Audit Report / Information • Apr 26, 2017
Audit Report / Information
Open in ViewerOpens in native device viewer
| EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| NAT. | Datum neerlegging | Nr. | Blz. | Е. | D. | VOL 1. | ||
| ENKELVOUDIGE JAARREKENING IN DUIZENDEN EURO'S | ||||||||
| NAAM: Rechtsvorm: Naamloze vennootschap |
Intervest Offices & Warehouses NV | |||||||
| Adres: Uitbreidingstraat | Nr.: 66 | |||||||
| Postnummer: 2600 | Gemeente: Berchem (Antwerpen) | |||||||
| Internetadres (3) : http://www.intervest.be | Rechtspersonensregister (RPR) - Rechtbank van Koophandel van : Antwerpen | |||||||
| Ondernemingsnummer | 0458.623.918 | |||||||
| DATUM | 25/05/2016 bekendmaking van de oprichtingsakte en van de akte tot statutenwijziging vermeldt. |
van de neerlegging van de oprichtingsakte OF van het recentste stuk dat de datum van | ||||||
| JAARREKENING goedgekeurd door de algemene vergadering van | 26/04/2017 | |||||||
| Met betrekking tot het boekjaar dat de periode dekt van | 01/01/2016 | tot | 31/12/2016 | |||||
| Vorig boekjaar van | 01/01/2015 | tot | 31/12/2015 | |||||
| De bedragen van het vorige boekjaar zijn identiek met die welke eerder openbaar werden gemaakt: ja / neen (1) | ||||||||
| VOLLEDIGE LIJST met naam, voornamen, beroep, woonplaats (adres, nummer, postnummer en gemeente) en functie | ||||||||
| in de onderneming, van de BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN | ||||||||
| Jean-Pierre Blumberg | ||||||||
| Plataandreef 7, 2900 Schoten | ||||||||
| Functie: Onafhankelijk bestuurder Mandaat: 27/04/2016 - 24/04/2019 |
||||||||
| Gunther Gielen Korte Welvaart 57, 3140 Keerbergen |
||||||||
| Functie: Bestuurder | ||||||||
| Mandaat: 27/04/2016 - 24/04/2019 | (vervolg op volgende bladzijden) | |||||||
| Zijn gevoegd bij deze jaarrekening: | . het jaarverslag het verslag van de commissarissen |
|||||||
| Totaal aantal neergelegde bladen: | werden neergelegd omdat ze niet dienstig zijn: | Nummers van de bladen van het standaardformulier die niet | ||||||
| (paam en hoedanigheid) | Handtekening | Handtekening (naam en hoedanigheid) |
||||||
| Buijs Johan | Gielen Gunther | |||||||
| I Schrappen wat niet van teenaccing is | Bestuurder | Bestuurder |
Schrappen wat niet van toepassing is.
3 Facultatieve vermelding
| btw-nr. 458.623.918 |
VOL 2/2. |
|---|---|
| Vervolg van de lijst der BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN (VOL 1.) | |
| Johan Buijs Ijseldijk 438, 2921 BD Krimpen a/d Ijsel (Nederland) Functie: Bestuurder Mandaat: 29/04/2015 - 25/04/2018 |
|
| Chris Peeters August Van Landeghemstraat 72, 2830 Willebroek Functie: Onafhankelijk bestuurder Mandaat: 27/04/2016 - 24/04/2019 |
|
| Marleen Willekens Koning Leopold I-straat 22 bus 101, 3000 Leuven Functie: Onafhankelijk bestuurder Mandaat: 27/04/2016 - 24/04/2019 |
|
| Jacqueline Heeren - De Rijk Stationsstraat 33, 2910 Essen Functie: Bestuurder Mandaat: 27/04/2016 - 24/04/2019 |
|
| Thomas Dijksman Wagnerlaan 23, 3723 JT Bilthoven (Nederland) Functie: Bestuurder Mandaat: 29/04/2015 - 27/04/2016 |
|
| Nico Tates | |
| Rozenpad 13, 2317 GJ Leiden | |
| Functie: Bestuurder | |
| Mandaat: 29/04/2015 - 27/04/2016 | |
| Daniel van Dongen | |
| Tulpweg 23, 2241 VM Wassenaar (Nederland) | |
| Functie: Bestuurder | |
| Mandaat: 29/04/2015 - 27/04/2016 | |
| Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v. CVBA - IBR nr 025 BE 0429.053.863 vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck Luchthaven Nationaal 1J, 1930 Zaventem Functie: Commissaris Mandaat: 27/04/2016 - 24/04/2019 |
Het bestuursorgaan verklaart dat geen enkele verificatie- of correctietaak werd opgedragen aan iemand die daar wettelijk niet toe gemachtigd is met toepassing van de artikelen 34 en 37 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen.
Werd de jaarrekening geverifieerd of gecorrigeerd door een externe accountant of door een bedrijfsrevisor die niet commissaris is? 3A /NEEN1
Indien JA, moeten hierna worden vermeld : naam, voornamen, beroep en woonplaats van elke externe accountant of bedrijfsrevisor en zijn lidmaatschapsnummer bij het Instituut der Accountants of het Instituut der Bedrijfsrevisoren, evenals de aard van zijn opdracht (A. Het voeren van de boekhouding van de onderneming; B. Het opstellen van de jaarrekening van de onderneming; C. Het verifiëren van deze jaarrekening; D. Het corrigeren van deze jaarrekening).
Indien taken bedoeld onder A. (Het voeren van de boekhouding van de onderneming) of onder B. (Het opstellen van de jaarrekening) uitgevoerd zijn door erkende boekhouders of door erkende boekhouders-fiscalisten, kunnen hierna worden vermeld: naam, voornamen, beroep en woonplaats van elke erkende boekhouder of elke erkende boekhouderfiscalist en zijn lidmaatschapsnummer bij het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten, evenals de aard van zijn opdracht (A. Het voeren van de boekhouding van de onderneming; B. Het opstellen van de jaarrekening).
| Naam, voornamen, beroep en woonplaats | Lidmaatschaps- | Aard van de |
|---|---|---|
| nummer | opdracht (A, B, C en/of D) |
|
1 Schrappen wat niet van toepassing is 2 Facultatieve vermelding.
| in duizenden $\epsilon$ | Toelichting | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Huurinkomsten | 4 | 44.930 | 43.778 |
| Met verhuur verbonden kosten | 4 | $-164$ | 29 |
| NETTOHUURRESULTAAT | 44.766 | 43.807 | |
| Recuperatie van vastgoedkosten | $\overline{4}$ | 700 | 3.302 |
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de | |||
| huurder op verhuurde gebouwen | $\overline{4}$ | 7.873 | 9.204 |
| Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling |
$-412$ | $-409$ | |
| Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
4 | $-7.873$ | $-9.204$ |
| Andere met verhuur verbonden opbrengsten en kosten | $\overline{\mathbf{4}}$ | 215 | 12 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 45.269 | 46.712 | |
| Technische kosten | 5 | $-1.093$ | $-1.084$ |
| Commerciële kosten | 5 | $-336$ | $-261$ |
| Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen | 5 | $-475$ | $-784$ |
| Beheerskosten van het vastgoed | 5 | $-2.978$ | $-2.791$ |
| Andere vastgoedkosten | 5 | $-301$ | -89 |
| VASTGOEDKOSTEN | $-5.183$ | $-5.009$ | |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 40.086 | 41.703 | |
| Algemene kosten | 6 | $-2.218$ | $-1.753$ |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | 87 | 135 | |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE |
37.955 | 40.085 | |
| Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen | 8 | $-12.798$ | 125 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 9 | 2.425 | $-5.396$ |
| Ander portefeuilleresultaat | 10 | 368 | $-464$ |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 27.950 | 34.350 | |
| Financiële opbrengsten | 419 | 464 | |
| Netto-interestkosten | 11 | $-9.327$ | $-10.979$ |
| Andere financiële kosten | $-10$ | -6 | |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet- effectieve hedges) |
19 | 1.547 | 558 |
| Variaties in de reële waarde van financiële vaste activa | 54 | 1.607 | |
| FINANCIEEL RESULTAAT | -7.317 | -8.356 | |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 20.633 | 25.994 | |
| Belastingen | 12 | $-51$ | -40 |
| NETTORESULTAAT | 20.582 | 25.954 | |
| Toelichting: | |||
| EPRA resultaat | 13 | 29.044 | 29.330 |
| Portefeuilleresultaat | $8 - 10$ | $-10.009$ | $-5.735$ |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet- | 1.547 | 2.359 |
effectieve hedges) en andere niet-uitkeerbare elementen
| RESULTAAT PER AANDEEL | Toelichting | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen op jaareinde | 13 | 16.784.521 16.239.350 | |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 13 | 16.784.521 | 16.239.350 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 13 | 16.784.521 | 16.200.911 |
| Nettoresultaat $(\epsilon)$ | 13 | 1,23 | 1,60 |
| Verwaterd nettoresultaat $(\epsilon)$ | 13 | 1,23 | 1,60 |
| EPRA resultaat $(\epsilon)$ | 13 | 1,73 | 1,81 |
| in duizenden $\epsilon$ | Toelichting | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| NETTORESULTAAT | 20.582 | 25.954 | |
| Andere componenten van het globaalresultaat (recycleerbaar in resultatenrekening) Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten voor kasstroomafdekkingen |
0 | 0 | |
| GLOBAALRESULTAAT | 20.582 | 25.954 |
Resultaatverwerking (volgens het schema opgenomen in Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk 1 van de Bijlage C van het GVV-KB van 13 juli 2014)
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| A. NETTORESULTAAT | 20.582 | 25.954 |
| B. TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES | 2.916 | 1.815 |
| 1. Toevoeging aan /onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties in de reële waarde 1 van vastgoed: |
||
| Boekjaar $\circ$ |
$-3.194$ | 5.906 |
| Vorige boekjaren $\circ$ |
5.384 | $\mathbf{0}$ |
| Realisatie vastgoed $\circ$ |
13.790 | $-34$ |
| 2. Toevoeging aan /onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen (-/+) |
$-587$ | $-138$ |
| 5. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding (-) |
$-1.547$ | $-558$ |
| 10. Toevoeging aan /onttrekking van andere reserves $(-/+)$ | $-5.384$ | $\Omega$ |
| 11. Toevoeging aan / onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
$-5.546$ | $-3.361$ |
| C. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL overeenkomstig artikel 13, § 1, lid 1 van het GVV-KB |
0 | 21.426 |
| D. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL, andere dan C | 23.498 | 6.343 |
$\hat{\mathbf{r}}$
<sup>1 Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
| ACTIVA in duizenden $\epsilon$ | Toelichting | 31.12.2016 | 31.12.2015 |
|---|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 608.223 | 623.002 | |
| Immateriële vaste activa | 331 | 3 | |
| Vastgoedbeleggingen | 14 | 602.136 | 595.081 |
| Andere materiële vaste activa | 702 | 792 | |
| Financiële vaste activa | 22 | 5.041 | 27.119 |
| Handelsvorderingen en andere vaste activa | 13 | 7 | |
| VLOTTENDE ACTIVA | 16.865 | 20.172 | |
| Handelsvorderingen | 15 | 6.601 | 6.652 |
| Belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 15 | 7.989 | 10.960 |
| Kas en kasequivalenten | 411 | 527 | |
| Overlopende rekeningen | 15 | 1.864 | 2.033 |
| TOTAAL ACTIVA | 625.088 | 643.174 | |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | Toelichting | 31.12.2016 | 31.12.2015 |
| in duizenden $\epsilon$ | |||
| Eigen vermogen | 326.085 | 321.704 | |
| Kapitaal | 16 | 152.948 | 147.980 |
| Uitgiftepremies | 16 | 90.821 | 84.220 |
| Reserves | 61.734 | 63.550 | |
| Nettoresultaat van het boekjaar | 20,582 | 25.954 | |
| Verplichtingen | 299.003 | 321.470 | |
| Langlopende verplichtingen | 223.953 | 231.467 | |
| Langlopende financiële schulden | 18 | 219.703 | 226.054 |
| Kredietinstellingen | 160.142 | 166.625 | |
| Obligatielening | 59.561 | 59.426 | |
| Financiële leasing | 0 | 3 | |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 19 | 3.330 | 4.507 |
| Andere langlopende verplichtingen | 920 | 906 | |
| Kortlopende verplichtingen | 75.050 | 90.003 | |
| Kortlopende financiële schulden | 18 | 62.012 | 78.013 |
| Kredietinstellingen | 62.012 | 78.012 | |
| Financiële leasing | 0 | 1 | |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | 13 | 0 | |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 17 | 2.655 | 2.817 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 232 | 185 | |
| Overlopende rekeningen | 17 | 10.138 | 8.988 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 625.088 | 643.174 |
| SCHULDGRAAD in % | Toelichting 31.12.2016 31.12.2015 | ||
|---|---|---|---|
| Schuldgraad (max. 65%) | 20 | 45.7% | 47.9% |
| NETTOWAARDE PER AANDEEL in $\epsilon$ | 31.12.2016 31.12.2015 | |
|---|---|---|
| Nettowaarde (reële waarde) | 19.43 | 19,81 |
| Nettowaarde (investeringswaarde) | 20,36 | 20,73 |
| Nettoactiefwaarde EPRA | 19.60 | 20,09 |
MUTATIE-OVERZICHT VAN HET ENKELVOUDIG EIGEN VERMOGEN
| Reserves | Totaal | Netto- | TOTAAL | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden E | Kapitaal | premies Uitgifte- |
Wettelijke reserves |
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed de variaties in het saldo van Reserve voor rings waarde van vastgoed de investe- |
impact op waarde 2 de reele Reserve voor de |
de reële waarde worpen zijn aan een afdekkings- van toegelaten die niet onder- de variaties in het saldo van instrumenten boekhouding Reserve voor afdekkings- |
reserves Andere |
boekjaren resultaten gedragen vorige Over- Ş |
reserves | resultaat boekjaar van het |
VERMOGE ETGEN z |
| Balans op 31 december 2014 | 147.110 | 785 လုံ |
g | 79.379 | $-14.293$ | $-4.722$ | 427 | 7.101 | 67.982 | 16.257 | 314.134 |
| Globaalresultaat 2015 | 25.954 | 25.954 | |||||||||
| Overboekingen door resultaatverdeling 2014: | |||||||||||
| Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
-5.683 | -5.683 | 5.683 | $\circ$ | |||||||
| Overboeking van de impact op de reële waarde | |||||||||||
| van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van |
-722 | $-722$ | 722 | $\circ$ | |||||||
| vastgoedbeleggingen | |||||||||||
| van financiële activa en passiva naar de reserve Overboeking van de variatie in de reële waarde |
|||||||||||
| voor het saldo van de variaties in de reële | -344 | ||||||||||
| waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten | -344 | 344 | $\circ$ | ||||||||
| die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
|||||||||||
| Toevoeging aan de overgedragen resultaten van | 2.318 | 2.318 | $-2.318$ | $\circ$ | |||||||
| Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend vorige boekjaren |
870 | 435 | |||||||||
| boekjaar 2014 | 2.305 | ||||||||||
| Dividenden boekjaar 2014 | $-20.688$ | $-20.688$ | |||||||||
| Balans op 31 december 2015 | 147.980 | 220 $\overline{a}$ |
g | 73.695 | $-15.015$ | $-5.066$ | 427 | 9.419 | 63.550 | 25.954 | 321.704 |
<sup>2 van geschatte mutatierechten en --kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| Globaalresultaat 2016 | 20,582 | 20.582 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Overboekingen door resultaatverdeling 2015; | |||||||||||
| Overboeking naar reserve voor het saldo van de | |||||||||||
| variaties in de investeringswaarde van vastgoed | $-5.872$ | -5.872 | 5.872 | $\circ$ | |||||||
| Overboeking van de impact op de reële waarde | |||||||||||
| van geschatte mutatierechten en -kosten bij de | |||||||||||
| hypothetische vervreemding van | 138 | 138 | 138 | $\circ$ | |||||||
| vastgoedbeleggingen | |||||||||||
| Overboeking van de variatie in de reële waarde | |||||||||||
| van financiële activa en passiva naar de reserve | |||||||||||
| voor het saldo van de variaties in de reële | |||||||||||
| waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten | 558 | 558 | -558 | $\circ$ | |||||||
| die niet onderworpen zijn aan een | |||||||||||
| afdekkingsboekhouding | |||||||||||
| Toevoeging aan de overgedragen resultaten van | |||||||||||
| vorige boekjaren | 3.361 | 3.361 | -3.361 | $\circ$ | |||||||
| Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend | |||||||||||
| boekjaar 2015 | 4.968 | 6.601 | 11.569 | ||||||||
| Dividenden boekjaar 2015 | $-27.769$ | $-27.769$ | |||||||||
| Fusie met dochtervennootschap Stockage Industriel | |||||||||||
| 1.033 | -763 | -270 | 0 | 0 | |||||||
| Balans op 31 december 2016 | 152.948 | 90.821 | 9 | 68.856 | $-15.640$ | $-4.508$ | 427 | 12.510 | 61.734 | 20.582 | 326.085 |
| in duizenden $\epsilon$ | Toelichting | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| KAS EN KASEQUIVALENTEN BEGIN BOEKJAAR | 526 | 1.257 | |
| 1. Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 30.158 | 18.802 | |
| Operationeel resultaat | 27,949 | 34.350 | |
| Betaalde interesten | $-9.227$ | $-12.498$ | |
| Andere niet-operationele elementen | 1.959 | 2.584 | |
| Aanpassing van het resultaat voor niet-kasstroom- verrichtingen |
11.553 | 1.284 | |
| • Afschrijvingen op immateriële en andere materiële vaste activa | 274 | 165 | |
| · Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen | 8 | 12.798 | $-125$ |
| · Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 9 | $-2.425$ | 5.396 |
| • Spreiding van huurkorting en huurvoordelen toegekend aan huurders |
10 | 375 | $-356$ |
| • Ander portefeuilleresultaat | 10 | $-368$ | 464 |
| · Variaties in de reële waarde van financiële vaste activa | -54 | $-1.202$ | |
| · Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 19 | $-1.547$ | $-558$ |
| (niet-effectieve hedges) | |||
| · Toegekende wederinstaatstellingsvergoeding | 2.500 | $-2.500$ | |
| Variatie in de behoefte van het werkkapitaal | $-2.077$ | $-6.918$ | |
| Beweging van activa | $-1.819$ | $-5.802$ | |
| Beweging van verplichtingen | $-258$ | $-1.116$ | |
| 2. Kasstroom uit investeringsactiviteiten | 9.408 | $-21.571$ | |
| Investeringen in bestaande vastgoedbeleggingen | 14 | $-5.343$ | $-3.475$ |
| Uitbreidingen van bestaande vastgoedbeleggingen | 14 | $-1.159$ | 0 |
| Opbrengsten uit de verkoop van vastgoedbeleggingen | 8 | 26.920 | 3.619 |
| Betaalde exit taks bij fusie van vastgoedvennootschappen | $-3.173$ | $\mathbf 0$ | |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | $-7.319$ | 0 | |
| Aankopen van immateriële en andere materiële vaste activa | $-518$ | $-728$ | |
| Aankopen van aandelen van vastgoedvennootschappen | 14 | 0 | $-20.987$ |
| 3. Kasstroom uit financieringsactiviteiten | $-39.681$ | $-2.038$ | |
| Terugbetaling van leningen | $-83.624$ | $-7.533$ | |
| Opname van leningen | 60.135 | 102.663 | |
| Terugbetaling/uitgifte obligatielening | $\bf{0}$ | $-75.000$ | |
| Aflossing/opname van financiële leaseverplichtingen | 18 | -4 | -6 |
| Ontvangen langlopende verplichtingen als waarborg | 13 | 297 | |
| Betaling van dividenden | $-16.201$ | $-18.383$ | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN EINDE BOEKJAAR | 411 | 526 |
Intervest Offices & Warehouses nv heeft als beursgenoteerde openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht haar enkelvoudige jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. In het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot de gereglementeerde vastgoedvennootschappen is als Bijlage C een schema voor zowel de enkelvoudige als geconsolideerde jaarrekening van de GVV's gepubliceerd.
