Annual Report • Mar 27, 2020
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

JAARVERSLAG 2019
De Nederlandstalige versie is de officiële versie van het jaarverslag. Er is eveneens een Engelstalige versie beschikbaar om onze aandeelhouders ter wille te zijn. De overeenstemming tussen beide versies werd door de JENSEN-GROUP op zijn eigen verantwoordelijkheid gecontroleerd.
In dit rapport verwijst de term 'de JENSEN-GROUP' naar de JENSEN-GROUP nv en zijn dochterondernemingen. De termen 'de JENSEN-GROUP nv', 'het bedrijf' of 'de firma' verwijzen naar de holdingmaatschappij in België. De zakelijke activiteiten worden verricht via operationele dochterondernemingen verspreid over de gehele wereld. De termen 'we', 'onze' en 'ons' worden gebruikt om de Groep te beschrijven.
| Kerncijfers | p4 | ||
|---|---|---|---|
| Bericht aan de aandeelhouders | |||
| Profiel van de JENSEN-GROUP | p9 | ||
| Informatie voor aandeelhouders en beleggers | p14 | ||
| Financieel verslag | p17 | ||
| Verslag Raad van Bestuur | p18 | ||
| Verklaring van de verantwoordelijke personen | p59 | ||
| Verslag van de Commissaris | p60 | ||
| Geconsolideerde balans | p66 | ||
| Geconsoldereerd overzicht van het totaalresultaat | p68 | ||
| Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen | p70 | ||
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht | p72 | ||
| Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening | p74 | ||
| Verkorte versie statuaire jaarrekening JENSEN-GROUP NV | |||
| Algemene informatie |
| Kerncijfers Boekjaar afgesloten per (in duizend euro) |
31 december 2019 |
31 december 2018 |
|
|---|---|---|---|
| Opbrengsten | 332.178 | 343.782 | |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 23.016 | 26.936 | |
| Bedrijfscashflow (EBITDA) | 31.235 | 33.525 | |
| Netto interestlasten | 1.242 | 447 | |
| Resultaat voor belastingen | 20.523 | 25.601 | |
| Geconsolideerd resultaat van de voortgezette activiteiten | 15.385 | 18.039 | |
| Resultaat van te koop gestelde activa | -118 | -128 | |
| Resultaat van participaties opgenomen onder de vermogensmutatiemethode | -229 | 866 | |
| Resultaat toerekenbaar aan de minderheidsaandeelhouders | -675 | -331 | |
| Resultaat toerekenbaar aan de eigenaars van de moedermaatschappij | 15.712 | 19.108 | |
| Toegevoegde waarde | 135.886 | 139.984 | |
| Netto cashflow | 23.932 | 25.697 | |
| Eigen vermogen | 132.374 | 125.969 | |
| Netto financiële schulden (schulden +/Cash -) | 4.362 | -5.354 | |
| Werkkapitaal | 126.723 | 132.743 | |
| Niet-vlottende Activa | 46.182 | 28.462 | |
| Capital Employed (CE) | 172.905 | 161.206 | |
| Marktkapitalisatie (hoogste) | 282.266 | 353.419 | |
| Marktkapitalisatie (laagste) | 240.043 | 238.479 | |
| Marktkapitalisatie (gemiddeld) | 265.064 | 293.994 | |
| Marktkapitalisatie (31 december) | 271.319 | 265.846 | |
| Entreprise value (31 december) (EV) | 275.682 | 260.492 | |
| RATIO'S | |||
| EBIT/Opbrengsten | 6,93% | 7,84% | |
| EBITDA/Opbrengsten | 9,40% | 9,75% | |
| ROCE (EBIT/CE) | 13,78% | 18,08% | |
| ROE (Netto resultaat/Eigen Vermogen) | 12,16% | 15,96% | |
| Gearing (Netto financiële schuld (schulden +/Cash -)/Eigen Vermogen) | 3,30% | - | |
| Dekking van de interestlasten door bedrijfscashflow | 25,15 | 75,01 | |
| Netto financiële schuld (+) of net cash (-)/EBITDA | -0,02 | -0,42 | |
| Werkkapitaal/Opbrengsten | 39,06% | 34,65% | |
| EV/EBITDA (31 december) | 8,83 | 7,77 |
| Geconsolideerde kerncijfers per aandeel Boekjaar afgesloten per (in euro) |
31 december 2019 |
31 december 2018 |
|
|---|---|---|---|
| Bedrijfscashflow (EBITDA) | 3,99 | 4,29 | |
| Resultaat toerekenbaar aan de eigenaars van de moedermaatschappij (=winst per aandeel) |
2,01 | 2,44 | |
| Netto cashflow | 3,06 | 3,29 | |
| Eigen vermogen (=boekwaarde) | 16,93 | 16,11 | |
| Bruto dividend | 1,00 | 1,00 | |
| Aantal aandelen (gemiddeld) | 7.818.999 | 7.818.999 | |
| Aantal aandelen (balansdatum) | 7.818.999 | 7.818.999 | |
| Beurskoers (hoogste) | 36,10 | 45,20 | |
| Beurskoers (laagste) | 30,70 | 30,50 | |
| Beurskoers (gemiddeld) | 33,90 | 37,60 | |
| Beurskoers (31 december) | 34,70 | 34,00 | |
| Koers/winst (hoogste) | 18,00 | 18,50 | |
| Koers/winst (laagste) | 15,30 | 12,50 | |
| Koers/winst (gemiddeld) | 16,90 | 15,40 | |
| Koers/winst (31 december) | 17,30 | 13,90 |
Bij de vergelijking van de cijfers uit het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat met de cijfers uit de geconsolideerde balans voor de berekening van de ratio wordt het gemiddelde uit de geconsolideerde balans gebruikt. Het gemiddelde is de beginbalans + eindbalans gedeeld door twee:
Na een uitstekende start van het jaar met een recordomzet in het eerste kwartaal lag onze verkoop vanaf het tweede kwartaal op een lager niveau dan in de vergelijkbare periode vorig jaar. Hoewel we veel kleinere orders met een korte levertermijn binnenhaalden, konden die de afname van grote projecten niet compenseren. De rentabiliteit over het hele jaar wordt beïnvloed door een lagere omzet, een schommelend capaciteitsgebruik in bepaalde fabrieken en noodzakelijke herstructureringsmaatregelen.
De gevolgen van de orkaan Michael, die op 10 oktober 2018 onze vestiging in Amerika heeft getroffen en daar aanzienlijke schade heeft aangebracht, bleven een impact hebben op onze activiteiten. Dankzij de grote toewijding en flexibiliteit van onze Amerikaanse collega's werden gedurende het jaar veel verbeteringen doorgevoerd. De besprekingen met onze verzekeringsmaatschappij zijn nog gaande. Wij bevestigen dat onze verzekeringsdekking toereikend is.
We houden vast aan onze strategie om in elke belangrijke markt een lokale aanwezigheid te hebben en zo onze wereldwijde aanwezigheid verder uit te breiden. We blijven ons marktbereik wereldwijd verder uitbreiden door zowel alleenstaande machines als combinaties van machines op projectbasis aan te bieden. De machines hebben een verschillende automatiseringsgraad, afhankelijk van de specifieke vereisten van de klant. Dat zal zorgen voor groei, omdat we een groter klantenbestand voor onze machines en oplossingen creëren. Dit jaar won de JENSEN-GROUP enkele geavanceerde hightechprojecten waarvoor we samen met Inwatec, Denemarken, een offerte hebben ingediend. Onze gezamenlijke inspanningen breiden ons marktaanbod uit en ondersteunen onze strategie om wasserijen zoveel mogelijk te automatiseren met behulp van robotica en artificiële intelligentie (AI)-toepassingen. We hebben ook ons belang in Tolon, Turkije, verhoogd om het niveau te bereiken dat in het oorspronkelijke contract was vastgelegd.
Onze speciale Business Unit Material Handling & Automation, die in 2018 werd opgericht, helpt ons om beter in te spelen op de mogelijkheden die de verbetering van de materiaalstroom en logistiek in heavy-duty wasserijen biedt. Er zijn belangrijke verbeteringen in de uitvoering van grote projecten gerealiseerd. Omdat het aantal grote projecten afnam, heeft de Groep beslist om de Business Unit Material Handling & Automation te reorganiseren en de capaciteiten waar nodig aan te passen. Deze reorganisatie wordt uitgevoerd in 2020.
Na forse investeringen in onze Chinese fabriek hebben we onze strategie voor de uitbreiding van ons productassortiment verder uitgevoerd met een combinatie van hightech producten uit onze westerse fabrieken en enkelvoudige machines die we exporteren uit China onder de merknaam ALPHA by JENSEN. Dankzij deze uitbreiding van ons productassortiment kunnen we beter voldoen aan de eisen van onze klanten. De positieve resultaten die we in 2018 met onze onze strategie voor de uitbreiding van ons productassortiment hebben bereikt, werden dit jaar doorgezet.
Gotli Labs samen met de vooraanstaande softwareleverancier voor de wasserij-industrie ABS boekt een tragere vooruitgang dan verwacht. We ontwikkelen onze software-oplossing GLOBE continu verder om de productiviteit van onze klanten te verhogen en ons aanbod state-of-the-art software-oplossingen uit te breiden naar de
heavy-duty wasserijmarkt. In 2019 werd de ontwikkeling van nieuwe softwareversie afgerond. Dankzij de integratie van technologie en software kunnen onze klanten de productie in realtime controleren en opvolgen en de gegevens gebruiken om hun prestaties te verbeteren. De nieuwe software tilt onze sector naar een nieuw niveau van databeheer en bereidt ons voor op Industry 4.0 en het internet der dingen ('Internet of Things').
Kortom, via onze investeringen in de afgelopen jaren ondersteunen we onze activiteiten. Met twee nieuwe fabrieken, nieuwe distributiebedrijven, de acquisitie van een onderleverancier, een samenwerking voor software, een investering in robotica en een hogere participatie in TOLON, een producent van alleenstaande machines, bereiden wij ons voor op nog meer groei in de toekomst. De raad van bestuur en het management geloven sterk in de visie achter deze investeringen en in de groeiopportuniteiten die ze de JENSEN-GROUP in de komende jaren bieden.
Onze medewerkers hebben ook dit jaar weer een bijdrage geleverd aan de JENSEN-spirit. Zij streven er voortdurend naar om een verschil te maken in de ondersteuning van onze klanten. Wij bereiden ons management en onze medewerkers voor op de toekomst. Dat vereist een open geest terwijl we muren slopen binnen de organisatie en ondernemersvaardigheden ontwikkelen in alle functies om onze wendbaarheid bij het voldoen aan de eisen van onze klanten te verbeteren. De reorganisatie en een nieuwe structuur ondersteunen onze inspanningen op dit gebied.
In de uitvoering van onze 'Go East'-strategie blijven we focussen op marktleiderschap in China. In Japan hebben we een stevige basis gecreëerd om ons marktaandeel stap voor stap uit te breiden door nieuwe producten en oplossingen te introduceren. Onze aanwezigheid in de rest van Zuid-Oost-Azië en in Australië/Nieuw-Zeeland hebben we verder versterkt door continu te investeren in verkoop en service.
In Europa en de Verenigde Staten hebben we grote orders binnengehaald. We blijven inspanningen leveren om onze afhankelijkheid van Europa af te bouwen: tegenwoordig realiseren we bijna 42% van onze omzet buiten Europa.
Ondanks een daling van het werkkapitaal sloten we het jaar af met een veel hoger schuldniveau dan vorig jaar door de impact van de toepassing van de nieuwe IFRS-standaard over leaseovereenkomsten (13,7 miljoen euro). Met de door het bedrijf gegenereerde kasstroom konden we onze investeringen en activiteiten financieren. Bovendien hebben we de hypotheekleningen in onze vestiging in Denemarken aan marktconforme voorwaarden geherfinancierd.
Door continu te investeren in productontwikkeling, afstemming van onze kernprocessen, een nieuwe structuur en verhoogde marktaanwezigheid kunnen we beter inspelen op de behoeften en verwachtingen van onze klanten. Bij veel van onze ontwikkelingen proberen we vooral om water en energie te besparen en de capaciteit en beschikbaarheid van onze producten te verbeteren. Dankzij onze CleanTech-producten en -aanpak kunnen onze klanten hun gemiddeld water- en energieverbruik verminderen. Onze nieuwe producten en recente software-ontwikkelingen, waardoor onze klanten de kritische KPI's van typische heavy-duty wasserijen in realtime kunnen meten, stellen hen in staat om hun verbruik en kosten zelfs nog verder te verlagen.
Uit onze activiteitsgraad van de voorbije vier jaar blijkt dat we snel kunnen reageren op de verschillende marktomstandigheden, waardoor ons merk, onze producten en onze werknemers sterker worden. Onze resultaten in de afgelopen jaren bevestigen dat onze investeringen in Azië en in geografische expansie een gezonde en duurzame groei creëren.
In 2019 ontving de JENSEN-GROUP 326,3 miljoen euro aan orders, 1,4% meer dan in 2018. De markt blijft zeer actief, maar ook meer volatiel met minder grote projecten. We streven ernaar om in 2020 het hoge volume te behouden. We rekenen erop dat onze zeer gemotiveerde medewerkers elke opportuniteit zullen blijven nastreven in alle bestaande markten. Ondertussen maakt onze grotere aanwezigheid de JENSEN-GROUP minder gevoelig voor een baisse waar ook ter wereld.
We danken onze klanten voor hun blijvend vertrouwen en loyaliteit. We blijven ernaar streven om aan hun verwachtingen te voldoen, zowel op het vlak van de productiviteit, de betrouwbaarheid, de kostenefficiëntie als de verminderde milieu-impact van onze producten.
Onze dank gaat ook uit naar onze medewerkers overal ter wereld voor hun inzet en hun engagement voor de waarden van de JENSEN-GROUP, en omdat ze voortdurend openstaan voor verandering en streven naar verbetering. We stellen onszelf steeds hogere eisen en vragen dus steeds meer van onze medewerkers. We zullen dan ook blijven investeren in hen, wat ervoor zal zorgen dat ons bedrijf verder kan groeien.
Ten slotte willen we onze aandeelhouders bedanken voor hun steun binnen de raad van bestuur, evenals het management dat ons op weg helpt naar marktleiderschap in deze industrie.
Jesper Munch Jensen Raf Decaluwé

Chief Executive Officer Voorzitter van de raad van bestuur

De doelstelling van de JENSEN-GROUP is om zijn klanten die wereldwijd actief zijn in de heavy-duty wasserij-industrie de beste oplossingen aan te bieden. We werken voor en samen met onze klanten om de wasserijwereld te voorzien van duurzame enkelvoudige machines, systemen, volledig geïntegreerde oplossingen en procesautomatisering. Wasserijen die worden uitgerust door JENSEN hebben de hoogste productie-efficiëntie in de industrie. We zorgen ervoor dat onze werknemers zich voortdurend verder ontwikkelen en dat onze efficiëntie continu verbetert, zodat we milieuvriendelijke en innovatieve producten en diensten kunnen aanbieden. Dankzij de combinatie van onze globale kennis met onze lokale aanwezigheid kunnen we een omzetgroei en een verantwoordelijk leiderschap in de sector realiseren.
Dankzij onze technische voorsprong, onze hoge investeringen in productontwikkeling en de specialisatie binnen onze sector, is de JENSEN-GROUP in staat om de oplevering van zowel een alleenstaande machine, een productielijn als een volledig geïntegreerd project te plannen, te ontwikkelen, te produceren en te installeren. Wij leveren aan textielverhuurbedrijven, industriële wasserijen, centrale wasserijen en OPL-wasserijen in ziekenhuizen, hotels en cruiseschepen. We zijn ervan overtuigd dat onze klanten hun wasserij beter kennen dan wie ook en dat we met onze competentie en ervaring in staat zijn om de juiste oplossing te vinden voor hun specifieke eisen.

De verantwoordelijkheid voor alle producten die ontworpen en geproduceerd worden door de JENSEN-GROUP ligt bij drie technologiecentra: Washroom Technology, Finishing Technology (vlak linnen, kledijstukken en matten) en Material Handling and Automation. Om de productiestructuur en procesnormen beter op elkaar af te stemmen, rapporteren de technologiecentra aan de Chief Operating Officer. Daarnaast beschikt de JENSEN-GROUP over vijf businessregio's. De drie technologiecentra ontwikkelen en produceren het volledige assortiment JENSENproducten. De levering naar de eindklant gebeurt via ons wereldwijd netwerk van eigen verkoopkantoren ( SSCs) en erkende lokale distributeurs. Dit wereldwijd distributienetwerk, onze expertise in de ontwikkeling van wasinrichtingen, ons deskundig projectbeheer en onze dienstverlening na verkoop zorgen ervoor dat de JENSEN-GROUP uitstekend geplaatst is om op lokaal niveau snel en betrouwbaar te beantwoorden aan de verwachtingen van de klant, of het nu gaat om één enkele machine of om een totaaloplossing, waar ook ter wereld.

USA
De JENSEN-GROUP beschikt over zes productievestigingen in vijf landen (drie continenten). Elke productievestiging is gespecialiseerd in specifieke technologieën voor de wasserij-industrie:
De JENSEN-GROUP verkoopt zijn producten en diensten onder de merknamen JENSEN en 'ALPHA by JENSEN' via eigen verkoopkantoren en via onafhankelijke, gemachtigde distributeurs wereldwijd. De omzet via eigen verkoopkantoren is de laatste jaren toegenomen. Deze kantoren opereren in de belangrijkste industriële markten: Australië, de Benelux, Brazilië, China, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, Midden-Oosten, Nieuw-Zeeland, Noord-Amerika, Noorwegen, Oostenrijk, Singapore, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Ze spelen een cruciale rol in de coördinatie van het toenemend aantal complexe installaties, waarbij tegelijk verschillende productievestigingen van de Groep betrokken zijn. Door onze lokale aanwezigheid kunnen wij een on-demand dienstverlening na verkoop leveren aan onze klanten. Daarnaast hebben we ervaren distributeurs in meer dan 50 landen.
Ons marktbereik, onze uitgebreide kennis, onze ervaring met volledig geïntegreerde projecten en ons productassortiment heavy-duty machines zijn uniek voor de heavy-duty wasserij-industrie.
De belangrijkste technologieën van de JENSEN-GROUP zijn toegespitst op de verschillende fasen van een wasproces, gaande van het wassen en drogen, over logistiek en transport van het linnen binnen de wasserij, tot de afwerking van het gewassen linnen via toevoer-, strijk- en vouwmachines, met inbegrip van de softwaretechnologie om het volledige proces te sturen. Samengevat gaat het om de verschillende technologieën die gebruikt worden in het proces om vuil linnen om te zetten in proper linnen, klaar voor gebruik.
Gezien de vele technologieën die nodig zijn om aan de noden van onze klanten te voldoen, focussen we ons niet op fundamenteel onderzoek en ontwikkeling. Onze taak bestaat er voornamelijk in bestaande technologieën te integreren in onze industrieprocessen.
De afgelopen jaren hebben we geïnvesteerd in de verdere modernisering en uitbreiding van ons productassortiment, en vooral in robotica voor wasserijen, artificiële intelligentie (AI) en automatisering, nieuwe softwaretoepassingen voor de sector en in milieuvriendelijke producten. Veel van onze ontwikkelingen die erop gericht zijn om middelen en energie te besparen voor onze klanten zijn samengebracht onder ons Cleantechmerk. Samen met ABS richtte de JENSEN-GROUP Gotli Labs AG op. Gotli Labs zal ons aanbod met state-of-theart software-oplossingen voor de heavy-duty wasserijmarkt verder ontwikkelen. Dankzij de integratie van technologie en software kunnen onze klanten de productie in realtime controleren en opvolgen en de verkregen statistieken gebruiken om hun productiviteit te verbeteren. Het nieuwe product van Gotli, met de naam GLOBE,
en de investeringen in Inwatec met het oog op automatisering en AI zullen onze sector naar een nieuw niveau van databeheer tillen en ons voorbereiden op Industry 4.0 en het internet der dingen ('The Internet of Things'). Software om het gehele wasproces te sturen en te controleren is essentieel om onze klanten een totaaloplossing te kunnen aanbieden.
Onze Groep heeft verschillende machineonderdelen gepatenteerd en onze teams van de verschillende ontwikkelingscentra onderzoeken constant de mogelijkheid om verdere nieuwe ontwikkelingen te patenteren. Onze ambitie is om heavy-duty wasserijen zoveel mogelijk te automatiseren.
Patenten worden vooral gebruikt om aan te tonen dat wij als eerste gebruik gemaakt hebben van de nieuwe technologie. Wij evalueren de aanvraag voor patentering op individuele basis, en dit vooral in de belangrijkste markten.
Over het algemeen investeert de JENSEN-GROUP jaarlijks 2 tot 3% van zijn omzet in productontwikkeling. Wij vermoeden dat dit cijfer ongeveer het gemiddelde van de sector is.

Het JENSEN-GROUP-aandeel is sinds juni 1997 genoteerd op Euronext met als ticker JEN (Reuters: JEN.BR; Bloomberg: JEN.BB). De ISIN code is BE0003858751. De koers van het JENSEN-GROUP-aandeel kan online geconsulteerd worden op de volgende websites:
De beurskoers van de JENSEN-GROUP NV steeg van 34,0 euro per einde 2018 naar 34,7 euro op het einde van 2019, met een gemiddeld verhandeld dagvolume van 2.592 aandelen, vergeleken met 3.913 aandelen in 2018.
JENSEN-GROUP share relative price performance

De JENSEN-GROUP zet zijn communicatiestrategie verder op basis van de volgende principes:
In 2019 ontving de JENSEN-GROUP geen kennisgeving. JENSEN-INVEST A/S kocht 100.000 aandelen in de loop van 2019.
De eigendomsstructuur is op 31 december 2019 als volgt:

Verder is de Investor Relations Manager beschikbaar voor particuliere en institutionele beleggers, financiële analisten en gespecialiseerde journalisten. Zij kan het potentieel van de JENSEN-GROUP op korte en lange termijn verduidelijken, zowel voor de JENSEN-GROUP in zijn geheel als voor specifieke activiteiten. Lezingen, vergaderingen en bedrijfsbezoeken worden op verzoek georganiseerd.
Het jaarverslag van de JENSEN-GROUP, persberichten en andere informatie zijn beschikbaar op de corporate website (http://www.jensen-group.com).
Aandeelhouders die hun aandelen op naam wensen om te zetten in gedematerialiseerde aandelen, kunnen eveneens contact opnemen met de Investor Relations Manager.
Aandeelhouders en beleggers die het jaarverslag, de jaarrekeningen van de JENSEN-GROUP nv, persberichten of andere informatie omtrent de JENSEN-GROUP wensen te ontvangen, kunnen eveneens contact opnemen met de Investor Relations Manager:
JENSEN-GROUP nv Scarlet Janssens Bijenstraat 6 BE-9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem) België Tel. +32.9.333.83.30 E-mail: [email protected]
De opbrengsten van de JENSEN-GROUP bedragen 332,2 miljoen euro tegenover 343,8 miljoen euro vorig jaar. Een groot aantal kleinere orders met een korte levertermijn konden de afname van grote projecten niet volledig compenseren.
De rentabiliteit over het hele jaar wordt beïnvloed door een lagere omzet, een schommelend en lager capaciteitsgebruik in bepaalde fabrieken en noodzakelijke herstructureringsmaatregelen.
Onze eigen verkoop- en dienstencentra (SSCs) bleven het merendeel van onze omzet genereren. Dit toont aan hoe belangrijk het is om in de belangrijkste afzetmarkten een lokale vertegenwoordiging te hebben.
Op de balans is het werkkapitaal op balansdatum met 6,0 miljoen euro gedaald in vergelijking met vorig jaar, ten gevolge van de lagere activiteitsgraad. De JENSEN-GROUP sloot 2019 af met een netto schuldpositie van 4,4 miljoen euro, 9,7 miljoen euro meer dan vorig jaar. De stijging is vooral het gevolg van de toepassing van de nieuwe IFRS 16-standaard over leaseovereenkomsten, die onze schuldpositie met 13,7 miljoen euro deed toenemen. De Groep herfinancierde de hypotheekleningen in de vestiging in Denemarken aan marktconforme voorwaarden. De financieringsovereenkomsten van de Groep bevatten financiële ratio's met een van de financiële instellingen over de solvabiliteit, een positieve EBITDA op jaarbasis en een maximale schuld/EBITDAratio. Op het einde van 2019 respecteerde de JENSEN-GROUP de financiële ratio's die met de banken werden afgesproken.
Ons personeelsbestand bleef stabiel, een weerspiegeling van een voorzichtige benadering van de huidige activiteitsgraad.
De bedrijfswinst daalde met 14,6% tot 23,0 miljoen euro. De rentabiliteit over het hele jaar wordt beïnvloed door een lagere omzet, een schommelend en lager capaciteitsgebruik in bepaalde fabrieken en de kosten voor noodzakelijke herstructureringsmaatregelen. De EBIT wordt positief beïnvloed door een gedeeltelijke uitbetaling van de verzekeringsmaatschappij voor de impact van orkaan Michael (+3,8 miljoen euro inkomsten en -1,1 miljoen euro kosten). Omdat dit deel van de verzekeringsclaim vaststaat, heeft de Groep deze inkomsten verwerkt. Het management is van mening dat de verzekeringsdekking toereikend is. Er werd een voorziening van 1,6 miljoen euro aangelegd voor herstructureringskosten om de structuur en de productiecapaciteit aan te passen.
De netto financiële kosten stegen van 1,3 miljoen euro vorig jaar naar 2,5 miljoen euro, waaronder 0,4 miljoen euro interestlasten als gevolg van de toepassing van de nieuwe IFRS 16-standaard over leaseovereenkomsten.
De belastingen daalden met 32% omdat de winst voor belastingen en de verworpen kosten daalden.
Het resultaat van participaties opgenomen onder de vermogensmutatiemethode (participatie in TOLON en in Inwatec) daalde van 0,9 miljoen euro tot -0,2 miljoen euro. Het verlies is te wijten aan het negatieve resultaat van TOLON en een negatieve valuta-impact van de devaluatie van de TRY.
De bovengenoemde factoren zorgden samen voor een daling van het nettoresultaat van 19,1 miljoen euro naar 15,7 miljoen euro (- 17,8%).
In 2019 heeft de JENSEN-GROUP voor 326,3 miljoen euro aan orders ontvangen, 1,4% meer dan vorig jaar. De JENSEN-GROUP verwacht een vertraging van de activiteiten door de verspreiding van Covid-19 in verschillende landen. Er wordt nauwlettend toegezien op de orders en de capaciteitsbehoeften.
Onze grootste risicofactoren zijn niet wezenlijk veranderd ten opzichte van vorig jaar. De voornaamste risico's zijn de volatiliteit op de financiële markten, die de investeringsbeslissingen van onze klanten en hun vermogen om financiering te vinden beïnvloedt, de concurrentiedruk en de politieke onrust en onzekerheid in bepaalde delen van de wereld. De Groep verwacht geen wezenlijke impact van de Brexit. De eventuele impact van een mogelijk protectionistische houding in verschillende delen van de wereld is momenteel niet in te schatten. We kunnen de duur van de Covid-19-crisis vooralsnog niet inschatten en kunnen dus ook de impact op onze prestaties niet inschatten. Deze vertraging zal een aanzienlijke impact hebben op de inkomsten en op de rentabiliteit van de onderneming in 2020. Andere risico's die vooral onze marge beïnvloeden, zijn de schommelende wisselkoersen en de prijsontwikkelingen voor grondstoffen, energie en transport.
Onze operationele doelstellingen voor 2020 zijn de invoering van een nieuwe groepsstructuur en een vermindering van de capaciteit waar nodig. Het marktaandeel in Europa, de samenwerking met Inwatec en de verdere groei in markten zoals Noord-Amerika en verschillende landen in Azië zijn onze grootste uitdagingen voor 2020. Op het vlak van productontwikkeling focussen we op een verdere automatisering, een lager gebruik van natuurlijke hulpbronnen en energie, en op het verhogen van de efficiëntie voor onze klanten. Ook in onze interne processen willen we voortdurend verbeteringen doorvoeren.
Wanneer de activiteiten in belangrijke mate zouden dalen, heeft dit een onmiddellijk effect op de operationele winst.
Onze Groep heeft zes volledig eigen productievestigingen, gesitueerd in de volgende landen:
Iedere productie- & engineeringvestiging ('PEC' of Production and Engineering Centre) is gespecialiseerd in een specifiek onderdeel van het wasproces (Washroom, Finishing Technology, Material Handling) of in een specifiek soort linnen (vlak linnen, kledingstukken of speciale toepassingen zoals matten, rolhanddoeken of andere roldoeken).
Onze Groep beschikt ook over eigen verkoopkantoren (Sales and Service Centres – of 'SSC') in onze belangrijkste afzetmarkten:
Naast de SSC's heeft de JENSEN-GROUP nog vertegenwoordigers in:
Bovendien beschikt de JENSEN-GROUP over een professioneel distributienetwerk in meer dan 50 landen.
Iedere SSC beschikt over de nodige mankracht om alleenstaande machines te verkopen, volledige sleutel-opde-deur projecten uit te voeren en dienstverlening na verkoop aan te bieden.
Bovendien hebben we in elke PEC en SSC de nodige staffuncties om de autonome juridische entiteit te besturen. Om deze overhead kosten te kunnen dekken hebben de verschillende entiteiten nood aan een voldoende hoog verkoopvolume. Het productievolume is afhankelijk van de activiteitsgraad en van externe factoren waarop wij geen invloed hebben. Omdat onze goederen investeringsgoederen zijn, kan het algemene internationale investeringsklimaat, meer bepaald in de gezondheidszorg en de toerismesector (hotels en restaurants) en in de industriële kledingsector, een grote invloed hebben op de marktvraag en verkoopopportuniteiten. Een plotse terugval in de vraag naar onze producten kan niet volledig worden gecompenseerd door een vermindering van de indirecte kosten of infrastructuurkosten, en kan als dusdanig een negatieve weerslag hebben op onze activiteiten, financiële situatie en operationele resultaten.
Wij halen een groot deel van onze omzet uit de verkoop van onze producten en projecten aan internationale klanten. De vraag naar onze producten is afhankelijk van economische en politieke omstandigheden in de verschillende landen waarin wij leveren. Daarnaast zijn er andere risico's verbonden aan internationale handel waaronder de wisselkoersschommelingen (die een invloed kunnen hebben op de lokale verkoopprijs voor producten die voornamelijk in de eurozone worden geproduceerd). We dekken ons in voor een deel van de wisselkoersschommelingen; m.n. voor de voornaamste munten waarin we activiteiten hebben (de EUR, USD, CHF, GBP, DKK, NOK, SEK, SGD, CNY, JPY, AUD en NZD).
Wij zijn onderhevig aan schommelingen in de intrestvoeten. Niettegenstaande we ons op lange termijn grotendeels hebben ingedekt tegen de risico's van schommelingen van de intrestvoeten en leningen met vaste intrestvoet hebben afgesloten, zal een stijging van de intrestvoeten toch een negatieve weerslag hebben op het algemene investeringsklimaat en dus indirect op onze activiteiten en resultaten.
De drie belangrijkste financiële groepen waarmee de JENSEN-GROUP werkt zijn Nordea, KBC en Nykredit. De financieringsovereenkomsten van de Groep bevatten financiële ratio's met één van de financiële instellingen over de solvabiliteit, een positieve EBITDA op jaarbasis en een maximale schuld/EBITDA-ratio. Deze ratio's zouden onze financiële mogelijkheden kunnen beperken.
Of we onze leningen kunnen afbetalen en onze geplande investeringen, onze onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten en onze capaciteitsuitbreiding kunnen financieren, hangt af van onze kasstroomgeneratie, onze toekomstige financiële resultaten en de ontwikkelingen binnen de grote financiële instellingen waarmee we werken. Deze zijn tot op zekere hoogte afhankelijk van de risicofactoren die reeds zijn vermeld.
Een belangrijk deel van het zakencijfer bestaat uit het leveren van machines en integrale systemen aan bedrijven in de sector van textielverhuur. De internationalisatie en concentratie van onze klanten in deze sector kan leiden tot een hogere afhankelijkheid van deze grotere groepen die hun eigen voorwaarden stellen.
Wij kopen voor onze producten een belangrijk aantal componenten en grondstoffen zoals roestvrij staal en andere ijzerlegeringen en aluminium panelen. De prijs en de beschikbaarheid van deze componenten en grondstoffen hangen af van wijzigingen in accijnzen en van vraag en aanbod op de internationale markten. In een competitieve markt bestaat er geen zekerheid dat stijgingen of dalingen van grondstofprijzen en andere kosten vlug kunnen worden omgezet in hogere verkoop- of lagere aankoopprijzen. Daarenboven kunnen we niet garanderen dat het verlies van sommige kritische leveranciers geen invloed zou hebben op de resultaten en de financiële toestand van onze activiteiten. Tot op heden dekken wij ons niet in voor de verandering in grondstofprijzen of prijzen van belangrijke componenten.
Binnen de markt van heavy-duty wasserijmachines en -systemen staan we in concurrentie met verschillende grote en kleine leveranciers. De intrede van nieuwe concurrenten of sterkere concurrentie van de bestaande marktspelers kunnen een belangrijke impact op de resultaten van onze operaties en de financiële toestand van de Groep hebben.
Daarenboven kunnen we te maken krijgen met concurrentie van bedrijven buiten de VS of Europa die lagere productiekosten hebben (waaronder arbeids- of grondstofkosten). Deze concurrenten kunnen hun producten aan een lagere verkoopprijs aanbieden en dit kan een belangrijk effect hebben op onze omzet en resultaten.
Sinds de bankencrisis van 2008 vinden veel klanten moeilijk financiering om te investeren in uitbreiding of vernieuwing van uitrusting. Onder bepaalde voorwaarden biedt de JENSEN-GROUP zijn klanten financieringsoplossingen aan. Dit verhoogt het risico dat we machines moeten terugnemen tijdens de duur van de financiering. We beperken dat risico door de terugnameprijs zoveel mogelijk af te stemmen op de tweedehandsprijs.
De JENSEN-GROUP levert aan industriële wasserijen die onder meer linnen behandelen voor de gezondheidssector. Politieke keuzes kunnen een invloed hebben op de hygiënische normen of de financiële capaciteit van ziekenhuizen. Dit kan op bepaalde momenten onze verkoop beïnvloeden, evenals onze productontwikkeling, waarbij we zoeken naar oplossingen voor de meest strikte hygiënische eisen.
De kans dat er een productaansprakelijkheidsclaim wordt ingediend is altijd reëel gezien de producten en diensten die we verkopen. Bovenop de directe kosten, zoals schadevergoedingen en gerechtskosten, lopen we het risico dat productaansprakelijkheidsclaims ons imago schaden. Er bestaat geen zekerheid dat onze bestaande verzekering of elke bijkomende verzekering mogelijke schade-eisen voldoende zal dekken. Dit kan een negatieve invloed hebben op ons resultaat en onze financiële positie.
Als bedrijf zijn we altijd partij in een of ander juridisch geschil dat ontstaat tijdens de normale uitoefening van onze activiteiten. Niettegenstaande we, naar onze mening, een goede dekking hiervoor hebben voorzien in diverse verzekeringspolissen, bestaat er toch geen enkele zekerheid dat deze ons zullen kunnen vrijwaren van toekomstige geschillen met betrekking tot materiële of persoonlijke schade, of dat dergelijke verzekeringen in de toekomst nog zullen bestaan aan economisch haalbare tarieven. Een belangrijke veroordeling ten nadele van ons, het verlies van een belangrijke vergunning, of de betaling van belangrijke boetes kunnen een negatief effect hebben op onze winstgevendheid of op onze financiële situatie en toekomstverwachtingen.
De JENSEN-GROUP is afhankelijk van een aantal werknemers die kritiek zijn voor onze activiteiten. De JENSEN-GROUP is afhankelijk van de continuïteit van werknemers die kritiek zijn voor onze activiteiten zoals ons managementteam en andere sleutelfiguren binnen ons personeelsbestand. De meeste van die werknemers hebben een contract van onbepaalde duur. Het verlies van dergelijke werknemers kan een invloed hebben op onze winstgevendheid omdat wij daardoor bepaalde kennis, ervaring of belangrijke klantenrelaties kunnen verliezen.
De JENSEN-GROUP is onderhevig aan uitgebreide en wijzigende lokale, nationale en internationale wetgeving met betrekking tot milieu, veiligheid en gezondheid, waaronder de wetgeving met betrekking tot uitstoot van gassen, afval, afwatering van regenwater en giftig afval. Wij kunnen eventuele schade-eisen of kosten niet voorspellen die het gevolg zouden zijn van toekomstige veranderingen in de wetgeving, met eventueel een retroactief effect. Meer stringente wetgeving kan leiden tot bijkomende kosten en investeringen die een negatieve weerslag kunnen hebben op de resultaten van onze activiteiten of onze financiële toestand.
De Groep kan ook aansprakelijk gesteld worden voor milieuvervuiling (inclusief historische vervuiling door andere partijen) op de locaties waar de Groep actief is. Als gevolg daarvan wordt de Groep af en toe betrokken in administratieve of juridische geschillen of vragen om inlichtingen met betrekking tot de milieuwetgeving. We kunnen niet uitsluiten dat dit in de toekomst nog gebeurt. We kunnen ook niet garanderen dat onze bestaande of aanvullende verzekeringen voldoende dekking bieden tegen de gevolgen hiervan. De totale kosten die hierop betrekking hebben, zouden een aanzienlijke negatieve invloed kunnen hebben op onze resultaten of financiële positie.
De afgelopen jaren heeft de JENSEN-GROUP nauwgezet een milieuherstelprogramma gevolgd met betrekking tot de voormalige productievestiging Cissell in de Verenigde Staten. Er bestaat een vrijwaring van een derde partij voor de kosten van het herstelprogramma, met Cissell als wettelijke begunstigde. De meest recente resultaten van de jaarlijkse controle door een milieubedrijf, met een volledige evaluatie om de vijf jaar, voldoen aan de verwachtingen. De voorziene einddatum van dit herstelprogramma is 2025. Het valt echter niet uit te sluiten dat de Cissell-vestiging of andere vestigingen in de toekomst nog voor aanzienlijke bijkomende aansprakelijkheidsvorderingen en andere kosten zorgen.
Onze activiteiten leiden tot normale gevaren die ontstaan door de productie en het vervoer van heavy-duty machines en installaties. Deze gevaren kunnen leiden tot lichamelijke letsels en schade aan machines en eigendommen. Men kan dus nooit zeker zijn dat onze huidige en toekomstige activiteiten niet leiden tot schadeclaims vanwege personeelsleden of derde partijen. Daarenboven kunnen we ook worden geconfronteerd met huidige of toekomstige schade-eisen met betrekking tot veiligheid en gezondheid van werknemers en andere schade-eisen. Er bestaat geen zekerheid over het bedrag en het tijdstip van dergelijke schade-eisen. Verdere regelgeving hierover kan een invloed hebben op de manier van produceren, op de vraag naar en de kostprijs van onze producten en diensten, of kunnen leiden tot belangrijke productieproblemen, waardoor onze resultaten en financiële toestand negatief worden geaffecteerd.
De JENSEN-GROUP is actief in 23 landen en is daardoor blootgesteld aan natuurrampen zoals aardbevingen, windstormen of overstromingen. Waar mogelijk wordt een verzekering afgesloten en wordt de naleving van specifieke bouwverordeningen zorgvuldig gecontroleerd. De entiteiten moeten rampenplannen hebben. Elke ernstige natuurramp kan een impact hebben op onze activiteiten, financiële situatie en operationele resultaten.
De JENSEN-GROUP maakt voor zijn wereldwijde activiteiten gebruik van verschillende tools, apparaten en software in zijn ICT- en productieomgeving. Digitale technologieën, apparaten en media brengen duidelijke risico's en opportuniteiten met zich. Machines zijn meer onderling verbonden en voorbereid op het internet der dingen ('The Internet of Things'). De Groep loopt dus cyberrisico's. ICT-storingen op het gebied van beveiliging en toegang tot systemen of in productieomgevingen kunnen leiden tot bedrijfsonderbrekingen, reputatieschade en financieel verlies. De JENSEN-GROUP beheert deze risico's door de laatste technologische ontwikkelingen op de voet te volgen. Daarnaast selecteert de Groep de beste leveranciers voor software en ICT. Cybersecurity is een belangrijk criterium bij de selectie van deze leveranciers.
Overeenkomstig Richtlijn 2014/95/EU (hierna 'de Richtlijn') van het Europees Parlement en de Europese Raad van 22 oktober 2014 en zoals vereist door artikelen 3:6 § 4 en 3:34, van het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen hebben wij deze afzonderlijke sectie toegevoegd met niet-financiële informatie die beschouwd wordt als relevant voor de stakeholders van de JENSEN-GROUP.
Bij het verstrekken van deze informatie houden wij rekening met de vereisten zoals vastgelegd in de Richtlijn en het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen en laten wij ons eveneens inspireren door de Sustainability Reporting Standards, Core-optie, van het Global Reporting Initiative (GRI).
Naast de financiële informatie over de JENSEN-GROUP (te vinden in de sectie 'Financieel Verslag 2019' van dit Jaarverslag) beschrijft deze sectie niet-financiële activiteiten die relevant zijn voor onze stakeholders en waarmee wij het verschil maken.
Wij hebben in 2019 een materialiteitsanalyse uitgevoerd om duurzaamheidsthema's te identificeren en te bevestigen die het belangrijkst zijn voor ons bedrijf en onze stakeholders, en om ons beleid en onze rapportering op het gebied van duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen verder te versterken, door prioriteit te geven aan thema's die er het meest toe doen.
We identificeerden thema's die belangrijk worden geacht om de economische, ecologische en sociale impact van JENSEN weer te geven of die de beslissingen van de stakeholders van JENSEN, zoals onze klanten, leveranciers, medewerkers, overheden en aandeelhouders, beïnvloeden. Tijdens deze oefening hebben we rekening gehouden met zowel externe als interne factoren, waaronder de visie, de missie, het merk en de langetermijnstrategie van JENSEN. Het resultaat wordt toegelicht in de materialiteitsmatrix hieronder.
| Belangrijke thema's | Prioritaire thema's | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| zeer hoog | Financieel gezond bedrijf 2-tier strategie |
Veiligheid & betrouw CleanTech |
baarheid van materiaal Energie- & waterverbruik - |
|||
| Automatisering & artificiële intelligentie IT-beveiliging & gegevensbescherming Gedragscode |
Langetermijnstrategie Welzijn van medewerkers Toegang op afstand tot machines Opleidingen voor iedereen |
|||||
| Bedrijfscultuur | ||||||
| Invloed op beslissingen van stakeholders | Corporate governance | Digitaal afval – samenwerkingstools Klimaatverandering Duurzaamheids Diversiteit & inclusie rapportering Afvalvermindering Sociale betrokkenheid |
||||
| zeer laag | zeer laag | zeer hoog | ||||
| Belang van economische, ecologische en sociale impact | ||||||
| Samenleving Mensen Milieu |
Het kwadrant rechtsboven geeft de prioritaire thema's weer die relevant zijn voor de samenleving, onze stakeholders en onze activiteiten. Het duurzaamheidsbeleid van JENSEN richt zich vooral op die gebieden. Het kwadrant linksboven geeft de strategisch belangrijke thema's weer, die relevant worden geacht vanuit het oogpunt van onze stakeholders en ons bedrijf. De onderaan gedefinieerde gebieden zijn thema's die we nauwlettend moeten opvolgen en intern moeten beheren.
De materialiteitsanalyse wordt jaarlijks opnieuw geëvalueerd.
In het kader van ons duurzaamheidsbeleid onderscheiden wij drie dimensies van duurzaamheid, zijnde:
Milieu Mensen Samenleving (inclusief corporate governance)



