Annual Report • Mar 27, 2020
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

Foto voorzijde cover: Roosendaal - Fri-Jado Foto achterzijde cover: Greenhouse Antwerp Foto inhoud: Greenhouse BXL
Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Intervest hanteert om haar operationele performantie te meten en op te volgen. De maatstaven worden gebruikt in dit Jaarverslag 2019 maar zijn niet gedefinieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf 3 juli 2016 voor het gebruik en de toelichting van de alternatieve prestatiemaatstaven. De begrippen die Intervest beschouwt als een alternatieve prestatiemaatstaf zijn opgenomen in het laatste hoofdstuk van dit Jaarverslag 2019, genaamd "Begrippenlijst en alternatieve prestatiemaatstaven". De alternatieve prestatiemaatstaven zijn gemarkeerd met ★ en voorzien van een definitie, doelstelling en reconciliatie zoals vereist volgens de ESMA richtlijn.

| Risicofactoren | 4 |
|---|---|
| Geschiedenis en mijlpalen | 18 |
| Intervest in het kort | 20 |
| Hoogtepunten 2019 Strategische visie Kerncijfers 2019 Activiteiten 2019 Toekomstige waardecreatie Financiële kalender 2020 |
21 22 24 28 28 29 |
| Brief aan de aandeelhouders | 30 |
| Verslag van de raad van bestuur | 36 |
| Investeringsstrategie Corporate governance verklaring |
37 41 |
| Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen |
57 |
| Verslag van het directiecomité | 58 |
|---|---|
| De markt van logistiek vastgoed en kantoren Belangrijke ontwikkelingen in 2019 Financiële resultaten 2019 Financiële structuur Winstbestemming 2019 EPRA Best Practices Vooruitzichten 2020 |
59 64 71 78 86 87 95 |
| Verslag betreffende het aandeel | 98 |
| Beursgegevens Dividend en aandelen Aandeelhouders Financiële kalender 2020 |
99 102 103 105 |

| Vastgoedverslag | 106 |
|---|---|
| Samenstelling van de portefeuille Overzicht van de portefeuille |
107 122 |
| Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen |
124 |
| Beschrijving van het logistiek vastgoed Beschrijving van de kantorenportefeuille |
127 147 |
| Financieel verslag | 156 |
| Geconsolideerde resultatenrekening | 158 |
| Geconsolideerd globaalresultaat | 159 |
| Geconsolideerde balans | 160 |
| Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen |
162 |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht Toelichting bij |
166 |
| de geconsolideerde jaarrekening | 168 |
| Verslag van de commissaris | 210 |
| Enkelvoudige jaarrekening | |
| Intervest Offices & Warehouses | 216 |
| Algemene inlichtingen | 230 |
|---|---|
| Identificatie | 231 |
| Uittreksel uit de statuten | 234 |
| Commissaris | 237 |
| Liquidity provider | 237 |
| Vastgoeddeskundigen | 237 |
| Vastgoedbeheerders | 237 |
| GVV - wettelijk kader | 238 |
| GVV - fiscaal stelsel | 239 |
| Fiscaal stelsel in Nederland | 240 |
| Informatie m.b.t. het jaarlijks financieel | |
| verslag 2017 en 2018 | 240 |
| Vereiste onderdelen van het jaarverslag | 240 |
| Verantwoordelijken voor de inhoud van het | |
| jaarverslag | 241 |
| Begrippenlijst en alternatieve | |
|---|---|
| prestatiemaatstaven | 242 |
4
De raad van bestuur van Intervest Offices & Warehouses nv (hierna 'Intervest' genoemd) heeft in 2019, zoals steeds, aandacht besteed aan de risicofactoren waaraan Intervest onderhevig is: marktrisico's, operationele, financiële en reglementaire risico's.
De permanente evoluties op de vastgoed- en de financiële markten vereisen een continue opvolging van de marktrisico's, operationele, financiële en reglementaire risico's ter bewaking van de resultaten en de financiële situatie van Intervest.
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste risico's beschreven waarmee de vennootschap wordt geconfronteerd. Op de volgende pagina's wordt in de eerste kolom het risico benoemd. De tweede kolom beschrijft de mogelijke invloed op de activiteit van Intervest die kan voortvloeien uit het zich realiseren van het risico. In de derde kolom wordt een overzicht gegeven van de maatregelen die Intervest in acht neemt om de eventuele negatieve impact van deze risico's zo veel mogelijk te beperken en te beheersen1 .
De maatregelen die worden genomen en de cijfermatige impact van deze risico's worden verder in aparte hoofdstukken van dit Jaarverslag in detail beschreven.
De lezers worden erop gewezen dat deze risico's constant worden geëvalueerd en dat nieuwe risico's kunnen worden geïdentificeerd. Deze lijst is bijgevolg niet-exhaustief en gebaseerd op de informatie die gekend was bij de publicatie van dit verslag.
Daarnaast wordt er op gewezen dat risicobeheer geen oefening is met een bepaalde frequentie, maar dat dit integraal deel uitmaakt van de wijze waarop de vennootschap wordt geleid. Dit gaat van het dagelijks financieel en operationeel beheer, de analyse van nieuwe investeringsdossiers, het formuleren van de strategie en de objectieven tot het verankeren van strakke procedures voor de besluitvorming. Het begrijpen en afschermen van risico's die voortvloeien uit zowel interne als externe factoren is essentieel voor het behalen van een totale return op lange termijn.
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Economische conjunctuur Materiële verslechtering van de economische conjunctuur (inclusief inflatie). |
1. Vermindering van de vraag naar kantoren en opslag- en distributie ruimten. 2. Hogere leegstand en/of lagere huurprijzen bij herverhuring. 3. Daling van de reële waarde van het vastgoed en als gevolg ook van de nettowaarde. 4. Mogelijke faillissementen van huurders. 5. Negatieve impact op operationeel resultaat en cashflow door toena me van de financiële lasten (door rentevoetstijgingen) die hoger of sneller is dan de toename in huurin komsten. |
• Uitstekende locatie van de panden, en focus op strategische logistieke knooppunten of op secundaire locaties met groeipotentieel. (2/3) • Gediversifieerde huurdersbasis met een beperkte blootstelling aan één huurder, een goede sectorale spreiding van de huurders en een marktconforme gemiddelde contractuele huurprijs. (4) • Kwaliteit huurdersbestand met vooral grote nationale en internationale bedrijven en een beperkte jaarlijkse provisie voor dubieuze debi teuren. (1/4) • Standaard clausule in de huurcontracten opge nomen waarbij de indexatie gekoppeld is aan de gezondheidsindex. (5) |
Vastgoed verslag » 1.Samenstel ling van de portefeuille |
| Type vastgoed Vermindering van de aantrekkelijkheid van de vastgoedbeleggingen door o.a. verslechterende eco nomische omstandigheden, overaanbod op bepaalde vastgoedmarktsegmenten |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse her ziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. |
• Adequate sectorale en regionale spreiding. Stra tegische keuze voor investeringen in de kantoor sector en de logistieke sector. Bij het nemen van investeringsbeslissingen wordt gestreefd naar een adequate sectorale spreiding met een vol doende percentage aan investeringen in liquide vastgoedmarkten, alsook naar een beperking qua exposure van investeringen in een bepaalde plaats/regio. (1/2/3) |
Vastgoed verslag » 1.Samenstel ling van de portefeuille |
| of wijzigende gebruiken in de duurzaamheidsstandaard van de gebouwen of in de samenleving. |
3. Het niet behalen van beoogde rendementen van de vastgoed beleggingen. |
• Proactieve opvolging en jarenlange ervaring. De vastgoedbeleggingen worden op kwartaal basis gewaardeerd door onafhankelijke vast goeddeskundigen. Op deze manier zijn trends in de vastgoedmarkt snel zichtbaar en kunnen er proactief maatregelen genomen worden. Boven dien is er een diepe verankering in en kennis van de markt door jarenlange ervaring en eigen commerciële teams. (1/2/3) |
Vastgoed verslag » 3.Waardering van de porte feuille door de vastgoed deskundigen |
| Tijdstip van investeren en desinvesteren Het tijdstip van een transactie (investeren of desinvesteren van vastgoed) houdt het risico in dat bij een foute timing van een transactie in de conjunctuurcyclus, vastgoed gekocht kan worden aan een te hoge prijs t.o.v. de reële waarde, respectievelijk verkocht kan worden aan een te lage prijs t.o.v. de reële waarde. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse her ziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. 3. Het niet behalen van beoogde rendementen van de vastgoed beleggingen. |
• Periodes van uitgesproken hoogconjunctuur geven aanleiding tot hogere marktprijzen die op een later tijdstip onderhevig kunnen zijn aan negatieve correcties. Tijdens deze periode van hoogconjunctuur zal een eerder gematigd beleid inzake investeringen gevoerd worden. In perio des van teruglopende conjunctuur daalt de reële waarde en de bezettingsgraad van de vast goedbeleggingen veelal. Zodra de conjunctuur echter opnieuw aantrekt, wordt een meer actief investeringsbeleid gevoerd, waarbij geantici peerd wordt op stijgende reële waarden van de vastgoedbeleggingen en op een meer actieve huurmarkt. Hierbij wordt er gepaste waakzaam heid aan de dag gelegd om de schuldgraad van de vennootschap niet te laten oplopen boven de wettelijk toegestane niveaus. (1/2/3) • Adequate sectorale en regionale spreiding. (1/2/3) |
Verslag van de raad van bestuur » 1.Investerings strategie Vastgoed verslag » |
| • Aan te kopen en te verkopen vastgoed dient te worden geschat voor de acquisitie of verkoop |
1.Samenstel ling van de |
door een onafhankelijke vastgoeddeskundige.
portefeuille
(1/2/3)
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Deflatie Een vermindering in de economische activiteit die een algemene prijsdaling tot gevolg heeft. |
1. Daling van de huurinkomsten, on der andere via neerwaartse druk op markthuurniveaus en een vermin derde of negatieve indexatie. |
• Clausule in de meeste huurcontracten die een ondergrens instelt op het niveau van de basis huur of die stelt dat er geen negatieve indexatie kan plaatsvinden. (1) |
/ |
| Volatiliteit op de financiële markten Externe volatiliteit en onzekerheid op de internatio nale markten. |
1. Moeizamere toegang tot de aandelenmarkten om nieuw kapi taal/eigen vermogen op te halen en reductie in de opties met betrek king tot schuldfinanciering. 2. Schommelingen in de beurskoers van het aandeel. 3. Minder liquiditeit beschikbaar in de debt capital markets met betrekking tot herfinancieren van uitstaande obligatieleningen. |
• Frequente dialoog met de kapitaalmarkten en financiële tegenpartijen en transparante com municatie met duidelijke targets. (1/2/3) • Opvolging en beheer van alle risico's die een negatieve impact kunnen hebben op de per ceptie van investeerders en financiers naar het bedrijf toe. (1/3) • Streven naar het opbouwen van langetermijn relaties met financiële partners en investeerders. (1/3) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur |
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Investeringsrisico Risico op foutieve investeringsbeslissingen en ongeschikte beleidskeuzes. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse her ziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen voornamelijk veroorzaakt door toenemende leegstand, onbetaalde huren, daling van de huurprijzen bij het afsluiten van nieuwe huurcontracten of bij verlengingen van bestaande huur contracten, en vastgoedtechnische kenmerken zoals bodemverontrei niging en energieprestatie. 3. Daling van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. |
• Interne controlemaatregelen: zorgvuldige inschatting van het risicoprofiel op basis van marktonderzoek, inschatting van toekomstige rendementen, screening van bestaande huur ders, studie van milieu- en vergunningsvereisten, analyse van fiscale risico's, enz. (1/2/3) • Constante monitoring van wijzigingen in eco nomische, vastgoedspecifieke en regelgevende trends o.a. met betrekking tot fiscaal recht, regelgeving inzake GVV's, enz. (1/2/3) • Overeenkomstig artikel 49, §1 van de GVV-Wet waardeert een onafhankelijke vastgoeddes kundige elke acquisitie of vervreemding van vastgoed. (2) • Nauwlettend toezicht op de bij de transactie gestelde waarborgen zowel qua looptijd als qua waarde. (1) • Technische, administratieve, juridische, boek houdkundige en fiscale "due diligence" voor elke acquisitie op basis van constante analyseproce dures, meestal met ondersteuning van externe, gespecialiseerde consulenten. (1/2/3) • Ervaring van het management en supervisie door de raad van bestuur, waarbij een duidelijke investeringsstrategie gedefinieerd is met een langetermijnvisie en consequent beheer van de kapitaalstructuur. (1/2/3) |
Verslag van het directie comité » 2.Belangrijke ontwikke lingen in 2019 » 2.2 Investerin gen in 2019 |
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Terugkooprisico Risico dat er bij de ontwik keling van een bedrijventer rein, wanneer aan bepaalde voorwaarden tot economische ontwikkeling niet (meer) is vol daan, een aan de overheid toe gekend terugkooprecht wordt uitgeoefend (in het kader van de economische expansiewet van 30 december 1970 en het Decreet Ruimtelijke Economie dd. 13 juli 2012). |
1. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wanneer een vastgoedproject tegen een vooraf bepaalde prijs(formule) uit de vastgoedportefeuille van Intervest verdwijnt, doordat een terugkoop recht wordt uitgeoefend. |
• Interne controlemaatregelen: zorgvuldige inschat ting van het risicoprofiel op basis van marktonder zoek, inschatting van toekomstige rendementen, screening van bestaande huurders, studie van milieu- en vergunningsvereisten, analyse van fiscale risico's, enz. (1) • Overeenkomstig artikel 49, §1 van de GVV-Wet waardeert een onafhankelijke vastgoeddeskundige elke acquisitie of vervreemding van vastgoed. (1) |
/ |
| Bouw- en ontwikkelings risico Risico's specifiek gerela teerd aan ontwikkelings- en reconversieprojecten, zoals solvabiliteit van de contrac tors, het verkrijgen van de nodige vergunningen, enz. |
1. Onvermogen om de nodige vergun ningen te verkrijgen. 2. Belangrijke vertragingen die leiden tot verlies aan potentiële inkom sten. 3. Materiële overschrijding van de investeringsbudgetten. 4. In het geval van ontwikkelingen op risico: langdurige perioden van leegstand. 5. Het niet behalen van de beoogde rendementen op ontwikkelingen. |
• Bij elke acquisitie worden tijdens de juridische en administratieve "due diligence" alle vergun ningen en mogelijkheden geanalyseerd, meestal met ondersteuning van externe, gespecialiseerde adviseurs. (1) • Voorafgaand overleg met de relevante diensten van gemeente en/of stad. (1) • Stringente opvolging van projecten in uitvoering met implementatie van boeteclausules bij niet-na leving van contracten door derde partijen. (2/3/5) • Inhuren van gerenommeerde contractors met adequate solvabiliteit en voorlegging van de nodi ge garanties. (3/5) • Er worden slechts beperkt ontwikkelingen op risico opgestart. Met andere woorden, een project wordt – behoudens uitzonderingen – pas gelanceerd indien het voorverhuurd is en volledig gefinancierd is en tegelijk de nodige vergunningen voorhanden zijn of indien een huurgarantie van de ontwikkelaar bekomen wordt. (4/5) |
Verslag van het directie comité » 2.Belangrijke ontwikkelin gen in 2019 » 2.2 Investerin gen in 2019 2.4 Ontwik kelingspo tentieel 7.Vooruit zichten 2020 |
| Negatieve variaties in de reële waarde van de gebouwen Negatieve herwaardering van de vastgoedportefeuille. |
1. Negatieve beïnvloeding van het nettoresultaat en de nettowaarde. 2. Negatieve evolutie van de schuld graad. 3. Impact op het vermogen om een dividend uit te keren indien de ge cumuleerde variaties de uitkeerba re reserves overschrijden. |
• De vastgoedportefeuille wordt op kwartaalbasis geschat door onafhankelijke experts waardoor trends snel zichtbaar zijn en proactief maat regelen kunnen worden genomen. (1/2) • Investeringsbeleid dat gericht is op kwalitatief hoogstaand vastgoed op strategische logistieke knooppunten en op locaties met groeipotentieel. (1) • Goed gediversifieerde portefeuille. (1) • Duidelijk gedefinieerd en voorzichtig beheer van de kapitaalstructuur. (2/3) • De schommelingen in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen betreffen een niet-gereali seerd en non-cash-item. (3) |
Verslag van de raad van bestuur » 1.Investerings strategie Vastgoed verslag » 3.Waardering van de porte feuille door de vastgoed deskundigen |
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Verhuurrisico Het risico dat een gebouw niet kan worden verhuurd tegen de vooraf ingeschatte huurprijs (al dan niet resulte rend in leegstand). Dit risico wordt beïnvloed door de aard en ligging van het vastgoed, de mate waarin het moet concurreren met nabijgelegen gebouwen, de beoogde doelgroep en gebruikers, de kwaliteit van het vastgoed, de kwaliteit van de huurder en het huurcontract. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse her ziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring, stijging van de vastgoedkosten die de eige naar dient ten laste te nemen, zoals niet-doorberekende servicekosten en onroerende voorheffing. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. 3. Het niet behalen van de beoogde rendementen. |
• Tempering van de impact van de conjunctuur op de resultaten door: Spreiding van de looptijd huurcontracten en periodieke analyse van het leegstandsrisico d.m.v. vervaldagenkalender van de huur contracten. Er wordt gestreefd naar een evenwichtige spreiding van de looptijd van de huurcontracten en het tijdig anticiperen op toekomstige huuropzeggingen en contract herzieningen. (1/3) Risicospreiding naar huurders en kwaliteit van de huurders om het debiteurenrisico in te perken en de stabiliteit van de inkomsten te bevorderen. (1/3) Sectorale spreiding van de vastgoed beleggingen waarbij de huurders goed verspreid zijn over een groot aantal verschil lende economische sectoren. (1/2/3) Locatie en kwaliteit van de vastgoed beleggingen, met kantoren gelegen op de as Antwerpen - Brussel, zijnde de belangrijkste en meest liquide kantoorregio in België en een logistieke portefeuille op strategische lo gistieke knooppunten in België en Nederland. (1/2/3) • Toekenning aan elke vastgoedbelegging van een risicoprofiel dat op regelmatige basis wordt geëvalueerd (op basis van de lokale eigen kennis en gegevens van externen en/of vastgoedschat ters). Afhankelijk van het risicoprofiel dient over een bepaalde periode een bepaald rendement gerealiseerd te worden dat afgezet wordt tegen het verwachte rendement op basis van het in terne rendementsmodel. Op basis hiervan wordt geanalyseerd in welke objecten additioneel geïn vesteerd dient te worden, waar de huurdersmix aangepast moet worden en welke panden in aanmerking komen voor verkoop. (1/2/3) • Huurovereenkomsten bevatten beschermende elementen zoals huurwaarborgen en/of bank garanties van de huurders, clausules voor auto matische jaarlijkse indexatie van de huurprijzen conform de gezondheidsindex en veelal een verplichte schadevergoeding betaalbaar door de huurder bij een vroegtijdige beëindiging van het contract. (1/3) |
Vastgoed verslag » 1.Samenstel ling van de portefeuille Financieel verslag » Toelichting 4 Vastgoed resultaat » Recuperatie van vastgoed kosten |
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Risico verbonden aan de verslechterde staat van de gebouwen en het risico van grote werken Risico op bouwkundige en technische achteruitgang in de levenscyclus van de gebouwen: de staat van de gebouwen verslechtert omwille van slijtage van diverse onderdelen als gevolg van gewone veroudering en bouwkundige en technische veroudering. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse her ziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring, stijging van de vastgoedkosten die de eige naar dient ten laste te nemen, zoals niet-doorberekende servicekosten en onroerende voorheffing. 2. Onderhouds- en renovatiekosten en investeringen zijn nodig om de vooraf ingeschatte huurprijs te realiseren. 3. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. |
• Proactief beleid inzake het onderhoud van de gebouwen. (1) • Constante monitoring van het investeringsplan om de kwaliteit van de portefeuille te garanderen. (1/2/3) • Ad hoc herontwikkeling en renovatie van verou derde panden naast regelmatige investeringen in kwaliteit en duurzaamheid. (1/2/3) • Bij het beëindigen van de huurovereenkomst dient de huurder (conform de contractuele afspraken gemaakt in de huurovereenkomst) een weder instaatstellingsvergoeding voor huurschade te betalen aan de vennootschap. De huurschade wordt bepaald door een onafhankelijke expert die de ingaande plaatsbeschrijving vergelijkt met de uitgaande plaatsbeschrijving. Deze schade vergoedingen kunnen gebruikt worden om de vrijgekomen ruimte opnieuw klaar te maken voor ingebruikname door de volgende huurder. (1) • Verkoop van verouderde gebouwen. (1/2/3) |
Verslag van het directie comité » 2.Belangrijke ontwikkelin gen in 2019 » 2.2 Inves teringen in 2019 |
| Kostenbeheersingsrisico Risico van onverwachte volatiliteit en toename in de operationele kosten en inves teringen voor onderhoud. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast, onverwachte schomme lingen in de vastgoedkosten. |
• Periodieke vergelijking van onderhouds budgetten met de werkelijkheid. (1) • Goedkeuringsprocedures bij het aangaan van onderhouds- en investeringsverplichtin gen waarbij in functie van het bedrag, één of meerdere offertes gevraagd worden aan diverse aannemers. De technische afdeling maakt hierbij een vergelijking van prijs, kwaliteit en timing van de werken. Afhankelijk van de hoogte van het bedrag van de uit te voeren werken gelden verschillende goedkeuringsniveaus binnen de vennootschap. (1) • Proactief beleid inzake het onderhoud van de gebouwen en constante screening van de gebouwen door de technische managers en de commerciële teams in hun dagelijkse dialoog met de huurders. (1) • Tijdig opstellen en nauwgezet opvolgen van investeringsbudgetten op lange termijn voor grondige renovaties en vernieuwingen. (1) |
Financieel verslag » Toelichting 5 Vastgoed kosten |
| Verzekeringsrisico (destructierisico) Het risico van een ontoerei kende verzekeringsdekking wanneer gebouwen worden vernield door brand of andere rampen. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door wegvallen van huurinkomsten en eventueel verlies van huurders. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toename van de schuldgraad. |
• De vastgoedportefeuille is verzekerd voor re constructiewaarde (zijnde de kostprijs voor we deropbouw naar nieuwe staat van het gebouw), exclusief de terreinen waarop de gebouwen staan. (2) • De verzekeringen omvatten meestal eveneens bijkomende waarborgen voor de onbruikbaar heid van de onroerende goederen zoals huurder ving, de instandhoudings- en opruimingskosten, het verhaal van huurders en gebruikers en het verhaal van derden. De gederfde huur wordt vergoed zolang het gebouw niet heropgebouwd is. (1) • Nauwlettend toezicht op de dekking en tijdige vernieuwing van verzekeringscontracten. (1/2) |
Vastgoed verslag » 2.Overzicht van de porte feuille » 2.3 Verzeker de waarde |
| Debiteurenrisico Het risico dat de huur niet (meer) kan worden geïnd we gens solvabiliteitsproblemen. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door wegvallen van huurinkomsten en afboeking van niet geïnde handelsvorderingen, alsook door stijging van de niet-doorberekende servicekosten door leegstand en gerechtskosten. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook van de nettowaarde en toe name van de schuldgraad. |
• Duidelijke procedures voor het screenen van huurders bij het sluiten van nieuwe huur contracten. (1/2) • Bij het afsluiten van huurcontracten worden steeds waarborgsommen of bankgaranties bedongen. In het standaardhuurcontract voor kantoren wordt meestal een huurwaarborg of bankgarantie ter waarde van 6 maanden huur voorzien en voor logistieke gebouwen ter waar de van 4 maanden. (1) • Strikt debiteurenbeheer om een tijdige inning van huurvorderingen te waarborgen alsook de adequate opvolging van huurachterstanden. (1) • Huren zijn vooraf betaalbaar op maandelijkse of driemaandelijkse basis. Voor huurlasten en taksen die contractueel kunnen doorgerekend worden aan de huurders, wordt een (drie)maan delijkse provisie gevraagd. (1) |
Financieel verslag » Toelichting 14 Vlottende activa » Handels vorderingen Toelichting 4 Vastgoed resultaat » Met verhuur verbonden kosten |
|---|---|---|---|
| Juridische en fiscale risico's: contracten en vennootschapsrechtelijke reorganisaties Inadequate contracten afge sloten met derde partijen. |
1. Negatieve impact op operationeel resultaat, cashflow en nettowaarde. 2. Het niet behalen van beoogde rendementen van de vastgoed beleggingen. 3. Reputatieschade. |
• Met derden af te sluiten contracten worden, als de complexiteit het vereist, getoetst met externe adviseurs. (1/2/3) • Verzekering tegen aansprakelijkheid voort komend uit de activiteiten of investeringen middels een burgerlijke aansprakelijkheids verzekering die lichamelijke schade en stoffelijke schade dekt. Verder zijn de bestuurders en leden van het directiecomité verzekerd voor bestuurdersaansprakelijkheid. (1/2) • Vennootschapsrechtelijke reorganisaties (fusie, splitsing, partiële splitsing, inbreng in natura, enz.) worden steeds onderworpen aan een "due diligence", begeleid door externe adviseurs om het risico op juridische en financiële onjuisthe den te minimaliseren. (1/2/3) |
Vastgoed verslag » 2.Overzicht van de porte feuille » 2.3 Verzeker de waarde |
| Verloop van sleutel personeel Risico dat sleutelpersoneel de onderneming verlaat. |
1. Negatieve invloed op bestaande professionele relaties. 2. Verlies aan daadkracht en efficiën tie in het managementbeslissings proces. |
• Marktconform remuneratiepakket. (1/2) • Het werken met teams, waarbij vermeden wordt dat individuen verantwoordelijk zijn voor belang rijke en strategische taken. (1/2) • Duidelijke en consistente procedures en com municatie. (1/2) |
Financieel verslag » Toelichting 7 Personeels beloningen |
| Concentratierisico Risico op concentratie van (de activiteiten van) de huurders of concentratie van investeringen in één of meer gebouwen. |
1. Operationeel resultaat en cashflow aangetast door vertrek van een huurder of indien een specifieke sector wordt getroffen door een economische terugval. 2. Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en als gevolg ook de nettowaarde. |
• Gediversifieerde huurdersbasis met een be perking van de maximale blootstelling aan één huurder en een goede sectorale spreiding van de huurders. (1/2) • Adequate sectorale en regionale spreiding van de vastgoedbeleggingen. (1/2) • Conform de GVV-Wet mag maximaal 20% van het vermogen geïnvesteerd worden in vastgoed dat één enkel vastgoedgeheel vormt, behoudens uitzonderingen. (1/2) |
Vastgoed verslag » 1.Samenstel ling van de portefeuille |
Omschrijving van de risico's Potentiële impact Beperkende factoren en beheersing Toelichting
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Informaticarisico Risico verbonden aan infor matica zoals inbraak op het IT-netwerk, cybercriminaliteit, phishing, enz. |
1. Negatieve impact op werking van de organisatie. 2. Reputatieschade door het verlies van bedrijfsgevoelige informatie. 3. Negatieve impact op het resultaat door verlies van operationele en strategische data. |
• Dagelijkse back ups om het verlies van data in tijd beperkt te houden. (1/2/3) • Preventieve training rond cybercriminaliteit voor de medewerkers. (1/2/3) • Investeren in een beveiligde IT-omgeving. (1/2/3) • Ondersteuning van externe gespecialiseerde advi seurs voor IT-gerelateerde diensten. (1/2/3) |
/ |
| Risico verbonden aan de internationalisering van de Groep Risico dat door onvoldoende kennis van de internationale context de investeringen in het buitenland leiden tot ver hoging van de operationele en reglementaire risico's. |
1. Toenemende complexiteit van het beheer van de dagdagelijkse activi teiten (kennis van de buitenlandse markt, fysieke barrières, cultuur barrières, taalbarrières, enz.). 2. Verhoging van de reglementaire risico's in de verschillende landen. |
• Beroep doen op lokale experts die ondersteuning bieden in de internationale ontwikkeling, zowel op vlak van marktkennis als regelgeving. (1/2) • Implementatie van de benodigde structuren en procedures om een vlotte internationale ontwikkeling te garanderen (bv gespecialiseerd acquisitieteam). (1/2) |
/ |
| Risico m.b.t. externe communicatie Risico dat door onjuiste com municatie (o.a. roadshows, |
1. Reputatieschade door het verstrek ken van foutieve informatie. 2. Negatieve impact op de beurskoers van het aandeel Intervest. |
• Alle externe communicatie (o.a. jaarverslag, pers, roadshows, enz.) wordt terdege voorbereid en volgt de interne 'approval flow' alvorens te wor den gecommuniceerd. (1/2) • Het uitdragen van transparante interne commu |
/ |
nicatie. (1)
nettowaarde.
pers) Intervest in een negatief daglicht wordt gezet.
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Financieringsrisico Een relatieve toename van het vreemd vermogen ten opzichte van het eigen vermogen kan resulteren in een hoger rende ment (zogenaamde "leverage"), maar tegelijkertijd ook in een verhoogd risico. |
1. Het niet meer kunnen voldoen aan rente- en aflossingsverplichtingen van vreemd vermogen en overige betalingsverplichtingen in geval van tegenvallende rendementen uit vastgoed en bij daling van de reële waarde van de vastgoed beleggingen. 2. Het niet verkrijgen van financie ring met nieuw vreemd vermogen of slechts tegen zeer ongunstige condities. |
• Een evenwichtige verhouding tussen eigen en vreemd vermogen voor de financiering van het vastgoed met het handhaven van de schuld graad tussen 45% en 50%. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktom standigheden het vereisen. (1/2/3) • Een evenwichtige spreiding van herfinancierings data van de langetermijnfinancieringen met een gewogen gemiddelde looptijd tussen de 3,5 en 5 jaar. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen. (1/2) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur |
| 3. De gedwongen verkoop van vastgoedbeleggingen aan minder gunstige voorwaarden om aan de betalingsverplichtingen te kunnen blijven voldoen met een negatieve impact op de resultaten en de |
• Streven naar het veilig stellen van de toegang tot de kapitaalmarkt door transparante informatie verschaffing, regelmatige contacten met financiers en (potentiële) aandeelhouders en het verhogen van de liquiditeit van het aandeel. (1/2/3) |
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Bancair convenantenrisico Risico op het niet respec teren van vereisten om aan bepaalde financiële parame ters te voldoen in het kader van de kredietovereenkom sten en de wettelijke regimes waaronder de vennootschap valt: de bankkredietovereen komsten zijn onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau of de financi ële interestlast. Deze ratio's beperken het bedrag dat nog zou kunnen geleend worden. Tevens is er een beperking qua ontleningscapaciteit door de maximum schuldgraad die de regelgeving op de GVV's toestaat. |
1. Annulering, heronderhandeling, opzegging of vervroegde opeis baarheid van de financieringsover eenkomsten door de financiële instellingen bij het niet meer res pecteren van de opgelegde ratio's. |
• Omzichtig financieel beleid met een constante monitoring om aan financiële parameters te voldoen. (1) • Opvolging op regelmatige tijdstippen van de evolutie van de schuldgraad en voorafgaan delijke analyse van de invloed van iedere voor genomen investeringsoperatie op de schuld graad. (1) • Opstellen van een financieel plan met een uitvoeringsschema zodra de geconsolideerde schuldgraad, zoals gedefinieerd in het GVV-KB meer dan 50% bedraagt, conform art. 24 van dit GVV-KB. (1) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur |
| Liquiditeitsrisico Risico van onvoldoende kas stromen om aan de dagelijkse betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. |
1. EPRA resultaat en cashflow aan getast door stijging van de kosten van schulden door hogere bancaire marges. 2. Het niet beschikbaar zijn van finan ciering ter betaling van interesten, kapitaal of operationele kosten. 3. Onmogelijkheid om acquisities of ontwikkelingen te financieren. |
• Beperking van dit risico door de maatregelen genoemd onder operationele risico's, waardoor het risico van het wegvallen van kasstromen door bijvoorbeeld leegstand of faillissementen van huurders wordt beperkt. (1) • Voldoende kredietruimte bij financiers om schommelingen in liquiditeitsbehoeften op te vangen. Om beroep te kunnen doen op deze kredietruimte dient continu aan de voorwaarden van de kredietfaciliteiten te worden voldaan. (1/2/3) • Constante dialoog met financieringspartners om met hen een duurzame relatie op te bouwen. (2) • Conservatieve en voorzichtige financieringsstra tegie met evenwichtige spreiding van de verval data, diversificatie van de financieringsbronnen en financieringspartners. (1/2) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur |
| Volatiliteit van de intrest voeten Toekomstige schommelingen in de toonaangevende korte en/of langetermijnrentes op de internationale financiële markten. |
1. EPRA resultaat en cashflow aange tast door stijging van de kosten van schulden. 2. Waardeschommelingen van de financiële instrumenten die dienen ter indekking van de schulden. 3. Mogelijke negatieve invloed op de nettowaarde. |
• Hoge graad van indekking tegen schommelingen in intrestvoeten via afgeleide financiële instru menten (zoals Interest Rate Swaps). (1) • Opvolging van de evolutie van de intrestvoeten en monitoring van de impact ervan op de effecti viteit van de indekkingen. (1) • Bij de langetermijnfinancieringen streven naar een evenwichtige spreiding van renteherzienings data en een looptijd van minimaal 3 jaar. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen. (1) • De schommelingen in de reële waarde van de afdekkingsinstrumenten betreffen een niet-ge realiseerd en non-cash-item (indien de produc ten worden aangehouden tot vervaldag en niet |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur Financieel verslag » Toelichting 19 Financiële in strumenten |
voortijdig worden afgewikkeld). (2/3)
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Risico verbonden aan het gebruik van financiële derivaten Bij een ongunstige markt ontwikkeling (bijvoorbeeld een sterke daling van de rente) krijgen derivaten ter afdekking van het renterisico een negatieve waarde. |
1. Complexiteit en volatiliteit van de reële waarde van de indekkings instrumenten en daardoor ook van het nettoresultaat en de nettowaarde. 2. Tegenpartijrisico tegenover wie de financiële derivaten zijn afgesloten (zie 'Risico verbonden aan de ban caire tegenpartijen'). |
• Schommelingen in de reële waarde van de toegelaten indekkingsinstrumenten hebben geen impact op de cash flow aangezien deze financiële derivaten worden aangehouden tot vervaldag van deze contracten. Enkel een vroegtijdige afwikke ling zou extra kosten met zich meebrengen. (1) • Alle financiële derivaten worden louter voor indekkingsdoeleinden aangehouden. Er worden geen speculatieve instrumenten aangehouden. (1) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur Financieel verslag » Toelichting 19 Financiële in strumenten |
| Risico verbonden aan de bancaire tegenpartijen / Kredietrisico Het sluiten van financierings contracten of het gebruik van indekkingsinstrumenten met een financiële instelling doet een tegenpartijrisico ontstaan in geval van het in gebreke blijven van deze instelling. |
1. EPRA resultaat en cashflow aan getast door bijkomende financiële kosten en in sommige extreme omstandigheden stopzetting van het financieringscontract of indek kingsinstrument. 2. Verlies van deposito's. |
• Beroep op verschillende referentiebanken op de markt om een zekere diversificatie van de herkomst van financieringen en rente-indek kingsinstrumenten te waarborgen waarbij een bijzondere aandacht uitgaat naar de prijs-kwa liteitverhouding van de geleverde diensten. (1/2) • Regelmatige herziening van de bankrelaties en de blootstelling aan elk. (1/2) • Strakke thesauriepositie zodat de positie van contanten bij een financiële instelling in prin cipe vrij beperkt is en het overschot aan cash aangewend wordt ter afbouw van de financiële schulden, tenzij reeds aangewend voor nieuwe investeringen. (2) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur Financieel verslag » Toelichting 18 Langlopende en kort lopende financiële schulden |
| Risico verbonden aan de schuldkapitaalmarkten Risico om uitgesloten te worden van de internationale schuldkapitaalmarkt indien beleggers zouden vrezen dat de kredietwaardigheid van de vennootschap onvoldoende is om de jaarlijkse rente betalingsverplichting en de terugbetalingsverplichting op vervaldatum van het uit te geven financieel instrument te voldoen. Risico dat de schuldkapitaal markt te volatiel zou zijn om |
1. Niet beschikbaar zijn van financie ring voor de dagdagelijkse werking en voor de verdere groei van de onderneming. |
• Op proactieve basis goede relaties onderhouden met huidige en potentiële obligatiehouders en aandeelhouders, alsook met huidige en potentië le bankiers door middel van een transparante in formatieverschaffing, regelmatige contacten met financiers en (potentiële) aandeelhouders en het verhogen van de liquiditeit van het aandeel. (1) • Beleid om de schuldgraad te handhaven tussen 45% en 50% (niettegenstaande wettelijk statuut van GVV's een schuldgraad van 65% toelaat). (1) |
Verslag van het directie comité » 4.Financiële structuur |
| beleggers er toe aan te zetten |
obligaties van de vennootschap te verwerven.
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Financieel verslaggevingsrisico Risico dat de financiële verslag geving van de vennootschap onjuistheden van materieel belang bevat waardoor stake holders foutief zouden geïnfor meerd worden over de opera tionele en financiële resultaten van de vennootschap. Risico dat de door de regel geving opgelegde timing in zake financiële verslaggeving niet wordt gerespecteerd. |
1. Reputatieschade. 2. Stakeholders die beleggingsbeslis singen nemen die niet op de juiste gegevens gebaseerd zijn, wat kan resulteren in claims ten aanzien van de vennootschap. |
• Elk kwartaal wordt een volledige boekhoud kundige afsluiting en consolidatie opgesteld en gepubliceerd. Deze kwartaalcijfers worden steeds uitgebreid geanalyseerd en intern gecon troleerd. (1/2) • Bespreking van deze cijfers binnen het directiecomité en controle van hun juistheid en volledigheid door onder andere analyses van huurinkomsten, operationele kosten, leegstand, verhuuractiviteiten, de evolutie van de waarde van de gebouwen, openstaande debiteuren, enz. Vergelijkingen met forecasts en budgetten worden besproken. (1/2) • Het directiecomité rapporteert elk kwartaal de financiële staten aan het auditcomité met verge lijking van jaarcijfers, budget en verklaringen bij afwijkingen. (1/2) • Controle van de halfjaarcijfers en de jaarcijfers door de commissaris. (1/2) |
Financieel verslag » 7.Verslag van de commis saris |
| Risico van financiële budgettering en planning Risico dat door foute assump ties de forecast en de beoogde groei niet worden gehaald. |
1. Negatieve beïnvloeding van besluitvorming bij het nemen van strategische beslissingen. 2. Negatieve beïnvloeding van het financiële en operationele beheer. 3. Reputatieschade. |
• Kwartaalupdates van het budgetteringsmodel met vergelijking van de boekhoudkundige afslui ting en consolidatie. (1/2/3) • Op kwartaalbasis aftoetsing van de hypothe ses in het budgetteringsmodel met eventuele nieuwe omstandigheden en bijsturing indien van toepassing. (1/2/3) • Op kwartaalbasis uitvoering van controles op het budgetteringsmodel om programmeer- of menselijke fouten tijdig te detecteren. (1/2/3) • Continue opvolging van de parameters die het resultaat en het budget zouden kunnen beïn |
/ |
vloeden. (1/2/3)
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Statuut van openbare en institutionele GVV Statuut onderworpen aan de bepalingen van de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoed vennootschappen en het KB van 13 juli 2014 met betrek king tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen die van tijd tot tijd gewijzigd worden. Risico op verlies van de erken ning van het statuut van open bare en institutionele GVV. |
1. Verlies van het voordeel van het transparant fiscaal stelsel van GVV. 2. Verlies van de erkenning wordt gezien als een gebeurtenis waar door kredieten vervroegd opeisbaar worden. 3. Negatieve impact op de beurskoers van het aandeel Intervest. |
• Voortdurende aandacht van de raad van bestuur en het directiecomité voor de regelgeving van de GVV en het behoud van de status van openbare GVV. Zo worden onder andere de uitkeringsver plichting en de financieringslimieten periodiek, en ad hoc bij herfinanciering, bij investeringen en bij opmaak van het dividendvoorstel berekend, respectievelijk bepaald. (1/2/3) |
Algemene inlichtingen » 7.GVV - wettelijk kader Verslag van het directie comité » 2.Belangrijke ontwikkelin gen in 2019 » 2.4 Ontwik kelingspo tentieel » 7.Vooruit zichten 2020 |
| Nieuwe en aanpassingen in diverse wetgevingen Nieuwe wetgevingen en regel gevingen zouden in werking kunnen treden, of mogelijke veranderingen in bestaande wetgevingen en regelge vingen, of hun interpretatie en toepassing door agent schappen (inclusief de fiscale administratie) of rechtbanken zouden kunnen optreden1. |
1. Negatieve beïnvloeding van de activiteiten, het resultaat en winst gevendheid, de nettowaarde, de financiële toestand en de vooruit zichten. |
• Constante monitoring van bestaande, potentieel wijzigende of toekomstige nieuwe wetgevin gen, regelgevingen en vereisten en de naleving ervan, bijgestaan door externe gespecialiseerde adviseurs. (1) |
/ |
| Dividendrisico Artikel 617 van het Wet boek van Vennootschappen bepaalt dat geen uitkering mag geschieden indien het nettoactief is gedaald of tengevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd. |
1. Gedeeltelijk of totaal onvermo gen om een dividend uit te keren indien de gecumuleerde negatieve variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen de beschik bare reserves overtreffen. Dit leidt tot een minder dan verwacht of geen dividend(rendement) voor de aandeelhouder. 2. Volatiliteit in de beurskoers van het aandeel. 3. Algemene daling van het vertrou wen in het aandeel of de vennoot schap in het algemeen. |
• Intervest beschikt over voldoende uitkeerbare reserves om dividenduitkering te verzekeren. (1) • Ten minste 80% van het gecorrigeerd positief nettoresultaat, verminderd met de netto-daling van de schuldenlast in de loop van het boekjaar, moet worden uitgekeerd als vergoeding van het kapitaal. (2/3) • Het uitbouwen van solide langetermijnrelaties met investeerders en financiële instellingen waardoor op regelmatige basis dialoog kan plaatsvinden. (2/3) |
Financieel verslag » 8.Enkel voudige jaar rekening » 8.6 Bijlagen bij de enkelvou dige jaarreke ning |
1 Zoals bestaande praktijken binnen de fiscale administratie, in het bijzonder die waarvan sprake binnen de circulaire Ci.RH.423/567.729 van 23 december 2004 van het Belgische Ministerie van Financiën met betrekking tot de berekening van de exit taks, dewelke, onder andere, bepaalt dat de werkelijke waarde van de onroerende goederen waarvan sprake voor de berekening van de basis van de exit taks, bepaald wordt door de registratierechten of de BTW in acht te nemen die zouden worden toegepast bij een verkoop van de onroerende goederen in kwestie, dewelke kan verschillend zijn (inclusief lager) van de reële waarde (fair value) van deze activa zoals bepaald voor IFRS-doeleinden in de financiële staten.
| Omschrijving van de risico's | Potentiële impact | Beperkende factoren en beheersing | Toelichting |
|---|---|---|---|
| Compliance risico Risico dat de relevante wet- en regelgeving niet adequaat wordt nageleefd en dat medewerkers niet integer handelen. |
1. Negatieve beïnvloeding van de gehele business en de operationele werking, het resultaat, de winst gevendheid, de financiële toestand en de vooruitzichten. 2. Reputatieschade. |
• Bij de aanwerving van medewerkers wordt extra aandacht besteed aan het screenen van integriteit. Er wordt bij de medewerkers een bewustzijn gecreëerd omtrent dit risico en er wordt voor gezorgd dat zij voldoende kennis heb ben over veranderingen in de relevante wet- en regelgeving, daarbij ondersteund door externe juridische adviseurs. Om een integere bedrijfs cultuur te waarborgen is een interne gedragscode ("code of conduct") en een klokkenluidersregeling opgesteld. (1/2) • Adequate interne controlemechanismen, geba seerd op het vier-ogen-principe, die het risico op niet integer handelen moeten beperken. (1/2) • Aanwezigheid van een onafhankelijke compliance functie (conform artikel 17, §4 van de GVV-Wet) gericht op het onderzoek naar en het bevorderen van de naleving van de regels die verband houden met de integriteit van de activiteiten van de vennootschap. De regels betreffen zowel deze die voortvloeien uit het beleid van de onderneming, het statuut van de onderneming, alsmede andere wettelijke en reglementaire bepalingen. Het gaat met andere woorden om een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt gelegd op eerlijkheid en integriteit en het naleven van hoge ethische normen bij het zakendoen. Daarbij dienen zowel de onderneming als haar medewerkers zich integer te gedragen, d.i. eerlijk, betrouwbaar en geloofwaardig. (1/2) |
Verslag van de raad van bestuur » 2.Corporate Governance verklaring » 2.4 Andere betrokken partijen » Onafhankelijke controle functies |
| Onteigeningsrisico's | 1. Verlies in waarde van de investering | • Continue dialoog met de overheid om construc |
/ |
Onteigening in het kader van openbare onteigeningen door bevoegde overheidsinstanties.
2005
Verwerving kantoorgebouwen
2007
Verwerving kantoorgebouwen op Mechelen Campus (fase 3), in Brusselse periferie, Exiten Uitbreiding logistieke portefeuille met site Herentals Logistics 1

Oprichting
1999
(INTO)
Notering op Euronext Brussel
Erkenning als vastgoedbevak naar Belgisch recht
Verwerving kantoorgebouwen in Brusselse periferie
Verwerving kantoorgebouwen in Antwerpen, Mechelen en Brusselse periferie Aanvang turnkey-solutionsaanpak 1996
Eerste investeringen in logistiek vastgoed: 20 panden Uitbreiding kantorenporte-
feuille in Brusselse periferie en op Mechelen Campus (fase 1)
Verdere uitbreiding logistieke portefeuille met verwerving van Herentals Logistics 2
2010
Succesvolle eerste private plaatsing van obligatielening
VERWERVING LOGISTIEKE SITE HERENTALS LOGISTICS 2
Verdere uitbouw logistieke portefeuille met verwervingen in Huizingen, Oevel en Houthalen en uitbreiding van Herentals Logistics 2 (ontwikkelingsproject)
Naamswijziging, toevoeging: "& Warehouses" ter bevestiging van de belangrijke marktpositie in het logistiek vastgoed
Uitbreiding positie in logistiek vastgoed met verwerving tweede logistieke site in Oevel
Verdere profilering met turnkey-solutionsaanpak
Opening eerste Greenhouse coworking in Mechelen



Verdere uitbouw van de logistieke portefeuille in Nederland: Nijmegen, Roosendaal, Den Bosch (grondreserve)
Intervest 20 jaar op de beurs van Brussel
Opening van een kantoor in Nederland
Desinvestering van niet-strategische logistieke panden Aartselaar, Houthalen en Oudsbergen
Actieve inzet op toekomstige waardecreatie en duurzaamheid SHOWROOM PEUGEOT
Inzet op WAARDECREATIE en DUURZAAMHEID
Succesvolle kapitaalverhoging met onherleidbaar toewijzingsrecht van € 99,9 miljoen
Verhouding vastgoedsegmenten: 60% logistiek vastgoed en 40% kantoorgebouwen
Groei van de vastgoedportefeuille met 31% (€ 204 miljoen) door acquisities (zes logistieke sites in Nederland, één in België en één kantoorgebouw in België) en de herontwikkeling van het kantoorgebouw Diegem (opening derde Greenhouse Flex in Greenhouse BXL)
Verwerven substantieel ontwikkelingspotentieel door aankoop zone B van de voormalige Ford-site Genk: 250.000 m² en oprichting perimetervennootschap Genk Green Logistics nv als IGVV


Ontvangst eerste EPRA Award
Oplevering projecten in Oevel (verbinding tussen bestaande logistieke sites) en Wilrijk (showroom Peugeot)
Succesvolle private plaatsing van obligaties
Omvorming naar statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV)
Inbreng in natura van de logistieke site in Oudsbergen
Strategische accentverschuiving naar logistiek vastgoed: verwerving van een logistieke site in Luik 2017
en Tilburg)
en het keuzedividend
Eerste stap in Nederland: verwerving van twee logistieke sites (Raamsdonksveer
Oplevering van het nieuwbouw distributiecentrum op Herentals Logistics
Realisatie van een solide kapitaalstructuur door drie inbrengen in natura (logistieke sites Oevel, Aarschot, Zellik)
Bredere aandeelhoudersbasis en steun van meerdere referentieaandeelhouders, door verkoop van hoofdaandeelhouder NSI nv van 35% van haar aandelen Intervest Offices & Warehouses
Herschikking in de vastgoedportefeuille door de desinvestering van vijf niet-strategische panden in de Brusselse periferie
Opening tweede Greenhouse coworking in Greenhouse Antwerp
Uitbreiding kantorenportefeuille met Intercity Business Park in Mechelen

Hoogtepunten 2019 Strategische visie Kerncijfers 2019 Activiteiten 2019 Toekomstige waardecreatie Financiële kalender 2020
20
Greenhouse BXL - Inkomhal/evenementenruimte

Beursgenoteerde GVV sinds 1999
€ 893 miljoen Vastgoedbeleggingen € 631 miljoen beurswaarde




Om een wel-uitgebalanceerde groei te realiseren, houdt Intervest nauwlettend het evenwicht tussen groei en rendement voor ogen. Assetrotatie maakt integraal deel uit van de investeringsstrategie.
Bij het logistiek vastgoed ligt de focus op het investeren in moderne geclusterde logistieke sites op multimodaal bereikbare locaties, met een geografische oriëntatie die synergievoordelen maximaliseert.

In de kantorenmarkt staat investeren in inspirerende multi-tenant kantoren op goed bereikbare locaties in grote agglomeraties in Vlaanderen voorop. Gebouwen waar werken en beleving samen gaan met een servicegerichte en flexibele benadering van de huurders.

In de strategische evolutie van het louter verhuren van m² naar het aanbieden van flexibele oplossingen en een uitgebreide dienstverlening gaat Intervest met de concepten van Greenhouse-hubs en turnkey solutions verder op de ingeslagen weg: beyond real estate.
Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken, zorgt Intervest voor het 'ontzorgen' van de klanten en het bieden van meerwaarde.


Groei vastgoedportefeuille met 3% of € 26 miljoen tot € 893 miljoen reële waarde
Stabiele bezettingsgraad van
93%
Bezettingsgraad

24

2015 2016 2017 2018 2019
Totaal Kantoren Logistiek België Logistiek Nederland
3,1 3,8
4,6 3,5 3,8
4,3 3,1 3,2 9,3
10,1
WALL volledige portefeuille 4,3 jaar WALL kantoren 3,1 jaar WALL logistiek 5,3 jaar
| RESULTATEN (€ 000) | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| EPRA resultaat | 46.820 | 31.168 |
| Portefeuilleresultaat | 22.010 | 4.561 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva van (niet-effectieve hedges) |
-3.065 | -1.615 |
| Nettoresultaat (aandeel van de Groep) | 65.765 | 34.114 |
| RESULTATEN PER AANDEEL | 2019 | 2018 |
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 24.516.858 | 19.176.981 |
| EPRA resultaat per aandeel op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (€) |
1,91 | 1,63 |
17% stijging EPRA resultaat per aandeel tot

3% stijging onderliggend EPRA resultaat per aandeel tot
€ 1,68 (excl. ontvangen verbrekingsvergoeding van huurder Medtronic)
3,7 3,5 4,0 3,9 3,6 4,1 3,9
Resterende looptijd van de huurcontracten (WALL)1
1 Gemiddelde resterende contractduur tot eerstvolgende breakdatum.

Brutodividend 2019 verhoogd naar
€ 1,53 per aandeel
Brutodividendrendement van 6,0%
| RESULTATEN PER AANDEEL | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Dividendgerechtigd aantal aandelen | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Uitkeringspercentage (%) | 80% | 86% |
| Brutodividend (€) | 1,53 | 1,40 |
| Nettodividend (€) | 1,0710 | 0,9800 |
Optimalisering en versterking financieringsportefeuille met uitbreiding en verdere diversificatie van financieringsbronnen
Schuldgraad daalt met 4,5%-punten tot 39%
€ 186 miljoen niet-gebruikte kredietlijnen
| KERNCIJFERS PER AANDEEL | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Nettowaarde (reële waarde) (€) | 21,25 | 19,62 |
| Nettoactiefwaarde EPRA (€) | 21,79 | 19,88 |
| Beurskoers op afsluitingsdatum (€) | 25,60 | 20,60 |
| Premie t.o.v. nettowaarde (reële waarde) (%) | 20% | 5% |





Consistente daling van de gemiddelde rentevoet van de financieringen naar

| EPRA KERNCIJFERS PER AANDEEL | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| EPRA resultaat (in € per aandeel) (Groepsaandeel) | 1,91 | 1,63 |
| EPRA NAW (in € per aandeel) | 21,79 | 19,88 |
| EPRA NNNAW (in € per aandeel) | 21,14 | 19,49 |
| EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) (in %) | 5,9% | 6,2% |
| EPRA aangepast NIR (in %) | 6,1% | 6,4% |
| EPRA huurleegstandspercentage (in %) | 6,8% | 6,7% |
| EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten) (in %) | 15,5% | 17,4% |
| EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten) (in %) | 14,5% | 16,2% |
EPRA NAW stijgt met 10% € 21,79 per aandeel


Desinvesteringen van drie logistieke sites in België met een reële waarde van € 58 miljoen


1 Eventuele wijzigingen in de financiële kalender zullen bekend gemaakt worden via een persbericht, dat desgevallend te raadplegen zal zijn op de website van de vennootschap, www.intervest.be.