Het schema houdt voornamelijk in dat in de resultatenrekening het resultaat op de portefeuille afzonderlijk wordt weergegeven. Dit resultaat op de portefeuille omvat alle bewegingen in de vastgoedportefeuille en bestaat voornamelijk uit:
Het resultaat op de portefeuille wordt niet uitgekeerd aan de aandeelhouders, maar wordt overgeboekt naar, of van, de reserves.
Intervest Offices & Warehouses is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap met maatschappelijke zetel in België. De jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses (de «Vennootschap») is opgesteld en vrijgegeven voor publicatie door de raad van bestuur op 14 maart 2017 en zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 26 april 2017.
De enkelvoudige jaarrekening wordt opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en volgens het KB van 13 juli 2014. Deze standaarden omvatten alle nieuwe en herziene standaarden en interpretaties gepubliceerd door de International Accounting Standards Board ('IASB') en de International Financial Reporting Interpretations Committee ('IFRIC'), voor zover van toepassing op de activiteiten van de Vennootschap en effectief op boekjaren aanvangend vanaf 1 januari 2016.
Volgende door het IASB gewijzigde standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties zijn van toepassing in de huidige periode maar hebben geen impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap: IFRS 14 Regulatory Deferral Accounts (1/1/2016); Amendments to IFRS 11 Joint Arrangements Accounting for Acquisitions of Interests in Joint Operations (1/1/2016); Amendments to IAS 16 and IAS 38 Property, Plant and Equipment and Intangible Assets - Clarification of Acceptable Methods of Depreciation and Amortisation (1/1/2016); Amendments to IAS 16 and IAS 41 Agriculture: Bearer Plants (1/1/2016); Annual Improvements to IFRSs (2012-2014) (1/1/2016); Amendments to IFRS 10, IFRS 12 and IAS 28 Investment Entities: Applying the Consolidation Exception (1/1/2016); Amendments to IAS 1 Presentation of Financial Statements - Disclosure Initiative (1/1/2016); Amendments to IAS 27 Separate Financial Statements - Equity Method (1/1/2016).
De volgende wijzigingen die vanaf volgend jaar of later van toepassing zijn, worden verwacht geen materiële impact te hebben op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de GVV: IFRS 9 Financial Instruments and subsequent amendments (1/1/2018); IFRS 15 Revenue from Contracts with Customers (1/1/2018); IFRS 16 Leases (1/1/2019); IAS 7 Statement of cash flows - Amendments as result of the Disclosure initiative $(1/1/2017)$ ; IAS 12 Income Taxes – Amendments regarding the recognition of deferred tax assets for unrealised losses (1/1/2017); Amendments resulting from Annual Improvements 2014-2016 Cycle (removing short-term exemptions) (1/1/2018).
De enkelvoudige jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden €, afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal. De enkelvoudige jaarrekening wordt vóór winstverdeling opgesteld.
De boekhoudprincipes worden consistent toegepast.
Transacties in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum geboekt. Monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden gewaardeerd aan de slotkoers van kracht op balansdatum. Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit omzetting van monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze zich voordoen. Niet monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum omgezet.
Opbrengsten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is ontvangen of waarop recht is verkregen. Opbrengsten worden slechts opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen zullen toekomen aan de entiteit en met voldoende zekerheid kunnen worden bepaald.
De huurinkomsten, de ontvangen operationele leasebetalingen en de andere inkomsten en kosten worden in de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.
De huurkortingen en -voordelen (incentives) worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van een contract.
De vergoedingen ontvangen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten worden onmiddellijk in resultaat genomen in de periode waarin ze definitief verworven zijn.
De kosten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is betaald of die verschuldigd is en worden in de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.
Het resultaat als gevolg van de verkoop van vastgoedbeleggingen is gelijk aan het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde (i.e. de reële waarde bepaald door de vastgoeddeskundige op het einde van het vorige boekjaar), verminderd met de verkoopkosten.
De variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen zijn gelijk aan het verschil tussen de huidige boekwaarde en de vorige reële waarde (zoals geschat door de onafhankelijke vastgoeddeskundige). Dergelijke vergelijking gebeurt minstens vier maal per jaar voor de hele portefeuille van vastgoedbeleggingen. Bewegingen in de reële waarde van het vastgoed worden in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze ontstaan.
Het financieel resultaat bestaat uit de interestkosten op leningen en bijkomende financieringskosten, verminderd met de opbrengsten van beleggingen.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten de over de verslagperiode en vorige verslagperioden verschuldigde en verrekenbare belastingen, de uitgestelde belastingen alsmede de verschuldigde exit taks. De belastinglast wordt in de resultatenrekening opgenomen tenzij ze betrekking heeft op elementen die onmiddellijk in het eigen vermogen worden opgenomen. In dit laatste geval wordt ook de belasting ten laste van het eigen vermogen genomen.
Voor de berekening van de belasting op de fiscale winst van het jaar worden de op het ogenblik van afsluiting van kracht zijnde belastingtarieven gebruikt.
Voorheffingen op het dividend worden opgenomen in het eigen vermogen als een deel van het dividend tot het ogenblik dat ze ter betaling worden gesteld.
De exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de vastgoedvennootschap overgenomen worden, komen in mindering van de vastgestelde herwaarderingsmeerwaarde bij fusie en worden opgenomen als verplichting.
Belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen het belastingtarief geldig in de periode waarop ze betrekking hebben.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden geboekt op basis van de schuldmethode ('liability methode') voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële rapporteringdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen. Uitgestelde belastingvorderingen worden slechts erkend indien het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zullen zijn waartegen de uitgestelde belastingvordering kan tegen worden afgezet.
IFRIC 21 - Levies (van toepassing vanaf 1/7/2014) geeft aan in welke omstandigheden een heffing opgelegd door de overheid moet worden geboekt in overeenstemming met IAS 37 Provisions, Contingent Liabilities and Contingent Assets. Deze interpretatie heeft geen belangrijke invloed op de enkelvoudige jaarrekening maar beïnvloedt wel de evolutie van het resultaat tijdens het boekjaar door het moment van erkenning van de onroerende voorheffing: met de toepassing van IFRIC 21 wordt de onroerende voorheffing volledig als schuld en kost erkend op 1 januari van elk boekjaar en wordt tevens de doorrekening van deze onroerende voorheffing aan de huurders en de recuperatie van onroerende voorheffing op leegstaande panden bij de overheid volledig als vordering en opbrengst erkend op 1 januari van elk boekjaar. De netto impact op de resultatenrekening blijft aldus beperkt tot de niet doorrekenbare / recupereerbare onroerende voorheffing die op 1 januari erkend wordt als kost in de plaats van gespreid over het boekjaar.
Het gewoon nettoresultaat per aandeel wordt berekend door het nettoresultaat zoals blijkt uit de resultatenrekening, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal uitstaande gewone aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven aandelen min de eigen aandelen) gedurende het boekjaar.
Voor de berekening van het verwaterd nettoresultaat per aandeel wordt het nettoresultaat dat aan de gewone aandeelhouders toekomt en het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen aangepast voor het effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering leiden.
Immateriële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs, verminderd met de eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, als het waarschijnlijk is dat de verwachte
toekomstige economische voordelen die kunnen worden toegerekend aan het actief naar de entiteit zullen vloeien en dat de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur. De afschrijvingsperiodes worden tenminste aan het einde van elk boekjaar herzien.
Vastgoedbeleggingen omvatten alle gebouwen en terreinen die verhuurklaar zijn en (geheel of gedeeltelijk) huurinkomsten genereren, met inbegrip van de gebouwen waar een beperkt gedeelte wordt aangehouden voor eigen gebruik.
De eerste opname in de balans gebeurt aan de aanschaffingswaarde met inbegrip van transactiekosten zoals professionele erelonen, wettelijke diensten, registratierechten en andere overdrachtsbelastingen. Ook de exit tax, verschuldigd door vennootschappen die door de vastgoedvennootschap worden opgeslorpt maakt deel uit van de aanschaffingswaarde.
De commissielonen betreffende de aankopen van gebouwen worden beschouwd als bijkomende kosten van die aankopen en worden toegevoegd aan de aanschaffingswaarde.
Indien de aankoop gebeurt via de verwerving van de aandelen van een vastgoedvennootschap, via de inbreng in natura van een gebouw tegen uitgifte van nieuwe aandelen of via de fusie door overname van een vastgoedvennootschap, worden de aktekosten, audit- en consulting kosten, wederbeleggingsvergoedingen en handlichtingskosten van de financieringen van de opgeslorpte vennootschappen en andere fusiekosten eveneens geactiveerd.
De uitgaven voor werken aan vastgoedbeleggingen komen ten laste van de winst of het verlies van het boekjaar indien de uitgaven geen positief effect hebben op de verwachte toekomstige economische voordelen en worden geactiveerd indien de verwachte economische voordelen die aan de entiteit toekomen erdoor verhogen.
Er worden vier soorten latere uitgaven met betrekking tot vastgoedbeleggingen onderscheiden: onderhouds- en herstellingskosten, wederinstaatstellingskosten, renovatiewerken en huurvoordelen.
Dit zijn uitgaven die de verwachte toekomstige economische voordelen van het gebouw niet verhogen en komen bijgevolg integraal ten laste van de resultatenrekening in de post "Technische kosten".
Het betreft uitgaven naar aanleiding van het vertrek van een huurder (bijvoorbeeld verwijdering van wanden, vernieuwing van tapijt, enz.). Deze kosten komen ten laste van de resultatenrekening in de post "Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling". Vaak echter heeft de vertrekkende huurder een vergoeding betaald om het pand (deels) terug in zijn oorspronkelijke staat te stellen.
Dit zijn uitgaven als gevolg van occasionele werken die de verwachte economische voordelen van het gebouw aanzienlijk verhogen (bijvoorbeeld: de installatie van een klimaatregeling of het creëren van bijkomende parkeerplaatsen). De direct toewijsbare kosten van deze werken zoals materialen, de aannemingswerken, de technische studies en erelonen van architecten worden bijgevolg geactiveerd.
Het betreft hier tegemoetkomingen vanwege de eigenaar aan de huurder wat betreft inrichtingswerken om de huurder te overtuigen om bestaande of bijkomende ruimten te huren. Bijvoorbeeld het inrichten van kantoren, dakreclame, creëren van bijkomende sociale ruimten, e.d. Deze kosten worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van het huurcontract en worden in mindering van de huurinkomsten geboekt.
Na initiële opname worden vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde (fair value) in overeenstemming met IAS 40. De reële waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in omstandigheden van normale concurrentie. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de registratierechten. Aldus wordt de reële waarde verkregen door van de investeringswaarde een aangepaste quotiteit van de registratierechten af te trekken:
Een groep van onafhankelijke vastgoeddeskundigen, die de periodieke waardering van de gebouwen van GVV's uitvoeren, oordeelden dat voor transacties m.b.t. gebouwen in België met een globale waarde lager dan € 2,5 miljoen, rekening moet worden gehouden met de registratierechten van 10,0% tot 12,5% naargelang het gewest waar deze goederen zich bevinden. Voor transacties m.b.t. gebouwen met een globale waarde hoger dan € 2,5 miljoen en gezien de waaier van methodes van eigendomsoverdracht die in België worden gebruikt, hebben diezelfde deskundigen - op basis van een representatief staal van 220 transacties die in de markt tussen
2002 en 2005 werden gerealiseerd en die in totaal € 6,0 miljard vertegenwoordigen - het gewogen gemiddelde van de rechten gewaardeerd op 2,5%.
Op dat moment werd eveneens beslist dat dit percentage per schijf van 0,5% zou herzien worden. In de loop van 2016 heeft een panel van vastgoeddeskundigen3 en de BE-REIT vereniging4 gezamenlijk beslist om deze berekening te actualiseren in overeenstemming met de methodologie die toegepast werd in 2006. Het werkelijke globale effect is berekend van transacties uitgevoerd door institutionele partijen en vennootschappen. De analyse omvat 305 grotere of institutionele transacties van meer dan € 2,5 miljoen over de periode 2013, 2014, 2015 en Q1 2016. In volume beslaan de geanalyseerde transacties meer dan 70% (€ 8,2 miljard) van het geschatte totale investeringsvolume in die periode. Het panel van vastgoeddeskundigen heeft besloten dat de drempel van 0,5% niet overschreden werd. Bijgevolg zal het percentage van 2,5% gehandhaafd blijven. Het percentage zal elke 5 jaar herbekeken worden of in geval de fiscale context aanzienlijk zou veranderen. Het percentage zal enkel aangepast worden als de drempel van 0,5% overschreden wordt.