Om de verschillende dimensies te begrijpen, bespreken we eerst kort het bedrijfsmodel van de JENSEN-GROUP. Voor meer informatie over dit model verwijzen we ook naar andere secties van het Jaarverslag.
De JENSEN-GROUP wil toonaangevend zijn en zijn klanten wereldwijd de beste oplossingen aanbieden in de heavyduty wasserijmarkt. Dankzij technische excellentie, hoge investeringen in productontwikkeling en gespecialiseerde sectorkennis is de JENSEN-GROUP in staat om zowel enkelvoudige machines als volledige systemen, geïntegreerde oplossingen en procesautomatisering te plannen, te ontwikkelen, te produceren, te installeren en te onderhouden.
Wij beschouwen productontwikkeling als een belangrijk onderdeel van ons bedrijfsmodel, omdat de schaarste van natuurlijke hulpbronnen en een grotere aandacht voor ecologie de behoefte aan duurzame wasserijoplossingen doen toenemen.
De verantwoordelijkheid voor alle producten die ontworpen en geproduceerd worden door de JENSEN-GROUP ligt bij drie technologiecentra: Washroom Technology, Finishing Technology (vlak linnen, kledijstukken en matten) en Material Handling & Automation. De drie technologiecentra ontwikkelen, produceren en leveren het volledige assortiment innovatieve en competitieve JENSEN-producten. De levering aan de klanten gebeurt via ons wereldwijde netwerk van eigen verkoopkantoren (Sales and Service Centers, SSC's) en erkende lokale distributeurs, die verdeeld zijn over vijf Business Regions. Dit wereldwijde distributienetwerk, onze expertise in de productie van wasinrichtingen, ons deskundig projectbeheer en onze dienstverlening na verkoop zorgen ervoor dat de JENSEN-GROUP als geloofwaardige one-stop-shop leverancier uitstekend geplaatst is om op lokaal niveau snel en betrouwbaar te beantwoorden aan de verwachtingen van de klant, of het nu gaat om één enkele machine of om een totaaloplossing, waar ook ter wereld.
De relatieve verkoop via onze eigen SSC's is de voorbije jaren toegenomen. Deze SSC's zijn actief in de belangrijkste heavy-duty wasserijmarkten: Australië, Oostenrijk, Benelux, Brazilië, China, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, Midden-Oosten, Nieuw-Zeeland, Noord-Amerika, Noorwegen, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.
De missie van de JENSEN-GROUP is 'Creating the future in laundry automation', een oneliner die we ook gebruiken in onze marketingcommunicatie. De JENSEN-GROUP streeft ernaar om de beste oplossingen te bieden aan heavy-duty wasserijen wereldwijd. Daarvoor overleggen we voortdurend met onze klanten, via onze lokale vestigingen, om de beste oplossingen voor hen te vinden. Vanuit onze wereldwijde ervaring houden we bij deze oplossingen rekening met de Total Cost of Ownership en een continue verhoging van de productiviteit. Bovendien verminderen we de milieu-impact van onze machines en onze eigen processen. De afgelopen jaren hebben we geïnvesteerd in de verdere modernisering en uitbreiding van ons productassortiment, vooral in robotica voor wasserijen, artificiële intelligentie (AI), automatisering, nieuwe softwaretoepassingen voor de sector en milieuvriendelijke producten. Wij tonen engagement, betrokkenheid, toewijding en verantwoordelijkheid bij elke interactie met onze klanten.
Ten slotte maakt ook geografische expansie deel uit van ons bedrijfsmodel. Onlangs hebben we onze kantoren in China, Dubai en Japan uitgebreid in het kader van onze 'Go East'-strategie. Wij geloven in de voordelen van een lokale aanwezigheid en blijven dus overal ter wereld uitbreiden om de communicatielijnen met onze eindgebruikers zo kort mogelijk te houden.

Onze klanten, en bij uitbreiding al onze stakeholders, hebben tegenwoordig af te rekenen met een snel veranderende omgeving. De JENSEN-GROUP neemt duurzaamheid en milieubescherming ernstig en streeft voortdurend naar energiebesparing om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de toekomst, zoals de klimaatverandering en de uitputting van fossiele brandstoffen. Met name de toenemende schaarste van water en energiebronnen vraagt om meer aandacht voor ecologie.
Wij hebben passende interne beleidslijnen opgesteld om eventuele milieurisico's van onze activiteiten te helpen identificeren, zowel intern (voortkomend uit ons productieproces) als extern (voortkomend uit het gebruik van onze machines). We identificeren en evalueren de milieurisico's als onderdeel van de jaarlijkse risicoanalyse. Drie belangrijke milieurisico's worden in de risicokaart opgenomen, op basis van de waarschijnlijkheid dat het risico zich voordoet en op basis van de impact ervan:
Jaarlijks worden risicobeperkende maatregelen uitgewerkt, ingevoerd en geëvalueerd door het Executive Management Team. Er werd een specifiek project opgestart om ervoor te zorgen dat de JENSEN-GROUP volledig in overeenstemming is met de lokale wet- en regelgeving. Voor meer informatie over milieurisico's verwijzen we naar de secties 'Risicofactoren' en 'Risicobeheersing en interne controle' in het Jaarverslag 2019.
Door continu te investeren in productontwikkeling, onze kernprocessen op elkaar af te stemmen en sterk aanwezig te zijn in de markt kunnen we beter inspelen op de behoeften van onze klanten. In onze productontwikkeling proberen we vooral het energie- en waterverbruik te verminderen en de beschikbaarheid van onze producten te verbeteren. Over het algemeen investeert de JENSEN-GROUP elk jaar 2 tot 3% van zijn omzet in productontwikkeling.
Bij de verdere ontwikkeling van onze producten focussen wij voornamelijk op het besparen van natuurlijke hulpbronnen en energie en op het verminderen van onze impact op het milieu. Zo volgen we onder meer de prestaties van onze machines continu op tijdens de ontwikkelingsfase. De producten die specifiek ontwikkeld zijn om natuurlijke hulpbronnen en energie te besparen, zijn ondergebracht onder ons CleanTech-concept.
De JENSEN-GROUP neemt duurzaamheid en milieubescherming ernstig en streeft voortdurend naar energiebesparing om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de toekomst, zoals de klimaatverandering en de uitputting van fossiele brandstoffen.
CleanTech verwijst naar op kennis gebaseerde producten en diensten die een betere operationele werking, productiviteit en efficiëntie hebben en tegelijk de kosten, de watertoevoer, het energieverbruik, de afvalproductie en de vervuiling verminderen. Het doel van het CleanTech-concept van JENSEN is om het efficiënt gebruik van primaire energie te verhogen en een zuiniger verbruik te verzekeren in met gas verwarmde wasserijmachines.
Bij de ontwikkeling van wasserijmachines richt de JENSEN-GROUP zich op hoge prestaties met een zo laag mogelijke energie- en watertoevoer. Naast het gebruik van directe gasverwarming, gaat het hier ook om geïntegreerde water- en energieterugwinning in de machines.
In deze context heeft de JENSEN-GROUP een nieuwe met gas verwarmde WR-droger ontwikkeld. Met een verbruik van slechts 0,95 kWh/l is dit momenteel de meest energie-efficiënte droger ter wereld. Het EcoSafeguard-proces bewaakt de pH- en geleidbaarheidswaarde en de waterhardheid. Daarnaast wordt de warmte van de strijkmachines hergebruikt om het water in de tunnelwasmachine te verwarmen.
Bovendien beperkt de JENSEN-GROUP zich niet tot het verminderen van de CO2 -uitstoot en het energieen waterverbruik in zijn machines. De JENSEN-GROUP gaat ook zorgvuldig om met waardevolle hulp- en energiebronnen in de productiefase.
Dankzij onze CleanTech-technologie hebben wij voor onze klanten in de afgelopen jaren al opmerkelijke resultaten geboekt op het vlak van besparing van hulpbronnen en energie. Met onze producten en oplossingen kunnen een gemiddeld waterverbruik van minder dan drie liter per kg linnen en een energieverbruik van minder dan één kW/h per kg linnen worden bereikt. Onze geavanceerde oplossingen zorgen voor een energiebesparing tot 60% per jaar, in combinatie met lagere investeringen en installatiekosten. De productiviteit ligt tot 25% hoger dankzij kortere cyclustijden voor drogen en afwerken.
Er worden in CleanTech-wasserijen recordcijfers behaald:
Momenteel gaan we met ons energiebesparingsprogramma nog een stap verder: we investeren in software en meten de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI's) van typische heavy-duty wasserijen ter plaatse. Globe by Gotli Labs, een realtime tool voor productiebeheer, beheert de machines, het personeel, de nutsvoorzieningen en de energie in een wasserij.
De JENSEN-GROUP beschikt over zes productievestigingen in vijf landen verspreid over drie continenten. Elke productievestiging richt zich op specifieke technologieën voor de heavy-duty wasserijmarkt. Wij ontwikkelen milieuvriendelijke machines die zo goed mogelijk ecologisch verantwoord worden geproduceerd. Daarom volgen we de activiteiten in onze fabrieken continu op om hun impact op het milieu te beperken.
Ons milieuvriendelijke productieproces start reeds bij de selectie van geschikte leveranciers. De JENSEN-GROUP is dan ook voortdurend op zoek naar partnerships met leveranciers die kunnen meehelpen om energie en hulpbronnen te besparen.

De tweede dimensie van duurzaamheid heeft betrekking op mensen. Onze klanten en medewerkers vormen de basis van ons succes. Via onze lokale vestigingen overleggen we voortdurend met hen, om de beste oplossing te vinden voor elke klant.
Bij de JENSEN-GROUP is het welzijn van medewerkers en klanten van cruciaal belang. Wij willen dat onze medewerkers overal ter wereld in een veilige en ergonomische omgeving kunnen werken. We moedigen alle medewerkers aan om te helpen bij de uitbouw van veilige werkomgevingen door de veiligheidsmaatregelen in hun dagelijkse activiteiten toe te passen. Gezondheid en veiligheid krijgen dan ook prioriteit in elke vestiging van de JENSEN-GROUP. In al onze productievestigingen wordt bij de prestatiebeoordeling van de fabrieksdirecteur rekening gehouden met het voorkomen van arbeidsongevallen en met doorgevoerde verbeteringsinitiatieven. Elke fabriek van JENSEN heeft een Health & Safety Manager in dienst, die verantwoordelijk is voor de implementatie van gezondheids- en veiligheidsmaatregelen in de respectievelijke fabriek, overeenkomstig de lokale regelgeving en vereisten. Bij JENSEN China analyseert een veiligheidsbeheerssysteem, dat de werking van de machines controleert, de belangrijkste veiligheidspunten in het productieproces. In verschillende fabrieken van JENSEN worden driemaandelijkse werkomgevingscomités georganiseerd, bestaande uit lokale managers en vertegenwoordigers van de medewerkers, om de gezondheids- en veiligheidsprocedures te bespreken en bedrijfsongevallen te evalueren. De naleving van de lokale wet- en regelgeving inzake gezondheid en veiligheid maakt ook deel uit van de jaarlijkse risicoanalyse door het Executive Management Team.
Onze verantwoordelijkheid op het vlak van veiligheid stopt niet na de productie en levering van onze machines. De veiligheid van de operatoren en andere personeelsleden van onze klanten is voor ons net zo belangrijk als de veiligheid van ons eigen personeel. Wij leven alle Europese veiligheidsrichtlijnen (Europese normen, EN's) na, evenals alle lokale vereisten. Daarnaast zijn wij van mening dat de veiligheid van onze machines verder gaat dan regelgeving alleen. Al tijdens de ontwikkelingsfase besteden we aandacht aan de ergonomie en algemene veiligheid van onze producten. Specifieke veiligheidsmaatregelen zijn bijvoorbeeld een loopbrug en een reling – beide geïntegreerde onderdelen van de strijkmachines – veiligheidsafdekkingen voor kettingaandrijvingen, installatie van een veiligheidsdeur op de persmachine, noodstopknoppen of trekkoorden voor riemen in de buurt van de operatoren. In de sorteer-, behandelings- en afwerkingsprocessen zijn ergonomische oplossingen geïntegreerd, bijvoorbeeld een geoptimaliseerde hoogte van de sorteerband om spanning en belasting door buigen te verminderen, speciaal ontworpen sorteerstations die de sorteermanden dichter bij de operatoren brengen en individueel in hoogte verstelbare laadstations. Daarnaast is de JENSEN-GROUP de enige leverancier van hoekloze afzonderlijke machines en systemen.
Op die manier hebben wij het aantal arbeidsongevallen tot een minimum kunnen beperken, maar voor ons is elk arbeidsongeval een ongeval te veel. Gezondheid en veiligheid zullen dan ook steeds een hoeksteen blijven van onze strategie.
De JENSEN-GROUP is zich ten volle bewust van zijn verantwoordelijkheid tegenover zijn medewerkers. Gestimuleerd door wat wij de JENSEN-spirit noemen, hebben wij een open en internationale bedrijfscultuur. Wij geven onze medewerkers de mogelijkheid om goed te presteren, waarderen ieders bijdrage, geven elk teamlid zoveel mogelijk verantwoordelijkheid en bieden opleidings- en ontwikkelingskansen aan. Deze open cultuur zorgt ervoor dat alle medewerkers van de JENSEN-GROUP tevreden zijn over hun job en doorgaans een lange carrière bij ons uitbouwen.
De JENSEN-GROUP maakt geen enkel onderscheid tussen mensen op basis van leeftijd, geslacht, cultuur, religie, afkomst of andere diversiteitskenmerken. Wij streven naar gelijke arbeidskansen en respecteren de rechten en waardigheid van elke medewerker. Wij veroordelen eveneens elke vorm van discriminatie bij rekrutering en promotie. We hebben besloten om bij de JENSEN-GROUP een unieke cultuur uit te bouwen. Als we allemaal leven volgens de JENSEN-spirit, dan doen we vanzelf wat goed is.
We tellen bij de JENSEN-GROUP 62 nationaliteiten.


Eigen aan de sector waarin we actief zijn, is het percentage vrouwelijke medewerkers vrij laag, maar binnen het management ligt het percentage hoger. Bovendien vereist de Belgische wet van 28 juli 2011 met betrekking tot genderdiversificatie dat de raad van bestuur voor minstens een derde uit vrouwen bestaat. De JENSEN-GROUP voldoet volledig aan deze wet.
Om onze missie uit te voeren en de JENSEN-spirit te ondersteunen, moeten we getalenteerde mensen aantrekken en behouden, en de vaardigheden van onze huidige en toekomstige leiders verder ontwikkelen. De afgelopen jaren heeft de JENSEN-GROUP zwaar geïnvesteerd in de ontwikkeling van zijn medewerkers met bedrijfsopleidingen, lokale trainingen en individuele initiatieven. De JENSEN Academy organiseert opleidingen op alle organisatorische niveaus, zoals webinars en introductiecursussen voor nieuwe medewerkers, nieuwe managers en nieuwe projectmanagers. De fabrieken van JENSEN bieden stageplaatsen voor uiteenlopende beroepen. De trainingsprogramma's omvatten technische en functiespecifieke opleidingen, evenals leiderschapsmodules om medewerkers te helpen zich verder te ontwikkelen en samen te werken in een wereldwijde bedrijfsomgeving. Wij zijn van mening dat teamwerk en samenwerking stimuleren cruciaal is voor ons succes.
Wij willen onze open cultuur verder uitbouwen en uitdragen in de hele Groep. We gebruiken verschillende communicatiekanalen en -platforms om onze medewerkers te informeren over bedrijfsdoelstellingen, strategieën en recente ontwikkelingen. Op Jennet, het intranet van de JENSEN-GROUP, is informatie te vinden over een hele reeks thema's, waaronder productinformatie, hr-nieuws, onze ethische gedragscode en onze Principes en Richtlijnen. Hoewel Jennet een waardevolle tool is om informatie te verspreiden binnen de JENSEN-GROUP, moedigen wij ook het gebruik van interne sociale media aan, zoals een app op de smartphones van onze medewerkers. Het is een moderne manier om nieuws te delen en om van gedachten te wisselen. De verschillende afdelingen bepalen zelf welke van deze algemene communicatietools ze bij voorkeur gebruiken en ondernemen actie om dit te organiseren.
Binnen onze aanpak 'We denken globaal en handelen lokaal' geven wij het lokale management veel beslissingsbevoegdheid. We moeten er bijgevolg voor zorgen dat een aantal regels worden gerespecteerd. Bij de JENSEN-GROUP zijn die regels samengevat in onze 'Principes en Richtlijnen' die te raadplegen zijn op ons JENSEN intranet. Daarnaast heeft de JENSEN-GROUP een klokkenluidersregeling ontwikkeld en een klokkenluiders-hotline ingevoerd. We verwijzen ook naar de paragraaf hieronder over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij moedigen onze managers aan om in dialoog te gaan met hun teams en transparant te werk te gaan.
De JENSEN-cultuur maakt het verschil: onze bedrijfscultuur verwijst naar het verleden, naar het heden met de waarden die wij wensen na te leven en naar de toekomst. Wij willen van onze cultuur een vanzelfsprekend gegeven kunnen maken in de hele JENSEN-GROUP. We menen dat onze bedrijfscultuur een dynamisch proces is, waarin de noden van onze klanten rechtstreeks vervat zijn. Omdat onze klanten de wasserijmarkt beter kennen dan wie ook, willen we met hen een partnership aangaan. Door voortdurend te overleggen met onze klanten, via onze lokale vestigingen, bouwen we langetermijnrelaties op. Op die manier kennen we hun behoeften en kunnen we efficiëntere en duurzame oplossingen en systemen leveren. Met onze CleanTech-oplossingen winnen we nieuwe klanten die ecologische processen nodig hebben om aan richtlijnen met betrekking tot Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen te beantwoorden of om kwaliteitscertificaten te behalen.
De JENSEN-GROUP is voor zijn klanten een sterke partner op wie ze kunnen rekenen: van bij het eerste advies, tijdens de planning, correcte installatie en opstart van de machines, tot bij de dienstverlening na verkoop. Bovendien voert JENSEN regelmatig technische controles uit en organiseren wij opleidingen voor onze klanten. Zo beperken we de onderhoudskosten, helpen we voorkomen dat de machines niet beschikbaar zijn en verhogen we de productiviteit en rentabiliteit voor onze klanten. Wij zijn van mening dat een sterk partnership tussen de JENSEN-GROUP en zijn klanten een win-winsituatie creëert.

