AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

JENSEN-GROUP N.V.

Annual Report Mar 28, 2024

3967_rns_2024-03-28_ed6625b5-defc-4391-8495-b0911c470e59.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Het Nederlandstalige jaarverslag is de officiële versie van het jaarverslag. Er is eveneens een Engelstalige versie beschikbaar om de aandeelhouders ter wille te zijn. De overeenstemming tussen beide versies werd door de JENSEN-GROUP op eigen verantwoordelijkheid gecontroleerd.

In dit rapport verwijst de term 'de JENSEN-GROUP' en 'de Groep' naar JENSEN-GROUP NV en zijn dochterondernemingen, terwijl de termen 'de JENSEN-GROUP NV', 'het bedrijf' of 'de vennootschap' verwijzen naar de holdingmaatschappij in België. De zakelijke activiteiten worden verricht via operationele dochterondernemingen verspreid over de gehele wereld. De termen 'we', 'onze' en 'ons' worden gebruikt om de Groep te beschrijven.

Kerncijfers4
Bericht aan onze aandeelhouders7
Profiel van de JENSEN-GROUP 9
Informatie voor de aandeelhouders en beleggers12
Verslag van de Raad van Bestuur17
Verklaring van de verantwoordelijke personen 81
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van JENSEN-GROUP NV over het boekjaar afgesloten op
31 december 2023 - Geconsolideerde jaarrekening 82
Geconsolideerde balans - Activa 87
Geconsolideerde balans - Passiva 88
Geconsolideerde winst- en verliesrekening 89
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten90
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen 91
Geconsolideerd kasstroomoverzicht93
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening 94
Verkorte balans JENSEN-GROUP NV 164
Verkorte resultatenrekening JENSEN-GROUP NV 165

Kerncijfers

Boekjaar eindigend op 31 december 31 december Verschil
(in duizenden euro) 2023 2022 %
Opbrengsten 400.121 341.639 17%
Operationeel resultaat (EBIT) 40.743 22.411 82%
EBITDA 48.376 26.211 85%
Netto rentelasten -341 1.092 -131%
Resultaat van participaties geconsolideerd
volgens de vermogensmutatiemethode
2.141 986 117%
Resultaat voor belastingen 41.926 21.532 95%
Geconsolideerd resultaat van de voortgezette
activiteiten
31.432 16.564 90%
Resultaat van te koop gestelde activa -124 -139 -11%
Resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelang 277 100 177%
Resultaat toerekenbaar aan de eigenaars van de
moedermaatschappij
31.031 16.325 90%
Toegevoegde waarde 166.862 126.092 32%
Netto kasstroom 38.664 20.125 92%
Eigen vermogen 262.142 170.567 54%
Netto financiële schuld (+) / netto cash (-) -35.873 -11.524 211%
Werkkapitaal 151.962 127.894 19%
Vaste activa (NCA) 69.877 61.526 14%
Capital employed (CE) 221.840 189.420 17%
Marktkapitalisatie (hoog) 322.092 263.966 22%
Marktkapitalisatie (laag) 244.314 189.215 29%
Marktkapitalisatie (gemiddeld) 289.425 230.328 26%
Marktkapitalisatie (31 december) 319.261 205.612 55%
Enterprise value (31 december) (EV) 283.388 194.088 46%
RATIO'S
EBIT / Opbrengsten 10,18% 6,56% 55%
EBITDA / Opbrengsten 12,09% 7,67% 58%
ROCE (EBIT / CE) 19,81% 13,09% 51%
ROE (Nettowinst / eigen vermogen) 14,34% 10,02% 43%
Gearing (Nettoschuld (+) netto cash (-)/ eigen
vermogen)
- - -
EBITDA rentedekking -141,87 24,00 -
Netto financiële schuld (+) of netto cash (-) /
EBITDA
-0,49 -1,00 -51%
Werkkapitaal / opbrengsten 34,97% 31,99% 9%
Enterprise value / EBITDA (31 december) 4,94 7,40 -33%

Kerncijfers per aandeel

Boekjaar eindigend op 31 december 31 december Verschil
(in euro) 2023 2022 %
EBITDA 5,29 3,37 57%
Geconsolideerd resultaat toerekenbaar aan de
eigenaars van de moedermaatschappij (= winst
per aandeel)
3,39 2,10 61%
Netto kasstroom 4,23 2,58 64%
Eigen vermogen (= boekwaarde) 27,26 21,98 24%
Brutodividend 0,50 0,50
Aantal uitstaande aandelen (gemiddelde) 9.150.330 7.786.615 18%
Aantal uitstaande aandelen (op het einde van het
jaar)
9.616.286 7.758.946 24%
Beurskoers (hoog) 35,20 33,90 4%
Beurskoers (laag) 26,70 24,30 10%
Beurskoers (gemiddelde) 31,63 29,58 7%
Beurskoers (31 december) 33,20 26,50 25%
Koers-winstratio (hoog) 10,40 16,10 -35%
Koers-winstratio (laag) 7,90 11,60 -32%
Koers-winstratio (gemiddelde) 9,30 14,10 -34%
Koers-winstratio (31 december) 9,80 12,60 -22%

Definities

  • EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization) = operationeel resultaat (EBIT) + afschrijvingen, (bijzondere) waardeverminderingen op voorraden, contractactiva en handelsvorderingen, wijzigingen in voorzieningen (zie Toelichting 13)
  • Netto rentelasten = rentelasten rentebaten
  • Toegevoegde waarde = EBIT + vergoedingen, sociale lasten en pensioenlasten + afschrijvingen, (bijzondere) waardeverminderingen op voorraden, contractactiva en handelsvorderingen, wijzigingen in voorzieningen (zie Toelichting 13)
  • Netto kasstroom = geconsolideerd resultaat toerekenbaar aan de aandeelhouders + afschrijvingen, (bijzondere) waardeverminderingen op voorraden, contractactiva en handelsvorderingen, wijzigingen in voorzieningen (zie Toelichting 13)
  • Netto financiële schuld (+) / netto cash (-) = leningen (korte en lange termijn) + subsidies financiële vaste activa aan afgeschreven kostprijs - financiële vaste activa aan reële waarde via overig resultaat - liquide middelen
  • Werkkapitaal = voorraad + vooruitbetalingen + handelsvorderingen op korte termijn + contractactiva handelsschulden – contractpassiva
  • Vaste activa = immateriële vaste activa + goodwill + activa, gebouwen en materieel
  • Capital Employed = werkkapitaal + vaste activa (zie bovenstaande definities)
  • Marktkapitalisatie = aandelenkoers x aantal uitstaande aandelen
  • Enterprise value = marktkapitalisatie (31 december) + netto financiële schuld (+) / netto cash ( -) (zie bovenstaande definities)
  • EBITDA rentedekking = EBITDA / netto rentelasten (zie bovenstaande definities)

Bij de vergelijking van de cijfers uit het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten met de cijfers uit de geconsolideerde balans voor de berekening van de ratio wordt het gemiddelde uit de geconsolideerde balans gebruikt. Het gemiddelde is de beginbalans + eindbalans gedeeld door twee.

  • ROCE (return on capital employed) = EBIT/ gemiddeld capital employed
  • ROE (return on equity) = geconsolideerd resultaat toerekenbaar aan de aandeelhouders / gemiddeld eigen vermogen
  • Gemiddelde netto financiële schuld (+) of netto cash (-) / EBITDA.

Bericht aan onze aandeelhouders

Vertrekkende van een solide basis en met een goed gevuld orderboek kende de JENSEN-GROUP een goede start in 2023. Vanwege gunstige marktomstandigheden en omwille van uitstekende bedrijfsvoering resulteerde het jaar in een reeks opmerkelijke verwezenlijkingen.

Dankzij een sterke vraag in alle segmenten, verbeterde omstandigheden in de toeleveringsketen, zorgvuldig doorgevoerde prijsverhogingen en een aantrekkelijk product- en dienstenaanbod, realiseerde de JENSEN-GROUP de hoogste opbrengsten ooit met een recordhoge bedrijfswinst en winst per aandeel.

Mede door de gedrevenheid en toewijding van onze medewerkers bewees het businessmodel van de JENSEN-GROUP uitermate klantgericht en uniek te zijn in het bieden van oplossingen op maat. Dankzij ons lokaal netwerk van Sales & Service Service Centers staan we dicht bij de markt wat bepalend is voor ons succes. In die optiek is het operationele model verder versterkt door de voortdurende digitalisering van de belangrijkste bedrijfsprocessen en het gebruik van één enkel digitaal platform. Dit leidde tot een efficiëntere en gestroomlijnde werking, een beter gebruik van de middelen en een wereldwijde afstemming van de werkmethodes. Bovendien werden nieuwe initiatieven gelanceerd zoals een online opleidingsaanbod voor interne training, verbeterde leiderschapsontwikkeling en uitwisselingsprogramma's voor technici en ingenieurs, teneinde verdere productiviteitsverbetering en professionalisering mogelijk te maken.

Duurzame waardecreatie staat centraal in de langetermijnstrategie van de JENSEN-GROUP. Die strategie wordt gekenmerkt door verregaande productinnovatie, een doorgedreven servicemodel, industriële efficiëntie en commerciële effectiviteit.

Tegen die achtergrond heeft de JENSEN-GROUP in 2023 ook zijn ESG-inspanningen opgedreven door een corporate sustainability leader aan te stellen en mensen en middelen vrij te maken om sneller vooruitgang te boeken. De Cleantech-oplossingen van de JENSEN-GROUP munten uit in creativiteit en inventiviteit en vormen een toonbeeld van duurzame innovatie. Door middel van het baanbrekend gebruik van IoT, AI en robotica verminderen Cleantech-toepassingen aanzienlijk de ecologische impact van de wasserijactiviteiten door te zorgen voor een laag verbruik van energie, water en chemicaliën en door de levensduur van textiel te verlengen. Tegelijk verhogen ze de productiviteit en kwaliteit, en verbeteren ze de veiligheid en hygiëne voor de werknemers. De ESG-roadmap van de Groep omvat alle domeinen van het bedrijf, gaande van initiatieven om de uitstoot van broeikasgassen, het energieverbruik en het afval in de productie te verminderen tot maatregelen om de gezondheid en veiligheid te verbeteren en om onze gedragscode voor leveranciers en ons ethisch bedrijfsbeleid te versterken.

2023 was ook een cruciaal jaar op het vlak van fusies en overnames. De JENSEN-GROUP sloot een joint venture met Miura voor de heavy-duty wasserijsector, en werd zo een belangrijke speler in Japan. De JENSEN-GROUP verwierf 49% van de aandelen van Inax, een Japanse dochteronderneming van Miura, terwijl Miura 20% van de stemrechten in de JENSEN-GROUP verwierf via een inbreng van 49% van de aandelen van Inax en een bijkomende kapitaalverhoging in cash.

Om de productiecapaciteit naar de toekomst toe te vergroten en de industriële blauwdruk te optimaliseren heeft de JENSEN-GROUP in Denemarken de fabrikant Almeborg overgenomen en geïnvesteerd in een grotere productievestiging voor Inwatec, de Deense robotica- en automatiseringsdochter van de Groep.

We zijn onze klanten en leveranciers dankbaar voor hun blijvend vertrouwen en loyaliteit.

We danken alle medewerkers van de JENSEN-GROUP wereldwijd, die in 2023 mee bedrijfsgeschiedenis hebben geschreven. Zoals duidelijk bleek uit de trots, de passie en het doorzettingsvermogen van de deelnemers aan de 2023 Leadership Conference, belichamen de JENSEN-GROUP-medewerkers de kernwaarden, die de bedrijfscultuur uniek maken.

We danken onze aandeelhouders voor hun blijvend vertrouwen en hun steun in ons streven naar duurzame waardecreatie en leiderschap in de sector. In dit kader zijn we uitermate vereerd met de toekenning van de Euronext BEL Award voor het best presterende small-capbedrijf in 2023 en zullen we meer dan ooit gemotiveerd en vastberaden onze strategische koers aanhouden.

Rudy Provoost Jesper Munch Jensen Voorzitter van de Raad van Bestuur Chief Executive Officer

Profiel van de JENSEN-GROUP

Missie

De doelstelling van de JENSEN-GROUP is om zijn klanten die wereldwijd actief zijn in de heavy-duty wasserijindustrie de beste oplossingen aan te bieden. De JENSEN-GROUP werkt voor en samen met zijn klanten om de wasserijwereld te voorzien van vernieuwende en duurzame producten en diensten: van enkelvoudige machines en systemen tot volledig geïntegreerde oplossingen en procesautomatisering. Wasserijen die worden uitgerust door JENSEN-GROUP mikken op de hoogste productie- en energie-efficiëntie in de industrie.

De JENSEN-GROUP investeert voortdurend in de ontwikkeling van zijn mensen en hun talenten.

Door klanten de combinatie aan te bieden van zijn globale expertise en zijn lokale aanwezigheid kan de JENSEN-GROUP een omzetgroei en een verantwoordelijk leiderschap in de sector realiseren.

We maken het verschil

Dankzij zijn technische excellentie, aanzienlijke investeringen in productontwikkeling en de specialisatie binnen de sector kan de JENSEN-GROUP de oplevering van zowel een alleenstaande machine, een productielijn als een volledig geïntegreerd project plannen, ontwikkelen, produceren, installeren, opleveren en onderhouden. Zijn partners zijn textielverhuurbedrijven, industriële wasserijen, centrale wasserijen en ook OPL-wasserijen in ziekenhuizen, hotels en cruiseschepen. De Groep is van oordeel dat zijn klanten hun wasserij-activiteiten beter kennen dan wie ook en dat ze met de steun van de JENSEN-GROUP's uitgebreide competentie en ervaring de juiste oplossing voor hun specifieke wasserij-eisen kunnen vinden.

Organisatie

Het Executive Management Team (EMT) van de JENSEN-GROUP bestaat uit een Chief Executive Officer, een Chief Financial Officer, een Chief Operating Officer, een Chief Digital Officer en een Chief Innovation Officer (sinds januari 2024).

De fabrieken van de JENSEN-GROUP (de PEC's) ontwikkelen, produceren en leveren een volledig en competitief assortiment producten aan klanten via een wereldwijd netwerk van Sales and Service Centers (SSC's) en erkende lokale distributeurs. Dit wereldwijde distributienetwerk zorgt er samen met zijn expertise in de ontwikkeling van wasinrichtingen, deskundig projectbeheer en dienstverlening na verkoop voor dat de JENSEN-GROUP uitstekend geplaatst is om op lokaal niveau snel en betrouwbaar te beantwoorden aan de verwachtingen van de klant, of het nu gaat om één enkele machine of om een totaaloplossing, waar ook ter wereld.

Productie

De JENSEN-GROUP beschikt over zeven productievestigingen (PEC's) in vijf landen verspreid over drie continenten:

  • Denemarken: JENSEN Denmark in Rønne, Ole Almeborg in Hasle en Inwatec ApS in Odense
  • Zweden: JENSEN Sweden in Borås
  • Duitsland: JENSEN GmbH in Harsum (JENSEN Components in Pattensen sloot de deuren in juni 2022)
  • VS: JENSEN USA in Panama City, FL
  • China: JENSEN China in Xuzhou.

Distributie

De JENSEN-GROUP verkoopt zijn producten en diensten onder de merknamen JENSEN en Inwatec via eigen verkoopkantoren (SSC's) en via onafhankelijke, gemachtigde distributeurs wereldwijd. De voorbije jaren nam de relatieve verkoop via de eigen SSC's van de Groep toe. Deze SSC's zijn actief in de belangrijkste heavy-duty wasserijmarkten: Australië, Oostenrijk, de Benelux, Brazilië, China, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Italië, het Midden-Oosten, Nieuw-Zeeland, Noord-Amerika, Noorwegen, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. De verkoop- en servicekantoren spelen een cruciale rol in de coördinatie van het toenemend aantal complexe installaties, waarbij tegelijk verschillende productievestigingen van de Groep betrokken zijn. Dankzij zijn lokale aanwezigheid kan de Groep een on-demand dienstverlening na verkoop leveren aan zijn klanten. Bovendien beschikt de Groep over een netwerk met ervaren distributeurs in meer dan 50 landen. Sinds oktober 2023 wordt de Japanse markt bediend via Inax ltd, de joint-venturepartner van de JENSEN-GROUP in Japan, en een distributeur.

Productontwikkeling

De belangrijkste technologieën van de JENSEN-GROUP zijn toegespitst op de verschillende fasen van het wasproces, gaande van het wassen en drogen, de logistiek en het transport van het linnen binnen de wasserij, tot de afwerking van het gewassen linnen via toevoer-, strijk- en vouwmachines, met inbegrip van de softwaretechnologie om het volledige proces te sturen. Samengevat gaat het om de verschillende technologieën die gebruikt worden in het proces om vuil linnen om te zetten in proper linnen, klaar voor gebruik.

Gezien de vele technologieën die nodig zijn om aan de noden van zijn klanten te voldoen, focust de JENSEN-GROUP niet op fundamenteel onderzoek en ontwikkeling. De Groep wil bestaande technologieën gebruiken en die integreren in de industrieprocessen, met de nadruk op energie- en arbeidsefficiëntie.

De afgelopen jaren heeft de JENSEN-GROUP vooral geïnvesteerd in de verdere modernisering en uitbreiding van zijn productassortiment in robotica voor wasserijen, artificiële intelligentie (AI) en automatisering, nieuwe softwaretoepassingen voor de sector en in milieuvriendelijke producten. Tal van productontwikkelingen die zich richten op het besparen van natuurlijke hulpbronnen en energie zijn ondergebracht onder het CleanTech-concept. Samen met Veins Holding richtte de JENSEN-GROUP Gotli Labs AG op dat het aanbod met state-of-the-art software-oplossingen voor de heavy-duty wasserijmarkt verder zal ontwikkelen. Dankzij de integratie van technologie en software kunnen klanten de productie in realtime controleren en opvolgen en de statistieken ervan gebruiken om hun productiviteit te verbeteren.

De integratie van nieuwe producten van Gotli, met de naam GLOBE, en de investeringen in Inwatec ApS met het oog op automatisering en AI zullen de sector naar een nieuw niveau van databeheer tillen en de JENSEN-GROUP voorbereiden op Industry 4.0 en het internet der dingen ('The Internet of Things'). Software om het gehele wasproces te sturen en te controleren is essentieel om de klanten een complete wasserij-oplossing aan te bieden.

De Groep heeft voor bepaalde machineonderdelen talrijke patenten verkregen en aangevraagd, en teams van de verschillende ontwikkelingscentra in de verschillende JENSEN-GROUP competentiecentra onderzoeken voortdurend de mogelijkheid om verdere nieuwe ontwikkelingen te patenteren. De ambitie van de Groep is om heavy-duty wasserijen zoveel mogelijk te automatiseren.

Patenten en notariële akten worden vooral gebruikt om aan te tonen dat de Groep als eerste gebruik maakte van de nieuwe technologie. De JENSEN-GROUP beschermt zijn patenten op individuele basis, vooral in de belangrijkste markten.

Over het algemeen investeert de JENSEN-GROUP jaarlijks 2 tot 3% van zijn omzet in productontwikkeling.

De JENSEN-GROUP in de wereld

Samen met een wereldwijd distributienetwerk.

Informatie voor de aandeelhouders en beleggers

De aandelen van de JENSEN-GROUP zijn sinds juni 1997 genoteerd op Euronext, met als ticker JEN (Reuters: JEN.BR; Bloomberg: JEN.BB). De ISIN code is BE0003858751. De koers van het JENSEN-GROUP NV-aandeel kan online geconsulteerd worden op de volgende websites:

▪ Euronext: https://live.euronext.com/en/product/equities/BE0003858751-XBRU

Koersevolutie

De beurskoers van het JENSEN-GROUP NV-aandeel liet een stijging optekenen van 26,5 euro per einde 2022 naar 33,2 euro op het einde van 2023, met een gemiddeld verhandeld dagvolume van 1.312 aandelen, vergeleken met 2.374 in 2022.

JENSEN-GROUP aandeel relatieve koersontwikkeling

Investor relations

De JENSEN-GROUP NV communiceert rechtstreeks met zijn aandeelhouders en investeerders via de volgende kanalen:

  • organisatie van 2 telefoonconferenties met analisten per jaar (na publicatie van de halfjaarlijkse en jaarlijkse cijfers);
  • communicatie van trimestriële kwartaalinformatie;
  • communicatie van belangrijke veranderingen in de financiële positie en de resultaten van de vennootschap;
  • verspreiding van persberichten naar professionele en particuliere beleggers en publicatie op de website;
  • publicatie van de stemming en notulen van de aandeelhoudersvergaderingen op de website;
  • alle communicatie, inclusief de website, is beschikbaar in het Nederlands en het Engels;
  • informatie omtrent aandeelhouders en de financiële kalender zijn beschikbaar op de website;
  • aanwezigheid op evenementen voor beleggers op verzoek;
  • telefoonconferenties met analisten en bestaande of potentiële aandeelhouders op aanvraag.

Wijzigingen in aandeelhouderschap

In de loop van 2023 heeft de JENSEN-GROUP NV de volgende kennisgevingen ontvangen:

  • een kennisgeving vanwege JENSEN Invest A/S over het passief overschrijden van een bepaalde drempel Omdat de JENSEN-GROUP NV op 3 april 2023 1.926.282 nieuwe aandelen had uitgegeven, daalde het percentage stemrechten dat direct of indirect in het bezit was van JENSEN Invest A/S van 54,4% naar 44,8% van de stemrechten in de vennootschap, en overschreed het de 45%-drempel in neerwaartse zin;
  • twee kennisgevingen van Miura Co. Ltd over (i) het overschrijden van een drempel, omdat Miura Co. Ltd op 3 april 2023 stemrechtverlenende aandelen van de JENSEN-GROUP NV verwierf en daardoor 1.926.282 aandelen in de JENSEN-GROUP NV heeft. De deelneming van Miura Co. Ltd was goed voor 19,77% van de stemrechten binnen de vennootschap en overschreed dus de 15%-drempel, en (ii) het passief overschrijden van een bepaalde drempel. Doordat de JENSEN-GROUP NV op 16 mei 2023 eigen aandelen had vernietigd, vertegenwoordigde de deelneming van Miura Co. Ltd 20% van de stemrechten in de vennootschap en overschreed die dus de 20%-drempel;
  • een kennisgeving vanwege Lazard Frères Gestion SAS over het passief overschrijden van een bepaalde drempel .

Omdat de JENSEN-GROUP NV op 3 april 2023 1.926.282 nieuwe aandelen had uitgegeven, daalde het percentage stemrechten dat in het bezit was van Lazard Frères Gestion SAS naar 4,71% van de stemrechten in de vennootschap, en overschreed het de minimale 5%-drempel in neerwaartse zin.

De eigendomsstructuur van de JENSEN-GROUP NV op 31 december 2023 is als volgt:

(*) Inkoopprogramma van eigen aandelen

Financiële kalender

  • 17 mei 2024: Kwartaal update Q1;
  • 21 mei 2024 om 10u: Jaarlijkse Algemene Vergadering;
  • 8 augustus 2024: Halfjaarlijkse resultaten 2024 (analistenmeeting);
  • 7 november 2024: Kwartaal update Q3; en
  • maart 2025: Jaarresultaten 2024 (analistenmeeting).

De Investor Relations Manager is eveneens beschikbaar voor particuliere en institutionele beleggers, financiële analisten en gespecialiseerde journalisten. Zij kan het potentieel van de JENSEN-GROUP op korte en lange termijn toelichten, zowel voor het bedrijf in zijn geheel als voor specifieke activiteiten. Presentaties, vergaderingen en bedrijfsbezoeken worden op verzoek georganiseerd.

Het jaarverslag van de JENSEN-GROUP, persberichten en andere informatie zijn beschikbaar op de website www.jensen-group.com.

Aandeelhouders die hun aandelen op naam wensen om te zetten in gedematerialiseerde aandelen, kunnen eveneens contact opnemen met de Investor Relations Manager.

Aandeelhouders en beleggers die het jaarverslag, de jaarrekeningen van de JENSEN-GROUP NV, persberichten of andere informatie over de JENSEN-GROUP wensen te ontvangen, kunnen eveneens contact opnemen met de Investor Relations Manager:

JENSEN-GROUP NV Mevr. Stefanie Roscam Neerhonderd 33, BE 9230 Wetteren, België. E-mail: [email protected]

Financieel verslag 2023

Verslag van de Raad van Bestuur

Stand van zaken in 2023

In 2023 bereikte de JENSEN-GROUP een nieuwe mijlpaal van 400,1 miljoen euro opbrengsten, wat een groei van 17,1% vertegenwoordigt in vergelijking met 341,6 miljoen euro in 2022. Deze toename is toe te schrijven aan een uitzonderlijk hoog niveau van openstaande bestellingen op het einde van 2022, bescheiden bestellingen in het eerste semester en aanzienlijk hogere bestellingen in het tweede semester van 2023. Het totaal van bestellingen ontvangen gedurende 2023 van 363,1 miljoen euro, bijna gelijk aan het record van het voorgaande jaar, bevestigt onze sterke marktpositie.

De operationele winst (EBIT) van de Groep bedroeg in 2023 40,7 miljoen euro, vergeleken met 22,4 miljoen euro in 2022, wat een aanzienlijke groei van 81,8% betekent. Deze opmerkelijke toename kan worden toegeschreven aan verhoogde opbrengsten, aangedreven door de sterke wereldwijde vraag en zorgvuldig geïmplementeerde prijsverhogingen, evenals aan een verbeterde operationele efficiëntie als gevolg van, onder andere, een vlottere logistiek en verminderde vrachtkosten in specifieke wereldregio's.

Om zich voor te bereiden op de volgende groeifase, heeft de Groep in 2023 de volgende investeringen uitgevoerd:

  • de acquisitie van 49% van de aandelen van Inax Corporation, een toonaangevende Japanse fabrikant en distributeur van commerciële wasserijapparatuur,
  • de acquisitie van Ole Almeborg, een productiefaciliteit die de productiecapaciteit zal verhogen en waarvoor bijkomende investeringen voor een bedrag van 6 miljoen euro zijn uitgetrokken voor 2024,
  • een investering in de uitbreiding van de productiecapaciteit van Inwatec, de AI- en robotica onderneming in Denemarken.

Sinds april 2023 heeft Inax, 1,8 miljoen euro positief bijgedragen aan de inkomsten van bedrijven gerekend volgens de vermogensmutatie methode. De gecombineerde inkomsten van Tolon en Inax zijn gestegen van 1 miljoen euro in 2022 naar 2,1 miljoen euro in 2023. Dit werd echter negatief beïnvloed door de hyperinflatieeffecten op de Turkse entiteiten van Tolon, wat leidde tot een negatieve impact op dit resultaat van 0,9 miljoen euro.

Op de balans is het werkkapitaal gestegen van 127,9 miljoen euro in 2022 naar 152,0 miljoen euro aan het einde van 2023. Dit is het gevolg van de hogere opbrengsten en het verandere economisch klimaat waarin klanten langere betalingstermijnen vragen om hun projecten te financieren. De Groep rapporteert een netto financiële kaspositie van 35,9 miljoen euro, rekening houdend 4 miljoen euro aan leasingsschulden, vergeleken met 11,5 miljoen euro aan het einde van 2022. De toename in netto kas positie is voornamelijk een gevolg van de kapitaalverhoging van 26,8 miljoen euro in april 2023 een gevolg van onze strategische acquisitie van een 49% belang in Inax Corporation. Anderzijds was er negatieve liquiditeitsimpact door de toename van het werkkapitaal.

Inkoopprogramma van eigen aandelen

Per 9 maart 2023 hadden wij 113.873 aandelen ingekocht tegen een gemiddelde prijs van 30,07 euro per aandeel voor een totaalbedrag van 3,4 miljoen euro. In het kader van de transactie met Miura heeft de JENSEN-GROUP haar inkoopprogramma tijdelijk opgeschort. Tijdens de buitengewone algemene vergadering van 16 mei 2023 hebben de aandeelhouders ingestemd met de vernietiging van de 113.873 eigen aandelen. Op 10 augustus 2023 werd het inkoopprogramma opnieuw opgestart om de resterende 668.027 aandelen terug te kopen, waarbij het oorspronkelijk mandaat een maximum inkoop eigen aandelen van 781.900 betrof. Per 31 december 2023 zijn 15.122 bijkomende aandelen teruggekocht tegen een gemiddelde prijs van 33,02 euro voor een totaalbedrag van 0,5 miljoen euro.

Vooruitzichten 2024

In 2023 ontving de JENSEN-GROUP bestellingen ter waarde van 363,1 miljoen euro, bijna gelijk aan het recordniveau van het voorgaande jaar. Hoewel het volume van binnenkomende bestellingen in het eerste semester van 2023 iets lager was dan het niveau van het voorgaande jaar, toonde het volume van ontvangen bestellingen in de tweede helft van 2023 een sterke toename.

Het doel van de Groep voor 2024 is om het momentum te behouden door haar marktpositie en winstgevendheidsniveau te verstevigen en verder te blijven focussen op commerciële uitmuntendheid en productiviteit. De Groep zal blijven inzetten op klantgerichtheid en duurzame innovatie door de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten onder andere via Inwatec ApS, terwijl verder wordt gewerkt aan de optimalisatie en digitalisering van bedrijfsprocessen en applicaties.

De belangrijkste risicofactoren voor 2024 zijn de onzekerheid over het algemene politieke klimaat, de impact van geopolitieke en militaire dreigingen, reisbeperkingen over de hele wereld in het geval van het opduiken van een nieuwe pandemie, een vertraging van de vraag vanwege een economische recessie in onze kernmarkten, de hogere rentetarieven die de finaciering van projecten bij onze klanten kunnen beïnvloeden, de wisselende beschikbaarheid van grondstoffen, energie- en transportkosten, valutaschommelingen en de bestaande concurrentiedruk.

Risicofactoren

Risico's gerelateerd aan de financiële situatie van de JENSEN-GROUP

Het resultaat is afhankelijk van het behalen van een bepaald omzetniveau om de overhead kosten te kunnen absorberen.

Elke significante daling van de activiteiten heeft een onmiddellijk effect op het operationeel resultaat. Onze Groep heeft zeven productievestigingen, gesitueerd in de volgende landen:

  • een productievestiging in China;
  • drie productievestigingen in Denemarken;
  • een productievestiging in Duitsland;
  • een productievestiging in Zweden;
  • een productievestiging in de VS.

Iedere productie- en engineeringvestiging (PEC of Production and Engineering Centre) is gespecialiseerd in een specifiek onderdeel van het wasproces (wassen en drogen, afwerkingstechnologie, materiaalbehandeling) of in een specifiek soort linnen (vlak linnen, kledingstukken of speciale toepassingen zoals matten, rolhanddoeken of andere roldoeken).

De JENSEN-GROUP beschikt over eigen verkoopkantoren (SSC Sales and Service Centers of Sales Support) in de belangrijkste afzetmarkten:

  • Australië
  • Oostenrijk
  • Benelux
  • Brazilië
  • China
  • Denemarken
  • Frankrijk
  • Duitsland
  • Italië
  • Zweden
  • Midden-Oosten
  • Nieuw-Zeeland
  • Noorwegen
  • Singapore
  • Spanje
  • Zwitserland
  • VK
  • VS

Sinds oktober 2023 wordt de Japanse markt bediend via Inax ltd, de joint-venturepartner van de JENSEN-GROUP in Japan, en een distributeur.

Naast de SSC's heeft de JENSEN-GROUP vertegenwoordigers in:

  • Tsjechië
  • Polen

Bovendien beschikt de JENSEN-GROUP over een professioneel distributienetwerk in meer dan 50 landen.

Elk SSC beschikt over de nodige mankracht om volledige sleutel-op-de-deur projecten uit te voeren, alleenstaande machines te verkopen, en dienstverlening na verkoop aan te bieden.

De heavy-duty wasserij-sector hangt sterk af van technische kennis. Bovendien heeft de Groep in elke PEC en SSC de nodige staffuncties om de autonome juridische entiteit te besturen. Om deze overhead kosten te kunnen dekken, is een voldoende hoog verkoopvolume vereist. De activiteitsgraad bepaalt het productievolume en kan worden beïnvloed door externe factoren waarop de Groep geen invloed heeft. Omdat de goederen investeringsgoederen zijn, kan het algemene internationale investeringsklimaat in de gezondheidszorg, de horeca (hotels en restaurants) en in de industriële textielverzorging een grote invloed hebben op de marktvraag en verkoopopportuniteiten. De impact van een plotse omzetdaling kan niet volledig worden gecompenseerd door een daling van de indirecte kosten of infrastructuurkosten, en kan als dusdanig een negatieve weerslag hebben op de activiteiten, het operationele resultaat en de financiële situatie van de Groep. Door de grote afhankelijkheid van de technische kennis van de ondersteunende functies is het moeilijk om die ondersteunende functies te herstructureren wanneer de activiteit fors afneemt. Bij een herstructurering wordt de Groep bovendien beperkt door lokale regelgeving die aanzienlijke kosten met zich mee kan brengen, zoals bleek na de financiële crisis en de covid-pandemie.

De economische, politieke en wisselkoersrisico's inherent aan het verkopen van producten op de internationale markt Een groot deel van de netto-opbrengsten komt uit de verkoop van producten en projecten aan internationale klanten. De vraag naar de producten van de JENSEN-GROUP kan worden beïnvloed door economische en politieke omstandigheden in elk van de landen waar de producten worden verkocht, en door bepaalde andere risico's van zakendoen in het buitenland, zoals schommelingen in de waarde van valuta's. De Groep dekt zich zoveel mogelijk in voor de wisselkoersschommelingen van de voornaamste munten waarin de Groep activiteiten heeft, zoals de AUD, EUR, CHF, CNY, DKK, GBP, JPY, NOK, NZD, SEK, SGD, en USD.

Schommelingen van interestvoeten kunnen een negatieve invloed hebben op de opbrengsten en financiële resultaten

De JENSEN-GROUP is onderhevig aan schommelingen van de interestvoeten. Als de interestvoeten overal stijgen, kan dat een weerslag hebben op het algemene investeringsklimaat en op het vermogen van de klanten om te investeren. Bijgevolg kunnen de bedrijfsopbrengsten, winsten en financiële omstandigheden van de Groep negatief beïnvloed worden.

Gezien de directe financiële impact van interestvoetschommelingen op de kredieten van de Groep, behoudt de Groep langlopende afdekkingen van de interestvoeten en leningen met vaste interestvoeten om dat risico te beperken.

Het niet respecteren van de schuldratio's die werden afgesproken met financiers kan de financiële situatie van de Groep negatief beïnvloeden

Vanwege zijn sterke balans wil de JENSEN-GROUP kredietovereenkomsten die stevige verbintenissen op gebied van financiële ratio's opleggen, zoveel mogelijk vermijden. De drie belangrijkste financiële groepen waarmee de Groep werkt zijn Nordea, KBC en Nykredit. De financieringsovereenkomsten van de Groep bevatten drie financiële ratio's met één van de financiële instellingen over de solvabiliteit, een positieve EBITDA op jaarbasis en een maximale schuld/EBITDA-ratio. Als de Groep die financiële ratio's niet naleeft, kan dat voor extra kosten zorgen en de kredietcapaciteit van de Groep beperken.

Het faillissement van een bank kan een negatief effect hebben op de kaspositie van de JENSEN-GROUP

Het faillissement van één van zijn financiële partners kan een belangrijke impact hebben op de kaspositie van de JENSEN-GROUP. De Groep spreidt zijn kaspositie over verschillende banken en verschillende investeringen om het faillissementsrisico van een bank te beperken.

Om zijn financiële schulden terug te betalen moet de JENSEN-GROUP een bepaalde minimale kasstroom hebben, die afhangt van veel externe factoren waarop de Groep geen vat heeft

Of het zijn leningen kan afbetalen en de geplande investeringen, onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten en capaciteitsuitbreiding kan financieren, hangt af van de capaciteit van de Groep om cash te genereren, van de toekomstige operationele en financiële resultaten en de ontwikkelingen binnen de grote financiële instellingen waarmee het werkt. Deze zijn tot op zekere hoogte afhankelijk van de risicofactoren die reeds zijn vermeld.

Risico's gerelateerd aan de bedrijfsactiviteiten en de industrie

De grootste klanten van de JENSEN-GROUP worden nog groter omdat ze consolideren en in toenemende mate internationaal actief worden

Een belangrijk deel van het zakencijfer bestaat uit het leveren van machines en integrale systemen aan bedrijven in de sector van textielverhuur. De internationalisatie en concentratie van onze klanten in deze sector kan leiden tot een grotere afhankelijkheid van deze grotere groepen die hun eigen voorwaarden stellen.

Prijsschommelingen of tekorten aan grondstoffen, verstoringen in de toeleveringsketen en het mogelijk verlies van belangrijke leveranciers kunnen een negatieve invloed hebben op de activiteiten

De JENSEN-GROUP koopt voor zijn producten een belangrijk aantal componenten en grondstoffen aan, zoals ijzer, roestvrij staal, aluminium en elektronische componenten. De prijs en de beschikbaarheid van deze componenten en grondstoffen hangen af van wijzigingen in accijnzen, van vraag en aanbod op de internationale markten en van schommelingen en tekorten. In de competitieve markt van heavy-duty wasserijmachines bestaat er geen zekerheid dat stijgingen of dalingen van grondstofprijzen en andere kosten vlug kunnen worden omgezet in hogere verkoop- of lagere aankoopprijzen. Daarenboven is er geen garantie dat het verlies van sommige leveranciers geen invloed zou hebben op de activiteiten, de operationele resultaten en de financiële toestand. De Groep dekt momenteel geen risico van grondstoffen af.

De JENSEN-GROUP is actief in een zeer competitieve markt

Binnen de markt van heavy-duty wasserijmachines en -systemen staat de JENSEN-GROUP in concurrentie met verschillende grote en kleine leveranciers. De komst van belangrijke, nieuwe concurrenten of sterkere concurrentie van de bestaande marktspelers kunnen een negatieve invloed hebben op de activiteiten, de operationele resultaten en de financiële toestand van de Groep. De markt van heavy-duty wasserijmachines is er een van technische investeringsgoederen, waar de klant veel belang hecht aan technische ondersteuning, en dus waar een lokale aanwezigheid cruciaal is.

Daarenboven kan de Groep te maken krijgen met concurrentie van bedrijven buiten de VS of Europa die lagere productiekosten hebben (inclusief arbeids- of grondstofkosten). Deze concurrenten kunnen deze lagere productiekosten als prijsverlagingen aan de klanten verkopen, en dit kan een belangrijke negatieve invloed hebben op de opbrengsten en resultaten van de Groep.

Financiering

Soms vinden klanten moeilijk financiering om te investeren in uitbreiding of vernieuwing van uitrusting. Onder bepaalde voorwaarden, en om investeringen eenvoudiger te maken, biedt de JENSEN-GROUP zijn klanten financieringsoplossingen aan. Dit verhoogt het risico dat de Groep machines moet terugnemen tijdens de duur van de financiering. Dat risico wordt beperkt door de terugnameprijs zoveel mogelijk af te stemmen op de tweedehandsprijs.

Geopolitieke risico's

De JENSEN-GROUP heeft wereldwijd activiteiten, met belangrijke productievestigingen in onder andere China, de VS, Europa en Japan. Gezien de recente geopolitieke ontwikkelingen in de wereld kunnen invoerheffingen wijzigen en handelsbetrekkingen beperkt worden. Bovendien komen oorlogen of gewapende conflicten tussen naties, staten en partijen voor. Dergelijke conflicten kunnen gevolgen hebben voor de getroffen bevolking, en leiden tot reisstops en economische recessies, wat een sterke impact heeft op de horeca, lopende projecten of de dekking van verzekeringen. De Groep beperkt dit risico door middel van back-up plannen voor zijn productieactiviteiten.

Politieke keuzes kunnen een invloed hebben op de gezondheidssector

De JENSEN-GROUP levert aan industriële wasserijen die onder meer linnen behandelen voor de gezondheidssector. Politieke keuzes kunnen een invloed hebben op de hygiënische normen of de financiële capaciteit van ziekenhuizen. Denk bijvoorbeeld aan regelgeving die de norm voor gerecycleerd linnen en voor wegwerplinnen zou veranderen. Dit kan op bepaalde momenten de verkoop beïnvloeden en de kosten voor productontwikkeling verhogen, om te zoeken naar oplossingen voor de meest strikte hygiënische eisen.

De JENSEN-GROUP staat bloot aan productaansprakelijkheidsclaims

De JENSEN-GROUP staat bloot aan mogelijke productaansprakelijkheidrisico's die voortkomen uit de verkoop van zijn producten, vooral in de segmenten wasserij en afwerking, en aan arbeidsongevallen te wijten aan die producten. Bovenop de directe kosten, zoals schadevergoedingen en gerechtskosten, bestaat het risico dat productaansprakelijkheidsclaims voor imagoschade kunnen zorgen. De verzekeringen van de Groep dekken zijn mogelijke aansprakelijkheid misschien niet helemaal en dat kan de activiteiten, de operationele resultaten en de

financiële toestand van de Groep aanzienlijk en negatief beïnvloeden.

De JENSEN-GROUP is onderhevig aan het risico van toekomstige rechtszaken

Als bedrijf is de JENSEN-GROUP altijd partij in een of ander juridisch geschil dat ontstaat tijdens zijn normale bedrijfsvoering. De kosten en eventuele economische gevolgen van rechtszaken zijn moeilijk in te schatten en kunnen hoog zijn, vooral in geval van productaansprakelijkheid. Hoewel hiervoor een goede dekking bestaat, is er geen garantie dat deze dekking voldoende zal zijn om de Groep bescherming te bieden tegen alle materiële uitgaven in verband met mogelijke toekomstige geschillen voor persoonlijke en materiële schade, of dat dergelijke dekkingsniveaus in de toekomst (nog steeds) beschikbaar zullen zijn aan economisch haalbare tarieven.

Een belangrijke ongunstige veroordeling, het verlies van een belangrijke vergunning, of de betaling van aanzienlijke boetes kunnen een negatief effect hebben op de activiteiten, financiële situatie en vooruitzichten/reputatie van de Groep.

Milieu-, sociale en governancerisico's

De JENSEN-GROUP is afhankelijk van werknemers

De JENSEN-GROUP is afhankelijk van de continuïteit in diensten en prestaties van het senior management en medewerkers in alle domeinen. De meeste van die sleutelmedewerkers of senior managers hebben een contract van onbepaalde duur. De Groep staat voor de uitdaging om voldoende gekwalificeerde medewerkers te werven en om sleutelmedewerkers te vervangen. Dat kan aanzienlijke negatieve gevolgen hebben voor de activiteiten, operationele resultaten en financiële toestand van de Groep, omdat medewerkers veel ervaring in en kennis van de activiteiten en de klantenrelaties hebben.

Door de aard van zijn activiteiten kan de JENSEN-GROUP potentieel aansprakelijk worden gesteld voor

milieuclaims en de nadelige gevolgen van nieuwe en strengere milieu-, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften De JENSEN-GROUP is onderhevig aan uitgebreide en frequente wijzigingen in de lokale, nationale en internationale wetgeving met betrekking tot milieu, veiligheid en gezondheid, met inbegrip van de wetgeving met betrekking tot uitstoot van gassen, afval, afwatering van regenwater en giftig afval. De eventuele schade-eisen of kosten die het gevolg zouden zijn van toekomstige wet- of regelgeving, eventueel met terugwerkende kracht, vallen niet te voorspellen. Meer stringente wetgeving of striktere interpretatie van de bestaande wetgeving kan leiden tot bijkomende kosten en investeringen die de activiteiten, de operationele resultaten en de financiële situatie van de Groep negatief kunnen beïnvloeden.

Hoewel de JENSEN-GROUP de beste praktijken toepast in al zijn vestigingen, kan de Groep aansprakelijk worden gesteld voor milieuvervuiling (inclusief historische vervuiling door andere partijen) op de locaties waar de Groep actief is. Als gevolg daarvan kan de Groep betrokken raken in administratieve of juridische vragen om inlichtingen of geschillen met betrekking tot de milieuwetgeving. Er kan niet worden uitgesloten dat de Groep in de toekomst niet betrokken raakt in dergelijke procedures. Er bestaat ook geen garantie dat de bestaande of aanvullende verzekeringen voldoende dekking bieden tegen de gevolgen van dergelijke administratieve en gerechtelijke

vragen en geschillen. De totale saneringskosten en andere milieukosten die hierop betrekking hebben, zouden een aanzienlijke negatieve invloed kunnen hebben op de activiteiten, de operationele resultaten en de financiële toestand van de Groep.

De afgelopen jaren heeft de JENSEN-GROUP nauwgezet een milieuherstelprogramma gevolgd met betrekking tot de voormalige productievestiging Cissell in de Verenigde Staten. Er bestaat een vrijwaring van een derde partij voor de kosten van het milieuherstelprogramma, met Cissell als wettelijke begunstigde. De meest recente resultaten van de jaarlijkse controle door een milieubedrijf, met een volledige evaluatie om de vijf jaar, voldoen aan de verwachtingen. Gezien de gegevens die tijdens de exhaustieve controle van 2023 werden ingezameld, lijkt het aangewezen om de volgende exhaustieve controle in 2028 te plannen. Het valt niet uit te sluiten dat de Cissell-vestiging of andere vestigingen in de toekomst niet langer voor aanzienlijke bijkomende aansprakelijkheidsvorderingen en andere kosten zullen zorgen.

De bedrijfsactiviteiten van de JENSEN- GROUP kunnen leiden tot normale gevaren die ontstaan door de productie, het vervoer en de werking van heavy-duty machines en installaties. Deze gevaren kunnen leiden tot lichamelijke letsels en schade aan machines en eigendommen. Er is dus geen enkele garantie dat de huidige en toekomstige activiteiten niet leiden tot schadeclaims vanwege personeelsleden of derde partijen. Daarenboven kan de Groep ook worden blootgesteld aan huidige of toekomstige schade-eisen betreffende de veiligheid en gezondheid van werknemers en andere schade-eisen. Er bestaat geen zekerheid over het eigenlijke bedrag en het tijdstip van dergelijke schade-eisen. Ook ontwikkelingen in de regelgeving die veranderingen in de bedrijfsvoering vereisen of die de vraag naar en de kostprijs van producten en diensten beïnvloeden, of kunnen leiden tot belangrijke operationele problemen, met inbegrip van maar niet beperkt tot voormelde gebeurtenissen, kunnen een ongunstig effect hebben op de activiteiten, de operationele resultaten en de financiële toestand.

De JENSEN-GROUP is actief op verschillende locaties en krijgt te maken met natuurrampen

De JENSEN- GROUP is actief in 22 landen en is daardoor blootgesteld aan natuurrampen zoals aardbevingen, windstormen of overstromingen. Zo wordt de productievestiging in Panama City, Florida, VS, bedreigd door orkanen, wat duidelijk werd in 2018 met orkaan Michael. Waar mogelijk en betaalbaar wordt een verzekering afgesloten en worden specifieke bouwverordeningen strikt nageleefd. De afgelopen jaren is in bepaalde gebieden een daling van de beschikbare verzekeringsdekking geconstateerd. Alle entiteiten die blootstaan aan natuurrampen hebben herstelplannen voor na de ramp. Elke ernstige natuurramp kan een impact hebben op de activiteiten, operationele resultaten en financiële situatie.

Pandemie of terroristische aanslag

Een pandemie of terroristische aanslag heeft directe gevolgen voor klanten van de JENSEN-GROUP die actief zijn in de horecasector (reizen en toerisme, inclusief cruiseschepen), zoals bleek tijdens de covid-19-pandemie, en de gezondheidszorg. De overheid kan immers beslissingen nemen die een invloed hebben op beide sectoren, waardoor klanten minder omzet halen. Het beïnvloedt bovendien ook hun investeringsmogelijkheden en vooruitzichten. Elke ernstige pandemie of terroristische aanslag kan een impact hebben op de activiteiten, operationele resultaten en financiële situatie van de Groep.

Schending van de Ethical Business Statement en de gedragscode voor leveranciers

Elke inbreuk op de Ethical Business Statement of de gedragscode voor leveranciers van de JENSEN-GROUP kan leiden tot een verstoring van de bedrijfsvoering, reputatieschade en financiële verliezen. De Ethical Business Statement en de gedragscode voor leveranciers van de Groep zijn beschikbaar op de website Deugdelijk bestuur (https://www.jensen-group.com) en omvatten bepalingen over hoe omkoping en corruptie voorkomen en over correct gedrag. Om het risico te beperken, is aan alle werknemers gevraagd om de Ethical Business Statement te ondertekenen.

Intern controlerisico

ICT-risico

De JENSEN-GROUP werkt met verschillende informatie- en communicatietechnologieën (ICT)). Bovendien heeft de Groep werknemers over de hele wereld, die werken op en in verbinding staan met diverse netwerken. De JENSEN-GROUP maakt voor zijn wereldwijde activiteiten gebruik van verschillende tools, apparaten en software in zijn ICTen productieomgeving. Digitale technologieën, apparaten en media brengen duidelijke risico's en opportuniteiten met zich mee. Machines zijn in toenemende mate onderling verbonden en voorbereid op het internet der dingen ('The Internet of Things'). De Groep loopt bijgevolg cyberrisico's. ICT-storingen op het gebied van beveiliging en toegang tot systemen of in productieomgevingen kunnen leiden tot bedrijfsonderbrekingen, reputatieschade en financieel verlies. De JENSEN-GROUP beheert deze risico's door de laatste technologische ontwikkelingen op de voet te volgen. Daarnaast selecteert de Groep de meest geschikte leveranciers voor software en ICT. Cyberbeveiliging, GDPR ... zijn essentiële criteria voor de selectie van die leveranciers.

Niet-financiële informatie

In overeenstemming met de Richtlijn 2014/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 met betrekking tot de openbaarmaking van niet-financiële en diversiteitsinformatie door bepaalde grote ondernemingen en groepen (de Richtlijn Niet-financiële Rapportage of NFRD), en zoals vereist door het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen art. 3:6 § 4 en art. 3:34 heeft de JENSEN-GROUP deze aparte sectie toegevoegd met niet-financiële informatie die relevant wordt geacht voor de stakeholders en waarmee een verschil wordt gemaakt. Duurzaamheidsinformatie wordt bekendgemaakt in overeenstemming met de EUtaxonomie, terwijl ESG-gerelateerde activiteiten die als relevant voor de stakeholders en de bedrijfsvoering werden geïdentificeerd, verspreid worden via een eerste impactmaterialiteitsbeoordeling die in 2022 werd uitgevoerd. De Groep werkt voortdurend aan de uitvoering van de nieuwe Richtlijn (EU) 2022/2464 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 met betrekking tot duurzaamheidsrapportage door bedrijven (de Corporate Sustainability Reporting Directive of CSRD).

Bij het verstrekken van deze informatie houdt de JENSEN-GROUP rekening met de vereisten zoals vastgelegd in de NFRD en het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen, en haalt het ook inspiratie uit de Sustainability Reporting Standards, Core-optie, van het Global Reporting Initiative (GRI).

In 2022 gaf de Raad van Bestuur een belangrijke impuls aan de rapportage over niet-financiële activiteiten. ESG werd toegevoegd als strategische drijfveer, ter versterking van het gemeenschappelijke doel van de Raad van Bestuur en het Executive Management Team (EMT) om vooruitgang te boeken met duurzame activiteiten en rapportering. ESG is een vast punt geworden op de agenda van de maandelijkse EMT-vergaderingen.

Sinds 2023 focust het nieuw benoemde hoofd Corporate Sustainability zich op de ontwikkeling en uitvoering van processen, procedures en systemen om te voldoen aan de CSRD en de rapporteringsverantwoordelijkheden.

