Annual Report • Mar 25, 2022
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer


Foto voorzijde cover: Antwerpen - Greenhouse Collection at the Singel Foto achterzijde cover: Antwerpen - Greenhouse Collection at the Singel Foto inhoud: Diegem - Greenhouse BXL - coworking
Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Intervest hanteert om haar operationele performantie te meten en op te volgen. De maatstaven worden gebruikt in dit Jaarverslag 2021 maar zijn niet gedefinieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf 3 juli 2016 voor het gebruik en de toelichting van de alternatieve prestatiemaatstaven. De begrippen die Intervest beschouwt als een alternatieve prestatiemaatstaf zijn opgenomen in het laatste hoofdstuk van dit Jaarverslag 2021, genaamd "Begrippenlijst en alternatieve prestatiemaatstaven". De alternatieve prestatiemaatstaven zijn gemarkeerd met ★ en voorzien van een definitie, doelstelling en reconciliatie zoals vereist volgens de ESMA-richtlijn.

| Intervest in een oogopslag | 8 | ||
|---|---|---|---|
| Wie is Intervest? | 9 | ||
| Missie en visie | 9 | ||
| Strategie | 11 | ||
| Sterktes | 12 | ||
| Kerncijfers 2021 | 13 | ||
| Activiteiten 2021 | 15 | ||
| Geconsolideerde kerncijfers over 2 jaar | 18 | ||
| Financiële kalender 2022 | 19 | ||
| Geschiedenis en mijlpalen | 20 | ||
| Strategie #connect2022 | 22 |
| Vastgoedverslag | 34 | |
|---|---|---|
| Transacties en ontwikkelingen in 2021 | 36 | |
| Samenstelling van de portefeuille | 42 | |
| Overzicht van de portefeuille | 61 | |
| Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen |
63 | |
| De markt van logistiek vastgoed en kantoren |
65 | |
| Financieel verslag | ||
| Financiële resultaten 2021 | 71 | |
| Financiële structuur | 76 | |
| Winstbestemming 2021 | 84 | |
| EPRA Best Practices | 85 | |
| Vooruitzichten 2022 | 95 | |
| Investeringen en ontwikkelingspotentieel | 95 | |
| EPRA resultaat en brutodividend | 97 | |
| Financiële kalender 2022 | 98 | |
| Intervest op de beurs | ||
| Beursgegevens | 99 | |
| Dividend en aandelen | 103 | |
| Aandeelhouders | 104 | |

| verklaring | 106 |
|---|---|
| Algemeen | 107 |
| Bestuursorganen | 109 |
| Diversiteitsbeleid | 123 |
| Remuneratieverslag | 124 |
| Belangenconflicten en overige regelgeving | 136 |
| Andere betrokken partijen | 139 |
| Financiële staten | 143 |
| Geconsolideerde resultatenrekening | 144 |
| Geconsolideerd globaalresultaat | 145 |
| Geconsolideerde balans | 146 |
| Mutatieoverzicht van het geconsolideerd | |
| eigen vermogen | 148 |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 152 |
| Toelichting bij de geconsolideerde | |
| jaarrekening | 154 |
| Verslag van de commissaris | 201 |
| Enkelvoudige jaarrekening Intervest Offices & Warehouses nv |
206 |
| Algemene inlichtingen | 236 |
|---|---|
| Identificatie | 237 |
| Uittreksel uit de statuten | 241 |
| Commissaris | 244 |
| Liquidity provider | 244 |
| Vastgoeddeskundigen | 244 |
| Vastgoedbeheerders | 244 |
| Wettelijk kader en fiscale stelsels | 245 |
| Informatie m.b.t. het jaarlijks financieel verslag 2020 en 2019 |
248 |
| Vereiste onderdelen van het jaarverslag | 248 |
| Verantwoordelijkheden voor de inhoud van het jaarverslag |
248 |
| Begrippenlijst en alternatieve |
| prestatiemaatstaven | 249 |
|---|---|
Als nieuw benoemde voorzitster van de raad van toezicht ben ik oprecht trots dat ik met u kan terugkijken op een bijzonder succesvol jaar, maar ook een jaar dat getekend werd door onvoorspelbare omstandigheden en onzekerheden op verscheidene domeinen.
Allereerst wil ik #TeamIntervest bedanken voor het uitbouwen van een organisatie die aangetoond heeft sterk en wendbaar te zijn. Dit team is er in geslaagd om zichzelf te heroriënteren van het kopen van verhuurde gebouwen naar het zelf realiseren van vastgoedprojecten van grondpositie tot verhuurde gebouwen op strategische locaties aan gerenommeerde huurders. In vaak moeilijke omstandigheden bleef het team gemotiveerd samenwerken aan het realiseren van de #connect2022-strategie, met voortdurende aandacht voor de wijzigende noden van onze huurders.
Ik dank al onze stakeholders, huurders, partners, leveranciers en financierders voor hun voortdurend vertrouwen in Intervest, resulterend in onder meer de hernieuwing van een aantal belangrijke huurcontracten, de stijging in de bezettingsgraad, het realiseren van een aantal strategische ontwikkelingsprojecten en het verder verbeteren van de financiële structuur.
Uiteraard een woord van dank aan de aandeelhouders die de #connect2022-strategie en turnaround mee hebben ondersteund. De uitoefening door een belangrijk aantal aandeelhouders van het keuzedividend en de stijging van het aandeel over de voorbije maanden zijn voor mij belangrijke indicatoren van het vertrouwen in de strategie en in de realisaties van Intervest over het voorbije jaar.
Met #connect2022 concretiseert Intervest haar verdere ontwikkeling en groei en beoogt een referentie te zijn voor duurzame waardecreatie
Met #connect2022 heeft Intervest in juni 2020 haar strategie uitgetekend, gebaseerd op vier interactief verbonden pijlers: waardecreatie, klantgerichtheid, duurzaamheid en #TeamIntervest. Intervest heeft over het voorbije jaar verdere stappen gerealiseerd in de uitvoering van deze strategie, meer bepaald op het niveau van de verdere groei van de reële waarde van de vastgoedportefeuille, in het realiseren van gestelde duurzaamheidsobjectieven en het in eigen beheer uitvoeren van de (her) ontwikkeling van vastgoedprojecten, gefocust op duurzame waardecreatie vanuit het perspectief van investering evenals financiering.
2021 laat zich samenvatten als een jaar met succesvolle realisaties in het groeiplan #connect2022 en sterke financiële resultaten, door strategische verhuringen en duurzame waardecreatie met eigen ontwikkelingsprojecten
De strategie van Intervest bestaat erin om te investeren in projecten die waarde creëren, meer bepaald in twee vastgoedsegmenten, waarbij logistiek vastgoed op jaareinde 2021 respectievelijk 68% en kantoren 32% vertegenwoordigen van de vastgoedportefeuille.
Dit komt neer op een toename van 5%-punten van het aandeel logistiek vastgoed ten opzichte van 2020, met 42% van de logistieke vastgoedportefeuille gelegen in Nederland.
De vastgoedportefeuille heeft op jaareinde 2021 een reële waarde van € 1.209 miljoen. Deze totale waarde omvat naast het vastgoed beschikbaar voor verhuur ten bedrage van circa € 1.099 miljoen eveneens € 110 miljoen projectontwikkelingen en grondreserves.
Deze projectontwikkelingen betreffen projecten waarvan de bouw reeds gestart is zoals de herontwikkeling van het kantoorgebouw Greenhouse Collection at the Singel in Antwerpen en de logistieke (her)ontwikkelingen in Herentals (Herentals Green Logistics) en in Genk (Genk Green Logistics).


Het succes van het ontwikkelingsproject Genk Green Logistics, een joint venture met Group Machiels, wordt aangetoond door een (voor) verhuring van reeds 35% van de beschikbare 250.000 m².
In aanvulling op deze reeds opgestarte projectontwikkelingen, beschikt Intervest bijkomend over strategisch gelegen grondreserves in Puurs, Genk, Herentals, 's-Hertogenbosch (NL) en Venlo (NL), beschikbaar voor toekomstige ontwikkelingen.
In beide vastgoedsegmenten zijn enkele belangrijke verhuurtransacties gerealiseerd, waardoor de gemiddelde looptijd van de huurcontracten tot de eerste vervaldag van 4,0 jaar vorig jaar stijgt naar 4,3 jaar voor de totale portefeuille en voor het logistiek vastgoed van 4,8 jaar vorig jaar naar 5,3 jaar.
De gedreven aanpak in het verhuurbeleid zorgt eveneens voor een toename in de bezettingsgraad ten opzichte van jaareinde 2020. Voor de totale vastgoedportefeuille neemt de bezettingsgraad toe met 1%-punt tot 94%. In de logistieke portefeuille noteren we een stijging met 4%-punten, wat leidt tot een volledige bezetting eind 2021.
2021 sluit Intervest af met een EPRA resultaat per aandeel van € 1,74, meer bepaald een toename van 9% in vergelijking met 2020 en kan een brutodividend voorstellen van € 1,53 op hetzelfde peil als voor 2020. Dit komt neer op een brutodividendrendement van 5,4% (op basis van de slotkoers van 31 december 2021).
Door haar investeringen in twee vastgoedsegmenten met een eigen cyclische dynamiek, een basis van kredietwaardige en gediversifieerde huurders, voldoende financieringscapaciteit, een sterke balans en het realiseren van belangrijke mijlpalen in het strategisch groeiplan #connect2022, heeft Intervest een solide basis gecreëerd voor de toekomst
Voortbouwend op haar strategische realisaties en de uitgetekende strategie, kijkt Intervest met vertrouwen naar de toekomst.
Intervest beschikt over 350.000 m² met een waarde van € 425 miljoen aan projecten in aanbouw en toekomstig ontwikkelingspotentieel waarvan slechts € 135 miljoen op jaareinde 2021 reeds geïnvesteerd is.
De financieringsstructuur van Intervest is in 2021 verder op punt gesteld met de aanscherping van de gemiddelde rentevoet tot 1,8%, voldoende beschikbare kredietlijnen en geen vervaldatum tot 2023. De gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietlijnen is toegenomen tot 4,1 jaar ten opzichte van 3,8 jaar eind 2020.
Duurzaam ondernemen is verweven in het DNA van Intervest en zal de leidraad zijn bij de opmaak van een gedetailleerde roadmap om het ESG-beleid op lange termijn uit te tekenen.
Vooruitkijkend naar 2022 verwacht Intervest een met 2021 vergelijkbaar EPRA resultaat te behalen en heeft het eveneens de intentie een brutodividend per aandeel van minimaal € 1,53 voorop te stellen.
Een verdere groei van het EPRA resultaat, gebaseerd op het bestaande ontwikkelingspotentieel en geënt op waardecreatie resulterend uit de in eigen beheer uitgevoerde projectontwikkelingen, wordt verwacht zich ten volle te realiseren vanaf 2023.
Met mij staat een team klaar waarop u kan rekenen om Intervest op het uitgestippelde pad te leiden en haar groei te realiseren. Het vertrouwen van u en onze stakeholders zijn van bijzonder belang evenals de onafgebroken inzet van #TeamIntervest. Ik maak graag nogmaals van de gelegenheid gebruik om aan iedereen mijn oprechte waardering en dank hiervoor te betuigen.
Ann Smolders
Voorzitster raad van toezicht
Vooruitzichten zijn gebaseerd op de huidige kennis en inschatting van renteschommelingen, het strategisch groeiplan #connect2022 en behoudens onvoorziene omstandigheden (zoals mogelijke effecten van de coronacrisis en van de verdere evolutie van de geopolitieke situatie in Oost-Europa).


Intervest Offices & Warehouses nv, een openbaar gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV), actief in de markt van logistieke gebouwen en kantoren, met een stevig groeiplan, gestoeld op een heroriëntering in de kantorenportefeuille en een uitbreiding in de logistieke portefeuille in België en Nederland.
Intervest Offices & Warehouses (hierna Intervest) investeert in logistieke panden en in kantoorgebouwen van prima kwaliteit, die verhuurd worden aan eersterangshuurders. Het onroerend goed waarin geïnvesteerd wordt, betreft vooral up-to-date gebouwen, gelegen op strategische locaties vaak in clusters en richt zich ook op duurzame (her)ontwikkelingsprojecten.
De logistieke portefeuille (68%) is in België gelegen op belangrijke verkeersassen: Antwerpen - Brussel – Nijvel, Antwerpen - Limburg - Luik, en Antwerpen - Gent – Rijsel. 42% van het logistiek vastgoed concretiseert zich in Zuid-Nederland.
Het kantoorgedeelte (32%) van de vastgoedportefeuille concentreert zich in en rond centrumsteden zoals Antwerpen, Mechelen, Brussel en Leuven.
De totale vastgoedportefeuille heeft een waarde van € 1,2 miljard en een verhuurbare oppervlakte van 1,1 miljoen m² op jaareinde 2021.
De aandelen van Intervest zijn sinds 1999 genoteerd op Euronext Brussel (INTO). Op 31 december 2021 bedraagt de beurswaarde € 742 miljoen.
Intervest is een real-estatepartner die verder gaat dan het louter verwerven en verhuren van vierkante meters kantoren of logistieke ruimte, beyond real estate. Waardecreatie door het genereren van solide en recurrente cash flows, op een goed-gediversifieerde vastgoedportefeuille met respect voor ESG-criteria en dit voor alle stakeholders is de kern van de missie.
Gestoeld op een robuust groeiplan staat Intervest voor inspirerende en innovatieve kantoren en klantgedreven performant logistiek vastgoed.
Door te luisteren naar de wensen van de klanten, mee te denken en vooruit te denken, werkt Intervest aan het 'ontzorgen' van de klanten en kan ze hen meerwaarde bieden. Van flexibele werkplekken voor individuele coworkers tot corporate HQ, van oplossingen voor de startende kmo tot grote logistieke centra, alle klanten kunnen rekenen op een uitgebreide dienstverlening en flexibele oplossingen waardoor ze zich kunnen focussen op wat voor hen echt belangrijk is.
Voor #TeamIntervest wil Intervest een betrouwbare werkgever zijn die een zorgzame omgeving creëert waar ze ten volle hun potentieel kunnen ontwikkelen.
Intervest wil een gewaardeerde en erkende vastgoedpartner zijn en wil samen met klanten, ontwikkelaars en makelaars groeien door naar win-winsituaties te streven.
In logistiek vastgoed heeft Intervest de ambitie om prominent aanwezig te zijn langs belangrijke logistieke assen. Door het uitbouwen van een sterke marktpositie langsheen deze assen, bouwt Intervest aan clusters om haar klanten optimaal bij te staan als vastgoedpartner, zowel met bestaande gebouwen als door de realisatie van gebouwen op maat.
In de kantorenmarkt anticipeert Intervest op evoluties in de veranderende visies op werken en de ermee gepaard gaande nood aan een gemengde werkomgeving, uitgebreide dienstverlening en community building in inspirerende omgevingen. Het welzijn van de medewerker staat hierbij centraal.
"De kern van de #connect2022-strategie is #TeamIntervest. Aan de slag gaan met de aanwezige competenties en aspiraties, meer autonomie geven binnen de afgesproken operationele targets en initiatieven van ondernemerschap aanmoedigen. Gedeeld leiderschap dus, met mezelf als ceo ook ten dienste van het geheel. Het gaat om het creëren van een toekomstbestendige omgeving waar mensen elkaar vertrouwen, trots zijn op wat ze doen en voldoening halen uit wat ze samen realiseren. #TeamIntervest: achieving more together.
Gunther Gielen, ceo Intervest Offices & Warehouses


3 Strategie
Als team duurzaam waarde creëren voor de klanten
De vier pijlers van de strategie (waardecreatie, duurzaamheid, klantgerichtheid en #TeamIntervest) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze nauwe verbondenheid komt tot uiting in de concrete doelstellingen vastgelegd voor de periode 2020 - 2022.
| WAARDECREATIE | DUURZAAMHEID | KLANTGERICHTHEID | #TEAMINTERVEST | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 〉 〉 〉 〉 〉 |
30% groei van de reële waarde van de vastgoedportefeuille 10% groei van het EPRA resultaat per aandeel Toename in gemiddelde huur periode: > 5 jaar Looptijd schulden verlengen Actief asset en liability management |
〉 〉 〉 〉 |
100% van het elektriciteits verbruik komt uit duurzame bronnen 80% van het logistiek vastgoed is uitgerust met zonnepanelen 80% van de vastgoedporte feuille is uitgerust met slimme meters 30% van de vastgoedporte feuille is minstens BREEAM |
〉 〉 |
Het verbeteren van klanten trouw door het verhogen van het totaal aantal jaren als huurder Het opstarten van het meten van de NPS (Net Promotor Score), een indicatie van tevredenheid en loyauteit |
〉 〉 |
Het streven naar duurzame motivatie bij de medewerkers Het aantrekken en behouden van professionele medewerkers |
| 〉 | Gebalanceerde krediet portefeuille |
'Very Good'-gecertificeerd | |||||


€ 1,74 EPRA resultaat per aandeel
€ 24,83 EPRA NTA per aandeel
4,1 jaar Resterende looptijd langetermijnkredietlijnen 1,8% Gemiddelde rentevoet van de financieringen
45,0% Schuldgraad € 1,53 Voorstel brutodividend per aandeel voor 2021
+4% Organische huurinkomstengroei
BEURS
€ 742 miljoen Beurskapitalisatie
5,4% Brutodividendrendement
van de vastgoedportefeuille minstens BREEAM 'Very Good'
van de logistieke vastgoedportefeuille met zonnepanelen: 30 MWp
elektriciteit uit duurzame bronnen
van de vastgoedportefeuille uitgerust met slimme meters


Succesvolle realisaties in groeiplan #connect2022 door strategische verhuringen en duurzame waardecreatie met eigen ontwikkelingsprojecten
Genk › Genk Green Logistics
Oevel › Post NL
1 Op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2021, die € 28,20 bedraagt. 2 Dit betreft de huurinkomstengroei van de bestaande portefeuille, inclusief de opgeleverde en verhuurde projecten, exclusief de acquisities.

Vooruitzichten zijn gebaseerd op de huidige kennis en inschatting van renteschommelingen, het strategisch groeiplan #connect2022 en behoudens onvoorziene omstandigheden (zoals mogelijke effecten van de coronacrisis en van de verdere evolutie van de geopolitieke situatie in Oost-Europa).

| in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|
| Vastgoedkerncijfers | ||
| Reële waarde vastgoed | 1.208.944 | 1.017.958 |
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur | 1.098.820 | 965.796 |
| Brutohuurrendement op vastgoed beschikbaar voor verhuur (in %) | 6,4% | 6,9% |
| Brutohuurrendement op vastgoed beschikbaar voor verhuur bij 100% verhuring (in %) |
6,8% | 7,4% |
| Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten (tot eerste vervaldag) (in jaren) | 4,3 | 4,0 |
| Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten logistieke portefeuille (tot eerste vervaldag) (in jaren) |
5,3 | 4,8 |
| Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten kantoren (tot eerste vervaldag) (in jaren) |
2,6 | 2,9 |
| Bezettingsgraad totale portefeuille (in %) | 94% | 93% |
| Bezettingsgraad logistieke portefeuille (in %) | 100% | 96% |
| Bezettingsgraad logistieke portefeuille NL (in %) | 100% | 98% |
| Bezettingsgraad logistieke portefeuille BE (in %) | 99% | 95% |
| Bezettingsgraad kantoren (in %) | 87% | 88% |
| Bruto verhuurbare oppervlakte (in duizenden m²) | 1.111 | 1.046 |
| Financiële kerncijfers | ||
| EPRA resultaat | 45.176 | 40.355 |
| Portefeuilleresultaat | 48.707 | 5.387 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 4.217 | - 2.311 |
| NETTORESULTAAT - AANDEEL GROEP | 98.100 | 43.431 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 25.983.006 | 25.164.126 |
| Beurskoers op afsluitingsdatum (in €/aandeel) | 28,20 | 22,55 |
| Nettowaarde (reële waarde) (in €/aandeel) | 23,67 | 21,46 |
| Nettowaarde (investeringswaarde) (in €/aandeel) | 25,27 | 22,64 |
| Premie t.o.v. reële nettowaarde (in %) | 19% | 5% |
| Marktkapitalisatie (in miljoen €) | 742 | 575 |
| Brutodividend (in €) | 1,531 | 1,53 |
| Brutodividendrendement (in %) | 5,4% | 6,8% |
| Schuldgraad (max. 65%) | 45,0% | 43,0% |
| Gemiddelde rentevoet van de financieringen (in %) | 1,8% | 2,0% |
| Gemiddelde looptijd van de langetermijnkredietlijnen (in jaren) | 4,1 | 3,8 |
| EPRA kerncijfers | ||
| EPRA resultaat (in €/aandeel) (aandeel Groep) | 1,74 | 1,60 |
| EPRA NTA (in €/aandeel)2 | 24,83 | 22,40 |
| EPRA NRV (in €/aandeel)2 | 26,76 | 24,08 |
| EPRA NDV (in €/aandeel)2 | 23,64 | 21,37 |
| EPRA NIR (Netto Initieel Rendement) (in %) | 5,3% | 5,7% |
| EPRA aangepast NIR (in %) | 5,4% | 5,8% |
| EPRA huurleegstandspercentage (in %) | 6,2% | 7,3% |
| EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten) (in %) | 17,9% | 20,2% |
| EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten) (in %) | 16,5% | 18,7% |
1 Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergadering te houden in 2022.
2 In oktober 2019 publiceerde EPRA de nieuwe Best Practice Recommendations voor financiële disclosures van beurgenoteerde vastgoedvennootschappen. EPRA NAV en EPRA NNNAV worden vervangen door drie nieuwe Net Asset Valuation indicatoren namelijk, EPRA NRV (Net Reinstatement Value), EPRA NTA (Net Tangible Assets) en EPRA NDV (Net Disposal Value). De EPRA NTA sluit grotendeels aan bij de 'oude' EPRA NAV.

1 Eventuele wijzigingen in de financiële kalender zullen bekend gemaakt worden via een persbericht, dat desgevallend te raadplegen zal zijn op de website van de vennootschap, www.intervest.be.




ANTWERPEN - GREENHOUSE
COLLECTION AT THE SINGEL
Als team duurzaam waarde creëren voor de klanten
De vier pijlers van de strategie (waardecreatie, duurzaamheid, klantgerichtheid en #TeamIntervest) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze nauwe verbondenheid komt tot uiting in de concrete doelstellingen vastgelegd voor de periode 2020 - 2022.
STRATEGIE





De strategie #connect2022 is gebaseerd op vier interactief verbonden pijlers: waardecreatie, klantgerichtheid, duurzaamheid en #TeamIntervest.
Met #connect2022 heeft Intervest de lijnen uit gezet voor de komende jaren: realiseren van een weldoordachte groei van 30% van de reële waarde van de vastgoedportefeuille tegen eind 2022, verbeteren van de kwaliteit van de vastgoedportefeuille door assetrotatie, de volledige waardeketen van (terrein) aankoop tot oplevering van het pand realiseren met een inhouse toegewijd en gemotiveerd team en dit met oog voor duurzaamheid zowel aan investerings- als aan financieringszijde.
Vandaar #connect2022: waardecreatie voor alle stakeholders met inachtneming van duurzaamheid op verschillende vlakken, gedragen door een krachtig, klantgericht team, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Niet groeien om te groeien is belangrijk, wel assetrotatie met het oog op het verbeteren van het risicoprofiel en de totale kwaliteit van de vastgoedportefeuille waarbij we de volledige waardeketen in huis houden.
Gunther Gielen, ceo Intervest Offices & Warehouses

Intervest engageert zich om waarde te creëren voor haar stakeholders door het genereren van solide en terugkerende kasstromen op een goed gediversifieerde vastgoedportefeuille en dit met respect voor duurzaamheid, sociale aspecten en goed bestuur.
Daarbij wil de vennootschap wendbaar voordeel halen uit de respectievelijke investeringscycli en onderliggende huurmarkt in kantoren en logistiek, de twee segmenten van de vastgoedportefeuille.
Intervest wil zowel aan investerings- als aan financieringszijde de hoogste normen qua duurzaamheid nastreven. De vastgoedvennootschap hanteert een zeer brede kijk op duurzaamheid en houdt vast aan het uitbouwen van een langetermijnrelatie met al haar stakeholders. Bijvoorbeeld door transparant te communiceren met investeerders en door het nastreven van een reputatie als langetermijnaandeel met een recurrente opbrengst en een laag risicoprofiel.
Maar duurzaamheid gaat ook over het welzijn van de eigen medewerkers, van de klanten en hun medewerkers. Intervest gaat bijvoorbeeld niet louter voor 'quick wins' op BREEAM-vlak en zal bij nieuwe investeringen of ontwikkelingen steeds vertrekken van het welzijn van de gebruiker.
Klantgerichtheid is cruciaal, extern en intern. Intervest is een vastgoedpartner die verder gaat dan louter het verhuren van vierkante meters kantoorruimte of logistieke ruimte, 'beyond real estate'. Met andere woorden, luisteren naar de noden van de klanten, meedenken en vooruitdenken om zo de klanten te "ontzorgen" en meerwaarde te bieden. Dat vertaalt zich in uitgebreide dienstverlening en flexibele oplossingen en vraagt de toewijding van een sterk en gemotiveerd team waarin medewerkers ook voor en met mekaar klantgericht werken.
Een proactieve klantgerichtheid weerspiegelt zich in feite in de volledige organisatie. Alle cruciale functies nodig voor het beheer van vastgoedklanten en vastgoed zijn inhouse voorzien: verhuur, financiën en administratie, operationele dienstverlening en facility management.
Intervest wil een betrouwbare werkgever zijn die haar medewerkers een zorgzame werkomgeving biedt waar ze zich ten volle kunnen ontplooien. De waarden van de vennootschap (professioneel en ondernemend, gedreven en enthousiast, eerlijk en respectvol, samen en in teamverband) en de bedrijfscultuur zijn hierbij een belangrijke leidraad om het klantgerichte denken te integreren in de dagdagelijkse werking.
De volledige waardeketen afdekken van grondaankoop tot langetermijnverhuur met eigen kennis en ervaring, betekent ook het creëren van een werkomgeving die het verder uitbouwen van een gemotiveerd en toegewijd team van medewerkers faciliteert. Een omgeving waar mensen vertrouwen hebben in mekaar, trots zijn op wat ze doen en samen plezier beleven.




België en haar buurlanden zijn geografisch optimaal gelegen als logistieke uitvalsbasis in Europa, gezien de aanwezigheid van de grote Europese mainports in de Rijndelta en de nabijheid van een koopkrachtig verzorgingsgebied binnen een straal van 500 km. Hierdoor is ook de logistieke vastgoedmarkt sterk ontwikkeld. De vraag naar logistiek vastgoed zal in de toekomst verder sterk toenemen door de algemene groei van de Europese economie en, in het bijzonder, de groei van e-commerce.
In het logistiek segment evolueert de portfolio van Intervest mee met de veranderende noden die bij alle betrokken partijen, mede door de coronacrisis, des te explicieter zijn geworden. Een wijzigend consumptiepatroon, het algemeen belang van de distributiesector, e-commerce, de lokale verankering e.d. doen een grotere nood aan opslagruimte ontstaan en vereisen flexibiliteit om duurzaam in te spelen op een supply-chainomgeving in beweging.
Intervest streeft naar gebouwenclusters, verschillende locaties in elkaars nabijheid, om klanten een efficiënte en optimale dienstverlening te kunnen aanbieden. Deze clustering geldt niet enkel voor de bestaande locaties, maar zal ook een rol spelen bij een geografische groei van de portefeuille als logische aanvulling op de bestaande kerngebieden.
De groei van Intervest in dit segment zal gerealiseerd worden door de verwerving van hoog kwalitatief vastgoed, ontwikkelingen op grondposities op bij voorkeur multimodaal bereikbare locaties en door ontwikkelingen binnen de eigen portefeuille. Om deze ontwikkelingen te realiseren legt Intervest grondreserves aan in de buurt van haar reeds bestaande clusters in België en Nederland eveneens met oog voor de nabijheid van de stedelijke omgeving, gegeven de evoluties op het vlak van lastmile-stadsdistributie en de zorg voor het klimaat.
Voor nieuwe acquisities of ontwikkelingen zal Intervest in België prioritair blijven focussen op de belangrijkste logistieke assen van België: Antwerpen - Brussel - Nijvel, Antwerpen - Limburg - Luik en Antwerpen - Gent - Rijsel. In Nederland concretiseert de portefeuille zich op de assen Moerdijk – 's Hertogenbosch – Nijmegen (A59), Bergen-op-Zoom – Eindhoven – Venlo (A58/A67) en Rotterdam – Gorinchem – Nijmegen (A15).
Intervest heeft reeds een uitgesproken aanwezigheid op deze assen, waardoor ze voor deze deelmarkten een belangrijke gesprekspartner is voor haar klanten. Door de posities op deze assen verder uit te bouwen, kan optimaal ingespeeld worden op de wijzigende behoeften van de bestaande en nieuwe klanten inzake oppervlakte of locatie.
Waardecreatie op een duurzame manier, met oog voor continue kwaliteitsverbetering van de gebouwen en dit voor klanten in twee segmenten: kantoren en logistiek, dat is de kern van de strategie #connect2022. Daarbij is het verwerven van gebouwen die op korte termijn cash flow generen ondergeschikt aan het (her)ontwikkelen van gebouwen en sites om op langere termijn cash flow te genereren.
Gunther Gielen, ceo Intervest Offices & Warehouses
Efficiënt inspelen op een wijzigende huurmarkt en heroriëntering van gebouwen met verder uitrollen van Greenhouse-concept
In het sterk competitieve klimaat van de kantorenmarkt onderscheidt Intervest zich door aandacht te besteden aan de voortdurend evoluerende noden van de klant. Bedrijven zijn niet louter meer op zoek naar ruimte. Ze zijn eerder vragende partij voor een totaaloplossing waarbij dienstverlening en bijkomende functionaliteiten het verschil maken: gemeenschappelijke vergaderzalen, eventmogelijkheden, restaurant, fitness, een algemeen kader voor beleving en dergelijke meer. Dit aanbod sluit logischerwijze aan bij de evoluerende manieren van werken en technologie en de hiermee gepaard gaande toenemende nood aan flexibiliteit en mobiliteit om plaats- en tijdsonafhankelijk te werken. Mede door de recente coronapandemie is het kantorenlandschap geëvolueerd naar een gemengde werkomgeving. Telewerken heeft definitief ingang gevonden en kantoren worden ook ontmoetingsplaatsen. Het ziet er naar uit dat het nieuwe normaal een gemengd kantoor is - een kantoor dat sociale afstandsmaatregelen combineert met flexibele werktijden en misschien zelfs werken op afstand.
Intervest speelt ook actief in op de evolutie in de arbeidsmarkt met Greenhouse, een inspirerend kantoorconcept voor mobiel en flexibel werken, te vinden in Antwerpen, Brussel en Mechelen. Elke Greenhouse-locatie heeft haar eigen karakter en biedt de Greenhouse-community een gastvrije, zakelijke en inspirerende omgeving, met horeca, met aandacht voor het community-gebeuren en tal van
evenementen. Ook in een professionele context blijft de nood aan sociaal contact en menselijke interactie. Met kantoren op maat, serviced offices en coworking ruimtes, oplossingen voor vergaderen en organiseren van evenementen en overal een brede waaier aan diensten, geeft Intervest met Greenhousekantooromgevingen verder invulling aan het 'ontzorgen' van de klant. De ultieme uitwerking van dit inspirerend kantoorconcept is vanaf midden 2022 te vinden in Antwerpen als Greenhouse Collection at the Singel.
Greenhouse Collection wil mensen inspireren en laten samenwerken. Door een specifiek interieurconcept met voldoende private ruimtes in combinatie met gedeelde zones, en door volop te gaan voor duurzaamheid en technologie, wordt een next level-kantoorervaring geboden.
Bij de heroriëntering van de kantorenportefeuille desinvesteert Intervest geleidelijk ook de kantoren die onvoldoende beantwoorden aan de verwachtingen in de toekomst. De focus blijft gericht op kwaliteitsvolle panden, op aantrekkelijke locaties met goede bereikbaarheid, in steden met economische groei en een belangrijke studentenpopulatie. Herinvesteringen gebeuren in gebouwen met een bijzonder karakter zowel op vlak van multifunctionaliteit, architectuur, duurzaamheid als kwaliteit, waar werken een beleving is en het Greenhouse-concept kan geïmplementeerd worden.
De strategie van Intervest in de kantorenmarkt is gericht op de heroriëntering van de kantoorgebouwen naar multitenant gebouwen met servicegerichte, inspirerende werkomgevingen, op goed bereikbare plaatsen in en rond centrumsteden in Vlaanderen met een belangrijke studentenpopulatie.
Intervest heeft een gemengde vastgoedportefeuille van € 1.209 miljoen, bestaande uit 68% logistiek vastgoed en 32% kantoorgebouwen (per 31 december 2021).
Een omvangrijke portefeuille biedt onmiskenbaar een aantal voordelen.
Elke acquisitie dient getoetst te worden aan vastgoed- en financiële criteria.
〉 herverhuringspotentieel.
De free float van het aandeel van Intervest bedraagt 85% op 31 december 2021.
De liquiditeit wordt bepaald door de mate waarin de aandelen verhandeld kunnen worden op de beurs. Bedrijven met een hoge liquiditeit trekken sneller grote investeerders aan, wat de groeimogelijkheid bevordert.
Een goede liquiditeit vergemakkelijkt de uitgifte van nieuwe aandelen (bij kapitaalverhogingen, inbrengen of fusies), wat eveneens van groot belang is om te kunnen groeien. Om haar liquiditeit te verbeteren, heeft Intervest een liquiditeitsovereenkomst afgesloten met KBC Securities en Bank Degroof Petercam.
Intervest wil zowel op het vlak van de portfolio als aan de financieringszijde de hoogste normen qua duurzaamheid nastreven. Immers, Intervest hanteert een zeer brede kijk op duurzaamheid en houdt vast aan het uitbouwen van een langetermijnrelatie met al haar stakeholders. Dit komt neer op een vastberaden streven naar het opmaken en uitrollen van een gedegen ESG-beleid.
Naast de concrete, meetbare doelstellingen van de #connect2022-strategie aangaande duurzame gebouwen, vertaalt deze brede kijk zich ook in een transparante en integere beleidsvoering waarin ook aandacht is voor gezondheid en welzijn van de klanten en de medewerkers.

In 2021 zet Intervest ook verder actief in op duurzame waardecreatie in en rond de gebouwen van de vastgoedportefeuille.
Fotovoltaïsche installaties, gasloze verwarming, intelligente LED-verlichting, aangename akoestiek, hoge ventilatiedebieten met luchtgroep voorzien van warmteterugwinning, waterzuinige sanitaire toestellen, doorgedreven isolatie van wanden, dak- en buitenschrijnwerk, organisatie van een vijfjaarlijkse conditiemeting van het gebouw, … het zijn maar enkele van de vele manieren om in duurzame gebouwen te voorzien.
In 2021 is het project opgestart om de parkeerruimtes van elke site uit de portefeuille te analyseren qua mogelijkheden voor het plaatsen van laadinfrastructuur voor elektrische wagens (PHEV en FEV). Eind 2021 is de aanbesteding gebeurd. De plaatsing van de eerste laadpalen is voorzien in het tweede kwartaal van 2022.
Duurzaamheid bouwt eveneens voort op digitalisering. Intervest integreert nieuwe digitale technologieën om de operationele processen te stroomlijnen en om de communicatie met de stakeholders te optimaliseren. Een voorbeeld hiervan is te vinden in de doorgedreven digitalisering die toegepast wordt in het iconische kantoorproject Greenhouse Collection at the Singel in Antwerpen. Gebouwgebruikers kunnen met hun smartphone het gebouw betreden, vergaderzalen boeken, gasten binnenlaten en de temperatuur op hun werkplek aanpassen. De parking is voorzien van een smart-parkingsysteem. Deze digitale oplossingen verhogen het welzijn en dragen bij tot een optimaal gebruik van de beschikbare ruimten en het energieverbruik.
Duurzaamheid in de brede betekenis van het woord, is tevens bij investeringsbeslissingen een belangrijk criterium. Voorzieningen die het welzijn van de medewerkers in het gebouw bevorderen zijn van doorslaggevende aard. Hoeveel daglicht is er mogelijk? Welke ontspanningsruimtes zijn voorzien voor bijvoorbeeld werknemers? Zo scoorde het kantoorgedeelte bij de recente acquisitie van het gebouw van Nouwens Logistics Breda zeer hoog omdat het voorziet in ontspanningsruimtes met douches, biljart e.d.
Dergelijke bijkomende voorzieningen voor de klanten (douches, lockers, laadinfrastructuur voor fietsen, …), natuurlijk daglicht in het warehouse, een aangename groene -en biodiverse buitenomgeving, doeltreffende zonnewering, … passen specifiek in de gezondheids- en welzijnsaspecten van het duurzaamheidsbeleid, en tevens ook in de algemene positionering van de vennootschap om de klanten te 'ontzorgen' en beyond real estate te gaan.
In 2021 vertaalt de beyond-real-estate-missie van Intervest zich opnieuw in een aantal unieke turnkeysolutionsprojecten met de nodige aandacht voor duurzaamheid. Zo is met het oog op een aangename beleving voor de huurders van Mechelen Business Tower de imposante inkomhal van het kantoorgebouw in Mechelen-Noord onder handen genomen. De inkomhal is onder meer gevuld met extra groen waardoor de ruimte veel levendiger en frisser oogt, maar ook een aangenamere plek geworden is om even van een koffie te genieten of een bezoeker te verwelkomen.
In Greenhouse Mechelen zorgt de recente aanpassing met een combinatie van hout-elementen en planten, eveneens voor een fris en aangenaam vertoeven.
In 2020 zijn, na de lancering van de #connect2022strategie, de voorbereidingen getroffen om de klantentevredenheid te gaan meten aan de hand van de NPS (Net Promotor Score)- methodiek. Er is gepeild naar verschillende elementen van tevredenheid: gaande van de tevredenheid met de gebouwen waarin klanten gevestigd zijn tot de tevredenheid met de dienstverlening van Intervest, evenals de verwachtingen van de klanten. Over het algemeen zijn de resultaten bevredigend te noemen, veelal betreffende de basisfaciliteiten die aangeboden worden. Er zijn een aantal verbeterpunten naar voor gekomen en er is een duidelijke
inzage in wat klanten verwachten van een gebouweigenaar die beyond real estate wil gaan en klanten wil 'ontzorgen'. Intervest gaat met deze inzichten in de loop van 2022 verder aan de slag.
Intervest heeft ook oog voor het welzijn van de lokale gemeenschap daar waar sites gevestigd zijn. Zo zijn er vijf bouwdrogers geschonken aan de provincie Luik die in juli zwaar werd getroffen door het noodweer. De schade in het rampgebied was enorm en door de overstromingen waren vele huizen zo goed als onbewoonbaar. Met de bouwdrogers heeft Maison sociale de l'Energie (behorend tot CPAS de Verviers) ongeveer 25 gezinswoningen kunnen drogen.
In het eerste semester van 2021 hebben zich in de vennootschap een aantal organisatorische wijzigingen voorgedaan. Tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van 28 april 2021 is Ann Smolders benoemd tot lid van de raad van toezicht. De raad van toezicht van Intervest van 5 mei 2021 heeft Ann Smolders vervolgens benoemd tot voorzitster van de raad van toezicht. Nog in de raad van toezicht is Marc Peeters, na goedkeuring door de FSMA, gecoöpteerd als lid, een benoeming die op de eerstvolgende algemene vergadering van Intervest voorgedragen wordt. In de directieraad zijn Joël Gorsele als cio en Vincent Macharis als cfo benoemd. Beiden zijn tevens benoemd als effectief leider.
Deze wijzigingen in de raad van toezicht en de directieraad zorgen voor een vernieuwde ploeg die samen met het volledige #TeamIntervest klaar staat om duurzame waarde te creëren voor alle stakeholders.
In de loop van 2021 is op strategisch niveau een duurzaamheidsteam opgericht. Dit team brengt de deskundigheid uit de verschillende bedrijfsactiviteiten -vastgoedbeheer en project(her)ontwikkeling- samen. Het duurzaamheidsteam is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en opvolging van de ESG-strategie.
Op operationeel niveau streeft Intervest ernaar om iedereen binnen het bedrijf te betrekken bij de visie op duurzaamheid. In de afgelopen jaren zijn al veel duurzaamheidsacties uitgevoerd. Met de ontwikkeling van het ESG-beleid wil Intervest nog meer structuur en systematiek brengen in de processen.
Het verbeteren van de ESG-prestaties is een integraal onderdeel van de langetermijnstrategie voor waardecreatie en zit verankerd in het DNA van Intervest.

Gunther Gielen, ceo Intervest Offices & Warehouses
In lijn hiermee is tevens een Innovatie- en digitaliseringswerkgroep aan de slag gegaan met enerzijds als doel na te gaan welke ICT-projecten en -applicaties opgezet kunnen worden om bedrijfsprocessen en samenwerking efficiënter te maken en anderzijds impactvolle projecten te realiseren die waarde en klantentevredenheid creëren.
Intervest toetst continu de mate waarin haar investerings- en beheerprocessen in lijn zijn met de volgende internationale normatieve standaarden:
Eind 2020 zijn alle 17 SDGs (Sustainable Development Goals van de United Nations) aan bod gekomen in het duurzaamheidsbeleid van Intervest. In oktober 2021 heeft Intervest hiervoor het internationaal erkende SDG Pioneer-certificaat ontvangen van Alex Mejia, division director van UNITAR.
Intervest is duidelijk op koers voor het behalen van de concrete duurzame doelstellingen die opgenomen zijn in haar #connect2022-strategie.
Het Duurzaamheidsverslag rapporteert over de bredere duurzaamheidsdoelstellingen van de VN en de vastgoedspecifieke EPRA performance measures in een afzonderlijk rapport en is te vinden op www.intervest.eu.
Verder bouwend op de reeds gelegde fundamenten van deze succesvolle #connect2022-strategie is de opmaak van een gedetailleerde roadmap opgestart om het ESG-beleid in Intervest op lange termijn uit te tekenen. Zo werkt Intervest in 2022 verder aan het opstellen van een ESG-charter met concrete doelstellingen zoals bijvoorbeeld het terugdringen van de CO2-uitstoot. Dit charter zal duurzaamheid integreren in alle activiteiten van de vennootschap en zorgen voor een continue optimalisering van duurzaam ondernemen binnenin Intervest en met betrekking tot externe stakeholders.
De ESG-strategie van Intervest zal opgebouwd worden rond vier aandachtsgebieden die de meest relevante trends op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur aanpakken om waarde te creëren voor alle stakeholders.

ACTIVITEITENVERSLAG
Actief verhuurbeleid leidt tot toename logistieke bezettingsgraad en toekomstige huurinkomsten, stabiele resterende looptijd en verbeteren van de kwaliteit van de portefeuille. Investeringen als fundament voor toekomstige waardecreatie.

Intervest heeft in 2021 verder de focus gelegd op duurzame waardecreatie in de projecten in aanbouw, zowel in België als in Nederland en in beide segmenten. Daarnaast resulteert het gedreven en actief verhuurbeleid, met aandacht voor de verwachtingen van de (potentiële) huurders, in sterke KPI's, voor zowel de bestaande portefeuille als voor de projecten. #TeamIntervest realiseert hierdoor belangrijke mijlpalen in haar strategisch groeiplan #connect2022 en legt een solide basis voor de toekomst.
| KERNCIJFERS* | 31.12.2021 | 31.12.2020 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| LOGISTIEK | KANTOREN | TOTAAL | LOGISTIEK | KANTOREN | TOTAAL | |||||
| België Nederland | Totaal logistiek |
Totaal kantoren |
België Nederland | Totaal logistiek |
Totaal kantoren |
|||||
| Reële waarde vastgoed beleggingen (in duizenden €) |
480.239 | 342.282 | 822.521 | 386.423 | 1.208.944 | 353.405 | 282.897 | 636.302 | 381.656 | 1.017.958 |
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur (in duizenden €) |
422.400 | 336.800 | 759.200 | 339.620 | 1.098.820 | 336.654 | 280.774 | 617.428 | 348.368 | 965.796 |
| Contractuele huren (in duizenden €) |
27.850 | 17.401 | 45.251 | 27.767 | 73.018 | 22.175 | 16.091 | 38.266 | 28.490 | 66.756 |
| Brutohuurrendement op vastgoed beschik baar voor verhuur (in %) |
6,0% | 5,2% | 5,6% | 8,2% | 6,4% | 6,6% | 5,7% | 6,2% | 8,2% | 6,9% |
| Brutohuurrendement (inclusief geschatte huurwaarde op leeg stand) op vastgoed beschikbaar voor verhuur (in %) |
6,1% | 5,2% | 5,7% | 9,5% | 6,8% | 6,9% | 5,8% | 6,4% | 9,2% | 7,4% |
| Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten (tot eerste vervaldag) (in jaren) |
4,4 | 6,6 | 5,3 | 2,6 | 4,3 | 3,4 | 6,8 | 4,8 | 2,9 | 4,0 |
| Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten (tot einde contract) (in jaren) |
5,6 | 8,0 | 6,5 | 3,8 | 5,5 | 5,2 | 7,0 | 5,9 | 4,5 | 5,3 |
| Bezettingsgraad (EPRA) (in %) |
99% | 100% | 100% | 87% | 94% | 95% | 98% | 96% | 88% | 93% |
| Aantal verhuurbare sites | 22 | 15 | 37 | 14 | 51 | 21 | 14 | 35 | 14 | 49 |
| Bruto verhuurbare oppervlakte (in duizenden m²) |
552 | 313 | 865 | 246 | 1.111 | 490 | 310 | 800 | 246 | 1.046 |
* Alle begrippen en hun berekening zijn opgenomen in een lexicon op de website www.intervest.be, genaamd "Begrippenlijst en alternatieve prestatiemaatstaven" en in dit Jaarverslag.
Investeringen als fundament voor toekomstige, duurzame waardecreatie met het inhouse #TeamIntervest
In het derde kwartaal van 2021 breidt Intervest in Zuid-Nederland verder uit met een eerste logistieke site in Breda via een sale-and-lease-backovereenkomst voor het hoofdkantoor van het Noord-Brabantse transportbedrijf Nouwens Transport Breda.
Dit hedendaagse, duurzame logistieke gebouw van circa 2.500 m² is energieneutraal en beschikt over een PV-installatie. Bij dit gebouw hoort ook een vrijstaand kantoorgebouw van circa 1.000 m² en een parking van 20.000 m².

In de sale-and-leasebackovereenkomst is, palend aan het
reeds bestaande warehouse, tevens voorzien in een uitbreiding van 3.650 m² magazijn waardoor in totaal 6.000 m² logistieke ruimte ontstaat naast de kantoorruimte. Deze transactie zal zich concretiseren bij oplevering van de nieuwbouw en is verwacht in het eerste kwartaal van 2022. De uitbreiding zal voldoen aan hoge kwaliteitsnormen.
De volledige site wordt aangekocht voor € 17,3 miljoen wat een bruto aanvangsrendement van 5,22% vertegenwoordigt. In 2021 is reeds € 13,7 miljoen betaald.
Nouwens Transport Breda huurt de volledige site voor een termijn van 17,7 jaar onder triple-netregime.
Met de verwerving van Puurs Green Logistics nv (voorheen De Tafelberg nv) beschikt Intervest over 15,6 hectare, gekend als 'Het Ooievaarsnest', voor de uitbouw van een nieuwe duurzame logistieke site aan de A12 Antwerpen-Brussel.2

Het verworven terrein beschikt over twee windmolens, is ideaal gelegen aan de afrit Ruisbroek van de A12 en zal na het doorlopen van de nodige vergunningstrajecten plaats bieden aan ruim 50.000 m² duurzame warehouses.
De aanvang van de infrastructuur- en grondwerken is gepland voor 2023. Verwacht wordt dat het project zal bijdragen aan het EPRA resultaat van 2024. Voor de realisatie van het project zal worden gewerkt met de meest recente en duurzame aangewezen bouwtechnieken. Het project zal bestaan uit een combinatie van grote en kleinere units en zal Intervest in staat stellen flexibel mee te groeien met haar klanten en zo steeds te kunnen optreden als betrouwbare vastgoedpartner.
De transactie wordt gefinancierd uit de bestaande beschikbare kredietlijnen van Intervest bij financiële instellingen.
1 Zie persbericht dd. 15 juni 2021: "Intervest breidt verder uit in Zuid-Nederland met een eerste logistieke site in Breda". 2 Zie persbericht dd. 16 november 2021: "Intervest Offices & Warehouses verwerft strategische grondpositie voor een duurzame ontwikkeling aan de A12 Antwerpen-Brussel".
Intervest verwerft via een sale-and-lease-backtransactie een terrein van 60.000 m² gelegen aan de Havenlaan in Tessenderlo.1 Het terrein, ideaal gelegen aan de afrit van de E313 autosnelweg Antwerpen - Luik, omvat een warehouse van ruim 23.000 m² met bijhorende kantoren, in gebruik door Advanced Power Solutions waarmee, aan marktconforme prijzen, een huurovereenkomst van 20 jaar is gesloten.
Op het terrein staat een windturbine waarvan de opgewekte elektriciteit wordt afgenomen door de huurder. De transactie, met een investeringswaarde van circa € 30 miljoen, biedt Intervest toekomstperspectief om de site strategisch en duurzaam op lange termijn te ontwikkelen.
Met deze verwerving breidt Intervest haar logistieke portefeuille verder uit met een site die past in de clusterstrategie van het logistieke segment, gezien de ligging in de nabijheid van overige sites van Intervest in Herentals, Oevel, Tessenderlo en Wommelgem, eveneens gelegen langs de E313. Met de aanwezigheid van een windturbine op de site geeft de vennootschap verder vorm aan haar verduurzaming.
De transactie wordt gefinancierd uit de bestaande beschikbare kredietlijnen van Intervest bij financiële instellingen.
Nederland - Breda 〉 Nouwens Transport
De definitieve verwerving van de grondpositie in Venlo2, gelegen naast bestaande gebouwen van Intervest, concretiseert de mogelijkheid tot bijkomende ontwikkeling van een logistiek pand van circa 10.000 m², volgens BREEAM 'Outstanding'-normen.
De grondpositie is gunstig gelegen op het bedrijventerrein Venlo Trade Port dat trimodaal ontsloten is door zijn ligging nabij afritten van snelwegen, quasi naast de ECT-railterminal en op korte afstand van de barge terminal. Wat een unieke troef is ten opzichte van concurrerende locaties.
Gezien de beperkte beschikbaarheid van minder grootschalige oppervlakten in de regio Venlo en de prime locatie van de site wordt het huurpotentieel van de grondpositie positief ingeschat.

Naast het vastgoed beschikbaar voor verhuur beschikt Intervest ook over projecten in aanbouw en toekomstig ontwikkelingspotentieel. De totale (potentieel) verhuurbare oppervlakte hiervan bedraagt circa 350.450 m².
Op basis van de huidige vastgoedmarktgegevens verwacht Intervest voor het totaal van deze projecten een mogelijke waarde tussen € 375 miljoen en € 425 miljoen. Ten opzichte van de waarde van de totale vastgoedbeleggingen per 31 december 2021 betekent dit een toekomstige mogelijke waardestijging van de vastgoedportefeuille over een periode 2022 - 2025 tussen € 241 miljoen en € 290 miljoen.
| Segment | Type | Land | (Potentiële) GLA in m² |
Verwachte oplevering |
BREEAM | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Genk Green Logistics | Logistiek | Ontwikkeling | BE | 10.000 | 2022 | Excellent |
| Genk Green Logistics | Logistiek | Ontwikkeling | BE | 20.000 | 2022 | Excellent |
| Genk Green Logistics | Logistiek | Ontwikkeling | BE | 21.000 | 2022 | Excellent |
| Herentals Green Logistics | Logistiek | Ontwikkeling | BE | 20.250 | 2022 | Excellent |
| Greenhouse Collection at the Singel |
Kantoren | Herontwikkeling | BE | 15.000 | 2022 | Excellent |
| PROJECTEN IN AANBOUW | 86.250 | |||||
| Genk Green Logistics | Logistiek | Ontwikkeling | BE | 164.000 | 2022-2025 | Excellent |
| Puurs* | Logistiek | Ontwikkeling | BE | 50.000 | 2024 | |
| Herentals Green Logistics | Logistiek | Ontwikkeling | BE | 8.000 | ||
| 's-Hertogenbosch Rietvelden | Logistiek | Ontwikkeling | NL | 8.500 | Outstanding | |
| Venlo* | Logistiek | Ontwikkeling | NL | 10.000 | Outstanding | |
| ONTWIKKELINGSPOTENTIEEL | 240.500 | |||||
| Greenhouse Woluwe Garden** |
Kantoren | Herontwikkeling | BE | 23.700 | 2023 | Outstanding |
| TOEKOMSTIGE PROJECTONTWIKKELING | 23.700 | |||||
| TOTAAL PROJECTEN | 350.450 | |||||
* Deze sites zijn verworven in 2021, voor meer detail wordt verwezen naar het onderdeel 'Acquisities in 2021' in dit jaarverslag.
** Woluwe Garden zal herontwikkeld worden tot Greenhouse Woluwe Garden en wordt per 31 december 2021 nog beschouwd als vastgoed beschikbaar voor verhuur.
De verdere uitwerking van het Genk Green Logistics herontwikkelingsproject loopt zoals gepland. Op de zone B van de voormalige Ford-site wordt een logistiek en semi-industrieel complex gebouwd van ongeveer 250.000 m² met BREEAM 'Excellent'-certificering, bestaande uit 21 units tussen 8.000 m² en 20.000 m² in drie blokken. Op de site gaan duurzaamheid en multimodaliteit hand in hand.
In april 2021 heeft Genk Green Logistics voor twee units een huurovereenkomst gesloten met Eddie Stobart Logistics Europe voor een periode van drie jaar.1 Deze logistieke dienstverlener heeft in juni 2021 zijn intrek genomen in deze eerste units van het Galaxy blok. Eind 2021 is er met diezelfde logistieke dienstverlener bijkomend een overeenkomst gesloten voor een nog te bouwen warehouse van in totaal 20.000 m². De oplevering van deze twee nieuwe units is voorzien voor het tweede kwartaal 2022.2
Eerder dit jaar is met P&O Ferrymasters een built-to-suithuurovereenkomst3 afgesloten voor een warehouse van ruim 10.000 m². Eind 2021 is deze nieuwe unit opgeleverd en is de vijfjarige huurovereenkomst gestart.
In september 2021 is met de derde huurder4, Neovia Logistics, een langetermijnhuurovereenkomst gesloten voor een nog te bouwen unit van ruim 10.000 m² met 1.000 m² mezzaninefaciliteiten en 500 m² kantoren. De bouwwerkzaamheden zijn ondertussen opgestart en de oplevering van dit warehouse staat gepland voor het tweede kwartaal van 2022.
Voor Genk Green Logistics eindigt 2021 met het aantrekken van Nippon Express Belgium, opnieuw een internationale logistieke speler. Een vijfjarige huurovereenkomst is gesloten voor een nog te bouwen warehouse van in totaal 21.000 m² inclusief kantoorruimte. De oplevering van deze unit is gepland voor het tweede kwartaal 2022.

2021, een commercieel succesvol jaar voor dit duurzaam logistiek project in Logistics Valley Flanders, wordt afgesloten met reeds 35% van de beschikbare 250.000 m² (voor)verhuurd. De commercialisering van Genk Green Logistics loopt verder op volle toeren en er zijn diverse gesprekken met meerdere geïnteresseerde nationale en internationale partijen lopende.
Meer informatie over dit project is te vinden op www.genkgreenlogistics.be.
Intervest ontwikkelt op de site van 18 hectare in Herentals circa 42.000 m² aan warehouses met een crossdock, circa 3.000 m² kantoorruimte en voorziet eveneens een parkeertoren op vijf niveaus met ruim 400 parkeerplaatsen. Hiermee ontstaat een unieke en duurzame cluster van kantoren en logistiek van in totaal ruim 100.000 m² aan de Atealaan in Herentals.
Onder begeleiding van #TeamIntervest is de bouw van vijf units volgens BREEAM 'Excellent'-normen aangevat. De bouwwerken verlopen volgens planning.
Met STG is reeds een huurovereenkomst gesloten voor 22.000 m² voor een periode van 13,5 jaar. De bouwwerken van deze unit zijn in oktober 2021 opgeleverd. De oplevering van de volgende 14.000 m² is voorzien voor het eerste kwartaal van 2022. De commercialisering van de overige units is volop aan de gang en reeds vergevorderde gesprekken met geïnteresseerde partijen lopen.
Op de bestaande site van 50.912 m² in Herentals zijn in navolging van het reeds eerder aangekondigde vertrek eind 2021 van Nike Europe Holding (33.356 m²) overeenkomsten afgesloten met twee nieuwe huurders, Biscuiterie Thijs en Transport Van de Poel.
Biscuiterie Thijs huurt een unit van ruim 10.000 m² en 2.000 m² mezzanine met tevens kantoorruimte voor in totaal 898 m². De overeenkomst werd afgesloten voor een maximale termijn van 5 jaar en 3 maanden. Het contract met Transport Van de Poel is initieel afgesloten voor 10.000 m² en 2.000 m² mezzanine, en is in het vierde kwartaal van 2021 uitgebreid met nog eens 12.000 m². De contracten zijn gesloten voor een maximale termijn van 10 jaar en 4 maanden. Beide huurders hebben ondertussen hun intrek genomen op de site, waardoor de huurovereenkomst van Nike Europe Holding in het derde kwartaal van 2021 vervroegd is stopgezet en een verbrekingsvergoeding werd ontvangen. De transacties zorgen voor verdere diversiteit op de site in Herentals.
1 Zie persbericht dd. 30 juni 2021: "Intervest sluit overeenkomst met Schrauwen Sanitair en Verwarming voor 22.000 m2 opslag -en kantoorruimte in ontwikkelingsproject Herentals Green Logistics".