Onze laatste dimensie van duurzaamheid verwijst naar alle manieren waarop de JENSEN-GROUP een verschil maakt voor de samenleving in haar geheel. Bij de JENSEN-GROUP zijn we ervan overtuigd dat onze verantwoordelijkheid verder gaat dan onze medewerkers en onze klanten, maar zich ook uitstrekt tot de gemeenschappen waarin we actief zijn en tot de ruimere samenleving.
Onze strategie bestaat erin om onze wereldwijde aanwezigheid uit te breiden door in elke belangrijke markt een lokale vestiging op te richten. Ons merk staat voor kwaliteit en op maat gemaakte oplossingen. De boodschap die we aan het ruimere publiek willen brengen is deze: wij leveren kwaliteit aan de samenleving door aan alle wettelijke eisen te voldoen, we maken het verschil door lokale partnerships af te sluiten en we tonen respect voor lokale gewoontes en noden. Wij willen ook dat de producten van JENSEN zo efficiënt en milieuvriendelijk mogelijk zijn. We verwijzen naar de sectie over de dimensie milieu van dit verslag voor meer informatie hierover.
In 2017 hebben we onze two-tier verkoopstrategie geïntroduceerd met hightech producten uit onze westerse fabrieken en enkelvoudige machines die we exporteren uit China onder de merknaam ALPHA by JENSEN. Onder dit merk produceren en verkopen we onze hoogwaardige, in China geproduceerde machines, waarmee we ons richten op klanten die standaard oplossingen kochten bij andere leveranciers. Dankzij deze two-tier strategie kan de JENSEN-GROUP beter voldoen aan de eisen van zijn klanten. In combinatie met de alleenstaande oplossingen van onze partner TOLON kunnen we beantwoorden aan de behoeften van kleine, commerciële wasserijen en grote OPL-wasserijen.
De wereld wordt een dorp en mensen reizen tegenwoordig meer dan ooit, zowel professioneel als privé, naar traditionele en nieuwe bestemmingen (opkomende markten). Dat biedt opportuniteiten voor groei, want er is steeds meer vraag naar het verwerken van linnen voor de hotel- en cateringsector, en biedt de JENSEN-GROUP de kans om zijn positieve sociale impact te vergroten met de levering van milieuvriendelijke machines.
Bij de JENSEN-GROUP kijken we ernaar uit om onze aanwezigheid in bepaalde opkomende markten uit te breiden. Voor deze markten ontwikkelen we gestandaardiseerde, goedkopere en duurzamere systemen, die we de merknaam 'ALPHA by JENSEN' gaven. Het is slechts één voorbeeld van hoe flexibel we ons opstellen bij de JENSEN-GROUP en hoe we ons aanpassen aan de veranderende behoeften van de klant en de maatschappij.
De aandelen van de JENSEN-GROUP nv zijn genoteerd op de Euronext-beurs. De Groep heeft de Belgische Corporate Governance Code 2009 ingevoerd en een risicobeheersingsproces en interne controle uitgewerkt. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar de sectie Corporate Governance in het Jaarverslag en naar het Corporate Governance Charter op onze website.
Wij erkennen dat de Corporate Governance Code bijdraagt tot een betere samenleving doordat het vertrouwen van onze investeerders en andere stakeholders toeneemt. Wij beschouwen vertrouwen in ons merk en in onze organisatie als een belangrijk onderdeel van onze strategie. We hebben dan ook een strikt beleid ingevoerd om handel met voorkennis te voorkomen, evenals een klokkenluidersprocedure. Die maatregelen verminderen in aanzienlijke mate het risico op ongeoorloofd gedrag of de schijn daarvan. We verwijzen naar pagina 56 van het Jaarverslag voor meer informatie over dit beleid.
Wij streven naar een open bedrijfscultuur in onze hele organisatie. In onze gedragscode staan de verantwoordelijkheden van of goede praktijken voor een individu of organisatie. Zij dragen bij tot het welzijn van en het respect voor alle stakeholders. Daarnaast hebben we een omgeving gecreëerd waarin persoonlijke initiatieven ten zeerste worden gewaardeerd. We zijn er sterk van overtuigd dat onze medewerkers het best geplaatst zijn om lokale noden te identificeren waarvoor de JENSEN-GROUP het verschil kan maken. Wij menen dat onze medewerkers onze slogan 'We denken globaal en handelen lokaal' daadwerkelijk in de praktijk brengen. Dat heeft geleid tot veel verschillende initiatieven en activiteiten op bedrijfs- en lokaal niveau.
Wereldwijd werd een geldinzameling georganiseerd voor onze collega's van JENSEN USA die schade opliepen door de orkaan Michael. In plaats van kerstkaarten te drukken, hebben we een schenking gedaan aan 'Artsen Zonder Grenzen', een internationale humanitaire ngo.
De JENSEN-GROUP hecht veel belang aan opleiding en training. Wij moedigen goede relaties met lokale scholen en steun aan lokale initiatieven van studenten dan ook ten zeerste aan. JENSEN Duitsland en JENSEN Denemarken organiseren bedrijfsbezoeken voor lokale scholen en nemen stagiairs uit de regio in dienst. JENSEN Zweden neemt deel aan de 'Nacht van de Industrie', een initiatief waarbij leerlingen uit de middelbare school industriebedrijven bezoeken om meer te leren over technische productie. Bij JENSEN Frankrijk krijgen een aantal jonge studenten de kans om een week kijkstage te lopen. JENSEN Denemarken stelt 60 jongeren met een leercontract tewerk en won in 2018 de DI-prijs van de Confederatie van de Deense industrie. Deze DI-prijs beloont JENSEN Denemarken voor zijn bereidheid om initiatieven te ondersteunen die zorgen voor meer geschoolde arbeiders. JENSEN China nam met succes lassers in dienst nadat het bedrijf hen een opleiding tot lasser had aangeboden in het kader van de samenwerking met een lokale technische school.
Veel medewerkers van JENSEN hebben ook deelgenomen of meegewerkt aan verschillende lokale liefdadigheidsinitiatieven, zoals sportevenementen om geld in te zamelen ter bevordering van de gezondheid of voor de strijd tegen kanker. JENSEN Spanje steunde het vluchtelingenprogramma van de niet-gouvernementele organisatie voor migranten ACCEM door een vluchteling uit Venezuela tewerk te stellen. Dankzij dit arbeidscontract kon onze medewerker zijn familie permanent laten overkomen naar Spanje.
De JENSEN-GROUP hecht veel belang aan integriteit, eerlijke handelspraktijken en rechtmatig gedrag. Geen enkele zakelijke eis kan een illegale, onethische of onprofessionele handeling rechtvaardigen. Ons zakelijk succes hangt af van het vertrouwen van onze medewerkers, bedrijfsleiders, aandeelhouders, klanten, leveranciers en andere commerciële partners, maar ook van de overheid en het grote publiek. Om dit te bereiken, heeft de JENSEN-GROUP een Ethical Business Policy Statement ontwikkeld die onze waarden en de ethische, wettelijke en zakelijke verwachtingen ten aanzien van al onze medewerkers en stakeholders weerspiegelt. Er zullen passende disciplinaire maatregelen worden genomen tegen elke bestuurder en werknemer die de Ethical Business Policy en de gedragscode schendt. Voor zover we weten, werd er binnen de JENSEN-GROUP geen enkele inbreuk op de Ethical Business Policy en de gedragscode vastgesteld en werden er dus ook geen disciplinaire maatregelen genomen tegen een bestuurder of werknemer van de JENSEN-GROUP. De JENSEN-GROUP heeft tot nu toe geen corrigerende maatregelen genomen ten aanzien van een leverancier, noch heeft ze tot nu toe een commerciële relatie moeten stopzetten wegens een schending van de Ethical Business Policy en de gedragscode of een schending van de mensenrechten.
Om ervoor te zorgen dat de Ethical Business Policy Statement daadwerkelijk wordt nageleefd, heeft de JENSEN-GROUP een klokkenluidersregeling ontwikkeld en een klokkenluiders-hotline ingevoerd. De klokkenluiders-hotline is beschikbaar op onze website:
https://www.jensen-group.com/investor-relations/corporate-governance/whistleblowing-procedure.html
Conform de Belgische vennootschapswetgeving dienen de leden van de raad van bestuur de voorzitter op te hoogte te stellen indien er een agendapunt is waarbij zij een direct of indirect belangenconflict van financiële of andere aard hebben. Ze nemen geen deel aan de vergadering, noch aan de stemming over dat punt. Dit is steeds een standaard agendapunt bij iedere raad van bestuur. Er waren twee belangenconflicten in 2019, die werden vastgesteld tijdens de vergadering van de raad van bestuur van 21 februari 2019, waarop de herbenoeming van Pubal Consult LLP en Inge Buyse bvba als bestuurders evenals het dividendvoorstel werden besproken.
De notulen van die vergadering zijn hierna opgenomen:
"Op 21 februari 2019 om 10.30 uur vergaderde de raad van bestuur van de JENSEN-GROUP N.V. in het hoofdkantoor van het bedrijf, Bijenstraat 6, 9051 Sint-Denijs-Westrem, België.
y Pubal Consult LLP, vertegenwoordigd door dhr. Jobst Wagner (bij volmacht)
Dhr. Decaluwé trad op als voorzitter. Dhr. Vanderhaeghe trad op als secretaris. De voorzitter wees erop dat de vergadering was aangekondigd via e-mail gedateerd op 15 februari 2019, dat alle bestuurders aanwezig waren en dat de vergadering geldig was samengesteld. Dan stelde de voorzitter voor om tijdens de vergadering de volgende onderwerpen te behandelen:
De voorzitter deelde de leden van de raad van bestuur mee dat hij via een brief die gedateerd is op 20 februari 2019 en geadresseerd is aan de raad van bestuur en de commissaris van het bedrijf, door SWID AG, Pubal Consult LLP en Cross Culture Research LLc op de hoogte werd gesteld van een belangenconflict betreffende het dividendvoorstel, en dat Pubal Consult LLP en Inge Buyse bvba hem eveneens van een belangenconflict op de hoogte heeft gesteld betreffende de herbenoeming als bestuurder. De brieven werden overhandigd aan de secretaris voor toevoeging aan de verslagen van de raad van bestuur. De heren Jensen en Wagner en mevr. Jensen en Buyse bevestigden dat zij zich zouden onthouden van de bespreking en de stemming over betreffende agendapunten. De andere leden van de raad van bestuur bevestigden vervolgens dat geen enkel agendapunt aanleiding gaf tot een belangenconflict.
Na een kort overzicht door de voorzitter van de agendapunten en de verschillende documenten met betrekking tot de agendapunten die aan de leden van de raad van bestuur werden bezorgd, verzocht de voorzitter om een beslissing te nemen over de agendapunten waarvoor de goedkeuring van de raad van bestuur vereist was. Na bespreking kwam de raad van bestuur tot de volgende beslissing:
…
De voorzitter herinnerde de leden van de raad van bestuur aan het aflopen van de mandaten van Pubal Consult LLP en van Inge Buyse bvba als bestuurders en het voorstel tot hun herbenoeming door het remuneratiecomité waarnaar eerder tijdens de vergadering werd verwezen. De voorzitter bevestigde dat zowel dhr. Jobst Wagner als mevr. Inge Buyse het voornemen te kennen hebben gegeven om herbenoeming te vragen en dat beide bestuurders naar huidig recht de kwalificatie van onafhankelijk bestuurder zullen behouden. Na een korte bespreking door het comité van de referenties van de zittende bestuurders en hun staat van dienst in de raad en zijn comités, nam het comité op verzoek van de voorzitter de volgende beslissing:
"De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen, doch met uitzondering van de heer Wagner en mevrouw Inge Buyse die zich onthouden van de deliberatie en de stemming, tot voordracht van Pubal Consult LLP en Inge Buyse bvba, om herverkozen te worden als leden van de Raad van Bestuur voor een termijn van 4 jaar met de hoedanigheid van onafhankelijk bestuurder; besluit verder om deze voordracht aan de Aandeelhouders ter goedkeuring voor te leggen op de eerstkomende Algemene Vergadering welke doorgaat op 21 mei 2019."
...
Presentatie en goedkeuring jaarrekening 2018 JENSEN-GROUP NV en geconsolideerde jaarrekening 2018 JENSEN-GROUP - Opstelling en goedkeuring van het verslag aan de aandeelhouders – Opstelling en goedkeuring van Verklaring Deugdelijk Bestuur - Voorstel voor dividend
De voorzitter besprak samen met de raad van bestuur de ontwerpjaarrekening en geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap voor het jaar geëindigd op 31 december 2018, het voorstel voor het verslag aan de aandeelhouders over de activiteiten van de vennootschap in de loop van 2018 en het voorstel tot uitkering van een dividend. Kopieën van de ontwerpjaarrekening, de geconsolideerde jaarrekening en het ontwerpverslag zijn als bijlage 1 bij deze notulen gevoegd.
Op verzoek van de voorzitter nam de raad van bestuur de volgende beslissing:
"De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen tot goedkeuring van de jaarrekening van de Vennootschap m.b.t. het boekjaar eindigend op 31 december 2018 en van het ontwerp Verslag aan de Aandeelhouders over het beleid van de Vennootschap en de Verklaring van Deugdelijk Bestuur in de vorm waarin deze aan de vergadering werden voorgesteld en aan onderhavige notulen werden gehecht; de Raad besluit verder dat de Voorzitter en Gedelegeerd Bestuurder gemachtigd worden om voornoemd verslag te amenderen op voorwaarde dat bedoelde amendementen noodzakelijk zijn en geen wezenlijke wijzigingen inhouden; de Raad besluit verder dat de Voorzitter en Gedelegeerd Bestuurder gemachtigd, mede daartoe belast, worden om de jaarrekening van de Vennootschap, zoals voornoemd, te vervolledigen en formeel neer te leggen."
"De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen tot goedkeuring van de geconsolideerde rekeningen van de Vennootschap per 31 december 2018 met inbegrip van de toelichting, in de vorm waarin deze aan de vergadering werden voorgesteld en aan onderhavige notulen werden gehecht; de Raad besluit verder dat de Voorzitter en Gedelegeerd Bestuurder gemachtigd, mede daartoe belast, worden om de geconsolideerde rekeningen van de Vennootschap, zoals voornoemd, te vervolledigen en om voornoemde toelichting te amenderen op voorwaarde echter dat bedoelde amendementen noodzakelijk zijn en geen wezenlijke wijzigingen inhouden."
"De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen, doch met uitzondering van de heren Jensen en Wagner en van Mevrouw Jensen die zich onthouden van de deliberatie en de stemming, tot goedkeuring van het voorstel om aan de aandeelhouders van de Vennootschap een dividend uit te keren ten bedrage van 1,00 Euro per aandeel, betaalbaar met ingang van 31 mei 2019."
...
Aangezien er geen andere punten moesten worden besproken, werd de vergadering gesloten om 14.35 uur."
De investeringen en kapitaaluitgaven in 2019 bedroegen in totaal 9 miljoen euro (5,5 miljoen euro in 2018). Deze investeringen hadden voornamelijk betrekking op de verhoging van de participatie in TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve Tikaret Sirketi A.S., Turkije, van 6,34% tot 49%, bouwherstellingen bij JENSEN USA in de nasleep van orkaan Michael, de uitbreiding van het gebouw in Zweden, de aankoop en uitbreiding van het gebouw van Inwatec en de aankoop van uitrusting en voertuigen. De kapitaaluitgaven in 2018 betroffen vooral de participatie van 30% in Inwatec, ApS en de verhoging van de participatie in TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve Tikaret Sirketi A.S., Turkije, van 6,33% tot 42,66% en de aankoop van uitrusting en voertuigen.
De Groep verwacht dat de kapitaaluitgaven in 2020 hoger zullen liggen dan het investeringsniveau in 2019. De Groep zal voornamelijk investeren in zijn vestigingen in de Verenigde Staten en Zweden en in IT en uitrusting.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is de politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Om de wisselrisico's in te dekken waren er op 31 december 2019 voor 3,1 miljoen euro aankoopverplichtingen en voor 12,7 miljoen euro verkoopverplichtingen. Daarnaast had de onderneming een aantal interest rate swaps afgesloten voor 17,7 miljoen DKK met vervaldag 2039 en een vaste rente van 0,4350%.
Voor alle juridische geschillen die een daadwerkelijk risico vormen, werd op basis van een voorzichtige beoordeling een voorziening aangelegd. Op groepsniveau worden alle mogelijke claims en hangende juridische geschillen bijgehouden. Hier worden alleen de claims tegen de vennootschap of haar dochters besproken. Per categorie zijn volgende geschillen hangend:
Productaansprakelijkheid:
Personeelsgeschillen:
y 2 geschillen in de VS
Commerciële geschillen:
y 2 geschillen in de EU
Milieurisico:
y 1 onderzoek in de VS
De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering. Het management verwacht dat deze geschillen, gebaseerd op juridisch advies, geen significante invloed zullen hebben op de winstgevendheid van de Groep. Waar nodig werd een realistische provisie aangelegd.
Het aantal werknemers op het einde van het boekjaar kende volgende evolutie:
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| Aantal werknemers | 1.660 | 1.634 |
De JENSEN-GROUP doet geen fundamenteel onderzoek, maar streeft daarentegen naar een voortdurende ontwikkeling van zijn bestaande producten. De kosten hieraan gerelateerd, bedroegen 7,6 miljoen euro in 2019 (6,2 miljoen euro in 2018). De kosten voor ontwikkeling worden niet geactiveerd. Het is immers moeilijk om een onderscheid te maken tussen productontwikkelingen en specifieke aanpassingen en om de toekomstige kasstromen als gevolg van deze inspanningen te beoordelen. Aangezien de kosten voor ontwikkeling vrij stabiel zijn en een continu proces zijn, heeft de JENSEN-GROUP er bovendien voor gekozen om deze kosten niet te activeren maar onmiddellijk als kost te boeken.
De JENSEN-GROUP beschouwt de Belgische Corporate Governance Code in de herziene versie van 2009 als referentiecode. De Code van 2009 is beschikbaar op www.corporategovernancecommittee.be. De Groep heeft de Belgische Corporate Governance Code sinds 2004 geïmplementeerd. Hierbij werden de belangrijkste verplichtingen en ontwikkelingen in de Code opgelijst, en werd geëvalueerd in welke mate de JENSEN-GROUP hieraan reeds voldoet. Naar ons beste weten en overtuiging beantwoordt de JENSEN-GROUP aan de Corporate Governance Code.
Bovenvermelde evaluatie resulteerde in de formalisering, goedkeuring en publicatie van volgende charters door de raad van bestuur van de JENSEN-GROUP:
Deze charters zijn beschikbaar op onze website www.jensen-group.com onder de hoofding Investor Relations/ Deugdelijk Bestuur. De charters worden geregeld herbekeken en aangepast door de raad van bestuur. Ze vormen een dagelijkse realiteit voor de raad van bestuur en de comités en ze beantwoorden naar ons beste weten en overtuiging aan de Code.
Volgens het 'pas toe of leg uit'-principe ('comply or explain') kan de onderneming van de Code afwijken als ze de redenen voor een dergelijke afwijking naar behoren toelicht. Die redenen kunnen te maken hebben met de aard, organisatie en/of grootte van de onderneming. Op basis van een interne risicoanalyse en gezien de omvang van de activiteiten, heeft de JENSEN-GROUP nv de interne auditfunctie uitbesteed aan externe partijen. De JENSEN-GROUP heeft geen interne auditor om de volgende redenen:
Omwille van deze redenen heeft het Auditcomité van de JENSEN-GROUP nv beslist dat het niet nodig is om een eigen interne auditfunctie op te richten. In samenspraak met de externe auditor en op basis van een risicoanalyse bepaalt het Auditcomité interne auditprioriteiten, en doet het voor specifieke interne audits een beroep op een onafhankelijk extern auditbureau. Die aanpak wordt beschouwd als zijnde doeltreffender dan de oprichting van een eigen interne auditfunctie. Het Auditcomité kan interne audits uitbesteden aan een lokaal competent auditbureau.
De professionele kwalificaties en functies van de te (her)benoemen bestuurders werden niet opgenomen in de oproeping tot de volgende algemene vergadering van aandeelhouders aangezien de betreffende kwalificaties voldoende bekend zijn via de pers en jaarverslagen, zijnde brede internationale ervaring, operationele kennis en voldoende financiële kennis om in een auditcomité of remuneratie- en nominatiecomité te kunnen functioneren.
De Vennootschap heeft geen formele regeling voor de interactie tussen de niet-uitvoerende bestuurders en het Executive Management en beoordeelt deze daarom ook niet regelmatig. In de praktijk nemen de CEO en CFO altijd deel aan de vergaderingen van de raad van bestuur en de comités van de raad van bestuur, terwijl de niet-uitvoerende bestuurders de executive managers kunnen ontmoeten wanneer zij dat wensen door vestigingen te bezoeken of door een afzonderlijke vergadering te vragen om specifieke onderwerpen te bespreken als zij daar behoefte aan hebben. Daarnaast hebben de niet-uitvoerende bestuurders ook de mogelijkheid om minstens één keer per jaar te vergaderen in afwezigheid van de CEO en de andere executive managers.
De belangrijkste voorwaarden van de contracten van de CEO en de andere executive managers worden goedgekeurd door de raad van bestuur op advies van het Remuneratie- en Nominatiecomité van de Vennootschap. De raad van bestuur kan bepalingen opnemen die de Vennootschap in staat stellen de betaalde variabele vergoeding terug te vorderen of de betaling van de variabele vergoeding in te houden, en de omstandigheden bepalen waarin dit gepast zou zijn, voor zover dit wettelijk afdwingbaar is. De contracten bevatten specifieke bepalingen met betrekking tot de vervroegde beëindiging.
De informatie in het Corporate Governance Charter wordt gegeven 'as is' en is enkel bedoeld ter verklaring. De aanbevelingen en richtlijnen in het charter zijn een aanvulling bij en niet bedoeld als wijziging of interpretatie van enige wet- of regelgeving, de oprichtingsakte of de statuten van de onderneming. Door dit charter met bijlagen en eventuele subcharters aan te nemen, aanvaardt de onderneming geen enkele verplichting, contractueel of eenzijdig engagement. De charters dienen als leidraad voor de dagelijkse activiteiten van de onderneming. De competenties en taken die worden toegekend aan de raad van bestuur dienen te worden geïnterpreteerd als machtigingsclausules, niet als verplichte regels of dwingende gedragslijnen.
Overeenkomstig de bepalingen inzake corporate governance in de wetgeving van 17 december 2008 en in de zogenoemde corporate governance wet van 6 april 2010 (hierna 'de wet' genoemd) heeft de JENSEN-GROUP nv een risicobeheersings- en intern controlesysteem ontwikkeld en ingevoerd.
De hiernavolgende beschrijving van de risicobeheersing en interne controle is gebaseerd op het Integrated Internal Control Framework en het Enterprise Risk Management Framework, gepubliceerd door het Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO).
De raad van bestuur controleert via het Auditcomité de correcte werking van het risicobeheersings- en intern controlesysteem. De raad van bestuur heeft het Executive Management Team de opdracht gegeven een risicobeheersingsproces en een intern controlesysteem op te zetten en over beide processen op geregelde tijdstippen te rapporteren aan de raad van bestuur.
Met de hulp van een externe consultant heeft het Executive Management Team een risicomap opgemaakt waarin de financiële, operationele, strategische en wettelijke risico's worden beschreven. Die risicomap werd in 2008 voor het eerst opgesteld en wordt regelmatig bijgewerkt. De map bepaalt enerzijds de waarschijnlijkheid dat de verschillende risico's zich werkelijk voordoen en bepaalt anderzijds de gevolgen voor de jaarrekening evenals de maatregelen om de blootstelling aan de risico's te verminderen. Het Executive Management Team legt de bevindingen op het vlak van risicobeheersing voor aan het Auditcomité en aan de raad van bestuur. De raad van bestuur bespreekt de belangrijkste risico's met het management op een 'as needed'-basis, maar minstens eenmaal per jaar.
Het Executive Management Team bericht elk kwartaal over een aantal risicogebieden die worden gemeld tijdens de kwartaalcontrole van de rapporterende entiteiten. Het Executive Management Team onderzoekt die risico's dan opnieuw en bepaalt acties om de risico's te verminderen. Bovendien bekijkt het Executive Management Team verschillende manieren om de risico's over te dragen naar derde partijen in de gebieden waar het bedrijf blootgesteld blijft aan een materieel risico.
Interne controle is een proces, uitgevoerd door de raad van bestuur, het management en het personeel, teneinde redelijke zekerheid te verkrijgen betreffende de realisatie van de doelstellingen in de volgende domeinen: a) strategische doelstellingen op hoog niveau, afgestemd op en ter ondersteuning van hun missie; b) de doeltreffendheid en efficiëntie van de activiteiten; c) de betrouwbaarheid van de financiële informatie; en d) de naleving van wetgeving en reglementeringen.
De raad van bestuur en het Executive Management Team hebben het algemeen Beleid voor Bedrijfsethiek (hierna 'het beleid' genoemd) van de JENSEN-GROUP goedgekeurd en ingevoerd. Het beleid beschrijft de missie en de ethische waarden van de JENSEN-GROUP; het beschrijft de gedragscode en de transacties die zijn toegestaan tussen de JENSEN-GROUP en derde partijen, in zoverre die transacties niet geregeld worden door de wettelijke voorzieningen inzake belangenconflicten. Alle bedrijven van de JENSEN-GROUP dienen het algemeen Beleid voor Bedrijfsethiek van de JENSEN-GROUP in te voeren en na te leven. Het beleid wordt dan ook behandeld in elk opleidingsprogramma dat het bedrijf organiseert. Het beleid is beschikbaar op de website van het bedrijf www.jensen-group.com onder de hoofding Investor Relations/Deugdelijk Bestuur.
De JENSEN-GROUP beschikt ook over een klokkenluidersregeling die op de website van de Groep beschikbaar is voor alle stakeholders.
De JENSEN-GROUP bestaat uit verschillende entiteiten die strikt worden beheerd door lokale managementteams. Het hoofdkantoor van de JENSEN-GROUP houdt op zijn beurt toezicht op de lokale managementteams door elk kwartaal operationele en financiële evaluaties uit te voeren. Bovendien evalueert ook het Group Control & Reporting-team van de Groep de verschillende entiteiten elk kwartaal.
De JENSEN-GROUP houdt toezicht op zijn activiteiten met de bedoeling een bepaald niveau van ROCE (Return on Capital Employed) te bereiken.
De lokale managementteams zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de procedures en richtlijnen van de JENSEN-GROUP.
Alle toepasselijke IFRS-boekhoudprincipes, -richtlijnen en -interpretaties zijn samengebracht in de accounting manual die deel uitmaakt van de procedures en richtlijnen van de JENSEN-GROUP. De procedures en richtlijnen van de JENSEN-GROUP zijn beschikbaar op het JENSEN-intranet en toegankelijk voor alle lokale managers en kaderleden van de Groep. De manual wordt regelmatig bijgewerkt. Op vraag van het management en/of het Auditcomité worden bijkomende rapporten opgesteld, die indien nodig worden toegevoegd aan de accounting manual.
De financiële managers van de Groep komen op geregelde tijdstippen samen. Tijdens een dergelijke vergadering worden de financiële managers ingelicht over relevante wijzigingen van de IFRS-regels. Er wordt op een 'as needed'-basis opleiding voorzien om ervoor te zorgen dat de wijzigingen correct worden toegepast.
Alle bedrijven van de Groep stappen binnen een bepaald tijdsbestek over op hetzelfde ERP-systeem. Het beleid werd aangepast zodat alle bedrijven van de Groep geleidelijk aan zullen overschakelen naar hetzelfde ERP-systeem. Alle bedrijven van de Groep gebruiken dezelfde software voor de financiële rapportering voor consolidatiedoeleinden.
Het Executive Management Team heeft na overleg met het Auditcomité vanaf 2009 een intern controlesysteem ingevoerd om redelijke zekerheid te verschaffen omtrent de betrouwbaarheid van de financiële rapportering en de jaarrekening die ter beschikking worden gesteld van externen. Het lokale management heeft dat interne controlesysteem eveneens ingevoerd. Het interne controlesysteem wordt regelmatig geëvalueerd en, indien nodig, gewijzigd.
De Group Controlling & Reporting-functie evalueert elk kwartaal alle financiële gegevens die worden doorgegeven voor consolidatie, op correctheid, consistentie en afwijkingen van het budget, met bijbehorende toelichtingen, om ervoor te zorgen dat de gerapporteerde gegevens correct zijn. Het Executive Management Team zorgt dan voor een degelijke opvolging en acties bij afwijkingen van het budget.
De evaluaties tijdens de Business Board Reviews worden elk kwartaal uitgevoerd om toezicht uit te oefenen. De interne evaluaties omvatten een financiële evaluatie die zich specifiek richt op belangrijke P&L- en BSgerelateerde wijzigingen en op afwijkingen van budgetten en projecties, evenals op de consistentie inzake de toepassing van IFRS-regels. Het interne controlesysteem wordt elk kwartaal herzien.
Het management houdt voortdurend toezicht op de interne controle. De prestaties van de individuele bedrijven wordt gemeten en vergeleken met de budgetten en de cijfers van voorbije jaren. Daarbij kunnen onregelmatigheden aan het licht komen die wijzen op een fout in de controle. Die fouten worden onmiddellijk hersteld.
Alle bedrijven van de JENSEN-GROUP werken met hetzelfde auditbureau, en de belangrijke risicofactoren worden consistent geëvalueerd in de externe audits van de verschillende dochterondernemingen. De externe auditor rapporteert tweemaal per jaar aan het Auditcomité over zijn bevindingen en belangrijke problemen.
Relevante resultaten uit de interne audit (die zoals hierboven beschreven wordt uitbesteed) en/of relevante bevindingen van de statutaire auditor worden gerapporteerd, zowel aan het Auditcomité als aan het betrokken management. Er wordt periodiek opgevolgd of corrigerende maatregelen werden genomen.
Alle relevante informatie wordt voorgelegd aan het Auditcomité en aan de raad van bestuur zodat zij de jaarrekening kunnen analyseren. Vooraleer er extern wordt gerapporteerd, worden alle persberichten en andere financiële informatie
Het Auditcomité van de vennootschap heeft beslist dat het niet nodig is om een eigen interne auditfunctie op te richten. In samenspraak met de externe auditor en op basis van een risico-analyse heeft het Auditcomité een intern auditplan uitgewerkt en doet het voor specifieke interne audits een beroep op een onafhankelijk extern auditbureau. Die aanpak wordt beschouwd als zijnde doeltreffender dan de oprichting van een eigen interne auditfunctie. Het Auditcomité kan interne audits uitbesteden aan een lokaal competent auditbureau.
In 2019 werd een interne audit uitgevoerd op de correctheid van de documentatie van het interne controlesysteem in de Europese bedrijven van de JENSEN-GROUP.
Ook in 2019 werd een interne controle uitgevoerd van de verkoopquota met het oog op de naleving van IFRS 15, erkenning van opbrengsten.
Belangrijke resultaten uit voorgaande interne audits worden regelmatig geëvalueerd met betrekking tot de geboekte vooruitgang totdat de relevante kwesties volledig zijn opgelost.
Group Controlling verschaft het management transparante en betrouwbare informatie op een manier en binnen een tijdsbestek dat hen in staat stelt hun verantwoordelijkheden doeltreffend uit te voeren.
Group Controlling stelt elk jaar in overleg met de raad van bestuur en het Executive Management Team een kalender op voor de financiële rapportering. Die financiële kalender moet ervoor zorgen dat er correct en tijdig wordt gerapporteerd naar de externe stakeholders.
In augustus wordt beknopte geconsolideerde tussentijdse informatie vrijgegeven en op het einde van het jaar wordt het volledige jaarverslag gepubliceerd. Vooraleer er extern wordt gerapporteerd, worden alle persberichten en andere financiële informatie degelijk gecontroleerd door het hoofdkantoor van de JENSEN-GROUP, geëvalueerd door het Auditcomité en goedgekeurd door de raad van bestuur.
De leden van de raad van bestuur worden door de aandeelhouders bij eenvoudige meerderheid aangesteld tijdens de aandeelhoudersvergadering.
De statuten voorzien in de mogelijkheid van benoeming via coöptatie. Bij coöptatie is er sprake van een overgangsregeling waarbij de bestuurder het mandaat overneemt van een uittredende bestuurder in plaats van zelf een nieuw mandaat op te nemen. Daarom wordt de overgangsperiode niet in aanmerking genomen als een mandaat in de evaluatie van de onafhankelijkheidscriteria als de vennootschap het totaal aantal jaren als lid van de raad van bestuur bekijkt.
Volgens de statuten moet de raad van bestuur samengesteld zijn uit minstens drie en hoogstens elf leden. Het mandaat van de bestuurders loopt voor maximum vier jaar.
De statuten zijn aangevuld met het charter van de raad van bestuur. Dit charter bepaalt de taken en verantwoordelijkheden en zal op geregelde tijdstippen herbekeken worden. Het charter omvat vier belangrijke hoofdstukken:
Voor verdere gegevens verwijzen we naar het hoofdstuk Investor Relations/Deugdelijk Bestuur op onze website www.jensen-group.com.
Zoals in het verleden wordt er bij de JENSEN-GROUP nv naar gestreefd om binnen de raad van bestuur een evenwicht te vinden in het profiel van de verschillende leden wat betreft hun achtergrond en ervaring. Er is een evenwicht tussen uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders, bestuurders die aandeelhouders vertegenwoordigen en onafhankelijke bestuurders evenals in de professionele ervaring en het geslacht van de bestuurders. De meeste leden van de raad van bestuur hebben geen banden met de controlerende aandeelhouders van het bedrijf.
De samenstelling van de raad van bestuur van de JENSEN-GROUP, de aanwezigheid van de individuele leden van de raad van bestuur en hun vergoedingen zijn als volgt:
| Naam | Functie | Onafhankelijk Einde | Aanwezigheid Raad van Bestuur |
Comités | Aanwezig heid comités |
Vergoeding | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| GOBES CV1 | Voorzitter | 2020 | 100% | 100.000 | |||
| vertegenwoordigd door Dhr. Raf Decaluwé | NRC | 100% | |||||
| SWID AG2 | Bestuurder | 2021 | 100% | - | |||
| vertegenwoordigd door Dhr. Jesper Munch Jensen | |||||||
| TTP bvba1 | Bestuurder | 2021 | 100% | AC | 100% | 43.500 | |
| vertegenwoordigd door Dhr. Erik Vanderhaegen | |||||||
| Dhr. Peter Rasmussen4 | Bestuurder V | 2019 | 100% | NRC | 100% | 42.000 | |
| YquitY bvba5 | Bestuurder V | 2022 | 100% | NRC | 100% | 12.500 | |
| vertegenwoordigd door Dhr. Rudy Provoost | |||||||
| Dhr. Jobst Wagner1 | Bestuurder V | 2023 | 100% | NRC | 100% | 56.500 | |
| AC | 100% | ||||||
| Inge Buyse bvba1 | Bestuurder V | 2023 | 100% | AC | 100% | 43.500 | |
| vertegenwoordigd door Mevr. Inge Buyse | |||||||
| Cross Culture Research LLC3 | Bestuurder | 2022 | 100% | 30.000 | |||
| vertegenwoordigd door Mevr. Anne Munch Jensen |
Totaal 328.000
1: Niet-uitvoerend bestuurder
2: Uitvoerende bestuurder, CEO, vertegenwoordigt de meerderheidsaandeelhouder
3: Niet-uitvoerend bestuurder, vertegenwoordigt de meerderheidsaandeelhouder
4: bestuurder tot 14 november 2019
5: Bestuurder vanaf 14 november 2019
NRC : Nominatie en Remuneratiecomité

Van links naar rechts zittend: Mevr. Anne M. Jensen, Dhr. Raf Decaluwé, Mvr. Inge Buyse. Rechtstaand van links naar rechts: Dhr. Erik Vanderhaegen, Dhr. Jesper Munch Jensen, Dhr. Werner Vanderhaeghe, Dhr. Peter Rasmussen, Dhr. Jobst Wagner.
Gobes Comm.V., vertegenwoordigd door dhr. Raf Decaluwé, die de voormalige algemeen directeur van Bekaert nv/sa is. Dhr. Decaluwé bekleedde senior functies bij Black&Decker en Fisher Price Toys vooraleer Bekaert te vervoegen. Dhr. Decaluwé is bestuurder en adviseur bij verschillende vennootschappen.
SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen. De heer Jensen is de CEO van de JENSEN-GROUP.
TTP bvba, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen. De heer Vanderhaegen is de voormalige CFO van de JENSEN-GROUP. Momenteel is hij CFO van de Biobest Groep. Voordien was hij gecertificeerd auditor, M&Amanager bij Greenyard en manager van de afdeling fiscaliteit, audit, fusies en overnames bij Bekaert nv.
Dhr. Peter Rasmussen is algemeen directeur van Asia Base, een bedrijf dat gespecialiseerd is in marktonderzoek, bedrijfsoprichtingen en acquisities in China. Dhr. Rasmussen is bestuurder bij verschillende bedrijven in China. Dhr. Rasmussen was lid van de raad van bestuur van de Vennootschap tot 14 november 2019.
YquitY bvba, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost. Dhr. Provoost behaalde een masterdiploma in psychologie aan de universiteit van Gent en een master in management aan Vlerick Business School. Hij heeft senior managementfuncties bekleed bij Royal Philips in Nederland, waar hij lid was van de raad van bestuur en CEO van achtereenvolgens Philips Consumer Electronics en Philips Lighting, en bij Rexel in Frankrijk, waar hij CEO en voorzitter van de raad van bestuur was. Dhr. Provoost is momenteel lid van de raad van commissarissen van Randstad en lid van de raad van bestuur van Elia Group en de Vlerick Business School. Dhr. Provoost is op 14 november 2019 lid geworden van de raad van bestuur van de Vennootschap na het ontslag van dhr. Rasmussen.
Dhr. Jobst Wagner. Dhr. Wagner is voorzitter en mede-eigenaar van de wereldwijd actieve Rehau Industrial Group. Hij bekleedt nog verschillende andere functies, zoals vicevoorzitter van Privatbank von Graffenried, bestuurder van de Avenir Suisse denktank en voorzitter van Kunsthalle Foundation. Dhr. Wagner woont in Bern, Zwitserland.
Inge Buyse bvba, vertegenwoordigd door mevr. Inge Buyse. Mevr. Buyse is CEO van AZ Groeninge. Daarvoor was ze CEO van Sapa, Koramic Roof Tiles en Telindus. Mevr. Buyse is bestuurder van RealDolmen en het Vlaamse Symfonieorkest.
Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne M. Jensen. Mevr. Jensen groeide op in Europa en genoot een opleiding in de Verenigde Staten, waar ze cross-culturele communicatie studeerde. Ze begon haar carrière als bedrijfsanalist. Later startte ze haar eigen groothandel en adviesbureau op voor de verkoop van kunst voor kinderen, gespecialiseerd in ziekenhuizen. Daarna keerde ze terug naar haar oorspronkelijke vakgebied en ontwikkelde en doceerde ze cross-culturele studieprogramma's. Ze is momenteel een onafhankelijke consultant, die kwalitatief marktonderzoek aanbiedt met de nadruk op het identificeren van cultureel bepaald gebruikersgedrag.
Vanderhaeghe, senior counsel bij het advocatenkantoor Olislaegers, De Creus & Clerens in Brussel, België, is de secretaris van de vennootschap en treedt op als General Counsel van de JENSEN-GROUP. Voordien was de heer Vanderhaeghe partner bij White & Case en bekleedde hij general counsel-functies bij de Bekaert Groep en de Agfa-Gevaert Groep.
De raad van bestuur kwam in 2019 vijfmaal samen. Volgende onderwerpen kwamen aan bod:
Afhankelijk van de onderwerpen op de agenda, werden leden van het managementteam uitgenodigd op de vergaderingen van de raad van bestuur en op de vergaderingen van de comités van de raad van bestuur.
De raad van bestuur en de Comités van de raad van bestuur voeren regelmatig een zelfevaluatie uit om na te gaan of de raad van bestuur en de Comités goed functioneren. Daarbij vullen alle leden een vragenlijst in. De General Counsel van de Groep of een externe partij maakt een samenvatting van de individuele resultaten, trends en aantekeningen. De resultaten, trends en aantekeningen worden besproken binnen de raad van
bestuur, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar wat de raad van bestuur en zijn Comités bijdragen aan de vennootschap en meer specifiek naar gebieden waarin de raad van bestuur of het executive management menen dat de raad van bestuur of de Comités verbeteringen kunnen doorvoeren. Plannen tot verbetering worden opgesteld en uitgevoerd.
De bijdrage van de individuele leden van de raad van bestuur wordt voortdurend en op een informele manier geëvalueerd tijdens de vergaderingen van de raad van bestuur.
In 2019 voerde de raad van bestuur een zelfevaluatie uit waarvan de resultaten tijdens de vergadering van de raad van bestuur in maart 2020 zullen worden besproken.
Tot 14 november 2019 bestond het Remuneratie- en Nominatiecomité uit GOBES Comm.V. vertegenwoordigd door dhr. Raf Decaluwé, die voorzitter is, en dhr. Jobst Wagner en dhr. Peter Rasmussen.
Twee van de drie leden van het comité, waaronder dhr. Rasmussen tot zijn ontslag, kwalificeerden als onafhankelijke bestuurders. Vanaf 14 november 2019 kwalificeren twee van de drie leden van het comité als onafhankelijke bestuurders.
Het Remuneratie- en Nominatiecomité vergaderde viermaal in 2019. De volgende punten werden besproken tijdens deze vergaderingen:
In 2019 voerde het Remuneratie- en Nominatiecomité een zelfevaluatie uit. De resultaten hiervan en de voorgestelde plannen tot verbetering zullen besproken worden tijdens de vergadering van het Remuneratie- en Nominatiecomité in maart 2020.
Het Remuneratie- en Nominatiecomité gebruikt zijn charter als referentie. Voor het charter van het Remuneratiecomité verwijzen we naar onze website www.jensen-group.com onder het hoofdstuk Investor Relations/Deugdelijk Bestuur. Het charter bevat:
Het Auditcomité bestaat uit TTP bvba, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen (voorzitter), Inge Buyse bvba, vertegenwoordigd door mevr. Inge Buyse en dhr. Jobst Wagner.
Twee van de drie leden van het auditcomité kwalificeren als onafhankelijke bestuurders. Tijdens 2019 kwam het Auditcomité viermaal samen. Twee vergaderingen werden gehouden in de aanwezigheid van de externe auditor PwC, vertegenwoordigd door mevr. Lien Winne. De onderwerpen op de agenda van het Auditcomité waren:
In 2018 voerde het Auditcomité een zelfevaluatie uit. De resultaten van deze zelfevaluatie werden besproken tijdens de vergadering van het Auditcomité op 21 februari 2019. In het zelfevaluatierapport wordt geconcludeerd dat het Auditcomité haar prestaties als goed en effectief beoordeelt.
Het Auditcomité gebruikt zijn charter als referentiekader. Voor het charter verwijzen we naar onze website www.jensen-group.com onder het hoofdstuk Investor Relations/Deugdelijk Bestuur. Het charter bevat volgende onderwerpen:
Het senior management is telkens aanwezig op een deel van de vergadering van het Auditcomité. De rest van de vergadering is gereserveerd voor een uitvoerende sessie met de externe auditor en de leden van het comité.
Conform de vennootschapswetgeving dienen de leden van de raad van bestuur de voorzitter op te hoogte te stellen indien er een agendapunt is waarbij zij een belangenconflict, direct of indirect, van financiële of andere aard, hebben. Ze nemen geen deel aan de vergadering, noch aan de stemming over dat punt. De voorzitter en de Raad zien erop toe dat er geen potentiële belangenconflicten zijn die niet binnen de definitie van de vennootschapswet vallen. Op elke vergadering van de raad van bestuur wordt standaard nagegaan of er een potentieel belangenconflict is.
In 2019 waren er twee belangenconflicten tijdens de vergadering van de raad van bestuur op 21 februari 2019, waarop het voorstel tot dividenduitkering en de herbenoeming van Pubal Consult LLP en Inge Buyse bvba als leden van de raad van bestuur werden besproken.
Bij twijfel wordt er aan de betrokken bestuurder of manager een geschreven nota gevraagd, waarin de reden van afwezigheid van belangenconflict wordt toegelicht.
De vennootschap heeft al lang een protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis en ter voorkoming van ongepast gedrag of de schijn van ongepast gedrag. Na de recente invoering van een nieuwe Europese verordening en toepasselijke richtlijnen inzake marktmisbruik heeft de raad van bestuur de richtlijnen dienaangaande herzien. Die zijn opgenomen in een protocol ter voorkoming van marktmisbruik.
De bedoeling van dit protocol is, inter alia, om kennis te geven:
De vennootschap eist een ondertekende verklaring van alle betrokkenen, waarin zij bevestigen dat zij het protocol ter voorkoming van marktmisbruik hebben gelezen, dat zij de inhoud ervan begrijpen en dat zij ermee akkoord gaan om de bepalingen ervan na te leven.
Niettegenstaande het voorgaande dienen alle aandelentransacties door de Compliance Officer te worden goedgekeurd vooraleer ze kunnen plaatsvinden. Bovendien moeten alle bestuurders en leden van het managementteam per kwartaal elke handel in aandelen van de vennootschap aan de Compliance Officer rapporteren of desgevallend melden dat er geen handel heeft plaatsgevonden. Mevr. Scarlet Janssens is de Compliance Officer van de JENSEN-GROUP nv. Op 31 december 2019 hadden de leden van de raad van bestuur en de leden van het managementteam 19.305 aandelen. Daarnaast bezitten mevrouw Anne M. Jensen en de heer Jesper M. Jensen indirect aandelen van de JENSEN-GROUP nv, zie Toelichting 8 – Eigen vermogen. Er zijn geen warrants.
Het protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis en relevante bepalingen uit het protocol ter voorkoming van marktmisbruik zijn opgenomen in het charter van de raad van bestuur. Dit charter is beschikbaar op onze website www.jensen-group.com onder de hoofding Investor Relations/Deugdelijk Bestuur.
In 2005 werd aan de statuten een bepaling toegevoegd waardoor de raad van bestuur de machtiging heeft om haar dagelijkse managementbevoegdheden over te dragen aan een uitvoerend comité conform artikel 7:104 (voorheen artikel 524 bis) van de Belgische vennootschapswet. De raad van bestuur heeft hiervan nog geen gebruik gemaakt.
In 2009 werd een Executive Management Team aangesteld dat bestaat uit de Chief Executive Officer (CEO), de Chief Financial Officer (CFO), de Chief Sales Officer & Innovation (CSO), de Chief Operating Officer (COO) en de Executive Director Finishing Technology. De CEO leidt de vergaderingen van het Executive Management Team.
Het Executive Management Team is verantwoordelijk voor:
Het Executive Management Team vergadert minstens eenmaal per kwartaal en is als volgt samengesteld:

Van links naar rechts: Dhr. Markus Schalch, Dhr. Jesper Munch Jensen, Dhr. Christoph Ansorge, Dhr. Martin Rauch en Dhr. Morten Rask
Dhr. Jesper Munch Jensen, vaste vertegenwoordiger van SWID AG, startte zijn loopbaan bij de Swiss Bank Corporation waar hij als effectenmakelaar werkte op de Zwitserse beurs (1984-1987). Hij behaalde een MBAgraad aan de Business School Lausanne, en trad in 1991 in dienst bij de JENSEN-GROUP als assistent general manager van de JENSEN Holding. Dhr. Jensen werd CEO van de JENSEN-GROUP in 1996.
Dhr. Christoph Ansorge is voormalig vicepresident bij Agfa-Gevaert en voormalig bestuurslid van de Agfa-Gevaert Aktiengesellschaft für Altersversorgung. Hij bekleedde senior functies in Strategy, Finance & Administration en Operations binnen de Agfa-Gevaert Groep. Voordien was hij manager bij Bayer AG Duitsland. Dhr. Ansorge was lid van de raad van bestuur van de JENSEN-GROUP nv van november 2011 tot en met december 2013. Sinds 1 oktober 2013 is dhr. Ansorge algemeen directeur van JENSEN Gmbh. Op 1 januari 2014 werd dhr. Ansorge lid van
het Executive Management Team van de JENSEN-GROUP als Executive Director Washroom Technology. Sinds 1 oktober 2017 bekleedt dhr. Ansorge de functie van Chief Operating Officer (tot 9 augustus 2019).
Dhr. Morten Rask behaalde een bachelor in mechanical engineering en in buitenlandse handel. Tussen 1991 en 2007 werkte hij bij SOCO Systems, waar hij verschillende functies bekleedde in de verkoop en projectverkoop. Dhr. Rask ging in 2007 bij de JENSEN-GROUP aan de slag als Production Manager en werd later Managing Director bij JENSEN Denmark. Dhr. Rask werd in oktober 2015 lid van het managementteam als Executive Director Finishing Technology.
Dhr. Martin Rauch behaalde een bachelor in electrical engineering. Na zijn studies in 1989 startte hij bij JENSEN AG Burgdorf, waar hij verschillende posities bekleedde binnen de productie- en verkoopafdelingen. In 2003 werd dhr. Rauch algemeen directeur van JENSEN AG Burgdorf en van JENSEN Sweden AB toen in 2006 de Business Unit Garment Technology gevormd werd. Dhr. Rauch werd in 2006 lid van het managementteam van de JENSEN-GROUP als directeur van de Garment Technology, en vanaf januari 2014 als Executive Director Verkoop en Innovatie. In 2017 werd dhr. Rauch Chief Sales Officer.
Dhr. Markus Schalch behaalde een masterdiploma in financiën en accounting aan de Hogeschool St. Gallen. Hij werkte twee jaar in een auditkantoor. Nadien vervoegde dhr. Schalch de Alstom Group, waar hij verschillende financiële functies bekleedde. In 2000 ging hij aan de slag bij een vooraanstaand Zwitsers telecombedrijf en werd er CFO van Swisscom Systems Ltd. (2002-2004). Vervolgens werd hij CFO van Swisscom Solutions AG (2005 tot augustus 2007). In september 2007 trad dhr. Schalch als CFO in dienst bij de JENSEN-GROUP.
Het remuneratiebeleid is bedoeld om gekwalificeerde en getalenteerde werknemers aan te trekken en te behouden die nodig zijn om de langetermijnontwikkeling en groei van de vennootschap te ondersteunen.
Door een competitief vergoedingspakket aan te bieden wil de vennootschap de individuele prestaties bevorderen en de individuele belangen van de werknemers afstemmen op die van de aandeelhouders en andere stakeholders.
De Vennootschap verstrekt slechts voor één jaar informatie over haar remuneratiebeleid, aangezien de variabele vergoeding deel uitmaakt van het jaarlijkse budgetbeoordelingsproces, waarbij het budget eerst wordt geëvalueerd in het kader van het strategisch plan en de variabele vergoeding gebaseerd is op een volledige uitbetaling in het jaar waarin de vergoeding wordt verdiend. In dat verband hebben de aandeelhouders van de Vennootschap een verlenging goedgekeurd van de vrijstelling op de wet inzake corporate governance van 6 april 2010, en meer bepaald op de provisie die vereist dat de objectieven en variabele vergoeding over verschillende jaren gespreid worden.
Zoals in het verleden zal de raad van bestuur, op aanbeveling van het Remuneratie- en Nominatiecomité, de aandeelhouders opnieuw vragen om een vrijstelling goed te keuren op de uitbetaling van de variabele vergoeding over twee of meer jaren. Wij zijn van mening dat de spreiding van de variabele vergoeding meer nadelen dan voordelen heeft. Binnen de JENSEN-GROUP ligt de focus zeker op strategische prestaties op lange termijn, met interne mijlpalen die de vooruitgang en prestaties minstens op jaarbasis evalueren.
Het Remuneratie- en Nominatiecomité evalueert de vergoeding van de raad van bestuur, de CEO en het Executive Management Team. De raad van bestuur keurt die vergoedingen goed. De aandeelhouders keuren het Remuneratierapport goed.
Met de hulp van externe, onafhankelijke adviseurs wordt regelmatig nagegaan of de vergoedingspakketten van de raad van bestuur en het Executive Management Team marktconform zijn.
De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders is gebaseerd op hun verantwoordelijkheid en hun specifieke taken binnen de raad van bestuur. De niet-uitvoerende bestuurders, met uitzondering van de voorzitter, ontvangen een vaste vergoeding van 17.000 euro en een vergoeding volgens aanwezigheid van 3.000 euro per raad van bestuur en 1.000 euro indien de raad van bestuur telefonisch verloopt. De leden van de comités van de raad van bestuur ontvangen een vaste vergoeding van 7.500 euro per jaar en een vergoeding volgens aanwezigheid van 1.500 euro per vergadering. De voorzitter van de raad van bestuur ontvangt een vaste vergoeding van 100.000 euro per jaar, die wordt geacht in overeenstemming te zijn met de eigenlijke diensten die moeten worden geleverd. De bestuurders ontvangen geen variabele vergoeding. De CEO ontvangt geen vergoeding als bestuurder. De totale vergoeding betaald aan de leden van de raad van bestuur en aan de leden van de comités bedroeg 328.000 euro in 2019, wat binnen het door de aandeelhouders goedgekeurde bedrag van 350.000 euro valt.
JENSEN USA kocht in de loop van 2019 voor 125.456 US dollar componenten in bij Global Industries A/S. Dhr. Rasmussen bezit 51% van de aandelen van deze vennootschap.
De heer Jobst Wagner bezit 16.805 aandelen. Mevrouw Anne M. Jensen en de heer Jesper M. Jensen bezitten indirect aandelen van de JENSEN-GROUP nv, zie Toelichting 8 – Eigen vermogen.
Op voorstel van de CEO geeft het Remuneratie- en Nominatiecomité aanbevelingen betreffende de benoeming en verloning van het Executive Management Team. Het comité bespreekt in detail het remuneratiebeleid, de salarisniveaus en de individuele prestatiebeoordelingen van de leden van het Executive Management Team. De externe auditor gaat na of de verloning die is betaald aan het Executive Management Team overeenstemt met de bedragen die het Remuneratie- en Nominatiecomité voorstelde en de raad van bestuur goedkeurde. Het Remuneratierapport wordt goedgekeurd door de aandeelhouders.
De remuneratie van het Executive Management Team bestaat uit een basisvergoeding en een variabele vergoeding die cash worden uitbetaald, of wordt gebruikt voor een pensioenplan afhankelijk van het land waarin ze wonen, een levensverzekering en overige verzekeringen en voordelen. De benoeming in de raad van bestuur van een entiteit wordt in sommige gevallen ook vergoed. Executive managers beschikken over alle nodige middelen om hun verplichtingen uit te voeren.
De beoogde variabele vergoeding bedraagt 20% tot 30% van de totale vergoeding, behalve voor de CEO, voor wie de variabele vergoeding tot 60% kan bedragen van de basisvergoeding. Er is een bovengrens en ondergrens waaronder geen variabele vergoeding uitbetaald wordt. De variabele vergoeding voor het executive management (CEO en EMT) is gebaseerd op prestaties ten opzichte van de volgende doelstellingen:
De doelstellingen voor de Groep worden nagekeken en besproken binnen het Remuneratie- en Nominatiecomité en vastgelegd door de raad van bestuur, in overeenstemming met het jaarlijkse begrotingsproces, waarbij de begroting eerst wordt beoordeeld in het kader van het strategisch plan.
Voor 2019 werden de doelstellingen voor de Groep gebaseerd op de operationele winst en werkkapitaal tegenover omzet.
Tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van mei 2014 keurden de aandeelhouders een verlenging van de vrijstelling goed op de wet inzake corporate governance van 6 april 2010, en meer bepaald op de provisie die vereist dat de objectieven en variabele vergoeding over verschillende jaren gespreid worden, en dit voor een periode van vijf jaar die eindigt op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in mei 2019. Met het oog op de afloop van deze periode heeft het Remuneratie- en Nominatiecomité in 2019, na een nieuwe evaluatie, geconcludeerd dat het huidige systeem van variabele vergoedingen op basis van een volledige uitbetaling in het jaar waarin de vergoeding is verdiend, van kracht blijft. Het comité heeft daarom een verlenging van de vrijstelling met terugwerkende kracht tot 21 mei 2019 aanbevolen, die op de agenda van de komende vergadering van de raad van bestuur van 25 maart 2020 en van de jaarlijkse algemene vergadering van 19 mei 2020 staat voor bespreking en beslissing.
Daar waar een pensioenplan aanwezig is, nemen de leden van het Executive Management Team ook deel aan dat pensioenplan.
Zoals vermeld onder de paragraaf over de remuneratie van de leden van de raad van bestuur ontvangt de CEO geen vergoeding als lid van de raad van bestuur.
Voor het jaar 2019 bedragen de totale uitbetaalde brutovergoedingen aan het Executive Management Team, inclusief de vergoeding aan de CEO, 2.232.942 euro. Dit totale bedrag is als volgt samengesteld:
| 2019 | 2019 | 2018 | 2018 | |
|---|---|---|---|---|
| In euro | CEO | EMT, exclusief CEO |
CEO | EMT, exclusief CEO |
| Basisvergoeding | 941.848 | 990.982 | ||
| Gefactureerde diensten | 681.353 | 594.391 | ||
| Variabele vergoeding | 245.125 | 260.660 | 233.000 | 310.753 |
| Vaste kosten | 21.874 | 21.086 | ||
| Extralegale voordelen | 28.602 | 31.978 | ||
| Pensioenplan | 53.480 | 57.342 | ||
| Total | 926.478 | 1.306.464 | 827.391 | 1.412.141 |
De basisvergoeding omvat de lonen van de bezoldigde leden van het Executive Management Team. Het bedrag verwijst naar hun volledige vergoedingspakketten voor aftrek van lokale belastingen en bijdragen voor verplichte pensioenplannen. De basisvergoeding omvat de vergoedingen die worden ontvangen voor benoemingen in de raad van bestuur van bepaalde dochterondernemingen. De CEO factureert zijn diensten via de afzonderlijke vennootschap SWID AG. De hierboven vermelde bedragen, ten belope van 926.478 euro (827.391 euro in 2018), zijn de bedragen die SWID AG factureerde aan de vennootschap. De gefactureerde diensten omvatten de basisvergoeding, de variabele vergoeding, de vaste kosten, de extralegale voordelen en de bijdragen aan het pensioenplan.
De variabele vergoeding is gebaseerd op de prestaties ten opzichte van objectieven, zoals hierboven beschreven. Het bedrag dat in 2019 werd uitbetaald is gebaseerd op de prestaties in 2018. De variabele vergoeding wordt cash uitbetaald of in het pensioenplan of andere voordelen van de werknemer gestort afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de wens van de werknemer. De vaste kosten verwijzen voornamelijk naar de representatievergoedingen. In de extralegale voordelen zijn de waarde van de bedrijfswagens en de betreffende premies voor de autoverzekering opgenomen. Het pensioenplan verwijst naar de bijdrage van de werkgever aan een pensioenplan die hoger is dan de wettelijk vereiste bijdrage. Eén manager heeft een toegezegde bijdrageregeling. Twee managers hebben een toegezegde pensioenregeling.
Overeenkomstig de bepalingen in de Wet, worden de vergoedingen van de leden van het Executive Management Team op globale basis toegelicht. Alle individuele vergoedingen worden binnen het Remuneratieen Nominatiecomité besproken. Verder wordt er binnen het Remuneratiecomité nagegaan of de vergoedingen marktconform zijn. Dat wordt periodiek gecheckt samen met externe, onafhankelijke consultants. De raad van bestuur keurt de vergoedingsbedragen goed. Het laatste Remuneratierapport werd goedgekeurd door de aandeelhouders.
De eindecontractregelingen voor het management verschillen van land tot land en zijn afhankelijk van de lokale wetgeving. In de meeste landen bepaalt de wet de te volgen procedure. Indien de wetgeving niets voorziet, wordt er maximaal twee jaar loon uitbetaald. De heer Jesper Munch Jensen heeft een eindecontractregeling voor 18 maanden, die wordt geacht in overeenstemming te zijn met de huidige marktpraktijk op basis van periodieke herzieningen door het Remuneratie- en Nominatiecomité van de marktconformiteit voor de vergoedingspakketten van het Executive Management Team. Er zijn geen bepalingen inzake controlewijziging ('change of control clauses') opgenomen in de managementcontracten. Twee managers hebben een nietconcurrentiebeding van twee jaar, uitoefenbaar op vraag van de vennootschap. Bij vrijwillig vertrek wordt er geen vergoeding uitbetaald. Er werden geen leningen toegestaan aan de leden van het Executive Management Team. Geen enkele buitengewone transactie heeft plaatsgevonden en er deden zich geen belangenconflicten voor. Het Executive Management Team heeft in totaal 2.500 aandelen in zijn bezit, als volgt onderverdeeld:
Er zijn geen warrants. Er is geen aandelenoptieplan.
Op basis van het resultaat van het afgelopen boekjaar en de huidige financiële positie zal de raad van bestuur een dividend voorstellen.
De grootste aandeelhouders zijn:
| JENSEN INVEST A/S: | 54,4% |
|---|---|
| Lazard Frères Gestion SAS: | 5,2% |
Free float: 40,4%
Het stemrecht wordt beschreven in Toelichting 8 – Eigen vermogen.
De JENSEN-GROUP heeft geen eigen aandelen. Er loopt geen inkoopprogramma.
Er bestaat geen aandeelhoudersovereenkomst tussen de referentieaandeelhouders.
De commissaris is PwC Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door mevr. Lien Winne.
Wereldwijd heeft de commissaris een vergoeding van 379.295 euro (excl. btw), ontvangen voor de uitoefening van zijn mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP. Naast zijn mandaat heeft de commissaris in de loop van 2019 een bijkomende vergoeding ontvangen van 71.007,95 euro (excl. btw). Van dit bedrag werd 2.000 euro gefactureerd aan de JENSEN-GROUP nv. De JENSEN-GROUP heeft eenzelfde auditkantoor benoemd voor de audit van de geconsolideerde jaarrekening.
Op 31 december 2019 bedroeg het kapitaal 30,7 miljoen euro, vertegenwoordigd door 7.818.999 gewone aandelen zonder nominale waarde.
Er zijn geen preferente aandelen.
De statuten voorzien in de mogelijkheid om eigen aandelen in te kopen. De JENSEN-GROUP heeft geen eigen aandelen.
JENSEN INVEST A/S heeft in het kader van art. 74, §6 van de wet van 1 april 2007, zowel aan de FSMA als aan de JENSEN-GROUP nv bekendgemaakt dat ze op 1 september 2007 in onderling overleg meer dan 30% van de aandelen met stemrecht van de JENSEN-GROUP nv bezat. Meer informatie over het bericht aan de aandeelhouders vindt u in toelichting 8 – Eigen vermogen.
De raad van bestuur stelt aan de aandeelhouders voor om een dividend van 1,00 euro per aandeel goed te keuren. Door het orderboek en de financiële positie aan het begin van het jaar heeft het management er vertrouwen in dat het jaar 2020 goed van start is gegaan voor de Groep. Het totale bedrag aan dividenden bedraagt 7.818.999,00 euro, gebaseerd op het aantal aandelen op 31 december 2019.
De JENSEN-GROUP nv, de holding, rapporteert in zijn statutaire jaarrekening een nettowinst van 8.114.242,52 euro. De raad van bestuur stelt voor om dit resultaat als volgt te bestemmen:
| In euro | ||
|---|---|---|
| Winst van het boekjaar | 8.114.242,52 | |
| Dividenden | 7.818.999,00 | |
| Toevoeging aan het over te dragen resultaat | 295.243,52 |
Dit brengt het totaal van de overgedragen winst op 56.256.642,79 euro.
De JENSEN-GROUP verwacht een vertraging van de activiteiten door de verspreiding van Covid-19 in verschillende landen. Er is een nauwgezette opvolging van de bestellingen om de gevolgen van het uitstellen van de bestellingen in te schatten.
De JENSEN-GROUP neemt maatregelen om de veiligheid van haar klanten en personeel te garanderen en de bedrijfscontinuïteit te verzekeren. Daarnaast worden de capaciteitsbehoeften waar mogelijk aangepast en worden er onmiddellijk acties ondernomen om onze kostenbasis te verminderen. De groep houdt ook toezicht op de steun die in verschillende landen wordt verleend door de respectievelijke overheden en stemt het activiteitenniveau af op de beperkingen die door de overheden worden opgelegd.
We kunnen de duur van de Covid-19-crisis op dit moment niet inschatten en kunnen daarom de impact op onze prestaties niet inschatten. Deze vertraging zal een aanzienlijke impact hebben op de omzet en de winstgevendheid van de onderneming in 2020. De JENSEN-GROUP stelt alles in het werk om een zo groot mogelijke bedrijfscontinuïteit te verzekeren en waar mogelijk de productie voort te zetten om de verwachte levertermijnen te garanderen.
De JENSEN-GROUP is van mening dat de gevolgen van de wereldwijde verspreiding van het Covid-19 virus per 31 december 2019 geen materiële invloed hebben op de jaarrekening. De Groep is van mening dat de gevolgen van Covid-19 beheersbaar zijn voor de komende periode met de kennis van vandaag.
Gent, 25 maart 2020
We verklaren, voor zover ons bekend, dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2019, opgesteld overeenkomstig de International Financial Reporting Standards (IFRS-normen), zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving geeft van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
Jesper M. Jensen Markus Schalch
Chief Executive Officer Chief Financial Officer
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van JENSEN-GROUP NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 16 mei 2017, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur en uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2019. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van JENSEN-GROUP NV uitgevoerd gedurende 18 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2019 omvat, alsook het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een geconsolideerd balanstotaal van '000 EUR 276.666 en een winst van het boekjaar, aandeel Groep, van '000 EUR 15.712.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2019, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Wat betreft de COVID-19 pandemie, vestigen wij de aandacht op het punt belangrijke gebeurtenissen na jaareinde van het verslag van de raad van bestuur en Toelichting 25 – Gebeurtenissen na balansdatum van de geconsolideerde jaarrekening. Daarin licht de raad van bestuur zijn mening toe dat de gevolgen van deze pandemie een effect van materieel belang zouden kunnen hebben op de bedrijfsactiviteiten van de Groep in 2020, maar dat ze geen effecten van materieel belang hebben op de financiële toestand van de Groep per 31 december 2019. Wij brengen geen voorbehoud in ons oordeel tot uitdrukking met betrekking tot deze aangelegenheid.
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
We hebben op de erkenning van opbrengsten voor onderhanden projecten in opdracht van derden gefocust omdat JENSEN-GROUP haar omzet in belangrijke mate haalt uit projecten die volgens IFRS als onderhanden projecten in opdracht van derden worden aanzien. De erkenning van opbrengsten en de schatting van de uitkomst van onderhanden projecten in opdracht van derden met vaste prijzen zijn een complexe materie en zijn noodzakelijkerwijs sterk afhankelijk van door het management gemaakte inschattingen, in het bijzonder wat betreft de schatting van gedragen kosten en kosten verbonden aan de afwerking van contracten. Om deze redenen hebben we omzet afkomstig van onderhanden projecten in opdracht van derden geïdentificeerd als een kernpunt van de controle. We verwijzen naar toelichting 1 betreffende de voornaamste waarderingsregels omtrent erkenning van opbrengsten voor onderhanden projecten, en toelichting 6 betreffende contractactiva. Op 31 december 2019 is in de bruto-tegoeden op klanten voor contractenactiva EUR 8,0 miljoen gecumuleerde winsten opgenomen.
Bij het toetsen van de erkenning van opbrengsten afkomstig van onderhanden projecten in opdracht van derden hebben we zowel het ontwerp en de operationele doeltreffendheid van controles getoetst als gegevensgerichte controlewerkzaamheden toegepast. We hebben een toetsing uitgevoerd op de controles die de Vennootschap ingesteld heeft voor het boeken van contractgerelateerde kosten en opbrengsten en het bepalen van het stadium van voltooiing. In het kader van onze controlewerkzaamheden zijn we onder meer nagegaan of de Vennootschap gepaste waarderingsregels inzake erkenning van opbrengsten hanteert. Onze controlewerkzaamheden omvatten ook een beoordeling van de significante inschattingen van het management op basis van een doorlichting van de projectdocumentatie en een bespreking over de status van de lopende projecten met financiële en technische medewerkers van de Vennootschap voor specifieke
individuele transacties/projecten. Om de betrouwbaarheid van de door het management gehanteerde schattingen te beoordelen, hebben we ook een afloopcontrole gedaan voor afgesloten projecten. Ook manuele omzetboekingen hebben we gecontroleerd op eventuele ongebruikelijke of onregelmatige zaken. We hebben op basis van onze testprocedures geen afwijkingen van materieel belang vastgesteld.
Er is een aanzienlijke mate van inschatting door het management nodig om de voorziening te evalueren die dient te worden aangelegd voor verwachte garantie- en terugnameverplichtingen inzake onderhanden projecten in opdracht van derden. De Vennootschap legt een voorziening aan voor verwachte garantieverplichtingen op basis van de verkopen van het jaar alsook een voorziening voor terugnameverplichtingen met betrekking tot producten die verkocht worden aan een klant waarvoor de klant een leaseovereenkomst met een leasebedrijf wil afsluiten, waarbij in de leaseovereenkomst een terugnameclausule opgenomen wordt. De provisie voor garantieverplichtingen wordt berekend op basis van de verkoopcijfers van het jaar en de beschikbare informatie over de producten die terugkeren. Voor de voorziening voor terugnameverplichtingen evalueert JENSEN-GROUP de overdracht van de risico's en voordelen alsook de potentiële kosten om de machines over te nemen en door te verkopen. We hebben geoordeeld dat dit een kernpunt van de controle was wegens de grootte van de voorzieningen en omdat de opname van deze voorzieningen noodzakelijkerwijs sterk afhankelijk is van door het management gemaakte inschattingen. We verwijzen naar toelichting 11 betreffende de voorziening voor overige risico's en kosten. De voorzieningen voor garanties en terugnameverplichtingen bedroegen per 31 december 2019 EUR 9,4 miljoen.
We hebben zowel het ontwerp en de operationele doeltreffendheid van de controles getoetst als gegevensgerichte controlewerkzaamheden toegepast. We hebben een toetsing uitgevoerd op de controles die de Vennootschap ingesteld heeft voor het evalueren van de verkoopcontracten met specifieke aandacht voor standaardgarantieperioden en terugnameverplichtingen, voor het boeken en opvolgen van lopende en verwachte verplichtingen en gevallen van productterugname, en voor het evalueren en vergelijken van voorzieningen met de effectief gedragen kosten. In het kader van onze controlewerkzaamheden zijn we onder meer nagegaan of de Vennootschap gepaste waarderingsregels hanteert. De assumpties die het management bij het bepalen van de voorziening gehanteerd heeft, hebben we aan een kritische beoordeling onderworpen door gesprekken met het management te voeren en door de volgende specifieke gegevensgerichte controlewerkzaamheden uit te voeren. Steekproefsgewijs hebben we de contracten met terugnameverplichtingen geëvalueerd; we hebben de marktwaarde van de machines geëvalueerd op basis van hetzij in het verleden vastgestelde gevallen waarin JENSEN-GROUP genoodzaakt werd om de machines over te nemen hetzij soortgelijke transacties binnen de tweedehandsactiviteit. Voor de garantievoorziening hebben we een afloopcontrole gedaan van de na jaarafsluiting gedragen kosten. Ook manuele omzetboekingen hebben we gecontroleerd op eventuele ongebruikelijke of onregelmatige zaken. We hebben op basis van onze testprocedures geen afwijkingen van materieel belang vastgesteld.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten. Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur het voornemen heeft om de Groep te ontbinden of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten; en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wetterlijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen. Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het verslag over de geconsolideerde jaarrekening, het verslag van niet-financiële informatie gehecht aan het jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het verslag over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het verslag van de geconsolideerde jaarrekening, het verslag van nietfinanciële informatie gehecht aan het jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het verslag over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, en verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het verslag, zijn wij van oordeel dat dit verslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, en is dit verslag opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdensde controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, opgenomen in de sectie "verslag van de raad van bestuur", een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, dienen wij u geen afwijking van materieel belang te melden.
De op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste niet-financiële informatie werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de normen van het Global Reporting Initiative. Overeenkomstig artikel 3:80, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met de vermelde normen van het Global Reporting Initiative.
y Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Gent, 26 maart 2020
De commissaris PwC Reviseurs d'Entreprises SRL / PwC Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door
Lien Winne Réviseur d'Entreprises / Bedrijfsrevisor
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2019* |
31 december 2018* |
|---|---|---|---|
| Vaste activa | 62.597 | 40.887 | |
| Goodwill | 4.1 | 6.861 | 6.867 |
| Andere immateriële vaste activa | 4.1 | 38 | 67 |
| Terreinen en gebouwen | 11.620 | 9.685 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 6.369 | 7.644 | |
| Meubilair en rollend materieel | 4.068 | 4.071 | |
| Recht op gebruik van activa | 13.526 | 0 | |
| Overige materiële vaste activa | 0 | 0 | |
| Activa in opbouw en vooruitbetalingen | 3.698 | 128 | |
| Materiële vaste activa | 4.2 | 39.283 | 21.528 |
| Participaties opgenomen onder vermogensmutatiemethode | 22 | 7.574 | 7.015 |
| A. Handelsvorderingen | 2.941 | 1.015 | |
| B. Overige vorderingen | 814 | 619 | |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 7 | 3.755 | 1.634 |
| Uitgestelde belastingen | 5 | 5.087 | 3.776 |
| Vlottend activa | 214.069 | 214.770 | |
| Grond- en hulpstoffen | 31.843 | 28.145 | |
| Handelsgoederen | 17.778 | 15.887 | |
| Voorraad | 49.620 | 44.032 | |
| Vooruitbetalingen | 1.478 | 3.430 | |
| Handelsvorderingen | 7 | 69.775 | 80.863 |
| Overige vorderingen | 7 | 5.837 | 6.768 |
| Contractactiva | 6 | 41.466 | 45.775 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 7, 20 | 79 | 131 |
| Handels- en overige vorderingen | 7 | 117.156 | 133.537 |
| Liquide middelen | 18 | 45.369 | 33.333 |
| Activa te koop | 21 | 445 | 437 |
| TOTAAL DER ACTIVA | 276.666 | 255.656 |
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen | 8 | 132.374 | 125.969 |
| Kapitaal | 30.710 | 30.710 | |
| Uitgiftepremie | 5.814 | 5.814 | |
| Overige reserves | -6.776 | -6.345 | |
| Geconsolideerde reserves | 103.501 | 95.990 | |
| Minderheidsbelangen | 22 | -874 | -200 |
| Lange termijn schulden | 49.062 | 36.040 | |
| Leningen | 9 | 31.940 | 21.333 |
| Uitgestelde belastingen | 5 | 904 | 789 |
| Provisies voor personeelsverplichtingen | 10 | 16.194 | 13.715 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 20 | 24 | 204 |
| Korte termijn schulden | 95.230 | 93.647 | |
| Leningen | 9 | 17.792 | 6.646 |
| Provisies voor overige risico's en kosten | 11 | 12.597 | 11.540 |
| Handelsschulden | 12 | 25.255 | 26.895 |
| Contractpassiva | 6/12 | 10.360 | 14.463 |
| Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten | 12 | 14.141 | 14.053 |
| Overige schulden | 12 | 1.572 | 1.820 |
| Overlopende rekeningen | 12 | 8.255 | 13.367 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 20 | 96 | 0 |
| Handels- en overige schulden | 12 | 59.680 | 70.598 |
| Schulden m.b.t. Belastingen | 5.162 | 4.863 | |
| TOTAAL VAN HET EIGEN VERMOGEN EN PASSIVA | 276.666 | 255.656 |
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|---|
| Opbrengsten | 6 | 332.178 | 343.782 |
| Grond- en hulpstoffen | -158.288 | -157.719 | |
| Diensten en diverse goederen | -41.606 | -45.949 | |
| Bezoldigingen en sociale lasten | -104.650 | -106.458 | |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen op activa en bijzondere waardeverminderingen |
13 | -8.219 | -4.887 |
| Operationele kosten | -312.764 | -315.013 | |
| Overige opbrensten/(kosten) | 14 | 3.602 | -1.833 |
| Bedrijfswinst voor belastingen en financiële (kost)/opbrengst (EBIT) | 23.016 | 26.936 | |
| Interest opbrengsten | 998 | 1.420 | |
| Overige financiële opbrengsten | 1.309 | 1.755 | |
| Financiële opbrengsten | 15 | 2.307 | 3.175 |
| Interest kosten | -2.240 | -1.867 | |
| Overige financiële kosten | -2.560 | -2.644 | |
| Financiële kosten | 15 | -4.800 | -4.510 |
| Resultaat voor belastingen | 20.523 | 25.601 | |
| Belastingen | 16 | -5.138 | -7.562 |
| Geconsolideerd resultaat van de voortgezette activiteiten | 15.385 | 18.039 | |
| Resultaat van te koop gestelde activa | 21 | -118 | -128 |
| Resultaat van participaties opgenomen onder de vermogensmutatiemethode | -229 | 866 | |
| Geconsolideerd resultaat | 15.037 | 18.777 | |
| Resultaat toerekenbaar aan minderheidsaandeelhouders | 22 | -675 | -331 |
| Resultaat toerekenbaar aan eigenaars van de moedermaatschappij | 15.712 | 19.108 |
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|
|---|---|---|---|
| Overig resultaat: | |||
| die later zouden kunnen opgenomen worden in het nettoresultaat | |||
| Financiële instrumenten | 209 | 233 | |
| Wisselkoersverschillen bij omrekening buitenlandse vestigingen | 942 | 178 | |
| die nooit zullen opgenomen worden in het nettoresultaat | |||
| Actuariële winst/(verlies) pensioenplan Te Bereiken Doel | -2.017 | 1.535 | |
| Belastingen op boekingen direct van of naar eigen vermogen | 452 | -443 | |
| Netto opbrengsten/(kosten) direct erkend in eigen vermogen na belastingen | -414 | 1.504 | |
| Netto opbrengsten/(kosten) direct erkend in eigen vermogen na belastingen toere kenbaar aan minderheidsaandeelhouders |
0 | 0 | |
| Netto opbrengsten/(kosten) direct erkend in eigen vermogen na belastingen toerekenbaar aan eigenaars van de moedermaatschappij |
-414 | 1.504 | |
| Totaal erkende opbrengsten/(kosten) | 14.624 | 20.280 | |
| Resultaat toerekenbaar aan: | |||
| Minderheidsaandeelhouders | -675 | -331 | |
| Eigenaars van de moedermaatschappij | 15.712 | 19.108 | |
| Totaalresultaat toerekenbaar aan | |||
| Minderheidsaandeelhouders | -675 | -331 | |
| Eigenaars van de moedermaatschappij | 15.298 | 20.612 | |
| Gewone en verwaterde winst per aandeel (in euro) | 17 | 2,01 | 2,44 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 7.818.999 | 7.818.999 |
| In duizend euro | Kapitaal | Uitgifte premie |
Totaal aandelen kapitaal |
Omreke ningsver schillen |
Hedging Reserves |
Actuariële winst en verlies op pensioen regelingen |
Totaal overige reserves |
Overge dragen resultaat |
Totaal eigen vermogen |
Deel minder heidsaan deel-hou ders |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2017 | 30.710 | 5.813 | 36.523 | 276 | -334 | -7.774 | -7.832 | 84.684 | 113.375 | 131 | 113.506 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 19.108 | 19.108 | -331 | 18.777 |
| Overig resultaat: | |||||||||||
| Omrekeningsverschillen | 0 | 0 | 0 | 162 | 0 | 0 | 162 | 16 | 178 | 0 | 178 |
| Financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 233 | 0 | 233 | 0 | 233 | 0 | 233 |
| Pensioenregeling Te Bereiken Doel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.535 | 1.535 | 0 | 1.535 | 0 | 1.535 |
| Belastingen op zaken direkt toegevoegd of onttrokken aan het eigen vermogen |
0 | 0 | 0 | 0 | -58 | -384 | -443 | 0 | -443 | 0 | -443 |
| Netto opbrengsten/(kosten) direct erkend in eigen vermogen na belastingen |
0 | 0 | 0 | 162 | 175 | -1.151 | -1.478 | 16 | 1.504 | 0 | 1.504 |
| Dividend paid out | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -7.818 | -7.818 | 0 | -7.818 |
| 31 december 2018 | 30.710 | 5.813 | 36.523 | 438 | -159 | -6.623 | -6.345 | 95.990 | 126.169 | -200 | 125.968 |
| In duizend euro | Kapitaal | Uitgifte premie |
Totaal aandelen kapitaal |
Omreke ningsver schillen |
Hedging Reserves |
Actuariële winst en verlies op pensioen regelingen |
Totaal overige reserves |
Overge dragen resultaat |
Totaal | Deel minder heidsaan deel-hou ders |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2018 | 30.710 | 5.813 | 36.523 | 438 | -159 | -6.623 | -6.345 | 95.990 | 126.169 | -200 | 125.968 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 15.712 | 15.712 | -675 | 15.037 |
| Onzekere belastingsposities - Implementatie IFRIC 23 |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -400 | -400 | 0 | -400 |
| Overig resultaat: | |||||||||||
| Omrekeningsverschillen | 0 | 1 | 1 | 924 | 0 | 0 | 924 | 17 | 942 | 0 | 942 |
| Financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 209 | 0 | 209 | 0 | 209 | 0 | 209 |
| Pensioenregeling Te Bereiken Doel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -2.017 | -2.017 | 0 | -2.017 | 0 | -2.017 |
| Belastingen op zaken direkt toegevoegd of onttrokken aan het eigen vermogen |
0 | 0 | 0 | 0 | -52 | 504 | 452 | 0 | 452 | 0 | 452 |
| Netto opbrengsten/(kosten) direct erkend in eigen vermogen na belastingen |
0 | 1 | 1 | 924 | 157 | -1.513 | -431 | 17 | -414 | 0 | -414 |
| Uitgekeerd dividend | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -7.818 | -7.818 | 0 | -7.818 |
| 31 december 2019 | 30.710 | 5.814 | 36.524 | 1.362 | -2 | -8.136 | -6.776 | 103.501 | 133.249 | -875 | 132.374 |
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2019* |
31 december 2018* |
|---|---|---|---|
| Cashflow uit bedrijfsactiviteiten | |||
| Resultaat toerekenbaar aan de eigenaars van de moedermaatschappij | 15.712 | 19.108 | |
| Resultaat toerekenbaar aan minderheidsaandeelhouders | 22 | -675 | -331 |
| Aangepast voor: | |||
| - Belastingen en uitgestelde belastingen |
3.943 | 9.271 | |
| - Interesten en andere financiële inkomsten en uitgaven |
2.493 | 1.335 | |
| - Afschrijvingen |
13, 14 | 7.178 | 6.070 |
| - Waardeverminderingen op handelsvorderingen |
13 | -329 | 659 |
| - Waardeverminderingen op voorraden |
13, 14 | 394 | 280 |
| - Wijzigingen in provisies |
10, 11 | 1.623 | -744 |
| - Participaties opgenomen onder de vermogensmutatiemethode |
22 | 91 | -271 |
| Interestopbrengsten | 15 | 998 | 1.420 |
| Wijzigingen in het bedrijfskapitaal toename (-), afname (+) | -382 | -27.717 | |
| Wijzigingen in vooruitbetalingen | 6 | 1.952 | -633 |
| Wijzigingen in voorraden | -5.982 | ||
| Wijzigingen in korte en lange termijn vorderingen | 14.589 | -31.418 | |
| Wijzigingen in handels- en overige schulden | 12 | -10.941 | 4.334 |
| Betaalde inkomstenbelastingen | -4.840 | -10.826 | |
| Betaalde inkomstenbelastingen | -4.840 | -10.826 | |
| Netto operationele cashflow - voortgezette activiteiten | 26.207 | -1.747 | |
| Netto operationele cashflow - te koop gestelde activa | -8 | -20 | |
| Netto operationele cashflow - totaal | 26.199 | -1.767 | |
| Netto cashflow uit investeringen | -9.047 | -5.501 | |
| Investeringen in immateriële en materiële vaste activa | 4 | -8.775 | -3.123 |
| Buitengebruikstelling immateriële en materiële vaste activa | 4 | 379 | 401 |
| Verwerving van nieuwe dochterondernemingen en participaties (na aftrek van hun liquide middelen) |
23 | -651 | -2.779 |
| (in duizend euro) | Toelichting | 31 december 2019* |
31 december 2018* |
|---|---|---|---|
| Cashflow voor financiële verrichtingen | 17.153 | -7.268 | |
| Netto cashflow uit financiële verrichtingen | -8.299 | -1.531 | |
| Overige financiële lasten en wisselkoersverliezen | 15 | -2.560 | -2.644 |
| Overige financiële Inkomsten en wisselkoerswinsten | 15 | 1.309 | 1.755 |
| Dividenden | 8 | -7.818 | -7.818 |
| Opname van leningen | 9 | 6.515 | 10.198 |
| Terugbetalingen van leningen | 9 | -3.506 | -1.156 |
| Betaalde interesten | 15 | -2.240 | -1.867 |
| Netto wijzigingen in liquide middelen | 8.853 | -8.799 | |
| Liquide middelen en opgenomen kredietlijnen bij het begin van het boekjaar | 27.806 | 36.450 | |
| Wisselkoerswinst/(verlies) op liquide middelen en opgenomen kredietlijnen | 839 | 156 | |
| Liquide middelen en opgenomen kredietlijnen op het einde van het boekjaar |
18 | 37.499 | 27.806 |
De toelichtingen op bladzijden 74-130 maken integraal deel uit van de geconsolideerde jaarrekening.
* Met het oog op een meer transparante presentatie van de geconsolideerde jaarrekening heeft de JENSEN-GROUP beslist om de goodwill en de immateriële vaste activa afzonderlijk te presenteren, alsook de voorraad en de contractactiva in de geconsolideerde balans. Daarnaast heeft de JENSEN-GROUP beslist om vanaf 2019 in het geconsolideerde kasstroomoverzicht de kasstromen van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode en het resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen - als cash uit bedrijfsactiviteiten voor te stellen (impact -584 duizend euro). In 2018 werden deze kasstromen opgenomen in de kasstroom uit financieringsactiviteiten en bedroegen ze 602 duizend euro.
De JENSEN-GROUP (hierna 'de Groep') is één van de belangrijkste toeleveranciers voor de professionele wasserijmarkt. De Groep verkoopt zijn producten en diensten onder de merknamen JENSEN en ALPHA by JENSEN en is de marktleider binnen de heavy-duty markt. Het productaanbod is zeer uitgebreid: van transport- en behandelingssystemen, tunnelwassers, wassorteerders, toevoer-, strijk- en vouwmachines tot het projectmanagement voor sleutel-op-de-deur wasserijen. De JENSEN-GROUP heeft vestigingen in 23 landen en een distributienet in meer dan 50 landen. Wereldwijd stelt de JENSEN-GROUP 1.660 mensen tewerk.
De JENSEN-GROUP nv (hierna 'de Vennootschap') is een Belgische vennootschap met maatschappelijke zetel in Bijenstraat 6, 9051 Sint-Denijs-Westrem, België.
De aandelen van de JENSEN-GROUP noteren op Euronext.
De raad van bestuur heeft deze geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd op 25 maart 2020.
De geconsolideerde jaarrekening van 2019 heeft betrekking op 12 maanden en eindigt op 31 december 2019 en is opgesteld volgens de IFRS-waarderingsregels, zoals goedgekeurd door de Europese Unie. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de IFRS-normen en volgens de IFRIC-interpretaties die van toepassing zijn per 31 december 2019 en die goedgekeurd zijn door de Europese Unie.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens het principe van historische kost, met financiële activa en passiva (inclusief financiële instrumenten) die aan werkelijke waarde worden gewaardeerd.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op 'accrual basis' en volgens het principe van 'going concern'.
Bij de opmaak van de jaarrekening maakt het management gebruik van schattingen en veronderstellingen. Deze kunnen betrekking hebben op opbrengsten, kosten, activa en passiva en op de toelichting van niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. De schattingen en veronderstellingen die een aanmerkelijk risico in zich dragen of die bepalend zijn voor de geconsolideerde jaarrekening, worden verder toegelicht in de waarderingsregels.
De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2019 en zijn goedgekeurd door de EU:
De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2019 en zijn goedgekeurd door de EU:
De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2019 en zijn nog niet goedgekeurd door de EU:
De volgende standaard is voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2016 maar werd nog niet goedgekeurd door de EU. De Europese Commissie heeft besloten de goedkeuringsprocedure voor deze interimstandaard niet op te starten maar te wachten op de finale versie van de standaard:
y IFRS 14, 'Wettelijke uitgestelde rekeningen' (effectief vanaf 1 januari 2016).
De Groep bekijkt momenteel de impact van deze standaarden.
De belangrijkste waarderingsregels van de Groep zijn:
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizend euro.
Dochterondernemingen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarin de Groep zeggenschap heeft. Zeggenschap wordt gerealiseerd wanneer de Groep is blootgesteld aan, of rechten heeft op, variabele rendementen vanwege zijn betrokkenheid bij de entiteit en over de mogelijkheid beschikt zijn macht over de entiteit te gebruiken om de omvang van deze rendementen te beïnvloeden.
Dochterondernemingen zijn volledig geconsolideerd vanaf de datum waarop de zeggenschap overgaat naar de Groep tot de datum waarop deze zeggenschap eindigt.
De Groep maakt gebruik van de overnamemethode om bedrijfscombinaties te boeken. De kostprijs voor de acquisitie van een dochteronderneming stemt overeen met de som van de reële waarde van de getransfereerde activa, de aangegane verplichtingen en de deelname in het eigen vermogen dat door de Groep werd uitgegeven. De kostprijs omvat de reële waarde van elk actief of passief dat voortvloeit uit een overeenkomst met betrekking tot de voorwaardelijke vergoeding. Identificeerbare overgenomen activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de datum van de overname. De Groep neemt op een acquisitie-per-acquisitie basis elk minderheidsbelang in de overgenomen onderneming op tegen ofwel reële waarde of tegen het proportionele aandeel van het minderheidsbelang in de netto activa van de overgenomen onderneming.
De aan de overname gerelateerde kosten worden als lasten verantwoord zodra deze zich voordoen.
Intragroepstransacties, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten op verrichtingen tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd. Grondslagen voor financiële verslaggeving van dochterondernemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie te verzekeren met de grondslagen die door de Groep zijn aangenomen.
Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures worden geboekt onder de 'equity'-methode zoals beschreven in IAS28, behoudens bepaalde uitzonderingen. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering initieel opgenomen tegen kostprijs en wordt de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel van de investeerder in de winst of het verlies van de deelneming na de overnamedatum op te nemen. Geassocieerde deelnemingen zijn investeringen waarbij de investeerder een invloed van betekenis uitoefent. Een joint venture is een gezamenlijke onderneming waarbij de investeerder gezamenlijke zeggenschap heeft, maar geen rechtstreekse rechten of plichten. Voor entiteiten waarin de Groep 20% of meer van de stemrechten bezit, direct of indirect, wordt de Groep verondersteld om invloed van betekenis uit te oefenen over die entiteit. De veronderstelling van invloed van betekenis uit een deelneming van 20% of meer kan worden weerlegd als de Groep kan aantonen dat ze geen invloed van betekenis heeft. Invloed van betekenis kan evengoed worden aangetoond voor een deelneming van minder dan 20%. Dat een andere entiteit een belangrijke of meerderheidsdeelneming bezit, sluit de Groep niet noodzakelijk uit van het hebben van een invloed van betekenis.
Bij de opmaak van de jaarrekening worden schattingen en veronderstellingen gebruikt die een impact kunnen hebben op de waardering van de activa en passiva op balansdatum en op de resultatenrekening. Schattingen zijn gebaseerd op economische gegevens, die kunnen wijzigen in de tijd, en zijn dus deels onzeker. Deze hebben voornamelijk betrekking op vaste activa - gebruiksrecht, contracten in uitvoering ('percentage of completion'-methode), pensioenverplichtingen en voorzieningen voor overige risico's en kosten. We verwijzen naar Toelichting 4 - Vaste activa, Toelichting 6 – Contractactiva en - passiva, Toelichting 10 - Voorzieningen voor personeelsverloningen en Toelichting 11 - Provisies voor overige risico's en kosten.
De omrekening van in vreemde valuta uitgedrukte bezittingen, schulden en verplichtingen gebeurt op basis van de volgende grondslagen:
De resultaten en de financiële posities van alle groepsentiteiten (geen enkele groepsentiteit rapporteert in een hyperinflatie markt) waarvan de functionele valuta verschilt van de presentatievaluta, dienen als volgt te worden omgerekend in de presentatievaluta:
De wisselkoersverschillen die bij de consolidatie ontstaan uit netto-investeringen in vennootschappen die rapporteren in vreemde munt, worden toegerekend aan het eigen vermogen en zullen in resultaat worden genomen op het moment dat de participatie wordt verkocht.
Goodwill en aanpassingen in reële waarden resulterende uit de investering in vennootschappen die rapporteren in vreemde munten, worden geboekt als activa of passiva van de vennootschap en worden herrekend aan slotkoers.
De JENSEN-GROUP heeft een vijfstappenmodel ontwikkeld voor het verwerken van opbrengst uit contracten met klanten:
Een contract creëert afdwingbare rechten en verplichtingen. Het contract kan schriftelijk, mondeling of impliciet zijn. Een contract bevat een belofte (of beloften) om goederen of diensten aan een klant over te dragen.
Bij het identificeren van de klantcontracten moet eerst de klant worden bepaald en vervolgens moet worden beoordeeld of er een contract bestaat. De JENSEN-GROUP definieert een 'klant' en een 'contract' als volgt:
Contracten worden gecombineerd wanneer ze (bijna) op hetzelfde moment worden aangegaan en als een pakket worden onderhandeld, de betaling van het ene afhangt van het andere of de beloofde goederen/ diensten een enkele prestatieverplichting zijn.
Een contractwijziging of wijzigingsorder wordt verantwoord als een afzonderlijk contract of als een voortzetting van het oorspronkelijke contract, prospectief of retrospectief ('cumulative catch-up method') afhankelijk van feiten en omstandigheden.
De tweede stap in de verantwoording van een contract met een klant is het identificeren van de prestatieverplichtingen.
De prestatieverplichtingen zijn de rekeneenheid voor de toepassing van de omzetstandaard en bepalen dus wanneer en hoe de opbrengst wordt opgenomen. Een prestatieverplichting is een belofte om een bepaald goed of een bepaalde dienst of een reeks van bepaalde goederen of diensten te leveren, met inbegrip van de goederen of diensten die een klant kan doorverkopen of leveren aan zijn klanten.
De transactieprijs in een contract weerspiegelt het bedrag van de vergoeding waarop de Vennootschap verwacht recht te hebben vanwege een klant in ruil voor goederen of diensten die aan die klant zijn overgedragen.
De transactieprijs omvat alleen de bedragen waarop de Vennootschap onder het huidige contract recht heeft.
De transactieprijs wordt in het contract toegewezen aan de prestatieverplichting op basis van de relatieve standalone verkoopprijzen van de goederen of diensten die aan de klant worden geleverd.
Opbrengst wordt opgenomen wanneer (of als) de prestatieverplichtingen worden nagekomen. Opbrengst wordt toegewezen aan de individuele prestatieverplichtingen wanneer of als de klant controle verwerft over de te leveren producten of de uit te voeren diensten in het kader van het klantcontract.
De Groep heeft binnen zijn contracten één prestatieverplichting geïdentificeerd: de installatie van een heavyduty wasserijsysteem. De opbrengst met betrekking tot deze prestatieverplichting wordt in de tijd opgenomen, aangezien de JENSEN-GROUP geen activa creëert met een alternatief gebruik (het is praktisch niet mogelijk om het gebouwde actief in voltooide staat naar een andere klant te brengen of over te dragen, aangezien de installaties typisch ontworpen zijn volgens de specifieke behoeften en vereisten van de klant) en zijn contracten de JENSEN-GROUP een afdwingbaar recht geven op betaling voor de tot op heden geleverde prestaties. Dit afdwingbaar recht op betaling vertegenwoordigt een bedrag dat de JENSEN-GROUP minstens compenseert voor de tot op heden geleverde prestaties, indien het contract door de klant of een andere partij wordt beëindigd om andere redenen dan het feit dat de JENSEN-GROUP de beloofde prestaties niet uitvoert.
De JENSEN-GROUP neemt de opbrengst in de tijd op door de vooruitgang te meten van de volledige uitvoering van de prestatieverplichting. De JENSEN-GROUP gebruikt de inputmethode (kosten gemaakt tot op de balansdatum in vergelijking met de totale geschatte kosten om het project te voltooien) waarbij de opbrengsten worden opgenomen op basis van de inspanningen van de Groep om de prestatieverplichting na te komen. Eventuele kosten in verband met niet-geïnstalleerde materialen of gemaakte kosten die betrekking hebben op toekomstige activiteiten worden uitgesloten van de meting van de vooruitgang van de volledige uitvoering van de prestatieverplichting.
Wanneer het resultaat van een bestelling in uitvoering niet precies kan worden ingeschat, wordt enkel dat deel van de opbrengst erkend dat met zekerheid zal worden gerealiseerd.
Wanneer de afloop van een project getrouw kan worden ingeschat, en wanneer het waarschijnlijk is dat het project winstgevend is, wordt de opbrengst erkend over de periode van het contract. Wanneer het waarschijnlijk is dat de kosten groter zullen zijn dan de baten, wordt het verwachte verlies onmiddellijk in het resultaat opgenomen.
