Annual Report • Mar 22, 2019
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Intervest hanteert om haar operationele performantie te meten en op te volgen. De maatstaven worden gebruikt in dit Jaarverslag 2018 maar zijn niet gedefinieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf 3 juli 2016 voor het gebruik en de toelichting van de alternatieve prestatiemaatstaven. De begrippen die Intervest beschouwt als een alternatieve prestatiemaatstaf zijn opgenomen in het laatste hoofdstuk van dit Jaarverslag 2018, genaamd "Begrippenlijst en alternatieve prestatiemaatstaven". De alternatieve prestatiemaatstaven zijn gemarkeerd met ★ en voorzien van een definitie, doelstelling en reconciliatie zoals vereist volgens de ESMA richtlijn.

| Risicofactoren | 4 |
|---|---|
| Geschiedenis en mijlpalen | 18 |
| Intervest in het kort | 20 |
| Brief aan de aandeelhouders | 30 |
| Verslag van de raad van bestuur | 36 |
| Investeringsstrategie Corporate governance verklaring Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen |
| Verslag van het directiecomité | 64 |
|---|---|
| De markt van kantoren en logistiek vastgoed Belangrijke ontwikkelingen in 2018 Financiële resultaten 2018 Financiële structuur Winstbestemming 2018 EPRA Best Practices Vooruitzichten 2019 |
65 70 81 88 96 97 105 |
| Verslag betreffende het aandeel | 110 |
| Beursgegevens Dividend en aandelen Aandeelhouders Financiële kalender 2019 |
111 114 115 117 |

| Vastgoedverslag | 118 |
|---|---|
| Samenstelling van de portefeuille Overzicht van de portefeuille |
119 134 |
| Waardering van de portefeuille door de vast goeddeskundigen |
136 |
| Beschrijving van het logistiek vastgoed | 139 |
| Beschrijving van de kantorenportefeuille | 159 |
| Financieel verslag | 168 |
| Geconsolideerde resultatenrekening | 170 |
| Geconsolideerd globaalresultaat | 171 |
| Geconsolideerde balans | 172 |
| Mutatieoverzicht van | |
| het geconsolideerd eigen vermogen | 174 |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 178 |
| Toelichting bij | |
| de geconsolideerde jaarrekening | 179 |
| Verslag van de commissaris | 222 |
| Enkelvoudige jaarrekening | |
| Intervest Offices & Warehouses | 228 |
| Algemene inlichtingen | 242 |
|---|---|
| Identificatie | 243 |
| Uittreksel uit de statuten | 246 |
| Commissaris | 249 |
| Liquidity provider | 249 |
| Vastgoeddeskundigen | 249 |
| Vastgoedbeheerders | 249 |
| GVV - wettelijk kader | 250 |
| GVV - fiscaal stelsel | 251 |
| Fiscaal stelsel in Nederland | 252 |
| Informatie m.b.t. het jaarlijks financieel | |
| verslag 2016 en 2017 | 252 |
| Vereiste onderdelen van het jaarverslag | 252 |
| Verantwoordelijke voor de inhoud van het | |
| jaarverslag | 253 |
| Begrippenlijst en alternatieve |
| prestatiemaatstaven | 254 |
|---|---|
4
De raad van bestuur van Intervest Offices & Warehouses nv (hierna 'Intervest' genoemd) heeft in 2018, zoals steeds, aandacht besteed aan de risicofactoren waaraan Intervest onderhevig is: marktrisico's, operationele, financiële en reglementaire risico's.
De permanente evoluties op de vastgoed- en de financiële markten vereisen een continue opvolging van de marktrisico's, operationele, financiële en reglementaire risico's ter bewaking van de resultaten en de financiële situatie van Intervest.
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste risico's beschreven waarmee de vennootschap wordt geconfronteerd. Op de volgende pagina's wordt in de eerste kolom het risico benoemd. De tweede kolom beschrijft de mogelijke invloed op de activiteit van Intervest die kan voortvloeien uit het zich realiseren van het risico. In de derde kolom wordt een overzicht gegeven van de maatregelen die Intervest in acht neemt om de eventuele negatieve impact van deze risico's zo veel mogelijk te beperken en te beheersen1 .
De maatregelen die worden genomen en de cijfermatige impact van deze risico's worden verder in aparte hoofdstukken van dit Jaarverslag in detail beschreven.
De lezers worden erop gewezen dat deze risico's constant worden geëvalueerd en dat nieuwe risico's kunnen worden geïdentificeerd. Deze lijst is bijgevolg niet-exhaustief en gebaseerd op de informatie die gekend was bij de publicatie van dit verslag.
Daarnaast wordt er op gewezen dat risicobeheer geen oefening is met een bepaalde frequentie, maar dat dit integraal deel uitmaakt van de wijze waarop de vennootschap wordt geleid. Dit gaat van het dagelijks financieel en operationeel beheer, de analyse van nieuwe investeringsdossiers, het formuleren van de strategie en de objectieven tot het verankeren van strakke procedures voor de besluitvorming. Het begrijpen en afschermen van risico's die voortvloeien uit zowel interne als externe factoren is essentieel voor het behalen van een totale return op lange termijn.
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Economische conjunctuur Materiële verslechtering van de economische conjunctuur (inclusief inflatie). |
1. Vermindering van de vraag naar kantoren en opslag- en distributie ruimten. 2. Hogere leegstand en/of lagere huurprijzen bij herverhuring. 3. Daling van de reële waarde van het vastgoed en als gevolg ook van de nettowaarde. 4. Mogelijke faillissementen van huurders. 5. Negatieve impact op operationeel resultaat en cashflow door toena me van de financiële lasten (door rentevoetstijgingen) die hoger of sneller is dan de toename in huurin komsten. |
• Uitstekende locatie van de panden, en focus op strategische logistieke knooppunten of op secundaire locaties met groeipotentieel. (2/3) • Gediversifieerde huurdersbasis met een beperkte blootstelling aan één huurder, een goede sectorale spreiding van de huurders, en een marktconforme gemiddelde contractuele huurprijs. (4) • Kwaliteit huurdersbestand met vooral grote nationale en internationale bedrijven en een beperkte jaarlijkse provisie voor dubieuze debi teuren. (1/4) • Standaard clausule in de huurcontracten opge nomen waarbij de indexatie gekoppeld is aan de gezondheidsindex. (5) |
Vastgoed verslag » 1.Samenstel ling van de portefeuille |
| Type vastgoed Vermindering van de aantrekkelijkheid van de vastgoedbeleggingen door o.a. verslechterende eco nomische omstandigheden, overaanbod op bepaalde vastgoedmarktsegmenten of wijzigende gebruiken in de duurzaamheidsstandaard van de gebouwen of in de samenleving. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse her ziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. 3. Het niet behalen van beoogde rendementen van de vastgoed beleggingen. |
• Adequate sectorale en regionale spreiding. Stra tegische keuze voor investeringen in de kantoor sector en de logistieke sector. Bij het nemen van investeringsbeslissingen wordt gestreefd naar een adequate sectorale spreiding met een vol doende percentage aan investeringen in liquide vastgoedmarkten, alsook naar een beperking qua exposure van investeringen in een bepaalde plaats/regio. (1/2/3) • Proactieve opvolging en jarenlange ervaring. De vastgoedbeleggingen worden op kwartaal basis gewaardeerd door onafhankelijke vast goeddeskundigen. Op deze manier zijn trends in de vastgoedmarkt snel zichtbaar en kunnen er proactief maatregelen genomen worden. Boven dien is er een diepe verankering in en kennis van de markt door jarenlange ervaring en eigen commerciële teams. (1/2/3) |
Vastgoed verslag » 1.Samenstel ling van de portefeuille Vastgoed verslag » 3.Waardering van de porte feuille door de vastgoed deskundigen |
| Tijdstip van investeren en desinvesteren Het tijdstip van een transactie (investeren of desinvesteren van vastgoed) houdt het risico in dat bij een foute timing van een transactie in de conjunctuurcyclus, vastgoed gekocht kan worden aan een te hoge prijs t.o.v. de reële waarde, respectievelijk verkocht kan worden aan een te lage prijs t.o.v. de reële waarde. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse her ziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. 3. Het niet behalen van beoogde rendementen van de vastgoed beleggingen. |
• Periodes van uitgesproken hoogconjunctuur geven aanleiding tot hogere marktprijzen die op een later tijdstip onderhevig kunnen zijn aan negatieve correcties. Tijdens deze periode van hoogconjunctuur zal een eerder gematigd beleid inzake investeringen gevoerd worden. In perio des van teruglopende conjunctuur daalt de reële waarde en de bezettingsgraad van de vast goedbeleggingen veelal. Zodra de conjunctuur echter opnieuw aantrekt, wordt een meer actief investeringsbeleid gevoerd, waarbij geantici peerd wordt op stijgende reële waarden van de vastgoedbeleggingen en op een meer actieve huurmarkt. Hierbij wordt er gepaste waakzaam heid aan de dag gelegd om de schuldgraad van de vennootschap niet te laten oplopen boven de wettelijk toegestane niveaus. (1/2/3) • Adequate sectorale en regionale spreiding. (1/2/3) • Aan te kopen en te verkopen vastgoed dient te worden geschat voor de acquisitie of verkoop |
Verslag van de raad van bestuur » 2.Investerings strategie Vastgoed verslag » 1.Samenstel ling van de |
door een onafhankelijke vastgoeddeskundige.
portefeuille
(1/2/3)
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Deflatie Een vermindering in de economische activiteit die een algemene prijsdaling tot gevolg heeft. |
1. Daling van de huurinkomsten, on der andere via neerwaartse druk op markthuurniveaus en een vermin derde of negatieve indexatie. |
• Clausule in de meeste huurcontracten die een ondergrens instelt op het niveau van de basis huur of die stelt dat er geen negatieve indexatie kan plaatsvinden. (1) |
/ |
| Volatiliteit op de financiële markten Externe volatiliteit en onzekerheid op de internatio nale markten. |
1. Moeizamere toegang tot de aandelenmarkten om nieuw kapi taal/eigen vermogen op te halen en reductie in de opties met betrek king tot schuldfinanciering. 2. Schommelingen in de beurskoers van het aandeel. 3. Minder liquiditeit beschikbaar in de debt capital markets met betrekking tot herfinancieren van uitstaande obligatieleningen. |
• Frequente dialoog met de kapitaalmarkten en financiële tegenpartijen en transparante com municatie met duidelijke targets. (1/2/3) • Opvolging en beheer van alle risico's die een negatieve impact kunnen hebben op de per ceptie van investeerders en financiers naar het bedrijf toe. (1/3) • Streven naar het opbouwen van langetermijn relaties met financiële partners en investeerders. (1/3) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur |
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Investeringsrisico Risico op foutieve investeringsbeslissingen en ongeschikte beleidskeuzes. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse her ziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen voornamelijk veroorzaakt door toenemende leegstand, onbetaalde huren, daling van de huurprijzen bij het afsluiten van nieuwe huurcontracten of bij verlengingen van bestaande huur contracten, en vastgoedtechnische kenmerken zoals bodemverontrei niging en energieprestatie. 3. Daling van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. |
• Interne controlemaatregelen: zorgvuldige inschatting van het risicoprofiel op basis van marktonderzoek, inschatting van toekomstige rendementen, screening van bestaande huur ders, studie van milieu- en vergunningsvereisten, analyse van fiscale risico's, enz. (1/2/3) • Constante monitoring van wijzigingen in eco nomische, vastgoedspecifieke en regelgevende trends o.a. met betrekking tot fiscaal recht, regelgeving inzake GVV's, enz. (1/2/3) • Overeenkomstig artikel 49, §1 van de GVV-Wet waardeert een onafhankelijke vastgoeddes kundige elke acquisitie of vervreemding van vastgoed. (2) • Nauwlettend toezicht op de bij de transactie gestelde waarborgen zowel qua looptijd als qua waarde. (1) • Technische, administratieve, juridische, boek houdkundige en fiscale "due diligence" voor elke acquisitie op basis van constante analyseproce dures, meestal met ondersteuning van externe, gespecialiseerde consulenten. (1/2/3) • Ervaring van het management en supervisie door de raad van bestuur, waarbij een duidelijke investeringsstrategie gedefinieerd is met een langetermijnvisie en consequent beheer van de kapitaalstructuur. (1/2/3) |
Verslag van het directie comité » 2.Belangrijke ontwikke lingen in 2018 » 2.2 Investerin gen in 2018 |
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Terugkooprisico Risico dat er bij de ontwik keling van een bedrijventer rein, wanneer aan bepaalde voorwaarden tot economische ontwikkeling niet (meer) is vol daan, een aan de overheid toe gekend terugkooprecht wordt uitgeoefend (in het kader van de economische expansiewet van 30 december 1970 en het Decreet Ruimtelijke Economie dd. 13 juli 2012). |
1. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wanneer een vastgoedproject tegen een vooraf bepaalde prijs(formule) uit de vastgoedportefeuille van Intervest verdwijnt, doordat een terugkoop recht wordt uitgeoefend. |
• Interne controlemaatregelen: zorgvuldige inschat ting van het risicoprofiel op basis van marktonder zoek, inschatting van toekomstige rendementen, screening van bestaande huurders, studie van milieu- en vergunningsvereisten, analyse van fiscale risico's, enz. (1) • Overeenkomstig artikel 49, §1 van de GVV-Wet waardeert een onafhankelijke vastgoeddeskundige elke acquisitie of vervreemding van vastgoed. (1) |
/ |
| Bouw- en ontwikkelings risico Risico's specifiek gerela teerd aan ontwikkelings- en reconversieprojecten, zoals solvabiliteit van de contrac tors, het verkrijgen van de nodige vergunningen, enz. |
1. Onvermogen om de nodige vergun ningen te verkrijgen. 2. Belangrijke vertragingen die leiden tot verlies aan potentiële inkom sten. 3. Materiële overschrijding van de investeringsbudgetten. 4. In het geval van ontwikkelingen op risico: langdurige perioden van leegstand. 5. Het niet behalen van de beoogde rendementen op ontwikkelingen. |
• Bij elke acquisitie worden tijdens de juridische en administratieve "due diligence" alle vergun ningen en mogelijkheden geanalyseerd, meestal met ondersteuning van externe, gespecialiseerde adviseurs. (1) • Voorafgaand overleg met de relevante diensten van gemeente en/of stad. (1) • Stringente opvolging van projecten in uitvoering met implementatie van boeteclausules bij nietna leving van contracten door derde partijen. (2/3/5) • Inhuren van gerenommeerde contractors met adequate solvabiliteit en voorlegging van de nodi ge garanties. (3/5) • Er worden slechts beperkt ontwikkelingen op risico opgestart. Met andere woorden, een project wordt – behoudens uitzonderingen – pas gelanceerd indien het voorverhuurd is en volledig gefinancierd is en tegelijk de nodige vergunningen voorhanden zijn of indien een huurgarantie van de ontwikkelaar bekomen wordt. (4/5) |
Verslag van het directie comité » 2.Belangrijke ontwikkelin gen in 2018 » 2.2 Investerin gen in 2018 2.3 Ontwik kelingspo tentieel 7.Vooruit zichten 2019 |
| Negatieve variaties in de reële waarde van de gebouwen Negatieve herwaardering van de vastgoedportefeuille. |
1. Negatieve beïnvloeding van het nettoresultaat en de nettowaarde. 2. Negatieve evolutie van de schuld graad. 3. Impact op het vermogen om een dividend uit te keren indien de ge cumuleerde variaties de uitkeerba re reserves overschrijden. |
• De vastgoedportefeuille wordt op kwartaalbasis geschat door onafhankelijke experts waardoor trends snel zichtbaar zijn en proactief maat regelen kunnen worden genomen. (1/2) • Investeringsbeleid dat gericht is op kwalitatief hoogstaand vastgoed op strategische logistieke knooppunten en op locaties met groeipotentieel. (1) • Goed gediversifieerde portefeuille. (1) • Duidelijk gedefinieerd en voorzichtig beheer van de kapitaalstructuur. (2/3) • De schommelingen in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen betreffen een niet-gereali seerd en non-cash-item. (3) |
Verslag van de raad van bestuur » 2.Investerings strategie Vastgoed verslag » 3.Waardering van de porte feuille door de vastgoed deskundigen |
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Verhuurrisico Het risico dat een gebouw niet kan worden verhuurd tegen de vooraf ingeschatte huurprijs (al dan niet resulte rend in leegstand). Dit risico wordt beïnvloed door de aard en ligging van het vastgoed, de mate waarin het moet concurreren met nabijgelegen gebouwen, de beoogde doelgroep en gebruikers, de kwaliteit van het vastgoed, de kwaliteit van de huurder en het huurcontract. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse her ziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring, stijging van de vastgoedkosten die de eige naar dient ten laste te nemen, zoals niet-doorberekende servicekosten en onroerende voorheffing. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. 3. Het niet behalen van de beoogde rendementen. |
• Tempering van de impact van de conjunctuur op de resultaten door: Spreiding van de looptijd huurcontracten en periodieke analyse van het leegstandsrisico d.m.v. vervaldagenkalender van de huur contracten. Er wordt gestreefd naar een evenwichtige spreiding van de looptijd van de huurcontracten en het tijdig anticiperen op toekomstige huuropzeggingen en contract herzieningen. (1/3) Risicospreiding naar huurders en kwaliteit van de huurders om het debiteurenrisico in te perken en de stabiliteit van de inkomsten te bevorderen. (1/3) Sectorale spreiding van de vastgoed beleggingen waarbij de huurders goed verspreid zijn over een groot aantal verschil lende economische sectoren. (1/2/3) Locatie en kwaliteit van de vastgoed beleggingen, met kantoren gelegen op de as Antwerpen - Brussel, zijnde de belangrijkste en meest liquide kantoorregio in België en een logistieke portefeuille op strategische lo gistieke knooppunten in België en Nederland. (1/2/3) • Toekenning aan elke vastgoedbelegging van een risicoprofiel dat op regelmatige basis wordt geëvalueerd (op basis van de lokale eigen kennis en gegevens van externen en/of vastgoedschat ters). Afhankelijk van het risicoprofiel dient over een bepaalde periode een bepaald rendement gerealiseerd te worden dat afgezet wordt tegen het verwachte rendement op basis van het in terne rendementsmodel. Op basis hiervan wordt geanalyseerd in welke objecten additioneel geïn vesteerd dient te worden, waar de huurdersmix aangepast moet worden en welke panden in aanmerking komen voor verkoop. (1/2/3) • Huurovereenkomsten bevatten beschermende elementen zoals huurwaarborgen en/of bank garanties van de huurders, clausules voor auto matische jaarlijkse indexatie van de huurprijzen conform de gezondheidsindex en veelal een verplichte schadevergoeding betaalbaar door de huurder bij een vroegtijdige beëindiging van het contract. (1/3) |
Vastgoed verslag » 1.Samenstel ling van de portefeuille Financieel verslag » Toelichting 4 Vastgoed resultaat » Recuperatie van vastgoed kosten |
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Risico verbonden aan de verslechterde staat van de gebouwen en het risico van grote werken Risico op bouwkundige en technische achteruitgang in de levenscyclus van de gebouwen: de staat van de gebouwen verslechtert omwille van slijtage van diverse onderdelen als gevolg van gewone veroudering en bouwkundige en technische veroudering. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse her ziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring, stijging van de vastgoedkosten die de eige naar dient ten laste te nemen, zoals niet-doorberekende servicekosten en onroerende voorheffing. 2. Onderhouds- en renovatiekosten en investeringen zijn nodig om de vooraf ingeschatte huurprijs te realiseren. 3. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. |
• Proactief beleid inzake het onderhoud van de gebouwen. (1) • Constante monitoring van het investeringsplan om de kwaliteit van de portefeuille te garanderen. (1/2/3) • Ad hoc herontwikkeling en renovatie van verou derde panden naast regelmatige investeringen in kwaliteit en duurzaamheid. (1/2/3) • Bij het beëindigen van de huurovereenkomst dient de huurder (conform de contractuele afspraken gemaakt in de huurovereenkomst) een weder instaatstellingsvergoeding voor huurschade te betalen aan de vennootschap. De huurschade wordt bepaald door een onafhankelijke expert die de ingaande plaatsbeschrijving vergelijkt met de uitgaande plaatsbeschrijving. Deze schade vergoedingen kunnen gebruikt worden om de vrijgekomen ruimte opnieuw klaar te maken voor ingebruikname door de volgende huurder. (1) • Verkoop van verouderde gebouwen. (1/2/3) |
Verslag van het directie comité » 2.Belangrijke ontwikkelin gen in 2018 » 2.2 Inves teringen in 2018 |
| Kostenbeheersingsrisico Risico van onverwachte volatiliteit en toename in de operationele kosten en inves teringen voor onderhoud. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast, onverwachte schomme lingen in de vastgoedkosten. |
• Periodieke vergelijking van onderhouds budgetten met de werkelijkheid. (1) • Goedkeuringsprocedures bij het aangaan van onderhouds- en investeringsverplichtin gen waarbij in functie van het bedrag, één of meerdere offertes gevraagd worden aan diverse aannemers. De technische afdeling maakt hierbij een vergelijking van prijs, kwaliteit en timing van de werken. Afhankelijk van de hoogte van het bedrag van de uit te voeren werken gelden verschillende goedkeuringsniveaus binnen de vennootschap. (1) • Proactief beleid inzake het onderhoud van de gebouwen en constante screening van de gebouwen door de technische managers en de commerciële teams in hun dagelijkse dialoog met de huurders. (1) • Tijdig opstellen en nauwgezet opvolgen van investeringsbudgetten op lange termijn voor grondige renovaties en vernieuwingen. (1) |
Financieel verslag » Toelichting 5 Vastgoed kosten |
| Verzekeringsrisico (destructierisico) Het risico van een ontoerei kende verzekeringsdekking wanneer gebouwen worden vernield door brand of andere rampen. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door wegvallen van huurinkomsten en eventueel verlies van huurders. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toename van de schuldgraad. |
• De vastgoedportefeuille is verzekerd voor re constructiewaarde (zijnde de kostprijs voor we deropbouw naar nieuwe staat van het gebouw), exclusief de terreinen waarop de gebouwen staan. (2) • De verzekeringen omvatten meestal eveneens bijkomende waarborgen voor de onbruikbaar heid van de onroerende goederen zoals huurder ving, de instandhoudings- en opruimingskosten, het verhaal van huurders en gebruikers en het verhaal van derden. De gederfde huur wordt vergoed zolang het gebouw niet heropgebouwd is. (1) • Nauwlettend toezicht op de dekking en tijdige vernieuwing van verzekeringscontracten. (1/2) |
Vastgoed verslag » 2.Overzicht van de porte feuille » 2.2 Verzeker de waarde |
| Debiteurenrisico Het risico dat de huur niet (meer) kan worden geïnd we gens solvabiliteitsproblemen. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door wegvallen van huurinkomsten en afboeking van niet geïnde handelsvorderingen, alsook door stijging van de niet-doorberekende servicekosten door leegstand en gerechtskosten. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. |
• Duidelijke procedures voor het screenen van huurders bij het sluiten van nieuwe huur contracten. (1/2) • Bij het afsluiten van huurcontracten worden steeds waarborgsommen of bankgaranties bedongen. In het standaardhuurcontract voor kantoren wordt meestal een huurwaarborg of bankgarantie ter waarde van 6 maanden huur voorzien en voor logistieke gebouwen ter waar de van 4 maanden. (1) • Strikt debiteurenbeheer om een tijdige inning van huurvorderingen te waarborgen alsook de adequate opvolging van huurachterstanden. (1) • Huren zijn vooraf betaalbaar op maandelijkse of driemaandelijkse basis. Voor huurlasten en taksen die contractueel kunnen doorgerekend worden aan de huurders, wordt een (drie)maan delijkse provisie gevraagd. (1) |
Financieel verslag » Toelichting 14 Vlottende activa » Handels vorderingen Toelichting 4 Vastgoed resultaat » Met verhuur verbonden kosten |
|---|---|---|---|
| Juridische en fiscale risico's: contracten en vennootschapsrechtelijke reorganisaties Inadequate contracten afge sloten met derde partijen. |
1. Negatieve impact op operationeel resultaat, cashflow en nettowaarde. 2. Het niet behalen van beoogde rendementen van de vastgoed beleggingen. 3. Reputatieschade. |
• Met derden af te sluiten contracten worden, als de complexiteit het vereist, getoetst met externe adviseurs. (1/2/3) • Verzekering tegen aansprakelijkheid voort komend uit de activiteiten of investeringen middels een burgerlijke aansprakelijkheids verzekering die lichamelijke schade en stoffelijke schade dekt. Verder zijn de bestuurders en leden van het directiecomité verzekerd voor bestuurdersaansprakelijkheid. (1/2) • Vennootschapsrechtelijke reorganisaties (fusie, splitsing, partiële splitsing, inbreng in natura, enz.) worden steeds onderworpen aan een "due diligence", begeleid door externe adviseurs om het risico op juridische en financiële onjuisthe den te minimaliseren. (1/2/3) |
Vastgoed verslag » 2.Overzicht van de porte feuille » 2.2 Verzeker de waarde |
| Verloop van sleutel personeel Risico dat sleutelpersoneel de onderneming verlaat. |
1. Negatieve invloed op bestaande professionele relaties. 2. Verlies aan daadkracht en efficiën tie in het managementbeslissings proces. |
• Marktconform remuneratiepakket. (1/2) • Het werken met teams, waarbij vermeden wordt dat individuen verantwoordelijk zijn voor belang rijke en strategische taken. (1/2) • Duidelijke en consistente procedures en com municatie. (1/2) |
Financieel verslag » Toelichting 7 Personeels beloningen |
| Concentratierisico Risico op concentratie van (de activiteiten van) de huurders of concentratie van investeringen in één of meer gebouwen. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door vertrek van een huurder of indien een specifieke sector wordt getroffen door een economische terugval. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook de nettowaarde. |
• Gediversifieerde huurdersbasis met een be perking van de maximale blootstelling aan één huurder en een goede sectorale spreiding van de huurders. (1/2) • Adequate sectorale en regionale spreiding van de vastgoedbeleggingen. (1/2) • Conform de GVV-Wet mag maximaal 20% van het vermogen geïnvesteerd worden in vastgoed dat één enkel vastgoedgeheel vormt, behoudens uitzonderingen. (1/2) |
Vastgoed verslag » 1.Samenstel ling van de portefeuille |
Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Informaticarisico Risico verbonden aan infor matica zoals inbraak op het IT-netwerk, cybercriminaliteit, phishing, enz. |
1. Negatieve impact op werking van de organisatie. 2. Reputatieschade door het verlies van bedrijfsgevoelige informatie. 3. Negatieve impact op het resultaat door verlies van operationele en strategische data. |
• Dagelijkse back ups om het verlies van data in tijd beperkt te houden. (1/2/3) • Preventieve training rond cybercriminaliteit voor de medewerkers. (1/2/3) • Investeren in een beveiligde IT-omgeving. (1/2/3) • Ondersteuning van externe gespecialiseerde advi seurs voor IT-gerelateerde diensten. (1/2/3) |
/ |
| Risico verbonden aan de internationalisering van de Groep Risico dat door onvoldoende kennis van de internationale context de investeringen in het buitenland leiden tot ver hoging van de operationele en reglementaire risico's. |
1. Toenemende complexiteit van het beheer van de dagdagelijkse activi teiten (kennis van de buitenlandse markt, fysieke barrières, cultuur barrières, taalbarrières, enz.). 2. Verhoging van de reglementaire risico's in de verschillende landen. |
• Beroep doen op lokale experts die ondersteuning bieden in de internationale ontwikkeling, zowel op vlak van marktkennis als regelgeving. (1/2) • Implementatie van de benodigde structuren en procedures om een vlotte internationale ontwikkeling te garanderen (bv gespecialiseerd acquisitieteam). (1/2) |
/ |
| Risico m.b.t. externe communicatie Risico dat door onjuiste com municatie (o.a. roadshows, |
1. Reputatieschade door het verstrek ken van foutieve informatie. 2. Negatieve impact op de beurskoers van het aandeel Intervest. |
• Alle externe communicatie (o.a. jaarverslag, pers, roadshows, enz.) wordt terdege voorbereid en vol gen de interne 'approval flow' alvorens te worden gecommuniceerd. (1/2) • Het uitdragen van transparante interne commu |
/ |
nicatie . (1)
nettowaarde.
pers) Intervest in een negatief daglicht wordt gezet.
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Financieringsrisico Een relatieve toename van het vreemd vermogen ten opzichte van het eigen vermogen kan resulteren in een hoger rende ment (zogenaamde "leverage"), maar tegelijkertijd ook in een verhoogd risico. |
1. Het niet meer kunnen voldoen aan rente- en aflossingsverplichtingen van vreemd vermogen en overige betalingsverplichtingen in geval van tegenvallende rendementen uit vastgoed en bij daling van de reële waarde van de vastgoed beleggingen. 2. Het niet verkrijgen van financie ring met nieuw vreemd vermogen of slechts tegen zeer ongunstige condities. |
• Een evenwichtige verhouding tussen eigen en vreemd vermogen voor de financiering van het vastgoed met het handhaven van de schuld graad tussen 45% en 50%. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktom standigheden het vereisen. (1/2/3) • Een evenwichtige spreiding van herfinancierings data van de langetermijnfinancieringen met een gewogen gemiddelde looptijd tussen de 3,5 en 5 jaar. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen. (1/2) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur |
| 3. De gedwongen verkoop van vastgoedbeleggingen aan minder gunstige voorwaarden om aan de betalingsverplichtingen te kunnen blijven voldoen met een negatieve impact op de resultaten en de |
• Streven naar het veilig stellen van de toegang tot de kapitaalmarkt door transparante informatie verschaffing, regelmatige contacten met financiers en (potentiële) aandeelhouders en het verhogen van de liquiditeit van het aandeel. (1/2/3) |
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Bancair convenantenrisico Risico op het niet respec teren van vereisten om aan bepaalde financiële parame ters te voldoen in het kader van de kredietovereenkom sten en de wettelijke regimes waaronder de vennootschap valt: de bankkredietovereen komsten zijn onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau of de financi ële interestlast. Deze ratio's beperken het bedrag dat nog zou kunnen geleend worden. Tevens is er een beperking qua ontleningscapaciteit door de maximum schuldgraad die de regelgeving op de GVV's toestaat. |
1. Annulering, heronderhandeling, opzegging of vervroegde opeis baarheid van de financieringsover eenkomsten door de financiële instellingen bij het niet meer res pecteren van de opgelegde ratio's. |
• Omzichtig financieel beleid met een constante monitoring om aan financiële parameters te voldoen. (1) • Opvolging op regelmatige tijdstippen van de evolutie van de schuldgraad en voorafgaan delijke analyse van de invloed van iedere voor genomen investeringsoperatie op de schuld graad. (1) • Opstellen van een financieel plan met een uitvoeringsschema zodra de geconsolideerde schuldgraad, zoals gedefinieerd in het GVV-KB meer dan 50% bedraagt, conform art. 24 van dit GVV-KB. (1) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur |
| Liquiditeitsrisico Risico van onvoldoende kas stromen om aan de dagelijkse betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. |
1. EPRA resultaat en cashflow aan getast door stijging van de kosten van schulden door hogere bancaire marges. 2. Het niet beschikbaar zijn van finan ciering ter betaling van interesten, kapitaal of operationele kosten. 3. Onmogelijkheid om acquisities of ontwikkelingen te financieren. |
• Beperking van dit risico door de maatregelen genoemd onder operationele risico's, waardoor het risico van het wegvallen van kasstromen door bijvoorbeeld leegstand of faillissementen van huurders wordt beperkt. (1) • Voldoende kredietruimte bij financiers om schommelingen in liquiditeitsbehoeften op te vangen. Om beroep te kunnen doen op deze kredietruimte dient continu aan de voorwaarden van de kredietfaciliteiten te worden voldaan. (1/2/3) • Constante dialoog met financieringspartners om met hen een duurzame relatie op te bouwen. (2) • Conservatieve en voorzichtige financieringsstra tegie met evenwichtige spreiding van de verval data, diversificatie van de financieringsbronnen en financieringspartners. (1/2) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur |
| Volatiliteit van de intrest voeten Toekomstige schommelingen in de toonaangevende korte en/of langetermijnrentes op de internationale financiële markten. |
1. EPRA resultaat en cashflow aange tast door stijging van de kosten van schulden. 2. Waardeschommelingen van de financiële instrumenten die dienen ter indekking van de schulden. 3. Mogelijke negatieve invloed op de nettowaarde. |
• Hoge graad van indekking tegen schommelingen in intrestvoeten via afgeleide financiële instru menten (zoals Interest Rate Swaps). (1) • Opvolging van de evolutie van de intrestvoeten en monitoring van de impact ervan op de effecti viteit van de indekkingen. (1) • Bij de langetermijnfinancieringen streven naar een evenwichtige spreiding van renteherzienings data en een looptijd van minimaal 3 jaar. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen. (1) • De schommelingen in de reële waarde van de afdekkingsinstrumenten betreffen een niet-ge realiseerd en non-cash-item (indien de produc ten worden aangehouden tot vervaldag en niet |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur Financieel verslag » Toelichting 18 Financiële in strumenten |
voortijdig worden afgewikkeld). (2/3)
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Risico verbonden aan het gebruik van financiële derivaten Bij een ongunstige markt ontwikkeling (bijvoorbeeld een sterke daling van de rente) krijgen derivaten ter afdekking van het renterisico een negatieve waarde. |
1. Complexiteit en volatiliteit van de reële waarde van de indekkings instrumenten en daardoor ook van het nettoresultaat en de nettowaarde. 2. Tegenpartijrisico tegenover wie de financiële derivaten zijn afgesloten (zie 'Risico verbonden aan de ban caire tegenpartijen'). |
• Schommelingen in de reële waarde van de toegelaten indekkingsinstrumenten hebben geen impact op de cash flow aangezien deze financiële derivaten worden aangehouden tot vervaldag van deze contracten. Enkel een vroegtijdige afwikke ling zou extra kosten met zich meebrengen. (1) • Alle financiële derivaten worden louter voor indekkingsdoeleinden aangehouden. Er worden geen speculatieve instrumenten aangehouden. (1) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur Financieel verslag » Toelichting 18 Financiële in strumenten |
| Risico verbonden aan de bancaire tegenpartijen / Kredietrisico Het sluiten van financierings contracten of het gebruik van indekkingsinstrumenten met een financiële instelling doet een tegenpartijrisico ontstaan in geval van het in gebreke blijven van deze instelling. |
1. EPRA resultaat en cashflow aan getast door bijkomende financiële kosten en in sommige extreme omstandigheden stopzetting van het financieringscontract of indek kingsinstrument. 2. Verlies van deposito's. |
• Beroep op verschillende referentiebanken op de markt om een zekere diversificatie van de herkomst van financieringen en rente-indek kingsinstrumenten te waarborgen waarbij een bijzondere aandacht uitgaat naar de prijs-kwa liteitverhouding van de geleverde diensten. (1/2) • Regelmatige herziening van de bankrelaties en de blootstelling aan elk. (1/2) • Strakke thesauriepositie zodat de positie van contanten bij een financiële instelling in prin cipe vrij beperkt is en het overschot aan cash aangewend wordt ter afbouw van de financiële schulden, tenzij reeds aangewend voor nieuwe investeringen. (2) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur Financieel verslag » Toelichting 17 Langlopende en kort lopende financiële schulden |
| Risico verbonden aan de schuldkapitaalmarkten Risico om uitgesloten te worden van de internationale schuldkapitaalmarkt indien beleggers zouden vrezen dat de kredietwaardigheid van de vennootschap onvoldoende is om de jaarlijkse rente betalingsverplichting en de terugbetalingsverplichting op vervaldatum van het uit te geven financieel instrument te voldoen. Risico dat de schuldkapitaal markt te volatiel zou zijn om |
1. Niet beschikbaar zijn van financie ring voor de dagdagelijkse werking en voor de verdere groei van de onderneming. |
• Op proactieve basis goede relaties onderhouden met huidige en potentiële obligatiehouders en aandeelhouders, alsook met huidige en potentië le bankiers door middel van een transparante in formatieverschaffing, regelmatige contacten met financiers en (potentiële) aandeelhouders en het verhogen van de liquiditeit van het aandeel. (1) • Beleid om de schuldgraad te handhaven tussen 45% en 50% (niettegenstaande wettelijk statuut van GVV's een schuldgraad van 65% toelaat). (1) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur |
| beleggers er toe aan te zetten |
obligaties van de vennootschap te verwerven.
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Financieel verslaggevingsrisico Risico dat de financiële verslag geving van de vennootschap onjuistheden van materieel belang bevat waardoor stake holders foutief zouden geïnfor meerd worden over de opera tionele en financiële resultaten van de vennootschap. Risico dat de door de regel geving opgelegde timing in zake financiële verslaggeving niet wordt gerespecteerd. |
1. Reputatieschade. 2. Stakeholders die beleggingsbeslis singen nemen die niet op de juiste gegevens gebaseerd zijn, wat kan resulteren in claims ten aanzien van de vennootschap. |
• Elk kwartaal wordt een volledige boekhoud kundige afsluiting en consolidatie opgesteld en gepubliceerd. Deze kwartaalcijfers worden steeds uitgebreid geanalyseerd en intern gecon troleerd. (1/2) • Bespreking van deze cijfers binnen het directiecomité en controle van hun juistheid en volledigheid door onder andere analyses van huurinkomsten, operationele kosten, leegstand, verhuuractiviteiten, de evolutie van de waarde van de gebouwen, openstaande debiteuren, enz. Vergelijkingen met forecasts en budgetten worden besproken. (1/2) • Het directiecomité rapporteert elk kwartaal de financiële staten aan het auditcomité met verge lijking van jaarcijfers, budget en verklaringen bij afwijkingen. (1/2) • Controle van de halfjaarcijfers en de jaarcijfers door de commissaris. (1/2) |
Financieel verslag » 7.Verslag van de commis saris |
| Risico van financiële budgettering en planning Risico dat door foute assump ties de forecast en de beoogde groei niet worden gehaald. |
1. Negatieve beïnvloeding van besluitvorming bij het nemen van strategische beslissingen. 2. Negatieve beïnvloeding van het financiële en operationele beheer. 3. Reputatieschade. |
• Kwartaalupdates van het budgetteringsmodel met vergelijking van de boekhoudkundige afslui ting en consolidatie. (1/2/3) • Op kwartaalbasis aftoetsing van de hypothe ses in het budgetteringsmodel met eventuele nieuwe omstandigheden en bijsturing indien van toepassing. (1/2/3) • Op kwartaalbasis uitvoering van controles op het budgetteringsmodel om programmeer- of menselijke fouten tijdig te detecteren. (1/2/3) • Continue opvolging van de parameters die het resultaat en het budget zouden kunnen beïn |
/ |
vloeden. (1/2/3)
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Statuut van openbare en institutionele GVV onderworpen aan de bepa lingen van de wet van 12 mei 2014 betreffende de geregle menteerde vastgoedvennoot schappen en het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoed vennootschappen die van tijd tot tijd gewijzigd worden. Risico op verlies van de erken ning van het statuut van open bare en institutionele GVV. |
1. Verlies van het voordeel van het transparant fiscaal stelsel van GVV. 2. Verlies van de erkenning wordt gezien als een gebeurtenis waar door kredieten vervroegd opeisbaar worden. 3. Negatieve impact op de beurskoers van het aandeel Intervest. |
• Voortdurende aandacht van de raad van bestuur en het directiecomité voor de regelgeving van de GVV en het behoud van de status van openbare GVV. Zo worden onder andere de uitkeringsver plichting en de financieringslimieten periodiek, en ad hoc bij herfinanciering, bij investeringen en bij opmaak van het dividendvoorstel berekend, respectievelijk bepaald. (1/2/3) |
Algemene inlichtingen » 7.GVV - wettelijk kader Verslag van het directie comité » 2.Belangrijke ontwikkelin gen in 2018 » 2.3 Ontwik kelingspo tentieel » 7.Vooruit zichten 2019 |
| Nieuwe en aanpassingen in diverse wetgevingen Nieuwe wetgevingen en regel gevingen zouden in werking kunnen treden, of mogelijke veranderingen in bestaande wetgevingen en regelge vingen, of hun interpretatie en toepassing door agent schappen (inclusief de fiscale administratie) of rechtbanken zouden kunnen optreden1. |
1. Negatieve beïnvloeding van de activiteiten, het resultaat en winst gevendheid, de nettowaarde, de financiële toestand en de vooruit zichten. |
• Constante monitoring van bestaande, potentieel wijzigende of toekomstige nieuwe wetgevin gen, regelgevingen en vereisten en de naleving ervan, bijgestaan door externe gespecialiseerde adviseurs. (1) |
/ |
| Dividendrisico Artikel 617 van het Wet boek van Vennootschappen bepaalt dat geen uitkering mag geschieden indien het nettoactief is gedaald of tengevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen |
1. Gedeeltelijk of totaal onvermo gen om een dividend uit te keren indien de gecumuleerde negatieve variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen de beschik bare reserves overtreffen. Dit leidt tot een minder dan verwacht of geen dividend(rendement) voor de aandeelhouder. 2. Volatiliteit in de beurskoers van het aandeel. 3. Algemene daling van het vertrou wen in het aandeel of de vennoot schap in het algemeen. |
• Intervest beschikt over voldoende uitkeerbare reserves om dividenduitkering te verzekeren. (1) • Ten minste 80% van het gecorrigeerd positief nettoresultaat, verminderd met de netto-daling van de schuldenlast in de loop van het boekjaar, moet worden uitgekeerd als vergoeding van het kapitaal. (2/3) • Het uitbouwen van solide langetermijnrelaties met investeerders en financiële instellingen waardoor op regelmatige basis dialoog kan plaatsvinden. (2/3) |
Financieel verslag » 8.Enkel voudige jaar rekening » 8.6 Bijlagen bij de enkelvou dige jaarreke ning |
1 Zoals bestaande praktijken binnen de fiscale administratie, in het bijzonder die waarvan sprake binnen de circulaire Ci.RH.423/567.729 van 23 december 2004 van het Belgische Ministerie van Financiën met betrekking tot de berekening van de exit taks, dewelke, onder andere, bepaalt dat de werkelijke waarde van de onroerende goederen waarvan sprake voor de berekening van de basis van de exit taks, bepaald wordt door de registratierechten of de BTW in acht te nemen die zouden worden toegepast bij een verkoop van de onroerende goederen in kwestie, dewelke kan verschillend zijn (inclusief lager) van de reële waarde (fair value) van deze activa zoals bepaald voor IFRS-doeleinden in de financiële staten.
worden uitgekeerd.
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Compliance risico Risico dat de relevante wet- en regelgeving niet adequaat wordt nageleefd en dat medewerkers niet integer handelen. |
1. Negatieve beïnvloeding van de gehele business en de operationele werking, het resultaat, de winst gevendheid, de financiële toestand en de vooruitzichten. 2. Reputatieschade. |
• Bij de aanwerving van medewerkers wordt extra aandacht besteed aan het screenen van integriteit. Er wordt bij de medewerkers een bewustzijn gecreëerd omtrent dit risico en er wordt voor gezorgd dat zij voldoende kennis heb ben over veranderingen in de relevante wet- en regelgeving, daarbij ondersteund door externe juridische adviseurs. Om een integere bedrijfs cultuur te waarborgen is een interne gedragscode ("code of conduct") en een klokkenluidersregeling opgesteld. (1/2) • Adequate interne controlemechanismen, geba seerd op het vier-ogen-principe, die het risico op niet integer handelen moeten beperken. (1/2) • Aanwezigheid van een onafhankelijke compliance functie (conform artikel 17, §4 van de GVV-Wet) gericht op het onderzoek naar en het bevorderen van de naleving van de regels die verband houden met de integriteit van de activiteiten van de vennootschap. De regels betreffen zowel deze die voortvloeien uit het beleid van de onderneming, het statuut van de onderneming, alsmede andere wettelijke en reglementaire bepalingen. Het gaat met andere woorden om een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt gelegd op eerlijkheid en integriteit en het naleven van hoge ethische normen bij het zakendoen. Daarbij dienen zowel de onderneming als haar medewerkers zich integer te gedragen, d.i. eerlijk, betrouwbaar en geloofwaardig. (1/2) |
Verslag van de raad van bestuur » 3.Corporate Governance verklaring » 3.4 Andere betrokken partijen » Onafhankelijke controle functies |
| Onteigeningsrisico's | 1. Verlies in waarde van de investering | • Continue dialoog met de overheid om construc |
/ |
Onteigening in het kader van openbare onteigeningen door bevoegde overheidsinstanties.
2001
2008
2010
Oprichting
Verwerving kantoorgebouwen Atlas Park en Airway Park in Brusselse periferie
Verwerving kantoorgebouwen op Mechelen Campus (fase 2)
Verwerving logistieke site Herentals Logistics 1
Verwerving kantoorgebouwen op Mechelen Campus (fase 3) en in Brusselse periferie, Exiten
Desinvestering zes kantoorgebouwen (oa Atlas Park en Airway Park)
Gedeeltelijke herontwikkeling van Wilrijk 1 in showroom Peugeot
Verwerving tweede logistieke site in Oevel
Opening 1e RE:flex in Mechelen Campus
Bouw in Oevel van nieuw aanpalend gebouw dat bestaande logistieke sites verbindt
Desinvestering semi-industrieel gebouw in Kortenberg
Verwerving logistieke portefeuille met 18 panden
Verwerving kantoorgebouwen in Brusselse periferie en op Mechelen Campus (fase 1)
Verwerving logistieke sites in Puurs en Merchtem
Investering in logistieke sites in Huizingen, Oevel en Houthalen
Bouw van ontwikkelingsproject Herentals Logistics 2
Desinvestering semi-industrieel gebouw Eigenlo in Sint-Niklaas
Naamswijziging, toevoeging: "& Warehouses"
Verwerving logistieke site in Opglabbeek
Desinvestering semi-industrieel gebouw in Meer
Verwerving logistieke site in Luik
Desinvestering semi-industrieel gebouw in Duffel
Opening Greenhouse Antwerp met 2e RE:flex
Desinvestering vijf nietstrategische panden in de Brusselse periferie
Verwerving Generaal de Wittelaan 11C, Intercity Business Park
Verwerving logistieke sites in Oevel, Aarschot en Zellik
Nieuwbouw logistieke ontwikkeling Herentals 3
Verwerving logistieke sites in Tilburg en Raamsdonksveer (NL)
(o.a. Woluwe Garden)
Verwerving logistieke site Herentals Logistics 2
Verkoop kantoorgebouwen in Gent
Verwerving kantoorgebouwen in Antwerpen, Mechelen (o.a. Mechelen Business Tower) en Brusselse periferie

Uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille met zes panden in Nederland en met één pand in België
Verwerving distributiecentrum in Tilburg (NL)
Acquisitie built-to-suitnieuwbouwproject in Vuren (NL)


Verwerving distributiecentrum in Raamsdonksveer (NL)
Nabij luchthaven Eindhoven (NL), verwerving distributiecentrum Silver Forum, bestaand pand en projectontwikkeling Gold Forum

Oprichting Genk Green Logistics nv als IGVV Aankoop zone B voormalige Ford-site Genk


Herontwikkeling kantoorgebouw Diegem in Greenhouse BXL
Verwerving kantoorgebouw Ubicenter Leuven, Philipssite

20
Strategische visie Sterke groei vastgoedportefeuille Bezettingsgraad volgt de economische cyclus Resultaten 2018 Dividenduitkering Financieringsstructuur Vervaldagenkalender financiering Gemiddelde rentevoet van de financieringen EPRA kerncijfers Financiële kalender 2019
Greenhouse Antwerp

Beursgenoteerde GVV sinds 1999
€ 867 miljoen Vastgoedbeleggingen € 500 miljoen beurswaarde
21
Groei van de vastgoedportefeuille
Focus op 2 segmenten: logistiek en kantoren
Heroriëntering van kantoren met focus op services
Verdere verbetering van de kwaliteit van de gebouwen
Investeren in logistiek in Nederland en België
Behoud van een gezonde schuldgraad van 45% - 50%
Focus op het investeren in moderne geclusterde logistieke sites op multimodaal bereikbare locaties, met een geografische oriëntatie die synergievoordelen maximaliseert.
Investeren in inspirerende multi-tenant kantoren op goed bereikbare locaties in grote agglomeraties in Vlaanderen. Gebouwen waar werken en beleving samen gaan met een servicegerichte en flexibele benadering van de huurders.
In de strategische evolutie van het louter verhuren van m² naar het aanbieden van flexibele oplossingen en een uitgebreide dienstverlening gaat Intervest met de concepten van Greenhouse-hub en turnkey solutions verder op de ingeslagen weg: beyond real estate.
Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken, zorgt Intervest voor het 'ontzorgen' van de klanten en het bieden van meerwaarde.


Verwachte stijging EPRA resultaat per aandeel: 3% voor 2019
Minimum bruto dividend 2019: € 1,50 per aandeel



1 Gemiddelde resterende contractduur tot eerstvolgende breakdatum
| RESULTATEN (€ 000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| EPRA resultaat | 31.168 | 27.430 |
| Portefeuilleresultaat | 4.561 | -7.363 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
-1.615 | 1.119 |
| Nettoresultaat (aandeel van de Groep) | 34.114 | 21.186 |
| RESULTATEN PER AANDEEL | 2018 | 2017 |
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.288.997 | 18.405.624 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 19.176.981 | 17.409.850 |
| EPRA resultaat per aandeel op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (€) | 1,63 | 1,58 |
| RESULTATEN PER AANDEEL | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Dividendgerechtigd aantal aandelen - coupon 21 | 18.891.443 | n.v.t. |
| Dividendgerechtigd aantal aandelen - coupon 22 | 24.288.997 | n.v.t. |
| Uitkeringspercentage (%) | 86% | 89% |
| Brutodividend - coupon 21 (€) | 1,28 | 1,40 |
| Brutodividend - coupon 22 (€) | 0,12 | n.v.t. |
| Brutodividend - totaal (€) | 1,40 | 1,40 |
| Nettodividend - coupon 21 (€) | 0,8960 | 0,9800 |
| Nettodividend - coupon 22 (€) | 0,0840 | n.v.t. |

| KERNCIJFERS PER AANDEEL | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.288.997 | 18.405.624 |
| Nettowaarde (reële waarde) (€) | 19,62 | 19,52 |
| Nettowaarde (investeringswaarde) (€) | 20,35 | 20,35 |
| Beurskoers op afsluitingsdatum (€) | 20,60 | 22,49 |
| Premie t.o.v. nettowaarde (reële waarde) (%) | 5% | 15% |

Looptijd van de langetermijnfinancieringen: 4,4 jaar.


| EPRA KERNCIJFERS PER AANDEEL | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|
| EPRA resultaat (in € per aandeel) (groepsaandeel) | 1,63 | 1,58 |
| EPRA NAW (in € per aandeel) | 19,88 | 19,62 |
| EPRA NNNAW (in € per aandeel) | 19,49 | 19,28 |
| EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) (in %) | 6,2% | 6,0% |
| EPRA aangepast NIR (in %) | 6,4% | 6,2% |
| EPRA huurleegstandspercentage (in %) | 6,7% | 13,8% |
| EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten) (in %) | 17,4% | 19,0% |
| EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten) (in %) | 16,2% | 17,6% |

1 Eventuele wijzigingen in de financiële kalender zullen bekend gemaakt worden via een persbericht, dat desgevallend te raadplegen zal zijn op de website van de vennootschap, www.intervest.be.


Na de significante wijziging in haar aandeelhoudersstructuur in 2016 heeft Intervest Offices & Warehouses (hierna 'Intervest') haar eigen koers uitgezet. Het begin 2016 gecommuniceerde groeiplan, gebaseerd op de heroriëntering van de kantorenportefeuille en de uitbreiding van het logistiek vastgoed, is intussen gerealiseerd, met een jaarlijks gemiddeld groeitempo van de vastgoedportefeuille van 12%.
Intervest heeft ook in 2018 haar strategisch groeiplan succesvol uitgevoerd en een aantal belangrijke mijlpalen bereikt. De vastgoedportefeuille heeft immers de vooropgezette waarde van € 800 miljoen ruimschoots bereikt, de totale verhuurbare oppervlakte is ondertussen groter dan 1 miljoen m² en de marktkapitalisatie van de vennootschap heeft de drempel van € 500 miljoen overschreden.
Reële waarde vastgoedportefeuille
€ 867 miljoen
In 2018 heeft de vastgoedportefeuille een groei gekend van 31% of € 204 miljoen, voornamelijk door acquisities en herontwikkelingen, in lijn met de strategie, en is zo geëvolueerd van € 663 miljoen op 31 december 2017 naar € 867 miljoen op jaareinde 2018. Daarbovenop heeft Intervest een pijplijn van gecommitteerde ontwikkelingen in Nederland van € 57 miljoen met drie logistieke projecten in Nederland (Roosendaal en Eindhoven) die in de loop van 2019 zullen opgeleverd worden.
Verhuurbare oppervlakte meer dan
1 miljoen m2
Acquisities in 2018 voor € 186 miljoen
Intervest zal haar investeringsstrategie verderzetten en verwacht de vastgoedportefeuille uit te breiden tot een reële waarde van € 1 miljard tegen het einde van 2019 en € 1,3 miljard tegen eind 2021.
De reële waarde van de bestaande vastgoedportefeuille (zonder acquisities) is in 2018 licht toegenomen met € 4 miljoen of 0,6%1 . De kantoren kenden een waardedaling van 1% door de aanpassing van de rendementen. De reële waarde van de logistieke portefeuille is gestegen met 2% door de aanscherping van de rendementen, zowel in België als in Nederland.
De verhouding van de vastgoedsegmenten in de portefeuille is op jaareinde 2018 zoals strategisch vooropgesteld: 60% is geïnvesteerd in logistiek vastgoed en 40% in kantoorgebouwen (54% en 46% respectievelijk eind 2017). De vastgoedportefeuille is in 2018 uitgebreid met circa 230.000 m² en heeft op 31 december 2018 een totale verhuurbare oppervlakte van 1.022.948 m².
In 2018 heeft Intervest in totaal acht nieuwe acquisities gerealiseerd voor een totaal bedrag van € 186 miljoen, waarvan zes logistieke sites in Nederland, één in België en een kantoorsite in België.
De logistieke vastgoedportefeuille in Nederland is verder uitgebreid op logistieke hotspots, met clustervorming in Zuid-Nederland, nl. in Tilburg, Raamsdonksveer, Roosendaal, Vuren en Eindhoven. De Nederlandse portefeuille is nu goed voor 196.000 m², bedraagt € 154 miljoen en bestaat uit acht sites, allen met 100% bezettingsgraad.
De acquisities in de logistieke portefeuille zijn een strategisch beoogde mix van duurdere investeringen in afgewerkte gebouwen met langetermijnhuurovereenkomsten enerzijds, en anderzijds ontwikkelingen en built-to-suitprojecten waar een beter rendement gerealiseerd kan worden, uiteraard steeds met inachtname en beperking van de risico's verbonden aan dergelijke ontwikkelingen. Logistiek vastgoed wordt in de huidige markt immers steeds duurder. Derhalve is er voorzichtigheid geboden in het acquisitietraject en dienen investeringsrendementen scherp bewaakt te worden.
1 Ten opzichte van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2017, bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille.
In de kantorenmarkt ziet Intervest mogelijkheden om te investeren aan attractievere rendementen, onder voorwaarde dat de kantoorgebouwen geschikt zijn om het Greenhouse-concept toe te passen waar klassieke kantoorruimten gecombineerd worden met uitgebreide dienstverlening, serviced offices, coworking, gemeenschappelijke vergaderzalen en evenementenruimtes.
In 2018 is ook succesvol verder gewerkt aan de heroriëntering in de kantorenportefeuille met het Greenhouse-concept, waarbij de kantoren ingevuld worden als vooruitstrevende inspirerende ontmoetingsplekken waar werken en well-being samengaan. De bouwwerken van Greenhouse BXL in Diegem met een derde Greenhouse Flex (coworking lounge) zijn volledig afgerond en de site is operationeel. Ruim 80% van de verhuurbare oppervlakte is verhuurd. Deze verhuringen starten veelal in 2019 en zullen vanaf dan huurinkomsten genereren. De verdere commercialisering is volop aan de gang.
In dit kader heeft Intervest in december 2018 ook het servicegerichte kantorencomplex Ubicenter verworven. Ubicenter is een hedendaags multitenant kantorencomplex van 23.150 m² gelegen op Philipssite aan de stadsrand van Leuven. Het gebouw beschikt over een foyer, een bedrijfsrestaurant, een auditorium en een businesscentrum uitgebaat door MC Square wat mooi aansluit op het flexibele business hub concept Greenhouse van Intervest in Antwerpen, Mechelen en Brussel.
Intervest positioneert zich in haar beide marktsegmenten beyond real estate en treedt op als een real estate partner die verder gaat dan het louter verhuren van vierkante meters kantoren of logistieke ruimte. Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken kan Intervest de klanten 'ontzorgen' en meerwaarde bieden. De vele positieve reacties van de klanten op o.m. turnkey solutions sterken Intervest dan ook in het verder uitbouwen van deze aanpak.
Intervest zet ook haar strategie inzake duurzaamheid actief verder in 2019 door Breeam-In-Use certificaten voor haar panden te hernieuwen of aan te vragen, een BREEAM excellent tot outstanding classificatie na te streven bij nieuwbouwprojecten en zo mogelijk fotovoltaïsche-installaties te plaatsen op de daken van de Nederlandse logistieke panden. Intervest blijft eveneens acties ondernemen om haar duurzame bedrijfsvoering aan te houden met de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de Verenigde Naties als leidraad.
Intervest heeft in 2018 de basis gelegd voor de verdere groei van de vennootschap met het herontwikkelingstraject van 'Genk Green Logistics'. Dit project heeft een toekomstig ontwikkelingspotentieel van circa 250.000 m² stateof-the-art logistiek vastgoed op zone B van de voormalige Ford-site, gespreid over een termijn van vijf jaar. De Ford-site is door zijn locatie, omvang en multimodale bereikbaarheid een uitzonderlijke investeringsopportuniteit. Bijzondere aandacht is dit jaar gegaan naar het verwerven van het terrein voor een bedrag van € 3 miljoen, het uitwerken van de samenwerking met Group Machiels, het oprichten van de vennootschap Genk Green Logistics en haar erkenning als institutionele GVV (IGVV) en de aanvraag tot erkenning als brownfield-site. Verwacht wordt dat de sloopwerken zullen starten in het eerste kwartaal van 2019 en dat de bouwwerken voor een eerste logistiek gebouw in de tweede jaarhelft van 2019 zullen aanvangen.
De bezettingsgraad van de totale vastgoedportefeuille van Intervest bedraagt 93% op 31 december 2018, wat een stijging inhoudt van 2%-punten tegenover jaareinde 2017 (91%). Voor de kantorenportefeuille is de bezettingsgraad met 3%-punten toegenomen tot 88% op 31 december 2018 (85% jaareinde 2017, 76% inclusief Greenhouse BXL). De bezettingsgraad van de logistieke portefeuille blijft stabiel op 98% op 31 december 2018 (98% jaareinde 2017).
Verder uitrollen Greenhouse-concept
Beyond real estate in beide marktsegmenten
Genk Green Logistics potentieel van 250.000 m2
Bezettingsgraad 93%
| De stijging in de bezettingsgraad vloeit voornamelijk voort uit de ingebruik name van het voor 80% verhuurde Greenhouse BXL, de volledige verhuring van Greenhouse Mechelen (torengebouw op Mechelen Campus) en de verwer ving van verschillende volledig verhuurde logistieke sites. |
|
|---|---|
| 38 huur overeenkomsten |
Het is een actief jaar geweest op vlak van verhuurtransacties. In 2018 zijn er in totaal 38 langetermijnhuurovereenkomsten afgesloten of verlengd, goed voor 15% van de huurinkomsten. In de kantorenportefeuille is voor 32.600 m² of 21% van de huurinkomsten van het kantorensegment getekend. 22.800 m² of 15% betreft nieuwe verhurin gen of uitbreidingen. Hierdoor is de WALB kantoren (gemiddelde resterende |
| 38 flexibele contracten |
contractduur tot eerstvolgende breakdatum) toegenomen tot 3,5 jaar (3,1 jaar op 31 december 2017). In het kantorensegment zijn er bovendien 38 flexibele contracten afgesloten voor Greenhouse Flex en serviced offices in Brussel, Mechelen en Antwerpen. In het logistieke segment is 72.200 m² opgetekend, wat 10% vertegenwoor digt van de huurinkomsten van het logistieke segment. 6% betreft nieuwe verhuringen. Daarnaast zijn in het logistieke segment voor 35.200 m² of 9% van de huurinkomsten tijdelijke contracten afgesloten of verlengd met een onbepaalde looptijd of minder dan één jaar. De WALB logistiek neemt toe van 4,4 jaar op 31 december 2017 naar 5,5 jaar op 31 december 2018. Een gevolg van de acquisities in Nederland die een verlengend effect hebben op de WALB logistiek van 1,4 jaar. |
| Kapitaalverhoging € 99,9 miljoen |
In november 2018 heeft Intervest een succesvolle kapitaalverhoging met onherleidbaar toewijzingsrecht uitgevoerd van € 99,9 miljoen ter financiering van de toen vaststaande pijplijn van investeringen van in totaal € 197 miljoen. Van deze pijplijn is aansluitend in december 2018 € 128 miljoen dadelijk omge zet in vastgoedinvesteringen die onmiddellijk huurinkomsten genereren. |
| Verder is het eigen vermogen ook versterkt met € 10 miljoen in mei 2018 door het keuzedividend waarbij 57,5% van de aandeelhouders gekozen heeft voor aandelen. |
|
| Schuldgraad 43,5% |
De groei van de vastgoedportefeuille is deels gefinancierd door de kapitaalver hoging en deels met vreemd vermogen. Dit heeft een sterke balansstructuur opgeleverd waarbij de schuldgraad van Intervest 43,5% is op 31 december 2018 (44,6% op 31 december 2017). |
| Beurswaarde € 500 miljoen |
Door de kapitaalverhoging van november 2018 heeft de marktkapitalisatie van Intervest de kaap van € 500 miljoen bereikt op 31 december 2018. |
| Uitbreiding financieringsportefeuille |
In het kader van de financiering van de groei van de vastgoedportefeuille is ook de financieringsportefeuille van Intervest uitgebreid in 2018 en dit met € 88 miljoen of 22%. Hierbij is een commercial-paperprogramma opgestart voor een bedrag van maximaal € 70 miljoen (waarvan € 30 miljoen opgeno men op 31 december 2018). Deze commercial paper draagt bij aan de diversifi catie van de financieringsbronnen en de verdere optimalisatie van de financie ringskost. Ook heeft Intervest in 2018 met haar financieringspartners nieuwe bilaterale kredietlijnen afgesloten en financieringen verlengd. De gemiddelde looptijd van de langetermijnfinancieringen is hierdoor quasi stabiel gebleven op 4,4 jaar op jaareinde 2018. |
| Indekkingsratio 84% |
In lijn met de uitbreiding van de financieringsportefeuille zijn voor de indek king van het renterisico bijkomende interest rate swaps aangekocht voor een notioneel bedrag van € 100 miljoen met looptijden tussen 5 en 7 jaar. De indekkingsratio bedraagt 84% op jaareinde 2018 en is in lijn met de strategie van Intervest om een indekkingsratio van minstens 80% aan te houden. De gemiddelde looptijd van de interest rate swaps is verlengd van 3,6 naar |
4,2 jaar op 31 december 2018.
Deze financieringen, rente-indekkingen en optimalisaties hebben er voor gezorgd dat de gemiddelde financieringskost van Intervest verlaagd is van 2,6% in 2017 naar 2,4% in 2018.
Op jaareinde 2018 is er een buffer van € 113 miljoen aan niet-gebruikte kredietlijnen beschikbaar voor de financiering van de gecommitteerde pijplijn van acquisitieprojecten van € 57 miljoen, de terugbetaling voor € 25 miljoen van de obligatielening die op 1 april 2019 vervalt en de dividendbetaling in mei 2019. In januari 2019 heeft Intervest bijkomend een financiering afgesloten voor een bedrag van € 25 miljoen met een looptijd van 7 jaar.
Door de beperkte schuldgraad van 43,5% op 31 december 2018 kan Intervest nog circa € 115 miljoen investeren met vreemd vermogen alvorens de bovenkant van de strategische bandbreedte van 45%-50% te bereiken.
Het strategisch groeiplan dat gebaseerd is op de heroriëntering van de kantorenportefeuille en de uitbreiding van het logistiek vastgoed is succesvol voortgezet in 2018 en heeft geleid tot een toename van het EPRA resultaat in 2018.
Het EPRA resultaat voor boekjaar 2018 is met 14% gestegen ten opzichte van boekjaar 2017. De huurinkomsten zijn gestegen met 11% als gevolg van de acquisities in boekjaar 2017 en 2018 en de verhuringen in de bestaande vastgoedportefeuille. De toename van de huurinkomsten wordt deels gecompenseerd door de beperkte toename van de vastgoedkosten en de hogere financieringskosten als gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille. De operationele marge is verbeterd met bijna 2%-punten en stijgt van 81% in 2017 naar 83% in 2018.
Het EPRA resultaat per aandeel stijgt met 3% en bedraagt € 1,63 voor 2018 tegenover € 1,58 voor 2017. Dit ondanks een stijging van 10% van het gewogen gemiddeld aantal aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging van november 2018 en het keuzedividend in mei 2018.
Het brutodividend voor boekjaar 2018 zal conform de aangekondigde strategie € 1,40 per aandeel bedragen (€ 1,40 voor 2017) wat een brutodividendrendement van 6,8% betekent op basis van de slotkoers van het Intervestaandeel op 31 december 2018, die € 20,60 bedraagt. De nettowaarde (reële waarde) bedraagt € 19,62 op 31 december 2018, tegenover € 19,52 op 31 december 2017, waardoor het aandeel met een premie van 5% noteert op 31 december 2018.
Voor boekjaar 2019 voorziet Intervest een groei van het EPRA resultaat per aandeel van 3%. Intervest wenst uit strategisch oogpunt voldoende liquiditeiten uit de operationele activiteiten beschikbaar te houden in de vennootschap voor de uitbouw van het Greenhouse-concept en andere innovaties en renovaties in haar gebouwen. Daarom heeft Intervest besloten een brutodividend voor boekjaar 2019 te voorzien van minimum € 1,501 per aandeel. Dit betekent een brutodividendrendement van 7,3% op basis van de slotkoers op 31 december 2018. Dit voorziene brutodividend kan verhoogd worden indien de omstandigheden met betrekking tot de geplande investeringen en/of bijkomende verhuringen in de vastgoedportefeuille, die leiden tot een verdere stijging van het EPRA resultaat, zulks mogelijk en opportuun maken.
Gemiddelde financieringskost