Na het succesvol bereiken van haar groeidoelstellingen in 2018 heeft Intervest in 2019 verdere stappen gezet in haar investeringsstrategie om de portefeuille te laten groeien. Het strategisch groeiplan is gestoeld op de herorïentering voor de kantoorportefeuille en het verder uitrollen van het Greenhouse-concept alsook op de uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille. Hierbij wordt vooral gestreefd naar een evenwichtige verhouding tussen rendement en groei, waarbij niet-strategische panden die niet voldoende optimaal aansluiten bij de huidige en toekomstige karakteristieken van de portefeuille, worden gedesinvesteerd. Er zal geïnvesteerd worden in kwaliteitsvolle en duurzame logistieke gebouwen en kantoren, met bij de kantoren aandacht voor het bijzonder karakter, de architectuur en multifunctionaliteit, passend binnen de Greenhouse-beleving.
Gegeven de huidige situatie op de investeringsmarkt waarbij gebouwen te koop worden aangeboden aan scherpe rendementen, heeft Intervest in 2019 ook aandacht besteed aan assetrotatie en heeft naast traditionele acquisities geïnvesteerd in grondreserves voor toekomstige uitbreidingen en in projectontwikkelingen waar hogere rendementen kunnen gerealiseerd worden.
Als gevolg van deze keuzes heeft Intervest met een vastgoedportefeuille van € 893 miljoen op 31 december 2019 het vooropgestelde doel van een portefeuille van € 1 miljard eind 2019 niet behaald maar heeft geïnvesteerd in de kwaliteit en het ontwikkelingspotentieel van de portefeuille met hogere rendementen. Met lopende projectontwikkelingen in Nederland, Genk Green Logistics en de uitbreiding van logistieke bestaande gebouwen in België in het vooruitzicht blijft Intervest haar groeiplan voortzetten.
Reële waarde vastgoedportefeuille € 893 miljoen
In 2019 heeft de vastgoedportefeuille een groei gekend van 3% of € 26 miljoen, van € 867 miljoen op 31 december 2018 naar € 893 miljoen op jaareinde 2019. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van de toename in de reële waarde (€ 22 miljoen) van de bestaande en in 2019 aangekochte gebouwen en van investeringen in de bestaande portefeuille (€ 8 miljoen). Daarnaast is met assetrotatie gewerkt aan de kwaliteit en het potentieel van de portefeuille door een mix van acquisities en investeringen in vastgoedbeleggingen, grondreserves en projectontwikkelingenen in de logistieke portefeuille (€ 54 miljoen) en de desinvesteringen van enkele niet-strategische logistieke sites (€ 58 miljoen). Op 31 december 2019 heeft Intervest twee gecommitteerde ontwikkelingen in Nederland. Het gaat om projecten in resp. Roosendaal en Eindhoven, waarbij Eindhoven in januari 2020 reeds opgeleverd is1 en Roosendaal in de loop van 2020 opgeleverd zal worden. Daarnaast heeft Intervest op 31 december 2019 nog een gecommitteerde ontwikkeling in België (eerste gebouw in Genk) die in de loop van 2020 zal opgeleverd worden.
De reële waarde van de bestaande vastgoedportefeuille (zonder acquisities) is in 2019 toegenomen met bijna € 19 miljoen of 2%2, voornamelijk door het aanscherpen van de rendementen in de logistieke portefeuille, zowel in België als in Nederland.
van logistieke vastgoedportefeuille in Nederland De verhouding van de vastgoedsegmenten in de portefeuille is op jaareinde 2019 61% logistiek vastgoed en 39% in kantoorgebouwen. 40% van de logistieke vastgoedportefeuille is nu in Nederland gelegen. Om haar activiteiten in Nederland te ondersteunen en verder te ontwikkelen heeft Intervest in 2019 een kantoor in Eindhoven geopend. Vanuit de nieuwe vestiging in Eindhoven wordt de Nederlandse logistieke portefeuille beheerd, bestaande uit een tiental logistieke objecten. Voor het property en asset management van de Nederlandse portefeuille werkt Intervest samen met Storms International Property Services.
De totale vastgoedportefeuille heeft op 31 december 2019 een totale verhuurbare oppervlakte van 945.595 m².
De acquisities in de logistieke portefeuille zijn een strategisch beoogde mix van duurdere investeringen in afgewerkte gebouwen met langetermijnhuurovereenkomsten, ontwikkelingen en built-to-suitprojecten waar een beter rendement gerealiseerd kan worden en het aanleggen van grondreserves waar zich marktopportuniteiten kunnen voordoen zoals bijvoorbeeld last-milestadsdistributie. Dit uiteraard met inachtname en beperking van de risico's verbonden aan deze aanpak. Logistiek vastgoed wordt in de huidige markt immers steeds duurder. Derhalve is voorzichtigheid geboden in het acquisitietraject en worden investeringsrendementen scherp bewaakt.
In 2019 heeft Intervest haar investeringsstrategie verdergezet en haar positie als logistiekeigenaar in het zuiden van Nederland langs de voornaamste logistieke assen verstevigd met een uitbreiding in Nederland met twee acquisities, in Roosendaal en Nijmegen, met langetermijnhuurovereenkomsten. Daarnaast is in het kader van het aanleggen van grondreserves in Den Bosch een gebouw aangekocht dat op termijn zal gesloopt en herontwikkeld worden voor last-milestadsdistributie. In totaal heeft Intervest in 2019 voor € 24 miljoen nieuwe acquisities gerealiseerd in Nederland (Roosendaal en Nijmegen). Verder heeft Intervest in 2019 reeds voor € 30 miljoen geïnvesteerd in logistieke projectontwikkelingen in Nederland en België (Eindhoven, Roosendaal en Genk). De oplevering van de projectontwikkeling in Eindhoven, Nederland is gebeurd op 30 januari 2020. De oplevering van Roosendaal is gepland in de loop van 2020.
In 2019 heeft Intervest drie logistieke sites in België gedesinvesteerd met een reële waarde van € 58 miljoen en realiseert hiermee een aantrekkelijke meerwaarde van € 5 miljoen. Door deze desinvestering speelt Intervest in op de hoogconjunctuur in de logistieke vastgoedmarkt en desinvesteert gebouwen die niet voldoende optimaal aansluiten bij de karakteristieken van de portefeuille.
In de kantorenmarkt ziet Intervest mogelijkheden om te investeren aan attractievere rendementen, op voorwaarde dat de kantoorgebouwen geschikt zijn om het Greenhouse-concept toe te passen waarbij klassieke kantoorruimten gecombineerd worden met uitgebreide dienstverlening, serviced offices, coworking, gemeenschappelijke vergaderzalen en evenementenruimtes.
Het verder concretiseren van het Greenhouse-concept is ook in 2019 goed onthaald op de kantorenmarkt. Kantoorgebouwen ingericht als vooruitstrevende inspirerende ontmoetingsplekken met coworking en uitgebreide dienstverlening, vallen ook bij traditionele huurders in de smaak zoals blijkt uit de gerealiseerde verhuringen en de gemiddelde hogere jaarhuur voor de Greenhouse-gebouwen. De bezettingsgraad voor de kantoorgebouwen met een Greenhouse-concept bedraagt per 31 december 2019 gemiddeld 93%. Verder is een uitbreiding van de coworking community volop aan de gang met de uitwisselbaarheid van werkplekken met andere aanbieders op locaties waar Intervest geen coworking aanbiedt.
In 2019 zijn voor € 8 miljoen investeringen en uitbreidingen in de bestaande portefeuille uitgevoerd, waarvan circa € 6 miljoen in de verdere concretisering van het Greenhouse-concept. Zo zijn op de eerste verdieping in Greenhouse BXL extra vergaderzalen gecreëerd en is gewerkt aan de verdere afwerking van de coworkingruimtes, een groenzone en parkeergelegenheid.
In België heeft Intervest in 2019 gewerkt aan de verdere ontwikkeling van Genk Green Logistics. Dit project heeft een toekomstig ontwikkelingspotentieel van circa 250.000 m² state-of-the-art logistiek vastgoed op zone B van de voormalige Ford-site, gespreid over een termijn van vijf jaar. De site is door haar locatie, omvang en multimodale bereikbaarheid een uitzonderlijke investeringsopportuniteit .
Acquisities en investeringen in projectontwikkelingen

Desinvestering met aantrekkelijke meerwaarde

Verder concretiseren Greenhouse-concept
Genk Green Logistics ontwikkelingspotentieel van

| De commercialisering van de geplande nieuwbouwontwikkeling op zone B is volop aan de gang. Hoewel De Vlaamse Waterweg in 2020 en 2021 nog sloop-, sanerings- en infrastructuurwerken op zone A zal uitvoeren, kunnen nieuwbouwontwikkelingen op grote delen van zone B reeds gelijktijdig met de saneringswerken aangevat worden. De nieuwbouw voor een eerste logistiek gebouw van circa 25.000 m² is begin 2020 opgestart om naar verwachting tegen medio 2020 klaar te zijn. |
|
|---|---|
| 'BREEAM Very Good' 21% |
In 2019 heeft Intervest actief ingezet op duurzaamheid waardoor 21% van de gebouwen minstens 'BREEAM Very Good' gecertificeerd zal worden in de eerste jaarhelft van 2020. Daarnaast heeft Intervest in 2019 gezorgd voor het verhuren van dakoppervlakte op zeven Nederlandse logistieke sites om uit te rusten met fotovoltaïsche-installaties, waarvan er reeds vier geplaatst zijn eind 2019, goed voor 58.000 m². |
| Intervest zet ook haar strategie inzake duurzaamheid verder in 2020 door 'BREEAM-In-Use' certificaten voor haar panden te hernieuwen of aan te vragen, een 'BREEAM 'Excellent' tot 'Outstanding' classificatie na te streven bij nieuwbouwprojecten en zo mogelijk verder fotovoltaïsche installaties te plaatsen op de daken van logistieke panden. Intervest blijft eveneens acties ondernemen om haar duurzame bedrijfsvoering aan te houden met de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de Verenigde Naties als leidraad en zal hierover rapporteren in een afzonderlijk Duurzaamheidsverslag. |
|
| Bezettingsgraad 93% |
De bezettingsgraad van de totale vastgoedportefeuille van Intervest is stabiel gebleven op 93% op 31 december 2019. Voor de kantorenportefeuille is de bezettingsgraad met 2%-punten toegenomen tot 90% op 31 december 2019, voornamelijk het gevolg van nieuwe verhuringen en uitbreidingen in Mechelen. De bezettingsgraad van de logistieke portefeuille daalt tot 96% op 31 december 2019 (98% jaareinde 2018) voornamelijk door het vertrek van huurder Fiege in Puurs. Gezien de strategische zichtlocatie van deze site en de interesse van logistieke spelers in deze regio zijn verschillende gesprekken met potentiële huurders lopende en bekijkt Intervest de toekomstmogelijk heden van dit gebouw. |
| 9% langetermijn huurovereenkomsten |
In 2019 is 9% van de huurinkomsten afgesloten of verlengd in 34 lange termijnhuurovereenkomsten, goed voor 88.000 m². Het betreft een mix van huurcontracten voor kantoren (7% van de totale jaarhuur kantoren) en huurcontracten voor logistieke gebouwen (10% van de totale jaarhuur logis tiek). De belangrijkste verhuringen zijn opgetekend in Oevel in de logistieke portefeuille en in Mechelen voor het kantorensegment. De verhuuractiviteit heeft zich in 2019 voornamelijk toegespitst op contracten met bestaande huurders, wat het vertrouwen van de klanten in Intervest bevestigt. |
| 4% kortetermijn huurovereenkomsten |
Naast de verhuringen en verlengingen op lange termijn is 4% van de huurin komsten vernieuwd of verlengd in kortetermijnhuurovereenkomsten met een onbepaalde looptijd of een looptijd van minder dan één jaar. |
| In het kantorensegment zijn er bovendien 72 flexibele contracten afgesloten voor coworking en serviced offices in Greenhouse BXL, Mechelen en Antwerp. |
|
| De verwezenlijking van het strategisch groeiplan eind 2018 toont zich duidelijk in de resultaten van 2019 en heeft geleid tot een toename van het EPRA resultaat in 2019. |
|
| Stijging van EPRA resultaat 50% |
Het EPRA resultaat voor boekjaar 2019 is met 50% toegenomen ten opzichte van boekjaar 2018. De huurinkomsten zijn gestegen met 38% als gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille en de éénmalig ontvangen verbrekings vergoeding naar aanleiding van het vroegtijdig vertrek van huurder Medtronic. Deze toename van de huurinkomsten wordt deels gecompenseerd door hogere vastgoedkosten, algemene kosten en financieringskosten gerelateerd aan de groei van Intervest en haar vastgoedportefeuille. Exclusief de éénmalig |
ontvangen vergoeding van huurder Medtronic stijgt het EPRA resultaat met 32% ten opzichte van 2018.
De operationele marge is verbeterd met 2%-punten en stijgt van 83% in 2018 naar 85% in 2019. Zonder de éénmalig ontvangen vergoeding van huurder Medtronic blijft de operationele marge stabiel.
Het EPRA resultaat per aandeel bedraagt € 1,91 voor 2019 tegenover € 1,63 voor 2018. Exclusief de ontvangen vergoeding van huurder Medtronic zou het EPRA resultaat per aandeel voor 2019 € 1,68 bedragen of een toename met 3% ten opzichte van 2018. Dit ondanks een stijging van het gewogen gemiddeld aantal aandelen met 28% als gevolg van de kapitaalverhoging van november 2018 en het keuzedividend in mei 2019.
Het brutodividend voor boekjaar 2019 zal € 1,531 per aandeel bedragen (€ 1,40 voor 2018) wat een brutodividendrendement van 6,0% betekent op basis van de slotkoers van het Intervestaandeel op 31 december 2019, die € 25,60 bedraagt. De nettowaarde (reële waarde) bedraagt € 21,25 per aandeel op 31 december 2019, tegenover € 19,62 op 31 december 2018, waardoor het aandeel met een premie van 20% noteert op 31 december 2019.
Op 31 december 2019 bedraagt de nettowaarde (reële waarde) per aandeel € 21,25 tegenover € 19,62 op 31 december 2018. De EPRA NAW per aandeel bedraagt € 21,79 op 31 december 2019. Dit betekent een toename van € 1,91 per aandeel of 10% tegenover een EPRA NAW per aandeel van € 19,88 op 31 december 2018. De toename is voornamelijk een gevolg van de combinatie van de EPRA-resultaatgeneratie, de waardestijging van de vastgoedportefeuille en de dividenduitkering over het boekjaar 2018.
Door het keuzedividend waarbij 45,2% van de aandeelhouders gekozen heeft voor aandelen, is het eigen vermogen versterkt met € 8,6 miljoen in mei 2019.
De marktkapitalisatie van Intervest bedraagt € 631 miljoen op 31 december 2019.
De schuldgraad van Intervest bedraagt 39% op 31 december 2019 (43,5% op 31 december 2018). De afname met 4,5%-punten is voornamelijk het gevolg van de waardestijging in de logistieke portefeuille en de desinvestering van drie logistieke sites in België op jaareinde 2019.
In het kader van de financiering van haar groeiplan heeft Intervest in 2019 de totale financieringsportefeuille verder versterkt en geoptimaliseerd met ondermeer de uitbreiding en verdere diversificatie van verschillende financieringsbronnen voor een totaal bedrag van € 68 miljoen en de uitbreiding van het commercial-paperprogramma tot € 65 miljoen (€ 30 miljoen op 31 december 2018). Verder is een bestaande financiering van € 30 miljoen verlengd en werd een obligatielening van € 25 miljoen, die op vervaldag gekomen is, terugbetaald. De gemiddelde looptijd van de langetermijnkredieten bedraagt 4,0 jaar op jaareinde 2019.
In lijn met de optimalisatie van de financieringsportefeuille is voor de indekking van het renterisico een bijkomende interest rate swap afgesloten, voor een notioneel bedrag van € 15 miljoen en zijn een aantal bestaande indekkingsinstrumenten, voor een notioneel bedrag van € 60 miljoen, heronderhandeld en verlengd aan een lagere rente en met looptijden van 5 tot 7 jaar. De gemiddelde looptijd van de interest rate swaps is hierdoor verlengd van 4,2 jaar naar 4,4 jaar op 31 december 2019. De indekkingsratio bedraagt 97% op jaareinde 2019 en is hoger dan de strategische doelstelling van Intervest om een indekkingsratio van minstens 80% aan te houden als gevolg van de desinvesteringen op jaareinde 2019.
1 Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergadering te houden in 2020.
Operationele marge
+2%-punten
EPRA resultaat per aandeel
€ 1,91

Premie 20%
+10% EPRA NAW
€ 21,79
Beurswaarde € 631 miljoen
Optimalisering en versterking financieringsportefeuille
Gemiddelde financieringskost
2,1%
€ 186 miljoen niet-gebruikte kredietlijnen beschikbaar
Schuldgraad
39%
Deze financieringen, rente-indekkingen en optimalisaties hebben er voor gezorgd dat de gemiddelde financieringskost van Intervest verlaagd is van 2,4% in 2018 naar 2,1% in 2019.
Op jaareinde 2019 is er een buffer van € 186 miljoen aan niet-gebruikte kredietlijnen beschikbaar voor de financiering van lopende projectontwikkelingen, toekomstige acquisities en de dividendbetaling in mei 2020. Daarnaast komt in het eerste kwartaal van 2020 € 33 miljoen aan kredietlijnen op vervaldatum.
Door de beperkte schuldgraad van 39% op 31 december 2019 kan Intervest nog circa € 200 miljoen investeren met vreemd vermogen alvorens de bovenkant van de strategische bandbreedte van 45%-50% te bereiken.
In juni 2019 kondigde Jean-Paul Sols zijn vertrek aan als ceo en voorzitter van het directiecomité van Intervest. In de voorbije 13 jaar heeft hij als ceo met het Intervest team de vastgoedportefeuille laten groeien tot om en bij € 900 miljoen. De raad van bestuur dankt hem voor de vele jaren inzet en zijn belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van Intervest. Vanaf februari 2020 heeft Gunther Gielen de fakkel overgenomen als ceo en voorzitter van het directiecomité.
Samen met hem kunt u op ons rekenen om de vennootschap op het uitgestippelde pad verder te laten groeien. Daarbij is het vertrouwen dat u en de klanten ons blijvend schenkt van uitzonderlijk belang, net zoals de onafgebroken inzet van onze medewerkers. We maken graag van de gelegenheid gebruik om aan iedereen onze oprechte waardering en dank hiervoor te betuigen.
Jean-Pierre Blumberg Voorzitter van de raad van bestuur

Intervest is een kwalitatieve en gespecialiseerde speler in zowel het logistieke vastgoedsegment als in de kantorenmarkt. Een unieke combinatie op de Belgische markt, met voldoende kritische massa, die het voordeel heeft van een sterke risicospreiding en die streeft naar een aantrekkelijk en blijvend rendement voor de aandeelhouders.
De permanente evoluties op de vastgoed- en de financiële markten maken dat Intervest haar strategie en aanpak jaarlijks zorgvuldig opvolgt en verfijnt zonder daarbij aan de essentie te raken.
Intervest heeft haar investeringsstrategie in 2019 verder geïmplementeerd en heeft daarbij naast groei ook aandacht besteed aan het aanleggen van grondreserves en aan assetrotatie van logistieke sites en kantoorgebouwen die niet voldoende aansluiten op de toekomstige karakteristieken van de markt.
Intervest zal in 2020 en 2021 deze aanpak onverminderd verderzetten met de heroriëntering van haar kantorenportefeuille en de uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille. Intervest zal verder streven naar groei waarbij er aandacht zal besteed worden aan duurzame waardecreatie, zowel in de bestaande vastgoedportefeuille als bij nieuwe acquisities en projectontwikkelingen.
Verdere investeringen in logistiek vastgoed op strategische locaties met multimodale bereikbaarheid en mogelijkheden om in te spelen op de evoluerende logistieke markt, vinden plaats in parallel met een heroriëntering en het verder uitrollen van het Greenhouse-concept in de kantorenportefeuille door de desinvestering van niet-strategische panden en de herinvestering in gebouwen met een bijzonder karakter zowel op vlak van multifunctionaliteit, architectuur, duurzaamheid als kwaliteit.
De huurmarkten en investeringsmarkten van kantoorgebouwen en logistiek vastgoed zijn onderhevig aan een onderscheiden dynamiek. De huurmarkt van kantoren is laat-cyclisch, logistiek vastgoed reageert sneller op conjunctuurevoluties. De waarde-evoluties van kantoren en logistiek vastgoed kennen hierdoor andere bewegingen waarbij eveneens structurele maatschappelijke evoluties aan de basis liggen.
De combinatie van beide segmenten heeft in het verleden reeds bewezen een hoog dividendrendement te genereren. Dit blijft ook in de toekomst één van de focusgebieden van Intervest, naast het creëren van waarde op lange termijn, zowel in het kantorensegment als in het logistiek vastgoed.
Greenhouse BXL - Auditorium
Intervest gaat hierbij als real estate partner verder dan het investeren in en het verhuren van louter vierkante meters. De vennootschap richt zich op dienstverlening en flexibele oplossingen zodat de klanten zich kunnen focussen op hun kernactiviteiten. Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken, kan Intervest de klanten 'ontzorgen' en meerwaarde bieden, beyond real estate gaan.
Met de turnkey solutions verschaft Intervest de klanten de mogelijkheid hun ruimte in te richten rekening houdend met de evoluerende manieren van werken, technologische evoluties en de veranderende dynamiek in hun marktaanpak. Een eigen innovatieteam zorgt voor het aanbieden van totaaloplossingen op maat gaande van plannen, inrichten, coördinatie van de werkzaamheden tot budgetopvolging. Naast het verschaffen van een aangename en toegankelijke werkomgeving is ook het voorzien van de nodige ondersteunende dienstverlening in zowel de bedrijfs- als de privésfeer, een ankerpunt in het 'ontzorgen' van de klant.
Een proactieve klantgerichtheid weerspiegelt zich in de volledige organisatie. Alle cruciale functies nodig voor het beheer van vastgoedklanten en vastgoed zijn in huis voorzien: verhuur, financiën en administratie, operationele dienstverlening en facility management. Een helpdesk staat 24 u, 7 op 7 klaar voor het dagelijks beheer van het vastgoed ten behoeve van de klant.
België en haar buurlanden zijn geografisch optimaal gelegen als logistieke uitvalsbasis in Europa, gezien de aanwezigheid van de grote Europese mainports in de Rijndelta en de nabijheid van een koopkrachtig verzorgingsgebied binnen een straal van 500 km. Hierdoor is ook de logistieke vastgoedmarkt sterk ontwikkeld. De vraag naar logistiek vastgoed zal in de toekomst verder toenemen door de algemene groei van de Europese economie en de groei van e-commerce. Steeds vaker ook worden sites (her-)ontwikkeld in functie van de 'slimme' logistiek, het inspelen op de zgn. lastmile-stadsdistributie en de zorg voor het klimaat.
Voor nieuwe acquisities of ontwikkelingen heeft Intervest in België prioritair gefocust op de drie belangrijkste logistieke assen van België: Antwerpen - Brussel - Nijvel, Antwerpen - Limburg - Luik en Antwerpen - Gent - Rijsel. De vennootschap heeft reeds een uitgesproken sterke aanwezigheid op deze assen, waardoor ze voor deze deelmarkten een belangrijke gesprekspartner is voor haar klanten. Door de posities op deze assen verder uit te bouwen, kan optimaal ingespeeld worden op de wijzigende behoeften van de bestaande en nieuwe klanten inzake oppervlakte of locatie.
Andere locaties in België en Nederland aansluitend op deze assen, worden eveneens overwogen.
Intervest streeft naar gebouwenclusters, zijnde verschillende locaties in elkaars nabijheid, om klanten een efficiënte en optimale dienstverlening te kunnen aanbieden. Deze clustering geldt niet enkel voor de bestaande locaties, maar zal ook een rol spelen bij een geografische groei van de portefeuille als logische aanvulling op de bestaande kerngebieden.
De groei van Intervest in dit segment zal gerealiseerd worden door de verwerving van hoog kwalitatief vastgoed, ontwikkelingen op grondposities op bij voorkeur multimodaal bereikbare locaties en door ontwikkelingen binnen de eigen portefeuille. Om deze ontwikkelingen te realiseren legt Intervest grondreserves aan in de buurt van haar reeds bestaande clusters in België en Nederland eveneens met oog voor de nabijheid van de stedelijke omgeving, gegeven de evoluties op het vlak van lastmile-stadsdistributie en de zorg voor het klimaat.
Om synergievoordelen te maximaliseren is de strategie van Intervest voor het logistieke segment gericht op het investeren in moderne geclusterde logistieke sites op multimodaal bereikbare locaties met een duidelijke geografische focus, oog voor ontwikkelingen in de markt en zorg voor het klimaat.
In het sterk competitieve klimaat van de kantorenmarkt onderscheidt Intervest zich door aandacht te besteden aan de voortdurend evoluerende noden van de klant. Zij zijn niet louter meer op zoek naar ruimte. Ze zijn eerder vragende partij voor een totaaloplossing waarbij dienstverlening en bijkomende functionaliteiten het verschil maken: gemeenschappelijke vergaderzalen, eventmogelijkheden, restaurant, fitness, een algemeen kader voor beleving en dergelijke meer. Dit aanbod sluit logischerwijze aan bij de evoluerende manieren van werken en technologie en de hiermee gepaard gaande toenemende nood aan flexibiliteit en mobiliteit om plaats- en tijdsonafhankelijk te werken.
Bij de herontwikkeling van bestaande kantoorgebouwen speelt Intervest met het Greenhouseconcept hier actief op in. Greenhouse is een concept dat er op gericht is ontmoeting en interactie te stimuleren, met een professionele uitstraling, een hoge mate van flexibiliteit, uitgebreide dienstverlening met oog voor wellbeing en energie-efficiëntie.
Voor de heroriëntering op niveau van de kantorenportefeuille zal Intervest zich in de toekomst blijven focussen op strategische locaties, zowel in de binnenstad als op campussen buiten de stad, voornamelijk op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel. Nieuwe investeringen in de kantorenmarkt zullen gericht zijn op gebouwen met een bijzonder karakter waar werken een beleving is.
De strategie van Intervest in de kantorenmarkt is gericht op de heroriëntering van de kantoorgebouwen naar multitenant gebouwen met servicegerichte, inspirerende werkomgevingen, op goed bereikbare plaatsen in en rond centrumsteden in Vlaanderen.

Intervest zal verder streven naar groei waarbij er aandacht zal besteed worden aan waardecreatie, zowel in de bestaande vastgoedportefeuille als bij nieuwe acquisities en projectontwikkelingen. Een rotatie in de portefeuille is een mogelijke aanpak.
Assetrotatie in de kantorenportefeuille waarbij kleinere, alleenstaande, niet-optimale of verouderde gebouwen waar geen Greenhouse-concept mogelijk is, gedesinvesteerd zullen worden indien zich hiervoor voldoende interessante opportuniteiten
voordoen. Intervest wenst echter in het kantorensegment steeds een essentieel aandeel te behouden.
Ook houdt Intervest de mogelijkheid open om logistieke panden die niet voldoende optimaal zijn voor de huidige en toekomstige logistieke marktvereisten van logistieke spelers, te desinvesteren. Desinvesteringen op regelmatige basis zijn immers noodzakelijk om de kwaliteit van de portefeuille continu te verbeteren en te verjongen.
Intervest heeft een gemengde vastgoedportefeuille van € 893 miljoen, bestaande uit 61% logistiek vastgoed en 39% kantoorgebouwen (per 31 december 2019).
Een omvangrijke portefeuille biedt onmiskenbaar een aantal voordelen:
Elke acquisitie dient getoetst te worden aan vastgoed- en financiële criteria.
Financiële criteria:
De liquiditeit wordt bepaald door de mate waarin de aandelen verhandeld kunnen worden op de beurs. Bedrijven met een hoge liquiditeit trekken sneller grote investeerders aan, wat de groeimogelijkheid bevordert.
Een goede liquiditeit vergemakkelijkt de uitgifte van nieuwe aandelen (bij kapitaalverhogingen, inbrengen of fusies), wat eveneens van groot belang is om te kunnen groeien. Om haar liquiditeit te verbeteren, heeft Intervest een liquiditeitsovereenkomst afgesloten met KBC Securities en Bank Degroof Petercam.
De corporate governance verklaring kadert in de toepassing van de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 ('Code 2009') en van de wet van 6 april 2010 tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen. Het KB van 6 juni 2010 heeft bepaald dat de Code 2009 de enige van toepassing zijnde code is. Deze Code is terug te vinden op de website van het Belgisch Staatsblad, en op www.corporategovernancecommittee.be.
Vanaf 1 januari 2020 geldt de nieuwe Code 2020. Intervest zal deze als referentiecode toepasssen vanaf 1 januari 2020 zoals voorgeschreven. Voor 2019 hanteert Intervest de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode.
De corporate governance principes van Intervest zijn door de raad van bestuur vastgelegd in een aantal richtlijnen:
Het volledige Corporate Governance Charter dat de belangrijke interne reglementen van de bestuursorganen van Intervest beschrijft, is voor de laatste maal herzien in juli 2016. Het Corporate Governance Charter, alsook de overige richtlijnen, kunnen geraadpleegd worden op www.intervest.be.
Van de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 wordt enkel afgeweken wanneer specifieke omstandigheden dit vereisen. In dit geval wordt de afwijking in overeenstemming met het 'comply or explain'-principe toegelicht in het Jaarverslag. De raad van bestuur heeft geoordeeld dat het soms gerechtvaardigd is dat de vennootschap een aantal bepalingen van de Corporate Governance Code 2009 niet navolgt.
Volgens het 'comply or explain'-principe is het inderdaad toegestaan om rekening te houden met de relatief kleine omvang en de eigen kenmerken van de vennootschap en in het bijzonder met de reeds rigide wetgeving op GVV's.
In 2019 is van onderstaande codebepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 afgeweken ('explain'):
De raad van bestuur heeft voor boekjaar 2019 geen benoemingsscomité en geen remuneratiecomité opgericht. De raad van bestuur ziet de taken van deze comités als taken van de voltallige raad van bestuur, en dit in afwijking van bepaling 5.4./1 zoals opgenomen in Bijlage E van de Code 2009 die bepaalt dat het remuneratiecomité uitsluitend bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders. Het remuneratiecomité van de raad van bestuur bestaat bijgevolg uit alle leden van de raad van bestuur. De beperkte omvang van de raad maakt een efficiënte beraadslaging over deze onderwerpen mogelijk.
In 2020 zal de raad van bestuur besluiten om een benoemingsscomité en een remuneratiecomité op te richten vermits de vennootschap in de loop van 2019 niet meer voldeed aan twee van de drie criteria bepaald door artikel 526quater van het Wetboek van Vennootschappen.
De raad van bestuur heeft conform bepaling 2.9 geen vennootschapssecretaris aangeduid die de raad adviseert over alle bestuurszaken en zorg draagt voor de communicatie binnen en tussen de bestuursorganen van de vennootschap. De beperkte omvang van de vennootschap en de raad van bestuur maakte een dergelijke functie tot nu toe overbodig. Door de groei van de onderneming en toenemende complexiteit heeft de raad van bestuur in januari 2020 beslist om Kevin De Greef als vennootschapssecretaris aan te stellen.
| Adres | Mandaat | Hernieuwing | Einde | Aanwezigheid | |
|---|---|---|---|---|---|
| Jean-Pierre Blumberg Voorzitter, onafhankelijk bestuurder |
Plataandreef 7 2900 Schoten België |
Tweede mandaat |
April 2019 | April 2022 | 3/11* |
| Marleen Willekens Onafhankelijk bestuurder |
Edouard Remyvest 46 b1 3000 Leuven België |
Tweede mandaat |
April 2019 | April 2022 | 10/11 |
| Chris Peeters** Onafhankelijk bestuurder |
August Van Landeghemstraat 72 2830 Willebroek België |
Derde mandaat |
April 2019 | April 2022 | 11/11 |
| Jacqueline Heeren - de Rijk Onafhankelijk bestuurder |
Stationsstraat 33 2910 Essen België |
Tweede mandaat |
April 2019 | April 2022 | 10/11 |
| Johan Buijs Bestuurder |
IJsseldijk 438 2921 BD Krimpen a/d Ijssel Nederland |
Derde mandaat |
April 2018 | April 2021 | 10/11 |
| Gunther Gielen Bestuurder |
Korte Welvaart 57 3140 Keerbergen België |
Tweede mandaat |
April 2019 | April 2022 | 9/11 |
* Jean-Pierre Blumberg is om medische redenen niet aanwezig geweest op een aantal bijeenkomsten van de raad van bestuur. ** Chris Peeters heeft zijn ontslag aangeboden voor zijn mandaat als bestuurder vanaf 23 januari 2020. De raad van bestuur heeft dit
De raad van bestuur bestaat op 31 december 2019 uit zes leden, waarvan vier onafhankelijke bestuurders die alle vier voldoen aan de voorwaarden van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.
De bestuurders zijn benoemd voor een periode van drie jaar, doch hun benoeming kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen.
De bestuurders zijn niet-uitvoerende bestuurders.
ontslag op 24 januari 2020 aanvaard.

Voorzitter, onafhankelijk bestuurder
Jean-Pierre Blumberg is sinds 2016 onafhankelijk bestuurder en voorzitter van de raad van bestuur van Intervest.
Jean-Pierre Blumberg, geboren in 1957, behaalde aan de KU Leuven een licentie in de rechten en aan Cambridge University een Master of Laws, LLM. Hij startte zijn loopbaan in 1982 als medewerker bij De Bandt, van Hecke, Lagae (het huidige Linklaters LLP) waar hij in 1990 vennoot geworden is. Vervolgens was hij van 2001 tot 2008 National Managing Partner bij Linklaters LLP. Van 2008 tot 2012 was hij lid van het Executive Committee Linklaters LLP en Managing Partner Europe. Tot 2016 was hij lid van de International Board van Linklaters LLP. Verder is hij ook Senior Partner in de Corporate en M&A Practice Group in België en co-head of global M&A, docent aan de Universiteit Antwerpen, gastdocent aan de KU Leuven, ad hoc docent aan de AMS Management School en lid van het High Level Expert Group on the Future of the Belgian Financial Sector. Jean-Pierre Blumberg is auteur en co-auteur van diverse artikelen in nationale en internationale juridische en fiscale tijdschriften en heeft verschillende onderscheidingen in de wacht gesleept
Voorzitter van de raad van bestuur en lid van het auditcomité van Intervest (beursgenoteerd), voorzitter van de raad van bestuur van TINC nv (beursgenoteerd), voorzitter van de raad van bestuur van Genk Green Logistics nv, onafhankelijk bestuurder van Bank Delen nv, co-voorzitter Pulse Foundation, bestuurder Antwerp Symphony Orchestra.
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Onafhankelijk bestuurder CMB (Compagnie Maritime Belge).

MARLEEN WILLEKENS Onafhankelijk bestuurder
Marleen Willekens is sinds 2016 onafhankelijk bestuurder van Intervest en voorzitter van het auditcomité.
Prof. dr. Marleen Willekens, geboren in 1965, behaalde aan de Universiteit Gent een licentie in bedrijfseconomische wetenschappen (1987) en startte daarna haar loopbaan in de financiële sector als stagiaire bij de Bank Brussel Lambert. In 1989 besliste zij aan de slag te gaan in de academische wereld wat leidde tot het behalen van een PhD in "industrial and business studies" aan de University of Warwick. Na het behalen van haar doctoraat werd zij in 1995 benoemd als jong docent aan de KU Leuven in de onderzoeksgroep Accountancy van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen waar zij sedert 2009 gewoon hoogleraar is. Van 2006 tot 2008 was zij hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, en sedert 2012 is zij ook deeltijds professor Auditing aan de BI Norwegian Business School in Oslo. Marleen Willekens doceert o.m. Auditing, Financial Accounting en Accounting voor Managers aan de KU Leuven, en geeft ook gastcolleges aan tal van buitenlandse universiteiten, in MBA's en executive programma's. Zij is tevens auteur en co-auteur van diverse artikelen en boeken in het domein van auditing en accounting. In binnen- en buitenland ontving zij verscheidene awards voor haar onderzoek in dit domein.
Lid van de raad van bestuur en voorzitter van het auditcomité van Intervest (beursgenoteerd), lid van de raad van bestuur en voorzitter van het auditcomité van Aedifica nv (beursgenoteerd), voorzitter van de Nederlandstalige jury (NL3) van het bekwaamheidsexamen voor bedrijfsrevisor.
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Niet van toepassing.

CHRIS PEETERS
Onafhankelijk bestuurder
Chris Peeters is tot 24 januari 2020 onafhankelijk bestuurder geweest van Intervest.
Prof. dr. Chris Peeters is geboren in 1960. Hij behaalde in 1982 het diploma van licentiaat (master) in de toegepaste economische wetenschappen (TEW) en in 1990 de graad van doctor in de TEW. Hij is verbonden aan de Universiteit Antwerpen waar hij de cursussen Maritieme en Haveneconomie, Vervoerbeleid en Logistiek doceert en treedt op als adviseur van bedrijven en overheden binnen en buiten Europa. Prof. Peeters is auteur en co-auteur van meer dan 30 boeken en vele artikels inzake strategie en beleid. Hij is een internationaal erkend expert inzake strategische besluitvorming en beleidsadvisering. Hij is oprichter en senior partner van Policy Research Corporation bv, een strategisch adviesbureau actief in Nederland en België.
Chris Peeters heeft eind december zijn ontslag aangeboden als lid van de raad van bestuur en van het auditcomité van Intervest (beursgenoteerd). De raad van bestuur van 24 januari 2020 heeft dit aanvaard.
Voorzitter van Policy Research Corporation bv en Military Talent for Business Solutions bv en zaakvoerder van Marvic Corporation bvba, lid van de raad van advies van het Limburgs Energie Fonds bv, voorzitter van de raad van bestuur van de vzw Cluster for Innovation in Defence, Safety and Security (Cidss.be).
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Lid van de raad van bestuur en van het auditcomité van Vastned Retail Belgium nv (beursgenoteerd).
Voor een volledig CV wordt verwezen naar het Jaarverslag 2018.

JACQUELINE HEEREN - DE RIJK Onafhankelijk bestuurder
Jacqueline Heeren - de Rijk is sinds 2016 onafhankelijk bestuurder van Intervest.
Jacqueline Heeren - de Rijk is geboren in 1952. Zij volgde een aantal Logistiek en Transport gerelateerde opleidingen, waaronder de opleiding tot Specialist Vervoer van Gevaarlijke Stoffen bij de Stichting Scheepvaart en Transportonderwijs. Vanaf 1994 vervult zij de functie van directeur/ bestuurder bij Jan de Rijk nv, handelend onder de naam Jan de Rijk Logistics. Sinds 1995 is zij directeur bij Euroute Holding nv en sinds 2005 is zij directeur bij Europand bv en Euroute Investment bv.
Lid van de Raad van Bestuur van Intervest (beursgenoteerd ). Vice-voorzitter van de sectorraad Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (ZBO). Bestuurslid Multimodaal Coördinatie- en Adviescentrum Brabant. Lid van de Economic Board West Brabant. Lid Programmaraad Smartwayz.
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Directeur Europand Eindhoven bv.

JOHAN BUIJS Bestuurder
Johan Buijs is niet-onafhankelijk bestuurder van Intervest sinds 2011.
Johan Buijs, geboren in 1965, studeerde civiele techniek aan de Technische Universiteit Delft. Hij startte zijn loopbaan in 1989 als constructeur bij adviesbureau D3BN Civiel Ingenieurs. Daarna was hij werkzaam als constructeur/projectleider bij Royal Haskoning en projectmanager en directeur bij D3BN Rotterdam en directeur bij D3BN infrastructuur. Hij vervolgde zijn carrière als hoofd afdeling bouwzaken en, vanaf januari 2005, als statutair directeur bij Wereldhave Management Holding bv. In 2006 werd Johan Buijs aangesteld als statutair directeur bij Wereldhave nv. In 2008 vervolgt hij zijn loopbaan bij NSI waar hij tot augustus 2016 als algemeen directeur leiding gaf. Momenteel is hij actief als ceo en co-founder van Spark Real Estate bv, co-founder van Vybes bv en aandeelhouder/bestuurder bij Easywatersupply (EW Supply bv).
Lid van de raad van bestuur van Intervest (beursgenoteerd), lid van de raad van commissarissen van Stadsherstel Historisch Rotterdam nv, lid van de raad van commissarissen van Matrix Innovation Centre.
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Bestuurder bij IVBN, de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed.

Bestuurder
Gunther Gielen is niet-onafhankelijk bestuurder van Intervest sinds 2016.
Gunther Gielen, geboren in 1973, behaalde aan de KU Leuven een diploma handelsingenieur en vervolgens een master of Finance aan de Universiteit Antwerpen. Van 1997 tot 1999 was hij analist geavanceerde financiële producten en derivaten bij Bacob. Van 1999 tot 2002 was hij equity analist bij Artesia Banking Corporation. Van 2002 tot 2006 was hij bij Dexia Bank senior risk manager equities en real estate en vervolgens van 2006 tot 2010 principal risk manager ALM equities en real estate. Van 2010 tot 2013 was hij head of expertise center risk management equities en real estate bij Dexia conso (later Belfius conso). Van 2013 tot 2014 was hij head of portfolio management bij Belfius Insurance Invest nv. Sinds mei 2014 vervult hij de functie van afgevaardigd bestuurder bij Belfius Insurance Invest nv. Sinds juni 2018 vervult hij tevens de functie van voorzitter van het directiecomité en lid van de raad van bestuur van Auxipar nv.
Lid van de raad van bestuur van Intervest (beursgenoteerd), voorzitter van het directiecomité en lid van de raad van bestuur van Auxipar nv, lid van de raad van bestuur van Technical Property Fund 2 SPPICAV, lid van de raad van bestuur van Coquelets SA, lid van de raad van bestuur van Legros-Renier Les Amarantes Seigneurie de Loverval SA, lid van de raad van bestuur van LFB SA, zaakvoerder van Immo Malvoz sprl, lid van de raad van bestuur van Immo Zeedrift nv, lid van de raad van bestuur van L'Economie Populaire scrl, lid van de raad van bestuur van ImmoActivity SA, lid van de raad van bestuur van Interfinance cvba, zaakvoerder van Offico Immo bvba, lid van de raad van bestuur van De Haan Vakantiehuizen nv en van SunParks De Haan nv zaakvoerder van Immo Trèfles sprl.
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar Lid van de raad van bestuur van Promotion Leopold nv (beëindigd op 25/06/2014), lid van de raad van bestuur van AIS Consulting SA (beëindigd op 05/12/2014)
Voor zover als nodig wordt gepreciseerd dat geen enkele bestuurder de laatste vijf jaar:
Tussen de leden van de raad van bestuur bestaan geen familiebanden tot de tweede graad.
De raad van bestuur heeft in het jaar 2019 elf maal vergaderd. De belangrijkste agendapunten waarover de raad van bestuur heeft vergaderd en beslist in 2019 zijn:
Sinds de wet van 28 juli 20111 zijn er quota in België ingevoerd om te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van beursgenoteerde vennootschappen (art. 518bis van het Wetboek van Vennootschappen). Hierdoor heeft Intervest er voor gezorgd dat minstens één derde van het aantal leden van de raad van bestuur vrouwelijk is. In 2016 is de samenstelling van haar raad van bestuur grondig geanalyseerd naar aanleiding van de toenmalige wijziging in de aandeelhoudersbasis. Op basis hiervan zijn de benodigde en gewenste profielen en competenties vastgesteld en zijn geschikte bestuursleden geselecteerd.
In het auditcomité zetelen in 2019 drie onafhankelijke bestuurders:
Deze onafhankelijke bestuurders voldoen in 2019 allen aan de negen onafhankelijkheidscriteria van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen. De looptijd van hun benoeming in het auditcomité is niet gespecificeerd maar valt samen met de termijn van het bestuurdersmandaat.
Het auditcomité is belast met de volgende taken:
De leden van het auditcomité zijn deskundig. Tenminste één lid van het comité is onderlegd op het vlak van boekhouding en audit (Marleen Willekens). Daarnaast is het auditcomité collectief deskundig. Dit op twee vlakken: op het gebied van de activiteiten van Intervest en op het gebied van boekhouding en audit.
Het auditcomité heeft in het jaar 2019 zes maal vergaderd. De belangrijkste agendapunten van het auditcomité in 2019 zijn geweest:
Het comité rapporteert zijn bevindingen en aanbevelingen rechtstreeks aan de raad van bestuur.
1 Wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, het Wetboek van Vennootschappen en de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, de genoteerde vennootschappen en de Nationale Loterij.
2 Jean-Pierre Blumberg is om medische redenen afwezig geweest. Hij werd ad interim vervangen door Johan Buijs en Jacqueline Heeren de Rijk.
Het directiecomité is op 31 december 2019 als volgt samengesteld:
Vanaf 3 februari 2020 bestaat het directiecomité uit:
Conform artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen en artikel 15 van de statuten van de vennootschap, heeft de raad van bestuur bestuursbevoegdheden overgedragen. De regels in verband met de samenstelling en werking van het directiecomité worden nader beschreven in het Corporate Governance Charter van de vennootschap dat kan geraadpleegd worden op www.intervest.be.
Hoofdstuk 6 van het Corporate Governance Charter geeft toelichting over de samenstelling van het directiecomité, alsook over de taakverdeling, het voorzitterschap, de wijze van vergaderen, beraadslagen en stemmen, de bevoegdheden, de rapporteringsplicht en de evaluatiemethode.
De leden van het directiecomité zijn tevens de effectieve leiders van de vennootschap in de zin van artikel 14, §3 van de GVV-Wet. De leden van het directiecomité worden benoemd voor onbepaalde duur.
In juni 2019 heeft Jean-Paul Sols zijn vertrek als ceo en voorzitter van het directiecomité van Intervest aangekondigd. In de voorbije 13 jaar heeft hij als ceo met het Intervest team de vastgoedportefeuille laten groeien tot bijna € 900 miljoen. Vanaf februari 2020 heeft Gunther Gielen de fakkel overgenomen als ceo en voorzitter van het directiecomité.

Onder leiding van de voorzitter evalueert de raad van bestuur periodiek zijn omvang, samenstelling, werking en doeltreffendheid, alsook die van het auditcomité en de interactie met het directiecomité. De raad van bestuur kan zich hierbij laten bijstaan door externe deskundigen.
Bij dit evaluatieproces wordt:
Indien voormelde evaluatieprocedures bepaalde zwakheden aan het licht brengen zal de raad van bestuur hiervoor de gepaste maatregelen treffen. Dit kan leiden tot aanpassingen aan de samenstelling of de werking van de raad van bestuur of het auditcomité.
Wat preventie van belangenconflicten aangaat, is de vennootschap enerzijds onderworpen aan wettelijke regels (artikelen 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen en artikelen 36 tot 38 van de GVV-Wet) en anderzijds aan de regels in haar statuten en haar Corporate Governance Charter.
Artikel 17 van de statuten van de vennootschap bepaalt dienaangaande het volgende: "De bestuurders, de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur en de lasthebbers van de vennootschap zullen de regels met betrekking tot de belangenconflicten voorzien in de artikelen 36, 37 en 38 van de GVV-Wet en in het Wetboek van Vennootschappen eerbiedigen, zoals zij in voorkomend geval kunnen worden gewijzigd."
De raad van bestuur, het directiecomité en elk lid afzonderlijk leggen zich de strenge discipline op om elk mogelijk belangenconflict uit te sluiten, ongeacht of het van patrimoniale, professionele of enige andere aard is, en willen nauwkeurig voldoen aan de wettelijke regel van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen inzake belangenconflicten tussen de vennootschap en een bestuurder.
Indien bijvoorbeeld een bestuurder van de vennootschap omwille van zijn andere bestuursmandaten, of om een andere reden, een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of verrichting die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoort, wordt artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen toegepast en wordt de betreffende bestuurder verzocht niet deel te nemen aan de beraadslaging over de beslissingen of verrichtingen, noch aan de stemming (artikel 523, §1 in fine).
Wanneer een bestuurder of een lid van het directiecomité, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang heeft van vermogensrechtelijke aard dat strijdig is met een verrichting of beslissing die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur of het directiecomité behoort, brengt het betrokken lid de voorzitter en de leden bijgevolg hier vooraf van op de hoogte. Het betreffende lid kan dan niet aan de beraadslagingen en aan de stemming over de betrokken verrichting deelnemen.
De verklaring, net als de rechtvaardigingsgronden betreffende het belangenconflict, worden opgenomen in de notulen. Met het oog op de publicatie ervan in het jaarverslag wordt in de notulen de aard van de beslissing of verrichting verantwoord. Daarenboven vermelden de notulen de vermogensrechtelijke gevolgen voor de vennootschap voortvloeiend uit deze beslissing. Het rapport van de commissaris dat opgesteld moet worden overeenkomstig artikel 143 van het Wetboek van Vennootschappen, bevat een afzonderlijke beschrijving van de financiële gevolgen voor de vennootschap.
Ingeval van een mogelijk belangenconflict met een grootaandeelhouder van de vennootschap wordt de procedure van artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen toegepast. Artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen verplicht onder meer operaties met verbonden vennootschappen behoudens bepaalde uitzonderingen - voor te leggen aan het advies van een comité van onafhankelijke bestuurders, bijgestaan door een onafhankelijk expert.
Tevens voorziet artikel 37 van de GVV-Wet dat de Financial Services and Markets Authority (FSMA) voorafgaandelijk door de GVV ter kennis moet worden gebracht van geplande verrichtingen door de GVV of één van haar perimetervennootschappen wanneer één of meer van de volgende personen rechtstreeks of onrechtstreeks als tegenpartij bij die verrichtingen optreden of er enig vermogensvoordeel uit halen: de personen die de openbare GVV controleren of er een deelneming in bezitten; de promotor van de openbare GVV; de andere aandeelhouders van alle perimetervennootschappen van de openbare GVV; en de bestuurders, de zaakvoerders, de leden van het directiecomité, de personen belast met het dagelijks bestuur, de effectieve leiders of de lasthebbers; en de met al deze partijen verbonden personen.
Deze geplande verrichtingen moeten een belang vertegenwoordigen voor de openbare GVV, moeten passen binnen haar strategie en moeten tegen normale marktvoorwaarden worden uitgevoerd. Deze verrichtingen moeten onmiddellijk bekend worden gemaakt.
Conform artikel 49, §2 van de GVV-Wet is de vennootschap, wanneer er een vastgoedtransactie plaatsvindt met de hierboven vermelde personen, gebonden aan de waardering van de vastgoeddeskundige.
De bepalingen van de artikelen 36 en 37 van de GVV-Wet gelden niet voor:
In dit kader wenst de raad van bestuur te vermelden dat de procedure ter voorkoming van belangenconflicten in 2019 tweemaal is toegepast:
Voor een gedetailleerde beschrijving van de gevolgde procedures conform artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen, wordt verwezen naar Toelichting 25 in het Financieel verslag.
Intervest heeft in 2019 geen gebruik gemaakt van een formeel benoemings- en remuneratiecomité. De raad van bestuur van de vennootschap is de mening toegedaan dat de betreffende opdrachten van het benoemings- en het remuneratiecomité als taken van de voltallige raad van bestuur dienen beschouwd te worden. Hiermee wijkt Intervest momenteel af van de aanbevelingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 (zie eveneens paragraaf 'comply or explain'-principe). De beperkte omvang van de raad maakt immers een efficiënte beraadslaging over deze onderwerpen mogelijk. Door de groei van de vennootschap heeft Intervest in boekjaar 2019 twee van de drie beslissingscriteria overschreden waardoor een remuneratiecomité verplicht wordt. Intervest zal dan ook in de loop van het boekjaar 2020 een formeel remuneratiecomité oprichten en zo de materie van benoemingen of remuneratie bij de vennootschap bijkomende aandacht geven.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het te voeren bezoldigingsbeleid voor haar leden en voor de leden van de directie. De vergoeding van de bestuurders dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de algemene vergadering.
Het beleid is gebaseerd op volgende uitgangspunten:
Onder gelijkblijvende omstandigheden is het remuneratiebeleid ook voor de twee komende boekjaren van toepassing, m.u.v. een voorstel aan de jaarlijkse algemene vergadering op 29 april 2020 tot toekomstige aanpassing van de vergoedingen voor de raad van bestuur en de comités. Deze aanpassing omvat enerzijds een jaarlijkse vaste vergoeding en anderzijds zitpenningen per aanwezigheid op een fysieke vergadering.
De jaarlijkse vaste vergoeding voor de bestuurders bedraagt in 2019 als lid van de raad van bestuur
€ 20.000 per jaar (€ 25.000 per jaar als voorzitter van de raad van bestuur, exclusief BTW).
Er worden geen bijkomende vergoedingen toegekend voor het lidmaatschap van een comité noch voor de uitoefening van het voorzitterschap van een comité.
Er is geen arbeidsovereenkomst afgesloten met één van de bestuurders en er is geen opzegvergoeding van kracht. De vergoeding van de bestuurders houdt conform artikel 35 §1 van de GVV-Wet rechtstreeks noch onrechtstreeks verband met de door de vennootschap verwezenlijkte verrichtingen. De bestuurders bezitten geen aandelen van de vennootschap (behoudens Gunther Gielen die 1.332 aandelen van Intervest aanhoudt) noch werden aan de bestuurders opties verleend op aandelen van de vennootschap.
Het bedrag van de vaste vergoeding dat in 2019 als remuneratie is toegekend aan de drie leden van het directiecomité, bedraagt € 856.830 waarvan € 336.221 voor de voorzitter van het directiecomité, tevens ceo van Intervest, en in totaal € 520.609 voor de andere twee leden van het directiecomité (onkostenvergoeding en pensioenplan inbegrepen).
Aan de leden van het directiecomité zijn geen opties verleend op aandelen van de vennootschap.
Er is geen BTW van toepassing op deze vergoedingen.
De leden van het directiecomité konden voor boekjaar 2018 in aanmerking komen voor een jaarlijkse variabele vergoeding van gezamenlijk maximaal € 215.000.
In 2018 lagen de criteria op het gebied van uitvoering van de groeistrategie (10%), bewaking van de schuldgraad (10%), behalen van gebudgetteerde cijfers op het vlak van EPRA-resultaat, operationeel resultaat voor resultaat op de portefeuille en resultaat per aandeel (20%), realiseren van gebudgetteerde verhuringen (20%) en behalen van een bezettingsgraaddoelstelling (10%). Elk directielid had verder individuele doelstellingen (30%) die verbonden zijn aan specifieke aspecten van de uitrol van de strategie van de vennootschap.
Op basis van de in 2018 gerealiseerde doelstellingen werd een variabele vergoeding toegekend van in totaal € 215.000 (exclusief BTW). Er is voor boekjaar 2018 een bijkomende uitzonderlijke variabele vergoeding uitbetaald die 8,3% van de jaarlijkse vaste vergoeding uitmaakt. Er is geen terugvorderingsrecht van de variabele vergoeding voorzien.
| Overzicht uitbetaalde vergoedingen bestuurders en leden directiecomité | |||
|---|---|---|---|
| ------------------------------------------------------------------------ | -- | -- | -- |
| BESTUURDERS in duizenden € | 2019 (uit te betalen in 2020) |
2018 (uitbetaald in 2019) |
|---|---|---|
| Jean-Pierre Blumberg | 25 | 25 |
| Marleen Willekens | 20 | 20 |
| Chris Peeters | 20 | 20 |
| Jacqueline Heeren - de Rijk | 20 | 20 |
| Johan Buijs | 20 | 20 |
| Gunther Gielen | 20 | 20 |
| TOTAAL | 125 | 125 |
| LEDEN DIRECTIECOMITÉ in duizenden € | 2019 | 2018 |
| Jean-Paul Sols *, ceo | 515 | 403 |
| Vaste vergoeding | 292 | 334 |
| Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) | 107 | 69 |
| Variabele langetermijnvergoeding 2017-2019 (uit te keren in 2020) | 72 | 0 |
| Pensioenverplichtingen | 44 | 0 |
| Inge Tas, cfo | 428 | 334 |
| Vaste vergoeding | 239 | 232 |
| Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) | 93 | 65 |
| Variabele langetermijnvergoeding 2017-2019 (uit te keren in 2020) | 60 | 0 |
| Pensioenverplichtingen | 36 | 37 |
| Marco Hengst, cio | 375 | 278 |
| Vaste vergoeding | 212 | 206 |
| Variabele vergoeding (over vorig boekjaar) | 86 | 45 |
| Variabele langetermijnvergoeding 2017-2019 (uit te keren in 2020) | 45 | 0 |
| Pensioenverplichtingen | 32 | 27 |
| TOTAAL | 1.318 | 1.015 |
* In 2019 heeft Jean-Paul Sols zijn functie als ceo en voorzitter van het directiecomité uitgeoefend als natuurlijk persoon. Tot 2018 werd deze functie uitgeoefend vanuit Jean-Paul Sols bvba, vast vertegenwoordigd door Jean-Paul Sols.
| AANDELEN IN BEZIT | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|
| Gunther Gielen | 1.332 | 1.279 |
| Jean-Paul Sols | 13.781 | 13.732 |
De jaarlijkse vaste vergoeding voor de bestuurders zal, onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergadering te houden in 2020, toenemen ten opzichte van de hierboven genoemde vergoedingen over 2019. Er zal voorgesteld worden om de jaarlijkse vaste vergoeding van de voorzitter van de raad van bestuur te verhogen naar € 40.000 en de jaarlijkse vaste vergoeding van de andere leden van de raad van bestuur naar € 30.000. Tevens zal aan de algemene vergadering van aandeelhouders voorgesteld worden om een zitpenning van € 1.000 per aanwezige bestuurder per fysieke vergadering toe te kennen voor de vergaderingen van de raad van bestuur, alsook van haar comités.
De jaarlijkse vaste vergoeding voor de leden van het directiecomité wordt per 1 januari van elk jaar (i) geïndexeerd overeenkomstig de normale index van de consumptieprijzen, waarbij de basisindex deze is van de voorafgaande maand aan de inwerkingtreding van de overeenkomst en de nieuwe index van de maand voorafgaand aan de maand waarin de indexatie plaatsvindt (ii) verhoogd met 1 procent. Dit komt neer op een verhoging van 2,96% per 1 januari 2020.
De drie leden van het directiecomité kunnen voor boekjaar 2019 in aanmerking komen voor een jaarlijkse variabele vergoeding van gezamenlijk maximaal € 215.000. In 2019 liggen de criteria op het gebied van uitvoering van de groeistrategie (10%), bewaking van de schuldgraad (10%), behalen van gebudgetteerde cijfers op het vlak van EPRA resultaat, operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille en resultaat per aandeel (20%), realiseren van gebudgetteerde verhuringen (20%) en behalen van een bezettingsgraaddoelstelling (10%). Elk directielid heeft verder individuele doelstellingen (30%) die verbonden zijn aan specifieke aspecten van de uitrol van de strategie van de vennootschap.
Op basis van de in 2019 gerealiseerde doelstellingen werd een variabele vergoeding toegekend van in totaal € 185.000. Er is geen terugvorderingsrecht van de variabele vergoeding voorzien.
Naast deze reguliere variabele vergoeding kan een directielid in aanmerking komen voor een bijkomende jaarlijkse variabele vergoeding die toegekend kan worden voor exceptionele prestaties. Over boekjaar 2019 is geen bijkomende variabele vergoeding toegekend.
De raad van bestuur heeft in boekjaar 2017 een variabel langetermijnvergoedingsplan vastgelegd voor alle leden van het directiecomité. Dit plan heeft een termijn van 3 jaar en betreft de boekjaren 2017 tot en met 2019.
Deze variabele langetermijnvergoeding had de volgende toekenningscriteria:
Op basis van de toekenningscriteria van dit langetermijnvergoedingsplan werd eind 2019 het criterium van 'total shareholder's return' niet behaald. Het door de raad van bestuur vrij te bepalen gedeelte van 30%, op basis van de prestaties van het directiecomité, werd toegekend. De maximaal te behalen vergoeding in dit langetermijnvergoedingsplan voor de 3 directieleden samen bedraagt € 590.000 over de 3 boekjaren. Het gerealiseerde bedrag is € 177.000. De uitbetaling van deze vergoeding in het eerste kwartaal van 2020 zal deels in aandelen en deels in contanten gebeuren.
In de loop van boekjaar 2020 zal de raad van bestuur een nieuw langetermijnvergoedingsplan uitwerken voor de komende jaren.
De leden van de raad van bestuur zijn benoemd voor een periode van drie jaar, doch hun benoeming kan te allen tijde door de algemene vergadering van aandeelhouders worden herroepen. Er is geen opzegvergoeding van kracht.
De leden van het directiecomité worden benoemd voor onbepaalde duur en de opzeggingsvergoeding bedraagt de tegenwaarde van twaalf maanden vaste vergoeding (behoudens grove nalatigheid of opzettelijke fout in welke gevallen geen vergoeding verschuldigd is).
De commissaris, aangesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders, is Deloitte Bedrijfsrevisoren bv o.v.v.e. CVBA en wordt vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck, bedrijfsrevisor.
De vastgoedportefeuille wordt elk kwartaal gewaardeerd door drie onafhankelijke deskundigen, te weten: Cushman & Wakefield, CBRE Valuation Services (België) en CBRE Valuation Advisory bv (Nederland), ieder voor een gedeelte van de vastgoedportefeuille, gebaseerd op een rotatieprincipe.
Elke openbare GVV dient in het kader van haar interne controle, invulling te geven aan interne auditprocedures, een risk managementbeleid en een integriteitsbeleid. Daarop wordt toegezien door de persoon belast met, respectievelijk, de interne auditfunctie, de risicobeheerfunctie en de compliancefunctie conform artikel 17, §3, 4 en 5 van de GVV-Wet (dit zijn samen de "onafhankelijke controlefuncties").
In het kader van de omvorming van het statuut van Intervest naar GVV zijn op 27 oktober 2014 dan ook personen aangesteld die zijn belast met de interne auditfunctie, de risicobeheerfunctie en de compliancefunctie.
De interne audit kan worden begrepen als een onafhankelijke beoordelingsfunctie, ingebed in de organisatie, gericht op het onderzoek en de beoordeling van de goede werking, de doeltreffendheid en de efficiëntie van de door de vennootschap gehanteerde processen en procedures bij de uitoefening van haar activiteiten. De persoon verantwoordelijk voor de interne audit kan de verschillende leden van de organisatie in het kader van de uitoefening van hun verantwoordelijkheden voorzien van analyses, aanbevelingen, adviezen, evaluaties en informatie omtrent de onderzochte activiteiten.
Deze interne audit heeft onder meer betrekking op de werking, doeltreffendheid en efficiëntie van processen, procedures en activiteiten inzake:
Intervest heeft begin 2018 de externe consulent PwC Bedrijfsrevisoren cvba (vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger Marc Daelman) aangesteld als de persoon die belast is met de interne audit, waarbij Johan Buijs, niet-uitvoerende bestuurder van Intervest, is aangesteld om de controle vanuit de vennootschap op de interne auditfunctie zoals waargenomen door PwC, uit te voeren. Aldus is hij te beschouwen als de eindverantwoordelijke voor de interne audit. Het mandaat van PwC als externe consulent heeft een duur van 3 jaar, eindigend op 31 december 2020.
In het kader van het risicobeheerbeleid zal de vennootschap erover waken dat de hierboven beschreven risico's waaraan ze is blootgesteld (marktrisico's, operationele, financiële en reglementaire risico's) op een doeltreffende manier worden ingeschat, gecontroleerd en opgevolgd.
Intervest heeft met dit doel een persoon belast met de risicobeheerfunctie die verantwoordelijk is voor o.a. het opstellen, uitwerken, bewaken, actualiseren en implementeren van het risicobeheerbeleid en de risicobeheerprocedures.
De onafhankelijke risicobeheerfunctie wordt waargenomen door Inge Tas, lid van het directiecomité en cfo. Het mandaat is voor onbepaalde duur.
Regels betreffende compliance en integriteit zijn bevat in de functie van de compliance officer. Overeenkomstig principes 3.7 en 6.8 evenals Bijlage B van de Belgische Corporate Governance Code 2009 van de Commissie Corporate Governance, heeft de vennootschap Inge Tas, lid van het directiecomité en cfo, aangesteld als compliance officer, belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake marktmisbruik, zoals deze regels onder meer opgelegd worden door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en Richtlijn 2003/6/EC betreffende de handel met voorwetenschap en marktmanipulatie. De compliance officer ziet er eveneens op toe dat de vennootschap de wetten, de reglementen en de gedragsregels die van toepassing zijn op de vennootschap, naleeft. Om een integere bedrijfscultuur te waarborgen heeft Intervest Offices & Warehouses nv een interne gedragscode en een klokkenluidersregeling opgesteld.
Artikel 17, §4 van de GVV-Wet bepaalt dat de openbare GVV "de nodige maatregelen dient te nemen om blijvend te kunnen beschikken over een passende onafhankelijke compliancefunctie, om de naleving door de openbare GVV, haar bestuurders, effectieve leiding, werknemers en gevolmachtigden te verzekeren van de rechtsregels in verband met de integriteit van het bedrijf van openbare GVV". In artikel 6 van het GVV-KB is bepaald dat de openbare GVV "de nodige maatregelen dient te nemen om permanent te kunnen beschikken over een passende onafhankelijke compliancefunctie. De compliancefunctie is passend wanneer zij met een redelijke zekerheid de naleving verzekert door de openbare GVV, haar bestuurders, effectieve leiders, werknemers en lasthebbers van de rechtsregels in verband met de integriteit van het bedrijf van openbare GVV".
De "onafhankelijke compliancefunctie" kan worden begrepen als een onafhankelijke functie binnen de vennootschap. Ze is gericht op het onderzoek naar en het bevorderen van de naleving door de onderneming van de regels die verband houden met de integriteit van de activiteiten van de vennootschap. De regels betreffen zowel deze die voortvloeien uit het beleid van de onderneming, het statuut van de onderneming, alsmede andere wettelijke en reglementaire bepalingen. Het gaat met andere woorden om een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt gelegd op eerlijkheid en integriteit en het naleven van hoge ethische normen bij het zakendoen. Daarbij dienen zowel de onderneming als haar medewerkers zich integer te gedragen, d.i. eerlijk, betrouwbaar en geloofwaardig.
Inge Tas, lid van het directiecomité en cfo, werd benoemd tot verantwoordelijke van de onafhankelijke compliancefunctie. Het mandaat is voor onbepaalde duur.
Gewone aandelen (INTO)
| Aantal | Kapitaal (in €) | % |
|---|---|---|
| 24.657.003 | € 224.684.990,05 | 100% |
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 224.684.990,05 en is verdeeld over 24.657.003 volledig volgestorte aandelen die elk een gelijk deel ervan vertegenwoordigen. Het zijn 24.657.003 gewone aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
Er bestaan geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van effecten, noch voor de uitoefening van de stemrechten.
Er zijn geen effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn.
De vennootschap heeft geen aandelenoptieplan. De vennootschap heeft een variabel langetermijnvergoedingsplan voor de leden van het directiecomité, zoals beschreven in de Corporate Governance Verklaring in het Verslag van de raad van bestuur.
Voor zover de vennootschap hiervan kennis heeft, zijn er geen aandeelhouders die in onderling overleg handelen. Er zijn bij de Vennootschap geen aandeelhoudersovereenkomsten bekend die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht.
De algemene jaarvergadering van aandeelhouders van de vennootschap heeft op 13 mei 2019 een machtiging verleend aan de raad van bestuur om het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap te verhogen in één of meerdere keren met een bedrag van:
betreft, en (b) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de Wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de aandeelhouders van de vennootschap betreft; en
met een maximum van € 221.331.564,48 in totaal gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 24 mei 2019 van de machtiging. De machtiging is geldig tot 24 mei 2024.
Het toegestaan kapitaal kan niet worden aangewend om het kapitaal te verhogen bij toepassing van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen in het kader van een openbaar bod tot aankoop van de effecten van de vennootschap.
Bij elke kapitaalverhoging stelt de raad van bestuur de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de voorwaarden van uitgifte van de nieuwe aandelen vast. De kapitaalverhogingen kunnen aanleiding geven tot de uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht.
Wanneer de kapitaalverhogingen, door de raad van bestuur beslist ingevolge deze toelating, een uitgiftepremie bevatten, moet het bedrag van deze uitgiftepremie op een speciale onbeschikbare rekening geplaatst worden, genoemd "Uitgiftepremies", die zoals het kapitaal de waarborg uitmaakt voor derden en die niet zal kunnen worden verminderd of afgeschaft mits een beslissing van de algemene vergadering die vergadert volgens de voorwaarden van aanwezigheid en meerderheid voorzien voor een kapitaalvermindering, behoudens de omzetting in kapitaal zoals hierboven voorzien.
Tot nu toe heeft de raad van bestuur gebruik gemaakt van de hem verleende machtiging om bedragen van het toegestaan kapitaal te benutten in het kader van:
• de kapitaalverhoging door inbreng in natura (keuzedividend) die op 20 mei 2019 werd beslist ten belope van € 3.353.425,57 exclusief een uitgiftepremie van € 5.221.114,23.
Aldus kan de raad van bestuur het geplaatste kapitaal in het kader van het toegestaan kapitaal nog verhogen met
(i) € 110.665.782,24 (a) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het voorkeurrecht van de aandeelhouders van de vennootschap betreft, en (b) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de aandeelhouders van de vennootschap betreft,
(ii) € 107.312.356,67 indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging in het kader van de uitkering van een keuzedividend betreft, of met
(iii) € 44.266.312,90 voor alle andere vormen van kapitaalverhoging;
rekening houdend met een totaal maximum van (i), (ii) en (iii) samen van nog € 217.978.138,91.
Elke kapitaalverhoging zal worden uitgevoerd in overeenstemming met de artikelen 581 t.e.m. 607 van het Wetboek van Vennootschappen, onder voorbehoud van wat hierna is vermeld met betrekking tot het voorkeurrecht.
Bovendien moet de vennootschap zich schikken naar de bepalingen betreffende de openbare uitgifte van aandelen voorzien in de artikelen 26 en 27 van de GVV-Wet.
Bij een kapitaalverhoging door inbreng in geld en onverminderd de toepassing van de artikelen 592 tot 598 van het Wetboek van Vennootschappen, kan het voorkeurrecht enkel worden beperkt of opgeheven als aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht wordt verleend bij de toekenning van nieuwe effecten. Dit onherleidbaar toewijzingsrecht voldoet aan de volgende voorwaarden:
De kapitaalverhogingen door middel van inbrengen in natura zijn onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 601 en 602 van het Wetboek van Vennootschappen. Bovendien, en overeenkomstig artikel 26 §2 van de GVV-Wet, moeten de volgende voorwaarden worden nageleefd:
Bovenstaand is niet van toepassing bij de inbreng van het recht op dividend in het kader van de uitkering van een keuzedividend, voor zover dit effectief voor alle aandeelhouders betaalbaar wordt gesteld.
De mandaten van de bestuurders zijn ad nutum herroepbaar. Indien één of meerdere mandaten vacant worden verklaard, kunnen de overblijvende bestuurders, bijeengekomen in een vergadering van de raad van bestuur, voorlopig in diens vervanging voorzien tot aan de eerstvolgende bijeenkomst van de algemene vergadering van aandeelhouders die dan tot de definitieve aanstelling overgaat.
Voor de wijziging van de statuten is er geen andere reglementering dan deze bepaald door het Wetboek van Vennootschappen.
Conform artikel 9 van de statuten kan de vennootschap haar eigen volledig volgestorte aandelen verwerven en in pand houden krachtens de beslissing van de algemene vergadering overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen. Dezelfde vergadering kan de vervreemdingsvoorwaarden van deze aandelen vaststellen.
Daarenboven mag de raad van bestuur voor een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking van de beslissing in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, i.e. vanaf 24 mei 2019, voor rekening van de vennootschap eigen aandelen van de vennootschap verwerven wanneer deze verkrijging noodzakelijk is om de vennootschap te vrijwaren tegen ernstig en dreigend nadeel. Onder een "ernstig en dreigend nadeel" wordt evenwel geen openbaar overnamebod op effecten van de vennootschap in de zin van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen verstaan.
Op 31 december 2019 heeft Intervest, noch haar perimetervennootschappen, eigen aandelen in bezit.
Er zijn geen belangrijke overeenkomsten waarbij Intervest partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de vennootschap na een openbaar overnamebod, met uitzondering van de gangbare clausules in de financieringsovereenkomsten.
Intervest hecht veel belang aan duurzame waardecreatie en bewerkstelligt de verduurzaming van haar vastgoedbeleggingen aan de hand van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Deze zgn. SDG's (Sustainable Development Goals) zetten aan tot actie in vijf domeinen: Planet, Peace, Partnership, Prosperity en People en bieden een duurzaamheidskader dat breder is dan de klassieke speerpunten in de vastgoedsector. Om dit bredere kader op een structurele wijze in te vullen, is Intervest begin 2018 een samenwerkingsakkoord aangegaan met VOKA. Samen met VOKA stelt Intervest minimaal 10 duurzaamheidsdoelstellingen op waarop ze dat jaar zal focussen. In 2019 werd Intervest laureaat van het 'VOKA Charter Duurzaam Ondernemen' voor haar gerealiseerde doelstellingen in 2018. Intervest zet de realisatie van de SDG's in 2019 verder, o.m. door haar bijdrage aan het LEC-project (Local Energy Community) in Mechelen Noord dat op termijn lokaal duurzaam energie zal opwekken, verdelen en verbruiken. Hiermee en met o.m. een opleidingsplan, halfjaarlijkse evaluaties van de medewerkers en de opzet van een wellness-programma, is in 2019 concreet inhoud gegeven aan de verschillende VN-duurzaamheidsdoelstellingen.
Intervest streeft ernaar om tegen eind 2020 alle 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen minimaal eenmaal gerealiseerd te hebben in haar dagelijkse bedrijfsvoering en zo het internationaal erkend UNITAR-certificaat, gelinkt aan de Verenigde Naties, te kunnen ontvangen. Daarnaast zijn sinds 2019 de specifiek voor de vastgoedsector geldende EPRA performance measures gehanteerd (EPRA sustainability Best Practices Recommendations, (EPRA sBPR)).
Het Duurzaamheidsverslag 2019 rapporteert over de bredere duurzaamheidsdoelstellingen van de VN en de vastgoedspecifieke EPRA performance measures in een afzonderlijk rapport en is te vinden op www.intervest.be.