De JENSEN-GROUP presenteert een contract als een contractactief, met uitsluiting van de bedragen die reeds zijn ontvangen door vooruitbetalingen, indien de JENSEN-GROUP heeft gepresteerd door goederen of diensten over te dragen aan een klant voordat de klant de vergoeding betaalt of voordat de betaling verschuldigd is. Een contractactief is het recht van een entiteit op een vergoeding in ruil voor goederen of diensten die de entiteit heeft overgedragen aan een klant.
De JENSEN-GROUP presenteert een contract als een contractverplichting wanneer de betaling is gedaan of wanneer de betaling verschuldigd is (ongeacht wat eerder is), als de klant een vergoeding heeft betaald voordat de JENSEN-GROUP een goed of dienst overdraagt aan de klant. Een contractverplichting is de verplichting van een entiteit om goederen of diensten over te dragen aan een klant waarvoor de entiteit een vergoeding heeft ontvangen (of waarvoor een vergoeding verschuldigd is) van de klant.
De timing van de facturatie en de betalingsvoorwaarden worden geval per geval besproken. Het facturatieschema en de typische timing van de betaling verschillen niet materieel van het model van opbrengstverantwoording.
De projecten hebben over het algemeen een levensduur van minder dan een jaar.
Royalty's en huurinkomsten worden in de resultatenrekening opgenomen als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen van de transactie naar de Groep zullen vloeien en met een zekere graad van betrouwbaarheid kunnen worden gemeten. De opbrengsten worden pro rata temporis in de winst- en verliesrekening opgenomen, in overeenstemming met de essentie van de hierop betrekking hebbende overeenkomst.
Bij verwerving van nieuwe deelnemingen wordt het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de waarde van de activa, passiva en mogelijke verplichtingen van de geconsolideerde dochtervennootschappen, na toewijzing van eventuele meer- en minderwaarden op de activa en passiva, in de geconsolideerde balans opgenomen als goodwill. Goodwill wordt niet afgeschreven maar op jaarbasis – of frequenter indien specifieke aanwijzingen of gebeurtenissen dit vereisen – getest op mogelijke minderwaarde. Voor deze test op waardeverminderingen wordt de goodwill toegewezen aan de afdeling die de kasstromen genereert.
De kosten van onderzoek worden onmiddellijk ten laste genomen in het jaar waarin ze worden gemaakt.
De kosten voor ontwikkeling worden niet geactiveerd. Het is immers moeilijk om een onderscheid te maken tussen productontwikkelingen en specifieke aanpassingen en om de toekomstige kasstromen als gevolg van deze inspanningen te beoordelen. Aangezien de kosten voor ontwikkeling bovendien vrij stabiel zijn en een continu proces zijn, heeft de JENSEN-GROUP ervoor gekozen om deze kosten niet te activeren maar onmiddellijk als kost te boeken.
Investeringen in licenties, handelsmerken, enz. worden geactiveerd en afgeschreven over 5 jaar, vanaf een bedrag van 50.000 EUR. Investeringen in licenties en handelsmerken onder 50.000 EUR worden geacht niet materieel te zijn en worden niet geactiveerd, maar worden als kosten in rekening gebracht op het moment dat ze worden gedaan.
De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, eventueel verhoogd met de aanverwante kosten.
Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van grote componenten. Deze componenten, die regelmatig worden vervangen, worden afgeschreven over hun verwachte levensduur.
Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geraamde nuttige levensduur vanaf de maand van aanschaf. Indien nodig, worden activa beschouwd als een samenstelling van verschillende componenten met elk hun specifieke levensduur.
De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:
| Gebouwen | 3,33% | 30y |
|---|---|---|
| Infrastructuur | 10% | 10y |
| Dak | 10% | 10y |
| Installaties, uitrusting en machines | 10% – 33% | 3y – 10y |
| Kantoorbenodigdheden en meubilair | 10% – 20% | 5y – 10y |
| Computers | 20% - 33% | 3y – 5y |
| Rollend materieel | 20% - 33% | 3y – 5y |
De Groep neemt bijna alle leaseovereenkomsten in de balans op die het gebruiksrecht van een actief gedurende de leaseperiode weerspiegelen, alsmede de daarmee samenhangende leaseverplichting voor betalingen die de huurder gedurende de leaseperiode aan de verhuurder moet verrichten.
De Groep verantwoordt de activa voor gebruiksrecht op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst (d.w.z. de datum waarop het onderliggende actief beschikbaar is voor gebruik). Gebruiksrechtvorderingen worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, en aangepast voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen. De kostprijs van activa met een gebruiksrecht omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, de initiële directe kosten en de leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst zijn gedaan, verminderd met de ontvangen leasebonussen.
Tenzij de Groep redelijk zeker is dat de eigendom van het geleasde actief op het einde van de leaseperiode wordt verkregen, worden de opgenomen activa met recht van gebruik lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur of, indien deze korter is, de leaseperiode. Activa met een gebruiksrecht zijn onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen.
Op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op tegen de contante waarde van de over de leaseperiode te verrichten leasebetalingen. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen (in wezen ook vaste betalingen), verminderd met eventuele te ontvangen huurincentives, variabele leasebetalingen die afhankelijk zijn van een index of een rentevoet, en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald onder restwaardegaranties. De leasebetalingen omvatten ook de uitoefenprijs van een aankoopoptie waarvan redelijk zeker is dat deze door de Groep zal worden uitgeoefend en de betaling van boetes voor het beëindigen van een leaseovereenkomst, indien de leaseperiode een weerspiegeling is van
het feit dat de Groep de optie tot beëindiging van de overeenkomst uitoefent. De variabele leasebetalingen die niet afhankelijk zijn van een index of een rentevoet worden als kost opgenomen in de periode waarop de gebeurtenis of voorwaarde die de betaling veroorzaakt, zich voordoet.
De Groep presenteert de betaalde rente op haar leaseverplichtingen als financieringsactiviteiten in het kasstroomoverzicht. Variabele betalingen en bedragen betaald voor korte termijn en lage waarde huurcontracten worden gepresenteerd onder de lijn operationele activiteiten.
Bij de berekening van de contante waarde van de leasebetalingen gebruikt de Groep de marginale leenrentevoet op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst indien de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst niet onmiddellijk kan worden bepaald. Na de aanvangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de toename van de rente te weerspiegelen en verlaagd voor de betaalde leasebetalingen. Daarnaast wordt de boekwaarde van de leaseverplichtingen geherwaardeerd indien er sprake is van een wijziging, een wijziging in de leaseperiode, een wijziging in de inhoudelijke vaste leasebetalingen of een wijziging in de beoordeling van de aankoop van het onderliggende actief.
De Groep past de vrijstelling voor kortetermijnleasing toe op de kortetermijnleasing van machines en uitrusting (d.w.z. deze die een leaseperiode van 12 maanden of minder vanaf de aanvangsdatum hebben en geen aankoopoptie bevatten). Ze past ook de vrijstelling van de erkenning van de lease van laagwaardige activa toe op de lease van kantooruitrusting die als laagwaardig wordt beschouwd (d.w.z. minder dan 5.000 euro). Leasebetalingen voor kortetermijn- en leasing van laagwaardige activa worden lineair ten laste genomen over de leaseperiode.
De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare looptijd van de leaseovereenkomst, samen met eventuele perioden die worden gedekt door een optie om de leaseovereenkomst te verlengen indien er een redelijke zekerheid bestaat dat deze zal worden uitgeoefend, of perioden die worden gedekt door een optie om de leaseovereenkomst te beëindigen indien er een redelijke zekerheid bestaat dat deze niet zal worden uitgeoefend.
De Groep beoordeelt of het redelijk zeker is dat de optie tot verlenging zal worden uitgeoefend. Dat wil zeggen, de Groep houdt rekening met alle relevante factoren die voor haar een economische stimulans vormen om de optie tot verlenging uit te oefenen. Na de aanvangsdatum beoordeelt de Groep de leaseperiode opnieuw indien er zich een belangrijke gebeurtenis of wijziging in de omstandigheden voordoet die binnen haar macht ligt en die van invloed is op haar vermogen om de optie tot verlenging al dan niet uit te oefenen (bijvoorbeeld een wijziging in haar bedrijfsstrategie).
Indien er door omstandigheden aanwijzingen zijn dat de realisatiewaarde van de activa – met uitzondering van voorraden, uitgestelde belastingvorderingen, personeelsvoordelen, afgeleide financiële instrumenten en activa met betrekking tot bestellingen in uitvoering – is veranderd, worden de activa van de Groep nagezien voor bijzondere waardeverminderingen.
Indien de boekwaarde van een actief de realisatiewaarde (zijnde het hoogste van de nettoverkoopprijs en de bedrijfswaarde) overschrijdt, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt in de resultatenrekening. De bedrijfswaarde wordt bepaald door verdiscontering van de verwachte toekomstige kasstromen uit het verdere gebruik van de activa en van de verkoopwaarde op het einde van de levensduur.
De realisatiewaarde wordt geschat per individueel actief of, indien dit niet mogelijk is, per kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Terugnemingen van eerder geboekte bijzondere waardeverminderingen worden in inkomsten opgenomen voor het oorspronkelijke bedrag. Minstens eenmaal per jaar wordt getest wat de goodwill waard is (impairment test). De bijzondere waardevermindering op goodwill kan niet worden teruggenomen.
Bij financiële lease worden alle risico's en vergoedingen verbonden aan de activa getransfereerd naar de huurder. Activa onder financiële lease worden gewaardeerd tegen de huidige waarde – bij het begin van de huurtermijn – van de latere minimumaflossingen tijdens de huurtermijn. Huuraflossingen worden verdeeld tussen de financiële lasten en de vermindering van de uitstaande schuld om een constante rentevoet te verkrijgen op de schuld gedurende de huurtermijn.
De materiële vaste activa verworven via financiële lease worden afgeschreven over de kortste periode, hetzij de verwachte levensduur, hetzij de huurtermijn.
Als activa verkocht worden onder financiële lease, wordt het bedrag dat verschuldigd is van de leasenemer opgenomen in de balans als een vordering, voor een bedrag dat gelijk is aan de netto‐investering van de Groep in de lease, en hetzelfde bedrag wordt weerspiegeld in de omzet. Gedurende de leaseperiode worden de leasebetalingen verdeeld tussen een vermindering van de netto-investering in de lease en de financieringsbaten. De opname van financieringsbaten is gebaseerd op een patroon dat een constant periodiek rendement op de netto-investering van de Groep weergeeft. De netto-investering in de lease is de bruto-investering in de lease verdisconteerd tegen de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst. De bruto-investering in de lease is de som van de minimale leasebetalingen en de eventuele ongegarandeerde restwaarde die de Groep als leasinggever toekomt.
Leases waarbij de lessor een aanzienlijk deel van de risico's en de voordelen van het eigendom behoudt, worden onder operationele leases ondergebracht. Eigendom die wordt aangehouden in het kader van een operationele leaseovereenkomst wordt in de balans opgenomen als 'activa met gebruiksrecht'.
Voorraden worden gewaardeerd tegen het laagste van de kostprijs of nettomarktwaarde. Afhankelijk van de verschillende ERP-systemen wordt de kostprijs bepaald aan de hand van de fifo-methode (first in, first out) of op basis van de gewogen gemiddelde methode. Voor verwerkte voorraden betekent kostprijs de volledige kost, inclusief alle directe en indirecte productiekosten, nodig om de voorraaditems tot het stadium van afwerking van de balansdatum te brengen. De nettomarktprijs is de geschatte verkoopwaarde onder normale voortzetting van de activiteit, verminderd met de kosten van voltooiing en de kosten van verkoop.
Een voorziening dient uitsluitend te worden opgenomen als en slechts als de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; het waarschijnlijk is (dat wil zeggen, meer kans dat het gebeurt dan niet) dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen; en het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
Het bedrag van de voorziening is gebaseerd op een schatting naar best vermogen van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichtingen op balansdatum af te handelen. Indien nodig, wordt het bedrag van de vereiste uitgaven verdisconteerd.
Er wordt een provisie aangelegd voor terugnameverplichtingen als de JENSEN-GROUP materiaal verkoopt aan een klant en de klant voor dat materiaal een leasingovereenkomst wil afsluiten met een leasingmaatschappij. Indien de klant in gebreke blijft, kan de leasingmaatschappij in bepaalde situaties de JENSEN-GROUP vragen om de machine terug te nemen (zie Financiering, p.30). Op basis van historische gegevens wordt een passend percentage van de openstaande vordering geboekt en teruggenomen a rato van de terugbetaling door de klant.
De Groep voorziet voor een aantal van zijn werknemers in vergoedingen na uitdiensttreding. Deze vergoedingen worden verstrekt onder de vorm van toegezegde bijdragenregelingen en toegezegde pensioenregeling.
Een externe, onafhankelijke actuaris bereidt de berekening voor van de voorzieningen voor personeelsverloningen. De berekening gebeurt op basis van de toekomstigpensioenwaarderingsmethode ('projected unit credit'-methode).
De betaalde bijdragen worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
De boekwaarde op de balansdatum van de toegezegde pensioenregeling wordt bepaald als de contante waarde
van de brutoverplichtingen uit hoofde van het toegezegde pensioenplan, rekening houdend met de nietopgenomen actuariële winsten of verliezen, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen. De nog niet-opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
De opname van actuariële winsten en verliezen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat gebeurt in de periode waarin ze zich voordoen, buiten de winst- en verliesrekening.
Uitgestelde belastingen moeten worden geboekt via de balansmethode voor tijdelijke verschillen die ontstaan tussen de fiscale basis van activa en verplichtingen en hun boekwaarde in de geconsolideerde jaarrekening. De uitgestelde belastingvordering wordt niet genomen als de vordering ontstaat uit de eerste opname van een actief of de verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en op het moment van de transactie geen invloed heeft op de boekhoudkundige of op de fiscale winst (het fiscale verlies).
De uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die wettelijk van toepassing zijn op de balansdatum en die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld.
Uitgestelde belastingvorderingen moeten worden opgenomen als het waarschijnlijk is dat fiscale winsten beschikbaar zullen zijn die voor de uitgestelde belastingvordering kunnen worden aangewend.
Een onderneming dient een uitgestelde belastingverplichting op te nemen voor alle belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen en geassocieerde deelnemingen, tenzij de moedermaatschappij het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld; en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden verrekend, als er een in rechte afdwingbaar recht is om de actuele belastingvorderingen te verrekenen met de actuele belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen verband houden met inkomstenbelastingen die door dezelfde belastinginstantie worden geheven op ofwel dezelfde belastbare entiteit, of verschillende belastbare entiteiten die voornemens zijn om de actuele belastingvorderingen op een nettobasis af te wikkelen.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten courante en uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve in die gevallen waar het bestanddelen betreft die rechtstreeks in 'opbrengsten/uitgaven, direct erkend in eigen vermogen' of in het eigen vermogen geboekt worden. In dat geval worden de belastingen eveneens rechtstreeks ten laste van de 'opbrengsten/uitgaven, direct erkend in eigen vermogen' of het eigen vermogen genomen.
De over de huidige periode verschuldigde inkomstenbelastingen worden berekend op basis van de belastingwetten waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten aan het einde van de rapporteringsperiode in de landen waar de Groep en zijn dochtervennootschappen actief zijn en belastbare inkomsten genereren.
Het management evalueert geregeld standpunten in belastingaangiftes met betrekking tot situaties waarin de toepasselijke fiscale regelgeving vatbaar is voor interpretatie. Het legt waar nodig provisies aan op basis van bedragen die het aan de fiscus verwacht te moeten betalen.
Toe te rekenen kosten zijn kosten die op balansdatum nog niet gemaakt zijn maar die wel toegewezen zijn in de winst- en verliesrekening. Over te dragen opbrengsten zijn opbrengsten die pas gerealiseerd worden in toekomstige periodes.
Financiële instrumenten worden geboekt op transactiedatum. De reële waarde van de financiële instrumenten wordt bepaald d.m.v. verschillende waarderingstechnieken. De Groep gebruikt een waaier van waarderingstechnieken en formuleert hypotheses die gebaseerd zijn op marktomstandigheden die zich voordoen op elke balansdatum.
Handelsvorderingen worden initieel gewaardeerd tegen marktwaarde en vervolgens gewaardeerd tegen ''amortised cost'' (afgeschreven kostprijs) via de effectieve intrestmethode, verminderd met de provisie voor waardeverminderingen. Een provisie voor waardeverminderingen van handelsvorderingen wordt aangelegd als er objectief bewijs is dat de Groep niet alle uitstaande bedragen zal kunnen recupereren. De JENSEN-GROUP neemt de verwachte kredietverliezen over de levensduur van alle handelsvorderingen op. Voor specifieke gevallen geldt dat significante financiële problemen van de schuldenaar, de waarschijnlijkheid dat de schuldenaar failliet zal verklaard worden of een financiële reorganisatie zal ondergaan, het gebrek of het staken van betalingen, evenals toekomstgerichte informatie zoals economische toekomstverwachtingen, regelgevingsklimaat, bbp, werkgelegenheid, politiek of andere externe marktindicatoren, als indicatoren worden erkend die aantonen dat de handelsvordering dient afgewaardeerd te worden. Het bedrag van de provisie is het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de huidige waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de effectieve intrest. Dit kredietrisicobeheer wordt in de hele JENSEN-GROUP toegepast door de individuele entiteiten op basis van de lokale historische gegevens en toekomstgerichte informatie.
De vereenvoudigde benadering wordt toegepast.
Geldbeleggingen en liquide middelen hebben betrekking op kastegoeden, bankdeposito's en kredietlijnen. In de balans worden de kredietlijnen opgenomen onder de korte termijn schulden, leningen.
De schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde op balansdatum.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is een politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Na initiële erkenning worden de financiële instrumenten opgenomen in de balans tegen reële waarde. De boekhoudkundige verwerking van de hieruit voortvloeiende winsten en verliezen is afhankelijk van de aard van de ingedekte positie. Veranderingen in de reële waarde van derivaten die formeel niet toegewezen zijn als financieel instrument of niet in aanmerking komen voor hedge accounting, worden opgenomen in de resultatenrekening.
Het effectieve deel van de winsten of verliezen uit de reële waardeveranderingen van derivaten die als indekkingsinstrument specifiek toegewezen werden ter indekking van de variabiliteit van de kasstromen van een in de balans opgenomen actief of passief, een niet in de balans opgenomen verplichting of een verwachte transactie, wordt opgenomen in de 'opbrengsten/kosten, direct erkend in eigen vermogen'. Op het moment dat de niet in de balans opgenomen verplichting of de verwachte transactie aanleiding geeft tot de effectieve opname van een actief of een passief in de balans, zullen alle gecumuleerde winsten of verliezen die tot dan toe opgenomen werden in de 'opbrengsten/kosten, direct erkend in eigen vermogen', geïncorporeerd worden in de aanschaffings- of boekwaarde van het betrokken actief of passief.
In de andere gevallen wordt de gecumuleerde winst of het gecumuleerde verlies op het financieel instrument uit de 'opbrengsten/kosten, direct erkend in eigen vermogen' overgebracht naar de resultatenrekening op het moment dat de ingedekte transactie zelf de nettowinst of het nettoverlies beïnvloedt. Winsten of verliezen afkomstig van de veranderingen in de tijdswaarde van de derivaten worden niet in rekening genomen in de effectiviteitsbepaling van de indekkingstransactie en worden onmiddellijk in de resultatenrekening geboekt.
Cumulatieve winsten of verliezen met betrekking tot reeds afgelopen derivaten blijven verwerkt als onderdeel van de 'opbrengsten/kosten, direct erkend in eigen vermogen', zolang het waarschijnlijk is dat de afgeleide transactie zich zal voordoen. Dergelijke transacties worden verwerkt zoals beschreven in voorgaande paragraaf. Indien de ingedekte transactie niet langer waarschijnlijk blijkt, worden alle gecumuleerde niet-gerealiseerde winsten of verliezen op dat moment overgedragen van de totale overige inkomsten naar de resultatenrekening.
De leningen worden initieel opgenomen onder hun reële waarde exclusief transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd volgens afgeschreven kostprijs. Het verschil tussen de opbrengst (exclusief transactiekosten) en de aflossingswaarde wordt opgenomen in de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve intrestmethode.
Wanneer een vaste activa (of een groep) hoogstwaarschijnlijk verkocht zal worden, dan wordt ze in de balans apart opgenomen onder de activa te koop en gewaardeerd aan de laagste van de boekwaarde of de marktwaarde, min de kosten die nodig zijn om de activa te verkopen.
De geconsolideerde financieringstabel geeft een overzicht van de gegenereerde cashflow tijdens het boekjaar en dit voor operationele kasstromen, investerings- en financieringsactiviteiten.
Acquisitie per acquisitie waardeert de Groep een niet-controlerend belang in de overgenomen onderneming aan reële waarde of aan het proportioneel deel van het niet-controlerend belang in de nettovermogenswaarde van de overgenomen onderneming.
De onderneming is actief in een enkel bedrijfssegment, namelijk de heavy-duty wasserij-sector.
Alle boekjaren omvatten 12 maanden van activiteit, beginnend op 1 januari van elk jaar.
Er zijn twee wijzigingen in de waarderingregels die gebruikt werden bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening per 31 december 2018. Deze wijzigingen hebben betrekking op de invoering van IFRS 16 en op de invoering van IFRIC 23:
De nieuwe IFRS-standaard voor leaseovereenkomsten, IFRS 16, is van kracht vanaf 1 januari 2019. De nieuwe standaard vereist dat huurders bijna alle leaseovereenkomsten in de balans opnemen die het gebruiksrecht van een actief gedurende de leaseperiode weerspiegelen, alsmede de daarmee samenhangende leaseverplichting voor betalingen die de huurder gedurende de leaseperiode aan de verhuurder moet verrichten. IFRS 16 vervangt IAS 17 Leaseovereenkomsten, IFRIC 4 Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat, SIC-15 Operationele lease-aanmoedigingspremies en SIC-27 Evaluatie van de inhoud van transacties waarbij de juridische vorm van een leaseovereenkomst is betrokken.
De Groep treedt voornamelijk op als leasingnemer in het kader van leasecontracten voor gebouwen, voertuigen en computerapparatuur.
De Groep heeft IFRS 16 toegepast op 1 januari 2019, in overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS 16, waarbij de gewijzigde retroactieve benadering wordt toegepast. Daarom heeft de Groep ervoor gekozen om het gebruiksrecht van de activa te waarderen tegen een bedrag dat gelijk is aan de leaseverplichting, aangepast met het bedrag van de vooruitbetaalde of te betalen leasebetalingen met betrekking tot deze leaseovereenkomsten die onmiddellijk voor de eerste toepassing in de balans zijn opgenomen. Bijgevolg werd het gecumuleerde effect van de toepassing van IFRS 16 opgenomen als een aanpassing van de openingsbalans van de ingehouden winsten per 1 januari 2019, zonder herwaardering van de vergelijkende cijfers.
De Groep heeft de volgende praktische regels toegepast, zoals toegestaan door IFRS 16, op de overgangsdatum:
y Geen herbeoordeling of een contract op de datum van eerste toepassing een leaseovereenkomst is of bevat. In plaats daarvan heeft de Groep IFRS 16 toegepast op contracten die voorheen werden geïdentificeerd als leaseovereenkomsten, met toepassing van IAS 17 Leaseovereenkomsten en IFRIC 4 Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat;
De Groep heeft geen andere belangrijke huurcontracten dan deze opgenomen onder de nieuwe IFRS 16-richtlijn.
Bij de overgang werden de leaseverplichtingen gewaardeerd tegen de contante waarde van de resterende leasebetalingen (voor het gebouw: intentie om te blijven), verdisconteerd met behulp van de marginale rentevoet van de huurder per 1 januari 2019. Onze gewogen gemiddelde marginale rentevoet, toegepast op de leaseverplichtingen op 1 januari 2019, bedroeg 2,5%. De leaseovereenkomsten worden opgenomen als een actief voor gebruiksrecht en een overeenkomstige verplichting. Het actief met gebruiksrecht wordt lineair afgeschreven over de gebruiksduur van het actief op lineaire basis. De volgende bedragen werden opgenomen per 1 januari 2019:
Vaste activa - Gebruiksrecht activa - Gebouw: + 14,7 miljoen euro Vaste activa - Gebruiksrecht activa - Overige: + 1,4 miljoen euro Leaseverplichtingen op lange termijn: + 13,1 miljoen euro Leaseverplichtingen op korte termijn: + 3,0 miljoen euro
De impact op 31 december 2019 is als volgt: Impact op het bedrijfsresultaat of EBIT (Earnings before Interest and Taxes): + 0,4 miljoen euro Impact op de bedrijfscashflow of EBITDA (Earnings before Interest, Taxes, Depreciation and Amortisation): +3,2 miljoen euro Impact op het financieel resultaat: - 0,4 miljoen euro Impact op het nettoresultaat: 0 miljoen euro
Sinds 1 januari 2019 past de Groep de volgende waarderingsregels toe met betrekking tot IFRS 16:
De Groep erkent de activa voor gebruiksrecht op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst (d.w.z. de datum waarop het onderliggende actief beschikbaar is voor gebruik). Gebruiksrechtvorderingen worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, en aangepast voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen. De kostprijs van activa met een gebruiksrecht omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, de initiële directe kosten en de leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst zijn gedaan, verminderd met de ontvangen leasebonussen.
Tenzij de Groep redelijk zeker is dat de eigendom van het geleasde actief op het einde van de leaseperiode wordt verkregen, worden de opgenomen activa met recht van gebruik lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur of, indien deze korter is, de leaseperiode. Activa met een gebruiksrecht zijn onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen.
Op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op tegen de contante waarde van de over de leaseperiode te verrichten leasebetalingen. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen (in wezen ook vaste betalingen), verminderd met eventuele te ontvangen huurincentives, variabele leasebetalingen die afhankelijk zijn van een index of een rentevoet, en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald onder restwaardegaranties. De leasebetalingen omvatten ook de uitoefenprijs van een aankoopoptie waarvan redelijk zeker is dat deze door de Groep zal worden uitgeoefend en de betaling van boetes voor het beëindigen van een lease-overeenkomst, indien de leaseperiode een weerspiegeling is van het feit dat de Groep de optie tot beëindiging van de overeenkomst uitoefent. De variabele leasebetalingen die niet afhankelijk zijn van een index of een rentevoet worden als kost opgenomen in de periode waarop de gebeurtenis of voorwaarde die de betaling veroorzaakt, zich voordoet.
De Groep presenteert de betaalde rente op haar leaseverplichtingen als financieringsactiviteiten in het kasstroomoverzicht. Variabele betalingen en bedragen betaald voor korte termijn en lage waarde huurcontracten worden gepresenteerd onder de lijn operationele activiteiten.
Bij de berekening van de contante waarde van de leasebetalingen gebruikt de Groep de marginale leenrentevoet op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst indien de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst niet onmiddellijk kan worden bepaald. Na de aanvangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de toename van de rente te weerspiegelen en verlaagd voor de betaalde leasebetalingen. Daarnaast wordt de boekwaarde van de leaseverplichtingen geherwaardeerd indien er sprake is van een wijziging, een wijziging in de leaseperiode, een wijziging in de inhoudelijke vaste leasebetalingen of een wijziging in de beoordeling van de aankoop van het onderliggende actief.
De Groep past de vrijstelling voor kortetermijnleasing toe op de kortetermijnleasing van machines en uitrusting (d.w.z. deze die een leaseperiode van 12 maanden of minder vanaf de aanvangsdatum hebben en geen aankoopoptie bevatten). Ze past ook de vrijstelling van de erkenning van de lease van laagwaardige activa toe op de lease van kantooruitrusting die als laagwaardig wordt beschouwd (d.w.z. minder dan 5.000 euro). Leasebetalingen voor kortetermijn- en leasing van laagwaardige activa worden lineair ten laste genomen over de leaseperiode.
De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare looptijd van de leaseovereenkomst, samen met eventuele perioden die worden gedekt door een optie om de leaseovereenkomst te verlengen indien er een redelijke zekerheid bestaat dat deze zal worden uitgeoefend, of perioden die worden gedekt door een optie om de leaseovereenkomst te beëindigen indien er een redelijke zekerheid bestaat dat deze niet zal worden uitgeoefend.
De Groep beoordeelt of het redelijk zeker is dat de optie tot verlenging zal worden uitgeoefend. Dat wil zeggen, de Groep houdt rekening met alle relevante factoren die voor haar een economische stimulans vormen om de optie tot verlenging uit te oefenen. Na de aanvangsdatum beoordeelt de Groep de leaseperiode opnieuw indien er zich een belangrijke gebeurtenis of wijziging in de omstandigheden voordoet die binnen haar macht ligt en die van invloed is op haar vermogen om de optie tot verlenging al dan niet uit te oefenen (bijvoorbeeld een wijziging in haar bedrijfsstrategie).
IFRIC 23 – Onzekerheid over de behandeling van de inkomstenbelasting is van kracht vanaf 1 januari 2019. De JENSEN-GROUP gebruikte de 'expected value'-methode, schatte de onzekere belastingsposities in en besloot een provisie aan te leggen voor een bedrag van 0,4 miljoen euro. Het bedrag heeft betrekking op fiscaal aftrekbare uitgaven die bij een eventuele belastingcontrole kunnen worden aangevochten. Deze voorziening wordt rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de JENSEN-GROUP nv en alle dochtervennootschappen die zij controleert.
Op 27 maart 2019 verhoogde de JENSEN-GROUP zijn participatie in TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve Tikaret Sirketi A.S., Turkije, met 6,34% tot 49%. Aangezien de JENSEN-GROUP slechts een deelneming van 49% bezit en geen controle heeft over de vennootschap, wordt deze deelneming geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.
Op 2 januari 2018 verwierf de JENSEN-GROUP een participatie van 30% in Inwatec ApS (Denemarken). Aangezien de JENSEN-GROUP slechts een deelneming van 30% bezit en geen controle heeft over de vennootschap, wordt deze deelneming geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.
In 2018 heeft de JENSEN-GROUP zijn participatie in TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve Tikaret Sirketi A.S., Turkije, met 6,33% verhoogd tot 42,66%. De JENSEN-GROUP heeft geen controle heeft over de onderneming en dus wordt deze participatie geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.
De raad van bestuur controleert de resultaten van de Groep en heeft één enkel segment geïdentificeerd voor zijn bedrijf. De volledige wasserijsector kan worden opgedeeld in consumentenmarkt, commerciële en heavyduty wasserijen. De entiteiten van de JENSEN-GROUP bedienen eindklanten in de heavy-duty wasserijsector. Ze werken volgens hetzelfde proces. De JENSEN-GROUP verkoopt zijn producten en diensten onder de merknamen JENSEN en ALPHA by JENSEN via eigen verkoopkantoren en via onafhankelijke distributeurs wereldwijd. Op die manier is de JENSEN-GROUP slechts actief in een enkel bedrijfssegment.
De volgende tabel geeft informatie over omzet en activa op basis van de geografische locaties van de Groep. De basis voor de toewijzing van de omzet is de locatie van de klant:
| Europa + GOS | Verenigde Staten | (Midden) Oosten, Australië |
TOTAAL | Toewijsbaar aan België |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 |
| Opbrengsten uit externe verkopen |
193.802 | 195.986 | 77.552 | 85.908 | 60.824 | 61.888 | 332.178 | 343.782 | 14.637 | 21.204 |
| Overige segment informatie |
||||||||||
| Segment activa | 44.263 | 31.505 | 3.949 | 1.401 | 9.299 | 4.205 | 57.511 | 37.111 | 96.959 | 97.026 |
| Niet-toegewezen activa |
219.155 | 218.545 | ||||||||
| Totaal activa | 276.666 | 255.656 | ||||||||
| Investeringen | -6.757 | -4.696 | -2.220 | -215 | -173 | -612 | -9.150 | -5.523 |
Het verschil tussen de vaste activa in bovenstaande tabel (57,5 miljoen euro) en de vaste activa in de geconsolideerde balans (62,6 miljoen euro) is toe te schrijven aan de uitgestelde belastingen (5,1 miljoen euro).
| (in duizend euro) | Know-how | Goodwill | Overige activa | Licenties | TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|
| Bruto boekwaarde per 1 januari 2018 | 343 | 8.896 | 432 | 830 | 10.501 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | -48 | 0 | 8 | -40 |
| Toevoegingen | 0 | 0 | 0 | 10 | 10 |
| Buitengebruikstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2018 | 343 | 8.848 | 432 | 848 | 10.471 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | -6 | 0 | 0 | -6 |
| Toevoegingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht en buitengebruikstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2019 | 343 | 8.842 | 432 | 848 | 10.465 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en waarde verminderingen per 1 januari 2018 |
343 | 1.973 | 432 | 724 | 3.472 |
| Toevoegingen | 0 | 8 | 0 | 57 | 65 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en waarde verminderingen per 31 december 2018 |
343 | 1.981 | 432 | 781 | 3.537 |
| Toevoegingen | 0 | 0 | 0 | 29 | 29 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en waarde verminderingen per 31 december 2019 |
343 | 1.981 | 432 | 810 | 3.566 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2018 | 0 | 6.867 | 0 | 67 | 6.934 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2019 | 0 | 6.861 | 0 | 38 | 6.899 |
De knowhow heeft betrekking op de technologie voor specifieke vouwmachines, aangekocht bij de acquisitie van JENSEN Italia s.r.l.
De goodwill is voornamelijk ontstaan bij de overname van JENSEN Australië, JENSEN Austria, JENSEN Benelux, JENSEN France, JENSEN Italia, JENSEN Norway, JENSEN Spain , JENSEN Sverige (Zweden) en JENSEN Zwitserland.
De JENSEN-GROUP stelt de eenheden die kasstromen genereren gelijk met de Groep. De JENSEN-GROUP ondersteunt de heavy-duty wasserijsector wereldwijd door duurzame enkelvoudige machines, systemen en geïntegreerde oplossingen te ontwikkelen en te leveren. Het succes van de JENSEN-GROUP zit in de combinatie van globale kennis en lokale aanwezigheid. De vaste activa van de fabrieken worden samen beheerd, en de kasstromen die gegenereerd worden door het gebruik van deze fabrieken komen van één groep internationale klanten. Deze worden voorzien van dezelfde producten om de activiteiten in heavy-duty wasserijen te optimaliseren. Voor de testen op waardeverminderingen worden de activa van de fabrieken daarom toegewezen aan één afdeling die de kasstromen genereert.
Goodwill wordt op jaarbasis getest op mogelijk waardeverlies. Er worden een aantal kritische beoordelingen, veronderstellingen en schattingen gedaan volgens een reële waardebenadering, waarbij een verdisconteerde vrije kasstroom benadering gehanteerd wordt. De JENSEN-GROUP is van mening dat zijn schattingen zeer redelijk zijn; ze zijn gebaseerd op ervaringen, externe informatiebronnen (zoals het langetermijngroeipercentage en de verdisconteringsvoet) en geven de best mogelijke inschatting van het management weer. De realiseerbare waarde van de goodwill werd bepaald op basis van berekeningen van de waarde in gebruik voor de kasstroomgenererende eenheid waaraan het is toegeschreven.
De belangrijkste beoordelingen, veronderstellingen en schattingen voor de kasstroomgenererende eenheid zijn:
Een gevoeligheidsanalyse maakt deel uit van de waarderingstest. Die wordt uitgevoerd voor belangrijke veronderstellingen die gehanteerd werden, waaronder de gewogen gemiddelde kapitaalkost, de vrije cashflow en het langetermijngroeipercentage. Indien een van de volgende individuele minder gunstige veronderstellingen zou voorkomen, zou dit niet leiden tot een bijzondere waardevermindering van goodwill: een gewogen gemiddelde kapitaalkost van 10%, een vrije cashflow van 95% van de verwachte vrije cashflows gebruikt voor de berekening van de waarderingstest en een langetermijngroeipercentage van 1%. De JENSEN-GROUP heeft de jaarlijkse impairment test op goodwill afgerond en hieruit geconcludeerd dat geen bijzondere waardevermindering noodzakelijk is.
Hoewel de JENSEN-GROUP van mening is dat zijn beoordelingen, veronderstellingen en schattingen geschikt zijn, kunnen werkelijke resultaten afwijken van deze inschattingen in geval van andere veronderstellingen en voorwaarden.
De licenties verwijzen naar de kapitalisatie van de licentiekosten van het ERP-systeem en andere IT-middelen.
Ontwikkelingskosten voor 7,6 miljoen euro (6,2 miljoen euro in 2018) werden in kosten genomen gedurende het jaar. Deze kosten zijn opgenomen in de posten 'Diensten en overige goederen', 'Personeelsverloningen en -bijdragen' en 'Afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen'.
| (in duizend euro) | Terreinen en gebouwen |
Installaties, machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Recht op gebruik van activa |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bruto boekwaarde per 1 januari 2018 |
30.164 | 28.010 | 11.086 | 36 | 410 | 69.706 | |
| Wisselkoersverschillen | 293 | 2 | 16 | 0 | 1 | -1 | 312 |
| Toevoegingen | 357 | 683 | 2.008 | 0 | 0 | 65 | 3.113 |
| Buitengebruikstellingen | 0 | -280 | -1.142 | 0 | -4 | 0 | -1.427 |
| Overdrachten | 0 | 179 | 167 | 0 | 0 | -346 | 0 |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2018 |
30.813 | 28.594 | 12.135 | 0 | 33 | 128 | 71.704 |
| Wisselkoersverschillen | 138 | 95 | 66 | -5 | 0 | 14 | 308 |
| Boeking in consolidatie | 16.396 | 16.396 | |||||
| Toevoegingen | 2.687 | 523 | 1.663 | 257 | 0 | 3.644 | 8.775 |
| Buitengebruikstellingen | 0 | -193 | -777 | -320 | -30 | 0 | -1.320 |
| Overdrachten | 2 | 221 | -136 | 0 | 0 | -87 | 0 |
| Bruto boekwaarde per 31 december 2019 |
33.640 | 29.241 | 12.951 | 16.328 | 3 | 3.698 | 95.863 |
| Gecumuleerde afschrijvingen per 1 januari 2018 |
18.939 | 19.148 | 7.328 | 0 | 36 | 0 | 45.451 |
| Wisselkoersverschillen | 149 | 18 | 24 | 0 | -4 | 0 | 186 |
| Afschrijvingen | 2.040 | 2.010 | 1.512 | 0 | 1 | 0 | 5.563 |
| Buitengebruikstellingen | 0 | -172 | -854 | 0 | 0 | 0 | -1.026 |
| Overdrachten | 0 | -54 | 54 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Gecumuleerde afschrijvingen per 31 december 2018 |
21.128 | 20.950 | 8.065 | 0 | 33 | 0 | 50.175 |
| Wisselkoersverschillen | 93 | 52 | 50 | 4 | -1 | 0 | 198 |
| Afschrijvingen | 799 | 1.818 | 1.684 | 2.847 | 1 | 0 | 7.150 |
| Buitengebruikstellingen | 0 | -123 | -740 | -49 | -30 | 0 | -941 |
| Overdrachten | 0 | 175 | -176 | 0 | -1 | ||
| Gecumuleerde afschrijvingen per 31 december 2019 |
22.020 | 22.872 | 8.883 | 2.802 | 3 | 0 | 56.580 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2018 |
9.686 | 7.645 | 4.071 | 0 | 0 | 128 | 21.529 |
| Netto boekwaarde per 31 december 2019 |
11.620 | 6.369 | 4.068 | 13.526 | 0 | 3.698 | 39.282 |
In de loop van 2019 stegen de netto materiële vaste activa met 17,8 miljoen euro. Van deze stijging heeft 13,5 miljoen euro betrekking op IFRS 16, de nieuwe standaard die vereist dat huurders bijna alle leaseovereenkomsten die het gebruiksrecht van een actief over de huurtermijn weerspiegelen, in de balans opnemen. We verwijzen naar Toelichting 1 Waarderingsregels voor meer details.
De investeringen in 2019 hadden voornamelijk betrekking op de herstelling van het gebouw in JENSEN USA na de impact van de orkaan Michael, de uitbreiding van het gebouw in Zweden, de aankoop en uitbreiding van het Inwatec-gebouw, en de aankoop van uitrusting en voertuigen.
De investeringen in 2018 hadden voornamelijk betrekking op apparatuur en voertuigen.
De netto boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 6,8 miljoen euro (4,6 miljoen euro in december 2018).
De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen zijn toewijsbaar aan de volgende rubrieken:
| (in duizend euro) | 31 december 2017 |
Debet/credit verlies- en winstrekening |
Debet/ credit eigen vermogen |
Wisselkoers verschillen |
31 december 2018 |
31 december 2018 Uitgestelde belastings vorderingen |
31 december 2018 Uitgestelde belastings schulden |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voorraden | 122 | -1.388 | 0 | 0 | -1.266 | -1.616 | 350 |
| Vaste activa | 457 | 6 | 0 | 0 | 463 | 594 | -131 |
| Provisies | 4.758 | -278 | -384 | 0 | 4.096 | 4.327 | -231 |
| Fiscale verliezen | 156 | 70 | 0 | 0 | 226 | 122 | 104 |
| Uitgestelde belastingen op verschillen tussen fiscaal en statutair resultaat |
-135 | 111 | 0 | 236 | 212 | 355 | -143 |
| Wisselkoersverschillen op permanente financiering |
-657 | -81 | -738 | -738 | |||
| Financiële instrumenten | -5 | 57 | -58 | 0 | -6 | -6 | 0 |
| Totaal activa uitgestelde belastingen (netto) |
4.696 | -1.503 | -442 | 236 | 2.987 | 3.776 | -789 |
| (in duizend euro) | 31 december 2018 |
Debet/credit verlies- en winstrekening |
Debet/ credit eigen vermogen |
Wisselkoers verschillen |
31 december 2019 |
31 december 2019 Uitgestelde belastings vorderingen |
31 december 2019 Uitgestelde belastings schulden |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voorraden | -1.266 | 685 | 0 | 0 | -581 | -272 | -309 |
| Vaste activa | 463 | -30 | 0 | 0 | 433 | 263 | 170 |
| Provisies | 4.096 | -86 | 504 | 0 | 4.514 | 4.559 | -45 |
| Fiscale verliezen | 226 | -103 | 0 | 0 | 123 | 117 | 6 |
| Uitgestelde belastingen op verschillen tussen fiscaal en statutair resultaat |
212 | -20 | 0 | 251 | 443 | 398 | 45 |
| Wisselkoersverschillen op permanente financiering |
-738 | -34 | -772 | -772 | |||
| Financiële instrumenten | -6 | 80 | -52 | 0 | 22 | 22 | |
| Totaal activa uitgestelde belastingen (netto) |
2.987 | 492 | 452 | 251 | 4.182 | 5.087 | -905 |
De verdeling tussen de uitgestelde belastingvorderingen op lange en korte termijn is als volgt:
| (in duizend euro) | Uitgestelde belastingen |
|
|---|---|---|
| Lange termijn | 3.292 | |
| Korte termijn | 891 | |
| Totaal activa uitgestelde belastingen | 4.182 |
De uitgestelde belastingen hebben voornamelijk betrekking op JENSEN USA (1,0 miljoen euro), JENSEN Italia (0,4 miljoen euro), JENSEN AG Burgdorf (0,7 miljoen euro) en JENSEN GmbH (1,7 miljoen euro).
De uitgestelde belastingvorderingen worden erkend omdat het management en de raad van bestuur ervan overtuigd zijn, conform de waarderingsregels van de onderneming, dat deze uitgestelde belastingvorderingen binnen een redelijke periode kunnen gerealiseerd worden.
De stijging heeft met name betrekking op de uitgestelde belastingen die verband houden met tijdelijke verschillen met betrekking tot de personeelsverloningen. De personeelsverloningen namen toe als gevolg van lagere verdisconteringsvoeten. We verwijzen naar Toelichting 10 voor meer details.
| (in duizend euro) | 31 december 2019 | 31 december 2018 |
|---|---|---|
| Inkomsten uit projecten | 332.178 | 343.782 |
| Contractactiva | 41.466 | 45.775 |
| Contractpassiva | 10.360 | 14.463 |
De bovenstaande contractactiva vertegenwoordigen het recht van de Groep op een vergoeding in ruil voor goederen of diensten die de Groep heeft overgedragen aan een klant. Bedragen konden echter nog niet worden gefactureerd omdat het recht op vergoeding nog niet onvoorwaardelijk is, omdat er nog aanvullende verplichtingen aan de klant moeten worden voldaan.
De projecten worden gewaardeerd op basis van de 'percentage of completion'-methode. Op 31 december 2019 was in de contractactiva 8,0 miljoen euro gecumuleerde winst opgenomen (12,4 miljoen euro op 31 december 2018).
De inkomsten hebben te maken met verkoopcontracten. De betalingsvoorwaarden worden per verkoopcontract individueel onderhandeld. Het facturatieschema en de typische timing van de betaling wijken niet materieel af van het model van opbrengstverantwoording. Het doel is dat de betalingen een afspiegeling zijn van het tijdstip waarop aan de prestatieverplichting wordt voldaan.
Wij hebben voor 20,1 miljoen euro aan uitstaande prestatieverplichtingen die voortvloeien uit lopende contracten (27,6 miljoen euro op 31 december 2018). Er zijn uitstaande prestatieverplichtingen voor contracten tot en met 2024.
De reconciliatie van de contractactiva en -passiva is als volgt:
| (in duizend euro) | Contract activa | Contract passia |
|---|---|---|
| 31 december 2018 | 45.775 | 14.463 |
| Addities | 281.000 | 140.010 |
| Terugnames | -285.443 | -144.231 |
| Uitzonderlijke afschrijvingen | 0 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 133 | 118 |
| 31 december 2019 | 41.466 | 10.360 |
De waardeverminderingen op contractactiva zijn niet van materieel belang, aangezien de JENSEN-GROUP de productie pas opstart wanneer de Vennootschap een order ontvangt.
| (in duizend euro) | 31 december 2019 | 31 december 2018 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 75.539 | 85.178 |
| Provisies voor dubieuze debiteuren | -2.824 | -3.300 |
| Belastingen | 1.595 | 2.910 |
| Overige vorderingen | 2.903 | 2.772 |
| Contractactiva | 41.466 | 45.775 |
| Overlopende rekeningen | 2.153 | 1.706 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 79 | 131 |
| Totaal handels- en overige vorderingen | 120.911 | 135.171 |
| Verminderd met vorderingen op meer dan 1 jaar | ||
| Handelsvorderingen | 2.941 | 1.015 |
| Overige vorderingen | 814 | 619 |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 3.755 | 1.634 |
| Handels- en overige vorderingen op minder dan 1 jaar | 117.156 | 133.537 |
In de overige vorderingen zijn garanties opgenomen voor 0,6 miljoen euro. De toename van de vorderingen op lange termijn houdt verband met de factoring van de handelsvorderingen. Aangezien de controle niet substantieel wordt overgedragen aan de derde partij, leidt de factoringregeling niet tot de verwijdering van een bedrag op de balans.
De handelsvorderingen namen af omdat het bedrag van vorig jaar een groot uitstaand bedrag omvatte dat begin 2019 werd betaald.
Op basis van de waarderingsregel waarbij vorderingen en schulden niet tegen elkaar mogen gecompenseerd worden, zijn de ontvangen voorschotten, vooral voor projectactiviteiten, opgenomen in contractverplichtingen.
Op 31 december 2019 bedroeg het aandelenkapitaal 30,7 miljoen euro en bestond het uit 7.818.999 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er waren geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volstort.
Op 31 december 2018 bedroeg het aandelenkapitaal 30,7 miljoen euro en bestond het uit 7.818.999 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er waren geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volstort.
Hierna wordt verdere informatie weergegeven over de staat van het kapitaal per 31 december 2019 en 2018.
| STAAT VAN HET KAPITAAL (toestand op 31 december 2019) | Bedragen (in duizend euro) |
Aantal aandelen | |
|---|---|---|---|
| A. A. Maatschappelijk kapitaal | |||
| 1. Geplaatst kapitaal |
|||
| - Per einde van het vorig boekjaar |
30.710 | ||
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar |
0 | ||
| - Per einde van het boekjaar |
30.710 | ||
| 2. Samenstelling van het kapitaal | |||
| 2 1.Gewone aandelen zonder nominale waarde | 30.710 | 7.818.999 | |
| 2 2.Aandelen op naam of aan toonder | |||
| - Op naam |
4.319.987 | ||
| - Gedematerialiseerd |
3.499.012 | ||
| B. Eigen aandelen gehouden door | |||
| - de vennootschap zelf of door één van haar dochters |
0 | 0 | |
| C. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen | |||
| 1. Als gevolg van uitoefening van conventierechten |
0 | 0 | |
| 2. Als gevolg van de uitoefening van warranten | 0 | 0 | |
| D. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal | 30.710 |
Volgende kennisgevingen van deelname in aandelen die het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen, werden ontvangen:
JENSEN INVEST A/S, Ejnar Jensen Vej 1, 3700 Rønne, Denmark Aantal aandelen Totaal % - Aantal aandelen 4.253.781 7.818.999 54,40% - Stemrecht 4.253.781 7.818.999 54,40% De controleketen is als volgt: JENSEN Invest A/S heeft 54% van de aandelen van JENSEN-GROUP NV. De erfgenamen van de heer Jørn M. Jensen houden 0,03% van de aandelen in JENSEN-GROUP NV. JF Tenura Aps houdt 100% van de aandelen in Jensen Invest A/S. SWID AG, vertegenwoordigd door Dhr Jesper M. Jensen bezit en controleert 51% van de aandelen in JF Tenura Aps. De resterende 49% van de aandelen in JF Tenura Aps worden gehouden door mevrouw Anne Munch Jensen en Mevrouw Karine Munk Finser als de uiteindelijke begunstigden van The Jörn Munch Jensen and Lise Munch Jensen Family Trust.