Taxonomie

De EU-taxonomie is een classificatiesysteem dat bedrijven en beleggers helpt om ecologisch duurzame economische activiteiten op te sporen. Ze biedt bedrijven ook een methodologie om het groene karakter van hun activiteiten te berekenen. Ze maakt een onderscheid tussen in aanmerking komende activiteiten en afgestemde activiteiten. Een economische activiteit komt in aanmerking wanneer ze in de taxonomie voorkomt. Ze wordt afgestemd of wordt met andere woorden duurzaam wanneer ze voldoet aan bepaalde voorwaarden en milieudoelstellingen. De rapportage over de taxonomie moet steunen op drie essentiële prestatie-indicatoren (KPI's): opbrengsten, kapitaaluitgaven en operationele uitgaven. De informatie hieronder betreft het financiële jaar 2023.

1. Opbrengsten

Nadat de Groep de bedrijfsactiviteiten zorgvuldig had afgezet tegen de taxonomie en de NACE-codes grondig had vergeleken, vond de JENSEN-GROUP geen opbrengsten-genererende activiteiten die in de taxonomie voorkomen. De Groep besloot dat het geen in aanmerking komende noch een afgestemde economische activiteit was, wat betreft opbrengsten. Geen enkele activiteit opgesomd in de taxonomie betreft de bedrijfsvoering van een fabrikant of constructeur van industriële wasserijmachines, zoals de JENSEN-GROUP. Dat blijkt uit een grondig onderzoek van de activiteiten die werden geïdentificeerd als hypothetisch dicht bij de bedrijfsvoering van de JENSEN-GROUP in de industrie (Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage I: activiteiten 3.1-3.17 die de impact van de klimaatverandering verzachten; Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage II: activiteiten 1.1-1.2 circulaire economie) en in de dienstensector (Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage II: activiteiten 5.1-5.6 circulaire economie).

Activiteiten die voor externe stakeholders misschien op het eerste gezicht relevant lijken, zoals de productie van staal of elektrische en elektronische toestellen (d.w.z. activiteit 3.4 van de Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage I, en activiteit 1.2 van de Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage II) genereren geen opbrengsten, omdat de JENSEN-GROUP die materialen en goederen niet produceert, maar aankoopt bij externe leveranciers en assembleert tot een eindproduct. De industriële wasserijmachines die de JENSEN-GROUP bouwt, bevatten alleen aangekochte en standaard elektrische en elektronische componenten. Het zijn dus geen elektrische of elektronische toestellen conform de beschrijving van de genoemde activiteit en de NACE-codes die onder Bijlage II van de Gedelegeerde klimaatverordening opgesomd worden.

Bovendien wordt de JENSEN-GROUP weliswaar beschouwd als de leider in de sector op het vlak van energie- en hulpbronnenbesparingen, maar is zijn belangrijkste activiteit niet gericht op de vermindering van de BKG-emissies (d.w.z. activiteit 3.6 van de Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage I: productie van andere koolstofarme technologieën). Economische activiteiten in de industrie die wezenlijk bijdragen aan het duurzame gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen zijn genegeerd, want ze zijn niet van toepassing op de bedrijfsvoering van de JENSEN-GROUP (Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage I: activiteit m.b.t. duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen 1.1).

Ten slotte verleent de JENSEN-GROUP, zoals de verkoop van reserveonderdelen, herstellingen, vernieuwingen en revisies (d.w.z. activiteiten 5.1 en 5.2 van de Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage II). Die diensten betreffen evenwel geen producten die worden vervaardigd door economische activiteiten die vallen onder de NACE-codes vermeld in de beschrijvingen van de genoemde activiteiten onder Bijlage II van de Gedelegeerde klimaatverordening. Hoewel de activiteiten van de JENSEN-GROUP niet overeenstemmen met opbrengstengenererende activiteiten die in de taxonomie worden opgesomd, heeft de Groep tot nu toe grote inspanningen gedaan om zijn duurzaamheid te verbeteren, en rapporteert de Groep over een groot aantal KPI's, zoals hieronder wordt getoond.

2. Kapitaaluitgaven

Wat betreft de kapitaaluitgaven (Capex) heeft de JENSEN-GROUP enkele uitgaven gevonden die te maken hebben met ruimere, in aanmerking komende activiteiten volgens de taxonomie. Die uitgaven zijn hoofdzakelijk het resultaat van individuele maatregelen die de beoogde activiteiten toelaten om koolstofarm te worden of die de hoeveelheid BKG's reduceren, zoals bepaald onder de letter (c) van sectie 1.1.2.2 van Bijlage I van de Gedelegeerde Handeling Openbaarmaking. In 2023 werd nagegaan of de Groep klaar was voor ESG-verslaggeving op basis van KPI's van de taxonomie. Als gevolg daarvan werd de gegevensinzameling, de controle en verslaggeving verbeterd. Daardoor werden uitgaven correcter toegewezen aan activiteiten die in de taxonomie werden opgesomd en in aanmerking komende en afgestemde activiteiten geïdentificeerd die in 2022 over het hoofd waren gezien.

De KPI kapitaaluitgaven wordt berekend conform sectie 1.1.2 van Bijlage I van de Gedelegeerde Handeling Openbaarmaking. De in aanmerking komende en de afgestemde kapitaaluitgaven (teller) worden gedeeld door de totale kapitaaluitgaven voor het fiscale jaar 2023, zoals bepaald in sectie 1.1.2.1 van Bijlage I van de Gedelegeerde Handeling Openbaarmaking (noemer).

De uitgaven opgenomen in de teller komen in aanmerking, maar zijn niet afgestemd omdat ze niet aan de 'Do no significant harm'-criteria (DNSH) en minimale waarborgen voldoen. De in aanmerking komende activiteiten zijn:

  • vervoer door motorfietsen, personenwagens en lichte commerciële voertuigen (Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage I: activiteit 6.5 m.b.t. matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering),
  • renovatie van bestaande gebouwen (Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage I: activiteit 7.2 m.b.t. matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering; Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage II: activiteit 3.2 circulaire economie),
  • installatie, onderhoud en herstel van toestellen voor energie-efficiëntie (Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage I: activiteit 7.3 m.b.t. matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering),
  • installatie, onderhoud en herstel van laadpalen voor elektrische wagens in gebouwen (en parkeerplaatsen verbonden met gebouwen) (Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage I: activiteit 7.4 m.b.t. matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering),
  • aankoop en bezit van gebouwen (Gedelegeerde klimaatverordening, Bijlage I: activiteit 7.7 m.b.t. matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering).

De noemer is gelijk aan de totale kapitaaluitgaven van de JENSEN-GROUP, zoals bekendgemaakt op p.114 van dit verslag.

3. Operationele uitgaven

Volgens de definitie in Bijlage I, 1.1.3 van de Gedelegeerde Handeling Openbaarmaking moet de verhouding van de operationele uitgaven worden berekend als de teller gedeeld door de noemer.

Bijlage I, 1.1.3.1 van de Gedelegeerde Handeling Openbaarmaking bepaalt dat de teller directe, nietgekapitaliseerde kosten omvat die onderzoek en ontwikkeling, de renovatie van gebouwen, kortlopende huurovereenkomsten, onderhoud en herstellingen betreffen, alsook elke andere uitgave met betrekking tot de dagelijkse dienstverlening voor materiële vaste activa door het bedrijf of een derde partij aan wie activiteiten worden uitbesteed die nodig zijn om de voortdurende en effectieve werking van die activa te verzekeren. Voor de JENSEN-GROUP is de totale waarde van de teller gelijk aan 7.363.000 euro. Hij omvat kosten met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling die niet meetellen bij de kapitaaluitgaven, kortlopende huurovereenkomsten, en onderhouds- en herstellingskosten die niet bij de overheadkosten zijn opgenomen.

Volgens Bijlage I, 1.1.3.2 van de Gedelegeerde Handeling Openbaarmaking is de noemer gelijk aan nul, omdat de operationele uitgave niet substantieel is voor de JENSEN-GROUP. De operationele uitgaven opgenomen in de teller die de aankoop van output van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten betreffen, alsook individuele maatregelen die de beoogde activiteiten toelaten om koolstofarm te worden of die de hoeveelheid broeikasgas reduceren, bedragen immers 0% van de operationele uitgaven. Bovendien zijn de operationele uitgaven zoals bepaald in de taxonomie goed voor minder dan 1% van de totale opbrengsten van de Groep.

JENSEN-GROUP
(in duizenden euro)
31 december
2023
In aanmerking
komende
economische
activiteiten (%)
Niet in aanmerking
komende economische
activiteiten (%)
Opbrengsten 400.121 0 100
Kapitaaluitgaven 9.092 64 36
Operationele uitgaven 7.363 0 100

De officiële templates van de taxonomie gerelateerde KPI's, alsook de bijkomende toelichtingen over gas en nucleair, zijn te vinden aan het einde van dit verslag op pagina 175.

Materialiteitsanalyse

De materialiteitsanalyse identificeert de duurzaamheidsonderwerpen die het meest relevant zijn voor de bedrijfsvoering en de stakeholders. Op die manier kan de JENSEN-GROUP zijn beleid en verslaggeving op het vlak van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen verder versterken, door voorrang te geven aan de belangrijkste onderwerpen. De impact-materialiteitsanalyse uitgevoerd in 2022 is het resultaat van een workshop met het EMT (perspectief van binnenuit) en een enquête onder stakeholders, zoals klanten, medewerkers en leveranciers (perspectief van buitenaf). De behandelde vragen hadden betrekking op belangrijke relevante onderwerpen die de economische, ecologische en sociale impact van de Groep weerspiegelen en die de beslissingen van de bedrijfsvoering en stakeholders van de JENSEN-GROUP beïnvloeden.

Tijdens deze analyse werd rekening gehouden met zowel externe als interne factoren, zoals de visie, de missie, het merk en de langetermijnstrategie van de JENSEN-GROUP, evenals de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals of SDG's) en de GRI Sustainability Reporting Standards. Het resultaat wordt toegelicht in de onderstaande materialiteitsmatrix.

Het kwadrant rechtsboven bevat de prioritaire thema's die relevant zijn voor de samenleving, de stakeholders van de JENSEN-GROUP en de activiteiten. De duurzaamheidsaanpak van de Groep richt zich voornamelijk op deze aspecten, met inbegrip van de onderwerpen 'Diversiteit' en 'Betrokkenheid van werknemers', 'Opleiding en ontwikkeling' als integrale onderdelen van de cultuur van de JENSEN-GROUP. Deze onderwerpen werden gekoppeld aan de gerelateerde Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (SDGs'), voor zover deze relevant zijn voor de activiteiten van de JENSEN-GROUP (zie iconen boven de matrix). Het kwadrant linksboven bevat de strategisch belangrijke thema's, die relevant worden geacht vanuit het oogpunt van de stakeholders. De gebieden in de onderste kwadranten zijn onderwerpen die de Groep nauwlettend moet opvolgen en intern moet beheren.

Op basis van deze relevantiebeoordeling werd een reeks KPI's met betrekking tot enkele van de belangrijkste onderwerpen vastgelegd en een gedetailleerd monitoringprotocol geïnstalleerd. Voor de resultaten van dit monitoringproces in 2023 wordt verwezen naar de hieronder vermelde duurzaamheidsaanpak. De nietgeconsolideerde joint ventures zijn niet opgenomen. De laatste overname van de JENSEN-GROUP, Ole Almeborg A/S, is ook buiten beschouwing gelaten, omdat die pas aan het einde van het jaar werd verworven. Dit monitoringproces zal de komende jaren worden voortgezet en de rapportage over kerncijfers worden uitgebreid. Zo wordt een beter inzicht verkregen in de duurzaamheidsprestaties en kunnen de nodige maatregelen worden genomen om die prestaties in de loop der jaren te verbeteren.

De JENSEN-GROUP maakte die KPI's een eerste keer bekend in 2022. In 2023 ging zijn accountant na of de Groep klaar was voor ESG-verslaggeving. De resultaten leidden tot acties om de kwaliteit van die cijfers te verbeteren. Dankzij een volledige herziening van de ESG-verslaggevingsprocedure die onder andere de uitwerking van een handleiding voor de ESG-verslaggeving en de opleiding van medewerkers omvatte, heeft de JENSEN-GROUP dat doel behaald en de kwaliteit van de ESG-KPI's die dit jaar werden gerapporteerd, aanzienlijk verbeterd.

Kader voor duurzaam ondernemen

De JENSEN-GROUP staat erom bekend dat het altijd verder gaat dan wat nodig is om aan de verwachtingen van zijn klanten te voldoen. Ook de doelstelling om duurzame innovaties te creëren voor een betere wereld, maken deel uit van het DNA van de Groep. De textielverzorging is de oudste circulaire economie ter wereld, gezien haar wortels teruggaan tot het einde van de 19e eeuw. De levensduur van textiel verlengen is cruciaal, maar de levensduur van wasserijmachines verlengen is net zo belangrijk.

Het doel is om die erfenis te koesteren door een duurzaamheidsbeleid uit te werken dat uit drie ESG-aspecten bestaat:

Om een bredere duurzaamheidscontext te bieden, wordt hieronder een korte uitwerking van het bedrijfsmodel van de JENSEN-GROUP getoond. Voor meer informatie verwijzen we naar andere secties van het jaarverslag.

Bedrijfsmodel

De JENSEN-GROUP wil toonaangevend zijn en zijn klanten wereldwijd de beste oplossingen aanbieden in de heavy-duty wasserijmarkt. Dankzij technische excellentie, hoge investeringen in productontwikkeling en gespecialiseerde sectorkennis is de JENSEN-GROUP in staat om zowel enkelvoudige machines als volledige systemen, geïntegreerde oplossingen en procesautomatisering te plannen, te ontwikkelen, te produceren, te installeren en te onderhouden.

Productontwikkeling en automatisering worden als een belangrijk onderdeel van het bedrijfsmodel beschouwd. Schaarste van natuurlijke hulpbronnen en een grotere aandacht voor ecologie zorgen immers voor een sterke toename van de behoefte aan duurzame wasserij-oplossingen. Duurzaamheid gaat verder dan louter milieuaspecten. De nieuwe bottom-line kijkt naar de ecologische en sociale kosten en baten van de beschikbaarheid van schoon linnengoed. Het welzijn van de mensen die het linnen gebruiken en verwerken staat centraal.

Als onderdeel van zijn duurzaamheidsconcept CleanTech ontwikkelt de JENSEN-GROUP machines en oplossingen die een positieve invloed hebben op het financiële succes van wasserijen en op de werkomgeving van de werknemers.

De verantwoordelijkheid voor alle producten die ontworpen en geproduceerd worden door de JENSEN-GROUP ligt bij zijn fabrieken, de zogenaamde Production and Engineering Centers of PEC's. De PEC's ontwikkelen, produceren en leveren het volledige assortiment innovatieve en competitieve JENSEN- en Inwatec-producten aan de klanten via een wereldwijd netwerk van eigen verkoop- en servicekantoren (SSC's) en erkende lokale distributeurs. Dit wereldwijde distributienetwerk koppelt de JENSEN-GROUP aan zijn expertise in de productie van wasinrichtingen, deskundig projectbeheer en de dienstverlening na verkoop. Op die manier is de Groep als geloofwaardige one-stop-shop leverancier uitstekend geplaatst om op lokaal niveau snel en betrouwbaar te beantwoorden aan de verwachtingen van de klant, of het nu gaat om één enkele machine of om een totaaloplossing, waar ook ter wereld.

De relatieve verkoop via de eigen SSC's van de Groep nam de voorbije jaren toe. Deze SSC's zijn actief in de belangrijkste heavy-duty wasserijmarkten: Australië, Oostenrijk, de Benelux, Brazilië, China, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Italië, het Midden-Oosten, Nieuw-Zeeland, Noord-Amerika, Noorwegen, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.

De missie van de JENSEN-GROUP is 'Creating the future in laundry automation', een slogan die ook wordt gebruikt in de marketingcommunicatie. De JENSEN-GROUP streeft ernaar om de beste oplossingen te bieden aan heavyduty wasserijen wereldwijd. De Groep is in permanente dialoog met zijn klanten via lokale vestigingen om de beste oplossingen voor hen te vinden. Deze oplossingen steunen op wereldwijde ervaring, en houden rekening met de Total Cost of Ownership. Bovendien zijn ze erop gericht om de productiviteit voortdurend te verhogen en tegelijk de milieu-impact van de machines en processen te verminderen. De afgelopen jaren heeft de JENSEN-GROUP vooral geïnvesteerd in de verdere modernisering en uitbreiding van zijn productassortiment in robotica voor wasserijen, artificiële intelligentie (AI) en automatisering, nieuwe softwaretoepassingen voor de sector en in milieuvriendelijke producten. De Groep toont engagement, betrokkenheid, toewijding en verantwoordelijkheid bij elke interactie met zijn klanten.

De klanten bieden een breed gamma aan duurzame textielverzorgingsdiensten in uiteenlopende toepassingsgebieden.

  • Wasserijen voor de gezondheidszorg: een gemiddelde instelling voor gezondheidszorgen levert tal van artikelen aan haar wasserij: operatiekleding en -textiel, afdekdoeken voor patiënten, patiëntenkleding, toga's voor artsen en verpleegkundigen, bedlinnen, handdoeken en meer. Linnengoed voor de gezondheidszorg vereist uitzonderlijk hoge normen en flexibiliteit in de keuze van wasprogramma's om ervoor te zorgen dat het textiel schoon en niet besmet is.
  • Wasserijen voor de horeca: schoon en perfect gevouwen linnengoed maakt deel uit van de totaalervaring van elk restaurant- of hotelbezoek. Horecawasserijen verwerken een grote verscheidenheid aan textiel, waaronder beddenlakens, hoeslakens, dekbedovertrekken, kussens en kussenhoezen, matrashoezen, tafellakens, servetten, placemats, schorten en donzige artikelen zoals badjassen en handdoeken.
  • Industriële wasserijen: zowel grote bedrijven als kleine ondernemingen vertrouwen op textielverzorgingsdiensten voor hun werkkleding. Professionele werkkleding omvat verschillende soorten overhemden, uniformjassen en -broeken, overalls, militaire uniformen, jassen en broeken met reflecterende strepen, veiligheidsvesten, politie- en brandweeruniformen, en vlamwerende jassen of broeken. Professionele kledingstukken zorgen ervoor dat de dragers ervan worden herkend, gerespecteerd en uiteindelijk ook beschermd.
  • Mattenwasserijen: vuilwerende matten zijn een visitekaartje voor elke zaak en garanderen een uitstekende eerste indruk. Winkeliers en managers vertrouwen erop in alle weersomstandigheden. Zonder de matten zouden hun gebouwen voortdurend moeten worden schoongemaakt.
  • Grote on-premise wasserijen (OPL): op cruiseschepen bevinden duizenden passagiers en bemanningsleden zich dagen- of wekenlang in een beperkte ruimte. Vanwege het verbruik en de uitstoot zijn de normen voor hygiëne en energie-efficiëntie uniek in de cruisescheepvaart. Cruisemaatschappijen zijn zeer begaan met de gezondheid en het welzijn van alle mensen aan boord van het schip.

De oplossingen van de JENSEN-GROUP omvatten alle stadia van het sorteren, wassen, drogen en afwerken van linnengoed, kleding en matten.

De wasserij-installaties van de JENSEN-GROUP combineren automatisering en hoge kwaliteit, en zorgen tegelijk voor een laag verbruik van energie, water en chemicaliën. Op die manier besparen ze geld én beschermen ze de planeet.

Ten slotte is het bedrijfsmodel bijzonder schaalbaar en dient het als platform voor geografische expansie. De Groep streeft ernaar overal ter wereld aanwezig te zijn om de communicatielijnen met zijn eindklanten zo kort mogelijk te houden. Op die manier garandeert hij een hoogwaardige klantenservice en verkleint hij de ecologische voetafdruk van het bedrijf. Lokale aanwezigheid was al een belangrijk concurrentievoordeel vóór de covid-19 pandemie en dat is het nog steeds. Met 18 SSC's en zeven PEC's, verspreid over vijf continenten denkt de JENSEN-GROUP globaal en handelt het lokaal.

MILIEU

Alle stakeholders van de Groep en vooral de klanten krijgen te maken met een snel veranderende omgeving. De JENSEN-GROUP neemt duurzaamheid ernstig en streeft voortdurend naar energiebesparing en milieubescherming. Vooral de noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen en het verbruik van fossiele brandstoffen terug te dringen om de klimaatopwarming te beperken alsook de toenemende waterschaarste vragen om meer aandacht voor ecologie.

Er werd een passend intern beleid ingevoerd om milieurisico's van de activiteiten te identificeren, zowel intern (als gevolg van het productieproces) als extern (veroorzaakt door het gebruik van machines). Dergelijke milieurisico's worden geïdentificeerd en geëvalueerd als onderdeel van de jaarlijkse risicoanalyse. Drie belangrijke milieurisico's worden in de risicokaart opgenomen, op basis van de waarschijnlijkheid dat het risico zich voordoet en van de impact ervan:

  • risico van schade als gevolg van een natuurramp;
  • risico van niet-naleving van nieuwe lokale wet- en regelgeving op het gebied van milieubescherming;
  • risico om verantwoordelijk te worden gesteld voor milieuvervuiling waar de Groep geen weet van heeft.

Jaarlijks worden risicobeperkende maatregelen uitgewerkt, ingevoerd en geëvalueerd door het Executive Management Team. Er werd een specifiek project opgestart om ervoor te zorgen dat de JENSEN-GROUP volledig in overeenstemming is met de lokale wet- en regelgeving. Voor meer informatie over milieurisico's verwijzen we naar de secties 'Risicofactoren' en 'Risicobeheersing en interne controle' in het Jaarverslag.

1. Uitstoot

Voor het eerst in zijn geschiedenis publiceert de JENSEN-GROUP de uitstoot van broeikasgassen (BKG's) verbonden met zijn activiteiten, als deel van zijn voortdurende engagement voor transparantie en milieuverantwoordelijkheid. Voor deze eerste informatie over zijn CO2-voetafdruk heeft de Groep alleen de scope 1- en scope 2-uitstoot berekend. Scope 1 omvat de directe uitstoot van operationele activiteiten en bestaat vooral uit brandstoffen voor het wagenpark en gas voor de verwarming. Scope 2 vertegenwoordigt de indirecte uitstoot van aangekochte elektriciteit en verwarming.

In 2023 bedroeg de totale BKG-uitstoot in scope 1 en 2 van de JENSEN-GROUP 5.313 tCO2e. De BKG-uitstoot komt hoofdzakelijk van elektriciteit, het gas gebruikt in de verfcabines in Denemarken en China, en van het wagenpark van het bedrijf.

De berekeningen gebeuren conform de normen van het Greenhouse Gas Protocol en een aanpak op basis van het eigen vermogen. Volgens deze aanpak op basis van het eigen vermogen berekent een bedrijf de BKG-uitstoot van zijn activiteiten in verhouding tot het aandeel van zijn eigen vermogen in de activiteiten. Gegevens over de elektriciteit of verwarming kunnen soms en bij gebrek aan actuele informatie van leveranciers worden gebaseerd op veronderstellingen over de verbruikcijfers van het vorige jaar. De scope 1- en scope 2-uitstoot van de nietgeconsolideerde joint ventures Tolon en Inax worden niet meegerekend vanwege de beperkte invloed en beweegruimte van de Groep. Ze zullen worden behandeld onder scope 3 als uitstoot in verband met investeringen. Scope 1 en 2 van de meest recente overname van de JENSEN-GROUP, Ole Almeborg A/S, zijn ook buiten beschouwing gelaten, omdat die onderneming pas aan het einde van het jaar werd verworven.

De JENSEN-GROUP heeft 2023 als zijn beginpunt en basisjaar gekozen. Dit zal worden weerspiegeld in zijn toekomstige BKG-uitstoot. Deze informatie toont de toewijding aan duurzaamheid van de Groep en zijn inspanningen om zijn milieu-impact te meten en te matigen. De Groep zal reductiedoelen opstellen zodra de uitstoot van de hele waardeketen, inclusief scope 3, bekend is. Die volledige CO2-voetafdruk en de reductiedoelen zullen in het volgende jaarverslag worden gepubliceerd.

Zoals vermeld in zijn missieverklaring is het de bedoeling dat de JENSEN-GROUP duurzame enkelvoudige machines, systemen, geïntegreerde oplossingen en procesautomatisering aan zijn klanten in de wasserijsector levert. Duurzame oplossingen houden ook in dat de negatieve impact op het klimaat zoveel mogelijk wordt beperkt door correct te meten en de juiste actie te ondernemen.

2. Energieverbruik

1.1. Oplossingen

De JENSEN-GROUP neemt duurzaamheid en milieubescherming ernstig, en streeft voortdurend naar energiebesparing om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de toekomst, zoals de klimaatverandering en de uitputting van fossiele brandstoffen. Door continu te investeren in productontwikkeling, de kernprocessen op elkaar af te stemmen en sterk aanwezig te zijn in de markt kan de JENSEN-GROUP beter inspelen op de behoeften van zijn klanten. In zijn productontwikkeling probeert de Groep vooral het energie- en waterverbruik te verminderen en de levensduur van zijn producten te verbeteren. Dit betekent onder meer dat de prestaties van de machines continu worden opgevolgd tijdens de ontwikkelingsfase.

Tal van productontwikkelingen die specifiek ontwikkeld zijn om natuurlijke hulpbronnen en energie te besparen, zijn ondergebracht onder het CleanTech-concept. Over het algemeen investeert de JENSEN-GROUP elk jaar 2 tot 3% van zijn omzet in productontwikkeling.

CleanTech verwijst naar op kennis gebaseerde producten en diensten die een betere operationele werking, productiviteit en efficiëntie hebben en tegelijk de CO2-uitstoot, de watertoevoer, het energieverbruik, de afvalproductie en de vervuiling verminderen.

Het doel van het CleanTech-concept van de JENSEN-GROUP is om het efficiënt gebruik van primaire energie te verhogen en een zuiniger verbruik te verzekeren. Het gaat hierbij ook om geïntegreerde water- en energieterugwinning in de machines.

De CleanTech-technologie heeft klanten de voorbije jaren een aantal opmerkelijke besparingen opgeleverd op het vlak van natuurlijke hulpbronnen en energie, zoals in onderstaande tabel aangetoond. De cijfers zijn representatieve indicatoren voor het gemiddelde energieverbruik van de meest efficiënte versies van de energieintensieve machines van de JENSEN-GROUP, namelijk drogers, strijkmachines en tunnelafwerkers die een heterogene mix van textiel verwerken. Ze werden geregistreerd onder ideale omstandigheden, en kunnen variëren naargelang de exploitatiecontext en de verschillende vereisten van elke wasserij. De JENSEN-GROUP werkt aan de aanpassing van zijn rapportering inzake energiegegevens, om deze in overeenstemming te brengen met de officiële berekeningsnormen. Omdat zo'n 40% van de bedrijfsvoering van de JENSEN-GROUP buiten Europa plaatsvindt, zullen toekomstige tests worden gebaseerd op de internationaal erkende ISO-normen. Terwijl het cijfer van 2023 voor de meest performante droger voortkomt uit een test volgens ISO-norm 9398-2, zijn de andere waarden niet ISO-conform. Ze worden gepubliceerd als extra bewijs van het engagement van de Groep voor transparantie en ter informatie van zijn stakeholders. Bij gebrek aan nieuwe tests sinds vorig jaar zijn de cijfers niet veranderd sinds het vorige jaarverslag.

Energieverbruik 31 december
(in kWh*/liter H2O) < 2005 > 2008 2023
(ongewijzigd
t.o.v. vorig jaar)
Droogmachine 1,35 1,08 0,95
Strijkmachine op gas n.v.t. 1,20 1,10

(*) exclusief elektriciteitsverbruik

Na de introductie van het CleanTech-concept hebben verdere technologische ontwikkelingen de laatste jaren geleid tot een aanzienlijke vermindering van het energieverbruik van de JENSEN-installaties.

Vandaag kunnen met de JENSEN- producten en oplossingen een gemiddeld waterverbruik van minder dan drie liter per kg linnen en een energieverbruik van minder dan één kW/h per kg linnen worden gehaald. De voortdurende ontwikkeling van innovatieve technologieën die gemakkelijk kunnen worden geïntegreerd in nieuwe of bestaande apparatuur, zoals warmtewisselaars, warmteregeling (InfraCare), productverbeteringen of software, zijn belangrijke stappen in de richting van vermindering van het energieverbruik.

Momenteel gaat de JENSEN-GROUP met zijn energiebesparingsprogramma nog een stap verder door voortdurende productontwikkeling en automatisering om ervoor te zorgen dat de machines efficiënt werken zonder stationair te draaien, en automatisch stoppen als ze niet worden gebruikt. Ook de integratie van robotica in de productlijn, dankzij partner Inwatec, levert een belangrijke bijdrage tot automatisering en efficiënt energieen hulpbronnenbeheer. Technologie en automatisering zijn niet alleen belangrijk voor de productiviteit, maar ook voor de duurzaamheid.

De JENSEN-GROUP is zich bewust van de milieu-impact en de eindigheid van fossiele brandstoffen, zoals gas dat wordt gebruikt voor de CleanTech-technologie. Daarom werkt de Groep aan productoplossingen die werken op alternatieve energiebronnen zoals waterstof en elektriciteit. Het is echter belangrijk te onderstrepen dat heavyduty wasserijmachines fundamenteel verschillend en veel complexer zijn qua energiebehoefte dan huishoudelijke wasmachines.

Bijgevolg zijn de oplossingen om deze industriële wasserijen aan te drijven niet te vergelijken met wat de elektrohuishoudelijke sector kan bieden.

1.2. Activiteiten

Elke productievestiging van de JENSEN-GROUP richt zich op specifieke technologieën voor de heavy-duty wasserijmarkt. Milieuvriendelijke apparatuur wordt op de meest milieuverantwoorde manier ontwikkeld en geproduceerd. De JENSEN-GROUP beperkt zich echter niet tot het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en het energie- en waterverbruik in zijn machines bij klanten. De Groep gaat ook zorgvuldig om met waardevolle hulp- en energiebronnen in de productiefase. De vermindering van het energieverbruik in alle fabrieken is een belangrijke doelstelling, en de nodige maatregelen om die prestatie te verbeteren worden genomen. Hoewel het belang van geharmoniseerde maatregelen wordt erkend, moet ook rekening worden gehouden met een aantal externe factoren die per geografische locatie kunnen verschillen en aanpassingen van deze geharmoniseerde maatregelen vereisen, bijv. verschillend klimaattype, de kwaliteit van de bouwconstructies of plaatselijke voorschriften. Maatregelen zoals temperatuurverlaging in fabrieken, vervanging van bestaande verlichting door LED-verlichting, maar ook de integratie van alternatieve energiebronnen voor het opwekken van elektriciteit en warmte voor de productie van machines worden bestudeerd of werden in bepaalde gevallen reeds uitgevoerd, bijvoorbeeld in China met de installatie van zonnepanelen. Bovendien maken de fabrieken gebruik van een geconcentreerde productieplanning met jaarlijkse sluitingen om de productie op een constant hoog niveau te houden. Alle transportroutes binnen de fabriek en van de leveranciers worden zo kort mogelijk gehouden. In het kader van de 'lean management'-principes worden deze bewegingen voortdurend gemeten, gecontroleerd en aangepast.

Terwijl de uitstoot van aangekochte elektriciteit is opgenomen in de bovenvermelde scope 2-berekening, rapporteert de JENSEN-GROUP zijn elektriciteitsverbruik en de betrokken financiële indicator apart vanwege de belangrijke milieu-impact van die uitstootcategorie.

31 december 31 december
Energieverbruik 2023 2022
Elektriciteitsverbruik (in kWh) 7.975.742 6.967.456
Opbrengsten (in duizenden euro) 400.121 341.639
kWh per euro opbrengst 0,020 0,020

3. Optimalisatie van het productieproces

3.1 Afvalvermindering

Bij de productie van staal, het belangrijkste materiaal dat door de JENSEN-GROUP wordt aangekocht, worden grote hoeveelheden CO2 uitgestoten. Dankzij een computerprogramma voor het lasersnijsysteem in de grootste fabrieken van de JENSEN-GROUP wordt het gebruik van metaalplaten geoptimaliseerd en is de jaarlijkse hoeveelheid schrootstaal met 30% verminderd. Hoewel het cijfer voor 2022 gebaseerd is op gegevens van slechts één fabriek, combineert het cijfer voor 2023 gegevens van onze beide grootste fabrieken.

31 december 31 december
(in %/ totaal ton staal) 2023 2022
Schrootstaal 21,66 22,35

Andere initiatieven voor afvalvermindering, zoals de recyclage van materiaal of een vermindering van plastic verpakkingen, werden lokaal geïmplementeerd. De Groep verwacht een beter overzicht en meer concrete gegevens over het eigen afval te bekomen zodra de Groep de scope 3-emissies analyseert.

3.2 Vervuiling

De twee fabrieken die over eigen verfcabines beschikken, Xuzhou/China en Rønne/Denemarken, voldoen aan hoge emissienormen. De emissies worden voortdurend gecontroleerd en elke fabriek heeft een speciale medewerker in dienst die verantwoordelijk is voor milieukwesties en gevaarlijk afval.

De verontreinigende stoffen die vrijkomen uit de verfcabines, bestaan uit gevaarlijk vast afval, vloeibaar afval en afvalzuur in het beitsstation. De gevaarlijke vaste afvalstoffen worden opgeslagen in afzonderlijke opslagplaatsen voor inzameling door de leveranciers. Op de correcte verwijdering ervan wordt toegezien door de Chinese en de Deense overheden. Het afvalwater wordt naar officiële waterzuiveringsinstallaties afgevoerd. Het afvalzuur wordt opgeslagen in een afzonderlijke opslagplaats, onder toezicht van door de overheid geïnstalleerde camera's (in China) of afgesloten (in Denemarken), en wordt opgehaald door bedrijven die de overheid heeft aangewezen. Dit garandeert dat het afvalzuur het milieu niet verontreinigt. In geen van deze fabrieken zijn ooit afvalstoffen in het milieu terechtgekomen. Beide verfcabines worden regelmatig grondig gereinigd, afhankelijk van de activiteit.

31 december 31 december
Uitstoot verfcabines 2023 2022
Verbruik poeder (in kg) 61.866 60.690
Lekken verfcabines 0 0

Verder wordt eventuele luchtvervuiling door uitlaatgassen nauwgezet opgevolgd in de Chinese fabriek. Een derde partij controleert namelijk elke maand de luchtkwaliteit conform de eisen opgelegd door de overheid.

Een milieuvriendelijk productieproces begint al bij de selectie van de meest geschikte leveranciers. De JENSEN-GROUP is dan ook voortdurend op zoek naar partnerships met leveranciers die allerlei oplossingen kunnen aanreiken om hulpbronnen en energie te besparen.

4. Mobiliteit

De mobiliteit van de werknemers biedt een aanzienlijk potentieel om de BKG-emissies te verminderen. De covid-19-pandemie zette de mogelijkheden van telewerken in de verf, wat leidde tot een aanzienlijke toename van virtuele vergaderingen, klantenondersteuning en e-learning. De Groep streeft ernaar zakenreizen tot een minimum te beperken. Regelingen voor thuiswerk kunnen een positieve bijdrage leveren aan de vermindering van de koolstofvoetafdruk van het bedrijf. De Groep moedigt verder de aankoop van elektrisch aangedreven voertuigen aan, wanneer mogelijk, en heeft zijn wagenbeleid daaraan aangepast.

Terwijl de uitstoot van bedrijfsvoertuigen is opgenomen in de bovenvermelde scope 1-berekening, rapporteert de JENSEN-GROUP het gemiddelde brandstofverbruik van de actieve bedrijfswagens en het aantal gebruikte elektrische/hybride voertuigen apart vanwege de belangrijke milieu-impact van die uitstootcategorie. Het doel is dat 60% van de bedrijfswagens tegen 2030 wordt aangedreven door een hernieuwbare energiebron, gezien het feit dat voor bepaalde bedrijfsactiviteiten (zoals klantenservice) of bepaalde regio's de wagens voortdurend klaar moeten staan voor gebruik, en medewerkers afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van laadstations. Als gevolg van de controle van de ESG-verslaggeving werden de gegevens grondig nagekeken, wat leidde tot een bijgewerkt gemiddeld verbruik voor 2022 en nog preciezere cijfers in 2023.

Dankzij de betere kwaliteit van de ingezamelde gegevens werden ook voertuigen opgespoord die in 2022 niet waren gerapporteerd. Tegelijk werden een aantal nieuwe op brandstof aangedreven wagens aangekocht voor de klantenservice. Beide elementen verklaren de langzame afname van het gemiddelde verbruik tussen 2022 en 2023.

DOEL 31 december 31 december
Actieve vloot 2030 2023 2022
Gemiddeld brandstofverbruik (l/100 km) n.v.t. 5,7 6,0
Elektrische/Hybride wagens van totale vloot 60% 15% 12%

5. Klimaatgerelateerde risico's, afhankelijkheden en opportuniteiten

Zoals vermeld in het hoofdstuk Risicofactoren van dit jaarverslag is de JENSEN-GROUP actief in 22 landen, en is de Groep bijgevolg blootgesteld aan natuurrampen zoals aardbevingen, windstormen of overstromingen. Redelijkerwijze wordt aangenomen dat de klimaatverandering op middellange tot lange termijn zal leiden tot een stijging van de gemiddelde wereldtemperatuur, waardoor natuurrampen frequenter zullen voorkomen. Voor dit verhoogde risico worden waar mogelijk verzekeringen afgesloten en wordt de naleving van specifieke bouwvoorschriften strikt nageleefd om de impact op de prestaties en de operationele resultaten van de Groep te beperken.

Zoals veel bedrijven is de JENSEN-GROUP voor zijn activiteiten afhankelijk van natuurlijk, menselijk en sociaal kapitaal. Waterschaarste, energiegerelateerde kosten en de overgang van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van nieuwe duurzame machines en oplossingen. Door duurzame innovatie te creëren en bij te dragen tot een betere wereld biedt de Groep een motiverende werkomgeving voor zijn medewerkers en verbetert de Groep het merkimago doorheen de waardeketen.

SOCIAAL PERSPECTIEF

De sociale dimensie van de ESG-agenda wordt bepaald door de interactie van de JENSEN-GROUP met zijn stakeholders. Medewerkers, klanten en partners liggen aan de basis van zijn succes. Daarom stimuleert de Groep een samenwerkende en gezonde werkomgeving waar opleidingen worden aangemoedigd. Bovendien creëren zijn slimme oplossingen veilige en gezonde werkomstandigheden in wasserijen, wat de aantrekkelijkheid verhoogt van een sector die met grote arbeidstekorten kampt.

1. Mensen

1.1 Gezondheid en veiligheid van medewerkers

Bij de JENSEN-GROUP is het welzijn van de werknemers cruciaal. Door het verschil te maken in de dienstverlening aan de klanten vormen zijn medewerkers de basis van het succes van de Groep. De JENSEN-GROUP wil dat zijn medewerkers overal ter wereld in een veilige en ergonomische omgeving werken. Alle medewerkers worden aangemoedigd om bij te dragen aan de uitbouw van veilige werkomgevingen door de veiligheidsmaatregelen in hun dagelijkse activiteiten toe te passen. Gezondheid en veiligheid krijgen dan ook prioriteit in elke vestiging van de JENSEN-GROUP. In alle productievestigingen wordt bij de prestatiebeoordeling van de fabrieksdirecteur rekening gehouden met preventie van arbeidsongevallen en doorgevoerde verbeterinitiatieven.

Elke fabriek van de JENSEN-GROUP heeft een Health and Safety Manager in dienst. Die is verantwoordelijk voor de implementatie van gezondheids- en veiligheidsmaatregelen in de respectievelijke fabriek, overeenkomstig de lokale regelgeving en vereisten. Bij JENSEN China analyseert een veiligheidsbeheerssysteem, dat de werking van de machines controleert, de belangrijkste veiligheidspunten in het productieproces. In verschillende fabrieken van JENSEN worden driemaandelijkse werkomgevingscomités georganiseerd, die bestaan uit lokale managers en vertegenwoordigers van de medewerkers, om de gezondheids- en veiligheidsprocedures te bespreken en bedrijfsongevallen te evalueren. De naleving van de lokale wet- en regelgeving inzake gezondheid en veiligheid maakt ook deel uit van de jaarlijkse risicoanalyse door het Executive Management Team.

Als gezondheidsindicator worden er rapporten opgesteld over arbeidsongevallen en ziekteverzuim. Arbeidsongevallen worden gedefinieerd als ongevallen die leiden tot werkonbekwaamheid en worden aangegeven bij een werkgerelateerde verzekering of officieel gemeld onder de lokale regelgeving. Deze cijfers worden gebruikt om de gezondheidsniveaus van de werknemers te monitoren en overeenkomstige oplossingen te ontwikkelen voor het behoud van een gezonde en veilige werkomgeving. De Groep behaalde in 2023 bijna zijn doel van minder dan 30 ongevallen in zijn productievestigingen en vernieuwde zijn engagement om die gezondheidsindicatoren in 2024 naar beneden te brengen.

DOEL 31 december 31 december
Ongevallen en ziektedagen 2024 2023
(DOEL)
2022
# ongevallen in PEC < 25 31 (< 30) 36
# ongevallen in SSC 0 7 (0) 9
# ziektedagen/medewerker* < 5 5 (< 5) 5

(*) exclusief langdurig/moederschaps-/Covid-verlof.

1.2 Productveiligheid

De verantwoordelijkheid op het vlak van veiligheid stopt niet na de productie en levering van de machines van de JENSEN-GROUP. De veiligheid van de operatoren van de klant en van alle gebruikers van de apparatuur is even belangrijk als die van het JENSEN-personeel. Alle apparatuur voldoet naar beste weten van de Groep aan alle Europese veiligheidsrichtlijnen (Europese normen, EN's), en aan andere toepasselijke lokale vereisten. Tegelijk moet de veiligheid van de machines verder gaan dan de regelgeving. Van bij de ontwikkelingsfase besteedt de JENSEN-GROUP aandacht aan de ergonomie en algemene veiligheid van zijn producten. In alle sorteer-, behandelings- en afwerkingsprocessen werden ergonomische oplossingen geïntegreerd, bijvoorbeeld een geoptimaliseerde hoogte van de sorteerband om spanning en belasting door buigen te verminderen, en individueel in hoogte verstelbare laadstations.

De ontwikkelingsteams van de JENSEN-GROUP besteden ook aandacht aan de geluidsemissies van de machines, want de stress door geluidsoverlast heeft een negatieve invloed op de algemene gezondheid en het welzijn. Daarnaast is de JENSEN-GROUP de enige leverancier van afzonderlijke machines en systemen zonder hoeken. Dat wordt gedaan door een transportband te installeren die het linnen recht voor de operator brengt. De operator moet het slechts met één armbeweging oppakken en invoeren, zonder naar hoeken te moeten zoeken. Deze oplossing vergemakkelijkt de taak van de operator door het vlotter en comfortabeler te maken om grote en zware stukken vlak linnen in afzonderlijke machines in te voeren.

De JENSEN-GROUP streeft ernaar om alle manuele of halfautomatische processen te automatiseren. Met een handenvrije bediening zorgen wasserijen ook voor optimale hygiënische omstandigheden. Het productaanbod omvat robotica van Inwatec, die deze aanpak verder uitbouwt. Wanneer vuil linnengoed automatisch door een robot wordt gesorteerd, lopen operatoren niet het risico om gewond of zelfs besmet te raken door vergeten voorwerpen in het textiel. Dergelijke voorwerpen kunnen pincetten, scalpels, scharen, pennen en zelfs grotere voorwerpen zijn. Bovendien wordt de levensduur van het textiel en de machines verlengd, omdat de kans op schade door die vergeten voorwerpen wordt verkleind.

De geautomatiseerde sortering van vuil linnen is een recente innovatie. Het geautomatiseerde sorteersysteem van Inwatec beperkt de menselijke interactie tot kwaliteitscontrole en toezicht, en bestaat uit een röntgenmachine en een machinelearning-systeem. Robots pikken de stukken linnengoed op van transportbanden en brengen ze naar de röntgenscanner, die ongewenste voorwerpen detecteert. Tegelijkertijd registreert een RFID-chiplezer het kledingstuk en bepaalt de verdere sortering in het systeem. Al deze taken kunnen nu worden uitgevoerd door een paar operatoren die alleen nog de zakken van de gedetecteerde kledingstukken moeten leegmaken. De constante uitdaging bestaat erin om robots intelligent genoeg te maken en zo menselijke arbeid te vervangen.

Dankzij deze mentaliteit zijn de arbeidsongevallen bij klanten tot een absoluut minimum beperkt; toch wordt elk arbeidsongeval beschouwd als één te veel. Productveiligheid zal dan ook steeds een hoeksteen blijven van de JENSEN-GROUP-strategie.

1.3 Werknemerstevredenheid

De JENSEN-GROUP is zich ten volle bewust van zijn verantwoordelijkheid tegenover zijn medewerkers en geeft om hun welzijn. Onder impuls van de JENSEN Spirit is zijn cultuur open en internationaal. De JENSEN-GROUP geeft zijn medewerkers de mogelijkheid om goed te presteren, waardeert ieders bijdrage, geeft elk teamlid gerichte verantwoordelijkheden en biedt hen opleidings- en ontwikkelingskansen. Deze open cultuur zorgt ervoor dat alle medewerkers tevreden zijn over hun job, en doorgaans een lange carrière bij de JENSEN-GROUP uitbouwen, zoals de hoge gemiddelde loopbaanduur van acht jaar aantoont.

Personeelsbehoud 31 december
2023
31 december
2022
Gemiddelde anciënniteit in jaren 8 9

Vooral voor engineeringbedrijven die langetermijnrelaties met hun klanten (vaak over generaties heen) willen opbouwen, is anciënniteit een belangrijke succesfactor. Senior medewerkers zijn waardevolle werknemers die kennisleiders worden in de organisatie. Ze geven hun ervaring en kennis door aan junior medewerkers, zowel op gestructureerde wijze zoals in de JENSEN Academy-bedrijfsopleidingen als op het werk.

Promotiekansen worden niet prioritair aangeboden aan werknemers met de hoogste anciënniteit. Het managementteam van de JENSEN-GROUP promoveert collega's op basis van hun prestaties, talenten en ambities, ongeacht hun anciënniteit.

Het aantal ontslagen, of het personeelsverloop, vormt ook een essentiële indicator voor de werknemerstevredenheid. Het is de bedoeling dat de JENSEN-GROUP een aantrekkelijke werkgever blijft voor nieuwe talenten en huidige werknemers. Hoewel de toename tussen 2022 en 2023 ernstig wordt genomen en wordt bestudeerd, kan ze deels worden verklaard door een betere gegevenskwaliteit als gevolg van een grondigere en meer gestructureerde inzameling en verificatie van KPI's in 2023.

Personeelsverloop 31 december
2023
31 december
2022
Personeelsverloop in % 9 5

1.4 Betrokkenheid van werknemers, opleiding en ontwikkeling

Om de missie van de Groep uit te voeren en de JENSEN Spirit te ondersteunen, moeten er grote inspanningen worden geleverd om talentvolle mensen aan te trekken en te behouden, en de vaardigheden van huidige en toekomstige leiders verder te ontwikkelen. De afgelopen jaren heeft de JENSEN-GROUP zwaar geïnvesteerd in de ontwikkeling van zijn medewerkers met bedrijfsopleidingen, lokale trainingen en individuele initiatieven. De JENSEN Academy organiseert opleidingen op alle organisatorische niveaus, zoals webinars en introductiecursussen voor nieuwe medewerkers, nieuwe managers en nieuwe projectmanagers. De trainingsprogramma's omvatten technische en functiespecifieke opleidingen, en ook leiderschapsmodules om medewerkers te helpen zich verder te ontwikkelen en samen te werken in een wereldwijde bedrijfsomgeving. Teamwerk en samenwerking stimuleren is cruciaal om succesvol te zijn.

Gezien het internationale karakter van de JENSEN-GROUP worden er sinds 2010 digitale opleidingen aangeboden aan het kantoorpersoneel (verkoop, marketing, management en back-office). Toen de wereld door de covid-19 pandemie werd getroffen, werden er snel gelijkaardige digitale opleidingen ontwikkeld voor de medewerkers ter vervanging van de fysieke opleidingen.

Hoewel digitale bijeenkomsten de fysieke opleidingen bij de klant of in een van de fabrieken niet volledig kunnen vervangen, kan de Groep nu hybride trainingsoplossingen aanbieden voor de meeste medewerkers, evenals klantenondersteuning op afstand. Dit betekent meer comfort en privétijd voor de medewerkers, minder uitstoot van broeikasgassen en aanzienlijke besparingen op de reiskosten.

Bovendien is de Groep er trots op te kunnen fungeren als opleidingscentrum voor de jongere generatie door in de fabrieken stages aan te bieden in een hele reeks beroepen.

Voor het tweede jaar op rij worden er cijfers over de ontwikkeling van sleutelmedewerkers gerapporteerd. De Groep kijkt er ook naar uit om volgend jaar meer vergelijkende gegevens te kunnen verstrekken. De doelen voor 2023 werden ruim overtroffen en weerspiegelen het engagement van de Groep om in zijn mensen en in nieuwe talenten te investeren.

Ontwikkeling van medewerkers DOEL
2024
31 december
2023 (DOEL)
31 december
2022
Gemiddeld # uren opleiding/medewerker 40 32 (30) 21
# leerjongeren/stagiairs 80 78 (70) 60

De JENSEN-GROUP wil zijn open cultuur verder uitbouwen en uitdragen in de hele Groep. Hiervoor worden verschillende communicatiekanalen en -platforms gebruikt om de medewerkers te informeren over bedrijfsdoelstellingen, strategieën en recente ontwikkelingen. Op Jennet, het intranet van de JENSEN-GROUP, is informatie te vinden over een hele reeks thema's, waaronder productinformatie, hr-nieuws, en de Principes en Richtlijnen van de Groep.

Hoewel Jennet een waardevolle tool is om informatie te verspreiden binnen de JENSEN-GROUP, wordt het gebruik van interne sociale media, zoals een app op de smartphones van onze medewerkers, ook aangemoedigd. Het is een moderne manier om nieuws te delen en om van gedachten te wisselen. De verschillende afdelingen bepalen

zelf welke van deze algemene communicatietools ze bij voorkeur gebruiken en ondernemen actie om dit te organiseren. Deze samenwerkingstools ondersteunen de uitwisseling van nieuwe ideeën en inzichten, en uiteindelijk de personeels- en organisatieontwikkeling.

1.5 Mensenrechten

De JENSEN-GROUP heeft zijn succes en groei gebaseerd op kernwaarden die het best samengevat kunnen worden als de JENSEN Spirit: respect voor anderen, voorbeeldig gedrag, integriteit en verantwoordelijkheid. Deze kernwaarden maken deel uit van een groter kader dat ook door de JENSEN-GROUP wordt erkend en toegepast, en dat bestaat uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties (VN), het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).

Gelet op wat voorafgaat, wil JENSEN-GROUP een ethisch en verantwoordelijk bedrijf zijn, de milieu-impact beperken en de hoogste integriteitsnormen bevorderen. Deze aanpak komt volledig tot uiting in het JENSEN-GROUP Ethical Business Policy Statement die de gedragscode van de Groep vormt. Het veroordeelt onder meer elke vorm van kinderarbeid of discriminatie en promoot fatsoenlijke werkomstandigheden en vrijheid van vereniging. Elke inbreuk op het Ethical Business Policy Statement kan leiden tot bedrijfsstoringen, reputatieschade en financiële verliezen. Passende disciplinaire maatregelen zullen worden genomen tegen elke stakeholder van JENSEN die het Ethical Business Policy Statement schendt. In 2022 verbond de JENSEN-GROUP zich ertoe om al zijn huidige en toekomstige medewerkers de Ethical Business Policy Statement te laten tekenen. Eind 2023 is dat doel bijna behaald.

