AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Intervest Offices & Warehouses NV

Annual Report Mar 23, 2018

3966_10-k_2018-03-23_74fc70ae-0d5e-48b0-b126-6ddf4a7dbb98.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

JAARVERSLAG 2017

Alternatieve prestatiemaatstaven en de term "EPRA resultaat"

Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Intervest hanteert om haar operationele performantie te meten en op te volgen. De maatstaven worden gebruikt in dit Jaarverslag 2017 maar zijn niet gedefinieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf 3 juli 2016 voor het gebruik en de toelichting van de alternatieve prestatiemaatstaven. De begrippen die Intervest beschouwt als een alternatieve prestatiemaatstaf zijn opgenomen in het laatste hoofdstuk van dit Jaarverslag 2017, genaamd "Begrippenlijst en alternatieve prestatiemaatstaven". De alternatieve prestatiemaatstaven zijn gemarkeerd met en voorzien van een definitie, doelstelling en reconciliatie zoals vereist volgens de ESMA richtlijn.

Ten gevolge van deze richtlijn is de voorheen gehanteerde term "operationeel uitkeerbaar resultaat" niet langer bruikbaar. De benaming is daarom veranderd in "EPRA resultaat". Inhoudelijk is er geen verschil met de voorheen gehanteerde term "operationeel uitkeerbaar resultaat".

EPRA (European Public Real Estate Association) is een organisatie die de Europese beursgenoteerde vastgoedsector promoot, helpt ontwikkelen en vertegenwoordigt om zo het vertrouwen in de sector te bevorderen en investeringen in beursgenoteerd vastgoed in Europa te vergroten. Voor meer informatie over EPRA wordt verwezen naar www.epra.com.

Risicofactoren 4
Geschiedenis en mijlpalen 18
Kerncijfers 22
Brief aan de aandeelhouders 35
Verslag van de raad van bestuur 40
Profiel
Investeringsstrategie
Corporate governance verklaring
41
45
49
Duurzaam en maatschappelijk
verantwoord ondernemen
68
Verslag van het directiecomité 78
De markt van kantoren
en logistiek vastgoed
Belangrijke ontwikkelingen in 2017
Financiële resultaten 2017
Financiële structuur
Winstbestemming 2017
EPRA Best Practices
Vooruitzichten 2018
79
87
102
108
118
119
126
Verslag betreffende het aandeel 136
Beursgegevens
Dividend en aantal aandelen
Aandeelhouders
Informatie krachtens artikel 34 van het
koninklijk besluit van 14 november 2007
Financiële kalender 2017
137
141
142
144
147
Vastgoedverslag 150
Samenstelling van de portefeuille
Overzicht van de portefeuille
151
166
Waardering van de portefeuille door
de vastgoeddeskundigen
168
Beschrijving van de kantorenportefeuille
Beschrijving van het logistiek vastgoed
171
185
Financieel verslag 208
Index 209
Geconsolideerde resultatenrekening 210
Geconsolideerd globaalresultaat 211
Geconsolideerde balans 212
Mutatieoverzicht van het geconsolideerd
eigen vermogen 214
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 216
Toelichting bij de geconsolideerde
jaarrekening 217
Verslag van de commissaris 256
Enkelvoudige jaarrekening Intervest
Offices & Warehouses nv 262
Algemene inlichtingen 274
Identificatie 275
Uittreksel uit de statuten 278
Commissaris 281
Liquidity provider 281
Vastgoeddeskundigen 281
Vastgoedbeheerders 281
GVV — wettelijk kader 282
GVV — fiscaal stelsel 283
Fiscaal stelsel in Nederland 284
Informatie m.b.t. het jaarlijks
financieel verslag 2015 en 2016 284
Verantwoordelijken voor
de inhoud van het jaarverslag 284
Begrippenlijst en alternatieve
prestatiemaatstaven 288

Risicofactoren

    1. Marktrisico's
    1. Operationele risico's
    1. Financiële risico's
    1. Reglementaire risico's

Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen

De raad van bestuur van Intervest Offices & Warehouses (hierna 'Intervest' genoemd) heeft in 2017 zoals steeds aandacht besteed aan de risicofactoren waaraan Intervest onderhevig is: marktrisico's, operationele, financiële en reglementaire risico's.

De permanente evoluties op de vastgoed- en de financiële markten vereisen een continue opvolging van de marktrisico's, operationele, financiële en reglementaire risico's ter bewaking van de resultaten en de financiële situatie van Intervest.

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste risico's beschreven waarmee de vennootschap wordt geconfronteerd. Op de volgende pagina's wordt in de eerste kolom het risico benoemd. De tweede kolom beschrijft de mogelijke invloed op de activiteit van Intervest die kan voortvloeien uit het zich realiseren van het risico. In de derde kolom wordt een overzicht gegeven van de maatregelen die Intervest in acht neemt om de eventuele negatieve impact van deze risico's zo veel mogelijk te beperken en te beheersen1 .

De maatregelen die worden genomen en de cijfermatige impact van deze risico's worden verder in aparte hoofdstukken van dit Jaarverslag in detail beschreven.

De lezers worden erop gewezen dat deze risico's constant worden geëvalueerd en dat nieuwe risico's kunnen worden geïdentificeerd. Deze lijst is bijgevolg niet-exhaustief en gebaseerd op de informatie die gekend was bij de publicatie van dit verslag.

Daarnaast wordt er op gewezen dat risicobeheer geen oefening is met een bepaalde frequentie, maar dat dit integraal deel uitmaakt van de wijze waarop de vennootschap wordt geleid. Dit gaat van het dagelijks financieel en operationeel beheer, de analyse van nieuwe investeringsdossiers, het formuleren van de strategie en de objectieven tot het verankeren van strakke procedures voor de besluitvorming. Het begrijpen en afschermen van risico's die voortvloeien uit zowel interne als externe factoren is essentieel voor het behalen van een totale return op lange termijn.

1. Marktrisico's

Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Economische conjunctuur
Materiële verslechtering van
de economische conjunctuur.
1. Vermindering van de vraag naar
kantoren en opslag- en distributie
ruimten.
2. Hogere leegstand en/of lagere
huurprijzen bij herverhuring.
3. Daling van de reële waarde van het
vastgoed en als gevolg ook van de
nettowaarde.
4. Mogelijke faillissementen van
huurders.

Uitstekende locatie van de panden. (2/3)

Sectorale diversificatie van huurders en een lage
gemiddelde contractuele huurprijs. (4)

Kwaliteit huurdersbestand met vooral grote
nationale en internationale bedrijven en een
beperkte jaarlijkse provisie voor dubieuze debi
teuren. (1/4)
Vastgoed
verslag »
1.Samen
stelling
van de
portefeuille
Verhuurmarkt voor kantoor
gebouwen en logistiek
vastgoed
Afzwakkende vraag naar kan
toorgebouwen en logistiek
vastgoed, overaanbod, ver
zwakking financiële toestand
huurders.
1. Huurinkomsten en cashflow
aangetast door een verhoging
van de leegstand en kosten voor
herverhuring.
2. Vermindering solvabiliteit
huurdersbestand en stijging
dubieuze debiteuren waardoor de
incassograad van de huurinkom
sten daalt.
3. Daling reële waarde van de vast
goedportefeuille en als gevolg ook
de nettowaarde.

Gediversifieerde huurdersbasis met een beper
king van de maximale blootstelling aan één
huurder en een goede sectorale spreiding van
de huurders. (1/2)

Diepe verankering in de markt door jarenlange
ervaring en eigen commerciële teams. (1)

Enkel sites op strategische logistieke
knooppunten of op secundaire locaties met
groeipotentieel. (1/3)

Hoge graad van bouwtechnische kwaliteit en
duurzaamheid en overeenkomstig wettelijke
normen en standaarden, wat polyvalentie en
multifunctionaliteit impliceert. (1/3)

Flexibele vastgoedspeler die tegemoet wil
komen aan de veranderende noden van huur
ders. (1)
Vastgoed
verslag »
1.Samen
stelling
van de
portefeuille
Verslag van
de raad van
bestuur »
2.Investe
ringsstra
tegie
Type vastgoed
Vermindering van de
aantrekkelijkheid van de
vastgoedbeleggingen door
o.a. verslechterende eco
nomische omstandigheden,
overaanbod op bepaalde
vastgoedmarktsegmenten
of wijzigende gebruiken in
de duurzaamheidsstandaard
van de gebouwen of in de
samenleving.
1. Operationeel resultaat en cashflow
aangetast door neerwaartse her
ziening van huurprijzen, verhoging
van leegstand en commerciële
kosten voor herverhuring.
2. Daling van de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen en als gevolg
ook van de nettowaarde en toen
ame van de schuldgraad.
3. Het niet behalen van beoogde
rendementen van de vastgoed
beleggingen.

Adequate sectorale en regionale spreiding. Stra
tegische keuze voor investeringen in de kantoor
sector en de logistieke sector. Bij het nemen van
investeringsbeslissingen wordt gestreefd naar
een adequate sectorale spreiding met een vol
doende percentage aan investeringen in liquide
vastgoedmarkten, alsook naar een beperking
qua exposure van investeringen in een bepaalde
plaats/regio. (1/2/3)

Proactieve opvolging en jarenlange ervaring.
De vastgoedbeleggingen worden op kwartaal
basis gewaardeerd door onafhankelijke vast
goeddeskundigen. Op deze manier zijn trends in
de vastgoedmarkt snel zichtbaar en kunnen er
proactief maatregelen genomen worden. Boven
dien is er een diepe verankering in en kennis
van de markt door jarenlange ervaring en eigen
commerciële teams. (1/2/3)
Vastgoed
verslag »
1.Samen
stelling van
de porte
feuille
Vastgoed
verslag »
3.Waarde
ring van de
portefeuille
door
de vastgoed
deskundigen
Inflatie
Een verhoging in de eco
nomische activiteit die een
algemene prijsstijging tot
gevolg heeft.
1. Negatieve impact op het EPRA
resultaat en cashflow door toename
van de financiële lasten (door
stijging van de rentevoeten) die
hoger of sneller is dan de toename
in huurinkomsten.

Standaard clausule in de huurcontracten opge
nomen waarbij de indexatie gekoppeld is aan de
gezondheidsindex. (1)

Hoge graad van indekking tegen schommelingen
in interestvoeten via indekkingsinstrumenten
(zoals interest rate swaps). (1)
Verslag van
het direc
tiecomité »
Financiële
structuur
» 4.5 Indek
kingsratio
Reputatierisico
Het risico dat negatieve publi
citeit over de vennootschap
of haar medewerkers het ver
trouwen in de integriteit van
de vennootschap ondermijnt.
1. Aantasten van de groeiplannen.
2. Bemoeilijken van toegang tot de
kapitaalmarkt.

Track record van meer dan 15 jaar met een
ervaren directiecomité met jarenlange ervaring.
(1/2)

Contact met alle stakeholders om reputatie te
behouden. (1/2)

Nadruk op integer handelen via gedragscode.
(1/2)
/
Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Tijdstip van investeren en
desinvesteren
Het tijdstip van een transactie
(investeren of desinvesteren
van vastgoed) houdt het risico
in dat bij een foute timing
van een transactie in de
conjunctuurcyclus, vastgoed
gekocht kan worden aan
een te hoge prijs t.o.v. de
reële waarde, respectievelijk
verkocht kan worden aan een
te lage prijs t.o.v. de reële
waarde.
1. Operationeel resultaat en cashflow
aangetast door neerwaartse her
ziening van huurprijzen, verhoging
van leegstand en commerciële
kosten voor herverhuring.
2. Daling van de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen en als gevolg
ook van de nettowaarde en toe
name van de schuldgraad.
3. Het niet behalen van beoogde
rendementen van de vastgoed
beleggingen.

Periodes van uitgesproken hoogconjunctuur
geven aanleiding tot hogere marktprijzen die
op een later tijdstip onderhevig kunnen zijn aan
negatieve correcties. Tijdens deze periode van
hoogconjunctuur zal een eerder gematigd beleid
inzake investeringen gevoerd worden. In perio
des van teruglopende conjunctuur daalt de reële
waarde en de bezettingsgraad van de vast
goedbeleggingen veelal. Zodra de conjunctuur
echter opnieuw aantrekt wordt een meer actief
investeringsbeleid gevoerd, waarbij geantici
peerd wordt op stijgende reële waarden van de
vastgoedbeleggingen en op een meer actieve
huurmarkt. Hierbij wordt er gepaste waakzaam
heid aan de dag gelegd om de schuldgraad van
de vennootschap niet te laten oplopen boven de
wettelijk toegestane niveaus. (1/2/3)

Adequate sectorale en regionale spreiding.
(1/2/3)

Aan te kopen en te verkopen vastgoed dient te
Verslag van
de raad van
bestuur »
2.Investe
ringsstra
tegie
Vastgoed
verslag »
1.Samen
worden geschat voor de acquisitie of verkoop
door een onafhankelijke vastgoeddeskundige.
(1/2/3)
stelling van
de vastgoed
portefeuille
Deflatie
Een vermindering in de
economische activiteit die
een algemene prijsdaling tot
gevolg heeft.
1. Daling van de huurinkomsten, onder
andere via neerwaartse druk op
markthuurniveaus en een vermin
derde of negatieve indexatie.

Clausule in de meeste huurcontracten die een
ondergrens instelt op het niveau van de basis
huur of die stelt dat er geen negatieve indexatie
kan plaatsvinden. (1)
/
Volatiliteit van de interest
voeten
Toekomstige schommelingen
in de toonaangevende korte
en/of langetermijnrentes op
de internationale financiële
markten.
1. Negatieve invloed op de financiële
lasten en bijgevolg op de cashflow
in geval van een stijging van de
interestvoeten.
2. Waardeschommelingen van de
financiële instrumenten die dienen
ter indekking van de schulden.
3. Mogelijke negatieve invloed op de
nettowaarde.

Hoge graad van indekking tegen schommelingen
in interestvoeten via afgeleide financiële instru
menten (zoals Interest Rate Swaps). (1)

Opvolging van de evolutie van de interestvoeten
en monitoring van de impact ervan op de effecti
viteit van de indekkingen. (1)

De schommelingen in de reële waarde van de
afdekkingsinstrumenten betreffen een niet-ge
realiseerd en non-cash-item (indien de produc
ten worden aangehouden tot vervaldag en niet
voortijdig worden afgewikkeld). (2/3)
Verslag van
het directie
comité »
Financiële
structuur »
4.5 Indek
kingsratio
Financieel
verslag »
Toelichting
18 Financiële
instrumen
ten
Volatiliteit op de financiële
markten
Externe volatiliteit en
onzekerheid op de internatio
nale markten.
1. Moeizamere toegang tot de
aandelenmarkten om nieuw kapi
taal/ eigen vermogen op te halen en
reductie in de opties met betrek
king tot schuldfinanciering.
2. Schommelingen in de beurskoers
van het aandeel.
3. Minder liquiditeit beschikbaar
in de debt capital markets met
betrekking tot herfinancieren van
uitstaande obligatieleningen.

Frequente dialoog met de kapitaalmarkten en
financiële tegenpartijen en transparante com
municatie met duidelijke targets. (1/2/3)

Opvolging en beheer van alle risico's die een
negatieve impact kunnen hebben op de per
ceptie van investeerders en financiers naar het
bedrijf toe. (1/3)

Streven naar het opbouwen van langetermijn
relaties met financiële partners en investeerders.
(1/3)
Verslag van
het directie
comité »
4.Financiële
structuur
Liquiditeit van het aandeel
Verkoop van een groot aantal
aandelen op korte termijn.
1. Daling van de beurskoers van het
aandeel.

Overeenkomst met een liquidity provider die
permanent inspanningen levert om de liquiditeit
van het aandeel te verhogen (1).
Algemene
inlichtingen »
4.Liquidity
provider

2. Operationele risico's

Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Investeringsrisico
Risico op foutieve
investeringsbeslissingen en
ongeschikte beleidskeuzes.
1. Operationeel resultaat en cashflow
aangetast door neerwaartse her
ziening van huurprijzen, verhoging
van leegstand en commerciële
kosten voor herverhuring.
2. Daling van de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen voornamelijk
veroorzaakt door toenemende
leegstand, onbetaalde huren, daling
van de huurprijzen bij het afsluiten
van nieuwe huurcontracten of bij
verlengingen van bestaande huur
contracten en vastgoedtechnische
kenmerken zoals bodemverontrei
niging en energieprestatie.
3. Daling van de nettowaarde en toe
name van de schuldgraad.

Interne controlemaatregelen: zorgvuldige
inschatting van het risicoprofiel op basis van
marktonderzoek, inschatting van toekomstige
rendementen, screening van bestaande huur
ders, studie van milieu- en vergunningsvereisten,
analyse van fiscale risico's, enz. (1/2/3)

Constante monitoring van wijzigingen in eco
nomische, vastgoedspecifieke en regelgevende
trends (o.a. met betrekking tot fiscaal recht,
regelgeving inzake GVV's, enz.). (1/2/3)

Overeenkomstig artikel 49, §1 van de GVV-Wet
waardeert een onafhankelijke vastgoeddes
kundige elke acquisitie of vervreemding van
vastgoed. (2)

Voor elke vervreemding vormt de expertise
waarde bepaald door de onafhankelijke vast
goeddeskundige, een belangrijke leidraad voor
de transactiewaarde. (2)

Nauwlettend toezicht op de bij de transactie
gestelde waarborgen zowel qua looptijd als qua
waarde. (1)

Technische, administratieve, juridische, boek
houdkundige en fiscale "due diligence" voor elke
acquisitie op basis van constante analyseproce
dures, meestal met ondersteuning van externe,
gespecialiseerde consulenten. (1/2/3)

Ervaring van het management en supervisie
door de raad van bestuur, waarbij een duidelijke
investeringsstrategie gedefinieerd is met een
langetermijnvisie en consequent beheer van de
kapitaalstructuur. (1/2/3)
Verslag
directie
comité »
2.Belangrijke
ontwik
kelingen in
2017 »
2.2 Inves
teringen in
2017
Negatieve variaties in de
reële waarde van de
gebouwen
Negatieve herwaardering van
de vastgoedportefeuille.
1. Negatieve beïnvloeding van het
nettoresultaat en de nettowaarde.
2. Negatieve evolutie van de schuld
graad
3. Impact op het vermogen om een
dividend uit te keren indien de ge
cumuleerde variaties de uitkeerba
re reserves overschrijden.

De vastgoedportefeuille wordt op kwartaalbasis
geschat door onafhankelijke experts waardoor
trends snel zichtbaar zijn en proactief maat
regelen kunnen worden genomen. (1/2)

Investeringsbeleid dat gericht is op kwalitatief
hoogstaand vastgoed op strategische logistieke
knooppunten en op locaties met groeipotentieel. (1)

Goed gediversifieerde portefeuille. (1)

Duidelijk gedefinieerd en voorzichtig beheer van
de kapitaalstructuur. (2/3)

De schommelingen in de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen betreffen een niet-gereali
seerd en non-cash-item. (3)
Verslag van
de raad van
bestuur »
2.Investe
ringsstra
tegie
Vastgoed
verslag »
3.Waarde
ring van de
portefeuille
door
de vastgoed

deskundigen

Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Verhuurrisico
Het risico dat een gebouw
niet kan worden verhuurd
tegen de vooraf ingeschatte
huurprijs (al dan niet resulte
rend in leegstand). Dit risico
wordt beïnvloed door de aard
en ligging van het vastgoed,
de mate waarin het moet
concurreren met nabijgelegen
gebouwen, de beoogde
doelgroep en gebruikers,
de kwaliteit van het vastgoed,
de kwaliteit van de huurder en
het huurcontract.
1. Operationeel resultaat en cashflow
aangetast door neerwaartse her
ziening van huurprijzen, verhoging
van leegstand en commerciële
kosten voor herverhuring, stijging
van de vastgoedkosten die de eige
naar dient ten laste te nemen, zoals
niet-doorberekende servicekosten
en onroerende voorheffing.
2. Daling van de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen en als gevolg
ook van de nettowaarde en toe
name van de schuldgraad.
3. Het niet behalen van de beoogde
rendementen.

Tempering van de impact van de conjunctuur op
de resultaten door:
Spreiding looptijd van de huurcontracten en
periodieke analyse van het leegstandsrisico
d.m.v. vervaldagenkalender van de huur
contracten. Binnen de regels van de geldende
huurwetgeving wordt gestreefd naar een
evenwichtige spreiding van de looptijd van de
huurcontracten en het tijdig anticiperen op
toekomstige huuropzeggingen en contract
herzieningen. (1/3)
Risicospreiding naar huurders en kwaliteit
van de huurders om het debiteurenrisico in te
perken en de stabiliteit van de inkomsten te
bevorderen. (1/3)
Sectorale spreiding van de vastgoed
beleggingen waarbij de huurders goed
verspreid zijn over een groot aantal verschil
lende economische sectoren. (1/2/3)
Locatie en kwaliteit van de vastgoed
beleggingen, met kantoren gelegen op de as
Antwerpen-Brussel, zijnde de belangrijkste
en meest liquide kantoorregio in België en
een logistieke portefeuille op strategische
logistieke knooppunten in België. (1/2/3)
Vastgoed
verslag »
1.Samen
stelling van
de vastgoed
portefeuille

Toekenning aan elke vastgoedbelegging van
een risicoprofiel dat op regelmatige basis wordt
geëvalueerd (op basis van de lokale eigen kennis
en gegevens van externen en/of vastgoedschat
ters). Afhankelijk van het risicoprofiel dient over
een bepaalde periode een bepaald rendement
gerealiseerd te worden dat afgezet wordt tegen
het verwachte rendement op basis van het in
terne rendementsmodel. Op basis hiervan wordt
geanalyseerd in welke objecten additioneel geïn
vesteerd dient te worden, waar de huurdersmix
aangepast moet worden en welke panden in
aanmerking komen voor verkoop. (1/2/3)

Huurovereenkomsten bevatten beschermende
elementen zoals huurwaarborgen en/of bank
garanties van de huurders, clausules voor auto
matische jaarlijkse indexatie van de huurprijzen
conform de gezondheidsindex en veelal een
verplichte schadevergoeding betaalbaar door de
huurder bij een vroegtijdige beëindiging van het
contract. (1/3)
Financieel
verslag »
Toelichting 4
Recuperatie
van
vastgoed
kosten
Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Kostenbeheersingsrisico
Risico van onverwachte
volatiliteit en toename in de
operationele kosten en inves
teringen voor onderhoud.
1. Operationeel resultaat en cashflow
aangetast, onverwachte schomme
lingen in de vastgoedkosten.

Periodieke vergelijking van onderhouds
budgetten met de werkelijkheid. (1)

Goedkeuringsprocedures bij het aangaan
van onderhouds- en investeringsverplichtin
gen waarbij in functie van het bedrag, één of
meerdere offertes gevraagd worden aan diverse
aannemers. De technische afdeling maakt hierbij
een vergelijking van prijs, kwaliteit en timing
van de werken. Afhankelijk van de hoogte van
het bedrag van de uit te voeren werken gelden
verschillende goedkeuringsniveaus binnen de
vennootschap. (1)

Proactief beleid inzake het onderhoud van
de gebouwen en constante screening van de
gebouwen door de technische managers en de
commerciële teams in hun dagelijkse dialoog
met de huurders. (1)

Tijdig opstellen en nauwgezet opvolgen van
investeringsbudgetten op lange termijn voor
grondige renovaties en vernieuwingen. (1)
Financieel
verslag »
Toelichting 5
Vastgoed
kosten
Risico verbonden aan de
verslechterde staat van de
gebouwen en het risico van
grote werken
Risico op bouwkundige en
technische achteruitgang
in de levenscyclus van de
gebouwen: de staat van
de gebouwen verslechtert
omwille van slijtage van
diverse onderdelen als gevolg
van gewone veroudering en
bouwkundige en technische
veroudering.
1. Operationeel resultaat en cashflow
aangetast door neerwaartse her
ziening van huurprijzen, verhoging
van leegstand en commerciële
kosten voor herverhuring, stijging
van de vastgoedkosten die de eige
naar dient ten laste te nemen, zoals
niet-doorberekende servicekosten
en onroerende voorheffing.
2. Onderhouds- en renovatiekosten
en investeringen zijn nodig om de
vooraf ingeschatte huurprijs te
realiseren.
3. Daling van de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen en als gevolg
ook van de nettowaarde en toe
name van de schuldgraad.

Proactief beleid inzake het onderhoud van de
gebouwen. (1)

Constante monitoring van het investeringsplan
om de kwaliteit van de portefeuille te garande
ren. (1/2/3)

Ad hoc herontwikkeling en renovatie van verou
derde panden naast regelmatige investeringen in
kwaliteit en duurzaamheid.(1/2/3)

Bij het beëindigen van de huurovereenkomst
dient de huurder (conform de contractuele
afspraken gemaakt in de huurovereenkomst)
een wederinstaatstellingsvergoeding voor
huurschade te betalen aan de vennootschap.
De huurschade wordt bepaald door een onaf
hankelijke expert die de ingaande plaatsbeschrij
ving vergelijkt met de uitgaande plaatsbeschrij
ving. Deze schadevergoedingen kunnen gebruikt
worden om de vrijgekomen ruimte opnieuw
klaar te maken voor ingebruikname door de
volgende huurder.(1)

Verkoop van verouderde gebouwen. (1/2/3)
Verslag van
het directie
comité »
2.Belangrijke
ontwikkelin
gen in 2017 »
2.2 Investerin
gen in 2017
2.4 Desinves
teringen
Verzekeringsrisico
(destructierisico)
Het risico van een ontoerei
kende verzekeringsdekking
wanneer gebouwen worden
vernield door brand of andere
rampen.
1. Operationeel resultaat en cashflow
aangetast door wegvallen van
huurinkomsten en eventueel verlies
van huurders.
2. Daling van de reële waarde van
de vastgoedbeleggingen en als
gevolg ook van de nettowaarde en
toename van de schuldgraad.

De vastgoedportefeuille is verzekerd voor re
constructiewaarde (zijnde de kostprijs voor we
deropbouw naar nieuwe staat van het gebouw),
exclusief de terreinen waarop de gebouwen
staan. (1/2)

De verzekeringen omvatten eveneens bijkomen
de waarborgen voor de onbruikbaarheid van
de onroerende goederen zoals huurderving, de
instandhoudings- en opruimingskosten, het ver
haal van huurders en gebruikers en het verhaal
van derden. De gederfde huur wordt vergoed
zolang het gebouw niet heropgebouwd is. (1/2)

Nauwlettend toezicht op de dekking en tijdige
vernieuwing van verzekeringscontracten. (1/2)
Vastgoed
verslag »
Overzicht
van de porte
feuille »
2.2 Verzeker
de waarde
Debiteurenrisico
Het risico dat de vennoot
schap een gebouw niet wenst
te verhuren tegen de vooraf
ingeschatte huurprijs aan een
bepaalde huurder (resulte
rend in een hogere leegstand)
of dat de huur niet (meer) kan
worden geïnd wegens solvabi
liteitsproblemen.
1. Operationeel resultaat en cashflow
aangetast door wegvallen van
huurinkomsten en afboeking van
niet geïnde handelsvorderingen,
alsook door stijging van de
niet-doorberekende servicekosten
door leegstand en gerechtskosten.
2. Daling van de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen en als gevolg
ook van de nettowaarde en toe
name van de schuldgraad.

Duidelijke procedures voor het screenen van
huurders bij het sluiten van nieuwe huur
contracten. (1/2)

Bij het afsluiten van huurcontracten worden
steeds waarborgsommen of bankgaranties
bedongen. In het standaardhuurcontract voor
kantoren wordt een huurwaarborg of bank
garantie ter waarde van 6 maanden huur voor
zien en voor logistieke gebouwen ter waarde
van 4 maanden. (1)

Strikt debiteurenbeheer om een tijdige inning
van huurvorderingen te waarborgen alsook de
adequate opvolging van huurachterstanden. (1)

Huren zijn vooraf betaalbaar op maandelijkse
of driemaandelijkse basis. Voor huurlasten en
taksen die contractueel kunnen doorgerekend
worden aan de huurders, wordt een driemaan
delijkse provisie gevraagd. (1)
Financieel
verslag »
Toelichting
14 Vlottende
activa »
Handels
vorderingen
en Toe
lichting 4
Vastgoed
resultaat »
Met verhuur
verbonden
kosten
Juridische en fiscale risico's:
contracten en vennoot
schapsrechterlijke reorga
nisaties
Inadequate contracten afge
sloten met derde partijen.
1. Negatieve impact op operationeel
resultaat, cashflow en nettowaarde.
2. Het niet behalen van beoogde
rendementen van de vastgoed
beleggingen.
3. Reputatieschade.

Met derden af te sluiten contracten worden,
als de complexiteit het vereist, getoetst met
externe adviseurs.(1/2/3)

Verzekering tegen aansprakelijkheid voort
komend uit de activiteiten of investeringen
middels een burgerlijke aansprakelijkheids
verzekering die lichamelijke schade en stoffelijke
schade dekt. Verder zijn de bestuurders en
leden van het directiecomité verzekerd voor
bestuurdersaansprakelijkheid. (1/2)

Vennootschapsrechtelijke reorganisaties (fusie,
splitsing, partiële splitsing, inbreng in natura,
enz.) worden steeds onderworpen aan "due
diligence"-werkzaamheden, begeleid door
externe adviseurs om het risico op juridische
en financiële onjuistheden te minimaliseren.
(1/2/3)
Vastgoed
verslag »
2.Overzicht
van de porte
feuille »
2.2 Verzeker
de waarde
Verloop van sleutel
personeel
Risico dat sleutelpersoneel de
onderneming verlaat.
1. Negatieve invloed op bestaande
professionele relaties.
2. Verlies aan daadkracht en efficiën
tie in het managementbeslissings
proces.

Marktconform remuneratiepakket. (1/2)

Het werken met teams, waarbij vermeden wordt
dat individuen verantwoordelijk zijn voor belang
rijke en strategische taken. (1/2)

Duidelijke en consistente procedures en com
municatie. (1/2)
Financieel
verslag »
Toelichting 7
Personeels
beloningen

Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting

Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Compliance risico
Risico dat de relevante
wet- en regelgeving niet
adequaat wordt nageleefd en
dat medewerkers niet integer
handelen.
1. Negatieve beïnvloeding van de
gehele business en de operationele
werking, het resultaat, de winst
gevendheid, de financiële toestand
en de vooruitzichten.
2. Reputatieschade.

Bij de aanwerving van medewerkers wordt
extra aandacht besteed aan het screenen van
integriteit. Er wordt bij de medewerkers een
bewustzijn gecreëerd omtrent dit risico en er
wordt voor gezorgd dat zij voldoende kennis heb
ben over veranderingen in de relevante wet- en
regelgeving, daarbij ondersteund door externe
juridische adviseurs. Om een integere bedrijfs
cultuur te waarborgen is een interne gedragscode
("code of conduct") en een klokkenluidersregeling
opgesteld. (1/2)

Adequate interne controlemechanismen, geba
seerd op het vier-ogen-principe, die het risico op
niet integer handelen moeten beperken. (1/2)

Aanwezigheid van een onafhankelijke compliance
functie (conform artikel 17, §4 van de GVV-Wet)
gericht op het onderzoek naar en het bevorderen
van de naleving van de regels die verband houden
met de integriteit van de activiteiten van de
vennootschap. De regels betreffen zowel deze die
voortvloeien uit het beleid van de onderneming,
het statuut van de onderneming, alsmede andere
wettelijke en reglementaire bepalingen. Het gaat
met andere woorden om een onderdeel van de
bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt gelegd
op eerlijkheid en integriteit en het naleven van
hoge ethische normen bij het zakendoen. Daarbij
dienen zowel de onderneming als haar medewer
kers zich integer te gedragen, d.i. eerlijk, betrouw
baar en geloofwaardig. (1/2)
Verslag van
de raad van
bestuur »
3.Corporate
Governance
verklaring »
3.4 Andere
betrokken
partijen »
Onafhankelijke
controle
functies
Concentratierisico
Risico op concentratie van
(de activiteiten van) de
huurders of concentratie van
investeringen in één of meer
gebouwen.
1. EPRA resultaat en cashflow aange
tast door vertrek van een huurder
of indien een specifieke sector
wordt getroffen door een economi
sche terugval.
2. Daling van de reële waarde van de
vastgoedportefeuille en als gevolg
ook de nettowaarde.

Gediversifieerde huurdersbasis met een be
perking van de maximale blootstelling aan één
huurder en een goede sectorale spreiding van de
huurders. (1/2)

Adequate sectorale en regionale spreiding van de
vastgoedbeleggingen. (1/2)

Conform de GVV-Wet mag maximaal 20% van
het vermogen geïnvesteerd worden in vastgoed
dat één enkel vastgoedgeheel vormt, behoudens
uitzonderingen. (1/2)
Vastgoed
verslag »
1.Samenstel
ling van de
portefeuille
Informaticarisico
Risico verbonden aan infor
matica zoals inbraak op het
IT-netwerk, cybercriminaliteit,
phishing, …
1. Negatieve impact op werking van
de organisatie.
2. Reputatieschade door het verlies
van bedrijfsgevoelige informatie.
3. Negatieve impact op EPRA resul
taat door verlies van operationele
en strategische data.

Dagelijkse back ups om het verlies van data in tijd
beperkt te houden. (1/2/3)

Preventieve training rond cybercriminaliteit voor
de medewerkers. (1/2/3)

Investeren in een beveiligde IT-omgeving. (1/2/3)

Ondersteuning van externe gespecialiseerde advi
seurs voor IT-gerelateerde diensten. (1/2/3)
/
Risico verbonden aan de
internationalisering van de
Groep
Risico dat door onvoldoende
kennis van de internationale
context de investeringen in
het buitenland leiden tot ver
hoging van de operationele en
reglementaire risico's.
1. Toenemende complexiteit van het
beheer van de dagdagelijkse activi
teiten (kennis van de buitenlandse
markt, fysieke barrières, cultuur
barrières, taalbarrières, enz).
2. Verhoging van de reglementaire
risico's in de verschillende landen.

Beroep doen op lokale experts die ondersteuning
bieden in de internationale ontwikkeling, zowel op
vlak van marktkennis als regelgeving. (1/2)

Implementatie van de benodigde structuren
en procedures om een vlotte internationale
ontwikkeling te garanderen (bv gespecialiseerd
acquisitieteam). (1/2)
/

3. Financiële risico's

Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Financieringsrisico
Een relatieve toename van het
vreemd vermogen ten opzichte
van het eigen vermogen kan
resulteren in een hoger rende
ment (zogenaamde "leverage"),
maar tegelijkertijd ook in een
verhoogd risico.
1. Het niet meer kunnen voldoen aan
rente- en aflossingsverplichtingen
van vreemd vermogen en overige
betalingsverplichtingen in geval
van tegenvallende rendementen
uit vastgoed en bij daling van de
reële waarde van de vastgoed
beleggingen.
2. Het niet verkrijgen van financie
ring met nieuw vreemd vermogen
of slechts tegen zeer ongunstige
condities.
3. De gedwongen verkoop van
vastgoedbeleggingen aan minder
gunstige voorwaarden om aan de
betalingsverplichtingen te kunnen
blijven voldoen met een negatieve
impact op de resultaten en de
nettowaarde.

Een evenwichtige verhouding tussen eigen en
vreemd vermogen voor de financiering van het
vastgoed met het handhaven van de schuld
graad tussen 45% en 50%. Hiervan kan tijdelijk
afgeweken worden indien specifieke marktom
standigheden het vereisen. (1/2/3)

Een evenwichtige spreiding van
herfinancieringsdata van de langetermijnfinan
cieringen met een gewogen gemiddelde looptijd
tussen de 3,5 en 5 jaar. Hiervan kan tijdelijk
afgeweken worden indien specifieke marktom
standigheden het vereisen. (1/2)

Streven naar het veilig stellen van de toegang tot
de kapitaalmarkt door transparante informatie
verschaffing, regelmatige contacten met
financiers en (potentiële) aandeelhouders en
het verhogen van de liquiditeit van het aandeel.
(1/2/3)
Verslag van
het directie
comité »
4.Financiële
structuur
Bancair convenantenrisico
Risico op het niet respec
teren van vereisten om aan
bepaalde financiële parame
ters te voldoen in het kader
van de kredietovereenkom
sten en de wettelijke regimes
waaronder de vennootschap
valt: de bankkredietovereen
komsten zijn onderworpen
aan de naleving van
financiële ratio's, die vooral
verband houden met het
geconsolideerde financiële
schuldenniveau of de financi
ële interestlast. Deze ratio's
beperken het bedrag dat nog
zou kunnen geleend worden.
Tevens is er een beperking
qua ontleningscapaciteit door
de maximum schuldgraad die
de regelgeving op de GVV's
toestaat.
1. Annulering, heronderhandeling,
opzegging of vervroegde opeis
baarheid van de financieringsover
eenkomsten door de financiële
instellingen bij het niet meer res
pecteren van de opgelegde ratio's.

Omzichtig financieel beleid met een constante
monitoring om aan financiële parameters te
voldoen. (1)

Opvolging op regelmatige tijdstippen van de
evolutie van de schuldgraad en voorafgaan
delijke analyse van de invloed van iedere voor
genomen investeringsoperatie op de schuld
graad. (1)

Opstellen van een financieel plan met een
uitvoeringsschema zodra de geconsolideerde
schuldgraad, zoals gedefinieerd in het GVV-KB
meer dan 50% bedraagt, conform art. 24 van dit
GVV-KB. (1)
Verslag van
het directie
comité »
4.Financiële
structuur
Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Liquiditeitsrisico
Risico van onvoldoende kas
stromen om aan de dagelijkse
betalingsverplichtingen te
kunnen voldoen.
1. EPRA resultaat en cashflow aan
getast door stijging van de kosten
van schulden door hogere bancaire
marges.
2. Het niet beschikbaar zijn van finan
ciering ter betaling van interesten,
kapitaal of operationele kosten.
3. Onmogelijkheid om acquisities of
ontwikkelingen te financieren.

Beperking van dit risico door de maatregelen
genoemd onder operationele risico's, waardoor
het risico van het wegvallen van kasstromen
door bijvoorbeeld leegstand of faillissementen
van huurders wordt beperkt. (1)

Voldoende kredietruimte bij financiers om
schommelingen in liquiditeitsbehoeften op te
vangen. Om beroep te kunnen doen op deze
kredietruimte dient continu aan de voorwaarden
van de kredietfaciliteiten te worden voldaan.
(1/2/3)

Constante dialoog met financieringspartners om
met hen een duurzame relatie op te bouwen. (2)

Conservatieve en voorzichtige financieringsstra
tegie met evenwichtige spreiding van de verval
data, diversificatie van de financieringsbronnen
en financieringspartners. (1/2)
Verslag van
het directie
comité »
4.Financiële
structuur »
4.1 Kenmer
ken van de
Financiële
structuur
Renterisico
Als gevolg van het financieren
met vreemd vermogen wordt
het EPRA resultaat en het
rendement tevens afhankelijk
van de toekomstige ontwikke
lingen van de rente.
1. EPRA resultaat en cashflow aange
tast door stijging van de kosten van
schulden.

Een verhouding 20% vreemd vermogen met
variabele rente en 80% vreemd vermogen met
vaste rente bij de samenstelling van de kredieten
portefeuille. (1)

Bescherming tegen het risico van stijgende
rentevoeten door het gebruik van indekkingsin
strumenten. Afhankelijk van de ontwikkelingen in
de rente kan hiervan tijdelijk worden afgeweken.
(1)

Bij de langetermijnfinancieringen streven naar
een evenwichtige spreiding van renteherzienings
data en een looptijd van minimaal 3 jaar. Hiervan
kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke
marktomstandigheden het vereisen. (1)
Verslag van
het directie
comité »
4.Financiële
structuur
Financieel
verslag »
Toelichting
18 Financiële
instrumen
ten
Risico verbonden aan het
gebruik van financiële
derivaten
Bij een ongunstige marktont
wikkeling (bijvoorbeeld een
sterke daling van de rente)
krijgen derivaten ter afdek
king van het renterisico een
negatieve waarde.
1. Complexiteit en volatiliteit van de
reële waarde van de indekkings
instrumenten en daardoor ook van
het nettoresultaat en de netto
waarde.
2. Tegenpartijrisico tegenover wie de
financiële derivaten zijn afgesloten
(zie 'Risico verbonden aan de ban
caire tegenpartijen').

Schommelingen in de reële waarde van de
toegelaten indekkingsinstrumenten hebben geen
impact op de cash flow aangezien deze financiële
derivaten worden aangehouden tot vervaldag van
deze contracten. Enkel een vroegtijdige afwikke
ling zou extra kosten met zich meebrengen. (1)

Alle financiële derivaten worden louter voor
indekkingsdoeleinden aangehouden. Er worden
geen speculatieve instrumenten aangehouden. (1)
Verslag van
het directie
comité »
Financiële
structuur
Financieel
verslag »
Toelichting
18 Financiële
instrumen
ten
Risico verbonden aan de
bancaire tegenpartijen /
Kredietrisico
Het sluiten van financierings
contracten of het gebruik van
indekkingsinstrumenten met
een financiële instelling doet
een tegenpartijrisico ontstaan
in geval van het in gebreke
blijven van deze instelling.
1. EPRA resultaat en cashflow aan
getast door bijkomende financiële
kosten en in sommige extreme
omstandigheden stopzetting van
het financieringscontract of indek
kingsinstrument.
2. Verlies van deposito's.

Beroep op verschillende referentiebanken op
de markt om een zekere diversificatie van de
herkomst van financieringen en rente-indek
kingsinstrumenten te waarborgen waarbij een
bijzondere aandacht uitgaat naar de prijs-kwa
liteitverhouding van de geleverde diensten. (1/2)

Regelmatige herziening van de bankrelaties en
de blootstelling aan elk. (1/2)

Strakke thesauriepositie zodat de positie van
contanten bij een financiële instelling in prin
cipe vrij beperkt is en het overschot aan cash
aangewend wordt ter afbouw van de financiële
schulden, tenzij reeds aangewend voor nieuwe
investeringen. (2)
Verslag van
het directie
comité »
4.Financiële
structuur
Financieel
verslag »
Toelichting
17 Lang
lopende en
kortlopende
financiële
schulden
Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Risico verbonden aan de
schuldkapitaalmarkten
Risico om uitgesloten te
worden van de internationale
schuldkapitaalmarkt indien
beleggers zouden vrezen dat
de kredietwaardigheid van de
vennootschap onvoldoende
is om de jaarlijkse rente
betalingsverplichting en de
terugbetalingsverplichting
op vervaldatum van het uit te
geven financieel instrument te
voldoen.
1. Niet beschikbaar zijn van financie
ring voor de dagdagelijkse werking
en voor de verdere groei van de
onderneming.

Op proactieve basis goede relaties onderhouden
met haar huidige en potentiële obligatiehouders
en aandeelhouders, alsook met haar huidige en
potentiële bankiers door middel van een trans
parante informatieverschaffing, regelmatige
contacten met financiers en (potentiële) aan
deelhouders en het verhogen van de liquiditeit
van het aandeel. (1)

Beleid om de schuldgraad te handhaven tussen
45% en 50% (niettegenstaande wettelijk statuut
van GVV's een schuldgraad van 65% toelaat). (1)
Verslag van
het directie
comité »
4.Financiële
structuur
Risico dat de schuldkapitaal
markt te volatiel zou zijn om
beleggers er toe aan te zetten
obligaties van de vennoot
schap te verwerven.
Financieel
verslaggevingsrisico
Risico dat de financiële ver
slaggeving van de vennoot
schap onjuistheden van mate
rieel belang bevat waardoor
stakeholders foutief zouden
geïnformeerd worden over
de operationele en financiële
resultaten van de vennoot
schap.
Risico dat de door de regel
geving opgelegde timing in
zake financiële verslaggeving
niet wordt gerespecteerd.
1. Reputatieschade.
2. Stakeholders die beleggingsbeslis
singen nemen die niet op de juiste
gegevens gebaseerd zijn, wat kan
resulteren in claims ten aanzien van
de vennootschap.

Elk kwartaal wordt een volledige boekhoud
kundige afsluiting en consolidatie opgesteld
en gepubliceerd. Deze kwartaalcijfers worden
steeds uitgebreid geanalyseerd en intern gecon
troleerd. (1/2)

Bespreking van deze cijfers binnen het
directiecomité en controle van hun juistheid en
volledigheid door onder andere analyses van
huurinkomsten, operationele kosten, leegstand,
verhuuractiviteiten, de evolutie van de waarde
van de gebouwen, openstaande debiteuren,
enz. Vergelijkingen met forecasts en budgetten
worden besproken. (1/2)

Het directiecomité rapporteert elk kwartaal de
financiële staten aan het auditcomité met verge
lijking van jaarcijfers, budget en verklaringen bij
afwijkingen. (1/2)

Controle van de halfjaarcijfers en de jaarcijfers
door de commissaris. (1/2)
Financieel
verslag »
7.Verslag van
de commis
saris
Risico van financiële
budgettering en planning
Risico dat door foute as
sumpties de forecast en de
beoogde groei niet worden
gehaald.
1. Negatieve beïnvloeding bij besluit
vorming bij het nemen van strate
gische beslissingen.
2. Negatieve beïnvloeding van het
financiële en operationele beheer.
3. Reputatieschade.

Kwartaalupdates van het budgetteringsmodel
met vergelijking van de boekhoudkundige afslui
ting en consolidatie. (1/2/3)

Op kwartaalbasis aftoetsing van de hypothe
ses in het budgetteringsmodel met eventuele
nieuwe omstandigheden en bijsturing indien van
toepassing. (1/2/3)

Op kwartaalbasis uitvoering van controles
op het budgetteringsmodel om programme
rings- of menselijke fouten tijdig te detecteren.
(1/2/3)

Continue opvolging van de parameters die het
resultaat en het budget zouden kunnen beïn
vloeden. (1/2/3)
/

4. Reglementaire risico's

Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Statuut van openbare GVV
(onderworpen aan de bepa
lingen van de wet van 12 mei
2014 betreffende de geregle
menteerde vastgoedvennoot
schappen en het KB van 13
juli 2014 met betrekking tot
gereglementeerde vastgoed
vennootschappen) van tijd tot
tijd gewijzigd.
Risico op verlies van de
erkenning van het statuut van
openbare GVV.
Blootstelling aan het risico
van toekomstige wijzigingen
van de wetgeving inzake
GVV's.
1. Verlies van het voordeel van het
gunstig fiscaal stelsel van GVV.
2. Verlies van de erkenning wordt
gezien als een gebeurtenis waar
door kredieten vervroegd opeisbaar
worden.
3. Negatieve impact op de beurskoers
van het aandeel Intervest

Voortdurende aandacht van de raad van bestuur
en het directiecomité voor de regelgeving van de
GVV en het behoud van de status van openbare
GVV. Zo worden onder andere de uitkeringsver
plichting en de financieringslimieten periodiek
en ad hoc bij herfinanciering, bij investeringen en
bij opmaak van het dividendvoorstel berekend
respectievelijk bepaald. (1/2/3)
Algemene
inlichtingen »
7.GVV —
wettelijk
kader
Juridische en fiscale risico's:
fiscaliteit
Niet-naleving of wijzigingen
van de regels vereist door het
fiscaal transparante regime
van de GVV.
1. Verlies van fiscaal statuut en ver
plichte terugbetaling van bepaalde
kredieten bij niet-naleving van de
regels.
2. Negatieve impact op de resultaten
en de nettowaarde bij eventuele
wijzigingen in het regime.
3. Reputatieschade.

Constante monitoring van de wettelijke
vereisten en de naleving ervan, bijgestaan
door externe gespecialiseerde adviseurs.
(1/2/3)
Algemene
inlichtingen »
7.GVV —
wettelijk
kader
8.GVV —
fiscaal stelsel
Juridische en fiscale risico's:
regelgeving en administra
tieve procedures
Wijzigingen in de regelgeving
inzake stedenbouw en
milieubescherming kunnen
een ongunstige invloed
hebben op de mogelijkheden
om een gebouw op termijn te
exploiteren.
1. De strikte toepassing en naleving
van de stedenbouwkundige regel
geving door de gemeentelijke
overheden kan de aantrekkelijkheid
van een vastgoedbelegging en haar
reële waarde negatief beïnvloeden.
2. De invoering van nieuwe of strengere
normen inzake bodemvervuiling of
energieverbruik kan invloed hebben
op de kosten die moeten worden
gemaakt om het gebouw te kunnen
blijven exploiteren.
3. Negatieve impact op de resultaten
en de nettowaarde.
4. Het niet behalen van beoogde
rendementen van de vastgoed
beleggingen.

Constante monitoring van de wettelijke vereis
ten en de naleving ervan waarbij, indien vereist,
externe specialisten geraadpleegd worden.
(1/2/3/4)
/
Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
Veranderingen in internatio
nale boekhoudregels (IFRS)
Wijzigingen in internationale
rapporeringsstandaarden
(IFRS).
1. Mogelijke invloed op rapportering,
kapitaalvereisten, gebruik van
afgeleide financiële producten,
organisatie van de onderneming.
2. Als gevolg daarvan impact op de
transparantie, op de behaalde
rendementen en mogelijk de
waardering.

Continue evaluatie van de veranderingen met
betrekking tot wettelijke vereisten en de nale
ving ervan, bijgestaan door externe gespeciali
seerde adviseurs en het sectororgaan. (1/2)
Financieel
verslag »
Toelichting 2
Grondslagen
voor de
financiële
verslag
geving
Onteigeningsrisico's
Onteigening in het kader van
openbare onteigeningen door
bevoegde overheidsinstanties.
1. Verlies in waarde van de investering
en gedwongen verkoop met verlies.
2. Verlies aan inkomsten bij gebrek
aan herinvesteringsopportuniteiten.

Continue dialoog met de overheid om construc
tieve oplossingen uit te werken in het belang van
alle aandeelhouders. (1/2)
/
Veranderingen
in diverse wetgeving
Nieuwe wetgevingen en regel
gevingen zouden in werking
kunnen treden of mogelijke
veranderingen in bestaande
wetgevingen en regelge
vingen1 of hun interpretatie
en applicatie door agent
schappen (inclusief de fiscale
administratie) of rechtbanken
zouden kunnen optreden.
1. Negatieve beïnvloeding van de
activiteiten, het resultaat,
de winstgevendheid, de financiële
toestand en de vooruitzichten.

Constante monitoring van bestaande, potentieel
wijzigende of toekomstige nieuwe wetgevin
gen, regelgevingen en vereisten en de naleving
ervan, bijgestaan door externe gespecialiseerde
adviseurs. (1)
/
Dividendrisico
Artikel 617 van het Wet
boek van Vennootschappen
bepaalt dat geen uitkering
mag geschieden indien het
nettoactief is gedaald of
tengevolge van de uitkering
zou dalen beneden het bedrag
van het gestorte of, indien dit
hoger is, van het opgevraagde
kapitaal, vermeerderd met
alle reserves die volgens de
wet of de statuten niet mogen
worden uitgekeerd.
1. Gedeeltelijk of totaal onvermo
gen om een dividend uit te keren
indien de gecumuleerde negatieve
variaties in de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen de beschik
bare reserves overtreffen. Dit leidt
tot een minder dan verwacht of
geen dividend(rendement) voor de
aandeelhouder.
2. Volatiliteit in de beurskoers van het
aandeel.
3. Algemene daling van het vertrou
wen in het aandeel of de vennoot
schap in het algemeen.

Intervest beschikt over voldoende uitkeerbare
reserves om de dividenduitkering te verzekeren
(1)

Ten minste 80% van het gecorrigeerd positief
nettoresultaat, verminderd met de netto-daling
van de schuldenlast in de loop van het boekjaar,
moet worden uitgekeerd als vergoeding van het
kapitaal. (2/3)

Het uitbouwen van solide lange termijn relaties
met investeerders en financiële instellingen
waardoor op regelmatige basis dialoog kan
plaatsvinden. (2/3)
Financieel
verslag »
8.Enkel
voudige jaar
rekening »
8.6 Bijlagen bij
de enkelvou
dige jaarreke
ning

1 Zoals bestaande praktijken binnen de fiscale administratie, in het bijzonder die waarvan sprake binnen de circulaire Ci.RH.423/567.729 van 23 december 2004 van het Belgische Ministerie van Financiën met betrekking tot de berekening van de exit taks, dewelke, onder andere, bepaalt dat de werkelijke waarde van de onroerende goederen waarvan sprake voor de berekening van de basis van de exit taks, bepaald wordt door de registratierechten of de BTW in acht te nemen die zouden worden toegepast bij een verkoop van de onroerende goederen in kwestie, dewelke kan verschillend zijn (inclusief lager) van de reële waarde (fair value) van deze activa zoals bepaald voor IFRS-doeleinden in de financiële staten.

Geschiedenis en mijlpalen

2001

Verwerving kantoorgebouwen in Antwerpen, Mechelen (oa Mechelen Business Tower) en Brusselse periferie (oa Woluwe Garden)

1996

Oprichting

1999

Verwerving kantoorgebouwen Atlas Park en Airway Park in Brusselse periferie

2007

Verwerving kantoorgebouwen op Mechelen Campus (fase 3)

Verwerving kantoorgebouw in Brusselse periferie, Exiten

Desinvestering 6 kantoorgebouwen (oa Atlas Park en Airway Park)

Verwerving logistieke site Herentals Logistics 1

2012

Gedeeltelijke herontwikkeling van Wilrijk 1 in showroom Peugeot

Verwerving tweede logistieke site in Oevel

Opening 1e RE:flex in Mechelen Campus

2015

Verwerving logistieke site in Luik

Desinvestering semi-industrieel gebouw in Duffel

2016

2013

Bouw in Oevel van nieuw aanpalend gebouw dat bestaande logistieke sites verbindt

Desinvestering semi-industrieel gebouw in Kortenberg

Opening Greenhouse Antwerp met 2e RE:flex

Desinvestering 5 nietstrategische panden in de Brusselse periferie

Verwerving Generaal de Wittelaan 11C, Intercity Business Park

2008

Verwerving logistieke site Herentals Logistics 2

2010

Verkoop kantoorgebouwen in Gent

2002

Verwerving logistieke portefeuille met 18 panden

Verwerving kantoorgebouwen in Brusselse periferie en op Mechelen Campus (fase 1)

Verwerving logistieke sites in Puurs en Merchtem

2005

Verwerving kantoorgebouwen op Mechelen Campus (fase 2)

2011

Investering in logistieke sites in Huizingen, Oevel en Houthalen

Bouw van ontwikkelingsproject Herentals Logistics 2

Desinvestering semi-industrieel gebouw Eigenlo in Sint-Niklaas

Naamswijziging, toevoeging: "& Warehouses"

2014

Verwerving logistieke site in Opglabbeek

Desinvestering semi-industrieel gebouw in Meer

2017

Verwerving logistieke sites in Oevel, Aarschot en Zellik

Nieuwbouw logistieke ontwikkeling Herentals 3

Verwerving logistieke sites in Tilburg en Raamsdonksveer (NL)

MEEDENKEN MET LANGE-TERMIJN-PLANNING

"Succesvolle en snelle uitbreiding heeft een impact op de vereisten voor kantoor- en logistieke ruimtes. Een pro-actieve aanpak in samenwerking met onze buren liet toe onze toekomstige groei te verzekeren op de huidige locatie."

Cedric Schalebroodt - Director Distribution Operations

Kerncijfers

    1. Over Intervest Offices & Warehouses
    1. Vastgoedportefeuille
    1. Balansgegevens
    1. Resultaten 2017
    1. EPRA kerncijfers
    1. Financiële kalender 2018

1. Over Intervest Offices & Warehouses

De vennootschap

Intervest Offices & Warehouses (hierna Intervest genoemd) is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) naar Belgisch recht. Sinds 1999 is de vennootschap genoteerd op Euronext Brussel (INTO). Intervest is gespecialiseerd in investeringen in kantoorgebouwen en logistiek vastgoed van prima kwaliteit. Dit vastgoed is strategisch gelegen op goede locaties: het logistiek vastgoed op de belangrijke logistieke assen en de kantoren zowel in de binnenstad als op campussen buiten de stad. Op 31 december 2017 maakt het logistiek vastgoed 54% uit van de vastgoedportefeuille en de kantoren 46%.

De totale verhuurbare oppervlakte bedraagt 794.896 m² en vertegenwoordigt een reële waarde van € 663 miljoen. De portefeuille heeft een bezettingsgraad van 86%. Zonder rekening te houden met het herontwikkelingsproject Greenhouse BXL is de bezettingsgraad van de portefeuille 91%.

Intervest positioneert zich als een vastgoedvennootschap die verder gaat dan het louter verhuren van vierkante meters. Intervest gaat beyond real estate. Door te luisteren naar de klanten, mee te denken en vooruit te denken, zorgt Intervest voor het 'ontzorgen' van de klant en het bieden van meerwaarde.

De vennootschap is gekenmerkt door een hoog dividendrendement en voorzien van een gedegen financiële structuur.

Strategie

Intervest wil de vastgoedportefeuille laten groeien tot € 800 miljoen tegen eind 2018 en handhaaft hierbij de eerder ingezette strategische accentverschuiving naar een verhouding van 60% logistiek vastgoed en 40% kantoorgebouwen.

De investeringsstrategie van Intervest is gebaseerd op 2 pijlers: toenemende focus op logistiek vastgoed en een stevige verankering in de kantorenmarkt.

De strategie van Intervest voor het logistieke segment is gericht op het investeren in moderne geclusterde logistieke sites op multimodaal bereikbare locaties. Dit met een brede geografische oriëntatie om de synergievoordelen voor zowel de klanten als Intervest te maximaliseren.

De strategie van Intervest in de kantorenmarkt is gericht op het investeren in inspirerende multitenant kantoren op goed bereikbare locaties in grote agglomeraties in Vlaanderen. Gebouwen waar werken en beleving samen gaan met een servicegerichte en flexibele benadering van de huurders.

Uitvoering strategisch groeiplan, gebaseerd op de heroriëntering van de kantorenportefeuille en een verdere uitbreiding van het logistiek vastgoed.

2. Vastgoedportefeuille

Aard van de vastgoedportefeuille

Strategische accentverschuiving naar 60% logistiek vastgoed: verhouding beide segmenten op jaareinde 2017 is 54% logistiek en 46% kantoorgebouwen.

Bezettingsgraad

.

De totale bezettingsgraad bedraagt 86% op 31 december 2017. Zonder het herontwikkelingsproject Greenhouse BXL bedraagt de totale bezettingsgraad 91% net als in 2016.

  • De bezettingsgraad van de logistieke portefeuille is gestegen met 2% tot 98%.
  • De bezettingsgraad van de kantorenportefeuille bedraagt 76%; 85% zonder Greenhouse BXL

Groei in lijn met strategisch plan

De totale verhuurbare oppervlakte bedraagt 794.896 m2 op 31 december 2017 (705.068 m2 op 31 december 2016).

Evolutie van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen van € 611 miljoen naar € 663 miljoen op 31 december 2017.

  • Groei met 8% of € 52 miljoen in lijn met strategisch groeiplan dat gebaseerd is op heroriëntering van de kantorenportefeuille en de uitbreiding van logistiek vastgoed.
  • Verwerving van drie logistieke sites in België: in Oevel, Aarschot en Zellik (53.000 m²).
  • Eerste stap in Nederland: verwerving van een complex in Tilburg en een distributiecentrum in Raamsdonksveer (34.000 m²).
  • Ontwikkelingspotentieel van circa 250.000 m² logistiek vastgoed met de selectie van Genk Green Logistics door de Vlaamse overheid als voorkeursbieder voor de herontwikkeling van de Ford-site.
  • Bouwwerken Greenhouse BXL met derde RE:flex volgens planning. Commercialisering volop aan de gang.

Gemiddelde resterende looptijd van de huurcontracten

In 2017 zijn 30 huurovereenkomsten afgesloten of verlengd, goed voor 9% van de huurinkomsten.

Beyond real estate: Flexibiliteit in de beide segmenten

3. Balansgegevens

KERNCIJFERS 31.12.2017 31.12.2016
Eigen vermogen (€ 000) 359.366 326.085
Vreemd vermogen (€ 000) 320.052 299.078
Schuldgraad (%) 44,6% 45,7%
Marktkapitalisatie (€ 000) 413.942 401.150

Versterking van het eigen vermogen met € 36 miljoen door:

  • € 9 miljoen keuzedividend voor het boekjaar 2016 waarbij 55% van de aandeelhouders voor aandelen heeft gekozen
  • € 27 miljoen inbrengen in natura van 3 logistieke sites

Beperkte schuldgraad van 44,6% op 31 december 2017 (45,7% op 31 december 2016).

  • Schuldgraad van 44,6% impliceert een investeringsmogelijkheid met vreemd vermogen van circa € 75 miljoen alvorens de bovenkant van de strategische bandbreedte van 45% - 50% te bereiken of circa € 395 miljoen zonder hierbij de maximale schuldgraad van 65%, wettelijk opgelegd voor GVV's, te overschrijden.
  • Maximale schuldgraad van 65% zou pas overschreden worden bij een mogelijke waardedaling van de vastgoedbeleggingen van ongeveer € 214 miljoen of 32%.
KERNCIJFERS PER AANDEEL 31.12.2017 31.12.2016
Aantal aandelen op jaareinde 18.405.624 16.784.521
Dividendgerechtigd aantal aandelen 17.740.407 16.784.521
Nettowaarde (reële waarde) (€) 19,52 19,43
Nettowaarde (investeringswaarde) (€) 20,35 20,37
Beurskoers op afsluitingsdatum (€) 22,49 23,90
Premie t.o.v. nettowaarde (reële waarde) (%) 15% 23%

Vervaldagenkalender financiering

  • Verdere optimalisatie van de financieringsstructuur door onder andere het verlengen van de gemiddelde looptijd van de langetermijnfinancieringen van 2,9 jaar naar 4,6 jaar.
  • Slechts 8% van de langetermijnkredietlijnen dienen geherfinancierd te worden in 2018.

Gemiddelde rentevoet van de financiëringen

2,6%0,5%

Daling van de gemiddelde rentevoet van de financieringen van 3,1% in 2016 naar 2,6% in 2017.

4. Resultaten 2017

RESULTATEN (€ 000) 2017 2016
EPRA resultaat 27.430 29.044
Portefeuilleresultaat -7.363 -10.009
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
(niet-effectieve hedges)
1.119 1.547
Nettoresultaat 21.186 20.582
RESULTATEN PER AANDEEL 2017 2016
Aantal aandelen op jaareinde 18.405.624 16.784.521
Dividendgerechtigd aantal aandelen 17.740.407 16.784.521
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 17.409.850 16.784.521
EPRA resultaat op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (€) 1,58 1,73
EPRA resultaat op basis van dividendgerechtigd aantal aandelen (€) 1,55 1,73
Uitkeringspercentage (%) 91% 81%
Brutodividend (€) 1,40 1,40
Nettodividend (€) 0,98 0,98

Het EPRA resultaat bedraagt € 1,58 per aandeel in 2017 (€ 1,73 in 2016).

Dividenduitkering: € 1,40 per aandeel

  • Het brutodividend van Intervest bedraagt € 1,40 per aandeel voor het boekjaar 2017 waarmee het op basis van de slotkoers op 31 december 2017 een brutodividendrendement van 6,2% biedt.
  • Het uitkeringspercentage voor het dividend is 91% in 2017.

5. EPRA kerncijfers

EPRA KERNCIJFERS PER AANDEEL 31.12.2017 31.12.2016
EPRA resultaat (€) 1,58 1,73
EPRA NAW (€) 19,62 19,60
EPRA NNNAW (€) 19,28 19,08
EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) (%) 6,0% 6,4%
EPRA aangepast NIR (%) 6,2% 6,6%
EPRA huurleegstandspercentage (%) 13,8% 9,4%
EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten) (%) 20,6% 16,8%
EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten) (%) 19,1% 15,8%

6. Financiële kalender 20181

1 Eventuele wijzigingen in de financiële kalender zullen bekend gemaakt worden via een persbericht, dat desgevallend te raadplegen zal zijn op de website van de vennootschap, www.intervest.be.

EIGENHEID VAN KLANTEN BEGRIJPEN EN OPPAKKEN

"Alles werd opnieuw ingericht volledig naar onze wensen inclusief het behoud van ons eigen meubilair."

Martin Hofman - Managing Director & Business Development Benelux

Geachte aandeelhouders,

In de realisatie van haar strategisch groeiplan dat gebaseerd is op de heroriëntering van de kantorenportefeuille en de uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille, heeft Intervest Offices & Warehouses (hierna 'Intervest') in 2017 reeds significante vooruitgang geboekt.

Tegen eind 2018 wil de vennootschap zorgen voor een groei van de vastgoedportefeuille tot circa € 800 miljoen, verdeeld over € 500 miljoen logistiek vastgoed en € 300 miljoen kantoorgebouwen. De strategische accentverschuiving die enkele jaren geleden ingezet is naar een verhouding van 60% logistiek vastgoed en 40% kantoorgebouwen blijft het objectief. Over de laatste vijf jaar is een verschuiving van 15% van de kantorenportefeuille richting het logistiek vastgoed gerealiseerd. De verhouding tussen de beide segmenten is op jaareinde 2017 54% logistieke gebouwen en 46% kantoren. Op 31 december 2017 bedraagt de reële waarde van de vastgoedportefeuille € 663 miljoen, een stijging met € 52 miljoen of 8% ten opzichte van jaareinde 2016. De vastgoedportefeuille is in 2017 uitgebreid met circa 90.000 m² en heeft op 31 december 2017 een totale oppervlakte van bijna 800.000 m².

In totaal heeft Intervest in 2017 voor € 52 miljoen nieuwe acquisities en voor € 7 miljoen uitbreidingen op bestaande sites gerealiseerd. In België draagt de verwerving van de logistieke sites in Oevel, Aarschot en Zellik bij tot de groei van de logistieke portefeuille met 53.000 m². In 2017 is ook Herentals Logistics 3 opgeleverd, een eigen ontwikkelingsproject op één van de belangrijkste logistieke corridors in België.

De internationale ambities van Intervest concretiseren zich met een eerste stap in Nederland door de verwerving van een complex in Tilburg en een modern distributiecentrum in Raamsdonksveer, beide gelegen in logistieke hotspots in Nederland. De oppervlakte van de Nederlandse portefeuille bedraagt 34.000 m² op jaareinde 2017. Intervest is inmiddels in de Nederlandse vastgoedmarkt gekend als een actieve investeerder die agiel reageert bij investeringsopportuniteiten, wat haar competitiviteit voor toekomstige acquisities verstevigt.

In Diegem is de herontwikkeling van Greenhouse BXL volop aan de gang. Deze herontwikkeling is een schoolvoorbeeld van de heroriëntering in de kantorenportefeuille. Vernieuwende, inspirerende en servicegerichte concepten waar werken een aangename beleving is, vormen daarbij de leidraad. Verwacht wordt het gebouw opnieuw in gebruik te kunnen nemen medio 2018. Intussen is reeds de eerste huurder gekend en geeft de belangstelling van kandidaathuurders aan dat het concept van Intervest beantwoordt aan de verwachtingen van de markt.

Verder potentieel in de groei is aanwezig met de selectie van 'Genk Green Logistics' door de Vlaamse overheid als voorkeursbieder voor de herontwikkeling van de Ford-site in Genk. De Ford-site is door zijn locatie, omvang en multi-modale bereikbaarheid een uitzonderlijke investeringsopportuniteit. Over een termijn van vijf jaar biedt de site een ontwikkelingspotentieel van circa 250.000 m² logistieke gebouwen. Genk Green Logistics, een op te richten joint venture van Intervest en Group Machiels, heeft met de complementaire expertise van haar partners MG Real Estate en DEME Environmental Contractors, alle troeven in huis om dit grootschalig bedrijfsterrein te ontwikkelen tot een state-of-the-art logistiek referentieproject in Vlaanderen.

Intervest positioneert zich in haar beide marktsegmenten beyond real estate en treedt op als een real estate partner die verder gaat dan het louter verhuren van vierkante meters kantoren of logistieke ruimte. Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken kan Intervest de klanten 'ontzorgen' en meerwaarde bieden. De vele positieve reacties van de klanten op deze turnkey solutions sterken Intervest dan ook in het verder uitbouwen van deze aanpak.

Naar € 800 miljoen

Reële waarde vastgoedportefeuille € 663 miljoen

Voor

€ 59 miljoen acquisities en uitbreidingen

2 acquisities in Nederland

Heroriëntering kantoren naar inspirerende, vernieuwende omgevingen

Potentieel 250.000 m2 Genk Green Logistics

Meer dan vierkante meters In het logistieke segment vertaalt dit zich in het samen met de klant anticiperen op wijzigende ruimtebehoeften en gebouwspecificaties nu en in de toekomst. Zo zijn o.m. met Feeder One, Toyota Material Handling en Rogue Fitness, in nauwe samenwerking met de klant, projecten uitgewerkt om bestaande gebouwen aan te passen om te beantwoorden aan hun specifieke behoeften qua inrichting, indeling, combinatie met kantoren, flexibele ruimtes e.d. . De ontwikkeling van Herentals Logistics 3 met de built-to-suit nieuwbouw van een distributiecentrum, in nauw overleg met de klant Schrauwen Sanitair en Verwarming, is een ander mooi voorbeeld van deze klantgedreven aanpak.

Greenhouse Antwerp, het innoverend gerenoveerd kantoorgebouw van Intervest in Berchem is afgestemd op het huidige nieuwe werken, met een RE:flex ruimte voor start-ups en co-working, een ruim aanbod aan flexibele vergaderruimtes en een restaurant, het "Greenhouse Café". In de loop van 2017 zijn hier eveneens managed offices voorzien, kleinere volledig ingerichte kantoren die in een mum van tijd verhuurd zijn.

In 2017 zijn er 30 langetermijnhuurovereenkomsten afgesloten of verlengd, goed voor 9% van de huurinkomsten. De huuractiviteit situeert zich voornamelijk in het logistieke segment op vlak van verlengingen en uitbreidingen. In het kantoorsegment zijn er bovendien 26 flexibele contracten afgesloten voor RE:flex en managed offices in Mechelen en Berchem.

De bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille van Intervest bedraagt 86% op 31 december 2017. Zonder rekening te houden met het herontwikkelingsproject van Greenhouse BXL is de bezettingsgraad 91% op 31 december 2017, wat gelijk gebleven is ten opzichte van jaareinde 2016. Voor de kantorenportefeuille bedraagt de bezettingsgraad 76% op 31 december 2017 en 85% zonder rekening te houden met het herontwikkelingsproject van Greenhouse BXL. Voor de logistieke portefeuille is de bezettingsgraad toegenomen met 2% ten opzichte van 31 december 2016 tot 98% op 31 december 2017 en dit ten gevolge van de uitbreiding van de vastgoedportefeuille met sites die volledig verhuurd zijn.

De reële waarde van de vastgoedbeleggingen (zonder rekening te houden met investeringen en desinvesteringen) is in 2017 gedaald met 1% of € 7 miljoen. Deze daling situeert zich in de logistieke portefeuille, voornamelijk door de toekomstige verwachte leegstandsperiode in Puurs en de wijziging van de huursituatie in Wommelgem. De reële waarde van de kantorenportefeuille is in 2017 stabiel gebleven.

Voor boekjaar 2017 bedraagt het EPRA resultaat van Intervest € 27,4 miljoen. De daling van het EPRA resultaat met € 1,6 miljoen ten opzichte van 2016 is hoofdzakelijk het gevolg van lagere huurinkomsten door de strategische heroriëntering in de kantorenportefeuille, alsook van de stijging van de algemene en vastgoedkosten, dit deels gecompenseerd door nieuwe acquisities in de logistieke portefeuille en de daling van de financieringskosten door nieuwe interest rate swaps aan lagere rentevoeten.

Rekening houdend met 17.409.850 aandelen (gewogen gemiddeld), betekent dit een EPRA resultaat per aandeel van € 1,58 voor het boekjaar 2017 ten opzichte van € 1,73 vorig jaar.

Logistieke ruimtes aanpassen op maat van de klant

Managed offices in Greenhouse Antwerp succesvol

30

huurovereenkomsten

26 flexibele contracten

Bezettingsgraad

86%

Reële waarde

-1%

EPRA resultaat per aandeel

Brutodividend

€ 1,40

Looptijd langetermijnfinancieringen

4,6 jaar

Buffer kredietlijnen € 101miljoen

55% kiest voor keuzedividend In het kader van haar aangekondigde groeistrategie heeft Intervest in maart 2016 besloten een brutodividend voor boekjaar 2016, 2017 en 2018 te voorzien van minimum € 1,40 per aandeel. Voor boekjaar 2017 kunnen wij u dan ook een brutodividend van € 1,40 aanbieden (€ 1,40 voor boekjaar 2016). Dit komt neer op een pay-out ratio van 91% van het EPRA resultaat. Op basis van de slotkoers op 31 december 2017 (€ 22,49) biedt dit de aandeelhouders een brutodividendrendement van 6,2%.

Intervest heeft in 2017 de verdere optimalisering van haar financieringsstructuur verwezenlijkt door het verlengen van de gemiddelde looptijd van de langetermijnfinancieringen van 2,9 naar 4,6 jaar door het afsluiten van nieuwe financieringen en het verlengen van bestaande kredietfaciliteiten met looptijden van 5 tot en met 8 jaar voor een totaal bedrag van € 165 miljoen.

Deze (her)financieringen tonen het vertrouwen van de financiële instellingen in Intervest en haar strategie aan. Ze hebben geleid tot een adequate spreiding van de vervaldagenkalender van de langetermijnfinancieringen tussen 2018 en 2025, met oog voor evenwicht tussen kostprijs, looptijd en diversifiëring van de financieringsbronnen.

Ook de gemiddelde looptijd van de interest rate swaps die Intervest aanhoudt voor de indekking van haar renterisico, is verlengd van 2,5 naar 3,6 jaar door het afsluiten van nieuwe interest rate swaps voor € 40 miljoen aan lagere rentevoeten. Hierdoor is de gemiddelde financieringskost van Intervest verlaagd van 3,1% in 2016 naar 2,6% in 2017.

Bovendien is er op jaareinde 2017 een buffer van € 101 miljoen aan niet-gebruikte kredietlijnen beschikbaar om de groei in 2018 te financieren met vreemd vermogen.

Dit is mogelijk door de beperkte schuldgraad van 44,6% op 31 december 2017 waardoor er nog circa € 75 miljoen kan geïnvesteerd worden met vreemd vermogen alvorens de bovenkant van de strategische bandbreedte van 45%- 50% te bereiken.

Deze solide kapitaalstructuur is gerealiseerd door de creatie van € 36 miljoen nieuw eigen vermogen door de uitgifte van 9,7% aandelen in de loop van 2017 in het kader van drie inbrengen in natura (logistieke sites in Oevel, Aarschot en Zellik) voor € 27 miljoen en het keuzedividend met een succesratio van 55% voor € 9 miljoen. Dit weerspiegelt het vertrouwen van de markt in Intervest.

U kunt op ons rekenen om Intervest op het uitgestippelde pad verder te laten groeien. Daarbij is het vertrouwen dat u en de klanten ons blijvend schenkt van uitzonderlijk belang, net zoals de onafgebroken inzet van onze medewerkers. We maken graag van de gelegenheid gebruik om aan iedereen onze oprechte gevoelens van waardering en dank te betuigen.

De raad van bestuur

Jean-Pierre Blumberg

Voorzitter van de raad van bestuur

FLEXIBELE OPLOSSINGEN AANREIKEN, SAMEN UITBREIDEN

"Onze site is aanzienlijk gemoderniseerd rekening houdend met onze specifieke wensen en noden."

Juha Puonti - Managing Director

Verslag van de raad van bestuur

    1. Profiel
    1. Investeringsstrategie
    1. Corporate governance verklaring
    1. Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen

1. Profiel

Intervest Offices & Warehouses nv (hierna 'Intervest' genoemd) werd opgericht in 1996 en is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) waarvan de aandelen genoteerd zijn op Euronext Brussels (INTO) sinds 1999.

Intervest is gespecialiseerd in investeringen in kantoorgebouwen en logistiek vastgoed van prima kwaliteit. Dit vastgoed is strategisch gelegen op goede locaties. Het kantoorgedeelte concentreert zich op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel en ligt zowel in de binnenstad als op campussen buiten de stad; het logistieke gedeelte breidt zich verder uit op de assen Antwerpen - Brussel - Nijvel en Antwerpen - Limburg - Luik en richting Nederland.

De portefeuille bestaat op 31 december 2017 voor 46% uit kantoren en 54% uit logistiek vastgoed. De totale reële waarde van de vastgoedbeleggingen bedraagt op 31 december 2017 € 663 miljoen.

1.1. Evolutie van de reële waarde van de vastgoedportefeuille

Op 31 december 2017 is de reële waarde van de vastgoedportefeuille € 663 miljoen en bestaat ze voor 46 % uit kantoren en 54 % uit logistiek vastgoed.

1.2. Risicospreiding

De investeringsstrategie van Intervest heeft respect voor de criteria van risicospreiding in de vastgoedportefeuille, zowel qua type pand, als qua geografische ligging, als qua sectorale spreiding van de huurders.

Op 31 december 2017 is de risicospreiding als volgt:

Aard van de portefeuille1

Sectorale spreiding van de huurders2

Intervest tracht het risico op verschillende manieren te spreiden. Zo zijn de huurders vaak actief in sterk uiteenlopende economische sectoren, zoals onder meer logistiek, gezondheid, handel, technologie, onderzoek en ontwikkeling. Verder wordt er gewaakt over een goede spreiding van de tussentijdse en eindvervaldagen van de huurovereenkomsten.

1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op jaareinde.

2 Percentages op basis van de jaarlijkse huurinkomsten.

Geografische spreiding totale portefeuille1

1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2017.

Geografische spreiding kantoren

Geografische spreiding logistiek

2. Investeringsstrategie

Intervest is een kwalitatieve en gespecialiseerde speler in zowel de kantorenmarkt als in het logistieke vastgoedsegment. Een unieke combinatie op de Belgische markt, met voldoende kritische massa, die het voordeel heeft van een sterke risicospreiding en die streeft naar een aantrekkelijk en blijvend rendement voor de aandeelhouders.

In maart 2016 heeft Intervest in lijn met deze strategie een stevig groeiplan aangekondigd. Over een periode van 3 jaar wil de vennootschap zorgen voor een groei van de vastgoedportefeuille tot circa € 800 miljoen, om tegen eind 2018 circa € 500 miljoen in logistiek vastgoed en circa € 300 miljoen in kantoren te vertegenwoordigen. Hierbij blijft de strategische verschuiving naar een verhouding van circa 60% logistiek vastgoed en 40% kantoorgebouwen het objectief. Verdere investeringen in logistiek vastgoed op strategische locaties vinden plaats in parallel met een heroriëntering in de kantorenportefeuille door de desinvestering van niet-strategische panden en de herinvestering in gebouwen met een bijzonder karakter zowel op vlak van multifunctionaliteit, architectuur, duurzaamheid als kwaliteit.

De huurmarkten en investeringsmarkten van kantoorgebouwen en logistiek vastgoed zijn onderhevig aan een onderscheiden dynamiek. De huurmarkt van kantoren is laat-cyclisch, logistiek vastgoed reageert sneller op conjunctuurevoluties. De waarde-evoluties van kantoren en logistiek vastgoed kennen hierdoor andere bewegingen waarbij eveneens structurele maatschappelijke evoluties aan de basis liggen.

De combinatie van beide segmenten heeft in het verleden reeds bewezen een hoog dividendrendement te genereren. Dit blijft ook in de toekomst één van de focusgebieden van Intervest, naast het creëren van waarde op lange termijn, zowel in het kantoorsegment als in het logistiek vastgoed.

Intervest gaat hierbij als real estate partner verder dan het investeren in en het verhuren van louter vierkante meters. De vennootschap richt zich op dienstverlening en flexibele oplossingen zodat de klanten zich kunnen focussen op hun kernactiviteiten. Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken, kan Intervest de klanten 'ontzorgen' en meerwaarde bieden, beyond real estate gaan.

Met de turnkey solutions verschaft Intervest de klanten de mogelijkheid hun ruimte in te richten rekening houdend met de evoluerende manieren van werken, technologische evoluties en de veranderende dynamiek in hun marktaanpak. Een eigen innovatieteam zorgt voor het aanbieden van totaaloplossingen op maat gaande van plannen, inrichten, coördinatie van de werkzaamheden tot budgetopvolging. Naast het verschaffen van een aangename en toegankelijke werkomgeving is ook het voorzien van de nodige ondersteunende dienstverlening in zowel de bedrijfs- als de privésfeer, een ankerpunt in het 'ontzorgen' van de klant.

Intervest gaat beyond real estate, verder dan de vierkante meters kantoren of logistieke ruimte.

Een proactieve klantgerichtheid weerspiegelt zich in de volledige organisatie. Alle cruciale functies nodig voor het beheer van vastgoedklanten en vastgoed zijn in huis voorzien: verhuur, financiën en administratie, operationele dienstverlening en facility management. Een helpdesk staat 24 u, 7 op 7 klaar voor het dagelijks beheer van het vastgoed ten behoeve van de klant.

Logistieke vastgoedportefeuille: groei in logistieke corridors in een straal van 150 km rond Antwerpen, waarbij zowel delen van Nederland als Duitsland binnen het doelgebied vallen.

België en haar buurlanden zijn geografisch optimaal gelegen als logistieke uitvalsbasis in Europa, gezien de aanwezigheid van de grote Europese mainports in de Rijndelta en de nabijheid van een koopkrachtig verzorgingsgebied binnen een straal van 500 km. Hierdoor is ook de logistieke vastgoedmarkt sterk ontwikkeld. De vraag naar logistiek vastgoed zal in de toekomst verder toenemen door de algemene groei van de Europese economie en de groei van e-commerce.

Voor nieuwe acquisities of ontwikkelingen zal Intervest in België prioritair blijven focussen op de twee belangrijkste logistieke assen van België: Antwerpen - Brussel - Nijvel en Antwerpen - Limburg - Luik. De vennootschap heeft reeds een uitgesproken sterke aanwezigheid op deze assen, waardoor ze voor deze deelmarkten een belangrijke gesprekspartner is voor haar klanten. Door de posities op deze assen verder uit te bouwen, kan optimaal ingespeeld worden op de wijzigende behoeften van de bestaande en nieuwe klanten inzake oppervlakte of locatie. Andere locaties in

België, Nederland en Duitsland, aansluitend op deze assen, worden eveneens overwogen.

Intervest streeft naar gebouwenclusters, zijnde verschillende locaties in elkaars nabijheid, om klanten een efficiënte en optimale dienstverlening te kunnen aanbieden. Deze clustering geldt niet enkel voor de bestaande locaties, maar zal ook een rol spelen bij een geografische groei van de portefeuille als logische aanvulling op de bestaande kerngebieden.

De groei van Intervest in dit segment zal gerealiseerd worden door de verwerving van hoog kwalitatief vastgoed, ontwikkelingen op grondposities op bij voorkeur multimodaal bereikbare locaties en door ontwikkelingen binnen de eigen portefeuille. Zo is de vennootschap in 2016 ontwikkelingen gestart op haar eigen terreinen in Herentals en Luik en zijn er nog uitbreidingsmogelijkheden op verschillende logistieke sites, onder meer in Opglabbeek in samenwerking met derden. Dergelijke uitbreidingen bieden immers zowel voor Intervest als voor de huidige huurders belangrijke synergievoordelen, waardoor extra toegevoegde waarde kan worden gerealiseerd.

De strategie van Intervest voor het logistieke segment is gericht op het investeren in moderne geclusterde logistieke sites op multimodaal bereikbare locaties. Dit met een duidelijke geografische

focus om de synergievoordelen voor zowel de klanten als Intervest te maximaliseren.

Kantorenportefeuille: efficiënt inspelen op een wijzigende huurmarkt en heroriëntering van type gebouwen

In het sterk competitieve klimaat van de kantorenmarkt onderscheidt Intervest zich door aandacht te besteden aan de voortdurend evoluerende noden van de klant. Zij zijn niet louter meer op zoek naar ruimte. Ze zijn eerder vragende partij voor een totaaloplossing waarbij dienstverlening en bijkomende functionaliteiten het verschil maken: gemeenschappelijke vergaderzalen, eventmogelijkheden, restaurant, fitness, een algemeen kader voor beleving en dergelijke meer. Dit aanbod sluit logischerwijze aan bij de evoluerende manieren van werken en technologie en de hiermee gepaard gaande toenemende nood aan flexibiliteit en mobiliteit om plaats- en tijdsonafhankelijk te werken.

Bij de herontwikkeling van bestaande kantoorgebouwen speelt Intervest met het Greenhouseconcept hier actief op in. Greenhouse is een concept dat er op gericht is ontmoeting en interactie te stimuleren, met een professionele uitstraling, een hoge mate van flexibiliteit, uitgebreide dienstverlening met oog voor wellbeing en energie-efficiëntie.

Voor de heroriëntering op niveau van de kantorenportefeuille zal Intervest zich in de toekomst focussen op strategische locaties, zowel in de binnenstad als op campussen buiten de stad, voornamelijk op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel. Nieuwe investeringen in de kantorenmarkt zullen gericht zijn op gebouwen met een bijzonder karakter waar werken een beleving is.

In het kantorensegment wenst Intervest een kritische massa te behouden. De stevig uitgebouwde marktpositie in Mechelen zal behouden blijven, gezien Mechelen door de groeiende mobiliteitsproblematiek meer en meer wordt gezien als een alternatieve locatie voor Brussel.

De strategie van Intervest in de kantorenmarkt is gericht op het investeren in inspirerende multitenant kantoren op goed bereikbare locaties in grote agglomeraties in Vlaanderen. Gebouwen waar werken en beleving samen gaan met een servicegerichte en flexibele benadering van de huurders.

Portefeuillekarakteristieken

Intervest heeft een gemengde vastgoedportefeuille van € 663 miljoen, bestaande uit 46% kantoorgebouwen en 54% logistiek vastgoed (per 31 december 2017).

Een omvangrijke portefeuille biedt onmiskenbaar een aantal voordelen:

  • Het draagt bij tot de risicospreiding voor de aandeelhouders. Door te investeren in vastgoed in verschillende gebieden, kunnen immers mogelijke geografische schommelingen in de markt worden opgevangen.
  • Er is minder afhankelijkheid van één of enkele grote huurder(s) of project(en) en risicospreiding over een groot aantal huurders en panden. Ook zijn de huurders actief in sterk uiteenlopende economische sectoren, zoals onder meer farmaceutische industrie, computerindustrie, media, adviesverlening, telecommunicatie, reisen voedingsindustrie.
  • Door de schaalvoordelen die zich voordoen, kan de vastgoedportefeuille op een kostenefficiëntere manier beheerd worden. Het betreft hier o.a. de kosten voor onderhoud en herstelling, de (langetermijn)renovatiekosten, advieskosten, publiciteitskosten enz.
  • De toename van de omvang van de totale portefeuille versterkt de onderhandelingspositie van de directie bij het bespreken van nieuwe huurvoorwaarden, het aanbieden van nieuwe diensten, alternatieve locaties enz.
  • Het geeft een gespecialiseerd directiecomité de mogelijkheid om, door haar knowhow van de markt, een innovatieve en creatieve strategie te voeren, wat resulteert in toenemende aandeelhouderswaarde. Het laat niet enkel toe om een groei te verwezenlijken in de huurstroom, maar tevens in de waarde van de portefeuille. Een dergelijk actief management kan zich vertalen in het renoveren en optimaliseren van de portefeuille, het onderhandelen over nieuwe huurvoorwaarden, het verbeteren van de kwaliteit van de huurders, het aanbieden van nieuwe diensten enz.

Elke acquisitie dient getoetst te worden aan vastgoed- en financiële criteria.

Vastgoedcriteria:

  • kwaliteit van de gebouwen (constructie, afwerking, aantal parkings)
  • ligging, toegankelijkheid, zichtbaarheid, mobiliteit
  • kwaliteit van de huurders
  • naleving van wettelijke en reglementaire bepalingen (vergunningen, bodemverontreiniging, enz.)
  • herverhuringspotentieel.

Financiële criteria:

  • duurzame bijdrage aan het resultaat per aandeel
  • ruilverhouding gebaseerd op investeringswaarde
  • voorkomen van dilutie van het dividendrendement.

De free float van het aandeel van Intervest bedraagt 83% op 31 december 2017.

Liquiditeit van het aandeel

De liquiditeit wordt bepaald door de mate waarin de aandelen verhandeld kunnen worden op de beurs. Bedrijven met een hoge liquiditeit trekken sneller grote investeerders aan, wat de groeimogelijkheid bevordert.

Een goede liquiditeit vergemakkelijkt de uitgifte van nieuwe aandelen (bij kapitaalverhogingen, inbrengen of fusies), wat eveneens van groot belang is om te kunnen groeien. Om haar liquiditeit te verbeteren, heeft Intervest een liquiditeitsovereenkomst afgesloten met ING Bank. De liquiditeit van de meeste Belgische GVV's is eerder laag. Een belangrijke reden hiervoor is dat GVV's vaak vrij klein zijn om de aandacht te krijgen van internationale en professionele beleggers en dit zowel in termen van marktkapitalisatie als van free float.

Bovendien wordt het aandeel van een GVV meestal gekocht voor een langere investeringsperiode en minder als speculatie, wat het aantal transacties doet verminderen.

MECHELEN CAMPUS

3. Corporate governance verklaring

3.1. Algemeen

De corporate governance verklaring kadert in de toepassing van de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 ('Code 2009') en van de wet van 6 april 2010 tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen. Het KB van 6 juni 2010 heeft bepaald dat de Code 2009 de enige van toepassing zijnde code is. Deze Code is terug te vinden op de website van het Belgisch Staatsblad, en op www.corporategovernancecommittee.be.

Intervest hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode. De corporate governance principes van Intervest zijn door de raad van bestuur vastgelegd in een aantal richtlijnen:

  • het Corporate Governance Charter
  • de gedragscode
  • de klokkenluidersregeling
  • de richtlijn ter voorkoming van marktmisbruik.

Het volledige Corporate Governance Charter dat de belangrijke interne reglementen van de bestuursorganen van Intervest beschrijft, is voor de laatste maal herzien in juli 2016. Het Corporate Governance Charter, alsook de overige richtlijnen, kunnen geraadpleegd worden op www.intervest.be.

Van de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 wordt enkel afgeweken wanneer specifieke omstandigheden dit vereisen. In dit geval wordt de afwijking in overeenstemming met het 'comply or explain'-principe toegelicht in het jaarverslag. De raad van bestuur heeft geoordeeld dat het soms gerechtvaardigd is dat de vennootschap een aantal bepalingen van de Corporate Governance Code 2009 niet navolgt. Volgens het 'comply or explain'-principe is het

inderdaad toegestaan om rekening te houden met de relatief kleine omvang en de eigen kenmerken van de vennootschap en in het bijzonder met de reeds rigide wetgeving op GVV's.

In 2017 is van onderstaande codebepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 afgeweken ('explain'):

Bepalingen 5.3 en 5.4 over de comitéwerking (incl. bijlage D en E)

De raad van bestuur heeft besloten geen benoemingscomité en geen remuneratiecomité op te richten vermits de vennootschap aan twee (gemiddeld aantal werknemers < 250 personen en jaarlijkse netto omzet < € 50 miljoen) van de drie criteria bepaald door artikel 526quater van het Wetboek van Vennootschappen voldoet. De raad van bestuur ziet de taken van deze comités als taken van de voltallige raad van bestuur, en dit in afwijking van bepaling 5.4./1 zoals opgenomen in Bijlage E van de Code 2009 die bepaalt dat het remuneratiecomité uitsluitend bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders. Het remuneratiecomité van de raad van bestuur bestaat bijgevolg uit alle leden van de raad van bestuur. De beperkte omvang van de raad maakt een efficiënte beraadslaging over deze onderwerpen mogelijk.

Bepaling 2.9 Vennootschapssecretaris

De raad van bestuur heeft conform bepaling 2.9 geen vennootschapssecretaris aangeduid die de raad adviseert over alle bestuurszaken en zorg draagt voor de communicatie binnen en tussen de bestuursorganen van de vennootschap. De beperkte omvang van de vennootschap en de raad van bestuur maakt een dergelijke functie overbodig.

3.2. Bestuursorganen

Raad van bestuur

Adres Mandaat Begin Einde Aanwezigheid
Jean-Pierre Blumberg
Voorzitter,
onafhankelijk bestuurder
Plataandreef 7
2900 Schoten
België
Eerste
mandaat
April 2016 April 2019 13/13
Chris Peeters
Onafhankelijk bestuurder
August Van
Landeghemstraat 72
2830 Willebroek België
Tweede
mandaat
April 2016 April 2019 12/13
Marleen Willekens
Onafhankelijk bestuurder
Edouard Remyvest 46, b1
3000 Leuven
België
Eerste
mandaat
April 2016 April 2019 10/13
Jacqueline de Rijk - Heeren
Onafhankelijk bestuurder
Stationsstraat 33
2910 Essen
België
Eerste
mandaat
April 2016 April 2019 11/13
Johan Buijs
Bestuurder
IJsseldijk 438
2921 BD Krimpen
a/d Ijssel
Nederland
Tweede
mandaat
April 2015 April 2018 11/13
Gunther Gielen
Bestuurder
Korte Welvaart 57
3140 Keerbergen
België
Eerste
mandaat
April 2016 April 2019 12/13

De raad van bestuur bestaat op 31 december 2017 uit zes leden, waarvan vier onafhankelijke bestuurders die alle vier voldoen aan de voorwaarden van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.

De bestuurders zijn benoemd voor een periode van drie jaar, doch hun benoeming kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen.

De bestuurders zijn niet-uitvoerende bestuurders.

Eerste mandaat April 2016 - april 2019 Aanwezigheid: 13/13

JEAN-PIERRE BLUMBERG

Voorzitter, onafhankelijk bestuurder

Jean-Pierre Blumberg werd benoemd tot onafhankelijk bestuurder van de vennootschap bij besluit van de algemene jaarvergadering van 27 april 2016, waarbij dit mandaat een einde zal nemen onmiddellijk na de algemene jaarvergadering die in het jaar 2019 gehouden wordt en waarop zal worden besloten tot de goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2018.

Professionele loopbaan:

Jean-Pierre Blumberg, geboren in 1957, behaalde aan de KU Leuven een licentie in de rechten en aan Cambridge University een Master of Laws, LLM. Hij startte zijn loopbaan in 1982 als medewerker bij De Bandt, van Hecke, Lagae (het huidige Linklaters) waar hij in 1990 vennoot geworden is. Vervolgens was hij van 2001 tot 2008 National Managing Partner bij Linklaters. Van 2008 tot 2012 was hij lid van het Executive Committee Linklaters LLP en Managing Partner Europe. Tot 2016 was hij lid van de International Board van Linklaters LLP. Verder is hij ook Senior Partner in de Corporate en M&A Practice Group in België en Co-head of global M&A, docent aan de Universiteit Antwerpen, gastdocent aan de KU Leuven, ad hoc docent aan de AMS Management School en lid van het High Level Expert Group on the Future of the Belgian Financial Sector. Jean-Pierre Blumberg is auteur en co-auteur van diverse artikelen in nationale en internationale juridische en fiscale tijdschriften en heeft verschillende onderscheidingen in de wacht gesleept.

Lopende mandaten:

  • voorzitter van de raad van bestuur en lid van het auditcomité van Intervest (beursgenoteerd)
  • voorzitter van de raad van bestuur van Vastned Retail Belgium (beursgenoteerd)
  • voorzitter van de raad van bestuur van TINC (beursgenoteerd).

Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar:

  • Jean-Pierre Blumberg was in het verleden reeds onafhankelijk bestuurder van Intervest, en dit voor de periode van 2001 tot april 2013
  • onafhankelijk bestuurder CMB (Compagnie Maritime Belge).

Tweede mandaat April 2016 - april 2019 Aanwezigheid: 12/13

CHRIS PEETERS

Onafhankelijk bestuurder

Chris Peeters werd benoemd, ten persoonlijke titel, tot onafhankelijk bestuurder van de vennootschap bij besluit van de algemene jaarvergadering van 27 april 2016, waarbij dit mandaat een einde zal nemen onmiddellijk na de algemene jaarvergadering die in het jaar 2019 gehouden wordt en waarop zal worden besloten tot de goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2018.

Professionele loopbaan:

Prof. dr. Chris Peeters is geboren in 1960. Hij behaalde in 1982 het diploma van licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen (TEW) en in 1990 de graad van doctor in de TEW. Hij is verbonden aan de Universiteit Antwerpen waar hij de cursussen Overheidsbeleid, Transporteconomie en Logistiek doceert, en treedt op als adviseur van bedrijven en overheden binnen en buiten Europa. Prof. dr. Peeters is auteur en co-auteur van meer dan 30 boeken en vele artikels inzake strategie en beleid. Hij is een internationaal erkend expert inzake strategische besluitvorming en beleidsadvisering. Hij is voorzitter/gedelegeerd bestuurder en senior partner van Policy Research Corporation bv.

Lopende mandaten:

  • lid van de raad van bestuur en van het auditcomité van Intervest (beursgenoteerd)
  • voorzitter/gedelegeerd bestuurder van de J.P. Willebroek nv
  • lid van de raad van advies van het Limburgs Energie Fonds (NL)
  • zaakvoerder van EMSO bvba, (European Maritiem Surveys Organisation)
  • voorzitter raad van bestuur Policy Research Corporation bv
  • voorzitter Military Talent for Business Solutions bv
  • voorzitter van de raad van bestuur van de vzw Cluster for Innovation in Defence, Safety and Security (Cidss.be)

Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar:

• lid van de raad van bestuur en van het auditcomité van Vastned Retail Belgium (beursgenoteerd).

EMSO bvba, vast vertegenwoordigd door Chris Peeters, werd gecoöpteerd tot bestuurder ingevolge beslissing van de raad van bestuur van 21 december 2007. Bij beslissing van de algemene jaarvergadering van 2 april 2008 werd het besluit tot coöptatie van de raad van bestuur van 21 december 2007 bekrachtigd en werd EMSO bvba, vast vertegenwoordigd door Chris Peeters, benoemd tot onafhankelijk bestuurder van Intervest met ingang vanaf 1 januari 2008 om te eindigen onmiddellijk na de algemene jaarvergadering die in het jaar 2011 werd gehouden en waarop besloten werd tot de goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2010. Vervolgens werd EMSO bvba, vast vertegenwoordigd door Chris Peeters, herbenoemd tot onafhankelijk bestuurder van Intervest bij beslissing van de algemene jaarvergadering van 24 april 2013, waarbij dit mandaat een einde heeft genomen onmiddellijk na de algemene jaarvergadering die in het jaar 2016 werd gehouden.

Nadere bijzonderheden over faillissementen waarbij een bestuurder betrokken was in de voorgaande 5 jaren:

Chris Peeters is als gedelegeerd bestuurder betrokken bij het faillissement van Asopus Corporation nv (datum faillissement: 26 september 2014) en Asopus Institute nv (datum faillissement: 26 september 2014). De handelsactiviteit van beide voormelde vennootschappen betrof adviesbureau op het gebied van bedrijfsbeheer en -voering. Voormelde vennootschappen hadden reeds een zogenaamd "track record" van bijna 20 jaar wat in principe wees op een succesvol business model. Een dalende omzet en een steeds zwaarder doorwegende kostenstructuur, heeft evenwel geleid tot het faillissement van voormelde vennootschappen. Het faillissement van Asopus Corporation nv en Asopus Institute nv heeft tot op redactiedatum van huidig jaarverslag niet geleid tot enige aansprakelijkheid in hoofde van de raden van bestuur van voormelde vennootschappen. Chris Peeters heeft aan de vennootschap bij wijze van verklaring onder ede bevestigd dat er in het kader van de faillissementen van Asopus Corporation nv en Asopus Institute nv geen enkele fout kan aangerekend worden aan de respectieve raden van bestuur als college in het algemeen of aan hem persoonlijk als lid van de respectieve raden bestuur in het bijzonder en dat hij geen kennelijke grove fout heeft begaan die tot het faillissement van de voormelde vennootschappen heeft bijgedragen.

Chris Peeters is als vaste vertegenwoordiger van de gedelegeerd bestuurder van nv EM, Achelos Enterprises bv ook betrokken bij het faillissement van nv EM. Dit faillissement werd uitgesproken op 19 november 2015. Door de economische crisis is de koop/verkoop van luxe motorboten sterk achteruit gegaan hetgeen uiteindelijk tot het faillissement van de vennootschap heeft geleid. Ook in het kader van dit faillissement werd op redactiedatum van huidig verslag geen enkele aansprakelijkheid geformuleerd in hoofde van Chris Peeters en/of de bestuurders van deze vennootschap. Chris Peeters heeft aan de vennootschap bij wijze van verklaring onder ede bevestigd dat er in het kader van faillissement van nv EM hem geen enkele fout kan worden aangerekend, ook niet als lid van de raad van bestuur.

Eerste mandaat April 2016 - april 2019 Aanwezigheid: 10/13

MARLEEN WILLEKENS

Onafhankelijk bestuurder

Marleen Willekens werd benoemd tot onafhankelijk bestuurder van de vennootschap bij besluit van de algemene jaarvergadering van 27 april 2016, waarbij dit mandaat een einde zal nemen onmiddellijk na de algemene jaarvergadering die in het jaar 2019 gehouden wordt en waarop zal worden besloten tot de goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2018.

Professionele loopbaan:

Prof. dr. Marleen Willekens, geboren in 1965, behaalde aan de Universiteit Gent een licentie in bedrijfseconomische wetenschappen (1987) en startte daarna haar loopbaan in de financiële sector als stagiaire bij de Bank Brussel Lambert. In 1989 besliste zij aan de slag te gaan in de academische wereld wat leidde tot het behalen van een Ph.D. in "industrial and business studies" aan de University of Warwick. Na het behalen van haar doctoraat werd zij in 1995 benoemd als jong docent aan de KU Leuven in de onderzoeksgroep Accountancy van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen waar zij sedert 2009 gewoon hoogleraar is. Van 2006 tot 2008 was zij hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, en sedert 2012 is zij ook deeltijds professor Auditing aan de BI Norwegian Business School in Oslo. Marleen Willekens doceert o.m. Auditing, Financial Accounting en Accounting voor managers aan de KU Leuven, en geeft ook gastcolleges aan tal van buitenlandse universiteiten, in MBA's en executive programma's. Zij is tevens auteur en co-auteur van diverse artikelen en boeken in het domein van auditing en accounting. In binnen- en buitenland ontving zij verscheidene awards voor haar onderzoek in dit domein.

Lopende mandaten:

  • lid van de raad van bestuur en voorzitter van het auditcomité van Intervest (beursgenoteerd)
  • lid van de raad van bestuur en voorzitter van het auditcomité van Aedifica (beursgenoteerd)
  • voorzitter van de Nederlandstalige jury (NL3) van het bekwaamheidsexamen voor bedrijfsrevisor.

Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar:

  • lid van de raad van bestuur en gewezen ondervoorzitter van het ICCI (Informatie Center van het Revisoraat)
  • onafhankelijk bestuurder DCL (Parijs).

Eerste mandaat April 2016 - april 2019 Aanwezigheid: 11/13

JACQUELINE DE RIJK – HEEREN

Onafhankelijk bestuurder

Jacqueline de Rijk - Heeren werd benoemd tot onafhankelijk bestuurder van de vennootschap bij besluit van de algemene jaarvergadering van 27 april 2016, waarbij dit mandaat een einde zal nemen onmiddellijk na de algemene jaarvergadering die in het jaar 2019 gehouden wordt en waarop zal worden besloten tot de goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2018.

Professionele loopbaan:

Jacqueline de Rijk - Heeren is geboren in 1952. Zij volgde de opleiding vakbekwaamheid voor nationaal en internationaal beroepsgoederenvervoer en vervolgens de opleiding tot specialist vervoer van gevaarlijke stoffen bij de Stichting Scheepvaart en Transportonderwijs. Vanaf 1994 vervult zij de functie van directeur/bestuurder bij Jan de Rijk nv (handelsnaam Jan de Rijk Logistics). Sinds 1995 is ze directeur bij Euroute Holding nv en sinds 2005 is zij directeur bij Europand bv en Euroroute Investment bv. Sinds de tweede helft van 2017 is zij lid van de Economic Board West Brabant van de regionale ontwikkelingsmaatschappij REWIN West Brabant.

Lopende mandaten:

  • lid van de raad van bestuur van Intervest (beursgenoteerd)
  • bestuurslid en penningmeester Nederland Distributieland
  • vice-voorzitter van de sectorraad Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie
  • bestuurslid Multimodaal Coördinatie- en adviescentrum Brabant.

Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar:

• directeur Europand Eindhoven bv.

Tweede mandaat April 2015 - april 2018 Aanwezigheid: 11/13

JOHAN BUIJS

Bestuurder

Johan Buijs werd benoemd tot niet-onafhankelijk bestuurder van de vennootschap bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 27 oktober 2011, en dit voor een termijn die een einde heeft genomen onmiddellijk na de algemene jaarvergadering die op 29 april 2015 werd gehouden. Vervolgens werd Johan Buijs herbenoemd tot niet-onafhankelijk bestuurder van de vennootschap bij beslissing van de algemene jaarvergadering van 29 april 2015, waarbij dit mandaat een einde zal nemen onmiddellijk na de algemene jaarvergadering die in het jaar 2018 gehouden wordt en waarop zal worden besloten tot de goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2017. Tot april 2016 was Johan Buijs niet-onafhankelijk, uitvoerend bestuurder en effectieve leider van Intervest.

Professionele loopbaan:

Johan Buijs, geboren in 1965, studeerde civiele techniek aan de Technische Universiteit Delft. Hij startte zijn loopbaan in 1989 als constructeur bij adviesbureau D3BN Civiel Ingenieurs. Daarna was hij werkzaam als constructeur/projectleider bij Royal Haskoning en projectmanager en directeur bij D3BN Rotterdam en directeur bij D3BN infrastructuur. Hij vervolgde zijn carrière als hoofd afdeling bouwzaken en, vanaf januari 2005, als statutair directeur bij Wereldhave Management Holding bv. In 2006 werd Johan Buijs aangesteld als statutair directeur bij Wereldhave nv. Tot augustus 2016 gaf hij als algemeen directeur leiding aan NSI nv. Momenteel is hij actief als ceo en co-founder van Spark Real Estate bv.

Lopende mandaten:

  • lid van de raad van bestuur van Intervest (beursgenoteerd)
  • lid van de raad van commissarissen van Stadsherstel Historisch Rotterdam nv
  • lid van de raad van commissarissen van Matrix Innovation Centre.

Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar:

• bestuurder bij IVBN, de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland.

Eerste mandaat April 2016 - april 2019 Aanwezigheid: 12/13

GUNTHER GIELEN

Bestuurder

Gunther Gielen werd benoemd tot bestuurder van de vennootschap als vertegenwoordiger van de aandeelhouder Belfius. De benoeming werd vastgesteld bij besluit van de algemene jaarvergadering van 27 april 2016, waarbij dit mandaat een einde zal nemen onmiddellijk na de algemene jaarvergadering die in het jaar 2019 gehouden wordt en waarop zal worden besloten tot de goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2018.

Professionele loopbaan:

Gunther Gielen, geboren in 1973, behaalde aan de KU Leuven een diploma handelsingenieur en vervolgens een master of Finance aan de Universiteit Antwerpen. Van 1997 tot 1999 was hij analist geavanceerde financiële producten en derivaten bij Bacob. Van 1999 tot 2002 was hij equity analist bij Artesia Banking Corporation. Van 2002 tot 2006 was hij bij Dexia senior risk manager equities en real estate en vervolgens van 2006 tot 2010 principal risk manager ALM equities en real estate. Van 2010 tot 2013 was hij head of expertise center risk management equities en real estate bij Dexia conso (later Belfius conso). Van 2013 tot 2014 was hij head of portfolio management bij Belfius Insurance Invest. Sinds mei 2014 vervult hij de functie van afgevaardigd bestuurder bij Belfius Insurance Invest.

Lopende mandaten:

  • lid van de raad van bestuur van Intervest (beursgenoteerd)
  • lid van de raad van bestuur van Auxipar (België, holding gespecialiseerd in energie, farmaceutische en financiële participaties)
  • lid van de raad van bestuur van Technical Property Fund 2 SPPICAV (Frankrijk, logistiek vastgoed)
  • lid van de raad van bestuur Coquelets S.A. (België, vastgoed)
  • lid van de raad van bestuur Legros-Renier Les Amarantes Seigneurie de Loverval S.A. (België vastgoed)
  • lid van de raad van bestuur LFB S.A. (België, vastgoed)
  • lid van de raad van bestuur van Immo Malvoz SPRL (België, vastgoed)
  • lid van de raad van bestuur van Immo Zeedrift (België, vastgoed)
  • lid van de raad van bestuur van Belfius Insurance Invest
  • lid van de raad van bestuur van L'Economie Populaire (België, apotheken)
  • lid van de raad van bestuur van ImmoActivity S.A. (België, vastgoed).

Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar:

  • lid van de raad van bestuur van Promotion Leopold
  • lid van de raad van bestuur van AIS Consulting.

Werking raad van bestuur

Voor zover als nodig wordt gepreciseerd dat geen enkele bestuurder de laatste vijf jaar:

  • werd veroordeeld in verband met fraudemisdrijven
  • in de hoedanigheid van lid van een bestuursdirectie- of toezichtsorgaan of als directielid, betrokken was bij faillissement, surséances of liquidaties met uitzondering van Chris Peeters zoals hierboven beschreven
  • het voorwerp heeft uitgemaakt van officieel en openbaar geuite beschuldigingen en/of opgelegde sancties uitgesproken door wettelijke of toezichthoudende autoriteiten, of door een rechterlijke instantie onbekwaam is verklaard om te handelen als lid van een bestuurs-, directie- of toezichtsorgaan van een uitgevende instelling of te handelen in het kader van het beheer of de uitoefening van de activiteiten van een uitgevende instelling.

Tussen de leden van de raad van bestuur bestaan geen familiebanden tot de tweede graad.

De raad van bestuur heeft in het jaar 2017 dertien maal vergaderd. De belangrijkste agendapunten waarover de raad van bestuur heeft vergaderd en beslist in 2017 zijn:

  • goedkeuring van de kwartaal-, halfjaar- en jaarcijfers
  • goedkeuring van de jaarrekeningen en de statutaire verslagen
  • goedkeuring van de budgetten 2017 en het businessplan 2018
  • bespreking van de vastgoedportefeuille (o.a. investeringen en desinvesteringen, huurdersaangelegenheden, taxaties, e.d.)
  • de kapitaalverhogingen in het kader van het toegestaan kapitaal door inbreng in natura van drie logistieke sites
  • de kapitaalverhoging door uitgifte van een keuzedividend in het kader van het toegestaan kapitaal.

Sinds de wet van 28 juli 20111 zijn er quota in België ingevoerd om te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van beursgenoteerde vennootschappen (art. 518 bis van het Wetboek van Vennootschappen). Hierdoor heeft Intervest er voor gezorgd dat minstens één derde van het aantal leden van de raad van bestuur vrouwelijk is. In 2016 is de samenstelling van haar raad van bestuur grondig geanalyseerd naar aanleiding van de toenmalige wijziging in aandeelhoudersbasis. Op basis hiervan zijn de benodigde en gewenste profielen en competenties vastgesteld en zijn geschikte bestuursleden geselecteerd.

Auditcomité

In het auditcomité zetelen in 2017 drie onafhankelijke bestuurders:

  • Marleen Willekens (voorzitter) (aanwezigheid 5/5)
  • Jean-Pierre Blumberg (aanwezigheid 5/5)
  • Chris Peeters (aanwezigheid 5/5).

Deze onafhankelijke bestuurders voldoen in 2017 allen aan de negen onafhankelijkheidscriteria van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen. De looptijd van hun benoeming in het auditcomité is niet gespecificeerd maar valt samen met de termijn van het bestuurdersmandaat.

Het auditcomité is belast met de volgende taken:

  • monitoring van het financiële verslaggevingsproces
  • toezicht op de interne controle
  • monitoring van de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, inclusief opvolging van de vragen en aanbevelingen geformuleerd door de commissaris
  • beoordeling en monitoring van de onafhankelijkheid van de commissaris, waarbij met name wordt gelet op de verlening van bijkomende diensten aan de vennootschap.

De leden van het auditcomité zijn deskundig. Tenminste één lid van het comité is onderlegd op het vlak van boekhouding en audit (Marleen Willekens). Daarnaast is het auditcomité collectief deskundig. Dit op twee vlakken: op het gebied van de activiteiten van Intervest en op het gebied van boekhouding en audit.

Het auditcomité heeft in het jaar 2017 vijf maal vergaderd. De belangrijkste agendapunten van het auditcomité in 2017 zijn geweest:

  • de bespreking van de kwartaal-, halfjaar- en jaarcijfers
  • de analyse van de jaarrekeningen en de statutaire verslagen
  • de bespreking van de budgetten
  • de monitoring van de wettelijke controle van de (geconsolideerde) jaarrekening en de analyse van de aanbevelingen van de commissaris
  • de analyse van de doeltreffendheid van de interne controlemechanismen en het risicobeheer van de vennootschap.

Het comité rapporteert zijn bevindingen en aanbevelingen rechtstreeks aan de raad van bestuur.

1 Wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, het Wetboek van Vennootschappen en de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, de genoteerde vennootschappen en de Nationale Loterij.

Directiecomité

van links naar rechts: Jean-Paul Sols, Inge Tas, Marco Hengst

Het directiecomité is op 31 december 2017 als volgt samengesteld:

  • bvba Jean-Paul Sols, vast vertegenwoordigd door Jean-Paul Sols, chief executive officer, voorzitter van het directiecomité (begin mandaat 2006)1
  • Inge Tas, chief financial officer (begin mandaat 2006)
  • Marco Hengst, chief investment officer (begin mandaat 1 mei 2016).

Conform artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen en artikel 15 van de statuten van de vennootschap, heeft de raad van bestuur bestuursbevoegdheden overgedragen. De regels in verband met de samenstelling en werking van het directiecomité worden nader beschreven in het Corporate Governance Charter van de vennootschap dat kan geraadpleegd worden op www.intervest.be.

Hoofdstuk 6 van het Corporate Governance Charter geeft toelichting over de samenstelling van het directiecomité, alsook over de taakverdeling, het voorzitterschap, de wijze van vergaderen, beraadslagen en stemmen, de bevoegdheden, de rapporteringsplicht en de evaluatiemethode.

De leden van het directiecomité zijn tevens de effectieve leiders van de vennootschap in de zin van artikel 14, §3 van de GVV-Wet.

De leden van het directiecomité worden benoemd voor onbepaalde duur.

1 Het uitoefenen van een mandaat van effectieve leider onder de vorm van een rechtspersoon met een onbepaalde duur dient te worden omgezet naar een mandaat in natuurlijke persoon binnen een termijn die maximum vier jaar (vanaf de aanname van het GVV-statuut) kan bedragen.

Evaluatie van de bestuursorganen

Onder leiding van de voorzitter evalueert de raad van bestuur periodiek zijn omvang, samenstelling, werking en doeltreffendheid, alsook die van het auditcomité en de interactie met het directiecomité. De raad van bestuur kan zich hierbij laten bijstaan door externe deskundigen.

Bij dit evaluatieproces wordt:

  • beoordeeld hoe de raad van bestuur functioneert en geleid wordt
  • nagegaan of belangrijke onderwerpen grondig worden voorbereid en besproken
  • de daadwerkelijke bijdrage en betrokkenheid van elke bestuurder bij de besprekingen en de besluitvorming beoordeeld
  • de samenstelling van de raad van bestuur beoordeeld in het licht van de gewenste samenstelling van de raad
  • de werking en de samenstelling van het auditcomité besproken
  • de samenwerking en communicatie met het directiecomité geëvalueerd.

Indien voormelde evaluatieprocedures bepaalde zwakheden aan het licht brengen zal de raad van bestuur hiervoor de gepaste maatregelen treffen. Dit kan leiden tot aanpassingen aan de samenstelling of de werking van de raad van bestuur of het auditcomité.

Belangenconflicten

Wat preventie van belangenconflicten aangaat, is de vennootschap enerzijds onderworpen aan wettelijke regels (artikelen 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen en artikelen 36 tot 38 van de GVV-Wet) en anderzijds aan de regels in haar statuten en haar Corporate Governance Charter.

Artikel 17 van de statuten van de vennootschap bepaalt dienaangaande het volgende: "De bestuurders, de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur en de lasthebbers van de vennootschap zullen de regels met betrekking tot de belangenconflicten voorzien in de artikelen 36, 37 en 38 van de GVV-Wet en in het Wetboek van Vennootschappen eerbiedigen, zoals zij in voorkomend geval kunnen worden gewijzigd."

Tegenstrijdig belang van vermogensrechtelijke aard in hoofde van bestuurders en leden van het directiecomité

De raad van bestuur, het directiecomité en elk lid afzonderlijk leggen zich de strenge discipline op om elk mogelijk belangenconflict uit te sluiten, ongeacht of het van patrimoniale, professionele of enige andere aard is, en willen nauwkeurig voldoen aan de wettelijke regel van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen inzake belangenconflicten tussen de vennootschap en een bestuurder.

Indien bijvoorbeeld een bestuurder van de vennootschap omwille van zijn andere bestuursmandaten, of om een andere reden, een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of verrichting die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoort, wordt artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen toegepast en wordt de betreffende bestuurder verzocht niet deel te nemen aan de beraadslaging over de beslissingen of verrichtingen, noch aan de stemming (artikel 523, §1 in fine).

Wanneer een bestuurder of een lid van het directiecomité, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang heeft van vermogensrechtelijke aard dat strijdig is met een verrichting of beslissing die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur of het directiecomité behoort, brengt het betrokken lid de voorzitter en de leden bijgevolg hier vooraf van op de hoogte. Het betreffende lid kan dan niet aan de beraadslagingen en aan de stemming over de betrokken verrichting deelnemen.

De verklaring, net als de rechtvaardigingsgronden betreffende het belangenconflict, worden opgenomen in de notulen. Met het oog op de publicatie ervan in het jaarverslag wordt in de notulen de aard van de beslissing of verrichting verantwoord. Daarenboven vermelden de notulen de vermogensrechtelijke gevolgen voor de vennootschap voortvloeiend uit deze beslissing. Het rapport van de commissaris dat opgesteld moet worden overeenkomstig artikel 143 van het Wetboek van Vennootschappen, bevat een afzonderlijke beschrijving van de financiële gevolgen voor de vennootschap.

Tegenstrijdig belang in hoofde van een grootaandeelhouder

Ingeval van een mogelijk belangenconflict met een grootaandeelhouder van de vennootschap wordt de procedure van artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen toegepast. Artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen verplicht onder meer operaties met verbonden vennootschappen behoudens bepaalde uitzonderingen - voor te leggen aan het advies van een comité van onafhankelijke bestuurders, bijgestaan door een onafhankelijk expert.

Tegenstrijdig belang in hoofde van bepaalde personen vermeld in artikel 37 van de GVV-Wet

Tevens voorziet artikel 37 van de GVV-Wet dat de Financial Services and Markets Authority (FSMA) voorafgaandelijk door de GVV ter kennis moet worden gebracht van geplande verrichtingen door de GVV of één van haar perimetervennootschappen wanneer één of meer van de volgende personen rechtstreeks of onrechtstreeks als tegenpartij bij die verrichtingen optreden of er enig vermogensvoordeel uit halen: de personen die de openbare GVV controleren of er een deelneming in bezitten; de promotor van de openbare GVV; de andere aandeelhouders van alle perimetervennootschappen van de openbare GVV; en de bestuurders, de zaakvoerders, de leden van het directiecomité, de personen belast met het dagelijks bestuur, de effectieve leiders of de lasthebbers; en de met al deze partijen verbonden personen.

Deze geplande verrichtingen moeten een belang vertegenwoordigen voor de openbare GVV, moeten passen binnen haar strategie en moeten tegen normale marktvoorwaarden worden uitgevoerd. Deze verrichtingen moeten onmiddellijk bekend worden gemaakt.

Conform artikel 49, §2 van de GVV-Wet is de vennootschap, wanneer er een vastgoedtransactie plaatsvindt met de hierboven vermelde personen, gebonden aan de waardering van de vastgoeddeskundige.

De bepalingen van de artikelen 36 en 37 van de GVV-Wet gelden niet voor:

  • de verrichtingen die betrekking hebben op een som die minder bedraagt dan het laagste bedrag van 1% van het geconsolideerde actief van de openbare GVV en € 2.500.000
  • de verwerving van effecten door de openbare GVV of één van haar perimetervennootschappen in het kader van een openbare uitgifte door een derde-emittent, waarvoor een promotor of één van de in artikel 37, §1 bedoelde personen als tussenpersoon optreden in de zin van artikel 2, 10°, van de wet van 2 augustus 2002
  • de verwerving van of de inschrijving op de als gevolg van een beslissing van de algemene vergadering uitgegeven aandelen van de openbare GVV door de in artikel 37, §1, bedoelde personen en
  • de verrichtingen met betrekking tot de liquide middelen van de openbare GVV of één van haar perimetervennootschappen, op voorwaarde dat de persoon die als tegenpartij optreedt, de hoedanigheid heeft van tussenpersoon in de zin van artikel 2, 10°, van de wet van 2 augustus 2002 en dat deze verrichtingen tegen marktconforme voorwaarden worden uitgevoerd.

Toepassing in 2017

In dit kader wenst de raad van bestuur te vermelden dat de procedure ter voorkoming van belangenconflicten niet diende toegepast te worden in 2017.

3.3. Remuneratieverslag

Benoemings- en remuneratiecomité

Intervest heeft geen benoemings- en remuneratiecomité. De raad van bestuur van de vennootschap is de mening toegedaan dat de betreffende opdrachten van het benoemings- en het remuneratiecomité als taken van de voltallige raad van bestuur dienen beschouwd te worden. Hiermee wijkt Intervest af van de aanbevelingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 (zie eveneens paragraaf 'comply or explain'-principe). De beperkte omvang van de raad maakt immers een efficiënte beraadslaging over deze onderwerpen mogelijk. Anderzijds vereist de problematiek van de benoemingen of de remuneratie bij de vennootschap te weinig bijkomende aandacht om een afzonderlijke comitéwerking en de daaraan verbonden extra kosten te kunnen rechtvaardigen.

Bezoldigingsbeleid raad van bestuur

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het te voeren bezoldigingsbeleid voor haar leden en voor de leden van de directie. De vergoeding van de bestuurders dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de algemene vergadering.

Het beleid is gebaseerd op volgende uitgangspunten:

  • het bezoldigingsbeleid van bestuurders en directieleden is in overeenstemming met alle regelgeving en in bijzonder deze opgenomen in de GVV-Wet. De totale bezoldiging zal qua hoogte en structuur zodanig dienen te zijn dat gekwalificeerde en deskundige personen kunnen worden aangetrokken en behouden
  • de bezoldigingsstructuur, in termen van vast en eventueel variabel inkomen is zodanig dat daarmee de belangen voor de vennootschap op middellange en lange termijn worden bevorderd
  • het bezoldigingsbeleid houdt onder meer rekening met de verantwoordelijkheden en tijdsbesteding van bestuurders en directieleden.

Onder gelijkblijvende omstandigheden is het remuneratiebeleid ook voor de twee komende boekjaren van toepassing.

Basisvergoeding 2017

Bestuurders

De jaarlijkse vaste vergoeding voor de bestuurders bedraagt in 2017 als lid van de raad van bestuur € 20.000 per jaar (€ 25.000 per jaar als voorzitter van de raad van bestuur, exclusief BTW).

Er worden geen bijkomende vergoedingen toegekend voor het lidmaatschap van een comité noch voor de uitoefening van het voorzitterschap van een comité.

Er werd geen arbeidsovereenkomst afgesloten met één van de bestuurders en er is geen opzegvergoeding van kracht. De vergoeding van de bestuurders houdt conform artikel 35 §1 van de GVV-Wet rechtstreeks noch onrechtstreeks verband met de door de vennootschap verwezenlijkte verrichtingen. De bestuurders bezitten geen aandelen van de vennootschap noch werden aan de bestuurders opties verleend op aandelen van de vennootschap.

Leden directiecomité

Het bedrag van de vaste vergoeding dat in 2017 als remuneratie is toegekend aan de drie leden van het directiecomité, bedraagt € 766.227 waarvan € 324.636 voor de voorzitter van het directiecomité, tevens ceo van Intervest, en in totaal € 441.591 voor de andere twee leden van het directiecomité (onkostenvergoeding en pensioenplan inbegrepen).

Het mandaat van Luc Feyaerts bvba werd beëindigd per 31 maart 2017. Deze vennootschap ontving een vaste vergoeding van € 53.669 (niet-aftrekbare btw inbegrepen) voor de eerste drie maanden van 2017.

Aan de leden van het directiecomité zijn geen opties verleend op aandelen van de vennootschap.

Er is geen BTW van toepassing op deze vergoedingen.

In 2017 uitbetaalde variabele vergoeding over 2016

De leden van het directiecomité konden in 2016 in aanmerking komen voor een jaarlijkse variabele vergoeding van gezamenlijk maximaal € 250.000. In 2016 lagen de criteria op het gebied van uitvoering van de groeistrategie (10%), bewaking van de schuldgraad (10%), optimalisatie van de werking van de organisatie (10%), het behalen van gebudgetteerde cijfers op het vlak van EPRA resultaat en resultaat per aandeel (25%), brutohuurinkomsten (10%), operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille (10%). Elk directielid had verder individuele doelstellingen (25%) die verbonden zijn aan specifieke aspecten van de uitrol van de strategie van de vennootschap.

Op basis van de in 2016 gerealiseerde doelstellingen werd een variabele vergoeding toegekend van in totaal € 197.591 (exclusief BTW). Er is geen terugvorderingsrecht van de variabele vergoeding voorzien.

Naast deze reguliere variabale vergoeding kan een directielid in aanmerking komen voor een bijkomende jaarlijkse variabele vergoeding die toegekend kan worden voor exceptionele prestaties. Over 2016 is geen bijkomende variabele vergoeding uitgekeerd.

Overzicht uitbetaalde vergoedingen bestuurders en leden directiecomité

BESTUURDERS in duizenden € 2017
(uit te beta
len in 2018)
2016
(uitbetaald
in 2017)
Jean-Pierre Blumberg 25 25
Chris Peeters 20 20
Marleen Willekens 20 20
Jacqueline De Rijk - Heeren 20 20
Gunther Gielen 20 20
Johan Buijs 20 0*
TOTAAL 125 105

* In 2016 heeft Johan Buijs zijn mandaat als bestuurder onbezoldigd uitgeoefend. Hij ontving een vergoeding voor zijn werkzaamheden in een interne werkgroep die investeringsbeslissingen voorbereidt, voor een bedrag van € 20.000, opgenomen in de rubriek algemene kosten.

LEDEN DIRECTIECOMITÉ in duizenden € 2017 2016
Jean-Paul Sols bvba, ceo (60% tot 1/8/2016, daarna 100%) 389 263
Vaste vergoeding 324 243
Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) 65 20
Pensioenverplichtingen 0 0
Inge Tas, cfo (60% tot 1/8/2016, daarna 100%) 317 202
Vaste vergoeding 226 164
Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) 59 20
Pensioenverplichtingen 32 18
Marco Hengst, cio (100% vanaf 1/5/2016) 223 112
Vaste vergoeding 160 99
Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) 39 0
Pensioenverplichtingen 24 13
Luc Feyaerts bvba, coo (100%) (tot 31/3/2017) 91 223
Vaste vergoeding (inclusief niet-aftrekbare BTW) 54 203
Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) 37 20
Pensioenverplichtingen 0 0
TOTAAL 1.020 800

Sinds 1 augustus 2016 heeft de vennootschap een volledig dedicated management. De ceo, Jean-Paul Sols bvba, vast vertegenwoordigd door Jean-Paul Sols en de cfo, Inge Tas, hebben hun samenwerking met de openbaar gereglementeerde vastgoedvennootschap Vastned Retail Belgium beëindigd en zijn sinds 1 augustus 2016 volledig beschikbaar voor Intervest. Op 1 mei 2016 is het directiecomité uitgebreid met een cio (chief investment officer) en is Marco Hengst toegetreden in deze functie. Luc Feyaerts bvba heeft zijn mandaat beëindigd per 31 maart 2017.

Basisvergoeding 2018 en variabele vergoeding over 2017

De jaarlijkse vaste vergoeding voor de bestuurders blijft ongewijzigd ten opzichte van de hierboven genoemde vergoedingen over 2017.

De jaarlijkse vaste vergoeding voor de leden van het directiecomité wordt per 1 januari van elk jaar (i) geïndexeerd overeenkomstig de normale index van de consumptieprijzen, waarbij de basisindex deze is van de voorafgaande maand aan de inwerkingtreding van de overeenkomst en de nieuwe index van de maand voorafgaand aan de maand waarin de indexatie plaatsvindt (ii) verhoogd met 1 procent. Dit komt neer op een verhoging van 2,83% per 1 januari 2018.

De drie leden van het directiecomité kunnen in aanmerking komen voor een jaarlijkse variabele vergoeding van gezamenlijk maximaal €200.000. In 2017 liggen de criteria op het gebied van uitvoering van de groeistrategie (10%), bewaking van de schuldgraad (10%), optimalisatie van de werking van de organisatie (10%), behalen van gebudgetteerde cijfers op het vlak van EPRA resultaat, operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille en resultaat per aandeel (25%), realiseren van gebudgetteerde verhuringen (20%) en behalen van een bezettingsgraaddoelstelling (5%). Elk directielid heeft verder individuele doelstellingen (20%) die verbonden zijn aan specifieke aspecten van de uitrol van de strategie van de vennootschap.

Op basis van de in 2017 gerealiseerde doelstellingen werd een variabele vergoeding toegekend van in totaal € 178.550. Er is geen terugvorderingsrecht van de variabele vergoeding voorzien.

Variabel langetermijnvergoedingsplan

De raad van bestuur heeft de principiële beslissing genomen tot goedkeuring van een variabel langetermijnvergoedingsplan voor alle leden van het directiecomité en dit over de boekjaren 2017 tot en met 2019.

De variabele langetermijnvergoeding heeft de volgende kenmerken:

  • Termijn van 3 jaar (einddatum 31 december 2019)
  • Vergoeding conform vooraf vastgestelde maximale bedragen (maximaal per jaar 25% tot 30% van de jaarlijkse vaste vergoeding, pensioenverplichting inbegrepen voor natuurlijke personen)
  • Toekenningscriteria:
  • 70% op basis van de 'total shareholder's return' van Intervest over de boekjaren 2017 tot en met 2019, geschaald, in vergelijking met de gemiddelde total shareholder's return' van een vooraf vastgestelde groep sectorgenoten
  • 30% vrij te bepalen door de raad van bestuur op basis van de prestaties van het directiecomité, de specifieke situatie van de vennootschap en van de markt in het algemeen.
  • Uitbetaling van de vergoeding in het eerste kwartaal van 2020 voor 50% in contanten en 50% in aandelen Intervest, waarbij een lock-up periode geldt van 2 jaar voor de aandelen.

Duur en beëindigingsvoorwaarden

De leden van de raad van bestuur zijn benoemd voor een periode van drie jaar, doch hun benoeming kan te allen tijde door de algemene vergadering van aandeelhouders worden herroepen. Er is geen opzegvergoeding van kracht.

De leden van het directiecomité worden benoemd voor onbepaalde duur en de opzeggingsvergoeding bedraagt de tegenwaarde van twaalf maanden vaste vergoeding (behoudens grove nalatigheid of opzettelijke fout in welke gevallen geen vergoeding verschuldigd zal zijn).

3.4. Andere betrokken partijen

Commissaris

De commissaris, aangesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders, is Deloitte Bedrijfsrevisoren bv o.v.v.e. CVBA en wordt vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck, bedrijfsrevisor.

Vastgoeddeskundigen

De vastgoedportefeuille wordt elk kwartaal gewaardeerd door drie onafhankelijke deskundigen, te weten: Cushman & Wakefield, CBRE Valuation Services (België) en CBRE Valuation Advisory B.V. (Nederland), ieder voor een gedeelte van de vastgoedportefeuille, gebaseerd op een rotatieprincipe.

Onafhankelijke controlefuncties

Elke openbare GVV dient in het kader van haar interne controle, invulling te geven aan interne auditprocedures, een risk managementbeleid en een integriteitsbeleid. Daarop wordt toegezien door de persoon belast met, respectievelijk, de interne auditfunctie, de risicobeheerfunctie en de compliancefunctie conform artikel 17, §3, 4 en 5 van de GVV-Wet (dit zijn samen de "onafhankelijke controlefuncties").

In het kader van de omvorming van het statuut van Intervest naar GVV zijn op 27 oktober 2014 dan ook personen aangesteld die zijn belast met de interne auditfunctie, de risicobeheerfunctie en de compliancefunctie.

Onafhankelijke interne auditfunctie

De interne audit kan worden begrepen als een onafhankelijke beoordelingsfunctie, ingebed in de organisatie, gericht op het onderzoek en de beoordeling van de goede werking, de doeltreffendheid en de efficiëntie van de door de vennootschap gehanteerde processen en procedures bij de uitoefening van haar activiteiten. De persoon verantwoordelijk voor de interne audit kan de verschillende leden van de organisatie in het kader van de uitoefening van hun verantwoordelijkheden voorzien van analyses, aanbevelingen, adviezen, evaluaties en informatie omtrent de onderzochte activiteiten.

Deze interne audit heeft onder meer betrekking op de werking, doeltreffendheid en efficiëntie van processen, procedures en activiteiten inzake:

  • operationele aangelegenheden: kwaliteit en aangepastheid van systemen en procedures, organisatiestructuren, beleidslijnen en gehanteerde methoden en middelen t.o.v. doelstellingen
  • financiële aangelegenheden: betrouwbaarheid van de boekhouding, de jaarrekening en het financiële verslaggevingsproces, en overeenstemming met de geldende (boekhoud-) reglementering
  • managementaangelegenheden: kwaliteit van de managementfunctie en stafdiensten in het kader van de doelstellingen van de onderneming
  • risk management en compliance.

Intervest heeft de externe consulent BDO (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Lieven Van Brussel – Partner (BDO Risk & Assurance Services)), aangesteld als de persoon die belast is met de interne audit, waarbij Johan Buijs, niet-uitvoerende bestuurder van Intervest, is aangesteld om de controle vanuit de vennootschap op de interne auditfunctie zoals waargenomen door BDO uit te voeren. Aldus is hij te beschouwen als de eindverantwoordelijke voor de interne audit. Het mandaat van BDO als externe consulent heeft een duur van 4 jaar en is op verzoek van Intervest geeïndigd op 31 december 2017. Intervest heeft PwC Bedrijfsrevisoren cvba begin 2018 aangesteld als interne auditor voor een periode van 3 jaar, eindigend op 31 december 2020.

Onafhankelijke risicobeheerfunctie

In het kader van het risicobeheerbeleid zal de vennootschap erover waken dat de hierboven beschreven risico's waaraan ze is blootgesteld (marktrisico's, operationele, financiële en reglementaire risico's) op een doeltreffende manier worden ingeschat, gecontroleerd en opgevolgd.

Intervest heeft met dit doel een persoon belast met de risicobeheerfunctie die verantwoordelijk is voor o.a. het opstellen, uitwerken, bewaken, actualiseren en implementeren van het risicobeheerbeleid en de risicobeheerprocedures.

De onafhankelijke risicobeheerfunctie wordt vanaf de omvorming van het statuut van de vennootschap naar openbare GVV waargenomen door Inge Tas, lid van het directiecomité en cfo. Het mandaat is voor onbepaalde duur.

Onafhankelijke compliancefunctie

Regels betreffende compliance en integriteit zijn bevat in de functie van de compliance officer. Overeenkomstig principes 3.7 en 6.8 evenals Bijlage B van de Belgische Corporate Governance Code 2009 van de Commissie Corporate Governance, heeft de vennootschap Inge Tas, lid van het directiecomité en cfo, aangesteld als compliance officer, belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake marktmisbruik, zoals deze regels onder meer opgelegd worden door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële

diensten en Richtlijn 2003/6/EC betreffende de handel met voorwetenschap en marktmanipulatie. De compliance officer ziet er eveneens op toe dat de vennootschap de wetten, de reglementen en de gedragsregels die van toepassing zijn op de vennootschap, naleeft. Om een integere bedrijfscultuur te waarborgen heeft Intervest Offices & Warehouses nv een interne gedragscode en een klokkenluidersregeling opgesteld.

Artikel 17, §4 van de GVV-Wet bepaalt dat de openbare GVV "de nodige maatregelen dient te nemen om blijvend te kunnen beschikken over een passende onafhankelijke compliancefunctie, om de naleving door de openbare GVV, haar bestuurders, effectieve leiding, werknemers en gevolmachtigden te verzekeren van de rechtsregels in verband met de integriteit van het bedrijf van openbare GVV". In artikel 6 van het GVV-KB is bepaald dat de openbare GVV "de nodige maatregelen dient te nemen om permanent te kunnen beschikken over een passende onafhankelijke compliancefunctie. De compliancefunctie is passend wanneer zij met een redelijke zekerheid de naleving verzekert door de openbare GVV, haar bestuurders, effectieve leiders, werknemers en lasthebbers van de rechtsregels in verband met de integriteit van het bedrijf van openbare GVV".

De "onafhankelijke compliancefunctie" kan worden begrepen als een onafhankelijke functie binnen de vennootschap, gericht op het onderzoek naar, en het bevorderen van, de naleving door de onderneming van de regels die verband houden met de integriteit van de activiteiten van de vennootschap. De regels betreffen zowel deze die voortvloeien uit het beleid van de onderneming, het statuut van de onderneming, alsmede andere wettelijke en reglementaire bepalingen. Het gaat met andere woorden om een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt gelegd op eerlijkheid en integriteit en het naleven van hoge ethische normen bij het zakendoen. Daarbij dienen zowel de onderneming als haar medewerkers zich integer te gedragen, d.i. eerlijk, betrouwbaar en geloofwaardig.

Inge Tas, lid van het directiecomité en cfo, werd benoemd tot verantwoordelijke van de onafhankelijke compliancefunctie. Het mandaat is voor onbepaalde duur.

4. Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen

Intervest streeft vanuit de huidige maatschappelijke context naar een samenhangend en duurzaam maatschappelijk beleid in lijn met de verwachtingen van alle belanghebbenden: klanten, medewerkers, aandeelhouders, leveranciers en andere stakeholders.

Intervest heeft hiervoor diverse maatregelen geïmplementeerd op het vlak van vrijwaring van het milieu, de zorg voor het welzijn van klanten en personeel en dit met oog voor maatschappelijk engagement en deugdelijk bestuur.

4.1. Zorg voor de omgeving

Duurzaamheidsprestaties van de gebouwen

Sinds 2009 certificeert Intervest stelselmatig en stapsgewijs de gebouwen binnen haar portefeuille op hun milieuprestaties. Dit gebeurt op basis van de BREEAM-In-Use methodiek ('Building Research Establishment Environmental Assessment Methodology'-In-Use, of kort 'BIU'). BREEAM-In-Use beoordeelt bestaande gebouwen op hun duurzaamheid, zowel op bouwfysische aspecten, bedrijfsvoering en beheer, als op het gebruik van het gebouw.