De logistieke take up kende voor het tweede jaar op rij een recordjaar: 55 transacties en circa 990.000 m² wat een stijging van 22% vertegenwoordigt. De gemiddelde opname per transactie lag met 18.000 m² vrij hoog door een aantal grote deals die circa 25% van alle take up vertegenwoordigen. Van het totale aantal transacties (55) gebeurden er 78% op het Vlaamse grondgebied en 22% in Wallonië.
De Belgische logistieke markt concentreert zich rond vier assen. De belangrijkste as is (1) Antwerpen – Brussel – Nijvel, gevolgd door respectievelijk (2) Antwerpen – Limburg – Luik, (3) Antwerpen – Gent en (4) Namen – Charleroi – Luik.
De beste locaties voor traditionele logistieke dienstverleners zijn nabij container- en bargeterminals, luchthavens, spoornetwerk en de belangrijkste transportcorridors van mainland naar hinterland. Door de groeiende e-commerce stijgt ook de vraag naar stedelijke hubs voor stadsdistributie.
Huurprijzen blijven stabiel rond gemiddeld € 42/m² tot € 46/m² langs de as Antwerpen – Brussel – Nijvel en tot € 52/m² in en rond Brussel. Makelaars verwachten dat huurprijzen de hoogte zullen inschieten door de stijgende vraag voor e-commerce, hogere bouwkosten als gevolg van nieuwe duurzaamheidscriteria, hogere grondprijzen en grondschaarste.
Leegstand beperkt zich op de logistieke corridors tot 2,25% en er worden vaker built-to-suit warehouses gebouwd.
In 2019 werd een take up van 2,2 miljoen m² gerealiseerd op de Nederlandse logistieke vastgoedmarkt, wat ver boven het vijfjaarlijkse gemiddelde ligt en in lijn blijft met recordjaar 2018.
De Nederlandse logistieke vastgoedmarkt blijft een van de meest actieve en best ontwikkelde in Europa dankzij haar centrale ligging en goed uitgewerkte weginfrastructuur. Internationaal goederenverkeer komt aan in de havens van Rotterdam en Amsterdam en wordt getransporteerd naar de verschillende logistieke hotspots langsheen de belangrijkste water-, spoor- en snelwegen in Zuidoostelijk Nederland om vandaar verder vervoerd te worden naar de rest van Nederland en Europa.
Rondom logistieke hotspot Venlo steeg de prime rent van € 48/m² naar € 53/m² en de gegeerde regio rond Rotterdam noteerde een groei van € 65/m² naar € 68/m². Omdat er voldoende aanbod is op secundaire markten, zullen overall huurprijzen stabiel blijven. Enkel op locaties met een beperkte beschikbaarheid zal een verdere huurstijging gerealiseerd kunnen worden.
Eind 2019 bedroeg de leegstand 3,9%, wat een lichte stijging is tegenover 2018. Deze stijgende trend zou evenwel kunnen aanhouden in 2020 omdat veel nieuwbouwprojecten op risico gebouwd worden.

De logistieke investeringsmarkt kwam in 2019 uit op € 378 miljoen wat ruim lager (-11%) ligt dan in 2018. Toch was 2019 met grote voorsprong het 3e meest actieve jaar op rij wat logisch is gezien het lage risicoprofiel van logistiek vastgoed in vergelijking met andere vastgoedmarkten.
De grootste transactie was de verkoop door Intervest van twee logistieke sites respectievelijk gelegen in Houthalen en in Oudsbergen voor een nettoverkoopprijs van € 63 miljoen.
In de regio rond Brussel en langs de corridor Antwerpen – Brussel – Nijvel daalden de rendementen. Het scherpste rendement was 4,75%.
Rendementen rond de andere corridors bleven stabiel: 5,5% op de corridor Antwerpen – Limburg – Luik, 5,5% op de corridor Antwerpen – Gent en 5,5% op de corridor Namen – Charleroi – Luik. De mediaan blijft 5,25%.
Voorverhuurde turnkey solutions zijn gegeerde investeringsproducten maar ook ontwikkelingen op risico worden niet geschuwd. Genk Green Logistics – de joint-venture van Intervest en Group Machiels – is een ontwikkeling van ruim 250.000 m² op de multimodale zone B van de Ford-site in Genk waarvan de eerste fase in de loop van 2020 wordt opgeleverd.
De Nederlandse logistieke vastgoedmarkt blijft expansief en aanvangsrendementen dalen verder met 0,5 basispunten tot 4%. Een verdere compressie van de rendementen word niet meer verwacht. Vooruitzichten voor 2020 zijn optimistisch o.m. door het toenemende belang van e-commerce. Het aanbod aan geschikte investeringsproducten blijft echter beperkt.
Ontwikkelaars bouwen speculatief op nieuwe logistieke locaties of ze herontwikkelen brownfields op bestaande bedrijventerreinen.
Nederland blijft een geliefd land voor e-commerce wat de vraag naar kleinere hubs nabij stadskernen doet toenemen. De consument houdt dan wel van online shoppen, maar hij staat negatief tegenover de 'verdozing' van Nederland. Ook de stikstofcrisis heeft haar impact op de ontwikkeling van industrieel vastgoed. Uitdagingen die in 2020 verder debat zullen opleveren.
Internationale investeerders zijn nog steeds bijzonder actief op de Nederlandse logistieke vastgoedmarkt, o.m. door het positieve ondernemingsklimaat, de gunstige ligging en de uitstekende infrastructuur.

De vraag naar duurzame gebouwen op multimodale locaties die klaar zijn voor een doorgedreven geautomatiseerde bedrijfsvoering zal in 2020 verder toenemen. Kostenefficiëntie staat centraal. Ook is er groeiende aandacht voor stadsdistributiehubs.
Huurders hechten steeds meer belang aan de duurzaamheid van hun logistieke centra omwille van milieuoverwegingen, aandacht voor welzijn van hun werknemers en kostenefficiëntie.
De hoogst haalbare duurzaamheidsklasse voor gebouwen, namelijk 'BREEAM Outstanding' wordt steeds vaker gehaald. Er wordt naar gestreefd om vervuilende factoren zoals CO2-uitstoot, de NOx-emissie van de verwarmingsinstallaties en het algemene energieverbruik onder het wettelijk toegestane minimum uit het Bouwbesluit te brengen. Duurzame centra beschikken over energiezuinige installaties, warmtepompen, zonnepanelen voor eigen energiebehoeften, warmte-koude-opslag in de bodem, gebruik van regenwater en waterbesparende sanitaire installaties etc. Bij de bouw worden duurzame bouwmaterialen gebruikt met een zo laag mogelijk milieu-impact.
Ook het welzijn, veiligheid en gezondheid van werknemers staan centraal. De kantoren van logistieke centra dienen aangename werkplekken te zijn met voldoende daglicht, heldere verlichting, aangename akoestiek, verwarming, ventilatie en luchtkwaliteit. Veiligheid rondom het gebouw krijgt voldoende aandacht door bv. extra verlichting, een goede circulatie en camerabewaking.
De vraag naar distributiecentra die omnichannel distributie mogelijk maken met de laagst mogelijke kostenstructuur stijgt. Een verdere automatisatie en digitalisatie gedreven door nieuwe technologieën en ontwikkelingen zullen invloed hebben op het concept van logistieke gebouwen. Doordat goederen hoger gestapeld kunnen worden, worden logistieke hallen hoger en daalt de vloeroppervlakte. Vloeren dienen een hogere draagkracht te hebben en de oppervlakte van kantoor en sociale ruimten verkleint.
Automatisatie heeft geen invloed op de locatie. Multimodale locaties nabij de belangrijkste invalswegen, spoor- en waternetwerk blijven evenzeer belangrijk voor een kostenefficiënte bedrijfsvoering.
Bestaande panden nabij de stadsrand, op een halfuur rijtijd van het afleveradres, worden omgetoverd tot overslaghubs. Deze hubs richten zich vaak tot een specifieke doelgroep en worden door derden geëxploiteerd zoals DHL of PostNL.
Vakspecialisten verwachten dat in de toekomst ook meerlaagse distributiehubs in de stadsrand ontwikkeld zullen worden wat een vloeroppervlakte van meer dan 20.000 m² mogelijk maakt, wat interessant kan zijn voor meerdere doelgroepen. Meerdere typen doelgroepen en functionaliteiten zullen gecombineerd kunnen worden.
Bronnen: Expertise news 16/01/2020 & 30/01/2020 – The future of property management 2018 CBRE Global Tenant Survey – Cushman & Wakefield's Market Beat Flanders Office Market 2019, Office Market Snapshots – CBRE Real Estate Outlook 2020 Nederland – " JLL: Logistiek vastgoed in 2019 en tendensen voor 2020" op logistiek.be – JLL Q4 2019 Logistics The Netherlands –"Waarom coworking een blijver is op de kantoormarkt" in Trends 23/10/2019 – CBRE Marketview Belgium Logistics Q4 2019 – gesprekken met vastgoeddeskundigen en vakliteratuur doorheen het jaar.
De Belgische kantorenvastgoedmarkt presteerde in 2019 het best sinds de economische terugval in 2010. In totaal werd er 879.000 m² gecommercialiseerd in 838 individuele transacties wat zo'n 15% hoger ligt dan in 2018. Het aantal transacties lag 2,5% onder het gemiddelde van de voorbije vijf jaar maar er waren een recordaantal transacties groter dan 10.000 m².
De 11 grootste transacties behelsden grote kantooroppervlakten voor samen 240.000 m². De gemiddelde oppervlakte per transactie blijft stabiel op circa 1.050 m². Minder transacties betekende enkel dat er een gebrek was aan beschikbare kwalitatieve kantoren.
Het aandeel van coworkingruimtes in de take up neemt verder toe. Ook deze deals hebben meestal betrekking op oppervlakten groter dan 10.000 m². Momenteel bedraagt het aandeel van coworkingruimtes circa 11% in de totale nationale take up. Coworkingruimtes maken nu circa 3,5% uit van de totaal beschikbare oppervlakte, waar dat in het Verenigd Koninkrijk en Nederland al 5% bedraagt. Er is dus nog ruimte voor groei, zeker met het probleem van aanhoudende files en flexibele werkomgevingen in gedachten.
Op de Brusselse kantorenmarkt werd in totaal 553.000 m² gecommercialiseerd over 365 transacties wat een toename van maar liefst 34% tegenover 2018 is. Brussel is met een marktaandeel van 63% veruit de grootste kantorenmarkt van het land. De leegstand over de gehele Brusselse kantorenmarkt blijft historisch laag en daalt zelfs verder tot circa 7,5%. Leegstand is het hoogst in de periferie wegens gebrek aan kwalitatieve kantoren. Leegstand van kwalitatieve kantoorpanden is er nagenoeg niet.
Publieke overheden namen 35% van de take up voor hun rekening door de (voor-)verhuringen aan de Vlaamse Overheid en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (70.000 m²). Privébedrijven namen het voorbije jaar 65% van de totale take up voor hun rekening.
De gemiddelde huurprijs in Brussel bedraagt € 150/m² met prime rents in de Leopoldwijk rond € 320/m².
De gemiddelde huurprijzen voor kwalitatieve gebouwen in de periferie van Brussel blijven stabiel rond € 125/m². De prime rent voor nieuwe kwalitatieve gebouwen gaat tot € 185/m² in de buurt van de luchthaven.
Verwachtingen zijn dat de markt ook in 2020 stabiel blijft.
De Waalse kantorenmarkt presteerde in 2019 bovengemiddelde door een zeer actieve take up in de periferie rond Brussel in Vlaams-Brabant. Ook Vlaanderen presteerde goed in 2019 maar kende een lichte terugval tegenover vorig jaar.
Leegstand in de regionale markten blijft laag en varieert van 3,5% in Luik tot 6,5% in Antwerpen.
De Antwerpse kantorenmarkt presteerde goed.
In Mechelen was de take up tegenvallend tegenover recordjaar 2018 en ook de Antwerpse kantorenmarkt kende geen uitzonderlijk grote deals of aantal transacties. Toch presteerden beide markten bovengemiddeld. Antwerpen blijft met een totale kantooroppervlakte van 2,3 miljoen m² de tweede belangrijkste kantorenmarkt van België.
De gemiddelde huurprijs steeg voor het tweede jaar op rij van € 110/m² in 2018 tot € 120/m² in 2019 en de prime rent ging van € 160/m² in 2018 naar € 165/m² in 2019. In Mechelen steeg de gemiddelde huurprijs met € 5/m² tot € 155/m².
De Belgische investeringsmarkt kende opnieuw een recordjaar met een totaal investeringsvolume van € 2,4 miljard in kantorenvastgoed (46% van totale investeringsvolume) en volgens de CBRE Investor Survey hebben investeerders voor 2020 een bedrag van maar liefst € 4,5 miljard beschikbaar dat ze wensen te investeren in kantorenvastgoed.
Het rendement voor kantoorgebouwen in Brussel met een 6/9 huurtermijn, daalde in 2019 verder tot 4,10% en tot 3,55% wanneer een langetermijnhuurovereenkomst met een gerenommeerde huurder werd afgesloten. Dit is een daling van 20 basispunten tegenover 2018. Opmerkelijk, want Brussel blijft een mature markt die weinig onderhevig is aan wispelturige schommelingen. Deze stabiliteit, maar ook haar transparantie, liquiditeit en innovatieve eigenschappen, maken haar aantrekkelijk bij het toenemende aantal internationale investeerders.
In Antwerpen worden rendementen tot 5,5% gerealiseerd. Deze blijven vermoedelijk stabiel in 2020.

Kantoren zijn niet langer een kostenpost voor bedrijven maar een middel om nieuwe werknemers aan te trekken en alle werknemers een goede balans tussen werk en privé aan te bieden. Aangename kantoren op vlot bereikbare locaties met een gepast bijhorend dienstenpakket is wat bedrijven zoeken. Deze behoefte zal uiteindelijk leiden tot omgevingen waar werken, wonen, winkelen én leven samengaan.
Het rapport 'The future of property management - 2018 CBRE Global Tenant Survey' geeft aan dat goed property management cruciaal is voor het behoud van huurders. Goed property management is een combinatie van een doordacht beheer van de gebouwen (o.a. onderhoud, veiligheid, duurzaamheid), correcte huur- en kostenadministratie, adequate voorzieningen (o.a. restaurant, vergaderfaciliteiten, parking), ruime dienstverlening (o.a. netwerkopportuniteiten, receptie) en technologische ondersteuning van de dienstverlening en voorzieningen.
Intervest onderscheidt zich hierin al enkele jaren door beyond real estate te gaan en alles op alles te zetten om de klant te 'ontzorgen': turnkey solutions, een 24/7 dienstverlening met helpdesk en coworking faciliteiten op de drie Greenhouse locaties in België. Ook dienstverlening à la carte is mogelijk. De relatie met de huurder staat hierbij centraal.
Serviced offices en coworking formules kennen meer succes en aanbieders van dergelijke formules nemen een steeds groter aandeel van de kantorenmarkt in.
Maar traditionele kantoorindelingen blijven de norm – met huurtermijnen van 3/6/9 jaar, 6/9 of langere termijn bij grote bedrijven.
De bezettingsgraad van de totale portefeuille is in 2019 stabiel gebleven en bedraagt 93% op 31 december 2019 (93% op jaareinde 2018).
Voor de kantorenportefeuille is de bezettingsgraad met 2%-punten toegenomen tot 90% op 31 december 2019 (88% jaareinde 2018) voornamelijk als gevolg van nieuwe verhuringen en uitbreidingen in Mechelen.
De bezettingsgraad van de logistieke portefeuille daalt met 2%-punten tot 96% op 31 december 2019 (98% jaareinde 2018) hoofdzakelijk als gevolg van het vertrek van huurder Fiege in Puurs in het vierde kwartaal van 2019. Gezien de strategische zichtlocatie van deze site en de huidige interesse in deze regio zijn verschillende gesprekken met potentiële huurders lopende en bekijkt Intervest de toekomstmogelijkheden van dit gebouw.
Op vlak van verhuringen heeft Intervest het voorbije jaar 2019 in totaal 9% van de huurinkomsten, of een nettojaarhuur van € 5,3 miljoen, voor langetermijn verlengd of vernieuwd. In 2018 was dit, onder andere met de verhuringen in het gerenoveerde Greenhouse BXL, 15% of een nettojaarhuur van € 7,1 miljoen. Er werden in 2019 34 verhuurtransacties afgesloten voor samen 88.000 m² met nieuwe of zittende huurders. De verhuuractiviteit heeft zich in 2019 voornamelijk toegespitst op contracten met bestaande huurders, wat het vertrouwen van de klanten in Intervest bevestigt. Met name 8% van de huurinkomsten (6% in 2018) of 76.000 m² in 22 transacties werd gesloten met bestaande huurders onder de vorm van verlengingen of uitbreidingen. In 2019 heeft Intervest 12 transacties afgesloten met nieuwe huurders, goed voor 12.000 m² of 1% van de huurinkomsten (8% in 2018).
In de kantorenportefeuille heeft Intervest 15.300 m² verhuurd voor langetermijn in 27 transacties, goed voor 7% van de huurinkomsten van het kantorensegment. In 2018 was dit 21% in 30 transacties. Het betreft in 2019 een mix van kleinere nieuwe huurders (9 transacties die bijna 2% van de huurinkomsten van het kantorensegment vertegenwoordigen) en verlengingen en uitbreidingen met bestaande huurders (18 transacties goed voor 5% van de huurinkomsten van het kantorensegment) zoals Galapagos, LBC en Basic Fit. 87% van de langetermijnverhuringen gesloten in de kantorenportefeuille in 2019 betreft verhuringen in Mechelen.
In de logistieke portefeuille is 72.300 m² op lange termijn verhuurd in 7 transacties, goed voor 10% van de huurinkomsten van het logistieke segment. In 2018 was dit 10% in 8 transacties. Ook hier zijn voornamelijk overeenkomsten gesloten met bestaande huurders, goed voor 9% van de huurinkomsten van het logistieke segment met o.m. als belangrijkste transactie de verlenging en uitbreiding van Estée Lauder in Oevel.
Naast deze verhuringen en verlengingen op lange termijn zijn ook voor een nettojaarhuur van € 2,5 miljoen of 4% van de huurinkomsten tijdelijke contracten afgesloten of verlengd met een onbepaalde looptijd of een looptijd van minder dan één jaar. Deze tijdelijke contracten in het kantoren- en logistieke segment tonen aan dat Intervest meedenkt met haar klanten in het zoeken naar flexibele oplossingen die nauw aansluiten bij de vaak specifieke noden van hun business.
In het kantorensegment zijn ook 72 nieuwe flexibele contracten gesloten voor coworking en serviced offices in Greenhouse BXL, Mechelen en Antwerp. De flexibiliteit van de nieuwe Greenhousecoworkingformule, die abonnees de mogelijkheid biedt om gebruik te maken van de coworking lounges op de drie Greenhouse locaties, heeft een toename in het aantal coworkers als gevolg.

Intervest heeft haar investeringsstrategie in 2019 verder gezet met acquisities en investeringen in projectontwikkelingen in België en Nederland voor € 54 miljoen en uitbreidingen en investeringen in de bestaande portefeuille voor € 8 miljoen.
In Nederland heeft Intervest in 2019 voor € 24 miljoen nieuwe acquisities gerealiseerd in Roosendaal en Nijmegen. De nieuw verworven sites hebben samen een verhuurbare oppervlakte van circa 37.000 m² en genereren een huurinkomstenstroom van € 1,7 miljoen op jaarbasis. De acquisities hebben gemiddeld een bruto-aanvangsrendement van 7,0%.
Verder is voor € 30 miljoen geïnvesteerd in projectontwikkelingen in België en Nederland, en een grondreserve in Den Bosch. De oplevering van de projectontwikkeling in Eindhoven, Nederland, is gebeurd op 30 januari 2020. De oplevering van Roosendaal, eveneens in Nederland, is verwacht in de loop van 2020.
De transacties zijn gefinancierd met bestaande kredietlijnen. De investeringswaarde van de gerealiseerde transacties ligt in lijn met de waarderingen van de onafhankelijke vastgoeddeskundigen van de vennootschap.
In het eerste semester van 2019 heeft Intervest een nieuwbouw built-to-suitcentrum van 17.800 m² voor productie- en distributieactiviteiten op de logistieke hotspot Borchwerf II in het expansieve Roosendaal verworven.
Dit state-of-the-artgebouw werd op 1 maart 2019 opgeleverd en aan Intervest overgedragen voor een totaal investeringsbedrag van € 16,5 miljoen. De site levert met een triple-net-lease een jaarlijks huurinkomen van € 1,0 miljoen op, wat resulteert in een brutoaanvangsrendement van 5,7%. Op de site zijn intussen ook zonnepanelen geplaatst.
De huurder van dit logistieke nieuwbouwproject is Fri-Jado, marktleider in zijn segment (apparatuur en systemen voor het bereiden, bewaren en presenteren van levensmiddelen), die voor een onopzegbare periode van 15 jaar het pand huurt.
Het nieuwbouwproject op Borchwerf II werd door de Nederlandse vastgoedontwikkelaar HVBM Vastgoed op maat opgetrokken. Het gebouw is 'BREEAM Very Good' gecertificeerd en heeft een opvallende look met aan de voorzijde een uitstekende luifel en een glaspartij over de volledighoogte van het gebouw. Op het dak is een fotovoltaïsche installatie geplaatst.
Intervest breidt met deze verwerving haar cluster in één van de belangrijkste logistieke knooppunten van West-Brabant verder uit.


Intervest heeft in juni 2019 een logistieke site in Nijmegen verworven via een sale-and-leasebackovereenkomst.
Het distributiecentrum van in totaal 19.200 m² omvat 17.500 m² magazijnruimte en 1.700 m² kantoorruimte. De site is gelegen in Nijmegen op het bedrijventerrein Westkanaaldijk ten westen van het centrum van Nijmegen. Het bedrijventerrein is goed omsloten via zowel de A73 als de A50.
De logistieke site wordt integraal gehuurd door De Klok Logistics voor een onopzegbare periode van 10 jaar volgens een triple-net-regime. De Klok Logistics is een sterk groeiend Nederlands transportbedrijf dat gespecialiseerd is in goederenvervoer en opslag.
De site is aangekocht voor € 7,5 miljoen wat een brutoaanvangsrendement van 10,0% vertegenwoordigt.
Gezien de strategische topligging van het terrein, leent deze locatie zich na afloop van de huurovereenkomst uitstekend tot herontwikkeling voor (duurzame) stadsdistributie en verwerft Intervest hiermee een strategische grondpositie op lange termijn.
in Nederland
Intervest tekende begin 2018 een koopovereenkomst voor de verwerving van een terrein voor de ontwikkeling van een modern en hoogwaardig logistiek distributiecentrum van 28.000 m² op het bedrijventerrein Borchwerf I in Roosendaal. Het terrein werd, na de benodigde sloopwerkzaamheden, op 25 april 2019 bouwrijp overgedragen aan Intervest, waarna de bouwwerkzaamheden van start zijn gegaan.
De eerste paal is op 29 mei 2019 geplaatst en de oplevering van de nieuwbouw is voorzien in de loop van 2020. Met deze nieuwbouwrealisatie wordt ook de kwaliteit van de Nederlandse portefeuille verder geoptimaliseerd, gezien het gebouw aan de hoogste duurzaamheidsstandaarden voldoet en 'BREEAM Outstanding' gecertificeerd zal zijn. Het pand beschikt over doorgedreven isolatie, een fotovoltaïsche installatie, ledverlichting, gescheiden waterafvoersystemen, enz.
Intervest verwacht dat het gebouw circa € 1,4 miljoen huurinkomen op jaarbasis zal genereren. Het brutoaanvangsrendement van deze investering bedraagt circa 7,2% en komt neer op een investering van circa € 19,5 miljoen.
Gold Forum, een state-of-the-art zeer duurzaam logistiek gebouw op het bedrijvenpark Flight Forum nabij de luchthaven van Eindhoven, is op 30 januari 2020 opgeleverd en aan Intervest overgedragen voor een investeringsbedrag van € 18,9 miljoen. Deze transactie, via het afsluiten van een turnkey-koopovereenkomst, kondigde Intervest eerder1 aan.
Het prominente gebouw met opvallende goudkleurige gebogen gevel vormt één geheel met het bedrijfspand Silver Forum dat Intervest in 2018 verwierf, waardoor één logistiek complex van in totaal bijna 50.000 m² op een multimodale locatie gerealiseerd is. De ligging en configuratie van het gebouw in de Eindhovense regio, maakt dat het gebouw tevens geschikt is als stadsdistributie-magazijn.
Met deze nieuwbouwrealisatie wordt ook de kwaliteit van de Nederlandse portefeuille verder geoptimaliseerd, gezien het gebouw 'BREEAM Very Good' gecertificeerd zal zijn en uitgerust zal worden met een fotovoltaïsche installatie op het dak.
Het project is niet verhuurd maar levert onmiddellijk huurinkomsten van € 1,2 miljoen op jaarbasis op voor Intervest door de huurgarantie van 24 maanden toegekend door de verkoper. Gezien de beperkte beschikbaarheid in de Eindhovense regio en verschillende contacten met diverse kandidaat-huurders, wordt thans verwacht dat het gebouw in de loop van 2020 volledig verhuurd zal zijn.
In de loop van het derde kwartaal 2019 heeft Intervest een site in Den Bosch (Nederland) aangekocht met het oog op het aanleggen van een grondreserve voor latere herontwikkeling.
De grond is aangekocht met een verouderd gebouw voor een bedrag van € 2,3 miljoen en biedt, na het aflopen van de huur medio 2020, mogelijkheden voor herontwikkeling. Het terrein is zeer dicht bij de stad gelegen en is hierdoor uitermate geschikt voor last-milestadsdistributie. Bedoeling is om er een built-to-suitproject te realiseren van waaruit bedrijven en winkels in de stad kunnen bevoorraad worden.
Met deze vorm van slimme stadsdistributrie komt er minder zwaar vervoer van en naar de stad en kunnen winkels hun voorraden optimaal beheren. Zo draagt Intervest ook duurzaam bij aan het opvangen van de mobiliteitsproblematiek om en rond een stad.


1 Zie persbericht dd. 5 november 2018: "Intervest breidt met projectontwikkeling Gold Forum haar logistieke positie nabij de luchthaven van Eindhoven uit tot bijna 50.000 m²."
Gezien de huidige situatie op de investeringsmarkt waarbij logistiek vastgoed wordt aangeboden aan scherpe rendementen, besteedt Intervest ook aandacht aan assetrotatie voor gebouwen die niet voldoende optimaal aansluiten bij de huidige en toekomstige karakteristieken van de portefeuille.
De desinvestering van drie niet-optimale logistieke sites in België (Aartselaar, Houthalen en Oudsbergen) met een totale reële waarde van € 58 miljoen, zorgde voor een aantrekkelijke meerwaarde van € 5 miljoen.
Het logistieke gebouw in Aartselaar werd gedesinvesteerd in 2019. Dit pand is een eerder verouderd pand uit 1993, dat niet langer in de portefeuille van Intervest past. Het gebouw is in de zomer van 2019 volledig leeggekomen na het faillissement van de huurder. De verkoopprijs bedraagt € 4,3 miljoen (exclusief taksen en aankoopkosten) wat 7% hoger is dan de reële waarde van het pand op 31 december 2018.
Eind 2019 heeft Intervest nog twee logistieke sites in Houthalen en Oudsbergen gedesinvesteerd voor een nettoverkoopprijs van € 63 miljoen.
Intervest speelt door de verkoop van deze twee sites in op de hoogconjunctuur in de logistieke vastgoedmarkt en realiseert hiermee een aantrekkelijke meerwaarde van € 5 miljoen. In de eerste jaarhelft van 2019 heeft Intervest een éénmalige verbrekingsvergoeding ontvangen van € 5,9 miljoen door het vertrek van huurder Medtronic in Oudsbergen.
De logistieke sites in Houthalen en Oudsbergen, gefaseerd gebouwd tussen 1999 en 2012 met een totale verhuurbare oppervlakte van circa 105.000 m², zijn respectievelijk in 2011 en 2014 verworven door Intervest. De bezettingsgraad van deze gebouwen samen bedroeg op het moment van de verkoop 61%. Intervest heeft aan de koper een huurgarantie van maximaal 24 maanden geleverd op de bestaande leegstand in Oudsbergen ten gevolge het vertrek van huurder Medtronic.
Op het moment van de verkoop vertegenwoordigden de gebouwen 6% van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van Intervest en genereerden een jaarlijks huurinkomen van circa € 2,6 miljoen. De verkoop is afgesloten met een vennootschap die wordt gecontroleerd door de Zuid-Afrikaanse investeerder Investec Property Fund en beheerd door de Engelse fondsbeheerder Ares Management Limited.


De logistieke investeringsmarkt is erg in trek en aankoopprijzen voor logistieke sites stijgen gestaag. Intervest kijkt voor de groei van de logistieke portefeuille daarom niet louter naar acquisities an sich, maar neemt ook de mogelijkheden in overweging voor (her-)ontwikkelingen of de aanleg van grondreserves voor toekomstige uitbreidingen of herontwikkeling. Ook evoluties op het vlak van logistieke distributie bepalen mee de keuze van de aanschaf van nieuwe sites.
In België wordt verder gewerkt aan de herontwikkeling van zone B van de voormalige Ford-site in Genk.
Genk Green Logistics, een institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschap (IGVV) naar Belgisch recht, is de samenwerkingsvennootschap tussen Intervest enerzijds en Group Machiels anderzijds, die samen met ontwikkelaar MG Real Estate en DEME Environmental Contractors instaat voor de herontwikkeling van een van de meest grootschalige trimodaal ontsloten logistieke hubs in Vlaanderen.
De site is strategisch gelegen in de belangrijke logistieke corridor Antwerpen - Limburg - Luik. De terreinoppervlakte van 133 hectare en de trimodale ontsluiting via het Albertkanaal, het spoor en de nabijheid van de E314 en E313, zijn unieke troeven om Genk Green Logistics als logistieke hotspot op de kaart te zetten. Genk Green Logistics heeft in 2018 het terrein aangekocht op zone B van de
voormalige Ford-site die 42 hectare groot is. Zone A is voorzien als openbaar domein en voor gemeenschappelijke functies. Zone C is eigendom van De Vlaamse Waterweg.
Genk Green Logistics voorziet een volledig nieuwbouwproject op zone B dat zal bestaan uit een state-of-the-art logistiek complex dat na volledige ontwikkeling ruim 250.000 m² logistiek vastgoed zal omvatten. Het is de bedoeling om deze oppervlakte verdeeld over verschillende gebouwen vermoedelijk over een periode van vijf jaar gefaseerd te ontwikkelen.
Genk Green Logistics staat voor een ontwikkelingsplan met een duidelijke commerciële focus op grootschaligheid en e-commerce. Het verwacht hiermee een breed scala aan gebruikers tot de site te kunnen aantrekken, gaande van retailers t.b.v. e-commerce activiteiten, e-fulfilment dienstverleners, tot de klassieke 3PL-organisaties. De site zal ook open staan voor andere logistieke behoeftes of slimme maakindustrie.
De commercialisering van de geplande nieuwbouwontwikkeling op zone B is reeds opgestart. Hoewel De Vlaamse Waterweg in 2020 en 2021 nog sloop-, sanerings- en infrastructuurwerken op zone A zal uitvoeren, kan Genk Green Logistics gelijktijdig de nieuwbouwontwikkelingen op grote delen van zone B aanvatten. De nieuwbouw van een eerste state-of-the-art logistiek gebouw van circa 25.000 m² is begin 2020 opgestart. Genk Green Logistics wil dit eerste gebouw in 2020 operationeel hebben.

Zowel bij nieuwe verhuringen als bij verlengingen doen klanten meer en meer een beroep op het turnkey-solutionsteam van Intervest. Het turnkey-solutionsteam biedt klanten volledig op maat gemaakte interieuroplossingen. Ze werken de optimale indeling uit voor de kantoor- of logistieke ruimte, geven interieuradvies, coördineren de werken en volgen nauwgezet de vooraf bepaalde timing en het voorziene budget op. Intervest 'ontzorgt' haar huurders en de huurders maken hier in toenemende mate gebruik van.
In 2019 heeft het turnkey-solutionteam voornamelijk opdrachten uitgevoerd in het kantorensegment. En dit zowel voor nieuwe als bestaande huurders. Doorgaans ging het om allesomvattende projecten waarbij naast het ontwerp ook het meubilair is voorgesteld en de dimensionering van de technieken. Om vervolgens de aanbesteding en coördinatie te verzorgen tot aan de uiteindelijke oplevering en desgevallend de verhuis. Dit is het geval geweest voor Essity en het meeting center in Greenhouse BXL, op Mechelen Campus voor Scan Global Logistic, S.W.I.F.T. en Also en op Intercity Business Park voor Galapagos.
Bij de klanten in het logistieke segment zijn voornamelijk projecten uitgevoerd voor het herindelen en optimaliseren van de bestaande ruimtes. In enkele gevallen is ook gewerkt aan een uitbreiding en integratie met de reeds bestaande indelingen en functies. Zo is voor Care Solutions in Schelle eveneens een volledige turnkey-solutionsaanpak uitgevoerd en zijn voor Dyna Logic 11 nieuwe poorten geïnstalleerd.
Door deze aanpak kan de klant zich focussen op wat voor het bedrijf belangrijk is en zorgt een (her-) inrichting niet voor kopzorgen, integendeel. Dat is af te leiden uit de welgemeende tevredenheid van de klanten voor wie in 2019 een turnkey-solutionsproject is uitgevoerd.


Het EPRA resultaat van Intervest over 2019 bedraagt € 46,8 miljoen. Dit resultaat betekent een stijging van 50% tegenover het EPRA resultaat van € 31,2 miljoen in 2018. Het EPRA resultaat per aandeel stijgt met 17% en bedraagt € 1,91 voor 2019 tegenover € 1,63 voor 2018.
Deze stijging van het EPRA resultaat is hoofdzakelijk het gevolg van de stijging van de huurinkomsten met 38% door de groei van de vastgoedportefeuille en de éénmalig ontvangen vergoeding naar aanleiding van het vroegtijdig vertrek van huurder Medtronic, deels gecompenseerd door hogere vastgoedkosten, algemene kosten en financieringskosten als gevolg van de groei van Intervest en haar vastgoedportefeuille.
Zonder rekening te houden met de éénmalig ontvangen vergoeding van huurder Medtronic bedraagt het EPRA resultaat over 2019 € 41,1 miljoen wat een stijging van 32% betekent ten opzichte van 2018. Het onderliggend EPRA resultaat per aandeel bedraagt € 1,68 of een toename van 3% ten opzichte van 2018.
De operationele marge van de vennootschap is verbeterd met 2%-punten en stijgt van 83% op 31 december 2018 naar 85% eind 2019. Zonder de éénmalig ontvangen vergoeding van huurder Medtronic blijft de operationele marge stabiel.
De gemiddelde rentevoet van de financieringen is gedaald van 2,4% in 2018 naar 2,1% in 2019 door (her-) financieringen, (her-)onderhandelen van rente-indekkingen, het commercial-paperprogramma dat werd uitgegeven in juli 2018 en de terugbetaling van de obligatielening die op 1 april 2019 op vervaldatum is gekomen.
| Aantal aandelen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 24.516.858 | 19.176.981 |
| Resultaat per aandeel - aandeel van de Groep | ||
| Nettoresultaat (€) | 2,68 | 1,78 |
| EPRA resultaat (€) | 1,91 | 1,63 |
| Uitkeringspercentage* (%) | 80% | 86% |
| Brutodividend** (€) | 1,53 | 1,40 |
| Percentage roerende voorheffing (%) | 30% | 30% |
| Nettodividend (€) | 1,0710 | 0,9800 |
| Balansgegevens per aandeel - aandeel van de Groep | ||
| Nettowaarde (reële waarde) (€) | 21,25 | 19,62 |
| Nettoactiefwaarde EPRA (€) | 21,79 | 19,88 |
| Beurskoers op afsluitingsdatum (€) | 25,60 | 20,60 |
| Premie t.o.v. reële nettowaarde (%) | 20% | 5% |
| Schuldgraad | ||
| Schuldgraad (max 65%) | 39,0% | 43,5% |
* Intervest Offices & Warehouses is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap met een wettelijke uitkeringsverplichting van minimaal 80% van het nettoresultaat, aangepast voor niet-kasstroomelementen, gerealiseerde meer- en minderwaarden op vastgoedbeleggingen en schuldverminderingen.
** Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergadering te houden in 2020.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Huurinkomsten | 66.143 | 47.920 |
| Met verhuur verbonden kosten | -166 | -53 |
| Met beheer verbonden kosten en opbrengsten | 1.131 | 806 |
| Vastgoedresultaat | 67.108 | 48.673 |
| Vastgoedkosten | -7.529 | -6.394 |
| Algemene kosten en andere operationele opbrengsten en kosten | -3.688 | -2.725 |
| Operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille | 55.891 | 39.554 |
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 5.364 | 0 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 22.307 | 7.033 |
| Ander portefeuilleresultaat | -5.661 | -2.472 |
| Operationeel resultaat | 77.901 | 44.115 |
| Financieel resultaat (excl. variaties in reële waarde van financiële activa en passiva) |
-8.501 | -8.005 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -3.065 | -1.615 |
| Belastingen | -587 | -390 |
| NETTORESULTAAT | 65.748 | 34.105 |
| Minderheidsbelangen | -17 | -9 |
| NETTORESULTAAT - aandeel van de Groep | 65.765 | 34.114 |
| Toelichting: | ||
| EPRA resultaat | 46.820 | 31.168 |
| Portefeuilleresultaat | 22.010 | 4.561 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -3.065 | -1.615 |
De verwezenlijking van het strategisch groeiplan van Intervest eind 2018 toont zich duidelijk in de resultaten van 2019. De huurinkomsten van Intervest bedragen in 2019 € 66,1 miljoen (€ 47,9 miljoen) en stijgen hiermee met € 18,2 miljoen of een toename met 38% ten opzichte van 2018. De huurinkomsten bevatten in 2019 een éénmalig ontvangen verbrekingsvergoeding naar aanleiding van het vroegtijdig vertrek van huurder Medtronic in Oudsbergen. Deze verbrekingsvergoeding heeft een positief effect op de huurinkomsten van € 5,2 miljoen. Zonder rekening te houden met de verbrekingsvergoeding bedraagt de stijging in de huurinkomsten € 13,0 miljoen of 27%, voornamelijk het gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille en de verhuringen in het kantorensegment.
In de logistieke portefeuille bedragen de huurinkomsten € 40,5 miljoen. Zonder de verbrekingsvergoeding van Medtronic bedragen de huurinkomsten in de logistieke portefeuille € 35,3 miljoen, dit is een toename met € 7,7 miljoen of 28% ten opzichte van 2018 (€ 27,6 miljoen) als gevolg van de uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille.
In het kantorensegment stijgen de huurinkomsten met € 5,3 miljoen ten opzichte van 2018 tot € 25,6 miljoen in 2019. Dit is een stijging van 26% die voornamelijk het gevolg is van de acquisitie van het kantorencomplex Ubicenter in Leuven in december 2018 en de gerealiseerde verhuringen in Greenhouse BXL, Mechelen Campus en Intercity Business Park in de loop van 2018 en 2019.
Realisatie groeiplan in 2018 zorgt voor stijgingen in de huurinkomsten van 2019 in de logistieke vastgoedportefeuille en in de kantorenportefeuille.
De vastgoedkosten bedragen € 7,5 miljoen voor 2019 (€ 6,4 miljoen). De stijging met € 1,1 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere beheerskosten van het vastgoed als gevolg van een uitgebreider personeelsbestand door de groei van de vastgoedportefeuille.
De algemene kosten en andere operationele opbrengsten en kosten belopen € 3,7 miljoen (€ 2,7 miljoen) voor 2019. De toename van circa € 1,0 miljoen is het gevolg van hogere personeelskosten wegens het uitbreiden van het personeelsbestand voor de interne organisatie en de hogere beurstaks ("abonnementstaks") als gevolg van de kapitaalverhoging van € 99,9 miljoen in november 2018.
De toenemende huurinkomsten in combinatie met de stijging in de algemene en vastgoedkosten zorgen ervoor dat het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille in 2019 stijgt met € 16,3 miljoen of 41% tot € 55,9 miljoen (€ 39,6 miljoen). Zonder rekening te houden met het éénmalig effect van de verbrekingsvergoeding en provisies voor leegstandskosten ontvangen van Medtronic bedraagt het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille € 50,2 miljoen, een stijging van 27% ten opzichte van 2018.
De operationele marge van de vennootschap is verbeterd met 2%-punten en stijgt van 83% op 31 december 2018 naar 85% eind 2019. Zonder de éénmalig ontvangen vergoeding van huurder Medtronic, ten gevolge van het vroegtijdig vertrek, blijft de operationele marge stabiel.
gingen bevat de gerealiseerde meerwaarde van € 5,4 miljoen (verschil tussen de boekwaarde op 31 december 2018 en de verkoopprijs verminderd met alle verkoopkosten) voor de logistieke gebouwen in Aartselaar, Houthalen en Oudsbergen.
De variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen bedragen in 2019 € 22,3 miljoen (€ 7,0 miljoen). De positieve variaties in de reële waarde zijn het gevolg van:
Het ander portefeuilleresultaat bedraagt in 2019 € -5,7 miljoen (€ -2,5 miljoen) en omvat voornamelijk de voorziening voor uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen die eigendom zijn van de perimetervennootschappen van Intervest in Nederland en België.
Het financiële resultaat (excl. variaties in reële waarde van financiële activa en passiva) bedraagt in 2019 € -8,5 miljoen (€ -8,0 miljoen). De toename van de netto-interestkosten met € 0,5 miljoen of 6% is het gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille. De (her-)financieringen ter optimalisering van de financieringsstructuur zorgen samen met het commercial-paperprogramma dat werd uitgerold in juli 2018 en de terugbetaling van de obligatielening op 1 april 2019, voor een daling van de gemiddelde rentevoet van de financieringen. De gemiddelde rentevoet van de financieringen bedraagt 2,1% voor 2019 ten opzichte van 2,4% voor 2018.
De gemiddelde rentevoet van de financieringen bedraagt 2,1% inclusief bankmarges voor 2019 (2,4% in 2018).
De variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva bevatten de wijziging in marktwaarde van de interest rate swaps die conform IAS 39 niet als cash-flow hedginginstrument kunnen geklasseerd worden, voor een bedrag van € -3,1 miljoen (€ -1,6 miljoen).
Het nettoresultaat van Intervest van het boekjaar 2019 bedraagt € 65,7 miljoen (€ 34,1 miljoen) en kan opgedeeld worden in:
Voor 2019 betekent dit voor Intervest een EPRA resultaat van € 46,8 miljoen (€ 31,2 miljoen). Rekening houdend met 24.516.858 gewogen gemiddeld aantal aandelen geeft dit een EPRA resultaat per aandeel van € 1,91 ten opzichte van € 1,63 per aandeel voor 2018.
Exclusief de ontvangen vergoeding van huurder Medtronic, ten gevolge van het vroegtijdig vertrek, zou het EPRA resultaat per aandeel voor 2019 € 1,68 bedragen of een toename met 3% ten opzichte van vorig jaar, dit ondanks een stijging van het gewogen gemiddeld aantal aandelen van 28% als gevolg van de kapitaalverhoging van november 2018 en het keuzedividend in mei 2019.
Voor 2019 zal aan de aandeelhouders een brutodividend van € 1,53 aangeboden worden1 (€ 1,40 voor 2018). Dit komt neer op een pay-out ratio van 80%2 van het EPRA resultaat. Op basis van de slotkoers op 31 december 2019 (€ 25,60) biedt dit de aandeelhouders een brutodividendrendement van 6,0%.
1 Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergadering te houden in 2020.
2 Intervest Offices & Warehouses is een gereglementeerde vastgoedvennootschap met een wettelijke uitkeringsverplichting van minimaal 80% van het nettoresultaat, aangepast voor niet-kasstroomelementen, gerealiseerde meer- en minderwaarden op vastgoedbeleggingen en schuldverminderingen.
| in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|
| ACTIVA | ||
| Vaste activa | 894.262 | 867.582 |
| Vlottende activa | 24.601 | 19.582 |
| Totaal activa | 918.863 | 887.164 |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | ||
| Eigen vermogen | 524.433 | 477.208 |
| Kapitaal | 222.958 | 219.605 |
| Uitgiftepremies | 173.104 | 167.883 |
| Reserves | 62.032 | 55.015 |
| Nettoresultaat van het boekjaar | 65.765 | 34.114 |
| Minderheidsbelangen | 574 | 591 |
| Verplichtingen | 394.430 | 409.956 |
| Langlopende verplichtingen | 274.065 | 297.951 |
| Kortlopende verplichtingen | 120.365 | 112.005 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 918.863 | 887.164 |
De vaste activa bestaan voornamelijk uit de vastgoedbeleggingen van Intervest. De reële waarde van de vastgoedportefeuille is in 2019 toegenomen met circa € 26 miljoen door waardestijging van de portefeuille (€ 22 miljoen), investeringen in de bestaande portefeuille (€ 8 miljoen) en assetrotatie.
De reële waarde van de vastgoedportefeuille bedraagt op 31 december 2019 € 893 miljoen (€ 867 miljoen). Onderliggend heeft de reële waarde van de vastgoedportefeuille in 2019 volgende evoluties gekend:
De vlottende activa bedragen € 25 miljoen (€ 20 miljoen) en bestaan hoofdzakelijk voor € 12 miljoen uit handelsvorderingen waarvan € 10 miljoen vooruitfacturaties voor het eerste kwartaal van 2020, € 6 miljoen uit belastingvorderingen en andere vlottende activa, € 2 miljoen uit liquide middelen en € 5 miljoen uit overlopende rekeningen.
Het eigen vermogen van de vennootschap is in 2019 toegenomen met € 47 miljoen of 10% en bedraagt op 31 december 2019 € 524 miljoen (€ 477 miljoen op 31 december 2018), vertegenwoordigd door 24.657.003 aandelen (24.288.997 aandelen op 31 december 2018). Deze toename komt hoofdzakelijk voort uit de combinatie van:
Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is in 2019 door deze kapitaalverhogingen gestegen met € 4 miljoen tot € 225 miljoen (€ 221 miljoen). De rubriek kapitaal bevat eveneens € 2 miljoen kosten voor de kapitaalverhoging van november 2018. De uitgiftepremies stijgen met € 5 miljoen tot € 173 miljoen (€ 168 miljoen).
De reserves van de vennootschap bedragen € 62 miljoen (€ 55 miljoen) en bestaan voornamelijk uit:
Op 31 december 2019 bedraagt de nettowaarde (reële waarde) van het aandeel € 21,25 tegenover € 19,62 op 31 december 2018. De EPRA NAW per aandeel bedraagt € 21,79 op 31 december 2019. Dit betekent een stijging van € 1,91 tegenover een EPRA NAW per aandeel van € 19,88 op 31 december 2018 voornamelijk als gevolg van de EPRA resultaatgeneratie en de waardestijging van de vastgoedportefeuille en deels gecompenseerd door de dividenduitkering over het boekjaar 2018.

Aangezien de beurskoers van het Intervest aandeel (INTO) op 31 december 2019 € 25,60 is, noteert het aandeel op afsluitdatum met een premie van 20% ten opzichte van de reële nettowaarde.
De langlopende verplichtingen bedragen € 274 miljoen (€ 298 miljoen) en bevatten:
De kortlopende verplichtingen bedragen € 120 miljoen (€ 112 miljoen) en bestaan hoofdzakelijk voor € 88 miljoen (€ 87 miljoen) uit kortlopende financiële schulden (€ 23 miljoen bankleningen en een commercial paper van € 65 miljoen), voor € 12 miljoen uit handelsschulden en andere kortlopende schulden en verplichtingen en voor € 19 miljoen uit overlopende rekeningen.

Het financieringsbeleid van Intervest is gericht op het optimaal financieren van de groeistrategie van de vennootschap. Hierbij wordt een evenwichtige verhouding van schulden en eigen vermogen nagestreefd, waarbij het de bedoeling is om de schuldgraad tussen 45% en 50% te behouden. Intervest zorgt voor voldoende beschikbare middelen om de lopende projecten te financieren en om te kunnen ingaan op groeiopportuniteiten. Een goede diversificatie van verschillende financieringsbronnen wordt beoogd, alsook een adequate spreiding van de vervaldagen van de financieringen waardoor Intervest ook in 2019 afsluit met een solide kapitaalstructuur. Intervest besteedt blijvend aandacht aan het actief beheer van de financiële risico's waaronder renterisico, liquiditeitsrisico en financieringsrisico.
In 2019 heeft Intervest haar financieringsportefeuille uitgebreid en verder gediversifieerd door de volgende acties:
• het afsluiten van een bijkomende interest rate swap voor een notioneel bedrag van € 15 miljoen met een looptijd van 5 jaar.
Deze (her)financieringen, rente-indekkingen en optimalisaties hebben er voor gezorgd dat de gemiddelde financieringskost van Intervest verlaagd is van 2,4% in 2018 naar 2,1% in 2019. De indekkingsratio bedraagt 97% op 31 december 2019.
Deze (her-)financieringen tonen het vertrouwen van de financiële instellingen in Intervest en haar strategie aan. Ze hebben geleid tot een adequate spreiding van de vervaldagenkalender van de langetermijnfinancieringen tussen 2020 en 2026, met oog voor evenwicht tussen kostprijs, looptijd en diversifiëring van de financieringsbronnen.
Op jaareinde 2019 beschikt Intervest over een buffer van € 186 miljoen aan niet-gebruikte kredietlijnen beschikbaar voor de financiering van projectontwikkelingen en toekomstige acquisities en de dividendbetaling in mei 2020. Daarnaast komt in het eerste kwartaal van 2020 € 33 miljoen aan kredietlijnen op vervaldatum.
De schuldgraad van de vennootschap bedraagt 39,0% op 31 december 2019 (43,5% op 31 december 2018). De afname met 4,5%-punten is voornamelijk het gevolg van de waardestijging in de logistieke portefeuille en de desinvestering van drie logistieke sites in België op jaareinde 2019.
Door deze beperkte schuldgraad van 39% op 31 december 2019 kan er nog circa € 200 miljoen geïnvesteerd worden met vreemd vermogen alvorens de bovenkant van de strategische bandbreedte van 45%-50% te bereiken.

Overige kenmerken van de financiële structuur op jaareinde 2019 zijn:
• ratio van 6,6 voor 2019 (4,9 voor 2018).
43,5% op 31 december 2018
€ 186 miljoen Ongebruikte kredietlijnen
€ 113 miljoen op 31 december 2018
2,4% op 31 december 2018
84% op 31 december 2018
Op 31 december 2019 zijn 81% van de beschikbare kredietlijnen van Intervest langetermijnkredietlijnen en 19% kortetermijnkredietlijnen.
De kortetermijnkredietlijnen (€ 106 miljoen) bestaan uit:
Het is de strategie van Intervest om de gemiddelde looptijd van de langetermijnkredietlijnen tussen 3,5 en 5 jaar te houden maar hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen.
In 2019 heeft Intervest verder gewerkt aan de optimalisatie van de spreiding van de vervaldagen van haar kredietlijnen door:
De gewogen gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietlijnen is licht afgenomen van 4,4 jaar op 31 december 2018 naar 4,0 jaar op 31 december 2019.
Op 31 december 2019 beschikt de vennootschap over € 186 miljoen niet-opgenomen gecommitteerde kredietlijnen bij haar financiers. Deze zullen in de loop van 2020 gebruikt worden voor de financiering van lopende projectontwikkelingen, toekomstige acquisities en de dividendbetaling in mei 2020. Daarnaast komt in het eerste kwartaal van 2020 € 33 miljoen aan kredietlijnen op vervaldatum.
Intervest houdt een strakke thesauriepositie aan zodat de positie van contanten bij een financiële instelling in principe vrij beperkt is en het overschot aan cash aangewend wordt ter afbouw van de financiële schulden. De cashpositie van de vennootschap bedraagt slechts € 2,2 miljoen op 31 december 2019.
Op 31 december 2019 geeft de vervaldagenkalender van de kredietlijnen het in de grafiek getoonde beeld.

Gezien de aanhoudende lage rentevoeten op de financiële markten heeft Intervest haar indekkingsstrategie aangescherpt. Bij de samenstelling van de kredietportefeuille streeft Intervest naar een strategie om een indekkingsratio van minstens 80% aan te houden.
Op 31 december 2019:
Van de opgenomen kredietlijnen op 31 december 2019 heeft 97% een vaste rentevoet of is gefixeerd door renteswaps en heeft 3% een variabele rentevoet.
Op 31 december 2019 bestaat 59% van de kredietlijnen van de vennootschap uit financieringen met een vaste rentevoet of financieringen gefixeerd door middel van interest rate swaps, 41% heeft een variabele rentevoet. Het procentuele verschil met de opgenomen kredietlijnen is het gevolg van de beschikbare kredietlijnen.
Op 31 december 2019 is de gewogen gemiddelde rentevoet van de interest rate swaps 0,5% (0,6% in 2018).
De vervaldagenkalender van de indekkingsinstrumenten en financieringen met vaste rentevoet geeft onderstaand beeld:

Ontwikkelingen in 2019:
Op 31 december 2019 is de gewogen gemiddelde resterende looptijd van de interest rate swaps 4,4 jaar (4,2 in 2018).
De rentevoeten op de kredieten van de vennootschap (interest rate swaps en kredieten met vaste rentevoet) liggen op 31 december 2019 vast voor een gewogen gemiddelde resterende looptijd van 4,2 jaar (3,7 in 2018).
Voor het boekjaar 2019 bedraagt het effect op het EPRA resultaat van een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 1% ongeveer € 0,6 miljoen negatief (€ 0,6 miljoen negatief in 2018).
Voor het boekjaar 2019 bedraagt de gemiddelde rentevoet van de financieringen van Intervest 2,1% inclusief bankmarges (2,4% in 2018). Deze daling is voornamelijk het gevolg van de (her-)financieringen, rente-indekkingen en optimalisaties.

De interestcover ratio is de verhouding tussen het operationeel resultaat, voor het resultaat op de portefeuille, en het financieel resultaat (exclusief variaties in reële waarde van financiële activa en passiva). Deze ratio bedraagt voor Intervest 6,6 voor het boekjaar 2019 (4,9 voor het boekjaar 2018) wat hoger is dan het vereiste minimum 2 tot 2,5 dat als convenant vastgelegd is in de financieringsovereenkomsten van de vennootschap.

31.12.10 31.12.11 31.12.12 31.12.13 31.12.14 31.12.15 31.12.16 31.12.17 31.12.18 31.12.19

De schuldgraad van de vennootschap bedraagt 39% op 31 december 2019 (43,5% op 31 december 2018). De afname met 4,5%-punten ten opzichte van 31 december 2018 is voornamelijk het gevolg van de waardestijging in de logistieke portefeuille en de desinvestering van drie logistieke sites in België op jaareinde 2019.
Om een proactief beleid van de schuldgraad te waarborgen, dient een GVV met een schuldgraad hoger dan 50%, als gevolg van artikel 24 van het GVV-KB, een financieel plan op te stellen. Dit plan bevat een uitvoeringsschema waarin een beschrijving wordt gegeven van de maatregelen die zullen worden genomen om te verhinderen dat de schuldgraad boven 65% van de geconsolideerde activa zou stijgen.

Het beleid van Intervest bestaat uit het trachten te handhaven van een schuldgraad tussen 45% en 50% tenzij een duidelijke oververhitting van de logistieke vastgoedmarkt de reële waarde van de vastgoedportefeuille aanzienlijk zou doen stijgen. Dan zal de bandbreedte voorzichtigheidshalve neerwaarts bijgesteld worden naar 40-45%.
Op basis van de huidige schuldgraad van 39% per 31 december 2019 heeft Intervest nog een bijkomend investeringspotentieel van circa € 680 miljoen, zonder hierbij de maximale schuldgraad van 65% te overschrijden. De ruimte voor verdere investeringen bedraagt circa € 485 miljoen alvorens de 60% schuldgraad te overschrijden en circa € 200 miljoen tot de drempel van 50%. De waarderingen van de vastgoedportefeuille hebben eveneens een impact op de schuldgraad. Rekening houdend met de huidige kapitaalstructuur zou de maximale schuldgraad van 65% pas overschreden worden bij een mogelijke waardedaling van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur van ongeveer € 367 miljoen of 43% ten opzichte van het vastgoed beschikbaar voor verhuur van € 860 miljoen op 31 december 2019. Bij gelijkblijvende lopende huren betekent dit een stijging van de yield, gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuur, met gemiddeld 5,3%-punten (van 7,2% gemiddeld naar 12,5% gemiddeld). Bij gelijkblijvende yield, gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van het vastgoed, betekent dit een daling van de lopende huren met € 26,3 miljoen of 43%.
Intervest is hier van oordeel dat de huidige schuldgraad zich op een aanvaardbaar niveau bevindt en voldoende marge biedt om eventuele waardedalingen van het vastgoed op te vangen.
Deze inschatting kan echter beïnvloed worden door het zich voordoen van onvoorziene gebeurtenissen. In dit opzicht wordt specifiek verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren.
De kredietportefeuille van Intervest is gespreid over tien Europese financiële instellingen en obligatiehouders.
Intervest onderhoudt handelsrelaties met:
De raad van bestuur stelt voor om het resultaat van het boekjaar 2019 van Intervest Offices & Warehouses nv als volgt te bestemmen.
in duizenden €
| Nettoresultaat van het boekjaar 2019* | |
|---|---|
| TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES | |
| Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties in de reële waarde** van vastgoed: |
|
| • Boekjaar |
-19.901 |
| • Vorige boekjaren |
10.121 |
| • Realisatie vastgoed |
-3.923 |
| Toevoeging aan de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen |
1.814 |
| Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
3.065 |
| Toevoeging aan de andere reserve | -10.121 |
| Toevoeging aan overgedragen resultaten van vorige boekjaren | -9.095 |
| Vergoeding van het kapitaal | 37.725 |
* De huidige winstverdeling is gebaseerd op de enkelvoudige cijfers
(zie 8.4 Bijlagen bij de enkelvoudige jaarrekening in het Financieel verslag).
** Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
Aan de aandeelhouders wordt voor het boekjaar 2019 een brutodividend aangeboden van € 1,53 per aandeel. Dit komt neer op een nettodividend van € 1,071 na aftrek van 30% roerende voorheffing.
Rekening houdend met 24.657.003 aandelen die zullen delen in het resultaat van het boekjaar 2019, betekent dit een uit te keren dividend van € 37.725.215.
De uitkering van het EPRA resultaat is conform de GVV-Wet. Het dividend is betaalbaar vanaf 27 mei 2020.
EPRA is de European Public Real Estate Association die aanbevelingen formuleert om de transparantie en consistentie van financiële rapportering te verhogen, de zogenaamde BPR of Best Practices Recommendations. In december 2014 heeft EPRA's Reporting and Accounting Committee de geactualiseerde EPRA Best Practices Recommendations ('BPR')2 gepubliceerd. Deze BPR bevatten de aanbevelingen betreffende de bepaling van belangrijke prestaties-indicatoren voor de prestaties van de vastgoedportefeuille. Intervest onderschrijft het belang van standaardisering van de rapportage van prestatie-indicatoren uit oogpunt van vergelijkbaarheid en verbetering van de kwaliteit van de informatie aan beleggers en andere gebruikers van het jaarverslag. Om deze reden heeft Intervest er voor gekozen om de belangrijkste prestatie-indicatoren op te nemen in een apart hoofdstuk van het jaarverslag.
Het Jaarverslag 2018 van Intervest sleepte opnieuw een EPRA Gold Award in de wacht tijdens de jaarlijkse conferentie van de European Real Estate Association. Het is de vijfde keer op rij dat Intervest voor haar jaarverslag een Gold Award mocht ontvangen van deze toonaangevende vereniging die pleit voor een verbetering van transparantie en consistentie in financiële rapportering.
Het volgen van de EPRA BPR-richtlijnen verschaft stakeholders in de vastgoedsector transparantie en een kader van vergelijkbaarheid en wordt erg gewaardeerd in de sector zoals blijkt uit het volledig rapport over de EPRA Awards, te raadplegen op www.epra.com.

