzet via eigen verkoopkantoren is de laatste jaren toegenomen, aangezien deze opereren in de meest belangrijke industriële markten zoals de Benelux, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Frankrijk, Italië, Singapore, China, Australië, Zwitserland en Noord-Amerika. Ze spelen een cruciale rol in de coördinatie van het toenemend aantal complexe installaties, waarbij projectbeheersing met betrekking tot de installatie van producten uit verschillende productievestigingen van de groep tot een geïntegreerd geheel essentieel is. Door onze lokale aanwezigheid zorgen wij tevens voor een verdere dienstverlening na verkoop aan onze klanten. Daarnaast hebben we ervaren distributeurs in meer dan 40 landen.
| 2011 | 2010 | ||
|---|---|---|---|
| Opbrengsten, miljoen euro | 216,2 | 227,0 | |
| Bedrijfswinst, miljoen euro | 8,4 | 15,4 | |
| Investeringen, miljoen euro | 4,6 | 3,9 | |
| Aantal werknemers op jaareinde | 1.167 | 1.041 |
De omzet weerspiegelt het kleinere orderboek bij het begin van het jaar en de financieringsmoeilijkheden van bepaalde klanten. Met een toename van de beschikbare projecten waren de financiële instellingen niet bereid ze allemaal te financieren. Zoals in het verleden was de activiteitsgraad in het eerste halfjaar hoger dan in het tweede halfjaar. In het derde kwartaal voelden we, zoals voorheen, de gevolgen van de vakantieperiode. In het vierde kwartaal bleven onze resultaten, vooral in Europa, onder de verwachtingen.
Door die schommelingen in de vraag doorheen het jaar moesten we de capaciteit in onze verschillende entiteiten aanpassen. De groep had baat bij de flexibele arbeidswetgeving in verschillende landen en kon rekenen op zijn zeer flexibele werknemers.
Onze eigen verkoop- en dienstencentra (SSCs) blijven het merendeel van onze omzet genereren. Dit toont aan hoe belangrijk het is om in de belangrijkste afzetmarkten een lokale vertegenwoordiging te hebben. We hebben onze positie in de Europese markten versterkt door onze zweedse distributeur over te nemen, en we breiden onze aanwezigheid in de opkomende markten uit.
We slagen er meer en meer in om op wereldwijde schaal een "one-stop-supplier" te zijn voor totaaloplossingen.
Onze rentabiliteit ligt lager dan in 2010. Dat heeft te maken met de hevige concurrentiestrijd voor contracten en marktaandeel overal ter wereld, alsook met kostenoverschrijdingen bij grote projecten.
Ons orderboek doet het met 47 % beter dan op 31 december 2010. Het orderboek nam gedurende het jaar in verschillende markten toe omdat we grote projecten binnenhaalden. Onze grootste risicofactoren zijn niet wezenlijk veranderd ten opzichte van vorig jaar. De voornaamste risico's zijn de volatiliteit op de financiële markten, die de investeringsbeslissingen van onze klanten beïnvloedt, en de concurrentiedruk. Andere risico's zijn de schommelende wisselkoersen en de prijsontwikkelingen voor grondstoffen, energie en transport. We verwijzen naar het verslag van de Raad van Bestuur, waarin de verschillende risicofactoren van onze activiteiten en afzetmarkten apart worden besproken.
Onze operationele objectieven voor 2012 situeren zich op het vlak van een verdere standaardisatie van de productiemethodes en activiteiten binnen JENSEN-GROUP om capaciteitsproblemen indien nodig lokaal aan te pakken.
In 2012 willen we er onder meer voor zorgen dat onze lokale Chinese producten met succes op de markt worden gelanceerd.
De reisbestemmingen in het Middellandse Zeegebied stimuleren de economie in businessregio I. Wasserijen die voor de toerismesector werken, eisen de beste kwaliteit voor de behandeling van het linnen. JENSEN-GROUP heeft een reeks grote sleutel-op-de-deur wasserijen geïnstalleerd in dit gebied, zoals de wasserij Anett Blois in Frankrijk. Het Jenrail Automatic 2000-invoersysteem voor lakens en steeklakens automatiseert er de toevoer naar de afwerkingslijnen.
Het JENSEN-GROUP-aandeel is genoteerd op Euronext met als ticker JEN (Reuters: JEN.BR; Bloomberg:JEN.BB) sinds juni 1997. De koers van het JENSEN-GROUP-aandeel kan online geconsulteerd worden op de volgende websites:
De beurskoers van JENSEN-GROUP daalde van 10,65 euro per einde 2010 naar 7,55 euro op het einde van 2011, met een gemiddeld verhandeld dagvolume van 3.249aandelen, vergeleken met 4.871 aandelen in 2010 (zie grafiek pagina 5).
JENSEN-GROUP zet haar communicatiestrategie verder op basis van de volgende principes:
De aandeelhoudersstructuur is op 31 december 2011 als volgt:
Verder is de Investor Relations Manager beschikbaar voor particuliere en institutionele beleggers, financiële analisten en gespecialiseerde journalisten. Zij kan hen het potentieel van JENSEN-GROUP op korte en lange termijn verduidelijken, zowel voor JENSEN-GROUP als geheel als voor specifieke activiteiten. Lezingen, vergaderingen en bedrijfsbezoeken worden op verzoek georganiseerd.
Het jaarverslag van JENSEN-GROUP, persberichten en andere informatie zijn beschikbaar op de corporate website (http://www.jensen-group.com).
Aandeelhouders die hun aandelen aan toonder wensen om te zetten in aandelen op naam, of aandelen op naam wensen om te zetten in gedematerialiseerde aandelen, kunnen eveneens contact opnemen met de Investor Relations Manager.
Aandeelhouders en beleggers die het jaarverslag, de jaarrekeningen van JENSEN-GROUP nv, persberichten of andere informatie omtrent JENSEN-GROUP wensen te ontvangen, kunnen eveneens contact opnemen met de Investor Relations Manager:
JENSEN-GROUP nv Mevr. Scarlet Janssens Investor Relations Manager Bijenstraat 6 BE-9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem) België Tel. +32.9.333.83.30 E-mail: [email protected]
Voor alle juridische geschillen die een daadwerkelijk risico vormen, werd op basis van een voorzichtige beoordeling een voorziening aangelegd. Op gecentraliseerde basis worden alle mogelijke claims en hangende juridische geschillen bijgehouden. Hier worden alleen de claims tegen de vennootschap of haar dochters besproken. Per categorie zijn volgende geschillen hangend:
Productaansprakelijkheid:
Commerciële geschillen:
• 1 geschil
Algemene geschillen:
• 1 algemeen geschil in Australië
Personeelsgeschillen:
• 2 geschillen in de VS
Wettelijke aansprakelijkheid:
• 1 geschil in Azië
Milieurisico:
• 1 onderzoek in de VS
De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering. Het management verwacht dat deze geschillen, gebaseerd op advies van onze juridische adviseurs, geen significante invloed zullen hebben op de winstgevendheid van de groep.
Het gemiddeld aantal werknemers kende de volgende evolutie:
| 2010 | 1.041 |
|---|---|
| 2011 | 1.167 |
De belangrijkste technologieën van JENSEN-GROUP zijn toegespitst op de verschillende fasen van een wasproces, gaande van het wassen en drogen, over logistiek en transport van het linnen, tot de afwerking van het gewassen linnen via toevoer-, strijk- en vouwmachines, met inbegrip van de softwaretechnologie om het volledige proces te sturen. Samengevat gaat het om de verschillende technologieën die gebruikt worden in het proces om vuil linnen om te zetten in proper linnen, klaar voor gebruik.
Gezien de vele technologieën die nodig zijn om aan de noden van onze klanten te voldoen, zijn we zelf niet bezig met fundamenteel onderzoek en ontwikkeling. Onze taak bestaat er voornamelijk in bestaande technologieën aan te passen aan de vereisten van onze industrie.
De afgelopen jaren hebben we geïnvesteerd in de verdere modernisering en uitbreiding van ons productassortiment en vooral in nieuwe softwaretoepassingen voor de sector en in milieuvriendelijke producten. Veel van onze ontwikkelingen die erop gericht zijn om middelen te besparen voor onze klanten zijn samengebracht onder ons Cleantechmerk. Software om het gehele wasproces te sturen en te controleren is essentieel om onze klanten een totaaloplossing te kunnen aanbieden.
Onze groep heeft verschillende machineonderdelen gepatenteerd en onze teams van de verschillende ontwikkelingscentra onderzoeken constant de mogelijkheid om verdere ontwikkelingen te patenteren.
Patenten worden vooral gebruikt om aan te tonen dat wij als eerste gebruik gemaakt hebben van de nieuwe technologie. Wij evalueren de aanvraag voor patentering op individuele basis, en dit vooral in de belangrijkste markten.
JENSEN-GROUP investeert jaarlijks 2 à 3 % van zijn omzet in productontwikkeling. Wij vermoeden dat dit cijfer ongeveer het gemiddelde van de sector is.
In 2011 hebben we 4,6 miljoen euro geïnvesteerd, hoofdzakelijk in de nieuwe productievestiging in China (3,2 miljoen euro) en in machines en uitrusting.
In 2010 hebben we 3,9 miljoen euro geïnvesteerd, hoofdzakelijk in machines en in informatietechnologie. In mei 2010 nam JENSEN-GROUP zijn distributeur in Zweden over.
We verwachten lagere kapitaaluitgaven na de investeringen in onze nieuwe productievestiging in China.
Water is een zeer gemakkelijk en snel vervoermiddel en een belangrijke voedingsbron. De eerste nederzettingen in businessregio II ontstonden dan ook langs de oevers van de rivieren. Onze voorouders zagen in dat water onmisbaar is om te overleven. We moeten die kostbare natuurlijke bron beschermen voor de komende generaties door waterbesparende wasmachines te ontwikkelen. De geautomatiseerde wasgoedverwerking in de Belgische industriële wasserij Sint- Joris is een van de vele voorbeelden van de duurzame automatiseringsprojecten van JENSEN-GROUP.
Inhoud van het Financieel Verslag
Verslag van de Raad van Bestuur 26
Resultaten 2011
Vooruitzichten 2012
Risicofactoren
Belangenconflict
Investeringen en kapitaaluitgaven
Gebruik van financiële instrumenten
Onderzoek en ontwikkeling
Verklaring Deugdelijk Bestuur
Beleid i.v.m. resultaatbestemming
Aandeelhoudersstructuur
Verkrijgen van eigen aandelen
Relatie met aandeelhouders
Commissaris
Staat van het kapitaal
Dividendvoorstel
Resultaatbestemming
Belangrijke gebeurtenissen na jaareinde
Verklaring van de verantwoorde personen 54 Verslag van de Commissaris 55 Geconsolideerde balans 60 Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat 62 Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen 64 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 66 Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 67
Het nettoresultaat van de voortgezette activiteiten van JENSEN-GROUP daalde van 8,6 miljoen euro naar 4,8 miljoen euro. Dat is voornamelijk te wijten aan de beslissing om de Zwitserse activiteiten over te brengen naar Denemarken, de iets lagere activiteitsgraad, investeringen in strategische initiatieven zoals 'Go East' en automatiseringsprojecten, alsook kostenoverschrijdingen bij bepaalde projecten. Deze resultaten werden behaald in een periode van onzekere economische omstandigheden en hevige concurrentiestrijd voor contracten en marktaandeel overal ter wereld.
Een strikte beheersing van de vaste kosten en de productiviteitswinsten hadden een positieve invloed op de resultaten maar konden de bovenvermelde negatieve factoren niet volledig compenseren.
De schommelingen in verschillende munteenheden, zoals de Australische dollar, de Zwitserse frank, de Amerikaanse dollar en de Zweedse kroon, hadden een positieve impact op onze rentabiliteit in 2011 ten bedrage van 0,4 miljoen euro.
Wat de balans betreft, is het werkkapitaal ondanks de lagere activiteitsgraad met 0,5 miljoen euro toegenomen in vergelijking met vorig jaar. De lagere resultaten en het hoge werkkapitaal brachten de nettoschulden op een hoger niveau (14,5 miljoen euro, inclusief de verdisconteerde vorderingen van 1 miljoen euro). JENSEN-GROUP respecteert de financiële ratio die met de banken werden afgesproken.
Ons gemiddeld personeelsbestand steeg in 2011 (van 1.041 naar 1.167) ten gevolge van de hierboven vermelde nieuwe initiatieven en het grotere aantal orders die we gedurende het jaar binnenhaalden.
De opbrengsten en bedrijfswinst zijn gedaald met respectievelijk 5 % en 45 % tegenover 2010. De bedrijfswinst bevat een provisie van 2,7 miljoen euro om de Zwitserse activiteiten over te brengen naar Denemarken.
Onze financiële uitgaven namen af, terwijl de rentevoeten stabiel bleven. In 2011 rapporteerde JENSEN-GROUP wisselkoerswinsten, in tegenstelling tot wisselkoersverliezen in 2010.
De bovengenoemde factoren zorgden samen voor een daling in het nettoresultaat van 3,8 miljoen euro (van 8,6 miljoen euro naar 4,7 miljoen euro).
Het orderboek is voor 47 % meer gevuld dan op 31 december 2010. Het aantal bestellingen nam gedurende het jaar in verschillende markten toe, omdat we grote projecten binnenhaalden.
De belangrijkste risicofactoren zijn grotendeels dezelfde als vorig jaar: de economische onzekerheid die een weerslag heeft op het investeringsklimaat en bijgevolg op het orderboek, de snelle veranderingen in de vraag, de volatiele wisselkoersen en de schommelende grondstof-, energie- en transportprijzen.
Wanneer de activiteiten in belangrijke mate zouden dalen, heeft dit een onmiddellijk effect op de operationele winst. Onze groep heeft 6 productievestigingen, gesitueerd in de volgende landen:
Iedere productievestiging ("PEC" of Production and Engineering Center) is gespecialiseerd in een specifiek onderdeel van het wasproces (Washroom, Flatwork, Garment Technology) of voor een specifiek soort linnen (vlak linnen, kledingstukken of speciale toepassingen zoals matten, rolhanddoeken of andere roldoeken). Onze groep beschikt ook over eigen verkoopkantoren (Sales and Service Center – of "SSC") in onze belangrijkste afzetmarkten:
Behalve de SSC's heeft JENSEN-GROUP nog vertegenwoordigers in:
Bovendien beschikt JENSEN-GROUP over een professioneel distrubutienetwerk in meer dan 40 landen.
Iedere SSC beschikt over de nodige mankracht om zowel alleenstaande machines te verkopen als een volledig sleutel-op-de-deur project uit te voeren.
Bovendien hebben we in elke PEC en SSC de nodige staffuncties om de autonome juridische entiteit te besturen. Om deze indirecte kosten te kunnen dekken hebben de verschillende entiteiten nood aan een voldoende hoog verkoopvolume. Het productievolume is afhankelijk van de activiteitsgraad en van externe factoren waarop wij geen invloed hebben. Omdat onze goederen investeringsgoederen zijn, kan het algemene internationale investeringsklimaat, in de gezondheidszorg maar vooral in de toerismesector (hotels en restaurants) en in de industriële kledingsector, een grote invloed hebben op de markt- en verkoopopportuniteiten. Een plotse terugval in de vraag naar onze producten kan niet volledig worden gecompenseerd door een vermindering van de indirecte kosten of infrastructuurkosten, en kan als dusdanig een negatieve weerslag hebben op onze activiteiten, financiële situatie en operationele resultaten.
Een belangrijk deel van het zakencijfer bestaat uit het leveren van machines en integrale systemen aan bedrijven in de sector van textielverhuur. De internationalisatie en concentratie van onze klanten in deze sector kan leiden tot een hogere afhankelijkheid van deze grotere groepen die hun eigen voorwaarden stellen.
Wij kopen voor onze producten een belangrijk aantal componenten en grondstoffen zoals roestvrij staal en andere ijzerlegeringen en aluminium panelen. De prijs en de beschikbaarheid van deze componenten en grondstoffen hangen af van vraag en aanbod op de internationale markten. In een competitieve markt bestaat er geen zekerheid dat stijgingen of dalingen van grondstofprijzen en andere kosten kunnen vlug worden omgezet in hogere verkoop- of lagere aankoopprijzen. Daarenboven kunnen we niet garanderen dat het verlies van sommige kritische leveranciers geen invloed zou hebben op de resultaten en de financiële toestand van onze activiteiten. Tot op heden dekken wij ons niet in voor de verandering in grondstofprijzen of prijzen van belangrijke componenten.
Binnen de markt van heavy-duty wasserijmachines en -systemen staan we in concurrentie met verschillende andere leveranciers. De intrede van nieuwe concurrenten of sterkere concurrentie van de bestaande marktspelers kunnen een belangrijke impact op de resultaten van onze operaties en de financiële toestand van de groep hebben.
Daarenboven kunnen we te maken krijgen met concurrentie van bedrijven buiten de VS of Europa die lagere productiekosten hebben (waaronder arbeids- of grondstofkosten). Deze concurrenten kunnen hun producten aan een lagere verkoopprijs aanbieden en dit kan een belangrijk effect hebben op onze omzet en resultaten.
Wij halen een groot deel van onze omzet uit de verkoop van onze producten en projecten aan internationale klanten. De vraag naar onze producten is afhankelijk van economische en politieke omstandigheden in de verschillende landen waarin wij leveren. Daarnaast zijn er andere risico's verbonden aan internationale handel waaronder de wisselkoersschommelingen (die een invloed kunnen hebben op de lokale verkoopprijs voor producten die voornamelijk in de eurozone worden geproduceerd). We dekken ons in voor een deel van de wisselkoersschommelingen; m.n. voor de voornaamste munten waarin we activiteiten hebben (de EUR, USD, CHF, GBP, DKK, SEK, SGD, CNY en AUD).
JENSEN-GROUP is afhankelijk van de continuïteit van werknemers die kritiek zijn voor onze activiteiten zoals ons managementteam en andere sleutelfiguren binnen ons personeelsbestand. De meeste van die werknemers hebben een contract van onbepaalde duur. Het verlies van dergelijke werknemers kan een invloed hebben op onze winstgevendheid omdat wij daardoor bepaalde kennis, ervaring of belangrijke klantenrelaties kunnen verliezen.
Door de aard van de activiteiten kan JENSEN-GROUP eventueel aansprakelijk gesteld worden voor milieuproblemen en is JENSEN-GROUP afhankelijk van veranderingen in de milieuwetgeving of de wetgeving met betrekking tot veiligheid en gezondheid.
JENSEN-GROUP is onderhevig aan uitgebreide en wijzigende lokale, nationale en internationale wetgeving met betrekking tot milieu, veiligheid en gezondheid, waaronder de wetgeving met betrekking tot uitstoot van gassen, afval, afwatering van regenwater en giftig afval. Wij kunnen eventuele schade-eisen of kosten niet voorspellen die het gevolg zouden zijn van toekomstige veranderingen in de wetgeving, met eventueel een retroactief effect. Meer stringente wetgeving kan leiden tot bijkomende kosten en investeringen die een negatieve weerslag kunnen hebben op de resultaten van onze activiteiten of onze financiële toestand.
De groep kan ook aansprakelijk gesteld worden voor milieuvervuiling (inclusief vervuiling door andere partijen) op de locaties waar de groep actief is. Als gevolg daarvan worden we af en toe betrokken in administratieve of juridische geschillen of vragen om inlichtingen met betrekking tot de milieuwetgeving. We kunnen niet uitsluiten dat dit in de toekomst nog gebeurt. We kunnen ook niet garanderen dat onze bestaande of aanvullende verzekeringen voldoende dekking bieden tegen de gevolgen hiervan. De totale kosten die hierop betrekking hebben, zouden een aanzienlijke negatieve invloed kunnen hebben op onze resultaten of financiële positie.
Milieuonderzoek en aanpassingswerken met betrekking tot onze voormalige productievestiging Cissell zijn aan de gang of gepland. Het valt niet uit te sluiten dat de Cissell-vestiging of andere vestigingen in de toekomst nog voor aanzienlijke bijkomende kosten zorgen.
Onze activiteiten leiden tot normale gevaren die ontstaan door de productie en het vervoer van heavy-duty machines en installaties. Deze gevaren kunnen leiden tot lichamelijke letsels en schade aan machines en eigendommen. Men kan dus nooit zeker zijn dat onze huidige en toekomstige activiteiten niet leiden tot schadeclaims vanwege personeelsleden of derde partijen. Daarenboven kunnen we ook worden geconfronteerd met huidige of toekomstige schade-eisen met betrekking tot veiligheid en gezondheid van werknemers en andere schade-eisen. Er bestaat geen zekerheid over het bedrag en het tijdstip van dergelijke schade-eisen. Verdere regelgeving hierover kan een invloed hebben op de manier van produceren, op de vraag naar en de kostprijs van onze producten en diensten, of kunnen leiden tot belangrijke productieproblemen, waardoor onze resultaten en financiële toestand negatief worden geaffecteerd.
De kans dat er een productaansprakelijkheidsclaim wordt ingediend is altijd reëel gezien de producten en diensten die we verkopen. Bovenop de directe kosten, zoals schadevergoedingen en gerechtskosten, lopen we het risico dat productaansprakelijkheidsclaims ons imago schaden. Er bestaat geen zekerheid dat onze bestaande verzekering of elke bijkomende verzekering mogelijke schade-eisen voldoende zal dekken. Dit kan een negatieve invloed hebben op ons resultaat en onze financiële positie.
Als bedrijf zijn we altijd partij in een of ander juridisch geschil dat ontstaat tijdens de normale uitoefening van onze activiteiten. Niettegenstaande we, naar onze mening, een goede dekking hiervoor hebben voorzien in diverse verzekeringspolissen, bestaat er toch geen enkele zekerheid dat deze ons zullen kunnen vrijwaren van toekomstige geschillen met betrekking tot materiële of persoonlijke schade, of dat dergelijke verzekeringen in de toekomst nog zullen bestaan aan economisch haalbare tarieven. Een belangrijke veroordeling ten nadele van ons, het verlies van een belangrijke vergunning, of de betaling van belangrijke boetes kunnen een negatief effect hebben op onze winstgevendheid of op onze financiële situatie en toekomstverwachtingen.
Wij zijn onderhevig aan schommelingen in de intrestvoeten. Niettegenstaande we ons op lange termijn grotendeels hebben ingedekt tegen de risico's van schommelingen van de intrestvoeten, zal een stijging van de intrestvoeten toch een negatieve weerslag hebben op het algemene investeringsklimaat en dus indirect op onze activiteiten en resultaten.
De drie belangrijkste financiële groepen waarmee JENSEN-GROUP werkt zijn Nordea, Credit Suisse en KBC. Met één van onze financiers werd een schuldratio afgesproken (eigen vermogen ratio). Deze ratio zou onze financiële mogelijkheden kunnen beperken.
Of we onze leningen kunnen afbetalen en onze geplande investeringen, onze onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten en onze capaciteitsuitbreiding kunnen financieren, hangt af van onze kasstroomgeneratie, onze toekomstige financiële resultaten en de ontwikkelingen binnen de grote financiële instellingen waarmee we werken. Deze zijn tot op zekere hoogte afhankelijk van de risicofactoren die reeds zijn vermeld.