Door enkele belangrijke aanpassingen aan de BIU-auditmethodiek specifiek voor de eigenheid van vastgoed in continentaal Europa, dienden verschillende sites opnieuw geauditeerd te worden. In 2016 zijn de reeds eerder gecertificeerde gebouwen herzien en is de certificering opnieuw uitgevoerd op basis van deze BIU-methodiek en is bijkomend het certificeringsproces verder uitgebreid. Eind 2017 is nu 33% van de totale portefeuille van Intervest gecertificeerd (33% van de kantoren, 6 gebouwen; 32% van het logistiek vastgoed, 8 gebouwen).

Bij vergelijking van de reeds BIU-gecertificeerde gebouwen binnen de portefeuille van Intervest, blijkt dat met name grootschalige gebouwen met één enkele huurder goed scoren. De duurzaamheidsprestatie van een gebouw wordt immers in belangrijke mate bepaald door de aandacht van de gebruiker hiervoor. Een voorbeeld hiervan is de zeer goede score van het logistiek gebouw te Boom, dat wordt uitgebaat door CEVA Logistics.

De interne kwaliteitsverantwoordelijke van Intervest verwerkt deze analyses en zet ze om in zinvolle, concrete maatregelen en aanpassingen die bijdragen tot het verbeteren van de kwaliteit en efficiëntie van het gebouw. Deze maatregelen verhogen het welzijn van de huurder en tegelijk worden door de hogere performantie van het gebouw (betere energie-efficiëntie) de operationele kosten voor de huurders aantoonbaar verminderd.

Duurzame producten en materialen

Voor de realisatie van haar turnkey-solutionsprojecten heeft Intervest partners geselecteerd die werken met duurzame producten of materialen. Zo wordt onder andere samengewerkt met Steelcase voor het meubilair. Deze wereldwijd actieve producent van o.m. kantoormeubilair, met een vermaarde reputatie op het vlak van duurzaamheid, volgt de EMAS-werkwijze om een zo duurzaam mogelijk product af te leveren. EMAS berust op drie pijlers: Material Chemistry, Life-Cycle Assessment en Designing for Disassembly. Deze werkwijze garandeert een keten die van grondstof tot recycling een zo klein mogelijke negatieve impact heeft op mens en milieu. Dit wordt voor elk product van Steelcase gedocumenteerd met een EPD (Environmental Product Declaration). Intervest gebruikt ook de Cradle-tocradletapijten van Desso. 'Cradle to cradle' is een businessmodel met als streefdoel producten zo te ontwerpen dat ze van begin tot einde veilig en herbruikbaar zijn.

Greenhouse BXL

Bij de herontwikkeling van Greenhouse BXL, een campus bestaande uit twee grote gebouwen waarbij een verbindend atrium voorzien is, wordt sterk de nadruk gelegd op duurzaamheid. Naar analogie met de groene gevel in Greenhouse Antwerp is het idee van de groene wand ook in dit project doorgetrokken. De verticale plantentuin wordt zowel binnen als buiten toegepast en heeft een totale oppervlakte van 300 m². De moeilijkheidsgraad in dit project is de selectie van de planten. De beplanting aan de binnenzijde heeft andere karakteristieken dan de planten aan de buitenzijde. Om een uniform uitzicht te hebben, dienen ze wel op elkaar afgestemd te zijn. In totaal zitten er 30.000 planten verwerkt in de groene wand. De voordelen van de groene gevel zijn divers. Zo toont onderzoek1 aan dat binnensteden met groen 's zomers als snel enkele graden koeler zijn. Groene gevels dragen bij tot het terugdringen van het urban heat island effect. Bovendien zorgen ze voor meer biodiversiteit en nemen de planten luchtverontreinigende stoffen op, met name ultrafijne deeltjes die normaal gesproken diep in de luchtwegen ingeademd worden. Er is ook sprake van een positieve impact op de binnentemperatuur, de controle op de relatieve vochtigheid, een betere akoestiek door geluidsdempend effect, e.d. Bovendien heeft de verticale plantentuin ook een positief effect op de leefomgeving. De waterbevoorrading gebeurt met gerecupereerd water van op de dakzone. Het geheel wordt aangestuurd door een geïntegreerd beheerssysteem voor de aanvoer van water en voedingstoffen. Naast de groene wand worden er ook verschillende plantentuinen aangelegd zowel binnen als buiten het pand. De dakopbouw is van het type "groen dak" dat tevens als terras dienst doet.

Voor de technieken inzake koeling/verwarming/ verluchting werd gekozen voor energiezuinige oplossingen zonder daarbij het comfort voor de gebruiker uit het oog te verliezen. Het atrium wordt uitgerust met een combinatie van intelligent gestuurde zonnewering en automatisch opengaande raamvleugels. Hierdoor kan de koellast laag gehouden worden. Voor de verwarming wordt de stookruimte van het gebouw volledig vernieuwd en uitgebreid. Een combinatie van modulerende hoogrendementsgasketels zorgt voor een energie-efficiënte warmte-opwekking.

Voor de verlichting is een volledige ledoplossing uitgewerkt.

1 Hop, M.E.C.M.; Hiemstra, J.A. Ecosysteemdiensten van groene daken en gevels: een literatuurstudie naar diensten op het niveau van wijk en stad.

Nieuwbouw

Ook bij nieuwbouwprojecten kiest Intervest voor duurzame en energiezuinige oplossingen. Zo zijn bij het logistieke nieuwbouwproject in Luik (uitbreiding voor huurder Vincent Logistics) door Intervest een aantal duurzame uitvoeringstechnieken in het project geïntegreerd, die verder gaan dan de wettelijke verplichtingen.

Voor de dakopbouw is gekozen voor betonnen TT-elementen, die naast een grotere sterkte ook een grote inertie bezitten. Zo worden schommelingen van temperatuur en vochtigheid vermeden, waardoor logistieke (crossdock-) operaties van gevoelige voedingsproducten probleemloos kunnen worden uitgevoerd zonder bijkomende klimatisatietechnieken.

Verder werd onder meer ook ledlijnverlichting in het gebouw toegepast met een bewegings– en daglichtsensor voor iedere individuele armatuur, waardoor de verlichting intelligent en optimaal kan worden aangestuurd.

Dakrenovatie

In 2017 heeft Intervest geïnvesteerd in de renovatie van enkele daken. In het logistieke segment werden de daken van de sites in Wommelgem en Opglabbeek gerenoveerd (+/- 27.000 m²) en in het kantorensegment werd het dak van De Arend gebouw A aangepakt (+/- 800 m²). Bij de renovatie is telkens gekozen om de daken ook bijkomend te isoleren. Hierdoor stijgt de warmteweerstand met 4,5 Wm²/k (R-waarde) wat een energiebesparing tot gevolg heeft.

Energie-efficiëntie

Relighting

Om de energie-efficiëntie van de bestaande gebouwen te verbeteren en ook het comfort voor de gebruikers, heeft Intervest in 2017 verschillende relighting-projecten uitgevoerd. Hierbij wordt de oorspronkelijke verlichting (in oudere logistieke gebouwen veelal kwikdamplampen, in oudere kantoren veelal TL8-armaturen), vervangen door meer energie-efficiënte verlichting zoals ledsystemen. Bij dergelijke relighting-projecten worden de nieuwe systemen gecombineerd met aanwezigheidssensors en daglichtdetectie, waardoor het energieverbruik van de verlichting met meer dan 75% kan worden gereduceerd. Tegelijk hebben deze systemen een veel langere levensduur, waardoor de onderhoudskosten van deze verlichting sterk worden gereduceerd. Binnen de portefeuille van Intervest zijn in 2017

relightingprojecten gerealiseerd in Aartselaar en De Arend, in het kantorensegment en in de logistieke site Wommelgem zowel in de magazijnruimte als in de kantoren.

In het kantoorgebouw in Aartselaar is de bestaande TL8-verlichting vervangen door een volledige ledoplossing, wat een besparing van meer dan 50% oplevert.

In Wommelgem is in de magazijnruimte een Dalibesturingssysteem geïnstalleerd. Hierdoor kan via een webbrowser de sterkte van de verlichting per gang worden aangepast en kan er gekeken worden welke lampen defect zijn. Het besturingssysteem laat ook toe na te gaan hoeveel uren welke verlichting aanstaat zodat er een optimalisatie van de indeling van de rekken kan gebeuren. De verlichting dimt automatisch naar 10% indien er geen passage is in de gangen dankzij de aanwezigheidssensoren.

Door de veel langere levensduur van ledverlichting kan bovendien bespaard worden op de onderhoudskosten.

Verwarming en koeling

Naast verlichting heeft ook de verwarming en de koeling van de gebouwen van Intervest een belangrijke milieutechnische impact. Bij het vervangen van technische installaties, wordt daarom zo veel mogelijk gebruik gemaakt van moderne technologieën, om het verbruik te verminderen en de efficiëntie te verbeteren. Zo worden bij de vervanging van HVAC-systemen in de kantoren steeds systemen met warmtewisselaars geïntroduceerd en worden bij de logistieke gebouwen energie-management-systemen toegepast om de efficiëntie van de bestaande systemen te verbeteren.

Op de logistieke site in Wommelgem heeft Intervest bijkomend een EMS-systeem (Energy Management System) geïnstalleerd resulterend in een bijkomende besparing van 15%. Hoogrendementscondensatieketels, zijn geïnstalleerd in De Arend in Edegem, inclusief een nieuwe regeling en in Park Rozendal (Hoeilaart) waar ook een nieuwe hoogrendementsijsmachine is geïnstalleerd.

Voor Toyota Material Handling zijn in Wilrijk nieuwe hoogrendementgasluchtverhitters, condenserend, geplaatst.

Energiebeleid

Intervest heeft een actief aankoopbeleid op het vlak van energie (elektriciteit en gas). Hierdoor kan er ten volle ingespeeld worden op de energiemarkten, waarbij de prijs de laatste jaren in een dalende trend zit. De aangekochte elektriciteit is 100% groene stroom, waarvan de oorsprong via de nodige garanties door de leverancier wordt aangetoond. Naast het verlagen van de kostprijs van energie zet Intervest zich ook in om het verbruik van energie steeds verder te laten dalen. In de eerste helft van 2016 is elektriciteit aangekocht voor 2017 en deels ook reeds voor 2018 en 2019, gebruikmakend van de lage prijzen. Door haar proactief energiebeleid slaagt de vennootschap erin voor haar klanten interessante prijzen te bekomen.

Op verschillende daken van de logistieke gebouwen van Intervest zijn installaties gerealiseerd voor de opwekking van elektriciteit door middel van zonne-energie. In de meeste gevallen heeft de vennootschap hiervoor aan gespecialiseerde partijen langdurige opstalrechten verleend op de daken, zonder dat de vennootschap zelf eigenaar is van de PV-installatie. Daarnaast baat Intervest sinds de acquisities van de logistieke sites in Luik zelf een installatie uit. Verdeeld over 9 sites zijn op een dakoppervlakte van in totaal 253.000 m² fotovoltaïsche installaties geplaatst met een totaal geïnstalleerd vermogen van 12,5 megawatt piek (MWp). Dit levert een totale CO2-reductie op van ongeveer 3.100 ton per jaar. Ook op de in 2017 aangekochte gebouwen in Zellik bevindt zich op een gedeelte van de site een fotovoltaïsche installatie die Intervest zelf uitbaat.

Afvalverwijdering

Ook door haar ver doorgedreven aanpak van afvalverwijdering geeft Intervest invulling aan haar duurzaamheidsstreven. Zo bestaat de mogelijkheid om enerzijds restafval, PMD en anderzijds papier- en kartonafval te scheiden. Verder zijn er mogelijkheden voorzien voor de recyclage van minder standaard afvalsoorten zoals batterijen, inktpatronen, vertrouwelijke documenten, hout, glas en tl-lampen. Zwerfvuil wordt systematisch mee verzameld en afgevoerd tijdens het groenonderhoud of op afroep via de klusjesdienst.

4.2. Zorg voor de dialoog

Met alle stakeholders is op regelmatige basis overleg gepland. Op deze manier beoogt Intervest met haar stakeholders een goede relatie die gebaseerd is op vertrouwen en voortdurende optimalisatie.

Ieder kwartaal rapporteert een uitgebreid persbericht over de operationele en financiële toestand van de vennootschap. De raad van bestuur vergadert minimaal 4 keer per jaar. Met de medewerkers zijn er op frequente basis overlegmomenten voorzien.

De zorg voor het maatschappelijk welzijn vertaalt zich voor de klanten en hun medewerkers ook in de voorzieningen in de omgeving van de gebouwen en in de gebouwen zelf.

4.3. Zorg voor de klanten

Evacuatie/intern noodplan

Voor alle 'multi-tenant' kantoor- en logistieke gebouwen organiseert Intervest gemeenschappelijke evacuatie-oefeningen met als doel desgevallend snel en efficiënt het gebouw te kunnen evacueren bij calamiteiten. Deze aangekondigde oefeningen worden aangestuurd door Intervest in samenwerking met de desbetreffende technisch beheerder van de site en eventueel met de verantwoordelijke van het bedrijf dat aangesteld is voor veiligheid en preventie. Na afloop analyseert Intervest de evacuatieoefening en bezorgt haar klanten een verslag met de evacuatietijden, eventuele aanbevelingen of actiepunten voor de klant of Intervest. Daarnaast is in 2017 bijzondere aandacht geschonken aan de assistentie van de klanten/huurders bij het opstellen van het interne noodplan, het privatieve evacuatieplan, de brandrisico-analyse en het interventiedossier om zich zo in regel te stellen met het KB van 28 maart 2014 inzake brandpreventie op de arbeidsplaats.

Facility management

Erg gewaardeerd is de 24 uur op 24, 7 dagen op 7 dienstverlening voor het dagelijks beheer van de gebouwen. Intervest heeft een modulair aanbod met onder andere schoonmaakdiensten, receptiediensten, kleine en/of grote klussen, technische interventies, strijkservice, fitness, binnen beplanting, enz. In 2017 is de dienstverlening verder uitgebreid met het aanbieden van douchefaciliteiten, shuttleservice en autoverhuring.

Ondersteund door Planon, een onlinetool, zorgt Intervest voor het efficiënt verwerken van de verschillende aanvragen voor allerhande interventies. Met de 'Planon self service' heeft de klant rechtstreeks de mogelijkheid om een melding in te geven in het systeem. De klant kan in de webtool zelf de status van de gevraagde interventie mee opvolgen. Leveranciers en partners kunnen op deze manier goed opgevolgd worden en bijgestuurd worden waar nodig.

Community aanpak

Op haar site Mechelen Campus heeft Intervest een 60 m hoge toren omringd door 10 lagere kantoorgebouwen, verbonden via een ondergrondse parking. Tussen de gebouwen bevindt zich een prachtige tuin met een picknickruimte en een waterpartij, ideaal voor een ontspannen adempauze. In totaal biedt Mechelen Campus ongeveer 50.000 m² aan kantoorruimte. Mechelen Campus is opgevat als een interactieve

community waarbij Intervest en Quares, de on-site beheerder, zorgen voor een ruim aanbod van voorzieningen om het dagdagelijkse leven van de kantoorgebruikers zo aangenaam en comfortabel mogelijk te maken. Zo is er een broodjesbar/restaurant, strijkatelier, klusjesdienst, kindercrèche, fitnesscenter, seminarieruimte met vergaderzalen. In 2017 is dit aanbod verder uitgebreid met een shuttleservice, autoverhuring, laadpalen en zijn er douchefaciliteiten geïnstalleerd.

Charging plaza

Intervest heeft op Mechelen Campus en Intercity Business Park samen met Allego een netwerk van laadpalen voor elektrische wagens uitgebouwd. In Mechelen Campus werden er zes bovengrondse laadpunten geplaatst. In de ondergrondse parking werd een charging plaza geïnstalleerd. Hier kunnen 22 wagens gelijktijdig opgeladen worden. In Intercity Business Park werden 12 laadpunten geplaatst.

Voor 2018 staat de verdere uitbouw van de laadinfrastructuur binnen de portefeuille op de planning.

Evenementen

Vanuit RE:flex zorgt Intervest ook regelmatig voor evenementen op Mechelen Campus en Intercity Business Park, al dan niet in samenwerking met zittende huurders of organisaties zoals VOKA, BNI, ed.

Zo is in 2017 Mechelen Campus het gastterrein geweest voor aper'eau Mechelen, een aperitiefconcept waarbij men op een informele, ontspannen manier met collega's de werkweek kan afsluiten en kennis kan maken met de mensen uit de omliggende bedrijven. Foodtrucks met heerlijke gerechtjes en dranken om honger en dorst te stillen, overgoten met zomerse beats, zijn de basisingrediënten van dit succesvolle concept dat op Mechelen Campus talrijke mensen bekoorde.

Dagelijks hebben honderden mensen een bloedtransfusie nodig. Slechts 3% van de bevolking geeft bloed. Daarom ondersteunt Intervest de bloedinzameling van het Rode Kruis en mobiliseerde ze op Mechelen Campus de klanten om bloed te komen geven.

Bloed geven duurt 10 minuten en er zijn meteen 3 patiënten mee geholpen. Het Rode Kruis Vlaanderen was tevreden met de opkomst en Intervest is van plan dit initiatief volgend jaar verder te steunen.

Intercity Business Park fungeerde als pop-up locatie voor Tesla en bood gedurende een ganse week de mogelijkheid om informatie te verkrijgen en een proefrit te maken. Vooral dit laatste bleek erg in de smaak te vallen bij de klanten van Intercity Business Park.

Engagementen in het kader van duurzaamheid

VOKA Charter duurzaam ondernemen

Intervest heeft zich ingeschreven op het charter "duurzaam ondernemen" van VOKA. Hierin zijn 17 duurzaamheidsdoelstellingen van de VN opgenomen. Er wordt aandacht geschonken aan People, Planet, Prosperity, Peace en Partnership. In samenspraak met VOKA worden er verschillende actiepunten vastgelegd waarvan er 10 gerealiseerd dienen te worden in 2018.

Flux50

Intervest heeft zich eveneens aangesloten bij Flux50, de Vlaamse speerpuntcluster die samenwerking stimuleert tussen bedrijven en organisaties uit verschillende sectoren en van verschillende omvang, maar ook met kennisinstellingen, beleidsmakers en zelfs de eindgebruiker. Flux50 heeft als doel innovatietrajecten op te starten in vijf thematische domeinen of innovatorzones: energiehavens, microgrids, multi-energietoepassingen op wijkniveau, energy cloud toepassingen en intelligente renovatie. Smart Business Area of the Future is een 10 maanden durende haalbaarheidsstudie gecoördineerd door Engie in de innovatorzone microgrid. Intervest maakt samen met Quares, Engie en Continental deel uit van het business consortium dat op de kantorensite Mechelen Campus en directe omgeving de mogelijkheden zal analyseren om er op termijn een smart-gridomgeving te maken, om energie tussen elkaar uit te wisselen.

4.4. Zorg voor de medewerkers

Intervest voorziet per team en individueel opleidingsmogelijkheden in functie van de noden van het individu of het team en de werkzaamheden. Daarnaast werkt de vennootschap aan een specifiek traject op maat voor de zgn. oudere werknemers aangepast aan de noden van de betrokken medewerker.

Naast de regelmatige functioneringsgesprekken is er voor elke medewerker jaarlijks een evaluatiemoment voorzien. Het is de gelegenheid bij uitstek om de wederzijdse verwachtingen op mekaar af te stemmen.

Intervest streeft een gezonde balans na tussen werk en persoonlijke levenssfeer en biedt voldoende flexibiliteit in het werk rekening houdend met individuele omstandigheden.

Omdat de boog niet altijd moet gespannen staan, wordt ook de nodige aandacht besteed aan sociale aspecten van samenwerken zoals teambuilding, incentives e.d. wat ook tot uiting komt in het sociaal engagement van de vennootschap zoals hierna beschreven.

4.5. Zorg voor deugdelijk bestuur

Intervest hecht veel belang aan eerlijkheid, integriteit en openheid in haar bedrijfsvoering zowel in de interne omgeving als extern in de relaties met de diverse stakeholders.

In het hoofdstuk over corporate governance staat in detail wat op dit vlak is voorzien.

4.6. Zorg voor het maatschappelijk welzijn

Run To Walk Again

To Walk Again is een stichting die voor mensen met een fysieke beperking fondsen verzamelt om het aanbieden van postrevalidatie en sportfaciliteiten mogelijk te maken. Reeds zes jaar organiseert To Walk Again de RunTWA. Tijdens dit evenement worden gedurende twee dagen zonder onderbreking zeven marathons afgelegd door een team van lopers. Eén van de marathons wordt afgelegd in een handbike, door een persoon met een beperking.

Reeds vijf jaar op rij kan het Jasper-on-Wheelsteam rekenen op de steun van Intervest. Jasper on Wheels is het team dat zich vormde rond een basketbalspeler die door een ongelukkige val tijdens een wedstrijd een dwarslaesie in de hals opliep en verlamd is van borst tot teen. In de editie van 2017 verleent Intervest bovendien nog steun aan twee andere teams, Fartlek I en II en nemen medewerkers en partners ook actief deel als loper en fietser.

De ingezamelde fondsen dienen o.m. voor het aanschaffen van een staprobot die ingeschakeld wordt in het postrevalidatietraject van personen met een fysieke beperking.

Vélo Afrique

Vélo Afrique wil enthousiaste MTB'ers op een unieke manier laten kennismaken met de prachtige Afrikaanse cultuur. De fiets is hét transportmiddel bij uitstek om te kunnen genieten van de natuur en de 'couleur locale' te kunnen opsnuiven. Het mag daarbij best wel avontuurlijk zijn vandaar dat de MTB etappes toch enige conditie en technische rijvaardigheden vergen.

Maar meer nog dan de prestaties van de deelnemers is teamspirit en een open geest van het grootste belang. Samen de eindstreep halen is het streven. Niet alleen voor de organisatie, maar ook voor de medefietsers en vooral voor het goede doel

Twee medewerkers van Intervest hebben in 2017 fondsen ingezameld met hun deelname aan Vélo Afrique, editie Kameroen.

Een 10 dagen durend MTB-avontuur met zeven fietsetappes en twee rustdagen. In totaal hebben ze 480 km gefietst waarvan 95% offroad en 7.749 hoogtemeters overbrugd.

De fondsen die iedere deelnemer verzamelt, stelt Vélo Afrique in staat te investeren in beter onderwijs in Afrika. Samen met de lokale bevolking zijn reeds vijf scholen en opleidingscentra gebouwd in één van de armste wijken van Dakar, Medina, Gounass, Jaxaay en Pout. Deze scholen zijn ondertussen een educatief en sociaal centrum geworden binnen de wijk en voor velen een lichtbaken voor een betere toekomst.

De ingezamelde fondsen van de editie in Kameroen zijn voorzien voor de bouw van een school in Foumbot.

SOEPEL INSPELEN OP WIJZIGENDE OMSTANDIG-HEDEN

"Een bijzonder vlotte overgang naar een vast kantoor vanuit de co-workingruimte, met behoud van flexibiliteit, dienstverlening en een brede ondersteuning."

Gerry Appeltants - Managing Director BeLux

Mechelen Campus - RE:flex - Plat4mation

Verslag van het directiecomité

    1. De markt van kantoren en logistiek vastgoed
    1. Belangrijke ontwikkelingen in 2017
    1. Financiële resultaten 2017
    1. Financiële structuur
    1. Winstbestemming 2017
    1. EPRA Best Practices
    1. Vooruitzichten 2018

1. De markt van kantoren en logistiek vastgoed

1.1. Kantoren1

De huurmarkt

Brussel en periferie

Inclusief Vlaams- en Waals-Brabant blijft de Brusselse kantorenmarkt de belangrijkste deelmarkt van het land. Meer dan de helft van alle kantoren wordt in deze markt gecommercialiseerd.

In totaal werd er 402.000 m² gecommercialiseerd in 363 transacties. In vergelijking met 2016 gaat het om een daling met 10%. De volumes van 500.000 à 600.000 m² uit de topjaren 2005-2007 behoren tot het verleden, vooral als gevolg van het efficiëntere ruimtegebruik door de huurders en het opkomende succes van co-working. Een bijzondere tendens die reeds eerder is ontstaan, is de verdere opkomst van coworkingfaciliteiten en zogenaamde managed of serviced offices, zijnde kantoren die instapklaar verhuurd worden. In Brussel centrum zowel als in de periferie zijn in 2016 en 2017 ongeveer 10.000 m² van dergelijke concepten in de steigers gezet. Brussel volgt daarmee de trend die ook in andere grootsteden opgang maakt.

In de periferie van Brussel is de beschikbaarheid van kantoren lager dan 15% (14,8%) en dit voor het eerst sedert 2008. In de omgeving van de luchthaven bedraagt de beschikbaarheid ongeveer 20%.

De verschillende publieke overheden gaven minder present (- 20%). De bedrijven waren actiever en tekenden voor 66% van de take-up.

Opvallend is dat meer dan een kwart van alle 'Brusselse' take-up werd gerealiseerd buiten het grondgebied van het hoofdstedelijk gewest. De periferie in het noorden (+ 69%) en het zuiden (+ 18%) deed het goed. De prime rent voor Brussel bedraagt € 305 /m²/jaar.

1 Bronnen:

C&W marketbeat Brussels Office Market H2 2017, JLL Research Market Overview Q4, 2017

Regionale markten

De opvallendste prestatie van het jaar gebeurde in Antwerpen, waar de take-up verdubbelde tot 197.000 m². Dit cijfer ligt tweederde boven het tienjaarlijkse gemiddelde (117.000 m²). De sprong is te danken aan de megadeal met de Lokale Politie, goed voor een kwart van de totale take-up. Ook zonder deze transacties haalde de Antwerpse markt in 2017 zijn hoogste niveau sinds 2008. Enkel 2011 (141.600 m²) komt in de buurt. De prime rent voor Antwerpen is lichtjes gestegen omwille van nieuwbouwprojecten die vlot worden verhuurd. De prime rent bedraagt € 150 /m²/jaar.

De prestatie van Mechelen stelde dan weer teleur, waar de take-up nauwelijks 5.000 m² haalde.

De investeringsmarkt

De toprendementen voor kantoren is net zoals in 2016 historisch laag en situeert zich rond de 3,65%. Dit is echter van toepassing voor een heel beperkt aantal nieuwe kwaliteitsgebouwen die zeer langdurig verhuurd zijn aan bijzonder stabiele huurders.

In de gedecentraliseerde zone situeren de top rendementen zich rond de 7,25%.

De verwachtingen van de huurders

Er is internationaal een sterke trend ingezet naar meer flexibiliteit en dienstverlening met betrekking tot kantoren. Meerdere vastgoedspelers zetten hier echter al op in en richten hun business model hierop. Business centers (zoals Regus) waren gedurende lange tijd uniek, echter sedert enkele jaren evolueren tal van kantoorinvesteerders in een gelijkaardige richting. De kantorenmarkt is duidelijk in volle transitie van het traditioneel aanbieden van m² kantoorruimte, naar het aanbieden van meer servicegerichte oplossingen voor kantoorgebruikers. Binnen deze oplossingen is het verhuren van m² kantoorruimte slechts één van de elementen, naast het bieden van een toegankelijke en aangename leef- en werkkwaliteit en de nodige ondersteunende dienstverlening in zowel het bedrijfs- als in het privékader. Door echter te excelleren in zowel het aanbieden van aantrekkelijke omgevingen (levenskwaliteit), turnkey solutions, flexibiliteit als dienstverlening onderscheidt Intervest zich op kwalitatieve en niet louter op kwantitatieve (prijstechnische) elementen.

Deze trend wordt aangestuurd door wijzigende functies van de kantooromgeving. Technologie maakt het mogelijk om van op eender welke plek te werken. Er is een trend waarneembaar (voornamelijk bij kleinere en innovatieve groeibedrijven) waarbij kantoren meer en meer een netwerkomgeving worden. Vooral kleinere huurders die op zoek zijn naar groei, blijken geïnteresseerd in mogelijke synergie-effecten.

Flexibiliteit in tijd en ruimte speelt vooral bij kleine startende bedrijven. Geen lange engagementen, weinig of geen eigen investeringen en zo weinig mogelijk kopzorgen. Dit gaat van coworking ruimtes tot managed offices. Dit blijft in termen van huurinkomsten voorlopig een beperkt deel van de markt. Dit is wel een sterk groeiend deel van de markt en bovendien maken traditionele grote bedrijven er in toenemende mate gebruik van.

Het overgrote deel van de bedrijven blijft tot op heden vrij traditioneel denken m.b.t. huisvesting zowel conceptueel als inzake huurtermijnen. Huurtermijnen van 3/6/9 jaar, 6/9 of langere termijn (bij grote bedrijven) komen nog steeds het meest voor. Er zullen dus nog steeds kantoren op 'traditionele wijze' verhuurd worden, want het verhuren en rentabiliseren van m² kantoorruimte blijft de hoofdactiviteit van de meeste eigenaarverhuurders. De wijziging in wat klanten zoeken, betekent wel dat in de toekomst kantoorhuurders steeds vaker een palet aan services aangeboden zal worden, waaruit iedere klant de voor hem interessante elementen kan kiezen. In dit kader kan de verhuurder dus duidelijk een rol spelen door het aanleveren van turnkey solutions inzake inrichting van kantoren en het ontzorgen door het aanbieden van bijkomende dienstverlening à la carte. Afhankelijk van de aard van het gebouw zijn er soms bijkomend mogelijkheden om meer impact te hebben op het algemeen concept (bijvoorbeeld het gelijkvloers wordt een inspirerende lobby, lounge, horeca).

Naast inspelen op deze nieuwe tendensen blijft kwalitatief property management echter primordiaal in de relatie met de huurder. Intervest is ervan overtuigd dat het belangrijk is, in de directe relatie met de klant, om deze dienstverlening met eigen mensen aan te sturen.

Uit onderzoek van CBRE (To stay or not to stay, augustus 2015; onderzoek in het VK en NL) blijkt dat de overweging van een kantoorgebruiker om al dan niet te verhuizen hoofdzakelijk (60% van de gevallen) wordt genomen omwille van wijzigende ruimtebehoeften. Daarnaast blijkt de kwaliteit van de technische dienstverlening belangrijker te zijn dan de kwaliteit van de commerciële dienstverlening van de verhuurder.

80

De meest kritische elementen van de technische dienstverlening (property management) zijn:

  • duidelijke en snelle oplossing van gemelde problemen (17%)
  • betrouwbare liften (12%)
  • duidelijke communicatie en gemelde opvolging van de werken (12%)
  • betrouwbare klimaatinstallaties (11%)
  • moderne gebouwvoorzieningen (8%).

De meest kritische elementen van de commerciële dienstverlening (asset management) zijn:

  • duidelijke doorrekening van gemeenschappelijke lasten zonder verborgen kosten
  • correcte communicatie en foutloze huuropvraging
  • duidelijke procedures over de te contacteren personen
  • mature en kwalitatieve account manager met begrip voor de business van de huurder
  • duidelijke visie over lange termijn gebouw- en huurderbehoefte bij onderhoudswerken.

Uit een recente studie van het ULI (Urban Land Institute) komen bijkomende volgende besluiten:

  • vastgoed moet een 'service industry' worden eerder dan een 'asset industry'. Inzake services is er sprake van funding, coaching, netwerken en bijkomende leveringen.
  • een uitgangspunt is permanente aanpassing, terugkoppeling en complexiteit. Er is nood aan een nieuw business model, met op maat gemaakte oplossingen inzake bereikbaarheid, ligging en lay-out van de kantoren.
  • de belangen van verhuurders en huurders dienen op elkaar afgestemd te worden en transparantie dient uitgebouwd te worden om een win-win te creëren.
  • voorzien van praktische begeleiding (onder meer juridisch en financieel advies en netwerking mogelijkheden).

1.2. Logistiek

De huurmarkt in België1

In de logistieke vastgoedmarkt werden er 42 transacties geïnventariseerd met een totale oppervlakte van 491.000 m². In oppervlakte gaat het om een daling met meer dan 40%. In vergelijking met het vijfjaarlijkse gemiddelde (580.000 m²) ligt de take-up 15% lager. 56 % van het transactievolume vindt plaats in Vlaanderen, 42 % in Wallonië en 2 % in Brussel.

In Vlaanderen werd twee derde minder oppervlakte gecommercialiseerd, maar in Wallonië verdubbelde de markt bij in omvang. Met 28 deals voor 275.000 m² blijft Vlaanderen wel een stuk groter, maar het verschil met Wallonië wordt wel opvallend kleiner.

De investeringsmarkt in België2

Het gebrek aan investeringsopportuniteiten dreef de logistieke toprendementen verder omlaag. Hoewel er weinig feitelijke onderbouwing is van het toprendement wordt dit einde 2017 geraamd op 5,75 %. De toprendementen zijn tevens moeilijk exact te bepalen gezien de meeste transacties binnen een specifiek kader plaatsvinden waarbij de ontwikkeling nog moet gerealiseerd worden.

Logistiek – verhuringen/verkopen
-- -- ---------------------------------- --
2017 2016
Aantal transacties Volumes in m2 Aantal transacties Volumes in m2
België 42 490.968 67 843.818
Brussel 1 9.798 - -
Vlaanderen 15 274.817 60 728.951

1 Bron: Expertise News 540/12/01/2018 C&W marketbeat Brussels Office Market H2 2017.

2 Bron: C&W marketbeat Brussels Office Market H2 2017 JLL Research.

De huurmarkt in Nederland1

De markt voor logistiek vastgoed in Nederland brak in 2017 jaar alle records. De opname van bedrijfsruimte (waarin ook industrieel vastgoed is opgenomen) bedroeg in 2017 circa 4,5 miljoen m² (tegen 3,6 miljoen m² in 2016), waarvan circa 2,5 miljoen m²effectief tot het segment logistiek vastgoed behoort. De opname van logistiek vastgoed is hiermee ten opzichte van 2016 gestegen met 39 %.

De leegstand van de totale Nederlandse bedrijfsruimtemarkt is met circa 2,8 % erg laag. Dit komt overeen met een totale oppervlakte van 7,8 miljoen m², waarvan slechts 1,2 miljoen m² logistiek vastgoed. De opname van logistiek vastgoed overstijgt hiermee twee keer het aanbod van bestaande gebouwen, zodat een groot deel van de logistieke opname moet worden gerealiseerd in nieuwbouwprojecten. In het aanbod worden nog niet in uitvoering zijnde nieuwbouwplannen of mogelijke ontwikkelingen niet meegenomen, maar door deze nieuwbouwprojecten is het effectief potentiële aanbod veel groter.

De focus op nieuwbouw distributiecentra wordt nog versterkt, doordat Nederland veel logistieke dienstverleners aan zich weet te binden die vanuit Europese distributiecentra grote Europese afzetgebieden bedienen. Mede doordat deze afzetgebieden groter worden neemt de behoefte aan grootschalig logistiek vastgoed toe, dat in de bestaande voorraad slechts zeer beperkt beschikbaar is. Deze grote transacties worden bij gevolg ingevuld in nieuwbouwprojecten en stuwen de opname in het segment logistiek vastgoed.

Door de nadruk op grootschalige transacties is de geografische spreiding van logistiek vastgoed beperkt. Meer dan 50 % van de transacties vond namelijk plaats in een beperkt aantal logistieke hotspots. Belangrijke troeven van deze logistieke hotspots zijn: bereikbaarheid van de consumentenmarkt, multimodaliteit, beschikbaarheid van grond en logistiek vastgoed, arbeidsmarktpotentieel en ook de samenwerking met de overheid. De samenwerking met de overheid is belangrijk inzake vergunningen, opleidingen, marketing van de regio waarbij een globaal ondernemingsvriendelijke aanpak voorop staat.

Vooral de logistieke hotspots profiteerden van de behoefte bij eindgebruikers - vooral supermarktconcerns en e-tailers - naar grote duurzame en het liefst ook visueel aantrekkelijke distributiecentra. De logistieke hotpots die het meeste gebruikers konden aantrekken zijn de regio's West-Brabant, Venlo-Venray, Tilburg-Waalwijk. Deze werden voor 2017 dan ook uitgeroepen als toplocaties.

1 Bron: Cushman & Wakefield – "Nederland Compleet".

De investeringsmarkt in Nederland

De Nederlandse investeringsmarkt voor vastgoed heeft in 2017 eveneens alle records gebroken. Ten opzichte van 2016 is het investeringsvolume gestegen met € 6,2 miljard om tot een totaal volume van € 20,2 miljard te komen. Het vorige record dateert van 2007, waar een totaal volume van € 16,5 miljard werd verhandeld. Dit werd ingegeven door een sterke economische groei van de Nederlandse economie met 3,3% op jaarbasis (Europees gemiddelde 2,4%) in combinatie met een kwantitatieve verruiming van de ECB vanaf 2015. Van de totale vastgoedinvesteringsmarkt werd € 12,8 miljard door buitenlandse partijen gedaan.

Binnen de totale investeringsmarkt nam de bedrijfsruimtemarkt € 3,5 miljard voor haar rekening. Dit werd ingegeven door een sterke groei van e-commerce met een explosie van de vraag naar logistiek vastgoed tot gevolg.

Voor 2018 wordt wederom een sterk jaar verwacht, al zal het niet zo spectaculair worden als 2017. De vraag blijft weliswaar onverminderd sterk, maar er komen namelijk nauwelijks logistieke portefeuilles op de markt.

De verwachtingen van de huurders

De verwachtingen van de huurders zijn sterk afhankelijk van de specifieke activiteit of de huurdertypologie.

De internationale 3PL organisaties zijn sterk gefocust op efficiëntie en kostenreductie om commercieel zo slagvaardig mogelijk te zijn ten opzichte van hun concullega's. Dit resulteert in een neerwaartse druk op de huurprijzen voor bestaande gebouwen, omdat hun activiteiten in nieuwbouw omwille van hun moderne layout en energie-efficiëntie vaak goedkoper kunnen worden gerealiseerd. Zij zijn over het algemeen zeer risico avers en proberen de financiële risico's steeds volledig af te dekken binnen de minimale (vaak 3 jaar of minder) contracttermijn met hun klanten. Door meerdere klanten te clusteren op één locatie proberen zij de efficiëntie en de kostenreductie verder te verbeteren.

Retailers en retailproducenten (zoals Michael Kors, VF Europe, Nike, Estée Lauder, Sketchers, enz.) zijn met name gericht op het verzekeren van de continuïteit van hun logistieke keten binnen een uniforme logistieke omgeving. Zij kiezen vaak voor nieuwbouwoplossingen voor hun specifieke taille en hebben een meer langetermijn focus.

De ruimtebehoefte van industriële producenten die zelf hun logistiek verzorgen is omwille van de techniciteit van hun product vaak specifieker dan dat van de retailers. De focus op het verzekeren van de langetermijn continuïteit van hun operaties is echter eveneens primordiaal.

Verladers en distributeurs hebben over het algemeen een beperkte oppervlaktebehoefte, maar zij hebben een zeer groot aantal laadpoorten nodig aan de gebouwen. Typisch bedienen zij een zeer groot aantal klanten vanuit één enkele locatie, waardoor zij hun business op middellange termijn benaderen.

Atypische showroomgebruikers (zoals bijv. Peugeot, Facq, Van Marcke en Metro) zoeken locaties met een uitstekende visibiliteit.

Door diverse trends als schaalvergroting en e-commerce worden evenwel steeds hogere en andere eisen gesteld aan logistiek vastgoed. Deze eisen kunnen slechts beperkt worden ingevuld in bestaande gebouwen, waardoor de behoefte naar nieuwbouw groeit. Dit heeft tot gevolg, dat ondanks de forse toename van de opname van logistiek vastgoed, de leestand van verouderd bestaand vastgoed toeneemt. Dit komt omdat een substantieel deel van de bestaande voorraad niet meer voldoet aan de huidige eisen van de eindgebruikers.

Omwille van efficiëntie zullen distributiecentra steeds vaker op multimodaal bereikbare locaties gevestigd worden in de buurt van containerterminals (barge) en grote waterwegen (Albertkanaal, Rijn). Zo kunnen de inkomende goederen immers worden gebundeld en in dikke stromen vanuit de mainports aangevoerd worden en kunnen de goederen vervolgens ('file vrij') meer fijnmazig gedistribueerd worden naar de koopkrachtigste Europese regio's (Ruhrgebied, Parijs, Benelux). Rekening houdend met de congestieproblematiek zullen nationale distributiecentra in de Benelux op de as Amsterdam-Brussel gevestigd worden en zullen Europese distributiecentra eerder in het oosten van de Benelux (Noord-Brabant, Nederlands en Belgisch Limburg en Luik) worden gevestigd.

Omwille van schaalvergroting zullen steeds meer logistieke clusters ontstaan voor meerdere klanten. Hierdoor kunnen veranderende behoeften van individuele klanten op een locatie worden opgevangen.

Omwille van de groeiende e-commerce logistiek zullen in toenemende mate cross-dock en stadsdistributiecentra aan de rand van de stedelijke agglomeraties worden gevestigd. Indien afleversnelheid van e-commerce activiteiten echter nog verder toeneemt, zullen meer kleinschalige (en milieuvriendelijkere) magazijnen ook binnen het stadscentrum worden gerealiseerd. Gezien wordt verwacht dat over 5 jaar ongeveer 30% van de totale consumentenbestedingen via e-commerce zal verlopen (ten opzichte van 10% nu), is een groei van beide types logistieke centra onafwendbaar.

TURNKEY-SOLUTIONSPROJECT BLUEBEE

Open Workspace - Bluebee te Mechelen Campus

2. Belangrijke ontwikkelingen in 2017

2.1. Bezettingsgraad en verhuringen in 2017

De bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille van Intervest bedraagt 86% op 31 december 2017. Zonder rekening te houden met het herontwikkelingsproject van Greenhouse BXL is de bezettingsgraad 91% op 31 december 2017, wat gelijk gebleven is ten opzichte van jaareinde 2016.

Voor de kantorenportefeuille bedraagt de bezettingsgraad 76% op 31 december 2017 en 85% zonder rekening te houden met het herontwikkelingsproject van Greenhouse BXL (86% op 31 december 2016).

Voor de logistieke portefeuille is de bezettingsgraad toegenomen met 2% ten opzichte van 31 december 2016 tot 98% op 31 december 2017 en dit ten gevolge van de uitbreiding van de vastgoedportfeuille met sites die volledig verhuurd zijn.

Op vlak van verhuringen heeft Intervest het afgelopen jaar 9% van de jaarlijkse nettohuurinkomsten verlengd of vernieuwd. In totaal zijn 30 verhuurtransacties afgesloten voor 83.926m² met nieuwe of zittende huurders. In 2016 was dit 24% van de jaarlijkse nettohuurinkomsten in 50 transacties, goed voor 216.980 m².

De verhuuractiviteit van Intervest heeft zich ook in 2017 vooral toegespitst op verlengingen en uitbreidingen van bestaande huurovereenkomsten. In totaliteit zijn in 2017 circa 6% van de jaarlijkse nettohuurinkomsten van de vastgoedvennootschap of 50.372 m² verlengd of uitgebreid op bestaande huurcontracten ten opzichte van 20% in 2016.

Verhuringen aan nieuwe huurders in 2017 bedragen 3% van de totale nettohuurinkomsten van de vennootschap of 33.554 m² ten opzichte van 4% in 2016.

In 2017 zijn 30 huurovereenkomsten afgesloten of verlengd, goed voor 9% van de huurinkomsten.

Verhuuractiviteit in de kantorenportefeuille

In de kantorenportefeuille heeft de activiteit zich voornamelijk geconcentreerd op verlengingen en uitbreidingen met bestaande huurders en dit vooral in de kantoorparken in Mechelen. Er zijn nieuwe huurders aangetrokken voor 2% van de jaarlijkse huurinkomsten van dit segment en verlengingen met bestaande huurders voor 4%. In totaal is voor circa 9.600 m² aan huurtransacties afgesloten (op een totale kantorenportefeuille van ongeveer 210.000 m²).

Nieuwe huurders

In 2017 zijn in de kantorenportefeuille van Intervest voor een totale oppervlakte van 3.968 m² nieuwe huurovereenkomsten afgesloten en zijn hiermee 10 nieuwe huurders aangetrokken voornamelijk in Mechelen (in jaar 2016, 11 nieuwe huurders voor een totale oppervlakte van 3.431 m²).

De belangrijkste transacties in 2017 zijn:

  • Valesta in Mechelen Campus voor 866 m²
  • Cazimir in Diegem Greenhouse BXL voor 700 m²
  • Tecan in Mechelen Campus voor 538 m²
  • Fabricom in Aartselaar voor 520 m²
  • Plat4mation in Mechelen Campus voor 318 m²
  • T-Fitness Belgique in Antwerpen Gateway House voor 301 m²

Vernieuwingen bij einde huur, uitbreidingen en verlengingen van huurovereenkomsten

In de kantorenportefeuille zijn in 2017 voor een oppervlakte van 5.665 m² lopende huurovereenkomsten heronderhandeld of verlengd in 10 transacties. Over dezelfde periode in 2016 is een oppervlakte van 9.944 m² heronderhandeld in 21 transacties.

De belangrijkste transacties in 2017 zijn:

  • uitbreiding van Mylan in Hoeilaart Park Rozendal voor 1.916 m²
  • uitbreiding van Galapagos in Mechelen Campus voor 866 m²
  • uitbreiding en verlenging van Mitiska REIM in Dilbeek Inter Access Park voor 817 m²
  • verlenging van Info Support in Mechelen Intercity Business Park voor 541 m²
  • verlenging van Pebble Media voor 427 m² in Mechelen Campus
  • verlenging van Trend Micro in Mechelen Campus voor 322 m²
  • verlenging van Blue Crux in Mechelen Campus voor 318 m²

VERLENGING FEEDER ONE, WOMMELGEM

24.180 m2

Verhuuractiviteit in de logistieke portefeuille

Ook voor de logistieke portefeuille van Intervest heeft de meeste activiteit zich vooral geconcentreerd op verlengingen en uitbreidingen met bestaande huurders. Er zijn nieuwe huurders aangetrokken voor 5% van de jaarlijkse huurinkomsten van dit segment en verlengingen met bestaande huurders voor 8%. In totaal is voor circa 74.300 m² aan huurtransacties afgesloten (op een totale logistieke portefeuille van circa 584.000 m²).

Nieuwe huurders

In de logistieke portefeuille van Intervest zijn in 2017 voor een oppervlakte van 29.586 m² nieuwe huurovereenkomsten afgesloten in 5 transacties. In 2016 was dit een oppervlakte van 38.029 m² in 6 transacties.

De belangrijkste transacties in 2017 zijn verhuringen aan:

  • Mirka in Opglabbeek voor 14.660 m²
  • Iron Mountain in Boom voor circa 6.387 m²
  • Feeder One in Duffel voor 4.067 m²
  • Wastic BVBA in Herentals voor 2.770 m²

Vernieuwingen bij einde huur, uitbreidingen en verlengingen van huurovereenkomsten

In de logistieke portefeuille zijn in 2017 voor een oppervlakte van 44.707 m² huurovereenkomsten verlengd of uitgebreid in 5 transacties. Over dezelfde periode in 2016 is een oppervlakte van 165.575m² heronderhandeld in 12 transacties.

De belangrijkste transacties in 2017 zijn:

  • verlenging van Feeder One in Wommelgem voor 24.180 m²
  • verlenging van Covidien in Opglabbeek voor 13.101 m²
  • uitbreiding van Toyota Material Handling Europe Logistics in Wilrijk voor 7.065 m².

2.2. Investeringen in 2017

In 2017 heeft Intervest gefocust op de groei van de logistieke vastgoedportefeuille met als strategische doelstelling de logistieke portefeuille op termijn te laten groeien tot deze circa 60% van de totale vastgoedportefeuille zal uitmaken. De verhouding tussen de beide segmenten is op jaareinde 2017 54% logistieke gebouwen en 46% kantoren. In totaal heeft Intervest in 2017 voor € 52 miljoen nieuwe acquisities en voor € 7 miljoen uitbreidingen op bestaande sites gerealiseerd.

In België zijn drie logistieke sites aan de vastgoedportefeuille toegevoegd, gelegen in Oevel, Aarschot en Zellik. De oplevering van het logistiek nieuwbouwproject op Herentals Logistics 3 is volledig volgens planning uitgevoerd in het tweede kwartaal van 2017.

In Nederland is de eerste stap gezet met de aankoop van een logistiek complex in Tilburg en een distributiecentrum in Raamsdonksveer.

In de kantorenportefeuille verlopen de werkzaamheden voor de herontwikkeling van Greenhouse BXL met een derde RE:flex, volgens schema en is een eerste huurder aangetrokken.

Verwerving van drie logistieke sites, gelegen in Oevel, Aarschot en Zellik

De uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille met de sites in Oevel en Aarschot in mei 2017 en in Zellik in december 2017, is goed voor een investering van € 28 miljoen. De oppervlakte van deze sites samen bedraagt circa 53.000 m². De bezettingsgraad van elke site is 100%. De drie sites genereren samen een huurinkomstenstroom van ruim € 2 miljoen op jaarbasis. Deze verwervingen hebben gemiddeld een bruto-aanvangsrendement van 7,3%. Deze drie transacties zijn uitgevoerd via kapitaalverhogingen door inbreng in natura met in totaal de uitgifte van 1,2 miljoen aandelen Intervest. Hierdoor is het eigen vermogen van de vennootschap versterkt met € 27 miljoen. De aanschaffingswaarde van deze sites ligt in lijn met de waardering door de onafhankelijke vastgoeddeskundige van de vennootschap.

Oevel

De site in Oevel zorgt voor een uitbreiding in de logistieke corridor langs de snelwegen E313 en E314 tussen Antwerpen-Limburg-Luik. De site kent een uitstekende ligging langs deze snelweg en vormt een cluster met de huidige eigendommen van Intervest in Oevel en Herentals. Met deze investering versterkt Intervest haar marktpositie op deze belangrijke logistieke as.

De site in Oevel betreft een logistiek gebouw met 10.840 m² magazijn, 410 m² mezzanine en 410 m² kantoren en wordt tot 2022 gehuurd door Vos Logistics, een Europese logistieke dienstverlener. Het bedrijf verzorgt vervoer van verpakte en onverpakte goederen en biedt logistieke en distributie-oplossingen aan. Het volledige gebouw is voorzien van fotovoltaïsche installaties, waarvoor Intervest een opstalrecht gegeven heeft op het dak aan de exploitant.

Aarschot

Met de verwerving van de distributie-hub in Aarschot anticipeert Intervest op het toenemende belang van snelle stadsdistributie. Het gebouw fungeert als last-minute distributiehub voor de regio. Met deze investering speelt Intervest in op het toenemende belang van distributie-hubs die essentieel zijn voor de snelle groei van e-commerce.

De site in Aarschot bestaat uit 2 logistieke gebouwen van samen 11.570 m² magazijnruimte en 600 m² kantoorruimte, alsook 2 kleinere opslagruimtes van elk 800 m². 80% van de site is sinds 1 januari 2017 voor lange termijn verhuurd aan bpost voor een up-to-date regionaal verdeelcentrum. De gemiddelde gewogen looptijd van de huurovereenkomsten van deze site is 5,9 jaar tot de eerste opzegmogelijkheid.

Zellik

"Grote percelen industriegrond zijn niet of nauwelijks beschikbaar in de Brusselse regio wat deze verwerving van een oudere magazijnruimte voor herontwikkeling aan competitieve voorwaarden tot een opportuniteit maakt. Door de verwerving van deze logistieke site met potentiële meerwaarde na herontwikkeling onderscheidt Intervest zich op de Belgische markt als een investeerder met een logistieke toekomstvisie"

Jean-Paul Sols, ceo Intervest

De site in Zellik is een strategische locatie in de Brusselse periferie, gelegen op de as Antwerpen - Brussel - Nijvel. De Brusselse periferie blijft een toplocatie voor Belgische logistiek, zowel voor nationale als voor snelle stadsdistributie.

De site in Zellik heeft een verhuurbare oppervlakte van ca. 26.000 m² en bestaat uit een opslagruimte van 23.234 m² met 1.000 m² kantoorruimte, verhuurd aan 3 PL'er NedCargo, en een professioneel afhaalpunt van 1.344 m² met 336 m² kantoren verhuurd aan FACQ, verdeler van sanitaire onderdelen. Er bevindt zich een fotovoltaïsche installatie op een gedeelte van de site.

De gemiddelde gewogen looptijd van de huurovereenkomsten van de site is 2,4 jaar tot de eerste opzegmogelijkheid. De huurovereenkomst met FACQ loopt nog tot mei 2022, NedCargo heeft de mogelijkheid het gebouw in december 2019 te verlaten. Het distributiecentrum van NedCargo beantwoordt niet langer aan de vereisten van een hedendaags logistiek centrum en een herontwikkeling dringt zich op in 2020. Intervest voorziet om op deze locatie een state-of-the-art nieuwbouw te realiseren van ca. 29.000 m² magazijnruimte en bijhorende kantoren, na herontwikkeling. Rekening houdend met de specificiteit van de locatie zullen zowel kleinere als grotere entiteiten er kunnen huisvesten. Deze herontwikkeling geeft Intervest de mogelijkheid om op relatief korte termijn meerwaarde te creëren binnen haar eigen portefeuille.

Oplevering logistiek ontwikkelingsproject op Herentals Logistics 3

Begin 2017 zijn op de logistieke site Herentals Logistics 3 de werken gestart voor de nieuwbouw van een distributiecentrum van 12.000 m² voor huurder Schrauwen Sanitair en Verwarming. De site maakt reeds sinds 2008 deel uit van de vastgoedportefeuille van Intervest en is gelegen op één van de belangrijkste logistieke corridors in België, naast de oprit van de E313, met zichtlocatie. De site biedt nog verdere toekomstige uitbreidingsmogelijkheden voor een bijkomend magazijn van ongeveer 8.000 m².

Deze investering in 2017 van circa € 5 miljoen kadert in de groeistrategie van Intervest om haar portefeuille in logistiek vastgoed verder uit te bouwen op een klantgedreven wijze door o.m. ontwikkelingen op multimodaal bereikbare plaatsen. Intervest toont hiermee meer te zijn dan een aanbieder van louter m², ook in logistiek vastgoed.

Met de huurder is een langetermijnhuurovereenkomst getekend voor 15 jaar met een eerste opzegmogelijkheid na 9 jaar. De oplevering van het nieuwbouwproject is, volledig volgens planning, gebeurd in het tweede kwartaal van 2017.

"Dit project sluit naadloos aan bij de strategie om in het segment van het logistiek vastgoed ook te groeien door herontwikkelingen in de eigen portefeuille. Deze investering is bovendien uitgewerkt in nauwe samenwerking met de toekomstige klant, waarmee Intervest eens te meer aantoont verder te kijken dan het louter aanbieden van vierkante meters en oplossingen zoekt op maat van haar klanten."

Jean-Paul Sols, ceo Intervest

Eerste stap in Nederland met de aankoop van twee logistieke sites in Tilburg en Raamsdonksveer

Met de verwerving van een logistiek complex in Tilburg en een distributiecentrum in Raamsdonksveer, beide in Nederland, is de eerste stap van Intervest in Nederland gezet. Hiermee volgt Intervest haar strategie om haar actieradius uit te breiden in een regio van 150 km rond Antwerpen. Deze uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille in Nederland in 2017 is goed voor een investering van € 24 miljoen. De oppervlakte van deze sites samen bedraagt circa 34.000 m². De bezettingsgraad van elke site is 100%. De sites genereren samen een huurinkomstenstroom van ruim € 1,7 miljoen op jaarbasis. Deze twee verwervingen hebben gemiddeld een bruto-aanvangsrendement van 7,1%. Deze investeringen zijn gefinancierd met beschikbare kredietlijnen bij financiële instellingen en zijn gestructureerd via 100% perimetervennootschappen van Intervest in Nederland. De aanschaffingswaarde van deze sites ligt in lijn met de waardering door de onafhankelijke vastgoeddeskundige van de vennootschap.

"We zien veel overeenkomsten tussen de twee partijen: Intervest is een ambitieuze partij met een duidelijke focus op logistiek vastgoed en dat geeft ons de zekerheid dat ze goed begrijpt hoe wij werken en welke specifieke wensen we hebben als het gaat om huisvesting, nu en in de toekomst."

Rob Verhoef - Algemeen Directeur, Dutch Bakery Group

Tilburg

De site in Tilburg is gelegen in de Industriezone Vossenberg II, die via de rondweg aansluit op de A58 Eindhoven - Breda en deel uitmaakt van de logistieke hotspot Tilburg - Waalwijk. Dit industrieterrein is het grootste van Tilburg met meer dan 200 ondernemingen en kenmerkt zich door een grote diversiteit waarbij er niet enkel logistieke en distributiebedrijven gevestigd zijn, maar ook een groot aantal productie- en assemblagebedrijven in allerlei bedrijfstakken.

Het pand heeft een oppervlakte van 13.300 m² en bestaat uit 11.400 m² magazijnruimte, 1.200 m² kantoren en 700 m² mezzanine. Het pand heeft een vrije hoogte van 8 meter en beschikt over 6 laadkades en 72 parkings. De bedrijfshal en productieruimte zijn gekoeld en volledig conform de HACCP-richtlijnen van de voedingsindustrie.

De huurder van de site is Dutch Bakery, een moderne en innovatieve industriële producent van half-afgebakken broodproducten onder private-labels van supermarkten. Dutch Bakery combineert op deze locatie industriële bakkerij-activiteiten met expeditie en logistieke activiteiten en stelt meer dan 400 medewerkers te werk.

De huurovereenkomst is gestart op 1 januari 2017 met een vaste looptijd van 15 jaar op basis van een triple net overeenkomst.

Raamsdonksveer

Het distributiecentrum in het Noord-Brabantse Raamsdonksveer heeft een verhuurbare oppervlakte van 20.500 m² en is op lange termijn verhuurd aan een woon- en decoratieretailer. Het is goed ontsloten via de A27 (Breda - Almere) en de A59 (Moerdijk - Den Bosch), en heeft via de nabijgelegen Oosterhout Container Terminal een directe verbinding met de havens van Rotterdam en Antwerpen.

Het logistieke complex werd in 2010 builtto-suit gerealiseerd voor de huurder, die in Raamsdonksveer zijn distributieactiviteiten voor Nederland en België heeft geconcentreerd. Van hieruit bevoorraadt hij zijn winkelfilialen in de Benelux en organiseert het bedrijf de levering van de e-commerce activiteiten.

De huurovereenkomst met de huurder heeft een vaste looptijd tot midden 2031.

Herontwikkeling Greenhouse BXL met derde RE:flex

Na de succesvolle en vernieuwende heroriëntering van het kantoorgebouw Greenhouse Antwerp in 2016 is Intervest in 2017 gestart met de heroriëntering van Diegem Campus waarbij deze zich als Greenhouse BXL duidelijk zal onderscheiden van het klassieke kantorenaanbod.

Begin 2017 zijn met het vertrek van huurder Deloitte de kantoorgebouwen van Diegem Campus, gelegen op Berkenlaan 6, 8a en 8b, vrij gekomen. Het gebouw op Berkenlaan 6 is in het eerste semester van 2016 reeds gedesinvesteerd.

Gezien de locatie en de kwaliteit van de gebouwen, bieden deze gebouwen een uitstekende opportuniteit voor herpositionering en een multi-tenant benadering tot een inspirerend kantoorgebouw waar werken en beleving samengaan met een servicegerichte en flexibele benadering van de huurders.

Het uitgewerkte concept met een derde RE:flex en coworking lounge, is erop gericht om ontmoeting en interactie te stimuleren. Het straalt professionaliteit uit, stimuleert kruisbestuiving, laat een hoge mate van flexibiliteit toe, brengt rust, stelt service centraal, is energie-efficiënt en zet in op bereikbaarheid. Een nieuwgebouwde patio zal fungeren als een levendige ontmoetingsplek met mogelijkheden voor het organiseren van events. Het "nieuwe werken" wordt in het complex geïntegreerd door een coworking lounge en inspiratieplekken te combineren.

De inrichting is er ook op gericht om interactie tussen bezoekers en gebruikers onderling te stimuleren. Er zijn onder meer een Grand Café, een restaurant, grotere gemeenschappelijke vergaderzalen en een auditorium voorzien. De gebruikers kunnen ook beroep doen op een service desk die zal garant staan voor een persoonlijke benadering in functie van de behoeften van de klant.

Het aanpalend leegstaand gebouw op Berkenlaan 7 is aangekocht in het eerste kwartaal van 2017 tegen grondwaarde voor € 1,7 miljoen. De bedoeling is om het bestaande gebouw af te breken en deze site om te vormen tot een extra open ruimte met een park, ontspanningsmogelijkheden en een ondergrondse parking, aansluitend op Greenhouse BXL.

De bouwwerken voor de herontwikkeling van de site tot Greenhouse BXL, zijn in het eerste kwartaal van 2017 gestart en zullen naar verwachting voltooid zijn in mei 2018 om de eerste klanten te verwelkomen. Het budget voor de totale geplande investering bedraagt circa € 9 miljoen (waarvan € 1 miljoen in boekjaar 2017 en € 8 miljoen in boekjaar 2018). De financiering van deze investering zal gebeuren uit de beschikbare kredietlijnen van de vennootschap.

De bouwwerken voor de patio met het auditorium belemmeren ondertussen de verhuurbaarheid van Greenhouse BXL niet. Cazimir, een team van gespecialiseerde advocaten dat vermogende families en ondernemers helpt met juridische vragen en zorgen over hun vermogen, heeft voor zijn nieuwe kantoorlocatie nabij Brussel gekozen voor Greenhouse BXL. Cazimir huurt er vanaf oktober 2018 een kantooroppervlakte van 700 m² voor een vaste termijn van 9 jaar. Cazimir is bijzonder gecharmeerd door Greenhouse BXL omdat het één van de nieuwste kantoorprojecten is in de periferie van Brussel, volledig geënt op het concept van het "nieuwe werken". Verschillende soorten werkplekken en vergaderruimtes, een auditorium voor informatieve bijeenkomsten, het vele groen, de mooie parkeerratio voor cliënten en werknemers en de gelegenheid tot sporten en ontspannen, zijn enkele van de belangrijkste troeven die een rol speelden bij de keuze van Cazimir.

"Wij zijn verheugd om met Cazimir de eerste huurovereenkomst in Greenhouse BXL te kunnen afsluiten. De ruime belangstelling voor het project geeft aan dat dit innovatieve kantoorconcept, waar werken en beleving samengaan, beantwoordt aan de verwachtingen van de markt."

2.3. Ontwikkelingspotentieel

Toewijzing aan 'Genk Green Logistics' van de herontwikkeling van Ford-site in Genk

De selectie van 'Genk Green Logistics' door de Vlaamse overheid als voorkeursbieder voor de herontwikkeling van de Ford-site is goed voor een nieuwbouwpotentieel van circa 250.000 m² logistiek vastgoed, wat een beduidend grote stap voorwaarts betekent in de toekomstige realisatie van het groeiplan van Intervest.

Genk Green Logistics is de op te richten joint venture tussen Intervest enerzijds en Group Machiels anderzijds, die in samenwerking met ontwikkelaar MG Real Estate en DEME Environmental Contractors zullen instaan voor de herontwikkeling van een van de meest grootschalige tri-modaal ontsloten logistieke hubs in Vlaanderen. De Vlaamse overheid heeft hiermee gekozen voor een bundeling van complementaire expertises inzake ontwikkeling van grootschalige bedrijfsterreinen om de Ford-site in Genk te herontwikkelen tot een logistieke hotspot.

De site is strategisch gelegen in de belangrijke logistieke corridor Antwerpen - Limburg - Luik. De totale Ford-site heeft een terreinoppervlakte van 133 hectare waarvan 42 hectare voor zone B. De site is tri-modaal ontsloten via het Albertkanaal, het spoor en de nabijheid van de E314 en E313. De grootschaligheid van de site en haar tri-modale ontsluiting zijn unieke troeven om Genk Green Logistics als logistieke hotspot op de kaart te zetten. De toewijzing aan Genk Green Logistics behelst zone B van de Ford-site. Zone A is voorzien als openbaar domein en voor gemeenschappelijke functies. Zone C is eigendom van De Vlaamse Waterweg.

Genk Green Logistics plant een volledig nieuwbouwproject op zone B dat zal bestaan uit een state-of-the-art logistiek complex van ongeveer 250.000 m² na volledige ontwikkeling. Het is de bedoeling om deze oppervlakte gefaseerd te ontwikkelen, verdeeld over verschillende gebouwen, naar schatting over een periode van vijf jaar.

Gedetailleerde informatie inzake financiering van het project, de rendementen en andere randvoorwaarden, zal systematisch gecommuniceerd worden naargelang de voortgang in de verschillende fases van het project.De onderhandelingen voor het afsluiten van een contractueel akkoord met de Vlaamse overheid zijn in het tweede semester van 2017 van start gegaan en op 31 december 2017 nog lopende.

In eerste instantie zijn de nodige sloop- en saneringswerken van de bestaande gebouwen te voorzien. De sanering van de grond en de infrastructuurwerken zullen worden gecoördineerd door De Vlaamse Waterweg in opdracht van de Vlaamse overheid. Ondertussen kan de ontwikkeling van substantiële delen van de site worden aangevat.

Genk Green Logistics staat voor een ontwikkelingsplan met een duidelijke commerciële focus op e-commerce. Het verwacht hiermee een breed scala aan gebruikers tot de site te kunnen aantrekken, gaande van retailers t.b.v. e-commerce activiteiten, e-fulfilment dienstverleners, tot de klassieke 3PL-organisaties. Genk Green Logistics zal ook open staan voor andere logistieke behoeftes of slimme maakindustrie.

Genk Green Logistics zal als referentieproject inzake duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit gerealiseerd worden als een logistiek gebouwencomplex, met hoge duurzaamheidsprincipes. De gebouwen zullen BREEAM-gecertificeerd worden en o.m. voorzien zijn van doorgedreven isolatie, waterrecuperatie, energiezuinige ledverlichting, zonnepanelen en CO2-neutraliteit.

2.4. Desinvesteringen

De performantie van de volledige vastgoedportefeuille wordt in functie van de strategie van Intervest op constante basis gemonitord en geëvalueerd. Indien er zich interessante opportuniteiten tot desinvesteren voordoen, worden deze desgevallend steeds in overweging genomen en geanalyseerd. In 2017 werd echter niet overgegaan tot desinvesteren.

BEYOND REAL ESTATE

2.5. Beyond real estate: van m² naar 'ontzorgen'

Intervest positioneert zich in haar beide marktsegmenten beyond real estate en treedt op als een real estate partner die verder gaat dan het louter verhuren van vierkante meters kantoren of logistieke ruimte. Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken kan Intervest de klanten 'ontzorgen' en meerwaarde bieden. De vele positieve reacties van de klanten op deze turnkey solutions sterken Intervest dan ook in het verder uitbouwen van deze aanpak.

In het logistieke segment vertaalt dit zich in het samen met de klant anticiperen op wijzigende ruimtebehoeften en gebouwspecificaties nu en in de toekomst. Zo zijn o.m. met Feeder One, Toyota Material Handling en Rogue Fitness, in nauwe samenwerking met de klant projecten uitgewerkt om bestaande gebouwen aan te passen om te beantwoorden aan hun specifieke behoeften qua inrichting, indeling, combinatie met kantoren, flexibele ruimtes e.d. De ontwikkeling van Herentals Logistics 3 met de built-to-suit nieuwbouw van een distributiecentrum, in nauw overleg met de klant Schrauwen Sanitair en Verwarming, is een ander mooi voorbeeld van deze klantgedreven aanpak.

Greenhouse Antwerp, het innoverend gerenoveerd kantoorgebouw van Intervest in Berchem, is afgestemd op het huidige nieuwe werken, met een RE:flex ruimte voor start-ups en coworking, een ruim aanbod aan flexibele vergaderruimtes en een restaurant, het "Greenhouse Café". In de loop van 2017 zijn hier eveneens managed offices voorzien, kleinere volledig ingerichte kantoren die in een mum van tijd verhuurd zijn. Daarnaast is de dienstverlening in Greenhouse Antwerp uitgebreid met de opening van Greenhouse Boardroom, een moderne, compleet uitgeruste vergaderfaciliteit met eigen catering.

Op Mechelen Campus is de installatie van twee slimme laadpleinen voor 34 elektrische wagens een extra troef voor de klanten.

Beyond real estate: turnkey solutions

Een gespecialiseerd en op elkaar afgestemd team zorgt met de turnkey solutions voor een volledig op maat gemaakte oplossing gaande van inrichting, werfopvolging tot coördinatie van de ingebruikname, en volgt nauwlettend de afgestemde timing en het voorziene budget op.

Zowel bij nieuwe verhuringen als bij verlengingen maken klanten meer en meer gebruik van deze turnkey solutions voor de optimalisatie van het gebruik van hun kantoorruimte of hun logistieke ruimte. Een evolutie die duidelijk past in het zgn. 'ontzorgen' van de klant.

Kantoren

Ook in 2017 heeft het team van Intervest een behoorlijk aantal turnkey-solutionsprojecten afgewerkt, zowel voor bestaande klanten als voor nieuwe klanten.

Voor bestaande klanten zijn projecten uitgewerkt of afgerond zoals onder meer bij Sundio Group, waar de technische ruimte is heringericht, Borealis, waar de koffiecorner omgebouwd is tot een inspirerende ontmoetingsruimte en Bluebee waar een ganse verdieping heringericht is en aangesloten op de reeds in gebruik genomen gedeeltes. Daarbij is de open ruimte vergroot met vergaderzalen en bijkomende kantoren. Tijdens de uitvoering van de werken zijn de medewerkers intern verhuisd. Voor Biocartis werd het cleanroomproject afgerond. Bij Mylan werd de volledige kantoorinrichting aangepakt. Het volledige gelijkvloers en de eerste verdieping werden totaal ontmanteld en opnieuw opgebouwd.

Daarnaast deden ook in 2017 een aantal nieuwe klanten een beroep op de turnkey-solutionsaanpak zoals In2Food, E.ON, Tecan en Plat4mation.