In november 2020 verwerft Intervest een kantoorrenovatieproject op een uitstekende locatie langsheen de Singel in Antwerpen1 . Dit state-of-the-art project zal na afloop van het renovatietraject één van de topkantoorgebouwen in Antwerpen zijn.
Intervest streeft er naar om op deze zichtlocatie een vernieuwd, duurzaam en toekomstgericht smart project te realiseren door gebruik te maken van toptechnieken en te voldoen aan de BREEAM 'Excellent' bouwnormen. Het gebouw telt zes verdiepingen met grote ruimtes, omvat 15.000 m² aan kantoren en 184 parkeerplaatsen.
De commercialisering als Greenhouse Collection at the Singel, een kantoorconcept dat elementen van de bestaande Greenhouse-hubs van Intervest integreert en koppelt aan een exclusieve kantoorbeleving, is gestart. Duurzaamheid, innovatie en beleving zijn de sleutelwoorden die Greenhouse Collection beschrijven. Greenhouse Collection is ontworpen door Intervest om haar filosofie over werkruimten verder uit te breiden en zal de behoeften aan flexibiliteit, kwaliteit, verbinding en ervaring omarmen. Naast een waaier aan kantooroplossingen, zoals privéruimtes, serviced offices en coworking ruimte, zullen een volwaardig vergadercentrum

en een luxueus afgewerkte boardroom bijdragen aan het lokale, professionele leven. En om echt beyond real estate te gaan, zal Greenhouse Collection ook fijnere elementen van cultuur, kunst en gastronomie integreren.
Dit project, dat naar verwachting huurinkomsten zal genereren in het tweede semester van 2022, ligt in lijn met de strategie #connect2022 die een heroriëntering beoogt naar meer toekomstgerichte kantoorgebouwen in steden met een studentenpopulatie, zoals Antwerpen. Intervest heeft meteen ook de verdere ontwikkeling in eigen beheer overgenomen en krijgt zo rechtstreeks greep op een groter deel van de waardeketen.
Het ontwikkelingspotentieel in 's-Hertogenbosch is ontstaan door de uitbouw van een logistieke cluster na de aankoop eerder in juni 20202 van vier gebouwen die grenzen aan de grondpositie die reeds sinds augustus 2019 in het bezit is van Intervest.
Dit built-to-suitproject omvat een warehouse, mezzanine en een kantoor en zorgt voor circa 8.500 m² extra duurzame waardecreatie, naar BREEAM 'Outstanding'-normen.
Gezien de beperkte beschikbaarheid van vergelijkbare vastgoedobjecten en vergelijkbare ontwikkelingslocaties in deze regio, wordt het huurpotentieel positief ingeschat.
1 Zie persbericht dd. 18 november 2020: "Intervest verwerft prestigieus kantoorproject op toplocatie in Antwerpen".
2 Zie persbericht dd. 8 juni 2020: " Intervest Offices & Warehouses verwerft site Rietvelden in 's-Hertogenbosch".
De activiteiten en de resultaten van Intervest hangen voor een deel samen met de evolutie van de algemene economische conjunctuur. Deze wordt gemeten aan de hand van het groei- of dalingsniveau van het bruto binnenlands product van België en heeft een onrechtstreekse invloed op de bezetting van bedrijfsgebouwen door de private sector.
De impact van de conjunctuur op de resultaten van Intervest wordt evenwel getemperd door de samenstelling van de portefeuille, de looptijd van de huurcontracten, de risicospreiding door de aard en kwaliteit van de huurders, de sectorale spreiding van de portefeuille en de locatie en kwaliteit van de gebouwen.
Het operationeel- en vastgoedbeheer van alle gebouwen van Intervest gebeurt volledig intern1 om een continue relatie met de klanten te waarborgen en zo waarde te creëren. Dankzij de knowhow van de eigen asset en property management teams die exclusief ten dienste staan van de klanten-huurders, worden klanten in beide segmenten van de vastgoedportefeuille 'ontzorgt'. De vennootschap kan verder een beroep doen op interne diensten voor commerciële activiteiten, boekhouding, finance, human resources, legal, ICT, marketing en communicatie.
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen bedraagt per 31 december 2021 € 1.209 miljoen (€ 1.018 miljoen op 31 december 2020). Deze totale waarde omvat naast het vastgoed beschikbaar voor verhuur ten bedrage van circa € 1.099 miljoen, circa € 110 miljoen projectontwikkelingen.
Deze projectontwikkelingen bevatten projecten waarvan de bouw reeds gestart is zoals het kantoorgebouw Greenhouse Collection at the Singel in Antwerpen en de logistieke herontwikkelingen in Herentals (Herentals Green Logistics) en in Genk (Genk Green Logistics). Hier zijn naast de constructiewerken van de nieuwe units voor Neovia Logistics (10.000 m²) in het vierde kwartaal, ook de constructiewerken voor de uitbreiding voor Eddie Stobart Logistics Europe (20.000 m²) en Nippon Express Belgium (20.000 m²) opgestart. Net voor jaareinde is de unit voor P&O Ferrymasters (10.000 m²) opgeleverd, waarna de huurder zijn intrek in het pand genomen heeft. De totale waarde van de projectontwikkelingen in aanbouw bedraagt bijgevolg op 31 december 2021 € 82 miljoen.
Naast de projectontwikkelingen in aanbouw bevatten de projectontwikkelingen voor € 28 miljoen grondreserves in Puurs, Genk, Herentals, 's-Hertogenbosch (NL) en Venlo (NL), beschikbaar voor toekomstige ontwikkelingen.
De toename in de reële waarde van vastgoedbeleggingen met € 191 miljoen of 19% ten opzichte van 31 december 2020 is als volgt te verklaren.
1 Met uitzondering van het property management van Mechelen Campus dat uitgevoerd wordt door Quares Property and Facility Management, van de Nederlandse portefeuille door Storms International Property Services en voor het kantoorgebouw in Herentals door Zuyderstraete Vastgoed bv.
De verhuurbare oppervlakte van de vastgoedportefeuille bedraagt 1.111.478 m² op 31 december 2021. Dit is een stijging met 65.541 m² of 6% ten opzichte van jaareinde 2020 enerzijds door de acquisities van twee logistieke sites in Tessenderlo en in Breda (Nederland) en anderzijds door de oplevering van enkele stateof-the-art projecten in Genk en Herentals.
Op 31 december 2021 heeft de vastgoedportefeuille een verhuurbare oppervlakte van 1.111.478 m2 (1.045.937 m2 op 31 december 2020)
| LOGISTIEK VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR IN BELGIË |
|---|
| Antwerpen - Limburg - Luik |
| Aarschot - Nieuwlandlaan 321 - 3200 Aarschot |
| Herentals Logistics 1 - Atealaan 34d/f - 2200 Herentals |
| Herentals Logistics 2 - Atealaan 34c - 2200 Herentals |
| Herentals Logistics 3- Atealaan 34b - 2200 Herentals |
| Luik - Première Avenue 32 - 4040 Luik |
| Oevel 1 - Nijverheidsstraat 9 - 2260 Oevel |
| Oevel 2 - Nijverheidsstraat 9a-11 - 2260 Oevel |
| Oevel 3 - Nijverheidsstraat 8 - 2260 Oevel |
| Tessenderlo - Havenlaan 6 - 3980 Tessenderlo |
| Wommelgem - Koralenhoeve 25 - 2160 Wommelgem |
| Genk - Henry Fordlaan 8 + 4 - 3600 Genk |
| Antwerpen - Gent - Rijsel |
| Gent - Eddastraat 21 - 9042 Gent |
| Antwerpen - Brussel - Nijvel |
| Boom - Industrieweg 18 - 2850 Boom |
| Duffel - Stocletlaan 23 - 2570 Duffel |
| Mechelen 1 - Oude Baan 12 - 2800 Mechelen |
| Mechelen 2 - Dellingstraat 57 - 2800 Mechelen |
| Puurs - Koning Leopoldlaan 5 - 2870 Puurs |
| Schelle - Molenberglei 8 - 2627 Schelle |
| Wilrijk 1 - Boomsesteenweg 801-803 - 2610 Wilrijk |
| Wilrijk 2 - Geleegweg 1-7 - 2610 Wilrijk |
| Huizingen - Gustave Demeurslaan 69-71 - 1654 Huizingen |
| Merchtem - Preenakker 20 - 1785 Merchtem |
| Zellik - Brusselsesteenweg 464 - 1731 Zellik |
| TOTAAL LOGISTIEK VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR IN BELGIË |
| LOGISTIEK VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR IN NEDERLAND |
| A58/A67 Bergen-Op-Zoom - Eindhoven - Venlo |
| Breda - Steltbeemd 3 - 4824 AP Breda |
| Eindhoven Gold Forum - Flight Forum 1500 - 5657 EA Eindhoven |
| Eindhoven Silver Forum - Flight Forum 1800-1950 - 5657 EZ Eindhoven |
| Roosendaal 1 - Bosstraat 9-11 - 4704 RL Roosendaal |
| Roosendaal 2 - Leemstraat 15 - 4705 RT Roosendaal |
| Roosendaal 3 - Blauwhekken 2 - 4751 XD Roosendaal |
| Tilburg 1 - Kronosstraat 2 - 5048 CE Tilburg |
| Tilburg 2 - Belle van Zuylenstraat 10 - 5032 MA Tilburg |
| Venlo 1 - Archimedesweg 12 - 5928 PP Venlo |
| Venlo 2 - Celsiusweg 25 - 5928 PR Venlo |
| Venlo 3 - Celsiusweg 35 - 5928 PR Venlo |
| A59 Moerdijk - 's Hertogenbosch - Nijmegen |
| Raamsdonksveer 1 - Zalmweg 37 - 4941 SH Raamsdonksveer |
| Raamsdonksveer 2 - Zalmweg 41 - 4941 SH Raamsdonksveer |
| Raamsdonksveer 3 - Steurweg 2 - 4941 VR Raamsdonksveer |
| 's-Hertogenbosch 1 - Rietveldenweg 32, 34-36 - 5222 AR 's-Hertogenbosch |
| 's-Hertogenbosch 2 - Koenendelseweg 19-23 - 5222 BG 's-Hertogenbosch |
| A15 Rotterdam - Gorinchem - Nijmegen |
| Nijmegen - De Vlotkampweg 67-71 - 6545 AE Nijmegen |
| Vuren - Hooglandseweg 6 - 4214 KG Vuren |
| TOTAAL LOGISTIEK VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR IN NEDERLAND |
en uitbreiding
Jaar van laatste belangrijke investering Intervest
Verhuurbare oppervlakte (m2)
Bezettingsgraad* (%)
| Bouw-/renovatiejaar en uitbreiding |
Jaar van laatste belangrijke investering Intervest |
Verhuurbare oppervlakte (m2) |
Bezettingsgraad* (%) |
|---|---|---|---|
| 301.360 | 99% | ||
| 2005 | nvt | 14.602 | 100% |
| 2021 | nvt | 22.333 | 100% |
| 2008 - 2012 | nvt | 50.912 | 92% |
| 2017 | nvt | 12.123 | 100% |
| 2000-2017 | nvt | 55.468 | 100% |
| 2004 | nvt | 12.159 | 100% |
| 2007-2013 | nvt | 33.955 | 100% |
| 1995 | nvt | 11.660 | 100% |
| 1970-1980 | 1990 | 29.332 | 100% |
| 1998-2018 | 2019 | 24.181 | 100% |
| 2020-2021 | 2020-2021 | 34.635 | 100% |
| 37.944 | 100% | ||
| 2018 | nvt | 37.944 | 100% |
| 213.216 | 100% | ||
| 2015 | nvt | 24.871 | 100% |
| 1998 | nvt | 23.386 | 100% |
| 2004 | 2019 | 15.341 | 100% |
| 1998-2010 | nvt | 7.046 | 100% |
| 2001 | nvt | 43.534 | 100% |
| 1993-2016 | 2019 | 8.317 | 95% |
| 2013 | nvt | 5.364 | 100% |
| 1989-2017 | nvt | 24.521 | 100% |
| 1987-1993 | nvt | 17.548 | 100% |
| 1992-2020 | nvt | 16.651 | 100% |
| 1994 -2008 | nvt | 26.637 | 100% |
| 552.520 | 99% | ||
| 190.902 | 100% | ||
| 2019 | nvt | 3.421 | 100% |
| 2002 | 2020 | 20.691 | 100% |
| 2002 | nvt | 28.695 | 100% |
| 2018 - 2020 | 2020 | 28.199 | 100% |
| 1975-2012 | nvt | 38.162 | 100% |
| 2019 | nvt | 18.029 | 100% |
| 2004-2011 | nvt | 13.309 | 100% |
| 1997- 2019 | nvt | 28.493 | 100% |
| 2001 | nvt | 1.446 | 100% |
| 2012 | nvt | 3.989 | 100% |
| 2001 | nvt | 6.468 | 100% |
| 89.339 | 100% | ||
| 2010 | nvt | 20.653 | 100% |
| 2002 | nvt | 38.573 | 100% |
| 1980-2008 | nvt | 14.581 | 100% |
| 2018 | nvt | 5.457 | 100% |
| 2018 | nvt | 10.075 | 100% |
| 33.179 | 100% | ||
| 1988-2002 | nvt | 19.159 | 100% |
| 2018 | nvt | 14.020 | 100% |
| 313.420 | 100% | ||
| 865.940 | 100% |
* De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuur.
| Antwerpen |
|---|
| Aartselaar - Kontichsesteenweg 54 - 2630 Aartselaar |
| Gateway House - Brusselstraat 59/Montignystraat 80 - 2018 Antwerpen |
| Greenhouse Antwerp - Uitbreidingstraat 66 - 2600 Berchem |
| De Arend - Prins Boudewijnlaan 45-49 - 2650 Edegem |
| Herentals - Atealaan 34A - 2200 Herentals |
| Brussel |
| Greenhouse BXL - Berkenlaan 7, 8a en 8b - 1831 Diegem |
| Inter Access Park - Pontbeekstraat 2 & 4 - 1700 Dilbeek (Groot-Bijgaarden) |
| Park Rozendal - Terhulpsesteenweg 6A - 1560 Hoeilaart |
| Woluwe Garden - Woluwedal 18-22 - 1932 Sint-Stevens-Woluwe |
| Exiten - Zuiderlaan 91 - 1731 Zellik |
| Mechelen |
| Intercity Business Park - Generaal De Wittelaan 9-21 - 2800 Mechelen |
| Mechelen Business Tower - Blarenberglaan 2C - 2800 Mechelen |
| Mechelen Campus - Schaliënhoevedreef 20 A-J en T - 2800 Mechelen |
| Leuven |
| Ubicenter - Philipssite 5 - 3001 Leuven |
en uitbreiding
Jaar van laatste belangrijke investering Intervest
Verhuurbare oppervlakte (m2)
Bezettingsgraad* (%)
TOTAAL KANTOREN BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR 245.538 87%
TOTAAL VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR 1.111.478 94%
| Bezettingsgraad* (%) | Verhuurbare oppervlakte (m2) |
Jaar van laatste belangrijke investering Intervest |
Bouw-/renovatiejaar en uitbreiding |
|---|---|---|---|
| 75% | 35.807 | ||
| 100% | 4.140 | 2016 | 2000 |
| 73% | 11.172 | 2016 | 2002 |
| 91% | 5.763 | nvt | 2016 |
| 50% | 6.931 | nvt | 1997 |
| 79% | 7.801 | nvt | 2008 |
| 93% | 56.793 | ||
| 92% | 20.262 | nvt | 2018 |
| 65% | 6.392 | 2014 | 2000 |
| 86% | 2.830 | 2005 | 1994 |
| 100% | 23.681 | 2014 | 2000 |
| 78% | 3.628 | nvt | 2002 |
| 83% | 125.911 | ||
| 83% | 54.190 | 2019 | 1993 - 1999 / 2016 |
| 78% | 13.574 | 2014 | 2001 |
| 85% | 58.147 | 2012 - 2015 | 2000 - 2005 |
| 99% | 27.027 | ||
| 99% | 27.027 | nvt | 2001 |
| 87% | 245.538 | ||
| 94% | 1.111.478 |
* De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuur.
Intervest beschikt naast het vastgoed beschikbaar voor verhuur over een toekomstig ontwikkelingspotentieel, op de balans opgenomen aan kostprijs onder de projectontwikkelingen. De totale (potentieel) verhuurbare oppervlakte hiervan bedraagt circa 350.450 m². Op basis van de huidige vastgoedmarktgegevens verwacht Intervest voor het totaal van deze projecten een mogelijke waarde tussen € 375 miljoen en € 425 miljoen. Ten opzichte van de waarde van de totale vastgoedbeleggingen per 31 december 2021 betekent dit een toekomstige mogelijke waardestijging van de vastgoedportefeuille over de periode 2022- 2025 tussen € 241 miljoen en € 290 miljoen.
Deze projecten in aanbouw en ontwikkelingspotentieel worden toegelicht in het Vastgoedverslag - 1.1.2 Projecten in aanbouw en ontwikkelingspotentieel van dit Jaarverslag.
Op 31 december 2021 bedraagt de reële waarde van de vastgoedportefeuille € 1.209 miljoen, een toename van € 191 miljoen of 19% ten opzichte van 31 december 2020. De verklaring van deze toename wordt uiteengezet in het Vastgoedverslag - 1.2.1 Vastgoedportefeuille op 31 december 2021 van dit jaarverslag.


De #connect2022-groeistrategie met focus op uitbreiding in logistiek vastgoed en heroriëntering in de kantorenportefeuille vertaalt zich in de verhouding tussen de twee segmenten van de portefeuille. Het logistiek aandeel in de portefeuille stijgt met 5%-punten tot 68% (63% eind 2020). Intervest wenst evenwel in het kantorensegment steeds een essentieel aandeel te behouden. De kantorenportefeuille is goed voor 32% (37% eind 2020).
Van de logistieke portefeuille is 42% gelegen in Nederland.
| Segment | Reële waarde (€ 000) |
Contractuele huur (€ 000) |
Aandeel in de portefeuille (%) |
Aanschaffings waarde* (€ 000) |
Verzekerde waarde (€ 000) |
|---|---|---|---|---|---|
| Kantoren beschikbaar voor verhuur | 339.620 | 27.767 | 28% | 361.178 | 465.918 |
| Logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur in België |
422.400 | 25.481 | 35% | 354.930 | 289.921 |
| Logistiek vastgoed beschikbaar voor verhuur in Nederland |
336.800 | 17.401 | 28% | 256.014 | 200.762 |
| Vastgoed beschikbaar voor verhuur | 1.098.820 | 70.649 | 91% | 972.122 | 956.601 |
| Grondreserves logistiek | 28.555 | nvt | 2% | 28.555 | nvt |
| Projecten in aanbouw | 81.569 | 2.369 | 7% | 66.230 | nvt |
| Projectontwikkelingen | 110.124 | 2.369 | 9% | 94.785 | nvt |
| TOTAAL | 1.208.944 | 73.018 | 100% | 1.066.907 | 956.601 |
* Inclusief geactiveerde investeringen.
1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op jaareinde.
Intervest investeert in kantoorgebouwen in België en in logistieke panden in België en Nederland, gebouwen van prima kwaliteit, die verhuurd worden aan eersterangshuurders. Het onroerend goed waarin geïnvesteerd wordt, betreft voornamelijk moderne gebouwen, gelegen op strategische locaties, vaak in clusters.
In het logistiek vastgoed heeft Intervest voornamelijk sites in haar portefeuille op multimodale locaties met kritische omvang (> 25.000 m²). Deze sites bevinden zich op de belangrijkste logistieke assen in België en in Nederland.
58% van de logistieke portefeuille is in België gelegen en bevindt zich op de assen Antwerpen - Brussel - Nijvel, Antwerpen - Limburg - Luik en Antwerpen - Gent - Rijsel. 42% van de logistieke portefeuille is gelegen in Nederland en bevindt zich op de logistieke corridors in het zuiden van Nederland. .

1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2021.
NEDERLAND
De strategische focus voor de kantorenportefeuille ligt op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel, die nog steeds de belangrijkste en meest liquide kantoorregio van België is.
Intervest streeft naar kwaliteitsvolle kantoorpanden op aantrekkelijke en goed bereikbare plaatsen met een belangrijke studentenpopulatie, zoals Antwerpen (25%), Mechelen (44%), Brussel (21%) en Leuven (10%).

Ongeveer 38% van de logistieke portefeuille is verhuurd aan bedrijven buiten de logistieke sector wat de stabiliteit van de huurinkomsten bevordert, met name in periodes van minder gunstige conjunctuur.

De huurders zijn goed verspreid over een groot aantal verschillende economische sectoren, wat het risico op aanzienlijke leegstand reduceert in geval van lagere conjunctuur die sommige sectoren harder zou kunnen treffen.

De bezettingsgraad van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuur bedraagt 94% op 31 december 2021 en neemt hierbij 1%-punt toe ten opzichte van jaareinde 2020 (93%). De toename in de bezettingsgraad is het gevolg van een actief verhuurbeleid dat resulteert in enkele mooie verhuurtransacties.
De bezettingsgraad van de logistieke portefeuille bedraagt op 31 december 2021 100%, een stijging met 4%-punten ten opzichte van 31 december 2020 (96%).
In België bedraagt de logistieke bezettingsgraad 99% ten opzichte van 95% op 31 december 2020. Deze toename is te verklaren door de eind vorig jaar opgeleverde leegstaande nieuwbouwunits van circa 25.000 m² in Genk Green Logistics die ondertussen verhuurd zijn aan Eddie Stobart Logistics Europe en de vlotte herverhuring van de in het derde kwartaal van 2021 leeggekomen ruimtes in Herentals na het vroegtijdig vertrek van Nike Europe Holding. Met betrekking tot de momenteel nog resterende leegstand in Herentals, circa 4.000 m², zijn verregaande gesprekken voor verhuring aan een nieuwe huurder lopende. De ondertekening van de huurovereenkomst wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2022.
In Nederland bedraagt de bezettingsgraad 100% versus 98% op jaareinde 2020. Deze stijging vloeit voort uit de opname van de resterende verhuurbare oppervlakte in Roosendaal Braak door de reeds op de site aanwezige huurder.
De bezettingsgraad in de kantorenportefeuille bedraagt 87% op 31 december 2021, een lichte afname ten opzichte van 31 december 2020 (88%).

Naast het verbeteren van de bezettingsgraad is een belangrijke pijler van het verhuurbeleid het verbeteren van de kwaliteit van de portefeuille, en de daarbij horende verhuurcontracten. Bijvoorbeeld door het verlengen van de looptijden, het ondervangen van toekomstige leegstand of het meedenken inzake de noden van de klanten tracht Intervest het verschil te maken.
In dat kader zijn in 2021 volgende belangrijke verhuurtransacties in de logistieke portefeuille tot stand gekomen:
〉 In Herentals Green Logistics zijn verschillende transacties gesloten zoals hierboven beschreven bij de projectontwikkelingen in aanbouw en ontwikkelingspotentieel. Er zijn in totaal vier langetermijnhuurcontracten gesloten voor een totale oppervlakte van circa 60.000 m² of een brutojaarhuur van € 2,5 miljoen. Naar aanleiding van het vroegtijdige vertrek van Nike Europe Holding is een verbrekingsvergoeding ontvangen.
In totaal is 37% van de logistieke contractuele jaarhuur 31 december 2020 verlengd of vernieuwd. 16% betreft transacties met nieuwe huurders. 21% betreft verlengingen of uitbreidingen met bestaande huurders, die opnieuw hun vertrouwen schenken aan Intervest.
Naast bovenstaande transacties in de logistieke portefeuille zijn er ook transacties in de kantorenportefeuille gerealiseerd. De belangrijkste transacties in de kantorenportefeuille voor 2021 zijn:
In de kantorenportefeuille is 6% van de contractuele kantoorhuren per 31 december 2020 verlengd of vernieuwd. Het betreft 3% nieuwe contracten en 3% verlengingen of uitbreidingen met bestaande klanten.
In totaal is in de loop van 2021 een verhuurbare oppervlakte van circa 312.000 m² verlengd of vernieuwd voor de gehele portefeuille in 40 transacties. De transacties vertegenwoordigen samen een brutojaarhuur van € 16,2 miljoen, welke 24% van de totale contractuele jaarhuur per 31 december 2020 vertegenwoordigt. Hiervan zijn circa 297.500 m² of € 14,4 miljoen huurinkomsten gerealiseerd in de logistieke portefeuille. Daarnaast is circa 14.500 m² of € 1,8 miljoen huurinkomsten verzekerd in de kantorenportefeuille.
1 De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuring, op afsluitingsdatum.
De gemiddelde bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille van Intervest gedurende de 15-jarige periode van 2007 tot 2021 is 90% met als maximum 94% (op 31 december 2021 en op 31 december 2008) en als minimum 85% (op 31 december 2010).
Zowel de bezettingsgraad van de logistieke portefeuille als deze van de kantorenportefeuille situeert zich op dit moment aan de top van de historische range. Voor het eerst in 15 jaar behaalt Intervest in het logistieke segment zelfs een bezettingsgraad van 100%.

Intervest streeft ernaar een optimale risicospreiding te bekomen en tracht het relatieve aandeel van de individuele gebouwen en complexen in de totale portefeuille te beperken. Mechelen Campus is met een oppervlakte van circa 58.000 m² het grootste complex, bestaande uit 11 afzonderlijke gebouwen. Ook Intercity Business Park bestaat uit meerdere gebouwen.

1 Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2021.
De tien belangrijkste huurders vertegenwoordigen 29% van de huurinkomsten. Dit zijn steeds vooraanstaande bedrijven in hun sector die vaak deel uitmaken van internationale concerns. 13% van de belangrijkste huurders behoort tot het kantorensegment, 16% behoort tot het logistieke segment. De huurinkomsten van Intervest zijn, zonder rekening te houden met flex-werkers, verspreid over 217 verschillende huurders wat het debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de huurinkomsten bevordert.

PricewaterhouseCoopers huurder in Woluwe Garden die 5% van de contractuele huurinkomsten vertegenwoordigt, heeft op 31 december 2021 de site verlaten. Intervest heeft de toekomstmogelijkheden voor dit kantoorgebouw geanalyseerd en geopteerd voor de implementatie van het Greenhouse-concept. Het herontwikkelingsproces met het eigen team tot Greenhouse Woluwe Garden, wordt in 2022 opgestart, voortbouwend op de succesvolle implementatie van het Greenhouse-concept bij de herontwikkeling van kantoorgebouwen in Diegem, Antwerpen en Mechelen.
Ondanks de moeilijke en onzekere economische situatie, veroorzaakt door de coronapandemie, sluit Intervest 2021 af met een gemiddelde resterende looptijd tot eerstvolgende vervaldatum van 4,3 jaar voor de volledige vastgoedportefeuille. De lichte stijging ten opzichte van jaareinde 2020 (4,0 jaar) is gerealisseerd door een actief verhuringsbeleid.

1 Berekend op basis van contractuele huren.

De eindvervaldagen van de langetermijnhuurcontracten zijn goed gespreid over de komende jaren. 16% van de contracten heeft, op basis van de jaarlijkse huurinkomsten, een eindvervaldatum op 31 december 2021 of in 2022. 8% heeft een eindvervaldatum in 2023.
Van de 16% contracten die op 31 december 2021 of in 2022 op eindvervaldag komt, heeft 10%, of een jaarhuur van € 7,4 miljoen, betrekking op de kantorenportefeuille, en 6%, of een jaarhuur van € 4,5 miljoen, op de logistieke portefeuille van België.
In de kantorenportefeuille vertegenwoordigt het vertrek van PwC, huurder in Woluwe Garden die op 31 december 2021 de site heeft verlaten en 5% van de huurinkomsten betekent, het grootste aandeel. Intervest heeft de toekomstmogelijkheden voor dit kantoorgebouw geanalyseerd en geopteerd voor de implementatie van het Greenhouse-concept. Het herontwikkelingsproces met het eigen team tot Greenhouse Woluwe Garden, wordt in 2022 opgestart, voortbouwend op de succesvolle implementatie van het Greenhouse-concept bij de herontwikkeling van kantoorgebouwen in Diegem, Antwerpen en Mechelen. De overige 5% betreft voornamelijk het gedeelte van de contracten met Galapagos en Borealis waarvoor de vernieuwing van de contracten kadert in de optimalisatie van de gehele Mechelen Campus site, en in onderhandelingsfase is.
In de logistieke portefeuille komt 6% van de contracten op eindvervaldag in 2022. Hiervan zijn DPD Belgium in Puurs en Zellik, Toyota Material Handling in Wilrijk en Pharma Logistics in Huizingen de grootste. Deze huurders hebben ondertussen reeds aangegeven de site in 2022 ook effectief te zullen verlaten. Voor deze sites zijn de gesprekken tot herverhuring of mogelijke herontwikkeling alvast aangevat.
Intervest anticipeert tijdig op deze toekomstige vervaldagen, en onderzoekt momenteel de verschillende mogelijkheden op vlak van verlengingen of herverhuringen. Van de totaliteit van de huurcontracten heeft 76% een eindvervaldatum na 2023.
1 De flexibele contracten voor coworking ruimtes en serviced offices worden in de berekeningen buiten beschouwing gelaten. Ze bedragen momenteel minder dan 1% van de totale contractuele jaarhuur.
De grafiek hieronder toont het verloop van de eerstvolgende vervaldag van alle huurovereenkomsten (dit kan een eindvervaldag zijn of een tussentijdse vervaldag). Gezien Intervest diverse langetermijnovereenkomsten heeft, zijn weliswaar niet alle contracten opzegbaar binnen de vaak gebruikelijke drie jaar.
De grafiek toont het hypothetische scenario op 31 december 2021 waarbij elke huurder zijn huurcontract zou opzeggen bij eerstkomende tussentijdse vervaldag. Dit is een worst case scenario. De in 2021 vertrokken huurders hebben gemiddeld pas opgezegd na een huurperiode van 9,5 jaar (ook 9,5 jaar voor de huurders vertrokken in 2020).
Op 31 december 2021 of in 2022 heeft 18% van de contracten, op basis van de jaarlijkse huurinkomsten, een eerstvolgende vervaldatum. 11% hiervan zijn huurcontracten in de kantorenportefeuille, 7% in de Belgische logistieke portefeuille. Het betreft voornamelijk de contracten die effectief op einddatum komen zoals eerder besproken.


Voor de kantoren is de gemiddelde huurperiode tot de eerstvolgende vervaldag (WALB) 2,6 jaar op 31 december 2021 (2,9 jaar op 31 december 2020).
Voor de grotere huurders (deze boven 2.000 m²) die 65% uitmaken van de resterende huurinkomstenstroom en dus een grote impact hebben op de resultaten van Intervest, ligt de eerstvolgende vervaldag over 2,7 jaar (3,2 jaar op 31 december 2020).
Zonder rekening te houden met het contract van huurder PwC in Woluwe Garden, dat op 31 december 2021 beeïndigd is, bedraagt de gemiddelde resterende contractduur voor kantoren met een oppervlakte van meer dan 2.000 m² 3,3 jaar. Voor de totale kantorenportefeuille bedraagt de WALB exclusief PwC 2,9 jaar.
In het kantorensegment blijft de klassieke 3-6-9 de standaard maar zijn langere looptijden of boeteclausules bij het nemen van een eerste break ook geen uitzondering.

Voor de logistieke panden resulteren de verschillende transacties in de logistieke portefeuille tot een mooie toename in de gemiddelde contractduur tot eerstvolgende vervaldag in zowel de Nederlandse als de Belgische portefeuille. De gemiddelde resterende contractduur tot de eerstvolgende vervaldag voor de totale portefeuille neemt hierdoor toe tot 5,3 jaar op 31 december 2021 (4,8 jaar op 31 december 2020).
Voor de logistieke portefeuille gelegen in België bedraagt de gemiddelde resterende contractduur tot eerstvolgende vervaldag 4,4 jaar op 31 december 2021 (3,4 jaar op 31 december 2020).
De logistieke portefeuille in Nederland, waar het afsluiten van langetermijnovereenkomsten vaak gebruikelijk is, heeft een gemiddelde resterende contractduur tot de eerstvolgende vervaldatum van 6,6 jaar (6,8 jaar op 31 december 2020).
Op 31 december 2021 is de gemiddelde resterende looptijd van de contracten in de kantorenportefeuille 2,6 jaar ten opzichte van 2,9 jaar op 31 december 2020.
Voor de logistieke portefeuille is de gemiddelde looptijd van de contracten 5,3 jaar op 31 december 2021 ten opzichte van 4,8 jaar op 31 december 2020. In 2021 is in de gehele portefeuille 23% van de jaarlijkse huurinkomsten (50 contracten of € 15,4 miljoen) op een vervaldatum gekomen. Dit kon een tussentijdse dan wel een eindvervaldag zijn. 12% (22 contracten of € 7,9 miljoen) is niet opgezegd, is verlengd of vernieuwd met de bestaande huurder, 11% (28 contracten of € 7,6 miljoen) is effectief op een eindvervaldag gekomen. De huurders die in 2021 vertrokken zijn, hebben gemiddeld pas opgezegd na een huurperiode van 9,5 jaar (9,5 jaar in 2020).
In het kantorensegment is 14% of een jaarhuur van € 9,3 miljoen op tussentijdse of eindvervaldatum gekomen in 2021. Hiervan is 6% of een jaarhuur van € 4,1 miljoen niet opgezegd, is verlengd of vernieuwd met de bestaande huurder, 8% of een jaarhuur van € 5,2 miljoen is effectief tot een einde gekomen. Het betreft voornamelijk het contract van PwC in Woluwe Garden welke 5% van de totale huurinkomsten vertegenwoordigd. Voor Woluwe Garden is een grootschalig herontwikkelingstraject opgestart. Van de overige vrijgekomen kantoorruimte is ondertussen reeds € 0,5 miljoen opnieuw verhuurd. De huurders die in 2021 vertrokken in het kantorensegment, zijn gemiddeld 8,5 jaar als huurder bij Intervest gebleven.
In het logistieke segment is 9% of een jaarhuur van € 6,1 miljoen op een tussentijdse of eindvervaldatum gekomen in 2021. Hiervan is 5% of een jaarhuur van € 3,0 miljoen niet opgezegd, is verlengd of vernieuwd met de bestaande huurder. 4% of een jaarhuur van € 2,3 miljoen is effectief tot een einde gekomen. Het betreft voornamelijk het contract van huurder Nike Europe Holding in Herentals, welke vroegtijdig beëindigd is in het kader van een gedeeltelijke herverhuring aan Biscuiterie Thijs en Transport Van de Poel in 2021. Ondertussen is in de loop van 2022 ook de verhuring van het resterende van deze vrijgekomen ruimte opgetekend. De huurders die in 2021 vertrokken zijn in het logistieke segment, zijn gemiddeld 12 jaar huurder gebleven bij Intervest.
Het verhogen van de huurdersretentie door het verlengen van de looptijden van de huurcontracten blijft de uitdaging op het vlak van asset management, evenals het verder stabiliseren en mogelijkerwijze verbeteren van de bezettingsgraad in beide segmenten. Intervest blijft permanent inspelen op en mee-evolueren met de wijzigende marktomstandigheden. In combinatie met een stevige vastgoedervaring en via een uitgebreide dienstverlening tracht Intervest ten volle in te spelen op de behoeften van de huurders en zo een referentie te worden voor duurzame waardecreatie in het vastgoed.

Intervest hanteert een proactief beleid inzake het onderhoud van de gebouwen en via een constante monitoring van het investeringsplan wordt de kwaliteit van de portefeuille gegarandeerd. Naast regelmatige investeringen in kwaliteit en duurzaamheid worden herontwikkelingen en renovaties van de panden uitgevoerd om zowel de kantoorgebouwen als de logistieke panden kwalitatief hoogstaand te houden en de technische en economische levensduur van de gebouwen te optimaliseren. Zo is in 2021 meer dan € 7 miljoen besteed aan investeringen in de bestaande portefeuille.
1 Berekeningen zijn gemaakt op basis van de jaarlijkse huurinkomsten van de totale vastgoedportefeuille op 31 december 2021.
2 Percentages zijn berekend op basis van de reële waarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuur op 31 december 2021. De leeftijd is uitgedrukt ten opzichte van het bouwjaar, de kleinere renovaties worden niet in rekening gebracht. Een volledige renovatie daarentegen zorgt voor een aanpassing van de leeftijd.
| TOTALE PORTEFEUILLE | 31.12.2021 | 31.12.2020 | 31.12.2019 | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|---|---|---|
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur (€ 000) |
1.098.820 | 965.796 | 859.513 | 858.653 | 662.539 |
| Contractuele huren (€ 000) vast goed beschikbaar voor verhuur |
70.649 | 66.756 | 61.513 | 63.636 | 48.588 |
| Rendement op reële waarde (%) | 6,4% | 6,9% | 7,2% | 7,4% | 7,3% |
| Contractuele huren verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand (€ 000) |
75.231 | 71.776 | 65.761 | 68.001 | 55.783 |
| Rendement bij volledige verhuring op reële waarde (%) |
6,8% | 7,4% | 7,7% | 7,9% | 8,4% |
| Totale verhuurbare oppervlakte (m²) | 1.111.478 | 1.045.937 | 945.595 | 1.022.948 | 794.896 |
| Bezettingsgraad (%) | 94% | 93% | 93% | 93% | 91% |
| KANTOREN | 31.12.2021 | 31.12.2020 | 31.12.2019 | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
|---|---|---|---|---|---|
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur (€ 000) |
339.620 | 348.368 | 350.069 | 346.769 | 304.250 |
| Contractuele huren (€ 000) vast goed beschikbaar voor verhuur |
27.767 | 28.490 | 28.339 | 27.021 | 21.157 |
| Rendement op reële waarde (%) | 8,2% | 8,2% | 8,1% | 7,8% | 7,0% |
| Contractuele huren verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand (€ 000) |
32.155 | 32.131 | 31.388 | 30.752 | 27.772 |
| Rendement bij volledige verhuring op reële waarde (%) |
9,5% | 9,2% | 9,0% | 8,9% | 9,1% |
| Totale verhuurbare oppervlakte (m²) | 245.538 | 245.538 | 237.737 | 237.732 | 210.457 |
| Bezettingsgraad (%) | 87% | 88% | 90% | 88% | 85% |
| LOGISTIEK VASTGOED | 31.12.2021 | 31.12.2020 | 31.12.2019 | 31.12.2018 | 31.12.2017 |
| Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur (€ 000) |
759.200 | 617.428 | 509.444 | 511.884 | 358.289 |
| Contractuele huren (€ 000) vast goed beschikbaar voor verhuur |
42.882 | 38.266 | 33.174 | 36.615 | 27.431 |
| Rendement op reële waarde (%) | 5,6% | 6,2% | 6,5% | 7,2% | 7,7% |
| Contractuele huren verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand (€ 000) |
43.076 | 39.645 | 34.373 | 37.249 | 28.011 |
| Rendement bij volledige verhuring op reële waarde (%) |
5,7% | 6,4% | 6,7% | 7,3% | 7,8% |
| Totale verhuurbare oppervlakte (m²) | 865.940 | 800.399 | 707.858 | 785.216 | 584.439 |
Het brutorendement op de reële waarde in deze grafiek is berekend op de contractuele huur van de vennootschap. Het gemiddeld brutorendement van het vastgoed beschikbaar voor verhuur bedraagt 6,4% per 31 december 2021 (6,9% op 31 december 2020). Voor het logistieke segment is het brutorendement gedaald van 6,2% naar 5,6%. In de kantorenportefeuille blijft het brutorendement op hetzelfde peil als 2020, 8,2%.

De vastgoedportefeuille van Intervest wordt verzekerd voor een totale reconstructiewaarde van € 957 miljoen, exclusief de terreinen waarop de gebouwen staan, tegenover een reële waarde van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur van € 1,1 miljard op 31 december 2021 (weliswaar gronden inbegrepen). De verzekerde waarde bedraagt voor de kantorenportefeuille € 466 miljoen en voor de logistieke portefeuille € 491 miljoen, waarvan € 290 miljoen voor het logistiek vastgoed in België en € 201 miljoen voor het logistiek vastgoed in Nederland.
De verzekeringen omvatten eveneens bijkomende waarborgen voor de onbruikbaarheid van de onroerende goederen zoals huurderving, de instandhoudings- en opruimingskosten, het verhaal van huurders en gebruikers en het verhaal van derden. De gederfde huur wordt vergoed zolang het gebouw niet heropgebouwd is, voor zover dit binnen een redelijke termijn, vastgesteld door de expert, gebeurt. Inclusief deze bijkomende waarborgen is de verzekerde waarde € 1,7 miljard. Deze verzekerde waarde wordt gesplitst in € 911 miljoen voor de kantorenportefeuille en € 750 miljoen voor de logistieke portefeuille, waarvan € 515 miljoen voor het logistiek vastgoed België en € 235 miljoen voor het logistiek vastgoed in Nederland.
Intervest is verzekerd tegen aansprakelijkheid voortkomend uit haar activiteiten of haar investeringen middels een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering die lichamelijke schade dekt tot een bedrag van € 2,5 miljoen en stoffelijke schade (andere dan door brand en ontploffing) tot € 0,1 miljoen. Verder zijn de leden van de raad van toezicht en van de directieraad verzekerd voor bestuurdersaansprakelijkheid waarbij schade wordt gedekt tot een bedrag van € 30 miljoen.
In geval van een hypothetische negatieve aanpassing van het rendement dat gebruikt wordt door de vastgoeddeskundigen bij de bepaling van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap (yield of kapitalisatievoet) met 1%-punt (van 6,4% naar 7,4% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 148 miljoen of 13%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 6%-punten tot circa 51%.
In het omgekeerde geval van een hypothetische positieve aanpassing van dit gebruikte rendement met 1%-punt (van 6,4% naar 5,4% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 202 miljoen of 18%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 6%-punten tot circa 39%.
De waardering van de vastgoedportefeuille van Intervest is op 31 december 2021 uitgevoerd door de volgende vastgoeddeskundigen:
De vastgoeddeskundigen analyseren op een permanente basis verhuringen, verkoop- en aankooptransacties. Dit laat toe de vastgoedtrends correct in te schatten op basis van de werkelijk gerealiseerde prijzen en over te gaan tot het samenstellen van marktstatistieken.
Voor de beoordeling van het onroerend goed wordt rekening gehouden met de markt, de locatie en enkele karakteristieken van het onroerend goed.
Vervolgens zijn er vier belangrijke waarderingsmethoden die gehanteerd worden: actualisatie van de geschatte huurinkomsten, eenheidsprijzen, discounted cash flow analysis en kostenmethode.
De investeringswaarde is de resultante van het toegepaste rendement (yield of kapitalisatievoet, die het door een koper vereist brutorendement vertegenwoordigt) op de geschatte huurwaarde (ERV), gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten.
Voor gebouwen die deels of volledig onbezet zijn, wordt de waardering berekend aan de hand van de geschatte huurwaarde, met afhouding van de leegstand en de kosten (verhuurkosten, publiciteitskosten, enz.) voor de leegstaande delen. Voor gebouwen waar de vastgoeddeskundige het correcter acht, wordt de kostenmethode gehanteerd.
Te renoveren gebouwen, gebouwen onder renovatie of geplande projecten worden geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie of einde van de werken, verminderd met het bedrag van de resterende werken, de erelonen van architecten en ingenieurs, tussentijdse interesten, de geschatte leegstand en een risicopremie.
De investeringswaarde wordt bepaald op basis van eenheidsprijzen van het goed per m² voor kantoorruimte, opslagruimte, archief, aantal parkeerplaatsen, enz. en dit op basis van de hiervoor reeds beschreven markt- en gebouwanalyse.
De investeringswaarde wordt berekend op basis van de geactualiseerde waarde van de netto toekomstige huuropbrengsten van elke eigendom. Zo wordt per eigendom rekening gehouden met de jaarlijks te verwachten kosten en provisies, de lopende huurovereenkomsten, de realisatietermijn van de (ver)bouwwerken, hun weerslag op de effectieve inning van de huurgelden. Deze inkomstenstroom, evenals de herverkoopwaarde exclusief transactiekosten, wordt geactualiseerd (discounted cash flow) op basis van de interestvoeten op de kapitaalmarkten, en vermeerderd met een marge, eigen aan de specifieke vastgoedbelegging (liquiditeitsmarge). De impact van wijzigende rentevoeten en te verwachten inflatie wordt aldus op conservatieve wijze mee verrekend in de schatting.
Dit geeft een waarde op basis van de geschatte actuele kosten voor het reproduceren of maken van een eigendom van dezelfde kwaliteit, utiliteit en verhandelbaarheid, maar met moderne vervaardigingstechnieken.
Op uitdrukkelijke vraag van de revisor, en in overeenstemming met de vereisten van de IFRS 16 regelgeving, hebben de vastgoeddeskundigen een bijzondere taxatieoverweging gemaakt.
Deze houdt in dat de vastgoeddeskundigen uitdrukkelijk en expliciet abstractie maken van alle eventuele vergoedingen die betaald dienen te worden in het kader van tijdelijke gebruiksrechten/eigendomsrechten (zoals daar zijn erfpachten, concessies, etc.) aangezien deze onder IFRS 16 reeds afzonderlijk op de balans vermeld dienen te worden. Alle vermelde waardes in het waarderingsrapport dienen als dusdanig geïnterpreteerd te worden.
| Vastgoeddeskundige | Reële waarde (€ 000) | Investeringswaarde (€ 000) |
|---|---|---|
| Cushman & Wakefield Belgium | 330.358 | 338.616 |
| CBRE Valuation Services | 431.663 | 442.455 |
| CBRE Valuation Advisory | 336.799 | 367.111 |
| TOTAAL vastgoed beschikbaar voor verhuur* |
1.098.820 | 1.148.182 |
| CBRE Valuation Services | 35.769 | 36.663 |
| Projectontwikkelingen opgenomen in taxatierapport |
35.769 | 36.663 |
* Het totaal van de verslagen van de vastgoeddeskundigen is in overeenstemming met het bedrag van het vastgoed beschikbaar voor verhuur.
De vastgoeddeskundigen hebben voor de vastgoedportefeuille van Intervest een totale investeringswaarde bepaald, op 31 december 2021, van € 1.184.845.000 en een reële waarde van € 1.134.589.000
Gregory Lamarche, MRICS Partner Valuation & Advisory
Kevin Van de Velde, MRICS & MRE RICS Registered Valuer Director
Victoria Parret Senior Valuer Valuation & Advisory
Jason Mommaerts Senior Valuation Surveyor
Drs. H.W.B. Knol MSc RE MRICS RICS Registered Valuer Director
D.L.L. Ummels MSc RT Associate Director
Bedrijven besteden steeds meer aandacht aan de verduurzaming en de kostenoptimalisatie van hun bedrijfsvoering en hun logistiek proces. Dit kan vaak leiden tot een zoektocht naar een nieuwe locatie of ontwikkeling op maat. Naast de vastgoedkosten worden ook transport- en arbeidskosten meegenomen in dit plaatje. Als een bedrijfspand toelaat te besparen op transport-, energie- of onderhoudskosten kunnen bedrijven een hoger huurniveau dragen en verantwoorden. De prime huren voor logistiek situeren zich momenteel rond € 60/m². Deze niveau's worden voornamelijk in de regio rond Brussel gehaald.
In 2021 bedroeg de totale take up aan logistieke oppervlakte 1.200.000 m². Dit ligt ver boven het gemiddelde niveau van de afgelopen vijf jaren. Er vielen een aantal grote transacties op, zoals de verhuurtransacties van Intervest van in totaal 80.000 m² in Genk bij Genk Green Logistics, 150.000 m² voor X2O Overstock op WDport of Ghent en 70.000 m² door Eutraco op het Kluizendok in Gent. In deze take-up heeft de groeiende e-commerce-sector uiteraard een belangrijk aandeel. Over het algemeen blijft de beschikbaarheid van gebruiksklare logistieke ruimten op een historisch laag peil met 1%. Men voorziet voor 2022 een ontwikkelingspijplijn van circa 700.000 m², maar ook hier is de verwachting dat deze reeds ingenomen zullen zijn voor de oplevering. De leegstandsniveaus worden dus niet verwacht op korte termijn te gaan dalen.
Een sterke vraag gecombineerd met een schaarse beschikbaarheid van grond of projecten zou op middellange termijn remmend kunnen gaan werken voor de markt. Het is dan ook niet ondenkbaar dat ontwikkelaars nog meer bereid gaan gevonden worden om speculatieve projecten op te starten of dat locaties die voorheen niet als typische logistieke hotspots bekend stonden, gaan opkomen, simpelweg omdat grond zo schaars is geworden. Dit kan mogelijks beïnvloed worden door de huidige en verdere evolutie van de geopolitieke situatie in Oost-Europa.
Een andere opvallende evolutie in de huurmarkt over 2021 was de snelheid waarmee ESG- vereisten zich ook profileren in de verhuurbaarheid van een gebouw. Klanten tonen een grote aandacht en betalingsbereidheid voor groene en duurzame gebouwen met een hoge BREEAM- score. Verwacht wordt dat deze trend in 2022 nog zal versnellen.
Ook de Nederlandse markt presteerde sterk in 2021. De verhuurmarkt werd grotendeels klassiek gestuwd door 3PL'ers en online-retailers die sterk presteerden door e-commerce, wat inmiddels een trend is in het winkelgedrag van consumenten. De leegstand zakte fors tegenover vorig jaar tot net onder 2%.
De top logistieke regio's zijn: Tilburg/Waalwijk, Rotterdam, Noord-Limburg/Venlo en Utrecht en Schiphol/Amsterdam. Opkomende logistieke regio's zijn Almere -Lelystad, de A12 corridor, Arnhem - Nijmegen, Moerdijk en Oost-Nederland/ Twente. Het lijkt erop dat de logistieke vastgoedmarkt zich qua locatie reeds verbreedt in Nederland, hetgeen eveneens een gevolg is van de schaarste van grote gronden.
Bijkomende oorzaak van de verbreding van deze markt is de stijgende problematiek die bedrijven ondervinden om genoeg kwalitatief personeel aan te trekken om in deze logistieke centra te werken. Er wordt opgemerkt dat dit, samen met het groeiende belang van ESG, een van de grootste factoren is in de huurbeslissing van een onderneming.
De verwachting is dat de heersende trend in de huurmarkt zich zal voortzetten in 2022 waardoor de opname zal gaan toenemen en schaarste zal optreden in moderne, state-of-the-art warehouses.
De prime rent in Nederland situeert zich op toplocaties rond € 65 à € 70/m². Op Schiphol aan de luchthaven, kan de prime rent zelfs tot € 87,5/m² gaan.
1Bronnen: JLL Industrial & Logistics Market Overview 2021, JLL Flanders Office Market Research Report Spring 2022, CBRE Belgium Market Outlook 2022, CBRE Europe Investor Intentions Survey 2022, Cushman & Wakefield Marketbeat Office Brussels Q4 2021, Cushman & Wakefield Marketbeat Industrial Belgium Q4 2021, Cushman & Wakefield Marketbeat Office Belgium Regional Q4 2021, Cushman & Wakefield The Airport district report, JLL Global Real Estate Perspective - Highlights. Vakliteratuur en gesprekken met vastgoeddeskundigen doorheen het jaar.
Logistiek vastgoed blijft een aantrekkelijke activaklasse voor investeerders. De robuustheid van de sector is ook tijdens de coronacrisis naar voren gekomen.
Built-to-suitprojecten met langetermijncontracten blijven uiteraard het meest geliefd bij beleggers, echter door het beperkte aanbod aan core+ product kijken vele investeerders ook naar portfolio- of value- addproducten, al dan niet met herontwikkelingspotentieel. Brownfield-locaties winnen tevens meer aan belang.
De beperkte beschikbaarheid en algemene appetijt voor deze activaklasse resulteren dan ook in historisch lage yields voor logistiek vastgoed. In België is de investeringsmarkt nog iets conservatiever dan in Nederland, hoewel er voor prime producten toch ook een yield van 3,5% ingeschat wordt. De rendementsverwachtingen van logistiek komen op deze manier op hetzelfde niveau te liggen als bij kantoorgebouwen. Een belangrijke trend die zich in 2022 nog verder zal doorzetten. Dit kan mogelijks beïnvloed worden door de huidige en verdere evolutie van de geopolitieke situatie in Oost-Europa.
De Nederlandse logistieke vastgoedmarkt blijft expansief en aanvangsrendementen (net initial yields - NIY) dalen verder tot 3,1%. Een verdere compressie wordt verwacht door een aanhoudende belangstelling van investeerders. Dit heeft te maken met een sterke performance van de huurdersmarkt vanwege de groei van e-commerce maar ook omdat andere vastgoedsegmenten, zoals hotels, winkels en kantoren, minder interessant zijn geworden.
Vooruitzichten zijn optimistisch o.m. door het toenemende belang van e-commerce. Het aanbod aan geschikte investeringsproducten blijft echter beperkt. Ontwikkelaars bouwen speculatief op nieuwe logistieke locaties of ze herontwikkelen brownfields op bestaande bedrijventerreinen.
Nederland blijft een geliefd land voor e-commerce wat de vraag naar kleinere hubs nabij stadskernen doet toenemen. De groei van deze stadslogistieke hubs neemt vooralsnog toe. Vooral in het segment van 5.000 m² - 10.000 m² zit nog een enorme groei gevolgd door de stadsregionale distributiecentra van meer dan 20.000 m².
De consument houdt dan wel van online shoppen, maar hij staat negatief tegenover de 'verdozing' van Nederland. De maatschappelijke discussie over inpassing in het landschap zal vooralsnog niet stoppen. Hier door zal meer aandacht gaan naar architectonische vormgeving en landschappelijke inpassing van
de grote distributiecentra. Verscherpte regelgeving vanuit gemeenten is te verwachten.
Daarnaast zijn onderwerpen als circulariteit en personeelstekorten issues binnen de logistieke hotspots.
Internationale investeerders zijn nog steeds bijzonder actief op de Nederlandse logistieke vastgoedmarkt, o.m. door het positieve ondernemingsklimaat, de gunstige ligging en de uitstekende infrastructuur. Nederland blijft voor de komende jaren de poort tot Europa voor internationale bedrijven met een belangrijke locatie voor centrale Europese distributiecentra, vooral voor hoogwaardige producten.
Locaties nabij multimodale knooppunten (rail, barge, luchthaven, …) op de belangrijkste assen naar het hinterland blijven de optimale locaties voor traditionele logistieke activiteiten zoals Europese distributiecentra, in combinatie met centrale locaties voor nationale distributie. Door de opkomst van e-commerce (aangewakkerd door de coronacrisis) komen daar ook locaties bij op strategische posities langsheen de grootsteden die vaak heel andere vereisten hebben naar lay-out en beschikbare ruimte.
De eisen inzake duurzaamheid en totale kosten worden steeds strenger, wat maakt dat veel van de huidige panden niet langer aan de moderne vereisten kunnen voldoen. Dit leidt tot een groot aantal ontwikkelingsprojecten op maat en herontwikkeling van brownfields, het aantal beschikbare projectgronden blijft immers zeer schaars. Ontwikkeling op risico wint de laatste Jaren enorm aan populariteit door de beperkte leegstand en aanhoudende appetijt van kandidaat-huurders op goede locaties.
De coronacrisis heeft ook in de logistiek sporen nagelaten, al is de impact op zijn minst divers te noemen. Een zekerheid is dat een groot aantal FMCG producenten hun supply chain ten gevolge van de crisis en daarbij horende voorraadschokken onder de loep heeft genomen en momenteel daarrond diverse strategische oefeningen opstart, die mogelijks gevolgen zullen hebben in de komende jaren. Anderzijds heeft de crisis geleid tot een versnelde groei van e-commerceplatformen, die een grotere ruimtebehoefte bij deze spelers tot gevolg hebben. De negatieve impact op toeleveranciers van o.a. retail en horeca nopen verhuurders dan weer de nodige flexibiliteit te tonen naar de huurders toe teneinde de toekomst te waarborgen.
De overheid is zich bewuster geworden van het strategisch belang van de logistieke sector. De vraag naar duurzame gebouwen op multimodale locaties die klaar zijn voor een doorgedreven geautomatiseerde bedrijfsvoering zal verder toenemen. Ook is er groeiende aandacht voor stadsdistributiehubs. Kostenefficiëntie staat centraal, maar welzijnsaspecten doen evenzeer hun intrede in dit marktsegment.
Huurders hechten steeds meer belang aan de duurzaamheid van hun logistieke centra omwille van milieuoverwegingen, aandacht voor welzijn van hun werknemers en kostenefficiëntie.
De hoogst haalbare duurzaamheidsklasse voor gebouwen, namelijk BREEAM 'Outstanding' wordt steeds vaker gehaald. Er wordt naar gestreefd om vervuilende factoren zoals CO2- uitstoot, de NOx-emissie van de verwarmingsinstallaties en het algemene energieverbruik onder het wettelijk toegestane minimum uit het Bouwbesluit te brengen.
Duurzame centra beschikken over energiezuinige installaties, warmtepompen, zonnepanelen voor eigen energiebehoeften, warmte-koude-opslag in de bodem, gebruik van regenwater en waterbesparende sanitaire installaties etc. Er is een toenemende aandacht voor circulariteit waarbij producten na gebruik gedemonteerd kunnen worden en de materialen opnieuw kunnen worden gebruikt. Grondstoffen, onderdelen en producten kunnen zo hun waarde behouden. Bij de bouw worden duurzame en recycleerbare materialen gebruikt met een zo laag mogelijke milieu-impact.
Ook het welzijn, de veiligheid en de gezondheid van werknemers staan centraal. De kantoren van logistieke centra dienen aangename werkplekken te zijn met voldoende daglicht, heldere verlichting, aangename akoestiek, verwarming, ventilatie en luchtkwaliteit.
Veiligheid rondom het gebouw krijgt voldoende aandacht door bv. extra verlichting, een goede circulatie en camerabewaking.
De vraag naar distributiecentra die omnichanneldistributie mogelijk maken met de laagst mogelijke kostenstructuur stijgt. Een verdere automatisatie en digitalisatie gedreven door nieuwe technologieën en ontwikkelingen zullen invloed hebben op het concept van logistieke gebouwen. Doordat goederen hoger gestapeld kunnen worden, worden logistieke hallen hoger en daalt de vloeroppervlakte. Vloeren dienen een hogere draagkracht te hebben.
Automatisatie heeft geen invloed op de locatie. Multimodale locaties nabij de belangrijkste invalswegen, spoor- en waternetwerk blijven evenzeer belangrijk voor een kostenefficiënte bedrijfsvoering.
Het online shoppen heeft het voorbije jaar een enorme groei gekend ten gevolge van de coronapandemie. Dit heeft geleid tot een significante groei van stadsdistributie dicht bij de consument. Bestaande panden nabij de stadsrand, op een halfuur rijtijd van het afleveradres, worden omgetoverd tot overslaghubs. Deze hubs richten zich vaak tot een specifieke doelgroep en worden door derden geëxploiteerd zoals DHL of PostNL.
Vakspecialisten verwachten dat in de toekomst ook meerlaagse distributiehubs in de stadsrand ontwikkeld zullen worden, wat een vloeroppervlakte van meer dan 20.000 m² mogelijk maakt en interessant kan zijn voor meerdere doelgroepen. Meerdere typen doelgroepen en functionaliteiten zullen gecombineerd kunnen worden.