Conform de Belgische vennootschapswetgeving dienen de leden van de Raad van Bestuur de voorzitter op te hoogte te stellen indien er een agendapunt is waarbij zij een direct of indirect belangenconflict van financiële of andere aard hebben. Ze nemen geen deel aan de vergadering, noch aan de stemming over dat punt. Dit is steeds een standaard agendapunt bij iedere Raad van Bestuur. Dit gebeurde driemaal in 2011. Een eerste belangenconflict werd vastgesteld tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur van 16 mei 2011, waarop de criteria voor onafhankelijke bestuurders werden besproken. Het tweede potentiële belangenconflict werd vastgesteld tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur van 18 augustus 2011, waarop de agenda voor een aandeelhoudersvergadering werd besproken. Het derde potentiële belangenconflict werd vastgesteld tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur van 13 oktober 2011, waarop een oproep werd gedaan voor een buitengewone aandeelhoudersvergadering en een voorstel werd ingediend voor de hernieuwing van de autorisatie om aandelen terug te kopen en het kapitaal te verhogen onder toegestaan kapitaal.
"Op 16 mei 2011 om 11.00 uur vergaderde de Raad van Bestuur van JENSEN-GROUP N.V. in het hoofdkantoor van het bedrijf, Bijenstraat 6, 9051 Sint-Denijs-Westrem, België.
Dhr. Decaluwé trad op als voorzitter. Dhr. Vanderhaeghe trad op als secretaris. De voorzitter wees erop dat de vergadering was aangekondigd via een brief gedateerd op 10 mei 2011, dat alle bestuurders aanwezig waren en dat de vergadering geldig was samengesteld. Dan stelde de voorzitter voor om tijdens de vergadering de volgende onderwerpen te behandelen.
De voorzitter herinnerde de leden van de Raad van Bestuur aan hun fiduciaire plicht met betrekking tot belangenconflicten en aan de toepasselijke statutaire bepalingen dienaangaande conform de Belgische vennootschapswetgeving. In antwoord op een vraag van de voorzitter bevestigden alle aanwezige leden van de Raad van Bestuur dat geen enkel punt op de huidige agenda aanleiding gaf tot een belangenconflict.
De voorzitter deelde de Raad van Bestuur mee dat hij en de andere onafhankelijke bestuurders een belangenconflict hadden met betrekking tot het agendapunt over corporate governance en de status van de onafhankelijke bestuurder. De voorzitter verwees naar een brief dienaangaande die gedateerd is op 12 mei 2011, geadresseerd is aan de heer Jørn Munch Jensen en aan de statutaire auditor van het bedrijf en overhandigd is aan de secretaris voor toevoeging aan de verslagen van de Raad van Bestuur. De voorzitter en de heren Van Nevel en Werdelin bevestigden daarop dat ze zich zouden onthouden van de bespreking en de stemming over betreffend agendapunt.
…
De voorzitter wees de leden van de Raad van Bestuur op het memorandum van de raadsman over dit onderwerp gedateerd op 10 mei 2011, dat werd toegevoegd aan de aankondiging van de vergadering, en lichtte dan kort de kwestie toe voor de structuur van de Raad van Bestuur van JENSEN-GROUP.
Op voorstel van de voorzitter besprak de secretaris in extenso de positie van de Raad van Bestuur met betrekking tot de nieuwe criteria voor onafhankelijke bestuurders, die worden uiteengezet in de Corporate Governance Code 2009 en die in België werden opgenomen in recent aangenomen wetgeving. De heer Vanderhaeghe herinnerde eraan dat de Raad van Bestuur op zijn vergadering van 18 mei 2009 en op advies van de raadsman gekozen had voor een ruime interpretatie van die criteria, in tegenstelling tot een strikte interpretatie die eerst werd toegepast en die aanleiding had gegeven tot een buitengewone aandeelhoudersvergadering in januari 2009. Verder deelde de heer Vanderhaeghe de Raad van Bestuur mee dat, als de Raad zou kiezen voor een ruime interpretatie van de toepasselijke wettelijke bepaling in globo, The Marble bvba en zijn vertegenwoordiger, de heer Luc Van Nevel, volgens de nieuwe richtlijnen zouden kwalificeren als onafhankelijk bestuurder tot mei 2012 en niet tot mei 2011. De heer Vanderhaeghe verwees daarop naar de bespreking van de Raad van Bestuur over het belangenconflict bij het begin van de vergadering en de verklaring gegeven door de heren Decaluwé, Van Nevel en Werdelin betreffende de aard en de impact van hun belangenconflict. De heer Jørn Munch Jensen, optredend als tijdelijke voorzitter op unaniem verzoek van de Raad van Bestuur, verzocht de vergadering om de volgende beslissing te nemen:
"De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen, doch met uitzondering van Gobes Comm. V., handelend door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Raf Decaluwé, The Marble bvba, handelend door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Luc Van Nevel en de heer Hans Werdelin, die zich onthouden van de bespreking en stemming, om de nieuwe criteria betreffende onafhankelijkheid van bestuurders te interpreteren op een wijze waarbij de inhoudelijke vereisten primeren op de vormelijke en waarbij de termijn voor de kwalificatie van onafhankelijkheid in de zin van artikel 526ter, 2° van Het Wetboek van Vennootschappen wordt beperkt tot 12 jaar en dit ongeacht het aantal mandaten; besluit verder dat in het licht van voormelde interpretatie, The Marble bvba als onafhankelijk bestuurder wordt beschouwd tot en met de algemene vergadering in mei 2012."
…
Aangezien er geen andere punten moesten worden besproken, werd de vergadering gesloten om 13.15 uur."
"Op 18 augustus 2011 om 11.00 uur hield de Raad van Bestuur van JENSEN-GROUP N.V. een vergadering in het hoofdkantoor van het bedrijf in Bijenstraat 6, 9051 Sint-Denijs-Westrem, België.
De heer Decaluwé trad op als voorzitter. De heer Vanderhaeghe trad op als secretaris. De voorzitter wees erop dat de vergadering was aangekondigd via een brief gedateerd op 11 augustus 2011, dat alle bestuurders aanwezig waren en dat de vergadering geldig was samengesteld. Dan stelde de voorzitter voor om tijdens de vergadering de volgende onderwerpen te behandelen.
De voorzitter herinnerde de leden van de Raad van Bestuur aan hun fiduciaire plicht met betrekking tot belangenconflicten en aan de toepasselijke statutaire bepalingen dienaangaande conform de Belgische vennootschapswetgeving. In antwoord op een vraag van de voorzitter bevestigden alle aanwezige leden van de Raad van Bestuur, op twee leden na, dat geen enkel punt op de huidige agenda aanleiding gaf tot een belangenconflict. De heren Jørn Munch Jensen en Jesper Munch Jensen, optredend als vertegenwoordiger van SWID A.G., deelden daarop de Raad van Bestuur mee dat ze een belangenconflict hadden met betrekking tot het agendapunt over het terugkopen van aandelen in het kader van de voorgestelde bespreking over de agenda van een buitengewone aandeelhoudersvergadering. De secretaris wees de Raad van Bestuur op een brief dienaangaande die gedateerd is op 17 augustus 2011, geadresseerd is aan de voorzitter en de statutaire auditor van het bedrijf en overhandigd is aan de secretaris voor toevoeging aan de verslagen van de Raad van Bestuur. De heren Jørn Munch Jensen en Jesper Munch Jensen bevestigden daarop dat ze zich zouden onthouden van de bespreking en de stemming over betreffend agendapunt. …
Refererend aan de mededeling van een potentieel belangenconflict door twee leden van de Raad van Bestuur bij het begin van de vergadering verzocht de voorzitter de heer Schalch om aan de Raad van Bestuur toelichting te geven bij de presentatie over de terugkoop van aandelen, die was toegevoegd aan de aankondiging van de vergadering. Na de presentatie door de heer Schalch besprak de Raad van Bestuur de kwestie van terugbetaling van kapitaal aan aandeelhouders, inclusief een mogelijke herinvoering van het vorige aandelen-terugkoopprogramma dat in oktober 2009 verliep. De Raad van Bestuur bekeek en besprak eveneens kort mogelijke punten voor de agenda van een buitengewone aandeelhoudersvergadering. Ter afronding van betreffende bespreking bevestigde de voorzitter dat de Raad van Bestuur zich op dat moment onthield van het nemen van een beslissing en dat het management werd opgedragen om ter goedkeuring van de Raad van Bestuur een agenda voor te bereiden voor een buitengewone aandeelhoudersvergadering, die niet later dan op 31 december 2011 diende door te gaan. De voorzitter bevestigde verder dat derhalve een speciale vergadering van de Raad van Bestuur zou worden belegd op 13 oktober 2011. …
Aangezien er geen andere punten moesten worden besproken, werd de vergadering gesloten om 15.15 uur."
"Op 13 oktober 2011 om 9.00 uur hield de Raad van Bestuur van JENSEN-GROUP N.V. een vergadering via telefoonconferentie waarbij alle deelnemers elkaar konden horen.
De heer Decaluwé trad op als voorzitter. De heer Vanderhaeghe trad op als secretaris. De voorzitter wees erop dat de vergadering was aangekondigd via e-mail gedateerd op 6 oktober 2011, dat alle bestuurders aanwezig waren en dat de vergadering geldig was samengesteld. Dan stelde de voorzitter voor om tijdens de vergadering de volgende onderwerpen te behandelen.
De voorzitter deelde de leden van de Raad van Bestuur mee dat hij van de heren Jørn Munch Jensen en Jesper Munch Jensen, de laatste optredend als vertegenwoordiger van SWID A.G., een bericht had ontvangen met betrekking tot een belangenconflict betreffende een agendapunt op de voorgestelde agenda van een buitengewone aandeelhoudersvergadering. De secretaris wees de Raad van Bestuur op een brief dienaangaande die gedateerd is op 7 oktober 2011, geadresseerd is aan de voorzitter en de statutaire auditor van het bedrijf en overhandigd is aan de secretaris voor toevoeging aan de verslagen van de Raad van Bestuur. Hij bevestigde dat de heren Jørn Munch Jensen en Jesper Munch Jensen zich zouden onthouden van de bespreking en de stemming over betreffend agendapunt.
Na een kort overzicht door de voorzitter van de agendapunten en de verschillende documenten met betrekking tot die agendapunten die aan de leden van de Raad van Bestuur werden bezorgd, verzocht de voorzitter om een beslissing te nemen over de agendapunten waarvoor de goedkeuring van de Raad van Bestuur vereist was. Na bespreking kwam de Raad van Bestuur tot de volgende beslissing.
…
Refererend aan de aankondiging van een potentieel belangenconflict door twee leden van de Raad van Bestuur bij het begin van de vergadering verzocht de voorzitter de secretaris om de presentatie dienaangaande, die aan de aankondiging van de vergadering was toegevoegd, voor de Raad van Bestuur toe te lichten, en het ontwerp van bijzonder verslag, dat werd opgemaakt en voorgelegd ter goedkeuring overeenkomstig de toepasselijke vennootschapswetgeving betreffende het gebruik van geautoriseerd kapitaal, nader te verklaren. Na de presentatie door de heer Vanderhaeghe besprak de Raad van Bestuur de kwestie en behandelden de leden van de Raad van Bestuur kort de agendapunten voor de buitengewone aandeelhoudersvergadering. Ter afronding van betreffende bespreking verzocht de voorzitter om een beslissing en de Raad van Bestuur nam de volgende beslissing:
"De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen, maar met uitzondering van de heren Jørn Munch Jensen and Jesper Munch Jensen die zich onthouden van de beraadslaging en de stemming, tot goedkeuring van het Bijzonder Verslag van de Raad van Bestuur dat werd opgemaakt bij toepassing van de artikelen 603, 604 en 609 van het Wetboek van Vennootschappen en waarvan het ontwerp ter zitting werd voorgelegd; besluit verder tot het bijeenroepen van een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders welke zal doorgaan op 30 november 2011 en met de agenda welke op onderhavige vergadering werd voorgelegd; besluit verder om aan de Secretaris opdracht te geven het getekend exemplaar van het Bijzonder Verslag bij de notulen van onderhavige vergadering te voegen."
…
Aangezien er geen andere punten moesten worden besproken, werd de vergadering gesloten om 9.20 uur."
Onze investeringen in 2011 bedroegen in totaal 4,6 miljoen euro (3,9 miljoen euro in 2010). Het betrof voornamelijk de nieuwe productievestiging in China en machines en uitrusting.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is de politiek van de groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Om de wisselrisico's in te dekken waren er op 31 december 2011 voor 14,1 miljoen euro aankoopverplichtingen en voor 14,9 miljoen euro verkoopverplichtingen. Daarnaast had de onderneming een aantal interest rate swaps afgesloten voor 0,9 miljoen euro, 1,5 miljoen USD, 4 miljoen CHF en 26,0 miljoen DKK met vervaldagen van 2011 tot 2024 en vaste rente tussen de 0,69 % en 5,04 %.
JENSEN-GROUP doet geen fundamenteel onderzoek, maar streeft daarentegen naar een voortdurende ontwikkeling van haar bestaande producten. De kosten hieraan gerelateerd, bedroegen 5,9 miljoen euro in 2011 (5,2 miljoen euro in 2010). De kosten voor ontwikkeling worden niet geactiveerd. Het is immers moeilijk om een onderscheid te maken tussen productontwikkelingen en specifieke aanpassingen en om de toekomstige kasstromen als gevolg van deze inspanningen te beoordelen. Aangezien de kosten voor ontwikkeling vrij stabiel zijn en een continu proces zijn, heeft JENSEN-GROUP ervoor gekozen om deze kosten niet te activeren maar onmiddellijk als kost te boeken.
JENSEN-GROUP (hierna ook "de groep" genoemd) beschouwt de Belgische Corporate Governance Code in de herziene versie van 2009 als referentiecode. De Code van 2009 is beschikbaar op www.corporategovernancecommittee. be. De groep heeft de Belgische Corporate Governance Code sinds 2004 geïmplementeerd. Hierbij werden de belangrijkste verplichtingen en ontwikkelingen in de Code opgelijst, en werd geëvalueerd in welke mate JENSEN-GROUP hieraan reeds voldoet. Naar ons beste weten en overtuiging beantwoordt JENSEN-GROUP aan de Corporate Governance Code.
Bovenvermelde evaluatie resulteerde in de formalisering, goedkeuring en publicatie van volgende charters door de Raad van Bestuur van JENSEN-GROUP:
Deze charters zijn beschikbaar op onze website www.jensen-group.com onder de hoofding Investor Relations/Deugdelijk Bestuur. De charters worden geregeld herbekeken en aangepast door de Raad van Bestuur. Ze vormen een dagelijkse realiteit voor de Raad van Bestuur en de comités en ze beantwoorden naar ons beste weten en overtuiging aan de Code.
Volgens het 'pas toe of leg uit'-principe ('comply or explain') kan de onderneming van de Code afwijken als ze de redenen voor een dergelijke afwijking naar behoren toelicht. Die redenen kunnen te maken hebben met de aard, organisatie en/of grootte van de onderneming. Op basis van een interne risicoanalyse en gezien de omvang van de activiteiten, heeft JENSEN-GROUP de interne auditfunctie uitbesteed aan een externe partij. JENSEN-GROUP heeft geen interne auditor om de volgende redenen:
Het Auditcomité van JENSEN-GROUP heeft beslist dat het niet nodig is om een eigen interne auditfunctie op te richten. In samenspraak met de externe auditor en op basis van een risico-analyse heeft het Auditcomité een intern auditplan uitgewerkt en doet het voor specifieke interne audits een beroep op een onafhankelijke externe auditbureau. Die aanpak wordt beschouwd als zijnde doeltreffender dan de oprichting van een eigen interne auditfunctie. Het Auditcomité kan interne audits uitbesteden aan een lokaal competent auditbureau.
De informatie in het Corporate Governance Charter wordt gegeven 'as is' en is enkel bedoeld ter verklaring. De aanbevelingen en richtlijnen in het charter zijn een aanvulling bij en niet bedoeld als wijziging of interpretatie van enige wet- of regelgeving, de oprichtingsakte of de statuten van de onderneming. Door dit charter met bijlagen en eventuele subcharters aan te nemen, aanvaardt de onderneming geen enkele verplichting, contractueel of eenzijdig engagement. De charters dienen als leidraad voor de dagelijkse activiteiten van de onderneming. De competenties en taken die worden toegekend aan de Raad van Bestuur dienen te worden geïnterpreteerd als machtigingsclausules, niet als verplichte regels of dwingende gedragslijnen.
Overeenkomstig de bepalingen inzake corporate governance in de wetgeving van 17 december 2008 en in de zogenoemde corporate governance wet van 6 april 2010 (hierna "de wet" genoemd) heeft JENSEN-GROUP een risicobeheersings- en intern controlesysteem ontwikkeld en ingevoerd.
De hiernavolgende beschrijving van de risicobeheersing en interne controle is gebaseerd op het Integrated Internal Control Framework en het Enterprise Risk Management Framework, gepubliceerd door het Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO).
De Raad van Bestuur controleert via het Auditcomité de correcte werking van het risicobeheersings- en intern controlesysteem. De Raad van Bestuur heeft het Executive Management Team de opdracht gegeven een risicobeheersingsproces en een intern controlesysteem op te zetten en over beide processen op geregelde tijdstippen te rapporteren aan de Raad van Bestuur.
Met de hulp van een externe consultant heeft het Executive Management Team een risicomap opgemaakt waarin de financiële, operationele, strategische en wettelijke risico's worden beschreven. Die risicomap werd in 2008 voor het eerst opgesteld en wordt regelmatig bijgewerkt. De map bepaalt enerzijds de waarschijnlijkheid dat de verschillende risico's zich werkelijk voordoen en bepaalt anderzijds de gevolgen voor de jaarrekening evenals de maatregelen om de blootstelling aan de risico's te verminderen. Het Executive Management Team heeft de bevindingen op het vlak van risicobeheersing voorgelegd aan het Auditcomité en aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bespreekt de belangrijkste risico's met het management op een 'as needed'-basis, maar minstens eenmaal per jaar.
Het Executive Management Team bericht elk kwartaal over een aantal risicogebieden die het team waarneemt. Het Executive Management Team onderzoekt die risico's dan opnieuw en bepaalt acties om de risico's te verminderen. Bovendien bekijkt het Executive Management Team verschillende manieren om de risico's over te dragen naar derde partijen in de gebieden waar het bedrijf blootgesteld blijft aan een materieel risico.
De Raad van Bestuur en het Executive Management Team hebben het algemeen Beleid voor Bedrijfsethiek (hierna "het beleid" genoemd) van JENSEN-GROUP goedgekeurd en ingevoerd. Het beleid beschrijft de missie en de ethische waarden van JENSEN-GROUP; het beschrijft de gedragscode en de transacties die zijn toegestaan tussen JENSEN-GROUP en derde partijen, in zoverre die transacties niet geregeld worden door de wettelijke voorzieningen inzake belangenconflicten. Alle bedrijven van JENSEN-GROUP dienen het algemeen Beleid voor Bedrijfsethiek van JENSEN-GROUP in te voeren. Het beleid wordt dan ook behandeld in elk opleidingsprogramma dat het bedrijf organiseert. Het beleid is beschikbaar op de website van het bedrijf www.jensen-group.com onder de hoofding Investor Relations/Deugdelijk Bestuur.
JENSEN-GROUP bestaat uit verschillende entiteiten die strikt worden beheerd door lokale managementteams. Het hoofdkantoor van JENSEN-GROUP houdt op zijn beurt toezicht op de lokale managementteams door elk kwartaal operationele en financiële evaluaties uit te voeren. Bovendien evalueert ook het Group Control & Reporting-team van de groep de verschillende entiteiten elk kwartaal.
JENSEN-GROUP houdt toezicht op zijn activiteiten met de bedoeling een bepaald niveau van ROCE (Return on Capital Employed) te bereiken.
Alle IFRS-boekhoudprincipes, -richtlijnen en -interpretaties zijn samengebracht in de accounting manual die deel uitmaakt van de procedures en richtlijnen van JENSEN-GROUP. De procedures en richtlijnen van JENSEN-GROUP zijn beschikbaar op het JENSEN-intranet en toegankelijk voor alle lokale managers en kaderleden van de groep. De manual wordt regelmatig bijgewerkt. Op vraag van het management en/of het Auditcomité worden bijkomende rapporten opgesteld, die indien nodig worden toegevoegd aan de accounting manual.
De financiële managers van de groep komen op geregelde tijdstippen samen. Tijdens een dergelijk seminarie worden de financiële managers ingelicht over relevante wijzigingen van de IFRS-regels. Er wordt op een 'as needed'-basis opleiding voorzien om ervoor te zorgen dat de wijzigingen correct worden toegepast.
De meeste bedrijven van de groep gebruiken hetzelfde ERP-systeem. Alle bedrijven van de groep gebruiken dezelfde software voor de financiële rapportering voor consolidatiedoeleinden.
Het Executive Management Team heeft na overleg met het Auditcomité vanaf 2009 een intern controlesysteem ingevoerd om redelijke zekerheid te verschaffen omtrent de betrouwbaarheid van de financiële rapportering en de jaarrekening die ter beschikking worden gesteld van externen. Het lokale management heeft dat interne controlesysteem eveneens ingevoerd.
Het Group Control & Reporting-team evalueert elk kwartaal alle financiële gegevens die worden doorgegeven voor consolidatie, op correctheid, consistentie en afwijkingen van het budget en de toelichtingen om ervoor te zorgen dat de gerapporteerde gegevens correct zijn. Het Executive Management Team zorgt dan voor een degelijke opvolging en acties bij afwijkingen van het budget.
De evaluaties tijdens de Business Board reviews worden elk kwartaal uitgevoerd om toezicht uit te oefenen. De interne evaluaties omvatten een financiële evaluatie die zich specifiek richt op belangrijke P&L- en BS-gerelateerde wijzigingen en op afwijkingen van budgetten, evenals op de consistentie inzake de toepassing van IFRS-regels. Het interne controlesysteem wordt elk kwartaal herzien.
Het management houdt voortdurend toezicht op de interne controle. De prestaties van de individuele bedrijven wordt gemeten en vergeleken met de budgetten en de cijfers van voorbije jaren. Daarbij kunnen onregelmatigheden aan het licht komen die wijzen op een fout in de controle. Die fouten worden onmiddellijk hersteld.
Alle bedrijven van JENSEN-GROUP werken met hetzelfde auditbureau, en de belangrijke risicofactoren worden consistent geëvalueerd in de externe audits van de verschillende dochterondernemingen. De externe auditor rapporteert tweemaal per jaar aan het Auditcomité over zijn bevindingen en belangrijke problemen.
Relevante resultaten uit de interne audit (die zoals hierboven beschreven wordt uitbesteed) en/of relevante bevindingen van de statutaire auditor worden gerapporteerd zowel aan het Auditcomité als aan het betrokken management. Er wordt periodiek opgevolgd of corrigerende maatregelen werden genomen.
Alle relevante informatie wordt voorgelegd aan het Auditcomité en aan de Raad van Bestuur zodat zij de jaarrekening kunnen analyseren. Vooraleer er extern wordt gerapporteerd, worden alle persberichten en andere financiële informatie
Het Auditcomité van JENSEN-GROUP heeft beslist dat het niet nodig is om een eigen interne auditfunctie op te richten. In samenspraak met de externe auditor en op basis van een risico-analyse heeft het Auditcomité een intern auditplan uitgewerkt en doet het voor specifieke interne audits een beroep op een onafhankelijk extern auditbureau. Die aanpak wordt beschouwd als zijnde doeltreffender dan de oprichting van een eigen interne auditfunctie. Het Auditcomité kan interne audits uitbesteden aan een lokaal competent auditbureau.