Voor In2Food is de volledige kantoorinrichting aangepakt. Het is een combinatie van open en gesloten ruimtes geworden waarbij gespeeld is met kleuren om de ruimtes visueel van elkaar te scheiden. Nieuwe deuropeningen en een nieuwe draagmuur zorgen voor een betere circulatie en zo is ook optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare oppervlakte.

Bij E.ON is een totale renovatie gebeurd. Het volledige kantoor is heringericht inclusief het aanpassen van de HVAC aan de nieuwe situatie. Daarbij zijn wel enkele bestaande wanden gerecupereerd die werden geïntegreerd in het geheel.

Bij Tecan werden de inrichtingswerken binnen een maand afgewerkt omdat de klant op korte termijn wou verhuizen. In het kantoorgedeelte is een combinatie van open ruimte en gesloten kantoren voorzien. In een tweede vleugel is een trainingcenter en een stockageruimte ondergebracht. De gehele ruimte kreeg een aantal frisse rode accenten in lijn met de branding van het bedrijf.

Plat4mation, aanbieder van oplossingen voor service management in de cloud, vestigde zich in 2016 met twee personen in het coworkingkantoor RE:flex op Mechelen Campus. In 2017, ruim een jaar later, verhuist het IT-bedrijf naar een eigen kantoor op dezelfde campus en doet voor de inrichting beroep op het turnkey-solutionsteam.

Het turnkey-solutionsteam is verder actief geweest in de eigen gebouwen. In RE:flex Mechelen is een extra vergaderzaal voorzien. In Greenhouse Antwerp zijn meerdere zogenaamde managed offices geïnstalleerd, volledig instapklare kantoorruimtes met uitgebreide dienstverlening. Nog op dezelfde locatie is Greenhouse Boardroom ingericht. Het is een modern ingerichte en compleet uitgeruste vergaderfaciliteit geworden met een eigen catering.

Mechelen Campus - E.ON Greenhouse Antwerp - Boardroom

Wommelgem - Feeder One - Kantoorgedeelte na de werken

Logistiek

In het logistiek segment zijn projecten uitgewerkt voor Feeder One en is het project voor Rogue Fitness dat opgestart is in 2016, verder afgewerkt in 2017.

Voor Feeder One is zowel het logistieke gedeelte als het kantoorgedeelte van de site onder handen genomen. Duurzaamheid en energie-efficiëntie zijn de leidraad geweest voor de aanpassingen in het logistieke gedeelte: dakrenovatie, relighting, ADR-ruimte, vernieuwing van HVAC en installatie van een EMS systeem zijn de voornaamste componenten geweest. In het kantoorgedeelte is de bestaande indeling volledig herzien en opnieuw ingericht, terwijl iedereen ter plekke is kunnen blijven verder werken.

In een eerste fase is in de bestaande logistieke ruimte van Rogue Fitness Benelux in Schelle een demonstratieruimte en showroom voor de producten van Rogue uitgetekend, in combinatie met de nodige voorzieningen voor de klassieke opslagactiviteiten. Kantoren en sanitaire ruimten werden uitgebreid en opgefrist. Deze werkzaamheden zijn in 2017 afgerond. In de loop van 2018 is nog de afwerking van de showroom gepland en van de opslagruimte voor gevaarlijke stoffen. Verder heeft Intervest meegedacht met de langetermijnplanning van de klant en zijn bijkomende uitbreidingsmogelijkheden voorzien.

Voor Toyota Material Handling Europe Logistics is het kantoorgedeelte van hal 1A volledig gestript en kreeg het een nieuwe vloer, nieuwe ledverlichting en nieuw sanitair. Er zijn ook extra ramen geplaatst om meer zonlicht binnen te halen.

Beyond real estate: uitgebreide dienstverlening

De klant 'ontzorgen' staat centraal in de missie van Intervest. Het aanbieden van diensten op klant-, gebouw-, site- en portefeuilleniveau vereenvoudigt voor de klanten het dagdagelijkse beheer van de werkomgeving. Intervest zorgt voor de coördinatie, de planning, de communicatie en de opvolging van de verschillende diensten, is het centrale aanspreekpunt, en garandeert hierbij een zeer goede prijs/kwaliteitsverhouding met garantie. Intervest neemt hierdoor de 'vastgoedzorg' van de klanten gedeeltelijk of geheel over en voorziet ook bijkomende diensten voor de medewerkers van de klanten zodat de klanten zich kunnen concentreren op hun kernactiviteiten.

Ondersteund door Planon, een onlinetool, zorgt Intervest voor het efficiënt verwerken van de verschillende aanvragen voor allerhande interventies. Met de 'Planon self service' heeft de klant rechtstreeks de mogelijkheid om een melding in te geven in het systeem. Zo kan de klant in Planon zelf de status van de gevraagde interventie mee opvolgen. Leveranciers en partners kunnen op deze manier goed opgevolgd worden en bijgestuurd worden waar nodig. In 2017 is gestart met een upgrade van Planon die voorzien is om live te gaan eerste kwartaal van 2018.

Beyond real estate: RE:flex en managed offices

RE:flex biedt met meerdere formules toegang tot een flexibele "(derde) werkplek" en een waaier aan faciliteiten en diensten die volgens werkelijk gebruik worden afgerekend. Elke RE:flex is tevens voorzien van state-of-the-art conferentie- en vergaderfaciliteiten, die bovendien ook geschikt zijn voor seminaries, recepties, productpresentaties, team meetings, en dergelijke.

De eerste RE:flex werd geïnstalleerd in Mechelen Campus midden 2012. Daar is de centrale ligging van Mechelen een bijkomende troef gebleken (bereikbaarheid, parkeerfaciliteiten, minder fileproblemen, enz). Om aan de groeiende vraag te voldoen werd in RE:flex Mechelen medio 2015 een bijkomende verdieping ingericht, met extra werkplekken en vergaderfaciliteiten.

In Greenhouse Antwerp, het gerenoveerde kantoorgebouw in Berchem, is in 2016 een tweede RE:flex geopend op het gelijkvloers en een deel van de eerste verdieping, met zowel een coworking omgeving als een ruime keuze aan vergaderruimtes. Ook hier is RE:flex zowel gericht op kleine, startende bedrijven als grote bedrijven die voor tijdelijke projecten nood hebben aan vergaderruimtes of werkplekken in Antwerpen.

De opening van een derde RE:flex staat tegen midden 2018 gepland in Greenhouse BXL, de herontwikkeling van de site in Diegem.

RE:flex is bovendien een mooi voorbeeld van de turnkey-solutionsaanpak van Intervest. Elke RE:flex is immers volledig intern uitgetekend en ontworpen. Voor het meubilair is via een partnership samengewerkt met Steelcase, één van de grootste producenten wereldwijd van kantoormeubilair en tevens klant in Mechelen Campus.

Mechelen Campus Toren huisvest ook een business center op de elfde, twaalfde en veertiende verdieping waar MC Square kleine kantoorruimtes met full service omkadering doorverhuurt aan startende of kleinere ondernemingen.

In 2017 is in Greenhouse Antwerp nog een bijkomende uitbreiding gebeurd met individuele volledig ingerichte kantoorruimtes, managed offices, die op een flexibele basis kunnen gehuurd worden en in een mum van tijd ook verhuurd zijn.

3. Financiële resultaten 2017

3.1. Geconsolideerde resultatenrekening

in duizenden € 2017 2016
Huurinkomsten 43.349 45.280
Met verhuur verbonden kosten -4 -157
Met beheer verbonden kosten en opbrengsten 623 490
Vastgoedresultaat 43.968 45.613
Vastgoedkosten -6.162 -5.242
Algemene kosten en andere operationele opbrengsten en kosten -2.729 -2.145
Operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille 35.077 38.226
Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen 0 -12.798
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -7.274 2.425
Ander portefeuilleresultaat -89 363
Operationeel resultaat 27.714 28.216
Financieel resultaat (excl. variaties in reële waarde van financiële activa en passiva) -7.467 -9.147
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
(niet-effectieve hedges)
1.119 1.547
Belastingen -180 -34
NETTORESULTAAT 21.186 20.582
Toelichting:
EPRA resultaat* 27.430 29.044
Portefeuilleresultaat -7.363 -10.009
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
(niet-effectieve hedges)
1.119 1.547

* Voor de berekening van het EPRA resultaat wordt verwezen naar de Begrippenlijst.

Analyse van de resultaten1

De strategie van Intervest is gebaseerd op een heroriëntering van haar kantorenportefeuille en een groei van de logistieke vastgoedportefeuille. Voor boekjaar 2017 bedragen de huurinkomsten van Intervest € 43,4 miljoen en dalen daarmee met € 1,9 miljoen of 4% ten opzichte van boekjaar 2016 (€ 45,3 miljoen).

In het kantoorsegment verminderen de huurinkomsten in 2017 met € 4,0 miljoen of 9%, voornamelijk als gevolg van de strategische heroriëntering van de kantorenportefeuille. Dit enerzijds door de desinvestering van vijf niet-strategische gebouwen in de Brusselse periferie in juni 2016 en anderzijds, door de herontwikkeling van de kantoorsite in Diegem tot Greenhouse BXL na het vertrek van huurder Deloitte in Diegem op 31 januari 2017 waardoor deze site niet verhuurd is in 2017.

De daling van de huurinkomsten in het kantoorsegment wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de toename van de huurinkomsten in het logistieke segment met € 2,1 miljoen of 5%, hoofdzakelijk door de in 2017 uitgevoerde acquisities van vijf logistieke sites.

Toename van de huurinkomsten in de logistieke portefeuille met 5% door acquisities en afname in de kantorenportefeuille met 9% door strategische heroriëntering.

De vastgoedkosten bedragen voor boekjaar 2017 € 6,2 miljoen (€ 5,2 miljoen). De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de toename van de technische kosten met € 0,2 miljoen en de stijging van beheerskosten van het vastgoed met € 0,6 miljoen door een uitbreiding van het acquisitieteam en de versterking van het team voor het logistiek vastgoed.

De algemene kosten en andere operationele opbrengsten en kosten belopen € 2,7 miljoen voor boekjaar 2017 (€ 2,1 miljoen). De toename met € 0,6 miljoen is te wijten aan toegenomen personeels-, huisvestings- en kantoorkosten, als gevolg van een uitgebreider directiecomité en personeelsbestand alsook aan hogere advieskosten in het kader van de groei van de vennootschap.

De daling van de huurinkomsten gecombineerd met de toename van de algemene en vastgoedkosten, zorgen ervoor dat het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille in 2017 daalt met € 3,1 miljoen of 8% tot € 35,1 miljoen (€ 38,2 miljoen). Hierdoor bedraagt de operationele marge van Intervest 81% voor boekjaar 2017 (84%).

In boekjaar 2017 heeft Intervest geen vastgoedbeleggingen gedesinvesteerd. In 2016 bedroeg het resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen € -12,8 miljoen door de minderwaarde gerealiseerd op de desinvestering van vijf gebouwen in de Brusselse periferie in juni 2016.

De variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen bedragen in 2017 € -7,3 miljoen (€ 2,4 miljoen) of een daling van de reële waarde met 1% ten opzichte van jaareinde 2016. Deze variaties zijn voornamelijk het gecombineerd effect van:

  • de toename van de reële waarde van de bestaande kantorenportefeuille met € 1,4 miljoen voornamelijk in de regio Mechelen
  • de afname van de reële waarde van de bestaande logistieke vastgoedportefeuille met € -8,7 miljoen, hoofdzakelijk als gevolg van de toekomstige verwachte leegstandsperiode in Puurs en de wijziging van de huursituatie in Wommelgem.

Het financiële resultaat (excl. variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges)) bedraagt in 2017 € -7,5 miljoen en is daarmee € 1,6 miljoen lager dan in 2016 (€ -9,1 miljoen). De afname van de financieringskosten volgt voornamelijk uit de inwerkingtreding van interest rate swaps aan lagere rentevoeten. De gemiddelde rentevoet van de financieringen van de vennootschap bedraagt voor 2017 2,6% inclusief bankmarges, ten opzicht van 3,1% in 2016.

De gemiddelde rentevoet van de financieringen bedraagt 2,6% inclusief bankmarges voor boekjaar 2017 (3,1% in 2016).

1 De cijfers tussen haakjes zijn de vergelijkende cijfers van het boekjaar 2016.

De variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) bevatten de wijziging in marktwaarde van de interest rate swaps die conform IAS 39 niet als cash-flow hedginginstrument kunnen geklasseerd worden, voor een bedrag van € 1,1 miljoen (€ 1,5 miljoen).

Het nettoresultaat van Intervest van het boekjaar 2017 bedraagt € 21,2 miljoen (€ 20,6 miljoen) en kan opgedeeld worden in:

  • het EPRA resultaat van € 27,4 miljoen (€ 29,0 miljoen); de daling van € 1,6 miljoen is hoofdzakelijk te wijten aan de daling van de huurinkomsten en de stijging van de algemene en vastgoedkosten, deels gecompenseerd door de daling van de financieringskosten door nieuwe interest rate swaps aan lagere rentevoeten
  • het portefeuilleresultaat van € -7,3 miljoen (€ -10,0 miljoen)
  • de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) voor een bedrag van € 1,1 miljoen (€ 1,5 miljoen).

Voor het boekjaar 2017 betekent dit voor Intervest een EPRA resultaat van € 27,4 miljoen (€ 29,0 miljoen). Rekening houdend met 17.409.850 gewogen gemiddeld aantal aandelen geeft dit een EPRA resultaat per aandeel van € 1,58 ten opzichte van € 1,73 per aandeel voor boekjaar 2016. Rekening houdend met 17.740.407 dividendgerechtigde aandelen op jaareinde geeft dit een EPRA resultaat per aandeel van € 1,55 ten opzichte van € 1,73 per aandeel voor boekjaar 2016.

In het kader van haar groeistrategie heeft Intervest in maart 2016 besloten een brutodividend voor boekjaar 2016, 2017 en 2018 te voorzien van minimum € 1,40 per aandeel.1

Voor boekjaar 2017 zal aan de aandeelhouders bijgevolg een brutodividend van € 1,40 aangeboden worden (€ 1,40 voor boekjaar 2016). Dit komt neer op een pay-out ratio van 91%2 van het EPRA resultaat. Op basis van de slotkoers op 31 december 2017 (€ 22,49) biedt dit de aandeelhouders een brutodividendrendement van 6,2%.

RESULTAAT PER AANDEEL 2017 2016
Aantal aandelen op jaareinde 18.405.624 16.784.521
Aantal dividendgerechtigde aandelen 17.740.407 16.784.521
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 17.409.850 16.784.521
Nettoresultaat (€) 1,22 1,23
EPRA resultaat op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (€) 1,58 1,73
EPRA resultaat op basis van aantal dividendgerechtigde aandelen (€) 1,55 1,73
Uitkeringspercentage (%) 91% 81%
Brutodividend (€) 1,40 1,40
Percentage roerende voorheffing* 30% 30%
Nettodividend (€) 0,9800 0,9800

* De roerende voorheffing op dividenden van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen is ten gevolge van de Programmawet van 25 december 2016, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2016, vanaf 1 januari 2017 verhoogd van 27% naar 30% (behoudens bepaalde vrijstellingen).

1 Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergaderingen te houden in 2018 en 2019.

2 Intervest Offices & Warehouses is een gereglementeerde vastgoedvennootschap met een wettelijke uitkeringsverplichting van minimaal 80% van het nettoresultaat, aangepast voor niet-kasstroomelementen, gerealiseerde meer- en minderwaarden op vastgoedbeleggingen en schuldverminderingen.

3.2. Geconsolideerde balans

31.12.2017 31.12.2016
663.846 612.373
15.572 12.790
679.418 625.163
359.366 326.085
167.720 152.948
111.642 90.821
58.818 61.734
21.186 20.582
0 0
320.052 299.078
255.584 223.953
64.468 75.125
679.418 625.163
BALANSGEGEVENS PER AANDEEL1 31.12.2017 31.12.2016
Aantal aandelen in omloop op jaareinde 18.405.624 16.784.521
Aantal dividendgerechtigde aandelen 17.740.407 16.784.521
Nettowaarde (reële waarde) (€) 19,52 19,43
Nettowaarde (investeringswaarde) (€) 20,35 20,37
Nettoactiefwaarde EPRA(€) 19,62 19,60
Beurskoers op afsluitingsdatum (€) 22,49 23,90
Premie t.o.v. reële nettowaarde (%) 15% 23%
Schuldgraad (max. 65%) 44,6% 45,7%

Actief 1

De reële waarde van de vastgoedportefeuille bedraagt € 663 miljoen op 31 december 2017.

De vaste activa bestaan voornamelijk uit de vastgoedbeleggingen van Intervest. De reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap is in 2017 toegenomen met circa € 52 miljoen en bedraagt op 31 december 2017 € 663 miljoen (€ 611 miljoen). Onderliggend heeft de reële waarde van de vastgoedportefeuille in 2017 volgende evoluties gekend.

  • De toename van de reële waarde van de logistieke portefeuille met circa € 49 miljoen of 16% ten opzichte van de reële waarde op 31 december 2016, die hoofdzakelijk het gecombineerd effect is van:
  • € 52 miljoen acquisities van vijf logistieke gebouwen, drie in België en twee in Nederland
  • € -9 miljoen of -3% door de afname van de reële waarde van de bestaande logistieke vastgoedportefeuille hoofdzakelijk als gevolg van de inschatting van de toekomstige verwachte leegstandsperiode in Puurs en de wijziging van de huursituatie in Wommelgem
  • € 6 miljoen door investeringen en uitbreidingen in de bestaande logistieke portefeuille, voornamelijk in Herentals Logistics 3
  • De stijging van de reële waarde van de kantorenportefeuille met circa € 2 miljoen of 1% ten opzichte van de reële waarde op 31 december 2016, die voornamelijk het gecombineerd effect is van:
  • € 1 miljoen of 1% als gevolg van de toename van de reële waarde van de bestaande kantorenportefeuille voornamelijk in de regio Mechelen
  • € 1 miljoen investeringen in de bestaande kantorenportefeuille.

De vlottende activa bedragen € 16 miljoen en bestaan hoofdzakelijk voor € 10 miljoen uit handelsvorderingen, waarvan € 7 miljoen vooruitfacturaties voor het eerste kwartaal van 2018, € 3 miljoen uit belastingvorderingen en andere vlottende activa en € 2 miljoen uit overlopende rekeningen.

Passief 1

Het eigen vermogen van de vennootschap is in 2017 versterkt met € 33 miljoen en bedraagt op 31 december 2017 € 359 miljoen (€ 326 miljoen), vertegenwoordigd door 18.405.624 aandelen (16.784.521 aandelen). Deze toename komt hoofdzakelijk voort uit het nettoresultaat van boekjaar 2017, de uitbetaling van het dividend over boekjaar 2016 en vier kapitaalverhogingen:

  • De aandeelhouders van Intervest hebben voor de uitkering van het dividend over het boekjaar 2016 voor 55% van hun aandelen geopteerd voor de inbreng van hun dividendrechten in ruil voor nieuwe aandelen in plaats van de uitbetaling van het dividend in cash. Dit heeft op 22 mei 2017 geleid tot een versterking van het eigen vermogen met € 9 miljoen (kapitaalverhoging en uitgiftepremie) door middel van de creatie van 420.847 nieuwe aandelen. De nieuw gecreëerde aandelen zijn dividendgerechtigd met ingang op 1 januari 2017.
  • De verwerving van de logistieke sites in Oevel en Aarschot op 5 mei 2017 is gerealiseerd via kapitaalverhogingen door inbreng in natura met de uitgifte van 535.039 nieuwe aandelen voor een bedrag van € 13 miljoen. De gecreëerde aandelen zijn dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2017.

1 De cijfers tussen haakjes zijn de vergelijkende cijfers van het boekjaar 2016.

• De verwerving van de logistieke site in Zellik op 22 december 2017 is eveneens gerealiseerd via een kapitaalverhoging door inbreng in natura met de uitgifte van 665.217 nieuwe aandelen voor een bedrag van € 14 miljoen. De gecreëerde aandelen zijn dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2018.

Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is in 2017 door deze kapitaalverhogingen gestegen met € 15 miljoen tot € 168 miljoen (€ 153 miljoen) en de uitgiftepremies met € 21 miljoen tot € 112 miljoen (€ 91 miljoen).

De reserves van de vennootschap bedragen € 59 miljoen (€ 62 miljoen) en bestaan voornamelijk uit:

  • de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed voor € 38 miljoen (€ 54 miljoen), samengesteld uit de reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed voor € 53 miljoen (€ 70 miljoen), en de reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen; immers, conform de interpretatie van de GVV-sector van IAS 40 (publicatie van de Belgische Vereniging van Asset Managers op 8 februari 2006 en de geactualiseerde interpretatie van de BE-REIT Vereniging, gepubliceerd op 10 november 2016) wordt de vastgoedportefeuille gewaardeerd aan reële waarde; het verschil met de investeringswaarde wordt afzonderlijk in het eigen vermogen getoond; dit verschil bedraagt op 31 december 2016 € -15 miljoen (€ -16 miljoen)
  • een reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkings-instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding ter waarde van € -3 miljoen (€ -5 miljoen)
  • overgedragen resultaten van vorige boekjaren en de andere reserves die voor uitkering vatbaar zijn voor € 24 miljoen (€ 13 miljoen).

Op 31 december 2017 bedraagt de nettowaarde (reële waarde) van het aandeel € 19,52 (€ 19,43). Aangezien de beurskoers van het Intervest aandeel (INTO) op 31 december 2017 € 22,49 is, noteert het aandeel op afsluitdatum met een premie van 15% ten opzichte van de reële nettowaarde.

De langlopende verplichtingen bedragen € 256 miljoen (€ 224 miljoen) en bevatten enerzijds de langlopende financiële schulden voor een bedrag van € 252 miljoen (€ 220 miljoen) die voor € 192 miljoen bestaan uit langetermijnbankfinancieringen waarvan de vervaldatum zich situeert na 31 december 2018 en de in maart 2014 uitgegeven obligatieleningen voor € 60 miljoen. Anderzijds bevatten de langlopende verplichtingen ook de andere langlopende financiële verplichtingen wat de negatieve marktwaarde van € 2 miljoen vertegenwoordigt van de cash flow hedges die de vennootschap heeft afgesloten ter indekking van de variabele rentevoeten op de financiële schulden.

De kortlopende verplichtingen bedragen € 64 miljoen (€ 75 miljoen) en bestaan hoofdzakelijk voor € 47 miljoen uit kortlopende financiële schulden, i.e. bankleningen met een vervaldag vóór 31 december 2018 (€ 62 miljoen), voor € 2 miljoen uit handelsschulden en voor € 15 miljoen uit overlopende rekeningen.

De schuldgraad van Intervest bedraagt 44,6% op 31 december 2017 (45,7% op 31 december 2016). De daling van de schuldgraad met 1,1% wordt voornamelijk veroorzaakt door de versterking van het eigen vermogen als gevolg van het keuzedividend en de acquisities in Oevel, Aarschot en Zellik gerealiseerd via kapitaalverhogingen door inbreng in natura met de uitgifte van nieuwe aandelen.

4. Financiële structuur

Het financieringsbeleid van Intervest is gericht op het optimaal financieren van de groeistrategie van de vennootschap. Hierbij wordt een evenwichtige verhouding van schulden en eigen vermogen nagestreefd, waarbij het de bedoeling is om de schuldgraad tussen 45% en 50% te behouden. Intervest zorgt voor voldoende beschikbare middelen om de lopende projecten te financieren en om te kunnen ingaan op groeiopportuniteiten. Een goede diversificatie van verschillende financieringsbronnen wordt beoogd, alsook een adequate spreiding van de vervaldagen van de financieringen. Intervest besteedt blijvend aandacht aan het actief beheer van de financiële risico's waaronder renterisico, liquiditeitsrisico en financieringsrisico.

Concreet heeft Intervest in 2017 de verdere optimalisering van haar financieringsstructuur verwezenlijkt door:

  • Het verlengen van de gemiddelde looptijd van de langetermijnfinancieringen van 2,9 naar 4,6 jaar door:
  • de herfinanciering van haar kredietenportefeuille bij KBC Bank voor € 75 miljoen, gespreid in 3 tranches met looptijden van 5, 6 en 7 jaar
  • het afsluiten van een bijkomende financiering van € 40 miljoen bij Belfius Bank met een looptijd van 7 jaar
  • het aangaan van een kredietovereenkomst met een nieuwe Belgische financieringspartner Argenta Spaarbank, voor € 50 miljoen met een looptijd van 8 jaar.
  • De diversificatie van haar financieringspartners
  • De aanscherping van haar indekkingsstrategie door de huidige lage rentevoeten: waar voorheen de beoogde hedgeratio 66% was, is het streefdoel vanaf begin 2017 bepaald op 80%. De hedgeratio bedraagt 76% op jaareinde 2017.
  • Het verlengen van de gemiddelde looptijd van de interest rate swaps van 2,5 naar 3,6 jaar door het afsluiten van nieuwe interest rate swaps aan lagere rentevoeten voor € 40 miljoen.
  • Het verlagen van de gemiddelde financieringskost van Intervest van 3,1% in 2016 naar 2,6% in 2017.

Deze (her)financieringen tonen het vertrouwen van de financiële instellingen in Intervest en haar strategie aan. Ze hebben geleid tot een adequate spreiding van de vervaldagenkalender van de langetermijnfinancieringen tussen 2018 en 2025, met oog voor evenwicht tussen kostprijs, looptijd en diversifiëring van de financieringsbronnen.

Bovendien is er op jaareinde 2017 een buffer van € 101 miljoen aan niet gebruikte kredietlijnen beschikbaar om de groei in 2018 te financieren met vreemd vermogen.

Dit is mogelijk door de beperkte schuldgraad van 44,6% op 31 december 2017 waardoor er nog circa 75 miljoen kan geïnvesteerd worden met vreemd vermogen alvorens de bovenkant van de strategische bandbreedte van 45%-50% te bereiken.

Deze solide kapitaalstructuur is gerealiseerd door de creatie van nieuw eigen vermogen door de uitgifte van 9,7% aandelen in de loop van 2017 in het kader van drie inbrengen in natura (logistieke sites in Oevel, Aarschot en Zellik) voor € 27 miljoen en het keuzedividend met een succesratio van 55% voor € 9 miljoen.

4.1. Kenmerken financiële structuur

De belangrijkste kenmerken van de financiële structuur op jaareinde 2017 zijn:

  • bedrag financiële schulden: € 299 miljoen (excl. marktwaarde financiële derivaten)
  • 84% langetermijnfinancieringen met een gemiddelde resterende looptijd van 4,6 jaar
  • 16% kortetermijnfinancieringen, voor 8% bestaande uit financieringen met een onbeperkte looptijd (€ 32 miljoen), voor 8% bestaande uit kredieten die in 2018 op vervaldatum komen (€ 33 miljoen)
  • 80% van de opgenomen kredietlijnen zijn bilaterale kredieten, 20% zijn obligatieleningen
  • gespreide vervaldata van de kredieten tussen 2018 en 2025
  • spreiding van de kredieten over 7 Europese financiële instellingen en obligatiehouders
  • € 101 miljoen aan niet-opgenomen gecommitteerde kredietlijnen
  • indekkingsratio: 57% van de kredietlijnen heeft een vaste rentevoet of is gefixeerd door renteswaps, 43% heeft een variabele rentevoet; van de opgenomen kredieten heeft 76% een vaste rentevoet of is gefixeerd door renteswaps en heeft 24% een variabele rentevoet
  • op 31 december 2017 is de gewogen gemiddelde resterende looptijd van de interest rate swaps 3,6 jaar
  • de gewogen gemiddelde rentevoet van de interest rate swaps is 0,7% op 31 december 2017
  • marktwaarde van de financiële derivaten: € 1,8 miljoen negatief
  • gemiddelde rentevoet voor 2017: 2,6% inclusief bankmarges (3,1% voor 2016)
  • schuldgraad van 44,6% (wettelijk maximum: 65%) (45,7% op 31 december 2016)
  • interestcover ratio van 4,7 voor 2017 (4,2 voor 2016)
  • geen wijziging in 2017 in de bestaande gecontracteerde convenanten
  • op 31 december 2017 voldoet de GVV aan haar convenanten.

4.2. Verhouding van langetermijn- en kortetermijnfinancieringen

Op 31 december 2017 zijn 84% van de beschikbare kredietlijnen van Intervest langetermijnfinancieringen en 16% kortetermijnfinancieringen, voor 8% bestaande uit financieringen met een onbeperkte looptijd (€ 32 miljoen) en voor 8% uit kredieten die in 2018 op vervaldatum komen en dienen verlengd of geherfinancierd te worden (€ 33 miljoen).

4.3. Looptijd en spreiding van de vervaldata van langetermijnfinancieringen

De gewogen gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredieten is 4,6 jaar op 31 december 2017.

Het is de strategie van Intervest om de gemiddelde looptijd van de langetermijnfinancieringen tussen 3,5 en 5 jaar te houden maar hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen.

In 2017 heeft Intervest verder gewerkt aan de optimalisatie van de spreiding van de vervaldagen van haar kredietlijnen. In dit kader heeft Intervest in 2017 haar kredietenportefeuille bij KBC Bank voor een totaalbedrag van € 75 miljoen geherfinancierd, gespreid in drie tranches met looptijden van 5, 6 en 7 jaar. Tevens zijn er twee nieuwe kredieten afgesloten. Enerzijds een kredietovereenkomst met een nieuwe Belgische financieringspartner Argenta Spaarbank, voor € 50 miljoen met een looptijd van 8 jaar en anderzijds een kredietovereenkomst van € 40 miljoen bij Belfius Bank met een looptijd van 7 jaar.

De gewogen gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredieten is daardoor toegenomen van 2,9 jaar op 31 december 2016 naar 4,6 jaar op 31 december 2017.

Vervaldagenkalender financieringen

Op 31 december 2017 geeft de vervaldagenkalender van de financieringen het in de grafiek getoonde beeld. In boekjaar 2018 dient Intervest slechts twee kredieten voor een bedrag van € 33 miljoen te herfinancieren.

In 2018 dient slechts 8% van de kredietlijnen geherfinancieerd te worden.

4.4. Beschikbare kredietlijnen

Op 31 december 2017 beschikt de vennootschap over € 101 miljoen niet-opgenomen gecommitteerde kredietlijnen bij haar financiers, ter financiering van toekomstige investeringen, voor geplande herfinancieringen, om schommelingen in liquiditeitsbehoeften op te vangen en voor de betaling van het dividend over het boekjaar 2017.

Intervest houdt een strakke thesauriepositie aan zodat de positie van contanten bij een financiële instelling in principe vrij beperkt is en het overschot aan cash aangewend wordt ter afbouw van de financiële schulden. De cashpositie van de vennootschap bedraagt slechts € 0,7 miljoen op 31 december 2017.

4.5. Indekkingsratio

76% van de opgenomen kredieten heeft een vaste rentevoet of is ingedekt door financiële derivaten.

In 2017 heeft Intervest haar indekkingsstrategie aangescherpt. Voorheen bestond de strategie van Intervest er uit om bij de samenstelling van de kredietportefeuille te streven naar een verhouding van een derde met variabele rente en twee derde met vaste rente. Gezien de aanhoudende lage rentevoeten op de financiële markten heeft Intervest in 2017 het streefdoel voor de indekkingsratio verhoogd tot 80%.

Op 31 december 2017 hebben de obligatieleningen ten belope van in totaal € 60 miljoen een vaste rentevoet en heeft de vennootschap interest rate swaps afgesloten voor een totaal notioneel bedrag van € 160 miljoen. Verder heeft de vennootschap een kredietovereenkomst met een vaste rentevoet voor een bedrag van € 7 miljoen met een initiële looptijd van 10 jaar.

Van de opgenomen kredietlijnen op 31 december 2017 heeft 76% een vaste rentevoet of is gefixeerd door renteswaps en heeft 24% een variabele rentevoet.

Op 31 december 2017 bestaat 57% van de kredietlijnen van de vennootschap uit financieringen met een vaste rentevoet of financieringen gefixeerd door middel van renteswaps, 43% heeft een variabele rentevoet. Het procentuele verschil met de opgenomen financieringen is het gevolg van de beschikbare kredietlijnen.

Op 31 december 2017 is de gewogen gemiddelde rentevoet van de interest rate swaps 0,7%.

4.6. Looptijd van de vastliggende rentevoeten

Op 2 januari 2017 zijn interest rate swaps op vervaldatum gekomen voor een notioneel bedrag van € 60 miljoen met een gemiddelde rentevoet van 2,3%. In het eerste semester van 2017 heeft Intervest voor € 30 miljoen nieuwe indekkingsovereenkomsten (interest rate swaps) afgesloten met looptijden van 6 en 7 jaar (zie Toelichting 18 van het Financieel verslag voor het overzicht en de reële waarde van de financiële derivaten op 31 december 2017). Verder is een bestaande interest rate swap met een notioneel bedrag van € 10 miljoen en een rentevoet van 2,3425% omgevormd naar een interest rate swap met een looptijd van 7 jaar aan 0,85%.

Op 31 december 2017 is de gewogen gemiddelde resterende looptijd van de interest rate swaps 3,6 jaar.

De rentevoeten op de kredieten van de vennootschap liggen op 31 december 2017 vast voor een gewogen gemiddelde resterende looptijd van 3,4 jaar (interest rate swaps en kredieten met vaste rentevoet).

4.7. Gemiddelde rentevoet van de financieringen

Voor het boekjaar 2017 bedraagt de gemiddelde rentevoet van de financieringen van Intervest 2,6% inclusief bankmarges (3,1% in 2016). Deze daling is voornamelijk het gevolg uit de inwerkingtreding van interest rate swaps aan lagere rentevoeten.

De gemiddelde interestvoet van de langlopende financiële schulden bedraagt 2,9% in 2017 (3,2% in 2016). De gemiddelde interestvoet van de kortlopende financiële schulden bedraagt 1,8% in 2017 (3,0% in 2016).

Gemiddelde rentevoet van de financieringen bedraagt 2,6% in 2017 (3,1% in 2016).

4.8. Interestcover ratio

De interestcover ratio is de verhouding tussen het operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille en het financieel resultaat (exclusief variaties in reële waarde van financiële derivaten conform IAS 39). Deze ratio bedraagt voor Intervest 4,7 voor het boekjaar 2017 (4,2 voor het boekjaar 2016) wat hoger is dan het vereiste minimum 2 tot 2,5 die als convenant vastgelegd is in de financieringsovereenkomsten van de vennootschap.

De interestcover ratio is 4,7 voor boekjaar 2017.

4.9. Rentegevoeligheid

Voor het boekjaar 2017 bedraagt het effect op het EPRA resultaat van een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 1% ongeveer € 0,6 miljoen negatief (€ 0,5 miljoen negatief in 2016).

4.10. Bancaire tegenpartijen

De kredietenportefeuille van Intervest is gespreid over 7 Europese financiële instellingen en obligatiehouders.

Intervest onderhoudt handelsrelaties met:

  • banken die de financiering verschaffen: KBC Bank nv, ING België nv, Belfius Bank nv, BNP-Paribas Fortis nv, NIBC Bank nv, Bank Degroof Petercam en Argenta Spaarbank nv
  • banken die tegenpartij zijn voor de rente-indekkingsinstrumenten: ING België nv, KBC Bank nv, Belfius Bank nv en BNP-Paribas Fortis nv.

4.11. Schuldgraad

De schuldgraad bedraagt 44,6% op 31 december 2017 (45,7% op 31 december 2016).

Toelichting bij de evolutie van de schuldgraad

Om een proactief beleid van de schuldgraad te waarborgen, dient een GVV met een schuldgraad hoger dan 50%, als gevolg van artikel 24 van het GVV-KB, een financieel plan op te stellen. Dit plan bevat een uitvoeringsschema waarin een beschrijving wordt gegeven van de maatregelen die zullen worden genomen om te verhinderen dat de schuldgraad boven 65% van de geconsolideerde activa zou stijgen.

Het beleid van Intervest bestaat uit het trachten te handhaven van een schuldgraad tussen 45% en 50%.

Op 31 december 2017 bedraagt de schuldgraad van Intervest 44,6% waardoor de drempel van 50% niet overschreden is. Een overschrijding heeft een eerste maal op 30 september 2011 plaatsgevonden met een schuldgraad van 50,5%. Daarna heeft de schuldgraad steeds gefluctueerd tussen 45% en 52%. In de loop van haar geschiedenis oversteeg de schuldgraad van Intervest nooit de wettelijke drempel van 65%.

De daling van de schuldgraad met 1,1% van 45,7% op 31 december 2016 tot 44,6% op 31 december 2017 is voornamelijk veroorzaakt door de versterking van het eigen vermogen als gevolg van het keuzedividend en de acquisities in Oevel, Aarschot en Zellik gerealiseerd via kapitaalverhogingen door inbreng in natura met de uitgifte van nieuwe aandelen.

Op basis van de huidige schuldgraad van 44,6% per 31 december 2017 heeft Intervest nog een bijkomend investeringspotentieel van circa € 395 miljoen, zonder hierbij de maximale schuldgraad van 65% te overschrijden. De ruimte voor verdere investeringen bedraagt circa € 262 miljoen alvorens de 60% schuldgraad te overschrijden en € 75 miljoen tot de drempel van 50%.

De waarderingen van de vastgoedportefeuille hebben eveneens een impact op de schuldgraad. Rekening houdend met de huidige kapitaalstructuur zou de maximale schuldgraad van 65% pas overschreden worden bij een mogelijke waardedaling van de vastgoedbeleggingen van ongeveer € 214 miljoen of 32% ten opzichte van de vastgoedportefeuille van € 663 miljoen op 31 december 2017. Bij gelijkblijvende lopende huren betekent dit een stijging van de yield, gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van het vastgoed, met gemiddeld 3,5% (van 7,3% gemiddeld naar 10,8% gemiddeld). Bij gelijkblijvende yield, gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van het vastgoed, betekent dit een daling van de lopende huren met € 15,5 miljoen of 32%.

Intervest is hier van oordeel dat de huidige schuldgraad zich op een aanvaardbaar niveau bevindt en voldoende marge biedt om eventuele waardedalingen van het vastgoed op te vangen.

Op basis van het huidige opgestelde financieel plan wordt verwacht dat de schuldgraad van Intervest in de loop van 2018 zal fluctueren tussen 45% en 50%, dit ten opzichte van 44,6% op 31 december 2017.

Bij deze inschatting zijn de volgende theoretische assumpties genomen:

  • geen investeringen en desinvesteringen in 2018
  • de winstreservering die rekening houdt met de winst voor het boekjaar 2017 en de dividendbetaling over het boekjaar 2017
  • een keuzedividend in mei 2018 waarbij het investeringspotentieel dat hierdoor wordt vrijgemaakt wordt aangewend voor balansversterking
  • een stabiele waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap.

Deze inschatting kan echter beïnvloed worden door het zich voordoen van onvoorziene gebeurtenissen. In dit opzicht wordt specifiek verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren.

5. Winstbestemming 2017

De raad van bestuur stelt voor om het resultaat van het boekjaar 2017 van Intervest Offices & Warehouses nv als volgt te bestemmen:

in duizenden €

Nettoresultaat van het boekjaar 20171
TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties
in de reële waarde2 van vastgoed:

Boekjaar
4.985

Vorige boekjaren
0

Realisatie vastgoed
0
Toevoeging aan de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische
vervreemding van de vastgoedbeleggingen
2.378
Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
-1.119
Toevoeging aan de andere reserve 0
Toevoeging aan overgedragen resultaten van vorige boekjaren -2.593
Vergoeding van het kapitaal 24.837

Aan de algemene vergadering van aandeelhouders wordt op 25 april 2018 voorgesteld om een brutodividend van € 1,40 per aandeel uit te keren.

Aan de aandeelhouders zal voor het boekjaar 2017 een brutodividend aangeboden worden van € 1,40 per aandeel. Dit komt neer op een nettodividend van € 0,98 na aftrek van 30% roerende voorheffing. Rekening houdend met 17.740.407 aandelen die zullen delen in het volledige resultaat van het boekjaar 2017 betekent dit een uit te keren dividend van € 24.836.570.

De uitkering van het EPRA resultaat is conform de GVV-Wet.

Het dividend is betaalbaar vanaf 23 mei 2018.

1 De huidige winstverdeling is gebaseerd op de enkelvoudige cijfers (zie 8.6 Bijlagen bij de enkelvoudige jaarrekening in het Financieel verslag).

2 Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.

6. EPRA Best Practices1

In december 2014 heeft EPRA's Reporting and Accounting Committee de geactualiseerde EPRA Best Practices Recommendations ('BPR')2 gepubliceerd. Deze BPR bevatten de aanbevelingen betreffende de bepaling van belangrijke prestaties-indicatoren voor de prestaties van de vastgoedportefeuille. Intervest onderschrijft het belang van standaardisering van de rapportage van prestatie-indicatoren uit oogpunt van vergelijkbaarheid en verbetering van de kwaliteit van de informatie aan beleggers en andere gebruikers van het jaarverslag. Om deze reden heeft Intervest er voor gekozen om de belangrijkste prestatie-indicatoren op te nemen in een apart hoofdstuk van het jaarverslag.

6.1. EPRA opnieuw goud

.

Het Jaarverslag 2016 van Intervest heeft op de EPRA-conferentie in Londen voor de derde keer op rij een EPRA BPR GOLD AWARD gekregen.

EPRA is de European Public Real Estate Association die aanbevelingen formuleert om de transparantie en consistentie van financiële rapportering te verhogen, de zogenaamde BPR of Best Practices Recommendations. Voor het afgelopen jaar heeft EPRA zo'n 120 jaarverslagen van beursgenoteerde vastgoedondernemingen uit gans Europa onder de loep genomen en aan 65 een Gold award toegekend.

De Gold award voor het Jaarverslag 2016 is een erkenning van de onafgebroken inspanningen die Intervest levert voor een consistente en transparante financiële verslaggeving.

1 Deze cijfergegevens werden niet geauditeerd door de commissaris met uitzondering van het EPRA resultaat, de EPRA NAW en de EPRA NNNAW.

2 Het verslag kan geraadpleegd worden op de website van EPRA: www.epra.com.

6.2. EPRA Kernprestatie-indicatoren

De commissaris heeft nagegaan of het "EPRA resultaat", de "EPRA NAW" en "EPRA NNNAW" ratio's berekend zijn volgens de definities van de EPRA BPR van december 2014, en of de financiële gegevens die voor de berekening van deze ratio's worden gebruikt, overeenstemmen met de boekhoudgegevens van de geconsolideerde financiële staten.

Tabel EPRA-indicatoren Definities EPRA* 31.12.2017 31.12.2016
1 EPRA resultaat Resultaat afkomstig van de strate
gische operationele activiteiten.
Doelstelling: meet het resultaat van de
strategische operationele activiteiten,
met uitsluiting van (i) de variaties in
de reële waarde van financiële activa
en passiva (niet-effectieve hedges), en
(ii) het portefeuilleresultaat (de al dan
niet gerealiseerde winst of verlies op
vastgoedbeleggingen).
in duizenden € 27.430 29.044
€/aandeel 1,58 1,73
2 EPRA NAW Netto Actief Waarde (NAW) aangepast
om rekening te houden met de reële
waarde van de vastgoedbeleggingen en
met uitsluiting van bepaalde elementen
die niet kaderen in een financieel model
van vastgoedinvesteringen op lange
termijn.
Doelstelling: na aanpassingen aan de
nettowaarde (reële waarde) voorziet
de EPRA NAW de aandeelhouder met
relevante informatie over de reële
waarde van activa en passiva binnen
een vastgoedvennootschap met een
langetermijn strategie.
in duizenden € 361.207 329.046
€/aandeel 19,62 19,60
3 EPRA NNNAW EPRA NAW aangepast om rekening te
houden met de reële waarde van de
financiële instrumenten, de schulden en
de uitgestelde belastingen.
Doelstelling: na aanpassingen aan de
EPRA NAW voorziet de EPRA NNNAW
de aandeelhouder met relevante
informatie over de reële waarde van
activa en passiva binnen een vastgoed
vennootschap.
in duizenden € 354.892 320.246
€/aandeel 19,28 19,08
4 (i) EPRA Netto
Initieel Rendement
(NIR)
Geannualiseerde brutohuurinkomsten
op basis van de contractuele huren op
afsluitingsdatum van de jaarrekeningen,
met uitsluiting van de vastgoedkos
ten, gedeeld door de marktwaarde
van de portefeuille verhoogd met de
geschatte mutatierechten en –kosten
bij hypothetische vervreemding van
vastgoedbeleggingen.
Doelstelling: een indicator om vast
goedportefeuilles te vergelijken op
basis van rendement.
6,0% 6,4%
(ii) EPRA aangepast
NIR
Deze ratio voert een correctie uit op de
EPRA NIR voor de afloop van huurvrije
periodes (of andere niet-vervallen
huurincentives zoals een huurperiode
met korting en getrapte huurprijzen).
Doelstelling: een indicator om vast
goedportefeuilles te vergelijken op
basis van rendement.
6,2% 6,6%
5 EPRA
huurleegstands
percentage
Geschatte huurwaarde (GHW) van
leegstaande oppervlakte, gedeeld door
de GHW van de totale portefeuille.
Doelstelling: meet de leegstand van de
portefeuille vastgoedbeleggingen op
basis van de GHW (ERV).
13,8% 9,4%
6 EPRA kost ratio
(inclusief directe
leegstandskosten)
EPRA kosten (inclusief directe
leegstandskosten) gedeeld door de
brutohuurinkomsten verminderd met
de vergoedingen voor recht van opstal
en erfpacht.
Doelstelling: meet betekenisvolle ver
anderingen in de algemene en operatio
nele kosten van de vennootschap.
20,6% 16,8%
EPRA kost ratio
(exclusief directe
leegstandskosten)
EPRA kosten (exclusief directe leeg
standskosten) gedeeld door de bruto
huurinkomsten verminderd met de
vergoedingen voor recht van opstal en
erfpacht.
Doelstelling: meet betekenisvolle
veranderingen in de algemene en
operationele kosten van de vennoot
schap zonder effect van wijzigingen in
19,1% 15,8%

Tabel EPRA-indicatoren Definities EPRA* 31.12.2017 31.12.2016

leegstandskosten.

6.3. Tabellen EPRA Kernprestatie-indicatoren

Tabel 1: EPRA resultaat

in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
Nettoresultaat IFRS (groepsaandeel) 21.186 20.582
Aanpassingen voor de berekening van het EPRA resultaat
Uit te sluiten:
I.
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
7.274 -2.425
II.
Resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen
0 12.798
VI.
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
-1.119 -1.547
Ander portefeuilleresultaat 89 -363
EPRA resultaat (groepsaandeel) 27.430 29.044
Gewogen gemiddelde aantal aandelen 17.409.850 16.784.521
EPRA resultaat (€/aandeel) (groepsaandeel) 1,58 1,73

Het EPRA resultaat bedraagt € 27,4 miljoen voor boekjaar 2017 ten opzichte van € 29 miljoen voor boekjaar 2016 of een daling met € 1,6 miljoen of 5,5%. Deze daling is voornamelijk het gevolg de daling van de huurinkomsten en de stijging van de algemene en vastgoedkosten deels gecompenseerd door lagere financieringskosten als gevolg van nieuwe interest rate swaps aan lagere rentevoeten. Het EPRA resultaat per aandeel bedraagt € 1,58 voor boekjaar 2017 in vergelijking met € 1,73 voor boekjaar 2016.

Tabel 2 en 3: EPRA NAW en EPRA NNNAW

in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
Nettoactiefwaarde (groepsaandeel) 359.366 326.085
Nettoactiefwaarde/aandeel (€) (groepsaandeel) 19,52 19,43
Verwaterde nettowaarde na effect van de lichting van opties,
converteerbare schulden en andere eigen-vermogensinstrumenten
359.366 326.085
Uit te sluiten:
IV.
Reële waarde van financiële instrumenten
1.841 2.960
EPRA NAW (groepsaandeel) 361.207 329.046
Aantal aandelen op jaareinde 18.405.624 16.784.521
EPRA NAW/aandeel (€) (groepsaandeel) 19,62 19,60
Toe te voegen:
I.
Reële waarde van financiële instrumenten
-1.841 -2.960
II.
Herwaarderingen van de reële waarde van financieringen
met vaste rentevoet
-4.474 -5.839
EPRA NNNAW (groepsaandeel) 354.892 320.247
Aantal aandelen op jaareinde 18.405.624 16.784.521
EPRA NNNAW/aandeel (€) (groepsaandeel) 19,28 19,08

De EPRA NAW per aandeel bedraagt op 31 december 2017 € 19,62 in vergelijking met € 19,60 op 31 december 2016.

De EPRA NNNAW per aandeel bedraagt op 31 december 2017 € 19,28 in vergelijking met € 19,08 op 31 december 2016.

Tabel 4: EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) en EPRA aangepast NIR

in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
Vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor verkoop 662.539 610.944
Uit te sluiten:
Grondreserve, met het oog op verhuring* -1.683 -3.062
Vastgoed beschikbaar voor verhuring 660.856 607.882
Toe te voegen:
Geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van
vastgoedbeleggingen
17.606 15.197
Investeringswaarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuring (B) 678.462 623.079
Geannualiseerde brutohuurinkomsten 46.801 45.011
Uit te sluiten:
Vastgoedkosten** -5.954 -5.414
Geannualiseerde nettohuurinkomsten (A) 40.847 39.597
Aanpassingen:
Huur bij afloop van huurvrije periodes of andere huurkortingen 1.026 1.325
Geannualiseerde 'topped-up' nettohuurinkomsten (C) 41.873 40.922
(in %)
EPRA NETTO INITIEEL RENDEMENT (A/B) 6,0% 6,4%
EPRA AANGEPAST NETTO INITIEEL RENDEMENT (C/B) 6,2% 6,6%

* Op 31 december 2017 heeft de vennootschap in Herentals op haar site Herentals Logistics 3 een grondreserve die verdere uitbreidingsmogelijkheden biedt voor een bijkomend magazijn van ongeveer 8.000 m². Op jaareinde 2017 is deze grondreserve gewaardeerd als bouwrijp terrein.

** De perimeter van de uit te sluiten vastgoedkosten voor de berekening van het EPRA Netto Initieel Rendement wordt vastgelegd in de EPRA Best Practices en stemt niet overeen met de "Vastgoedkosten" zoals ze in de geconsolideerde IFRS-rekeningen worden voorgesteld.

Het EPRA Netto Initieel Rendement en het EPRA Aangepast Netto Initieel Rendement op 31 december 2017 zijn licht gedaald ten opzichte van 31 december 2016, voornamelijk als gevolg van de strategische heroriëntering van de kantorenportefeuille met de herontwikkeling van de kantoorsite in Diegem tot Greenhouse BXL.

Tabel 5: EPRA huurleegstandspercentage
---------------------------------------- -- -- -- --
Segment Verhuurbare
oppervlakte
Geschatte
Geschatte
EPRA
huurwaarde
huurwaarde
huurleeg
(ERV) voor de
(ERV)
stand
leegstand
EPRA
huurleeg
stand
(in m²) (in duizenden €) (in duizenden €) (in %) (in %)
31.12.2017 31.12.2016
Kantoren 210.457 6.615 27.043 24% 14%
Logistiek vastgoed 584.439 580 25.119 2% 4%
Totaal vastgoed beschik
baar voor verhuring
794.896 7.195 52.162 14% 9%

Het EPRA huurleegstandspercentage op 31 december 2017 is met 5% gestegen ten opzichte van 31 december 2016. Het EPRA huurleegstandspercentage van de kantorenportefeuille neemt toe met 10% als gevolg van de leegstand in Diegem na het vertrek van Deloitte in januari 2017. In de logistieke portefeuille daalt het EPRA huurleegstandspercentage met 2%.

Tabel 6: EPRA kost ratio's

in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
Algemene kosten 2.722 2.232
Waardeverminderingen op handelsvorderingen 36 136
Vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht 21 21
Vastgoedkosten 6.162 5.242
Uit te sluiten:
Vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht -21 -21
EPRA kosten (inclusief leegstandskosten) (A) 8.920 7.610
Leegstandskosten -634 -475
EPRA kosten (exclusief leegstandskosten) (B) 8.286 7.135
Huurinkomsten verminderd met vergoedingen voor
recht van opstal en erfpacht (C)
43.328 45.259
(in %)
EPRA kost ratio (inclusief leegstandskosten) (A/C) 20,6% 16,8%
EPRA kost ratio (exclusief leegstandskosten) (B/C) 19,1% 15,8%

De stijging van de algemene en vastgoedkosten en de daling van de huurinkomsten zorgen ervoor dat de EPRA kost ratio (inclusief leegstandskosten) en de EPRA kost ratio (exclusief leegstandskosten) op 31 december 2017 toegenomen zijn ten opzichte van 31 december 2016.

Tabel 7: EPRA nettohuurinkomsten op constante vergelijkingsbasis

in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
Segment Gelijkblijvende
samenstelling van
de portefeuille ge
durende twee jaar
Acquisities Desinves
teringen
Totale
netto
huur
inkomsten
Gelijkblijvende
samenstelling van
de portefeuille ge
durende twee jaar
Evolutie
nettohuur
inkomsten
Evolutie
nettohuur
inkomsten
(in %)
Kantoren 19.294 455 0 19.749 22.335 -3.041 -14%
Wijzigingen ten gevolge van indexatie 101 0%
Wijzigingen in de bezettingsgraad -3.062 -14%
Wijzigingen door heronderhandeling met bestaande huurders -87 0%
Wijziging in ontvangen schadevergoedingen 7 0%
Andere wijzigingen 0 0%
Logistiek 21.682 1.918 0 23.600 21.295 387 2%
Wijzigingen ten gevolge van indexatie 58 0%
Wijzigingen in de bezettingsgraad 465 2%
Wijzigingen door heronderhandeling met bestaande huurders -204 -1%
Wijzigingen in ontvangen schadevergoedingen 68 0%
Andere wijzigingen 0 0%
TOTAAL HUURINKOMSTEN bij
gelijkblijvende samenstelling
40.976 2.373 0 43.349 43.630 -2.654 -6%
Reconciliatie met de geconsolideerde netto huurinkomsten
Met verhuur verbonden kosten -4
NETTOHUURRESULTAAT 43.345

Bovenstaande tabel geeft de evolutie van de EPRA huurinkomsten weer bij gelijkblijvende samenstelling van de portfeuille. Bij de huurinkomsten van 2016 worden de huurinkomsten met betrekking tot de verkochte gebouwen in de Brusselse periferie in juni 2016 buiten beschouwing gelaten.

Ook de extra huurinkomsten ontvangen als gevolg van de acquisitie van vijf logistieke gebouwen in 2017 worden niet mee opgenomen in de vergelijkingsbasis.

De like for like van de EPRA huurinkomsten vertoont voor de kantorenportefeuille een daling van 14%. Dit is voornamelijk te wijten aan de daling in de bezettingsgraad als gevolg van de herontwikkeling van Greenhouse BXL. De like for like van de EPRA huurinkomsten in de logistieke portefeuille vertoont een stijging van 2%.

Tabel 8: EPRA investeringsuitgaven op constante vergelijkingsbasis

december 2016.

in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
Kantoren Logistiek Kantoren Logistiek
Verwerving van vastgoedbeleggingen1 0 51.539 7.319 0
Like-for-like portefeuille2 878 6.452 3.824 2.678
Totaal 878 57.991 11.143 2.678

1 De verwerving van vastgoedbelegginen omvat de investeringsuitgaven voor de logistieke panden Aarschot, Oevel, Zellik, Tilburg (NL) en Raamsdonksveer (NL). 2 De investeringsuitgaven vermeld bij de "like for like portefeuille" betreffen investeringen en uitbreidingen in gebouwen in bezit van de vennootschap op 31

7. Vooruitzichten 2018

De permanente evoluties op de vastgoed- en de financiële markten maken dat Intervest haar strategie en aanpak jaarlijks zorgvuldig bijstuurt en verfijnt zonder daarbij aan de essentie te raken.

In 2017 heeft Intervest ervoor gezorgd dat de vennootschap, naast de uitgevoerde acquisities, voorbereid is voor verdere groei. In 2018 blijft de basisfocus op uitbreiding in logistiek vastgoed en heroriëntering naar inspirerende kantoorgebouwen.

Investeringen

Ook in 2018 zal Intervest verder werken aan haar strategisch groeiplan met de heroriëntering van haar kantorenportefeuille en de uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille. Hierbij is het de bedoeling om de vastgoedportefeuille, die eind 2017 € 663 miljoen groot is, te laten groeien tot € 800 miljoen tegen eind 2018.

De strategische accentverschuiving, die enkele jaren geleden ingezet is, naar een verhouding van 60% logistiek vastgoed en 40% kantoorgebouwen, blijft het objectief. De verhouding tussen de beide segmenten is op jaareinde 2017 54% logistieke gebouwen en 46% kantoren.

Het te verwerven vastgoed zal bij voorkeur gelegen zijn op de belangrijke logistieke assen waar Intervest reeds actief is, met name de as Antwerpen – Brussel – Nijvel en de as Antwerpen – Limburg – Luik. Andere locaties in België, Nederland en Duitsland komen eveneens in aanmerking. Locaties die potentieel hebben voor de toekomst en trimodaal ontsloten terreinen genieten de voorkeur.

Gezien de grote belangstelling van investeerders voor de logistieke investeringsmarkt en de relatief hoge prijzen die daarvan het gevolg zijn, beoogt Intervest een combinatie van het verwerven van grondposities met het oog op built-to-suitprojecten, sale-and-leasebackoperaties en klassieke investeringen om een voldoende attractief rendement te realiseren.

Voor het logistiek vastgoed heeft Intervest momenteel een beloftevolle pijplijn van mogelijke acquisities, ook in Nederland. Intervest is inmiddels in de Nederlandse vastgoedmarkt gekend als een actieve investeerder die agiel reageert bij investeringsopportuniteiten, wat haar competitiviteit voor toekomstige acquisities verstevigt. De ondertekening in januari 2018 van de intentieovereenkomst voor de ontwikkeling van een logistiek project van circa 28.000 m² in Roosendaal (Nederland) is hiervan een bevestiging.

In Duitsland wordt de markt verder verkend. Intervest zal evalueren of er investeringsopportuniteiten mogelijk zijn die passen in de strategie en die voldoende toegevoegde waarde verschaffen.

Investeringen in de kantorenmarkt waarbij gebouwen en locaties afgestemd zijn op een inspirerende unieke werkomgeving worden actief onderzocht. Intervest beoogt daarbij investeringen in kantoorgebouwen die een bijzonder karakter hebben zowel op vlak van multifunctionaliteit, architectuur en of duurzaamheid.

Genk Green Logistics

De toewijzing als voorkeursbieder door de Vlaamse overheid van de herontwikkeling van de Ford-site in Genk aan 'Genk Green Logistics' draagt in belangrijke mate bij aan de toekomstige realisatie van het groeiplan van Intervest.

Genk Green Logistics, een op te richten joint venture van Intervest en Group Machiels, heeft in samenwerking met MG Real Estate en DEME Environmental Contractors, een belangrijke complementaire expertise inzake de ontwikkeling van grootschalige bedrijfsterreinen. Over een termijn van vijf jaar biedt de site een ontwikkelingspotentieel van circa 250.000 m² logistieke gebouwen.

Met de Vlaamse overheid zal in het eerste semester van 2018 het contractueel akkoord tot verwerving van de site naar verwachting gefinaliseerd worden. De commercialisatie van de nieuwbouwontwikkeling op de Ford-site zal eveneens gestart worden.

Zone B-Ontwikkelingspotentieel 250.000 m²

Greenhouse BXL

In de kantorenportefeuille is de herontwikkeling van Greenhouse BXL in Diegem tot een vernieuwende, inspirerende en servicegerichte multi-tenant campus met een derde RE:flex, prioritair. De bouwwerken zullen naar verwachting klaar zijn in het tweede kwartaal van 2018. De commercialisatie van de site is volop aan de gang. Na het aantrekken van de eerste huurder in 2017 is het de ambitie van Intervest om hier in 2018 meerdere nieuwe huurders te kunnen verwelkomen.

Beyond real estate

Intervest blijft permanent inspelen op wijzigende marktomstandigheden en mee-evolueren in combinatie met een stevige vastgoedervaring.

In de strategische evolutie van het louter verhuren van m² naar het aanbieden van flexibele oplossingen en een uitgebreide dienstverlening gaat Intervest met de concepten van RE:flex en turnkey solutions verder op de ingeslagen weg: beyond real estate. Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken, zorgt Intervest voor het 'ontzorgen' van de klanten en het bieden van meerwaarde. Ook in 2018 zal Intervest er naar streven om bij nieuwe verhuringen of verlengingen van bestaande huurovereenkomsten turnkey solutions te implementeren: een compleet op maat gemaakte oplossing gaande van inrichtingsplannen, werfopvolging tot coördinatie van verhuis, binnen een vooropgestelde timing en budget.

Verhuringen en bezettingsgraad

De bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille van Intervest bedraagt 86% op 31 december 2017. Zonder rekening te houden met het herontwikkelingsproject van Greenhouse BXL is de bezettingsgraad 91% (85% voor de kantorenportefeuille en 98% voor de logistieke portefeuille).

Het verhogen van de huurdersretentie door het verlengen van de looptijd van de huurcontracten blijft de uitdaging op het vlak van asset management evenals het verder stabiliseren en mogelijkerwijze verbeteren van de bezettingsgraad in het kantorensegment. Naast deze verhuringen in Greenhouse BXL in Diegem streeft Intervest ernaar het volume aan nieuwe verhuringen, verlengingen en uitbreidingen in de kantorenportefeuille minimaal stabiel te houden.

De evolutie van de bezettingsgraad in het logistieke segment zal in belangrijke mate afhangen van de herverhuringen van de sites in Puurs en Boom.

Brutodividend

In het kader van haar aangekondigde groeistrategie heeft Intervest reeds in maart 2016 besloten een brutodividend voor boekjaar 2016, 2017 en 2018 te voorzien van minimum € 1,40 per aandeel1 .

Financieringen

Op vlak van financiering heeft Intervest in 2017 haar financieringen en balansstructuur verbeterd en klaargezet voor het groeiplan van 2018.

Zo heeft Intervest de gemiddelde looptijd van de langetermijnfinancieringen verlengd van 2,9 naar 4,6 jaar door het afsluiten van nieuwe financieringen en het verlengen van bestaande kredietfaciliteiten met looptijden van 5 tot en met 8 jaar voor een totaal bedrag van € 165 miljoen. Dit heeft geleid tot een adequate spreiding van de vervaldagenkalender van de langetermijnfinancieringen tussen 2018 en 2025, met oog voor evenwicht tussen kostprijs, looptijd en diversifiëring van de financieringsbronnen. De gemiddelde financieringskost van Intervest is verlaagd van 3,1% in 2016 naar 2,6% in 2017.

In 2018 dient slechts 8% van de kredietlijnen voor een totaal bedrag van € 33 miljoen geherfinancierd te worden.

Op jaareinde 2017 is er een buffer van € 101 miljoen aan niet-gebruikte kredietlijnen beschikbaar om de groei in 2018 te financieren met vreemd vermogen. Dit is mogelijk door de beperkte schuldgraad van 44,6% op 31 december 2017 waardoor er nog circa € 75 miljoen kan geïnvesteerd worden met vreemd vermogen alvorens de bovenkant van de strategische bandbreedte van 45% - 50% te bereiken.

Verder zullen uitgiftes van schuldinstrumenten en aandelenuitgiften ter financieringen van de verdere groei bestudeerd worden en steeds zoveel mogelijk afgestemd worden op de pijplijn van de vastgoedinvesteringen.

Bezettingsgraad

minimaal stabiel houden

Brutodividend € 1,40 per aandeel

In 2018 slechts 8 % van de kredietlijnen te herfinancieren

€ 101 miljoen beschikbaar voor groei

1 Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergaderingen te houden in 2018 en 2019.

Duurzaamheid

Net zoals in de voorgaande jaren zet Intervest haar inspanningen verder op het vlak van duurzaamheid en aandacht voor het milieu.

Intervest onderschrijft het VOKA Charter Duurzaam Ondernemen (VCDO) dat gebaseerd is op de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN geformuleerd in vijf domeinen: peace, people, planet, prosperity en partnership. Op basis hiervan heeft Intervest voor 2018 een plan

uitgewerkt bestaande uit 10 concrete actiepunten die via het VCDO opgevolgd worden.

Intervest heeft zich eveneens aangesloten bij Flux50, de Vlaamse speerpuntcluster die samenwerking stimuleert tussen bedrijven en organisaties uit verschillende sectoren en van verschillende omvang, maar ook met kennisinstellingen, beleidsmakers en zelfs de eindgebruiker. Flux50 heeft als doel innovatietrajecten op te starten in vijf thematische domeinen of innovatorzones: energiehavens, microgrids, multi-energietoepassingen op wijkniveau, energy cloud toepassingen en intelligente renovatie.

Smart Business Area of the Future is een 10 maanden durende haalbaarheidsstudie gecoördineerd door Engie in de innovatorzone microgrid. Intervest maakt samen met Quares, Engie en Continental deel uit van het business consortium dat op de kantorensite Mechelen Campus en directe omgeving de mogelijkheden zal analyseren om er op termijn een smart-gridomgeving te maken, om energie tussen elkaar uit te wisselen.

De vennootschap zal verder de gebouwen in haar portefeuille voor certificatie aan BREEAM voorleggen. Het is de bedoeling in 2018 een aantal bijkomende sites op basis van de BREEAM-In-Use methodiek te laten beoordelen. Deze methodiek ('Building Research Establishment Environmental Assessment Methodology'-In-Use, of kort 'BIU') beoordeelt bestaande gebouwen op hun duurzaamheid, zowel op bouwfysische aspecten, bedrijfsvoering en beheer, als op het gebruik van het gebouw.

PRO-ACTIEF MEEDENKEN EN PLANNEN REALISEREN

"Dankzij de professionele aanpak hebben we ons ambitieus project tijdig en succesvol kunnen realiseren."

Martine Naenen - financieel directeur

Herentals Logistics 3 - Schrauwen

Verslag betreffende het aandeel

    1. Beursgegevens
    1. Dividend en aandelen
    1. Aandeelhouders
    1. Informatie krachtens artikel 34 van het koninklijk besluit van 14 november 2007
    1. Financiële kalender 2018

1. Beursgegevens

1.1. Evolutie beurskoers in 2017

Het aandeel van Intervest Offices & Warehouses (hierna 'Intervest' genoemd) is sinds 1999 genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussel (INTO).

Het aandeel is opgenomen in o.a. de beursindexen EPRA/NAREIT Developed Europe, EPRA/NAREIT Developed Europe REIT's en GPR 250 Europe.

Het aandeel van Intervest heeft op 31 december 2017 het boekjaar afgesloten op een beurskoers van € 22,49 ten opzichte van € 23,90 op 31 december 2016. De gemiddelde beurskoers van het boekjaar 2017 bedraagt € 22,85 ten opzichte van € 24,23 in het boekjaar 2016. Het aandeel heeft als laagste slotkoers € 21,855 (23 mei 2017) en als hoogste slotkoers € 24,27 (20 april 2017) genoteerd.

De ex-dividend date voor het dividend over boekjaar 2016 was op 5 mei 2017.

De marktkapitalisatie van Intervest bedraagt op 31 december 2017 € 414 miljoen.

1.2. Evolutie van de beurskoers over 5 jaar

Op 31 december 2017 bedraagt de beurskoers van het aandeel € 22,49 ten opzichte van € 20,12 op 31 december 2012. Gedurende de laatste 5 jaar is de koers van het aandeel bijgevolg gestegen met 12%.

Rekening houdend met de herinvestering van de dividenden, die in deze 5 jaar werden uitgekeerd, biedt het aandeel een return op beurskoers van 9% op jaarbasis over deze 5 jaar.

1.3. Premie van de beurskoers t.o.v. nettowaarde

Het aandeel van Intervest heeft gedurende het boekjaar 2017 met een premie genoteerd van gemiddeld 18% ten opzichte van de nettowaarde (reële waarde) en 17% ten opzichte van EPRA NAW.

Op jaareinde 31 december 2017 bedraagt de premie 15% ten opzichte van de nettowaarde (reële waarde) en 15% ten opzichte van EPRA NAW. De nettowaarde is inclusief het dividend over boekjaar 2017.

1.4. Vergelijking Intervest met BEL 20 Close index

1.5. Vergelijking Intervest met EPRA/NAREIT indexen - Total return

Tijdens 2017 heeft het aandeel van Intervest lager gepresteerd dan de FTSE EPRA/NAREIT Developed Europe REITs-index en lager dan de EPRA/NAREIT Belgium-index.

1.6. Vergelijking Intervest met GPR indexen - Total return

Uit deze grafiek blijkt dat Intervest in 2017 gemiddeld genomen lager gepresteerd heeft dan de GPR 250 Europe-index en lager dan de GPR 250 Belgium-index.

Bijkomende informatie over de indexen kan aangevraagd worden bij Euronext Brussels voor wat de Euronext 100 en BEL 20 betreft en bij Global Property Research voor wat de GPR 250 Europe (www.propertyshares.com) en GPR 250 Belgium betreft.

1.7. Verhandelde volumes Intervest

De verhandelde volumes liggen in 2017 met een gemiddelde van 11.323 aandelen per dag op een lager niveau als in 2016 (gemiddeld 18.194 stuks per dag). De omloopsnelheid van het aandeel bedraagt 15,7% in 2017 ten opzichte van 27,9% in 2016.

Met ING Bank is een liquiditeitsovereenkomst afgesloten om de verhandelbaarheid van de aandelen te bevorderen. In de praktijk gebeurt dit door regelmatig aan- en verkooporders in te dienen binnen bepaalde marges.

2. Dividend en aandelen

Op 31 december 2017 is de beurskoers van het Intervest aandeel € 22,49 waardoor het de aandeelhouders een brutodividendrendement van 6,2% biedt.