€ 113 miljoen niet-gebruikte kredietlijnen beschikbaar
Stijging van EPRA resultaat
14%
Operationele marge
+2%-punten
EPRA resultaat per aandeel
€ 1,63
Brutodividend
€ 1,40
Brutodividend in 2019

1 Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergadering te houden in 2020.
U kunt op ons rekenen om de vennootschap op het uitgestippelde pad verder te laten groeien. Daarbij is het vertrouwen dat u en de klanten ons blijvend schenkt van uitzonderlijk belang, net zoals de onafgebroken inzet van onze medewerkers. We maken graag van de gelegenheid gebruik om aan iedereen onze oprechte waardering en dank hiervoor te betuigen.
De raad van bestuur
Jean-Pierre Blumberg Voorzitter van de raad van bestuur

Intervest is een kwalitatieve en gespecialiseerde speler in zowel het logistieke vastgoedsegment als in de kantorenmarkt. Een unieke combinatie op de Belgische markt, met voldoende kritische massa, die het voordeel heeft van een sterke risicospreiding en die streeft naar een aantrekkelijk en blijvend rendement voor de aandeelhouders.
In maart 2016 heeft Intervest in lijn met deze strategie een stevig groeiplan aangekondigd. Over een periode van 3 jaar zorgen voor een groei van de vastgoedportefeuille tot circa € 800 miljoen, om tegen eind 2018 circa € 500 miljoen in logistiek vastgoed en circa € 300 miljoen in kantoren te vertegenwoordigen. Hierbij was een strategische verschuiving naar een verhouding van circa 60% logistiek vastgoed en 40% kantoorgebouwen het objectief.
Na het succesvol bereiken van deze doelstellingen in 2018 zal Intervest in 2019, 2020 en 2021 haar strategisch groeiplan onverminderd verderzetten met de heronriëntering van haar kantorenportefeuille en de uitbreiding van de logistieke portefeuille. De permanente evoluties op de vastgoeden de financiële markten maken dat Intervest haar strategie en aanpak jaarlijks zorgvuldig opvolgt en verfijnt zonder daarbij aan de essentie te raken.
Concreet wil Intervest haar investeringstrategie verder zetten door de vastgoedportefeuille verder uit te breiden tot een reële waarde van € 1 miljard tegen het einde van 2019 en € 1,3 miljard tegen eind 2021.
Verdere investeringen in logistiek vastgoed op strategische locaties vinden plaats in parallel met een heroriëntering en het verder uitrollen van het Greenhouse-concept in de kantorenportefeuille door de desinvestering van niet-strategische panden en de herinvestering in gebouwen met een bijzonder karakter zowel op vlak van multifunctionaliteit, architectuur, duurzaamheid als kwaliteit.
De huurmarkten en investeringsmarkten van kantoorgebouwen en logistiek vastgoed zijn onderhevig aan een onderscheiden dynamiek. De huurmarkt van kantoren is laat-cyclisch, logistiek vastgoed reageert sneller op conjunctuurevoluties. De waarde-evoluties van kantoren en logistiek vastgoed kennen hierdoor andere bewegingen waarbij eveneens structurele maatschappelijke evoluties aan de basis liggen.
De combinatie van beide segmenten heeft in het verleden reeds bewezen een hoog dividendrendement te genereren. Dit blijft ook in de toekomst één van de focusgebieden van Intervest, naast het creëren van waarde op lange termijn, zowel in het kantoorsegment als in het logistiek vastgoed.
Luik - Herstal
Intervest gaat hierbij als real estate partner verder dan het investeren in en het verhuren van louter vierkante meters. De vennootschap richt zich op dienstverlening en flexibele oplossingen zodat de klanten zich kunnen focussen op hun kernactiviteiten. Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken, kan Intervest de klanten 'ontzorgen' en meerwaarde bieden, beyond real estate gaan.
Met de turnkey solutions verschaft Intervest de klanten de mogelijkheid hun ruimte in te richten rekening houdend met de evoluerende manieren van werken, technologische evoluties en de veranderende dynamiek in hun marktaanpak. Een eigen innovatieteam zorgt voor het aanbieden van totaaloplossingen op maat gaande van plannen, inrichten, coördinatie van de werkzaamheden tot budgetopvolging. Naast het verschaffen van een aangename en toegankelijke werkomgeving is ook het voorzien van de nodige ondersteunende dienstverlening in zowel de bedrijfs- als de privésfeer, een ankerpunt in het 'ontzorgen' van de klant.
Intervest gaat beyond real estate, verder dan de vierkante meters kantoren of logistieke ruimte.
Een proactieve klantgerichtheid weerspiegelt zich in de volledige organisatie. Alle cruciale functies nodig voor het beheer van vastgoedklanten en vastgoed zijn in huis voorzien: verhuur, financiën en administratie, operationele dienstverlening en facility management. Een helpdesk staat 24 u, 7 op 7 klaar voor het dagelijks beheer van het vastgoed ten behoeve van de klant.
België en haar buurlanden zijn geografisch optimaal gelegen als logistieke uitvalsbasis in Europa, gezien de aanwezigheid van de grote Europese mainports in de Rijndelta en de nabijheid van een koopkrachtig verzorgingsgebied binnen een straal van 500 km. Hierdoor is ook de logistieke vastgoedmarkt sterk ontwikkeld. De vraag naar logistiek vastgoed zal in de toekomst verder toenemen door de algemene groei van de Europese economie en de groei van e-commerce.
Voor nieuwe acquisities of ontwikkelingen heeft Intervest in België in het verleden prioritair gefocust op de twee belangrijkste logistieke assen van België: Antwerpen - Brussel - Nijvel en Antwerpen - Limburg - Luik. De vennootschap heeft reeds een uitgesproken sterke aanwezigheid op deze assen, waardoor ze voor deze deelmarkten een belangrijke gesprekspartner is voor haar klanten. Door de posities op deze assen verder uit te bouwen, kan optimaal ingespeeld worden op de wijzigende behoeften van de bestaande en nieuwe klanten inzake oppervlakte of locatie. Recent werd een derde logistieke as aan de focus van Intervest toegevoegd, met name de logistieke as Antwerpen - Gent - Rijsel, waar eind 2018 alvast een eerste aanwezigheid werd opgetekend met de acquisitie van een logistieke site in Gent. Ook hier is het de bedoeling de positie van Intervest op deze logistieke as verder uit te bouwen. Andere locaties in België, Nederland en eventueel Duitsland, aansluitend op deze assen, worden eveneens overwogen.
Intervest streeft naar gebouwenclusters, zijnde verschillende locaties in elkaars nabijheid, om klanten een efficiënte en optimale dienstverlening te kunnen aanbieden. Deze clustering geldt niet enkel voor de bestaande locaties, maar zal ook een rol spelen bij een geografische groei van de portefeuille als logische aanvulling op de bestaande kerngebieden.
De groei van Intervest in dit segment zal gerealiseerd worden door de verwerving van hoog kwalitatief vastgoed, ontwikkelingen op grondposities op bij voorkeur multimodaal bereikbare locaties en door ontwikkelingen binnen de eigen portefeuille. Om deze ontwikkelingen te realiseren zal Intervest de mogelijkheid onderzoeken om een grondreserve aan te leggen in de buurt van haar reeds bestaande clusters in België en Nederland.
Om synergievoordelen voor zowel de klanten als Intervest te maximaliseren is de strategie van Intervest voor het logistieke segment gericht op het investeren in moderne geclusterde logistieke sites op multimodaal bereikbare locaties met een duidelijke geografische focus.
Kantorenportefeuille: efficiënt inspelen op een wijzigende huurmarkt en heroriëntering van type gebouwen met verder uitrollen Greenhouse-concept
In het sterk competitieve klimaat van de kantorenmarkt onderscheidt Intervest zich door aandacht te besteden aan de voortdurend evoluerende noden van de klant. Zij zijn niet louter meer op zoek naar ruimte. Ze zijn eerder vragende partij voor een totaaloplossing waarbij dienstverlening en bijkomende functionaliteiten het verschil maken: gemeenschappelijke vergaderzalen, eventmogelijkheden, restaurant, fitness, een algemeen kader voor beleving en dergelijke meer. Dit aanbod sluit logischerwijze aan bij de evoluerende manieren van werken en technologie en de hiermee gepaard gaande toenemende nood aan flexibiliteit en mobiliteit om plaats- en tijdsonafhankelijk te werken.
Bij de herontwikkeling van bestaande kantoorgebouwen speelt Intervest met het Greenhouseconcept hier actief op in. Greenhouse is een concept dat er op gericht is ontmoeting en interactie te stimuleren, met een professionele uitstraling, een hoge mate van flexibiliteit, uitgebreide dienstverlening met oog voor wellbeing en energie-efficiëntie.
Voor de heroriëntering op niveau van de kantorenportefeuille zal Intervest zich in de toekomst blijven focussen op strategische locaties, zowel in de binnenstad als op campussen buiten de stad, voornamelijk op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel. Nieuwe investeringen in de kantorenmarkt zullen gericht zijn op gebouwen met een bijzonder karakter waar werken een beleving is.
De strategie van Intervest in de kantorenmarkt is gericht op de heroriëntering van de kantoorgebouwen naar multitenant gebouwen met servicegerichte, inspirerende werkomgevingen, op goed bereikbare plaatsen in en rond centrumsteden in Vlaanderen.

De doelstelling om de portefeuille te laten groeien naar € 1 miljard tegen 31 december 2019 en naar € 1,3 miljard tegen eind 2021 is onder voorbehoud van asset rotatie in de kantorenportefeuille waarbij kleinere, alleenstaande, niet-optimale of verouderde gebouwen waar geen Greenhouse-concept mogelijk is, zullen gedesinvesteerd worden indien zich hiervoor voldoende interessante opportuniteiten voordoen. Intervest wenst echter in het kantorensegment steeds een essentieel aandeel te behouden. Ook houdt Intervest de mogelijkheid open om logistieke panden die niet voldoende optimaal zijn voor de huidige en toekomstige logistieke marktvereisten van logistieke spelers, te desinvesteren. Desinvesteringen op regelmatige basis zijn immers noodzakelijk om de kwaliteit van de portefeuille continu te verbeteren en te verjongen.
Intervest heeft een gemengde vastgoedportefeuille van € 867 miljoen, bestaande uit 60% logistiek vastgoed en 40% kantoorgebouwen (per 31 december 2018).
Een omvangrijke portefeuille biedt onmiskenbaar een aantal voordelen:
Elke acquisitie dient getoetst te worden aan vastgoed- en financiële criteria.
De liquiditeit wordt bepaald door de mate waarin de aandelen verhandeld kunnen worden op de beurs. Bedrijven met een hoge liquiditeit trekken sneller grote investeerders aan, wat de groeimogelijkheid bevordert.
Een goede liquiditeit vergemakkelijkt de uitgifte van nieuwe aandelen (bij kapitaalverhogingen, inbrengen of fusies), wat eveneens van groot belang is om te kunnen groeien. Om haar liquiditeit te verbeteren, heeft Intervest een liquiditeitsovereenkomst afgesloten met Bank Degroof Petercam en ING Bank. De liquiditeit van de meeste Belgische GVV's is eerder laag. Een belangrijke reden hiervoor is dat GVV's vaak vrij klein zijn om de aandacht te krijgen van internationale en professionele beleggers en dit zowel in termen van marktkapitalisatie als van free float.
Bovendien wordt het aandeel van een GVV meestal gekocht voor een langere investeringsperiode en minder als speculatie, wat het aantal transacties doet verminderen.
De corporate governance verklaring kadert in de toepassing van de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 ('Code 2009') en van de wet van 6 april 2010 tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen. Het KB van 6 juni 2010 heeft bepaald dat de Code 2009 de enige van toepassing zijnde code is. Deze Code is terug te vinden op de website van het Belgisch Staatsblad, en op www.corporategovernancecommittee.be.
Intervest hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode. De corporate governance principes van Intervest zijn door de raad van bestuur vastgelegd in een aantal richtlijnen:
Het volledige Corporate Governance Charter dat de belangrijke interne reglementen van de bestuursorganen van Intervest beschrijft, is voor de laatste maal herzien in juli 2016. Het Corporate Governance Charter, alsook de overige richtlijnen, kunnen geraadpleegd worden op www.intervest.be.
Van de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 wordt enkel afgeweken wanneer specifieke omstandigheden dit vereisen. In dit geval wordt de afwijking in overeenstemming met het 'comply or explain'-principe toegelicht in het jaarverslag. De raad van bestuur heeft geoordeeld dat het soms gerechtvaardigd is dat de vennootschap een aantal bepalingen van de Corporate Governance Code 2009 niet navolgt.
Volgens het 'comply or explain'-principe is het inderdaad toegestaan om rekening te houden met de relatief kleine omvang en de eigen kenmerken van de vennootschap en in het bijzonder met de reeds rigide wetgeving op GVV's.
In 2018 is van onderstaande codebepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 afgeweken ('explain'):
De raad van bestuur heeft besloten geen benoemingsscomité en geen remuneratiecomité op te richten vermits de vennootschap aan twee (gemiddeld aantal werknemers < 250 personen en jaarlijkse netto omzet < € 50 miljoen) van de drie criteria bepaald door artikel 526quater van het Wetboek van Vennootschappen voldoet. De raad van bestuur ziet de taken van deze comités als taken van de voltallige raad van bestuur, en dit in afwijking van bepaling 5.4./1 zoals opgenomen in Bijlage E van de Code 2009 die bepaalt dat het remuneratiecomité uitsluitend bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders. Het remuneratiecomité van de raad van bestuur bestaat bijgevolg uit alle leden van de raad van bestuur. De beperkte omvang van de raad maakt een efficiënte beraadslaging over deze onderwerpen mogelijk.
De raad van bestuur heeft conform bepaling 2.9 geen vennootschapssecretaris aangeduid die de raad adviseert over alle bestuurszaken en zorg draagt voor de communicatie binnen en tussen de bestuursorganen van de vennootschap. De beperkte omvang van de vennootschap en de raad van bestuur maakt een dergelijke functie overbodig.
| Adres | Mandaat | Begin | Einde | Aanwezigheid | |
|---|---|---|---|---|---|
| Jean-Pierre Blumberg Voorzitter, onafhankelijk bestuurder |
Plataandreef 7 2900 Schoten België |
Eerste mandaat |
April 2016 | April 2019 | 11/12 |
| Marleen Willekens Onafhankelijk bestuurder |
Edouard Remyvest 46 b1 3000 Leuven België |
Eerste mandaat |
April 2016 | April 2019 | 11/12 |
| Chris Peeters Onafhankelijk bestuurder |
August Van Landeghemstraat 72 2830 Willebroek België |
Tweede mandaat |
April 2016 | April 2019 | 12/12 |
| Jacqueline Heeren - de Rijk Onafhankelijk bestuurder |
Stationsstraat 33 2910 Essen België |
Eerste mandaat |
April 2016 | April 2019 | 11/12 |
| Johan Buijs Bestuurder |
IJsseldijk 438 2921 BD Krimpen a/d Ijssel Nederland |
Derde mandaat |
April 2018 | April 2021 | 12/12 |
| Gunther Gielen Bestuurder |
Korte Welvaart 57 3140 Keerbergen België |
Eerste mandaat |
April 2016 | April 2019 | 9/12 |
De raad van bestuur bestaat op 31 december 2018 uit zes leden, waarvan vier onafhankelijke bestuurders die alle vier voldoen aan de voorwaarden van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.
De bestuurders zijn benoemd voor een periode van drie jaar, doch hun benoeming kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen.
De bestuurders zijn niet-uitvoerende bestuurders.

Voorzitter, onafhankelijk bestuurder
Jean-Pierre Blumberg is sinds 2016 onafhankelijk bestuurder en voorzitter van de raad van bestuur van Intervest.
Jean-Pierre Blumberg, geboren in 1957, behaalde aan de KU Leuven een licentie in de rechten en aan Cambridge University een Master of Laws, LLM. Hij startte zijn loopbaan in 1982 als medewerker bij De Bandt, van Hecke, Lagae (het huidige Linklaters LLP) waar hij in 1990 vennoot geworden is. Vervolgens was hij van 2001 tot 2008 National Managing Partner bij Linklaters LLP. Van 2008 tot 2012 was hij lid van het Executive Committee Linklaters LLP en Managing Partner Europe. Tot 2016 was hij lid van de International Board van Linklaters LLP. Verder is hij ook Senior Partner in de Corporate en M&A Practice Group in België en co-head of global M&A, docent aan de Universiteit Antwerpen, gastdocent aan de KU Leuven, ad hoc docent aan de AMS Management School en lid van het High Level Expert Group on the Future of the Belgian Financial Sector. Jean-Pierre Blumberg is auteur en co-auteur van diverse artikelen in nationale en internationale juridische en fiscale tijdschriften en heeft verschillende onderscheidingen in de wacht gesleept.
Voorzitter van de raad van bestuur en lid van het auditcomité van Intervest (beursgenoteerd), voorzitter van de raad van bestuur van Vastned Retail Belgium nv (beursgenoteerd), voorzitter van de raad van bestuur van TINC nv (beursgenoteerd), voorzitter van de raad van bestuur van Genk Green Logistics nv, onafhankelijk bestuurder van Bank Delen nv.
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Onafhankelijk bestuurder CMB (Compagnie Maritime Belge).

MARLEEN WILLEKENS Onafhankelijk bestuurder
Marleen Willekens is sinds 2016 onafhankelijk bestuurder van Intervest en voorzitter van het auditcomité.
Prof. dr. Marleen Willekens, geboren in 1965, behaalde aan de Universiteit Gent een licentie in bedrijfseconomische wetenschappen (1987) en startte daarna haar loopbaan in de financiële sector als stagiaire bij de Bank Brussel Lambert. In 1989 besliste zij aan de slag te gaan in de academische wereld wat leidde tot het behalen van een PhD in "industrial and business studies" aan de University of Warwick. Na het behalen van haar doctoraat werd zij in 1995 benoemd als jong docent aan de KU Leuven in de onderzoeksgroep Accountancy van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen waar zij sedert 2009 gewoon hoogleraar is. Van 2006 tot 2008 was zij hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, en sedert 2012 is zij ook deeltijds professor Auditing aan de BI Norwegian Business School in Oslo. Marleen Willekens doceert o.m. Auditing, Financial Accounting en Accounting voor Managers aan de KU Leuven, en geeft ook gastcolleges aan tal van buitenlandse universiteiten, in MBA's en executive programma's. Zij is tevens auteur en co-auteur van diverse artikelen en boeken in het domein van auditing en accounting. In binnen- en buitenland ontving zij verscheidene awards voor haar onderzoek in dit domein.
Lid van de raad van bestuur en voorzitter van het auditcomité van Intervest (beursgenoteerd), lid van de raad van bestuur en voorzitter van het auditcomité van Aedifica nv (beursgenoteerd), voorzitter van de Nederlandstalige jury (NL3) van het bekwaamheidsexamen voor bedrijfsrevisor.
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Onafhankelijk bestuurder DCL (Parijs).

CHRIS PEETERS Onafhankelijk bestuurder
Chris Peeters is sinds 2016 onafhankelijk bestuurder van Intervest.
Prof. dr. Chris Peeters is geboren in 1960. Hij behaalde in 1982 het diploma van licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen (TEW) en in 1990 de graad van doctor in de TEW. Hij is verbonden aan de Universiteit Antwerpen waar hij de cursussen Overheidsbeleid, Transporteconomie en Logistiek doceert, en treedt op als adviseur van bedrijven en overheden binnen en buiten Europa. Prof. dr. Peeters is auteur en co-auteur van meer dan 30 boeken en vele artikels inzake strategie en beleid. Hij is een internationaal erkend expert inzake strategische besluitvorming en beleidsadvisering. Hij is voorzitter/gedelegeerd bestuurder en senior partner van Policy Research Corporation bv.
Lid van de raad van bestuur en van het auditcomité van Intervest (beursgenoteerd), voorzitter/gedelegeerd bestuurder van de J.P. Willebroek nv, lid van de raad van advies van het Limburgs Energie Fonds bv, zaakvoerder van EMSO bvba (European Maritiem Surveys Organisation), voorzitter raad van bestuur Policy Research Corporation bv, voorzitter Military Talent for Business Solutions bv, voorzitter van de raad van bestuur van de vzw Cluster for Innovation in Defence, Safety and Security (Cidss. be), voorzitter van de raad van bestuur van NetN3 nv, zaakvoerder van Marvic Corporation bvba.
Lid van de raad van bestuur en van het auditcomité van Vastned Retail Belgium nv (beursgenoteerd).
EMSO bvba, vast vertegenwoordigd door Chris Peeters, werd gecoöpteerd tot bestuurder ingevolge beslissing van de raad van bestuur van 21 december 2007. Bij beslissing van de algemene jaarvergadering van 2 april 2008 werd het besluit tot coöptatie van de raad van bestuur van 21 december 2007 bekrachtigd en werd EMSO bvba, vast vertegenwoordigd door Chris Peeters, benoemd tot onafhankelijk bestuurder van Intervest met ingang vanaf 1 januari 2008 om te eindigen onmiddellijk na de algemene
jaarvergadering die in het jaar 2011 werd gehouden en waarop besloten werd tot de goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2010. Vervolgens werd EMSO bvba, vast vertegenwoordigd door Chris Peeters, herbenoemd tot onafhankelijk bestuurder van Intervest bij beslissing van de algemene jaarvergadering van 24 april 2013, waarbij dit mandaat een einde heeft genomen onmiddellijk na de algemene jaarvergadering die in het jaar 2016 werd gehouden.
Chris Peeters is als gedelegeerd bestuurder betrokken bij het faillissement van Asopus Corporation nv (datum faillissement: 26 september 2014) en Asopus Institute nv (datum faillissement: 26 september 2014). De handelsactiviteit van beide voormelde vennootschappen betrof adviesbureau op het gebied van bedrijfsbeheer en -voering. Voormelde vennootschappen hadden reeds een zogenaamd "track record" van bijna 20 jaar wat in principe wees op een succesvol business model. Een dalende omzet en een steeds zwaarder doorwegende kostenstructuur, heeft evenwel geleid tot het faillissement van voormelde vennootschappen. Het faillissement van Asopus Corporation nv en Asopus Institute nv heeft tot op redactiedatum van huidig jaarverslag niet geleid tot enige aansprakelijkheid in hoofde van de raden van bestuur van voormelde vennootschappen.
Chris Peeters heeft aan de vennootschap bij wijze van verklaring onder ede bevestigd dat er in het kader van de faillissementen van Asopus Corporation nv en Asopus Institute nv geen enkele fout kan aangerekend worden aan de respectieve raden van bestuur als college in het algemeen of aan hem persoonlijk als lid van de respectieve raden bestuur in het bijzonder en dat hij geen kennelijke grove fout heeft begaan die tot het faillissement van de voormelde vennootschappen heeft bijgedragen.
Chris Peeters is als vaste vertegenwoordiger van de gedelegeerd bestuurder van nv EM, Achelos Enterprises bv ook betrokken bij het faillissement van nv EM. Dit faillissement werd uitgesproken op 19 november 2015. Door de economische crisis is de koop/verkoop van luxe motorboten sterk achteruit gegaan hetgeen uiteindelijk tot het faillissement van de vennootschap heeft geleid. Ook in het kader van dit faillissement werd op redactiedatum van huidig verslag geen enkele aansprakelijkheid geformuleerd in hoofde van Chris Peeters en/ of de bestuurders van deze vennootschap. Chris Peeters heeft aan de vennootschap bij wijze van verklaring onder ede bevestigd dat er in het kader van faillissement van nv EM hem geen enkele fout kan worden aangerekend, ook niet als lid van de raad van bestuur.

JACQUELINE HEEREN - DE RIJK Onafhankelijk bestuurder
Jacqueline Heeren - de Rijk is sinds 2016 onafhankelijk bestuurder van Intervest.
Jacqueline Heeren - de Rijk is geboren in 1952. Zij volgde de opleiding vakbekwaamheid voor nationaal en internationaal beroepsgoederenvervoer en vervolgens de opleiding tot specialist vervoer van gevaarlijke stoffen bij de Stichting Scheepvaart en Transportonderwijs. Vanaf 1994 vervult zij de functie van directeur/bestuurder bij Jan de Rijk nv (handelsnaam Jan de Rijk Logistics). Sinds 1995 is ze directeur bij Euroute Holding nv en sinds 2005 is zij directeur bij Europand bv en Euroroute Investment bv. Sinds de tweede helft van 2017 is zij lid van de Economic Board West Brabant van de regionale ontwikkelingsmaatschappij REWIN West Brabant.
Lid van de raad van bestuur van Intervest (beursgenoteerd), bestuurslid en penningmeester Nederland Distributieland, vice-voorzitter van de sectorraad Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie zbo, bestuurslid Multimodaal Coördinatie- en adviescentrum Brabant.
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Directeur Europand Eindhoven bv.

Bestuurder
Johan Buijs is niet-onafhankelijk bestuurder van Intervest sinds 2011.
Johan Buijs, geboren in 1965, studeerde civiele techniek aan de Technische Universiteit Delft. Hij startte zijn loopbaan in 1989 als constructeur bij adviesbureau D3BN Civiel Ingenieurs. Daarna was hij werkzaam als constructeur/projectleider bij Royal Haskoning en projectmanager en directeur bij D3BN Rotterdam en directeur bij D3BN infrastructuur. Hij vervolgde zijn carrière als hoofd afdeling bouwzaken en, vanaf januari 2005, als statutair directeur bij Wereldhave Management Holding bv. In 2006 werd Johan Buijs aangesteld als statutair directeur bij Wereldhave nv. Tot augustus 2016 gaf hij als algemeen directeur leiding aan NSI nv. Momenteel is hij actief als ceo en co-founder van Spark Real Estate bv.
Lid van de raad van bestuur van Intervest (beursgenoteerd), lid van de raad van commissarissen van Stadsherstel Historisch Rotterdam nv, lid van de raad van commissarissen van Matrix Innovation Centre.
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Bestuurder bij IVBN, de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed.

GUNTHER GIELEN
Bestuurder
Gunther Gielen is niet-onafhankelijk bestuurder van Intervest sinds 2016.
Gunther Gielen, geboren in 1973, behaalde aan de KU Leuven een diploma handelsingenieur en vervolgens een master of Finance aan de Universiteit Antwerpen. Van 1997 tot 1999 was hij analist geavanceerde financiële producten en derivaten bij Bacob. Van 1999 tot 2002 was hij equity analist bij Artesia Banking Corporation. Van 2002 tot 2006 was hij bij Dexia senior risk manager equities en real estate en vervolgens van 2006 tot 2010 principal risk manager ALM equities en real estate. Van 2010 tot 2013 was hij head of expertise center risk management equities en real estate bij Dexia conso (later Belfius conso). Van 2013 tot 2014 was hij head of portfolio management bij Belfius Insurance Invest. Sinds mei 2014 vervult hij de functie van afgevaardigd bestuurder bij Belfius Insurance Invest nv. Sinds juni 2018 vervult hij de functie van afgevaardigd bestuurder bij Auxipar sa.
Lid van de raad van bestuur van Intervest (beursgenoteerd), afgevaardigd bestuurder en voorzitter van het directiecomité van Auxipar sa, lid van de raad van bestuur van Technical Property Fund 2 SPPICAV, lid van de raad van bestuur Coquelets sa, lid van de raad van bestuur Legros-Renier Les Amarantes Seigneurie de Loverval sa, lid van de raad van bestuur LFB sa, lid van de raad van bestuur van Immo Malvoz sprl, lid van de raad van bestuur van Immo Zeedrift nv, lid van de raad van bestuur van Belfius Insurance Invest nv, lid van de raad van bestuur van L'Economie Populaire cvba, lid van de raad van bestuur van ImmoActivity sa, lid van de raad van bestuur van Interfinance cvba, zaakvoerder van Offico Immo bvba, lid van de raad van bestuur van De Haan Vakantiehuizen nv.
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Lid van de raad van bestuur van Promotion Leopold nv, lid van de raad van bestuur van AIS Consulting nv.
Voor zover als nodig wordt gepreciseerd dat geen enkele bestuurder de laatste vijf jaar:
Tussen de leden van de raad van bestuur bestaan geen familiebanden tot de tweede graad.
De raad van bestuur heeft in het jaar 2018 twaalf maal vergaderd. De belangrijkste agendapunten waarover de raad van bestuur heeft vergaderd en beslist in 2018 zijn:
Sinds de wet van 28 juli 20111 zijn er quota in België ingevoerd om te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van beursgenoteerde vennootschappen (art. 518bis van het Wetboek van Vennootschappen). Hierdoor heeft Intervest er voor gezorgd dat minstens één derde van het aantal leden van de raad van bestuur vrouwelijk is. In 2016 is de samenstelling van haar raad van bestuur grondig geanalyseerd naar aanleiding van de toenmalige wijziging in aandeelhoudersbasis. Op basis hiervan zijn de benodigde en gewenste profielen en competenties vastgesteld en zijn geschikte bestuursleden geselecteerd.
In het auditcomité zetelen in 2018 drie onafhankelijke bestuurders:
Deze onafhankelijke bestuurders voldoen in 2018 allen aan de negen onafhankelijkheidscriteria van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen. De looptijd van hun benoeming in het auditcomité is niet gespecificeerd maar valt samen met de termijn van het bestuurdersmandaat.
Het auditcomité is belast met de volgende taken:
De leden van het auditcomité zijn deskundig. Tenminste één lid van het comité is onderlegd op het vlak van boekhouding en audit (Marleen Willekens). Daarnaast is het auditcomité collectief deskundig. Dit op twee vlakken: op het gebied van de activiteiten van Intervest en op het gebied van boekhouding en audit.
Het auditcomité heeft in het jaar 2018 vijf maal vergaderd. De belangrijkste agendapunten van het auditcomité in 2018 zijn geweest:
Het comité rapporteert zijn bevindingen en aanbevelingen rechtstreeks aan de raad van bestuur.
1 Wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, het Wetboek van Vennootschappen en de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, de genoteerde vennootschappen en de Nationale Loterij.
Het directiecomité is op 31 december 2018 als volgt samengesteld:
Conform artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen en artikel 15 van de statuten van de vennootschap, heeft de raad van bestuur bestuursbevoegdheden overgedragen. De regels in verband met de samenstelling en werking van het directiecomité worden nader beschreven in het Corporate Governance Charter van de vennootschap dat kan geraadpleegd worden op www.intervest.be.
Hoofdstuk 6 van het Corporate Governance Charter geeft toelichting over de samenstelling van het directiecomité, alsook over de taakverdeling, het voorzitterschap, de wijze van vergaderen, beraadslagen en stemmen, de bevoegdheden, de rapporteringsplicht en de evaluatiemethode.
De leden van het directiecomité zijn tevens de effectieve leiders van de vennootschap in de zin van artikel 14, §3 van de GVV-Wet. De leden van het directiecomité worden benoemd voor onbepaalde duur.

Jean-Paul Sols, Inge Tas, Marco Hengst
Onder leiding van de voorzitter evalueert de raad van bestuur periodiek zijn omvang, samenstelling, werking en doeltreffendheid, alsook die van het auditcomité en de interactie met het directiecomité. De raad van bestuur kan zich hierbij laten bijstaan door externe deskundigen.
Bij dit evaluatieproces wordt:
Indien voormelde evaluatieprocedures bepaalde zwakheden aan het licht brengen zal de raad van bestuur hiervoor de gepaste maatregelen treffen. Dit kan leiden tot aanpassingen aan de samenstelling of de werking van de raad van bestuur of het auditcomité.
Wat preventie van belangenconflicten aangaat, is de vennootschap enerzijds onderworpen aan wettelijke regels (artikelen 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen en artikelen 36 tot 38 van de GVV-Wet) en anderzijds aan de regels in haar statuten en haar Corporate Governance Charter.
Artikel 17 van de statuten van de vennootschap bepaalt dienaangaande het volgende: "De bestuurders, de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur en de lasthebbers van de vennootschap zullen de regels met betrekking tot de belangenconflicten voorzien in de artikelen 36, 37 en 38 van de GVV-Wet en in het Wetboek van Vennootschappen eerbiedigen, zoals zij in voorkomend geval kunnen worden gewijzigd."
De raad van bestuur, het directiecomité en elk lid afzonderlijk leggen zich de strenge discipline Directiecomité, van links naar rechts: op om elk mogelijk belangenconflict uit te sluiten,
1 De raad van bestuur heeft op 26 september 2018 beslist tot beëindiging van het mandaat van Jean-Paul Sols BVBA, vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Jean-Paul Sols, als lid van het directiecomité (mandaat van 2006 tot 2018) en tot benoeming van Jean-Paul Sols als natuurlijk persoon als lid van het directiecomité, in de functie van ceo en voorzitter van het directiecomité. Deze wijziging is ingegaan op 31 december 2018, publicatie in het Belgisch Staatsblad op 26 december 2018.
ongeacht of het van patrimoniale, professionele of enige andere aard is, en willen nauwkeurig voldoen aan de wettelijke regel van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen inzake belangenconflicten tussen de vennootschap en een bestuurder.
Indien bijvoorbeeld een bestuurder van de vennootschap omwille van zijn andere bestuursmandaten, of om een andere reden, een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of verrichting die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoort, wordt artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen toegepast en wordt de betreffende bestuurder verzocht niet deel te nemen aan de beraadslaging over de beslissingen of verrichtingen, noch aan de stemming (artikel 523, §1 in fine).
Wanneer een bestuurder of een lid van het directiecomité, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang heeft van vermogensrechtelijke aard dat strijdig is met een verrichting of beslissing die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur of het directiecomité behoort, brengt het betrokken lid de voorzitter en de leden bijgevolg hier vooraf van op de hoogte. Het betreffende lid kan dan niet aan de beraadslagingen en aan de stemming over de betrokken verrichting deelnemen.
De verklaring, net als de rechtvaardigingsgronden betreffende het belangenconflict, worden opgenomen in de notulen. Met het oog op de publicatie ervan in het jaarverslag wordt in de notulen de aard van de beslissing of verrichting verantwoord. Daarenboven vermelden de notulen de vermogensrechtelijke gevolgen voor de vennootschap voortvloeiend uit deze beslissing. Het rapport van de commissaris dat opgesteld moet worden overeenkomstig artikel 143 van het Wetboek van Vennootschappen, bevat een afzonderlijke beschrijving van de financiële gevolgen voor de vennootschap.
Ingeval van een mogelijk belangenconflict met een grootaandeelhouder van de vennootschap wordt de procedure van artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen toegepast. Artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen verplicht onder meer operaties met verbonden vennootschappen behoudens bepaalde uitzonderingen - voor te leggen aan het advies van een comité van onafhankelijke bestuurders, bijgestaan door een onafhankelijk expert.
Tevens voorziet artikel 37 van de GVV-Wet dat de Financial Services and Markets Authority (FSMA) voorafgaandelijk door de GVV ter kennis moet worden gebracht van geplande verrichtingen door de GVV of één van haar perimetervennootschappen wanneer één of meer van de volgende personen rechtstreeks of onrechtstreeks als
tegenpartij bij die verrichtingen optreden of er enig vermogensvoordeel uit halen: de personen die de openbare GVV controleren of er een deelneming in bezitten; de promotor van de openbare GVV; de andere aandeelhouders van alle perimetervennootschappen van de openbare GVV; en de bestuurders, de zaakvoerders, de leden van het directiecomité, de personen belast met het dagelijks bestuur, de effectieve leiders of de lasthebbers; en de met al deze partijen verbonden personen.
Deze geplande verrichtingen moeten een belang vertegenwoordigen voor de openbare GVV, moeten passen binnen haar strategie en moeten tegen normale marktvoorwaarden worden uitgevoerd. Deze verrichtingen moeten onmiddellijk bekend worden gemaakt.
Conform artikel 49, §2 van de GVV-Wet is de vennootschap, wanneer er een vastgoedtransactie plaatsvindt met de hierboven vermelde personen, gebonden aan de waardering van de vastgoeddeskundige.
De bepalingen van de artikelen 36 en 37 van de GVV-Wet gelden niet voor:
In dit kader wenst de raad van bestuur te vermelden dat de procedure ter voorkoming van belangenconflicten is toegepast in december 2018, omtrent de acquisitie van een logistieke site gelegen in Roosendaal, waarbij onafhankelijk bestuurder Jacqueline Heeren - de Rijk een belang van vermogensrechtelijke aard heeft. Voor een gedetailleerde beschrijving van de gevolgde procedures conform artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen, wordt verwezen naar Toelichting 24 in het Financieel verslag.
Intervest heeft geen benoemings- en remuneratiecomité. De raad van bestuur van de vennootschap is de mening toegedaan dat de betreffende opdrachten van het benoemings- en het remuneratiecomité als taken van de voltallige raad van bestuur dienen beschouwd te worden. Hiermee wijkt Intervest af van de aanbevelingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 (zie eveneens paragraaf 'comply or explain'-principe). De beperkte omvang van de raad maakt immers een efficiënte beraadslaging over deze onderwerpen mogelijk. Anderzijds vereist de problematiek van de benoemingen of de remuneratie bij de vennootschap te weinig bijkomende aandacht om een afzonderlijke comitéwerking en de daaraan verbonden extra kosten te kunnen rechtvaardigen.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het te voeren bezoldigingsbeleid voor haar leden en voor de leden van de directie. De vergoeding van de bestuurders dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de algemene vergadering.
Het beleid is gebaseerd op volgende uitgangspunten:
Onder gelijkblijvende omstandigheden is het remuneratiebeleid ook voor de twee komende boekjaren van toepassing.
De jaarlijkse vaste vergoeding voor de bestuurders bedraagt in 2018 als lid van de raad van bestuur € 20.000 per jaar (€ 25.000 per jaar als voorzitter van de raad van bestuur, exclusief BTW).
Er worden geen bijkomende vergoedingen toegekend voor het lidmaatschap van een comité noch voor de uitoefening van het voorzitterschap van een comité.
Er werd geen arbeidsovereenkomst afgesloten met één van de bestuurders en er is geen opzegvergoeding van kracht. De vergoeding van de bestuurders houdt conform artikel 35 §1 van de GVV-Wet rechtstreeks noch onrechtstreeks verband met de door de vennootschap verwezenlijkte verrichtingen. De bestuurders bezitten geen aandelen van de vennootschap (behoudens Gunther Gielen die 1.279 aandelen van Intervest aanhoudt) noch werden aan de bestuurders opties verleend op aandelen van de vennootschap.
Het bedrag van de vaste vergoeding dat in 2018 als remuneratie is toegekend aan de drie leden van het directiecomité, bedraagt € 836.245 waarvan € 333.816 voor de voorzitter van het directiecomité, tevens ceo van Intervest, en in totaal € 502.429 voor de andere twee leden van het directiecomité (onkostenvergoeding en pensioenplan inbegrepen).
Aan de leden van het directiecomité zijn geen opties verleend op aandelen van de vennootschap.
Er is geen BTW van toepassing op deze vergoedingen.
De leden van het directiecomité konden in 2017 in aanmerking komen voor een jaarlijkse variabele vergoeding van gezamenlijk maximaal € 200.000.
In 2017 lagen de criteria op het gebied van uitvoering van de groeistrategie (10%), bewaking van de schuldgraad (10%), optimalisatie van de werking van de organisatie (10%), behalen van gebudgetteerde cijfers op het vlak van EPRA resultaat, operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille en resultaat per aandeel (25%), realiseren van gebudgetteerde verhuringen (20%) en behalen van een bezettingsgraaddoelstelling (5%). Elk directielid had verder individuele doelstellingen (20%) die verbonden zijn aan specifieke aspecten van de uitrol van de strategie van de vennootschap.
Op basis van de in 2017 gerealiseerde doelstellingen werd een variabele vergoeding toegekend van in totaal € 178.550 (exclusief BTW). Er is geen terugvorderingsrecht van de variabele vergoeding voorzien.
Naast deze reguliere variabale vergoeding kan een directielid in aanmerking komen voor een bijkomende jaarlijkse variabele vergoeding die toegekend kan worden voor exceptionele prestaties. Over 2017 is geen bijkomende variabele vergoeding uitgekeerd.
| Overzicht uitbetaalde vergoedingen bestuurders en leden directiecomité | |||
|---|---|---|---|
| ------------------------------------------------------------------------ | -- | -- | -- |
| BESTUURDERS in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| (uit te beta | (uitbetaald | |
| len in 2019) | in 2018) | |
| Jean-Pierre Blumberg | 25 | 25 |
| Marleen Willekens | 20 | 20 |
| Chris Peeters | 20 | 20 |
| Jacqueline Heeren - de Rijk | 20 | 20 |
| Johan Buijs | 20 | 20 |
| Gunther Gielen | 20 | 20 |
| TOTAAL | 125 | 125 |
| LEDEN DIRECTIECOMITÉ in duizenden € | 2018 | 2017 |
| Jean-Paul Sols bvba, ceo | 403 | 389 |
| Vaste vergoeding | 334 | 324 |
| Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) | 69 | 65 |
| Pensioenverplichtingen | 0 | 0 |
| Inge Tas, cfo | 334 | 317 |
| Vaste vergoeding | 232 | 226 |
| Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) | 65 | 59 |
| Pensioenverplichtingen | 37 | 32 |
| Marco Hengst, cio | 278 | 223 |
| Vaste vergoeding | 206 | 160 |
| Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) | 45 | 39 |
| Pensioenverplichtingen | 27 | 24 |
| Luc Feyaerts bvba, coo (tot 31/3/2017) | 0 | 91 |
| Vaste vergoeding (inclusief niet-aftrekbare BTW) | 0 | 54 |
| Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) | 0 | 37 |
| Pensioenverplichtingen | 0 | 0 |
| TOTAAL | 1.015 | 1.020 |
| AANDELEN IN BEZIT | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|
| Gunther Gielen | 1.279 | 1.279 |
| Jean-Paul Sols | 13.732 | 0 |
De jaarlijkse vaste vergoeding voor de bestuurders blijft ongewijzigd ten opzichte van de hierboven genoemde vergoedingen over 2018.
De jaarlijkse vaste vergoeding voor de leden van het directiecomité wordt per 1 januari van elk jaar (i) geïndexeerd overeenkomstig de normale index van de consumptieprijzen, waarbij de basisindex deze is van de voorafgaande maand aan de inwerkingtreding van de overeenkomst en de nieuwe index van de maand voorafgaand aan de maand waarin de indexatie plaatsvindt (ii) verhoogd met 1 procent. Dit komt neer op een verhoging van 3,14% per 1 januari 2019.
De drie leden van het directiecomité kunnen in aanmerking komen voor een jaarlijkse variabele vergoeding van gezamenlijk maximaal € 215.000. In 2018 liggen de criteria op het gebied van uitvoering van de groeistrategie (10%), bewaking van de schuldgraad (10%), behalen van gebudgetteerde cijfers op het vlak van EPRA resultaat, operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille en resultaat per aandeel (20%), realiseren van gebudgetteerde verhuringen (20%) en behalen van een bezettingsgraaddoelstelling (10%). Elk directielid heeft verder individuele doelstellingen (30%) die verbonden zijn aan specifieke aspecten van de uitrol van de strategie van de vennootschap.
Op basis van de in 2018 gerealiseerde doelstellingen werd een variabele vergoeding toegekend van in totaal € 215.000. Er is een bijkomende uitzonderlijke variabele vergoeding voorzien die 8,3% van de jaarlijkse vaste vergoeding uitmaakt. Er is geen terugvorderingsrecht van de variabele vergoeding voorzien.
De raad van bestuur heeft de principiële beslissing genomen tot goedkeuring van een variabel langetermijnvergoedingsplan voor alle leden van het directiecomité en dit over de boekjaren 2017 tot en met 2019.
De variabele langetermijnvergoeding heeft de volgende kenmerken:
De leden van de raad van bestuur zijn benoemd voor een periode van drie jaar, doch hun benoeming kan te allen tijde door de algemene vergadering van aandeelhouders worden herroepen. Er is geen opzegvergoeding van kracht.
De leden van het directiecomité worden benoemd voor onbepaalde duur en de opzeggingsvergoeding bedraagt de tegenwaarde van twaalf maanden vaste vergoeding (behoudens grove nalatigheid of opzettelijke fout in welke gevallen geen vergoeding verschuldigd zal zijn).

De commissaris, aangesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders, is Deloitte Bedrijfsrevisoren bv o.v.v.e. CVBA en wordt vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck, bedrijfsrevisor.
De vastgoedportefeuille wordt elk kwartaal gewaardeerd door drie onafhankelijke deskundigen, te weten: Cushman & Wakefield, CBRE Valuation Services (België) en CBRE Valuation Advisory B.V. (Nederland), ieder voor een gedeelte van de vastgoedportefeuille, gebaseerd op een rotatieprincipe.
Elke openbare GVV dient in het kader van haar interne controle, invulling te geven aan interne auditprocedures, een risk managementbeleid en een integriteitsbeleid. Daarop wordt toegezien door de persoon belast met, respectievelijk, de interne auditfunctie, de risicobeheerfunctie en de compliancefunctie conform artikel 17, §3, 4 en 5 van de GVV-Wet (dit zijn samen de "onafhankelijke controlefuncties").
In het kader van de omvorming van het statuut van Intervest naar GVV zijn op 27 oktober 2014 dan ook personen aangesteld die zijn belast met de interne auditfunctie, de risicobeheerfunctie en de compliancefunctie.
De interne audit kan worden begrepen als een onafhankelijke beoordelingsfunctie, ingebed in de organisatie, gericht op het onderzoek en de beoordeling van de goede werking, de doeltreffendheid en de efficiëntie van de door de vennootschap gehanteerde processen en procedures bij de uitoefening van haar activiteiten. De persoon verantwoordelijk voor de interne audit kan de verschillende leden van de organisatie in het kader van de uitoefening van hun verantwoordelijkheden voorzien van analyses, aanbevelingen, adviezen, evaluaties en informatie omtrent de onderzochte activiteiten.
Deze interne audit heeft onder meer betrekking op de werking, doeltreffendheid en efficiëntie van processen, procedures en activiteiten inzake:
Intervest heeft begin 2018 de externe consulent PwC Bedrijfsrevisoren cvba (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Marc Daelman) aangesteld als de persoon die belast is met de interne audit, waarbij Johan Buijs, niet-uitvoerende bestuurder van Intervest, is aangesteld om de controle vanuit de vennootschap op de interne auditfunctie zoals waargenomen door PwC uit te voeren. Aldus is hij te beschouwen als de eindverantwoordelijke voor de interne audit. Het mandaat van PwC als externe consulent heeft een duur van 3 jaar, eindigend op 31 december 2020.
In het kader van het risicobeheerbeleid zal de vennootschap erover waken dat de hierboven beschreven risico's waaraan ze is blootgesteld (marktrisico's, operationele, financiële en reglementaire risico's) op een doeltreffende manier worden ingeschat, gecontroleerd en opgevolgd.
Intervest heeft met dit doel een persoon belast met de risicobeheerfunctie die verantwoordelijk is voor o.a. het opstellen, uitwerken, bewaken, actualiseren en implementeren van het risicobeheerbeleid en de risicobeheerprocedures.
De onafhankelijke risicobeheerfunctie wordt vanaf de omvorming van het statuut van de vennootschap naar openbare GVV waargenomen door Inge Tas, lid van het directiecomité en cfo. Het mandaat is voor onbepaalde duur.
Regels betreffende compliance en integriteit zijn bevat in de functie van de compliance officer. Overeenkomstig principes 3.7 en 6.8 evenals Bijlage B van de Belgische Corporate Governance Code 2009 van de Commissie Corporate Governance, heeft de vennootschap Inge Tas, lid van het directiecomité en cfo, aangesteld als compliance officer, belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake marktmisbruik, zoals deze regels onder meer opgelegd worden door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en Richtlijn 2003/6/EC betreffende de handel met voorwetenschap en marktmanipulatie. De compliance officer ziet er eveneens op toe dat de vennootschap de wetten, de reglementen en de gedragsregels die van toepassing zijn op de vennootschap, naleeft. Om een integere bedrijfscultuur te waarborgen heeft Intervest Offices & Warehouses nv een interne gedragscode en een klokkenluidersregeling opgesteld.
Artikel 17, §4 van de GVV-Wet bepaalt dat de openbare GVV "de nodige maatregelen dient te nemen om blijvend te kunnen beschikken over een passende onafhankelijke compliancefunctie, om de naleving door de openbare GVV, haar bestuurders, effectieve leiding, werknemers en gevolmachtigden te verzekeren van de rechtsregels in verband met de integriteit van het bedrijf van openbare GVV". In artikel 6 van het GVV-KB is bepaald dat de openbare GVV "de nodige maatregelen dient te nemen om permanent te kunnen beschikken over een passende onafhankelijke compliancefunctie. De compliancefunctie is passend wanneer zij met een redelijke zekerheid de naleving verzekert door de openbare GVV, haar bestuurders, effectieve leiders, werknemers en lasthebbers van de rechtsregels in verband met de integriteit van het bedrijf van openbare GVV".
De "onafhankelijke compliancefunctie" kan worden begrepen als een onafhankelijke functie binnen de vennootschap, gericht op het onderzoek naar, en het bevorderen van, de naleving door de onderneming van de regels die verband houden met de integriteit van de activiteiten van de vennootschap. De regels betreffen zowel deze die voortvloeien uit het beleid van de onderneming, het statuut van de onderneming, alsmede andere wettelijke en reglementaire bepalingen. Het gaat met andere woorden om een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt gelegd op eerlijkheid en integriteit en het naleven van hoge ethische normen bij het zakendoen. Daarbij dienen zowel de onderneming als haar medewerkers zich integer te gedragen, d.i. eerlijk, betrouwbaar en geloofwaardig.
Inge Tas, lid van het directiecomité en cfo, werd benoemd tot verantwoordelijke van de onafhankelijke compliancefunctie. Het mandaat is voor onbepaalde duur.
| Aantal | Kapitaal (in €) | % |
|---|---|---|
| 24.288.997 | € 221.331.564,48 | 100% |
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 221.331.564,48 en is verdeeld over 24.288.997 volledig volgestorte aandelen die elk een gelijk deel ervan vertegenwoordigen. Het zijn 24.288.997 gewone aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
Er bestaan geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van effecten, noch voor de uitoefening van de stemrechten.
Er zijn geen effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn.
De vennootschap heeft geen aandelenoptieplan. De vennootschap heeft een variabel langetermijnvergoedingsplan voor de leden van het directiecomité, zoals beschreven in de Corporate Governance Verklaring in het Verslag van de raad van bestuur. Een gedeelte van de uitkering van dit variabel langetermijnvergoedingsplan zal gebeuren in de vorm van aandelen Intervest.
Voor zover de Vennootschap hiervan kennis heeft, zijn er geen aandeelhouders die in onderling overleg handelen. Er zijn bij de Vennootschap geen aandeelhoudersovereenkomsten bekend die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht.
De algemene jaarvergadering van aandeelhouders van de Vennootschap heeft op 15 mei 2017 een machtiging verleend aan de raad van bestuur om het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap te verhogen in één of meerdere keren met een bedrag van:
• honderd tweeënvijftig miljoen negenhonderd zevenenveertigduizend zeshonderd twintig euro vijfendertig cent (€ 152.947.620,35), (a) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het voorkeurrecht van de aandeelhouders van de vennootschap betreft, en (b) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de aandeelhouders van de vennootschap betreft; en
• dertig miljoen vijfhonderd negenentachtigduizend vijfhonderd vierentwintig euro zeven cent (€ 30.589.524,07) voor alle vormen van kapitaalverhoging anders dan deze geviseerd en goedgekeurd in punt I hierboven, met een maximum van € 152.947.620,35 in totaal gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 8 juni 2017 van de machtiging. De machtiging is geldig tot 8 juni 2022.
Het toegestaan kapitaal kan niet worden aangewend om het kapitaal te verhogen bij toepassing van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen in het kader van een openbaar bod tot aankoop van de effecten van de vennootschap.
Bij elke kapitaalverhoging stelt de raad van bestuur de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de voorwaarden van uitgifte van de nieuwe aandelen vast tenzij de algemene vergadering daar zelf over zou beslissen. De kapitaalverhogingen kunnen aanleiding geven tot de uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht.
Wanneer de kapitaalverhogingen, door de raad van bestuur beslist ingevolge deze toelating, een uitgiftepremie bevatten, moet het bedrag van deze uitgiftepremie op een speciale onbeschikbare rekening geplaatst worden, genoemd "Uitgiftepremies", die zoals het kapitaal de waarborg uitmaakt voor derden en die niet zal kunnen worden verminderd of afgeschaft mits een beslissing van de algemene vergadering die vergadert volgens de voorwaarden van aanwezigheid en meerderheid voorzien voor een kapitaalvermindering, behoudens de omzetting in kapitaal zoals hierboven voorzien.
Tot nu toe heeft de raad van bestuur gebruik gemaakt van de hem verleende machtiging om bedragen van het toegestaan kapitaal te benutten in het kader van:
• de kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van onherleidbare toewijzingsrechten die op 30 november 2018 werd beslist ten belope van € 49.184.784,01
Aldus kan de raad van bestuur het geplaatste kapitaal in het kader van het toegestaan kapitaal nog verhogen met € 93.274.111,76. (a) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het voorkeurrecht van de aandeelhouders van de vennootschap betreft, en (b) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de aandeelhouders van de vennootschap betreft of met € 20.100.799,54 voor alle andere vormen van kapitaalverhoging.
Elke kapitaalverhoging zal worden uitgevoerd in overeenstemming met de artikelen 581 t.e.m. 607 van het Wetboek van Vennootschappen, onder voorbehoud van wat hierna is vermeld met betrekking tot het voorkeurrecht.
Bovendien moet de vennootschap zich schikken naar de bepalingen betreffende de openbare uitgifte van aandelen voorzien in de artikelen 26 en 27 van de GVV-Wet.
Bij een kapitaalverhoging door inbreng in geld en onverminderd de toepassing van de artikelen 592 tot 598 van het Wetboek van Vennootschappen, kan het voorkeurrecht enkel worden beperkt of opgeheven als aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht wordt verleend bij de toekenning van nieuwe effecten. Dit onherleidbaar toewijzingsrecht voldoet aan de volgende voorwaarden:
De kapitaalverhogingen door middel van inbrengen in natura zijn onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 601 en 602 van het Wetboek van Vennootschappen. Bovendien, en overeenkomstig artikel 26 §2 van de GVV-Wet, moeten de volgende voorwaarden worden nageleefd:
Bovenstaand is niet van toepassing bij de inbreng van het recht op dividend in het kader van de uitkering van een keuzedividend, voor zover dit effectief voor alle aandeelhouders betaalbaar wordt gesteld.
De mandaten van de bestuurders zijn ad nutum herroepbaar. Indien één of meerdere mandaten vacant worden verklaard, kunnen de overblijvende bestuurders, bijeengekomen in een vergadering van de raad van bestuur, voorlopig in diens vervanging voorzien tot aan de eerstvolgende bijeenkomst van de algemene vergadering van aandeelhouders die dan tot de definitieve aanstelling overgaat.
Voor de wijziging van de statuten is er geen andere reglementering dan deze bepaald door het Wetboek van Vennootschappen.
Conform artikel 9 van de statuten kan de vennootschap haar eigen volledig volgestorte aandelen verwerven en in pand houden krachtens de beslissing van de algemene vergadering overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen. Dezelfde vergadering kan de vervreemdingsvoorwaarden van deze aandelen vaststellen.
Daarenboven mag de raad van bestuur voor een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking van de beslissing in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, i.e. vanaf 8 juni 2017, voor rekening van de vennootschap eigen aandelen van de vennootschap verwerven wanneer deze verkrijging noodzakelijk is om de vennootschap te vrijwaren tegen ernstig en dreigend nadeel. Onder een "ernstig en dreigend nadeel" wordt evenwel geen openbaar overnamebod op effecten van de vennootschap in de zin van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen verstaan.
Op 31 december 2018 heeft Intervest, noch haar perimetervennootschappen, eigen aandelen in bezit.
Er zijn geen belangrijke overeenkomsten waarbij Intervest partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de vennootschap na een openbaar overnamebod, met uitzondering van de gangbare clausules in de financieringsovereenkomsten.

Intervest hecht veel belang aan duurzaamheid en bewerkstelligt de verduurzaming van haar vastgoedbeleggingen aan de hand van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties die aanzetten tot actie in vijf domeinen: Planet, Peace, Partnership, Prosperity en People.

Sinds 2009 certificeert Intervest stelselmatig en stapsgewijs de milieuprestaties van haar gebouwen op basis van de internationaal erkende beoordelingsmethode BREEAM-In-Use (Building Research Establishment Environmental Assessment Methodology). Gebouwen worden beoordeeld op hun bouwfysische aspecten, bedrijfsvoering, bedrijfsbeheer en exploitatie. BIUcertificaten hebben een geldigheidsduur van 3 jaar.
Begin 2018 hadden 13 gebouwen van Intervest een BREEAM-certificaat (6 kantoorgebouwen en 7 logistieke panden). Om bestaande certificaten te hernieuwen en certificaten voor nog niet gecertificeerde gebouwen aan te vragen heeft Intervest 24 assessments laten uitvoeren in 2018, verdeeld over 8 gebouwen. De interne kwaliteitsverantwoordelijke van Intervest verwerkt deze analyses en zet ze om in concrete maatregelen die de kwaliteit en energie-efficiëntie van het gebouw verbeteren. In de loop van 2019 zal Intervest op basis hiervan nieuwe en bijkomende certificaten aanvragen bij BREEAM.
Bij nieuwbouwprojecten in Nederland, waar Intervest bij aanvang van de bouwwerken reeds betrokken partij is zoals in Braak Roosendaal of Gold Forum Eindhoven, wordt minstens een BREEAM Very Good classificatie nagestreefd.
Bij de herontwikkeling van Greenhouse BXL en verschillende turnkey-solutionsprojecten opteerde Intervest voor duurzame materialen.
De gevel van Greenhouse BXL werd net als Greenhouse Antwerpen aangekleed met een verticale plantenwand en ook het atrium werd voorzien van een met echte planten beklede wand. Het kantoorgebouw wordt omringd door verschillende plantentuinen en op het groendak bevindt zich een terras. Het groendak is een bufferbekken voor tijdelijke wateropslag dat gebruikt wordt om de planten van de gevel te irrigeren. De groene gevel zorgt door middel van inertie voor een betere klimaatbeheersing van het auditorium.
Voor de afwerking en inrichting opteerde Intervest steeds voor duurzame oplossingen met cradle-tocradle gecertificeerde materialen: Desso-tapijten, Gyproc-wanden, keramische vloertegels van Cotto D' Este en ergonomische kantoormeubilair van Steelcase. Cradle-to-cradle houdt in dat grondstoffen volledig en oneindig hergebruikt kunnen worden zonder hun waarde te verliezen.
Voor deuren, vloeren en wandbekleding werd voor bamboe geopteerd omdat deze snel groeiende grassoort op amper zes jaar tijd volgroeid is en dus een beperkt impact heeft op het milieu.
De ruimten werden verfraaid met kunstwerken van eigen werknemers of zakenrelaties.
Voor de technieken inzake koeling, verwarming en ventilatie van Greenhouse BXL werd gekozen voor energiezuinige oplossingen zonder daarbij het comfort voor de gebruiker uit het oog te verliezen. Het atrium werd uitgerust met een combinatie van intelligent gestuurde zonnewering en automatisch opengaande raamvleugels wat het energieverbruik voor koeling reduceert. De verwarming bestaat uit een combinatie van modulerende hoogrendementsgasketels die zorgen voor een energie-efficiënte warmte-opwekking.