De Brusselse kantorenmarkt kende met een take-up van in totaal 472.000 m² in 2021 een positieve vooruitgang t.o.v. vorig jaar. Deze boost wordt vooral gestimuleerd door een aantal megadeals met onder andere de Europese unie en EY.
De beschikbaarheid situeert zich momenteel rond 8,3%, waarbij verwacht wordt dat deze nog verder zal toenemen aangezien er de komende twee jaar bijna 200.000 m² speculatieve ontwikkelingen bij op de markt komen (vaak reeds geïnitieerd voor de crisis). Daarnaast zien onderzoekers ook een toename van de zogenaamde 'grey spaces' – kantoorruimten die gebruikers in onderhuur aanbieden om hun eigen (te grote) contractuele oppervlakten enigszins te reduceren.
De gemiddelde huurprijzen zijn echter nog niet beïnvloed door de crisis en blijven schommelen rond € 190/m². Ook de prime huurprijzen in de Leopoldwijk blijven min of meer stabiel op € 315/m², daar waar de primehuur in de periferie rond € 165/m² zit.
De regionale markten presteerden in 2021 op een gelijkaardig niveau als Brussel. Na een zwak 2020 herstelden de Vlaamse kantoormarkten naar een take up van 297.000 m² – gestuwd door voornamelijk Gent en Antwerpen. De leegstand blijft onder controle, maar stijgt in vergelijking met de vorige jaren. De huurprijzen stijgen en gezien de huidige hoge inflatie wordt op korte termijn een verdere stijging verwacht.
In Antwerpen stijgt de take up in 2021 met 51% tot 107.441 m². Met 193 transacties in 2021 ligt dit aantal 37% hoger dan in 2020. Het herstel is ondersteund door transacties in de IT-sector (Dematic, Cegeka) en coworking (Silversquare, Urban City). De leegstand in Antwerpen steeg tot 7,9%. De recente oplevering van de gerenoveerde The Sage groep en van Greenhouse Collection at the Singel vergroten de keuze aan prime assets. De prime rents in Antwerpen stijgen met 3% in 2021 in de ring en blijven onveranderd op € 165/m² in het centrum.
In Mechelen kent de take up een sterk herstel na een uiterst rustig 2020. 18.914 m² is geregistreerd, 84% meer dan in 2020. Echter, dit is grotendeels te verklaren door een éénmalige deal. De leegstand is licht gestegen ten opzichte van jaareinde 2020 tot 7,5%. In volume bedraagt dit slechts 2.000 m² en is geconcentreerd op Grade C vastgoed in de voorsteden. De prime huren stijgen in 2021 in Mechelen met 3,3% tot € 155/m².
In Leuven daalt de take up in 2021 met 29% tot 7.579 m². De eerste jaarhelft van 2021 is bemoedigend, maar in de tweede jaarhelft is er minder activiteit. De leegstand keert terug naar het niveau van 2020. Op jaareinde 2021 bedraagt de leegstand 4,1% vs 5,2% in het eerste semester van 2021. In volume betekent dit een leegstand van 19.000 m², waarvan 81% in de periferie (Haasrode, Heverlee). De prime huren stijgen in 2021 met 7% tot € 155/m² in de nieuwe projecten langs de Vaartkom. Voor het bestaande prime vastgoed bedragen de huren € 150/m². Andere markten zoals Luik, Gent en Namen blijven stabiel op € 160/m².
Wallonië daarentegen valt – nu alle nieuwe projecten verhuurd zijn - na een aantal sterke jaren, terug op een 'normaal' niveau van circa 39.000 m² - waarbij enkel Luik degelijk presteerde door onder meer een mega-transactie met verzekeraar Ethias voor 15.000 m².
Nu het einde van de coronacrisis stilaan in zicht komt en telewerken niet langer verplicht is, zal de exacte impact van de coronacrisis op de kantorenmarkt zich ongetwijfeld kenbaar gaan maken en langzaam manifesteren. Voorlopig merken experts op dat veel beslissingen of herlocaties "on hold" zijn gezet door een toegenomen onzekerheid of extra vereisten gesteld door banken voor financieringen. Ook de take up door coworking- hubs vertraagt aanzienlijk. Door de crisis en verhoogde graad van telewerken zullen vele kantoorgebruikers de komende maanden hun vastgoedstrategie onder de loep nemen – wat zoals eerder gezegd, mogelijks een verdere decentralisatie of boost voor de coworking- hubs tot gevolg kan hebben.
De Belgische investeringsmarkt presteerde in 2021 met ongeveer € 2,7 miljard aan transacties zwakker dan 2020 (sterk beïnvloed door de Financietoren die voor € 1,3 miljard van eigenaar wisselde eind 2020) maar zit hiermee wel mooi in lijn met het 5 jarig gemiddelde.
De prime yields in Brussel worden licht aangescherpt tot 3,5% met uitschieters tot 3,25% voor langetermijncontracten. In de regio's liggen deze iets hoger, nl. rond 4,5%.
De prime yields in Antwerpen zijn met 30 bp gedaald tot 4,6%. In Mechelen zijn de prime yields gedaald met 30 bp tot 4,6%. Investeerders richten zich in Antwerpen en in Mechelen op veilige core transacties en op herontwikkelingen.
Werken, wonen en ontspannen raken veel meer met elkaar verweven. De gemengde werkomgeving met thuiswerken, telewerken vanuit een regionale hub, een coworking area, ... krijgt met de coronacrisis een eerder blijvend karakter.
De impact van de coronapandemie op de markt van het kantorenvastgoed is aanzienlijk. De crisis zet een heel aantal partijen aan het denken over hun vastgoed- en huisvestingsstrategie. Enerzijds zorgt telewerken intuïtief voor een kleinere behoefte aan m². Daar staat echter tegenover dat de afstandsregels en een coronabestendige werkomgeving een grotere oppervlakte vereisen en dat de werkplaats evolueert naar een ontmoetingsplaats waar de menselijke interactie centraal staat. De richting waarin de balans zich finaal zal begeven is nog koffiedik kijken.
Kantoren zijn niet langer een kostenpost voor bedrijven maar een middel om werknemers te motiveren, nieuwe werknemers aan te trekken en alle werknemers een plek te bieden waar ze graag zijn. De hybride manier van werken komt ook de duurzaamheidsdoelen ten goede.
Technologie, mobiliteit en welzijn op het werk zijn richtinggevend voor de locaties van de toekomst. Bedrijven zoeken kleinere, aangename 'groene' kantoren op vlot bereikbare locaties die sterk geoutilleerd zijn met gepaste bijhorende diensten zoals gezonde voeding, wellnesscentra, enz.
Deze behoefte zal uiteindelijk leiden tot omgevingen waar werken, wonen, winkelen én leven samengaan.

Sterke financiële resultaten en kerncijfers

1 Op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2021, die € 28,20 bedraagt.

| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Huurinkomsten | 65.056 | 61.303 |
| Met verhuur verbonden kosten | -148 | -51 |
| Met beheer verbonden kosten en opbrengsten | 1.051 | 534 |
| Vastgoedresultaat | 65.959 | 61.786 |
| Vastgoedkosten | -8.383 | -8.529 |
| Algemene kosten en andere operationele opbrengsten en kosten | -4.146 | -4.339 |
| Operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille | 53.430 | 48.918 |
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 198 | 1.670 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 66.020 | 15.454 |
| Ander portefeuilleresultaat | -11.205 | -9.083 |
| Operationeel resultaat | 108.443 | 56.959 |
| Financieel resultaat (excl. variaties in reële waarde van financiële activa en passiva) | -7.085 | -7.924 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 4.217 | -2.311 |
| Belastingen | -834 | -664 |
| NETTORESULTAAT | 104.741 | 46.060 |
| Toerekenbaar aan: | ||
| Aandeelhouders groep | 98.100 | 43.431 |
| Derden | 6.641 | 2.629 |
| NETTORESULTAAT - aandeel van de Groep | 98.100 | 43.431 |
| Toelichting: | ||
| EPRA resultaat | 45.176 | 40.355 |
| Portefeuilleresultaat | 48.707 | 5.387 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 4.217 | -2.311 |
De huurinkomsten van Intervest bedragen in 2021 € 65,1 miljoen (€ 61,3 miljoen). Deze toename met € 3,8 miljoen of 6% ten opzichte van 2020 wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere huurinkomsten in het logistieke segment, een gevolg van de gerealiseerde acquisities, de opgeleverde projectontwikkelingen en de verhuurtransacties in de loop van 2020 en ontvangen verbrekingsvergoedingen naar aanleiding van vroegtijdig stopgezette contracten in de logistieke portefeuille voor een bedrag van € 0,7 miljoen. De organische groei van de huurinkomsten in 2021 bedraagt 4% of € 2,6 miljoen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
De met beheer verbonden kosten en opbrengsten bedragen € 1,0 miljoen en zijn € 0,5 miljoen gestegen ten opzichte van 2020 (€ 0,5 miljoen), een combinatie van een lager aantal wederinstaatstellingen bij nieuwe huurcontracten in het kantorensegment, hogere inkomsten uit zonnepanelen en een lagere werkingskost voor de Greenhouse-hubs.
De vastgoedkosten bedragen € 8,4 miljoen voor 2021 (€ 8,5 miljoen). De daling van € 0,1 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door een afname in de interne beheerskosten van het vastgoed, gedeeltelijk gecompenseerd door hogere commerciële kosten en hogere technische kosten als gevolg van een uitgebreider onderhoudsprogramma van de bestaande portefeuille.
De algemene kosten en andere operationele opbrengsten en kosten belopen € 4,1 miljoen, een daling met € 0,2 miljoen ten opzichte van 2020 (€ 4,3 miljoen), voornamelijk een gevolg van lagere personeelskosten.
De toename van de huurinkomsten en de met beheer verbonden kosten en opbrengsten in combinatie met een daling in de vastgoed- en algemene kosten zorgen ervoor dat het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille toeneemt met € 4,5 miljoen of 9% tot € 53,4 miljoen (€ 48,9 miljoen).
De operationele marge stijgt van 80% eind 2020 naar 82% eind 2021, gedreven door een actief verhuurbeleid en monitoring van de kosten.
Het resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen bedraagt in 2021 € 0,2 miljoen. Het betreft een terugneming van een eerder voorziene te betalen huurgarantie, verleend bij de verkoop van Oudsbergen in 2019, waarvoor de slotsom in het derde kwartaal van 2021 betaald is.
De variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen bedragen in 2021 € 66,0 miljoen (€ 15,5 miljoen). De positieve variaties in de reële waarde zijn het gecombineerd resultaat van:
Het ander portefeuilleresultaat bedraagt in 2021 € -11,2 miljoen (€ -9,1 miljoen) en omvat voornamelijk de uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen die eigendom zijn van de perimetervennootschappen van Intervest in Nederland en België.
Het financiële resultaat (excl. variaties in reële waarde van financiële activa en passiva) bedraagt voor 2021 € -7,1 miljoen (€ -7,9 miljoen). De daling van de netto-interestkosten met € 0,8 miljoen, ondanks een hogere gemiddelde kapitaalopname in 2021, is het gevolg van de herfinanciering van indekkingsinstrumenten, de hogere opname in het commercial-paperprogramma en de terugbetaling van de obligatielening van € 35 miljoen op het einde van het eerste kwartaal van 2021. Hierdoor is ook de gemiddelde rentevoet van de financieringen gedaald van 2,0% in 2020 naar 1,8% voor 2021.
De variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva bevatten de wijziging in de marktwaarde van de interest rate swaps die conform IAS 39 niet als cash-flow hedginginstrument kunnen geklasseerd worden, voor een bedrag van € 4,2 miljoen (€ -2,3 miljoen).
Het nettoresultaat van Intervest voor boekjaar 2021 bedraagt € 104,7 miljoen (€ 46,1 miljoen). Het nettoresultaat – aandeelhouders Groep bedraagt voor 2021 € 98,1 miljoen (€ 43,4 miljoen) en kan opgedeeld worden in:
Het EPRA resultaat bedraagt € 45,2 miljoen voor boekjaar 2021. Rekening houdend met 25.983.006 gewogen gemiddeld aantal aandelen betekent dit een EPRA resultaat per aandeel van € 1,74 wat een toename van 9% of € 0,13 per aandeel is ten opzichte van boekjaar 2020 (€ 1,60).
| AANTAL AANDELEN | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|
| Aantal aandelen op einde periode | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 25.983.006 | 25.164.126 |
| Resultaat per aandeel - aandeel van de Groep | ||
| Nettoresultaat per aandeel (€) | 3,78 | 1,73 |
| EPRA resultaat per aandeel (€) | 1,74 | 1,60 |
| Uitkeringspercentage* (%) | 88% | 95% |
| Brutodividend (€) | 1,53** | 1,53 |
| Percentage roerende voorheffing | 30% | 30% |
| Nettodividend (€) | 1,0710 | 1,0710 |
| Balansgegevens per aandeel - aandeel van de Groep | ||
| Nettowaarde (reële waarde) (€) | 23,67 | 21,46 |
| Nettoactiefwaarde EPRA (€) | 24,88 | 22,42 |
| Beurskoers op afsluitingsdatum (€) | 28,20 | 22,55 |
| Premie t.o.v. reële nettowaarde (%) | 19% | 5% |
* Intervest Offices & Warehouses is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap met een wettelijke uitkeringsverplichting van minimaal 80% van het nettoresultaat, aangepast voor niet-kasstroomelementen, gerealiseerde meer- en minderwaarden op vastgoedbeleggingen en schuldverminderingen.
** Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarlijkse algemene vergadering te houden in 2022.
Op 31 december 2021 bedraagt de nettowaarde (reële waarde) van het aandeel € 23,67 (€ 21,46 op 31 december 2020). Aangezien de beurskoers van het Intervest aandeel (INTO) op 31 december 2021 € 28,20 bedraagt, noteert het aandeel op afsluitingsdatum met een premie van 19% ten opzichte van de nettowaarde (reële waarde).
| EPRA - KERNCIJFERS | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|
| EPRA resultaat (€ per aandeel) (aandeel van de Groep) | 1,74 | 1,60 |
| EPRA NTA (Net Tangible Assets) (€ per aandeel) | 24,83 | 22,40 |
| EPRA NRV (Net Reinstatement Value) (€ per aandeel) | 26,76 | 24,08 |
| EPRA NDV (Net Disposal Value) (€ per aandeel) | 23,64 | 21,37 |
| EPRA NIR (Netto Initieel Rendement) (%) | 5,3% | 5,7% |
| EPRA aangepast NIR (%) | 5,4% | 5,8% |
| EPRA huurleegstandspercentage (%) | 6,2% | 7,3% |
| EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten) (%) | 17,9% | 20,1% |
| EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten) (%) | 16,5% | 18,7% |
De EPRA NTA per aandeel bedraagt op 31 december 2021 € 24,83. Dit betekent een stijging van € 2,43 tegenover € 22,40 op 31 december 2020, voornamelijk als gevolg van de combinatie van de EPRA resultaat-generatie, de waardestijging van de vastgoedportefeuille en de dividenduitkering over het boekjaar 2020.
| in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|
| ACTIVA | ||
| Vaste activa | 1.219.621 | 1.022.835 |
| Vlottende activa | 29.229 | 25.158 |
| Totaal activa | 1.248.850 | 1.047.993 |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | ||
| Eigen vermogen | 636.535 | 554.414 |
| Kapitaal | 237.930 | 230.638 |
| Uitgiftepremies | 189.818 | 181.682 |
| Reserves | 96.664 | 91.467 |
| Nettoresultaat van het boekjaar | 98.100 | 43.431 |
| Minderheidsbelangen | 14.023 | 7.196 |
| Verplichtingen | 612.315 | 493.579 |
| Langlopende verplichtingen | 468.409 | 340.000 |
| Kortlopende verplichtingen | 143.906 | 153.579 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 1.248.850 | 1.047.993 |
De vaste activa bedragen € 1.219 miljoen op 31 december 2021 (€ 1.023 miljoen) en bestaan voornamelijk uit de vastgoedbeleggingen van Intervest. De reële waarde van de vastgoedportefeuille bedraagt op 31 december 2021 € 1.209 miljoen (€ 1.018 miljoen). Een toename met € 191 miljoen als gevolg van € 63 miljoen acquisities, € 54 miljoen investeringen in grondreserves en projectontwikkelingen, € 8 miljoen investeringen in de bestaande portefeuille en € 66 miljoen waardestijging in de portefeuille.
De vastgoedbeleggingen bestaan op 31 december 2021 uit:
Naast de vastgoedbeleggingen bevatten de vaste activa voor € 6 miljoen andere materiële vaste activa, voornamelijk zonnepanelen en € 5 miljoen financiële vaste activa.
De reële waarde van de vastgoedportefeuille bedraagt € 1,2 miljard op 31 december 2021.
De vlottende activa bedragen € 29 miljoen (€ 25 miljoen) en bestaan hoofdzakelijk voor € 14 miljoen uit handelsvorderingen, € 5 miljoen uit belastingvorderingen en andere vlottende activa, € 4 miljoen uit liquide middelen en € 6 miljoen uit overlopende rekeningen.
De inning van de huur- en huurlastenvorderingen volgt, ondanks de coronacrisis, nog steeds een regulier en consistent patroon. De handelsvorderingen op de balans op 31 december 2021 bedragen € 14 miljoen en omvatten € 12 miljoen niet vervallen vorderingen (vooruitfacturatie van de huur en huurlasten van het eerste kwartaal 2022). Half februari 2022 heeft Intervest reeds 99% van de huurgelden van 2021 ontvangen. Het inningspercentage van de voorfacturaties voor januari 2022 (voor de maandfacturatie) en het eerste kwartaal van 2022 (voor de kwartaalfacturatie) ligt eveneens in lijn met het normaal betalingspatroon en bedraagt reeds 89%.
Het eigen vermogen van de vennootschap is in 2021 toegenomen met € 83 miljoen of 15% en bedraagt op 31 december 2021 € 637 miljoen (€ 554 miljoen op 31 december 2020), vertegenwoordigd door 26.300.908 aandelen (25.500.672 aandelen op 31 december 2020).
Marktkapitalisatie bedraagt € 742 miljoen op 31 december 2021.
De langlopende verplichtingen bedragen € 468 miljoen (€ 340 miljoen) en bevatten de langlopende financiële schulden voor een bedrag van € 429 miljoen (€ 314 miljoen), de andere langlopende financiële verplichtingen van € 11 miljoen (€ 11 miljoen), een voorziening van € 26 miljoen aangelegd voor uitgestelde belastingen (€ 14 miljoen) en handelsschulden en andere langlopende schulden voor een bedrag van € 2 miljoen. De langlopende financiële schulden bestaan voor € 421 miljoen uit bankleningen en voor € 8 miljoen uit commercial paper (medium-term notes). De andere langlopende financiële verplichtingen bevatten enerzijds € 9 miljoen negatieve marktwaarde van de cash flow hedges die de vennootschap heeft afgesloten ter indekking van de variabele rentevoeten op de langlopende financiële schulden en anderzijds € 2 miljoen schulden met betrekking tot de te betalen erfpachtvergoedingen in Oevel en Gent.
De kortlopende verplichtingen bedragen € 144 miljoen (€ 154 miljoen) en bestaan hoofdzakelijk voor € 101 miljoen (€ 124 miljoen) uit kortlopende financiële schulden, waarvan € 1 miljoen bankleningen en een commercial paper van € 100 miljoen, voor € 24 miljoen uit handelsschulden en andere kortlopende schulden en verplichtingen en voor € 17 miljoen uit overlopende rekeningen.
2 De cijfers tussen haakjes zijn de vergelijkende cijfers voor boekjaar 2020.

Verdere optimalisatie zorgt voor een toename van de gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietlijnen tot 4,1 jaar
Ter financiering van het groeiplan #connect2022 en haar lopende projecten heeft Intervest in 2021 bijkomende financieringen met bestaande financiers afgesloten voor een totaal bedrag van € 56 miljoen met marktconforme looptijden en marges. Hierbij wordt een evenwichtige verhouding van schulden en eigen vermogen nagestreefd, waarbij het de bedoeling is om de schuldgraad tussen 45% en 50% te behouden.
Bij het afsluiten van het bijkomend krediet bij Triodos Bank voor € 40 miljoen is aan financieringszijde de hoogste norm qua duurzaamheid nagestreefd. Dit krediet, met een looptijd van 7 jaar, wordt uitdrukkelijk ter beschikking gesteld om gebruikt te worden voor de financiering van de realisatie van gebouwen die 'Outstanding' (voor nieuwbouwprojecten) of 'Excellent' (voor renovatieprojecten) BREEAM-certificatie beogen.
Ook voor haar prestigieuze logistieke projectontwikkeling Genk Green Logistics wist Intervest in 2021 nieuwe bankfinancieringen van € 16 miljoen aan te trekken met KBC Bank en BNP Paribas Fortis aan marktconforme voorwaarden, met telkens een looptijd van 4 jaar. De kredietenportefeuille is bijgevolg verder geoptimaliseerd en uitgebreid tot circa € 650 miljoen.
In het kader van een gespreide verlenging van de lopende kredietlijnen zijn kredietlijnen voor een totaal bedrag van € 65 miljoen verlengd.
Hierdoor neemt de gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietlijnen toe tot 4,1 jaar ten opzichte van 3,8 jaar per 31 december 2020. Tot 2023 komen tevens geen financieringen meer op vervaldatum.
Bijkomend zijn bestaande rente-indekkingen voor € 90 miljoen heronderhandeld en verlengd met een looptijd van 6 en 7 jaar aan een lagere rentevoet via een 'blend & extend' transactie.
Een brede basis van investeerders blijft een stevige interesse tonen in het commercial-paperprogramma met een toename in het gebruik tot € 100 miljoen op korte termijn en € 8 miljoen op lange termijn op 31 december 2021 tot gevolg. De opname is gedeeltelijk (€ 60 miljoen) afgedekt met back-uplijnen van de begeleidende banken. De overige € 40 miljoen wordt beschikbaar gehouden op de traditionele kredietlijnen.
De gemiddelde rentevoet van de financieringen wordt verder aangescherpt tot 1,8% inclusief bankmarges (2,0% op 31 december 2020).
Een goede diversificatie van verschillende financieringsbronnen wordt beoogd, alsook een adequate spreiding van de vervaldagen van de financieringen waardoor Intervest ook in 2021 afsluit met een solide kapitaalstructuur. Intervest besteedt blijvend aandacht aan het actief beheer van de financiële risico's waaronder renterisico, liquiditeitsrisico en financieringsrisico.

Overige belangrijke kenmerken van de financiële structuur op 31 december 2021.
〉 ratio van 7,5 voor 2021: hoger dan het vereiste minimum van 2 tot 2,5 dat als convenant vastgelegd is in de financieringsovereenkomsten van de vennootschap (6,2 voor 2020).

Op 31 december 2021 zijn 83% van de beschikbare kredietlijnen van Intervest langetermijnkredietlijnen en 17% kortetermijnkredietlijnen.
De kortetermijnkredietlijnen (€ 108 miljoen) bestaan uit:
Het is de strategie van Intervest om de gemiddelde looptijd van de langetermijnkredietlijnen tussen 3,5 en 5 jaar te houden maar hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen.
In 2021 heeft Intervest verder gewerkt aan de optimalisatie van de spreiding van de vervaldagen van haar kredietlijnen door:
De gewogen gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietlijnen is toegenomen tot 4,1 jaar op jaareinde 2021 tegenover 3,8 jaar op jaareinde 2020.
Op 31 december 2021 beschikt de vennootschap over € 78 miljoen niet-opgenomen gecommitteerde kredietlijnen (na afdekking van het uitgegeven handelspapier). Deze zullen in de loop van 2022 gebruikt worden voor de financiering van lopende projectontwikkelingen, toekomstige acquisities en de dividendbetaling in mei 2022.
Intervest houdt een strakke thesauriepositie aan zodat de positie van contanten bij een financiële instelling in principe vrij beperkt is en het overschot aan cash aangewend wordt ter afbouw van de financiële schulden. De cashpositie van de vennootschap bedraagt € 3,5 miljoen op 31 december 2021.
Op 31 december 2021 geeft de vervaldagenkalender van de kredietlijnen het in de grafiek getoonde beeld.

De gewogen gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietlijnen is 4,1 jaar.
Gezien de aanhoudende lage rentevoeten op de financiële markten heeft Intervest haar indekkingsstrategie aangescherpt. Bij de samenstelling van de kredietportefeuille streeft Intervest naar een strategie om een indekkingsratio van minstens 80% aan te houden.
Op 31 december 2021 heeft de vennootschap:
Van de opgenomen kredietlijnen op 31 december 2021 heeft 62% een vaste rentevoet of is gefixeerd door renteswaps en heeft 38% een variabele rentevoet.
Op 31 december 2021 bestaat 51% van de kredietlijnen van de vennootschap uit financieringen met een vaste rentevoet of financieringen gefixeerd door middel van interest rate swaps, 49% heeft een variabele rentevoet. Het procentuele verschil met de opgenomen kredietlijnen is het gevolg van de beschikbare kredietlijnen.
Op 31 december 2021 is de gewogen gemiddelde rentevoet van de interest rate swaps 0,4% (0,4% in 2020).
De vervaldagenkalender van de indekkingsinstrumenten en financieringen met vaste rentevoet geeft onderstaand beeld:

In 2021 zijn bestaande rente-indekkingen voor € 90 miljoen heronderhandeld aan een lagere rentevoet via meerdere 'blend & extend' transacties.
Op 31 december 2021 is de gewogen gemiddelde resterende looptijd van de interest rate swaps 4,9 jaar (4,4 jaar in 2020).
De rentevoeten op de kredieten van de vennootschap (interest rate swaps en kredieten met vaste rentevoet) liggen op 31 december 2021 vast voor een gewogen gemiddelde resterende looptijd van 5,0 jaar (4,1 jaar in 2020).
Voor het boekjaar 2021 bedraagt het effect op het EPRA resultaat van een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 1% ongeveer € 1,0 miljoen negatief (€ 0,5 miljoen negatief in 2020).
Voor het boekjaar 2021 bedraagt de gemiddelde rentevoet van de financieringen van Intervest 1,8% inclusief bankmarges (2,0% in 2020). Deze daling is voornamelijk het gevolg van de (her-)financieringen, rente-indekkingen en optimalisaties.
〉 De gemiddelde interestvoet van de langlopende financiële schulden bedraagt 2,1% in 2021 (2,2% in 2020) 〉 De gemiddelde interestvoet van de kortlopende financiële schulden bedraagt 0,7% in 2021 (1,4% in 2020).

De interestcover ratio is de verhouding tussen het operationeel resultaat, voor het resultaat op de portefeuille, en het financieel resultaat (exclusief variaties in reële waarde van financiële activa en passiva). Deze ratio bedraagt voor Intervest 7,5 voor het boekjaar 2021 (6,2 voor het boekjaar 2020) wat hoger is dan het vereiste minimum 2 tot 2,5 dat als convenant vastgelegd is in de financieringsovereenkomsten van de vennootschap.


De schuldgraad van de vennootschap bedraagt 45% op 31 december 2021 (43% op 31 december 2020). De toename met 2%-punten ten opzichte van 31 december 2020 is voornamelijk het gevolg van acquisities en investeringen in vastgoedbeleggingen en projectontwikkelingen en de uitbetaling van het dividend over boekjaar 2020, deels gecompenseerd door de kapitaalverhoging in het kader van het keuzedividend.
Om een proactief beleid van de schuldgraad te waarborgen, dient een GVV met een schuldgraad hoger dan 50%, als gevolg van artikel 24 van het GVV-KB, een financieel plan op te stellen. Dit plan bevat een uitvoeringsschema waarin een
beschrijving wordt gegeven van de maatregelen die zullen worden genomen om te verhinderen dat de schuldgraad boven 65% van de geconsolideerde activa zou stijgen.

Het beleid van Intervest bestaat uit het trachten te handhaven van een schuldgraad tussen ongeveer 45% en 50% tenzij een duidelijke oververhitting van de logistieke vastgoedmarkt de reële waarde van de vastgoedportefeuille aanzienlijk zou doen stijgen. Dan zal de bandbreedte voorzichtigheidshalve neerwaarts bijgesteld worden naar 40-45%.
Op basis van de huidige schuldgraad van 45% per 31 december 2021 heeft Intervest nog een bijkomend investeringspotentieel van circa € 711 miljoen, zonder hierbij de maximale schuldgraad van 65% te overschrijden. De ruimte voor verdere investeringen bedraagt circa € 467 miljoen alvorens de 60% schuldgraad te overschrijden en circa € 125 miljoen tot de drempel van 50%.
De waarderingen van de vastgoedportefeuille hebben eveneens een impact op de schuldgraad. Rekening houdend met de huidige kapitaalstructuur zou de maximale schuldgraad van 65% pas overschreden worden bij een mogelijke waardedaling van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur van ongeveer € 388 miljoen of 35% ten opzichte van het vastgoed beschikbaar voor verhuur van € 1.099 miljoen op 31 december 2021. Bij gelijkblijvende lopende huren betekent dit een stijging van de yield, gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuur, met gemiddeld 3,5%-punten (van 6,4% gemiddeld naar 9,9% gemiddeld). Bij gelijkblijvende yield, gebruikt voor de bepaling van de reële waarde van het vastgoed, betekent dit een daling van de lopende huren met € 24,9 miljoen of 35%.
Intervest is hier van oordeel dat de huidige schuldgraad zich op een aanvaardbaar niveau bevindt en voldoende marge biedt om eventuele waardedalingen van het vastgoed op te vangen.
Deze inschatting kan echter beïnvloed worden door het zich voordoen van onvoorziene gebeurtenissen. In dit opzicht wordt specifiek verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren.
De kredietportefeuille van Intervest is gespreid over tien Europese financiële instellingen en een commercial-paperprogramma.
Intervest onderhoudt handelsrelaties met:

De raad van toezicht stelt voor om het resultaat van het boekjaar 2021 van Intervest Offices & Warehouses nv als volgt te bestemmen.
in duizenden €
| Nettoresultaat van het boekjaar 2021* | 98.100 |
|---|---|
| TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES | |
| Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties in de reële waarde** van vastgoed: |
|
| Boekjaar ■ |
-47.989 |
| Vorige boekjaren ■ |
198 |
| Realisatie vastgoed ■ |
-198 |
| Onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen |
5.848 |
| Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
-4.217 |
| Toevoeging aan de andere reserve | -198 |
| Toevoeging aan de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de 'equity'-methode |
|
| Toevoeging aan overgedragen resultaten van vorige boekjaren | -4.600 |
| Vergoeding van het kapitaal | 40.240 |
* De huidige winstverdeling is gebaseerd op de enkelvoudige cijfers (zie 8.4 Bijlagen bij de enkelvoudige jaarrekening in de Financieel staten).
** Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
Aan de algemene vergadering van aandeelhouders wordt op 27 april 2022 voorgesteld om een brutodividend van € 1,53 per aandeel uit te keren.
Aan de aandeelhouders wordt voor het boekjaar 2021 een brutodividend aangeboden van € 1,53 per aandeel. Dit komt neer op een nettodividend van € 1,071 na aftrek van 30% roerende voorheffing.
Rekening houdend met 26.300.908 aandelen die zullen delen in het resultaat van het boekjaar 2021, betekent dit een uit te keren dividend van € 40.240.389.
De uitkering van het EPRA resultaat is conform de GVV-Wet. Het dividend is betaalbaar vanaf 26 mei 2022.
EPRA is de European Public Real Estate Association die aanbevelingen formuleert om de transparantie en consistentie van financiële rapportering te verhogen, de zogenaamde BPR of Best Practices Recommendations.
In oktober 2019 heeft EPRA's Reporting and Accounting Committee de geactualiseerde EPRA Best Practices Recommendations ('BPR')2 gepubliceerd. Deze BPR bevatten de aanbevelingen betreffende de bepaling van belangrijke prestaties-indicatoren voor de prestaties van de vastgoedportefeuille. Intervest onderschrijft het belang van standaardisering van de rapportage van prestatie-indicatoren uit oogpunt van vergelijkbaarheid en verbetering van de kwaliteit van de informatie aan beleggers en andere gebruikers van het jaarverslag. Om deze reden heeft Intervest er voor gekozen om de belangrijkste prestatie-indicatoren op te nemen in een apart hoofdstuk van het jaarverslag.
Het Jaarverslag 2020 van Intervest sleepte opnieuw een EPRA Gold Award in de wacht tijdens de jaarlijkse conferentie van de European Real Estate Association. Het is de zevende keer op rij dat Intervest voor haar jaarverslag een Gold Award mocht ontvangen van deze toonaangevende vereniging die pleit voor een verbetering van transparantie en consistentie in financiële rapportering.
EPRA formuleert aanbevelingen in zogeaamde BPR of Best Practice Recommendations die zorgen voor een kader van vergelijkbaarheid in de vastgoedsector en die toegelicht worden in het EPRA BPR rapport.
EPRA heeft dit ook uitgebreid naar aanbevelingen en rapportering m.b.t. duurzaamheid, de zgn. sustainability BPR. Het Intervest Duurzaamheidsverslag 2020, de tweede editie, sleept opnieuw een EPRA sBPR Silver Award in de wacht. Dit wordt uitvoeriger beschreven in het EPRA sBPR rapport.
Deze Awards zijn een erkenning voor de blijvende inspanningen die Intervest levert voor een consistente en transparante verslaggeving op financieel gebied en op het vlak van duurzaamheid. Het volgen van de EPRA BPR-richtlijnen verschaft stakeholders in de vastgoedsector transparantie en een kader van vergelijkbaarheid en wordt erg gewaardeerd in de sector zoals blijkt uit het volledig rapport over de EPRA Awards, te raadplegen op www.epra.com.

1 Deze cijfergegevens werden niet geauditeerd door de commissaris met uitzondering van het EPRA resultaat en de EPRA NAV indicatoren.
2 Het verslag kan geraadpleegd worden op de website van EPRA: www.epra.com.
De commissaris heeft nagegaan of het "EPRA resultaat", de "EPRA NAV indicatoren" berekend zijn volgens de definities van de EPRA BPR van oktober 2019, en of de financiële gegevens die voor de berekening van deze ratio's worden gebruikt, overeenstemmen met de boekhoudgegevens van de geconsolideerde financiële staten.
| Tabel EPRA-indicatoren Definities EPRA* | 31.12.2021 | 31.12.2020 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 1 | EPRA resultaat | Resultaat afkomstig van de strategische operationele activiteiten. |
in duizenden € | 45.176 | 40.355 |
| Doelstelling: meet het resultaat van de strategische operationele activiteiten, met uitsluiting van (i) de variaties in de |
|||||
| reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges), en (ii) |
|||||
| het portefeuilleresultaat (de al dan niet gerealiseerde winst of verlies op vast goedbeleggingen). |
|||||
| €/aandeel | 1,74 | 1,60 | |||
| 2 | EPRA Net Asset Value (NAV) indicatoren |
Doelstelling: past de IFRS NAW aan om de stakeholders een zo juist mogelijke infor matie te verstrekken over de reële waarde van de activa en verplichtingen van een vennootschap die in vastgoed investeert in drie verschillende gevallen: |
|||
| (i) EPRA Net Reinstatement Value (NRV) geeft een schatting van het bedrag dat nodig is om de vennootschap opnieuw op te richten via de investeringsmarkten op basis van de huidige kapitaal- en finan cieringsstructuur, inclusief de real estate transfer tax. |
in duizenden € | 703.816 | 614.019 | ||
| €/aandeel | 26,76 | 24,08 | |||
| (ii) EPRA Net Tangible Assets (NTA) gaat uit van de hypothese dat de vennootschap activa verwerft en verkoopt, hetgeen zou resulteren in de realisatie van bepaalde onvermijdelijke uitgestelde belastingen. |
in duizenden € | 653.172 | 571.146 | ||
| €/aandeel | 24,83 | 22,40 | |||
| (iii) EPRA Net Disposal Value (NDV) vertegenwoordigt de waarde die toekomt aan de aandeelhouders van de vennoot schap in geval van verkoop van haar activa, hetgeen zou leiden tot de regeling van uitgestelde belastingen, de liquidatie van de financiële instrumenten en het in reke ning nemen van andere verplichtingen aan hun maximum bedrag, min belastingen. |
in duizenden € | 621.699 | 545.038 | ||
| €/aandeel | 24,64 | 21,37 |
| Tabel EPRA-indicatoren Definities EPRA* | 31.12.2021 | 31.12.2020 | ||
|---|---|---|---|---|
| 3 | (i) EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) |
Geannualiseerde brutohuurinkomsten op basis van de contractuele huren op afslui tingsdatum van de jaarrekeningen, met uitsluiting van de vastgoedkosten, gedeeld door de marktwaarde van de portefeuille verhoogd met de geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen. |
5,3% | 5,7% |
| Doelstelling: een indicator om vastgoed portefeuilles te vergelijken op basis van rendement. |
||||
| (ii) EPRA aangepast NIR |
Deze ratio voert een correctie uit op de EPRA NIR voor de afloop van huurvrije periodes (of andere niet-vervallen huurincentives zoals een huurperiode met korting en getrapte huurprijzen). |
5,4% | 5,8% | |
| Doelstelling: een indicator om vastgoed portefeuilles te vergelijken op basis van rendement. |
||||
| 4 | EPRA huurleegstands percentage |
Geschatte huurwaarde (GHW) van leeg staande oppervlakte, gedeeld door de GHW van de totale portefeuille. |
6,2% | 7,3% |
| Doelstelling: meet de leegstand van de portefeuille vastgoedbeleggingen op basis van de GHW (ERV). |
||||
| 5 | EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten) |
EPRA kosten (inclusief directe leegstands kosten) gedeeld door de brutohuurin komsten verminderd met de vergoe dingen voor recht van opstal en erfpacht. |
17,9% | 20,2% |
| Doelstelling: meet betekenisvolle veran deringen in de algemene en operationele kosten van de vennootschap. |
||||
| EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten) |
EPRA kosten (exclusief directe leegstands kosten) gedeeld door de bruto huurinkom sten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
16,5% | 18,7% | |
| Doelstelling: meet betekenisvolle veran deringen in de algemene en operationele kosten van de vennootschap zonder effect van wijzigingen in leegstandskosten |
* Bron: EPRA Best Practices (www.epra.com).
| in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat IFRS (groepsaandeel) | 98.100 | 43.431 |
| Aanpassingen voor de berekening van het EPRA resultaat | ||
| Uit te sluiten: | ||
| I. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
-66.020 | -15.454 |
| II. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen |
-198 | -1.670 |
| VI. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva |
-4.217 | 2.311 |
| Aandeel minderheidsbelang in de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleg gingen |
6.306 | 2.654 |
| Ander portefeuilleresultaat | 11.205 | 9.083 |
| EPRA resultaat (groepsaandeel) | 45.176 | 40.355 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen | 25.983.006 | 25.164.126 |
| EPRA resultaat (€/aandeel) (groepsaandeel) | 1,74 | 1,60 |
Het EPRA resultaat over 2021 bedraagt € 45,2 miljoen, dit betekent een stijging van 12% tegenover 2020. Het EPRA resultaat per aandeel stijgt met 9% en bedraagt € 1,74 voor 2021 tegenover € 1,60 voor 2020.
Deze stijging is hoofdzakelijk het gevolg van enerzijds hogere huurinkomsten en hogere andere met beheer verbonden kosten en opbrengsten en anderzijds een daling in de financieringskosten, de vastgoedkosten en de algemene kosten.
| in duizenden € | 31.12.2021 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| EPRA NRV | EPRA NTA | EPRA NDV | EPRA NAV | EPRA NNNAV | |
| IFRS Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders van de moedermaatschappij |
622.512 | 622.512 | 622.512 | 622.512 | 622.512 |
| Verwaterde NAV aan reële waarde | 622.512 | 622.512 | 622.512 | 622.512 | 622.512 |
| Uit te sluiten: | -31.942 | -30.660 | 0 | -31.942 | 0 |
| Uitgestelde belastingen met betrekking tot de herwaar ■ dering aan reële waarde van vastgoedbeleggingen |
-27.453 | -26.425 | -27.453 | ||
| Reële waarde van financiële instrumenten ■ |
-4.489 | -4.489 | -4.489 | ||
| Immateriële vaste activa volgens de IFRS-balans ■ |
254 | ||||
| Toe te voegen: | 49.362 | 0 | -813 | 0 | -813 |
| Reële waarde van schulden met vaste rentevoet ■ |
-813 | -813 | |||
| Overdrachtsbelasting op onroerend goed ■ |
49.362 | ||||
| NAV | 703.816 | 653.172 | 621.699 | 654.454 | 621.699 |
| Verwaterd aantal aandelen | 26.300.908 | 26.300.908 | 26.300.908 | 26.300.908 | 26.300.908 |
| NAV per aandeel (in €) | 26,76 | 24,83 | 23,64 | 24,88 | 23,64 |
| in duizenden € | 31.12.2020 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| EPRA NRV | EPRA NTA | EPRA NDV | EPRA NAV | EPRA NNNAV | |
| IFRS Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders van de moedermaatschappij |
547.216 | 547.216 | 547.216 | 547.216 | 547.216 |
| Verwaterde NAV aan reële waarde | 547.216 | 547.216 | 547.216 | 547.216 | 547.216 |
| Uit te sluiten: | -24.407 | -23.928 | 0 | -24.407 | 0 |
| Uitgestelde belastingen met betrekking tot de herwaar ■ dering aan reële waarde van vastgoedbeleggingen |
-15.656 | -15.656 | -15.656 | ||
| Reële waarde van financiële instrumenten ■ |
-8.751 | -8.751 | -8.751 | ||
| Immateriële vaste activa volgens de IFRS-balans ■ |
479 | ||||
| Toe te voegen: | 42.395 | 0 | -2.180 | 0 | -2.180 |
| Reële waarde van schulden met vaste rentevoet ■ |
-2.180 | -2.180 | |||
| Overdrachtsbelasting op onroerend goed ■ |
42.395 | ||||
| NAV | 614.018 | 571.144 | 545.036 | 571.623 | 545.036 |
| Verwaterd aantal aandelen | 25.500.672 | 25.500.672 | 25.500.672 | 25.500.672 | 25.500.672 |
| NAV per aandeel (in €) | 24,08 | 22,40 | 21,37 | 22,42 | 21,37 |
In oktober 2019 publiceerde EPRA de nieuwe Best Practice Recommendations voor financiële disclosures van beurgenoteerde vastgoedvennootschappen. EPRA NAV en EPRA NNNAV worden vervangen door drie nieuwe Net Asset Valuation indicatoren namelijk, EPRA NRV (Net Reinstatement Value), EPRA NTA (Net Tangible Assets) en EPRA NDV (Net Disposal Value). De EPRA NTA sluit grotendeels aan bij de 'oude' EPRA NAV. Om de vergelijking te bewaren met gegevens uit het verleden die door de nieuwe BPR Guidelines zijn vervangen, wordt de reconciliatie van EPRA NAV en de EPRA NNNAV nog opgenomen.
De EPRA NTA per aandeel bedraagt op 31 december 2021 € 24,83. Dit betekent een stijging van € 2,43 tegenover € 22,40 per 31 december 2020 voornamelijk als gevolg van de combinatie van de EPRA resultaatgeneratie, de waardestijging van de vastgoedportefeuille en de dividenduitkering over het boekjaar 2020. De EPRA NRV per aandeel bedraagt op 31 december 2021 € 26,76 in vergelijking met € 24,08 op jaareinde 2020.
De EPRA NDV per aandeel bedraagt op jaareinde 2021 € 23,64 in vergelijking met € 21,37 op jaareinde 2020.
| in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor verkoop | 1.208.944 | 1.017.958 |
| Uit te sluiten: | ||
| Projectontwikkelingen met het oog op verhuring | 110.124 | 52.162 |
| Vastgoed beschikbaar voor verhuring | 1.098.820 | 965.796 |
| Toe te voegen: | ||
| Geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
49.362 | 42.395 |
| Investeringswaarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuring - inclusief recht van gebruik gehouden vastgoed (B) |
1.148.182 | 1.008.191 |
| Geannualiseerde brutohuurinkomsten | 69.801 | 65.623 |
| Uit te sluiten: | ||
| Vastgoedkosten* | -8.972 | -8.516 |
| Geannualiseerde nettohuurinkomsten (A) | 60.829 | 57.107 |
| Aanpassingen: | ||
| Huur bij afloop van huurvrije periodes of andere huurkortingen | 849 | 1.133 |
| Geannualiseerde 'topped-up' nettohuurinkomsten (C) | 61.678 | 58.240 |
| (in %) | ||
| EPRA NETTO INITIEEL RENDEMENT (A/B) | 5,3% | 5,7% |
| EPRA AANGEPAST NETTO INITIEEL RENDEMENT (C/B) | 5,4% | 5,8% |
* De perimeter van de uit te sluiten vastgoedkosten voor de berekening van het EPRA Netto Initieel Rendement wordt vastgelegd in de EPRA Best Practices en stemt niet overeen met de "Vastgoedkosten" zoals ze in de geconsolideerde IFRS-rekeningen worden voorgesteld.
Het EPRA Netto Initieel Rendement en het EPRA Aangepast Netto Initieel Rendement op 31 december 2021 dalen ten opzichte van 31 december 2020 als gevolg van een toename in de reële waarde van de bestaande logistieke portefeuille door het verder aanscherpen van de rendementen in de logistieke portefeuille in Nederland en België.
| Segment | Verhuurbare oppervlakte |
Geschatte huurwaarde (ERV) voor de leegstand |
Geschatte huurwaarde (ERV) |
EPRA huurleeg stand |
EPRA huurleeg stand |
|---|---|---|---|---|---|
| (in duizenden m²) | (in duizenden €) | (in duizenden €) | (in %) | (in %) | |
| 31.12.2021 | 31.12.2020 | ||||
| Kantoren | 246 | 4.388 | 32.577 | 13% | 12% |
| Logistiek vastgoed België | 552 | 194 | 23.941 | 1% | 5% |
| Logistiek vastgoed Nederland |
313 | 0 | 17.148 | 0% | 2% |
| TOTAAL VASTGOED beschikbaar voor verhuring |
1.111 | 4.582 | 73.666 | 6% | 7% |
Het EPRA huurleegstandspercentage op 31 december 2021 is licht gedaald ten opzichte van 31 december 2020.
In de logistieke portefeuille is het EPRA huurleegstandspercentage afgenomen tot 1% in België tegenover 5% per 31 december 2020. Deze afname is te verklaren door de eind vorig jaar opgeleverde leegstaande nieuwbouwunits van circa 25.000 m² in Genk Green Logistics die ondertussen verhuurd zijn aan Eddie Stobart Logistics Europe en de vlotte herverhuring van de in het derde kwartaal van 2021 leeggekomen ruimtes in Herentals na het vroegtijdig vertrek van Nike Europe Holding.
In de logistieke portefeuille in Nederland is de leegstand in Roosendaal Braak opgevuld door de reeds op de site aanwezige huurder.
Het EPRA huurleegstandspercentage bij de kantoren is licht gestegen van 12% naar 13% per 31 december 2021.
| in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|
| Administratieve en operationele uitgaven (IFRS) | 11.625 | 12.385 |
| Met verhuur verbonden kosten | 148 | 51 |
| Recuperatie van vastgoedkosten | -696 | -752 |
| Recuperatie van huurlasten | 0 | -20 |
| Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling |
361 | 698 |
| Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | -717 | -460 |
| Vastgoedkosten | 8.383 | 8.529 |
| Algemene kosten | 3.836 | 4.085 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | 310 | 254 |
| Uit te sluiten: | ||
| Vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht | -8 | -8 |
| EPRA kosten (inclusief leegstandskosten) (A) | 11.617 | 12.377 |
| Leegstandskosten | -893 | -892 |
| EPRA kosten (exclusief leegstandskosten) (B) | 10.724 | 11.485 |
| Huurinkomsten verminderd met vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht (C) |
65.048 | 61.295 |
| (in %) | ||
| EPRA kost ratio (inclusief leegstandskosten) (A/C) | 17,9% | 20,2% |
| EPRA kost ratio (exclusief leegstandskosten) (B/C) | 16,5% | 18,7% |
De EPRA kost ratio per 31 december 2021 is gedaald ten opzichte van 31 december 2020 dit dankzij een stijging in de huurinkomsten enerzijds en een daling in de kosten anderzijds.
| in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segment | Gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille gedu rende twee jaar |
Acquisities & ontwik kelingen |
Desinves teringen |
Totale netto huur inkomsten |
Gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille gedu rende twee jaar |
Evolutie nettohuur inkomsten |
Evolutie nettohuur inkomsten (in %) |
| Kantoren | 25.389 | 785 | 0 | 26.174 | 25.629 | -240 | -1% |
| Wijzigingen ten gevolge van indexatie | 179 | 1% | |||||
| Wijzigingen in de bezettingsgraad | -558 | -2% | |||||
| Wijzigingen door heronderhandeling met bestaande huurders of nieuwe huurders |
-240 | -1% | |||||
| Wijziging in ontvangen schadevergoedingen | 207 | 1% | |||||
| Wijzigingen Greenhouse | -18 | 0% | |||||
| Wijzigingen in gespreide huurvoordelen als gevolg van onderhandelingen en breakdata |
190 | 1% | |||||
| Logistiek | 34.405 | 4.477 | 0 | 38.882 | 32.473 | 1.932 | 6% |
| Wijzigingen ten gevolge van indexatie | 322 | 1% | |||||
| Wijzigingen in de bezettingsgraad | 1.255 | 4% | |||||
| Wijzigingen door heronderhandeling met bestaande huurders of nieuwe huurders |
32 | 0% | |||||
| Wijzigingen ingevolge kortingen op tijdelijke terbeschikkingstelling |
0 | 0% | |||||
| Wijzigingen in ontvangen schadevergoedingen | 474 | 1% | |||||
| Wijzigingen in gespreide huurvoordelen als gevolg van onderhandelingen en breakdata |
-151 | 0% | |||||
| TOTAAL HUURINKOMSTEN bij gelijkblijvende samenstelling |
59.794 | 5.262 | 0 | 65.056 | 58.102 | 1.692 | 3% |
| Reconciliatie met de geconsolideerde netto huurinkomsten | |||||||
| Met verhuur verbonden kosten | -148 | ||||||
| NETTOHUURRESULTAAT | 64.908 |
Bovenstaande tabel geeft de evolutie van de EPRA huurinkomsten weer bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille. Dit wil zeggen dat de extra huurinkomsten ontvangen als gevolg van de acquisities uit 2020 en 2021 niet worden opgenomen in de vergelijkingsbasis.
Bij de kantoren is er een lichte daling van 1%, in het logistieke segment is er een stijging in de like-for-like huurinkomsten van 6%.
| in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 | ||
|---|---|---|---|---|
| Kantoren | Logistiek | Kantoren | Logistiek | |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 0 | 48.969 | 0 | 42.683 |
| Investeringen in projectontwikkelingen | 13.515 | 40.274 | 2.562 | 18.324 |
| Verwerving van aandelen in vastgoed vennootschappen |
0 | 14.474 | 42.677 | 0 |
| Desinvesteringen/overboeking van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | -1.592 |
| Like-for-like portefeuille* | 2.422 | 5.311 | 2.971 | 2.066 |
| TOTAAL | 15.937 | 109.028 | 48.210 | 61.481 |
* De investeringsuitgaven vermeld bij de "Like-for-like portefeuille" betreffen investeringen en uitbreidingen in gebouwen in bezit van de vennootschap op 1 januari 2020 en nog steeds in bezit op 31 december 2021.
In de logistieke portefeuille zijn er in 2021 aankopen geweest in Tessenderlo, Puurs, Breda en Venlo. Er is eveneens geïnvesteerd in de verdere afwerking van Herentals Green Logistics en Genk Green Logistics.
In het kantorensegment is voor € 13,5 miljoen aan investeringen gedaan in het project Greenhouse Collection at the Singel in Antwerpen.
De investeringsuitgaven in de bestaande kantorenportefeuille van € 2,4 miljoen betreffen voornamelijk uitgaven met betrekking tot Greenhouse BXL, Woluwe Garden, Leuven en Intercity Business Park. In de logistieke portefeuille werd € 5,3 miljoen geïnvesteerd in de bestaande portefeuille, voornamelijk in Genk, Roosendaal, Herentals Logistics 2 en Herstal.
Met #connect20221 , gelanceerd midden 2020, heeft Intervest de strategische lijnen uitgezet voor de komende jaren: realiseren van een weldoordachte groei van 30% van de reële waarde van de vastgoedportefeuille, verbeteren van de kwaliteit van de vastgoedportefeuille door assetrotatie, de volledige waardeketen van (terrein-)aankoop tot oplevering van het pand realiseren met een inhouse toegewijd en gemotiveerd team en dit met oog voor duurzaamheid zowel aan investerings- als aan financieringszijde.
Intervest zal deze aanpak in 2022 onverminderd verder implementeren met waardecreatie voor alle stakeholders, met in acht name van duurzaamheid en ESG op verschillende vlakken, gedragen door een klantgericht team.
In de loop van 2022 zal Intervest haar lange termijn strategische en duurzame ambities na #connect2022 opnieuw in kaart brengen.
Intervest focust in beide segmenten op zowel toekomstig ontwikkelingspotentieel als toekomstbestendig moderniseren van de bestaande portefeuille
Intervest engageert zich om waarde te creëren voor haar stakeholders door het genereren van solide en terugkerende kasstromen op een goed gediversifieerde vastgoedportefeuille en dit met respect voor de omgeving, sociale aspecten en goed bestuur. Daarbij wil de vennootschap wendbaar voordeel halen uit de respectievelijke investeringscycli en de onderliggende huurmarkt in logistiek en kantoren, de twee segmenten van de vastgoedportefeuille.
In 2021 is van de bestaande portefeuille per pand een uitgebreide strategische analyse gebeurd. Deze analyse heeft duidelijk gemaakt welke panden aan de toekomstige verwachtingen en wijzigende noden van de gebruikers kunnen voldoen qua duurzaamheid en welzijn. Zo blijkt circa 86% van de totale portefeuille toekomstbestendig en voor Intervest dus strategisch van aard.

1 Zie persbericht dd. 18 juni 2020: "Intervest Offices & Warehouses stelt strategie #connect2020 voor".

Diegem 〉 Greenhouse BXL - coworking
Dit heeft tevens geleid tot een weloverwogen investerings-en herontwikkelingsprogramma voor de bestaande portefeuille, dat in lijn met #connect2022 verder zal geïmplementeerd worden in 2022 en 2023.
In het logistiek vastgoed blijft de focus liggen op sites met multimodale toegankelijkheid en een kritische omvang.
In dit marktsegment is door schaarste en het toenemend belang van e-commerce, mede beïnvloed door de coronacrisis, een zekere oververhitting van de markt ontstaan, zowel in België als in Nederland. Aankopen van logistiek vastgoed worden duur waardoor Intervest meer evolueert richting projectontwikkelingen in eigen beheer of in samenwerking met partners en het eigen #TeamIntervest. Bepaalde bestaande logistieke vastgoedsites zullen als gevolg van de strategische oefening herontwikkeld worden tot toekomstbestendige logistieke panden met verwachte hogere herverhuurbaarheid.
Daarnaast blijft Intervest investeren in logistiek vastgoed met toekomstig ontwikkelingspotentieel, zowel rondom bestaande locaties als op nieuwe locaties zodat nieuwe en bestaande logistieke clusters verder kunnen uitgebouwd worden. Mooie illustraties hiervan zijn in België de sites Herentals Green Logistics en Genk Green Logistics, Puurs en in Nederland de sites Venlo en 's-Hertogenbosch.
Voor het kantorensegment blijft Intervest qua investeringen streven naar het verwerven van kwaliteitsvolle panden op aantrekkelijke en goed bereikbare plaatsen met een belangrijke studentenpopulatie enerzijds en blijft anderzijds de nodige aandacht besteden aan het 'futureproof' upgraden van bestaande panden in de portefeuille.
Kantoorgebouwen op een goede locatie, zeker in steden met een studentenpopulatie worden eerder schaars. Bovendien zijn eveneens door de coronacrisis in het kantorensegment tendensen waarneembaar die een invloed hebben op de toekomstige manier van werken, zoals de evolutie naar een gemengde werkomgeving. Er is duidelijk een toenemende nood aan flexibiliteit en mobiliteit om plaats- en tijdsonafhankelijk te kunnen werken. Aan bedrijfszijde vertaalt zich dit in een nood aan grotere flexibiliteit qua m² en looptijden van contracten. Flexibiliteit in ruimtes, coworking en serviced offices worden de natuurlijke buffers om dit efficiënt te kunnen organiseren.
Met het Greenhouse-concept, intussen succesvol gerealiseerd in Berchem, Diegem en Mechelen, biedt Intervest een adequaat antwoord op deze noden. Ook met het prestigieus kantoorrenovatieproject Greenhouse Collection aan de Singel in Antwerpen gaat Intervest beyond real estate. Voortbouwend op de succesvolle (lopende) herontwikkelingen van deze kantoorgebouwen, is wat Woluwe Garden betreft eveneens geopteerd voor de implementatie van het Greenhouse-concept met het ervaren #TeamIntervest. Meer dan ooit blijkt de combinatie van een inspirerende kantooromgeving met een uitgebreide dienstverlening de sleutel te zijn voor toekomstbestendige waardecreatie. Woluwe Garden zal herontwikkeld worden tot Greenhouse Woluwe Garden. Het herontwikkelingsproject is begin 2022 definitief opgestart met een verwachte oplevering begin 2024.
Het wordt steeds moeilijker om kwalitatief vastgoed, verhuurd op lange termijn, aan te kopen tegen een behoorlijk rendement. Intervest focust daarom verder op herontwikkelingen en investeringen in de vastgoedsegmenten logistiek en kantoren met toekomstig ontwikkelingspotentieel. Dit brengt met zich mee dat huurinkomsten enigszins vertraagd kunnen worden en niet onmiddellijk in de resultaten terug te vinden zullen zijn.
Intervest heeft de intentie om een brutodividend voor boekjaar 2022 op minimaal hetzelfde peil als voor boekjaar 2021, namelijk € 1,53 per aandeel, voorop te stellen. Dit betekent een brutodividendrendement van 5,4% op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2021, die € 28,20 bedraagt. Het voorziene brutodividend voor 2022 kan verhoogd worden indien de omstandigheden met betrekking tot de geplande investeringen en/of bijkomende verhuringen in de vastgoedportefeuille, die leiden tot een stijging van het EPRA resultaat, zulks mogelijk en opportuun maken.
In lijn met de krijtlijnen van de #connect2022-strategie zet Intervest in op het in huis houden van een groter gedeelte van de waardeketting. Wat dus voornamelijk investeren inhoudt in eigen (her)ontwikkelingen. De reële waarde van de vastgoedportefeuille op 31 december 2021 is sinds begin 2020 gegroeid met 35%, waarvan 27% als gevolg van acquisities en projectontwikkelingen. Door de opstart van het herontwikkelingsproject Greenhouse Woluwe Garden vallen deze huurinkomsten tijdelijk weg. Deze huurvermindering zal geen impact hebben op het verwacht EPRA resultaat van 2022 als gevolg van de eigen (her)ontwikkelingen en acquisities die in 2022 al zullen bijdragen aan het EPRA resultaat.
Op basis van de voorziene samenstelling van de vastgoedportefeuille en beschikbare informatie op moment van publicatie van dit Jaarverslag, verwacht Intervest een vergelijkbaar EPRA resultaat voor 2022.
De groei gekoppeld aan de strategische focus op eigen (her)ontwikkelingen zal beginnen renderen vanaf 2023 met een verwachte toename van het EPRA resultaat tegenover 2022.
Deze vooruitzichten zijn gebaseerd op de huidige kennis en inschatting van renteschommelingen, het strategisch groeiplan #connect2022 en behoudens onvoorziene omstandigheden (zoals mogelijke effecten van de coronacrisis en van de verdere evolutie van de geopolitieke situatie in Oost-Europa).