In concreto betekent het dat de reële waarde gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,025 (voor gebouwen met een waarde hoger dan € 2,5 miljoen) of de investeringswaarde gedeeld door 1,10/1,125 (voor gebouwen met een waarde lager dan € 2,5 miljoen).
Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen, wordt bij het verwerven van het vastgoed geboekt in de resultatenrekening in de rubriek XVIII. "Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen."
<sup>3 Bestaande uit Pieter Paepen (CBRE), Pierre van der Vaeren (CBRE), Christophe Ackermans (Cushman & Wakefield), Kris Peetermans (Cushman & Wakefield), Rod Scrivener (Jones Lang LaSalle), Jean-Paul Ducarme (PWC), Celine Janssens (Stadim), Philippe Janssens (Stadim), Luk van Meenen (Troostwijk- Roux Expertises) en Guibert de rombrugghe (de Crombrugghe & Partners).
<sup>i De BE-REIT vereniging is een vereniging die de 17 Belgische GVV's groepeert en is opgericht ter behartiging van de belangen van de GVVsector.
Na de goedkeuring van de resultaatverwerking door de algemene vergadering van aandeelhouders (in april van het volgende boekjaar) wordt dit verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed toegewezen aan de reserve "c. Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen" in het eigen vermogen.
Vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen aan investeringswaarde. De vastgoedbeleggingen worden hiervoor trimestrieel gewaardeerd op basis van contante waarde van markthuren en/of effectieve huurinkomsten, desgevallend na aftrek van verbonden kosten in overeenstemming met de International Valuation Standards 2001 opgesteld door het International Valuation Standards Committee. Waarderingen worden opgesteld door het actualiseren van de jaarlijkse nettohuur ontvangen van de huurders, verminderd met de verbonden kosten. De actualisatie gebeurt op basis van de vield facto die afhankelijk is van het inherente risico van het betrokken pand.
Winsten of verliezen die voortvloeien uit de variatie in de reële waarde van een vastgoedbelegging worden opgenomen in de resultatenrekening in de rubriek XVIII. "Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen" in de periode waarin ze ontstaan en worden bij de winstverdeling in het daaropvolgende jaar toegewezen aan de reserve "b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed". Bij deze toewijzing wordt binnen deze reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed
het onderscheid gemaakt tussen de variaties in de investeringswaarde van het vastgoed en de geschatte mutatierechten bij hypothetische vervreemding zodat deze laatste rubriek steeds overeenkomt met het verschil tussen de investeringswaarde van het vastgoed en de reële waarde van het vastgoed.
Bij verkoop van een vastgoedbelegging worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop opgenomen in de resultatenrekening van de verslagperiode onder de rubriek "Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen". De mutatierechten worden in de resultatenrekening tegen geboekt bij verkoop. Commissies betaald aan makelaars bij het verkopen van gebouwen en verplichtingen aangegaan naar aanleiding van transacties worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopsprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
Tot en met boekjaar 2016 werden deze gerealiseerde winsten of verliezen toegewezen aan de reserve "b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed". Bij deze toewijzing wordt binnen deze reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed het onderscheid gemaakt tussen de variaties in de investeringswaarde van het vastgoed en de geschatte mutatierechten bij hypothetische vervreemding zodat deze laatste rubriek steeds overeenkomt met het verschil tussen de investeringswaarde van het vastgoed en de reële waarde van het vastgoed.
Vanaf boekjaar 2017 zullen bij de resultaatsbestemming (winstverdeling over boekjaar 2016) deze gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen ten opzichte van de originele aanschaffingswaarde van die vastgoedbeleggingen overgeboekt worden naar de rubriek "m. Andere reserves". Op deze wijze worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen beschouwd als beschikbare reserves i.p.v. onbeschikbare reserves.
Activa bestemd voor verkoop betreft onroerende goederen waarvan de boekwaarde zal worden gerealiseerd door desinvestering en niet door het voortgezet gebruik ervan. De gebouwen bestemd voor verkoop worden gewaardeerd conform IAS 40 aan reële waarde.
De vaste activa onder zeggenschap van de entiteit die niet aan de definitie van een vastgoedbelegging voldoen, worden geclassificeerd als "Andere materiële vaste activa".
De andere materiële vaste activa worden initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna gewaardeerd in overeenstemming met het kostprijsmodel.
Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het materieel vast actief toenemen.
Andere materiële vaste activa worden afschreven op basis van de lineaire afschrijvingsmethode. De afschrijving vangt aan op het moment dat het actief klaar is voor gebruik zoals voorzien door het management. De volgende percentages zijn van toepassing op jaarbasis:
| $\bullet$ | installaties, machines en uitrusting | 20% |
|---|---|---|
| $\bullet$ | meubilair en rollend materieel | 25% |
| $\bullet$ | informaticamaterieel | 33% |
| $\bullet$ | vastgoed voor eigen gebruik | |
| terreinen | 0% | |
| gebouwen $\Omega$ |
5% | |
| $\bullet$ | andere materiële vaste activa | 16% |
Indien er indicaties zijn dat een actief mogelijk een bijzonder waardeverminderingsverlies heeft ondergaan, wordt de boekwaarde vergeleken met de realiseerbare waarde. Indien de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen.
Op het ogenblik van de verkoop of van de buitengebruikstelling van materiële vaste activa wordt de boekwaarde niet langer opgenomen in de balans en wordt de winst of het verlies in de resultatenrekening opgenomen.
De boekwaarde van de activa van de onderneming wordt periodiek geanalyseerd om te onderzoeken of er een aanleiding tot waardeverminderingen bestaat. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de resultatenrekening opgenomen als de boekwaarde van het actief hoger is dan de realiseerbare waarde.
Alle financiële activa worden opgenomen of niet langer opgenomen in de balans op transactiedatum wanneer de inkoop of verkoop van een financieel actief op grond van een contract waarvan de voorwaarden de levering van het actief voorschrijven binnen de termijn die op de desbetreffende markt algemeen voorgeschreven of overeengekomen is en worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met transactiekosten, behalve voor financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, die initieel gewaardeerd worden tegen reële waarde.
Derivaten en deelnemingen in dochtervennootschappen behoren ook tot de categorie financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening.
De financiële activa worden geclassificeerd in een van de categorieën voorzien volgens IAS 39 - Financiële instrumenten : opname en waardering afhankelijk van de bedoeling waarmee de financiële activa werden aangeschaft en worden vastgelegd bij hun initiële opname. Deze classificatie bepaalt de waardering van de financiële activa op toekomstige balansdata: geamortiseerde kostprijs of reële waarde.
Handelsvorderingen worden initieel geboekt aan reële waarde, en worden vervolgens gewaardeerd aan de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode. Passende bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de resultatenrekening voor geschatte niet-realiseerbare bedragen indien er objectieve aanwijzingen zijn dat er een bijzonder waardeverminderingsverlies is opgetreden. Het verliesbedrag wordt bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van toekomstige, geschatte kasstromen contant gemaakt tegen de oorspronkelijk effectieve rentevoet bij de eerste opname.
Beleggingen worden opgenomen of niet langer opgenomen op de transactiedatum indien de in- of verkoop van de belegging gebonden is aan een contract waarvan de voorwaarden de levering van het actief voorschrijven binnen de termijn die op de desbetreffende markt algemeen voorgeschreven of overeengekomen is. Initieel worden zij gewaardeerd aan de reële waarde, vermeerderd met de direct toerekenbare transactiekosten.
Schuldbewijzen waarvan de Vennootschap stellig voornemens is en in staat is ze aan te houden tot het einde van de looptijd (tot einde looptijd aangehouden schuldbewijzen) worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs berekend met behulp van de effectieve-rentemethode en verminderd met de eventuele afboekingen wegens bijzondere waardeverminderingsverliezen ten einde rekening te houden met niet-realiseerbare bedragen. Dergelijke bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de resultatenrekening opgenomen als en alleen als er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingsverliezen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden teruggenomen in volgende periodes wanneer de stijging in de realiseerbare waarde objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die na de afboeking plaatsvond. De terugname kan niet de geamortiseerde kostprijs overtreffen zoals deze zou zijn geweest als de bijzondere waardevermindering niet was opgenomen.
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contanten, direct opvraagbare deposito's en andere kortlopende. uiterst liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardevermindering in zich dragen.
Financiële verplichtingen en eigen-vermogensinstrumenten uitgegeven door de Vennootschap worden geclassificeerd op basis van de economische realiteit van de contractuele afspraken en de definities van een financiële verplichting en een eigen-vermogensinstrument. Een eigen-vermogensinstrument is elk contract dat het overblijvende belang omvat in de activa van de Vennootschap, na aftrek van alle verplichtingen. De grondslagen voor financiële verslaggeving met betrekking tot specifieke financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten worden hieronder beschreven.
Interest dragende bankleningen en kredietoverschrijdingen worden initieel gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieverentemethode. Elk verschil tussen de ontvangsten (na transactiekosten) en de vereffening of aflossing van een lening wordt opgenomen over de leningstermijn en dit in overeenstemming met de grondslagen voor financiële verslaggeving met betrekking tot financieringskosten, die toegepast worden door de Vennootschap.
Handelsschulden worden initieel gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode.
Eigen-vermogensinstrumenten uitgegeven door de onderneming, worden opgenomen voor het bedrag van de ontvangen sommen (na aftrek van direct toewijsbare uitgiftekosten).
De Vennootschap gebruikt derivaten teneinde risico's te beperken met betrekking tot ongunstige schommelingen van interestvoeten die voortvloeien uit de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. De Vennootschap gebruikt deze instrumenten niet voor speculatieve doeleinden en houdt geen derivaten aan en geeft geen derivaten uit voor handelsdoeleinden (trading).
Derivaten worden niet geclassificeerd als afdekkingstransacties omdat ze aan de IAS 39 maatstaf niet beantwoorden. Ze worden initieel en na eerste opname gewaardeerd aan reële waarde. Wijzigingen in de reële waarde van elk derivaat worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Wanneer eigen aandelen ingekocht worden, wordt dit bedrag inclusief direct toerekenbare kosten, geboekt in mindering van het eigen vermogen.
Een voorziening is een verplichting van een onzekere omvang of een onzeker tijdstip. Het bedrag dat wordt opgenomen is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op balansdatum af te wikkelen.
Voorzieningen worden slechts opgenomen als er een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting ontstaat ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, die waarschijnlijk zal leiden tot een uitstroom van middelen en waarbij het bedrag van de verplichting op een betrouwbare wijze kan worden geschat.
Bijdragen aan het groepsverzekeringscontract van het type "toegezegde bijdrage" worden opgenomen als een last van de verslagperiode waarin de gerelateerde prestaties worden verricht door de werknemers. Volgens de wet dient de werkgever een minimale rente te garanderen waarbij de vennootschap de verplichting heeft bijkomende bijdragen te betalen indien het pensioenfonds niet over voldoende activa zou beschikken om de pensioenen van alle werknemers te betalen met betrekking tot de diensten die zij hebben geleverd.
Dividenden maken deel uit van de reserves tot wanneer de algemene vergadering van aandeelhouders de dividenden toekent. Dividenden worden bijgevolg erkend als een verplichting in de jaarrekening in de periode waarin de dividenduitkering goedgekeurd wordt door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Gebeurtenissen na balansdatum zijn gebeurtenissen, zowel gunstige als ongunstige, die plaatsvinden tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor uitgifte. Voor gebeurtenissen die informatie verstrekken over de feitelijke situatie op balansdatum wordt het resultaat in de resultatenrekening verwerkt.
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest Offices & Warehouses wordt driemaandelijks gewaardeerd door onafhankelijke vastgoeddeskundigen. Deze waardering van de vastgoeddeskundigen is bedoeld om de marktwaarde van een gebouw te bepalen op een bepaalde datum in functie van de evolutie van de markt en de kenmerken van de desbetreffende gebouwen. De vastgoeddeskundigen hanteren de principes beschreven in het hoofdstuk "Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen" in het Vastgoedverslag en in "Toelichting 14. Vaste activa: vastgoedbeleggingen" van het Financieel verslag. De vastgoedportefeuille wordt in de enkelvoudige jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde die door de vastgoeddeskundigen wordt bepaald.
De reële waarde van de financiële derivaten van Intervest Offices & Warehouses wordt driemaandelijks geschat door de emitterende financiële instelling. Een uitgebreide beschrijving bevindt zich in "Toelichting 19. Financiële instrumenten" in het Financieel verslag.
De vennootschap is op heden verwikkeld, en kan in de toekomst verwikkeld zijn, in gerechtelijke procedures. Intervest Offices & Warehouses is op 31 december 2016 betrokken bij een procedure voor het Hof van Beroep te Antwerpen, fiscale kamer, alsmede in bezwaarprocedures voor de gewestelijke directeur van het controlecentrum grote ondernemingen met betrekking tot aanrekening van de exit-taks aanslagjaar 1999 speciaal (zie Toelichting 24. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen" in het Financieel verslag"). De vennootschap is van oordeel dat deze procedure geen belangrijke weerslag zal hebben op de resultaten van de vennootschap.
Ĩ.
De twee bedrijfssegmenten omvatten de volgende activiteiten:
De categorie "corporate" omvat alle niet aan een segment toewijsbare vaste kosten die door de vennootschap gedragen worden.
| BEDRIJFS- SEGMENTERING |
Kantoren | Logistiek vastgoed |
Corporate | TOTAAL | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 |
| Huurinkomsten Met verhuur verbonden |
23.740 | 25.112 | 21.190 | 18.666 | 44.930 | 43.778 | ||
| kosten | $-38$ | 17 | $-126$ | 12 | $-164$ | 29 | ||
| NETTOHUURRESULTAAT | 23.702 25.129 21.064 18.678 | 44.766 43.807 | ||||||
| Met beheer verbonden kosten en opbrengsten |
403 | 2.687 | 100 | 218 | 503 | 2.905 | ||
| VASTGOEDRESULTAAT | 24.105 27.816 21.164 18.896 | 42.269 46.712 | ||||||
| OPERATIONEEL RESUL- TAAT VÓÓR RESULTAAT OP PORTEFEUILLE |
20.948 24.186 19.015 17.518 | $-2.008$ | $-1.619$ | 37.955 40.085 | ||||
| Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen |
$-11.296$ | 172 | $-1.502$ | $-47$ | $-12.798$ | 125 | ||
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
$-1.354$ | $-9.347$ | 3.779 | 3.951 | 2.425 | $-5.396$ | ||
| Ander portefeuilleresultaat | 184 | $-713$ | 184 | 249 | 368 | $-464$ | ||
| OPERATIONEEL RESUL- TAAT VAN HET SEGMENT |
8.482 | 14.298 | 21.476 | 21.671 | $-2.008$ | $-1.619$ | 27.950 | 34.350 |
| Financieel resultaat | $-7.317$ | $-8.356$ | $-7.317$ | $-8.356$ | ||||
| Belastingen | $-51$ | $-40$ | $-51$ | -40 | ||||
| NETTORESULTAAT | 8.482 14.298 21.476 21.671 | $-9.376$ | $-10.015$ | 20.582 25.954 |
Voor de beschrijving van de risicospreiding naar de huurders per segment wordt verwezen naar het Jaarverslag van 2016 - Vastgoedverslag.
| Logistiek | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| BEDRIJFSSEGMENTERING | Kantoren | vastgoed | TOTAAL | |||
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 |
| Reële waarde van het vastgoed | 293.118 | 317.563 | 309.018 | 277.518 | 602.136 | 595.081 |
| Fusie Stockage Industriel nv 17 februari 2016 |
0 | 0 | 30.527 | 0 | 30.527 | 0 |
| Investeringen tijdens het boekjaar (reële waarde) |
3.824 | 2.752 | 1.519 | 723 | 5.343 | 3.475 |
| Uitbreiding van bestaande vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 1.159 | 0 | 1.159 | $\Omega$ |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen |
7.319 | $\mathbf 0$ | $\Omega$ | 0 | 7.319 | $\Omega$ |
| Desinvesteringen tijdens het boekjaar (reële waarde) |
34.234 | 0 | 5.484 | 3.666 | 39.718 | 3.666 |
| Investeringswaarde van het vastgoed |
300,446 | 325.502 | 316.743 | 284.456 | 617.189 | 609.958 |
| Totaal verhuurbare oppervlakte (m 2 ) |
208.716 | 229.669 | 496.352 | 435.273 | 705.068 | 664.942 |
| Bezettingsgraad (%) | 86% | 84% | 96% | 95% | 91% | 89% |
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Huur | 47.338 | 46.591 |
| Huurkortingen | $-2.695$ | $-3.100$ |
| Huurvoordelen ('incentives') | -36 | $-42$ |
| Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten | 323 | 329 |
| Totaal huurinkomsten | 44.930 | 43.778 |
De huurinkomsten bevatten huren, inkomsten van operationele leaseovereenkomsten en opbrengsten die hier direct verband mee houden zoals verleende huurgaranties door promotoren en vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten, verminderd met de toegekende huurkortingen en huurvoordelen (incentives). De huurkortingen en huurvoordelen worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van het huurcontract door de huurder.