AANTAL AANDELEN 31.12.2017 31.12.2016 31.12.2015
Aantal aandelen op het einde van de periode 18.405.624 16.784.521 16.239.350
Aantal dividendgerechtigde aandelen 17.740.407 16.784.521 16.239.350
Free float (%) 83,4% 81,8% 74,4%
BEURSGEGEVENS 31.12.2017 31.12.2016 31.12.2015
Hoogste slotkoers (€) 24,27 25,99 27,48
Laagste slotkoers (€) 21,86 22,57 20,02
Beurskoers op afsluitingsdatum (€) 22,49 23,90 24,37
Premie t.o.v. de reële nettowaarde (%) 15% 23% 23%
Gemiddelde beurskoers (€) 22,85 24,23 23,36
Verhandeld aantal aandelen per jaar 2.898.600 4.675.888 4.806.037
Gemiddelde verhandeld aantal aandelen per dag 11.323 18.194 18.847
Omloopsnelheid van het aandeel (%) 15,7% 27,9% 29,6%
GEGEVENS PER AANDEEL (€) 31.12.2017 31.12.2016 31.12.2015
Nettowaarde (reële waarde)* 19,52 19,43 19,81
Nettowaarde (investeringswaarde) 20,35 20,37 20,75
Nettoactiefwaarde EPRA 19,62 19,60 20,09
Marktkapitalisatie (miljoen) 414 401 396
Uitkeringspercentage (%) 91% 81% 90%
Brutodividend 1,40 1,40 1,71
Percentage roerende voorheffing (%) 30% 30% 27%
Nettodividend 0,9800 0,9800 1,2483
Brutodividendrendement (%) 6,2% 5,9% 7,0%
Nettodividendrendement (%) 4,3% 4,1% 5,1%

* De nettowaarde (reële waarde) stemt overeen met de nettowaarde zoals gedefinieerd in artikel 2, 23° van de GVV-Wet.

Wijziging van het percentage roerende voorheffing op dividenden

De roerende voorheffing op dividenden van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen is ten gevolge van de Programmawet van 25 december 2016, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2016, vanaf 1 januari 2017 verhoogd van 27% naar 30% (behoudens bepaalde vrijstellingen).

3. Aandeelhouders1

Per 31 december 2017 is het volgende aandeelhoudersschap bekend bij de vennootschap.

TOTAAL 18.405.624 100%
Andere aandeelhouders onder de statutaire drempel 13.391.293 72,76%
De Eik NV 665.217 3,61%
De Eik NV
Eikelenbergstraat 20, 1700 Dilbeek
665.217 22 december 2017 3,61%
Patronale Life NV 623.288 3,39%
Fork Capital NV 296 0,00%
Patronale Life
Belliardstraat 3, 1040 Brussel
623.584 11 mei 2017 3,39%
Foyer Assurances S.A. 40.000 0,22%
Foyer International S.A. 508.235 2,76%
Foyer Vie S.A. 100.000 0,54%
Foyer S.A. 30.000 0,16%
Foyer Finance S.A. 0 0,00%
Foyer Finance S.A.
Rue Léon Laval 12 - 3372 Leudelange,
Groot-Hertogdom Luxemburg
678.235 16 augustus 2016 3,68%
Allianz Benelux S.A. 95.238 0,52%
Allianz Europe BV 1.163.236 6,32%
Allianz SE 0 0,00%
Allianz
Koenigingstrasse 28 - 80802 München,
Duitsland
(Allianz SE heeft de controle over Allianz Europe BV die op
haar beurt de controle heeft over Allianz Benelux S.A.)
1.258.474 19 februari 2016 6,84%
Belfius Bank nv 10.000 0,05%
SFPI)
Louizalaan 32-46A, 1050 Brussel
(moederonderneming van Belfius Bank nv)
Belfius Verzekeringen nv
1.778.821 9,66%
Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij nv/Socié
té Fédérale de Participations et d'Investissement S.A. (FPIM/
0 0,00%
FPIM/SFPI (inclusief Belfius Groep) 1.788.821 24 augustus 2016 9,72%
Naam Aantal
aandelen
Datum
transparantie
kennisgevingen
%

1 Aantal aandelen op basis van de transparantiekennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2017.

In 2017 is de free float van het aandeel van Intervest toegenomen van 82% naar 83% op 31 december 2017.

Transparantiekennisgevingen 2017

Intervest heeft op 11 mei 2017 een transparantiekennisgeving ontvangen van Patronale Life nv waaruit blijkt dat deze op dat moment 3,60% van de aandelen aanhoudt ten gevolge van verwervingen of overdrachten van stemverlenende effecten of stemrechten Intervest.

Op 17 mei 2017 heeft Intervest een transparantiekennisgeving ontvangen van Foyer Finance S.A. die aangeeft dat het aandeelhouderschap in Intervest van één van haar perimetervennootschappen, IWI International Wealth Insurer S.A. onder de statutaire drempel van 3% gedaald is (passieve drempeloverschrijving). Foyer Finance S.A.,Foyer S.A., Foyer Assurances S.A., Foyer Vie S.A. en IWI International Wealth Insurer S.A. houden op dat moment samen 3,92% van de aandelen Intervest.

Op 25 mei 2017 heeft Intervest een tweede transparantiekennisgeving van Foyer Finance S.A. ontvangen ten gevolge van wijzigingen in de groepsstructuur waardoor de aandelen met stemrechten Intervest van IWI International Wealth Insurer S.A. in handen komen van de opslorpende vennootschap Foyer International S.A.

Een vierde en laatste transparantiekennisgeving werd door Intervest ontvangen op 22 december 2017 van De Eik NV. Hieruit blijkt dat zij 3,61% van de aandelen aanhoudt ten gevolge van verwerving of overdrachten van stemverlenende effecten of stemrechten Intervest.

De volledige kennisgevingen alsook de aandeelhoudersstructuur kunnen tevens geraadpleegd worden op de website van Intervest onder de rubriek: Aandeelhoudersstructuur.

https://www.intervest.be/nl/aandeelhoudersstructuur

Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake is elke natuurlijke of rechtspersoon die aandelen of andere verleende financiële instrumenten van de vennootschap met stemrecht, die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of afstaat, verplicht zowel de vennootschap als de Financial Services and Markets Authority (FSMA) kennis te geven van het aantal financiële instrumenten dat hij bezit, telkens wanneer de stemrechten verbonden aan deze financiële instrumenten vijf procent (5%) of een veelvoud van vijf procent bereiken van het totale aantal stemrechten op dat ogenblik of op het ogenblik dat zich omstandigheden voordoen op grond waarvan zulke kennisgeving verplicht wordt.

Naast de in vorige paragraaf vermelde wettelijke drempels voorziet de vennootschap tevens in een statutaire drempel van drie procent (3%).

De aangifte is eveneens verplicht in geval van overdracht van aandelen, wanneer ingevolge deze overdracht het aantal stemrechten stijgt boven of daalt onder de drempels zoals bepaald hierboven.

De noemer voor deze kennisgevingen in het kader van de transparantiereglementering is een laatste keer gewijzigd op 22 december 2017 als gevolg van de kapitaalverhoging en de uitgifte van nieuwe aandelen in het kader van de inbreng in natura van een gebouw in Zellik.

4. Informatie krachtens artikel 34 van het koninklijk besluit van 14 november 20071

Kapitaalstructuur2

Gewone aandelen (INTO)

Aantal Kapitaal (in €) %
18.405.624 € 167.719.793 100%

Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 167.719.793,25 en is verdeeld over 18.405.624 volledig volgestorte aandelen die elk een gelijk deel ervan vertegenwoordigen. Het zijn 18.405.624 gewone aandelen zonder vermelding van nominale waarde.

Er bestaan geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van effecten, noch voor de uitoefening van de stemrechten.

Er zijn geen effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn.

De 665.217 nieuwe aandelen, uitgegeven op 22 december 2017 zijn aandelen zonder dividendrecht over boekjaar 2017. Zij werden pas dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2018.

Aandelenoptieplan

De vennootschap heeft geen aandelenoptieplan. De vennootschap heeft een variabel langetermijnvergoedingsplan voor de leden van het directiecomité, zoals beschreven in de Corporate Governance Verklaring in het Verslag van de raad van bestuur. Een gedeelte van de uitkering van dit variabel langetermijnvergoedingsplan zal gebeuren in de vorm van aandelen Intervest.

Aandeelhoudersovereenkomsten

Voor zover de Vennootschap hiervan kennis heeft, zijn er geen aandeelhouders die in onderling overleg handelen. Er zijn bij de Vennootschap geen aandeelhoudersovereenkomsten bekend die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht.

Toegestaan kapitaal

De algemene jaarvergadering van aandeelhouders van de Vennootschap heeft op 15 mei 2017 een machtiging verleend aan de raad van bestuur om het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap te verhogen in één of meerdere keren met een bedrag van:

  • honderd tweeënvijftig miljoen negenhonderd zevenenveertigduizend zeshonderd twintig euro vijfendertig cent (€ 152.947.620,35), (a) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het voorkeurrecht van de aandeelhouders van de vennootschap betreft, en (b) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de aandeelhouders van de vennootschap betreft; en
  • dertig miljoen vijfhonderd negenentachtigduizend vijfhonderd vierentwintig euro zeven cent (€ 30.589.524,07) voor alle vormen van kapitaalverhoging anders dan deze geviseerd en goedgekeurd in punt I hierboven, met een maximum van € 152.947.620,35 in totaal gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 8 juni 2017 van de machtiging. De machtiging is geldig tot 8 juni 2022.

Het toegestaan kapitaal kan niet worden aangewend om het kapitaal te verhogen bij toepassing van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen in het kader van een openbaar bod tot aankoop van de effecten van de vennootschap.

Bij elke kapitaalverhoging stelt de raad van bestuur de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de voorwaarden van uitgifte van de nieuwe aandelen vast tenzij de algemene vergadering daar zelf over zou beslissen. De kapitaalverhogingen kunnen aanleiding geven tot de uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht.

Wanneer de kapitaalverhogingen, door de raad van bestuur beslist ingevolge deze toelating, een

  • 1 Met betrekking tot de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten voor verhandeling op de gereglementeerde markt – zie ook de wet van 1 april 2007 inzake het openbare overnamebod.
  • 2 Op afsluitingsdatum van dit Jaarverslag.

uitgiftepremie bevatten, moet het bedrag van deze uitgiftepremie op een speciale onbeschikbare rekening geplaatst worden, genoemd "Uitgiftepremies", die zoals het kapitaal de waarborg uitmaakt voor derden en die niet zal kunnen worden verminderd of afgeschaft mits een beslissing van de algemene vergadering die vergadert volgens de voorwaarden van aanwezigheid en meerderheid voorzien voor een kapitaalvermindering, behoudens de omzetting in kapitaal zoals hierboven voorzien.

Tot nu toe heeft de raad van bestuur gebruik gemaakt van de hem verleende machtiging om bedragen van het toegestaan kapitaal te benutten in het kader van:

• de kapitaalverhoging door inbreng in natura (onroerend goed) die op 22 december 2017 werd beslist ten belope van € 6.061.737,31 exclusief een uitgiftepremie van € 7.708.254,59

Aldus kan de raad van bestuur het geplaatste kapitaal in het kader van het toegestaan kapitaal nog verhogen met € 146.885.883,04. (a) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het voorkeurrecht van de aandeelhouders van de vennootschap betreft, en (b) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de aandeelhouders van de vennootschap betreft of € 24.527.786,76 voor alle andere vormen van kapitaalverhoging.

Kapitaalverhoging

Elke kapitaalverhoging zal worden uitgevoerd in overeenstemming met de artikelen 581 t.e.m. 607 van het Wetboek van Vennootschappen, onder voorbehoud van wat hierna is vermeld met betrekking tot het voorkeurrecht.

Bovendien moet de vennootschap zich schikken naar de bepalingen betreffende de openbare uitgifte van aandelen voorzien in de artikelen 26 en 27 van de GVV-Wet.

Bij een kapitaalverhoging door inbreng in geld en onverminderd de toepassing van de artikelen 592 tot 598 van het Wetboek van Vennootschappen, kan het voorkeurrecht enkel worden beperkt of opgeheven als aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht wordt verleend bij de toekenning van nieuwe effecten. Dit onherleidbaar toewijzingsrecht voldoet aan de volgende voorwaarden:

    1. het heeft betrekking op alle nieuw uitgegeven effecten
    1. het wordt aan de aandeelhouders verleend naar rato van het deel van het kapitaal dat hun aandelen vertegenwoordigen op het moment van de verrichting
    1. uiterlijk aan de vooravond van de opening van de openbare inschrijvingsperiode wordt een maximumprijs per aandeel aangekondigd
    1. de openbare inschrijvingsperiode moet in dat geval minimaal drie beursdagen bedragen.

De kapitaalverhogingen door middel van inbrengen in natura zijn onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 601 en 602 van het Wetboek van Vennootschappen. Bovendien, en overeenkomstig artikel 26 §2 van de GVV-Wet, moeten de volgende voorwaarden worden nageleefd:

    1. de identiteit van de inbrenger moet worden vermeld in het verslag bedoeld in artikel 602 van het Wetboek van Vennootschappen alsook in de oproeping tot de algemene vergadering die voor de kapitaalverhoging bijeengeroepen wordt
    1. de uitgifteprijs mag niet minder bedragen dan de laagste waarde van (a) een netto-waarde die dateert van ten hoogste vier maanden vóór de datum van de inbrengovereenkomst of, naar keuze van de vennootschap, vóór de datum van de akte van kapitaalverhoging, en (b) de gemiddelde slotkoers gedurende de dertig kalenderdagen voorafgaand aan diezelfde datum
    1. voor de toepassing van de vorige zin is het toegestaan om van het in punt (b) van vorig lid bedoelde bedrag een bedrag af te trekken dat overeenstemt met het deel van het niet-uitgekeerde brutodividend waarop de nieuwe aandelen eventueel geen recht zouden geven, op voorwaarde dat de raad van bestuur het af te trekken bedrag van het gecumuleerde dividend specifiek verantwoordt in zijn bijzonder verslag en de financiële voorwaarden van de verrichting toelicht in zijn jaarlijks financieel verslag
    1. behalve indien de uitgifteprijs of de ruilverhouding, alsook de betrokken modaliteiten uiterlijk op de werkdag na de afsluiting van de inbrengovereenkomst worden bepaald en aan het publiek meegedeeld met vermelding van de termijn waarbinnen de kapitaalverhoging effectief zal worden doorgevoerd, wordt de akte van kapitaalverhoging verleden binnen een maximale termijn van vier maanden
    1. het onder 1° bedoelde verslag moet tevens de weerslag van de voorgestelde inbreng op de toestand van de vroegere aandeelhouders toelichten, in het bijzonder wat hun aandeel in de winst, in de netto-waarde en in het kapitaal betreft, alsook de impact op het vlak van de stemrechten.

Bovenstaand is niet van toepassing bij de inbreng van het recht op dividend in het kader van de uitkering van een keuzedividend, voor zover dit effectief voor alle aandeelhouders betaalbaar wordt gesteld.

Beslissingsorganen

De mandaten van de bestuurders zijn ad nutum herroepbaar. Indien één of meerdere mandaten vacant worden verklaard, kunnen de overblijvende bestuurders, bijeengekomen in een vergadering van de raad van bestuur, voorlopig in diens vervanging voorzien tot aan de eerstvolgende bijeenkomst van de algemene vergadering van aandeelhouders die dan tot de definitieve aanstelling overgaat.

Voor de wijziging van de statuten is er geen andere reglementering dan deze bepaald door het Wetboek van Vennootschappen.

Inkoop van aandelen

Conform artikel 9 van de statuten kan de vennootschap haar eigen volledig volgestorte aandelen verwerven en in pand houden krachtens de beslissing van de algemene vergadering overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen. Dezelfde vergadering kan de vervreemdingsvoorwaarden van deze aandelen vaststellen.

Daarenboven mag de raad van bestuur voor een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking van de beslissing in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, i.e. vanaf 8 juni 2017, voor rekening van de vennootschap eigen aandelen van de vennootschap verwerven wanneer deze verkrijging noodzakelijk is om de vennootschap te vrijwaren tegen ernstig en dreigend nadeel. Onder een "ernstig en dreigend nadeel" wordt evenwel geen openbaar overnamebod op effecten van de vennootschap in de zin van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen verstaan.

Op 31 december 2017 heeft Intervest, noch haar perimetervennootschappen, eigen aandelen in bezit.

Overeenkomsten bij gewijzigde controle na openbaar overnamebod

Er zijn geen belangrijke overeenkomsten waarbij Intervest partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de vennootschap na een openbaar overnamebod, met uitzondering van de gangbare clausules in de financieringsovereenkomsten.

5. Financiële kalender 2018

Eventuele wijzigingen in de financiële kalender zullen bekend gemaakt worden via een persbericht, dat desgevallend te raadplegen zal zijn op de website van de vennootschap, www.intervest.be.

AANGENAME WERKSFEER STIMULEREN

"Een beperkte oppervlakte ombouwen tot een aangename, niet-klassieke coffeecorner: een geslaagde opdracht."

Nathalie Rigouts - IT Manager Business Intelligence Location Leader Mechelen

Mechelen Campus - Borealis

Vastgoedverslag

    1. Samenstelling van de portefeuille
    1. Overzicht van de portefeuille
    1. Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen
    1. Beschrijving van de kantorenportefeuille
    1. Beschrijving van het logistiek vastgoed

1. Samenstelling van de portefeuille

De activiteiten en de resultaten van Intervest Offices & Warehouses (hierna 'Intervest' genoemd) hangen voor een deel samen met de evolutie van de algemene economische conjunctuur. Deze wordt gemeten aan de hand van het groei- of dalingsniveau van het bruto binnenlands product van België en heeft een onrechtstreekse invloed op de bezetting van bedrijfsgebouwen door de private sector.

De impact van de conjunctuur op de resultaten van Intervest wordt evenwel getemperd door de samenstelling van de portefeuille, de looptijd van de huurcontracten, de risicospreiding naar huurders en kwaliteit van de huurders, de sectorale spreiding van de portefeuille en de locatie en de kwaliteit van de gebouwen.

Het operationeel- en vastgoedbeheer van alle gebouwen van Intervest gebeurt volledig intern om een continue relatie met de klanten te waarborgen. Dankzij de knowhow van haar eigen asset en property management teams die exclusief ten dienste staan van haar klanten-huurders1 , wordt de strategie in alle investeringssegmenten uitgevoerd. De vennootschap kan verder een beroep doen op interne commerciële, boekhoudkundige, financiële, human resources en communicatiediensten.

1.1. Vastgoedportefeuille op 31 december 2017

Op 31 december 2017 heeft de vastgoedportefeuille een oppervlakte van 794.896 m2 (705.068 m2 op 31 december 2016).

De toename van de totale verhuurbare oppervlakte met 89.828 m² of 13% ten opzichte van jaareinde 2016 is voornamelijk het gevolg van de acquisitie van vijf logistieke sites, meer bepaald in Aarschot, Oevel en Zellik in België, en Tilburg en Raamsdonksveer in Nederland.

Logistiek vastgoed in België
Antwerpen-Limburg-Luik
Aarschot - Nieuwlandlaan 321 - 3200 Aarschot 2005
Herentals Logistics 1 - Atealaan 34b - 2200 Herentals 2011
Herentals Logistics 2 - Atealaan 34c - 2200 Herentals 2012
Herentals Logistics 32 - Atealaan 34b - 2200 Herentals 2017
Luik - Première Avenue 32 - 4040 Luik 2000 - 2009
Houthalen - Europark 1026 - 3530 Houthalen 2001
Oevel 1, 2, 3 en 4 - Nijverheidsstraat 8-9-9a-11 - 2260 Oevel 1995 - 2013
Opglabbeek - Weg naar Zwartberg 231 3660 - Opglabbeek 1999 - 2012
Wommelgem - Koralenhoeve 25 - 2160 Wommelgem 1998
Antwerpen-Brussel-Nijvel
Aartselaar - Dijkstraat 1A - 2630 Aartselaar 1994
Boom - Industrieweg 18 - 2850 Boom 2000
Duffel - Stocletlaan 23 - 2570 Duffel 1998
Mechelen 1- Oude Baan 12 - 2800 Mechelen 2004
Mechelen 2 - Dellingstraat 57 - 2800 Mechelen 1998
Puurs -Koning Leopoldlaan 5 - 2870 Puurs 2001
Schelle -Molenberglei 8 - 2627 Schelle 1993
Wilrijk 1 -Boomsesteenweg 801-803 - 2610 Wilrijk 1986
Wilrijk 2 -Geleegweg 1-7 - 2610 Wilrijk 1989
Huizingen -Gustave Demeurslaan 69-71 - 1654 Huizingen 1987
Merchtem - Preenakker 20 - 1785 Merchtem 1992
Zellik - Brusselsesteenweg 464 - 1731 Zellik 1994
2008

Totaal logistiek vastgoed België 550.603 98%

Logistiek vastgoed in Nederland

Tilburg - Kronostraat 2 - 5048 CE Tilburg 2004 13.308 100% Raamsdonksveer - Zalmweg 37 - 4941 SH Raamsdonksveer 2010 20.528 100%

Totaal logistiek vastgoed Nederland 33.836 100%

TOTAAL LOGISTIEK VASTGOED 584.439 98%

Bouw- / renovatiejaar Jaar van laatste Verhuurbare Bezettingsgraad 1
uitbreiding of oppervlakte (%)
investering (m2)

A/B

99% 337.174
100% 14.530 2005
91% 17.346 2011
100% 50.912 2012
100% 12.123 2017
100% 55.595 2017 2000 - 2009
100% 26.995 2016 2001
100% 57.774 1995 - 2013
100% 77.718 2017 1999 - 2012
100% 24.181 2017 1998
95% 213.429
100% 9.865 1994
100% 24.871 2015 2000
100% 23.386 1998
15.341 2004
100% 5.969 2010 1998
100% 43.534 2001
8.317 2016 1993
100% 5.364 2013 1986
100% 24.521 2016 1989
100% 17.548 1993 1987
100% 8.076 2002 1992
100% 26.637 2008 1994
550.603
100% 13.308 2004
100% 13.308 2004
100% 20.528 2010
100% 33.836
98% 584.439

1 De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille.

2 Op 31 december 2017 heeft de vennootschap in Herentals op haar site Herentals Logistics 3 een grondreserve die verdere uitbreidingsmogelijkheden biedt voor een bijkomend magazijn van ongeveer 8.000 m². Op jaareinde 2017 is deze grondreserve gewaardeerd als bouwrijp terrein.

154

Gebouwen Bouw- / renovatiejaar Jaar van laatste

Kantoren

Antwerpen 27.838 84%

Aartselaar - Kontichsesteenweg 54 2630 Aartselaar 2000 2016 4.140 99%

Gateway House - Brusselstraat 59 / Montignystraat 80 - 2018 Antwerpen 2002 2016 11.172 60%

Greenhouse Antwerp - Uitbreidingstraat 66 - 2600 Berchem 2016 5.595 100%

De Arend - Prins Boudewijnlaan 45-49 - 2650 Edegem 1997 6.931 100%

Brussel 56.706 61%

Greenhouse BXL - Berkenlaan 7, 8a en 8b - 1831 Diegem
Inter Access Park - Pontbeekstraat 2 & 4 - 1700 Dilbeek (Groot-Bijgaarden)
Park Rozendal - Terhulpsesteenweg 6A - 1560 Hoeilaart
Woluwe Garden - Woluwedal 18-22 - 1932 Sint-Stevens-Woluwe
Exiten - Zuiderlaan 91 - 1731 Zellik

Mechelen 125.913 81%

Intercity Business Park - Generaal De Wittelaan 9-21 - 2800 Mechelen 1993 - 1999 / 2016 2015 54.190 84%

Mechelen Business Tower - Blarenberglaan 2C - 2800 Mechelen 2001 2014 13.574 86%

Mechelen Campus - Schaliënhoevedreef 20 A-J en T - 2800 Mechelen 2000 - 2005 2012 - 2015 58.149 78%

TOTAAL KANTOREN 210.457 76%

TOTAAL VASTGOEDBELEGGINGEN 794.896 86%

Bezettingsgraad 1 Verhuurbare Jaar van laatste Bouw- / renovatiejaar
(%) oppervlakte uitbreiding of
(m2) investering

A/B

84% 27.838
99% 4.140 2016 2000
60% 11.172 2016 2002
100% 5.595 2016
100% 6.931 1997
61% 56.706
4% 20.175 2017 2000 - 2002
95% 6.392 2014 2000
85% 2.830 2005 1994
96% 23.681 2014 2000
100% 3.628 2002
81% 125.913
84% 54.190 2015 1993 - 1999 / 2016
86% 13.574 2014 2001
78% 58.149 2012 - 2015 2000 - 2005
76% 210.457
86% 794.896

1 De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille.

1.2. Aard van de portefeuille1

Per jaareinde 2017 is de verhouding tussen de beide segmenten in de portefeuille 54% logistieke gebouwen en 46% kantoren ten opzichte van respectievelijk 51% en 49% op 31 december 2016. Deze verschuiving van 3% richting logistiek kadert in de strategische accentverschuiving die enkele jaren geleden werd ingezet naar een verhouding van 60% logistiek vastgoed en 40% kantoorgebouwen. Over de laatste vijf jaar is een verschuiving van 15% van de kantorenportefeuille richting het logistiek vastgoed gerealiseerd.

In 2017 heeft Intervest voor € 52 miljoen nieuwe acquisities en voor € 7 miljoen uitbreidingen op bestaande sites verwezenlijkt en dit hoofdzakelijk in het logistieke segment.

Segment Reële waarde Contractuele
huur
Aandeel in de
portefeuille
Aanschaffings
waarde*
Verzekerde
waarde
(€ 000) (€ 000) (%) (€ 000) (€ 000)
Kantoren 304.250 21.157 46% 294.816 347.913
Logistiek 358.289 27.431 54% 332.936 243.688
TOTAAL 662.539 48.588 100% 627.752 591.601

* Inclusief geactiveerde investeringen.

1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op jaareinde.

1.3. Geografische spreiding van de portefeuille1

Intervest investeert in kantoorgebouwen en in logistieke panden van prima kwaliteit, die verhuurd worden aan eersterangshuurders. Het onroerend goed waarin geïnvesteerd wordt, betreft voornamelijk moderne gebouwen, gelegen op strategische locaties.

Kantoren

Het kantoorgedeelte van de portefeuille concentreert zich op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel en ligt zowel in de binnenstad als op campussen buiten de stad.

Logistiek vastgoed

Het logistieke deel van de portefeuille in België is gelegen op de assen Antwerpen - Brussel - Nijvel (36%) en Antwerpen - Limburg - Luik (57%) en concretiseert zich in Nederland op de assen Moerdijk - 's Hertogenbosch - Nijmegen en Bergen-op-Zoom - Eindhoven - Venlo.

1.4. Sectorale spreiding van de portefeuille1

Kantoren

De huurders zijn goed verspreid over een groot aantal verschillende economische sectoren, wat het risico op aanzienlijke leegstand reduceert in geval van lagere conjunctuur die sommige sectoren harder zou kunnen treffen.

Logistiek vastgoed

Ongeveer 37% van de logistieke portefeuille is verhuurd aan bedrijven buiten de logistieke sector wat de stabiliteit van de huurinkomsten bevordert, met name in periodes van minder gunstige conjunctuur.

1 Percentages op basis van de contractuele huren.

1.5. Bezettingsgraad

De bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille van Intervest bedraagt 86% op 31 december 2017. Zonder rekening te houden met het herontwikkelingsproject van Greenhouse BXL is de bezettingsgraad 91% op 31 december 2017, wat gelijk gebleven is ten opzichte van jaareinde 2016.

Voor de kantorenportefeuille bedraagt de bezettingsgraad 76% op 31 december 2017 en 85% zonder rekening te houden met het herontwikkelingsproject Greenhouse BXL (86% op 31 december 2016).

Voor de logistieke portefeuille is de bezettingsgraad toegenomen met 2% ten opzichte van 31 december 2016 tot 98% op 31 december 2017 en dit ten gevolge van de uitbreiding van de vastgoedportfeuille met sites die volledig verhuurd zijn.

Vastgoedportefeuille

Vastgoedportefeuille exclusief herontwikkelingsproject Greenhouse BXL

De gemiddelde bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille van Intervest gedurende de 10-jarige periode van 2008 tot 2017 is 88% met als maximum 94% (op 31 december 2008) en als minimum 85% (op 31 december 2010).

1.6. Looptijd huurcontracten in portefeuille1

Gemiddelde resterende contractduur tot eerstvolgende breakdatum voor de volledige portefeuille

Op 31 december 2017 is de gemiddelde resterende looptijd van de contracten in de volledige portefeuille 3,9 jaar, en gelijk gebleven ten opzichte van 31 december 2016.

Volledige portefeuille

160

Eindvervaldatum van de contracten in de volledige portefeuille

De eindvervaldagen van de huurcontracten van Intervest zijn goed verspreid over de komende jaren. 11% van de contracten heeft, op basis van de jaarhuur, een eindvervaldatum in het jaar 2018. Het merendeel hiervan (7%) betreft huurcontracten die oorspronkelijk een eindvervaldatum in 2017 hadden en tijdelijk verlengd zijn.

In 2019 komt slechts 8% van de contracten op eindvervaldatum en in 2020 slechts 7%.

Eerstvolgende vervaldatum van de contracten in de volledige portefeuille

Gezien de meeste contracten van het type 3/6/9 zijn, hebben deze huurders elke drie jaar de mogelijkheid om hun contract te beëindigen. De grafiek toont het verloop van de eerstvolgende vervaldag van alle huurovereenkomsten (dit kan een eindvervaldag zijn of een tussentijdse vervaldag). Daar Intervest diverse langetermijnovereenkomsten heeft, zijn weliswaar niet alle contracten opzegbaar binnen de drie jaar.

De grafiek toont het hypothetische scenario op 31 december 2017 waarbij elke huurder zijn huurcontract zou opzeggen bij eerstkomende tussentijdse vervaldag. Dit is een worst case scenario, de in 2017 vertrokken huurders hebben gemiddeld pas opgezegd na een huurperiode van bijna 14 jaar.

In 2018 komt 14% van de contracten op tussentijdse- of eindvervaldatum, waarvan 4% in de kantorenportefeuille en 10% in het logistiek vastgoed.

Logistiek vastgoed

Voor de kantoren bedraagt de gemiddelde resterende huurperiode tot de eerstvolgende vervaldag 3,1 jaar op 31 december 2017 ten opzichte van 3,6 jaar op 31 december 2016. Voor de grote huurders van kantoren (deze boven 2.000 m²) die 65% uitmaken van de totale resterende huurinkomstenstroom en dus een grote impact hebben op de resultaten van Intervest, ligt de eerstvolgende vervaldag (per 1 januari 2018) gemiddeld over 3,4 jaar.

Voor de logistieke panden bedraagt de gemiddelde contractduur tot eerstvolgende vervaldag 4,4 jaar op 31 december 2017, ten opzichte van 4,1 jaar op 31 december 2016. Deze stijging is voornamelijk afkomstig door de verwerving van vijf logistieke sites die voor lange termijn verhuurd zijn.

Voor grote huurders (boven 10.000 m² opslagruimte) ligt de eerstvolgende vervaldag gemiddeld over 4,5 jaar (4,0 jaar op 31 december 2016).

Op 31 december 2017 is de gemiddelde resterende looptijd van de contracten in de kantorenportefeuille 3,1 jaar ten opzichte van 3,6 jaar op 31 december 2016. Voor oppervlakten groter dan 2.000 m2 is dit 3,4 jaar ten opzichte van 4,1 jaar op 31 december 2016.

Voor de logistieke portefeuille is de gemiddelde looptijd van de contracten 4,4 jaar op 31 december 2017 ten opzichte van 4,1 jaar op 31 december 2016.

Gemiddelde retentie van de portefeuille in 2017

Hoewel de meeste huurcontracten van de vennootschap van het type 3/6/9 zijn, dient er op gewezen te worden dat een aantal grote contracten een langere effectieve looptijd heeft.

In het jaar 2017 kwamen 23 huurcontracten of 22% van de jaarlijkse huurinkomsten op eindvervaldatum, waarvan het reeds in 2016 aangekondigde vertrek van Deloitte in Diegem de belangrijkste was.

Zonder rekening te houden met het vertrek van huurder Deloitte stond het verlengen of vernieuwen van deze 22 andere huurcontracten, goed voor 15% van de jaarlijkse huurinkomsten, op de agenda.

In de loop van 2017 werden 17 contracten of 14% van de jaarlijkse huurinkomsten verlengd, vervangen door nieuwe contracten of ingevuld door uitbreidingen op bestaande contracten. Een deel hiervan, met name 7% van de jaarlijkse huurinkomsten, zijn contracten op korte termijn waarvan de eindvervaldag doorgeschoven is naar 2018. Voornamelijk omdat de zittende huurder het contract voor korte termijn verlengd heeft.

Bij de kantoren kwam naast het contract van Deloitte 3% van de jaarlijkse huurinkomsten (14 contracten) op eindvervaldag in 2017. Hiervan werd 2% verlengd, vervangen door nieuwe contracten of ingevuld door uitbreidingen op bestaande contracten.

In het logistieke segment hadden 8 contracten, goed voor 12% van de jaarlijkse huurinkomsten

een eindvervaldag in 2017. Deze werden allemaal verlengd, vervangen door nieuwe contracten of ingevuld door uitbreidingen op bestaande contracten. 7% van deze verlengde contracten zijn contracten op korte termijn, met een looptijd van minder dan één jaar en hebben een nieuwe eindvervaldag in 2018.

De huurders die in 2017 vertrokken zijn, hebben gemiddeld pas opgezegd na een huurperiode van ongeveer 14 jaar.

Het verhogen van de huurdersretentie door het verlengen van de looptijden van de huurcontracten blijft de uitdaging op het vlak van asset management, evenals het verder stabiliseren en mogelijkerwijze verbeteren van de bezettingsgraad in het kantorensegment. Naast de verhuringen in Greenhouse BXL in Diegem streeft Intervest ernaar het volume aan nieuwe verhuringen, verlengen en uitbreidingen in de kantorenportefeuille minimaal stabiel te houden.

Intervest blijft permanent inspelen op wijzigende marktomstandigheden en mee-evolueren in combinatie met een stevige vastgoedervaring. In de strategische evolutie van het louter verhuren van m² naar het aanbieden van flexibele oplossingen en een uitgebreide dienstverlening gaat Intervest met de concepten van RE:flex en turnkey solutions verder op de ingeslagen weg: beyond real estate. Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken, zorgt Intervest voor het 'ontzorgen' van de klanten en het bieden van meerwaarde.

1.7. Gemiddelde leeftijd van gebouwen1

Intervest hanteert een proactief beleid inzake het onderhoud van de gebouwen en via een constante monitoring van het investeringsplan wordt de kwaliteit van de portefeuille gegarandeerd. Naast regelmatige investeringen in kwaliteit en duurzaamheid worden herontwikkelingen en renovaties van de panden uitgevoerd om zowel de kantoorgebouwen als de logistieke panden steeds hoog kwalitatief te houden en de technische en economische levensduur van de gebouwen te optimaliseren.

1 Percentages zijn berekend op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2017. De leeftijd is uitgedrukt ten opzichte van het bouwjaar, de kleinere renovaties worden niet in rekening gebracht. Een volledige renovatie daarentegen zorgt voor een aanpassing van de leeftijd.

1.8. Risicospreiding van gebouwen1

Intervest streeft ernaar een optimale risicospreiding te bekomen en tracht het relatieve aandeel van de individuele gebouwen en complexen in de totale portefeuille te beperken.

Mechelen Campus is met een oppervlakte van 58.149 m² het grootste complex, maar is opgebouwd uit elf afzonderlijke gebouwen. Woluwe Garden en Intercity Business Park zijn eveneens complexen die bestaan uit verschillende gebouwen.

1.9. Risicospreiding naar huurders2

De tien belangrijkste huurders vertegenwoordigen 38% van de huurinkomsten. Dit zijn steeds vooraanstaande bedrijven in hun sector en maken vaak deel uit van internationale concerns. 15% van de belangrijkste huurders behoren tot het kantoorsegment, 23% behoren tot het logistieke segment.

De huurinkomsten van Intervest zijn verspreid over 193 verschillende huurders wat het debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de huurinkomsten bevordert.

  • 1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2017.
  • 2 Percentages op basis van contractuele huren.

1.10. Evolutie van de reële waarde van de vastgoedportefeuille

Totale reële waarde stijgt met € 91 miljoen.

Op 31 december 2017 bedraagt de reële waarde van de vastgoedportefeuille € 663 miljoen, waarvan 54% bestaat uit logistieke gebouwen en 46% uit kantoorgebouwen. Over de laatste 10 jaar is de vastgoedportefeuille toegenomen met € 91 miljoen, en is een verschuiving van 24% van de kantorenportefeuille richting het logistiek vastgoed gerealiseerd.

Aandeel logistiek in totale portefeuille is de afgelopen tien jaar gestegen van 30% naar 54%.

1.11. Evolutie van het rendement op de reële waarde

Het rendement op de reële waarde in deze grafiek is berekend op de contractuele huren van de vennootschap. De daling in het rendement van de kantorenportefeuille en als gevolg ook de totale portefeuille op 31 december 2017 is het gevolg van de lager bezettingsgraad. Het rendement op reële waarde van de logistieke portefeuille neemt in 2017 toe met 0,2%.

2. Overzicht van de portefeuille

TOTALE PORTEFEUILLE 31.12.2017 31.12.2016 31.12.2015 31.12.2014 31.12.2013
Reële waarde vastgoedbeleggingen (€ 000) 662.539 610.944 634.416 609.476 580.709
Contractuele huren (€ 000) 48.588 46.337 49.849 46.556 43.499
Rendement op reële waarde (%) 7,3% 7,6% 7,9% 7,6% 7,5%
Contractuele huren verhoogd met de geschatte
huurwaarde op leegstand (€ 000)
55.783 50.871 55.689 53.807 50.868
Rendement bij volledige verhuring op
reële waarde (%)
8,4% 8,3% 8,8% 8,8% 8,8%
Totale verhuurbare oppervlakte (m²) 794.896 705.068 717.073 674.156 604.428
Bezettingsgraad (%) 86% 91% 90% 87% 86%
Bezettingsgraad excl. Greenhouse BXL (%) 91% 90%* 89%* 86%* 85%*

Op 31 december 2017 bedraagt het huurrendement van de totale portefeuille 7,3%.

2.1. Per segment

KANTOREN 31.12.2017 31.12.2016 31.12.2015 31.12.2014 31.12.2013
Reële waarde vastgoedbeleggingen (€ 000) 304.250 301.926 326.371 332.966 337.503
Contractuele huren (€ 000) 21.157 23.179 27.311 27.254 26.902
Rendement op reële waarde (%) 7,0% 7,7% 8,4% 8,2% 8,0%
Contractuele huren verhoogd met de geschatte
huurwaarde op leegstand (€ 000)
27.772 26.808 32.059 32.652 32.693
Rendement bij volledige verhuring op
reële waarde (%)
9,1% 8,9% 9,8% 9,8% 9,7%
Totale verhuurbare oppervlakte (m²) 210.457 208.716 229.669 229.669 229.669
Bezettingsgraad (%) 76% 86% 85% 83% 82%
Bezettingsgraad excl.Greenhouse BXL (%) 85% 85%* 84%* 82%* 80%*
LOGISTIEK VASTGOED 31.12.2017 31.12.2016 31.12.2015 31.12.2014 31.12.2013
Reële waarde vastgoedbeleggingen (€ 000) 358.289 309.018 308.045 276.510 243.206
Contractuele huren (€ 000) 27.431 23.158 22.538 19.302 16.597
Rendement op reële waarde (%) 7,7% 7,5% 7,3% 7,0% 6,8%
Contractuele huren verhoogd met de geschatte
huurwaarde op leegstand (€ 000)
28.011 24.063 23.630 21.155 18.175
Rendement bij volledige verhuring op
reële waarde (%)
7,8% 7,8% 7,7% 7,7% 7,5%
Totale verhuurbare oppervlakte (m²) 584.439 496.352 487.404 444.487 374.759

* Herberekende bezettingsgraad, exclusief Greenhouse BXL.

2.2. Verzekerde waarde

De vastgoedportefeuille van Intervest wordt verzekerd voor een totale reconstructiewaarde van € 592 miljoen, exclusief de terreinen waarop de gebouwen staan, tegenover een reële waarde van de vastgoedbeleggingen van € 663 miljoen op 31 december 2017 (weliswaar gronden inbegrepen). De verzekerde waarde bedraagt voor de kantoren € 348 miljoen en voor de logistieke portefeuille € 244 miljoen.

De verzekeringen omvatten eveneens bijkomende waarborgen voor de onbruikbaarheid van de onroerende goederen zoals huurderving, de instandhoudings- en opruimingskosten, het verhaal van huurders en gebruikers en het verhaal van derden. De gederfde huur wordt vergoed zolang het gebouw niet heropgebouwd is, voor zover dit binnen een redelijke termijn, vastgesteld door de expert, gebeurt. Inclusief deze bijkomende waarborgen is de verzekerde waarde € 988 miljoen. Deze verzekerde waarde wordt gesplitst in € 684 miljoen voor de kantoren en € 304 miljoen voor de logistieke portefeuille.

Intervest is verzekerd tegen aansprakelijkheid voortkomend uit haar activiteiten of haar investeringen middels een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering die lichamelijke schade dekt tot een bedrag van € 12,4 miljoen en stoffelijke schade (andere dan door brand en ontploffing) tot € 0,6 miljoen. Verder zijn de bestuurders en leden van het directiecomité verzekerd voor bestuurdersaansprakelijkheid waarbij schade wordt gedekt tot een bedrag van € 15 miljoen.

2.3. Sensitiviteitsanalyse

In geval van een hypothetische negatieve aanpassing van het rendement dat gebruikt wordt door de vastgoeddeskundigen bij de bepaling van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap (yield of kapitalisatievoet) met 1% (van 7,3% naar 8,3% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 80 miljoen of 12%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 6% tot circa 51%.

In het omgekeerde geval van een hypothetische positieve aanpassing van dit gebruikte rendement met 1% (van 7,3% naar 6,3% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 105 miljoen of 16%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 6% tot circa 39%.

3. Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen

De waardering van de vastgoedportefeuille van Intervest is op 31 december 2017 uitgevoerd door de volgende vastgoeddeskundigen:

  • Cushman & Wakefield, vertegenwoordigd door Kris Peetermans
  • CBRE Valuation Services vertegenwoordigd door Pieter Paepen
  • CBRE Valuation Advisory bv, vertegenwoordigd door Willem Rodermond

De vastgoeddeskundigen analyseren op een permanente basis verhuringen, verkoop- en aankooptransacties. Dit laat toe de vastgoedtrends correct in te schatten op basis van de werkelijk gerealiseerde prijzen en over te gaan tot het samenstellen van marktstatistieken.

Voor de beoordeling van het onroerend goed wordt rekening gehouden met de markt, de locatie en enkele karakteristieken van het onroerend goed.

De markt:

  • vraag en aanbod van huurders en kopers van vergelijkbaar onroerend goed
  • ontwikkeling rendementen
  • inflatieverwachting
  • huidige rentestand en verwachtingen m.b.t. de renteontwikkeling.

De locatie:

  • omgevingsfactoren
  • parkeermogelijkheden
  • infrastructuur
  • bereikbaarheid met eigen en openbaar vervoer
  • voorzieningen als openbare gebouwen, winkels, horeca, banken, scholen, enz.
  • (bouw)ontwikkelingen van vergelijkbare onroerende zaken.

Het onroerend goed:

  • gebruiks- en andere lasten
  • bouwaard en kwaliteitsniveau
  • staat van onderhoud
  • leeftijd
  • locatie en representatie
  • huidige en eventuele alternatieve gebruiksmogelijkheden.

Vervolgens zijn er 4 belangrijke waarderingsmethoden die gehanteerd worden: actualisatie van de geschatte huurinkomsten, eenheidsprijzen, discounted cash flow analysis en kostenmethode.

Actualisatie van de geschatte huurinkomsten

De investeringswaarde is de resultante van het toegepaste rendement (yield of kapitalisatievoet, die het door een koper vereist brutorendement vertegenwoordigt) op de geschatte huurwaarde (ERV), gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten.

Voor gebouwen die deels of volledig onbezet zijn, wordt de waardering berekend aan de hand van de geschatte huurwaarde, met afhouding van de leegstand en de kosten (verhuurkosten, publiciteitskosten, enz.) voor de leegstaande delen. Voor gebouwen waar de vastgoeddeskundige het correcter acht, wordt de kostenmethode gehanteerd.

Te renoveren gebouwen, gebouwen onder renovatie of geplande projecten worden geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie of einde werken, verminderd met het bedrag van de resterende werken, de erelonen van architecten en ingenieurs, tussentijdse interesten, de geschatte leegstand en een risicopremie.

Eenheidsprijzen

De investeringswaarde wordt bepaald op basis van eenheidsprijzen van het goed per m² voor kantoorruimte, opslagruimte, archief, aantal parkeerplaatsen, enz. en dit op basis van de hiervoor reeds beschreven markt- en gebouwanalyse.

Discounted cash flow analysis

De investeringswaarde wordt berekend op basis van de geactualiseerde waarde van de netto toekomstige huuropbrengsten van elke eigendom. Zo wordt per eigendom rekening gehouden met de jaarlijks te verwachten kosten en provisies, de lopende huurovereenkomsten, de realisatietermijn van de (ver)bouwwerken, hun weerslag op de effectieve inning van de huurgelden. Deze inkomstenstroom, evenals de herverkoopwaarde exclusief transactiekosten, wordt geactualiseerd (discounted cash flow) op basis van de interestvoeten op de kapitaalmarkten, en vermeerderd met een marge, eigen aan de specifieke vastgoedbelegging (liquiditeitsmarge). De impact van wijzigende rentevoeten en te verwachten inflatie wordt aldus op conservatieve wijze mee verrekend in de schatting.

Kostenmethode

Dit geeft een waarde op basis van de geschatte actuele kosten voor het reproduceren of maken van een eigendom van dezelfde kwaliteit, utiliteit en verhandelbaarheid, maar met moderne vervaardigingstechnieken.

De vastgoedportefeuille is als volgt verdeeld:

Vastgoeddeskundige Reële waarde
(€ 000)
Investeringswaarde
(€ 000)
Cushman & Wakefield 304.250 311.856
CBRE Valuation Services 334.190 342.545
CBRE Valuation Advisory 24.099 25.786
TOTAAL 662.539 680.187

Conclusie van Cushman & Wakefield1

Cushman & Wakefield heeft voor het door Cushman & Wakefield gewaardeerde deel van de vastgoedportefeuille van Intervest een investeringswaarde, bepaald op 31 december 2017, van € 311.856.198 en een reële waarde van € 304.249.949.

Fouad Ben Tato Associate Valuation & Advisory Cushman & Wakefield

Kris Peetermans Partner Valuation & Advisory Cushman & Wakefield

Conclusie van CBRE Valuation Services2

CBRE Valuation Services heeft voor het door hen gewaardeerde deel van de vastgoedportefeuille van Intervest een investeringswaarde, bepaald op 31 december 2017, van € 342.545.000 en een reële waarde van € 334.190.000.

Pieter Paepen, MRICS RICS registered valuer Senior Director CBRE Valuation Services Kevin Van de Velde

Associate Director CBRE Valuation Services

Conclusie van CBRE Valuation Advisory3

CBRE Valuation Advisory heeft voor het door hen gewaardeerde deel van de vastgoedportefeuille van Intervest een investeringswaarde, bepaald op 31 december 2017, van € 25.786.000 en een reële waarde van € 24.099.000.

Drs. H.W.B. Knol MSc MRICS RT RICS registered valuer Director

Drs. W.F.A. Rodermond MRE MRICS RICS registered valuer Senior Director

4. Beschrijving van de kantorenportefeuille

Ligging van de kantoren in België1

ANTWERPEN

GHA Greenhouse Antwerp
GH Gateway House
Ar De Arend
Aa Aartselaar

MECHELEN

MC Mechelen Campus
IBP Intercity Business Park
MBT Mechelen Business Tower
BRUSSEL
GHB Greenhouse BXL
WG Woluwe Garden
Ex Exiten
IAP Inter Access Park

PR Park Rozendal

1 Rangschikking per regio op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel.

GREENHOUSE ANTWERP

Adres

Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem Oppervlakte 5.595 m2 Renovatiejaar 2016 Bezettingsgraad 100%

GREENHOUSE ANTWERP RE:FLEX

Greenhouse Antwerp is afgestemd op het huidige nieuwe werken. Op de eerste twee verdiepingen biedt RE:flex ruimte voor startups, coworking, overflowruimte voor klanten en gemeenschappelijke vergaderruimtes. Naast de renovatie van de technische installaties en de binneninrichting heeft ook de buitenkant van het gebouw een compleet vernieuwd en uniek uitzicht gekregen. De gehele voorgevel is nu voorzien van een 'groene gevel' met 50.000 levende planten, één van de grootste groene gevels op een kantoorgebouw in België. In het gebouw is geheel in de stijl van de renovatie door Intervest eveneens een restaurant voorzien, Greenhouse Café, uitgebaat door Cook & Style.

GREENHOUSE ANTWERP BOARDROOM

De dienstverlening in Greenhouse Antwerp is in de loop van 2017 uitgebreid met de opening van Greenhouse Boardroom. Deze modern ingerichte en compleet uitgeruste vergaderfaciliteit met een eigen catering biedt de mogelijkheid in alle rust en discretie te vergaderen, te overleggen of te brainstormen.

GREENHOUSE ANTWERP MANAGED OFFICES

In Greenhouse Antwerp zijn in de loop van 2017 managed offices voorzien, kleinere individuele volledig ingerichte kantoorruimtes die op een flexibele basis kunnen worden gehuurd. Instapklaar en met een uitgebreide dienstverlening waaronder receptie en postverdeling. Deze managed offices zijn na de installatie in een mum van tijd volledig verhuurd.

Meet, eat, work and get inspired.

GATEWAY HOUSE

Adres

Brusselstraat 59 2018 Antwerpen Oppervlakte 11.172 m2 Renovatiejaar 2002 Bezettingsgraad 60%

Statig gebouw schuin tegenover het Antwerpse justitiepaleis, op 5 minuten wandelen van de bruisende en trendy buurt "Het Zuid". Zowel met het openbaar vervoer als met de wagen zeer goed bereikbaar.

DE AREND

Adres

Prins Boudewijnlaan 45 - 49 2650 Edegem Oppervlakte 6.931 m2 Bouwjaar 1997 Bezettingsgraad 100%

Gelegen op een boogscheut van de E19, bij de afrit Kontich. Groen omgeven kantorencomplex bestaande uit 3 gebouwen met telkens 3 verdiepingen, efficiënte rechthoekige plateaus met veel lichtinval.

AARTSELAAR

Adres

Kontichsesteenweg 54 2630 Aartselaar Oppervlakte 4.140 m2 Bouwjaar 2000 Bezettingsgraad 99%

Nieuwe huurder Fabricom waardoor de bezettingsgraad stijgt tot 99%.

Ideaal gelegen tussen de E19 en A12. Bestaat uit een kantoorgedeelte, een magazijn en een zeer ruime parkeergelegenheid. De site biedt een maximale zichtbaarheid door de directe ligging aan de Kontichsesteenweg.

MECHELEN CAMPUS

Adres Schalïenhoevedreef 20 A - J en T 2800 Mechelen Oppervlakte 58.149m2 Bouwjaar 2000-2005 Bezettingsgraad 78%

Grootste site uit de portefeuille. Maakt 13% uit van de omvang van de totale portefeuille.

Mechelen Campus bestaat uit een 60 meter hoge toren omringd door 10 lagere kantoorgebouwen, allen verbonden via een ondergrondse parking. Tussen de gebouwen bevindt zich een prachtige tuin met picknickruimte en een waterpartij.

MECHELEN CAMPUS ALS INTERACTIEVE COMMUNITY

Mechelen Campus is opgevat als een interactieve community waarbij een ruim aanbod van faciliteiten is voorzien om het dagdagelijkse leven van de kantoorgebruikers zo aangenaam en comfortabel mogelijk te maken.

Zo is er een broodjesbar/restaurant, strijkatelier, klusjesdienst, kindercrèche, fitnesscenter, seminarieruimte met vergaderzalen, etc.

OPENING CHARGING PLAZA

Met de opening van slimme laadpleinen voor elektrische auto's, ChargingPlaza's, op Mechelen Campus gaat Intervest opnieuw verder dan het louter verhuren van m², beyond real estate. Huurders die laadpalen gebruiken, zijn o.m. On Semi en Allego.

RE:flex: een ideale mix van aangepaste ruimtes: kantoren, vergaderzalen, ruimtes voor evenementen inclusief een uitgebreide dienstverlening.

TURNKEY SOLUTIONS

Bestaande klanten en nieuwe klanten doen ook in 2017 beroep op het turnkey-solutionsteam voor aanpassing, uitbreiding of nieuwe inrichting van hun kantoorruimte. Voor Bluebee is een ganse verdieping heringericht. Bij E.ON is een totale renovatie gebeurd. Bij Tecan Group zijn op vraag van de klant de inrichtingswerken binnen een maand afgewerkt.

INTERCITY BUSINESS PARK

Adres

Generaal De Wittelaan 9 - 21 2800 Mechelen Oppervlakte 54.190 m2 Bouwjaar 1993 - 1999 (2016) Bezettingsgraad 84%

Verdere uitbreiding voor Biocartis en Galapagos.

Gelegen naast de belangrijkste verkeersader van België; de E19 Antwerpen – Brussel. Dit bedrijvenpark bestaande uit 12 kantoorgebouwen. In totaal omvat de site circa 54.000 m² bedrijfsruimte, verhuurd aan een 40-tal bedrijven waaronder een aantal grote bedrijven in de life sciences sector zoals Biocartis, Galapagos en SGS Belgium.

Maakt 10% uit van de totale portefeuille en is daarbij de tweede grootste site.

MECHELEN BUSINESS TOWER

Adres

Blarenberglaan 2C 2800 Mechelen Oppervlakte 13.574 m2 Bouwjaar 2001 Bezettingsgraad 86%

Mechelen Business Tower is een landmark met een schitterende zichtlocatie langs de E19 ter hoogte van Mechelen. Maakt 4% uit van de totale vastgoedportefeuille van Intervest.

In 2017 werd Mechelen Business Tower aangepast voor multi-tenantverhuring.

GREENHOUSE BXL

Adres

Berkenlaan 8A + 8B Diegem Oppervlakte 20.175 m2 Bouwjaar 2000 - 2002 Bezettingsgraad 4%

Intervest wil een inspirerende omgeving aanreiken waarin bedrijven en talent kunnen groeien.

2 GEBOUWEN MET GROOT POTENTIEEL

De kantoorgebouwen op Berkenlaan 8a en 8b bieden gezien de locatie en de kwaliteit van de gebouwen, een uitstekende opportuniteit voor herpositionering en een multi-tenant benadering. De bouwvergunning voor deze herontwikkeling is verkregen in het vierde kwartaal van 2016, de werkzaamheden zijn in het eerste kwartaal van 2017 gestart en zijn verwacht klaar te zijn midden 2018.

EERSTE HUUROVEREENKOMST CAZIMIR

Cazimir, een team van gespecialiseerde advocaten dat vermogende families en ondernemers helpt met juridische vragen en zorgen over hun vermogen, heeft voor zijn nieuwe kantoorlocatie nabij Brussel gekozen voor Greenhouse BXL. Cazimir huurt er vanaf oktober 2018 een kantooroppervlakte van 700 m² voor een vaste termijn van 9 jaar.

GRONDVLAKVORM: U-VORM OMVANG: +/- 1.400 M2

Een patio zal fungeren als een levendige ontmoetingsplek met mogelijkheden voor het organiseren van events. De inrichting is er ook op gericht om interactie tussen bezoekers en gebruikers onderling te stimuleren. Er zijn onder meer een Grand Café, een restaurant, grotere gemeenschappelijke vergaderzalen en een auditorium voorzien. De gebruikers kunnen ook beroep doen op een service desk die zorgt voor een persoonlijke benadering in functie van de behoeften van de klant.

RE:FLEX FLEXIBLE BUSINESS HUB

Het "nieuwe werken" wordt in het complex geïntegreerd door een coworking lounge en inspiratieplekken te combineren. Greenhouse BXL voorziet in alle functionaliteiten van het gekende RE:flex-concept van Intervest: flexibele kantoren, vergaderruimtes en overflowruimte voor medewerkers van klanten.

WOLUWE GARDEN

Adres

96%

Woluwedal 18 - 22 1932 Sint-Stevens-Woluwe Oppervlakte 23.681 m2 Bouwjaar 2000 Bezettingsgraad

Woluwe Garden ligt aan de rand van Brussel op Vlaamse bodem. Een indrukwekkende inkomhal leidt naar drie vleugels met elk acht verdiepingen.

EXITEN

Adres

Zuiderlaan 91 1731 Zellik Oppervlakte 3.628 m2 Bouwjaar 2002 Bezettingsgraad 100%

Exiten genoemd naar de naast gelegen afrit 10 van de Brusselse ring, biedt een uitstekende visibiliteit. Dankzij de rechthoekige vorm van de verdiepingen kunnen de kantoren optimaal ingericht worden.

6% van totale vastgoedportefeuille. Huisvest PricewaterhouseCoopers, de grootste huurder van Intervest (6%).

INTER ACCESS PARK

Adres

Pontbeekstraat 2 & 4 1700 Dilbeek Oppervlakte 6.392 m2 Bouwjaar 2000 Bezettingsgraad 95%

Uitbreiding en verlenging voor huurder Mitiska.

Het Inter Access Park bestaat uit twee identieke kantoorgebouwen die zeer bereikbaar zijn zowel met het openbaar vervoer (station Sint-Agatha-Berchem) als met de wagen (autosnelwegen E40 en R0). Elk gebouw heeft een grote, prestigieuze inkomhal en de verdiepingen kunnen in hun geheel of opgesplitst gehuurd worden.

PARK ROZENDAL

Park Rozendal, gelegen in een oase van groen en toch dicht bij de hoofdstad Brussel heeft een uitstekende bereikbaarheid met een treinstation vlakbij en de Brusselse ring op enkele minuten. De luxueuze inkomhal zorgt voor een gedistingeerd karakter en de rechthoekige vorm van de verdiepingen laat toe om de kantoren optimaal in te richten.

Adres Terhulpsesteenweg 6A 1560 Hoeilaart Oppervlakte 2.830 m2 Bouwjaar 1994 Bezettingsgraad 85%

Uitbreiding Mylan met turnkey-solution zorgt voor stijging in de bezettingsgraad.

5. Beschrijving van het logistiek vastgoed

Ligging van het logistiek vastgoed in België1

Antwerpen - Limburg - Luik Antwerpen - Brussel - Nijvel
Wo Wommelgem Wi Wilrijk
HL Herentals Logistics Aa Aartselaar
Oe Oevel Sc Schelle
Aar Aarschot Bo Boom
Ho Houthalen Du Duffel
Op Opglabbeek M1 Mechelen 1
Lu Luik Pu Puurs
M2 Mechelen 2
Me Merchtem
Ze Zellik
Hu Huizingen

1 Rangschikking per logistieke as: Antwerpen-Limburg-Luik en Antwerpen-Brussel-Nijvel

Ligging van het logistiek vastgoed in Nederland

  • Ra Raamsdonksveer
  • Ti Tilburg

LOGISTIEK VASTGOED IN BELGIË

HERENTALS LOGISTICS

Grootste logistieke site, goed voor 8% van de reële waarde van de portefeuille.

HERENTALS LOGISTICS 1

Adres Herentals Logistics 1 - Atealaan 34b, 2200 Herentals Oppervlakte 17.346 m2 Renovatiejaar 2011 Bezettingsgraad 91%

Dit grondig gerenoveerde logistiek gebouw met ruime kantoorfaciliteiten is gesitueerd in de logistieke corridor Antwerpen – Luik en beschikt over een uitstekende verbinding naar de E313. Door de vele laadkades leent het pand zich uitermate goed voor crossdockactiviteiten.

HERENTALS LOGISTICS 2

Adres

Herentals Logistics 2 - Atealaan 34c, 2200 Herentals Oppervlakte 50.912 m2 Renovatiejaar 2008 en 2012 Bezettingsgraad 100%

Herentals Logistics 2 is een stateof-the-art logistiek gebouw op een schitterende zichtlocatie langsheen de E313, Antwerpen - Luik. Naast ongeveer 40.000 m² opslagruimte beschikt dit pand ook over een ruime mezzanine over de gehele lengte van het gebouw, en de nodige kantoor- en parkeerfaciliteiten. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.

Huisvest Nike Europe Holding, de grootste logistieke huurder (5%).

187

HERENTALS LOGISTICS 3

Adres

Herentals Logistics 3 - Atealaan 34b, 2200 Herentals Oppervlakte 12.123m2 Bouwjaar 2017 Bezettingsgraad 100%

Op Herentals Logistics 3 is voor Schrauwen Sanitair en Verwarming een nieuw, state-of-the art logistiek distributiecentrum gebouwd van 12.000 m² (incl. kantoren en sociale ruimtes). Het gebouw langsheen de logistieke corridor Antwerpen - Luik heeft een excellente zichtbaarheid.

Toplocatie met extreem goede visibiliteit, gelegen onmiddellijk aan de afrit van de E313.

OEVEL

OEVEL 1 + 3

Adres Nijverheidsstraat 9a + 11, 2260 Oevel Oppervlakte 33.955 m2 Bouwjaar 2007 (Uitbreiding in 2013) Bezettingsgraad 100%

2e grootste logistieke site, goed voor 7% van de reële waarde van de totale portefeuille, met zichtlocatie langs de E313 op de as Antwerpen-Limburg-Luik.

OEVEL 2

Adres Nijverheidsstraat 9, 2260 Oevel Oppervlakte 12.159 m2 Renovatiejaar 2004 Bezettingsgraad 100%

De site heeft een hoge graad van automatisering. Ze huisvest Estée Lauder vlakbij één van haar produktiefaciliteiten en DSV. Ze sluit nauw aan op de cluster met Herentals Logistics.

Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.

OEVEL 4

Adres Nijverheidsstraat 8, 2260 Oevel Oppervlakte Oevel 4 - 11.660 m2 Bouwjaar 1995 Bezettingsgraad 100%

Site met een uitstekende ligging langs de E313-E314. Vormt een cluster met de bestaande eigendommen van Intervest in Oevel en Herentals.

Met de verwerving van deze logistieke ruimte versterkt Intervest haar positie in de logistieke corridor langs de E313-E314.

LUIK

Adres

Première Avenue 32 4040 Luik Oppervlakte 55.595 m2 Bouwjaar 2000 - 2017 Bezettingsgraad 100%

In 2017 is Hall Z opgeleverd en is tevens een uitbreiding gerealiseerd voor Vincent Logistics. Met beide klanten, CooperVision Distribution en Vincent Logistics, zijn de huurcontracten verlengd.

De site omvat een modern logistiek complex van opslaghallen met bijhorende kantoorfaciliteiten en een ruim buitenterrein. Het complex werd in verschillende fases ontwikkeld en is uitstekend ontsloten via de E313, E40, E42 en E25. Daarnaast ligt ook de vrachtluchthaven van Bierset en de containerterminal TriLogiPort in de directe omgeving.

Site heeft een goede ligging in Luik, richting Europees hinterland. Maakt 5% uit van de reële waarde van de vastgoedportefeuille.

HOUTHALEN

Adres

Europark 1026 3530 Houthalen Oppervlakte 26.995 m2 Bouwjaar 2001 Bezettingsgraad 100%

Modulair magazijn voor Europese distributie met ruime personen- en trailerparking. Dit moderne logistieke gebouw is gelegen in de logistieke corridor Antwerpen –Limburg – Luik langsheen de E314. Het gebouw werd recent uitgerust met ledverlichting.

ZELLIK

Intervest voorziet een state-of-the-art nieuwbouw te realiseren van ca. 29.000 m2 magazijnruimte en bijhorende kantoren, na herontwikkeling.

Rekening houdend met de specificiteit van de locatie zullen zowel kleinere als grotere entiteiten er kunnen huisvesten. Deze herontwikkeling biedt de mogelijkheid om op relatief korte termijn meerwaarde te creëren binnen de eigen portefeuille. Door deze verwerving onderscheidt Intervest zich op de Belgische markt als een investeerder met een logistieke toekomstvisie.

Adres Brusselsesteenweg 464 1731 Zellik Oppervlakte 26.637 m2 Bouwjaar 1994 Bezettingsgraad 100%

OPGLABBEEK

Adres

Weg naar Zwartberg 231 3660 Opglabbeek Oppervlakte 77.718 m2 Bouwjaar 1999 - 2012 Bezettingsgraad 100%

3e grootste logistieke site, 6% van de reële waarde van de totale vastgoedportefeuille, met hoge graad van automatisering, vooral op het vlak van fine picking.

Deze site bevindt zich in de logistieke corridor Antwerpen - Limburg - Luik en is prima ontsloten via de E314. Bovendien is ongeveer de helft van de totale dakoppervlakte voorzien van fotovoltaïsche installaties. Op de site zijn nog diverse uitbreidingsmogelijkheden. In 2017 werd het dak gerenoveerd.

BOOM

Adres

Industrieweg 18 , 2850 Boom Oppervlakte 24.871 m2 Bouwjaar 2000 (gedeeltelijke renovatie in 2015) Bezettingsgraad 100%

Dit moderne logistiek gebouw gelegen in de industriezone Krekelenberg is uitstekend ontsloten via de A12. Naast de grote en beperkt opsplitsbare opslaghal beschikt het pand over ruime kantoorfaciliteiten en sociale ruimten.

De site is in 2015 technisch en duurzaam volledig aangepast met o.a. een complete relighting en heeft daarbij een moderne lay-out gekregen. De gebruiker van het pand kan rechtstreeks energie afnemen van de fotovoltaïsche installatie die zich op het dak bevindt.

Een TAPA-A gecertificeerde site met een modern en efficiënt beheersysteem, gericht op nationale en Benelux distributie.

PUURS

Adres

Koning Leopoldlaan 5 2870 Puurs Oppervlakte 43.534 m2 Bouwjaar 2001 Bezettingsgraad 100%

Het logistiek complex in Puurs is een modern logistiek gebouw met een schitterende zichtlocatie langsheen de A12. Het dak is over de gehele oppervlakte voorzien van een fotovoltaïsche installatie. De site in Puurs maakt 4% uit van de reële waarde van de vastgoedportefeuille en huisvest het fresh food e-commerce platform van Delhaize België en de logistieke dienstverleningsactiviteiten voor snel roterende consumentenprodukten van Fiege.

Toplocatie met extreem goede visibiliteit langs de A12, uitermate geschikt voor nationale distributie.

MECHELEN 1

Adres

Oude Baan 12 2800 Mechelen Oppervlakte 15.341 m2 Renovatiejaar 2004 Bezettingsgraad 30%

Het logistiek gebouw in Mechelen 1 is uitgerust en gebruikt als farmaceutisch magazijn met airconditioning in de volledige opslagruimte. Het gebouw is zeer goed gelegen met directe aansluiting op de E19. De site is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.

Opsplitsbare en temperatuurgecontroleerde magazijnen voor farmaceutische producten.

WILRIJK 1

Adres

2610 Wilrijk Oppervlakte 5.364 m2 Bouwjaar 2013 Bezettingsgraad 100%

WILRIJK 2

Adres

Geleegweg 1 - 7 2610 Wilrijk Oppervlakte 24.521 m2 Bouwjaar 1989 (Renovatie in 2016) Bezettingsgraad 100%

Ideale locatie voor stadsdistributie gelegen aan de rand van Antwerpen.

Wilrijk 2 is een goed bereikbaar logistiek complex langs de A12. De locatie in de stadsrand van Antwerpen leent zich uitstekend voor distributie-activiteiten.

In 2017 is voor Toyota Material Handling Europe Logistics een turnkey-solutionsproject verder afgewerkt. Het kantoorgedeelte kreeg een nieuwe vloer, ledverlichting, dito sanitair en extra ramen voor meer zonlicht.

Samen met Wilrijk 1 goed voor 4% van de reële waarde van de vastgoedportefeuille.

AARTSELAAR

Adres

Dijkstraat 1A 2630 Aartselaar Oppervlakte 9.865 m2 Bouwjaar 1994 Bezettingsgraad 100%

Dit semi-industrieel gebouw is gelegen tussen de A12 en E19 en is uitgerust met een groot aantal laadkades. Door de goede bereikbaarheid is dit gebouw uitermate geschikt voor distributieactiviteiten.

MERCHTEM

Adres

Preenakker 20 1785 Merchtem Oppervlakte 8.076 m2 Bouwjaar 1992 (Uitbreiding in 2002) Bezettingsgraad 100%

Dit logistiek gebouw is gelegen in de KMO-zone Merchtem Preenakker in de driehoek tussen de E40 Brussel - Oostende, de A12 en de Brusselse ring. Het gebouw huisvest Zeb Logistics, kledingdistributie met een hoge graad van automatisering.

HUIZINGEN

Adres

Gustave Demeurslaan 69 - 71 1654 Huizingen Oppervlakte 17.548m2 Bouwjaar 1987 - 1993 (Verschillende renovaties) Bezettingsgraad 100%

Dit logistiek gebouw gelegen ten zuiden van Brussel is uitgerust als gekoeld farmaceutisch distributiemagazijn. In het gebouw zijn tevens labo's geïnstalleerd door de gebruiker, Pharma Logistics.

MECHELEN 2

Adres

Dellingstraat 57 2800 Mechelen Oppervlakte 5.969 m2 Bouwjaar 1998 (Uitbreiding in 2010) Bezettingsgraad 100%

Dit multifunctioneel semi-industrieel pand is gelegen op wandelafstand van het station en het stadscentrum van Mechelen en via de weg ontsloten met de E19. Het gebouw beschikt over een grote overdekte zone voor buitenopslag en ruime kantoorfaciliteiten.