Intervest onderhoudt goede contacten met haar huurders. Door regelmatig te overleggen en te luisteren naar de klanten, houdt Intervest voeling met wat huurders nodig hebben. Met de uitbouw van het aanbod aan serviced offices en het uitgebreide dienstenpakket speelt Intervest in op specifieke behoeften van haar huurders.
Met het Greenhouse-concept focust Intervest op community feeling, niet enkel met de coworkers, huurders van serviced offices en traditionele kantoren, maar ook met werknemers van de kantoren rondom.
In 2018 werd de overkoepelende website www.greenhouse-offices.be geïntroduceerd en stelde Intervest een Hospitality Coordinator aan die het community gebeuren op de drie Greenhouse locaties Antwerpen, Mechelen en Brussel stimuleert. Het voorbije jaar organiseerde Intervest verschillende workshops, opleidingen en evenementen, al dan niet in samenwerking met zittende huurders of organisaties zoals VOKA of BNI.
Voor de voetballiefhebbers werd de eerste match van het Belgische elftal op groot scherm geprojecteerd in Greenhouse Mechelen. Greenhouse Mechelen was voor het tweede jaar op rij eveneens het gastterrein voor Aper'eau Mechelen, een aperitief- en foodtruckconcept waarbij men op een informele, ontspannen manier met collega's de werkweek kan afsluiten en kennis kan maken met de mensen uit de omliggende bedrijven.
In Greenhouse Antwerp is er elke tweede donderdag van de maand de 'after work drink Thirstdays'.
In 2019 is Greenhouse BXL volledig operationeel en zullen de evenementenruimte, de binnentuin en het auditorium de gepaste locaties zijn voor verschillende evenementen.
Het community gebeuren wordt in 2019 verder uitgewerkt aan de hand van een app die Greenhouse activiteiten aankondigt en ook een CRM-tool die de mogelijkheid geeft nieuwe zakenrelaties aan te knopen. Intervest is eveneens voornemens om het in 2018 verworven kantorencomplex Ubicenter in Leuven mee te betrekken in de Greenhouse


Intervest gaat beyond real estate en wil haar huurders ontzorgen. Intervest onderscheidt zich met een 24/7 dienstverlening met helpdesk voor haar huurders. Huurders kunnen diensten en interventies telefonisch of via een webtool aanvragen. De webtool maakt het mogelijk om de status van de aanvraag op te volgen. Deze dienstverlening omvat voor alle kantoor- en logistieke gebouwen onder andere schoonmaak- en technische interventies.
De Greenhouse-locaties in Antwerpen, Mechelen en Brussel focussen op extra dienstverlening voor flexwerkers en huurders van zowel serviced als traditionele kantoren. Zij kunnen op de drie Greenhouse-locaties gebruik maken van coworking spaces, moderne vergader- en evenementenruimtes, strijkdienst, fitnessfaciliteiten, restaurant en pakjesdienst.
Alle aangekochte elektriciteit is 100% gecertificeerd groen. Op circa 300.000 m² dakoppervlakte verdeeld over 11 daken van logistieke gebouwen en een kantoorgebouw in België wekt Intervest zelf groene energie op door middel van zonne-energie. Intervest is meestal zelf geen eigenaar van de fotovoltaïsche installaties en heeft voor de uitbating ervan langdurige opstalrechten toegekend aan bedrijven gespecialiseerd in hernieuwbare energiesystemen. Enkel de installaties op de daken van de logistieke hallen in Herstal en Zellik zijn onder eigendom en uitbating van Intervest zelf. Het totaal aan geïnstalleerd vermogen bedraagt 12,5 megawatt piek (MWp) wat een totale CO2 reductie van ongeveer 3.100 ton per jaar oplevert.
In Nederland heeft Intervest een subsidie 'Stimulering Duurzame Energieproductie' aangevraagd voor de plaatsing van een zonnecentrale op verschillende daken van haar logistieke panden. Deze subsidie werd inmiddels toegekend voor de panden van Dutch Bakery in Tilburg en het pand in Raamsdonksveer. Intervest zal voor de plaatsing en uitbating van de zonnecentrales een opstalovereenkomst aangaan met Rooftopenergy, de grootste ontwikkelaar en exploitant van zonnecentrales in Nederland. Zo kan Intervest zonder eigen investering op duurzame wijze stroom opwekken en echte duurzame energie leveren aan haar huurders.
Intervest engageert zich ook om energieverbruik bij haar huurders te drukken. Daken worden systematisch vernieuwd en van extra isolatie voorzien. Bij logistieke huurder Rogue in Schelle en kantoorhuurders Protime in Aartselaar, Technicolor in Edegem en Tormans en Galapagos op Mechelen Campus werden in 2018 ledlichtarmaturen geïnstalleerd. Voor logistieke huurder Mirka in Opglabbeek financierde Intervest het voorbije jaar ledlichtarmaturen en een energiecontrolesysteem (EMS) op de gasluchtverhitters.
Verder heeft Intervest zich aangesloten bij Flux50, het samenwerkingsverband tussen de Vlaamse overheid, de onderzoekswereld en de industrie om van Vlaanderen een 'smart energy region' te maken. Samen met o.m. Quares, Engie en Continental maakt Intervest deel uit van het business consortium dat op de kantorensite Mechelen Campus en directe omgeving de mogelijkheden zal analyseren om er op termijn een smart-gridomgeving te maken waar energie onderling uitgewisseld kan worden en piekmomenten kunnen opgevangen worden.
De publieke charging plazas voor 10 elektrische wagens die Intervest samen met Allego plaatste op Mechelen Campus en Intercity Business Park winnen steeds meer aan belangstelling van de huurders en meer dan de helft van de 30 privatieve laadpalen werden intussen in huur genomen. Ook Greenhouse BXL beschikt over 2 laadpunten voor elektrische wagens. Intervest stelt bovendien zowel in Mechelen als in Brussel een elektrische 'deelwagen' en shuttle ter beschikking die werknemers van de huurders kunnen gebruiken.
In samenspraak met haar huurders onderzoekt Intervest of er ook op andere locaties een mogelijkheid tot het plaatsen van charging plazas of de ingebruikname van deelwagens of shuttles bestaat.
Om de veiligheid van haar huurders te garanderen, organiseert Intervest gemeenschappelijke evacuatieoefeningen in alle multitenant kantoor- en logistieke gebouwen en volgt zij eventuele aanbevelingen en actiepunten samen met haar huurders op.
Ook in haar eigen bedrijfsvoering streeft Intervest naar duurzaamheid. Het voorbije jaar werd hier onder begeleiding van VOKA extra aandacht aan besteed met het oog op het behalen van het VOKA-charter voor duurzaam ondernemen.


Intervest draagt zorg voor het milieu hoog in het vaandel. De kantoren van Intervest zijn gehuisvest in Greenhouse Antwerp. Bij de renovatie in 2015 werd - net als bij Greenhouse BXL - gewerkt met cradle-to-cradle gecertificeerde materialen, werden alle lichtarmaturen vervangen door ledverlichting en bestaat de voorgevel uit de kenmerkende verticale plantentuin. Meer groen in de stad betekent een gezondere leefomgeving met minder luchtverontreiniging en meer biodiversiteit.
Intervest optimaliseert haar sorteerbeleid continu en sensibiliseert haar werknemers om correct te sorteren.
De structuur van Intervest werd door PwC geanalyseerd met als doel de communicatie te optimaliseren. Duidelijke, open en gestructureerde communicatie staan voorop.
Intervest hecht veel belang aan eerlijkheid, integriteit en openheid in haar bedrijfsvoering zowel in de interne omgeving als extern in de relaties met de diverse stakeholders.
Intervest stimuleert elk jaar opnieuw goede doelen en vrijwilligerswerk, met voorkeur voor doelen waar haar werknemers nauw bij betrokken zijn.
To Walk Again is een stichting die voor mensen met een fysieke beperking fondsen verzamelt om het aanbieden van postrevalidatie

en sportfaciliteiten mogelijk te maken. Sinds 2001 organiseert To Walk Again elk jaar in september de Run To Walk Again. Tijdens dit evenement worden gedurende twee dagen zonder onderbreking zeven marathons afgelegd door een team van lopers. Een van de marathons wordt afgelegd in een handbike, door een persoon met een beperking.
Voor het zesde jaar op rij kon het Jasper-on-Wheelsteam rekenen op de steun van Intervest. Jasper on Wheels is het team dat zich vormde rond een basketbalspeler die door een ongelukkige val tijdens een wedstrijd een dwarslaesie in de hals opliep en verlamd is van borst tot teen. In de editie van 2018 verleende Intervest eveneens steun aan twee andere teams, Fartlek I en II. Werknemers en hun familie namen actief deel als loper en fietser en voltooiden samen drie marathons, een ervan 's nachts.
Met de ingezamelde fondsen zal To Walk Again o.m. een staprobot aanschaffen, die ingeschakeld wordt in het postrevalidatietraject van personen met een fysieke beperking.
Op 30 november 2018 was het voor de derde keer Rode Neuzen Dag. Rode Neuzen Dag is een benefietactie georganiseerd door VTM, Qmusic, Belfius in heel Vlaanderen

om geld in te zamelen voor een betere opvang en begeleiding van jongeren met psychische problemen. Dit jaar lag de focus op de ondersteuning van scholen en leerkrachten om psychologische problemen bespreekbaar te maken en jongeren met psychische problemen alle kansen te geven.
Intervest kocht 2.000 Rode Neuzen.



Intervest steunt Dier in de Kou, een vzw die samenwerkt met asielen en andere dierenorga-

nisaties om dierenleed te voorkomen of verhelpen. De organisatie streeft ook naar sensibilisering omtrent verzorging, adoptie en welzijn van dieren.
De aangename kantoren van Intervest zijn gericht op het 'nieuwe werken', hebben veel lichtinval en geven werknemers de mogelijkheid even te ontspannen. Het voorbije jaar werden ook de terrassen aangenaam ingericht en in gebruik genomen om tijdens de warme zomermaanden in een ontspannen omgeving buiten te lunchen.
Intervest nam in 2018 deel aan 'het fitste bedrijf van België', schonk een fitbit aan al haar werknemers en zette hen ertoe aan meer te bewegen, o.a. door wekelijkse Start-To-Run- en bootcamp-sessies.


Aper'eau - Greenhouse Mechelen
De hausse die de vastgoedmarkt kent, nam niet af in 2018. Integendeel, 2018 werd een recordjaar wat investeringsvolume betreft en ook de huurmarkt zit nog steeds in de lift.
De huurmarkt van de kantoren presteerde in 2018 voor het derde jaar op rij boven gemiddeld. In totaal werd er 763.000 m² gecommercialiseerd in 923 individuele transacties wat zo'n 16% hoger ligt dan het tienjaarlijkse gemiddelde.
Opmerkelijk in 2018 was de aanzienlijke toename in het aantal deals. 80% van de transacties had betrekking op een oppervlakte van minder dan 1.000 m². De gemiddelde oppervlakte per transactie schommelde rond 830 m², wat circa 10% kleiner is dan in 2017. Reden hiervan is ongetwijfeld het toenemende succes van flexibele kantoorruimten.
In 2018 waren publieke overheden minder actief en maakte de actieve privésector 80% van de totale take-up uit. Maar makelaars verwachten in 2019 enkele grote publieke aanbestedingen voor samen circa 300.000 m².
Aper'eau - Greenhouse Mechelen
Op de Brusselse kantorenmarkt werd in totaal 415.000 m² gecommercialiseerd over 409 transacties wat een toename van 3% tegenover 2017 is. De leegstand over de gehele Brusselse kantorenmarkt is het laagst in meer dan 15 jaar tijd en bedraagt circa 8% wat in contrast staat met de leegstand in de periferie die aanzienlijk blijft vooral in verouderde kantoren. Leegstand van kwalitatieve kantoorpanden is er nagenoeg niet.
Publieke overheden openen steeds meer satellietkantoren in provinciehoofdsteden waardoor hun aandeel op de Brusselse markt in 2018 slechts 21% uitmaakt waar dat in 2017 nog 34% was. Privébedrijven namen het voorbije jaar 327.600 m² van de totale take-up voor hun rekening (79% van alle transacties) waarvan 17% (71.500 m²) door uitbaters van flexibele kantoorformules.
De huurprijzen in Brussel liggen gemiddeld rond € 150/m² met een uitschieter in de Leopoldwijk van € 315/m². De Leopoldwijk was in 2018 met voorsprong de meest actieve regio in het Brusselse gewest (109 transacties over 109.000 m²).
De gemiddelde huurprijzen voor kwalitatieve gebouwen in de periferie van Brussel bedragen circa € 125/m². De prime rent voor nieuwe kwalitatieve gebouwen bedraagt circa € 140 tot circa € 185 in de buurt van de luchthaven.
Ook al blijft de Brusselse kantorenmarkt de meest dynamische waren ook de regionale markten in 2018 bijzonder actief. Reden hiertoe is het groeiende mobiliteitsprobleem waardoor bedrijven meerdere kleine kantoren verkiezen boven één centrale locatie in de hoofdstad. Ook locaties nabij treinstations winnen aan belang.
De Antwerpse kantorenmarkt presteerde goed met een take-up 150.000 m² verdeeld over 198 deals. Dit is weliswaar een daling van 24% in vergelijking met recordjaar 2017 (197.000 m²) toen de megadeal met de Lokale Politie een kwart van de take-up vertegenwoordigde. Met deze aanhoudend hoge take-up en beperkte leegstand (circa 9%) bewijst de Antwerpse kantorenmarkt gegrond de tweede grootste kantorenmarkt van het land te zijn. De gemiddelde huurprijs steeg van € 100/m² in 2017 tot € 110/m² en ook de prime rent nam toe en ging van € 150/m² in 2017 naar € 160/m² in 2018.
De kantorenmarkt in Mechelen, die in 2017 teleurstelde met een take-up van nauwelijks 5.000 m², kende een ware opleving. De take-up vertienvoudigde tot 52.000 m² en het aantal transacties verdrievoudigde tot 37. Mechelen is terecht de vierde grootste kantorenmarkt van Vlaanderen en volgt Gent nauwgezet op de hielen waar de take-up 55.000 m² behelsde in 2018.
Ook de Belgische investeringsmarkt kende een recordjaar met een totaal investeringsvolume van € 5.240 miljoen over alle vastgoedsectoren.
Op de Brusselse kantorenmarkt schommelt de gemiddelde yield voor panden met een 6/9 huurtermijn rond een niet eerder behaald rendement van 4,25% en tot 3,75% wanneer een langetermijnhuurovereenkomst met een gerenommeerde huurder werd afgesloten.
In Antwerpen, Gent en Mechelen komt de gemiddelde yield op 5,25%-6,5% en tot 4,5% bij kantoren met langetermijnhuurovereenkomsten.


Makelaars bevestigen ook in 2018 waar Intervest al jaren in gelooft: kantoren zijn niet langer een kostenpost voor bedrijven maar een middel om nieuwe werknemers aan te trekken en alle werknemers een goede balans tussen werk en privé aan te bieden. Aangename kantoren op vlot bereikbare locaties met een gepast bijhorend dienstenpakket is wat bedrijven zoeken.
Het rapport 'The future of property management - 2018 CBRE Global Tenant Survey' bewijst nogmaals dat goed property management cruciaal is voor het behoud van huurders. Goed property management is een combinatie van een doordacht beheer van de gebouwen (o.a. onderhoud, veiligheid, duurzaamheid), correcte huur- en kostenadministratie, adequate voorzieningen (o.a. restaurant, vergaderfaciliteiten, parking), ruime dienstverlening (o.a. netwerkopportuniteiten, receptie) en technologische ondersteuning van de dienstverlening en voorzieningen.
Intervest onderscheidt zich hierin al enkele jaren door beyond real estate te gaan en te focussen op het ontzorgen van de klant: turnkey solutions, een 24/7 dienstverlening met helpdesk en coworkingfaciliteiten op de drie Greenhouse-locaties in België. Ook dienstverlening à la carte is mogelijk. De relatie met de huurder staat hierbij centraal.
Serviced offices en coworkingformules winnen aan succes en aanbieders van dergelijke formules nemen een steeds groter aandeel van de kantorenmarkt in. Makelaars verwachten dat dit fenomeen niet beperkt zal blijven tot kleinere oppervlaktes en dat dergelijke formules op korte termijn ook op middelgrote oppervlaktes aangeboden zullen worden. In het noordoosten van Brussel zijn kantoren zoals Greenhouse zeer gegeerd maar het aanbod van dit type kantoren is vooralsnog vrij beperkt1 .
Traditionele kantoorindelingen blijven de norm met huurtermijnen van 3/6/9 jaar, 6/9 of langere termijn bij grote bedrijven, maar als eigenaarinvesteerder is het belangrijk te anticiperen op de veranderende markt waarbij flexibele oplossingen voor kantoren aan belang winnen.
Wegens gebrek aan geschikt product werd 2018 gekenmerkt door een groot aantal huurhernieuwingen wat in de take-up cijfers vaak onopgemerkt voorbijgaat.
1 Antoine Brusselmans (Cushman & Wakefield) in Expertise news 17 januari 2019
De Belgische logistieke markt concentreert zich rond vier assen. De belangrijkste as is (1) Antwerpen - Brussel - Nijvel, gevolgd door respectievelijk (2) Antwerpen - Limburg - Luik, (3) Antwerpen - Gent en (4) Namen - Charleroi - Luik.
De logistieke vastgoedmarkt presteerde het voorbije jaar uitzonderlijk goed met 62 transacties verdeeld over 809.344 m² wat 65% meer is dan in 2017 en 15% hoger dan het tienjaarlijkse gemiddelde van 702.000 m². Enkel in 2016 (996.000 m²) en 2011 (992.000 m²) was de opname hoger. 49 transacties gebeurden op het Vlaamse grondgebied, 12 in Wallonië en slechts 1 in Brussel. Naast de traditionele logistieke dienstverleners zijn ook e-commerce spelers op zoek naar geschikte locaties.
De beste locaties voor traditionele logistieke dienstverleners is nabij container- en bargeterminals, luchthavens, spoornetwerk en de belangrijkste transportcorridors van mainland naar hinterland. In 2018 werd er geïnvesteerd op zowel de Brusselse luchthaven als Liège Airport en ook de Antwerpse haven groeide verder. Voor de groeiende e-commerce stijgt ook de vraag naar logistieke hubs nabij stedelijke gebieden.
Leegstand beperkt zich op de logistieke corridors tot 2%. Huurprijzen schommelen rond € 30/m² maar voor state-of-the-art panden op multimodale locaties lopen tophuren op tot circa € 49/m² met uitschieters op Brucargo tot circa € 62/m². Makelaars verwachten dat huurprijzen verder de hoogte zullen inschieten door de stijgende vraag voor e-commerce, hogere bouwkosten, hogere grondprijzen en grondschaarste.
De Nederlandse logistieke vastgoedmarkt is een van de meest actieve en best ontwikkelde in Europa dankzij haar centrale ligging en goed uitgewerkte weginfrastructuur. Internationaal goederenverkeer komt aan in de havens van Rotterdam en Amsterdam en wordt getransporteerd naar de verschillende logistieke hotspots langsheen de belangrijkste water-, spoor- en snelwegen in Zuidoostelijk Nederland om vandaar verder vervoerd te worden naar de rest van Nederland en Europa.
De totale take-up steeg in 2018 met 18% tot 2,6 miljoen m² (2,2 miljoen m² in 2017) verdeeld over 140 transacties. De voorbije twee jaar maakten nieuwbouwpanden - voornamelijk built-to-suit - 75% uit van de totale take-up. De meest actieve spelers op de markt zijn de logistieke dienstverleners met 886.000 m². Voeding neemt 316.000 m² voor haar rekening en e-commerce 285.000 m².
Leegstand daalde tot 3,4% wat overeenstemt met 940.000 m² (4,6% in 2017) en historisch laag is gezien de gemiddelde leegstand 4,8% bedraagt over de periode 2013-2017. In de regio rond Eindhoven en West-Brabant - waar het overgrote deel van Intervest haar panden gelegen zijn - ligt de leegstand vaak zelfs lager dan 1,5%.
De gemiddelde huurprijs in Nederland blijft stabiel maar is hoog en schommelt rond € 45/m². Prime rents bedragen circa € 55/m².

De groeiende interesse van internationale investeerders maar een gebrek aan geschikt verhuurd investeringsproduct zorgde voor niet eerder geziene prime yields tot 5% op de corridor Antwerpen - Brussel - Nijvel, 6% op de corridor Antwerpen - Limburg - Luik, 6,25% op de corridor Antwerpen - Gent en 6,75% op de corridor Namen - Charleroi - Luik. Volgens een recente rondvraag van Jones Lang Lasalle denkt de meerderheid van de investeerders (89%) dat deze prime yields dit niveau zullen behouden of zelfs verder zullen dalen.
Voorverhuurde turnkey solutions zijn gegeerde investeringsproducten maar ook ontwikkelingen op risico worden niet geschuwd. Genk Green Logistics - de samenwerking van Intervest en Group Machiels - is een ontwikkeling van 250.000 m² op de multimodale zone B van de Ford-site in Genk die op turnkey basis ontwikkeld zal worden.
De Nederlandse investeringsmarkt wordt gedomineerd door internationale investeerders (89%) en kent sinds 2013 een explosieve groei. Het investeringsvolume verdrievoudigde bijna van € 1 miljard in 2013 tot € 2,8 miljard in 2018 (€ 2,9 miljard in 2017).
Door de aanhoudende vraag van investeerders blijven yields onder druk en daalde de prime yield van 6,7% in 2013 tot 4,5% eind 2018. Een verdere daling van yields wordt in 2020 niet verwacht.


De verwachtingen van de huurders zijn sterk afhankelijk van de specifieke activiteit of de huurdertypologie.
De internationale 3PL organisaties zijn sterk gefocust op efficiëntie en kostenreductie om commercieel zo slagvaardig mogelijk te zijn ten opzichte van hun concullega's. Dit resulteert in een neerwaartse druk op de huurprijzen voor bestaande gebouwen, omdat hun activiteiten in nieuwbouw omwille van hun moderne lay-out en energie-efficiëntie vaak goedkoper kunnen worden gerealiseerd. Zij zijn over het algemeen zeer risico avers en proberen de financiële risico's steeds volledig af te dekken binnen de minimale (vaak drie jaar of minder) contracttermijn met hun klanten. Door meerdere klanten te clusteren op één locatie proberen zij de efficiëntie en de kostenreductie verder te verbeteren.
Retailers en retailproducenten (zoals Michael Kors, VF Europe, Nike, Estée Lauder, Sketchers, enz.) zijn met name gericht op het verzekeren van de continuïteit van hun logistieke keten binnen een uniforme logistieke omgeving. Zij kiezen vaak voor nieuwbouwoplossingen voor hun specifieke taille en hebben een meer langetermijnfocus.
De ruimtebehoefte van industriële producenten die zelf hun logistiek verzorgen is omwille van de techniciteit van hun product vaak specifieker dan die van de retailers. De focus op het verzekeren van de langetermijncontinuïteit van hun operaties is echter eveneens primordiaal. Verladers en distributeurs hebben over het algemeen een beperkte oppervlaktebehoefte, maar zij hebben een zeer groot aantal laadpoorten nodig aan de gebouwen. Typisch bedienen zij een zeer groot aantal klanten vanuit één enkele locatie, waardoor zij hun business op middellange termijn benaderen.
Atypische showroomgebruikers (zoals bijv. Peugeot, Facq, Van Marcke en Metro) zoeken locaties met een uitstekende visibiliteit.
Genk Green Logistics - Artist impression
Tilburg - Kwantum
Door diverse trends als schaalvergroting en e-commerce worden evenwel steeds hogere en andere eisen gesteld aan logistiek vastgoed. Deze eisen kunnen slechts beperkt worden ingevuld in bestaande gebouwen, waardoor de behoefte naar nieuwbouw groeit. Dit heeft tot gevolg, dat ondanks de forse toename van de opname van logistiek vastgoed, de leegstand van verouderd bestaand vastgoed toeneemt. Dit komt omdat een substantieel deel van de bestaande voorraad niet meer voldoet aan de huidige eisen van de eindgebruikers.
Omwille van efficiëntie zullen distributiecentra steeds vaker op multimodaal bereikbare locaties gevestigd worden in de buurt van containerterminals (barge) en grote waterwegen (Albertkanaal, Rijn). Zo kunnen de inkomende goederen immers worden gebundeld en in dikke stromen vanuit de mainports aangevoerd worden en kunnen de goederen vervolgens ('filevrij') meer fijnmazig gedistribueerd worden naar de koopkrachtigste Europese regio's (Ruhrgebied, Parijs, Benelux). Rekening houdend met de congestieproblematiek zullen nationale distributiecentra in de Benelux op de as Amsterdam - Brussel gevestigd worden en zullen Europese distributiecentra eerder in het oosten van de Benelux (Noord-Brabant, Nederlands en Belgisch Limburg en Luik) worden gevestigd. Omwille van schaalvergroting zullen steeds meer logistieke clusters ontstaan voor meerdere klanten. Hierdoor kunnen veranderende behoeften van individuele klanten op een locatie worden opgevangen.
Omwille van de groeiende e-commerce logistiek zullen in toenemende mate cross-dock en stadsdistributiecentra aan de rand van de stedelijke agglomeraties worden gevestigd. Indien afleversnelheid van e-commerce activiteiten echter nog verder toeneemt, zullen meer kleinschalige (en milieuvriendelijkere) magazijnen ook binnen het stadscentrum worden gerealiseerd. Gezien wordt verwacht dat over 5 jaar ongeveer 30% van de totale consumentenbestedingen via e-commerce zal verlopen (ten opzichte van 10% nu), is een groei van beide types logistieke centra onafwendbaar.
Bronnen: Expertise news 17 januari 2019 - JLL's Invest in Belgium 2018 - JLL Investors Survey January 2019 - The future of property management 2018 CBRE Global Tenant Survey - CBRE's Belgian Real Estate Market January 2019 - CBRE Marketview Belgium Logistics Q4 2018, CBRE Logistics Market Report Nederland Q4-2018
De bezettingsgraad van de totale vastgoedportefeuille van Intervest bedraagt 93% op 31 december 2018, wat een stijging inhoudt van 2%-punten tegenover jaareinde 2017 (91%).
Voor de kantorenportefeuille is de bezettingsgraad met 3%-punten toegenomen tot 88% op 31 december 2018 (85% jaareinde 2017, 76% inclusief Greenhouse BXL). De bezettingsgraad van de logistieke portefeuille blijft stabiel op 98% op 31 december 2018 (98% jaareinde 2017).
De stijging in de bezettingsgraad vloeit voornamelijk voort uit de ingebruikname van voor 80% verhuurd Greenhouse BXL, de volledige verhuring van Greenhouse Mechelen (torengebouw op Mechelen Campus) en de verwerving van verschillende volledig verhuurde logistieke sites.
Op vlak van verhuringen heeft Intervest het voorbije jaar 2018 in totaal 15% van de huurinkomsten voor lange termijn verlengd of vernieuwd. In 2017 was dit 9%. Er zijn 38 verhuurtransacties afgesloten voor samen 105.000 m² met nieuwe of zittende huurders. De verhuuractiviteit heeft zich in 2018 voornamelijk toegespitst op contracten met nieuwe huurders, met name 8% van de huurinkomsten (3% in 2017) in 18 transacties. Op vlak van uitbreidingen en verlengingen heeft Intervest 20 transacties afgesloten, goed voor 45.400 m² of 6% van de huurinkomsten (6% in 2017).
In de kantorenportefeuille heeft Intervest 32.600 m² verhuurd in 30 transacties, goed voor 21% van de huurinkomsten van het kantorensegment. In 2017 was dit 6% in 20 transacties. Het betreft een mix van nieuwe huurders (12% van de huurinkomsten kantoren), maar ook verlengingen en uitbreidingen met bestaande huurders (9% van de huurinkomsten kantoren) zoals Galapagos en Cochlear in Mechelen en Rexel in Zellik.
De belangrijkste nieuwe huurovereenkomsten zijn afgesloten voor Greenhouse BXL dat bij opening voor 80% voorverhuurd was: 13.875 m² werd toegewezen aan coworking lounges, overkoepelende diensten en zes nieuwe huurders (Cazimir, Owens & Minor, Essity, Konica Minolta, Goodyear en Roche). Greenhouse Mechelen (torengebouw op Mechelen Campus) is het voorbije jaar volledig in huur genomen door zittende huurder Galapagos en nieuwkomer Unit-T.
In het kantoorsegment zijn er bovendien 38 flexibele contracten afgesloten voor Greenhouse Flex en serviced offices in Brussel, Mechelen en Antwerpen, waar de flexibiliteit van de nieuwe Greenhouse-Flexformule, die abonnees de mogelijkheid biedt om gebruik te maken van de coworking lounges op de drie Greenhouse-locaties in Antwerpen, Brussel en Mechelen, een toename in het aantal coworkers als gevolg heeft. De serviced offices in Greenhouse Antwerp werden eerder al volledig verhuurd en deze in Greenhouse BXL worden vanaf begin 2019 in gebruik genomen.

In de logistieke portefeuille is 72.200 m² verhuurd in acht transacties, goed voor 10% van de huurinkomsten van het logistieke segment. In 2017 was dit 12% in 10 transacties. Ook hier zijn voornamelijk overeenkomsten gesloten met nieuwe huurders, met name 6% van de huurinkomsten logistiek, en kon zo gezorgd worden voor een anticipatieve opvulling van enkele sites waar leegstand werd verwacht zodat de bezettingsgraad in het logistieke segment ten opzichte van eind 2017 stabiel blijft.
In Boom is 18.500 m² logistieke oppervlakte die in juli vrijgekomen was in de tweede jaarhelft al terug ingenomen door Dynalogic. Op deze zelfde locatie tekende Iron Mountain voor een verlenging van 6.388 m². In Opglabbeek tekende zittende huurder Mirka voor een verlenging van 14.872 m² en tekende nieuwe huurder Scania voor 13.100 m². Thyssen Krupp Plastics tekende voor een verlenging van het pand in de Dellingstraat in Mechelen (7.088 m²). Puurs blijft grotendeels verhuurd door een tijdelijke verlenging van Fiege (7.570 m²).
Naast deze verhuringen en verlengingen op lange termijn zijn in het logistieke segment voor 35.200 m² of 9% van de huurinkomsten van het logistieke segment ook tijdelijke contracten afgesloten of verlengd met een onbepaalde looptijd of een looptijd van minder dan één jaar.
In 2016 stelde Intervest de doelstelling om de vastgoedportefeuille te laten groeien tot meer dan € 800 miljoen en de verhouding van de logistieke portefeuille op 60% van de totale vastgoedportefeuille te brengen. Eind 2018 is deze doelstelling gerealiseerd en bedraagt de totale vastgoedwaarde € 867 miljoen. De groei focust op logistieke clusters in een straal van 150 km rond Antwerpen en hedendaagse, servicegerichte kantoorgebouwen op goed bereikbare locaties.
In België verwierf Intervest een logistieke site in Gent en een multitenant kantoorgebouw in Leuven. Intervest rondde eveneens de werkzaamheden af voor de herontwikkeling van Greenhouse BXL met een derde Greenhouse Flex.
In Nederland verwierf Intervest zes nieuwe logistieke sites in Vuren, Tilburg, Raamsdonksveer, Roosendaal en Eindhoven. 30% van de logistieke vastgoedportefeuille is nu in Nederland gelegen.
In totaal heeft Intervest in 2018 voor € 186 miljoen nieuwe acquisities en voor € 10 miljoen uitbreidingen op en investeringen in bestaande sites gerealiseerd.
De nieuw aangeworven sites hebben samen een verhuurbare oppervlakte van circa 227.000 m² en genereren een huurinkomstenstroom van ruim € 12 miljoen op jaarbasis. De verwervingen hebben gemiddeld een bruto-aanvangsrendement van 6,4%.
De transacties zijn gefinancierd met bestaande kredietlijnen en de in november succesvol afgeronde kapitaalverhoging waarbij Intervest € 99,9 miljoen kapitaal ophaalde. De investeringswaarde van de gerealiseerde transacties ligt in lijn met de waarderingen van de onafhankelijke vastgoeddeskundigen van de vennootschap.

De investeringsstrategie van Intervest richt zich op clusters op goed ontsloten logistieke locaties. Het Vlaamse Havenbedrijf Gent - dat eind 2017 fuseerde met het Nederlandse Zeeland Seaports tot North Sea Port - is een expansief logistiek gebied op de as Antwerpen - Gent - Rijsel dat past in de investeringsstrategie. Intervest heeft in 2018 een eerste stap in dit belangrijk logistiek gebied gezet.
In België heeft Intervest haar logistieke portefeuille uitgebreid naar het Gentse zeehavengebied (onderdeel van North Sea Port) door de realisatie van een sale-and-lease-backoperatie. Intervest heeft de aandelen verworven van de vastgoedvennootschap die eigenaar is van een logistieke site en concessiehouder van het terrein, eigendom van Haven Gent. De goed ontsloten farmaceutische site van 38.000 m² - die in 2018 voor circa 40% is gerenoveerd - is opgebouwd uit drie aaneensluitende units en de daken zijn integraal voorzien van een fotovoltaïsche installatie. De site wordt vanaf verwerving in december 2018 integraal gehuurd door een internationale logistieke dienstverlener voor een vaste duurtijd van 10 jaar.
De aanschaffingswaarde van het vastgoed, eigendom van de vastgoedvennootschap, bedraagt € 23 miljoen en levert een jaarlijks huurinkomen op dat overeenkomt met een brutoaanvangsrendement van 5,9%.
"Met deze transactie in Gent wordt het werkingsgebied van Intervest uitgebreid naar het expansieve havengebied North Sea Port. Deze transactie faciliteert daarmee verdere groeimogelijkheden voor Intervest om hier een nieuwe logistieke cluster te realiseren."
1 - 2 Bron: www.Logistiek.nl - https://www.logistiek.nl/ warehousing/nieuws/2018/05/west-brabant-prolongeert-logistieke-hotspot-nr-1-positie-101163402
In 2018 heeft Intervest zich gefocust op de vorming van logistieke clusters in Nederland.
West-Brabant is in 2018 opnieuw uitgeroepen tot de nummer 1 logistieke hotspot1 van Nederland.
In het expansieve Roosendaal nam Intervest een belangrijke positie in en in Raamsdonksveer is haar positie in bedrijvenpark Dombosch uitgebreid tot een cluster van drie sites.
In Tilburg heeft Intervest haar vastgoedbeleggingen vergroot op bedrijventerrein Vossenberg II met een bijkomende site op bedrijventerrein Katsbogten. Dankzij de centrale ligging, goede infrastructuur, bereikbaarheid en ondernemersklimaat van internationaal niveau is Tilburg het tweede belangrijkste logistieke knooppunt2 van Nederland.
Intervest heeft ook een positie ingenomen in Eindhoven dat ideaal gelegen is voor distributie in het zuiden van Nederland dankzij de aanwezigheid van verschillende snelwegen, een luchthaven voor zowel vracht- als personenvervoer en een spoorwegknooppunt.
In juni 2018 heeft Intervest de aandelen verworven van de vastgoedvennootschap Vastgoed Vuren bv, eigenaar van een built-to-suitdistributiecentrum in Vuren en de bijhorende grond. Vuren is goed ontsloten via de A15 en A27. Het nieuwbouwproject van 13.760 m² bestaat uit verschillende geklimatiseerde opslagruimten en een kantoorgedeelte in twee bouwlagen op maat gebouwd voor de farmaceutische groothandel The Medical Export Group (MEG). De magazijnen zijn geschikt voor de opslag van farmaceutische producten en temperatuurgevoelige goederen. MEG is een triple-nethuurovereenkomst aangegaan voor een vaste termijn van 10 jaar vanaf oplevering in het derde kwartaal van 2018.
De totale investering bedraagt € 12,8 miljoen en levert een jaarlijkse huurinkomen op van € 0,8 miljoen, wat overeenkomt met een brutoaanvangsrendement van 6,5%.

Nederland - Raamsdonksveer - Welzorg


In juli 2018 heeft Intervest een tweede logistieke site in Raamsdonksveer aangekocht van circa 35.000 m² magazijn en mezzanine en circa 700 m² kantoren. Het distributiecentrum wordt sinds 2015 gehuurd door Dome Vastgoed en uitgebaat door Welzorg, de op één na grootste leverancier van mobiliteitshulpmiddelen in Nederland. Deze site grenst aan het distributiecentrum dat Intervest in 2017 aangekocht heeft waardoor op deze locatie een strategische gebouwencluster is ontstaan.
De aankoopprijs bedraagt € 24 miljoen en genereert een jaarlijks huurinkomen van € 1,2 wat een brutoaanvangsrendement vertegenwoordigt van 5,1 %.
Deze site is via een transactie onder registratierechten samen aangekocht met Silver Forum in Eindhoven.
Intervest heeft een belangrijke positie verworven op het strategisch gelegen en multimodaal ontsloten Flight Forum op het terrein van Eindhoven Airport door de aankoop van het distributiecentrum Silver Forum.
Silver Forum heeft een totale verhuurbare oppervlakte van circa 23.100 m² warehouse en mezzanine, circa 5.600 m² afzonderlijke kantoren en telt circa 200 parkeerplaatsen rondom het gebouw. Het gebouw heeft een opvallende, organische vorm met een zilverkleurige gebogen gevelafwerking. Het distributiecentrum is sinds 2002 integraal verhuurd aan het beursgenoteerde hightechbedrijf ASML, wereldmarktleider in de productie van machines voor halfgeleiders.
De aankoopprijs bedraagt € 16,4 miljoen en genereert een jaarlijks huurinkomen van € 1,8 wat een brutoaanvangsrendement vertegenwoordigt van 10,8 %.
Deze site is via een transactie onder registratierechten samen aangekocht met de site aan de Zalmweg 41 in Raamsdonksveer.
Midden december 2018 heeft Intervest een derde site op bedrijventerrein Dombosch in Raamsdonksveer aangekocht door de realisatie van een sale-and-lease-backoperatie voor de hoofdvestiging van Itsme bv, groothandel en dienstverlener inzake elektrotechnische en mechanische componenten. Het distributiecentrum met bijhorend losstaand kantoorgebouw heeft een oppervlakte van circa 14.500 m². Itsme huurt de volledig site vanaf aankoopdatum voor een vaste termijn van 12 jaar onder een triple-netregime.
De totale investering bedraagt € 10,7 miljoen en levert een jaarlijks huurinkomen op van € 0,8 miljoen, wat overeenkomt met een brutoaanvangsrendement van 7,2%.



Eind december 2018 heeft Intervest een tweede site in Tilburg aan haar portefeuille toegevoegd. Via een sale-and-lease-backoperatie is Intervest eigenaar geworden van het hoofdkantoor van homeretailer Kwantum, onderdeel van Homefashion Group. De site ligt op bedrijventerrein Katsbogten en bestaat uit een distributiecentrum met bijhorend losstaand kantoorgebouw van samen 28.000 m². Kwantum huurt de volledige site vanaf aankoopdatum voor een vaste termijn van 10 jaar onder een triple-netregime en zal tijdens het eerste jaar van de overeenkomst het kantoorgebouw ingrijpend renoveren, verduurzamen en uitbreiden en tegelijkertijd ook het distributiecentrum moderniseren. Kwantum is marktleider in wand-, raam- en vloerproducten en beschikt over een eigen webshop en heeft meer dan 100 eigen winkels in de Benelux.
De totale investering bedraagt € 22,1 miljoen en levert een jaarlijks huurinkomen op van € 1,3 miljoen, wat overeenkomt met een brutoaanvangsrendement van 5,7%.
Eind december heeft Intervest een sale-and-leasebackovereenkomst gesloten voor een logistieke site in Roosendaal van in totaal circa 38.200 m² opslagruimte en bijhorende kantoren, gelegen op een terrein van meer dan 13 hectare op het bedrijventerrein Majoppeveld Noord. De site huisvest het hoofdkantoor en één van de belangrijkste distributiecentra van Jan de Rijk Logistics, een leidende transport en logistieke dienstverlener.
De site wordt vanaf aankoopdatum volledig gehuurd door Jan de Rijk Logistics voor een vaste termijn van 15 jaar onder een triple-netregime.
De totale investering bedraagt € 38,5 miljoen en levert een jaarlijks huurinkomen op van € 2,1 miljoen, wat overeenkomt met een brutoaanvangsrendement van 5,5%.
In 2018 heeft Intervest haar strategie verder uitgerold om te investeren in inspirerende multitenantkantoren op goed bereikbare locaties in grote agglomeraties in Vlaanderen.
In december 2018 heeft Intervest het servicegerichte kantorencomplex Ubicenter verworven. Ubicenter is een hedendaags kantoorcomplex van 23.150 m² gelegen op Philipssite aan de stadsrand van Leuven dat voor meer dan 95% verhuurd is aan 12 huurders. Het gebouw beschikt over een foyer, een bedrijfsrestaurant, een auditorium en een businesscentrum uitgebaat door MC Square. Het kantorencomplex sluit aan op het flexibele business hub concept Greenhouse van Intervest in Antwerpen, Mechelen en Brussel waar klassieke kantoorruimten gecombineerd worden met uitgebreide dienstverlening, serviced offices, coworking, gemeenschappelijke vergaderzalen en evenementenruimtes.
De totale aanschaffingswaarde bedraagt € 33,7 miljoen en levert een jaarlijkse huurinkomen op van € 2,8 miljoen, wat overeenkomt met een brutoaanvangsrendement van 8,2%. De transactie is gestructureerd als een overdracht van een erfpachtrecht dat loopt tot 2099, waarbij de stad Leuven de residuaire eigendomsrechten houdt.
Intervest positioneert zich als een vastgoedvennootschap die verder gaat dan het louter verhuren van vierkante meters. Intervest gaat beyond real estate. Door te luisteren naar de klanten, mee te denken en vooruit te denken, zorgt Intervest voor het 'ontzorgen' van de klant en het bieden van meerwaarde.
Greenhouse staat voor het 'nieuwe werken' waar kantoren op maat, serviced offices en coworking lounges gecombineerd worden met moderne vergader- en evenementenruimtes en extra diensten. Het concept stimuleert interactie tussen bezoekers, vaste en flexibele huurders.
In 2016 heeft Intervest reeds het kantoorgebouw Greenhouse Antwerp geheroriënteerd tot een succesvol en vernieuwend multitenant servicegericht en inspirerend kantoorgebouw dat klassieke kantoorruimten met flexibele workspace combineert. In Mechelen is het torenkantoorgebouw op Mechelen Campus - waar het flexibele werkconcept geïntroduceerd werd in 2012 - in 2018 omgedoopt tot Greenhouse Mechelen.


Flexwerkers kunnen op de drie Greenhouse locaties terecht: Antwerpen, Mechelen en Brussel. Het aantal flexwerkers is in de tweede jaarhelft van 2018 overigens sterk toegenomen. In 2018 werden in totaal 38 flexibele contracten gesloten met coworkers of huurders van serviced offices.
Het vertrek van de huurder in het gebouw in Diegem begin 2017 heeft Intervest de kans gegeven om ook op deze locatie eenzelfde herontwikkeling te realiseren. Dit kwalitatief goed gebouw op een goed bereikbare locatie is uitermate geschikt gebleken voor herpositionering tot Greenhouse-locatie. Na een grondige renovatie heeft Greenhouse BXL in het vierde kwartaal van 2018 de deuren geopend. Greenhouse BXL imponeert met een glazen inkomhal die fungeert als een multifunctionele ontmoetingsplek en evenementenruimte. Verder zijn verschillende vergaderen evenementenruimtes voorzien waaronder een auditorium met een capaciteit van 200 personen en twee restaurants. Het Grand Café 'The Velvet Corner' biedt een ruim assortiment aan gezonde broodjes en salades. Het bedrijfsrestaurant 'The Greenery' heeft een meer uitgebreide menukaart. Huurders kunnen een beroep doen op een service desk die garant staat voor een persoonlijke benadering in functie van hun behoeften.
De eerste huurders Cazimir en Owens & Minor hebben in 2018 hun intrek genomen en begin 2019 verwelkomt Greenhouse BXL Essity, Konica Minolta en Goodyear gevolgd door Roche eind 2019. Op 31 december 2018 bedraagt de totale bezettingsgraad 80% en is slechts circa 10% van de verhuurbare oppervlakte nog als traditionele kantooroppervlakte beschikbaar voor verhuur. Ook de eerste huurders van de serviced offices

hebben intussen hun intrek genomen in het nieuwe kantoorgebouw.
De totale investering in dit herontwikkelingsproject bedraagt € 10 miljoen, waarvan € 8 miljoen in 2018 en € 2 miljoen in 2017.
Intervest heeft begin 2017 eveneens het aanpalend leegstaand gebouw op Berkenlaan 7 gekocht aan grondprijs voor € 1,8 miljoen met de intentie het bestaande gebouw af te breken en de site te integreren met Greenhouse BXL door mogelijks een extra open ruimte met een park, ontspanningsmogelijkheden en een ondergrondse parking te creëren. In 2019 zullen deze heroriënteringswerken verder worden uitgewerkt en geconcretiseerd.

In België werkt Intervest verder aan de herontwikkeling van zone B van de Ford-site in Genk en in Nederland heeft Intervest drie gecommitteerde logistieke ontwikkelingen in de pijplijn die in 2019 gerealiseerd zullen worden. Na realisatie zullen deze ontwikkelingen de clustervorming vergroten die Intervest in Nederland beoogt.

Genk Green Logistics is de samenwerkingsvennootschap tussen Intervest enerzijds en Group Machiels anderzijds, die samen met ontwikkelaar MG Real Estate en DEME Environmental Contractors zal instaan voor de herontwikkeling van een van de meest grootschalige tri-modaal ontsloten logistieke hubs in Vlaanderen.
De site is strategisch gelegen in de belangrijke logistieke corridor Antwerpen - Limburg - Luik. De totale Ford-site heeft een terreinoppervlakte van 133 hectare. De site is tri-modaal ontsloten via het Albertkanaal, het spoor en de nabijheid van de E314 en E313. De grootschaligheid van de site en haar tri-modale ontsluiting zijn unieke troeven om Genk Green Logistics als logistieke hotspot op de kaart te zetten. Genk Green Logistics heeft het terrein aangekocht op zone B van de Ford-site die 42 hectare groot is. Zone A is voorzien als openbaar domein en voor gemeenschappelijke functies. Zone C is eigendom van De Vlaamse Waterweg.
Genk Green Logistics plant een volledig nieuwbouwproject op zone B dat zal bestaan uit een state-of-the-art logistiek complex van ongeveer 250.000 m² na volledige ontwikkeling. Het is de bedoeling om deze oppervlakte verdeeld over verschillende gebouwen vermoedelijk over een periode van 5 jaar gefaseerd te ontwikkelen.
Genk Green Logistics staat voor een ontwikkelingsplan met een duidelijke commerciële focus op grootschaligheid en e-commerce. Het verwacht hiermee een breed scala aan gebruikers tot de site te kunnen aantrekken, gaande van retailers t.b.v. e-commerce activiteiten, e-fulfilment dienstverleners, tot de klassieke 3PL-organisaties. Genk Green Logistics zal ook open staan voor andere logistieke behoeftes of slimme maakindustrie.
Genk Green Logistics bundelt met haar partners expertise in investeren, ontwikkelen en saneren van grootschalige bedrijfsterreinen. De partners in en van Genk Green Logistics beogen dan ook het project in samenwerking met alle stakeholders te ontwikkelen tot een totaalconcept, dat de grotere regio zal versterken.

In de loop van 2018 zijn belangrijke stappen gezet in de herontwikkeling van de voormalige Ford-site in Genk.
De Vlaamse Waterweg zal de eerste jaren nog sloop-, sanerings- en infrastructuurwerken op zone A uitvoeren maar Genk Green Logistics kan gelijktijdig de sloop- en bouwwerken voor de nieuwbouwontwikkelingen op grote delen van zone B aanvatten. Genk Green Logistics gelooft sterk in de commerciële aantrekkelijkheid van de regio en de voordelen die het grootschalige project aan de logistieke dienstverleners kan bieden en zal een eerste gebouw van circa 20.000 m² ook zonder voorverhuring aanvangen. Het eerste gebouw kan in 2020 operationeel zijn.


In de loop van 2019 en 2020 zal Genk Green Logistics een bedrag van € 12 miljoen gefaseerd bijdragen aan de sloop-, sanerings- en infrastructuurwerken in functie van de voortgang van de werken. Intervest zal gedetailleerde informatie inzake financiering, rendementen en andere randvoorwaarden systematisch communiceren in functie van de voortgang in de verschillende fases. Afhankelijk van de exacte invulling zal de uiteindelijke investeringswaarde van het totale project variëren tussen € 120 miljoen en € 150 miljoen.
Afhankelijk van de exacte invulling zal de uiteindelijke investeringswaarde van het project variëren tussen € 120 miljoen en € 150 miljoen.

Intervest heeft in januari 2018 onder de gebruikelijke opschortende voorwaarden een onderhandse overeenkomst gesloten voor de aankoop van een terrein van 3,9 hectare op het industrieterrein Borchwerf I in Roosendaal. In samenwerking met een gespecialiseerde ontwikkelaar zal Intervest op dit terrein een state-of-the-art logistiek complex realiseren bestaande uit ruim 24.100 m² opslagruimte, 3.200 m² mezzanine en 600 m² kantoren. Het terrein wordt in 2019 na sloopwerken en in bouwrijpe toestand aan Intervest overgedragen waarna de bouwwerken kunnen aanvangen. Oplevering is verwacht tegen het vierde kwartaal van 2019.
Commercialisatie van het complex is lopende. De finale aanschaffingswaarde zal afhankelijk zijn van de huursituatie op het moment dat het gebouw wordt opgeleverd en variëren tussen € 18,3 miljoen en € 20,9 miljoen. Op dit moment wordt ingeschat dat het gebouw circa € 1,3 miljoen huurinkomsten zal genereren op jaarbasis en het brutoaanvangsrendement afhankelijk van de looptijd van de af te sluiten huurovereenkomst zal variëren tussen 7,1% en 6,2%.
Intervest heeft in november 2018 onder de gebruikelijke opschortende voorwaarden een turnkey-koopovereenkomst afgesloten voor de aankoop van een logistieke ontwikkeling nabij de luchthaven van Eindhoven op een perceel van circa 33.000 m².
Gold Forum is een state-of-the-art duurzame logistieke projectontwikkeling van circa 21.000 m² en zal architecturaal en functioneel één geheel vormen met het in 2018 aangekochte Silver Forum waardoor een totaal logistiek complex van bijna 50.000 m² zal ontstaan. Gold Forum krijgt net als Silver Forum een opvallende organische vorm maar dan met een goudkleurige gebogen gevel.
Het logistieke gebouw wordt ontwikkeld door en op risico van Kero Vastgoed, een Nederlandse vastgoedontwikkelaar uit de Eindhovense regio. Oplevering is voorzien tegen het derde kwartaal van 2019, het ogenblik waarop Intervest het pand zal verwerven. Kero Vastgoed biedt gedurende twee jaar na aankoopdatum een huurgarantie van € 1,2 miljoen per jaar.
De totale aanschaffingswaarde zal € 18,9 miljoen bedragen en met een jaarlijks huurinkomen van € 1,2 miljoen resulteert dit in een brutoaanvangsrendement van 6,2%.
In november 2018 heeft Intervest onder de gebruikelijke opschortende voorwaarden een overeenkomst afgesloten voor de verwerving van een BREEAM Very Good gecertificeerd nieuwbouw built-to-suitproject op bedrijventerrein Borchwerf II. Het nieuwbouwproject van 17.800 m² voor productie- en distributieactiviteiten zal in het eerste kwartaal van 2019 opgeleverd worden, het ogenblik waarop Intervest eigenaar zal worden en de triple-net-lease start voor een vaste periode van 15 jaar.
Het nieuwe warehouse krijgt een opvallende look met aan de voorzijde met een uitstekende luifel en een glaspartij over de volledige hoogte van het gebouw. Op het dak wordt een fotovoltaïsche installatie geplaatst.
Met deze aankoop neemt Intervest een derde positie in Roosendaal in en bouwt zo verder aan clustervorming in logistieke hotspot nummer 1, West-Brabant.
De totale aanschaffingswaarde zal € 16,8 miljoen bedragen en met een jaarlijks huurinkomen van € 1,0 miljoen resulteert dit in een brutoaanvangsrendement van 5,7%.





Zowel bij nieuwe verhuringen als bij verlengingen doen klanten meer en meer een beroep op het turnkey-solutionsteam van Intervest. Het turnkey-solutionsteam biedt klanten volledig op maat gemaakte interieuroplossingen. Ze werken de optimale indeling uit voor de kantoor- of logistieke ruimte, geven interieuradvies, coördineren de werken en volgen nauwgezet de vooraf bepaalde timing en het voorziene budget op. Intervest 'ontzorgt' haar huurders en de huurders maken hier toenemend gebruik van.
In 2018 heeft het turnkey-solutionsteam zich voornamelijk gericht op de herontwikkeling van Greenhouse BXL. De grondige omvorming van het one-tenantkantoorgebouw naar het servicegerichte inspirerende multi-tenantkantoorgebouw dat Greenhouse BXL vandaag geworden is, vergt een nauwgezette planning en coördinatie. Het team is nagegaan wat de beste indeling zou zijn en hoe de ruimtes flexibel en professioneel maar toch aangenaam, ergonomisch en duurzaam ingericht konden worden door kleuren en materialen te combineren. Het resultaat zijn gangen met opvallende wanden, vergaderhoekjes die een knusse woonsfeer uitademen, een ongedwongen Grand Café Velvet Corner en een speels bedrijfsrestaurant The Greenery. De grootste inkomhal heeft een glazen koepel die zorgt voor natuurlijke lichtinval, de met echte planten beklede wand zorgt voor zuurstof en de directe toegang tot een buitenterras geeft extra ademruimte.
Op Mechelen Campus heeft huurder Ultimo, experts in procesoptimalisatie door middel van softwareoplossingen, een beroep gedaan op Intervest bij de uitbreiding van hun kantooroppervlakte. Actief op de competitieve IT-markt is een ongedwongen kantoorinrichting die pas afgestudeerden aanspreekt voor hun cruciaal.
Voor Galapagos op Intercity Business Park in Mechelen en Mitiska op Inter Access Park in Dilbeek zijn de nieuw gehuurde oppervlakten bij hun reeds bestaande kantoorruimte op een meer traditionele wijze geïncorporeerd.
Voor logistieke klant Feeder One heeft Intervest de in 2018 aangevatte herinrichting van hun logistieke centrum en kantoorruimte in Wommelgem naar een meer duurzaam en energie-efficiënt concept gefinaliseerd.
Het EPRA-resultaat van Intervest over boekjaar 2018 bedraagt € 31,2 miljoen. Dit resultaat betekent een stijging van 14% tegenover het resultaat van € 27,4 miljoen in 2017. Het EPRA-resultaat per aandeel stijgt met 3% en bedraagt € 1,63 voor 2018 tegenover € 1,58 voor 2017. Dit ondanks een stijging van 10% van het gewogen gemiddeld aantal aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging van november 2018 en het keuzedividend in mei 2018.
Deze stijging van het EPRA-resultaat is hoofdzakelijk het gevolg van de stijging van de huurinkomsten met 11% door de acquisities van boekjaar 2017 en 2018 en de verhuringen in de bestaande vastgoedportefeuille, deels gecompenseerd door de beperkte toename van de vastgoedkosten en de hogere financieringskosten als gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille.
De operationele marge is verbeterd met bijna 2%-punten en stijgt van 81% in 2017 naar 83% in 2018. De gemiddelde rentevoet van de financieringen is gedaald van 2,6% in 2017 naar 2,4% in 2018 door kredietvernieuwingen en de uitgifte van een commercial paperprogramma.
| Aantal aandelen | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.288.997 | 18.405.624 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 24.288.997 | 17.740.407 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen coupon 21 | 18.891.443 | nvt |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen coupon 22 | 24.288.997 | nvt |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 19.176.981 | 17.409.850 |
| Resultaat per aandeel - aandeel van de Groep | ||
| Nettoresultaat (€) | 1,78 | 1,22 |
| EPRA resultaat op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (€) | 1,63 | 1,58 |
| Uitkeringspercentage* (%) | 86% | 89% |
| Brutodividend** (€) | 1,40 | 1,40 |
| Percentage roerende voorheffing (%) | 30% | 30% |
| Nettodividend (€) | 0,9800 | 0,9800 |
| Balansgegevens per aandeel - aandeel van de Groep | ||
| Nettowaarde (reële waarde) (€) | 19,62 | 19,52 |
| Nettoactiefwaarde EPRA (€) | 19,88 | 19,62 |
| Beurskoers op afsluitingsdatum (€) | 20,60 | 22,49 |
| Premie t.o.v. reële nettowaarde (%) | 5% | 15% |
| Schuldgraad | ||
| Schuldgraad (max 65%) | 43,5% | 44,6% |
* Intervest Offices & Warehouses is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap met een wettelijke uitkeringsverplichting van minimaal 80% van het nettoresultaat, aangepast voor niet-kasstroomelementen, gerealiseerde meer- en minderwaarden op vastgoedbeleggingen en schuldverminderingen.
** Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergadering te houden in 2019.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Huurinkomsten | 47.920 | 43.349 |
| Met verhuur verbonden kosten | -53 | -4 |
| Met beheer verbonden kosten en opbrengsten | 806 | 623 |
| Vastgoedresultaat | 48.673 | 43.968 |
| Vastgoedkosten | -6.394 | -6.162 |
| Algemene kosten en andere operationele opbrengsten en kosten | -2.725 | -2.729 |
| Operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille | 39.554 | 35.077 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 7.033 | -7.274 |
| Ander portefeuilleresultaat | -2.472 | -89 |
| Operationeel resultaat | 44.115 | 27.714 |
| Financieel resultaat (excl. variaties in reële waarde van financiële activa en passiva) |
-8.005 | -7.467 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
-1.615 | 1.119 |
| Belastingen | -390 | -180 |
| NETTORESULTAAT | 34.105 | 21.186 |
| Minderheidsbelangen | -9 | 0 |
| NETTORESULTAAT - aandeel Groep | 34.114 | 21.186 |
| Toelichting: | ||
| EPRA resultaat | 31.168 | 27.430 |
| Portefeuilleresultaat | 4.561 | -7.363 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
-1.615 | 1.119 |
De strategie van Intervest is gebaseerd op een heroriëntering van de kantorenportefeuille en een groei van de logistieke vastgoedportefeuille. Voor boekjaar 2018 bedragen de huurinkomsten van Intervest € 47,9 miljoen en stijgen hiermee met € 4,6 miljoen of 11% ten opzichte van boekjaar 2017 (€ 43,3 miljoen).
In de logistieke portefeuille nemen de huurinkomsten toe met € 4,0 miljoen. Dit is een stijging van 17% ten opzichte van 2017. De toename volgt voornamelijk uit de investeringen in 2017 die in 2018 een volledig jaar bijdragen aan het resultaat, alsook nieuwe logistieke acquisities in 2018 in Vuren, Eindhoven, Raamsdonksveer, Roosendaal, Tilburg en Gent die de huurinkomsten verder doen toenemen. Ook de in 2017 gerealiseerde uitbreidingen in de bestaande sites in Herentals en Herstal dragen bij tot de toename van de huurinkomsten.
In het kantorensegment nemen de huurinkomsten licht toe met € 0,6 miljoen door nieuwe verhuringen van leegstaande ruimtes in o.a. Mechelen Campus Toren en Woluwe Garden. De verhuringen in Greenhouse BXL zullen in de loop van 2019 gradueel bijdragen in de huurinkomsten van de vennootschap. Ook de acquisitie van Ubicenter in Leuven in december 2018 zal in 2019 een volledig jaar bijdragen aan het resultaat.
Huurinkomsten stijgen in de logistieke vastgoedportefeuille met 17% door acquisities in Nederland en in de kantorenportefeuille met 2% door verhuringen in de bestaande portefeuille.
De vastgoedkosten bedragen voor boekjaar 2018 € 6,4 miljoen (€ 6,2 miljoen). De beperkte stijging met € 0,2 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door (i) de toename van de beheerskosten van het vastgoed met € 0,5 miljoen door de uitbreiding van het Intervest team door de groei van de vastgoedportefeuille, (ii) gedeeltelijk gecompenseerd door lagere technische kosten.
De algemene kosten en andere operationele opbrengsten en kosten bedragen € 2,7 miljoen voor boekjaar 2018 en zijn daarmee op hetzelfde niveau gebleven als vorig jaar (€ 2,7 miljoen).
De stijging van de huurinkomsten in combinatie met de beperkte toename van de vastgoedkosten en stabiele algemene kosten zorgen ervoor dat het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille in 2018 stijgt met € 4,5 miljoen of 13% tot € 39,6 miljoen (€ 35,1 miljoen). Hierdoor verbetert de operationele marge van Intervest van 81% in 2017 naar 83% voor boekjaar 2018.
In boekjaar 2018 heeft Intervest geen vastgoedbeleggingen gedesinvesteerd.
De variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen bedragen in 2018 € 7,0 miljoen (€ -7,3 miljoen). De positieve variaties in de reële waarde zijn het gevolg van:
Het ander portefeuilleresultaat bedraagt in 2018 € -2,5 miljoen (€ -0,1 miljoen) en omvat voornamelijk de voorziening voor uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen die eigendom zijn van de perimetervennootschappen van Intervest in Nederland en België.
Het financiële resultaat (excl. variaties in reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges)) bedraagt in 2018 € -8,0 miljoen (€ -7,5 miljoen). De toename van de financieringskosten is een gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille. De in 2017 en 2018 uitgevoerde herfinancieringen ter optimalisering van de financieringsstructuur zorgen samen met het commercial-paperprogramma dat werd uitgerold in juli 2018 voor een gedeeltelijke compensatie van de toegenomen kosten en een daling van de gemiddelde financieringskost van Intervest.
De gemiddelde rentevoet van de financieringen bedraagt 2,4% inclusief bankmarges voor boekjaar 2018 (2,6% in 2017).
De variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) bevatten de wijziging in marktwaarde van de interest rate swaps die conform IAS 39 niet als cash-flow hedginginstrument kunnen geklasseerd worden, voor een bedrag van € -1,6 miljoen (€ 1,1 miljoen).
Het nettoresultaat van Intervest van het boekjaar 2018 bedraagt € 34,1 miljoen (€ 21,2 miljoen) en kan opgedeeld worden in:
Voor het boekjaar 2018 betekent dit voor Intervest een EPRA resultaat van € 31,2 miljoen (€ 27,4 miljoen). Rekening houdend met 19.176.981 gewogen gemiddeld aantal aandelen geeft dit een EPRA resultaat per aandeel van € 1,63 ten opzichte van € 1,58 per aandeel voor boekjaar 2017.
In het kader van haar groeistrategie heeft Intervest in maart 2016 besloten een brutodividend voor boekjaar 2016, 2017 en 2018 te voorzien van minimum € 1,40 per aandeel. Voor boekjaar 2018 zal aan de aandeelhouders een brutodividend van € 1,40 aangeboden worden1 (€ 1,40 voor boekjaar 2017). Dit komt neer op een pay-out ratio van 86%2 van het EPRA resultaat. Op basis van de slotkoers op 31 december 2018 (€ 20,60) biedt dit de aandeelhouders een brutodividendrendement van 6,8%.
| in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|
| ACTIVA | ||
| Vaste activa | 867.582 | 663.846 |
| Vlottende activa | 19.582 | 15.572 |
| Totaal activa | 887.164 | 679.418 |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | ||
| Eigen vermogen | 477.208 | 359.366 |
| Kapitaal | 219.605 | 167.720 |
| Uitgiftepremies | 167.883 | 111.642 |
| Reserves | 55.015 | 58.818 |
| Nettoresultaat van het boekjaar | 34.114 | 21.186 |
| Minderheidsbelangen | 591 | 0 |
| Verplichtingen | 409.956 | 320.052 |
| Langlopende verplichtingen | 297.951 | 255.584 |
| Kortlopende verplichtingen | 112.005 | 64.468 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 887.164 | 679.418 |
De vaste activa bestaan voornamelijk uit de vastgoedbeleggingen van Intervest. De reële waarde van de vastgoedportefeuille heeft in 2018 een groei gekend van 31% en is toegenomen met circa € 204 miljoen door acquisities en herontwikkelingen, in lijn met de strategie. De reële waarde van de vastgoedportefeuille bedraagt op 31 december 2018 € 867 miljoen (€ 663 miljoen). Onderliggend heeft de reële waarde van de vastgoedportefeuille in 2018 volgende evoluties gekend:
De vlottende activa bedragen € 20 miljoen (€ 16 miljoen) en bestaan hoofdzakelijk voor € 10 miljoen uit handelsvorderingen waarvan € 9 miljoen vooruitfacturaties voor het eerste kwartaal van 2019, € 5 miljoen uit belastingvorderingen en andere vlottende activa, € 2 miljoen uit liquide middelen en € 2 miljoen uit overlopende rekeningen.
Het eigen vermogen van de vennootschap is in 2018 toegenomen met € 118 miljoen of 33% en bedraagt op 31 december 2018 € 477 miljoen (€ 359 miljoen op 31 december 2017), vertegenwoordigd door 24.288.997 aandelen (18.405.624 aandelen op 31 december 2017). Deze toename komt hoofdzakelijk voort uit:
• de kapitaalverhoging met onherleidbaar toewijzingsrecht in november 2018 voor een bedrag van € 99,9 miljoen, met een netto-opbrengst van € 98 miljoen (na aftrek van kosten) en de uitgifte van 5.397.554 nieuwe aandelen die dividendgerechtigd zijn vanaf 30 november 2018
Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is in 2018 door deze kapitaalverhogingen gestegen met € 53 miljoen tot € 221 miljoen (€ 168 miljoen) en de uitgiftepremies met € 56 miljoen tot € 168 miljoen (€ 112 miljoen).
De reserves van de vennootschap bedragen € 55 miljoen (€ 59 miljoen) en bestaan voornamelijk uit:
Op 31 december 2018 bedraagt de nettowaarde (reële waarde) van het aandeel € 19,62 tegenover € 19,52 op 31 december 2017. De EPRA NAV per aandeel bedraagt € 19,88 op 31 december 2018.
Dit betekent een stijging van € 0,26 tegenover een EPRA NAV per aandeel van € 19,62 op 31 december 2017 voornamelijk als gevolg van de combinatie van de EPRA-resultaatgeneratie, de herwaardering van de portefeuille, en de dividenduitkering over het boekjaar 2017.
Aangezien de beurskoers van het Intervest aandeel (INTO) op 31 december 2018 € 20,60 is, noteert het aandeel op afsluitdatum met een premie van 5% ten opzichte van de reële nettowaarde. Hierbij dient in acht genomen te worden dat het aandeel op 31 december 2018 zonder coupon 21 noteert, die onthecht is op 15 november 2018 en recht geeft op een pro rata temporis dividend van € 1,28. Hiermee rekening houdend noteert het aandeel met een premie van 12%.
De langlopende verplichtingen bedragen € 298 miljoen (€ 256 miljoen) en bevatten enerzijds de langlopende financiële schulden voor een bedrag van € 289 miljoen (€ 252 miljoen) die voor € 254 miljoen bestaan uit langetermijnfinancieringen waarvan de vervaldatum zich situeert na 31 december 2019 en de in maart 2014 uitgegeven obligatielening van € 35 miljoen. Anderzijds bevatten de langlopende verplichtingen ook de andere langlopende financiële verplichtingen wat de negatieve marktwaarde van € 3 miljoen vertegenwoordigt van de cash flow hedges die de vennootschap heeft afgesloten ter indekking van de variabele rentevoeten op de financiële schulden. Per 31 december 2018 is er voorts een voorziening aangelegd van € 3 miljoen voor uitgestelde belastingen en een bedrag van € 2 miljoen voor de verplichtingen voor het via recht van gebruik gehouden vastgoed, conform IFRS 16.
De kortlopende verplichtingen bedragen € 112 miljoen (€ 64 miljoen) en bestaan hoofdzakelijk voor € 87 miljoen (€ 47 miljoen) uit kortlopende financiële schulden (financieringen met een vervaldag vóór 31 december 2019 en de in maart 2014 uitgegeven obligatielening van € 25 miljoen die op 1 april 2019 op vervaldatum komt), voor € 5 miljoen uit handelsschulden en andere kortlopende schulden en voor € 18 miljoen uit overlopende rekeningen.
Het financieringsbeleid van Intervest is gericht op het optimaal financieren van de groeistrategie van de vennootschap. Hierbij wordt een evenwichtige verhouding van schulden en eigen vermogen nagestreefd, waarbij het de bedoeling is om de schuldgraad tussen 45% en 50% te behouden. Intervest zorgt voor voldoende beschikbare middelen om de lopende projecten te financieren en om te kunnen ingaan op groeiopportuniteiten. Een goede diversificatie van verschillende financieringsbronnen wordt beoogd, alsook een adequate spreiding van de vervaldagen van de financieringen. Intervest besteedt blijvend aandacht aan het actief beheer van de financiële risico's waaronder rente-, liquiditeits- en financieringsrisico.
Concreet heeft Intervest in 2018 de financieringsportefeuille uitgebreid met € 88 miljoen of 22%. De verdere optimalisering van de financieringsstructuur is verwezenlijkt door:
Deze financieringen, rente-indekkingen en optimalisaties hebben er voor gezorgd dat de gemiddelde financieringskost van Intervest verlaagd is van 2,6% in 2017 naar 2,4% in 2018.
De (her)financieringen tonen het vertrouwen van de financiële instellingen in Intervest en haar strategie aan. Ze hebben geleid tot een adequate spreiding van de vervaldagenkalender van de langetermijnfinancieringen tussen 2019 en 2026, met oog voor evenwicht tussen kostprijs, looptijd en diversifiëring van de financieringsbronnen.
Bovendien is er op jaareinde 2018 een buffer van € 113 miljoen aan niet-gebruikte kredietlijnen beschikbaar voor de financiering van de gecommitteerde pijplijn van acquisitieprojecten van € 57 miljoen, de terugbetaling van de obligatielening die op 1 april 2019 vervalt voor € 25 miljoen en de dividendbetaling in mei 2019. In januari 2019 heeft Intervest bijkomend een financiering afgesloten voor een bedrag van € 25 miljoen met een looptijd van 7 jaar met Triodos Bank, gespecialiseerd in het financieren van duurzame projecten en ondernemingen.
De schuldgraad van de vennootschap bedraagt 43,5% op 31 december 2018 (44,6% op 31 december 2017). De afname met 1,1%-punten ten opzichte van 31 december 2017 is voornamelijk het gevolg van de combinatie van investeringen in vastgoedbeleggingen voor € 195 miljoen, deels gefinancierd met vreemd vermogen en deels met financiële middelen uit de kapitaalverhoging en het keuzedividend.
Door de beperkte schuldgraad van 43,5% op 31 december 2018 kan er nog circa € 115 miljoen geïnvesteerd worden met vreemd vermogen alvorens de bovenkant van de strategische bandbreedte van 45%-50% te bereiken.
Deze solide kapitaalstructuur is gerealiseerd door de creatie van € 110 miljoen nieuw kapitaal door de uitgifte van 32% aandelen in de loop van 2018 in het kader van de kapitaalverhoging en het keuzedividend met een succesratio van 57,5%.