De interne auditfunctie is uitbesteed aan een onafhankelijk extern auditbureau. Tijdens boekjaar 2011 voerde het auditbureau een interne audit uit bij JENSEN France. De resultaten van die audit werden besproken tijdens de vergadering van het Auditcomité op 16 november 2011.
Group Control verschaft het management transparante en betrouwbare informatie op een manier en binnen een tijdsbestek dat hen in staat stelt hun verantwoordelijkheden doeltreffend uit te voeren.
Group Control stelt elk jaar in overleg met de Raad van Bestuur en het Executive Management Team een kalender op voor de financiële rapportering. Die financiële kalender moet ervoor zorgen dat er correct en tijdig wordt gerapporteerd.
In het eerste en derde kwartaal wordt een tussentijdse verklaring gepubliceerd. In het midden van het jaar wordt beknopte geconsolideerde tussentijdse informatie vrijgegeven en op het einde van het jaar wordt het volledige jaarverslag gepubliceerd. Vooraleer er extern wordt gerapporteerd, worden alle persberichten en andere financiële informatie degelijk gecontroleerd door het hoofdkantoor van JENSEN-GROUP, geëvalueerd door het Auditcomité en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
De leden van de Raad van Bestuur worden door de aandeelhouders bij eenvoudige meerderheid aangesteld tijdens de aandeelhoudersvergadering.
De statuten voorzien in de mogelijkheid van benoeming via coöptatie. Bij coöptatie is er sprake van een overgangsregeling waarbij de bestuurder het mandaat overneemt van een uittredende bestuurder in plaats van zelf een nieuw mandaat op te nemen. Daarom wordt de overgangsperiode niet in aanmerking genomen als een mandaat in de evaluatie van de onafhankelijkheidscriteria als de vennootschap het totaal aantal jaren als lid van de Raad van Bestuur bekijkt.
Volgens de statuten moet de Raad van Bestuur samengesteld zijn uit minstens drie en hoogstens elf leden. Het mandaat van de bestuurders loopt voor maximum vier jaar.
De statuten zijn aangevuld met het charter van de Raad van Bestuur. Dit charter bepaalt de taken en verantwoordelijkheden en zal op geregelde tijdstippen herbekeken worden. Het charter omvat vier hoofdstukken:
Voor verdere gegevens verwijzen we naar het hoofdstuk Investor Relations/Deugdelijk Bestuur op onze website www.jensen-group.com.
Zoals in het verleden wordt er bij JENSEN-GROUP naar gestreefd om binnen de Raad van Bestuur een evenwicht te vinden in het profiel van de verschillende leden wat betreft hun achtergrond en ervaring. Er is een evenwicht tussen uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders, bestuurders die aandeelhouders vertegenwoordigen en onafhankelijke bestuurders evenals in de professionele achtergrond en het geslacht van de bestuurders. De meeste leden van de Raad van Bestuur hebben geen banden met de controlerende aandeelhouders van het bedrijf.
De samenstelling van de Raad van Bestuur van JENSEN-GROUP, de aanwezigheid van de individuele leden van de Raad van Bestuur en hun vergoedingen zijn als volgt:
| Naam | Onafhankelijk | Functie | Einde | Aanwezigheid Raad van bestuur |
Comités | Aanwezigheid Vergoeding comités |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Jørn Munch Jensen1 | Bestuurder | 2013 | 100% | 31.000 | |||
| GOBES c.v.2 | V | Voorzitter | 2012 | 100% | AC | 100% | 94.000 |
| vertegenwoordigd door Raf Decaluwé | RC | 100% | |||||
| Hans Werdelin2 | V | Bestuurder | 2012 | 100% | RC | 100% | 43.000 |
| The Marble b.v.b.a.2 | V | Bestuurder | 2012 | 100% | AC | 100% | 56.500 |
| vertegenwoordigd door Luc Van Nevel | RC | 100% | |||||
| SWID AG3 | CEO | 2013 | 100% | ||||
| vertegenwoordigd door | |||||||
| Jesper Munch Jensen | |||||||
| TTP b.v.b.a.4 | Bestuurder | 2013 | 100% | AC | 100% | 44.500 | |
| vertegenwoordigd door Erik Vanderhaegen | |||||||
| Christoph Ansorge5 | V | Bestuurder | 2015 | 100% | 8.250 | ||
| Totaal | 277.250 | ||||||
| Secretaris | |||||||
| Werner Vanderhaeghe | Secretaris | 33.600 | |||||
| 1: Niet-uitvoerend bestuurder, vertegenwoordiger van de meerderheidsaandeelhouder | |||||||
| 2: Niet-uitvoerend bestuurder | |||||||
| 3: Uitvoerend bestuurder | |||||||
| 4: Niet-uitvoerend, niet onafhankelijk bestuurder, CFO tot 29 juni 2007 | |||||||
| 5: Niet-uitvoerend bestuurder, benoemd tijdens de Buitengewone Algemene Vergadering van 30 november 2011 |
AC: Auditcomité
RC: Remuneratiecomité
Van links onderaan: Jørn Munch Jensen, Erik Vanderhaegen, Werner Vanderhaeghe, Christoph Ansorge, Hans Werdelin, Luc Van Nevel
Van rechts onderaan: Raf Decaluwé, Jesper Munch Jensen
Jørn Munch Jensen is stichter van de JENSEN-GROUP.
Gobes Comm. V., vertegenwoordigd door Raf Decaluwé, die de voormalige algemeen directeur van Bekaert nv/ sa. is. Dhr. Decaluwé bekleedde senior functies bij Black&Decker en Fisher Price Toys vooraleer Bekaert te vervoegen. Dhr. Decaluwé is bestuurder bij verschillende vennootschappen.
Hans Werdelin is de voormalige algemeen directeur van Sophus Berendsen A/S. Dhr. Werdelin is voorzitter en bestuurder bij meerdere ondernemingen.
TTP bvba, vertegenwoordigd door Erik Vanderhaegen, die de voormalige CFO van JENSEN-GROUP is en momenteel Managing Director is bij NIBC Bank nv. Voordien was dhr. Vanderhaegen M&A-manager bij Univeg nv/sa en manager van de afdeling fiscaliteit, audit, fusies en overnames bij Bekaert nv/sa.
SWID A.G., vertegenwoordigd door Jesper Munch Jensen, is de CEO van JENSEN-GROUP. Vanaf mei 2010 is Jesper M. Jensen de permanente vertegenwoordiger van SWID AG.
The Marble bvba, vertegenwoordigd door Luc Van Nevel, die de voormalige voorzitter en algemeen directeur van Samsonite Corporation is. Dhr. Van Nevel is voorzitter en bestuurder bij verschillende ondernemingen.
Christoph Ansorge is vicepresident bij Agfa-Gevaert en bestuurslid van de Agfa-Gevaert Aktiengesellschaft für Altersversorgung. Hij bekleedde senior functies in Strategy, Finance & Administration en Operations binnen de Agfa-Gevaert Groep. Voordien was hij manager bij Bayer AG Duitsland.
Werner Vanderhaeghe is advocaat en senior counsel bij het advocatenkantoor Morgan, Lewis & Bockius LLP in Brussel en Frankfurt. Dhr. Vanderhaeghe is de voormalige General Counsel van de Bekaert Groep en de voormalige secretaris en General Counsel van de Agfa-Gevaert Groep. Dhr. Vanderhaeghe praktiseerde in Brussel en New York bij Cleary, Gottlieb, Steen & Hamilton LLP en bij White & Case LLP.
De Raad van Bestuur kwam in 2011 zevenmaal samen,. Volgende onderwerpen kwamen aan bod:
Afhankelijk van de onderwerpen op de agenda, werden leden van het managementteam uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad van Bestuur en op de vergaderingen van de comités van de Raad van Bestuur. De Raden van Bestuur en de comitévergaderingen worden gehouden in aanwezigheid van dhr. Werner Vanderhaeghe, die in mei 2009 werd aangesteld als secretaris en ook in die functie optreedt.
De Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur voeren regelmatig een zelfevaluatie uit om na te gaan of de Raad van Bestuur en de Comités goed functioneren. Daarbij vullen alle leden een vragenlijst in. De secretaris maakt een samenvatting van de individuele resultaten, trends en aantekeningen. De resultaten, trends en aantekeningen worden besproken tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar wat de Raad van Bestuur en de Comités bijdragen aan de vennootschap en meer specifiek naar gebieden waarin de Raad van Bestuur of het executive management menen dat de Raad van Bestuur of de Comités verbeteringen kunnen doorvoeren. Plannen tot verbetering worden opgesteld en uitgevoerd.
De bijdrage van de individuele leden van de Raad van Bestuur wordt voortdurend en op een informele manier geëvalueerd tijdens de vergaderingen van de Raad van Bestuur.
In 2010 voerde de Raad van Bestuur een zelfevaluatie uit. De resultaten van de zelfevaluatie van de Raad van Bestuur en de voorgestelde plannen tot verbetering werden voorgesteld en besproken tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur op 10 maart 2010.
Het Remuneratiecomité bestaat uit GOBES Comm.V. vertegenwoordigd door dhr. Raf Decaluwé, die voorzitter is, en dhr. Hans Werdelin en The Marble bvba, vertegenwoordigd door dhr. Luc Van Nevel. Alle leden van het comité kwalificeren als onafhankelijke bestuurders. Het Remuneratiecomité vergaderde driemaal tijdens 2011. Het comité analyseerde en besprak de vergoeding en de bonussen van het Executive Management Team van de groep en deed een voorstel omtrent de benoeming van een nieuw lid van de Raad van Bestuur. Het comité evalueerde eveneens of de leden van de Raad van Bestuur adequaat worden vergoed.
In 2011 voerde het Remuneratiecomité een zelfevaluatie uit. De resultaten van de zelfevaluatie van het Remuneratiecomité en de voorgestelde plannen tot verbetering werden voorgesteld en besproken tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur op 16 november 2011. Er werd het comité onder meer aangeraden om meer aandacht te schenken aan successieplanning.
Het Remuneratiecomité gebruikt zijn charter als referentie. Voor het charter van het Remuneratiecomité verwijzen we naar onze website www.jensen-group.com onder het hoofdstuk Investor Relations/Deugdelijk Bestuur. Het charter bevat volgende onderwerpen:
Het Auditcomité bestaat uit The Marble bvba, vertegenwoordigd door dhr. Luc Van Nevel, die voorzitter is, GOBES Comm.V., vertegenwoordigd door dhr. Raf Decaluwé, en TTP bvba, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen. Twee leden van het Auditcomité kwalificeren als onafhankelijke bestuurders.
Tijdens 2011 kwam het Auditcomité viermaal samen. Twee vergaderingen werden gehouden in de aanwezigheid van de externe auditor PWC vertegenwoordigd door dhr. Raf Vander Stichele tot 17 mei 2011. Sindsdien vervangt dhr. Filip Lozie dhr. Raf Vander Stichele als permanente vertegenwoordiger van PWC. De onderwerpen op de agenda van het Auditcomité waren:
In 2010 voerde het Auditcomité een zelfevaluatie uit om na te gaan of het comité goed functioneert. De resultaten van de zelfevaluatie van het Auditcomité en de voorgestelde plannen tot verbetering werden voorgesteld en besproken tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur op 16 november 2011.
Het Auditcomité gebruikt het charter als referentiekader. Voor het charter van het Auditcomité verwijzen we naar onze website www.jensen-group.com onder het hoofdstuk Investor Relations/Deugdelijk Bestuur. Het charter bevat volgende onderwerpen:
Het management is aanwezig op een deel van het Auditcomité, maar bij iedere meeting vergaderen de externe auditor en de leden van het Auditcomité ook afzonderlijk.
Conform de vennootschapswetgeving dienen de leden van de Raad van Bestuur de voorzitter op te hoogte te stellen indien er een agendapunt is waarbij zij een belangenconflict, direct of indirect, van financiële of andere aard, hebben. Ze nemen geen deel aan de vergadering, noch aan de stemming over dat punt. De voorzitter en de Raad zien erop toe dat er geen potentiële belangenconflicten zijn die niet binnen de definitie van de vennootschapswet vallen. Op elke vergadering van de Raad van Bestuur wordt standaard nagegaan of er een potentieel belangenconflict is.
Er waren drie potentiële belangenconflicten in 2011. Een eerste belangenconflict werd vastgesteld tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur van 16 mei 2011, waarop de criteria voor onafhankelijke bestuurders werden besproken. Het tweede mogelijke belangenconflict werd vastgesteld tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur van 18 augustus 2011, waarop de agenda voor een aandeelhoudersvergadering werd besproken. Het derde mogelijke belangenconflict werd vastgesteld tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur van 13 oktober 2011, waarop een oproep werd gedaan voor een buitengewone aandeelhoudersvergadering en een voorstel werd ingediend voor de hernieuwing van de autorisatie om aandelen terug te kopen en het kapitaal te verhogen onder toegestaan kapitaal. De notulen van deze vergaderingen zijn daarom opgenomen in het verslag van de Raad van Bestuur.
Bij twijfel wordt er aan de betrokken bestuurder of manager een geschreven nota gevraagd, waarin de reden van afwezigheid van belangenconflict wordt toegelicht.
Om te vermijden dat bevoorrechte informatie door bestuurders of door leden van het management op onwettige wijze zou worden aangewend, hebben alle betrokken leden een protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis ondertekend.
De vennootschap voorziet twee periodes waarin de handel in aandelen van de vennootschap beperkt wordt voor bestuurders, leden van het Executive Management Team of leden van het lokale managementteam. Het betreft de periode tussen midden januari en de bekendmaking van de jaarresultaten en de periode tussen midden juli en de bekendmaking van de halfjaarlijkse resultaten.
Alle aandelentransacties dienen door de Compliance Officer te worden goedgekeurd vooraleer ze kunnen plaatsvinden.
Per kwartaal moeten alle bestuurders en leden van het Executive Management Team elke handel in JENSEN-GROUPaandelen aan de Compliance Officer rapporteren. Op 31 december 2011 hadden de leden van de Raad van Bestuur en de leden van het managementteam 11.710 aandelen. Er zijn geen warrants.
Tijdens de Raad van Bestuur van 16 maart 2011 werd Scarlet Janssens formeel benoemd als Compliance Officer van JENSEN-GROUP nv.
Het protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis is opgenomen in het charter van de Raad van Bestuur. Deze charters zijn beschikbaar op onze website www.jensen-group.com onder de hoofding Investor Relations/Deugdelijk Bestuur.
In 2005 werd aan de statuten een bepaling toegevoegd waardoor de Raad van Bestuur de machtiging heeft om zijn dagelijkse managementbevoegdheden over te dragen aan een uitvoerend comité conform artikel 524 bis van de Belgische vennootschapswet. De Raad van Bestuur heeft hiervan nog geen gebruik gemaakt.
In 2009 werd een Executive Management Team aangesteld dat bestaat uit de Chief Executive Officer (CEO), de Chief Financial Officer (CFO), de Executive VP Business Development, de Executive VP Operations en de Executive VP Sales. De CEO leidt de vergaderingen van het Executive Management Team.
Het Executive Management Team is verantwoordelijk voor:
De invoering en uitwerking van een intern controlesysteem en van risicobeheersingsprocessen, in overeenstemming met de aard, organisatie en grootte van de groep;
De invoering en uitvoering van het Beleid voor Bedrijfsethiek;
Het Executive Management Team vergadert minstens eenmaal per kwartaal en is als volgt samengesteld:
Van links naar rechts: Jesper Munch Jensen, Martin Rauch, Markus Schalch, Steen Nielsen
Jesper Munch Jensen startte zijn loopbaan bij de Swiss Bank Corporation waar hij als effectenmakelaar werkte op de Zwitserse beurs (1984-1987). Hij behaalde een MBA-graad aan de Business School Lausanne, en trad in 1991 in dienst in JENSEN-GROUP als assistent general manager van de JENSEN Holding. Dhr. Jensen werd CEO van de JENSEN-GROUP in 1996.
Steen Nielsen is burgerlijk ingenieur en behaalde een bachelor in handel en financiën. In de periode 1978-1987 werkte hij voor F.L. Smidth & Co. als verkoop- en afdelingsdirecteur. Dhr. Nielsen startte bij JENSEN-GROUP in 1987 als verkoop- en marketingdirecteur en is sinds 2006 directeur Flatwork Technology.
Martin Rauch behaalde een bachelor in Electrical Engineering. Na zijn studies in 1989 startte hij bij JENSEN AG Burgdorf, waar hij verschillende posities bekleedde binnen de productie- en verkoopafdelingen. In 2003 werd dhr. Rauch algemeen directeur van JENSEN AG Burgdorf en van JENSEN Sweden AB toen in 2006 de Business Unit Garment Technology gevormd werd. Dhr. Rauch werd in 2006 ook lid van het managementteam van JENSEN-GROUP als directeur van de Garment Technology.
Markus Schalch behaalde een masterdiploma in financiën en accounting aan de Hogeschool St. Gallen. Hij werkte twee jaar in een auditkantoor. Nadien vervoegde dhr. Schalch de Alstom Group, waar hij verschillende financiële functies bekleedde. In 2000 ging hij aan de slag bij een vooraanstaand Zwitsers telecombedrijf en werd er CFO van Swisscom Systems Ltd. (2002-2004). Vervolgens werd hij CFO van Swisscom Solutions AG (2005 tot augustus 2007). In september 2007 trad dhr. Schalch als CFO in dienst bij JENSEN-GROUP.
Het remuneratiebeleid is bedoeld om gekwalificeerde en getalenteerde werknemers aan te trekken en te behouden die nodig zijn om de langetermijnontwikkeling en groei van de vennootschap te ondersteunen.
Door een competitief vergoedingspakket aan te bieden wil de vennootschap de individuele prestaties bevorderen en de individuele belangen van de werknemers afstemmen op die van de aandeelhouders en andere stakeholders.
Het Remuneratiecomité evalueert de vergoeding van de Raad van Bestuur, de CEO en het Executive Management Team. De Raad van Bestuur keurt die vergoedingen goed. De aandeelhouders keuren het remuneratierapport goed.
Met de hulp van externe, onafhankelijke adviseurs wordt regelmatig nagegaan of de vergoedingspakketten van de Raad van Bestuur en het Executive Management Team marktconform zijn.
De niet-uitvoerende bestuurders, met uitzondering van de voorzitter, ontvangen een vaste vergoeding van 17.000 euro en een vergoeding volgens aanwezigheid van 2.000 euro per Raad van Bestuur en 1.000 euro indien de Raad van Bestuur telefonisch verloopt. De leden van de comités van de Raad van Bestuur ontvangen een vaste vergoeding van 7.500 euro per jaar en een vergoeding volgens aanwezigheid van 1.500 euro per vergadering. Die regeling is niet van toepassing op de voorzitter van de Raad van Bestuur. De voorzitter van de Raad van Bestuur ontvangt een vaste vergoeding van 94.000 euro per jaar. De bestuurders ontvangen geen variabele vergoeding. De CEO ontvangt geen vergoeding als bestuurder. De totale vergoeding betaald aan de leden van de Raad van Bestuur en aan de leden van de Comités bedraagt 277.250 euro, wat binnen het door de aandeelhouders goedgekeurd bedrag van 300.000 euro valt.
Naast die vergoedingen ontving de volgende bestuurder bijkomende vergoedingen voor verleende diensten en assistentie met betrekking tot specifieke projecten en opdrachten die hij als adviseur voor de vennootschap uitvoerde: De heer Jørn Munch Jensen: 22.500 euro voor zijn rol als ambassadeur op verschillende handelsbeurzen en voor zijn contacten met grote klanten.
De leden van de Raad van Bestuur hebben in totaal 11.500 aandelen in hun bezit.
Op voorstel van de CEO geeft het Remuneratiecomité aanbevelingen betreffende de benoeming en verloning van het Executive Management Team. Het comité bespreekt in detail het remuneratiebeleid, de salarisniveaus en de individuele prestatiebeoordelingen van de leden van het Executive Management Team. De externe auditor gaat na of de verloning die is betaald aan het Executive Management Team overeenstemt met de bedragen die het Remuneratiecomité voorstelde en de Raad van Bestuur goedkeurde. Het remuneratierapport wordt goedgekeurd door de aandeelhouders.
De remuneratie van het Executive Management Team bestaat uit een basisvergoeding en een variabele vergoeding die cash worden uitbetaald, een pensioenplan afhankelijk van het land waarin ze wonen, een levensverzekering en overige verzekeringen en voordelen. De benoeming in de Raad van Bestuur van een entiteit wordt in sommige gevallen ook vergoed. Executive managers beschikken over alle nodige middelen om hun verplichtingen uit te voeren.
De variabele vergoeding bedraagt 20 % tot 30 % van de totale vergoeding, behalve voor de CEO, voor wie de variabele vergoeding tot 50 % kan bedragen van de totale vergoeding. Er is een bovengrens en ondergrens waaronder de variabele vergoeding 0 wordt. De variabele vergoeding voor het executive management (CEO en EMT) is gebaseerd op prestaties ten opzichte van de volgende doelstellingen:
De doelstellingen voor de groep worden vastgelegd door de Raad van Bestuur, in overeenstemming met het jaarlijkse begrotingsproces, waarbij de begroting eerst wordt beoordeeld in het kader van het strategisch plan.
Voor het boekjaar 2011 werden de doelstellingen voor de groep gebaseerd op de operationele winst en cashflow.
Het Remuneratiecomité vergelijkt de kwantitatieve objectieven voor het jaar met de eigenlijke resultaten na afronding van de controle van de geconsolideerde jaarrekening. De variabele vergoedingen worden dan berekend en de kwalitatieve objectieven van de leden van het executive management worden geëvalueerd door de CEO en besproken met de voorzitter. De voorstellen worden bekeken en besproken door het Remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Er is geen terugvorderingsclausule voor de variabele vergoeding als achteraf bewezen wordt dat de jaarrekening niet correct is, behalve de verschillende wettelijke terugvorderingsclausules die toepasselijk zijn in geval van fraude, zware tekortkoming en nalatigheid, conform de wet van 7 juli 1978, 12 april 1965 en 10 februari 2003.
Er zijn geen incentiveplannen op lange termijn zoals aandelenoptieplannen of andere incentiveplannen op lange termijn.