Percentage medewerkers dat Ethical Business DOEL 31 december
Statement heeft ondertekend 2024 2023
Ondertekende Ethical Business Statements 100% 95%

De JENSEN-GROUP wil al zijn leveranciers, fabrikanten, onderaannemers, licentiehouders en distributeurs, ongeacht het product of de dienst die ze leveren, volledig betrekken bij deze aanpak en deze waarden. Om die reden stelde de Groep in 2022 een nieuwe gedragscode voor leveranciers op, en verbond de Groep zich ertoe om alleen te werken met partners die de gedragscode onderschrijven of zelf een gedragscode hebben. Leveranciers worden geklasseerd als A-, B- of C-leveranciers op basis van hun mate van integratie en belangrijkheid. Aleveranciers zijn daarbij de meest geïntegreerde strategische partners. 98% van de A-leveranciers voldoen aan het gedragscodecriterium. China loopt voorop. Alle strategische leveranciers van de Groep hebben er de gedragscode voor leveranciers onderschreven.

Percentage leveranciers met gedragscode 31 december
2023
31 december
2022
A-leveranciers 98% 78%
A/B/C-leveranciers 66% 50%

1.6 Diversiteit

In overeenstemming met zijn open cultuur en ethische bedrijfsvoering maakt de JENSEN-GROUP geen enkel onderscheid tussen mensen op basis van leeftijd, geslacht, cultuur, religie, afkomst of andere diversiteitskenmerken. De Groep streeft naar gelijke arbeidskansen en respecteert de rechten en waardigheid van elke medewerker. Elke vorm van discriminatie bij rekrutering en promotie wordt veroordeeld. De JENSEN-GROUP wordt gedreven door cultuur. Door te leven volgens de JENSEN Spirit, doet iedereen vanzelf wat goed is.

Deze aanpak wordt onderstreept in het Ethical Business Policy Statement dat alle werknemers moeten volgen en respecteren. Deze verklaring is te vinden op de website van de Groep en een samenvatting ervan is beschikbaar in de introductiehandleiding die aan alle nieuwe werknemers wordt overhandigd (JENSEN Blue Book) en op het intranet. Hierin staat duidelijk: "Wij bieden alle medewerkers en sollicitanten gelijke arbeidskansen en discrimineren niet op basis van ras, godsdienst, politieke overtuiging, huidskleur, geslacht, leeftijd, afkomst, handicap of enige andere onwettige classificatie". Er wordt ook verwezen naar Doelstellingen vijf en tien van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen waar de Groep zich volledig bij aansluit.

Nationaliteiten 31 december
2023
31 december
2022
# nationaliteiten 52 49
Genderdiversiteit 31 december
2023
31 december
2022
Percentage vrouwelijke medewerkers 12% 12%
Percentage mannelijke medewerkers 88% 88%
Percentage non-binaire medewerkers 0% n.v.t.
Percentage vrouwen in leidinggevende functies 14% 14%
Percentage mannen in leidinggevende functies 86% 86%
Percentage non-binaire personen in leidinggevende
functies
0% n.v.t.

Een direct gevolg van de sector is een vrij laag percentage vrouwelijke medewerkers, hoewel een iets hoger percentage wordt opgetekend in een managementfunctie. Het is het vermelden waard dat 27% van de nieuwe managementleden die dit jaar werden benoemd of gepromoveerd, een vrouw was. De Belgische wet van 28 juli 2011 met betrekking tot genderdiversificatie vereist dat de Raad van Bestuur voor minstens één derde uit vrouwen bestaat. De JENSEN-GROUP NV voldoet volledig aan deze wet.

De Groep is van plan zijn Human Resources Guidelines te herwerken om ervoor te zorgen dat diversiteit en geslacht in het rekruteringsproces in aanmerking worden genomen. De JENSEN-GROUP gelooft dat talent in elke vorm kan bestaan, en dat de JENSEN Spirit universeel is.

1.7 Klanten

De cultuur van de JENSEN-GROUP wordt gekenmerkt door gedeelde waarden die zowel steunen op vroegere en huidige ervaringen als op toekomstige vooruitzichten. De Groep wil zijn bedrijfscultuur verankeren in de hele organisatie, want hij is overtuigd dat het een dynamisch proces is dat rechtstreeks aansluit bij de behoeften van zijn klanten. Omdat de klanten de wasserijmarkt beter kennen dan wie ook, wil de JENSEN-GROUP partnerships met hen aangaan.

Door voortdurend te overleggen met de klanten, via lokale aanwezigheid, bouwt de Groep langetermijnrelaties op. Op die manier zijn de klantbehoeften gekend, en kan de Groep focussen op het aanleveren van efficiëntere en duurzame wasserij-oplossingen en -systemen. Dankzij zijn CleanTech-oplossingen wint de Groep nieuwe klanten die ecologische processen nodig hebben om aan richtlijnen met betrekking tot Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen te beantwoorden of om kwaliteitscertificaten te behalen.

De JENSEN-GROUP is voor zijn klanten een sterke partner, op wie ze kunnen rekenen van bij het eerste contact, tijdens de planningfase, de correcte installatie en opstart van de machines, tot de dienstverlening na verkoop. Dit betekent ook regelmatige technische controles van de JENSEN-apparatuur en opleidingen voor de klanten om de productiviteit en rentabiliteit te verhogen door hun onderhoudskosten te verlagen en stilstand te voorkomen. Dat sterke partnership tussen de JENSEN-GROUP en zijn klanten creëert een win-winsituatie.

2. Samenleving

2.1 Wanneer globaal en lokaal samengaan

De JENSEN-GROUP engageert zich om zijn klanten zo goed mogelijk te bedienen, om samen met zijn businesspartners te werken aan wederzijds lonende relaties en om de gemeenschappen te steunen door voor tewerkstelling te zorgen.

De strategie van de Groep bestaat erin om zijn wereldwijde capaciteiten ten volle te benutten en tegelijk zijn lokale aanwezigheid in elke belangrijke markt te versterken. De merkenportefeuille van de JENSEN-GROUP staat voor op maat gemaakte en kwaliteitsvolle oplossingen voor zijn klanten, waar ze zich ook bevinden. In dat opzicht wil de Groep echt het verschil maken door lokale partnerships af te sluiten en respect te tonen voor lokale gewoontes en noden, door de behoeften en vereisten van de ruimere lokale gemeenschap te respecteren, de hoogste professionele normen na te leven en aan alle wettelijke vereisten te voldoen.

Geopolitieke instabiliteit, een energiecrisis en klimaatverandering zijn reële uitdagingen die een immense wendbaarheid en veerkracht vereisen. Management, personeel en klanten zullen alert en flexibel moeten blijven. Ondertussen blijft de Groep doen waar hij goed in is, namelijk de JENSEN Spirit behouden, de relaties met klanten en collega's koesteren en de lokale gemeenschappen steunen door fatsoenlijk werk te geven en sociaal verantwoordelijke initiatieven te nemen. Een sterke solidariteit is de sleutel tot succes in moeilijke tijden.

De JENSEN-GROUP heeft een omgeving gecreëerd waarin persoonlijke initiatieven enorm gewaardeerd worden. De Groep is er sterk van overtuigd dat de medewerkers het best geplaatst zijn om lokale noden te identificeren waarvoor de JENSEN-GROUP het verschil kan maken. De medewerkers van de JENSEN-GROUP geloven dat ze de slogan 'We denken globaal en handelen lokaal' daadwerkelijk in de praktijk kunnen brengen. Dat heeft geleid tot veel verschillende initiatieven en activiteiten op bedrijfs- en lokaal niveau. Geïnspireerd door de grote mate van sociaal engagement in zijn entiteiten heeft de JENSEN-GROUP 'Goede daden door JENSEN' gelanceerd. Dat initiatief wil de liefdadigheidsacties meer zichtbaar maken en vrijwilligersactiviteiten nog meer aanmoedigen. Foto's van de verschillende initiatieven staan op de volgende pagina.

Ongeacht de huidige uitdagingen wordt de wereld steeds meer verbonden en zullen mensen blijven reizen, zowel professioneel als privé, naar traditionele en nieuwe bestemmingen (opkomende markten). Dat biedt opportuniteiten voor groei. Er is immers steeds meer vraag naar het verwerken van linnen voor de hotel- en cateringsector, en het biedt de JENSEN-GROUP de kans om zijn duurzame en sociale bijdrage te vergroten door milieuvriendelijke machines te leveren.

GOVERNANCE

1. Deugdelijk bestuur

De aandelen van de JENSEN-GROUP NV zijn genoteerd op de Euronext-beurs. De Groep heeft de Belgische Corporate Governance Code 2020 ingevoerd en een risicobeheersingsproces en interne controle uitgewerkt. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar de sectie Deugdelijk bestuur in dit jaarverslag en naar het Corporate Governance Charter op de website Deugdelijk bestuur: www.jensen-group.com.

Het is een feit dat de aanneming van de Corporate Governance Code 2020 bijdraagt tot een betere samenleving doordat ze het vertrouwen van investeerders en andere stakeholders doet groeien. Omdat het behoud van vertrouwen in het merk en de organisatie een belangrijk onderdeel van de JENSEN-GROUP-strategie is, is een strikt 'Beleid om handel met voorkennis te voorkomen' ingevoerd, evenals een procedure voor een klokkenluidershotline. Beide verminderen in aanzienlijke mate het risico op ongeoorloofd gedrag of enige schijn daarvan. Zie p. 68 van dit jaarverslag voor meer informatie over het beleid inzake handel met voorkennis en het onderstaande hoofdstuk 'Bedrijfsethiek' voor meer informatie over tools om onethisch gedrag te voorkomen.

De JENSEN-GROUP beschouwt integriteit, eerlijke handelspraktijken en rechtmatig gedrag als topprioriteiten. Geen enkele zakelijke eis kan illegaal, onethisch of onprofessioneel gedrag rechtvaardigen. Zakelijk succes hangt af van het behoud van vertrouwen van de medewerkers, bedrijfsleiders, aandeelhouders, klanten, leveranciers en andere commerciële partners, maar ook van de overheid en het grote publiek.

In deze context heeft de JENSEN-GROUP een Ethical Business Policy Statement ontwikkeld die zijn waarden en de ethische, wettelijke , en zakelijke verwachtingen ten aanzien van al zijn medewerkers en stakeholders weerspiegelt (zie het voormelde hoofdstuk over 'Mensenrechten' en het onderstaande hoofdstuk over 'Bedrijfsethiek'). Elke inbreuk op het Ethical Business Policy Statement kan leiden tot bedrijfsstoringen, reputatieschade en financiële verliezen. Er zullen passende disciplinaire maatregelen worden genomen tegen elke vertegenwoordiger, werknemer, leverancier, klant of andere zakenpartner die het Ethical Business Policy Statement schendt.

De Groep streeft ernaar om te voldoen aan alle lokale belastingregels. De JENSEN-GROUP hanteert een transparante, eerlijke en coöperatieve aanpak met alle belastingautoriteiten. De Groep houdt zich niet bezig met agressieve belastingplanning.

Tot slot heeft de JENSEN-GROUP een intern controleproces ontwikkeld. Voor meer informatie over dit proces verwijzen we naar het hoofdstuk 'Risicobeheer en interne controle' in de onderstaande Verklaring Deugdelijk Bestuur.

2. Bedrijfsethiek

De JENSEN-GROUP streeft naar een open bedrijfscultuur in de hele organisatie. De gedragscode van de Groep omschrijft de verantwoordelijkheden van goede praktijken, zowel voor personen als voor de organisatie. Zij dragen bij tot het welzijn van en het respect voor alle stakeholders.

Binnen de aanpak 'We denken globaal en handelen lokaal' gaat veel beslissingsbevoegdheid naar het lokale management. Hierdoor moet ervoor gezorgd worden dat een aantal regels worden gerespecteerd. Bij de JENSEN-GROUP zijn die regels samengevat in de 'Principes en Richtlijnen' die te raadplegen zijn op het JENSEN intranet. Daarnaast heeft de JENSEN-GROUP verschillende controlemechanismen ontwikkeld om onethisch gedrag op alle niveaus te voorkomen, zoals:

  • een Ethical Business Policy Statement ondertekend door alle werknemers en een gedragscode voor leveranciers waarin onder meer elke vorm van corruptie of omkoping die de eerlijke handel ondermijnt, wordt veroordeeld (beschikbaar op de website van de Groep);
  • een Corporate Governance Charter dat de rol en de verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur toelicht (beschikbaar op de website van de Groep);
  • een beleid om handel met voorkennis te voorkomen, dat ondertekend werd door alle werknemers met toegang tot gevoelige informatie (intern document);
  • een klokkenluidershotline voor alle werknemers en andere stakeholders van de JENSEN-GROUP, beheerd door een onafhankelijke en betrouwbare derde partij (toegankelijk via de website van de Groep);
  • een ICT-beleid om schending van persoonsgegevens en cyberrisico's te voorkomen, ondertekend door alle werknemers (intern document).

Deze regels en procedures geven alle medewerkers en iedereen die in naam van de JENSEN-GROUP handelt de mogelijkheid om elke verdachte of feitelijke schending van de juiste handelspraktijken te melden. Er waren geen meldingen van onethisch gedrag in 2023, en de Groep kijkt uit naar een even positief resultaat voor 2024.

Voor bijkomende details over de bestuursstructuur en het engagement van de Raad van Bestuur inzake duurzaam en verantwoordelijk leiderschap, verwijzen we naar de onderstaande Verklaring Deugdelijk Bestuur in dit jaarverslag.

Belangenconflict

Conform het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019 dienen de leden van de Raad van Bestuur de Voorzitter op de hoogte te stellen indien er een agendapunt is waarbij zij een direct of indirect belangenconflict van financiële of andere aard hebben met de vennootschap. Ze nemen geen deel aan de besprekingen van, noch aan de stemming over dat punt. Dit is steeds een standaard agendapunt bij iedere Raad van Bestuur. In de loop van 2023 werden mogelijke belangenconflicten gemeld door SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen, door Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen, en door dhr. Jobst Wagner en dhr. Daisuke Miyauchi tijdens de vergaderingen van de Raad van Bestuur met betrekking tot (i) de herbenoeming van een Bestuurder, (ii) het dividendvoorstel, (iii) de kapitaalverhoging, en (iv) de heropstart van het inkoopprogramma van aandelen. De relevante uittreksels van de notulen van de genoemde vergaderingen van de Raad van Bestuur, die werden gehouden op respectievelijk 9 en 29 maart 2023, 3 april 2023 en 10 augustus 2023, bevinden zich in Bijlage II en worden bijgevoegd als een bewijsstuk bij dit jaarverslag.

Personeel

Het aantal werknemers op het einde van het boekjaar kende volgende evolutie:

31 december 31 december
2023 2022
# werknemers 1.830 1.555

Investeringen en kapitaaluitgaven

De kapitaaluitgaven bedroegen in 2023 7,4 miljoen euro (5 miljoen euro in 2022) en betreffen voornamelijk de bijkomende investering in het gebouw in Odense (Denemarken) om de toekomstige marktvraag naar de AI en robotica van Inwatec te ondersteunen, en in machines en voertuigen.

Door de verlenging van verschillende huurovereenkomsten nemen de activa met gebruiksrechten toe tot 1,8 miljoen euro (toelichting 4).

In 2022 hadden de investeringen en kapitaaluitgaven voornamelijk betrekking op investeringen in het kantoorgebouw in Panama City (JENSEN USA) dat verwoest werd door de orkaan Michael, en in machines en voertuigen.

Onderzoek en ontwikkeling

De JENSEN-GROUP doet geen fundamenteel onderzoek, maar streeft naar een voortdurende ontwikkeling van de bestaande producten. De hieraan gerelateerde kosten bedroegen 6,7 miljoen euro in 2023 (6,3 miljoen euro in 2022). Tot eind 2020 heeft de JENSEN-GROUP de ontwikkelingskosten niet geactiveerd, maar ten laste genomen wanneer ze werden gemaakt. Meer informatie vindt u in de onderstaande toelichting 4 over vaste activa (p.112 van dit jaarverslag). De afschrijvingsperiode wordt voortdurend geëvalueerd en jaarlijks wordt nagegaan of het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.

Gebruik van financiële instrumenten

De JENSEN-GROUP gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties te verminderen. Het is de politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.

Om de wisselrisico's in te dekken waren er op 31 december 2023 voor 1,5 miljoen euro aankoopverplichtingen en voor 16,6 miljoen euro verkoopverplichtingen. Daarnaast had de Groep een interest rate swap afgesloten voor 14,1 miljoen DKK met vervaldag 2039 en een vaste rente van 0,4350%.

Juridische geschillen

Voor alle juridische geschillen die een daadwerkelijk risico vormen, werd op basis van een voorzichtige beoordeling een voorziening aangelegd. De JENSEN-GROUP houdt alle mogelijke claims en hangende juridische geschillen bij. In dit hoofdstuk worden alleen de claims tegen de vennootschap of haar dochters besproken. Per categorie zijn volgende geschillen hangend:

  • publieke claims en productaansprakelijkheidsclaims:
    • 3 geschillen in de VS,
    • 1 geschil in Australië,
    • 2 geschillen in het VK,
    • 2 geschillen in de EU,
  • personeelsgeschillen: 1 geschil in de VS,
  • commerciële geschillen: 2 geschillen in de EU, 1 geschil in de VS,
  • milieurisico:
    • 1 lopend onderzoek in de VS.

De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering. Het management verwacht dat deze geschillen, gebaseerd op juridisch advies, geen significante invloed zullen hebben op de financiële positie of winstgevendheid van de Groep. Indien het management het waarschijnlijk acht dat een verplichting zal ontstaan, werden de potentiële gevolgen van de vordering ingeschat en werd een voorziening aangelegd.

Verklaring Deugdelijk Bestuur

Verklaring Deugdelijk Bestuur

De JENSEN-GROUP beschouwt de Belgische Corporate Governance Code 2020 als referentiecode. De Corporate Governance Code is beschikbaar op www.corporategovernancecommittee.be. De vennootschap past de wijzigende Belgische Corporate Governance Code al sinds 2004 toe, waarbij ze consequent de belangrijkste vereisten en de evolutie ervan evalueerde, en beoordeelt regelmatig in hoeverre de Groep deze Code naleeft. De feitelijke toepassingen van de Code 2020 worden gemeld in de Verklaring Deugdelijk Bestuur en op pagina 60 van dit jaarverslag over genderdiversificatie in de Raad van Bestuur.

De vennootschap heeft haar Corporate Governance Charter aangepast aan de Corporate Governance Code 2020 en de Raad van Bestuur heeft daarbij de volgende herziene documenten goedgekeurd en gepubliceerd.

  • Charter van de Raad van Bestuur, inclusief onafhankelijkheidsvereisten en voorwaarden om Bestuurder te worden;
  • Charter van het Nominatie- en Remuneratiecomité;
  • Charter van het Auditcomité;
  • Remuneratiebeleid
  • Communicatiebeleid;
  • Taken en verantwoordelijkheden van de Voorzitter van de Raad van Bestuur;
  • Taken en verantwoordelijkheden van het Executive Management.

Het Corporate Governance Charter is beschikbaar op de website https://www.jensen-group.com onder de rubriek 'Investor Relations/Deugdelijk Bestuur'. Het charter wordt geregeld herzien en aangepast door de Raad van Bestuur. Het Corporate Governance Charter vormt een dagelijkse realiteit voor de Raad van Bestuur en de Comités, en beantwoordt naar beste weten en overtuiging van de bedrijf conform de Code 2020 met uitzondering van enkele aanbevelingen, zoals vermeld in de volgende paragrafen.

Volgens het 'pas toe of leg uit'-principe ('comply or explain') kan de vennootschap van de Code 2020 afwijken als ze de redenen voor een dergelijke afwijking naar behoren toelicht. Die redenen kunnen te maken hebben met het profiel, de organisatie en/of de grootte van de vennootschap. Op dit moment wijkt de vennootschap in eerste instantie af van Aanbeveling 4.14 van de Code 2020 door geen intern auditpersoneel in dienst te hebben en in plaats daarvan de interne auditfunctie uit te besteden aan externe partijen. Het Audit- en Risicocomité van de vennootschap heeft daarbij geconcludeerd dat een interne auditfunctie geen effectieve functie zou zijn, en wel om de volgende redenen:

  • De JENSEN-GROUP bestaat uit verschillende kleinere entiteiten met elk een beperkte omzet. Iedere entiteit wordt door het lokale management van dichtbij opgevolgd;
  • Elke entiteit werkt onder haar eigen wetgeving en in de lokale taal, wat efficiënte interne audits in de weg staat;
  • De managementteams worden verder opgevolgd op het niveau van de JENSEN-GROUP holding tijdens driemaandelijkse operationele en financiële meetings. Verder brengt het management op regelmatige

basis een bezoek aan het hoofdkantoor;

  • Alle dochterondernemingen zijn op de hoogte van de JENSEN-GROUP-procedures, en gezien de relatieve grootte van de JENSEN-GROUP bestaat nog steeds de mogelijkheid tot regelmatige communicatie en persoonlijke ontmoetingen met alle lokale managementteams;
  • Voor consolidatiedoeleinden werken alle bedrijven van de JENSEN-GROUP met hetzelfde auditbureau, en de belangrijke risicofactoren worden consistent geëvalueerd in de externe audits van de verschillende dochterondernemingen.

Omwille van deze redenen heeft het Audit- en Risicocomité van de JENSEN-GROUP NV beslist dat het niet nodig is om een eigen interne auditfunctie op te richten. In samenspraak met de externe auditor en op basis van een risicoanalyse bepaalt het Audit- en Risicocomité interne auditprioriteiten, en behoudt en spreekt het voor specifieke interne audits af met een onafhankelijk extern auditbureau. Die aanpak wordt als doeltreffender beschouwd dan de oprichting van een eigen interne auditfunctie. Het Audit- en Risicocomité kan interne audits uitbesteden aan een lokaal competent auditbureau.

Ten tweede wijkt de vennootschap ook af van Aanbevelingen 3.11 en 9.1 van de Coporate Governance Code 2020 doordat ze geen formele regeling heeft voor de interactie tussen de niet-uitvoerende Bestuurders onderling en tussen de niet-uitvoerende Bestuurders en het Executive Management, en ze daarom niet regelmatig beoordeelt. Deze afwijking wordt gemotiveerd door het feit dat de CEO en CFO in de praktijk altijd deelnemen aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur, terwijl de niet- uitvoerende Bestuurders de executive managers kunnen ontmoeten wanneer zij dat wensen door vestigingen te bezoeken of door een afzonderlijke vergadering te organiseren om specifieke onderwerpen te bespreken. Bovendien zitten de niet-uitvoerende Bestuurders minstens een keer per jaar samen met de leden van het Executive Management en andere kaderleden onder elkaar tijdens de jaarlijkse Strategy Workshop van de Raad van Bestuur.

Ten derde worden de belangrijkste voorwaarden van de contracten van de CEO en de andere executive managers, conform Aanbeveling 7.12 van de Code 2020, goedgekeurd door de Raad van Bestuur op basis van het advies van het Remuneratie- en Nominatiecomité van de vennootschap. De vennootschap wijkt evenwel af van Aanbeveling 7.12 op het punt dat ze momenteel onder die contracten of andere overeenkomsten of systemen niet het recht heeft om de betaling van variabele vergoedingen terug te eisen (de zogenaamde terugvorderingsclausules) of te weerhouden. Dergelijke vergoedingen variëren nu tussen 30% en 60%, al naargelang het niveau van de functie. Deze afwijking is te verklaren door het feit dat de vennootschap een bezoldigingsbeleid hanteert waarbij jaarlijks prestatiedoelstellingen worden vastgelegd en variabele vergoedingen worden uitbetaald in overeenstemming met de behaalde resultaten. De afwijking zou echter worden herzien als de vennootschap zou kiezen voor een langlopende incentive-regeling gebaseerd op meerjarige strategische doelstellingen.

Ten vierde ontvangen binnen de JENSEN-GROUP noch de niet-uitvoerende Bestuurders, noch de uitvoerende Bestuurders enige vergoeding in de vorm van aandelen van de JENSEN-GROUP NV. Dit is een afwijking van Aanbeveling 7.6 en 7.9 van de Code 2020, die wordt verklaard doordat de vennootschap een lange traditie heeft in het bepalen van haar remuneratiebeleid op basis van een afstemming van de jaarlijkse doelstellingen en acties op de langetermijnwaardecreatie en duurzaamheidsdoelstellingen van haar aandeelhouders en andere stakeholders.

De Raad van Bestuur en het Nominatie- en Remuneratiecomité hebben dat beleid de voorbije vijftien jaar consequent en met gewenste resultaten toegepast, zoals blijkt uit de prestaties van de vennootschap tijdens die periode. De Raad van Bestuur heeft daarom, op advies van het Nominatie- en Remuneratiecomité, geoordeeld dat de toekenning van aandelen van de JENSEN-GROUP NV zou indruisen tegen dit beleid en heeft bijgevolg beslist om dergelijke toekenning niet goed te keuren.

Ten slotte past de Raad van Bestuur om dezelfde reden de eis zoals vermeld in artikel 7:91 van het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019 om de doelstellingen en de uitbetaling van de variabele vergoeding over meerdere jaren te spreiden, niet toe. De aandeelhouders hebben daartoe in mei 2014 een eerste keer een vrijstelling van die vereiste goedgekeurd. Onlangs, tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van mei 2020, hebben ze die vrijstelling verlengd voor een periode van vijf jaar die retroactief begint in mei 2019 en afloopt in mei 2024.

De informatie in het Corporate Governance Charter wordt gegeven 'zoals beschikbaar' en is enkel bedoeld ter verduidelijking. De aanbevelingen en richtlijnen in het Corporate Governance Charter zijn een aanvulling bij en niet bedoeld als wijziging of interpretatie van enige wet- of regelgeving, de oprichtingsakte of de statuten van de vennootschap. Door de herziene documenten opgenomen in het Corporate Governance Charter goed te keuren, aanvaardt de vennootschap geen enkele verplichting, contractueel of eenzijdig engagement. Deze documenten dienen in plaats daarvan als leidraad voor de dagelijkse activiteiten van de vennootschap. De competenties en taken die worden toegekend aan de Raad van Bestuur dienen te worden geïnterpreteerd als machtigingsclausules, niet als verplichte regels of dwingende gedragslijnen.

Risicobeheersing en interne controle

Overeenkomstig de relevante bepalingen in het Wetboek vennootschappen en verenigingen van 2019 heeft de JENSEN- GROUP een risicobeheersings- en intern controleproces ontwikkeld en ingevoerd.

De hiernavolgende beschrijving van de risicobeheersing en interne controle is gebaseerd op het Integrated Internal Control Framework en het Enterprise Risk Management Framework, gepubliceerd door het Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO).

De Raad van Bestuur van de vennootschap controleert via het Audit- en Risicocomité de correcte werking van het risicobeheersings- en intern controleproces. De Raad van Bestuur heeft de uitvoering van een proces van risicobeheer en interne controle gedelegeerd aan het Executive Management Team, en verwacht op regelmatige basis rapporten over beide onderwerpen te ontvangen van het Executive Management Team.

Risicobeheersing

Op basis van een model opgesteld door een externe consultant heeft het Executive Management Team van de JENSEN-GROUP een risicokaart opgemaakt waarin de financiële, operationele, strategische en wettelijke risico's van de vennootschap worden beschreven.

Die risicokaart is voor het eerst opgesteld in 2008 en wordt regelmatig bijgewerkt. Ze bepaalt en evalueert enerzijds de waarschijnlijkheid dat de verschillende risico's zich werkelijk voordoen, en anderzijds de impact op de resultaten evenals de maatregelen om een dergelijke blootstelling aan de risico's te verminderen. Het Executive Management Team legt de conclusies van de risicobeoordeling voor aan het Audit- en Risicocomité in de vorm van een risicokaart. Vervolgens wordt de kaart voorgesteld aan de Raad van Bestuur, die de grootste risico's en de veranderingen in risico's bespreekt met het management in zoverre dat nodig is en minstens eenmaal per jaar.

Het Executive Management Team bericht elk kwartaal over een aantal risicogebieden die worden gemeld tijdens de kwartaalcontrole van de rapporterende entiteiten. Het Executive Management Team onderzoekt die risico's dan opnieuw en bepaalt acties om de risico's te verminderen. Bovendien bekijkt het Executive Management Team verschillende manieren om dergelijke risico's over te dragen naar derde partijen in de gebieden waar de vennootschap blootgesteld blijft aan een materieel risico.

Interne controle

Definitie

Interne controle is een vastgelegd proces, dat moet worden opgevolgd door de Raad van Bestuur, het management en het personeel. De bedoeling is om redelijke zekerheid te verkrijgen betreffende de realisatie van de doelstellingen in de volgende domeinen: a) strategische doelstellingen op hoog niveau, afgestemd op en ter ondersteuning van hun missie; b) de doeltreffendheid en efficiëntie van de activiteiten; c) de betrouwbaarheid van de financiële informatie; en d) de naleving van de wetgeving en reglementeringen.

Controleomgeving

De Raad van Bestuur en het Executive Management Team hebben het Ethical Business Policy Statement van de JENSEN-GROUP goedgekeurd en ingevoerd. Dit beleid beschrijft de missie en de ethische waarden van de JENSEN-GROUP; het beschrijft de gedragscode en de transacties die zijn toegestaan tussen de JENSEN-GROUP en derde partijen, in zoverre die transacties niet geregeld worden door de wettelijke voorzieningen inzake belangenconflicten. Alle bedrijven van de Groep dienen het Ethical Business Policy Statement in te voeren en na te leven, en een bespreking van de bepalingen ervan wordt geïntegreerd in elke opleidingssessie die wordt georganiseerd. Aan alle medewerkers wordt om hun instemming gevraagd door het Ethical Business Policy Statement te ondertekenen. Het Ethical Business Policy Statement wordt regelmatig aangepast en is beschikbaar op de website van de Groep : www.jensen-group.com onder de rubriek 'Investor Relations/Deugdelijk Bestuur'.

Daarnaast heeft de JENSEN-GROUP een klokkenluidersprocedure ontwikkeld die beschikbaar is voor alle stakeholders op de website: www.jensen-group.com onder de rubriek 'De klokkenluidersprocedure van de JENSEN-GROUP'. De vennootschap houdt daarmee rekening met de recente omzetting in Belgische wetgeving – via de wet van 28 november 2022 betreffende de bescherming van melders van inbreuken op Europese of nationale wetgeving binnen een rechtspersoon in de privésector – van de Europese 'Klokkenluidersrichtlijn' (d.w.z. Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 betreffende de bescherming van personen die inbreuken op Europese wetgeving melden). De vennootschap heeft haar klokkenluidersprocedure aangepast aan de nieuwe vereisten waaraan de interne rapporteringskanalen van privébedrijven onder de genoemde wet moeten voldoen.

In 2022 is de JENSEN-GROUP gestart met de implementatie van een gedragscode voor leveranciers, waarin de normen worden toegelicht met betrekking tot zakelijke integriteit en ethiek, arbeids- en sociale normen, milieu, algemene bedrijfsprincipes en gerelateerde managementsystemen die de JENSEN-GROUP van zijn leveranciers verwacht. Om de sociale en ecologische verantwoordelijkheid te vergroten, kan de gedragscode voor leveranciers eisen dat ze verder gaan dan de naleving van de lokaal geldende wet- en regelgeving.

Controle-activiteiten en toezicht

De Groep bestaat uit verschillende entiteiten die strikt worden opgevolgd door lokale managementteams. Het hoofdkantoor van de JENSEN-GROUP houdt op zijn beurt toezicht op de lokale managementteams en voert hiertoe elk kwartaal operationele en financiële evaluaties uit.

Bovendien evalueert ook het Group Controlling & Reporting-team van de Groep de verschillende entiteiten op kwartaalbasis.

De JENSEN-GROUP houdt toezicht op zijn activiteiten met de bedoeling een bepaald niveau van ROCE (Return on Capital Employed) te bereiken.

De lokale managementteams zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de 'Procedures en richtlijnen' van de JENSEN-GROUP.

Naleving van rapporteringsvereisten

Alle toepasselijke IFRS-boekhoudprincipes, -richtlijnen en -interpretaties zijn samengebracht in de accounting manual die regelmatig wordt geüpdatet en deel uitmaakt van de 'Procedures en richtlijnen' van de JENSEN-GROUP. Alle procedures en richtlijnen zijn beschikbaar op het intranet van de JENSEN-GROUP en toegankelijk voor alle lokale managers en medewerkers. Op vraag van het management en/of het Audit- en Risicocomité worden bijkomende rapporten opgesteld die worden toegevoegd aan de accounting manual, indien nodig.

De financiële managers van de Groep komen op geregelde tijdstippen samen en worden ingelicht over relevante wijzigingen van de IFRS-regels. Er wordt op een 'as needed'-basis opleiding voorzien om te verzekeren dat de wijzigingen correct worden toegepast.

Alle bedrijven van de JENSEN-GROUP stappen binnen een bepaald tijdsbestek over op hetzelfde ERP-systeem. Alle bedrijven gebruiken dezelfde software voor de financiële rapportering voor consolidatiedoeleinden.

Het management van de JENSEN-GROUP heeft na overleg met het Audit- en Risicocomité vanaf 2009 een intern controleproces ingevoerd om redelijke zekerheid te verschaffen over de betrouwbaarheid van de financiële rapportering en de jaarrekening die ter beschikking worden gesteld van externen. Het lokale management heeft dat interne controleproces eveneens ingevoerd. Het wordt regelmatig opnieuw geëvalueerd en indien nodig gewijzigd. Ook de naleving van het interne controleproces op het lokale niveau wordt periodiek gecontroleerd.

Financiële evaluaties

De Group Controlling & Reporting-functie van de JENSEN-GROUP evalueert elk kwartaal alle financiële gegevens die worden doorgegeven voor consolidatie, op correctheid, consistentie en afwijkingen van het budget, de projecties of het voorbije jaar, met bijbehorende toelichtingen, om ervoor te zorgen dat de gerapporteerde gegevens correct zijn. Het Executive Management Team zorgt dan voor een degelijke opvolging en acties als reactie op dergelijke afwijkingen van het budget, de projecties of het voorbije jaar.

Het management van de JENSEN-GROUP zorgt dan voor een correcte opvolging en acties naar aanleiding van eventuele afwijkingen.

De JENSEN-GROUP introduceerde in oktober 2023 voor het eerst maandelijkse afsluitingen om de transparantie en de juistheid van projecties te verbeteren.

Operationele evaluaties

De interne evaluaties worden elk kwartaal uitgevoerd tijdens de Business Board Reviews. Ze omvatten een financiële evaluatie die zich specifiek richt op belangrijke P&L- en BS-gerelateerde wijzigingen, op afwijkingen van budgetten en projecties, evenals op de consistentie inzake de toepassing van IFRS-regels. Het interne controleproces wordt elk kwartaal herzien.

Het management houdt voortdurend toezicht op de interne controle. De prestaties van de individuele bedrijven van de Groep worden gemeten en vergeleken met de budgetten, de projecties en de cijfers van voorbije jaren. Daarbij kunnen onregelmatigheden aan het licht komen die wijzen op een fout in de controle. Die fouten worden onmiddellijk hersteld.

Voor consolidatiedoeleinden worden alle bedrijven van de JENSEN-GROUP geauditeerd of gecontroleerd door hetzelfde auditbureau, en de belangrijke risicofactoren worden consistent geëvalueerd in de externe audits van de verschillende dochterondernemingen. De externe auditor rapporteert tweemaal per jaar aan het Audit- en Risicocomité over zijn bevindingen en belangrijke problemen.

Relevante bevindingen van de interne audit (die wordt uitbesteed zoals hierboven beschreven) en/of de statutaire auditor worden gerapporteerd, zowel aan het Audit- en Risicocomité als aan het betrokken management. Er wordt periodiek opgevolgd of corrigerende maatregelen werden genomen.

Alle relevante informatie wordt voorgelegd aan het Audit- en Risicocomité en aan de Raad van Bestuur zodat beide de genoemde financiële verslagen kunnen analyseren. Vooraleer er extern wordt gerapporteerd, worden alle persberichten en andere financiële informatie:

  • degelijk geëvalueerd en gecontroleerd door het hoofdkantoor van de JENSEN-GROUP;
  • geëvalueerd door het Audit- en Risicocomité;
  • goedgekeurd door de Raad van Bestuur.

Zoals hierboven reeds opgemerkt, is het Audit- en Risicocomité van mening dat een interne auditfunctie niet de meest doeltreffende en efficiënte manier is om het auditwerk binnen de JENSEN-GROUP uit te voeren. In samenspraak met de externe auditor en op basis van een risico-analyse heeft het Audit- en Risicocomité daarom een intern auditplan uitgewerkt, en doet het voor specifieke interne audits een beroep op een onafhankelijk extern auditbureau. Het Audit- en Risicocomité kan interne audits uitbesteden aan een competent lokaal auditbureau.

In 2023 werd een interne controle uitgevoerd op de beoordeling van de monitoring van afwijkende directe kosten (materiaal, werkuren en bijdragemarge) in de productiezone van de fabrieken.

Belangrijke resultaten uit voorgaande interne audits worden regelmatig geëvalueerd met betrekking tot de geboekte vooruitgang tot de relevante kwesties volledig zijn opgelost.

Informatie en communicatie

De controles van de JENSEN-GROUP verschaffen het management transparante en betrouwbare informatie op een manier en binnen een tijdsbestek dat hen in staat stelt hun verantwoordelijkheden doeltreffend uit te voeren.

De JENSEN-GROUP stelt elk jaar in overleg met de Raad van Bestuur en het Executive Management Team een kalender op voor de financiële rapportering. Die financiële kalender moet ervoor zorgen dat er relevant, volledig en tijdig wordt gerapporteerd naar de externe stakeholders.

In augustus wordt telkens beknopte geconsolideerde tussentijdse informatie vrijgegeven en in maart van het volgende jaar wordt het volledige jaarverslag gepubliceerd. Sinds het 3e kwartaal van 2023 publiceert de Groep opnieuw trimestriële kwartaalinformaties. Vooraleer er extern wordt gerapporteerd, worden alle persberichten en andere financiële informatie degelijk gecontroleerd door het hoofdkantoor van de JENSEN-GROUP, geëvalueerd door het Audit- en Risicocomité en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.

Samenstelling van de Raad van Bestuur

De leden van de Raad van Bestuur worden door de aandeelhouders bij eenvoudige meerderheid aangesteld tijdens de aandeelhoudersvergadering.

De bedrijfsstatuten voorzien in de mogelijkheid van benoeming via coöptatie. Bij coöptatie is er sprake van een overgangsregeling waarbij de Bestuurder het mandaat overneemt van een uittredende Bestuurder in plaats van zelf een nieuw mandaat op te nemen. Daarom wordt de overgangsperiode niet in aanmerking genomen als een mandaat in de evaluatie van de onafhankelijkheidscriteria als de vennootschap het totaal aantal jaren als Bestuurder bekijkt.

Volgens de statuten moet de Raad van Bestuur samengesteld zijn uit minstens drie en hoogstens elf leden. Het mandaat van de Bestuurders loopt voor maximum vier jaar. Zoals aangegeven in het hoofdstuk 'Diversiteit' vereist de Belgische wet dat de Raad van Bestuur voor minstens één derde uit vrouwen bestaat. De JENSEN-GROUP NV voldoet volledig aan deze wet.

60 JAARVERSLAG 2023 De statuten zijn aangevuld met het charter van de Raad van Bestuur. Dit charter bepaalt de taken en verantwoordelijkheden en zal op geregelde tijdstippen herbekeken worden. Het charter bevat de volgende belangrijke hoofdstukken:

  • 'Werking van de Raad van Bestuur': dit betreft de aansprakelijkheden van de Bestuurders, het aantal Raden van Bestuur en het aantal vergaderingen van de Comités, de verantwoordelijkheden van de Secretaris, het bepalen van de agenda van de Raad van Bestuur, de vergoeding, oriëntering en opleiding van de Bestuurders, de evaluatie van de CEO en de managementopvolging, de toegang van Bestuurders tot functionarissen en werknemers, en het gebruik van onafhankelijke deskundigen.
  • 'Structuur van de Raad van Bestuur': dit betreft de grootte van de Raad van Bestuur, de selectie van Bestuurders, de vereiste kwalificaties inclusief onafhankelijkheidscriteria, het ontslag uit de Raad van Bestuur en de duur van de mandaten;
  • 'Comités van de Raad van Bestuur': dit betreft de oprichting van het Audit- en Risicocomité en van het Nominatie- en Remuneratiecomité.
  • 'Overige': dit betreft de taken en aansprakelijkheden van de Bestuurders, de 'Terms of Reference' van de Voorzitter van de Raad van Bestuur en van het Executive Management, omgang met institutionele beleggers, analisten, pers, klanten , en het brede publiek, beperking van verantwoordelijkheden, beleid om effectenhandel met voorkennis en marktmisbruik te voorkomen, beleid inzake belangenconflicten en gedragscode, en evaluatie van de resultaten van de Raad van Bestuur.

Voor verdere gegevens verwijzen we naar het hoofdstuk 'Investor Relations/Deugdelijk Bestuur' op de website: www.jensen-group.com'.

Zoals ook in het verleden al consequent gebeurde, selecteert de vennootschap haar leden van de Raad van Bestuur op een manier die een evenwicht in het profiel van de verschillende Bestuurders mogelijk maakt. De vennootschap zoekt daarbij naar een evenwicht tussen uitvoerende en niet-uitvoerende Bestuurders, Bestuurders die aandeelhouders vertegenwoordigen en onafhankelijke Bestuurders, maar ook m.b.t. de professionele achtergrond, ervaring en het geslacht van de Bestuurders.

De meeste leden van de Raad van Bestuur hebben geen banden met de controlerende aandeelhouders van de vennootschap.

De samenstelling van de Raad van Bestuur, de aanwezigheid van de individuele leden van de Raad van Bestuur en hun vergoedingen zijn als volgt:

Naam Functie Onafh. Einde
termijn
Aanwezigheid
vergaderingen
RvB
Comité Aanwezigheid
comités
Vergoeding
YquitY bv1 Voorzitter V 2024 100% NRC 100% 100.000
vertegenwoordigd door dhr. Rudy
Provoost
SWID AG2 Bestuurder 2025 80% -
vertegenwoordigd door dhr. Jesper
Munch Jensen
TTP bv1 Bestuurder 2025 100% ARC 100% 67.000
vertegenwoordigd door dhr. Erik
Vanderhaegen
NRC 100%
Dhr. Jobst Wagner 1 Bestuurder V 2027 80% ARC 100% 61.000
NRC 100%
Inge Buyse bv1, 4
vertegenwoordigd door mevr. Inge
Buyse
Bestuurder V 2023 40% ARC 50% 15.708
Cross Culture Research LLC³ Bestuurder 2026 80% 37.000
vertegenwoordigd door mevr. Anne
Munch Jensen
Acacia I bv1,5 Bestuurder V 2027 100% ARC 100% 31.313
vertegenwoordigd door mevr. Els
Verbraecken
Dhr. Daisuke Miyauchi1,5 Bestuurder 2027 100% 23.625
Totale vergoeding Raad van Bestuur 335.646

1: Bestuurder

2: Uitvoerend Bestuurder, CEO, vertegenwoordigt de

referentieaandeelhouder

3: Bestuurder, vertegenwoordigt de referentieaandeelhouder

4: Bestuurslid tot 16 mei 2023

5: Bestuurslid vanaf 16 mei 2023

ARC: Audit- en Risicocomité

NRC: Nominatie- en Remuneratiecomité

YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost. Dhr. Provoost behaalde een masterdiploma in psychologie aan de universiteit van Gent en een master in management aan de Vlerick Business School in België, evenals een Executive Master in Change aan INSEAD. Hij heeft senior managementfuncties bekleed bij Rexel in Frankrijk, waar hij CEO en Voorzitter van de Raad van Bestuur was, en bij Royal Philips in Nederland, waar hij lid was van de Raad van Bestuur en CEO van achtereenvolgens Philips Consumer Electronics en Philips Lighting. Dhr. Provoost is momenteel Voorzitter van Voka (Vlaams Netwerk van Ondernemingen) en Bestuurder van Pollet Water Group en de Vlerick Business School. Dhr. Provoost was lid van de raad van commissarissen van Randstad en lid van de Raad van Bestuur van Elia tot het 2e kwartaal van 2023. Dhr. Provoost is sinds 19 mei 2020 Voorzitter van de Raad van Bestuur van de JENSEN-GROUP.

SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen. Dhr. Jensen is de CEO van de JENSEN-GROUP.

TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen. Dhr. Vanderhaegen is de voormalige CFO van de JENSEN-GROUP. Momenteel is hij CFO van de Biobest Group. Voordien was hij bedrijfsrevisor, M&A-manager bij Greenyard en manager van de afdeling fiscaliteit, audit, fusies en overnames bij Bekaert nv.

Dhr. Jobst Wagner. Dhr. Wagner is Voorzitter en mede-eigenaar van de wereldwijd actieve Rehau Industrial Group. Hij bekleedt ook verschillende andere functies, zoals Voorzitter en mede-eigenaar van Four W. Holding en is de oprichter en Voorzitter van LARIX Foundation.

Inge Buyse bv, vertegenwoordigd door mevr. Inge Buyse. Mevr. Buyse is CEO van AZ Groeninge. Daarvoor was ze CEO van Sapa, Koramic Roof Tiles en Telindus. Mevr. Buyse is Bestuurder van het Vlaamse Symfonieorkest. Mevr. Buyse was lid van de Raad van Bestuur tot 16 mei 2023.

62 JAARVERSLAG 2023 Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen. Mevr. Jensen heeft een Cum Laude BA in communicatie, in interculturele communicatie van de Annenberg School of Communication, University of Pennsylvania, en heeft een Master of Arts in het Frans van Bryn Mawr College. Mevr. Jensen begon haar carrière als analiste bij Hay Management Consultants, en richtte daarna haar eigen kunstmanagementbedrijf op. Later ontwikkelde ze uitgebreide trainings- en onderwijservaring in het creëren van interculturele leerplannen, met behulp van designdenken en projectgebaseerde leerbenaderingen.

Acacia I bv, vertegenwoordigd door mevr. Els Verbraecken. Mevr. Verbraecken is de CFO van DEME Group. Mevr. Verbraecken studeerde in 1993 af als handelsingenieur aan de Katholieke Universiteit van Leuven, waar ze zich had gespecialiseerd in internationale bedrijfsvoering. Bij Credendo, het Belgische agentschap voor exportkredieten, specialiseerde ze zich in de analyse en beheersing van politieke en commerciële risico's. Nadat ze die vaardigheden zo'n jaar lang had toegepast bij de Seghers Better Technology-groep, begon ze in 2001 bij DEME de wereldwijde projectrisico's te beheren, en financiële plannen en financieringsstructuren op te zetten voor tal van wereldwijde projecten. Ze werd CFO van DEME Group in 2013.

Dhr. Daisuke Miyauchi, niet-uitvoerend Bestuurder. Dhr. Daisuke Miyauchi is de gedelegeerd Bestuurder en CEO van Miura Co., Ltd. sinds april 2016.

Werner Vanderhaeghe bv, vertegenwoordigd door dhr. Werner Vanderhaeghe. Dhr. Vanderhaeghe is Senior Counsel bij het advocatenkantoor Kadrant in Brussel, en is de secretaris van de vennootschap. Hij treedt ook op als General Counsel van de JENSEN-GROUP. Daarvoor was dhr. Vanderhaeghe vennoot bij de internationale advocatenfirma White and Case LLP (Brussel), en Senior Counsel bij de internationale advocatenfirma Morgan, Lewis and Bockius LLP (Frankfurt en Brussel). Daarnaast bekleedde hij functies als General Counsel bij Bekaert Group en de Agfa-Gevaert Groep.

Van links naar rechts: dhr. Daisuke Miyauchi, dhr. Jobst Wagner, mevr. Els Verbraecken, dhr. Rudy Provoost, dhr. Jesper Munch Jensen, mevr. Anne Munch Jensen, dhr. Erik Vanderhaegen, en dhr. Werner Vanderhaeghe.

De Raad van Bestuur kwam in 2023 negenmaal samen. De onderwerpen op de agenda van die bijeenkomsten waren:

  • algemene strategie, strategische plannen, risicobeoordeling, organisatie, opstellen en opvolgen van projecties en budgetten van de JENSEN-GROUP;
  • economische- en marktontwikkelingen;
  • financiële structuur en resultaten van de JENSEN-GROUP en de externe rapportering;
  • persberichten van de JENSEN-GROUP;
  • bijeenroeping van de jaarlijkse en de buitengewone aandeelhoudersvergadering;
  • ESG-strategie en -rapportering;
  • investerings- en M&A-projecten;
  • kapitaalverhoging door inbreng in natura en kapitaalverhoging door inbreng in cash;
  • prospectus voor beursgang;
  • waardecreatie en voordelen voor aandeelhouders;
  • Deugdelijk Bestuur en naleving;
  • zelfevaluatie van de Raad van Bestuur;
  • (her)benoeming van een Bestuurder;
  • financiële structuur van de JENSEN-GROUP;

Afhankelijk van de onderwerpen op de agenda, werden leden van het Executive Management Team van de JENSEN-GROUP uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad van Bestuur en op de vergaderingen van de Comités van de Raad van Bestuur.

Evaluatie van de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur voeren regelmatig een zelfevaluatie uit om na te gaan of de Raad van Bestuur en de Comités goed functioneren. Daarbij vullen alle leden van de Raad van Bestuur en de Comités een vragenlijst in. De General Counsel van de Groep of een externe partij maakt nadien een samenvatting van de individuele resultaten, trends en aantekeningen. De samenvattingen richten zich op de bijdrage van de Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur aan de vennootschap, specifiek op gebieden waarvan de Raad van Bestuur of het Executive Management meent dat de Raad van Bestuur of zijn Comités zouden kunnen verbeteren. De resultaten, trends en opmerkingen worden vervolgens binnen de Raad van Bestuur besproken, waarna actiepunten worden afgeleid en uitgevoerd.

De bijdrage van de individuele leden van de Raad van Bestuur wordt voortdurend en op een informele manier geëvalueerd tijdens de vergaderingen van de Raad van Bestuur. In 2023 voerde de Raad van Bestuur een zelfevaluatie uit, waarvan de resultaten tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur in maart 2024 werden besproken. Het Bestuur heeft zijn algehele prestatie hierbij beoordeeld op het niveau van 'geen verbetering nodig', wat duidt op een stevige overeenstemming met de belangrijkste onderdelen van effectief bestuur waar de bestuursleden om gevraagd werden te overwegen, en beoordeelt daarmee de algehele prestatie van het Bestuur als goed en effectief.

Comités opgericht door de Raad van Bestuur

Nominatie- en Remuneratiecomité

Het Nominatie- en Remuneratiecomité bestaat uit YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost (Voorzitter van het Comité), dhr. Jobst Wagner, en TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen.

Twee van de drie leden van het Comité kwalificeren als onafhankelijke Bestuurders. Alle leden van het Comité hebben ervaring in HR-management en remuneratiebeleid.

Het Nominatie- en Remuneratiecomité vergaderde tweemaal in 2023. Beide vergaderingen werden gedeeltelijk bijgewoond door de CEO. De onderwerpen op de agenda van die bijeenkomsten waren:

  • bespreking en goedkeuring van het remuneratieverslag en het remuneratiebeleid;
  • remuneratie en de bonussen van het Executive Management Team van de JENSEN-GROUP;
  • zelfevaluatie van het Comité;
  • samenstelling van de Raad van Bestuur en het Executive Management Team;
  • (her)verkiezing van leden van de Raad van Bestuur;
  • HR met het oog op het strategisch proces; en
  • deugdelijk bestuur en naleving.

In 2023 voerde het Remuneratie- en Nominatiecomité een zelfevaluatie uit. De resultaten hiervan werden besproken tijdens de vergadering van het Remuneratie- en Nominatiecomité in maart 2024. Het Comité heeft zijn algehele prestatie hierbij beoordeeld op het niveau van 'geen verbetering nodig', wat duidt op een stevige overeenstemming met de belangrijkste onderdelen van effectief bestuur waar de comitéleden om gevraagd werden te overwegen, en beoordeelt daarmee de algehele prestatie van het Comité als goed en effectief.