DUFFEL

Adres

Stocletlaan 23 2570 Duffel Oppervlakte 23.386 m2 Bouwjaar 1998 Bezettingsgraad 100%

Een modern logistiek gebouw op enkele kilometers van de E19. De site is volledig omheind en uitgerust met fotovoltaïsche installatie op het dak.

Volledig verhuurd op jaareinde 2017.

SCHELLE

Adres

Molenberglei 8 2627 Schelle Oppervlakte 8.317 m2 Bouwjaar 1993 Bezettingsgraad 91%

Dit logistieke gebouw met veel laad- en loskades is uitstekend bereikbaar vanaf de A12. In 2017 is het turnkey-solutionsproject verder uitgewerkt waarbij in de bestaande logistieke ruimte van Rogue Fitness Benelux een demonstratieruimte en showroom zijn uitgetekend, in combinatie met de nodige voorzieningen voor de klassieke opslagactiviteiten. Kantoren en sanitaire ruimten werden uitgebreid en opgefrist.

Bezettingsgraad van Schelle stijgt gedurende 2017 met 30% zodat deze 91% bedraagt op jaareinde 2017.

AARSCHOT

Adres

Nieuwlandlaan 321 3200 Aarschot Oppervlakte 14.530 m2 Bouwjaar 2005 Bezettingsgraad 100%

Met de verwerving van de distributie-hub in Aarschot anticipeert Intervest op het toenemende belang van snelle stadsdistributie. Door haar ligging nabij Leuven, op amper 4 km van de op- en afrit van de E314, ideaal gelegen voor last-miledistributie-activiteiten.

Verwerving speelt in op het toenemende belang van distributie-hubs essentieel voor de snelle groei van e-commerce.

WOMMELGEM

Adres

Koralenhoeve 25 2160 Wommelgem Oppervlakte 24.181 m2 Renovatiejaar 1998 (renovatie in 2017) Bezettingsgraad 100%

Dit moderne distributiecomplex heeft een schitterende zichtlocatie langsheen de E313 - E34 en bevindt zich in de rand van Antwerpen. Het gebouw onderging een grondige renovatie in 2017.

Duurzaamheid en energie-efficiëntie zijn de leidraad geweest voor de aanpassingen in het logistieke gedeelte: dakrenovatie, relighting, vernieuwing HVAC en installatie van een EMSsysteem. In het kantoorgedeelte is de bestaande indeling volledig herzien en heringericht.

Verlenging van het huurcontract met Feeder One en turnkey-solutionsproject dat logistiek en kantoorgedeelte omvatte.

LOGISTIEK VASTGOED IN NEDERLAND

RAAMSDONKSVEER

Adres Zalmweg 37 4941 SH Raamsdonksveer Oppervlakte 20.528 m2 Bouwjaar 2010 Bezettingsgraad 100 %

Het logistieke complex werd in 2010 built-to-suit gerealiseerd voor een woon- en decoratieretailer, die in Raamsdonksveer de distributieactiviteiten voor Nederland en België heeft geconcentreerd. Van hieruit bevoorraadt het bedrijf de winkel-filialen in de Benelux en organiseert het de levering van e-commerce activiteiten.

Distributiecentrum met goede ontsluiting via de A27 (Breda-Almere) en de A59 (Moerdijk-Den Bosch). In nabijheid van Oosterhout Container Terminal.

TILBURG

Adres

Kronosstraat 2 5048 CE Tilburg Oppervlakte 13.308 m2 Bouwjaar 2004 (Renovatie in 2011) Bezettingsgraad 100 %

Het pand heeft een vrije hoogte van 8 meter, beschikt over 6 laadkades en 72 parkings. De bedrijfshal en productieruimte zijn gekoeld en volledig conform de HACCP-richtlijnen van de voedingsindustrie. De site huisvest Dutch Bakery, een moderne en innovatieve industriële producent van half-afgebakken broodproducten. Dutch Bakery combineert hier industriële bakkerij-activiteiten met expeditie en logistieke activiteiten.

Gelegen in Industriezone Vossenberg II, Tilburg, direct aansluitend op de A58 Eindhoven-Breda en deel uitmakend van de logistieke hotspot Tilburg Waalwijk.

EFFICIËNT, MODERN EN INSPIREREND RENOVEREN

"Geslaagde inspanning om onze site aan te passen aan de vereisten voor moderne logistieke activiteiten en inspirerende kantoorruimtes."

René Oud - Directeur Operations

Wommelgem - Feeder One

Financieel verslag 1

    1. Geconsolideerde resultatenrekening
    1. Geconsolideerd globaalresultaat
    1. Geconsolideerde balans
    1. Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen
    1. Geconsolideerd kasstroomoverzicht
    1. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
    1. Verslag van de commissaris
    1. Enkelvoudige jaarrekening Intervest Offices & Warehouses nv

1 De jaarlijkse financiële verslagen, de verslagen van de raad van bestuur en de verslagen van de commissaris over de boekjaren 2017, 2016 en 2015 alsook de tussentijdse verklaringen en de halfjaarlijkse financiële verslagen (inclusief verslagen van de commissaris) zijn consulteerbaar op de website van de vennootschap (www.intervest.be). Ze kunnen eveneens op eenvoudig verzoek op de maatschappelijke zetel bekomen worden.

Index

1. Geconsolideerde resultatenrekening 210 Toelichting 12.
Belastingen
236
2. Geconsolideerd globaalresultaat 211
Toelichting 13.
3. Geconsolideerde balans 212 Vaste activa 237
4. Mutatieoverzicht van het Toelichting 14.
geconsolideerd eigen vermogen 214 Vlottende activa 241
5. Geconsolideerd kasstroomoverzicht 216 Toelichting 15.
Eigen vermogen 243
6. Toelichting bij de geconsolideerde
jaarrekening 217 Toelichting 16.
Toelichting 1. Kortlopende verplichtingen 246
Jaarrekeningschema voor Toelichting 17.
gereglementeerde Langlopende en kortlopende
vastgoedvennootschappen 217 financiële schulden 247
Toelichting 2. Toelichting 18.
Grondslagen voor de Financiële instrumenten 249
financiële verslaggeving 217
Toelichting 19.
Toelichting 3. Uitgestelde belastingen en
Gesegmenteerde informatie 226 verplichtingen 253
Toelichting 4. Toelichting 20.
Vastgoedresultaat 228 Berekening schuldgraad 253
Toelichting 5. Toelichting 21.
Vastgoedkosten 231 Verbonden partijen 253
Toelichting 6. Toelichting 22.
Algemene kosten 232 Lijst van de geconsolideerde
ondernemingen 254
Toelichting 7.
Personeelsbeloningen 233 Toelichting 23.
Honorarium aan de commissaris en met
Toelichting 8. de commissaris verbonden entiteiten 254
Resultaat op verkopen van
vastgoedbeleggingen 234 Toelichting 24.
Voorwaardelijke rechten en verplichtingen 255
Toelichting 9.
Variaties in de reële waarde Toelichting 25.
van vastgoedbeleggingen 234 Gebeurtenissen na balansdatum 255
Toelichting 10. 7. Verslag van de commissaris 256
Ander portefeuilleresultaat 235
8. Enkelvoudige jaarrekening
Toelichting 11. Intervest Offices & Warehouses nv 262
Netto-interestkosten 235

1. Geconsolideerde resultatenrekening

in duizenden € Toelichting 2017 2016
Huurinkomsten 4 43.349 45.280
Met verhuur verbonden kosten 4 -4 -157
NETTOHUURRESULTAAT 43.345 45.123
Recuperatie van vastgoedkosten 4 881 683
Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen
door de huurder op verhuurde gebouwen
4 12.864 7.880
Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huur
schade en wederinstaatstelling
-375 -412
Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder
op verhuurde gebouwen
4 -12.864 -7.880
Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven 4 117 219
VASTGOEDRESULTAAT 43.968 45.613
Technische kosten 5 -1.325 -1.084
Commerciële kosten 5 -252 -337
Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen 5 -634 -475
Beheerskosten van het vastgoed 5 -3.544 -2.979
Andere vastgoedkosten 5 -407 -367
Vastgoedkosten -6.162 -5.242
OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT 37.806 40.371
Algemene kosten 6 -2.722 -2.232
Andere operationele opbrengsten en kosten -7 87
OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP
DE PORTEFEUILLE
35.077 38.226
Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen 8 0 -12.798
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 9 -7.274 2.425
Ander portefeuilleresultaat 10 -89 363
OPERATIONEEL RESULTAAT 27.714 28.216
Financiële opbrengsten 161 196
Netto-interestkosten 11 -7.621 -9.329
Andere financiële kosten -7 -14
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
(niet-effectieve hedges)
18 1.119 1.547
Financieel resultaat -6.348 -7.600
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 21.366 20.616
Belastingen 12 -180 -34
NETTORESULTAAT 21.186 20.582
in duizenden € Toelichting 2017 2016
NETTORESULTAAT 21.186 20.582
Toelichting:
EPRA resultaat 27.430 29.044
Portefeuilleresultaat 8-10 -7.363 -10.009
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
(niet-effectieve hedges)
18 1.119 1.547
Toerekenbaar aan:
Aandeelhouders van de moedermaatschappij 21.186 20.582
Minderheidsbelangen 0 0
RESULTAAT PER AANDEEL Bijlage 2017 2016
Aantal aandelen op jaareinde 8.6 18.405.624 16.784.521
Aantal dividendgerechtigde aandelen 8.6 17.740.407 16.784.521
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 8.6 17.409.850 16.784.521
Nettoresultaat (€) 1,22 1,23
Verwaterd nettoresultaat (€) 1,22 1,23
EPRA resultaat op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (€) 1,58 1,73
EPRA resultaat op basis van aantal dividendgerechtigde aandelen (€) 1,55 1,73

2. Geconsolideerd globaalresultaat

in duizenden € 2017 2016
NETTORESULTAAT 21.186 20.582
Andere componenten van het globaalresultaat
(recycleerbaar in resultatenrekening)
0 0
GLOBAALRESULTAAT 21.186 20.582
Toerekenbaar aan:
Aandeelhouders van de moedermaatschappij 21.186 20.582
Minderheidsbelangen 0 0

3. Geconsolideerde balans

ACTIVA in duizenden € Toelichting 31.12.2017 31.12.2016
VASTE ACTIVA 663.846 612.373
Immateriële vaste activa 501 331
Vastgoedbeleggingen 13 662.539 610.944
Andere materiële vaste activa 611 702
Financiële vaste activa 18 182 383
Handelsvorderingen en andere vaste activa 13 13
VLOTTENDE ACTIVA 15.572 12.790
Handelsvorderingen 14 9.609 6.601
Belastingsvorderingen en andere vlottende activa 14 3.471 3.913
Kas en kasequivalenten 728 412
Overlopende rekeningen 14 1.764 1.864
TOTAAL ACTIVA 679.418 625.163
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN in duizenden € Toelichting 31.12.2017 31.12.2016
EIGEN VERMOGEN 359.366 326.085
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van
de moedermaatschappij
359.366 326.085
Kapitaal 15 167.720 152.948
Uitgiftepremies 15 111.642 90.821
Reserves 15 58.818 61.734
Nettoresultaat van het boekjaar 21.186 20.582
Minderheidsbelangen 22 0 0
VERPLICHTINGEN 320.052 299.078
Langlopende verplichtingen 255.584 223.953
Langlopende financiële schulden 17 252.371 219.703
Kredietinstellingen 192.675 160.142
Obligatielening 59.696 59.561
Andere langlopende financiële verplichtingen 18 2.020 3.330
Andere langlopende verplichtingen 1.001 920
Uitgestelde belastingen - verplichtingen 19 192 0
Kortlopende verplichtingen 64.468 75.125
Kortlopende financiële schulden 17 46.805 62.012
Kredietinstellingen 46.805 62.012
Andere kortlopende financiële verplichtingen 18 3 13
Handelsschulden en andere kortlopende schulden 16 2.290 2.655
Andere kortlopende verplichtingen 16 217 232
Overlopende rekeningen 16 15.153 10.213
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 679.418 625.163
SCHULDGRAAD in % Toelichting 31.12.2017 31.12.2016
Schuldgraad (max. 65%) 20 44,6% 45,7%
NETTOWAARDE PER AANDEEL in € 31.12.2017 31.12.2016
Nettowaarde (reële waarde) 19,52 19,43
Nettowaarde (investeringswaarde) 20,35 20,37
Nettoactiefwaarde EPRA 19,62 19,60

4. Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen

In duizenden € Reserves
Kapitaal Uitgiftepremies Wettelijke reserves Reserve voor het saldo
van de variaties in
de reële waarde van
vastgoed
saldo van de variaties
waarde van vastgoed
in de investerings
Reserve voor het
impact op de reële
Reserve voor de
waarde*
Balans op 31 december 2015 147.980 84.220 90 74.345 -15.236
Globaalresultaat 2016
Overboekingen door resultaatverdeling 2015:

Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de inves
teringswaarde van vastgoed
-4.839

Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte
mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van
vastgoedbeleggingen
-625

Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa
en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële
waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderwor
pen zijn aan een afdekkingsboekhouding

Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2015 4.968 6.601
Verwerving resterend minderheidsbelang in perimetervennootschappen
Dividenden boekjaar 2015
Balans op 31 december 2016 152.948 90.821 90 69.506 -15.861
Globaalresultaat 2017
Overboekingen door resultaatverdeling 2016:

Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de inves
teringswaarde van vastgoed
-15.980

Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte
mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van
vastgoedbeleggingen
587

Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa
en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële
waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderwor
pen zijn aan een afdekkingsboekhouding

Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren

Toevoeging aan de andere reserves
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2016 3.835 5.238
Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Aar
schot (5 mei 2017)
1.969 3.181
Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Oevel
(5 mei 2017)
2.906 4.694
Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Zellik
(22 december 2017)
6.062 7.708
Dividenden boekjaar 2016

* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.

TOTAAL EIGEN
VERMOGEN
Minderheidsbelangen Nettoresultaat van het boekjaar Totaal reserves Overgedragen resultaten van vorige
boekjaren
Andere reserves toegelaten afdekkingsinstrumenten
die niet onderworpen zijn aan een
variaties in de reële waarde van
Reserve voor het saldo van de
afdekkingsboekhouding
Reserve voor het saldo
van de variaties in
de reële waarde van
impact op de reële
Reserve voor de
waarde*
33
321.736
25.954 63.549 8.766 650 -5.066 -15.236
20.582 20.582
0 4.839 -4.839
0 625 -625 -625
0 -558 558 558
0
11.569
-3.091 3.091 3.091
-33 -33
-27.769 -27.769
0
326.085
20.582 61.734 11.857 650 -4.508 -15.861
21.186 21.186
0 15.980 -15.980
0 -587 587 587
0 -1.547 1.547 1.547
0 -5.546 5.546 5.546
0 -5.384 5.384 5.384
9.073
5.150
7.600
13.770
-23.498 -23.498
0
359.366
21.186 58.818 17.403 6.034 -2.961 -15.274

5. Geconsolideerd kasstroomoverzicht

in duizenden € Toelichting 2017 2016
KAS EN KASEQUIVALENTEN BEGIN BOEKJAAR 412 598
1. Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten 30.113 30.112
Operationeel resultaat 27.714 28.216
Betaalde interesten -7.802 -9.229
Andere niet-operationele elementen -25 148
Aanpassing van het resultaat voor niet-kasstroom
verrichtingen
7.816 13.159

Afschrijvingen op immateriële en andere materiële vaste
activa
350 274

Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen
8 0 12.798

Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
9 7.274 -2.425

Spreiding van huurkorting en huurvoordelen toegekend
aan huurders
10 103 375

Ander portefeuilleresultaat
10 89 -363

Toegekende wederinstaatstellingsvergoeding
0 2.500
Variatie in de behoefte van het werkkapitaal 2.410 -2.182
Beweging van activa -2.491 -2.301
Beweging van verplichtingen 4.901 119
2. Kasstroom uit investeringsactiviteiten -32.778 9.387
Investeringen en uitbreidingen in bestaande vastgoedbe
leggingen
13 -7.330 -6.502
Opbrengsten uit de verkoop van vastgoedbeleggingen 8 0 26.920
Betaalde exit taks bij fusie van vastgoedvennootschappen 0 -3.173
Verwerving van vastgoedbeleggingen -25.019 -7.319
Aankopen van immateriële en andere materiële vaste activa -429 -518
Verwerving van aandelen van vastgoedvennootschappen 0 -21
3. Kasstroom uit financieringsactiviteiten 2.981 -39.685
Terugbetaling van leningen 17 -74.908 -83.628
Opname van leningen 17 92.233 60.135
Aflossing/opname van financiële leaseverplichtingen 17 0 -4
Ontvangen langlopende verplichtingen als waarborg 81 13
Betaling van dividenden -14.425 -16.201
KAS EN KASEQUIVALENTEN EINDE BOEKJAAR 728 412

Intervest heeft in 2017 een kasstroom van € 30 miljoen uit bedrijfsactiviteiten gegenereerd. Er is een netto-opname van kredieten voor € 17 miljoen gebeurd. Beiden werden aangewend voor de verwerving van logistieke sites, investeringen en uitbreidingen in de bestaande portefeuille en de uitbetaling van het dividend over boekjaar 2016.

Het totaal van de verwerving van vastgoedbeleggingen voor boekjaar 2017 bedraagt € 52 miljoen (zie Toelichting 13) waarvan € 25 miljoen gefinancierd werd met vreemd vermogen en € 27 miljoen via de uitgifte van nieuwe aandelen.

6. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening

Toelichting 1. Jaarrekeningschema voor gereglementeerde vastgoedvennootschappen

Intervest Offices & Warehouses nv heeft als beursgenoteerde openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht haar geconsolideerde jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. In het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot de gereglementeerde vastgoedvennootschappen is als Bijlage C een schema voor zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening van de GVV's gepubliceerd.

Het schema houdt voornamelijk in dat in de resultatenrekening het resultaat op de portefeuille afzonderlijk wordt weergegeven. Dit resultaat op de portefeuille omvat alle bewegingen in de vastgoedportefeuille en bestaat voornamelijk uit:

  • gerealiseerde meer- en minderwaarden op verkopen van panden
  • variaties in de reële waarde van de panden als gevolg van de waardering door de vastgoeddeskundigen, zijnde naargelang het geval niet-gerealiseerde meerwaarden en/of niet-gerealiseerde minderwaarden.

Het resultaat op de portefeuille wordt niet uitgekeerd aan de aandeelhouders, maar wordt overgeboekt naar, of van, de reserves.

Toelichting 2. Grondslagen voor de financiële verslaggeving

Verklaring van overeenstemming

Intervest is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap met maatschappelijke zetel in België. De geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap op 31 december 2017 omvat de vennootschap en haar perimetervennootschappen (de "Groep"). De jaarrekening van Intervest is opgesteld en vrijgegeven voor publicatie door de raad van bestuur op 8 maart 2018 en zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 25 april 2018.

De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en volgens het KB van 13 juli 2014. Deze standaarden omvatten alle nieuwe en herziene standaarden en interpretaties gepubliceerd door de International Accounting Standards Board ('IASB') en de International Financial Reporting Interpretations Committee ('IFRIC'), voor zover van toepassing op de activiteiten van de Groep en effectief op boekjaren aanvangend vanaf 1 januari 2017.

Nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties die van kracht zijn voor het boekjaar dat een aanvang neemt op 1 januari 2017

Volgende door het IASB gewijzigde standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties zijn van toepassing in de huidige periode maar hebben geen materiële impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap: IAS 7 Statement of cash flows-Amendments as result of the Disclosure initiative (1/1/2017); IAS 12 Income Taxes-Amendments regarding the recognition of deferred tax assets for unrealised losses (1/1/2017).

Gepubliceerde standaarden en interpretaties, die nog niet van toepassing zijn in 2017

Intervest heeft de volgende nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties, die nog niet van kracht zijn maar wel eerder mogen worden toegepast, niet toegepast: IFRS 2 Sharebased Payment-Amendments to clarify the classification and measurement of share-based payment transactions (1/1/2018); IFRS 9 Financial Instruments and subsequent amendments

(1/1/2018); IFRS 15 Revenue from Contracts with Customers (1/1/2018); Amendments resulting from Annual Improvements 2014–2016 Cycle (1/1/2018); IFRS 16 Leases (1/1/2019); Amendments resulting from Annual Improvements 2015–2017 Cycle (1/1/2019); IAS 28 Investments in Associates and Joint Ventures - Amendments regarding long-term interests in associates and joint ventures (1/1/2019); IFRS 4 Insurance Contracts-Amendments regarding the interaction of IFRS 4 and IFRS 9 (1/1/2019); IAS 40 Investment Property-Amendments to clarify transfers or property to, or from, investment property (1/1/2018); IFRS 17 Insurance contracts (1/1/2021).

De Groep bepaalt momenteel wat de gevolgen van de invoering van de hierboven vermelde wijzigingen zouden kunnen zijn. Voor Intervest zijn de volgende wijzigingen de meest relevante.

IFRS 9 – Financiële instrumenten

IFRS 9 werd gepubliceerd door het IASB in juli 2014 en is aangenomen door de EU in november 2016. IFRS 9 omvat bepalingen omtrent de classificatie en waardering van financiële activa en financiële verplichtingen, bijzondere waardeverminderingen van financiële activa alsook algemene bepalingen van hedge accounting. IFRS 9 vervangt grotendeels IAS 39 – Financiële Instrumenten: Opname en Waardering.

Op basis van een analyse van de situatie van Intervest per 31 december 2017 wordt verwacht dat IFRS 9 geen materiële impact zal hebben op de geconsolideerde jaarrekening. Met betrekking tot de bijzondere waardeverminderingen van financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, inclusief handelsvorderingen, zal de initiële toepassing van het te verwachten kredietverliesmodel onder IFRS 9 resulteren in een vervroegde erkenning van kredietverliezen in vergelijking met het huidige toegepaste verliesmodel onder IAS 39. Rekening houdende met het relatief beperkte bedrag van uitstaande handelsvorderingen, gecombineerd met een daaraan laag geassocieerd kredietrisico, acht Intervest de impact op de geconsolideerde jaarrekening beperkt.

IFRS 15 – Opbrengsten uit contracten met klanten

IFRS 15 voorziet een uniek en allesomvattend model van principes die een entiteit moet toepassen voor de boekhoudkundige verwerking van opbrengsten voortvloeiend uit een contract met een klant. Bij de inwerkingtreding vervangt deze nieuwe standaard zowel IAS 18 met betrekking tot opbrengsten uit de verkoop van goederen en het leveren van diensten alsook IAS 11 met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden en de daarbij horende interpretaties.

Er wordt niet verwacht dat IFRS 15 een materiële impact op de geconsolideerde jaarrekening van Intervest zal hebben aangezien lease-overeenkomsten, die de voornaamste bron van opbrengsten van Intervest vertegenwoordigen, buiten het

toepassingsgebied van IFRS 15 vallen. De principes van IFRS 15 zijn evenwel van toepassing op de niet- lease componenten die kunnen vervat zijn in een lease-overeenkomst of in afzonderlijke overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld onderhoudsgerelateerde diensten aangerekend aan de huurder. Rekening houdende met het feit dat dergelijke niet-lease componenten relatief beperkt zijn qua bedrag en doorgaans diensten betreffen die zowel onder IAS 18 als onder IFRS 15 over de tijd heen erkend worden, verwacht Intervest ook hier geen materiële impact.

IFRS 16 – Lease-overeenkomsten

IFRS 16 voorziet een comprehensief model voor de identificatie van lease-overeenkomsten en hun boekhoudkundige verwerking in de jaarrekening van zowel leasinggever als leasingnemer. Bij de inwerkingtreding vervangt deze standaard IAS 17 – Lease-overeenkomsten en de daarmee gepaard gaande interpretaties.

IFRS 16 introduceert belangrijke wijzigingen met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van lease-overeenkomsten in hoofde van de leasingnemer, waarbij het onderscheid tussen operationele en financiële leases wegvalt en activa en verplichtingen erkend worden voor alle lease-overeenkomsten (behalve uitzonderingen voor kortetermijn leases of activa met een lage waarde). In tegenstelling tot de verwerking van lease-overeenkomsten door de lessee, behoudt IFRS 16 nagenoeg alle bepalingen uit IAS 17 – Leaseovereenkomsten met betrekking tot de verwerking van lease-overeenkomsten door de leasinggever. Dit wil zeggen dat leasinggevers blijvend de lease-overeenkomsten moeten classificeren als operationele of financiële lease-overeenkomsten.

Aangezien Intervest nagenoeg uitsluitend optreedt als leasinggever (en er niet voor geopteerd heeft om een herbeoordeling te doen of een contract een lease-overeenkomst is of inhoudt in vergelijking met IAS 17), wordt verwacht dat IFRS 16 geen materiële impact zal hebben op de geconsolideerde jaarrekening. In de beperkte gevallen waar Intervest de leasingnemer is in lease-overeenkomsten geklasseerd als operationele leases onder IAS 17 en deze contracten niet tot de uitzonderingen zoals voorzien in IFRS 16 behoren, zal er een gebruiksrecht en bijhorende verplichting dienen erkend te worden in de geconsolideerde jaarrekening.

Voorstellingsbasis

De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden €, afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal. De geconsolideerde jaarrekening wordt vóór winstverdeling opgesteld.

De boekhoudprincipes worden consistent toegepast.

Consolidatieprincipes

Perimetervennootschappen

Een perimetervennootschap is een entiteit waarover een andere entiteit de zeggenschap (exclusief of gezamenlijk) heeft. Zeggenschap is de macht hebben over de entiteit, de rechten hebben op de veranderlijke opbrengsten uit hoofde van de betrokkenheid bij de entiteit en over de mogelijkheid beschikken de macht over de entiteit te gebruiken om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. De jaarrekening van een perimetervennootschap wordt opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode vanaf het ontstaan tot het verdwijnen van de zeggenschap. Indien nodig worden de grondslagen voor financiële verslaggeving van de perimetervennootschappen gewijzigd om te komen tot consistente grondslagen binnen de Groep. De verslagperiode van de perimetervennootschap komt overeen met deze van de moedermaatschappij.

Geëlimineerde transacties

Alle transacties tussen de groepsondernemingen, saldi en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen ondernemingen van de Groep worden bij opmaak van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd. De lijst van perimetervennootschappen is in Toelichting 22 opgenomen.

Bedrijfscombinaties en goodwill

Wanneer de Groep zeggenschap verkrijgt over een geïntegreerde combinatie van activiteiten en activa die overeenstemmen met de definitie van bedrijf overeenkomstig IFRS 3 – Bedrijfscombinaties, worden activa, verplichtingen en alle voorwaardelijke verplichtingen van het aangeschafte bedrijf, apart opgenomen aan reële waarde op de aanschaffingsdatum. De goodwill vertegenwoordigt de positieve variatie tussen enerzijds de som van de aanschaffingswaarde, het voormalig aangehouden belang in de entiteit die voorheen niet gecontroleerd was (indien van toepassing) en de erkende minderheidsbelangen (indien van toepassing) en anderzijds de reële waarde van de aangeschafte netto-activa. Indien dit verschil negatief is ("negatieve goodwill"), wordt het onmiddellijk opgenomen in het resultaat na bevestiging van de waarden. Alle transactiekosten worden onmiddellijk ten laste genomen en vormen geen onderdeel van de bepaling van de aanschaffingswaarde.

Overeenkomstig IFRS 3, kan de goodwill bepaald worden op voorlopige basis op de aanschaffingsdatum en aangepast worden binnen de 12 volgende maanden.

Na de eerste opname, wordt de goodwill niet afgeschreven maar onderworpen aan een waardeverminderingtest (impairment test) die ten minste elk jaar wordt uitgevoerd voor kasstroomgenererende entiteiten waaraan de goodwill was toegekend. Indien de boekwaarde van een kasstroomgenererende entiteit haar gebruikswaarde overschrijdt, wordt de daaruit voortvloeiende waardevermindering opgenomen in het resultaat en eerst toegewezen als vermindering van de eventuele goodwill en dan toegewezen aan de andere activa van de entiteit, in verhouding tot hun boekwaarde. Een waardeverminderingsverlies geboekt op goodwill wordt niet teruggeboekt tijdens een volgende jaar.

In het geval van de verkoop of in het geval van verlies van controle bij een gedeeltelijke verkoop van een perimetervennootschap, wordt het bedrag van de goodwill dat is toegekend aan deze entiteit inbegrepen in de bepaling van het resultaat op de verkoop.

Wanneer de Groep een bijkomend belang verwerft in een perimetervennootschap die voorheen reeds gecontroleerd werd of wanneer de Groep een deel van een belang in een perimetervennootschap verkoopt zonder de controle te verliezen, wordt de goodwill, erkend op het moment van het verwerven van controle, niet beïnvloed. De transactie met de minderheidsbelangen beïnvloedt de overgedragen resultaten van de Groep.

Vreemde valuta

Transacties in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum geboekt. Monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden gewaardeerd aan de slotkoers van kracht op balansdatum. Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit omzetting van monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze zich voordoen. Niet monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum omgezet.

Vastgoedresultaat

Opbrengsten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is ontvangen of waarop recht is verkregen. Opbrengsten worden slechts opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen zullen toekomen aan de entiteit en met voldoende zekerheid kunnen worden bepaald.

De huurinkomsten, de ontvangen operationele leasebetalingen en de andere inkomsten en kosten worden in de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.

De huurkortingen en –voordelen (incentives) worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van een contract.

De vergoedingen ontvangen voor vroegtijdig

verbroken huurcontracten worden onmiddellijk in resultaat genomen in de periode waarin ze definitief verworven zijn.

Vastgoedkosten en algemene kosten

De kosten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is betaald of die verschuldigd is en worden in de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.

Resultaat op verkoop en variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen

Het resultaat als gevolg van de verkoop van vastgoedbeleggingen is gelijk aan het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde (i.e. de reële waarde bepaald door de vastgoeddeskundige op het einde van het vorige boekjaar), verminderd met de verkoopkosten.

De variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen zijn gelijk aan het verschil tussen de huidige boekwaarde en de vorige reële waarde (zoals geschat door de onafhankelijke vastgoed-deskundige). Dergelijke vergelijking gebeurt minstens vier maal per jaar voor de hele portefeuille van vastgoedbeleggingen. Bewegingen in de reële waarde van het vastgoed worden in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze ontstaan.

Financieel resultaat

Het financieel resultaat bestaat uit de interestkosten op leningen en bijkomende financieringskosten, verminderd met de opbrengsten van beleggingen.

Belastingen op het resultaat en onroerende voorheffing

De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten de over de verslagperiode en vorige verslagperioden verschuldigde en verrekenbare belastingen, alsmede de verschuldigde exit taks. De belastinglast wordt in de resultatenrekening opgenomen tenzij ze betrekking heeft op elementen die onmiddellijk in het eigen vermogen worden opgenomen. In dit laatste geval wordt ook de belasting ten laste van het eigen vermogen genomen.

Voor de berekening van de belasting op de fiscale winst van het jaar worden de op het ogenblik van afsluiting van kracht zijnde belastingtarieven gebruikt.

Voorheffingen op het dividend worden opgenomen in het eigen vermogen als een deel van het dividend tot het ogenblik dat ze ter betaling worden gesteld.

De exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de vastgoedvennootschap overgenomen worden, komen in mindering van de vastgestelde herwaarderingsmeerwaarde bij fusie en worden opgenomen als verplichting.

Belastingvorderingen en –verplichtingen worden gewaardeerd tegen het belastingtarief geldig in de periode waarop ze betrekking hebben.

IFRIC 21 – Levies (van toepassing vanaf 1/7/2014) geeft aan in welke omstandigheden een heffing opgelegd door de overheid moet worden geboekt in overeenstemming met IAS 37 Provisions, Contingent Liabilities and Contingent Assets. Deze interpretatie heeft geen belangrijke invloed op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep maar beïnvloedt wel de evolutie van het resultaat tijdens het boekjaar door het moment van erkenning van de onroerende voorheffing: met de toepassing van IFRIC 21 wordt de onroerende voorheffing volledig als schuld en kost erkend op 1 januari van elk boekjaar en wordt tevens de doorrekening van deze onroerende voorheffing aan de huurders en de recuperatie van onroerende voorheffing op leegstaande panden bij de overheid volledig als vordering en opbrengst erkend op 1 januari van elk boekjaar. De netto impact op de resultatenrekening blijft aldus beperkt tot de niet doorrekenbare/recupereerbare onroerende voorheffing die op 1 januari volledig erkend wordt als kost en niet gespreid over het boekjaar.

Uitgestelde belastingen

Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden geboekt op basis van de schuldmethode ('liability methode') voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële rapporteringdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen. Uitgestelde belastingvorderingen worden slechts erkend indien het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zullen zijn waartegen de uitgestelde belastingvordering kan worden afgezet. De uitgestelde belastingen worden in de resultatenrekening opgenomen onder de rubriek "Ander portefeuilleresultaat"

Het gewoon en het verwaterd nettoresultaat per aandeel

Het gewoon nettoresultaat per aandeel wordt berekend door het nettoresultaat zoals blijkt uit de resultatenrekening, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal uitstaande gewone aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven aandelen min de eigen aandelen) gedurende het boekjaar.

Voor de berekening van het verwaterd nettoresultaat per aandeel wordt het nettoresultaat dat aan de gewone aandeelhouders toekomt en het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen aangepast voor het effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering leiden.

Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs, verminderd met de eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, als het waarschijnlijk is dat de verwachte toekomstige economische voordelen die kunnen worden toegerekend aan het actief naar de entiteit zullen vloeien en dat de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur. De afschrijvingsperiodes worden tenminste aan het einde van elk boekjaar herzien.

Vastgoedbeleggingen (inclusief mutatierechten)

Definitie

Vastgoedbeleggingen omvatten alle gebouwen en terreinen die verhuurbaar zijn en (geheel of gedeeltelijk) huurinkomsten genereren, met inbegrip van de gebouwen waar een beperkt gedeelte wordt aangehouden voor eigen gebruik.

Eerste opname en waardering

De eerste opname in de balans gebeurt aan de aanschaffingswaarde met inbegrip van transactiekosten zoals professionele erelonen, wettelijke diensten, registratierechten en andere overdrachtsbelastingen. Ook de exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de vastgoedvennootschap worden opgeslorpt, maakt deel uit van de aanschaffingswaarde.

De commissielonen betreffende de aankopen van gebouwen worden beschouwd als bijkomende kosten van die aankopen en worden toegevoegd aan de aanschaffingswaarde.

Indien de aankoop gebeurt via de verwerving van de aandelen van een vastgoedvennootschap, via de inbreng in natura van een gebouw tegen uitgifte van nieuwe aandelen of via de fusie door overname van een vastgoedvennootschap, worden de aktekosten, audit- en consultingkosten, wederbeleggingsvergoedingen en handlichtingskosten van de financieringen van de opgeslorpte vennootschappen en andere fusiekosten eveneens geactiveerd.

Waardering na initiële opname

Na initiële opname worden vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde (fair value) in overeenstemming met IAS 40. De reële waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in omstandigheden van normale concurrentie. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de registratierechten.

Aldus wordt de reële waarde verkregen door van de investeringswaarde een aangepaste quotiteit van de registratierechten af te trekken:

  • De investeringswaarde is de prijs waartegen de site waarschijnlijk zal verhandeld worden tussen kopers en verkopers die goed geïnformeerd zijn in afwezigheid van informatie-asymmetrieën en die een dergelijke verrichting wensen te realiseren, zonder dat er rekening wordt gehouden met enige bijzondere overeenkomst tussen hen. Deze waarde is de investeringswaarde wanneer deze overeenkomt met de totale door de koper te betalen prijs, vermeerderd met de eventuele registratierechten of BTW als het om een aankoop gaat die aan de BTW is onderworpen.
  • Aangaande de omvang van de registratierechten publiceerde de Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA) op 8 februari 2006 een persbericht dienaangaande (zie www.beama.be – publicaties – persberichten: "Eerste toepassing van de IFRS boekhoudregels").

Een groep van onafhankelijke vastgoeddeskundigen, die de periodieke waardering van de gebouwen van GVV's uitvoeren, oordeelden dat voor transacties m.b.t. gebouwen in België met een globale waarde lager dan € 2,5 miljoen, rekening moet worden gehouden met de registratierechten van 10,0% tot 12,5% naargelang het gewest waar deze goederen zich bevinden. Voor transacties m.b.t. gebouwen met een globale waarde hoger dan € 2,5 miljoen en gezien de waaier van methodes van eigendomsoverdracht die in België worden gebruikt, hebben diezelfde deskundigen - op basis van een representatief staal van 220 transacties die in de markt tussen 2002 en 2005 werden gerealiseerd en die in totaal € 6,0 miljard vertegenwoordigen - het gewogen gemiddelde van de rechten gewaardeerd op 2,5%.

Op dat moment werd eveneens beslist dat dit percentage per schijf van 0,5% zou herzien worden. In de loop van 2016 heeft een panel van vastgoeddeskundigen1 en de BE-REIT vereniging2 gezamenlijk beslist om deze berekening te actualiseren in overeenstemming met de methodologie die toegepast werd in 2006. Het werkelijke globale effect is berekend van transacties uitgevoerd door institutionele partijen en vennootschappen. De analyse omvat 305 grotere of institutionele transacties van meer

  • 1 Bestaande uit Pieter Paepen (CBRE), Pierre van der Vaeren (CBRE), Christophe Ackermans (Cushman & Wakefield), Kris Peetermans (Cushman & Wakefield), Rod Scrivener (Jones Lang LaSalle), Jean-Paul Ducarme (PWC), Celine Janssens (Stadim), Philippe Janssens (Stadim), Luk van Meenen (Troostwijk-Roux Expertises) en Guibert de Crombrugghe (de Crombrugghe & Partners).
  • 2 De BE-REIT vereniging is een vereniging die de 17 Belgische GVV's groepeert en is opgericht ter behartiging van de belangen van de GVV-sector.

dan € 2,5 miljoen over de periode 2013, 2014, 2015 en Q1 2016. In volume beslaan de geanalyseerde transacties meer dan 70% (€ 8,2 miljard) van het geschatte totale investeringsvolume in die periode. Het panel van vastgoeddeskundigen heeft besloten dat de drempel van 0,5% niet overschreden werd. Bijgevolg zal het percentage van 2,5% gehandhaafd blijven. Het percentage zal elke 5 jaar herbekeken worden of in geval de fiscale context aanzienlijk zou veranderen. Het percentage zal enkel aangepast worden als de drempel van 0,5% overschreden wordt.

In concreto betekent het dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,025 (voor gebouwen met een waarde hoger dan € 2,5 miljoen) of de investeringswaarde gedeeld door 1,10/1,125 (voor gebouwen met een waarde lager dan € 2,5 miljoen).

De overdrachtsrechten in Nederland bedragen 6,0%. Voor de overige kosten (zoals notariskosten) neemt Intervest 1% extra in rekening. Voor de vastgoedbeleggingen van Intervest die gelegen zijn in Nederland en aangehouden worden via de Nederlandse perimetervennootschappen, betekent dit dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,07.

Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen, wordt bij het verwerven van het vastgoed geboekt in de resultatenrekening in de rubriek XVIII. "Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen.".

Na de goedkeuring van de resultaatverwerking door de algemene vergadering van aandeelhouders (in april van het volgende boekjaar) wordt dit verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed toegewezen aan de reserve "c. Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen" in het eigen vermogen.

Aanhouden van vastgoed en waarderingsproces

Vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen aan investeringswaarde. De vastgoedbeleggingen worden hiervoor trimestrieel gewaardeerd op basis van contante waarde van markthuren en/of effectieve huurinkomsten, desgevallend na aftrek van verbonden kosten in overeenstemming met de International Valuation Standards 2001 opgesteld door het International Valuation Standards Committee. Waarderingen worden opgesteld door het actualiseren van de jaarlijkse nettohuur ontvangen van de huurders, verminderd met de verbonden kosten. De actualisatie gebeurt op basis van de yield facto die afhankelijk is van het inherente risico van het betrokken pand.

Winsten of verliezen die voortvloeien uit de variatie in de reële waarde van een vastgoedbelegging worden opgenomen in de resultatenrekening in de rubriek XVIII. "Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen" in de periode waarin ze ontstaan en worden bij de winstverdeling in het daaropvolgende jaar toegewezen aan de reserve "b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed". Bij deze toewijzing wordt binnen deze reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed het onderscheid gemaakt tussen de variaties in de investeringswaarde van het vastgoed en de geschatte mutatierechten bij hypothetische vervreemding zodat deze laatste rubriek steeds overeenkomt met het verschil tussen de investeringswaarde van het vastgoed en de reële waarde van het vastgoed.

Vervreemding van een vastgoedbelegging

Bij verkoop van een vastgoedbelegging worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop opgenomen in de resultatenrekening van de verslagperiode onder de rubriek "Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen". De mutatierechten worden in de resultatenrekening tegengeboekt bij verkoop. Commissies betaald aan makelaars bij het verkopen van gebouwen en verplichtingen aangegaan naar aanleiding van transacties worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopsprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.

Tot en met boekjaar 2016 werden deze gerealiseerde winsten of verliezen toegewezen aan de reserve "b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed" bij de resultaatsbestemming van het daaropvolgende jaar. Bij deze toewijzing werd binnen deze reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed het onderscheid gemaakt tussen de variaties in de investeringswaarde van het vastgoed en de geschatte mutatierechten bij hypothetische vervreemding zodat deze laatste rubriek steeds overeenkomt met het verschil tussen de investeringswaarde van het vastgoed en de reële waarde van het vastgoed.

Vanaf boekjaar 2017 worden bij de resultaatsbestemming deze gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen ten opzichte van de originele aanschaffingswaarde van die vastgoedbeleggingen overgeboekt naar de rubriek "m. Andere reserves". Op deze wijze worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen beschouwd als beschikbare reserves i.p.v. onbeschikbare reserves.

Activa bestemd voor verkoop

Activa bestemd voor verkoop betreft onroerende goederen waarvan de boekwaarde zal worden gerealiseerd door desinvestering en niet door het voortgezet gebruik ervan. De gebouwen bestemd voor verkoop worden gewaardeerd conform IAS 40 aan reële waarde.

Andere materiële vaste activa

Definitie

De vaste activa onder zeggenschap van de entiteit die niet aan de definitie van een vastgoedbelegging voldoen, worden geclassificeerd als "Andere materiële vaste activa".

Waardering

De andere materiële vaste activa worden initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna gewaardeerd in overeenstemming met het kostprijsmodel.

Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het materieel vast actief toenemen.

Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen

Andere materiële vaste activa worden afschreven op basis van de lineaire afschrijvingsmethode. De afschrijving vangt aan op het moment dat het actief klaar is voor gebruik zoals voorzien door het management. De volgende percentages zijn van toepassing op jaarbasis:

installaties, machines en uitrusting 20%
meubilair en rollend materieel 25%
informaticamaterieel 33%
vastgoed voor eigen gebruik

terreinen
0%

gebouwen
5%
andere materiële vaste activa 16%

Indien er indicaties zijn dat een actief mogelijk een bijzonder waardeverminderingsverlies heeft ondergaan, wordt de boekwaarde vergeleken met de realiseerbare waarde. Indien de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen.

Vervreemding en buitengebruikstelling

Op het ogenblik van de verkoop of van de buitengebruikstelling van materiële vaste activa wordt de boekwaarde niet langer opgenomen in de balans en wordt de winst of het verlies in de resultatenrekening opgenomen.

Waardeverminderingsverliezen

De boekwaarde van de activa van de onderneming wordt periodiek geanalyseerd om te onderzoeken of er een aanleiding tot waardeverminderingen bestaat. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de resultatenrekening opgenomen als de boekwaarde van het actief hoger is dan de realiseerbare waarde.

Financiële instrumenten

Handelsvorderingen

Handelsvorderingen worden initieel geboekt aan reële waarde, en worden vervolgens gewaardeerd aan de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode. Passende bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de resultatenrekening voor geschatte niet-realiseerbare bedragen indien er objectieve aanwijzingen zijn dat er een bijzonder waardeverminderingsverlies is opgetreden. Het verliesbedrag wordt bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van toekomstige, geschatte kasstromen contant gemaakt tegen de oorspronkelijk effectieve rentevoet bij de eerste opname.

Beleggingen

Beleggingen worden opgenomen of niet langer opgenomen op de transactiedatum indien de in- of verkoop van de belegging gebonden is aan een contract waarvan de voorwaarden de levering van het actief voorschrijven binnen de termijn die op de desbetreffende markt algemeen voorgeschreven of overeengekomen is. Initieel worden zij gewaardeerd aan de reële waarde, vermeerderd met de direct toerekenbare transactiekosten.

Schuldbewijzen waarvan de Groep stellig voornemens is en in staat is ze aan te houden tot het einde van de looptijd (tot einde looptijd aangehouden schuldbewijzen) worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs berekend met behulp van de effectieve-rentemethode en verminderd met de eventuele afboekingen wegens bijzondere waardeverminderingsverliezen ten einde rekening te houden met niet-realiseerbare bedragen. Dergelijke bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de resultatenrekening opgenomen als en alleen als er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingsverliezen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden teruggenomen in volgende periodes wanneer de stijging in de realiseerbare waarde objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die na de afboeking plaatsvond. De terugname kan niet de geamortiseerde kostprijs overtreffen zoals deze zou zijn geweest als de bijzondere waardevermindering niet was opgenomen.

Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contanten, direct opvraagbare deposito's en andere kortlopende, uiterst liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardevermindering in zich dragen.

Financiële verplichtingen en eigen vermogen

Financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de Groep worden geclassificeerd op basis van de economische realiteit van de contractuele afspraken en de definities van een financiële verplichting en een eigenvermogensinstrument. Een eigenvermogensinstrument is elk contract dat het overblijvende belang omvat in de activa van de Groep, na aftrek van alle verplichtingen. De grondslagen voor financiële verslaggeving met betrekking tot specifieke financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten worden hieronder beschreven.

Interestdragende leningen

Interestdragende bankleningen en kredietoverschrijdingen worden initieel gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode. Elk verschil tussen de ontvangsten (na transactiekosten) en de vereffening of aflossing van een lening wordt opgenomen over de leningstermijn en dit in overeenstemming met de grondslagen voor financiële verslaggeving met betrekking tot financieringskosten, die toegepast worden door de Groep.

Handelsschulden

Handelsschulden worden initieel gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode.

Eigenvermogensinstrumenten

Eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de onderneming, worden opgenomen voor het bedrag van de ontvangen sommen (na aftrek van direct toewijsbare uitgiftekosten).

Derivaten

De Groep gebruikt derivaten teneinde risico's te beperken met betrekking tot ongunstige schommelingen van interestvoeten die voortvloeien uit de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. De Groep gebruikt deze instrumenten niet voor speculatieve doeleinden en houdt geen derivaten aan en geeft geen derivaten uit voor handelsdoeleinden (trading).

Derivaten worden niet geclassificeerd als afdekkingstransacties omdat ze aan de IAS 39 maatstaf niet beantwoorden. Ze worden initieel en na eerste opname gewaardeerd aan reële waarde. Wijzigingen in de reële waarde van elk derivaat worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.

Eigen aandelen

Wanneer eigen aandelen ingekocht worden, wordt dit bedrag inclusief direct toerekenbare kosten, geboekt in mindering van het eigen vermogen.

Voorzieningen

Een voorziening is een verplichting van een onzekere omvang of een onzeker tijdstip. Het bedrag dat wordt opgenomen is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op balansdatum af te wikkelen.

Voorzieningen worden slechts opgenomen als er een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting ontstaat ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, die waarschijnlijk zal leiden tot een uitstroom van middelen en waarbij het bedrag van de verplichting op een betrouwbare wijze kan worden geschat.

Vergoeding na uitdiensttreding

Bijdragen aan het groepsverzekeringscontract van het type "toegezegde bijdrage" worden opgenomen als een last van de verslagperiode waarin de gerelateerde prestaties worden verricht door de werknemers. Volgens de wet dient de werkgever een minimale rente te garanderen waarbij de vennootschap de verplichting heeft bijkomende bijdragen te betalen indien het pensioenfonds niet over voldoende activa zou beschikken om de pensioenen van alle werknemers te betalen met betrekking tot de diensten die zij hebben geleverd.

Dividenduitkering

Dividenden maken deel uit van de reserves tot wanneer de algemene vergadering van aandeelhouders de dividenden toekent. Dividenden worden bijgevolg erkend als een verplichting in de jaarrekening in de periode waarin de dividenduitkering goedgekeurd wordt door de algemene vergadering van aandeelhouders.

Gebeurtenissen na balansdatum

Gebeurtenissen na balansdatum zijn gebeurtenissen, zowel gunstige als ongunstige, die plaatsvinden tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor uitgifte. Voor gebeurtenissen die informatie verstrekken over de feitelijke situatie op balansdatum wordt het resultaat in de resultatenrekening verwerkt.

Significante schattingen en belangrijk ste bronnen van schattingsonzekerheden

Reële waarde van de vastgoedbeleggingen

De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest wordt driemaandelijks gewaardeerd door onafhankelijke vastgoeddeskundigen. Deze waar dering van de vastgoeddeskundigen is bedoeld om de marktwaarde van een gebouw te bepalen op een bepaalde datum in functie van de evolutie van de markt en de kenmerken van de desbe treffende gebouwen. De vastgoeddeskundigen hanteren de principes beschreven in het hoofdstuk "Waardering van de portefeuille door de vast goeddeskundigen" in het Vastgoedverslag en in "Toelichting 13. Vaste activa: vastgoedbeleggingen" van het Financieel verslag. De vastgoedporte feuille wordt in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde die door de vastgoeddeskundigen wordt bepaald.

Financiële derivaten

De reële waarde van de financiële derivaten van Intervest wordt driemaandelijks geschat door de emitterende financiële instelling. Een uitge breide beschrijving bevindt zich in "Toelichting 18. Financiële instrumenten" in het Financieel verslag.

Geschillen

De vennootschap is op heden verwikkeld, en kan in de toekomst verwikkeld zijn, in gerechtelijke pro cedures. Intervest was in 2017 betrokken bij een procedure voor het Hof van Beroep te Antwerpen, fiscale kamer, alsmede in bezwaarprocedures voor de gewestelijke directeur van het controlecentrum grote ondernemingen met betrekking tot aanre kening van de exit taks aanslagjaar 1999 speciaal. In haar arrest dd. 25 april 2017 heeft het Hof van Beroep te Antwerpen het beroep van Intervest evenwel ongegrond verklaard. Het arrest werd op 10 november 2017 betekend. Intervest heeft op 29 januari 2018 cassatie beroep aangetekend tegen voormeld arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen dd. 25 april 2017 (zie Toelichting 24. Voorwaardelijke verplichtingen" in het Financieel verslag"). De vennootschap is van oordeel dat deze procedure geen belangrijke weerslag zal hebben op de resultaten van de vennootschap.

Toelichting 3. Gesegmenteerde informatie

Segmentering per bedrijfssegment

De twee bedrijfssegmenten omvatten de volgende activiteiten.

  • De categorie "kantoren" omvat het vastgoed dat voor professionele doeleinden verhuurd wordt aan bedrijven als kantoorruimte.
  • De categorie "logistiek vastgoed" betreft de panden met een logistieke functie, de opslagruimten en hightech gebouwen.

De categorie "corporate" omvat alle niet aan een segment toewijsbare vaste kosten die op groepsniveau gedragen worden.

Resultatenrekening

BEDRIJFS
SEGMENTERING
Kantoren Logistiek vastgoed Corporate TOTAAL
in duizenden € 2017 2016 2017 2016 2017 2016 2017 2016
Huurinkomsten 19.749 23.740 23.600 21.540 43.349 45.280
Met verhuur verbonden
kosten
18 -31 -22 -126 -4 -157
Nettohuurresultaat 19.767 23.709 23.578 21.414 43.345 45.123
Met beheer verbonden
kosten en opbrengsten
507 402 116 88 623 490
Vastgoedresultaat 20.274 24.111 23.694 21.502 43.968 45.613
Operationeel resultaat
vóór resultaat op
portefeuille
16.699 20.955 21.107 19.284 -2.729 -2.013 35.077 38.226
Resultaat op verkopen
van vastgoedbeleggingen
0 -11.296 0 -1.502 0 -12.798
Variaties in de reële
waarde van vastgoed
beleggingen
1.446 -1.354 -8.720 3.779 -7.274 2.425
Ander portefeuille
resultaat
21 195 -110 168 -89 363
Operationeel resultaat
van het segment
18.166 8.500 12.277 21.729 -2.729 -2.013 27.714 28.216
Financieel resultaat -6.348 -7.600 -6.348 -7.600
Belastingen -180 -34 -180 -34
NETTORESULTAAT 18.166 8.500 12.277 21.729 -9.257 -9.647 21.186 20.582

Voor de beschrijving van de risicospreiding naar de huurders per segment wordt verwezen naar het Vastgoedverslag.

Het operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille is voor de kantoren gedaald met € 4 miljoen. Dit is voornamelijk het gevolg van het vertrek van Deloitte eind januari 2017 en de verkoop van vijf niet-strategische gebouwen midden 2016. Het operationeel resultaat van het kantorensegment stijgt daarentegen met € 9 miljoen als gevolg van het resultaat op verkopen die in 2016 een minderwaarde van € -11 miljoen bevatte, gerealiseerd op de desinvestering van de vijf niet-strategische gebouwen.

Het operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille van het logistiek segment is met € 2 miljoen gestegen, als gevolg van de aankoop van vijf logistieke gebouwen in de loop van 2017. De daling van het operationeel resultaat van het logistiek segment is een gevolg van de afname van de reële waarde van de bestaande logistieke vastgoedportefeuille voornamelijk door de toekomstige verwachte leegstandsperiode in Puurs en de wijziging van de huursituatie in Wommelgem.

Kerncijfers

BEDRIJFSSEGMENTERING Kantoren Logistiek vastgoed TOTAAL
in duizenden € 2017 2016 2017 2016 2017 2016
Reële waarde van het vastgoed 304.250 301.926 358.289 309.018 662.539 610.944
Investeringen en uitbreidingen tijdens
het boekjaar (reële waarde)
878 3.824 6.452 2.678 7.330 6.502
Verwerving van vastgoedbeleggingen 0 7.319 51.539 0 51.539 7.319
Desinvesteringen tijdens het boekjaar
(reële waarde)
0 34.234 0 5.484 0 39.718
Investeringswaarde van het vastgoed 311.856 309.474 368.331 316.743 680.187 626.217
Totaal verhuurbare oppervlakte (m²) 210.457 208.716 584.439 496.352 794.896 705.068
Bezettingsgraad (%) 76% 86% 98% 96% 86% 91%
Bezettingsgraad excl. herontwikke
lingsproject Greenhouse BXL (%)
85% 85% 98% 96% 91% 90%

Geografische segmentering

De geografische segmentering toont het operationeel resultaat en de kerncijfers opgedeeld naar het land waarin ze gerealiseerd werden. De categorie "corporate" omvat alle niet aan een segment toewijsbare vaste kosten die op groepsniveau gedragen worden.

Resultatenrekening

GEOGRAFISCHE
SEGMENTERING
Vastgoedbeleggingen
België
Vastgoedbeleggingen
Nederland
Corporate TOTAAL
in duizenden € 2017 2016 2017 2016 2017 2016 2017 2016
Huurinkomsten 42.539 45.280 810 0 43.349 45.280
Met verhuur verbonden
kosten
-4 -157 0 0 -4 -157
Nettohuurresultaat 42.535 45.123 810 0 43.345 45.123
Met beheer verbonden
kosten en opbrengsten
623 490 0 0 623 490
Vastgoedresultaat 43.158 45.613 810 0 43.968 45.613
Operationeel resultaat
vóór resultaat op
portefeuille
37.012 40.239 794 0 -2.729 -2.013 35.077 38.226
Resultaat op verkopen
van vastgoedbeleggingen
0 -12.798 0 0 0 -12.798
Variaties in de reële
waarde van vastgoed
beleggingen
-7.819 2.425 545 0 -7.274 2.425
Ander portefeuille
resultaat
103 363 -192 0 -89 363
Operationeel resultaat
van het segment
29.296 30.229 1.147 0 -2.729 -2.013 27.714 28.216

Kerncijfers

GEOGRAFISCHE
SEGMENTERING
België Vastgoedbeleggingen Nederland Vastgoedbeleggingen TOTAAL
in duizenden € 2017 2016 2017 2016 2017 2016
Reële waarde van het vastgoed 638.440 610.944 24.099 0 662.539 610.944
Investeringen en uitbreidingen tijdens
het boekjaar (reële waarde)
7.330 6.502 0 0 7.330 6.502
Verwerving van vastgoedbeleggingen 27.985 7.319 23.554 0 51.539 7.319
Desinvesteringen tijdens het boekjaar
(reële waarde)
0 39.718 0 0 0 39.718
Investeringswaarde van het vastgoed 654.401 626.217 25.786 0 680.187 626.217
Totaal verhuurbare oppervlakte (m²) 761.060 705.068 33.836 0 794.896 705.068
Bezettingsgraad (%) 86% 91% 100% 0 86% 91%
Bezettingsgraad excl. herontwikke
lingsproject Greenhouse BXL (%)
91% 90% 100% 0 91% 90%

Toelichting 4. Vastgoedresultaat

Huurinkomsten

in duizenden € 2017 2016
Huur 45.128 46.679
Huurkortingen -1.888 -1.686
Huurvoordelen ('incentives') -101 -36
Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten 210 323
Totaal huurinkomsten 43.349 45.280

De huurinkomsten bevatten huren, inkomsten van operationele leaseovereenkomsten en opbrengsten die hier direct verband mee houden zoals verleende huurgaranties en vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten, verminderd met de toegekende huurkortingen en huurvoordelen (incentives). De huurkortingen en huurvoordelen worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van het huurcontract door de huurder.

De huurinkomsten van Intervest zijn verspreid over 193 verschillende huurders wat het debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de inkomsten bevordert. De tien belangrijkste huurders maken 38% (42% in 2016) van de jaarhuur uit, zijn vaak vooraanstaande bedrijven in hun sector en maken vaak deel uit van internationale concerns. De belangrijkste huurder, die tot het kantorensegment behoort, vertegenwoordigt op 31 december 2017 6% van de jaarhuur (7% in 2016). In 2017 zijn er 3 huurders waarvan de jaarhuur op individuele basis meer dan 5% vertegenwoordigt van de totale jaarhuur van Intervest (3 huurders in 2016). Voor meer toelichting van de belangrijkste huurders wordt verwezen naar het Vastgoedverslag - Risicospreiding naar huurders.

Voor het boekjaar 2017 bedragen de huurinkomsten van Intervest € 43,4 miljoen en zijn hiermee met 4% verminderd ten opzichte van het boekjaar 2016 (€ 45,3 miljoen). De afname met € 1,9 miljoen volgt voornamelijk uit de desinvestering van een portefeuille van vijf niet-strategische gebouwen in de Brusselse periferie in juni 2016 en het reeds aangekondigde einde van de huurcontracten met Deloitte in Diegem op 31 januari 2017. Deze daling wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de in 2017 uitgevoerde acquisities in het logistieke segment.

Bij het afsluiten van nieuwe huurovereenkomsten in het boekjaar 2017 is bij 78% van de contractwaarde een huurkorting toegekend (91% in 2016). Gemiddeld werden in 2017 bij nieuwe contracten huurkortingen toegekend voor 9% van de jaarhuur (8% in 2016).

Ook wordt veelal bedongen dat de huurder de huurkortingen geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen indien hij het contract zou verbreken bij de eerste break van de overeenkomst.

Bij het uitbreiden en/of verlengen van een huurcontract is in het boekjaar 2017 gemiddeld bij 73% van de contractwaarde een huurkorting toegekend (23% in 2016). Er werd in 2017 gemiddeld 5% huurkorting op de jaarhuur gegeven bij uitbreidingen en/of verlengingen (2% in 2016).

Overzicht van de toekomstige minimum huurinkomsten

De contante waarde van de toekomstige minimum huurinkomsten tot aan de eerste vervaldag van de niet-opzegbare contracten heeft onderstaande inningstermijnen:

in duizenden € 2017 2016
Vorderingen met een resterende looptijd van:
Hoogstens één jaar 45.114 42.449
Tussen één en vijf jaar 105.369 97.969
Meer dan vijf jaar 36.167 28.965
Totaal van de toekomstige minimum huurinkomsten 186.650 169.383

De stijging van de toekomstige minimum huurinkomsten met € 17 miljoen ten opzichte van 31 december 2016 is voornamelijk het gevolg van de acquisities in het logistieke segment.

Met verhuur verbonden kosten

in duizenden € 2017 2016
Te betalen huur op gehuurde activa en erfpachtvergoedingen -21 -21
Waardeverminderingen op handelsvorderingen -36 -136
Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen 53 0
Totaal met verhuur verbonden kosten -4 -157

De met verhuur verbonden kosten betreffen voornamelijk de waardeverminderingen en terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen die in het resultaat genomen worden indien de boekwaarde hoger is dan de geschatte realisatiewaarde. Deze rubriek bevat ook de kosten voor de huur van terreinen en gebouwen door de vennootschap voor verdere verhuring aan haar huurders.

De verliezen op huurvorderingen (met recuperatie) vertegenwoordigen voor de periode 2007-2017 slechts 0,1% van de totale omzet. Een sterke verslechtering van de algemene economische conjunctuur kan de verliezen op huurvorderingen vergroten. De vastgoedvennootschap beperkt dit risico door middel van huurwaarborgen en bankgaranties van de huurders. Het eventuele faillissement van een belangrijke huurder kan voor de vennootschap een aanzienlijk verlies vertegenwoordigen, evenals een onverwachte huurleegstand en zelfs een herverhuring van de vrijgekomen oppervlakte tegen een prijs die lager is dan de prijs van het niet-gerespecteerde contract.

Recuperatie van vastgoedkosten

in duizenden € 2017 2016
Verkregen vergoedingen op huurschade 398 119
Andere 483 564
Ontvangen beheersvergoedingen van huurders 483 564
Totaal recuperatie van vastgoedkosten 881 683

De recuperatie van de vastgoedkosten betreft voornamelijk de inresultaatname van schadevergoedingen ontvangen van huurders voor huurschade bij het verlaten van de gehuurde ruimten alsook de beheersvergoeding die Intervest ontvangt van haar huurders voor het beheer van de verhuurde gebouwen en de doorrekening van de huurlasten aan de huurders, zoals weergegeven in onderstaande tabellen.

Recuperatie van huurlasten en belastingen

Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen

in duizenden € 2017 2016
Recuperatie van huurlasten gedragen door de eigenaar 8.824 4.166
Recuperatie van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen 4.040 3.714
Totaal recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de
huurder op verhuurde gebouwen
12.864 7.880

Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen

in duizenden € 2017 2016
Huurlasten gedragen door de eigenaar -8.824 -4.166
Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen -4.040 -3.714
Totaal huurlasten en belastingen normaal gedragen door
de huurder op verhuurde gebouwen
-12.864 -7.880
Totaal saldo van gerecupereerde huurlasten en belastingen 0 0

De huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen en de recuperatie van deze lasten betreffen kosten die volgens de wet of volgens de gebruiken ten laste vallen van de huurder of lessee.

Deze kosten omvatten voornamelijk onroerende voorheffing, elektriciteit, water, schoonmaak, onderhoud van ramen en vensters, technisch onderhoud, groenonderhoud, enz. De eigenaar staat zelf in voor het beheer van de gebouwen (kantoorgebouwen) of heeft dit uitbesteed aan externe vastgoedbeheerders (voor Mechelen Campus).

De eigenaar zal deze kosten overeenkomstig de contractuele afspraken met de huurder wel of niet aan hem doorrekenen. De afrekening gebeurt op halfjaarbasis (met uitzondering van enkele kantoorgebouwen waar de afrekening op kwartaalbasis plaatsvindt). Gedurende het boekjaar worden voorschotten gefactureerd aan de huurders.

Als gevolg van een eenmalige verschuiving in het afrekeningsmoment bevatten de huurlasten gedragen door de eigenaar en de recuperatie van huurlasten gedragen door de eigenaar in 2017 naast de kosten en opbrengsten met betrekking tot boekjaar 2017 nog kosten en opbrengsten van het tweede semester 2016. Deze wijziging heeft geen financiële impact voor Intervest of haar huurders.

Andere met verhuur verbonden opbrengsten en kosten

in duizenden € 2017 2016
Ontvangen coördinatievergoedingen turnkey solutions 19 22
Kosten en opbrengsten m.b.t. uitbating RE:flex -210 -41
Andere 308 238
Totaal andere met verhuur verbonden opbrengsten en kosten 117 219

De kosten en opbrengsten met betrekking tot de uitbating van RE:flex omvatten alle werkingskosten zoals catering (met uitzondering van personeelskosten) en de gedeeltelijke recuperatie van deze kosten. De inkomsten uit de huurcontracten afgesloten met coworkers en gebruikers van managed offices en de opbrengst uit de verhuring van de vergaderzalen van RE:flex zijn opgenomen onder huurinkomsten en bedragen € 0,3 miljoen (€ 0,1 miljoen voor 2016).

De toename van de kosten en opbrengsten met betrekking tot de uitbating RE:flex is het gevolg van de opening van Greenhouse Antwerp in 2016.

Toelichting 5. Vastgoedkosten

Technische kosten

in duizenden € 2017 2016
Recurrente technische kosten -1.311 -1.087
Onderhoud en herstellingen -1.266 -998
Verzekeringspremies -45 -89
Niet-recurrente technische kosten -14 3
Schadegevallen -14 3
Schadegevallen (kosten) -151 -129
Schadegevallen (opbrengsten) 137 132
Totaal technische kosten -1.325 -1.084

De technische kosten stijgen met € 0,2 miljoen als gevolg van een uitgebreider onderhoudsbudget en omvatten onder meer onderhoud en herstellingskosten en verzekeringspremies.

Onderhoud en herstellingskosten die als renovatie van een bestaand gebouw kunnen worden beschouwd omdat ze een verbetering van het rendement of de huur veroorzaken, worden niet in kost genomen maar geactiveerd.

Commerciële kosten

in duizenden € 2017 2016
Makelaarscommissies 0 -115
Publiciteit -166 -136
Erelonen van advocaten en juridische kosten -86 -86
Totaal commerciële kosten -252 -337

Commerciële kosten omvatten onder meer makelaarscommissies. De commissies betaald aan makelaars na een periode van leegstand worden geactiveerd aangezien de vastgoeddeskundigen, na een periode van leegstand, geschatte commissies in mindering brengen van de geschatte waarde van het vastgoed. De commissies betaald aan makelaars na een onmiddellijke herverhuring, zonder leegstandsperiode, worden niet geactiveerd en komen ten laste van het resultaat aangezien de vastgoeddeskundigen met deze commissies geen rekening houden bij hun waardering.

Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen

in duizenden € 2017 2016
Leegstandslasten van het boekjaar -680 -644
Onroerende voorheffing leegstand -696 -521
Recuperatie onroerende voorheffing leegstand 622 484
Recuperatie onroerende voorheffing leegstand vorig boekjaar 120 206
Totaal kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen -634 -475

De kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen zijn tijdens het boekjaar 2017 gestegen ten opzichte van het boekjaar 2016 voornamelijk als gevolg van het vertrek van huurder Deloitte in januari 2017 en de hierop volgende herontwikkeling van Greenhouse BXL in 2017. De leegstandskosten maken voor het boekjaar 2017 circa 1,5% van de totale huurinkomsten van de vennootschap uit (1,0% in 2016).

Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst.

Beheerskosten van het vastgoed

in duizenden € 2017 2016
Externe beheersvergoedingen -16 -14
Kosten van het (intern) beheer van het patrimonium -3.528 -2.965
Personeelsbeloningen -2.318 -2.001
Vastgoeddeskundige -143 -140
Overige kosten -1.067 -824
Totaal beheerskosten van het vastgoed -3.544 -2.979

De beheerskosten van het vastgoed zijn kosten die verband houden met het beheer van de gebouwen. Hieronder worden begrepen de personeelskosten en de indirecte kosten van de directie en het personeel (zoals kosten van kantoor, werkingskosten, enz.) die zorgen voor het beheer van de portefeuille en de verhuringen, alsook afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten die aan het beheer van het vastgoed kunnen worden toegewezen.

De beheerskosten van het vastgoed zijn met € 0,6 miljoen toegenomen als gevolg van toegenomen kosten van het (intern) beheer van het patrimonium door een uitgebreider personeelsbestand in het kader van het groeiplan van de vennootschap.

Andere vastgoedkosten

in duizenden € 2017 2016
Kosten ten laste van de eigenaar -106 -141
Onroerende voorheffing contractueel ten last van eigenaar -234 -210
Overige andere vastgoedkosten -67 -16
Totaal andere vastgoedkosten -407 -367

De andere vastgoedkosten betreffen vaak uitgaven die op basis van contractuele of commerciële afspraken met huurders ten laste van de Groep vallen. Het zijn veelal beperkingen op de betaling van de gemeenschappelijke lasten. Voor het boekjaar 2017 bedragen deze commerciële tussenkomsten circa € 0,4 miljoen op jaarbasis of 0,9% van de totale huurinkomsten van de vennootschap (€ 0,4 miljoen of 0,8% in boekjaar 2016).

Toelichting 6. Algemene kosten

in duizenden € 2017 2016
Abonnemententaks -302 -298
Ereloon commissaris -76 -77
Bezoldigingen bestuurders -63 -51
Liquidity provider -15 -15
Financiële dienst -36 -40
Personeelsbeloningen -1.332 -1.052
Advieskosten -285 -190
Overige kosten -613 -509
Totaal algemene kosten -2.722 -2.232

Algemene kosten zijn alle kosten die verband houden met het beheer van de vennootschap en de kosten die niet kunnen worden toegewezen aan het beheer van het vastgoed. Deze operationele kosten zijn onder andere algemene administratieve kosten, kosten van het personeel dat zich met het beheer van de vennootschap als zodanig bezighoudt, afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten.