Bij de voorbereiding van het bonusplan voor het executive management voor 2011 bestudeerde het Remuneratiecomité de gevolgen van de nieuwe richtlijnen volgens de wet tot versterking van het deugdelijk bestuur van 6 april 2010 voor de bepaling, de rapportering en de goedkeuring van de vergoeding voor executives. Het comité evalueerde meer bepaald de impact van de in de Wet vastgelegde richtlijnen betreffende uitgestelde bonussen op de variabele vergoeding van de CEO voor 2011. Het comité discussieerde uitgebreid en grondig over het strategisch langetermijnplan van de vennootschap voor 2011-2014 dat in oktober 2010 met het executive management werd besproken en dat de basis legt voor de kwantitatieve objectieven die het comité gebruikt om de prestaties van het executive management te evalueren. Daarop besloot het comité om het huidige bonusbeleid op basis van jaarlijkse groei, rentabiliteit, gebruikt kapitaal en/of cashflow te behouden in plaats van een oplossing te vinden voor de gekende problemen die eigen zijn aan een incentiveplan op lange termijn. Het comité oordeelde dat dit de beste manier was om waarde te creëren voor de aandeelhouders en tegelijk te beantwoorden aan de normen voor deugdelijk bestuur. Op aanbeveling van het Remuneratiecomité besliste de Raad van Bestuur, die over het algemeen de bepalingen van de Wet onderschrijft, om de goedkeuring van de aandeelhouders te vragen voor een vrijstelling van de wetsbepaling inzake uitgestelde bonussen. In het belang van de transparantie naar de aandeelhouders toe besliste de Raad van Bestuur eveneens om een vrijstelling te vragen voor 3 jaar in plaats van gebruik te maken van de optie in de Wet om een vrijstelling te verkrijgen zonder beperking in de tijd, en dit door middel van een wijziging van de statuten van de vennootschap. Dit voorstel werd door de aandeelhouders goedgekeurd tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van 17 mei 2011.
Daar waar een pensioenplan aanwezig is, nemen de leden van het Executive Management Team ook deel aan dat pensioenplan. De manager kan beslissen om de variabele vergoedingen te laten uitbetalen of te laten storten in het pensioenplan. Er zijn geen aandelenopties.
De CEO ontvangt geen vergoeding als lid van de Raad van Bestuur.
Sinds 1 mei 2010 factureert de CEO zijn diensten via het managementbedrijf SWID AG. De andere leden van het Executive Management Team zijn bezoldigde werknemers.
Voor het jaar 2011 bedragen de totale uitbetaalde brutovergoedingen aan het Executive Management Team, inclusief de vergoeding aan de CEO, 1.512.575 euro. Dit totaal bedrag is als volgt samengesteld:
| 2011 | 2011 | 2010 | |
|---|---|---|---|
| In euro | CEO | EMT, uitgezonderd CEO | Totaal EMT |
| Basisvergoeding | 704.331 | 746.648 | |
| Gefactureerde diensten | 413.250 | 270.688 | |
| Variabele vergoeding | 155.665 | 177.228 | 317.741 |
| Vaste kosten | 19.462 | 22.604 | |
| Extralegale voordelen | 28.941 | 23.850 | |
| Pensioenplan | 13.699 | 15.190 | |
| Totaal | 568.915 | 943.660 | 1.396.721 |
De basisvergoeding omvat de lonen van de bezoldigde leden van het Executive Management Team. Het bedrag verwijst naar hun volledige vergoedingspakketten voor aftrek van lokale belastingen en bijdragen voor verplichte pensioenplannen. De basisvergoeding omvat de vergoedingen die worden ontvangen voor benoemingen in de Raad van Bestuur van bepaalde dochterondernemingen.
Tot 1 mei 2010 voerde de CEO zijn functie uit in eigen naam als werknemer van de vennootschap. Sinds 1 mei 2010 factureert de CEO zijn diensten via het managementbedrijf SWID AG. De hierboven vermelde bedragen, ten belope van 568.915 euro (270.688 euro in 2010), zijn de bedragen die SWID AG factureerde aan de vennootschap. De gefactureerde diensten omvatten de basisvergoeding, de variabele vergoeding, de vaste kosten, de extralegale voordelen en de bijdragen aan het pensioenplan.
De vaste kosten verwijzen voornamelijk naar de representatievergoedingen.
De variabele vergoeding is gebaseerd op de prestaties ten opzichte van objectieven, zoals hierboven beschreven. Het bedrag dat in 2011 werd uitbetaald is gebaseerd op de prestaties in 2010. De variabele vergoeding wordt cash uitbetaald of in het pensioenplan van de werknemer gestort afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de wens van de werknemer.
In de extralegale voordelen zijn de waarde van de bedrijfswagens en de betreffende premies voor de autoverzekering opgenomen.
Het pensioenplan verwijst naar de bijdrage van de werkgever aan een pensioenplan die hoger is dan de wettelijk vereiste bijdrage.
Eén manager heeft een toegezegde bijdrageregeling. Twee managers hebben een toegezegde pensioenregeling.
Overeenkomstig de bepalingen in de Wet, worden de vergoedingen van de leden van het Executive Management Team op globale basis toegelicht. Alle individuele vergoedingen worden binnen het Remuneratiecomité besproken. Verder wordt er binnen het Remuneratiecomité nagegaan of de vergoedingen marktconform zijn. Dat wordt periodiek gecheckt samen met externe, onafhankelijke consultants. De Raad van Bestuur keurt de vergoedingsbedragen goed. Het laatste Remuneratierapport werd goedgekeurd door de aandeelhouders.
De eindecontractregelingen voor het management verschillen van land tot land en zijn afhankelijk van de lokale wetgeving. In de meeste landen bepaalt de wet de te volgen procedure. Indien de wetgeving niets voorziet, wordt er maximaal twee jaar loon uitbetaald. De heer Steen Nielsen heeft een eindecontractregeling voor 24 maanden en de heer Jesper Munch Jensen heeft een eindecontractregeling voor 18 maanden. Er zijn geen bepalingen inzake controlewijziging ('change of control clauses') opgenomen in de managementcontracten. Drie managers hebben een concurrentiebeding van twee jaar, uitoefenbaar op vraag van de vennootschap. Bij vrijwillig vertrek wordt er geen vergoeding uitbetaald.
Er werden geen leningen toegestaan aan de leden van het Executive Management Team. Geen enkele buitengewone transactie heeft plaatsgevonden en er deden zich geen belangenconflicten voor.
Het Executive Management Team heeft in totaal 9.710 aandelen in zijn bezit.
Er zijn geen warrants. Er is geen aandelenoptieplan.
De vennootschap beslist om jaarlijks 0,25 euro per aandeel uit te keren behalve wanneer het resultaat of de financiële situatie dergelijk dividend niet toelaat.
De grootste aandeelhouders zijn: JENSEN INVEST: 51,48% Petercam: 8,66% Free float: 39,85%
Het stemrecht wordt beschreven in Toelichting 9 – Eigen vermogen.
Op de vergadering van 3 november 2009 keurde de Raad van Bestuur de aankoop goed van 36.874 aandelen van de vennootschap, die in het bezit waren van Baillie Gifford en te koop werden aangeboden. De terugkoop werd geregeld via een zakenbank als tussenpersoon en met een prijs per aandeel van 6,9 euro op de Euronext-beurs. De buitengewone aandeelhoudersvergadering op 30 november 2011 besliste om de 36.874 eigen aandelen te schrappen. Bijgevolg bezit JENSEN-GROUP momenteel geen eigen aandelen.
Er bestaat geen aandeelhoudersovereenkomst tussen de referentieaandeelhouders.
De commissaris is PWC Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Filip Lozie.
Wereldwijd heeft de commissaris een vergoeding van 320.000 euro (excl. btw) ontvangen voor de uitoefening van zijn mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van JENSEN-GROUP. Naast zijn mandaat heeft de commissaris in de loop van 2011 een bijkomende vergoeding ontvangen van 45.646 euro (excl. btw). Van dit bedrag werd 12.000 euro gefactureerd aan JENSEN-GROUP nv en heeft betrekking op fiscaal advies. JENSEN-GROUP heeft eenzelfde auditkantoor benoemd voor de volledige groep.
Per 31 december 2011 bedraagt het kapitaal 42,7 miljoen euro, vertegenwoordigd door 8.002.968 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er zijn geen preferente aandelen.
De statuten voorzien in de mogelijkheid om eigen aandelen in te kopen. JENSEN-GROUP bezit momenteel geen eigen aandelen.
JENSEN INVEST A/S heeft in het kader van art. 74§6 van de wet van 1 april 2007, zowel aan de FSMA als aan JENSEN-GROUP nv bekendgemaakt dat ze op 1 september 2007 in onderling overleg meer dan 30 % van de aandelen met stemrecht van JENSEN-GROUP nv bezit.
Er wordt over het bericht aan de aandeelhouders meer informatie gegeven in toelichting 9 – Eigen vermogen.
De raad van bestuur stelt voor om over 2011 een dividend uit te keren van 0,25 euro per aandeel, voor een totaal van 2.000.742,00 euro, gebaseerd op het aantal aandelen op 31 december 2011.
JENSEN-GROUP nv, de holding, rapporteert in haar statutaire jaarrekening een nettowinst van 35.557.864,93 euro. De Raad van Bestuur stelt voor om dit resultaat als volgt te bestemmen:
| Winst van het boekjaar | 35.557.864,93 | |
|---|---|---|
| Toevoeging aan de wettelijke reserves | 851.732,72 | |
| Uitkering dividend | 2.000.742,00 | |
| Toevoeging aan overgedragen winst | 32.705.390,21 |
Dit brengt het totaal van de overgedragen winst op 70.900.952,21 euro.
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na jaareinde.
Gent, 14 maart 2012
We verklaren, voor zover ons bekend, dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2011, opgesteld overeenkomstig de International Financial Reporting Standards (IFRS-normen), zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving geeft van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
Jesper M. Jensen Markus Schalch Chief Executive Officer Chief Financial Officer
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN DE VENNOOTSCHAP JENSEN-GROUP NV OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING OVER HET BOEKJAAR AFGES-LOTEN OP 31 DECEMBER 2011
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij U verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende inlichtingen.
_________________________________________________________________
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Jensen-Group NV en haar dochterondernemingen (de "Groep") over het boekjaar afgesloten op 31 december 2011, opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
De geconsolideerde jaarrekening van de Groep is weergegeven op bladzijde 60 tot 109. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december 2011, het geconsolideerde overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum, evenals de samenvatting van de voornaamste waarderingsregels en andere toelichtingen. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt EUR (000) 151.887 en het geconsolideerde overzicht van het totaalresultaat sluit af met een winst van het boekjaar van EUR (000) 4.738.
Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, het implementeren en het in stand houden van een interne controle met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijkingen bevat die van materieel belang zijn als gevolg van fraude of van fouten, alsook het kiezen en het toepassen van geschikte waarderingsregels en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over deze geconsolideerde jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut der Bedrijfsrevisoren.
Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen bevat van materieel belang.
Overeenkomstig deze normen, hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter staving van de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en inlichtingen.
De keuze van de uitgevoerde werkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling en van de inschatting van het risico op materiële afwijkingen in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten.
Bij het maken van die risico-inschatting, hebben wij rekening gehouden met de interne controle van de Groep met
betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening om controleprocedures vast te leggen die geschikt zijn in de gegeven omstandigheden, maar niet om een oordeel te geven over de doeltreffendheid van die interne controle.
Wij hebben tevens een beoordeling gemaakt van het passend karakter van de waarderingsregels, de redelijkheid van de door de vennootschap gemaakte boekhoudkundige ramingen en de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening in haar geheel. Ten slotte hebben wij van de raad van bestuur en de verantwoordelijken van de Groep de voor onze controle noodzakelijke verduidelijkingen en inlichtingen bekomen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2011 en weergegeven op bladzijden 60 tot 109, een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Groep evenals van haar resultaten en kasstromen voor het boekjaar dan eindigend, in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
De opstelling en de inhoud van het geconsolideerde jaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur.
Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende inlichtingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
Antwerpen, 14 maart 2012
De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren bcvba vertegenwoordigd door
Filip Lozie Bedrijfsrevisor
De vele rivieren in Azië spelen een belangrijke rol in het dagelijkse leven: ze zorgen voor voedsel en ze zijn een ideaal vervoermiddel. Zes van de tien langste rivieren ter wereld lopen door de Azië/Pacific-regio, waar 65 % van de wereldbevolking woont. Het is bovendien een van de snelst groeiende regio's ter wereld wat industriële productie en economische ontwikkeling betreft. Voor een duurzame ontwikkeling is bescherming van de natuurlijke hulpbronnen essentieel. Tunnelwassers van JENSEN-GROUP - hier bij CWS-boco in Peking - garanderen een optimale productiviteit, betrouwbaarheid en flexibiliteit met een uiterst laag energieverbruik.
China, Guangxi: Li River
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|---|
| Vaste activa | 37.227 | 37.442 | |
| Immateriële vaste activa | 5.1 | 4.910 | 4.882 |
| A. Terreinen en gebouwen | 17.534 | 18.552 | |
| B. Installaties, machines en uitrusting | 5.300 | 4.721 | |
| C. Meubilair en rollend materieel | 1.150 | 1.138 | |
| D. Overige materiële vaste activa | 1.567 | 61 | |
| E. Activa in opbouw en vooruitbetalingen | 0 | 242 | |
| Materiële vaste activa | 5.2 | 25.551 | 24.714 |
| A. Handelsvorderingen | 260 | 288 | |
| B. Overige vorderingen | 635 | 610 | |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 8 | 895 | 898 |
| Uitgestelde belastingen | 6 | 5.871 | 6.948 |
| Vlottend activa | 114.660 | 120.456 | |
| A. Grond- en hulpstoffen | 16.969 | 14.680 | |
| B. Handelsgoederen | 10.725 | 10.336 | |
| C. Vooruitbetalingen | 634 | 403 | |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 28.328 | 25.419 | |
| A. Handelsvorderingen | 51.453 | 59.221 | |
| B. Overige vorderingen | 4.406 | 2.589 | |
| C. Vorderingen op klanten voor contracten in uitvoering | 7 | 27.437 | 22.576 |
| D. Afgeleide financiële instrumenten | 201 | 743 | |
| Handels- en overige vorderingen | 8 | 83.497 | 85.129 |
| Liquide middelen | 19 | 2.449 | 9.534 |
| Activa te koop | 22 | 386 | 374 |
| TOTAAL DER ACTIVA | 151.887 | 157.898 |
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen toerekenbaar aan de eigenaars | 9 | 60.039 | 57.459 |
| van de moedervennootschap | |||
| Kapitaal | 48.528 | 48.274 | |
| Overige reserves | -2.926 | -2.769 | |
| Geconsolideerde reserves | 14.437 | 11.954 | |
| Lange termijn schulden | 19.326 | 25.143 | |
| Leningen | 10 | 8.406 | 12.646 |
| Schulden m.b.t. financiële lease | 10 | 215 | 354 |
| Uitgestelde belastingen | 6 | 909 | 1.656 |
| Provisies voor personeelsverplichtingen | 11 | 9.796 | 10.487 |
| Korte termijn schulden | 72.522 | 75.296 | |
| Leningen | 10 | 8.224 | 9.587 |
| Schulden m.b.t. financiële lease | 10 | 139 | 154 |
| Provisies voor overige risico's en kosten | 12 | 13.525 | 11.548 |
| A. Handelsschulden | 19.059 | 18.838 | |
| B. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen | 7 | 11.655 | 12.342 |
| C. Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten | 8.578 | 8.331 | |
| D. Overige schulden | 1.413 | 2.071 | |
| E. Overlopende rekeningen | 5.511 | 5.957 | |
| F. Afgeleide financiële instrumenten | 1.681 | 1.224 | |
| Handels- en overige schulden | 13 | 47.897 | 48.763 |
| Schulden m.b.t. belastingen | 2.737 | 5.244 | |
| TOTAAL VAN HET EIGEN VERMOGEN EN PASSIVA | 151.887 | 157.898 |
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|---|
| Opbrengsten | 7 | 216.174 | 226.977 |
| Grond- en hulpstoffen | -107.865 | -111.279 | |
| Diensten en diverse goederen | -26.563 | -25.922 | |
| Bezoldigingen en sociale lasten | -69.244 | -67.060 | |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen op activa | 14 | -4.615 | -7.864 |
| en bijzondere waardeverminderingen | |||
| Operationele kosten | -208.287 | -212.125 | |
| Overige opbrensten/(kosten) | 555 | 577 | |
| Bedrijfswinst voor belastingen en financiële (kost)/opbrengst | 8.442 | 15.429 | |
| Financiële opbrengsten | 4.601 | 3.812 | |
| Interest opbrengsten | 1.374 | 651 | |
| Overige financiële opbrengsten | 3.227 | 3.161 | |
| Financiële kosten | -5.541 | -6.487 | |
| Interest kosten | -2.122 | -1.329 | |
| Overige financiële kosten | -3.419 | -5.158 | |
| Netto financiële kosten | 15 | -940 | -2.675 |
| Resultaat voor belastingen | 7.502 | 12.754 | |
| Belastingen | 16 | -2.677 | -4.172 |
| Geconsolideerd resultaat van de voortgezette activiteiten | 4.825 | 8.582 | |
| Resultaat van de verkochte activiteiten | 22 | -87 | -78 |
| Geconsolideerd resultaat | 4.738 | 8.504 |
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|---|
| Overig resultaat: | |||
| Winsten/verliezen onmiddellijk toegerekend aan het eigen vermogen | |||
| Financiële instrumenten | 9 | -816 | 137 |
| Wisselkoersverschillen bij omrekening buitenlandse vestigingen | 9 | 1.029 | 1.964 |
| Actuariële winst/(verlies) pensioenplan Te Bereiken Doel | 9 | -879 | -990 |
| Belastingen op boekingen direct van of naar eigen vermogen | 9 | 508 | 256 |
| Netto opbrengsten/(uitgaven) | -157 | 1.367 | |
| direct erkend in eigen vermogen na belastingen | |||
| Totaal erkende opbrengsten/(uitgaven) | 4.581 | 9.871 | |
| Resultaat toerekenbaar aan: | |||
| Eigenaars van de moedermaatschappij | 4.738 | 8.504 | |
| Totaalresultaat | |||
| Eigenaars van de moedermaatschappij | 4.581 | 9.871 | |
| Gewone en verwaterde winst per aandeel | 17 | 0,59 | 1,06 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 8.002.968 | 8.002.968 |
| (In duizend euro) | Kapitaal | Uitgifte- premie |
Eigen aandelen aandelen |
Totaal kapitaal |
Om- rekenings- verschillen |
Hedging Reserves |
Actuariële winst en verlies op pensioen- regelingen |
overige reserves |
Total Overgedragen resultaat |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2009 | 42.715 | 5.813 | -254 | 48.274 | -2.000 | -630 | -1.506 | -4.136 | 5.451 | 49.589 |
| Resultaat van het boekjaar | - | - | - | - | - | - | - | - | 8.504 | 8.504 |
| Overig resultaat | ||||||||||
| Omrekeningsverschillen | - | - | - | - | 1.964 | - | - | 1.964 | - | 1.964 |
| Financiële instrumenten | - | - | - | - | - | 137 | - | 137 | - | 137 |
| Pensioenregeling Te Bereiken Doel | - | - | - | - | - | - | -990 | -990 | - | -990 |
| Belastingen op zaken direkt toegevoegd | - | - | - | - | - | -41 | 297 | 256 | 256 | |
| of onttrokken aan het eigen vermogen | ||||||||||
| Netto opbrengsten/(uitgaven) direct erkend - | - | - | - | 1.964 | 96 | -693 | 1.367 | - | 1.367 | |
| in eigen vermogen na belastingen | ||||||||||
| Uitgekeerd dividend | - | - | - | - | - | - | - | - | -2.001 | -2.001 |
| 31 december 2010 | 42.715 | 5.813 | -254 | 48.274 | -36 | -534 | -2.199 | -2.769 | 11.954 | 57.459 |
| (In duizend euro) | Kapitaal | Uitgifte- premie |
Eigen aandelen |
Totaal aandelen kapitaal |
Om- rekenings- verschillen |
Hedging Reserves |
Actuariële winst en verlies op pensioen- regelingen |
Total overige reserves |
Overgedragen resultaat |
Totaal eigen vermogen |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2010 | 42.715 | 5.813 | -254 | 48.274 | -36 | -534 | -2.199 | -2.769 | 11.954 | 57.459 | |
| Resultaat van het boekjaar | - | - | - | - | - | - | - | - | 4.738 | 4.738 | |
| Overig resultaat | |||||||||||
| Omrekeningsverschillen | - | - | - | - | 1.029 | - | - | 1.029 | - | 1.029 | |
| Financiële instrumenten | - | - | - | - | - | -816 | - | -816 | - | -816 | |
| Pensioenregeling Te Bereiken Doel | - | - | - | - | - | - | -879 | -879 | - | -879 | |
| Belastingen op zaken direkt toegevoegd | - | - | - | - | - | 245 | 264 | 508 | - | 508 | |
| of onttrokken aan het eigen vermogen | |||||||||||
| Netto opbrengsten/(uitgaven) direct erkend - | - | - | - | 1.029 | -571 | -615 | -157 | - | -157 | ||
| in eigen vermogen na belastingen | |||||||||||
| Uitgekeerd dividend | - | - | - | - | - | - | - | - | -2.001 | -2.001 | |
| Inkoop eigen aandelen | - | - | 254 | 254 | - | - | - | - | -254 | - | |
| 31 december 2011 | 42.715 | 5.813 | - | 48.528 | 993 | -1.105 | -2.814 | -2.926 | 14.437 | 60.039 |
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|---|
| Cashflow uit bedrijfsactiviteiten | 13.261 | 23.580 | |
| Winst van het boekjaar van de voortgezette activiteiten | 4.825 | 8.582 | |
| Aangepast voor: | |||
| - Belastingen en uitgestelde belastingen | 3.007 | 4.109 | |
| - Interesten en andere financiële inkomsten en uitgaven | 940 | 2.675 | |
| - Afschrijvingen | 14 | 3.715 | 5.266 |
| - Waardeverminderingen op handelsvorderingen | 14 | -424 | 953 |
| - Waardeverminderingen op voorraden | 14 | 527 | 785 |
| - Wijzigingen in provisies | 671 | 1.210 | |
| Wijzigingen in het bedrijfskapitaal | -2.814 | -14.071 | |
| Wijzigingen in voorraden | -3.436 | -6.335 | |
| Wijzigingen in korte en lange termijn vorderingen | -668 | -11.913 | |
| Wijzigingen in handels- en overige schulden | 1.290 | 4.177 | |
| Betaalde inkomstenbelastingen | -5.184 | -3.033 | |
| Betaalde inkomstenbelastingen | -5.184 | -3.033 | |
| Operationele cashflow - voortgezette activiteiten | 5.263 | 6.476 | |
| Operationele cashflow - verkochte activiteiten | -99 | -35 | |
| Netto operationele cashflow - totaal | 5.164 | 6.441 | |
| Netto cashflow uit investeringen | -4.580 | -3.959 | |
| Netto investeringen in financiële vaste activa | -4.580 | -2.185 | |
| Verwerving van nieuwe dochterondernemingen | -1.774 | ||
| (na aftrek van hun liquide middelen) | |||
| Cashflow voor financiële verrichtingen | 584 | 2.482 | |
| Netto cashflow uit financiële verrichtingen | -5.283 | -5.571 | |
| Netto overige financiële lasten | 15 | -192 | -1.997 |
| Dividenden | -2.001 | -2.001 | |
| Terugbetalingen van leningen | -2.342 | -895 | |
| Interestlasten | 15 | -748 | -678 |
| Netto wijzigingen in liquide middelen | -4.699 | -3.089 | |
| Liquiditeiten en opgenomen kredietlijnen bij het begin van het boekjaar | 3.336 | 4.461 | |
| Wisselkoerswinst/(verlies) op liquiditeiten en opgenomen kredietlijnen | 1.029 | 1.964 | |
| Liquiditeiten en opgenomen kredietlijnen op het einde van het boekjaar | 19 | -334 | 3.336 |
JENSEN-GROUP (hierna "de groep") is één van de belangrijkste toeleveranciers voor de professionele wasserijmarkt. De groep verkoopt zijn producten en diensten onder het merknaam JENSEN™ en is de marktleider binnen de heavyduty markt. Het productaanbod is zeer uitgebreid: van transport- en behandelingssystemen, tunnelwassers, wassorteerders, toevoermachines en vouwmachines tot het projectmanagement voor sleutel-op-de-deur wasserijen. JENSEN-GROUP heeft vestigingen in 15 landen en een distributienet in meer dan 40 landen. Wereldwijd stelt JENSEN-GROUP 1.167 mensen tewerk.