Marktkapitalisatie kent een toename van bijna 30% tegenover 2020

Het aandeel van Intervest Offices & Warehouses is sinds 1999 genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussel (INTO).
Het aandeel is opgenomen in o.a. de beursindexen EPRA/NAREIT Developed Europe en EPRA/NAREIT Developed Europe REIT's.

Intervest noteert > 20 jaar op de beurs van Brussel.


Het aandeel van Intervest heeft op 31 december 2021 het boekjaar afgesloten met een beurskoers van € 28,20 ten opzichte van € 22,55 op 31 december 2020.
De gemiddelde beurskoers van het boekjaar 2021 bedraagt € 23,92 ten opzichte van € 23,03 in het boekjaar 2020. Het aandeel heeft als laagste slotkoers € 20,10 (19 maart 2021) en als hoogste slotkoers € 28,35 (25 november en 28 december 2021) genoteerd in 2021.

Het aandeel van Intervest heeft in 2021 gemiddeld beter gepresteerd dan de BEL 20. De ex-dividend date voor het dividend over boekjaar 2020 was op 6 mei 2021.
Op 31 december 2021 bedraagt de marktkapitalisatie van Intervest € 742 miljoen.

Het aandeel van Intervest heeft gedurende het boekjaar 2021 met een premie genoteerd van gemiddeld 5% ten opzichte van de nettowaarde (reële waarde) en 1% ten opzichte van EPRA NTA.
Op jaareinde 31 december 2021 bedraagt de premie 19% ten opzichte van de nettowaarde (reële waarde) van € 23,67 en 14% ten opzichte van EPRA NTA van € 24,83. De nettowaarde is inclusief het dividend over boekjaar 2021.

Tijdens 2021 heeft het aandeel van Intervest beter gepresteerd dan de FTSE EPRA/NAREIT Eurozone en de FTSE EPRA/NAREIT Belgium/Luxembourg.

De verhandelde volumes liggen in 2021 met een gemiddelde van 29.637 aandelen per dag hoger dan in 2020 (gemiddeld 29.091 stuks per dag). Op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen bedraagt de omloopsnelheid van het aandeel Intervest 29%, op hetzelfde niveau als in 2020 (29%).
Met KBC Securities en Bank Degroof Petercam is een liquiditeitsovereenkomst afgesloten om de verhandelbaarheid van de aandelen te bevorderen. In de praktijk gebeurt dit door regelmatig aan- en verkooporders in te dienen binnen bepaalde marges.
Oevel 1, 2 en 3 › luchtfoto
Op 31 december 2021 is de beurskoers van het Intervest aandeel € 28,20 waardoor het de aandeelhouders een brutodividendrendement van 5,4% biedt.
| AANTAL AANDELEN | 31.12.2021 | 31.12.2020 | 31.12.2019 |
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen op het einde van de periode | 26.300.908 | 25.500.672 | 24.657.003 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 26.300.908 | 25.500.672 | 24.657.003 |
| Free float (%) | 85% | 80% | 85% |
| BEURSGEGEVENS | 31.12.2021 | 31.12.2020 | 31.12.2019 |
| Hoogste slotkoers (€) | 28,35 | 29,15 | 28,40 |
| Laagste slotkoers (€) | 20,10 | 16,90 | 20,60 |
| Beurskoers op afsluitingsdatum (€) | 28,20 | 22,55 | 25,60 |
| Premie t.o.v. de reële nettowaarde (%) | 19% | 5% | 20% |
| Gemiddelde beurskoers (€) | 23,92 | 23,03 | 24,93 |
| Verhandeld aantal aandelen per jaar | 7.646.263 | 7.476.507 | 6.960.147 |
| Gemiddeld verhandeld aantal aandelen per dag | 29.637 | 29.091 | 27.295 |
| Omloopsnelheid van het aandeel (%) | 29,1% | 29,3% | 28,2% |
| GEGEVENS PER AANDEEL (€) | 31.12.2021 | 31.12.2020 | 31.12.2019 |
| Nettowaarde (reële waarde)* | 23,67 | 21,46 | 21,25 |
| EPRA NTA | 24,83 | 22,40 | 21,77 |
| Marktkapitalisatie (miljoen) | 742 | 575 | 631 |
| Uitkeringspercentage (%) | 88% | 95% | 80% |
| Brutodividend | 1,53 | 1,53 | 1,53 |
| Percentage roerende voorheffing (%) | 30% | 30% | 30% |
| Nettodividend | 1,0710 | 1,0710 | 1,0710 |
| Brutodividendrendement (%) | 5,4% | 6,8% | 6,0% |
| Nettodividendrendement (%) | 3,8% | 4,7% | 4,2% |
* De nettowaarde (reële waarde) stemt overeen met de nettowaarde zoals gedefinieerd in artikel 2, 23° van de GVV-Wet.
Per 31 december 2021 is het volgende aandeelhouderschap bekend bij de vennootschap.
| Naam | Aantal aandelen |
Datum transparantie kennisgevingen |
% op datum kennis geving |
|---|---|---|---|
| FPIM/SFPI (inclusief Belfius Groep) Louizalaan 32-46A, 1050 Brussel |
2.439.890 | 20 augustus 2019 | 9,90% |
| Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij nv/ Société Fédérale de Participations et d'Investissement S.A. (FPIM/SFPI) (moederonderneming van Belfius Bank nv) |
0 | ||
| Belfius Verzekeringen nv | 2.382.330 | ||
| Belfius Bank nv | 0 | ||
| Corona nv | 29.254 | ||
| Auxipar nv | 28.306 | ||
| Allianz Koenigingstrasse 28 - 80802 München, Duitsland |
1.563.603 | 04 april 2019 | 6,44% |
| Allianz SE | 0 | ||
| Allianz Benelux S.A. | 1.563.603 | ||
| Patronale Group nv Belliardstraat 3, 1040 Brussel |
1.251.112 | 12 maart 2020 | 5,07% |
| Patronale Group nv | 309 | ||
| Patronale Life nv | 1.250.803 | ||
| Degroof Petercam Asset Management S.A. Guimardstraat 18, 1040 Brussel |
773.480 | 19 maart 2019 | 3,18% |
| BlackRock 55 East 52nd Street - New York, NY 10055, U.S.A. |
493.742 | 30 juni 2015 | 3,04% |
| BlackRock Asset Management Canada Ltd | 7.643 | ||
| BlackRock Asset Management Ireland Ltd | 239.651 | ||
| BlackRock Asset Management North Asia Ltd | 321 | ||
| BlackRock Fund Advisors | 134.143 | ||
| BlackRock Fund Managers Ltd | 10.513 | ||
| BlackRock Institutional Trust Company, National Association | 96.868 | ||
| BlackRock International Ltd | 4.603 | ||
| Andere aandeelhouders onder de statutaire drempel | 19.779.081 | ||
| TOTAAL | 26.300.908 |
1 Aantal aandelen op basis van de transparantiekennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2021. Meegedeelde wijzigingen kunnen geraadpleegd worden op www.intervest.be/nl/aandeelhoudersstructuur. De free float van het aandeel van Intervest bedraagt 85% op 31 december 2021.
Intervest heeft in 2021 geen transparantiekennisgevingen ontvangen.
De vorige en toekomstige kennisgevingen alsook de aandeelhoudersstructuur kunnen tevens geraadpleegd worden op de website van Intervest onder de rubriek: Aandeelhoudersstructuur.
Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake is elke natuurlijke of rechtspersoon die aandelen of andere verleende financiële instrumenten van de vennootschap met stemrecht, die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of afstaat, verplicht zowel de vennootschap als de Financial Services and Markets Authority (FSMA) kennis te geven van het aantal financiële instrumenten dat hij bezit, telkens wanneer de stemrechten verbonden aan deze financiële instrumenten vijf procent (5%) of een veelvoud van vijf procent bereiken van het totale aantal stemrechten op dat ogenblik of op het ogenblik dat zich omstandigheden voordoen op grond waarvan zulke kennisgeving verplicht wordt.
Naast de in vorige paragraaf vermelde wettelijke drempels voorziet de vennootschap tevens in een statutaire drempel van drie procent (3%).
De aangifte is eveneens verplicht in geval van overdracht van aandelen, wanneer ingevolge deze overdracht het aantal stemrechten stijgt boven of daalt onder de drempels zoals bepaald hierboven.
De noemer voor deze kennisgeving in het kader van de transparantiereglementering is een laatste keer gewijzigd op 26 mei 2021 als gevolg van de kapitaalverhoging onder de vorm van een keuzedividend en de daarbij horende uitgifte van 800.236 nieuwe aandelen.

De buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van Intervest heeft op 18 mei 2020 de aanpassingen van de statuten van de vennootschap aan het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen ('WVV') goedgekeurd. Eveneens is de keuze gemaakt voor een duaal bestuur dat bestaat uit een raad van toezicht enerzijds en een directieraad anderzijds in vervanging van het monistische systeem met een raad van bestuur en een directiecomité.
De raad van toezicht is bevoegd voor het algemeen beleid en de strategie van de vennootschap en voor alle handelingen die op grond van het WVV en de statuten specifiek worden voorbehouden aan hem. Daarnaast houdt hij toezicht op de directieraad. Ten minste eenmaal om de vijf jaar evalueert de raad van toezicht of de gekozen governance structuur nog steeds geschikt is, en zo niet, stelt hij een nieuwe governance structuur voor aan de algemene vergadering van de vennootschap.
De directieraad oefent alle bestuursbevoegdheden uit die niet aan de raad van toezicht zijn voorbehouden overeenkomstig het WVV en de statuten van de vennootschap.
De raad van toezicht wordt bijgestaan en geadviseerd door drie comités: een audit- en risicocomité, een benoemings- en remuneratiecomité en een investeringscomité.
In 2021 is zowel de samenstelling van de raad van toezicht als van de directieraad gewijzigd. In de raad van toezicht is Ann Smolders benoemd tot voorzitster vanaf 6 mei 2021. Vervolgens is Marc Peeters in augustus 2021 gecoöpteerd als lid van de raad van toezicht.
Vanaf 1 januari 2021 is Joël Gorsele toegetreden tot de directieraad als cio. Vincent Macharis heeft met ingang vanaf 10 maart 2021 de functie van cfo opgenomen.
Overeenkomstig artikel 3:6 §2 WVV en het koninklijk besluit van 12 mei 2019 houdende aanduiding van de na te leven code inzake deugdelijk bestuur door genoteerde vennootschappen, past Intervest vanaf 1 januari 2020 als referentiecode de Belgische Corporate Governance Code 2020 ('Code 2020') toe, rekening houdend met de GVVwetgeving. Deze Code 2020 is terug te vinden op de website van het Belgisch Staatsblad en op www.corporategovernancecommittee.be.
De corporate governance principes van Intervest zijn door de raad van toezicht vastgelegd in een aantal richtlijnen:
Het volledige Corporate Governance Charter dat de belangrijke interne reglementen van de bestuursorganen van Intervest beschrijft, is voor de laatste maal herzien in februari 2021. Het Corporate Governance Charter, alsook de overige richtlijnen, kunnen geraadpleegd worden op www.intervest.eu.
De Code 2020 hanteert het 'pas-toe-of-leguitprincipe ("comply or explain"), waarbij afwijkingen van de aanbevelingen moeten worden verantwoord. Op datum van dit Jaarverslag leeft Intervest de bepalingen van de Code 2020 na, behoudens voor wat betreft de hierna volgende principes.
Als gevolg van het overlijden van Jean-Pierre Blumberg, bestaat de raad van toezicht in de periode van 4 oktober 2020 tot 28 april 2021 uit 4 leden, waarvan slechts 2 kwalificeren als onafhankelijk overeenkomstig de criteria omschreven in principe 3.5 van de Code 2020. Intervest wijkt hierdoor in deze periode af van principe 3.4 van de Code 2020. Op de algemene vergadering van 28 april 2021 is Ann Smolders benoemd tot lid van de raad van toezicht. Vervolgens is Marc Peeters gecoöpteerd als eveneens onafhankelijk lid van de raad van toezicht sinds 1 augustus 2021. Hierdoor bestaat de raad van toezicht op 31 december 2021 uit 6 leden, waarvan 4 kwalificeren als onafhankelijk overeenkomstig de criteria omschreven in principe 3.5 van de Code 2020.
Intervest wijkt van dit principe af en vergoedt haar leden van de raad van toezicht niet in aandelen. Rekening houdend met de huidige bedragen van hun vergoedingen en met het onafhankelijke karakter van een aantal leden van de raad van toezicht, is Intervest van oordeel dat de (gedeeltelijke) toekenning van een vergoeding in aandelen niet bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen van de Code 2020 om deze leden van de raad van toezicht een langetermijnvisie te laten onderschrijven. De strategie en het algemene beleid van Intervest en de manier waarop de vennootschap werkt, voldoet al aan de doelstelling van principe 7.6 van de Code 2020, die gericht is op het bevorderen van waardecreatie op lange termijn en van een evenwicht tussen de wettige belangen en verwachtingen van de aandeelhouders en alle belanghebbenden. Deze principes zijn met name opgenomen in het Corporate Governance Charter dat door elk lid van de raad van toezicht wordt onderschreven.
Principe 7.9 van de Code 2020 stelt dat de raad van toezicht een minimumdrempel van aandelen moet bepalen die aangehouden moet worden door de leden van de directieraad.
Intervest wijkt af van dit principe en bepaalt geen minimumdrempel voor het aanhouden van aandelen door de leden van haar directieraad. Als openbare GVV streeft Intervest ernaar om waarde te creëren voor haar stakeholders door het genereren van solide en terugkerende kasstromen op een goed gediversifieerde vastgoedportefeuille en dit met respect voor duurzaamheid, sociale aspecten en goed bestuur. Het is deze strategie die operationeel uitgerold dient te worden door de leden van de directieraad. De onderliggende performantiecriteria aangaande de variabele verloning op lange termijn van de leden van de directieraad bevatten een duidelijke link met het creëren van stabiele langetermijnkasstromen, zodat Intervest de mening is toegedaan dat zij op deze wijze de leden van de directieraad reeds doet handelen met het perspectief van een langetermijnaandeelhouder.
De leden van de directieraad hebben echter wel de mogelijkheid om individueel aandelen te verwerven van de vennootschap mits inachtneming van de regels aangaande transacties voor eigen rekening in aandelen of andere schuldinstrumenten van de vennootschap of afgeleide of andere financiële instrumenten die ermee verbonden zijn.
De vennootschap wordt geleid door een raad van toezicht die handelt als een college.
De raad van toezicht dient te streven naar een duurzame waardecreatie door de vennootschap, rekening houdend met zowel de legitieme belangen van aandeelhouders als van andere stakeholders, middels:
Wat zijn verantwoordelijkheden inzake strategie betreft, dient de raad van toezicht:
Wat zijn verantwoordelijkheden inzake leiderschap betreft, dient de raad van toezicht:
〉 de ceo te benoemen en te ontslaan; de raad van toezicht benoemt en ontslaat ook de andere leden van de directieraad in overleg met de ceo, rekening houdend met de nood aan een evenwichtige directieraad
Wat zijn verantwoordelijkheden inzake toezicht betreft, dient de raad van toezicht:
De raad van toezicht heeft in het jaar 2021 9 maal vergaderd. De belangrijkste agendapunten waarover de raad van toezicht heeft vergaderd en beslist in 2021 zijn:
Werking
〉 samenstelling en evaluatie van de directieraad en raad van toezicht
De raad van toezicht vergadert telkens als het belang van de vennootschap dit vereist, tenminste viermaal per jaar of telkens als de voorzitter van de raad van toezicht of elk ander lid daarom verzoekt. De beraadslagingen en beslissingen van de raad van toezicht worden opgenomen in de notulen die na elke vergadering worden opgesteld door de secretaris van de vennootschap en ondertekend door de voorzitter van de raad van toezicht en de leden van de raad van toezicht die erom verzoeken. De notulen worden bewaard op het secretariaat van de vennootschap in een speciaal daartoe bestemd register.
Voor zover als nodig wordt gepreciseerd dat geen enkel lid van de raad van toezicht de laatste vijf jaar:
Tussen de leden van de raad van toezicht bestaan geen familiebanden tot de tweede graad.

De raad van toezicht bestaat uit minimaal drie leden en maximaal tien leden. De raad van toezicht streeft ernaar dat geen enkel individu of geen enkele groep van leden van de raad van toezicht het beslissingsproces kan domineren. In elk geval zullen minstens drie leden de status van onafhankelijk lid hebben.
Alle leden van de raad van toezicht zijn uitsluitend natuurlijke personen en moeten permanent over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken, zoals bepaald in artikel 14, §1 van de GVV-Wet.
De raad van toezicht is zodanig samengesteld dat er voldoende expertise aanwezig is over de verschillende activiteiten van de vennootschap, alsook een voldoende diversiteit in competenties, achtergrond, leeftijd en geslacht.
De leden mogen niet meer dan vijf bestuursmandaten bekleden in beursgenoteerde vennootschappen.
In overeenstemming met artikel 7:86 en 7:106 van het WVV zal tenminste één derde van de leden van de raad van toezicht van een ander geslacht zijn dan de overige leden de raad van toezicht.
| Adres | Mandaat | Hernieuwing | Einde | Aanwezigheid | |
|---|---|---|---|---|---|
| Ann Smolders Voorzitster, onafhankelijk lid van de raad van toezicht |
Engelsestraat 51 bus 3.1 8301 Knokke-Heist België |
Eerste mandaat |
nvt | April 2024 | 5/5* |
| Johan Buijs Lid van de raad van toezicht |
IJsseldijk 438 2921 BD Krimpen a/d Ijssel Nederland |
Vierde mandaat |
April 2021 | April 2024 | 9/9 |
| Jacqueline Heeren - de Rijk Onafhankelijk lid van de raad van toezicht |
Stationsstraat 33 2910 Essen België |
Tweede mandaat |
April 2019 | April 2022 | 9/9 |
| Marco Miserez Lid van de raad van toezicht |
Don Boscolaan 19 1150 Sint-Pieters-Woluwe België |
Eerste mandaat |
Coöptatie 30 juli 2020 |
April 2024 | 8/9 |
| Marc Peeters Onafhankelijk lid van de raad van toezicht |
Naalstraat 41 2570 Duffel België |
Eerste mandaat |
Coöptatie 1 augustus 2021 |
2/2** | |
| Marleen Willekens Onafhankelijk lid van de raad van toezicht |
Edouard Remyvest 46 b1 3000 Leuven België |
Tweede mandaat |
April 2019 | April 2022 | 9/9 |
* De algemene vergadering van aandeelhouders van 28 april 2021 heeft Ann Smolders benoemd tot onafhankelijk lid van de raad van toezicht. Bij besluit van de raad van toezicht is Ann Smolders vanaf 6 mei 2021 benoemd als voorzitster van de raad van toezicht.
** Bij besluit van de raad van toezicht is Marc Peeters gecoöpteerd als lid van de raad van toezicht sinds 1 augustus 2021. De bekrachtiging van voormelde coöptatie en de herbenoeming zullen worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders van 27 april 2022.

Voorzitster, onafhankelijk lid van de raad van toezicht
Ann Smolders is sinds 6 mei 2021 voorzitster en onafhankelijk lid van de raad van toezicht.
Ann Smolders, geboren in 1965, behaalde aan de KU Leuven een licentie in de rechten en aan de UCL-IAG een master in management.
Zij startte haar loopbaan in 1989 bij PwC in België waar ze in 2000 lid werd van de raad van bestuur en vennoot benoemd werd in 2005.
Ann Smolders heeft 30 jaar ervaring opgedaan in diverse financiële materies met een specialisatie in mergers & acquisities en de waardering van vennootschappen.
Gedurende haar loopbaan bij PwC heeft zij verschillende leidinggevende functies uitgeoefend en een uitgebreide ervaring opgedaan in de vastgoedsector in België en in een internationale context. Zij was gedurende 4 jaar verantwoordelijk voor het leiden van het PwC-vastgoedteam en de verdere ontwikkeling van zijn activiteiten.
Ann Smolders is gastdocent aan de KU Leuven en volgt de INSEAD-opleiding 'International Directors Programme'.
Voorzitster van de raad van toezicht, lid van het audit- en risicocomité en lid van het benoemings- en remuneratiecomité van Intervest (beursgenoteerd).
Lid van de raad van bestuur van PwC (2000-2020) en lid van het executive committee van ULI België (2014-2020).

Lid van de raad van toezicht
Johan Buijs is niet-onafhankelijk lid van de raad van toezicht van Intervest sinds 2011, waarnemend voorzitter van de raad van toezicht van 5 oktober 2020 tot 6 mei 2021 en voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité en van het investeringscomité.
Johan Buijs, geboren in 1965, studeerde civiele techniek aan de Technische Universiteit Delft. Hij startte zijn loopbaan in 1989 als constructeur bij adviesbureau D3BN Civiel Ingenieurs. Daarna was hij werkzaam als constructeur/projectleider bij Royal Haskoning en projectmanager en directeur bij D3BN Rotterdam en directeur bij D3BN infrastructuur. Hij vervolgde zijn carrière als hoofd afdeling bouwzaken en, vanaf januari 2005, als statutair directeur bij Wereldhave Management Holding bv. In 2006 werd Johan Buijs aangesteld als statutair directeur bij Wereldhave nv. In 2008 vervolgt hij zijn loopbaan bij NSI waar hij tot augustus 2016 als algemeen directeur leiding gaf.
Momenteel is hij actief als ceo en co-founder van Spark Real Estate bv, co-founder van Vybes bv en aandeelhouder/bestuurder bij Easywatersupply (EW Supply bv).
Lid van de raad van toezicht van Intervest (beursgenoteerd), lid van de raad van commissarissen van Stadsherstel Historisch Rotterdam nv, lid van de raad van commissarissen van Matrix Innovation Centre.
N/A

Onafhankelijk lid van de raad van toezicht
Jacqueline Heeren - de Rijk is sinds 2016 onafhankelijk lid van de raad van toezicht van Intervest.
Jacqueline Heeren - de Rijk is geboren in 1952. Zij volgde een aantal Logistiek en Transport gerelateerde opleidingen, waaronder de opleiding tot Specialist Vervoer van Gevaarlijke Stoffen bij de Stichting Scheepvaart en Transportonderwijs. Vanaf 1991 vervult zij de functie van directeur/ bestuurder bij Jan de Rijk nv, handelend onder de naam Jan de Rijk Logistics. Sinds 2005 is zij directeur bij Europand bv.
Lid van de raad van toezicht van Intervest (beursgenoteerd). Vice-voorzitter van de sectorraad Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (ZBO). Bestuurslid Multimodaal Coördinatie- en Adviescentrum Brabant. Lid van de Economic Board West Brabant. Lid Programmaraad Smartwayz.
Directeur Europand Eindhoven bv. Directeur Euroute Holding nv. Directeur Euroute Investments bv.

Lid van de raad van toezicht
Marco Miserez is niet-onafhankelijk lid van de raad van toezicht van Intervest sinds 30 juli 2020.
Marco Miserez, geboren in 1987, behaalde in 2010 het diploma van handelsingenieur aan ICHEC Brussels Management School. Hij startte zijn loopbaan in 2010 als equity adviseur bij KBC Securities. In 2016, vervolgt hij zijn loopbaan als portefeuillebeheerder bij Candriam. In april 2020 versterkt hij het Investments team van Belfius Insurance als senior beheerder gespecialiseerd in aandelen.
Lid van de raad van toezicht van Intervest (beursgenoteerd), lid van de raad van bestuur van Technical Property Fund 2, lid van de adviesraad van imec.xpand.
N/A

MARC PEETERS
Onafhankelijk lid van de raad van toezicht
Marc Peeters is sinds 1 augustus 2021 onafhankelijk lid van de raad van toezicht.
Marc Peeters, geboren in 1963, studeerde in 1989 aan de KU Leuven af als burgerlijk ingenieur bouwkunde. Na een bijkomende opleiding aan de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Aachen en een officiersopleiding in het Belgisch leger, startte hij zijn carrière meteen in de bouwsector.
Tot zijn recente benoeming als ceo van Group S, een sociale/HR groep, is hij actief geweest bij verschillende bedrijven van de bouwgroep BAM Belgium waar hij de laatste jaren als executive director eindverantwoordelijk was voor Belux en de activiteiten in Parijs en als managing director tevens verantwoordelijk was voor de projectontwikkeling in België
Onafhankelijk lid van de raad van toezicht van Intervest (beursgenoteerd), lid van de raad van bestuur van de Confederatie Bouw.
Voorzitter raad van bestuur Group S. Lid van de raad van bestuur van Group S.

Onafhankelijk lid van de raad van toezicht
Marleen Willekens is sinds 2016 onafhankelijk lid van de raad van toezicht van Intervest en voorzitster van het audit- en risicocomité.
Prof. dr. Marleen Willekens, geboren in 1965, behaalde aan de Universiteit Gent een licentie in bedrijfseconomische wetenschappen (1987) en startte daarna haar loopbaan in de financiële sector als stagiaire bij de Bank Brussel Lambert. In 1989 besliste zij aan de slag te gaan in de academische wereld wat leidde tot het behalen van een PhD in "industrial and business studies" aan de University of Warwick (Warwick Business School). Na het behalen van haar doctoraat werd zij in 1995 benoemd als jong docent aan de KU Leuven in de onderzoeksgroep Accountancy van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen waar zij sedert 2009 gewoon hoogleraar is. Van 2006 tot 2008 was zij hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, en sedert 2012 is zij ook deeltijds professor Auditing aan de BI Norwegian Business School in Oslo. Marleen Willekens doceert o.m. auditing, financial accounting, en financieel management in de Gezondheidszorg, en geeft ook gastcolleges aan tal van buitenlandse universiteiten, in MBAprogramma's en executive programma's. Zij is tevens auteur en co-auteur van diverse artikelen en boeken in het domein van auditing en accounting. In binnen- en buitenland ontving zij verscheidene awards voor haar onderzoek in dit domein.
Lid van de raad van toezicht, benoemings- en remuneratiecomité, en voorzitster van het audit- en risicocomité van Intervest (beursgenoteerd), lid van de raad van bestuur en voorzitster van het auditcomité van Aedifica nv (beursgenoteerd).
Voorzitster van de Nederlandstalige jury (NL3) van het bekwaamheidsexamen voor bedrijfsrevisor (mandaat beëindigd in 2019).
De leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van maximum vier jaar door de algemene vergadering van de aandeelhouders. De statuten maken evenwel een benoeming voor een periode van zes jaar mogelijk. De leden van de raad van toezicht zijn herverkiesbaar. De mandaten kunnen driemaal vernieuwd worden. Een herbenoeming is geen automatisme. Voor een onafhankelijk lid van de raad van toezicht bedraagt de maximumduur van de benoeming 12 jaar. Een benoeming kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen.
Het benoemingsproces wordt geleid door het benoemings- en remuneratiecomité dat geschikte kandidaten aanbeveelt aan de raad van toezicht. De raad van toezicht doet vervolgens voorstellen tot (her)benoeming aan de algemene vergadering, die deze al dan niet zal goedkeuren.
Het benoemings- en remuneratiecomité neemt het initiatief tot het opstellen van de selectiecriteria en het competentieprofiel. In het geval van een nieuwe benoeming, vergewissen de voorzitter van de raad van toezicht en de voorzitter van de het benoemings- en remuneratiecomité zich ervan dat de raad van toezicht, alvorens de kandidatuur te overwegen, over voldoende informatie beschikt over de kandidaat.
De keuze van de leden wordt bepaald op basis van de noodzakelijke geslachts- en andere diversiteit en complementariteit inzake bekwaamheid, ervaring, kennis en gedragscompetenties zoals integriteit, afwezigheid van belangenvermenging, oordeelsvorming, probleemanalyse, visie, kennis en ervaring (uit diverse sectoren en invalshoeken). Een kandidaat moet zo goed mogelijk beantwoorden aan de objectieve criteria en aan de vereisten van de GVV-Wet en het GVV-KB.
De algemene vergadering van aandeelhouders stelt de leden van de raad van toezicht aan die ze selecteert uit de kandidaten die door de raad van toezicht worden voorgedragen.
De benoeming van een nieuw lid van de raad van toezicht dient tevens door de FSMA te worden goedgekeurd op grond van de GVV-Wet.
De mandaten van de leden van de raad van toezicht zijn ad nutum herroepbaar. Indien de zetel van een lid van de raad van toezicht gedurende de zittingstermijn vacant wordt, zijn de resterende leden van de raad van toezicht bevoegd om voorlopig een lid van de raad van toezicht aan te duiden dat de termijn zal uitdoen mits bevestiging van het aldus gecoöpteerde lid van de raad van toezicht door de eerstvolgende algemene vergadering.
De raad van toezicht duidt een voorzitter onder zijn leden aan. De voorzitter neemt de leidende rol in alle initiatieven die bedoeld zijn om de goede werking van de raad van toezicht veilig te stellen en dit in een klimaat van vertrouwen en respect.
De voorzitter is een persoon die erkend wordt omwille van zijn professionalisme, onafhankelijkheid van geest, coachende capaciteiten, het vermogen om consensus te bereiken, communicatieve en vergader- en managementvaardigheden.
Aan het hoofd van de vennootschap wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen enerzijds de verantwoordelijkheid voor het organiseren, leiden en informeren van de raad van toezicht, wat toebehoort aan de voorzitter van de raad van toezicht, en anderzijds de uitvoerende verantwoordelijkheid voor het leiden van de vennootschapsactiviteiten, wat toebehoort aan de ceo. De voorzitter dient een nauwe samenwerking met de ceo te onderhouden, waarbij hij de ceo ondersteunt en advies geeft, rekening houdend met de uitvoerende verantwoordelijkheden van de ceo. De functies van voorzitter van de raad van toezicht en die van ceo mogen niet door één en dezelfde persoon worden uitgeoefend.
De voorzitter zal toezien op de optimale samenstelling van de raad van toezicht en geeft leiding aan de raad van toezicht. Hij geeft de aanzet tot de geregelde evaluatie van de doeltreffendheid van de raad van toezicht en het beheer van de kalender van de vergaderingen. De voorzitter ziet erop toe dat de procedures in verband met de beraadslaging, het goedkeuren van resoluties en de uitvoering van de besluiten correct verlopen. Hij stimuleert een daadwerkelijke interactie tussen de raad van toezicht en de directieraad en zorgt voor een effectieve communicatie met de aandeelhouders en andere belangrijke stakeholders.
De raad van toezicht heeft Kevin De Greef aangeduid als secretaris van de vennootschap. De rol en de taken van de secretaris worden toegewezen door de raad van toezicht. De secretaris rapporteert regelmatig aan de raad van toezicht omtrent de wijze waarop de procedures, regels en reglementen van het Corporate Governance Charter van de raad van toezicht worden opgevolgd en nageleefd. De secretaris voert alle administratieve taken uit (dagorde, notulen, archivering, enz.) en zorgt ervoor dat alle nodige documenten correct worden opgesteld.
De secretaris zorgt voor een efficiënte informatiestroom in de raad van toezicht, tussen de raad van toezicht, de gespecialiseerde comités en de directieraad.
Onder leiding van de voorzitter evalueert de raad van toezicht periodiek en minstens om de drie jaar zijn omvang, samenstelling, werking en doeltreffendheid, alsook de interactie met de directieraad.
Bij dit evaluatieproces zal men:
Indien voormelde evaluatieprocedures bepaalde zwakheden aan het licht brengen zal de raad van toezicht hieraan de gepaste oplossingen bieden. Dit kan leiden tot aanpassingen aan de samenstelling of de werking van de raad van toezicht of een gespecialiseerd comité.
Conform artikel 7:110 van het WVV en artikel 17.1 van de statuten van de vennootschap, bezit de directieraad de meest uitgebreide bevoegdheden om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het voorwerp van de vennootschap, met uitzondering van:
In het Corporate Governance Charter zijn bepaalde onderwerpen vastgelegd die de directieraad voorafgaandelijk verplicht ter goedkeuring dient voor te leggen aan de raad van toezicht.

Binnen de directieraad wordt de volgende interne bevoegdheidsverdeling vastgelegd:
De directieraad vergadert tenminste éénmaal per maand, bijeengeroepen door de voorzitter, die een bijeenkomst kan vragen uit eigen beweging, of op het verzoek van tenminste twee leden van de directieraad.
Ieder lid kan een verzoek indienen bij de voorzitter om een punt op de agenda te plaatsen.
Bij het begin van elke vergadering zal de directieraad de agenda goedkeuren.
De vergaderingen van de directieraad worden in principe gehouden achter gesloten deuren.
De directieraad kan slechts geldig beraadslagen indien ten minste de helft van zijn leden aanwezig is of vertegenwoordigd is.
De directieraad beraadslaagt op basis van dossiers die alle nodige informatie bevatten om de beslissingen te nemen, en waarvan elk lid vooraf een exemplaar kreeg.
De beslissingen van de directieraad worden genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Overeenkomstig artikel 13 van de statuten van de vennootschap en de GVV-Wet wordt de effectieve leiding van de vennootschap door de raad van toezicht aan de leden van de directieraad toevertrouwd. De regels in verband met de samenstelling en werking van de directieraad worden nader beschreven in het Intern reglement van de directieraad van de vennootschap dat kan geraadpleegd worden op www.intervest.be.
De directieraad is samengesteld uit minstens drie natuurlijke personen, die benoemd worden door de raad van toezicht als leden van de directieraad, op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité. De leden van de directieraad mogen geen lid zijn van de raad van toezicht.
Alle leden moeten permanent over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken zoals bepaald in de GVV-Wet.
De leden van de directieraad worden beschouwd als effectieve leiders van de vennootschap overeenkomstig de GVV-Wet. De leden worden door de raad van toezicht benoemd voor een onbepaalde duur.
De raad van toezicht kiest een voorzitter ("ceo") uit de leden van de directieraad die alle vergaderingen van de directieraad leidt.
In 2021 is de directieraad als volgt samengesteld:
〉 Inge Tas, chief financial officer (begin mandaat 2006, einde 12 februari 2021)4
1 Zie persbericht dd. 11 februari 2021: "Intervest benoemt nieuwe chief financial officer".

Chief executive officer, voorzitter van de directieraad
Gunther Gielen is chief executive officer en voorzitter van de directieraad van Intervest sinds februari 2020.
Gunther Gielen, geboren in 1973, behaalde aan de KU Leuven een diploma handelsingenieur en vervolgens een master of Finance aan de Universiteit Antwerpen. Van 1997 tot 1999 was hij analist geavanceerde financiële producten en derivaten bij Bacob. Van 1999 tot 2002 was hij equity analist bij Artesia Banking Corporation. Van 2002 tot 2006 was hij bij Dexia Bank senior risk manager equities en real estate en vervolgens van 2006 tot 2010 principal risk manager ALM equities en real estate. Van 2010 tot 2013 was hij head of expertise center risk management equities en real estate bij Dexia conso (later Belfius conso). Van 2013 tot 2014 was hij head of portfolio management bij Belfius Insurance Invest nv. Van mei 2014 tot januari 2020 vervulde hij de functie van afgevaardigd bestuurder bij Belfius Insurance Invest nv.
Voorzitter van de raad van bestuur van Genk Green Logistics (IGGV) en bestuurder van verschillende andere dochterondernemingen van Intervest.
Lid van de raad van bestuur van Intervest (beursgenoteerd), voorzitter van het directiecomité en lid van de raad van bestuur van Capline nv, lid van de raad van bestuur van Technical Property Fund 2 SPPICAV, lid van de raad van bestuur van Coquelets SA, lid van² de raad van bestuur van Legros-Renier Les Amarantes Seigneurie de Loverval SA, lid van de raad van bestuur van LFB SA, zaakvoerder van Immo Malvoz sprl, lid van de raad van bestuur van Immo Zeedrift nv, lid van de raad van bestuur van L'Economie Populaire scrl, lid van de raad van bestuur van ImmoActivity SA, lid van de raad van bestuur van Interfinance cvba, zaakvoerder van Offico Immo bvba, lid van de raad van bestuur van De Haan Vakantiehuizen nv en van SunParks De Haan nv, zaakvoerder van Immo Trèfles sprl.

Chief financial officer, lid van de directieraad
Vincent Macharis is lid van de directieraad en chief financial officer van Intervest sinds maart 2021.
Vincent Macharis, geboren in 1972, behaalde aan de UG (Universiteit Gent) in 1995 een master in de economische wetenschappen. Tijdens zijn loopbaan vulde hij zijn opleidingen aan met een diploma in algemeen management van INSEAD Business School (Fontainebleau en Singapore) in 2017 en in 2018 met het digital strategy programma van Vlerick Business School, Gent. Hij is actief geweest in meerdere sectoren en bedrijven op het vlak van finance & administration bij beurs- en niet-beursgenoteerde bedrijven o.m. in het vastgoed.
N/A
N/A

Chief investment officer, lid van de directieraad
Joël Gorsele is lid van de directieraad en chief investment officer van Intervest sinds januari 2021.
Joël Gorsele, geboren in 1982, behaalde aan de KU Leuven (campus Brussel) een master bedrijfseconomie en vervolgens een master in real estate management (MRE) aan de Antwerp Management School. Tot zijn aanstelling bij Intervest was hij als investment manager aan de slag bij Redevco Fund management, in het kantoor in London en bekleedde hij er verscheidene Pan-Europese mandaten. In die periode volgde hij het real estate programma aan de Saïd Business School van de Oxford University. Hij groeide door vanuit Redevco Belgium en was eerder aan de slag bij Petercam (het huidige Degroof Petercam), Deloitte Real Estate en daaraan voorafgaand bij Deloitte audit. Van 2008 tot 2015 was hij eveneens bestuurder bij de Real Estate Society (RES VZW - MRE alumni), waarvan de laatste vijf jaar als penningmeester.
N/A
Vroegere mandaten gedurende de laatste 5 jaar
N/A

General counsel & secretary general, lid van de directieraad
Kevin De Greef is lid van de directieraad en general counsel & secretary general van Intervest sinds augustus 2020.
Kevin De Greef, geboren in 1977, behaalde aan de KU Leuven een master in de moderne geschiedenis (2000), meteen aangevuld eveneens aan de KU Leuven met een master in de bedrijfseconomie (ma-na-ma) (2001) en een master in de internationale betrekkingen en conflictbeheersing (ma-na-ma) (2002), waarvan een gedeelte via het Erasmusuitwisselingsprogramma aan het Institut d'Etudes Poltiques de Paris. Als werkstudent behaalde hij vervolgens aan de VU Brussel een master in de rechten (2007). In 2012 voltooide hij het postgraduaat vastgoedkunde aan de KU Leuven. In 2003 startte Kevin zijn loopbaan in het kantoor van gerechtsdeurwaarder Vandenbosch te Halle. Vanaf 2007 was hij actief als advocaat binnen de afdeling Real Estate bij DLA Piper (kantoor Brussel) waar hij zich toelegde op de vastgoedsector met bijzondere aandacht voor corporate real estate transacties, terbeschikkingstelling van vastgoed in het algemeen, capital market transacties en alle aspecten die verband houden met de Belgische REITs (de vroegere vastgoedbevaks en de gereglementeerde vastgoedvennootschappen). In september 2017 heeft hij Intervest vervoegd als legal counsel.
Bestuurder van verschillende dochterondernemingen van Intervest.
N/A
Het is de taak van de directieraad om de nodige informatie voor te bereiden en te presenteren aan de raad van toezicht zodat deze laatste op zijn beurt de aandeelhouders op een geschikte manier kan inlichten.
Bij dit evaluatieproces zal de raad van toezicht:
De leden van de directieraad worden door de raad van toezicht benoemd voor een onbepaalde duur, behoudens uitdrukkelijke afwijking door de raad van toezicht. De mandaten van de leden van directieraad zijn ad nutum herroepbaar.
Het benoemingsproces wordt geleid door het benoemings- en remuneratiecomité dat geschikte kandidaten aanbeveelt aan de raad van toezicht. Het benoemings- en remuneratiecomité neemt het initiatief tot het opstellen van de selectiecriteria en het competentieprofiel.
De keuze van de leden wordt bepaald op basis van complementariteit inzake bekwaamheid, ervaring, kennis en gedragscompetenties zoals integriteit, afwezigheid van belangenvermenging, oordeelsvorming, probleemanalyse, visie, kennis en ervaring (uit diverse sectoren en invalshoeken). Een kandidaat moet beantwoorden aan de objectieve criteria en aan de vereisten van de GVV-Wet en het GVV-KB.
De benoeming van een nieuw lid van de raad van toezicht dient tevens door de FSMA te worden goedgekeurd op grond van de GVV-Wet.
De raad van toezicht wordt bijgestaan door drie comités die zijn samengesteld uit leden van de raad van toezicht van de vennootschap: het audit- en risicocomité, het benoemings- en remuneratiecomité en het investeringscomité.
Het audit- en risicocomité is een adviserend subcomité van de raad van toezicht, samengesteld uit minstens drie leden van de raad van toezicht. Ten minste één lid van het audit- en risicocomité is een onafhankelijk lid van de raad van toezicht. Deze onafhankelijke leden van de raad van toezicht dienen te voldoen aan de negen onafhankelijkheidscriteria van artikel 7:87 §1 van het WVV en van artikel 3.5 van de Code 2020. Leden van de directieraad kunnen geen lid zijn van het audit- en risicocomité.
De leden van het audit- en risicocomité worden benoemd en kunnen op ieder ogenblik worden afgezet door de raad van toezicht. De duur van een mandaat van een lid van het audit- en risicocomité mag niet langer zijn dan de duur van zijn mandaat als lid van de raad van toezicht.
De voorzitter van het audit- en risicocomité wordt benoemd door de leden van het comité.
De leden van het audit- en risicocomité moeten deskundig zijn. Het onafhankelijke lid van het comité moet individueel onderlegd zijn op het vlak van boekhouding en/of audit. Daarnaast moet het audit- en risicocomité collectief deskundig zijn. Dit op twee vlakken: op het gebied van de activiteiten van Intervest en op het gebied van boekhouding en audit. Het bewijs van die collectieve en individuele deskundigheid moet blijken uit het Jaarverslag van het bestuursorgaan.
In het audit- en risicocomité zetelen in 2021:
De looptijd van hun benoeming in het audit- en risicocomité is niet gespecificeerd maar valt samen met de termijn van het lid van de raad van toezicht.
Het audit- en risicocomité vergadert minstens vier keer per jaar voorafgaand aan de vergadering van de raad van toezicht. Het comité brengt bij de raad van toezicht geregeld verslag uit over de uitoefening van zijn taken, en in ieder geval wanneer de raad van toezicht de jaarrekening, de geconsolideerde jaarrekening en, in voorkomend geval, de voor publicatie bestemde verkorte financiële overzichten opstelt.
Alle vergaderingen van het audit- en risicocomité worden bijgewoond door de ceo en de cfo. In overleg met de cfo stelt de voorzitter van het audit- en risicocomité de agendapunten op van elke vergadering van het audit- en risicocomité. De directieraad is verplicht om alle nodige informatie te leveren.
De directieraad of één van zijn leden kan aan de voorzitter van het audit- en risicocomité vragen om een punt op de agenda van het comité te zetten.
De besluiten en adviezen van het audit- en risicocomité worden met meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
De secretaris van het comité is de secretaris van de vennootschap. De secretaris is ook verantwoordelijk voor het secretariaat van het audit- en risicocomité en het opstellen van de notulen van zijn vergaderingen. Deze bevatten de verschillende standpunten die tijdens de vergadering werden geformuleerd en de definitieve positie die het comité heeft ingenomen.
Het audit- en risicocomité evalueert jaarlijks zijn eigen interne werking en samenstelling en rapporteert daarover aan de raad van toezicht.
Het audit- en risicocomité staat de raad van toezicht bij in de uitvoering van zijn toezicht en controleverantwoordelijkheden en formuleert aanbevelingen betreffende de volgende materies:
Het audit- en risicocomité heeft in het jaar 2021 zes maal vergaderd. De belangrijkste punten die het comité heeft behandeld in 2021 zijn:
De vennootschap heeft beslist om het benoemingsen remuneratiecomité te combineren op grond van principe 4.20 van de Code 2020.
Het benoemings- en remuneratiecomité is samengesteld uit ten minste drie leden van de raad van toezicht. Al zijn leden moeten leden van de raad van toezicht zijn, waarvan een meerderheid onafhankelijke leden van de raad van toezicht.
De voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité is ofwel de voorzitter van de raad van toezicht, ofwel een ander lid van de raad van toezicht.
De leden van het benoemings- en remuneratiecomité worden benoemd en kunnen op ieder ogenblik worden afgezet door de raad van toezicht. De duur van een mandaat van een lid van het benoemings- en remuneratiecomité mag niet langer zijn dan de duur van zijn mandaat als lid van de raad van toezicht.
In het benoemings- en remuneratiecomité zetelen in 2021:
Het benoemings- en remuneratiecomité komt samen telkens wanneer het dit noodzakelijk acht om zijn taken naar behoren te vervullen en ten minste tweemaal per jaar. De vergaderingen van het benoemings- en remuneratiecomité worden in principe bijeengeroepen door de voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité. Elk lid van het benoemings- en remuneratiecomité kan echter vragen dat een vergadering wordt bijeengeroepen.
Het aanwezigheidsquorum voor een vergadering wordt gehaald indien ten minste twee van de leden die vergadering bijwonen.
De beslissingen worden door de leden van het comité genomen met meerderheid van de stemmen. Het comité kan andere personen uitnodigen om zijn vergaderingen bij te wonen. Geen enkel lid van de raad van toezicht of de directieraad woont de vergaderingen van het benoemings- en remuneratiecomité bij waarop zijn eigen vergoeding wordt besproken en geen enkel lid van de raad van toezicht of de directieraad mag
betrokken zijn bij een beslissing betreffende zijn
eigen remuneratie.
Het benoemings- en remuneratiecomité controleert minstens om de twee of drie jaar zijn eigen werkingswijze en doeltreffendheid. Het brengt over zijn evaluatie verslag uit bij de raad van toezicht en legt hem eventueel wijzigingsvoorstellen voor.
Het benoemings- en remuneratiecomité doet aanbevelingen op het vlak van de benoeming en de remuneratie van de leden van de raad van toezicht en van de directieraad, met inbegrip van de voorzitter en de ceo.
Het comité doet meer in het bijzonder voorstellen aan de raad van toezicht omtrent het remuneratiebeleid voor leden van de raad van toezicht en de directieraad, de jaarlijkse evaluatie van de prestaties van de directieraad en de verwezenlijking van de ondernemingsstrategie op basis van overeengekomen prestatiemaatstaven en -doelstellingen.
Het benoemings- en remuneratiecomité leidt het (her)benoemingsproces van de leden van de raad van toezicht en de leden van de directieraad.
Het benoemings- en remuneratiecomité heeft in het jaar 2021 vijf maal vergaderd. De belangrijkste punten die het comité heeft behandeld in 2021 zijn:
Het investeringscomité is samengesteld uit minstens twee leden van de raad van toezicht. Minstens één lid van het investeringscomité moet een onafhankelijk lid van de raad van toezicht zijn.
De voorzitter van het investeringscomité wordt benoemd door en onder de leden van het investeringscomité.
〉 Marc Peeters (aanwezigheid: 2/4)1
Het investeringscomité komt zo vaak samen als zijn doeltreffende werking dit vereist en minstens één maal per kwartaal.
De vergaderingen van het investeringscomité worden in principe bijeengeroepen door de voorzitter van het investeringscomité. Elk lid van het investeringscomité kan echter vragen dat een vergadering wordt bijeengeroepen.
Leden van de directieraad (die geen lid zijn van het comité) zullen steeds uitgenodigd worden om comitévergaderingen bij te wonen om relevante informatie en inzichten aan te dragen die betrekking hebben op hun verantwoordelijkheid.
De beslissingen worden door de leden van het comité genomen met meerderheid van de stemmen.
Na elke comitévergadering ontvangt de raad van toezicht desgevallend via de secretaris een verslag over de besproken bevindingen en aanbevelingen alsook een mondelinge feedback hierover in de volgende vergadering van de raad van toezicht.
De evaluatie van de prestaties van de (i) leden en (ii) de werking van het investeringscomité gebeurt op permanente basis (i) enerzijds door de leden onderling en (ii) anderzijds door de voltallige raad van toezicht.
Na de evaluatie doet het investeringscomité aanbevelingen aan de raad van toezicht met betrekking tot eventuele wijzigingen.
De raad van toezicht heeft een investeringscomité opgericht met het oog op het verkrijgen van professioneel advies in investeringsdossiers.
Het investeringscomité bereidt de investeringsen desinvesteringsdossiers voor de raad van toezicht voor en adviseert de raad van toezicht en de directieraad inzake de verwerving en de vervreemding van vastgoed en/of overnames van vastgoedvennootschappen.
Het investeringscomité heeft in het jaar 2021 negen maal vergaderd.
Diversiteit in al haar aspecten (cultuur, geslacht, taal, beroepservaring, enz.), gelijke kansen en respect voor menselijk kapitaal en mensenrechten zijn inherent aan de bedrijfscultuur van Intervest. Het bedrijf is ervan overtuigd dat deze waarden bijdragen tot evenwichtige interacties, een verrijkte visie en reflectie, tot innovatie en een optimale werkomgeving.
Bij de samenstelling van de raad van toezicht en de directieraad wordt gestreefd naar complementariteit qua vaardigheden, kennis, ervaring en naar diversiteit van opleiding, kennis, geslacht, leeftijd, ervaring, nationaliteit, enz.
Dit vertaalt zich in een evenwichtige samenstelling van de raad van toezicht in termen van vaardigheden, kennis en ervaring. De leden van de directieraad vormen eveneens een evenwichtig team, met voor elk de vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid. Dat komt duidelijk naar voren uit het curriculum vitae van elk van de leden, voorgesteld in de corporate governance verklaring.
De samenstelling van een raad van toezicht bestaande uit drie vrouwen en drie mannen voldoet bovendien aan de wettelijke bepalingen inzake genderdiversiteit (artikel 7:86 en 7:106 WVV).
De Intervest gedragscode onderstreept daarenboven het belang van deze waarden ten aanzien van alle medewerkers en kan geraadpleegd worden op www.intervest.eu. De manier waarop Intervest omgaat met al haar stakeholders kent een stevig fundament van volgende belangrijke waarden: 'professioneel en ondernemend', 'gedreven en enthousiast', 'integer en respectvol' en 'samen en in team'.

2021: belangrijke mijlpalen in groeistrategie #connect2022 bereikt door strategische verhuringen en duurzame waardecreatie:
In dit remuneratieverslag voor prestatiejaar 2021 rapporteert de raad van toezicht van Intervest, na voorstellen ontvangen te hebben van het benoemings- en remuneratiecomité, overeenkomstig artikel 3:6 §3 WVV, over de remuneratie van en de toepassing van het remuneratiebeleid op de individuele leden van de raad van toezicht en van de directieraad. De werkelijke prestaties van de leden van de directieraad tegenover de vooropgestelde doelstellingen worden eveneens weergegeven. Dit verslag heeft betrekking op de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.
Dit remuneratieverslag vormt een specifiek onderdeel van de Corporate governance verklaring van Intervest en zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de algemene vergadering van aandeelhouders die plaatsvindt op 27 april 2022.
Tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van vorig jaar keurde 69% van de aanwezige stemmen het remuneratieverslag over 2020 goed. Intervest zet zich in voor een open en transparante dialoog met haar aandeelhouders over de remuneratie alsook over andere governance aangelegenheden en heeft de feedback mee opgenomen in de voorbereiding van dit remuneratieverslag over 2021.
Voor het prestatiejaar 2022 verwacht Intervest geen significante wijzigingen in de bepalingen van de remuneratievergoedingen voor haar leden van de raad van toezicht en van de directieraad.
In 2022 zal het benoemings- en remuneratiecomité zich buigen over de vastlegging van de variabele vergoedingen op lange termijn voor de leden van de directieraad voor de nieuwe driejarige referentieperiode die zal lopen van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025.
1 Dit betreft de huurinkomstengroei van de bestaande portefeuille, inclusief de opgeleverde en verhuurde projecten, exclusief de acquisities.
Het remuneratiebeleid2 van Intervest is goedgekeurd door de raad van toezicht die heeft plaatsgevonden op 11 februari 2021 en is vastgesteld en goedgekeurd door de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders op 28 april 2021 met een meerderheid van 68% van de aanwezige stemmen. Dit beleid is van toepassing sinds 1 januari 2020.
Het remuneratiebeleid van Intervest is consulteerbaar op de website van Intervest.
Volgens de beleidsvoorwaarden ontvangen de leden van de raad van toezicht een vaste jaarlijkse vergoeding en zitpenningen toegekend per bijgewoonde vergadering, terwijl de leden van de comités enkel zitpenningen per bijgewoonde vergadering ontvangen. Het aantal zitpenningen per lid van de raad van toezicht is beperkt per jaar en per comité. De vergoedingen van de leden van de raad van toezicht zijn goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders van 29 april 2020 en zijn als volgt samengesteld.
| Raad van toezicht | Comités | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | Lid | Voorzitter of lid | |||
| Audit- en | Benoemings | Investe | |||
| risicocomité | en remuneratie | ringscomité | |||
| -comité | |||||
| Vaste vergoeding (in €) | 40.000 | 30.000 | nvt | nvt | nvt |
| Zitpenning (in €) | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
| Maximale zitpenningen (in €) |
8.000 | 8.000 | 5.000 | 4.000 | 10.000 |
Met de leden van de raad van toezicht is geen enkele arbeidsovereenkomst gesloten en er is geen opzeggingsvergoeding van kracht. De vergoeding van de leden heeft geen rechtstreekse of onrechtstreekse band met de door de vennootschap uitgevoerde verrichtingen. De leden van de raad van toezicht ontvangen geen prestatiegebonden vergoedingen zoals bonussen en incentives voor de lange termijn, geen aandelen gerelateerde vergoeding, noch voordelen in natura of pensioenvoorzieningen. Een specifieke vergoeding kan toegekend worden aan de leden van de raad van toezicht in geval van bijzondere opdrachten opgelegd door de raad.
2Het remuneratiebeleid is opgemaakt in overeenstemming met het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV), met de wet van 12 mei 2014 betreffende de Gereglementeerde Vastgoedvennootschappen en met de aanbevelingen van de Belgische Corporate Governance Code.
Overeenstemmend met het remuneratiebeleid bestaat de totale vergoeding van de leden van de directieraad uit volgende elementen.
| ELEMENT - Basisvergoeding | |
|---|---|
| Werking en prestatiecriteria |
Bij het bepalen van het vergoedingsniveau wordt rekening gehouden met de individuele rollen, verantwoordelijkheden en vaardigheden. |
| ELEMENT - Risicovoorzieningen en voordelen van alle aard | ||
|---|---|---|
| Werking en prestatiecriteria |
De meeste leden van de directieraad komen in aanmerking voor het ontvangen van risicovoor zieningen en voordelen van alle aard in lijn met het remuneratiebeleid van Intervest, dewelke hoofdzakelijk een bedrijfswagen en een bedrijfsleidersverzekering omvatten. De bedrijfsleidersver zekering kan worden verdeeld over overlijden, pensioen en invaliditeit. |
| ELEMENT - Variabele vergoeding voor de korte termijn | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Werking | Eén jaar variabele | |||||
| BONUSVERGOEDING (IN €) | ||||||
| Drempel prestatie | Maximum prestatie | |||||
| ceo | 0 | 175.000 | ||||
| cfo | 0 | 95.000 | ||||
| cio | 0 | 95.000 | ||||
| sgc | 0 | 70.000 | ||||
| het benoemings- en remuneratiecomité, vastgelegd en geëvalueerd worden. | De variabele vergoeding voor de korte termijn zal jaarlijks door de raad van toezicht, na advies van | |||||
| Prestatiecriteria | ■ ■ |
De variabele bezoldiging voor de korte termijn is gelinkt aan: collectieve prestatiecriteria die kwantitatief en bedrijfsspecifiek gedreven zijn: het ontvangen verbrekingsvergoedingen. individuele prestatiecriteria die niet-financieel gedreven zijn; voor de ceo hebben specifieke objectieven voor de functies in kwestie. VARIABELE VERGOEDING VOOR DE KORTE TERMIJN Collectief Individueel |
operationeel resultaat voor resultaat op de portefeuille, het EPRA EPS, de bezettingsgraad, openstaande handelsvorderingen en gebudgetteerde huurinkomsten uit verhuurtrans acties; de berekeningen van het operationeel resultaat en de EPRA worden gecorrigeerd met de inkomsten en kosten gerelateerd aan acquisities, desinvesteringen en éénmalig deze individuele criteria betrekking op de bedrijfsstrategie, organisatie, governance en bedrijfscultuur, waar deze voor de andere leden van de directieraad betrekking hebben op 30% 70% |
| ELEMENT - Variabele vergoeding voor de lange termijn | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Werking | De variabele vergoeding voor de lange termijn wordt om de drie jaar toegekend en vastgelegd door de raad van toezicht, na advies van het benoemings- en remuneratiecomité. Voor de leden van de directieraad die nieuw in positie gekomen zijn in de loop van de referentieperiode, wordt een pro-rata vergoeding toegekend. |
||||
| Periode 2020 - 2022 |
Vergoeding bij drempel prestatie |
MAXIMALE BONUSVERGOEDING LANGE TERMIJN (IN €) | |||
| Bij volledig periode in positie | Pro rata volgens periode nieuw in positie |
||||
| ceo | 0 | 525.000 | 525.000 | ||
| cfo | 0 | 285.000 | 190.000 | ||
| cio | 0 | 285.000 | 190.000 | ||
| sgc | 0 | 210.000 | 140.000 | ||
| Prestatiecriteria | De variabele vergoeding voor de lange termijn is gelinkt aan collectieve en objectief meetbare prestatiecriteria (zowel financieel als niet-financieel): collectieve prestatiecriteria gelinkt aan de groeistrategie #connect20221 gebaseerd op vier ■ nauw verbonden pijlers: waardecreatie, duurzaamheid, klantgerichtheid en #TeamIntervest Duu Waardecreatie rzaa mhe id #connect 2022 Klantgerichtheid #Te amI nter vest |
||||
| WAARDECREATIE | DUURZAAMHEID | ||||
| 30% groei reële waarde vastgoedporte 100% elektriciteitsverbruik uit duurzame ■ ■ feuille bronnen 10% groei EPRA resultaat per aandeel 80% logistiek vastgoed uitgerust met fotovol ■ ■ taïsche installaties Toename in gemiddelde huurperiode: ■ > 5 jaar 80% vastgoedportefeuille uitgerust met ■ slimme meters Looptijd schulden verlengen ■ 30% vastgoedportefeuille minstens BREEAM ■ |
|||||
| 'Very Good'-gecertificeerd | |||||
| #TEAMINTERVEST | KLANTGERICHTHEID | ||||
| ■ medewerkers ■ nele medewerkers |
Streven naar duurzame motivatie bij haar Aantrekken en behouden van professio |
■ aantal jaar als huurder ■ |
Verbeteren klantentrouw door verhogen totaal Opstarten meten NPS (Net Promotor Score), een indicatie van tevredenheid en loyauteit |
1 Zie persbericht dd. 18 juni 2020: "Intervest Offices & Warehouses stelt strategie #connect2022 voor".
| Prestatiecriteria | collectief prestatiecriterium gelinkt aan de aandeelhouderswaardecreatie van Intervest op ■ lange termijn: I. Dit prestatiecriterium zal toegewezen worden naargelang het resultaat van de relatieve TSR (Total Share Return) performantie. De relatieve TSR performantie zal op basis van ranking van performantie van Intervest binnen de peer groep worden bepaald over een periode van drie jaar. De TSR zal zowel in het begin als einde van de periode gemeten worden op basis van een gemiddelde over de laatste 20 handelsdagen. II. De samenstelling van de TSR peer groep reflecteert de markt waartegen Intervest competitief is op het vlak van investeerders in het aandeel. Er wordt enerzijds gekeken naar het bedrijfsprofiel (industrie, geografische focus en omvang) en anderzijds naar het risicoprofiel / gedrag van het aandeel (volatiliteit van de aandelenkoers, dividend yield, correlatie van het aandeel met andere aandelen). |
|---|---|
| TSR PEER GROEP INTERVEST Alstria AG ■ NSI nv ■ Cofinimmo nv ■ Befimmo nv ■ WDP nv ■ Montea nv ■ |
|
| VARIABELE VERGOEDING VOOR DE LANGE TERMIJN 50% 50% Groeistrategie #connect2022 Aandeelhouderswaardecreatie |
| ELEMENT - Vertrekvergoeding | |
|---|---|
| Werking | Bij beëindiging van het mandaat van een lid van de directieraad door de raad van toezicht van Intervest, bedraagt de opzegvergoeding de tegenwaarde van 12 maanden vaste vergoeding, tenzij andere toepasselijke wettelijke dwingende bepalingen vereisen dat een hoger aantal maanden wordt toegepast of behoudens grove nalatigheid of opzettelijke fout in welke gevallen geen vergoe ding verschuldigd is. |
| ELEMENT - Pensioen | |
|---|---|
| Werking | Intervest voorziet in een competitieve vergoeding qua pensioen. In geval deze wordt aangeboden, gebeurt dit in lijn met competitieve marktpraktijken en aan de hand van een systeem van vaste bijdragen. Formele beleidslijnen bepalen de representatieve waarde van deze pensioenvoorzieningen. |
| ELEMENT - Contract | |
|---|---|
| Werking | De leden van de directieraad worden benoemd voor onbepaalde duur. |
| ELEMENT - Terugvorderingsrechten (clawback) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Werking | Dit clawback-mechanisme staat Intervest toe om een variabele remuneratie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen van de begunstigde tot één jaar na uitbetaling ervan indien in die periode blijkt dat de uitbetaling heeft plaatsgevonden op basis van onjuiste informatie over het bereiken van de aan de variabele remuneratie ten grondslag liggende prestatiedoelstellingen of over de omstan digheden waarvan de variabele remuneratie afhankelijk was gesteld en dat dergelijke onjuiste informatie bovendien te wijten is aan fraude door de begunstigde. |
||||
| ELEMENT - Minimumdrempel aandelen | |||||
| Werking | Intervest wijkt af van principe 7.9 van de Code 2020 doordat er aan de leden van de directie raad niet wordt aanbevolen om een minimumdrempel aandelen van Intervest aan te houden. De vennootschap is van mening dat door middel van de onderliggende performantiecriteria bij de variabele beloning reeds voldoende een link wordt gelegd met de langetermijnbelangen. De context hieromtrent wordt uitgebreid uiteengezet in de Corporate governance verklaring in het jaarverslag. De leden van de directieraad hebben echter wel de mogelijkheid om individueel aandelen te verwerven van de vennootschap mits inachtneming van de regels aangaande transacties voor eigen |
||||
| rekening in aandelen of andere schuldinstrumenten van de vennootschap of afgeleide of andere financiële instrumenten die ermee verbonden zijn. |

Het totale bedrag aan remuneratie voor 2021 van de leden van de raad van toezicht ligt in lijn met het remuneratiebeleid van Intervest.
In onderstaande tabel wordt de totale individuele remuneratie weergegeven van de leden van de raad van toezicht voor 2021.
| Naam functie | Vaste vergoeding |
Totale remuneratie |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in €) | Raad van toezicht |
Audit- en risicocomité |
Benoemings en remunera tiecomité |
Investerings comité |
(in €) | |
| Ann Smolders** onafhankelijk, voorzitster raad van toezicht |
27.178 | 5.000 | 3.000 | nvt | nvt | 35.178 |
| Johan Buijs niet-onafhankelijk |
30.000 | 8.000 | nvt | 4.000 | 9.000 | 51.000 |
| Jacqueline Heeren – de Rijk onafhankelijk |
30.000 | 8.000 | 5.000 | 4.000 | 8.000 | 55.000 |
| Marco Miserez niet-onafhankelijk |
30.000 | 8.000 | 5.000 | nvt | 8.000 | 51.000 |
| Marc Peeters *** onafhankelijk |
12.500 | 2.000 | nvt | nvt | 2.000 | 16.500 |
| Marleen Willekens onafhankelijk |
30.000 | 8.000 | 5.000 | 4.000 | nvt | 47.000 |
| TOTAAL | 159.678 | 39.000 | 18.000 | 12.000 | 27.000 | 255.678 |
* Als gevolg van de uitzonderlijke economische situatie die voortvloeit uit de coronacrisis en de door de overheid opgelegde maatregelen die thuiswerken en het houden van virtuele vergaderingen zo veel mogelijk aanbeveelt, hebben net zoals in 2020 ook in 2021 naast de fysieke vergaderingen tevens een aantal virtuele vergaderingen van de raad van toezicht en haar comités plaatsgevonden. Bijgevolg worden ten uitzonderlijke titel in 2021 ook de virtueel gehouden vergaderingen in aanmerking genomen bij het bepalen van het aantal uit te betalen zitpenningen.
** Bij besluit van de raad van toezicht is Ann Smolders vanaf 6 mei 2021 benoemd als voorzitster van de raad van toezicht.
*** Bij besluit van de raad van toezicht is Marc Peeters gecoöpteerd als lid van de raad van toezicht sinds 1 augustus 2021. Zijn definitieve benoeming zal worden voorgedragen op de algemene vergadering van aandeelhouders van 27 april 2022.
De vergoeding van de leden van de raad van toezicht met betrekking tot boekjaar 2021 wordt uitbetaald na de algemene vergadering van aandeelhouders, te houden in 2022. De leden van de raad van toezicht bezitten geen aandelen van de vennootschap noch werden aan de leden van de raad van toezicht opties verleend op aandelen van de vennootschap.
In 2021 werden geen specifieke vergoedingen toegekend.
De raad van toezicht heeft, op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité, de vergoedingen voor 2021 bepaald voor de leden van de directieraad, in overeenstemming met het remuneratiebeleid.
Een overzicht van de totale individuele remuneratie van de leden van de directieraad wordt weergegeven in onderstaande tabel.
| Naam functie |
Vaste vergoeding (in €) | Variabele vergoeding (in €) |
Pensioen voorziening (in €) |
Andere vergoe dingen (in €) |
Totale remuneratie (in €) |
Verhouding vaste en variabele remuneratie *** |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Basis vergoeding |
Risicovoor zieningen en voordelen van alle aard |
Korte termijn |
Lange termijn |
|||||
| Gunther Gielen ceo |
304.230 | 20.000 | 130.000 | nvt | 55.791 | nvt | 510.021 | 25% - 75% |
| Vincent Macharis* cfo |
173.965 | 12.300 | 80.000 | nvt | 23.182 | nvt | 289.447 | 28% - 72% |
| Joël Gorsele cio |
215.000 | 15.200 | 80.000 | nvt | 30.920 | nvt | 341.120 | 23% - 77% |
| Kevin De Greef sgc |
226.697 | nvt | 60.000 | nvt | nvt | nvt | 286.697 | 21% - 79% |
| Inge Tas ** | 30.516 | 1.697 | nvt | nvt | nvt | nvt | 32.213 | nvt |
* Vincent Macharis is cfo vanaf 10 maart 2021.
** Inge Tas was cfo tot 11 februari 2021. De beëindigingsvergoeding werd reeds in 2020 verwerkt.
*** Aangezien de referentieperiode (2020 – 2022) voor de variabele vergoeding voor de lange termijn nog lopende is, wordt hiermee geen rekening gehouden in de verhouding vaste en variabele remuneratie.