Overige belangrijke kenmerken van de financiële structuur op jaareinde 2018 zijn:
• ratio van 4,9 voor 2018 (4,7 voor 2017).
44,6% op 31 december 2017
€ 113 miljoen ongebruikte kredietlijnen
€ 101 miljoen op 31 december 2017
2,6% op 31 december 2017
76% op 31 december 2017
Op 31 december 2018 zijn 80% van de beschikbare kredietlijnen van Intervest langetermijnkredietlijnen en 20% kortetermijnkredietlijnen.
De kortetermijnkredietlijnen (€ 100 miljoen) bestaan uit:
Het is de strategie van Intervest om de gemiddelde looptijd van de langetermijnkredietlijnen tussen 3,5 en 5 jaar te houden maar hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen.
In 2018 heeft Intervest verder gewerkt aan de optimalisatie van de spreiding van de vervaldagen van haar kredietlijnen door:
De gewogen gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietlijnen is licht afgenomen van 4,6 jaar op 31 december 2017 naar 4,4 jaar op 31 december 2018.
Op 31 december 2018 beschikt de vennootschap over € 113 miljoen niet-opgenomen gecommitteerde kredietlijnen bij haar financiers. Deze zal in de loop van 2019 gebruikt worden voor:
In januari 2019 heeft Intervest reeds bijkomend een financiering afgesloten voor een bedrag van € 25 miljoen met een looptijd van 7 jaar met Triodos Bank, gespecialiseerd in het financieren van duurzame projecten en ondernemingen.
Intervest houdt een strakke thesauriepositie aan zodat de positie van contanten bij een financiële instelling in principe vrij beperkt is en het overschot aan cash aangewend wordt ter afbouw van de financiële schulden. De cashpositie van de vennootschap bedraagt slechts € 1,9 miljoen op 31 december 2018.
Op 31 december 2018 geeft de vervaldagenkalender van de kredietlijnen het in de grafiek getoonde beeld.

Gezien de aanhoudende lage rentevoeten op de financiële markten heeft Intervest haar indekkingsstrategie aangescherpt. Waar in 2016 de strategie bestond om bij de samenstelling van de kredietportefeuille te streven naar een verhouding van een derde met variabele rente en twee derde met vaste rente, is de huidige strategie van Intervest om een indekkingsratio van minstens 80% aan te houden.
Op 31 december 2018:
Van de opgenomen kredietlijnen op 31 december 2018 heeft 84% een vaste rentevoet of is gefixeerd door renteswaps en heeft 16% een variabele rentevoet.
Op 31 december 2018 bestaat 65% van de kredietlijnen van de vennootschap uit financieringen met een vaste rentevoet of financieringen gefixeerd door middel van interest rate swaps, 35% heeft een variabele rentevoet. Het procentuele verschil met de opgenomen kredietlijnen is het gevolg van de beschikbare kredietlijnen.
Op 31 december 2018 is de gewogen gemiddelde rentevoet van de interest rate swaps 0,6% (0,7% in 2017).
De vervaldagenkalender van de indekkinsinstrumenten en financieringen met vaste rentevoet geeft onderstaand beeld:

Ontwikkelingen in 2018:
Op 31 december 2018 is de gewogen gemiddelde resterende looptijd van de interest rate swaps 4,2 jaar (3,6 in 2017).
De rentevoeten op de kredieten van de vennootschap (interest rate swaps en kredieten met vaste rentevoet) liggen op 31 december 2018 vast voor een gewogen gemiddelde resterende looptijd van 3,7 jaar (3,4 in 2017).
Voor het boekjaar 2018 bedraagt het effect op het EPRA resultaat van een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 1% ongeveer € 0,6 miljoen negatief (€ 0,6 miljoen negatief in 2017).
Voor het boekjaar 2018 bedraagt de gemiddelde rentevoet van de financieringen van Intervest 2,4% inclusief bankmarges (2,6% in 2017). Deze daling is voornamelijk het gevolg van de nieuwe financieringen, commercial paperprogramma, rente-indekkingen en andere optimalisaties.

De interestcover ratio is de verhouding tussen het operationeel resultaat, voor het resultaat op de portefeuille, en het financieel resultaat (exclusief variaties in reële waarde van financiële activa en passiva). Deze ratio bedraagt voor Intervest 4,9 voor het boekjaar 2018 (4,7 voor het boekjaar 2017) wat hoger is dan het vereiste minimum 2 tot 2,5 dat als convenant vastgelegd is in de financieringsovereenkomsten van de vennootschap.

31.12.09 31.12.10 31.12.11 31.12.12 31.12.13 31.12.14 31.12.15 31.12.16 31.12.17 31.12.18

De schuldgraad van de vennootschap bedraagt 43,5% op 31 december 2018 (44,6% op 31 december 2017). De afname met 1,1%-punten ten opzichte van 31 december 2017 is voornamelijk het gevolg van de combinatie van investeringen in vastgoedbeleggingen voor € 195 miljoen, deels gefinancierd met vreemd vermogen en deels met financiële middelen uit de kapitaalverhoging en het keuzedividend.
Om een proactief beleid van de schuldgraad te waarborgen, dient een GVV met een schuldgraad hoger dan 50%, als gevolg van artikel 24 van het GVV-KB, een financieel plan op te stellen. Dit plan bevat een uitvoeringsschema waarin een beschrijving wordt gegeven van de maatregelen die zullen worden genomen om te verhinderen dat de schuldgraad boven 65% van de geconsolideerde activa zou stijgen.
Het beleid van Intervest bestaat uit het trachten te handhaven van een schuldgraad tussen 45% en 50%.

Op 31 december 2018 bedraagt de schuldgraad van Intervest 43,5% waardoor de drempel van 50% niet overschreden is. Een overschrijding heeft een eerste maal op 30 september 2011 plaatsgevonden met een schuldgraad van 50,5%. Daarna heeft de schuldgraad steeds gefluctueerd tussen 45% en 52%. In de loop van haar geschiedenis oversteeg de schuldgraad van Intervest nooit de wettelijke drempel van 65%.
Op basis van de huidige schuldgraad van 43,5% per 31 december 2018 heeft Intervest nog een bijkomend investeringspotentieel van circa € 545 miljoen, zonder hierbij de maximale schuldgraad van 65% te overschrijden. De ruimte voor verdere investeringen bedraagt circa € 365 miljoen alvorens de 60% schuldgraad te overschrijden en € 115 miljoen tot de drempel van 50%.
De waarderingen van de vastgoedportefeuille hebben eveneens een impact op de schuldgraad. Rekening houdend met de huidige kapitaalstructuur zou de maximale schuldgraad van 65% pas overschreden worden bij een mogelijke waardedaling van de vastgoedbeleggingen van ongeveer € 293 miljoen of 34% ten opzichte van de vastgoedportefeuille van € 867 miljoen op 31 december 2018. Bij gelijkblijvende lopende huren betekent dit een stijging van de yield, gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van het vastgoed, met gemiddeld 3,8%-punten (van 7,4% gemiddeld naar 11,25% gemiddeld). Bij gelijkblijvende yield, gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van het vastgoed, betekent dit een daling van de lopende huren met € 21,7 miljoen of 34%.
Intervest is hier van oordeel dat de huidige schuldgraad zich op een aanvaardbaar niveau bevindt en voldoende marge biedt om eventuele waardedalingen van het vastgoed op te vangen.
Op basis van het huidige opgestelde financieel plan wordt verwacht dat de schuldgraad van Intervest in de loop van 2019 zal fluctueren tussen 45% en 50%, dit ten opzichte van 43,5% op 31 december 2018.
Bij deze inschatting zijn de volgende theoretische assumpties genomen:
Deze inschatting kan echter beïnvloed worden door het zich voordoen van onvoorziene gebeurtenissen. In dit opzicht wordt specifiek verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren.
De kredietportefeuille van Intervest is gespreid over zeven Europese financiële instellingen en obligatiehouders.
Intervest onderhoudt handelsrelaties met:
De raad van bestuur stelt voor om het resultaat van het boekjaar 2018 van Intervest Offices & Warehouses nv als volgt te bestemmen.
in duizenden €
| Nettoresultaat van het boekjaar 20181 | 34.114 |
|---|---|
| TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES | |
| Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties in de reële waarde2 van vastgoed: |
|
| • Boekjaar |
-15.308 |
| • Vorige boekjaren |
0 |
| • Realisatie vastgoed |
0 |
| Toevoeging aan de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen |
10.747 |
| Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
1.615 |
| Toevoeging aan de andere reserve | 0 |
| Toevoeging aan overgedragen resultaten van vorige boekjaren | -4.072 |
| Vergoeding van het kapitaal | 27.096 |
Aan de aandeelhouders wordt voor het boekjaar 2018 een brutodividend aangeboden van € 1,40 per aandeel. Dit komt neer op een nettodividend van € 0,98 na aftrek van 30% roerende voorheffing.
Het bedrag van € 1,40 zal pro rata temporis verdeeld worden over twee coupons. Coupon nr. 21 is reeds onthecht op 15 november 2018 en geeft recht op een pro rata temporis brutodividend voor de periode vanaf 1 januari 2018 tot en met 29 november 2018, ter waarde van € 1,28 per aandeel. Coupon nr. 22 geeft recht op een pro rata temporis brutodividend voor de periode vanaf 30 november 2018 tot 31 december 2018, ter waarde van € 0,12 per aandeel. De ex-dividend date voor coupon nr. 22 is voorzien op 3 mei 2019.
Rekening houdend met 18.891.443 aandelen met coupon 21 en 24.288.997 aandelen met coupon 22 die zullen delen in het resultaat van het boekjaar 2018, betekent dit een uit te keren dividend van € 27.095.727.
De uitkering van het EPRA resultaat is conform de GVV-Wet. Het dividend is betaalbaar vanaf 21 mei 2019.
1 De huidige winstverdeling is gebaseerd op de enkelvoudige cijfers (zie 8.6 Bijlagen bij de enkelvoudige jaarrekening in het Financieel verslag).
2 Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
EPRA is de European Public Real Estate Association die aanbevelingen formuleert om de transparantie en consistentie van financiële rapportering te verhogen, de zogenaamde BPR of Best Practices Recommendations. In december 2014 heeft EPRA's Reporting and Accounting Committee de geactualiseerde EPRA Best Practices Recommendations ('BPR')2 gepubliceerd. Deze BPR bevatten de aanbevelingen betreffende de bepaling van belangrijke prestaties-indicatoren voor de prestaties van de vastgoedportefeuille. Intervest onderschrijft het belang van standaardisering van de rapportage van prestatie-indicatoren uit oogpunt van vergelijkbaarheid en verbetering van de kwaliteit van de informatie aan beleggers en andere gebruikers van het jaarverslag. Om deze reden heeft Intervest er voor gekozen om de belangrijkste prestatie-indicatoren op te nemen in een apart hoofdstuk van het jaarverslag.
Het Jaarverslag 2017 van Intervest heeft op de EPRA-conferentie in London voor de vierde keer op rij een EPRA BPR GOLD AWARD gekregen.
Het volgen van de EPRA BPR-richtlijnen verschaft stakeholders in de vastgoedsector transparantie en een kader van vergelijkbaarheid en wordt erg gewaardeerd in de sector zoals blijkt uit het volledig rapport over de EPRA Awards, te raadplegen op www.epra.com.

1 Deze cijfergegevens werden niet geauditeerd door de commissaris met uitzondering van het EPRA resultaat, de EPRA NAW en de EPRA NNNAW.
2 Het verslag kan geraadpleegd worden op de website van EPRA: www.epra.com.
De commissaris heeft nagegaan of het "EPRA resultaat", de "EPRA NAW" en "EPRA NNNAW" ratio's berekend zijn volgens de definities van de EPRA BPR van december 2014, en of de financiële gegevens die voor de berekening van deze ratio's worden gebruikt, overeenstemmen met de boekhoudgegevens van de geconsolideerde financiële staten.
| Tabel | EPRA-indicatoren | Definities EPRA* | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
|---|---|---|---|---|---|
| 1 | EPRA resultaat | Resultaat afkomstig van de strate gische operationele activiteiten. |
in duizenden € | 31.168 | 27.430 |
| Doelstelling: meet het resultaat van de strategische operationele activiteiten, met uitsluiting van (i) de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges), en (ii) het portefeuilleresultaat (de al dan niet gerealiseerde winst of verlies op vastgoedbeleggingen). |
|||||
| €/aandeel | 1,63 | 1,58 | |||
| 2 | EPRA NAW | Netto Actief Waarde (NAW) aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en met uitsluiting van bepaalde elementen die niet kaderen in een financieel model van vastgoedinvesteringen op lange termijn. |
in duizenden € | 482.981 | 361.207 |
| Doelstelling: na aanpassingen aan de nettowaarde (reële waarde) voorziet de EPRA NAW de aandeelhouder met relevante informatie over de reële waarde van activa en passiva binnen een vastgoedvennootschap met een langetermijnstrategie. |
|||||
| €/aandeel | 19,88 | 19,62 | |||
| 3 | EPRA NNNAW | EPRA NAW aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de financiële instrumenten, de schulden en de uitgestelde belastingen. |
in duizenden € | 473.394 | 354.892 |
| Doelstelling: na aanpassingen aan de EPRA NAW voorziet de EPRA NNNAW de aandeelhouder met relevante informatie over de reële waarde van activa en passiva binnen een vastgoed vennootschap. |
|||||
| €/aandeel | 19,49 | 19,28 | |||
| 4 | (i) EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) |
Geannualiseerde brutohuurinkomsten op basis van de contractuele huren op afsluitingsdatum van de jaarrekeningen, met uitsluiting van de vastgoedkos ten, gedeeld door de marktwaarde van de portefeuille verhoogd met de geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen. Doelstelling: een indicator om vast goedportefeuilles te vergelijken op basis van rendement. |
6,2% | 6,0% |
| Tabel | EPRA-indicatoren | Definities EPRA* | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|---|---|
| (ii) EPRA aangepast NIR |
Deze ratio voert een correctie uit op de EPRA NIR voor de afloop van huurvrije periodes (of andere niet-vervallen huurincentives zoals een huurperiode met korting en getrapte huurprijzen). Doelstelling: een indicator om vast |
6,4% | 6,2% | |
| goedportefeuilles te vergelijken op basis van rendement. |
||||
| 5 | EPRA huurleegstands percentage |
Geschatte huurwaarde (GHW) van leegstaande oppervlakte, gedeeld door de GHW van de totale portefeuille. |
6,7% | 13,8% |
| Doelstelling: meet de leegstand van de portefeuille vastgoedbeleggingen op basis van de GHW (ERV). |
||||
| 6 | EPRA kost ratio EPRA kosten (inclusief directe (inclusief directe leegstandskosten) gedeeld door de leegstandskosten) brutohuurinkomsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
17,4% | 19,0%** | |
| Doelstelling: meet betekenisvolle ver anderingen in de algemene en operatio nele kosten van de vennootschap. |
||||
| EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten) |
EPRA kosten (exclusief directe leeg standskosten) gedeeld door de bruto huurinkomsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
16,2% | 17,6%** | |
| Doelstelling: meet betekenisvolle veranderingen in de algemene en operationele kosten van de vennoot schap zonder effect van wijzigingen in leegstandskosten. |
* Bron: EPRA Best Practices (www.epra.com).
** Cijfers herwerkt na aanpassing in de berekening van de EPRA kost ratio's volgend uit een grondige analyse van de EPRA definities. Cijfers zoals gepubliceerd in Jaarverslag 2017:
EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten): 20,6% EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten): 19,1%
| in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat IFRS (groepsaandeel) | 34.114 | 21.186 |
| Aanpassingen voor de berekening van het EPRA resultaat | ||
| Uit te sluiten: | ||
| I. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
-7.033 | 7.274 |
| VI. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva |
1.615 | -1.119 |
| Ander portefeuilleresultaat | 2.472 | 89 |
| EPRA resultaat (groepsaandeel) | 31.168 | 27.430 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen | 19.176.981 | 17.409.850 |
| EPRA resultaat (€/aandeel) (groepsaandeel) | 1,63 | 1,58 |
Het EPRA resultaat bedraagt € 31,2 miljoen voor boekjaar 2018 ten opzichte van € 27,4 miljoen voor boekjaar 2017 of een toename met € 3,7 miljoen of 14%, hoofdzakelijk als gevolg van een stijging van de huurinkomsten door de acquisities van boekjaar 2017 en 2018 en de verhuringen in de bestaande vastgoedportefeuille, die slechts gedeeltelijk gecompenseerd worden door de beperkte toename van de vastgoedkosten en de hogere financieringskosten als gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille. Het EPRA resultaat per aandeel stijgt met 3% en bedraagt € 1,63 voor boekjaar 2018 in vergelijking met € 1,58 voor boekjaar 2017. Dit ondanks een stijging van 10% van het gewogen gemiddeld aantal aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging van november 2018 en het keuzedividend in mei 2018.
| in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|
| Nettoactiefwaarde (groepsaandeel) | 476.617 | 359.366 |
| Nettoactiefwaarde/aandeel (€) (groepsaandeel) | 19,62 | 19,52 |
| Verwaterde nettowaarde na effect van de lichting van opties, converteerbare schulden en andere eigen-vermogensinstrumenten |
476.617 | 359.366 |
| Uit te sluiten: | ||
| IV. Reële waarde van financiële instrumenten |
3.456 | 1.841 |
| V.a Uitgestelde belastingen |
2.908 | 0 |
| EPRA NAW (groepsaandeel) | 482.981 | 361.207 |
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.288.997 | 18.405.624 |
| EPRA NAW/aandeel (€) (groepsaandeel) | 19,88 | 19,62 |
| Toe te voegen: | ||
| I. Reële waarde van financiële instrumenten |
-3.456 | -1.841 |
| II. Herwaarderingen van de reële waarde van financieringen met vaste rentevoet |
-3.223 | -4.474 |
| III. Uitgestelde belastingen |
-2.908 | 0 |
| EPRA NNNAW (groepsaandeel) | 473.394 | 354.892 |
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.288.997 | 18.405.624 |
| EPRA NNNAW/aandeel (€) (groepsaandeel) | 19,49 | 19,28 |
De EPRA NAW per aandeel bedraagt op 31 december 2018 € 19,88 Dit betekent een stijging van € 0,26 tegenover een EPRA NAW per aandeel van € 19,62 per 31 december 2017 voornamelijk als gevolg van de combinatie van de EPRA winst-generatie, de herwaardering van de portefeuille en de dividenduitkering over het boekjaar 2017.
De EPRA NNNAW per aandeel bedraagt op 31 december 2018 € 19,49 in vergelijking met € 19,28 op 31 december 2017.
| in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor verkoop | 866.504 | 662.539 |
| Uit te sluiten: | ||
| Grondreserve, met het oog op verhuring* | 5.615 | 1.683 |
| Vastgoed beschikbaar voor verhuring - inclusief recht van gebruik gehouden vastgoed |
860.889 | 660.856 |
| Toe te voegen: | ||
| Geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
28.401 | 17.606 |
| Investeringswaarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuring - inclusief recht van gebruik gehouden vastgoed (B) |
889.290 | 678.462 |
| Geannualiseerde brutohuurinkomsten | 62.004 | 46.801 |
| Uit te sluiten: | ||
| Vastgoedkosten** | -7.090 | -5.954 |
| Geannualiseerde nettohuurinkomsten (A) | 54.914 | 40.847 |
| Aanpassingen: | ||
| Huur bij afloop van huurvrije periodes of andere huurkortingen | 1.631 | 1.026 |
| Geannualiseerde 'topped-up' nettohuurinkomsten (C) | 56.545 | 41.873 |
| (in %) | ||
| EPRA NETTO INITIEEL RENDEMENT (A/B) | 6,2% | 6,0% |
| EPRA AANGEPAST NETTO INITIEEL RENDEMENT (C/B) | 6,4% | 6,2% |
* Op 31 december 2018 heeft de vennootschap in Herentals op haar site Herentals Logistics 3 een grondreserve die verdere uitbreidingsmogelijkheden biedt voor een bijkomend magazijn van ongeveer 8.000 m². Op jaareinde 2018 is deze grondreserve, net zoals op jaareinde 2017 gewaardeerd als bouwrijp terrein. Daarnaast verwierf Intervest in de loop van 2018 via perimetervennootschap Genk Green Logistics zone B op de voormalige Ford-site in Genk voor een aanschafwaarde van € 3 miljoen.
** De perimeter van de uit te sluiten vastgoedkosten voor de berekening van het EPRA Netto Initieel Rendement wordt vastgelegd in de EPRA Best Practices en stemt niet overeen met de "Vastgoedkosten" zoals ze in de geconsolideerde IFRS-rekeningen worden voorgesteld.
Het EPRA Netto Initieel Rendement en het EPRA Aangepast Netto Initieel Rendement op 31 december 2018 stijgen ten opzichte van 31 december 2017 als gevolg van de verhuringen in de bestaande portefeuille, gecompenseerd door acquisities in de loop van 2017 en 2018 aan scherpere yields.
| Segment | Verhuurbare oppervlakte |
Geschatte huurwaarde (ERV) voor de leegstand |
Geschatte huurwaarde (ERV) |
EPRA huurleeg stand |
EPRA huurleeg stand |
|---|---|---|---|---|---|
| (in duizen den m²) |
(in duizenden €) | (in duizenden €) | (in %) | (in %) | |
| 31.12.2018 | 31.12.2017 | ||||
| Kantoren | 238 | 3.731 | 30.107 | 12% | 24% |
| Logistiek vastgoed België | 589 | 634 | 24.880 | 3% | 3% |
| Logistiek vastgoed Nederland |
196 | 0 | 9.942 | 0% | 0% |
| Totaal vastgoed beschik baar voor verhuring |
1.023 | 4.365 | 64.929 | 7% | 14% |
Het EPRA huurleegstandspercentage op 31 december 2018 is met 7%-punten gedaald ten opzichte van 31 december 2017. Het EPRA huurleegstandspercentage van de kantorenportefeuille daalt met 12%-punten als gevolg van de verhuringen in Greenhouse BXL en de volledige verhuring van Greenhouse Mechelen (torengebouw op Mechelen Campus). In de logistieke portefeuille blijft het EPRA huurleegstandspercentage laag met 3% in België en geen leegstand in Nederland. Voor de totale logistieke portefeuille bedraagt het EPRA huurleegstandspercentage 2%.
| in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|
| Administratieve en operationele uitgaven (IFRS) | 8.366 | 8.272 |
| Met verhuur verbonden kosten | 53 | 4 |
| Recuperatie van vastgoedkosten | -729 | -881 |
| Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wede rinstaatstelling |
529 | 375 |
| Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | -606 | -117 |
| Vastgoedkosten | 6.394 | 6.162 |
| Algemene kosten | 2.749 | 2.722 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | -24 | 7 |
| Uit te sluiten: | ||
| Vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht | -12 | -21 |
| EPRA kosten (inclusief leegstandskosten) (A) | 8.353 | 8.251 |
| Leegstandskosten | -587 | -634 |
| EPRA kosten (exclusief leegstandskosten) (B) | 7.766 | 7.617 |
| Huurinkomsten verminderd met vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht (C) |
47.907 | 43.328 |
| (in %) | ||
| EPRA kost ratio (inclusief leegstandskosten) (A/C) | 17,4% | 19,0% |
| EPRA kost ratio (exclusief leegstandskosten) (B/C) | 16,2% | 17,6% |
Als gevolg van een grondige analyse van de EPRA definities werd de berekeningsmethode van de EPRA kost ratio inclusief en exclusief leegstandskosten bijgestuurd en aangepast. Om een goede vergelijkingsbasis te behouden werden in de tabel hierboven de vergelijkende cijfers van 2017 aangepast en herrekend volgens deze nieuwe berekeningsmethode.
De EPRA kost ratio per 31 december 2018 is gedaald ten opzichte van 31 december 2017, als gevolg van de hogere huurinkomsten uit acquisities en de slechts beperkte toename van de vastgoedkosten.
| in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segment | Gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille ge durende twee jaar |
Acquisities & ontwik kelingen |
Desinves teringen |
Totale netto huur inkomsten |
Gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille ge durende twee jaar |
Evolutie nettohuur inkomsten |
Evolutie nettohuur inkomsten (in %) |
| Kantoren | 20.161 | 161 | 0 | 20.322 | 19.445 | 716 | 4% |
| Wijzigingen ten gevolge van indexatie | 272 | 1% | |||||
| Wijzigingen in de bezettingsgraad | 641 | 3% | |||||
| Wijzigingen door heronderhandeling met bestaande huurders | -79 | 0% | |||||
| Wijziging in ontvangen schadevergoedingen | -165 | -1% | |||||
| Andere wijzigingen | 47 | 0% | |||||
| Logistiek | 21.927 | 5.671 | 0 | 27.598 | 22.135 | -208 | -1% |
| Wijzigingen ten gevolge van indexatie | 263 | 1% | |||||
| Wijzigingen in de bezettingsgraad | -111 | -1% | |||||
| Wijzigingen door heronderhandeling met bestaande huurders | -25 | 0% | |||||
| Wijzingingen ingevolge kortingen op tijdelijke terbeschikkingstelling | -518 | -2% | |||||
| Wijzigingen in ontvangen schadevergoedingen | 183 | 1% | |||||
| Andere wijzigingen | |||||||
| TOTAAL HUURINKOMSTEN bij gelijkblijvende samenstelling |
42.088 | 5.832 | 0 | 47.920 | 41.580 | 508 | 1% |
| Reconciliatie met de geconsolideerde netto huurinkomsten | |||||||
| Met verhuur verbonden kosten | -53 | ||||||
| NETTOHUURRESULTAAT | 47.867 |
Bovenstaande tabel geeft de evolutie van de EPRA huurinkomsten weer bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille.
De extra huurinkomsten ontvangen als gevolg van de acquisitie van vijf logistieke gebouwen in 2017 en zeven logistieke gebouwen in 2018 evenals het verworven kantoorgebouw in 2018 worden niet mee opgenomen in de vergelijkingsbasis.
De like for like van de EPRA huurinkomsten vertoont voor de kantorenportefeuille een stijging van 4%. Dit is voornamelijk te wijten aan de nieuwe verhuringen in leegstaande ruimtes in onder andere Mechelen Campus Toren en Woluwe Garden. De like for like van de EPRA huurinkomsten in de logistieke portefeuille vertoont een daling van 1%. Hier zorgt de tijdelijke terbeschikkingstelling van een leegstaande ruimte in Puurs voor een daling van 2%.
| in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Kantoren | Logistiek | Kantoren | Logistiek | ||
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 33.723 | 115.543 | 0 | 51.539 | |
| Verwerving van aandelen in vastgoedven nootschappen |
0 | 37.190 | 0 | 0 | |
| Like-for-like portefeuille2 | 9.158 | 1.089 | 878 | 6.452 | |
| Totaal | 42.881 | 153.822 | 878 | 57.991 |
In de logistieke portefeuille werden in 2018 vijf logistieke sites in Nederland voor een bedrag van € 112 miljoen gekocht, daarnaast werd de grond van Genk Green Logistics voor € 3,5 miljoen gekocht. Eveneens in het logistieke segment werden de aandelen van één vastgoedvennootschap met vastgoed gelegen in België verworven en één vastgoedvennootschap met vastgoed in Nederland, voor een totaal van € 37 miljoen. In de kantorenportefeuille werd één kantoorsite gekocht voor € 34 miljoen. Er werden geen desinvesteringen doorgevoerd in boekjaar 2018.
De investeringsuitgaven in de bestaande kantorenportefeuille van € 9 miljoen betreffen voornamelijk uitgaven met betrekking tot de herontwikkeling van Greenhouse BXL. In de logistieke portefeuille werd € 1 miljoen geïnvesteerd in de bestaande portefeuille, waarvan de meerderheid voor de site in Wommelgem. Er werden geen investeringsuitgaven uitgevoerd in de bestaande Nederlandse portefeuille.
2 De investeringsuitgaven vermeld bij de "like for like portefeuille" betreffen investeringen en uitbreidingen in gebouwen in bezit van de vennootschap op 31 december 2017.
Na het succesvol bereiken van haar doelstellingen in 2018 zal Intervest in 2019, 2020 en 2021 haar strategisch groeiplan onverminderd verderzetten met de heroriëntering van haar kantorenportefeuille en de uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille. De permanente evoluties op de vastgoed- en de financiële markten maken dat Intervest haar strategie en aanpak jaarlijks zorgvuldig opvolgt en verfijnt zonder daarbij aan de essentie te raken.
Ook In 2019 zal Intervest haar investeringsstrategie verder zetten en verwacht de vennootschap de vastgoedportefeuille verder uit te breiden tot een reële waarde van € 1 miljard tegen het einde van 2019 en € 1,3 miljard tegen eind 2021.
Gezien de grote belangstelling van investeerders voor de logistieke investeringsmarkt en de relatief hoge prijzen die daarvan het gevolg zijn, zullen acquisities in de logistieke portefeuille, net zoals in 2018, bestaan uit een gezonde mix van "duurdere" afgewerkte gebouwen met kwaliteitsvolle huurders met langetermijnhuurovereenkomsten, en ontwikkelingen van vastgoedsites, al dan niet volledig voorverhuurd. Deze laatsten genereren een hoger rendement in de portefeuille, waarbij uiteraard de hiermee verbonden bouw- en ontwikkelingsrisico's nauwlettend in het oog gehouden zullen worden.
Om deze ontwikkelingen te realiseren, zal Intervest de mogelijkheid onderzoeken om een grondreserve aan te leggen in de buurt van haar reeds bestaande clusters in België en Nederland.
De verhouding van de beide vastgoedsegmenten in de portefeuille bedraagt op 31 december 2018 60% logistiek vastgoed en 40% kantoorgebouwen. Naar de toekomst toe zal de groei van de vastgoedportefeuille zich voornamelijk realiseren in het logistieke vastgoed, zowel in België als in Nederland. De kantoorgebouwen zullen evenwel steeds een essentieel deel van de portefeuille uitmaken.
Op 31 december 2018 heeft Intervest reeds drie projectontwikkelingen in pijplijn in Nederland voor een totaalbedrag van € 57 miljoen en een verwachte totale huurinkomstenstroom van circa € 3,5 miljoen op jaarbasis (zie hoofdstuk 2.3).
Roosendaal Borchwef II is verworven door Intervest op 1 maart 2019 volgens planning. Dit betreft een nieuwbouw built-to-suit industrieel pand op het industrieterrein Borchwerf II van 17.900 m². De site bestaat uit een productieruimte en distributiecentrum van circa 15.200 m² en heeft circa 600 m² mezzanine en 2.100 m² kantoorruimte.
Deze projecten zullen in de loop van 2019 opgeleverd worden:

Ook de logistieke site in Zellik die Intervest verworven heeft in december 2017, biedt de mogelijkheid tot herontwikkeling in 2019 of later. De site in Zellik is een strategische locatie in de Brusselse periferie, gelegen op de as Antwerpen - Brussel -Nijvel. De Brusselse periferie blijft een toplocatie voor Belgische logistiek, zowel voor nationale als voor snelle stadsdistributie. Intervest voorziet om op deze locatie een state-of-the-art nieuwbouw te realiseren van circa 29.000 m² magazijnruimte en bijhorende kantoren.
In 2019 zal Intervest zich eveneens focussen op de uitwerking van het project Genk Green Logistics dat in belangrijke mate zal bijdragen aan de toekomstige realisatie van het groeiplan van Intervest. De Vlaamse Waterweg zal zorg dragen voor de sanerings- en sloopwerken en de aanleg van de infrastructuur. Intervest is gestart met de commercialisatie van de site van in totaal 250.000 m² logistiek vastgoed en verwacht de bouw van een eerste logistiek gebouw van circa 20.000 m² te kunnen aanvatten in de tweede jaarhelft van 2019.
In Duitsland wordt de markt van het logistieke vastgoed verder verkend. Intervest zal evalueren of er investeringsopportuniteiten mogelijk zijn die passen in de strategie en die voldoende toegevoegde waarde verschaffen.
Voor de kantorenportefeuille zal Intervest enkel op opportunistische wijze investeren in kantoorgebouwen indien het aanvangsrendement voldoende aantrekkelijk is en de gebouwen de mogelijkheid bieden om het Greenhouse-concept uit te rollen. Ook bepaalde bestaande kantoorgebouwen van Intervest zullen in de toekomst omgevormd worden tot multitenant gebouwen met servicegerichte aanpak. Op deze wijze gaat Intervest verder met haar strategie tot heroriëntering van de kantoorgebouwen naar servicegerichte inspirerende werkomgevingen waar werken een beleving is.
De doelstelling om de portefeuille te laten groeien naar € 1 miljard tegen 31 december 2019 en naar € 1,3 miljard tegen eind 2021 is onder voorbehoud van asset rotatie in de kantorenportefeuille waarbij kleinere, alleenstaande, niet-optimale of verouderde kantoorgebouwen waar geen Greenhouse-concept mogelijk is, zullen gedesinvesteerd worden indien zich hiervoor voldoende interessante opportuniteiten voordoen. Ook houdt Intervest de mogelijkheid open om logistieke panden die niet voldoende optimaal zijn voor de huidige en toekomstige logistieke marktvereisten van logistieke spelers, te desinvesteren. Desinvesteringen op regelmatige basis zijn immers noodzakelijk om de kwaliteit van de activa verder te verbeteren en de vastgoedportefeuille continu te verjongen.


De bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille van Intervest bedraagt 93% op 31 december 2018, 88% voor de kantoorgebouwen en 98% in de logistieke portefeuille.
Het verhogen van de huurdersretentie door het verlengen van de looptijd van de huurcontracten blijft de uitdaging op het vlak van asset management evenals het verder stabiliseren en mogelijkerwijze verbeteren van de bezettingsgraad in het kantorensegment. Intervest streeft ernaar het volume aan nieuwe verhuringen, verlengingen en uitbreidingen in de kantorenportefeuille minimaal stabiel te houden. In januari 2019 heeft Intervest vernomen dat haar huurder PwC het kantoorgebouw Woluwe Garden zal verlaten tegen eind 2021. Intervest zal in de loop van 2019 de toekomstmogelijkheden voor dit gebouw onderzoeken, zowel op vlak van herontwikkeling tot een Greenhousehub als op vlak van desinvestering.
De evolutie van de bezettingsgraad in het logistieke segment zal onder andere afhangen van de evoluties op de site in Opglabbeek. Huurder Medtronic heeft besloten om haar logistieke vestiging in Opglabbeek te sluiten. De jaarhuur van Medtronic vertegenwoordigt 3% van de totale contractuele huurinkomsten van Intervest. Het contract heeft een eerste opzegmogelijkheid per 31 augustus 2022. Er zijn gesprekken met Medtronic lopende om de opties naar eventuele herverhuring en/of vervroegde beëindiging met afkoop van de huurovereenkomst verder te onderzoeken.

Intervest blijft permanent inspelen op wijzigende marktomstandigheden en mee-evolueren in combinatie met een stevige vastgoedervaring.
In de strategische evolutie van het louter verhuren van m² naar het aanbieden van flexibele oplossingen en een uitgebreide dienstverlening gaat Intervest met de concepten van Greenhouse-hub en turnkey solutions verder op de ingeslagen weg: beyond real estate. Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken, zorgt Intervest voor het 'ontzorgen' van de klanten en het bieden van meerwaarde. Ook in 2019 zal Intervest er naar streven om bij nieuwe verhuringen of verlengingen van bestaande huurovereenkomsten turnkey solutions te implementeren: een compleet op maat gemaakte oplossing gaande van inrichtingsplannen, werfopvolging tot coördinatie van verhuis, binnen een vooropgestelde timing en budget.

De verdere groei van de vastgoedportefeuille zal, conform het financieringsbeleid van Intervest gefinancierd worden met een evenwichtige combinatie van vreemd vermogen en eigen vermogen. De schuldgraad blijft hierbij binnen de strategische bandbreedte van 45-50% tenzij een duidelijke oververhitting van de logistieke vastgoedmarkt de reële waarde van de vastgoedportefeuille aanzienlijk zou doen stijgen. Dan zal de bandbreedte voorzichtigheidshalve neerwaarts bijgesteld worden naar 40-45%.
Op jaareinde 2018 heeft Intervest een buffer van € 113 miljoen aan niet-gebruikte kredietlijnen beschikbaar voor de financiering van de gecommitteerde pijplijn van acquisitieprojecten van € 57 miljoen, de terugbetaling van de obligatielening die op 1 april 2019 vervalt voor € 25 miljoen en de dividendbetaling in mei 2019.
In januari 2019 heeft Intervest bijkomend een financiering afgesloten voor een bedrag van € 25 miljoen met een looptijd van 7 jaar met Triodos Bank, gespecialiseerd in het financieren van duurzame projecten en ondernemingen. Zo wordt verder gewerkt aan de diversificatie van financieringsbronnen en financieringspartners.
In 2019 dient slechts één krediet, dat 6% uitmaakt van de kredietlijnen voor een bedrag van € 30 miljoen, geherfinancierd te worden in het derde kwartaal.
Om de verdere groei van de vennootschap te garanderen zullen uitgiftes van schuldinstrumenten en aandelenuitgiften ter financiering bestudeerd worden en steeds zoveel mogelijk afgestemd worden op de pijplijn van de vastgoedinvesteringen.
Het brutodividend van € 1,40 per aandeel dat Intervest aangekondigd heeft in het kader van haar groeistrategie 2016-2018 wordt bevestigd en zal voorgesteld worden aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 24 april 2019.
Op basis van het huidig strategisch plan 2019-2021 verwacht Intervest de vastgoedportefeuille te laten groeien tot € 1 miljard tegen eind 2019 en tot € 1,3 miljard tegen eind 2021, met inachtname van mogelijke desinvesteringen ter verbetering van de kwaliteit van de vastgoedportefeuille.
Voor boekjaar 2019 voorziet Intervest een groei van het EPRA resultaat per aandeel van 3%. Intervest wenst uit strategisch oogpunt voldoende liquiditeiten uit de operationele activiteiten beschikbaar te houden in de vennootschap voor de uitbouw van het Greenhouse-concept en andere innovaties en renovaties in haar gebouwen. Daarom heeft Intervest besloten een brutodividend voor boekjaar 2019 te voorzien van minimum € 1,501 per aandeel. Dit betekent een brutodividendrendement van 7,3% op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2018, die € 20,60 bedraagt en komt neer op een pay-out ratio van circa 90%2 van het verwachte EPRA-resultaat.
Dit voorziene brutodividend kan verhoogd worden indien de omstandigheden met betrekking tot de geplande investeringen en/of bijkomende verhuringen in de vastgoedportefeuille, die leiden tot een verdere stijging van het EPRA resultaat, zulks mogelijk en opportuun maken.
1 Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergadering te houden in 2020.
2 Intervest Offices & Warehouses is een gereglementeerde vastgoedvennootschap met een wettelijke uitkeringsverplichting van minimaal 80% van het EPRA resultaat, aangepast voor niet-kasstroomelementen. Het brutodividend zal steeds minimum 80% van dit bedrag bedragen zodat de GVV steeds voldoet aan haar wettelijke verplichtingen.



Intervest zet ook in 2019 duurzaamheid voorop zowel bij het beheer van haar panden als bij haar eigen bedrijfsvoering, met extra aandacht voor de '5 P's voor duurzaam ondernemen', Planet, Peace, Partnership, Prosperity & People: aandacht voor het leefmilieu, een zorgeloze maatschappij, een goede verstandhouding, technologische vooruitgang en een gezonde leefomgeving.
Sinds 2009 certificeert Intervest stelselmatig en stapsgewijs de milieuprestaties van haar gebouwen op basis van de internationaal erkende beoordelingsmethode BREEAM-In-Use. In 2019 zal Intervest nagaan welke bestaande certificaten hernieuwd kunnen worden of welke acties nodig zijn om nog niet gecertificeerde gebouwen te certifiëren.


Bij nieuwbouwprojecten in Nederland, waar Intervest bij aanvang van de bouwwerken reeeds betrokken partij is zoals in Braak Roosendaal of Gold Forum Eindhoven, wordt minstens een BREEAM Very Good classificatie wordt nagestreefd. Bij de in 2017 en 2018 nieuw verworven panden gaat Intervest na in welke mate energie opgewekt kan worden aan de hand van fotovoltaïsche installaties op de daken.
Intervest zal ook in 2019 meewerken aan Flux50, het samenwerkingsverband tussen de Vlaamse overheid, de onderzoekswereld en de industrie om van Vlaanderen een 'smart energy region' te maken. Samen met o.m. Quares, Engie en Continental maakt Intervest deel uit van het business consortium dat op de kantorensite Mechelen Campus en directe omgeving de mogelijkheden zal analyseren om er op termijn een smart-gridomgeving te maken waar energie onderling uitgewisseld kan worden.
Met de Greenhouse-formule focust Intervest op het community gebeuren op alle Greenhouse-locaties tussen coworkers, huurders van serviced offices en traditionele kantoren, en ook werknemers van de kantoren rondom. Het community gebeuren over de drie Greenhouse-locaties zal verder versterkt worden in 2019, o.m. aan de hand van een app die Greenhouse-activiteiten aankondigt en ook een CRM-tool is die de mogelijkheid geeft om contacten met nieuwe zakenrelaties te leggen. Intervest is eveneens van plan om het in 2018 verworven kantorencomplex Ubicenter in Leuven mee te betrekken in het Greenhouse-concept.



Eindhoven - Silver Forum
Het aandeel van Intervest Offices & Warehouses (hierna 'Intervest' genoemd) is sinds 1999 genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussel (INTO).
Het aandeel is opgenomen in o.a. de beursindexen EPRA/NAREIT Developed Europe, EPRA/NAREIT Developed Europe REIT's en GPR 250 Europe.

Het aandeel van Intervest heeft op 31 december 2018 het boekjaar afgesloten met een beurskoers van € 20,60 ten opzichte van € 21,69 op 31 december 2017.
Deze daling is gedeeltelijk te verklaren door de kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten van november 2018 voor een bedrag van € 99,9 miljoen. Hierbij werden 5.397.554 nieuwe aandelen uitgegeven en werd coupon 21, die recht geeft op een brutodividend voor de periode vanaf 1 januari 2018 tot en met 29 november 2018, voor een bedrag van € 1,28 per aandeel onthecht.
De gemiddelde beurskoers van het boekjaar 2018 bedraagt € 21,69 ten opzichte van € 22,04 in het boekjaar 2017. Het aandeel heeft als laagste slotkoers € 19,74 (23 november 2018) en als hoogste slotkoers € 22,96 (30 april 2018) genoteerd.
1 Het verleden van de beurskoers van Intervest werd op 15 november 2018 naar aanleiding van de kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten herrekend. De gegevens en berekeningen in het Jaarverslag 2018 zijn gebaseerd op de gecorrigeerde slotkoersen, zoals deze momenteel ook raadpleegbaar zijn op www.Euronext.com.

Het aandeel van Intervest heeft gedurende 2018 gemiddeld beter gepresteerd dan de BEL 20.
De ex-dividend date voor het dividend over boekjaar 2017 (coupon 19) was op 4 mei 2018. De coupononthechting van coupon nr. 21 (pro rata temporis dividendonthechting in het kader van de kapitaalverhoging van 30 november 2018) was, zoals te zien in bovenstaande grafiek, op 15 november 2018.
De marktkapitalisatie van Intervest bedraagt op 31 december 2018 € 500 miljoen.

1.3. Premie van de beurskoers t.o.v. nettowaarde
Het aandeel van Intervest heeft gedurende het boekjaar 2018 met een premie genoteerd van gemiddeld 10% ten opzichte van de nettowaarde (reële waarde) en 9% ten opzichte van EPRA NAW.
Op jaareinde 31 december 2018 bedraagt de premie 5% ten opzichte van de nettowaarde (reële waarde) en 4% ten opzichte van EPRA NAW. De nettowaarde is inclusief het dividend over boekjaar 2018.

Tijdens 2018 heeft het aandeel van Intervest gemiddeld beter gepresteerd dan de FTSE EPRA/NAREIT indexen. Enkel de FTSE EPRA/NAREIT Belgium/ Luxembourg doet beter.

De verhandelde volumes liggen in 2018 met een gemiddelde van 18.094 aandelen per dag op een hoger niveau als in 2017 (gemiddeld 11.323 stuks per dag). Vooral in het vierde kwartaal is de handel in het aandeel beduidend hoger als gevolg van de kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten in november 2018 en daaruitvolgend het behalen van de strategische doelstelling om de portefeuille te laten groeien tot € 800 miljoen. De omloopsnelheid van het aandeel bedraagt 19% in 2018 ten opzichte van 15,7% in 2017. Op basis ban het gewogen gemiddeld aantal aandelen bedraagt de omloopsnelheid van het aandeel Intervest 24%.
Met ING Bank en Bank Degroof Petercam is een liquiditeitsovereenkomst afgesloten om de verhandelbaarheid van de aandelen te bevorderen. In de praktijk gebeurt dit door regelmatig aan- en verkooporders in te dienen binnen bepaalde marges.
| AANTAL AANDELEN | 31.12.2018 | 31.12.2017 | 31.12.2016 |
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen op het einde van de periode | 24.288.997 | 18.405.624 | 16.784.521 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 24.288.997 | 17.740.407 | 16.784.521 |
| Free float (%) | 85% | 83% | 82% |
| BEURSGEGEVENS | 31.12.2018 | 31.12.2017 | 31.12.2016 |
| Hoogste slotkoers (€) | 22,96 | 24,27 | 25,99 |
| Laagste slotkoers (€) | 19,74 | 21,86 | 22,57 |
| Beurskoers op afsluitingsdatum (€) | 20,6 | 22,49 | 23,90 |
| Premie t.o.v. de reële nettowaarde (%) | 5% | 15% | 23% |
| Gemiddelde beurskoers (€) | 21,69 | 22,85 | 24,23 |
| Verhandeld aantal aandelen per jaar | 4.595.938 | 2.898.600 | 4.675.888 |
| Gemiddelde verhandeld aantal aandelen per dag | 18.094 | 11.323 | 18.194 |
| Omloopsnelheid van het aandeel (%) | 19% | 15,7% | 27,9% |
| GEGEVENS PER AANDEEL (€) | 31.12.2018 | 31.12.2017 | 31.12.2016 |
| Nettowaarde (reële waarde)** | 19,62 | 19,52 | 19,43 |
| Nettoactiefwaarde EPRA | 19,88 | 19,62 | 19,60 |
| Marktkapitalisatie (miljoen) | 500 | 414 | 401 |
| Uitkeringspercentage (%) | 86% | 91%* | 81%* |
| Brutodividend | 1,40 | 1,40 | 1,40 |
| Percentage roerende voorheffing (%) | 30% | 30% | 30% |
| Nettodividend | 0,9800 | 0,9800 | 0,9800 |
| Brutodividendrendement (%) | 6,8% | 6,2% | 5,9% |
| Nettodividendrendement (%) | 4,8% | 4,3% | 4,1% |
** De nettowaarde (reële waarde) stemt overeen met de nettowaarde
zoals gedefinieerd in artikel 2, 23° van de GVV-Wet.
* In boekjaar 2017 en boekjaar 2016 werd het uitkeringspercentage nog berekend op het enkelvoudig EPRA resultaat per aandeel gerekend met het aantal dividendgerechtigde aandelen.
Per 31 december 2018 is het volgende aandeelhoudersschap bekend bij de vennootschap.
| Naam | Aantal aandelen |
Datum transparantie kennisgevingen |
% op datum kennis geving |
|---|---|---|---|
| FPIM/SFPI (inclusief Belfius Groep) | 1.788.821 | 24 augustus 2016 | 10,66% |
| Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij nv/ Société Fédérale de Participations et d'Investissement S.A. (FPIM/SFPI) Louizalaan 32-46A, 1050 Brussel (moederonderneming van Belfius Bank nv) |
0 | ||
| Belfius Verzekeringen nv | 1.778.821 | ||
| Belfius Bank nv | 10.000 | ||
| Allianz Koenigingstrasse 28 - 80802 München, Duitsland (Allianz SE heeft de controle over Allianz Europe bv die op haar beurt de controle heeft over Allianz Benelux S.A.) |
1.258.474 | 19 februari 2016 | 7,75% |
| Allianz SE | 0 | ||
| Allianz Europe BV | 1.163.236 | ||
| Allianz Benelux S.A. | 95.238 | ||
| Patronale Group NV Belliardstraat 3, 1040 Brussel |
826.994 | 6 september 2018 | 4,38% |
| Patronale Group NV | 309 | ||
| Patronale Life NV | 826.685 | ||
| BlackRock 55 East 52nd Street - New York, NY 10055, U.S.A. |
493.742 | 30 juni 2015 | 3,04% |
| BlackRock Asset Management Canada Ltd | 7.643 | ||
| BlackRock Asset Management Ireland Ltd | 239.651 | ||
| BlackRock Asset Management North Asia Ltd | 321 | ||
| BlackRock Fund Advisors | 134.143 | ||
| BlackRock Fund Managers Ltd | 10.513 | ||
| BlackRock Institutional Trust Company, National Association | 96.868 | ||
| BlackRock International Ltd | 4.603 | ||
| Andere aandeelhouders onder de statutaire drempel | 19.920.966 | 74,17% | |
| TOTAAL | 24.288.997 | 100% |
1 Aantal aandelen op basis van de transparantiekennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2018.
Intervest heeft op 6 september 2018 een transparantiekennisgeving ontvangen van Patronale Group nv en Patronale Life nv, waaruit blijkt dat ten gevolge van een fusie tussen Patronale Group nv en Fork Capital nv Patronale Group nv de controle verworven heeft over Patronale Life nv, en zo op groepsniveau 4,38% stemverlenende effecten of stemrechten heeft van Intervest.
Op 6 november 2018 ontving Intervest een transparantiekennisgeving van Foyer Finance SA, waarin zij melding maakt dat de statutaire drempel van 3%, de laagste drempel, onderschreden werd. Van De Eik nv ontving Intervest eenzelfde transparantiemelding op 30 november 2018.
De volledige kennisgevingen alsook de aandeelhoudersstructuur kunnen tevens geraadpleegd worden op de website van Intervest onder de rubriek: Aandeelhoudersstructuur.
Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake is elke natuurlijke of rechtspersoon die aandelen of andere verleende financiële instrumenten van de vennootschap met stemrecht, die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of afstaat, verplicht zowel de vennootschap als de Financial Services and Markets Authority (FSMA) kennis te geven van het aantal financiële instrumenten dat hij bezit, telkens wanneer de stemrechten verbonden aan deze financiële instrumenten vijf procent (5%) of een veelvoud van vijf procent bereiken van het totale aantal stemrechten op dat ogenblik of op het ogenblik dat zich omstandigheden voordoen op grond waarvan zulke kennisgeving verplicht wordt.
Naast de in vorige paragraaf vermelde wettelijke drempels voorziet de vennootschap tevens in een statutaire drempel van drie procent (3%).
De aangifte is eveneens verplicht in geval van overdracht van aandelen, wanneer ingevolge deze overdracht het aantal stemrechten stijgt boven of daalt onder de drempels zoals bepaald hierboven.
De noemer voor deze kennisgevingen in het kader van de transparantiereglementering is een laatste keer gewijzigd op 30 november 2018 als gevolg van de kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten en de daarbijhorende uitgifte van 5.397.554 nieuwe aandelen.

Eventuele wijzigingen in de financiële kalender zullen bekend gemaakt worden via een persbericht, dat desgevallend te raadplegen zal zijn op de website van de vennootschap, www.intervest.be.