JENSEN-GROUP nv (hierna "de Vennootschap") is een Belgische vennootschap met maatschappelijke zetel in Bijenstraat 6, 9051 Sint-Denijs-Westrem, België.
De aandelen van JENSEN-GROUP noteren op Euronext.
De Raad van Bestuur heeft deze geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd op 14 maart 2012.
De geconsolideerde jaarrekening van 2011 heeft betrekking op 12 maanden en eindigt op 31 december 2011 en is opgesteld volgens de IFRS-waarderingsregels, zoals goedgekeurd door de Europese Unie. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de IFRS-normen en volgens de IFRIC-interpretaties die van toepassing zijn, of die reeds vervroegd worden toegepast, per 31 december 2011 en die goedgekeurd zijn door de Europese Unie.
De jaarrekening is opgesteld volgens het principe van historische kost, behalve voor wat betreft de financiële vaste activa bestemd voor verkoop, en voor de financiële activa en passiva (inclusief financiële instrumenten), die aan werkelijke waarde worden gewaardeerd.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op 'accrual basis' en volgens het principe van 'going concern'.
Bij de opmaak van de jaarrekening maakt het management gebruik van schattingen en veronderstellingen. Deze kunnen betrekking hebben op opbrengsten, kosten, activa en passiva en op de toelichting van niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. De schattingen en veronderstellingen die een aanmerkelijk risico in zich dragen of die bepalend zijn voor de geconsolideerde jaarrekening, worden verder toegelicht in de waarderingsregels. De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen aan standaarden en interpretaties zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2011:
De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen aan standaarden en interpretaties zijn voor het eerst van toepassing vanaf 1 januari 2011 maar zijn niet relevant voor de groep:
De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen aan standaarden en interpretaties zijn voor het eerst van toepassing vanaf 1 januari 2012:
De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen aan standaarden en interpretaties werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2012 en zijn nog niet goedgekeurd door de EU:
IAS 19 Herzien 'Personeelsbeloningen', ingangsdatum 1 januari 2013. De herziene standaard resulteert in significante wijzigingen aan de opname en waardering van de pensioenkost van toegezegde pensioenrechten en ontslagvergoedingen, en aan de informatieverschaffing voor alle personeelsbeloningen.
IAS 27 Herzien 'Enkelvoudige jaarrekening', ingangsdatum 1 januari 2013. De herziene standaard omvat de resterende bepalingen met betrekking tot enkelvoudige jaarrekeningen na de opname van de bepalingen betreffende zeggenschap in de nieuwe standaard IFRS 10.
De groep bekijkt momenteel de impact van deze standaarden.
De belangrijkste waarderingsregels van de groep zijn:
De consoliderende vennootschap, JENSEN-GROUP nv, en al haar dochtervennootschappen die zij controleert, worden in de consolidatie opgenomen. De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizend euro. Intercompanytransacties en de gerealiseerde en niet-gerealiseerde intercompanywinst en -verlies worden in de consolidatie geëlimineerd.
Alle vennootschappen waarin JENSEN-GROUP voor meer dan 50 % participeert, worden opgenomen in de consolidatie onder de integrale consolidatiemethode.
Bij de opmaak van de jaarrekening, worden schattingen en veronderstellingen gebruikt die een impact kunnen hebben op de waardering van de activa en passiva op balansdatum en op de resultatenrekening. Schattingen zijn gebaseerd op economische gegevens, die kunnen wijzigen in de tijd, en zijn dus deels onzeker. Deze hebben voornamelijk betrekking op het erkennen van inkomsten bij de projecten en op de provisies voor pensioenen.
De geconsolideerde jaarrekening wordt in dit jaarverslag uitgedrukt in duizend euro. De omrekening van in vreemde valuta uitgedrukte bezittingen, schulden en verplichtingen gebeurt op basis van de volgende grondslagen:
• niet-monetaire activa en passiva worden omgezet aan de valutakoers geldend op de transactiedatum.
De resultaten en de financiële positie van alle groepsentiteiten waarvan de functionele valuta verschilt van de presentatievaluta, dienen als volgt te worden omgerekend in de presentatievaluta:
De wisselkoersverschillen die bij de consolidatie ontstaan uit netto-investeringen in vennootschappen die rapporteren in vreemde munt, worden toegerekend aan het eigen vermogen en zullen in resultaat worden genomen op het moment dat de participatie wordt verkocht.
Goodwill en aanpassingen in reële waarden resulterende uit de investering in vennootschappen die rapporteren in vreemde munten, worden geboekt als activa of passiva van de vennootschap en worden herrekend aan slotkoers.
Kosten voor bestellingen in uitvoering worden in voorkomend geval erkend. Wanneer het resultaat van een bestelling in uitvoering niet precies kan worden ingeschat, wordt enkel dat deel van de opbrengst erkend dat met zekerheid zal worden gerealiseerd.
Wanneer de afloop van een project getrouw kan worden ingeschat, en wanneer het waarschijnlijk is dat het project winstgevend is, wordt de opbrengst erkend over de periode van het contract. Wanneer het waarschijnlijk is dat de kosten groter zullen zijn dan de baten, wordt het verwachte verlies onmiddellijk in het resultaat opgenomen.
De groep maakt gebruik van de 'percentage of completion'-methode om het juiste bedrag te bepalen dat tijdens de periode in het resultaat zal worden erkend. Het percentage van afwerking wordt bepaald op basis van de verhouding van de reeds gemaakte kosten ten opzichte van de totale kosten van het project. Bij deze berekening worden kosten niet mee opgenomen die tijdens het jaar gemaakt zijn, maar betrekking hebben op toekomstige projecten. Deze kosten worden opgenomen onder de voorraad, vooruitbetalingen of onder overige activa.
De groep erkent als activa het brutobedrag van de vordering op klanten met betrekking tot de projecten waarvoor reeds kosten gemaakt zijn en die groter zijn dan de ontvangen vooruitbetalingen, plus erkende winsten minus erkende verliezen. De vooruitbetalingen die nog niet ontvangen zijn van de klant, worden opgenomen in handels- en overige vorderingen.
In de passiva worden alle ontvangen vooruitbetalingen geboekt in de mate dat ze de gemaakte kost plus de erkende winst, minus de erkende verliezen, overschrijden.
Royalty's en huurinkomsten worden in de resultatenrekening opgenomen als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen van de transactie naar de groep zullen vloeien en met een zekere graad van betrouwbaarheid kunnen worden gemeten. De opbrengsten worden pro rata temporis in de winst- en verliesrekening opgenomen, in overeenstemming met de essentie van de hierop betrekking hebbende overeenkomst.
De kosten van onderzoek worden onmiddellijk ten laste genomen in het jaar waarin ze worden gemaakt.
Kosten van ontwikkeling worden geactiveerd op voorwaarde dat volgende criteria vervuld zijn:
De geactiveerde kosten van ontwikkeling worden afgeschreven vanaf het moment dat het product gecommercialiseerd wordt. De kosten worden lineair afgeschreven over de periode waarin winst wordt verwacht.
Investeringen in licenties, handelsmerken, enz. worden geactiveerd en afgeschreven over 5 jaar, met een minimaal bedrag van 50.000 EUR.
Bij verwerving van nieuwe deelnemingen wordt het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de waarde van de activa, passiva en mogelijke verplichtingen van de geconsolideerde dochtervennootschappen, na toewijzing van eventuele meer- en minderwaarden op de activa en passiva, in de geconsolideerde balans opgenomen als goodwill. Goodwill wordt niet afgeschreven maar op jaarbasis – of frequenter indien specifieke aanwijzingen of gebeurtenissen dit vereisen – getest op mogelijke minderwaarde. Voor deze test op waardeverminderingen wordt de goodwill toegewezen aan de afdeling die de kasstromen genereert.
De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, eventueel verhoogd met de aanverwante kosten.
Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van grote componenten. Deze componenten, die regelmatig worden vervangen, worden afgeschreven over hun verwachte levensduur.
Er worden geen financieringskosten opgenomen in de kost van materiële vaste activa.
Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geraamde nuttige levensduur vanaf de maand van aanschaf. Indien nodig, worden activa beschouwd als een samenstelling van verschillende componenten met elk hun specifieke levensduur.
De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:
| Gebouwen | 3,33 % | 30 jaar |
|---|---|---|
| Infrastructuur | 10 % | 10 jaar |
| Dak | 10 % | 10 jaar |
| Installaties, uitrusting en machines | 10 - 33 % | 3-10 jaar |
| Kantoorbenodigdheden en meubilair | 10 - 20 % | 5-10 jaar |
| Computers | 20 - 33 % | 3-5 jaar |
| Rollend materieel | 20 - 33 % | 3-5 jaar |
Indien er door omstandigheden aanwijzingen zijn dat de realisatiewaarde van de activa – met uitzondering van voorraden, uitgestelde belastingvorderingen, personeelsvoordelen, afgeleide financiële instrumenten en activa met betrekking tot bestellingen in uitvoering – is veranderd, worden de activa van de groep nagezien voor bijzondere waardeverminderingen.
Indien de boekwaarde van een actief de realisatiewaarde (zijnde het hoogste van de nettoverkoopprijs en de bedrijfswaarde) overschrijdt, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt in de resultatenrekening. De bedrijfswaarde wordt bepaald door verdiscontering van de verwachte toekomstige kasstromen uit het verdere gebruik van de activa en van de verkoopwaarde op het einde van de levensduur.
De realisatiewaarde wordt geschat per individueel actief of, indien dit niet mogelijk is, per kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort.
Een eerder geboekte bijzondere waardevermindering wordt teruggenomen indien er een indicatie is dat het erkende verlies niet meer bestaat of afgenomen is. Minstens eenmaal per jaar wordt getest wat de goodwill waard is (impairment test). De bijzondere waardevermindering op goodwill kan niet worden teruggenomen.
Bij financiële lease worden alle risico's en vergoedingen verbonden aan de activa getransfereerd naar de huurder. Activa onder financiële lease worden gewaardeerd tegen de huidige waarde – bij het begin van de huurtermijn – van de latere minimumaflossingen tijdens de huurtermijn. Huuraflossingen worden verdeeld tussen de financiële lasten en de vermindering van de uitstaande schuld om een constante rentevoet te verkrijgen op de schuld gedurende de huurtermijn.
De materiële vaste activa verworven via financiële lease worden afgeschreven over de kortste periode, hetzij de verwachte levensduur, hetzij de huurtermijn.
Wanneer activa verkocht worden onder financiële lease, wordt de netto actuele waarde van de toekomstige betalingen als een vordering geboekt. Het verschil tussen de brutowaarde en de netto actuele waarde, wordt geboekt als een niet-ontvangen financieel inkomen. De inkomsten uit de lease worden geboekt over de duur van de lease op basis van de netto-investeringsmethode.
Leases waarbij de lessor een aanzienlijk deel van de risico's en de voordelen van het eigendom behoudt, worden onder operationele leases ondergebracht. Betalingen voor operationele leases worden geboekt op de resultatenrekening op een lineaire basis over de huurperiode.
Voorraden worden gewaardeerd tegen het laagste van de kostprijs of nettomarktwaarde. De kostprijs wordt bepaald aan de hand van de fifo-methode (first in, first out). Voor verwerkte voorraden betekent kostprijs de volledige kost, inclusief alle directe en indirecte productiekosten, nodig om de voorraaditems tot het stadium van afwerking van de balansdatum te brengen. De nettomarktprijs is de geschatte verkoopwaarde onder normale voortzetting van de activiteit, verminderd met de kosten van voltooiing en de kosten van verkoop.
Een voorziening dient uitsluitend te worden opgenomen als en slechts als een onderneming een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; het waarschijnlijk is (dat wil zeggen, meer kans dat het gebeurt dan niet) dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen; en het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
Het bedrag van de voorziening is gebaseerd op een schatting naar best vermogen van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichtingen op balansdatum af te handelen. Indien nodig, wordt het bedrag van de vereiste uitgaven verdisconteerd.
De groep voorziet voor een aantal van haar werknemers in vergoedingen na uitdiensttreding. Deze vergoedingen worden verstrekt onder de vorm van toegezegde bijdragenregelingen en toegezegde pensioenregeling.
De betaalde bijdragen worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
De boekwaarde op de balansdatum van de toegezegde pensioenregeling wordt bepaald als de contante waarde van de brutoverplichtingen uit hoofde van het toegezegde pensioenplan, rekening houdend met de niet-opgenomen actuariële winsten of verliezen, verminderd met nog niet-opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd en met de reële waarde van fondsbeleggingen.
De opname van actuariële winsten en verliezen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat wordt individueel bepaald voor elk toegezegd pensioenplan. De actuariële winsten en verliezen worden opgenomen in het eigen vermogen.
Uitgestelde belastingen moeten worden geboekt via de balansmethode voor tijdelijke verschillen die ontstaan tussen de fiscale basis van activa en verplichtingen en hun boekwaarde in de geconsolideerde jaarrekening. De uitgestelde belastingvordering wordt niet genomen als de vordering ontstaat uit de eerste opname van een actief of de verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en op het moment van de transactie geen invloed heeft op de winst vóór belasting of op de fiscale winst (het fiscale verlies).
De uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die wettelijk van toepassing zijn op de balansdatum en die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld.
Uitgestelde belastingvorderingen moeten worden opgenomen als het waarschijnlijk is dat fiscale winsten beschikbaar zullen zijn die voor de uitgestelde belastingvordering kunnen worden aangewend.
Een onderneming dient een uitgestelde belastingverplichting op te nemen voor alle belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen en geassocieerde deelnemingen en belangen in joint ventures, tenzij de moedermaatschappij, investeerder of deelnemer in de joint venture het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld; en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld.
Toe te rekenen kosten zijn gemaakte kosten op balansdatum die betrekking hebben op vorige periodes. Over te dragen opbrengsten zijn opbrengsten die pas gerealiseerd worden in toekomstige periodes.
Financiële instrumenten worden geboekt op transactiedatum. De reële waarde van de financiële instrumenten wordt bepaald d.m.v. verschillende waarderingstechnieken. De groep gebruikt een waaier van waarderingstechnieken en formuleert hypotheses die gebaseerd zijn op marktomstandigheden die zich voordoen op elke balansdatum.
Handelsvorderingen worden initieel gewaardeerd tegen marktwaarde en vervolgens gewaardeerd tegen "amortised cost" (afgeschreven kostprijs) via de effectieve intrestmethode, verminderd met de provisie voor waardeverminderingen. Een provisie voor waardeverminderingen van handelsvorderingen wordt aangelegd als er objectief bewijs is dat de groep niet alle uitstaande bedragen zal kunnen recupereren. Significante financiële problemen van de schuldenaar, de waarschijnlijkheid dat de schuldenaar failliet zal verklaard worden of een financiële reorganisatie zal ondergaan, en het gebrek of het staken van betalingen worden erkend als indicatoren die aantonen dat de handelsvordering dient afgewaardeerd te worden. Het bedrag van de provisie is het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de huidige waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de effectieve intrest.
Geldbeleggingen en liquide middelen hebben betrekking op kastegoeden, bankdeposito's en kredietlijnen. In de balans worden de kredietlijnen opgenomen onder de korte termijn schulden, leningen.
De schulden worden gewaardeerd tegen nominale op balansdatum.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is een politiek van de groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Na initiële erkenning worden de financiële instrumenten opgenomen in de balans tegen reële waarde. De boekhoudkundige verwerking van de hieruit voortvloeiende winsten en verliezen is afhankelijk van de aard van de ingedekte positie. Veranderingen in de reële waarde van derivaten die formeel niet toegewezen zijn als financieel instrument of niet in aanmerking komen voor hedge accounting, worden opgenomen in de resultatenrekening.
Het effectieve deel van de winsten of verliezen uit de reële waardeveranderingen van derivaten die als indekkingsinstrument specifiek toegewezen werden ter indekking van de variabiliteit van de kasstromen van een in de balans opgenomen actief of passief, een niet in de balans opgenomen verplichting of een verwachte transactie, wordt opgenomen in het eigen vermogen. Op het moment dat de niet in de balans opgenomen verplichting of de verwachte transactie aanleiding geeft tot de effectieve opname van een actief of een passief in de balans, zullen alle gecumuleerde winsten of verliezen die tot dan toe opgenomen werden in het eigen vermogen, geïncorporeerd worden in de aanschaffings- of boekwaarde van het betrokken actief of passief.
In de andere gevallen wordt de gecumuleerde winst of het gecumuleerde verlies op het financieel instrument uit het eigen vermogen overgebracht naar de resultatenrekening op het moment dat de ingedekte transactie zelf de nettowinst of het nettoverlies beïnvloedt. Winsten of verliezen afkomstig van de veranderingen in de tijdswaarde van de derivaten worden niet in rekening genomen in de effectiviteitsbepaling van de indekkingstransactie.
Cumulatieve winsten of verliezen met betrekking tot reeds afgelopen derivaten blijven verwerkt als onderdeel van het eigen vermogen, zolang het waarschijnlijk is dat de afgeleide transactie zich zal voordoen. Dergelijke transacties worden verwerkt zoals beschreven in voorgaande paragraaf. Indien de ingedekte transactie niet langer waarschijnlijk blijkt, worden alle gecumuleerde niet-gerealiseerde winsten of verliezen op dat moment overgedragen van het eigen vermogen naar de resultatenrekening.
De leningen worden initieel opgenomen onder hun reële waarde exclusief transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd volgens afgeschreven kostprijs. Het verschil tussen de opbrengst (exclusief transactiekosten) en de aflossingswaarde wordt opgenomen in de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve intrestmethode.
Wanneer een vaste activa (of een groep) hoogstwaarschijnlijk verkocht zal worden, dan wordt ze in de balans apart opgenomen onder de activa te koop en gewaardeerd aan de laagste van de boekwaarde of de marktwaarde, min de kosten die nodig zijn om de activa te verkopen.
De geconsolideerde financieringstabel geeft een overzicht van de gegenereerde cashflow tijdens het boekjaar en dit voor operationele kasstromen, investerings- en financieringsactiviteiten.
Acquisitie per acquisitie waardeert de groep een niet-controlerend belang in de overgenomen onderneming aan reële waarde of aan het proportioneel deel van het niet-controlerend belang in de nettovermogenswaarde van de overgenomen onderneming.
De onderneming is actief in een enkel bedrijfssegment, namelijk de heavy-duty wasserij-sector.
Alle boekjaren omvatten 12 maanden van activiteit, beginnend op 1 januari van elk jaar.
De geconsolideerde jaarrekening omvat JENSEN-GROUP nv en alle dochtervennootschappen die zij controleert.
Op 30 april 2010 verwierf JENSEN-GROUP 100 % van de aandelen van zijn distributeur Maskin AB Sipano in Zweden.
JENSEN SWEDEN HOLDING AB werd opgericht. Deze vennootschap heeft een participatie van 100 % in JENSEN SIPANO AB en JENSEN Sweden AB.
In de loop van 2010 fuseerde JENSEN Italia met JENSEN Holding Italia.
De volledige wasserijsector kan worden opgedeeld in consumentenmarkt, commerciële en heavy-duty wasserijen. De entiteiten van JENSEN-GROUP bedienen eindklanten in de heavy-duty wasserijsector. Ze werken volgens hetzelfde proces. JENSEN-GROUP verkoopt haar producten en diensten onder de merknaam JENSEN™ via eigen verkoopkantoren en via onafhankelijke distributeurs wereldwijd. Op die manier is JENSEN-GROUP slechts actief in één enkel bedrijfssegment.
De volgende tabel geeft informatie over omzet en activa op basis van de geografische locaties van de groep:
| (in duizend euro) | Europe + GOS | Verenigde Staten | (Midden) Oosten en Australië | TOTAAL | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2011 | 2010 | 2011 | 2010 | 2011 | 2010 | 2011 | 2010 | |
| Opbrengsten uit externe verkopen 151.608 159.568 | 34.012 | 38.812 | 30.554 | 28.597 | 216.174 | 226.977 | ||
| Overige segment informatie | ||||||||
| Segment activa | 24.538 | 26.690 | 3.371 | 3.470 | 3.447 | 334 | 31.356 | 30.494 |
| Niet-toegewezen activa | 120.531 | 127.404 | ||||||
| Totaal activa | 151.887 | 157.898 | ||||||
| Investeringen | -1.045 | -3.430 | -267 | -447 | -3.268 | -82 | -4.580 | -3.959 |
Het verschil tussen de vaste activa in bovenstaande tabel (31,4 miljoen euro) en de vaste activa in de geconsolideerde balans (37,2 miljoen euro) is toe te schrijven aan de uitgestelde belastingen (5,9 miljoen euro).
Er waren 1.167werknemers in voltijds equivalent per 31 december 2011. Deze kunnen als volgt worden weergegeven:
| (in VTE) | 2011 | 2010 |
|---|---|---|
| Productie | 727 | 618 |
| Onderzoek en ontwikkeling | 72 | 60 |
| Verkoop en marketing | 185 | 176 |
| Onderhoud en installatie | 106 | 114 |
| Administratie | 77 | 73 |
| Totaal | 1.167 | 1.041 |
| (in duizend euro) | Know-how | Goodwill | Licenties | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Bruto boekwaarde per 1 januari 2010 | 343 | 5.659 | 0 | 6.002 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 63 | 63 | |
| Toevoegingen | 0 | 934 | 934 | |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2010 | 343 | 6.656 | 0 | 6.999 |
| Wisselkoersverschillen | 3 | -16 | -13 | |
| Toevoegingen | 0 | 0 | 341 | 341 |
| Overdracht en buitengebruikstelling | 0 | 0 | 0 | |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2011 | 346 | 6.640 | 341 | 7.327 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en | 102 | 0 | 0 | 102 |
| waardeverminderingen per 1 januari 2010 | ||||
| Toevoegingen | 69 | 1.946 | 2.015 | |
| Gecumuleerde afschrijvingen en | 171 | 1.946 | 0 | 2.117 |
| waardeverminderingen per 31 december 2010 | ||||
| Toevoegingen | 68 | 0 | 232 | 300 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en | ||||
| waardeverminderingen per 31 december 2011 | 239 | 1.946 | 232 | 2.417 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2010 | 172 | 4.710 | 0 | 4.882 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2011 | 107 | 4.694 | 109 | 4.910 |
De knowhow heeft betrekking op de technologie voor specifieke vouwmachines, aangekocht bij de acquisitie van JENSEN Italia s.r.l. en geproduceerd bij JENSEN Italia.