Het Nominatie- en Remuneratiecomité gebruikt zijn charter als referentie. Het charter van het Nominatie- en Remuneratiecomité vindt u op de website van de Groep https://www.jensen-group.com onder de rubriek 'Investor Relations/Deugdelijk Bestuur'. Het charter behandelt de volgende onderwerpen:

  • autoriteit;
  • doelstellingen;
  • samenstelling;
  • taak van de Voorzitter;
  • verantwoordelijkheden;
  • vergaderingen;
  • aanwezigheid;
  • afwezigheid van eenstemmigheid;
  • objectiviteit;
  • toegang tot management;
  • rapportering en beoordeling;
  • remuneratierapport;
  • prestatiebeoordeling.

Audit- en Risicocomité

Het Audit- en Risicocomité bestaat uit TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen (Voorzitter), Inge Buyse bv, vertegenwoordigd door mevr. Inge Buyse (tot 16 mei 2023), dhr. Jobst Wagner en Acacia I bv, vertegenwoordigd door mevr. Els Verbraecken (sinds 16 mei 2023).

Twee van de drie leden van het Comité kwalificeren als onafhankelijke Bestuurders. Alle leden van het Comité hebben samen expertise in de activiteiten van de vennootschap en de meeste hebben ervaring in boekhouding en audit.

Tijdens 2023 kwam het Audit- en Risicocomité viermaal samen. Drie vergaderingen vonden plaats in aanwezigheid van de externe auditor PwC, vertegenwoordigd door dhr. Filip Lozie (tot 16 mei 2023) en Deloitte, vertegenwoordigd door mevr. Charlotte Vanrobaeys (sinds 16 mei 2023). Zoals eerder vermeld, was bij een vergadering een onafhankelijk extern auditbureau aanwezig voor een specifieke interne audit. De onderwerpen op de agenda van die bijeenkomsten waren:

  • risicobeheersing en intern controleproces;
  • samenvatting van de management brieven extern auditbureau;
  • interne audit;
  • geconsolideerde financiële resultaten;
  • bevindingen van de externe audit m.b.t. de jaarrekening per 31 december 2022;
  • bevindingen van de herzieningsprocedures voor de tussentijdse staten per 30 juni 2023;
  • auditplan van het externe auditbureau;
  • financiële verslagen, inclusief niet-financiële informatie, verkorte financiële verslagen en ESEF;
  • financiële structuur van de JENSEN-GROUP;
  • persberichten, inclusief kwartaalinformaties;
  • juridisch netwerk;
  • maandelijkse afsluitingen;
  • verandering van auditbureau;
  • ESG;
  • waardecreatie en voordelen voor aandeelhouders;
  • beheer van de liquide middelen;
  • belastingcontrole en transferprijzen;
  • verzekeringen;
  • Deugdelijk Bestuur en naleving;
  • zelfevaluatie van het Comité;
  • non-audit fees;
  • waarderingsregels;
  • investeringen en M&A-projecten, inclusief allocatie van aankoopprijs.

In 2022 voerde het Audit- en Risicocomité een zelfevaluatie uit. De resultaten van deze zelfevaluatie werden besproken tijdens de vergadering van het Audit- en Risicocomité in maart 2023. Het Comité scoorde zijn globale prestaties met 'geen verbetering vereist'. De leden van het Comité gingen volledig akkoord met de hoofdonderdelen van doeltreffend bestuur die ze moesten bekijken, en beoordeelden de globale prestaties van het Comité als goed en doeltreffend.

Het Audit- en Risicocomité gebruikt zijn charter als referentiekader. Het charter van het Audit- en Risicocomité vindt u op de website van de Groep https://www.jensen-group.com onder de rubriek 'Investor Relations/Deugdelijk Bestuur'. Het charter behandelt de volgende onderwerpen:

  • taken en verantwoordelijkheden;
  • aantal vergaderingen;
  • samenstelling van het Audit- en Risicocomité;
  • taak van de Voorzitter;
  • aanwezigheid van de externe auditor;
  • prestatiebeoordeling.

Het senior management is telkens aanwezig op een deel van de vergadering van het Audit- en Risicocomité. De rest van de vergadering is gereserveerd voor een uitvoerende sessie met de externe auditor en de leden van het Comité.

Belangenconflict binnen de Raad van Bestuur

Conform het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen van van 2019 dienen de leden van de Raad van Bestuur de Voorzitter vooraf op te hoogte te stellen indien er een agendapunt is waarbij zij een belangenconflict, direct of indirect, van financiële of andere aard, hebben. Ze nemen geen deel aan de vergadering, noch aan de stemming over dat punt. De Voorzitter en de Raad van Bestuur zien erop toe dat er geen potentiële belangenconflicten zijn die niet binnen de definitie van het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019 vallen. Op elke vergadering van de Raad van Bestuur wordt standaard nagegaan of er potentiële belangenconflicten zijn.

In de loop van 2023 doken verschillende mogelijke belangenconflicten op tijdens de vergaderingen met de Raad van Bestuur. Die betroffen (i) de herbenoeming van een Bestuurder, (ii) het dividendvoorstel, (iii) de kapitaalverhoging, en (iv) de onderbreking en heropstart van het programma voor de inkoop van aandelen. Zoals eerder vermeld, bevinden de relevante uittreksels van de notulen van de genoemde vergaderingen van de Raad van Bestuur zich in Bijlage II, en worden ze bijgevoegd als een bewijsstuk bij dit jaarverslag.

Bij twijfel wordt aan de betrokken Bestuurder of manager een geschreven nota gevraagd, waarin de reden van afwezigheid van belangenconflict wordt toegelicht.

Protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis

De vennootschap heeft reeds lang een protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis en ter voorkoming van ongepast gedrag of de schijn van dergelijk gedrag. Na de invoering van een nieuwe Europese verordening en toepasselijke richtlijnen inzake marktmisbruik heeft de Raad van Bestuur de richtlijnen hierover herzien. Die zijn opgenomen in een 'Protocol ter voorkoming van marktmisbruik'.

De bedoeling van dit protocol is, inter alia, om informatie te verstrekken aan:

  • elke persoon die bevoorrechte informatie bezit (hetzij als aandeelhouder, Bestuurder, lid van het Executive Management Team, medewerker, service provider of enig ander persoon op grond van zijn functie, verantwoordelijkheden of tewerkstelling), over: (i) hun wettelijke en bestuursrechtelijke plichten met betrekking tot de voorkoming van voorkennis, het geven van tips en het onwettig verspreiden van bevoorrechte informatie; en (ii) de toepasselijke sancties;
  • elke persoon die beschouwd wordt als referentieaandeelhouder, key manager, persoon met managementverantwoordelijkheid of sleutelmedewerker van de vennootschap van het feit dat zij en, bij uitbreiding, hun echtgenoot of echtgenote, inwonende meerderjarige kinderen en adviseurs onder geen enkel beding aandelen van de vennootschap mogen kopen of verkopen gedurende een bepaalde periode, d.i.:
    • de periode van 60 kalenderdagen onmiddellijk voorafgaand aan de aankondiging van de jaarresultaten van de vennootschap tot en met de 48 uur die volgen op deze aankondiging;
    • de periode van 30 kalenderdagen onmiddellijk voorafgaand aan de aankondiging van de halfjaarresultaten van de vennootschap tot en met de 48 uur die volgen op deze aankondiging;
    • de periode van 30 kalenderdagen onmiddellijk voorafgaand aan de aankondiging van de kwartaalinformatiesvan de vennootschap tot en met de 48 uur die volgen op deze aankondiging;
  • aan elke persoon die beschouwd wordt als referentieaandeelhouder, key manager, persoon met managementverantwoordelijkheid of sleutelmedewerker van de vennootschap van het feit dat zij en, bij uitbreiding, hun echtgenoot of echtgenote, inwonende kinderen en adviseurs, elke transactie in aandelen van de vennootschap aan de Compliance Officer van de vennootschap en aan de Belgische toezichthouder moeten rapporteren (d.i. de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten of, kortweg, FSMA) als en wanneer het totale bedrag van de transacties de drempel van 5.000 euro bereikt of overschrijdt binnen een bepaald kalenderjaar.

De vennootschap eist een ondertekende verklaring van alle betrokkenen, waarin zij bevestigen dat zij het protocol ter voorkoming van marktmisbruik hebben gelezen, dat zij de inhoud ervan begrijpen en dat zij ermee akkoord gaan om de bepalingen ervan na te leven.

Niettegenstaande al het voorgaande dienen alle aandelentransacties door de Compliance Officer te worden goedgekeurd vooraleer ze kunnen plaatsvinden. Bovendien moeten alle Bestuurders en leden van het Executive Management Team per kwartaal elke handel in aandelen van de vennootschap aan de Compliance Officer rapporteren of desgevallend melden dat er geen handel heeft plaatsgevonden. Mevr. Scarlet Janssens is de Compliance Officer van de JENSEN-GROUP NV. Op 31 december 2023 hadden de leden van de Raad van Bestuur en de leden van het Executive Management Team 18.305 aandelen. Mevr. Anne Munch Jensen en dhr. Jesper

M. Jensen bezitten indirect aandelen van de JENSEN-GROUP NV, zie in onderstaande Toelichting 8 – Eigen vermogen. Er zijn geen warrants uitgeoefend.

Het protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis en relevante bepalingen uit het protocol ter voorkoming van marktmisbruik zijn opgenomen in het charter van de Raad van Bestuur. Het charter van het Audit- en Risicocomité vindt u op de website van de Groep https://www.jensen-group.com onder de rubriek 'Investor Relations/Deugdelijk Bestuur'.

Duurzaamheidsgerelateerde onderwerpen

Duurzaamheid maakt al jaren deel uit van het DNA van de JENSEN-GROUP. Om de impact van de maatregelen van de Groep te vergroten, werd ESG toegevoegd als een strategische drijfkracht voor de bedrijfsvoering. In 2023 werd eveneens een Head of Corporate Sustainability aangesteld die rechtstreeks aan het Executive Management Team rapporteert. Met de creatie van deze nieuwe functie neemt de Groep de nodige stappen om ervoor te zorgen dat de bedrijfspraktijken, producten en diensten milieuvriendelijk zijn, en voldoen aan zowel wettelijke als ESG-vereisten en regelgeving. Op die manier bevestigt de Raad van Bestuur zijn engagement om een verantwoord en duurzaam leiderschap te garanderen.

De JENSEN-GROUP hecht immers het grootste belang aan integriteit, eerlijke handelspraktijken en rechtmatig gedrag. Geen enkele zakelijke eis kan een illegale, onethische of onprofessionele handeling rechtvaardigen. Daarom heeft de Groep verschillende controlemechanismen ontwikkeld om onethisch gedrag te voorkomen, zoals:

  • een Ethical Business Policy Statement en een gedragscode voor leveranciers waarin onder meer elke inbreuk op de mensenrechten en kinderarbeid wordt veroordeeld;
  • een Corporate Governance Charter;
  • een protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis;
  • een klokkenluidershotline.

Voor meer informatie hierover verwijzen we naar het hoofdstuk over Corporate Governance op de website van de Groep: www.jensen-group.com.

Executive Management

De Raad van Bestuur van de vennootschap koos ervoor om haar bestaande structuur met een collegiaal bestuursorgaan, zoals waarnaar verwezen wordt in artikel 7:85 en volgende van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019, te consolideren, waarbij de bevoegdheden van het dagelijks beheer door het Executive Management Team duidelijk werden gedefinieerd en afgestemd tegenover het toezicht en de controle door de Raad van Bestuur.

In 2009 werd een Executive Management Team aangesteld dat bestaat uit de Chief Executive Officer (CEO), de Chief Financial Officer (CFO), de Chief Operating Officer (COO) en de Chief Digital Officer (CDO). Op 1 januari 2024 heeft de Groep een Chief Innovation Officer (CIO) aangesteld. De CEO leidt de vergaderingen van het Executive Management Team.

Het Executive Management Team is verantwoordelijk voor:

  • de uitvoering van de globale strategie van de JENSEN-GROUP, die door de Raad van Bestuur is ontwikkeld;
  • de invoering en implementatie van een intern controleproces en van risicobeheersingsprocessen, in overeenstemming met de aard, organisatie en grootte van de JENSEN-GROUP;
  • de invoering en uitrol van het Ethical Business Policy Statement en de gedragscode voor leveranciers;
  • de voorbereiding van de jaarrekening en de tussentijdse berichten;
  • de verslaggeving van de CEO en CFO aan de Raad van Bestuur over de financiële situatie van de JENSEN-GROUP;
  • het regelmatig verschaffen aan de Raad van Bestuur van alle voor de Raad van Bestuur noodzakelijke informatie om zijn taken uit tet voeren;
  • de evaluatie van het productiebeleid.

Het Executive Management Team vergadert minstens eenmaal per kwartaal en is als volgt samengesteld:

  • dhr. Jesper Munch Jensen, CEO;
  • dhr. Fabian Lutz, CDO;
  • dhr. Martin Rauch, COO;
  • dhr. Markus Schalch, CFO;
  • dhr. Mads Andresen, CIO vanaf 1 januari 2024.

Dhr. Jesper Munch Jensen, vaste vertegenwoordiger van SWID AG, startte zijn loopbaan bij de Swiss Bank Corporation waar hij als effectenmakelaar werkte op de Zwitserse beurs (1984-1987). Hij behaalde een MBA aan de Business School Lausanne, en trad in 1991 in dienst bij de JENSEN-GROUP als assistent general manager van de JENSEN Holding. Dhr. Jensen werd CEO van de JENSEN-GROUP in 1996.

Dhr. Mads Andresen heeft een bachelordiploma in software engineering van de Universiteit van Zuid-Denemarken in Odense. Nadat hij in 2001 afgestudeerd was, richtte hij een aantal bedrijven in mobiele robotica en softwareontwikkeling op. Vanaf 2003 werkte Mads drie jaar bij B&R Industrial Automation (lid van de ABB Group) als ontwikkelaar van softwaretoepassingen. Hij schreef er software voor machines en robots in diverse sectoren. Daarna werkte hij drie jaar als softwareontwikkelaar bij een klein Deens familiebedrijf dat machines voor industriële wasserijen produceerde. In 2009 stond dhr. Andresen mee aan de wieg van Inwatec ApS, een partnerbedrijf van de JENSEN-GROUP sinds 2018. In 2024 werd hij benoemd tot Chief Innovation Officer.

Dhr. Fabian Lutz behaalde een diploma Project Management en een diploma Telematica-Informatie. Hij behaalde ook een certificaat van hogere studies Business Intelligence aan de Universiteit voor Toegepaste Wetenschappen in Bern. Na zijn praktische opleiding als federaal gecertificeerd mechanica- en automatiseringsingenieur bij Landis en Gyr (nu Siemens) in Zug/Zwitserland, trad dhr. Lutz in 1999 in dienst bij de JENSEN-GROUP als IT-manager voor de activiteiten in Zwitserland. Dhr. Lutz werd in 2008 benoemd tot hoofd ICT van de JENSEN-GROUP. Hij is sinds januari 2020 CIO van de JENSEN-GROUP en werd in 2021 benoemd tot Chief Digital Officer.

Dhr. Martin Rauch behaalde een bachelor in electrical engineering. Na het einde van zijn studies in 1989 startte hij bij JENSEN AG Burgdorf, waar hij verschillende posities bekleedde binnen productie- en verkoopafdelingen. In 2003 werd dhr. Rauch algemeen directeur van JENSEN AG Burgdorf en van JENSEN Sweden AB toen in 2006 de Business Unit Garment Technology gevormd werd. Dhr. Rauch trad toe tot het Executive Management Team in 2009 en bekleedde verschillende functies. In 2021 werd hij benoemd tot Chief Operating Officer.

Dhr. Markus Schalch behaalde een masterdiploma in financiën en accounting aan de Hogeschool St. Gallen. Hij werkte twee jaar in een auditkantoor. Nadien vervoegde dhr. Schalch de Alstom Group, waar hij verschillende financiële functies bekleedde. In 2000 ging hij aan de slag bij een vooraanstaand Zwitsers telecombedrijf en werd er CFO van Swisscom Systems Ltd. (2002-2004). Vervolgens werd hij CFO van Swisscom Solutions AG (2005 tot augustus 2007). In september 2007 trad dhr. Schalch als CFO in dienst bij de JENSEN-GROUP.

Remuneratiebeleid

Het remuneratiebeleid van het bedrijf is bedoeld om de best gekwalificeerde en getalenteerde Bestuurders, kaderleden en medewerkers aan te trekken en te behouden die nodig zijn om de langetermijnontwikkeling en groei van de JENSEN-GROUP te ondersteunen. Door een competitief vergoedingspakket aan te bieden wil de vennootschap de individuele prestaties bevorderen en de individuele belangen van de Bestuurders, kaderleden en werknemers afstemmen op die van de aandeelhouders en andere stakeholders. Met de hulp van externe,

onafhankelijke adviseurs gaat het Nominatie- en Remuneratiecomité regelmatig na of de vergoedingspakketten van de Raad van Bestuur en het Executive Management Team marktconform zijn.

De aandeelhouders hebben het remuneratiebeleid goedgekeurd tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering op 16 mei 2023.

Het remuneratiebeleid van het Nominatie- en Remuneratiecomité vindt u op de website van de Groep https://www.jensen-group.com onder de rubriek 'Investor Relations/Remuneratiebeleid'.

Remuneratierapport

Remuneratie van de Raad van Bestuur

De remuneratie van de niet-uitvoerende Bestuurders is gebaseerd op hun verantwoordelijkheid en hun specifieke taken binnen de Raad van Bestuur. De niet-uitvoerende Bestuurders, met uitzondering van de Voorzitter, ontvangen een vaste vergoeding van 17.000 euro per jaar en een vergoeding volgens aanwezigheid van 3.000 euro per Raad van Bestuur en 1.000 euro indien de Raad van Bestuur telefonisch verloopt. De leden van de Comités van de Raad van Bestuur ontvangen een vaste vergoeding van 7.500 euro per jaar en een vergoeding volgens aanwezigheid van 1.500 euro per vergadering. De Voorzitter van de Raad van Bestuur ontvangt een vaste vergoeding van 100.000 euro per jaar, die wordt geacht in overeenstemming te zijn met de eigenlijke diensten die moeten worden geleverd. De Bestuurders ontvangen geen variabele vergoeding. De CEO ontvangt geen vergoeding als Bestuurder. Het Nominatie- en Remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 2 december 2021 de vergoeding van de Raad van Bestuur onderzocht en is tot de bevinding gekomen dat het vergoedingspakket in overeenstemming is met de marktpraktijken.

In 2023 bedroeg de totale vergoeding betaald aan de leden van de Raad van Bestuur en aan de leden van de Comités 335.646 euro. De aandeelhouders keurden de vergoeding betaald aan de Raad van Bestuur met een ruime meerderheid goed tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van 16 mei 2023. Het remuneratierapport diende dus niet gewijzigd te worden. Zie bladzijde 61 van dit jaarverslag voor meer details.

De vergoedingen volgens aanwezigheid zoals hierboven uiteengezet, worden zodanig opgebouwd dat ze bijdragen aan een langdurig engagement voor de Groep.

Dhr. Jobst Wagner bezit 16.805 aandelen. Mevr. Anne Munch Jensen en dhr. Jesper Munch Jensen bezitten indirect aandelen van de JENSEN-GROUP NV, zie in onderstaande Toelichting 8 – Eigen vermogen.

Mevr. Anne Munch Jensen ontving een aanvullende vergoeding voor haar schrijf- en redactiediensten en voor haar rol als ambassadeur.

De vergoeding voor 2023 bedroeg 6.750 euro.

Er zijn geen warranten uitgeoefend en er zijn geen aandelenoptieplannen voor de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur. Geen enkele Bestuurder kan een vergoeding in het kader van een openbaar overnamebod ontvangen, noch zijn er overeenkomsten of regelingen die veranderen of stoppen in geval van een openbaar overnamebod.

Remuneratie van het Executive Management Team

Op voorstel van de CEO geeft het Nominatie- en Remuneratiecomité aanbevelingen betreffende de benoeming en verloning van het Executive Management Team. Het Comité bespreekt het remuneratiebeleid, de salarisniveaus en de individuele prestatiebeoordelingen van de leden van het Executive Management Team in detail.

Op die manier gaat het Nominatie- en Remuneratiecomité na of de betaalde vergoedingen marktconform zijn. De marktconformiteit van de vergoedingspakketten wordt periodiek gecontroleerd met de hulp van externe, onafhankelijke adviseurs. Het Nominatie- en Remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 2 december 2021 de vergoeding van de Raad van Bestuur onderzocht, en is tot de bevinding gekomen dat het vergoedingspakket in overeenstemming is met de marktpraktijken. Het Comité verwijst naar de relevante hoofdstukken in het jaarverslag voor een gedetailleerde beschrijving van de operationele resultaten voor de verschillende divisies van de JENSEN-GROUP, en bijgevolg ook van de vergoeding voor het Executive Management Team.

De externe auditor gaat na of de verloning die is betaald aan het Executive Management Team overeenstemt met de bedragen die het Nominatie- en Remuneratiecomité voorstelde en de Raad van Bestuur goedkeurde.

De aandeelhouders hebben de vergoeding voor het Executive Management Team met een ruime meerderheid goedgekeurd tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van 16 mei 2023.

De remuneratie van het Executive Management Team bestaat uit een basisvergoeding en een variabele vergoeding die cash worden uitbetaald, of wordt gebruikt voor een pensioenplan afhankelijk van het land waarin de manager woont, een levensverzekering, en overige verzekeringen en voordelen. De benoemingen in de Raad van Bestuur van bepaalde dochterondernemingen kunnen ook worden vergoed. Executive managers beschikken over alle nodige middelen om hun verplichtingen uit te voeren.

Daar waar een pensioenplan aanwezig is, nemen de leden van het Executive Management Team daaraan deel.

Zoals vermeld onder de paragraaf over de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur ontvangt de CEO geen vergoeding als Bestuurder.

Voor het jaar 2023 bedragen de totale uitbetaalde brutovergoedingen aan het Executive Management Team, inclusief de vergoeding aan de CEO, 2.382.182 euro. Zoals voorgeschreven door het Belgische Wetboek van vennootschappen van 2019 worden de lonen van de leden van het Executive Management Team op individuele basis bekendgemaakt. Dit totale bedrag is als volgt samengesteld:

2023 2023 2023 2023 2022 2022 2022 2022
In euro CEO CFO CDO COO CEO CFO CDO COO
Basisvergoeding 349.902 196.769 349.902 327.751 184.245 327.751
Gefactureerde diensten 835.938 806.928
Variabele vergoeding over
een jaar
250.775 128.949 57.116 133.272 393.965 126.395 57.203 120.127
Vaste onkosten 12.349 4.940 12.349 11.938 4.775 11.938
Extralegale voordelen 7.224 5.780 6.113 6.855 5.587 5.909
Pensioenplan 12.110 6.493 12.201 11.638 0 11.739
Totaal 1.086.713 510.534 271.098 513.837 1.200.893 484.577 251.810 477.464
Deel vast en variabel: vast 77% 75% 79% 74% 67% 74% 77% 75%
Deel vast en variabel:
variabel
23% 25% 21% 26% 33% 26% 23% 25%

De basisvergoeding omvat de lonen van de bezoldigde leden van het Executive Management Team. Het bedrag verwijst naar hun volledige vergoedingspakketten voor aftrek van lokale belastingen en bijdragen voor verplichte pensioenplannen. De basisvergoeding omvat de vergoedingen die worden ontvangen voor benoemingen in de Raad van Bestuur van bepaalde dochterondernemingen.

De CEO factureert zijn diensten via SWID AG, een afzonderlijke vennootschap in het bezit van de CEO. De hierboven vermelde bedragen, ten belope van 835.938 euro (806.928 euro in 2022), zijn de bedragen die SWID AG factureerde aan de vennootschap. De gefactureerde diensten omvatten de basisvergoeding, de variabele vergoeding, de vaste kosten, de extralegale voordelen en de bijdragen aan het pensioenplan.

Het deel variabele verloning van de vergoeding van leden van het Executive Management Team bedraagt 30% tot 50% van het jaarlijkse basisloon. In het geval van de CEO wordt deze variabele verloning vastgelegd op maximaal 60% van het jaarlijkse basisloon. Onder een minimale prestatiedrempel van 85% wordt geen variabele beloning uitbetaald, terwijl in geval van overprestatie de variabele beloning wordt afgetopt op 130%.

De variabele vergoeding voor de CEO en het Executive Management Team is gebaseerd op prestaties ten opzichte van de volgende doelstellingen:

  • individuele, kwalitatieve doelstellingen voor 30% tot 50% van het totale beoogde bedrag. Kwalitatieve doelstellingen focussen op belangrijke projecten en acties die tijdens het jaar moeten worden uitgevoerd;
  • kwantitatieve doelstellingen voor 50% tot 70% van het totale bedrag, verdeeld tussen:
    • de financiële resultaten van de JENSEN-GROUP ten opzichte van de doelstellingen inzake rentabiliteit, gebruikt kapitaal, specifieke elementen van het gebruikte kapitaal en/of kasstroom;
    • de financiële resultaten ten opzichte van de doelstellingen van de afdeling waarvoor de individuele manager verantwoordelijk is.

De doelstellingen voor de JENSEN-GROUP worden vastgelegd door de Raad van Bestuur nadat ze nagekeken en besproken werden binnen het Nominatie- en Remuneratiecomité. De doelstellingen worden vastgelegd als onderdeel van het jaarlijkse budgetbeoordelingsproces, waarbij het budget wordt beoordeeld in het kader van het strategisch plan. Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en van de voorkeur van de werknemer wordt de variabele vergoeding uitbetaald in cash, in het pensioenplan van de werknemer, of in de vorm van andere voordelen.

De variabele vergoeding die in 2023 in cash aan de individuele leden van het Executive Management Team werd uitbetaald op basis van de prestaties van 2022, bedroeg 570.112 euro. Voor 2023 werden de doelen van de JENSEN-GROUP gebaseerd op het operationeel resultaat en de opbrengsten. De prestatiecriteria werden toegepast op individuele basis, zoals vereist door art. 3:6 van het 2019 Wetboek vennootschappen en verenigingen. Meer details over de wegingen en de gemeten prestaties volgen hierna:

(in duizenden euro) Weging Gemeten
prestatie
Overeenstemmende
vergoeding
Criterium opbrengsten 20% Doel behaald 28.814
Criterium EBIT 50%-70% Onder doel 355.464
Persoonlijke doelen 30% - 50% Doel behaald
en onder doel
185.833

Zoals uiteengezet in de Verklaring Deugdelijk Bestuur hierboven, hebben de aandeelhouders tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 19 mei 2020 hun goedkeuring gegeven over een verlenging van de vrijstelling voorzien in art. 7:91 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019, meer bepaald de vereiste dat de doelstellingen en variabele vergoeding over verschillende jaren gespreid worden, en dit voor een periode van vijf jaar die eindigt op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in mei 2024.

De KPI's zoals hierboven uiteengezet, worden zodanig bepaald dat ze bijdragen aan de langetermijnprestaties voor de Groep.

De vaste kosten verwijzen voornamelijk naar de representatievergoedingen.

In de extralegale voordelen zijn de waarde van de bedrijfswagens van de medewerkers en de betreffende premies

voor de autoverzekering opgenomen.

Het pensioenplan verwijst naar de bijdrage van de werkgever aan een pensioenplan die hoger is dan de wettelijk vereiste bijdrage. Drie managers hebben een toegezegd-pensioenregeling.

Er zijn geen warranten uitgeoefend en er zijn momenteel geen aandelenoptieplannen.

De eindecontractregelingen voor het hoger management verschillen van land tot land en zijn afhankelijk van de lokale wetgeving. In de meeste landen bepaalt de wet de te volgen procedure. Indien de wetgeving niets voorziet, wordt er maximaal twee jaar loon uitbetaald.

Dhr. Jesper Munch Jensen heeft een eindecontractregeling voor 18 maanden. Deze wordt geacht in overeenstemming te zijn met de huidige marktpraktijk op basis van periodieke herzieningen van de marktconformiteit van de vergoedingspakketten van het Executive Management Team door het Nominatie- en Remuneratiecomité.

In 2023 is geen enkel contract van een senior manager beëindigd.

Er zijn geen bepalingen inzake controlewijziging ('change of control clauses') opgenomen in de managementcontracten, en geen enkele manager kan een directe of indirecte vergoeding of voordeel krijgen in het kader van een openbaar overnamebod.

Twee managers hebben een niet-concurrentiebeding van twee jaar, uitoefenbaar op vraag van de vennootschap. Bij vrijwillig vertrek wordt er geen vergoeding uitbetaald.

Er werden geen leningen toegestaan aan de leden van het Executive Management Team. Geen enkele buitengewone transactie heeft plaatsgevonden en er deden zich geen belangenconflicten voor.

Het Executive Management Team heeft in totaal 1.500 aandelen in zijn bezit, als volgt onderverdeeld:

  • Dhr. Jesper Munch Jensen bezit indirect aandelen van de JENSEN-GROUP NV, zie in onderstaande Toelichting 8 – Eigen vermogen;
  • Dhr. Fabian Lutz bezit geen aandelen;
  • Dhr. Martin Rauch bezit 1.500 aandelen;
  • Dhr. Markus Schalch bezit geen aandelen.

Terugvorderingsclausule

Er zijn geen specifieke overeenkomsten of systemen die de vennootschap het recht geven om betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen. Zoals uiteengezet in de Verklaring Deugdelijk Bestuur hierboven , betekent dit dat de vennootschap afwijkt van Aanbeveling 7.12 van de Corporate Governance Code 2020. Deze afwijking is te verklaren door het feit dat de vennootschap een bezoldigingsbeleid hanteert waarbij jaarlijks

prestatiedoelstellingen worden vastgelegd en variabele vergoedingen worden uitbetaald in overeenstemming met de behaalde resultaten. Indien de vennootschap zou opteren voor een incentiveplan op lange termijn dat gebaseerd is op strategische meerjarendoelstellingen, zal de afwijking van Aanbeveling 7.12 worden herbekeken.

Er zijn geen afwijkingen van het remuneratiebeleid te melden.

De jaarlijkse wijzigingen in de remuneratie, van de prestaties van de vennootschap en van de gemiddelde remuneratie van medewerkers (met uitzondering van de Raad van Bestuur en het Executive Management Team) over de laatste vijf jaar ziet er als volgt uit:

(in duizenden euro) 2023 2022 2021 2020 2019
Totale vergoeding excl. RvB en EMT 117,191 98,667 81,209 82,280 103,344
Gemiddeld aantal medewerkers 1,693 1,400 1,306 1,411 1,712
Gemiddelde vergoeding op een
gemiddelde VTE-basis van de
medewerkers (excl. RvB en EMT)
69 71 62 58 61
Opbrengsten 400.121 341.638 259.717 245.238 332.178
EBIT 40.743 22.413 21.329 12.795 23.016
Werkkapitaal 151.962 127.894 90.686 101.934 126.723

Binnen de JENSEN-GROUP bedraagt de verhouding tussen het hoogst bezoldigde kaderlid en de minst bezoldigde werknemer, op basis van voltijdse equivalenten, 1%, met dien verstande dat de berekeningsgrondslag van deze verhouding wereldwijd is en veel verschillende functies en rollen omvat. In het algemeen heeft de vennootschap de beginselen van maatschappelijk verantwoord ondernemen verankerd in haar manier van zakendoen.

De aandeelhouders hebben het remuneratierapport goedgekeurd tijdens de algemene vergadering op 16 mei 2023.

Beleid in verband met resultaatbestemming

Op basis van het resultaat van het afgelopen boekjaar en de huidige financiële positie zal de Raad van Bestuur een dividend voorstellen.

Aandeelhoudersstructuur

De grootste aandeelhouders zijn:

JENSEN INVEST A/S: 44,2%
Miura Co. Ltd: 20%
JENSEN-GROUP NV*: 0,2%
Free float: 35,6%

* inkoopprogramma van aandelen

Het stemrecht wordt beschreven in onderstaande Toelichting 8, Eigen vermogen.

Verkrijgen van eigen aandelen

De statuten van de vennootschap voorzien in de mogelijkheid om eigen aandelen in te kopen. Tijdens zijn vergadering van 10 maart 2022 heeft de Raad van Bestuur besloten om een programma voor de inkoop van eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 781.900 of 10% van de aandelen in te kopen. Gezien de transactie met Miura kondigde de JENSEN-GROUP op 9 maart 2023 aan dat de Raad van Bestuur het programma opschortte. Op 16 mei 2023 keurden de aandeelhouders de vernietiging van 113.873 eigen aandelen goed. Op 10 augustus 2023 heeft de Raad van Bestuur beslist om het programma voor de inkoop van eigen aandelen opnieuw te starten en zo maximaal 668.027 van de aandelen in te kopen. De aandelen worden op de beurs ingekocht door een investeringsbank, gemandateerd door de Raad van Bestuur. Het mandaat voor de terugkoop vervalt op 16 mei 2028. Per 31 december 2023 had de JENSEN-GROUP 15.122 eigen aandelen.

Relatie met aandeelhouders

Er bestaat geen specifieke aandeelhoudersovereenkomst tussen de bovengenoemde referentieaandeelhouders. Zoals aangegeven in het prospectus met betrekking tot de notering en handel op de gereguleerde markt Euronext Brussel van 1.929.282 nieuwe aandelen, op datum van 29 juni 2023, zijn Miura Co. Ltd. en de vennootschap in de Inbrengovereenkomst van 9 maart 2023 het volgende overeengekomen:

  • Zolang de joint-ventureovereenkomst van kracht blijft, heeft Miura het recht om een Bestuurder van de vennootschap te benoemen. Die persoon moet ook een Bestuurder van Inax zijn;
  • Onder bepaalde voorwaarden en niet eerder dan op de eerste algemene aandeelhoudersvergadering van de vennootschap die na 3 april 2025 wordt gehouden, en als JENSEN-INVEST A/S daarom vraagt, zal Miura voor de invoering van dubbel stemrecht in de vennootschap stemmen conform artikel 7:53 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019, en dit met onmiddellijke ingang voor alle in aanmerking komende aandelen die gedurende minstens twee jaar vóór de datum van die buitengewone aandeelhoudersvergadering in het bezit waren van Miura.
  • Naast de statutaire voorkeurrechten van de aandeelhouders conform artikels 7:191 en 7:193 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019 voorziet de inbrengovereenkomst in een bijkomend conventioneel voorkeurrecht voor Miura. Als de vennootschap nieuwe aandelen zou uitgeven die de stemrechten van Miura zouden verwateren, waarbij de statutaire voorkeurrechten niet van toepassing zouden zijn (zoals bij een kapitaalverhoging via een inbreng in natura), zal de vennootschap aan Miura de kans geven om in te tekenen op het nodige aantal aandelen zodat Miura 20% van de stemrechten van de vennootschap behoudt na de uitgifte van de nieuwe aandelen. Dat conventionele voorkeurrecht voor Miura blijft van kracht, zolang Miura minstens 20% van de stemrechten van de vennootschap bezit, en zolang de joint-ventureovereenkomst tussen de vennootschap en Miura van kracht blijft.

Commissaris

De commissaris is Deloitte BV, vertegenwoordigd door mevr. Charlotte Vanrobaeys.

Wereldwijd hebben de commissaris en zijn netwerk een vergoeding van 540.770 euro (excl. btw), ontvangen voor de uitoefening van hun mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP. Naast hun mandaat hebben de commissaris en zijn netwerk in de loop van 2023 een bijkomende vergoeding ontvangen van 106.058 euro (excl. btw) voor niet-verboden diensten. Dat bedrag werd gefactureerd aan de JENSEN-GROUP NV. De vennootschap heeft eenzelfde auditkantoor benoemd voor de audit van de geconsolideerde jaarrekening.

Kapitaal

Op 3 april 2023 heeft de JENSEN-GROUP zijn kapitaal verhoogd via een inbreng in natura (4,6 miljoen euro) en een inbreng in cash (2,9 miljoen euro). Bij beide transacties werden 1.926.282 nieuwe aandelen gecreëerd. Miura nam een deelneming van 20% in de JENSEN-GROUP, terwijl de JENSEN-GROUP een deelneming van 49% nam in Inax Corporation.

Meer details over de nieuwe aandelen vindt u in het prospectus voor beursgang dat op de website beschikbaar is: Prospectus (www.jensen-group.com).

Op 31 december 2023 bedroeg het kapitaal 38,3 miljoen euro, vertegenwoordigd door 9.631.408 gewone aandelen zonder nominale waarde. Per 31 december 2023 had de vennootschap 15.122 eigen aandelen.

Er waren geen preferente aandelen.

JENSEN INVEST A/S heeft in het kader van art. 74, §6 van de wet van 1 april 2007 op openbare overnamebiedingen, zowel aan de FSMA als aan de JENSEN-GROUP NV bekendgemaakt dat het per 1 september 2007 in onderling overleg meer dan 30% van de aandelen met stemrecht van de JENSEN-GROUP NV bezat. Meer informatie over het bericht aan de aandeelhouders vindt u in Toelichting 8, Eigen vermogen.

Dividendvoorstel

De Raad van Bestuur stelt aan de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering voor om een dividend van 0,75 euro per aandeel goed te keuren. Het dividendvoorstel is gebaseerd op het nettoresultaat van de vennootschap aan het einde van het jaar. De dividenduitkering zal 7.212.215 euro bedragen, gebaseerd op het aantal uitstaande aandelen op 31 december 2023. Er wordt geen dividend uitgekeerd voor de eigen aandelen.

Resultaatsbestemming

De JENSEN-GROUP NV rapporteert in zijn statutaire jaarrekening een nettowinst van 5,2 miljoen euro. De Raad van Bestuur stelt voor om dit resultaat als volgt te bestemmen:

In euro
Overgedragen winst (verlies) van de vorige boekjaren 59.036.581
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 5.152.233
Te bestemmen winst (verlies) 64.188.814
Winstuitkering (dividend) 7.212.215
Toevoeging aan het eigen vermogen 2.589.160
Onttrekking aan het overgedragen resultaat 54.387.439

Dit brengt het totaal van het overgedragen resultaat op 54,4 miljoen euro.

Belangrijke gebeurtenissen na jaareinde

Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na jaareinde.

Wetteren, 7 maart 2024

YquitY bv SWID AG Vertegenwoordigd door dhr. R. Provoost Vertegenwoordigd door dhr. J.M. Jensen Voorzitter Bestuurder

Verklaring van de verantwoordelijke personen

We verklaren dat, voor zover ons bekend, de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2023, opgesteld overeenkomstig de International Financial Reporting Standards (IFRS-normen), zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van de activa, de passiva, de financiële positie, en de winst of het verlies van de vennootschap en van de entiteiten opgenomen in de consolidatie als geheel. We verklaren ook dat het jaarverslag een eerlijke beoordeling van de ontwikkeling en prestaties van de activiteiten bevat, alsook van de positie van de vennootschap en de entiteiten opgenomen in de consolidatie als geheel. De beoordeling wordt vergezeld van een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee ze worden geconfronteerd.

Jesper M. Jensen Markus Schalch Chief Executive Officer Chief Financial Officer

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van JENSEN-GROUP NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2023 - Geconsolideerde jaarrekening

In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van JENSEN-GROUP NV (de "vennootschap") en haar filialen (samen "de groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.

Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 16 mei 2023, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2025. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van JENSEN-GROUP NV voor de eerste maal uitgevoerd gedurende de huidige verslagperiode.

Verslag over de geconsolideerde jaarrekening

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2023 omvat, alsook het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat over het boekjaar afgesloten op die datum, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing, waarvan het totaal van de geconsolideerde balans 450 542 (000) EUR bedraagt en waarvan het geconsolideerd overzicht van winst of verlies en niet-gerealiseerde resultaten afsluit met een winst van het boekjaar van 31 308 (000) EUR.

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de groep op 31 december 2023 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor het oordeelzonder voorbehoud

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Kernpunten van de controle

Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

Kernpunt van de controle: erkenning van opbrengsten voor klanten contracten in opdracht van derden

Beschrijving van het kernpunt van de controle:

Wij hebben op de erkenning van opbrengsten gefocust voor klanten contracten in opdracht van derden en lopende per jaareinde omdat JENSEN-GROUP NV haar omzet in belangrijke mate haalt uit projecten die kwalificeren als "construction contracts" onder IFRS. De groep erkent de marge over de looptijd van de contracten heen. De erkenning van opbrengsten en de schatting van de uitkomst van lopende klanten contracten in opdracht van derden met vaste prijzen is complex en vereist belangrijke door het management gemaakte inschattingen, in het bijzonder voor wat betreft de schatting van gedragen kosten en kosten verbonden aan de afwerking van contracten. Om deze redenen hebben we omzet afkomstig van klanten contracten in opdracht van derden geïdentificeerd als een kernpunt van de controle.

We verwijzen naar toelichting 1 en 6 van het jaarverslag: toelichting 1 geeft de voornaamste waarderingsregels weer inclusief deze omtrent de erkenning van opbrengsten voor project omzet, terwijl toelichting 6 meer details weergeeft over de contract-activa. Op 31 december 2023 is in de bruto-tegoeden op de klanten voor contractactiva 20,4 miljoen EUR aan gecumuleerde winsten opgenomen.

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle:

Bij het toetsen van de erkenning van opbrengsten afkomstig van klanten contracten in opdracht van derden hebben we zowel het ontwerp en de operationele doeltreffendheid van controles getoetst als gegevensgerichte controlewerkzaamheden toegepast. We hebben een toetsing uitgevoerd op de controles die de groep ingesteld heeft voor het boeken van contract gerelateerde kosten en opbrengsten en het bepalen van het stadium van voltooiing. In het kader van onze controle-werkzaamheden zijn we onder meer nagegaan of de groep gepaste waarderingsregels inzake erkenning van opbrengsten hanteert. Onze controlewerkzaamheden omvatten ook een beoordeling van de significante inschattingen van het management op basis van een doorlichting van de projectdocumentatie en een bespreking over de status van de lopende projecten met financiële en technische medewerkers van de groep. Ook manuele omzetboekingen hebben we gecontroleerd op eventuele ongebruikelijke of onregelmatige zaken. We hebben op basis van onze testprocedures geen afwijkingen van materieel belang vastgesteld.

Paragraaf inzake een overige aangelegenheid

De jaarrekening van JENSEN-GROUP NV voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2022 werd door een andere commissaris gecontroleerd die op 31 maart 2023 een oordeel zonder voorbehoud over deze jaarrekening tot uitdrukking heeft gebracht.

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.

Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch van de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de groep;
  • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
  • het concluderen dat de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de groep haar continuïteit niet langer kan handhaven;
  • het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld;
  • het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de groep gericht op het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld verantwoordelijk voor ons oordeel.

Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.

Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.

Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.

Verantwoordelijkheden van de commissaris

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening

Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, dienen wij u geen afwijking van materieel belang te melden.

De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de normen van het Global Reporting Initiative. Overeenkomstig artikel 3:80 § 1, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met de vermelde normen van het Global Reporting Initiative, zoals opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

  • Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep.
  • De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.

Europees uniform elektronisch formaat (ESEF)

Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat ("ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat en de markeertaal met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 ("Gedelegeerde Verordening").

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat ("digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag.

Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.

Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van JENSEN-GROUP NV per 31 December 2023 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.

Andere vermeldingen

  • Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
  • Getekend te Gent.

De commissaris

Deloitte Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door Charlotte Vanrobaeys

Geconsolideerde balans - Activa

(in duizenden euro) Toelichtingen 31 december 31 december
2023 2022
Totaal vaste activa 165.635 111.576
Goodwill 4 22.826 22.879
Immateriële vaste activa 4 5.832 4.300
Terreinen en gebouwen 22.073 16.479
Machines en uitrusting 4.134 4.349
Meubilair en rollend materieel 3.727 2.507
Activa met gebruiksrecht 10.405 10.195
Overige materiële vaste activa 0 23
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 881 794
Materiële vaste activa 4 41.219 34.346
Participaties opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode
22 49.764 5.573
Financiële vaste activa aan kostprijs 20 5.139 5.425
Financiële vaste activa aan reële waarde via
gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
20 25.953 26.520
Handelsvorderingen 6.574 4.949
Overige vorderingen 3.860 3.544
Handelsvorderingen en andere vorderingen op lange
termijn
7 10.434 8.493
Afgeleide financiële instrumenten 20 307 418
Uitgestelde belastingen 5 4.161 3.622
Totaal vlottende activa 284.906 229.300
Grond- en hulpstoffen 42.417 40.725
Handelsgoederen
Voorraad
20.765
63.182
14.100
54.825
Vooruitbetalingen op aankopen 1.713 5.200
Contractactiva 6 62.336 52.920
Handelsvorderingen 7 97.147 72.882
Overige vorderingen 7 8.618 7.078
Afgeleide financiële instrumenten 20 346 499
Handels- en overige vorderingen 7 106.111 80.459
Liquide middelen 18 51.112 35.427
Te koop gestelde activa 21 452 469
TOTAAL DER ACTIVA 450.542 340.876

Geconsolideerde balans - Passiva

(in duizenden euro) Toelichtingen 31 december 31 december
2023 2022
Eigen vermogen 8 262.142 170.567
Kapitaal 38.050 30.710
Uitgiftepremie 67.590 5.814
Eigen aandelen -499 -1.850
Overige reserves -8.409 -2.346
Overgedragen resultaat 163.514 136.496
Minderheidsbelangen 22 1.896 1.743
Lange termijn schulden 46.734 50.391
Leningen 9 30.543 34.958
Uitgestelde belastingen 5 2.954 3.259
Voorzieningen voor personeelsverplichtingen 10 10.692 9.538
Overige schulden 2.545 2.636
Afgeleide financiële instrumenten 20 0 0
Korte termijn schulden 141.665 119.919
Leningen 9 15.788 20.890
Voorzieningen voor overige risico's en kosten 11 9.971 9.719
Handelsschulden 12 28.450 22.261
Contractpassiva 6 43.966 35.672
Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten 12 16.380 11.964
Overige schulden en overlopende rekeningen 12 11.824 12.384
Afgeleide financiële instrumenten 20 67 34
Schulden m.b.t. belastingen 15.219 6.995
TOTAAL DER PASSIVA 450.542 340.876

Geconsolideerd overzicht van de winst- en verliesrekening

(in duizenden euro) Toelichtingen 31 december
2023
31 december
2022
Opbrengsten 6 400.121 341.639
Grond- en hulpstoffen -188.928 -175.488
Diensten en diverse goederen -45.772 -39.151
Bezoldigingen en sociale lasten -118.486 -99.881
Afschrijvingen, waardeverminderingen op activa en bijzondere
waardeverminderingen
-7.633 -7.155
Operationele kosten 13 -360.819 -321.675
Overige opbrengsten 14 1.797 2.481
Overige kosten 14 -356 -34
Operationeel resultaat (EBIT) 40.743 22.411
Interest opbrengsten 1.994 891
Overige financiële opbrengsten 1.703 2.554
Financiële opbrengsten 15 3.697 3.445
Interest kosten -1.653 -1.983
Overige financiële kosten -3.002 -3.327
Financiële kosten 15 -4.655 -5.310
Resultaat van geassocieerde deelnemingen opgenomen volgens
de vermogensmutatiemethode
22 2.141 986
Resultaat voor belastingen 41.926 21.532
Belastingen 16 -10.494 -4.968
Resultaat van de voortgezette activiteiten 31.432 16.564
Resultaat van te koop gestelde activa 21 -124 -139
Resultaat 31.308 16.425
Resultaat toerekenbaar aan minderheidsaandeelhouders 22 277 100
Resultaat toerekenbaar aan de eigenaars van de
moedermaatschappij
31.031 16.325
Gewone en verwaterde winst per aandeel (in euro) 17 3,39 2,10
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 9.150.330 7.786.615

Geconsolideerd overzicht van het volledige periode resultaat

31 december
2023
31 december
2022
(in duizenden euro)
Resultaat 31.308 16.425
Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten die
mogelijks worden opgenimen in de resultatenrekening in de
volgende periodes
Financiële instrumenten 253 -236
Omrekeningsverschillen bij omrekening participaties
opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
-3.589 -690
Omrekeningsverschillen – overige -1.633 1.624
Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten die niet
kunnen worden opgenimen in de resultatenrekening in de
volgende periodes
Wijzigingen in de herwaarderingen van toegezegde
-1.365 4.599
pensioenregelingen
Effect van belastingen
266 -1.147
Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten -6.068 4.150
Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 25.240 20.575
Totaalresultaat toerekenbaar aan
Minderheidsaandeelhouders 273 100
Eigenaars van de moedermaatschappij 24.967 20.475

(in duizenden euro) KAPITAAL UITGIFTE
PREMIE
EIGEN
AANDELEN
OMREKENINGS
VERSCHILLEN
HEDGING
RESERVES
FINANCIËLE
INSTRU
MENTEN
WIJZIGINGEN
TOEGEZEGDE
PENSIOEN
REGELINGEN
TOTAAL
OVERIGE
RESERVES
OVERGEDRAGEN
RESULTAAT
TOTAAL
TOEREKENBAAR
EIGENAARS
MOEDER
MAATSCHAPPIJ
MINDERHEID
SBELANG
TOTAAL VAN
HET EIGEN
VERMOGEN
31 december 2021 30.710 5.814 0 1.017 -69 -164 -7.284 -6.500 123.742 153.766 1.651 155.417
Resultaat van de periode 0 0 0 0 0 0 0 0 16.325 16.325 100 16.425
Overige gerealiseerde
en niet-gerealiseerde
resultaten
Omrekeningsverschillen bij
participaties opgenomen
volgens de
vermogensmutatiemethode
0 0 0 -690 0 0 0 -690 0 -690 0 -690
Omrekeningsverschil -
overige
0 0 0 1.628 0 0 0 1.628 -4 1.624 0 1.624
Financiële instrumenten 0 0 0 0 789 -1.025 0 -236 0 -236 0 -236
Toegezegde
pensioenregelingen
0 0 0 0 0 0 4.599 4.599 0 4.599 0 4.599
Effect van belastingen 0 0 0 0 -197 256 -1.206 -1.147 0 -1.147 0 -1.147
Total overige
gerealiseerde en niet
gerealiseerde voor het
jaar, na belastingen
0 0 0 938 592 -769 3.393 4.154 -4 4.150 0 4.150
Kapitaalverhoging 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Inkoop eigen aandelen 0 0 -1.850 0 0 0 0 0 0 -1.850 0 -1.850
Uitgekeerd dividend 0 0 0 0 0 0 0 0 -3.891 -3.891 -8 -3.899
Hyperinflatie 0 0 0 0 0 0 0 0 324 324 0 324
31 december 2022 30.710 5.814 -1.850 1.955 523 -933 -3.891 -2.346 136.496 168.824 1.743 170.567

Huidig jaar

KAPITAAL UITGIFTE
PREMIE
EIGEN
AANDELEN
OMREKENINGS
VERSCHILLEN
HEDGING
RESERVES
FINANCIËLE
INSTRUMENTEN
WIIJZIGINGEN
TOEGEZEGE
PENSIOEN
REGELINGEN
TOTAAL
OVERIGE
RESERVES
OVERGEDRAGEN
RESULTAAT
TOTAAL
TOEREKENBAAR
EIGENAARS
MOEDER
MAATSCHAPPIJ
MINDERHEIDS
BELANG
TOTAAL VAN
HET EIGEN
VERMOGEN
(in duizenden euro)
31 december 2022
30.710 5.814 -1.850 1.955 523 -933 -3.891 -2.346 136.496 168.824 1.743 170.567
Resultaat van de periode 0 0 0 0 0 0 0 0 31.031 31.031 277 31.308
Overige gerealiseerde en
niet-gerealiseerde
resultaten
Omrekeningsverschillen bij
participaties opgenomen
volgens de
vermogensmutatiemethode
0 0 0 -3.589 0 0 0 -3.589 0 -3.589 0 -3.589
Omrekeningsverschil -
overige
0 0 0 -1.629 0 0 0 -1.629 0 -1.629 -4 -1.633
Financiële instrumenten 0 0 0 0 -277 531 0 253 0 253 0 253
Toegezegde
pensioenregelingen
0 0 0 0 0 0 -1.365 -1.365 0 -1.365 0 -1.365
Effect van belastingen 0 0 0 0 69 -133 329 266 0 266 0 266
Total overige gerealiseerde
en niet-gerealiseerde voor
het jaar, na belastingen
0 0 0 -5.218 -208 398 -1.036 -6.064 0 -6.064 -4 -6.068
Kapitaalverhoging 7.570 61.776 0 0 0 0 0 0 0 69.346 0 69.346
Inkoop /(vernietiging) van
eigen aandelen
0 0 1.351 0 0 0 0 0 -3.425 -2.074 0 -2.074
Uitgekeerd dividend 0 0 0 0 0 0 0 0 -3.853 -3.853 -120 -3.973
Hyperinflatie 0 0 0 0 0 0 0 0 3.266 3.266 0 3.266
Transactiekosten
toerekenbaar aan de
kapitaalverhoging
-230 0 0 0 0 0 0 0 0 -230 -230
31 december 2023 38.050 67.590 -499 -3.263 315 -535 -4.927 -8.410 163.515 260.245 1.896 262.142

Geconsolideerd kasstroomoverzicht

(in duizenden euro) Toelichtingen 31 december 31 december
2023 2022
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN 9,568 26,968
Resultaat toerekenbaar aan de eigenaars van de moedermaatschappij 31.031 16.325
Resultaat toerekenbaar aan minderheidsaandeelhouders 22 277 100
Aangepast voor
- Belastingen en uitgestelde belastingen 10.494 4.968
- Interesten en andere financiële inkomsten en kosten 958 1.865
- Afschrijvingen en waardeverminderingen 13 5.995 6.405
- Waardeverminderingen op handelsvorderingen 13 1.210 327
- Waardeverminderingen op voorraden 13, 14 309 403
- Wijzigingen in voorzieningen 10, 11 62 -3.329
- Meer- of minderwaarden bij verkoop vaste activa -22 0
- Participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode 21 -2.141 -986
Verkregen interesten 15 1.994 891
Wijzigingen in werkkapitaal -24.014 -41.612
Afname / toename (-) in vooruitbetalingen op aankopen 3.081 -2.304
Afname / toename (-) in voorraden -7.289 -6.819
Afname / toename (-) in contract activa (voor netting) -11.227 -46.843
Afname / toename (-) korte en lange termijn vorderingen -28.466 -16.875
Toename / afname (-) in handels- en overige schulden 9.788 4.075
Toename / afname (-) in contract passiva (voor netting) 10.098 27.157
Winstbelastingen betaald (-) / ontvangen (+) -4.534 -3.470
Netto kasstroom uit operationele activiteiten 21.621 -18.112
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN
Aankoop van immateriële en materiële vaste activa 4 -8.086 -5.551
Verkoop van immateriële en materiële vaste activa 4 137 11
Verwerving van nieuwe dochterondernemingen en participaties (na
aftrek van hun liquide middelen)
23 -6.101 0
Verkoop (+) van financiële instrumenten 13.771 3.719
Aankoop (-) van financiële instrumenten -12.478 -2.051
Netto kasstroom uit investeringen -12.756 -3.871
Netto kasstroom voor financieringsactiviteiten 8.864 -21.983
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Aankoop (-) / verkoop (+) van eigen aandelen 8 -2.074 -1.850
Kapitaalverhoging 8 26.820 0
Uitgekeerde dividenden 8 -3.972 -3.899
Ontvangen subsidies 0 397
Opname (+) van leningen 9 1.502 1.233
Terugbetalingen (-) van leningen 9 -15.636 -2.785
Betalingen van lease verplichtingen 9 -1.328 -1.857
Betaalde interesten 15 -1.653 -1.983
Overige financiële inkomsten 15 121 50
Overige financiële lasten 15 -954 -785
Netto kasstroom gegenereerd / (gebruikt) door financieringsactiviteiten 2.826 -11.481
Netto toename / (afname) van liquide middelen 11.691 -33.462
Liquide middelen en opgenomen kredietlijnen bij het begin van het 18 29.913 60.682
boekjaar
Wisselkoerswinst /(verlies) op liquide middelen en opgenomen
kredietlijnen -147 2.694
Liquide middelen en opgenomen kredietlijnen op het einde van het
boekjaar
18 41.456 29.913

Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening

Toelichting 1: Samenvatting van de voornaamste waarderingsregels

Voorstellingsbasis

De JENSEN-GROUP (hierna 'de Groep') is één van de belangrijkste toeleveranciers voor de professionele wasserijmarkt. De Groep verkoopt zijn producten en diensten onder de merknamen JENSEN en Inwatec, en is één van de toonaangevende toeleveranciers voor de heavy-duty wasserijmarkt. Het productaanbod is zeer uitgebreid: van transport- en behandelingssystemen, tunnelwassers, wassorteerders, toevoer-, strijk- en vouwmachines tot het projectmanagement voor sleutel-op-de-deur wasserijen. De JENSEN-GROUP heeft vestigingen in 22 landen en een distributienet in meer dan 50 landen. Wereldwijd stelt de JENSEN-GROUP 1.830 mensen tewerk.