| 25, rue de Courcelles 75008 PARIS France | |||
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen | Totaal | % | |
| - Aantal aandelen |
403.429 | 7.818.999 | 5,16% |
| - Stemrecht |
403.429 | 7.818.999 | 5,16% |
De controleketen is als volgt: Lazard Frères Gestion SAS wordt gecontroleerd door Compagnie Financière Lazard Frères SAS, Compagnie Financière Lazard Frères SAS wordt gecontroleerd door Lazard Group LLC, Lazard Group LLC wordt gecontroleerd door Lazard Ltd. Lazard Frères Gestion SAS treedt onafhankelijk op van Compagnie Financière Lazard Frères, Lazard Group LLC, Lazard Ltd en van de rest van de Lazard Group, inclusief Lazard Asset Management, een vennootschap onder Amerikaans recht.
| STAAT VAN HET KAPITAAL (toestand op 31 DECEMBER 2018) | Bedragen (in duizend euro) |
Aantal aandelen |
|---|---|---|
| A. Maatschappelijk kapitaal | ||
| 1. Geplaatst kapitaal |
||
| - Per einde van het vorig boekjaar |
30.710 | |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar |
0 | |
| - Per einde van het boekjaar |
30.710 | |
| 2. Samenstelling van het kapitaal | ||
| 2 1.Gewone aandelen zonder nominale waarde | 30.710 | 7.818.999 |
| 2 2.Aandelen op naam of aan toonder | ||
| - Op naam |
4.214.009 | |
| - Gedematerialiseerd |
3.604.990 | |
| B. Eigen aandelen gehouden door | ||
| - de vennootschap zelf of door één van haar dochters |
0 | 0 |
| C. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen | ||
| 1. Als gevolg van uitoefening van conventierechten |
0 | 0 |
| 2. Als gevolg van de uitoefening van warranten | 0 | 0 |
| D. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal | 30.710 |
Volgende kennisgevingen van deelname in aandelen die het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen, werden ontvangen:
| JENSEN INVEST A/S, Ejnar Jensen Vej 1, 3700 Rønne, Denmark | |||
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen | Totaal | % | |
| - Aantal aandelen |
4.153.781 | 7.818.999 | 53,12% |
| - Stemrecht |
4.153.781 | 7.818.999 | 53,12% |
De controleketen is als volgt: JENSEN Invest A/S heeft 53% van de aandelen van JENSEN-GROUP NV. De erfgenamen van de heer Jørn M. Jensen houden 0,02% van de aandelen in JENSEN-GROUP NV. JF Tenura Aps houdt 100% van de aandelen in Jensen Invest A/S. SWID AG, vertegenwoordigd door Dhr Jesper M. Jensen bezit en controleert 51% van de aandelen in JF Tenura Aps. De resterende 49% van de aandelen in JF Tenura Aps worden gehouden door mevrouw Anne Munch Jensen en Mevrouw Karine Munk Finser als de uiteindelijke begunstigden van The Jörn Munch Jensen and Lise Munch Jensen Family Trust.
| 25, rue de Courcelles 75008 PARIS France | |||
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen | Totaal | % | |
| - Aantal aandelen |
403.429 | 7.818.999 | 5,16% |
| - Stemrecht |
403.429 | 7.818.999 | 5,16% |
De controleketen is als volgt: Lazard Frères Gestion SAS wordt gecontroleerd door Compagnie Financière Lazard Frères SAS, Compagnie Financière Lazard Frères SAS wordt gecontroleerd door Lazard Group LLC, Lazard Group LLC wordt gecontroleerd door Lazard Ltd. Lazard Frères Gestion SAS treedt onafhankelijk op van Compagnie Financière Lazard Frères, Lazard Group LLC, Lazard Ltd en van de rest van de Lazard Group, inclusief Lazard Asset Management, een vennootschap onder Amerikaans recht.
Elk aandeel heeft één stem. De stemrechten zijn in overeenstemming met het Wetboek van Vennootschappen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de stemrechten.
De regelingen betreffende de overdracht van aandelen zijn in overeenstemming met het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de overdracht van aandelen.
De uitgiftepremie is voornamelijk het gevolg van de fusie met LSG, dat daarna de naam JENSEN-GROUP kreeg.
De eindbalans van de uitgiftepremie bedraagt 5,8 miljoen euro.
De statuten (art. 11) staan de raad van bestuur toe om eigen aandelen terug te kopen.
De JENSEN-GROUP heeft geen eigen aandelen. Er loopt geen inkoopprogramma.
De geconsolideerde jaarrekening wordt in dit jaarverslag uitgedrukt in duizend euro. Alle posten van de balans van buitenlandse vennootschappen worden omgerekend in euro, de valuta waarin de vennootschap werkt en ze de cijfers rapporteert, aan de wisselkoers per einde van het boekjaar, met uitzondering van het eigen vermogen, dat aan historische koers wordt opgenomen. De resultatenrekeningen worden omgezet aan de gemiddelde koers van het boekjaar. De wisselkoersverschillen die aldus ontstaan uit de omzetting van het eigen vermogen en de resultatenrekeningen worden afzonderlijk vermeld op het passief onder de post 'omrekeningsverschillen'.
De wisselkoersverschillen die ontstaan uit de omzetting van de netto-investeringen in de buitenlandse activiteiten worden opgenomen in overige resultaten. In totaal wordt 0,2 miljoen euro aan wisselkoersverlies van de financiële resultaten naar overige resultaten overgedragen.
| Valuta | Gemiddelde koers | Slotkoers | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | ||
| AED | 4,1123 | 4,3387 | 4,1187 | 4,2027 | |
| AUD | 1,6106 | 1,5799 | 1,5995 | 1,6220 | |
| BRL | 4,4135 | 4,3087 | 4,5157 | 4,4440 | |
| CHF | 1,1127 | 1,1549 | 1,0854 | 1,1269 | |
| CNY | 7,7339 | 7,8074 | 7,8205 | 7,8751 | |
| DKK | 7,4661 | 7,4532 | 7,4715 | 7,4673 | |
| EUR | 1,0000 | 1,0000 | 1,0000 | 1,0000 | |
| GBP | 0,8773 | 0,8847 | 0,8508 | 0,8945 | |
| JPY | 122,0567 | 130,4100 | 121,9400 | 125,8500 | |
| NOK | 9,8497 | 9,6006 | 9,8638 | 9,9483 | |
| NZD | 1,6993 | 1,7058 | 1,6653 | 1,7056 | |
| SEK | 10,5867 | 10,2567 | 10,4468 | 10,2548 | |
| SGD | 1,5272 | 1,5928 | 1,5111 | 1,5591 | |
| TRY | 6,3574 | 5,6986 | 6,6843 | 6,0588 | |
| USD | 1,1196 | 1,1815 | 1,1234 | 1,1450 |
De gebruikte wisselkoersen waren:
De Groep stelt zijn termijncontracten op vreemde valuta en intresten voor als kasstroomindekkingen. Het gedeelte winst of verlies op de indekkingsinstrumenten dat als effectieve hedge wordt beschouwd, wordt onmiddellijk in de 'opbrengsten/kosten, direct erkend in eigen vermogen' opgenomen (toelichting 20).
Op jaareinde werd 0,002 miljoen euro op het eigen vermogen geboekt.
Verliezen en winsten op wisselkoerscontracten die per 31 december 2019 op de indekkingsreserve in de 'opbrengsten/kosten, direct erkend in eigen vermogen' geboekt zijn, zullen in de resultatenrekening opgenomen worden op verschillende tijdstippen tussen één en zes maanden.
Verliezen en winsten op de interest rate swap contracten die per 31 december 2019 geboekt zijn op de indekkingsreserve in het eigen vermogen, zullen in de resultatenrekening opgenomen worden a rato van de terugbetaling van de bankleningen.
De JENSEN-GROUP heeft vier toegezegde pensioenregelingen. Net als de vorige jaren heeft de Groep de aangepaste versie van IAS 19 toegepast. De Groep maakt dus gebruik van de mogelijkheid om actuariële winsten en verliezen in de 'opbrengsten/kosten, direct erkend in eigen vermogen' te boeken. Het gecumuleerde verlies van de vier regelingen bedraagt 8,1 miljoen euro.
De raad van bestuur stelt aan de aandeelhouders voor om een dividend van 1,00 euro per aandeel goed te keuren. Door het orderboek en de schuldenvrije positie aan het begin van het jaar heeft het management er vertrouwen in dat het jaar 2020 goed van start is gegaan voor de Groep. Het totale bedrag aan dividenden bedraagt 7.818.999,00 euro, gebaseerd op het aantal aandelen op 31 december 2019.
De aandeelhoudersvergadering van mei 2019 besliste om een dividend van 1,00 euro per aandeel uit te keren op het resultaat van 2018, ten bedrage van 7.818.999,00 euro.
De doelstelling van de JENSEN-GROUP bij het kapitaalbeheer is ervoor te zorgen dat de JENSEN-GROUP verder kan functioneren als een 'going concern' om rendement te genereren voor de aandeelhouders en voordelen te bieden aan de andere stakeholders, en om een optimale structuur te behouden die de vermogenskosten minimaliseert.
De korte- en langetermijnleningen kunnen als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2018 |
Opname leningen |
Terugbetaling leningen |
Herklassificatie van LT naar KT |
31 december 2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| LT leningen bij kredietinstellingen | 20.195 | 6.168 | -2.570 | -6.000 | 17.793 |
| LT lening Overige | 198 | 460 | 0 | 0 | 658 |
| LT factoring | 940 | 2.073 | 0 | -550 | 2.463 |
| LT lening - operationele leaseschulden | 0 | 11.026 | 0 | 0 | 11.026 |
| Totaal LT leningen | 21.333 | 19.727 | -2.570 | -6.550 | 31.940 |
| (in duizend euro) | 31 december 2018 |
Opname leningen |
Terugbetaling leningen |
Herklassificatie van LT naar KT |
31 december 2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| Schulden op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen |
572 | 346 | -384 | 6.000 | 6.533 |
| KT leningen bij kredietinstellingen | 5.525 | 2.598 | -253 | 0 | 7.870 |
| Ontvangen betalingen (factoring) | 550 | 205 | -550 | 550 | 755 |
| KT leningen - operationele l easeschulden |
0 | 2.633 | 0 | 0 | 2.633 |
| Totaal KT leningen | 6.646 | 5.782 | -1.187 | 6.550 | 17.792 |
| Totaal van de leningen | 27.979 | 25.510 | -3.757 | 0 | 49.731 |
De financiële schulden stegen van 27,9 miljoen euro per 31 december 2018 tot 49,7 miljoen euro per 31 december 2019. Van deze stijging heeft 13,7 miljoen euro betrekking op IFRS 16, de nieuwe standaard die vereist dat huurders bijna alle lease-overeenkomsten die het gebruiksrecht van een actief weerspiegelen in de balans opnemen, evenals de daarmee samenhangende leaseverplichting voor betalingen die door de huurder aan de verhuurder moeten worden gedaan gedurende de leaseperiode. We verwijzen naar Toelichting 1, Samenvatting van de voornaamste waarderingsregels, voor meer details.
JENSEN Denemarken heeft de hypotheekleningen in de vestiging in Denemarken aan marktconforme voorwaarden geherfinancierd.
De liquide middelen stegen van 33,3 miljoen euro tot 45,4 miljoen euro. Alles samen zorgde dit voor een daling van de netto kas van 5,4 miljoen euro tot 4,4 miljoen euro.
De Groep heeft voor 3,2 miljoen euro handelsvorderingen verdisconteerd, waarvan 2,5 miljoen euro op lange termijn en 0,7 miljoen euro op korte termijn. Omdat de risico's en vergoedingen slechts beperkt aan de andere partij worden overgedragen, leidt de verdiscontering niet tot de verwijdering van een bedrag op de balans.
De volgende tabel geeft de langetermijnleningen weer per vervaldag:
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Tussen 1 en 2 jaar | 3.921 | 7.138 |
| Tussen 2 en 5 jaar | 22.078 | 12.566 |
| Meer dan 5 jaar | 5.941 | 1.629 |
| Totaal LT leningen | 31.940 | 21.333 |
Het risico van de Groep met betrekking tot rentewijzigingen op de leningen en met betrekking tot contractuele herzieningen van de intresten op de leningen voor en na het effect van de IRS (Interest Rate Swaps) is als volgt:
| (in duizend euro) | Minder dan 1 jaar |
Tussen 1 en 2 jaar |
Tussen 2 en 5 jaar |
Meer dan 5 jaar |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|
| Kredietinstelling | 14.403 | 533 | 11.977 | 5.283 | 32.196 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 658 | 658 |
| Ontvangen betalingen (factoring) | 755 | 755 | 1.708 | 0 | 3.218 |
| Operationele leaseschulden | 2.633 | 2.633 | 8.393 | 0 | 13.659 |
| Totaal | 17.791 | 3.921 | 22.078 | 5.941 | 49.731 |
| Indekking IRS | 0 | 119 | 356 | 1.899 | 2.374 |
| Totaal niet-ingedekt | 17.791 | 3.802 | 21.722 | 4.042 | 47.357 |
Het management gaat ervan uit dat de boekwaarde van de leningen aan vaste intrest de werkelijke waarde benadert.
Voor meer details met betrekking tot de IRS, verwijzen we naar Toelichting 20.
Het bedrag van de leningen van de Groep per munt kan als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| EUR | 25.494 | 21.437 |
| DKK | 7.021 | 2.563 |
| NZD | 0 | 258 |
| CNY | 3.557 | 3.721 |
| Totaal | 36.072 | 27.979 |
| Operationele leaseschulden | 13.660 | 0 |
| Totale leningen | 49.732 | 27.979 |
Met betrekking tot de leningen van de Groep worden financiële ratio's opgelegd (solvabiliteit, een positieve EBITDA op jaarbasis en een maximale schuld/EBITDA-ratio). De Groep voldoet aan deze financiële ratio's.
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Hypotheken | 6.486 | 3.282 |
| Garanties gegeven door de moedervennootschap | 9.152 | 6.976 |
| Totaal | 15.638 | 10.258 |
De boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 6,8 miljoen euro.
| (in duizend euro) | December 31 2019 |
December 31 2018 |
|---|---|---|
| Provisies voor pensioenplan Te Bereiken Doel | 15.760 | 13.432 |
| Provisies voor overige pensioenverplichtingen | 434 | 283 |
| Totaal provisies voor personeelsverloningen | 16.194 | 13.715 |
De provisie voor overige pensioenverplichtingen heeft betrekking op een toegezegde bijdragenregeling in Oostenrijk en Duitsland.
JENSEN GmbH, JENSEN France, JENSEN Italia en JENSEN AG Burgdorf voorzien in een toegezegde pensioenregeling. Deze vergoedingen zijn gebaseerd op het salaris van de werknemer en het aantal dienstjaren.
De gewogen gemiddelde duur van de toegezegde pensioenregeling is 17,6 jaar.
De Groep boekt de actuariële winsten en verliezen onmiddellijk in 'opbrengsten/kosten, direct erkend in eigen vermogen'. Het gecumuleerde actuariële verlies voor de vier pensioenplannen bedraagt 8,1 miljoen euro.
Per 31 december 2019 bedroeg de totale nettoverplichting 15,8 miljoen euro. De nettoverplichting steeg ten gevolge van veranderingen in de veronderstellingen, voornamelijk in de verdisconteringsvoeten. De verdisconteringsvoeten zijn aanzienlijk gedaald in 2019.
De totale last in 2019 van de toegezegde pensioenregelingen bedroeg -0,6 miljoen euro.
| (in duizend euro) | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Toegerekende pensioenkosten | 369 | 483 |
| Interestkosten | 266 | 232 |
| Verwacht rendement op fondsbeleggingen | -58 | -38 |
| Administratiekosten en taxen | 18 | 18 |
| Totale pensioenlast van de periode | 595 | 696 |
De wijziging in de nettoverplichting gedurende de jaren 2019 en 2018 wordt in onderstaande tabel weergegeven:
| (in duizend euro) | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Netto verplichting op 1 januari | ||
| Financieringspositie | -13.433 | -14.849 |
| Totale pensioenlasten van de periode | -595 | -696 |
| Werkgeversbijdragen | 648 | 674 |
| Staat van erkende inkomsten en kosten | -2.246 | 1.549 |
| Wisselkoersverschil | -134 | -111 |
| Netto verplichting op 31 december | -15.760 | -13.433 |
De wijzigingen in de toegezegde pensioenregelingen en in fondsbeleggingen wordt in onderstaande tabel weergegeven:
| (in duizend euro) | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Wijziging in plannen Te Bereiken Doel (TBD) | ||
| TBD op 1 januari | 19.109 | 20.098 |
| Pensioenkosten | 369 | 483 |
| Interest kosten | 266 | 232 |
| Uitkeringen | -766 | -506 |
| Betaalde premies | 0 | -90 |
| Werknemersbijdrage | 192 | 178 |
| Effect wijziging financiële assumpties | 2.261 | -1.414 |
| Effect ervaring | -152 | -193 |
| Wisselkoersverschillen | 351 | 320 |
| TBD op 31 december | 21.631 | 19.109 |
| (in duizend euro) | 2019 | 2018 |
| Wijziging in fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van fondsbelegging op 1 januari | 5.677 | 5.250 |
| Bijdragen | 840 | 852 |
| Rendement op fondsbeleggingen | -137 | -58 |
| Reële waarde van fondsbelegging op 31 december | 5.871 | 5.677 |
|---|---|---|
| Wisselkoersverschil | 217 | 208 |
| Administratiekosten | -18 | -18 |
| Betaalde premies | 0 | -90 |
| Uitkeringen | -766 | -506 |
| Effectief rentebaten op fondsbeleggingen | 58 | 38 |
| (in duizend euro) | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| TBD op het einde van de periode | -21.631 | -19.109 |
| Reële waarde fondsbeleggingen | 5.871 | 5.677 |
| Financieringspositie | -15.760 | -13.432 |
De volgende tabel geeft de voornaamste assumpties weer die gebruikt worden bij de berekening van de provisies:
| Verdisconteringsfactor | Inflatie | Verwachte loonstijging | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in duizend euro) | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | |
| Zwitserland | 0,20% | 1,00% | 1,00% | 1,00% | 1,50% | 1,50% | |
| Frankrijk | 0,76% | 1,55% | 1,50% | 1,75% | 2,00% | 2,00% | |
| Duitsland | 1,00% | 1,75% | 1,50% | 1,75% | 3,00% | 3,00% | |
| Italië | 0,77% | 1,60% | 1,50% | 1,75% | N/A | N/A |
De verdisconteringsvoeten zijn in de loop van 2019 aanzienlijk gedaald. Wat de inflatie in de eurozone betreft, hebben we gerekend met een prijsinflatie van 1,50% (1,75% vorig jaar), aangezien de ECB ook de langetermijnverwachting voor de inflatie heeft verlaagd tot 1,70%, vergeleken met 1,90% eind 2018. De verwachte loonstijgingspercentages bleven onveranderd.
Voor het Zwitserse pensioenplan zijn de beleggingen afgestemd op de verplichtingen.
Via zijn toegezegde pensioenverplichtingen is de Groep blootgesteld aan een aantal risico's, waarvan de belangrijkste de volgende is:
Volatiliteit van de activa: De verplichtingen worden berekend aan de hand van een verdisconteringsfactor waarvoor als referentie het rendement op bedrijfsobligaties wordt genomen, dit in overeenstemming met IAS 19.83. Als de beleggingen onderpresteren, zal er een tekort ontstaan.
De sensitiviteit van de toegezegde pensioenverplichtingen voor wijzigingen in de veronderstellingen is:
| (in duizend euro) | Wijziging in assumpties | Impact TBD |
|---|---|---|
| Verdisconteringsfactor | -25bp | 1.542 |
| +25bp | -1.373 | |
| Gewogen gemiddelde duurtijd | -25bp | 19 |
| +25bp | 17 |
Deze sensitiviteitsanalyse is gebaseerd op een wijziging in één parameter in de veronderstelling dat alle andere veronderstellingen gelijk blijven. In de praktijk is het onwaarschijnlijk dat dit gebeurt en zijn wijzigingen in de veronderstellingen wellicht met elkaar gecorreleerd.
Het percentage fondsbeleggingen volgens asset-allocatie is als volgt: Gewone aandelen: 6,3% Obligaties en andere schuldinstrumenten: 59,0% Onroerend goed: 17,1% Overige: 17,6%
De te verwachten bijdragen aan het plan tijdens het jaar dat begint na deze rapporteringsperiode worden geschat op 0,9 miljoen euro.
De JENSEN-GROUP biedt één pensioenplan aan in België. Het is wettelijk gestructureerd als een toegezegde bijdragenregeling. In het boekjaar 2019 bedroegen de kosten van dit plan voor de JENSEN-GROUP nv 0,07 miljoen euro.
Volgens de Belgische wet op de aanvullende pensioenen, de zogenaamde Wet Vandenbroucke, moeten alle Belgische toegezegde bijdragenregelingen volgens IFRS beschouwd worden als toegezegde pensioenregelingen. De Wet Vandenbroucke voorziet in de context van toegezegde bijdrageregelingen dat de werkgever een jaarlijks minimumrendement van 1,75% op de bijdragen vanaf 2016 dient te garanderen, en een minimumrendement van 3,75% op de bijdragen van voor 2016.
Ten gevolge van dit minimumrendement voor toegezegde bijdragenregelingen in België wordt de werkgever blootgesteld aan een financieel risico (Het is wettelijk verplicht om de bijdragen te blijven betalen als het fonds over onvoldoende middelen beschikt om alle uitkeringen uit te betalen met betrekking tot de diensttijd in de huidige en voorgaande periodes). Deze regelingen moeten daarom worden geclassificeerd en geboekt als toegezegde pensioenregelingen onder IAS 19.
In het verleden boekte het bedrijf deze regelingen niet als toegezegde pensioenregelingen omdat hogere disconteringsvoeten van toepassing waren en het rendement dat verzekeringsmaatschappijen voorzagen op fondsbeleggingen volstond om het minimumrendement te garanderen. Ten gevolge van de continu lage rentevoeten op de Europese financiële markten worden werkgevers in België daadwerkelijk blootgesteld aan een hoger risico met betrekking tot pensioenplannen met een gegarandeerd minimumrendement dan in het verleden, zodat ze de mogelijke gevolgen van een boeking als toegezegde pensioenregelingen van deze plannen moeten evalueren.
Wij vroegen aan een externe partij om een schatting te maken van de mogelijke bijkomende verplichtingen en zij oordeelden dat er geen mogelijke bijkomende verplichtingen zijn per 31 december 2019.
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Provisies voor garantieverplichtingen | 8.969 | 9.948 |
| Provisies voor terugkoopverplichtingen | 422 | 309 |
| Provisies voor overige risico's | 3.206 | 1.283 |
| Totaal provisies voor overige risico's en kosten | 12.597 | 11.540 |
Wijzigingen in provisies kunnen als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2018 |
Toevoegingen | Terugnames/ aanwendingen |
Wisselkoers verschil |
31 december 2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| Provisies voor garantieverplichtingen | 9.948 | 6.419 | -7.447 | 49 | 8.969 |
| Provisies voor terugkoopverplichtingen | 309 | 253 | -140 | 0 | 422 |
| Provisies voor overige risico's | 1.283 | 2.007 | -38 | -46 | 3.206 |
| Totaal provisies | 11.540 | 8.679 | -7.625 | 3 | 12.597 |
Op basis van de verkopen van het jaar wordt een provisie voor garantieverplichtingen aangelegd. De provisie wordt berekend op basis van de verkoopcijfers van het jaar en de beschikbare informatie over de producten die terugkeren. Op de meeste producten geldt een standaardgarantie van maximum 18 maanden.
Er wordt een provisie aangelegd voor terugnameverplichtingen als de JENSEN-GROUP materiaal verkoopt aan een klant en de klant voor dat materiaal een leasingovereenkomst wil afsluiten met een leasingmaatschappij. In sommige gevallen eist de leasingmaatschappij een terugnameclausule. Indien de klant in gebreke blijft, kan de leasingmaatschappij de JENSEN-GROUP vragen om de machine terug te nemen. Dit creëert risico's voor de Vennootschap omdat ze machines moet terugnemen gedurende de looptijd van het financieringscontract.
De overige provisies betreffen voornamelijk provisies voor juridische geschillen. Voor alle juridische geschillen die een daadwerkelijk risico vormen, werd op basis van een voorzichtige beoordeling een voorziening aangelegd. De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering. Op basis van juridisch advies, verwacht het management dat deze geschillen geen significante invloed zullen hebben op de winstgevendheid van de Groep. De toename heeft te maken met de reorganisatie- en herstructureringsmaatregelen.
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 25.255 | 26.895 |
| Contractpassiva | 10.360 | 14.463 |
| Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten | 14.141 | 14.053 |
| Overige schulden | 1.572 | 1.820 |
| Overlopende rekeningen | 8.255 | 13.367 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 96 | 0 |
| Totale handels- en overige schulden | 59.680 | 70.598 |
Door de lagere activiteitsgraad eind 2019 ten opzichte van het voorgaande jaar zijn de contractpassiva en de overlopende rekeningen gedaald. We herinneren eraan dat we in 2018 de voorschotten (2,6 miljoen euro) in de overlopende rekeningen hebben opgenomen die we van de verzekeringsmaatschappij ontvingen in verband met de orkaan Michael. We verwijzen ook naar Toelichting 14, Overig operationeel resultaat, voor meer details.
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Afschrijvingen | 7.178 | 4.494 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -329 | 659 |
| Waardeverminderingen op voorraden | 394 | 280 |
| Wijzigingen in provisies | 977 | -546 |
| Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen op activa | 8.219 | 4.887 |
De afschrijvingskosten zijn gestegen als gevolg van de nieuwe IFRS 16-standaard, die vereist dat huurders bijna alle lease-overeenkomsten die het gebruiksrecht van een actief weerspiegelen in de balans opnemen. Deze opgenomen activa worden afgeschreven, wat resulteert in hogere afschrijvingskosten. We verwijzen naar Toelichting 1 - Samenvatting van de voornaamste waarderingsregels voor meer details.
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Overige opbrensten/(kosten) | 3.602 | -1.833 |
Op 10 oktober werd JENSEN USA getroffen door orkaan Michael. De gevolgen van orkaan Michael op Panama City en de omliggende gebieden was echt verwoestend.
De belangrijkste vestiging van JENSEN USA stond nog overeind, zij het met grote schade. JENSEN USA beschikte over een rampenplan en voerde dit onmiddellijk uit. Ons lokale team werkte samen met externe partijen
gespecialiseerd in heropstarten van activiteiten na een natuurramp om de productie zo snel mogelijk weer op gang te brengen. Op maandag 29 oktober 2018 had JENSEN USA weer bijna de normale capaciteit bereikt.
De overige resultaten van 2018 worden beïnvloed door de impact van orkaan Michael (-2,1 miljoen euro). Ondanks het ontvangen voorschot van de verzekeringsmaatschappij, heeft de JENSEN-GROUP besloten om de inkomsten van de verzekeringsclaims uit te stellen tot het schadegeval volledig is afgehandeld. Het management is van mening dat de verzekeringsdekking toereikend is.
In 2019 boekte de JENSEN-GROUP 3,8 miljoen euro aan opbrengsten omdat een deel van de verzekeringsclaim vaststaat. De overige opbrengsten van 2019 omvatten -1,1 miljoen euro kosten in verband met de orkaan Michael.
De analyse van de financiële inkomsten en kosten is als volgt:
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Financiële opbrengsten | 2.307 | 3.175 |
| Interest opbrengsten | 998 | 1.420 |
| Overige financiële opbrengsten | 147 | 209 |
| Wisselkoerswinsten | 1.162 | 1.547 |
| Financiële kosten | -4.800 | -4.510 |
| Interest kosten | -2.240 | -1.867 |
| Overige financiële kosten | -906 | -891 |
| Wisselkoersverliezen | -1.654 | -1.752 |
| Totaal netto financiële kosten | -2.493 | -1.335 |
De interestopbrengsten hebben betrekking op de inkomsten uit de cashpool en de interesten die worden ontvangen van klanten op lang uitstaande vorderingen.
In de interestkosten is 0,4 miljoen euro opgenomen met betrekking tot IFRS 16 (de interestcomponent). We verwijzen naar Toelichting 1 - Samenvatting van de voornaamste waarderingsregels voor meer details. De herwaardering van de posities op de balans en van de hedgingcontracten aan slotkoers leidde tot een wisselkoerswinst of -verlies. Afhankelijk van het wisselkoerseffect wordt dit opgenomen in de operationele of in de financiële resultaten.
De overige financiële kosten hebben voornamelijk betrekking op bankkosten.
De belastingen kunnen als volgt worden samengevat:
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Belastingen | -5.630 | -6.059 |
| Uitgestelde belastingen | 492 | -1.504 |
| Totaal belastingen | -5.138 | -7.562 |
De belastinglasten zijn gedaald omdat het resultaat voor belastingen en de verworpen uitgaven lager zijn.
Voor de opsplitsing van de uitgestelde belastingen verwijzen we naar de tabel in Toelichting 5 - Uitgestelde belastingen.
Aansluiting tussen het gemiddelde theoretische belastingtarief per 31 december 2019 en 31 december 2018 en het effectieve belastingtarief:
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Winst voor belastingen | 20.523 | 25.601 |
| Theoretische belastinglast | 4.926 | 6.256 |
| Theoretisch belastingtarief | 24% | 24% |
| Belastingseffect verworpen uitgaven | 607 | 1.197 |
| Belastingseffect fiscale verliezen | 281 | 109 |
| Vergoeding niet erkend voor fiscale boeken | -675 | 0 |
| Effectieve belastinglast | 5.138 | 7.562 |
| Effectief belastingtarief | 25% | 30% |
Er werden twee belastingaudits afgerond in 2018.
Het theoretisch belastingpercentage is het gewogen gemiddelde van de theoretische belastingpercentages voor de verschillende entiteiten.
De berekening van de gewone winst per aandeel is gebaseerd op het resultaat van de Groep van 15,7 miljoen euro (19,1 miljoen euro in 2018) en het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen gedurende de jaren eindigend op 31 december 2019 en 2018.
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 2,01 | 2,44 |
| Gemiddeld aantal aandelen | 7.818.999 | 7.818.999 |
In de financieringstabel zijn liquide middelen en opgenomen kredietlijnen als volgt samengesteld:
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Liquide middelen | 45.369 | 33.333 |
| Opgenomen kredietlijnen | -7.870 | -5.525 |
| Liquide middelen en opgenomen kredietlijnen | 37.499 | 27.808 |
De mutaties in passiva uit financieringsactiviteiten in het kasstroomoverzicht zijn alle mutaties die voortkomen uit kasstromen. Er zijn geen materiële niet-kasstromen. De geconsolideerde financieringstabellen worden op een consistente manier voorgesteld. Als dusdanig stellen zij niet het wisselkoerseffect voor op elke individuele lijn, maar slechts op één globaal bedrag via de wisselkoers winst/verlies op liquide middelen en bankdeposito's. Over de fluctuatie kan volgende opmerking worden gemaakt:
De liquide middelen stegen ten gevolge van de afgenomen behoefte aan werkkapitaal.
De JENSEN-GROUP ging de volgende verbintenissen aan:
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Intentieverklaring | 9.152 | 6.976 |
| Bankgaranties | 9.199 | 9.424 |
| Hypotheek | 6.486 | 3.282 |
| Terugkoopverplichtingen | 4.219 | 3.090 |
Het management verwacht niet dat deze verbintenissen een grote impact zullen hebben op de financiële positie of de rentabiliteit van de Groep. De hypotheken namen toe omdat JENSEN Denemarken zijn hypotheekleningen aan marktconforme voorwaarden herfinancierde.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de financiële instrumenten van de Groep. De boekwaarden worden verondersteld dicht bij de reële waarde te liggen.
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Financiële activa | ||
| Handelsvorderingen | 72.716 | 81.878 |
| Afgeleide financiële instrumenten - termijncontracten | 79 | 131 |
| Liquide middelen | 45.369 | 33.333 |
| Total | 118.163 | 115.341 |
| Financial Liabilities | ||
| Leningen - vlottende interest | 8.849 | 7.233 |
| Leningen - vaste interest | 22.026 | 17.785 |
| Leningen - factoring | 2.773 | 1.326 |
| Handelsschulden | 25.255 | 26.895 |
| Afgeleide financiële instrumenten - termijncontracten | 96 | -1 |
| Afgeleide financiële instrumenten - Interest Rate Swaps | -24 | -205 |
| Total | 59.000 | 53.238 |
De volgende methoden en veronderstellingen zijn gebruikt om de reële waarde te schatten:
De blootstelling aan risico's verbonden aan vreemde valuta, intrestvoeten en kredietwaardigheid zijn het gevolg van het normale verloop van de activiteiten van de JENSEN-GROUP. De Groep wil elk van deze risico's afzonderlijk analyseren en strategieën bepalen om de economische impact op de resultaten van de Groep te beheersen, in overeenstemming met de interne beleidsbepalingen inzake financiële risico's.
Afgeleide financiële instrumenten worden gewaardeerd door een onafhankelijke financiële instelling op basis van rentevoeten en wisselkoersen op de liquide markten. De financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde in niveau 2.
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Activa: afgeleide financiële instrumenten | 79 | 131 |
| Passiva op LT: afgeleide financiële instrumenten | -24 | -204 |
| Passiva op KT: afgeleide financiële instrumenten | -96 | -0 |
| Totaal | -41 | -73 |
| Reële waarde termijncontracten | -17 | 132 |
| Reële waarde Interest Rate Swaps | -24 | -205 |
| Totaal | -41 | -73 |
De Groep loopt valutarisico's op leningen, investeringen, (verwachte) verkopen, (verwachte) aankopen die uitgedrukt zijn in een andere munt dan de functionele munt van de dochteronderneming. De valuta's waarin de Groep risico's loopt zijn voornamelijk de US dollar, Zwitsere frank, Zweedse kroon, Deense kroon, Britse Pond, Chinese yuan, Australische dollar en Nieuw-Zeelandse dollar.
De belangrijkste afgeleide financiële instrumenten die gebruikt worden om valutarisico's te beheersen zijn termijncontracten.
Het behoort tot het beleid van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
De JENSEN-GROUP hanteert volgende indekkingspolitiek met betrekking tot valuta:
Deze indekkingen worden dus beschouwd als kasstroomindekkingen. Ze worden aangegaan op basis van het indekkingsbeleid, zonder rekening te houden met de verwachte evolutie van de munten op de markt. Het doel is om de marge vast te leggen op het moment van ondertekening van een projectcontract met een klant.
Alle termijncontracten worden gecentraliseerd in de treasury-afdeling van de JENSEN-GROUP. De contracten worden aangegaan op basis van de input van de verschillende entiteiten.
Het valutarisico als gevolg van omzetting van de financiële staten van niet-euro vennootschappen, wordt niet ingedekt (Toelichting 8 – Eigen Vermogen).
Onderstaande tabel geeft een indicatie van de valutaposities van de Groep per 31 december 2019 en 31 december 2018 voor vaststaande verplichtingen en verwachte toekomstige transacties. Negatieve blootstelling betekent dat we vreemde valuta zullen verkopen, euro's zullen kopen. Positieve blootstelling betekent dat we vreemde valuta zullen kopen, euro's zullen verkopen. De open posities zijn het gevolg van de toepassing van de beleidsbepalingen van de Groep.
| 2019 (in duizend euro) | Totaal risico | Totaal afgeleide instrumenten |
Open positie |
|---|---|---|---|
| EUR/USD | -11.724 | 8.245 | -3.479 |
| EUR/GBP | -2.737 | 889 | -1.848 |
| EUR/AUD | -2.193 | 1.885 | -308 |
| EUR/CNY | -1.529 | 1.529 | -0 |
| USD/CAD | -105 | 104 | -2 |
| EUR/SEK | 2.652 | -2.650 | 2 |
| EUR/CHF | 1.198 | -458 | 740 |
| EUR/NZD | 350 | 0 | 350 |
| Totaal risico | Totaal afgeleide instrumenten |
Open positie |
|---|---|---|
| -13.890 | 11.828 | -2.062 |
| -4.588 | 2.731 | -1.857 |
| -1.341 | 1.360 | 19 |
| -156 | 155 | -1 |
| -3.585 | 3.695 | 110 |
| 6.183 | -5.950 | 233 |
| 1.900 | -1.149 | 751 |
De productie gebeurt:
| (in duizend euro) | Wijziging valuta | Impact netto resultaat1 | Impact eigen vermogen |
|---|---|---|---|
| USD | -3,74% | -580 | -963 |
| 3,74% | 524 | 514 | |
| GBP | -8,05% | -221 | -316 |
| 8,05% | 188 | 371 | |
| AUD | -3,98% | -200 | -126 |
| 3,98% | 195 | 137 | |
| NZD | -5,53% | -119 | -17 |
| 5,53% | 123 | 19 | |
| CAD | -4,24% | -5 | 0 |
| 4,24% | 4 | 0 | |
| CNY | -4,09% | 12 | -191 |
| 4,09% | -19 | 207 | |
| SEK | -5,20% | 258 | -270 |
| 5,20% | -400 | 300 | |
| CHF | -4,37% | 112 | -361 |
| 4,37% | -114 | 393 | |
| DKK | -0,16% | 63 | -7 |
| 0,16% | -62 | 175 | |
| SGD | -2,92% | -51 | |
| 2,92% | 54 | ||
| JPY | -6,34% | -9 | |
| 6,34% | 11 | ||
| BRL | -8,68% | 19 | |
| 8,68% | -23 | ||
| AED | -4,03% | -7 | |
| 4,03% | 8 | ||
| NOK | -5,13% | -14 | |
| 5,13% | 16 | ||
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de sensitiviteitsanalyse voor 2019:
1: De raming is gebaseerd op de standaard afwijking van de dagelijkse volatiliteit van de wisselkoersen gedurende de laatste 360 dagen per 31 december 2019, gebruikmakend van een betrouwbaarheidsmarge van 95%.
Deze berekening is een pure theoretische berekening en houdt geen rekening met de verkopen die de Groep zou winnen of verliezen als gevolg van gewijzigde valuta.
Op 31 december 2019 had de JENSEN-GROUP volgende termijncontracten. De balansposities met verplichtingen binnen de 12 maanden evenaren hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| 2019 Valuta | Verkopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
|
|---|---|---|---|---|---|
| EUR/USD | 9.231.978 | 1,12 | 10/02/20 | 38 | |
| EUR/GBP | 799.641 | 0,90 | 4/02/20 | -52 | |
| EUR/AUD | 3.079.231 | 1,63 | 2/03/20 | -45 | |
| EUR/CNY | 11.988.220 | 7,84 | 21/01/20 | -1 | |
| USD/CAD | 154.035 | 1,32 | 31/01/20 | -2 | |
| 2019 Valuta | Aankopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
|
| EUR/CHF | 500.000 | 1,09 | 31/01/20 | 3 | |
| EUR/SEK | 28.161.543 | 10,63 | 18/02/20 | 42 |
Al deze termijncontracten zijn effectieve kasstroomindekkingen. De verandering in reële waarde gedurende 2019 bedraagt 0,01 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien alle indekkingen effectief zijn, diende niets bijkomends in het resultaat te worden geboekt.
Op 31 december 2018 had de JENSEN-GROUP volgende termijncontracten. De balansposities met verplichtingen binnen de 12 maanden evenaren hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| 2018 Valuta | Verkopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
|
|---|---|---|---|---|---|
| EUR/USD | 13.728.641 | 1,16 | 19/03/19 | -112 | |
| EUR/GBP | 2.417.999 | 0,89 | 18/02/19 | 29 | |
| EUR/AUD | 2.223.038 | 1,63 | 22/02/19 | -5 | |
| USD/AUD | 668.948 | 1,39 | 20/03/19 | 7 | |
| EUR/NZD | 265.917 | 1,72 | 20/05/19 | 1 | |
| USD/CAD | 5.565.035 | 1,32 | 28/01/19 | 131 | |
| 2018 Valuta | Aankopen | Gemiddelde wisselkoers |
Gemiddelde vervaldatum |
Reële waarde (in duizend euro) |
|
| EUR/CHF | 1.300.000 | 1,13 4/03/19 |
4 | ||
| EUR/SEK | 61.701.751 | 10,37 | 13/03/19 | 77 |
Al deze termijncontracten zijn effectieve kasstroomindekkingen. De verandering in reële waarde gedurende 2018 bedraagt 0,1 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien alle indekkingen effectief zijn, diende niets bijkomends in het resultaat te worden geboekt.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige fluctuaties op de intrestvoet in te dekken. Het is een politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Om de indekkingspolitiek op de interest rate swaps te respecteren, worden alle financieringen binnen de JENSEN-GROUP gecentraliseerd in de treasury afdeling.
Onderstaande tabel vat de effectieve intrestvoeten op balansdatum samen van rentedragende leningen, alsook de perioden waarin hun intrestvoeten worden herzien. De balansposities met verplichtingen binnen de 12 maanden evenaren hun boekwaarde, aangezien de impact van verdiscontering niet significant is.
| 2019: (in duizend euro) |
Interestvoet | Uitstaand bedrag |
< 1 maand | > 1 maand < 3 maanden |
> 3 maanden < 12 maanden |
1-5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Vlottende interest | |||||||
| EUR | 1,15% | 5.595 | 5.595 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| CNY | 4,5%-6,08% | 3.557 | 2.274 | 45 | 134 | 1.104 | 0 |
| Totaal vlottende interest |
9.152 | 7.869 | 45 | 134 | 1.104 | 0 | |
| Vaste interest | |||||||
| EUR | 1,22% - 2,52% | 16.681 | 1 | 2 | 6.006 | 10.014 | 658 |
| DKK1 | 0,44% -1,5% | 7.021 | 29 | 58 | 260 | 1.392 | 5.283 |
| Totaal vaste interest | 23.702 | 30 | 60 | 6.266 | 11.406 | 5.941 | |
| Factoring | |||||||
| EUR | 3.218 | 63 | 126 | 566 | 2.463 | 0 | |
| Totaal | 36.072 | 7.961 | 231 | 6.966 | 14.973 | 5.941 |
1 Omvat zowel leningen tegen vaste rente als leningen tegen variabele rente die ingedekt zijn met IRS.
| 2018: (in duizend euro) |
Interestvoet | Uitstaand bedrag |
< 1 maand | > 1 maand < 3 maanden |
> 3 maanden < 12 maanden |
1-5 jaar | > 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Vlottende interest | |||||||
| EUR | 1,15% | 3.717 | 2.997 | 16 | 42 | 267 | 395 |
| CNY | 4,84%-7,23% | 3.721 | 2.269 | 45 | 134 | 1.274 | 0 |
| NZD | 1,15% | 258 | 258 | ||||
| Totaal vlottende interest |
7.696 | 5.524 | 61 | 175 | 1.541 | 395 | |
| Vaste interest | |||||||
| EUR | 1,22% - 2,52% | 16.228 | 1 | 1 | 6 | 16.022 | 198 |
| DKK1 | 2,5% - 5,11% | 2.565 | 0 | 82 | 246 | 1.201 | 1.036 |
| Totaal vaste interest | 18.793 | 1 | 83 | 252 | 17.223 | 1.234 | |
| Factoring | |||||||
| EUR | 1.490 | 46 | 92 | 413 | 940 | 0 | |
| Totaal | 27.979 | 5.571 | 236 | 840 | 19.704 | 1.629 |
1 Omvat zowel leningen tegen vaste rente als leningen tegen variabele rente die ingedekt zijn met IRS.
De volgende tabel geeft een overzicht van de voorwaarden van de interest rate swaps:
| 2019 Valuta | Bedrag SWAP | Vaste interest | Vervaldatum | Reële waarde (in duizend euro) |
|---|---|---|---|---|
| DKK | 17.738.000 | 0,44% | 30/12/39 | -25 |
| TOTAAL IN EUR | 2.374.088 | -25 |
De interest rate swaps worden geboekt als kasstroomhedges. De verandering in reële waarde gedurende 2019 bedraagt 0,1 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien deze hedges effectief zijn, diende niets bijkomends in het resultaat te worden geboekt.
In 2019 heeft JENSEN Denemarken zijn hypotheekleningen, inclusief de interest rate swap, geherfinancierd.
2018:
| 2018 Valuta | Bedrag SWAP | Vaste interest | Vervaldatum | Reële waarde (in duizend euro) |
|---|---|---|---|---|
| DKK | 4.570.305 | 4,86% | 30/12/22 | -65 |
| DKK | 6.678.397 | 5,11% | 30/12/24 | -140 |
| TOTAAL IN EUR | 1.508.010 | -205 |
|---|---|---|
De interest rate swaps werden geboekt als kasstroomhedges. De verandering in reële waarde gedurende 2018 bedroeg 0,06 miljoen euro na belastingen en dit bedrag werd overgedragen in het eigen vermogen. Aangezien deze hedges effectief zijn, diende niets bijkomend in het resultaat te worden geboekt.
Zoals toegelicht in de bovenstaande tabel, hebben rentedragende leningen voor een totaal uitstaand bedrag van 9,1 miljoen euro van de totale rentedragende leningen een variabele rentevoet. Dit bedrag bevat niet de 2,4 miljoen euro die wordt ingedekt door een interest rate swap. Volgens de inschatting van de onderneming zouden de marktrentes die van toepassing zijn op de leningen met variabele rentevoet redelijkerwijs als volgt kunnen wijzigen:
| (in duizend euro) | Boekwaarde | Reële rentevoet | Mogelijke rentevoet per 31 december, 2017 |
|---|---|---|---|
| EUR | 5.595 | 1,15% | 1,29% – 1,01% |
| CNY | 3.557 | 4,5% – 6,08% | 4,50% – 6,08% |
| TOTAAL IN EUR | 9.152 |
Wanneer we de mogelijke stijging/daling van de marktrentes zoals hierboven vermeld toepassen op onze leningen met variabele rentevoet per 31 december 2019, en alle andere variabelen zouden constant blijven, dan zou de winst van 2019 0,06 miljoen euro lager/hoger zijn.
Het kredietrisico is het risico dat één van de contracterende partijen zijn verplichtingen met betrekking tot het financiële instrument niet nakomt, waardoor er voor de andere partij een verlies kan ontstaan.
In het kader van het kredietrisicobeleid worden historische gegevens gebruikt over achterstallige handelsvorderingen. Zoals toegelicht in de waarderingsregels wordt aanvullende toekomstgerichte informatie gebruikt.
Binnen het beleid van kredietrisico dienen klanten van projecten ofwel een voorschot te betalen of een garantie te geven (vb. L/C, bankgaranties,...). Verder controleren we de kredietwaardigheid van iedere nieuwe klant en van iedere bestaande klant die grotere hoeveelheden begint te kopen.
De geconsolideerde ouderdomsbalans van de openstaande klanten is in onderstaande tabel weergegeven.
| Totaal | |||
|---|---|---|---|
| 1.970 | 1.593 | 4.626 | 72.599 |
| 0 | 0 | 0 | 0 |
| 1.970 | 1.593 | 4.626 | 72.599 |
| -2.824 | |||
| 69.775 | |||
| 2018 (in duizend euro) |
Courant | < 60 dagen | > 60 dagen < 90 dagen vervallen |
> 90 dagen < 120 dagen vervallen |
> 120 dagen vervallen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Openstaande klanten | 42.823 | 17.626 | 2.365 | 12.767 | 8.582 | 84.163 |
| Ontvangen zekerheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Netto openstaand | 42.823 | 17.626 | 2.365 | 12.767 | 8.582 | 84.163 |
| Geboekte provisie | -3.300 | |||||
| Totaal | 80.863 |
De saldi die binnen 12 maanden verschuldigd zijn, zijn gelijk aan hun boekwaarde, aangezien de impact van de verdiscontering niet significant is. Debiteuren en overige vorderingen worden in de balans opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs (over het algemeen het oorspronkelijk gefactureerde bedrag), verminderd met een voorziening voor dubieuze debiteuren en verminderd met een bedrag voor verwachte kredietverliezen. De voorzieningen worden op individuele basis berekend op basis van een ouderdomsanalyse van de debiteuren. Voor de bepaling van het verwachte kredietverlies heeft de Groep de vereenvoudigde benadering toegepast en de verwachte verliezen over de levensduur van alle handelsvorderingen opgenomen.
In 2019 bedraagt het totaal aan achterstallige handelsvorderingen 17,0 miljoen euro (2018 41,3 miljoen euro), wat resulteert in 18 uitstaande dagen (DSO) (2018: 43 dagen). De reserve voor dubieuze debiteuren bedraagt in 2019 61,0% van de handelsvorderingen die meer dan 120 dagen achterstallig zijn (2018: 38,4%).
In 2018 heeft de Groep gebruik gemaakt van de vereenvoudigde benadering in IFRS 9 om verwachte kredietverliezen te waarderen, waarbij een voorziening voor levenslange verwachte verliezen wordt
opgenomen voor alle handelsvorderingen op basis van historische verliezen. De Groep heeft de impact van IFRS 9 geanalyseerd en geconcludeerd dat er geen materiële impact is op de geboekte reserve voor dubieuze debiteuren. De Groep heeft ook beoordeeld of het historische patroon in de toekomst materieel zou veranderen en verwachtte geen significante impact.
Onderstaande tabel geeft de wijziging weer in de provisie dubieuze debiteuren:
| Provisie dubieuze debiteuren begin boekjaar | 3.300 |
|---|---|
| Toevoeging | 401 |
| Terugname | -902 |
| Wisselkoersverschil | 25 |
| Provisie dubieuze debiteuren einde boekjaar | 2.824 |
De kredietratings van de bank (S&P) per 31 december 2019 is als volgt: Nordea: AA-KBC: A+ Nykredit: AA-
De te koop gestelde activa (0,4 miljoen euro) hebben betrekking op het voormalige gebouw van Cissell in Kentucky waar vroeger CLD-activiteiten werden uitgevoerd.
De kosten voor het gebouw (0,1 miljoen euro) worden opgenomen in de resultaten uit te koop gestelde activa.
De aandeelhouders van de vennootschap op 31 december 2019 zijn:
| JENSEN INVEST A/S: | 54,4% |
|---|---|
| Lazard Frères Gestion SAS: | 5,2% |
| Free float: | 40,4% |
| (in duizend euro) | December 31, 2019 |
December 31, 2018 |
|---|---|---|
| Vergoedingen betaald aan leden van de Raad van Bestuur | 328 | 275 |
| Brutosalarissen betaald aan management | 2.233 | 2.240 |
JENSEN USA kocht in de loop van 2019 voor 125.456 US dollar componenten in bij Global Industries A/S. Dhr. Rasmussen bezit 51% van de aandelen van deze vennootschap.
Voor meer details over de remuneratie van het senior management verwijzen we naar het remuneratierapport in het rapport van de raad van bestuur.
Op 29 januari 2016 nam de JENSEN-GROUP een participatie van 30% in TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve Tikaret Sirketi A.S., Turkije en ging de Groep ermee akkoord om de komende drie jaar in totaal 19% bijkomende aandelen te verwerven. In 2017 verhoogde de JENSEN-GROUP zijn deelneming met 6,33% tot 36,33%, in 2018 met 6,33% tot 42,66% en in 2019 met 6,34% tot 49%.
Op 2 januari 2018 verwierf de JENSEN-GROUP een participatie van 30% in Inwatec ApS (Denemarken).
Omdat de JENSEN-GROUP slechts een belang van minder dan 50% bezit in beide bedrijven, zijn deze deelnemingen geconsolideerd onder de vermogensmutatiemethode.
| (in duizend euro) | December 31, 2019 |
December 31, 2018 |
|---|---|---|
| Participaties opgenomen onder vermogensmutatiemethode | 7.574 | 7.015 |
De JENSEN-GROUP en ABS Laundry Business Solutions hebben samen een nieuw bedrijf opgericht, Gotli Labs AG. Aangezien de JENSEN-GROUP beslissende zeggenschap uitoefent over Gotli Labs AG (meer dan 50% van de aandelen), is deze deelneming volledig geconsolideerd. Contractueel heeft de JENSEN-GROUP recht op 40% van de resultaten, waarvan de overige 60% in de resultatenrekening wordt weergegeven als 'opbrengsten toerekenbaar aan minderheidsbelangen'.
| (in duizend euro) | December 31, 2019 |
December 31, 2018 |
|---|---|---|
| Resultaat toerekenbaar aan minderheidsaandeelhouders | -675 | -331 |
| Eigen vermogen - deel minderheidsaandeelhouders 60% | -875 | -200 |
Voor de wettelijke structuur verwijzen we naar Toelichting 26.
Op 27 maart 2019 verhoogde de JENSEN-GROUP de participatie in TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve Tikaret Sirketi A.S., Turkije, met 6,34% tot 49%, om het niveau te bereiken dat in het oorspronkelijke contract was vastgelegd.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de reële waarde op acquisitiedatum van het totale overgenomen belang en de resterende goodwill op de acquisitie.
| (in duizend euro) | 2019 |
|---|---|
| Vaste activa | 3.693 |
| Vlottende activa | 8.688 |
| Lange termijn schulden | -7.443 |
| Verworven netto eigen vermogen | 4.937 |
| Deel van de groep in verworven eigen vermogen | 313 |
| Goodwill | 338 |
| Aankoopprijs | 651 |
| Netto kasstroom voor verwerving dochtervennootschap | 651 |
De reële waarde van de activa en passiva verworven in de bovengenoemde transactie is bepaald op voorlopige basis. Eventuele aanpassingen van de voorlopige bedragen worden vastgesteld binnen twaalf maanden na acquisitiedatum.
De commissaris is PWC Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door mevr. Lien Winne.
Wereldwijd heeft de commissaris een vergoeding van 379.295 euro (excl. btw), ontvangen voor de uitoefening van zijn mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP. Naast zijn mandaat heeft de commissaris in de loop van 2019 een bijkomende vergoeding ontvangen van 71.007,95 euro (excl. btw). Van dit bedrag werd 2.000 euro gefactureerd aan de JENSEN-GROUP nv. De JENSEN-GROUP heeft eenzelfde auditkantoor benoemd voor de audit van de geconsolideerde jaarrekening.
De JENSEN-GROUP verwacht een vertraging van de activiteiten door de verspreiding van Covid-19 in verschillende landen. Er is een nauwgezette opvolging van de bestellingen om de gevolgen van het uitstellen van de bestellingen in te schatten.
De JENSEN-GROUP neemt maatregelen om de veiligheid van haar klanten en personeel te garanderen en de bedrijfscontinuïteit te verzekeren. Daarnaast worden de capaciteitsbehoeften waar mogelijk aangepast en worden er onmiddellijk acties ondernomen om onze kostenbasis te verminderen. De groep houdt ook toezicht op de steun die in verschillende landen wordt verleend door de respectievelijke overheden en stemt het activiteitenniveau af op de beperkingen die door de overheden worden opgelegd.
We kunnen de duur van de Covid-19-crisis op dit moment niet inschatten en kunnen daarom de impact op onze prestaties niet inschatten. Deze vertraging zal een aanzienlijke impact hebben op de omzet en de winstgevendheid van de onderneming in 2020. De JENSEN-GROUP stelt alles in het werk om een zo groot mogelijke bedrijfscontinuïteit te verzekeren en waar mogelijk de productie voort te zetten om de verwachte levertermijnen te garanderen.
De JENSEN-GROUP is van mening dat de gevolgen van de wereldwijde verspreiding van het Covid-19 virus per 31 december 2019 geen materiële invloed hebben op de jaarrekening. De Groep is van mening dat de gevolgen van Covid-19 beheersbaar zijn voor de komende periode met de kennis van vandaag.