De goodwill is ontstaan bij de overname van JENSEN France, JENSEN Zwitserland, JENSEN Australië, JENSEN SIPANO (Zweden), JENSEN Benelux en JENSEN Italia.
De toename van de goodwill in 2010 hield verband met de acquisitie van 100 % van het aandelenkapitaal van distributeur Maskin AB Sipano in Zweden. We verwijzen naar toelichting 23 voor meer informatie over deze acquisitie. Er wordt een jaarlijkse impairment test uitgevoerd op al deze consolidatieverschillen.
In 2010 boekte de groep afschrijvingen op de goodwill van JENSEN Denmark voor een bedrag van 2,0 miljoen euro. Die goodwill vloeide voort uit de productie van een lijn flatwork strijkmachines. Aangezien die lijn geleidelijk aan wordt vervangen door nieuwe producten, zullen er in de toekomst geen kasstromen meer worden gegenereerd om die goodwill te verantwoorden.
De goodwill wordt toegewezen aan de eenheid van de groep die kasstromen genereert. Bepalend voor de toewijzing is het land waarin de activiteit plaatsvindt. We evalueren iedere eenheid op de kasstromen die ze genereert voor de groep.
In 2011 resulteerde de impairment test op goodwill niet in enige indicatie van bijzondere waardevermindering.
De goodwill voor de eenheden die kasstromen genereren, wordt als volgt toegewezen:
| (in duizend euro) | 2011 | 2010 | |
|---|---|---|---|
| Goodwill | Goodwill | ||
| JENSEN Frankrijk | 763 | 763 | |
| JENSEN Zwitserland | 114 | 114 | |
| JENSEN Australië | 152 | 152 | |
| JENSEN Italië | 1.945 | 1.945 | |
| JENSEN Benelux | 802 | 802 | |
| JENSEN SIPANO | 918 | 934 | |
| Totaal | 4.694 | 4.710 |
De licenties verwijzen naar de kapitalisatie van de licentiekosten van het nieuwe ERP-systeem.
Ontwikkelingskosten voor 5,9 miljoen euro (5,2 miljoen euro in 2010) werden in kosten genomen gedurende het jaar.
| (In duizend euro) | Terreinen & gebouwen |
Installaties machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bruto boekwaarde per 1 januari 2010 | 30.819 | 18.908 | 5.124 | 383 | 0 | 55.234 |
| Wisselkoersverschillen | 1.445 | 538 | 508 | 0 | 0 | 2.491 |
| Toevoegingen | 670 | 517 | 229 | 13 | 242 | 1.671 |
| Buitengebruikstelling | 0 | -105 | -1.167 | 0 | 0 | -1.272 |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2010 | 32.934 | 19.858 | 4.694 | 396 | 242 | 58.124 |
| Wisselkoersverschillen | 489 | 273 | 115 | 149 | 0 | 1.026 |
| Toevoegingen | 279 | 1.457 | 546 | 1.455 | 0 | 3.737 |
| Buitengebruikstelling | -25 | -2.365 | -500 | 0 | 0 | -2.890 |
| Overdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | -242 | -242 |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2011 | 33.677 | 19.223 | 4.855 | 2.000 | 0 | 59.755 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | ||||||
| per 1 januari 2010 | 12.779 | 13.527 | 3.630 | 295 | 0 | 30.231 |
| Wisselkoersverschillen | 579 | 370 | 381 | 0 | 0 | 1.330 |
| Afschrijvingen | 1.024 | 1.314 | 566 | 40 | 0 | 2.944 |
| Buitengebruikstelling | 0 | -74 | -1.021 | 0 | 0 | -1.095 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | ||||||
| per 31 december 2010 | 14.382 | 15.137 | 3.556 | 335 | 0 | 33.410 |
| Wisselkoersverschillen | 278 | 114 | 64 | 6 | 0 | 462 |
| Afschrijvingen | 1.502 | 1.221 | 593 | 92 | 0 | 3.408 |
| buitengebruikstelling | -19 | -2.549 | -508 | 0 | 0 | -3.076 |
| Transfers | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Gecumuleerde afschrijvingen | ||||||
| per 31 december 2011 | 16.143 | 13.923 | 3.705 | 433 | 0 | 34.204 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2010 | 18.552 | 4.721 | 1.138 | 61 | 242 | 24.714 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2011 | 17.534 | 5.300 | 1.150 | 1.567 | 0 | 25.551 |
In de loop van 2011 daalden de netto materiële vaste activa met 0,8 miljoen euro. Zonder rekening te houden met de afschrijving in de resultatenrekening ten belope van 3,4 miljoen euro, bedroeg de toename van de materiële vaste activa 4,3 miljoen euro.
De investeringen hebben voornamelijk betrekking op de nieuwe productievestiging in China (3,2 miljoen euro) en de modernisering van machines en uitrusting.
De financiële leases hebben voornamelijk betrekking op machines en uitrusting van JENSEN GmbH.
De buitengebruikstellingen van vaste activa hebben geen noemenswaardige resultaten opgebracht.
De boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 31,6 miljoen euro.
Onderstaande tabel toont de machines die door de groep werden geleased onder een financiële lease.
| (In duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Kost gekapitaliseerde financiële leasings | 1.507 | 1.505 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | -833 | -742 |
| Netto boekwaarde | 674 | 763 |
De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen zijn toewijsbaar aan de volgende rubrieken:
| (In duizend euro) | 31 december 2009 |
Debit/credit verlies- en winstrekening |
Debit/credit eigen vermogen |
Wisselkoers- verschillen |
31 december 2010 |
|---|---|---|---|---|---|
| Voorraden | -357 | -580 | 0 | 0 | -937 |
| Vaste activa | -668 | -349 | 0 | 0 | -1.017 |
| Provisies | 854 | -191 | 297 | 0 | 960 |
| Op fiscale verliezen | 4.425 | -146 | 0 | -306 | 3.973 |
| Uitgestelde belastingen op verschillen tussen | 725 | 1.421 | 0 | 0 | 2.146 |
| fiscaal en statutair resultaat | |||||
| Op financiële instrumenten | 250 | -42 | -41 | 0 | 167 |
| Totaal activa uitgestelde belastingen (netto) | 5.229 | 113 | 256 | -306 | 5.292 |
| (In duizend euro) | 31 december 2010 |
Debet/credit verlies- en winstrekening |
Debet/credit eigen vermogen |
Wisselkoers- verschillen |
31 december 2011 |
|---|---|---|---|---|---|
| Voorraden | -937 | 689 | 0 | 0 | -248 |
| Vaste activa | -1.017 | -459 | 0 | 0 | -1.476 |
| Provisies | 960 | -395 | 264 | 0 | 829 |
| Op fiscale verliezen | 3.973 | -338 | 0 | -444 | 3.191 |
| Uitgestelde belastingen op verschillen tussen | 2.146 | 253 | 0 | 0 | 2.399 |
| fiscaal en statutair resultaat | |||||
| Op financiële instrumenten | 167 | -143 | 245 | 0 | 268 |
| Totaal activa uitgestelde belastingen (netto) | 5.292 | -394 | 508 | -444 | 4.962 |
De uitgestelde belastingen hebben voornamelijk betrekking op JENSEN USA (1,7 miljoen euro), JENSEN-GROUP (1,2 miljoen euro) en JENSEN GmbH (0,9 miljoen euro).
De uitgestelde belastingvorderingen worden erkend omdat het management en de Raad van Bestuur ervan overtuigd zijn, conform de waarderingsregels van de onderneming, dat deze uitgestelde belastingvorderingen binnen een redelijke periode kunnen gerealiseerd worden.
De uitgestelde belastingen zijn gestegen door de uitgestelde belastingen geboekt op basis van tijdsverschillen.Het grootste deel van de uitgestelde belastingvorderingen (1,7 miljoen euro) situeert zich in de VS. Het management heeft maatregelen genomen om de realiseerbaarheid van deze belastingvorderingen te vergemakkelijken. Eén van de redenen voor de toename van de latente belastingvorderingen in de VS was de verzwakking van de USD. Alle machines die geproduceerd worden in Europa en verkocht in de VS, worden gefactureerd in USD. Dit is de voorspelbaarheid van de winst van JENSEN USA ten goede gekomen. Verder zorgde de verhuizing van Futurail naar JENSEN USA voor meer productie in de VS. Daardoor kan JENSEN USA haar activiteiten uitbreiden en haar operationele verliezen uit het verleden goedmaken.
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Inkomsten uit projecten | 216.174 | 226.977 |
| Balansinformatie van lopende projecten: | ||
| Bruto tegoeden op klanten voor contracten in uitvoering | 27.437 | 22.576 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 11.655 | 12.342 |
De projecten worden gewaardeerd op basis van de 'percentage of completion'-methode. Op 31 december 2011 was in de brutotegoeden op klanten voor contracten in uitvoering 4,1 miljoen euro gecumuleerde winst opgenomen (3,7 miljoen euro op 31 december 2010).
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 54.991 | 63.370 |
| Provisies voor dubieuze debiteuren | -3.278 | -3.861 |
| Belastingen | 1.747 | 474 |
| Overige vorderingen | 2.345 | 2.042 |
| Bruto tegoeden op klanten voor contracten in uitvoering | 27.437 | 22.576 |
| Overlopende rekeningen | 949 | 683 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 201 | 743 |
| Totaal handels- en overige vorderingen | 84.392 | 86.027 |
| Verminderd met vorderingen op meer dan 1 jaar | ||
| Handelsvorderingen | 260 | 288 |
| Overige vorderingen | 635 | 610 |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 895 | 898 |
| Handels- en overige vorderingen op minder dan 1 jaar | 83.497 | 85.129 |
In de overige vorderingen zijn garanties opgenomen voor 0,6 miljoen euro.
Op basis van de waarderingsregel waarbij vorderingen en schulden niet mogen gecompenseerd worden, zijn de ontvangen voorschotten opgenomen in de handelsschulden.
De groep heeft voor 0,8 miljoen euro openstaande klanten in Frankrijk verdisconteerd bij een financiële instelling. De corresponderende schuld is opgenomen onder kortetermijnleningen.
Op 31 december 2010 bedroeg het aandelenkapitaal 42,7 miljoen euro en bestond het uit 8.039.842 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er waren geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volgestort.
Op de vergadering van 3 november 2009 keurde de Raad van Bestuur de aankoop goed van 36.874 aandelen van de vennootschap, die in het bezit waren van Baillie Gifford en te koop werden aangeboden. De terugkoop werd geregeld via een zakenbank als tussenpersoon en met een prijs per aandeel van 6,9 euro op de Euronext-beurs. De buitengewone aandeelhoudersvergadering van 30 november 2011 besliste om de 36.874 eigen aandelen te schrappen, wat het totaal aantal openstaande aandelen terugbrengt tot 8.002.968.
Per 31 december 2011 bedraagt het kapitaal 42,7 miljoen euro, vertegenwoordigd door 8.002.968 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er zijn geen preferente aandelen.
| Staat van het kapitaal (toestand op 31 december 2011) | Bedragen (In duizend euro) | Aantal aandelen |
|---|---|---|
| A. Maatschappelijk kapitaal | ||
| 1. Geplaatst kapitaal | ||
| · Per einde van het vorig boekjaar | 42.715 | |
| · Wijzigingen tijdens het boekjaar | 0 | |
| · Per einde van het boekjaar | 42.715 | |
| 2. Samenstelling van het kapitaal | ||
| 2.1. Gewone aandelen zonder nominale waarde | 42.715 | 8.002.968 |
| 2.2. Aandelen op naam of aan toonder | ||
| · Op naam | 4.120.910 | |
| · Aan toonder/gedematerialiseerd | 3.882.058 | |
| B. Eigen aandelen gehouden door | ||
| · de vennootschap zelf of door één van haar dochters | 0 | 0 |
| C. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen | ||
| 1. Als gevolg van uitoefening van conventierechten | 0 | 0 |
| 2. Als gevolg van de uitoefening van warranten | 0 | 0 |
| D. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal | 42.715 | |
| Volgende kennisgevingen van deelname in aandelen die het kapitaal | ||
| van de vennootschap vertegenwoordigen, werden ontvangen: |
JENSEN INVEST A/S, Ejnar Jensen Vej 1, 3700 Rønne, Denmark
| Aantal aandelen | Totaal | % | |
|---|---|---|---|
| · Aantal aandelen | 4.131.576 | 8.002.968 | 51,63% |
| · Stemrecht | 4.131.576 | 8.002.968 | 51,63% |
"De controleketen is als volgt: Jensen Invest A/S heeft 51,48% van de aandelen van JENSEN-GROUP NV. Dhr Jørn M. Jensen houdt 0,02% van de aandelen in JENSEN-GROUP NV en Dhr Jesper M. Jensen houdt 0,12% van de aandelen in JENSEN-GROUP NV. JF Tenura Aps houdt 100% van de aandelen in Jensen Invest A/S. Dhr Jepser M. Jensen bezit en controleert 51% van de aandelen in JF Tenura Aps. De resterende 49% van de aandelen in JF Tenura Aps worden gehouden door mevrouw Anne Munch Jensen en Mevrouw Karine Munk Finser als de uiteindelijke begunstigden van The Jörn Munch Jensen and Lise Munch Jensen Family Trust.
| Petercam NV | Totaal | % | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Petercam NV, Place Sainte Gudule 19, 1000 Brussel, Belgium | |||||
| Aantal aandelen | Totaal | % | |||
| · Aantal aandelen | 693.344 | 8.002.968 | 8,66% | ||
| · Stemrecht | 693.344 | 8.002.968 | 8,66% |
De controleketen is als volgt: PMS is 100% dochtervennootschap van Petercam NV Petercam Luxembourg is 100% dochtervennootschap van Petercam NV.
Alle aandelen zijn volledig volgestort. Hierna wordt verdere informatie weergegeven over de staat van het kapitaal per 31 december 2011. Elk aandeel heeft één stem. De stemrechten zijn in overeenstemming met het Wetboek van Vennootschappen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de stemrechten.
De regelingen betreffende de overdracht van aandelen zijn in overeenstemming met het Wetboek van Vennootschappen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de overdracht van aandelen.
De uitgiftepremie is voornamelijk het gevolg van de fusie met LSG, dat daarna de naam JENSEN-Group kreeg.
De eindbalans van de uitgiftepremie bedraagt 5,8 miljoen euro.
De statuten (art. 11) staan de Raad van Bestuur toe om eigen aandelen terug te kopen.
Op de vergadering van 3 november 2009 keurde de Raad van Bestuur de aankoop goed van 36.874 aandelen van de vennootschap, die in het bezit waren van Baillie Gifford en te koop werden aangeboden. De terugkoop werd geregeld via een zakenbank als tussenpersoon en met een prijs per aandeel van 6,9 euro op de Euronext-beurs. De buitengewone aandeelhoudersvergadering op 30 november 2011 besliste om de 36.874 eigen aandelen te schrappen. Bijgevolg bezit JENSEN-GROUP momenteel geen eigen aandelen.
De geconsolideerde jaarrekening wordt in dit jaarverslag uitgedrukt in duizend euro. Alle posten van de balans van buitenlandse vennootschappen worden omgerekend in euro aan de wisselkoers per einde van het boekjaar, met uitzondering van het eigen vermogen, dat aan historische koers wordt opgenomen. De resultatenrekeningen worden omgezet aan de gemiddelde koers van het boekjaar. De wisselkoersverschillen die aldus ontstaan uit de omzetting van het eigen vermogen en de resultatenrekeningen worden afzonderlijk vermeld op het passief onder de post 'omrekeningsverschillen'.
De wisselkoersverschillen die ontstaan uit de omzetting van de netto-investeringen in de buitenlandse activiteiten worden opgenomen in overige resultaten. In totaal wordt 0,1 miljoen euro aan wisselkoerswinst van de financiële resultaten naar overige resultaten overgedragen.
| Valuta | Gemiddelde koers (per euro) | Slotkoers (per euro) | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2011 | 2010 | 2009 | 2011 | 2010 | 2009 | ||
| USD | 1,3920 | 1,3257 | 1,3948 | 1,2939 | 1,3362 | 1,4406 | |
| DKK | 7,4507 | 7,4473 | 7,4462 | 7,4342 | 7,4535 | 7,4418 | |
| GBP | 0,8679 | 0,8578 | 0,8909 | 0,8353 | 0,8608 | 0,8881 | |
| SEK | 9,0289 | 9,5373 | 10,6191 | 8,9120 | 8,9655 | 10,2520 | |
| SGD | 1,7492 | 1,8055 | 2,0241 | 1,6819 | 1,7136 | 2,0194 | |
| CHF | 1,2332 | 1,3803 | 1,5100 | 1,2156 | 1,2504 | 1,4836 | |
| AUD | 1,3485 | 1,4423 | 1,7727 | 1,2723 | 1,3136 | 1,6008 | |
| CNY | 8,9968 | 8,1588 |
De gebruikte wisselkoersen waren:
De groep stelt haar termijncontracten op vreemde valuta en intresten voor als kasstroomindekkingen. Het gedeelte winst of verlies op de indekkingsinstrumenten dat als effectieve hedge wordt beschouwd, wordt onmiddellijk in het eigen vermogen opgenomen (toelichting 21).
Gedurende het jaar werd 1,1 miljoen euro op het eigen vermogen geboekt.
Verliezen en winsten op wisselkoerscontracten die per 31 december 2011 op de indekkingsreserve in het eigen vermogen geboekt zijn, zullen in de verlies- en winstrekening opgenomen worden op verschillende tijdstippen tussen één en zes maanden.
Verliezen en winsten op de interest rate swap contracten die per 31 december 2011 geboekt zijn op de indekkingsreserve in het eigen vermogen, zullen in de verlies- en winstrekening opgenomen worden a rato van de terugbetaling van de bankleningen.
JENSEN-GROUP heeft vier toegezegde pensioenregelingen. De groep heeft ervoor geopteerd om de aangepaste versie van IAS 19 toe te passen. De groep maakt dus gebruik van de mogelijkheid om actuariële winsten en verliezen in het eigen vermogen te boeken. Het gecumuleerde verlies van de vier regelingen bedraagt 2,8 miljoen euro.
De Raad van Bestuur stelt voor om een dividend van 0,25 euro per aandeel of 2.000.742,00 euro uit te keren op het resultaat van 2011.
De doelstelling van JENSEN-GROUP bij het kapitaalbeheer is ervoor te zorgen dat JENSEN-GROUP verder kan functioneren als een 'going concern' om rendement te genereren voor de aandeelhouders en voordelen te bieden aan de andere stakeholders, en om een optimale structuur te behouden die de vermogenskosten beperkt.
De korte- en langetermijnleningen kunnen als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 | |
|---|---|---|---|
| Schulden m.b.t. financiële lease LT | 215 | 354 | |
| LT leningen bij kredietinstellingen | 8.406 | 12.646 | |
| Totaal LT leningen | 8.621 | 13.000 |
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 | |
|---|---|---|---|
| Schulden op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 4.446 | 2.562 | |
| Schulden m.b.t. financiële lease KT | 139 | 154 | |
| KT leningen bij kredietinstellingen | 2.783 | 6.198 | |
| Verdisconteerde vorderingen | 995 | 827 | |
| Totaal KT leningen | 8.363 | 9.741 | |
| Totaal van de leningen | 16.984 | 22.741 |
De financiële schulden daalden van 22,7 miljoen euro per 31 december 2010 tot 17,0 miljoen euro per 31 december 2011.
De groep heeft voor 1miljoen euro handelsvorderingen verdisconteerd. Omdat de risico's en vergoedingen slechts beperkt aan de andere partij worden overgedragen, leidt de verdiscontering niet tot de verwijdering van een post op de balans.
De volgende tabel geeft de langetermijnleningen weer per vervaldag:
| 4.516 | 4.485 | |
|---|---|---|
| 1.263 | 5.356 | |
| 2.842 | 3.159 | |
| 8.621 | 13.000 | |
Het risico van de groep met betrekking tot rentewijzigingen op de leningen en met betrekking tot contractuele herzieningen van de intresten op de leningen voor en na het effect van de IRS (Interest Rate Swaps) is als volgt:
| Minder dan | Tussen 1 | Tussen 2 | Meer dan | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 1 jaar | en 2 jaar | en 5 jaar | 5 jaar | |
| 7.229 | 4.374 | 1.190 | 2.842 | 15.635 |
| 139 | 142 | 73 | 0 | 354 |
| 995 | 0 | 0 | 0 | 995 |
| 8.363 | 4.516 | 1.263 | 2.842 | 16.984 |
| 1.209 | 4.166 | 1.208 | 2.246 | 8.828 |
| 7.154 | 350 | 55 | 596 | 8.156 |
Het management gaat ervan uit dat de boekwaarde van de leningen aan vaste intrest de werkelijke waarde benadert.
Voor meer details met betrekking tot de IRS, verwijzen we naar toelichting 21.
Het bedrag van de leningen van de groep per munt kan als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 | |
|---|---|---|---|
| EUR | 4.672 | 9.758 | |
| USD | 391 | 1.803 | |
| DKK | 4.827 | 4.291 | |
| CHF | 6.580 | 6.398 | |
| Other | 514 | 491 | |
| Totaal | 16.984 | 22.741 |
Met betrekking tot de leningen van de groep wordt door één van de belangrijkste kredietinstellingen één financiële ratio opgelegd (een eigen vermogen ratio). De groep voldoet aan deze financiële ratio.
Een van de kredietinstellingen voorziet een voortijdige beëindiging van de faciliteit in geval van verandering van zeggenschap.
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 | |
|---|---|---|---|
| Hypotheken | 7.658 | 8.716 | |
| activa in pandgeving | 391 | 1.302 | |
| Garanties gegeven door de moedermaatschappij | 5.189 | 8.597 | |
| Totaal | 13.238 | 18.615 |
De boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 31,6 miljoen euro.
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 210 | |
|---|---|---|---|
| Provisies voor pensioenplan Te Bereiken Doel | 9.072 | 9.710 | |
| Provisies voor overige pensioenverplichtingen | 724 | 777 | |
| Totaal provisies voor personeelsbeloningen | 9.796 | 10.487 |
De provisie voor overige pensioenverplichtingen heeft betrekking op de brugpensioenen in Duitsland en in de Benelux.
JENSEN GmbH, JENSEN France, JENSEN Italia en JENSEN AG Burgdorf voorzien in een toegezegde pensioenregeling. Deze vergoedingen zijn gebaseerd op het salaris van de werknemer en het aantal dienstjaren.
De groep heeft ervoor gekozen om de aangepaste versie van IAS 19 'toegezegde pensioenregeling' toe te passen, waarbij de actuariële winsten en verliezen onmiddellijk in het eigen vermogen worden geboekt. Het gecumuleerde verlies voor de vier pensioenplannen bedraagt 2,8 miljoen euro.
In de provisie voor pensioenverplichtingen in Zwitserland werden de aanpassingen (curtailment) verrekend. Daarbij werd rekening gehouden met de impact op toekomstige verplichtingen, doordat er een aantal personen in 2012 het bedrijf zullen verlaten. Deze aanpassingen hadden een impact van 1,3 miljoen euro op het jaarresultaat.
Per 31 december 2011 bedroeg de totale nettoverplichting 9,1 miljoen euro.