De huurinkomsten van Intervest Offices & Warehouses zijn verspreid over 180 verschillende huurders wat het debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de inkomsten bevordert. De tien belangrijkste huurders maken 44% (47% in 2015) van de jaarhuur uit, zijn vaak vooraanstaande bedrijven in hun sector en maken vaak deel uit van internationale concerns. De belangrijkste huurder, die tot het kantoorsegment behoort, vertegenwoordigt op 31 december 2016 7% van de jaarhuur (8% in 2015).
In 2016 zijn er 3 huurders waarvan de jaarhuur op individuele basis meer dan 5% vertegenwoordigt van de totale jaarhuur van Intervest Offices & Warehouses (4 huurders in 2015). Voor meer toelichting van de belangrijkste huurders wordt verwezen naar het Jaarverslag van 2016 - Vastgoedverslag - Risicospreiding naar huurders.
Voor het boekjaar 2016 bedragen de huurinkomsten van Intervest € 44,9 miljoen en zijn hiermee met 3% gestegen ten opzichte van het boekjaar 2015 (€ 43,8 miljoen). De toename met € 1,1 miljoen volgt voornamelijk uit de fusie met Stockage Industriel nv op 17 februari 2016, deze toename wordt deels gecompenseerd door de heroriëntering van de kantorenportefeuille die geleid heeft tot de desinvestering van een portefeuille van vijf niet strategische gebouwen in de Brusselse periferie in juni 2016. Deze desinvestering heeft gezorgd voor een afname van de huurinkomsten van de vennootschap met € 1,5 miljoen in 2016.
Bij het afsluiten van nieuwe huurovereenkomsten in het boekjaar 2016 is bij 91% van de contractwaarde een huurkorting toegekend (81% in 2015) van gemiddeld 8% van de jaarlijkse huurinkomsten (11% in 2015).
Ook wordt veelal bedongen dat de huurder de huurkortingen geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen indien hij het contract zou verbreken bij de eerste break van de overeenkomst.
Bij het uitbreiden en/of verlengen van een huurcontract is in het boekjaar 2016 gemiddeld bij 23% van de contractwaarde een huurkorting toegekend (84% in 2015). Deze huurkorting bedraagt gemiddeld 2% van de jaarlijkse huurinkomsten (11% in 2015).
De contante waarde van de toekomstige minimum huurinkomsten tot aan de eerste vervaldag van de niet opzegbare contracten heeft onderstaande inningstermijnen:
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Vorderingen met een resterende looptijd van: | ||
| Hoogstens één jaar $-7.8$ |
42.349 | 42.753 |
| Tussen één en vijf jaar | 97.883 | 91.316 |
| Meer dan vijf jaar | 28.965 | 31.429 |
| Totaal van de toekomstige minimum | ||
| huurinkomsten | 169.197 | 165.498 |
De stijging van de toekomstige minimum huurinkomsten met € 4 miljoen ten opzichte van 31 december 2015 is hoofdzakelijk te wijten aan de fusie met Stockage Industriel nv op 17 februari 2016. Deze toename wordt deels gecompenseerd met de desinvestering van een portefeuille van vijf niet strategische gebouwen in de Brusselse periferie in juni 2016.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Te betalen huur op gehuurde activa en erfpachtvergoedingen | -27 | $-21$ |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | $-137$ | $-14$ |
| Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen | 64 | |
| Totaal met verhuur verbonden kosten | -164 | 29 |
De verliezen op huurvorderingen (met recuperatie) vertegenwoordigen voor de periode 2007-2016 slechts 0,1% van de totale omzet. Een sterke verslechtering van de algemene economische conjunctuur kan de verliezen op huurvorderingen vergroten. De vastgoedvennootschap beperkt dit risico door middel van huurwaarborgen en bankgaranties van de huurders. Het eventuele faillissement van een belangrijke huurder kan voor de vennootschap een aanzienlijk verlies vertegenwoordigen, evenals een onverwachte huurleegstand en zelfs een herverhuring van de vrijgekomen oppervlakte tegen een prijs die lager is dan de prijs van het niet-gerespecteerde contract.
De met verhuur verbonden kosten betreffen voornamelijk de waardeverminderingen en terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen die in het resultaat genomen worden indien de boekwaarde hoger is dan de geschatte realisatiewaarde. Deze rubriek bevat ook de kosten voor de huur van terreinen en gebouwen door de vennootschap voor verdere verhuring aan haar huurders.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Verkregen vergoedingen op huurschade | 119 | 2.579 |
| Andere | 581 | -723 |
| Ontvangen beheersvergoedingen van huurders | 581 | 723 |
| Totaal recuperatie van vastgoedkosten | 700 | 3.302 |
De recuperatie van de vastgoedkosten betreft voornamelijk de inresultaatname van schadevergoedingen ontvangen van huurders voor huurschade bij het verlaten van de gehuurde ruimten alsook de beheersvergoeding die de vennootschap ontvangt van haar huurders voor het beheer van de verhuurde gebouwen en de doorrekening van de huurlasten aan de huurders, zoals weergegeven in onderstaande tabellen.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Recuperatie van huurlasten gedragen door de eigenaar | 4.159 | 5.117 |
| Recuperatie van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 3.714 | 4.087 |
| Totaal recuperatie van huurlasten en belastingen normaal | ||
| gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen | 7.873 | 9.204 |
| in duizenden $\epsilon$ | 2015 | 2015 |
|---|---|---|
| Huurlasten gedragen door de eigenaar | $-4.159$ | $-5.117$ |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | $-3.714$ | -4.087 |
| Totaal huurlasten en belastingen normaal gedragen door de | ||
| huurder op verhuurde gebouwen | -7.873 | -9.204 |
| Totaal saldo van gerecupereerde huurlasten en belastingen | o |
De huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen en de recuperatie van deze lasten betreffen kosten die volgens de wet of volgens de gebruiken ten laste vallen van de huurder of lessee.
Deze kosten omvatten voornamelijk onroerende voorheffing, elektriciteit, water, schoonmaak, onderhoud van ramen en vensters, technisch onderhoud, groenonderhoud, enz. De eigenaar staat zelf in voor het beheer van de gebouwen (kantoorgebouwen) of heeft dit uitbesteed aan externe vastgoedbeheerders (voor Mechelen Campus).
De eigenaar zal deze kosten overeenkomstig de contractuele afspraken met de huurder wel of niet aan hem doorrekenen. De afrekening gebeurt op halfjaarbasis (met uitzondering van enkele kantoorgebouwen waar de afrekening op kwartaalbasis plaatsvindt). Gedurende het boekjaar worden voorschotten gefactureerd aan de huurders.
De afname van de huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen is voornamelijk het gevolg van de desinvestering van vijf panden in de Brusselse periferie in juni 2016.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Ontvangen coördinatievergoedingen turn-key solutions | 22 | |
| Kosten en opbrengsten m.b.t. uitbating RE:flex | -41 | -87 |
| Andere | 234 | -67 |
| Totaal andere met verhuur verbonden opbrengsten en kosten | 215 |
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Recurrente technische kosten | $-1.096$ | $-1.078$ |
| Onderhoud | -998 | $-1.053$ |
| Verzekeringspremies | -98 | $-26$ |
| Niet-recurrente technische kosten | з | -6 |
| Schadegevallen | $-110$ | $-155$ |
| Vergoedingen van schadegevallen door de verzekeraars | 113 | 149 |
| Totaal technische kosten | -1.093 | $-1.084$ |
De technische kosten omvatten onder meer onderhoudskosten en verzekeringspremies.
Onderhoud en herstellingskosten die als renovatie van een bestaand gebouw kunnen worden beschouwd omdat ze een verbetering van het rendement of de huur veroorzaken, worden niet in kost genomen maar geactiveerd.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Makelaarscommissies | $-115$ | |
| Publiciteit | -136 | -144 |
| Erelonen van advocaten en juridische kosten | -85 | $-117$ |
| Totaal commerciële kosten | -336 | -261 |
Commerciële kosten omvatten onder meer makelaarscommissies. De commissies betaald aan makelaars na een periode van leegstand worden geactiveerd aangezien de vastgoeddeskundigen, na een periode van leegstand, geschatte commissies in mindering brengen van de geschatte waarde van het vastgoed. De commissies betaald aan makelaars na een onmiddellijke herverhuring, zonder leegstandsperiode, worden niet geactiveerd en komen ten laste van het resultaat aangezien de vastgoeddeskundigen met deze commissies geen rekening houden bij hun waardering.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Leegstandslasten van het boekjaar | $-612$ | $-730$ |
| Leegstandslasten van het vorig boekjaar | $-32$ | 21 |
| Onroerende voorheffing leegstand | $-521$ | $-603$ |
| Recuperatie onroerende voorheffing leegstand | 484 | 481 |
| Recuperatie onroerende voorheffing leegstand vorig boekjaar | 206 | 47 |
| Totaal kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen | $-475$ | -784 |
De kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen zijn tijdens het boekjaar 2016 gedaald ten opzichte van boekjaar 2015 door de desinvestering van vijf gebouwen met leegstand in juni 2016 en door de hogere recuperatie van onroerende voorheffing op leegstaande ruimten. De leegstandskosten maken voor het boekjaar 2016 circa 1,1% van de totale huurinkomsten van de vennootschap uit (1,8% in 2015).
Intervest Offices & Warehouses recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaarschriften ingediend bij de Belastingsdienst Vlaanderen.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Externe beheersvergoedingen | $-13$ | $-10$ |
| Kosten van het intern beheer van het patrimonium | $-2.965$ | $-2.781$ |
| Personeelsbeloningen | $-2.001$ | $-1.897$ |
| Vastgoedexpert | -140 | $-156$ |
| Overige kosten | -824 | $-728$ |
| Totaal beheerskosten van het vastgoed | $-2.978$ | $-2.791$ |
De beheerskosten van het vastgoed zijn kosten die verband houden met het beheer van de gebouwen. Hieronder worden begrepen de personeelskosten en de indirecte kosten van de directie en het personeel (zoals kosten van kantoor, werkingskosten, enz.) die zorgen voor het beheer van de portefeuille en de verhuringen, alsook afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten die aan het beheer van het vastgoed kunnen worden toegewezen.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Kosten ten laste van de eigenaar | $-109$ | -79 |
| Onroerende voorheffing contractueel ten laste van eigenaar | -186 | 0 |
| Overige andere vastgoedkosten | -6 | $-10^{-}$ |
| Totaal andere vastgoedkosten | -301 | -89 |
De andere vastgoedkosten betreffen vaak uitgaven die op basis van contractuele of commerciële afspraken met huurders ten laste van de Vennootschap vallen. Het zijn veelal beperkingen op de betaling van de gemeenschappelijke lasten. Voor het boekjaar 2016 bedragen deze commerciële tussenkomsten circa € 0,3 miljoen op jaarbasis of 0,7% van de totale huurinkomsten van de vennootschap (€ 0,1 miljoen of 0,2% in boekjaar 2015).
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Belasting ICB | -298 | $-291$ |
| Ereloon commissaris | $-75$ | $-72$ |
| Bezoldigingen bestuurders | $-51$ | $-54$ |
| Liquidity provider | $-15$ | $-15$ |
| Financiële dienst | $-40$ | $-18$ |
| Personeelsbeloningen | $-1.052$ | $-854$ |
| Advieskosten | $-190$ | $-145$ |
| Overige kosten | -497 | $-304$ |
| Totaal algemene kosten | $-2.218$ | $-1.753$ |
Algemene kosten zijn alle kosten die verband houden met het beheer van de vennootschap en de kosten die niet kunnen worden toegewezen aan het beheer van het vastgoed. Deze operationele kosten zijn onder andere algemene administratieve kosten, kosten van het personeel dat zich met het beheer van de vennootschap als zodanig bezighoudt, afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten.
De algemene kosten belopen € 2,2 miljoen en zijn ruim € 0,4 miljoen gestegen ten opzichte van 2015 (€ 1,8 miljoen) voornamelijk door een uitgebreider directiecomité en personeelsbestand, alsook van hogere huisvestingskosten en toegenomen marketing- en publiciteitsactiviteiten.
Voor verdere details van het ereloon van de commissaris wordt verwezen naar toelichting 23.
Een overzicht van de uitbetaalde vergoedingen aan de bestuurders wordt weergegeven in het Verslag van de raad van bestuur - Remuneratieverslag. 50% van de bezoldigingen aan de bestuurders wordt opgenomen onder de algemene kosten, de overige 50% van hun werkzaamheden worden beschouwd als beheerskosten van het vastgoed.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kosten | Kosten | Kosten | Kosten | |||
| van het | verbonden | van het | verbonden | |||
| intern | aan het | intern | aan het | |||
| beheer | beheer van | beheer | beheer van | |||
| van het | de | van het | de | |||
| patrimoniu | vennootsc | patrimoni | vennootsc | |||
| m | hap | TOTAAL | um | hap | TOTAAL | |
| Vergoedingen werknemers | ||||||
| en zelfstandige | ||||||
| medewerkers | 1.535 | 718 | 2.253 | 1.590 | 607 | 2.197 |
| Bezoldigingen en andere | ||||||
| beloningen betaald binnen de 12 | ||||||
| maanden | 1.100 | 593 | 1.693 | 926 | 472 | 1.398 |
| Pensioenen en beloningen na | ||||||
| uitdiensttreding | 42 | 17 | 59 | 36 | 9 | 45 |
| Sociale zekerheid | 248 | 99 | 347 | 249 | 59 | 308 |
| Variabele vergoedingen | 62 | 25 | 87 | 82 | 19 | 101 |
| Ontslagvergoedingen | $\mathbf 0$ | $\bf{0}$ | $\bf{0}$ | 122 | 0 | 122 |
| Overige lasten | 83 | $-16$ | 67 | 175 | 48 | 223 |
| Vergoedingen directiecomité | 466 | 334 | 800 | 307 | 247 | 554 |
| Voorzitter directiecomité | 131 | 132 | 263 | 85 | 86 | 171 |
| Vaste vergoeding | 121 | 122 | 243 | 73 | 74 | 147 |
| Variabele vergoeding | 10 | 10 | 20 | 12 | 12 | 24 |
| Andere leden directiecomité | 335 | 202 | 537 | 222 | 161 | 383 |
| Vaste vergoeding | 302 | 164 | 466 | 187 | 120 | 307 |
| Variabele vergoeding | 20 | 20 | 40 | 35 | 24 | 59 |
| Pensioenverplichtingen | 13 | 18 | 31 | 0 | 17 | 17 |
| Totaal personeelsbeloningen | 2.001 | 1.052 | 3.053 | 1.897 | 854 | 2.751 |
Het aantal werknemers en zelfstandige medewerkers op jaareinde 2016, uitgedrukt in voltijdse equivalenten bedraagt 20 personeelsleden voor het intern beheer van het patrimonium (18 in 2015) en 10 personeelsleden voor het beheer van de vennootschap (7 in 2015). Het aantal directieleden bedraagt 4 personen op 31 december 2016 (4 personen op jaareinde 2015, waarvan 1 onbezoldigd.)