| Geconsolideerde ondernemingen | Maatschappelijke zetel | Deelnemingspercentage |
|---|---|---|
| België JENSEN-GROUP NV |
Bijenstraat 6 9051 Sint-Denijs-Westrem |
Moedervennootschap |
| Australië JENSEN Laundry Systems Australia PTY Ltd. |
Unit 16, 38-46 South Street Rydalmere NSW 2116 |
100% |
| Oostenrijk JENSEN Austria Holding GmbH |
Julius-Raab-Platz 4 1010 Wien |
100% |
| JENSEN ÖSTERREICH GmbH | Reinhartsdorfgasse 9 A-2324 Schwechat-Rannersdorf |
100% |
| Brazilië JENSEN-GROUP BRASIL COMERCIO E SERVICOS DE EQUIPAMENTOS DE LAVANDERIA LTDA |
Rua Riachuelo 460 CEP 18035-330 Sorocaba-SP |
100% |
| China JENSEN Industrial Laundry Technology (Xuzhou) Co., Ltd |
Phoenix Avenue, Xuzhou Clean Technology Zone 221121 Xuzhou, Jiangsu Province, P.R. China |
100% |
| Denemarken JENSEN Industrial Group A/S |
Industrivej 2 3700 Rønne |
100% |
| JENSEN Denmark A/S | Industrivej 2 3700 Rønne |
100% |
| Inwatec ApS | Hvidkærvej 30 5250 Odense SV |
30% |
| Frankrijk JENSEN France SAS |
2 "Village d'entreprises" ZA de la Couronne des Près Avenue de la Mauldre 78680 Epône |
100% |
| Duitsland JENSEN GmbH |
Jörn-Jensen-Straße 1 31177 Harsum |
100% |
| JENSEN Components GmbH | Ludwig-Erhard-Strasse 18 30982 Pattensen |
100% |
|---|---|---|
| Italië JENSEN Italia s.r.l. |
Strada Provinciale Novedratese 46 22060 Novedrate |
100% |
| Japan JENSEN Japan Co., Ltd. |
4-9-1-203 Imagawa, Urayasu-city 279-0022 Japan |
100% |
| Midden Oosten JENSEN Industrial Laundry Systems M.E. DMCC |
JENSEN Industrial Laundry Systems M.E. DMEE Unit No: 204 Fortune Tower Plot No: JLT-PH1- C1A Jumeirah Lakes Towers Dubai UAE |
100% |
| Noorwegen JENSEN NORGE AS |
Østensjøveien 36 0667 OSLO |
100% |
| Nieuw Zealand JENSEN New Zealand Ltd |
Minter Ellison Rudd Watts 88 Shortland Street Auckland, 1010 |
100% |
| Singapore JENSEN Asia PTE Ltd. |
No. 6 Jalan Kilang #02-01 Dadlani Industrial House Singapore 159406 |
100% |
| Spanje JENSEN Spain S.L. |
Calle Energia, 34 Poligono Famades ES-08940 Cornella de Llobregat (Barcelona) |
100% |
| Zweden JENSEN Sweden AB |
Företagsgatan 68 504 94 Borås |
100% |
| JENSEN SVERIGE AB | P.O. Box 1088 171 22 Solna |
100% |
| JENSEN Sweden Holding AB | Box 363 503 12 Borås |
100% |
| Zwitserland JENSEN AG Burgdorf |
Buchmattstrasse 8 3400 Burgdorf |
100% |
|---|---|---|
| JENSEN Holding AG | Buchmattstrasse 8 3400 Burgdorf |
100% |
| GOTLI Holding | Industriestrasse 51 6312 Steinhausen |
51% |
| GOTLI Labs AG | Industriestrasse 51 6312 Steinhausen |
51% |
| Turkije TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve Tikaret Sirketi A.S. |
A.O.S.B. 10007. . No:9 Çiğli, İzmir |
49% |
| Verenigd Koninkrijk JENSEN UK Ltd. |
Unit 5, Network 11 Thorpe Way Industrial Estate Banbury, Oxfordshire OX16 4XS |
100% |
| Verenigde Staten JENSEN NA Inc. |
Corporation Trust Center Orange Street 1209 Wilmington - Delaware |
100% |
| JENSEN USA, Inc. | Aberdeen loop 99 Panama City, FL 32405 |
100% |
| 831 South 1st Street, Inc. | 831 South 1st Street Louisville, KY 40203 |
100% |