Basis vergoeding + risicovoorzieningen en voordelen van alle aard
VASTE VERGOEDING
De tabel hierna geeft de basisvergoeding voor 2021 weer per lid van de directieraad.
Deze basisvergoeding is niet herzien in 2021.
| Naam functie | Basisvergoeding 2021 | |||
|---|---|---|---|---|
| Gunther Gielen ceo | 304.230 | |||
| Vincent Macharis * cfo | 173.965 | |||
| Joël Gorsele cio | 215.000 | |||
| Kevin De Greef sgc | 226.697 | |||
| Inge Tas ** | 30.516 |
* Vincent Macharis is cfo vanaf 10 maart 2021.
** Inge Tas was cfo tot 11 februari 2021.
Het bedrag vermeld in de kolom 'Risicovoorzieningen en voordelen van alle aard' in de totale remuneratie tabel voor de leden van de directieraad onder punt 4.4 - Totale remuneratie van dit verslag verwijst naar het ontvangen van risicovoorzieningen en voordelen van alle aard, dewelke hoofdzakelijk een bedrijfswagen, een GSM en een bedrijfsleidersverzekering omvatten. De bedrijfsleidersverzekering kan worden verdeeld over overlijden, pensioen en invaliditeit.

VARIABELE VERGOEDING
De verwezenlijking van de prestatiedoelstellingen korte termijn is gemeten gedurende een periode die begint op 1 januari 2021 en eindigt op 31 december 2021.
De realisatie van de collectieve prestatiecriteria voor de korte termijn resulteert in de volgende weging:
| % Weging | % Werkelijke vergoeding | |
|---|---|---|
| Collectieve prestatiecriteria | 70,0% | 57,4% |
| Operationeel resultaat voor resultaat op de portefeuille * |
17,5% | 17,5% |
| EPRA EPS * | 17,5% | 17,5% |
| Bezettingsgraad kantorenportefeuille | 8,75% | 2,5% |
| Bezettingsgraad logistieke portefeuille | 8,75% | 7,6% |
| Openstaande handelsvorderingen | 7,5% | 7,5% |
| Gebudgetteerde huurinkomsten uit verhuurtrans acties in kantorenportefeuille |
5,0% | 0,0% |
| Gebudgetteerde huurinkomsten uit verhuurtrans acties in logistieke portefeuille |
5,0% | 4,8% |
* zonder inkomsten en kosten gerelateerd aan acquisities, desinvesteringen en éénmalig ontvangen verbrekingsvergoedingen
De realisatie van de collectieve en de individuele prestatiecriteria resulteert per lid van de directieraad in de volgende totale korte termijn variabele vergoeding uitbetaald in 2022.
| Naam functie | % Weging | % Werkelijke vergoeding weging |
Werkelijke vergoeding (in €) |
|
|---|---|---|---|---|
| Gunther Gielen ceo | Collectieve prestatiecriteria | 70% | 57,4% | 100.488 |
| Individuele prestatiecriteria | 30% | 16,9% | 29.512 | |
| TOTAAL | 100% | 74,3% | 130.000 | |
| Vincent Macharis cfo | Collectieve prestatiecriteria | 70% | 57,4% | 54.551 |
| Individuele prestatiecriteria | 30% | 26,8% | 25.449 | |
| TOTAAL | 100% | 84,2% | 80.000 | |
| Joël Gorsele cio | Collectieve prestatiecriteria | 70% | 57,4% | 54.551 |
| Individuele prestatiecriteria | 30% | 26,8% | 25.449 | |
| TOTAAL | 100% | 84,2% | 80.000 | |
| Kevin De Greef sgc | Collectieve prestatiecriteria | 70% | 57,4% | 40.195 |
| Individuele prestatiecriteria | 30% | 28,3% | 19.805 | |
| TOTAAL | 100% | 85,7% | 60.000 |
De driejarige referentieperiode 2020 tot en met 2022 voor de variabele vergoeding voor de lange termijn is nog lopende. In 2021 is hiervoor geen uitbetaling gebeurd.
In 2020 is het einde van het mandaat van Inge Tas als cfo aangekondigd met ingang van 12 februari 2021. De vertrekvergoeding in dit kader is reeds verwerkt in het remuneratieverslag van 2020. Verder heeft in 2021 geen vertrek van een lid van de directieraad plaats gevonden.
De tabel hierna geeft de pensioenkosten voor 2021 weer per lid van de directieraad.
| Naam functie | Pensioenkosten 2021 |
|---|---|
| Gunther Gielen ceo | 55.791 |
| Vincent Macharis * cfo | 23.182 |
| Joël Gorsele cio | 30.920 |
| Kevin De Greef sgc | nvt |
* Vincent Macharis is cfo vanaf 10 maart 2021.
Er is in 2021 geen gebruik gemaakt van het contractueel voorziene clawback mechanisme in de overeenkomsten met de leden van de directieraad.
In de uitvoering van het remuneratiebeleid in 2021 is niet afgeweken van de daarin voorziene procedures, noch werden er afwijkingen toegestaan zoals bedoeld in artikel 7:89/1, §5 WVV.

| 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale remuneratie voor de leden van de raad van toezicht (in €) | 125.000 | 125.000 | 125.000 | 222.500 | 255.678 |
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in €) | 0 | 0 | 97.500 | 33.178 | |
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in %) | 0% | 0% | 78%1 | 15% 2 | |
| Totale remuneratie voor de ceo Gunther Gielen3 (in €) | nvt | nvt | nvt | 434.583 | 510.021 |
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in €) | 75.438 | ||||
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in %) | 17%3 | ||||
| Totale remuneratie voor de cfo Vincent Macharis4 (in €) | nvt | nvt | nvt | nvt | 289.447 |
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in €) | nvt | ||||
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in %) | nvt | ||||
| Totale remuneratie voor de cio Joël Gorsele5 (in €) | nvt | nvt | nvt | nvt | 341.120 |
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in €) | nvt | ||||
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in %) | nvt | ||||
| Totale remuneratie voor de sgc Kevin De Greef 6 (in €) | nvt | nvt | nvt | 120.000 | 286.697 |
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in €) | 166.697 | ||||
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in %) | 139%6 | ||||
| Gemiddelde totale vergoeding van de werknemers o.b.v. voltijdse | 2% | 6% | 7% | 5% | |
| equivalenten – wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in %) | |||||
| PRESTATIE VAN INTERVEST | |||||
| Reële waarde van de vastgoedportefeuille (in duizenden €) | 662.539 | 866.504 | 892.813 | 1.017.958 | 1.208.944 |
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in %) | 31% | 3% | 14% | 19% | |
| EPRA resultaat per aandeel (in €) | 1,58 | 1,63 | 1,687 | 1,60 | 1,74 |
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in %) | 3% | 3% | -5% | 9% | |
| Brutodividend per aandeel (in €) | 1,40 | 1,40 | 1,53 | 1,53 | 1,53 |
| Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in %) | 0% | 9% | 0% | 0% |
Voor de leden van de raad van toezicht en de directieraad wordt de variatie berekend vanaf de start van hun benoeming. De verhouding tussen de hoogste vergoeding en de laagste vergoeding van de medewerkers of leden van de directieraad, uitgedrukt als voltijds equivalent, bedraagt 1/13.
Wat preventie van belangenconflicten aangaat, is Intervest tezelfdertijd onderworpen aan:
Elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen de vennootschap en de leden van de raad van toezicht en van de directieraad wordt vermeden.
Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van de leden van de raad van toezicht en van de directieraad spelen die van patrimoniaal belang zijn voor de vennootschap en/ of voor de leden van de raad van toezicht en van de directieraad, behoeven de goedkeuring van de raad van toezicht.
Een "tegenstrijdig belang" bestaat in ieder geval wanneer de vennootschap voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon:
Een lid van de raad van toezicht en/of van de directieraad zal:
Een lid van de raad van toezicht meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang dat van patrimoniaal belang is voor de vennootschap en/of voor het desbetreffend lid terstond aan de voorzitter en aan de overige leden van de raad van toezicht en verschaft daarover alle relevante informatie, inclusief de voor de situatie relevante informatie inzake zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwanten tot in de tweede graad.
Wanneer blijkt dat één van de leden van de directieraad een rechtstreeks of onrechtstreeks patrimoniaal belang heeft dat strijdig is met het belang van de vennootschap, verwijst de directieraad deze beslissing naar de raad van toezicht.
De raad van toezicht besluit, desgevallend buiten aanwezigheid van het betrokken lid van de raad van toezicht of het lid van de directieraad, of er sprake is van een tegenstrijdig belang. Het lid van de raad van toezicht of de directieraad neemt geen deel aan de discussie en de besluitvorming over een onderwerp of transactie waarbij het een tegenstrijdig belang heeft. De verklaring en de toelichting van het betrokken lid van de raad van toezicht of de directieraad over de aard van dit strijdig belang worden opgenomen in de notulen van de vergadering van de raad van toezicht die de beslissing moet nemen.
Terzake moeten ook artikel 7:115 en 7:117 van het WVV nageleefd worden en evenzeer conform deze artikelen moeten dergelijke transacties ook gepubliceerd worden in het Jaarverslag van de vennootschap, met vermelding van het tegenstrijdig belang en de verklaring dat de bepalingen dienaangaande zijn nageleefd. Ook dient de commissaris in zijn verslag omtrent de audit van de jaarrekening een afzonderlijk omschrijving op te nemen van de vermogensrechtelijke gevolgen van het besluit voor de vennootschap.
Bij tegenstrijdig belang dient ook de FSMA in bepaalde gevallen voorafgaand geïnformeerd te worden.
Deze procedure diende in 2021 niet te worden toegepast.
De vennootschap dient ook de procedure van artikelen 7:116 en 7:117, §2 van het WVV na te leven indien zij een beslissing neemt of een verrichting uitvoert die verband houdt met:
Beslissingen of verrichtingen over dergelijke aangelegenheden moeten voorafgaandelijk worden onderworpen aan de beoordeling van een comité van drie onafhankelijke leden van de raad van toezicht dat zich als het het nodig acht laat bijstaan door één of meerdere onafhankelijke experts aangesteld door het comité en goedgekeurd door de vennootschap. Het schriftelijk gemotiveerd advies van het comité (met melding van de informatie voorzien in 7:116, §3 van het WVV) wordt voorgelegd aan de raad van toezicht die dan beraadslaagt over de voorgenomen beslissing of verrichting. De raad van toezicht vermeldt in zijn notulen of de omschreven procedure werd nageleefd en, in voorkomend geval, of en op welke gronden van het advies van het comité wordt afgeweken. De commissaris verleent een oordeel of er geen van materieel belang zijnde inconsistenties zijn in de financiële en boekhoudkundige gegevens die vermeld staan in de notulen van de raad van toezicht en in het advies van het comité ten opzichte van de informatie waarover hij beschikt in het kader van zijn opdracht.
Dit oordeel wordt aan de notulen van de raad van toezicht gehecht. Verder worden de bepalingen toegepast zoals vermeld in artikel 7:116, § 4/1 van het WVV.
Er deden zich geen dergelijke belangenconflictsituaties voor in 2021.
De regeling van artikelen 37 en 38 van de GVV- Wet is van toepassing op de vennootschap. Artikel 37 van de GVV-Wet bevat een functionele belangenconflictenregeling die inhoudt dat de vennootschap de FSMA moet informeren telkens bepaalde met de vennootschap verbonden personen (opgesomd in hetzelfde artikel, waaronder onder meer de leden van de raad van toezicht en van de directieraad, de personen die de vennootschap controleren of ermee verbonden zijn of er een deelneming in bezitten, de promotor en de andere aandeelhouders van alle dochtervennootschappen van de vennootschap) rechtstreeks of onrechtstreeks optreden als tegenpartij bij, of enig vermogensvoordeel halen uit, een verrichting met de vennootschap of een van haar dochtervennootschappen. In haar mededeling aan de FSMA moet het belang van de geplande verrichting voor de vennootschap worden aangetoond, alsook dat de betrokken verrichting binnen haar bedrijfsstrategie kadert.
Artikel 38 van de GVV-Wet omschrijft dan weer wanneer de bepalingen van artikel 36 en 37 van de GVV-Wet niet van toepassing zijn:
Verrichtingen waarvoor een functioneel belangenconflict bestaat, dienen tegen normale marktvoorwaarden te worden uitgevoerd. Wanneer een dergelijke verrichting betrekking heeft op vastgoed, is de waardering van de vastgoedexpert bindend als minimumprijs (bij vervreemding door de vennootschap of haar dochtervennootschappen) of als maximumprijs (bij verwerving door de vennootschap of haar dochtervennootschappen).
Dergelijke verrichtingen, alsook de te melden gegevens, worden onmiddellijk openbaar gemaakt. Ze worden in het Jaarverslag en in het Verslag van de commissaris toegelicht.
Er deden zich geen dergelijke belangenconflictsituaties voor in 2021.
Conform artikel 6, 10° van de GVV-Wet zal de vennootschap een beleid moeten uitstippelen inzake het beheer van belangenconflicten wanneer haar dochtervennootschap vastgoeddiensten verleent aan derden (wat thans niet het geval is). Dit beleid moet in het Jaarverslag worden gepubliceerd.
Er deden zich geen dergelijke belangenconflictsituaties voor in 2021.

Intervest heeft de gedragsregels inzake financiële transacties opgenomen in het Corporate Governance Charter en in een apart verhandelingsreglement ('Dealing code') dat geraadpleegd kan worden op www.intervest.be. Dit verhandelingsreglement maakt deel uit van het Corporate Governance Charter van de vennootschap en werd afgestemd op toepasselijke wet- en regelgevingen (in het bijzonder de Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en daaruit voortvloeiende Europese regelgeving (samen de "Verordening Marktmisbruik"), de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en de Corporate Governance Code 2020).
In dit verhandelingsreglement wordt het interne beleid van de vennootschap inzake de voorkoming van misbruik van voorwetenschap en preventie van marktmisbruik vastgelegd.
Intervest heeft een gedragscode opgesteld die van toepassing is op alle werknemers, alsook de leden van de directieraad, de raad van toezicht, het auditen risicocomité, het benoemings- en remuneratiecomité en het investeringscomité. De gedragscode is ook van toepassing op tijdelijke medewerkers en personen die op contractbasis voor Intervest werken. Deze gedragscode is raadpleegbaar op www.intervest.be.
Deze gedragscode zet uiteen hoe Intervest zaken wil doen: op een eerlijke, integere en transparante wijze, conform de belangen van Intervest, in het bijzonder wat betreft haar bedrijfs- en financiële doelstellingen. De gedragscode is de basis voor alle procedures bij Intervest. Operationele principes, beleidslijnen of procedures moeten (ontwikkeld worden) in lijn (zijn) met deze gedragscode. De gedragscode helpt gedrag te sturen en is bedoeld als een raamwerk, niet als een reglement, want het is onmogelijk om elke mogelijke situatie in de code te capteren.
Intervest heeft een procedure van melding van onregelmatigheden ingevoerd. Deze procedure beschermt medewerkers en business partners die misstanden binnen het bedrijf melden.
De commissaris, aangesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders, is Deloitte Bedrijfsrevisoren bv o.v.v.e. CVBA en wordt vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck, bedrijfsrevisor.
De vastgoedportefeuille wordt elk kwartaal gewaardeerd door drie onafhankelijke deskundigen, te weten: Cushman & Wakefield Belgium, CBRE Valuation Services (België) en CBRE Valuation Advisory bv (Nederland), ieder voor een gedeelte van de vastgoedportefeuille, gebaseerd op een rotatieprincipe.
Elke openbare GVV dient in het kader van haar interne controle, invulling te geven aan interne auditprocedures, een risk managementbeleid en een integriteitsbeleid. Daarop wordt toegezien door de persoon belast met, respectievelijk, de interne auditfunctie, de risicobeheerfunctie en de compliancefunctie conform artikel 17, §3, 4 en 5 van de GVV-Wet (dit zijn samen de "onafhankelijke controlefuncties").
De interne audit kan worden begrepen als een onafhankelijke beoordelingsfunctie, ingebed in de organisatie, gericht op het onderzoek en de beoordeling van de goede werking, de doeltreffendheid en de efficiëntie van de door de vennootschap gehanteerde processen en procedures bij de uitoefening van haar activiteiten. De persoon verantwoordelijk voor de interne audit kan de verschillende leden van de organisatie in het kader van de uitoefening van hun verantwoordelijkheden voorzien van analyses, aanbevelingen, adviezen, evaluaties en informatie omtrent de onderzochte activiteiten.
Deze interne audit heeft onder meer betrekking op de werking, doeltreffendheid en efficiëntie van processen, procedures en activiteiten inzake:
Intervest heeft eind 2021 de externe consulent BDO Risk & Assurance Services, vertegenwoordigd door Wim Verbelen en Steven Cauwenberghs, aangesteld als de personen die belast zijn met de interne audit, waarbij Johan Buijs, lid van de raad van toezicht van Intervest, is aangesteld voor de controle vanuit de vennootschap op de interne auditfunctie zoals waargenomen door BDO Risk & Assurance Services en die aldus te beschouwen is als de eindverantwoordelijke voor de interne audit. Het mandaat van BDO Risk & Assurance Services als externe consulent heeft een duur van drie jaar.
In het kader van het risicobeheerbeleid zal de vennootschap erover waken dat de risico's waaraan ze is blootgesteld (marktrisico's, operationele risico's, financiële risico's en reglementaire risico's) op een doeltreffende manier worden ingeschat, gecontroleerd en opgevolgd.
Intervest heeft met dit doel een persoon belast met de risicobeheerfunctie die verantwoordelijk is voor o.a. het opstellen, uitwerken, bewaken, actualiseren en implementeren van het risicobeheerbeleid en de risicobeheerprocedures.
De onafhankelijke risicobeheerfunctie wordt op 31 december 2021 waargenomen door Vincent Macharis, lid van de directieraad en cfo. Het mandaat is voor onbepaalde duur.
Regels betreffende compliance en integriteit zijn bevat in de functie van de compliance officer. De vennootschap heeft een persoon aangesteld als compliance officer, belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake marktmisbruik, zoals deze regels onder meer opgelegd worden door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en Verordening EU nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik.
De compliance officer ziet er eveneens op toe dat de vennootschap de wetten, de reglementen en de gedragsregels die van toepassing zijn op de vennootschap, naleeft. Om een integere bedrijfscultuur te waarborgen heeft Intervest een interne gedragscode en een procedure voor de melding van onregelmatigheden opgesteld.
Artikel 17, §4 van de GVV-Wet bepaalt dat de openbare GVV "de nodige maatregelen dient te nemen om blijvend te kunnen beschikken over een passende onafhankelijke compliancefunctie, om de naleving door de openbare GVV, haar bestuurders, effectieve leiding, werknemers en gevolmachtigden te verzekeren van de rechtsregels in verband met de integriteit van het bedrijf van openbare GVV". In artikel 6 van het GVV-KB is bepaald dat de openbare GVV "de nodige maatregelen dient te nemen om permanent te kunnen beschikken over een passende onafhankelijke compliancefunctie. De compliancefunctie is passend wanneer zij met een redelijke zekerheid de naleving verzekert door de openbare GVV, haar leden van de raad van toezicht, effectieve leiders, werknemers en lasthebbers van de rechtsregels in verband met de integriteit van het bedrijf van openbare GVV".
De "onafhankelijke compliancefunctie" kan worden begrepen als een onafhankelijke functie binnen de vennootschap, gericht op het onderzoek naar, en het bevorderen van, de naleving door de onderneming van de regels die verband houden met de integriteit van de activiteiten van de vennootschap. De regels betreffen zowel deze die voortvloeien uit het beleid van de onderneming, het statuut van de onderneming, alsmede andere wettelijke en reglementaire bepalingen. Het gaat met andere woorden om een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt gelegd op eerlijkheid en integriteit en het naleven van hoge ethische normen bij het zakendoen. Daarbij dienen zowel de onderneming als haar medewerkers zich integer te gedragen, d.i. eerlijk, betrouwbaar en geloofwaardig.
Op 31 december 2021 wordt de onafhankelijke compliancefunctie waargenomen door Kevin De Greef, lid van de directieraad en sgc. Het mandaat is voor onbepaalde duur.
Gewone aandelen (INTO)
| Aantal | Kapitaal (in €) | % |
|---|---|---|
| 26.300.908 | € 239.664.944,37 | 100% |
Het kapitaal bedraagt € 239.664.944,37 en is verdeeld over 26.300.908 volledig volgestorte aandelen die elk een gelijk deel ervan vertegenwoordigen. Het zijn 26.300.908 gewone aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
Er bestaan geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van effecten, noch voor de uitoefening van de stemrechten.
Er zijn geen effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn.
De vennootschap heeft geen aandelenoptieplan. De vennootschap heeft een variabel kortetermijn- en langetermijnvergoedingsplan voor de leden van de directieraad, zoals beschreven in het Remuneratieverslag.
Voor zover de vennootschap hiervan kennis heeft, zijn er geen aandeelhouders die in onderling overleg handelen. Er zijn bij de vennootschap geen aandeelhoudersovereenkomsten bekend die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht.
De algemene jaarvergadering van aandeelhouders van de vennootschap heeft op 13 mei 2019 een machtiging verleend aan de raad van toezicht om het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap te verhogen in één of meerdere keren met een bedrag van:
1 Met betrekking tot de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten voor verhandeling op de gereglementeerde markt – zie ook de wet van 1 april 2007 inzake het openbare overnamebod. 2 Op afsluitingsdatum van dit Jaarverslag.
op de eurocent voor alle vormen van kapitaalverhoging anders dan deze geviseerd en goedgekeurd in punten (i) en (ii) hierboven,
met een maximum van € 221.331.564,48 in totaal gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 24 mei 2019 van de machtiging. De machtiging is geldig tot 24 mei 2024.
Het toegestaan kapitaal kan niet worden aangewend om het kapitaal te verhogen bij toepassing van artikel 7:202 van het WVV in het kader van een openbaar bod tot aankoop van de effecten van de vennootschap.
Bij elke kapitaalverhoging stelt de raad van toezicht de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de voorwaarden van uitgifte van de nieuwe aandelen vast. De kapitaalverhogingen kunnen aanleiding geven tot de uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht.
Wanneer de kapitaalverhogingen, door de raad van toezicht beslist ingevolge deze toelating, een uitgiftepremie bevatten, moet het bedrag van deze uitgiftepremie op een speciale onbeschikbare rekening geplaatst worden, genoemd "Uitgiftepremies", die zoals het kapitaal de waarborg uitmaakt voor derden en die niet zal kunnen worden verminderd of afgeschaft mits een beslissing van de algemene vergadering die vergadert volgens de voorwaarden van aanwezigheid en meerderheid voorzien voor een kapitaalvermindering, behoudens de omzetting in kapitaal zoals hierboven voorzien.
Tot nu toe heeft de raad van toezicht gebruik gemaakt van de hem verleende machtiging om bedragen van het toegestaan kapitaal te benutten in het kader van:
Aldus kan de raad van toezicht het geplaatste kapitaal in het kader van het toegestaan kapitaal nog verhogen met
rekening houdend met een totaal maximum van (i), (ii) en (iii) samen van nog € 206.351.610,16.

Elke kapitaalverhoging zal worden uitgevoerd in overeenstemming met de artikelen 7:177 en volgende van het WVV, onder voorbehoud van wat hierna is vermeld met betrekking tot het voorkeurrecht.
Bovendien moet de vennootschap zich schikken naar de bepalingen betreffende de openbare uitgifte van aandelen voorzien in de artikelen 26 en 27 van de GVV-Wet.
Bij een kapitaalverhoging door inbreng in geld en onverminderd de toepassing van de artikelen 7:188 tot 7:193 van het WVV, kan het voorkeurrecht enkel worden beperkt of opgeheven als aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht wordt verleend bij de toekenning van nieuwe effecten. Dit onherleidbaar toewijzingsrecht voldoet aan de volgende voorwaarden:
De kapitaalverhogingen door middel van inbrengen in natura zijn onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 7:196 en 7:197 van het WVV. Bovendien, en overeenkomstig artikel 26 §2 van de GVV-Wet, moeten de volgende voorwaarden worden nageleefd:
trekken bedrag van het gecumuleerde dividend specifiek verantwoordt in zijn bijzonder verslag en de financiële voorwaarden van de verrichting toelicht in zijn jaarlijks financieel verslag
Bovenstaand is niet van toepassing bij de inbreng van het recht op dividend in het kader van de uitkering van een keuzedividend, voor zover dit effectief voor alle aandeelhouders betaalbaar wordt gesteld.
Conform artikel 9 van de statuten kan de vennootschap haar eigen aandelen verwerven, in pand houden of vervreemden krachtens de beslissing van de algemene vergadering overeenkomstig de bepalingen van het WVV.
Daarenboven mag de raad van toezicht, voor een periode van vijf jaar vanaf de bekendmaking van de beslissing in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, i.e. vanaf 2 juni 2020, voor rekening van de vennootschap, de eigen aandelen van de vennootschap verwerven en in pand nemen (zelfs buiten de beurs) aan een eenheidsprijs die niet lager mag zijn dan 85 % van de beurskoers van de slotnotering van de dag vóór de datum van de transactie (verwerving en in pand nemen) en die niet hoger mag zijn dan 115 % van de beurskoers van de slotnotering van de dag vóór de datum van de transactie (verwerving en in pand nemen) zonder dat de vennootschap meer mag bezitten dan 10 % van het totaal aantal uitgegeven aandelen.
Op 31 december 2021 heeft Intervest, noch haar perimetervennootschappen, eigen aandelen in bezit.
Er zijn geen belangrijke overeenkomsten waarbij Intervest partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de vennootschap na een openbaar overnamebod, met uitzondering van de gangbare clausules in de financieringsovereenkomsten.
1 De jaarlijkse financiële verslagen, de verslagen van de raad van bestuur en de verslagen van de commissaris over de boekjaren 2021, 2020 en 2019 alsook de tussentijdse verklaringen en de halfjaarlijkse financiële verslagen (inclusief verslagen van de commissaris) zijn consulteerbaar op de website van de vennootschap (www.intervest. be). Ze zijn eveneens op eenvoudig verzoek op de maatschappelijke zetel verkrijgbaar.
| in duizenden € | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Huurinkomsten | 4 | 65.056 | 61.303 |
| Met verhuur verbonden kosten | 4 | -148 | -51 |
| NETTOHUURRESULTAAT | 64.908 | 61.252 | |
| Recuperatie van vastgoedkosten | 4 | 696 | 752 |
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
4 | 13.528 | 13.643 |
| Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huur schade en wederinstaatstelling |
-361 | -698 | |
| Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
4 | -13.528 | -13.623 |
| Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 4 | 716 | 460 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 65.959 | 61.786 | |
| Technische kosten | 5 | -1.144 | -876 |
| Commerciële kosten | 5 | -547 | -318 |
| Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen | 5 | -893 | -892 |
| Beheerskosten van het vastgoed | 5 | -4.792 | -5.281 |
| Andere vastgoedkosten | 5 | -1.007 | -1.162 |
| Vastgoedkosten | -8.383 | -8.529 | |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 57.576 | 53.257 | |
| Algemene kosten | 6 | -3.836 | -4.085 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | 8 | -310 | -254 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE |
53.430 | 48.918 | |
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 9 | 198 | 1.670 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 10 | 66.020 | 15.454 |
| Ander portefeuilleresultaat | 11 | -11.205 | -9.083 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 108.443 | 56.959 | |
| Financiële opbrengsten | 59 | 67 | |
| Netto-interestkosten | 12 | -7.094 | -7.955 |
| Andere financiële kosten | -50 | -36 | |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 4.217 | -2.311 | |
| Financieel resultaat | -2.868 | -10.235 | |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 105.575 | 46.724 | |
| Belastingen | 13 | -834 | -664 |
| NETTORESULTAAT | 104.741 | 46.060 |
| in duizenden € | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| NETTORESULTAAT | 104.741 | 46.060 | |
| Toewijsbaar aan: | |||
| Derden | 6.641 | 2.629 | |
| Aandeelhouders Groep | 98.100 | 43.431 | |
| NETTORESULTAAT - Aandeelhouders Groep | 98.100 | 43.431 | |
| Uit te sluiten: | |||
| -Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 198 | 1.670 | |
| -Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 66.020 | 15.454 | |
| -Ander portefeuilleresultaat | -11.205 | -9.083 | |
| -Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 4.217 | -2.311 | |
| -Minderheidsbelangen met betrekking tot bovenstaande | -6.306 | -2.654 | |
| EPRA RESULTAAT | 45.176 | 40.355 |
| RESULTAAT PER AANDEEL | Financieel verslag |
2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen op jaareinde | 8.6 | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen op jaareinde | 8.6 | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 8.6 | 25.983.006 | 25.164.126 |
| Nettoresultaat (€) | 3,78 | 1,73 | |
| Verwaterd nettoresultaat (€) | 3,78 | 1,73 | |
| EPRA resultaat (€) | 1,74 | 1,60 |
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| NETTORESULTAAT | 104.741 | 46.060 |
| Andere componenten van het globaalresultaat (recycleerbaar in resultatenrekening) |
970 | 1.394 |
| Herwaardering zonnepanelen | 970 | 1.394 |
| GLOBAALRESULTAAT | 105.711 | 47.454 |
| Toerekenbaar aan: | ||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 98.884 | 44.825 |
| Minderheidsbelangen | 6.827 | 2.629 |
| ACTIVA in duizenden € | Toelichting | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 1.219.621 | 1.022.835 | |
| Immateriële vaste activa | 254 | 479 | |
| Vastgoedbeleggingen | 14 | 1.208.944 | 1.017.958 |
| Andere materiële vaste activa | 5.888 | 4.022 | |
| Financiële vaste activa | 20 | 4.455 | 241 |
| Handelsvorderingen en andere vaste activa | 80 | 135 | |
| VLOTTENDE ACTIVA | 29.229 | 25.158 | |
| Financiële vlottende activa | 97 | 13 | |
| Handelsvorderingen | 15 | 14.279 | 11.595 |
| Belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 15 | 4.940 | 6.539 |
| Kas en kasequivalenten | 3.537 | 2.682 | |
| Overlopende rekeningen | 15 | 6.376 | 4.329 |
| TOTAAL ACTIVA | 1.248.850 | 1.047.993 | |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN in duizenden € | Toelichting | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
| EIGEN VERMOGEN | 636.535 | 554.414 | |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
622.512 | 547.218 | |
| Kapitaal | 16 | 237.930 | 230.638 |
| Uitgiftepremies | 16 | 189.818 | 181.682 |
| Reserves | 16 | 96.664 | 91.467 |
| Nettoresultaat van het boekjaar | 98.100 | 43.431 | |
| Minderheidsbelangen | 24 | 14.023 | 7.196 |
| VERPLICHTINGEN | 612.315 | 493.579 | |
| Langlopende verplichtingen | 468.409 | 340.000 | |
| Langlopende financiële schulden | 19 | 429.058 | 313.743 |
| Kredietinstellingen | 421.058 | 308.743 | |
| Andere | 8.000 | 5.000 | |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 20 | 11.423 | 10.917 |
| Handelsschulden en andere langlopende schulden | 1.503 | 1.267 | |
| Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 21 | 26.425 | 14.073 |
| Kortlopende verplichtingen | 143.906 | 153.579 | |
| Voorzieningen | 17 | 0 | 978 |
| Kortlopende financiële schulden | 19 | 100.650 | 123.522 |
| Kredietinstellingen | 650 | 26.239 | |
| Commercial paper | 100.000 | 62.300 | |
| Andere | 0 | 34.983 | |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | 20 | 1 | 94 |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 18 | 24.312 | 8.572 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 18 | 1.890 | 1.284 |
| Overlopende rekeningen | 18 | 17.053 | 19.129 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 1.248.850 | 1.047.993 |
| SCHULDGRAAD in % | Toelichting | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|---|
| Schuldgraad (max. 65%) | 22 | 45,0% | 43,0% |
| NETTOWAARDE PER AANDEEL in € | 31.12.2021 | 31.12.2020 | |
| Nettowaarde (reële waarde) | 23,67 | 21,46 | |
| Nettowaarde (investeringswaarde) | 25,27 | 22,64 | |
| EPRA NTA | 24,83 | 22,40 | |
| In duizenden € |
|---|
| BEGINTOESTAND 1 JANUARI VORIG BOEKJAAR |
| Globaalresultaat vorig boekjaar |
| Overboekingen door resultaatverdeling van boekjaar van 2 jaar geleden: |
| Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed ■ |
| Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische ■ vervreemding van vastgoedbeleggingen |
| Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo ■ van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
| Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren ■ |
| Toevoeging aan de andere reserves ■ |
| Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar van 2 jaar geleden |
| Kapitaalverhoging perimetervennootschap Genk Green Logistics |
| Dividenden boekjaar van 2 jaar geleden |
| BALANS OP 31 DECEMBER VORIG BOEKJAAR |
| Globaalresultaat boekjaar |
| Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar: |
| Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed ■ |
| Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische ■ vervreemding van vastgoedbeleggingen |
| Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo ■ van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
| Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren ■ |
| Toevoeging aan de andere reserves ■ |
| Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend vorig boekjaar |
| Dividenden vorig boekjaar |
| BALANS OP 31 DECEMBER BOEKJAAR |
| Kapitaal | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Gestort Kapitaal |
verhoging - kapitaal Kosten |
Uitgiftepremies | Totaal reserves | - aandeelhoudersgroep van het boekjaar Nettoresultaat |
Minderheidsbelangen | TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
| 224.685 | -1.727 | 173.104 | 62.032 | 65.765 | 574 | 524.433 |
| 1.394 | 43.431 | 2.629 | 47.454 | |||
| 13.703 | -13.703 | 0 | ||||
| -1.814 | 1.814 | 0 | ||||
| -3.065 | 3.065 | 0 | ||||
| 9.095 | -9.095 | 0 | ||||
| 10.121 | -10.121 | 0 | ||||
| 7.688 | 8.578 | 16.266 | ||||
| -8 | 3.993 | 3.985 | ||||
| -37.725 | -37.725 | |||||
| 232.373 | -1.735 | 181.682 | 91.467 | 43.431 | 7.196 | 554.414 |
| 784 | 98.100 | 6.827 | 105.711 | |||
| 15.669 | -15.669 | 0 | ||||
| -11.875 | 11.875 | 0 | ||||
| -2.311 | 2.311 | 0 | ||||
| 1.260 | -1.260 | 0 | ||||
| 1.670 | -1.670 | 0 | ||||
| 7.292 | 8.136 | 15.428 | ||||
| -39.017 | -39.017 | |||||
| 239.665 | -1.735 | 189.818 | 96.664 | 98.100 | 14.023 | 636.535 |
In duizenden €
Overboekingen als gevolg van toepassing IAS 16 op zonnepanelen -324 8 316 0
Globaalresultaat vorig boekjaar 1.394 1.394
Overboekingen door resultaatverdeling van twee jaar geleden:
Wettelijke reserves
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed
Reserve voor het saldo van de variaties in de investerings
-
waarde van vastgoed
Reserve voor de
impact op de reële
waarde*
Reserve voor het saldo van de
variaties in de reële waarde
van toegelaten afdekkings-
instrumenten die niet
onderworpen zijn aan een
afdekkingsboekhouding
Andere reserves
-1.814 -1.814
-11.875 -11.875
-3.065 -3.065
-2.311 -2.311
Overgedragen resultaten van
vorige boekjaren
TOTAAL RESERVES
Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar:
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Wettelijke reserves | saldo van de variaties waarde van vastgoed - Reserve voor het in de investerings |
impact op de reële Reserve voor de waarde* |
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkings onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding instrumenten die niet |
Andere reserves | Overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
TOTAAL RESERVES |
| 90 | 63.701 | -28.404 | -3.456 | 6.034 | 24.067 | 62.032 |
| -324 | 8 | 316 | 0 | |||
| 90 | 63.377 | -28.396 | -3.456 | 6.350 | 24.067 | 62.032 |
| 1.394 | 1.394 | |||||
| 13.703 | 13.703 | |||||
| -1.814 | -1.814 | |||||
| -3.065 | -3.065 | |||||
| 9.095 | 9.095 | |||||
| 10.121 | 10.121 | |||||
| 90 | 77.081 | -30.210 | -6.522 | 17.865 | 33.163 | 91.467 |
| 784 | 784 | |||||
| 15.669 | 15.669 | |||||
| -11.875 | -11.875 | |||||
| -2.311 | -2.311 | |||||
| 1.260 | 1.260 | |||||
| 1.670 | 1.670 | |||||
| 90 | 92.750 | -42.085 | -8.833 | 20.319 | 34.423 | 96.664 |
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| in duizenden € | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| KAS EN KASEQUIVALENTEN BEGIN BOEKJAAR | 2.682 | 2.156 | |
| 1. Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten |
46.755 | 41.469 | |
| Operationeel resultaat | 108.443 | 56.959 | |
| Betaalde interesten | -7.923 | -7.745 | |
| Andere niet-operationele elementen | -825 | -633 | |
| Aanpassing van het resultaat voor niet-kasstroom verrichtingen |
-52.549 | -8.769 | |
| Afschrijvingen op immateriële en andere materiële vaste ■ activa |
803 | 749 | |
| Resultaat op de verkoop van vastgoedbeleggingen ■ |
9 | -198 | -1.670 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen ■ |
10 | -66.020 | -15.454 |
| Spreiding van huurkorting en huurvoordelen toegekend ■ aan huurders |
11 | 1.550 | -1.477 |
| Ander portefeuilleresultaat ■ |
11 | 11.316 | 9.083 |
| Variatie in de behoefte van het werkkapitaal | -391 | 1.657 | |
| Beweging van activa | 1.579 | 973 | |
| Beweging van verplichtingen | -1.970 | 684 | |
| 2. Kasstroom uit investeringsactiviteiten |
-115.536 | -113.649 | |
| Investeringen en uitbreidingen in bestaande vastgoedbeleg gingen |
14 | -7.286 | -5.037 |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 14 | -48.969 | -42.683 |
| Verwerving van aandelen van vastgoedvennootschappen | 14 | -14.237 | -43.959 |
| Investeringen in projectontwikkelingen | 14 | -41.709 | -20.886 |
| Betaalde exit taks (bij overgang naar statuut GVBF) | -1.860 | 0 | |
| Aankopen van immateriële en andere materiële vaste activa | -1.475 | -1.084 | |
| 3. Kasstroom uit financieringsactiviteiten |
69.636 | 72.706 | |
| Terugbetaling van leningen | -38.181 | -28.297 | |
| Opname van leningen | 131.169 | 122.425 | |
| Ontvangen langlopende verplichtingen als waarborg | 237 | 39 | |
| Betaling van dividenden | -23.589 | -21.461 | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN EINDE BOEKJAAR | 3.537 | 2.682 |
Intervest heeft in 2021 een kasstroom van € 47 miljoen uit bedrijfsactiviteiten gegenereerd ten opzichte van € 41 miljoen in 2020. De toename is hoofdzakelijk een gevolg van hogere huurinkomsten gecombineerd met lagere algemene en vastgoedkosten als gevolg van het monitoren van de kosten en lagere financieringskosten.
De kasstroom uit investeringsactiviteiten bedraagt € -116 miljoen en omvat voornamelijk de acquisities en investeringen en uitbreidingen in de bestaande vastgoedportefeuille en projectontwikkelingen. Naar aanleiding van de verwerving van de aandelen van Puurs Green Logistics (voorheen Tafelberg) werd een voorafbetaling voor de exit taks betaald.
De kasstroom uit financieringsactiviteiten van de groep bedraagt € 70 miljoen en bestaat in 2021 uit een toename in de opname van kredieten voor € 93 miljoen en de uitbetaling van dividenden ten belope van € 24 miljoen.
Het bedrag in 2021 opgenomen onder de verwerving van aandelen van vastgoedvennootschappen van € 14 miljoen heeft betrekking op de verwerving van de aandelen van Puurs Green Logistics in november 2021. In 2020 bedroeg de verwerving van aandelen van vastgoedvennootschappen € 44 miljoen. Dit bedrag bevat naast de betaalde prijs voor Greenhouse Singel en Gencor ook de betaling van enkele facturen voor de herontwikkeling van het project Greenhouse Collection at the Singel voor een bedrag van € 4 miljoen, die op het moment van de verwerving van de aandelen van Greenhouse Singel op de balans opgenomen waren onder de rubriek handelsschulden.
| Toelichting 1. | |
|---|---|
| Jaarrekeningschema voor | |
| gereglementeerde | |
| vastgoedvennootschappen | 154 |
| Toelichting 2. | |
| Grondslagen voor de | |
| financiële verslaggeving | 154 |
| Toelichting 3. | |
| Gesegmenteerde informatie | 164 |
| Toelichting 4. | |
| Vastgoedresultaat | 166 |
| Toelichting 5. | |
| Vastgoedkosten | 169 |
| Toelichting 6. | |
| Algemene kosten | 171 |
| Toelichting 7. | |
| Personeelsbeloningen | 171 |
| Toelichting 8. | |
| Andere operationele opbrengsten | |
| en kosten | 172 |
| Toelichting 9. | |
| Resultaat op verkopen van | |
| vastgoedbeleggingen | 173 |
| Toelichting 10. | |
| Variaties in de reële waarde van | |
| vastgoedbeleggingen | 173 |
| Toelichting 11. | |
| Ander portefeuilleresultaat | 173 |
| Toelichting 12. | |
| Netto-interestkosten | 174 |
| Toelichting 13. | |
| Belastingen | 175 |
| Toelichting 14. Vaste activa |
176 |
|---|---|
| Toelichting 15. Vlottende activa |
181 |
| Toelichting 16. Eigen vermogen |
183 |
| Toelichting 17. Voorzieningen |
186 |
| Toelichting 18. Kortlopende verplichtingen |
187 |
| Toelichting 19. Langlopende en kortlopende financiële schulden |
188 |
| Toelichting 20. Financiële instrumenten |
191 |
| Toelichting 21. Uitgestelde belastingen - verplichtingen |
195 |
| Toelichting 22. Berekening schuldgraad |
195 |
| Toelichting 23. Verbonden partijen |
196 |
| Toelichting 24. Lijst van de geconsolideerde ondernemingen |
197 |
| Toelichting 25. Honorarium aan de commissaris en met de commissaris verbonden entiteiten |
198 |
| Toelichting 26. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen |
199 |
| Toelichting 27. Gebeurtenissen na balansdatum |
200 |
Intervest Offices & Warehouses nv heeft als beursgenoteerde openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht haar geconsolideerde jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. In het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot de gereglementeerde vastgoedvennootschappen is als Bijlage C een schema voor zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening van de GVV's gepubliceerd.
Het schema houdt voornamelijk in dat in de resultatenrekening het resultaat op de portefeuille afzonderlijk wordt weergegeven. Dit resultaat op de portefeuille omvat alle bewegingen in de vastgoedportefeuille en bestaat voornamelijk uit:
Het resultaat op de portefeuille wordt niet uitgekeerd aan de aandeelhouders, maar wordt overgeboekt naar, of van, de reserves.
Intervest is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap met maatschappelijke zetel in België. De geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap op 31 december 2021 omvat de vennootschap en haar perimetervennootschappen (de "Groep"). De jaarrekening van Intervest is opgesteld en vrijgegeven voor publicatie door de raad van toezicht op 22 maart 2022 en zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 27 april 2022.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en volgens het KB van 13 juli 2014. Deze standaarden omvatten alle nieuwe en herziene standaarden en interpretaties gepubliceerd door de International Accounting Standards Board ('IASB') en de International Financial Reporting Interpretations Committee ('IFRIC'), voor zover van toepassing op de activiteiten van de Groep en effectief op boekjaren aanvangend vanaf 1 januari 2021.
Intervest heeft de volgende nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties, die nog niet van kracht zijn in huidig boekjaar maar wel eerder mogen worden toegepast, nog niet toegepast. Hieronder wordt voor zover deze nieuwe standaarden, wijzigingen en interpretaties relevant zijn voor Intervest, aangegeven welke invloed de toepassing ervan kan hebben op de geconsolideerde jaarrekening van 2021 en verder. Onderstaande standaarden werden nog niet bekrachtigd binnen de EU.
artikelen geproduceerd terwijl het bedrijf het actief voorbereidt op het beoogde gebruik te verminderen van de kosten van materiële vaste activa (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2022)
〉 IAS 37 - Provisies, Voorwaardelijke Verplichtingen en Voorwaardelijke Activa: aanpassingen met betrekking tot de kosten die moeten worden meegenomen bij de beoordeling of een contract bezwarend is (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2022).
Verwacht wordt dat bovenvermelde standaarden en interpretaties geen materiële impact zullen hebben op de geconsolideerde jaarrekening van Intervest.
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden €, afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal. De geconsolideerde jaarrekening wordt vóór winstverdeling opgesteld.
De boekhoudprincipes worden consistent toegepast.
Een perimetervennootschap is een entiteit waarover een andere entiteit de zeggenschap (exclusief of gezamenlijk) heeft. Zeggenschap is de macht hebben over de entiteit, de rechten hebben op de veranderlijke opbrengsten uit hoofde van de betrokkenheid bij de entiteit en over de mogelijkheid beschikken de macht over de entiteit te gebruiken om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. De jaarrekening van een perimetervennootschap wordt opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode vanaf het ontstaan tot het verdwijnen van de zeggenschap. Indien nodig worden de grondslagen voor financiële verslaggeving van de perimetervennootschappen gewijzigd om te komen tot consistente grondslagen binnen de Groep. De verslagperiode van de perimetervennootschap komt overeen met deze van de moedermaatschappij.
Alle transacties tussen de groepsondernemingen, saldi en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen ondernemingen van de Groep worden bij opmaak van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd. De lijst van perimetervennootschappen is in Toelichting 24 opgenomen.
Wanneer de Groep zeggenschap verkrijgt over een geïntegreerde combinatie van activiteiten en activa die overeenstemmen met de definitie van bedrijf overeenkomstig IFRS 3 – Bedrijfscombinaties, worden activa, verplichtingen en alle voorwaardelijke verplichtingen van
het aangeschafte bedrijf, apart opgenomen aan reële waarde op de aanschaffingsdatum. De goodwill vertegenwoordigt de positieve variatie tussen enerzijds de som van de aanschaffingswaarde, het voormalig aangehouden belang in de entiteit die voorheen niet gecontroleerd was (indien van toepassing) en de erkende minderheidsbelangen (indien van toepassing) en anderzijds de reële waarde van de aangeschafte netto-activa. Indien dit verschil negatief is ("negatieve goodwill"), wordt het onmiddellijk opgenomen in het resultaat na bevestiging van de waarden. Alle transactiekosten worden onmiddellijk ten laste genomen en vormen geen onderdeel van de bepaling van de aanschaffingswaarde.
Overeenkomstig IFRS 3, kan de goodwill bepaald worden op voorlopige basis op de aanschaffingsdatum en aangepast worden binnen de 12 volgende maanden.
Na de eerste opname, wordt de goodwill niet afgeschreven maar onderworpen aan een waardeverminderingstest (impairment test) die ten minste elk jaar wordt uitgevoerd voor kasstroomgenererende entiteiten waaraan de goodwill was toegekend. Indien de boekwaarde van een kasstroomgenererende entiteit haar gebruikswaarde overschrijdt, wordt de daaruit voortvloeiende waardevermindering opgenomen in het resultaat en eerst toegewezen als vermindering van de eventuele goodwill en dan toegewezen aan de andere activa van de entiteit, in verhouding tot hun boekwaarde. Een waardeverminderingsverlies geboekt op goodwill wordt niet teruggeboekt tijdens een volgende jaar.
In het geval van de verkoop of in het geval van verlies van controle bij een gedeeltelijke verkoop van een perimetervennootschap, wordt het bedrag van de goodwill dat is toegekend aan deze entiteit inbegrepen in de bepaling van het resultaat op de verkoop.
Wanneer de Groep een bijkomend belang verwerft in een perimetervennootschap die voorheen reeds gecontroleerd werd of wanneer de Groep een deel van een belang in een perimetervennootschap verkoopt zonder de controle te verliezen, wordt de goodwill, erkend op het moment van het verwerven van controle, niet beïnvloed. De transactie met de minderheidsbelangen beïnvloedt de overgedragen resultaten van de Groep.
Transacties in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum geboekt. Monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden gewaardeerd aan de slotkoers van kracht op balansdatum. Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit omzetting van monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze zich voordoen. Niet monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum omgezet.
Opbrengsten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is ontvangen of waarop recht is verkregen. Opbrengsten worden slechts opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen zullen toekomen aan de entiteit en met voldoende zekerheid kunnen worden bepaald.
De huurinkomsten, de ontvangen operationele leasebetalingen en de andere inkomsten en kosten worden in de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.
De huurkortingen en –voordelen (incentives) worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van een contract.
De vergoedingen ontvangen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten worden onmiddellijk in resultaat genomen in de periode waarin ze definitief verworven zijn.
De kosten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die is betaald of die verschuldigd is en worden in de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.
Het resultaat als gevolg van de verkoop van vastgoedbeleggingen is gelijk aan het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde (i.e. de reële waarde bepaald door de vastgoeddeskundige op het einde van het vorige boekjaar), verminderd met de verkoopkosten.
De variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen zijn gelijk aan het verschil tussen de huidige boekwaarde en de vorige reële waarde (zoals geschat door de onafhankelijke vastgoeddeskundige). Dergelijke vergelijking gebeurt minstens vier maal per jaar voor de hele portefeuille van vastgoedbeleggingen. Bewegingen in de reële waarde van het vastgoed worden in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze ontstaan.
Het financieel resultaat bestaat uit de interestkosten op leningen en bijkomende financieringskosten, verminderd met de opbrengsten van beleggingen.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten de over de verslagperiode en vorige verslagperioden verschuldigde en verrekenbare belastingen, alsmede de verschuldigde exit taks. De belastinglast wordt in de resultatenrekening opgenomen tenzij ze betrekking heeft op elementen die onmiddellijk in het eigen vermogen worden opgenomen. In dit laatste geval wordt ook de belasting ten laste van het eigen vermogen genomen.
Voor de berekening van de belasting op de fiscale winst van het jaar worden de op het ogenblik van afsluiting van kracht zijnde belastingtarieven gebruikt.
Voorheffingen op het dividend worden opgenomen in het eigen vermogen als een deel van het dividend tot het ogenblik dat ze ter betaling worden gesteld.
De exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de vastgoedvennootschap overgenomen worden, komen in mindering van de vastgestelde herwaarderingsmeerwaarde bij fusie en worden opgenomen als verplichting.
Belastingvorderingen en –verplichtingen worden gewaardeerd tegen het belastingtarief geldig in de periode waarop ze betrekking hebben.
Heffingen opgelegd door de overheid worden geboekt in overeenstemming met IAS 37 Provisions, Contingent Liabilities and Contingent Assets met toepassing van IFRIC 21 - Levies. Deze interpretatie heeft geen belangrijke invloed op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep maar beïnvloedt wel de evolutie van het resultaat tijdens het boekjaar door het moment van erkenning van onder andere de onroerende voorheffing op 1 januari van elk boekjaar. Tevens wordt de doorrekening van deze onroerende voorheffing aan de huurders en de recuperatie van onroerende voorheffing op leegstaande panden bij de overheid volledig als vordering en opbrengst erkend op 1 januari van elk boekjaar. De netto impact op de resultatenrekening blijft aldus beperkt tot de niet-doorrekenbare/recupereerbare onroerende voorheffing die op 1 januari volledig erkend wordt als kost, en niet wordt gespreid over het boekjaar.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden geboekt op basis van de schuldmethode ('liability methode') voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen. Uitgestelde belastingvorderingen worden slechts erkend indien het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zullen zijn waartegen de uitgestelde belastingvordering kan worden afgezet. De uitgestelde belastingen worden in de resultatenrekening opgenomen onder de rubriek "Ander portefeuilleresultaat".
Het gewoon nettoresultaat per aandeel wordt berekend door het nettoresultaat zoals blijkt uit de resultatenrekening, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal uitstaande gewone aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven aandelen min de eigen aandelen) gedurende het boekjaar.
Voor de berekening van het verwaterd nettoresultaat per aandeel wordt het nettoresultaat dat aan de gewone aandeelhouders toekomt en het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen aangepast voor het effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering leiden.
Immateriële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs, verminderd met de eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, als het waarschijnlijk is dat de verwachte toekomstige economische voordelen die kunnen worden toegerekend aan het actief naar de entiteit zullen vloeien en dat de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur. De afschrijvingsperiodes worden tenminste aan het einde van elk boekjaar herzien.
Vastgoedbeleggingen omvatten alle gebouwen en terreinen die verhuurbaar zijn en (geheel of gedeeltelijk) huurinkomsten genereren, met inbegrip van de gebouwen waar een beperkt gedeelte wordt aangehouden voor eigen gebruik en het via recht-van-gebruik gehouden vastgoed.
Projectontwikkelingen (zoals bedoeld in de definitie van projectontwikkelingen) en terreinen die worden aangehouden met als doel hierop projectontwikkelingen te starten met het oog op latere verhuur en waardestijging op termijn, maar waarvoor nog geen concrete bouwplannen of projectontwikkelingen zijn gestart (grondreserve), worden tevens als vastgoedbelegging beschouwd.
De eerste opname van een acquisitie of ontwikkeling in de balans gebeurt aan de aanschaffingswaarde met inbegrip van transactiekosten zoals professionele erelonen, wettelijke diensten, registratierechten en andere overdrachtsbelastingen. Ook de exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de vastgoedvennootschap worden opgeslorpt, maakt deel uit van de aanschaffingswaarde.
De commissielonen betreffende de aankopen van gebouwen worden beschouwd als bijkomende kos-
ten van die aankopen en worden toegevoegd aan de aanschaffingswaarde.
Indien de aankoop gebeurt via de verwerving van de aandelen van een vastgoedvennootschap, via de inbreng in natura van een gebouw tegen uitgifte van nieuwe aandelen of via de fusie door overname van een vastgoedvennootschap, worden de aktekosten, audit- en consultingkosten, wederbeleggingsvergoedingen en handlichtingskosten van de financieringen van de opgeslorpte vennootschappen en andere fusiekosten eveneens geactiveerd.
De financieringskosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving of een ontwikkeling van een vastgoedbelegging worden mee geactiveerd. Wanneer voor een bepaald actief specifieke middelen werden geleend, worden de effectieve financieringskosten van die lening tijdens de periode geactiveerd, verminderd met eventuele beleggingsinkomsten uit de tijdelijke belegging van die lening.
Na initiële opname worden vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur gewaardeerd aan reële waarde (fair value) in overeenstemming met IAS 40. De reële waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in omstandigheden van normale concurrentie. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de registratierechten. Aldus wordt de reële waarde verkregen door van de investeringswaarde een aangepaste quotiteit van de registratierechten af te trekken:
Een groep van onafhankelijke vastgoeddeskundigen, die de periodieke waardering van de gebouwen van GVV's uitvoeren, oordeelden dat voor transacties m.b.t. gebouwen in België met een globale waarde lager dan € 2,5 miljoen, rekening moet worden gehouden met de registratierechten van 10,0% tot 12,5% naargelang het gewest waar deze goederen zich bevinden. Voor transacties m.b.t. gebouwen met een globale waarde hoger dan € 2,5 miljoen en gezien de waaier van methodes van eigendomsoverdracht die in België worden gebruikt, hebben diezelfde deskundigen - op basis van
een representatief staal van 220 transacties die in de markt tussen 2002 en 2005 werden gerealiseerd en die in totaal € 6,0 miljard vertegenwoordigen - het gewogen gemiddelde van de rechten gewaardeerd op 2,5%. Op dat moment werd eveneens beslist dat dit percentage per schijf van 0,5% zou herzien worden. In de loop van 2016 heeft een panel van vastgoeddeskundigen1 en de BE-REIT vereniging2 gezamenlijk beslist om deze berekening te actualiseren in overeenstemming met de methodologie die toegepast werd in 2006. Het werkelijke globale effect van transacties uitgevoerd door institutionele partijen en vennootschappen is berekend. De analyse omvat 305 grotere of institutionele transacties van meer dan € 2,5 miljoen over de periode 2013, 2014, 2015 en Q1 2016. In volume beslaan de geanalyseerde transacties meer dan 70% (€ 8,2 miljard) van het geschatte totale investeringsvolume in die periode. Het panel van vastgoeddeskundigen heeft besloten dat de drempel van 0,5% niet overschreden werd. Bijgevolg zal het percentage van 2,5% gehandhaafd blijven. Het percentage zal elke vijf jaar herbekeken worden of in geval de fiscale context aanzienlijk zou veranderen. Het percentage zal enkel aangepast worden als de drempel van 0,5% overschreden wordt.
In concreto betekent het dat de reële waarde van de in België gelegen vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,025 (voor gebouwen met een waarde hoger dan € 2,5 miljoen) of de investeringswaarde gedeeld door 1,10/1,125 (voor gebouwen met een waarde lager dan € 2,5 miljoen).
De overdrachtsrechten voor logistiek vastgoed in Nederland bedragen op 31 december 2021 8,0%.
Per 1 januari 2021 is het overdrachtsbelastingtarief voor de verkrijging van niet-residentieel vastgoed verhoogd van 6 procent naar 8 procent. Het 8 procent-tarief geldt zowel voor de verkrijging van onroerende zaken, niet zijnde woningen, als voor belaste verkrijgingen van aandelen in vastgoedvennootschappen (onroerendezaakrechtspersonen). De Groep heeft ervoor geopteerd om deze belastingsverhoging reeds te verwerken in de cijfers van 31 december 2020. Voor de overige kosten (zoals notariskosten) neemt Intervest steeds 1% extra in rekening. Voor de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur die gelegen zijn in Nederland en aangehouden worden via Nederlandse perimetervennootschappen betekent dit bijgevolg dat vanaf boekjaar 2020 de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,09.
Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de
onafhankelijke vastgoeddeskundigen, wordt bij het verwerven van het vastgoed geboekt in de resultatenrekening in de rubriek XVIII. "Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen". Na de goedkeuring van de resultaatverwerking door de algemene vergadering van aandeelhouders (in april van het volgende boekjaar) wordt dit verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed toegewezen aan de reserve "c. Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen" in het eigen vermogen.
Vastgoed dat wordt gebouwd of ontwikkeld voor toekomstig gebruik als een vastgoedbelegging wordt tevens opgenomen in de rubriek 'Vastgoedbeleggingen'. Na initiële opname aan aanschaffingswaarde, worden de projecten gewaardeerd aan reële waarde. Deze reële waarde houdt rekening met de substantiële ontwikkelingsrisico's. In dit kader moet aan al de volgende criteria voldaan zijn: er is een duidelijk beeld over de te maken projectkosten, alle nodige vergunningen voor het uitvoeren van de projectontwikkeling zijn bekomen en een substantieel deel van de projectontwikkeling is voorverhuurd (definitief getekend huurcontract). Deze waardering aan reële waarde is gebaseerd op de waardering door de onafhankelijke vastgoeddeskundige (volgens de gebruikelijke methodes en assumpties) en houdt rekening met de nog te maken kosten voor de volledige afwerking van het project.
Alle lasten die verbonden zijn met de ontwikkeling of constructie van onroerende goederen, worden opgenomen in de kostprijs van het ontwikkelingsproject. Conform IAS 23 worden de financieringskosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de bouw of de verwerving van een vastgoedbelegging mee geactiveerd over de periode voor het gebruiksklaar maken van de vastgoedbelegging voor verhuur.
De activiteiten die nodig zijn om het actief voor te bereiden op zijn beoogde gebruik, omvatten meer dan de fysieke bouw van het actief. Ze omvatten ook het technische en administratieve werk voor aanvang van de eigenlijke bouw, zoals activiteiten in verband met het verkrijgen van vergunningen in die mate dat zijde toestand van het actief veranderen.
De activering van financieringskosten wordt opgeschort tijdens lange perioden waarin de actieve ontwikkeling wordt onderbroken. De activering wordt niet opgeschort tijdens een periode waarin omvangrijke technische en administratieve werkzaamheden worden uitgevoerd. De activering wordt evenmin opgeschort als een tijdelijk uitstel een noodzakelijk onderdeel vormt van het proces om een actief klaar te maken voor zijn beoogde gebruik of verkoop.
1 Bestaande uit Pieter Paepen (CBRE), Pierre van der Vaeren (CBRE), Christophe Ackermans (Cushman & Wakefield), Kris Peetermans (Cushman & Wakefield), Rod Scrivener (Jones Lang LaSalle), Jean-Paul Ducarme (PwC), Celine Janssens (Stadim), Philippe Janssens (Stadim), Luk van Meenen (Troostwijk-Roux Expertises) en Guibert de Crombrugghe (de Crombrugghe & Partners).
2 De BE-REIT vereniging is een vereniging die de 17 Belgische GVV's groepeert en is opgericht ter behartiging van de belangen van de GVV-sector.
Vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur worden gewaardeerd door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen aan investeringswaarde. De vastgoedbeleggingen worden hiervoor trimestrieel gewaardeerd op basis van contante waarde van markthuren en/of effectieve huurinkomsten, desgevallend na aftrek van verbonden kosten in overeenstemming met de International Valuation Standards 2001 opgesteld door het International Valuation Standards Committee. Waarderingen worden opgesteld door het actualiseren van de jaarlijkse nettohuur ontvangen van de huurders, verminderd met de verbonden kosten. De actualisatie gebeurt op basis van de yield factor die afhankelijk is van het inherente risico van het betrokken pand.
Winsten of verliezen die voortvloeien uit de variatie in de reële waarde van een vastgoedbelegging worden opgenomen in de resultatenrekening in de rubriek XVIII. "Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen" in de periode waarin ze ontstaan en worden bij de winstverdeling in het daaropvolgende jaar toegewezen aan de reserve "b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed". Bij deze toewijzing wordt binnen deze reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed het onderscheid gemaakt tussen de variaties in de investeringswaarde van het vastgoed en de geschatte mutatierechten bij hypothetische vervreemding zodat deze laatste rubriek steeds overeenkomt met het verschil tussen de investeringswaarde van het vastgoed en de reële waarde van het vastgoed.
Bij verkoop van een vastgoedbelegging worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop opgenomen in de resultatenrekening van de verslagperiode onder de rubriek "Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen". De mutatierechten worden in de resultatenrekening tegengeboekt bij verkoop. Commissies betaald aan makelaars bij het verkopen van gebouwen en verplichtingen aangegaan naar aanleiding van transacties worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopsprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
Bij de resultaatsbestemming worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen ten opzichte van de originele aanschaffingswaarde van die vastgoedbeleggingen overgeboekt naar de rubriek "m. Andere reserves". Op deze wijze worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen beschouwd als beschikbare reserves.
Activa bestemd voor verkoop betreft onroerende goederen waarvan de boekwaarde zal worden gerealiseerd door desinvestering en niet door het voortgezet gebruik ervan. De gebouwen bestemd voor verkoop worden gewaardeerd conform IAS 40 aan reële waarde.
De vaste activa onder zeggenschap van de entiteit die niet aan de definitie van een vastgoedbelegging voldoen, worden geclassificeerd als "Andere materiële vaste activa".
De zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 Materiële vaste activa. Na initiële opname dient het actief waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten.
De gebruiksduur van de zonnepanelen wordt geschat op 25 jaar zonder rekening te houden met enige restwaarde.
De meerwaarde bij opstart van een nieuwe site wordt in een afzonderlijke component van het eigen vermogen opgenomen. Minderwaarden worden ook in deze component opgenomen, tenzij ze gerealiseerd zijn of tenzij de reële waarde onder de oorspronkelijke kost min de geaccumuleerde afschrijvingen daalt. In deze laatste gevallen worden zij in het resultaat opgenomen.
De andere materiële vaste activa worden initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna gewaardeerd in overeenstemming met het kostprijsmodel.
Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het materieel vast actief toenemen.
Andere materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van de lineaire afschrijvingsmethode. De afschrijving vangt aan op het moment dat het actief klaar is voor gebruik zoals voorzien door het management.
De volgende percentages zijn van toepassing op jaarbasis:
| 〉 | installaties, machines en uitrusting | 20% |
|---|---|---|
| 〉 | meubilair en rollend materieel | 25% |
| 〉 | informaticamaterieel | 33% |
| 〉 | vastgoed voor eigen gebruik | |
| › terreinen |
0% | |
| › gebouwen |
5% | |
| 〉 | andere materiële vaste activa | 16% |
Indien er indicaties zijn dat een actief mogelijk een bijzonder waardeverminderingsverlies heeft ondergaan, wordt de boekwaarde vergeleken met de realiseerbare waarde. Indien de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen.
Leaseovereenkomsten met een looptijd van meer dan 12 maanden waarbij Intervest optreedt als leasingnemer worden bij aanvang van de leaseperiode als gebruiksrecht en leaseverplichting op de balans opgenomen aan de huidige waarde van de toekomstige leasebetalingen. Indien het geleasde goed een vastgoedbelegging betreft, worden de gebruiksrechten vervolgens gewaardeerd aan fair value, in overeenstemming met de waarderingsregels beschreven bij Vastgoedbeleggingen.
De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen op een wijze dat dit resulteert in een constante periodieke rente over het resterende saldo van de verplichting. De financiële lasten worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gelegd. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als lasten verwerkt in de periodes waarin ze zijn uitgevoerd.
Op het ogenblik van de verkoop of van de buitengebruikstelling van materiële vaste activa wordt de boekwaarde niet langer opgenomen in de balans en wordt de winst of het verlies in de resultatenrekening opgenomen.
De boekwaarde van de activa van de onderneming wordt periodiek geanalyseerd om te onderzoeken of er een aanleiding tot waardeverminderingen bestaat. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de resultatenrekening opgenomen als de boekwaarde van het actief hoger is dan de realiseerbare waarde.
De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de reële waarde minus de verkoopkosten. De bedrijfswaarde is de geactualiseerde waarde van de verwachtte toekomstige kasstromen van het voortgezet verbruik van en actief en zijn vervreemding op het einde van zijn verbuiksduur, op basis van een discontovoet die rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen voor de tijdswaarde van geld en de risico's die inherent zijn aan het actief. De reële waarde minus de verkoopkosten, is het bedrag dat kan worden verkregen uit de verkoop van een actief in een zakelijke, objectieve transactie tussen goed ingelichte partijen waartussen wilsovereenstemming bestaat, na aftrek van de vervreemdingskosten.
Alle financiële activa worden opgenomen of niet langer opgenomen in de balans op transactiedatum, wanneer de inkoop of verkoop van een financieel actief op grond van een contract waarvan de voorwaarden de levering van het actief voorschrijven binnen de termijn die op de desbetreffende markt algemeen voorgeschreven of overeengekomen is, en worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met transactiekosten, behalve voor financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, die initieel gewaardeerd worden tegen reële waarde.
De financiële activa worden geclassificeerd in een van de categorieën voorzien volgens IFRS 9 Financiële instrumenten op basis van zowel het bedrijfsmodel van de entiteit voor het beheer van de financiële activa als de eigenschappen van de contractuele kasstromen van het financiële actief en worden vastgelegd bij hun initiële opname. Deze classificatie bepaalt de waardering van de financiële activa op toekomstige balansdata: geamortiseerde kostprijs of reële waarde.
Financiële activa worden geclassificeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen via het resultaat, als ze aangehouden worden voor handelsdoeleinden. Financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen via het resultaat worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloeiende baten of lasten in het resultaat opgenomen worden. Een financieel actief wordt in deze categorie ondergebracht, als het voornamelijk aangeschaft werd om het op korte termijn te verkopen.
Derivaten behoren ook tot de categorie tegen reële waarde met waardeveranderingen via het resultaat, tenzij ze als afdekking aangemerkt werden en effectief zijn.
Financiële activa aan geamortiseerde kostprijs zijn niet-afgeleide financiële instrumenten die worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is financiële
activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen (Held to collect) en de contractvoorwaarden van het financiële actief geven op bepaalde data aanleiding tot kasstromen die uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op het uitstaande hoofdsombedrag betreffen (Solely Payments of Principal and Interest - SPPI).
Tot deze categorie behoren:
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contanten, direct opvraagbare deposito's en andere kortlopende, uiterst liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardevermindering in zich dragen vermits deze aangehouden zijn bij gerenommeerde financiële instellingen. Geldmiddelen en kasequivalenten worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
Handelsvorderingen worden initieel geboekt aan nominale waarde, en worden vervolgens gewaardeerd aan de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieverentemethode. Kredietverliezen worden onder toepassing van IFRS 9 vervroegd in de jaarrekening erkend. Rekening houdend met het relatief beperkte bedrag van vervallen uitstaande handelsvorderingen, gecombineerd met een daaraan laag geassocieerd kredietrisico, acht Intervest de impact op de geconsolideerde jaarrekening beperkt.
Financiële verplichtingen worden geclassificeerd als financiële verplichtingen aan reële waarde via resultaat of als financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs
Financiële verplichtingen worden geclassificeerd aan reële waarde via resultaat als ze aangehouden worden voor handelsdoeleinden.
Financiële verplichtingen aan reële waarde via resultaat worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloeiende baten of lasten in het resultaat opgenomen worden.
Een financiële verplichting wordt in deze categorie ondergebracht als het voornamelijk aangeschaft werd om het op korte termijn te verkopen. Derivaten behoren ook tot de categorie aan reële waarde via resultaat, tenzij ze als afdekking aangemerkt werden en effectief zijn.
Voor Intervest betreft dit specifiek de Interest Rate Swaps waarvoor geen hedge accounting wordt toegepast in de mate dat zij een negatieve reële waarde hebben.
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, met inbegrip van schulden, worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, na aftrek van de transactiekosten. Ze worden, na initiële opname, gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De financiële verplichtingen van de Groep gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs omvatten de langlopende financiële verplichtingen (bankschulden, leasingschulden, obligatieleningen), overige langlopende verplichtingen, kortlopende financiële verplichtingen, handelsschulden en te betalen dividenden in de overige kortlopende verplichtingen.
Een eigenvermogensinstrument is elk contract dat het overblijvende belang omvat in de activa van de onderneming, na aftrek van alle verplichtingen. Eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de onderneming, worden geclassificeerd op basis van de economische realiteit van de contractuele afspraken en de definities van een eigenvermogensinstrument.
Eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de onderneming, worden opgenomen voor het bedrag van de ontvangen sommen (na aftrek van direct toewijsbare uitgiftekosten).
Wanneer eigen aandelen ingekocht worden, wordt dit bedrag inclusief direct toerekenbare kosten, geboekt in mindering van het eigen vermogen.
De Groep gebruikt derivaten teneinde risico's te beperken met betrekking tot ongunstige schommelingen van interestvoeten die voortvloeien uit de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. De Groep gebruikt deze instrumenten niet voor speculatieve doeleinden, houdt geen derivaten aan en geeft geen derivaten uit voor handelsdoeleinden (trading).
Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde conform IFRS 9. De derivaten die door Intervest momenteel aangehouden worden, kwalificeren niet als indekkingstransacties. Bijgevolg worden de wijzigingen in de reële waarde onmiddellijk in het resultaat opgenomen.
Handelsschulden worden initieel gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode.
Een voorziening is een verplichting van een onzekere omvang of een onzeker tijdstip. Het bedrag dat wordt opgenomen is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op balansdatum af te wikkelen.
Voorzieningen worden slechts opgenomen als er een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting ontstaat ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, die waarschijnlijk zal leiden tot een uitstroom van middelen en waarbij het bedrag van de verplichting op een betrouwbare wijze kan worden geschat.
Bijdragen aan het groepsverzekeringscontract van het type "toegezegde bijdrage" worden opgenomen als een last van de verslagperiode waarin de gerelateerde prestaties worden verricht door de werknemers. Volgens de wet dient de werkgever een minimale rente te garanderen waarbij de vennootschap de verplichting heeft bijkomende bijdragen te betalen indien het pensioenfonds niet over voldoende activa zou beschikken om de pensioenen van alle werknemers te betalen met betrekking tot de diensten die zij hebben geleverd.
Dividenden maken deel uit van de reserves tot wanneer de algemene vergadering van aandeelhouders de dividenden toekent. Dividenden worden bijgevolg erkend als een verplichting in de jaarrekening in de periode waarin de dividenduitkering goedgekeurd wordt door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Gebeurtenissen na balansdatum zijn gebeurtenissen, zowel gunstige als ongunstige, die plaatsvinden tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor uitgifte. Voor gebeurtenissen die informatie verstrekken over de feitelijke situatie op balansdatum wordt het resultaat in de resultatenrekening verwerkt.
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest wordt driemaandelijks gewaardeerd door onafhankelijke vastgoeddeskundigen. Deze waardering van de vastgoeddeskundigen is bedoeld om de marktwaarde van een gebouw te bepalen op een
bepaalde datum in functie van de evolutie van de markt en de kenmerken van de desbetreffende gebouwen. De vastgoeddeskundigen hanteren de principes beschreven in het hoofdstuk "Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen" in het Vastgoedverslag en in "Toelichting 14. Vaste activa" van het Financieel verslag. De vastgoedportefeuille wordt in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde die door de vastgoeddeskundigen wordt bepaald.
ESG (Environmental, Social, Governance)-criteria worden internationaal in toenemende mate gebruikt om de impact van de ecologische, sociale en ethische prestaties van bedrijven, organisaties en investeringen te beoordelen. Kapitaalstromen zullen in de toekomst in toenemende mate worden gekanaliseerd naar duurzame economische activiteiten, wat betekent dat ESG-criteria een belangrijke rol zullen spelen bij investeringsbeslissingen.
De ESG-vereisten van investeerders en gebruikers zullen het aantal gerealiseerde nieuwe en gerenoveerde gebouwen versneld doen toenemen vanwege de groene premies voor duurzaam vastgoed en verhoogde veroudering van niet duurzaam vastgoed. De focus op klimaatverandering en doelstellingen richting netto-nul zal zich voortzetten en daarmee zal de veroudering van niet duurzaam vastgoed versnellen.
Het RICS Sustainability Report (Q2 2021) toont dat bijna de helft van de respondenten meent dat de huur en de prijspremie voor duurzaam vastgoed tot 10% kunnen oplopen in vergelijking met niet-duurzaam vastgoed, vanwege een hoge vraag en een laag aanbod. Naarmate de impact van ESG-factoren steeds duidelijker wordt, komt de vraag naar voren hoe de ESG-impact op vastgoedwaarderingen gemeten kan worden. Waardering houdt noodzakelijkerwijs een vergelijking in. Aangezien de impact van ESG-criteria in een vroeg stadium is, zijn er nog niet veel marktgegevens beschikbaar. Waarderingsmethodologieën zijn echter goed ontwikkeld en in de loop der jaren getest zodat de houding van marktdeelnemers ten opzichte van ESG-factoren wel kan meegegeven worden in de waardering van het vastgoed.
Voor sommige van haar investeringen houdt Intervest niet de naakte eigendom aan, maar enkel het vruchtgebruik via een concessie of erfpacht of soortgelijke. Concreet werd hiervoor een financiële verplichting aangelegd conform IFRS 16. Deze financiële verplichting betreft de huidige waarde van alle toekomstige leasebetalingen. In het bepalen van de huidige waarde van deze toekomstige leasebetalingen worden enkele beoordelingen en schattingen gemaakt, met name bij het bepalen van de duurtijd van de concessie (afhankelijk van contractuele verlengingsmogelijkheden van de concessie enerzijds en de economische levensduur van het gebouw waar de vastgoedschatter rekening mee houdt in de reële waardebepaling anderzijds) en bij het bepalen van de incrementele rentevoet als discount rate van de leasebetalingen.
De reële waarde van de financiële derivaten van Intervest wordt driemaandelijks geschat door de emitterende financiële instelling. Een uitgebreide beschrijving bevindt zich in "Toelichting 20. Financiële instrumenten" in het Financieel verslag.
De vennootschap is op heden verwikkeld, en kan in de toekomst verwikkeld zijn, in gerechtelijke procedures. Intervest was in 2020 betrokken bij een procedure voor het Hof van Beroep te Antwerpen, fiscale kamer, alsmede in bezwaarprocedures voor de gewestelijke directeur van
het controlecentrum grote ondernemingen met betrekking tot aanrekening van de exit taks aanslagjaar 1999 speciaal. In haar arrest dd. 25 april 2017 heeft het Hof van Beroep te Antwerpen het beroep van Intervest evenwel ongegrond verklaard. Het arrest werd op 10 november 2017 betekend. Intervest heeft op 29 januari 2018 cassatie beroep aangetekend tegen voormeld arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen dd. 25 april 2017. Het Hof van Cassatie heeft op 28 november 2019 Intervest in het gelijk gesteld en het arrest van het Hof van Beroep verbroken. Het geschil is nu verwezen naar het Hof van Beroep van Gent. (zie "Toelichting 26. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen" in de Financiële staten). De vennootschap is van oordeel dat deze procedure geen belangrijke weerslag zal hebben op de resultaten van de vennootschap.