Voor het personeel in vast dienstverband worden de bezoldigingen, de supplementaire beloningen, de vergoedingen bij uitdiensttreding, de ontslag- en verbrekingsvergoedingen geregeld door de wet op de arbeidsovereenkomsten van 4 juli 1978, de wet op de jaarlijkse vakantie van 28 juni 1971, het paritair comité waaronder de vennootschap ressorteert en de toepasselijke CAO's in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarop ze betrekking hebben.
Pensioenen en beloningen na uitdiensttreding, bevatten pensioenen, bijdragen voor groepsverzekeringen, levensen invaliditeitsverzekeringen en hospitalisatieverzekeringen. Intervest heeft, voor haar personeelsleden in vast dienstverband, een groepsverzekeringscontract van het type "toegezegde bijdrage" bij een externe verzekeringsmaatschappij afgesloten. Als gevolg van de gewijzigde wetgeving eind december 2015 (op 18 december 2015 werd de wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen goedgekeurd), dient de werkgever een minimum rendement te garanderen en bijgevolg dient dit contract geclassificeerd te
worden als een "defined benefit" plan. De vennootschap doet bijdragen aan dit fonds dat onafhankelijk is van de vennootschap. De bijdragen van het verzekeringsplan worden gefinancierd door de onderneming. Dit groepsverzekeringscontract volgt de wet-Vandenbroucke op de pensioenen. De bijdrageverplichtingen worden in de resultatenrekening, in de periode waarop ze betrekking hebben, opgenomen. Voor het boekjaar 2016 bedragen deze bijdragen € 89.000 (€ 62.000 in 2015). De verzekeringsmaatschappij heeft op 31 december 2016 bevestigd dat het tekort om het minimum rendement te garanderen niet materieel is.
De vergoedingen van het directiecomité worden toegelicht in het Verslag van de raad van bestuur -Remuneratieverslag.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | 41.300 | 5.225 |
| Geaccumuleerde meerwaarden en bijzondere waardeverminderingsverliezen | $-1.582$ | $-1.559$ |
| Boekwaarde (reële waarde) | 39.718 | 3.666 |
| Verkoopprijs | 27,000 | 3.700 |
| Verkoopkosten | -80 | $-81$ |
| Terugneming voorziening huurgaranties (toelichting 17) | $\Omega$ | 172 |
| Netto verkoopopbrengst | 26.920 | 3.791 |
| Totaal resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen | $-12.798$ | 125 |
Het resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen bedraagt in 2016 € -12,8 miljoen en bevat de minderwaarde gerealiseerd op de desinvestering van vijf gebouwen in de Brusselse periferie in juni 2016. De desinvestering betreft de kantoorgebouwen "Brussels 7" in Strombeek-Bever, "Park Station" en "Hermes Hills" in Diegem en "3T Estate" in Vilvoorde. Het semi-industrieel gebouw "Berchem Technology Center" is gelegen in Sint-Agatha-Berchem. De totale oppervlakte van de gedesinvesteerde gebouwen is circa 32.900 m2 kantoren, 4.000 m2 opslagruimte, 2.500 m2 archiefruimte en 770 parkeerplaatsen.
Intervest heeft deze vijf gebouwen gedesinvesteerd gezien deze panden een uitzonderlijk risicoprofiel hadden in vergelijking met andere gebouwen in de portefeuille. De gebouwen hebben een leeftijd tussen 15 en 25 jaar en zouden renovatiewerken vereisen in de toekomst, zonder dat deze renovatiewerken uitzicht gaven op hogere huurprijzen in de toekomst omwille van de aanzienlijke leegstand in deze delen van de Brusselse periferie. Verder waren deze gebouwen voor Intervest arbeidsintensieve gebouwen op vlak van asset management door het aantal huurders en de lage bezettingsgraad.
Intervest heeft deze gebouwen gedesinvesteerd met een aanzienlijke minderwaarde ten opzichte van de taxatiewaarde. De verkoopprijs bedraagt € 27 miljoen (exclusief taksen en aankoopkosten) wat 32% lager is dan de boekwaarde (reële waarde) van deze panden op 31 december 2015 die € 40 miljoen bedroeg (zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundige van de vennootschap).
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Positieve variaties op vastgoedbeleggingen | 9.819 | 5.543 |
| Negatieve variaties op vastgoedbeleggingen | -7.394 | $-10.939$ |
| Totaal variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 2.425 | -5.396 |
De variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen zijn in 2016 positief en bedragen € 2,4 miljoen in vergelijking met negatieve variaties van € -5,4 miljoen in 2015. Deze toename met 0,4% van de reële waarde van de bestaande vastgoedportefeuille (zonder rekening te houden met nieuwe acquisities en met desinvesteringen) is voornamelijk het gevolg van:
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Portefeuilleresultaat als gevolg van fusieverrichtingen en daarmee gelijkgestelde verrichtingen |
-7 | $-108$ |
| Overige | 375 | $-356$ |
| Variaties spreiding huurkortingen en tegemoetkomingen aan huurders |
437 | -356 |
| In resultaatname van toekomstige spreidingen van huurkorting en tegemoetkomingen aan huurders door verkoop van vastgoedbeleggingen |
-62 | Ω |
| Totaal ander portefeuilleresultaat | 368 | -464 |
Het ander portefeuilleresultaat bevat in 2016 voornamelijk de variaties in de spreiding van huurkortingen en tegemoetkomingen aan huurders.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Nominale interestlasten op leningen | $-6.186$ | $-8.269$ |
| Leningen bij financiële instellingen | $-3.551$ | $-3.710$ |
| Vastrentend | -320 | $-319$ |
| Variabel | -3.231 | -3.391 |
| Obligatieleningen | $-2.277$ | $-4.164$ |
| Interestkosten op niet opgenomen kredieten | $-358$ | $-395$ |
| Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | -2.876 | $-2.317$ |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-2.876 | $-2.317$ |
| Andere interestkosten | $-265$ | -393 |
| Totaal netto interestkosten | $-9.327$ | $-10.979$ |
De netto-interestkosten bedragen in 2016 €-9,3 miljoen ten opzichte van €-11,0 miljoen in 2015. De daling van de financieringskosten volgt hoofdzakelijk uit de desinvestering van vijf gebouwen in juni 2016 voor een bedrag van € 27 miljoen en de terugbetaling van de obligatielening van € 75 miljoen in juni 2015.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Netto interestkosten op langlopende financiële schulden | -6.364 | -7.860 |
| Netto interestkosten op kortlopende financiële schulden | $-2.963$ | $-3.119$ |
| Totaal netto interestkosten | $-9.327$ | -10.979 |
De totale gemiddelde interestvoet bedraagt in 2016 3,1% inclusief bankmarges en renteafdekkingsinstrumenten vergeleken met 3,5% in 2015. De totale gemiddelde interestvoet voor impact van de renteafdekkingsinstrumenten bedraagt in 2016 2,1%.
De gemiddelde interestvoet van de langlopende financiële schulden is voor 2016 3,2% inclusief bankmarges (3,7% in 2015). De gemiddelde interestvoet van de kortlopende financiële schulden is voor 2016 3,0% inclusief bankmarges (3,0% in 2015).
De (hypothetische) toekomstige cash outflow voor 2016 van de interestlasten van de op 31 december 2016 opgenomen leningen aan vaste rentevoet of aan de variabele rentevoet op 31 december 2016 bedraagt € 7,2 miljoen (€ 8,3 miljoen in 2015).Deze daling is voornamelijk het gevolg van de herfinanciering van financiële derivaten eind 2016, begin 2017.
Voor het boekjaar 2016 bedraagt het effect op het EPRA resultaat van een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 1% ongeveer € 0,5 miljoen negatief (€ -0,4 miljoen in 2015).
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Vennootschapsbelasting | -5 | -40 |
| Totaal belastingen | -51 | -40 |
Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een voordelig fiscaal statuut gegeven aan de GVV's. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op "verworpen uitgaven". Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op verkopen van vastgoedbeleggingen wordt dus geen vennootschapsbelasting betaald.
| 2015 | 2015 | |
|---|---|---|
| Aantal aandelen bij het begin van het boekjaar | 16.239.350 | 16.143.906 |
| Aantal uitgegeven aandelen bij keuzedividend | 545.171 | 95.444 |
| Aantal uitgegeven aandelen door inbreng in natura in het kader | ||
| van een met splitsing gelijkgestelde verrichting of partiële | ||
| splitsing (artikel 677 Wetboek van Vennootschappen) | 0 | 0 |
| Aantal aandelen per einde van het boekjaar | 16.784.521 | 16.239.350 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 16.784.521 | 16.239.350 |
| Aanpassingen voor de berekening van het gewogen gemiddeld aantal aandelen |
0 | $-38.439$ |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 16.784.521 | 16.200.911 |
Het bedrag dat vatbaar is voor uitkering is bepaald conform artikel 13 §1 van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat volgens enkelvoudige jaarrekening | 20.582 | 25.954 |
| Aan te passen niet-kasstroomverrichtingen begrepen in het | ||
| nettoresultaat: | ||
| Afschrijvingen | 274 | 165 |
| Waardeverminderingen $\checkmark$ |
136 | 14 |
| Terugnemingen van waardeverminderingen ✓ |
0 | -64 |
| Andere niet-monetaire bestanddelen | 889 | $-4.557$ |
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen $\checkmark$ |
12.798 | $-125$ |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | $-2.425$ | 5.396 |
| Gecorrigeerd resultaat (A) | 32.254 | 26.783 |
| Tijdens het boekjaar gerealiseerde meer- en minderwaarde 5 op | ||
|---|---|---|
| vastgoed | $-14.378$ | |
| Nettomeerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld | ||
| van de verplichte uitkering (B) | $-14.378$ | |
| Totaal $(A + B) \times 80\%$ | 14.301 | 21.426 |
| Schuldvermindering (-) | $-22.453$ | |
| Uitkeringsplicht | O | 21.426 |
Intervest heeft voor boekjaar 2016 geen uitkeringsplicht door de schuldvermindering als gevolg van de verkoop van vastgoedbeleggingen.
| in $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat (in $\epsilon$ 000) | 20.582 | 25.954 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 16.784.521 | 16.200.911 |
| Gewoon nettoresultaat per aandeel (in $\epsilon$ ) | 1,23 | 1,60 |
| Verwaterd nettoresultaat per aandeel (in $\epsilon$ ) | 1,23 | 1,60 |
| EPRA resultaat (in $\epsilon$ 000) | 29.044 | 29.330 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 16.784.521 | 16.239.350 |
| EPRA resultaat per aandeel (in $\epsilon$ ) | 1,73 | 1,81 |
Aan de aandeelhouders zal voor het boekjaar 2016 een brutodividend aangeboden worden van € 1,40 per aandeel ten opzichte van € 1,71 voor 2015. Dit brutodividend biedt de aandeelhouders een brutodividendrendement van 5,9% op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2016 (€ 23,90).
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| EPRA resultaat per aandeel $(\epsilon)$ | 1,73 | 1,81 |
| Dividenduitkering uitgedrukt in procent van het enkelvoudig EPRA | ||
| resultaat (%) | 81% | 95% |
| Brutodividend per aandeel $(\epsilon)$ | 1.40 | 1,71 |
| Vergoeding van het kapitaal ( $\in$ 000) | 23.498 | 27.769 |
Na afsluiting van het boekjaar is deze dividenduitkering voorgesteld door de raad van bestuur. Deze zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 26 april 2017. De dividenduitkering wordt, conform IAS 10, niet opgenomen als verplichting en heeft geen effect op de winstbelasting.
5Meer- en minderwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten.
Het bedrag als bedoeld in artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen, van het gestort kapitaal of als dit bedrag hoger ligt, van het opgevraagd kapitaal, verhoogd met al de reserves die volgens de wet of de statuten niet verdeeld mogen worden, is bepaald in Hoofdstuk 4 van bijlage C van het GVV-KB.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Niet-uitkeerbare elementen van het eigen vermogen voor | ||
| resultaatverdeling | ||
| Gestort kapitaal | 152.948 | 147.980 |
| Volgens de statuten niet-beschikbare uitgiftepremies | 90.821 | 84.220 |
| Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed | 53.216 | 58.680 |
| Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
68.856 | 73.695 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten |
$-15.640$ | $-15.015$ |
| afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
$-4.508$ | $-5.066$ |
| Wettelijke reserves | 90 | 90 |
| Resultaatverdeling dat conform Hoofdstuk I van bijlage C van het KB | ||
| van 13 juli 2014 aan de niet-uitkeerbare reserves dient toegewezen te | ||
| worden | ||
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 6 | $-2.190$ | $-5.906$ |
| Boekjaar | 3.194 | $-5.906$ |
| Vorige boekjaren | $-5.384$ | 0 |
| Variaties in de reële waarde 7 vastgoedbeleggingen tgv realisatie van vastgoedbeleggingen |
$-13.791$ | 34 |
| Geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen |
587 | 138 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges - IAS 39) |
1.547 | 558 |
| Totaal eigen vermogen dat niet uitkeerbaar is | 278.720 | 280.728 |
| Eigen vermogen enkelvoudig | 326.085 | 321.704 |
| Eigen vermogen enkelvoudig | 326.085 | 321.704 |
|---|---|---|
| Geplande dividenduitkering | 23.498 | 27.769 |
| Aantal aandelen | 16.784.521 | 16.239.350 |
| Brutodividend per aandeel $(E)$ | 1.40 | 1,71 |
| Eigen vermogen na dividenduitkering | 302.587 | 293.935 |
| Overblijvende reserve na uitkering | 23.867 | 13.207 |
<sup>6 Gebaseerd op variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
7 Gebaseerd op variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
Voor het boekjaar 2016 wordt € 1,40 per aandeel uitgekeerd. De overblijvende reserve na uitkering kent een toename met € 5,5 miljoen ten opzichte van het vorig boekjaar. De overige toename is te verklaren door de reclassificatie in de resultaatsverwerking van de gerealiseerde meer- en minderwaarden op verkopen van vastgoedbeleggingen. Voor de toelichting van deze reclassificatie wordt verwezen naar de resultaatverwerking (volgens het schema opgenomen in Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk 1 van de Bijlage C van het GVV-KB van 13 juli 2014).
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | |
| Balans op 1 januari | 317.563 | 277.518 | 595.081 | 324.277 | 276.391 | 600.668 |
| Fusie Stockage Industriel nv 17 februari 2016 |
0 | 30.527 | 30.527 | 0 | $\Omega$ | O |
| Aankopen van vastgoed- beleggingen |
7.319 | $\Omega$ | 7.319 | $\Omega$ | $\Omega$ | O |
| Investeringen in bestaande vastgoedbeleggingen |
3.824 | 1.519 | 5.343 | 2.752 | 723 | 3.475 |
| Uitbreidingen van bestaande ✓ vastgoedbeleggingen |
$\mathbf{0}$ | 1.159 | 1.159 | $\mathbf{0}$ | $\Omega$ | ∩ |
| Verkopen van vastgoed- beleggingen |
$-34.234$ | $-5.484$ | $-39.718$ | $\Omega$ | $-3.666$ | $-3.666$ |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
$-1.354$ | 3.779 | 2.425 | $-9.466$ | 4.070 | $-5.396$ |
| Balans op 31 december | 293.118 | 309.018 | 602.136 | 317.563 | 277.518 | 595.081 |
| OVERIGE INFORMATIE Investeringswaarde van het vastgoed |
300.446 | 316.743 | 617.189 | 325.502 | 284.456 | 609.958 |
De vastgoedbeleggingen bestaan uit:
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Vastgoed bestemd voor verhuring | 599.074 | 589.525 |
| Andere grondreserves | 3.062 | 5.556 |
| Totaal vastgoedbeleggingen | 602.136 | 595.081 |
Intervest heeft op 31 december 2016 geen projectontwikkelingen noch activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging. Voor de verdere verklaring van de variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar Toelichting 9.