De JENSEN-GROUP NV (hierna 'de vennootschap') is een Belgische vennootschap met maatschappelijke zetel in Neerhonderd 33, 9230 Wetteren, België.

De aandelen van de JENSEN-GROUP noteren op Euronext.

De Raad van Bestuur heeft deze geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd op 7 maart 2024.

De geconsolideerde jaarrekening heeft betrekking op 12 maanden en eindigt op 31 december 2023. Ze is opgesteld volgens de IFRS-waarderingsregels, zoals goedgekeurd door de Europese Unie. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de IFRS-normen en volgens de IFRIC-interpretaties die van toepassing zijn per 31 december 2023 en goedgekeurd zijn door de Europese Unie.

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens het principe van historische kost, met financiële activa en passiva (inclusief financiële instrumenten), te koop gestelde activa en toegezegd-pensioenregelingen die aan reële waarde worden gewaardeerd in de resultatenrekening, of tegen niet-gerealiseerde resultaten of 'amortised cost' (afgeschreven kostprijs) .

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op 'accrual basis' en volgens het principe van 'going concern', nl. dat de Groep zijn activiteiten in de nabije toekomst zal voortzetten.

Bij de voorbereiding van de jaarrekening maakt het management gebruik van schattingen en veronderstellingen. Deze kunnen betrekking hebben op opbrengsten, kosten, activa en passiva en op de toelichting van niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. De schattingen en veronderstellingen die een aanmerkelijk risico in zich dragen of die bepalend zijn voor de geconsolideerde jaarrekening, worden verder toegelicht in de waarderingsregels.

De volgende wijzigingen aan standaarden zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar dat start op 1 januari 2023 en zijn goedgekeurd door de EU:

  • IFRS 17, 'Verzekeringscontracten' (effectief vanaf 1 januari 2023).
  • Wijzigingen aan IAS 1 'Presentatie van de jaarrekening en IFRS Praktijkverklaring 2': Toelichting van waarderingsregels (effectief vanaf 1 januari 2023).
  • Wijzigingen in IAS 8 'Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten': Definitie van boekhoudkundige schattingen (effectief vanaf 1 januari 2023).
  • Wijzigingen in IAS 12 'Winstbelastingen': uitgestelde belastingen met betrekking tot activa en passiva die voortvloeien uit één enkele transactie (effectief vanaf 1 januari 2023 maar onmiddellijke toepassing is toegestaan).
  • Wijzigingen aan IFRS 17 'Verzekeringscontracten': Eerste toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 Vergelijkende informatie (effectief vanaf 1 januari 2023).
  • Wijzigingen in IAS 12 'Winstbelastingen': Internationale belastinghervorming Modelregels van de tweede pijler (effectief vanaf 1 januari 2023).

De volgende nieuwe standaard en wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd. Ze zijn echter nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar dat start op 1 januari 2023, maar zijn wel reeds goedgekeurd door de EU:

  • Wijzigingen aan IFRS 16 'Leaseovereenkomsten': Leaseverplichting in een Sale en Leaseback (effectief vanaf 1 januari 2024).

De volgende wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2023 en zijn nog niet goedgekeurd door de EU:

  • Wijzigingen aan IAS 1 'Presentatie van de jaarrekening: Classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend' (effectief vanaf 01/01/2024),
  • Wijzigingen aan IAS 7 'Het kasstroomoverzicht' en IFRS 7 'Financiële instrumenten: Informatieverschaffing': Leveranciersfinancieringsovereenkomsten (effectief vanaf 1 januari 2024).
  • Wijzigingen aan IAS 21 'De gevolgen van wisselkoerswijzigingen: Gebrek aan inwisselbaarheid (effectief vanaf 1 januari 2025).

De volgende standaard is voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar dat start op 1 januari 2016 (maar werd echter nog niet goedgekeurd door de EU). De Europese Commissie heeft besloten de goedkeuringsprocedure voor deze interim standaard niet op te starten maar te wachten op de finale versie van de standaard:

  • IFRS 14, 'Wettelijke uitgestelde rekeningen' (effectief vanaf 1 januari 2016).

Geen van deze IFRS-standaarden heeft een materieel effect op de financiën van de Groep.

De belangrijkste waarderingsregels van de Groep zijn:

Consolidatiemethode

De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden euro en afgerond op het duizendtal.

Dochterondernemingen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarin de Groep zeggenschap heeft. Zeggenschap wordt gerealiseerd wanneer de Groep is blootgesteld aan, of rechten heeft op, variabele rendementen vanwege zijn betrokkenheid bij de entiteit en over de mogelijkheid beschikt zijn macht over de entiteit te gebruiken om de omvang van deze rendementen te beïnvloeden.

Dochterondernemingen zijn volledig geconsolideerd vanaf de datum waarop de zeggenschap overgaat naar de Groep tot de datum waarop deze zeggenschap eindigt.

De Groep maakt gebruik van de overnamemethode om bedrijfscombinaties te verwerken. De overgedragen vergoeding voor de acquisitie van een dochteronderneming stemt overeen met de som van de reële waarde van de getransfereerde activa, de aangegane verplichtingen en de deelname in het eigen vermogen dat door de Groep werd uitgegeven. De overgedragen vergoeding omvat de reële waarde van elk actief of passief dat voortvloeit uit een overeenkomst met betrekking tot een voorwaardelijke vergoeding. Identificeerbare overgenomen activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de datum van de overname. De Groep neemt op een acquisitie-per-acquisitie basis elk minderheidsbelang in de overgenomen onderneming op tegen ofwel reële waarde of tegen het proportionele aandeel van het minderheidsbelang in de netto activa van de overgenomen onderneming.

De aan de overname gerelateerde kosten worden als lasten verantwoord zodra deze zich voordoen.

Intragroepstransacties, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten op verrichtingen tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Grondslagen voor financiële verslaggeving van dochterondernemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie te verzekeren met de grondslagen die door de Groep zijn aangenomen.

Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures worden geboekt onder de 'equity'-methode zoals beschreven in IAS28, behoudens bepaalde uitzonderingen. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering initieel opgenomen tegen kostprijs en wordt de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel van de investeerder in de winst of het verlies van de deelneming na de overnamedatum op te nemen. Geassocieerde deelnemingen zijn investeringen waarbij de investeerder een invloed van betekenis uitoefent. Een joint venture is een gezamenlijke onderneming waarbij de investeerder gezamenlijke zeggenschap heeft, maar geen rechtstreekse rechten of plichten. Voor entiteiten waarin de Groep 20% of meer van de stemrechten bezit, direct of indirect, wordt de Groep verondersteld om invloed van betekenis uit te oefenen over die entiteit. De veronderstelling van invloed van betekenis uit een deelneming van 20% of meer kan worden weerlegd als de Groep kan aantonen dat hij geen invloed van betekenis heeft. Invloed van betekenis kan evengoed worden aangetoond voor een

deelneming van minder dan 20%. Dat een andere entiteit een belangrijke of meerderheidsdeelneming bezit, sluit de Groep niet noodzakelijk uit van het hebben van een invloed van betekenis.

Gebruik van schattingen en belangrijke beoordelingen

Bij de opmaak van de jaarrekening worden schattingen en veronderstellingen gebruikt die een impact kunnen hebben op de waardering van de activa en passiva op balansdatum en op de resultatenrekening. Er zijn geen belangrijke bronnen van schattingsonzekerheid binnen de Groep. Schattingen zijn gebaseerd op economische gegevens, die kunnen wijzigen in de tijd, en zijn dus deels onzeker. Deze hebben voornamelijk betrekking op contracten in uitvoering ('percentage of completion'- methode), pensioenverplichtingen, voorzieningen voor overige risico's en kosten. We verwijzen naar Toelichting 6 - Contractactiva en -passiva, Toelichting 10 - Voorzieningen voor personeelsbeloningen en Toelichting 11 - Voorzieningen voor overige risico's en kosten. Er zijn geen belangrijke beoordelingen bij het opstellen van de jaarrekening.

Vreemde valuta's - transacties

De omrekening van in vreemde valuta's uitgedrukte bezittingen, schulden en verplichtingen gebeurt op basis van de volgende grondslagen:

  • monetaire activa- en passivabestanddelen uitgedrukt in deviezen, worden omgerekend aan slotkoers;
  • transacties uitgedrukt in deviezen worden omgerekend aan de valutakoers geldend op de transactiedatum;
  • buitenlandse winsten en verliezen die voortkomen uit het afwikkelen van transacties in vreemde munten en uit de omzetting tegen wisselkoersen aan het eind van het jaar van monetaire activa en passiva in vreemde munten worden in het resultaat opgenomen, behalve als ze worden opgenomen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als gekwalificeerde cash flow hedges en gekwalificeerde netto-investering hedges;
  • niet-monetaire activa en passiva worden omgezet aan de valutakoers die geldt op de transactiedatum.

Omrekening van vreemde valuta's - activiteiten

De resultaten en de financiële posities van alle groepsentiteiten (geen enkele groepsentiteit rapporteert in een hyperinflatie markt) waarvan de functionele valuta verschilt van de presentatievaluta, dienen als volgt te worden omgerekend in de presentatievaluta:

  • de activa en verplichtingen dienen voor elke gepresenteerde balans te worden omgerekend tegen slotkoers op die balansdatum;
  • de kosten en opbrengsten dienen voor elke resultatenrekening te worden omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoers over de periode (tenzij dit gemiddelde geen redelijke inschatting is van het cumulatieve effect van de koersen geldig op het moment van de transacties; in voorkomend geval dienen kosten en opbrengsten te worden omgerekend tegen de wisselkoers op de transactiedata);
  • alle resulterende valutakoersverschillen dienen als een afzonderlijke component van het eigen vermogen te worden opgenomen.

Initiële opname

Bij consolidatie worden de wisselkoersverschillen die ontstaan uit de omzetting van de netto-investeringen in de buitenlandse activiteiten van leningen toegerekend aan het eigen vermogen. Wanneer een buitenlandse activiteit wordt verkocht, worden wisselkoersverschillen die in het eigen vermogen waren opgenomen, in de resultatenrekening opgenomen als onderdeel van de winst of het verlies op de verkoop.

Goodwill en aanpassingen in reële waarden die resulteren uit de investering in vennootschappen die rapporteren in vreemde munten, worden geboekt als activa of passiva van de vennootschap en worden herrekend aan slotkoers.

Erkenning opbrengsten

Projecten

De JENSEN-GROUP heeft een vijfstappenmodel ontwikkeld voor het verwerken van opbrengst uit contracten met klanten:

− Stap 1. Identificatie van de klantencontracten

Een contract creëert afdwingbare rechten en verplichtingen. Het contract kan schriftelijk, mondeling of impliciet zijn. Een contract bevat een belofte (of beloften) om goederen of diensten aan een klant over te dragen.

Bij het identificeren van de klantcontracten moet eerst de klant worden bepaald en vervolgens moet worden beoordeeld of er een contract bestaat. De JENSEN-GROUP definieert een 'klant' en een 'contract' als volgt:

  • − Klant: een partij die zich contractueel heeft verbonden tot het verkrijgen van goederen of diensten die een output zijn van gewone activiteiten in ruil voor een vergoeding;
  • − Contract: een overeenkomst tussen twee of meer partijen die afdwingbare rechten en verplichtingen creëert.
    • o Contracten worden gecombineerd wanneer ze (bijna) op hetzelfde moment worden aangegaan en als een pakket worden onderhandeld, de betaling van het ene afhangt van het andere of de beloofde goederen/diensten een enkele prestatieverplichting zijn.
    • o Een contractwijziging of wijzigingsorder wordt verantwoord als een afzonderlijk contract of als een voortzetting van het oorspronkelijke contract, prospectief of retrospectief ('cumulative catch-up method') afhankelijk van feiten en omstandigheden.

− Stap 2. Identificatie van de prestatieverplichtingen

De prestatieverplichtingen zijn de rekeneenheid voor de toepassing van de omzetstandaard en bepalen dus wanneer en hoe de opbrengst wordt opgenomen. Een prestatieverplichting is een belofte om een bepaald goed of een bepaalde dienst of een reeks van bepaalde goederen of diensten te leveren, met inbegrip van de goederen of diensten die een klant kan doorverkopen of leveren aan zijn klanten.

De Groep heeft binnen zijn contracten één prestatieverplichting geïdentificeerd: de installatie van een operationeel of in werking gezet heavy-duty wasserijsysteem. De opbrengst met betrekking tot deze prestatieverplichting wordt in de tijd opgenomen, aangezien de JENSEN-GROUP geen activa creëert met een alternatief gebruik (het is praktisch niet mogelijk om het gebouwde actief in voltooide staat naar een andere klant te brengen of over te dragen, aangezien de installaties typisch ontworpen zijn volgens de specifieke

behoeften en vereisten van de klant) en zijn contracten de JENSEN-GROUP een afdwingbaar recht geven op betaling voor de tot op heden geleverde prestaties. Dit afdwingbaar recht op betaling vertegenwoordigt een bedrag dat de JENSEN-GROUP minstens compenseert voor de tot op heden geleverde prestaties, indien het contract door de klant of een andere partij wordt beëindigd om andere redenen dan het feit dat de JENSEN-GROUP de beloofde prestaties niet uitvoert.

− Stap 3. Bepaling van de transactieprijs

De transactieprijs in een contract weerspiegelt het bedrag van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht te hebben vanwege een klant in ruil voor goederen of diensten die aan die klant zijn overgedragen. De transactieprijs omvat alleen de bedragen waarop de Groep onder het huidige contract recht heeft.

− Stap 4. Toewijzing van de transactieprijs

De transactieprijs wordt in het contract toegewezen aan de prestatieverplichting op basis van de relatieve standalone verkoopprijzen van de goederen of diensten die aan de klant worden geleverd.

− Stap 5. Erkenning van opbrengsten

Opbrengst wordt opgenomen wanneer (of als) de prestatieverplichtingen worden nagekomen. Opbrengst wordt toegewezen aan de individuele prestatieverplichtingen wanneer of als de klant controle verwerft over de te leveren producten of de uit te voeren diensten in het kader van het klantcontract.

De JENSEN-GROUP neemt de opbrengst in de tijd op door de vooruitgang te meten van de volledige uitvoering van de prestatieverplichting. De JENSEN-GROUP gebruikt de inputmethode (kosten gemaakt tot op de balansdatum in vergelijking met de totale geschatte kosten om het project te voltooien) waarbij de opbrengsten worden opgenomen op basis van de inspanningen van de Groep om de prestatieverplichting na te komen. Alle kosten in verband met niet-geïnstalleerde materialen of gemaakte kosten die betrekking hebben op toekomstige activiteiten worden uitgesloten van de meting van de vooruitgang van de volledige uitvoering van de prestatieverplichting.

  • Wanneer het resultaat van een bestelling in uitvoering niet precies kan worden ingeschat, wordt enkel dat deel van de opbrengst uit contracten erkend dat met zekerheid zal worden gerealiseerd.
  • Wanneer de afloop van een bouwproject op een betrouwbare manier kan worden ingeschat, en wanneer het waarschijnlijk is dat het project winstgevend is, dan wordt de opbrengst erkend over de periode van het contract. Wanneer het waarschijnlijk is dat de kosten groter zullen zijn dan de baten, wordt het totale verwachte verlies onmiddellijk in het resultaat opgenomen.

De JENSEN-GROUP presenteert een contract als een contractactief, met uitsluiting van de bedragen die reeds zijn ontvangen door vooruitbetalingen, indien de JENSEN-GROUP heeft gepresteerd door goederen of diensten over te dragen aan een klant voordat de klant de vergoeding betaalt of voordat de betaling verschuldigd is. Een contractactief is het recht van een entiteit op een vergoeding in ruil voor goederen of diensten die de entiteit heeft overgedragen aan een klant.

De JENSEN-GROUP presenteert een contract als een contractverplichting wanneer de betaling is gedaan of wanneer de betaling verschuldigd is (ongeacht wat eerder is), als de klant een vergoeding heeft betaald voordat de JENSEN-GROUP een goed of dienst overdraagt aan de klant. Een contractverplichting is de verplichting van een entiteit om goederen of diensten over te dragen aan een klant waarvoor de entiteit een vergoeding heeft ontvangen (of waarvoor een vergoeding verschuldigd is) van de klant.

De timing van de facturatie en de betalingsvoorwaarden worden geval per geval besproken. Het facturatieschema en de typische timing van de betaling verschillen niet materieel van het model van opbrengstverantwoording. Er zijn geen belangrijke variabele vergoedingen voor projecten.

Het hele proces van een order – produceren, installeren, in werking zetten en overdragen – duurt gewoonlijk een jaar of minder.

Overige

  • Royalty's en huuropbrengsten worden in de resultatenrekening opgenomen als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen van de transactie naar de Groep zullen vloeien en met een zekere graad van betrouwbaarheid kunnen worden gemeten. De opbrengsten worden op 'accrual basis' geboekt, in overeenstemming met de essentie van de hierop betrekking hebbende overeenkomst.
  • Opbrengsten uit reserveonderdelen worden op een bepaald moment in de tijd opgenomen.

Overige opbrengsten en kosten hebben hoofdzakelijk betrekking op opbrengsten ontvangen van de verzekeringsmaatschappij, overheidssteun, aftrekbare belastingen, herstructureringsmaatregelen of andere opbrengsten of uitgaven die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die duidelijk te onderscheiden zijn van de gewone bedrijfsactiviteiten van de Groep.

Goodwill

Bij verwerving van nieuwe deelnemingen wordt het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de waarde van de activa, passiva en mogelijke verplichtingen van de geconsolideerde dochtervennootschappen, na toewijzing van eventuele meer- en minderwaarden op de activa en passiva, in de geconsolideerde balans opgenomen als goodwill. Goodwill wordt niet afgeschreven maar op jaarbasis – of frequenter indien specifieke aanwijzingen of gebeurtenissen dit vereisen – getest op bijzondere waardevermindering. Winsten en verliezen op de verkoop van een entiteit omvatten de boekwaarde van de goodwill met betrekking tot de verkochte entiteit. Goodwill wordt toegewezen aan een kasstroomgenererende eenheid met het oog op een test op bijzondere waardeverminderingen.

Immateriële vaste activa

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

De kosten van onderzoek worden onmiddellijk ten laste genomen in het jaar waarin ze worden gemaakt.

Tot eind 2020 heeft de JENSEN-GROUP de kosten voor ontwikkeling niet geactiveerd, maar ze ten laste genomen wanneer ze werden gemaakt. De kosten hadden toen vooral betrekking op productverbeteringen. Voor specifieke projecten (zoals Inwatec) worden ontwikkelingskosten alleen geactiveerd als het waarschijnlijk is dat zij toekomstige economische voordelen zullen opleveren.

Geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur, die normaal gesproken niet langer dan 20 jaar wordt beschouwd. De afschrijvingsperiode wordt voortdurend geëvalueerd en jaarlijks wordt nagegaan of het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.

Concessies, patenten, licenties, knowhow en andere soortgelijke rechten

Investeringen in licenties, handelsmerken, enz. worden vanaf een bedrag van 50.000 euro geactiveerd en afgeschreven over 5 tot 10 jaar. Investeringen in licenties en handelsmerken onder 50.000 euro worden geacht niet materieel te zijn en worden niet geactiveerd, maar worden als kosten in rekening gebracht op het moment dat ze worden gedaan.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, eventueel verhoogd met de aanverwante kosten.

Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van grote componenten. Deze componenten, die regelmatig worden vervangen, worden afgeschreven over hun verwachte levensduur.

Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geraamde nuttige levensduur vanaf de maand van aanschaf. Indien nodig worden activa beschouwd als een samenstelling van verschillende componenten met elk hun specifieke levensduur.

De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:

Jaarlijkse afschrijvingspercentages:

Gebouwen 3,33% 30j
Infrastructuur 10% - 20% 5j - 10j
Dak 10% 10j
Installaties, uitrusting en machines 10% - 33% 3j - 10j
Kantoorbenodigdheden en meubilair 10% - 20% 5j - 10j
Computer 20% - 33% 3j - 5j
Rollend materieel 20% - 33% 3j - 5j

Leaseovereenkomsten waarbij de Groep optreedt als huurder - Activa met gebruiksrecht

De Groep neemt in de balans bijna alle leaseovereenkomsten op die het gebruiksrecht van een actief gedurende de leaseperiode weerspiegelen, en eveneens de daarmee samenhangende leaseverplichting voor betalingen die de huurder gedurende de leaseperiode aan de verhuurder moet verrichten.

De Groep verantwoordt de activa voor gebruiksrecht op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst (d.w.z. de datum waarop het onderliggende actief beschikbaar is voor gebruik). Gebruiksrechtvorderingen worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, en worden aangepast voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen. De kostprijs van activa met een gebruiksrecht omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, de initiële directe kosten en de leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst zijn gedaan, verminderd met de ontvangen leasebonussen.

Tenzij de Groep redelijk zeker is dat de eigendom van het geleasede actief op het einde van de leaseperiode wordt verkregen, worden de opgenomen activa met recht van gebruik lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur of, indien deze korter is, de leaseperiode. Activa met een gebruiksrecht zijn onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen.

Leaseverplichtingen

Op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op tegen de contante waarde van de over de leaseperiode te verrichten leasebetalingen. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen (inclusief in wezen vaste betalingen), verminderd met eventuele te ontvangen huurincentives, variabele leasebetalingen die afhangen van een index of een rentevoet, en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald onder restwaardegaranties. De leasebetalingen omvatten ook de uitoefenprijs van een aankoopoptie waarvan redelijk zeker is dat deze door de Groep zal worden uitgeoefend en de betaling van boetes voor het beëindigen van een leaseovereenkomst, indien de leaseperiode een weerspiegeling is van het feit dat de Groep de optie tot beëindiging van de overeenkomst uitoefent. De variabele leasebetalingen die niet afhangen van een index of een rentevoet worden als kost opgenomen in de periode waarin de gebeurtenis of voorwaarde die de betaling veroorzaakt, zich voordoet.

De Groep boekt de betaalde rente op zijn leaseverplichtingen als financieringsactiviteiten in het kasstroomoverzicht. Variabele betalingen en bedragen betaald voor huurcontracten van korte termijn en geringe waarde worden weergegeven onder de lijn operationele activiteiten.

Bij de berekening van de contante waarde van de leasebetalingen gebruikt de Groep de marginale leenrentevoet op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst indien de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst niet onmiddellijk kan worden bepaald. Na de aanvangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de toename van de rente te weerspiegelen en verlaagd voor de betaalde leasebetalingen. Bovendien wordt de boekwaarde van de leaseverplichtingen geherwaardeerd indien er sprake is van een wijziging, een aanpassing van de leaseperiode, een wijziging in de inhoudelijke vaste leasebetalingen of een wijziging in de beoordeling van de aankoop van het onderliggende actief.

Leaseovereenkomsten op korte termijn en van activa met geringe waarde

De Groep past de vrijstelling voor kortetermijnleasing toe op de kortetermijnleasing van machines en uitrusting (d.w.z. met een leaseperiode van 12 maanden of minder vanaf de aanvangsdatum en die geen aankoopoptie bevatten). Hij past ook de vrijstelling van de erkenning van de lease van laagwaardige activa toe op de lease van kantooruitrusting die als laagwaardig wordt beschouwd (d.w.z. minder dan 5.000 euro). Leasebetalingen voor kortetermijn- en leasing van laagwaardige activa worden lineair ten laste genomen over de leaseperiode.

Belangrijke oordeelsvorming bij het bepalen van de leasetermijn van contracten met verlengingsopties

De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare looptijd van de leaseovereenkomst, samen met eventuele periodes die worden gedekt door een optie om de leaseovereenkomst te verlengen indien er een redelijke zekerheid bestaat dat deze zal worden uitgeoefend, of periodes die worden gedekt door een optie om de leaseovereenkomst te beëindigen indien er een redelijke zekerheid bestaat dat deze niet zal worden uitgeoefend. De Groep beoordeelt of het redelijk zeker is dat de optie tot verlenging zal worden uitgeoefend. Dit wil zeggen dat de Groep rekening houdt met alle relevante factoren die voor hem een economische stimulans vormen om de optie tot verlenging uit te oefenen. Na de aanvangsdatum beoordeelt de Groep de leaseperiode opnieuw indien er zich een belangrijke gebeurtenis of wijziging in de omstandigheden voordoet die binnen zijn macht ligt en die van invloed is op zijn vermogen om de optie tot verlenging al dan niet uit te oefenen (bijvoorbeeld een wijziging in zijn bedrijfsstrategie).

Bijzondere waardeverminderingen van activa

Indien er door omstandigheden aanwijzingen zijn dat de realisatiewaarde van de activa – met uitzondering van voorraden, uitgestelde belastingvorderingen, personeelsvoordelen, afgeleide financiële instrumenten en activa met betrekking tot bestellingen in uitvoering – is veranderd, worden de activa van de Groep nagezien voor bijzondere waardeverminderingen.

Indien de boekwaarde van een actief de realisatiewaarde (zijnde het hoogste van de nettoverkoopprijs en de bedrijfswaarde) overschrijdt, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt in de resultatenrekening. De bedrijfswaarde wordt bepaald door verdiscontering van de verwachte toekomstige kasstromen uit het verdere gebruik van de activa en van de verkoopwaarde op het einde van de gebruiksduur.

De realisatiewaarde wordt geschat per individueel actief of, indien dit niet mogelijk is, per kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.

Terugnemingen van eerder geboekte bijzondere waardeverminderingen worden in inkomsten opgenomen voor het oorspronkelijke bedrag.

Minstens eenmaal per jaar wordt getest wat de goodwill waard is (impairment test). De bijzondere waardevermindering op goodwill kan niet worden teruggenomen.

Voorraden en bestellingen in uitvoering

Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of directe opbrengstwaarde. Afhankelijk van de verschillende ERP-systemen wordt de kostprijs bepaald aan de hand van de FIFO-methode (first in, first out) of op basis van de gewogen gemiddelde methode. Voor geproduceerde voorraden is de kostprijs

gelijk aan de volledige kostprijs inclusief alle directe en indirecte productiekosten die voortvloeien uit de afwerking van de voorraden op balansdatum. De directe opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de afwerkingskosten en de variabele verkoopkosten.

Voorzieningen voor risico's en kosten

Een voorziening dient uitsluitend te worden opgenomen als en slechts als de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; en als het waarschijnlijk is (dat wil zeggen, meer kans dat het gebeurt dan niet) dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

Het bedrag van de voorziening is gebaseerd op een schatting naar best vermogen van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichtingen op balansdatum af te handelen. De voorzieningen worden verdisconteerd als de impact van de tijdswaarde van geld materieel is.

Er wordt een voorziening aangelegd voor terugnameverplichtingen in het geval dat de JENSEN-GROUP materiaal verkoopt aan een klant en de klant voor dat materiaal een leasingovereenkomst wil afsluiten met een leasingmaatschappij. Indien de klant in gebreke blijft, kan de leasingmaatschappij in bepaalde situaties de JENSEN-GROUP vragen om de machine terug te nemen (zie Financiering, p.22). Op basis van historische gegevens wordt een passend percentage van de openstaande vordering geboekt en teruggenomen a rato van de terugbetaling door de klant.

Provisies voor personeelsverplichtingen

De Groep voorziet voor bepaalde werknemers in vergoedingen na uitdiensttreding. Deze vergoedingen worden verstrekt onder de vorm van toegezegde bijdrageregelingen en toegezegd-pensioenregelingen. Een externe, onafhankelijke actuaris bereidt de berekening voor van de voorzieningen voor deze personeelsverplichtingen. De berekening gebeurt op basis van de toekomstig pensioenwaarderingsmethode ('projected unit credit'-methode).

  • Toegezegde bijdrageregelingen: de betaalde bijdragen worden onmiddellijk als kost in de resultatenrekening opgenomen.
  • Toegezegd-pensioenregelingen: de boekwaarde op de balansdatum van de toegezegde pensioenregelingen wordt bepaald als de contante waarde van de brutoverplichtingen uit hoofde van het toegezegd-pensioenplan, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen. De nog nietopgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd worden opgenomen in de resultatenrekening.

De opname van actuariële winsten en verliezen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat gebeurt in de periode waarin ze zich voordoen, buiten de winst- en verliesrekening.

Uitgestelde belastingen

Uitgestelde belastingen worden volledig opgenomen via de balansmethode voor tijdelijke verschillen die ontstaan tussen de fiscale basis van activa en verplichtingen en hun boekwaarde in de geconsolideerde jaarrekening. De uitgestelde belastingen worden echter niet geboekt als ze ontstaan uit de eerste opname van een actief of de verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en op het moment van de transactie geen invloed heeft op de boekhoudkundige of op de fiscale winst (het fiscale verlies).

De uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die wettelijk van toepassing zijn op de balansdatum en die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld.

Uitgestelde belastingen moeten worden opgenomen als het waarschijnlijk is dat fiscale winsten beschikbaar zullen zijn die voor de uitgestelde belastingen kunnen worden aangewend.

Een onderneming dient uitgestelde belastingen op te nemen voor alle belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen en geassocieerde deelnemingen, tenzij de moedermaatschappij het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld; en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden verrekend, als er een in rechte afdwingbaar recht is om de actuele belastingvorderingen te verrekenen met de actuele belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen verband houden met winstbelastingen die door dezelfde belastinginstantie worden geheven op ofwel dezelfde belastbare entiteit, of verschillende belastbare entiteiten

die voornemens zijn om de actuele belastingvorderingen op een nettobasis af te wikkelen.

Belastingen

De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten courante en uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve in die gevallen waar het bestanddelen betreft die rechtstreeks in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten of in het eigen vermogen geboekt worden. In dat geval worden de belastingen eveneens rechtstreeks ten laste van de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten of het eigen vermogen genomen.

De over de huidige periode verschuldigde winstbelastingen worden berekend op basis van de belastingwetten waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten aan het einde van de rapporteringsperiode in de landen waar de Groep en zijn dochtervennootschappen actief zijn en belastbare inkomsten genereren. Het management evalueert geregeld de standpunten in belastingaangiftes met betrekking tot situaties waarin de toepasselijke fiscale regelgeving vatbaar is voor interpretatie. Het legt waar nodig voorzieningen aan op basis van bedragen die het aan de fiscus verwacht te moeten betalen.

Overlopende rekeningen

Toe te rekenen kosten zijn kosten die op balansdatum nog niet gemaakt zijn maar die wel toegewezen zijn in de winst- en verliesrekening. Over te dragen opbrengsten zijn opbrengsten die pas gerealiseerd worden in toekomstige periodes.

Financiële instrumenten

Financiële instrumenten worden geboekt op transactiedatum. De reële waarde van de financiële instrumenten wordt bepaald d.m.v. verschillende waarderingstechnieken. De Groep gebruikt een waaier van waarderingstechnieken en formuleert hypotheses die gebaseerd zijn op marktomstandigheden die zich voordoen op elke balansdatum.

Vorderingen

Handelsvorderingen worden initieel gewaardeerd tegen marktwaarde en vervolgens gewaardeerd tegen 'amortised cost' (afgeschreven kostprijs) via de effectieve intrestmethode, verminderd met de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen. Een voorziening voor bijzondere waardeverminderingen van handelsvorderingen wordt aangelegd als er objectief bewijs is dat de Groep niet alle uitstaande bedragen zal kunnen recupereren. De JENSEN-GROUP neemt de verwachte kredietverliezen over de levensduur van alle handelsvorderingen op. Voor specifieke gevallen geldt dat significante financiële problemen van de schuldenaar, de waarschijnlijkheid dat de schuldenaar failliet zal verklaard worden of een financiële reorganisatie zal ondergaan, het gebrek of het staken van betalingen, evenals toekomstgerichte informatie zoals economische toekomstverwachtingen, regelgevingsklimaat, bbp, werkgelegenheid, politiek of andere externe marktindicatoren, als indicatoren worden erkend die aantonen dat de handelsvordering dient afgewaardeerd te worden. Het bedrag van de voorziening is het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de huidige waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de effectieve intrest. Dit kredietrisicobeheer wordt in de volledige JENSEN-GROUP toegepast door de individuele entiteiten op basis van de lokale historische gegevens en toekomstgerichte informatie. De vereenvoudigde benadering wordt toegepast.

Geldbeleggingen en liquide middelen

Geldbeleggingen en liquide middelen hebben betrekking op kastegoeden, bankdeposito's en kredietlijnen. In de balans worden de kredietlijnen opgenomen onder de korte termijn schulden, leningen.

Schulden (op meer dan één jaar - op ten hoogste één jaar)

De schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde op balansdatum.

Afgeleide financiële instrumenten

De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is een politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.

Financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Na initiële erkenning worden de financiële instrumenten opgenomen in de balans tegen reële waarde. De boekhoudkundige verwerking van de hieruit voortvloeiende winsten en verliezen is afhankelijk van de aard van de ingedekte positie. Veranderingen in de reële waarde van derivaten die formeel niet toegewezen zijn als financieel instrument of niet in aanmerking komen voor hedge accounting, worden opgenomen in de resultatenrekening.

Kasstroomindekkingen

Het effectieve deel van de winsten of verliezen uit de reële waardeveranderingen van derivaten die als indekkingsinstrument specifiek toegewezen werden ter indekking van de variabiliteit van de kasstromen van een in de balans opgenomen actief of passief, een niet in de balans opgenomen bestaand order of een verwachte transactie, wordt opgenomen in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Als het bestaand order of de verwachte transactie aanleiding geeft tot de effectieve opname van een actief of een passief in de balans, zullen alle gecumuleerde winsten of verliezen die tot dan toe opgenomen werden in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, geïncorporeerd worden in de aanschaffings- of boekwaarde van het betrokken actief of passief.

In de andere gevallen wordt de gecumuleerde winst of het gecumuleerde verlies verwijderd uit de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en tegelijk met de ingedekte transactie in de resultatenrekening opgenomen. Het niet-effectieve deel van de winsten of verliezen wordt onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen. Winsten of verliezen afkomstig van de veranderingen in de tijdswaarde van de derivaten worden niet in rekening genomen in de effectiviteitsbepaling van de indekkingstransactie en worden onmiddellijk in de resultatenrekening geboekt.

Cumulatieve winsten of verliezen met betrekking tot reeds afgelopen derivaten blijven verwerkt als onderdeel van de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, zolang het waarschijnlijk is dat de afgeleide transactie zich zal voordoen. Dergelijke transacties worden verwerkt zoals beschreven in voorgaande paragraaf. Indien de ingedekte transactie niet langer waarschijnlijk blijkt, worden alle gecumuleerde niet-gerealiseerde winsten of verliezen op dat moment overgedragen van de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten naar de resultatenrekening.

Financiële vaste activa aan kostprijs

Alle bewegingen in financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs worden geboekt op de transactiedatum. Financiële vaste activa aan kostprijs worden gewaardeerd tegen aankoopprijs.

Financiële vaste activa aan reële waarde via de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Alle bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden geboekt op de transactiedatum. Financiële activa aan reële waarde verwerkt via de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden geboekt tegen reële waarde. Niet-gerealiseerde winsten en verliezen uit wijzigingen in de reële waarde van dergelijke activa worden in het eigen vermogen opgenomen als financiële activa aan reële waarde verwerkt in overige reserves. Wanneer de activa worden verkocht of een waardevermindering ondergaan, worden de gecumuleerde aanpassingen voor de reële waarde ook in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen. Financiële activa worden niet langer in de balans opgenomen wanneer de rechten op kasstromen uit de beleggingen zijn vervallen of zijn overgedragen en de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom heeft overgedragen.

Overheidssubsidies

De overheidssubsidies die de JENSEN-GROUP ontvangt, worden systematisch in de resultatenrekening opgenomen als overige opbrengsten gedurende de periode waarin de entiteiten de gerelateerde kosten opnemen die de subsidies beogen te compenseren. De baten van de overheidssubsidies worden alleen opgenomen als aan alle voorwaarden is voldaan en er 100% zekerheid is dat er geen terugbetaling kan worden geëist door de overheid. Zolang niet aan alle voorwaarden is voldaan, wordt de ontvangen overheidssubsidie als een schuld opgenomen.

Leningen

De leningen worden initieel opgenomen onder hun reële waarde exclusief transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd volgens afgeschreven kostprijs. Het verschil tussen de opbrengst (exclusief transactiekosten) en de aflossingswaarde wordt opgenomen in de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve intrestmethode.

Vaste activa te koop (of verkoop van een groep)

Wanneer een vaste activa (of een groep) hoogstwaarschijnlijk verkocht zal worden, dan wordt ze in de balans apart opgenomen onder de activa te koop en gewaardeerd aan de laagste van de boekwaarde of de marktwaarde, min de kosten die nodig zijn om de activa te verkopen.

Geconsolideerde kasstroomoverzicht

Het geconsolideerde kasstroomoverzicht geeft een overzicht van de gegenereerde kasstroom tijdens het boekjaar en dit voor operationele kasstromen, investerings- en financieringsactiviteiten.

Bedrijfscombinatie

Acquisitie per acquisitie waardeert de Groep een minderheidsbelang in de overgenomen onderneming aan reële waarde of aan het proportioneel deel van het minderheidsbelang in de nettovermogenswaarde van de overgenomen onderneming.

Gesegmenteerde informatie

De Groep is actief in één enkel bedrijfssegment: de heavy-duty wasserij-sector.

Afsluitdatum en lengte boekjaar

Alle boekjaren omvatten 12 maanden van activiteit, beginnend op 1 januari van elk jaar.

Wijziging in waarderingsregels

Er zijn geen wijzigingen in de waarderingsregels ten opzichte van de waarderingsregels die gebruikt werden bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening per 31 december 2022.

In 2022 werd aan alle voorwaarden voldaan om Turkije volgens de IFRS-normen als een hyperinflatoire economie te beschouwen. Bijgevolg werd de IAS 29-norm over financiële verslaggeving in hyperinflatoire economieën van toepassing. De Groep past dan ook vanaf 1 januari 2022 hyperinflatieboekhouding toe op zijn Turkse dochterondernemingen. De IAS 29-norm vereist de aanpassing van de niet-monetaire elementen van de activa en passiva van het land in hyperinflatie, alsook van zijn resultatenrekening om de evolutie van de algemene koopkracht van zijn functionele munt weer te geven. Dit resulteert in een winst of een verlies op de netto monetaire positie die in het nettoresultaat wordt opgenomen. Bovendien wordt de jaarrekening van dit land omgerekend tegen de slotkoers van de betrokken periode. De gevolgen van de toepassing van IAS 29 voor Turkije worden beschreven in Toelichting 22.

Toelichting 2: Consolidatiekring

De geconsolideerde jaarrekening omvat de JENSEN-GROUP NV en alle dochtervennootschappen die zij controleert.

Wijzigingen in de consolidatiekring in 2023

Op 3 april 2023 verwierf de JENSEN-GROUP 49% van de aandelen van Inax Corporation ('Inax'), een Japanse dochteronderneming van MIURA, via de uitgifte van aandelen van de JENSEN-GROUP NV. Omdat de JENSEN-GROUP slechts een belang van minder dan 50% bezit, is deze deelneming geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.

Op 15 oktober 2023 nam JENSEN Denmark A/S, een Deense dochteronderneming van de JENSEN-GROUP, Ole Almeborg A/S over. Deze participatie wordt geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode vanaf 15 oktober 2023.

Toelichting 3: Gesegmenteerde informatie

De volledige wasserijsector kan worden opgedeeld in consumentenmarkt, commerciële en heavy-duty wasserijen. De entiteiten van de JENSEN-GROUP bedienen alleen eindklanten in de heavy-duty wasserijsector. De meeste van deze wasserijen variëren van grote on-premise wasserijen (OPL) tot grote internationale textielverhuurgroepen. In principe werken alle klanten van de JENSEN-GROUP volgens hetzelfde proces. De JENSEN-GROUP verkoopt zijn producten en diensten onder de merknamen JENSEN en INWATEC via eigen verkoopkantoren en via onafhankelijke distributeurs wereldwijd.

Bedrijfssegmenten verwijzen naar de verschillende gebieden van de activiteiten van een bedrijf die regelmatig worden geanalyseerd door de 'chief operating decision maker' (CODM) met het oog op de toewijzing van middelen en de beoordeling van de prestaties van de segmenten. De segmentrapportering van de JENSEN-GROUP is afgestemd op de organisatie- en rapporteringstructuur van zijn interne financiële informatie, zoals die werd beoordeeld door de Chief Executive Officer (CEO), het Executive Management Team (EMT) en de Raad van Bestuur.

Het management van de Groep, met inbegrip van de CEO, het EMT en de Raad van Bestuur, houdt toezicht op de heavy-duty wasserijactiviteiten als één enkele entiteit, geleid door het strategische '50/500' plan. De beoordeling van de prestaties van het bedrijf, samen met beslissingen over de toewijzing van middelen, zijn gebaseerd op de uitgebreide beoordeling van de resultatenrekening. De voortgang en prestaties van deze rekening worden tien keer per jaar onder de loep genomen, met een meer diepgaande rapportage en analyse op kwartaalbasis. In mei en november worden trading updates uitgegeven, waarbij halverwege het jaar een verkorte reeks financiële cijfers wordt vrijgegeven en aan het einde van het boekjaar een volledige reeks. De belangrijkste maatstaf voor het beoordelen van de winstgevendheid binnen de resultatenrekening, zoals gebruikt doo het EMT, dat gezien wordt als de CODM bij JENSEN-GROUP, het geconsolideerde operationele resultaat (EBIT).

Ondanks de analyse van opbrengsten en bepaalde directe kosten door het Group Controlling departement, maakt de CODM geen gebruik van een meer gedetailleerde split van de geconsolideerde resultatenrekening voor management- of operationele beslissingen, prestatiebeoordeling of de toewijzing van middelen, welke zijn beslist op geconsolideerde basis. Bijgevolg heeft de JENSEN-GROUP vastgesteld dat het als één bedrijfssegment functioneert.

De volgende tabel geeft informatie over opbrengsten en bepaalde activa op basis van de geografische locaties van de Groep, zoals vereist door de IFRS8-rapporteringsstandaarden voor entiteiten met één bedrijfssegment. De basis voor de toewijzing van de opbrengsten is de locatie van de klant:

Europa Amerika Azië en Australië 31 december
(in duizenden euro) 2023 2022 2023 2022 2023 2022 2023 2022
Opbrengsten van externe klanten 232.910 207.331 96.407 72.527 70.804 61.780 400.121 341.638

Ten tweede, als opbrengsten van externe klanten die worden toegekend aan een individueel land materieel zijn, dan moeten deze opbrengsten afzonderlijk worden bekendgemaakt volgens de standaard, zoals Duitsland, Frankrijk en Amerika die hierna worden toegelicht. De Groep identificeert 10% van de totale geconsolideerde opbrengsten als materieel. België wordt bekendgemaakt als het land van vestiging van de moedermaatschappij van de Groep.

De basis voor de toegelichte externe opbrengsten en de vaste activa is de juridische entiteit in dat gebied (vóór enige consolidatieboekingen).

Toerekenbaar aan
(in thousands of euro) Belgie Duitsland Frankrijk Amerika
Opbrengsten van externe klanten 16.312 54.206 51.701 89.819
Vaste activa* 1.859 3.839 533 6.072

Tot slot merkt de Groep op dat er geen belangrijke klanten zijn, of groepen klanten waarover dezelfde eigenaar zeggenschap heeft, die per 31 december 2023 materieel zijn en waarover informatie moet worden verstrekt.

*Vaste activa in de tabel hierboven wordt gelimiteerd tot lokale goodwill, immateriële en materiële vaste activa.

Toelichting 4: Vaste activa

Goodwill

(in duizenden euro) 31
december
2023
31
december
2022
ACQUISITIEKOST
Aan het einde van het voorgaande jaar 24.868 24.945
Omrekeningsverschillen -48 -77
Toevoegingen 0 0
Verkopen 0 0
Overdrachten 0 0
Totale verwervingskost 24.820 24.868
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN
Aan het einde van het voorgaande jaar 1.989 1.985
Omrekeningsverschillen 6 4
Afschrijving 0 0
Verkopen 0 0
Overdrachten 0 0
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen 1.995 1.989
Netto boekwaarde
31 december 2023
22.826 22.879

De goodwill is voornamelijk ontstaan bij de overname van JENSEN Australië, JENSEN Austria, JENSEN Benelux, JENSEN France, JENSEN Italia, JENSEN Norway, JENSEN Spain , JENSEN Sverige (Zweden), JENSEN Zwitserland en Inwatec.

De JENSEN-GROUP stelt de eenheden die kasstromen genereren gelijk met de Groep. De JENSEN-GROUP ondersteunt de heavy-duty wasserijsector wereldwijd door duurzame enkelvoudige machines, systemen en geïntegreerde oplossingen te ontwikkelen en te leveren. Het succes van de JENSEN-GROUP is het resultaat van de combinatie van globale kennis en lokale aanwezigheid. De vaste activa van de fabrieken worden samen beheerd, en de kasstromen die gegenereerd worden door het gebruik van deze fabrieken komen van één groep lokale, regionale of internationale klanten. Deze worden voorzien van dezelfde producten om de activiteiten in heavyduty wasserijen te optimaliseren. Voor de testen op bijzondere waardeverminderingen worden de activa van de fabrieken daarom toegewezen aan één kasstroomgenererende eenheid.

Goodwill wordt onderworpen aan een jaarlijkse test op bijzondere waardevermindering, door middel van een aantal kritische beoordelingen, schattingen en veronderstellingen. Op basis van de vergelijking van de 'waarde in gebruik' (afgeleid met behulp van de verdisconteerde vrije kasstroom benadering) en de boekwaarde (boekwaarde van het geïnvesteerde vermogen) van de kasstroomgenererende eenheid (de Groep), wordt de realiseerbare waarde berekend. De JENSEN-GROUP is van mening dat zijn schattingen redelijk zijn; ze zijn gebaseerd op ervaringen, externe informatiebronnen (zoals het langetermijngroeipercentage en de verdisconteringsvoet) en geven de best mogelijke inschatting van het management weer.

De belangrijkste beoordelingen, veronderstellingen en schattingen voor de kasstroomgenererende eenheid zijn:

  • Het eerste jaar van het model is gebaseerd op de best mogelijke inschatting van het management van het vrije kasstroomvooruitzicht voor het volgende jaar; voor het tweede, derde, vierde en vijfde jaar van het model zijn de kasstromen gebaseerd op het langetermijnplan van de Groep, wat belangrijke schattingen omvat zoals de veronderstelde groeivoet op de omzet en de EBIT-marge;
  • Kasstromen na de periode van de eerste vijf jaar worden geëxtrapoleerd, meestal door gebruik te maken van een groeipercentage van 0% (tov 0% vorig jaar) van de vrije kasstromen;
  • Projecties worden verdisconteerd aan de gewogen gemiddelde kapitaalkost die tussen de 8% en 10% ligt;

Deze berekende waarde wordt vergeleken met de boekwaarde.