De twee bedrijfssegmenten omvatten de volgende activiteiten.
De categorie "corporate" omvat alle niet aan een segment toewijsbare vaste kosten die op groepsniveau gedragen worden.
| BEDRIJFS SEGMENTERING |
Kantoren | Logistiek vastgoed | Corporate | TOTAAL | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 |
| Huurinkomsten | 26.174 | 26.150 | 38.882 | 35.153 | 65.056 | 61.303 | ||
| Met verhuur verbonden kosten |
-132 | -43 | -16 | -8 | -148 | -51 | ||
| Nettohuurresultaat | 26.042 | 26.107 | 38.866 | 35.145 | 64.908 | 61.252 | ||
| Met beheer verbonden kosten en opbrengsten |
404 | 50 | 647 | 484 | 1.051 | 534 | ||
| Vastgoedresultaat | 26.446 | 26.157 | 39.513 | 35.629 | 65.959 | 61.786 | ||
| Operationeel resultaat vóór resultaat op portefeuille |
21.474 | 20.938 | 35.856 | 32.127 | -3.900 | -4.147 | 53.430 | 48.918 |
| Resultaat op verkopen van vastgoedbeleg gingen |
0 | 0 | 198 | 1.670 | 198 | 1.670 | ||
| Variaties in de reële waarde van vastgoed beleggingen |
-11.170 | -16.624 | 77.190 | 32.078 | 66.020 | 15.454 | ||
| Ander portefeuille resultaat |
677 | -65 | -11.882 | -9.018 | -11.205 | -9.083 | ||
| Operationeel resultaat van het segment |
10.981 | 4.249 | 101.362 | 56.857 | -3.900 | -4.147 | 108.443 | 56.959 |
| Financieel resultaat | -2.868 | -10.235 | -2.868 | -10.235 | ||||
| Belastingen | -834 | -664 | -834 | -664 | ||||
| NETTORESULTAAT | 10.981 | 4.249 | 101.362 | 56.857 | -7.602 | -15.046 | 104.741 | 46.060 |
Voor de beschrijving van de risicospreiding naar de huurders per segment wordt verwezen naar het Vastgoedverslag.
Het operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille is voor de kantoren gestegen met € 0,5 miljoen, dit als gevolg van een daling in de kosten. Het operationeel resultaat van het kantorensegment stijgt met € 6,7 miljoen. In 2020 was er een daling in de reële waarde van de kantorenportefeuille van circa 5% of € 16,6 miljoen. Dit jaar was er eveneens een daling in de reële waarde maar deze bleef beperkt tot € 11,1 miljoen of circa 3%. Hoofdzakelijk als gevolg van de inschatting gehanteerd door de vastgoeddeskundigen op enkele panden in de huidige onzekere economische situatie en het incijferen van enkele geplande duurzame investeringen in de portefeuille die kunnen resulteren in een toekomstige mogelijke waardestijging.
Het operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille van het logistiek segment is met € 3,7 miljoen gestegen. Dit dankzij de huurinkomsten ontstaan uit de nieuwe cash-flow genererende acquisities in 2020 en 2021. Het operationeel resultaat van het logistiek segment stijgt met € 44,5 miljoen, dit door het verder aanscherpen van de rendementen in zowel België als Nederland en verhuringen in de bestaande portefeuille en de projecten in aanbouw.
| BEDRIJFSSEGMENTERING | Kantoren | Logistiek vastgoed | TOTAAL | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | |
| Reële waarde van de vastgoedbeleg gingen |
386.423 | 381.656 | 822.521 | 636.302 | 1.208.944 | 1.017.958 | |
| Investeringen en uitbreidingen tijdens het boekjaar (reële waarde) |
2.421 | 2.971 | 5.311 | 2.066 | 7.732 | 5.037 | |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 48.970 | 42.683 | 48.970 | 42.683 | |
| Investeringen in projectontwikke lingen |
13.516 | 2.562 | 40.274 | 18.324 | 53.790 | 20.886 | |
| Verwerving van aandelen van vast goedvennootschappen |
0 | 42.677 | 14.474 | 0 | 14.474 | 42.677 | |
| Desinvestering/overboeking van vastgoedbeleggingen |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overboeking naar andere materiële vaste activa |
0 | 0 | 0 | -1.592 | 0 | -1.592 | |
| Investeringswaarde van het vastgoed | 394.913 | 390.365 | 864.262 | 670.166 | 1.259.175 | 1.060.531 | |
| Totaal verhuurbare oppervlakte (m²) | 245.538 | 245.538 | 865.940 | 800.399 | 1.111.478 | 1.045.937 | |
| Bezettingsgraad (%) | 87% | 88% | 100% | 96% | 94% | 93% |
In overeenstemming met IAS 16, worden de zonnepanelen vanaf 2020 niet langer opgenomen onder de vastgoedbeleggingen, maar onder de materiële vaste activa waardoor ze in bovenstaande tabel als overboeking vermeld staan in 2020.
De geografische segmentering toont het operationeel resultaat en de kerncijfers opgedeeld naar het land waarin ze gerealiseerd werden. De categorie "corporate" omvat alle niet aan een segment toewijsbare vaste kosten die op groepsniveau gedragen worden.
| GEOGRAFISCHE SEGMENTERING |
Vastgoedbeleggingen België |
Vastgoedbeleggingen Nederland |
Corporate | TOTAAL | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 |
| Huurinkomsten | 48.273 | 47.204 | 16.783 | 14.099 | 65.056 | 61.303 | ||
| Met verhuur verbonden kosten |
-148 | -51 | 0 | 0 | -148 | -51 | ||
| Nettohuurresultaat | 48.125 | 47.153 | 16.783 | 14.099 | 64.908 | 61.252 | ||
| Met beheer verbonden kosten en opbrengsten |
950 | 494 | 101 | 40 | 1.051 | 534 | ||
| Vastgoedresultaat | 49.075 | 47.647 | 16.884 | 14.139 | 65.959 | 61.786 | ||
| Operationeel resultaat vóór resultaat op portefeuille |
41.961 | 40.205 | 15.369 | 12.860 | -3.900 | -4.147 | 53.430 | 48.918 |
| Resultaat op verkoop vastgoedbeleggingen |
198 | 1.670 | 0 | 0 | 198 | 1.670 | ||
| Variaties in de reële waarde van vastgoed beleggingen |
25.181 | -4.740 | 40.839 | 20.194 | 66.020 | 15.454 | ||
| Ander portefeuille resultaat |
1.018 | -1.652 | -12.223 | -7.431 | -11.205 | -9.083 | ||
| OPERATIONEEL RESULTAAT VAN HET SEGMENT |
68.358 | 35.483 | 43.985 | 25.623 | -3.900 | -4.147 | 108.443 | 56.959 |
| GEOGRAFISCHE SEGMENTERING | Vastgoedbeleggingen België |
Nederland | Vastgoedbeleggingen | TOTAAL | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 |
| Reële waarde van de vastgoed beleggingen |
866.662 | 735.060 | 342.282 | 282.898 | 1.208.944 | 1.017.958 |
| Investeringen en uitbreidingen tijdens het boekjaar (reële waarde) |
6.318 | 4.449 | 1.414 | 588 | 7.732 | 5.037 |
| Verwerving van vastgoedbeleggingen | 32.355 | 0 | 16.615 | 42.683 | 48.970 | 42.683 |
| Investeringen in projectontwikkelingen | 53.275 | 19.560 | 515 | 1.326 | 53.790 | 20.886 |
| Verwerving van aandelen van vastgoedvennootschappen |
14.474 | 42.677 | 0 | 0 | 14.474 | 42.677 |
| Desinvestering van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overboeking naar andere materiële vaste activa |
0 | -1.592 | 0 | 0 | 0 | -1.592 |
| Investeringswaarde van het vastgoed | 886.581 | 752.364 | 372.594 | 308.167 | 1.259.175 | 1.060.531 |
| Totaal verhuurbare oppervlakte (m²) | 798.058 | 735.938 | 313.420 | 309.999 | 1.111.478 | 1.045.937 |
| Bezettingsgraad (%) | 92% | 91% | 100% | 98% | 94% | 93% |
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Huur | 67.067 | 64.065 |
| Huurkortingen | -2.435 | -2.497 |
| Huurvoordelen ('incentives') | -374 | -377 |
| Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten | 798 | 112 |
| TOTAAL HUURINKOMSTEN | 65.056 | 61.303 |
De huurinkomsten bevatten huren, inkomsten van operationele leaseovereenkomsten en opbrengsten die hier direct verband mee houden zoals verleende huurgaranties en vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten, verminderd met de toegekende huurkortingen en huurvoordelen (incentives). De huurkortingen en huurvoordelen worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van het huurcontract door de huurder.
De huurinkomsten van Intervest zijn, zonder rekening te houden met flexwerkers, verspreid over 217 verschillende huurders wat het debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de inkomsten bevordert. De tien belangrijkste huurders maken 29% (31% in 2020) van de jaarhuur uit, zijn vaak vooraanstaande bedrijven in hun sector en maken vaak deel uit van internationale concerns. De belangrijkste huurder, die tot het kantorensegment behoort, vertegenwoordigt op 31 december 2021 5% van de jaarhuur (5% in 2020). In 2021 is er één huurder waarvan de jaarhuur op individuele basis 5% vertegenwoordigt van de totale jaarhuur van Intervest (één huurder in 2020). Voor meer toelichting van de belangrijkste huurders wordt verwezen naar het Vastgoedverslag - Risicospreiding naar huurders.
Voor boekjaar 2021 bedragen de huurinkomsten van Intervest € 65,1 miljoen (€ 61,3 miljoen). Deze stijging met € 3,8 miljoen of 6% ten opzichte van 2020 wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere huurinkomsten in het logistieke segment, een gevolg van de gerealiseerde acquisities, de opgeleverde projectontwikkelingen en de verhuurtransacties in de loop van 2020 en 2021 en de ontvangen verbrekingsvergoedingen naar aanleiding van vroegtijdig stopgezette contracten in de logistieke portefeuille voor een bedrag van € 0,7 miljoen.
In de logistieke portefeuille bedragen de huurinkomsten € 38,9 miljoen ten opzichte van € 35,2 miljoen in 2020. In het kantorensegment blijven de huurinkomsten stabiel op € 26,2 miljoen.
Bij het afsluiten van nieuwe huurovereenkomsten in het boekjaar 2021 is bij 44% van de contractwaarde een huurkorting toegekend (42% in 2020). Gemiddeld zijn in 2021 bij nieuwe contracten huurkortingen toegekend voor 9% van de jaarhuur (19% in 2020). Veelal wordt bedongen dat de huurder de huurkortingen geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen indien hij het contract zou verbreken bij de eerstvolgende break van de overeenkomst.
Bij het uitbreiden en/of verlengen van een huurcontract is in het boekjaar 2021 gemiddeld bij 55% van de contractwaarde een huurkorting toegekend (61% in 2020). Er is in 2021 gemiddeld 7% huurkorting op de jaarhuur gegeven bij uitbreidingen en/of verlengingen (8% in 2020).
De waarde van de toekomstige minimum huurinkomsten tot aan de eerste vervaldag van de niet-opzegbare contracten heeft onderstaande inningstermijnen.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Vorderingen met een resterende looptijd van: | ||
| Hoogstens één jaar | 63.751 | 63.876 |
| Tussen één en vijf jaar | 152.545 | 125.496 |
| Meer dan vijf jaar | 92.600 | 77.717 |
| TOTAAL VAN DE TOEKOMSTIGE MINIMUM HUURINKOMSTEN | 308.896 | 267.089 |
De stijging van de toekomstige minimum huurinkomsten met € 42 miljoen of 16% ten opzichte van 31 december 2020 is grotendeels het gevolg van de aankoop van Tessenderlo (€ 28 miljoen) en de nieuwe verhuringen in Genk Green Logistics (€ 15 miljoen).
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Te betalen huur op gehuurde activa | -8 | -8 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -141 | -102 |
| Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen | 1 | 59 |
| TOTAAL MET VERHUUR VERBONDEN KOSTEN | -148 | -51 |
De met verhuur verbonden kosten betreffen voornamelijk de waardeverminderingen en terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen die in het resultaat genomen worden indien de boekwaarde hoger is dan de geschatte realisatiewaarde. Deze rubriek bevat ook de kosten voor de huur van terreinen en gebouwen door de vennootschap voor verdere verhuring aan haar huurders.
De verliezen op huurvorderingen (met recuperatie) vertegenwoordigen voor de periode 2012-2021 slechts 0,1% van de totale omzet. Een sterke verslechtering van de algemene economische conjunctuur kan de verliezen op huurvorderingen vergroten. De vastgoedvennootschap beperkt dit risico door middel van huurwaarborgen en bankgaranties van de huurders en contracten te sluiten met degelijke , betrouwbare huurders. Het eventuele faillissement van een belangrijke huurder kan voor de vennootschap een aanzienlijk verlies vertegenwoordigen, evenals een onverwachte huurleegstand en zelfs een herverhuring van de vrijgekomen oppervlakte tegen een prijs die lager is dan de prijs van het niet-gerespecteerde contract. Ondanks de huidige economische situatie die de pandemie COVID-19 met zich meebrengt loopt de inning van huurvorderingen in lijn met het normaal betalingspatroon, wat de kwaliteit van het huurdersbestand aantoont.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Verkregen vergoedingen op huurschade | 32 | 107 |
| Andere | 664 | 645 |
| Ontvangen beheersvergoedingen van huurders | 664 | 645 |
| TOTAAL RECUPERATIE VAN VASTGOEDKOSTEN | 696 | 752 |
De recuperatie van de vastgoedkosten betreft voornamelijk de inresultaatname van schadevergoedingen ontvangen van huurders voor huurschade bij het verlaten van de gehuurde ruimten alsook de beheersvergoeding die Intervest ontvangt van haar huurders voor het beheer van de verhuurde gebouwen en de doorrekening van de huurlasten aan de huurders, zoals weergegeven in onderstaande tabellen.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Recuperatie van huurlasten gedragen door de eigenaar | 7.996 | 8.208 |
| Recuperatie van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 5.532 | 5.435 |
| TOTAAL RECUPERATIE VAN HUURLASTEN EN BELASTINGEN NORMAAL GEDRAGEN DOOR DE HUURDER OP VERHUURDE GEBOUWEN |
13.528 | 13.643 |
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Huurlasten gedragen door de eigenaar | -7.996 | -8.188 |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | -5.532 | -5.435 |
| TOTAAL HUURLASTEN EN BELASTINGEN NORMAAL GEDRAGEN DOOR DE HUURDER OP VERHUURDE GEBOUWEN |
-13.528 | -13.623 |
| TOTAAL SALDO VAN GERECUPEREERDE HUURLASTEN EN BELASTINGEN | 0 | 20 |
De huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen en de recuperatie van deze lasten betreffen kosten die volgens de wet of volgens de gebruiken ten laste vallen van de huurder of lessee.
Deze kosten omvatten voornamelijk onroerende voorheffing, elektriciteit, water, schoonmaak, onderhoud van ramen en vensters, technisch onderhoud, groenonderhoud, enz. De eigenaar staat zelf in voor het beheer van de gebouwen of heeft dit uitbesteed aan externe vastgoedbeheerders (voor Mechelen Campus en de logistieke gebouwen gelegen in Nederland).
De eigenaar zal deze kosten overeenkomstig de contractuele afspraken met de huurder wel of niet aan hem doorrekenen. De afrekening gebeurt op halfjaarbasis. Gedurende het boekjaar worden voorschotten gefactureerd aan de huurders.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Inkomsten uit groene stroom (andere dan opstalvergoedingen) | 454 | 365 |
| Ontvangen coördinatievergoedingen turnkey solutions | 11 | 15 |
| Kosten en opbrengsten m.b.t. uitbating Greenhouse Flex | -437 | -572 |
| Eénmalig ontvangen bijdragen voor met verhuur verbonden kosten | 0 | 0 |
| Andere | 688 | 652 |
| TOTAAL ANDERE MET VERHUUR VERBONDEN OPBRENGSTEN EN KOSTEN | 716 | 460 |
De inkomsten uit groene stroom zijn met € 0,1 miljoen gestegen, onder andere door nieuwe installaties in Genk die in de tweede jaarhelft geïnstalleerd werden.
De kosten en opbrengsten met betrekking tot de uitbating van de Greenhouse-hubs omvatten alle werkingskosten zoals catering (met uitzondering van eigen personeelskosten) en de gedeeltelijke recuperatie van deze kosten. De inkomsten uit de huurcontracten afgesloten met coworkers en gebruikers van serviced offices en de opbrengst uit de verhuring van de vergaderzalen van Greenhouse coworking zijn opgenomen onder de rubriek huurinkomsten en bedragen € 0,5 miljoen (€ 0,5 miljoen voor 2020).
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Recurrente technische kosten | -1.065 | -859 |
| Onderhoud en herstellingen | -789 | -620 |
| Verzekeringspremies | -276 | -239 |
| Niet-recurrente technische kosten | -79 | -17 |
| Schadegevallen | -79 | -17 |
| Schadegevallen (kosten) | -296 | -217 |
| Schadegevallen (opbrengsten) | 217 | 200 |
| TOTAAL TECHNISCHE KOSTEN | -1.144 | -876 |
De technische kosten omvatten onder meer onderhoud en herstellingskosten en verzekeringspremies. Onderhouds- en herstellingskosten die als renovatie van een bestaand gebouw kunnen worden beschouwd omdat ze een verbetering van het rendement of de huur veroorzaken, worden niet in kost genomen maar geactiveerd.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Makelaarscommissies | -176 | -63 |
| Publiciteit | -83 | -183 |
| Erelonen van advocaten en juridische kosten | -288 | -72 |
| TOTAAL COMMERCIËLE KOSTEN | -547 | -318 |
Commerciële kosten omvatten onder meer makelaarscommissies. De commissies betaald aan makelaars na een periode van leegstand worden geactiveerd aangezien de vastgoeddeskundigen, na een periode van leegstand, geschatte commissies in mindering brengen van de geschatte waarde van het vastgoed. De commissies betaald aan makelaars na een onmiddellijke herverhuring, zonder leegstandsperiode, worden niet geactiveerd en komen ten laste van het resultaat aangezien de vastgoeddeskundigen met deze commissies geen rekening houden bij hun waardering.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Leegstandslasten van het boekjaar | -793 | -893 |
| Onroerende voorheffing leegstand | -2.687 | -2.311 |
| Recuperatie onroerende voorheffing leegstand | 2.596 | 2.232 |
| Leegstandsheffing Genk Green Logistics | -2.954 | 171 |
| Recuperatie leegstandsheffing Genk Green Logistics | 2.954 | -171 |
| Recuperatie onroerende voorheffing leegstand vorig boekjaar | -9 | 80 |
| TOTAAL KOSTEN EN TAKSEN VAN NIET-VERHUURDE GEBOUWEN | -893 | -892 |
De kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen zijn tijdens het boekjaar 2021 stabiel gebleven ten opzichte van het boekjaar 2020. De leegstandskosten maken voor het boekjaar 2021 circa 1,5% van de totale huurinkomsten van de vennootschap uit (1,5% in 2020).
Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst. Een groot aandeel van de onroerende voorheffing heeft betrekking op Genk Green Logistics, verwacht wordt dat Intervest deze onroerende voorheffing en de leegstandsheffing integraal kan recupereren, zoals dit de vorige jaren ook het geval is geweest.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Externe beheersvergoedingen | -331 | -258 |
| Kosten van het (intern) beheer van het patrimonium | -4.461 | -5.023 |
| Personeelsbeloningen en zelfstandige medewerkers | -2.650 | -3.310 |
| Vastgoeddeskundige | -183 | -179 |
| Overige kosten | -1.628 | -1.534 |
| TOTAAL BEHEERSKOSTEN VAN HET VASTGOED | -4.792 | -5.281 |
De beheerskosten van het vastgoed zijn kosten die verband houden met het beheer van de gebouwen. Hieronder worden begrepen de personeelskosten en de indirecte kosten van de directie en het personeel (zoals kosten van kantoor, werkingskosten, enz.) die zorgen voor het beheer van de portefeuille en de verhuringen, alsook afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële vaste activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten die aan het beheer van het vastgoed kunnen worden toegewezen.
De beheerskosten van het vastgoed zijn met € 0,5 miljoen afgenomen voornamelijk als gevolg van de afgenomen kosten van het (intern) beheer van het patrimonium.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Kosten ten laste van de eigenaar | -271 | -469 |
| Onroerende voorheffing contractueel ten last van eigenaar | -677 | -598 |
| Overige andere vastgoedkosten | -59 | -95 |
| TOTAAL ANDERE VASTGOEDKOSTEN | -1.007 | -1.162 |
De andere vastgoedkosten betreffen vaak uitgaven die op basis van contractuele of commerciële afspraken met huurders ten laste van de Groep vallen. Het zijn veelal beperkingen op de betaling van de gemeenschappelijke lasten. Voor het boekjaar 2021 bedragen deze commerciële tussenkomsten circa € 1 miljoen op jaarbasis of 1,5% van de totale huurinkomsten van de Groep (€ 1,2 miljoen of 1,9% in boekjaar 2020).
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Abonnemententaks | -509 | -488 |
| Ereloon commissaris | -158 | -122 |
| Bezoldigingen leden van de raad van toezicht | -123 | -117 |
| Liquidity provider | -37 | -37 |
| Financiële dienst | -42 | -40 |
| Personeelsbeloningen en zelfstandige medewerkers | -1.925 | -2.249 |
| Advieskosten | -153 | -191 |
| Overige kosten | -889 | -841 |
| TOTAAL ALGEMENE KOSTEN | -3.836 | -4.085 |
Algemene kosten zijn alle kosten die verband houden met het beheer van de vennootschap en de kosten die niet kunnen worden toegewezen aan het beheer van het vastgoed. Deze operationele kosten zijn onder andere algemene administratieve kosten, kosten van het personeel dat zich met het beheer van de vennootschap als zodanig bezighoudt, afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële vaste activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten.
De algemene kosten belopen € 3,8 miljoen en zijn met circa € 0,2 miljoen afgenomen ten opzichte van 2020, voornamelijk een gevolg van lagere personeelskosten.
Voor verdere details van het ereloon van de commissaris wordt verwezen naar Toelichting 25.
Een overzicht van de uitbetaalde vergoedingen aan de leden van de raad van toezicht wordt weergegeven in de Corporate Governance Verklaring - Remuneratieverslag. 50% van de bezoldigingen aan de leden van de raad van toezicht wordt opgenomen onder de algemene kosten, de overige 50% van hun werkzaamheden worden beschouwd als beheerskosten van het vastgoed (overige kosten).
| in duizenden € | 2021 | 2020 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| intern beheer van Kosten van het het vastgoed |
aan het beheer van Kosten verbonden de vennootschap |
TOTAAL | Kosten van het intern beheer van het vastgoed |
aan het beheer van Kosten verbonden de vennootschap |
TOTAAL | |
| Vergoedingen werknemers en zelfstandige medewerkers |
1.754 | 1.176 | 2.930 | 2.398 | 1.264 | 3.662 |
| Bezoldigingen en andere beloningen betaald binnen de 12 maanden |
2.077 | 904 | 2.981 | 2.195 | 998 | 3.193 |
| Pensioenen en beloningen na uitdiensttreding |
83 | 43 | 126 | 77 | 42 | 119 |
| Sociale zekerheid | 494 | 190 | 684 | 440 | 172 | 612 |
| Variabele vergoedingen | 134 | 42 | 176 | 133 | 45 | 178 |
| Ontslagvergoedingen | 0 | 0 | 0 | 23 | 0 | 23 |
| Overige lasten | -1.034 | -3 | -1.037 | -470 | 7 | -463 |
| Vergoedingen directieraad | 895 | 746 | 1.641 | 912 | 985 | 1.897 |
| Voorzitter directieraad | 292 | 292 | 584 | 274 | 274 | 548 |
| Vaste vergoeding | 154 | 154 | 308 | 139 | 139 | 278 |
| Variabele vergoeding | 110 | 110 | 220 | 115 | 115 | 230 |
| Pensioenverplichtingen | 28 | 28 | 56 | 20 | 20 | 40 |
| in duizenden € | 2021 | 2020 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| intern beheer van Kosten van het het vastgoed |
aan het beheer van Kosten verbonden de vennootschap |
TOTAAL | Kosten van het intern beheer van het vastgoed |
aan het beheer van Kosten verbonden de vennootschap |
TOTAAL | |
| Andere leden directieraad | 603 | 454 | 1.057 | 638 | 711 | 1.349 |
| Vaste vergoeding | 388 | 264 | 652 | 206 | 262 | 468 |
| Variabele vergoeding | 184 | 167 | 351 | 85 | 77 | 162 |
| Beëindigingsvergoeding | 0 | 0 | 0 | 305 | 335 | 640 |
| Pensioenverplichtingen | 31 | 23 | 54 | 42 | 37 | 79 |
| TOTAAL PERSONEELSBELONINGEN | 2.649 | 1.922 | 4.571 | 3.310 | 2.249 | 5.559 |
Het aantal werknemers en zelfstandige medewerkers op jaareinde 2021, uitgedrukt in voltijdse equivalenten bedraagt 35 personeelsleden voor het intern beheer van het patrimonium (36 in 2020) en 13 personeelsleden voor het beheer van de vennootschap (13 in 2020). Het aantal leden van de directieraad bedraagt vier personen op 31 december 2021 (drie personen op jaareinde 2020).
Voor het personeel in vast dienstverband worden de bezoldigingen, de supplementaire beloningen, de vergoedingen bij uitdiensttreding, de ontslag- en verbrekingsvergoedingen geregeld door de wet op de arbeidsovereenkomsten van 4 juli 1978, de wet op de jaarlijkse vakantie van 28 juni 1971, het paritair comité waaronder de vennootschap ressorteert en de toepasselijke CAO's in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarop ze betrekking hebben.
Pensioenen en beloningen na uitdiensttreding bevatten pensioenen, bijdragen voor groepsverzekeringen, levens- en invaliditeitsverzekeringen en hospitalisatieverzekeringen. Intervest heeft, voor haar personeelsleden in vast dienstverband, een groepsverzekeringscontract van het type "toegezegde bijdrage" bij een externe verzekeringsmaatschappij afgesloten. Als gevolg van de gewijzigde wetgeving eind december 2015 (op 18 december 2015 werd de wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen goedgekeurd), dient de werkgever een minimum rendement te garanderen en bijgevolg dient dit contract geclassificeerd te worden als een "defined benefit" plan. De vennootschap doet bijdragen aan dit fonds dat onafhankelijk is van de vennootschap. De bijdragen aan het verzekeringsplan worden gefinancierd door de onderneming. Dit groepsverzekeringscontract volgt de wet-Vandenbroucke op de pensioenen. De bijdrageverplichtingen worden in de resultatenrekening, in de periode waarop ze betrekking hebben, opgenomen. Voor het boekjaar 2021 bedragen deze bijdragen € 236.000 (€ 274.000 in 2020). De verzekeringsmaatschappij heeft op 31 december 2021 bevestigd dat het tekort om het minimum rendement te garanderen niet materieel is. Voor het kleine tekort is per eindejaar een voorziening aangelegd in de boekhouding.
De vergoedingen van de directieraad worden toegelicht in de Corporate Governance Verklaring - Remuneratieverslag.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Afschrijving zonnepanelen | -246 | -192 |
| Verzekeringspremies | -43 | -40 |
| Andere | -21 | -22 |
| TOTAAL ANDERE OPERATIONELE OPBRENGSTEN EN KOSTEN | -310 | -254 |
Vanaf 2020 worden de zonnepanelen niet langer opgenomen onder de vastgoedbeleggingen maar onder de andere materiële vaste activa en gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 Materiële vaste activa. Elk kwartaal worden deze zonnepanelen geherwaardeerd naar reële waarde. De reële waarde wordt afgeschreven over de resterende looptijd. De afschrijvingen worden opgenomen onder de andere operationele opbrengsten en kosten.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | 0 | 0 |
| Geaccumuleerde meerwaarden en bijzondere waardeverminderingsverliezen | 0 | 0 |
| Boekwaarde (reële waarde) | 0 | 0 |
| Verkoopprijs | 0 | 0 |
| Verkoopkosten | 0 | 0 |
| Opbrengsten uit de verkoop van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
| Voorziening huurgaranties uit de verkoop van vastgoedbeleggingen | 198 | 1.670 |
| Netto verkoopopbrengst | 198 | 1.670 |
| TOTAAL RESULTAAT VERKOOP VASTGOEDBELEGGINGEN | 198 | 1.670 |
In 2019 heeft Intervest drie logistieke sites in België gedesinvesteerd, aan de koper van Oudsbergen werd een huurgarantie van 24 maanden gegeven. Deze periode is inmiddels afgelopen, het resultaat op de verkoop van vastgoedbeleggingen in 2020 en 2021 is ontstaan door het niet volledig moeten uitbetalen van de voorziene huurgarantie, dit als gevolg van gerealiseerde verhuringen op de verkochte site.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Positieve variaties op vastgoedbeleggingen | 81.639 | 42.395 |
| Negatieve variaties op vastgoedbeleggingen | -15.619 | -26.941 |
| TOTAAL VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN | 66.020 | 15.454 |
De variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen bedragen in 2021 € 66,0 miljoen (€ 15,5 miljoen in 2020). De positieve variaties in de reële waarde zijn het gevolg van:
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Uitgestelde belastingen | -12.437 | -7.226 |
| Overige | 1.232 | -1.857 |
| Variaties spreiding huurkortingen en tegemoetkomingen aan huurders | 1.550 | -1.477 |
| Andere | -318 | -380 |
| TOTAAL ANDER PORTEFEUILLERESULTAAT | -11.205 | -9.083 |
Het ander portefeuilleresultaat bedraagt in 2021 € -11,2 miljoen (€ -9,1 miljoen in 2020) en omvat voornamelijk de voorziening voor uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen die eigendom zijn van de perimetervennootschappen van Intervest in Nederland en België.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Nominale interestlasten op leningen | -5.450 | -6.217 |
| Leningen bij financiële instellingen | -4.473 | -4.398 |
| Vastrentend | -1.180 | -868 |
| Variabel | -3.293 | -3.531 |
| Obligatieleningen | -354 | -1.420 |
| Interestkosten op niet-opgenomen kredieten en back up-lijnen commercial paper | -623 | -399 |
| Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | -1.395 | -1.642 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-1.395 | -1.642 |
| Inkomsten uit toegelaten afdekkingsinstrumenten | 13 | 116 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
13 | 116 |
| Andere interestkosten | -262 | -212 |
| TOTAAL NETTO-INTERESTKOSTEN | -7.094 | -7.955 |
De netto-interestkosten bedragen in 2021 € -7,1 miljoen ten opzichte van € -7,9 miljoen in 2020. De daling van de netto-interestkosten met € 0,9 miljoen is het gevolg van de herfinanciering van indekkingsinstrumenten, verhoging in gebruik van het commercial-paperprogramma en de terugbetaling van de obligatielening in april 2021. Hierdoor is de gemiddelde rentevoet van de financieringen gedaald van 2,0% in 2020 naar 1,8% voor 2021.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Netto-interestkosten op langlopende financiële schulden | -6.254 | -6.124 |
| Netto-interestkosten op kortlopende financiële schulden | -840 | -1.831 |
| TOTAAL NETTO-INTERESTKOSTEN | -7.094 | -7.955 |
De totale gemiddelde interestvoet bedraagt in 2021 1,8% inclusief bankmarges en renteafdekkingsinstrumenten vergeleken met 2,0% in 2020. De totale gemiddelde interestvoet vóór impact van de renteafdekkingsinstrumenten bedraagt in 2021 1,5% (1,6% in 2020).
De gemiddelde interestvoet van de langlopende financiële schulden is voor 2021 2,1% inclusief bankmarges (2,2% in 2020). De gemiddelde interestvoet van de kortlopende financiële schulden is voor 2021 0,7% inclusief bankmarges (1,4% in 2020). De grote daling op korte termijn is enerzijds het gevolg van de terugbetaling van de obligatielening in april 2021 en anderzijds het succes van het commercial paper programma. In 2021 werd er op deze manier gemiddeld € 90,2 miljoen opgenomen aan bijzonder gunstige tarieven.
Voor het boekjaar 2021 bedraagt het effect op het EPRA resultaat en nettoresultaat van een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 1% ongeveer € -1,0 miljoen (€ -0,5 miljoen in 2020). Bij een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 0,5% nemen de interestkosten toe met € 0,3 miljoen (€ stabiel in 2020).
De (hypothetische) toekomstige cash-outflow voor 2022 van de interestlasten van de op 31 december 2021 opgenomen leningen bedraagt € 8,5 miljoen (€ 7,3 miljoen in 2020).
| in duizenden € | 2021 | 2020 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Hypothethische rente |
Schulden met een resterende looptijd van |
Schulden met een resterende looptijd van |
||||||||
| < 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | TOTAAL | Procentueel aandeel |
< 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | TOTAAL | Procentueel aandeel |
|
| Kredietinstellingen en institutionele partijen: opgenomen kredieten |
6.142 | 16.540 | 1.680 | 24.362 | 64% | 4.563 | 12.312 | 253 | 17.128 | 59% |
| Obligatielening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% | 371 | 0 | 0 | 371 | 1% |
| Commercial paper | 317 | 585 | 390 | 1.292 | 3% | 316 | 516 | 212 | 1.044 | 4% |
| Niet opgenomen kredietlijnen |
284 | 467 | 0 | 751 | 2% | 361 | 811 | 0 | 1.172 | 4% |
| IRSsen/Floors | 1.719 | 8.195 | 1.848 | 11.762 | 31% | 1.718 | 6.503 | 924 | 9.145 | 32% |
| TOTAAL | 8.462 | 25.787 | 3.918 | 38.167 | 100% | 7.329 | 20.142 | 1.389 | 28.860 | 100% |
| Procentueel aandeel |
22% | 68% | 10% | 100% | 25% | 70% | 5% | 100% |
Bovenstaande tabel geeft een overzicht van de te betalen interesten op basis van de huidige kredietcontracten. Er wordt uitgegaan van een gelijkblijvende opname als per 31 december 2021 en een Euribor-tarief van -0,572% (3-maand Euribor per 31 december 2021).
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Belasting aan het tarief van 25% (op resultaat verbonden met de verworpen uitgaven) |
-90 | -50 |
| Provisie voor diverse fiscale risico's | 0 | 22 |
| Regularisatie vorige boekjaren | -43 | -23 |
| Belasting met betrekking tot Intervest enkelvoudig (openbare GVV) | -133 | -51 |
| Perimetervennootschappen België | -21 | -3 |
| Perimetervennootschappen Nederland | -680 | -610 |
| VENNOOTSCHAPSBELASTING | -834 | -664 |
Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een transparant fiscaal statuut gegeven aan de GVV's. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op "verworpen uitgaven". Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op verkopen van vastgoedbeleggingen wordt dus geen vennootschapsbelasting betaald.
De meeste Belgische perimetervennootschappen zijn onderworpen aan het gewone stelsel van de Belgische vennootschapsbelasting en ook de Nederlandse perimetervennootschappen genieten niet van dit fiscaal statuut. Genk Green Logistics (iGVV), Greenhouse Singel (GVBF) en Puurs Green Logistics (GVBF) genieten ook van een transparant fiscaal statuut.
Voor de berekening van de belasting op de fiscale winst van het jaar worden de op de balansdatum geldende belastingtarieven gebruikt.
Op gebied van research en ontwikkeling werden door de vennootschap geen eigen activiteiten ontwikkeld
| in duizenden € | 2021 | 2020 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | |
| BALANS OP 1 JANUARI | 381.656 | 636.302 | 1.017.958 | 350.069 | 542.744 | 892.813 |
| Verwerving van ■ vastgoedbeleggingen |
0 | 48.970 | 48.970 | 0 | 42.683 | 42.683 |
| Verwerving van aandelen in ■ vastgoedvennootschappen |
0 | 14.474 | 14.474 | 42.677 | 0 | 42.677 |
| Investeringen in ■ projectontwikkelingen |
13.516 | 40.274 | 53.790 | 2.562 | 18.324 | 20.886 |
| Investeringen en ■ uitbreidingen in bestaande vastgoedbeleggingen |
2.421 | 5.311 | 7.732 | 2.971 | 2.066 | 5.037 |
| Overboeking naar de andere ■ materiële vaste activa |
0 | 0 | 0 | 0 | -1.592 | -1.592 |
| Variaties in de reële waarde ■ van vastgoedbeleggingen |
-11.170 | 77.190 | 66.020 | -16.623 | 32.077 | 15.454 |
| BALANS OP 31 DECEMBER | 386.423 | 822.521 | 1.208.944 | 381.656 | 636.302 | 1.017.958 |
| OVERIGE INFORMATIE | ||||||
| Investeringswaarde van het vastgoed |
394.913 | 864.262 | 1.259.175 | 390.365 | 670.166 | 1.060.531 |
De reële waarde van de logistieke portefeuille is in 2021 toegenomen met € 186 miljoen of 29% door:
De reële waarde van de kantorenportefeuille is in 2021 toegenomen met € 4,8 miljoen of 1% voornamelijk door:
Voor de verdere verklaring van de variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar Toelichting 10.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Vastgoed beschikbaar voor verhuur | 1.098.820 | 965.796 |
| Projectontwikkelingen | 110.124 | 52.162 |
| Projectontwikkelingen in aanbouw | 81.569 | 40.403 |
| Grondreserves | 28.555 | 11.759 |
| TOTAAL VASTGOEDBELEGGINGEN | 1.208.944 | 1.017.958 |
De projectontwikkelingen omvatten naast de ontwikkelingen in aanbouw Greenhouse Collection @the Singel, Herentals Green Logistics en Genk Green Logistics, ook grondreserves aangehouden voor toekomstige ontwikkelingen.
Zo heeft de vennootschap meerdere grondreserves in haar bezit, waarvan de circa 164.000 resterende onbebouwde m² op de voormalige Ford-site in Genk de voornaamste is. Ook in Herentals en 's-Hertogenbosch heeft Intervest nog grondreserves met de mogelijkheid voor latere ontwikkelingen. Door de definitieve verwerving van de grondpositie in Venlo, gelegen naast bestaande gebouwen van Intervest, wordt de mogelijkheid gecreëerd tot een bijkomende ontwikkeling van een logistiek pand van circa 10.000 m² .
In totaal beschikt de vennootschap hierdoor nog over circa 350.000m² potentieel bebouwbare oppervlakte. Dit is inclusief Greenhouse Woluwe Garden, op 31 december 2021 nog opgenomen onder de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur. Dit toekomstig ontwikkelingspotentieel betekent een toekomstige mogelijke waardestijging van de vastgoedportefeuille tussen € 241 miljoen tot € 290 miljoen. De grondreserves worden gewaardeerd als bouwrijp terrein, tenzij er reeds huurcontracten werden ondertekend.
Intervest heeft op 31 december 2021 geen activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging.
Op 31 december 2021 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen. Voor de beschrijving van de wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld op het logistiek pand gelegen te Aarschot, Nieuwlandlaan wordt verwezen naar "Toelichting 26. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen".
Meer info over de projectontwikkelingen in aanbouw en het ontwikkelingspotentieel is terug te vinden in het Verslag van de directieraad.
In november 2021 heeft Intervest 100% van de aandelen van Puurs Green Logistics nv (voorheen De Tafelberg nv) verworven. Het via de overname van de aandelen verworven terrein, beschikt over twee windmolens, is ideaal gelegen aan de afrit Ruisbroek van de A12, en zal na het doorlopen van de nodige vergunningstrajecten plaats bieden voor ruim 50.000 m² aan duurzame warehouses. De aanvang van de instrastructuur- en grondwerken is gepland voor 2023. Verwacht wordt dat het project zal bijdragen aan het EPRA resultaat van 2024.
Vastgoedbeleggingen worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de hiërarchie:
De in de balans opgenomen reële waarde van vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur is uitsluitend het resultaat van de waardering van de portefeuille door onafhankelijke vastgoeddeskundigen.
Voor de waardebepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen werden de aard, de kenmerken en de risico's van deze gebouwen en de beschikbare marktgegevens onderzocht.
Omwille van de liquiditeit van de markt en de moeilijkheid om transactiegegevens te bekomen die op een onbetwistbare manier vergelijkbaar zijn, is het evaluatieniveau van de reële waarde van de Intervest' gebouwen overeenkomstig de IFRS 13 norm, gelijk aan niveau 3 en dit voor de volledige portefeuille.
Alle vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur van de vennootschap worden ieder kwartaal gewaardeerd aan reële waarde door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen. De reële waarde is gebaseerd op de marktwaarde (dus gecorrigeerd voor 2,5% aankoopkosten voor België en 9% aankoopkosten voor Nederland zoals beschreven in de "Grondslagen voor de financiële verslaggeving - Vastgoedbeleggingen" - zie supra), wat wil zeggen: het geschatte bedrag waarvoor een vastgoedbelegging op waarderingsdatum kan worden verhandeld tussen een tot een transactie bereid zijnde koper en een verkoper in een zakelijke, objectieve transactie voorafgegaan door gedegen onderhandeling waarbij de partijen goed geïnformeerd en tot een transactie bereid zijn.
De waarderingen gebeuren voornamelijk via de huurwaardekapitalisatiemethode, dit met uitzondering van correcties als de huurkortingen. Bij deze uitzonderingen wordt de DCF-methode gehanteerd. Wanneer geen actuele marktprijzen in een actieve markt beschikbaar zijn, komen de waarderingen tot stand op basis van een brutorendementsberekening, waarbij de brutomarkthuren worden gekapitaliseerd. Deze bekomen waarderingen worden gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten. Ook huurkortingen worden in rekening gebracht. Voor gebouwen die deels of volledig onbezet zijn, wordt de waardering berekend aan de hand van de geschatte huurwaarde, met afhouding van de leegstand en de kosten (verhuurkosten, publiciteitskosten, enz.) voor de leegstaande delen.
In de kantorenportefeuille heeft Intervest één projectontwikkeling in aanbouw, namelijk Greenhouse Collection at the Singel in Berchem. Wat de logistieke portefeuille betreft zijn er op 31 december 2021 projectontwikkelingen lopende in Genk en Herentals. Intervest heeft eveneens nog grondreserves in Genk, Puurs en Herentals, in Nederland is er nog een grondreserve in 's-Hertogenbosch en Venlo. Deze grondreserves en projectontwikkelingen zijn bij een initiële opname opgenomen aan kostprijs, erna aan reële waarde zoals beschreven in 'Toelichting 2. Grondslagen voor Sde financiële verslaggeving'.
De gehanteerde rendementen zijn specifiek voor het type vastgoed, de locatie, de staat van onderhoud en de verhuurbaarheid van ieder pand. De basis voor de bepaling van de rendementen wordt gevormd door vergelijkbare transacties, aangevuld met markt- en gebouwspecifieke kennis. Bij de waardebepaling is ook rekening gehouden met vergelijkbare transacties in de markt.
De rendementen beschreven in het Vastgoedverslag worden berekend door de contractuele huur verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand van het vastgoed te delen door de reële waarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuur uitgedrukt in een percentage. Het gemiddelde brutorendement bij volledige verhuring van het vastgoed beschikbaar voor verhuur per 31 december 2021 bedraagt 6,8% (7,4% op 31 december 2020).
Er worden per pand, per huurder en per leegstaande ruimte veronderstellingen gemaakt van de kans op (her)verhuur, aantal maanden leegstand, incentives en verhuurkosten.
| De meest belangrijke hypotheses met betrekking tot de waardering van de vastgoedbeleggingen zijn: | ||
|---|---|---|
| 2021 | 2020 | |
|---|---|---|
| Gemiddelde contractuele huur* verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand per m² (€) |
||
| Kantoren ■ |
131 | 131 |
| Logistiek vastgoed in België ■ |
46 | 47 |
| Logistiek vastgoed in Nederland ■ |
56 | 53 |
| Gemiddeld brutorendement (%) | 6,4% | 6,9% |
| Kantoren ■ |
8,2% | 8,2% |
| Logistiek vastgoed in België ■ |
6,0% | 6,6% |
| Logistiek vastgoed in Nederland ■ |
5,2% | 5,7% |
| Gemiddeld brutorendement bij volledige verhuring (%) | 6,8% | 7,4% |
| Kantoren ■ |
9,5% | 9,2% |
| Logistiek vastgoed in België ■ |
6,1% | 6,9% |
| Logistiek vastgoed in Nederland ■ |
5,2% | 5,8% |
| Gemiddeld nettorendement bij volledige verhuring (%) | 6,0% | 6,4% |
| Kantoren ■ |
7,7% | 7,4% |
| Logistiek vastgoed in België ■ |
5,5% | 6,2% |
| Logistiek vastgoed in Nederland ■ |
4,7% | 5,3% |
| Leegstandspercentage (%) | 6% | 7% |
* De gemiddelde contractuele huur is berekend per type gebouw of gebouwencomplex, en bevat verschillende soorten oppervlakten.
ESG (Environmental, Social, Governance) criteria worden internationaal in toenemende mate gebruikt om de impact van de ecologische, sociale en ethische prestaties te beoordelen van bedrijven, organisaties en investeringen. Kapitaalstromen zullen in de toekomst in toenemende mate worden gekanaliseerd naar duurzame economische activiteiten, wat betekent dat ESG criteria een belangrijke rol zullen spelen bij investeringsbeslissingen.
De ESG-vereisten van investeerders en gebruikers zullen het aantal gerealiseerde nieuwe en gerenoveerde gebouwen versneld doen toenemen vanwege de groene premies voor duurzaam vastgoed en verhoogde veroudering van niet duurzaam vastgoed. De focus op klimaatverandering en doelstellingen richting netto-nul zal zich voortzetten en daarmee zal de veroudering van niet duurzaam vastgoed versnellen..
Het RICS Sustainability Report (Q2 2021) toonde dat bijna de helft van de respondenten meent dat de huur en de prijspremie voor duurzaam vastgoed tot 10% kunnen oplopen in vergelijking met niet duurzaam vastgoed, vanwege een hoge vraag en een laag aanbod. Naarmate de impact van ESG factoren steeds duidelijker wordt, komt de vraag naar voren hoe de ESG-impact op vastgoedwaarderingen gemeten kan worden. Waardering houdt immers noodzakelijkerwijs een vergelijking in. Aangezien de impact van ESG in een vroeg stadium is, zijn er nog niet veel marktgegevens beschikbaar. Waarderingsmethodologieën zijn echter goed ontwikkeld en in de loop der jaren getest zodat de houding van marktdeelnemers ten opzichte van ESG-factoren wel kan meegegeven worden in de waardering van het vastgoed.
In geval van een hypothetische negatieve aanpassing van het rendement dat gebruikt wordt door de vastgoeddeskundigen bij de bepaling van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap (yield of kapitalisatievoet) met 1%-punt (van 6,4% naar 7,4% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 148 miljoen of 13%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 6%-punten tot circa 51%.
In het omgekeerde geval van een hypothetische positieve aanpassing van dit gebruikte rendement met 1%-punt (van 6,4% naar 5,4% gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 202 miljoen of 18%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 6%-punten tot circa 39%.
In geval van een hypothetische daling van de contractuele huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 70,6 miljoen naar € 69,6 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 15,5 miljoen of 1%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap stijgen met 1%-punt tot circa 46%. In het omgekeerde geval van een hypothetische stijging van de lopende huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 70,6 miljoen naar € 71,6 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 15,5 miljoen of 1%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 1%-punt tot circa 44%.
Er bestaat een correlatie tussen de evoluties van de contractuele huren en de in de vastgoedschatting gehanteerde rendementen. Deze is echter buiten beschouwing gelaten in bovenstaande sensitiviteitsanalyse.
Vastgoedbeleggingen worden in de boekhouding opgenomen op basis van schattingsverslagen opgesteld door onafhankelijke en deskundige vastgoedschatters. Deze verslagen zijn gebaseerd op informatie die door de vennootschap aangeleverd wordt en op door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen.
Informatie die door de vennootschap aangeleverd wordt omvat per gebouw de terreinoppervlakte, de verhuurbare oppervlakte, lopende huren, termijnen en voorwaarden van huurovereenkomsten, service lasten, investeringen, enz. Deze informatie is afkomstig van het financieel- en beheerssysteem van de vennootschap en is onderworpen aan het algemeen geldende controlesysteem van de vennootschap.
De door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen hebben voornamelijk betrekking op de marktsituatie, zoals rendementen en discontovoeten. Ze zijn gebaseerd op hun professionele beoordeling en waarneming van de markt. De vastgoeddeskundigen houden rekening met leegstandperiodes tussen zes en achttien maanden, in functie van de locatie, het type pand en de economische situatie. Voor de logistieke panden wordt er rekening gehouden met een kostenpercentage per pand dat ten laste blijft van de eigenaar. Voor de logistieke sites in België bedraagt dit 2%, voor Nederland varieert dit tussen de 0% en 14% omwille van de aard van de huurovereenkomsten (triple net versus panden waar ook de onroerende zaak belasting ten laste van de eigenaar is).
Voor een gedetailleerde beschrijving van de methode van waardering toegepast door de vastgoeddeskundigen wordt verwezen naar het hoofdstuk "Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen" in het Vastgoedverslag.
De informatie die ter beschikking gesteld wordt van de vastgoeddeskundigen, alsook de assumpties en de waarderingsmodellen worden intern nagekeken. Dit houdt een nazicht in van de variaties in de reële waarde tijdens de betreffende periode.
Wat betreft de resterende duur van de huidige contracten wordt verwezen naar 1.9 Looptijd huurcontracten in de portefeuille van het Vastgoedverslag voor een overzicht van de gemiddelde resterende contractduur van de portefeuille.
| Niet-observeerbare parameters (op 31 december) |
Bandbreedte | Gewogen gemiddelde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | |
| Geschatte huurwaarde (in €/m²)* | ||||
| Kantorenportefeuille ■ |
100-157€/m² | 100-151€/m² | 133 €/m² | 127 €/m² |
| Logistiek vastgoed in België ■ |
38-53 €/m² | 38-53 €/m² | 43 €/m² | 43 €/m² |
| Logistiek vastgoed in Nederland ■ |
42-77 €/m² | 42-61 €/m² | 55 €/m² | 52 €/m² |
| Kapitalisatorfactor gehanteerd door de vastgoeddeskundigen (in %)* |
||||
| Kantorenportefeuille ■ |
7,7%-11,3% | 7,6%-10,6% | 9,6% | 9,0% |
| Logistiek vastgoed België ■ |
4,4%-8,5% | 5,4%-8,2% | 5,7% | 6,3% |
| Logistiek vastgoed Nederland ■ |
4,0%-8,1% | 4,4%-8,4% | 5,1% | 5,7% |
* Bovenstaande gegevens bevatten het gewogen gemiddelde per gebouw of gebouwencomplex, het hoogste en laagste getal in de weergave van de bandbreedte is telkens geëlimineerd.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| België | 4.197 | 3.023 |
| Nederland | 1.097 | 557 |
| TOTAAL ZONNEPANELEN | 5.294 | 3.580 |
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| BALANS OP 1 JANUARI | 3.580 | 0 |
| Overboeking naar de andere materiële vaste activa ■ |
0 | 1.592 |
| Investeringen in nieuwe installaties ■ |
990 | 786 |
| Afschrijvingen (van operationele installaties) ■ |
-246 | -192 |
| Herwaardering naar reële waarde (van operationele installaties) ■ |
970 | 1.394 |
| BALANS OP 31 DECEMBER | 5.294 | 3.580 |
De zonnepanelen worden sinds 2020 gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 Materiële vaste activa. Na initiële opname dient het actief waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten en kosten.
De gebruiksduur van de zonnepanelen wordt geschat op 25 jaar zonder rekening te houden met enige restwaarde, noch met de kost om de installatie te ontmantelen. De zonnepanelen kennen een rendementsdaling van 0,8% per jaar. De rendementsvereiste wordt berekend als een gewogen gemiddelde kost van het kapitaal in functie van de langetermijnrente, de marktrisicopremie en het landspecifieke risico.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 952 | 697 |
| Nog niet vervallen vooruitfacturaties | 11.893 | 10.336 |
| Op te stellen facturen | 1.281 | 459 |
| Dubieuze debiteuren | 539 | 511 |
| Voorziening dubieuze debiteuren | -539 | -511 |
| Andere handelsvorderingen | 153 | 103 |
| TOTAAL HANDELSVORDERINGEN | 14.279 | 11.595 |
Voor het bepalen van de aan te leggen voorziening voor dubieuze debiteuren wordt op kwartaalbasis een inschatting gemaakt van de verwachte verliezen op de openstaande handelsvorderingen en worden overeenkomstig waardeverminderingen aangelegd. Op deze manier benadert de boekwaarde van de handelsvorderingen de reële waarde ervan.
Intervest hanteert duidelijke procedures voor het screenen van huurders bij het sluiten van nieuwe huurcontracten. Ook worden bij het afsluiten van huurcontracten steeds waarborgsommen of bankgaranties bedongen. Op 31 december 2021 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties voor kantoren ongeveer 5 maanden (of circa € 11,5 miljoen). Voor de logistieke portefeuille op 31 december 2021 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties eveneens ongeveer 5 maanden (of circa € 17,9 miljoen). De verliezen op huurvorderingen (met recuperatie) vertegenwoordigen voor de periode 2012- 2021 slechts 0,1% van de totale omzet. Ondanks de huidige economische situatie die de pandemie COVID-19 met zich meebrengt loopt de inning van huurvorderingen in lijn met het normaal betalingspatroon, wat de kwaliteit van het huurdersbestand aantoont. 99% van de huurgelden van 2021 werden ontvangen. Intervest verwacht op 31 december 2021 dan ook geen toekomstige materiële kredietverliezen.