VERKORTE VERSIE STATUTAIRE JAARREKENING JENSEN-GROUP NV
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Vaste Activa | 96.959 | 97.026 |
| Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa | 303 | 370 |
| Financiële vaste activa | 96.656 | 96.656 |
| Vlottende Activa | 28.890 | 28.943 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 2.916 | 2.312 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 4.082 | 4.448 |
| Geldbeleggingen | 0 | 0 |
| Liquide middelen | 21.835 | 22.106 |
| Overlopende rekeningen | 57 | 76 |
| Totaal der activa | 125.849 | 125.969 |
| (in duizend euro) | 31 december 2019 |
31 december 2018 |
| Eigen Vermogen | 95.852 | 95.557 |
| Kapitaal | 30.710 | 30.710 |
| Uitgiftepremies | 5.814 | 5.814 |
| Reserves | 3.071 | 3.071 |
| Overgedragen resultaat | 56.257 | 55.962 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 1.060 | 1.245 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 1.060 | 1.245 |
| Schulden op meer dan één jaar | 10.000 | 16.000 |
| Financiële schulden | 10.000 | 16.000 |
| Financiële schulden op minder dan één jaar. | 6.000 | 0 |
| Schulden op ten hoogste 1 jaar | 12.937 | 13.167 |
| Schulden op ten hoogste 1 jaar | 12.710 | 12.795 |
| Overlopende rekeningen | 227 | 372 |
Totaal der passiva 125.849 125.969
| Boekjaar afgesloten per (in duizend euro) |
31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 16.786 | 19.629 |
| Omzet | 14.637 | 21.204 |
| gereed product en bestellingen in uitvoering | 669 | -2.913 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 1.480 | 1.338 |
| Bedrijfskosten | -16.206 | -19.627 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 7.681 | 10.960 |
| Diensten en diverse goederen | 5.974 | 6.033 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 2.377 | 2.433 |
| Afschrijvingen | 140 | 142 |
| Waardeverminderingen | -104 | -28 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 |
| Andere bedrijfskosten | 137 | 86 |
| Bedrijfswinst (bedrijfsverlies) | 581 | 2 |
| Financieel resultaat | 7.681 | 8.269 |
| Financiële opbrengsten | 7.986 | 8.481 |
| Financiële kosten | -304 | -212 |
| Winst van het boekjaar voor belasting | 8.262 | 8.271 |
| Belastingen | -148 | 141 |
| Belastingen op het resultaat | -148 | 141 |
| Winst van het boekjaar | 8.114 | 8.411 |
| Boekjaar afgesloten per (in duizend euro) |
31 december 2019 |
31 december 2018 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winstsaldo | 64.076 | 63.781 |
| Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar | 8.114 | 8.411 |
| Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar | 55.962 | 55.369 |
| Toevoeging aan het eigen vermogen | 0 | 0 |
| Aan wettelijke reserves | 0 | 0 |
| Aan reserves voor eigen aandelen | 0 | 0 |
| Over te dragen resultaat | -56.257 | -55.962 |
| Over te dragen winst (verlies) | 56.257 | 55.962 |
| Uit te keren winst | -7.819 | -7.819 |
| Dividend | -7.819 | -7.819 |
| (in euro) | 2019 (12 maand) |
2018 (12 maand) |
|---|---|---|
| Courante winst per aandeel na belastingen (1) | 1,04 | 1,08 |
| Aantal aandelen (gemiddeld) | 7.818.999 | 7.818.999 |
| Aantal aandelen (balansdatum) | 7.818.999 | 7.818.999 |
(1) Het courant nettoresultaat is gelijk aan de nettowinst vermeerderd met de uitzonderlijke kosten minus de uitzonderlijkt opbrengsten (beiden na belastingcorrectie)..
Conform het wetboek van Vennootschappen en Vereningen werd in dit jaarverslag een verkorte versie van de statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP nv opgenomen. De jaarrekening werd opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen. Het verslag van het management, de statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP nv en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de bevoegde instanties en zijn eveneens beschikbaar op de maatschappelijke zetel.
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP nv.
De JENSEN-GROUP nv fungeert als holdingmaatschappij en als commerciële entiteit, verantwoordelijk voor de verkoop en dienst na verkoop in de Benelux.
In de loop van 2019 heeft de JENSEN-GROUP NV dividenden ontvangen van zijn dochterondernemingen ten belope van 7,8 miljoen euro.
Op de balans steeg de langetermijnschuld aangezien de JENSEN-GROUP NV een langetermijnlening ondertekende aan marktconforme voorwaarden.
De volledige versie van de statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP nv is beschikbaar op de corporate website www.jensen-group.com.
De waarderingsregels zijn opgesteld conform het KB van 31 januari 2001.
Aangezien de JENSEN-GROUP nv vooral een holdingfunctie heeft, benadrukken we dat – in overeenstemming met onze waarderingsregels en de boekhoudwetgeving in België – financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun initiële aanschaffingswaarde of volgestort kapitaal. Waardeverminderingen op financiële vaste activa worden geboekt wanneer zij verondersteld worden permanent te zijn. Indien blijkt dat waardeverminderingen die voorheen werden genomen niet langer nodig zijn, worden zij teruggenomen. Financiële vaste activa worden nooit boven hun aanschaffingswaarde of volgestort kapitaal gewaardeerd.
De immateriële vaste activa omvatten goodwill die ontstaan is uit de acquisities van de distributie-activiteiten in de Benelux. Om statutaire redenen wordt de goodwill afgeschreven over een periode van vijf jaar.
De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, eventueel verhoogd met de aanverwante kosten. Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geraamde nuttige levensduur vanaf de maand van aanschaf.
De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:
| Rubriek | Methode | Afschrijvingspercentage |
|---|---|---|
| Gebouwen | Lineair | 10% |
| Intallaties, uitrusting en machines | Lineair | 20% |
| Kantoorbenodigdheden en meubilair | Lineair | 20% |
| Rollend materieel | Lineair | 20% |
Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of directe opbrengstwaarde. De kostprijs wordt bepaald volgens de FIFO-methode (First In First Out). Voor geproduceerde voorraden is de kostprijs gelijk aan de volledige kostprijs inclusief alle directe en indirecte productiekosten die voortvloeien uit de afwerking van de voorraden op balansdatum. De directe opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de afwerkingskosten en de variabele verkoopkosten.
De vennootschap maakt gebruik van de 'percentage of completion'-methode om het juiste bedrag te bepalen dat tijdens de periode in het resultaat zal worden erkend. Het percentage van afwerking wordt bepaald op basis van de verhouding van de reeds gemaakte kosten ten opzichte van de totale kosten van het project. Bij deze berekening worden kosten niet mee opgenomen die tijdens het jaar gemaakt zijn, maar betrekking hebben op toekomstige projecten. Deze kosten worden opgenomen onder de voorraad, vooruitbetalingen of onder overige activa.
De handelsvorderingen en andere vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Op de vorderingen worden waardeverminderingen toegepast indien er onzekerheid bestaat over de ontvangst of de betalingsdatum voor het geheel of een gedeelte van de balans. Bijkomende waardeverminderingen worden ook geboekt indien de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan de boekwaarde.
Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waardeverminderingen worden toegepast wanneer de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan de aanschaffingswaarde.
De voorzieningen voor risico's en kosten worden individueel bepaald naargelang van de risico's en toekomstige kosten die ze moeten dekken. Ze worden slechts gehandhaafd in de mate dat zij vereist zijn volgens een actuele beoordeling van de risico's en kosten waarvoor ze werden gevormd.
De schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde op balansdatum. In de overlopende rekeningen wordt er slechts rekening gehouden met de nog te betalen kosten op balansdatum die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is de politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Afgeleide producten worden geboekt tegen kostprijs en hun premie wordt pro rata temporis in het resultaat opgenomen. Op balansdatum worden de financiële instrumenten gemeten aan marktwaarde op basis van het mark-to-market mechanisme. De niet-gerealiseerde verliezen worden in resultaat genomen terwijl de nietgerealiseerde winsten uitgesteld worden.
De ingedekte balansposten (openstaande klanten en leveranciers) worden gewaardeerd aan indekkingskoers.
het waarnemen van bestuursfuncties, het verlenen van advies, management en andere diensten aan andere Belgische of buitenlandse ondernemingen krachtens contractuele relatie of statutaire benoeming en in de hoedanigheid van externe raadgever of orgaan van deze onderneming.
De vennootschap mag, in België en in het buitenland, alle industriële, handels-, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren die rechtstreeks of onrechtstreeks haar onderneming kunnen uitbreiden of bevorderen of ermee verband houden. Zij mag alle roerende en onroerende goederen verwerven, zelfs als deze noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks verband houden met het doel van de vennootschap.
Zij kan, op welke wijze ook, belangen nemen in alle verenigingen, zaken, ondernemingen of vennootschappen die eenzelfde, gelijkaardig of verwant doel nastreven of die haar onderneming kunnen bevorderen of de afzet van haar producten of diensten kunnen vergemakkelijken, en ze kan ermee samenwerken of fuseren.
| Datum | Maatschappelijk kapitaal | Munt | Aantal aandelen |
|---|---|---|---|
| 24/05/2002 | 42.714.560 | euro | 8.264.842 |
| 20/05/2008 | 42.714.560 | euro | 8.252.604 |
| 13/01/2009 | 42.714.560 | euro | 8.039.842 |
| 30/11/2011 | 42.714.560 | euro | 8.002.968 |
| 04/10/2012 | 30.710.108 | euro | 8.002.968 |
| 12/05/2016 | 30.710.108 | euro | 7.818.999 |
JAARVERSLAG 2019 139
www.jensen-group.com
JENSEN-GROUP N.V. • Bijenstraat 6 • 9051 Sint-Denijs-Westrem (Gent) - Belgium T +32 (0)9 333 83 30 • F +32 (0)9 333 83 39 • www.jensen-group.com
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.