De activiteiten en de resultaten van Intervest Offices & Warehouses (hierna 'Intervest' genoemd) hangen voor een deel samen met de evolutie van de algemene economische conjunctuur. Deze wordt gemeten aan de hand van het groei- of dalingsniveau van het bruto binnenlands product van België en heeft een onrechtstreekse invloed op de bezetting van bedrijfsgebouwen door de private sector.
De impact van de conjunctuur op de resultaten van Intervest wordt evenwel getemperd door de samenstelling van de portefeuille, de looptijd van de huurcontracten, de risicospreiding naar huurders en kwaliteit van de huurders, de sectorale spreiding van de portefeuille en de locatie en de kwaliteit van de gebouwen.
Het operationeel- en vastgoedbeheer van alle gebouwen van Intervest gebeurt volledig intern1 om een continue relatie met de klanten te waarborgen. Dankzij de knowhow van haar eigen asset en property management teams die exclusief ten dienste staan van haar klanten-huurders, wordt de strategie in alle investeringssegmenten uitgevoerd. De vennootschap kan verder een beroep doen op interne commerciële, boekhoudkundige, financiële, human resources en communicatiediensten.
In 2018 heeft de vastgoedportefeuille van Intervest een groei gekend van 31% of € 204 miljoen, voornamelijk door acquisities en herontwikkelingen, in lijn met de strategie, en is zo geëvolueerd van € 663 miljoen op 31 december 2017 naar € 867 miljoen op jaareinde 2018. De strategische doelstelling om de vastgoedportefeuille te laten groeien tot € 800 miljoen is dus ruimschoots bereikt. Daarbovenop heeft Intervest een pijplijn van gecommitteerde ontwikkelingen in Nederland van € 57 miljoen met drie logistieke projecten (Roosendaal en Eindhoven) die in de loop van 2019 zullen opgeleverd worden.
Greenhouse BXL
De verhuurbare oppervlakte van de vastgoedportefeuille is in 2018 uitgebreid met 228.052 m² of 22% ten opzichte van jaareinde 2017 en heeft op 31 december 2018 een significante drempel bereikt met een totale verhuurbare oppervlakte van meer dan 1 miljoen m². Deze toename is voornamelijk het gevolg van de acquisitie van zes logistieke sites in Nederland, meer bepaald in Tilburg, Roosendaal, Vuren, Eindhoven en twee sites in Raamsdonksveer, en twee acquisities in België, meer bepaald een logistieke site in Gent en een kantoorsite in Leuven.
Op 31 december 2018 heeft de vastgoedportefeuille een verhuurbare oppervlakte van 1.022.948 m2 (794.896 m2 op 31 december 2017).
1 Met uitzondering van het property management van Mechelen Campus dat uitgevoerd wordt door Quares Property and Facility Management, en voor de Nederlandse panden dat uitgevoerd wordt door Storms International Property Services.
| Logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur in België | |
|---|---|
| Antwerpen - Limburg - Luik | |
| Aarschot - Nieuwlandlaan 321 - 3200 Aarschot | 2005 |
| Herentals Logistics 1 - Atealaan 34b - 2200 Herentals | 2011 |
| Herentals Logistics 2 - Atealaan 34c - 2200 Herentals | 2012 |
| Herentals Logistics 32 - Atealaan 34b - 2200 Herentals | 2017 |
| Luik - Première Avenue 32 - 4040 Luik | 2000 - 2009 |
| Houthalen - Europark 1026 - 3530 Houthalen | 2001 |
| Oevel 1, 2 en 3 - Nijverheidsstraat 8-9-9a-11 - 2260 Oevel | 1995 - 2013 |
| Opglabbeek - Weg naar Zwartberg 231- 3660 Opglabbeek | 1999 - 2012 |
| Wommelgem - Koralenhoeve 25 - 2160 Wommelgem | 1998 |
| Antwerpen - Gent - Rijsel | |
| Gent - Eddastraat 21 - 9042 Gent | 1992-2002 |
| Antwerpen - Brussel - Nijvel |
uitbreiding of investering
Verhuurbare oppervlakte (m2)
Bezettingsgraad1
(%)
A/B
| Aartselaar - Dijkstraat 1A - 2630 Aartselaar |
|---|
| Boom - Industrieweg 18 - 2850 Boom |
| Duffel - Stocletlaan 23 - 2570 Duffel |
| Mechelen 1 - Oude Baan 12 - 2800 Mechelen |
| Mechelen 2 - Dellingstraat 57 - 2800 Mechelen |
| Puurs - Koning Leopoldlaan 5 - 2870 Puurs |
| Schelle - Molenberglei 8 - 2627 Schelle |
| Wilrijk 1 - Boomsesteenweg 801-803 - 2610 Wilrijk |
| Wilrijk 2 - Geleegweg 1-7 - 2610 Wilrijk |
| Huizingen - Gustave Demeurslaan 69-71 - 1654 Huizingen |
| Merchtem - Preenakker 20 - 1785 Merchtem |
| Zellik - Brusselsesteenweg 464 - 1731 Zellik |
| Eindhoven Silver Forum - Flight Forum 1800-1950 - 5657 EZ Eindhoven | 2002 | nvt 28.695 |
|
|---|---|---|---|
| Raamsdonksveer - Steurweg 2 - 4941 VR Raamsdonksveer | 1980 | 2008 14.581 |
|
| Raamsdonksveer - Zalmweg 37 - 4941 SH Raamsdonksveer | 2010 | nvt 20.653 |
|
| Raamsdonksveer - Zalmweg 41 - 4941 SH Raamsdonksveer | 2002 | nvt 38.573 |
|
| Roosendaal - Leemstraat 15-23 Boerkensleen23a - 4705 RT Roosendaal | 1975-2012 | 2012 38.128 |
|
| Tilburg - Belle van Zuylenstraat 10-12 - 5032 MA Tilburg | 1989-1997 | 1997 28.493 |
|
| Tilburg - Kronosstraat 2 - 5048 CE Tilburg | 2004 | 2011 13.309 |
|
| Vuren - Hooglandseweg 6 - 4214 KG Vuren | 2018 | nvt 14.020 |
|
| Totaal logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur in Nederland | 196.452 |
TOTAAL LOGISTIEK VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR 785.216 98%
| Bouw-/renovatiejaar Jaar van laatste |
Verhuurbare | Bezettingsgraad 1 |
|---|---|---|
| uitbreiding of | oppervlakte | (%) |
| investering | (m2) |
A/B
| 99% | 337.120 | ||
|---|---|---|---|
| 100% | 14.602 | nvt | 2005 |
| 91% | 17.346 | nvt | 2011 |
| 100% | 50.912 | nvt | 2012 |
| 100% | 12.123 | nvt | 2017 |
| 100% | 55.468 | 2017 | 2000 - 2009 |
| 100% | 26.996 | 2016 | 2001 |
| 100% | 57.774 | nvt | 1995 - 2013 |
| 100% | 77.718 | 2017 | 1999 - 2012 |
| 100% | 24.181 | 2017 | 1998 |
| 100% | 37.944 | ||
| 100% | 37.944 | 2018 | 1992-2002 |
| 94% | 213.700 | ||
| 100% | 9.866 | nvt | 1994 |
| 100% | 24.871 | 2015 | 2000 |
| 100% | 23.386 | nvt | 1998 |
| 100% | 15.341 | nvt | 2004 |
| 100% | 7.046 | 2010 | 1998 |
| 74% | 43.534 | nvt | 2001 |
| 87% | 8.317 | 2016 | 1993 |
| 100% | 5.364 | 2013 | 1986 |
| 100% | 24.521 | 2016 | 1989 |
| 100% | 17.548 | 1993 | 1987 |
| 100% | 7.269 | 2002 | 1992 |
| 100% | 26.637 | 2008 | 1994 |
| 98% | 588.764 | ||
Logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur in België
Logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur in Nederland
| 100% | 28.695 | nvt | 2002 |
|---|---|---|---|
| 100% | 14.581 | 2008 | 1980 |
| 100% | 20.653 | nvt | 2010 |
| 100% | 38.573 | nvt | 2002 |
| 100% | 38.128 | 2012 | 1975-2012 |
| 100% | 28.493 | 1997 | 1989-1997 |
| 100% | 13.309 | 2011 | 2004 |
| 100% | 14.020 | nvt | 2018 |
| 100% | 196.452 | ||
| 98% | 785.216 |
Aartselaar - Kontichsesteenweg 54 - 2630 Aartselaar 2000 2016 4.140 99%
Gateway House - Brusselstraat 59/Montignystraat 80 - 2018 Antwerpen 2002 2016 11.172 67%
Greenhouse Antwerp - Uitbreidingstraat 66 - 2600 Berchem 2016 5.763 100%
De Arend - Prins Boudewijnlaan 45-49 - 2650 Edegem 1997 6.931 100%
| Greenhouse BXL - Berkenlaan 7, 8a en 8b - 1831 Diegem |
|---|
| Inter Access Park - Pontbeekstraat 2 & 4 - 1700 Dilbeek (Groot-Bijgaarden) |
| Park Rozendal - Terhulpsesteenweg 6A - 1560 Hoeilaart |
| Woluwe Garden - Woluwedal 18-22 - 1932 Sint-Stevens-Woluwe |
| Exiten - Zuiderlaan 91 - 1731 Zellik |
uitbreiding of investering
Verhuurbare oppervlakte (m2)
Bezettingsgraad1
(%)
A/B
Intercity Business Park - Generaal De Wittelaan 9-21 - 2800 Mechelen 1993 - 1999 / 2016 2015 54.190 78% Mechelen Business Tower - Blarenberglaan 2C - 2800 Mechelen 2001 2014 13.574 86%
Mechelen Campus - Schaliënhoevedreef 20 A-J en T - 2800 Mechelen 2000 - 2005 2012 - 2015 58.147 88%
Ubicenter - Philipssite 5 - 3001 Leuven 2001 27.027 96%
TOTAAL KANTOREN BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR 237.732 88%
TOTAAL VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR 1.022.948 93%
| Bouw-/renovatiejaar Jaar van laatste |
Verhuurbare | Bezettingsgraad 1 |
|---|---|---|
| uitbreiding of | oppervlakte | (%) |
| investering | (m2) |
A/B
| 86% | 28.006 | ||
|---|---|---|---|
| 99% | 4.140 | 2016 | 2000 |
| 67% | 11.172 | 2016 | 2002 |
| 100% | 5.763 | 2016 | |
| 100% | 6.931 | 1997 | |
| 91% | 56.788 | ||
| 80% | 20.257 | 2017/2018 | 2000 - 2002 |
| 95% | 6.392 | 2014 | 2000 |
| 86% | 2.830 | 2005 | 1994 |
| 100% | 23.681 | 2014 | 2000 |
| 100% | 3.628 | 2002 | |
| 84% | 125.911 | ||
| 78% | 54.190 | 2015 | 1993 - 1999 / 2016 |
| 86% | 13.574 | 2014 | 2001 |
| 88% | 58.147 | 2012 - 2015 | 2000 - 2005 |
| 96% | 27.027 | ||
| 96% | 27.027 | 2001 | |
| 88% | 237.732 | ||
| 93% | 1.022.948 | ||
Kantoren beschikbaar voor verhuur in België
1 De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille.
Intervest heeft in 2018 de basis gelegd voor de verdere groei van de vennootschap met het herontwikkelingstraject van 'Genk Green Logistics'. Dit project heeft een toekomstig ontwikkelingspotentieel van circa 250.000 m² state-of-the-art logistiek vastgoed voor de herontwikkeling op zone B van de voormalige Ford-site, gespreid over een termijn van vijf jaar. De Ford-site is door zijn locatie, omvang en multimodale bereikbaarheid een uitzonderlijke investeringsopportuniteit.
Ook heeft de vennootschap in Herentals op haar site Herentals Logistics 3 een grondreserve die verdere uitbreidingsmogelijkheden biedt voor een bijkomend magazijn van ongeveer 8.000 m². Op jaareinde 2018 is deze grondreserve gewaardeerd als bouwrijp terrein.
De vennootschap heeft op 31 december 2018 volgende grondreserves in de logistieke portefeuille:
| Locatie | Terrein oppervlakte (m²) | Potentiële verhuurbare oppervlakte (m²) |
|---|---|---|
| Antwerpen - Limburg - Luik | ||
| Herentals Logistics 3 | 11.000 | 8.000 |
| Genk Green Logistics | 420.000 | 250.000 |
| TOTAAL | 431.000 | 258.000 |
Op 31 december 2018 bedraagt de reële waarde van de vastgoedportefeuille € 867 miljoen, waarvan 60% bestaat uit logistieke gebouwen en 40% uit kantoorgebouwen.


De verhouding van de vastgoedsegmenten in de portefeuille is op jaareinde 2018 zoals strategisch vooropgesteld: 60% van de portefeuille is geïnvesteerd in logistiek vastgoed en 40% in kantoorgebouwen (54% en 46% respectievelijk eind 2017).
In 2018 heeft Intervest in totaal acht nieuwe acquisities gerealiseerd voor een totaal bedrag van € 186 miljoen, waarvan zes logistieke sites in Nederland, één in België en één kantoorsite in België.
| Segment | Reële waarde |
Contractuele huur |
Aandeel in de portefeuille |
Aanschaffings waarde* |
Verzekerde waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| (€ 000) | (€ 000) | (%) | (€ 000) | (€ 000) | |
| Kantoren beschikbaar voor verhuur | 346.769 | 27.021 | 40% | 337.697 | 384.722 |
| Logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur |
511.884 | 36.615 | 59% | 480.568 | 346.778 |
| Vastgoed beschikbaar voor verhuur |
858.653 | 63.636 | 99% | 818.265 | 731.500 |
| Grondreserves logistiek | 5.222 | nvt | 1% | 5.222 | nvt |
| Via recht van gebruik gehouden vastgoed logistiek |
2.236 | nvt | 0% | nvt | nvt |
| Overige logistiek | 393 | nvt | 0% | 393 | nvt |
| TOTAAL | 866.504 | 63.636 | 100% | 823.880 | 731.500 |
* Inclusief geactiveerde investeringen.
1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op jaareinde.
Intervest investeert in kantoorgebouwen in België en in logistieke panden in België en Nederland, gebouwen van prima kwaliteit, die verhuurd worden aan eersterangshuurders. Het onroerend goed waarin geïnvesteerd wordt, betreft voornamelijk moderne gebouwen, gelegen op strategische locaties, vaak in clusters.

1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2018
Het logistieke deel van de portefeuille in België is gelegen op de assen Antwerpen - Brussel - Nijvel (25%), Antwerpen - Limburg - Luik (40%) en Antwerpen - Gent - Rijsel (5%) en concretiseert zich in Nederland (30%) op de assen Moerdijk - 's Hertogenbosch - Nijmegen en Bergen-op-Zoom - Eindhoven - Venlo.
Het kantoorgedeelte van de portefeuille concentreert zich in en rond centrumsteden als Antwerpen (12%), Mechelen (52%), Brussel (26%) en Leuven (10%) en ligt zowel in de binnenstad als op campussen buiten de stad.
Ongeveer 43% van de logistieke portefeuille is verhuurd aan bedrijven buiten de logistieke sector wat de stabiliteit van de huurinkomsten bevordert, met name in periodes van minder gunstige conjunctuur.

De huurders zijn goed verspreid over een groot aantal verschillende economische sectoren, wat het risico op aanzienlijke leegstand reduceert in geval van lagere conjunctuur die sommige sectoren harder zou kunnen treffen.

1 Percentages op basis van de contractuele huren.
De bezettingsgraad van de totale vastgoedportefeuille van Intervest bedraagt 93% op 31 december 2018, wat een stijging inhoudt van 2%-punten tegenover jaareinde 2017 (91%). Voor de kantorenportefeuille is de bezettingsgraad met 3%-punten toegenomen tot 88% op 31 december 2018 (85% jaareinde 2017, 76% inclusief Greenhouse BXL). De bezettingsgraad van de logistieke portefeuille blijft stabiel op 98% op 31 december 2018 (98% jaareinde 2017).
De stijging in de bezettingsgraad vloeit voornamelijk voort uit de ingebruikname van het voor 80% verhuurde Greenhouse BXL, de volledige verhuring van Greenhouse Mechelen (torengebouw op Mechelen Campus) en de verwerving van zeven volledig verhuurde logistieke sites.


De gemiddelde bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille van Intervest gedurende de 15-jarige periode van 2004 tot 2018 is 88% met als maximum 94% (op 31 december 2008) en als minimum 80% (op 31 december 2004).
Zowel de bezettingsgraad van de logistieke portefeuille als deze van de kantorenportefeuille situeert zich op dit moment aan de top van de historische range.
Intervest streeft ernaar een optimale risicospreiding te bekomen en tracht het relatieve aandeel van de individuele gebouwen en complexen in de totale portefeuille te beperken.
Mechelen Campus is met een oppervlakte van 58.149 m² het grootste complex, opgebouwd uit elf afzonderlijke gebouwen. Woluwe Garden en Intercity Business Park zijn eveneens complexen die bestaan uit verschillende gebouwen.

De tien belangrijkste huurders vertegenwoordigen 34% van de huurinkomsten. Dit zijn steeds vooraanstaande bedrijven in hun sector die vaak deel uitmaken van internationale concerns. 13% van de belangrijkste huurders behoort tot het kantoorsegment, 21% behoort tot het logistieke segment.
De huurinkomsten van Intervest zijn verspreid over 220 verschillende huurders wat het debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de huurinkomsten bevordert.

1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2018. 2 Percentages op basis van contractuele huren.
Op 16 februari 2018 vernam Intervest via de pers de intentie van Medtronic om haar logistieke vestiging in Opglabbeek te sluiten. De jaarhuur van Medtronic vertegenwoordigt 3% van de totale contractuele huurinkomsten van Intervest. Het contract heeft een eerste opzegmogelijkheid per 31 augustus 2022. Ondertussen zijn de eerste gesprekken met Medtronic gevoerd om de opties naar eventuele herverhuring en beëindiging van de overeenkomst in 2022 verder te onderzoeken.
De huurovereenkomst met PricewaterhouseCoopers in Woluwe Garden neemt een einde op 31 december 2021. Ondertussen is het voor Intervest duidelijk dat deze huurder, die 5% van de contractuele huurinkomsten van Intervest vertegenwoordigt, geen nieuwe huurovereenkomst zal afsluiten na deze einddatum en het pand zal verlaten tegen eind 2021. Intervest heeft met de succesvolle herpositionering van Greenhouse BXL al bewezen dat een eventueel vertrek van een belangrijke huurder niet noodzakelijk negatief hoeft te zijn. In de loop van 2019 zullen de toekomstmogelijkheden voor dit gebouw verder onderzocht worden, zowel op vlak van herontwikkeling tot een Greenhouse-hub als op vlak van desinvestering.
Ook wat betreft Nike Europe Holding dat 4% van de contractuele huurinkomsten vertegenwoordigt heeft de vennootschap momenteel geen duidelijkheid over de intentie tot al dan niet vernieuwing van de huidige terbeschikkingstellingsovereenkomst die deels in 2020 en deels in 2021 een einde zal nemen.

Op 31 december 2018 is de gemiddelde resterende looptijd van de contracten in de volledige portefeuille 4,6 jaar, ten opzichte van 3,9 jaar op 31 december 2017.
De eindvervaldagen van de huurcontracten van Intervest zijn goed verspreid over de komende jaren. 9% van de contracten heeft, op basis van de contractuele jaarhuur, een eindvervaldatum in het jaar 2019. In 2020 komt slechts 5% van de contracten op eindvervaldatum.

Gezien de meeste contracten van het type 3/6/9 zijn, hebben deze huurders elke drie jaar de mogelijkheid om hun contract te beëindigen. De grafiek toont het verloop van de eerstvolgende vervaldag van alle huurovereenkomsten (dit kan een eindvervaldag zijn of een tussentijdse vervaldag). Daar Intervest diverse langetermijnovereenkomsten heeft, zijn weliswaar niet alle contracten opzegbaar binnen de drie jaar.
De grafiek toont het hypothetische scenario op 31 december 2018 waarbij elke huurder zijn huurcontract zou opzeggen bij eerstkomende tussentijdse vervaldag. Dit is een worst case scenario, de in 2018 vertrokken huurders hebben gemiddeld pas opgezegd na een huurperiode van bijna 8 jaar (14 jaar voor de huurders vertrokken in 2017).
In 2019 komt 10% van de contracten op tussentijdse- of eindvervaldatum, waarvan 5% in de kantorenportefeuille en 5% in het logistiek vastgoed.


Voor de kantoren bedraagt de gemiddelde resterende huurperiode tot de eerstvolgende vervaldag (WALB) 3,5 jaar op 31 december 2018 ten opzichte van 3,1 jaar op 31 december 2017. Voor de grote huurders van kantoren (deze boven 2.000 m2) die 67% uitmaken van de totale resterende huurinkomstenstroom en dus een grote impact hebben op de resultaten van Intervest, ligt de eerstvolgende vervaldag (per 1 januari 2019) gemiddeld over 3,8 jaar ten opzichte van 3,4 jaar eind december 2017. Deze verbetering in gemiddelde resterende huurperiode wordt voornamelijk veroorzaakt door de nieuw afgesloten huurcontracten voor Greenhouse BXL, vaak met een vaste looptijd van 6 jaar of meer, die zo een positief effect hebben op de gemiddelde resterende contractduur van 0,4 jaar.
6 5
Logistiek vastgoed
4,4 5,5
jaar

4,3
5,2
5,5
4,5
Voor de logistieke panden bedraagt de gemiddelde contractduur tot eerstvolgende vervaldag 5,5 jaar op 31 december 2018, ten opzichte van 4,4 jaar op 31 december 2017. Deze stijging is voornamelijk afkomstig van de verwerving van vijf logistieke sites die voor lange termijn verhuurd zijn. Zij verhogen de resterende contractduur tot eerstvolgende breakdatum met 1,4 jaar en zorgen voor een WALB logistiek Nederland die 10,1 jaar bedraagt op 31 december 2018.
Voor grote huurders (boven 10.000 m² opslagruimte) ligt de eerstvolgende vervaldag gemiddeld over 5,5 jaar (4,5 jaar op 31 december 2017).
Op 31 december 2018 is de gemiddelde resterende looptijd van de contracten in de kantorenportefeuille 3,5 jaar ten opzichte van 3,1 jaar op 31 december 2017.
Voor de logistieke portefeuille is de gemiddelde looptijd van de contracten 5,5 jaar op 31 december 2018 ten opzichte van 4,4 jaar op 31 december 2017.
De meeste huurcontracten van de vennootschap zijn van het type 3/6/9. Een aantal grote contracten heeft echter een langere effectieve looptijd.
In het jaar 2018 zijn 14 huurcontracten of 10% van de jaarlijkse huurinkomsten op eindvervaldatum gekomen. Waaronder acht contracten of 2% in de kantorenportefeuille en zes contracten of 8% in het logistieke segment.
Hiervan zijn zes contracten verlengd bij de huidige huurder en zijn er vier nieuwe contracten afgesloten ter vervanging. In veel gevallen was de nieuwe huurder reeds aanwezig op de site.
In het logistieke segment is 2% van de jaarlijkse contractuele huur per 31 december 2017 die op eindvervaldag kwam in 2018 niet opgevangen. Dit is grotendeels te wijten aan de site in Puurs waar huurder Fiege een kleinere oppervlakte in beslag neemt. Alle huurovereenkomsten die op eindvervaldatum kwamen zijn wel verlengd, vervangen door nieuwe contracten of ingevuld door uitbreidingen op bestaande contracten.
Bij de kantoren is 2% van de jaarlijkse huurinkomsten op eindvervaldag gekomen in 2018. Hiervan is 1% verlengd, vervangen door nieuwe contracten of ingevuld door uitbreidingen op bestaande contracten.
De huurders die in 2018 vertrokken zijn, hebben gemiddeld pas opgezegd na een huurperiode van ongeveer 8 jaar.
Het verhogen van de huurdersretentie door het verlengen van de looptijden van de huurcontracten blijft de uitdaging op het vlak van asset management, evenals het verder stabiliseren en mogelijkerwijze verbeteren van de bezettingsgraad in het kantorensegment. Naast de verhuringen in Greenhouse BXL in Diegem streeft Intervest ernaar het volume aan nieuwe verhuringen, verlengen en uitbreidingen in de kantorenportefeuille minimaal stabiel te houden.
Intervest blijft permanent inspelen op wijzigende marktomstandigheden en mee-evolueren in combinatie met een stevige vastgoedervaring. In de strategische evolutie van het louter verhuren van m² naar het aanbieden van flexibele oplossingen en een uitgebreide dienstverlening gaat Intervest met het Greenhouse-concept, coworking lounges, serviced offices en turnkey solutions verder op de ingeslagen weg: beyond real estate. Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken, zorgt Intervest voor het 'ontzorgen' van de klanten en het bieden van meerwaarde.
Intervest hanteert een proactief beleid inzake het onderhoud van de gebouwen en via een constante monitoring van het investeringsplan wordt de kwaliteit van de portefeuille gegarandeerd. Naast regelmatige investeringen in kwaliteit en duurzaamheid worden herontwikkelingen en renovaties van de panden uitgevoerd om zowel de kantoorgebouwen als de logistieke panden steeds hoog kwalitatief te houden en de technische en economische levensduur van de gebouwen te optimaliseren. Zo werd in 2018 meer dan € 10 miljoen uitgegeven aan investeringen in de bestaande portefeuille.

1 Percentages zijn berekend op basis van de reële waarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuur op 31 december 2018. De leeftijd is uitgedrukt ten opzichte van het bouwjaar, de kleinere renovaties worden niet in rekening gebracht. Een volledige renovatie daarentegen zorgt voor een aanpassing van de leeftijd.
| TOTALE PORTEFEUILLE | 31.12.2018 | 31.12.2017 | 31.12.2016 | 31.12.2015 | 31.12.2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur (€ 000) |
858.653 | 662.539 | 610.944 | 634.416 | 609.476 |
| Contractuele huren (€ 000) | 63.636 | 48.588 | 46.337 | 49.849 | 46.556 |
| Rendement op reële waarde (%) | 7,4% | 7,3% | 7,6% | 7,9% | 7,6% |
| Contractuele huren verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand (€ 000) |
68.001 | 55.783 | 50.871 | 55.689 | 53.807 |
| Rendement bij volledige verhuring op reële waarde (%) |
7,9% | 8,4% | 8,3% | 8,8% | 8,8% |
| Totale verhuurbare oppervlakte (m²) | 1.022.948 | 794.896 | 705.068 | 717.073 | 674.156 |
| Bezettingsgraad (%) | 93% | 91% | 91% | 90% | 87% |
| KANTOREN | 31.12.2018 | 31.12.2017 | 31.12.2016 | 31.12.2015 | 31.12.2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur (€ 000) |
346.769 | 304.250 | 301.926 | 326.371 | 332.966 |
| Contractuele huren (€ 000) | 27.021 | 21.157 | 23.179 | 27.311 | 27.254 |
| Rendement op reële waarde (%) | 7,8% | 7,0% | 7,7% | 8,4% | 8,2% |
| Contractuele huren verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand (€ 000) |
30.752 | 27.772 | 26.808 | 32.059 | 32.652 |
| Rendement bij volledige verhuring op reële waarde (%) |
8,9% | 9,1% | 8,9% | 9,8% | 9,8% |
| Totale verhuurbare oppervlakte (m²) | 237.732 | 210.457 | 208.716 | 229.669 | 229.669 |
| Bezettingsgraad (%) | 88% | 85% | 86% | 85% | 83% |
| LOGISTIEK VASTGOED | 31.12.2018 | 31.12.2017 | 31.12.2016 | 31.12.2015 | 31.12.2014 |
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur (€ 000) |
511.884 | 358.289 | 309.018 | 308.045 | 276.510 |
| Contractuele huren (€ 000) | 36.615 | 27.431 | 23.158 | 22.538 | 19.302 |
| Rendement op reële waarde (%) | 7,2% | 7,7% | 7,5% | 7,3% | 7,0% |
| Contractuele huren verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand (€ 000) |
37.249 | 28.011 | 24.063 | 23.630 | 21.155 |
| Rendement bij volledige verhuring op reële waarde (%) |
7,3% | 7,8% | 7,8% | 7,7% | 7,7% |
| Totale verhuurbare oppervlakte (m²) | 785.216 | 584.439 | 496.352 | 487.404 | 444.487 |
Het rendement op de reële waarde in deze grafiek is berekend op de contractuele huur verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand van de vennootschap. Het gemiddeld brutorendement bij volledige verhuring van het vastgoed beschikbaar voor verhuur bedraagt 7,9% per 31 december 2018 (8,4% op 31 december 2017). Voor het logistieke segment heeft zich een daling voorgedaan van 7,8% naar 7,3%. Wat de kantorenportefeuille betreft is er een daling van 9,1% naar 8,9%.

De vastgoedportefeuille van Intervest wordt verzekerd voor een totale reconstructiewaarde van € 732 miljoen, exclusief de terreinen waarop de gebouwen staan, tegenover een reële waarde van de vastgoedbeleggingen van € 867 miljoen op 31 december 2018 (weliswaar gronden inbegrepen). De verzekerde waarde bedraagt voor de kantoren € 385 miljoen en voor de logistieke portefeuille € 347 miljoen.
De verzekeringen omvatten eveneens bijkomende waarborgen voor de onbruikbaarheid van de onroerende goederen zoals huurderving, de instandhoudings- en opruimingskosten, het verhaal van huurders en gebruikers en het verhaal van derden. De gederfde huur wordt vergoed zolang het gebouw niet heropgebouwd is, voor zover dit binnen een redelijke termijn, vastgesteld door de expert, gebeurt. Inclusief deze bijkomende waarborgen is de verzekerde waarde € 1,2 miljard. Deze verzekerde waarde wordt gesplitst in € 764 miljoen voor de kantoren en € 433 miljoen voor de logistieke portefeuille.
Intervest is verzekerd tegen aansprakelijkheid voortkomend uit haar activiteiten of haar investeringen middels een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering die lichamelijke schade dekt tot een bedrag van € 12,4 miljoen en stoffelijke schade (andere dan door brand en ontploffing) tot € 0,6 miljoen. Verder zijn de bestuurders en leden van het directiecomité verzekerd voor bestuurdersaansprakelijkheid waarbij schade wordt gedekt tot een bedrag van € 30 miljoen.
In geval van een hypothetische negatieve aanpassing van het rendement dat gebruikt wordt door de vastgoeddeskundigen bij de bepaling van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap (yield of kapitalisatievoet) met 1%-punt (van 7,4% naar 8,4% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 102 miljoen of 12%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 6%-punten tot circa 49%.
In het omgekeerde geval van een hypothetische positieve aanpassing van dit gebruikte rendement met 1%-punt (van 7,4% naar 6,4% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 134 miljoen of 16%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 6%-punten tot circa 38%.
De waardering van de vastgoedportefeuille van Intervest is op 31 december 2018 uitgevoerd door de volgende vastgoeddeskundigen:
De vastgoeddeskundigen analyseren op een permanente basis verhuringen, verkoop- en aankooptransacties. Dit laat toe de vastgoedtrends correct in te schatten op basis van de werkelijk gerealiseerde prijzen en over te gaan tot het samenstellen van marktstatistieken.
Voor de beoordeling van het onroerend goed wordt rekening gehouden met de markt, de locatie en enkele karakteristieken van het onroerend goed.
Vervolgens zijn er 4 belangrijke waarderingsmethoden die gehanteerd worden: actualisatie van de geschatte huurinkomsten, eenheidsprijzen, discounted cash flow analysis en kostenmethode.
De investeringswaarde is de resultante van het toegepaste rendement (yield of kapitalisatievoet, die het door een koper vereist brutorendement vertegenwoordigt) op de geschatte huurwaarde (ERV), gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten.
Voor gebouwen die deels of volledig onbezet zijn, wordt de waardering berekend aan de hand van de geschatte huurwaarde, met afhouding van de leegstand en de kosten (verhuurkosten, publiciteitskosten, enz.) voor de leegstaande delen. Voor gebouwen waar de vastgoeddeskundige het correcter acht, wordt de kostenmethode gehanteerd.
Te renoveren gebouwen, gebouwen onder renovatie of geplande projecten worden geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie of einde werken, verminderd met het bedrag van de resterende werken, de erelonen van architecten en ingenieurs, tussentijdse interesten, de geschatte leegstand en een risicopremie.
De investeringswaarde wordt bepaald op basis van eenheidsprijzen van het goed per m² voor kantoorruimte, opslagruimte, archief, aantal parkeerplaatsen, enz. en dit op basis van de hiervoor reeds beschreven markt- en gebouwanalyse.
De investeringswaarde wordt berekend op basis van de geactualiseerde waarde van de netto toekomstige huuropbrengsten van elke eigendom. Zo wordt per eigendom rekening gehouden met de jaarlijks te verwachten kosten en provisies, de lopende huurovereenkomsten, de realisatietermijn van de (ver)bouwwerken, hun weerslag op de effectieve inning van de huurgelden. Deze inkomstenstroom, evenals de herverkoopwaarde exclusief transactiekosten, wordt geactualiseerd (discounted cash flow) op basis van de interestvoeten op de kapitaalmarkten, en vermeerderd met een marge, eigen aan de specifieke vastgoedbelegging (liquiditeitsmarge). De impact van wijzigende rentevoeten en te verwachten inflatie wordt aldus op conservatieve wijze mee verrekend in de schatting.
Dit geeft een waarde op basis van de geschatte actuele kosten voor het reproduceren of maken van een eigendom van dezelfde kwaliteit, utiliteit en verhandelbaarheid, maar met moderne vervaardigingstechnieken.
| Vastgoeddeskundige | Reële waarde (€ 000) |
Investeringswaarde (€ 000) |
|---|---|---|
| Cushman & Wakefield | 346.768.665 | 355.437.881 |
| CBRE Valuation Services | 360.422.156 | 369.432.710 |
| CBRE Valuation Advisory | 153.249.483 | 163.958.810 |
| TOTAAL* | 860.440.304 | 888.829.401 |
*Het totaal van de verslagen van de vastgoeddeskundigen kan aangesloten worden met het vastgoed beschikbaar voor verhuur verhoogd met de grondwaarde van Herentals Logistics 3, getaxeerd als bouwrijp terrein.
Cushman & Wakefield heeft voor het door Cushman & Wakefield gewaardeerde deel van de vastgoedportefeuille van Intervest een investeringswaarde bepaald, op 31 december 2018, van € 355.437.881 en een reële waarde van € 346.768.665.
Fouad Ben Tato Associate Valuation & Advisory Cushman & Wakefield
Kris Peetermans Partner Valuation & Advisory Cushman & Wakefield
CBRE Valuation Services heeft voor het door hen gewaardeerde deel van de vastgoedportefeuille van Intervest een investeringswaarde bepaald, op 31 december 2018, van € 369.432.710 en een reële waarde van € 360.422.156
Pieter Paepen, MRICS RICS registered valuer Senior Director CBRE Valuation Services Kevin Van de Velde
Associate Director CBRE Valuation Services
CBRE Valuation Advisory heeft voor het door hen gewaardeerde deel van de vastgoedportefeuille van Intervest een investeringswaarde bepaald, op 31 december 2018, van € 163.958.810 en een reële waarde van € 153.249.483.
Drs. H.W.B. Knol MSc MRICS RT RICS registered valuer Director
Drs. W.F.A. Rodermond MRE MRICS RICS registered valuer Senior Director

RIJSEL
| Antwerpen - Limburg - Luik | Antwerpen - Brussel - Nijvel | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 1 | Wommelgem | p. 152 | 10 | Wilrijk | p. 151 |
| 2 | Herentals Logistics | p. 143 - 144 | 11 | Aartselaar | p. 141 |
| 3 | Oevel | p. 148 - 149 | 12 | Schelle | p. 150 |
| 4 | Aarschot | p. 140 | 13 | Boom Krekelenberg | p. 141 |
| 5 | Houthalen | p. 145 | 14 | Duffel | p. 142 |
| 6 | Genk Green Logistics | p. 142 | 15 | Mechelen 1 | p. 146 |
| 7 | Opglabbeek | p. 149 | 16 | Mechelen 2 | p. 147 |
| 8 | Luik | p. 146 | 17 | Puurs | p. 150 |
| 18 | Merchtem | p. 147 | |||
| Antwerpen - Gent - Rijsel | 19 | Zellik | p. 152 | ||
| 9 | Gent | p. 143 | 20 | Huizingen | p. 145 |
Rangschikking per logistieke as: Antwerpen - Limburg - Luik, Antwerpen - Gent - Rijsel en Antwerpen - Brussel - Nijvel
| 21 | Roosendaal | p. 155 |
|---|---|---|
| 22 | Raamsdonksveer 1 | p. 153 |
| 23 | Raamsdonksveer 2 | p. 154 |
| 24 | Raamsdonksveer 3 | p. 154 |
| 25 | Vuren | p. 156 |
| 26 | Tilburg 1 | p. 155 |
| 27 | Tilburg 2 | p. 156 |
| 28 | Eindhoven - Silver Forum | p. 153 |

De logistieke panden van Intervest liggen in België voornamelijk op de logistieke assen Antwerpen - Limburg - Luik, Antwerpen - Brussel - Nijvel en Antwerpen - Gent - Rijsel.
In Nederland liggen de panden ten zuiden van de lijn Rotterdam - Nijmegen.
Met de uitgesproken sterke aanwezigheid en clustervorming op deze belangrijke logistieke assen, is Intervest een relevante gesprekspartner die optimaal kan inspelen op de wijzigende behoeften van bestaande en nieuwe klanten.


Nieuwlandlaan 321 3200 Aarschot Oppervlakte 14.602 m2 Bouwjaar 2005 Bezettingsgraad 100%
Distributie-hub nabij Leuven op 4 km van op- en afrit van de E314. Ideaal gelegen voor last-miledistributieactiviteiten. Site bestaat uit twee logistieke gebouwen en twee kleinere opslagruimtes. 80% van de site wordt sinds begin 2017 door bpost uitgebaat als regionaal verdeelcentrum.

Dijkstraat 1A 2630 Aartselaar Oppervlakte 9.866 m2 Bouwjaar 1994 Bezettingsgraad 100%
Semi-industrieel gebouw met groot aantal laadkades. Door goede ligging nabij A12 en E19 is deze site uitermate geschikt voor distributieactiviteiten.

Adres Industrieweg 18 2850 Boom Oppervlakte 24.871 m2 Bouwjaar 2000 (gedeeltelijke renovatie in 2015) Bezettingsgraad 100%
Site met modern en efficiënt energiebeheersysteem. Gelegen in de industriezone Krekelenberg met uitstekende ontsluiting via de A12. Uitermate geschikt voor distributie binnen de Benelux. Grote opsplitsbare opslaghal met ruime kantoorfaciliteiten en sociale ruimtes.
In 2015 voorzien van moderne lay-out en complete relighting. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.



Adres Stocletlaan 23 2570 Duffel Oppervlakte 23.386 m2 Bouwjaar 1998 Bezettingsgraad 100%
Volledig omheind logistiek gebouw op enkele kilometers van de E19. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.


Adres Henry Fordlaan 8 + 4 3600 Genk Potentiële oppervlakte 250.000 m2 Bouwjaar 2019
Via de perimetervennootschap Genk Green Logistics is Intervest samen met Group Machiels eigenaar van zone B, een perceel grond van 42 hectare op de voormalige Ford-site. De voormalige Ford-site bestaat uit drie nog te ontwikkelen zones: zone A voor openbaar domein met gemeenschappelijke functies, zone C voor watergebonden logistieke activiteiten met o.m. een nieuwe containerterminal en zone B waar Genk Green Logistics een flexibel, grootschalig, multimodaal en duurzaam logistiek project met toegevoegde waarde zal realiseren in samenwerking met MG Real Estate en DEME Environmental Contractors.

Adres Eddastraat 21 9042 Gent Oppervlakte 37.944 m2 Renovatiejaar 2018 Bezettingsgraad 100%
Goed ontsloten farmaceutische site in North Sea Port (Gentse zeehaven), integraal uitgebaat door een internationale logistieke dienstverlener. Complex bestaat uit drie aaneensluitende units waarvan circa 40% volledig vernieuwd werd in 2018. De daken zijn integraal voorzien van een fotovoltaïsche installatie.


Logistieke cluster met hoge zichtbaarheid langsheen de E313, in de logistieke corridor Antwerpen - Luik, bestaande uit drie aparte sites.
Atealaan 34b 2200 Herentals Oppervlakte 17.346 m2 Renovatiejaar 2011 Bezettingsgraad 91%
Grondig gerenoveerd logistiek gebouw met ruime kantoorfaciliteiten. Door de vele laadkades uitermate geschikt voor crossdockactiviteiten.


Adres Atealaan 34c 2200 Herentals Oppervlakte 50.912 m2 Renovatiejaar 2008 en 2012 Bezettingsgraad 100%
State-of-the-art logistiek gebouw in gebruik door Nike met circa 40.000 m² opslagruimte, ruime mezzanine over de volledige lengte van het gebouw, kantoorruimte en parkeerfaciliteiten. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.


Adres Atealaan 34b 2200 Herentals Oppervlakte 12.123 m2 Bouwjaar 2017 Bezettingsgraad 100%
State-of-the-art logistiek distributiecentrum. In 2017 ontwikkeld op maat van gebruiker Schrauwen Sanitair en Verwarming, onder coördinatie van het turnkey-solutionsteam van Intervest.

Adres
Europark 1026 3530 Houthalen Oppervlakte 26.996 m2 Bouwjaar 2001 Bezettingsgraad 100%
Modern en modulair magazijn voor Europese distributie met ruime parking voor trailers en personenwagens. Gelegen in de logistieke corridor Antwerpen - Limburg - Luik langsheen de E314. Deels voorzien van ledverlichting.


Adres
Gustave Demeurslaan 69 - 71 1654 Huizingen
Oppervlakte 17.548 m2
Bouwjaar 1987 - 1993 (Verschillende renovaties) Bezettingsgraad 100%
Deels gekoeld farmaceutisch distributiemagazijn ten zuiden van Brussel met bijhorende kantoorruimten en door gebruiker DHL Pharma Logistics geïnstalleerde labo's.

Adres Première Avenue 32 4040 Luik Oppervlakte 55.468 m2 Bouwjaar 2000 - 2017 Bezettingsgraad 100%
Modern logistiek complex nabij de vrachtluchthaven van Bierset en de containerterminal TriLogiPort en met uitstekende ontsluiting via de E313, E40, E42 en E25. De site werd gefaseerd ontwikkeld en bestaat uit verschillende opslaghallen met bijhorende kantoorfaciliteiten en een ruim buitenterrein. De meest recente uitbreiding (3.600 m²) dateert van 2017 en werd door het turnkey-solutionsteam van Intervest in samenspraak met één van de gebruikers, Vincent Logistics, gerealiseerd.


Adres Oude Baan 12 2800 Mechelen Oppervlakte 15.341 m2 Renovatiejaar 2004 Bezettingsgraad
100%
Farmaceutisch magazijn met airconditioning in de volledige opslagruimte. Goede ligging met directe aansluiting op de E19. De site is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.

Dellingstraat 57 2800 Mechelen Oppervlakte 7.046 m2 Bouwjaar 1998 (Uitbreiding in 2010) Bezettingsgraad 100%
Multifunctioneel semi-industrieel pand met grote overdekte zone voor buitenopslag en ruime kantoorfaciliteiten. Gelegen nabij de E19 en op wandelafstand van het station en het stadscentrum van Mechelen.


Adres Preenakker 20 1785 Merchtem
Oppervlakte 7.268 m2 Bouwjaar 1992 (Uitbreiding in 2002) Bezettingsgraad 100%
Logistiek gebouw met een hoge graad van automatisering. In gebruik door ZEB Logistics voor distributie van kleding. Gelegen in de KMO-zone Merchtem Preenakker in de driehoek tussen de E40 Brussel - Oostende, de A12 en de Brusselse ring.

Logistieke cluster met hoge zichtbaarheid langsheen de E313, in de logistieke corridor Antwerpen - Luik, bestaande uit vier sites. Ligt in nabije omgeving van Herentals Logistics.
Adres Nijverheidsstraat 9 2260 Oevel Oppervlakte 12.159 m2 Renovatiejaar 2004 Bezettingsgraad 100%
Logistieke site met hoge graad van automatisering, in gebruik door Estée Lauder die vlakbij eveneens een van haar productiefaciliteiten uitbaat.

Adres Nijverheidsstraat 9a + 11 2260 Oevel Oppervlakte 33.955 m2 Bouwjaar 2007 (Uitbreiding in 2013) Bezettingsgraad 100%
Modern logistiek complex. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie. Huurders zijn DSV en Seal For Life Industries.


Adres Nijverheidsstraat 8 2260 Oevel Oppervlakte 11.660 m2 Bouwjaar 1995 Bezettingsgraad 100%
Logistieke site met opslagruimte, mezzanine en kantoren. Uitstekende ligging langs de E313 - E314. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.


Adres Weg naar Zwartberg 231 3660 Opglabbeek
Oppervlakte 77.718 m2 Bouwjaar 1999 - 2012 Bezettingsgraad
100%
Logistieke site met uitbreidingspotentieel, gelegen in de logistieke corridor Antwerpen - Luik met goede ontsluiting via E314. Dak is in 2017 deels gerenoveerd en is grotendeels uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.


Adres Koning Leopoldlaan 5 2870 Puurs Oppervlakte 43.534 m2 Bouwjaar 2001 Bezettingsgraad 74%
Unieke zichtlocatie langs de A12 in Puurs. Logistiek complex, deels in gebruik door Delhaize België voor haar fresh food e-commerce platform en door Fiege voor snel roterende consumentenproducten. Het dak is over de volledige oppervlakte voorzien van een fotovoltaïsche installatie.


Adres Molenberglei 8 2627 Schelle Oppervlakte 8.317 m2 Bouwjaar 1993 (uitbreiding 2016) Bezettingsgraad
87%
Vanaf de A12 goed bereikbaar logistiek gebouw met opslaghal, kantoren, sociale ruimtes en groot aantal laad- en loskades.
In 2017 door het turnkey-solutionsteam van Intervest gerenoveerd en uitgebreid met een showroom in samenspraak met uitbater Rogue Fitness Benelux.

Cluster met twee aaneensluitende sites langs de A12, aan de rand van Antwerpen en met een goede verbinding naar Brussel.
Boomsesteenweg 801 - 803 2610 Wilrijk
Oppervlakte 5.364 m2 Bouwjaar 2013 Bezettingsgraad 100%
In 2013 door het turnkey-solutionsteam van Intervest volledig ingerichte showroom met atelier voor autodistributeur Peugeot. Op commerciële topligging langs de Boomsesteenweg.


Adres Geleegweg 1 - 7 2610 Wilrijk Oppervlakte 24.521 m2 Bouwjaar 1989 (Renovatie in 2016 - 2017) Bezettingsgraad 100%
Logistiek complex met ideale ligging voor stadsdistributieactiviteiten.
Het turnkey-solutionsteam van Intervest installeerde in 2016 - 2017 in samenspraak met huurder Toyota Material Handling Europe Logistics nieuwe vloeren, ledverlichting, nieuw sanitair en extra ramen voor meer zonlicht in het kantoorgedeelte.



Koralenhoeve 25 2160 Wommelgem Oppervlakte 24.181 m2 Bouwjaar 1998 (Renovatie in 2017 - 2018) Bezettingsgraad 100%
Zichtlocatie langs de E313 - E34 aan de rand van Antwerpen.
Modern distributiecomplex dat in 2017 - 2018 door het turnkey-solutionsteam van Intervest in samenspraak met gebruiker Feeder One duurzaam en energie-efficiënt gerenoveerd is. Kantoorruimtes werden heringedeeld en gebouw werd voorzien van ledverlichting, nieuwe HVAC en een EMSsysteem. Dak werd gerenoveerd en van extra isolatie voorzien.


Adres Brusselsesteenweg 464 1731 Zellik Oppervlakte 26.637 m2 Bouwjaar 1994 Bezettingsgraad 100%
Logistieke site aan de rand van het industriegebied in Zellik - Asse nabij de snelwegen E40 en E19 en de Brusselse Ring.
Er bevindt zich een fotovoltaïsche installatie op een gedeelte van het dak.
Site biedt herontwikkelingspotentieel tot stateof-the-art nieuwbouw van circa 29.000 m².


Flight Forum 1800-1950 5657 EZ Eindhoven Oppervlakte 28.695 m2 Bouwjaar 2002 Bezettingsgraad 100%
Strategisch gelegen multimodaal ontsloten logistieke site op het businesspark Flight Forum in de dynamische omgeving van de luchthaven en nabij het stadscentrum van Eindhoven. Distributiecentrum met kwalitatieve en moderne afwerking en een opvallende ovalen vorm met zilverkleurige gevelbekleding. Pand werd door huurder ASML uitgerust met cleanrooms.
Intervest realiseert in 2019 nieuwbouwproject Gold Forum op aanpalende site dat samen met Silver Forum een architecturaal geheel van 50.000 m² zal vormen.


Logistieke cluster in bedrijvenpark Dombosch nabij het knooppunt van de A27 (Breda - Almere) en A59 (Moerdijk - Den Bosch), bestaande uit drie afzonderlijke sites.
Adres Zalmweg 37 4941 VX Raamsdonksveer Oppervlakte 20.653 m2 Bouwjaar 2010 Bezettingsgraad 100%
Logistiek complex dat in 2010 built-to-suit gerealiseerd werd voor een woon- en decoratieretailer die van hieruit distributieactiviteiten voor levering van e-commerce organiseert.

Zalmweg 41 4941 VX Raamsdonksveer Oppervlakte
38.573 m2 Bouwjaar 2002 Bezettingsgraad 100%
Modern distributiecentrum met bijhorende kantoren en groot aantal laadkades. De opslaghal bestaat uit vier onafhankelijke opslagruimten die aan elkaar geschakeld kunnen worden. De kantoren bevinden zich op de mezzanine.


Adres Steurweg 2 4941 VR Raamsdonksveer Oppervlakte
14.581 m2 Bouwjaar 1980 (Uitbreiding in 2008) Bezettingsgraad 100%
Vrijstaand multifunctioneel logistiek pand met eigentijdse uitstraling. Kantoorgedeelte op de mezzanine en aparte kantorenblok ernaast.


Adres Leemstraat 15 4705 RT Roosendaal Oppervlakte 38.128 m2
Bouwjaar 1975 - 1985 - 2007 - 2012 Bezettingsgraad 100%
Omvangrijk logistieke complex bestaande uit zes opslaghallen met bijhorende kantoren, werkplaats, loods en conciërgewoning op een terrein van meer dan 13 hectare. Goed gelegen in bedrijventerrein Majoppenveld, nabij afrit A58 Vlissingen - Roosendaal - Eindhoven en met directe toegang naar A17 Roosendaal - Moerdijk. Hoofdkwartier van logistieke dienstverlener Jan de Rijk.
Uitbreidings- of herontwikkelingpotentieel onsite.


Adres Kronosstraat 2 5048 CE Tilburg Oppervlakte
13.309 m2 Bouwjaar 2004 (Renovatie in 2011) Bezettingsgraad 100%
Gekoelde bedrijfshal en productieruimte conform HACCP-richtlijnen van de voedingsindustrie. Gelegen in Industriezone Vossenberg II met directe aansluiting op de A58 Eindhoven - Breda, in logistieke corridor Tilburg Waalwijk. In gebruik door Dutch Bakery voor logistieke en industriële bakkerij-activiteiten met expeditie.


Belle van Zuylenstraat 15 5032 MA Tilburg Oppervlakte 28.493 m2 Bouwjaar 1989 (Uitbreiding 1997 - Renovatie 2019) Bezettingsgraad 100 %
Zichtlocatie langs A58 Vlissingen - Breda - Eindhoven, in bedrijventerrein Katsbogten. Logistiek complex bestaande uit distributiecentrum en vrijstaand kantoorpand dat in 2019 volledig gerenoveerd, gemoderniseerd en verduurzaamd wordt. Groot aantal dockshelters aan vooren achterzijde en voldoende parkeervoorzieningen. Hoofdkwartier van woondiscounter Kwantum.


Adres Hooglandseweg 6 4214 KG Vuren Oppervlakte 14.020 m2 Bouwjaar 2018 Bezettingsgraad 100%
Built-to-suit nieuwbouwproject bestaande uit verschillende opslagruimten en kantoorgedeelte in twee bouwlagen, in 2018 op maat gebouwd voor farmaceutische groothandel The Medical Export Group. Gelegen op de as Rotterdam - Ruhrgebied met goede ontsluiting via de A15 Rotterdam - Nijmegen - Ruhrgebied en de A2 Amsterdam - Utrecht - Eindhoven. Geklimatiseerd en geschikt voor opslag van farmaceutische producten en temperatuurgevoelige goederen.




E314
| 1 | Greenhouse Antwerp | p. 160 |
|---|---|---|
| 2 | Gateway House | p. 163 |
| 3 | De Arend | p. 164 |
| 4 | Aartselaar | p. 163 |
| 8 | Greenhouse BXL | p. 161 |
|---|---|---|
| 9 | Woluwe Garden | p. 166 |
| 10 | Exiten | p. 167 |
E314
E34
A12
ANTWERPEN
GENT MECHELEN
E17
E19
LEUVEN
BRUSSEL
E313
| 5 | Mechelen Campus en Greenhouse Mechelen |
p. 161 |
|---|---|---|
| 6 | Intercity Business Park | p. 166 |
| 7 | Mechelen Business Tower | p. 165 |
Brussel
| 13 | Ubicenter | p. 162 |
|---|---|---|
11 Inter Access Park p. 164
12 Park Rozendal p. 165
1 Rangschikking per regio op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel en de as Brussel - Leuven.

Greenhouse is een vernieuwend, inspirerend en servicegericht kantorenconcept van Intervest in Antwerpen, Mechelen en Brussel waar werken een aangename beleving is. Greenhouse combineert traditionele kantoren die langetermijn verhuurd zijn met serviced offices en coworking lounges. Greenhouse biedt extra dienstverlening aan alle huurders en gebruikers zoals gemeenschappelijke vergader- en evenementenruimtes, centrale receptie, restaurant, strijkcentrale, pakjesdienst, fitness-faciliteiten, schoonmaak en een 7/7 technische helpdesk. Een Greenhouse-Flexabonnement geeft toegang tot de coworking lounges op de drie Greenhouse locaties. Ook de langetermijnhuurders kunnen op de verschillende locaties gebruik maken van de Greenhouse-diensten en faciliteiten.
In kantoorcomplex Ubicenter in Leuven, door Intervest aangekocht in 2018, baat één van de huurders een flexibel business concept uit. Ook hier worden traditionele langetermijnverhuurde kantoren gecombineerd met serviced offices en coworking lounges en is er een ruim aanbod aan extra dienstverlening.

Adres Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem Oppervlakte 5.763 m2 Renovatiejaar 2016 Bezettingsgraad 100%
Greenhouse Antwerp werd in 2016 volledig gerenoveerd tot een landmark langs de Antwerpse singel met opvallende 'groene gevel' die bestaat uit 50.000 levende planten. Greenhouse Antwerp biedt 14 vergader- en evenementenruimtes met een capaciteit van 2 tot 24 personen. De meest prestigieuze evenementenruimte, de 'Greenhouse Boardroom', is uitgerust met eigen cateringfaciliteiten. 'Greenhouse Café', het restaurant op het gelijkvloers, is een geliefde lunchspot in de buurt voor een uitgebreide lunch of meeneemhap.

Adres Berkenlaan 8A + 8B 1831 Diegem Oppervlakte 20.257 m 2 Renovatiejaar 2017 - 2018 Bezettingsgraad 80%
Greenhouse BXL opende na een grondige renova tie eind 2018 de deuren. De voorgevel bestaat uit een verticale plantentuin, de wand in het glazen atrium is met echte planten bekleed, het gebouw wordt omringd door verschillende plantentuinen en op het groendak bevindt zich een terras. In de ruime ondergrondse parking zijn er laadpalen voor elektrische wagens. Er zijn voldoende vergader- en evenementenruimtes waaronder een auditorium voor 200 personen en het atrium dat als een multi functionele ontmoetings- en evenementenruimte fungeert. Er zijn twee restaurants in het gebouw. Het grand café Velvet Corner biedt een ruim assor timent aan gezonde broodjes en salades en The Greenery heeft een meer uitgebreide menukaart. Greenhouse BXL ligt naast de Brusselse ring en vlakbij Brussels Airport.

Adres Schalïenhoevedreef 20 A - J en T 2800 Mechelen Oppervlakte 58.147 m2 Bouwjaar 2000-2005 Bezettingsgraad 88%
Greenhouse Mechelen bevindt zich op Mechelen Campus. Mechelen Campus bestaat uit een toren gebouw van 60 meter en 10 lagere kantoorgebou wen die met elkaar verbonden zijn door een bovenen ondergrondse parking. Vele kantoren werden door het turnkey-solutionsteam van Intervest in samenspraak met de huurders ingericht.
Tussen de gebouwen bevindt zich een tuin. Er zijn verschillende charging plazas voor elektrische wagens, een poolwagen en een gratis shuttle dienst. Greenhouse Mechelen werd ondergebracht in het torengebouw en biedt 12 vergader- en evenementen ruimtes met een capaciteit van 4 tot 130 personen.


Adres Philipssite 5 3001 Leuven Oppervlakte 27.027 m2 Bouwjaar 2001 Bezettingsgraad 96%
Ubicenter Leuven is een hedendaags kantoorcomplex dat aansluit op het innovatieve Greenhouseconcept maar niet rechtstreeks door Intervest uitgebaat wordt. Ubicenter biedt eveneens kantoren op maat, coworking lounges en sleutel op de deur kantoorruimten met extra dienstverlening zoals vergaderzalen, receptiediensten, dagelijks beheer van briefwisseling, telefoon- en faxnummer, douches en catering services. Het gebouw beschikt over een foyer, bedrijfsrestaurant en auditorium.
Ubicenter ligt aan de ring rond Leuven, vlakbij de oprit van de E40 en E314.

De kantoren van Intervest liggen op strategische locaties in Vlaanderen, zowel in de binnenstad als op campussen buiten de stad, voornamelijk op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel.
Intervest heeft een stevig uitgebouwde marktpositie in Mechelen, een stad die door de groeiende mobiliteitsproblematiek meer en meer een alternatieve locatie voor Brussel vormt.


Adres
Kontichsesteenweg 54 2630 Aartselaar Oppervlakte 4.140 m2 Bouwjaar 2000 Bezettingsgraad 99%
Ideaal gelegen tussen de E19 en A12. Bestaat uit een kantoorgedeelte, een magazijn en een zeer ruime parking. De site biedt een maximale zichtbaarheid door de directe ligging aan de Kontichsesteenweg.


Adres Brusselstraat 59 / Montignystraat 80 2018 Antwerpen Oppervlakte 11.172 m2 Renovatiejaar 2002 Bezettingsgraad
67%
Statig gebouw schuin tegenover het Antwerpse justitiepaleis, op vijf minuten wandelen van de bruisende en trendy buurt 'Het Zuid'. Zowel met het openbaar vervoer als met de wagen zeer goed bereikbaar.

Adres Pontbeekstraat 2 & 4 1700 Dilbeek Oppervlakte 6.392 m2 Bouwjaar 2000 Bezettingsgraad 95%
Het Inter Access Park bestaat uit twee identieke kantoorgebouwen die goed bereikbaar zijn zowel met het openbaar vervoer (station Sint-Agatha-Berchem) als met de wagen (autosnelwegen E40 en R0). Elk gebouw heeft een grote, prestigieuze inkomhal en de verdiepingen kunnen in hun geheel of opgesplitst gehuurd worden.


Adres Prins Boudewijnlaan 45 - 49 2650 Edegem Oppervlakte 6.931 m2 Bouwjaar 1997 Bezettingsgraad 100%
Gelegen op een boogscheut van de E19 bij afrit Kontich. Groen omgeven kantorencomplex bestaande uit drie gebouwen met telkens drie verdiepingen. De efficiënte rechthoekige plateaus bieden veel lichtinval.


Terhulpsesteenweg 6A 1560 Hoeilaart Oppervlakte 2.830 m2 Bouwjaar 1994 Bezettingsgraad 86%
Gelegen in een oase van groen en toch dicht bij Brussel. Uitstekend bereikbaar met de auto en het openbaar vervoer. De luxueuze inkomhal zorgt voor een gedistingeerd karakter en de rechthoekige vorm van de verdiepingen laat toe om de kantoren optimaal in te richten.

Adres Blarenberglaan 2C 2800 Mechelen Oppervlakte 13.574 m2 Bouwjaar 2001 Bezettingsgraad
86%
Mechelen Business Tower is een landmark langs de E19 ter hoogte van Mechelen. De single-tenant kantorentoren wordt stelselmatig omgebouwd tot een multi-tenant kantooromgeving.


Adres Generaal De Wittelaan 9 - 21
2800 Mechelen Oppervlakte 54.190 m2 Bouwjaar 1993 - 1999 (2016) Bezettingsgraad 78%
Bedrijvenpark langs de E19 Antwerpen – Brussel met meer dan 54.000 m² bedrijfsruimte verdeeld over 10 kantoorgebouwen. Er zijn circa 40 huurders waaronder een aantal grote bedrijven in de life sciences sector zoals Biocartis, Galapagos en SGS Belgium. Intercity Business Park sluit aan op Mechelen Campus.


Adres Woluwedal 18 - 22 1932 Sint-Stevens-Woluwe
Oppervlakte 23.681 m2 Bouwjaar 2000 Bezettingsgraad 100%
Woluwe Garden ligt in Vlaams-Brabant, aan de rand van Brussel. De indrukwekkende inkomhal verbindt drie vleugels met elk acht verdiepingen. Volledig gehuurd door PricewaterhouseCoopers.

Adres Zuiderlaan 91 1731 Zellik Oppervlakte 3.628 m2 Bouwjaar 2002 Bezettingsgraad 100%
Pand met grote visibiliteit naast afrit 10 van de Brusselse ring. Dankzij de rechthoekige vorm van de verdiepingen kunnen de kantoren optimaal ingericht worden.