Hoewel de JENSEN-GROUP van mening is dat zijn beoordelingen, veronderstellingen en schattingen geschikt zijn, kunnen werkelijke resultaten afwijken van deze inschattingen in geval van andere veronderstellingen of voorwaarden. De Groep is van mening dat redelijke wijzigingen in deze inschattingen niet zullen leiden tot een bijzonder waardeverminderingsverlies gezien de realiseerbare waarde.

31 december 2023 Knowhow en
productontwikkeling
Licenties Overige
immateriële
TOTAAL
(in duizenden euro) vaste activa
ACQUISITIEKOST
Aan het einde van het voorgaande jaar 5.746 2.516 0 8.262
Omrekeningsverschillen -12 -4 0 -16
Acquisitie van dochterondernemingen 0 0 1.440 1.440
Toevoegingen 812 0 0 812
Verkopen 0 0 0 0
Overdrachten 0 0 0 0
Totale verwervingskost 6.546 2.512 1.440 10.498
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN 0
Aan het einde van het voorgaande jaar 2.297 1.664 0 3.962
Omrekeningsverschillen 4 -5 0 -1
Afschrijving 507 174 24 705
Verkopen 0 0 0 0
Overdrachten 0 0 0 0
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen 2.809 1.833 24 4.666
Netto boekwaarde 31 december 2023 3.737 679 1.416 5.832

Immateriële vaste activa

Ontwikkelingskosten worden alleen geactiveerd als het waarschijnlijk is dat zij toekomstige economische voordelen zullen opleveren voor specifieke projecten (bijv. Inwatec). De geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur, die normaal gesproken niet langer dan 20 jaar wordt beschouwd. De afschrijvingsperiode wordt voortdurend geëvalueerd en jaarlijks wordt nagegaan of het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.

Ontwikkelingskosten voor 6,7 miljoen euro (6,3 miljoen euro in 2022) werden in kosten genomen gedurende het jaar. Deze kosten zijn opgenomen in de posten 'Diensten en overige goederen', 'Personeelsbeloningen en -

bijdragen' en 'Afschrijvingen en waardeverminderingen'.

De licenties verwijzen naar de kapitalisatie van de licentiekosten van het ERP-systeem en andere IT-middelen.

31 december 2022 Knowhow en
productontwikkeling
Licenties Overige
immateriële
vaste activa
TOTAAL
(in duizenden euro)
ACQUISITIEKOST
Aan het einde van het voorgaande jaar 5.088 2.516 432 8.036
Omrekeningsverschillen 0 0 0 0
Toevoegingen 658 0 0 658
Verkopen 0 0 -432 -432
Overdrachten 0 0 0 0
Totale verwervingskost 5.746 2.516 0 8.262
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN
Aan het einde van het voorgaande jaar 1.803 1.421 432 3.657
Omrekeningsverschillen 7 0 0 7
Afschrijving 487 243 0 730
Verkopen 0 0 -432 -432
Overdrachten 0 0 0 0
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen 2.297 1.664 0 3.962
Netto boekwaarde 31 december 2022 3.449 852 0 4.300

Materiële vaste activa

31 december 2023
(in duizenden euro)
Terreinen
en
gebouwe
n
Machines
en
uitrusting
Meubilair
en
rollend
materieel
Activa
met
gebruiksr
echt
Overige
materiële
activa
Activa in
aanbouw
TOTAAL
ACQUISITIEKOST
Aan het einde van het voorgaande jaar 37.969 30.442 12.577 15.343 22 794 97.146
Omrekeningsverschillen -248 -575 -64 -549 0 -29 -1.465
Acquisitie van dochterondernemingen 3.355 110 0 762 0 0 4.226
Toevoegingen 3.651 1.000 2.506 1.818 0 117 9.092
Verkopen 0 -54 -585 -3.265 0 0 -3.905
Overdrachten -43 52 14 0 -22 0 0
Totale verwervingskost 44.683 30.974 14.448 14.107 0 881 105.093
AFSCHRIJVINGEN EN
WAARDEVERMINDERINGEN
Aan het einde van het voorgaande jaar 21.490 26.094 10.069 5.148 0 0 62.801
Omrekeningsverschillen -73 -453 46 -99 0 0 -578
Afschrijving 1.194 1.252 1.115 1.674 0 0 5.234
Verkopen 0 -53 -510 -3.022 0 0 -3.585
Overdrachten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal afschrijvingen en
waardeverminderingen
22.611 26.840 10.720 3.701 0 0 63.871
Netto boekwaarde 31 december 2023 22.073 4.134 3.727 10.405 0 881 41.219

In de loop van 2023 steeg de netto boekwaarde van de materiële vaste activa met 6,9 miljoen euro. Wanneer de afschrijvingskosten van 5,2 miljoen euro buiten beschouwing worden gelaten, vertoonden de materiële vaste activa een globale stijging van 12 miljoen euro.

De kapitaaluitgaven in deze periode waren voornamelijk gericht op het verbeteren van onze infrastructuur om aan de toekomstige marktvraag te kunnen voldoen. Dit omvatte aanzienlijke investeringen in de uitbreiding van onze vestigingen in Odense, Denemarken, om de AI- en Robotica-capaciteiten van Inwatec te versterken, evenals de strategische overname van Ole Almeborg in Hasle.

De gebruiksrechten activa bestaan voornamelijk uit gebouwen voor een bedrag van 8,8 miljoen euro. De netto boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 7,6 miljoen euro (6,1 miljoen euro in december 2022).

31 december 2022
(in duizenden euro)
Terreinen
en
gebouwe
n
Machines
en
uitrusting
Meubilair
en
rollend
materieel
Activa
met
gebruiksr
echt
Overige
materiële
activa
Activa in
aanbouw
TOTAAL
ACQUISITIEKOST
Aan het einde van het voorgaande jaar 35.767 30.191 12.130 17.553 -1 677 96.316
Omrekeningsverschillen -122 -116 27 -163 0 41 -334
Toevoegingen 0 0 0 0 0 0 0
Verkopen 594 953 1.473 947 23 1.849 5.840
Overdrachten -42 -586 -1.053 -2.993 0 0 -4.674
Totale verwervingskost 1.773 0 0 0 0 -1.773 0
AFSCHRIJVINGEN EN
WAARDEVERMINDERINGEN
37.969 30.442 12.577 15.343 22 794 97.146
Aan het einde van het voorgaande jaar 20.466 25.559 9.984 5.264 0 0 61.273
Omrekeningsverschillen -96 -89 54 11 -1 0 -122
Afschrijving 1.085 1.289 1.115 2.182 0 0 5.671
Verkopen 35 -665 -1.083 -2.308 0 0 -4.021
Overdrachten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal afschrijvingen en
waardeverminderingen
21.490 26.094 10.069 5.148 -1 0 62.800
Netto boekwaarde 31 december
2022
16.479 4.348 2.508 10.195 23 794 34.347

In de loop van 2022 daalden de netto materiële vaste activa met 0,7 miljoen euro. Zonder de afschrijvingskosten van 5,7 miljoen euro, stegen de materiële vaste activa met 5 miljoen euro. De kapitaaluitgaven in 2022 hadden voornamelijk betrekking op investeringen in het kantoorgebouw in Panama City (JENSEN USA) dat verwoest werd door de orkaan Michael, en in machines en voertuigen.

Toelichting 5: Uitgestelde belastingen

Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen kunnen worden toegerekend aan de volgende posten, waarbij hun beweging sinds vorig jaar hieronder wordt samengevat:

(in duizenden euro) 31
dece
mber
2022
Acq. van
dochterm
aatsch.
Via
winst
of
verlies
Via niet
gerealiseer
de
resultaten
Wisselkoe
rsverschill
en
31
december
2023
DTA
(uitgeste
lde
belasting
vorderin
g)
DTL
(uitgestelde
belastingver
plichting)
Voorraden -190 0 1,312 0 0 1,122 818 305
Vaste activa -2.114 -803 -28 0 0 -2,945 -733 -2,212
Voorzieningen 3.109 0 238 329 0 3,677 3,484 193
Fiscale verliezen 128 0 -27 0 0 101 101 0
Uitgestelde belastingen op
andere verschillen tussen fiscale
en lokale boekhouding
675 0 -22 -133 -273 247 533 -286
Valutaresultaat in permanente
financiering
-955 0 4 -951 -951
Financiële instrumenten -291 0 177 69 0 -45 -42 -3
Totaal uitgestelde
belastingvorderingen (netto)
363 -803 1,653 266 -272 1,207 4,161 -2,954
(in duizenden euro) 31
decem
ber
2021
Acq.
van
dochter
maatsc
h.
Via winst
of verlies
Via niet
gerealiseer
de
resultaten
Wisselkoer
sverschille
n
31
decembe
r 2022
DTA
(uitgeste
lde
belasting
vorderin
g)
DTL
(uitgestelde
belastingver
plichting)
Voorraden 179 0 -369 0 0 -190 1.263 -1.453
Vaste activa -1.900 0 -207 0 -7 -2.114 -668 -1.446
Voorzieningen 4.609 0 -294 -1.206 0 3.109 2.981 128
Fiscale verliezen 106 0 22 0 0 128 128 0
Uitgestelde belastingen op
andere verschillen tussen
fiscale en lokale boekhouding
-250 0 732 256 -63 675 35 640
Valutaresultaat in permanente
financiering
-810 0 -145 0 0 -955 0 -955
Financiële instrumenten 65 0 -159 -197 0 -291 -117 -174
Totaal uitgestelde
belastingvorderingen
(netto)
2.000 0 -421 -1.147 -69 363 3.622 -3.259

De stijging houdt verband met de uitgestelde belastingvorderingen die zijn geboekt op de tijdelijke verschillen tussen de groepsboekhouding en de fiscale boekhouding, vooral op de voorraden.

De uitgestelde belastingen hebben voornamelijk betrekking op JENSEN USA (0,9 miljoen euro), JENSEN Italia (0,7 miljoen euro) en JENSEN GmbH (0,6 miljoen euro).

De uitgestelde belastingvorderingen worden erkend omdat het management en de Raad van Bestuur ervan overtuigd zijn, conform de waarderingsregels van de Groep, dat deze uitgestelde belastingvorderingen binnen een redelijke periode kunnen gerealiseerd worden. De Groep is voorzichtig met het opnemen van uitgestelde belastingen op overgedragen fiscale verliezen.

Toelichting 6: Contractactiva en -passiva

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Contractopbrengsten 400.121 341.639
Contractactiva 62.336 52.920
Contractpassiva 43.966 35.672

De bovenstaande contractactiva vertegenwoordigen het recht van de Groep op een vergoeding in ruil voor goederen of diensten die de Groep heeft overgedragen aan een klant. Deze bedragen konden echter nog niet worden gefactureerd gezien het recht op vergoeding nog niet onvoorwaardelijk is, omdat er nog aanvullende verplichtingen aan de klant moeten worden voldaan.

De projecten worden gewaardeerd op basis van de 'percentage of completion'-methode. Op 31 december 2023 was in de contractactiva 19,5 miljoen euro, 33%, gecumuleerde winst opgenomen (18,2 miljoen euro, 34% op 31 december 2022).

Zowel de contractactiva als -passiva zijn aan het einde van het jaar hoger dan vorig jaar door de hoge activiteit van 2023.

(in duizenden euro) YTD Q4 2023 Q4 2023 Q3 2023 Q2 2023 Q1 2023
Ontvangen orders 363.092 135.818 71.274 70.458 85.542
Opbrengsten 400.121 100.683 92.740 108.920 97.778

De opbrengsten uit contracten houden verband met bouwcontracten voor klanten en zijn aanzienlijk versterkt door een ongekend orderboek voor het jaar 2023. Dit is een rechtstreeks gevolg van het behalen van de hoogste orderontvangst in de geschiedenis van het bedrijf in het jaar 2022, met een totale verkoopwaarde van 364,4 miljoen euro. Bovendien benaderen de orders die in de loop van 2023 werden binnengehaald het record dat in het voorgaande jaar werd gevestigd, wat de voortdurende groei en robuuste aanwezigheid van de Groep op de markt onderstreept.

  • Op 31 december 2023 heeft de Groep 15,3 miljoen euro aan uitstaande, nog niet vervulde prestatieverplichtingen die voortvloeien uit lopende contracten die na 2024 zullen worden uitgevoerd (12,6 miljoen euro op 31 december 2022). Deze prestatieverplichtingen hebben voornamelijk betrekking op scheepswerven.
  • Er zijn geen prestatieverplichtingen die meer dan 12 maanden in beslag nemen tussen het opstarten van de productie en de oplevering. Voor werven van cruiseschepen duurt de installatie van de wasserij minder dan 12 maanden. Dit kan echter uitlopen tot 24 maanden tussen de installatie van de wasserij en de uiteindelijke oplevering van het cruiseschip. Voor deze periode tekent de JENSEN-GROUP uitvoeringsgaranties.

De reconciliatie van de contractactiva en -passiva is als volgt:

(in duizenden euro) Contractactiva Contractpassiva
31 december 2022 52.920 35.672
Opbrengsten die waren opgenomen in het saldo van de contractverplichting aan
het begin van de periode
0 -28.537
Toename als gevolg van ontvangen geldmiddelen, exclusief bedragen opgenomen
als opbrengsten gedurende de periode
0 37.300
Waardeverminderingen geboekt tijdens het jaar 0 0
Overboeking van contractactiva opgenomen aan het begin van de periode naar
vorderingen
-48.428 0
Toenames als gevolg van wijzigingen in de maatstaven van vooruitgang 58.616 0
Omrekeningsverschillen -772 -469
31 december 2023 62.336 43.965

Toelichting 7: Handels- en overige vorderingen

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Handelsvorderingen 107.196 80.337
Voorziening voor dubieuze debiteuren -3.475 -2.506
Belastingen 4.978 2.010
Overige vorderingen 4.591 4.544
Overlopende rekeningen 2.910 4.068
Afgeleide financiële instrumenten 346 499
Totale handels- en overige vorderingen 116.545 88.951
Handelsvorderingen 6.574 4.949
Overige vorderingen 3.860 3.544
Vorderingen op lange termijn 10.434 8.493
Vorderingen op korte termijn 106.111 80.459

Vorderingen op lange termijn

Het langlopende deel van de handels- en overige vorderingen steeg met 1,9 miljoen euro, een ontwikkeling die wordt toegeschreven aan de uitdagingen waarmee sommige van onze klanten worden geconfronteerd door de verhoogde rentevoeten voor projectfinanciering. Als antwoord hierop is de Groep actief bezig om deze klanten bij te staan door innovatieve oplossingen te onderzoeken, zoals de implementatie van strikte terugbetalingsschema's (6,1 miljoen euro) en terugnamegaranties bij financiële instellingen (2,3 miljoen euro). Deze aanpak maakt deel uit van ons streven naar sterke, ondersteunende relaties met onze klanten in financieel uitdagende tijden. In de overige vorderingen zijn garanties in contanten opgenomen voor een bedrag van 0,8 miljoen euro, wat stabiel is in vergelijking met vorig jaar, alsook overige vorderingen voor 1,3 miljoen euro.

Vorderingen op korte termijn

De opbrengsten voor het vierde kwartaal bedroegen 100,3 miljoen euro (+ 6% tegenover het laatste kwartaal van 2022). Naast de hogere activiteiten stijgen de handelsvorderingen op korte termijn door het hoge volume aan facturen in de laatste weken van het jaar.

Toelichting 8: Eigen vermogen

Kapitaal

Op 31 december 2023 bedroeg het aandelenkapitaal 38,3 miljoen euro en bestond het uit 9.631.408 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er waren geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volstort. Per 31 december 2023 had de vennootschap 15.122 eigen aandelen.

Op 3 april 2023 verhoogde de JENSEN-GROUP NV zijn kapitaal door een inbreng in natura (4,6 miljoen euro) en een inbreng in cash (2,9 miljoen euro). Bij beide transacties werden 1.926.282 nieuwe aandelen gecreëerd. Meer details over de nieuwe aandelen vindt u in het prospectus voor beursgang dat op de website beschikbaar is: www.jensen-group.com, sectie Prospectus).

Op 16 mei 2023 keurden de aandeelhouders de vernietiging van 113.873 eigen aandelen goed.

Bedragen Aantal
Staat van het kapitaal (positie op 31 december 2023) (in duizenden euro) aandelen
A. Kapitaal
1. Kapitaal
Aan het einde van het voorbije jaar 30.710
Wijzigingen tijdens het jaar 7.340
Aan het einde van dit jaar 38.050
2. Kapitaalvertegenwoordiging
2.1 Aandelen zonder nominale waarde 38.050 9.631.408
2.2 Aandelen op naam of aan toonder
Op naam 6.230.339
Gedematerialiseerd 3.401.069
B. Eigen aandelen gehouden door
het bedrijf of een zijn dochterondernemingen 499 15,122
C. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen
1. Als gevolg van de uitoefening van conversierechten 0 0
2. Als gevolg van de uitoefening van inschrijvingsrechten 0 0
D. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal 38.280

Hierna wordt meer informatie weergegeven over de staat van het kapitaal per 31 december 2023 en 2022.

Volgende kennisgevingen van deelname in aandelen die het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen, werden ontvangen in 2023:

JENSEN Invest A/S, JF Tenura ApS, SWID AG, dhr. Jesper M. Jensen, The Jørn M. Jensen en Lise M. Jensen Family Trust, mevr. Anne M. Jensen en mevr. Karine Munk Finser

JENSEN INVEST A/S, Ejnar Jensen Vej 1, 3700 Rønne, Denmark

Aantal
aandelen
Totaal
aandelen
%
- Aantal aandelen 4.253.781 9.631.408 44,17%
- Stemrechten 4.253.781 9.631.408 44,17%

De controleketen is als volgt: JENSEN Invest A/S bezit 44,2% van de aandelen van de JENSEN-GROUP NV. JF Tenura Aps bezit 100% van de aandelen in JENSEN Invest A/S. SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper M. Jensen, bezit 51% van het aandelenkapitaal en 99% van de stemrechten in JF Tenura Aps. De Jørn Munch Jensen en Lise Munch Jensen Family Trust, waarvan Mevr. Anne Munch Jensen en Mevr. Karine Munk Finser de uiteindelijke begunstigden zijn, bezit de overige 49% van de aandelen in JF Tenura Aps.

Miura Co Ltd.

7 Horie, Matsuyama, Ehime, 799-2696 Japan

Aantal
aandelen
Totaal
aandelen
%
- Aantal aandelen 1.926.282 9.631.408 20,00%
- Stemrechten 1.926.282 9.631.408 20,00%

De controleketen is als volgt: Miura Co. Ltd. bezit 20% van de aandelen van de JENSEN-GROUP NV.

Op 31 december 2022 bedroeg het aandelenkapitaal 30,7 miljoen euro, en bestond het uit 7.818.999 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er waren geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volstort. Per 31 december 2022 had de vennootschap 60.053 eigen aandelen.

Bedragen
Staat van het kapitaal (positie op 31 december 2022) (in duizenden
euro)
Aantal aandelen
A. Kapitaal
1. Kapitaal
- Aan het einde van het voorbije jaar 30.710
- Wijzigingen tijdens het jaar 0
- Aan het einde van dit jaar 30.710
2. Kapitaalvertegenwoordiging
2.1 Aandelen zonder nominale waarde 30.710 7.818.999
2.2 Aandelen op naam of aan toonder
- Op naam 4.314.057
- gedematerialiseerd 3.504.942
B. Eigen aandelen gehouden door
- het bedrijf of een zijn dochterondernemingen 1.850 60.053
C. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen
1. Als gevolg van de uitoefening van conversierechten 0 0
2. Als gevolg van de uitoefening van inschrijvingsrechten 0 0
D. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal 30.710

Elk aandeel heeft één stem. De stemrechten zijn in overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de stemrechten.

De regelingen betreffende de overdracht van aandelen zijn in overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de overdracht van aandelen.

Uitgiftepremie

De uitgiftepremie is het resultaat van (i) de fusie van LSG, dat toen de naam JENSEN-GROUP NV aannam (5,8 miljoen euro), (ii) de kapitaalverhoging in 2023 door inbreng in natura (37,9 miljoen euro) en (iii) de kapitaalverhoging in 2023 door inbreng in cash (23,9 miljoen euro). De eindbalans van de uitgiftepremie bedraagt 67,6 miljoen euro.

Eigen aandelen

De statuten (art. 11) staan de Raad van Bestuur toe om eigen aandelen terug te kopen. Tijdens zijn vergadering van 10 maart 2022 heeft de Raad van Bestuur besloten om een programma voor de inkoop van eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 781.900 of 10% van de aandelen in te kopen. In het licht van de transactie met MIURA, kondigde de JENSEN-GROUP op 9 maart 2023 aan dat de Raad van Bestuur het programma heeft opgeschort. Op 16 mei 2023 keurden de aandeelhouders de vernietiging van 113.873 eigen aandelen goed. De Raad van Bestuur van 10 augustus 2023 besliste om een programma voor de terugkoop van eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 668.027 of 10% van zijn aandelen terug te kopen. De aandelen worden op de beurs ingekocht door een investeringsbank, gemandateerd door de Raad van Bestuur. Het mandaat voor de terugkoop vervalt op 18 mei 2026.

Per 31 december 2023 had de vennootschap 15.122 eigen aandelen.

Omrekeningsverschillen

De geconsolideerde jaarrekening wordt in dit jaarverslag uitgedrukt in duizenden euro. Alle posten van de balans van buitenlandse vennootschappen worden omgerekend in euro, de valuta waarin de Groep werkt en de cijfers rapporteert, aan de wisselkoers per einde van het boekjaar, met uitzondering van het eigen vermogen, dat aan historische koers wordt opgenomen. De resultatenrekeningen worden omgezet aan de gemiddelde koers van het boekjaar. De wisselkoersverschillen die aldus ontstaan uit de omzetting van het eigen vermogen en de resultatenrekeningen worden afzonderlijk vermeld in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten onder de post 'Omrekeningsverschillen'.

De omrekeningsverschillen daalden met 5,2 miljoen euro, voornamelijk door de zwakkere USD, JPY en TRY.

De wisselkoersverschillen die ontstaan uit de omzetting van de netto-investeringen in de buitenlandse activiteiten worden opgenomen in overige resultaten. In totaal wordt 0,02 miljoen euro aan wisselkoerswinsten van de financiële resultaten naar overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten overgedragen.

De gebruikte wisselkoersen voor de omzetting waren de volgende:

Munt Gemiddelde koers Slotkoers
2023 2022 2023 2022
AED 3,9676 3,8762 3,8831 3,9274
AUD 1,6285 1,5174 1,6263 1,5693
BRL 5,4016 5,4432 5,3618 5,6386
CHF 0,9717 1,0052 0,9260 0,9847
CNY 7,6591 7,0801 7,8509 7,3582
DKK 7,4510 7,4396 7,4529 7,4365
EUR 1,0000 1,0000 1,0000 1,0000
GBP 0,8699 0,8526 0,8691 0,8869
JPY 151,9425 138,0050 156,3300 140,6600
NOK 11,4243 10,1015 11,2405 10,5138
NZD 1,7618 1,6585 1,7504 1,6798
SEK 11,4728 10,6274 11,0960 11,1218
SGD 1,4523 1,4520 1,4591 1,4300
TRY 25,7487 17,3849 32,6531 19,9649
USD 1,0816 1,0539 1,1050 1,0666

Hedging reserves

De Groep merkt valutacontracten en renteswaps aan als kasstroomindekkingen van zijn valuta- en renterisico. Veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie (toerekenbaar aan het afgedekte risico), vanaf het begin van de afdekking, worden onmiddellijk in de overige gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten opgenomen als de afdekking effectief wordt geacht (toelichting 20). Op jaareinde werd 0,3 miljoen euro in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten geboekt.

Winsten en verliezen opgenomen in de afdekkingsreserve in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten:

  • − op valutatermijncontracten per 31 december 2023 zullen op verschillende data tussen één en zes maanden in de resultatenrekening worden opgenomen.
  • − op de renteswapcontracten per 31 december 2023, zullen in de resultatenrekening opgenomen worden a rato van de terugbetaling van de bankleningen.

Herwaarderingswinsten en -verliezen op toegezegde pensioenregelingen

De JENSEN-GROUP heeft vier toegezegde pensioenregelingen waarvoor alle actuariële winsten en verliezen rechtstreeks worden opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten. Het gecumuleerde verlies van de vier regelingen bedraagt op 31 december 2023 4,9 miljoen euro.

Dividend

De Raad van Bestuur stelt aan de aandeelhouders voor om een dividend van 0,75 euro per aandeel goed te keuren. Het dividendvoorstel is gebaseerd op het nettoresultaat van de vennootschap aan het einde van het jaar. De dividenduitkering zal 7.212.215 euro bedragen, gebaseerd op het aantal uitstaande aandelen op 31 december 2023. Er wordt geen dividend uitgekeerd voor de eigen aandelen.

In 2022 stelde de Raad van Bestuur een dividend van 0,50 euro per aandeel voor en de aandeelhouders keurden dat voorstel goed. Het dividendvoorstel was gebaseerd op het nettoresultaat van de vennootschap aan het einde van het jaar.

Kapitaalrisicobeheer

De doelstelling van de JENSEN-GROUP bij het kapitaalbeheer is ervoor te zorgen dat de JENSEN-GROUP verder kan functioneren als een 'going concern' om rendement te genereren voor de aandeelhouders en voordelen te bieden aan de andere stakeholders, en om een optimale structuur te behouden die de vermogenskosten minimaliseert.

Toelichting 9: Financiële schuld

De korte- en langetermijnleningen kunnen als volgt worden samengevat:

(in duizenden euro) 31
december
2022
Acq.
van
dochter
maatsc
h.
Opbrengst
en
Terugbetalinge
n
Herclass.
LT naar
KT
CTA 31
december
2023
LT-leningen bij
kredietinstellingen
29.080 0 870 -2.573 -3.046 -241 24.090
Overige LT-leningen 1.274 0 490 0 0 0 1.764
LT-factoring 2.746 0 0 0 -712 0 2.034
Subtotaal 33.100 0 1.360 -2.573 -3.758 -241 27.888
LT-leningen -
Leaseverplichtingen
1.858 2.655
Totaal langetermijnleningen 34.958 30.543
(in duizenden euro) 31
december
2022
Acq.
van
dochter
maatsc
h.
Opbrengst
en
Terugbetalinge
n
Herclass.
LT naar
KT
CTA 31
december
2023
Kortlopend deel van LT
leningen
13.028 0 142 -13.063 3.046 -41 3.112
Kredietinstellingen 5.514 81 4.884 -460 -2 -361 9.656
Ontvangen betalingen
(factoring)
909 0 0 0 781 -16 1.674
Subtotaal 19.451 81 5.026 -13.523 3.825 -418 14.442
Leaseverplichtingen - KT 1.439 1.346
Totaal kortetermijnleningen 20.890 15.788
Totaal leningen 55.848 46.331

De totale leningen daalden van 55,8 miljoen euro op 31 december 2022 tot 46,3 miljoen euro op 31 december 2023 door terugbetalingen.

De Groep heeft handelsvorderingen voor een totaal bedrag van 3,7 miljoen euro gefinancierd via factoring, waarvan 2,0 miljoen euro op lange termijn en 1,7 miljoen euro op korte termijn. Aangezien de controle niet substantieel wordt overgedragen aan de derde partij, leidt de factoringregeling niet tot de verwijdering van een bedrag op de balans.

De nettokaspositie steeg van 11,5 miljoen euro eind december 2022 naar 35,9 miljoen euro eind december 2023. Op 3 april 2023 verhoogde de JENSEN-GROUP NV zijn kapitaal door een inbreng in natura (4,6 miljoen euro) en een inbreng in cash (2,9 miljoen euro). De Groep ontving 26,8 miljoen euro in contanten uit de kapitaalverhoging. Een deel hiervan is geboekt als uitgiftepremie. Om het risico op liquide middelen te verminderen, investeerde de Groep in financiële vaste activa voor een totaal bedrag van 31,1 miljoen euro, (31,9 miljoen euro vorig jaar). Voor meer details verwijzen we naar toelichting 20, Financiële instrumenten. De liquide middelen stegen van 35,4 miljoen euro tot 51,1 miljoen euro. Alles samen zorgde dit voor een toename van de nettokaspositie van 11,5 miljoen euro tot 35,9 miljoen euro.

De volgende tabel geeft de langetermijnleningen weer per vervaldag:

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Tussen 1 en 2 jaar 15.173 5.355
Tussen 2 en 5 jaar 9.306 23.865
> 5 jaar 6.064 5.738
Totaal langetermijnleningen 30.543 34.958

De blootstelling van de Groep met betrekking tot rentewijzigingen op de leningen en met betrekking tot contractuele herzieningen van de intresten op de leningen voor en na het effect van de renteswaps (IRS) is als volgt:

(in duizenden euro) Minder dan 1
jaar
Tussen 1 en
2 jaar
Tussen 2 en
5 jaar
> 5 jaar TOTAAL
Kredietinstellingen 12.768 13.134 6.656 4.300 36.858
Overige 0 0 0 1.764 1.764
Ontvangen betalingen (factoring) 1.674 919 1.115 0 3.708
Leaseverplichtingen 1.346 1.120 1.535 4.001
Totaal 15.788 15.173 9.306 6.064 46.331
Renteswaps afgedekt 0 111 333 1.445 1.890
Totaal niet-afgedekt 15.788 15.062 8.973 4.619 44.441

Het management gaat ervan uit dat de boekwaarde van de leningen aan vaste rente de reële waarde benadert. Voor meer details met betrekking tot de renteswaps verwijzen we naar Toelichting 20, Financiële instrumenten: markt- en overige risico's.

Het bedrag van de leningen van de Groep per munt kan als volgt worden samengevat:

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
EUR 21.570 38.379
DKK 5.702 6.029
CNY 15.058 8.143
Totaal 42.330 52.551
Operationele leaseverplichtingen 4.001 3.297
Totaal leningen 46.331 55.848

Met betrekking tot de leningen van de Groep worden financiële ratio's opgelegd (solvabiliteit, een positieve EBITDA op jaarbasis en een maximale schuld/EBITDA-ratio). Gedurende het jaar was er aanzienlijke ruimte voor alle financiële ratio's en er waren dan ook geen schendingen. Het risico dat we onze schuldenconvenanten de komende twaalf maanden niet nakomen, wordt beschouwd als onwaarschijnlijk.

Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Hypotheken 5.702 6.029
Letter of Intent 14.404 13.727
Totaal 20.106 19.756

De boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 7,6 miljoen euro.

Toelichting 10: Voorziening voor personeelsverplichtingen

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Voorziening voor toegezegde pensioenregelingen 10.394 9.201
Voorziening voor overige personeelsverplichtingen 298 337
Totale voorziening voor personeelsverplichtingen 10.692 9.538

De voorziening voor overige personeelsbeloningen heeft betrekking op een toegezegde bijdrageregeling in Oostenrijk en Duitsland.

Toegezegde pensioenregeling

JENSEN GmbH, JENSEN France, JENSEN Italia en JENSEN AG Burgdorf voorzien in een toegezegde pensioenregeling. Deze vergoedingen zijn gebaseerd op het salaris van de werknemer en het aantal dienstjaren.

  • De verplichtingen van de JENSEN-GROUP met betrekking tot de toegezegde pensioenregelingen worden berekend door onafhankelijke actuarissen, rekening houdend met de verwachte eindsalarissen en gebruikmakend van veronderstellingen zoals disconteringsvoet, sterftecijfer, omzet, salarisevolutie en inflatie.
  • De gewogen gemiddelde duur van de toegezegd-pensioenregeling aan het einde van het jaar 2023 is 13,32 jaar (2022: 13,95).

Per 31 december 2023 bedroeg de totale nettoverplichting 10,4 miljoen euro. De nettoverplichting daalde ten gevolge van veranderingen in de veronderstellingen en door ervaringseffecten. Globaal genomen resulteerde de daling van de verdisconteringsvoet in een verlies van 1,3 miljoen euro. Ervaringsverliezen van 0,1 miljoen euro houden verband met een volledige waardering die werd uitgevoerd in Duitsland, en die voornamelijk de veranderingen weerspiegelt in de bevolking en de huidige loon- en pensioenstijgingen.

Voor de toegezegd-pensioenregelingen bedroeg de nettokost voor 2023 0,5 miljoen euro (2022: 0,4 miljoen euro)

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 170 268
Rentelasten 442 143
Rentebaten op fondsbeleggingen -133 -24
Administratieve uitgaven en belastingen 18 18
Pensioenlasten 497 405

De wijziging in de nettoverplichting gedurende de jaren 2023 en 2022 wordt in onderstaande tabel weergegeven:

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen (actief) aan het
begin van het jaar
9.201 14.090
Kosten voor toegezegd-pensioenregelingen opgenomen in resultatenrekening 497 405
Werkgeversbijdrage of uitkeringen betaald door werkgever -779 -771
Totaal waardeaanpassingen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten 1.373 - 4,622
Effect van wisselkoerswijzigingen 102 99
Nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen (actief) aan het
einde van het jaar
10.394 9.201

De hoogte van de bijdragen is gebaseerd op de momenteel geldende pensioenregeling in combinatie met de pensioenfondsreglementen van de stichting. De helft van de spaarbijdragen wordt gefinancierd door de werkgever en de helft door de werknemer. De risicobijdragen worden betaald door de werknemer tegen een tarief van 1% vanaf de leeftijd van 18 tot 24 jaar en 1,5% vanaf de leeftijd van 25 jaar. De bijdrage van de werkgever komt overeen met het verschil tussen het totaal van alle bijdragen en de som van de bijdragen van alle werknemers. In geval van onderfinanciering moeten herstelmaatregelen worden genomen, waarbij een mogelijke maatregel extra herstelbijdragen is.

De wijzigingen in de toegezegd-pensioenregelingen en in fondsbeleggingen zijn samengevat als volgt:

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Toegezegde pensioenverplichting aan het einde van vorig jaar 15.482 20.675
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 170 268
Rentelasten 442 143
Betaalde uitkeringen -84 -1.524
Bijdrage van de deelnemers 238 191
Effect van wijzigingen in demografische hypotheses 0 2
Effect van wijzigingen in financiële hypotheses 1.285 -4.854
Effect van ervaringsaanpassingen 81 170
Effect van wisselkoerswijzigingen 551 410
Toegezegde pensioenverplichting aan het einde van het jaar 18.165 15.481

JENSEN-GROUP is aangesloten bij een collectieve stichting die verantwoordelijk is voor het vermogensbeheer en de afstemming van activa en passiva. De plandelen worden belegd in overeenstemming met de momenteel geldende beleggingsvoorschriften van deze stichting. De beleggingsstrategie en de structuur van de verplichtingen worden regelmatig op elkaar afgestemd.

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Reële waarde van fondsbeleggingen aan einde van vorig jaar 6.281 6.585
Bijdragen 1.016 962
Rendement op fondsbeleggingen -7 -60
Rentebaten op fondsbeleggingen 133 24
Betaalde uitkeringen -84 -1.524
Administratieve uitgaven -18 -18
Effect van wisselkoerswijzigingen 450 311
Reële waarde van fondsbeleggingen aan einde van het jaar 7.771 6.280
(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Toegezegd-pensioenverplichtingen 18.165 15.481
Reële waarde van fondsbeleggingen 7.771 6.280
Netto toegezegd-pensioenverplichting (actief) 10.394 9.201

De volgende tabel geeft de voornaamste veronderstellingen weer die gebruikt worden bij de berekening van de voorzieningen:

Disconteringsvoet Prijsinflatie Verwachte loonstijging
2023 2022 2023 2022 2023 2022
Zwitserland 1,35% 2,10% 1,25% 1,25% 1,75% 1,75%
Frankrijk 3,30% 3,75% n.v.t. n.v.t. 3,00% 3,00%
Duitsland 3,30% 3,67% 2,25% 2,25% 3,00% 3,00%
Italië 3,25% 3,70% 2,23% 2,66% n.v.t. n.v.t.

De verdisconteringsvoeten zijn in de loop van 2023 gedaald vanwege de dalende rendementen op internationale obligaties. Deze trend wordt waargenomen voor zowel de eurozone als Zwitserland. Wat de inflatie in de eurozone betreft, hebben we rekening gehouden met een prijsinflatie van 2,25% voor Duitsland en 2,23% voor Italië (respectievelijk 2,25% en 2,66% vorig jaar), door de inflatiecurve toe te passen op de kasstromen voor deze regelingen. In Frankrijk heeft de inflatie geen invloed op de uitkering. De verwachte loonstijgingspercentages zijn sinds vorig jaar niet gewijzigd.

Via zijn toegezegd-pensioenverplichtingen is de Groep blootgesteld aan verschillende risico's, waarvan de belangrijkste de volgende zijn:

  • Volatiliteit van de activa: Van andere beleggingsinstrumenten dan obligaties wordt verwacht dat ze op lange termijn beter presteren dan (bedrijfs)obligaties, maar op korte termijn volatiliteit en risico creëren. De toewijzing van de fondsbeleggingen wordt opgevolgd om ervoor te zorgen dat deze passend is met betrekking tot de looptijd van het plan.
  • Wijzigingen in obligatierendementen: De verplichtingen worden berekend aan de hand van een verdisconteringsfactor waarvoor als referentie het rendement op bedrijfsobligaties wordt genomen. De discontovoet voor de verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding wordt bepaald aan de hand van het marktrendement op bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit aan het einde van de verslagperiode, dit in overeenstemming met IAS 19.83. Een daling van de rendementen op bedrijfsobligaties zal de verplichtingen van de regelingen doen toenemen. Voor regelingen met kapitaaldekking zal dit gedeeltelijk gecompenseerd worden door een stijging van de reële waarde van de activa van de regeling.

De sensitiviteit van de toegezegd-pensioenverplichtingen voor wijzigingen in de veronderstellingen is:

(in duizenden euro) Wijziging in
veronderstelling
Disconteringsvoet -25bp 631
+25bp -595
Gewogen gemiddelde duur (in
jaren)
-25bp 14
+25bp 13

Deze sensitiviteitsanalyse is gebaseerd op een wijziging in één parameter in de veronderstelling dat alle andere veronderstellingen gelijk blijven. In de praktijk is het onwaarschijnlijk dat dit gebeurt en zijn wijzigingen in de veronderstellingen wellicht met elkaar gecorreleerd.

Het percentage fondsbeleggingen volgens asset-allocatie is als volgt op 31 december 2023 (2022):

  • Gewone aandelen 3,92% (4,83%)
  • Obligaties en andere schuldinstrumenten: 49,74% (52,36%)
  • Onroerend goed: 23,72% (22,75%)
  • Derivaten: 10,32%
  • Cash: 0,60%
  • Overige: 11,70% (20,06%)

De te verwachten bijdragen aan het plan en als directe betalingen tijdens het jaar dat begint na deze rapporteringsperiode worden geschat op 0,7 miljoen euro.

De JENSEN-GROUP biedt één pensioenplan aan in België dat wettelijk gestructureerd is als een toegezegde bijdrageregeling. In het boekjaar 2023 bedroegen de kosten van dit plan voor de JENSEN-GROUP NV 0,1 miljoen euro (2022: 0,07 miljoen euro).

Volgens de Belgische wet op de aanvullende pensioenen, de zogenaamde Wet Vandenbroucke, moeten alle Belgische toegezegde bijdrageregelingen volgens IFRS beschouwd worden als toegezegd-pensioenregelingen. De Wet Vandenbroucke voorziet in de context van toegezegde bijdrageregelingen dat de werkgever een jaarlijks minimumrendement van 1,75% op de bijdragen vanaf 2016 dient te garanderen, en een minimumrendement van 3,75% op de bijdragen van voor 2016.

Ten gevolge van dit minimumrendement voor toegezegde bijdrageregelingen in België wordt de werkgever blootgesteld aan een financieel risico. Het is immers wettelijk verplicht om de bijdragen te blijven betalen als het fonds over onvoldoende middelen beschikt om alle uitkeringen uit te betalen met betrekking tot de diensttijd in de huidige en voorgaande periodes. Deze regelingen moeten daarom worden geclassificeerd en geboekt als toegezegd-pensioenregelingen onder IAS 19.

In het verleden boekte het bedrijf deze regelingen niet als toegezegd-pensioenregelingen omdat hogere disconteringsvoeten van toepassing waren en het rendement dat verzekeringsmaatschappijen voorzagen op fondsbeleggingen volstond om het minimumrendement te garanderen. Ten gevolge van de continu lage

rentevoeten op de Europese financiële markten worden werkgevers in België daadwerkelijk blootgesteld aan een hoger risico met betrekking tot pensioenplannen met een gegarandeerd minimumrendement dan in het verleden, zodat ze de mogelijke gevolgen van een boeking als toegezegd-pensioenregelingen van deze plannen moeten evalueren.

Wij vroegen aan een externe partij om een schatting te maken van de mogelijke bijkomende verplichtingen en zij oordeelden dat er geen mogelijke bijkomende verplichtingen waren per 31 december 2023.

Toelichting 11: Voorzieningen voor overige risico's en kosten

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Voorzieningen voor garanties 8.377 7.786
Voorzieningen voor terugnameverplichtingen 256 873
Overige voorzieningen 1.338 1.060
Voorzieningen voor overige risico's en kosten 9.971 9.719

Wijzigingen in voorzieningen kunnen als volgt worden samengevat:

(in duizenden euro) 31
december
2022
Toevoegingen Gebruik Terugboekingen
of terugnames
Omrekenings
verschillen
31
december
2023
Voorzieningen voor garanties 7.786 4.237 -3.055 -496 -94 8.377
Voorzieningen voor terugnameverplichtingen 873 70 0 -687 0 856
Overige voorzieningen 1.060 593 -134 -781 0 1.338
Totaal voorzieningen 9.719 4.900 -3.189 -1.364 -94 9.971

Garantieverplichtingen: Op basis van de verkopen tijdens het jaar wordt een voorziening voor

garantieverplichtingen aangelegd. De voorziening wordt berekend op basis van de huidige verkoopcijfers van het jaar en de beschikbare informatie over de producten die terugkeren tijdens de standaardgarantie (gemiddeld tussen 18 en 24 maanden). De voorziening voor garantieverplichtingen aan het einde van 2023 komt proportioneel overeen met de toename van onze operationele activiteiten gedurende het jaar. Het is opmerkelijk dat de voorziening voor garantieverplichtingen als percentage van de opbrengsten van de Groep ondanks de uitbreiding van de activiteiten constant is gebleven op 2%. Deze stabiliteit onderstreept het streven van de Groep naar kwaliteit en uitmuntende klantenservice, zelfs te midden van een aanzienlijke operationele groei.

Terugnameverplichtingen: Een voorziening voor terugnameverplichtingen wordt opgenomen wanneer de JENSEN-GROUP apparatuur verkoopt waarvoor de klant een leasingovereenkomst aangaat met een leasingmaatschappij en deze partij een terugnameclausule vraagt. Indien de klant in gebreke blijft, kan de leasingmaatschappij de JENSEN-GROUP vragen om de machine terug te nemen. Dit verhoogt het risico dat de Groep machines moet terugnemen tijdens de duur van de financiering. De waarde van de machines zou al lager kunnen zijn dan de resterende financiële verplichting, en daarom is er een voorziening getroffen.

Overige voorzieningen: betreffen voornamelijk voorzieningen voor juridische geschillen die op basis van een voorzichtige beoordeling redelijkerwijs te verantwoorden zijn. De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering. Op basis van juridisch advies, verwacht het management dat deze geschillen geen significante invloed zullen hebben op de winstgevendheid van de Groep.

Toelichting 12: Handels- en overige schulden

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Handelsschulden 28.450 22.261
Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten 16.380 11.964
Overige schulden 3.179 2.918
Overlopende rekeningen 8.645 9.466
Afgeleide financiële instrumenten 67 34
Totale handels- en overige schulden 56.721 46.643

De handelsschulden komen gemiddeld overeen met de laatste maand van uitstaande aankopen en volgen de escalatie van de operationele activiteiten in de loop van het jaar. De groei van het personeelsbestand van 1.555 naar 1.830 op het einde van het jaar, in combinatie met de inflatie en de economische omstandigheden in verschillende landen, heeft een stijging van de personeelsvergoedingen noodzakelijk gemaakt, waardoor de uitstaande schulden per 31 december 2023 zijn gestegen.

De overige schulden betreffen gemaakte uitgaven waarvoor nog geen facturen werden ontvangen.

De toe te rekenen kosten hebben voornamelijk betrekking op de gemaakte kosten voor bouwcontracten die worden toegewezen aan het relevante boekjaar. Bovendien zijn ook niet-operationele kosten die in het jaar 2023 moeten worden geboekt, in deze overlopende post opgenomen. De over te dragen opbrengsten bedragen 1,4 miljoen euro (1,2 miljoen euro in 2022).

De bovenstaande factoren dragen samen bij tot de toename van de uitstaande schulden aan het einde van het jaar (+ 10,1 miljoen euro), wat de aanpassing van de Groep weerspiegelt aan zowel interne groei als externe economische schommelingen.

Toelichting 13: Operationele kosten

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Verschil
%
Uitgaven voor grondstoffen -188.928 -175.488 8%
Diensten en diverse goederen -45.772 -39.151 17%
Personeelskosten -118.486 -99.881 19%
Afschrijvingen en waardeverminderingen -7.633 -7.155 7%
Totale kosten -360.819 -321.675 12%

De grondstofkosten, die gedetailleerd worden weergegeven in de verschillende hieronder vermelde

subcomponenten, zijn met 8% gestegen ten opzichte van vorig jaar. Deze stijging is zowel toe te schrijven aan de uitbreiding van de operationele activiteiten als aan de schommelingen in de marktprijzen door de inflatie.

  • Grond- en hulpstoffen
  • Handelsgoederen
  • Verpakking
  • Vracht
  • Reserveonderdelen & diensten
  • Onderaanneming

De intensiteit van de groei in onze operationele activiteiten, inclusief orders en opbrengsten, is bijzonder hoog. Onze uitgaven aan grondstoffen worden echter beperkt door de capaciteit van onze productie- en engineeringcentra (PEC's). Als reactie op deze beperking en om effectief aan de marktvraag te kunnen voldoen, worden er extra investeringen gedaan.

Diensten en overige goederen bedragen 46 miljoen euro en hun evolutie (+ 6,6 miljoen euro) ligt in lijn met de groei van de Groep.

De uitbreiding van ons personeelsbestand van 1.555 naar 1.830 op het einde van het jaar, in combinatie met de inflatie en de wisselende economische omstandigheden in verschillende landen, heeft geleid tot een stijging van de personeelsvergoedingen en -beloningen met 19% ten opzichte van 31 december 2022.

De afschrijvingen en waardeverminderingen zijn samengevat in de onderstaande tabel:

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Verschil
Afschrijvingen en waardeverminderingen 5.995 6.406 -411
Waardeverminderingen op handelsvorderingen 1.210 327 883
Waardeverminderingen op voorraden 309 397 -88
Wijziging in voorzieningen 119 26 94
Afschrijvingen en waardeverminderingen 7.633 7.155 478

De afschrijvingen en waardeverminderingen worden gedetailleerd per activa klasse in Toelichting 4 en 5. De wijziging in voorzieningen wordt samengevat in Toelichting 11, en vertegenwoordigt voornamelijk de beweging van de voorziening voor garantieverplichting.

Toelichting 14: Overig operationeel resultaat

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Verschil
Overige opbrengsten 1.797 2.481 -684
Overige kosten -356 -34 -322
Totaal 1.441 2.447 -1.006

In 2023 namen de commissies op bepaalde producten met 0,5 miljoen euro toe en eenmalige verzekeringsbaten van 0,3 miljoen euro illustreren de evolutie. In 2022 bestond het overig operationeel resultaat voornamelijk uit verschillende positieve resultaten, waaronder een voordeel van 0,6 miljoen euro in verband met de sluiting van bepaalde activiteiten, de terugname van voorzieningen in verband met een specifieke claim, de ontvangst van verkoopcommissies en bescheiden bedragen aan overheidssteun in verband met covid-19.

Toelichting 15: Financiële opbrengsten en financiële kosten

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Verschil
Financiële opbrengsten 3.697 3.445 252
Rentebaten 1.994 891 1.103
Overige financiële opbrengsten 121 50 72
Wisselkoerswinsten 1.582 2.505 -923
Financiële kost -4.655 -5.310 655
Rentelasten -1.653 -1.983 330
Overige financiële kosten -954 -785 -168
Wisselkoersverliezen -2.048 -2.541 493
Totaal netto financiële kosten -958 -1.865 906

De rentebaten zijn voornamelijk afkomstig van opbrengsten uit financiële activa en uit liquide middelen. De rentebaten stijgen met 1,1 miljoen euro.

De Groep belegt in twee soorten obligaties, geclassificeerd als financiële activa (zie Toelichting 20):

  • aangehouden binnen een bedrijfsmodel met als doel de contractuele kasstroom en de kasstromen te innen (betalingen van hoofdsom en interesten).
  • en obligaties die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden.

In tegenstelling hiermee daalt de kost van de financiële schuld met 0,3 miljoen euro als gevolg van de terugbetalingen gedurende 2023 (zie Toelichting 9). De totale terugbetaling van KT-leningen bij kredietinstellingen van 13 miljoen euro (2,5 miljoen in 2022) is de belangrijkste drijfveer van de gedaalde rentelasten.

De herwaardering van de posities op de balans en van de hedgingcontracten aan slotkoers leidt tot een wisselkoerswinst of -verlies. De classificatie van deze wisselkoersresultaten als operationeel of financieel resultaat is afhankelijk van de specifieke aard van het wisselkoerseffect.

Toelichting 16: Belastingen

De belastingen kunnen als volgt worden samengevat:

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Verschil
Belastingen -12.147 -4.547 -7.600
Uitgestelde belastingen 1.653 -421 2.074
Totale belastingen -10.494 -4.968 -5.526

De totale belastingen stijgen met 5,5 miljoen euro, en zijn te wijten aan een verbeterd resultaat voor belastingen en een stijging van het effectieve belastingtarief van de Groep met 2,2%. De beweging van de balansposities van uitgestelde belastingen met een impact van 2,1 miljoen euro op de resultatenrekening wordt verder uitgesplitst naar hun aard in Toelichting 5.

Het verband tussen belastinglasten en boekhoudkundige winst per 31 december 2023 en 31 december 2022 wordt in onderstaande reconciliatietabel samengevat:

Reconciliatie van effectief belastingtarief:

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Boekhoudkundige winst vóór belastingen 41.926 21.532
Resultaat van participaties opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode
2.141 986
Belastingbasis 39.785 20.546
Theoretisch belastingtarief 23,84% 23,90%
Winstbelasting berekend aan het gewogen gemiddelde
van de theoretische belastingtarieven voor de
verschillende entiteiten.
9.484 4.911
Verworpen uitgaven 233 11
Belastingaanpassingen vorig jaar -50 -234
Fiscale verliezen waarvoor geen DTA (uitgestelde
belastingvordering) is opgenomen
176 280
Tijdelijke verschillen 651 0
Subtotaal 879 57
Werkelijke belastingen 10.494 4.968
Effectief belastingtarief 26,38% 24,18%

Het effectieve belastingtarief van 26,38% is iets hoger dan het theoretische belastingtarief van 23,84% van de verschillende entiteiten, en is voornamelijk te wijten aan verworpen uitgaven en een toename van tijdsverschillen tussen de lokale en de groepsboekhouding.

In 2023 vond er één belastingaudit plaats. De Groep heeft de nodige voorzieningen aangelegd op basis van de beste schatting van de verwachte uitkomst van deze controle.

Toelichting 17: Winst per aandeel

De gewone winst per aandeel wordt berekend door het aandeel van de Groep in de winst van het jaar, d.i. 31 miljoen euro (16,3 miljoen euro in 2022) te delen door het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen gedurende de jaren eindigend op 31 december 2023 en 2022.