De nog niet vervallen vooruitfacturaties betreffen facturaties met betrekking tot het eerste kwartaal van 2022. Intervest hanteert voor al haar uitgaande facturen een standaard vervaldag van 30 dagen na facturatiedatum. Het innen van de huur- en huurlastenvorderingen volgt, ondanks de coronacrisis, nog steeds een regulier en consistent patroon.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Vorderingen < 30 dagen | 428 | 134 |
| Vorderingen 30-90 dagen | 332 | 174 |
| Vorderingen > 90 dagen | 192 | 390 |
| TOTAAL HANDELSVORDERINGEN | 952 | 697 |
De stijging op de vorderingen op korte termijn is het gevolg van de latere doorfacturactie van de onroerende voorheffing die pas in het vierde kwartaal van 2021 verstuurd werd.
Voor de opvolging van het debiteurenrisico dat Intervest hanteert, wordt verwezen naar de beschrijving van het hoofdstuk "Risicofactoren" (Operationele risico's - debiteurenrisico's).
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Belastingen terug te vorderen | 142 | 3.031 |
| Terug te vorderen BTW | 105 | 2.889 |
| BTW - raming regularisaties | 0 | 0 |
| Terug te vorderen vennootschapsbelasting Nederland | 37 | 142 |
| Belastingen (ingehouden ten gevolge van de fiscale situatie van de Groep) | 3.455 | 3.455 |
| Terug te vorderen vennootschapsbelasting | 185 | 185 |
| Terug te vorderen exit taks | 459 | 459 |
| Terug te vorderen roerende voorheffing op uitgekeerde dividenden en op liquidatieboni |
2.811 | 2.811 |
| Andere | 1.343 | 53 |
| TOTAAL BELASTINGSVORDERINGEN EN ANDERE VLOTTENDE ACTIVA | 4.940 | 6.539 |
Voor de toelichting bij de fiscale situatie van de Groep wordt verwezen naar "Toelichting 26. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen".
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Gelopen, niet-vervallen vastgoedopbrengsten | 6.104 | 2.667 |
| Te recupereren onroerende voorheffing | 3.111 | 2.667 |
| Te recupereren leegstandsheffing Genk Green Logistics | 2.993 | 0 |
| Te recupereren schadegevallen | 0 | 0 |
| Voorafbetaalde vastgoedkosten | 95 | 1.331 |
| Voorafbetaalde interesten en andere financiële kosten | 0 | 0 |
| Andere | 177 | 331 |
| TOTAAL OVERLOPENDE REKENINGEN | 6.376 | 4.329 |
Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst. Voor de leegstandsheffing (ten onrechte) aangerekend aan Genk Green Logistics werd een bezwaarschrift ingediend en is een volledige recuperatie voorzien. Ingevolge een definitief gesloten brownfieldconvenant is immers een akkoord tot opschorting van de leegstandsheffing tot 28 oktober 2030 bekomen.
De voorafbetaalde vastgoedkosten zijn voornamelijk studiekosten en voorbereidingen omtrent mogelijke acquisities of desinvesteringen.
Het gestort kapitaal bedraagt op 31 december 2021 € 239 664 944,37 en is verdeeld in 26.300.908 volgestorte aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
De rubriek kapitaal op de balans bevat eveneens € 1.734.750 kosten voor de kapitaalverhoging van november 2018 en de kapitaalverhoging van perimetervennootschap Genk Green Logistics in december 2020.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Gestort kapitaal | 239.665 | 232.373 |
| Kosten kapitaalverhoging | -1.735 | -1.735 |
| TOTAAL KAPITAAL | 237.930 | 230.638 |
In boekjaar 2021 heeft een kapitaalverhoging plaatsgevonden op 26 mei 2021 onder de vorm van een keuzedividend over boekjaar 2020 met de uitgifte van 800.236 nieuwe aandelen voor een bedrag van € 15,4 miljoen, meer bepaald € 7,3 miljoen in kapitaal en € 8,1 miljoen in uitgiftepremie. De gecreëerde aandelen zijn dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2021.
Het kapitaal op de balans per 31 december 2021 bedraagt € 238 miljoen.
| EVOLUTIE VAN HET GESTORT KAPITAAL | beweging Kapitaal |
kapitaal na de verrichting uitstaand Totaal |
gecreëerde aandelen Aantal |
aandelen Totaal aantal |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | Verrichting | in duizenden € | in eenheden | |||
| 08.08.1996 | Oprichting | 62 | 62 | 1.000 | 1.000 | |
| 05.02.1999 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Atlas Park) |
4.408 | 4.470 | 1.575 | 2.575 | |
| 05.02.1999 | Kapitaalverhoging door incorporatie van uitgiftepremies en reserves en kapitaal vermindering door incorporatie van over gedragen verliezen |
-3.106 | 1.364 | 0 | 2.575 | |
| 05.02.1999 | Splitsing van het aandeel | 0 | 1.364 | 1.073.852 | 1.076.427 | |
| 05.02.1999 | Kapitaalverhoging door inbreng in speciën | 1.039 | 2.403 | 820.032 | 1.896.459 | |
| 29.06.2001 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Catian, Innotech, Greenhill Campus en Mechelen Pand |
16.249 | 18.653 | 2.479.704 | 4.376.163 | |
| 21.12.2001 | Fusie door opslorping van vennootschappen die behoorden tot VastNed Groep |
23.088 | 41.741 | 2.262.379 | 6.638.542 | |
| 21.12.2001 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (De Arend, Sky Building en Gateway House) |
37.209 | 78.950 | 1.353.710 | 7.992.252 | |
| 31.01.2002 | Inbreng van 575.395 aandelen Siref | 10.231 | 89.181 | 1.035.711 | 9.027.963 | |
| 08.05.2002 | Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref in het kader van het bod |
24.824 | 114.005 | 2.512.998 | 11.540.961 | |
| 28.06.2002 | Fusie met Siref nv; ruil van 111.384 aandelen Siref |
4.107 | 118.111 | 167.076 | 11.708.037 | |
| 23.12.2002 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Apibi, Pakobi, PLC, MCC en Mechelen Campus |
5.016 | 123.127 | 1.516.024 | 13.224.061 | |
| 17.01.2005 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Mechelen Campus 2, Mechelen Campus 4, Mechelen Campus 5 en Perion 2 |
3.592 | 126.719 | 658.601 | 13.882.662 | |
| 18.10.2007 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen Mechelen Campus 3 en Zuidinvest |
6 | 126.725 | 18.240 | 13.900.902 | |
| 01.04.2009 | Fusie door overneming van de naamloze vennootschap Edicorp |
4 | 126.729 | 6.365 | 13.907.267 |
| EVOLUTIE VAN HET GESTORT KAPITAAL | beweging Kapitaal |
kapitaal na de verrichting uitstaand Totaal |
gecreëerde aandelen Aantal |
aandelen Totaal aantal |
|
|---|---|---|---|---|---|
| 25.05.2012 | Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2011 |
2.666 | 129.395 | 292.591 | 14.199.858 |
| 23.05.2013 | Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2012 |
2.051 | 131.447 | 225.124 | 14.424.982 |
| 28.05.2014 | Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2013 |
3.211 | 134.657 | 352.360 | 14.777.342 |
| 22.12.2014 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van een met splitsing gelijkgestelde verrichting of partiële splitsing (artikel 677 Wetboek van Vennootschappen) |
12.453 | 147.110 | 1.366.564 | 16.143.906 |
| 28.05.2015 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 870 | 147.980 | 95.444 | 16.239.350 |
| 25.05.2016 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.968 | 152.948 | 545.171 | 16.784.521 |
| 05.05.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Aarschot |
1.969 | 154.917 | 216.114 | 17.000.635 |
| 05.05.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Oevel |
2.906 | 157.823 | 318.925 | 17.319.560 |
| 22.05.2017 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.835 | 161.658 | 420.847 | 17.740.407 |
| 22.12.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Zellik |
6.062 | 167.720 | 665.217 | 18.405.624 |
| 22.05.2018 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.427 | 172.147 | 485.819 | 18.891.443 |
| 30.11.2018 | Kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten |
49.185 | 221.332 | 5.397.554 | 24.288.997 |
| 20.05.2019 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.353 | 224.685 | 368.006 | 24.657.003 |
| 26.05.2020 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 7.688 | 232.373 | 843.669 | 25.500.672 |
| 26.05.2021 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 7.292 | 239.665 | 800.236 | 26.300.908 |
| EVOLUTIE UITGIFTEPREMIES in duizenden € |
Kapitaal verhoging |
Opleg in geld |
Waarde inbreng |
Uitgifte premies |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Datum | Verrichting | ||||
| 05.02.1999 | Kapitaalverhoging door inbreng in speciën | 1.039 | 0 | 20.501 | 19.462 |
| 21.12.2001 | Aanzuivering van boekhoudkundige verliezen naar aanleiding van de fusie door opslorping van vennootschappen die behoorden tot VastNed Groep |
0 | 0 | 0 | -13.747 |
| 31.01.2002 | Inbreng van 575.395 aandelen Siref | 10.231 | 1.104 | 27.422 | 16.087 |
| 08.05.2002 | Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref in het kader van het bod |
24.824 | 2.678 | 66.533 | 39.031 |
| 25.05.2012 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 2.666 | 0 | 5.211 | 2.545 |
| 23.05.2013 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 2.051 | 0 | 3.863 | 1.812 |
| 28.05.2014 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.211 | 0 | 7.075 | 3.864 |
| 22.12.2014 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van een met splitsing gelijkgestelde verrichting of partiële splitsing (artikel 677 Wetboek van Vennootschappen) |
12.453 | 0 | 26.183 | 13.730 |
| 28.05.2015 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 870 | 0 | 2.305 | 1.436 |
| 25.05.2016 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.968 | 0 | 11.569 | 6.601 |
| 05.05.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Aarschot |
1.969 | 0 | 5.150 | 3.181 |
| 05.05.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Oevel |
2.906 | 0 | 7.600 | 4.694 |
| 22.05.2017 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.835 | 0 | 9.074 | 5.238 |
| 22.12.2017 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed gelegen in Zellik |
6.062 | 0 | 13.770 | 7.708 |
| 22.05.2018 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 4.427 | 0 | 9.998 | 5.571 |
| 30.11.2018 | Kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten |
49.185 | 0 | 99.855 | 50.670 |
| 20.05.2019 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 3.353 | 0 | 8.575 | 5.221 |
| 26.05.2020 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 7.688 | 0 | 16.266 | 8.578 |
| 26.05.2021 | Kapitaalverhoging door keuzedividend | 7.292 | 0 | 15.429 | 8.136 |
| TOTAAL UITGIFTEPREMIES | 189.818 |
De uitgiftepremies bedragen op 31 december 2021 € 190 miljoen.
Voor de beweging van de reserves tijdens het boekjaar 2021 wordt verwezen naar het mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen vermogen.
De reserves zijn als volgt samengesteld.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Wettelijke reserves | 90 | 90 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed | 50.665 | 46.871 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkings boekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-8.833 | -6.522 |
| Andere reserves | 20.319 | 17.865 |
| Overgedragen resultaten van vorige boekjaren | 34.423 | 33.163 |
| TOTAAL RESERVES | 96.664 | 91.467 |
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Saldo per einde van het vorige boekjaar | -30.210 | -28.404 |
| Variaties in de investeringswaarde van vastgoedbeleggingen | -7.545 | -1.724 |
| Aankopen van vastgoedbeleggingen vorig boekjaar | -4.329 | -1.531 |
| Verkopen van vastgoedbeleggingen vorig boekjaar | 0 | 1.441 |
| Impact overboeking zonnepanelen van vastgoedbeleggingen naar MVA | 0 | 8 |
| TOTAAL RESERVE voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatie rechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-42.084 | -30.210 |
Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed (conform IAS 40) en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen, wordt opgenomen in deze post.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Langlopende voorzieningen | 0 | 0 |
| Voorziening huurgaranties uit verkoop vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
| Kortlopende voorzieningen | 0 | 978 |
| Voorziening huurgaranties uit verkoop vastgoedbeleggingen | 0 | 978 |
| TOTAAL VOORZIENINGEN | 0 | 978 |
Aan de koper van de logistieke site Oudsbergen is in 2019 door de Groep een huurgarantie gegeven. De huurgarantie werd initieel opgenomen op de balans onder de voorzieningen voor het maximale te betalen bedrag van € 3,8 miljoen. Per 31 december 2021 is de huurgarantietermijn verstreken en werden alle verschuldigde bedragen betaald. Een deel van de initieel aangelegde betaalverplichting is ten gevolgde van verhuringen op de verkochte site vrijgevallen en is bijgevolg teruggenomen via het verkoopresultaat van 2020 en 2021.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Exit taks | 1.028 | 1.582 |
| Andere | 23.284 | 6.990 |
| Leveranciers | 20.286 | 4.457 |
| Huurders | 652 | 645 |
| Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 2.346 | 1.888 |
| TOTAAL HANDELSSCHULDEN EN ANDERE KORTLOPENDE SCHULDEN | 24.312 | 8.572 |
De exit taks bevat een raming voor perimetervennootschap Greenhouse Singel nv, die begin 2022 betaald is.
De stijging van de leveranciersschulden is te wijten aan de vele lopende projectontwikkelingen. De werken uitgevoerd is december 2021 werden veelal pas gefactureerd in januari 2022. Deze kosten werden reeds voorzien als "te ontvangen factuur". Voor Genk Green Logistics staat er ook nog een voorziening open voor de onroerende voorheffing (€ 1,7 miljoen) van 2021, welke nog gefactureerd moet worden en de aanrekening van een leegstandsheffing (€ 3 miljoen).
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Te betalen dividenden over vorige boekjaren | 177 | 177 |
| Kortlopende verplichtingen aan verbonden partijen | 1.713 | 1.078 |
| Overige schulden | 0 | 29 |
| TOTAAL ANDERE KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | 1.890 | 1.284 |
De kortlopende verplichtingen aan verbonden partijen bevatten de rekening-courant met JM Construct nv en Hino Invest nv (verbonden partijen met medeaandeelhouders in perimetervennootschap Genk Green Logistics nv).
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten | 13.991 | 15.419 |
| Verplichtingen verbonden aan vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten |
0 | 417 |
| Vooruitgefactureerde huurinkomsten | 11.755 | 13.060 |
| Vooruitgefactureerde provisies | 1.415 | 1.329 |
| Vooruitgefactureerd - andere | 223 | 174 |
| Overige over te dragen opbrengsten | 598 | 439 |
| Gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten | 2.209 | 3.136 |
| Interesten m.b.t. obligatieleningen | 0 | 1.066 |
| Andere interesten en financiële kosten | 1.083 | 942 |
| Toe te rekenen kosten m.b.t. vastgoed | 1.126 | 1.128 |
| Andere | 853 | 575 |
| Overige toe te rekenen kosten | 853 | 575 |
| TOTAAL OVERLOPENDE REKENINGEN | 17.053 | 19.129 |
De overlopende rekeningen omvatten op 31 december 2021 voor € 14 miljoen vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten. Dit betreft voornamelijk vooruitfacturaties van huurinkomsten en provisies voor het eerste kwartaal van het volgende boekjaar die samen € 13,4 miljoen bedragen.
De gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten bedragen in 2021 € 2,2 miljoen, de daling is te wijten aan de terugbetaling van de obligatielening in april 2021.
Voor de beschrijving van de Financiële structuur van de vennootschap wordt verwezen naar het Verslag van de directieraad.
| in duizenden € | 2021 | 2020 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Schulden met een resterende looptijd van |
Schulden met een resterende looptijd van |
|||||||||
| < 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Procentueel aandeel Totaal |
< 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
||
| Kredietinstellingen en institutionele partijen: opgenomen kredieten |
650 | 296.119 | 124.939 | 421.708 | 80% | 26.239 | 200.654 | 108.089 | 334.982 | 77% |
| Obligatielening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% | 34.983 | 0 | 0 | 34.983 | 8% |
| Commercial paper | 100.000 | 0 | 8.000 | 108.000 | 20% | 62.300 | 0 | 5.000 | 67.300 | 15% |
| TOTAAL | 100.650 | 296.119 | 132.939 | 529.708 | 100% | 123.522 | 200.654 | 113.089 | 437.265 | 100% |
| Procentueel aandeel |
19% | 56% | 25% | 100% | 28% | 46% | 26% | 100% |
De kredietovereenkomsten van Intervest zijn, naast de vereiste tot het behoud van het GVV-statuut en het voldoen aan de financiële ratio's zoals opgelegd door de GVV-Wet, onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau van de vennootschap of haar financiële interestlast, het verbod tot hypothekeren of verpanden van vastgoedbeleggingen en de pari passu behandeling van de schuldeisers. De financiële ratio's beperken het bedrag dat Intervest nog zou kunnen lenen.
Ten behoeve van de financiering van de vennootschap zijn er op 31 december 2021 geen hypothecaire inschrijvingen genomen, noch hypothecaire volmachten toegestaan.
Voor de meeste financieringen wordt door de kredietinstellingen veelal een rentedekkingsverhouding van meer dan 2 vereist (zie beschrijving van de Financiële structuur in het Verslag van de directieraad).
Deze ratio's zijn gerespecteerd op 31 december 2021. Indien Intervest deze ratio's niet meer zou respecteren, zou door de financiële instellingen kunnen worden geëist dat de financieringsovereenkomsten van de vennootschap worden geannuleerd, heronderhandeld, opgezegd of vervroegd terugbetaald.
| in duizenden € | 2021 | 2020 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Schulden met een resterende looptijd van |
Schulden met een resterende looptijd van |
|||||||||
| < 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
< 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal | Procentueel aandeel |
|
| Kredietinstellingen en institutionele partijen: opgenomen kredieten |
650 | 296.119 | 124.939 | 421.708 | 65% | 26.239 | 200.654 | 108.089 | 334.982 | 57% |
| Obligatielening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0% | 34.983 | 0 | 0 | 34.983 | 6% |
| Commercial paper: opgenomen |
100.000 | 0 | 8.000 | 108.000 | 17% | 62.300 | 0 | 5.000 | 67.300 | 11% |
| Niet opgenomen kredietlijnen |
7.479 | 110.215 | 0 | 117.694 | 18% | 9.379 | 97.035 | 45.800 | 152.214 | 26% |
| TOTAAL | 108.129 | 406.334 | 132.939 | 647.402 | 100% | 132.901 | 297.689 | 158.889 | 589.479 | 100% |
| Procentueel aandeel |
17% | 63% | 20% | 100% | 23% | 50% | 27% | 100% |
Bovenstaande tabel bevat een bedrag van € 118 miljoen aan niet-opgenomen kredietlijnen (€ 152 miljoen op 31 december 2020). Hiervan wordt € 40 miljoen (€ 2,3 miljoen op 31 december 2020) beschikbaar gehouden als indekking voor het commercial-paperprogramma. Bijgevolg heeft Intervest op 31 december 2021 € 78 miljoen niet-opgenomen kredietlijnen beschikbaar voor de financiering van haar lopende projectontwikkelingen, toekomstige acquisities en de dividendbetaling in mei 2022. Daarnaast beschikt Intervest ook over € 60 miljoen back-up lijnen voor het commercial-paperprogramma, waardoor de volledige opname via het commercial-paperprogramma ingedekt is.
De niet-opgenomen kredietlijnen vormen op afsluitingsdatum geen effectieve schuld maar zijn enkel een potentiële schuld onder de vorm van een beschikbare kredietlijn. Het procentueel aandeel wordt berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte van de som van de opgenomen kredietlijnen, niet-opgenomen kredietlijnen en de uitstaande obligatielening.
| in duizenden € | 2021 | 2020 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | Procentueel aandeel |
Totaal | Procentueel aandeel |
||
| Kredieten met variabele rentevoet | 199.708 | 38% | 110.282 | 25% | |
| Kredieten ingedekt door interest rate swaps en/of floors | 250.000 | 47% | 255.000 | 58% | |
| Kredieten met vaste rentevoet | 80.000 | 15% | 71.983 | 17% | |
| TOTAAL | 529.708 | 100% | 437.265 | 100% |
In bovenstaande tabel "Opdeling volgens het variabel of vastrentend karakter van de opgenomen kredieten bij kredietinstellingen en het commercial paper programma" wordt het procentuele aandeel berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte van de som van de opgenomen kredieten.
Op 19 maart 2014 heeft Intervest een private plaatsing van obligaties gerealiseerd voor een totaalbedrag van € 60 miljoen, waarvan € 25 miljoen terugbetaald werd in 2019. De resterende obligatie van € 35 miljoen had een initiële looptijd van 7 jaar, genereert een vast jaarlijks brutorendement van 4,057% en had een vervaldatum op 1 april 2021.
Intervest heeft een commercial paper uitgegeven in juli 2018 ter verdere diversificatie van de financieringsbronnen voor een bedrag van maximaal € 70 miljoen, dit werd in 2020 uitgebreid naar maximaal € 120 miljoen. Hiervan is € 100 miljoen voorzien voor korte termijn uitgiften en € 20 miljoen voor uitgifte op lange termijn. Op 31 december 2021 was er € 100 miljoen uitgeven op korte termijn en € 8 miljoen op lange termijn, namelijk met een vervaldag in 2028 en 2031.
De opname is gedeeltelijk (€ 60 miljoen) ingedekt door backuplijnen van de begeleidende banken (Belfius Bank en KBC Bank) die als garantie ter herfinanciering dienen mocht de plaatsing of verlenging van de commercial paper niet of slechts gedeeltelijk mogelijk blijken. De overige € 40 miljoen wordt beschikbaar gehouden op de traditionele kredietlijnen.
De belangrijkste financiële instrumenten van Intervest bestaan uit financiële en commerciële vorderingen en schulden, geldmiddelen en kasequivalenten evenals financiële instrumenten van het type interest rate swap (IRS) en floor.
| SAMENVATTING FINANCIËLE INSTRUMENTEN | 2021 | 2020 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | Categorieën | Niveau | Boek waarde |
Reële waarde |
Boek waarde |
Reële waarde |
| FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP ACTIEF | ||||||
| Vaste activa | ||||||
| Financiële vaste activa | C | 2 | 4.455 | 4.455 | 241 | 241 |
| Handelsvorderingen en andere vaste activa |
A | 2 | 80 | 80 | 135 | 135 |
| Vlottende activa | ||||||
| Handelsvorderingen | A | 2 | 14.279 | 14.279 | 11.595 | 11.595 |
| Kas en kasequivalenten | B | 2 | 3.537 | 3.537 | 2.682 | 2.682 |
| FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP PASSIEF | ||||||
| Langlopende verplichtingen | ||||||
| Langlopende financiële schulden (rentedragend) |
A | 2 | 429.058 | 429.871 | 313.743 | 315.635 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen |
C | 2 | 11.423 | 11.423 | 10.917 | 10.917 |
| Andere langlopende verplichtingen | A | 2 | 1.503 | 1.503 | 1.267 | 1.267 |
| Kortlopende verplichtingen | ||||||
| Kortlopende financiële schulden | A | 2 | 100.650 | 100.650 | 123.522 | 123.809 |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen |
C | 2 | 1 | 1 | 94 | 94 |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden |
A | 2 | 24.312 | 24.312 | 8.572 | 8.572 |
| Andere kortlopende verplichtingen | A | 2 | 1.890 | 1.890 | 1.284 | 1.284 |
Financiële instrumenten worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de hiërarchie van de reële waarden:
De financiële instrumenten van Intervest stemmen overeen met niveau 2 in de hiërarchie van de reële waarden. De waarderingstechnieken betreffende de reële waarde van de financiële instrumenten van niveau 2 zijn de volgende:
Intervest hanteert interest rate swaps en floors ter indekking van de mogelijke wijzigingen van de interestkosten op een gedeelte van de financiële schulden met een variabele rentevoet (de korte termijn Euribor). De interest rate swaps en floors worden als derivaat geclassificeerd als financieel instrument aan reële waarde via het resultaat. Intervest past geen hedge-accounting toe. De schommelingen in de reële waarde van de financiële instrumenten worden opgenomen in de resultatenrekening op de lijn "Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva in het financieel resultaat.
Op 31 december 2021 bezit de vennootschap de volgende financiële derivaten.
| Startdatum | Einddatum | Rentevoet | Contractueel notioneel bedrag |
Hedge accounting |
Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizenden € | Ja/Nee | 2021 | 2020 | |||||
| 1 | IRS | 01.12.2016 | 01.12.2021 | 0,1200% | 15.000 | Nee | 0 | -93 |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | -93 | ||||||
| 1 | IRS | 01.12.2016 | 01.12.2022 | 0,2200% | 15.000 | Nee | 0 | -224 |
| 2 | IRS | 22.03.2017 | 22.03.2024 | 0,4500% | 10.000 | Nee | 0 | -322 |
| 3 | IRS | 22.03.2017 | 22.03.2023 | 0,3300% | 10.000 | Nee | 0 | -197 |
| 4 | IRS | 01.10.2018 | 01.10.2025 | 0,8520% | 10.000 | Nee | 0 | -386 |
| 5 | IRS | 27.09.2018 | 27.09.2023 | 0,3930% | 10.000 | Nee | 0 | -259 |
| 6 | IRS | 28.09.2018 | 29.09.2023 | 0,4350% | 10.000 | Nee | 0 | -271 |
| 7 | IRS | 02.01.2019 | 02.01.2026 | 0,7275% | 25.000 | Nee | 0 | -847 |
| 8 | IRS | 18.06.2019 | 18.06.2025 | 0,6675% | 15.000 | Nee | -387 | -682 |
| 9 | IRS | 24.06.2019 | 22.06.2026 | 0,6425% | 10.000 | Nee | -292 | -547 |
| 10 | IRS | 13.05.2019 | 13.05.2026 | 0,2870% | 10.000 | Nee | -155 | -419 |
| 11 | IRS | 13.05.2019 | 13.05.2026 | 0,2780% | 10.000 | Nee | 0 | -338 |
| 12 | IRS | 10.07.2019 | 10.07.2024 | -0,2975% | 15.000 | Nee | 0 | -121 |
| 13 | IRS | 26.06.2019 | 26.06.2025 | -0,1770% | 15.000 | Nee | 0 | -221 |
| 14 | IRS | 08.01.2020 | 08.01.2027 | 0,4200% | 35.000 | Nee | 0 | -1.891 |
| 15 | IRS | 15.06.2020 | 15.01.2027 | 0,5850% | 15.000 | Nee | -428 | -851 |
| 16 | IRS | 15.06.2020 | 15.06.2026 | 0,5200% | 10.000 | Nee | -237 | -478 |
| 17 | IRS | 14.12.2020 | 14.12.2027 | 0,3800% | 15.000 | Nee | -318 | -858 |
| 18 | IRS | 01.04.2021 | 03.04.2028 | 0,6770% | 10.000 | Nee | -247 | 0 |
| 19 | IRS | 06.04.2021 | 03.04.2028 | 0,6120% | 25.000 | Nee | -488 | 0 |
| 20 | IRS | 18.08.2021 | 18.08.2028 | 0,2366% | 20.000 | Nee | -227 | 0 |
| 21 | IRS | 30.06.2021 | 30.06.2028 | 0,7200% | 25.000 | Nee | -2.939 | 0 |
| 22 | IRS | 30.06.2021 | 30.06.2027 | 0,6900% | 35.000 | Nee | -3.323 | 0 |
| Opgenomen onder Andere langlopende financiële verplichtingen | -8.912 | |||||||
| 1 | Floor | 01.12.2016 | 01.02.2021 | 0,000% | 27.500 | Nee | 0 | 13 |
| 2 | Floor | 13.05.2019 | 13.05.2022 | 0,2870% | 10.000 | Nee | 21 | 0 |
| 3 | Floor | 14.12.2020 | 14.12.2022 | 0,3800% | 15.000 | Nee | 76 | 0 |
| Financiële vlottende activa | 97 | 13 | ||||||
| 1 | IRS | 26.06.2019 | 26.06.2025 | -0,1770% | 15.000 | Nee | 25 | 0 |
| 2 | IRS | 10.07.2019 | 10.07.2024 | -0,2975% | 15.000 | Nee | 19 | 0 |
| 3 | Floor | 13.05.2019 | 13.05.2022 | 0,0000% | 10.000 | Nee | 0 | 76 |
| 4 | Floor | 14.12.2020 | 14.12.2022 | 0,0000% | 15.000 | Nee | 0 | 165 |
| 5 | Floor | 30.06.2021 | 30.06.2028 | -1,0500% | 25.000 | Nee | 1.912 | 0 |
| 6 | Floor | 30.06.2021 | 30.06.2027 | -1,0000% | 35.000 | Nee | 2.044 | 0 |
| 7 | Floor | 18.08.2021 | 18.08.2024 | 0,0000% | 20.000 | Nee | 217 | 0 |
| 8 | Floor | 01.02.2021 | 01.02.2023 | 0,0000% | 30.000 | Nee | 168 | 0 |
| 9 | IRS | 01.02.2021 | 01.02.2028 | 0,0030% | 30.000 | Nee | 70 | 0 |
| Financiële vaste activa | 4.455 | 241 | ||||||
| TOTAAL REËLE WAARDE VAN DE FINANCIËLE DERIVATEN | -4.489 | -8.751 |
| Boekhoudkundige verwerking op 31 december 2021 | ||
|---|---|---|
| In het eigen vermogen: Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde ■ van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
-8.751 | -6.492 |
| In resultatenrekening: Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva ■ |
4.262 | -2.259 |
| TOTAAL REËLE WAARDE VAN DE FINANCIËLE DERIVATEN | -4.489 | -8.751 |
De interest rate swaps hebben op 31 december 2021 een negatieve marktwaarde van € -4,5 miljoen (contractueel notioneel bedrag € 250 miljoen) wat op kwartaalbasis wordt vastgelegd door de emitterende financiële instelling.
De voornaamste financiële risico's van Intervest zijn het financieringsrisico, het liquiditeitsrisico en het renterisico.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar Financiële risico's in het onderdeel Risicofactoren.
Intervest streeft voor de financiering van het vastgoed steeds naar een evenwichtige verhouding tussen eigen en vreemd vermogen. Daarnaast streeft Intervest ernaar door transparante informatieverschaffing, regelmatige contacten met financiers en (potentiële) aandeelhouders en het verhogen van de liquiditeit van het aandeel, de toegang tot de kapitaalmarkt veilig te stellen. Tenslotte wordt ten aanzien van de langetermijnfinancieringen gestreefd naar een evenwichtige spreiding van herfinancieringsdata en naar een gewogen gemiddelde looptijd tussen de 3,5 en 5 jaar. Hiervan kan tijdelijk afgeweken worden indien specifieke marktomstandigheden het vereisen. De gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietovereenkomsten op 31 december 2021 is 4,1 jaar. Ook heeft Intervest haar financieringsbronnen gediversifieerd door het gebruik van tien Europese financiële instellingen en de uitgifte van obligatieleningen.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Activiteitenverslag - Financieel verslag alsook in "Toelichting 19. Langlopende en kortlopende financiële schulden" in de Financiële Staten.
Voor de beschrijving van dit risico en het beheer ervan wordt verwezen naar Financiële risico's in het onderdeel Risicofactoren.
De bankkredietovereenkomsten van Intervest zijn onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau van Intervest of haar financiële interestlast. Om een beroep te kunnen doen op deze kredietruimte dient continu aan de voorwaarden van de kredietfaciliteiten te worden voldaan. Op 31 december 2021 beschikt de vennootschap nog over circa € 78 miljoen beschikbare kredietlijnen bij haar financiers om schommelingen in liquiditeitsbehoeften en bijkomende investeringen op te vangen.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Activiteitenverslag - Financieel verslag alsook in "Toelichting 19. Langlopende en kortlopende financiële schulden" in de Financiële Staten.
Voor de beschrijving en het beheer van dit risico wordt verwezen naar Financiële risico's in het onderdeel Risicofactoren.
Als gevolg van het financieren met vreemd vermogen wordt het rendement tevens afhankelijk van de ontwikkelingen van de rente. Om dit risico te beperken wordt bij de samenstelling van de leningenportefeuille gestreefd naar een verhouding een derde vreemd vermogen met variabele rente en twee derde vreemd vermogen met vaste rente. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente kan hiervan tijdelijk worden afgeweken. Verder wordt binnen het vreemd vermogen op lange termijn gestreefd naar een evenwichtige spreiding van renteherzieningsdata en een looptijd van minimaal 3 jaar. Op 31 december 2021 liggen de rentevoeten op de indekkingen (inclusief financieringen met vaste rentevoet) van de vennootschap vast voor een resterende looptijd van gemiddeld 5,0 jaar.
Verdere toelichting over de samenstelling van de kredietenportefeuille van Intervest kan gevonden worden in het hoofdstuk "Financiële structuur" in het Activiteitenverslag - Financieel verslag alsook in "Toelichting 19. Langlopende en kortlopende financiële schulden" en "Toelichting 12. Netto-interestkosten" in de Financiële Staten.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Voorziening voor uitgestelde belastingen m.b.t. België | 1.316 | 1.281 |
| Voorziening voor uitgestelde belastingen m.b.t. Nederland | 25.109 | 12.793 |
| TOTAAL UITGESTELDE BELASTINGEN - VERPLICHTINGEN | 26.425 | 14.074 |
De uitgestelde belastingen bevatten een voorziening voor uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen eigendom van de perimetervennootschappen van de Groep in België en Nederland. De toename van de uitgestelde belastingen m.b.t. Nederland is een rechtstreeks gevolg van de herwaardering van de vastgoedportefeuille gelegen in Nederland als gevolg van het verder aanscherpen van de rendementen.
| in duizenden € | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Langlopende financiële schulden | 18 | 429.058 | 313.743 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen (excl. financiële derivaten) |
2.382 | 2.005 | |
| Handelsschulden en andere langlopende schulden | 1.503 | 1.267 | |
| Kortlopende financiële schulden | 18 | 100.650 | 123.522 |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen (excl. financiële derivaten) |
1 | 1 | |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 17 | 24.312 | 8.572 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 17 | 1.890 | 1.284 |
| Totaal verplichtingen voor schuldgraadberekening | 559.796 | 450.394 | |
| Totaal activa (excl. financiële derivaten) | 1.244.298 | 1.047.738 | |
| SCHULDGRAAD | 45,0% | 43,0% |
Voor de verdere toelichting over de evolutie van de schuldgraad wordt verwezen naar de bespreking van de "Financiële structuur" in het Activiteitenverslag - Financieel verslag.
De verbonden partijen waarmee de vennootschap handelt zijn haar aandeelhouders, en de daarmee verbonden ondernemingen, alsook haar perimetervennootschappen (zie Toelichting 24) en haar leden van de raad van toezicht en de directieraad.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| JM Construct nv | ||
| Medeaandeelhouder Genk Green Logistics | ||
| Kortlopende verplichtingen (rekening courant) aan JM Construct | 478 | 348 |
| Interest aangerekend op R/C JM Construct | 11 | 86 |
| Hino Invest nv | ||
| Medeaandeelhouder Genk Green Logistics | ||
| Kortlopende verplichtingen (rekening courant) aan Hino Invest | 1.234 | 731 |
| Interest aangerekend op R/C Hino Invest | 23 | 100 |
De vergoeding voor de leden van de raad van toezicht en de directieraad is opgenomen in de posten "Beheerskosten van het vastgoed" en "Algemene kosten" (zie Toelichting 5 en 6). Verdere detaillering van de samenstelling van de vergoeding van de leden van de directieraad kan gevonden worden in "Toelichting 7. Personeelsbeloningen".
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Leden van de raad van toezicht | 245 | 233 |
| Leden van de directieraad | 1.641 | 1.897 |
| TOTAAL | 1.886 | 2.130 |
Onderstaande ondernemingen worden opgenomen in de consolidatie volgens de methode van de integrale consolidatie.
| vennootschap Naam Adres |
Ondernemings nummer |
van het kapitaal Gehouden deel (in %) |
Waarde van de deelneming in enkelvoudige jaarrekening |
(in duizenden €) Minderheids belangen |
|---|---|---|---|---|
| ------------------------------- | ------------------------ | --------------------------------------------- | ---------------------------------------------------------------- | --------------------------------------------- |
| (in duizenden €) | 2021 | 2020 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aartselaar Business Center nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0466.516.748 | 100% | € -161 | 0 | 0 |
| Mechelen Business Center nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0467.009.765 | 100% | € 4.103 | 0 | 0 |
| Mechelen Research Park nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0465.087.680 | 100% | € 5.990 | 0 | 0 |
| Genk Green Logistics nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0701.944.557 | 50% | € 14.023 | 14.023 | 7.196 |
| Gencor nv | Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0475.805.091 | 100% | € 0 | 0 | 0 |
| Puurs Green Logistics nv |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0882.088.997 | 100% | € 11.765 | 0 | 0 |
| Greenhouse Singel nv (voorheen Tervueren Invest) |
Uitbreidingstraat 66 2600 Berchem |
BE 0476.212.986 | 100% | € 13.954 | 0 | 0 |
| Intervest Nederland Coöperatief U.A. |
Lichttoren 32 5611 BJ Eindhoven Nederland |
NL857537349B01 | 100% | € 150.573 | 0 | 0 |
| Perimetervennootschappen van Intervest Nederland Coöperatief U.A.* | ||||||
| Intervest Tilburg 1 bv | NL857541122B01 | 100% | ||||
| Intervest Tilburg 2 bv | NL859485869B01 | 100% | ||||
| Intervest Raamsdonksveer 1 bv | NL857780001B01 | 100% | ||||
| Intervest Raamsdonksveer 2 bv | NL858924900B01 | 100% | ||||
| Intervest Raamsdonksveer 3 bv | NL859446013B01 | 100% | ||||
| Intervest Eindhoven 1 bv | NL858924894B01 | 100% | ||||
| Intervest Vuren 1 bv | NL856350412B01 | 100% | ||||
| Intervest Roosendaal 1 bv | NL859095277B01 | 100% | ||||
| Intervest Roosendaal 2 bv | NL859485778B01 | 100% | ||||
| Intervest Roosendaal 3 bv | NL859683059B01 | 100% | ||||
| Intervest Venlo 1 bv | NL859752458B01 | 100% | ||||
| Intervest Nijmegen 1 bv | NL859957743B01 | 100% | ||||
| Intervest Den Bosch 1 bv | NL860294869B01 | 100% | ||||
| Intervest Breda 1 bv | NL862636693B01 | 100% | ||||
| TOTAAL MINDERHEIDSBELANGEN | 14.023 | 7.196 |
* Alle vennootschappen van Intervest in Nederland zijn gevestigd op Lichttoren 32, 5611 BJ te Eindhoven.
Als gevolg van de uitbreiding van de vastgoedportefeuille van Intervest in Nederland is in 2017 Intervest Nederland Coöperatief U.A. opgericht. De andere Nederlandse bv's zijn perimetervennootschappen van Intervest Nederland Coöperatief U.A. en houden het vastgoed aan.
Op 31 december 2021 bezit Intervest de volledige controle over perimetervennootschap Genk Green Logistics nv, bijgevolg wordt de vennootschap integraal geconsolideerd. Het minderheidsbelang met betrekking tot Genk Green Logistics bedraagt op 31 december 2021 € 14,0 miljoen (€ 7,2 miljoen op 31 december 2020). De toename van € 6,8 miljoen is voornamelijk het gevolg van de toename in de reële waarde van vastgoedbeleggingen, gezien de verhuring en oplevering van de bijkomende units en het verder aanscherpen van de rendementen op logistiek vastgoed.
De belangrijkst balans- en resultaatgegevens van Genk Green Logistics zijn:
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen | 56.673 | 25.879 |
| Eigen vermogen | 28.046 | 14.393 |
| Langlopende verplichtingen | 15.896 | 10.400 |
| Kortlopende verplichtingen | 19.175 | 3.295 |
| Huurinkomsten | 613 | 0 |
| Nettoresultaat | 13.282 | 5.258 |
| EPRA resultaat | 670 | -50 |
| in duizenden € - excl. BTW | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Bezoldiging van de commissaris | 113 | 103 |
| Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris |
||
| Andere controleopdrachten | 18 | 19 |
| Belastingadviesopdrachten | 0 | 0 |
| Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 11 | 94 |
| Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris verbonden is |
||
| Andere controleopdrachten | 66 | 0 |
| Belastingadviesopdrachten | 0 | 2 |
| Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 12 | 0 |
| TOTAAL HONORARIUM COMMISSARIS EN MET DE COMMISSARIS VERBONDEN ENTITEITEN |
220 | 218 |
Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een transparant fiscaal statuut gegeven aan de GVV's. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op "verworpen uitgaven". Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op verkopen van onroerend goed wordt dus geen enkele vennootschapsbelasting betaald.
Volgens de fiscale wetgeving dient de belastbare grondslag berekend te worden als het verschil tussen de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen en de (fiscale) boekwaarde. De Minister van Financiën heeft via een omzendbrief (dd. 23 december 2004) beslist dat er bij de bepaling van de werkelijke waarde geen rekening dient gehouden te worden met de overdrachtskosten verbonden aan de transactie, maar stipuleert wel dat effectiseringspremies onderhevig blijven aan vennootschapsbelasting. Belastingaanslagen op basis van een effectiseringspremie zouden dus wel verschuldigd zijn. Intervest heeft deze interpretatie betwist en heeft dienaangaande nog bezwaarschriften lopen ten bedrage van circa € 4 miljoen.
Thans bedraagt de nog te betalen belasting plus nalatigheidsinteresten circa € 6,7 miljoen conform de ingekohierde aanslagen. Weliswaar is er nog geen ontlasting toegekend wat betreft de vaststaande bepaling (sinds de omzendbrief dd. 23 december 2004) dat voor de berekening van de exit taks de waarde Kosten Koper moet worden toegepast i.p.v. de waarde Vrij op Naam. Het echte fiscaal dispuut heeft dan volgens Intervest enkel betrekking op het standpunt dat de effectiseringspremie mee in aanmerking genomen moet worden bij de bepaling van de exit taks (de totale fiscale schuld bedraagt dan circa € 4 miljoen i.p.v. circa € 6,7 miljoen). Er werd voor deze betwiste aanslagen geen voorziening aangelegd.
Op 2 april 2010 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg in Leuven in een rechtszaak tussen een andere Belgische openbare GVV (toen vastgoedbevak) en de Belgische Staat aangaande deze problematiek, geoordeeld dat er geen reden is "waarom de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op datum van de erkenning als vastgoedbevak door de Financial Markets and Services Authority (FSMA) niet lager zou kunnen zijn dan de prijs van de aandelen die aan het publiek werden aangeboden".
Deze bijkomende belastingschulden ten belope van circa € 4 miljoen worden gewaarborgd door de twee vroegere promotoren van Siref die naar aanleiding van de erkenning van deze vastgoedbevak alsook in het kader van goedkeuring van het prospectus van de vastgoedbevak Siref met het oog op het bekomen van de toelating tot de notering ervan op de beurs een eenzijdige verklaring dd. 8 februari 1999 hebben overhandigd aan de FSMA waarin zij verklaren dat zij de exit taks, verschuldigd bij een eventuele wijziging van de aangifte, zullen betalen. Weliswaar betwist één van deze promotoren bij schrijven dd. 24 mei 2012 dat Intervest uit deze verklaring rechten kan putten.
In 2008 heeft de fiscale overheid (Dienst Inning & Invordering) op één logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat, een wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld. Na de verkoop in 2019 van dit logistiek pand werd in ruil een wettelijke hypotheek gevestigd op één logistiek pand gelegen te Aarschot, Nieuwlandlaan.
In 2013 heeft de fiscale overheid één van de bezwaarschriften afgewezen en heeft Intervest een verzoekschrift voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen ingediend. Bij vonnis van 3 april 2015 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg Intervest in het ongelijk gesteld. Tegen dit vonnis is door de vennootschap beroep aangetekend waarbij het Hof van Beroep in haar arrest dd. 25 april 2017 het beroep van Intervest evenwel ongegrond heeft verklaard en het bestreden vonnis dd. 3 april 2015 heeft bevestigd.
Intervest heeft op 29 januari 2018 cassatie beroep aangetekend tegen voormeld Arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen dd. 25 april 2017. Op 28 november 2019 heeft het Hof van Cassatie het vonnis van het Hof van Beroep nietig verklaard en duidelijk gesteld dat: "De werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen is de werkelijke waarde van de activa van de vennootschap, verminderd met de voorzieningen en schulden. Van deze vermogensbestanddelen maakt de effectiseringspremie, zijnde de meerprijs, bovenop het netto-actief van de vennootschap, die de belegger bereid is te betalen voor de aandelen in de vastgoedbevak wegens haar bijzondere karakteristieken, geen deel uit." De zaak is nu verwezen naar het Hof van Beroep van Gent waar ze thans hangende is. De afhandeling van de andere bezwaarschriften is voorlopig opgeschort.
Op 31 december 2021 heeft Intervest volgende verplichtingen:
Intervest heeft onrechtstreeks, via haar 50% aandeelhouderschap in Genk Green Logistics (GGL), een resultaatsverbintenis om in de context van het GGL-project een minimum tewerkstelling te garanderen. De naleving van deze resultaatsverbintenis wordt gemeten op twee punten in de tijd, namelijk 31 december 2030 en 31 december 2036, verhoogd met het aantal kalenderdagen vertraging inzake de oplevering van de infrastructuurwerken zone A door De Vlaamse Waterweg, contractueel bepaald op 31 december 2021. Bij niet-naleving kan een boete van maximaal € 2 miljoen worden opgelegd op niveau van Genk Green Logistics.
Intervest heeft zich ook, samen met JM Construct, ten aanzien van De Vlaamse Waterweg hoofdelijk en ondeelbaar borg gesteld voor de betaling door GGL van kosten van aanleg van infrastructuur ten belope van een bedrag van € 4 miljoen.
Verder heeft Intervest een investeringsverplichting van € 5 miljoen voor de verdere afwerking van het project Herentals Green Logistics en onrechtstreeks, via haar 100% aandeelhouderschap in Greenhouse Singel nv een investeringsverplichting ten belope van € 4 miljoen voor de projectontwikkeling Greenhouse Collection at the Singel.
Er hebben zich geen specifieke belangenconflicten voorgedaan in de loop van 2021 die overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en/of de GVV-Wetgeving dienen te worden toegelicht in het Jaarverslag.
In het eerste kwartaal van 2022 werd met Enterprise Services Belgium, huurder in Mechelen Business Tower een addendum aan de negenjarige vaste huurovereenkomst gesloten, waarbij een deel van de gehuurde ruimte door de huurder opgezegd wordt. Ter compensatie voor deze uitzonderlijke voortijdige opzeg is een verbrekingsvergoeding verschuldigd die de gemiste huur van deze ruimten voor de resterende looptijd van het contract en een compensatie voor één jaar gemeenschappelijke lasten omvat. Het totale verschuldigde bedrag van € 2,9 miljoen werd ondertussen van de huurder ontvangen. De opbrengst komt volledig ten goede van het EPRA resultaat van 2022.
De Russische inval in Oekraïne heeft de wereld geschokt. Sinds 24 februari 2022 woedt er binnen Europa een oorlog, waarin de situatie van uur tot uur verandert. De militaire invasie van Oekraïne door Rusland, de daarmee verband houdende sancties die door andere landen worden opgelegd kunnen een grote impact hebben op bedrijven en organisaties en kunnen leiden tot een verdere stijging van de inflatie, een daling van het algemene economische sentiment en in het algemeen tot een verslechtering van de economische situatie en zelfs een recessie.
De eventuele gevolgen voor Intervest zullen eerder van indirecte aard zijn zoals stijgende energieprijzen, stijging van de rentekosten, beperkte beschikbaarheid van materialen, etc. en zullen in de loop van 2022 duidelijker worden. Verdere informatie over de verschillende risico's en de beheersmaatregelen die Intervest hiervoor in voege heeft, is te vinden bij de Risicofactoren in het Jaarverslag 2021.
Naast bovenstaande zijn geen noemenswaardige feiten te vermelden die zich hebben voorgedaan na de afsluiting van de balans op 31 december 2021.
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Intervest Offices & Warehouses NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 - Geconsolideerde jaarrekening
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses NV (de "vennootschap") en haar filialen (samen "de groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 24 april 2019, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2021. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses NV Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht uitgevoerd gedurende 21 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2021 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd globaalresultaat, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing, waarvan het totaal van de geconsolideerde balans 1 248 850 (000) EUR bedraagt en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een nettoresultaat van 104 741 (000) EUR.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de groep op 31 december 2021 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Deloitte Bedrijfsrevisoren / Reviseurs d'Entreprises recht Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering over het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 - Geconsolideerde jaarrekening
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
• Vastgoedbeleggingen (1 208 944 (000) EUR) vertegenwoordigen 97% procent van het geconsolideerde balanstotaal op 31 december 2021. Veranderingen in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen hebben een significante impact op het geconsolideerde nettoresultaat van
• De groep gebruikt professioneel gekwalificeerde externe taxateurs om de vastgoedportefeuille elk kwartaal te waarderen aan reële waarde. De taxateurs worden door de bestuurders aangesteld en voeren hun werk uit in overeenstemming volgens de professionele taxatienormen van het 'Royal Institute of Chartered Surveyors' ('RICS'). De taxateurs die door de Groep worden gebruikt, hebben aanzienlijke ervaring in de markten
• De portefeuille wordt gewaardeerd op basis van
vastgoedbeleggingen. Projectontwikkelingen worden gewaardeerd volgens dezelfde methode, met aftrek van alle kosten die nodig zijn om de ontwikkeling af te ronden, samen met een resterende voorziening voor risico's. De belangrijkste input voor de waarderingsoefening zijn de rendementen en de huidige markthuur, die worden beïnvloed door de evolutie van de markt, vergelijkbare transacties en de specifieke kenmerken van elk onroerend goed in de
• Het auditrisico vloeit daarom voort uit de assumpties en belangrijke inschattingen gekoppeld aan deze sleutelinputs. Verwijzing naar toelichtingen
de periode en het eigen vermogen. • De vastgoedportefeuille omvat voltooide investeringen en vastgoed in aanbouw. • Acquisities en desinvesteringen van vastgoedbeleggingen zijn afzonderlijke
significante transacties.
waarin de groep actief is.
portefeuille.
de beleggingsmethode voor
1
2
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
• We hebben de interne beheersingmaatregelen van het management beoordeeld en het ontwerp en de
• We hebben de competentie, onafhankelijkheid en integriteit van de externe taxateurs beoordeeld.
• Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd om de integriteit en volledigheid te beoordelen van de informatie die aan de onafhankelijke taxateurs werd verstrekt met betrekking tot huurinkomsten, essentiële huurkarakteristieken en bezettingsgraad.
• Als onderdeel van onze controlewerkzaamheden die
toelichtingen met betrekking tot de waardering aan reële waarde van vastgoedbeleggingen beoordeeld.
implementatie van controles rond vastgoedbeleggingen getest.
• We analyseerden en beoordeelden het waarderingsproces, de prestaties van de portefeuille en belangrijke aannames en kritische assumpties, waaronder bezettingsgraden, rendementen en mijlpalen in de ontwikkeling. • We hebben de belangrijkste aannames die bij de waardering werden gebruikt vergeleken met externe industriegegevens en vergelijkbare vastgoedtransacties, met specifieke aandacht voor