1 Deze cijfergegevens werden niet geauditeerd door de commissaris met uitzondering van het EPRA resultaat, de EPRA NAW en de EPRA NNNAW.
2 Het verslag kan geraadpleegd worden op de website van EPRA: www.epra.com.
De commissaris heeft nagegaan of het "EPRA resultaat", de "EPRA NAW" en "EPRA NNNAW" ratio's berekend zijn volgens de definities van de EPRA BPR van december 2014, en of de financiële gegevens die voor de berekening van deze ratio's worden gebruikt, overeenstemmen met de boekhoudgegevens van de geconsolideerde financiële staten.
| Tabel | EPRA-indicatoren | Definities EPRA* | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |
|---|---|---|---|---|---|
| 1 | EPRA resultaat | Resultaat afkomstig van de strate gische operationele activiteiten. |
in duizenden € | 46.820 | 31.168 |
| Doelstelling: meet het resultaat van de strategische operationele activiteiten, met uitsluiting van (i) de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges), en (ii) het portefeuilleresultaat (de al dan niet gerealiseerde winst of verlies op vastgoedbeleggingen). |
|||||
| €/aandeel | 1,91 | 1,63 | |||
| 2 | EPRA NAW | Netto Actief Waarde (NAW) aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en met uitsluiting van bepaalde elementen die niet kaderen in een financieel model van vastgoedinvesteringen op lange termijn. |
in duizenden € | 537.261 | 482.981 |
| Doelstelling: na aanpassingen aan de nettowaarde (reële waarde) voorziet de EPRA NAW de aandeelhouder met relevante informatie over de reële waarde van activa en passiva binnen een vastgoedvennootschap met een langetermijnstrategie. |
|||||
| €/aandeel | 21,79 | 19,88 | |||
| 3 | EPRA NNNAW | EPRA NAW aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de financiële instrumenten, de schulden en de uitgestelde belastingen. |
in duizenden € | 521.177 | 473.394 |
| Doelstelling: na aanpassingen aan de EPRA NAW voorziet de EPRA NNNAW de aandeelhouder met relevante informatie over de reële waarde van activa en passiva binnen een vastgoed vennootschap. |
|||||
| €/aandeel | 21,14 | 19,49 | |||
| 4 | (i) EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) |
Geannualiseerde brutohuurinkomsten op basis van de contractuele huren op afsluitingsdatum van de jaarrekeningen, met uitsluiting van de vastgoedkosten, gedeeld door de marktwaarde van de portefeuille verhoogd met de geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen. Doelstelling: een indicator om vast goedportefeuilles te vergelijken op basis van rendement. |
5,9% | 6,2% |
| Tabel | EPRA-indicatoren | Definities EPRA* | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|---|---|
| (ii) EPRA aangepast NIR |
Deze ratio voert een correctie uit op de EPRA NIR voor de afloop van huurvrije periodes (of andere niet-vervallen huurincentives zoals een huurperiode met korting en getrapte huurprijzen). |
6,1% | 6,4% | |
| Doelstelling: een indicator om vast goedportefeuilles te vergelijken op basis van rendement. |
||||
| 5 | EPRA huurleegstands percentage |
Geschatte huurwaarde (GHW) van leegstaande oppervlakte, gedeeld door de GHW van de totale portefeuille. |
6,8% | 6,7% |
| Doelstelling: meet de leegstand van de portefeuille vastgoedbeleggingen op basis van de GHW (ERV). |
||||
| 6 | EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten) |
EPRA kosten (inclusief directe leegstandskosten) gedeeld door de brutohuurinkomsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
15,5% | 17,4% |
| Doelstelling: meet betekenisvolle veranderingen in de algemene en operationele kosten van de vennoot schap. |
||||
| EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten) |
EPRA kosten (exclusief directe leeg standskosten) gedeeld door de bruto huurinkomsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
14,5% | 16,2% | |
| Doelstelling: meet betekenisvolle veranderingen in de algemene en operationele kosten van de vennoot schap zonder effect van wijzigingen in leegstandskosten. |
* Bron: EPRA Best Practices (www.epra.com).
| in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat IFRS (groepsaandeel) | 65.765 | 34.114 |
| Aanpassingen voor de berekening van het EPRA resultaat | ||
| Uit te sluiten: | ||
| I. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
-22.307 | -7.033 |
| II. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen |
-5.364 | 0 |
| VI. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva |
3.065 | 1.615 |
| Ander portefeuilleresultaat | 5.661 | 2.472 |
| EPRA resultaat (groepsaandeel) | 46.820 | 31.168 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen | 24.516.858 | 19.176.981 |
| EPRA resultaat (€/aandeel) (groepsaandeel) | 1,91 | 1,63 |
Het EPRA resultaat over 2019 bedraagt € 46,8 miljoen, dit betekent een stijging van 50% tegenover 2018. Het EPRA resultaat per aandeel stijgt met 17% en bedraagt € 1,91 voor 2019 tegenover € 1,63 voor 2018. Deze stijging is hoofdzakelijk het gevolg van de stijging van de huurinkomsten door de groei van de vastgoedportefeuille en de éénmalig ontvangen vergoeding naar aanleiding van het vroegtijdig vertrek van huurder Medtronic, deels gecompenseerd door hogere vastgoedkosten, algemene kosten en financieringskosten gerelateerd aan de groei van Intervest en haar vastgoedportefeuille.
Exclusief de éénmalig ontvangen vergoeding van huurder Medtronic stijgt het EPRA resultaat over 2019 met 32% tot € 41,1 miljoen. Het onderliggend EPRA resultaat per aandeel stijgt met 3% en bedraagt € 1,68 voor boekjaar 2019.
| in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|
| Nettoactiefwaarde (groepsaandeel) | 523.859 | 476.617 |
| Nettoactiefwaarde/aandeel (€) (groepsaandeel) | 21,25 | 19,62 |
| Verwaterde nettowaarde na effect van de lichting van opties, converteerbare schulden en andere eigen-vermogensinstrumenten |
523.859 | 476.617 |
| Uit te sluiten: | ||
| IV. Reële waarde van financiële instrumenten |
6.492 | 3.456 |
| V.a Uitgestelde belastingen |
6.910 | 2.908 |
| EPRA NAW (groepsaandeel) | 537.261 | 482.981 |
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.657.003 | 24.288.997 |
| EPRA NAW/aandeel (€) (groepsaandeel) | 21,79 | 19,88 |
| Toe te voegen: | ||
| I. Reële waarde van financiële instrumenten |
-6.492 | -3.456 |
| II. Herwaarderingen van de reële waarde van financieringen met vaste rentevoet |
-2.682 | -3.223 |
| III. Uitgestelde belastingen |
-6.910 | -2.908 |
| EPRA NNNAW (groepsaandeel) | 521.177 | 473.394 |
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.657.003 | 24.288.997 |
| EPRA NNNAW/aandeel (€) (groepsaandeel) | 21,14 | 19,49 |
De EPRA NAW per aandeel bedraagt op 31 december 2019 € 21,79. Dit betekent een stijging van € 1,91 tegenover € 19,88 per 31 december 2018 voornamelijk als gevolg van de combinatie van de EPRA resultaatgeneratie, de waardestijging van de vastgoedportefeuille en de dividenduitkering over het boekjaar 2018.
De EPRA NNNAW per aandeel bedraagt op 31 december 2019 € 21,14 in vergelijking met € 19,49 op 31 december 2018.
| in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor verkoop | 892.813 | 866.504 |
| Uit te sluiten: | ||
| Projectontwikkelingen met het oog op verhuring | 33.300 | 5.615 |
| Vastgoed beschikbaar voor verhuring | 859.513 | 860.889 |
| Toe te voegen: | ||
| Geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
30.214 | 28.401 |
| Investeringswaarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuring - inclusief recht van gebruik gehouden vastgoed (B) |
889.727 | 889.290 |
| Geannualiseerde brutohuurinkomsten | 59.438 | 62.004 |
| Uit te sluiten: | ||
| Vastgoedkosten* | -7.141 | -7.090 |
| Geannualiseerde nettohuurinkomsten (A) | 52.297 | 54.914 |
| Aanpassingen: | ||
| Huur bij afloop van huurvrije periodes of andere huurkortingen | 2.075 | 1.631 |
| Geannualiseerde 'topped-up' nettohuurinkomsten (C) | 54.372 | 56.545 |
| (in %) | ||
| EPRA NETTO INITIEEL RENDEMENT (A/B) | 5,9% | 6,2% |
| EPRA AANGEPAST NETTO INITIEEL RENDEMENT (C/B) | 6,1% | 6,4% |
* De perimeter van de uit te sluiten vastgoedkosten voor de berekening van het EPRA Netto Initieel Rendement wordt vastgelegd in de EPRA Best Practices en stemt niet overeen met de "Vastgoedkosten" zoals ze in de geconsolideerde IFRS-rekeningen worden voorgesteld.
Het EPRA Netto Initieel Rendement en het EPRA Aangepast Netto Initieel Rendement op 31 december 2019 dalen ten opzichte van 31 december 2018 als gevolg van de desinvesteringen in 2019 en een toename in de reële waarde van de bestaande logistieke portefeuille als gevolg van het aanscherpen van de rendementen in het logistieke segment.
| Segment | Verhuurbare oppervlakte |
Geschatte huurwaarde (ERV) voor de leegstand |
Geschatte huurwaarde (ERV) |
EPRA huurleeg stand |
EPRA huurleeg stand |
|---|---|---|---|---|---|
| (in duizenden m²) |
(in duizenden €) | (in duizenden €) | (in %) | (in %) | |
| 31.12.2019 | 31.12.2018 | ||||
| Kantoren | 238 | 3.049 | 30.233 | 10% | 12% |
| Logistiek vastgoed België | 474 | 1.199 | 20.405 | 6% | 3% |
| Logistiek vastgoed Nederland |
234 | 0 | 11.654 | 0% | 0% |
| Totaal vastgoed beschik baar voor verhuring |
946 | 4.248 | 62.292 | 7% | 7% |
Het EPRA huurleegstandspercentage op 31 december 2019 is stabiel gebleven. Het EPRA huurleegstandspercentage van de kantorenportefeuille daalt met 2%-punten als gevolg van de nieuwe verhuringen en uitbreidingen in Mechelen. In de logistieke portefeuille is het EPRA huurleegstandspercentage toegenomen met 3%-punten in België, voornamelijk door het vertrek van huurder Fiege in Puurs. In de logistieke portefeuille in Nederland is er geen leegstand.
| in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|
| Administratieve en operationele uitgaven (IFRS) | 10.252 | 8.366 |
| Met verhuur verbonden kosten | 166 | 53 |
| Recuperatie van vastgoedkosten | -707 | -729 |
| Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling |
774 | 529 |
| Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | -1.198 | -606 |
| Vastgoedkosten | 7.529 | 6.394 |
| Algemene kosten | 3.777 | 2.749 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | -89 | -24 |
| Uit te sluiten: | ||
| Vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht | -8 | -12 |
| EPRA kosten (inclusief leegstandskosten) (A) | 10.244 | 8.353 |
| Leegstandskosten | -672 | -587 |
| EPRA kosten (exclusief leegstandskosten) (B) | 9.572 | 7.766 |
| Huurinkomsten verminderd met vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht (C) |
66.135 | 47.907 |
| (in %) | ||
| EPRA kost ratio (inclusief leegstandskosten) (A/C) | 15,5% | 17,4% |
| EPRA kost ratio (exclusief leegstandskosten) (B/C) | 16,6% | 16,2% |
De EPRA kost ratio per 31 december 2019 is gedaald ten opzichte van 31 december 2018, als gevolg van de ontvangen verbrekingsvergoeding van huurder Medtronic. Zonder rekening te houden met de ontvangen verbrekingsvergoeding van huurder Medtronic blijft de EPRA kost ratio op hetzelfde niveau.
| in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segment | Gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille gedurende twee jaar |
Acquisities & ontwik kelingen |
Desinves teringen |
Totale netto huur inkomsten |
Gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille gedurende twee jaar |
Evolutie nettohuur inkomsten |
Evolutie nettohuur inkomsten (in %) |
| Kantoren | 21.350 | 4.274 | 0 | 25.624 | 20.161 | 1.189 | 6% |
| Wijzigingen ten gevolge van indexatie | 355 | 2% | |||||
| Wijzigingen in de bezettingsgraad | 536 | 3% | |||||
| Wijzigingen door heronderhandeling met bestaande huurders of nieuwe huurders | 58 | 0% | |||||
| Wijziging in ontvangen schadevergoedingen | 115 | 1% | |||||
| Wijzigingen Greenhouse | 137 | 1% | |||||
| Andere wijzigingen | -12 | 0% | |||||
| Logistiek | 21.646 | 10.474 | 8.399 | 40.519 | 21.089 | 557 | 3% |
| Wijzigingen ten gevolge van indexatie | 374 | 2% | |||||
| Wijzigingen in de bezettingsgraad | 347 | 2% | |||||
| Wijzigingen door heronderhandeling met bestaande huurders of nieuwe huurders | -71 | 0% | |||||
| Wijzigingen ingevolge kortingen op tijdelijke terbeschikkingstelling | 0 | 0% | |||||
| Wijzigingen in ontvangen schadevergoedingen | 0 | 0% | |||||
| Andere wijzigingen | -93 | 0% | |||||
| TOTAAL HUURINKOMSTEN bij gelijkblijvende samenstelling |
42.996 | 14.748 | 8.399 | 66.143 | 41.250 | 1.746 | 4% |
| Reconciliatie met de geconsolideerde netto huurinkomsten | |||||||
| Met verhuur verbonden kosten | -166 | ||||||
| NETTOHUURRESULTAAT | 65.977 |
Bovenstaande tabel geeft de evolutie van de EPRA huurinkomsten weer bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille. Dit wil zeggen dat de extra huurinkomsten ontvangen als gevolg van de acquisitie van zeven logistieke gebouwen en één kantoorgebouw in 2018 en de huurinkomsten van de drie logistieke sites die gedesinvesteerd werden in 2019 niet worden opgenomen in de vergelijkingsbasis. Ook de extra huurinkomsten als gevolg van de acquisitie van drie logistieke gebouwen en de oplevering van het project in Greenhouse BXL in 2019 worden buiten beschouwing gelaten.
De like for like van de EPRA huurinkomsten vertoont voor de kantorenportefeuille een stijging van 6%. Dit is voornamelijk een gevolg van nieuwe verhuringen in leegstaande ruimtes in onder andere Mechelen Campus en Intercity Business Park in de loop van 2018 en 2019 en het indexeren van de bestaande contracten. De like for like van de EPRA huurinkomsten in de logistieke portefeuille vertoont een stijging van 3%, als gevolg van het indexeren van de lopende huurcontracten en verhuringen in Boom en Mechelen Oude Baan, gedeeltelijk gecompenseerd door extra leegstand in Puurs.
| in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Kantoren | Logistiek | Kantoren | Logistiek | ||
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 0 | 23.953 | 33.723 | 111.715 | |
| Investeringen in projectontwikkelingen | 0 | 29.594 | 0 | 3.828 | |
| Verwerving van aandelen in vastgoed vennootschappen |
0 | 0 | 0 | 37.190 | |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 0 | -57.665 | 0 | 0 | |
| Like-for-like portefeuille* | 6.803 | 1.317 | 9.158 | 1.089 | |
| Totaal | 6.803 | -2.801 | 42.881 | 153.822 |
* De investeringsuitgaven vermeld bij de "Like-for-like portefeuille" betreffen investeringen en uitbreidingen in gebouwen in bezit van de vennootschap op 1 januari 2018 en nog steeds in het bezit zijn op 31 december 2019.
In de logistieke portefeuille werden in 2019 twee logistieke sites in Nederland voor een bedrag van € 24 miljoen gekocht. Er werd €30 miljoen geïnvesteerd in projectontwikkelingen, voornamelijk in Genk Green Logistics, Gold Forum (NL) en Roosendaal Braak (NL). Verder werden de logistieke sites in Aartselaar, Houthalen en Oudsbergen met een reële waarde van € 58 miljoen gedesinvesteerd.
De investeringsuitgaven in de bestaande kantorenportefeuille van € 6,8 miljoen betreffen voornamelijk uitgaven met betrekking tot de herontwikkeling van Greenhouse BXL. In de logistieke portefeuille werd € 1,3 miljoen geïnvesteerd in de bestaande portefeuille, waarvan de meerderheid voor Belgische portefeuille.
De permanente evoluties op de vastgoed- en de financiële markten maken dat Intervest haar strategie en aanpak jaarlijks zorgvuldig opvolgt en verfijnt zonder daarbij aan de essentie te raken.
Intervest heeft haar investeringsstrategie in 2019 verder geïmplementeerd en heeft daarbij naast groei ook aandacht besteed aan het aanleggen van grondreserves en aan assetrotatie van logistieke sites en kantoorgebouwen die niet voldoende aansluiten op de toekomstige karakteristieken van de markt.
Intervest zal in 2020 en 2021 deze aanpak onverminderd verderzetten met de heroriëntering van haar kantorenportefeuille en de uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille.
In 2020 zal Intervest verder streven naar groei waarbij er aandacht zal besteed worden aan waardecreatie, zowel in de bestaande vastgoedportefeuille als bij nieuwe acquisities en projectontwikkelingen.
Gezien de grote belangstelling van investeerders voor de logistieke investeringsmarkt en de relatief hoge prijzen die daarvan het gevolg zijn, zullen acquisities in de logistieke portefeuille, net zoals in 2019, bestaan uit een gezonde mix van "duurdere" afgewerkte gebouwen met kwaliteitsvolle huurders met langetermijnhuurovereenkomsten en ontwikkelingen van vastgoedsites, al dan niet volledig voorverhuurd. Deze laatste genereren
een hoger rendement in de portefeuille, waarbij uiteraard de hiermee verbonden bouw- en ontwikkelingsrisico's nauwlettend in het oog gehouden zullen worden.
Om deze ontwikkelingen te realiseren, zal Intervest grondreserves aanleggen, voornamelijk in de buurt van haar reeds bestaande clusters in België en Nederland.
Recente ontwikkelingen in het logistieke landschap zoals lastmile-stadsdistributie en impact op het klimaat bieden opportuniteiten voor het ontwikkelen van logistieke sites die hiermee rekening houden.
De verhouding van de beide vastgoedsegmenten in de portefeuille bedraagt op 31 december 2019 61% logistiek vastgoed en 39% kantoorgebouwen. Naar de toekomst toe zal de groei van de vastgoedportefeuille zich voornamelijk realiseren in het logistieke vastgoed, zowel in België als in Nederland. De kantoorgebouwen zullen evenwel steeds een essentieel deel van de portefeuille uitmaken.
Op 31 december 2019 heeft Intervest twee projectontwikkelingen in Nederland (zie 1.3). Gold Forum, het project in Eindhoven, is intussen op 30 januari 2020 opgeleverd1 . Het betreft een zeer duurzame ontwikkeling van 21.000 m², aansluitend op Silver Forum, de site die Intervest sinds juni 2018 in portefeuille heeft. De projectontwikkeling in Roosendaal Borchwerf I, een logistiek complex van 24.100 m² opslagruimte, 3.200 m² mezzanine en 600 m² kantoren, zal in de loop van 2020 opgeleverd worden

1 Zie persbericht 30 januari 2020: "Intervest verwerft het prominente logistieke pand Gold Forum in Eindhoven".
Het project Genk Green Logistics, dat in belangrijke mate zal bijdragen aan de toekomstige realisatie van het groeiplan van Intervest, zal in 2020 verder uitgewerkt worden. Intervest zal de commercialisatie van de site van in totaal 250.000 m² logistiek vastgoed die volop aan de gang is, voortzetten. De nieuwbouw van een eerste state-of-the-art logistiek gebouw van 25.000 m² is begin 2020 gestart en zal in de loop van 2020 afgewerkt zijn.
In de loop van het eerste kwartaal van 2020 heeft Intervest in Venlo1 , Nederland, een portfolio van drie bestaande gebouwen en een optie op een grondpositie verworven. Deze grondpositie kan in de toekomst gebruikt worden om een logistieke site op te ontwikkelen.
Voor de kantorenportefeuille zal Intervest enkel op opportunistische wijze investeren in kantoorgebouwen indien het aanvangsrendement voldoende aantrekkelijk is en de gebouwen de mogelijkheid bieden om het Greenhouse-concept uit te rollen. Ook bepaalde bestaande kantoorgebouwen van Intervest kunnen in de toekomst omgevormd worden tot multitenant gebouwen met servicegerichte aanpak. Op deze wijze gaat Intervest verder met haar strategie tot heroriëntering van de kantoorgebouwen naar servicegerichte, inspirerende werkomgevingen waar werken een beleving is.
Kleinere, alleenstaande, niet-optimale of verouderde kantoorgebouwen waar geen Greenhouseconcept mogelijk is, zullen gedesinvesteerd worden indien zich hiervoor voldoende interessante opportuniteiten voordoen. Ook houdt Intervest de mogelijkheid open om logistieke panden die niet voldoende optimaal zijn voor de huidige en toekomstige logistieke marktvereisten van logistieke spelers, te desinvesteren. Desinvesteringen op regelmatige basis zijn immers noodzakelijk om de kwaliteit van de activa verder te verbeteren en de vastgoedportefeuille continu te verjongen. Groei is belangrijk maar niet ten koste van rendement.
De bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille van Intervest bedraagt 93% op 31 december 2019, 90% voor de kantoorgebouwen en 96% in de logistieke portefeuille.
Het verhogen van de huurdersretentie door het verlengen van de looptijd van de huurcontracten blijft de uitdaging op het vlak van asset management evenals het verder stabiliseren en mogelijkerwijze verbeteren van de bezettingsgraad in beide segmenten. In 2019 heeft Intervest vernomen dat haar huurder PwC het kantoorgebouw Woluwe Garden zal verlaten tegen eind 2021. Met de succesvolle herpositionering van Greenhouse BXL heeft Intervest al bewezen dat een eventueel vertrek van een belangrijke huurder niet noodzakelijk negatief hoeft te zijn.
Intervest onderzoekt verder in de loop van 2020 de toekomstmogelijkheden voor dit gebouw, zowel op vlak van herontwikkeling tot een Greenhousehub als op vlak van desinvestering.
De evolutie van de bezettingsgraad in het logistieke segment zal onder andere afhangen van de evoluties op de site in Herentals. Huurder Nike Europe Holding heeft besloten om de huidige terbeschikkingsovereenkomst van 40.000 m², die deels in 2020 en deels in 2021 op vervaldag komt, niet te hernieuwen. De jaarhuur van Nike Europe Holding vertegenwoordigt 4% van de totale contractuele huurinkomsten van Intervest. De commercialisatie van deze toplocatie (langs de E313) is volop aan de gang. Het pand is eveneens opdeelbaar in stukken van 10.000 m².
De verdere groei van de vastgoedportefeuille zal, conform het financieringsbeleid van Intervest gefinancierd worden met een evenwichtige combinatie van vreemd vermogen en eigen vermogen. De schuldgraad blijft hierbij binnen de strategische bandbreedte van 45-50% tenzij een duidelijke oververhitting van de logistieke vastgoedmarkt de reële waarde van de vastgoedportefeuille aanzienlijk zou doen stijgen. Dan zal de bandbreedte voorzichtigheidshalve neerwaarts bijgesteld worden naar 40-45%.
Op jaareinde 2019 heeft Intervest een buffer van € 186 miljoen aan niet-gebruikte kredietlijnen beschikbaar. In het eerste kwartaal van 2020 komt € 33 miljoen aan kredietlijnen op vervaldatum. De niet-gebruikte kredietlijnen dienen verder voor de financiering van de projectontwikkelingen, toekomstige acquisities en de dividendbetaling in mei 2020.
Om de verdere groei van de vennootschap te garanderen zullen uitgiftes van schuldinstrumenten en aandelenuitgiften ter financiering bestudeerd worden en steeds zoveel mogelijk afgestemd worden op de pijplijn van de vastgoedinvesteringen .
Het brutodividend voor boekjaar 2019 van € 1,53 per aandeel zal voorgesteld worden aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 29 april 2020. Zonder rekening te houden met de éénmalige ontvangen vergoeding van huurder Medtronic bedraagt het EPRA resultaat per aandeel in 2019 € 1,68.
Door de assetrotatie in de vastgoedportefeuille voorziet Intervest voor boekjaar 2020 een beperkte groei van het EPRA resultaat per aandeel. Intervest verwacht een brutodividend voor boekjaar 2020 op hetzelfde peil als voor boekjaar
2019, namelijk € 1,531 per aandeel. Dit betekent een brutodividendrendement van 6,0% op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2019, die € 25,60 bedraagt en komt neer op een pay-out ratio van circa 91%2 van het verwachte EPRA-resultaat. Dit voorziene brutodividend kan verhoogd worden indien de omstandigheden met betrekking tot de geplande investeringen en/of bijkomende verhuringen in de vastgoedportefeuille, die leiden tot een verdere stijging van het EPRA resultaat, zulks mogelijk en opportuun maken.
Intervest zet ook in 2020 duurzaamheid voorop zowel bij het beheer van haar panden als bij haar eigen bedrijfsvoering, met extra aandacht voor de '5 P's voor duurzaam ondernemen', Planet, Peace, Partnership, Prosperity & People: aandacht voor het leefmilieu, een zorgeloze maatschappij, een goede verstandhouding, technologische vooruitgang en een gezonde leefomgeving.
Sinds 2009 certificeert Intervest stelselmatig en stapsgewijs de milieuprestaties van haar gebouwen op basis van de internationaal erkende beoordelingsmethode 'BREEAM-In-Use'. In 2019 is Intervest nagegaan welke bestaande certificaten te hernieuwen waren en welke acties nodig waren om nog niet-gecertificeerde gebouwen te certifiëren. In 2020 zullen deze acties verder worden uitgevoerd waardoor 21% van de gebouwen minstens 'BREEAM Very Good' gecertificeerd zullen worden in de eerste jaarhelft van 2020.
Bij nieuwbouwprojecten in Nederland, waar Intervest bij aanvang van de bouwwerken reeds betrokken partij is zoals in Braak Roosendaal of Gold Forum Eindhoven, wordt minstens een 'BREEAM Very Good' classificatie nagestreefd. In 2019 heeft Intervest reeds gezorgd voor het verhuren van dakoppervlakte op zeven Nederlandse logistieke sites om uit te rusten met fotovoltaïsche-installaties, waarvan er reeds vier geplaatst zijn eind 2019. Ook in 2020 blijft Intervest onderzoeken welke daken zich lenen tot het plaatsen van fotovoltaïsche installaties en zal de totale oppervlakte zonnepanelen op Intervest daken nog toenemen.
Intervest zal ook in 2020 meewerken aan Flux50, het samenwerkingsverband tussen de Vlaamse overheid, de onderzoekswereld en de industrie om van Vlaanderen een 'smart energy region' te maken. Samen met o.m. Quares, Engie en Continental maakt Intervest deel uit van het business consortium dat op de kantorensite Mechelen Campus en directe omgeving in 2020 een "proeftuin" start om te analyseren of er op termijn een smart-gridomgeving kan geïmplementeerd worden waar energie onderling uitgewisseld kan worden.
Met de Greenhouse-formule focust Intervest op het community gebeuren op alle Greenhouselocaties tussen coworkers, huurders van serviced offices en traditionele kantoren, en ook werknemers van de kantoren rondom. Het community gebeuren over de drie Greenhouse-locaties zal verder versterkt worden in 2020, o.m. aan de hand van de app die Greenhouse-activiteiten aankondigt en ook als CRM-tool fungeert om contacten met nieuwe zakenrelaties te leggen. De uitbreiding van de coworking community wordt verder beoogd met de uitwisselbaarheid van werkplekken met andere aanbieders op locaties3 waar Intervest geen coworking aanbiedt.




Greenhouse Antwerp
Het aandeel van Intervest Offices & Warehouses (hierna 'Intervest' genoemd) is sinds 1999 genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussel (INTO).
Het aandeel is opgenomen in o.a. de beursindexen EPRA/NAREIT Developed Europe en EPRA/NAREIT Developed Europe REIT's.
Intervest noteert 20 jaar op de beurs van Brussel.
1.1. Evolutie van de beurskoers over 3 jaar
Het aandeel van Intervest heeft op 31 december 2019 het boekjaar afgesloten met een beurskoers van € 25,60 ten opzichte van € 20,60 op 31 december 2018.
De gemiddelde beurskoers van het boekjaar 2019 bedraagt € 24,93 ten opzichte van € 21,69 in het boekjaar 2018. Het aandeel heeft als laagste slotkoers € 20,60 (02 januari 2019) en als hoogste slotkoers € 28,40 (19 november 2019) genoteerd.

Het aandeel van Intervest heeft gedurende 2019 gemiddeld beter gepresteerd dan de BEL 20.
De ex-dividend date voor het dividend over boekjaar 2018 was op 3 mei 2019.

Het aandeel van Intervest heeft gedurende het boekjaar 2019 met een premie genoteerd van gemiddeld 24% ten opzichte van de nettowaarde (reële waarde) en 21% ten opzichte van EPRA NAW.
Op jaareinde 31 december 2019 bedraagt de premie 20% ten opzichte van de nettowaarde (reële waarde) en 17% ten opzichte van EPRA NAW. De nettowaarde is inclusief het dividend over boekjaar 2019.

Tijdens 2019 heeft het aandeel van Intervest beter gepresteerd dan de FTSE EPRA/NAREIT Eurozone en gemiddeld analoog gepresteerd aan de FTSE EPRA/NAREIT Belgium/Luxembourg.

De verhandelde volumes liggen in 2019 met een gemiddelde van 27.295 aandelen per dag op een hoger niveau als in 2018 (gemiddeld 18.094 stuks per dag). Op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen bedraagt de omloopsnelheid van het aandeel Intervest 28% ten opzichte van 19% in 2018.
Met KBC Securities en Bank Degroof Petercam is een liquiditeitsovereenkomst afgesloten om de verhandelbaarheid van de aandelen te bevorderen. In de praktijk gebeurt dit door regelmatig aan- en verkooporders in te dienen binnen bepaalde marges.
| AANTAL AANDELEN | 31.12.2019 | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen op het einde van de periode | 24.657.003 | 24.288.997 | 18.405.624 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 24.657.003 | 24.288.997 | 17.740.407 |
| Free float (%) | 85% | 85% | 83% |
| BEURSGEGEVENS | 31.12.2019 | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
| Hoogste slotkoers (€) | 28,40 | 22,96 | 24,27 |
| Laagste slotkoers (€) | 20,60 | 19,74 | 21,86 |
| Beurskoers op afsluitingsdatum (€) | 25,60 | 20,6 | 22,49 |
| Premie t.o.v. de reële nettowaarde (%) | 20% | 5% | 15% |
| Gemiddelde beurskoers (€) | 24,93 | 21,69 | 22,85 |
| Verhandeld aantal aandelen per jaar | 6.960.147 | 4.595.938 | 2.898.600 |
| Gemiddeld verhandeld aantal aandelen per dag | 27.295 | 18.094 | 11.323 |
| Omloopsnelheid van het aandeel (%) | 28,2% | 19,0% | 15,7% |
| GEGEVENS PER AANDEEL (€) | 31.12.2019 | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
| Nettowaarde (reële waarde)** | 21,25 | 19,62 | 19,52 |
| Nettoactiefwaarde EPRA | 21,79 | 19,88 | 19,62 |
| Marktkapitalisatie (miljoen) | 631 | 500 | 414 |
| Uitkeringspercentage (%) | 80% | 86% | 91%* |
| Brutodividend | 1,53 | 1,40 | 1,40 |
| Percentage roerende voorheffing (%) | 30% | 30% | 30% |
| Nettodividend | 1,0710 | 0,9800 | 0,9800 |
| Brutodividendrendement (%) | 6,0% | 6,8% | 6,2% |
| Nettodividendrendement (%) | 4,2% | 4,8% | 4,3% |
* In boekjaar 2017 werd het uitkeringspercentage nog berekend op het enkelvoudig EPRA resultaat per aandeel gerekend met het aantal dividendgerechtigde aandelen.
** De nettowaarde (reële waarde) stemt overeen met de nettowaarde zoals gedefinieerd in artikel 2, 23° van de GVV-Wet.
Per 31 december 2019 is het volgende aandeelhoudersschap bekend bij de vennootschap.
| Naam | Aantal aandelen |
Datum transparantie kennisgevingen |
% op datum kennis geving |
|---|---|---|---|
| FPIM/SFPI (inclusief Belfius Groep) Louizalaan 32-46A, 1050 Brussel |
2.439.890 | 20 augustus 2019 | 9,90% |
| Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij nv/ Société Fédérale de Participations et d'Investissement S.A. (FPIM/SFPI) (moederonderneming van Belfius Bank nv) |
0 | ||
| Belfius Verzekeringen nv | 2.382.330 | ||
| Belfius Bank nv | 0 | ||
| Corona nv | 29.254 | ||
| Auxipar nv | 28.306 | ||
| Allianz Koenigingstrasse 28 - 80802 München, Duitsland |
1.563.603 | 04 april 2019 | 6,44% |
| Allianz SE | 0 | ||
| Allianz Benelux S.A. | 1.563.603 | ||
| Patronale Group NV Belliardstraat 3, 1040 Brussel |
826.994 | 6 september 2018 | 4,38% |
| Patronale Group NV | 309 | ||
| Patronale Life NV | 826.685 | ||
| Degroof Petercam Asset Management S.A. Guimardstraat 18, 1040 Brussel |
773.480 | 19 maart 2019 | 3,18% |
| BlackRock 55 East 52nd Street - New York, NY 10055, U.S.A. |
493.742 | 30 juni 2015 | 3,04% |
| BlackRock Asset Management Canada Ltd | 7.643 | ||
| BlackRock Asset Management Ireland Ltd | 239.651 | ||
| BlackRock Asset Management North Asia Ltd | 321 | ||
| BlackRock Fund Advisors | 134.143 | ||
| BlackRock Fund Managers Ltd | 10.513 | ||
| BlackRock Institutional Trust Company, National Association | 96.868 | ||
| BlackRock International Ltd | 4.603 | ||
| Andere aandeelhouders onder de statutaire drempel | 18.559.294 | ||
| TOTAAL | 24.657.003 |
1 Aantal aandelen op basis van de transparantiekennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2019. Meegedeelde wijzigingen kunnen geraadpleegd worden op www.intervest.be/nl/aandeelhoudersstructuur.
Intervest heeft op 19 maart 2019 een transparantiekennisgeving ontvangen van Degroof Petercam Asset Management nv, waarin zij melding maakt dat de statutaire drempel van 3%, de laagste drempel, overschreden is. Op dat moment blijkt dat zij 3,18% van de aandelen aanhoudt ten gevolge van verwerving of overdrachten van stemverlenende effecten of stemrechten Intervest.
Op 4 april 2019 heeft Intervest een transparantiekennisgeving ontvangen van Allianz SE waaruit blijkt dat deze 6,44% van de stemrechten Intervest aanhoudt ingevolge de verwerving of overdracht van de controle over een onderneming die een deelneming houdt in een emittent en de verwerving of overdracht van stemverlenende effecten of stemrechten, en daarmee de kennis gevingsdrempel van 5% overschreden heeft.
Een derde en laatste transparantiekennisgeving werd door Intervest ontvangen op 20 augustus 2019 van de Federale Participatie en Investeringsmaatschappij (SFPI/FPIM) nv. Hieruit blijkt dat deze via Belfius Groep 9,90% van de stemrechten Intervest aanhoudt ingevolge (de verwerving of) de overdracht van stemverlenende effecten of stemrechten, en daarmee de kennisgevingsdrempel van 10% onderschreden heeft.
De volledige kennisgevingen alsook de aandeelhoudersstructuur kunnen tevens geraadpleegd worden op de website van Intervest onder de rubriek: Aandeelhoudersstructuur.
Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake is elke natuurlijke of rechtspersoon die aandelen of andere verleende financiële instrumenten van de vennootschap met stemrecht, die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of afstaat, verplicht zowel de vennootschap als de Financial Services and Markets Authority (FSMA) kennis te geven van het aantal financiële instrumenten dat hij bezit, telkens wanneer de stemrechten verbonden aan deze financiële instrumenten vijf procent (5%) of een veelvoud van vijf procent bereiken van het totale aantal stemrechten op dat ogenblik of op het ogenblik dat zich omstandigheden voordoen op grond waarvan zulke kennisgeving verplicht wordt.
Naast de in vorige paragraaf vermelde wettelijke drempels voorziet de vennootschap tevens in een statutaire drempel van drie procent (3%).
De aangifte is eveneens verplicht in geval van overdracht van aandelen, wanneer ingevolge deze overdracht het aantal stemrechten stijgt boven of daalt onder de drempels zoals bepaald hierboven.
De noemer voor deze kennisgevingen in het kader van de transparantiereglementering is een laatste keer gewijzigd op 20 mei 2019 als gevolg van de kapitaalverhoging onder de vorm van een keuzedividend en de daarbij horende uitgifte van 368.006 nieuwe aandelen.

Eventuele wijzigingen in de financiële kalender zullen bekend gemaakt worden via een persbericht, dat desgevallend te raadplegen zal zijn op de website van de vennootschap, www.intervest.be.

De activiteiten en de resultaten van Intervest hangen voor een deel samen met de evolutie van de algemene economische conjunctuur. Deze wordt gemeten aan de hand van het groei- of dalingsniveau van het bruto binnenlands product van België en heeft een onrechtstreekse invloed op de bezetting van bedrijfsgebouwen door de private sector.
De impact van de conjunctuur op de resultaten van Intervest wordt evenwel getemperd door de samenstelling van de portefeuille, de looptijd van de huurcontracten, de risicospreiding naar huurders en kwaliteit van de huurders, de sectorale spreiding van de portefeuille en de locatie en de kwaliteit van de gebouwen.
Het operationeel- en vastgoedbeheer van alle gebouwen van Intervest gebeurt volledig intern1 om een continue relatie met de klanten te waarborgen. Dankzij de knowhow van haar eigen asset en property management teams die exclusief ten dienste staan van haar klanten-huurders, wordt de strategie in alle investeringssegmenten uitgevoerd. De vennootschap kan verder een beroep doen op interne commerciële, boekhoudkundige, financiële, human resources en communicatiediensten.
De vastgoedbeleggingen van Intervest bestaan op 31 december 2019 voor € 860 miljoen uit vastgoed beschikbaar voor verhuur. Daarnaast bevatten de vastgoedbeleggingen ook € 33 miljoen projectontwikkelingen onder de vorm van grondreserves of gebouwen in aanbouw die op balansdatum nog geen huurinkomsten genereren.
Herentals - Schrauwen Sanitair & Verwarming
De verhuurbare oppervlakte van de vastgoedportefeuille bedraagt 945.595 m² op 31 december 2019. Dit is een daling met 77.353 m² of 8% ten opzichte van jaareinde 2018 als gevolg van de desinvestering van drie logistieke sites in de tweede jaarhelft van 2019 (Aartselaar, Houthalen en Oudsbergen) maar wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de aankoop van twee logistieke sites in Nederland (Nijmegen en Roosendaal).
Op 31 december 2019 heeft de vastgoedportefeuille een verhuurbare oppervlakte van 945.595 m2 (1.022.948 m2 op 31 december 2018).
1 Met uitzondering van het property management van Mechelen Campus dat uitgevoerd wordt door Quares Property and Facility Management, en voor de Nederlandse panden dat uitgevoerd wordt door Storms International Property Services.
Aarschot - Nieuwlandlaan 321 - 3200 Aarschot 2005 nvt 14.602 100%
Herentals Logistics 1 - Atealaan 34b - 2200 Herentals 2011 nvt 17.346 91%
Herentals Logistics 2 - Atealaan 34c - 2200 Herentals 2012 nvt 50.912 100%
Herentals Logistics 3- Atealaan 34b - 2200 Herentals 2017 nvt 12.123 100%
Luik - Première Avenue 32 - 4040 Luik 2000-2017 nvt 55.468 100%
Oevel 1 - Nijverheidsstraat 9 - 2260 Oevel 2004 nvt 12.159 100%
Oevel 2 - Nijverheidsstraat 9a-11 - 2260 Oevel 2007-2013 nvt 33.955 100%
Oevel 3 - Nijverheidsstraat 8 - 2260 Oevel 1995 nvt 11.660 100%
Wommelgem - Koralenhoeve 25 - 2160 Wommelgem 1998-2018 2019 24.181 100%
Gent - Eddastraat 21 - 9042 Gent 2018 nvt 37.944 100%
| Antwerpen - Brussel - Nijvel |
|---|
| Boom - Industrieweg 18 - 2850 Boom |
| Duffel - Stocletlaan 23 - 2570 Duffel |
| Mechelen 1 - Oude Baan 12 - 2800 Mechelen |
| Mechelen 2 - Dellingstraat 57 - 2800 Mechelen |
| Puurs - Koning Leopoldlaan 5 - 2870 Puurs |
| Schelle - Molenberglei 8 - 2627 Schelle |
| Wilrijk 1 - Boomsesteenweg 801-803 - 2610 Wilrijk |
| Wilrijk 2 - Geleegweg 1-7 - 2610 Wilrijk |
| Huizingen - Gustave Demeurslaan 69-71 - 1654 Huizingen |
| Merchtem - Preenakker 20 - 1785 Merchtem |
| Zellik - Brusselsesteenweg 464 - 1731 Zellik |
uitbreiding
Jaar van laatste belangrijke investering Intervest
Verhuurbare oppervlakte (m2)
Bezettingsgraad*
(%)
A/B
Eindhoven Silver Forum - Flight Forum 1800-1950 - 5657 EZ Eindhoven 2002 nvt 28.695 100%
Nijmegen - De Vlotkampweg 67-71 - 6545 AE Nijmegen 1988-2002 nvt 19.159 100%
Raamsdonksveer 1 - Zalmweg 37 - 4941 SH Raamsdonksveer 2010 nvt 20.653 100%
Raamsdonksveer 2 - Zalmweg 41 - 4941 SH Raamsdonksveer 2002 nvt 38.573 100%
Raamsdonksveer 3 - Steurweg 2 - 4941 VR Raamsdonksveer 1980-2008 nvt 14.581 100%
Roosendaal 2 - Leemstraat 15-23 Boerkensleen23a - 4705 RT Roosendaal 1975-2012 nvt 38.162 100%
Roosendaal 3 - Blauwhekken 2 - 4751 XD Roosendaal 2019 nvt 18.029 100%
Tilburg 1 - Kronosstraat 2 - 5048 CE Tilburg 2004-2011 nvt 13.309 100%
Tilburg 2 - Belle van Zuylenstraat 10-12 - 5032 MA Tilburg 1997- 2019 nvt 28.493 100%
Vuren - Hooglandseweg 6 - 4214 KG Vuren 2018 nvt 14.020 100%
| Jaar van laatste Verhuurbare belangrijke oppervlakte |
Bouw-/renovatiejaar en uitbreiding |
|---|---|
| investering Intervest (m2) |
A/B
| 99% | 232.406 | ||
|---|---|---|---|
| 100% | 14.602 | nvt | 2005 |
| 91% | 17.346 | nvt | 2011 |
| 100% | 50.912 | nvt | 2012 |
| 100% | 12.123 | nvt | 2017 |
| 100% | 55.468 | nvt | 2000-2017 |
| 100% | 12.159 | nvt | 2004 |
| 100% | 33.955 | nvt | 2007-2013 |
| 100% | 11.660 | nvt | 1995 |
| 100% | 24.181 | 2019 | 1998-2018 |
| 100% | 37.944 | ||
| 100% | 37.944 | nvt | 2018 |
| 87% | 203.834 | ||
| 100% | 24.871 | nvt | 2015 |
| 100% | 23.386 | nvt | 1998 |
| 15.341 | 2019 | 2004 | |
| 100% 100% 40% |
7.046 | nvt | 1998-2010 |
| 95% | 43.534 | nvt | 2001 |
| 8.317 | 2019 | 1993-2016 | |
| 5.364 | nvt | 2013 | |
| 24.521 | nvt | 1989-2017 | |
| 17.548 | nvt | 1987 - 1993 | |
| 7.269 | nvt | 1992-2002 | |
| 100% 100% 100% 100% 100% |
26.637 | nvt | 1994 -2008 |
Logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur in België
Logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur in Nederland
| 100% | 28.695 | nvt | 2002 |
|---|---|---|---|
| 100% | 19.159 | nvt | 1988-2002 |
| 100% | 20.653 | nvt | 2010 |
| 100% | 38.573 | nvt | 2002 |
| 100% | 14.581 | nvt | 1980-2008 |
| 100% | 38.162 | nvt | 1975-2012 |
| 100% | 18.029 | nvt | 2019 |
| 100% | 13.309 | nvt | 2004-2011 |
| 100% | 28.493 | nvt | 1997- 2019 |
| 100% | 14.020 | nvt | 2018 |
| 100% | 233.674 | ||
| 96% | 707.858 |
* De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille.
Aartselaar - Kontichsesteenweg 54 - 2630 Aartselaar 2000 2016 4.140 100%
Gateway House - Brusselstraat 59/Montignystraat 80 - 2018 Antwerpen 2002 2016 11.172 67% Greenhouse Antwerp - Uitbreidingstraat 66 - 2600 Berchem 2016 nvt 5.763 98%
uitbreiding
Jaar van laatste belangrijke investering Intervest
Verhuurbare oppervlakte (m2)
Bezettingsgraad*
(%)
A/B
De Arend - Prins Boudewijnlaan 45-49 - 2650 Edegem 1997 nvt 6.931 90%
Greenhouse BXL - Berkenlaan 7, 8a en 8b - 1831 Diegem 2018 nvt 20.262 88%
Inter Access Park - Pontbeekstraat 2 & 4 - 1700 Dilbeek (Groot-Bijgaarden) 2000 2014 6.392 95%
Park Rozendal - Terhulpsesteenweg 6A - 1560 Hoeilaart 1994 2005 2.830 86%
Woluwe Garden - Woluwedal 18-22 - 1932 Sint-Stevens-Woluwe 2000 2014 23.681 100%
Exiten - Zuiderlaan 91 - 1731 Zellik 2002 nvt 3.628 100%
Intercity Business Park - Generaal De Wittelaan 9-21 - 2800 Mechelen 1993 - 1999 / 2016 2019 54.190 86%
Mechelen Business Tower - Blarenberglaan 2C - 2800 Mechelen 2001 2014 13.574 86%
Mechelen Campus - Schaliënhoevedreef 20 A-J en T - 2800 Mechelen 2000 - 2005 2012 - 2015 58.147 89%
Ubicenter - Philipssite 5 - 3001 Leuven 2001 nvt 27.027 98%
TOTAAL KANTOREN BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR 237.737 90%
TOTAAL VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR 945.595 93%
| Jaar van laatste Verhuurbare |
Bouw-/renovatiejaar en | |
|---|---|---|
| belangrijke oppervlakte |
uitbreiding | |
| investering Intervest (m2) |
||
A/B
| 84% | 28.006 | ||
|---|---|---|---|
| 100% | 4.140 | 2016 | 2000 |
| 67% | 11.172 | 2016 | 2002 |
| 98% | 5.763 | nvt | 2016 |
| 90% | 6.931 | nvt | 1997 |
| 94% | 56.793 | ||
| 88% | 20.262 | nvt | 2018 |
| 95% | 6.392 | 2014 | 2000 |
| 86% | 2.830 | 2005 | 1994 |
| 100% | 23.681 | 2014 | 2000 |
| 100% | 3.628 | nvt | 2002 |
| 87% | 125.911 | ||
| 86% | 54.190 | 2019 | 1993 - 1999 / 2016 |
| 86% | 13.574 | 2014 | 2001 |
| 89% | 58.147 | 2012 - 2015 | 2000 - 2005 |
| 98% | 27.027 | ||
| 98% | 27.027 | nvt | 2001 |
| 90% | 237.737 | ||
| 93% | 945.595 |
Kantoren beschikbaar voor verhuur in België
* De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille.
Naast het vastgoed beschikbaar voor verhuur beschikt Intervest over een toekomstig ontwikkelingspotentieel, op de balans opgenomen aan kostprijs onder de projectontwikkelingen. De projectontwikkelingen omvatten op jaareinde 2019, naast de lopende ontwikkelingen in aanbouw in Nederland (Roosendaal en Eindhoven) die in 2020 zullen opgeleverd worden, ook grondreserves aangehouden voor toekomstige ontwikkelingen.
Zo heeft de vennootschap, naast de 250.000 m² grondreserve op de voormalige Ford-site in Genk, op haar site Herentals Logistics 3 een resterende grondreserve van circa 8.000 m2 die een bijkomende uitbreidingsmogelijkheid voor een extra magazijn biedt. Ook heeft Intervest in de loop van het derde kwartaal 2019 een site in Den Bosch (Nederland) aangekocht met het oog op het aanleggen van een grondreserve voor latere ontwikkeling.
De vennootschap heeft op 31 december 2019 volgende grondreserves in de logistieke portefeuille:
| Locatie | Terrein oppervlakte (m²) | Potentiële verhuurbare oppervlakte (m²) |
|---|---|---|
| Antwerpen - Limburg - Luik | 431.000 | 258.000 |
| Herentals Logistics 3 | 11.000 | 8.000 |
| Genk Green Logistics (fase 1 t.e.m. 5) | 420.000 | 250.000 |
| Nederland | 11.000 | 8.500 |
| Den Bosch | 11.000 | 8.500 |
| TOTAAL | 442.000 | 266.500 |
Op 31 december 2019 bedraagt de reële waarde van de vastgoedportefeuille € 893 miljoen, waarvan 61% bestaat uit logistieke gebouwen en 39% uit kantoorgebouwen.


Sinds de wijziging in aandeelhoudersstructuur in 2016 is de focus op logistiek vastgoed verhoogd met een verschuiving van 12%-punten van de kantorenportefeuille richting het logistiek vastgoed tot gevolg. Intervest wenst evenwel in het kantorensegment steeds een essentieel aandeel te behouden.
| Segment | Reële waarde |
Contractuele huur |
Aandeel in de portefeuille |
Aanschaffings waarde* |
Verzekerde waarde |
|---|---|---|---|---|---|
| (€ 000) | (€ 000) | (%) | (€ 000) | (€ 000) | |
| Kantoren beschikbaar voor verhuur | 350.069 | 28.339 | 39% | 344.500 | 412.275 |
| Logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur in België |
315.099 | 21.665 | 36% | 282.311 | 233.395 |
| Logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur in Nederland |
194.345 | 11.509 | 22% | 174.718 | 142.258 |
| Vastgoed beschikbaar voor verhuur |
859.513 | 61.513 | 97% | 801.528 | 787.928 |
| Grondreserves logistiek | 11.781 | nvt | 1% | 11.781 | nvt |
| Projecten in aanbouw | 21.518 | nvt | 2% | 21.518 | nvt |
| TOTAAL | 892.812 | nvt | 100% | 834.827 | 787.928 |
* Inclusief geactiveerde investeringen.
1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op jaareinde.
Intervest investeert in kantoorgebouwen in België en in logistieke panden in België en Nederland, gebouwen van prima kwaliteit, die verhuurd worden aan eersterangshuurders. Het onroerend goed waarin geïnvesteerd wordt, betreft voornamelijk moderne gebouwen, gelegen op strategische locaties, vaak in clusters.

1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2019.
Het logistieke deel van de portefeuille in België is gelegen op de assen Antwerpen - Brussel - Nijvel (24%), Antwerpen - Limburg - Luik (31%) en Antwerpen - Gent - Rijsel (5%). In Nederland (40%) concretiseert de portefeuille zich op de assen Moerdijk - 's Hertogenbosch - Nijmegen (A59), Bergen-op-Zoom - Eindhoven - Venlo (A58/A67) en Rotterdam - Gorinchem - Nijmegen (A15).
Het kantoorgedeelte van de portefeuille concentreert zich in en rond centrumsteden als Antwerpen (12%), Mechelen (51%), Brussel (26%) en Leuven (11%) en ligt zowel in de binnenstad als op campussen buiten de stad.
Ongeveer 39% van de logistieke portefeuille is verhuurd aan bedrijven buiten de logistieke sector wat de stabiliteit van de huurinkomsten bevordert, met name in periodes van minder gunstige conjunctuur.

De huurders zijn goed verspreid over een groot aantal verschillende economische sectoren, wat het risico op aanzienlijke leegstand reduceert in geval van lagere conjunctuur die sommige sectoren harder zou kunnen treffen.

1 Percentages op basis van de contractuele huren.
De bezettingsgraad van de totale vastgoedportefeuille van Intervest is stabiel gebleven op 93% op 31 december 2019.
Voor de kantorenportefeuille is de bezettingsgraad met 2%-punten toegenomen tot 90% op 31 december 2019, voornamelijk als gevolg van nieuwe verhuringen en uitbreidingen in Mechelen.
De bezettingsgraad van de logistieke portefeuille daalt met 2%-punten tot 96% op 31 december 2019 (98% jaareinde 2018) voornamelijk als gevolg van het vertrek van huurder Fiege in Puurs in het vierde kwartaal van 2019. Gezien de strategische zichtlocatie van deze site en de huidige interesse in deze regio zijn verschillende gesprekken met potentiële huurders lopende en bekijkt Intervest de toekomstmogelijkheden van dit gebouw.


De gemiddelde bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille van Intervest gedurende de 15-jarige periode van 2005 tot 2019 is 89% met als maximum 94% (op 31 december 2008) en als minimum 82% (op 31 december 2005).
Zowel de bezettingsgraad van de logistieke portefeuille als deze van de kantorenportefeuille situeert zich op dit moment aan de top van de historische range.
Intervest streeft ernaar een optimale risicospreiding te bekomen en tracht het relatieve aandeel van de individuele gebouwen en complexen in de totale portefeuille te beperken.
Mechelen Campus is met een oppervlakte van 58.147 m² het grootste complex, opgebouwd uit elf afzonderlijke gebouwen. Woluwe Garden en Intercity Business Park zijn eveneens complexen die bestaan uit verschillende gebouwen.

De tien belangrijkste huurders vertegenwoordigen 35% van de huurinkomsten. Dit zijn steeds vooraanstaande bedrijven in hun sector die vaak deel uitmaken van internationale concerns. 15% van de belangrijkste huurders behoort tot het kantorensegment, 20% behoort tot het logistieke segment.
De huurinkomsten van Intervest zijn zonder rekening te houden met flexwerkers verspreid over 228 verschillende huurders wat het debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de huurinkomsten bevordert.

1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2019.
2 Percentages op basis van contractuele huren.
PricewaterhouseCoopers huurder in Woluwe Garden die 5% van de contractuele huurinkomsten vertegenwoordigt, zal op 31 december 2021 de site verlaten. Zoals reeds eerder gecommuniceerd worden momenteel de toekomstmogelijkheden voor dit gebouw verder onderzocht, zowel op vlak van herontwikkeling tot Greenhouse als op vlak van desinvestering of reconversie. Intervest heeft met de succesvolle herpositionering van Greenhouse BXL al bewezen dat een eventueel vertrek van een belangrijke huurder niet noodzakelijk negatief hoeft te zijn.
Wat betreft Nike Europe Holding, huurder die 4% van de contractuele huurinkomsten vertegenwoordigt en waarvan de terbeschikkingstelling deels in 2020, deels in 2021 op vervaldag komt, is de commercialisatie van deze state-of-the-art site met zichtlocatie langsheen de E313 Antwerpen Luik lopende. Het pand is eveneens opdeelbaar in stukken van 10.000 m² wat de verhuurbaarheid bevordert.
Gemiddelde resterende contractduur tot eerstvolgende breakdatum voor de volledige portefeuille

Op 31 december 2019 is de gemiddelde resterende looptijd van de contracten in de volledige portefeuille 4,3 jaar, ten opzichte van 4,6 jaar op 31 december 2018.
De eindvervaldagen van de huurcontracten van Intervest zijn goed verspreid over de komende jaren. 9% van de contracten heeft, op basis van de contractuele jaarhuur, een eindvervaldatum in het jaar 2020.
4% van de contracten die in 2020 op vervaldag komen zijn contracten in het kantorensegment. Het zijn veelal kleine contracten, voornamelijk in Mechelen, waarvan verwacht wordt dat een aantal contracten verlengd zullen worden en waar eventuele vrijgekomen ruimtes snel opgevuld zal kunnen worden.
De 5% contracten die in het logistieke segment op vervaldag komen in 2020 zijn allemaal contracten in de Belgische logistieke portefeuille. Hiervan is het einde van het eerste deel van Nike Europe Holding (4%) het grootste.

De grafiek hieronder toont het verloop van de eerstvolgende vervaldag van alle huurovereenkomsten (dit kan een eindvervaldag zijn of een tussentijdse vervaldag). Daar Intervest diverse langetermijnovereenkomsten heeft, zijn weliswaar niet alle contracten opzegbaar binnen de vaak gebruikelijke drie jaar.
De grafiek toont het hypothetische scenario op 31 december 2019 waarbij elke huurder zijn huurcontract zou opzeggen bij eerstkomende tussentijdse vervaldag. Dit is een worst case scenario. De in 2019 vertrokken huurders hebben gemiddeld pas opgezegd na een huurperiode van 9 jaar (8 jaar voor de huurders vertrokken in 2018). De in 2019 vertrokken huurders in het kantorensegment bleven gemiddeld 12 jaar huurder bij Intervest.


Voor de kantoren bedraagt de gemiddelde resterende huurperiode tot de eerstvolgende vervaldag (WALB) 3,1 jaar op 31 december 2019 ten opzichte van 3,5 jaar op 31 december 2018.
Voor de grote huurders van kantoren (deze boven 2.000 m2) die 65% uitmaken van de totale resterende huurinkomstenstroom en dus een grote impact hebben op de resultaten van Intervest, ligt de eerstvolgende vervaldag (per 1 januari 2020) gemiddeld over 3,2 jaar ten opzichte van 3,8 jaar eind december 2018.
In het kantorensegment blijft de klassieke 3/6/9 de standaard maar zijn langere looptijden of boeteclausules bij het nemen van een eerste break ook geen uitzondering.
Logistiek vastgoed

Voor de logistieke panden bedraagt de gemiddelde contractduur tot eerstvolgende vervaldag 5,3 jaar op 31 december 2019, ten opzichte van 5,5 jaar op 31 december 2018.
In de logistieke portefeuille in België bedraagt de WALB 3,2 jaar waar deze per 31 december 2018 3,8 jaar bedroeg. In de Nederlandse logistieke portefeuille neemt de WALB af van 10,1 jaar naar 9,3 jaar op 31 december 2019.
Anders dan in Nederland is het in de huidige Belgische marktomstandigheden vaak moeilijk om contracten met een langere looptijd te sluiten met huurders. Zo wensen grote 'third party' logistieke spelers vaak een grote mate aan flexibiliteit en vragen zij naar contracten met vervaldata op korte termijn of contracten met een onbepaalde looptijd die permanent opzegbaar zijn mist het in acht nemen van enkele maanden vooropzeg.
Op 31 december 2019 is de gemiddelde resterende looptijd van de contracten in de kantorenportefeuille 3,1 jaar ten opzichte van 3,5 jaar op 31 december 2018.
Voor de logistieke portefeuille is de gemiddelde looptijd van de contracten 5,3 jaar op 31 december 2019 ten opzichte van 5,5 jaar op 31 december 2018.
In 2019 is in de gehele portefeuille 10% van de jaarlijkse huurinkomsten (49 contracten) op een vervaldatum gekomen. Dit kon een tussentijdse dan wel een eindvervaldag zijn. 8% (37 contracten) is niet opgezegd, is verlengd of vernieuwd, 2% (12 contracten) is effectief op een eindvervaldag gekomen. De huurders die in 2019 vertrokken zijn, hebben gemiddeld pas opgezegd na een huurperiode van 9 jaar (8 jaar in 2018).
In het kantorensegment is 5% (41 contracten) op tussentijdse of eindvervaldatum gekomen in 2019. Hiervan is 4% (31 contracten) niet opgezegd, verlengd of vernieuwd, 1% (10 contracten) is effectief op eindvervaldag gekomen. Het betreft voornamelijk contracten in Mechelen en Edegem waarvan de huurders gemiddeld 12 jaar huurder bleven bij Intervest.
Ook in het logistieke segment is 5% (8 contracten) op een tussentijdse of eindvervaldatum gekomen in 2019. Hiervan is 3% (6 contracten) niet opgezegd, verlengd of vernieuwd. 2% (2 contracten) is effectief op een eindvervaldag gekomen. Het betreft voornamelijk het vertrek van huurder Fiege in Puurs. De huurders die in 2019 vertrokken zijn in het logistieke segment, zijn gemiddeld 9 jaar huurder gebleven bij Intervest.
Van de contracten die in 2019 effectief op eindvervaldag gekomen zijn (2% of 12 contracten) is ondertussen 1% (7 contracten) vervangen door nieuwe contracten met bestaande of nieuwe huurders. Het percentage dat niet opnieuw opgevuld werd betreft voornamelijk de leegstand in Puurs na het vertrek van Fiege.
Het verhogen van de huurdersretentie door het verlengen van de looptijden van de huurcontracten blijft de uitdaging op het vlak van asset management, evenals het verder stabiliseren en mogelijkerwijze verbeteren van de bezettingsgraad in beide segmenten.
Intervest blijft permanent inspelen op en mee-evolueren met wijzigende marktomstandigheden. In combinatie met een stevige vastgoedervaring en via een uitgebreide dienstverlening en het aanbieden van flexibele oplossingen, tracht Intervest het verschil te maken en een meerwaarde te bieden.