Oevel - Vos Logistics
Oevel - Vos Logistics
| 1. Geconsolideerde resultatenrekening | 170 | |
|---|---|---|
| 2. Geconsolideerd globaalresultaat | 171 | |
| 3. Geconsolideerde balans | 172 | |
| 4. Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen |
174 | |
| 5. Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 178 | |
| 6. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening |
179 | |
| Toelichting 1. Jaarrekeningschema voor gereglementeerde vastgoedvennootschappen |
179 | |
| Toelichting 2. Grondslagen voor de financiële verslaggeving |
179 | |
| Toelichting 3. Gesegmenteerde informatie |
188 | |
| Toelichting 4. Vastgoedresultaat |
190 | |
| Toelichting 5. Vastgoedkosten |
193 | |
| Toelichting 6. Algemene kosten |
195 | |
| Toelichting 7. Personeelsbeloningen |
196 | |
| Toelichting 8. Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen |
197 | |
| Toelichting 9. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
197 | |
| Toelichting 10. Ander portefeuilleresultaat |
197 | |
| Toelichting 11. Netto-interestkosten |
198 |
| Toelichting 12. Belastingen |
199 |
|---|---|
| Toelichting 13. Vaste activa |
200 |
| Toelichting 14. Vlottende activa |
204 |
| Toelichting 15. Eigen vermogen |
205 |
| Toelichting 16. Kortlopende verplichtingen |
209 |
| Toelichting 17. Langlopende en kortlopende financiële schulden |
210 |
| Toelichting 18. Financiële instrumenten |
213 |
| Toelichting 19. Uitgestelde belastingen - verplichtingen |
217 |
| Toelichting 20. Berekening schuldgraad |
217 |
| Toelichting 21. Verbonden partijen |
217 |
| Toelichting 22 Lijst van de geconsolideerde ondernemingen |
218 |
| Toelichting 23. Honorarium aan de commissaris en met de commissaris verbonden entiteiten |
219 |
| Toelichting 24. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen |
220 |
| Toelichting 25. Gebeurtenissen na balansdatum |
221 |
| 7. Verslag van de commissaris | 222 |
| 8. Enkelvoudige jaarrekening Intervest Offices & Warehouses nv |
228 |
| in duizenden € | Toelichting | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Huurinkomsten | 4 | 47.920 | 43.349 |
| Met verhuur verbonden kosten | 4 | -53 | -4 |
| NETTOHUURRESULTAAT | 47.867 | 43.345 | |
| Recuperatie van vastgoedkosten | 4 | 729 | 881 |
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
4 | 9.919 | 12.864 |
| Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huur schade en wederinstaatstelling |
-529 | -375 | |
| Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
4 | -9.919 | -12.864 |
| Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 4 | 606 | 117 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 48.673 | 43.968 | |
| Technische kosten | 5 | -1.059 | -1.325 |
| Commerciële kosten | 5 | -166 | -252 |
| Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen | 5 | -587 | -634 |
| Beheerskosten van het vastgoed | 5 | -4.019 | -3.544 |
| Andere vastgoedkosten | 5 | -563 | -407 |
| Vastgoedkosten | -6.394 | -6.162 | |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 42.279 | 37.806 | |
| Algemene kosten | 6 | -2.749 | -2.722 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | 24 | -7 | |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE |
39.554 | 35.077 | |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 9 | 7.033 | -7.274 |
| Ander portefeuilleresultaat | 10 | -2.472 | -89 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 44.115 | 27.714 | |
| Financiële opbrengsten | 45 | 161 | |
| Netto-interestkosten | 11 | -8.039 | -7.621 |
| Andere financiële kosten | -11 | -7 | |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
18 | -1.615 | 1.119 |
| Financieel resultaat | -9.620 | -6.348 | |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 34.495 | 21.366 | |
| Belastingen | 12 | -390 | -180 |
| NETTORESULTAAT | 34.105 | 21.186 |
| in duizenden € | Toelichting | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| NETTORESULTAAT | 34.105 | 21.186 | |
| Minderheidsbelangen | -9 | 0 | |
| NETTORESULTAAT - aandeel Groep | 34.114 | 21.186 | |
| Toelichting: | |||
| EPRA resultaat | 31.168 | 27.430 | |
| Portefeuilleresultaat | 8-10 | 4.561 | -7.363 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
18 | -1.615 | 1.119 |
| RESULTAAT PER AANDEEL | Bijlage | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen op jaareinde | 8.6 | 24.288.997 | 18.405.624 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen op jaareinde | 8.6 | 24.288.997 | 17.740.407 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen met coupon 21 | 18.891.443 | nvt | |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen met coupon 22 | 24.288.997 | nvt | |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 8.6 | 19.176.981 | 17.409.850 |
| Nettoresultaat (€) | 1,78 | 1,22 | |
| Verwaterd nettoresultaat (€) | 1,78 | 1,22 | |
| EPRA resultaat (€) | 1,63 | 1,58 |
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| NETTORESULTAAT | 34.105 | 21.186 |
| Andere componenten van het globaalresultaat (recycleerbaar in resultatenrekening) |
0 | 0 |
| GLOBAALRESULTAAT | 34.105 | 21.186 |
| Toerekenbaar aan: | ||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 34.114 | 21.186 |
| Minderheidsbelangen | -9 | 0 |
| ACTIVA in duizenden € | Toelichting | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 867.582 | 663.846 | |
| Immateriële vaste activa | 508 | 501 | |
| Vastgoedbeleggingen | 13 | 866.504 | 662.539 |
| Andere materiële vaste activa | 400 | 611 | |
| Financiële vaste activa | 18 | 156 | 182 |
| Handelsvorderingen en andere vaste activa | 14 | 13 | |
| VLOTTENDE ACTIVA | 19.582 | 15.572 | |
| Handelsvorderingen | 14 | 10.120 | 9.609 |
| Belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 14 | 5.092 | 3.471 |
| Kas en kasequivalenten | 1.972 | 728 | |
| Overlopende rekeningen | 14 | 2.398 | 1.764 |
| TOTAAL ACTIVA | 887.164 | 679.418 | |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN in duizenden € | Toelichting | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
| EIGEN VERMOGEN | 477.208 | 359.366 | |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
476.617 | 359.366 | |
| Kapitaal | 15 | 219.605 | 167.720 |
| Uitgiftepremies | 15 | 167.883 | 111.642 |
| Reserves | 15 | 55.015 | 58.818 |
| Nettoresultaat van het boekjaar | 34.114 | 21.186 | |
| Minderheidsbelangen | 22 | 591 | 0 |
| VERPLICHTINGEN | 409.956 | 320.052 | |
| Langlopende verplichtingen | 297.951 | 255.584 | |
| Langlopende financiële schulden | 17 | 288.573 | 252.371 |
| Kredietinstellingen | 253.725 | 192.675 | |
| Andere | 34.848 | 59.696 | |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 18 | 3.460 | 2.020 |
| Andere langlopende verplichtingen | 3.010 | 1.001 | |
| Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 19 | 2.908 | 192 |
| Kortlopende verplichtingen | 112.005 | 64.468 | |
| Kortlopende financiële schulden | 17 | 87.282 | 46.805 |
| Kredietinstellingen | 30.631 | 46.805 | |
| Andere | 56.651 | 0 | |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | 18 | 152 | 3 |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 16 | 5.249 | 2.290 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 16 | 1.774 | 217 |
| Overlopende rekeningen | 16 | 17.548 | 15.153 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 887.164 | 679.418 |
| SCHULDGRAAD in % | Toelichting | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|---|
| Schuldgraad (max. 65%) | 20 | 43,5% | 44,6% |
| NETTOWAARDE PER AANDEEL in € | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
| Nettowaarde (reële waarde) | 19,62 | 19,52 | |
| Nettowaarde (investeringswaarde) | 20,35 | 20,35 | |
| Nettoactiefwaarde EPRA | 19,88 | 19,62 | |
| In duizenden € | Kapitaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Uitgiftepremies - |
Nettoresultaat van Totaal reserves het boekjaar |
Minderheidsbelangen | |||
| Kapitaal Gestort |
verhoging kapitaal Kosten |
||||
| Balans op 31 december 2016 | 152.948 | 0 90.821 |
61.734 20.582 |
0 | |
| Globaalresultaat 2017 | 21.186 | ||||
| Overboekingen door resultaatverdeling 2016: | |||||
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
-15.980 15.980 |
||||
| • Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
587 -587 |
||||
| • Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
1.547 -1.547 |
||||
| • Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
5.546 -5.546 |
||||
| • Toevoeging aan de andere reserves |
5.384 -5.384 |
||||
| Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2016 | 3.835 | 5.238 | |||
| Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Aarschot (5 mei 2017) | 1.969 | 3.181 | |||
| Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Oevel (5 mei 2017) | 2.906 | 4.694 | |||
| Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Zellik (22 december 2017) |
6.062 | 7.708 | |||
| Dividenden boekjaar 2016 | -23.498 | ||||
| Balans op 31 december 2017 | 167.720 | 0 111.642 |
58.818 21.186 |
0 | |
| Aanpassing van de begintoestand op 1 januari 2018 als gevolg van toepassing IFRS16 | -152 | ||||
| Begintoestand 1 januari 2018 | 167.720 | 0 111.642 |
58.666 21.186 |
0 | |
| Globaalresultaat 2018 | 34.114 | -9 | |||
| Overboekingen door resultaatverdeling 2017: | |||||
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
-4.985 4.985 |
||||
| • Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-2.378 2.378 |
||||
| • Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
1.119 -1.119 |
||||
| • Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
2.593 -2.593 |
||||
| Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2017 | 4.427 | 5.571 | |||
| Aandelenuitgifte naar aanleiding van kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten | 49.185 | -1.727 50.670 |
|||
| Minderheidsbelang Genk Green Logistics nv | 600 | ||||
| Dividenden boekjaar 2017 | -24.837 | ||||
| Balans op 31 december 2018 | 221.332 | -1.727 167.883 |
55.015 34.114 |
591 |
| Kapitaal | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Gestort Kapitaal |
verhoging - kapitaal Kosten |
Uitgiftepremies | Totaal reserves | Nettoresultaat van het boekjaar |
Minderheidsbelangen | TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
| 152.948 | 0 | 90.821 | 61.734 | 20.582 | 0 | 326.085 |
| 21.186 | 21.186 | |||||
| -15.980 | 15.980 | 0 | ||||
| 587 | -587 | 0 | ||||
| 1.547 | -1.547 | 0 | ||||
| 5.546 | -5.546 | 0 | ||||
| 5.384 | -5.384 | 0 | ||||
| 3.835 | 5.238 | 9.073 | ||||
| 1.969 | 3.181 | 5.150 | ||||
| 2.906 | 4.694 | 7.600 | ||||
| 6.062 | 7.708 | 13.770 | ||||
| -23.498 | -23.498 | |||||
| 167.720 | 0 | 111.642 | 58.818 | 21.186 | 0 | 359.366 |
| -152 | -152 | |||||
| 167.720 | 0 | 111.642 | 58.666 | 21.186 | 0 | 359.214 |
| 34.114 | -9 | 34.105 | ||||
| -4.985 | 4.985 | 0 | ||||
| -2.378 | 2.378 | |||||
| 1.119 | -1.119 | 0 | ||||
| 2.593 | -2.593 | 0 | ||||
| 4.427 | 5.571 | 9.998 | ||||
| 49.185 | -1.727 | 50.670 | 98.128 | |||
| 600 | 600 | |||||
| -24.837 | -24.837 | |||||
| 221.332 | -1.727 | 167.883 | 55.015 | 34.114 | 591 | 477.208 |
| In duizenden € |
|---|
| Balans op 31 december 2016 |
| Overboekingen door resultaatverdeling 2016: |
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
587 587
-2.378 -2.378
1.547 1.547
1.119 1.119
Balans op 31 december 2017 90 53.526 -15.274 -2.961 6.034 17.403 58.818
Aanpassing toestand 31/12/2017 als gevolg van IFRS16 -146 -6 -152
Begintoestand 01/01/2018 na implementatie IFRS16 90 53.380 -15.280 -2.961 6.034 17.403 58.666
Overboekingen door resultaatverdeling 2017:
• Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed -4.985 -4.985
Balans op 31 december 2018 90 48.395 -17.658 -1.842 6.034 19.996 55.015
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Wettelijke reserves | saldo van de variaties waarde van vastgoed in de investerings Reserve voor het |
impact op de reële Reserve voor de waarde* |
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkings onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding instrumenten die niet |
Andere reserves | Overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
Totaal reserves |
| 90 | 69.506 | -15.861 | -4.508 | 650 | 11.857 | 61.734 |
| -15.980 | -15.980 | |||||
| 587 | 587 | |||||
| 1.547 | 1.547 | |||||
| 5.546 | 5.546 | |||||
| 5.384 | 5.384 | |||||
| 90 | 53.526 | -15.274 | -2.961 | 6.034 | 17.403 | 58.818 |
| -146 | -6 | -152 | ||||
| 90 | 53.380 | -15.280 | -2.961 | 6.034 | 17.403 | 58.666 |
| -4.985 | -4.985 | |||||
| -2.378 | -2.378 | |||||
| 1.119 | 1.119 | |||||
| 2.593 | 2.593 | |||||
| 90 | 48.395 | -17.658 | -1.842 | 6.034 | 19.996 | 55.015 |
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| in duizenden € Toelichting |
2018 | 2017 | |
|---|---|---|---|
| KAS EN KASEQUIVALENTEN BEGIN BOEKJAAR | 728 | 412 | |
| 1. Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten |
32.860 | 30.113 | |
| Operationeel resultaat | 44.115 | 27.714 | |
| Betaalde interesten | -8.204 | -7.802 | |
| Andere niet-operationele elementen | -356 | -25 | |
| Aanpassing van het resultaat voor niet-kasstroom verrichtingen |
-3.970 | 7.816 | |
| • Afschrijvingen op immateriële en andere materiële vaste activa |
369 | 350 | |
| • Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
9 | -7.033 | 7.274 |
| • Spreiding van huurkorting en huurvoordelen toegekend aan huurders |
10 | 222 | 103 |
| • Ander portefeuilleresultaat |
10 | 2.472 | 89 |
| Variatie in de behoefte van het werkkapitaal | 1.275 | 2.410 | |
| Beweging van activa | -2.701 | -2.491 | |
| Beweging van verplichtingen | 3.976 | 4.901 | |
| 2. Kasstroom uit investeringsactiviteiten |
-189.921 | -32.778 | |
| Investeringen en uitbreidingen in bestaande vastgoedbe leggingen |
13 | -10.247 | -7.330 |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | -147.538 | -25.019 | |
| Verwerving van aandelen van vastgoedvennootschappen | -31.970 | 0 | |
| Aankopen van immateriële en andere materiële vaste activa | -166 | -429 | |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten 3. |
158.305 | 2.981 | |
| Terugbetaling van leningen | -51.155 | -74.908 | |
| Opname van leningen | 126.032 | 92.233 | |
| Kapitaalverhoging | 98.127 | 0 | |
| Ontvangen langlopende verplichtingen als waarborg | 139 | 81 | |
| Betaling van dividenden | -14.838 | -14.425 | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN EINDE BOEKJAAR | 1.972 | 728 |
Intervest heeft in 2018 een kasstroom van € 33 miljoen uit bedrijfsactiviteiten gegenereerd. Daarnaast is er een netto-opname van kredieten voor € 75 miljoen en een netto cash-opbrengst van € 98 miljoen als gevolg van een kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten in november 2018. De gegenereerde financiële middelen werden aangewend voor de verwerving van nieuwe sites, investeringen en uitbreidingen in de bestaande portefeuille en de uitbetaling van het dividend over boekjaar 2017.
Intervest Offices & Warehouses nv heeft als beursgenoteerde openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht haar geconsolideerde jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. In het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot de gereglementeerde vastgoedvennootschappen is als Bijlage C een schema voor zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening van de GVV's gepubliceerd.
Het schema houdt voornamelijk in dat in de resultatenrekening het resultaat op de portefeuille afzonderlijk wordt weergegeven. Dit resultaat op de portefeuille omvat alle bewegingen in de vastgoedportefeuille en bestaat voornamelijk uit:
Het resultaat op de portefeuille wordt niet uitgekeerd aan de aandeelhouders, maar wordt overgeboekt naar, of van, de reserves.
Intervest is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap met maatschappelijke zetel in België. De geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap op 31 december 2018 omvat de vennootschap en haar perimetervennootschappen (de "Groep"). De jaarrekening van Intervest is opgesteld en vrijgegeven voor publicatie door de raad van bestuur op 7 maart 2019 en zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 24 april 2019.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en volgens het KB van 13 juli 2014. Deze standaarden omvatten alle nieuwe en herziene standaarden en interpretaties gepubliceerd door de International Accounting Standards Board ('IASB') en de International Financial Reporting Interpretations Committee ('IFRIC'), voor zover van toepassing op de activiteiten van de Groep en effectief op boekjaren aanvangend vanaf 1 januari 2018.
Volgende door het IASB gewijzigde standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties zijn van toepassing in de huidige periode maar hebben geen materiële impact op de presentatie, IFRS 2 Share-based Payment-Amendments to clarify the classification and measurement of share-based payment transactions (1/1/2018); IFRS 9 Financial Instruments and subsequent amendments (1/1/2018); IFRS 15 Revenue from Contracts with Customers (1/1/2018); Amendments resulting from Annual Improvements 2014–2016 Cycle (1/1/2018); IAS 40 Investment Property-Amendments to clarify transfers or property to, or from, investment property (1/1/2018); IFRIC 22 Foreign Currency Transactions and Advanced Consideration (1/1/2018).
Voor Intervest zijn volgende wijzigingen de meest relevante:
IFRS 9 werd gepubliceerd door het IASB in juli 2014 en is aangenomen door de EU in november 2016. IFRS 9 omvat bepalingen omtrent de classificatie en waardering van financiële activa en financiële verplichtingen, bijzondere waardeverminderingen van financiële activa alsook algemene bepalingen van hedge accounting. IFRS 9 vervangt grotendeels IAS 39 – Financiële Instrumenten: Opname en Waardering.
Met betrekking tot de bijzondere waardeverminderingen van financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, inclusief handelsvorderingen, zal de initiële toepassing van het te verwachten kredietverliesmodel onder IFRS 9 resulteren in een vervroegde erkenning van kredietverliezen in vergelijking met het huidige toegepaste verliesmodel onder IAS 39. Rekening houdende met het relatief beperkte bedrag van vervallen uitstaande handelsvorderingen, gecombineerd met een daaraan laag geassocieerd kredietrisico, acht Intervest de impact op de geconsolideerde jaarrekening beperkt.
IFRS 15 voorziet een uniek en allesomvattend model van principes die een entiteit moet toepassen voor de boekhoudkundige verwerking van opbrengsten voortvloeiend uit een contract met een klant. Bij de inwerkingtreding vervangt deze nieuwe standaard zowel IAS 18 met betrekking tot opbrengsten uit de verkoop van goederen en het leveren van diensten alsook IAS 11 met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden en de daarbij horende interpretaties.
IFRS 15 heeft geen een materiële impact op de geconsolideerde jaarrekening van Intervest aangezien lease-overeenkomsten, die de voornaamste bron van opbrengsten van Intervest vertegenwoordigen, buiten het toepassingsgebied van IFRS 15 vallen. De principes van IFRS 15 zijn evenwel van toepassing op de niet- lease componenten die kunnen vervat zijn in een lease-overeenkomst of in afzonderlijke overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld onderhoudsgerelateerde diensten aangerekend aan de huurder. Rekening houdende met het feit dat dergelijke niet-lease componenten relatief beperkt zijn qua bedrag en doorgaans diensten betreffen die zowel onder IAS 18 als onder IFRS 15 over de tijd heen erkend worden, is ook hier geen materiële impact.
Gepubliceerde standaarden en interpretaties, die nog niet van toepassing zijn in 2018 maar wel reeds werden toegepast
IFRS 16 introduceert belangrijke wijzigingen met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van lease-overeenkomsten in hoofde van de leasingnemer, waarbij het onderscheid tussen operationele en financiële leases wegvalt en activa en verplichtingen erkend worden voor alle lease-overeenkomsten (behalve uitzonderingen voor kortetermijn leases of activa met een lage waarde), en is toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019.
In tegenstelling tot de verwerking van lease-overeenkomsten door de lessee, behoudt IFRS 16 nagenoeg alle bepalingen uit IAS 17 – Leaseovereenkomsten met betrekking tot de verwerking van lease-overeenkomsten door de leasinggever. Dit wil zeggen dat leasinggevers blijvend de lease-overeenkomsten moeten classificeren als operationele of financiële lease-overeenkomsten.
Aangezien Intervest nagenoeg uitsluitend optreedt als vastgoedeigenaar en dus leasinggever is (en er niet voor geopteerd heeft om een herbeoordeling te doen of een contract een lease-overeenkomst is of inhoudt in vergelijking met IAS 17), zijn er wat dat betreft geen wijzigingen en zal Intervest haar vastgoedportefeuille blijven waarderen aan fair value conform IAS 40.
Echter in sommige van haar investeringen houdt Intervest niet de naakte eigendom aan, maar enkel het vruchtgebruik via een concessie of erfpacht of soortgelijke. In deze beperkte gevallen waar Intervest de leasingnemer is in lease-overeenkomsten geklasseerd als operationele leases onder IAS 17 en deze contracten niet tot de uitzonderingen zoals voorzien in IFRS 16 behoren, zal er een gebruiksrecht en bijhorende verplichting dienen opgenomen te worden op de geconsolideerde balans.
Intervest heeft beslist IFRS16 vervroegd toe te passen en heeft deze impact verwerkt in haar geconsolideerde balans, op het actief binnen de reële waarde van de vastgoedbeleggingen (via recht van gebruik gehouden vastgoed) en op het passief onder andere langlopende verplichtingen en een aanpassing in de begintoestand van de reserves, zoals ook te zien is in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen. Daarnaast zal de impact op de resultatenrekening, zijnde de recurrente kost van de concessies verwerkt worden via het financieel en portefeuilleresultaat in plaats van via de "met huur verbonden kosten".
Gepubliceerde standaarden en interpretaties, die nog niet van toepassing zijn in 2018 en nog niet werden toegepast
De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties, die nog niet van kracht zijn maar wel eerder mogen worden toegepast, zijn door Intervest nog niet toegepast: Amendments resulting from Annual Improvements 2015–2017 Cycle (1/1/2019); IAS 1 & 8 Amendments regarind the definition of material(1/1/2020); IAS 19 Amendments regarding plan amendments, curtailments or settlements (1/1/2019); IAS 28 Investments in Associates and Joint Ventures - Amendments regarding longterm interests in associates and joint ventures (1/1/2019); IFRS 3 Amendments to clarify the definition of a business (1/1/2020); IFRS 4 Insurance Contracts-Amendments regarding the interaction of IFRS 4 and IFRS 9 (1/1/2019); IFRS 17 Insurance contracts (1/1/2021); IFRIC 23 Uncertainty over Income Tax Treatments (1/1/2019).
De Groep bepaalt momenteel wat de gevolgen van de invoering van de hierboven vermelde wijzigingen zouden kunnen zijn.
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden €, afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal. De geconsolideerde jaarrekening wordt vóór winstverdeling opgesteld.
De boekhoudprincipes worden consistent toegepast.
Een perimetervennootschap is een entiteit waarover een andere entiteit de zeggenschap (exclusief of gezamenlijk) heeft. Zeggenschap is de macht hebben over de entiteit, de rechten hebben op de veranderlijke opbrengsten uit hoofde van de betrokkenheid bij de entiteit en over de mogelijkheid beschikken de macht over de entiteit te gebruiken om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. De jaarrekening van een perimetervennootschap wordt opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode vanaf het ontstaan tot het verdwijnen van de zeggenschap. Indien nodig worden de grondslagen voor financiële verslaggeving van de perimetervennootschappen gewijzigd om te komen tot consistente grondslagen binnen de Groep. De verslagperiode van de perimetervennootschap komt overeen met deze van de moedermaatschappij.
Alle transacties tussen de groepsondernemingen, saldi en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen ondernemingen van de Groep worden bij opmaak van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd. De lijst van perimetervennootschappen is in Toelichting 22 opgenomen.
Wanneer de Groep zeggenschap verkrijgt over een geïntegreerde combinatie van activiteiten en activa die overeenstemmen met de definitie van bedrijf overeenkomstig IFRS 3 – Bedrijfscombinaties, worden activa, verplichtingen en alle voorwaardelijke verplichtingen van het aangeschafte bedrijf, apart opgenomen aan reële waarde op de aanschaffingsdatum. De goodwill vertegenwoordigt de positieve variatie tussen enerzijds de som van de aanschaffingswaarde, het voormalig aangehouden belang in de entiteit die voorheen niet gecontroleerd was (indien van toepassing) en de erkende minderheidsbelangen (indien van toepassing) en anderzijds de reële waarde van de aangeschafte netto-activa. Indien dit verschil negatief is ("negatieve goodwill"), wordt het onmiddellijk opgenomen in het resultaat na bevestiging van de waarden. Alle transactiekosten worden onmiddellijk ten laste genomen en vormen geen onderdeel van de bepaling van de aanschaffingswaarde.
Overeenkomstig IFRS 3, kan de goodwill bepaald worden op voorlopige basis op de aanschaffingsdatum en aangepast worden binnen de 12 volgende maanden.
Na de eerste opname, wordt de goodwill niet afgeschreven maar onderworpen aan een waardeverminderingtest (impairment test) die ten minste elk jaar wordt uitgevoerd voor kasstroomgenererende entiteiten waaraan de goodwill was toegekend. Indien de boekwaarde van een kasstroomgenererende entiteit haar gebruikswaarde overschrijdt, wordt de daaruit voortvloeiende waardevermindering opgenomen in het resultaat en eerst toegewezen als vermindering van de eventuele goodwill en dan toegewezen aan de andere activa van de entiteit, in verhouding tot hun boekwaarde. Een waardeverminderingsverlies geboekt op goodwill wordt niet teruggeboekt tijdens een volgende jaar.
In het geval van de verkoop of in het geval van verlies van controle bij een gedeeltelijke verkoop van een perimetervennootschap, wordt het bedrag van de goodwill dat is toegekend aan deze entiteit inbegrepen in de bepaling van het resultaat op de verkoop.
Wanneer de Groep een bijkomend belang verwerft in een perimetervennootschap die voorheen reeds gecontroleerd werd of wanneer de Groep een deel van een belang in een perimetervennootschap verkoopt zonder de controle te verliezen, wordt de goodwill, erkend op het moment van het verwerven van controle, niet beïnvloed. De transactie met de minderheidsbelangen beïnvloedt de overgedragen resultaten van de Groep.
Transacties in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum geboekt. Monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden gewaardeerd aan de slotkoers van kracht op balansdatum. Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit omzetting van monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze zich voordoen. Niet monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum omgezet.
Opbrengsten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is ontvangen of waarop recht is verkregen. Opbrengsten worden slechts opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen zullen toekomen aan de entiteit en met voldoende zekerheid kunnen worden bepaald.
De huurinkomsten, de ontvangen operationele leasebetalingen en de andere inkomsten en kosten worden in de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.
De huurkortingen en –voordelen (incentives) worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van een contract.
De vergoedingen ontvangen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten worden onmiddellijk in resultaat genomen in de periode waarin ze definitief verworven zijn.
De kosten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is betaald of die verschuldigd is en worden in de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.
Het resultaat als gevolg van de verkoop van vastgoedbeleggingen is gelijk aan het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde (i.e. de reële waarde bepaald door de vastgoeddeskundige op het einde van het vorige boekjaar), verminderd met de verkoopkosten.
De variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen zijn gelijk aan het verschil tussen de huidige boekwaarde en de vorige reële waarde (zoals geschat door de onafhankelijke vastgoeddeskundige). Dergelijke vergelijking gebeurt minstens vier maal per jaar voor de hele portefeuille van vastgoedbeleggingen. Bewegingen in de reële waarde van het vastgoed worden in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze ontstaan.
Het financieel resultaat bestaat uit de interestkosten op leningen en bijkomende financieringskosten, verminderd met de opbrengsten van beleggingen.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten de over de verslagperiode en vorige verslagperioden verschuldigde en verrekenbare belastingen, alsmede de verschuldigde exit taks. De belastinglast wordt in de resultatenrekening opgenomen tenzij ze betrekking heeft op elementen die onmiddellijk in het eigen vermogen worden opgenomen. In dit laatste geval wordt ook de belasting ten laste van het eigen vermogen genomen.
Voor de berekening van de belasting op de fiscale winst van het jaar worden de op het ogenblik van afsluiting van kracht zijnde belastingtarieven gebruikt.
Voorheffingen op het dividend worden opgenomen in het eigen vermogen als een deel van het dividend tot het ogenblik dat ze ter betaling worden gesteld.
De exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de vastgoedvennootschap overgenomen worden, komen in mindering van de vastgestelde herwaarderingsmeerwaarde bij fusie en worden opgenomen als verplichting.
Belastingvorderingen en –verplichtingen worden gewaardeerd tegen het belastingtarief geldig in de periode waarop ze betrekking hebben.
IFRIC 21 – Levies (van toepassing vanaf 1/7/2014) geeft aan in welke omstandigheden een heffing opgelegd door de overheid moet worden geboekt in overeenstemming met IAS 37 Provisions, Contingent Liabilities and Contingent Assets. Deze interpretatie heeft geen belangrijke invloed op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep maar beïnvloedt wel de evolutie van het resultaat tijdens het boekjaar door het moment van erkenning van de onroerende voorheffing: met de toepassing van IFRIC 21 wordt de onroerende voorheffing volledig als schuld en kost erkend op 1 januari van elk boekjaar en wordt tevens de doorrekening van deze onroerende voorheffing aan de huurders en de recuperatie van onroerende voorheffing op leegstaande panden bij de overheid volledig als vordering en opbrengst erkend op 1 januari van elk boekjaar. De netto impact op de resultatenrekening blijft aldus beperkt tot de niet doorrekenbare/recupereerbare onroerende voorheffing die op 1 januari volledig erkend wordt als kost, en niet gespreid over het boekjaar.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden geboekt op basis van de schuldmethode ('liability methode') voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële rapporteringdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen. Uitgestelde belastingvorderingen worden slechts erkend indien het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zullen zijn waartegen de uitgestelde belastingvordering kan worden afgezet. De uitgestelde belastingen worden in de resultatenrekening opgenomen onder de rubriek "Ander portefeuilleresultaat".
Het gewoon nettoresultaat per aandeel wordt berekend door het nettoresultaat zoals blijkt uit de resultatenrekening, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal uitstaande gewone aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven aandelen min de eigen aandelen) gedurende het boekjaar.
Voor de berekening van het verwaterd nettoresultaat per aandeel wordt het nettoresultaat dat aan de gewone aandeelhouders toekomt en het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen aangepast voor het effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering leiden.
Immateriële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs, verminderd met de eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, als het waarschijnlijk is dat de verwachte toekomstige economische voordelen die kunnen worden toegerekend aan het actief naar de entiteit zullen vloeien en dat de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur. De afschrijvingsperiodes worden tenminste aan het einde van elk boekjaar herzien.
Vastgoedbeleggingen omvatten alle gebouwen en terreinen die verhuurbaar zijn en (geheel of gedeeltelijk) huurinkomsten genereren, met inbegrip van de gebouwen waar een beperkt gedeelte wordt aangehouden voor eigen gebruik en het via recht-van-gebruik gehouden vastgoed. Projectontwikkelingen (zoals bedoeld in de definitie van projectontwikkelingen) en terreinen die worden aangehouden met als doel hierop projectontwikkelingen te starten met het oog op latere verhuur en waardestijging op termijn, maar waarvoor nog geen concrete bouwplannen of projectontwikkelingen zijn gestart (grondreserve), worden tevens als vastgoedbelegging beschouwd.
De eerste opname in de balans gebeurt aan de aanschaffingswaarde met inbegrip van transactiekosten zoals professionele erelonen, wettelijke diensten, registratierechten en andere overdrachtsbelastingen. Ook de exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de vastgoedvennootschap worden opgeslorpt, maakt deel uit van de aanschaffingswaarde.
De commissielonen betreffende de aankopen van gebouwen worden beschouwd als bijkomende kosten van die aankopen en worden toegevoegd aan de aanschaffingswaarde.
Indien de aankoop gebeurt via de verwerving van de aandelen van een vastgoedvennootschap, via de inbreng in natura van een gebouw tegen uitgifte van nieuwe aandelen of via de fusie door overname van een vastgoedvennootschap, worden de aktekosten, audit- en consultingkosten, wederbeleggingsvergoedingen en handlichtingskosten van de financieringen van de opgeslorpte vennootschappen en andere fusiekosten eveneens geactiveerd.
Na initiële opname worden vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur gewaardeerd aan reële waarde (fair value) in overeenstemming met IAS 40. De reële waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in omstandigheden van normale concurrentie. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de registratierechten. Aldus wordt de reële waarde verkregen door van de investeringswaarde een aangepaste quotiteit van de registratierechten af te trekken:
Een groep van onafhankelijke vastgoeddeskundigen, die de periodieke waardering van de gebouwen van GVV's uitvoeren, oordeelden dat voor transacties m.b.t. gebouwen in België met een globale waarde lager dan € 2,5 miljoen, rekening moet worden gehouden met de registratierechten van 10,0% tot 12,5% naargelang het gewest waar deze goederen zich bevinden. Voor transacties m.b.t. gebouwen met een globale waarde hoger dan € 2,5 miljoen en gezien de waaier van methodes van eigendomsoverdracht die in België worden gebruikt, hebben diezelfde deskundigen - op basis van een representatief staal van 220 transacties die in de markt tussen 2002 en 2005 werden gerealiseerd en die in totaal € 6,0 miljard vertegenwoordigen - het gewogen gemiddelde van de rechten gewaardeerd op 2,5%.
Op dat moment werd eveneens beslist dat dit percentage per schijf van 0,5% zou herzien worden. In de loop van 2016 heeft een panel van vastgoeddeskundigen1 en de BE-REIT vereniging2 gezamenlijk beslist om deze berekening te actualiseren in overeenstemming met de methodologie die toegepast werd in 2006. Het werkelijke globale effect is berekend van transacties uitgevoerd door institutionele partijen en vennootschappen. De analyse omvat 305 grotere of institutionele transacties van meer dan € 2,5 miljoen over de periode 2013, 2014, 2015 en Q1 2016. In volume beslaan de geanalyseerde transacties meer dan 70% (€ 8,2 miljard) van het geschatte totale investeringsvolume in
die periode. Het panel van vastgoeddeskundigen heeft besloten dat de drempel van 0,5% niet overschreden werd. Bijgevolg zal het percentage van 2,5% gehandhaafd blijven. Het percentage zal elke 5 jaar herbekeken worden of in geval de fiscale context aanzienlijk zou veranderen. Het percentage zal enkel aangepast worden als de drempel van 0,5% overschreden wordt.
In concreto betekent het dat de reële waarde van de in België gelegen vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,025 (voor gebouwen met een waarde hoger dan € 2,5 miljoen) of de investeringswaarde gedeeld door 1,10/1,125 (voor gebouwen met een waarde lager dan € 2,5 miljoen).
De overdrachtsrechten voor logistiek vastgoed in Nederland bedragen 6,0%. Voor de overige kosten (zoals notariskosten) neemt Intervest 1% extra in rekening. Voor de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur van Intervest die gelegen zijn in Nederland en aangehouden worden via de Nederlandse perimetervennootschappen, betekent dit dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,07.
Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen, wordt bij het verwerven van het vastgoed geboekt in de resultatenrekening in de rubriek XVIII. "Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen.".
Na de goedkeuring van de resultaatverwerking door de algemene vergadering van aandeelhouders (in april van het volgende boekjaar) wordt dit verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed toegewezen aan de reserve "c. Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen" in het eigen vermogen.
Vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur worden gewaardeerd door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen aan investeringswaarde. De vastgoedbeleggingen worden hiervoor trimestrieel gewaardeerd op basis van contante waarde van markthuren en/of effectieve huurinkomsten, desgevallend na aftrek van verbonden kosten in overeenstemming met de International Valuation Standards 2001 opgesteld door het International Valuation Standards Committee. Waarderingen worden opgesteld door het actualiseren van de jaarlijkse nettohuur ontvangen van de huurders, verminderd met de verbonden kosten. De actualisatie gebeurt op basis van de yield factor die afhankelijk is van het inherente risico van het betrokken pand.
Winsten of verliezen die voortvloeien uit de variatie in de reële waarde van een vastgoedbelegging worden opgenomen in de resultatenrekening in de rubriek XVIII. "Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen" in de periode waarin ze ontstaan en worden bij de winstverdeling in het daaropvolgende jaar toegewezen aan de reserve "b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed". Bij deze toewijzing wordt binnen deze reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed het onderscheid gemaakt tussen de variaties in de investeringswaarde van het vastgoed en de geschatte mutatierechten bij hypothetische vervreemding zodat deze laatste rubriek steeds overeenkomt met het verschil tussen de investeringswaarde van het vastgoed en de reële waarde van het vastgoed.
Na initiële opname, worden de projecten gewaardeerd aan reële waarde. Deze reële waarde houdt rekening met de substantiële ontwikkelingsrisico's. In dit kader moet aan al de volgende criteria voldaan zijn: er is een duidelijk beeld over de te maken projectkosten, alle nodige vergunningen voor het uitvoeren van de projectontwikkeling zijn bekomen en een substantieel deel van de projectontwikkeling is voorverhuurd (definitief getekend huurcontract). Deze waardering aan reële waarde is gebaseerd op de waardering door de onafhankelijke vastgoeddeskundige (volgens de gebruikelijke methodes en assumpties) en houdt rekening met de nog te maken kosten voor de volledige afwerking van het project.
Bij verkoop van een vastgoedbelegging worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop opgenomen in de resultatenrekening van de verslagperiode onder de rubriek "Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen". De mutatierechten worden in de resultatenrekening tegengeboekt bij verkoop. Commissies betaald aan makelaars bij het verkopen van gebouwen en verplichtingen aangegaan naar aanleiding van transacties worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopsprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
Bij de resultaatsbestemming worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen ten opzichte van de originele aanschaffingswaarde van die vastgoedbeleggingen overgeboekt naar de rubriek "m. Andere reserves". Op deze wijze worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen beschouwd als beschikbare reserves.
Activa bestemd voor verkoop betreft onroerende goederen waarvan de boekwaarde zal worden gerealiseerd door desinvestering en niet door het voortgezet gebruik ervan. De gebouwen bestemd voor verkoop worden gewaardeerd conform IAS 40 aan reële waarde.
De vaste activa onder zeggenschap van de entiteit die niet aan de definitie van een vastgoedbelegging voldoen, worden geclassificeerd als "Andere materiële vaste activa".
De andere materiële vaste activa worden initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna gewaardeerd in overeenstemming met het kostprijsmodel.
Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het materieel vast actief toenemen.
Andere materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van de lineaire afschrijvingsmethode. De afschrijving vangt aan op het moment dat het actief klaar is voor gebruik zoals voorzien door het management. De volgende percentages zijn van toepassing op jaarbasis:
| • | installaties, machines en uitrusting | 20% |
|---|---|---|
| • | meubilair en rollend materieel | 25% |
| • | informaticamaterieel | 33% |
| • | vastgoed voor eigen gebruik | |
| • terreinen |
0% | |
| • gebouwen |
5% | |
| • | andere materiële vaste activa | 16% |
Indien er indicaties zijn dat een actief mogelijk een bijzonder waardeverminderingsverlies heeft ondergaan, wordt de boekwaarde vergeleken met de realiseerbare waarde. Indien de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen.
Op het ogenblik van de verkoop of van de buitengebruikstelling van materiële vaste activa wordt de boekwaarde niet langer opgenomen in de balans en wordt de winst of het verlies in de resultatenrekening opgenomen.
De boekwaarde van de activa van de onderneming wordt periodiek geanalyseerd om te onderzoeken of er een aanleiding tot waardeverminderingen bestaat. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de resultatenrekening opgenomen als de boekwaarde van het actief hoger is dan de realiseerbare waarde.
Handelsvorderingen worden initieel geboekt aan reële waarde, en worden vervolgens gewaardeerd aan de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode. Passende bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de resultatenrekening voor geschatte niet-realiseerbare bedragen indien er objectieve aanwijzingen zijn dat er een bijzonder waardeverminderingsverlies is opgetreden. Het verliesbedrag wordt bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van toekomstige, geschatte kasstromen contant gemaakt tegen de oorspronkelijk effectieve rentevoet bij de eerste opname.
Kredietverliezen worden onder toepassing van IFRS 9 vervroegd in de jaarrekening erkend. Rekening houdend met het relatief beperkte bedrag van vervallen uitstaande handelsvorderingen, gecombineerd met een daaraan laag geassocieerd kredietrisico, acht Intervest de impact op de geconsolideerde jaarrekening beperkt.
Financiële activa onder het kostprijsmodel worden opgenomen of niet langer opgenomen op de transactiedatum indien de in- of verkoop van de belegging gebonden is aan een contract waarvan de voorwaarden de levering van het actief voorschrijven binnen de termijn die op de desbetreffende markt algemeen voorgeschreven of overeengekomen is. Initieel worden zij gewaardeerd aan de reële waarde, vermeerderd met de direct toerekenbare transactiekosten.
Schuldbewijzen waarvan de Groep stellig voornemens is en in staat is ze aan te houden tot het einde van de looptijd (tot einde looptijd aangehouden schuldbewijzen) worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs berekend met behulp van de effectieve-rentemethode en verminderd met de eventuele afboekingen wegens bijzondere waardeverminderingsverliezen ten einde rekening te houden met niet-realiseerbare bedragen. Dergelijke bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de resultatenrekening opgenomen als en alleen als er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingsverliezen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden teruggenomen in volgende periodes wanneer de stijging in de realiseerbare waarde objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die na de afboeking plaatsvond. De terugname kan niet de geamortiseerde kostprijs overtreffen zoals deze zou zijn geweest als de bijzondere waardevermindering niet was opgenomen.
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contanten, direct opvraagbare deposito's en andere kortlopende, uiterst liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardevermindering in zich dragen vermits deze aangehouden zijn bij gerenommeerde financiële instellingen.
Financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de Groep worden geclassificeerd op basis van de economische realiteit van de contractuele afspraken en de definities van een financiële verplichting en een eigenvermogensinstrument. Een eigenvermogensinstrument is elk contract dat het overblijvende belang omvat in de activa van de Groep, na aftrek van alle verplichtingen. De grondslagen voor financiële verslaggeving met betrekking tot specifieke financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten worden hieronder beschreven.
Interestdragende bankleningen en kredietoverschrijdingen worden initieel gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode. Elk verschil tussen de ontvangsten (na transactiekosten) en de vereffening of aflossing van een lening wordt opgenomen over de leningstermijn en dit in overeenstemming met de grondslagen voor financiële verslaggeving met betrekking tot financieringskosten, die toegepast worden door de Groep.
Handelsschulden worden initieel gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode.
Eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de onderneming, worden opgenomen voor het bedrag van de ontvangen sommen (na aftrek van direct toewijsbare uitgiftekosten).
De Groep gebruikt derivaten teneinde risico's te beperken met betrekking tot ongunstige schommelingen van interestvoeten die voortvloeien uit de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. De Groep gebruikt deze instrumenten niet voor speculatieve doeleinden en houdt geen derivaten aan en geeft geen derivaten uit voor handelsdoeleinden (trading).
Derivaten worden niet geclassificeerd als afdekkingstransacties omdat ze aan de IAS 39 maatstaf niet beantwoorden. Ze worden initieel en na eerste opname gewaardeerd aan reële waarde. Wijzigingen in de reële waarde van elk derivaat worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Wanneer eigen aandelen ingekocht worden, wordt dit bedrag inclusief direct toerekenbare kosten, geboekt in mindering van het eigen vermogen.
Een voorziening is een verplichting van een onzekere omvang of een onzeker tijdstip. Het bedrag dat wordt opgenomen is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op balansdatum af te wikkelen.
Voorzieningen worden slechts opgenomen als er een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting ontstaat ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, die waarschijnlijk zal leiden tot een uitstroom van middelen en waarbij het bedrag van de verplichting op een betrouwbare wijze kan worden geschat.
Bijdragen aan het groepsverzekeringscontract van het type "toegezegde bijdrage" worden opgenomen als een last van de verslagperiode waarin de gerelateerde prestaties worden verricht door de werknemers. Volgens de wet dient de werkgever een minimale rente te garanderen waarbij de vennootschap de verplichting heeft bijkomende bijdragen te betalen indien het pensioenfonds niet over voldoende activa zou beschikken om de pensioenen van alle werknemers te betalen met betrekking tot de diensten die zij hebben geleverd.
Dividenden maken deel uit van de reserves tot wanneer de algemene vergadering van aandeelhouders de dividenden toekent. Dividenden worden bijgevolg erkend als een verplichting in de jaarrekening in de periode waarin de dividenduitkering goedgekeurd wordt door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Gebeurtenissen na balansdatum zijn gebeurtenissen, zowel gunstige als ongunstige, die plaatsvinden tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor uitgifte. Voor gebeurtenissen die informatie verstrekken over de feitelijke situatie op balansdatum wordt het resultaat in de resultatenrekening verwerkt.
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest wordt driemaandelijks gewaardeerd door onafhankelijke vastgoeddeskundigen. Deze waardering van de vastgoeddeskundigen is bedoeld om de marktwaarde van een gebouw te bepalen op een bepaalde datum in functie van de evolutie van de markt en de kenmerken van de desbetreffende gebouwen. De vastgoeddeskundigen hanteren de principes beschreven in het hoofdstuk "Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen" in het Vastgoedverslag en in "Toelichting 13. Vaste activa: vastgoedbeleggingen" van het Financieel verslag. De vastgoedportefeuille wordt in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde die door de vastgoeddeskundigen wordt bepaald.
De reële waarde van de financiële derivaten van Intervest wordt driemaandelijks geschat door de emitterende financiële instelling. Een uitgebreide beschrijving bevindt zich in "Toelichting 18. Financiële instrumenten" in het Financieel verslag.
De vennootschap is op heden verwikkeld, en kan in de toekomst verwikkeld zijn, in gerechtelijke procedures. Intervest was in 2018 betrokken bij een procedure voor het Hof van Beroep te Antwerpen, fiscale kamer, alsmede in bezwaarprocedures voor de gewestelijke directeur van het controlecentrum grote ondernemingen met betrekking tot aanrekening van de exit taks aanslagjaar 1999 speciaal. In haar arrest dd. 25 april 2017 heeft het Hof van Beroep te Antwerpen het beroep van Intervest evenwel ongegrond verklaard. Het arrest werd op 10 november 2017 betekend. Intervest heeft op 29 januari 2018 cassatie beroep aangetekend tegen voormeld arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen dd. 25 april 2017 (zie Toelichting 24. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen" in het Financieel verslag"). De vennootschap is van oordeel dat deze procedure geen belangrijke weerslag zal hebben op de resultaten van de vennootschap.
De twee bedrijfssegmenten omvatten de volgende activiteiten.
De categorie "corporate" omvat alle niet aan een segment toewijsbare vaste kosten die op groepsniveau gedragen worden.
| BEDRIJFS SEGMENTERING |
Kantoren | Logistiek vastgoed | Corporate | TOTAAL | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 |
| Huurinkomsten | 20.322 | 19.749 | 27.598 | 23.600 | 47.920 | 43.349 | ||
| Met verhuur verbonden kosten |
-9 | 18 | -44 | -22 | -53 | -4 | ||
| Nettohuurresultaat | 20.313 | 19.767 | 27.554 | 23.578 | 47.867 | 43.345 | ||
| Met beheer verbonden kosten en opbrengsten |
95 | 507 | 711 | 116 | 806 | 623 | ||
| Vastgoedresultaat | 20.408 | 20.274 | 28.265 | 23.694 | 48.673 | 43.968 | ||
| Operationeel resultaat vóór resultaat op portefeuille |
16.824 | 16.699 | 25.455 | 21.107 | -2.725 | -2.729 | 39.554 | 35.077 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoed beleggingen |
-362 | 1.446 | 7.395 | -8.720 | 7.033 | -7.274 | ||
| Ander portefeuille resultaat |
-411 | 21 | -2.061 | -110 | -2.472 | -89 | ||
| Operationeel resultaat van het segment |
16.051 | 18.166 | 30.789 | 12.277 | -2.725 | -2.729 | 44.115 | 27.714 |
| Financieel resultaat | -9.620 | -6.348 | -9.620 | -6.348 | ||||
| Belastingen | -390 | -180 | -390 | -180 | ||||
| NETTORESULTAAT | 16.051 | 18.166 | 30.789 | 12.277 | -12.735 | -9.257 | 34.105 | 21.186 |
Voor de beschrijving van de risicospreiding naar de huurders per segment wordt verwezen naar het Vastgoedverslag.
Het operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille is voor de kantoren, licht gestegen met € 0,1 miljoen. Het operationeel resultaat van het kantorensegment daalt met € 2 miljoen als gevolg van een daling in de reële waarde van de kantorenportefeuille van 1% of € 2,3 miljoen (door de aanpassing van de rendementen, deels gecompenseerd door een stijging van de reële waarde van Greenhouse BXL en Mechelen Campus Toren door de gerealiseerde verhuringen) en de meerwaarde op de acquisitie in Leuven in 2018 voor € 1,9 miljoen.
Het operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille van het logistiek segment is met € 4,3 miljoen gestegen. De toename volgt voornamelijk uit de investeringen in 2017 die in 2018 een volledig jaar bijdragen aan het resultaat, alsook nieuwe logistieke acquisities in 2018 in Vuren, Eindhoven, Raamsdonksveer, Roosendaal, Tilburg en Gent die de huurinkomsten verder doen toenemen. Ook de in 2017 gerealiseerde uitbreidingen in de bestaande sites in Herentals en Herstal dragen bij tot de toename van de huurinkomsten. Daarnaast zorgt het aanscherpen van de rendementen in Nederland en België, alsook door de meerwaarden op de acquisities van 2018 voor een stijging van het operationeel resultaat van het logistiek segment met € 18,5 miljoen.
| BEDRIJFSSEGMENTERING | Kantoren | Logistiek vastgoed | TOTAAL | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 |
| Reële waarde van de vastgoedbeleg gingen |
346.769 | 304.250 | 519.735 | 358.289 | 866.504 | 662.539 |
| Investeringen en uitbreidingen tijdens het boekjaar (reële waarde) |
9.158 | 878 | 1.089 | 6.452 | 10.247 | 7.330 |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 33.723 | 0 | 115.543 | 51.539 | 149.266 | 51.539 |
| Verwerving van aandelen van vast goedvennootschappen |
0 | 0 | 37.190 | 0 | 37.190 | 0 |
| Investeringswaarde van het vastgoed | 355.438 | 311.856 | 539.466 | 368.331 | 894.904 | 680.187 |
| Totaal verhuurbare oppervlakte (m²) | 237.732 | 210.457 | 785.216 | 584.439 | 1.022.948 | 794.896 |
| Bezettingsgraad (%) | 88% | 76% | 98% | 98% | 93% | 86% |
| Bezettingsgraad excl. herontwikke lingsproject Greenhouse BXL (%) |
nvt | 85% | nvt | 98% | nvt | 91% |
De geografische segmentering toont het operationeel resultaat en de kerncijfers opgedeeld naar het land waarin ze gerealiseerd werden. De categorie "corporate" omvat alle niet aan een segment toewijsbare vaste kosten die op groepsniveau gedragen worden.
| GEOGRAFISCHE SEGMENTERING |
Vastgoedbeleggingen België |
Nederland | Vastgoedbeleggingen | Corporate | TOTAAL | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 |
| Huurinkomsten | 44.444 | 42.539 | 3.476 | 810 | 47.920 | 43.349 | ||
| Met verhuur verbonden kosten |
-53 | -4 | 0 | 0 | -53 | -4 | ||
| Nettohuurresultaat | 44.391 | 42.535 | 3.476 | 810 | 47.867 | 43.345 | ||
| Met beheer verbonden kosten en opbrengsten |
806 | 623 | 0 | 0 | 806 | 623 | ||
| Vastgoedresultaat | 45.197 | 43.158 | 3.476 | 810 | 48.673 | 43.968 | ||
| Operationeel resultaat vóór resultaat op portefeuille |
38.922 | 37.012 | 3.357 | 794 | -2.725 | -2.729 | 39.554 | 35.077 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoed beleggingen |
2.435 | -7.819 | 4.598 | 545 | 7.033 | -7.274 | ||
| Ander portefeuille resultaat |
-521 | 103 | -1.951 | -192 | -2.472 | -89 | ||
| Operationeel resultaat van het segment |
40.836 | 29.296 | 6.004 | 1.147 | -2.725 | -2.729 | 44.115 | 27.714 |
| GEOGRAFISCHE SEGMENTERING |
Vastgoedbeleggingen België |
Vastgoedbeleggingen Nederland |
TOTAAL | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 |
| Reële waarde van de vastgoed beleggingen |
712.862 | 638.440 | 153.642 | 24.099 | 866.504 | 662.539 |
| Investeringen en uitbreidingen tijdens het boekjaar (reële waarde) |
10.247 | 7.330 | 0 | 0 | 10.247 | 7.330 |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 37.157 | 27.985 | 112.109 | 23.554 | 149.266 | 51.539 |
| Verwerving van aandelen van vastgoedvennootschappen |
24.353 | 0 | 12.837 | 0 | 37.190 | 0 |
| Investeringswaarde van het vastgoed | 730.553 | 654.401 | 164.351 | 25.786 | 894.904 | 680.187 |
| Totaal verhuurbare oppervlakte (m²) | 826.496 | 761.060 | 196.452 | 33.836 | 1.022.948 | 794.896 |
| Bezettingsgraad (%) | 92% | 86% | 100% | 100% | 93% | 86% |
| Bezettingsgraad excl. herontwikke lingsproject Greenhouse BXL (%) |
nvt | 91% | nvt | 100% | nvt | 91% |
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Huur | 49.766 | 45.128 |
| Huurkortingen | -1.776 | -1.888 |
| Huurvoordelen ('incentives') | -115 | -101 |
| Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten | 45 | 210 |
| Totaal huurinkomsten | 47.920 | 43.349 |
De huurinkomsten bevatten huren, inkomsten van operationele leaseovereenkomsten en opbrengsten die hier direct verband mee houden zoals verleende huurgaranties en vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten, verminderd met de toegekende huurkortingen en huurvoordelen (incentives). De huurkortingen en huurvoordelen worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van het huurcontract door de huurder.
De huurinkomsten van Intervest zijn zonder rekening te houden met flexwerkers verspreid over 222 verschillende huurders wat het debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de inkomsten bevordert. De tien belangrijkste huurders maken 34% (38% in 2017) van de jaarhuur uit, zijn vaak vooraanstaande bedrijven in hun sector en maken vaak deel uit van internationale concerns. De belangrijkste huurder, die tot het kantorensegment behoort, vertegenwoordigt op 31 december 2018 5% van de jaarhuur (6% in 2017). In 2018 zijn er twee huurders waarvan de jaarhuur op individuele basis 5% vertegenwoordigt van de totale jaarhuur van Intervest (drie huurders in 2017). Voor meer toelichting van de belangrijkste huurders wordt verwezen naar het Vastgoedverslag - Risicospreiding naar huurders.
Voor boekjaar 2018 bedragen de huurinkomsten van Intervest € 47,9 miljoen en stijgen hiermee met € 4,6 miljoen of 11% ten opzichte van boekjaar 2017 (€ 43,3 miljoen).
In de logistieke portefeuille nemen de huurinkomsten toe met € 4,0 miljoen. Dit is een stijging van 17% ten opzichte van 2017. De toename volgt voornamelijk uit de investeringen in 2017 die in 2018 een volledig jaar bijdragen aan het resultaat, alsook nieuwe logistieke acquisities in 2018 in Vuren, Eindhoven, Raamsdonksveer, Roosendaal, Tilburg en Gent die de huurinkomsten verder doen toenemen. Ook de in 2017 gerealiseerde uitbreidingen in de bestaande sites in Herentals en Herstal dragen bij tot de toename van de huurinkomsten.
In het kantorensegment nemen de huurinkomsten licht toe met € 0,6 miljoen door nieuwe verhuringen van leegstaande ruimtes in o.a. Mechelen Campus Toren en Woluwe Garden. De verhuringen in Greenhouse BXL zullen in de loop van 2019 gradueel bijdragen in de huurinkomsten van de vennootschap. Ook de acquisitie van het Ubicenter in Leuven in december 2018 zal in 2019 een volledig jaar bijdragen aan het resultaat.
Bij het afsluiten van nieuwe huurovereenkomsten in het boekjaar 2018 is bij 82% van de contractwaarde een huurkorting toegekend (78% in 2017). Gemiddeld zijn in 2018 bij nieuwe contracten huurkortingen toegekend voor 8% van de jaarhuur (9% in 2017).
Ook wordt veelal bedongen dat de huurder de huurkortingen geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen indien hij het contract zou verbreken bij de eerste break van de overeenkomst.
Bij het uitbreiden en/of verlengen van een huurcontract is in het boekjaar 2018 gemiddeld bij 61% van de contractwaarde een huurkorting toegekend (73% in 2017). Er is in 2018 gemiddeld 8% huurkorting op de jaarhuur gegeven bij uitbreidingen en/of verlengingen (5% in 2017).
De waarde van de toekomstige minimum huurinkomsten tot aan de eerste vervaldag van de niet-opzegbare contracten heeft onderstaande inningstermijnen.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Vorderingen met een resterende looptijd van: | ||
| Hoogstens één jaar | 61.223 | 45.114 |
| Tussen één en vijf jaar | 150.209 | 105.369 |
| Meer dan vijf jaar | 81.920 | 36.167 |
| Totaal van de toekomstige minimum huurinkomsten | 293.352 | 186.650 |
De stijging van de toekomstige minimum huurinkomsten met € 107 miljoen of 58% ten opzichte van 31 december 2017 is het gevolg van nieuwe verhuringen in Greenhouse BXL en de acquisities van 2018 waarvan enkele met built-to-suithuurcontracten die vaak met een langere vaste looptijd zijn.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Te betalen huur op gehuurde activa (en erfpachtvergoedingen) | -13 | -21 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -75 | -36 |
| Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen | 35 | 53 |
| Totaal met verhuur verbonden kosten | -53 | -4 |
De met verhuur verbonden kosten betreffen voornamelijk de waardeverminderingen en terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen die in het resultaat genomen worden indien de boekwaarde hoger is dan de geschatte realisatiewaarde. Deze rubriek bevat ook de kosten voor de huur van terreinen en gebouwen door de vennootschap voor verdere verhuring aan haar huurders. Als gevolg van toepassing van IFRS 16 worden erfpachtvergoedingen vanaf boekjaar 2018 niet langer opgenomen als met verhuur verbonden kost maar worden deze opgenomen in het financieel resultaat.
De verliezen op huurvorderingen (met recuperatie) vertegenwoordigen voor de periode 2008-2018 slechts 0,1% van de totale omzet. Een sterke verslechtering van de algemene economische conjunctuur kan de verliezen op huurvorderingen vergroten. De vastgoedvennootschap beperkt dit risico door middel van huurwaarborgen en bankgaranties van de huurders. Het eventuele faillissement van een belangrijke huurder kan voor de vennootschap een aanzienlijk verlies vertegenwoordigen, evenals een onverwachte huurleegstand en zelfs een herverhuring van de vrijgekomen oppervlakte tegen een prijs die lager is dan de prijs van het niet-gerespecteerde contract.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Verkregen vergoedingen op huurschade | 253 | 398 |
| Andere | 476 | 483 |
| Ontvangen beheersvergoedingen van huurders | 476 | 483 |
| Totaal recuperatie van vastgoedkosten | 729 | 881 |
De recuperatie van de vastgoedkosten betreft voornamelijk de inresultaatname van schadevergoedingen ontvangen van huurders voor huurschade bij het verlaten van de gehuurde ruimten alsook de beheersvergoeding die Intervest ontvangt van haar huurders voor het beheer van de verhuurde gebouwen en de doorrekening van de huurlasten aan de huurders, zoals weergegeven in onderstaande tabellen.
Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Recuperatie van huurlasten gedragen door de eigenaar | 5.942 | 8.824 |
| Recuperatie van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 3.976 | 4.040 |
| Totaal recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
9.919 | 12.864 |
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Huurlasten gedragen door de eigenaar | -5.942 | -8.824 |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | -3.976 | -4.040 |
| Totaal huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
-9.919 | -12.864 |
| Totaal saldo van gerecupereerde huurlasten en belastingen | 0 | 0 |
De huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen en de recuperatie van deze lasten betreffen kosten die volgens de wet of volgens de gebruiken ten laste vallen van de huurder of lessee.
Deze kosten omvatten voornamelijk onroerende voorheffing, elektriciteit, water, schoonmaak, onderhoud van ramen en vensters, technisch onderhoud, groenonderhoud, enz. De eigenaar staat zelf in voor het beheer van de gebouwen of heeft dit uitbesteed aan externe vastgoedbeheerders (voor Mechelen Campus en de logistieke gebouwen gelegen in Nederland).
De eigenaar zal deze kosten overeenkomstig de contractuele afspraken met de huurder wel of niet aan hem doorrekenen. De afrekening gebeurt op halfjaarbasis. Gedurende het boekjaar worden voorschotten gefactureerd aan de huurders.
Als gevolg van een eenmalige verschuiving in het afrekeningsmoment bevatten de huurlasten gedragen door de eigenaar en de recuperatie van huurlasten gedragen door de eigenaar in 2017 naast de kosten en opbrengsten met betrekking tot boekjaar 2017 nog kosten en opbrengsten van het tweede semester 2016. Deze wijziging heeft geen financiële impact voor Intervest of haar huurders maar verklaart wel waarom de hoogte van de huurlasten en belastingen en de recuperatie ervan ondanks een groeiende portefeuille toch € 3 miljoen lager is in 2018 dan in 2017.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Inkomsten uit groene stroom (andere dan opstalvergoedingen) | 340 | 48 |
| Ontvangen coördinatievergoedingen turnkey solutions | 61 | 19 |
| Kosten en opbrengsten m.b.t. uitbating Greenhouse flex | -248 | -210 |
| Andere | 453 | 260 |
| Totaal andere met verhuur verbonden opbrengsten en kosten | 606 | 117 |
De kosten en opbrengsten met betrekking tot de uitbating van de Greenhouse-hubs omvatten alle werkingskosten zoals catering (met uitzondering van personeelskosten) en de gedeeltelijke recuperatie van deze kosten. De inkomsten uit de huurcontracten afgesloten met coworkers en gebruikers van serviced offices en de opbrengst uit de verhuring van de vergaderzalen van Greenhouse Flex zijn opgenomen onder huurinkomsten en bedragen € 0,3 miljoen (€ 0,3 miljoen voor 2017).
De inkomsten uit groene stroom zijn in 2018 sterk toegenomen als gevolg van de acquisitie van de logistieke site in Zellik in december 2017.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Recurrente technische kosten | -1.028 | -1.311 |
| Onderhoud en herstellingen | -910 | -1.266 |
| Verzekeringspremies | -118 | -45 |
| Niet-recurrente technische kosten | -31 | -14 |
| Schadegevallen | -31 | -14 |
| Schadegevallen (kosten) | -243 | -151 |
| Schadegevallen (opbrengsten) | 212 | 137 |
| Totaal technische kosten | -1. 059 | -1.325 |
De technische kosten omvatten onder meer onderhoud en herstellingskosten en verzekeringspremies. Onderhouds- en herstellingskosten die als renovatie van een bestaand gebouw kunnen worden beschouwd omdat ze een verbetering van het rendement of de huur veroorzaken, worden niet in kost genomen maar geactiveerd.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Makelaarscommissies | -10 | 0 |
| Publiciteit | -107 | -166 |
| Erelonen van advocaten en juridische kosten | -49 | -86 |
| Totaal commerciële kosten | -166 | -252 |
Commerciële kosten omvatten onder meer makelaarscommissies. De commissies betaald aan makelaars na een periode van leegstand worden geactiveerd aangezien de vastgoeddeskundigen, na een periode van leegstand, geschatte commissies in mindering brengen van de geschatte waarde van het vastgoed. De commissies betaald aan makelaars na een onmiddellijke herverhuring, zonder leegstandsperiode, worden niet geactiveerd en komen ten laste van het resultaat aangezien de vastgoeddeskundigen met deze commissies geen rekening houden bij hun waardering.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Leegstandslasten van het boekjaar | -565 | -680 |
| Onroerende voorheffing leegstand | -732 | -696 |
| Recuperatie onroerende voorheffing leegstand | 658 | 622 |
| Recuperatie onroerende voorheffing leegstand vorig boekjaar | 52 | 120 |
| Totaal kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen | -587 | -634 |
De kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen zijn tijdens het boekjaar 2018 licht gedaald ten opzichte van het boekjaar 2017. De leegstandskosten maken voor het boekjaar 2018 circa 1,2% van de totale huurinkomsten van de vennootschap uit (1,5% in 2017).
Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Externe beheersvergoedingen | -24 | -16 |
| Kosten van het (intern) beheer van het patrimonium | -3.995 | -3.528 |
| Personeelsbeloningen en zelfstandige medewerkers | -2.545 | -2.318 |
| Vastgoeddeskundige | -156 | -143 |
| Overige kosten | -1.294 | -1.067 |
| Totaal beheerskosten van het vastgoed | -4.019 | -3.544 |
De beheerskosten van het vastgoed zijn kosten die verband houden met het beheer van de gebouwen. Hieronder worden begrepen de personeelskosten en de indirecte kosten van de directie en het personeel (zoals kosten van kantoor, werkingskosten, enz.) die zorgen voor het beheer van de portefeuille en de verhuringen, alsook afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten die aan het beheer van het vastgoed kunnen worden toegewezen.
De beheerskosten van het vastgoed zijn met € 0,5 miljoen toegenomen als gevolg van toegenomen kosten van het (intern) beheer van het patrimonium door een uitgebreider personeelsbestand in het kader van de groei van de vennootschap.
| Totaal andere vastgoedkosten | -563 | -407 |
|---|---|---|
| Overige andere vastgoedkosten | -41 | -67 |
| Onroerende voorheffing contractueel ten last van eigenaar | -317 | -234 |
| Kosten ten laste van de eigenaar | -205 | -106 |
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
De andere vastgoedkosten betreffen vaak uitgaven die op basis van contractuele of commerciële afspraken met huurders ten laste van de Groep vallen. Het zijn veelal beperkingen op de betaling van de gemeenschappelijke lasten. Voor het boekjaar 2018 bedragen deze commerciële tussenkomsten circa € 0,5 miljoen op jaarbasis of 1,2% van de totale huurinkomsten van de vennootschap (€ 0,4 miljoen of 0,9% in boekjaar 2017). De stijging in 2018 is voornamelijk te wijten aan de vastgoedbeleggingen in Nederland, waar de onroerende voorheffing vaak ten laste van de eigenaar valt.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Abonnemententaks | -332 | -302 |
| Ereloon commissaris | -87 | -76 |
| Bezoldigingen bestuurders | -63 | -63 |
| Liquidity provider | -13 | -15 |
| Financiële dienst | -36 | -36 |
| Personeelsbeloningen en zelfstandige medewerkers | -1.356 | -1.332 |
| Advieskosten | -231 | -285 |
| Overige kosten | -631 | -613 |
| Totaal algemene kosten | -2.749 | -2.722 |
Algemene kosten zijn alle kosten die verband houden met het beheer van de vennootschap en de kosten die niet kunnen worden toegewezen aan het beheer van het vastgoed. Deze operationele kosten zijn onder andere algemene administratieve kosten, kosten van het personeel dat zich met het beheer van de vennootschap als zodanig bezighoudt, afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten.
De algemene kosten belopen € 2,7 miljoen en zijn stabiel gebleven ten opzichte van 2017.
Voor verdere details van het ereloon van de commissaris wordt verwezen naar Toelichting 23.
Een overzicht van de uitbetaalde vergoedingen aan de bestuurders wordt weergegeven in het Verslag van de raad van bestuur - Remuneratieverslag.
50% van de bezoldigingen aan de bestuurders wordt opgenomen onder de algemene kosten, de overige 50% van hun werkzaamheden worden beschouwd als beheerskosten van het vastgoed.
| 2018 | 2017 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | intern beheer van Kosten van het het vastgoed |
aan het beheer van de Kosten verbonden vennootschap |
TOTAAL | Kosten van het intern beheer van het vastgoed |
aan het beheer van de Kosten verbonden vennootschap |
TOTAAL |
| Vergoedingen werknemers en zelfstandige medewerkers |
2.065 | 821 | 2.886 | 1.812 | 818 | 2.630 |
| Bezoldigingen en andere beloningen betaald binnen de 12 maanden |
1.716 | 709 | 2.425 | 1.284 | 624 | 1.908 |
| Pensioenen en beloningen na uitdiensttreding |
45 | 23 | 68 | 47 | 22 | 69 |
| Sociale zekerheid | 292 | 142 | 434 | 278 | 130 | 408 |
| Variabele vergoedingen | 88 | 34 | 122 | 59 | 27 | 86 |
| Ontslagvergoedingen | 13 | 0 | 13 | 28 | 4 | 32 |
| Overige lasten | -89 | -87 | -176 | 116 | 11 | 127 |
| Vergoedingen directiecomité | 480 | 535 | 1.015 | 506 | 514 | 1.020 |
| Voorzitter directiecomité | 202 | 201 | 403 | 194 | 195 | 389 |
| Vaste vergoeding | 167 | 167 | 334 | 162 | 162 | 324 |
| Variabele vergoeding | 35 | 34 | 69 | 32 | 33 | 65 |
| Andere leden directiecomité | 278 | 334 | 616 | 312 | 319 | 631 |
| Vaste vergoeding | 206 | 232 | 438 | 212 | 228 | 440 |
| Variabele vergoeding | 45 | 65 | 110 | 76 | 59 | 135 |
| Pensioenverplichtingen | 27 | 37 | 64 | 24 | 32 | 56 |
| Totaal personeelsbeloningen | 2.545 | 1.356 | 3.901 | 2.318 | 1.332 | 3.650 |
Het aantal werknemers en zelfstandige medewerkers op jaareinde 2018, uitgedrukt in voltijdse equivalenten bedraagt 28 personeelsleden voor het intern beheer van het patrimonium (26 in 2017) en 10 personeelsleden voor het beheer van de vennootschap (11 in 2017). Het aantal directieleden bedraagt drie personen op 31 december 2018 (drie personen op jaareinde 2017).
Voor het personeel in vast dienstverband worden de bezoldigingen, de supplementaire beloningen, de vergoedingen bij uitdiensttreding, de ontslag- en verbrekingsvergoedingen geregeld door de wet op de arbeidsovereenkomsten van 4 juli 1978, de wet op de jaarlijkse vakantie van 28 juni 1971, het paritair comité waaronder de vennootschap ressorteert en de toepasselijke CAO's in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarop ze betrekking hebben.
Pensioenen en beloningen na uitdiensttreding, bevatten pensioenen, bijdragen voor groepsverzekeringen, levens- en invaliditeitsverzekeringen en hospitalisatieverzekeringen. Intervest heeft, voor haar personeelsleden in vast dienstverband, een groepsverzekeringscontract van het type "toegezegde bijdrage" bij een externe verzekeringsmaatschappij afgesloten. Als gevolg van de gewijzigde wetgeving eind december 2015 (op 18 december 2015 werd de wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen goedgekeurd), dient de werkgever een minimum rendement te garanderen en bijgevolg dient dit contract geclassificeerd te worden als een "defined benefit" plan. De vennootschap doet bijdragen aan dit fonds dat onafhankelijk is van de vennootschap. De bijdragen van het verzekeringsplan worden gefinancierd door de onderneming. Dit groepsverzekeringscontract volgt de wet-Vandenbroucke op de pensioenen. De bijdrageverplichtingen worden in de resultatenrekening, in de periode waarop ze betrekking hebben, opgenomen. Voor het boekjaar 2018 bedragen deze bijdragen € 135.000 (€ 125.000 in 2017). De verzekeringsmaatschappij heeft op 31 december 2018 bevestigd dat het tekort om het minimum rendement te garanderen niet materieel is.
De vergoedingen van het directiecomité worden toegelicht in het Verslag van de raad van bestuur - Remuneratieverslag.
In 2017 en 2018 vonden er geen desinvesteringen plaats.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Positieve variaties op vastgoedbeleggingen | 26.479 | 9.022 |
| Negatieve variaties op vastgoedbeleggingen | -19.446 | -16.296 |
| Totaal variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 7.033 | -7.274 |
De variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen bedragen in 2018 € 7,0 miljoen (€ -7,3 miljoen). De positieve variaties in de reële waarde zijn het gevolg van:
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Uitgestelde belastingen | -2.653 | -192 |
| Overige | 181 | 103 |
| Variaties spreiding huurkortingen en tegemoetkomingen aan huurders | 222 | 103 |
| Andere | -41 | 0 |
| Totaal ander portefeuilleresultaat | -2.472 | -89 |
Het ander portefeuilleresultaat bedraagt in 2018 € -2,5 miljoen (€ -0,1 miljoen) en omvat voornamelijk de voorziening voor uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen die eigendom zijn van de perimetervennootschappen van Intervest in Nederland en België.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Nominale interestlasten op leningen | -6.277 | -5.884 |
| Leningen bij financiële instellingen | -3.667 | -3.375 |
| Vastrentend | -319 | -319 |
| Variabel | -3.348 | -3.056 |
| Obligatieleningen | -2.277 | -2.277 |
| Interestkosten op niet-opgenomen kredieten en back up-lijnen commercial paper | -333 | -232 |
| Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | -1.558 | -1.568 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-1.558 | -1.568 |
| Inkomsten uit toegelaten afdekkingsinstrumenten | 90 | 91 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
90 | 91 |
| Andere interestkosten | -294 | -260 |
| Totaal netto-interestkosten | -8.039 | -7.621 |
De netto-interestkosten bedragen in 2018 € -8,0 miljoen ten opzichte van € -7,6 miljoen in 2017. De toename van de financieringskosten is een gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille. De in 2017 en 2018 uitgevoerde herfinancieringen ter optimalisering van de financieringsstructuur zorgen samen met het commercial-paperprogramma dat werd uitgerold in juli 2018 voor een gedeeltelijke compensatie van de toegenomen kosten en een daling van de gemiddelde financieringskost van Intervest.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Netto-interestkosten op langlopende financiële schulden | -6.430 | -6.195 |
| Netto-interestkosten op kortlopende financiële schulden | -1.609 | -1.426 |
| Totaal netto-interestkosten | -8.039 | -7.621 |
De totale gemiddelde interestvoet bedraagt in 2018 2,4% inclusief bankmarges en renteafdekkingsinstrumenten vergeleken met 2,6% in 2017. De totale gemiddelde interestvoet vóór impact van de renteafdekkingsinstrumenten bedraagt in 2018 2,0% (2,1% in 2017).
De gemiddelde interestvoet van de langlopende financiële schulden is voor 2018 2,4% inclusief bankmarges (2,9% in 2017). De gemiddelde interestvoet van de kortlopende financiële schulden is voor 2018 2,4% inclusief bankmarges (1,8% in 2017). De stijging op korte termijn is te wijten aan de obligatielening van € 25 miljoen die per 1 april 2018 van langetermijnkredieten naar kortetermijnkredieten verschoven is.
De (hypothetische) toekomstige cash outflow voor 2018 van de interestlasten van de op 31 december 2018 opgenomen leningen aan vaste rentevoet of aan de variabele rentevoet op 31 december 2018 bedraagt € 7,6 miljoen (€ 6,9 miljoen in 2017).
Voor het boekjaar 2018 bedraagt het effect op het EPRA resultaat van een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 1% ongeveer € -0,6 miljoen (€ -0,6 miljoen in 2017). Bij een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 0,5% blijven de interestkosten stabiel.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Resultaat voor belastingen | 34.495 | 21.366 |
| Resultaat vrijgesteld van belastingen als gevolg van het GVV-stelsel | -34.495 | -21.366 |
| Belastbaar resultaat verbonden met de verworpen uitgaven | 170 | 148 |
| Belasting aan het tarief van 33,99% | nvt | -50 |
| Belasting aan het tarief van 29,58% | -50 | nvt |
| Provisie voor diverse fiscale risico's | -34 | -75 |
| Regularisatie vorige boekjaren | -14 | -13 |
| Moedervennootschap | -98 | -138 |
| Perimetervennootschappen | -292 | -42 |
| Vennootschapsbelasting | -390 | -180 |
Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een transparant fiscaal statuut gegeven aan de GVV's. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op "verworpen uitgaven". Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op verkopen van vastgoedbeleggingen wordt dus geen vennootschapsbelasting betaald. De Belgische perimetervennootschappen zijn onderworpen aan het gewone stelsel van de Belgische vennootschapsbelasting en ook de Nederlandse perimetervennootschappen genieten niet van dit voordelig fiscaal statuut.
Voor de berekening van de belasting op de fiscale winst van het jaar worden de op de balansdatum geldende belastingtarieven gebruikt.
De toename in de vennootschapsbelasting voor boekjaar 2018 is het gevolg van de resultaten van de voornamelijk Nederlandse (on)rechtstreeks aangehouden perimetervennootschappen.
Op gebied van research en ontwikkeling werden door de vennootschap geen eigen activiteiten ontwikkeld.
| in duizenden € | 2018 | 2017 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | |
| Balans op 1 januari | 304.250 | 358.289 | 662.539 | 301.926 | 309.018 | 610.944 |
| • Recht van gebruik gehouden vastgoed bij toepassing IFRS16 |
0 | 229 | 229 | 0 | 0 | 0 |
| Balans op 1 januari (herwerkt) | 304.250 | 358.518 | 662.768 | 301.926 | 309.018 | 610.944 |
| • Verwerving van vastgoedbeleggingen |
33.723 | 115.543 | 149.266 | 0 | 51.539 | 51.539 |
| • Investeringen en uitbreidingen in bestaande vastgoedbeleggingen |
9.158 | 1.089 | 10.247 | 878 | 6.452 | 7.330 |
| • Verwerving van aandelen in vastgoedvennootschappen |
0 | 37.190 | 37.190 | 0 | 0 | 0 |
| • Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
-362 | 7.395 | 7.033 | 1.446 | -8.720 | -7.274 |
| Balans op 31 december | 346.769 | 519.735 | 866.504 | 304.250 | 358.289 | 662.539 |
| OVERIGE INFORMATIE | ||||||
| Investeringswaarde van het vastgoed |
355.438 | 539.466 | 894.904 | 311.856 | 368.331 | 680.187 |
Op 1 januari 2018 heeft Intervest 'via recht van gebruik gehouden vastgoed' opgenomen als gevolg van toepassing van IFRS 16. Dit bedrag van € 0,2 miljoen vertegenwoordigt het recht van gebruik voor haar logistieke vastgoedbelegging in Oevel, waar Intervest op 1 januari 2018 niet de volle eigendom in handen heeft, maar in het bezit is van erfpachtrechten.
De reële waarde van de logistieke portefeuille is in 2018 toegenomen met € 161 miljoen of 45% door:
De reële waarde van de kantorenportefeuille is in 2018 toegenomen met € 43 miljoen of 14% voornamelijk door:
Voor de verdere verklaring van de variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar Toelichting 9.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Vastgoed beschikbaar voor verhuur | 858.653 | 660.856 |
| Grondreserves | 5.222 | 1.683 |
| Via recht-van-gebruik gehouden vastgoed | 2.236 | 0 |
| Overige logistiek (voorschot Roosendaal Braak - gecommitteerde verplichting) | 393 | 0 |
| Totaal vastgoedbeleggingen | 866.504 | 662.539 |
Op jaareinde 2018 heeft de vennootschap, naast de 250.000 m² grondreserve op de voormalige Fordsite in Genk, op haar site Herentals Logistics 3 een resterende grondreserve van circa 8.000 m2 die een bijkomende uitbreidingsmogelijkheid voor een extra magazijn biedt. Deze grondreserve wordt gewaardeerd als bouwrijp terrein.
Intervest heeft op 31 december 2018 geen activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging.
Op 31 december 2018 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen. Voor de beschrijving van de wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld op het logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat wordt verwezen naar "Toelichting 24. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen".
IFRS 13 heeft een uniform raamwerk geïntroduceerd voor waardering tegen reële waarde en informatieverschaffing over waardering tegen reële waarde waar deze waarderingsgrondslag op grond van andere IFRS-standaarden verplicht of toegestaan is. Daarbij wordt de reële waarde specifiek gedefinieerd als de prijs die zou worden ontvangen bij de verkoop van een actief of die betaald zou moeten worden bij het overdragen van een verplichting in een ordelijke transactie tussen marktpartijen op de waarderingsdatum. De vereiste informatieverschaffing in IFRS 13 inzake waarderingen tegen reële waarde dient ook ter vervanging van of als uitbreiding op de vereisten in andere IFRS-standaarden, waaronder IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing.
Vastgoedbeleggingen worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de hiërarchie:
De in de balans opgenomen reële waarde van vastgoedbeleggingen is uitsluitend het resultaat van de waardering van de portefeuille door onafhankelijke vastgoeddeskundigen.
Voor de waardebepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen werden de aard, de kenmerken en de risico's van deze gebouwen en de beschikbare marktgegevens onderzocht.
Omwille van de liquiditeit van de markt en de moeilijkheid om transactiegegevens te bekomen die op een onbetwistbare manier vergelijkbaar zijn, is het evaluatieniveau van de reële waarde van de Intervest' gebouwen overeenkomstig de IFRS 13 norm, gelijk aan niveau 3 en dit voor de volledige portefeuille.
Alle vastgoedbeleggingen van de vennootschap worden ieder kwartaal gewaardeerd aan reële waarde door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen. De reële waarde is gebaseerd op de marktwaarde (dus gecorrigeerd voor 2,5% aankoopkosten voor België en 7% aankoopkosten voor Nederland zoals beschreven in de "Grondslagen voor de financiële verslaggeving - Vastgoedbeleggingen" - zie supra), wat wil zeggen het geschatte bedrag waarvoor een vastgoedbelegging op waarderingsdatum kan worden verhandeld tussen een tot een transactie bereid zijnde koper en een verkoper in een zakelijke, objectieve transactie voorafgegaan door gedegen onderhandeling waarbij de partijen goed geïnformeerd en tot een transactie bereid zijn.
De waarderingen gebeuren voornamelijk via de huurwaardekapitalisatiemethode, dit met uitzondering van de huurkortingen en fotovoltaïsche installaties. Bij deze uitzonderingen wordt de DCF-methode gehanteerd. Wanneer geen actuele marktprijzen in een actieve markt beschikbaar zijn, komen de waarderingen tot stand op basis van een brutorendementsberekening, waarbij de brutomarkthuren worden gekapitaliseerd. Deze bekomen waarderingen worden gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten. Ook huurkortingen worden in rekening gebracht. Voor gebouwen die deels of volledig onbezet zijn, wordt de waardering berekend aan de hand van de geschatte huurwaarde, met afhouding van de leegstand en de kosten (verhuurkosten, publiciteitskosten, enz.) voor de leegstaande delen.
Intervest heeft geen lopende projectontwikkelingen, wel twee grondreserves namelijk in Genk Green Logistics en Herentals Logistics 3. Deze grondreserves zijn opgenomen volgens IAS16 aan aankoopprijs.
De gehanteerde rendementen zijn specifiek voor het type vastgoed, de locatie, de staat van onderhoud en de verhuurbaarheid van ieder pand. De basis voor de bepaling van de rendementen wordt gevormd door vergelijkbare transacties, aangevuld met markt- en gebouwspecifieke kennis. Bij de waardebepaling is ook rekening gehouden met vergelijkbare transacties in de markt.
De rendementen beschreven in het Vastgoedverslag worden berekend door de contractuele huur verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand van het vastgoed te delen door de reële waarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuur uitgedrukt in een percentage. Het gemiddelde brutorendement bij volledige verhuring van het vastgoed beschikbaar voor verhuur per 31 december 2018 bedraagt 7,9% (8,4% op 31 december 2017).
Er worden per pand, per huurder en per leegstaande ruimte veronderstellingen gemaakt van de kans op (her)verhuur, aantal maanden leegstand, incentives en verhuurkosten.
De meest belangrijke hypotheses met betrekking tot de waardering van de vastgoedbeleggingen zijn:
| 2018 | 2017 | |
|---|---|---|
| Gemiddelde contractuele huur* verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand per m² (€) |
||
| • Kantoren |
129 | 132 |
| • Logistiek vastgoed |
47 | 48 |
| Gemiddeld brutorendement (%) | 7,4% | 7,3% |
| • Kantoren |
7,8% | 7,0% |
| • Logistiek vastgoed |
7,2% | 7,7% |
| Gemiddeld brutorendement bij volledige verhuring (%) | 7,9% | 8,4% |
| • Kantoren |
8,9% | 9,1% |
| • Logistiek vastgoed |
7,3% | 7,8% |
| Gemiddeld nettorendement bij volledige verhuring (%) | 6,8% | 7,2% |
| • Kantoren |
7,3% | 7,5% |
| • Logistiek vastgoed |
6,5% | 7,0% |
| Leegstandspercentage (%) inclusief Greenhouse BXL | 7% | 14% |
* De gemiddelde contractuele huur is berekend per gebouw of gebouwencomplex, en bevat verschillende soorten oppervlakten.
In geval van een hypothetische negatieve aanpassing van het rendement dat gebruikt wordt door de vastgoeddeskundigen bij de bepaling van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap (yield of kapitalisatievoet) met 1%-punt (van 7,4% naar 8,4% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 102 miljoen of 12%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 6%-punten tot circa 49%.
In het omgekeerde geval van een hypothetische positieve aanpassing van dit gebruikte rendement met 1%-punt (van 7,4% naar 6,4% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 134 miljoen of 16%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 6%-punten tot circa 38%.
In geval van een hypothetische daling van de contractuele huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 63,6 miljoen naar € 62,6 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 13 miljoen of 2%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 1%-punt tot circa 44%. In het omgekeerde geval van een hypothetische stijging van de lopende huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 63,6 miljoen naar € 64,6 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 13 miljoen of 2%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 1%-punt tot circa 43%.
Er bestaat een correlatie tussen de evoluties van de contractuele huren en de in de vastgoedschatting gehanteerde rendementen. Deze is echter buiten beschouwing gelaten in bovenstaande sensitiviteitsanalyse.
Vastgoedbeleggingen worden in de boekhouding opgenomen op basis van schattingsverslagen opgesteld door onafhankelijke en deskundige vastgoedschatters. Deze verslagen zijn gebaseerd op informatie die door de vennootschap aangeleverd wordt en op door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen.
Informatie die door de vennootschap aangeleverd wordt omvat per gebouw de terreinoppervlakte, de verhuurbare oppervlakte, lopende huren, termijnen en voorwaarden van huurovereenkomsten, service lasten, investeringen, enz. Deze informatie is afkomstig van het financieel- en beheerssysteem van de vennootschap en is onderworpen aan het algemeen geldende controlesysteem van de vennootschap.
De door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen hebben voornamelijk betrekking op de marktsituatie, zoals rendementen en discontovoeten. Ze zijn gebaseerd op hun professionele beoordeling en waarneming van de markt. De vastgoeddeskundigen houden rekening met leegstandperiodes tussen zes en achttien maanden, in functie van de locatie, het type pand en de economische situatie. Voor de logistieke panden wordt er rekening gehouden met een kostenpercentage per pand dat ten laste blijft van de eigenaar. Voor de logistieke sites in België bedraagt dit 2%, voor Nederland varieert dit tussen de 0,01% en 0,65% omwille van de aard van de huurovereenkomsten (veelal triple net)
Voor een gedetailleerde beschrijving van de methode van waardering toegepast door de vastgoeddeskundigen wordt verwezen naar het hoofdstuk "Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen" in het Vastgoedverslag.
De informatie die ter beschikking gesteld wordt van de vastgoeddeskundigen, alsook de assumpties en de waarderingsmodellen worden intern nagekeken. Dit houdt een nazicht in van de variaties in de reële waarde tijdens de betreffende periode.
Wat betreft de resterende duur van de huidige contracten verwijzen wij naar 1.6 Vastgoedverslag voor een overzicht van de gemiddelde resterende contractduur van de portefeuille.
| Niet-observeerbare parameters | Bandbreedte | Gewogen gemiddelde | ||
|---|---|---|---|---|
| (op 31 december) | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 |
| Geschatte huurwaarde (in €/m²)* | ||||
| • Kantorenportefeuille |
100-150 €/m² | 100-155 €/m² | 127 €/m² | 126 €/m² |
| • Logistiek vastgoed in België |
34-53 €/m² | 37-53 €/m² | 44 €/m² | 65 €/m² |
| • Logistiek vastgoed in Nederland |
48-57 €/m² | - | 51 €/m² | - |
| Kapitalisatorfactor gehanteerd door de vastgoeddeskundigen (in %)* |
||||
| • Kantorenportefeuille |
7,6%-9,4% | 7,8%-10,3% | 8,7% | 8,9% |
| • Logistiek vastgoed België |
5,9%-8,4% | 5,9%-8,1% | 6,9% | 7,1% |
| • Logistiek vastgoed Nederland |
6,0%-7,0% | - | 6,5% | - |
* Bovenstaande gegevens bevatten het gewogen gemiddelde per gebouw of gebouwencomplex, het hoogste en laagste getal in de weergave van de bandbreedte is telkens geëlimineerd.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 1.102 | 1.724 |
| Nog niet vervallen vooruitfacturaties | 8.425 | 6.657 |
| Op te stellen facturen | 471 | 1.003 |
| Dubieuze debiteuren | 391 | 350 |
| Voorziening dubieuze debiteuren | -391 | -350 |
| Andere handelsvorderingen | 122 | 225 |
| Totaal handelsvorderingen | 10.120 | 9.609 |
Intervest hanteert duidelijke procedures voor het screenen van huurders bij het sluiten van nieuwe huurcontracten. Ook worden bij het afsluiten van huurcontracten steeds waarborgsommen of bankgaranties bedongen. Op 31 december 2018 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties voor kantoren ongeveer 5,4 maanden (of circa € 10,6 miljoen). Voor de logistieke portefeuille op 31 december 2018 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties 4,2 maanden (of circa € 12,6 miljoen). Intervest verwacht hier dan ook geen materiële kredietverliezen.
De nog niet vervallen vooruitfacturaties betreffen facturaties met betrekking tot het eerste kwartaal van 2019. Intervest hanteert voor al haar uitgaande facturen een standaard vervaldag van 30 dagen na facturatiedatum. Op 31 december 2018 is slechts € 0,7 miljoen van de totaal uitstaande handelsvorderingen ook effectief vervallen.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Vorderingen < 30 dagen | 376 | 1.033 |
| Vorderingen 30-90 dagen | 425 | 452 |
| Vorderingen > 90 dagen | 301 | 239 |
| Totaal handelsvorderingen | 1.102 | 1.724 |
Voor de opvolging van het debiteurenrisico dat Intervest hanteert, wordt verwezen naar de beschrijving van het hoofdstuk "Risicofactoren" (Operationele risico's - debiteurenrisico's).
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Belastingen terug te vorderen | 1.482 | 0 |
| Terug te vorderen BTW | 255 | 0 |
| BTW - raming regularisaties | 863 | 0 |
| Terug te vorderen vennootschapsbelasting Nederland | 364 | 0 |
| Belastingen (ingehouden ten gevolge van de fiscale situatie van de Groep) | 3.455 | 3.455 |
| Terug te vorderen vennootschapsbelasting | 185 | 185 |
| Terug te vorderen exit taks | 459 | 459 |
| Terug te vorderen roerende voorheffing op uitgekeerde dividenden en op liquidatieboni |
2.811 | 2.811 |
| Andere | 155 | 16 |
| Totaal belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 5.092 | 3.471 |
Voor de toelichting bij de fiscale situatie van de Groep wordt verwezen naar "Toelichting 24. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen".
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Gelopen, niet-vervallen vastgoedopbrengsten | 1.313 | 1.038 |
| Te recupereren onroerende voorheffing | 1.313 | 1.029 |
| Te recupereren schadegevallen | 0 | 9 |
| Voorafbetaalde vastgoedkosten | 435 | 357 |
| Voorafbetaalde interesten en andere financiële kosten | 443 | 262 |
| Andere | 207 | 107 |
| Totaal overlopende rekeningen | 2.398 | 1.764 |
Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst.
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt op 31 december 2018 € 221.331.564,48 en is verdeeld in 24.288.997 volgestorte aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
De rubriek kapitaal bevat eveneens € 1.727.666 kosten voor de kapitaalverhoging van november 2018.
In boekjaar 2018 hebben twee kapitaalverhogingen plaatsgevonden.
toewijzingsrecht
| beweging Kapitaal |
kapitaal na de verrichting uitstaand Totaal |
gecreëerde aandelen Aantal |
Totaal aantal aandelen |
||
|---|---|---|---|---|---|
| Datum | Verrichting | in duizenden € | in eenheden | ||
| 08.08.1996 | Oprichting | 62 | 62 | 1.000 | 1.000 |
| 05.02.1999 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Atlas Park) |
4.408 | 4.470 | 1.575 | 2.575 |
| 05.02.1999 | Kapitaalverhoging door incorporatie van uitgiftepremies en reserves en kapitaal vermindering door incorporatie van over gedragen verliezen |
-3.106 | 1.364 | 0 | 2.575 |
| 05.02.1999 | Splitsing van het aandeel | 0 | 1.364 | 1.073.852 | 1.076.427 |
| 05.02.1999 | Kapitaalverhoging door inbreng in speciën | 1.039 | 2.403 | 820.032 | 1.896.459 |
| 29.06.2001 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Catian, Innotech, Greenhill Campus en Mechelen Pand |
16.249 | 18.653 | 2.479.704 | 4.376.163 |
| 21.12.2001 | Fusie door opslorping van vennootschap pen die behoorden tot VastNed Groep |
23.088 | 41.741 | 2.262.379 | 6.638.542 |
| 21.12.2001 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (De Arend, Sky Building en Gateway House) |
37.209 | 78.950 | 1.353.710 | 7.992.252 |
| 31.01.2002 | Inbreng van 575.395 aandelen Siref | 10.231 | 89.181 | 1.035.711 | 9.027.963 |
| 08.05.2002 | Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref in het kader van het bod |
24.824 | 114.005 | 2.512.998 | 11.540.961 |
| 28.06.2002 | Fusie met Siref nv; ruil van 111.384 aandelen Siref |
4.107 | 118.111 | 167.076 | 11.708.037 |
| 23.12.2002 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Apibi, Pakobi, PLC, MCC en Mechelen Campus |
5.016 | 123.127 | 1.516.024 | 13.224.061 |
| 17.01.2005 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Mechelen Campus 2, Mechelen Campus 4, Mechelen Campus 5 en Perion 2 |
3.592 | 126.719 | 658.601 | 13.882.662 |
| 18.10.2007 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Mechelen Campus 3 en Zuidinvest |
6 | 126.725 | 18.240 | 13.900.902 |
| 01.04.2009 | Fusie door overneming van de naamloze vennootschap Edicorp |
4 | 126.729 | 6.365 | 13.907.267 |
| 25.05.2012 | Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2011 |
2.666 | 129.395 | 292.591 | 14.199.858 |
| 23.05.2013 | Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2012 |
2.051 | 131.447 | 225.124 | 14.424.982 |
| 28.05.2014 | Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2013 |
3.211 | 134.657 | 352.360 | 14.777.342 |
| 22.12.2014 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van een met splitsing gelijk gestelde verrichting of partiële splitsing (artikel 677 Wetboek van Vennootschappen) |
12.453 | 147.110 | 1.366.564 | 16.143.906 |
| 28.05.2015 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 870 | 147.980 | 95.444 | 16.239.350 |
| 25.05.2016 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.968 | 152.948 | 545.171 | 16.784.521 |
| 05.05.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Aarschot |
1.969 | 154.917 | 216.114 | 17.000.635 |
| 05.05.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Oevel |
2.906 | 157.823 | 318.925 | 17.319.560 |
| 22.05.2017 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.835 | 161.658 | 420.847 | 17.740.407 |
| 22.12.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Zellik |
6.062 | 167.720 | 665.217 | 18.405.624 |
| 22.05.2018 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.427 | 172.147 | 485.819 | 18.891.443 |
| 30.11.2018 | Kapitaalverhoging met onherleidbaar | 49.185 | 221.332 | 5.397.554 | 24.288.997 |
| in duizenden € | EVOLUTIE UITGIFTEPREMIES | Kapitaal verhoging |
Opleg in geld |
Waarde inbreng |
Uitgifte premies |
|---|---|---|---|---|---|
| Datum | Verrichting | ||||
| 05.02.99 | Kapitaalverhoging door inbreng in speciën | 1.039 | 0 | 20.501 | 19.462 |
| 21.12.01 | Aanzuivering van boekhoudkundige verliezen naar aanleiding van de fusie door opslorping van vennootschappen die behoorden tot VastNed Groep |
0 | 0 | 0 | -13.747 |
| 31.01.02 | Inbreng van 575.395 aandelen Siref | 10.231 | 1.104 | 27.422 | 16.087 |
| 08.05.02 | Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref in het kader van het bod |
24.824 | 2.678 | 66.533 | 39.031 |
| 25.05.12 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 2.666 | 0 | 5.211 | 2.545 |
| 23.05.13 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 2.051 | 0 | 3.863 | 1.812 |
| 28.05.14 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.211 | 0 | 7.075 | 3.864 |
| 22.12.14 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van een met splitsing gelijk gestelde verrichting of partiële splitsing (artikel 677 Wetboek van Vennootschap pen) |
12.453 | 0 | 26.183 | 13.730 |
| 28.05.15 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 870 | 0 | 2.305 | 1.436 |
| 25.05.16 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.968 | 0 | 11.569 | 6.601 |
| 05.05.17 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Aarschot |
1.969 | 0 | 5.150 | 3.181 |
| 05.05.17 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Oevel |
2.906 | 0 | 7.600 | 4.694 |
| 22.05.17 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.835 | 0 | 9.074 | 5.238 |
| 22.12.17 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Zellik |
6.062 | 0 | 13.770 | 7.708 |
| 22.05.2018 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.427 | 0 | 9.998 | 5.571 |
| 30.11.2018 | Kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten |
49.185 | 0 | 99.855 | 50.670 |
| Totaal uitgiftepremies | 167.883 |
De uitgiftepremies bedragen op 31 december 2018 € 168 miljoen.
Voor de beweging van de reserves tijdens het boekjaar 2018 wordt verwezen naar het mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen vermogen.
De reserves zijn als volgt samengesteld.
| in duizenden € | |
|---|---|
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Wettelijke reserves | 90 | 90 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed | 30.736 | 38.252 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van het vastgoed |
48.394 | 53.526 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en – kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-17.658 | -15.274 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkings boekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-1.841 | -2.961 |
| Andere reserves | 6.034 | 6.034 |
| Overgedragen resultaten van vorige boekjaren | 19.996 | 17.403 |
| Totaal reserves | 55.015 | 58.818 |
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Saldo per einde van het vorige boekjaar | -15.274 | -15.861 |
| Variaties in de investeringswaarde van vastgoedbeleggingen | -256 | -241 |
| Aankopen van vastgoedbeleggingen vorig boekjaar | -2.122 | -165 |
| Verkoop van vastgoedbeleggingen vorig boekjaar | 0 | 993 |
| Impact implementatie IFRS16 | -6 | 0 |
| Totaal reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierech ten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-17.658 | -15.274 |
Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed (conform IAS 40) en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen, wordt opgenomen in deze post.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Exit taks | 580 | 0 |
| Andere | 4.669 | 2.290 |
| Leveranciers | 2.569 | 1.375 |
| Huurders | 415 | 304 |
| Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 1.685 | 611 |
| Totaal handelsschulden en andere kortlopende schulden | 5.249 | 2.290 |
De toename in de leveranciers van € 2,4 miljoen is een gevolg van nog te ontvangen facturen met betrekking tot acquisities en ontwikkelingen. De stijging in de belastingen, bezoldigingen en sociale lasten is een gevolg van de acquisitie en oprichting van perimetervennootschappen.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Te betalen dividenden over vorige boekjaren | 179 | 179 |
| Kortlopende verplichtingen aan verbonden partijen | 1.128 | 0 |
| Overige schulden | 467 | 38 |
| Totaal andere kortlopende verplichtingen | 1.774 | 217 |
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten | 14.139 | 12.171 |
| Verplichtingen verbonden aan vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten |
1.250 | 1.250 |
| Ontvangen schadevergoedingen voor wederinstaatstelling | 0 | 21 |
| Vooruitgefactureerde huurinkomsten | 10.696 | 9.058 |
| Vooruitgefactureerde provisies | 885 | 732 |
| Vooruitgefactureerd - andere | 123 | 104 |
| Overige over te dragen opbrengsten | 1.185 | 1.006 |
| Gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten | 3.126 | 2.840 |
| Interesten m.b.t obligatieleningen | 1.710 | 1.710 |
| Andere interesten en financiële kosten | 552 | 649 |
| Toe te rekenen kosten mbt vastgoed | 864 | 481 |
| Andere | 283 | 142 |
| Overige toe te rekenen kosten | 283 | 142 |
| Totaal overlopende rekeningen | 17.548 | 15.153 |
De overlopende rekeningen omvatten op 31 december 2018 voor € 14,1 miljoen vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten. Dit betreft voornamelijk vooruitfacturaties van huurinkomsten en provisies voor het eerste kwartaal van het volgende boekjaar die samen € 11,7 miljoen bedragen.
De gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten bedragen in 2018 € 3,1 miljoen, en omvatten o.a. de interesten op de obligatielening die verschuldigd zijn op 1 april 2019 op de obligatielening die uitgegeven is in maart 2014.
Voor de beschrijving van de Financiële structuur van de vennootschap wordt verwezen naar het Verslag van het directiecomité.
| in duizenden € | 2018 | 2017 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Schulden met een resterende looptijd van |
Schulden met een resterende looptijd van |
|||||||||
| < 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
< 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
|
| Kredietinstellingen en institutionele par tijen: opgenomen kredieten |
30.631 | 154.084 | 99.641 | 284.356 | 76% | 46.805 | 119.984 | 72.691 | 239.480 | 80% |
| Obligatielening | 24.983 | 34.848 | 0 | 59.831 | 16% | 0 | 59.696 | 0 | 59.696 | 20% |
| Commercial paper | 30.000 | 0 | 0 | 30.000 | 8% | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% |
| Leaseverplichtingen* | 1.668 | 0 | 0 | 1.668 | 0% | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% |
| TOTAAL | 87.282 | 188.932 | 99.641 | 375.855 | 100% | 46.805 | 179.680 | 72.691 | 299.176 | 100% |
| Procentueel aandeel |
23% | 50% | 27% | 100% | 16% | 60% | 24% | 100% |
* De leasingverplichting betreft de overname verplichting in Edda21.
De kredietovereenkomsten van Intervest zijn, naast de vereiste tot het behoud van het GVV-statuut en het voldoen aan de financiële ratio's zoals opgelegd door de GVV-Wet, onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau van de vennootschap of haar financiële interestlast, het verbod tot hypothekeren of verpanden van vastgoedbeleggingen en de pari passu behandeling van de schuldeisers. De financiële ratio's beperken het bedrag dat Intervest nog zou kunnen lenen.
Ten behoeve van de financiering van de vennootschap zijn er op 31 december 2018 geen hypothecaire inschrijvingen genomen, noch hypothecaire volmachten toegestaan.
Voor de meeste financieringen wordt door de kredietinstellingen veelal een rentedekkingsverhouding van meer dan 2 vereist (zie beschrijving van de Financiële structuur in het Verslag van het directiecomité).
Deze ratio's zijn gerespecteerd op 31 december 2018. Indien Intervest deze ratio's niet meer zou respecteren, zou door de financiële instellingen kunnen worden geëist dat de financieringsovereenkomsten van de vennootschap worden geannuleerd, heronderhandeld, opgezegd of vervroegd terugbetaald.
| in duizenden € | 2018 | 2017 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Schulden met een resterende looptijd van |
Schulden met een resterende looptijd van |
|||||||||
| < 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
< 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
|
| Kredietinstellingen en institutionele par tijen: opgenomen kredieten |
30.631 | 154.084 | 99.641 | 284.356 | 59% | 46.805 | 119.984 | 72.691 | 239.480 | 60% |
| Obligatielening | 24.983 | 34.848 | 0 | 59.831 | 12% | 0 | 59.696 | 0 | 59.696 | 15% |
| Commercial paper: opgenomen |
30.000 | 0 | 0 | 30.000 | 6% | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% |
| Leaseverplichtingen | 1.668 | 1.668 | 0% | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% | ||
| Niet-opgenomen kredietlijnen |
12.479 | 77.968 | 22.500 | 112.947 | 23% | 19.300 | 7.150 | 75.000 | 101.450 | 25% |
| TOTAAL | 99.761 | 266.900 | 122.141 | 488.802 | 100% | 66.105 | 186.830 | 147.691 | 400.626 | 100% |
| Procentueel aandeel |
20% | 55% | 25% | 100% | 16% | 47% | 37% | 100% |
Bovenstaande tabel "Opdeling volgens de vervaldag van de kredietlijnen" bevat een bedrag van € 113 miljoen aan niet-opgenomen kredietlijnen (€ 101 miljoen op 31 december 2017). Deze vormen op afsluitingsdatum geen effectieve schuld maar zijn enkel een potentiële schuld onder de vorm van een beschikbare kredietlijn. Het procentueel aandeel wordt berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte van de som van de opgenomen kredietlijnen, niet-opgenomen kredietlijnen en de uitstaande obligatielening.
| in duizenden € | 2018 | 2017 | ||
|---|---|---|---|---|
| Totaal | Procentueel aandeel |
Totaal | Procentueel aandeel |
|
| Kredieten met variabele rentevoet | 59.023 | 16% | 72.480 | 24% |
| Kredieten ingedekt door interest rate swaps en/of floors | 250.000 | 66% | 160.000 | 54% |
| Kredieten met vaste rentevoet | 66.831 | 18% | 66.696 | 22% |
| TOTAAL | 375.855 | 100% | 299.176 | 100% |
In bovenstaande tabel "Opdeling volgens het variabel of vastrentend karakter van de opgenomen kredieten bij kredietinstellingen en van de obligatielening" wordt het procentuele aandeel berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte van de som van de opgenomen kredieten.
Op 19 maart 2014 heeft Intervest een private plaatsing van obligaties gerealiseerd voor een totaalbedrag van € 60 miljoen. De obligaties hebben een looptijd van respectievelijk 5 jaar (€ 25 miljoen) en 7 jaar (€ 35 miljoen) en vervallen op respectievelijk 1 april 2019 en 1 april 2021. De obligaties met vervaldatum 1 april 2019 genereren een vast jaarlijks brutorendement van 3,430%, de obligaties met vervaldatum 1 april 2021 een vast jaarlijks brutorendement van 4,057%.
De uitgifteprijs van de obligaties is gelijk aan hun nominaal bedrag, hetzij € 100.000. De obligaties zijn geplaatst bij institutionele investeerders.
Intervest heeft een commercial paper uitgegeven in juli 2018 ter verdere diversificatie van de financieringsbronnen voor een bedrag van maximaal € 70 miljoen (waarvan € 30 miljoen opgenomen op 31 december 2018) met een looptijd van 3 maanden (maximale looptijd 1 jaar).
De opname is volledig ingedekt door backuplijnen van de begeleidende banken (Belfius Bank en KBC Bank) die als garantie ter herfinanciering dienen, mocht de plaatsing of verlenging van de commercial paper niet of slechts gedeeltelijk mogelijk blijken. Er is op jaareinde 2018 nog € 5 miljoen bijkomende backuplijn beschikbaar voor de verdere uitbreiding van het programma.
De belangrijkste financiële instrumenten van Intervest bestaan uit financiële en commerciële vorderingen en schulden, geldmiddelen en kasequivalenten evenals financiële instrumenten van het type interest rate swap (IRS) en floor.
| SAMENVATTING FINANCIËLE INSTRUMENTEN | 2018 | 2017 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | Categorieën | Niveau | Boek waarde |
Reële waarde |
Boek waarde |
Reële waarde |
| FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP ACTIEF | ||||||
| Vaste activa | ||||||
| Financiële vaste activa | C | 2 | 156 | 156 | 182 | 182 |
| Handelsvorderingen en andere vaste activa |
A | 2 | 14 | 14 | 13 | 13 |
| Vlottende activa | ||||||
| Handelsvorderingen | A | 2 | 10.120 | 10.120 | 9.609 | 9.609 |
| Kas en kasequivalenten | B | 2 | 1.972 | 1.972 | 728 | 728 |
| FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP PASSIEF | ||||||
| Langlopende verplichtingen | ||||||
| Langlopende financiële schulden (rentedragend) |
A | 2 | 288.573 | 291.645 | 252.371 | 256.845 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen |
C | 2 | 3.460 | 3.460 | 2.020 | 2.020 |
| Andere langlopende verplichtingen | A | 2 | 3.010 | 3.010 | 1.001 | 1.001 |
| Kortlopende verplichtingen | ||||||
| Kortlopende financiële schulden | A | 2 | 87.282 | 87.431 | 46.805 | 46.805 |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen |
C | 2 | 152 | 152 | 3 | 3 |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden |
A | 2 | 5.249 | 5.249 | 2.290 | 2.290 |
| Andere kortlopende verplichtingen | A | 2 | 1.774 | 1.774 | 217 | 217 |
De categorieën komen overeen met de volgende financiële instrumenten:
Financiële instrumenten worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de hiërarchie van de reële waarden:
De financiële instrumenten van Intervest stemmen overeen met niveau 2 in de hiërarchie van de reële waarden. De waarderingstechnieken betreffende de reële waarde van de financiële instrumenten van niveau 2 zijn de volgende:
Intervest hanteert interest rate swaps en floors ter indekking van de mogelijke wijzigingen van de interestkosten op een gedeelte van de financiële schulden met een variabele rentevoet (de kortetermijn Euribor). De interest rate swaps en floors worden als een kasstroomafdekking geclassificeerd. Intervest past geen hedge-accounting toe. De schommelingen in de reële waarde van de financiële instrumenten worden opgenomen in de resultatenrekening op de lijn "Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges)" in het financieel resultaat.
| Startdatum | Einddatum | Rentevoet | Contractueel notioneel bedrag |
Hedge accounting |
Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | Ja/Nee | 2018 | 2017 | |||||
| 1 | IRS | 02.01.2012 | 01.01.2018 | 2,3775% | 10.000 | Nee | 0 | -3 |
| 2 | IRS | 30.04.2014 | 30.04.2019 | 1,2725% | 10.000 | Nee | -53 | 0 |
| 3 | IRS | 30.04.2014 | 30.04.2019 | 1,2725% | 10.000 | Nee | -53 | 0 |
| 3 | IRS | 26.06.2015 | 26.06.2019 | 0,3300% | 10.000 | Nee | -46 | 0 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | -152 | -3 | ||||||
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | -152 | -3 | ||||||
| 1 | IRS | 30.04.2014 | 30.04.2019 | 1,2725% | 10.000 | Nee | 0 | -210 |
| 2 | IRS | 30.04.2014 | 30.04.2019 | 1,2725% | 10.000 | Nee | 0 | -210 |
| 3 | IRS | 18.06.2015 | 18.06.2022 | 0,7800% | 15.000 | Nee | -452 | -423 |
| 4 | IRS | 30.06.2015 | 30.06.2020 | 0,4960% | 15.000 | Nee | -176 | -241 |
| 5 | IRS | 18.06.2015 | 18.06.2021 | 0,6300% | 15.000 | Nee | -308 | -331 |
| 6 | IRS | 26.06.2015 | 26.06.2019 | 0,3300% | 15.000 | Nee | 0 | -137 |
| 7 | IRS | 01.12.2016 | 01.12.2021 | 0,1200% | 15.000 | Nee | -117 | -24 |
| 8 | IRS | 01.12.2016 | 01.12.2022 | 0,2200% | 15.000 | Nee | -140 | -2 |
| 9 | IRS | 22.03.2017 | 22.03.2024 | 0,8500% | 10.000 | Nee | -363 | -302 |
| 10 | IRS | 22.03.2017 | 22.03.2024 | 0,4500% | 10.000 | Nee | -150 | -49 |
| 11 | IRS | 22.03.2017 | 22.03.2024 | 04675% | 10.000 | Nee | -160 | -53 |
| 12 | IRS | 22.03.2017 | 22.03.2023 | 0,3300% | 10.000 | Nee | -130 | -38 |
| 13 | IRS | 15.06.2018 | 15.01.2025 | 0,6600% | 15.000 | Nee | -287 | 0 |
| 14 | IRS | 15.06.2018 | 17.06.2024 | 0,5950% | 10.000 | Nee | -178 | 0 |
| 15 | IRS | 01.10.2018 | 01.10.2025 | 0,8520% | 10.000 | Nee | -162 | 0 |
| 16 | IRS | 27.09.2018 | 27.09.2023 | 0,3930% | 10.000 | Nee | -142 | 0 |
| 17 | IRS | 27.09.2018 | 27.09.2025 | 0,6800% | 10.000 | Nee | -211 | 0 |
| 18 | IRS | 28.09.2018 | 30.09.2025 | 0,7050% | 10.000 | Nee | -200 | 0 |
| 19 | IRS | 28.09.2018 | 29.09.2023 | 0,4350% | 10.000 | Nee | -142 | 0 |
| 20 | IRS | 02.01.2019 | 02.01.2026 | 0,7275% | 25.000 | Nee | -142 | 0 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | -3.460 | -2.020 | ||||||
| Andere langlopende financiële verplichtingen | -3.460 | -2.020 | ||||||
| 1 | Floor | 01.12.2016 | 01.02.2021 | 0,0% | 27.500 | Nee | 156 | 182 |
| Financiële vaste activa | 156 | 182 | ||||||
| Totaal reële waarde van de financiële derivaten | -3.456 | -1.841 | ||||||
| Boekhoudkundige verwerking op 31 december | ||||||||
| • In het eigen vermogen: Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkings boekhouding |
-1.841 | -2.960 | ||||||
| • In resultatenrekening: Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
-1.615 | 1.119 | ||||||
| Totaal reële waarde van de financiële derivaten | -3.456 | -1.841 |
De interest rate swaps hebben op 31 december 2018 een negatieve marktwaarde van € -3,5 miljoen (contractueel notioneel bedrag € 250 miljoen) wat op kwartaalbasis wordt vastgelegd door de emitterende financiële instelling.
In januari 2018 zijn interest rate swaps op vervaldatum gekomen voor een notioneel bedrag van € 10 miljoen met een rentevoet van 2,3775%. In het tweede semester van 2018 zijn voor een notioneel bedrag van € 100 miljoen nieuwe interest rate swaps aangekocht met een gemiddelde rentevoet van 0,63% (looptijd tussen de 5 en 7 jaar). Deze nieuwe interest rate swaps zijn deels gefloored en deels unfloored.
De voornaamste financiële risico's van Intervest zijn het financieringsrisico, het liquiditeitsrisico en het renterisico.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Financieringsrisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Verslag van de raad van bestuur.
Intervest streeft voor de financiering van het vastgoed steeds naar een evenwichtige verhouding tussen eigen en vreemd vermogen. Daarnaast streeft Intervest ernaar door transparante informatieverschaffing, regelmatige contacten met financiers en (potentiële) aandeelhouders en het verhogen van de liquiditeit van het aandeel, de toegang tot de kapitaalmarkt veilig te stellen. Tenslotte wordt ten aanzien van de langetermijnfinancieringen gestreefd naar een evenwichtige spreiding van herfinancieringsdata en naar een gewogen gemiddelde looptijd tussen de 3,5 en 5 jaar. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen. De gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietovereenkomsten op 31 december 2018 is 4,4 jaar. Ook heeft Intervest haar financieringsbronnen gediversifieerd door het gebruik van zeven Europese financiële instellingen en de uitgifte van obligatieleningen.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 17. Langlopende en kortlopende financiële schulden" in het Financieel verslag.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Liquiditeitsrisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Verslag van de raad van bestuur.
De bankkredietovereenkomsten van Intervest zijn onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau van Intervest of haar financiële interestlast. Om een beroep te kunnen doen op deze kredietruimte dient continu aan de voorwaarden van de kredietfaciliteiten te worden voldaan. Op 31 december 2018 beschikt de vennootschap nog over € 113 miljoen niet-opgenomen kredietlijnen bij haar financiers om schommelingen in liquiditeitsbehoeften op te vangen.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 17. Langlopende en kortlopende financiële schulden" in het Financieel verslag.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Renterisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Verslag van de raad van bestuur.
Als gevolg van het financieren met vreemd vermogen wordt het rendement tevens afhankelijk van de ontwikkelingen van de rente. Om dit risico te beperken wordt bij de samenstelling van de leningenportefeuille gestreefd naar een verhouding een derde vreemd vermogen met variabele rente en twee derde vreemd vermogen met vaste rente. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente kan hiervan tijdelijk worden afgeweken. Verder wordt binnen het vreemd vermogen op lange termijn gestreefd naar een evenwichtige spreiding van renteherzieningsdata en een looptijd van minimaal 3 jaar. Op 31 december 2018 liggen de rentevoeten op de indekkingen (inclusief financieringen met vaste rentevoet) van de vennootschap vast voor een resterende looptijd van gemiddeld 3,7 jaar.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 17. Langlopende en kortlopende financiële schulden" en "Toelichting 11. Netto-interestkosten" in het Financieel verslag.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Voorziening voor uitgestelde belastingen mbt België | 863 | 0 |
| Voorziening voor uitgestelde belastingen mbt Nederland | 2.045 | 192 |
| Totaal | 2.908 | 192 |
De uitgestelde belastingen bevatten een voorziening voor uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen eigendom van de perimetervennootschappen van de Groep in België en Nederland.
| in duizenden € | Toelichting | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Langlopende financiële schulden | 17 | 288.573 | 252.371 |
| Andere langlopende verplichtingen | 3.010 | 1.001 | |
| Kortlopende financiële schulden | 17 | 87.282 | 46.805 |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 16 | 5.249 | 2.290 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 16 | 1.774 | 217 |
| Totaal verplichtingen voor schuldgraadberekening | 385.888 | 302.684 | |
| Totaal activa (excl. financiële derivaten) | 887.007 | 679.236 | |
| Schuldgraad | 43,5% | 44,6% |
Voor de verdere toelichting over de evolutie van de schuldgraad wordt verwezen naar de bespreking van de Financiële structuur in het Verslag van het directiecomité.
De verbonden partijen waarmee de vennootschap handelt zijn haar aandeelhouders, en de daarmee verbonden ondernemingen, alsook haar perimetervennootschappen (zie Toelichting 22) en haar bestuurders en directieleden.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Interest betaald op rekening courant JM Construct (medeaandeelhouder van Genk Green Logistics nv) |
11 | 0 |
De vergoeding voor de bestuurders en directieleden is opgenomen in de posten "Beheerskosten van het vastgoed" en "Algemene kosten" (zie Toelichting 5 en 6). Verdere detaillering van de samenstelling van de vergoeding van de directieleden kan gevonden worden in "Toelichting 7. Personeelsbeloningen".
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Bestuurders | 125 | 125 |
| Directieleden | 1.015 | 1.020 |
| Totaal | 1.140 | 1.145 |
De bestuurders en directieleden ontvangen bijkomend geen voordelen ten laste van de vennootschap.
Onderstaande ondernemingen worden opgenomen in de consolidatie volgens de methode van de integrale consolidatie.
| vennootschap Naam |
Adres | Ondernemings nummer |
van het kapitaal Gehouden deel (in %) |
Waarde van de deelneming in enkelvoudige jaarrekening |
(in duizenden €) Minderheids belangen |
|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2017 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aartselaar Business Center nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0466.516.748 | 100% | € -646.337 | 0 | 0 |
| Mechelen Business Center nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0467.009.765 | 100% | € 811.506 | 0 | 0 |
| Mechelen Research Park nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0465.087.680 | 100% | € 4.133.133 | 0 | 0 |
| Genk Green Logistics nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0701.944.557 | 50% | € 590.965 | -9 | 0 |
| Edda21 nv | Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0673.956.988 | 100% | € 9.661.286 | 0 | 0 |
| Intervest Nederland Coöperatief U.A |
Verlengde Poolseweg 16 4818 CL Breda Nederland |
NL857537349B01 | 100% | € 50.638.408 | 0 | 0 |
Perimetervennootschappen van Intervest Nederland Coöperatief U.A.*
| Intervest Tilburg 1 bv | NL857541122B01 | 100% |
|---|---|---|
| Intervest Tilburg 2 bv | NL859485869B01 | 100% |
| Intervest Raamsdonksveer 1 bv | NL857780001B01 | 100% |
| Intervest Raamsdonksveer 2 bv | NL858924900B01 | 100% |
| Intervest Raamsdonksveer 3 bv | NL859446013B01 | 100% |
| Intervest Eindhoven 1 bv | NL858924894B01 | 100% |
| Intervest Vuren 1 bv | NL856350412B01 | 100% |
| Intervest Roosendaal 1 bv | NL859095277B01 | 100% |
| Intervest Roosendaal 2 bv | NL859485778B01 | 100% |
Totaal minderheidsbelangen -9 0
Als gevolg van de uitbreiding van de vastgoedportefeuille van Intervest in Nederland is in het eerste semester van 2017 Intervest Nederland Coöperatief U.A. opgericht. De andere Nederlandse bv's zijn perimetervennootschappen van Intervest Nederland Coöperatief U.A. en houden het vastgoed aan.
* Alle vennootschappen van Intervest in Nederland zijn gevestigd op Verlengde Poolseweg 16, 4818 CL Breda .
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Excl. BTW | ||
| Bezoldiging van de commissaris | 68 | 66 |
| Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris m.b.t. |
||
| Andere controleopdrachten | 64 | 19 |
| Belastingadviesopdrachten | 44 | 5 |
| Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 0 | 0 |
| Totaal honorarium commissaris en met de commissaris verbonden entiteiten | 176 | 90 |
Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een voordelig fiscaal statuut gegeven aan de GVV's. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op "verworpen uitgaven". Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op verkopen van onroerend goed wordt dus geen enkele vennootschapsbelasting betaald. Het tarief van deze exit taks bedraagt sinds 1 januari 2005 16,995% (16,5% + 3% crisisbelasting).
Volgens de fiscale wetgeving dient de belastbare grondslag berekend te worden als het verschil tussen de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen en de (fiscale) boekwaarde. De Minister van Financiën heeft via een omzendbrief (dd. 23 december 2004) beslist dat er bij de bepaling van de werkelijke waarde geen rekening dient gehouden te worden met de overdrachtskosten verbonden aan de transactie, maar stipuleert wel dat effectiseringspremies onderhevig blijven aan vennootschapsbelasting. Belastingaanslagen op basis van een effectiseringspremie zouden dus wel verschuldigd zijn. Intervest betwist deze interpretatie en heeft dienaangaande nog bezwaarschriften lopen ten bedrage van circa € 4 miljoen.
Thans bedraagt de nog te betalen belasting plus nalatigheidsinteresten circa € 6,7 miljoen conform de ingekohierde aanslagen. Weliswaar is er nog geen ontlasting toegekend wat betreft de vaststaande bepaling (sinds de omzendbrief dd. 23 december 2004) dat voor de berekening van de exit taks de waarde Kosten Koper moet worden toegepast i.p.v. de waarde Vrij op Naam. Het echte fiscaal dispuut heeft dan volgens Intervest enkel betrekking op het standpunt dat de effectiseringspremie mee in aanmerking genomen moet worden bij de bepaling van de exit taks (de totale fiscale schuld bedraagt dan circa € 4 miljoen i.p.v. circa € 6,7 miljoen).
Op 2 april 2010 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg in Leuven in een rechtszaak tussen een andere Belgische openbare GVV (toen vastgoedbevak) en de Belgische Staat aangaande deze problematiek, geoordeeld dat er geen reden is "waarom de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op datum van de erkenning als vastgoedbevak door de Financial Markets and Services Authority (FSMA) niet lager zou kunnen zijn dan de prijs van de aandelen die aan het
publiek werden aangeboden".
Deze bijkomende belastingschulden ten belope van circa € 4 miljoen worden gewaarborgd door de twee vroegere promotoren van Siref die naar aanleiding van de erkenning van deze vastgoedbevak alsook in het kader van goedkeuring van het prospectus van de vastgoedbevak Siref met het oog op het bekomen van de toelating tot de notering ervan op de beurs een eenzijdige verklaring dd. 8 februari 1999 hebben overhandigd aan de FSMA waarin zij verklaren dat zij de exit taks, verschuldigd bij een eventuele wijziging van de aangifte, zullen betalen. Weliswaar betwist één van deze promotoren bij schrijven dd. 24 mei 2012 dat Intervest uit deze verklaring rechten kan putten.
In 2008 heeft de fiscale overheid (Ontvanger der directe belastingen) op één logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat, een wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld. Er werd voor deze betwiste aanslagen geen voorziening aangelegd.
In 2013 heeft de fiscale overheid een van de bezwaarschriften afgewezen en heeft Intervest een verzoekschrift voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen ingediend. Bij vonnis van 3 april 2015 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg Intervest in het ongelijk gesteld. Tegen dit vonnis is door de vennootschap beroep aangetekend waarbij het Hof van Beroep in haar arrest dd. 25 april 2017 het beroep van Intervest evenwel ongegrond heeft verklaard en het bestreden vonnis dd. 3 april 2015 heeft bevestigd. Het Arrest werd op 10 november 2017 betekend. Intervest heeft op 29 januari 2018 cassatie beroep aangetekend tegen voormeld Arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen dd. 25 april 2017.
De afhandeling van de andere bezwaarschriften is voorlopig opgeschort.
Op 31 december 2018 heeft Intervest volgende verplichtingen:
Investeringsverplichtingen ten belope van € 57 miljoen voor drie projecten, waarvan twee projecten gelegen in Roosendaal en een project gelegen in Eindhoven.
Verder heeft Intervest onrechtstreeks, via haar 50% aandeelhouderschap in Genk Green Logisitics, een resultaatsverbintenis om in de context van het GGL project een minimum tewerkstelling te garanderen. De naleving van deze resultaatsverbintenis wordt gemeten op twee punten in de tijd, namelijk 31 december 2030 en 31 december 2036. Bij niet-naleving kan een boete van maximaal
€ 2 miljoen worden opgelegd op niveau van Genk Green Logistics.
Intervest heeft zich verder ook, samen met JM Construct, ten aanzien van de Vlaamse Waterweg hoofdelijk en ondeelbaar borg gesteld voor de betaling door GGL van kosten van bodemsanering en aanleg van infrastructuur ten belope van een bedrag van € 11 miljoen.
Intervest heeft een verplichting ten belope van € 1 miljoen in het kader van de verbouwing van Greenhouse Brussels.
Hieronder worden specifieke belangenconflicten weergegeven die zich hebben voorgedaan in 2018 en die overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen en/of de GVV-Wetgeving dienen te worden toegelicht in het Jaarverslag.
De raad van bestuur van 13 december 2018 nam een beslissing omtrent de acquisitie van een logistieke site gelegen in Roosendaal, waarbij onafhankelijk bestuurder Jacqueline Heeren - de Rijk een belang van vermogensrechtelijke aard heeft.
Uittreksel uit de notulen:
"Voorafgaandelijk aan de vergadering van de raad van bestuur heeft Jacqueline Heeren - de Rijk alle leden van de raad van bestuur per email ingelicht omtrent het gegeven dat zij een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur, zijnde met betrekking tot de beslissing aangaande de goedkeuring van het investeringsvoorstel inzake de aankoop van een logistieke site gelegen in Roosendaal, verhuurd aan Jan de Rijk Logistics (punt 4 van de agenda).
Overeenkomstig artikel 523 §1 van het Wetboek van Vennootschappen, zal de commissaris van de vennootschap, Deloitte Bedrijfsrevisoren bv o.v.v.e. CVBA vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck, op de hoogte worden gebracht van voormeld strijdig belang.
Verder zullen de notulen betreffende de beslissing aangaande de goedkeuring van het investeringsvoorstel inzake de aankoop van een logistieke site gelegen in Roosendaal, verhuurd aan Jan de Rijk Logistics (punt 4 van de agenda), worden opgenomen in het verslag van de raad van bestuur op te stellen in overeenstemming met artikel 95 van het Wetboek van Vennootschappen met betrekking tot het boekjaar eindigend op 31 december 2018.
Jacqueline Heeren - de Rijk is niet aanwezig op de vergadering waardoor zij automatisch niet heeft deelgenomen aan de beraadslaging aangaande de verrichting of beslissing, noch heeft deelgenomen aan de stemming in dat verband. (…)"
"De raad van bestuur keurt met eenparigheid van stemmen het investeringsvoorstel van de logistieke site in Roosendaal goed mits het bekomen van de nodige garanties, zoals de hoofdelijke borgstelling van Jan de Rijk NV voor alle verplichtingen van de huurder Jan de Rijk Vastgoed bv uit de huurovereenkomst en een instandhoudingsverklaring van de enige aandeelhouder van Jan de Rijk nv voor een periode van minimum 10 jaar (eventueel met een afbouwscenario in de tijd)."
In uitvoering van artikel 8 van het GVV-KB heeft Intervest op 20 december 2018 een persbericht uitgestuurd dat gold als publicatie uit hoofde van artikel 37 van de GVV-Wet. De vennootschap stelde daarin dat zij van mening is dat deze transactie in haar belang is, kadert in haar ondernemingsstrategie en wordt uitgevoerd tegen marktconforme voorwaarden. De in voormeld persbericht van 20 december 2018 geciteerde aankoopprijs van het vastgoed (exclusief mutatierechten) die werd betaald in het kader van de sale-and-lease backoperatie is lager dan de reële waarde van dat vastgoed zoals gewaardeerd door de vastgoeddeskundige minder dan één maand voor de verrichting (zodat artikel 49, § 2 van de GVV-Wet werd nageleefd).
Er zijn geen noemenswaardige feiten te vermelden die zich hebben voorgedaan na de afsluiting van de balans op 31 december 2018.
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
Andere vermeldingen
verordening (EU) nr. 537/2014. Zaventem, 8 maart 2018 De commissaris
vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
Wij hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de vennootschap. De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening bedoeld in artikel 134 van het Wetboek van vennootschappen werden correct
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2018
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Intervest Offices & Warehouses NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2018 - Geconsolideerde jaarrekening
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses NV (de "vennootschap") en haar filialen (samen "de groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 27 april 2016, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2018. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht uitgevoerd gedurende 18 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2018 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd globaalresultaat, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing, waarvan het totaal van de geconsolideerde balans 887 164 (000) EUR bedraagt en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar (aandeel van de groep) van 34 114 (000) EUR.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de groep op 31 december 2018 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
1
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de internationale controlestandaarden toegepast zoals door IAASB van toepassing verklaard op de boekjaren afgesloten vanaf 15 december 2016 en nog niet goedgekeurd op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
1 De commissaris heeft ingestemd met de opneming van hun verslag in dit Jaarverslag. De informatie is correct weergegeven en, voorzover Intervest weet en heeft kunnen opmaken uit door de commissaris gepubliceerde informatie, zijn geen feiten weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden.
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
| Kernpunten van de controle | Hoe onze controle de kernpunten van de controle behandelde |
||
|---|---|---|---|
| Waardering van vastgoedbeleggingen | |||
| • Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde (866 504 (000) EUR) vertegenwoordigen 98% procent van het geconsolideerde balanstotaal |
• We hebben de interne beheersingmaatregelen van het management beoordeeld en het ontwerp en de implementatie van controles rond |
We verwijzen naar de geconsolideerde jaarrekening, inclusief de toelichtingen: Toelichting 2 Grondslagen voor de financiële verslaggeving en Toelichting 13 Vaste activa.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
het concluderen dat de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de groep haar continuïteit niet langer kan handhaven;
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
4
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (herzien in 2018) bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde de vereiste onderdelen van het jaarverslag van Intervest Offices & Warehouses NV overeenkomstig artikel 96 en 119 van het Wetboek van vennootschappen zoals weergegeven in de volgende hoofdstukken van het jaarlijks financieel verslag: Risicofactoren, 2. Corporate Governance Verklaring, Verslag van het directiecomité - 2. Belangrijke ontwikkelingen in 2018, Verslag van het directiecomité - 3. Financiële resultaten 2018, Verslag van het directiecomié - 7. Vooruitzichten 2019, Financieel verslag, een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
5
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Zaventem, 8 maart 2019
De commissaris
Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA
Vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid/Société coopérative à responsabilité limitée Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE 17 2300 0465 6121 - BIC GEBABEBB
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
De enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv is opgesteld op basis van de IFRSnormen en conform het GVV-KB van 13 juli 2014. De volledige versie van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv zal, samen met het jaarverslag en het verslag van de commissaris, binnen de wettelijke termijn bij de Nationale Bank van België neergelegd worden en kan gratis verkregen worden via de website van de vennootschap (www.intervest.be) of op aanvraag bij de maatschappelijke zetel.
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven op de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv.
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Huurinkomsten | 44.331 | 42.540 |
| Met verhuur verbonden kosten | -48 | -103 |
| NETTOHUURRESULTAAT | 44.283 | 42.437 |
| Recuperatie van vastgoedkosten | 729 | 881 |
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
9.800 | 12.852 |
| Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling |
-529 | -375 |
| Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
-9.800 | -12.852 |
| Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 606 | 116 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 45.089 | 43.059 |
| Technische kosten | -992 | -1.322 |
| Commerciële kosten | -166 | -252 |
| Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen | -587 | -634 |
| Beheerskosten van het vastgoed | -3.699 | -3.470 |
| Andere vastgoedkosten | -522 | -399 |
| Vastgoedkosten | -5.966 | -6.077 |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 39.123 | 36.982 |
| Algemene kosten | -2.649 | -2.655 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | 27 | -5 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 36.501 | 34.322 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 2.253 | -7.819 |
| Ander portefeuilleresultaat | 132 | 103 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 38.886 | 26.606 |
| in duizenden € | 2018 | 2017 | |
|---|---|---|---|
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 38.886 | 26.606 | |
| Financiële opbrengsten | 1.182 | 597 | |
| Netto-interestkosten | -8.098 | -7.621 | |
| Andere financiële kosten | -9 | -5 | |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
-1.615 | 1.119 | |
| Variaties in de reële waarde van financiële vaste activa | 3.866 | 628 | |
| Financieel resultaat | -4.674 | -5.282 | |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 34.212 | 21.324 | |
| Belastingen | -98 | -138 | |
| NETTORESULTAAT | 34.114 | 21.186 | |
| Toelichting: | |||
| EPRA resultaat | 31.168 | 27.430 | |
| Portefeuilleresultaat | 4.561 | -7.363 | |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
-1.615 | 1.119 |
| RESULTAAT PER AANDEEL | 2018 | |
|---|---|---|
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.288.997 | 18.405.624 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 24.288.997 | 17.740.407 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen coupon 21 | 18.891.443 | nvt |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen coupon 22 | 24.288.997 | nvt |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 19.176.981 | 17.409.850 |
| Nettoresultaat (€) | 1,78 | 1,22 |
| Verwaterd nettoresultaat (€) | 1,78 | 1,22 |
| EPRA resultaat op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (€) | 1,63 | 1,58 |
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| NETTORESULTAAT | 34.114 | 21.186 |
| Andere componenten van het globaalresultaat (recycleerbaar in resultatenrekening) |
0 | 0 |
| GLOBAALRESULTAAT | 34.114 | 21.186 |
| ACTIVA in duizenden € | Toelichting | 31.12.2017 | |
|---|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 851.150 | 659.212 | |
| Immateriële vaste activa | 508 | 501 | |
| Vastgoedbeleggingen | 8.6 | 684.891 | 629.632 |
| Andere materiële vaste activa | 373 | 578 | |
| Financiële vaste activa | 8.6 | 165.365 | 28.488 |
| Handelsvorderingen en andere vaste activa | 13 | 13 | |
| VLOTTENDE ACTIVA | 33.031 | 19.614 | |
| Handelsvorderingen | 9.827 | 9.575 | |
| Belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 19.523 | 7.790 | |
| Kas en kasequivalenten | 1.339 | 501 | |
| Overlopende rekeningen | 2.342 | 1.748 | |
| TOTAAL ACTIVA | 884.181 | 678.826 | |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
| EIGEN VERMOGEN | 479.890 | 359.366 | |
| Kapitaal | 219.605 | 167.720 | |
| Uitgiftepremies | 167.883 | 111.642 | |
| Reserves | 58.288 | 58.818 | |
| Nettoresultaat van het boekjaar | 34.114 | 21.186 | |
| VERPLICHTINGEN | 404.291 | 319.460 | |
| Langlopende verplichtingen | 299.012 | 255.392 | |
| Langlopende financiële schulden Kredietinstellingen |
288.573 | 252.371 192.675 59.696 |
|
| 253.725 | |||
| Andere | |||
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 3.460 | 2.020 | |
| Andere langlopende verplichtingen | 6.979 | 1.001 | |
| Kortlopende verplichtingen | 105.279 | 64.068 | |
| Kortlopende financiële schulden | 85.614 | 46.805 | |
| Kredietinstellingen | 30.631 | 46.805 | |
| Andere | 54.983 | 0 | |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | 152 | 3 | |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 2.511 | 2.136 | |
| Andere kortlopende verplichtingen | 634 | 217 | |
| Overlopende rekeningen | 16.368 | 14.907 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 884.181 | 678.826 | |
| SCHULDGRAAD in % | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
| Schuldgraad (max. 65%) | 43,5% | 44,6% | |
| NETTOWAARDE PER AANDEEL in € | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
| Nettowaarde (reële waarde) | 19,76 | 19,52 | |
| Nettowaarde (investeringswaarde) | 20,48 | 20,35 | |
| Nettoactiefwaarde EPRA | 19,99 | 19,62 |
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| A. NETTORESULTAAT | 34.114 | 21.186 |
| B. TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES | -7.018 | 3.651 |
| 1. Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties in de reële waarde* van vastgoed (-/+): |
||
| • Boekjaar |
-15.308 | 4.985 |
| • Vorige boekjaren |
0 | 0 |
| • Realisatie vastgoed |
0 | 0 |
| 2. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen (-/+) |
10.747 | 2.378 |
| 5. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding (-) |
1.615 | -1.119 |
| 10. Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) |
0 | 0 |
| 11. Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+) |
-4.072 | -2.593 |
| C. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL overeenkomstig artikel 13, §1, lid 1 van het GVV-KB |
25.363 | 22.292 |
| D. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL, andere dan C | 1.733 | 2.545 |
* Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
In duizenden € Kapitaal
Globaalresultaat 2017 21.186 21.186
Overboekingen door resultaatverdeling 2016
Uitgiftepremies
Gestort
kapitaal
Kosten
kapitaal
verhoging
-
Totaal reserves
Nettoresultaat van
het boekjaar
587 -587 0
1.547 -1.547 0
-2.378 2.378 0
1.119 -1.119 0
TOTAAL EIGEN
VERMOGEN
Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Aarschot (5 mei 2017) 1.969 3.181 5.150
Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Oevel (5 mei 2017) 2.906 4.694 7.600
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2016 3.835 5.238 9.073
Dividenden boekjaar 2016 -23.498 -23.498
Aandelenuitgifte n.a.v. inbreng in natura van vastgoed gelegen in Zellik (22 december 2017) 6.062 7.708 13.770
Aanpassing van de begin toestand als gevolg van toepassing IFRS 16 0 3.121 3.121
Begintoestand 1 januari 2018 167.720 111.642 61.939 21.186 362.487
Globaalresultaat 2018 34.114 34.114
Overboekingen door resultaatverdeling 2017
• Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren 2.593 2.593 0
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2017 4.427 5.571 9.998
Aandelenuitgifte naar aanleiding van kapitaalverhoging november 2018 49.185 -1.727 50.670 98.128
Dividenden boekjaar 2017 -24.837 -24.837
Balans op 31 december 2018 221.332 -1.727 167.883 58.288 34.114 479.890
| Kapitaal | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Gestort kapitaal |
verhoging - kapitaal Kosten |
Uitgiftepremies | Totaal reserves | Nettoresultaat van het boekjaar |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
| 152.948 | 0 | 90.821 | 61.734 | 20.582 | 326.085 |
| 21.186 | 21.186 | ||||
| -15.980 | 15.980 | 0 | |||
| 587 | -587 | 0 | |||
| 1.547 | -1.547 | 0 | |||
| 5.546 | -5.546 | 0 | |||
| 5.384 | -5.384 | 0 | |||
| 1.969 | 3.181 | 5.150 | |||
| 2.906 | 4.694 | 7.600 | |||
| 3.835 | 5.238 | 9.073 | |||
| -23.498 | -23.498 | ||||
| 6.062 | 7.708 | 13.770 | |||
| 167.720 | 111.642 | 58.818 | 21.186 | 359.366 | |
| 0 | 3.121 | 3.121 | |||
| 167.720 | 111.642 | 61.939 | 21.186 | 362.487 | |
| 34.114 | 34.114 | ||||
| -4.985 | 4.985 | 0 | |||
| -2.378 | 2.378 | 0 | |||
| 1.119 | -1.119 | 0 | |||
| 2.593 | 2.593 | 0 | |||
| 4.427 | 5.571 | 9.998 | |||
| 49.185 | -1.727 | 50.670 | 98.128 | ||
| -24.837 | -24.837 | ||||
| 221.332 | -1.727 | 167.883 | 58.288 | 34.114 | 479.890 |
| In duizenden € |
|---|
| Balans op 31 december 2016 |
| Overboekingen door resultaatverdeling 2016 |
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
| • Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
| • Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een |
| afdekkingsboekhouding |
| • Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
| • Toevoeging aan de andere reserves |
| Balans op 31 december 2017 |
| Aanpassing van de begintoestand als gevolg van toepassing IFRS 16 |
| Begintoestand op 1 januari 2018 na implementatie IFRS16 |
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
| • Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
| • Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
| • Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
| Balans op 31 december 2018 |
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Wettelijke reserves | saldo van de variaties waarde van vastgoed - Reserve voor het in de investerings |
impact op de reële Reserve voor de waarde* |
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkings onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding instrumenten die niet |
Andere reserves | Overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
Totaal reserves | ||
| 90 | 68.856 | -15.640 | -4.508 | 427 | 12.510 | 61.734 | ||
| -15.980 | -15.980 | |||||||
| 587 | 587 | |||||||
| 1.547 | 1.547 | |||||||
| 5.546 | 5.546 | |||||||
| 5.384 | 5.384 | |||||||
| 90 | 52.876 | -15.053 | -2.961 | 5.811 | 18.056 | 58.818 | ||
| 3.347 | -226 | 3.121 | ||||||
| 90 | 56.223 | -15.279 | -2.961 | 5.811 | 18.056 | 61.939 | ||
| -4.985 | -4.985 | |||||||
| -2.378 | -2.378 | |||||||
| 1.119 | 1.119 | |||||||
| 2.593 | 2.593 | |||||||
Balans op 31 december 2018 90 51.237 -17.657 -1.842 5.811 20.649 58.288
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| 2018 | 2017 | |
|---|---|---|
| Aantal aandelen bij het begin van het boekjaar | 18.405.624 | 16.784.521 |
| Aantal uitgegeven aandelen naar aanleiding van inbreng Aarschot op 5 mei 2017 | 0 | 216.114 |
| Aantal uitgegeven aandelen naar aanleiding van inbreng Oevel op 5 mei 2017 | 0 | 318.925 |
| Aantal uitgegeven aandelen bij keuzedividend op 22 mei 2017 | 0 | 420.847 |
| Aantal uitgegeven aandelen bij keuzedividend op 22 mei 2018 | 485.819 | 0 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen bij onthechting coupon 21 op 15 november 2018 |
18.891.443 | 0 |
| Aantal uitgegeven aandelen bij kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzings rechten op 30 november 2018 |
5.397.554 | 0 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen met coupon 22 voor boekjaar 2018 (Coupon 19 voor boekjaar 2017) |
24.288.997 | 17.740.407 |
| Aantal uitgegeven aandelen naar aanleiding van inbreng van vastgoed gelegen in Zellik op 22 december 2017 (dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2018) |
0 | 665.217 |
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.288.997 | 18.405.624 |
| Aanpassingen voor de berekening van het gewogen gemiddeld aantal aandelen | -5.112.106 | -995.774 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 19.176.891 | 17.409.850 |
Het bedrag van het toe te kennen dividend over het boekjaar 2018 zal pro rata temporis worden verdeeld over coupon nr. 21 en coupon nr. 22:
De in 2018 uitgegeven 5.397.554 nieuwe aandelen bij de kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten in november 2018 zijn uitgegeven zonder coupon nummer 21 en delen bijgevolg in het resultaat van het boekjaar 2018 vanaf 30 november 2018.
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest is in 2018 toegenomen met € 55 miljoen en bedraagt op 31 december 2018 € 685 miljoen (€ 630 miljoen op 31 december 2017).
De reële waarde van de logistieke portefeuille is in 2018 toegenomen met circa € 4,7 miljoen of 1% door € 1 miljoen door investeringen en uitbreidingen in de bestaande logistieke portefeuille en € 3 miljoen door de toename van de reële waarde van de bestaande portefeuille door aanscherping van de rendementen.
De reële waarde van de kantorenportefeuille is ten opzichte van jaareinde 2017 toegenomen met € 50,5 miljoen of 17%. Hiervan betreft € 33,7 miljoen de aankoop van Ubicenter in Leuven. Daarnaast werden investeringen in de bestaande portefeuille uitgevoerd voor € 9,2 miljoen, voornamelijk in Greenhouse BXL. De variaties in de reële waarde van de bestaande kantorenportefeuille bedragen € -1,2 miljoen in 2018.
Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 werd de beginbalans op 1 januari 2018 met € 9,0 miljoen verhoogd. Dit betreft voor de kantoren het gebruiksrecht aangaande enkele gebouwen in Mechelen en Aartselaar voor € 8,8 miljoen en voor logistiek het gebruiksrecht voor de site in Oevel voor een bedrag van € 0,2 miljoen. Bij toepassing van IFRS 16 worden deze gebruiksrechten opgenomen op de balans onder de vastgoedbeleggingen als "via recht van gebruik gehouden vastgoed".
| in duizenden € | 2018 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | |
| Balans op 1 januari | 295.442 | 334.190 | 629.632 | 293.118 | 309.018 | 602.136 |
| • Aanpassing begintoestand met recht van gebruik gehouden vastgoed - toepassing IFRS 16 |
8.808 | 228 | 9.036 | 0 | 0 | 0 |
| Balans op 1 januari (herwerkt) | 304.250 | 334.418 | 638.668 | 293.118 | 309.018 | 602.136 |
| • Verwerving van vastgoedbeleggingen |
33.723 | 0 | 33.723 | 0 | 27.985 | 27.985 |
| • Investeringen en uitbreidingen in bestaande vastgoedbeleggingen |
9.158 | 1.089 | 10.247 | 878 | 6.452 | 7.330 |
| • Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
-1.152 | 3.405 | 2.253 | 1.446 | -9.265 | -7.819 |
| Balans op 31 december | 345.979 | 338.912 | 684.891 | 295.442 | 334.190 | 629.632 |
| OVERIGE INFORMATIE | ||||||
| Investeringswaarde van het vastgoed |
354.628 | 347.385 | 702.013 | 302.828 | 342.545 | 645.373 |
Intervest heeft op 31 december 2018 geen activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging.
Voor de verdere verklaring van de variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar Toelichting 9.
De vastgoedbeleggingen kunnen verder opgedeeld worden in:
| in duizenden € | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Vastgoed beschikbaar voor verhuur | 674.142 | 627.949 |
| Grondreserves | 1.787 | 1.683 |
| Via recht van gebruik gehouden vastgoed | 8.962 | 0 |
| Totaal vastgoedbeleggingen | 684.891 | 629.632 |
Op jaareinde 2018 heeft de vennootschap op haar site Herentals Logistics 3 een grondreserve van circa 8.000 m2 die een bijkomende uitbreidingsmogelijkheid voor een extra magazijn biedt. Deze grondreserve wordt gewaardeerd als bouwrijp terrein.
Op 31 december 2018 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen. Voor de beschrijving van de wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld op het logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat wordt verwezen naar Toelichting 24. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen.
De financiële vaste activa bevatten op 31 december 2018 de waarde van de deelnemingen in de perimetervennootschappen van Intervest, de reële waarde van een financieel derivaat (floor) en de lening met perimetervennooschap Intervest Nederland Coöperatief U.A, voornamelijk ter financiering van de verwervingen van het vastgoed aangehouden in de Nederlandse dochtervennootschappen.
| 2018 | 2017 | |
|---|---|---|
| Deelneming Aartselaar Business Center | -646 | -350 |
| Deelneming Mechelen Research Park | 4.133 | 1.921 |
| Deelneming Mechelen Business Center | 812 | 2.974 |
| Deelneming Intervest Nederland Coöperatief U.A. | 50.638 | 7.783 |
| Deelneming Genk Green Logistics | 591 | 0 |
| Deelneming Edda21 | 9.661 | 0 |
| Reële waarde financiële derivaten | 156 | 182 |
| Vorderingen op verbonden ondernemingen | 100.020 | 15.978 |
| Totaal financiële vaste activa | 165.365 | 28.488 |
Het bedrag dat vatbaar is voor uitkering is bepaald conform artikel 13 §1 van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB.
| in duizenden € 2018 |
2017 | |
|---|---|---|
| Nettoresultaat | 34.114 | 21.186 |
| Aan te passen niet-kasstroomverrichtingen begrepen in het nettoresultaat | ||
| • Afschrijvingen |
363 | 350 |
| • Waardeverminderingen |
75 | 36 |
| • Terugnemingen van waardeverminderingen |
-35 | -54 |
| • Andere niet-monetaire bestanddelen |
-561 | -1.472 |
| • Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen |
0 | 0 |
| • Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
-2.253 | 7.819 |
| Gecorrigeerd resultaat (A) | 31.703 | 27.865 |
| Tijdens het boekjaar gerealiseerde meer- en minderwaarden* op vastgoed | 0 | 0 |
| Nettomeerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld van de verplichte uitkering (B) |
0 | 0 |
| Totaal (A + B) x 80% | 25.363 | 22.292 |
| Schuldvermindering (-) | 0 | 0 |
| Uitkeringsplicht | 25.363 | 22.292 |
* Meer- en minderwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten.
Intervest heeft voor boekjaar 2018 een minimale uitkeringsplicht van € 25,4 miljoen.
| 2018 | 2017 | |
|---|---|---|
| Nettoresultaat (€ 000) | 34.114 | 21.186 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 19.176.981 | 17.409.850 |
| Nettoresultaat per aandeel (€) | 1,78 | 1,22 |
| Verwaterd nettoresultaat per aandeel (€) | 1,78 | 1,22 |
| EPRA resultaat (€ 000) | 31.168 | 27.430 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 19.176.981 | 17.409.850 |
| EPRA resultaat per aandeel (€) | 1,63 | 1,58 |
Aan de aandeelhouders zal voor het boekjaar 2018 een brutodividend aangeboden worden van € 1,40 per aandeel net zoals voor boekjaar 2017 en 2016. Dit brutodividend biedt de aandeelhouders een brutodividendrendement van 6,8% op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2018 (€ 20,60).
Het bedrag van € 1,40 zal pro rata temporis verdeeld worden over twee coupons. Coupon nr 21 betreft de periode van 1 januari 2018 tot 29 november 2018. Coupon nr 22 betreft de periode vanaf 30 november 2018 tot het einde van boekjaar 2018.
Voor de uitbetaling van coupon nummer 21 voor een bedrag van € 1,28 per coupon komen 18.891.443 aandelen in aanmerking. Coupon nummer 22 zal voor een bedrag van € 0,12 per coupon worden uitbetaald aan 24.288.997 aandelen. Samengeteld komt dit neer op een vergoeding van het kapitaal van € 27,1 miljoen.
| 2018 | 2017 | |
|---|---|---|
| EPRA resultaat per aandeel (€) op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen | 1,63 | 1,58 |
| Dividenduitkering uitgedrukt in procent van het enkelvoudig EPRA resultaat (%) | 86% | 89% |
| Brutodividend per aandeel volledig jaar in het bezit (€) | 1,40 | 1,40 |
| Brutodividend per aandeel via coupon 21 (€) | 1,28 | nvt |
| Brutodividend per aandeel via coupon 22 (€) | 0,12 | nvt |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 24.288.997 | 17.740.407 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen met coupon 21 | 18.891.443 | nvt |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen met coupon 22 | 24.288.997 | nvt |
| Vergoeding van het kapitaal (€ 000) | 27.096 | 24.837 |
Na afsluiting van het boekjaar wordt deze dividenduitkering voorgesteld door de raad van bestuur. Deze zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 24 april 2019. De dividenduitkering wordt, conform IAS 10, niet opgenomen als verplichting en heeft geen effect op de winstbelasting.
Het bedrag als bedoeld in artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen, van het gestort kapitaal of als dit bedrag hoger ligt, van het opgevraagd kapitaal, verhoogd met al de reserves die volgens de wet of de statuten niet verdeeld mogen worden, is bepaald in Hoofdstuk IV van bijlage C van het GVV-KB.
| in duizenden € 2018 |
2017 | |
|---|---|---|
| Niet-uitkeerbare elementen van het eigen vermogen voor resultaatverdeling | ||
| Gestort kapitaal | 221.332 | 167.720 |
| Volgens de statuten niet-beschikbare uitgiftepremies | 167.883 | 111.642 |
| Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed | 33.576 | 37.823 |
| Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
51.234 | 52.876 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-17.658 | -15.053 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
-1.841 | -2.961 |
| Wettelijke reserves | 90 | 90 |
| Resultaatverdeling dat conform Hoofdstuk I van bijlage C van het KB van 13 juli 2014 aan de niet-uitkeerbare reserves dient toegewezen te worden |
||
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen* | 15.308 | -4.985 |
| Boekjaar | 15.308 | -4.985 |
| Vorige boekjaren | 0 | 0 |
| Variaties in de reële waarde* van vastgoedbeleggingen tgv realisatie van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 |
| Geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen |
-10.747 | -2.378 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
-1.615 | 1.119 |
| Totaal eigen vermogen dat niet uitkeerbaar is | 423.986 | 308.070 |
| Eigen vermogen enkelvoudig | 479.890 | 359.366 |
| Geplande dividenduitkering | 27.096 | 24.837 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen coupon 21 (coupon 19 voor 2017) | 18.891.443 | 17.740.407 |
| Brutodividend per aandeel (€) coupon 21 | 1,28 | 1,40 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen coupon 22 | 24.288.997 | nvt |
| Brutodividend per aandeel (€) coupon 22 | 0,12 | nvt |
| Eigen vermogen na dividenduitkering | 452.794 | 334.529 |
| Overblijvende reserve na uitkering | 28.808 | 26.459 |
* Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
Voor het boekjaar 2018 wordt € 1,40 per aandeel uitgekeerd. De overblijvende reserve na uitkering kent een toename met € 2,3 miljoen ten opzichte van het vorig boekjaar.