De reële waarde van de vastgoedportefeuille is in 2016 toegenomen met circa € 7 miljoen en bedraagt op 31 december 2016 € 602 miljoen (€ 595 miljoen op 31 december 2015). Onderliggend heeft de reële waarde van de vastgoedportefeuille in 2016 volgende evoluties gekend:
€ 3,8 miljoen door de toename van de reële waarde van de bestaande vastgoedportefeuille $\Omega$
€ 2,7 miljoen door investeringen en uitbreiding in bestaande logistieke portefeuille $\circ$
Op 31 december 2015 had de vennootschap in Herentals op haar site Herentals Logistics 3 een grondreserve met een oppervlakte van 32.100 m2 voor de toekomstige potentiële nieuwbouw van een kwalitatief nieuw logistiek vastgoed in de vorm van een opsplitsbare logistieke hal met een oppervlakte van circa 19.000 m2.
In de loop van 2016 werden plannen tot gedeeltelijke herontwikkeling van deze reserve geconcretiseerd tot een nieuwbouw distributiecentrum van circa 12.200 m2 voor Schrauwen Sanitair en Verwarming.
Op jaareinde 2016 is de resterende grondreserve van circa 8.000m2 die een bijkomende uitbreidingsmogelijkheid voor een bijkomend magazijn biedt, gewaardeerd als bouwrijp terrein.
Op 31 december 2016 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen. Voor de beschrijving van de wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld op het logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat wordt verwezen naar Toelichting 24.
IFRS 13 is van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2013 en introduceert een uniform raamwerk voor waardering tegen reële waarde en informatieverschaffing over waardering tegen reële waarde waar deze waarderingsgrondslag op grond van andere IFRS-standaarden verplicht of toegestaan is. Daarbij wordt de reële waarde specifiek gedefinieerd als de prijs die zou worden ontvangen bij de verkoop van een actief of die betaald zou moeten worden bij het overdragen van een verplichting in een ordelijke transactie tussen marktpartijen op de waarderingsdatum. De vereiste informatieverschaffing in IFRS 13 inzake waarderingen tegen reële waarde dient ook ter vervanging van of als uitbreiding op de vereisten in andere IFRS-standaarden, waaronder IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing.
Vastgoedbeleggingen worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de hiërarchie:
De in de balans opgenomen reële waarde van vastgoedbeleggingen is uitsluitend het resultaat van de waardering van de portefeuille door onafhankelijke vastgoeddeskundigen.
Voor de waardebepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen werden de aard, de kenmerken en de risico's van deze gebouwen en de beschikbare marktgegevens onderzocht.
Omwille van de liquiditeit van de markt en de moeilijkheid om transactiegegevens te bekomen die op een onbetwistbare manier vergelijkbaar zijn, is het evaluatieniveau van de reële waarde van Intervest Offices & Warehouses' gebouwen overeenkomstig de IFRS 13 norm, gelijk aan niveau 3 en dit voor de volledige portefeuille.
Alle vastgoedbeleggingen van de vennootschap worden ieder kwartaal gewaardeerd aan reële waarde door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen. De reële waarde is gebaseerd op de marktwaarde (dus gecorrigeerd voor 2,5% aankoopkosten zoals beschreven in de "Grondslagen voor de financiële verslaggeving – Vastgoedbeleggingen" - zie supra), wat wil zeggen het geschatte bedrag waarvoor een vastgoedbelegging op waarderingsdatum kan worden verhandeld tussen een tot een transactie bereid zijnde koper en een verkoper in een zakelijke, objectieve transactie voorafgegaan door gedegen onderhandeling waarbij de partijen goed geïnformeerd en tot een transactie bereid zijn.
Wanneer geen actuele marktprijzen in een actieve markt beschikbaar zijn, komen de waarderingen tot stand op basis van een brutorendementsberekening, waarbij de brutomarkthuren worden gekapitaliseerd. Deze bekomen waarderingen worden gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten. Ook huurkortingen en huurvrije perioden worden in rekening gebracht. Voor gebouwen die deels of volledig onbezet zijn, wordt de waardering berekend aan de hand van de geschatte huurwaarde, met afhouding van de leegstand en de kosten (verhuurkosten, publiciteitskosten, enz.) voor de leegstaande delen.
De gehanteerde rendementen zijn specifiek voor het type vastgoed, de locatie, de staat van onderhoud en de verhuurbaarheid van ieder pand. De basis voor de bepaling van de rendementen wordt gevormd door vergelijkbare transacties, aangevuld met markt- en gebouwspecifieke kennis. Bij de waardebepaling is ook rekening gehouden met vergelijkbare transacties in de markt.
De rendementen beschreven in het Vastgoedverslag worden berekend door de contractuele huur verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand van het vastgoed te delen door de reële waarde van de vastgoedbeleggingen uitgedrukt in een percentage. Het gemiddelde brutorendement bij volledige verhuring van de totale vastgoedportefeuille per 31 december 2016 bedraagt 8,3% (8,8% op 31 december 2015).
Er worden per pand, per huurder en per leegstaande ruimte veronderstellingen gemaakt van de kans op (her)verhuur, aantal maanden leegstand, incentives en verhuurkosten.
| 31.12.2016 | 31.12.2015 | |
|---|---|---|
| Gemiddelde contractuele huur verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand per m 2 (in $\epsilon$ ) |
De meest belangrijke hypothese met betrekking tot de waardering van de vastgoedbeleggingen zijn:
| de geschatte huurwaarde op leegstand per m 2 (in $\epsilon$ ) |
||
|---|---|---|
| Kantoren ✓ |
128 | 140 |
| Logistiek vastgoed ✓ |
48 | 48 |
| Gemiddeld bij brutorendement volledige verhuring (in %) |
8,3% | 8,8% |
| Kantoren $\checkmark$ |
8,9% | 9,8% |
| Logistiek vastgoed ✓ |
7,8% | 7,6% |
| Gemiddeld nettorendement (in %) | 7,4% | 7,8% |
| Kantoren $\checkmark$ |
7,8% | 8,4% |
| Logistiek vastgoed ✓ |
7,0% | 7,0% |
| Leegstandspercentage (in %) | 9% | 11,0% |
In geval van een hypothetische negatieve aanpassing van het rendement dat gebruikt wordt door de vastgoeddeskundigen bij de bepaling van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap (yield of kapitalisatievoet) met 1% (van 7,6% naar 8,6% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 71 miljoen of 12%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 6% tot circa 52%.
In het omgekeerde geval van een hypothetische positieve aanpassing van dit gebruikte rendement met 1% (van 7,6% naar 6,6% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 93 miljoen of 15%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 6% tot circa 40%.
In geval van een hypothetische daling van de contractuele huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 46,3 miljoen naar € 45,3 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 13 miljoen of 2%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 1% tot circa 47%. In het omgekeerde geval van een hypothetische stijging van de lopende huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 46,3 miljoen naar € 47,3 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 13 miljoen of 2%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 1% tot circa 45%.
Er bestaat een correlatie tussen de evoluties van de lopende huren en de in de vastgoedschatting gehanteerde rendementen. Deze is echter buiten beschouwing gelaten in bovenstaande sensitiviteitsanalyse.
Vastgoedbeleggingen worden in de boekhouding opgenomen op basis van schattingsverslagen opgesteld door onafhankelijke en deskundige vastgoedschatters. Deze verslagen zijn gebaseerd op informatie die door de vennootschap aangeleverd wordt en op door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen.
Informatie die door de vennootschap aangeleverd wordt, omvat lopende huren, termijnen en voorwaarden van huurovereenkomsten, service lasten, investeringen, enz. Deze informatie is afkomstig van het financieel- en beheerssysteem van de vennootschap en is onderworpen aan het algemeen geldende controlesysteem van de vennootschap.
De door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen hebben voornamelijk betrekking op de marktsituatie, zoals rendementen en discontovoeten. Ze zijn gebaseerd op hun professionele beoordeling en waarneming van de markt.
| Niet observeerbare parameters (Input op 31/12/2016) |
Bandbreedte | Gewogen gemiddelde |
|---|---|---|
| Geschatte huurwaarde (in € / m 2 ) | ||
| Kantoren | $96 - 145 \in / m^2$ | $126 \in / m^2$ |
| Logistiek vastgoed | $36 - 83 \in / m^2$ | 44 € / m 2 |
| gehanteerd Rendement door de vastgoeddeskundigen (in %) 8 |
||
| Kantoren ✓ |
7,8% - 9,9% | 8,7% |
| Logistiek vastgoed ✓ |
$6,1\% - 8,2\%$ | 7,1% |
<sup>8 In de weergave van de bandbreedte is telkens het hoogste en laagste getal geëlimineerd.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de methode van waardering toegepast door de vastgoeddeskundigen wordt verwezen naar het hoofdstuk "Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen" in het Jaarverslag van 2016 - Vastgoedverslag.
De informatie die ter beschikking gesteld wordt van de vastgoeddeskundigen, alsook de assumpties en de waarderingsmodellen worden nagekeken door de business analist van de vennootschap, alsook door de directie van de vennootschap. Dit houdt een nazicht in van de variaties in de reële waarde tijdens de betreffende periode.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 2.050 | 892 |
| Vooruitfacturaties huren | 3.823 | 2.655 |
| Op te stellen facturen | 640 | 552 |
| Dubieuze debiteuren | 425 | 236 |
| Voorziening dubieuze debiteuren | $-372$ | $-236$ |
| Niet ontvangen wederinstaatstellingsvergoedingen | 0 | 2.500 |
| Andere handelsvorderingen | 35 | 53 |
| Totaal handelsvorderingen | 6.601 | 6.652 |
Begin 2015 is Intervest Offices & Warehouses tot een akkoord gekomen met haar huurder Deloitte om de vertrekdata voor de 3 betreffende gebouwen (Diegem Campus 1 en 2 en Hermes Hills, in totaal circa 20.000 m2) die oorspronkelijk liepen tot 2016 en 2017, samen te laten vallen en vast te leggen op 31 december 2016. In dit kader is de wederinstaatstellingsvergoeding die ten laste valt van de huurder zoals voorzien in de huurcontracten, bepaald op € 2,5 miljoen. Deloitte heeft dit bedrag betaald in 2016.
Intervest hanteert duidelijke procedures voor het screenen van huurders bij het sluiten van nieuwe huurcontracten. Ook worden bij het afsluiten van huurcontracten steeds waarborgsommen of bankgaranties bedongen. Op 31 december 2016 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties voor kantoren ongeveer 5,6 maanden (of circa € 10,9 miljoen). Voor de logistieke portefeuille op 31 december 2016 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties 4,3 maanden (of circa $\in$ 8,1 miljoen).
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Vorderingen < 30 dagen | 1.164 | 427 |
| Vorderingen 30-90 dagen | 446 | 155 |
| Vorderingen > 90 dagen | 440 | 310 |
| Totaal openstaande handelsvorderingen | 2.050 | 892 |
Voor de opvolging van het debiteurenrisico dat Intervest Offices & Warehouses hanteert, wordt verwezen naar de beschrijving van het hoofdstuk Risicofactoren in het Jaarverslag van 2016 - Operationele risico's debiteurenrisico's.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Belastingen (ingehouden ten gevolge van de fiscale situatie van de Vennootschap) |
3.485 | 3.485 |
| Terug te vorderen vennootschapsbelasting | 215 | 215 |
| Terug te vorderen exit taks Terug te vorderen roerende voorheffing op uitgekeerde dividenden en |
459 2.811 |
459 2.811 |
| op liquidatieboni Andere |
4.504 | 7.475 |
| Totaal belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 7.989 | 10.960 |
Voor de toelichting bij de fiscale situatie van de Vennootschap wordt verwezen naar Toelichting 24.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Gelopen, niet vervallen vastgoedopbrengsten | 921 | 1.626 |
| Te recupereren onroerende voorheffing | 871 | 1.593 |
| Te recupereren schadegevallen | 50 | .33 |
| Voorafbetaalde vastgoedkosten | 534 | 12 |
| Voorafbetaalde interesten en andere financiële kosten. | 288 | 304 |
| Andere | 121 | 91 |
| Totaal overlopende rekeningen | 1.864 | 2.033 |
Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaarschriften ingediend bij de Belastingsdienst Vlaanderen.
| uitstaand Aantal Totaal Kapitaal- Evolutie van het kapitaal kapitaal na gecreëerde aantal beweging de aandelen aandelen verrichting in in duizenden duizenden Datum Verrichting € € in eenheden in eenheden 08.08.1996 Oprichting 62 62 1.000 1.000 05.02.1999 Kapitaalverhoging door inbreng in 4.408 4.470 1.575 2.575 natura (Atlas Park) 05.02.1999 Kapitaalverhoging door $-3.106$ 1.364 0 2.575 incorporatie van uitgiftepremies en reserves en kapitaalvermindering door incorporatie van overgedragen verliezen 05.02.1999 Splitsing van het aandeel 1.364 0 1.073.852 1.076.427 05.02.1999 Kapitaalverhoging door inbreng in 1.039 2.403 820.032 1.896.459 speciën 29.06.2001 Fusie door opslorping van de 16.249 18.653 2.479.704 4.376.163 naamloze vennootschappen Catian, Innotech, Greenhill Campus en Mechelen Pand Fusie door opslorping van 23.088 41.741 2.262.379 6.638.542 vennootschappen die behoorden tot VastNed Groep Kapitaalverhoging door inbreng in 37.209 78.950 1.353.710 7.992.252 natura (De Arend, Sky Building en Gateway House) Inbreng van 575.395 aandelen 10.231 89.181 1.035.711 9.027.963 Siref 08.05.2002 Inbreng van max 1.396.110 24.824 114.005 2.512.998 11.540.961 aandelen Siref in het kader van het bod 28.06.2002 Fusie met Siref nv; ruil van 4.107 118.111 167.076 11.708.037 111.384 aandelen Siref 23.12.2002 Fusie door opslorping van de 5.016 123.127 1.516.024 13.224.061 naamloze vennootschappen Apibi, Pakobi, PLC, MCC en Mechelen Campus 17.01.2005 Fusie door opslorping van de 3.592 126.719 658.601 13.882.662 naamloze vennootschappen Mechelen Campus 2, Mechelen Campus 4, Mechelen Campus 5 |
Totaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 21.12.2001 | |||||
| 21.12.2001 | |||||
| 31.01.2002 | |||||
| en Perion 2 | |||||
| Fusie door opslorping van de 6 126.725 18.240 13.900.902 |
18.10.2007 | ||||
| naamloze vennootschappen | |||||
| Mechelen Campus 3 en Zuidinvest | |||||
| Fusie door overneming van de 4 126.729 6.365 13.907.267 |
01.04.2009 | ||||
| naamloze vennootschap Edicorp |
| keuzedividend | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 25.05.2016 | Kapitaalverhoging door | 4.968 | 152.948 | 545.171 | 16.784.521 | |
| keuzedividend | ||||||
| 28.05.2015 | Kapitaalverhoging door | 870 | 147.980 | 95.444 | 16.239.350 | |
| Wetboek van Vennootschappen) | ||||||
| of partiële splitsing (artikel 677 | ||||||
| splitsing gelijkgestelde verrichting | ||||||
| natura in het kader van een met | ||||||
| 22.12.2014 | Kapitaalverhoging door inbreng in | 12.453 | 147.110 | 1.366.564 | 16.143.906 | |
| keuzedividend boekjaar 2013 | ||||||
| 28.05.2014 | Kapitaalverhoging door | 3.211 | 134.657 | 352.360 | 14.777.342 | |
| keuzedividend boekjaar 2012 | ||||||
| 23.05.2013 | Kapitaalverhoging door | 2.051 | 131.447 | 225.124 | 14.424.982 | |
| keuzedividend boekjaar 2011 | ||||||
| 25.05.2012 | Kapitaalverhoging door | 2.666 | 129.395 | 292.591 | 14.199.858 | |
| BE 0458.623.918 |
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt op 31 december 2016 € 152.947.620,35 en is verdeeld in 16.784.521 volgestorte aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
| Uitgiftepremies |
|---|
| ------------------------ |
| Evolutie uitgiftepremies in duizenden | Kapitaal- verhoging |
Opleg in geld |
Waarde inbreng |
Uitgifte- premies |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Datum | Verrichting | ||||
| 05.02.99 | Kapitaalverhoging door inbreng in speciën | 1.039 | $\mathbf 0$ | 20.501 | 19.462 |
| 21.12.01 | Aanzuivering van boekhoudkundige verliezen naar aanleiding van de fusie door opslorping van vennootschappen die behoorden tot VastNed Groep |
0 | $\mathbf 0$ | $\mathbf{0}$ | $-13.747$ |
| 31.01.02 | Inbreng van 575.395 aandelen Siref | 10.231 | 1.104 | 27.422 | 16.087 |
| 08.05.02 | Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref in het kader van het bod |
24.824 | 2.678 | 66.533 | 39.031 |
| 25.05.12 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 2.666 | $\mathbf{0}$ | 5.211 | 2.545 |
| 23.05.13 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 2.051 | $\bf{0}$ | 3.863 | 1.812 |
| 28.05.14 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.211 | 0 | 7.075 | 3.864 |
| 22.12.14 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van een met splitsing gelijkgestelde verrichting of partiële splitsing (artikel 677 Wetboek van Vennootschappen) |
12.453 | $\mathbf 0$ | 26.183 | 13.730 |
| 28.05.15 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 870 | 0 | 2.305 | 1.435 |
| 25.05.16 | Kapitaalverhoging door keuzedividend |
4.968 | 0 | 11.569 | 6.601 |
| Totaal uitgiftepremies | 90.821 |
De uitgiftepremies bedragen op 31 december 2016 $\in$ 91 miljoen.