Intervest hanteert een proactief beleid inzake het onderhoud van de gebouwen en via een constante monitoring van het investeringsplan wordt de kwaliteit van de portefeuille gegarandeerd. Naast regelmatige investeringen in kwaliteit en duurzaamheid worden herontwikkelingen en renovaties van de panden uitgevoerd om zowel de kantoorgebouwen als de logistieke panden steeds kwalitatief hoog te houden en de technische en economische levensduur van de gebouwen te optimaliseren. Zo is in 2019 meer dan € 8 miljoen besteed aan investeringen in de bestaande portefeuille.
| TOTALE PORTEFEUILLE | 31.12.2019 | 31.12.2018 | 31.12.2017 | 31.12.2016 | 31.12.2015 |
|---|---|---|---|---|---|
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur (€ 000) |
859.513 | 858.653 | 662.539 | 610.944 | 634.416 |
| Contractuele huren (€ 000) | 61.513 | 63.636 | 48.588 | 46.337 | 49.849 |
| Rendement op reële waarde (%) | 7,2% | 7,4% | 7,3% | 7,6% | 7,9% |
| Contractuele huren verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand (€ 000) |
65.761 | 68.001 | 55.783 | 50.871 | 55.689 |
| Rendement bij volledige verhuring op reële waarde (%) |
7,7% | 7,9% | 8,4% | 8,3% | 8,8% |
| Totale verhuurbare oppervlakte (m²) | 945.595 | 1.022.948 | 794.896 | 705.068 | 717.073 |
| Bezettingsgraad (%) | 93% | 93% | 91% | 91% | 90% |
| KANTOREN | 31.12.2019 | 31.12.2018 | 31.12.2017 | 31.12.2016 | 31.12.2015 |
|---|---|---|---|---|---|
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur (€ 000) |
350.069 | 346.769 | 304.250 | 301.926 | 326.371 |
| Contractuele huren (€ 000) | 28.339 | 27.021 | 21.157 | 23.179 | 27.311 |
| Rendement op reële waarde (%) | 8,1% | 7,8% | 7,0% | 7,7% | 8,4% |
| Contractuele huren verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand (€ 000) |
31.388 | 30.752 | 27.772 | 26.808 | 32.059 |
| Rendement bij volledige verhuring op reële waarde (%) |
9,0% | 8,9% | 9,1% | 8,9% | 9,8% |
| Totale verhuurbare oppervlakte (m²) | 237.737 | 237.732 | 210.457 | 208.716 | 229.669 |
| Bezettingsgraad (%) | 90% | 88% | 85% | 86% | 85% |
| LOGISTIEK VASTGOED | 31.12.2019 | 31.12.2018 | 31.12.2017 | 31.12.2016 | 31.12.2015 |
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur (€ 000) |
315.099 | 511.884 | 358.289 | 309.018 | 308.045 |
| Contractuele huren (€ 000) | 33.174 | 36.615 | 27.431 | 23.158 | 22.538 |
| Rendement op reële waarde (%) | 6,5% | 7,2% | 7,7% | 7,5% | 7,3% |
| Contractuele huren verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand (€ 000) |
34.373 | 37.249 | 28.011 | 24.063 | 23.630 |
| Rendement bij volledige verhuring op reële waarde (%) |
6,7% | 7,3% | 7,8% | 7,8% | 7,7% |
| Totale verhuurbare oppervlakte (m²) | 707.858 | 785.216 | 584.439 | 496.352 | 487.404 |
Het brutorendement op de reële waarde in deze grafiek is berekend op de contractuele huur verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand van de vennootschap. Het gemiddeld brutorendement bij volledige verhuring van het vastgoed beschikbaar voor verhuur bedraagt 7,7% per 31 december 2019 (7,9% op 31 december 2018). Voor het logistieke segment is het brutorendement gedaald van 7,3% naar 6,7%. In de kantorenportefeuille neemt het brutorendement toe van 8,9% naar 9,0%.

De vastgoedportefeuille van Intervest wordt verzekerd voor een totale reconstructiewaarde van € 804 miljoen, exclusief de terreinen waarop de gebouwen staan, tegenover een reële waarde van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur van € 860 miljoen op 31 december 2019 (weliswaar gronden inbegrepen). De verzekerde waarde bedraagt voor de kantoren € 412 miljoen en voor de logistieke portefeuille € 392 miljoen.
De verzekeringen omvatten eveneens bijkomende waarborgen voor de onbruikbaarheid van de onroerende goederen zoals huurderving, de instandhoudings- en opruimingskosten, het verhaal van huurders en gebruikers en het verhaal van derden. De gederfde huur wordt vergoed zolang het gebouw niet heropgebouwd is, voor zover dit binnen een redelijke termijn, vastgesteld door de expert, gebeurt. Inclusief deze bijkomende waarborgen is de verzekerde waarde € 1,3 miljard. Deze verzekerde waarde wordt gesplitst in € 812 miljoen voor de kantoren en € 478 miljoen voor de logistieke portefeuille.
Intervest is verzekerd tegen aansprakelijkheid voortkomend uit haar activiteiten of haar investeringen middels een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering die lichamelijke schade dekt tot een bedrag van € 12,4 miljoen en stoffelijke schade (andere dan door brand en ontploffing) tot € 0,6 miljoen. Verder zijn de bestuurders en leden van het directiecomité verzekerd voor bestuurdersaansprakelijkheid waarbij schade wordt gedekt tot een bedrag van € 30 miljoen.
In geval van een hypothetische negatieve aanpassing van het rendement dat gebruikt wordt door de vastgoeddeskundigen bij de bepaling van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap (yield of kapitalisatievoet) met 1%-punt (van 7,2% naar 8,2% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 105 miljoen of 12%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 5%-punten tot circa 44%.
In het omgekeerde geval van een hypothetische positieve aanpassing van dit gebruikte rendement met 1%-punt (van 7,2% naar 6,2% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 139 miljoen of 16%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 5%-punten tot circa 34%.
De waardering van de vastgoedportefeuille van Intervest is op 31 december 2019 uitgevoerd door de volgende vastgoeddeskundigen:
De vastgoeddeskundigen analyseren op een permanente basis verhuringen, verkoop- en aankooptransacties. Dit laat toe de vastgoedtrends correct in te schatten op basis van de werkelijk gerealiseerde prijzen en over te gaan tot het samenstellen van marktstatistieken.
Voor de beoordeling van het onroerend goed wordt rekening gehouden met de markt, de locatie en enkele karakteristieken van het onroerend goed.
Vervolgens zijn er vier belangrijke waarderingsmethoden die gehanteerd worden: actualisatie van de geschatte huurinkomsten, eenheidsprijzen, discounted cash flow analysis en kostenmethode.
De investeringswaarde is de resultante van het toegepaste rendement (yield of kapitalisatievoet, die het door een koper vereist brutorendement vertegenwoordigt) op de geschatte huurwaarde (ERV), gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten.
Voor gebouwen die deels of volledig onbezet zijn, wordt de waardering berekend aan de hand van de geschatte huurwaarde, met afhouding van de leegstand en de kosten (verhuurkosten, publiciteitskosten, enz.) voor de leegstaande delen. Voor gebouwen waar de vastgoeddeskundige het correcter acht, wordt de kostenmethode gehanteerd.
Te renoveren gebouwen, gebouwen onder renovatie of geplande projecten worden geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie of einde werken, verminderd met het bedrag van de resterende werken, de erelonen van architecten en ingenieurs, tussentijdse interesten, de geschatte leegstand en een risicopremie.
De investeringswaarde wordt bepaald op basis van eenheidsprijzen van het goed per m² voor kantoorruimte, opslagruimte, archief, aantal parkeerplaatsen, enz. en dit op basis van de hiervoor reeds beschreven markt- en gebouwanalyse.
De investeringswaarde wordt berekend op basis van de geactualiseerde waarde van de netto toekomstige huuropbrengsten van elke eigendom. Zo wordt per eigendom rekening gehouden met de jaarlijks te verwachten kosten en provisies, de lopende huurovereenkomsten, de realisatietermijn van de (ver)bouwwerken, hun weerslag op de effectieve inning van de huurgelden. Deze inkomstenstroom, evenals de herverkoopwaarde exclusief transactiekosten, wordt geactualiseerd (discounted cash flow) op basis van de interestvoeten op de kapitaalmarkten, en vermeerderd met een marge, eigen aan de specifieke vastgoedbelegging (liquiditeitsmarge). De impact van wijzigende rentevoeten en te verwachten inflatie wordt aldus op conservatieve wijze mee verrekend in de schatting.
Dit geeft een waarde op basis van de geschatte actuele kosten voor het reproduceren of maken van een eigendom van dezelfde kwaliteit, utiliteit en verhandelbaarheid, maar met moderne vervaardigingstechnieken.
Op uitdrukkelijke vraag van de revisor, en in overeenstemming met de vereisten van de IFRS 16 regelgeving, hebben de vastgoeddeskundigen een bijzondere taxatieoverweging gemaakt.
Deze houdt in dat de vastgoeddeskundigen uitdrukkelijk en expliciet abstractie maken van alle eventuele vergoedingen die betaald dienen te worden in het kader van tijdelijke gebruiksrechten/eigendomsrechten (zoals daar zijn erfpachten, concessies, etc.) aangezien deze onder IFRS 16 reeds afzonderlijk op de balans vermeld dienen te worden. Alle vermelde waardes in het waarderingsrapport dienen als dusdanig geïnterpreteerd te worden.
| Vastgoeddeskundige | Reële waarde | Investeringswaarde |
|---|---|---|
| (€ 000) | (€ 000) | |
| Cushman & Wakefield Belgium | 350.069 | 358.821 |
| CBRE Valuation Services | 315.099 | 322.976 |
| CBRE Valuation Advisory | 196.588 | 210.330 |
| TOTAAL* | 861.756 | 892.127 |
* Het totaal van de verslagen van de vastgoeddeskundigen is in overeenstemming met het bedrag van het vastgoed beschikbaar voor verhuur verhoogd met de grondreserve in Den Bosch (NL), getaxeerd als bouwrijp terrein.
Cushman & Wakefield Belgium heeft voor het door hen gewaardeerde deel van de vastgoedportefeuille van Intervest een investeringswaarde bepaald, op 31 december 2019, van € 358.820.813 en een reële waarde van € 350.069.086.
| Gregory Lamarche,MRICS | Julien Dubaere |
|---|---|
| Associate | Valuer |
| Valuation & Advisory | Valuation & Advisory |
CBRE Valuation Services heeft voor het door hen gewaardeerde deel van de vastgoedportefeuille van Intervest een investeringswaarde bepaald, op 31 december 2019, van € 322.976.504 en een reële waarde van € 315.099.029.
bvba Pieter Paepen, MRICS RICS Registered Valuer Senior Director
Kevin Van de Velde, MRE Director
CBRE Valuation Advisory heeft voor het door hen gewaardeerde deel van de vastgoedportefeuille van Intervest een investeringswaarde bepaald, op 31 december 2019, van € 210.330.172 en een reële waarde van € 196.588.242.
Drs. H.W.B. Knol MSc RE MRICS RICS Registered Valuer Director
D.L.L. Ummels MSc RT Senior Consultant

A15
NEDERLAND
'S HERTOGENBOSCH
A16
MOERDIJK
ROTTERDAM
A12
BRUSSEL
ANTWERPEN
BERGEN-OP-ZOOM
A59
E19 E314
BELGIË
LEUVEN
MECHELEN
A58
VUREN
GORINCHEM
E34
E313
LIMBURG
EINDHOVEN
VENLO
NIJMEGEN
NIJVEL LUIK
E17
RIJSEL
GENT
| Antwerpen - Limburg - Luik | Antwerpen - Brussel - Nijvel | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 1 | Wommelgem | p. 138 | 8 | Wilrijk | p. 137 - 138 |
| 2 | Herentals Logistics | p. 131 - 132 | 9 | Schelle | p. 137 |
| 3 | Oevel | p. 135 - 136 | 10 | Boom Krekelenberg | p. 129 |
| 4 | Aarschot | p. 128 | 11 | Duffel | p. 129 |
| 5 | Genk Green Logistics - Project | p. 130 | 12 | Mechelen 1 | p. 133 |
| 6 | Luik | p. 133 | 13 | Mechelen 2 | p. 134 |
| 14 | Puurs | p. 136 | |||
| Antwerpen - Gent - Rijsel | 15 | Merchtem | p. 134 | ||
| 7 | Gent | p. 130 | 16 | Zellik | p. 139 |
| 17 | Huizingen | p. 132 |
1 Rangschikking per logistieke as: Antwerpen - Limburg - Luik, Antwerpen - Gent - Rijsel en Antwerpen - Brussel - Nijvel.
| 28 | Vuren | p. 145 |
|---|---|---|
| 29 | Nijmegen 1 | p. 141 |
| 30 | Raamsdonksveer 1 | p. 141 |
|---|---|---|
| 31 | Raamsdonksveer 2 | p. 142 |
| 32 | Raamsdonksveer 3 | p. 142 |
2 Rangschikking per logistieke as: Bergen-op Zoom - Eindhoven - Venlo, Rotterdam - Gorinchem - Nijmegen en Moerdijk - 's Hertogenbosch - Nijmegen.
De logistieke panden van Intervest liggen in België voornamelijk op de logistieke assen Antwerpen - Limburg - Luik, Antwerpen - Brussel - Nijvel en Antwerpen - Gent - Rijsel.
In Nederland liggen de panden ten zuiden van de as Rotterdam - Nijmegen.
Met de uitgesproken sterke aanwezigheid en clustervorming op deze belangrijke logistieke assen, is Intervest een relevante gesprekspartner die optimaal kan inspelen op de wijzigende behoeften van bestaande en nieuwe klanten.

Nieuwlandlaan 321 3200 Aarschot Oppervlakte 14.602 m2 Bouwjaar 2005 Bezettingsgraad 100%
Distributie-hub nabij Leuven op 4 km van op- en afrit van de E314. Ideaal gelegen voor last-miledistributieactiviteiten. Site bestaat uit twee logistieke gebouwen en twee kleinere opslagruimtes. 80% van de site wordt sinds begin 2017 door bpost uitgebaat als regionaal verdeelcentrum.

Industrieweg 18 2850 Boom Oppervlakte 24.871 m2 Bouwjaar 2000, gedeeltelijke renovatie in 2015 Bezettingsgraad 100%
Site met modern en efficiënt energiebeheersysteem. Gelegen in de industriezone Krekelenberg met uitstekende ontsluiting via de A12. Uitermate geschikt voor distributie binnen de Benelux. Grote opsplitsbare opslaghal met ruime kantoorfaciliteiten en sociale ruimtes.
In 2015 voorzien van moderne lay-out en complete relighting. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.



Adres Stocletlaan 23 2570 Duffel Oppervlakte 23.386 m2 Bouwjaar 1998 Bezettingsgraad
100%
Volledig omheind logistiek gebouw op enkele kilometers van de E19. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.

Henry Fordlaan 8 + 4 3600 Genk Potentiële oppervlakte 250.000 m2 Bouwjaar 2020 - 2025
Via de perimetervennootschap Genk Green Logistics is Intervest samen met Group Machiels eigenaar van zone B, een perceel grond van 42 hectare op de voormalige Ford-site. De voormalige Ford-site bestaat uit drie nog te ontwikkelen zones: zone A voor openbaar domein met gemeenschappelijke functies, zone C voor watergebonden logistieke activiteiten met o.m. een nieuwe containerterminal en zone B waar Genk Green Logistics een flexibel, grootschalig, multimodaal en duurzaam logistiek project met toegevoegde waarde zal realiseren in samenwerking met MG Real Estate en DEME Environmental Contractors.


Adres Eddastraat 21 9042 Gent Oppervlakte 37.944 m2 Renovatiejaar 2018 Bezettingsgraad 100%
Goed ontsloten farmaceutische site in North Sea Port (Gentse zeehaven), integraal uitgebaat door een internationale logistieke dienstverlener. Complex bestaat uit drie aaneensluitende units waarvan circa 40% volledig vernieuwd werd in 2018. De daken zijn integraal voorzien van een fotovoltaïsche installatie.

Logistieke cluster met hoge zichtbaarheid langsheen de E313, in de logistieke corridor Antwerpen - Luik, bestaande uit drie aparte sites.
Atealaan 34b 2200 Herentals
Oppervlakte 17.346 m2 Renovatiejaar 2011 Bezettingsgraad 91%
Grondig gerenoveerd logistiek gebouw met ruime kantoorfaciliteiten. Door de vele laadkades uitermate geschikt voor crossdockactiviteiten.


Adres Atealaan 34c 2200 Herentals
Oppervlakte 50.912 m2 Renovatiejaar 2008 en 2012 Bezettingsgraad 100%
State-of-the-art logistiek gebouw met circa 40.000 m² opslagruimte, ruime mezzanine over de volledige lengte van het gebouw, kantoorruimte en parkeerfaciliteiten. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.


Atealaan 34b 2200 Herentals Oppervlakte 12.123 m2 Bouwjaar 2017 Bezettingsgraad 100%
State-of-the-art logistiek distributiecentrum. In 2017 ontwikkeld op maat van gebruiker Schrauwen Sanitair en Verwarming, onder coördinatie van het turnkey-solutionsteam van Intervest.


Adres Gustave Demeurslaan 69 - 71 1654 Huizingen Oppervlakte 17.548 m2 Bouwjaar 1987 - 1993, nadien verschillende renovaties
Bezettingsgraad 100%
Deels gekoeld farmaceutisch distributiemagazijn ten zuiden van Brussel met bijhorende kantoorruimten en door gebruiker DHL Pharma Logistics geïnstalleerde labo's.

Adres Première Avenue 32 4040 Luik Oppervlakte 55.468 m2 Bouwjaar 2000 - 2017 Bezettingsgraad 100%
Modern logistiek complex nabij de vrachtluchthaven van Bierset en de containerterminal TriLogiPort, met uitstekende ontsluiting via de E313, E40, E42 en E25. De site werd gefaseerd ontwikkeld en bestaat uit verschillende opslaghallen met bijhorende kantoorfaciliteiten en een ruim buitenterrein. De meest recente uitbreiding (3.600 m²) dateert van 2017 en werd door het turnkey-solutionsteam van Intervest in samenspraak met één van de gebruikers, Vincent Logistics, gerealiseerd.


Adres Oude Baan 12 2800 Mechelen Oppervlakte 15.341 m2 Renovatiejaar 2004 Bezettingsgraad
100%
Farmaceutisch magazijn met airconditioning in de volledige opslagruimte. Goede ligging met directe aansluiting op de E19. De site is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.

Dellingstraat 57 2800 Mechelen Oppervlakte 7.046 m2 Bouwjaar 1998, uitbreiding in 2010 Bezettingsgraad 100%
Multifunctioneel semi-industrieel pand met grote overdekte zone voor buitenopslag en ruime kantoorfaciliteiten. Gelegen nabij de E19 en op wandelafstand van het station en het stadscentrum van Mechelen.


Adres Preenakker 20 1785 Merchtem
Oppervlakte 7.269 m2 Bouwjaar 1992, uitbreiding in 2002 Bezettingsgraad 100%
Logistiek gebouw met een hoge graad van automatisering. In gebruik door ZEB voor distributie van kleding. Gelegen in de KMO-zone Merchtem Preenakker in de driehoek tussen de E40 Brussel - Oostende, de A12 en de Brusselse ring.

Logistieke cluster van drie sites met hoge zichtbaarheid langsheen de E313, in de logistieke corridor Antwerpen - Luik, bestaande uit vier gebouwen. Ligt in nabije omgeving van Herentals Logistics.
Nijverheidsstraat 9 2260 Oevel Oppervlakte 12.159 m2 Renovatiejaar 2004 Bezettingsgraad 100%
Logistieke site met hoge graad van automatisering, in gebruik door Estée Lauder die vlakbij eveneens een van haar productiefaciliteiten uitbaat.

Adres Nijverheidsstraat 9a + 11 2260 Oevel Oppervlakte 33.955 m2 Bouwjaar 2007, uitbreiding in 2013 Bezettingsgraad 100%
Modern logistiek complex. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie. Huurders zijn Estée Lauder en Seal For Life Industries.


Adres Nijverheidsstraat 8 2260 Oevel Oppervlakte 11.660 m2 Bouwjaar 1995 Bezettingsgraad 100%
Logistieke site met opslagruimte, mezzanine en kantoren. Uitstekende ligging langs de E313 - E314. Het dak is uitgerust met een fotovoltaïsche installatie.


Adres Koning Leopoldlaan 5 2870 Puurs
Oppervlakte 43.534 m2 Bouwjaar 2001 Bezettingsgraad
40%
Unieke zichtlocatie langs de A12 in Puurs. Logistiek complex, deels in gebruik door Delhaize België voor haar fresh food e-commerce platform. Het dak is over de volledige oppervlakte voorzien van een fotovoltaïsche installatie.


Adres Molenberglei 8 2627 Schelle Oppervlakte 8.317 m2 Bouwjaar 1993, uitbreiding 2016 Bezettingsgraad 95%
Vanaf de A12 goed bereikbaar logistiek gebouw met opslaghal, kantoren, sociale ruimtes en groot aantal laad- en loskades.
In 2017 door het turnkey-solutionsteam van Intervest gerenoveerd en uitgebreid met een showroom in samenspraak met uitbater Rogue Fitness Benelux.


Cluster met twee aaneensluitende sites langs de A12, aan de rand van Antwerpen en met een goede verbinding naar Brussel.
Boomsesteenweg 801 - 803 2610 Wilrijk Oppervlakte 5.364 m2 Bouwjaar 2013 Bezettingsgraad 100%
Turnkey-realisatie voor autodistributeur Peugeot. Op commerciële topligging langs de Boomsesteenweg.


Geleegweg 1 - 7 2610 Wilrijk Oppervlakte 24.521 m2 Bouwjaar 1989, renovatie in 2016 - 2017 Bezettingsgraad 100%
Logistiek complex met ideale ligging voor stadsdistributieactiviteiten.
Het turnkey-solutionsteam van Intervest installeerde in 2016 - 2017 in samenspraak met huurder Toyota Material Handling Europe Logistics nieuwe vloeren, ledverlichting, nieuw sanitair en extra ramen voor meer zonlicht in het kantoorgedeelte.



Adres Koralenhoeve 25 2160 Wommelgem Oppervlakte 24.181 m2 Bouwjaar 1998, renovatie in 2017 - 2018 Bezettingsgraad 100%
Zichtlocatie langs de E313 - E34 aan de rand van Antwerpen.
Modern distributiecomplex dat in 2017 - 2018 door het turnkey-solutionsteam van Intervest in samenspraak met gebruiker Feeder One duurzaam en energie-efficiënt gerenoveerd is. Kantoorruimtes werden heringedeeld en gebouw werd voorzien van ledverlichting, nieuwe HVAC en een EMSsysteem. Dak werd gerenoveerd en van extra isolatie voorzien.


Adres Brusselsesteenweg 464 1731 Zellik Oppervlakte 26.637 m2 Bouwjaar 1994, renovatie in 2008 Bezettingsgraad 100%
Logistieke site aan de rand van het industriegebied in Zellik - Asse nabij de snelwegen E40 en E19 en de Brusselse Ring.
Er bevindt zich een fotovoltaïsche installatie op een gedeelte van het dak.
Site biedt herontwikkelingspotentieel tot stateof-the-art nieuwbouw van circa 29.000 m².


Strategisch gelegen multimodaal ontsloten logistiek complex van 50.000 m² bestaande uit twee duurzame bedrijfspanden, Silver Forum en Gold Forum, die architecturaal en functioneel één geheel vormen op het bedrijvenpark Flight Forum nabij de luchthaven van Eindhoven.
Flight Forum 1800-1950 5657 EZ Eindhoven Oppervlakte circa 21.000 m2 Bouwjaar 2020
In het eerste kwartaal van 2020, na oplevering, verworven nieuwbouwdistributiecentrum met kwalitatieve, moderne afwerking en opvallende goudkleurige gebogen gevel.


Adres Flight Forum 1800-1950 5657 EZ Eindhoven Oppervlakte 28.695 m2 Bouwjaar 2002 Bezettingsgraad 100%
Strategisch gelegen distributiecentrum nabij de luchthaven van Eindhoven met kwalitatieve, moderne afwerking en een opvallende ovalen vorm met zilverkleurige gevelbekleding.


De Vlotkampweg 67 - 71 6545 AE Nijmegen Oppervlakte 19.159 m2 Bouwjaar 1988 - 2002 Bezettingsgraad 100%
Strategische toplocatie op het bedrijventerrein Westkanaaldijk, goed omsloten via de snelwegen A73 en A50.


Logistieke cluster in bedrijvenpark Dombosch nabij het knooppunt van de A27 (Breda - Almere) en A59 (Moerdijk - Den Bosch), bestaande uit drie afzonderlijke sites.
Adres Zalmweg 37 4941 SH Raamsdonksveer Oppervlakte 20.653 m2 Bouwjaar 2010 Bezettingsgraad 100%
Logistiek complex dat in 2010 built-to-suit gerealiseerd werd voor een woon- en decoratieretailer die van hieruit distributieactiviteiten voor levering van e-commerce organiseert.

Zalmweg 41 4941 SH Raamsdonksveer Oppervlakte
38.573 m2 Bouwjaar 2002 Bezettingsgraad 100%
Modern distributiecentrum met bijhorende kantoren en groot aantal laadkades. De opslaghal bestaat uit vier onafhankelijke opslagruimten die aan elkaar geschakeld kunnen worden. De kantoren bevinden zich op de mezzanine.


Adres Steurweg 2 4941 VR Raamsdonksveer
Oppervlakte 14.581 m2 Bouwjaar 1980 (Uitbreiding in 2008) Bezettingsgraad 100%
Vrijstaand multifunctioneel logistiek pand met eigentijdse uitstraling. Kantoorgedeelte op de mezzanine en aparte kantorenblok ernaast.

Logistieke cluster in één van de belangrijkste logistieke knooppunten van West-Brabant.
Adres Borchwerf I - Braak 4704 RJ Roosendaal Oppervlakte circa 28.000 m2
Bouwjaar in ontwikkeling
Duurzame logistieke nieuwbouw, gestart in 2018, van een modern en hoogwaardig distributiecentrum dat in de loop van 2020 opgeleverd zal worden door Intervest en 'BREEAM Outstanding' gecertificeerd zal zijn.
Het pand beschikt over doorgedreven isolatie, een fotovoltaïsche installatie, ledverlichting, gescheiden waterafvoersystemen, enz.


Adres
Leemstraat 15-17, 21, 23 - Boerkensleen 23a 4705 RT Roosendaal
Oppervlakte 38.162 m2 Bouwjaar
1975 - 1985 - 2007 - 2012 Bezettingsgraad 100%
Omvangrijk logistieke complex bestaande uit zes opslaghallen met bijhorende kantoren, werkplaats, loods en conciërgewoning op een terrein van meer dan 13 hectare. Goed gelegen in bedrijventerrein Majoppenveld, nabij afrit A58 Vlissingen - Roosendaal - Eindhoven en met directe toegang naar A17 Roosendaal - Moerdijk.
Hoofdkwartier van logistieke dienstverlener Jan de Rijk.
Uitbreidings- of herontwikkelingpotentieel onsite.

Borchwerf II - Blauwhekken 2 4751 XD Roosendaal Oppervlakte 18.029 m2 Bouwjaar 2019 Bezettingsgraad 100%
Nieuwbouw state-of-the-art gebouw op de logistieke hotspot Borchwerf II voor productie- en distributieactiviteiten. 'BREEAM Very Good' gecertificeerd. Het dak is voorzien van een fotovoltaïsche installatie.


Kronosstraat 2 5048 CE Tilburg Oppervlakte 13.309 m2 Bouwjaar 2004, renovatie in 2011 Bezettingsgraad 100%
Gekoelde bedrijfshal en productieruimte conform HACCP-richtlijnen van de voedingsindustrie. Gelegen in Industriezone Vossenberg II met directe aansluiting op de A58 Eindhoven - Breda, in logistieke corridor Tilburg Waalwijk. In gebruik door Dutch Bakery voor logistieke en industriële bakkerij-activiteiten met expeditie.


Belle van Zuylenstraat 15 5032 MA Tilburg Oppervlakte 28.493 m2 Bouwjaar 1989 (Uitbreiding 1997 - Renovatie 2019) Bezettingsgraad 100 %
Zichtlocatie langs A58 Vlissingen - Breda - Eindhoven, in bedrijventerrein Katsbogten. Logistiek complex bestaande uit distributiecentrum en vrijstaand kantoorpand dat in 2019 volledig gerenoveerd, gemoderniseerd en verduurzaamd wordt. Groot aantal dockshelters aan voor- en achterzijde en voldoende parkeervoorzieningen. Hoofdkwartier van woondiscounter Kwantum.


Adres Hooglandseweg 6 4214 KG Vuren Oppervlakte 14.020 m2 Bouwjaar 2018 Bezettingsgraad 100%
Built-to-suit nieuwbouwproject bestaande uit verschillende opslagruimten en kantoorgedeelte in twee bouwlagen, in 2018 op maat gebouwd voor farmaceutische groothandel The Medical Export Group. Gelegen op de as Rotterdam - Ruhrgebied met goede ontsluiting via de A15 Rotterdam - Nijmegen - Ruhrgebied en de A2 Amsterdam - Utrecht - Eindhoven. Geklimatiseerd en geschikt voor opslag van farmaceutische producten en temperatuurgevoelige goederen.


NEDERLAND
E17
A15
NEDERLAND
A16
A12
BRUSSEL
ANTWERPEN
A59
E19 E314
BELGIË
LEUVEN
MECHELEN
A58
E34
E313
E17
| 1 | Greenhouse Antwerp | p. 148 | |
|---|---|---|---|
| 2 | Gateway House | p. 151 | |
| 3 | De Arend | p. 152 | |
| 4 | Aartselaar | p. 151 | |
| Mechelen | |||
| 5 | Mechelen Campus en Greenhouse Mechelen |
p. 149 | |
| 6 | Intercity Business Park | p. 154 | |
| 7 | Mechelen Business Tower | p. 153 |
| 8 | Greenhouse BXL | p. 149 |
|---|---|---|
| 9 | Woluwe Garden | p. 154 |
| 10 Exiten | p. 155 | |
| 11 | Inter Access Park | p. 152 |
| 12 Park Rozendal | p. 153 | |
| Leuven |
13 Ubicenter p. 150
1 Rangschikking per regio op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel en op de as Brussel - Leuven.
Greenhouse is een vernieuwend, inspirerend en servicegericht kantorenconcept van Intervest in Antwerpen, Mechelen en Brussel waar werken een aangename beleving is. Greenhouse combineert traditionele kantoren die voor lange termijn verhuurd zijn met serviced offices en coworking lounges. Greenhouse biedt extra dienstverlening aan alle huurders en gebruikers zoals gemeenschappelijke vergader- en evenementenruimtes, centrale receptie, restaurant, strijkcentrale, pakjesdienst, fitness-faciliteiten, schoonmaak en een 7/7 technische helpdesk. Een Greenhouse-Flexabonnement geeft toegang tot de coworking lounges op de drie Greenhouse locaties. Ook de langetermijnhuurders kunnen op de verschillende locaties gebruik maken van de Greenhouse-diensten en faciliteiten.

Adres Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem Oppervlakte 5.763 m2 Renovatiejaar 2016 Bezettingsgraad 98%
Greenhouse Antwerp werd in 2016 volledig gerenoveerd tot een landmark langs de Antwerpse singel met opvallende 'groene gevel' die bestaat uit 50.000 levende planten. Greenhouse Antwerp biedt 14 vergader- en evenementenruimtes met een capaciteit van 2 tot 24 personen. De meest prestigieuze evenementenruimte, de 'Greenhouse Boardroom', is uitgerust met eigen cateringfaciliteiten. 'Greenhouse Café', het restaurant op het gelijkvloers, is een geliefde lunchspot in de buurt voor een uitgebreide lunch of meeneemhap.

Adres Berkenlaan 8A + 8B 1831 Diegem Oppervlakte 20.262 m 2 Renovatiejaar 2017 - 2018
Bezettingsgraad 88%
Greenhouse BXL opende na een grondige renova tie eind 2018 de deuren. De voorgevel bestaat uit een verticale plantentuin, de wand in het glazen atrium is met echte planten bekleed, het gebouw wordt omringd door verschillende plantentuinen en op het groendak bevindt zich een terras. In de ruime ondergrondse parking zijn er laadpalen voor elektrische wagens. Er zijn voldoende vergader- en evenementenruimtes waaronder een auditorium voor 200 personen en het atrium dat als een multi functionele ontmoetings- en evenementenruimte fungeert. Er zijn twee restaurants in het gebouw. Het grand café biedt een ruim assortiment aan gezonde broodjes en salades en The Greenery heeft een meer uitgebreide menukaart. Greenhouse BXL ligt naast de Brusselse ring en vlakbij Brussels Airport.

Adres Schalïenhoevedreef 20 A - J en T 2800 Mechelen Oppervlakte 58.147 m2 Bouwjaar 2000-2005 Bezettingsgraad 89%
Greenhouse Mechelen bevindt zich op Mechelen Campus. Mechelen Campus bestaat uit een toren gebouw van 60 meter en 10 lagere kantoorgebou wen die met elkaar verbonden zijn door een bovenen ondergrondse parking. Vele kantoren werden door het turnkey-solutionsteam van Intervest in samenspraak met de huurders ingericht.
Tussen de gebouwen bevindt zich een tuin. Er zijn verschillende charging plazas voor elektri sche wagens en er is een gratis shuttle dienst. Greenhouse Mechelen werd ondergebracht in het torengebouw en biedt 12 vergader- en evenementen ruimtes met een capaciteit van 4 tot 130 personen.

Adres Philipssite 5 3001 Leuven Oppervlakte 27.027 m2 Bouwjaar 2001 Bezettingsgraad 98%
Ubicenter Leuven is een hedendaags kantoorcomplex dat aansluit op het innovatieve Greenhouseconcept maar niet rechtstreeks door Intervest uitgebaat wordt. Ubicenter biedt eveneens kantoren op maat, coworking lounges en sleutel-op-de-deur kantoorruimten met extra dienstverlening zoals vergaderzalen, receptiediensten, dagelijks beheer van briefwisseling, telefoon- en faxnummer, douches en catering services. Het gebouw beschikt over een foyer, bedrijfsrestaurant en auditorium.
Ubicenter ligt aan de ring rond Leuven, vlakbij de oprit van de E40 en E314.

De kantoren van Intervest liggen op strategische locaties in Vlaanderen, zowel in de binnenstad als op campussen buiten de stad, voornamelijk op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel.
Intervest heeft een stevig uitgebouwde marktpositie in Mechelen, een stad die door de groeiende mobiliteitsproblematiek meer en meer een alternatieve locatie voor Brussel vormt.

Adres
Kontichsesteenweg 54 2630 Aartselaar Oppervlakte 4.140 m2 Bouwjaar 2000 Bezettingsgraad 100%
Ideaal gelegen tussen de E19 en A12. Bestaat uit een kantoorgedeelte, een magazijn en een zeer ruime parking. De site biedt een maximale zichtbaarheid door de directe ligging aan de Kontichsesteenweg.


Adres Brusselstraat 59 / Montignystraat 80 2018 Antwerpen Oppervlakte 11.172 m2 Renovatiejaar 2002 Bezettingsgraad
67%
Statig gebouw schuin tegenover het Antwerpse justitiepaleis, op vijf minuten wandelen van de bruisende en trendy buurt 'Het Zuid'. Zowel met het openbaar vervoer als met de wagen zeer goed bereikbaar.

Adres Pontbeekstraat 2 & 4 1700 Dilbeek Oppervlakte 6.392 m2 Bouwjaar 2000 Bezettingsgraad 95%
Het Inter Access Park bestaat uit twee identieke kantoorgebouwen die goed bereikbaar zijn zowel met het openbaar vervoer (station Sint-Agatha-Berchem) als met de wagen (autosnelwegen E40 en R0). Elk gebouw heeft een grote, prestigieuze inkomhal en de verdiepingen kunnen in hun geheel of opgesplitst gehuurd worden.


Adres Prins Boudewijnlaan 45 - 49 2650 Edegem Oppervlakte 6.931 m2 Bouwjaar 1997 Bezettingsgraad 90%
Gelegen op een boogscheut van de E19 bij afrit Kontich. Groen omgeven kantorencomplex bestaande uit drie gebouwen met telkens drie verdiepingen. De efficiënte rechthoekige plateaus bieden veel lichtinval.


Terhulpsesteenweg 6A 1560 Hoeilaart Oppervlakte 2.830 m2 Bouwjaar 1994 Bezettingsgraad 86%
Gelegen in een oase van groen en toch dicht bij Brussel. Uitstekend bereikbaar met de auto en het openbaar vervoer. De luxueuze inkomhal zorgt voor een gedistingeerd karakter en de rechthoekige vorm van de verdiepingen laat toe om de kantoren optimaal in te richten.

Adres Blarenberglaan 2C 2800 Mechelen Oppervlakte 13.574 m2 Bouwjaar 2001 Bezettingsgraad
kantooromgeving.
86% Mechelen Business Tower is een landmark langs de E19 ter hoogte van Mechelen. De single-tenant kantorentoren is omgebouwd tot een multi-tenant


Adres Generaal De Wittelaan 9 - 21 2800 Mechelen Oppervlakte 54.190 m2 Bouwjaar 1993 - 1999 (2016) Bezettingsgraad 86%
Bedrijvenpark langs de E19 Antwerpen – Brussel met meer dan 54.000 m² bedrijfsruimte verdeeld over 10 kantoorgebouwen. Er zijn circa 40 huurders waaronder een aantal grote bedrijven in de life sciences sector zoals Biocartis, Galapagos en SGS Belgium. Intercity Business Park sluit aan op Mechelen Campus.


Adres Woluwedal 18 - 22 1932 Sint-Stevens-Woluwe
Oppervlakte 23.681 m2 Bouwjaar 2000 Bezettingsgraad 100%
Woluwe Garden ligt in Vlaams-Brabant, aan de rand van Brussel. De indrukwekkende inkomhal verbindt drie vleugels met elk acht verdiepingen. Volledig gehuurd door PricewaterhouseCoopers.

Adres Zuiderlaan 91 1731 Zellik Oppervlakte 3.628 m2 Bouwjaar 2002 Bezettingsgraad 100%
Pand met grote visibiliteit naast afrit 10 van de Brusselse ring. Dankzij de rechthoekige vorm van de verdiepingen kunnen de kantoren optimaal ingericht worden.


Mechelen Campus - Bluebee kantoren
Mechelen Campus - Bluebee kantoren
| 1. | Geconsolideerde resultatenrekening | 158 | Toelichting 12. Belastingen |
187 |
|---|---|---|---|---|
| 2. Geconsolideerd globaalresultaat | 159 | |||
| Toelichting 13. | ||||
| 3. Geconsolideerde balans | 160 | Vaste activa | 188 | |
| 4. Mutatieoverzicht van | Toelichting 14. | |||
| het geconsolideerd eigen vermogen | 162 | Vlottende activa | 192 | |
| 5. Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 166 | Toelichting 15. | ||
| Eigen vermogen | 193 | |||
| 6. Toelichting bij de geconsolideerde | ||||
| jaarrekening | 168 | Toelichting 16. Voorzieningen |
196 | |
| Toelichting 1. | ||||
| Jaarrekeningschema voor | Toelichting 17. | |||
| gereglementeerde | Kortlopende verplichtingen | 197 | ||
| vastgoedvennootschappen | 168 | |||
| Toelichting 18. | ||||
| Toelichting 2. | Langlopende en kortlopende | |||
| Grondslagen voor de | financiële schulden | 198 | ||
| financiële verslaggeving | 168 | |||
| Toelichting 19. | ||||
| Toelichting 3. | Financiële instrumenten | 200 | ||
| Gesegmenteerde informatie | 176 | |||
| Toelichting 20. | ||||
| Toelichting 4. | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 204 | ||
| Vastgoedresultaat | 178 | |||
| Toelichting 21. | ||||
| Toelichting 5. | Berekening schuldgraad | 204 | ||
| Vastgoedkosten | 181 | |||
| Toelichting 22 | ||||
| Toelichting 6. | Verbonden partijen | 204 | ||
| Algemene kosten | 183 | |||
| Toelichting 23. | ||||
| Toelichting 7. | Lijst van de geconsolideerde | |||
| Personeelsbeloningen | 184 | ondernemingen | 205 | |
| Toelichting 8. | Toelichting 24. | |||
| Resultaat op verkopen van | Honorarium aan de commissaris en met | |||
| vastgoedbeleggingen | 185 | de commissaris verbonden entiteiten | 206 | |
| Toelichting 9. | Toelichting 25. | |||
| Variaties in de reële waarde van | Voorwaardelijke rechten | |||
| vastgoedbeleggingen | 185 | en verplichtingen | 207 | |
| Toelichting 10. | Toelichting 26. | |||
| Ander portefeuilleresultaat | 186 | Gebeurtenissen na balansdatum | 209 | |
| Toelichting 11. | 7. Verslag van de commissaris | 210 | ||
| Netto-interestkosten | 186 | |||
| 8. Enkelvoudige jaarrekening | ||||
| Intervest Offices & Warehouses nv | 216 |
| in duizenden € | Toelichting | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Huurinkomsten | 4 | 66.143 | 47.920 |
| Met verhuur verbonden kosten | 4 | -166 | -53 |
| NETTOHUURRESULTAAT | 65.977 | 47.867 | |
| Recuperatie van vastgoedkosten | 4 | 707 | 729 |
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
4 | 13.462 | 9.919 |
| Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huur schade en wederinstaatstelling |
-774 | -529 | |
| Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
4 | -13.462 | -9.919 |
| Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 4 | 1.198 | 606 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 67.108 | 48.673 | |
| Technische kosten | 5 | -939 | -1.059 |
| Commerciële kosten | 5 | -334 | -166 |
| Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen | 5 | -672 | -587 |
| Beheerskosten van het vastgoed | 5 | -4.800 | -4.019 |
| Andere vastgoedkosten | 5 | -784 | -563 |
| Vastgoedkosten | -7.529 | -6.394 | |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 59.579 | 42.279 | |
| Algemene kosten | 6 | -3.777 | -2.749 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | 89 | 24 | |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE |
55.891 | 39.554 | |
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 8 | 5.364 | 0 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 9 | 22.307 | 7.033 |
| Ander portefeuilleresultaat | 10 | -5.661 | -2.472 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 77.901 | 44.115 | |
| Financiële opbrengsten | 77 | 45 | |
| Netto-interestkosten | 11 | -8.543 | -8.039 |
| Andere financiële kosten | -35 | -11 | |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -3.065 | -1.615 | |
| Financieel resultaat | -11.566 | -9.620 | |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 66.335 | 34.495 | |
| Belastingen | 12 | -587 | -390 |
| NETTORESULTAAT | 65.748 | 34.105 |
| in duizenden € | Toelichting | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| NETTORESULTAAT | 65.748 | 34.105 | |
| Minderheidsbelangen | -17 | -9 | |
| NETTORESULTAAT - aandeel Groep | 65.765 | 34.114 | |
| Toelichting: | |||
| EPRA resultaat | 46.820 | 31.168 | |
| Portefeuilleresultaat | 8-10 | 22.010 | 4.561 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -3.065 | -1.615 |
| RESULTAAT PER AANDEEL | Financieel verslag |
2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen op jaareinde | 8.6 | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen op jaareinde | 8.6 | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 8.6 | 24.516.858 | 19.176.981 |
| Nettoresultaat (€) | 2,68 | 1,78 | |
| Verwaterd nettoresultaat (€) | 2,68 | 1,78 | |
| EPRA resultaat (€) | 1,91 | 1,63 |
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| NETTORESULTAAT | 65.748 | 34.105 |
| Andere componenten van het globaalresultaat (recycleerbaar in resultatenrekening) |
0 | 0 |
| GLOBAALRESULTAAT | 65.748 | 34.105 |
| Toerekenbaar aan: | ||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 65.765 | 34.114 |
| Minderheidsbelangen | -17 | -9 |
| ACTIVA in duizenden € | Toelichting | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 894.262 | 867.582 | |
| Immateriële vaste activa | 465 | 508 | |
| Vastgoedbeleggingen | 13 | 892.813 | 866.504 |
| Andere materiële vaste activa | 714 | 400 | |
| Financiële vaste activa | 19 | 252 | 156 |
| Handelsvorderingen en andere vaste activa | 18 | 14 | |
| VLOTTENDE ACTIVA | 24.601 | 19.582 | |
| Handelsvorderingen | 14 | 11.962 | 10.120 |
| Belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 14 | 5.974 | 5.092 |
| Kas en kasequivalenten | 2.156 | 1.972 | |
| Overlopende rekeningen | 14 | 4.509 | 2.398 |
| TOTAAL ACTIVA | 918.863 | 887.164 | |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN in duizenden € | Toelichting | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
| EIGEN VERMOGEN | 524.433 | 477.208 | |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
523.859 | 476.617 | |
| Kapitaal | 15 | 222.958 | 219.605 |
| Uitgiftepremies | 15 | 173.104 | 167.883 |
| Reserves | 15 | 62.032 | 55.015 |
| Nettoresultaat van het boekjaar | 65.765 | 34.114 | |
| Minderheidsbelangen | 23 | 574 | 591 |
| VERPLICHTINGEN | 394.430 | 409.956 | |
| Langlopende verplichtingen | 274.065 | 297.951 | |
| Voorzieningen | 1.875 | 0 | |
| Langlopende financiële schulden | 18 | 255.472 | 288.573 |
| Kredietinstellingen | 220.556 | 253.725 | |
| Andere | 34.916 | 34.848 | |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 19 | 8.627 | 3.460 |
| Handelsschulden en andere langlopende schulden | 1.211 | 3.010 | |
| Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 20 | 6.880 | 2.908 |
| Kortlopende verplichtingen | 120.365 | 112.005 | |
| Voorzieningen | 1.875 | 0 | |
| Kortlopende financiële schulden | 18 | 88.137 | 87.282 |
| Kredietinstellingen | 23.137 | 30.631 | |
| Andere | 65.000 | 56.651 | |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | 19 | 68 | 152 |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 17 | 7.785 | 5.249 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 17 | 3.970 | 1.774 |
| Overlopende rekeningen | 17 | 18.530 | 17.548 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 918.863 | 887.164 |
| Toelichting | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|
| 21 | 39,0% | 43,5% |
| 31.12.2019 | 31.12.2018 | |
| 21,25 | 19,62 | |
| In duizenden € | |
|---|---|
| Begintoestand 1 januari 2018 | |
| Globaalresultaat 2018 | |
| Overboekingen door resultaatverdeling 2017: | |
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
|
| • Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
|
| • Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
|
| • Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
|
| Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2017 | |
| Aandelenuitgifte naar aanleiding van kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten | |
| Minderheidsbelang Genk Green Logistics nv | |
| Dividenden boekjaar 2017 | |
| Balans op 31 december 2018 | |
| Globaalresultaat 2019 | |
| Overboekingen door resultaatverdeling 2018: | |
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
|
| • Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
|
| • Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
|
| • Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2018 3.353 0 5.221 8.574 Dividenden boekjaar 2018 -27.097 -27.097
Balans op 31 december 2019 224.685 -1.727 173.104 62.032 65.765 574 524.433
| Kapitaal | Uitgiftepremies Totaal reserves |
Nettoresultaat van het boekjaar |
Minderheidsbelangen | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kapitaal Gestort |
verhoging - kapitaal Kosten |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
||||
| 167.720 | 0 | 111.642 | 58.666 | 21.186 | 0 | 359.214 |
| 34.114 | -9 | 34.105 | ||||
| -4.985 | 4.985 | 0 | ||||
| -2.378 | 2.378 | 0 | ||||
| 1.119 | -1.119 | 0 | ||||
| 2.593 | -2.593 | 0 | ||||
| 4.427 | 5.571 | 9.998 | ||||
| 49.185 | -1.727 | 50.670 | 98.128 | |||
| 600 | 600 | |||||
| -24.837 | -24.837 | |||||
| 221.332 | -1.727 | 167.883 | 55.015 | 34.114 | 591 | 477.208 |
| 65.765 | -17 | 65.748 | ||||
| 15.308 | -15.308 | 0 | ||||
| -10.747 | 10.747 | 0 | ||||
| -1.615 | 1.615 | 0 | ||||
| 4.071 | -4.071 | 0 | ||||
| 3.353 | 0 | 5.221 | 8.574 | |||
| -27.097 | -27.097 | |||||
| 224.685 | -1.727 | 173.104 | 62.032 | 65.765 | 574 | 524.433 |
| In duizenden € |
|---|
| Begintoestand 1 januari 2018 |
| Overboekingen door resultaatverdeling 2017: |
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
| • Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
| • Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo |
| van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een |
| afdekkingsboekhouding |
| • Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
| Balans op 31 december 2018 |
| Overboekingen door resultaatverdeling 2018: |
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
| • Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
| • Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo |
| van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
| • Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
| Balans op 31 december 2019 |
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed |
|
|---|---|
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkings onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding instrumenten die niet saldo van de variaties waarde van vastgoed Wettelijke reserves impact op de reële in de investerings Reserve voor het Reserve voor de Andere reserves waarde* |
Overgedragen resultaten van vorige boekjaren Totaal reserves |
| 90 53.380 -15.280 -2.961 6.034 |
17.403 58.666 |
| Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed -4.985 |
-4.985 |
| Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische -2.378 |
-2.378 |
| Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo 1.119 van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een |
1.119 |
| 2.593 2.593 |
|
| 90 48.395 -17.658 -1.842 6.034 |
19.996 55.015 |
| Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed 15.308 |
15.308 |
| Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische -10.747 |
-10.747 |
| Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo -1.615 van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een |
-1.615 |
| 4.071 4.071 |
|
| 90 63.701 -28.404 -3.456 6.034 |
24.067 62.032 |
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| in duizenden € | Toelichting | 2019 | 2018 | |
|---|---|---|---|---|
| KAS EN KASEQUIVALENTEN BEGIN BOEKJAAR | 1.972 | 728 | ||
| 1. | Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 47.218 | 32.860 | |
| Operationeel resultaat | 77.901 | 44.115 | ||
| Betaalde interesten | -8.957 | -8.204 | ||
| Andere niet-operationele elementen | -545 | -356 | ||
| Aanpassing van het resultaat voor niet-kasstroom verrichtingen |
-23.154 | -3.970 | ||
| • Afschrijvingen op immateriële en andere materiële vaste activa |
392 | 369 | ||
| • Resultaat op de verkoop van vastgoedbeleggingen |
8 | -5.364 | 0 | |
| • Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
9 | -22.307 | -7.033 | |
| • Spreiding van huurkorting en huurvoordelen toegekend aan huurders |
10 | -1.536 | 222 | |
| • Ander portefeuilleresultaat |
10 | 5.661 | 2.472 | |
| Variatie in de behoefte van het werkkapitaal | 1.973 | 1.275 | ||
| Beweging van activa | -4.749 | -2.701 | ||
| Beweging van verplichtingen | 6.722 | 3.976 | ||
| 2. | Kasstroom uit investeringsactiviteiten | 3.748 | -189.921 | |
| Investeringen en uitbreidingen in bestaande vastgoedbeleg gingen |
13 | -8.120 | -10.247 | |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 13 | -23.953 | -143.710 | |
| Verwerving van aandelen van vastgoedvennootschappen | 0 | -31.970 | ||
| Investeringen in projectontwikkelingen | 13 | -29.594 | -3.828 | |
| Opbrengsten uit de verkoop van vastgoedbeleggingen | 8 | 66.780 | 0 | |
| Betaalde exit taks bij fusie met vastgoedvennootschappen | -700 | 0 | ||
| Aankopen van immateriële en andere materiële vaste activa | -665 | -166 | ||
| 3. | Kasstroom uit financieringsactiviteiten | -50.782 | 158.305 | |
| Terugbetaling van leningen | -105.330 | -51.155 | ||
| Opname van leningen | 73.000 | 126.032 | ||
| Kapitaalverhoging | 0 | 98.127 | ||
| Ontvangen langlopende verplichtingen als waarborg | 70 | 139 | ||
| Betaling van dividenden | -18.522 | -14.838 | ||
| KAS EN KASEQUIVALENTEN EINDE BOEKJAAR | 2.156 | 1.972 |
Intervest heeft in 2019 een kasstroom van € 47 miljoen uit bedrijfsactiviteiten gegenereerd ten opzichte van € 33 miljoen in 2018 als gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille.
De kasstroom uit investeringsactiviteiten (€ 4 miljoen) omvat het saldo van de desinvesteringen van € 67 miljoen van de acquisities, investeringen en uitbreidingen in de vastgoedportefeuille voor € 63 miljoen.
De financieringsactiviteiten (€ 51 miljoen) van de groep bestaan in 2019 uit het terugbetalen van kredieten voor € 32 miljoen en de uitbetaling van dividenden ten belope van € 19 miljoen.