De volgende tabel geeft de assumpties weer die gebruikt worden bij de berekening van de provisies:
| Verwachte opbrengsten en activa | Verwachte loonstijging | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2011 | 2010 | 2011 | 2010 | ||
| Zwitserland | 3,50% | 4,00% | 1,50% | 1,50% | |
| Frankrijk | -'* | -'* | 3,00% | 3,00% | |
| Duitsland | -'* | -'* | 2,50% | 2,50% | |
| Italië | -'* | -'* | 0% | 0% |
| Verdisconteringsfactor | Inflatie | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2011 | 2010 | 2011 | 2010 | ||
| Zwitserland | 2,75% | 3,00% | 1,00% | 1,00% | |
| Frankrijk | 4,40% | 4,50% | 2,00% | 2,00% | |
| Duitsland | 4,40% | 4,50% | 2,00% | 2,00% | |
| Italië | 4,40% | 4,50% | 2,00% | 2,00% |
* Heeft betrekking op het Duitse en Franse pensioenplan waarvoor geen activa zijn toegekend
De totale last in 2011 van de toegezegde pensioenregelingen bedroeg 0,4 miljoen euro.
| (in duizend euro) | 2011 | 2010 |
|---|---|---|
| Toegerekende pensioenkosten | 521 | 461 |
| Interestkosten | 646 | 642 |
| Verwacht rendement op fondsbeleggingen | -296 | -291 |
| Pensioenkosten van uit dienst getreden personeelsleden | -1.265 | 14 |
| Totale pensioenlast van de periode | -394 | 826 |
De wijziging in de nettoverplichting gedurende de jaren 2011 en 2010 wordt in onderstaande tabel weergegeven:
| (in duizend euro) | 2011 | 2010 |
|---|---|---|
| Netto verplichting op 1 januari | ||
| Financieringspositie | -9.710 | -8.826 |
| Totale pensioenlasten van de periode | 394 | -826 |
| Werkgeversbijdragen | 448 | 390 |
| Bijdrage betaald door de vennootschap | 583 | 508 |
| Staat van erkende inkomsten en kosten | -753 | -695 |
| Wisselkoersverschil | -34 | -261 |
| Netto verplichting op 31 december | -9.072 | -9.710 |
De wijzigingen in de toegezegde pensioenregelingen en in fondsbeleggingen wordt in onderstaande tabel weergegeven:
| (in duizend euro) | 2011 | 2010 |
|---|---|---|
| Wijziging in plannen Te Bereiken Doel (TBD) | ||
| TBD op 1 januari | 17.980 | 15.503 |
| Pensioenkosten | 521 | 461 |
| Interest kosten | 646 | 642 |
| Uitkeringen | -1.867 | -966 |
| Betaalde premies | -217 | -145 |
| Werknemersbijdrage | 360 | 238 |
| Actuariële (winsten)/verliezen | 478 | 691 |
| Pensioenkosten van uit dienst getreden personeelsleden | -1.265 | 14 |
| Wisselkoersverschillen | 259 | 1.542 |
| TBD op 31 december | 16.895 | 17.980 |
| (in duizend euro) | 2011 | 2010 |
| Wijziging in fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van fondsbelegging op 1 januari | 8.270 | 6.677 |
| Bijdragen | 1.391 | 1.137 |
| Actuariële (winsten)/verliezen | -276 | -3 |
| Effectief rendement op fondsbeleggingen | 296 | 291 |
| Uitkeringen | -1.867 | -966 |
| Betaalde premies | -217 | -144 |
| Wisselkoersverschil | 226 | 1.278 |
| Reële waarde van fondsbelegging op 31 december | 7.823 | 8.270 |
| (in duizend euro) | 2011 | 2010 |
| TBD op het einde van de periode | -16.895 | -17.980 |
| Reële waarde fondsbeleggingen | 7.823 | 8.270 |
| Financieringspositie | -9.072 | -9.710 |
Het percentage fondsbeleggingen volgens asset-allocatie is als volgt: Gewone aandelen: 36,1 % Obligaties en andere schuldinstrumenten: 42,2 % Onroerend goed: 9,4 % Overige: 12,3 %
De te verwachten bijdragen aan het plan tijdens het jaar dat begint na deze rapporteringsperiode worden geschat op 1 miljoen euro.
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Provisies voor garantieverplichtingen | 8.104 | 7.744 |
| Provisies voor terugkoopverplichtingen | 189 | 212 |
| Provisies voor juridische risico's | 5.232 | 3.592 |
| Totaal provisies voor overige risico's en kosten | 13.525 | 11.548 |
Wijzigingen in provisies kunnen als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2010 |
Toevoegingen | Terugnames/ aanwendingen |
Wisselkoers- verschillen |
31 december 2011 |
|---|---|---|---|---|---|
| Provisies voor garantieverplichtingen | 7.744 | 1.817 | -1.513 | 56 | 8.104 |
| Provisies voor terugkoopverplichtingen | 212 | 55 | -78 | 0 | 189 |
| Provisies voor juridische risico's | 3.592 | 2.904 | -1.296 | 32 | 5.232 |
| Totaal provisies voor overige risico's en kosten | 11.548 | 4.776 | -2.887 | 88 | 13.525 |
Op basis van de verkopen van het jaar wordt een provisie voor garantieverplichtingen aangelegd. De provisie wordt berekend op basis van de verkoopcijfers van het jaar en de beschikbare informatie over de producten die terugkeren. Op de meeste producten geldt een standaardgarantie van maximum 18 maanden.
Er wordt een provisie aangelegd voor terugnameverplichtingen als JENSEN-GROUP materiaal verkoopt aan een klant en de klant voor dat materiaal een leasingovereenkomst wil afsluiten met een leasingmaatschappij. In sommige gevallen eist de leasingmaatschappij een terugnameclausule.
De overige provisies betreffen voornamelijk provisies voor juridische geschillen. Voor alle juridische geschillen die een daadwerkelijk risico vormen, werd op basis van een voorzichtige beoordeling een voorziening aangelegd. De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering. Het management verwacht dat deze geschillen geen significante invloed zullen hebben op de winstgevendheid van de groep. Het baseert zich daarbij op het advies van onze juridische raadgevers.
De overige provisies namen toe doordat er een provisie werd aangelegd voor de herstructurering (2,7 million euro) waarover de Raad van Bestuur in 2011 besliste. Met de herstructurering wordt de Zwitserse productie overgebracht naar de Deense fabriek.
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 19.059 | 18.838 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 11.655 | 12.342 |
| Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten | 8.578 | 8.331 |
| Overige schulden | 1.413 | 2.071 |
| Overlopende rekeningen | 5.511 | 5.957 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 1.681 | 1.224 |
| Totale handels- en overige schulden | 47.897 | 48.763 |
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Afschrijvingen | 3.715 | 5.266 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -424 | 953 |
| Waardeverminderingen op voorraden | 527 | 785 |
| Wijzigingen in provisies | 797 | 860 |
| Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen op activa | 4.615 | 7.864 |
In 2010 boekte de groep afschrijvingen op de goodwill van JENSEN Denmark van 2,0 miljoen euro. Die goodwill vloeide voort uit de productie van een lijn flatwork strijkmachines. Aangezien die lijn geleidelijk aan wordt vervangen door nieuwe producten, zullen er in de toekomst geen kasstromen meer worden gegenereerd om die goodwill te verantwoorden. De afschrijving bedraagt 2,0 miljoen euro en heeft geen impact op de cashflow.
De analyse van de financiële inkomsten en kosten is als volgt:
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Financiële opbrengsten | 4.601 | 3.812 |
| Interest opbrengsten | 1.374 | 651 |
| Overige financiële opbrengsten | 393 | 425 |
| Wisselkoerswinsten | 2.834 | 2.736 |
| Financiële kosten | -5.541 | -6.487 |
| Interest kosten | -2.122 | -1.329 |
| Overige financiële kosten | -956 | -1.124 |
| Wisselkoersverliezen | -2.463 | -4.034 |
| Totaal netto financiële kosten | -940 | -2.675 |
Het nettowisselkoersresultaat (- 1,3 miljoen euro in 2010, + 0,4 miljoen euro in 2011) heeft betrekking op:
De overige financiële kosten hebben voornamelijk betrekking op bankkosten.
De belastingen kunnen als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Belastingen | -2.283 | -4.285 |
| Uitgestelde belastingen | -394 | 113 |
| Totaal belastingen | -2.677 | -4.172 |
Aansluiting tussen het gemiddelde theoretische belastingtarief per 31 december 2011 en 31 december 2010 en het effectieve belastingtarief:
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Winst voor belastingen | 7.502 | 12.754 |
| Theoretische belastinglast | 2.530 | 3.436 |
| Theoretisch belastingtarief | 34% | 27% |
| Verworpen uitgaven | 801 | 987 |
| Gebruik van fiscale verliezen | -654 | -251 |
| Effectieve belastinglast | 2.677 | 4.172 |
| Effectief belastingtarief | 36% | 33% |
Het theoretisch belastingpercentage is het gewogen gemiddelde van de theoretische belastingpercentages van de verschillende entiteiten.
Het theoretisch belastingpercentage steeg van 27 % in 2010 naar 34 % in 2011. Dit komt doordat dit percentage een gewogen gemiddelde is van de theoretische belastingpercentages van de verschillende entiteiten. De winst steeg in landen met een hoog theoretisch belastingpercentage, terwijl de winst daalde in landen met een laag theoretisch belastingpercentage.
Het effectieve belastingpercentage ligt in 2010 hoger omdat de afschrijvingen op goodwill ten bedrage van 2,0 miljoen euro niet fiscaal aftrekbaar zijn.
De berekening van de gewone winst per aandeel is gebaseerd op het resultaat van de groep van 4,7 miljoen euro (8,5 miljoen euro in 2010) en het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen gedurende de jaren eindigend op 31 december 2011 en 2010.
| 2011 | 2010 | |
|---|---|---|
| Gewone winst per aandeel | 0,60 | 1,06 |
| Gemiddeld aantal aandelen | 8.002.968 | 8.002.968 |
JENSEN-GROUP huurt voornamelijk gebouwen, voertuigen, rollend materieel en informaticamateriaal onder een aantal operationele lease-overeenkomsten. De toekomstige leasebetalingen onder deze lease-overeenkomsten zijn:
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| < 1 jaar | 540 | 720 |
| >1 jaar < 5 jaar | 1.433 | 1.887 |
| > 5 jaar | 684 | 64 |
| Totaal operationele leasings | 2.657 | 2.671 |
Het resultaat van het boekjaar bevat 1,7 miljoen euro kosten met betrekking tot operationele lease.
In de financieringstabel zijn liquide middelen en opgenomen kredietlijnen als volgt samengesteld:
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Liquide middelen | 2.449 | 9.534 |
| Opgenomen kredietlijnen | -2.783 | -6.198 |
| Opgenomen kredietlijnen | -334 | 3.336 |
De geconsolideerde financieringstabellen worden op een consistente manier voorgesteld. Als dusdanig stellen zij niet het wisselkoerseffect voor op elke individuele lijn, maar slechts op één globaal bedrag via de wisselkoers winst/ verlies op liquide middelen en bankdeposito's. Over de fluctuatie kan volgende opmerking worden gemaakt:
De liquide middelen namen af ten gevolge van de lagere activiteitsgraad, investeringen in de nieuwe productievestiging in China en hogere projectkosten.
JENSEN-GROUP ging de volgende verbintenissen aan:
| (in duizend euro) | 31 december 2011 | 31 december 2010 |
|---|---|---|
| Intentieverklaring | 5.189 | 8.597 |
| Bankgaranties | 9.122 | 7.832 |
| Hypotheek | 7.658 | 8.716 |
| Terugkoopverplichtingen | 1.898 | 2.121 |
| Bank garanties die betrekking hebben op de verkochte activiteiten | 0 | 5.000 |
Het management verwacht niet dat deze verbintenissen een grote impact zullen hebben op de financiële positie of de rentabiliteit van de groep.
In 2006 splitste JENSEN-GROUP zijn commerciële divisie af. De betreffende bankgarantie liep dit jaar af.
De blootstelling aan risico's verbonden aan vreemde valuta, intrestvoeten en kredietwaardigheid zijn het gevolg van het normale verloop van de activiteiten van JENSEN-GROUP. De groep wil elk van deze risico's afzonderlijk analyseren en strategieën bepalen om de economische impact op de resultaten van de groep te beheersen, in overeenstemming met de interne beleidsbepalingen inzake financiële risico's.
De waardering van de financiële instrumenten is gebaseerd op genoteerde prijzen in liquide markten voor gelijkwaardige activa en passiva. De financiële instrumenten hebben niveau 1 in de hiërarchie van de waardering aan reële waarde.
De groep loopt valutarisico's op leningen, investeringen, (verwachte) verkopen, (verwachte) aankopen die uitgedrukt zijn in een andere munt dan de functionele munt van de dochteronderneming. De valuta's waarin de groep risico's loopt zijn voornamelijk de US dollar, Zwitsere frank, Zweedse kroon, Deense kroon, Chinese yuan en Australische dollar. De belangrijkste afgeleide financiële instrumenten die gebruikt worden om valutarisico's te beheersen zijn termijncontracten.
Het is een politiek van de groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
JENSEN-GROUP hanteert volgende indekkingspolitiek met betrekking tot valuta:
• Voor twee kleinere eigen verkoop- en dienstencentra (SSC's), JENSEN UK en JENSEN Australia week de groep af van dit beleid en is alleen de blootstelling met betrekking tot bestaande orders gedekt;
• Alle afwijkingen van het beleid moeten worden goedgekeurd door het Auditcomité.
Deze indekkingen worden dus beschouwd als kasstroomindekkingen. Ze worden aangegaan op basis van de indekkingspolitiek zonder rekening te houden met de verwachte evolutie van de munten op de markt.
Alle termijncontracten worden gecentraliseerd in de treasury-afdeling van JENSEN-GROUP. De contracten worden aangegaan op basis van de input van de verschillende entiteiten.
Het valutarisico als gevolg van omzetting van de financiële staten van niet-euro vennootschappen, wordt niet ingedekt (Toelichting 9 – Eigen Vermogen).
Onderstaande tabel geeft een indicatie van de valutaposities van de groep per 31 december 2011 en 31 december 2010 met betrekking tot vaststaande verplichtingen en verwachte toekomstige transacties. De open posities zijn het gevolg van de toepassing van de beleidsbepalingen van de groep. Positieve waarden betekenen dat de groep 'long' is (netto toekomstige kasinstroom) terwijl een negatief bedrag aangeeft dat de groep 'short' is (netto toekomstige kasuitstroom).
| 2011 (in duizend euro) | Totaal risico | Totaal afgeleide instrumenten | Open positie |
|---|---|---|---|
| USD/EUR | 1.378 | -439 | 938 |
| GBP/EUR | 2.157 | -2.100 | 57 |
| AUD/EUR | 4.898 | -5.625 | -727 |
| CHF/EUR | -574 | 4.500 | 3.926 |
| SEK/EUR | -7.338 | 5.000 | -2.338 |
| CNY/EUR | -2.000 | 2.088 | 88 |
| DKK/EUR | -29.719 | 0 | -29.719 |
| 2010 (in duizend euro) | Totaal risico | Totaal afgeleide instrumenten | Open positie |
| USD/EUR | 1.324 | -1.415 | -91 |
| GBP/EUR | 1.806 | -1.000 | 806 |
| PLN/EUR | 633 | -579 | 54 |
| JPY/EUR | 97 | -89 | 8 |
| CAD/EUR | 149 | -148 | 1 |
| AUD/EUR | 3.086 | -4.500 | -1.414 |
| CHF/EUR | -6.435 | 4.500 | -1.935 |
| SEK/EUR | -5.219 | 5.000 | -219 |
| DKK/EUR | -26.328 | 3.000 | -23.328 |
Behalve voor een deel van de Washroom Technologie, worden alle producten in Europese vestigingen geproduceerd, waarbij de activiteiten in euro (of euro-gerelateerde munten) en in Zwitserse franken worden uitgedrukt.
Een verzwakking van de dollar in 2011 met 13 % zou een verlaging van de operationale winst met 0,4 miljoen euro hebben opgeleverd. Een versterking van de dollar in 2011 met 13 % zou een verhoging van de operationele winst met 0,5 miljoen euro hebben opgeleverd1.
Een verzwakking van de zweedse kroon in 2011 met 6 % zou een verhoging van de operationale winst met 0,3 miljoen euro hebben opgeleverd. Een versterking van de zweeedse kroon in 2011 met 6 % zou een verlaging van de operationele winst met 0,4 miljoen euro hebben opgeleverd1.
Een verzwakking van de zwitserse frank in 2011 met 28 % zou een verhoging van de operationale winst met 2,7 miljoen euro hebben opgeleverd. Een versterking van de zwitserse frank in 2011 met 28 % zou een verlaging van de operationele winst met 5,0 miljoen euro hebben opgeleverd1.
Een verzwakking van de australische dollar in 2011 met 12 % zou een verlaging van de operationale winst met 0,4 miljoen euro hebben opgeleverd. Een versterking van de australische dollar in 2011 met 12 % zou een verhoging van de operationele winst met 0,6 miljoen euro hebben opgeleverd1.
Een verzwakking van de britse pond in 2011 met 9 % zou een verlaging van de operationale winst met 0,07 miljoen euro hebben opgeleverd. Een versterking van de britse pond in 2011 met 9 % zou een verhoging van de operationele winst met 0,08 miljoen euro hebben opgeleverd1.
1 De raming is gebaseerd op de standaard afwijking van de dagelijkse volatiliteit van de wisselkoersen gedurende de laatste 360 dagen per 31 december 2011, gebruik makend van een betrouwbaarheidsmarge van 95%.
Deze berekening is een pure theoretische berekening en houdt geen rekening met de verkopen die de groep zou winnen of verliezen als gevolg van een gewijzigde valuta.
Op 31 december 2011 had JENSEN-GROUP volgende termijncontracten. De balansposities met verplichtingen binnen de 12 maanden evenaren hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| Munt | Verkopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
|---|---|---|---|---|
| USD | 7.300.000 | 1,44 | 20/05/12 | -331 |
| GBP | 1.775.730 | 0,85 | 18/03/12 | -22 |
| AUD | 7.565.884 | 1,35 | 31/03/12 | -217 |
| CNY | 19.000.000 | 9,10 | 29/06/12 | -199 |
| Munt | Aankopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
| CHF | 5.460.129 | 1,21 | 10/07/12 | 38 |
| SEK | 45.751.028 | 9,15 | 10/06/12 | 93 |
| USD | 6.150.000 | 1,33 | 17/05/12 | 147 |
Al deze termijncontracten zijn effectieve kasstroomindekkingen. De verandering in reële waarde gedurende 2011 bedraagt 0,3 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien alle hedges effectief zijn, diende niets in het resultaat te worden geboekt.
Op 31 december 2010 had JENSEN-GROUP volgende termijncontracten. De balansposities met verplichtingen binnen de 12 maanden evenaren hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| Munt | Verkopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
|---|---|---|---|---|
| USD | 8.820.000 | 1,31 | 30/04/11 | 121 |
| GBP | 867.041 | 0,87 | 18/03/11 | -7 |
| PLN | 2.340.000 | 4,04 | 28/03/11 | -7 |
| JPY | 10.500.000 | 117,89 | 1/09/11 | -8 |
| CAD | 193.303 | 1,31 | 4/03/11 | -2 |
| AUD | 6.464.636 | 1,44 | 22/05/11 | -430 |
| Munt | Aankopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
| CHF | 6.119.010 | 1,36 | 27/05/11 | 404 |
| SEK | 46.674.258 | 9,33 | 15/05/11 | 181 |
| USD | 7.110.000 | 1,34 | 21/07/11 | -4 |
| DKK | 22.304.594 | 7,43 | 6/02/11 | -8 |
Al deze termijncontracten zijn effectieve kasstroomindekkingen. De verandering in reële waarde gedurende 2010 bedraagt 0,09 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien alle hedges effectief zijn, diende niets in het resultaat te worden geboekt.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige fluctuaties op de intrestvoet in te dekken. Het is een politiek van de groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
JENSEN-GROUP hanteert volgende indekkingspolitiek in verband met renterisico:
Om de indekkingspolitiek op de interest rate swaps te respecteren, worden alle financieringen binnen JENSEN-GROUP gecentraliseerd in de treasury afdeling.
Onderstaande tabel vat de effectieve intrestvoeten op balansdatum samen van rentedragende leningen, alsook de perioden waarin hun intrestvoeten worden herzien. De balansposities met verplichtingen binnen de 12 maanden evenaren hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| 2011 (in duizend euro) |
Interestvoet | Uitstaand bedrag | < 1 maand | > 1 maand < 3 maanden |
> 3 maanden < 12 maanden |
1– 5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Vlottende interest | |||||||
| EUR | 2,3%-2,9% | 3.517 | 2.165 | 160 | 477 | 715 | 0 |
| USD | 1,6-1,9% | 1.110 | 1.110 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| DKK | 1,26%-1,77% | 3.297 | 0 | 73 | 218 | 1.028 | 1.978 |
| CHF | 0,02%-0,17% | 3.290 | 0 | 0 | 0 | 3.290 | 0 |
| SEK | 2,3%-2,9% | 509 | 509 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 11.723 | 3.784 | 233 | 696 | 5.033 | 1.978 | |
| Vaste interest | |||||||
| EUR | 1,32% | 1.160 | 0 | 15 | 44 | 238 | 864 |
| USD | 5,76% | 391 | 0 | 34 | 101 | 256 | |
| DKK | 2,50% | 420 | 0 | 42 | 126 | 252 | 0 |
| CHF | 4,55% | 3.290 | 0 | 0 | 3.290 | 0 | 0 |
| Total | 5.261 | 0 | 90 | 3.561 | 746 | 864 | |
| 2010 (in duizend euro) |
Interestvoet | Uitstaand bedrag | < 1 maand | > 1 maand < 3 maanden |
> 3 maanden < 12 maanden |
1– 5 jaar | > 5 jaar |
| Vlottende interest | |||||||
| EUR | 1,4%-2,15% | 9.030 | 7.025 | 164 | 490 | 1.352 | 0 |
| USD | 1,78-1,86% | 1.303 | 0 | 326 | 977 | 0 | 0 |
| DKK | 1,4%-2,15% | 3.703 | 0 | 103 | 309 | 1.055 | 2.236 |
| CHF | 0,1775%-0,28% | 3.199 | 0 | 0 | 0 | 3.199 | 0 |
| Totaal | 17.235 | 7.025 | 592 | 1.776 | 5.606 | 2.236 | |
| Vaste interest | |||||||
| EUR | 1,32% | 1.218 | 0 | 14 | 43 | 238 | 923 |
| USD | 5,76% | 501 | 0 | 31 | 92 | 378 | 0 |
| DKK | 2,50% | 588 | 0 | 42 | 126 | 420 | 0 |
| CHF | 3,50% | 3.199 | 0 | 0 | 0 | 3.199 | 0 |
| Totaal | 5.506 | 0 | 87 | 261 | 4.235 | 923 |
De volgende tabel geeft een overzicht van de voorwaarden van de interest rate swaps:
| Reële waarde (in duizend euro) |
Vervaldatum | Vaste interest | Bedrag SWAP | 2011 Munt |
|---|---|---|---|---|
| -6 | 1/10/13 | 0,99% | 875.000 | EUR |
| -2 | 30/12/11 | 0,69% | 1.508.333 | USD |
| -225 | 30/12/22 | 4,71% | 11.507.195 | DKK |
| -331 | 30/12/24 | 5,04% | 14.168.701 | DKK |
| 0 | 15/02/12 | 3,09% | 319.528 | DKK |
| -428 | 10/07/13 | 3,50% | 4.000.000 | CHF |
| Totaal | 8.828.017 | -992 |
|---|---|---|
De interest rate swaps worden geboekt als kasstroomhedges. De verandering in reële waarde gedurende 2011 bedraagt 0,2 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien deze hedges effectief zijn, diende niets bijkomend in resultaat te worden geboekt.
| 2010 Curr |
Bedrag SWAP | Vaste interest | Vervaldatum | Reële waarde (in duizend euro) |
|---|---|---|---|---|
| EUR | 1.375.000 | 0,99% | 1/10/13 | 3 |
| USD | 1.741.667 | 0,69% | 30/12/11 | -7 |
| DKK | 11.507.195 | 4,71% | 30/12/22 | -134 |
| DKK | 14.168.701 | 5,04% | 30/12/24 | -201 |
| DKK | 1.574.013 | 3,09% | 15/02/12 | -3 |
| CHF | 4.000.000 | 3,50% | 10/07/13 | -380 |
| Totaal | 9.533.412 | -721 |
De interest rate swaps werden geboekt als kasstroomhedges. De verandering in reële waarde gedurende 2010 bedroeg 0,6 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien deze hedges effectief zijn, diende niets bijkomend in resultaat te worden geboekt.