$\tilde{\psi}$
Voor de beweging van de reserves tijdens het boekjaar 2016 wordt verwezen naar het mutatieoverzicht van het eigen vermogen.
De reserves zijn als volgt samengesteld:
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Wettelijke reserves | 90 | 90 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed Reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van het vastgoed |
53.215 68.855 |
58.680 73.695 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-15.640 | $-15.015$ |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
$-4.508$ | -5.066 |
| Andere reserves | 427 | 427 |
| Overgedragen resultaten van vorige boekjaren | 12.510 | 9.419 |
| Totaal reserves | 61.734 | 63.550 |
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Saldo per einde van het vorige boekjaar | $-15.015$ | $-14.293$ |
| Variaties in de investeringswaarde van vastgoedbeleggingen | 46 | 24 |
| Aankopen van vastgoedbeleggingen vorig boekjaar | -763 | -806 |
| Verkoop van vastgoedbeleggingen vorig boekjaar | 92 | 66 |
| Totaal reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte | $-15.640$ | $-15.015$ |
| mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van | ||
| vastgoedbeleggingen |
Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed (conform IAS 40) en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen, wordt opgenomen in deze post.
De overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen wordt vanaf het boekjaar 2010 niet meer tijdens het boekjaar verricht maar enkel na de goedkeuring van de resultaatverwerking door de algemene vergadering van aandeelhouders (in april van het volgende boekjaar). Aangezien dit een overboeking binnen twee posten van het eigen vermogen betreft, heeft dit geen impact op het totale eigen vermogen van de vennootschap.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Andere | 2.655 | 2.817 |
| Leveranciers | 2.205 | 1.359 |
| Huurders | 82 | 690 |
| Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 368 | 768 |
| Totaal handelsschulden en andere kortlopende schulden | 2.655 | 2.817 |
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Te betalen dividenden | 183 | 185 |
| Overige schulden | 49 | |
| Totaal andere kortlopende verplichtingen | 232 | 185 |
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten | 5.701 | 4.816 |
| Verplichtingen verbonden aan vergoedingen voor vroegtijdige verbroken huurcontracten |
1.250 | 1.250 |
| Ontvangen schadevergoedingen voor wederinstaatstelling | 21 | 21 |
| Vooruitgefactureerde huurinkomsten | 4.430 | 3.545 |
| Gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten | 2.699 | 2.748 |
| Intresten m.b.t obligatieleningen | 1.710 | 1.710 |
| Andere intresten en financiële kosten | 989 | 1.038 |
| Andere | 1.738 | 1.424 |
| Overige toe te rekenen kosten | 889 | 426 |
| Overige over te dragen opbrengsten | 849 | 998 |
| Totaal overlopende rekeningen | 10.138 | 8.988 |
De overlopende rekeningen omvatten op 31 december 2016 voor € 5,7 miljoen vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten, waaronder € 1,3 miljoen verplichtingen verbonden aan vergoedingen ontvangen naar aanleiding van de vroegtijdige beëindiging van huurcontracten door Tibotec-Virco in 2010 in Intercity Business Park in Mechelen en de vooruitfacturatie van de huurinkomsten voor het eerste kwartaal van het volgende boekjaar die € 4,4 miljoen bedraagt. De gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten bedragen in 2016 € 2,7 miljoen, en omvatten oa. de interesten op de obligatielening die verschuldigd zijn op 1 april 2017 op de obligatielening die uitgegeven is in maart 2014.
| $\ddot{\phantom{0}}$ |
|---|
| ֧֧֧֖֖֖֧֧֚֚֡֓֓֝֬֝֬֓֝֬֝֬֓֓֝֬֝֓֓֓֝֬֝֓֬֝֬֓֝֓֬ |
| ------ |
Voor de beschrijving van de financiële structuur van de vennootschap wordt verwezen naar het Jaanverslag van 2016 - Verslag van het directiecomité.
| Procentu ಕ aandeel Totaal |
೩೦% 20% ೦% 59.426 |
100% 100% |
|
|---|---|---|---|
| looptijd van 2015 |
7.533 244.637 34.983 |
42.516 304.067 14% |
|
| Schulden met een resterende | $en < 5$ > 5 jaar hesi 1 jaar |
159.092 24.443 |
183.538 60% |
| < 1 jaar | 78.012 | 78.013 26% |
|
| eel Procentu aandeel |
79% 21% 0% |
100% | |
| Totaal | 7.667 222.154 59.561 |
7.667 281.715 100% |
|
| looptijd van | 3% | ||
| Schulden met een resterende 2016 |
$> 1$ jaar $> 5$ jaar en < 5 jaar |
152.475 59.561 |
212.036 75% |
| $\epsilon$ 1 jaar | 62.012 | 62.012 22% |
|
| in duizenden E | Kredietinstellingen: opgenomen Financiële leasing Obligatielening kredieten |
Procentueel aandeel TOTAAL |
De kredietovereenkomsten van Intervest Offices & Warehouses zijn, naast de vereiste tot het behoud van het GVV-statuut en het voldoen aan de financiële ratio's zoals opgelegd door de GVV-Wet, onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau van de vennootschap of haar financiële interestlast, het verbod tot hypothekeren of verpanden van vastgoedbeleggingen en de pari passu behandeling van de schuldeisers. De financiële ratio's beperken het bedrag dat Intervest Offices & Warehouses nog zou kunnen lenen.
Ten behoeve van de financiering van de vennootschap zijn er op 31 december 2016 geen hypothecaire inschrijvingen genomen, noch hypothecaire volmachten toegestaan.
Voor de meeste financieringen wordt door de kredietinstellingen veelal een rentedekkingsverhouding van meer dan 2 vereist (zie beschrijving van de Financiële structuur in het Verslag van het directiecomité) Deze ratio's zijn gerespecteerd op 31 december 2016. Indien Intervest Offices & Warehouses deze ratio's niet meer zou respecteren, zou door de financiële instellingen kunnen worden geëist dat de financieringsovereenkomsten van de vennootschap worden geannuleerd, heronderhandeld, opgezegd of vervroegd terugbetaald.
| in duizenden E | Schulden met een resterende 2016 |
looptijd van | Schulden met een resterende | looptijd van 2015 |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| $<$ 1 jaar | $> 1$ jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procent ueel aandeel |
$en < 5 > 5$ jaar $1$ jaar > 1 jaar Tear |
Totaal | Procent ueel aandeel |
|||
| Kredietinstellingen: opgenomen Niet-opgenomen kredietlijnen Obligatielening kredieten |
62.012 | 152.475 38.175 59.561 |
7.667 222.154 0 38.175 59.561 |
69% 12% 19% |
78.012 35.225 |
159.092 24.443 |
34.983 | 7.533 244.637 35.225 59.426 |
40% 24% 36% |
|
| Procentueel aandeel TOTAAL |
62.012 19% |
78% 250.211 |
3% | 7.667 319.890 100% |
100% | 113.237 33% |
183.535 54% |
42.516 13% |
339.288 100% |
100% |
op 31 december 2015). Deze vormen op afsluitingsdatum geen effectieve schuld maar zijn enkel een potentiële schuld onder de vorm van een beschikbare Bovenstaande tabel "Opdeling volgens de vervaldag van de kredietlijnen" bevat een bedrag van € 38 miljoen aan niet-opgenomen kredietlijnen (€ 35 miljoen kredietlijn. Het procentueel aandeel wordt berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte van de som van de opgenomen kredietlijnen, nietopgenomen kredietlijnen en de uitstaande obligatielening.
BE 0458.623.918
Opdeling volgens de vervaldag van de kredietlijnen
47/59
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 | ||
|---|---|---|---|---|
| Totaal | T Procentu |
Totaal | g Procentu |
|
| aandeel | aandeel | |||
| Kredieten met variabele rentevoet Kredieten met vaste rentevoet |
25.154 66.561 |
9% 24% |
77.637 66,426 |
26% 22% |
| Kredieten ingedekt door interest rate swaps en/of floors |
190.000 | 67% | 160.000 | 52% |
| TOTAAL | 281.715 | 100% | 304.063 | 100% |
Opdeling volgens het variabel of vastrentend karakter van de opgenomen kredieten bij kredietinstellingen en van de obligatielening
BE 0458.623.918
ielening" 드 ं
Op 19 maart 2014 heeft Intervest Offices & Warehouses een private plaatsing van obligaties gerealiseerd voor een totaalbedrag van € 60 miljoen. De obligaties hebben een looptijd van respectievelijk 5 jaar (€ 25 miljoen) en 7 jaar (€ 35 miljoen) en vervallen op respectievelijk 1 april 2019 en 1 april 2021. De obligaties met vervaldatum 1 april 2019 genereren een vast jaarlijks brutorendement van 3,430%, de obligaties met vervaldatum 1 april 2021 een vast jaarlijks brutorendement van 4,057%.
De uitgifteprijs van de obligaties is gelijk aan hun nominaal bedrag, hetzij € 100.000. De obligaties zijn geplaatst bij institutionele investeerders.
De belangrijkste financiële instrumenten van Intervest Offices & Warehouses bestaan uit financiële en commerciële vorderingen en schulden, geldmiddelen en kasequivalenten evenals financiële instrumenten van het type interest rate swap (IRS) en floor.
| Samenvatting financiële instrumenten | 2016 | 2015 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in duizenden $\epsilon$ ) | Categ Niveau | Boek- | Reële | Boek- | Reële | |||
| orieën | waarde | waarde | waarde | waarde | ||||
| FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP ACTIEF | ||||||||
| Vaste activa | ||||||||
| Financiële vaste activa | C | $\overline{2}$ | 383 | 383 | 0 | 0 | ||
| Handelsvorderingen en andere vaste activa |
A | $\overline{2}$ | 13 | 13 | $\overline{7}$ | $\overline{7}$ | ||
| Vlottende activa | ||||||||
| Handelsvorderingen | A | $\overline{2}$ | 6.601 | 6.601 | 6.652 | 6.652 | ||
| Belastingsvorderingen en andere vlottende activa |
A | $\overline{2}$ | 7.988 | 7.988 | 10.960 | 10.960 | ||
| Kas en kasequivalenten | B | $\overline{2}$ | 412 | 412 | 527 | 527 | ||
| FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP PASSIEF | ||||||||
| Langlopende verplichtingen | ||||||||
| Langlopende financiële schulden (rentedragend) |
A | $\overline{2}$ | 219.703 | 225.542 | 226.054 | 231.566 | ||
| Andere langlopende financiële verplichtingen |
$\mathsf{C}$ | $\overline{2}$ | 3.330 | 3.330 | 4.507 | 4.507 | ||
| Andere langlopende verplichtingen |
Α | $\overline{2}$ | 920 | 920 | 906 | 906 | ||
| Kortlopende verplichtingen | ||||||||
| Kortlopende financiële schulden (rentedragend) |
A | $\overline{2}$ | 62.012 | 62.012 | 78.013 | 78.013 | ||
| Andere kortlopende financiële verplichtingen |
$\mathsf{C}$ | $\overline{2}$ | 13 | 13 | $\bf{0}$ | 0 | ||
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden |
A | $\overline{2}$ | 2.655 | 2.655 | 2.817 | 2.817 | ||
| Andere kortlopende verplichtingen |
A | $\overline{2}$ | 232 | 232 | 185 | 185 |
De categorieën komen overeen met de volgende financiële instrumenten:
Financiële instrumenten worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de hiërarchie van de reële waarden:
De financiële instrumenten van Intervest Offices & Warehouses stemmen overeen met niveau 2 in de hiërarchie van de reële waarden. De waarderingstechnieken betreffende de reële waarde van de financiële instrumenten van niveau 2 zijn de volgende:
Intervest hanteert interest rate swaps en floors ter indekking van de mogelijke wijzigingen van de interestkosten op een gedeelte van de financiële schulden met een variabele rentevoet (de kortetermijn Euribor). De interest rate swaps en floors worden als een kasstroomafdekking geclassificeerd. Intervest past geen hedge-accounting toe. De schommelingen in de reële waarde van de financiële instrumenten worden opgenomen in de resultatenrekening op de lijn "Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges)" in het financieel resultaat.
| In $\epsilon$ |
duizenden | Startdatum | Einddatum | Rente- voet |
Contractueel notioneel bedrag |
Hedge accounting |
Reële waarde | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Ja/Nee | 2016 | 2015 | ||||||
| $\mathbf{1}$ | IRS | 02.01.2012 | 02.01.2017 | 2,3350% | 50.000 | Nee | $-11$ | $\Omega$ |
| 2 | IRS | 02.01.2012 | 01.01.2017 | 2,1400% | 10.000 | Nee | $-2$ | $\bf{0}$ |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | $-13$ | 0 | ||||||
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | $-13$ | $\mathbf 0$ | ||||||
| $\mathbf{1}$ | IRS | 02.01.2012 | 02.01.2017 | 2,3350% | 50.000 | Nee | $\bf{0}$ | $-1.280$ |
| $\overline{2}$ | IRS | 02.01.2012 | 01.01.2017 | 2,1400% | 10.000 | Nee | $\bf{0}$ | $-236$ |
| 3 | IRS | 02.01.2012 | 01.01.2018 | 2,3775% | 10.000 | Nee | $-274$ | $-515$ |
| 4 | IRS | 02.01.2012 | 01.01.2018 | 2,3425% | 10.000 | Nee | $-271$ | $-509$ |
| 5 | IRS | 30.04.2014 | 30.04.2019 | 1,2725% | 10.000 | Nee | $-362$ | $-437$ |
| 6 | IRS | 30.04.2014 | 30.04.2019 | 1,2725% | 10.000 | Nee | $-362$ | $-437$ |
| 7 | IRS | 18.06.2015 | 18.06.2022 | 0,7800% | 15,000 | Nee | $-661$ | $-361$ |
| 8 | IRS | 30.06.2015 | 30.06.2020 | 0,4960% | 15.000 | Nee | $-368$ | $-249$ |
| 9 | IRS | 18.06.2015 | 18.06.2021 | 0,6300% | 15.000 | Nee | $-506$ | $-306$ |
| 10 | IRS | 26.06.2015 | 26.06.2019 | 0,3300% | 15.000 | Nee | $-219$ | $-177$ |
| 11 | IRS | 01.12.2016 | 01.12.2021 | 0,1200% | 15.000 | Nee | $-143$ | 0 |
| 12 | IRS | 01.12.2016 | 01.12.2022 | 0,2200% | 15.000 | Nee | $-164$ | 0 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | $-3.330$ | $-4.507$ | ||||||
| Andere langlopende financiële verplichtingen | $-3.330$ | $-4.507$ | ||||||
| $\mathbf{1}$ | Floor | 01.12.2016 | 01.02.2021 | 0.0% | 27.500 | Nee | 383 | 0 |
| Financiële vaste activa | 383 | $\mathbf 0$ | ||||||
| Totaal reële waarde van de financiële derivaten | $-2.960$ | $-4.507$ |
Op 31 december 2016 bezit de vennootschap de volgende financiële derivatent
Boekhoudkundige verwerking op 31 december:
| Totaal reële waarde financiële derivaten | $-2.960$ | $-4.507$ | |
|---|---|---|---|
| $\sim$ | In resultatenrekening: Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
1.547 | 558 |
| $\overline{\phantom{a}}$ | In het eigen vermogen: Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
$-4.507$ | $-5.066$ |
De interest rate swaps hebben op 31 december 2016 een negatieve marktwaarde van € -3,0 miljoen (contractueel notioneel bedrag € 190 miljoen) wat op kwartaalbasis wordt vastgelegd door de emitterende financiële instelling.