De algemene kosten belopen € 2,7 miljoen en zijn € 0,5 miljoen gestegen ten opzichte van 2016 (€ 2,2 miljoen) voornamelijk door toegenomen personeels-, huisvestings- en kantoorkosten, als gevolg van een uitgebreider directiecomité en personeelsbestand alsook aan hogere advieskosten in het kader van het groeiplan van de vennootschap.

Voor verdere details van het ereloon van de commissaris wordt verwezen naar Toelichting 23.

Een overzicht van de uitbetaalde vergoedingen aan de bestuurders wordt weergegeven in het Verslag van de raad van bestuur - Remuneratieverslag.

50% van de bezoldigingen aan de bestuurders wordt opgenomen onder de algemene kosten, de overige 50% van hun werkzaamheden worden beschouwd als beheerskosten van het vastgoed.

Toelichting 7. Personeelsbeloningen

2017 2016
in duizenden € intern beheer van
Kosten van het
het vastgoed
aan het beheer van de
Kosten verbonden
vennootschap
TOTAAL Kosten van het intern
beheer van het
vastgoed
aan het beheer van de
Kosten verbonden
vennootschap
TOTAAL
Vergoedingen werknemers en
zelfstandige medewerkers
1.812 818 2.630 1.535 718 2.253
Bezoldigingen en andere
beloningen betaald binnen
de 12 maanden
1.284 624 1.908 1.100 593 1.693
Pensioenen en beloningen
na uitdiensttreding
47 22 69 42 17 59
Sociale zekerheid 278 130 408 248 99 347
Variabele vergoedingen 59 27 86 62 25 87
Ontslagvergoedingen 28 4 32 0 0 0
Overige lasten 116 11 127 83 -16 67
Vergoedingen directiecomité 506 514 1.020 466 334 800
Voorzitter directiecomité 194 195 389 131 132 263
Vaste vergoeding 162 162 324 121 122 243
Variabele vergoeding 32 33 65 10 10 20
Andere leden directiecomité 312 319 631 335 202 537
Vaste vergoeding 212 228 440 302 164 466
Variabele vergoeding 76 59 135 20 20 40
Pensioenverplichtingen 24 32 56 13 18 31
Totaal personeelsbeloningen 2.318 1.332 3.650 2.001 1.052 3.053

Het aantal werknemers en zelfstandige medewerkers op jaareinde 2017, uitgedrukt in voltijdse equivalenten bedraagt 26 personeelsleden voor het intern beheer van het patrimonium (20 in 2016) en 11 personeelsleden voor het beheer van de vennootschap (10 in 2016). Het aantal directieleden bedraagt 3 personen op 31 december 2017 (4 personen op jaareinde 2016).

Voor het personeel in vast dienstverband worden de bezoldigingen, de supplementaire beloningen, de vergoedingen bij uitdiensttreding, de ontslag- en verbrekingsvergoedingen geregeld door de wet op de arbeidsovereenkomsten van 4 juli 1978, de wet op de jaarlijkse vakantie van 28 juni 1971, het paritair comité waaronder de vennootschap ressorteert en de toepasselijke CAO's in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarop ze betrekking hebben.

Pensioenen en beloningen na uitdiensttreding, bevatten pensioenen, bijdragen voor groepsverzekeringen, levens- en invaliditeitsverzekeringen en hospitalisatieverzekeringen. Intervest heeft, voor haar personeelsleden in vast dienstverband, een groepsverzekeringscontract van het type "toegezegde bijdrage" bij een externe verzekeringsmaatschappij afgesloten. Als gevolg van de gewijzigde wetgeving eind december 2015 (op 18 december 2015 werd de wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen goedgekeurd), dient de werkgever een minimum rendement te garanderen en bijgevolg dient dit contract geclassificeerd te worden als een "defined benefit" plan. De vennootschap doet bijdragen aan dit fonds dat onafhankelijk is van de vennootschap. De bijdragen van het verzekeringsplan worden gefinancierd door de onderneming. Dit groepsverzekeringscontract volgt de wet-Vandenbroucke op de pensioenen. De bijdrageverplichtingen worden in de resultatenrekening, in de periode waarop ze betrekking hebben, opgenomen. Voor het boekjaar 2017 bedragen deze bijdragen € 125.000 (€ 89.000 in 2016). De verzekeringsmaatschappij heeft op 31 december 2017 bevestigd dat het tekort om het minimum rendement te garanderen niet materieel is.

De vergoedingen van het directiecomité worden toegelicht in het Verslag van de raad van bestuur - Remuneratieverslag.

Toelichting 8. Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen

in duizenden € 2017 2016
Aanschaffingswaarde 0 41.300
Geaccumuleerde meerwaarden en bijzondere waardeverminderingsverliezen 0 -1.582
Boekwaarde (reële waarde) 0 39.718
Verkoopprijs 0 27.000
Verkoopkosten 0 -80
Netto verkoopopbrengst 0 26.920
Totaal resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen 0 12.798

In 2017 vonden er geen desinvesteringen plaats.

Toelichting 9. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen

in duizenden € 2017 2016
Positieve variaties op vastgoedbeleggingen 9.022 10.020
Negatieve variaties op vastgoedbeleggingen -16.296 -7.595
Totaal variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -7.274 2.425

De variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen zijn in 2017 negatief en bedragen € -7,3 miljoen wat een afname van 1% van de reële waarde van de bestaande vastgoedportefeuille (zonder rekening te houden met nieuwe acquisities en met desinvesteringen) is. Deze negatieve variatie in de reële waarde van vastgoedbeleggingen is voornamelijk het gevolg van:

  • € 1,4 miljoen toename van de reële waarde van de bestaande kantorenportefeuille met circa 1%,
  • € -8,7 miljoen of 2,4% door de afname van de reële waarde van de bestaande logistieke vastgoedportefeuille voornamelijk door de toekomstige verwachte leegstandsperiode in Puurs en de wijziging van de huursituatie in Wommelgem.

Toelichting 10. Ander portefeuilleresultaat

in duizenden € 2017 2016
Uitgestelde belastingen -192 -16
Portefeuilleresultaat als gevolg van fusieverrichtingen en
daarmee gelijkgestelde verrichtingen
0 4
Overige 103 375
Variaties spreiding huurkortingen en tegemoetkomingen aan huurders 103 437
In resultaatname van toekomstige spreidingen van huurkorting en
tegemoetkomingen aan huurders door verkoop van vastgoedbeleggingen
-62
Totaal ander portefeuilleresultaat -89 363

Het ander portefeuilleresultaat bevat in 2017 voornamelijk de variaties in de spreiding van huurkortingen en tegemoetkomingen aan huurders en een voorziening voor uitgestelde belastingen op niet gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen eigendom van de perimetervennootschappen en van de Groep in Nederland.

Toelichting 11. Netto-interestkosten

in duizenden € 2017 2016
Nominale interestlasten op leningen -5.884 -6.188
Leningen bij financiële instellingen -3.243 -3.553
Vastrentend -319 -320
Variabel -2.924 -3.233
Obligatieleningen -2.277 -2.277
Interestkosten op niet opgenomen kredieten -364 -358
Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten -1.568 -2.883
Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan
een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS
-1.568 -2.883
Inkomsten uit toegelaten afdekkingsinstrumenten 91 7
Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan
een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS
91 7
Andere interestkosten -260 -265
Totaal netto-interestkosten -7.621 -9.329

De netto-interestkosten bedragen in 2017 € -7,6 miljoen ten opzichte van € -9,3 miljoen in 2016. De afname van de netto-interestkosten volgt voornamelijk uit de inwerkingtreding van interest rate swaps aan lagere rentevoeten.

Netto-interestkosten opgedeeld volgens de vervaldatum van de kredietlijn

in duizenden € 2017 2016
Netto-interestkosten op langlopende financiële schulden -6.195 -6.364
Netto-interestkosten op kortlopende financiële schulden -1.426 -2.965
Totaal netto-interestkosten -7.621 -9.329

De totale gemiddelde interestvoet bedraagt in 2017 2,6% inclusief bankmarges en renteafdekkingsinstrumenten vergeleken met 3,1% in 2016. De totale gemiddelde interestvoet vóór impact van de renteafdekkingsinstrumenten bedraagt in 2017 2,1% (2,1% in 2016).

De gemiddelde interestvoet van de langlopende financiële schulden is voor 2017 2,9% inclusief bankmarges (3,2% in 2016). De gemiddelde interestvoet van de kortlopende financiële schulden is voor 2017 1,8% inclusief bankmarges (3,0% in 2016).

De (hypothetische) toekomstige cash outflow voor 2017 van de interestlasten van de op 31 december 2017 opgenomen leningen aan vaste rentevoet of aan de variabele rentevoet op 31 december 2017 bedraagt € 6,9 miljoen (€ 7,2 miljoen in 2016).

Voor het boekjaar 2017 bedraagt het effect op het EPRA resultaat van een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 1% ongeveer € -0,6 miljoen (€ -0,5 miljoen in 2016). Een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 0,5% zou een effect hebben van ongeveer € -0,1 miljoen.

Toelichting 12. Belastingen

in duizenden € 2017 2016
Resultaat voor belastingen 21.366 20.616
Resultaat vrijgesteld van belastingen als gevolg van het GVV-stelsel -21.366 -20.616
Belastbaar resultaat verbonden met de verworpen uitgaven 148 118
Belasting aan het tarief van 33,99% -50 -40
Provisie voor diverse fiscale risico's -75 0
Regularisatie vorige boekjaren -13 -10
Moedervennootschap -138 -50
Perimetervennootschappen -42 16
Vennootschapsbelasting -180 -34

Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een voordelig fiscaal statuut gegeven aan de GVV's. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op "verworpen uitgaven". Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op verkopen van vastgoedbeleggingen wordt dus geen vennootschapsbelasting betaald.

De Belgische perimetervennootschappen zijn onderworpen aan het gewone stelsel van de Belgische vennootschapsbelasting. De Nederlandse perimetervennootschappen hebben geen FBI-stelsel en zijn onderworpen aan het gewone stelsel van de Nederlandse vennootschapsbelasting.

De toename in de vennootschapsbelasting voor boekjaar 2017 is het gevolg van de resultaten van de Nederlandse (on)rechtstreeks aangehouden perimetervennootschappen en een voorziening voor diverse fiscale risico's.

Toelichting 13. Vaste activa

Onderzoek en ontwikkeling, octrooien en licenties

Op gebied van research en ontwikkeling werden door de vennootschap geen eigen activiteiten ontwikkeld.

Investerings- en herwaarderingstabel vastgoedbelegingen

in duizenden € 2017 2016
Kantoren Logistiek
vastgoed
Totaal Kantoren Logistiek
vastgoed
Totaal
Balans op 1 januari 301.926 309.018 610.944 326.371 308.045 634.416

Verwerving van
vastgoedbeleggingen
0 51.539 51.539 7.319 0 7.319

Investeringen en
uitbreidingen in bestaande
vastgoedbeleggingen
878 6.452 7.330 3.824 2.678 6.502

Verkopen van
vastgoedbeleggingen
0 0 0 -34.234 -5.484 -39.718

Variaties in de reële waarde van
vastgoedbeleggingen
1.446 -8.720 -7.274 -1.354 3.779 2.425
Balans op 31 december 304.250 358.289 662.539 301.926 309.018 610.944
OVERIGE INFORMATIE
Investeringswaarde van het
vastgoed
311.856 368.331 680.187 309.474 316.743 626.217

De vastgoedbeleggingen bestaan uit:

in duizenden € 2017 2016
Vastgoed bestemd voor verhuring 660.856 607.882
Andere: grondreserves 1.683 3.062
Totaal vastgoedbeleggingen 662.539 610.944

Intervest heeft op 31 december 2017 geen projectontwikkelingen noch activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging. De herontwikkeling van Greenhouse BXL is opgenomen onder de kantoren, conform IAS 40.

Voor de verdere verklaring van de variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar Toelichting 9.

De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest is in 2017 toegenomen met € 52 miljoen en bedraagt op 31 december 2017 € 663 miljoen (€ 611 miljoen op 31 december 2016).

De reële waarde van de logistieke portefeuille is in 2017 toegenomen met circa € 49 miljoen of 16% door € 52 miljoen acquisities van vijf logistieke gebouwen, € 6 miljoen door investeringen en uitbreidingen in de bestaande logistieke portefeuille en € -9 miljoen door de afname van de reële waarde van de bestaande portefeuille voornamelijk door de toekomstige verwachte leegstandsperiode in Puurs en de wijziging van de huursituatie in Wommelgem.

De reële waarde van de kantorenportefeuille is in 2017 toegenomen met circa € 2 miljoen of 1% voornamelijk door investeringen en uitbreidingen in Greenhouse BXL. De reële waarde van de bestaande kantorenportefeuille is in 2017 stabiel gebleven.

Op jaareinde 2017 heeft de vennootschap op haar site Herentals Logistics 3 een resterend grondreserve van circa 8.000 m2 die een bijkomende uitbreidingsmogelijkheid voor een extra magazijn biedt. Deze grondreserve wordt gewaardeerd als bouwrijp terrein.

Op 31 december 2017 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen. Voor de beschrijving van de wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld op het logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat wordt verwezen naar Toelichting 24.

IFRS 13

IFRS 13 heeft een uniform raamwerk geïntroduceerd voor waardering tegen reële waarde en informatieverschaffing over waardering tegen reele waarde waar deze waarderingsgrondslag op grond van andere IFRS-standaarden verplicht of toegestaan is. Daarbij wordt de reële waarde specifiek gedefinieerd als de prijs die zou worden ontvangen bij de verkoop van een actief of die betaald zou moeten worden bij het overdragen van een verplichting in een ordelijke transactie tussen marktpartijen op de waarderingsdatum. De vereiste informatieverschaffing in IFRS 13 inzake waarderingen tegen reële waarde dient ook ter vervanging van of als uitbreiding op de vereisten in andere IFRS-standaarden, waaronder IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing.

Vastgoedbeleggingen worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de hiërarchie:

  • niveau 1: waardering op basis van genoteerde marktprijzen in actieve markten
  • niveau 2: waarden gebaseerd op direct of indirect (extern) observeerbare informatie
  • niveau 3: waardering geheel of gedeeltelijk op niet (extern) observeerbare informatie.

De in de balans opgenomen reële waarde van vastgoedbeleggingen is uitsluitend het resultaat van de waardering van de portefeuille door onafhankelijke vastgoeddeskundigen.

Voor de waardebepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen werden de aard, de kenmerken en de risico's van deze gebouwen en de beschikbare marktgegevens onderzocht.

Omwille van de liquiditeit van de markt en de moeilijkheid om transactiegegevens te bekomen die op een onbetwistbare manier vergelijkbaar zijn, is het evaluatieniveau van de reële waarde van de Intervest' gebouwen overeenkomstig de IFRS 13 norm, gelijk aan niveau 3 en dit voor de volledige portefeuille.

Waardering van vastgoedbeleggingen

Alle vastgoedbeleggingen van de vennootschap worden ieder kwartaal gewaardeerd aan reële waarde door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen. De reële waarde is gebaseerd op de marktwaarde (dus gecorrigeerd voor 2,5% aankoopkosten voor België en 7% aankoopkosten voor Nederland zoals beschreven in de "Grondslagen voor de financiële verslaggeving – Vastgoedbeleggingen" – zie supra), wat wil zeggen het geschatte bedrag waarvoor een vastgoedbelegging op waarderingsdatum kan worden verhandeld tussen een tot een transactie bereid zijnde koper en een verkoper in een zakelijke, objectieve transactie voorafgegaan door gedegen onderhandeling waarbij de partijen goed geïnformeerd en tot een transactie bereid zijn.

Wanneer geen actuele marktprijzen in een actieve markt beschikbaar zijn, komen de waarderingen tot stand op basis van een brutorendementsberekening, waarbij de brutomarkthuren worden gekapitaliseerd. Deze bekomen waarderingen worden gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten. Ook huurkortingen worden in rekening gebracht. Voor gebouwen die deels of volledig onbezet zijn, wordt de waardering berekend aan de hand van de geschatte huurwaarde, met afhouding van de leegstand en de kosten (verhuurkosten, publiciteitskosten, enz.) voor de leegstaande delen.

De gehanteerde rendementen zijn specifiek voor het type vastgoed, de locatie, de staat van onderhoud en de verhuurbaarheid van ieder pand. De basis voor de bepaling van de rendementen wordt gevormd door vergelijkbare transacties, aangevuld met markt- en gebouwspecifieke kennis. Bij de waardebepaling is ook rekening gehouden met vergelijkbare transacties in de markt.

De rendementen beschreven in het Vastgoedverslag worden berekend door de contractuele huur verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand van het vastgoed te delen door de reële waarde van de vastgoedbeleggingen uitgedrukt in een percentage. Het gemiddelde brutorendement bij volledige verhuring van de totale vastgoedportefeuille per 31 december 2017 bedraagt 8,4% (8,3% op 31 december 2016).

Er worden per pand, per huurder en per leegstaande ruimte veronderstellingen gemaakt van de kans op (her)verhuur, aantal maanden leegstand, incentives en verhuurkosten.

De meest belangrijke hypotheses met betrekking tot de waardering van de vastgoedbeleggingen zijn:

2017 2016
Gemiddelde contractuele huur*
verhoogd met de geschatte huurwaarde op
leegstand per m² (€)

Kantoren
132 128

Logistiek vastgoed
48 48
Gemiddeld brutorendement (%) 7,3% 7,6%

Kantoren
7,0% 7,7%

Logistiek vastgoed
7,7% 7,5%
Gemiddeld brutorendement bij volledige
verhuring (%)
8,4% 8,3%

Kantoren
9,1% 8,9%

Logistiek vastgoed
7,8% 7,8%
Gemiddeld nettorendement bij volledige verhuring (%) 7,2% 7,4%

Kantoren
7,5% 7,8%

Logistiek vastgoed
7,0% 7,0%
Leegstandspercentage (%) inclusief Greenhouse BXL 14% 9%
Leegstandspercentage (%) exclusief Greenhouse BXL 9%

* De gemiddelde contractuele huur werd per gebouw of gebouwencomplex berekend, en bevat verschillende soorten oppervlakten.

In geval van een hypothetische negatieve aanpassing van het rendement dat gebruikt wordt door de vastgoeddeskundigen bij de bepaling van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap (yield of kapitalisatievoet) met 1% (van 7,3% naar 8,3% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 80 miljoen of 12%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 6% tot circa 50%.

In het omgekeerde geval van een hypothetische positieve aanpassing van dit gebruikte rendement met 1% (van 7,3% naar 6,3% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 105 miljoen of 16%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 6% tot circa 39%.

In geval van een hypothetische daling van de contractuele huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 48,6 miljoen naar € 47,6 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 14 miljoen of 2%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 1% tot circa 46%. In het omgekeerde geval van een hypothetische stijging van de lopende huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 48,6 miljoen naar € 49,6 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 14 miljoen of 2%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 1% tot circa 44%.

Er bestaat een correlatie tussen de evoluties van de contractuele huren en de in de vastgoedschatting gehanteerde rendementen. Deze is echter buiten beschouwing gelaten in bovenstaande sensitiviteitsanalyse.

Waarderingsproces voor vastgoedbeleggingen

Vastgoedbeleggingen worden in de boekhouding opgenomen op basis van schattingsverslagen opgesteld door onafhankelijke en deskundige vastgoedschatters. Deze verslagen zijn gebaseerd op informatie die door de vennootschap aangeleverd wordt en op door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen.

Informatie die door de vennootschap aangeleverd wordt, omvat lopende huren, termijnen en voorwaarden van huurovereenkomsten, service lasten, investeringen, enz. Deze informatie is afkomstig van het financieel- en beheerssysteem van de vennootschap en is onderworpen aan het algemeen geldende controlesysteem van de vennootschap.

De door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen hebben voornamelijk betrekking op de marktsituatie, zoals rendementen en discontovoeten. Ze zijn gebaseerd op hun professionele beoordeling en waarneming van de markt.

Voor een gedetailleerde beschrijving van de methode van waardering toegepast door de vastgoeddeskundigen wordt verwezen naar het hoofdstuk "Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen" in het Vastgoedverslag.

De informatie die ter beschikking gesteld wordt van de vastgoeddeskundigen, alsook de assumpties en de waarderingsmodellen worden intern nagekeken. Dit houdt een nazicht in van de variaties in de reële waarde tijdens de betreffende periode.

Niet-observeerbare parameters Bandbreedte Gewogen gemiddelde
(input op 31.12) 2017 2016 2017 2016
Geschatte huurwaarde (in €/m²)*

Kantorenportefeuille
100-155 €/m² 96 – 145 €/m² 126 € /m² 126 € /m²

Logistiek vastgoed
37-53 €/m² 36 – 83 €/m² 43 € /m² 44 € /m²
Rendement gehanteerd door de
vastgoeddeskundigen (in %)*

Kantorenportefeuille
7,8%-10,3% 7,8% – 9,9% 8,9% 8,7%

Logistiek vastgoed
5,9%-8,1% 6,1% – 8,2% 7,0% 7,1%

* Bovenstaande gegevens bevatten het gewogen gemiddelde per gebouw of gebouwencomplex, het hoogste en laagste getal in de weergave van de bandbreedte is telkens geëlimineerd.

Toelichting 14. Vlottende activa

Handelsvorderingen

in duizenden € 2017 2016
Handelsvorderingen 1.724 2.050
Nog niet vervallen vooruitfacturaties 6.657 3.823
Op te stellen facturen 1.003 640
Dubieuze debiteuren 350 425
Voorziening dubieuze debiteuren -350 -372
Andere handelsvorderingen 225 35
Totaal handelsvorderingen 9.609 6.601

Intervest hanteert duidelijke procedures voor het screenen van huurders bij het sluiten van nieuwe huurcontracten. Ook worden bij het afsluiten van huurcontracten steeds waarborgsommen of bankgaranties bedongen. Op 31 december 2017 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties voor kantoren ongeveer 6,1 maanden (of circa € 10,4 miljoen). Voor de logistieke portefeuille op 31 december 2017 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties 4,3 maanden (of circa € 9,8 miljoen).

Vanaf boekjaar 2017 hanteert Intervest voor al haar uitgaande facturen een standaard betalingstermijn van 30 dagen. Gezien de huur contractueel betaalbaar is de eerste dag van de termijn worden voortaan alle huurcontracten vooruit gefactureerd. Dit verklaart de toename van € 3 miljoen in de nog niet vervallen vooruitfacturaties. De nog niet vervallen vooruitfacturaties betreffen facturaties met betrekking tot het eerste kwartaal van 2018.

Ouderdomsanalyse van de handelsvorderingen

in duizenden € 2017 2016
Vorderingen < 30 dagen 1.033 1.164
Vorderingen 30-90 dagen 452 446
Vorderingen > 90 dagen 239 440
Totaal handelsvorderingen 1.724 2.050

Voor de opvolging van het debiteurenrisico dat Intervest hanteert, wordt verwezen naar de beschrijving van het hoofdstuk "Risicofactoren" (Operationele risico's - debiteurenrisico's).

Belastingsvorderingen en andere vlottende activa

in duizenden € 2017 2016
Belastingen (ingehouden ten gevolge van de fiscale situatie van de Groep) 3.455 3.893
Terug te vorderen BTW 0 408
Terug te vorderen vennootschapsbelasting 185 215
Terug te vorderen exit taks 459 459
Terug te vorderen roerende voorheffing op uitgekeerde dividenden en op
liquidatieboni
2.811 2.811
Andere 16 20
Totaal belastingsvorderingen en andere vlottende activa 3.471 3.913

Voor de toelichting bij de fiscale situatie van de Groep wordt verwezen naar Toelichting 24.

Overlopende rekeningen

in duizenden € 2017 2016
Gelopen, niet vervallen vastgoedopbrengsten 1.038 921
Te recupereren onroerende voorheffing 1.029 871
Te recupereren schadegevallen 9 50
Voorafbetaalde vastgoedkosten 357 534
Voorafbetaalde interesten en andere financiële kosten 262 288
Andere 107 121
Totaal overlopende rekeningen 1.764 1.864

Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst.

Toelichting 15. Eigen vermogen

EVOLUTIE VAN HET KAPITAAL

beweging
Kapitaal
kapitaal na de
verrichting
uitstaand
Totaal
gecreëerde
aandelen
Aantal
Totaal aantal
aandelen
Datum Verrichting in duizenden € in eenheden
08.08.1996 Oprichting 62 62 1.000 1.000
05.02.1999 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
(Atlas Park)
4.408 4.470 1.575 2.575
05.02.1999 Kapitaalverhoging door incorporatie van
uitgiftepremies en reserves en kapitaal
vermindering door incorporatie van over
gedragen verliezen
-3.106 1.364 0 2.575
05.02.1999 Splitsing van het aandeel 0 1.364 1.073.852 1.076.427
05.02.1999 Kapitaalverhoging door inbreng in speciën 1.039 2.403 820.032 1.896.459
29.06.2001 Fusie door opslorping van de naamloze
vennootschappen Catian, Innotech,
Greenhill Campus en Mechelen Pand
16.249 18.653 2.479.704 4.376.163
21.12.2001 Fusie door opslorping van vennootschap
pen die behoorden tot VastNed Groep
23.088 41.741 2.262.379 6.638.542
21.12.2001 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
(De Arend, Sky Building en Gateway House)
37.209 78.950 1.353.710 7.992.252
31.01.2002 Inbreng van 575.395 aandelen Siref 10.231 89.181 1.035.711 9.027.963
08.05.2002 Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref
in het kader van het bod
24.824 114.005 2.512.998 11.540.961
28.06.2002 Fusie met Siref nv;
ruil van 111.384 aandelen Siref
4.107 118.111 167.076 11.708.037
23.12.2002 Fusie door opslorping van de naamloze
vennootschappen Apibi, Pakobi, PLC, MCC
en Mechelen Campus
5.016 123.127 1.516.024 13.224.061
17.01.2005 Fusie door opslorping van de naamloze
vennootschappen Mechelen Campus 2,
Mechelen Campus 4, Mechelen Campus 5
en Perion 2
3.592 126.719 658.601 13.882.662
18.10.2007 Fusie door opslorping van de naamloze
vennootschappen Mechelen Campus 3 en
Zuidinvest
6 126.725 18.240 13.900.902
01.04.2009 Fusie door overneming van de naamloze
vennootschap Edicorp
4 126.729 6.365 13.907.267
25.05.2012 Kapitaalverhoging door keuzedividend
boekjaar 2011
2.666 129.395 292.591 14.199.858
23.05.2013 Kapitaalverhoging door keuzedividend
boekjaar 2012
2.051 131.447 225.124 14.424.982
28.05.2014 Kapitaalverhoging door keuzedividend
boekjaar 2013
3.211 134.657 352.360 14.777.342
22.12.2014 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
in het kader van een met splitsing gelijk
gestelde verrichting of partiële splitsing
(artikel 677 Wetboek van Vennootschappen)
12.453 147.110 1.366.564 16.143.906
28.05.2015 Kapitaalverhoging door keuzedividend 870 147.980 95.444 16.239.350
25.05.2016 Kapitaalverhoging door keuzedividend 4.968 152.948 545.171 16.784.521
05.05.2017 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
van vastgoed gelegen in Aarschot
1.969 154.917 216.114 17.000.635
05.05.2017 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
van vastgoed gelegen in Oevel
2.906 157.823 318.925 17.319.560
22.05.2017 Kapitaalverhoging door keuzedividend 3.835 161.658 420.847 17.740.407
22.12.2017 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
van vastgoed gelegen in Zellik
6.062 167.720 665.217 18.405.624

Het maatschappelijk kapitaal bedraagt op 31 december 2017 € 167.719.793 en is verdeeld in 18.405.624 volgestorte aandelen zonder vermelding van nominale waarde.

In boekjaar 2017 hebben vier kapitaalverhogingen plaatsgevonden door inbreng in natura met toepassing van de artikel 26, §2, eerste lid, 2°, tweede zin, van de GVV-wet, onder volgende financiële voorwaarden:

  • 5 mei 2017: verwerving van de logistieke site in Aarschot met de uitgifte van 216.114 nieuwe aandelen voor een bedrag van € 5,2 miljoen, meer bepaald € 2,0 miljoen in kapitaal en € 3,2 miljoen in uitgiftepremie. De uitgifteprijs bedraagt € 23,83 per aandeel wat circa 29% hoger is dan de nettowaarde (reële waarde) van Intervest op 31 maart 2017 en 6% hoger dan de openingskoers van het aandeel op 4 mei 2017. De gecreëerde aandelen zijn dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2017.
  • 5 mei 2017: verwerving van de logistieke site in Oevel met de uitgifte van 318.925 nieuwe aandelen voor een bedrag van € 7,6 miljoen, meer bepaald € 2,9 miljoen in kapitaal en € 4,7 miljoen in uitgiftepremie. De uitgifteprijs bedraagt € 23,83 per aandeel wat circa 29% hoger is dan de nettowaarde (reële waarde) van Intervest op 31 maart 2017 en 6% hoger dan de openingskoers van het aandeel op 4 mei 2017. De gecreëerde aandelen zijn dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2017.
  • 22 mei 2017: keuzedividend over boekjaar 2016 met de uitgifte van 420.847 nieuwe aandelen voor een bedrag van € 9,1 miljoen, meer bepaald € 3,8 miljoen in kapitaal en € 5,2 miljoen in uitgiftepremie. De uitgifteprijs bedraagt € 21,56 per aandeel wat circa 9% hoger is dan de nettowaarde (reële waarde) van Intervest op 31 maart 2017 en 4% lager dan de openingskoers van het aandeel op 3 mei 2017. De gecreëerde aandelen zijn dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2017.
  • 22 december 2017: verwerving van de logistieke site in Zellik met de uitgifte van 665.217 nieuwe aandelen voor een bedrag van € 13,8 miljoen, meer bepaald € 6,1 miljoen in kapitaal en € 7,7 miljoen in uitgiftepremie. De uitgifteprijs bedraagt € 20,70 per aandeel wat circa 8% hoger is dan de nettowaarde (reële waarde) van Intervest op 30 september 2017 en quasi gelijk aan de openingskoers van het aandeel op 22 december 2017. De gecreëerde aandelen zijn dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2018.

Uitgiftepremies

in duizenden € EVOLUTIE UITGIFTEPREMIES Kapitaal
verhoging
Opleg in
geld
Waarde
inbreng
Uitgifte
premies
Datum Verrichting
05.02.99 Kapitaalverhoging door inbreng in speciën 1.039 0 20.501 19.462
21.12.01 Aanzuivering van boekhoudkundige
verliezen naar aanleiding van de fusie
door opslorping van vennootschappen die
behoorden tot VastNed Groep
0 0 0 -13.747
31.01.02 Inbreng van 575.395 aandelen Siref 10.231 1.104 27.422 16.087
08.05.02 Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref
in het kader van het bod
24.824 2.678 66.533 39.031
25.05.12 Kapitaalverhoging door keuzedividend 2.666 0 5.211 2.545
23.05.13 Kapitaalverhoging door keuzedividend 2.051 0 3.863 1.812
28.05.14 Kapitaalverhoging door keuzedividend 3.211 0 7.075 3.864
22.12.14 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
in het kader van een met splitsing gelijk
gestelde verrichting of partiële splitsing
(artikel 677 Wetboek van Vennootschap
pen)
12.453 0 26.183 13.730
28.05.15 Kapitaalverhoging door keuzedividend 870 0 2.305 1.436
25.05.16 Kapitaalverhoging door keuzedividend 4.968 0 11.569 6.601
05.05.17 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
van vastgoed gelegen in Aarschot
1.969 0 5.150 3.181
05.05.17 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
van vastgoed gelegen in Oevel
2.906 0 7.600 4.694
22.05.17 Kapitaalverhoging door keuzedividend 3.835 0 9.074 5.238
22.12.17 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
van vastgoed gelegen in Zellik
6.062 0 13.770 7.708
Totaal uitgiftepremies 111.642

De uitgiftepremies bedragen op 31 december 2017 € 112 miljoen.

Reserves

Voor de beweging van de reserves tijdens het boekjaar 2017 wordt verwezen naar het mutatieoverzicht van het eigen vermogen.

De reserves zijn als volgt samengesteld:

in duizenden € 2017 2016
Wettelijke reserves 90 90
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed 38.252 53.645
Reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van het
vastgoed
53.526 69.506
Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten
en – kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen
-15.274 -15.861
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkings
boekhouding zoals gedefinieerd in IFRS
-2.961 -4.508
Andere reserves 6.034 650
Overgedragen resultaten van vorige boekjaren 17.403 11.857
Totaal reserves 58.818 61.734

Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen

in duizenden € 2017 2016
Saldo per einde van het vorige boekjaar -15.861 -15.236
Variaties in de investeringswaarde van vastgoedbeleggingen -241 36
Aankopen van vastgoedbeleggingen vorig boekjaar -165 -753
Verkoop van vastgoedbeleggingen vorig boekjaar 993 92
Totaal reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierech
ten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen
-15.274 -15.861

Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed (conform IAS 40) en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen, wordt opgenomen in deze post.

Toelichting 16. Kortlopende verplichtingen

Handelsschulden en andere kortlopende schulden

in duizenden € 2017 2016
Andere 2.290 2.655
Leveranciers 1.375 2.205
Huurders 304 82
Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 611 368
Totaal handelsschulden en andere kortlopende schulden 2.290 2.655

Andere kortlopende verplichtingen

in duizenden € 2017 2016
Te betalen dividenden over vorige boekjaren 179 183
Overige schulden 38 49
Totaal andere kortlopende verplichtingen 217 232

Overlopende rekeningen

in duizenden € 2017 2016
Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten 12.171 6.696
Verplichtingen verbonden aan vergoedingen voor
vroegtijdig verbroken huurcontracten
1.250 1.250
Ontvangen schadevergoedingen voor wederinstaatstelling 21 21
Vooruitgefactureerde huurinkomsten 9.058 4.503
Vooruitgefactureerde provisies 732 73
Vooruitgefactureerd - andere 104 0
Overige over te dragen opbrengsten 1.006 849
Gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten 2.840 3.282
Interesten m.b.t obligatieleningen 1.710 1.710
Andere interesten en financiële kosten 649 989
Toe te rekenen kosten mbt vastgoed 481 583
Andere 142 235
Overige toe te rekenen kosten 142 235
Totaal overlopende rekeningen 15.153 10.213

De overlopende rekeningen omvatten op 31 december 2017 voor € 12,2 miljoen vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten. Dit betreft voornamelijk vooruitfacturaties van huurinkomsten en provisies voor het eerste kwartaal van het volgende boekjaar die samen € 10 miljoen bedragen.

De gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten bedragen in 2017 € 2,8 miljoen, en omvatten o.a. de interesten op de obligatielening die verschuldigd zijn op 1 april 2018 op de obligatielening die uitgegeven is in maart 2014.

Toelichting 17. Langlopende en kortlopende financiële schulden

Voor de beschrijving van de Financiële structuur van de vennootschap wordt verwezen naar het Verslag van het directiecomité.

Opdeling volgens de vervaldag van de opgenomen kredieten

in duizenden € 2017 2016
Schulden met een resterende
looptijd van
Schulden met een resterende
looptijd van
< 1 jaar > 1 jaar
en < 5
jaar
> 5 jaar Procentueel
aandeel
Totaal
< 1 jaar > 1 jaar
en < 5
jaar
> 5 jaar Totaal Procentueel
aandeel
Kredietinstellingen:
opgenomen
kredieten
46.805 119.984 72.691 239.480 80% 62.012 152.475 7.667 222.154 79%
Obligatielening 0 59.696 0 59.696 20% 0 59.561 0 59.561 21%
TOTAAL 46.805 179.680 72.691 299.176 100% 62.012 212.036 7.667 281.715 100%
Procentueel
aandeel
16% 60% 24% 100% 22% 75% 3% 100%

Waarborgen inzake financiering

De kredietovereenkomsten van Intervest zijn, naast de vereiste tot het behoud van het GVV-statuut en het voldoen aan de financiële ratio's zoals opgelegd door de GVV-Wet, onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau van de vennootschap of haar financiële interestlast, het verbod tot hypothekeren of verpanden van vastgoedbeleggingen en de pari passu behandeling van de schuldeisers. De financiële ratio's beperken het bedrag dat Intervest nog zou kunnen lenen.

Ten behoeve van de financiering van de vennootschap zijn er op 31 december 2017 geen hypothecaire inschrijvingen genomen, noch hypothecaire volmachten toegestaan.

Voor de meeste financieringen wordt door de kredietinstellingen veelal een rentedekkingsverhouding van meer dan 2 vereist (zie beschrijving van de Financiële structuur in het Verslag van het directiecomité).

Deze ratio's zijn gerespecteerd op 31 december 2017. Indien Intervest deze ratio's niet meer zou respecteren, zou door de financiële instellingen kunnen worden geëist dat de financieringsovereenkomsten van de vennootschap worden geannuleerd, heronderhandeld, opgezegd of vervroegd terugbetaald.

in duizenden € 2017
2016
Schulden met een resterende
looptijd van
Schulden met een resterende
looptijd van
< 1 jaar > 1 jaar
en < 5
jaar
> 5 jaar Totaal Procentueel
aandeel
< 1 jaar > 1 jaar
en < 5
jaar
> 5 jaar Totaal Procentueel
aandeel
Kredietinstellingen:
opgenomen
kredieten
46.805 119.984 72.691 239.480 60% 62.012 152.475 7.667 222.154 69%
Niet-opgenomen
kredietlijnen
19.300 7.150 75.000 101.450 25% 0 38.175 0 38.175 12%
Obligatielening 0 59.696 0 59.696 15% 0 59.561 0 59.561 19%
TOTAAL 66.105 186.830 147.691 400.626 100% 62.012 250.211 7.667 319.890 100%
Procentueel
aandeel
16% 47% 37% 100% 19% 78% 3% 100%

Opdeling volgens de vervaldag van de kredietlijnen

Bovenstaande tabel "Opdeling volgens de vervaldag van de kredietlijnen" bevat een bedrag van € 101 miljoen aan niet-opgenomen kredietlijnen (€ 38 miljoen op 31 december 2016). Deze vormen op afsluitingsdatum geen effectieve schuld maar zijn enkel een potentiële schuld onder de vorm van een beschikbare kredietlijn. Het procentueel aandeel wordt berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte van de som van de opgenomen kredietlijnen, niet-opgenomen kredietlijnen en de uitstaande obligatielening.

Opdeling volgens het variabel of vastrentend karakter van de opgenomen kredieten bij kredietinstellingen en van de obligatielening

in duizenden € 2017 2016
Totaal Procentueel
aandeel
Totaal Procentueel
aandeel
Kredieten met variabele rentevoet 72.480 24% 25.154 9%
Kredieten ingedekt door interest rate swaps en/of floors 160.000 54% 190.000 67%
Kredieten met vaste rentevoet 66.696 22% 66.561 24%
TOTAAL 299.176 100% 281.715 100%

In bovenstaande tabel "Opdeling volgens het variabel of vastrentend karakter van de opgenomen kredieten bij kredietinstellingen en van de obligatielening" wordt het procentuele aandeel berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte van de som van de opgenomen kredieten.

Karakteristieken van de obligatielening:

Private plaatsing van obligaties voor € 60 miljoen

Op 19 maart 2014 heeft Intervest een private plaatsing van obligaties gerealiseerd voor een totaalbedrag van € 60 miljoen. De obligaties hebben een looptijd van respectievelijk 5 jaar (€ 25 miljoen) en 7 jaar (€ 35 miljoen) en vervallen op respectievelijk 1 april 2019 en 1 april 2021. De obligaties met vervaldatum 1 april 2019 genereren een vast jaarlijks brutorendement van 3,430%, de obligaties met vervaldatum 1 april 2021 een vast jaarlijks brutorendement van 4,057%.

De uitgifteprijs van de obligaties is gelijk aan hun nominaal bedrag, hetzij € 100.000. De obligaties zijn geplaatst bij institutionele investeerders.

Toelichting 18. Financiële instrumenten

De belangrijkste financiële instrumenten van Intervest bestaan uit financiële en commerciële vorderingen en schulden, geldmiddelen en kasequivalenten evenals financiële instrumenten van het type interest rate swap (IRS) en floor.

SAMENVATTING FINANCIËLE INSTRUMENTEN 2017 2016
in duizenden € Categorieën Niveau Boek
waarde
Reële
waarde
Boek
waarde
Reële
waarde
FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP ACTIEF
Vaste activa
Financiële vaste activa C 2 182 182 383 383
Handelsvorderingen en andere vaste
activa
A 2 13 13 13 13
Vlottende activa
Handelsvorderingen A 2 9.609 2.952 6.601 6.601
Belastingsvorderingen en andere
vlottende activa
A 2 3.471 3.471 3.913 3.913
Kas en kasequivalenten B 2 728 728 412 412
FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP PASSIEF
Langlopende verplichtingen
Langlopende financiële schulden
(rentedragend)
A 2 252.371 256.845 219.703 225.542
Andere langlopende financiële
verplichtingen
C 2 2.020 2.020 3.330 3.330
Andere langlopende verplichtingen A 2 1.001 1.001 920 920
Uitgestelde belastingen - verplichtingen C 2 192 192 0 0
Kortlopende verplichtingen
Kortlopende financiële schulden A 2 46.805 46.805 62.012 62.012
Andere kortlopende financiële
verplichtingen
C 2 3 3 13 13
Handelsschulden en andere kortlopende
schulden
A 2 2.290 2.290 2.655 2.655
Andere kortlopende verplichtingen A 2 217 217 232 232

De categorieën komen overeen met de volgende financiële instrumenten:

  • A. financiële activa of passiva (met inbegrip van vorderingen en leningen) tot op vervaldag gehouden aan geamortiseerde kostprijs
  • B. geldbeleggingen tot op vervaldag gehouden aan geamortiseerde kostprijs
  • C. activa of passiva, gehouden aan reële waarde via resultatenrekening, behalve voor financiële instrumenten bepaald als indekkingsinstrument.

Financiële instrumenten worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de hiërarchie van de reële waarden:

  • niveau 1: waardering op basis van genoteerde marktprijzen in actieve markten
  • niveau 2: waarden gebaseerd op direct of indirect (extern) observeerbare informatie
  • niveau 3: waardering geheel of gedeeltelijk gebaseerd op niet (extern) observeerbare informatie.

De financiële instrumenten van Intervest stemmen overeen met niveau 2 in de hiërarchie van de reële waarden. De waarderingstechnieken betreffende de reële waarde van de financiële instrumenten van niveau 2 zijn de volgende:

  • voor de rubrieken "Financiële vast activa", "Andere langlopende financiële verplichtingen" en "Andere kortlopende financiële verplichtingen" die de interest rate swaps en de floor betreffen, wordt de reële waarde vastgelegd met behulp van observeerbare gegevens, namelijk de forward interest rates die van toepassing zijn op actieve markten, over het algemeen aangeleverd door financiële instellingen
  • de reële waarde van de overige financiële activa en passiva van niveau 2 is nagenoeg gelijk aan hun boekwaarde hetzij omdat ze een vervaldag op korte termijn hebben (zoals de handelsvorderingen en schulden), hetzij omdat ze een variabele interestvoet dragen
  • bij de berekening van de reële waarde van de rentedragende financiële schulden zijn de financiële schulden met een vaste rentevoet in beschouwing genomen waarbij de toekomstige cash flows (rente en kapitaalaflossing) verdisconteerd worden met een marktconform rendement.

Intervest hanteert interest rate swaps en floors ter indekking van de mogelijke wijzigingen van de interestkosten op een gedeelte van de financiële schulden met een variabele rentevoet (de kortetermijn Euribor). De interest rate swaps en floors worden als een kasstroomafdekking geclassificeerd. Intervest past geen hedge-accounting toe. De schommelingen in de reële waarde van de financiële instrumenten worden opgenomen in de resultatenrekening op de lijn "Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges)" in het financieel resultaat.

Reële waarde van de financiële derivaten

Op 31 december 2017 bezit de vennootschap de volgende financiële derivaten:

Startdatum Einddatum Rentevoet Contractueel
notioneel
bedrag
Hedge
accounting
Reële waarde
in duizenden € Ja/Nee 2017 2016
1 IRS 02.01.2012 02.01.2017 2,3350% 50.000 Nee 0 -11
2 IRS 02.01.2012 01.01.2017 2,1400% 10.000 Nee 0 -2
3 IRS 02.01.2012 01.01.2018 2,3775% 10.000 Nee -3 0
Toegelaten afdekkingsinstrumenten -3 -13
Andere kortlopende financiële verplichtingen -3 -13
1 IRS 02.01.2012 01.01.2018 2,3775% 10.000 Nee 0 -274
2 IRS 02.01.2012 01.01.2018 2,3425% 10.000 Nee 0 -271
3 IRS 30.04.2014 30.04.2019 1,2725% 10.000 Nee -210 -362
4 IRS 30.04.2014 30.04.2019 1,2725% 10.000 Nee -210 -362
5 IRS 18.06.2015 18.06.2022 0,7800% 15.000 Nee -423 -661
6 IRS 30.06.2015 30.06.2020 0,4960% 15.000 Nee -241 -368
7 IRS 18.06.2015 18.06.2021 0,6300% 15.000 Nee -331 -506
8 IRS 26.06.2015 26.06.2019 0,3300% 15.000 Nee -137 -219
9 IRS 01.12.2016 01.12.2021 0,1200% 15.000 Nee -24 -143
10 IRS 01.12.2016 01.12.2022 0,2200% 15.000 Nee -2 -164
11 IRS 22.03.2017 22.03.2024 0,8500% 10.000 Nee -302 0
12 IRS 22.03.2017 22.03.2024 0,4500% 10.000 Nee -49 0
13 IRS 22.03.2017 22.03.2024 04675% 10.000 Nee -53 0
14 IRS 22.03.2017 22.03.2023 0,3300% 10.000 Nee -38 0
Toegelaten afdekkingsinstrumenten -2.020 -3.330
Andere langlopende financiële verplichtingen -2.020 -3.330
1 Floor 01.12.2016 01.02.2021 0,0% 27.500 Nee 182 383
Financiële vaste activa 182 383
Totaal reële waarde van de financiële derivaten -1.841 -2.960
Boekhoudkundige verwerking op 31 december:

In het eigen vermogen: Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van
toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkings
boekhouding
-2.960 -4.507
(niet-effectieve hedges) In resultatenrekening: Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva 1.119 1.547
Totaal reële waarde van de financiële derivaten -1.841 -2.960

De interest rate swaps hebben op 31 december 2017 een negatieve marktwaarde van € -1,8 miljoen (contractueel notioneel bedrag € 160 miljoen) wat op kwartaalbasis wordt vastgelegd door de emitterende financiële instelling.

In januari 2017 zijn interest rate swaps op vervaldatum gekomen voor een notioneel bedrag van €60 miljoen met een gemiddelde rentevoet van 2,3%. In het eerste semester van 2017 zijn voor een notioneel bedrag van € 30 miljoen nieuwe interest rate swaps aangekocht met een gemiddelde rentevoet van 0,4% (looptijd op 6 en 7 jaar). Verder is een bestaande interest rate swap met een notioneel bedrag van € 10 miljoen en een rentevoet van 2,3425% omgevormd naar een interest rate swap met een looptijd van 7 jaar aan 0,85%.

Beheer van de financiële risico's

De voornaamste financiële risico's van Intervest zijn het financieringsrisico, het liquiditeitsrisico en het renterisico.

Financieringsrisico

Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Financieringsrisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Verslag van de raad van bestuur.

Intervest streeft voor de financiering van het vastgoed steeds naar een evenwichtige verhouding tussen eigen en vreemd vermogen. Daarnaast streeft Intervest ernaar door transparante informatieverschaffing, regelmatige contacten met financiers en (potentiële) aandeelhouders en het verhogen van de liquiditeit van het aandeel, de toegang tot de kapitaalmarkt veilig te stellen. Tenslotte wordt ten aanzien van de langetermijnfinancieringen gestreefd naar een evenwichtige spreiding van herfinancieringsdata en naar een gewogen gemiddelde looptijd tussen de 3,5 en 5 jaar. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen. De gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietovereenkomsten op 31 december 2017 is 4,6 jaar. Ook heeft Intervest haar financieringsbronnen gediversifieerd door het gebruik van zeven Europese financiële instellingen en de uitgifte van obligatieleningen.

Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 17. Langlopende en kortlopende financiële schulden" in het Financieel verslag.

Liquiditeitsrisico

Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Liquiditeitsrisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Verslag van de raad van bestuur.

De bankkredietovereenkomsten van Intervest zijn onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau van Intervest of haar financiële interestlast. Om een beroep te kunnen doen op deze kredietruimte dient continu aan de voorwaarden van de kredietfaciliteiten te worden voldaan. Op 31 december 2017 beschikt de vennootschap nog over € 101 miljoen niet-opgenomen kredietlijnen bij haar financiers om schommelingen in liquiditeitsbehoeften op te vangen.

Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 17. Langlopende en kortlopende financiële schulden" in het Financieel verslag.

Renterisico

Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Renterisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Verslag van de raad van bestuur.

Als gevolg van het financieren met vreemd vermogen wordt het rendement tevens afhankelijk van de ontwikkelingen van de rente. Om dit risico te beperken wordt bij de samenstelling van de leningenportefeuille gestreefd naar een verhouding een derde vreemd vermogen met variabele rente en twee derde vreemd vermogen met vaste rente. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente kan hiervan tijdelijk worden afgeweken. Verder wordt binnen het vreemd vermogen op lange termijn gestreefd naar een evenwichtige spreiding van renteherzieningsdata en een looptijd van minimaal 3 jaar. Op 31 december 2017 liggen de rentevoeten op de indekkingen (inclusief financieringen met vaste rentevoet) van de vennootschap vast voor een resterende looptijd van gemiddeld 3,4 jaar.

Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 17. Langlopende en kortlopende financiële schulden" en "Toelichting 11. Netto-interestkosten" in het Financieel verslag.

Toelichting 19. Uitgestelde belastingen - verplichtingen

in duizenden € 2017 2016
Voorziening voor uitgestelde belastingen 192 0

De uitgestelde belastingen bevatten een voorziening voor uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen eigendom van de perimetervennootschappen en van de Groep in Nederland.

Toelichting 20. Berekening schuldgraad

in duizenden € Toelichting 2017 2016
Langlopende financiële schulden 17 252.371 219.703
Andere langlopende verplichtingen 1.001 920
Kortlopende financiële schulden 17 46.805 62.012
Handelsschulden en andere kortlopende schulden 16 2.290 2.655
Andere kortlopende verplichtingen 16 217 232
Totaal verplichtingen voor schuldgraadberekening 302.684 285.522
Totaal activa (excl. financiële derivaten) 679.236 624.780
Schuldgraad 44,6% 45,7%

Voor de verdere toelichting over de evolutie van de schuldgraad wordt verwezen naar de bespreking van de Financiële structuur in het Verslag van het directiecomité.

Toelichting 21. Verbonden partijen

De verbonden partijen waarmee de vennootschap handelt zijn haar aandeelhouders, en de daarmee verbonden ondernemingen, alsook haar perimetervennootschappen (zie Toelichting 22) en haar bestuurders en directieleden.

Bestuurders en directieleden

De vergoeding voor de bestuurders en directieleden is opgenomen in de posten "Beheerskosten van het vastgoed" en "Algemene kosten" (zie Toelichting 5 en 6). Verdere detaillering van de samenstelling van de vergoeding van de directieleden kan gevonden worden in "Toelichting 7. Personeelsbeloningen".

in duizenden € 2017 2016
Bestuurders 125 105
Directieleden 1.020 800
Totaal 1.145 905

De bestuurders en directieleden ontvangen bijkomend geen voordelen ten laste van de vennootschap.

Toelichting 22. Lijst van de geconsolideerde ondernemingen

Onderstaande ondernemingen worden opgenomen in de consolidatie volgens de methode van de integrale consolidatie:

Als gevolg van de uitbreiding van de vastgoedportefeuille van Intervest in Nederland is in het eerste semester van 2017 Intervest Nederland Coöperatief U.A. opgericht. Intervest Tilburg 1 bv en Intervest Raamsdonksveer 1 bv zijn perimetervennootschappen van Intervest Nederland Coöperatief U.A. en houden het vastgoed aan.

Toelichting 23. Honorarium aan de commissaris en met de commissaris verbonden entiteiten

in duizenden € 2017 2016
Excl. BTW
Bezoldiging van de commissaris 66 65
Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten
uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris m.b.t.
Andere controleopdrachten 19 4
Belastingadviesopdrachten 5 8
Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten 0 0
Totaal honorarium commissaris en met de commissaris verbonden entiteiten 90 77

Toelichting 24. Voorwaardelijke verplichtingen

Betwiste belastingaanslagen

Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een voordelig fiscaal statuut gegeven aan de GVV's. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op "verworpen uitgaven". Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op verkopen van onroerend goed wordt dus geen enkele vennootschapsbelasting betaald. Het tarief van deze exit taks bedraagt sinds 1 januari 2005 16,995% (16,5% + 3% crisisbelasting).

Volgens de fiscale wetgeving dient de belastbare grondslag berekend te worden als het verschil tussen de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen en de (fiscale) boekwaarde. De Minister van Financiën heeft via een omzendbrief (dd. 23 december 2004) beslist dat er bij de bepaling van de werkelijke waarde geen rekening dient gehouden te worden met de overdrachtskosten verbonden aan de transactie, maar stipuleert wel dat effectiseringspremies onderhevig blijven aan vennootschapsbelasting. Belastingaanslagen op basis van een effectiseringspremie zouden dus wel verschuldigd zijn. Intervest betwist deze interpretatie en heeft dienaangaande nog bezwaarschriften lopen ten bedrage van circa € 4 miljoen.

Thans bedraagt de nog te betalen belasting plus nalatigheidsinteresten circa € 6,7 miljoen conform de ingekohierde aanslagen. Weliswaar is er nog geen ontlasting toegekend wat betreft de vaststaande bepaling (sinds de omzendbrief dd. 23 december 2004) dat voor de berekening van de exit taks de waarde Kosten Koper moet worden toegepast i.p.v. de waarde Vrij op Naam. Het echte fiscaal dispuut heeft dan volgens Intervest enkel betrekking op het standpunt dat de effectiseringspremie mee in aanmerking genomen moet worden bij de bepaling van de exit taks (de totale fiscale schuld bedraagt dan circa € 4 miljoen i.p.v. circa € 6,7 miljoen).

Op 2 april 2010 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg in Leuven in een rechtszaak tussen een andere Belgische openbare GVV (toen vastgoedbevak) en de Belgische Staat aangaande deze problematiek, geoordeeld dat er geen reden is "waarom de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op datum van de erkenning als vastgoedbevak door de Financial Markets and Services Authority (FSMA) niet lager zou kunnen zijn dan de prijs van de aandelen die aan het publiek werden aangeboden".

Deze bijkomende belastingschulden ten belope van circa € 4 miljoen worden gewaarborgd door de twee vroegere promotoren van Siref die naar aanleiding van de erkenning van deze vastgoedbevak alsook in het kader van goedkeuring van het prospectus van de vastgoedbevak Siref met het oog op het bekomen van de toelating tot de notering ervan op de beurs een eenzijdige verklaring dd. 8 februari 1999 hebben overhandigd aan de FSMA waarin zij verklaren dat zij de exit taks, verschuldigd bij een eventuele wijziging van de aangifte, zullen betalen. Weliswaar betwist één van deze promotoren bij schrijven dd. 24 mei 2012 dat Intervest uit deze verklaring rechten kan putten.

In 2008 heeft de fiscale overheid (Ontvanger der directe belastingen) op één logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat, een wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld. Er werd voor deze betwiste aanslagen geen voorziening aangelegd.

In 2013 heeft de fiscale overheid een van de bezwaarschriften afgewezen en heeft Intervest een verzoekschrift voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen ingediend. Bij vonnis van 3 april 2015 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg Intervest in het ongelijk gesteld. Tegen dit vonnis is door de vennootschap beroep aangetekend waarbij het Hof van Beroep in haar arrest dd. 25 april 2017 het beroep van Intervest Offices & Warehouses evenwel ongegrond heeft verklaard en het bestreden vonnis dd. 3 april 2015 heeft bevestigd. Het Arrest werd op 10 november 2017 betekend. Intervest Offices & Warehouses heeft op 29 januari 2018 cassatie beroep aangetekend tegen voormeld Arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen dd. 25 april 2017.

De afhandeling van de andere bezwaarschriften is voorlopig opgeschort.

Voorwaardelijke verplichtingen

Intervest heeft in het kader van haar nieuwbouwprojecten en uitbreidingen voor circa € 8 miljoen investeringsverplichtingen. Het betreft investeringsuitgaven die zijn afgesloten maar op balansdatum nog niet zijn uitgevoerd.

Toelichting 25. Gebeurtenissen na balansdatum

Op 16 februari 2018 vernam Intervest via de pers de intentie van Medtronic om haar logistieke vestiging in Opglabbeek te sluiten. Op heden werd geen enkel formeel initiatief vanwege Medtronic genomen en blijft de bestaande terbeschikkingstellingsovereenkomst van kracht. De jaarhuur van Medtronic vertegenwoordigt 4,7% van de totale contractuele huurinkomsten van Intervest. Het contract heeft een eerste opzegmogelijkheid per 31 augustus 2022.

7. Verslag van de commissaris1

Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2017

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Intervest Offices & Warehouses NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2017

In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van uw vennootschap (de "vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de controle van de geconsolideerde jaarrekening alsook het verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.

Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 27 april 2016, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2018. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht uitgevoerd gedurende 17 opeenvolgende boekjaren.

Verslag over de controle van de geconsolideerde jaarrekening

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die het geconsolideerd overzicht van de financiële positie op 31 december 2017 omvat, alsook het geconsolideerd overzicht van de resultatenrekening, de geconsolideerde staat van het globaal resultaat, de componenten van het nettoresultaat en het geconsolideerde kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing, waarvan het totaal van het geconsolideerd overzicht van de financiële positie 679 418 (000) EUR bedraagt en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 21 186 (000) EUR.

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de Groep op 31 december 2017 alsook van haar geconsolideerde resultaten en van haar geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor het oordeel zonder voorbehoud

1

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's). Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

1 De commissaris heeft ingestemd met de opneming van hun verslag in dit Jaarverslag. De informatie is correct weergegeven en, voorzover Intervest weet en heeft kunnen opmaken uit door de commissaris gepubliceerde informatie, zijn geen feiten weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden.

Kernpunten van de controle

2

aan deze sleutelinputs.

De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

Kernpunten van de controle Hoe onze controle de kernpunten van de
controle behandelde
1. Waardering van vastgoedbeleggingen
• Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële
waarde (662 539 (000) EUR) vertegenwoordigen
98% procent van het geconsolideerde balanstotaal
op 31 december 2017. Veranderingen in de reële
waarde van de vastgoedbeleggingen hebben een
significante impact op het geconsolideerde
nettoresultaat van de periode en het eigen
• We hebben de interne beheersingmaatregelen van
het management beoordeeld en het ontwerp en de
implementatie van controles rond
vastgoedbeleggingen getest.
• We hebben de competentie, onafhankelijkheid en
integriteit van de externe taxateurs beoordeeld.
vermogen.
• De vastgoedportefeuille omvat voltooide
investeringen en vastgoed in aanbouw.
• We analyseerden en beoordeelden het
waarderingsproces, de prestaties van de
portefeuille en belangrijke aannames en kritische
assumpties, waaronder bezettingsgraden,
• Acquisities en desinvesteringen van
vastgoedbeleggingen zijn afzonderlijke significante
transacties.
rendementen en mijlpalen in de ontwikkeling.
• We hebben de belangrijkste aannames die bij de
waardering werden gebruikt vergeleken met
• De Groep gebruikt professioneel gekwalificeerde
externe taxateurs om de vastgoedportefeuille elk
kwartaal te waarderen aan reële waarde. De
externe industriegegevens en vergelijkbare
vastgoedtransacties, met specifieke aandacht voor
het rendement.
taxateurs worden door de bestuurders aangesteld
en voeren hun werk uit in overeenstemming
volgens de professionele taxatienormen van het
'Royal Institute of Chartered Surveyors' ('RICS').
De taxateurs die door de Groep worden gebruikt,
hebben aanzienlijke ervaring in de markten waarin
• Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd om
de integriteit en volledigheid te beoordelen van de
informatie die aan de onafhankelijke taxateurs
werd verstrekt met betrekking tot huurinkomsten,
essentiële huurkarakteristieken en bezettingsgraad.
de Groep actief is. • We hebben de bedragen uit de
• De portefeuille wordt gewaardeerd op basis van de
beleggingsmethode voor vastgoedbeleggingen.
Projectontwikkelingen worden gewaardeerd volgens
dezelfde methode, met aftrek van alle kosten die
waarderingsverslagen afgestemd met de
boekhoudkundige administratie en van daaruit
hebben we de gerelateerde saldi met de
jaarrekening aangesloten.
nodig zijn om de ontwikkeling af te ronden, samen
met een resterende voorziening voor risico's. De
belangrijkste input voor de waarderingsoefening
zijn de rendementen en de huidige markthuur, die
worden beïnvloed door de evolutie van de markt,
vergelijkbare transacties en de specifieke
• Als onderdeel van onze controlewerkzaamheden die
werden uitgevoerd op acquisities en
desinvesteringen van vastgoedbeleggingen,
onderzochten we de belangrijkste contracten en
documentatie over de toegepaste boekhoudkundige
verwerking van deze transacties.
kenmerken van elk onroerend goed in de
portefeuille.
• Verder hebben we de geschiktheid van de
toelichtingen met betrekking tot de waardering aan
• Het auditrisico vloeit daarom voort uit de
assumpties en belangrijke inschattingen gekoppeld
reële waarde van vastgoedbeleggingen beoordeeld.

Verwijzing naar toelichtingen

We verwijzen naar de geconsolideerde jaarrekening, inclusief de toelichtingen: Toelichting 2 Grondslagen voor de financiële verslaggeving en Toelichting 13 Vaste activa.

2. Waardering van financiële instrumenten

  • De Groep maakt gebruik van financiële instrumenten die aan reële waarde worden gewaardeerd. Intervest Offices & Warehouses NV maakt gebruik van derivatencontracten om renterisico's af te dekken. De reële waarde van deze derivaten bedraagt -1 841 (000) EUR op 31 december 2017 in vergelijking met een reële waarde van -2 960 (000) EUR op 31 december 2016.
  • Derivatentransacties kunnen een complex karakter hebben en hun waardering kan worden beïnvloed door een groot aantal variabelen.
  • Accurate toelichtingen over het gebruik van afgeleide financiële instrumenten zijn relevant voor de lezer van de geconsolideerde jaarrekening.
  • Een kernpunt van onze controle is daarom gerelateerd aan de waardering van deze afgeleide financiële instrumenten.

Verwijzing naar toelichtingen

We verwijzen naar de geconsolideerde jaarrekening, inclusief de toelichtingen: Toelichting 2 Grondslagen voor de financiële verslaggeving en Toelichting 18 Financiële instrumenten.

  • We hebben de controles die relevant zijn voor de waardering van financiële instrumenten geïdentificeerd en we hebben het ontwerp en de implementatie van controles op financiële instrumenten met derivaten getest.
  • We hebben de volledigheid van de afgeleide financiële instrumenten gevalideerd door het verkrijgen van confirmaties van alle banken waarmee Intervest Offices & Warehouses NV samenwerkt voor dit soort transacties.
  • We hebben de 'marked-to-market'-waarden zoals berekend door de banken aangesloten met de financiële staten.
  • We hebben Deloitte's interne waarderingsdeskundigen ingeschakeld om onafhankelijk de waardering van een steekproef van afgeleide financiële instrumenten te testen op basis van hun contractvoorwaarden.
  • Verder hebben we de geschiktheid van de toelichtingen over afgeleide financiële instrumenten beoordeeld.

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor de geconsolideerde jaarrekening

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor het implementeren van de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep;
  • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
  • het concluderen dat de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep zijn continuïteit niet langer kan handhaven;
  • het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeven op een wijze die leidt tot een getrouw beeld;
  • het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de Groep gericht op het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld verantwoordelijk voor ons oordeel.

Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.

Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

4

Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.

* * *

Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.

Verantwoordelijkheden van de commissaris

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde internationale auditstandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport na te gaan alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en andere informatie opgenomen in het jaarrapport

Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening overeen met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening opgesteld overeenkomstig het artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen, anderzijds.

In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

Wij hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de vennootschap.

De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening bedoeld in artikel 134 van het Wetboek van vennootschappen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.

Andere vermeldingen

• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.

Zaventem, 8 maart 2018

De commissaris

________________________________ DELOITTE Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA Vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck

Deloitte Bedrijfsrevisoren / Réviseurs d'Entreprises Burgerlijke vennootschap onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid / Société civile sous forme d'une société coopérative à responsabilité limitée Registered Office: Gateway building, Luchthaven Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE 17 2300 0465 6121 - BIC GEBABEBB

Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited

8. Enkelvoudige jaarrekening Intervest Offices & Warehouses nv

De enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv is opgesteld op basis van de IFRSnormen en conform het GVV-KB van 13 juli 2014. De volledige versie van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv zal, samen met het jaarverslag en het verslag van de commissaris, binnen de wettelijke termijn bij de Nationale Bank van België neergelegd worden en kan gratis verkregen worden via de website van de vennootschap (www.intervest.be) of op aanvraag bij de maatschappelijke zetel.

De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven op de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv.

8.1. Resultatenrekening

in duizenden € 2017 2016
Huurinkomsten 42.540 44.930
Met verhuur verbonden kosten -103 -164
NETTOHUURRESULTAAT 42.437 44.766
Recuperatie van vastgoedkosten 881 700
Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder
op verhuurde gebouwen
12.852 7.873
Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huurschade en
wederinstaatstelling
-375 -412
Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde
gebouwen
-12.852 -7.873
Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven 116 215
VASTGOEDRESULTAAT 43.059 45.269
Technische kosten -1.322 -1.093
Commerciële kosten -252 -336
Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen -634 -475
Beheerskosten van het vastgoed -3.470 -2.978
Andere vastgoedkosten -399 -301
Vastgoedkosten -6.077 -5.183
OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT 36.982 40.086
Algemene kosten -2.655 -2.218
Andere operationele opbrengsten en kosten -5 87
OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE 34.322 37.955
Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen 0 -12.798
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -7.819 2.424
Ander portefeuilleresultaat 103 368
OPERATIONEEL RESULTAAT 26.606 27.949
in duizenden € 2017 2016
OPERATIONEEL RESULTAAT 26.606 27.949
Financiële opbrengsten 597 419
Netto-interestkosten -7.621 -9.327
Andere financiële kosten -5 -10
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
(niet-effectieve hedges)
1.119 1.547
Variaties in de reële waarde van financiële vaste activa 628 55
Financieel resultaat -5.282 -7.316
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 21.324 20.633
Belastingen -138 -51
NETTORESULTAAT 21.186 20.582
Toelichting:
EPRA resultaat 27.430 29.044
Portefeuilleresultaat -7.363 -10.009
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
(niet-effectieve hedges)
1.119 1.547
RESULTAAT PER AANDEEL 2017 2016
Aantal aandelen op jaareinde 18.405.624 16.784.521
Aantal dividendgerechtigde aandelen 17.740.407 16.784.521
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 17.409.850 16.784.521
Nettoresultaat (€) 1,22 1,23
Verwaterd nettoresultaat (€) 1,22 1,23
EPRA resultaat op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (€) 1,58 1,73
EPRA resultaat op basis van aantal dividendgerechtigde aandelen (€) 1,55 1,73

8.2. Globaalresultaat

in duizenden € 2017 2016
NETTORESULTAAT 21.186 20.582
Andere componenten van het globaalresultaat
(recycleerbaar in resultatenrekening)
0 0
GLOBAALRESULTAAT 21.186 20.582

8.3. Balans

ACTIVA in duizenden € Toelichting 31.12.2017 31.12.2016
VASTE ACTIVA 659.212 608.223
Immateriële vaste activa 501 331
Vastgoedbeleggingen 8.6 629.632 602.136
Andere materiële vaste activa 578 702
Financiële vaste activa 8.6 28.488 5.041
Handelsvorderingen en andere vaste activa 13 13
VLOTTENDE ACTIVA 19.614 16.865
Handelsvorderingen 9.575 6.601
Belastingsvorderingen en andere vlottende activa 7.790 7.989
Kas en kasequivalenten 501 411
Overlopende rekeningen 1.748 1.864
TOTAAL ACTIVA 678.826 625.088
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
EIGEN VERMOGEN 359.366 326.085
Kapitaal 167.720 152.948
Uitgiftepremies 111.642 90.821
Reserves 58.818 61.734
Nettoresultaat van het boekjaar 21.186 20.582
VERPLICHTINGEN 319.460 299.003
Langlopende verplichtingen 255.392 223.953
Langlopende financiële schulden 252.371 219.703
Kredietinstellingen 192.675 160.142
Obligatielening 59.696 59.561
Andere langlopende financiële verplichtingen 2.020 3.330
Andere langlopende verplichtingen 1.001 920
Kortlopende verplichtingen 64.068 75.050
Kortlopende financiële schulden 46.805 62.012
Kredietinstellingen 46.805 62.012
Andere kortlopende financiële verplichtingen 3 13
Handelsschulden en andere kortlopende schulden 2.136 2.655
Andere kortlopende verplichtingen 217 232
Overlopende rekeningen 14.907 10.138
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 678.826 625.088
SCHULDGRAAD in % 31.12.2017 31.12.2016
Schuldgraad (max. 65%) 44,6% 45,7%
NETTOWAARDE PER AANDEEL in € 31.12.2017 31.12.2016
Nettowaarde (reële waarde) 19,52 19,43
Nettowaarde (investeringswaarde) 20,35 20,36
Nettoactiefwaarde EPRA 19,62 19,60

8.4. Resultaatverwerking (volgens het schema opgenomen in Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk I van de Bijlage C van het GVV-KB van 13 juli 2014)

in duizenden € 2017 2016
A. NETTORESULTAAT 21.186 20.582
B. TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES 3.651 2.916
1.
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties
in de reële waarde* van vastgoed (-/+):

Boekjaar
4.985 -3.194

Vorige boekjaren
0 5.384

Realisatie vastgoed
0 13.790
2.
Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en
-kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen (-/+)
2.378 -587
5.
Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde
van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een
afdekkingsboekhouding (-)
-1.119 -1.547
10.
Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+)
0 -5.384
11.
Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van
vorige boekjaren (-/+)
-2.593 -5.546
C. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL overeenkomstig artikel 13, §1,
lid 1 van het GVV-KB
0 0
D. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL, andere dan C 24.837 23.498

* Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.