31 december
2023
31 december
2022
Verschil %
Gewone winst per aandeel (in euro) 3,39 2,10 62%
Gewogen gem. aantal uitstaande aandelen 9.150.330 7.786.615 -

De winst per aandeel (EPS) steeg met 1,29 euro per aandeel, een forse stijging met 62%. Als deze cijfers vóór de kapitaalverhoging waren berekend, zou de winst per aandeel zijn uitgekomen op 3,99 euro per aandeel, wat neerkomt op een stijging met 90%. Deze aanzienlijke stijging van de winst per aandeel, zowel voor als na de kapitaalverhoging, benadrukt de sterke financiële prestaties van de Groep en de positieve impact van zijn strategische beslissingen.

Toelichting 18: Kasstroomoverzicht

In het kasstroomoverzicht zijn liquide middelen en opgenomen kredietlijnen als volgt samengesteld:

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Verschil
Geldbeleggingen en liquide middelen 51.112 35.427 15.685
Kredietlijn -9.656 -5.514 -4.142
Nettokas en liquide middelen 41.456 29.913 11.543
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN 21.621 -18.112
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN -12.756 -3.871
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN 2.826 -11.481
Netto toename / (afname) van liquide middelen 11.691 -33.462
Wisselkoerswinst /(verlies) op liquide middelen en opgenomen
kredietlijnen
-147 2.694

De operationele activiteiten zijn in 2023 gunstig beïnvloed door het verbeterde resultaat van het jaar, hoewel dit positieve effect gedeeltelijk werd geneutraliseerd door de toename van het werkkapitaal. Dit is voornamelijk te wijten aan de toename van de handelsvorderingen op lange en korte termijn. Klanten vroegen immers langere betalingstermijnen om hun projecten te financieren. De Groep heeft dit effect gedeeltelijk opgevangen door de handels- en overige schulden te verhogen met 9,8 miljoen euro. Bovendien werd de stijging van de contractactiva met 11,2 miljoen euro (voor saldering) grotendeels gecompenseerd door een stijging van de contractverplichtingen met 10,1 miljoen euro.

De overname van Ole Almeborg A/S, een Deens bedrijf dat bekend is voor de productie van intern transportmateriaal voor industriële toepassingen, betekent een strategische uitbreiding van de productiecapaciteit van de Groep op het Deense eiland Bornholm. Deze overname heeft een aanzienlijk effect gehad op de investeringsactiviteiten van de Groep, en droeg 6,1 miljoen euro (na aftrek van hun liquide middelen) bij aan de reguliere investeringen in materiële vaste activa (zie Toelichting 3). Deze investering vergroot niet alleen de productiefaciliteiten van de JENSEN-GROUP, maar sluit ook aan bij zijn strategische doelen van capaciteitsuitbreiding en diversificatie van zijn productaanbod.

De kapitaalverhoging maakt deel uit van de financiering van de joint venture met Miura, en werd uitgevoerd door middel van een contante betaling van 26,8 miljoen euro. Zoals gedetailleerd in het prospectus van de Groep, betrof de voornaamste aanwending van deze fondsen de terugbetaling van een banklening van 10 miljoen euro op de vervaldag. Daarnaast werd een deel van dit kapitaal – namelijk 3,9 miljoen euro – toegewezen aan de uitkering van dividenden aan aandeelhouders, op basis van de financiële resultaten die in 2022 werden behaald. Als gevolg hiervan heeft de netto kasstroom uit financieringsactiviteiten positief bijgedragen aan het saldo van liquide middelen voor een bedrag van 4,1 miljoen euro op 31 december 2023.

Toelichting 19: Zakelijke zekerheden

De JENSEN-GROUP ging de volgende verbintenissen aan:

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Verschil
Letters of Intent 14.404 13.727 677
Bankgaranties 9.344 16.597 -7.253
Hypotheken 5.702 6.029 -327
Terugkoopverplichtingen 2.560 8.730 -6.170

Het management verwacht niet dat deze verbintenissen een grote impact zullen hebben op de financiële positie of de rentabiliteit van de Groep.

Toelichting 20: Financiële instrumenten - Markt- en overige risico's

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de financiële instrumenten van de Groep. De boekwaarden worden verondersteld dicht bij de reële waarde te liggen.

(in duizenden euro) 31 december 2023 31 december 2022
Boekwaarde Bedrag
reële
waarde
Boekwaarde Bedrag reële
waarde
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
Financiële vaste activa aan kostprijs 5.139 4.609 5.425 4.695
Financiële activa aan reële waarde via overig resultaat 25.953 25.953 26.520 26.520
Overige LT-vorderingen 1.929 1.791 2.371 2.169
Handelsvorderingen 103.721 103.721 77.831 77.831
Afgeleide financiële instrumenten - Valutacontracten 346 346 499 499
Afgeleide financiële instrumenten - Renteswaps 307 307 0 0
Geldbeleggingen en liquide middelen 51.112 51.112 35.427 35.427
Totaal 188.506 187.838 148.073 147.140
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
Financiële schulden 38.622 38.052 48.897 47.926
Financiële schulden - factoring 3.708 3.708 3.655 3.655
Handelsschulden 28.450 28.450 22.261 22.261
Afgeleide financiële instrumenten - Valutacontracten 67 67 452 452
Afgeleide financiële instrumenten - Renteswaps 0 0 -418 -418
Totaal 70.847 70.277 74.847 73.876

Financiële activa

Om het risico te beperken dat gepaard gaat met het aanhouden van contanten, heeft de Groep er strategisch voor gekozen om een deel van de kasreserves toe te wijzen aan financiële activa, meer specifiek aan beleggingen in obligaties. Deze beleggingen worden geclassificeerd als financiële activa aan kostprijs. Deze classificatie is gebaseerd op het feit dat de activa worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat gericht is op het innen van contractuele kasstromen en dat de contractuele voorwaarden van deze activa kasstromen genereren die uitsluitend bestaan uit betalingen van hoofdsom en interesten. Deze benadering zorgt niet alleen voor diversificatie van de beleggingsportefeuille van de Groep, maar sluit ook aan bij zijn risicobeheersingsstrategie. Daarnaast is een deel van de kasreserves van de Groep belegd in obligaties die geclassificeerd zijn als financiële activa aan reële waarde via overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Deze specifieke obligaties in DKK zijn uitgegeven door Nykredit Realkredit AS en Realkredit Denmark en hebben vervaldagen in respectievelijk 2024, 2025, 2026 en 2033. Ze worden verwacht stabiele coupons te genereren over de periode en worden niet aangehouden om te worden verhandeld. In plaats daarvan heeft de Groep bij de initiële opname een onherroepelijke keuze gemaakt om deze obligaties op deze manier te categoriseren. Deze beslissing is gebaseerd op de beoordeling van de Groep dat een dergelijke classificatie beter aansluit bij zijn beleggingsstrategie en een meer relevante weergave geeft van de waarde van de financiële activa en de financiële positie van de Groep.

Overige vlottende en vaste activa

Handelsvorderingen worden door de Groep geëvalueerd, waarbij verschillende parameters in overweging worden genomen zoals rentevoeten, specifieke risicofactoren van landen, individuele kredietwaardigheid van de klant en de risicokenmerken van het gefinancierde project. Deze uitgebreide beoordeling vormt de basis voor het aanleggen van voorzieningen voor de verwachte verliezen op deze vorderingen. De Groep is van mening dat de boekwaarde van deze vorderingen per 31 december 2023, na verwerking van de voorzieningen, nauw aansluit bij hun berekende reële waarde.

Afgeleide financiële instrumenten

De Groep gaat afgeleide financiële transacties aan met financiële instellingen, waarbij derivaten worden gewaardeerd met behulp van waarderingstechnieken die gebruikmaken van marktconforme inputs. Deze derivaten bestaan voornamelijk uit renteswaps en valutatermijncontracten. De meest toegepaste waarderingstechnieken zijn forward pricing en swapmodellen, die gebaseerd zijn op actuele waardeberekeningen. Deze modellen maken gebruik van een reeks inputs, waaronder contante wisselkoers, termijnkoersen en rentecurves.

Afgeleide financiële instrumenten in de portefeuille van de Groep worden gewaardeerd door een onafhankelijke financiële instelling op basis van de huidige rentevoeten en wisselkoersen op de liquide markten. Deze financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde, en worden geclassificeerd in niveau 2. Deze classificatie geeft aan dat de gebruikte waarderingstechnieken gebruikmaken van andere inputs dan genoteerde prijzen die direct of indirect waarneembaar zijn voor de activa of verplichtingen.

Methoden en veronderstellingen om de reële waarden te schatten die afwijken van de boekwaarde:

  • De financiële activa aan geamortiseerde kostprijs: de reële waarde is gebaseerd op de waardering door een onafhankelijke financiële instelling, die gebruikmaakt van de huidge rentevoeten en wisselkoersen op de liquide markten. Deze financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde, en worden geclassificeerd in niveau 2.
  • Vorderingen op lange termijn binnen de Groep hebben voornamelijk betrekking op de financiering die aan klanten wordt verstrekt. De reële waarde van deze vorderingen op lange termijn wordt bepaald door de toekomstige kasstromen te disconteren naar hun huidige waarde met behulp van de effectieve rentevoeten die momenteel van toepassing zijn voor vorderingen met vergelijkbare voorwaarden, kredietrisico en resterende looptijden.
  • Handelsvorderingen, liquide middelen en handelsschulden benaderen hun boekwaarde als gevolg van de korte looptijden van deze instrumenten.
  • De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald door de toekomstige kasstromen te disconteren naar hun huidige waarde met behulp van de effectieve rentevoeten die momenteel van toepassing zijn voor schulden met vergelijkbare voorwaarden, kredietrisico en resterende looptijden.

Bij de normale bedrijfsvoering is de JENSEN-GROUP blootgesteld aan valuta-, kredietrisico's en risico's van rentevoeten. De Groep analyseert elk van deze risico's afzonderlijk, en bepaalt strategieën om de economische impact op de resultaten van de JENSEN-GROUP te beheersen.

Reconciliatie van activa en passiva

(in duizenden euro) 31 december
2023
31 december
2022
Vaste activa 307 418
Vlottende activa 346 499
Verplichtingen op lange termijn 0 0
Verplichtingen op korte termijn - 67 -34
Totaal 586 883
Valutatermijncontracten: reële waarde 279 465
Renteswaps: reële waarde 307 418
Totaal 586 883

Valutarisico's

JENSEN-GROUP is blootgesteld aan valutarisico's op leningen, investeringen, alsook actuele en verwachte verkopen en aankopen, wanneer deze financiële transacties uitgedrukt zijn in een andere munt dan de functionele munt van de betrokken dochteronderneming. De belangrijkste valuta's die een risico vormen zijn de US dollar, Zwitserse frank, Zweedse kroon, Deense kroon, Britse Pond, Chinese yuan, Australische dollar en Nieuw-Zeelandse dollar. Deze blootstelling weerspiegelt het wereldwijde karakter van de activiteiten en de verschillende valutaomgevingen waarin de Groep actief is.

De belangrijkste afgeleide financiële instrumenten die de Groep gebruikt om valutarisico's te beheersen zijn valutatermijncontracten. In overeenstemming met het beleid van de Groep worden deze afgeleide instrumenten niet aangehouden voor speculatieve doeleinden of trading.

De JENSEN-GROUP hanteert een duidelijk omschreven beleid dat o.a. volgende bepalingen omvat:

  • Het implementeren van indekkingen op alle bestaande orders in vreemde valuta's op voortschrijdende basis van 12 maanden, om een consistent en proactief beheer van het valutarisico te garanderen.
  • Afwijkingen van dit beleid moeten vooraf worden goedgekeurd door het Audit- en Risicocomité, zodat het Risk Management Framework van het bedrijf wordt nageleefd.

Bijgevolg worden deze indekkingen dus geclassificeerd als kasstroomindekkingen. Ze worden systematisch gecontracteerd als onderdeel van onze standaard operationele procedures, onafhankelijk van enige anticiperende visie op wisselkoersschommelingen. Het hoofddoel van deze aanpak is om de winstmarge veilig te stellen op het moment dat een projectcontract wordt getekend met een klant.

Alle valutacontracten binnen de JENSEN-GROUP worden gecentraliseerd en beheerd door de treasury-afdeling van de Groep.

De contracten worden enkel aangegaan op basis van de input van de verschillende dochterondernemingen. Deze gecentraliseerde aanpak zorgt voor een coherent en gestroomlijnd beheer van de valutarisico's binnen de Groep en vergemakkelijkt een effectief toezicht op en hefboomwerking van de collectieve valutarisico's van de Groep.

Het valutarisico als gevolg van omrekening van de financiële staten van niet-euro vennootschappen, wordt niet ingedekt (Toelichting 8).

De volgende tabel geeft inzicht in de nettoposities van de Groep in vreemde valuta's per 31 december 2023 en 31 december 2022, die zowel gerelateerd zijn aan bestaande orders als aan verwachte transacties. Een negatieve blootstelling duidt op de intentie van het bedrijf om vreemde valuta's te verkopen in ruil voor euro's, terwijl een positieve positie een plan aangeeft om vreemde valuta's te kopen en tegelijk euro's te verkopen. Deze open posities zijn een rechtstreeks gevolg van het uitgebreide risicobeheersingsbeleid van de JENSEN-GROUP.

De productie binnen de JENSEN-GROUP gebeurt wereldwijd op verschillende locaties, waarbij elke locatie in haar eigen munt werkt om zo te kunnen inspelen op de regionale economische omgeving:

  • De Europese vestigingen werken met de euro, Deense kroon en Zweedse kroon als transactievaluta.
  • In de VS worden de productieactiviteiten uitgevoerd in USD, wat de lokale munteenheid weerspiegelt.
  • In China is de operationele munteenheid voor productieactiviteiten de CNY.

Deze geografische en financiële diversificatie weerspiegelt de wereldwijde voetafdruk van de productiecapaciteit van de JENSEN-GROUP en zijn strategische aanpak om te navigeren doorheen de complexiteit van de internationale valutamarkten.

2023

(in duizenden euro) Totale blootstelling Totaal derivaten Open positie
EUR/USD -7.059 9.936 2.877
EUR/GBP -3.354 3.000 -354
EUR/AUD -652 1.324 672
EUR/SEK 3.221 -1.500 1.721
EUR/NZD -69 350 281
EUR/NOK -1.601 901 -700

2022

(in duizenden euro) Totale blootstelling Totaal derivaten Open positie
EUR/USD 0 2.500 2.500
EUR/GBP -1.103 1.508 405
EUR/AUD -8.965 9.145 180
EUR/SEK 3.404 -2.004 1.400
EUR/NZD -1.424 1.248 -176

Gevoeligheidsanalyse voor 2023

(in duizenden
euro)
Valutawijziging Impact op
nettowinst1
Impact op eigen
vermogen
USD -4,69% -819 -1.762
4,69% 896 3.222
GBP -3,14% -121 -134
3,14% 91 142
AUD -8,41% -639 -385
8,41% 1,001 461
NZD -7,98% -101 -27
7,98% 146 31
CNY -8,62% 780 -659
8,62% -1,001 649
SEK -5,99% 631 118
5,99% -545 -53
CHF -5,51% 6 -250
5,51% -7 407
DKK -0,30% 123 -259
0,30% -166 305
NOK -10,09% -366 -53
10,09% 769 67
SGD -3,44% -97
3,44% 99
JPY -15,16% -3.011
15,16% 3.966
BRL -6,36% -10
6,36% 11
AED -4,65% -10
4,65% 11
TRY -57,07% -2.484
57,07% 4.295

1 : De raming is gebaseerd op de standaard afwijking van de dagelijkse volatiliteit van de wisselkoersen gedurende de laatste 360 dagen per 31 december 2023, en gebruikmakend van een betrouwbaarheidsmarge van 95%.

Deze berekeningen zijn een puur theoretische oefening en houden geen rekening met de potentiële winst of verlies in verkoop als gevolg van de relatieve verzwakking of versterking van valuta's. Deze benadering richt zich enkel op het wiskundige aspect van wisselkoersschommelingen zonder rekening te houden met de praktische impact op de verkoopprestaties en de marktdynamiek.

Per 31 december 2023 had de Groep een portefeuille van valutacontracten. Het is opmerkelijk dat de saldi die binnen de komende 12 maanden vervallen gelijk zijn aan hun boekwaarde, aangezien de impact van discontering van deze saldi als onbelangrijk wordt beschouwd. Dit wijst op een nauwe afstemming tussen de nominale en geboekte waarden van deze contracten, wat een weerspiegeling is van het efficiënte beheer door de Groep van zijn valutarisico op de korte termijn.

2023

Munt Verkoop Gemiddelde
wisselkoers
Vervaldatum Reële waarde
in duizenden euro
EUR/GBP 2.604.181 0,87 4-2-2024 7
EUR/AUD 2.214.133 1,67 19-4-2024 -31
EUR/USD 10.763.272 1,08 10-4-2024 252
DKK/SEK 11.247.823 1,43 30-12-2024 16
EUR/NZD 640.606 1,83 20-6-2024 -14
EUR/NOK 10.349.000 11,49 10-1-2024 -22
Munt Koop Gemiddelde
wisselkoers
Vervaldatum Reële waarde
in duizenden euro
EUR/SEK 17.466.336 11,64 19-1-2024 70

2022

Munt Verkoop Gemiddelde
wisselkoers
Vervaldatum Reële waarde
in duizenden euro
EUR/GBP 1.316.869 0,87 3-2-2023 19
EUR/AUD 14.194.800 1,55 12-5-2023 276
EUR/USD 2.500.055 1,00 20-1-2023 164
DKK/SEK 11.247.823 1,43 30-12-2024 43
EUR/NZD 2.108.544 1,69 23-2-2023 -6
Munt Koop Gemiddelde
wisselkoers
Vervaldatum Reële waarde
in duizenden euro
EUR/SEK 21.935.601 10,94 2-2-2023 -28

In overeenstemming met vorig jaar zijn alle valutacontracten die door de Groep worden aangehouden vanaf eind 2023 toegewezen, en dienen ze effectief als kasstroomafdekkingen. De variaties in hun reële waarde in de loop van 2023, die in totaal 0,1 miljoen euro na belastingen bedragen (0,2 miljoen in 2022), zijn overgedragen in het eigen vermogen.

Het is belangrijk om op te merken dat er geen ineffectiviteit van deze afdekkingen is opgenomen, wat duidt op een nauwkeurige afstemming tussen de gebruikte afdekkingsstrategieën en de beoogde financiële resultaten.

Renterisico

De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten als strategische maatregel om het risico op ongunstige schommelingen in rentepercentages te beperken. De Groep voert een strikt beleid om afgeleide instrumenten niet te gebruiken voor speculatieve of tradingdoeleinden, en zorgt er zo voor dat hun gebruik duidelijk is afgestemd op de doelstellingen van de risicobeheersing.

De financieringingsactiviteiten binnen de JENSEN- GROUP worden gecentraliseerd in de treasury-afdeling. Deze centralisatie vergemakkelijkt het afdekkingsbeleid van de Groep door gebruik te maken van renteswaps (Interest Rate Swaps of kortweg IRS). Een dergelijke aanpak verbetert de efficiëntie en effectiviteit van de financiële managementpraktijken van de Groep, en zorgt voor een coherent en eenduidig overzicht van de afdekkingsstrategieën en blootstellingen aan financiële risico's.

Met betrekking tot rentedragende financiële verplichtingen geeft de tabel hun effectieve rentevoeten op balansdatum weer, samen met de vervaldagen of de intervallen waarop deze verplichtingen moeten worden herzien. Het is belangrijk op te merken dat voor saldi die binnen de komende 12 maanden vervallen, de verschuldigde bedragen gelijk zijn aan hun boekwaarde, aangezien het effect van discontering als verwaarloosbaar wordt beschouwd.

2023

(in duizenden euro) Effectieve
rentevoet
Boekwaarde < 1 maand > 1 maand
< 3
maanden
> 3
maanden
< 12
maanden
1-5 jaar > 5 jaar
VARIABELE RENTE
CNY 3,94% - 5,0% 14.404 9.655 153 458 4.138 0
Totaal variabele rente 14.404 9.655 153 458 4.138 0
VASTE RENTE
EUR 1,32% - 2,28% 18.515 183 366 1.646 14.316 2.005
DKK1 0,44% -1,5% 5.703 26 51 232 1.336 4.059
Totaal vaste rente 24.218 208 417 1.877 15.652 6.064
FACTORING
EUR 3.708 139 279 1.255 2.034 0
Totaal 42.330 10.003 848 3.591 21.824 6.064

1: Omvat zowel leningen tegen vaste rente als leningen tegen variabele rente gedekt door renteswaps.

2022

(in duizenden euro) Effectieve
rentevoet
Boekwaarde < 1 maand > 1 maand
< 3
maanden
> 3
maanden
< 12
maanden
1-5 jaar > 5 jaar
VARIABELE RENTE
EUR 1,15% - 3,44% 5.584 3.084 0 0 2.500 0
CNY 3,94% - 4,8% 8.143 2.426 163 489 5.065 0
Totaal variabele rente 13.727 5.510 163 489 7.565 0
VASTE RENTE
EUR 1,22% - 2,0% 29.134 0 513 11.542 15.695 1.384
DKK1 0,44% -1,5% 6.035 26 54 245 1.356 4.354
Totaal vaste rente 35.169 26 567 11.787 17.051 5.738
FACTORING
EUR 3.655 76 151 682 2.746 0
Totaal 52.551 5.612 881 12.958 27.362 5.738

1 : Omvat zowel leningen tegen vaste rente als leningen tegen variabele

rente gedekt door renteswaps.

De volgende tabel geeft een overzicht van de voorwaarden van de renteswaps:

Munt SWAP bedrag Vaste rente Vervaldatum Reële waarde
in duizenden euro
DKK 14.083.848 0,44% 30-12-2039 307
TOTAAL in euro 1.889.714 307
2022
Munt
SWAP bedrag Vaste rente Vervaldatum Reële waarde
in duizenden euro
DKK 14.972.800 0,44% 30-12-2039 418
TOTAAL in euro 2.013.420 418

In overeenstemming met vorig jaar zijn de renteswaps die worden aangehouden door het bedrijf effectieve kasstroomafdekkingen. Gedurende 2023 werden de schommelingen in hun reële waarde, die 0,2 miljoen euro bedroegen na belastingen (0,3 miljoen euro in 2022), overgedragen in het eigen vermogen. Deze boekhoudkundige verwerking weerspiegelt de strategie van het bedrijf om het renterisico te beheren, en is in lijn met de principes van hedge accounting. Het is significant dat er geen ineffectiviteit van deze afdekkingsactiviteiten is opgenomen, wat duidt op een nauwkeurige afstemming tussen de gebruikte afdekkingsinstrumenten en het onderliggende risico.

Zoals toegelicht in de bovenstaande tabel, hebben in totaal 14,4 miljoen euro van de totale rentedragende financiële verplichtingen van de Groep een variabele rentevoet. Dit bedrag bevat niet de 1,9 miljoen euro die wordt ingedekt door een renteswap.

Volgens de inschatting van de Groep zouden de marktrentes die van toepassing zijn op de leningen met variabele rentevoet redelijkerwijs als volgt kunnen wijzigen:

(in duizenden
euro)
Boekwaarde Effectieve
rentevoet
Mogelijke rentes
op 31 december
2023
CNY 14.404 3,94% - 5,0% 2,88% - 6,06%
TOTAAL in euro 14.404

Rekening houdend met de redelijkerwijs mogelijke fluctuatie in de marktrente zoals beschreven en door dit toe te passen op de leningen met variabele rentevoet van de Groep per 31 december 2023 – terwijl alle andere variabelen constant worden gehouden – wordt geschat dat de winst voor 2023 0,5 miljoen euro lager of hoger had kunnen zijn. Deze projectie onderstreept de gevoeligheid van de financiële prestaties van de Groep voor veranderingen in rentevoeten, en benadrukt de potentiële impact op zijn winstgevendheid als gevolg van variaties in de kosten van zijn leningen met variabele rente. Deze analyse is van cruciaal belang om inzicht te krijgen in de financiële risico's die gepaard gaan met rentebewegingen en om de strategieën van de Groep voor risicobeheersing te onderbouwen.

2023

Kredietrisico

Kredietrisico is het risico waarbij een partij die betrokken is bij een financieel instrument haar verplichting niet nakomt, wat leidt tot een financieel verlies voor de andere partij.

Bij het beheren van kredietrisico's maakt de Groep in zijn beleid gebruik van historische gegevens over achterstallige handelsvorderingen. Naast deze retrospectieve analyse, zoals uiteengezet in zijn waarderingsbeleid, neemt de Groep toekomstgerichte informatie op om een volledig beeld te krijgen van potentiële kredietrisico's.

In overeenstemming met het kredietbeleid van de Groep worden klanten die projecten uitvoeren verplicht om ofwel een voorschot te betalen ofwel een vorm van garantie te geven, zoals kredietbrieven of bankgaranties. Deze vereiste maakt deel uit van het due diligence proces van de Groep, waarbij de kredietwaardigheid wordt beoordeeld van zowel nieuwe als bestaande klanten van wie het inkoopvolume toeneemt. Deze uitgebreide aanpak zorgt ervoor dat de Groep kredietrisico's effectief beheert en beperkt, waardoor zijn financiële gezondheid en stabiliteit worden gewaarborgd.

Geconsolideerde ouderdomsbalans van de openstaande klanten KT

2023
(in duizenden euro) Korte termijn < 60 dagen > 60 dagen
< 90 dagen
achterstallig
> 90 dagen <
120 dagen
achterstallig
> 120 dagen
achterstallig
Totaal
Uitstaande handelsvorderingen 71,062 10,194 4,324 3,304 11,378 100.622
Onderpand als zekerheid 0
Netto blootstelling 71,062 10,194 4,324 3,304 11,378 100.622
Geboekte voorzieningen -3.475
Totaal 97.147

2022

(in duizenden euro) Korte termijn < 60 dagen > 60 dagen
< 90 dagen
achterstallig
> 90 dagen <
120 dagen
achterstallig
> 120 dagen
achterstallig
Totaal
Uitstaande handelsvorderingen 56.759 7.995 2.135 1.787 6.712 75.388
Onderpand als zekerheid 0
Netto blootstelling 56.759 7.995 2.135 1.787 6.712 75.388
Geboekte voorzieningen - 2.506
Totaal 72.882

Saldi die binnen de komende 12 maanden vervallen, worden opgenomen tegen hun boekwaarde, aangezien het effect van discontering van deze bedragen niet significant wordt geacht.

Handelsdebiteuren en overige vorderingen worden in de balans opgenomen aan hun geamortiseerde kostprijs. Die is gewoonlijk gelijk aan het oorspronkelijk gefactureerde bedrag, en gecorrigeerd met een voorziening voor verwachte kredietverliezen.

Gezien de projectmatige aard van de activiteiten van de Groep en de opmerkelijke concentratie van handelsvorderingen/contractactiva met betrekking tot individueel significante projecten binnen de Groep, worden voorzieningen voor zowel geleden als verwachte toekomstige verliezen bepaald op individuele projectbasis. Deze benadering omvat echter geaggregeerde historische gegevens met betrekking tot ervaringen uit het verleden met gelijkaardige klanten. Deze methode zorgt voor een evenwichtige en onderbouwde beoordeling van het kredietrisico, waarbij zowel specifieke projectrisico's als bredere trends tot uiting komen die bij soortgelijke opdrachten zijn waargenomen.

Bij de toepassing van IFRS 9 gaat de JENSEN-GROUP heel oordeelkundig te werk om de realiseerbare waarde met betrekking tot handelsvorderingen te bepalen. De Groep hanteert de vereenvoudigde benadering zoals beschreven in IFRS 9 om verwachte kredietverliezen te waarderen. Die benadering legt een voorziening op voor levenslange verwachte verliezen, en dit voor alle handelsvorderingen. Bij de berekening van de levenslange verwachte kredietverliezen houdt de JENSEN-GROUP rekening met factoren zoals de waarschijnlijkheid van wanbetaling en de blootstelling op het moment van wanbetaling. Deze evaluatie omvat ook een inschatting van mogelijke recuperaties via kredietverzekering en de effectiviteit van andere vormen van onderpand. De historische kredietverliezen bij individuele klanten worden regelmatig herzien en waar nodig bijgewerkt om rekening te houden met eventuele verschillen tussen de huidige en verwachte economische omstandigheden en die welke in het verleden zijn opgetreden.

Naast de voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (ECL) op basis van historische gegevens en toekomstige projecties, erkent de Groep ook blootstellingen die op individuele basis worden beheerd. Deze worden afzonderlijk opgenomen voor zover ze niet worden behandeld in het ECL-model. Dit model zorgt voor een omvattende en evenredige aanpak om kredietrisico's te beheren en beperken in overeenstemming met de vereisten van IFRS 9.

Onderstaande tabel geeft de wijziging weer in de voorziening dubieuze debiteuren:

(in duizenden euro)

Voorziening voor dubieuze debiteuren eind 2022 2.506
Toevoegingen 1,307
Terugnames -321
Wisselkoersverschil -17
Voorziening voor dubieuze debiteuren eind 2023 2.875

In 2023 was er een terugboeking van de bijzondere waardevermindering op handelsvorderingen, die werd toegeschreven aan de ontvangst van betalingen van klanten. Tegelijkertijd werd de voorziening voor potentiële kredietverliezen met 0,7 miljoen euro verhoogd als gevolg van een toename van de uitstaande saldi van debiteuren. Deze aanpassing weerspiegelt een genuanceerde benadering van het beheer van het kredietrisico in verband met vorderingen, waarbij de positieve impact van teruggevorderde middelen wordt afgewogen tegen de noodzaak om rekening te houden met een verhoogde blootstelling als gevolg van hogere uitstaande saldi. Daarnaast had een herclassificatie van de voorziening voor terugnameverplichtingen ter waarde van 0,5 miljoen euro invloed op de twijfelachtige debiteurenrekeningen, dit heeft geen invloed op de winst- en verliesrekening.

Er zijn geen klanten met een concentratie van meer dan 10% van de totale uitstaande vorderingen.

De drie belangrijkste financiële groepen waarmee de JENSEN-GROUP werkt zijn Nordea, KBC en Nykredit. De kredietratings van hun bank (S&P) per 31 december 2023 zijn:

  • Nordea: AA-
  • KBC: A+
  • Nykredit: AA-

Liquiditeitsrisico

Liquiditeitsrisico verwijst naar het risico waarbij een entiteit moeilijkheden ondervindt om aan haar financiële verplichtingen te voldoen wanneer deze vervallen, omdat ze niet in staat is om activa te liquideren of om tijdig voldoende financiering te verkrijgen.

De Groep pakt het liquiditeitsrisico aan door zijn financiële middelen strategisch te beheren en ervoor te zorgen dat er voldoende kasreserves en kredietopnemingsfaciliteiten beschikbaar zijn. Dit houdt in dat zowel de verwachte als de actuele kasstromen nauwlettend worden opgevolgd, naast een zorgvuldige afstemming van de looptijden van de financiële activa en passiva (Toelichting 9). Met deze aanpak wil de Groep zijn financiële stabiliteit behouden en ervoor zorgen dat hij aan zijn verplichtingen kan voldoen wanneer deze zich voordoen.

De belangrijkste stimulansen van de kasinstroom voor de Groep zijn afkomstig van de operationele activiteiten, aangevuld met een kapitaalverhoging uitgevoerd in 2023 (Toelichting 19). Deze aanpak benadrukt hoe gericht de Groep is op het handhaven van een robuust liquiditeitsbeheer. Door zowel gebruik te maken van de opbrengsten uit zijn bedrijfsactiviteiten als van strategische financiële activiteiten zoals kapitaalverhogingen, verzekert de Groep de beschikbaarheid van de nodige fondsen om zijn lopende activiteiten te ondersteunen en het financiële welzijn te waarborgen.

Toelichting 21: Stopgezette activiteiten

De resultaten opgenomen als verlies uit beëindigde bedrijfsactiviteiten, die te koop gestelde activa omvatten voor een bedrag van 0,5 miljoen euro, hebben betrekking op het voormalige Cissell-gebouw in Kentucky, dat verband houdt met de vroegere CLD-activiteiten. Daarnaast zijn de kosten met betrekking tot dit gebouw, in totaal 0,1 miljoen euro, opgenomen in het resultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten.

Toelichting 22: Transacties met betrokken partijen

Aandeelhoudersstructuur

De aandeelhouders van de vennootschap per december 2023 zijn:

(*) Inkoopprogramma van aandelen

Transparantiekennisgevingen

In 2023 ontving de JENSEN-GROUP NV de volgende kennisgevingen:

  • − een kennisgeving vanwege JENSEN Invest A/S over het passief overschrijden van een bepaalde drempel Omdat de JENSEN-GROUP NV op 3 april 2023 1.926.282 nieuwe aandelen had uitgegeven, daalde het percentage stemrechten dat direct of indirect in het bezit was van JENSEN Invest A/S van 54,4% naar 44,8% van de stemrechten in de vennootschap, en overschreed het de 45%-drempel in neerwaartse zin;
  • twee kennisgevingen van Miura Co. Ltd over (i) het overschrijden van een drempel, omdat Miura Co. Ltd op 3 april 2023 stemrechtverlenende aandelen van de JENSEN-GROUP NV verwierf en daardoor 1.926.282 aandelen in de JENSEN-GROUP NV heeft. De deelneming van Miura Co. Ltd was goed voor 19,77% van de stemrechten binnen de vennootschap en overschreed dus de 15%-drempel, en (ii) het passief overschrijden van een bepaalde drempel. Doordat de JENSEN-GROUP NV op 16 mei 2023 eigen aandelen had vernietigd, vertegenwoordigde de deelneming van Miura Co. Ltd 20% van de stemrechten in de vennootschap en overschreed die dus de 20%-drempel;
  • − een kennisgeving vanwege Lazard Frères Gestion SAS over het passief overschrijden van een bepaalde drempel .

Omdat de JENSEN-GROUP NV op 3 april 2023 1.926.282 nieuwe aandelen had uitgegeven, daalde het percentage stemrechten dat in het bezit was van Lazard Frères Gestion SAS naar 4,71% van de stemrechten in de vennootschap, en overschreed het de minimale 5%-drempel in neerwaartse zin.

Vergoeding aan key management

In duizenden euro 31 december
2023
31 december
2022
Vergoedingen betaald aan Bestuurders 336 297
Brutosalarissen betaald aan senior managers 2.382 2.415
Basisvergoeding 897 840
Gefactureerde diensten 836 807
Variabele vergoeding over een jaar 570 698
Vaste onkosten 30 29
Extralegale voordelen 19 18
Pensioenplan 31 23

Voor meer details over de remuneratie van het senior management verwijzen we naar het remuneratierapport dat opgenomen is in het rapport van de Raad van Bestuur.

Vennootschappen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

In duizenden euro 31 december
2023
31 december
2022
Vennootschappen opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode
49.764 5.573

De ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode vertegenwoordigen de waardering van de participaties in Tolon en Inax Corporation (opgenomen vanaf 3 april 2023). Deze boekhoudkundige benadering weerspiegelt de investeringsstrategie van de Groep en zijn relatie met deze entiteiten. Volgens de vermogensmutatiemethode neemt de Groep zijn aandeel in de winsten of verliezen van deze ondernemingen op in zijn jaarrekening, waarbij de boekwaarde van de investeringen in die zin wordt aangepast.

Roll-over van de vennootschappen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

In duizenden euro 31 december
2023
31 december
2022
Ondernemingen opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode aan het einde van het jaar
5.573 4.829
Overname van Inax 42.374 0
Aandeel in de resultaten 2.141 986
Hyperinflatie kapitaal & overgedragen resultaat 3.266 324
Omrekeningsverschillen -3.589 -566
Ondernemingen opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode aan het einde van het jaar
49.764 5.573

Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

Nettoresultaat
in duizenden euro
31 december
2023
31 december
2022
Tolon 2.615 2.781
Inax Corporation 3.680 0
Subtotaal 6.295 2.781
Hyperinflatie -1.926 -769
Percentage aandeelhouderschap 49% 49%
Totaal 2.141 986

Tolon

Op 29 januari 2016 nam de JENSEN-GROUP een participatie van 30% in TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve Tikaret Sirketi A.S., Turkiye, en ging de Groep ermee akkoord om de komende drie jaar in totaal 19% bijkomende aandelen te verwerven.

In 2017 verhoogde de JENSEN-GROUP zijn deelneming met 6,33% tot 36,33%, in 2018 met nog eens 6,33% tot 42,66% en in 2019 met 6,34% tot 49%.

Gezien de JENSEN-GROUP slechts een belang van minder dan 50% bezit in TOLON, is deze deelneming geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.

  • − Het nettoresultaat per eind december 2023 (hyperinflatie niet meegerekend) bedraagt 2,6 miljoen euro, vergeleken met 2,8 miljoen euro per eind december 2022 (hyperinflatie niet meegerekend).
  • − De opbrengsten per eind december 2023 bedragen 31,1 miljoen euro, vergeleken met 26,7 miljoen euro per eind december 2022.

Hyperinflatie

De Groep past IAS29 toe (Financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie) voor de consolidatie van zijn Turkse dochterondernemingen. Voor de toepassing van deze standaard en om de resultatenrekeningen en nietmonetaire activa en passiva per 31 december 2023 aan te passen, heeft de Groep de producentenprijsindex (PPI) 'PPI.ITUR' gebruikt vanaf januari 2005, gepubliceerd door het Turks Statistisch Instituut (Turkstat):

  • de PPI per 31.12.2022 bedroeg 2.021,19
  • de PPI per 31.12.2023 bedroeg 2.915,02

De impact van de herwaardering op het aandeel in de resultaten voor het jaar 2023 was een kost van 0,9 miljoen euro, inclusief een impact van de herziene berekening van 0,6 miljoen euro voor twee bijkomende geïdentificeerde niet-monetaire activa. De hyperinflatie verhoogde het eigen vermogen (vóór winstbestemming) met 6,7 miljoen euro, waarvan 3,3 miljoen (49%) toerekenbaar is aan de Groep. In het voorgaande jaar resulteerde de impact van de eerste toepassing van IAS 29 (voor het boekjaar eindigend op 31 december 2022) in een verlies van 0,4 miljoen euro in de resultatenrekening van de Groep, en een bescheiden daling van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (deelnemingen) met 0,05 miljoen euro.

Inax

Op 3 april 2023 verwierf de JENSEN-GROUP 49% van de aandelen van Inax Corporation ('Inax'), een Japanse dochteronderneming van MIURA, via de uitgifte van aandelen van de JENSEN-GROUP NV (Toelichting 9). Gezien de JENSEN-GROUP slechts een belang van minder dan 50% bezit, is deze deelneming geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.

  • − De waardering per eind maart 2023 bedraagt 42,4 miljoen euro.
  • − Het nettoresultaat voor de eerste negen maanden (inclusief afschrijvingen op de allocatie van de aankoopprijs ('PPA')) bedraagt 3,7 miljoen euro.
  • − De opbrengsten voor de eerste negen maanden bedragen 77,7 miljoen euro.
  • − De impact van de bijkomende afschrijvingskosten als gevolg van de PPA bedraagt 0,9 miljoen euro.

Voor meer informatie over de reële waarde op acquisitiedatum van de totale overgedragen vergoeding, zie toelichting 23.

Minderheidsbelangen

In 2016 richtten de JENSEN-GROUP en Veins Holding BV samen een nieuw bedrijf op, Gotli Labs AG. Aangezien de JENSEN-GROUP beslissende zeggenschap uitoefent over Gotli Labs AG (meer dan 50% van de aandelen), is deze deelneming volledig geconsolideerd. Contractueel heeft de JENSEN-GROUP recht op 40% van de resultaten, waarvan de overige 60% in de resultatenrekening wordt weergegeven als 'opbrengsten toerekenbaar aan minderheidsbelangen'.

Op 2 januari 2018 verwierf de JENSEN-GROUP een participatie van 30% in Inwatec ApS. De JENSEN- GROUP heeft de optie om zijn participatie te verhogen tussen 2020 en 2023. Op 26 maart 2021 verhoogde de JENSEN-GROUP zijn participatie in Inwatec ApS van 30% naar 70%. Aangezien de JENSEN-GROUP een participatie heeft van 70%, wordt de participatie geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode vanaf 26 maart 2021. Voor die datum werd de participatie geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.

In duizenden euro 31 december
2023
31 december
2022
Resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelang 277 100
Eigen vermogen van het minderheidsbelang (NCI) 1.896 1.743

De Groep is niet op de hoogte van enige beperkingen om fondsen over te dragen in de vorm van cash en dividenden, ook al zijn er geen verplichtingen of voorwaardelijke verplichtingen gerelateerd aan het belang in de joint ventures en geassocieerde deelnemingen.

Voor de wettelijke structuur verwijzen we naar toelichting 26.

Toelichting 23: Acquisities

Inax

Op 3 april 2023 verwierf de JENSEN-GROUP 49% van de aandelen van Inax Corporation ('Inax'), een Japanse dochteronderneming van MIURA, via de uitgifte van aandelen van de JENSEN-GROUP NV (zie Toelichting 6). Inax levert aan heavy-duty wasserijen en grote on-premise wasserijen, voornamelijk in Japan.

Dankzij deze samenwerking wordt de JENSEN-GROUP een belangrijke partner voor Inax, één van de belangrijkste productie- en distributiebedrijven voor heavy-duty wasserijmachines in Japan.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de reële waarde op acquisitiedatum van de totale overgedragen vergoeding en van het resterende bedrag aan goodwill dat is opgenomen als deel van de investering:

31 maart 2023 31 maart 2023
(in duizenden JPY) (in duizenden
EUR)
Orderboek 113.000 780
Merknaam 972.000 6.711
Klantenrelaties 4.192.000 28.944
Reële waarde vastgoed 166.203 1.148
Overige vaste activa 2.668.223 18.423
Vlottende activa 7.418.657 51.223
Verplichtingen op lange termijn -2.525.768 -17.440
Verplichtingen op korte termijn -6.445.445 -44.504
VEREISTE NETTOACTIVA 6.558.870 46.344
Goodwill (100%) 5.965.130 41.187
Inbrengwaarde (100%) 12.524.000 86.474
Inbrengwaarde via uitgifte van nieuwe aandelen (49%) 6.136.760 42.374

Vergoeding / inbrengwaarde

De overgedragen vergoeding voor de investering in Inax Corporation is de inbrengwaarde die gebaseerd is op een bedrijfswaarde (enterprise value) van 75 miljoen euro (voor 100% van de aandelen), vrij van cash en zonder schulden. De waarde van de inbreng in natura en het aantal uitgegeven aandelen werd vier werkdagen voor de afsluiting van de transactie bepaald. De definitieve waarde van de inbreng werd eind september 2023 na de closing verrekend in cash, op basis van de werkelijke bedragen aan geldmiddelen, schulden en netto werkkapitaal per 31 maart 2023. Dit resulteert in een bescheiden correctie van de initiële inbrengwaarde van 42.365 duizend euro zoals gerapporteerd in de halfjaarlijkse financiële informatie van de Groep.

Schattingen van de reële waarde

  • − De reële waarde van de merknaam Inax is bepaald via de 'relief from royalty' methode, en wordt afgeschreven over een periode van tien jaar.
  • − De klantenrelaties zijn bepaald via de 'multi-period excess earnings' ('MEEM') methode om de reële waarde van de klantrelaties te schatten, waarvan de levensduur wordt geschat op een periode van 18 jaar. De disconteringsvoet was gebaseerd op de gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC), met een extra premie van 1%.

− De terreinen en gebouwen werden onderworpen aan een marktwaardering uitgevoerd door een externe vastgoedadviseur, terwijl de kostenbenadering werd toegepast als waarderingsmethode. De gebruiksduur is 20 jaar.

Ole Almeborg

Op 15 oktober 2023 nam JENSEN Denmark A/S, een Deense dochteronderneming van de JENSEN-GROUP, Ole Almeborg A/S over. Deze participatie wordt geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode vanaf 15 oktober 2023.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de reële waarde op acquisitiedatum van de totale overgedragen vergoeding en van het resterende bedrag aan goodwill dat is opgenomen als deel van de investering:

15 oktober 2023 15 oktober 2023

(in duizenden DKK) (in duizenden EUR)
Reële waarde vastgoed 20.587 2.760
Overige vaste activa 5.230 701
Vlottende activa 35.540 4.765
Verplichtingen op lange termijn -6.047 -811
Verplichtingen op korte termijn -13.648 -1.830
VEREISTE NETTOACTIVA 41.162 5.519
Goodwill (100%) 10.730 1.439
Betaalde vergoeding 51.892 6.958

Vergoeding

De overgedragen vergoeding voor de investering in OA is gebaseerd op een bedrijfswaarde (enterprise value) van 30 miljoen DKK, vrij van cash en zonder schulden.

Schattingen van de reële waarde

De terreinen en gebouwen werden onderworpen aan een marktwaardering uitgevoerd door een externe adviseur, terwijl de kostenbenadering werd toegepast als waarderingsmethode. De gebruiksduur is 20 jaar.

Goodwill

De berekende goodwill is voornamelijk toegewezen als een immaterieel actief met een beperkte gebruiksduur. Dit immaterieel actief wordt afgeschreven over een periode van 10 jaar.

Toelichting 24: Non-audit fees

De commissaris is Deloitte BV, vertegenwoordigd door mevr. Charlotte Vanrobaeys.

Wereldwijd hebben de commissaris en zijn netwerk een vergoeding van 540.770 euro (excl. btw), ontvangen voor de uitoefening van hun mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP. Naast hun mandaat hebben de commissaris en zijn netwerk in de loop van 2023 een bijkomende vergoeding ontvangen van 106.058 euro (excl. btw) voor niet-verboden diensten. Dat bedrag werd gefactureerd aan de JENSEN-GROUP NV. De vennootschap heeft eenzelfde auditkantoor benoemd voor de audit van de geconsolideerde jaarrekening.

Toelichting 25: Belangrijke gebeurtenissen na jaareinde

Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na jaareinde.

Toelichting 26: Wettelijke structuur

Toelichting 27: Consolidatiekring per 31 december 2023

Geconsolideerde vennootschappen Maatschappelijke zetel Deelnemingspercentage
België
JENSEN-GROUP NV Neerhonderd 33 Moedervennootschap
9230 Wetteren
TOLON Europe BV Neerhonderd 33 49%
9230 Wetteren
Australië
JENSEN Laundry Systems Australia Unit 16, 38-46 South Street 100%
PTY Ltd. Rydalmere NSW 2116
Oostenrijk
JENSEN Austria Holding GmbH Reinhartsdorfgasse 9 2324 100%
Schwechat-Rannersdorf
JENSEN ÖSTERREICH GmbH Reinhartsdorfgasse 9 100%
A-2324 Schwechat-Rannersdorf
Brazilië
JENSEN-GROUP BRASIL COMERCIO E Rua Aparecida José Nunes de 100%
SERVICOS DE EQUIPAMENTOS DE Campos 19
LAVANDERIA LTDA CEP 18087-089, Jardim do Paço,
Sorocaba-SP
China
JENSEN Industrial Laundry Phoenix Avenue, 100%
Technology (Xuzhou) Co., Ltd Xuzhou Clean Technology Zone
221121 Xuzhou,
Jiangsu Province,
P.R. China
Denemarken
JENSEN Industrial Group A/S Industrivej 2 100%
3700 Rønne
JENSEN Denmark A/S Industrivej 2 100%
3700 Rønne
Ole Almeborg A/S Svalhøjvej 15 100%
Inwatec ApS 3790 Hasle
Hvidkærvej 30
70%
5250 Odense SV
Frankrijk
JENSEN France SAS 2 "Village d'entreprises" 100%
ZA de la Couronne des Près
Avenue de la Mauldre
78680 Epône
Duitsland
JENSEN GmbH Jörn-Jensen-Straβe 1 100%
31177 Harsum
JENSEN Components GmbH Ludwig-Erhard-Strasse 18 100%
30982 Pattensen
Italië
JENSEN Italia s.r.l. Strada Provinciale Novedratese 46 100%
22060 Novedrate
Japan
JENSEN Japan Co., Ltd. 4-9-1-203 Imagawa, Urayasu-city 100%
279-0022 Japan
Inax Corporation 5-1-11, Osaki, Shinagawa-ku, 49%
Tokyo, 141-0032 Japan
Midden-Oosten
JENSEN Industrial Laundry Systems JENSEN Industrial Laundry Systems 100%
M.E. M.E. DMCC M.E. DMEE
Unit No: 204 Fortune Tower Plot
No: JLT-PH1-C1A Jumeirah Lakes
Towers
Dubai
VAE
Noorwegen
JENSEN NORGE AS Østensjøveien 36 100%
0667 OSLO
Nieuw-Zeeland
JENSEN New Zealand Ltd C/- MinterEllisonRuddWatts 100%
15 Customs Street
Auckland Central 1010
Singapore
JENSEN Asia PTE Ltd. No. 6 Jalan Kilang #02-01 100%
Dadlani Industrial House
Singapore 159406
Spanje
JENSEN Spain S.L. Calle Energia, 34 100%
Poligono Famades
ES-08940 Cornella de Llobregat
(Barcelona)
Zweden
JENSEN Sweden AB Företagsgatan 68 100%
504 94 Borås
JENSEN Sweden Holding AB Box 363 100%
503 12 Borås
Zwitserland
JENSEN AG Burgdorf Buchmattstrasse 8 100%
3400 Burgdorf
JENSEN Holding AG Buchmattstrasse 8 100%
3400 Burgdorf
GOTLI Holding Industriestrasse 51 51%
6312 Steinhausen
GOTLI Labs AG Industriestrasse 51 51%
6312 Steinhausen
Turkije
TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve A.O.S.B. 10007. Sk. No:9 Çiğli, 49%
Tikaret Sirketi A.S. İzmir
TOLON EXPORT MAKİNE TİCARET 10007 SOK. NO:9 AOSB ÇİĞLİ 49%
A.Ş. İzmir
Verenigd Koninkrijk
JENSEN UK Ltd. Unit 5, Network 11 100%
Thorpe Way Industrial Estate
Banbury, Oxfordshire OX16 4XS
Verenigde Staten
JENSEN NA Inc. Corporation Trust Center 100%
Orange Street 1209
Wilmington - Delaware
JENSEN USA, Inc. Aberdeen loop 99 100%
Panama City, FL 32405
831 South 1st Street, Inc. 831 South 1st Street 100%
Louisville, KY 40203
Tolon US Aberdeen loop 99 49%
Panama City, FL 32405

VERKORTE VERSIE STATUTAIRE JAARREKENING JENSEN-GROUP NV

Verkorte balans JENSEN-GROUP NV

Boekjaar eindigend op 31 december 31 december
(in duizenden euro) 2023 2022
Vaste activa 139.431 96.899
Immateriële vaste activa 197 0
Materiële vaste activa 396 238
Financiële vaste activa 139.035 96.661
Vlottende activa 51.806 37.780
Voorraden en projecten in uitvoering 1.417 4.448
Vorderingen op ten hoogste één jaar 7.089 4.454
Eigen aandelen 499 1.591
Liquide middelen 42.748 27.188
Overlopende rekeningen 52 99
TOTAAL ACTIVA 191.435 134.679
Boekjaar eindigend op 31 december 31 december
(in duizenden euro) 2023 2022
Eigen vermogen* 164.086 100.222
Kapitaal 38.280 30.710
Uitgiftepremies 67.590 5.814
Eigen aandelen 499 1.591
Reserves 3.329 3.071
Overgedragen winst 54.387 59.036
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 443 199
Voorzieningen voor risico's en kosten 443 199
Financiële verplichtingen op lange termijn 10.000 10.000
Bankleningen 10.000 10.000
Financiële verplichtingen op korte termijn 16.906 24.258
Financiële schulden 0 10.000
Schulden op ten hoogste één jaar 16.810 13.535
Overlopende rekeningen 96 723
TOTAAL PASSIVA 191.435 134.679

Verkorte resultatenrekening JENSEN-GROUP NV

Boekjaar eindigend op 31 december 31 december
(in duizenden euro) 2023 2022
Bedrijfsopbrengsten 25.032 17.229
Omzet 25.888 15.147
Afgewerkte producten en contracten in uitvoering:
toename (afname)
-3.237 834
Overige bedrijfsopbrengsten 2.381 1.248
Bedrijfskosten -24.707 -16.713
Grond- en hulpstoffen en handelsgoederen -12.715 -7.551
Diensten en diverse goederen -8.959 -7.259
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen -2.536 -2.278
Afschrijving -135 -98
Waardeverminderingen 19 15
Voorzieningen voor risico's en kosten -244 534
Overige bedrijfskosten -138 -76
Operationeel resultaat 325 516
Financieel resultaat 5.523 3.662
Financiële opbrengsten 5.222 4.213
Financiële kosten 301 -551
Resultaat van het boekjaar vóór belastingen 5.548 4.178
Winstbelastingen -395 -57
Resultaat van het boekjaar 5.152 4.121

Resultaatverwerking JENSEN-GROUP NV

Boekjaar eindigend op 31 december 31 december
(in duizenden euro) 2023 2022
Te bestemmen winst (verlies) 64.189 64.481
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 5.152 4.121
Overgedragen winst (verlies) van de vorige boekjaren 59.037 60.360
Toevoeging aan het eigen vermogen 2.589 1.591
aan de wettelijke reserve 257 0
aan de reserve voor eigen aandelen 2.332 1.591
Over te dragen resultaat -54.387 -59.036
Over te dragen winst 54.387 59.036
Winstverdeling -7.212 -3.853
Dividenden -7.212 -3.853
2023 2022
(in euro) (12 maanden) (12 maanden)
Courante winst per aandeel na belastingen(1) 0,56 0,53
Aantal uitstaande aandelen (gemiddelde) 9.150.330 7.786.615
Aantal uitstaande aandelen (einde jaar) 9.616.286 7.758.946

(1) Het courant nettoresultaat is gelijk aan de nettowinst vermeerderd met de uitzonderlijke kosten minus de uitzonderlijke opbrengsten (beide na belastingcorrectie).