De voornaamste financiële risico's van Intervest Offices & Warehouses zijn het financieringsrisico, het liquiditeitsrisico en het renterisico.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Financieringsrisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Jaarverslag van 2016 - Verslag van de raad van bestuur.
Intervest Offices & Warehouses streeft voor de financiering van het vastgoed steeds naar een evenwichtige verhouding tussen eigen en vreemd vermogen. Daarnaast streeft Intervest Offices & Warehouses ernaar door transparante informatieverschaffing, regelmatige contacten met financiers en (potentiële) aandeelhouders en het verhogen van de liquiditeit van het aandeel, de toegang tot de kapitaalmarkt veilig te stellen. Tenslotte wordt ten aanzien van de langetermijnfinancieringen gestreefd naar een evenwichtige spreiding van herfinancieringsdata en naar een gewogen gemiddelde looptijd tussen de 3,5 en 5 jaar. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen. De gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietovereenkomsten op 31 december 2016 is 2,9 jaar. Ook heeft Intervest Offices & Warehouses haar financieringsbronnen gediversifieerd door het gebruik van 6 Europese financiële instellingen en de uitgifte van obligatieleningen.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest Offices & Warehouses kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 18. Langlopende en kortlopende financiële schulden" in het Financieel verslag.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Liquiditeitsrisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Jaarverslag van 2016 - Verslag van de raad van bestuur.
De bankkredietovereenkomsten van Intervest Offices & Warehouses zijn onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau van Intervest Offices & Warehouses of haar financiële interestlast. Om een beroep te kunnen doen op deze kredietruimte dient continu aan de voorwaarden van de kredietfaciliteiten te worden voldaan. Op 31 december 2016 beschikt de vennootschap nog over € 38 miljoen niet-opgenomen kredietlijnen bij haar financiers om schommelingen in liquiditeitsbehoeften op te vangen.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest Offices & Warehouses kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 18. Langlopende en kortlopende financiële schulden" in het Financieel verslag.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Renterisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Jaarverslag van 2016 - Verslag van de raad van bestuur.
Als gevolg van het financieren met vreemd vermogen wordt het rendement tevens afhankelijk van de ontwikkelingen van de rente. Om dit risico te beperken wordt bij de samenstelling van de leningenportefeuille gestreefd naar een verhouding een derde vreemd vermogen met variabele rente en twee derde vreemd vermogen met vaste rente. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente kan hiervan tijdelijk worden afgeweken. Verder wordt binnen het lange termijn vreemd vermogen gestreefd naar een evenwichtige spreiding van renteherzieningsdata en een looptijd van minimaal 3 jaar. Op 31 december 2016 liggen de rentevoeten op de kredieten van de vennootschap vast voor een resterende looptijd van gemiddeld 2,8 jaar.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest Offices & Warehouses kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 18. Langlopende en kortlopende financiële schulden" en "Toelichting 11. Netto interestkosten" in het Financieel verslag.
| in duizenden $\epsilon$ | Toelichting | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Langlopende financiële schulden | 18 | 219.703 | 226.054 |
| Andere langlopende verplichtingen | 920 | 906 | |
| Kortlopende financiële schulden | 18 | 62.012 | 78.013 |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 17 | 2.655 | 2.817 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 17 | 232 | 185 |
| Totaal verplichtingen voor schuldgraadberekening | 285.613 | 307.975 | |
| Totaal activa | 625.088 | 643.174 | |
| Schuldgraad | 45,7% | 47,9% |
Voor de verdere toelichting over de evolutie van de schuldgraad wordt verwezen naar de bespreking van de financiële structuur in het Jaarverslag van 2016 - Verslag van het directiecomité.
De verbonden partijen waarmee de vennootschap handelt zijn haar aandeelhouders, en de daarmee verbonden ondernemingen, alsook haar dochterondernemingen (zie Toelichting 22) en haar bestuurders en directieleden.
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Interest betaald op rekening courant |
De vergoeding voor de bestuurders en directieleden is opgenomen in de posten "Beheerskosten van het vastgoed" en "Algemene kosten" (zie Toelichting 5 en 6). Verdere detaillering van de samenstelling van de vergoeding van de directieleden kan gevonden worden in "Toelichting 7. Personeelsbeloningen".
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 | |
|---|---|---|---|
| Bestuurders | 105 | 109 | |
| Directieleden | 800 | 554 | |
| Totaal | 905 | 663 |
De bestuurders en directieleden ontvangen bijkomend geen voordelen ten laste van de vennootschap.
Uitzondering hierop is Johan Buijs die in 2016 zijn mandaat als bestuurder onbezoldigd heeft uitgeoefend. Hij ontving een vergoeding voor zijn werkzaamheden in een interne werkgroep die investeringsbeslissingen voorbereidt, voor een bedrag van € 20.000.
in duizenden $\epsilon$
| 2016 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam vennoot- schap |
Adres | Onder- nemings- nummer |
Gehouden deel van het kapitaal $(in\%)$ |
Eigen Vermogen |
Netto Resultaat |
Waarde deelnemina |
Vordering |
| ABC NV | Uitbreidingstraat 66, 2600 Berchem |
466.516.748 | 100% | $-355$ | $-31$ | $-288$ | 1.320 |
| MBC NV | Uitbreidingstraat 66, 2600 Berchem |
467.009.765 | 100% | $-614$ | $-48$ | 3.081 | 2.079 |
| MRP NV | Uitbreidingstraat 66, 2600 Berchem |
465.087.680 | 100% | $-388$ | $-31$ | 1.865 | 676 |
| in duizenden $\epsilon$ | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Excl BTW | ||
| Bezoldiging van de commissaris Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris m.b.t. |
65 | 66 |
| Andere controleopdrachten ٠ |
4 | |
| Belastingadviesopdrachten ٠ |
8 | 15 |
| Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten ٠ |
$35^{9}$ |
<sup>9 Inclusief due diligence opdrachten in het kader van mogelijke aquisities.
Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een voordelig fiscaal statuut gegeven aan de GVV's. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit tax). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op "verworpen uitgaven". Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op verkopen van onroerend goed wordt dus geen enkele vennootschapsbelasting betaald. Het tarief van deze exit tax bedraagt sinds 1 januari 2005 16,995% $(16,5\% + 3\%$ crisisbelasting).
Volgens de fiscale wetgeving dient de belastbare grondslag berekend te worden als het verschil tussen de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen en de (fiscale) boekwaarde. De Minister van Financiën heeft via een omzendbrief (dd. 23 december 2004) beslist dat er bij de bepaling van de werkelijke waarde geen rekening dient gehouden te worden met de overdrachtskosten verbonden aan de transactie, maar stipuleert wel dat effectiseringspremies onderhevig blijven aan vennootschapsbelasting. Belastingaanslagen op basis van een effectiseringspremie zouden dus wel verschuldigd zijn. Intervest Offices & Warehouses betwist deze interpretatie en heeft dienaangaande nog bezwaarschriften lopen ten bedrage van circa € 4 miljoen.
Thans bedraagt de nog te betalen belasting plus nalatigheidsinteresten circa € 6,7 miljoen conform de ingekohierde aanslagen. Weliswaar is er nog geen ontlasting toegekend wat betreft de vaststaande bepaling (sinds de omzendbrief dd. 23 december 2004) dat voor de berekening van de exit taks de waarde Kosten Koper moet worden toegepast i.p.v. de waarde Vrij op Naam. Het echte fiscaal dispuut heeft dan volgens Intervest Offices & Warehouses enkel betrekking op het standpunt dat de effectiseringspremie mee in aanmerking genomen moet worden bij de bepaling van de exit taks (de totale fiscale schuld bedraagt dan circa € 4 miljoen i.p.v. circa € 6,7 miljoen).
Op 2 april 2010 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg in Leuven in een rechtszaak tussen een andere Belgische openbare GVV (toen vastgoedbevak) en de Belgische Staat aangaande deze problematiek, geoordeeld dat er geen reden is "waarom de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op datum van de erkenning als vastgoedbevak door de Financial Markets and Services Authority (FSMA) niet lager zou kunnen zijn dan de prijs van de aandelen die aan het publiek werden aangeboden".
Deze bijkomende belastingschulden ten belope van circa € 4 miljoen worden gewaarborgd door de twee vroegere promotoren van Siref die naar aanleiding van de erkenning van deze vastgoedbevak alsook in het kader van goedkeuring van het prospectus van de vastgoedbevak Siref met het oog op het bekomen van de toelating tot de notering ervan op de beurs een eenzijdige verklaring dd. 8 februari 1999 hebben overhandigd aan de FSMA waarin zij verklaren dat zij de exit taks, verschuldigd bij een eventuele wijziging van de aangifte, zullen betalen. Weliswaar betwist één van deze promotoren bij schrijven dd. 24 mei 2012 dat Intervest Offices & Warehouses uit deze verklaring rechten kan putten.
In 2008 heeft de fiscale overheid (Ontvanger der directe belastingen) op één logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat, een wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld. Er werd voor deze betwiste aanslagen geen voorziening aangelegd.
In de loop van 2013 heeft de fiscale overheid een van de bezwaarschriften afgewezen en heeft Intervest Offices & Warehouses in juli 2013 een verzoekschrift voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen ingediend. Bij vonnis
77
van 3 april 2015 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg Intervest Offices & Warehouses in het ongelijk gesteld. Tegen dit vonnis is door de vennootschap beroep aangetekend waarbij de pleitdatum vastgelegd is in maart 2017.
De afhandeling van de andere bezwaarschriften is opgeschort in afwachting van de beslissing van het Hof van Beroep.
Intervest Offices & Warehouses heeft voorwaardelijke rechten aangaande te ontvangen wederinstaatstellingsvergoedingen en schadevergoedingen bij het vertrek van huurders. Het bedrag van de vergoedingen is sterk afhankelijk van een aantal opschortende voorwaarden die zich al dan niet kunnen realiseren in de loop van de komende jaren. De totale vergoeding zou zich kunnen situeren tussen € 2 miljoen en maximaal € 3 miljoen. Deze vergoedingen zullen zoveel mogelijk aangewend worden voor de wederinstaatstelling en renovatie van gebouwen.
Intervest heeft in het kader van haar nieuwbouwprojecten en uitbreidingen voor circa € 3 miljoen investeringsverplichtingen. Het betreft investeringsuitgaven die zijn afgesloten maar op balansdatum nog niet zijn uitgevoerd.
Er zijn geen noemenswaardige feiten te vermelden die zich hebben voorgedaan na de afsluiting van de balans op 31 december 2016, met uitzondering van de huurcontracten van huurder Deloitte in Greenhouse BXL die op 31 januari 2017 beëindigd zijn.
Nummers van de paritaire comités die voor de onderneming bevoegd zijn: 100 218
| Tijdens het boekjaar | Codes | Totaal | 1. Mannen 2. Vrouwen |
|
|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal werknemers Voltijds Deeltiids Totaal in voltijdsequivalenten (VTE) Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Voltiids Deeltijds Totaal |
1001 1002 1003 1011 1012 1013 |
23,8 4,1 27,0 39.390,8 4.686,8 |
7,1 0,3 7,3 11.734,4 334,4 |
16,8 3,8 19,7 27.656,4 4.352,4 |
| Personeelskosten Voltiids Deeltijds Totaal Bedrag van de voordelen bovenop het loon. |
1021 1022 1023 1033 |
44.077,6 1.535.066 154.116 1.689.182 37.132 |
12.068,8 618.528 15.343 633.871 10.164 |
32.008,8 891.527 135.515 1.027.042 26.968 |
| Tijdens het vorige boekjaar | Codes | P. Totaal | 1P. Mannen | 2P. Vrouwen |
|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal werknemers in VTE | 1003 | 27 | 7.3 | 19.7 |
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | 1013 | 44.077,6 | 12.068,8 | 32.008,8 |
| Personeelskosten | 1023 | 1.689.182 | 633.871 | 1.027.042 |
| Bedrag van de voordelen bovenop het loon | 1033 | 37.132 | 10.164 | 26.968 |
| Op de afsluitingsdatum van het boekjaar | Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers | 105 | 27 | 4 | 30,2 |
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst | ||||
| Overeenkomst voor een onbepaalde tijd | 110 | 27 | 4 | 30,2 |
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | 111 | |||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk |
112 | |||
| Vervangingsovereenkomst | 113 | |||
| Volgens het geslacht en het studieniveau | ||||
| Mannen | 120 | 6 | 1 | 6,8 |
| Lager onderwijs | 1200 | |||
| Secundair onderwijs | 1201 | |||
| Hoger niet-universitair onderwijs | 1202 | 4 | ||
| Universitair onderwijs | 1203 | $\overline{2}$ | 1 | |
| Vrouwen | 121 | 21 | 3 | 23,4 |
| Lager onderwijs | 1210 | |||
| Secundair onderwijs | 1211 | 3 | 1 | |
| Hoger niet-universitair onderwijs | 1212 | 14 | $\mathcal{P}$ | |
| Universitair onderwijs | 1213 | 4 | ||
| Volgens de beroepscategorie | ||||
| Directiepersoneel | 130 | |||
| Bedienden | 134 | 27 | 4 | 30,2 |
| Arbeiders | 132 | |||
| Andere | 133 |
| Tijdens het boekjaar | Codes | 1. Uitzendkrachten | 2. Ter beschikking van de onderneming gestelde personen |
|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren |
150 151 |
2,69 5.300 |
|
| Kosten voor de onderneming | 152 | 179.343 |
$\langle \hat{u} \rangle$
| INGETREDEN | Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers waarvoor de onderneming tijdens het boekjaar een DIMONA-verklaring heeft ingediend of tijdens het boekjaar werden ingeschreven in het algemeen personeelsregister |
205 | 9 | 9,8 | |
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst | ||||
| Overeenkomst voor een onbepaalde tijd | 210 | 9 | 9,8 | |
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | 211 | |||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk |
212 | |||
| Vervangingsovereenkomst | 213 |
| UITGETREDEN | Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers met een DIMONA-verklaring aangegeven of een in het algemeen personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam |
305 | 4 | 4,0 | |
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst |
310 311 312 313 |
4 | 4,0 | |
| Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Pensioen Werkloosheid met bedrijfstoeslag Afdanking Andere reden Waarvan het aantal werknemers dat als zelfstandige ten minste op halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de onderneming |
340 341 342 343 350 |
4 | 4,0 |
$^{(4)}$
| Totaal van de formele voortgezette | Codes | Mannen | Codes | Vrouwen |
|---|---|---|---|---|
| beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever | ||||
| Aantal betrokken werknemers | 5801 | 5811 | ||
| Aantal gevolgde opleidingsuren | 5802 | 5812 | 16 | |
| Nettokosten voor de onderneming | 5803 | 5813 | 349 | |
| Waarvan brutokosten rechtstreeks verbonden met de opleiding |
58031 | 58131 | 349 | |
| Waarvan betaalde bijdragen en stortingen aan collectieve fondsen |
58032 | 219 | 58132 | 369 |
| Waarvan ontvangen tegemoetkomingen (in mindering) | 58033 | 58133 | ||
| Totaal van de minder formele en informele voortgezette | ||||
| beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever | ||||
| Aantal betrokken werknemers | 5821 | 5831 | ||
| Aantal gevolgde opleidingsuren | 5822 | 5832 | ||
| Nettokosten voor de onderneming | 5823 | 5833 | ||
| Totaal van de initiële beroepsopleidingsinitiatieven ten | ||||
| laste van de werkgever | ||||
| Aantal betrokken werknemers | 5841 | 5851 | ||
| Aantal gevolgde opleidingsuren | 5842 | 5852 | ||
| Nettokosten voor de onderneming | 5843 | 5853 |
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.