8.5. Mutatieoverzicht van het enkelvoudig eigen vermogen

In duizenden € Reserves
Reserve voor het saldo
van de variaties in de
reële waarde van
vastgoed
Kapitaal Uitgiftepremies Wettelijke reserves saldo van de variaties
waarde van vastgoed
in de investerings
Reserve voor het
impact op de reële
Reserve voor de
waarde*
Balans op 31 december 2015 147.980 84.220 90 73.695 -15.015
Globaalresultaat 2016
Overboekingen door resultaatverdeling 2015:

Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de inves
teringswaarde van vastgoed
-5.872

Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte
mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van
vastgoedbeleggingen
138

Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa
en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële
waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderwor
pen zijn aan een afdekkingsboekhouding

Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2015 4.968 6.601
Fusie met perimetervennootschap Stockage Industriel nv 1.033 -763
Dividenden boekjaar 2015
Balans op 31 december 2016 152.948 90.821 90 68.856 -15.640
Globaalresultaat 2017
Overboekingen door resultaatverdeling 2016:

Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de
investeringswaarde van vastgoed
-15.980

Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte
mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van
vastgoedbeleggingen
587

Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa
en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële
waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderwor
pen zijn aan een afdekkingsboekhouding

Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren

Toevoeging aan de andere reserves
Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in
Aarschot (5 mei 2017)
1.969 3.181
Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Oevel
(5 mei 2017)
2.906 4.694
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2016 3.835 5.238
Dividenden boekjaar 2016
Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Zellik
(22 december 2017)
6.062 7.708
Balans op 31 december 2017 167.720 111.642 90 52.876 -15.053

* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.

TOTAAL EIGEN
VERMOGEN
Nettoresultaat van het boekjaar Totaal reserves Overgedragen resultaten van vorige
boekjaren
Andere reserves toegelaten afdekkingsinstrumenten
die niet onderworpen zijn aan een
variaties in de reële waarde van
Reserve voor het saldo van de
afdekkingsboekhouding
321.704 25.954 63.550 9.419 427 -5.066
20.582 20.582
0 5.872 -5.872
0 -138 138
0
-558 558 558
-3.361 3.361 3.361
11.569
0 -270
-27.769 -27.769
326.085 20.582 61.734 12.510 427 -4.508
21.186 21.186
0 15.980 -15.980
0 -587 587
0 -1.547 1.547 1.547
0 -5.546 5.546 5.546
-5.384 5.384 5.384
5.150
7.600
9.073
-23.498 -23.498
13.770
359.366 21.186 58.818 18.056 5.811 -2.961

8.6. Bijlagen bij de enkelvoudige jaarrekening

Bewegingen van het aantal aandelen

2017 2016
Aantal aandelen bij het begin van het boekjaar 16.784.521 16.239.350
Aantal uitgegeven aandelen naar aanleiding van inbreng Aarschot op 5 mei 2017 216.114 0
Aantal uitgegeven aandelen naar aanleiding van inbreng Oevel op 5 mei 2017 318.925 0
Aantal uitgegeven aandelen bij keuzedividend op 22 mei 2017 420.847 545.171
Aantal dividendgerechtigde aandelen 17.740.407 16.784.521
Aantal uitgegeven aandelen naar aanleiding van inbreng van vastgoed gelegen in
Zellik op 22 december 2017 (dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2018)
665.217 0
Aantal aandelen op jaareinde 18.405.624 16.784.521
Aanpassingen voor de berekening van het gewogen gemiddeld aantal aandelen -995.774 0
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 17.409.850 16.784.521

De aandelen uitgegeven naar aanleiding van de inbreng van Zellik op 22 december 2017 werden uitgegeven zonder coupon 19 en werden pas dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2018. Bijgevolg is het aantal dividendgerechtigde aandelen per 31 december 2017 afwijkend van het aantal aandelen op jaareinde.

Vastgoedbeleggingen

in duizenden € 2017 2016
Kantoren Logistiek
vastgoed
Totaal Kantoren Logistiek
vastgoed
Totaal
Balans op 1 januari 293.118 309.018 602.136 317.563 277.518 595.081

Fusie met Stockage Industriel
nv op 17 februari 2016
0 0 0 30.527 30.527

Verwerving van
vastgoedbeleggingen
0 27.985 27.985 7.319 0 7.319

Investeringen en
uitbreidingen in bestaande
vastgoedbeleggingen
878 6.452 7.330 3.824 2.678 6.502

Verkopen van
vastgoedbeleggingen
0 0 0 -34.234 -5.484 -39.718

Variaties in de reële waarde van
vastgoedbeleggingen
1.446 -9.265 -7.819 -1.354 3.779 2.425
Balans op 31 december 295.442 334.190 629.632 293.118 309.018 602.136
OVERIGE INFORMATIE
Investeringswaarde van het
vastgoed
302.828 342.545 645.373 300.446 316.743 617.189

De vastgoedbeleggingen bestaan uit:

in duizenden € 2017 2016
Vastgoed bestemd voor verhuring 627.949 599.074
Andere: grondreserves 1.683 3.062
Totaal vastgoedbeleggingen 629.632 602.136

Intervest heeft op 31 december 2017 geen projectontwikkelingen noch activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging. Voor de verdere verklaring van de variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar Toelichting 9.

De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest is in 2017 toegenomen met € 27 miljoen en bedraagt op 31 december 2017 € 630 miljoen (€ 602 miljoen op 31 december 2016).

De reële waarde van de logistieke portefeuille is in 2017 toegenomen met circa € 25 miljoen of 8% door € 28 miljoen acquisities van drie logistieke gebouwen, € 6 miljoen door investeringen en uitbreidingen in de bestaande logistieke portefeuille en € -9 miljoen door de afname van de reële waarde van de bestaande portefeuille voornamelijk door de toekomstige verwachte leegstandsperiode in Puurs en de wijziging van de huursituatie in Wommelgem.

De reële waarde van de kantorenportefeuille is in 2017 toegenomen met circa € 2 miljoen of 1% voornamelijk door investeringen en uitbreidingen in Greenhouse BXL. De reële waarde van de bestaande kantorenportefeuille is in 2017 stabiel gebleven.

Op jaareinde 2017 heeft de vennootschap op haar site Herentals Logistics 3 een resterend grondreserve van circa 8.000 m2 die een bijkomende uitbreidingsmogelijkheid voor een extra magazijn biedt. Deze grondreserve wordt gewaardeerd als bouwrijp terrein.

Op 31 december 2017 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen. Voor de beschrijving van de wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld op het logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat wordt verwezen naar Toelichting 24.

Financiële vaste activa

2017 2016
Deelneming Aartselaar Business center -350 -288
Deelneming Mechelen Research Park 1.921 1.865
Deelneming Mechelen Business Center 2.974 3.081
Deelneming Intervest Nederland Coöperatief U.A. 7.783 0
Reële waarde financiële derivaten 182 383
Vorderingen op verbonden ondernemingen 15.978 0
Totaal financiële vaste activa 28.488 5.041

De financiële vaste activa bevatten op 31 december 2017 de waarde van de deelnemingen in de perimetervennootschappen op het einde van het boekjaar, de reële waarde van een financieel derivaat (floor) en de vordering op Intervest Nederland Coöperatief U.A.

De vorderingen op verbonden ondernemingen omvatten intragroepsleningen, ontstaan ter financiering van de verwervingen van het vastgoed gelegen in Tilburg en Raamsdonksveer.

Bepaling van het bedrag van verplichte dividenduitkering

Het bedrag dat vatbaar is voor uitkering is bepaald conform artikel 13 §1 van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB.

in duizenden € 2017 2016
Nettoresultaat 21.186 20.582
Aan te passen niet-kasstroomverrichtingen begrepen in het nettoresultaat:

Afschrijvingen
350 274

Waardeverminderingen
36 136

Terugnemingen van waardeverminderingen
-54 0

Andere niet-monetaire bestanddelen
-1.472 889

Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen
0 12.798

Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
7.819 -2.425
Gecorrigeerd resultaat (A) 27.865 32.254
Tijdens het boekjaar gerealiseerde meer- en minderwaarden* op vastgoed 0 -14.378
Nettomeerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld van de
verplichte uitkering (B)
0 -14.378
Totaal (A + B) x 80% 22.292 14.301
Schuldvermindering (-) 0 -22.453
Uitkeringsplicht 22.292 0

* Meer- en minderwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten.

Intervest heeft voor boekjaar 2017 een minimale uitkeringsplicht van € 22,3 miljoen.

Berekening van het resultaat per aandeel

2017 2016
Nettoresultaat (€ 000) 21.186 20.582
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 17.409.850 16.784.521
Nettoresultaat per aandeel (€) 1,22 1,23
Verwaterd nettoresultaat per aandeel (€) 1,22 1,23
EPRA resultaat (€ 000) 27.430 29.044
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 17.409.850 16.784.521
EPRA resultaat per aandeel (€) 1,58 1,73

Voorgesteld dividend per aandeel

Aan de aandeelhouders zal voor het boekjaar 2017 een brutodividend aangeboden worden van € 1,40 per aandeel net zoals voor boekjaar 2016. Dit brutodividend biedt de aandeelhouders een brutodividendrendement van 6,2% op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2017 (€ 22,49).

2017 2016
EPRA resultaat per aandeel (€) op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen 1,58 1,73
EPRA resultaat per dividendgerechtigd aandeel (€) 1,55 1,73
Dividenduitkering uitgedrukt in procent van het enkelvoudig EPRA resultaat (%) 91% 81%
Brutodividend per aandeel (€) 1,40 1,40
Vergoeding van het kapitaal (€ 000) 24.837 23.498

Na afsluiting van het boekjaar is deze dividenduitkering voorgesteld door de raad van bestuur. Deze zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 25 april 2018. De dividenduitkering wordt, conform IAS 10, niet opgenomen als verplichting en heeft geen effect op de winstbelasting.

Bepaling van het bedrag conform artikel 617 van het

Wetboek van Vennootschappen

Het bedrag als bedoeld in artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen, van het gestort kapitaal of als dit bedrag hoger ligt, van het opgevraagd kapitaal, verhoogd met al de reserves die volgens de wet of de statuten niet verdeeld mogen worden, is bepaald in Hoofdstuk IV van bijlage C van het GVV-KB.

in duizenden € 2017 2016
Niet-uitkeerbare elementen van het eigen vermogen voor resultaatverdeling
Gestort kapitaal 167.720 152.948
Volgens de statuten niet-beschikbare uitgiftepremies 111.642 90.821
Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed 37.823 53.216
Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de investeringswaarde van
vastgoed
52.876 68.856
Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en
–kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen
-15.053 -15.640
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van
toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een
afdekkingsboekhouding
-2.961 -4.508
Wettelijke reserves 90 90
Resultaatverdeling dat conform Hoofdstuk I van bijlage C van het KB van 13 juli
2014 aan de niet-uitkeerbare reserves dient toegewezen te worden
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen* -4.985 -2.190
Boekjaar -4.985 3.194
Vorige boekjaren 0 -5.384
Variaties in de reële waarde** van vastgoedbeleggingen tgv realisatie van
vastgoedbeleggingen
0 -13.791
Geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van de
vastgoedbeleggingen
-2.378 587
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
(niet-effectieve hedges)
1.119 1.547
Totaal eigen vermogen dat niet uitkeerbaar is 308.070 278.720
Eigen vermogen enkelvoudig 359.366 326.085
Geplande dividenduitkering 24.837 23.498
Aantal dividendgerechtigde aandelen 17.740.407 16.784.521
Brutodividend per aandeel (€) 1,40 1,40
Eigen vermogen na dividenduitkering 334.529 302.587
Overblijvende reserve na uitkering 26.459 23.867

* Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.

** Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.

Voor het boekjaar 2017 wordt € 1,40 per aandeel uitgekeerd. De overblijvende reserve na uitkering kent een toename met € 2,6 miljoen ten opzichte van het vorig boekjaar.

Greenhouse Antwerp - Managed Offices - CD-Vastgoed

INVESTEREN IN INSPIRERENDE, INNOVATIEVE EN UNIEKE KANTOOR-OMGEVINGEN

"Een volledig uitgerust kantoor, alles inbegrepen: allerlei diensten, meubilair en nutsvoorzieningen. Ik kon meteen aan de slag."

Cédric Clybouw - vastgoedmakelaar/bemiddelaar

Algemene inlichtingen

    1. Identificatie
    1. Uittreksel uit de statuten
    1. Commissaris
    1. Liquidity provider
    1. Vastgoeddeskundigen
    1. Vastgoedbeheerders
    1. GVV Wettelijk kader
    1. GVV Fiscaal stelsel
    1. Fiscaal stelsel in Nederland
    1. Informatie m.b.t. het jaarlijks financieel verslag 2015 en 2016
    1. Verantwoordelijken voor de inhoud van het jaarverslag

1. Identificatie

Naam

Intervest Offices & Warehouses nv is een openbare GVV naar Belgisch recht.

De naam van de vennootschap is op 27 oktober 2011 gewijzigd van "Intervest Offices" in "Intervest Offices & Warehouses".

In het Jaarverslag 2017 wordt Intervest Offices & Warehouses ingekort tot 'Intervest' om de vennootschap aan te duiden.

Maatschappelijke zetel

Uitbreidingstraat 66, 2600 Antwerpen-Berchem.

Telefonisch bereikbaar op het nummer 03/287 67 67.

Ondernemingsnummer (RPR Antwerpen)

De vennootschap is ingeschreven bij de Kruispuntbank voor ondernemingen onder het ondernemingsnummer 0458.623.918.

Rechtsvorm, oprichting, bekendmaking

Intervest Offices & Warehouses nv (hierna 'Intervest' genoemd) is op 8 augustus 1996 opgericht als naamloze vennootschap onder de naam "Immo-Airway", bij akte verleden voor Meester Carl Ockerman, notaris te Brussel en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1996 onder nummer BBS 960822-361.

Bij akte, verleden voor Meester Eric Spruyt, notaris te Brussel en Meester Max Bleeckx, notaris te Sint-Gillis-Brussel, verleden op 5 februari 1999 en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 24 februari 1999 onder nummer BBS 990224-79, is de rechtsvorm omgezet van een naamloze vennootschap in een commanditaire vennootschap op aandelen en is de naam gewijzigd in "PeriFund".

Bij akte, verleden voor Meester Eric De Bie, notaris te Antwerpen-Ekeren, met tussenkomst van Meester Carl Ockerman, notaris te Brussel, verleden op 29 juni 2001 en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 24 juli 2001 onder nummer BBS 20010724-935, is de rechtsvorm omgezet van een commanditaire vennootschap op aandelen naar een naamloze vennootschap en is de naam gewijzigd in "Intervest Offices". Op 27 oktober 2011 is bij akte verleden voor Meester Eric De Bie, notaris te Antwerpen-Ekeren, en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 21 november 2011 onder nummer 2011-11- 21/0174565, de naam gewijzigd in "Intervest Offices & Warehouses".

De statuten zijn gewijzigd bij akte verleden voor notaris Eric De Bie op 27 oktober 2014, bekend gemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad onder nummer 2014-11-14/0207173 waarbij het maatschappelijk doel werd gewijzigd daar de vennootschap een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap is geworden zoals bedoeld in artikel 2, 2° van de GVV-Wet (en dus niet langer een openbare vastgoedbevak is) en waarbij tevens andere wijzigingen aan de statuten zijn doorgevoerd om te verwijzen naar de GVV-Wet in plaats van naar de vastgoedbevakwetgeving.

Op 15 maart 1999 werd Intervest Offices erkend als "openbare vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgisch recht", afgekort "vastgoedbevak naar Belgisch recht". Rekening houdend met de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders (de "AIFMD-wet")1 , heeft de vennootschap ervoor geopteerd om het statuut van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, zoals ingevoerd door de GVV-Wet, aan te vragen in plaats van het statuut van openbare vastgoedbevak. In dit kader heeft de vennootschap op 17 juli 2014 haar vergunningsaanvraag als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap ingediend bij de FSMA. Vervolgens werd de vennootschap conform de artikelen 9, §3 en 77 van de GVV-Wet door de FSMA als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap vergund op 9 september 2014, en dit onder de opschortende voorwaarde van de aanpassing van de statuten van de vennootschap en het naleven van de bepalingen van artikel 77, §2 en volgende van de GVV-Wet. Op 27 oktober 2014 tenslotte heeft de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap de doelwijziging met het oog op de verandering van statuut van vastgoedbevak naar openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, overeenkomstig de GVV-Wet, met 99,99% van de stemmen goedgekeurd. Aangezien op voormelde buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders geen enkel recht van uittreding werd uitgeoefend,

1 De wet vormt de omzetting naar Belgisch recht van de Europese richtlijn met betrekking tot de beheerders van alternatieve beleggingsfondsen (in het Engels, "alternative investment funds managers", zodat deze richtlijn de "AIFMD-richtlijn" wordt genoemd en dat deze wet de "AIFMD-wet" wordt genoemd). en alle opschortende voorwaarden waaraan de statutenwijzing door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders en de vergunning verleend door de FSMA werden onderworpen, werden vervuld, geniet Intervest vanaf 27 oktober 2014 van het statuut van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap. Als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap is de vennootschap niet langer onderworpen aan de bepalingen van het KB van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks en de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, maar bestaat de toepasselijke regelgeving sinds 27 oktober 2014 uit de GVV-Wet en het GVV-KB.

De statuten zijn voor het laatst gewijzigd bij besluit van 22 december 2017, vastgesteld bij akte verleden door notaris Eric De Bie en neergelegd op de griffie van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen voor bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad onder nummer 2018-01-18/0012998, waarbij de raad van bestuur het kapitaal heeft verhoogd door inbreng in natura in het kader van het toegestaan kapitaal.

De vennootschap is ingeschreven bij de Financial Services and Markets Authority (FSMA).

De vennootschap doet een openbaar beroep op het spaarwezen in de zin van artikel 438 van het Wetboek van Vennootschappen.

Duur

De vennootschap is opgericht voor onbepaalde duur.

Boekjaar

Het boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar.

Inzage documenten

  • De statuten van Intervest liggen ter inzage bij de Griffie van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen en op de maatschappelijke zetel.
  • De jaarrekening wordt neergelegd bij de balanscentrale van de Nationale Bank van België.
  • De jaarrekening en de bijhorende verslagen worden elk jaar toegezonden aan de aandeelhouders op naam, alsook aan elke andere persoon die daarom verzoekt.
  • De besluiten houdende benoeming en ontslag van de leden van de organen worden bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
  • De financiële mededelingen alsook de oproepingen tot de algemene vergaderingen worden gepubliceerd in de financiële pers.
  • Relevante publieke vennootschapsdocumenten zijn beschikbaar op de website www.intervest.be.

De andere voor het publiek toegankelijke documenten liggen ter inzage op de maatschappelijke zetel van de vennootschap.

Maatschappelijk doel

Artikel 4 van de statuten

4.1. De vennootschap heeft tot uitsluitend doel:

  • a. om rechtstreeks of via een vennootschap waarin zij een deelneming bezit conform de bepalingen van de GVV-Wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, onroerende goederen ter beschikking te stellen van gebruikers; en,
  • b. binnen de grenzen van de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, vastgoed te bezitten zoals vermeld in artikel 2, 5°, vi tot x van de GVV-Wet.

Onder vastgoed in de zin van artikel 2, 5° van de GVV-Wet wordt begrepen:

  • I. onroerende goederen zoals gedefinieerd in de artikelen 517 en volgende van het Burgerlijk Wetboek en zakelijke rechten op onroerende goederen, met uitsluiting van de onroerende goederen van bosbouwkundige, landbouwkundige of mijnbouwkundige aard;
  • II. aandelen met stemrecht uitgegeven door vastgoedvennootschappen die exclusief of gezamenlijk worden gecontroleerd door de vennootschap;
  • III. optierechten op vastgoed;
  • IV. aandelen van openbare of institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschappen, op voorwaarde dat hierover, in laatstgenoemd geval, een gezamenlijke of exclusieve controle wordt uitgeoefend door de vennootschap;
  • V. rechten voortvloeiend uit contracten waarbij aan de vennootschap één of meer goederen in leasing worden gegeven, of andere analoge gebruiksrechten worden verleend;
  • VI. aandelen van openbare vastgoedbevaks;
  • VII. rechten van deelneming in buitenlandse instellingen voor collectieve belegging in vastgoed die zijn ingeschreven op de in artikel 260 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders bedoelde lijst;
  • VIII. rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in vastgoed die in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd en niet zijn ingeschreven op de in artikel 260 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders bedoelde lijst, voor zover zij aan een gelijkwaardig toezicht zijn onderworpen als de openbare vastgoedbevaks;
  • IX. aandelen uitgegeven door vennootschappen (i) met rechtspersoonlijkheid; (ii) die ressorteren onder

het recht van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte; (iii) waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en/of die onderworpen zijn aan een regime van prudentieel toezicht; (iv) waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit de verwerving of de oprichting van onroerende goederen in het vooruitzicht van de terbeschikkingstelling ervan aan gebruikers, of het rechtstreekse of onrechtstreekse bezit van deelnemingen in vennootschappen met een soortgelijke activiteit; en (v) die zijn vrijgesteld van de belasting op de inkomsten uit de winst die uit de in de bepaling onder (iv) hierboven bedoelde activiteit voortvloeit, mits naleving van bepaalde wettelijke verplichtingen, en die minstens verplicht zijn om een deel van hun inkomsten onder hun aandeelhouders te verdelen (hierna "Real Estate Investment Trusts" (verkort "REIT's") genoemd);

X. vastgoedcertificaten als bedoeld in artikel 5, §4, van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.

In het kader van de terbeschikkingstelling van onroerende goederen, kan de vennootschap alle activiteiten uitoefenen die verband houden met de oprichting, de verbouwing, de renovatie, de ontwikkeling, de verwerving, de vervreemding, het beheer en de exploitatie van onroerende goederen.

De vennootschap ontwikkelt een strategie zodat zij zich kan plaatsen in alle stadia van de waardeketen van de vastgoedsector. Daartoe verwerft en vervreemdt de vennootschap onroerende goederen en zakelijke rechten met betrekking tot onroerende goederen met het doel deze ter beschikking te stellen van haar gebruikers maar kan de vennootschap eveneens de ontwikkeling (de renovatie, de ontwikkeling, de uitbreiding, de oprichting, …) beheren en het dagelijks beheer van het in bezit zijnde vastgoed. Zij kan syndicus zijn van een onroerend goed waarvan zij mede-eigenaar is of "property manager" van een gebouwencomplex waar zij één van de eigenaars is. In dit kader kan zij ook alle andere activiteiten uitvoeren die een meerwaarde betekenen voor haar onroerende goederen of voor haar gebruikers (facility management, organisatie van evenementen, conciërgediensten, verbouwingswerken aangepast aan de specifieke behoeften van de huurder, …). De vennootschap kan ook op maat gemaakte vastgoedoplossingen aanbieden waarbij de onroerende goederen worden aangepast aan de specifieke behoeften van hun gebruikers.

Daartoe:

  • a. oefent de vennootschap haar activiteiten zelf uit, zonder die uitoefening op enigerlei wijze aan een andere derde dan een verbonden vennootschap te delegeren, conform de artikelen 19 en 34 van de GVV-Wet, waardoor het asset management dan ook niet kan worden gedelegeerd;
  • b. onderhoudt zij rechtstreekse relaties met haar cliënten en leveranciers;

c. heeft zij, met het oog op de uitoefening van haar activiteiten op de in dit artikel gedefinieerde wijze, operationele teams tot haar beschikking die een aanzienlijk deel van haar personeelsbestand vormen.

4.2. De vennootschap kan bijkomend of tijdelijk beleggen in effecten die geen vastgoed zijn in de zin van de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen. Deze beleggingen zullen uitgevoerd worden in overeenstemming met het risicobeheerbeleid aangenomen door de vennootschap en zullen gediversifieerd zijn, zodat zij een passende risicodiversificatie verzekeren. De vennootschap mag eveneens niet-toegewezen liquide middelen aanhouden in alle munten in de vorm van zicht- of termijndeposito's of in de vorm van enig ander gemakkelijk verhandelbaar monetair instrument.

De vennootschap mag bovendien verrichtingen betreffende afdekkingsinstrumenten aangaan, voor zover deze er uitsluitend toe strekken het rente- en wisselkoersrisico te dekken in het kader van de financiering en het beheer van het vastgoed van de vennootschap en met uitsluiting van elke verrichting van speculatieve aard.

4.3. De vennootschap mag één of meer onroerende goederen in leasing nemen of geven (waarvan sprake in de IFRS-normen). De activiteit van het met aankoopoptie in leasing (waarvan sprake in de IFRS-normen) geven van onroerende goederen mag alleen als bijkomstige activiteit worden uitgeoefend, tenzij deze onroerende goederen bestemd zijn voor een doel van algemeen belang met inbegrip van sociale huisvesting en onderwijs (in dit geval mag de activiteit als hoofdactiviteit worden uitgeoefend).

4.4. In overeenstemming met de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, mag de vennootschap zich inlaten met:

  • de aankoop, de verbouwing, de inrichting, de verhuur, de onderverhuring, het beheer, de ruil, de verkoop, de verkaveling, het onderbrengen onder het stelsel van mede-eigendom van vastgoed zoals hierboven omschreven;
  • enkel in het kader van de financiering van haar vastgoedactiviteiten, hypotheken of andere zekerheden of waarborgen verlenen in overeenstemming met artikel 43 van de GVV-Wet;
  • kredieten verstrekken en het stellen van zekerheden of het geven van garanties ten gunste van een perimetervennootschap van de vennootschap in overeenstemming met artikel 42 van de GVV-Wet.

4.5. De vennootschap mag alle roerende of onroerende goederen, materialen en benodigdheden, verwerven, huren of verhuren, overdragen of ruilen, en in het algemeen en in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, alle commerciële of financiële handelingen verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel en de uitbating van alle intellectuele rechten en commerciële eigendommen die er betrekking op hebben.

Voor zover verenigbaar met het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap, kan de vennootschap door middel van inbreng in speciën of in natura, van fusie, inschrijving, deelneming, financiële tussenkomst of op een andere wijze, een aandeel nemen in alle bestaande of op te richten vennootschappen of ondernemingen, in België of het buitenland, waarvan het maatschappelijk doel identiek is met het hare, of van aard is de uitoefening van haar doel te bevorderen.

2. Uittreksel uit de statuten1

Kapitaal - Aandelen

Artikel 7 — Toegestaan kapitaal

Het is de raad van bestuur uitdrukkelijk toegelaten het maatschappelijk kapitaal te verhogen in een of meerdere keren met een bedrag van (i) € 152.947.620,35, (a) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het voorkeurrecht van de aandeelhouders van de vennootschap betreft, en (b) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de GVV-Wet) van de aandeelhouders van de vennootschap betreft; en (ii) € 30.589.524,07, voor alle vormen van kapitaalverhoging anders dan deze geviseerd en goedgekeurd in punt (i) hierboven; en dit voor een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgische Staatsblad van het desbetreffende machtigingsbesluit van de algemene vergadering. Deze machtiging kan worden hernieuwd.

De raad van bestuur is gemachtigd om het kapitaal te verhogen door inbreng in geld of in natura, desgevallend door incorporatie van reserves of uitgiftepremies, of door de uitgifte van converteerbare obligaties of warrants, mits naleving van de regels voorgeschreven door het Wetboek van Vennootschappen, door deze statuten en door de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen. Deze machtiging heeft slechts betrekking op het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en niet op de uitgiftepremie.

Bij elke kapitaalverhoging stelt de raad van bestuur de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de uitgiftevoorwaarden van de nieuwe aandelen vast, tenzij de algemene vergadering daar anders over zou beslissen.

Artikel 8 — Aard van de aandelen

De aandelen zijn op naam of in de vorm van gedematerialiseerde effecten. Op de maatschappelijke zetel wordt een register bijgehouden van de aandelen op naam, waarvan elke aandeelhouder kennis kan nemen. Inschrijvingscertificaten op naam zullen aan de aandeelhouders afgeleverd worden.

Elke overdracht onder levenden of naar aanleiding van overlijden, alsook elke omruiling van effecten worden in voormeld register ingeschreven.

De aandeelhouders kunnen op elk ogenblik schriftelijk en op hun kosten de omzetting vragen van aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen en omgekeerd.

Artikel 11 — Transparantieregeling

Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake is elke natuurlijke of rechtspersoon die aandelen of andere verleende financiële instrumenten van de vennootschap met stemrecht, die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of afstaat, verplicht zowel de vennootschap als de Financial Services and Markets Authority (FSMA) kennis te geven van het aantal financiële instrumenten dat hij bezit, telkens wanneer de stemrechten verbonden aan deze financiële instrumenten vijf procent (5%) of een veelvoud van vijf procent bereiken van het totale aantal stemrechten op dat ogenblik of op het ogenblik dat zich omstandigheden voordoen op grond waarvan zulke kennisgeving verplicht wordt.

Naast de in vorige paragraaf vermelde wettelijke drempels voorziet de vennootschap tevens in een statutaire drempel van drie procent (3%).

De aangifte is eveneens verplicht in geval van overdracht van aandelen, wanneer ingevolge deze overdracht het aantal stemrechten stijgt boven of daalt onder de drempels bepaald in de eerste of tweede alinea.

Bestuur en vertegenwoordiging

Artikel 12 — Benoeming - ontslag - vacature

De vennootschap wordt bestuurd door een raad van bestuur van minstens drie bestuurders, al dan niet aandeelhouders, die voor maximum zes jaar worden benoemd door de algemene vergadering van de aandeelhouders, en te allen tijde door deze laatste kunnen worden herroepen. Ingeval een of meer plaatsen van bestuurders openvallen, hebben de overblijvende bestuurders het recht voorlopig in de vacature te voorzien tot aan de volgende algemene vergadering, die tot de definitieve benoeming zal overgaan.

Overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 13 van de GVV-Wet, wordt de raad van bestuur van de vennootschap zo samengesteld dat de vennootschap conform artikel 4 van de GVV-Wet kan worden bestuurd.

Er dienen minstens drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen te zetelen in de raad van bestuur van de vennootschap.

De effectieve leiding van de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap moet worden toevertrouwd aan ten minste twee personen.

Alle bestuurders moeten permanent over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken, zoals bepaald in artikel 14 §1 van de GVV-Wet. Zij mogen zich niet in één van de in het artikel 20 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen voorziene gevallen bevinden.

De leden van de raad van bestuur en de personen belast met de effectieve leiding dienen te voldoen aan de artikelen 14 en 15 van de GVV-Wet.

Onverminderd de overgangsbepalingen zoals voorzien in artikel 38, zijn de leden van de raad van bestuur en de personen belast met de effectieve leiding uitsluitend natuurlijke personen.

Artikel 15 — Overdracht van bevoegdheden

De raad van bestuur kan bij toepassing van artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen een directiecomité samenstellen waarvan de leden gekozen worden binnen of buiten de raad. De over te dragen bevoegdheden aan het directiecomité zijn alle bestuursbevoegdheden met uitzondering van de bestuursbevoegdheden die betrekking kunnen hebben op het algemeen beleid van de vennootschap, op handelingen die op grond van wettelijke bepalingen aan de raad van bestuur zijn voorbehouden of op handelingen en verrichtingen die aanleiding zouden kunnen geven tot de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen. Wanneer een directiecomité is aangesteld is de raad van bestuur belast met het toezicht op dit comité.

De raad van bestuur bepaalt de voorwaarden voor de aanstelling van de leden van het directiecomité, hun ontslag, hun bezoldiging, hun eventuele ontslagvergoeding, de duur van hun opdracht en de werkwijze.

Indien een directiecomité werd aangesteld, kan enkel deze het dagelijks bestuur van de vennootschap delegeren.

Indien geen directiecomité werd aangesteld, kan de raad van bestuur het dagelijks bestuur van de vennootschap delegeren zoals voorzien in artikel 13, vierde lid van de huidige statuten.

De raad, het directiecomité evenals de gedelegeerd bestuurders belast met het dagelijks bestuur binnen het kader van dit dagelijks bestuur, mogen eveneens specifieke bevoegdheden aan één of meer personen van hun keuze toekennen, binnen hun respectieve bevoegdheden.

De raad kan de vergoeding vaststellen van elke mandataris aan wie speciale bevoegdheden werden toegekend dit alles conform de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen.

Onverminderd de overgangsbepalingen zoals voorzien in artikel 38, zijn de leden van het directiecomité uitsluitend natuurlijke personen en dienen zij te voldoen aan de artikelen 14 en 15 van de GVV-Wet.

Artikel 17 — Belangenconflicten

De bestuurders, de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur en de lasthebbers van de vennootschap zullen de regels met betrekking tot de belangenconflicten voorzien in de artikelen 36, 37 en 38 van de GVV-Wet en in het Wetboek van Vennootschappen eerbiedigen, zoals zij in voorkomend geval kunnen worden gewijzigd.

Artikel 18 — Controle

De controle op de verrichtingen van de vennootschap wordt opgedragen aan één of meer commissarissen, benoemd door de algemene vergadering onder de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren voor een vernieuwbare termijn van drie jaar. De bezoldiging van de commissaris wordt op het ogenblik van zijn benoeming door de algemene vergadering vastgesteld.

De commissaris(sen) controleert (controleren) en certifieert (certifiëren) eveneens de boekhoudkundige gegevens opgenomen in de jaarrekening van de vennootschap.

De opdracht van commissaris mag enkel worden toevertrouwd aan één of meer erkende revisoren of één of meer revisorenvennootschappen die door de FSMA zijn erkend. Voor de aanstelling van commissarissen bij de vennootschap is de voorafgaande instemming van de FSMA vereist. Deze instemming is ook vereist voor de hernieuwing van een opdracht.

Algemene vergadering

Artikel 19 — Gewone, bijzondere en buitengewone algemene vergadering

De gewone algemene vergadering van aandeelhouders, jaarvergadering genoemd, moet ieder jaar worden bijeengeroepen op de laatste woensdag van de maand april om zestien uur dertig.

Indien deze dag een wettelijke feestdag is, wordt de vergadering gehouden op de eerstvolgende werkdag.

Te allen tijde kan een bijzondere algemene vergadering worden bijeengeroepen om te beraadslagen en te besluiten over enige aangelegenheid die tot haar bevoegdheid behoort en die geen wijziging van de statuten inhoudt. Te allen tijde kan ook een buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen om over enige wijziging van de statuten te beraadslagen en te besluiten, ten overstaan van de notaris.

De algemene vergaderingen worden gehouden op de zetel van de vennootschap of op een andere plaats in België, aangewezen in de oproeping.

Artikel 22 — Deelname aan de vergadering

Het recht om aan een algemene vergadering deel te nemen en er het stemrecht uit te oefenen, is afhankelijk van de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam van de aandeelhouder op de veertiende dag vóór de algemene vergadering om vierentwintig uur (Belgische tijd) (hierna de 'registratiedatum' genoemd), hetzij door hun inschrijving in het register van de aandelen op naam van de vennootschap, hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een vereffeningsinstelling, ongeacht het aantal aandelen in het bezit van de aandeelhouder op de dag van de algemene vergadering.

De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten een attest overleggen dat door hun financiële tussenpersoon of erkende rekeninghouder werd afgegeven en waaruit blijkt, naargelang het geval, hoeveel gedematerialiseerde aandelen er op de registratiedatum in hun rekeningen zijn ingeschreven op naam van de aandeelhouder en waarvoor de aandeelhouder heeft aangegeven te willen deelnemen aan de algemene vergadering van de vennootschap. Deze neerlegging moet ten laatste op de zesde dag vóór de datum van de algemene vergadering worden verricht op de maatschappelijke zetel of bij de in de uitnodiging genoemde instellingen.

De eigenaars van aandelen op naam die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten de vennootschap per gewone brief, fax of e-mail uiterlijk de zesde dag vóór de datum van de vergadering op de hoogte brengen van hun voornemen.

Artikel 26 — Stemrecht

Elk aandeel geeft recht op één stem.

Wanneer één of meer aandelen aan verscheidene personen toebehoren in onverdeeldheid of aan een rechtspersoon met een collegiaal orgaan van vertegenwoordiging, kan de uitoefening van de daaraan verbonden rechten ten aanzien van de vennootschap slechts uitgeoefend worden door één enkele persoon die daartoe schriftelijk is aangewezen door alle gerechtigden. Zolang zodanige aanwijzing niet gedaan is, blijven alle aan deze aandelen verbonden rechten geschorst.

Is een aandeel met vruchtgebruik bezwaard, dan wordt de uitoefening van het aan dat aandeel verbonden stemrecht uitgeoefend door de vruchtgebruiker behoudens verzet van de blote eigenaar.

Maatschappelijke bescheiden winstverdeling

Artikel 30 — Bestemming van de winst

Bij toepassing van artikel 45, 2° van de GVV-Wet verdeelt de vennootschap als kapitaal jaarlijks minstens 80% van het resultaat zoals gedefinieerd krachtens de GVV-Wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen. Deze verplichting doet evenwel geen afbreuk aan artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen.

3. Commissaris

Op 27 april 2016 is Deloitte Bedrijfsrevisoren, bv onder de vorm van een CVBA, lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck met IBR lidmaatschap A01529, met kantoor te 1930 Zaventem, Luchthaven Nationaal 1 J, herbenoemd als commissaris van Intervest voor de boekjaren 2016, 2017 en 2018. Het mandaat van de commissaris zal een einde nemen onmiddellijk na de jaarvergadering in 2019.

De vergoeding van de commissaris wordt bepaald op basis van marktconforme tarieven en onafhankelijk van Intervest conform de deontologie en de normen van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen met betrekking tot de onafhankelijkheid van de commissaris omschreven in het Wetboek van Vennootschappen.

De vergoeding van de commissaris bedraagt € 66.000 (excl. BTW) voor het boekjaar dat een aanvang nam op 1 januari 2017 voor het onderzoek van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening.

4. Liquidity provider

In 2003 is met ING Bank, Marnixlaan 24, 1000 Brussel een liquiditeitsovereenkomst afgesloten om de verhandelbaarheid van de aandelen te bevorderen. In de praktijk gebeurt dit door regelmatig aan- en verkooporders in te dienen binnen bepaalde marges.

De vergoeding hiervoor is vastgesteld op een vast bedrag van € 15.000 per jaar.

5. Vastgoeddeskundigen

De vastgoeddeskundigen van de vastgoedvennootschap zijn op 31 december 2017:

  • Cushman & Wakefield, met adres te 1000 Brussel, Kunstlaan 56, vertegenwoordigd door Fouad Ben Tato en Kris Peetermans. Zij waarderen de kantorenportefeuille. De vergoeding voor boekjaar 2017 bedraagt € 71.258 (exclusief BTW).
  • CBRE Valuation Services BVBA, met adres Avenue Lloyd George 7, 1000 Brussels, vertegenwoordigd door Pieter Paepen en Kevin Van de Velde. Zij waarderen het logistiek vastgoed. De vergoeding voor boekjaar 2017 bedraagt € 40.250 (exclusief BTW)
  • CBRE Valuation Advisory, met adres Symphony Offices - Gustav Mahlerlaan 405, 1082 MK Amsterdam vertegenwoordigd door H.W.B. Knol en W.F.A. Rodermond. Zij waarderen het vastgoed in Nederland. De vergoeding voor boekjaar 2017 bedraagt € 6.000 (exclusief BTW)

De vastgoeddeskundigen van de Vennootschap hebben op 21 december 2017 bevestigd dat, gezien de algemene economische toestand en de staat van dit vastgoed, geen nieuwe waardering is vereist in het kader van de uitgifte van de Nieuwe Aandelen en de toelating tot de verhandeling op een gereglementeerde markt van de Nieuwe Aandelen.

Conform de GVV-Wet waarderen zij vier maal per jaar de portefeuille. De vergoedingen van de vastgoeddeskundigen staan los van de waarde van het vastgoed en zijn gebaseerd op een jaarlijks vast bedrag per gebouw.

6. Vastgoedbeheerders

Intervest oefent haar activiteiten zelf uit en delegeert de uitoefening niet aan een derde, met uitzondering van het facility management van Mechelen Campus dat wordt beheerd door de externe beheerder Quares Property and Facility Management nv. Dit facility management staat weliswaar onder het toezicht van de coo van Intervest en vanaf maart 2017 van de technische afdeling, die de nodige interne controles heeft ingebouwd.

7. GVV — wettelijk kader

Het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) is geregeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (de GVV-Wet) en in het KB van 13 juli 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (het GVV-KB) ten einde publieke investeringen in vastgoed aan te moedigen. Het concept lijkt sterk op dat van de Real Estate Investment Trusts (REIT – USA), de Fiscale Beleggingsinstellingen (FBI – Nederland), de Sociétés d'Investissement Immobilier Côtées (SIIC - Frankrijk) en de REIT in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

De GVV is als publieke vastgoedvennootschap met een apart REIT statuut onderworpen aan een strikte wetgeving met het oog op de bescherming van de aandeelhouders en de financiers. Het statuut geeft zowel financiers als privébeleggers de mogelijkheid om op een gebalanceerde, kostenefficiënte en fiscaaltransparante manier toegang te krijgen tot een gediversifieerde vastgoedportefeuille.

De bedoeling van de wetgever is dat een GVV een optimale transparantie van de vastgoedbeleggingen garandeert en de uitkering van een maximum aan cash flow verzekert, terwijl de aandeelhouder een hele reeks voordelen geniet.

De GVV staat onder controle van de Financial Services and Markets Authority (FSMA) en is onderworpen aan een specifieke regelgeving waarvan de meest markante bepalingen de volgende zijn:

  • de vorm aannemen van een naamloze vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen met een minimum kapitaal van € 1.200.000
  • vennootschap met vast kapitaal en vast aantal aandelen
  • verplicht beursgenoteerd met een verplichte spreiding van minstens 30% van de aandelen in het publiek
  • de openbare GVV heeft tot uitsluitend doel (a) rechtstreeks of via een vennootschap waarin zij een deelneming bezit conform de bepalingen van de GVV-Wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, onroerende goederen ter beschikking te stellen van gebruikers en, (b) in voorkomend geval en binnen de grenzen van artikel 7, b) van de GVV-Wet, vastgoed te bezitten zoals vermeld in artikel 2, 5°, vi tot x van de GVV-Wet; de GVV heeft aldus geen statutair verankerd beleggingsbeleid, maar ontwikkelt een strategie, waarbij haar activiteiten zich over de hele waardeketen van de vastgoedsector kunnen uitstrekken
  • beperkte mogelijkheid tot het afsluiten van hypotheken
  • een schuldgraad beperkt tot 65% van de totale activa; indien de schuldgraad 50% overschrijdt, dient een financieel plan opgesteld te worden conform de bepalingen van artikel 24 van het GVV-KB. In het geval van een door de FSMA toegestane afwijking op

grond van artikel 30, §3 en §4 van de GVV-Wet, mag de geconsolideerde schuldratio van de openbare GVV overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 §4 van de GVV-Wet evenwel niet meer bedragen dan 33 %

  • de jaarlijkse financiële interestkosten voortvloeiend uit de schuldenlast mogen in geen geval de drempel van 80% overstijgen van het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille verhoogd met de financiële opbrengsten van de vennootschap
  • strenge regels inzake belangenconflicten • een boeking van de portefeuille tegen marktwaarde
  • zonder de mogelijkheid van afschrijvingen • een driemaandelijkse schatting van het vastgoedvermogen door onafhankelijke deskundigen, die onderworpen worden aan een driejaarlijks rotatiesysteem
  • een spreiding van het risico: maximaal 20% van het vermogen investeren in vaste goederen die één enkel vastgoedgeheel vormen, behoudens uitzonderingen
  • een GVV mag zich niet engageren in "ontwikkelingsactiviteiten" tenzij occasioneel; dit betekent dat een GVV zich niet kan opstellen als bouwpromotor met de bedoeling om gebouwen op te trekken om die achteraf te verkopen en een ontwikkelingswinst op te strijken
  • de mogelijkheid om perimetervennootschappen op te richten, die de vorm kunnen aannemen van een "institutionele GVV", waarin de openbare GVV rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 25% van het maatschappelijk kapitaal aanhoudt, dit om specifieke projecten te kunnen verwezenlijken met een derde, en waarvan de financiële instrumenten enkel door volgende personen aangehouden mogen worden: (i) in aanmerking komende beleggers, of (ii) natuurlijke personen, op voorwaarde dat het minimale bedrag van de inschrijving of van de prijs of tegenprestatie in hoofde van de verkrijger door de Koning is bepaald bij besluit genomen op advies van de FSMA, en voor zover de inschrijving of de overdracht overeenkomstig voornoemde regels gebeurt, die in beide gevallen voor eigen rekening handelen, en waarvan de effecten enkel door dergelijke beleggers mogen worden verworven
  • ten minste drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen zetelen in de raad van bestuur
  • de vaste vergoeding van de bestuurders en de effectieve leiders mag niet afhangen van de verrichtingen en transacties die de openbare GVV of haar dochters uitvoeren: het is dus uitgesloten dat hen een vergoeding zou worden verleend op basis van het zakencijfer. Deze regel geldt eveneens voor de variabele vergoeding. Indien de variabele vergoeding wordt vastgesteld in functie van het resultaat, mag daarbij enkel worden uitgegaan van het geconsolideerde EPRA resultaat.

Deze regels hebben als doel het risico voor de aandeelhouders te beperken.

8. GVV — fiscaal stelsel

Met de GVV-Wet heeft de wetgever een voordelig fiscaal statuut gegeven aan de GVV's.

Een GVV is onderworpen aan de vennootschapsbelasting tegen het normale tarief, doch slechts op een beperkte belastbare grondslag, bestaande uit de som van (1) de door haar ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen en (2) de niet als beroepskosten aftrekbare uitgaven en kosten, andere dan waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen. De resultaten (huurinkomsten en meerwaarden uit verkoop verminderd met de operationele uitgaven en financiële lasten) zijn dus vrijgesteld van vennootschapsbelasting op voorwaarde dat het bedrag van de verplichte dividenduitkering conform artikel 13 §1 van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB uitgekeerd wordt. Daarnaast kan de GVV worden onderworpen aan de bijzondere aanslag geheime commissielonen op de uitgekeerde commissies en bezoldigingen die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave.

De roerende voorheffing op de dividenden die uitgekeerd worden door een openbare GVV is vanaf 1 januari 2017 gelijk aan 30%, af te houden bij de betaalbaarstelling van het dividend (behoudens bepaalde vrijstellingen).

Deze roerende voorheffing is bevrijdend voor particulieren die inwoner van België zijn.

Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV of een deel van haar onroerend vermogen afsplitst met overdracht naar een GVV of inbrengt in een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (de zogenaamde exit taks) van 16,995% (16,5% vermeerderd met de crisisbijdrage van 3%). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op verworpen uitgaven en abnormale voordelen.

De exit-taks wordt vanaf aanslagjaar 2019 gebracht op 12,5%, maar wordt weer verhoogd vanaf aanslagjaar 2021 tot 15%. Ingevolge de aanvullende crisisbijdrage bedraagt dit tarief vanaf aanslagjaar 2019 12,75%.

Deze exit taks is de fiscale prijs die dergelijke vennootschappen moeten betalen om het gemeenrechtelijk belastingregime te verlaten. Fiscaal wordt deze overgang behandeld als een (gedeeltelijke) verdeling van het maatschappelijk vermogen door de vennootschap aan de

GVV. Bij een verdeling van het maatschappelijk vermogen moet een vennootschap het positieve verschil tussen de uitkeringen in geld, in effecten of in enige andere vorm, en de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal (met andere woorden de meerwaarde die in de vennootschap aanwezig is) behandelen als een dividend.

Het Wetboek Inkomstenbelastingen stelt dat de uitgekeerde som gelijk is aan de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op de datum waarop deze verrichting heeft plaatsgevonden (art. 210, §2 W.I.B. 1992). Het verschil tussen de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen en de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal wordt gelijkgesteld met een uitgekeerd dividend. Van dat verschil mogen de reeds belaste reserves afgetrokken worden. Wat daarna overblijft, vormt aldus in de regel de belastbare basis die onderhevig is aan het tarief van 16,995%.

De exit taks wordt berekend rekening houdend met Circulaire Ci.RH.423/567.729 van de Belgische belastingadministratie van 23 december 2004, waarvan de interpretatie op praktische toepassing steeds zou kunnen wijzigen. De "fiscale werkelijke waarde" zoals bedoeld in deze circulaire wordt berekend met aftrek van registratierechten of BTW (die van toepassing zou zijn in geval van een verkoop van de activa) en kan verschillen van de reële waarde van het vastgoed zoals opgenomen in de balans van de openbare GVV conform IAS 40.

Weliswaar is de fiscus wel nog steeds van oordeel (zie punt 3 van de omzendbrief van 23 december 2004) dat de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op datum van de erkenning als GVV niet lager kan liggen dan een bedrag dat overeenstemt met de waarde van het maatschappelijk vermogen zoals dat zou bepaald zijn in vergelijking met de waarde van de uitgeven aandelen of de prijs van de aandelen die werden verworven of aangeboden aan het publiek, verminderd met de registratierechten en BTW die in de vastgoedschattingsverslagen zijn opgenomen. Bedoeling is de zogenaamde effectiseringspremie in de belastbare basis van de exit taks op te nemen. De effectiseringspremie is de premie die beleggers in de GVV bereid zijn te betalen bovenop het netto-actief die de verwachte meerwaarde weerspiegelt die voortvloeit uit de erkenning van de GVV door de FSMA. Zoals nader omschreven in Toelichting 24 van het Financieel verslag betwist Intervest deze interpretatie.

9. Fiscaal stelsel in Nederland

Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland heeft Intervest op 28 april 2017 een Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag opgericht genaamd Intervest Nederland Coöperatief U.A. Intervest heeft haar Nederlandse vastgoedbeleggingen gestructureerd in Nederlandse bv's. Deze entiteiten vormen samen met Intervest Nederland Coöperatief U.A. een fiscale eenheid voor de heffing van vennootschapsbelasting en omzetbelasting.

Voormelde Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag genaamd Intervest Nederland Coöperatief U.A. alsook de Nederlandse bv's zijn onderworpen aan vennootschapsbelasting (20%/25%) als binnenlandse belastingplichtigen. Winstuitkeringen van de Nederlandse bv's aan de Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag zijn niet belast omdat zij onder de deelnemingsvrijstelling vallen.

10. Informatie m.b.t. het jaarlijks financieel verslag 2015 en 2016

  • Geconsolideerde jaarrekeningen 2015: p. 169 tot p. 220 van het jaarlijks financieel verslag 2015
  • Beheersverslag over 2015: p. 41 tot p. 167 van het jaarlijks financieel verslag 2015
  • Commissarisverslag over 2015: p. 221 tot p. 223 van het jaarlijks financieel verslag 2015
  • Kerncijfers 2015: p. 25 tot p. 33
  • Geconsolideerde jaarrekeningen 2016: p. 198 tot p. 249 van het jaarlijks financieel verslag 2016
  • Beheersverslag over 2016: p. 40 tot p. 195 van het jaarlijks financieel verslag 2016
  • Commissarisverslag over 2016: p. 250 tot p. 251 van het jaarlijks financieel verslag 2016
  • Kerncijfers 2016: p. 22 tot p. 31

VERANTWOORDELIJKEN VOOR DE INHOUD VAN HET JAARVERSLAG

Overeenkomstig artikel 13, §2 van het KB van 14 november 2007, verklaart de raad van bestuur, samengesteld uit Jean-Pierre Blumberg (voorzitter), Marleen Willekens, Chris Peeters, Jacqueline de Rijk - Heeren, Johan Buijs en Gunther Gielen, dat na het treffen van alle redelijke maatregelen en voor zover hem bekend:

  • a. de jaarrekeningen, die zijn opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en volgens de wet van 12 mei 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Intervest Offices & Warehouses nv en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen
  • b. het jaarverslag een getrouwe uiteenzetting geeft van de voornaamste gebeurtenissen die zich tijdens het lopend boekjaar voordeden, hun invloed op de jaarcijfers, de belangrijkste risicofactoren en onzekerheden waarmee Intervest Offices & Warehouses nv geconfronteerd wordt, evenals de voornaamste transacties tussen de verbonden partijen en hun eventuele uitwerking op de jaarcijfers indien deze transacties een significante betekenis vertegenwoordigen en niet werden afgesloten onder de normale marktvoorwaarden
  • c. de gegevens in het jaarverslag in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het jaarverslag zou wijzigen.

PROFESSIONELE, TRANSPARANTE COMMUNICATIE

"Alles verloopt bijzonder professioneel en proactief. Wij zijn zeer tevreden met de samenwerking en het resultaat in Aarschot."

Christophe Arnould - Head of Real Estate

Aarschot - bpost

Begrippenlijst en alternatieve prestatiemaatstaven

Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Intervest hanteert om haar operationele performantie te meten en op te volgen. De maatstaven worden gebruikt in de financiële verslaggeving maar zijn niet gedefinieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf 3 juli 2016 voor het gebruik en de toelichting van de alternatieve prestatiemaatstaven. De begrippen die Intervest beschouwt als een alternatieve prestatiemaatstaf zijn opgenomen in dit hoofdstuk van het Jaarverslag 2017, genaamd "Begrippenlijst en alternatieve prestatiemaatstaven". De alternatieve prestatiemaatstaven zijn gemarkeerd met en voorzien van een definitie, doelstelling en reconciliatie zoals vereist volgens de ESMA richtlijn.

Aanschaffingswaarde van een vastgoed

Dit is de te gebruiken term voor de waarde van een vastgoed bij de aankoop of verwerving. Indien er overdrachtskosten betaald worden, zijn deze inbegrepen in de aanschaffingswaarde.

Bezettingsgraad

De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde (GHW) van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuring, op afsluitingsdatum.

Brutodividendrendement

Het brutodividendrendement is het brutodividend gedeeld door de beurskoers op afsluitingsdatum.

Contractuele huren

Dit zijn de geïndexeerde brutohuren op jaarbasis, zoals contractueel bepaald, in de huurovereenkomsten, op de datum van afsluiting, vóór aftrek van huurkortingen of andere aan de huurders toegestane voordelen.

Corporate governance

Deugdelijk bestuur (corporate governance) is een belangrijk instrument om voortdurend het bestuur van de vastgoedvennootschap te verbeteren en om over de belangen van de aandeelhouders te waken.

EPRA en EPRA terminologie

EPRA (European Public Real Estate Association) is een organisatie die de Europese beursgenoteerde vastgoedsector promoot, helpt ontwikkelen en vertegenwoordigt om zo het vertrouwen in de sector te bevorderen en investeringen in beursgenoteerd vastgoed in Europa te vergroten.

In december 2014 heeft EPRA's Reporting and Accounting Committee de geactualiseerde EPRA Best Practices Recommendations ('BPR')1 gepubliceerd. Deze BPR bevatten de aanbevelingen betreffende de bepaling van belangrijke prestaties-indicatoren voor de prestaties van de vastgoedportefeuille. Een aantal van deze indicatoren worden beschouwd als alternatieve prestatiemaatstaven conform de ESMArichtlijn. De cijfermatige reconciliatie van deze alternatieve prestatiemaatstaven is terug te vinden in een volledig apart hoofdstuk in dit jaarverslag, i.e. hoofdstuk 6 van het Verslag van het directiecomité.

EPRA resultaat ★ Resultaat afkomstig van de strategische operationele activiteiten.
EPRA Nettoactiefwaarde ★ Netto Actief Waarde (NAW) aangepast om rekening te houden met de reële
waarde van de vastgoedbeleggingen en met uitsluiting van bepaalde elementen
die niet kaderen in een financieel model van vastgoedinvesteringen op lange
termijn. In concreto: totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders
van de moedermaatschappij, gecorrigeerd voor de reële waarde van de financiële
instrumenten en de uitgestelde belastingen, gedeeld door het aantal aandelen op
jaareinde.
EPRA NNNAW ★ EPRA NAW aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de finan
ciële instrumenten, de schulden en de uitgestelde belastingen.
EPRA Netto Initieel
Rendement (NIR)
Geannualiseerde brutohuurinkomsten op basis van de contractuele huren op
afsluitingsdatum van de jaarrekeningen, met uitsluiting van de vastgoedkosten,
gedeeld door de marktwaarde van de portefeuille verhoogd met de geschatte
mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleg
gingen.
EPRA aangepast NIR Deze ratio voert een correctie uit op de EPRA NIR voor de afloop van huurvrije
periodes (of andere niet-vervallen huurincentives zoals een huurperiode met
korting en getrapte huurprijzen).
EPRA huurleegstands
percentage
Geschatte huurwaarde (GHW) van leegstaande oppervlakte, gedeeld door de
GHW van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuring
EPRA kost ratio (inclusief
directe leegstandskosten) ★
EPRA kosten (inclusief directe leegstandskosten) gedeeld door de brutohuurin
komsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht.
EPRA kost ratio (exclusief
directe leegstandskosten) ★
EPRA kosten (exclusief directe leegstandskosten) gedeeld door de bruto huurin
komsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht.
EPRA netto huurgroei bij
gelijkblijvende Samenstelling
van de portefeuille ★
Wordt ook EPRA Like-for-like Net Rental Growth genoemd. EPRA netto huur
groei bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille vergelijkt de groei van
de nettohuurinkomsten van de vastgoedbeleggingen die de hele periode beschik
baar waren voor verhuring, en niet in ontwikkeling, en dit gedurende de twee
volledige jaren voorafgaand aan de afsluitingsdatum van het boekjaar.
De wijzigingen in brutohuurinkomsten op een like-for-like basis geven inzicht in
de wijzigingen van de brutohuurinkomsten die niet het gevolg zijn van wijzigingen
in de vastgoedportefeuille (investeringen, desinvesteringen, grote renovatie
werken, …).

EPRA resultaat

Definitie - Het EPRA resultaat is het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille minus het financieel resultaat en de belastingen, en exclusief variaties in reële waarde van financiële derivaten (die niet als hedge accounting behandeld worden conform IAS 39) en andere niet-uitkeerbare elementen op basis van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest nv.

Toepassing - Het EPRA resultaat meet het resultaat van de strategische operationele activiteiten, met uitsluiting van (i) de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges), en (ii) het portefeuilleresultaat (de al dan niet gerealiseerde winst of verlies op vastgoedbeleggingen). Dit komt neer op het resultaat dat rechtstreeks wordt beïnvloed door het vastgoed- en financieel beheer van de vennootschap, met uitsluiting van de impact gekoppeld aan de volatiliteit van de vastgoed- en financiële markten.

Reconciliatie in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
Nettoresultaat 21.186 20.582
Elimineren uit het nettoresultaat (+/-) :

Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen
0 12.798

Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
7.274 -2.425

Ander portefeuilleresultaat
89 -363

Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve
hedges)
-1.119 -1.547

Andere niet-uitkeerbare elementen op basis van de enkelvoudige jaarrekening
van Intervest nv.
0 0
EPRA resultaat 27.430 29.044

EPRA resultaat per aandeel op basis van aantal dividendgerechtigde aandelen

Definitie - Het EPRA resultaat per aandeel is het EPRA resultaat gedeeld door het aantal dividendgerechtigde aandelen op jaareinde.

Toepassing - Het EPRA resultaat per aandeel meet het EPRA resultaat per dividendgerechtigd aandeel en maakt de vergelijking met het brutodividend per aandeel mogelijk.

Reconciliatie 31.12.2017 31.12.2016
A
EPRA resultaat (in duizenden €)
27.430 29.044
Dividendgerechtigd aantal aandelen
B
17.740.407 16.784.521
EPRA resultaat per aandeel (in €)
=A/B
1,55 1,73

EPRA resultaat per aandeel op basis van aantal gewogen gemiddeld aandelen

Definitie - Het EPRA resultaat per aandeel is het EPRA resultaat gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal aandelen op jaareinde.

Toepassing - Het EPRA resultaat per aandeel meet het EPRA resultaat per gewogen gemiddeld aantal aandeel en maakt de vergelijking met het brutodividend per aandeel mogelijk.

Reconciliatie 31.12.2017 31.12.2016
EPRA resultaat (in duizenden €)
A
27.430 29.044
Gewogen gemiddeld aantal aandelen
B
17.409.850 16.567.048
EPRA resultaat per aandeel (in €)
=A/B
1,58 1,75

Free float

De free float is het percentage van de aandelen in het bezit van het publiek. Volgens de definitie van EPRA en Euronext gaat het om alle aandeelhouders die individueel minder dan 5% van het totaal aantal aandelen bezitten.

Gemiddelde rentevoet van de financieringen

Definitie - De gemiddelde rentevoet van de financieringen van de vennootschap wordt berekend door de netto-interestkosten (op jaarbasis) te delen door de gewogen gemiddelde schuld van de periode (op basis van de dagelijkse opnames van de financieringen (kredieten bij financiële instellingen, obligatieleningen, enz)).

Toepassing - De gemiddelde rentevoet van de financieringen meet de gemiddelde financieringskost van de schulden en laat toe om de evolutie er van in de tijd op te volgen, in functie van de evoluties van de vennootschap en van de financiële markten.

Reconciliatie in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
Netto-interestkosten
A
7.616 9.329
Gewogen gemiddelde schuld van de periode
B
292.129 293.098
Gemiddelde rentevoet van de
=A/B
financieringen (op basis 360/365) (%)
2,6% 3,1%

Geschatte huurwaarde (GHW)

De geschatte huurwaarde is de huurwaarde die wordt bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen.

Gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV)

Het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap is geregeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen (de GVV-Wet) en in het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen (het GVV-KB) met als doel gemeenschappelijke investeringen in vastgoed aan te moedigen.

GVV-Wet

De wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd.

GVV-KB

Het koninklijk besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd.

Intervest

Intervest is de ingekorte naam voor Intervest Offices & Warehouses, de volledige juridische naam van de vennootschap.

Interestcover ratio

De interestcover ratio is de verhouding tussen het operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille en het financieel resultaat (exclusief variaties in reële waarde van financiële derivaten).

Investeringswaarde van een vastgoed

Dit is de waarde van een gebouw geschat door de onafhankelijke vastgoeddeskundige met inbegrip van de overdrachtskosten en waarvan de registratierechten niet zijn afgetrokken. Deze waarde komt overeen met de vroegere gehanteerde term "waarde vrij op naam".

Liquiditeit van het aandeel

Verhouding tussen het aantal verhandelde aandelen op één dag en het aantal aandelen.

Nettodividend

Het nettodividend is gelijk aan het brutodividend na inhouding van 30% roerende voorheffing. De roerende voorheffing op dividenden van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen is ten gevolge van de Programmawet van 25 december 2016, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2016, verhoogd van 27% naar 30% (behoudens bepaalde vrijstellingen) met ingang vanaf 1 januari 2017.

Nettodividendrendement

Het nettodividendrendement is het nettodividend gedeeld door de beurskoers op afsluitingsdatum.

Nettorendement

Het nettorendement wordt berekend als de verhouding tussen de contractuele huur verhoogd met geschatte huurwaarde op leegstand, verminderd met de toewijsbare vastgoedkosten, en de reële waarde van de vastgoedbeleggingen.

Nettoresultaat per aandeel

Definitie - Het nettoresultaat per aandeel wordt berekend door het nettoresultaat zoals blijkt uit de resultatenrekening, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven aandelen min de eigen aandelen) gedurende het boekjaar.

Reconciliatie 31.12.2017 31.12.2016
Nettoresultaat (in duizenden €)
A
21.186 20.582
Gewogen gemiddeld aantal aandelen
B
17.409.850 16.784.521
Nettoresultaat per aandeel (in €)
=A/B
1,22 1,23

Nettowaarde (investeringswaarde) per aandeel

Definitie - Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (dus na aftrek van de minderheidsbelangen) vermeerderd met de reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen, gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde (eventueel na aftrek van de eigen aandelen).

Toepassing - De nettowaarde (investeringswaarde) per aandeel meet de waarde van het aandeel op basis van investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen en maakt een vergelijking met de beurskoers mogelijk.

Reconciliatie 31.12.2017 31.12.2016
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder
maatschappij
(in duizenden €)
A 359.366 326.085
Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten
en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen
(in duizenden €)
B 15.274 15.862
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder
maatschappij - investeringswaarde
(in duizenden €)
C=A+B 374.640 341.947
Aantal aandelen op jaareinde D 18.405.624 16.784.521
Nettowaarde (investeringswaarde)
per aandeel (in €)
=C/D 20,35 20,37

Nettowaarde (reële waarde) per aandeel

Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (dus na aftrek van de minderheidsbelangen) gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde (eventueel na aftrek van de eigen aandelen). Het stemt overeen met de nettowaarde zoals gedefinieerd in artikel 2, 23° van de GVV-Wet.

De nettowaarde (reële waarde) per aandeel meet de waarde van het aandeel op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en maakt een vergelijking met de beurskoers mogelijk.

Omloopsnelheid

De omloopsnelheid van het aandeel wordt berekend als de verhouding van het verhandeld aantal aandelen per jaar, gedeeld door het totaal aantal aandelen op het einde van de periode.

Operationele marge

Definitie - De operationele marge is het operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille gedeeld door de huurinkomsten.

Toepassing - De operationele marge geeft een indicatie over de mogelijkheid van de vennootschap om winst te genereren uit haar operationele activiteiten, zonder rekening te houden met het financieel resultaat, de belastingen en het portefeuilleresultaat.

Reconciliatie in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
Operationeel resultaat
vóór resultaat op de portefeuille
A 35.077 38.226
Huurinkomsten B 43.349 45.280
Operationele marge (%)
=A/B
81% 84%

Portefeuilleresultaat

Definitie - Het portefeuilleresultaat omvat (i) het resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen, (ii) de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen, en (iii) het ander portefeuilleresultaat.

Toepassing - Het portefeuilleresultaat meet de gerealiseerde en niet-gerealiseerde winst en verlies verbonden aan de vastgoedbeleggingen, in vergelijking met de waardering van de onafhankelijke vastgoeddeskundigen op het einde van het vorige boekjaar.

Reconciliatie in duizenden € 31.12.2017 31.12.2016
Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen 0 -12.798
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -7.274 2.425
Ander portefeuilleresultaat -89 363
Portefeuilleresultaat -7.363 -10.009

Reële waarde van een vastgoedbelegging

Deze waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in omstandigheden van normale concurrentie. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de registratierechten en eventuele kosten.

In concreto betekent het dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,025 (voor gebouwen met een waarde hoger dan € 2,5 miljoen) of de investeringswaarde gedeeld door 1,10/1,125 (voor gebouwen met een waarde lager dan € 2,5 miljoen). Voor de vastgoedbeleggingen van Intervest die gelegen zijn in Nederland en aangehouden worden via de Nederlandse perimetervennootschappen betekent dit dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,07.

Rendement

Het rendement wordt berekend als de verhouding tussen de contractuele huren (al dan niet verhoogd met de geschatte huurwaarde van de niet-bezette verhuurlocaties) en de reële waarde van de vastgoedbeleggingen. Het betreft een brutorendement, zonder rekening te houden met de toewijsbare kosten.

Return van een aandeel

De return van een aandeel in een bepaalde periode is gelijk aan het brutorendement. Dit brutorendement is de som van (i) het verschil tussen de koers van het aandeel op het einde en in het begin van de periode en (ii) het brutodividend (dus het dividend vóór aftrek van de roerende voorheffing).

Schuldgraad

De schuldgraad wordt berekend als de verhouding van alle verplichtingen (exclusief voorzieningen en overlopende rekeningen) exclusief de negatieve variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten, ten opzichte van het totaal der activa. De berekeningsmethode van de schuldgraad is conform artikel 13, §1 tweede lid van het KB van 13 juli 2014. Middels dit KB is de maximale schuldgraad voor de vastgoedvennootschap vastgesteld op 65%.

Verwaterd nettoresultaat per aandeel

Het verwaterd nettoresultaat per aandeel is het nettoresultaat zoals in de resultatenrekening gepubliceerd, gedeeld door het gewogen gemiddelde aantal aandelen aangepast voor het effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering leiden.

Intervest Offices & Warehouses nv Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem

T +32 3 287 67 67 F +32 3 287 67 89

R.P.R. Antwerpen

BTW BE 0458.623.918

www.intervest.be

Opmerkingen? Vragen? [email protected]

Dit jaarlijks financieel verslag is geen registratiedocument in de zin van art. 28 van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.

Intervest Offices & Warehouses heeft haar jaarverslag in het Nederlands opgesteld. Intervest Offices & Warehouses heeft ook een Franse en Engelse vertaling van dit jaarverslag gemaakt. Zowel de Nederlandse, Franse als Engelse versie van dit jaarverslag zijn juridisch bindend. Intervest Offices & Warehouses, vertegenwoordigd door haar raad van bestuur, is verantwoordelijk voor de vertaling en de conformiteit van de Nederlandse, Franse en Engelse taalversies. Echter, in geval van tegenstrijdigheden tussen de taalversies, heeft de Nederlandse versie steeds voorrang.

De Nederlandse versie en de Franse en Engelse vertaling van dit jaarverslag zijn beschikbaar op de website van de vennootschap (www.intervest.be).

Ce rapport annuel est également disponible en français.

This annual report is also available in English.

INTERVEST OFFICES & WAREHOUSES

Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem

T + 32 3 287 67 67 F + 32 3 287 67 69

[email protected] www.intervest.be

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.