Zoals toegelicht in de bovenstaande tabel, hebben rentedragende leningen voor een totaal uitstaand bedrag van 11,7 miljoen euro van de totale rentedragende leningen een variabele rentevoet; een bedrag van 8,8 miljoen euro wordt ingedekt door een interest rate swap, wat resulteert in een netto blootstelling van 2,9 miljoen euro van de rentedragende leningen aan een variabele rentevoet. Volgens de inschatting van de onderneming zouden de marktrentes die van toepassing zijn op de leningen met variabele rentevoet redelijkerwijs als volgt kunnen wijzigen:
| (in duizend euro) | Boekwaarde | Reële rentevoet | Mogelijke rentvoet per 31 december 2011 |
|---|---|---|---|
| Euro | 2.895 | 0,02%-2,9% | 0,08% – 3,5% |
Wanneer we de mogelijke stijging/daling van de marktrentes zoals hierboven vermeld toepassen op onze leningen met variabele rentevoet per 31 december 2011, en alle andere variabelen zouden constant blijven, dan zou de winst van 2011 0,02 miljoen euro lager/hoger zijn.
Het kredietrisico is het risico dat één van de contracterende partijen zijn verplichtingen met betrekking tot het financiële instrument niet nakomt, waardoor er voor de andere partij een verlies kan ontstaan.
Binnen het beleid van kredietrisico dienen klanten van projecten ofwel een voorschot te betalen of een garantie te geven (vb. L/C, bankgaranties,...). Verder controleren we de kredietwaardigheid van iedere nieuwe klant en van iedere bestaande klant die grotere hoeveelheden begint te kopen.
Er zijn geen belangrijke concentraties van meer dan 15 % van de openstaande vorderingen bij een bepaalde (groep) klanten.
De geconsolideerde ouderdomsbalans van de openstaande klanten is in onderstaande tabel weergegeven. De openstaande vorderingen binnen de 12 maanden benaderen hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| 2011 (in duizend euro) |
Koerant | < 60 dagen | > 60 dagen < 90 dagen vervallen |
> 90 dagen > 120 dagen vervallen |
> 120 dagen vervallen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Openstaande klanten | 37.747 | 6.065 | 3.488 | 1.070 | 6.361 | 54.731 |
| Ontvangen zekerheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Netto openstaand | 37.747 | 6.065 | 3.488 | 1.070 | 6.361 | 54.731 |
| Geboekte provisie | -3.278 | |||||
| Totaal | 51.453 |
| 2010 (in duizend euro) |
Koerant | < 60 dagen | > 60 dagen < 90 dagen vervallen |
> 90 dagen > 120 dagen vervallen |
> 120 dagen vervallen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Openstaande klanten | 40.869 | 10.938 | 3.060 | 1.333 | 6.882 | 63.082 |
| Ontvangen zekerheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Netto openstaand | 40.869 | 10.938 | 3.060 | 1.333 | 6.882 | 63.082 |
| Geboekte provisie | -3.861 | |||||
| Totaal | 59.221 |
Het management gaat op geregelde tijdstippen na of er een specifieke provisie voor dubieuze debiteuren nodig is op basis van de ouderdomsbalans. Openstaande klanten worden geboekt aan hun nominale waarde, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. De provisie voor bijzondere waardevermindering houdt zowel rekening met het risico op niet betaling als de periode waarin cash zal worden ontvangen. Per eind 2011 is er een totale provisie van 3,3 miljoen euro aangelegd voor dubieuze debiteuren.
Onderstaande tabel geeft de wijziging weer in de provisie dubieuze debiteuren:
| Provisie dubieuze debiteuren begin boekjaar | 3.861 | |
|---|---|---|
| Toevoeging | 178 | |
| Terugname | -486 | |
| Wisselkoersverschil | -275 | |
| Provisie dubieuze debiteuren einde boekjaar | 3.278 |
De kredietratings van de bank (Moody's) per 31 december 2011 is als volgt:
Nordea: Aa3 KBC: A1 Credit Suisse: Aa1
De te koop gestelde activa (0,4 miljoen euro) hebben betrekking op het gebouw in Kentucky waar vroeger CLDactiviteiten werden uitgevoerd.
Op 30 april 2010 verwierf JENSEN-GROUP 100 % van de aandelen van zijn distributeur Maskin AB Sipano in Zweden, met wie de groep al vele jaren samenwerkte.
JENSEN-GROUP nam de distributie over van de JENSEN-machines, de dienst na verkoop voor zijn materiaal in Zweden en ongeveer 12 werknemers.
De omzet blijft zo goed als ongewijzigd omdat de opbrengsten van de JENSEN-machines, die in Zweden werden verkocht, reeds zijn opgenomen in de geconsolideerde cijfers.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reële waarde van de totale overgedragen inbreng op de datum van acquisitie en het resterende bedrag aan goodwill erkend voor de acquisitie:
| Vaste activa | 859 | |
|---|---|---|
| Vlottende activa | 1.303 | |
| Lange termijn schulden | -122 | |
| Korte termijn schulden | -1.200 | |
| Verworven netto eigen vermogen | 840 | |
| Deel van de groep in verworven eigen vermogen | 840 | |
| Goodwill | 934 | |
| Aankoopprijs | 1.774 | |
| Netto kasstroom voor verwerving dochtervennootschap | 1.774 |
De aandeelhouders van de groep op 31 december 2011 zijn:
JENSEN Invest: 51,48% Petercam: 8,66% Free float: 39,85%
JENSEN Italia heeft een participatie van 49 % in MILM Services SRL. Dat bedrijf is een service center met enkele technici. De resultaten van MILM Services SRL zijn niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, wat echter geen wezenlijke invloed heeft op de getrouwe weergave van de jaarrekening.
JENSEN Industrial Group A/S en JENSEN Denmark A/S en JENSEN INVEST, hoofdaandeelhouder van de Groep, maken samen deel uit van eenzelfde taxconsolidatie in Denemarken. Op basis van de lokale Deense fiscale wetgeving, dienen alle Deense vennootschappen die deel uitmaken van eenzelfde groep, een geconsolideerde taxaangifte in. Deze tax consolidatie laat toe om de impact op de fiscale verliezen binnen eenzlefde groep te beheren. Op basis hiervan heeft Jensen Invest 0,08 miljoen euro taxen ontvangen van de Deense fiscus. Hierbij is de aandeelhouder van JENSEN-GROUP in 2011 niet benadeeld.
De vergoeding aan het key management kan als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 2011 | 2010 | |
|---|---|---|---|
| Fees betaald aan leden van de Raad van Bestuur | 277 | 254 | |
| Brutosalarissen betaald aan management | 1.513 | 1.397 |
Naast deze vergoedingen ontving bestuurder Jørn Munch Jensen 22.500 euro bijkomende vergoedingen voor zijn rol als ambassadeur op verschillende handelsbeurzen en voor zijn contacten met grote klanten.
De heer Nikolai Jensen, kleinzoon van de heer Jørn M. Jensen, was financieel directeur van JENSEN UK tot eind 2011. Hij start in de verkoop in de VSA. Zijn vergoeding is marktconfrom.
De commissaris is PWC Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Filip Lozie.
Wereldwijd heeft de commissaris een vergoeding van 320.000 euro (excl. btw) ontvangen voor de uitoefening van zijn mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van JENSEN-GROUP. Naast zijn mandaat heeft de commissaris in de loop van 2011 een bijkomende vergoeding ontvangen van 45.646 euro (excl. btw). Van dit bedrag werd er 12.000 euro gefactureerd aan JENSEN-GROUP nv. voor fiscaal advies. JENSEN-GROUP heeft eenzelfde auditkantoor benoemd voor de volledige groep.
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
| Integraal geconsolideerde ondernemingen |
Maatschappelijke zetel | btw of nationaal nummer |
Deelenemings percentage |
|---|---|---|---|
| België | |||
| JENSEN-GROUP NV | Bijenstraat 6 | BE 440.449.284 | Moeder- |
| 9051 Sint-Denijs-Westrem | vennootschap | ||
| VS | |||
| JENSEN NA Inc. | Corporation Trust Center | 100% | |
| Orange Street 1209 | |||
| Wilmington - Delaware | |||
| JENSEN USA, Inc. | Aberdeen loop 99 | 100% | |
| Panama City, FL 32405 | |||
| 831 South 1st Street | 831 South 1st Street | 100% | |
| KU 40203 Louisville | |||
| Verenigd Koninkrijk | |||
| JENSEN UK Ltd. | Unit 5, Network 11 | 100% | |
| Thorpe Way Industrial Estate | |||
| Banbury, Oxfordshire OX16 4XS | |||
| Singapore | |||
| JENSEN Asia PTE Ltd. | No. 6 Jalan Kilang #02-01 | 100% | |
| Dadlani Industrial House | |||
| Singapore 159406 | |||
| Denemarken | |||
| JENSEN Industrial Group A/S | Industrivej 2 | 100% | |
| 3700 Rønne | |||
| JENSEN Denmark A/S | Industrivej 2 | 100% | |
| 3700 Rønne | |||
| Zwitserland | |||
| JENSEN AG Burgdorf | Buchmattstrasse 8 | 100% | |
| 3400 Burgdorf | |||
| JENSEN AG Holding | Buchmattstrasse 8 | 100% | |
| 3400 Burgdorf |
| Zweden | ||
|---|---|---|
| JENSEN Sweden AB | Företagsgatan 68 | 100% |
| 504 94 Borås | ||
| JENSEN SIPANO AB | P.O. Box 1088 | 100% |
| 171 22 Solna | ||
| JENSEN Sweden Holding AB | Box 363 | 100% |
| 503 12 Borås | ||
| Frankrijk | ||
| JENSEN France SAS | 2 "Village d'entreprises" | 100% |
| Avenue de la Mauldre | ||
| ZA de la Couronne des Près | ||
| 78680 Epône | ||
| Duitsland | ||
| JENSEN GmbH | Jörn-Jensen-StraÐe 1 | 100% |
| 31177 Harsum | ||
| Australië | ||
| JENSEN Laundry Systems Australia PTY Ltd. | ||
| Unit 16, 38-46 South Street | 100% | |
| Rydalmere NSW 2116 | ||
| Italië | ||
| JENSEN Italia s.r.l. | Strada Provinciale Novedratese 46 | 100% |
| 22060 Novedrate | ||
| China | ||
| JENSEN Industrial Laundry Technology | Phoenix Avenue, | 100% |
| (Xuzhou) Co., Ltd | Xuzhou Clean Technology Zone | |
| 221121 Xuzhou, | ||
| Jiangsu Province, | ||
| P.R. China | ||
Omringd door de grootste oceanen op aarde zijn de bewoners van het Amerikaanse continent gewend geraakt aan grote afmetingen. En grote wasserijen hebben grote machines nodig om grote volumes te verwerken. De Amerikaanse wasserijen hebben JENSEN-GROUP ertoe aangezet om installaties te ontwikkelen die grotere volumes aankunnen dan in andere landen. Met een ruim assortiment aan behandelings- en sorteersystemen, zoals het CintinuSort-systeem in de Amerikaanse gemeenschappelijke ziekenhuiswasserij West Michigan Shared Hospital Laundry, helpt JENSEN-GROUP om de verwerking van wasstukken in elke wasserij te optimaliseren.
| Activa per | 31 december | 31 december | |
|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | 2011 | 2010 | |
| Vaste Activa | 101.238 | 101.362 | |
| Immateriële vaste activa | 321 | 481 | |
| Materiële vaste activa | 134 | 172 | |
| Financiële vaste activa | 100.783 | 100.709 | |
| Vlottende Activa | 32.206 | 6.217 | |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 2.874 | 865 | |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 5.815 | 3.717 | |
| Geldbeleggingen | - | 254 | |
| Liquide middelen | 22.661 | 1.219 | |
| Overlopende rekeningen | 856 | 162 | |
| Totaal der activa | 133.444 | 107.579 |
| Passiva per | 31 december | 31 december | |
|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | 2011 | 2010 | |
| Eigen Vermogen | 123.701 | 90.399 | |
| Kapitaal | 42.715 | 42.715 | |
| Uitgiftepremies | 5.814 | 5.814 | |
| Reserves | 4.271 | 3.674 | |
| Overgedragen resultaat | 70.901 | 38.196 | |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 1.431 | 1.364 | |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 1.431 | 1.364 | |
| Schulden | 8.312 | 15.816 | |
| Schulden op ten hoogste 1 jaar | 7.878 | 14.906 | |
| Overlopende rekeningen | 434 | 910 | |
| Totaal der passiva | 133.444 | 107.579 |
| BOEKJAAR AFGESLOTEN PER (in duizend euro) |
31 december 2011 |
31 december 2010 |
|
|---|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 23.843 | 22.017 | |
| Omzet | 21.204 | 22.318 | |
| gereed product en bestellingen in uitvoering | 1.855 | -525 | |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 784 | 224 | |
| Bedrijfskosten | -23.521 | -21.223 | |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 15.420 | 13.601 | |
| Diensten en diverse goederen | 5.662 | 5.110 | |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 2.150 | 1.999 | |
| Afschrijvingen | 231 | 261 | |
| Waardeverminderingen | -17 | 78 | |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 67 | 167 | |
| Andere bedrijfskosten | 8 | 7 | |
| Bedrijfswinst (bedrijfsverlies) | 322 | 794 | |
| Financieel resultaat | 35.280 | 1.960 | |
| Financiële opbrengsten | 35.735 | 2.543 | |
| Financiële kosten | -455 | -583 | |
| Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening | |||
| voor belastingen | 35.602 | 2.754 | |
| Uitzonderlijk resultaat | 0 | -229 | |
| Uitzonderlijke opbrengsten | 0 | 0 | |
| Uitzonderlijke kosten | 0 | -229 | |
| Winst van het boekjaar voor belasting | 35.602 | 2.525 | |
| Belastingen | -43 | 2 | |
| Belastingen op het resultaat | -43 | 2 | |
| Winst van het boekjaar | 35.559 | 2.527 |
| Boekjaar afgesloten per | 31 december | 31 december | |
|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | 2011 | 2010 | |
| Te bestemmen winstsaldo | 73.755 | 40.323 | |
| Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar | 35.559 | 2.527 | |
| Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar | 38.196 | 37.796 | |
| Toevoeging aan het eigen vermogen | -852 | -126 | |
| Aan wettelijke reserves | -852 | -126 | |
| Aan reserves voor eigen aandelen | - | - | |
| Over te dragen resultaat | -70.902 | -38.196 | |
| Over te dragen winst (verlies) | 70.902 | 38.196 | |
| Uit te keren winst | -2.001 | -2.001 | |
| Dividend | -2.001 | -2.001 |
| (in euro) | 2011 (12 maanden) |
2010 (12 maanden) |
|
|---|---|---|---|
| Courante winst per aandeeln na belastingen (1) | 4,44 | 0,34 | |
| Aantal aandelen (gemiddeld) | 8.002.968 | 8.002.968 | |
| Aantal aandelen (balansdatum) | 8.002.968 | 8.002.968 |
(1) Het courant nettoresultaat is gelijk aan de netto winst vermeerderd met de uitzonderlijke kosten minus de uitzonderlijke opbrengsten (beiden na belastingcorrectie).
Conform artikel 105 van de Belgische vennootschapswet werd in dit jaarverslag een verkorte versie van de statutaire jaarrekening van JENSEN-GROUP nv opgenomen. De jaarrekening werd opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen. Het verslag van het management, de statutaire jaarrekening van JENSEN-GROUP nv en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de bevoegde instanties en zijn eveneens beschikbaar op de maatschappelijke zetel.
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van JENSEN-GROUP nv.
JENSEN-GROUP nv fungeert als holdingmaatschappij en als commerciële entiteit, verantwoordelijk voor de verkoop en dienst na verkoop in de Benelux.Het financieel resultaat omvat een dividend ten belope van 33 miljoen euro, ontvangen van JENSEN Industrial Group A/S.
De volledige versie van de statutaire jaarrekening van JENSEN-GROUP nv is beschikbaar op de corporate website www.jensen-group.com.
De waarderingsregels zijn opgesteld conform het KB van 31 januari 2001.
Aangezien JENSEN-GROUP nv vooral een holdingfunctie heeft, benadrukken we dat – in overeenstemming met onze waarderingsregels en de boekhoudwetgeving in België – financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun initiële aanschaffingswaarde of volgestort kapitaal. Waardeverminderingen op financiële vaste activa worden geboekt wanneer zij verondersteld worden permanent te zijn. Indien blijkt dat waardeverminderingen die voorheen werden genomen niet langer nodig zijn, worden zij teruggenomen. Financiële vaste activa worden nooit boven hun aanschaffingswaarde of volgestort kapitaal gewaardeerd.
De immateriële vaste activa omvatten goodwill die ontstaan is uit de acquisities van de distributie-activiteiten in de Benelux. Om statutaire redenen wordt de goodwill afgeschreven over een periode van vijf jaar.
De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, eventueel verhoogd met de aanverwante kosten. Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geraamde nuttige levensduur vanaf de maand van aanschaf.
De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:
| Rubriek | Methode | Afschrijvingspercentage |
|---|---|---|
| Gebouwen | Lineair | 10 % |
| Installaties, uitrusting en machines | Lineair | 20 % |
| Kantoorbenodigdheden en meubilair | Lineair | 20 % |
| Rollend materieel | Lineair | 20 % |
Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of directe opbrengstwaarde. De kostprijs wordt bepaald volgens de FIFO-methode (First In First Out). Voor geproduceerde voorraden is de kostprijs gelijk aan de volledige kostprijs inclusief alle directe en indirecte productiekosten die voortvloeien uit de afwerking van de voorraden op balansdatum. De directe opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de afwerkingskosten en de variabele verkoopkosten.
De vennootschap maakt gebruik van de 'percentage of completion'-methode om het juiste bedrag te bepalen dat tijdens de periode in het resultaat zal worden erkend. Het percentage van afwerking wordt bepaald op basis van de verhouding van de reeds gemaakte kosten ten opzichte van de totale kosten van het project. Bij deze berekening worden kosten niet mee opgenomen die tijdens het jaar gemaakt zijn, maar betrekking hebben op toekomstige projecten. Deze kosten worden opgenomen onder de voorraad, vooruitbetalingen of onder overige activa.
De handelsvorderingen en andere vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Op de vorderingen
worden waardeverminderingen toegepast indien er onzekerheid bestaat over de ontvangst of de betalingsdatum voor het geheel of een gedeelte van de balans. Bijkomende waardeverminderingen worden ook geboekt indien de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan de boekwaarde.
Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waardeverminderingen worden toegepast wanneer de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan de aanschaffingswaarde.
De voorzieningen voor risico's en kosten worden individueel bepaald naargelang van de risico's en toekomstige kosten die ze moeten dekken. Ze worden slechts gehandhaafd in de mate dat zij vereist zijn volgens een actuele beoordeling van de risico's en kosten waarvoor ze werden gevormd.
De schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde op balansdatum. In de overlopende rekeningen wordt er slechts rekening gehouden met de nog te betalen kosten op balansdatum die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is de politiek van de groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Afgeleide producten worden geboekt tegen kostprijs en hun premie wordt pro rata temporis in het resultaat opgenomen. Op balansdatum worden de financiële instrumenten omgerekend aan marktwaarde op basis van het mark-tomarket mechanisme. De niet-gerealiseerde verliezen worden in resultaat genomen terwijl de niet-gerealiseerde winsten uitgesteld worden.
De ingedekte balansposten (openstaande klanten en leveranciers) worden gewaardeerd aan indekkingskoers.
De vennootschap mag, in België en in het buitenland, alle industriële, handels-, financiële, roerende en onroerende verrichtingen verwezenlijken die rechtstreeks of onrechtstreeks haar onderneming kunnen uitbreiden of bevorderen of ermee verband houden. Zij mag alle roerende en onroerende goederen verwerven, zelfs als deze noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks verband houden met het doel van de vennootschap.
Zij kan, op welke wijze ook, belangen nemen in alle verenigingen, zaken, ondernemingen of vennootschappen die eenzelfde, gelijkaardig of verwant doel nastreven of die haar onderneming kunnen bevorderen of de afzet van haar producten of diensten kunnen vergemakkelijken, en ze kan ermee samenwerken of fuseren.
• Het geplaatst kapitaal bedraagt 42.714.559,83 euro en is vertegenwoordigd door 8.002.968 aandelen zonder nominale waarde. Er zijn geen aandelen die het maatschappelijk kapitaal niet vertegenwoordigen. Alle aandelen zijn gewone aandelen, er zijn geen preferente aandelen. De aandelen zijn aan toonder (echter slechts tot 2013), gedematerialiseerde of aandelen op naam, naargelang de voorkeur van de aandeelhouder. De gedematerialiseerde aandelen zijn uitgegeven, hetzij door een kapitaalverhoging, hetzij door de omruiling van bestaande aandelen op naam of aan toonder in gedematerialiseerde aandelen. Elke aandeelhouder zal de omruiling kunnen vragen, hetzij in aandelen aan toonder, hetzij in aandelen op naam, hetzij in gedematerialiseerde aandelen. Een aandeel aan toonder wordt door ten minste twee bestuurders ondertekend; de handtekeningen mogen door naamstempels worden vervangen.
| Datum | Maatschappelijk kapitaal | Munt | Aantal aandelen |
|---|---|---|---|
| 24/05/2002 | 42.714.560 | euro | 8.264.842 |
| 20/05/2008 | 42.714.560 | euro | 8.252.604 |
| 13/01/2009 | 42.714.560 | euro | 8.039.842 |
| 30/11/2011 | 42.714.560 | euro | 8.002.968 |
• Evolutie van het maatschappelijk kapitaal:
www.jensen-group.com
JENSEN-GROUP N.V. · Bijenstraat 6 · 9051 Sint-Denijs-Westrem (Gent) - België T +32 (0)9 333 83 30 · F +32 (0)9 333 83 39 · www.jensen-group.com
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.