Intervest Offices & Warehouses nv is een openbare GVV naar Belgisch recht.
De naam van de vennootschap is op 27 oktober 2011 gewijzigd van "Intervest Offices" in "Intervest Offices & Warehouses".
In het Jaarverslag 2018 wordt Intervest Offices & Warehouses ingekort tot 'Intervest' om de vennootschap aan te duiden.
Uitbreidingstraat 66, 2600 Antwerpen-Berchem.
Telefonisch bereikbaar op het nummer 03 287 67 67.
De vennootschap is ingeschreven bij de Kruispuntbank voor ondernemingen onder het ondernemingsnummer 0458.623.918.
Intervest Offices & Warehouses nv (hierna 'Intervest' genoemd) is op 8 augustus 1996 opgericht als naamloze vennootschap onder de naam "Immo-Airway", bij akte verleden voor Meester Carl Ockerman, notaris te Brussel en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1996 onder nummer BBS 960822-361.
Bij akte, verleden voor Meester Eric Spruyt, notaris te Brussel en Meester Max Bleeckx, notaris te Sint-Gillis-Brussel, verleden op 5 februari 1999 en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 24 februari 1999 onder nummer BBS 990224-79, is de rechtsvorm omgezet van een naamloze vennootschap in een commanditaire vennootschap op aandelen en is de naam gewijzigd in "PeriFund".
Bij akte, verleden voor Meester Eric De Bie, notaris te Antwerpen-Ekeren, met tussenkomst van Meester Carl Ockerman, notaris te Brussel, verleden op 29 juni 2001 en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 24 juli 2001 onder nummer BBS 20010724-935, is de rechtsvorm omgezet van een commanditaire vennootschap op aandelen naar een naamloze vennootschap en is de naam gewijzigd in "Intervest Offices". Op 27 oktober 2011 is bij akte verleden voor Meester Eric De Bie, notaris te Antwerpen-Ekeren, en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 21 november 2011 onder nummer 2011-11-21/ 0174565, de naam gewijzigd in "Intervest Offices & Warehouses".
De statuten zijn gewijzigd bij akte verleden voor notaris Eric De Bie op 27 oktober 2014, bekend gemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad onder nummer 2014-11-14/0207173 waarbij het maatschappelijk doel werd gewijzigd daar de vennootschap een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap is geworden zoals bedoeld in artikel 2, 2° van de GVV-Wet (en dus niet langer een openbare vastgoedbevak is) en waarbij tevens andere wijzigingen aan de statuten zijn doorgevoerd om te verwijzen naar de GVV-Wet in plaats van naar de vastgoedbevakwetgeving.
Op 15 maart 1999 werd Intervest Offices erkend als "openbare vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgisch recht", afgekort "vastgoedbevak naar Belgisch recht". Rekening houdend met de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders (de "AIFMD-wet")1 , heeft de vennootschap ervoor geopteerd om het statuut van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, zoals ingevoerd door de GVV-Wet, aan te vragen in plaats van het statuut van openbare vastgoedbevak. In dit kader heeft de vennootschap op 17 juli 2014 haar vergunningsaanvraag als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap ingediend bij de FSMA. Vervolgens werd de vennootschap conform de artikelen 9, §3 en 77 van de GVV-Wet door de FSMA als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap vergund op 9 september 2014, en dit onder de opschortende voorwaarde van de aanpassing van de statuten van de vennootschap en het naleven van de bepalingen van artikel 77, §2 en volgende van de GVV-Wet. Op 27 oktober 2014 tenslotte heeft de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap de doelwijziging met het oog op de verandering van statuut van vastgoedbevak naar openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, overeenkomstig de GVV-Wet, met 99,99% van de stemmen goedgekeurd. Aangezien op voormelde buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders geen enkel recht van uittreding werd uitgeoefend,
1 De wet vormt de omzetting naar Belgisch recht van de Europese richtlijn met betrekking tot de beheerders van alternatieve beleggingsfondsen (in het Engels, "alternative investment funds managers", zodat deze richtlijn de "AIFMD-richtlijn" wordt genoemd en dat deze wet de "AIFMD-wet" wordt genoemd). Leuven - Ubicenter en alle opschortende voorwaarden waaraan de statutenwijzing door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders en de vergunning verleend door de FSMA werden onderworpen, werden vervuld, geniet Intervest vanaf 27 oktober 2014 van het statuut van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap. Als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap is de vennootschap niet langer onderworpen aan de bepalingen van het KB van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks en de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, maar bestaat de toepasselijke regelgeving sinds 27 oktober 2014 uit de GVV-Wet en het GVV-KB.
De statuten zijn voor het laatst gewijzigd bij besluit van 30 november 2018, vastgesteld bij akte verleden door notaris Eric De Bie en neergelegd op de griffie van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen voor bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad onder nummer 2018- 12-10/0339459, waarbij de raad van bestuur het kapitaal heeft verhoogd in het kader van het toegestaan kapitaal door inbreng in geld met opheffing van het wettelijk voorkeurrecht, maar met toekenning van onherleidbare toewijzingsrechten.
De vennootschap is ingeschreven bij de Financial Services and Markets Authority (FSMA).
De vennootschap doet een openbaar beroep op het spaarwezen in de zin van artikel 438 van het Wetboek van Vennootschappen.
De vennootschap is opgericht voor onbepaalde duur.
Het boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar.
• Relevante publieke vennootschapsdocumenten zijn beschikbaar op de website www.intervest.be.
De andere voor het publiek toegankelijke documenten liggen ter inzage op de maatschappelijke zetel van de vennootschap.
4.1. De vennootschap heeft tot uitsluitend doel:
Onder vastgoed in de zin van artikel 2, 5° van de GVV-Wet wordt begrepen:
In het kader van de terbeschikkingstelling van onroerende goederen, kan de vennootschap alle activiteiten uitoefenen die verband houden met de oprichting, de verbouwing, de renovatie, de ontwikkeling, de verwerving, de vervreemding, het beheer en de exploitatie van onroerende goederen.
De vennootschap ontwikkelt een strategie zodat zij zich kan plaatsen in alle stadia van de waardeketen van de vastgoedsector. Daartoe verwerft en vervreemdt de vennootschap onroerende goederen en zakelijke rechten met betrekking tot onroerende goederen met het doel deze ter beschikking te stellen van haar gebruikers maar kan de vennootschap eveneens de ontwikkeling (de renovatie, de ontwikkeling, de uitbreiding, de oprichting, …) beheren en het dagelijks beheer van het in bezit zijnde vastgoed. Zij kan syndicus zijn van een onroerend goed waarvan zij mede-eigenaar is of "property manager" van een gebouwencomplex waar zij één van de eigenaars is. In dit kader kan zij ook alle andere activiteiten uitvoeren die een meerwaarde betekenen voor haar onroerende goederen of voor haar gebruikers (facility management, organisatie van evenementen, conciërgediensten, verbouwingswerken aangepast aan de specifieke behoeften van de huurder, …). De vennootschap kan ook op maat gemaakte vastgoedoplossingen aanbieden waarbij de onroerende goederen worden aangepast aan de specifieke behoeften van hun gebruikers.
a. oefent de vennootschap haar activiteiten zelf uit, zonder die uitoefening op enigerlei wijze aan een andere derde dan een verbonden vennootschap te delegeren, conform de artikelen 19 en 34 van de GVV-Wet, waardoor het asset management dan ook niet kan worden gedelegeerd;
4.2. De vennootschap kan bijkomend of tijdelijk beleggen in effecten die geen vastgoed zijn in de zin van de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen. Deze beleggingen zullen uitgevoerd worden in overeenstemming met het risicobeheerbeleid aangenomen door de vennootschap en zullen gediversifieerd zijn, zodat zij een passende risicodiversificatie verzekeren. De vennootschap mag eveneens niet-toegewezen liquide middelen aanhouden in alle munten in de vorm van zicht- of termijndeposito's of in de vorm van enig ander gemakkelijk verhandelbaar monetair instrument.
De vennootschap mag bovendien verrichtingen betreffende afdekkingsinstrumenten aangaan, voor zover deze er uitsluitend toe strekken het rente- en wisselkoersrisico te dekken in het kader van de financiering en het beheer van het vastgoed van de vennootschap en met uitsluiting van elke verrichting van speculatieve aard.
4.3. De vennootschap mag één of meer onroerende goederen in leasing nemen of geven (waarvan sprake in de IFRS-normen). De activiteit van het met aankoopoptie in leasing (waarvan sprake in de IFRS-normen) geven van onroerende goederen mag alleen als bijkomstige activiteit worden uitgeoefend, tenzij deze onroerende goederen bestemd zijn voor een doel van algemeen belang met inbegrip van sociale huisvesting en onderwijs (in dit geval mag de activiteit als hoofdactiviteit worden uitgeoefend).
4.4. In overeenstemming met de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, mag de vennootschap zich inlaten met:
4.5. De vennootschap mag alle roerende of onroerende goederen, materialen en benodigdheden, verwerven, huren of verhuren, overdragen of ruilen, en in het algemeen en in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, alle commerciële of financiële handelingen verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel en de uitbating van alle intellectuele rechten en commerciële eigendommen die er betrekking op hebben
Voor zover verenigbaar met het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap, kan de vennootschap door middel van inbreng in speciën of in natura, van fusie, inschrijving, deelneming, financiële tussenkomst of op een andere wijze, een aandeel nemen in alle bestaande of op te richten vennootschappen of ondernemingen, in België of het buitenland, waarvan het maatschappelijk doel identiek is met het hare, of van aard is de uitoefening van haar doel te bevorderen.
Het is de raad van bestuur uitdrukkelijk toegelaten het maatschappelijk kapitaal te verhogen in een of meerdere keren met een bedrag van (i) € 152.947.620,35, (a) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het voorkeurrecht van de aandeelhouders van de vennootschap betreft, en (b) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de GVV-Wet) van de aandeelhouders van de vennootschap betreft; en (ii) € 30.589.524,07, voor alle vormen van kapitaalverhoging anders dan deze geviseerd en goedgekeurd in punt (i) hierboven; en dit voor een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgische Staatsblad van het desbetreffende machtigingsbesluit van de algemene vergadering. Deze machtiging kan worden hernieuwd.
De raad van bestuur is gemachtigd om het kapitaal te verhogen door inbreng in geld of in natura, desgevallend door incorporatie van reserves of uitgiftepremies, of door de uitgifte van converteerbare obligaties of warrants, mits naleving van de regels voorgeschreven door het Wetboek van Vennootschappen, door deze statuten en door de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen. Deze machtiging heeft slechts betrekking op het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en niet op de uitgiftepremie.
Bij elke kapitaalverhoging stelt de raad van bestuur de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de uitgiftevoorwaarden van de nieuwe aandelen vast, tenzij de algemene vergadering daar anders over zou beslissen.
De aandelen zijn op naam of in de vorm van gedematerialiseerde effecten. Op de maatschappelijke zetel wordt een register bijgehouden van de aandelen op naam, waarvan elke aandeelhouder kennis kan nemen. Inschrijvingscertificaten op naam zullen aan de aandeelhouders afgeleverd worden.
Elke overdracht onder levenden of naar aanleiding van overlijden, alsook elke omruiling van effecten worden in voormeld register ingeschreven.
De aandeelhouders kunnen op elk ogenblik schriftelijk en op hun kosten de omzetting vragen van aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen en omgekeerd.
Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake is elke natuurlijke of rechtspersoon die aandelen of andere verleende financiële instrumenten van de vennootschap met stemrecht, die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of afstaat, verplicht zowel de vennootschap als de Financial Services and Markets Authority (FSMA) kennis te geven van het aantal financiële instrumenten dat hij bezit, telkens wanneer de stemrechten verbonden aan deze financiële instrumenten vijf procent (5%) of een veelvoud van vijf procent bereiken van het totale aantal stemrechten op dat ogenblik of op het ogenblik dat zich omstandigheden voordoen op grond waarvan zulke kennisgeving verplicht wordt.
Naast de in vorige paragraaf vermelde wettelijke drempels voorziet de vennootschap tevens in een statutaire drempel van drie procent (3%).
De aangifte is eveneens verplicht in geval van overdracht van aandelen, wanneer ingevolge deze overdracht het aantal stemrechten stijgt boven of daalt onder de drempels bepaald in de eerste of tweede alinea.
De vennootschap wordt bestuurd door een raad van bestuur van minstens drie bestuurders, al dan niet aandeelhouders, die voor maximum zes jaar worden benoemd door de algemene vergadering van de aandeelhouders, en te allen tijde door deze laatste kunnen worden herroepen. Ingeval een of meer plaatsen van bestuurders openvallen, hebben de overblijvende bestuurders het recht voorlopig in de vacature te voorzien tot aan de volgende algemene vergadering, die tot de definitieve benoeming zal overgaan. Overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 13 van de GVV-Wet, wordt de raad van bestuur van de vennootschap zo samengesteld dat de vennootschap conform artikel 4 van de GVV-Wet kan worden bestuurd.
Er dienen minstens drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen te zetelen in de raad van bestuur van de vennootschap.
De effectieve leiding van de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap moet worden toevertrouwd aan ten minste twee personen.
Alle bestuurders moeten permanent over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken, zoals bepaald in artikel 14 §1 van de GVV-Wet. Zij mogen zich niet in één van de in het artikel 20 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen voorziene gevallen bevinden.
De leden van de raad van bestuur en de personen belast met de effectieve leiding dienen te voldoen aan de artikelen 14 en 15 van de GVV-Wet.
Onverminderd de overgangsbepalingen zoals voorzien in artikel 38, zijn de leden van de raad van bestuur en de personen belast met de effectieve leiding uitsluitend natuurlijke personen.
De raad van bestuur kan bij toepassing van artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen een directiecomité samenstellen waarvan de leden gekozen worden binnen of buiten de raad. De over te dragen bevoegdheden aan het directiecomité zijn alle bestuursbevoegdheden met uitzondering van de bestuursbevoegdheden die betrekking kunnen hebben op het algemeen beleid van de vennootschap, op handelingen die op grond van wettelijke bepalingen aan de raad van bestuur zijn voorbehouden of op handelingen en verrichtingen die aanleiding zouden kunnen geven tot de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen. Wanneer een directiecomité is aangesteld is de raad van bestuur belast met het toezicht op dit comité.
De raad van bestuur bepaalt de voorwaarden voor de aanstelling van de leden van het directiecomité, hun ontslag, hun bezoldiging, hun eventuele ontslagvergoeding, de duur van hun opdracht en de werkwijze.
Indien een directiecomité werd aangesteld, kan enkel deze het dagelijks bestuur van de vennootschap delegeren.
Indien geen directiecomité werd aangesteld, kan de raad van bestuur het dagelijks bestuur van de vennootschap delegeren zoals voorzien in artikel 13, vierde lid van de huidige statuten.
De raad, het directiecomité evenals de gedelegeerd bestuurders belast met het dagelijks bestuur binnen het kader van dit dagelijks bestuur, mogen eveneens specifieke bevoegdheden aan één of meer personen van hun keuze toekennen, binnen hun respectieve bevoegdheden.
De raad kan de vergoeding vaststellen van elke mandataris aan wie speciale bevoegdheden werden toegekend dit alles conform de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
Onverminderd de overgangsbepalingen zoals voorzien in artikel 38, zijn de leden van het directiecomité uitsluitend natuurlijke personen en dienen zij te voldoen aan de artikelen 14 en 15 van de GVV-Wet.
De bestuurders, de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur en de lasthebbers van de vennootschap zullen de regels met betrekking tot de belangenconflicten voorzien in de artikelen 36, 37 en 38 van de GVV-Wet en in het Wetboek van Vennootschappen eerbiedigen, zoals zij in voorkomend geval kunnen worden gewijzigd.
De controle op de verrichtingen van de vennootschap wordt opgedragen aan één of meer commissarissen, benoemd door de algemene vergadering onder de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren voor een vernieuwbare termijn van drie jaar. De bezoldiging van de commissaris wordt op het ogenblik van zijn benoeming door de algemene vergadering vastgesteld.
De commissaris(sen) controleert (controleren) en certifieert (certifiëren) eveneens de boekhoudkundige gegevens opgenomen in de jaarrekening van de vennootschap.
De opdracht van commissaris mag enkel worden toevertrouwd aan één of meer erkende revisoren of één of meer revisorenvennootschappen die door de FSMA zijn erkend. Voor de aanstelling van commissarissen bij de vennootschap is de voorafgaande instemming van de FSMA vereist. Deze instemming is ook vereist voor de hernieuwing van een opdracht.
De gewone algemene vergadering van aandeelhouders, jaarvergadering genoemd, moet ieder jaar worden bijeengeroepen op de laatste woensdag van de maand april om zestien uur dertig.
Indien deze dag een wettelijke feestdag is, wordt de vergadering gehouden op de eerstvolgende werkdag.
Te allen tijde kan een bijzondere algemene vergadering worden bijeengeroepen om te beraadslagen en te besluiten over enige aangelegenheid die tot haar bevoegdheid behoort en die geen wijziging van de statuten inhoudt. Te allen tijde kan ook een buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen om over enige wijziging van de statuten te beraadslagen en te besluiten, ten overstaan van de notaris.
De algemene vergaderingen worden gehouden op de zetel van de vennootschap of op een andere plaats in België, aangewezen in de oproeping.
Het recht om aan een algemene vergadering deel te nemen en er het stemrecht uit te oefenen, is afhankelijk van de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam van de aandeelhouder op de veertiende dag vóór de algemene vergadering om vierentwintig uur (Belgische tijd) (hierna de 'registratiedatum' genoemd), hetzij door hun inschrijving in het register van de aandelen op naam van de vennootschap, hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een vereffeningsinstelling, ongeacht het aantal aandelen in het bezit van de aandeelhouder op de dag van de algemene vergadering.
De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten een attest overleggen dat door hun financiële tussenpersoon of erkende rekeninghouder werd afgegeven en waaruit blijkt, naargelang het geval, hoeveel gedematerialiseerde aandelen er op de registratiedatum in hun rekeningen zijn ingeschreven op naam van de aandeelhouder en waarvoor de aandeelhouder heeft aangegeven te willen deelnemen aan de algemene vergadering van de vennootschap. Deze neerlegging moet ten laatste op de zesde dag vóór de datum van de algemene vergadering worden verricht op de maatschappelijke zetel of bij de in de uitnodiging genoemde instellingen.
De eigenaars van aandelen op naam die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten de vennootschap per gewone brief, fax of e-mail uiterlijk de zesde dag vóór de datum van de vergadering op de hoogte brengen van hun voornemen.
Elk aandeel geeft recht op één stem.
Wanneer één of meer aandelen aan verscheidene personen toebehoren in onverdeeldheid of aan een rechtspersoon met een collegiaal orgaan van vertegenwoordiging, kan de uitoefening van de daaraan verbonden rechten ten aanzien van de vennootschap slechts uitgeoefend worden door één enkele persoon die daartoe schriftelijk is aangewezen door alle gerechtigden. Zolang zodanige aanwijzing niet gedaan is, blijven alle aan deze aandelen verbonden rechten geschorst.
Is een aandeel met vruchtgebruik bezwaard, dan wordt de uitoefening van het aan dat aandeel verbonden stemrecht uitgeoefend door de vruchtgebruiker behoudens verzet van de blote eigenaar.
Bij toepassing van artikel 45, 2° van de GVV-Wet verdeelt de vennootschap als kapitaal jaarlijks minstens 80% van het resultaat zoals gedefinieerd krachtens de GVV-Wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen. Deze verplichting doet evenwel geen afbreuk aan artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen.
Op 27 april 2016 is Deloitte Bedrijfsrevisoren, bv onder de vorm van een CVBA, lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck met IBR lidmaatschap A01529, met kantoor te 1930 Zaventem, Luchthaven Nationaal 1 J, herbenoemd als commissaris van Intervest voor de boekjaren 2016, 2017 en 2018. Het mandaat van de commissaris zal een einde nemen onmiddellijk na de jaarvergadering in 2019.
De vergoeding van de commissaris wordt bepaald op basis van marktconforme tarieven en onafhankelijk van Intervest conform de deontologie en de normen van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen met betrekking tot de onafhankelijkheid van de commissaris omschreven in het Wetboek van Vennootschappen.
De vergoeding van de commissaris bedraagt € 68.000 (excl. BTW) voor het boekjaar dat een aanvang nam op 1 januari 2018 voor het onderzoek van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening.
De vastgoeddeskundigen van de vastgoedvennootschap op 31 december 2018.
Conform de GVV-Wet waarderen zij vier maal per jaar de portefeuille. De vergoedingen van de vastgoeddeskundigen staan los van de waarde van het vastgoed en zijn gebaseerd op een jaarlijks vast bedrag per gebouw.
Intervest heeft met ING Bank, Marnixlaan 24, 1000 Brussel en met Bank Degroof Petercam, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel liquiditeitsovereenkomsten afgesloten om de verhandelbaarheid van de aandelen te bevorderen. In de praktijk gebeurt dit door regelmatig aan- en verkooporders in te dienen binnen bepaalde marges.
De vergoeding hiervoor is vastgesteld op een vast bedrag van € 15.000 per jaar.
Intervest oefent haar activiteiten zelf uit en delegeert de uitoefening niet aan een derde, met uitzondering van het facility management van Mechelen Campus dat wordt beheerd door de externe beheerder Quares Property and Facility Management nv. Dit facility management staat weliswaar onder het toezicht van de technisch directeur van Intervest, die de nodige interne controles heeft ingebouwd. Verder wordt het facility management van de Nederlandse vastgoedbeleggingen uitgevoerd door Storms International Property Services, onder toezicht van de cio van Intervest.
Het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) is geregeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (de GVV-Wet) en in het KB van 13 juli 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (het GVV-KB) ten einde publieke investeringen in vastgoed aan te moedigen. Het concept lijkt sterk op dat van de Real Estate Investment Trusts (REIT – USA), de Fiscale Beleggingsinstellingen (FBI – Nederland), de Sociétés d'Investissement Immobilier Côtées (SIIC - Frankrijk) en de REIT in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
De GVV is als publieke vastgoedvennootschap met een apart REIT-statuut onderworpen aan een strikte wetgeving met het oog op de bescherming van de aandeelhouders en de financiers. Het statuut geeft zowel financiers als privébeleggers de mogelijkheid om op een gebalanceerde, kostenefficiënte en fiscaaltransparante manier toegang te krijgen tot een gediversifieerde vastgoedportefeuille.
De bedoeling van de wetgever is dat een GVV een optimale transparantie van de vastgoedbeleggingen garandeert en de uitkering van een maximum aan cash flow verzekert, terwijl de aandeelhouder een hele reeks voordelen geniet.
De GVV staat onder controle van de Financial Services and Markets Authority (FSMA) en is onderworpen aan een specifieke regelgeving waarvan de meest markante bepalingen de volgende zijn:
geval van een door de FSMA toegestane afwijking op grond van artikel 30, §3 en §4 van de GVV-Wet, mag de geconsolideerde schuldratio van de openbare GVV overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 §4 van de GVV-Wet evenwel niet meer bedragen dan 33 %
Deze regels hebben als doel het risico voor de aandeelhouders te beperken.
Met de GVV-Wet heeft de wetgever een voordelig fiscaal statuut gegeven aan de GVV's.
Een GVV is onderworpen aan de vennootschapsbelasting tegen het normale tarief, doch slechts op een beperkte belastbare grondslag, bestaande uit de som van (1) de door haar ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen en (2) de niet als beroepskosten aftrekbare uitgaven en kosten, andere dan waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen. De resultaten (huurinkomsten en meerwaarden uit verkoop verminderd met de operationele uitgaven en financiële lasten) zijn dus vrijgesteld van vennootschapsbelasting op voorwaarde dat het bedrag van de verplichte dividenduitkering conform artikel 13 §1 van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB uitgekeerd wordt. Daarnaast kan de GVV worden onderworpen aan de bijzondere aanslag geheime commissielonen op de uitgekeerde commissies en bezoldigingen die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave.
De roerende voorheffing op de dividenden die uitgekeerd worden door een openbare GVV is vanaf 1 januari 2017 gelijk aan 30%, af te houden bij de betaalbaarstelling van het dividend (behoudens bepaalde vrijstellingen).
Deze roerende voorheffing is bevrijdend voor particulieren die inwoner van België zijn.
Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV of een deel van haar onroerend vermogen afsplitst met overdracht naar een GVV of inbrengt in een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (de zogenaamde exit taks) van momenteel 12,75% (12,5% vermeerderd met de crisisbijdrage van 2%). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op verworpen uitgaven en abnormale voordelen.
De exit taks wordt verhoogd vanaf aanslagjaar 2021 tot 15% (zonder crisisbijdrage). Deze exit taks is de fiscale prijs die dergelijke vennootschappen moeten betalen om het gemeenrechtelijk belastingregime te verlaten. Fiscaal wordt deze overgang behandeld als een (gedeeltelijke) verdeling van het maatschappelijk vermogen door de vennootschap aan de GVV. Bij een verdeling van het maatschappelijk vermogen moet een vennootschap
het positieve verschil tussen de uitkeringen in geld, in effecten of in enige andere vorm, en de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal (met andere woorden de meerwaarde die in de vennootschap aanwezig is) behandelen als een dividend.
Het Wetboek Inkomstenbelastingen stelt dat de uitgekeerde som gelijk is aan de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op de datum waarop deze verrichting heeft plaatsgevonden (art. 210, §2 W.I.B. 1992). Het verschil tussen de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen en de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal wordt gelijkgesteld met een uitgekeerd dividend. Van dat verschil mogen de reeds belaste reserves afgetrokken worden. Wat daarna overblijft, vormt aldus in de regel de belastbare basis die onderhevig is aan het tarief van 12,75%.
De exit taks wordt berekend rekening houdend met Circulaire Ci.RH.423/567.729 van de Belgische belastingadministratie van 23 december 2004, waarvan de interpretatie op praktische toepassing steeds zou kunnen wijzigen. De "fiscale werkelijke waarde" zoals bedoeld in deze circulaire wordt berekend met aftrek van registratierechten of BTW (die van toepassing zou zijn in geval van een verkoop van de activa) en kan verschillen van de reële waarde van het vastgoed zoals opgenomen in de balans van de openbare GVV conform IAS 40.
Weliswaar is de fiscus wel nog steeds van oordeel (zie punt 3 van de omzendbrief van 23 december 2004) dat de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op datum van de erkenning als GVV niet lager kan liggen dan een bedrag dat overeenstemt met de waarde van het maatschappelijk vermogen zoals dat zou bepaald zijn in vergelijking met de waarde van de uitgeven aandelen of de prijs van de aandelen die werden verworven of aangeboden aan het publiek, verminderd met de registratierechten en BTW die in de vastgoedschattingsverslagen zijn opgenomen. Bedoeling is de zogenaamde effectiseringspremie in de belastbare basis van de exit taks op te nemen. De effectiseringspremie is de premie die beleggers in de GVV bereid zijn te betalen bovenop het netto-actief die de verwachte meerwaarde weerspiegelt die voortvloeit uit de erkenning van de GVV door de FSMA. Zoals nader omschreven in Toelichting 24 van het Financieel verslag betwist Intervest deze interpretatie.
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland heeft Intervest op 28 april 2017 een Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag opgericht genaamd Intervest Nederland Coöperatief U.A. Intervest heeft haar Nederlandse vastgoedbeleggingen gestructureerd in Nederlandse bv's.
Voormelde Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag genaamd Intervest Nederland Coöperatief U.A. alsook de Nederlandse bv's zijn onderworpen aan vennootschapsbelasting als binnenlandse belastingplichtigen. Winstuitkeringen van de Nederlandse bv's aan de Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag zijn niet belast omdat zij onder de deelnemingsvrijstelling vallen.
Overeenkomstig de artikels 96 en 119 van het Wetboek van Vennootschappen, worden de vereiste onderdelen van het jaarverslag van Intervest weergegeven in de volgende hoofdstukken:
Overeenkomstig artikel 13, §2 van het KB van 14 november 2007, verklaart de raad van bestuur, samengesteld uit Jean-Pierre Blumberg (voorzitter), Marleen Willekens, Chris Peeters, Jacqueline Heeren - de Rijk, Johan Buijs en Gunther Gielen, dat na het treffen van alle redelijke maatregelen en voor zover hem bekend:
Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Intervest hanteert om haar operationele performantie te meten en op te volgen. De maatstaven worden gebruikt in de financiële verslaggeving maar zijn niet gedefinieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf 3 juli 2016 voor het gebruik en de toelichting van de alternatieve prestatiemaatstaven. De begrippen die Intervest beschouwt als een alternatieve prestatiemaatstaf zijn opgenomen in dit hoofdstuk van het Jaarverslag 2018, genaamd "Begrippenlijst en alternatieve prestatiemaatstaven". De alternatieve prestatiemaatstaven zijn gemarkeerd met ★ en voorzien van een definitie, doelstelling en reconciliatie zoals vereist volgens de ESMA richtlijn.
Dit is de te gebruiken term voor de waarde van een vastgoed bij de aankoop of verwerving. Indien er overdrachtskosten betaald worden, zijn deze inbegrepen in de aanschaffingswaarde.
De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde (GHW) van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuring, op afsluitingsdatum.
Het brutodividendrendement is het brutodividend gedeeld door de beurskoers op afsluitingsdatum.
Dit zijn de geïndexeerde brutohuren op jaarbasis, zoals contractueel bepaald, in de huurovereenkomsten, op de datum van afsluiting, vóór aftrek van huurkortingen of andere aan de huurders toegestane voordelen.
Deugdelijk bestuur (corporate governance) is een belangrijk instrument om voortdurend het bestuur van de vastgoedvennootschap te verbeteren en om over de belangen van de aandeelhouders te waken.
EPRA (European Public Real Estate Association) is een organisatie die de Europese beursgenoteerde vastgoedsector promoot, helpt ontwikkelen en vertegenwoordigt om zo het vertrouwen in de sector te bevorderen en investeringen in beursgenoteerd vastgoed in Europa te vergroten.
In december 2014 heeft EPRA's Reporting and Accounting Committee de geactualiseerde EPRA Best Practices Recommendations ('BPR')1 gepubliceerd. Deze BPR bevatten de aanbevelingen betreffende de bepaling van belangrijke prestatie-indicatoren voor de prestaties van de vastgoedportefeuille. Een aantal van deze indicatoren worden beschouwd als alternatieve prestatiemaatstaven conform de ESMArichtlijn. De cijfermatige reconciliatie van deze alternatieve prestatiemaatstaven is terug te vinden in een volledig apart hoofdstuk in dit jaarverslag, i.e. hoofdstuk 6 van het Verslag van het directiecomité.
| EPRA resultaat★ | Resultaat afkomstig van de strategische operationele activiteiten. |
|---|---|
| EPRA Nettoactiefwaarde★ | Netto Actief Waarde (NAW) aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en met uitsluiting van bepaalde elementen die niet kaderen in een financieel model van vastgoedinvesteringen op lange termijn. In concreto: totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij, gecorrigeerd voor de reële waarde van de financiële instrumenten en de uitgestelde belastingen, gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde. |
| EPRA NNNAW★ | EPRA NAW aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de finan ciële instrumenten, de schulden en de uitgestelde belastingen. |
| EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) |
Geannualiseerde brutohuurinkomsten op basis van de contractuele huren op afsluitingsdatum van de jaarrekeningen, met uitsluiting van de vastgoedkosten, gedeeld door de marktwaarde van de portefeuille verhoogd met de geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleg gingen. |
| EPRA aangepast NIR | Deze ratio voert een correctie uit op de EPRA NIR voor de afloop van huurvrije periodes (of andere niet-vervallen huurincentives zoals een huurperiode met korting en getrapte huurprijzen). |
| EPRA huurleegstands percentage |
Geschatte huurwaarde (GHW) van leegstaande oppervlakte, gedeeld door de GHW van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuring. |
| EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten)★ |
EPRA kosten (inclusief directe leegstandskosten) gedeeld door de brutohuurin komsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
| EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten)★ |
EPRA kosten (exclusief directe leegstandskosten) gedeeld door de bruto huurin komsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
| EPRA netto huurgroei bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille★ |
Wordt ook EPRA Like-for-like Net Rental Growth genoemd. EPRA netto huurgroei bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille vergelijkt de groei van de nettohuurinkomsten van de vastgoedbeleggingen die de hele periode beschikbaar waren voor verhuring, en niet in ontwikkeling, en dit gedurende de twee volledige jaren voorafgaand aan de afsluitingsdatum van het boekjaar. De wijzigingen in brutohuurinkomsten op een like-for-likebasis geven inzicht in de wijzigingen van de brutohuurinkomsten die niet het gevolg zijn van wijzigingen in de vastgoed portefeuille (investeringen, desinvesteringen, grote renovatiewerken, …). |
Definitie - Het EPRA resultaat is het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille minus het financieel resultaat en de belastingen, en exclusief variaties in reële waarde van financiële derivaten (die niet als hedge accounting behandeld worden conform IAS 39) en andere niet-uitkeerbare elementen op basis van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv.
Toepassing - Het EPRA resultaat meet het resultaat van de strategische operationele activiteiten, met uitsluiting van (i) de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges), en (ii) het portefeuilleresultaat (de al dan niet gerealiseerde winst of verlies op vastgoedbeleggingen). Dit komt neer op het resultaat dat rechtstreeks wordt beïnvloed door het vastgoed- en financieel beheer van de vennootschap, met uitsluiting van de impact gekoppeld aan de volatiliteit van de vastgoed- en financiële markten.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat | 34.114 | 21.186 |
| Elimineren uit het nettoresultaat (+/-) | ||
| • Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 |
| • Variaties in de reële waarde van vastgoed beleggingen |
-7.033 | 7.274 |
| • Ander portefeuilleresultaat |
2.472 | 89 |
| • Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) |
1.615 | -1.119 |
| • Andere niet-uitkeerbare elementen op basis van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv. |
0 | 0 |
| EPRA resultaat | 31.168 | 27.430 |
Definitie - Het EPRA resultaat per aandeel is het EPRA resultaat gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal aandelen.
Toepassing - Het EPRA resultaat per aandeel meet het EPRA resultaat per gewogen gemiddeld aantal aandelen en maakt de vergelijking met het brutodividend per aandeel mogelijk.
| Reconciliatie | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
|---|---|---|---|
| EPRA resultaat (in duizenden €) | A | 31.168 | 27.430 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | B | 19.176.981 | 17.409.850 |
| EPRA resultaat per aandeel (in €) | =A/B | 1,63 | 1,58 |
Definitie - Netto Actief Waarde (NAW) aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en met uitsluiting van bepaalde elementen die niet kaderen in een financieel model van vastgoedinvesteringen op lange termijn.
Toepassing - Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij, gecorrigeerd voor de reële waarde van de financiële instrumenten en de uitgestelde belastingen, gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde.
| Reconciliatie | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeel houders van de moedervennootschap (in duizenden €) |
A | 476.617 | 359.366 |
| De reële waarde van financiële instrumenten en de uitgestelde belasting (in duizenden €) |
B | 6.364 | 1.842 |
| Aantal aandelen op einde periode | C | 24.288.997 | 18.405.624 |
| EPRA NAW (in €) | =(A+B)/C | 19,88 | 19,62 |
De free float is het percentage van de aandelen in het bezit van het publiek. Volgens de definitie van EPRA en Euronext gaat het om alle aandeelhouders die individueel minder dan 5% van het totaal aantal aandelen bezitten.
Definitie - De gemiddelde rentevoet van de financieringen van de vennootschap wordt berekend door de netto-interestkosten (op jaarbasis) te delen door de gewogen gemiddelde schuld van de periode (op basis van de dagelijkse opnames van de financieringen (kredieten bij financiële instellingen, obligatieleningen, enz).
Toepassing - De gemiddelde rentevoet van de financieringen meet de gemiddelde financieringskost van de schulden en laat toe om de evolutie er van in de tijd op te volgen, in functie van de evoluties van de vennootschap en van de financiële markten.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
|---|---|---|---|
| Netto-interestkosten | A | 8.039 | 7.616 |
| Gewogen gemiddelde schuld van de periode | B | 326.575 | 292.129 |
| Gemiddelde rentevoet van de financieringen (op basis 360/365) (%) |
=A/B | 2,4% | 2,6% |
De geschatte huurwaarde is de huurwaarde die wordt bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen.
Het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap is geregeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen (de GVV-Wet) en in het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen (het GVV-KB) met als doel gemeenschappelijke investeringen in vastgoed aan te moedigen.
Het koninklijk besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
De wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
De GVV-Wet en het GVV-KB.
Intervest is de ingekorte naam voor Intervest Offices & Warehouses, de volledige juridische naam van de vennootschap.
De interestcover ratio is de verhouding tussen het operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille en het financieel resultaat (exclusief variaties in reële waarde van financiële derivaten).
Dit is de waarde van een gebouw geschat door de onafhankelijke vastgoeddeskundige met inbegrip van de overdrachtskosten en waarvan de registratierechten niet zijn afgetrokken. Deze waarde komt overeen met de vroegere gehanteerde term "waarde vrij op naam".
Verhouding tussen het aantal verhandelde aandelen op één dag en het aantal aandelen.
Het nettodividend is gelijk aan het brutodividend na inhouding van 30% roerende voorheffing. De roerende voorheffing op dividenden van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen is ten gevolge van de Programmawet van 25 december 2016, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2016, verhoogd van 27% naar 30% (behoudens bepaalde vrijstellingen) met ingang vanaf 1 januari 2017.
Het nettodividendrendement is het nettodividend gedeeld door de beurskoers op afsluitingsdatum.
Het nettorendement wordt berekend als de verhouding tussen de contractuele huur verhoogd met geschatte huurwaarde op leegstand, verminderd met de toewijsbare vastgoedkosten, en de reële waarde van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur.
Definitie - Het nettoresultaat per aandeel wordt berekend door het nettoresultaat zoals blijkt uit de resultatenrekening, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven aandelen min de eigen aandelen) gedurende het boekjaar.
| Reconciliatie | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
|---|---|---|---|
| Nettoresultaat (in duizenden €) | A | 34.114 | 21.186 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | B | 19.176.981 | 17.409.850 |
| Nettoresultaat per aandeel (in €) | =A/B | 1,78 | 1,22 |
Definitie - Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (dus na aftrek van de minderheidsbelangen) vermeerderd met de reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen, gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde (eventueel na aftrek van de eigen aandelen).
Toepassing - De nettowaarde (investeringswaarde) per aandeel meet de waarde van het aandeel op basis van investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen en maakt een vergelijking met de beurskoers mogelijk.
| Reconciliatie | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeel houders van de moedermaatschappij (in duizenden €) |
A | 476.617 | 359.366 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vast goedbeleggingen (in duizenden €) |
B | 17.658 | 15.274 |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder maatschappij - investeringswaarde (in duizenden €) |
C=A+B | 494.275 | 374.640 |
| Aantal aandelen op jaareinde | D | 24.288.997 | 18.405.624 |
| Nettowaarde (investeringswaarde) per aandeel (in €) |
=C/D | 20,35 | 20,35 |
Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (dus na aftrek van de minderheidsbelangen) gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde (eventueel na aftrek van de eigen aandelen). Het stemt overeen met de nettowaarde zoals gedefinieerd in artikel 2, 23° van de GVV-Wet.
De nettowaarde (reële waarde) per aandeel meet de waarde van het aandeel op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en maakt een vergelijking met de beurskoers mogelijk.
De omloopsnelheid van het aandeel wordt berekend als de verhouding van het verhandeld aantal aandelen per jaar, gedeeld door het totaal aantal aandelen op het einde van de periode.
Definitie - De operationele marge is het operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille gedeeld door de huurinkomsten.
Toepassing - De operationele marge geeft een indicatie over de mogelijkheid van de vennootschap om winst te genereren uit haar operationele activiteiten, zonder rekening te houden met het financieel resultaat, de belastingen en het portefeuilleresultaat.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 | |
|---|---|---|---|
| Operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille |
A | 39.554 | 35.077 |
| Huurinkomsten | B | 47.920 | 43.349 |
| Operationele marge (%) | =A/B | 83% | 81% |
Definitie - Het portefeuilleresultaat omvat (i) het resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen, (ii) de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen, en (iii) het ander portefeuilleresultaat.
Toepassing - Het portefeuilleresultaat meet de gerealiseerde en niet-gerealiseerde winst en verlies verbonden aan de vastgoedbeleggingen, in vergelijking met de waardering van de onafhankelijke vastgoeddeskundigen op het einde van het vorige boekjaar.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|
| Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 7.033 | -7.274 |
| Ander portefeuilleresultaat | -2.472 | -89 |
| Portefeuilleresultaat | 4.561 | -7.363 |
Deze waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in omstandigheden van normale concurrentie. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de registratierechten en eventuele kosten.
In concreto betekent het dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,025 (voor gebouwen met een waarde hoger dan € 2,5 miljoen) of de investeringswaarde gedeeld door 1,10/1,125 (voor gebouwen met een waarde lager dan € 2,5 miljoen). Voor de vastgoedbeleggingen van Intervest die gelegen zijn in Nederland en aangehouden worden via de Nederlandse dochtervennootschappen betekent dit dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,07.
Het rendement wordt berekend als de verhouding tussen de contractuele huren (al dan niet verhoogd met de geschatte huurwaarde van de niet-bezette verhuurlocaties) en de reële waarde van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur. Het betreft een brutorendement, zonder rekening te houden met de toewijsbare kosten.
De return van een aandeel in een bepaalde periode is gelijk aan het brutorendement. Dit brutorendement is de som van (i) het verschil tussen de koers van het aandeel op het einde en in het begin van de periode en (ii) het brutodividend (dus het dividend vóór aftrek van de roerende voorheffing).
De schuldgraad wordt berekend als de verhouding van alle verplichtingen (exclusief voorzieningen en overlopende rekeningen) exclusief de negatieve variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten, ten opzichte van het totaal der activa. De berekeningsmethode van de schuldgraad is conform artikel 13, §1 tweede lid van het KB van 13 juli 2014. Middels dit KB is de maximale schuldgraad voor de vastgoedvennootschap vastgesteld op 65%.
Het verwaterd nettoresultaat per aandeel is het nettoresultaat zoals in de resultatenrekening gepubliceerd, gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal aandelen aangepast voor het effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering leiden.