Statutaire jaarrekening JENSEN-GROUP NV

Conform het wetboek van vennootschappen en verenigingen werd in dit jaarverslag een verkorte versie van de statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP NV opgenomen. De jaarrekening werd opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen. Het verslag van het management, de statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP NV en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de bevoegde instanties en zijn eveneens beschikbaar op de maatschappelijke zetel.

De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP NV.

De JENSEN-GROUP NV fungeert als holdingmaatschappij en als commerciële entiteit, verantwoordelijk voor de verkoop en dienst na verkoop in de Benelux.

Op 3 april 2023 verhoogde de JENSEN-GROUP NV zijn kapitaal door een inbreng in natura (4,6 miljoen euro) en een inbreng in cash (2,9 miljoen euro). Met beide transacties werden 1.926.282 nieuwe aandelen gecreëerd en steeg de uitgiftepremie met 61,8 miljoen euro. MIURA nam een participatie van 20% in de JENSEN-GROUP en JENSEN-GROUP verwierf 49% van de aandelen van Inax.

Tijdens zijn vergadering van 10 maart 2022 heeft de Raad van Bestuur besloten om een programma voor de inkoop van eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 781.900 of 10% van de aandelen in te kopen. In het licht van de transactie met MIURA, kondigde de JENSEN-GROUP op 9 maart 2023 aan dat de Raad van Bestuur het programma heeft opgeschort. Op 16 mei 2023 keurden de aandeelhouders de vernietiging van 113.873 eigen aandelen goed. De Raad van Bestuur van 10 augustus 2023 besliste om een programma voor de terugkoop van eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 668.027 of 10% van zijn aandelen terug te kopen. De aandelen worden op de beurs ingekocht door een investeringsbank, gemandateerd door de Raad van Bestuur. Het mandaat voor de terugkoop vervalt op 18 mei 2026. Per 31 december 2023 had de vennootschap 15.122 eigen aandelen.

De Raad van Bestuur stelt aan de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering voor om een dividend van 0,75 euro per aandeel goed te keuren. Het dividendvoorstel is gebaseerd op het nettoresultaat van de vennootschap aan het einde van het jaar. De dividenduitkering zal 7.212.215 euro bedragen, gebaseerd op het aantal uitstaande aandelen op 31 december 2023. Er wordt geen dividend uitgekeerd voor de eigen aandelen.

De volledige versie van de statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP NV is beschikbaar op de website www.jensen-group.com.

Waarderingsregels

De waarderingsregels zijn opgesteld conform het KB van 29 april 2019.

Financiële vaste activa

Aangezien de JENSEN-GROUP NV vooral een holdingfunctie heeft, benadrukken we dat – in overeenstemming met onze waarderingsregels en de boekhoudwetgeving in België – financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun initiële aanschaffingswaarde of volgestort kapitaal. Waardeverminderingen op financiële vaste activa worden geboekt wanneer zij verondersteld worden permanent te zijn. Indien blijkt dat waardeverminderingen die voorheen werden opgenomen niet langer nodig zijn, worden ze teruggenomen. Financiële vaste activa worden nooit boven hun aanschaffingswaarde of volgestort kapitaal gewaardeerd.

Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa omvatten goodwill die ontstaan is uit de acquisities van de distributie-activiteiten in de Benelux. Om statutaire redenen wordt de goodwill afgeschreven over een periode van vijf jaar. De uitgiftekosten van de kapitaalverhoging worden over een periode van vijf jaar afgeschreven.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, eventueel verhoogd met de aanverwante kosten. Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur vanaf de maand van aanschaf.

De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:

Rubriek Afschrijvings %
Infrastructuur 10% - 20%
Installaties, machines en uitrusting 20%
Kantoorbenodigdheden en meubilair 20%
Rollend materieel 20%

Voorraden en bestellingen in uitvoering

Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of directe opbrengstwaarde. De kostprijs wordt bepaald volgens de FIFO-methode (First In First Out). Voor geproduceerde voorraden is de kostprijs gelijk aan de volledige kostprijs inclusief alle directe en indirecte productiekosten die voortvloeien uit de afwerking van de voorraden op balansdatum. De directe opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de afwerkingskosten en de variabele verkoopkosten.

De vennootschap maakt gebruik van de 'percentage of completion'-methode om het juiste bedrag te bepalen dat tijdens de periode in het resultaat zal worden erkend. Het percentage van afwerking wordt bepaald op basis van de verhouding van de reeds gemaakte kosten ten opzichte van de totale kosten van het project.

Bij deze berekening worden kosten niet mee opgenomen die tijdens het jaar gemaakt zijn, maar betrekking hebben op toekomstige projecten. Deze kosten worden opgenomen als voorraad, vooruitbetalingen of overige activa, afhankelijk van hun aard.

Vorderingen

De handelsvorderingen en andere vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Op de vorderingen worden waardeverminderingen toegepast indien er onzekerheid bestaat over de ontvangst of de betalingsdata voor het geheel of een deel van de balans. Bijkomende waardeverminderingen worden ook geboekt indien de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan de boekwaarde.

Geldbeleggingen en liquide middelen

Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waardeverminderingen worden toegepast wanneer de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan de aanschaffingswaarde.

Voorzieningen voor risico's en kosten

De voorzieningen voor risico's en kosten worden individueel bepaald naargelang van de risico's en toekomstige kosten die ze moeten dekken. Ze worden slechts gehandhaafd in de mate dat zij vereist zijn volgens een actuele beoordeling van de risico's en kosten waarvoor ze werden gevormd.

Schulden (op meer dan één jaar en op ten hoogste één jaar)

De schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde op balansdatum. In de overlopende rekeningen wordt er enkel rekening gehouden met de nog te betalen kosten op balansdatum die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren.

Financiële instrumenten

Het bedrijf gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties te beperken. Het is de politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.

Afgeleide financiële producten worden geboekt tegen kostprijs en hun premie wordt pro rata temporis in het resultaat opgenomen. Op balansdatum worden de financiële instrumenten gemeten aan marktwaarde op basis van het mark-to-market mechanisme. De niet-gerealiseerde verliezen worden in resultaat genomen terwijl de niet- gerealiseerde winsten uitgesteld worden.

De ingedekte balansposten (openstaande klanten en leveranciers) worden gewaardeerd aan indekkingskoers.

Eigen aandelen

De eigen aandelen worden op balansdatum geboekt tegen de laagste waarde van de kostprijs of tegen de marktprijs.

Algemene informatie

1. Identificatie

  • Naam: JENSEN-GROUP NV
  • Maatschappelijke zetel: Neerhonderd 33, 9230 Wetteren
  • De vennootschap is opgericht op 23 april 1990 voor een onbeperkte duur.
  • De vennootschap is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht en valt onder toepassing van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
  • De vennootschap heeft tot doel, in België en in het buitenland, in eigen naam of in naam van derden, voor eigen rekening of voor rekening van derden:
    • Elke en alle verrichtingen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op of verband houden met de engineering, productie, aan- en verkoop, verdeling, import, export en vertegenwoordiging van wasserijmachines en -installaties en de herstelling ervan;
    • Verlenen van technische, commerciële, financiële en andere diensten aan verbonden ondernemingen, met inbegrip van ondersteunende commerciële en industriële activiteiten;
    • Nemen van belangen, op welke wijze dan ook, in alle ondernemingen die eenzelfde, een gelijkaardig of een verwant doel nastreven of die haar eigen activiteiten kunnen bevorderen of de afzet van haar producten of diensten kunnen vergemakkelijken, evenals het samenwerken met of fuseren met deze ondernemingen; in het algemeen het beleggen, het intekenen op, kopen, verkopen en verhandelen van financiële instrumenten uitgegeven door Belgische of buitenlandse ondernemingen;
    • Beheren van beleggingen en van deelnemingen in Belgische of buitenlandse ondernemingen, met inbegrip van het verlenen van borgstellingen, aval, voorschotten, kredieten, persoonlijke of zakelijke zekerheden ten gunste van deze ondernemingen en het optreden als hun agent of vertegenwoordiger;
    • Waarnemen van bestuursfuncties, het verlenen van advies, management en andere diensten aan andere Belgische of buitenlandse ondernemingen krachtens contractuele relatie of statutaire benoeming en in de hoedanigheid van externe raadgever of orgaan van deze onderneming.

De vennootschap mag, in België en in het buitenland, alle industriële, handels-, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren die rechtstreeks of onrechtstreeks haar activiteiten kunnen uitbreiden of bevorderen of ermee verband houden. Zij mag alle roerende en onroerende goederen verwerven, zelfs als deze noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks verband houden met het doel van de vennootschap.

Zij kan, op welke wijze ook, belangen nemen in alle verenigingen, zaken, ondernemingen of vennootschappen die eenzelfde, gelijkaardig of verwant doel nastreven of die haar activiteiten kunnen bevorderen of de afzet van haar producten of diensten kunnen vergemakkelijken, en ze kan ermee samenwerken of fuseren.

  • De vennootschap is ingeschreven in het Handelsregister van Gent, afdeling Dendermonde, en is onderworpen aan de btw onder het nummer BE 0440.449.284.
  • De gecoördineerde statuten van de vennootschap liggen ter inzage op de maatschappelijke zetel en zijn beschikbaar op de website www.jensen-group.com. De jaarrekening wordt neergelegd bij de balanscentrale van de Nationale Bank van België. De financiële berichten betreffende de vennootschap worden gepubliceerd in de financiële pers en zijn beschikbaar op de website www.jensen-group.com. De andere documenten die voor het publiek toegankelijk zijn en in het jaarverslag worden vermeld, kunnen op de maatschappelijke zetel van de vennootschap worden geraadpleegd, en zijn eveneens beschikbaar op de website www.jensen-group.com. Het jaarverslag van de vennootschap wordt verstuurd naar elke aandeelhouder die dit wenst te ontvangen.

2. Maatschappelijk kapitaal

▪ Het geplaatst kapitaal bedraagt 38.280.396 euro en is vertegenwoordigd door 9.631.408 aandelen zonder nominale waarde. Er zijn geen aandelen die het maatschappelijk kapitaal niet vertegenwoordigen. Alle aandelen zijn gewone aandelen, er zijn geen preferente aandelen. De aandelen zijn gedematerialiseerd of aandelen op naam, naargelang de voorkeur van de aandeelhouder. De gedematerialiseerde aandelen zijn uitgegeven, hetzij door een kapitaalverhoging, hetzij door de omruiling van bestaande aandelen op naam of aan toonder in gedematerialiseerde aandelen. Elke aandeelhouder zal de omruiling kunnen vragen, hetzij in aandelen op naam, hetzij in gedematerialiseerde aandelen. Een aandelencertificaat wordt door ten minste twee Bestuurders ondertekend; de handtekeningen mogen door naamstempels worden vervangen.

Datum Maatschappelijk kapitaal Munt Aantal aandelen
24/05/2002 42.714.560 euro 8.264.842
20/05/2008 42.714.560 euro 8.252.604
13/01/2009 42.714.560 euro 8.039.842
30/11/2011 42.714.560 euro 8.002.968
04/10/2012 30.710.108 euro 8.002.968
15/05/2016 30.710.108 euro 7.818.999
03/04/2023 38.280.396 euro 9.745.281
16/05/2023 38.280.396 euro 9.631.408

▪ Evolutie van het maatschappelijk kapitaal:

Bijlage I

Taxonomie-gerelateerde sjablonen

Code
Absolute omzet
Aandeel omzet
maatmitigatie
Kli
maatadaptatie
Kli
Water
Verontreiniging Criteria inzake substantiële bijdrage
Circulaire economie
Biodiversiteit
maatmitigatie
Kli
maatadaptatie
Kli
Verontreiniging
Water
GEAD-criteria ("Geen
ernstige afbreuk doen aan")
Circulaire economie
Biodiversiteit en ecosystemen

Aandeel omzet uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten – jaar 2023

Code Absolute omzet Aandeel omzet maatmitigatie
Kli
maatadaptatie
Kli
Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit maatmitigatie
Kli
maatadaptatie
Kli
Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit en ecosystemen mumgaranties
Mini
Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1.) of ervoor
in aanmerking komende (A.2.) omzet, jaar 2022
Categorie faciliterende activiteit Categorie transitie onder steunende activiteit
Economische activiteiten KEUR % J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % F T
A. VOOR DE TAXONOMIE IN
AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten
(op taxonomie afgestemd) N/A 0 0
Omzet ecologisch duurzame
activiteiten (op taxonomie
afgestemd) (A.1.) 0 0 0
Waarvan faciliterend 0 0
Waarvan transitieondersteunen 0 0
A.2. Voor de taxonomie in aanmerking
komende, maar ecologisch niet
duurzame activiteiten (niet op
taxonomie afgestemde activiteiten)
iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak
Omzet van voor de taxonomie in
aanmerking komende, maar
ecologisch niet duurzame
activiteiten (niet op taxonomie
afgestemde activiteiten) (A.2.) 0 0 0
Omzet van voor de taxonomie in
aanmerking komende activiteiten
(A.1 + A.2) 0 0 0
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN
AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
Omzet niet voor de taxonomie in
aanmerking komende activiteiten 400.121 100
Totaal (A + B)* 400.121 100

* Dit bedrag is gelijk aan de totale opbrengsten zoals weergegeven op p.89 in het JENSEN-GROUP jaarverslag 2023.

Code Capex Aandeel Capex Klimaatmitigatie Klimaatadaptatie Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit Klimaatmitigatie Klimaatadaptatie Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit en ecosystemen Minimumgaranties Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1.) of ervoor in aanmerking komende (A.2.) Capex, jaar 2022 Categorie faciliterende activiteit Categorie transitie onder steunende activiteitEconomische activiteiten KEUR % J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % F T A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) N/A 0 0 Capex ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1.) 0 0 0 Waarvan faciliterend 0 0 Waarvan transitieondersteunen 0 0 A.2. Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak Vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen KM/KA 6.5 2.350 26 iak iak niak niak niak niak 23 Renovatie van bestaande gebouwen KM/KA 7.2 & CE 3.2 556 6 iak iak niak iak niak niak 38 Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte uitrusting KM/KA 7.3 65 1 iak iak niak niak niak niak 0 Installatie, onderhoud en reparatie van oplaadstations voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen verbonden aan gebouwen) KM/KA 7.4 1 0 iak iak niak niak niak niak 0 Verwerving en eigendom van gebouwen KM/KA 7.7 2.886 32 iak iak niak niak niak niak 0 Capex van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2.) 5.858 64 64 64 0 6 0 0 61 Capex van voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (A.1 + A.2) 5.858 64 64 64 0 6 0 0 61 B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN Capex niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten 3.234 36 Totaal (A + B)* 9.092 100 Criteria inzake substantiële bijdrage GEAD-criteria ("Geen ernstige afbreuk doen aan")

Aandeel Capex uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten – jaar 2023

* Dit bedrag is gelijk aan de totale CAPEX zoals weergegeven op p.114 van het JENSEN-GROUP jaarverslag 2023.

Aandeel Opex uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten – jaar 2023

Criteria inzake substantiële bijdrage GEAD-criteria ("Geen
ernstige afbreuk doen aan")
Code Opex Aandeel Opex Klimaatmitigatie Klimaatadaptatie Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit Klimaatmitigatie Klimaatadaptatie Water Verontreiniging Circulaire economie Biodiversiteit en ecosystemen Minimumgaranties Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1.) of ervoor in
aanmerking komende (A.2.) Opex, jaar 2022
Categorie faciliterende activiteit Categorie transitie onder steunende activiteit
Economische activiteiten KEUR % J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % F T
A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING
KOMENDE ACTIVITEITEN
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op
taxonomie afgestemd)
N/A 0 0
Opex ecologisch duurzame activiteiten (op
taxonomie afgestemd) (A.1.)
0 0 0
Waarvan faciliterend 0 0
Waarvan transitieondersteunen 0 0
A.2. Voor de taxonomie in aanmerking komende,
maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet
op taxonomie afgestemde activiteiten)
iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak
Vervoer met motorfietsen, personenauto's en
lichte bedrijfsvoertuigen
KM/KA
6.5
33 0,45 iak iak niak niak niak niak 0
Opex van voor de taxonomie in aanmerking
komende, maar ecologisch niet duurzame
activiteiten (niet op taxonomie afgestemde
activiteiten) (A.2.)
33 0,45 0 0 0
Opex van voor de taxonomie in aanmerking
komende activiteiten (A.1 + A.2)
33 0,45 0 0 0
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING
KOMENDE ACTIVITEITEN
Opex niet voor de taxonomie in aanmerking
komende activiteiten
Totaal (A + B)* 7.330 99,55
7.363 100,00

* Dit bedrag is gelijk aan de OPEX van de JENSEN-GROUP voor de volgende categorieën: R&D, korte termijn leasing, alsook onderhoud en herstellingen exclusief algemene kosten. Deze kosten zijn inbegrepen in de totale OPEX zoals weergegeven op p.133 van het JENSEN-GROUP jaarverslag 2023.

174 JAARVERSLAG 2023

Standaardtemplates voor de in artikel 8, leden 6 en 7, bedoelde openbaarmaking

De in artikel 8, leden 6 en 7, bedoelde informatie wordt voor elke toepasselijke kritische prestatie-indicator (KPI) als volgt gepresenteerd

Template 1 Activiteiten in verband met kernenergie en fossiel gas
Activiteiten in verband met kernenergie
1 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan
onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve
installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren
uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de
splijtstofcyclus.
NEE
2 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan
de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties
voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder
meer stadsverwarming of industriële processen zoals de
productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid
daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare
technologieën.
NEE
3 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan
de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die
elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer
stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van
waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid
daarvan.
NEE
Activiteiten in verband met fossiel gas
4 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan
de bouw of exploitatie van installaties voor
elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele
gasvormige brandstoffen.
NEE
5 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan
de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-
/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige
brandstoffen.
NEE
6 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan
de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor
warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van
fossiele gasvormige brandstoffen.
NEE

De JENSEN-GROUP heeft geen hoofdactiviteit in verband met nucleair en fossiel gas zoals vermeld in sjabloon 1 van de informatieverschaffing over gas en kernenergie. Daarom werd enkel sjabloon 1 opgenomen in dit rapport.

Bijlage II

Kennisgevingen van belangenconflicten - uittreksels uit de notulen van de vergaderingen van de Raad van Bestuur gehouden op 9 maart 2023, 29 maart 2023, 3 april 2023 en 10 augustus 2023

"Op 9 maart 2023, om 15 uur, heeft de Raad van Bestuur (hierna: "de Raad van Bestuur") van de JENSEN-GROUP NV (hierna: "de vennootschap") een vergadering gehouden in de kantoren van het advocatenkantoor Jones Day, Regentschapsstraat 4 in 1000 Brussel, België.

De volgende Bestuurders zijn aanwezig:

  • YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost
  • SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen
  • TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen
  • Inge Buyse bv, vertegenwoordigd door mevr. Inge Buyse (via videoconferentie)
  • Dhr. Jobst Wagner (via videoconferentie)
  • Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen (via videoconferentie)

De volgende uitgenodigden die eveneens deelnemen:

Werner Vanderhaeghe bv, vertegenwoordigd door dhr. Werner Vanderhaeghe – Secretaris van

de vennootschap

  • Dhr. Markus Schalch – Chief Financial Officer
  • Dhr. Paul Van Hooghten – Raadsman, Jones Day (Deel 2)
  • Dhr. Filip Lozie - Partner, PwC (Deel 2)

Dhr. Provoost zit de vergadering voor. Dhr. Vanderhaeghe treedt op als Secretaris. De Voorzitter wijst erop dat de aankondiging van de vergadering op 3 maart 2023 per mail werd verstuurd, dat alle Bestuurders aanwezig zijn en dat de vergadering dusdanig geldig is bijeengeroepen.

De Voorzitter wijst op de uitgebreide agenda van deze vergadering, die verschillende punten bevat in verband met de goedkeuring van Project JIM. Die punten werden eerder uiteengezet en toegelicht aan de Raad van Bestuur tijdens de bijzondere vergadering van 3 maart 2023. De Voorzitter vermeldt ook dat naast dhr. Vanderhaeghe en Schalch, dhr. Van Hooghten en Lozie aan de vergadering zullen deelnemen om de punten te bespreken van Project JIM die in deel 2 van de agenda zijn opgenomen. Nadat hij heeft vastgesteld dat geen enkele Bestuurder bezwaar maakt, stelt de Voorzitter vervolgens de volgende agendapunten voor.

Deel 1

Belangenconflict

De Voorzitter deelt de leden van de Raad van Bestuur mee dat SWID AG en Cross Culture Research LLC via brieven dd. 3 maart 2023, gericht aan de Voorzitter en met een kopie aan de commissaris van de vennootschap, kennis hebben gegeven van een belangenconflict met betrekking tot de agendapunten "Deel 1 - Dividendvoorstel" en "Deel 2 - Definitieve goedkeuring van Project JIM", terwijl dhr. Wagner via een soortgelijke brief van 3 maart 2023 kennis gaf van een belangenconflict met betrekking tot de agendapunten "Deel 1 - Dividendvoorstel en Voorstel herverkiezing Bestuurders" en "Deel 2 - Definitieve goedkeuring van Project JIM". Nadat de brieven zijn overhandigd aan de Secretaris voor de archieven van de Raad van Bestuur, bevestigen mevr. Jensen en dhr. Jensen en Wagner dat zij zich zullen onthouden van de discussie en de stemming over de agendapunten waarvoor zij een belangenconflict hebben gemeld. Alle andere leden van de Raad van Bestuur bevestigen vervolgens dat zij met betrekking tot geen enkel punt op de agenda een belangenconflict hebben.

Volgend op een korte herziening van de agendapunten door de Voorzitter en van de verschillende documenten gerelateerd aan deze agendapunten die aan de leden van de Raad van Bestuur werden toegestuurd, stuurde de Voorzitter aan op een beslissing omtrent de agendapunten die een goedkeuring van de Raad van Bestuur vereisen. Na de discussie besluit de Raad van Bestuur als volgt:

(…)

Verslag Bestuurscomités – Nazicht en goedkeuring voorstel Nominatie- en Remuneratiecomité van Remuneratiebeleid en Remuneratierapport – Voorstel verdeling bevoegdheden – Voorstel herbenoeming Bestuurders.

(…)

De Voorzitter verwijst vervolgens naar zijn verslag van eerder in deze vergadering over de werkzaamheden van het Nominatie- en Remuneratiecomité en de voorstellen van dat comité voor de (her)verkiezing van Bestuurders. De Voorzitter herinnert de leden van de Raad van Bestuur er hierbij eerst aan dat het mandaat van dhr. Wagner als Bestuurder afloopt op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering, dat dhr. Wagner de intentie heeft uitgesproken om zich herkiesbaar te stellen en dat het Nominatie- en Remuneratiecomité een voorstel heeft opgesteld voor zijn herverkiezing. De Voorzitter bevestigt in dit verband dat de zittende Bestuurder onder huidig recht de kwalificatie van niet-onafhankelijk zal behouden. Na een korte bespreking van de beoordeling door het Nominatie- en Remuneratiecomité van de geloofsbrieven en het trackrecord van dhr. Wagner in de Raad van Bestuur en de bijbehorende Comités, stuurt de Voorzitter aan op een beslissing waarbij de Raad van Bestuur tot de volgende conclusie komt:

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van dhr. Jobst Wagner die zich onthoudt van de deliberatie en stemming, om dhr. Jobst Wagner voor te dragen voor herverkiezing door de aandeelhouders als lid van de Raad van Bestuur voor een termijn van 4 jaar en met de hoedanigheid van niet-uitvoerend, onafhankelijk Bestuurder; besluit verder om dit voorstel ter goedkeuring voor te leggen aan de aandeelhouders op de eerstkomende algemene vergadering die plaatsvindt op 16 mei 2023."

(…)

Presentatie en goedkeuring van de statutaire financiële jaarrekening 2022 van de JENSEN-GROUP NV en geconsolideerde jaarrekening van 2022 JENSEN-GROUP - Voorbereiding en goedkeuring van rapport aan de Aandeelhouders - Voorbereiding en goedkeuring van Corporate Governance Statement - Voorstel tot dividenduitkering

De Voorzitter controleerde samen met de Raad van Bestuur de voorlopige statutaire jaarrekening van de vennootschap en de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP voor het jaar dat eindigde op 31 december 2022, het voorstel rond het Rapport aan de Aandeelhouders over de activiteiten van de vennootschap in de loop van 2022 en het voorstel tot dividenduitkering.

(...)

De Voorzitter riep de Raad van Bestuur toen op tot discussie binnen het Audit- en Risicocomité, zoals eerder in de vergadering aangehaald, over het voorstel tot dividenduitkering, met het oog op, onder andere, de kaspositie van de vennootschap. Op voorstel van de Voorzitter besloot de Raad van Bestuur om de volgende conclusie aan te nemen:

(…)

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen, Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen, en dhr. Jobst Wagner, die zich onthouden van de deliberatie en stemming, tot goedkeuring van het voorstel om aan de aandeelhouders van de vennootschap een dividend uit te keren ten bedrage van 0,50 Euro per aandeel, betaalbaar met ingang van 31 mei 2023."

(…)

Deel 2 - Definitieve goedkeuring van Project JIM

Op dit punt tijdens de vergadering verwijst de Voorzitter naar zijn verklaring aan het begin met betrekking tot de definitieve goedkeuring van Project Jim en, op uitnodiging van de Voorzitter, voegen dhr. Van Hooghten en Lozie zich bij de vergadering.

De Voorzitter stelt vervolgens voor om de vergadering voort te zetten en de volgende agendapunten te behandelen:

Belangenconflict

De Voorzitter herinnert de leden van de Raad van Bestuur aan zijn verklaring aan het begin van deze vergadering dat dhr. Wagner en Cross Culture Research LLC via brieven van 3 maart 2023, gericht aan de Voorzitter en met een kopie aan de commissaris van de vennootschap, SWID AG, kennis hebben gegeven van een belangenconflict met betrekking tot de agendapunten die zijn aangeduid als 'Deel 2 - Definitieve goedkeuring van Project JIM'. Mevr. Jensen en dhr. Jensen en Wagner bevestigen vervolgens dat zij zich zullen onthouden van deelname aan de discussie en de stemming over de agendapunten van deel 2 waarvoor zij een belangenconflict hebben gemeld. Alle andere leden van de Raad van Bestuur bevestigen vervolgens dat zij met betrekking tot geen enkel agendapunt van deel 2 een belangenconflict hebben.

Goedkeuring van het Project JIM in het algemeen en de Inbrengovereenkomst en Joint Venture Overeenkomst in het bijzonder - belang van de vennootschap - bespreking van de 'Fairness Opinion' van BDO (…)

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van SWID AG, vertegenwoordigd door de heer Jesper Munch Jensen, Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen, en dhr. Jobst Wagner die zich onthouden van de deliberatie en stemming, om Project JIM in het algemeen en de Inbrengovereenkomst en Joint venture overeenkomst in het bijzonder goed te keuren; besluit verder dat de visie, strategie en waardering die aan dit project ten grondslag liggen, zoals toegelicht en uiteengezet op deze vergadering, in het beste belang zijn van de vennootschap."

PwC de opdracht geven om de rapporten op te stellen met betrekking tot de twee kapitaalverhogingen

De Voorzitter verwijst naar de presentaties over Project JIM die eerder in deze vergadering werden gegeven, en stelt voor om de volgende resolutie aan te nemen:

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen, Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen, en dhr. Jobst Wagner die zich onthouden van de deliberatie en stemming, om PwC als commissaris van de vennootschap opdracht te geven de rapporten op te stellen, zoals vereist door het Wetboek van

vennootschappen en verenigingen, in verband met de vermeende kapitaalverhogingen door middel van een inbreng in natura, respectievelijk een inbreng in cash, zoals uiteengezet aan de Raad van Bestuur op deze vergadering."

Goedkeuring van het definitieve persbericht over Project JIM - verdeling van bevoegdheden om het persbericht indien nodig aan te passen

De Voorzitter verwijst naar de presentaties over Project JIM eerder in deze vergadering, en stelt voor om de volgende resolutie aan te nemen:

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen, Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen, en dhr. Jobst Wagner die zich onthouden van de deliberatie en stemming, tot goedkeuring van het persbericht met betrekking tot Project JIM, zoals gepresenteerd op deze vergadering; besluit verder dat de Voorzitter en/of de heer Erik Vanderhaegen, elk afzonderlijk handelend, gemachtigd zijn om dit persbericht te wijzigen als en wanneer dergelijke wijzigingen nodig zijn en op voorwaarde dat dergelijke wijzigingen niet materieel zijn."

Opschorting van het Programma voor terugkoop van aandelen - verdeling van bevoegdheden om Bank Degroof daartoe instructies te geven na 17.30 u. (CET)

De Voorzitter verwijst naar de presentaties over Project JIM eerder op de vergadering, en stelt voor om de volgende resolutie aan te nemen:

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen, Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen, en dhr. Jobst Wagner, die zich onthouden van de deliberatie en stemming, om het Programma voor terugkoop van aandelen op te schorten, zoals voorgesteld op deze vergadering; besluit verder dat mevr. Scarlet Janssens gemachtigd is om Bank Degroof daartoe instructies te geven na 17.30 u. (CET)."

Beslissing om vóór de afsluiting van Project JIM alle eigen aandelen in het bezit van de vennootschap in te trekken – verdeling van bevoegdheden en volmachten

De Voorzitter verwijst naar de presentaties over Project JIM eerder in deze vergadering, en stelt voor om de volgende resolutie aan te nemen:

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen, Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen, en dhr. Jobst Wagner die zich onthouden van de deliberatie en stemming, om vóór de afsluiting van Project JIM alle eigen aandelen in te trekken die de vennootschap aanhoudt; besluit verder dat de Voorzitter en/of dhr. Erik Vanderhaegen, elk afzonderlijk handelend en met de bevoegdheid om te subdelegeren, gemachtigd zijn om alle regelingen te treffen en/of alle documenten in dat verband te ondertekenen."

Bijeenroeping van een buitengewone vergadering van de Raad van Bestuur op 29 maart 2023 (of een andere datum in maart 2023 die aan de Bestuurders zal worden meegedeeld) om over te gaan tot de vernietiging van eigen aandelen (in aanwezigheid van notaris Tim Carnewal - Berquin Notarissen) - verdeling van bevoegdheid aan dhr. Erik Vanderhaegen om alle handelingen in dit verband te stellen.

De Voorzitter verwijst naar de presentaties over Project JIM eerder in deze vergadering, en stelt voor om de volgende resolutie aan te nemen:

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen, Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen, en dhr. Jobst Wagner die zich onthouden van de deliberatie en stemming, om een bijzondere vergadering bijeen te roepen op 29 maart 2023 (of een andere datum in maart die aan de Bestuurders zal worden meegedeeld) om over te gaan tot de vernietiging van de eigen aandelen in het bezit van de vennootschap; besluit verder dat dhr. Erik Vanderhaegen gemachtigd is om alle regelingen te treffen en/of alle documenten in dat verband te ondertekenen."

(…)

Aangezien er geen verdere discussiepunten zijn, werd de vergadering om 18.25 u. opgeheven."

"Op 29 maart 2023, om 09.00 u., houdt de Raad van Bestuur van de JENSEN-GROUP NV (hierna: "de Raad van Bestuur") van de JENSEN-GROUP NV (hierna: "de vennootschap") een bijzondere vergadering via videoconferentie waarbij alle deelnemers elkaar kunnen zien en horen.

De volgende Bestuurders zijn aanwezig:

  • YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost
  • TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen

De volgende Bestuurders zijn vertegenwoordigd:

  • Dhr. Jobst Wagner (bij volmacht aan TTP bv, op 28 maart 2023)
  • Inge Buyse bv, vertegenwoordigd door mevr. Inge Buyse (bij volmacht aan TTP bv, op 28 maart

2023)

De volgende Bestuurders zijn verontschuldigd:

  • SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen
  • Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen

De volgende uitgenodigden die eveneens deelnemen:

Werner Vanderhaeghe bv, vertegenwoordigd door dhr. Werner Vanderhaeghe – Secretaris van

de vennootschap

  • Dhr. Markus Schalch – Chief Financial Officer
  • Dhr. Paul Van Hooghten – Raadsman, Jones Day
  • Dhr. Bruno Schroé – Partner, Jones Day

Dhr. Provoost zit de vergadering voor. Dhr. Vanderhaeghe treedt op als Secretaris. De Voorzitter wijst erop dat de aankondiging van de vergadering op 27 maart 2023 per mail werd verstuurd, dat een quorum van vier Bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is en dat de vergadering dusdanig geldig is bijeengeroepen.

De Voorzitter wijst op de urgentie van deze bijzondere vergadering en de agenda ervan, die betrekking heeft op de follow-up en uitvoering van de Project JIM-transacties die eerder werden goedgekeurd door de Raad van Bestuur tijdens de reguliere vergadering van 9 maart 2023. De Voorzitter vermeldt ook dat naast dhr. Vanderhaeghe en Schalch, dhr. Van Hooghten en Lozie en Schroé aan de vergadering zullen deelnemen voor de bespreking en besluitvorming over de punten van Project JIM die op de agenda staan. Nadat hij heeft vastgesteld dat geen enkele Bestuurder bezwaar maakt, stelt de Voorzitter vervolgens de volgende agendapunten voor.

Deel 1: Project JIM

Belangenconflict

De Voorzitter deelt de leden van de Raad van Bestuur mee dat dhr. Wagner via een brief van 28 maart 2023, gericht aan de Voorzitter en met kopie aan de commissaris van de vennootschap, heeft meegedeeld dat hij een belangenconflict heeft met betrekking tot het agendapunt 'Deel 1 - Project JIM'. De Voorzitter verzoekt de Secretaris van de vennootschap om de brief te archiveren bij de administratie van de Raad van Bestuur, en merkt op dat dhr. Wagner heeft bevestigd dat hij zich zal onthouden van de discussie en stemming over het punt waarop het belangenconflict betrekking heeft. Alle andere aanwezige of vertegenwoordigde leden van de Raad van Bestuur bevestigen vervolgens dat zij met betrekking tot geen enkel punt op de agenda een belangenconflict hebben.

Volgend op een korte herziening van de agendapunten door de Voorzitter en van de verschillende documenten gerelateerd aan deze agendapunten die aan de leden van de Raad van Bestuur werden toegestuurd, stuurde de Voorzitter aan op een beslissing omtrent de agendapunten die een goedkeuring van de Raad van Bestuur vereisten. Na de discussie besluit de Raad van Bestuur als volgt:

Goedkeuring van addendum bij de Inbrengovereenkomst van Project JIM

Op uitnodiging van de Voorzitter geeft dhr. Van Hooghten (i) een korte toelichting aan de leden van de Raad van Bestuur over de kwestie van de vernietiging van eigen aandelen die zich heeft voorgedaan sinds de vorige vergadering van de Raad van Bestuur op 9 maart 2023, en (ii) schetst hij de bepalingen van het ontwerp van addendum bij de Inbrengovereenkomst die op 28 maart 2023 onder afzonderlijke omslag naar de Raad van Bestuur werd gestuurd. Na kennisname door de Raad van Bestuur dat het ontwerp van addendum het voorwerp vormt van verdere onderhandelingen, stelt de Voorzitter vervolgens voor om de volgende resolutie aan te nemen:

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van dhr. Jobst Wagner die zich onthoudt van de discussie en stemming, om het ontwerp van Addendum bij de Inbrengovereenkomst van 28/03/2023 goed te keuren, zoals dat tijdens deze vergadering aan de Raad van Bestuur is voorgelegd."

Goedkeuring van de ontwerpverslagen van de Raad van Bestuur over de inbreng in natura en de inbreng in cash

Op verzoek van de Voorzitter presenteren en becommentariëren dhr. Schalch en Van Hooghten de waardering van de inbreng in natura, de inbreng in geld en de uitgifte van nieuwe aandelen door de vennootschap zoals uiteengezet in de ontwerpverslagen van de Raad van Bestuur van 27 maart 2023, die samen met de oproeping tot deze vergadering werden verstuurd. De Raad neemt deze ontwerpverslagen door en om de discussie over het resultaat van de verschillende berekeningen af te ronden, stelt de Voorzitter voor om de volgende resolutie aan te nemen:

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van dhr. Jobst Wagner die zich onthoudt van de discussie en stemming, om het ontwerpverslag van de Raad van Bestuur over een kapitaalverhoging door inbreng in natura en het ontwerpverslag van de Raad van Bestuur over een kapitaalverhoging door inbreng in cash, beide op datum van 3 april 2023, zoals voorgesteld op deze vergadering en zoals aangehecht aan de notulen van deze vergadering, goed te keuren; besluit verder tot goedkeuring van (i) de inbreng in natura gewaardeerd op 42.526.026 euro en de uitgifte van 1.181.279 nieuwe aandelen als vergoeding daarvoor, (ii) de inbreng in cash vastgesteld op 26.820.126 euro en de uitgifte van 745.003 nieuwe aandelen als vergoeding daarvoor, en (iii) de uitgifte van in totaal 1.926.282 nieuwe aandelen als gevolg daarvan."

Machtiging van dhr. Rudy Provoost en Erik Vanderhaegen

Op voorstel van de Voorzitter neemt de Raad van Bestuur de volgende resolutie aan:

"De Raad van Bestuur beslist unaniem, met uitzondering van dhr. Jobst Wagner die zich onthoudt van de discussie en stemming, om dhr. Rudy Provoost en Erik Vanderhaegen te machtigen om de ontwerpverslagen van de Raad van Bestuur over de inbreng in natura en over de inbreng in cash af te ronden, om het addendum bij de Inbrengovereenkomst af te ronden, om de definitieve versie van dergelijke documenten namens de Raad van Bestuur te ondertekenen en, in het algemeen, om alle handelingen te verrichten die nodig en/of nuttig zijn in verband met de afsluiting van Project JIM."

Deel II: Buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders

Besluit tot vernietiging van eigen aandelen

De Voorzitter verwijst naar de bespreking onder punt 2 van de agenda over het ontwerp van Addendum bij de Inbrengovereenkomst van Project JIM. De Voorzitter stuurt vervolgens aan op een beslissing en de Raad van Bestuur besluit als volgt:

"De Raad van Bestuur besluit unaniem, met uitzondering van SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen, Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen, die zich verontschuldigd hebben, en dhr. Jobst Wagner die zich onthoudt van de deliberatie en stemming, en beslist om alle eigen aandelen uitgegeven door de Emittent (113.873 aandelen) (de 'Eigen Aandelen') te vernietigen, onder voorbehoud van het verkrijgen van een machtiging van een buitengewone aandeelhoudersvergadering van de Emittent, zoals voorzien in de statuten van de Emittent en zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid die de buitengewone algemene vergadering van de Emittent zelf heeft om onmiddellijk te beslissen en de eigen aandelen uitgegeven door de Emittent te vernietigen." (…)

Aangezien er geen verdere discussiepunten zijn, werd de vergadering om 09.50 u. opgeheven."

"Op 3 april 2023 vond een buitengewone vergadering van de Raad van Bestuur plaats met betrekking tot de kapitaalverhoging door inbreng in natura en de kapitaalverhoging in cash:

Op heden, drie april tweeduizend drieëntwintig. Te 1000 Brussel, Regentschapsstraat 4.

Voor Peter VAN MELKEBEKE, notaris te Brussel (eerste kanton), die zijn ambt uitoefent in de vennootschap "BERQUIN NOTARISSEN", met zetel te 1000 Brussel, Lloyd Georgelaan 11, IS BIJEENGEKOMEN:

de raad van bestuur (de "Raad van Bestuur") van de naamloze vennootschap naar Belgisch recht "JENSEN-GROUP", waarvan de zetel gevestigd is te 9230 Wetteren, Neerhonderd 33, ingeschreven in het rechtspersonenregister onder nummer 0440.449.284, hierna de "Vennootschap" genoemd.

(…)

VOORAFGAANDELIJKE UITEENZETTING INZAKE TEGENSTRIJDIG BELANG

Verklaring en toelichting over de aard van het tegenstrijdig belang

Voor de raad van bestuur van start ging, verklaarden (i) Cross Culture Research LLC, vast vertegenwoordigd door mevrouw JENSEN Anne Munch, (ii) SWID A.G., vast vertegenwoordigd door de heer JENSEN Jesper Munch en (iii) de heer WAGNER Jobst aan de andere bestuurders dat zij mogelijkerwijs een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard hebben dat strijdig is met het belang van de vennootschap naar aanleiding van de beslissingen die de raad van bestuur moet nemen in het kader van de agendapunten.

Het potentieel tegenstrijdig belang houdt verband met feit dat zij, al dan niet onrechtstreeks, aandeelhouders zijn van de Vennootschap, en de voorgestelde besluiten een significante impact hebben op het aandeelhouderschap en het kapitaal van de Vennootschap. Om deze reden stelden deze bestuurders voor om, voor zover van toepassing, de procedure van artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen toe te passen. De commissaris van de Vennootschap zal hiervan op de hoogte worden gebracht overeenkomstig artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

Beschrijving van de verrichting, verantwoording en vermogensrechtelijke gevolgen

Zoals aangekondigd door de Vennootschap op 9 maart 2023, hebben JENSEN-GROUP NV en MIURA Co., LTD overeenstemming bereikt over een Joint-Venture waarbij de JENSEN-GROUP NV 49% van de aandelen van Inax Corporation, een Japanse volledige dochtervennootschap van MIURA Co., LTD, zal verwerven. MIURA Co., LTD zal een participatie die 20% van de stemrechten vertegenwoordigt nemen in JENSEN-GROUP NV door een inbreng van 49% van de aandelen van Inax Corporation en een daaropvolgende kapitaalverhoging in geld, beiden tegen een inschrijvingsprijs van EUR 36 per aandeel. De huidige vergadering van de raad van bestuur dient te besluiten over deze kapitaalverhogingen in het kader van het toegestaan kapitaal.

Door de participatie van JENSEN-GROUP NV in Inax Corporation wordt, onder andere, de Japanse markt veel toegankelijker voor de Vennootschap, en verstevigt de Vennootschap ook haar positie in Azië. De transactie past derhalve volledig in de groeistrategie van de Vennootschap, en de Vennootschap verwacht synergiën van een betere kennis van Miura warmte-en watertechnologie om de bestaande marktcapaciteiten verder te verbeteren.

De vermogensrechtelijke gevolgen bestaan er uit dat het eigen vermogen van de vennootschap verhoogd zal worden met een totaal bedrag van 69.346.152 euro, waarvan 7.570.288,26 euro geboekt zal worden als

kapitaal en 61.775.863,74 euro geboekt zal worden als uitgiftepremie. Het totaal aantal aandelen van de vennootschap zal verhogen van 7.818.999 naar 9.745.281. De 1.926.282 nieuwe aandelen werden uitgegeven aan een uitgifteprijs van EUR 36.

Melding in het jaarverslag en in het verslag van de commissaris

In overeenstemming met artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen zal er melding worden gemaakt van dit potentieel tegenstrijdig belang in het jaarverslag van de Vennootschap en in het verslag van de commissaris van de Vennootschap naar aanleiding van de jaarrekening.

Cross Culture Research LLC, vast vertegenwoordigd door mevrouw JENSEN Anne Munch, SWID A.G., vast vertegenwoordigd door de heer JENSEN Jesper Munch en de heer WAGNER Jobst nemen niet deel aan de beraadslaging of stemming van onderhavige vergadering. De beraadslaging en stemming vinden plaats tussen de overige bestuurders.

SAMENSTELLING VAN DE VERGADERING

De Raad van Bestuur van de Vennootschap is samengesteld uit de volgende personen:

  • De besloten vennootschap "Inge Buyse", met zetel te 9831 Sint-Martens-Latem, Pontstraat 88 en ondernemingsnummer 0464.136.387, vast vertegenwoordigd door mevrouw BUYSE Inge Juliette Marcel, wonende te 9831 Sint-Martens-Latem, Pontstraat 88.
  • De besloten vennootschap "YQUITY", met zetel te 3000 Leuven, Arnould Nobelstraat 40, bus 202 en ondernemingsnummer 0666.645.267, vast vertegenwoordigd door de heer PROVOOST Rudy Serafien, wonende te 3210 Linden, Slangenstraat 4.
  • De besloten vennootschap "TTP", met zetel te 1910 Kampenhout, Meerlaan 28 en ondernemingsnummer 0883.135.411, vast vertegenwoordigd door de heer VANDERHAEGEN Erik Desire Victorine, wonende te 1910 Kampenhout, Meerlaan 28.

Aanwezigheid - Vertegenwoordiging

De bestuurder voormeld sub 3 is aanwezig.

De bestuurder voormeld sub 2 neemt deel aan de beraadslaging en de besluitvorming van de raad van bestuur via videoconferentie. Hij geeft mondeling volmacht aan de bestuurder voormeld sub 3 om de akte namens hem te ondertekenen.

De bestuurder voormeld sub 1 is vertegenwoordigd door de bestuurder voormeld sub 3 die handelt in hoedanigheid van bijzondere volmachtdrager krachtens een onderhandse volmacht die aan deze notulen gehecht blijft.

(…)

IV. Belangenconflicten

De aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders hebben verklaard geen belangenconflict te hebben in de zin van artikel 7:96 en/of artikel 7:97 en/of artikel 7:200, 2° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen in verband met de verrichtingen die beschreven zijn in de agenda.

De overige drie (3) bestuurders, die niet aanwezig of vertegenwoordigd zijn, nemen niet deel aan de beraadslaging of stemming wegens een potentieel tegenstrijdig belang, overeenkomstig artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, en zoals hierboven uiteengezet

(…)

SLUITING VAN DE VERGADERING

De vergadering wordt geheven."

"Op 10 augustus 2023 om 12.05 u., houdt de Raad van Bestuur van de JENSEN-GROUP NV (hierna de 'vennootschap') een vergadering via videoconferentie waarbij alle deelnemers elkaar kunnen zien en horen.

De volgende Bestuurders zijn aanwezig:

  • YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost
  • SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen
  • TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen
  • Dhr. Jobst Wagner
  • Cross Culture Research LLc, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen
  • Acacia I bv, vertegenwoordigd door mevr. Els Verbraecken
  • Dhr. Daisuke Miyauchi.

De volgende uitgenodigden die eveneens deelnemen:

  • Werner Vanderhaeghe bv, vertegenwoordigd door dhr. Werner Vanderhaeghe
  • Dhr. Markus Schalch
  • Dhr. Martin Rauch (gedeeltelijk) en
  • Mevr. Stefanie Roscam (gedeeltelijk).

Dhr. Provoost zit de vergadering voor. Dhr. Vanderhaeghe treedt op als Secretaris. De Voorzitter heet dhr. Miyauchi en mevr. Verbraecken, de nieuw gekozen Bestuurders, welkom op de vergadering. De Voorzitter wijst er verder op dat de aankondiging van de vergadering op 4 augustus 2023 per mail werd verstuurd, dat alle Bestuurders aanwezig zijn en dat de vergadering dusdanig geldig is bijeengeroepen. De Voorzitter stelt vervolgens de volgende agendapunten voor.

Belangenconflict

De Voorzitter deelt de leden van de Raad van Bestuur mee dat SWID AG, Cross Culture Research LLc en dhr. Jobst Wagner en Daisuke Miyauchi via een brief van 3 augustus 2023, gericht aan de Voorzitter en met kopie aan de commissaris van de vennootschap, hebben meegedeeld dat zij een belangenconflict hebben met betrekking tot het agendapunt 10 'Programma voor terugkoop van aandelen'. De Voorzitter verzoekt de Secretaris van de vennootschap om de brieven te archiveren bij de administratie van de Raad van Bestuur, en merkt op dat dhr. Jesper Jensen, Jobst Wagner, Daisuke Miyauchi en mevr. Anne Jensen hebben bevestigd dat zij zich zullen onthouden van de discussie en stemming over het punt waarop het belangenconflict betrekking heeft. Alle andere aanwezige of vertegenwoordigde leden van de Raad van Bestuur bevestigen vervolgens dat zij met betrekking tot geen enkel punt op de agenda een belangenconflict hebben. (…)

Programma voor terugkoop van aandelen

Op verzoek van de Voorzitter geeft dhr. Schalch uitleg aan de Raad van Bestuur over de waardering van de vennootschap door BDO in verband met het voorstel om het programma voor terugkoop van aandelen te hervatten dat de Raad van Bestuur in zijn vergadering van 29 maart 2023 had opgeschort. De diapresentatie van dhr. Schalch, het verslag over dit onderwerp door een ad hoc comité van onafhankelijke Bestuurders van 3 augustus 2023 en het waarderingsverslag van BDO van juli 2023 werden samen met de oproeping voor de vergadering aan de Bestuurders toegezonden.

De Raad van Bestuur lichtte grondig het resultaat door van de waardering en de financiële impact op de JENSEN-GROUP en de financiële ratio's die met de banken zijn afgesproken, evenals de timing, het maximum aantal aandelen en de maximumprijs van 41 euro zoals voorgesteld door het management.

De Voorzitter stelt vervolgens voor om de volgende resolutie aan te nemen:

"De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen, maar met uitzondering van SWID A.G. met als vaste vertegenwoordiger de heer Jesper Munch Jensen, van Cross Culture Research LLC, met als vaste vertegenwoordiger mevrouw Anne Munch Jensen, van de heer Jobst Wagner en van de heer Daisuke Miyauchi die zich onthouden van de deliberatie en de stemming, tot goedkeuring van het hernemen van het inkoopmandaat dd. 20 maart 2022 en tot het verlenen van een mandaat aan een zakenbank die zal overgaan tot verwerving van de aandelen van de vennootschap onder de voorwaarden zoals besproken op de vergadering en opgenomen in artikel 11 van de statuten van de vennootschap."

(…)

Er zijn geen verdere discussiepunten, dus de vergadering werd opgeheven om 15.55 u."

JENSEN-GROUP N.V. | Neerhonderd 33 | 9230 Wetteren - België T +32 (0)9 333 83 30 | www.jensen-group.com

www.jensen-group.com

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.