Intervest Offices & Warehouses nv heeft als beursgenoteerde openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht haar geconsolideerde jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. In het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot de gereglementeerde vastgoedvennootschappen is als Bijlage C een schema voor zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening van de GVV's gepubliceerd.
Het schema houdt voornamelijk in dat in de resultatenrekening het resultaat op de portefeuille afzonderlijk wordt weergegeven. Dit resultaat op de portefeuille omvat alle bewegingen in de vastgoedportefeuille en bestaat voornamelijk uit:
Het resultaat op de portefeuille wordt niet uitgekeerd aan de aandeelhouders, maar wordt overgeboekt naar, of van, de reserves.
Intervest is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap met maatschappelijke zetel in België. De geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap op 31 december 2019 omvat de vennootschap en haar perimetervennootschappen (de "Groep"). De jaarrekening van Intervest is opgesteld en vrijgegeven voor publicatie door de raad van bestuur op 18 maart 2020 en zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 29 april 2020.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in overeenstemming met de "International Financial
Reporting Standards" (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en volgens het KB van 13 juli 2014. Deze standaarden omvatten alle nieuwe en herziene standaarden en interpretaties gepubliceerd door de International Accounting Standards Board ('IASB') en de International Financial Reporting Interpretations Committee ('IFRIC'), voor zover van toepassing op de activiteiten van de Groep en effectief op boekjaren aanvangend vanaf 1 januari 2019.
Volgende door het IASB gewijzigde standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties zijn van toepassing in de huidige periode maar hebben geen materiële impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap: Amendments resulting from Annual Improvements 2015-2017 cycle (1/1/2019); IFRS 4 Insurance Contracts - Amendments regarding the interaction of IFRS 4 and IFRS 9 (1/1/2019); IFRS 9 Financial Instruments - Amendments regarding prepayment features with negative compensation and modifications of financial liabilities (1/1/2019); IAS 19 Employee benefits - Amendments regarding plan amendments, curtailments or settlements (1/1/2019); IAS 28 Investments in Associates and Joint Ventures - Amendments regarding long-term interests in associates and joint ventures (1/1/2019); IFRIC 23 Uncertainty over Income Tax Treatments (1/1/2019).
IFRS 16 introduceert belangrijke wijzigingen met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van lease-overeenkomsten in hoofde van de leasingnemer, waarbij het onderscheid tussen operationele en financiële leases wegvalt en activa en verplichtingen erkend worden voor alle lease-overeenkomsten (behalve uitzonderingen voor kortetermijn leases of activa met een lage waarde), en is toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019. Intervest heeft beslist om IFRS 16 vervroegd toe te passen, vanaf 1 januari 2018.
In tegenstelling tot de verwerking van lease-overeenkomsten door de lessee, behoudt IFRS 16 nagenoeg alle bepalingen uit IAS 17 – Lease-overeenkomsten met betrekking tot de verwerking van lease-overeenkomsten door de leasinggever. Dit wil zeggen dat leasinggevers blijvend de lease-overeenkomsten moeten classificeren als operationele of financiële lease-overeenkomsten.
Aangezien Intervest nagenoeg uitsluitend optreedt als vastgoedeigenaar en dus leasinggever is (en er niet voor geopteerd heeft om een herbeoordeling te doen of een contract een lease-overeenkomst is of inhoudt in vergelijking met IAS 17), zijn er wat dat betreft geen wijzigingen en zal Intervest haar vastgoedportefeuille blijven waarderen aan fair value conform IAS 40.
Echter in sommige van haar investeringen houdt Intervest niet de naakte eigendom aan, maar enkel het vruchtgebruik via een concessie of erfpacht of soortgelijke. In deze beperkte gevallen waar Intervest de leasingnemer is in lease-overeenkomsten geklasseerd als operationele leases onder IAS 17 en deze contracten niet tot de uitzonderingen zoals voorzien in IFRS 16 behoren, zal er een gebruiksrecht en bijhorende verplichting dienen opgenomen te worden op de geconsolideerde balans.
Het gebruiksrecht wordt opgenomen in haar geconsolideerde balans, op het actief binnen de reële waarde van de vastgoedbeleggingen (via taxatie van het vastgoed) en op het passief onder andere langlopende verplichtingen. Daarnaast wordt de impact op de resultatenrekening, zijnde de recurrente kost van de concessies, verwerkt via het financieel en portefeuilleresultaat in plaats van via de "met huur verbonden kosten".
Intervest heeft de volgende nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties, die nog niet van kracht zijn maar wel eerder mogen worden toegepast, niet toegepast: IFRS 3 Business Combinations - Amendments to clarify the definition of a business (1/1/2020); IFRS 7, 9 & IAS 39 Financial Instruments (Disclosures, recoginition and Measurement) - Amendments regarding pre-placement issues in the context of the IBOR reform (1/1/2020); IFRS 17 Insurance contracts (1/1/2021); IAS 1 & 8 - Amendments regarding the definition of material (1/1/2020); IAS 1 - Amendments regarding the clarification of liabilities (1/1/2022).
Verwacht wordt dat bovenvermelde standaarden en interpretaties geen materiële impact zullen hebben op de geconsolideerde jaarrekening van Intervest.
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden €, afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal. De geconsolideerde jaarrekening wordt vóór winstverdeling opgesteld.
De boekhoudprincipes worden consistent toegepast.
Een perimetervennootschap is een entiteit waarover een andere entiteit de zeggenschap (exclusief of gezamenlijk) heeft. Zeggenschap is de macht hebben over de entiteit, de rechten hebben op de veranderlijke opbrengsten uit hoofde van de betrokkenheid bij de entiteit en over de mogelijkheid beschikken de macht over de entiteit te gebruiken om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. De jaarrekening van een perimetervennootschap wordt opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode vanaf het ontstaan tot het verdwijnen van de zeggenschap. Indien nodig worden de grondslagen voor financiële verslaggeving van de perimetervennootschappen gewijzigd om te komen tot consistente grondslagen binnen de Groep.
De verslagperiode van de perimetervennootschap komt overeen met deze van de moedermaatschappij.
Alle transacties tussen de groepsondernemingen, saldi en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen ondernemingen van de Groep worden bij opmaak van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd. De lijst van perimetervennootschappen is in Toelichting 22 opgenomen.
Wanneer de Groep zeggenschap verkrijgt over een geïntegreerde combinatie van activiteiten en activa die overeenstemmen met de definitie van bedrijf overeenkomstig IFRS 3 – Bedrijfscombinaties, worden activa, verplichtingen en alle voorwaardelijke verplichtingen van het aangeschafte bedrijf, apart opgenomen aan reële waarde op de aanschaffingsdatum. De goodwill vertegenwoordigt de positieve variatie tussen enerzijds de som van de aanschaffingswaarde, het voormalig aangehouden belang in de entiteit die voorheen niet gecontroleerd was (indien van toepassing) en de erkende minderheidsbelangen (indien van toepassing) en anderzijds de reële waarde van de aangeschafte netto-activa. Indien dit verschil negatief is ("negatieve goodwill"), wordt het onmiddellijk opgenomen in het resultaat na bevestiging van de waarden. Alle transactiekosten worden onmiddellijk ten laste genomen en vormen geen onderdeel van de bepaling van de aanschaffingswaarde.
Overeenkomstig IFRS 3, kan de goodwill bepaald worden op voorlopige basis op de aanschaffingsdatum en aangepast worden binnen de 12 volgende maanden.
Na de eerste opname, wordt de goodwill niet afgeschreven maar onderworpen aan een waardeverminderingstest (impairment test) die ten minste elk jaar wordt uitgevoerd voor kasstroomgenererende entiteiten waaraan de goodwill was toegekend. Indien de boekwaarde van een kasstroomgenererende entiteit haar gebruikswaarde overschrijdt, wordt de daaruit voortvloeiende waardevermindering opgenomen in het resultaat en eerst toegewezen als vermindering van de eventuele goodwill en dan toegewezen aan de andere activa van de entiteit, in verhouding tot hun boekwaarde. Een waardeverminderingsverlies geboekt op goodwill wordt niet teruggeboekt tijdens een volgende jaar.
In het geval van de verkoop of in het geval van verlies van controle bij een gedeeltelijke verkoop van een perimetervennootschap, wordt het bedrag van de goodwill dat is toegekend aan deze entiteit inbegrepen in de bepaling van het resultaat op de verkoop.
Wanneer de Groep een bijkomend belang verwerft in een perimetervennootschap die voorheen reeds gecontroleerd werd of wanneer de Groep een deel van een belang in een perimetervennootschap verkoopt zonder de controle te verliezen, wordt de goodwill, erkend op het moment van het verwerven van controle, niet beïnvloed. De transactie met de minderheidsbelangen beïnvloedt de overgedragen resultaten van de Groep.
Transacties in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum geboekt. Monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden gewaardeerd aan de slotkoers van kracht op balansdatum. Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit omzetting van monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze zich voordoen. Niet monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum omgezet.
Opbrengsten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is ontvangen of waarop recht is verkregen. Opbrengsten worden slechts opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen zullen toekomen aan de entiteit en met voldoende zekerheid kunnen worden bepaald.
De huurinkomsten, de ontvangen operationele leasebetalingen en de andere inkomsten en kosten worden in de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.
De huurkortingen en –voordelen (incentives) worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van een contract.
De vergoedingen ontvangen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten worden onmiddellijk in resultaat genomen in de periode waarin ze definitief verworven zijn.
De kosten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is betaald of die verschuldigd is en worden in de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.
Het resultaat als gevolg van de verkoop van vastgoedbeleggingen is gelijk aan het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde (i.e. de reële waarde bepaald door de vastgoeddeskundige op het einde van het vorige boekjaar), verminderd met de verkoopkosten.
De variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen zijn gelijk aan het verschil tussen de huidige boekwaarde en de vorige reële waarde (zoals geschat door de onafhankelijke vastgoeddeskundige). Dergelijke vergelijking gebeurt minstens vier maal per jaar voor de hele portefeuille van vastgoedbeleggingen. Bewegingen in de reële waarde van het vastgoed worden in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze ontstaan.
Het financieel resultaat bestaat uit de interestkosten op leningen en bijkomende financieringskosten, verminderd met de opbrengsten van beleggingen.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten de over de verslagperiode en vorige verslagperioden verschuldigde en verrekenbare belastingen, alsmede de verschuldigde exit taks. De belastinglast wordt in de resultatenrekening opgenomen tenzij ze betrekking heeft op elementen die onmiddellijk in het eigen vermogen worden opgenomen. In dit laatste geval wordt ook de belasting ten laste van het eigen vermogen genomen.
Voor de berekening van de belasting op de fiscale winst van het jaar worden de op het ogenblik van afsluiting van kracht zijnde belastingtarieven gebruikt.
Voorheffingen op het dividend worden opgenomen in het eigen vermogen als een deel van het dividend tot het ogenblik dat ze ter betaling worden gesteld.
De exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de vastgoedvennootschap overgenomen worden, komen in mindering van de vastgestelde herwaarderingsmeerwaarde bij fusie en worden opgenomen als verplichting.
Belastingvorderingen en –verplichtingen worden gewaardeerd tegen het belastingtarief geldig in de periode waarop ze betrekking hebben.
Heffingen opgelegd door de overheid worden geboekt in overeenstemming met IAS 37 Provisions, Contingent Liabilities and Contingent Assets met toepassing van IFRIC 21 - Levies. Deze interpretatie heeft geen belangrijke invloed op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep maar beïnvloedt wel de evolutie van het resultaat tijdens het boekjaar door het moment van erkenning van onder andere de onroerende voorheffing op 1 januari van elk boekjaar. Tevens wordt de doorrekening van deze onroerende voorheffing aan de huurders en de recuperatie van onroerende voorheffing op leegstaande panden bij de overheid volledig als vordering en opbrengst erkend op 1 januari van elk boekjaar. De netto impact op de resultatenrekening blijft aldus beperkt tot de niet-doorrekenbare/recupereerbare onroerende voorheffing die op 1 januari volledig erkend wordt als kost, en niet wordt gespreid over het boekjaar.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden geboekt op basis van de schuldmethode ('liability methode') voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen. Uitgestelde belastingvorderingen worden slechts erkend indien het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zullen zijn waartegen de uitgestelde
belastingvordering kan worden afgezet. De uitgestelde belastingen worden in de resultatenrekening opgenomen onder de rubriek "Ander portefeuilleresultaat".
Het gewoon nettoresultaat per aandeel wordt berekend door het nettoresultaat zoals blijkt uit de resultatenrekening, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal uitstaande gewone aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven aandelen min de eigen aandelen) gedurende het boekjaar.
Voor de berekening van het verwaterd nettoresultaat per aandeel wordt het nettoresultaat dat aan de gewone aandeelhouders toekomt en het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen aangepast voor het effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering leiden.
Immateriële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs, verminderd met de eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, als het waarschijnlijk is dat de verwachte toekomstige economische voordelen die kunnen worden toegerekend aan het actief naar de entiteit zullen vloeien en dat de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur. De afschrijvingsperiodes worden tenminste aan het einde van elk boekjaar herzien.
Vastgoedbeleggingen omvatten alle gebouwen en terreinen die verhuurbaar zijn en (geheel of gedeeltelijk) huurinkomsten genereren, met inbegrip van de gebouwen waar een beperkt gedeelte wordt aangehouden voor eigen gebruik en het via recht-van-gebruik gehouden vastgoed.
Projectontwikkelingen (zoals bedoeld in de definitie van projectontwikkelingen) en terreinen die worden aangehouden met als doel hierop projectontwikkelingen te starten met het oog op latere verhuur en waardestijging op termijn, maar waarvoor nog geen concrete bouwplannen of projectontwikkelingen zijn gestart (grondreserve), worden tevens als vastgoedbelegging beschouwd.
De eerste opname van een acquisitie of ontwikkeling in de balans gebeurt aan de aanschaffingswaarde met inbegrip van transactiekosten zoals professionele erelonen, wettelijke diensten, registratierechten en andere overdrachtsbelastingen. Ook de exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de vastgoedvennootschap worden opgeslorpt, maakt deel uit van de aanschaffingswaarde.
De commissielonen betreffende de aankopen van gebouwen worden beschouwd als bijkomende kosten van die aankopen en worden toegevoegd aan de aanschaffingswaarde.
Indien de aankoop gebeurt via de verwerving van de aandelen van een vastgoedvennootschap, via de inbreng in natura van een gebouw tegen uitgifte van nieuwe aandelen of via de fusie door overname van een vastgoedvennootschap, worden de aktekosten, auditen consultingkosten, wederbeleggingsvergoedingen en handlichtingskosten van de financieringen van de opgeslorpte vennootschappen en andere fusiekosten eveneens geactiveerd.
De financieringskosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving of een ontwikkeling van een vastgoedbelegging worden mee geactiveerd. Wanneer voor een bepaald actief specifieke middelen werden geleend, worden de effectieve financieringskosten van die lening tijdens de periode geactiveerd, verminderd met eventuele beleggingsinkomsten uit de tijdelijke belegging van die lening.
Na initiële opname worden vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur gewaardeerd aan reële waarde (fair value) in overeenstemming met IAS 40. De reële waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in omstandigheden van normale concurrentie. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de registratierechten. Aldus wordt de reële waarde verkregen door van de investeringswaarde een aangepaste quotiteit van de registratierechten af te trekken:
Een groep van onafhankelijke vastgoeddeskundigen, die de periodieke waardering van de gebouwen van GVV's uitvoeren, oordeelden dat voor transacties m.b.t. gebouwen in België met een globale waarde lager dan € 2,5 miljoen, rekening moet worden gehouden met de registratierechten van 10,0% tot 12,5% naargelang het gewest waar deze goederen zich bevinden. Voor transacties m.b.t. gebouwen met een globale waarde hoger dan € 2,5 miljoen en gezien de waaier van methodes van eigendomsoverdracht die in België worden gebruikt, hebben diezelfde deskundigen - op basis van een representatief staal van 220 transacties die in de markt tussen 2002 en 2005
werden gerealiseerd en die in totaal € 6,0 miljard vertegenwoordigen - het gewogen gemiddelde van de rechten gewaardeerd op 2,5%.
Op dat moment werd eveneens beslist dat dit percentage per schijf van 0,5% zou herzien worden. In de loop van 2016 heeft een panel van vastgoeddeskundigen1 en de BE-REIT vereniging2 gezamenlijk beslist om deze berekening te actualiseren in overeenstemming met de methodologie die toegepast werd in 2006. Het werkelijke globale effect van transacties uitgevoerd door institutionele partijen en vennootschappen is berekend. De analyse omvat 305 grotere of institutionele transacties van meer dan € 2,5 miljoen over de periode 2013, 2014, 2015 en Q1 2016. In volume beslaan de geanalyseerde transacties meer dan 70% (€ 8,2 miljard) van het geschatte totale investeringsvolume in die periode. Het panel van vastgoeddeskundigen heeft besloten dat de drempel van 0,5% niet overschreden werd. Bijgevolg zal het percentage van 2,5% gehandhaafd blijven. Het percentage zal elke 5 jaar herbekeken worden of in geval de fiscale context aanzienlijk zou veranderen. Het percentage zal enkel aangepast worden als de drempel van 0,5% overschreden wordt.
In concreto betekent het dat de reële waarde van de in België gelegen vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,025 (voor gebouwen met een waarde hoger dan € 2,5 miljoen) of de investeringswaarde gedeeld door 1,10/1,125 (voor gebouwen met een waarde lager dan € 2,5 miljoen).
De overdrachtsrechten voor logistiek vastgoed in Nederland bedragen 6,0%. Voor de overige kosten (zoals notariskosten) neemt Intervest 1% extra in rekening. Voor de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur van Intervest die gelegen zijn in Nederland en aangehouden worden via de Nederlandse perimetervennootschappen, betekent dit dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,07.
Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen, wordt bij het verwerven van het vastgoed geboekt in de resultatenrekening in de rubriek XVIII. "Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen". Na de goedkeuring van de resultaatverwerking door de algemene vergadering van aandeelhouders (in april van het volgende boekjaar) wordt dit verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed toegewezen aan de reserve "c. Reserve voor de impact
op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen" in het eigen vermogen.
Vastgoed dat wordt gebouwd of ontwikkeld voor toekomstig gebruik als een vastgoedbelegging wordt tevens opgenomen in de rubriek 'Vastgoedbeleggingen'. Na initiële opname aan aanschaffingswaarde, worden de projecten van zodra zij beschikbaar zijn voor verhuur gewaardeerd aan reële waarde. Deze reële waarde houdt rekening met de substantiële ontwikkelingsrisico's. In dit kader moet aan al de volgende criteria voldaan zijn: er is een duidelijk beeld over de te maken projectkosten, alle nodige vergunningen voor het uitvoeren van de projectontwikkeling zijn bekomen en een substantieel deel van de projectontwikkeling is voorverhuurd (definitief getekend huurcontract). Deze waardering aan reële waarde is gebaseerd op de waardering door de onafhankelijke vastgoeddeskundige (volgens de gebruikelijke methodes en assumpties) en houdt rekening met de nog te maken kosten voor de volledige afwerking van het project.
Alle lasten die verbonden zijn met de ontwikkeling of constructie van onroerende goederen, worden opgenomen in de kostprijs van het ontwikkelingsproject. Conform IAS 23 worden de financieringskosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de bouw of de verwerving van een vastgoedbelegging mee geactiveerd over de periode voor het gebruiksklaar maken van de vastgoedbelegging voor verhuur.
De activiteiten die nodig zijn om het actief voor te bereiden op zijn beoogde gebruik, omvatten meer dan de fysieke bouw van het actief. Ze omvatten ook het technische en administratieve werk voor aanvang van de eigenlijke bouw, zoals activiteiten in verband met het verkrijgen van vergunningen in die mate dat zijde toestand van het actief veranderen.
De activering van financieringskosten wordt opgeschort tijdens lange perioden waarin de actieve ontwikkeling wordt onderbroken. De activering wordt niet opgeschort tijdens een periode waarin omvangrijke technische en administratieve werkzaamheden worden uitgevoerd. De activering wordt evenmin opgeschort als een tijdelijk uitstel een noodzakelijk onderdeel vormt van het proces om een actief klaar te maken voor zijn beoogde gebruik of verkoop.
Vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur worden gewaardeerd door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen aan investeringswaarde. De vastgoedbeleggingen worden hiervoor trimestrieel gewaardeerd op basis van contante waarde van markthuren en/of effectieve huurinkomsten, desgevallend na aftrek van verbonden kosten in overeenstemming met de International Valuation Standards 2001 opgesteld door het International Valuation Standards Committee. Waarderingen worden opgesteld door het actualiseren van de jaarlijkse nettohuur ontvangen van de huurders, verminderd met de verbonden kosten. De actualisatie gebeurt op basis van de yield factor die afhankelijk is van het inherente risico van het betrokken pand.
Winsten of verliezen die voortvloeien uit de variatie in de reële waarde van een vastgoedbelegging worden opgenomen in de resultatenrekening in de rubriek XVIII. "Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen" in de periode waarin ze ontstaan en worden bij de winstverdeling in het daaropvolgende jaar toegewezen aan de reserve "b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed". Bij deze toewijzing wordt binnen deze reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed het onderscheid gemaakt tussen de variaties in de investeringswaarde van het vastgoed en de geschatte mutatierechten bij hypothetische vervreemding zodat deze laatste rubriek steeds overeenkomt met het verschil tussen de investeringswaarde van het vastgoed en de reële waarde van het vastgoed.
Bij verkoop van een vastgoedbelegging worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop opgenomen in de resultatenrekening van de verslagperiode onder de rubriek "Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen". De mutatierechten worden in de resultatenrekening tegengeboekt bij verkoop. Commissies betaald aan makelaars bij het verkopen van gebouwen en verplichtingen aangegaan naar aanleiding van transacties worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopsprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
Bij de resultaatsbestemming worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen ten opzichte van de originele aanschaffingswaarde van die vastgoedbeleggingen overgeboekt naar de rubriek "m. Andere reserves". Op deze wijze worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen beschouwd als beschikbare reserves.
Activa bestemd voor verkoop betreft onroerende goederen waarvan de boekwaarde zal worden gerealiseerd door desinvestering en niet door het voortgezet gebruik ervan. De gebouwen bestemd voor verkoop worden gewaardeerd conform IAS 40 aan reële waarde.
De vaste activa onder zeggenschap van de entiteit die niet aan de definitie van een vastgoedbelegging voldoen, worden geclassificeerd als "Andere materiële vaste activa".
De andere materiële vaste activa worden initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna gewaardeerd in overeenstemming met het kostprijsmodel.
Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het materieel vast actief toenemen.
Andere materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van de lineaire afschrijvingsmethode. De afschrijving vangt aan op het moment dat het actief klaar is voor gebruik zoals voorzien door het management. De volgende percentages zijn van toepassing op jaarbasis:
| • | installaties, machines en uitrusting | 20% |
|---|---|---|
| • | meubilair en rollend materieel | 25% |
| • | informaticamaterieel | 33% |
| • | vastgoed voor eigen gebruik | |
| • terreinen |
0% | |
| • gebouwen |
5% | |
| • | andere materiële vaste activa | 16% |
Indien er indicaties zijn dat een actief mogelijk een bijzonder waardeverminderingsverlies heeft ondergaan, wordt de boekwaarde vergeleken met de realiseerbare waarde. Indien de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen.
Op het ogenblik van de verkoop of van de buitengebruikstelling van materiële vaste activa wordt de boekwaarde niet langer opgenomen in de balans en wordt de winst of het verlies in de resultatenrekening opgenomen.
De boekwaarde van de activa van de onderneming wordt periodiek geanalyseerd om te onderzoeken of er een aanleiding tot waardeverminderingen bestaat. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de resultatenrekening opgenomen als de boekwaarde van het actief hoger is dan de realiseerbare waarde.
Alle financiële activa worden opgenomen of niet langer opgenomen in de balans op transactiedatum, wanneer de inkoop of verkoop van een financieel actief op grond van een contract waarvan de voorwaarden de levering van het actief voorschrijven binnen de termijn die op de desbetreffende markt algemeen voorgeschreven of overeengekomen is, en worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met transactiekosten, behalve voor financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, die initieel gewaardeerd worden tegen reële waarde.
De financiële activa worden geclassificeerd in een van de categorieën voorzien volgens IFRS 9 Financiële instrumenten op basis van zowel het bedrijfsmodel van de entiteit voor het beheer van de financiële activa als de eigenschappen van de contractuele kasstromen van het financiële actief en worden vastgelegd bij hun initiële opname. Deze classificatie bepaalt de waardering van de financiële activa op toekomstige balansdata: geamortiseerde kostprijs of reële waarde.
Financiële activa worden geclassificeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen via het resultaat, als ze aangehouden worden voor handelsdoeleinden. Financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen via het resultaat worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloeiende baten of lasten in het resultaat opgenomen worden. Een financieel actief wordt in deze categorie ondergebracht, als het voornamelijk aangeschaft werd om het op korte termijn te verkopen.
Derivaten behoren ook tot de categorie tegen reële waarde met waardeveranderingen via het resultaat, tenzij ze als afdekking aangemerkt werden en effectief zijn.
Financiële activa aan geamortiseerde kostprijs zijn niet-afgeleide financiële instrumenten die worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is financiële activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen (Held to collect) en de contractvoorwaarden van het financiële actief geven op bepaalde data aanleiding tot kasstromen die uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op het uitstaande hoofdsombedrag betreffen (Solely Payments of Principal and Interest - SPPI).
Tot deze categorie behoren:
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contanten, direct opvraagbare deposito's en andere kortlopende, uiterst liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardevermindering in zich dragen vermits deze aangehouden zijn bij gerenommeerde financiële instellingen. Geldmiddelen en kasequivalenten worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
Handelsvorderingen worden initieel geboekt aan nominale waarde, en worden vervolgens gewaardeerd aan de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode. Kredietverliezen worden onder toepassing van IFRS 9 vervroegd in de jaarrekening erkend. Rekening houdend met het relatief beperkte bedrag van vervallen uitstaande handelsvorderingen, gecombineerd met een daaraan laag geassocieerd kredietrisico, acht Intervest de impact op de geconsolideerde jaarrekening beperkt.
Financiële verplichtingen worden geclassificeerd als financiële verplichtingen aan reële waarde via resultaat of als financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs.
Financiële verplichtingen worden geclassificeerd aan reële waarde via resultaat als ze aangehouden worden voor handelsdoeleinden.
Financiële verplichtingen aan reële waarde via resultaat worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloeiende baten of lasten in het resultaat opgenomen worden.
Een financiële verplichting wordt in deze categorie ondergebracht als het voornamelijk aangeschaft werd om het op korte termijn te verkopen. Derivaten behoren ook tot de categorie aan reële waarde via resultaat, tenzij ze als afdekking aangemerkt werden en effectief zijn.
Voor Intervest betreft dit specifiek de Interest Rate Swaps waarvoor geen hedge accounting wordt toegepast in de mate dat zij een negatieve reële waarde hebben.
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, met inbegrip van schulden, worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, na aftrek van de transactiekosten. Ze worden, na initiële opname, gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De financiële verplichtingen van de Groep gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs omvatten de langlopende financiële verplichtingen (bankschulden, leasingschulden, obligatieleningen), overige langlopende verplichtingen, kortlopende financiële verplichtingen, handelsschulden en te betalen dividenden in de overige kortlopende verplichtingen.
Een eigenvermogensinstrument is elk contract dat het overblijvende belang omvat in de activa van de onderneming, na aftrek van alle verplichtingen. Eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de onderneming, worden geclassificeerd op basis van de economische realiteit van de contractuele afspraken en en de definities van een eigenvermogensinstrument.
Eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de onderneming, worden opgenomen voor het bedrag van de ontvangen sommen (na aftrek van direct toewijsbare uitgiftekosten).
Wanneer eigen aandelen ingekocht worden, wordt dit bedrag inclusief direct toerekenbare kosten, geboekt in mindering van het eigen vermogen.
De Groep gebruikt derivaten teneinde risico's te beperken met betrekking tot ongunstige schommelingen van interestvoeten die voortvloeien uit de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. De Groep gebruikt deze instrumenten niet voor speculatieve doeleinden, houdt geen derivaten aan en geeft geen derivaten uit voor handelsdoeleinden (trading).
Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde conform IFRS 9. De derivaten die door Intervest momenteel aangehouden worden, kwalificeren niet als indekkingstransacties. Bijgevolg worden de wijzigingen in de reële waarde onmiddellijk in het resultaat opgenomen.
Handelsschulden worden initieel gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode.
Een voorziening is een verplichting van een onzekere omvang of een onzeker tijdstip. Het bedrag dat wordt opgenomen is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op balansdatum af te wikkelen.
Voorzieningen worden slechts opgenomen als er een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting ontstaat ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, die waarschijnlijk zal leiden tot een uitstroom van middelen en waarbij het bedrag van de verplichting op een betrouwbare wijze kan worden geschat.
Bijdragen aan het groepsverzekeringscontract van het type "toegezegde bijdrage" worden opgenomen als een last van de verslagperiode waarin de gerelateerde prestaties worden verricht door de werknemers. Volgens de wet dient de werkgever een minimale rente te garanderen waarbij de vennootschap de verplichting heeft bijkomende bijdragen te betalen indien het pensioenfonds niet over voldoende activa zou beschikken om de pensioenen van alle werknemers te betalen met betrekking tot de diensten die zij hebben geleverd.
Dividenden maken deel uit van de reserves tot wanneer de algemene vergadering van aandeelhouders de dividenden toekent. Dividenden worden bijgevolg erkend als een verplichting in de jaarrekening in de periode waarin de dividenduitkering goedgekeurd wordt door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Gebeurtenissen na balansdatum zijn gebeurtenissen, zowel gunstige als ongunstige, die plaatsvinden tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor uitgifte. Voor gebeurtenissen die informatie verstrekken over de feitelijke situatie op balansdatum wordt het resultaat in de resultatenrekening verwerkt.
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest wordt driemaandelijks gewaardeerd door onafhankelijke vastgoeddeskundigen. Deze waardering van de vastgoeddeskundigen is bedoeld om de marktwaarde van een gebouw te bepalen op een bepaalde datum in functie van de evolutie van de markt en de kenmerken van de desbetreffende gebouwen. De vastgoeddeskundigen hanteren de principes beschreven in het hoofdstuk "Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen" in het Vastgoedverslag en in "Toelichting 13. Vaste activa" van het Financieel verslag. De vastgoedportefeuille wordt in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde die door de vastgoeddeskundigen wordt bepaald.
Voor sommige van haar investeringen houdt Intervest niet de naakte eigendom aan, maar enkel het vruchtgebruik via een concessie of erfpacht of soortgelijke. Concreet werd hiervoor een financiële verplichting aangelegd conform IFRS 16. Deze financiële verplichting betreft de huidige waarde van alle toekomstige leasebetalingen. In het bepalen van de huidige waarde van deze toekomstige leasebetalingen worden enkele beoordelingen en schattingen gemaakt, met name bij het bepalen van de duurtijd van de concessie (afhankelijk van contractuele verlengingsmogelijkheden van de concessie enerzijds en de economische levensduur van het gebouw waar de vastgoedschatter rekening mee houdt in de reële waardebepaling anderzijds) en bij het bepalen van de incrementele rentevoet als discount rate van de leasebetalingen.
De reële waarde van de financiële derivaten van Intervest wordt driemaandelijks geschat door de emitterende financiële instelling. Een uitgebreide beschrijving bevindt zich in "Toelichting 19. Financiële instrumenten" in het Financieel verslag.
De vennootschap is op heden verwikkeld, en kan in de toekomst verwikkeld zijn, in gerechtelijke procedures. Intervest was in 2019 betrokken bij een procedure voor het Hof van Beroep te Antwerpen, fiscale kamer, alsmede in bezwaarprocedures voor de gewestelijke directeur van het controlecentrum grote ondernemingen met betrekking tot aanrekening van de exit taks aanslagjaar 1999 speciaal. In haar arrest dd. 25 april 2017 heeft het Hof van Beroep te Antwerpen het beroep van Intervest evenwel ongegrond verklaard. Het arrest werd op 10 november 2017 betekend. Intervest heeft op 29 januari 2018 cassatie beroep aangetekend tegen voormeld arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen dd. 25 april 2017. Het Hof van Cassatie heeft op 28 november 2019 Intervest in het gelijk gesteld en het arrest van het Hof van Beroep verbroken. Het geschil is nu verwezen naar het Hof van Beroep van Gent. (zie Toelichting 25. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen" in het Financieel verslag"). De vennootschap is van oordeel dat deze procedure geen belangrijke weerslag zal hebben op de resultaten van de vennootschap.
De twee bedrijfssegmenten omvatten de volgende activiteiten.
De categorie "corporate" omvat alle niet aan een segment toewijsbare vaste kosten die op groepsniveau gedragen worden.
.
| BEDRIJFS SEGMENTERING |
Kantoren | Logistiek vastgoed | Corporate | TOTAAL | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 |
| Huurinkomsten | 25.624 | 20.322 | 40.519 | 27.598 | 66.143 | 47.920 | ||
| Met verhuur verbonden kosten |
-20 | -9 | -146 | -44 | -166 | -53 | ||
| Nettohuurresultaat | 25.604 | 20.313 | 40.373 | 27.554 | 65.977 | 47.867 | ||
| Met beheer verbonden kosten en opbrengsten |
324 | 95 | 807 | 711 | 1.131 | 806 | ||
| Vastgoedresultaat | 25.928 | 20.408 | 41.180 | 28.265 | 67.108 | 48.673 | ||
| Operationeel resultaat vóór resultaat op portefeuille |
21.723 | 16.824 | 37.856 | 25.455 | -3.688 | -2.725 | 55.891 | 39.554 |
| Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 5.364 | 0 | 5.364 | 0 | ||
| Variaties in de reële waarde van vastgoed beleggingen |
-3.503 | -362 | 25.810 | 7.395 | 22.307 | 7.033 | ||
| Ander portefeuille resultaat |
-1.380 | -411 | -4.281 | -2.061 | -5.661 | -2.472 | ||
| Operationeel resultaat van het segment |
16.840 | 16.051 | 64.749 | 30.789 | -3.688 | -2.725 | 77.901 | 44.115 |
| Financieel resultaat | -11.566 | -9.620 | -11.566 | -9.620 | ||||
| Belastingen | -587 | -390 | -587 | -390 | ||||
| NETTORESULTAAT | 16.840 | 16.051 | 64.749 | 30.789 | -15.841 | -12.735 | 65.748 | 34.105 |
Voor de beschrijving van de risicospreiding naar de huurders per segment wordt verwezen naar het Vastgoedverslag.
Het operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille is voor de kantoren, gestegen met € 4,9 miljoen. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van de acquisitie van het kantorencomplex Ubicenter in Leuven in december 2018 en de gerealiseerde verhuringen in Greenhouse BXL, Mechelen Campus en Intercity Business Park in de loop van 2018 en 2019. Het operationeel resultaat van het kantorensegment stijgt slechts met € 0,8 miljoen als gevolg van een daling in de reële waarde van de kantorenportefeuille van 1% of € 3,5 miljoen. Deze daling is voornamelijk te wijten aan de waardevermindering van Woluwe Garden als gevolg van het reeds aangekondigde vertrek van huurder PwC tegen eind 2021.
Het operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille van het logistiek segment is met € 12,4 miljoen gestegen. De toename volgt voornamelijk uit de eenmalig ontvangen verbrekingsvergoeding van € 5,7 miljoen naar aanleiding van het vroegtijdig vertrek van huurder Medtronic in Oudsbergen en de groei van de logistieke vastgoedportefeuille als gevolg van acquisities en investeringen. Daarnaast zorgt het verder aanscherpen van de rendementen in Nederland en België voor een stijging van het operationeel resultaat van het logistiek segment met € 34 miljoen tot € 65 miljoen
| BEDRIJFSSEGMENTERING | Kantoren Logistiek vastgoed |
TOTAAL | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 |
| Reële waarde van de vastgoedbeleg gingen |
350.069 | 346.769 | 542.744 | 519.735 | 892.813 | 866.504 |
| Investeringen en uitbreidingen tijdens het boekjaar (reële waarde) |
6.803 | 9.158 | 1.317 | 1.089 | 8.120 | 10.247 |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 0 | 33.723 | 23.953 | 111.715 | 23.953 | 145.438 |
| Investeringen in projectontwikkelin gen |
0 | 0 | 29.594 | 3.828 | 29.594 | 3.828 |
| Verwerving van aandelen van vast goedvennootschappen |
0 | 0 | 0 | 37.190 | 0 | 37.190 |
| Desinvestering van vastgoedbeleg gingen |
0 | 0 | -57.665 | 0 | -57.665 | 0 |
| Investeringswaarde van het vastgoed | 358.821 | 355.438 | 564.206 | 539.466 | 923.027 | 894.904 |
| Totaal verhuurbare oppervlakte (m²) | 237.732 | 237.732 | 707.858 | 785.216 | 945.595 | 1.022.948 |
| Bezettingsgraad (%) | 90% | 88% | 96% | 98% | 93% | 93% |
De geografische segmentering toont het operationeel resultaat en de kerncijfers opgedeeld naar het land waarin ze gerealiseerd werden. De categorie "corporate" omvat alle niet aan een segment toewijsbare vaste kosten die op groepsniveau gedragen worden.
| GEOGRAFISCHE SEGMENTERING |
België | Vastgoedbeleggingen | Vastgoedbeleggingen Nederland |
Corporate | TOTAAL | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 |
| Huurinkomsten | 55.317 | 44.444 | 10.826 | 3.476 | 66.143 | 47.920 | ||
| Met verhuur verbonden kosten |
-166 | -53 | 0 | 0 | -166 | -53 | ||
| Nettohuurresultaat | 55.151 | 44.391 | 10.826 | 3.476 | 65.977 | 47.867 | ||
| Met beheer verbonden kosten en opbrengsten |
1.130 | 806 | 1 | 0 | 1.131 | 806 | ||
| Vastgoedresultaat | 56.281 | 45.197 | 10.827 | 3.476 | 67.108 | 48.673 | ||
| Operationeel resultaat vóór resultaat op portefeuille |
50.003 | 38.922 | 9.576 | 3.357 | -3.688 | -2.725 | 55.891 | 39.554 |
| Resultaat op verkoop vastgoedbeleggingen |
5.364 | 0 | 0 | 0 | 5.364 | 0 | ||
| Variaties in de reële waarde van vastgoed beleggingen |
5.607 | 2.435 | 16.700 | 4.598 | 22.307 | 7.033 | ||
| Ander portefeuille resultaat |
-1.543 | -521 | -4.118 | -1.951 | -5.661 | -2.472 | ||
| Operationeel resultaat van het segment |
59.431 | 40.836 | 22.158 | 6.004 | -3.688 | -2.725 | 77.901 | 44.115 |
| GEOGRAFISCHE SEGMENTERING |
Vastgoedbeleggingen België |
Nederland | Vastgoedbeleggingen | TOTAAL | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 |
| Reële waarde van de vastgoed beleggingen |
674.706 | 712.862 | 218.107 | 153.642 | 892.813 | 866.504 |
| Investeringen en uitbreidingen tijdens het boekjaar (reële waarde) |
7.723 | 10.247 | 397 | 0 | 8.120 | 10.247 |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 0 | 33.722 | 23.953 | 111.716 | 23.953 | 145.438 |
| Investeringen in projectontwikkelingen | 6.180 | 3.435 | 23.414 | 393 | 29.594 | 3.828 |
| Verwerving van aandelen van vastgoedvennootschappen |
0 | 24.353 | 0 | 12.837 | 0 | 37.190 |
| Desinvestering van vastgoedbeleggingen | -57.665 | 0 | 0 | 0 | -57.665 | 0 |
| Investeringswaarde van het vastgoed | 691.335 | 730.553 | 231.692 | 164.351 | 923.027 | 894.904 |
| Totaal verhuurbare oppervlakte (m²) | 711.921 | 826.496 | 233.674 | 196.452 | 945.595 | 1.022.948 |
| Bezettingsgraad (%) | 92% | 92% | 100% | 100% | 93% | 93% |
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Huur | 63.024 | 49.766 |
| Huurkortingen | -2.037 | -1.776 |
| Huurvoordelen ('incentives') | -214 | -115 |
| Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten | 5.370 | 45 |
| Totaal huurinkomsten | 66.143 | 47.920 |
De huurinkomsten bevatten huren, inkomsten van operationele leaseovereenkomsten en opbrengsten die hier direct verband mee houden zoals verleende huurgaranties en vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten, verminderd met de toegekende huurkortingen en huurvoordelen (incentives). De huurkortingen en huurvoordelen worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van het huurcontract door de huurder.
De huurinkomsten van Intervest zijn, zonder rekening te houden met flexwerkers, verspreid over 228 verschillende huurders wat het debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de inkomsten bevordert. De tien belangrijkste huurders maken 35% (34% in 2018) van de jaarhuur uit, zijn vaak vooraanstaande bedrijven in hun sector en maken vaak deel uit van internationale concerns. De belangrijkste huurder, die tot het kantorensegment behoort, vertegenwoordigt op 31 december 2019 5% van de jaarhuur (5% in 2018). In 2019 is er één huurder waarvan de jaarhuur op individuele basis 5% vertegenwoordigt van de totale jaarhuur van Intervest (twee huurders in 2018). Voor meer toelichting van de belangrijkste huurders wordt verwezen naar het Vastgoedverslag - Risicospreiding naar huurders.
Voor boekjaar 2019 bedragen de huurinkomsten van Intervest € 66,1 miljoen en stijgen hiermee met € 18,2 miljoen of 38% ten opzichte van boekjaar 2018 (€ 47,9 miljoen). De huurinkomsten bevatten in 2019 een éénmalig ontvangen verbrekingsvergoeding naar aanleiding van het vroegtijdig vertrek van huurder Medtronic in Oudsbergen. Deze verbrekingsvergoeding heeft een positief effect op de huurinkomsten van € 5,2 miljoen. Zonder rekening te houden met de verbrekingsvergoeding bedraagt de stijging in de huurinkomsten € 13,0 miljoen of 27%, voornamelijk het gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille en de verhuringen in het kantorensegment.
In de logistieke portefeuille bedragen de huurinkomsten € 40,5 miljoen. Zonder de verbrekingsvergoeding van Medtronic bedragen de huurinkomsten in de logistieke portefeuille € 35,3 miljoen, dit is een toename met € 7,7 miljoen of 28% ten opzichte van 2018 (€ 27,6 miljoen) als gevolg van de uitbreiding van de logistieke vastgoedportefeuille.
In het kantorensegment stijgen de huurinkomsten met € 5,3 miljoen ten opzichte van 2018 tot € 25,6 miljoen in 2019. Dit is een stijging van 26% die voornamelijk het gevolg is van de acquisitie van het kantorencomplex Ubicenter in Leuven in december 2018 en de gerealiseerde verhuringen in Greenhouse BXL, Mechelen Campus en Intercity Business Park in de loop van 2018 en 2019.
Bij het afsluiten van nieuwe huurovereenkomsten in het boekjaar 2019 is bij 40% van de contractwaarde een huurkorting toegekend (82% in 2018). Gemiddeld zijn in 2019 bij nieuwe contracten huurkortingen toegekend voor 7% van de jaarhuur (8% in 2018).
Ook wordt veelal bedongen dat de huurder de huurkortingen geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen indien hij het contract zou verbreken bij de eerste break van de overeenkomst.
Bij het uitbreiden en/of verlengen van een huurcontract is in het boekjaar 2019 gemiddeld bij 40% van de contractwaarde een huurkorting toegekend (61% in 2018). Er is in 2019 gemiddeld 9% huurkorting op de jaarhuur gegeven bij uitbreidingen en/of verlengingen (8% in 2018).
De waarde van de toekomstige minimum huurinkomsten tot aan de eerste vervaldag van de niet-opzegbare contracten heeft onderstaande inningstermijnen.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Vorderingen met een resterende looptijd van: | ||
| Hoogstens één jaar | 57.103 | 61.223 |
| Tussen één en vijf jaar | 129.599 | 150.209 |
| Meer dan vijf jaar | 75.860 | 81.920 |
| Totaal van de toekomstige minimum huurinkomsten | 262.562 | 293.352 |
De daling van de toekomstige minimum huurinkomsten met € 31 miljoen of 10% ten opzichte van 31 december 2018 is enerzijds het gevolg van de desinvesteringen en het voortschrijden van de bestaande contracten, gedeeltelijk gecompenseerd door huurcontracten op nieuwe acquisities en nieuwe verhuringen, verlengingen en uitbreidingen getekend met huurders in 2019.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Te betalen huur op gehuurde activa | -8 | -13 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -266 | -75 |
| Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen | 108 | 35 |
| Totaal met verhuur verbonden kosten | -166 | -53 |
De met verhuur verbonden kosten betreffen voornamelijk de waardeverminderingen en terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen die in het resultaat genomen worden indien de boekwaarde hoger is dan de geschatte realisatiewaarde. Deze rubriek bevat ook de kosten voor de huur van terreinen en gebouwen door de vennootschap voor verdere verhuring aan haar huurders. Als gevolg van toepassing van IFRS 16 worden erfpachtvergoedingen vanaf boekjaar 2018 niet langer opgenomen als met verhuur verbonden kost maar worden deze opgenomen in het financieel resultaat.
De verliezen op huurvorderingen (met recuperatie) vertegenwoordigen voor de periode 2009-2019 slechts 0,1% van de totale omzet. Een sterke verslechtering van de algemene economische conjunctuur kan de verliezen op huurvorderingen vergroten. De vastgoedvennootschap beperkt dit risico door middel van huurwaarborgen en bankgaranties van de huurders. Het eventuele faillissement van een belangrijke huurder kan voor de vennootschap een aanzienlijk verlies vertegenwoordigen, evenals een onverwachte huurleegstand en zelfs een herverhuring van de vrijgekomen oppervlakte tegen een prijs die lager is dan de prijs van het niet-gerespecteerde contract.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Verkregen vergoedingen op huurschade | 96 | 253 |
| Andere | 611 | 476 |
| Ontvangen beheersvergoedingen van huurders | 611 | 476 |
| Totaal recuperatie van vastgoedkosten | 707 | 729 |
De recuperatie van de vastgoedkosten betreft voornamelijk de inresultaatname van schadevergoedingen ontvangen van huurders voor huurschade bij het verlaten van de gehuurde ruimten alsook de beheersvergoeding die Intervest ontvangt van haar huurders voor het beheer van de verhuurde gebouwen en de doorrekening van de huurlasten aan de huurders, zoals weergegeven in onderstaande tabellen.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Recuperatie van huurlasten gedragen door de eigenaar | 8.199 | 5.942 |
| Recuperatie van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 5.263 | 3.976 |
| Totaal recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
13.462 | 9.919 |
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Huurlasten gedragen door de eigenaar | -8.199 | -5.942 |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | -5.263 | -3.976 |
| Totaal huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
-13.462 | -9.919 |
| Totaal saldo van gerecupereerde huurlasten en belastingen | 0 | 0 |
De huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen en de recuperatie van deze lasten betreffen kosten die volgens de wet of volgens de gebruiken ten laste vallen van de huurder of lessee.
Deze kosten omvatten voornamelijk onroerende voorheffing, elektriciteit, water, schoonmaak, onderhoud van ramen en vensters, technisch onderhoud, groenonderhoud, enz. De eigenaar staat zelf in voor het beheer van de gebouwen of heeft dit uitbesteed aan externe vastgoedbeheerders (voor Mechelen Campus en de logistieke gebouwen gelegen in Nederland).
De eigenaar zal deze kosten overeenkomstig de contractuele afspraken met de huurder wel of niet aan hem doorrekenen. De afrekening gebeurt op halfjaarbasis. Gedurende het boekjaar worden voorschotten gefactureerd aan de huurders.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Inkomsten uit groene stroom (andere dan opstalvergoedingen) | 259 | 340 |
| Ontvangen coördinatievergoedingen turnkey solutions | 95 | 61 |
| Kosten en opbrengsten m.b.t. uitbating Greenhouse Flex | -479 | -248 |
| Eénmalig ontvangen bijdragen voor met verhuur verbonden kosten | 484 | 0 |
| Andere | 839 | 453 |
| Totaal andere met verhuur verbonden opbrengsten en kosten | 1.198 | 606 |
De kosten en opbrengsten met betrekking tot de uitbating van de Greenhouse-hubs omvatten alle werkingskosten zoals catering (met uitzondering van eigen personeelskosten) en de gedeeltelijke recuperatie van deze kosten. De inkomsten uit de huurcontracten afgesloten met coworkers en gebruikers van serviced offices en de opbrengst uit de verhuring van de vergaderzalen van Greenhouse Flex zijn opgenomen onder de rubriek huurinkomsten en bedragen € 0,6 miljoen (€ 0,3 miljoen voor 2018).
De éénmailg ontvangen bijdragen voor met verhuur verbonden kosten werden ontvangen als gevolg van het vroegtijdig vertrek van huurder Medtronic. Het betreft een provisie ontvangen voor toekomstige lasten van Medtronic, die naar aanleiding van de verkoop van het gebouw in Oudsbergen in het vierde kwartaal van 2019 in resultaat werden genomen.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Recurrente technische kosten | -970 | -1.028 |
| Onderhoud en herstellingen | -833 | -910 |
| Verzekeringspremies | -137 | -118 |
| Niet-recurrente technische kosten | 31 | -31 |
| Schadegevallen | 31 | -31 |
| Schadegevallen (kosten) | -223 | -243 |
| Schadegevallen (opbrengsten) | 254 | 212 |
| Totaal technische kosten | -939 | -1. 059 |
De technische kosten omvatten onder meer onderhoud en herstellingskosten en verzekeringspremies. Onderhoudsen herstellingskosten die als renovatie van een bestaand gebouw kunnen worden beschouwd omdat ze een verbetering van het rendement of de huur veroorzaken, worden niet in kost genomen maar geactiveerd.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Makelaarscommissies | -46 | -10 |
| Publiciteit | -201 | -107 |
| Erelonen van advocaten en juridische kosten | -87 | -49 |
| Totaal commerciële kosten | -334 | -166 |
Commerciële kosten omvatten onder meer makelaarscommissies. De commissies betaald aan makelaars na een periode van leegstand worden geactiveerd aangezien de vastgoeddeskundigen, na een periode van leegstand, geschatte commissies in mindering brengen van de geschatte waarde van het vastgoed. De commissies betaald aan makelaars na een onmiddellijke herverhuring, zonder leegstandsperiode, worden niet geactiveerd en komen ten laste van het resultaat aangezien de vastgoeddeskundigen met deze commissies geen rekening houden bij hun waardering.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Leegstandslasten van het boekjaar | -579 | -565 |
| Onroerende voorheffing leegstand | -2.171 | -732 |
| Recuperatie onroerende voorheffing leegstand | 2.121 | 658 |
| Recuperatie onroerende voorheffing leegstand vorig boekjaar | -43 | 52 |
| Totaal kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen | -672 | -587 |
De kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen zijn tijdens het boekjaar 2019 licht gestegen ten opzichte van het boekjaar 2018. De leegstandskosten maken voor het boekjaar 2019 circa 1% van de totale huurinkomsten van de vennootschap uit (1,2% in 2018).
Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst. De stijging in de onroerende voorheffing in 2019 is het gevolg van de aanslag onroerende voorheffing voor Genk Green Logistics, er wordt verwacht deze integraal te kunnen recupereren.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Externe beheersvergoedingen | -143 | -24 |
| Kosten van het (intern) beheer van het patrimonium | -4.657 | -3.995 |
| Personeelsbeloningen en zelfstandige medewerkers | -3.096 | -2.545 |
| Vastgoeddeskundige | -160 | -156 |
| Overige kosten | -1.401 | -1.294 |
| Totaal beheerskosten van het vastgoed | -4.800 | -4.019 |
De beheerskosten van het vastgoed zijn kosten die verband houden met het beheer van de gebouwen. Hieronder worden begrepen de personeelskosten en de indirecte kosten van de directie en het personeel (zoals kosten van kantoor, werkingskosten, enz.) die zorgen voor het beheer van de portefeuille en de verhuringen, alsook afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten die aan het beheer van het vastgoed kunnen worden toegewezen.
De beheerskosten van het vastgoed zijn met € 0,8 miljoen toegenomen als gevolg van toegenomen kosten van het (intern) beheer van het patrimonium door een uitgebreider personeelsbestand in het kader van de groei van de vennootschap.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Kosten ten laste van de eigenaar | -236 | -205 |
| Onroerende voorheffing contractueel ten last van eigenaar | -466 | -317 |
| Overige andere vastgoedkosten | -83 | -41 |
| Totaal andere vastgoedkosten | -784 | -563 |
De andere vastgoedkosten betreffen vaak uitgaven die op basis van contractuele of commerciële afspraken met huurders ten laste van de Groep vallen. Het zijn veelal beperkingen op de betaling van de gemeenschappelijke lasten. Voor het boekjaar 2019 bedragen deze commerciële tussenkomsten circa € 0,8 miljoen op jaarbasis of 1,2% van de totale huurinkomsten van de vennootschap (€ 0, 6 miljoen of 1,2% in boekjaar 2018). De stijging in 2019 is voornamelijk te wijten aan de vastgoedbeleggingen in Nederland, waar de onroerende voorheffing vaak ten laste van de eigenaar valt.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Abonnemententaks | -444 | -332 |
| Ereloon commissaris | -120 | -87 |
| Bezoldigingen bestuurders | -63 | -63 |
| Liquidity provider | -32 | -13 |
| Financiële dienst | -30 | -36 |
| Personeelsbeloningen en zelfstandige medewerkers | -2.070 | -1.356 |
| Advieskosten | -190 | -231 |
| Overige kosten | -829 | -631 |
| Totaal algemene kosten | -3.777 | -2.749 |
Algemene kosten zijn alle kosten die verband houden met het beheer van de vennootschap en de kosten die niet kunnen worden toegewezen aan het beheer van het vastgoed. Deze operationele kosten zijn onder andere algemene administratieve kosten, kosten van het personeel dat zich met het beheer van de vennootschap als zodanig bezighoudt, afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten.
De algemene kosten belopen € 3,8 miljoen en zijn met circa € 1,0 miljoen toegenomen ten opzichte van 2018. De toename is het gevolg van hogere personeelskosten wegens het uitbreiden van het personeelsbestand voor de interne organisatie en de hogere beurstaks ("abonnemententaks") als gevolg van de kapitaalverhoging van € 99,9 miljoen in november 2018.
Voor verdere details van het ereloon van de commissaris wordt verwezen naar Toelichting 24.
Een overzicht van de uitbetaalde vergoedingen aan de bestuurders wordt weergegeven in het Verslag van de raad van bestuur - Remuneratieverslag. 50% van de bezoldigingen aan de bestuurders wordt opgenomen onder de algemene kosten, de overige 50% van hun werkzaamheden worden beschouwd als beheerskosten van het vastgoed.
| 2019 | 2018 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | intern beheer van Kosten van het het vastgoed |
aan het beheer van de Kosten verbonden vennootschap |
TOTAAL | Kosten van het intern beheer van het vastgoed |
aan het beheer van de Kosten verbonden vennootschap |
TOTAAL |
| Vergoedingen werknemers en zelfstandige medewerkers |
2.544 | 1.280 | 3.824 | 2.065 | 821 | 2.886 |
| Bezoldigingen en andere beloningen betaald binnen de 12 maanden |
2.131 | 1.056 | 3.187 | 1.716 | 709 | 2.425 |
| Pensioenen en beloningen na uitdiensttreding |
62 | 32 | 94 | 45 | 23 | 68 |
| Sociale zekerheid | 358 | 183 | 541 | 292 | 142 | 434 |
| Variabele vergoedingen | 118 | 45 | 163 | 88 | 34 | 122 |
| Ontslagvergoedingen | 0 | 0 | 0 | 13 | 0 | 13 |
| Overige lasten | -125 | -36 | -161 | -89 | -87 | -176 |
| Vergoedingen directiecomité | 552 | 790 | 1.342 | 480 | 535 | 1.015 |
| Voorzitter directiecomité | 222 | 288 | 510 | 202 | 201 | 403 |
| Vaste vergoeding | 146 | 146 | 292 | 167 | 167 | 334 |
| Variabele vergoeding | 54 | 120 | 174 | 35 | 34 | 69 |
| Pensioenverplichtingen | 22 | 22 | 44 | 0 | 0 | 0 |
| Andere leden directiecomité | 330 | 502 | 832 | 278 | 334 | 616 |
| Vaste vergoeding | 212 | 239 | 451 | 206 | 232 | 438 |
| Variabele vergoeding | 86 | 227 | 313 | 45 | 65 | 110 |
| Pensioenverplichtingen | 32 | 36 | 68 | 27 | 37 | 64 |
| Totaal personeelsbeloningen | 3.096 | 2.070 | 5.166 | 2.545 | 1.356 | 3.901 |
Het aantal werknemers en zelfstandige medewerkers op jaareinde 2019, uitgedrukt in voltijdse equivalenten bedraagt 36 personeelsleden voor het intern beheer van het patrimonium (28 in 2018) en 15 personeelsleden voor het beheer van de vennootschap (10 in 2018). Het aantal directieleden bedraagt drie personen op 31 december 2019 (drie personen op jaareinde 2018).
Voor het personeel in vast dienstverband worden de bezoldigingen, de supplementaire beloningen, de vergoedingen bij uitdiensttreding, de ontslag- en verbrekingsvergoedingen geregeld door de wet op de arbeidsovereenkomsten van 4 juli 1978, de wet op de jaarlijkse vakantie van 28 juni 1971, het paritair comité waaronder de vennootschap ressorteert en de toepasselijke CAO's in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarop ze betrekking hebben.
Pensioenen en beloningen na uitdiensttreding, bevatten pensioenen, bijdragen voor groepsverzekeringen, levens- en invaliditeitsverzekeringen en hospitalisatieverzekeringen. Intervest heeft, voor haar personeelsleden in vast dienstverband, een groepsverzekeringscontract van het type "toegezegde bijdrage" bij een externe verzekeringsmaatschappij afgesloten. Als gevolg van de gewijzigde wetgeving eind december 2015 (op 18 december 2015 werd de wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen goedgekeurd), dient de werkgever een minimum rendement te garanderen en bijgevolg dient dit contract geclassificeerd te worden als een "defined benefit" plan. De vennootschap doet bijdragen aan dit fonds dat onafhankelijk is van de vennootschap. De bijdragen van het verzekeringsplan worden gefinancierd door de onderneming. Dit groepsverzekeringscontract volgt de wet-Vandenbroucke op de pensioenen. De bijdrageverplichtingen worden in de resultatenrekening, in de periode waarop ze betrekking hebben, opgenomen. Voor het boekjaar 2019 bedragen deze bijdragen € 206.000 (€ 135.000 in 2018). De verzekeringsmaatschappij heeft op 31 december 2019 bevestigd dat het tekort om het minimum rendement te garanderen niet materieel is.
De vergoedingen van het directiecomité worden toegelicht in het Verslag van de raad van bestuur - Remuneratieverslag.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | 52.910 | 0 |
| Geaccumuleerde meerwaarden en bijzondere waardeverminderingsverliezen | 4.755 | 0 |
| Boekwaarde (reële waarde) | 57.665 | 0 |
| Verkoopprijs | 67.579 | 0 |
| Verkoopkosten | -800 | 0 |
| Opbrengsten uit de verkoop van vastgoedbeleggingen | 66.780 | 0 |
| Voorziening huurgaranties uit de verkoop van vastgoedbeleggingen | -3.750 | 0 |
| Netto verkoopopbrengst | 63.029 | 0 |
| Totaal resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 5.364 | 0 |
In 2019 heeft Intervest drie logistieke sites in België gedesinvesteerd met een reële waarde van € 57,7 miljoen op 31 december 2018 en realiseert hiermee een meerwaarde van € 5,4 miljoen. Door deze desinvestering speelt Intervest in op de hoogconjunctuur in de logistieke vastgoedmarkt en desinvesteert ze gebouwen die niet voldoende optimaal aansluiten bij de huidige en toekomstige karakteristieken van de portefeuille. Het betreft logistieke gebouwen in Aartselaar, Houthalen en Oudsbergen.
Aan de koper van Oudsbergen werd door de Groep een huurgarantie gegeven voor een periode van 24 maanden. De huurgarantie is per kwartaal betaalbaar en opgenomen op de balans onder de voorzieningen voor het maximale te betalen bedrag van € 3,8 miljoen.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Positieve variaties op vastgoedbeleggingen | 35.898 | 26.479 |
| Negatieve variaties op vastgoedbeleggingen | -13.591 | -19.446 |
| Totaal variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 22.307 | 7.033 |
De variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen bedragen in 2019 € 22,3 miljoen (€ 7,0 miljoen in 2018). De positieve variaties in de reële waarde zijn het gevolg van:
• de stijging van de reële waarde van de logistieke portefeuille met 5% of € 25,8 miljoen door het verder aanscherpen van de rendementen in Nederland en België
• de daling van de reële waarde van de kantorenportefeuille met € -3,5 miljoen, voornamelijk bestaande uit een waardevermindering van Woluwe Garden als gevolg van het reeds aangekondigde vertrek van huurder PwC tegen eind 2021.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Uitgestelde belastingen | -3.972 | -2.653 |
| Overige | -1.689 | 181 |
| Variaties spreiding huurkortingen en tegemoetkomingen aan huurders | -1.536 | 222 |
| Andere | -153 | -41 |
| Totaal ander portefeuilleresultaat | -5.661 | -2.472 |
Het ander portefeuilleresultaat bedraagt in 2019 € -5,7 miljoen (€ -2,5 miljoen in 2018) en omvat voornamelijk de voorziening voor uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen die eigendom zijn van de perimetervennootschappen van Intervest in Nederland en België.
De stijging van de variatie in huurkortingen en tegemoetkomingen aan huurders is het gevolg van de inwerkingtreding van enkele huurcontracten in Greenhouse BXL waar bij aanvang tegemoetkomingen en huurkortingen gegeven werden en de acquisitie van het kantorengebouw in Leuven eind 2018 waarvan enkele huurcontracten ook nog met een korting zijn.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Nominale interestlasten op leningen | -6.497 | -6.277 |
| Leningen bij financiële instellingen | -4.383 | -3.667 |
| Vastrentend | -692 | -319 |
| Variabel | -3.691 | -3.348 |
| Obligatieleningen | -1.634 | -2.277 |
| Interestkosten op niet-opgenomen kredieten en back up-lijnen commercial paper | -480 | -333 |
| Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | -1.908 | -1.558 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-1.908 | -1.558 |
| Inkomsten uit toegelaten afdekkingsinstrumenten | 98 | 90 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
98 | 90 |
| Andere interestkosten | -236 | -294 |
| Totaal netto-interestkosten | -8.543 | -8.039 |
De netto-interestkosten bedragen in 2019 € -8,5 miljoen ten opzichte van € -8,0 miljoen in 2018. De toename van de netto-interestkosten met € 0,5 miljoen of 6% is het gevolg van de groei van de vastgoedportefeuille. De (her-)financieringen ter optimalisering van de financieringsstructuur zorgen samen met het commercial-paperprogramma dat werd uitgerold in juli 2018 en de terugbetaling van de obligatielening op 1 april 2019, voor een daling van de gemiddelde rentevoet van de financieringen. De gemiddelde rentevoet van de financieringen bedraagt 2,1% voor 2019 ten opzichte van 2,4% voor 2018.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Netto-interestkosten op langlopende financiële schulden | -7.125 | -6.430 |
| Netto-interestkosten op kortlopende financiële schulden | -1.418 | -1.609 |
| Totaal netto-interestkosten | -8.543 | -8.039 |
De totale gemiddelde interestvoet bedraagt in 2019 2,1% inclusief bankmarges en renteafdekkingsinstrumenten vergeleken met 2,4% in 2018. De totale gemiddelde interestvoet vóór impact van de renteafdekkingsinstrumenten bedraagt in 2019 1,7% (2,0% in 2018).