Intervest Offices & Warehouses nv Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem
T + 32 3 287 67 67 F + 32 3 287 88 69
R.P.R. Antwerpen
BTW BE 0458.623.918
www.intervest.be
Opmerkingen? Vragen? [email protected]

Dit jaarlijks financieel verslag is geen registratiedocument in de zin van art. 28 van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Intervest Offices & Warehouses heeft haar jaarverslag in het Nederlands opgesteld. Intervest Offices & Warehouses heeft ook een Franse en Engelse vertaling van dit jaarverslag gemaakt. Zowel de Nederlandse, Franse als Engelse versie van dit jaarverslag zijn juridisch bindend. Intervest Offices & Warehouses, vertegenwoordigd door haar raad van bestuur, is verantwoordelijk voor de vertaling en de conformiteit van de Nederlandse, Franse en Engelse taalversies. Echter, in geval van tegenstrijdigheden tussen de taalversies, heeft de Nederlandse versie steeds voorrang.
De Nederlandse versie en de Franse en Engelse vertaling van dit jaarverslag zijn beschikbaar op de website van de vennootschap (www.intervest.be).
Ce rapport annuel est également disponible en français.
This annual report is also available in English.

INTERVEST OFFICES & WAREHOUSES
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem
T + 32 3 287 67 67 F + 32 3 287 88 69
[email protected] www.intervest.be
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.