De gemiddelde interestvoet van de langlopende financiële schulden is voor 2019 2,3% inclusief bankmarges (2,4% in 2018). De gemiddelde interestvoet van de kortlopende financiële schulden is voor 2019 1,4% inclusief bankmarges (2,4% in 2018). De daling op korte termijn is te wijten aan de obligatielening van € 25 miljoen die per 1 april 2019 van afgelost werd.
De (hypothetische) toekomstige cash outflow voor 2020 van de interestlasten van de op 31 december 2019 opgenomen leningen aan vaste rentevoet of aan een variabele rentevoet op 31 december 2019 bedraagt € 7,2 miljoen (€ 7,6 miljoen in 2018).
Voor het boekjaar 2019 bedraagt het effect op het EPRA resultaat en nettoresultaat van een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 1% ongeveer € -0,6 miljoen (€ -0,6 miljoen in 2018). Bij een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 0,5% blijven de interestkosten stabiel.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Belasting aan het tarief van 29,58% (op resultaat verbonden met de verworpen uitgaven) |
-53 | -50 |
| Provisie voor diverse fiscale risico's | -15 | -34 |
| Regularisatie vorige boekjaren | 7 | -14 |
| Belasting met betrekking tot Intervest enkelvoudig | -61 | -98 |
| Perimetervennootschappen België | -139 | -17 |
| Perimetervennootschappen Nederland | -386 | -275 |
| Vennootschapsbelasting | -587 | -390 |
Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een transparant fiscaal statuut gegeven aan de GVV's. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op "verworpen uitgaven". Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op verkopen van vastgoedbeleggingen wordt dus geen vennootschapsbelasting betaald. De Belgische perimetervennootschappen zijn onderworpen aan het gewone stelsel van de Belgische vennootschapsbelasting en ook de Nederlandse perimetervennootschappen genieten niet van dit fiscaal statuut.
Voor de berekening van de belasting op de fiscale winst van het jaar worden de op de balansdatum geldende belastingtarieven gebruikt.
De toename in de vennootschapsbelasting voor boekjaar 2019 is het gevolg van de resultaten van de voornamelijk Nederlandse (on)rechtstreeks aangehouden perimetervennootschappen.
Op gebied van research en ontwikkeling werden door de vennootschap geen eigen activiteiten ontwikkeld.
| in duizenden € | 2019 | 2018 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | |
| Balans op 1 januari | 346.769 | 519.735 | 866.504 | 304.250 | 358.518* | 662.768* |
| • Verwerving van vastgoedbeleggingen |
0 | 23.953 | 23.953 | 33.723 | 111.715 | 145.438 |
| • Investeringen in projectontwikkelingen |
0 | 29.594 | 29.594 | 0 | 3.828 | 3.828 |
| • Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen |
0 | -57.665 | -57.665 | 0 | 0 | 0 |
| • Investeringen en uitbreidingen in bestaande vastgoedbeleggingen |
6.803 | 1.317 | 8.120 | 9.158 | 1.089 | 10.247 |
| • Verwerving van aandelen in vastgoedvennootschappen |
0 | 0 | 0 | 0 | 37.190 | 37.190 |
| • Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
-3.503 | 25.810 | 22.307 | -362 | 7.395 | 7.033 |
| Balans op 31 december | 350.069 | 542.744 | 892.813 | 346.769 | 519.735 | 866.504 |
| OVERIGE INFORMATIE | ||||||
| Investeringswaarde van het vastgoed |
358.821 | 564.206 | 923.027 | 355.438 | 539.466 | 894.904 |
* Balans op 1 januari 2018 herwerkt met via recht van gebruik gehouden vastgoed als gevolg van toepassing IFRS 16.
De reële waarde van de logistieke portefeuille is in 2019 toegenomen met € 23 miljoen of 4% door:
De reële waarde van de kantorenportefeuille is in 2019 toegenomen met € 3 miljoen of 1% voornamelijk door:
Voor de verdere verklaring van de variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar Toelichting 9.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Vastgoed beschikbaar voor verhuur | 859.513 | 860.889 |
| Projectontwikkelingen | 33.300 | 5.615 |
| Totaal vastgoedbeleggingen | 892.813 | 866.504 |
De projectontwikkelingen omvatten naast de ontwikkelingen in aanbouw in Nederland (Roosendaal en Eindhoven) die in 2020 zullen opgeleverd worden, ook grondreserves aangehouden voor toekomstige ontwikkelingen.
Zo heeft de vennootschap, naast de 250.000 m² grondreserve op de voormalige Ford-site in Genk, op haar site Herentals Logistics 3 een resterende grondreserve van circa 8.000 m2 die een bijkomende uitbreidingsmogelijkheid voor een extra magazijn biedt. Deze grondreserve wordt gewaardeerd als bouwrijp terrein. Ook heeft Intervest in de loop van het derde kwartaal 2019 een site in Den Bosch (Nederland) aangekocht met het oog op het aanleggen van een grondreserve voor latere ontwikkeling.
Intervest heeft op 31 december 2019 geen activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging.
Op 31 december 2019 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen. Voor de beschrijving van de wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld op het logistiek pand gelegen te Aarschot, Nieuwlandlaan wordt verwezen naar "Toelichting 25. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen".
Vastgoedbeleggingen worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de hiërarchie:
De in de balans opgenomen reële waarde van vastgoedbeleggingen is uitsluitend het resultaat van de waardering van de portefeuille door onafhankelijke vastgoeddeskundigen.
Voor de waardebepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen werden de aard, de kenmerken en de risico's van deze gebouwen en de beschikbare marktgegevens onderzocht.
Omwille van de liquiditeit van de markt en de moeilijkheid om transactiegegevens te bekomen die op een onbetwistbare manier vergelijkbaar zijn, is het evaluatieniveau van de reële waarde van de Intervest' gebouwen overeenkomstig de IFRS 13 norm, gelijk aan niveau 3 en dit voor de volledige portefeuille.
Alle vastgoedbeleggingen van de vennootschap worden ieder kwartaal gewaardeerd aan reële waarde door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen. De reële waarde is gebaseerd op de marktwaarde (dus gecorrigeerd voor 2,5% aankoopkosten voor België en 7% aankoopkosten voor Nederland zoals beschreven in de "Grondslagen voor de financiële verslaggeving - Vastgoedbeleggingen" - zie supra), wat wil zeggen: het geschatte bedrag waarvoor een vastgoedbelegging op waarderingsdatum kan worden verhandeld tussen een tot een transactie bereid zijnde koper en een verkoper in een zakelijke, objectieve transactie voorafgegaan door gedegen onderhandeling waarbij de partijen goed geïnformeerd en tot een transactie bereid zijn.
De waarderingen gebeuren voornamelijk via de huurwaardekapitalisatiemethode, dit met uitzondering van de huurkortingen en fotovoltaïsche installaties. Bij deze uitzonderingen wordt de DCF-methode gehanteerd. Wanneer geen actuele marktprijzen in een actieve markt beschikbaar zijn, komen de waarderingen tot stand op basis van een brutorendementsberekening, waarbij de brutomarkthuren worden gekapitaliseerd. Deze bekomen waarderingen worden gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten. Ook huurkortingen worden in rekening gebracht. Voor gebouwen die deels of volledig onbezet zijn, wordt de waardering berekend aan de hand van de geschatte huurwaarde, met afhouding van de leegstand en de kosten (verhuurkosten, publiciteitskosten, enz.) voor de leegstaande delen.
Intervest heeft twee lopende projectontwikkelingen namelijk in Roosendaal (Braak) en in Eindhoven. In België heeft Intervest twee grondreserves namelijk Genk Green Logistics en Herentals Logistics 3. Deze grondreserves en projectontwikkelingen zijn opgenomen volgens IAS16 aan aankoopprijs.
De gehanteerde rendementen zijn specifiek voor het type vastgoed, de locatie, de staat van onderhoud en de verhuurbaarheid van ieder pand. De basis voor de bepaling van de rendementen wordt gevormd door vergelijkbare transacties, aangevuld met markt- en gebouwspecifieke kennis. Bij de waardebepaling is ook rekening gehouden met vergelijkbare transacties in de markt.
De rendementen beschreven in het Vastgoedverslag worden berekend door de contractuele huur verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand van het vastgoed te delen door de reële waarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuur uitgedrukt in een percentage. Het gemiddelde brutorendement bij volledige verhuring van het vastgoed beschikbaar voor verhuur per 31 december 2019 bedraagt 7,7% (7,9% op 31 december 2018).
Er worden per pand, per huurder en per leegstaande ruimte veronderstellingen gemaakt van de kans op (her)verhuur, aantal maanden leegstand, incentives en verhuurkosten.
De meest belangrijke hypotheses met betrekking tot de waardering van de vastgoedbeleggingen zijn:
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| Gemiddelde contractuele huur* verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand per m² (€) |
||
| • Kantoren |
132 | 129 |
| • Logistiek vastgoed |
49 | 47 |
| Gemiddeld brutorendement (%) | 7,2% | 7,4% |
| • Kantoren |
8,1% | 7,8% |
| • Logistiek vastgoed |
6,5% | 7,2% |
| Gemiddeld brutorendement bij volledige verhuring (%) | 7,7% | 7,9% |
| • Kantoren |
9,0% | 8,9% |
| • Logistiek vastgoed |
6,7% | 7,3% |
| Gemiddeld nettorendement bij volledige verhuring (%) | 6,8% | 6,8% |
| • Kantoren |
7,5% | 7,3% |
| • Logistiek vastgoed |
6,2% | 6,5% |
| Leegstandspercentage (%) | 7% | 7% |
* De gemiddelde contractuele huur is berekend per gebouw of gebouwencomplex, en bevat verschillende soorten oppervlakten.
In geval van een hypothetische negatieve aanpassing van het rendement dat gebruikt wordt door de vastgoeddeskundigen bij de bepaling van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap (yield of kapitalisatievoet) met 1%-punt (van 7,2% naar 8,2% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 105 miljoen of 12%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 5%-punten tot circa 44%.
In het omgekeerde geval van een hypothetische positieve aanpassing van dit gebruikte rendement met 1%-punt (van 7,2% naar 6,2% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 139 miljoen of 16%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 5%-punten tot circa 34%.
In geval van een hypothetische daling van de contractuele huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 61,5 miljoen naar € 60,5 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 14 miljoen of 2%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 1%-punt tot circa 40%. In het omgekeerde geval van een hypothetische stijging van de lopende huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 61,5 miljoen naar € 62,5 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 14 miljoen of 2%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 1%-punt tot circa 38%.
Er bestaat een correlatie tussen de evoluties van de contractuele huren en de in de vastgoedschatting gehanteerde rendementen. Deze is echter buiten beschouwing gelaten in bovenstaande sensitiviteitsanalyse.
Vastgoedbeleggingen worden in de boekhouding opgenomen op basis van schattingsverslagen opgesteld door onafhankelijke en deskundige vastgoedschatters. Deze verslagen zijn gebaseerd op informatie die door de vennootschap aangeleverd wordt en op door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen.
Informatie die door de vennootschap aangeleverd wordt omvat per gebouw de terreinoppervlakte, de verhuurbare oppervlakte, lopende huren, termijnen en voorwaarden van huurovereenkomsten, service lasten, investeringen, enz. Deze informatie is afkomstig van het financieel- en beheerssysteem van de vennootschap en is onderworpen aan het algemeen geldende controlesysteem van de vennootschap.
De door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen hebben voornamelijk betrekking op de marktsituatie, zoals rendementen en discontovoeten. Ze zijn gebaseerd op hun professionele beoordeling en waarneming van de markt. De vastgoeddeskundigen houden rekening met leegstandperiodes tussen zes en achttien maanden, in functie van de locatie, het type pand en de economische situatie. Voor de logistieke panden wordt er rekening gehouden met een kostenpercentage per pand dat ten laste blijft van de eigenaar. Voor de logistieke sites in België bedraagt dit 2%, voor Nederland varieert dit tussen de 0,01% en 0,60% omwille van de aard van de huurovereenkomsten (veelal triple net).
Voor een gedetailleerde beschrijving van de methode van waardering toegepast door de vastgoeddeskundigen wordt verwezen naar het hoofdstuk "Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen" in het Vastgoedverslag.
De informatie die ter beschikking gesteld wordt van de vastgoeddeskundigen, alsook de assumpties en de waarderingsmodellen worden intern nagekeken. Dit houdt een nazicht in van de variaties in de reële waarde tijdens de betreffende periode.
Wat betreft de resterende duur van de huidige contracten wordt verwezen naar 1.9 Vastgoedverslag voor een overzicht van de gemiddelde resterende contractduur van de portefeuille.
| Bandbreedte | Gewogen gemiddelde | |||
|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | |
| 100-157€/m² | 100-150 €/m² | 127 €/m² | 127 €/m² | |
| 38-53 €/m² | 34-53 €/m² | 43 €/m² | 42 €/m² | |
| 42-57 €/m² | 48-57 €/m² | 50 €/m² | 51 €/m² | |
| 7,9%-10,3% | 7,6%-9,4% | 8,6% | 8,7% | |
| 5,0%-8,3% | 5,9%-8,4% | 6,5% | 6,9% | |
| 5,1%-6,9% | 6,0%-7,0% | 6,0% | 6,5% | |
* Bovenstaande gegevens bevatten het gewogen gemiddelde per gebouw of gebouwencomplex, het hoogste en laagste getal in de weergave van de bandbreedte is telkens geëlimineerd.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 1.079 | 1.102 |
| Nog niet vervallen vooruitfacturaties | 9.889 | 8.425 |
| Op te stellen facturen | 742 | 471 |
| Dubieuze debiteuren | 500 | 391 |
| Voorziening dubieuze debiteuren | -500 | -391 |
| Andere handelsvorderingen | 252 | 122 |
| Totaal handelsvorderingen | 11.962 | 10.120 |
Intervest hanteert duidelijke procedures voor het screenen van huurders bij het sluiten van nieuwe huurcontracten. Ook worden bij het afsluiten van huurcontracten steeds waarborgsommen of bankgaranties bedongen. Op 31 december 2019 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties voor kantoren ongeveer 5 maanden (of circa € 11,3 miljoen). Voor de logistieke portefeuille op 31 december 2019 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties 5 maanden (of circa € 13,8 miljoen). Intervest verwacht hier dan ook geen materiële kredietverliezen.
De nog niet vervallen vooruitfacturaties betreffen facturaties met betrekking tot het eerste kwartaal van 2020. Intervest hanteert voor al haar uitgaande facturen een standaard vervaldag van 30 dagen na facturatiedatum.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Vorderingen < 30 dagen | 153 | 376 |
| Vorderingen 30-90 dagen | 620 | 425 |
| Vorderingen > 90 dagen | 307 | 301 |
| Totaal handelsvorderingen | 1.079 | 1.102 |
Voor de opvolging van het debiteurenrisico dat Intervest hanteert, wordt verwezen naar de beschrijving van het hoofdstuk "Risicofactoren" (Operationele risico's - debiteurenrisico's).
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Belastingen terug te vorderen | 2.489 | 1.482 |
| Terug te vorderen BTW | 844 | 255 |
| BTW - raming regularisaties | 1.302 | 863 |
| Terug te vorderen vennootschapsbelasting Nederland | 343 | 364 |
| Belastingen (ingehouden ten gevolge van de fiscale situatie van de Groep) | 3.455 | 3.455 |
| Terug te vorderen vennootschapsbelasting | 185 | 185 |
| Terug te vorderen exit taks | 459 | 459 |
| Terug te vorderen roerende voorheffing op uitgekeerde dividenden en op liquidatieboni |
2.811 | 2.811 |
| Andere | 31 | 155 |
| Totaal belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 5.974 | 5.092 |
Voor de toelichting bij de fiscale situatie van de Groep wordt verwezen naar "Toelichting 25. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen".
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Gelopen, niet-vervallen vastgoedopbrengsten | 3.038 | 1.313 |
| Te recupereren onroerende voorheffing | 2.787 | 1.313 |
| Te recupereren leegstandsheffing GGL | 171 | 0 |
| Te recupereren schadegevallen | 80 | 0 |
| Voorafbetaalde vastgoedkosten | 774 | 435 |
| Voorafbetaalde interesten en andere financiële kosten | 528 | 443 |
| Andere | 169 | 207 |
| Totaal overlopende rekeningen | 4.509 | 2.398 |
Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst. De stijging ten opzicht van 2018 is het gevolg van een aanslag onroerende voorheffing voor Genk Green Logistics waarvan verwacht wordt deze volledig te kunnen recupereren.
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt op 31 december 2019 € 224.684.990,05 en is verdeeld in 24.657.003 volgestorte aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
De rubriek kapitaal bevat eveneens € 1.727.657 kosten voor de kapitaalverhoging van november 2018.
In boekjaar 2019 heeft een kapitaalverhoging plaatsgevonden op 20 mei 2019 onder de vorm van een keuzedividend over boekjaar 2018 met de uitgifte van 368.006 nieuwe aandelen voor een bedrag van € 8,6 miljoen, meer bepaald € 3,4 miljoen in kapitaal en € 5,2 miljoen in uitgiftepremie. De gecreëerde aandelen zijn dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2019.
| beweging Kapitaal |
kapitaal na de verrichting uitstaand Totaal |
gecreëerde aandelen Aantal |
Totaal aantal aandelen |
||
|---|---|---|---|---|---|
| Datum | Verrichting | in duizenden € | in eenheden | ||
| 08.08.1996 | Oprichting | 62 | 62 | 1.000 | 1.000 |
| 05.02.1999 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Atlas Park) |
4.408 | 4.470 | 1.575 | 2.575 |
| 05.02.1999 | Kapitaalverhoging door incorporatie van uitgiftepremies en reserves en kapitaal vermindering door incorporatie van over gedragen verliezen |
-3.106 | 1.364 | 0 | 2.575 |
| 05.02.1999 | Splitsing van het aandeel | 0 | 1.364 | 1.073.852 | 1.076.427 |
| 05.02.1999 | Kapitaalverhoging door inbreng in speciën | 1.039 | 2.403 | 820.032 | 1.896.459 |
| 29.06.2001 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Catian, Innotech, Greenhill Campus en Mechelen Pand |
16.249 | 18.653 | 2.479.704 | 4.376.163 |
| 21.12.2001 | Fusie door opslorping van vennootschap pen die behoorden tot VastNed Groep |
23.088 | 41.741 | 2.262.379 | 6.638.542 |
| 21.12.2001 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (De Arend, Sky Building en Gateway House) |
37.209 | 78.950 | 1.353.710 | 7.992.252 |
| 31.01.2002 | Inbreng van 575.395 aandelen Siref | 10.231 | 89.181 | 1.035.711 | 9.027.963 |
| 08.05.2002 | Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref in het kader van het bod |
24.824 | 114.005 | 2.512.998 | 11.540.961 |
| 28.06.2002 | Fusie met Siref nv; ruil van 111.384 aandelen Siref |
4.107 | 118.111 | 167.076 | 11.708.037 |
| 23.12.2002 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Apibi, Pakobi, PLC, MCC en Mechelen Campus |
5.016 | 123.127 | 1.516.024 | 13.224.061 |
| 17.01.2005 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Mechelen Campus 2, Mechelen Campus 4, Mechelen Campus 5 en Perion 2 |
3.592 | 126.719 | 658.601 | 13.882.662 |
| 18.10.2007 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Mechelen Campus 3 en Zuidinvest |
6 | 126.725 | 18.240 | 13.900.902 |
| 01.04.2009 | Fusie door overneming van de naamloze vennootschap Edicorp |
4 | 126.729 | 6.365 | 13.907.267 |
| 25.05.2012 | Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2011 |
2.666 | 129.395 | 292.591 | 14.199.858 |
| 23.05.2013 | Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2012 |
2.051 | 131.447 | 225.124 | 14.424.982 |
| 28.05.2014 | Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2013 |
3.211 | 134.657 | 352.360 | 14.777.342 |
| 22.12.2014 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van een met splitsing gelijk gestelde verrichting of partiële splitsing (artikel 677 Wetboek van Vennootschappen) |
12.453 | 147.110 | 1.366.564 | 16.143.906 |
| 28.05.2015 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 870 | 147.980 | 95.444 | 16.239.350 |
| 25.05.2016 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.968 | 152.948 | 545.171 | 16.784.521 |
| 05.05.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Aarschot |
1.969 | 154.917 | 216.114 | 17.000.635 |
| 05.05.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Oevel |
2.906 | 157.823 | 318.925 | 17.319.560 |
| 22.05.2017 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.835 | 161.658 | 420.847 | 17.740.407 |
| 22.12.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Zellik |
6.062 | 167.720 | 665.217 | 18.405.624 |
| 22.05.2018 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.427 | 172.147 | 485.819 | 18.891.443 |
| 30.11.2018 | Kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten |
49.185 | 221.332 | 5.397.554 | 24.288.997 |
| 20.05.2019 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.353 | 224.685 | 368.006 | 24.657.003 |
| in duizenden € | EVOLUTIE UITGIFTEPREMIES | Kapitaal verhoging |
Opleg in geld |
Waarde inbreng |
Uitgifte premies |
|---|---|---|---|---|---|
| Datum | Verrichting | ||||
| 05.02.99 | Kapitaalverhoging door inbreng in speciën | 1.039 | 0 | 20.501 | 19.462 |
| 21.12.01 | Aanzuivering van boekhoudkundige verliezen naar aanleiding van de fusie door opslorping van vennootschappen die behoorden tot VastNed Groep |
0 | 0 | 0 | -13.747 |
| 31.01.02 | Inbreng van 575.395 aandelen Siref | 10.231 | 1.104 | 27.422 | 16.087 |
| 08.05.02 | Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref in het kader van het bod |
24.824 | 2.678 | 66.533 | 39.031 |
| 25.05.12 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 2.666 | 0 | 5.211 | 2.545 |
| 23.05.13 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 2.051 | 0 | 3.863 | 1.812 |
| 28.05.14 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.211 | 0 | 7.075 | 3.864 |
| 22.12.14 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van een met splitsing gelijk gestelde verrichting of partiële splitsing (artikel 677 Wetboek van Vennootschap pen) |
12.453 | 0 | 26.183 | 13.730 |
| 28.05.15 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 870 | 0 | 2.305 | 1.436 |
| 25.05.16 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.968 | 0 | 11.569 | 6.601 |
| 05.05.17 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Aarschot |
1.969 | 0 | 5.150 | 3.181 |
| 05.05.17 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Oevel |
2.906 | 0 | 7.600 | 4.694 |
| 22.05.17 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.835 | 0 | 9.074 | 5.238 |
| 22.12.17 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Zellik |
6.062 | 0 | 13.770 | 7.708 |
| 22.05.2018 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.427 | 0 | 9.998 | 5.571 |
| 30.11.2018 | Kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten |
49.185 | 0 | 99.855 | 50.670 |
| 20.05.2019 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.353 | 0 | 8.575 | 5.221 |
| Totaal uitgiftepremies 173.104 |
De uitgiftepremies bedragen op 31 december 2019 € 173 miljoen.
Voor de beweging van de reserves tijdens het boekjaar 2019 wordt verwezen naar het mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen vermogen.
De reserves zijn als volgt samengesteld.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Wettelijke reserves | 90 | 90 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed | 35.297 | 30.736 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van het vastgoed |
63.701 | 48.394 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en – kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-28.404 | -17.658 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkings boekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-3.456 | -1.841 |
| Andere reserves | 6.034 | 6.034 |
| Overgedragen resultaten van vorige boekjaren | 24.067 | 19.996 |
| Totaal reserves | 62.032 | 55.015 |
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Saldo per einde van het vorige boekjaar | -17.658 | -15.274 |
| Variaties in de investeringswaarde van vastgoedbeleggingen | -1.742 | -256 |
| Aankopen van vastgoedbeleggingen vorig boekjaar | -9.004 | -2.122 |
| Impact implementatie IFRS16 | 0 | -6 |
| Totaal reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierech ten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-28.404 | -17.658 |
Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed (conform IAS 40) en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen, wordt opgenomen in deze post.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Langlopende voorzieningen | 1.875 | 0 |
| Voorziening huurgaranties uit verkoop vastgoedbeleggingen | 1.875 | 0 |
| Kortlopende voorzieningen | 1.875 | 0 |
| Voorziening huurgaranties uit verkoop vastgoedbeleggingen | 1.875 | 0 |
| Totaal voorzieningen | 3.750 | 0 |
Aan de koper van Oudsbergen werd door de Groep een huurgarantie gegeven voor een periode van 24 maanden. De huurgarantie is per kwartaal betaalbaar en opgenomen op de balans onder de voorzieningen voor het maximale te betalen bedrag van € 3,8 miljoen.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Exit taks | 30 | 580 |
| Andere | 7.755 | 4.669 |
| Leveranciers | 5.463 | 2.569 |
| Huurders | 518 | 415 |
| Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 1.774 | 1.685 |
| Totaal handelsschulden en andere kortlopende schulden | 7.785 | 5.249 |
De toename in de leveranciers van € 2,6 miljoen is voornamelijk het gevolg van aanslag onroerende voorheffing van Genk Green Logistics die eind december ontvangen werd. Deze aanslag werd in februari 2020 betaald.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Te betalen dividenden over vorige boekjaren | 179 | 179 |
| Kortlopende verplichtingen aan verbonden partijen | 2.081 | 1.128 |
| Overige schulden | 1.710 | 467 |
| Totaal andere kortlopende verplichtingen | 3.970 | 1.774 |
De kortlopende verplichtingen aan verbonden partijen bevatten de rekening-courant met JM Construct nv en Hino Invest nv (verbonden partijen met medeaandeelhouder in perimetervennootschap Genk Green Logistics nv).
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten | 14.747 | 14.139 |
| Verplichtingen verbonden aan vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten |
833 | 1.250 |
| Vooruitgefactureerde huurinkomsten | 11.529 | 10.696 |
| Vooruitgefactureerde provisies | 1.085 | 885 |
| Vooruitgefactureerd - andere | 149 | 123 |
| Overige over te dragen opbrengsten | 1.151 | 1.185 |
| Gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten | 3.442 | 3.126 |
| Interesten m.b.t. obligatieleningen | 1.066 | 1.710 |
| Andere interesten en financiële kosten | 786 | 552 |
| Toe te rekenen kosten m.b.t. vastgoed | 1.590 | 864 |
| Andere | 340 | 283 |
| Overige toe te rekenen kosten | 340 | 283 |
| Totaal overlopende rekeningen | 18.530 | 17.548 |
De overlopende rekeningen omvatten op 31 december 2019 voor € 14,7 miljoen vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten. Dit betreft voornamelijk vooruitfacturaties van huurinkomsten en provisies voor het eerste kwartaal van het volgende boekjaar die samen € 12,8 miljoen bedragen.
De gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten bedragen in 2019 € 3,4 miljoen, en omvatten o.a. de interesten op de obligatielening die verschuldigd zijn op 1 april 2020 op de obligatielening die uitgegeven is in maart 2014.
Voor de beschrijving van de Financiële structuur van de vennootschap wordt verwezen naar het Verslag van het directiecomité.
| in duizenden € | 2019 | 2018 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Schulden met een resterende looptijd van |
Schulden met een resterende looptijd van |
|||||||||
| < 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
< 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
|
| Kredietinstellingen en institutionele par tijen: opgenomen kredieten |
23.137 | 132.545 | 88.011 | 243.693 | 71% | 30.631 | 154.084 | 99.641 | 284.356 | 76% |
| Obligatielening | 0 | 34.916 | 0 | 34.916 | 10% | 24.983 | 34.848 | 0 | 59.831 | 16% |
| Commercial paper | 65.000 | 0 | 0 | 65.000 | 19% | 30.000 | 0 | 0 | 30.000 | 8% |
| Leasingverplichting* | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% | 1.668 | 0 | 0 | 1.668 | 0% |
| TOTAAL | 88.137 | 167.461 | 88.011 | 343.609 | 100% | 87.282 | 188.932 | 99.641 | 375.855 | 100% |
| Procentueel aandeel |
26% | 49% | 25% | 100% | 23% | 50% | 27% | 100% |
* De leasingverplichting betreft de overname verplichting in Edda21 in 2018; deze werd in de loop van 2019 terugbetaald.
De kredietovereenkomsten van Intervest zijn, naast de vereiste tot het behoud van het GVV-statuut en het voldoen aan de financiële ratio's zoals opgelegd door de GVV-Wet, onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau van de vennootschap of haar financiële interestlast, het verbod tot hypothekeren of verpanden van vastgoedbeleggingen en de pari passu behandeling van de schuldeisers. De financiële ratio's beperken het bedrag dat Intervest nog zou kunnen lenen.
Ten behoeve van de financiering van de vennootschap zijn er op 31 december 2019 geen hypothecaire inschrijvingen genomen, noch hypothecaire volmachten toegestaan.
Voor de meeste financieringen wordt door de kredietinstellingen veelal een rentedekkingsverhouding van meer dan 2 vereist (zie beschrijving van de Financiële structuur in het Verslag van het directiecomité).
Deze ratio's zijn gerespecteerd op 31 december 2019. Indien Intervest deze ratio's niet meer zou respecteren, zou door de financiële instellingen kunnen worden geëist dat de financieringsovereenkomsten van de vennootschap worden geannuleerd, heronderhandeld, opgezegd of vervroegd terugbetaald.
| in duizenden € | 2019 | 2018 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Schulden met een resterende looptijd van |
Schulden met een resterende looptijd van |
|||||||||
| < 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
< 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
|
| Kredietinstellingen en institutionele par tijen: opgenomen kredieten |
23.137 | 132.545 | 88.011 | 243.693 | 44% | 30.631 | 154.084 | 99.641 | 284.356 | 59% |
| Obligatielening | 0 | 34.916 | 0 | 34.916 | 6% | 24.983 | 34.848 | 0 | 59.831 | 12% |
| Commercial paper: opgenomen |
65.000 | 0 | 0 | 65.000 | 12% | 30.000 | 0 | 0 | 30.000 | 6% |
| Leasingverplichting | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% | 1.668 | 1.668 | 0% | ||
| Niet-opgenomen kredietlijnen |
17.479 | 168.500 | 30.000 | 215.979 | 38% | 12.479 | 77.968 | 22.500 | 112.947 | 23% |
| TOTAAL | 105.616 | 335.961 | 118.011 | 559.588 | 100% | 99.761 | 266.900 | 122.141 | 488.802 | 100% |
| Procentueel aandeel |
19% | 60% | 21% | 100% | 20% | 55% | 25% | 100% |
Bovenstaande tabel bevat een bedrag van € 216 miljoen aan niet-opgenomen kredietlijnen (€ 113 miljoen op 31 december 2018). Hiervan wordt € 30 miljoen beschikbaar gehouden als indekking voor het commercial-paperprogramma. Bijgevolg heeft Intervest op 31 december 2019 € 186 miljoen niet-opgenomen kredietlijnen beschikbaar voor de financiering van haar lopende projectontwikkelingen, toekomstige acquisities en de dividendbetaling in mei 2020. Daarnaast beschikt Intervest ook over € 35 miljoen back-up lijnen voor het commercial-paperprogramma, waardoor het volledige commercial-paperprogramma van € 65 miljoen is ingedekt.
De niet-opgenomen kredietlijnen vormen op afsluitingsdatum geen effectieve schuld maar zijn enkel een potentiële schuld onder de vorm van een beschikbare kredietlijn. Het procentueel aandeel wordt berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte van de som van de opgenomen kredietlijnen, niet-opgenomen kredietlijnen en de uitstaande obligatielening.
| in duizenden € | 2019 | 2018 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | Procentueel aandeel |
Totaal | Procentueel aandeel |
||
| Kredieten met variabele rentevoet | 11.693 | 3% | 59.023 | 16% | |
| Kredieten ingedekt door interest rate swaps en/of floors | 265.000 | 77% | 250.000 | 66% | |
| Kredieten met vaste rentevoet | 66.916 | 20% | 66.831 | 18% | |
| TOTAAL | 343.609 | 100% | 375.855 | 100% |
In bovenstaande tabel "Opdeling volgens het variabel of vastrentend karakter van de opgenomen kredieten bij kredietinstellingen en van de obligatielening" wordt het procentuele aandeel berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte van de som van de opgenomen kredieten.
Op 19 maart 2014 heeft Intervest een private plaatsing van obligaties gerealiseerd voor een totaalbedrag van € 60 miljoen, waarvan € 25 miljoen terugbetaald werd in 2019. De resterende obligatie van € 35 miljoen had een initiële looptijd van 7 jaar, genereert een vast jaarlijks brutorendement van 4,057% en heeft een vervaldatum op 1 april 2021.
De uitgifteprijs van de obligaties is gelijk aan hun nominaal bedrag, hetzij € 100.000. De obligaties zijn geplaatst bij institutionele investeerders.
Intervest heeft een commercial paper uitgegeven in juli 2018 ter verdere diversificatie van de financieringsbronnen voor een bedrag van maximaal € 70 miljoen (waarvan € 65 miljoen opgenomen op 31 december 2019) met een looptijd van 3 maanden (maximale looptijd 1 jaar).
De opname is gedeeltelijk (€ 35 miljoen) ingedekt door backuplijnen van de begeleidende banken (Belfius Bank en KBC Bank) die als garantie ter herfinanciering dienen, mocht de plaatsing of verlenging van de commercial paper niet of slechts gedeeltelijk mogelijk blijken. De overige € 30 miljoen wordt beschikbaar gehouden op de traditionele kredietlijnen.
De belangrijkste financiële instrumenten van Intervest bestaan uit financiële en commerciële vorderingen en schulden, geldmiddelen en kasequivalenten evenals financiële instrumenten van het type interest rate swap (IRS) en floor.
| SAMENVATTING FINANCIËLE INSTRUMENTEN | 2019 | 2018 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | Categorieën | Niveau | Boek waarde |
Reële waarde |
Boek waarde |
Reële waarde |
| FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP ACTIEF | ||||||
| Vaste activa | ||||||
| Financiële vaste activa | C | 2 | 252 | 252 | 156 | 156 |
| Handelsvorderingen en andere vaste activa |
A | 2 | 18 | 18 | 14 | 14 |
| Vlottende activa | ||||||
| Handelsvorderingen | A | 2 | 11.962 | 11.962 | 10.120 | 10.120 |
| Kas en kasequivalenten | B | 2 | 2.156 | 2.156 | 1.972 | 1.972 |
| FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP PASSIEF | ||||||
| Langlopende verplichtingen | ||||||
| Langlopende financiële schulden (rentedragend) |
A | 2 | 255.472 | 258.154 | 288.573 | 291.645 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen |
C | 2 | 8.627 | 8.627 | 3.460 | 3.460 |
| Andere langlopende verplichtingen | A | 2 | 1.211 | 1.211 | 3.010 | 3.010 |
| Kortlopende verplichtingen | ||||||
| Kortlopende financiële schulden | A | 2 | 88.137 | 88.137 | 87.282 | 87.431 |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen |
C | 2 | 68 | 68 | 152 | 152 |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden |
A | 2 | 7.785 | 7.785 | 5.249 | 5.249 |
| Andere kortlopende verplichtingen | A | 2 | 3.970 | 3.970 | 1.774 | 1.774 |
De categorieën komen overeen met de volgende financiële instrumenten:
Financiële instrumenten worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de hiërarchie van de reële waarden:
De financiële instrumenten van Intervest stemmen overeen met niveau 2 in de hiërarchie van de reële waarden. De waarderingstechnieken betreffende de reële waarde van de financiële instrumenten van niveau 2 zijn de volgende:
Intervest hanteert interest rate swaps en floors ter indekking van de mogelijke wijzigingen van de interestkosten op een gedeelte van de financiële schulden met een variabele rentevoet (de korte termijn Euribor). De interest rate swaps en floors worden als derivaat geclassificeerd als financieel instrument aan reële waarde via het resultaat. Intervest past geen hedge-accounting toe. De schommelingen in de reële waarde van de financiële instrumenten worden opgenomen in de resultatenrekening op de lijn "Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva in het financieel resultaat.
Op 31 december 2019 bezit de vennootschap de volgende financiële derivaten.
| Startdatum | Einddatum | Rentevoet | Contractueel notioneel bedrag |
Hedge accounting |
Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | Ja/Nee | 2019 | 2018 | |||||
| 1 | IRS | 30.04.2014 | 30.04.2019 | 1,2725% | 10.000 | Nee | 0 | -53 |
| 2 | IRS | 30.04.2014 | 30.04.2019 | 1,2725% | 10.000 | Nee | 0 | -53 |
| 3 | IRS | 26.06.2015 | 26.06.2019 | 0,3300% | 15.000 | Nee | 0 | -46 |
| 4 | IRS | 30.06.2015 | 30.06.2020 | 0,4960% | 15.000 | Nee | -68 | 0 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | -68 | -152 | ||||||
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | -68 | -152 | ||||||
| 1 | IRS | 18.06.2015 | 18.06.2022 | 0,7800% | 15.000 | Nee | 0 | -452 |
| 2 | IRS | 30.06.2015 | 30.06.2020 | 0,4960% | 15.000 | Nee | 0 | -176 |
| 3 | IRS | 18.06.2015 | 18.06.2021 | 0,6300% | 15.000 | Nee | -225 | -308 |
| 4 | IRS | 01.12.2016 | 01.12.2021 | 0,1200% | 15.000 | Nee | -141 | -117 |
| 5 | IRS | 01.12.2016 | 01.12.2022 | 0,2200% | 15.000 | Nee | -238 | -140 |
| 6 | IRS | 22.03.2017 | 22.03.2024 | 0,8500% | 10.000 | Nee | -469 | -363 |
| 7 | IRS | 22.03.2017 | 22.03.2024 | 0,4500% | 10.000 | Nee | -296 | -150 |
| 8 | IRS | 22.03.2017 | 22.03.2024 | 0,4675% | 10.000 | Nee | 0 | -160 |
| 9 | IRS | 22.03.2017 | 22.03.2023 | 0,3300% | 10.000 | Nee | -207 | -130 |
| 10 | IRS | 15.06.2018 | 15.01.2025 | 0,6600% | 15.000 | Nee | -640 | -287 |
| 11 | IRS | 15.06.2018 | 17.06.2024 | 0,5950% | 10.000 | Nee | -360 | -178 |
| 12 | IRS | 01.10.2018 | 01.10.2025 | 0,8520% | 10.000 | Nee | -390 | -162 |
| 13 | IRS | 27.09.2018 | 27.09.2023 | 0,3930% | 10.000 | Nee | -254 | -142 |
| 14 | IRS | 27.09.2018 | 27.09.2025 | 0,6800% | 10.000 | Nee | -492 | -211 |
| 15 | IRS | 28.09.2018 | 30.09.2025 | 0,7050% | 10.000 | Nee | -496 | -200 |
| 16 | IRS | 28.09.2018 | 29.09.2023 | 0,4350% | 10.000 | Nee | -267 | -142 |
| 17 | IRS | 02.01.2019 | 02.01.2026 | 0,7275% | 25.000 | Nee | -802 | -142 |
| 18 | IRS | 18.06.2019 | 18.06.2025 | 0,6675% | 15.000 | Nee | -571 | 0 |
| 19 | IRS | 24.06.2019 | 22.06.2026 | 0,6425% | 10.000 | Nee | -408 | 0 |
| 20 | IRS | 13.05.2019 | 13.05.2026 | 0,2870% | 10.000 | Nee | -262 | 0 |
| 21 | IRS | 13.05.2019 | 13.05.2026 | 0,2780% | 10.000 | Nee | -158 | 0 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | -6.676 | -3.460 | ||||||
| Andere langlopende financiële verplichtingen | -6.676 | -3.460 | ||||||
| 1 | Floor | 01.12.2016 | 01.02.2021 | 0,000% | 27.500 | Nee | 117 | 156 |
| 2 | IRS | 26.06.2019 | 26.06.2025 | -0,1770% | 15.000 | Nee | 3 | 0 |
| 3 | IRS | 10.07.2019 | 10.07.2024 | -0,2975% | 15.000 | Nee | 45 | 0 |
| 4 | Floor | 13.05.2019 | 13.05.2026 | 0,2870% | 10.000 | Nee | 87 | 0 |
| Financiële vaste activa | 252 | 156 | ||||||
| Totaal reële waarde van de financiële derivaten | -6.492 | -3.456 | ||||||
| Boekhoudkundige verwerking op 31 december 2019 | ||||||||
| • In het eigen vermogen: Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkings boekhouding |
-3.456 | -1.841 | ||||||
| • In resultatenrekening: Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva |
-3.036 | -1.615 | ||||||
| Totaal reële waarde van de financiële derivaten | -6.492 | -3.456 |
De interest rate swaps hebben op 31 december 2019 een negatieve marktwaarde van € -6,5 miljoen (contractueel notioneel bedrag € 265 miljoen) wat op kwartaalbasis wordt vastgelegd door de emitterende financiële instelling.
In 2019 werden drie nieuwe interest rate swaps afgesloten voor een notioneel bedrag van € 35 miljoen ter vervanging van bestaande interest rate swaps die op vervaldag gekomen zijn. De nieuwe interest rate swaps hebben looptijden van 6 of 7 jaar. Bovendien werd een extra interest rate swap afgesloten voor een notioneel bedrag van € 15 miljoen, met een vervaldag in 2024.
Daarnaast werden in 2019 een aantal bestaande indekkingsinstrumenten heronderhandeld aan een lagere rentevoet via een 'blend & extend' transactie, voor een notioneel bedrag van € 25 miljoen.
De voornaamste financiële risico's van Intervest zijn het financieringsrisico, het liquiditeitsrisico en het renterisico.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Financieringsrisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Verslag van de raad van bestuur.
Intervest streeft voor de financiering van het vastgoed steeds naar een evenwichtige verhouding tussen eigen en vreemd vermogen. Daarnaast streeft Intervest ernaar door transparante informatieverschaffing, regelmatige contacten met financiers en (potentiële) aandeelhouders en het verhogen van de liquiditeit van het aandeel, de toegang tot de kapitaalmarkt veilig te stellen. Tenslotte wordt ten aanzien van de langetermijnfinancieringen gestreefd naar een evenwichtige spreiding van herfinancieringsdata en naar een gewogen gemiddelde looptijd tussen de 3,5 en 5 jaar. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen. De gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietovereenkomsten op 31 december 2019 is 4,0 jaar. Ook heeft Intervest haar financieringsbronnen gediversifieerd door het gebruik van tien Europese financiële instellingen en de uitgifte van obligatieleningen.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 18. Langlopende en kortlopende financiële schulden" in het Financieel verslag.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar het hoofdstuk "Liquiditeitsrisico" in de beschrijving van de Belangrijkste risicofactoren en interne controle- en risicobeheerssystemen in het Verslag van de raad van bestuur.
De bankkredietovereenkomsten van Intervest zijn onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau van Intervest of haar financiële interestlast. Om een beroep te kunnen doen op deze kredietruimte dient continu aan de voorwaarden van de kredietfaciliteiten te worden voldaan. Op 31 december 2019 beschikt de vennootschap nog over € 186 miljoen beschikbare kredietlijnen bij haar financiers om schommelingen in liquiditeitsbehoeften en bijkomende investeringen op te vangen.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 18. Langlopende en kortlopende financiële schulden" in het Financieel verslag.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar Financiële risico's in het onderdeel Risicofactoren.
Als gevolg van het financieren met vreemd vermogen wordt het rendement tevens afhankelijk van de ontwikkelingen van de rente. Om dit risico te beperken wordt bij de samenstelling van de leningenportefeuille gestreefd naar een verhouding een derde vreemd vermogen met variabele rente en twee derde vreemd vermogen met vaste rente. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente kan hiervan tijdelijk worden afgeweken. Verder wordt binnen het vreemd vermogen op lange termijn gestreefd naar een evenwichtige spreiding van renteherzieningsdata en een looptijd van minimaal 3 jaar. Op 31 december 2019 liggen de rentevoeten op de indekkingen (inclusief financieringen met vaste rentevoet) van de vennootschap vast voor een resterende looptijd van gemiddeld 4,2 jaar.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité alsook in "Toelichting 18 Langlopende en kortlopende financiële schulden" en "Toelichting 11. Netto-interestkosten" in het Financieel verslag.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Voorziening voor uitgestelde belastingen m.b.t. België | 1.176 | 863 |
| Voorziening voor uitgestelde belastingen m.b.t. Nederland | 5.704 | 2.045 |
| Totaal uitgestelde belastingen - verplichtingen | 6.880 | 2.908 |
De uitgestelde belastingen bevatten een voorziening voor uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen eigendom van de perimetervennootschappen van de Groep in België en Nederland.
| in duizenden € | Toelichting | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Langlopende financiële schulden | 18 | 255.472 | 288.573 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen (excl. financiële derivaten) |
1.949 | 0 | |
| Handelsschulden en andere langlopende schulden | 1.211 | 3.010 | |
| Kortlopende financiële schulden | 18 | 88.137 | 87.282 |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen (excl. financiële derivaten) |
1 | 0 | |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 17 | 7.785 | 5.249 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 17 | 3.970 | 1.774 |
| Totaal verplichtingen voor schuldgraadberekening | 358.525 | 385.888 | |
| Totaal activa (excl. financiële derivaten) | 918.611 | 887.007 | |
| Schuldgraad | 39,0% | 43,5% |
Voor de verdere toelichting over de evolutie van de schuldgraad wordt verwezen naar de bespreking van de "Financiële structuur" in het Verslag van het directiecomité.
De verbonden partijen waarmee de vennootschap handelt zijn haar aandeelhouders, en de daarmee verbonden ondernemingen, alsook haar perimetervennootschappen (zie Toelichting 23) en haar bestuurders en directieleden.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| JM Construct nv | ||
| Medeaandeelhouder Genk Green Logistics | ||
| Kortlopende verplichtingen (rekening courant) aan JM Construct | 2.081 | 1.128 |
| Interest aangerekend op R/C JM Construct | 54 | 11 |
De vergoeding voor de bestuurders en directieleden is opgenomen in de posten "Beheerskosten van het vastgoed" en "Algemene kosten" (zie Toelichting 5 en 6). Verdere detaillering van de samenstelling van de vergoeding van de directieleden kan gevonden worden in "Toelichting 7. Personeelsbeloningen".
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Bestuurders | 125 | 125 |
| Directieleden | 1.342 | 1.015 |
| Totaal | 1.467 | 1.140 |
Onderstaande ondernemingen worden opgenomen in de consolidatie volgens de methode van de integrale consolidatie.
| vennootschap Naam |
Adres | Ondernemings nummer |
van het kapitaal Gehouden deel (in %) |
Waarde van de deelneming in enkelvoudige jaarrekening |
Minderheids belangen |
(in duizenden €) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in duizenden €) | 2019 | 2018 | ||||
| Aartselaar Business Center nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0466.516.748 | 100% | € -51 | 0 | 0 |
| Mechelen Business Center nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0467.009.765 | 100% | € 4.135 | 0 | 0 |
| Mechelen Research Park nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0465.087.680 | 100% | € 5.306 | 0 | 0 |
| Genk Green Logistics nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0701.944.557 | 50% | € 574 | -17 | -9 |
| Intervest Nederland Coöperatief U.A |
Lichttoren 32 5611 BJ Eindhoven Nederland |
NL857537349B01 | 100% | € 76.208 | 0 | 0 |
| Perimetervennootschappen van Intervest Nederland Coöperatief U.A.* | ||||||
| Intervest Tilburg 1 bv | NL857541122B01 | 100% | ||||
| Intervest Tilburg 2 bv | NL859485869B01 | 100% | ||||
| Intervest Raamsdonksveer 1 bv | NL857780001B01 | 100% | ||||
| Intervest Raamsdonksveer 2 bv | NL858924900B01 | 100% | ||||
| Intervest Raamsdonksveer 3 bv | NL859446013B01 | 100% | ||||
| Intervest Eindhoven 1 bv | NL858924894B01 | 100% | ||||
| Intervest Vuren 1 bv | NL856350412B01 | 100% | ||||
| Intervest Roosendaal 1 bv | NL859095277B01 | 100% | ||||
| Intervest Roosendaal 2 bv | NL859485778B01 | 100% | ||||
| Intervest Roosendaal 3 bv | NL859683059B01 | 100% | ||||
| Intervest Dordrecht 1 bv | NL859752458B01 | 100% | ||||
| Intervest Nijmegen 1 bv | NL859957743B01 | 100% | ||||
| Intervest Den Bosch 1 bv | NL860294869B01 | 100% |
Totaal minderheidsbelangen -17 -9
* Alle vennootschappen van Intervest in Nederland zijn gevestigd op Lichttoren 32, 5611 BJ te Eindhoven.
Als gevolg van de uitbreiding van de vastgoedportefeuille van Intervest in Nederland is in 2017 Intervest Nederland Coöperatief U.A. opgericht. De andere Nederlandse bv's zijn perimetervennootschappen van Intervest Nederland Coöperatief U.A. en houden het vastgoed aan.
Op 11 december 2019 is de vennootschap Edda21 nv gefuseerd met Intervest Offices & Warehouses nv.
Op 31 december 2019 bezit Intervest de volledige controle over perimetervennootschap Genk Green Logistics nv, bijgevolg wordt de vennootschap integraal geconsolideerd.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Excl. BTW | ||
| Bezoldiging van de commissaris | 88 | 68 |
| Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris m.b.t. |
||
| Andere controleopdrachten | 11 | 64 |
| Belastingadviesopdrachten | 37 | 44 |
| Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 0 | 0 |
| Totaal honorarium commissaris en met de commissaris verbonden entiteiten | 136 | 176 |
Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een transparant fiscaal statuut gegeven aan de GVV's. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op "verworpen uitgaven". Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op verkopen van onroerend goed wordt dus geen enkele vennootschapsbelasting betaald.
Volgens de fiscale wetgeving dient de belastbare grondslag berekend te worden als het verschil tussen de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen en de (fiscale) boekwaarde. De Minister van Financiën heeft via een omzendbrief (dd. 23 december 2004) beslist dat er bij de bepaling van de werkelijke waarde geen rekening dient gehouden te worden met de overdrachtskosten verbonden aan de transactie, maar stipuleert wel dat effectiseringspremies onderhevig blijven aan vennootschapsbelasting. Belastingaanslagen op basis van een effectiseringspremie zouden dus wel verschuldigd zijn. Intervest heeft deze interpretatie betwist en heeft dienaangaande nog bezwaarschriften lopen ten bedrage van circa € 4 miljoen.
Thans bedraagt de nog te betalen belasting plus nalatigheidsinteresten circa € 6,7 miljoen conform de ingekohierde aanslagen. Weliswaar is er nog geen ontlasting toegekend wat betreft de vaststaande bepaling (sinds de omzendbrief dd. 23 december 2004) dat voor de berekening van de exit taks de waarde Kosten Koper moet worden toegepast i.p.v. de waarde Vrij op Naam. Het echte fiscaal dispuut heeft dan volgens Intervest enkel betrekking op het standpunt dat de effectiseringspremie mee in aanmerking genomen moet worden bij de bepaling van de exit taks (de totale fiscale schuld bedraagt dan circa € 4 miljoen i.p.v. circa € 6,7 miljoen). Er werd voor deze betwiste aanslagen geen voorziening aangelegd.
Op 2 april 2010 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg in Leuven in een rechtszaak tussen een andere Belgische openbare GVV (toen vastgoedbevak) en de Belgische Staat aangaande deze problematiek, geoordeeld dat er geen reden is "waarom de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op datum van de erkenning als vastgoedbevak door de Financial Markets and Services Authority (FSMA) niet lager zou kunnen zijn dan de prijs van de aandelen die aan het publiek werden aangeboden".
Deze bijkomende belastingschulden ten belope van circa € 4 miljoen worden gewaarborgd door de twee vroegere promotoren van Siref die naar aanleiding van de erkenning van deze vastgoedbevak alsook in het kader van goedkeuring van het prospectus van de vastgoedbevak
Siref met het oog op het bekomen van de toelating tot de notering ervan op de beurs een eenzijdige verklaring dd. 8 februari 1999 hebben overhandigd aan de FSMA waarin zij verklaren dat zij de exit taks, verschuldigd bij een eventuele wijziging van de aangifte, zullen betalen. Weliswaar betwist één van deze promotoren bij schrijven dd. 24 mei 2012 dat Intervest uit deze verklaring rechten kan putten.
In 2008 heeft de fiscale overheid (Dienst Inning & Invordering) op één logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat, een wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld. Na de verkoop in 2019 van dit logistiek pand werd in ruil een wettelijke hypotheek gevestigd op één logistiek pand gelegen te Aarschot, Nieuwlandlaan.
In 2013 heeft de fiscale overheid één van de bezwaarschriften afgewezen en heeft Intervest een verzoekschrift voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen ingediend. Bij vonnis van 3 april 2015 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg Intervest in het ongelijk gesteld. Tegen dit vonnis is door de vennootschap beroep aangetekend waarbij het Hof van Beroep in haar arrest dd. 25 april 2017 het beroep van Intervest evenwel ongegrond heeft verklaard en het bestreden vonnis dd. 3 april 2015 heeft bevestigd.
Intervest heeft op 29 januari 2018 cassatie beroep aangetekend tegen voormeld Arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen dd. 25 april 2017. Op 28 november 2019 heeft het Hof van Cassatie het vonnis van de het Hof van Beroep nietig verklaard en duidelijk gesteld dat: "De werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen is de werkelijke waarde van de activa van de vennootschap, verminderd met de voorzieningen en schulden. Van deze vermogensbestanddelen maakt de effectiseringspremie, zijnde de meerprijs, bovenop het netto-actief van de vennootschap, die de belegger bereid is te betalen voor de aandelen in de vastgoedbevak wegens haar bijzondere karakteristieken, geen deel uit." De zaak is nu verwezen naar het Hof van Beroep van Gent.
De afhandeling van de andere bezwaarschriften is voorlopig opgeschort.
Op 31 december 2019 heeft Intervest volgende verplichtingen:
Investeringsverplichtingen ten belope van € 26 miljoen voor twee projecten gelegen in Eindhoven en Roosendaal.
Verder heeft Intervest onrechtstreeks, via haar 50% aandeelhouderschap in Genk Green Logistics (GGL), een resultaatsverbintenis om in de context van het GGLproject een minimum tewerkstelling te garanderen. De naleving van deze resultaatsverbintenis wordt gemeten op twee punten in de tijd, namelijk 31 december 2030 en 31 december 2036. Bij niet-naleving kan een boete van maximaal € 2 miljoen worden opgelegd op niveau van Genk Green Logistics.
Intervest heeft zich verder ook, samen met JM Construct, ten aanzien van De Vlaamse Waterweg hoofdelijk en ondeelbaar borg gesteld voor de betaling door GGL van kosten van bodemsanering en aanleg van infrastructuur ten belope van een bedrag van € 7 miljoen.
Hieronder worden specifieke belangenconflicten weergegeven die zich hebben voorgedaan in 2019 en die overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen en/ of de GVV-Wetgeving dienen te worden toegelicht in het Jaarverslag.
De raad van bestuur van 4 november 2019 nam een beslissing omtrent de toekenning van een éénmalige, uitzonderlijke en bijkomende vergoeding aan bestuurders Chris Peeters en Johan Buijs. Beide bestuurders hebben een belang van vermogensrechtelijke aard dat strijdig is met deze beslissing.
"Voorafgaandelijk aan de vergadering van de raad van bestuur, hebben Chris Peeters en Johan Buijs alle leden van de raad van bestuur per email ingelicht omtrent het gegeven dat zij een belang van vermogensrechtelijke aard hebben dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur, zijnde met betrekking tot de beslissing aangaande de goedkeuring van de toekenning van een uitzonderlijke, éénmalige en bijkomende vergoeding aan bestuurders Chris Peeters en Johan Buijs (punt 8 van de agenda).
Overeenkomstig artikel 523 §1 van het Wetboek van Vennootschappen, zal de commissaris van de vennootschap, Deloitte Bedrijfsrevisoren bv o.v.v.e. CVBA vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck, op de hoogte worden gebracht van voormeld strijdig belang.
Verder zullen de notulen betreffende de beslissing aangaande de goedkeuring van het voorstel inzake de toekenning van een uitzonderlijke bijkomende vergoeding aan bestuurders Chris Peeters en Johan Buijs (punt 8 van de agenda), worden opgenomen in het verslag van de raad van bestuur op te stellen in overeenstemming met artikel 95 van het Wetboek van Vennootschappen met betrekking tot het boekjaar eindigend op 31 december 2019.
Alle leden van de raad van bestuur, met uitzondering van Jean-Pierre Blumberg, zijn aanwezig op de vergadering, maar Chris Peeters en Johan Buijs hebben niet deelgenomen aan de beraadslaging aangaande agendapunt 8 inzake de toekenning van een éénmalige, uitzonderlijke bijkomende vergoeding aan bestuurders Chris Peeters en Johan Buijs, noch aan de stemming in dat verband. (…)"
"De raad van bestuur beslist om een eenmalige uitzonderlijke en bijkomende vergoeding van € 20.000 toe te kennen aan elk van de bestuurders Chris Peeters en Johan Buijs voor hun werkzaamheden in verband met het project Next Level. Deze werkzaamheden houden o.a. in het selecteren van een headhunter en het voeren van interviews met kandidaat ceo's."
De raad van bestuur van 19 december 2019 nam een beslissing aangaande de overeenkomst van het mandaat als lid van het directiecomité tussen Intervest en Gunther Gielen, waarbij Gunther Gielen een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met deze beslissing.
"Voorafgaandelijk aan de vergadering van de raad van bestuur heeft Gunther Gielen alle leden van de raad van bestuur ingelicht omtrent het gegeven dat hij een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur, zijnde met betrekking tot de beslissing aangaande de goedkeuring van de overeenkomst met betrekking tot de uitvoering van het mandaat van lid van het directiecomité tussen Intervest Offices & Warehouses en Gunther Gielen (punt 3 van de agenda).
Overeenkomstig artikel 523 §1 van het Wetboek van Vennootschappen (7:96 § 1 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen), zal de commissaris van de vennootschap, Deloitte Bedrijfsrevisoren bv o.v.v.e. CVBA vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck, op de hoogte worden gebracht van voormeld strijdig belang.
Verder zullen de notulen betreffende de beslissing aangaande de goedkeuring van de overeenkomst met betrekking tot de uitvoering van het mandaat van lid van het directiecomité tussen Intervest Offices & Warehouses en Gunther Gielen (punt 3 van de agenda), worden opgenomen in het verslag van de raad van bestuur op te stellen in overeenstemming met artikel 95 van het Wetboek van Vennootschappen (3:5 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen) met betrekking tot het boekjaar eindigend op 31 december 2019.
Gunther Gielen is niet aanwezig op de vergadering waardoor hij automatisch niet heeft deelgenomen aan de beraadslaging aangaande de verrichting of beslissing, noch heeft deelgenomen aan de stemming in dat verband. (...)"
"De raad van bestuur keurt met eenparigheid van stemmen de overeenkomst met betrekking tot de uitvoering van het mandaat van lid van het directiecomité tussen Intervest Offices & Warehouses en Gunther Gielen goed."
Er zijn geen noemenswaardige feiten te vermelden die zich hebben voorgedaan na de afsluiting van de balans op 31 december 2019.
Uitzondering hierop is de wereldwijde uitbraak van het Coronavirus in het eerste kwartaal van 2020.
Op datum van dit verslag is het absoluut nog niet duidelijk wat de uiteindelijke gevolgen van deze pandemie voor het bedrijfsleven zullen zijn.
Intervest kan op datum van dit verslag het effect van deze pandemie op haar verwachte resultaten voor 2020 en haar financiële positie niet betrouwbaar inschatten.
Intervest is een Belgische onderneming waarvan alle vastgoedbeleggingen gelegen zijn in België of Nederland. De vastgoedbeleggingen zijn kantoren en logistieke sites die minder gevoelig zijn voor sluiting in het kader van het indijken van de pandemie. Op haar drie Greenhouselocaties heeft Intervest wel de coworkingruimten, de restaurants en vergaderzalen (tijdelijk) gesloten vanaf 16 maart 2020. Het effect van deze huidige maatregelen op de verwachte resultaten voor 2020 is niet materieel.
Intervest beschikt over voldoende financieringscapaciteit om mogelijke toekomstige spanning op de liquiditeiten op te vangen, mocht er een vertraging in de betaling van de huurinkomsten ontstaan.
Een langdurig aanhoudende pandemie en een daaropvolgende economische crisis kunnen evenwel in de toekomst een negatief effect hebben op de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en het EPRA-resultaat van Intervest (zie Risicofactoren – 2. Marktrisico's – Economische conjunctuur).
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2019 Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid/Société coopérative à responsabilité limitée Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE 17 2300 0465 6121 - BIC GEBABEBB
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde de vereiste onderdelen van het jaarverslag van Intervest Offices & Warehouses NV overeenkomstig artikel 3:32 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zoals weergegeven in de volgende hoofdstukken van het jaarlijks financieel verslag: Risicofactoren, 2. Corporate Governance Verklaring, Verslag van het directiecomité - 2. Belangrijke ontwikkelingen in 2019, Verslag van het directiecomité - 3. Financiële resultaten 2019, Verslag van het directiecomié - 7. Vooruitzichten 2020, Financieel verslag, een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen
• Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van
• De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van
Belgisch recht | 31 december 2019
afwijking van materieel belang te melden.
de verordening (EU) nr. 537/2014.
Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA Vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck
Andere vermeldingen
Zaventem, 20 maart 2020 De commissaris
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep.
in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Intervest Offices & Warehouses NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 - Geconsolideerde jaarrekening
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses NV (de "vennootschap") en haar filialen (samen "de groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 24 april 2019, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2021. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses NV Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht uitgevoerd gedurende 19 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2019 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd globaalresultaat, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing, waarvan het totaal van de geconsolideerde balans 918 863 (000) EUR bedraagt en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 65 748 (000) EUR.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de groep op 31 december 2019 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie
"Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
1
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
1 De commissaris heeft ingestemd met de opneming van zijn verslag in dit Jaarverslag. De informatie is correct weergegeven en, in zoverre Intervest weet en heeft kunnen opmaken uit door de commissaris gepubliceerde informatie, zijn geen feiten weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden.
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2019
• Het auditrisico vloeit daarom voort uit de assumpties en belangrijke inschattingen gekoppeld aan deze sleutelinputs.
portefeuille.
We verwijzen naar de geconsolideerde jaarrekening, inclusief de toelichtingen: Toelichting 2 Grondslagen voor de financiële verslaggeving en Toelichting 13 Vaste activa.
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2019
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch van de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2019
Wij communiceren met de met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
4
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheid uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2019
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde de vereiste onderdelen van het jaarverslag van Intervest Offices & Warehouses NV overeenkomstig artikel 3:32 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zoals weergegeven in de volgende hoofdstukken van het jaarlijks financieel verslag: Risicofactoren, 2. Corporate Governance Verklaring, Verslag van het directiecomité - 2. Belangrijke ontwikkelingen in 2019, Verslag van het directiecomité - 3. Financiële resultaten 2019, Verslag van het directiecomié - 7. Vooruitzichten 2020, Financieel verslag, een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Andere vermeldingen
Zaventem, 20 maart 2020 De commissaris
de verordening (EU) nr. 537/2014.
Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA Vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid/Société coopérative à responsabilité limitée Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE 17 2300 0465 6121 - BIC GEBABEBB
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2019 de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep. Offices naar
• De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst
• Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde de vereiste onderdelen van het jaarverslag van Intervest Offices & Warehouses NV overeenkomstig artikel 3:32 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zoals weergegeven in de volgende hoofdstukken van het jaarlijks financieel verslag: Risicofactoren, 2. Corporate Governance Verklaring, Verslag van het directiecomité - 2. Belangrijke ontwikkelingen in 2019, Verslag van het directiecomité - 3. Financiële resultaten 2019, Verslag van het directiecomié - 7. Vooruitzichten 2020, Financieel verslag, een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen
overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde • Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014. recht| 31 december met beperkte B-1930 --BE 17 GEBABEBBIn de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het in op kennis de jaarverslag de jaarrekening informatie de de het & en Wetboek verenigingen zoals weergegeven in de volgende hoofdstukken van het jaarlijks financieel verslag: Risicofactoren, 2. Corporate Governance
de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van
artikel 3:65van het Wetboek van vennootschappenen verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst de
ontwikkelingen Verslag van
die met de
• De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van
Verklaring, Verslag van het directiecomité - 2. Belangrijke ontwikkelingen in 2019, Verslag van het directiecomité - 3. Financiële resultaten 2019, Verslag van het directiecomié - 7. Vooruitzichten 2020, Financieel verslag, een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen
de wettelijke controle geconsolideerde jaarrekeningbedrijfsrevisorenkantoor ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep.
2019, het directiecomié 2020, materieel bevatten, informatie In afwijking van materieel belang te melden.
jaarrekening, zijnde de vereiste onderdelen van het jaarverslag van Intervest Offices & Warehouses NV overeenkomstig artikel 3:32 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zoals weergegeven Zaventem, 20 maart 2020
Belgisch recht | 31 december 2019
afwijking van materieel belang te melden.
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
in de volgende hoofdstukken van het jaarlijks financieel verslag: Risicofactoren, 2. Corporate Governance De commissaris
Andere vermeldingen
Andere vermeldingen
Zaventem, 20 maart 2020 De commissaris
afwijking van materieel belang te melden. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid • Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA Vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck •zijn
de verordening (EU) nr. 537/2014.
de verordening (EU) nr. 537/2014.
Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA Vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck
Bedrijfsrevisoren
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep.
in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.

Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid/Société coopérative à responsabilité limitée Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE 17 2300 0465 6121 - BIC GEBABEBB
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid/Société coopérative à responsabilité limitée Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE 17 2300 0465 6121 - BIC GEBABEBB
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
De enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv is opgesteld op basis van de IFRS-normen en conform het GVV-KB van 13 juli 2014. De volledige versie van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv zal, samen met het Jaarverslag en het Verslag van de commissaris, binnen de wettelijke termijn bij de Nationale Bank van België neergelegd worden en kan gratis verkregen worden via de website van de vennootschap (www.intervest.be) of op aanvraag bij de maatschappelijke zetel.
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven op de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Huurinkomsten | 54.028 | 44.331 |
| Met verhuur verbonden kosten | -167 | -48 |
| NETTOHUURRESULTAAT | 53.861 | 44.283 |
| Recuperatie van vastgoedkosten | 706 | 729 |
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
13.088 | 9.800 |
| Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling |
-774 | -529 |
| Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
-13.088 | -9.800 |
| Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 1.199 | 606 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 54.992 | 45.089 |
| Technische kosten | -839 | -992 |
| Commerciële kosten | -328 | -166 |
| Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen | -672 | -587 |
| Beheerskosten van het vastgoed | -3.780 | -3.699 |
| Andere vastgoedkosten | -627 | -522 |
| Vastgoedkosten | -6.246 | -5.966 |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 48.746 | 39.123 |
| Algemene kosten | -3.573 | -2.649 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | 84 | 27 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 45.257 | 36.501 |
| Resultaat verkoop van vastgoedbeleggingen | 5.364 | 0 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -373 | 2.253 |
| Ander portefeuilleresultaat | -1.076 | 132 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 49.172 | 38.886 |
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 49.172 | 38.886 |
| Financiële opbrengsten | 4.808 | 1.182 |
| Netto-interestkosten | -8.870 | -8.098 |
| Andere financiële kosten | -183 | -9 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -3.065 | -1.615 |
| Variaties in de reële waarde van financiële vaste activa | 23.964 | 3.866 |
| Financieel resultaat | 16.654 | -4.674 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 65.826 | 34.212 |
| Belastingen | -61 | -98 |
| NETTORESULTAAT | 65.765 | 34.114 |
| Toelichting: | ||
| EPRA resultaat | 46.820 | 31.168 |
| Portefeuilleresultaat | 22.010 | 4.561 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -3.065 | -1.615 |
| RESULTAAT PER AANDEEL | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 24.516.858 | 19.176.981 |
| Nettoresultaat (€) | 2,68 | 1,78 |
| Verwaterd nettoresultaat (€) | 2,68 | 1,78 |
| EPRA resultaat op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (€) | 1,91 | 1,63 |
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| NETTORESULTAAT | 65.765 | 34.114 |
| Andere componenten van het globaalresultaat (recycleerbaar in resultatenrekening) |
0 | 0 |
| GLOBAALRESULTAAT | 65.765 | 34.114 |
| ACTIVA in duizenden € | Toelichting | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |
|---|---|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 882.283 | 851.150 | ||
| Immateriële vaste activa | 465 | 508 | ||
| Vastgoedbeleggingen | 8.6 | 660.675 | 684.891 | |
| Andere materiële vaste activa | 695 | 373 | ||
| Financiële vaste activa | 8.6 | 220.435 | 165.365 | |
| Handelsvorderingen en andere vaste activa | 13 | 13 | ||
| VLOTTENDE ACTIVA | 28.059 | 33.031 | ||
| Handelsvorderingen | 11.226 | 9.827 | ||
| Belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 12.902 | 19.523 | ||
| Kas en kasequivalenten | 1.190 | 1.339 | ||
| Overlopende rekeningen | 2.741 | 2.342 | ||
| TOTAAL ACTIVA | 910.342 | 884.181 | ||
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 | ||
| EIGEN VERMOGEN | 527.132 | 479.890 | ||
| Kapitaal | 222.957 | 219.605 | ||
| Uitgiftepremies | 173.104 | 167.883 | ||
| Reserves | 65.306 | 58.288 | ||
| Nettoresultaat van het boekjaar | 65.765 | 34.114 | ||
| VERPLICHTINGEN | 383.210 | 404.291 | ||
| Langlopende verplichtingen | 272.266 | 299.012 | ||
| Voorzieningen | 1.875 | 0 | ||
| Langlopende financiële schulden | 255.472 | 288.573 | ||
| Kredietinstellingen | 220.556 | 253.725 | ||
| Andere | 34.848 | |||
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 13.778 | 3.460 | ||
| Handelsschulden en andere langlopende schulden | 1.141 | 6.979 | ||
| Kortlopende verplichtingen | 110.943 | 105.279 | ||
| Voorzieningen | 1.875 | 0 | ||
| Kortlopende financiële schulden | 88.137 | 85.614 | ||
| Kredietinstellingen | 23.137 | 30.631 | ||
| Andere | 65.000 | 54.983 | ||
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | 232 | 152 | ||
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 4.058 | 2.511 | ||
| Andere kortlopende verplichtingen | 178 | 634 | ||
| Overlopende rekeningen | 16.463 | 16.368 | ||
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 910.342 | 884.181 | ||
| SCHULDGRAAD in % | 31.12.2019 | 31.12.2018 | ||
| Schuldgraad (max. 65%) | 39,1% | 43,5% | ||
| NETTOWAARDE PER AANDEEL in € | 31.12.2019 | 31.12.2018 | ||
| Nettowaarde (reële waarde) | 21,38 | 19,76 | ||
| Nettowaarde (investeringswaarde) | 22,53 | 20,48 | ||
| Nettoactiefwaarde EPRA | 21,64 | 19,99 |
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| A. NETTORESULTAAT | 65.765 | 34.114 |
| B. TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES | -28.040 | -7.018 |
| 1. Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties in de reële waarde* van vastgoed (-/+): |
||
| • Boekjaar |
-19.901 | -15.308 |
| • Vorige boekjaren |
10.121 | 0 |
| • Realisatie vastgoed |
-3.923 | 0 |
| 2. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen (-/+) |
1.814 | 10.747 |
| 5. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding (-) |
3.065 | 1.615 |
| 10. Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) |
-10.121 | 0 |
| 11. Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+) |
-9.095 | -4.072 |
| C. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL overeenkomstig artikel 13, §1, lid 1 van het GVV-KB |
8.403 | 25.363 |
| D. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL, andere dan C | 29.322 | 1.733 |
* Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
In duizenden € Kapitaal
Globaalresultaat 2018 34.114 34.114
Overboekingen door resultaatverdeling 2017:
• Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed -4.985 4.985 0
• Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen
Uitgiftepremies
Gestort
kapitaal
Kosten
kapitaal
verhoging
-
Totaal reserves
Nettoresultaat van
het boekjaar
-2.378 2.378 0
1.119 -1.119 0
-10.747 10.747 0
-1.615 1.615 0
TOTAAL EIGEN
VERMOGEN
• Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
• Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren 2.593 -2.593 0
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2017 4.427 5.571 9.998
Aandelenuitgifte naar aanleiding van kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten 49.185 -1.727 50.670 98.128
Dividenden boekjaar 2017 -24.837 -24.837
Globaalresultaat 2019 65.765 65.765
Overboekingen door resultaatverdeling 2018
• Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed 15.308 -15.308 0
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar 2018 3.353 5.221 8.574
Dividenden boekjaar 2018 -27.096 -27.096
Balans op 31 december 2019 224.685 -1.727 173.104 65.306 65.765 527.133
| Kapitaal | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Gestort kapitaal |
verhoging - kapitaal Kosten |
Uitgiftepremies | Totaal reserves | Nettoresultaat van het boekjaar |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
|
| 167.720 | 111.642 | 61.939 | 21.186 | 362.487 | ||
| 34.114 | 34.114 | |||||
| -4.985 | 4.985 | 0 | ||||
| -2.378 | 2.378 | 0 | ||||
| 1.119 | -1.119 | 0 | ||||
| 2.593 | -2.593 | 0 | ||||
| 4.427 | 5.571 | 9.998 | ||||
| 49.185 | -1.727 | 50.670 | 98.128 | |||
| -24.837 | -24.837 | |||||
| 221.332 | -1.727 | 167.883 | 58.288 | 34.114 | 479.890 | |
| 65.765 | 65.765 | |||||
| 15.308 | -15.308 | 0 | ||||
| -10.747 | 10.747 | 0 | ||||
| -1.615 | 1.615 | 0 | ||||
| 4.072 | -4.072 | 0 | ||||
| 3.353 | 5.221 | 8.574 | ||||
| -27.096 | -27.096 | |||||
| 224.685 | -1.727 | 173.104 | 65.306 | 65.765 | 527.133 |
| In duizenden € | Reserve voor het saldo van de variaties in de reële Reserve voor het saldo van de Overgedragen resultaten van waarde van vastgoed variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkings onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding instrumenten die niet saldo van de variaties waarde van vastgoed Wettelijke reserves impact op de reële - Reserve voor het in de investerings Reserve voor de vorige boekjaren Andere reserves Totaal reserves waarde* |
|---|---|
| Begintoestand 1 januari 2018 | 90 56.223 -15.279 -2.961 5.811 18.056 61.939 |
| Overboekingen door resultaatverdeling 2017 | |
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
-4.985 -4.985 |
| • Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-2.378 -2.378 |
| • Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
1.119 1.119 |
| • Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
2.593 2.593 |
| Balans op 31 december 2018 | 90 51.237 -17.657 -1.842 5.811 20.649 58.288 |
| • Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
15.308 15.308 |
| • Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-10.747 -10.747 |
| • Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
-1.615 -1.615 |
| • Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
4.072 4.072 |
| Balans op 31 december 2019 | 90 66.545 -28.404 -3.457 5.811 24.721 65.306 |
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| Wettelijke reserves | Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed saldo van de variaties waarde van vastgoed - Reserve voor het in de investerings |
impact op de reële Reserve voor de waarde* |
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkings onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding instrumenten die niet |
Andere reserves | Overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
Totaal reserves | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Begintoestand 1 januari 2018 | 90 | 56.223 | -15.279 | -2.961 | 5.811 | 18.056 | 61.939 |
| Overboekingen door resultaatverdeling 2017 | |||||||
| Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed | -4.985 | -4.985 | |||||
| Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-2.378 | -2.378 | |||||
| Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
1.119 | 1.119 | |||||
| Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren | 2.593 | 2.593 | |||||
| 90 | 51.237 | -17.657 | -1.842 | 5.811 | 20.649 | 58.288 | |
| Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed | 15.308 | 15.308 | |||||
| Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische | -10.747 | -10.747 | |||||
| Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een |
-1.615 | -1.615 | |||||
| Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren | 4.072 | 4.072 | |||||
| 90 | 66.545 | -28.404 | -3.457 | 5.811 | 24.721 | 65.306 |
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| Aantal aandelen bij het begin van het boekjaar | 24.288.997 | 18.405.624 |
| Aantal uitgegeven aandelen bij keuzedividend | 368.006 | 485.819 |
| Aantal uitgegeven aandelen bij kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzings rechten op 30 november 2018 |
0 | 5.397.554 |
| Aantal aandelen op jaareinde | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Aanpassingen voor de berekening van het gewogen gemiddeld aantal aandelen | -140.145 | -5.112.106 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 24.516.858 | 19.176.891 |
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest is in 2019 afgenomen met € 24 miljoen en bedraagt op 31 december 2019 € 661 miljoen (€ 685 miljoen op 31 december 2018).
De reële waarde van de logistieke portefeuille is in 2019 afgenomen met circa € 22 miljoen door enerzijds de desinvesteringen voor € 58 miljoen, deels gecompenseerd door de verwerving van Gent Eddastraat (fusie Edda21 per 11 december 2019) voor € 24 miljoen, investeringen aan de bestaande vastgoedbeleggingen voor € 3 miljoen en € 9 miljoen door de toename van de reële waarde van de bestaande portefeuille door aanscherping van de rendementen.
De reële waarde van de kantorenportefeuille is ten opzichte van jaareinde 2018 afgenomen met € 2 miljoen. In 2019 werden investeringen in de bestaande portefeuille uitgevoerd voor € 7 miljoen, voornamelijk in Greenhouse BXL. De variaties in de reële waarde van de bestaande kantorenportefeuille bedragen € -9 miljoen in 2019.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Balans op 1 januari | 345.979 | 338.912 | 684.891 | 304.250* | 334.418* | 638.668* |
| • Fusie met Edda21 nv op 11 december 2019 |
0 | 24.305 | 24.305 | 0 | 0 | 0 |
| • Verwerving van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | 33.723 | 0 | 33.723 |
| • Investeringen en uitbreidingen in bestaande vastgoedbeleggingen |
6.783 | 2.734 | 9.517 | 9.158 | 1.089 | 10.247 |
| • Desinvestering van vastgoedbeleggingen |
0 | -57.665 | -57.665 | 0 | 0 | 0 |
| • Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
-8.973 | 8.600 | -373 | -1.152 | 3.405 | 2.253 |
| Balans op 31 december | 343.789 | 316.886 | 660.675 | 345.979 | 338.912 | 684.891 |
*Balans 2018 herwerkt met via recht van gebruik gehouden vastgoed als gevolg van toepassing IFRS16.
Intervest heeft op 31 december 2019 geen activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging.
Voor de verdere verklaring van de Variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar Toelichting 9.
De vastgoedbeleggingen kunnen verder opgedeeld worden in:
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Vastgoed beschikbaar voor verhuur | 658.888 | 683.104 |
| Projectontwikkelingen | 1.787 | 1.787 |
| Totaal vastgoedbeleggingen | 660.675 | 684.891 |
Op jaareinde 2019 heeft de vennootschap op haar site Herentals Logistics 3 een grondreserve van circa 8.000 m2 die een bijkomende uitbreidingsmogelijkheid voor een extra magazijn biedt. Deze grondreserve wordt gewaardeerd als bouwrijp terrein en is opgenomen op de balans onder de projectontwikkelingen.
Op 31 december 2019 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen. Voor de beschrijving van de wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld op het logistiek pand gelegen te Aarschot, Nieuwlandlaan wordt verwezen naar Toelichting 25. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen.
De financiële vaste activa bevatten op 31 december 2019 de waarde van de deelnemingen in de perimetervennootschappen van Intervest, de reële waarde van een financieel derivaat (floor) en de lening met perimetervennooschap Intervest Nederland Coöperatief U.A, voornamelijk ter financiering van de verwervingen van het vastgoed aangehouden in de Nederlandse perimetervennootschappen.
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| Deelneming Aartselaar Business Center | -52 | -646 |
| Deelneming Mechelen Research Park | 5.306 | 4.133 |
| Deelneming Mechelen Business Center | 4.135 | 812 |
| Deelneming Intervest Nederland Coöperatief U.A. | 76.208 | 50.638 |
| Deelneming Genk Green Logistics | 574 | 591 |
| Deelneming Edda21 | 0 | 9.661 |
| Reële waarde financiële derivaten | 252 | 156 |
| Vorderingen op verbonden ondernemingen | 134.011 | 100.020 |
| Totaal financiële vaste activa | 220.435 | 165.365 |
Het bedrag dat vatbaar is voor uitkering is bepaald conform artikel 13 §1 van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat | 65.765 | 34.114 |
| Aan te passen niet-kasstroomverrichtingen begrepen in het nettoresultaat | ||
| • Afschrijvingen |
386 | 363 |
| • Waardeverminderingen |
267 | 75 |
| • Terugnemingen van waardeverminderingen |
-105 | -35 |
| • Andere niet-monetaire bestanddelen |
-15.107 | -561 |
| • Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen |
-5.364 | 0 |
| • Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
373 | -2.253 |
| Gecorrigeerd resultaat (A) | 46.215 | 31.703 |
| + Tijdens het boekjaar gerealiseerde meer- en minderwaarden* op vastgoed | 10.121 | 0 |
| -- Tijdens het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed vrijgesteld van de verplichte uitkering onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar |
-10.756 | 0 |
| Nettomeerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld van de verplichte uitkering (B) |
-636 | 0 |
| Totaal (A + B) | 45.579 | 31.703 |
| Totaal (A + B) x 80% | 36.463 | 25.363 |
| Schuldvermindering (-) | -28.060 | 0 |
| Uitkeringsplicht | 8.403 | 25.363 |
* Meer- en minderwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten.
De andere niet monetaire bestanddelen omvatten de variaties in de reële waarde van financiële vaste activa (€ -18 miljoen), het ander portefeuilleresultaat (€ 1 miljoen), de niet kasstroomelementen huurkortingen en huurvoordelen toegekend aan huurders (€ -1 miljoen) en de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (€ 3 miljoen).
Intervest heeft voor boekjaar 2019 een minimale uitkeringsplicht van € 8 miljoen.
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| Nettoresultaat (€ 000) | 65.765 | 34.114 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 24.516.858 | 19.176.981 |
| Nettoresultaat per aandeel (€) | 2,68 | 1,78 |
| Verwaterd nettoresultaat per aandeel (€) | 2,68 | 1,78 |
| EPRA resultaat (€ 000) | 46.820 | 31.168 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 24.516.858 | 19.176.981 |
| EPRA resultaat per aandeel (€) | 1,91 | 1,63 |
Aan de aandeelhouders zal voor het boekjaar 2019 een brutodividend aangeboden worden van € 1,53. Dit brutodividend biedt de aandeelhouders een brutodividendrendement van 6% op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2019 (€ 25,60).
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| EPRA resultaat per aandeel (€) op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen | 1,91 | 1,63 |
| Dividenduitkering uitgedrukt in procent van het enkelvoudig EPRA resultaat (%) | 80% | 86% |
| Brutodividend per aandeel volledig jaar in het bezit (€) | 1,53 | 1,40 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Vergoeding van het kapitaal (€ 000) | 37.725 | 27.096 |
Na afsluiting van het boekjaar wordt deze dividenduitkering voorgesteld door de raad van bestuur. Deze zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 29 april 2020. De dividenduitkering wordt, conform IAS 10, niet opgenomen als verplichting en heeft geen effect op de winstbelasting.
Het bedrag als bedoeld in artikel 617 en artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen, van het gestort kapitaal of als dit bedrag hoger ligt, van het opgevraagd kapitaal, verhoogd met al de reserves die volgens de wet of de statuten niet verdeeld mogen worden, is bepaald in Hoofdstuk IV van bijlage C van het GVV-KB.
| in duizenden € | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Niet-uitkeerbare elementen van het eigen vermogen voor resultaatverdeling | ||
| Gestort kapitaal | 224.685 | 221.332 |
| Volgens de statuten niet-beschikbare uitgiftepremies | 173.104 | 167.883 |
| Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed | 38.141 | 33.576 |
| Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
66.545 | 51.234 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-28.404 | -17.658 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
-3.457 | -1.841 |
| Wettelijke reserves | 90 | 90 |
| Resultaatverdeling dat conform Hoofdstuk I van bijlage C van het KB van 13 juli 2014 aan de niet-uitkeerbare reserves dient toegewezen te worden |
||
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen* | 9.780 | 15.308 |
| Boekjaar | 19.901 | 15.308 |
| Vorige boekjaren | -10.121 | 0 |
| Variaties in de reële waarde* van vastgoedbeleggingen tgv realisatie van vastgoedbeleggingen |
3.923 | 0 |
| Geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen |
-1.814 | -10.747 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -3.065 | -1.615 |
| Totaal eigen vermogen dat niet uitkeerbaar is | 441.387 | 423.986 |
| Eigen vermogen enkelvoudig | 527.132 | 479.890 |
| Geplande dividenduitkering | 37.725 | 27.096 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Brutodividend per aandeel (€) | 1,53 | 1,40 |
| Eigen vermogen na dividenduitkering | 489.407 | 452.794 |
| Overblijvende reserve na uitkering | 48.020 | 28.808 |
* Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
Voor het boekjaar 2019 wordt € 1,53 per aandeel uitgekeerd. De overblijvende reserve na uitkering kent een toename met € 19,2 miljoen ten opzichte van het vorig boekjaar. Hiervan is € 9,1 miljoen het gevolg van het uitkeringspercentage van 80% op het EPRA resultaat en € 10,1 miljoen het gerealiseerd resultaat op de gedesinvesteerde gebouwen van 2019.
Luik - Coopervision
Intervest Offices & Warehouses nv is een openbare GVV naar Belgisch recht.
De naam van de vennootschap is op 27 oktober 2011 gewijzigd van "Intervest Offices" in "Intervest Offices & Warehouses".
In het Jaarverslag 2019 wordt Intervest Offices & Warehouses ingekort tot 'Intervest' om de vennootschap aan te duiden.
Uitbreidingstraat 66, 2600 Antwerpen-Berchem.
Telefonisch bereikbaar op het nummer +32 (0)3 287 67 67.
De vennootschap is ingeschreven bij de Kruispuntbank voor ondernemingen onder het ondernemingsnummer 0458.623.918.
Intervest Offices & Warehouses nv (hierna 'Intervest' genoemd) is op 8 augustus 1996 opgericht als naamloze vennootschap onder de naam "Immo-Airway", bij akte verleden voor Meester Carl Ockerman, notaris te Brussel en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1996 onder nummer BBS 960822-361.
Bij akte, verleden voor Meester Eric Spruyt, notaris te Brussel en Meester Max Bleeckx, notaris te Sint-Gillis-Brussel, verleden op 5 februari 1999 en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 24 februari 1999 onder nummer BBS 990224-79, is de rechtsvorm omgezet van een naamloze vennootschap in een commanditaire vennootschap op aandelen en is de naam gewijzigd in "PeriFund".
Bij akte, verleden voor Meester Eric De Bie, notaris te Antwerpen-Ekeren, met tussenkomst van Meester Carl Ockerman, notaris te Brussel, verleden op 29 juni 2001
Luik - Coopervision
en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 24 juli 2001 onder nummer BBS 20010724-935, is de rechtsvorm omgezet van een commanditaire vennootschap op aandelen naar een naamloze vennootschap en is de naam gewijzigd in "Intervest Offices". Op 27 oktober 2011 is bij akte verleden voor Meester Eric De Bie, notaris te Antwerpen-Ekeren, en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 21 november 2011 onder nummer 2011-11-21/ 0174565, de naam gewijzigd in "Intervest Offices & Warehouses".
De statuten zijn gewijzigd bij akte verleden voor notaris Eric De Bie op 27 oktober 2014, bekend gemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad onder nummer 2014-11-14/0207173 waarbij het maatschappelijk doel werd gewijzigd daar de vennootschap een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap is geworden zoals bedoeld in artikel 2, 2° van de GVV-Wet (en dus niet langer een openbare vastgoedbevak is) en waarbij tevens andere wijzigingen aan de statuten zijn doorgevoerd om te verwijzen naar de GVV-Wet in plaats van naar de vastgoedbevakwetgeving.
Op 15 maart 1999 werd Intervest Offices erkend als "openbare vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgisch recht", afgekort "vastgoedbevak naar Belgisch recht". Rekening houdend met de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders (de "AIFMD-wet")1 , heeft de vennootschap ervoor geopteerd om het statuut van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, zoals ingevoerd door de GVV-Wet, aan te vragen in plaats van het statuut van openbare vastgoedbevak. In dit kader heeft de vennootschap op 17 juli 2014 haar vergunningsaanvraag als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap ingediend bij de FSMA. Vervolgens werd de vennootschap conform de artikelen 9, §3 en 77 van de GVV-Wet door de FSMA als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap vergund op 9 september 2014, en dit onder de opschortende voorwaarde van de aanpassing van de statuten van de vennootschap en het naleven van de bepalingen van artikel 77, §2 en volgende van de GVV-Wet. Op 27 oktober 2014 tenslotte heeft de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap de doelwijziging met het oog op de verandering van statuut van vastgoedbevak naar openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, overeenkomstig de GVV-Wet, met 99,99% van de stemmen goedgekeurd. Aangezien op voormelde buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders geen enkel recht van uittreding werd uitgeoefend, en alle opschortende voorwaarden waaraan de statutenwijziging door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders en de vergunning verleend door de FSMA werden onderworpen, werden vervuld, geniet Intervest vanaf 27 oktober 2014 van het statuut van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap. Als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap is de vennootschap niet langer onderworpen aan de bepalingen van het KB van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks en de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles,
1 De wet vormt de omzetting naar Belgisch recht van de Europese richtlijn met betrekking tot de beheerders van alternatieve beleggingsfondsen (in het Engels, "alternative investment funds managers", zodat deze richtlijn de "AIFMD-richtlijn" wordt genoemd en dat deze wet de "AIFMD-wet" wordt genoemd).
maar bestaat de toepasselijke regelgeving sinds 27 oktober 2014 uit de GVV-Wet en het GVV-KB.
De statuten zijn voor het laatst gewijzigd bij besluit van 20 mei 2019, vastgesteld bij akte verleden door notaris Eric De Bie en neergelegd op de griffie van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen voor bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad onder nummer 2019- 05-31/0319563, waarbij de raad van bestuur het kapitaal heeft verhoogd door inbreng in natura in het kader van het toegestaan kapitaal.
De vennootschap is ingeschreven bij de Financial Services and Markets Authority (FSMA).
De vennootschap doet een openbaar beroep op het spaarwezen in de zin van artikel 438 van het Wetboek van Vennootschappen.
De vennootschap is opgericht voor onbepaalde duur.
Het boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar.
De andere voor het publiek toegankelijke documenten liggen ter inzage op de maatschappelijke zetel van de vennootschap.
Onder vastgoed in de zin van artikel 2, 5° van de GVV-Wet wordt begrepen:
de oprichting van onroerende goederen in het vooruitzicht van de terbeschikkingstelling ervan aan gebruikers, of het rechtstreekse of onrechtstreekse bezit van deelnemingen in vennootschappen met een soortgelijke activiteit; en (v) die zijn vrijgesteld van de belasting op de inkomsten uit de winst die uit de in de bepaling onder (iv) hierboven bedoelde activiteit voortvloeit, mits naleving van bepaalde wettelijke verplichtingen, en die minstens verplicht zijn om een deel van hun inkomsten onder hun aandeelhouders te verdelen (hierna "Real Estate Investment Trusts" (verkort "REIT's") genoemd);
X. vastgoedcertificaten als bedoeld in artikel 5, §4, van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
In het kader van de terbeschikkingstelling van onroerende goederen, kan de vennootschap alle activiteiten uitoefenen die verband houden met de oprichting, de verbouwing, de renovatie, de ontwikkeling, de verwerving, de vervreemding, het beheer en de exploitatie van onroerende goederen.
De vennootschap ontwikkelt een strategie zodat zij zich kan plaatsen in alle stadia van de waardeketen van de vastgoedsector. Daartoe verwerft en vervreemdt de vennootschap onroerende goederen en zakelijke rechten met betrekking tot onroerende goederen met het doel deze ter beschikking te stellen van haar gebruikers maar kan de vennootschap eveneens de ontwikkeling (de renovatie, de ontwikkeling, de uitbreiding, de oprichting, …) beheren en het dagelijks beheer van het in bezit zijnde vastgoed. Zij kan syndicus zijn van een onroerend goed waarvan zij mede-eigenaar is of "property manager" van een gebouwencomplex waar zij één van de eigenaars is. In dit kader kan zij ook alle andere activiteiten uitvoeren die een meerwaarde betekenen voor haar onroerende goederen of voor haar gebruikers (facility management, organisatie van evenementen, conciërgediensten, verbouwingswerken aangepast aan de specifieke behoeften van de huurder, …). De vennootschap kan ook op maat gemaakte vastgoedoplossingen aanbieden waarbij de onroerende goederen worden aangepast aan de specifieke behoeften van hun gebruikers.
4.2. De vennootschap kan bijkomend of tijdelijk beleggen in effecten die geen vastgoed zijn in de zin van de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen. Deze beleggingen zullen uitgevoerd worden in overeenstemming met het risicobeheerbeleid aangenomen door de vennootschap en zullen gediversifieerd zijn, zodat zij een passende risicodiversificatie verzekeren. De vennootschap mag eveneens niet-toegewezen liquide middelen aanhouden in alle munten in de vorm van zicht- of termijndeposito's of in de vorm van enig ander gemakkelijk verhandelbaar monetair instrument.
De vennootschap mag bovendien verrichtingen betreffende afdekkingsinstrumenten aangaan, voor zover deze er uitsluitend toe strekken het rente- en wisselkoersrisico te dekken in het kader van de financiering en het beheer van het vastgoed van de vennootschap en met uitsluiting van elke verrichting van speculatieve aard.
4.3. De vennootschap mag één of meer onroerende goederen in leasing nemen of geven (waarvan sprake in de IFRS-normen). De activiteit van het met aankoopoptie in leasing (waarvan sprake in de IFRS-normen) geven van onroerende goederen mag alleen als bijkomstige activiteit worden uitgeoefend, tenzij deze onroerende goederen bestemd zijn voor een doel van algemeen belang met inbegrip van sociale huisvesting en onderwijs (in dit geval mag de activiteit als hoofdactiviteit worden uitgeoefend).
4.4. In overeenstemming met de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, mag de vennootschap zich inlaten met:
4.5. De vennootschap mag alle roerende of onroerende goederen, materialen en benodigdheden, verwerven, huren of verhuren, overdragen of ruilen, en in het algemeen en in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, alle commerciële of financiële handelingen verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel en de uitbating van alle intellectuele rechten en commerciële eigendommen die er betrekking op hebben
Voor zover verenigbaar met het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap, kan de vennootschap door middel van inbreng in speciën of in natura, van fusie, inschrijving, deelneming, financiële tussenkomst of op een andere wijze, een aandeel nemen in alle bestaande of op te richten vennootschappen of ondernemingen, in België of het buitenland, waarvan het maatschappelijk doel identiek is met het hare, of van aard is de uitoefening van haar doel te bevorderen.
Het is de raad van bestuur uitdrukkelijk toegelaten het maatschappelijk kapitaal te verhogen in een of meerdere keren met een bedrag van (i) 50% van € 221.331.564,48, (a) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het voorkeurrecht van de aandeelhouders van de vennootschap betreft, en (b) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de GVV-Wet) van de aandeelhouders van de vennootschap betreft; en (ii) 50% van € 221.331.564,48 indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging in het kader van de uitkering van een keuzedividend betreft; en (iii) 20% van € 221.331.564,48, voor alle vormen van kapitaalverhoging anders dan deze geviseerd en goedgekeurd in punt (i) en (ii) hierboven; met een maximum van € 221.331.564,48 in totaal gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgische Staatsblad van het desbetreffende machtigingsbesluit van de algemene vergadering. Deze machtiging kan worden hernieuwd.
De raad van bestuur is gemachtigd om het kapitaal te verhogen door inbreng in geld of in natura, desgevallend door incorporatie van reserves of uitgiftepremies, of door de uitgifte van converteerbare obligaties of warrants, mits naleving van de regels voorgeschreven door het Wetboek van Vennootschappen, door deze statuten en door de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen. Deze machtiging heeft slechts betrekking op het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en niet op de uitgiftepremie.
Bij elke kapitaalverhoging stelt de raad van bestuur de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de uitgiftevoorwaarden van de nieuwe aandelen vast, tenzij de algemene vergadering daar anders over zou beslissen.
De aandelen zijn op naam of in de vorm van gedematerialiseerde effecten. Op de maatschappelijke zetel wordt een register bijgehouden van de aandelen op naam, waarvan elke aandeelhouder kennis kan nemen. Inschrijvingscertificaten op naam zullen aan de aandeelhouders afgeleverd worden.
Elke overdracht onder levenden of naar aanleiding van overlijden, alsook elke omruiling van effecten worden in voormeld register ingeschreven.
De aandeelhouders kunnen op elk ogenblik schriftelijk en op hun kosten de omzetting vragen van aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen en omgekeerd.
Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake is elke natuurlijke of rechtspersoon die aandelen of andere verleende financiële instrumenten van de vennootschap met stemrecht, die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of afstaat, verplicht zowel de vennootschap als de Financial Services and Markets Authority (FSMA) kennis te geven van het aantal financiële instrumenten dat hij bezit, telkens wanneer de stemrechten verbonden aan deze financiële instrumenten vijf procent (5%) of een veelvoud van vijf procent bereiken van het totale aantal stemrechten op dat ogenblik of op het ogenblik dat zich omstandigheden voordoen op grond waarvan zulke kennisgeving verplicht wordt.
Naast de in vorige paragraaf vermelde wettelijke drempels voorziet de vennootschap tevens in een statutaire drempel van drie procent (3%).
De aangifte is eveneens verplicht in geval van overdracht van aandelen, wanneer ingevolge deze overdracht het aantal stemrechten stijgt boven of daalt onder de drempels bepaald in de eerste of tweede alinea.
De vennootschap wordt bestuurd door een raad van bestuur van minstens drie bestuurders, al dan niet aandeelhouders, die voor maximum zes jaar worden benoemd door de algemene vergadering van de aandeelhouders, en te allen tijde door deze laatste kunnen worden herroepen. Ingeval een of meer plaatsen van bestuurders openvallen, hebben de overblijvende bestuurders het recht voorlopig in de vacature te voorzien tot aan de volgende algemene vergadering, die tot de definitieve benoeming zal overgaan.
Overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 13 van de GVV-Wet, wordt de raad van bestuur van de vennootschap zo samengesteld dat de vennootschap conform artikel 4 van de GVV-Wet kan worden bestuurd.
1 Deze artikels zijn niet de volledige, noch de letterlijke weergave van de statuten. De volledige statuten zijn te consulteren op de zetel van de vennootschap en op www.intervest.be.
Er dienen minstens drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen te zetelen in de raad van bestuur van de vennootschap.
De effectieve leiding van de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap moet worden toevertrouwd aan ten minste twee personen.
Alle bestuurders moeten permanent over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken, zoals bepaald in artikel 14 §1 van de GVV-Wet. Zij mogen zich niet in één van de in het artikel 20 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen voorziene gevallen bevinden.
De leden van de raad van bestuur en de personen belast met de effectieve leiding dienen te voldoen aan de artikelen 14 en 15 van de GVV-Wet.
Onverminderd de overgangsbepalingen zoals voorzien in artikel 38, zijn de leden van de raad van bestuur en de personen belast met de effectieve leiding uitsluitend natuurlijke personen.
De raad van bestuur kan bij toepassing van artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen een directiecomité samenstellen waarvan de leden gekozen worden binnen of buiten de raad. De over te dragen bevoegdheden aan het directiecomité zijn alle bestuursbevoegdheden met uitzondering van de bestuursbevoegdheden die betrekking kunnen hebben op het algemeen beleid van de vennootschap, op handelingen die op grond van wettelijke bepalingen aan de raad van bestuur zijn voorbehouden of op handelingen en verrichtingen die aanleiding zouden kunnen geven tot de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen. Wanneer een directiecomité is aangesteld is de raad van bestuur belast met het toezicht op dit comité.
De raad van bestuur bepaalt de voorwaarden voor de aanstelling van de leden van het directiecomité, hun ontslag, hun bezoldiging, hun eventuele ontslagvergoeding, de duur van hun opdracht en de werkwijze.
Indien een directiecomité werd aangesteld, kan enkel deze het dagelijks bestuur van de vennootschap delegeren.
Indien geen directiecomité werd aangesteld, kan de raad van bestuur het dagelijks bestuur van de vennootschap delegeren zoals voorzien in artikel 13, vierde lid van de huidige statuten.
De raad, het directiecomité evenals de gedelegeerd bestuurders belast met het dagelijks bestuur binnen het kader van dit dagelijks bestuur, mogen eveneens specifieke bevoegdheden aan één of meer personen van hun keuze toekennen, binnen hun respectieve bevoegdheden.
De raad kan de vergoeding vaststellen van elke mandataris aan wie speciale bevoegdheden werden toegekend dit alles conform de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
Onverminderd de overgangsbepalingen zoals voorzien in artikel 38, zijn de leden van het directiecomité uitsluitend natuurlijke personen en dienen zij te voldoen aan de artikelen 14 en 15 van de GVV-Wet.
De bestuurders, de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur en de lasthebbers van de vennootschap zullen de regels met betrekking tot de belangenconflicten voorzien in de artikelen 36, 37 en 38 van de GVV-Wet en in het Wetboek van Vennootschappen eerbiedigen, zoals zij in voorkomend geval kunnen worden gewijzigd.
De controle op de verrichtingen van de vennootschap wordt opgedragen aan één of meer commissarissen, benoemd door de algemene vergadering onder de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren voor een vernieuwbare termijn van drie jaar. De bezoldiging van de commissaris wordt op het ogenblik van zijn benoeming door de algemene vergadering vastgesteld.
De commissaris(sen) controleert (controleren) en certifieert (certifiëren) eveneens de boekhoudkundige gegevens opgenomen in de jaarrekening van de vennootschap.
De opdracht van commissaris mag enkel worden toevertrouwd aan één of meer erkende revisoren of één of meer revisorenvennootschappen die door de FSMA zijn erkend. Voor de aanstelling van commissarissen bij de vennootschap is de voorafgaande instemming van de FSMA vereist. Deze instemming is ook vereist voor de hernieuwing van een opdracht.
De gewone algemene vergadering van aandeelhouders, jaarvergadering genoemd, moet ieder jaar worden bijeengeroepen op de laatste woensdag van de maand april om zestien uur dertig.
Indien deze dag een wettelijke feestdag is, wordt de vergadering gehouden op de eerstvolgende werkdag.
Te allen tijde kan een bijzondere algemene vergadering worden bijeengeroepen om te beraadslagen en te besluiten over enige aangelegenheid die tot haar bevoegdheid behoort en die geen wijziging van de statuten inhoudt. Te allen tijde kan ook een buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen om over enige wijziging van de statuten te beraadslagen en te besluiten, ten overstaan van de notaris.
De algemene vergaderingen worden gehouden op de zetel van de vennootschap of op een andere plaats in België, aangewezen in de oproeping.
Het recht om aan een algemene vergadering deel te nemen en er het stemrecht uit te oefenen, is afhankelijk van de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam van de aandeelhouder op de veertiende dag vóór de algemene vergadering om vierentwintig uur (Belgische tijd) (hierna de 'registratiedatum' genoemd), hetzij door hun inschrijving in het register van de aandelen op naam van de vennootschap, hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een vereffeningsinstelling, ongeacht het aantal aandelen in het bezit van de aandeelhouder op de dag van de algemene vergadering.
De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten een attest overleggen dat door hun financiële tussenpersoon of erkende rekeninghouder werd afgegeven en waaruit blijkt, naargelang het geval, hoeveel gedematerialiseerde aandelen er op de registratiedatum in hun rekeningen zijn ingeschreven op naam van de aandeelhouder en waarvoor de aandeelhouder heeft aangegeven te willen deelnemen aan de algemene vergadering van de vennootschap. Deze neerlegging moet ten laatste op de zesde dag vóór de datum van de algemene vergadering worden verricht op de maatschappelijke zetel of bij de in de uitnodiging genoemde instellingen.
De eigenaars van aandelen op naam die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten de vennootschap per gewone brief, fax of e-mail uiterlijk de zesde dag vóór de datum van de vergadering op de hoogte brengen van hun voornemen.
Elk aandeel geeft recht op één stem.
Wanneer één of meer aandelen aan verscheidene personen toebehoren in onverdeeldheid of aan een rechtspersoon met een collegiaal orgaan van vertegenwoordiging, kan de uitoefening van de daaraan verbonden rechten ten aanzien van de vennootschap slechts uitgeoefend worden door één enkele persoon die daartoe schriftelijk is aangewezen door alle gerechtigden. Zolang zodanige aanwijzing niet gedaan is, blijven alle aan deze aandelen verbonden rechten geschorst.
Is een aandeel met vruchtgebruik bezwaard, dan wordt de uitoefening van het aan dat aandeel verbonden stemrecht uitgeoefend door de vruchtgebruiker behoudens verzet van de blote eigenaar.
Bij toepassing van artikel 45, 2° van de GVV-Wet verdeelt de vennootschap als kapitaal jaarlijks minstens 80% van het resultaat zoals gedefinieerd krachtens de GVV-Wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen. Deze verplichting doet evenwel geen afbreuk aan artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen.
Op 24 april 2019 is Deloitte Bedrijfsrevisoren, bv onder de vorm van een CVBA, lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck met IBR lidmaatschap A01529, met kantoor te 1930 Zaventem, Luchthaven Nationaal 1 J, herbenoemd als commissaris van Intervest voor de boekjaren 2019, 2020 en 2021. Het mandaat van de commissaris zal een einde nemen onmiddellijk na de jaarvergadering in 2022.
De vergoeding van de commissaris wordt bepaald op basis van marktconforme tarieven en onafhankelijk van Intervest conform de deontologie en de normen van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen met betrekking tot de onafhankelijkheid van de commissaris omschreven in het Wetboek van Vennootschappen.
De vergoeding van de commissaris bedraagt € 74.000 (excl. btw) voor het boekjaar dat een aanvang nam op 1 januari 2019 voor het onderzoek van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening.
Voor perimetervennootschap Edda21 nv was tot op het moment van de fusie op 11 december 2019 PricewaterhouseCoopers benoemd als commissaris. Voor de andere Belgische perimetervennootschappen is dit Deloitte Bedrijfsrevisoren.
Intervest heeft met KBC Securities, Havenlaan 12, 1080 Brussel en met Bank Degroof Petercam, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel liquiditeitsovereenkomsten afgesloten om de verhandelbaarheid van de aandelen te bevorderen. In de praktijk gebeurt dit door regelmatig aan- en verkooporders in te dienen binnen bepaalde marges.
De vergoeding hiervoor is vastgesteld op een vast bedrag van € 33.000 per jaar.
De vastgoeddeskundigen van de vastgoedvennootschap op 31 december 2019.
Conform de GVV-Wet waarderen zij vier maal per jaar de portefeuille. De vergoedingen van de vastgoeddeskundigen staan los van de waarde van het vastgoed en zijn gebaseerd op een jaarlijks vast bedrag per gebouw.
Intervest oefent haar beheersactiviteiten zelf uit vanuit het hoofdkantoor in Antwerpen en delegeert de uitoefening niet aan een derde, met uitzondering van het property management van Mechelen Campus dat wordt beheerd door de externe beheerder Quares Property and Facility Management nv. Dit property management staat weliswaar onder het toezicht van de technisch directeur van Intervest, die de nodige interne controles heeft ingebouwd. Verder wordt het management van de Nederlandse vastgoedbeleggingen aangestuurd vanuit het Intervest kantoor in Eindhoven en uitgevoerd door Storms International Property Services, onder toezicht van de cio van Intervest.
Het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) is geregeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (de GVV-Wet) en in het KB van 13 juli 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (het GVV-KB) ten einde publieke investeringen in vastgoed aan te moedigen. Het concept lijkt sterk op dat van de Real Estate Investment Trusts (REIT – USA), de Fiscale Beleggingsinstellingen (FBI – Nederland), de Sociétés d'Investissement Immobilier Côtées (SIIC - Frankrijk) en de REIT in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
De GVV is als publieke vastgoedvennootschap met een apart REIT-statuut onderworpen aan een strikte wetgeving met het oog op de bescherming van de aandeelhouders en de financiers. Het statuut geeft zowel financiers als privébeleggers de mogelijkheid om op een gebalanceerde, kostenefficiënte en fiscaaltransparante manier toegang te krijgen tot een gediversifieerde vastgoedportefeuille.
De bedoeling van de wetgever is dat een GVV een optimale transparantie van de vastgoedbeleggingen garandeert en de uitkering van een maximum aan cash flow verzekert, terwijl de aandeelhouder een hele reeks voordelen geniet.
De GVV staat onder controle van de Financial Services and Markets Authority (FSMA) en is onderworpen aan een specifieke regelgeving waarvan de meest markante bepalingen de volgende zijn:
geval van een door de FSMA toegestane afwijking op grond van artikel 30, §3 en §4 van de GVV-Wet, mag de geconsolideerde schuldratio van de openbare GVV overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 §4 van de GVV-Wet evenwel niet meer bedragen dan 33 %
Deze regels hebben als doel het risico voor de aandeelhouders te beperken.
Met de GVV-Wet heeft de wetgever een ander fiscaal statuut gegeven aan de GVV's.
Een GVV is onderworpen aan de vennootschapsbelasting tegen het normale tarief, doch slechts op een beperkte belastbare grondslag, bestaande uit de som van (1) de door haar ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen en (2) de niet als beroepskosten aftrekbare uitgaven en kosten, andere dan waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen. De resultaten (huurinkomsten en meerwaarden uit verkoop verminderd met de operationele uitgaven en financiële lasten) zijn dus vrijgesteld van vennootschapsbelasting op voorwaarde dat het bedrag van de verplichte dividenduitkering conform artikel 13 §1 van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB uitgekeerd wordt. Daarnaast kan de GVV worden onderworpen aan de bijzondere aanslag geheime commissielonen op de uitgekeerde commissies en bezoldigingen die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave.
De roerende voorheffing op de dividenden die uitgekeerd worden door een openbare GVV is gelijk aan 30%, af te houden bij de betaalbaarstelling van het dividend (behoudens bepaalde vrijstellingen).
Deze roerende voorheffing is bevrijdend voor particulieren die inwoner van België zijn.
Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV of een deel van haar onroerend vermogen afsplitst met overdracht naar een GVV of inbrengt in een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (de zogenaamde exit taks) van momenteel 15%. Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op verworpen uitgaven en abnormale voordelen.
Deze exit taks is de fiscale prijs die dergelijke vennootschappen moeten betalen om het gemeenrechtelijk belastingregime te verlaten. Fiscaal wordt deze overgang behandeld als een (gedeeltelijke) verdeling van het maatschappelijk vermogen door de vennootschap aan de GVV. Bij een verdeling van het maatschappelijk vermogen moet een vennootschap het positieve verschil tussen de uitkeringen in geld, in effecten of in enige andere vorm,
en de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal (met andere woorden de meerwaarde die in de vennootschap aanwezig is) behandelen als een dividend.
Het Wetboek Inkomstenbelastingen stelt dat de uitgekeerde som gelijk is aan de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op de datum waarop deze verrichting heeft plaatsgevonden (art. 210, §2 W.I.B. 1992). Het verschil tussen de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen en de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal wordt gelijkgesteld met een uitgekeerd dividend. Van dat verschil mogen de reeds belaste reserves afgetrokken worden. Wat daarna overblijft, vormt aldus in de regel de belastbare basis die onderhevig is aan het tarief van 15%.
De exit taks wordt berekend rekening houdend met Circulaire Ci.RH.423/567.729 van de Belgische belastingadministratie van 23 december 2004, waarvan de interpretatie op praktische toepassing steeds zou kunnen wijzigen. De "fiscale werkelijke waarde" zoals bedoeld in deze circulaire wordt berekend met aftrek van registratierechten of btw (die van toepassing zou zijn in geval van een verkoop van de activa) en kan verschillen van de reële waarde van het vastgoed zoals opgenomen in de balans van de openbare GVV conform IAS 40.
Weliswaar is de fiscus wel nog steeds van oordeel (zie punt 3 van de omzendbrief van 23 december 2004) dat de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op datum van de erkenning als GVV niet lager kan liggen dan een bedrag dat overeenstemt met de waarde van het maatschappelijk vermogen zoals dat zou bepaald zijn in vergelijking met de waarde van de uitgeven aandelen of de prijs van de aandelen die werden verworven of aangeboden aan het publiek, verminderd met de registratierechten en btw die in de vastgoedschattingsverslagen zijn opgenomen. Bedoeling is de zogenaamde effectiseringspremie in de belastbare basis van de exit taks op te nemen. De effectiseringspremie is de premie die beleggers in de GVV bereid zijn te betalen bovenop het netto-actief die de verwachte meerwaarde weerspiegelt die voortvloeit uit de erkenning van de GVV door de FSMA. Zoals nader omschreven in Toelichting 25 van het Financieel verslag betwist Intervest deze interpretatie.
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland heeft Intervest op 28 april 2017 een Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag opgericht genaamd Intervest Nederland Coöperatief U.A. Intervest heeft haar Nederlandse vastgoedbeleggingen gestructureerd in Nederlandse bv's.
Voormelde Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag genaamd Intervest Nederland Coöperatief U.A. alsook de Nederlandse bv's zijn onderworpen aan vennootschapsbelasting als binnenlandse belastingplichtigen. Winstuitkeringen van de Nederlandse bv's aan de Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag zijn niet belast omdat zij onder de deelnemingsvrijstelling vallen.
Overeenkomstig de artikels 96 en 119 van het Wetboek van Vennootschappen, worden de vereiste onderdelen van het jaarverslag van Intervest weergegeven in de volgende hoofdstukken:
Overeenkomstig artikel 13, §2 van het KB van 14 november 2007, verklaart de raad van bestuur, samengesteld uit Jean-Pierre Blumberg (voorzitter), Marleen Willekens, Jacqueline Heeren - de Rijk, Johan Buijs en Gunther Gielen, dat na het treffen van alle redelijke maatregelen en voor zover hen bekend:
Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Intervest hanteert om haar operationele performantie te meten en op te volgen. De maatstaven worden gebruikt in de financiële verslaggeving maar zijn niet gedefinieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf 3 juli 2016 voor het gebruik en de toelichting van de alternatieve prestatiemaatstaven. De begrippen die Intervest beschouwt als een alternatieve prestatiemaatstaf zijn opgenomen in dit hoofdstuk van het Jaarverslag 2019, genaamd "Begrippenlijst en alternatieve prestatiemaatstaven". De alternatieve prestatiemaatstaven zijn gemarkeerd met ★ en voorzien van een definitie, doelstelling en reconciliatie zoals vereist volgens de ESMA richtlijn.
Dit is de te gebruiken term voor de waarde van een vastgoed bij de aankoop of verwerving. Indien er overdrachtskosten betaald worden, zijn deze inbegrepen in de aanschaffingswaarde.
De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde (GHW) van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuring, op afsluitingsdatum.
Het brutodividendrendement is het brutodividend gedeeld door de beurskoers op afsluitingsdatum.
Dit zijn de geïndexeerde brutohuren op jaarbasis, zoals contractueel bepaald, in de huurovereenkomsten, op de datum van afsluiting, vóór aftrek van huurkortingen of andere aan de huurders toegestane voordelen.
Deugdelijk bestuur (corporate governance) is een belangrijk instrument om voortdurend het bestuur van de vastgoedvennootschap te verbeteren en om over de belangen van de aandeelhouders te waken.
EPRA (European Public Real Estate Association) is een organisatie die de Europese beursgenoteerde vastgoedsector promoot, helpt ontwikkelen en vertegenwoordigt om zo het vertrouwen in de sector te bevorderen en investeringen in beursgenoteerd vastgoed in Europa te vergroten.
In december 2014 heeft EPRA's Reporting and Accounting Committee de geactualiseerde EPRA Best Practices Recommendations ('BPR')1 gepubliceerd. Deze BPR bevatten de aanbevelingen betreffende de bepaling van belangrijke prestatie-indicatoren voor de prestaties van de vastgoedportefeuille. Een aantal van deze indicatoren worden beschouwd als alternatieve prestatiemaatstaven conform de ESMA-richtlijn. De cijfermatige reconciliatie van deze alternatieve prestatiemaatstaven is terug te vinden in een volledig apart hoofdstuk in dit jaarverslag, i.e. hoofdstuk 6 van het Verslag van het directiecomité. De alternatieve prestatiemaatstaven worden berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
| EPRA resultaat★ | Resultaat afkomstig van de strategische operationele activiteiten. |
|---|---|
| EPRA Nettoactiefwaarde★ | Netto Actief Waarde (NAW) aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en met uitsluiting van bepaalde elementen die niet kaderen in een financieel model van vastgoedinvesteringen op lange termijn. In concreto: totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij, gecorrigeerd voor de reële waarde van de financiële instrumenten en de uitgestelde belastingen, gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde. |
| EPRA NNNAW★ | EPRA NAW aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de finan ciële instrumenten, de schulden en de uitgestelde belastingen. |
| EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) |
Geannualiseerde brutohuurinkomsten op basis van de contractuele huren op afsluitingsdatum van de jaarrekeningen, met uitsluiting van de vastgoedkosten, gedeeld door de marktwaarde van de portefeuille verhoogd met de geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleg gingen. |
| EPRA aangepast NIR | Deze ratio voert een correctie uit op de EPRA NIR voor de afloop van huurvrije periodes (of andere niet-vervallen huurincentives zoals een huurperiode met korting en getrapte huurprijzen). |
| EPRA huurleegstands percentage |
Geschatte huurwaarde (GHW) van leegstaande oppervlakte, gedeeld door de GHW van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuring. |
| EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten)★ |
EPRA kosten (inclusief directe leegstandskosten) gedeeld door de brutohuurin komsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
| EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten)★ |
EPRA kosten (exclusief directe leegstandskosten) gedeeld door de bruto huurin komsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
| EPRA netto huurgroei bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille★ |
Wordt ook EPRA Like-for-like Net Rental Growth genoemd. EPRA netto huurgroei bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille vergelijkt de groei van de nettohuurinkomsten van de vastgoedbeleggingen die de hele periode beschikbaar waren voor verhuring, en niet in ontwikkeling, en dit gedurende de twee volledige jaren voorafgaand aan de afsluitingsdatum van het boekjaar. De wijzigingen in brutohuurinkomsten op een like-for-likebasis geven inzicht in de wijzigingen van de brutohuurinkomsten die niet het gevolg zijn van wijzigingen in de vastgoed portefeuille (investeringen, desinvesteringen, grote renovatiewerken, …). |
Definitie - Het EPRA resultaat is het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille minus het financieel resultaat en de belastingen, en exclusief variaties in reële waarde van financiële derivaten (die niet als hedge accounting behandeld worden conform IAS 39) en andere niet-uitkeerbare elementen op basis van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - Het EPRA resultaat meet het resultaat van de strategische operationele activiteiten, met uitsluiting van (i) de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva, en (ii) het portefeuilleresultaat (de al dan niet gerealiseerde winst of verlies op vastgoedbeleggingen). Dit komt neer op het resultaat dat rechtstreeks wordt beïnvloed door het vastgoed- en financieel beheer van de vennootschap, met uitsluiting van de impact gekoppeld aan de volatiliteit van de vastgoed- en financiële markten.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat | 65.748 | 34.105 |
| Elimineren uit het nettoresultaat (+/-) | ||
| • Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen |
-5.364 | 0 |
| • Variaties in de reële waarde van vastgoed beleggingen |
-22.307 | -7.033 |
| • Ander portefeuilleresultaat |
5.661 | 2.472 |
| • Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva |
3.065 | 1.615 |
| • Andere niet-uitkeerbare elementen op basis van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv |
0 | 0 |
| • Minderheidsbelangen |
17 | 9 |
| EPRA resultaat | 46.820 | 31.168 |
Definitie - Het EPRA resultaat per aandeel is het EPRA resultaat gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal aandelen. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap
Toepassing - Het EPRA resultaat per aandeel meet het EPRA resultaat per gewogen gemiddeld aantal aandelen en maakt de vergelijking met het brutodividend per aandeel mogelijk.
| Reconciliatie | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |
|---|---|---|---|
| EPRA resultaat (in duizenden €) | A | 46.820 | 31.168 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | B | 24.516.858 | 19.176.981 |
| EPRA resultaat per aandeel (in €) | =A/B | 1,91 | 1,63 |
Definitie - Netto Actief Waarde (NAW) aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en met uitsluiting van bepaalde elementen die niet kaderen in een financieel model van vastgoedinvesteringen op lange termijn.
Toepassing - Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij, gecorrigeerd voor de reële waarde van de financiële instrumenten en de uitgestelde belastingen, gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde.
| Reconciliatie | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeel houders van de moedervennootschap (in duizenden €) |
A | 523.859 | 476.617 |
| De reële waarde van financiële instrumenten en de uitgestelde belasting (in duizenden €) |
B | 13.402 | 6.364 |
| Aantal aandelen op einde periode | C | 24.657.003 | 24.288.997 |
| EPRA NAW (in €) | =(A+B)/C | 21,79 | 19,88 |
De free float is het percentage van de aandelen in het bezit van het publiek. Volgens de definitie van EPRA en Euronext gaat het om alle aandeelhouders die individueel minder dan 5% van het totaal aantal aandelen bezitten.
Definitie - De gemiddelde rentevoet van de financieringen van de vennootschap wordt berekend door de netto-interestkosten (op jaarbasis) te delen door de gewogen gemiddelde schuld van de periode (op basis van de dagelijkse opnames van de financieringen (kredieten bij financiële instellingen, obligatieleningen, enz)). Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - De gemiddelde rentevoet van de financieringen meet de gemiddelde financieringskost van de schulden en laat toe om de evolutie er van in de tijd op te volgen, in functie van de evoluties van de vennootschap en van de financiële markten.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |
|---|---|---|---|
| Netto-interestkosten | A | 8.543 | 8.039 |
| Gewogen gemiddelde schuld van de periode | B | 400.793 | 326.575 |
| Gemiddelde rentevoet van de financieringen (op basis 360/365) (%) |
=A/B | 2,1% | 2,4% |
De geschatte huurwaarde is de huurwaarde die wordt bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen.
Het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap is geregeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen (de GVV-Wet) en in het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen (het GVV-KB) met als doel gemeenschappelijke investeringen in vastgoed aan te moedigen.
Het koninklijk besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
De wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
De GVV-Wet en het GVV-KB.
Intervest is de ingekorte naam voor Intervest Offices & Warehouses, de volledige juridische naam van de vennootschap.
De interestcover ratio is de verhouding tussen het operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille en het financieel resultaat (exclusief variaties in reële waarde van financiële derivaten).
Dit is de waarde van een gebouw geschat door de onafhankelijke vastgoeddeskundige met inbegrip van de overdrachtskosten en waarvan de registratierechten niet zijn afgetrokken. Deze waarde komt overeen met de vroegere gehanteerde term "waarde vrij op naam".
Verhouding tussen het aantal verhandelde aandelen op één dag en het aantal aandelen.
Het nettodividend is gelijk aan het brutodividend na inhouding van 30% roerende voorheffing. De roerende voorheffing op dividenden van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen bedraagt ten gevolge van de Programmawet van 25 december 2016, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2016 30% (behoudens bepaalde vrijstellingen).
Het nettodividendrendement is het nettodividend gedeeld door de beurskoers op afsluitingsdatum.
Het nettorendement wordt berekend als de verhouding tussen de contractuele huur verhoogd met geschatte huurwaarde op leegstand, verminderd met de toewijsbare vastgoedkosten, en de reële waarde van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur.
Definitie - Het nettoresultaat per aandeel wordt berekend door het nettoresultaat zoals blijkt uit de resultatenrekening, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven aandelen min de eigen aandelen) gedurende het boekjaar. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
| Reconciliatie | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |
|---|---|---|---|
| Nettoresultaat (in duizenden €) | A | 65.765 | 34.114 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | B | 24.516.858 | 19.176.981 |
| Nettoresultaat per aandeel (in €) | =A/B | 2,68 | 1,78 |
Definitie - Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (dus na aftrek van de minderheidsbelangen) vermeerderd met de reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen, gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde (eventueel na aftrek van de eigen aandelen). Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - De nettowaarde (investeringswaarde) per aandeel meet de waarde van het aandeel op basis van investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen en maakt een vergelijking met de beurskoers mogelijk.
| Reconciliatie | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeel houders van de moedermaatschappij (in duizenden €) |
A | 523.859 | 476.617 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vast goedbeleggingen (in duizenden €) |
B | 28.404 | 17.658 |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder maatschappij - investeringswaarde (in duizenden €) |
C=A+B | 552.263 | 494.275 |
| Aantal aandelen op jaareinde | D | 24.657.003 | 24.288.997 |
| Nettowaarde (investeringswaarde) per aandeel (in €) |
=C/D | 22,40 | 20,35 |
Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (dus na aftrek van de minderheidsbelangen) gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde (eventueel na aftrek van de eigen aandelen). Het stemt overeen met de nettowaarde zoals gedefinieerd in artikel 2, 23° van de GVV-Wet.
De nettowaarde (reële waarde) per aandeel meet de waarde van het aandeel op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en maakt een vergelijking met de beurskoers mogelijk.
De omloopsnelheid van het aandeel wordt berekend als de verhouding van het verhandeld aantal aandelen per jaar, gedeeld door het totaal aantal aandelen op het einde van de periode.
Definitie - De operationele marge is het operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille gedeeld door de huurinkomsten. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - De operationele marge geeft een indicatie over de mogelijkheid van de vennootschap om winst te genereren uit haar operationele activiteiten, zonder rekening te houden met het financieel resultaat, de belastingen en het portefeuilleresultaat.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |
|---|---|---|---|
| Operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille |
A | 55.891 | 39.554 |
| Huurinkomsten | B | 66.143 | 47.920 |
| Operationele marge (%) | =A/B | 85% | 83% |
Definitie - Het portefeuilleresultaat omvat (i) het resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen, (ii) de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen, en (iii) het ander portefeuilleresultaat. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - Het portefeuilleresultaat meet de gerealiseerde en niet-gerealiseerde winst en verlies verbonden aan de vastgoedbeleggingen, in vergelijking met de waardering van de onafhankelijke vastgoeddeskundigen op het einde van het vorige boekjaar.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2019 | 31.12.2018 |
|---|---|---|
| Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen | 5.364 | 0 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 22.307 | 7.033 |
| Ander portefeuilleresultaat | -5.661 | -2.472 |
| Portefeuilleresultaat | 22.010 | 4.561 |
Deze waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in omstandigheden van normale concurrentie. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de registratierechten en eventuele kosten.
In concreto betekent het dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,025 (voor gebouwen met een waarde hoger dan € 2,5 miljoen) of de investeringswaarde gedeeld door 1,10/1,125 (voor gebouwen met een waarde lager dan € 2,5 miljoen). Voor de vastgoedbeleggingen van Intervest die gelegen zijn in Nederland en aangehouden worden via de Nederlandse dochtervennootschappen betekent dit dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,07.
Het rendement wordt berekend als de verhouding tussen de contractuele huren (al dan niet verhoogd met de geschatte huurwaarde van de niet-bezette verhuurlocaties) en de reële waarde van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur. Het betreft een brutorendement, zonder rekening te houden met de toewijsbare kosten.
De return van een aandeel in een bepaalde periode is gelijk aan het brutorendement. Dit brutorendement is de som van (i) het verschil tussen de koers van het aandeel op het einde en in het begin van de periode en (ii) het brutodividend (dus het dividend vóór aftrek van de roerende voorheffing).
De schuldgraad wordt berekend als de verhouding van alle verplichtingen (exclusief voorzieningen en overlopende rekeningen) exclusief de negatieve variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten, ten opzichte van het totaal der activa. De berekeningsmethode van de schuldgraad is conform artikel 13, §1 tweede lid van het KB van 13 juli 2014. Middels dit KB is de maximale schuldgraad voor de vastgoedvennootschap vastgesteld op 65%.
Het verwaterd nettoresultaat per aandeel is het nettoresultaat zoals in de resultatenrekening gepubliceerd, gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal aandelen aangepast voor het effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering leiden.

Intervest Offices & Warehouses nv Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem
T + 32 3 287 67 67 F + 32 3 287 88 69
R.P.R. Antwerpen
BTW BE 0458.623.918
www.intervest.be
Opmerkingen? Vragen? [email protected]

Dit jaarlijks financieel verslag is geen registratiedocument in de zin van art. 28 van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Intervest Offices & Warehouses heeft haar jaarverslag in het Nederlands opgesteld. Intervest Offices & Warehouses heeft ook een Franse en Engelse vertaling van dit jaarverslag gemaakt. Zowel de Nederlandse, Franse als Engelse versie van dit jaarverslag zijn juridisch bindend. Intervest Offices & Warehouses, vertegenwoordigd door haar raad van bestuur, is verantwoordelijk voor de vertaling en de conformiteit van de Nederlandse, Franse en Engelse taalversies. Echter, in geval van tegenstrijdigheden tussen de taalversies, heeft de Nederlandse versie steeds voorrang.
De Nederlandse versie en de Franse en Engelse vertaling van dit jaarverslag zijn beschikbaar op de website van de vennootschap (www.intervest.be).
Ce rapport annuel est également disponible en français.
This annual report is also available in English.


Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.