het rendement.
• We hebben de bedragen uit de
jaarrekening aangesloten.
waarderingsverslagen afgestemd met de boekhoudkundige administratie en van daaruit hebben we de gerelateerde saldi met de
werden uitgevoerd op acquisities en desinvesteringen van vastgoedbeleggingen, onderzochten we de belangrijkste contracten en documentatie over de toegepaste boekhoudkundige
verwerking van deze transacties. • Verder hebben we de geschiktheid van de
1 De commissaris heeft ingestemd met de opneming van zijn verslag in dit Jaarverslag. De informatie is correct weergegeven en, in zoverre Intervest weet en heeft kunnen opmaken uit door de commissaris gepubliceerde informatie, zijn geen feiten weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. Kernpunten van de controle Hoe onze controle de kernpunten van de controle behandelde Waardering van vastgoedbeleggingen
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021
| Kernpunten van de controle | |
|---|---|
| Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest Kernpunten van de controle significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze |
Hoe onze controle de kernpunten van de controle behandelde |
| Waardering van vastgoedbeleggingen | aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en |
| • Vastgoedbeleggingen (1 208 944 (000) EUR) vertegenwoordigen 97% procent van het Kernpunten van de controle geconsolideerde balanstotaal op 31 december 2021. Veranderingen in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen hebben een significante Waardering van vastgoedbeleggingen impact op het geconsolideerde nettoresultaat van • Vastgoedbeleggingen (1 208 944 (000) EUR) de periode en het eigen vermogen. |
bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden. • We hebben de interne beheersingmaatregelen van het management beoordeeld en het ontwerp en de Hoe onze controle de kernpunten van de controle implementatie van controles rond behandelde vastgoedbeleggingen getest. • We hebben de competentie, onafhankelijkheid en integriteit van de externe taxateurs beoordeeld. • We hebben de interne beheersingmaatregelen van |
| vertegenwoordigen 97% procent van het • De vastgoedportefeuille omvat voltooide geconsolideerde balanstotaal op 31 december investeringen en vastgoed in aanbouw. 2021. Veranderingen in de reële waarde van de • Acquisities en desinvesteringen van vastgoedbeleggingen hebben een significante vastgoedbeleggingen zijn afzonderlijke impact op het geconsolideerde nettoresultaat van significante transacties. de periode en het eigen vermogen. |
• We analyseerden en beoordeelden het het management beoordeeld en het ontwerp en de waarderingsproces, de prestaties van de implementatie van controles rond portefeuille en belangrijke aannames en kritische vastgoedbeleggingen getest. assumpties, waaronder bezettingsgraden, • We hebben de competentie, onafhankelijkheid en rendementen en mijlpalen in de ontwikkeling. integriteit van de externe taxateurs beoordeeld. • We hebben de belangrijkste aannames die bij de |
| • De groep gebruikt professioneel gekwalificeerde • De vastgoedportefeuille omvat voltooide externe taxateurs om de vastgoedportefeuille elk investeringen en vastgoed in aanbouw. kwartaal te waarderen aan reële waarde. De taxateurs worden door de bestuurders aangesteld • Acquisities en desinvesteringen van en voeren hun werk uit in overeenstemming vastgoedbeleggingen zijn afzonderlijke volgens de professionele taxatienormen van het significante transacties. 'Royal Institute of Chartered Surveyors' ('RICS'). • De groep gebruikt professioneel gekwalificeerde De taxateurs die door de Groep worden gebruikt, externe taxateurs om de vastgoedportefeuille elk hebben aanzienlijke ervaring in de markten waarin de groep actief is. kwartaal te waarderen aan reële waarde. De |
• We analyseerden en beoordeelden het waardering werden gebruikt vergeleken met waarderingsproces, de prestaties van de externe industriegegevens en vergelijkbare vastgoedtransacties, met specifieke aandacht voor portefeuille en belangrijke aannames en kritische het rendement. assumpties, waaronder bezettingsgraden, rendementen en mijlpalen in de ontwikkeling. • Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd om de integriteit en volledigheid te beoordelen van de • We hebben de belangrijkste aannames die bij de informatie die aan de onafhankelijke taxateurs waardering werden gebruikt vergeleken met werd verstrekt met betrekking tot huurinkomsten, externe industriegegevens en vergelijkbare essentiële huurkarakteristieken en bezettingsgraad. vastgoedtransacties, met specifieke aandacht voor |
| taxateurs worden door de bestuurders aangesteld • De portefeuille wordt gewaardeerd op basis van en voeren hun werk uit in overeenstemming de beleggingsmethode voor volgens de professionele taxatienormen van het vastgoedbeleggingen. Projectontwikkelingen 'Royal Institute of Chartered Surveyors' ('RICS'). worden gewaardeerd volgens dezelfde methode, De taxateurs die door de Groep worden gebruikt, met aftrek van alle kosten die nodig zijn om de hebben aanzienlijke ervaring in de markten ontwikkeling af te ronden, samen met een waarin de groep actief is. resterende voorziening voor risico's. De belangrijkste input voor de waarderingsoefening • De portefeuille wordt gewaardeerd op basis van zijn de rendementen en de huidige markthuur, de beleggingsmethode voor die worden beïnvloed door de evolutie van de vastgoedbeleggingen. Projectontwikkelingen markt, vergelijkbare transacties en de specifieke worden gewaardeerd volgens dezelfde methode, kenmerken van elk onroerend goed in de met aftrek van alle kosten die nodig zijn om de portefeuille. |
• We hebben de bedragen uit de het rendement. waarderingsverslagen afgestemd met de • Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd om boekhoudkundige administratie en van daaruit de integriteit en volledigheid te beoordelen van de hebben we de gerelateerde saldi met de informatie die aan de onafhankelijke taxateurs jaarrekening aangesloten. werd verstrekt met betrekking tot huurinkomsten, • Als onderdeel van onze controlewerkzaamheden die essentiële huurkarakteristieken en bezettingsgraad. werden uitgevoerd op acquisities en desinvesteringen van vastgoedbeleggingen, • We hebben de bedragen uit de onderzochten we de belangrijkste contracten en waarderingsverslagen afgestemd met de documentatie over de toegepaste boekhoudkundige boekhoudkundige administratie en van daaruit verwerking van deze transacties. hebben we de gerelateerde saldi met de jaarrekening aangesloten. • Verder hebben we de geschiktheid van de |
| Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht 31 december 2021 ontwikkeling af te ronden, samen met een • Het auditrisico vloeit daarom voort uit de resterende voorziening voor risico's. De assumpties en belangrijke inschattingen belangrijkste input voor de waarderingsoefening gekoppeld aan deze sleutelinputs. |
toelichtingen met betrekking tot de waardering aan • Als onderdeel van onze controlewerkzaamheden die reële waarde van vastgoedbeleggingen beoordeeld. werden uitgevoerd op acquisities en desinvesteringen van vastgoedbeleggingen, |
| zijn de rendementen en de huidige markthuur, Verwijzing naar toelichtingen die worden beïnvloed door de evolutie van de |
onderzochten we de belangrijkste contracten en documentatie over de toegepaste boekhoudkundige |
| • markt, vergelijkbare transacties en de specifieke We verwijzen naar de geconsolideerde jaarrekening, inclusief de toelichtingen: Toelichting kenmerken van elk onroerend goed in de 2 Grondslagen voor de financiële verslaggeving en portefeuille. Toelichting 14 Vaste activa. |
verwerking van deze transacties. • Verder hebben we de geschiktheid van de toelichtingen met betrekking tot de waardering aan |
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch van de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende
• het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk
controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op
• het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende
• het concluderen dat de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang
die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening
bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen.
verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
• het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel
het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de groep;
reële waarde van vastgoedbeleggingen beoordeeld.
2
• Het auditrisico vloeit daarom voort uit de assumpties en belangrijke inschattingen gekoppeld aan deze sleutelinputs. Verwijzing naar toelichtingen
geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
jaarrekening, beïnvloeden.
werkzaamheden uit:
toelichtingen;
2
3
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden. Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Kernpunten van de controle Hoe onze controle de kernpunten van de controle behandelde Waardering van vastgoedbeleggingen • Vastgoedbeleggingen (1 208 944 (000) EUR) • We hebben de interne beheersingmaatregelen van Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
vastgoedbeleggingen zijn afzonderlijke significante transacties. • De groep gebruikt professioneel gekwalificeerde rendementen en mijlpalen in de ontwikkeling. • We hebben de belangrijkste aannames die bij de waardering werden gebruikt vergeleken met Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch van de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen.
externe taxateurs om de vastgoedportefeuille elk kwartaal te waarderen aan reële waarde. De taxateurs worden door de bestuurders aangesteld en voeren hun werk uit in overeenstemming externe industriegegevens en vergelijkbare vastgoedtransacties, met specifieke aandacht voor het rendement. Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
• het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze
• het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de groep gericht op het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband
Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het
Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en andere informatie opgenomen in het
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld
overeenkomstig artikel 3:32 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zoals weergegeven in de volgende hoofdstukken van het jaarlijks financieel verslag: Risicofactoren, Corporate Governance Verklaring, Vastgoedverslag – 1.1 Transacties en ontwikkelingen in 2021, Activiteitenverslag – 2.1. Financiële resultaten 2021,
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde de vereiste onderdelen van het jaarverslag van Intervest Offices & Warehouses NV
van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld verantwoordelijk voor ons oordeel.
houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheid uit te brengen.
overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
2
jaarrekening.
4
de beleggingsmethode voor
• We verwijzen naar de geconsolideerde
Toelichting 14 Vaste activa.
jaarrekening, inclusief de toelichtingen: Toelichting 2 Grondslagen voor de financiële verslaggeving en
Verwijzing naar toelichtingen
die leidt tot een getrouw beeld;
identificeren gedurende onze controle.
Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan
Verantwoordelijkheden van de commissaris
jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening
van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021
echter toe leiden dat de groep haar continuïteit niet langer kan handhaven;
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle. Waardering van vastgoedbeleggingen • Vastgoedbeleggingen (1 208 944 (000) EUR) • We hebben de interne beheersingmaatregelen van
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen. vertegenwoordigen 97% procent van het geconsolideerde balanstotaal op 31 december 2021. Veranderingen in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen hebben een significante het management beoordeeld en het ontwerp en de implementatie van controles rond vastgoedbeleggingen getest.
Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving. impact op het geconsolideerde nettoresultaat van de periode en het eigen vermogen. • De vastgoedportefeuille omvat voltooide investeringen en vastgoed in aanbouw. • We hebben de competentie, onafhankelijkheid en integriteit van de externe taxateurs beoordeeld. • We analyseerden en beoordeelden het waarderingsproces, de prestaties van de
portefeuille en belangrijke aannames en kritische assumpties, waaronder bezettingsgraden, rendementen en mijlpalen in de ontwikkeling.
externe industriegegevens en vergelijkbare
• Verder hebben we de geschiktheid van de
toelichtingen met betrekking tot de waardering aan reële waarde van vastgoedbeleggingen beoordeeld.
Kernpunten van de controle
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. significante transacties. • De groep gebruikt professioneel gekwalificeerde • We hebben de belangrijkste aannames die bij de waardering werden gebruikt vergeleken met
kenmerken van elk onroerend goed in de
• Het auditrisico vloeit daarom voort uit de assumpties en belangrijke inschattingen gekoppeld aan deze sleutelinputs. Verwijzing naar toelichtingen
toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
Europees uniform elektronisch formaat (ESEF)
mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep.
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
4
portefeuille.
2
5
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheid uit te brengen. kwartaal te waarderen aan reële waarde. De taxateurs worden door de bestuurders aangesteld en voeren hun werk uit in overeenstemming volgens de professionele taxatienormen van het vastgoedtransacties, met specifieke aandacht voor het rendement. • Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd om de integriteit en volledigheid te beoordelen van de
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. waarin de groep actief is. • De portefeuille wordt gewaardeerd op basis van essentiële huurkarakteristieken en bezettingsgraad. • We hebben de bedragen uit de waarderingsverslagen afgestemd met de
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde de vereiste onderdelen van het jaarverslag van Intervest Offices & Warehouses NV overeenkomstig artikel 3:32 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zoals weergegeven in de volgende hoofdstukken van het jaarlijks financieel verslag: Risicofactoren, Corporate Governance Verklaring, Vastgoedverslag – 1.1 Transacties en ontwikkelingen in 2021, Activiteitenverslag – 2.1. Financiële resultaten 2021, de beleggingsmethode voor vastgoedbeleggingen. Projectontwikkelingen worden gewaardeerd volgens dezelfde methode, met aftrek van alle kosten die nodig zijn om de ontwikkeling af te ronden, samen met een resterende voorziening voor risico's. De belangrijkste input voor de waarderingsoefening zijn de rendementen en de huidige markthuur, die worden beïnvloed door de evolutie van de markt, vergelijkbare transacties en de specifieke boekhoudkundige administratie en van daaruit hebben we de gerelateerde saldi met de jaarrekening aangesloten. • Als onderdeel van onze controlewerkzaamheden die werden uitgevoerd op acquisities en desinvesteringen van vastgoedbeleggingen, onderzochten we de belangrijkste contracten en documentatie over de toegepaste boekhoudkundige verwerking van deze transacties. Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021 Activiteitenverslag - 4. Vooruitzichten 2022 een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
• Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons
• De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de
Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële
overeenstemming van het ESEF-formaat en de markeertaal met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat en de markering van informatie in de officiële nederlandstalige versie van de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van Intervest Offices & Warehouses NV per 31 december 2021 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat ("ESEF"), de controle uitgevoerd van de
geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag.
zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 ("Gedelegeerde Verordening"). Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat ("digitale
• We hebben de interne beheersingmaatregelen van
vastgoedtransacties, met specifieke aandacht voor
informatie die aan de onafhankelijke taxateurs werd verstrekt met betrekking tot huurinkomsten, essentiële huurkarakteristieken en bezettingsgraad.
• Als onderdeel van onze controlewerkzaamheden die
toelichtingen met betrekking tot de waardering aan reële waarde van vastgoedbeleggingen beoordeeld.
waarderingsverslagen afgestemd met de boekhoudkundige administratie en van daaruit hebben we de gerelateerde saldi met de
werden uitgevoerd op acquisities en desinvesteringen van vastgoedbeleggingen, onderzochten we de belangrijkste contracten en documentatie over de toegepaste boekhoudkundige
verwerking van deze transacties. • Verder hebben we de geschiktheid van de
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021
Activiteitenverslag - 4. Vooruitzichten 2022 een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021
afwijking van materieel belang te melden.
verordening (EU) nr. 537/2014.
Kernpunten van de controle
Andere vermeldingen
Waardering van vastgoedbeleggingen
kwartaal te waarderen aan reële waarde. De
en voeren hun werk uit in overeenstemming
hebben aanzienlijke ervaring in de markten
• De portefeuille wordt gewaardeerd op basis van
vastgoedbeleggingen. Projectontwikkelingen worden gewaardeerd volgens dezelfde methode, met aftrek van alle kosten die nodig zijn om de ontwikkeling af te ronden, samen met een resterende voorziening voor risico's. De belangrijkste input voor de waarderingsoefening
markt, vergelijkbare transacties en de specifieke kenmerken van elk onroerend goed in de
Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat ("ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat en de markeertaal met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 ("Gedelegeerde Verordening"). vertegenwoordigen 97% procent van het geconsolideerde balanstotaal op 31 december 2021. Veranderingen in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen hebben een significante het management beoordeeld en het ontwerp en de implementatie van controles rond vastgoedbeleggingen getest. Deloitte Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat ("digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag. impact op het geconsolideerde nettoresultaat van de periode en het eigen vermogen. • De vastgoedportefeuille omvat voltooide • We hebben de competentie, onafhankelijkheid en integriteit van de externe taxateurs beoordeeld. • We analyseerden en beoordeelden het
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening. investeringen en vastgoed in aanbouw. • Acquisities en desinvesteringen van vastgoedbeleggingen zijn afzonderlijke waarderingsproces, de prestaties van de portefeuille en belangrijke aannames en kritische assumpties, waaronder bezettingsgraden, rendementen en mijlpalen in de ontwikkeling. Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht | 31 december 2021
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat en de markering van informatie in de officiële nederlandstalige versie van de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van Intervest Offices & Warehouses NV per 31 december 2021 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening. significante transacties. • De groep gebruikt professioneel gekwalificeerde externe taxateurs om de vastgoedportefeuille elk • We hebben de belangrijkste aannames die bij de waardering werden gebruikt vergeleken met externe industriegegevens en vergelijkbare
volgens de professionele taxatienormen van het 'Royal Institute of Chartered Surveyors' ('RICS'). • Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd om de integriteit en volledigheid te beoordelen van de • Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
het rendement.
• We hebben de bedragen uit de
jaarrekening aangesloten.
De taxateurs die door de Groep worden gebruikt, Getekend te Zaventem.
waarin de groep actief is. De commissaris
zijn de rendementen en de huidige markthuur, die worden beïnvloed door de evolutie van de Deloitte Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck
de beleggingsmethode voor
2
assumpties en belangrijke inschattingen gekoppeld aan deze sleutelinputs. Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises BV/SRL Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE86 5523 2431 0050 - BIC GKCCBEBB
5 Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Verwijzing naar toelichtingen
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises BV/SRL
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE86 5523 2431 0050 - BIC GKCCBEBB
De enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv is opgesteld op basis van de IFRS-normen en conform het GVV-KB van 13 juli 2014. De volledige versie van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv zal, samen met het Jaarverslag en het Verslag van de commissaris, binnen de wettelijke termijn bij de Nationale Bank van België neergelegd worden en kan gratis verkregen worden via de website van de vennootschap (www.intervest.be) of op aanvraag bij de maatschappelijke zetel.
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven op de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Huurinkomsten | 47.126 | 46.683 |
| Met verhuur verbonden kosten | -148 | -51 |
| NETTOHUURRESULTAAT | 46.978 | 46.632 |
| Recuperatie van vastgoedkosten | 658 | 730 |
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
12.569 | 12.785 |
| Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling |
-353 | -698 |
| Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
-12.569 | -12.785 |
| Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 449 | 426 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 47.732 | 47.090 |
| Technische kosten | -875 | -676 |
| Commerciële kosten | -499 | -283 |
| Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen | -873 | -826 |
| Beheerskosten van het vastgoed | -3.115 | -4.036 |
| Andere vastgoedkosten | -588 | -819 |
| Vastgoedkosten | -5.950 | -6.640 |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 41.782 | 40.450 |
| Algemene kosten | -3.626 | -3.935 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | -251 | -234 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 37.905 | 36.281 |
| Resultaat verkoop van vastgoedbeleggingen | 198 | 1.670 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 12.049 | -10.567 |
| Ander portefeuilleresultaat | 1.446 | -1.109 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 51.598 | 26.275 |
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 51.598 | 26.275 |
| Financiële opbrengsten | 6.776 | 5.945 |
| Netto-interestkosten | -7.824 | -8.226 |
| Andere financiële kosten | -180 | -171 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 4.217 | -2.311 |
| Variaties in de reële waarde van deelnemingen volgens IAS 28 | 6.704 | 2.490 |
| Variaties in de reële waarde van deelnemingen volgens IAS 28 met toepassing van de doorkijkbenadering |
36.942 | 19.480 |
| Financieel resultaat | 46.635 | 17.207 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 98.223 | 43.482 |
| Belastingen | -133 | -51 |
| NETTORESULTAAT | 98.100 | 43.431 |
| Toelichting: | ||
| EPRA resultaat | 44.840 | 40.442 |
| Portefeuilleresultaat | 49.043 | 5.300 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 4.217 | -2.311 |
| RESULTAAT PER AANDEEL | 2021 | 2020 |
| Aantal aandelen op jaareinde | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 25.983.006 | 25.164.126 |
| Nettoresultaat (€) | 3,78 | 1,73 |
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| NETTORESULTAAT | 98.100 | 43.431 |
| Andere componenten van het globaalresultaat (recycleerbaar in resultatenrekening) |
928 | 1.244 |
| Herwaardering zonnepanelen | 143 | 1.244 |
| Herwaardering FVA | 785 | 0 |
| GLOBAALRESULTAAT | 99.028 | 44.675 |
Verwaterd nettoresultaat (€) 3,78 1,73 EPRA resultaat op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (€) 1,73 1,60
| ACTIVA in duizenden € | Toelichting | 31.12.2021 | 31.12.2020 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 1.114.824 | 967.697 | |||
| Immateriële vaste activa | 249 | 472 | |||
| Vastgoedbeleggingen | 8.6 | 741.659 | 657.064 | ||
| Andere materiële vaste activa | 3.970 | 3.089 | |||
| Financiële vaste activa | 8.6 | 368.871 | 307.056 | ||
| Handelsvorderingen en andere vaste activa | 75 | 16 | |||
| VLOTTENDE ACTIVA | 61.678 | 48.014 | |||
| Financiële vlottende activa | 97 | 13 | |||
| Handelsvorderingen | 11.057 | 8.633 | |||
| Belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 47.668 | 36.338 | |||
| Kas en kasequivalenten | 1.618 | 1.427 | |||
| Overlopende rekeningen | 1.238 | 1.603 | |||
| TOTAAL ACTIVA | 1.176.502 | 1.015.711 | |||
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 | |||
| EIGEN VERMOGEN | 625.785 | 550.346 | |||
| Kapitaal | 237.937 | 230.645 | |||
| Uitgiftepremies | 189.819 | 181.682 | |||
| Reserves | 99.929 | 94.588 | |||
| Nettoresultaat van het boekjaar | 98.100 | 43.431 | |||
| VERPLICHTINGEN | 550.717 | 465.365 | |||
| Langlopende verplichtingen | 430.648 | 320.405 | |||
| Langlopende financiële schulden | 413.162 | 303.343 | |||
| Kredietinstellingen | 405.162 | 298.343 | |||
| Andere | 8.000 | 5.000 | |||
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 16.232 | 15.900 | |||
| Handelsschulden en andere langlopende schulden | 1.254 | 1.162 | |||
| Kortlopende verplichtingen | 120.069 | 144.960 | |||
| Voorzieningen | 0 | 978 | |||
| Kortlopende financiële schulden | 100.650 | 123.522 | |||
| Kredietinstellingen | 650 | 26.239 | |||
| Commercial Paper | 100.000 | 62.300 | |||
| Andere | 0 | 34.983 | |||
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | 174 | 262 | |||
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 5.630 | 4.347 | |||
| Andere kortlopende verplichtingen | 177 | 178 | |||
| Overlopende rekeningen | 13.438 | 15.673 | |||
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 1.176.502 | 1.015.711 | |||
| SCHULDGRAAD in % | 2021 | 2020 | |||
| Schuldgraad (max. 65%) | 45,1% | 43,3% |
| NETTOWAARDE PER AANDEEL in € | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|
| Nettowaarde (reële waarde) | 23,79 | 21,58 |
| Nettoactiefwaarde EPRA | 23,96 | 21,92 |
| EPRA NTA (netto materiële activa) | 23,95 | 21,91 |
(volgens het schema opgenomen in Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk I van de Bijlage C van het GVV-KB van 13 juli 2014)
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| A. NETTORESULTAAT | 98.100 | 43.431 |
| B. TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES | -57.860 | -4.415 |
| 1. Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties in de reële waarde* van vastgoed (-/+): |
||
| Boekjaar ■ |
-47.989 | -12.790 |
| Vorige boekjaren ■ |
198 | 1.670 |
| Realisatie vastgoed ■ |
-198 | -1.670 |
| 2. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen (-/+) |
5.848 | 11.649 |
| 3. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding (-) |
-4.217 | 2.311 |
| 4. Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) |
-198 | -1.670 |
| 5. Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van deelnemingen die admi nistratief verwerkt worden volgens de 'equity' methode (-/+) |
-6.704 | -2.490 |
| 6. Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+) |
-4.600 | -1.425 |
| C. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL overeenkomstig artikel 13, §1, lid 1 van het GVV-KB |
37.731 | 32.071 |
| D. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL, andere dan C | 2.509 | 6.945 |
* Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
In duizenden € Kapitaal
| BEGINTOESTAND 1 JANUARI VORIG BOEKJAAR |
|---|
| Globaalresultaat vorig boekjaar |
| Overboekingen door resultaatverdeling boekjaar van 2 jaar geleden |
| Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed ■ |
| Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische ■ |
| vervreemding van vastgoedbeleggingen |
| Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van ■ |
| de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdek kingsboekhouding |
| Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren ■ |
| Toevoeging aan de andere reserves ■ |
| Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar van 2 jaar geleden |
| Dividenden boekjaar van 2 jaar geleden |
| BALANS OP 31 DECEMBER VORIG BOEKJAAR |
| Globaalresultaat boekjaar |
| Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar |
| Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed ■ |
| Overboeking van de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische ■ vervreemding van vastgoedbeleggingen |
| Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van ■ |
| de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdek kingsboekhouding |
| Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren ■ |
| Toevoeging aan de andere reserves ■ |
| Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde ■ |
| resultaten van deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity-methode |
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend vorig boekjaar 7.292 8.136 15.428
Dividenden vorig boekjaar -39.017 -39.017
BALANS OP 31 DECEMBER BOEKJAAR 239.665 -1.727 189.818 99.929 98.100 625.785
| Totaal reserves | Nettoresultaat van het boekjaar |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 173.104 | 65.306 | 65.765 | 527.133 | |||||
| 1.244 | 43.431 | 44.675 | ||||||
| 13.703 | -13.703 | 0 | ||||||
| -1.814 | 1.814 | 0 | ||||||
| -3.065 | 3.065 | 0 | ||||||
| 9.095 | -9.095 | 0 | ||||||
| 10.121 | -10.121 | 0 | ||||||
| 8.578 | 16.266 | |||||||
| -37.725 | -37.725 | |||||||
| 181.682 | 94.588 | 43.431 | 550.346 | |||||
| 928 | 98.100 | 99.028 | ||||||
| 12.790 | -12.790 | 0 | ||||||
| -11.650 | 11.650 | 0 | ||||||
| -2.311 | 2.311 | 0 | ||||||
| 1.425 | -1.425 | 0 | ||||||
| 1.670 | -1.670 | 0 | ||||||
| 2.490 | -2.490 | |||||||
| 8.136 | 15.428 | |||||||
| -39.017 | -39.017 |
Wettelijke reserves
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed
Reserve voor het saldo van de variaties in de investerings
-
waarde van vastgoed
Reserve voor de
impact op de reële
waarde*
Reserve voor het saldo van de
variaties in de reële waarde
van toegelaten afdekkings-
instrumenten die niet
onderworpen zijn aan een
afdekkingsboekhouding
Andere reserves
-1.814 -1.814
-11.650 -11.650
-3.065 -3.065
-2.311 -2.311
2.490 2.490
Overgedragen resultaten van
vorige boekjaren
TOTAAL RESERVES
■ Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity-methode
BALANS OP 31 DECEMBER BOEKJAAR 90 92.714 -41.860 -8.833 22.580 35.241 99.932
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Wettelijke reserves | saldo van de variaties waarde van vastgoed - Reserve voor het in de investerings |
impact op de reële Reserve voor de waarde* |
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkings onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding instrumenten die niet |
Andere reserves | Overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
TOTAAL RESERVES | |
| 90 | 66.545 | -28.404 | -3.457 | 5.811 | 24.721 | 65.306 | |
| -324 | 8 | 316 | 0 | ||||
| 90 | 66.221 | -28.396 | -3.457 | 6.127 | 24.721 | 65.306 | |
| 1.244 | 1.244 | ||||||
| 13.703 | 13.703 | ||||||
| -1.814 | -1.814 | ||||||
| -3.065 | -3.065 | ||||||
| 9.095 | 9.095 | ||||||
| 10.121 | 10.121 | ||||||
| 90 | 79.924 | -30.210 | -6.522 | 17.492 | 33.816 | 94.590 | |
| 928 | 928 | ||||||
| 12.790 | 12.790 | ||||||
| -11.650 | -11.650 | ||||||
| -2.311 | -2.311 | ||||||
| 1.425 | 1.425 | ||||||
| 1.670 | 1.670 | ||||||
| 2.490 | 2.490 | ||||||
| 90 | 92.714 | -41.860 | -8.833 | 22.580 | 35.241 | 99.932 |
* van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen.
| 2021 | 2020 | |
|---|---|---|
| Aantal aandelen bij het begin van het boekjaar | 25.500.672 | 24.657.003 |
| Aantal uitgegeven aandelen bij keuzedividend | 800.236 | 843.669 |
| Aantal aandelen op jaareinde | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Aanpassingen voor de berekening van het gewogen gemiddeld aantal aandelen | -317.902 | -336.546 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 25.983.006 | 25.164.126 |
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest is in 2021 toegenomen met € 84,6 miljoen en bedraagt op 31 december 2021 € 742 miljoen (€ 657 miljoen op 31 december 2020).
De reële waarde van de logistieke portefeuille is in 2021 toegenomen met circa € 82 miljoen. Enerzijds door investeringen in projectontwikkelingen voor € 23,4 miljoen en de bestaande vastgoedbeleggingen voor € 2,0 miljoen. Anderzijds door de aankoop van het pand in Tessenderlo voor € 32,4 miljoen en € 23,7 miljoen door de toename van de reële waarde van de bestaande portefeuille door aanscherping van de rendementen. De zonnepanelen werden in 2020 overgeboekt van de vastgoedbeleggingen naar de andere materiële vaste activa in overeenstemming met IAS 16, dit verklaart het bedrag van € 1,6 miljoen opgenomen onder overboeking naar de andere materiële vaste activa in tabel hieronder.
De reële waarde van de kantorenportefeuille is ten opzichte van jaareinde 2020 toegenomen met € 3 miljoen. De toename is een gevolg van duurzame investeringen ter verbetering van de bestaande portefeuille voor € 2,4 miljoen en de verwerving van een kantoorgebouw in Herentals als gevolg van de fusie met Gencor op 8 september 2021. De toename wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de negatieve variaties in de reële waarde van de bestaande kantorenportefeuille van € -11,7 miljoen, hoofdzakelijk als gevolg van de inschattingen heganteerd door de vastgoeddeskundigen op enkele panden in de huidige economische situatie en het incijferen van enkele geplande duurzame investeringen in de portefeuille die kunnen resulteren in een toekomstige mogelijke waardestijging.
| in duizenden € | 2021 | 2020 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | Kantoren | Logistiek vastgoed |
Totaal | |
| BALANS OP 1 JANUARI | 329.538 | 327.526 | 657.064 | 343.789 | 316.886 | 660.675 |
| Fusie met Gencor nv ■ op 08 september 2021 |
12.335 | 0 | 12.335 | 0 | 0 | 0 |
| Aankoop van ■ vastgoedbeleggingen |
0 | 32.355 | 32.355 | 0 | 0 | 0 |
| Investeringen in ■ projectontwikkelingen |
0 | 23.433 | 23.433 | 0 | 4.102 | 4.102 |
| Investeringen en ■ uitbreidingen in bestaande vastgoedbeleggingen |
2.390 | 2.033 | 4.423 | 2.968 | 1.478 | 4.446 |
| Overboeking naar de andere ■ materiële vaste activa |
0 | 0 | 0 | 0 | -1.592 | -1.592 |
| Variaties in de reële waarde van ■ vastgoedbeleggingen |
-11.690 | 23.739 | 12.049 | -17.219 | 6.652 | -10.567 |
| BALANS OP 31 DECEMBER | 332.573 | 409.086 | 741.659 | 329.538 | 327.526 | 657.064 |
Intervest heeft op 31 december 2021 geen activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging.
Voor de verdere verklaring van de Variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar Toelichting 10 van de enkelvoudige jaarrekening.
De vastgoedbeleggingen kunnen verder opgedeeld worden in:
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Vastgoed beschikbaar voor verhuur | 725.730 | 648.162 |
| Projectontwikkelingen en grondreserves | 15.929 | 8.902 |
| TOTAAL VASTGOEDBELEGGINGEN | 741.659 | 657.064 |
Op 31 december 2021 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen. Voor de beschrijving van de wettelijke hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld op het logistiek pand gelegen te Aarschot, Nieuwlandlaan wordt verwezen naar Toelichting 26. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen.
De financiële vaste activa bevatten op 31 december 2021 de waarde van de deelnemingen in de perimetervennootschappen van Intervest, de reële waarde van een financieel derivaat (floor) en de lening met perimetervennooschap Intervest Nederland Coöperatief U.A, voornamelijk ter financiering van de verwervingen van het vastgoed aangehouden in de Nederlandse perimetervennootschappen.
| 2021 | 2020 | |
|---|---|---|
| Deelneming Aartselaar Business Center | -161 | -75 |
| Deelneming Mechelen Research Park | 5.990 | 5.811 |
| Deelneming Mechelen Business Center | 4.104 | 4.169 |
| Deelneming Intervest Nederland Coöperatief U.A. | 150.544 | 109.024 |
| Deelneming Genk Green Logistics | 14.023 | 7.203 |
| Deelneming Gencor nv | 0 | 5.462 |
| Deelneming Greenhouse Singel nv (voorheen Tervueren Invest) | 13.954 | 14.092 |
| Deelneming Puurs Green Logistics | 11.765 | 0 |
| Reële waarde financiële derivaten | 4.455 | 241 |
| Vorderingen op verbonden ondernemingen | 164.197 | 161.129 |
| TOTAAL FINANCIËLE VASTE ACTIVA | 368.871 | 307.056 |
De deelnemingen worden in de enkelvoudige jaarrekening verwerkt volgens de 'equity' -methode zoals beschreven in IAS 28 allen met toepassing van de doorkijk- of look-through benadering, met uitzondering van de deelneming Genk Green Logistics waar Intervest niet 100% van de aandelen bezit.
Het bedrag dat vatbaar is voor uitkering is bepaald conform artikel 13 §1 van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat | 98.100 | 43.431 |
| Aan te passen niet-kasstroomverrichtingen begrepen in het nettoresultaat | ||
| Afschrijvingen ■ |
740 | 726 |
| Waardeverminderingen ■ |
141 | 102 |
| Terugnemingen van waardeverminderingen ■ |
-1 | -59 |
| Andere niet-monetaire bestanddelen ■ |
-39.569 | -13.009 |
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen ■ |
-198 | -1.670 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen ■ |
-12.049 | 10.567 |
| Gecorrigeerd resultaat (A) | 47.164 | 40.088 |
| + Tijdens het boekjaar gerealiseerde meer- en minderwaarden* op vastgoed | 198 | 1.670 |
| -- Tijdens het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed vrijgesteld van de verplichte uitkering onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar |
-198 | -1.670 |
| Nettomeerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld van de verplichte uitkering (B) |
0 | 0 |
| Totaal (A + B) | 47.164 | 40.088 |
| Totaal (A + B) x 80% | 37.731 | 32.071 |
| Schuldvermindering (-) | 0 | 0 |
| UITKERINGSPLICHT | 37.731 | 32.071 |
* Meer- en minderwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten.
De andere niet monetaire bestanddelen omvatten de variaties in de reële waarde van financiële vaste activa (€ -35 miljoen), het ander portefeuilleresultaat (€ 1 miljoen), de niet kasstroomelementen huurkortingen en huurvoordelen toegekend aan huurders (€ -1 miljoen) en de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (€ -4 miljoen).
Intervest heeft voor boekjaar 2021 een minimale uitkeringsplicht van € 37,7 miljoen.
| 2021 | 2020 | |
|---|---|---|
| Nettoresultaat (€ 000) | 98.100 | 43.431 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 25.983.006 | 25.164.126 |
| NETTORESULTAAT PER AANDEEL (€) | 3,78 | 1,73 |
| Verwaterd nettoresultaat per aandeel (€) | 3,78 | 1,73 |
| EPRA resultaat (€ 000) | 44.840 | 40.442 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 25.983.006 | 25.164.126 |
| EPRA RESULTAAT PER AANDEEL (€) | 1,73 | 1,60 |
Aan de aandeelhouders zal voor het boekjaar 2021 een brutodividend aangeboden worden van € 1,53. Dit brutodividend biedt de aandeelhouders een brutodividendrendement van 5,4% op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2021 (€ 28,20).
| 2021 | 2020 | |
|---|---|---|
| EPRA resultaat per aandeel (€) op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen | 1,73 | 1,60 |
| Dividenduitkering uitgedrukt in procent van het enkelvoudig EPRA resultaat (%) | 88% | 95% |
| Brutodividend per aandeel (€) | 1,53 | 1,53 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Vergoeding van het kapitaal (€ 000) | 40.240 | 39.016 |
Na afsluiting van het boekjaar wordt deze dividenduitkering voorgesteld door de raad van toezicht. Deze zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 27 april 2022. De dividenduitkering wordt, conform IAS 10, niet opgenomen als verplichting en heeft geen effect op de winstbelasting.
Het bedrag als bedoeld in artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (voorheen artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen), van het gestort kapitaal of als dit bedrag hoger ligt, van het opgevraagd kapitaal, verhoogd met al de reserves die volgens de wet of de statuten niet verdeeld mogen worden, is bepaald in Hoofdstuk IV van bijlage C van het GVV-KB.
| in duizenden € | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Niet-uitkeerbare elementen van het eigen vermogen voor resultaatverdeling | ||
| Gestort kapitaal | 239.665 | 232.373 |
| Volgens de statuten niet-beschikbare uitgiftepremies | 189.818 | 181.682 |
| Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed | 50.851 | 49.712 |
| Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed |
92.711 | 79.922 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-41.860 | -30.210 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding |
-8.833 | -6.522 |
| Andere reserves niet beschikbaar voor uitkering | 4.977 | 1.710 |
| Wettelijke reserves | 90 | 90 |
| Resultaatverdeling dat conform Hoofdstuk I van bijlage C van het KB van 13 juli 2014 aan de niet-uitkeerbare reserves dient toegewezen te worden |
||
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen* | 47.792 | 11.120 |
| Boekjaar | 47.990 | 12.790 |
| Vorige boekjaren | -198 | -1.670 |
| Variaties in de reële waarde* van vastgoedbeleggingen tgv realisatie van vastgoedbeleggingen |
198 | 1.670 |
| Geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen |
-5.848 | -11.649 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) | 4.217 | -2.311 |
| Variaties in de reële waarde van deelnemingen volgens IAS 28 | 6.704 | 2.490 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN DAT NIET UITKEERBAAR IS | 529.633 | 460.365 |
| Eigen vermogen enkelvoudig | 625.785 | 550.346 |
| Geplande dividenduitkering | 40.240 | 39.016 |
| Aantal dividendgerechtigde aandelen | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Brutodividend per aandeel (€) | 1,53 | 1,53 |
| EIGEN VERMOGEN NA DIVIDENDUITKERING | 585.545 | 511.330 |
| OVERBLIJVENDE RESERVE NA UITKERING | 55.912 | 50.965 |
* Gebaseerd op de variaties in de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen.
Bij het opstellen van de enkelvoudige jaarrekening past Intervest de doorkijkbenadering ('look through approach') toe voor de resultaatverwerking, de bepaling van de beschikbare en onbeschikbare reserves en bij de vaststelling van het minimum uit te keren dividend (80% grens).
Het principe van de doorkijkbenadering is een consolidatiebenadering in de enkelvoudige jaarrekening op het niveau van de uitkeringsplicht, de resultaatverwerking en de uitkeringsbeperking.
Het aandeel in de resultaten van deelnemingen verwerkt volgens de equitymethode (zowel de gerealiseerde als de niet-gerealiseerde resultaten) wordt standaard in zijn geheel ondergebracht in de onbeschikbare reserverubriek 'Reserve voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equitymethode', en zijn bijgevolg onbeschikbaar voor uitkering in het jaar waarin de deelnemingen deze resultaten realiseren.
Bij de verwerking van de deelnemingen volgens de equitymethode met toepassing van de doorkijkbenadering, wordt het aandeel in de resultaten van de deelnemingen niet in zijn geheel toegewezen aan de onbeschikbare reserverubrieken. Er wordt gekeken naar de samenstellende elementen van dit resultaat. Het aandeel in het resultaat van de deelnemingen wordt aan de onbeschikbare en beschikbare reserverubrieken toegewezen alsof het zou gaan om de resultaten van de moederonderneming GVV zelf.
Het toepassen van een doorkijkbenadering houdt bepaalde financiële risico's in voor de moedervennootschap GVV en zou tot situaties kunnen leiden waarbij de deelneming moet helpen de dividenden die de moedervennootschap GVV uitkeert te financieren (bijvoorbeeld door het opstromen van cash van de deelneming naar de moederonderneming GVV door het (systematisch) toestaan van leningen van de deelneming aan de moederonderneming GVV) of waarbij de GVV zelf de dividenduitkeringen moet financieren via leningen.
De doorkijkbenadering wordt daarom bij Intervest met voorzichtigheid benaderd en enkel toegepast op de perimetervennootschappen waarvan de aandelen 100% aangehouden worden door Intervest. Dit geldt voor alle deelnemingen van Intervest op 31 december 2021, met uitzondering van de iGVV Genk Green Logistics, waarvan Intervest slechts 50% aandeelhouder is. Op deze vennootschap wordt de doorkijkbenadering niet toegepast en worden de resultaten van de deelneming als onbeschikbaar behandeld.
Deze benadering is conform de richtlijn van de FSMA 'Mededeling FSMA_2020_08 - Uitkeringsplicht, resultaatverwerking en uitkeringsbeperking bij de Belgische openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen' van 2 juli 2020.
Intervest beschikt op 31 december 2021 over € 56 miljoen beschikbare reserves om tijdsverschuivingen in dividendopstroming en tijdelijke cash traps op te vangen.
Voor het boekjaar 2021 wordt € 1,53 per aandeel uitgekeerd. De overblijvende reserve na uitkering kent een toename met € 5 miljoen ten opzichte van het vorig boekjaar, dit als gevolg van het uitkeringspercentage van 88% op het EPRA resultaat.
De raad van toezicht van Intervest Offices & Warehouses nv (hierna 'Intervest') heeft in 2021, zoals steeds, aandacht besteed aan de risicofactoren waaraan Intervest onderhevig is: marktrisico's, operationele, financiële, reglementaire en ESG-risico's.
De raad van toezicht bevestigt de geldigheid van de risico's waarmee de vennootschap kan worden geconfronteerd, de mogelijke impact ervan en de strategie die wordt gehanteerd om die eventuele impact te temperen, zoals deze hierna vermeld staan.
De raad van toezicht volgt de permanente evoluties op de vastgoed- en de financiële markten continu op ter bewaking van de resultaten en de financiële situatie van Intervest met verhoogde aandacht voor de maatregelen die Intervest in acht neemt om de eventuele negatieve impact van deze risico's zo veel mogelijk te beperken en te beheersen.
De permanente evoluties op de vastgoed- en de financiële markten vereisen een continue opvolging van de marktrisico's, operationele, financiële, reglementaire en ESG-risico's ter bewaking van de resultaten en de financiële situatie van Intervest.
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste risico's beschreven waarmee de vennootschap wordt geconfronteerd. Op de volgende pagina's wordt het risico benoemd, de maatregelen die Intervest in acht neemt om de eventuele negatieve impact van deze risico's zo veel mogelijk te beperken en te beheersen evenals de mogelijke invloed op de activiteit van Intervest die kan voortvloeien uit het zich realiseren van het risico.
De maatregelen die worden genomen en de cijfermatige impact van deze risico's worden verder in aparte hoofdstukken van dit Jaarverslag in detail beschreven.
De lezers worden erop gewezen dat deze risico's constant worden geëvalueerd en dat nieuwe risico's kunnen worden geïdentificeerd. Deze lijst is bijgevolg niet exhaustief en gebaseerd op de informatie die gekend was bij de publicatie van dit verslag.
Daarnaast wordt er op gewezen dat risicobeheer geen oefening is met een bepaalde frequentie, maar dat dit integraal deel uitmaakt van de wijze waarop de vennootschap wordt geleid. Dit gaat van het dagelijks financieel en operationeel beheer, de analyse van nieuwe investeringsdossiers, het formuleren van de strategie en de objectieven tot het verankeren van strakke procedures voor de besluitvorming. Het begrijpen en afschermen van risico's die voortvloeien uit zowel interne als externe factoren is essentieel voor het behalen van een totale return op lange termijn.
De verhuurmarkt en de investeringsmarkt voor logistiek vastgoed of kantoren kan te kampen krijgen met materiële verslechtering van de economische conjunctuur (inclusief inflatie). Dit kan verder versterkt worden door de huidige en verdere evolutie van de geopolitieke situatie in Oost-Europa.
De aantrekkelijkheid van de vastgoedbeleggingen van Intervest kan verminderen door o.a. verslechterende economische omstandigheden, overaanbod op bepaalde vastgoedmarktsegmenten of wijzigende gebruiken in de duurzaamheidsstandaard van de gebouwen of in de samenleving.
〉 Proactieve opvolging en jarenlange ervaring. De vastgoedbeleggingen worden op kwartaalbasis gewaardeerd door onafhankelijke vastgoeddeskundigen. Op deze manier zijn trends in de vastgoedmarkt snel zichtbaar en kunnen er proactief maatregelen genomen worden. Bovendien is er een diepe verankering in en kennis van de markt door jarenlange ervaring en eigen commerciële teams.
〉 Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse herziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring.
Het tijdstip van een transactie (investeren of desinvesteren van vastgoed) houdt het risico in dat bij een foute timing van een transactie in de conjunctuurcyclus, vastgoed gekocht kan worden aan een te hoge prijs t.o.v. de reële waarde, respectievelijk verkocht kan worden aan een te lage prijs t.o.v. de reële waarde.
Een vermindering in de economische activiteit kan een algemene prijsdaling tot gevolg hebben.
〉 Clausule in de meeste huurcontracten die een ondergrens instelt op het niveau van de basishuur of die stelt dat er geen negatieve indexatie kan plaatsvinden.
〉 Daling van de huurinkomsten, onder andere via neerwaartse druk op markthuurniveaus en een verminderde of negatieve indexatie.
Een verhoging in de economische activiteit heeft een algemene prijsstijging tot gevolg en kan tevens de langetermijnrente doen stijgen.
〉 Raamcontracten met aannemers bij built-to-suitprojecten.
〉 Toenemende discrepantie tussen de geïnde huurinkomsten en de markthuur.
De internationale markten kunnen onderhevig zijn aan externe volatiliteit en onzekerheid.
De investeringsbeslissingen kunnen foutief genomen worden of de beleidskeuzes kunnen ongeschikt zijn.
〉 Ervaring van de directieraad en het management en supervisie door de raad van toezicht, waarbij een duidelijke investeringsstrategie gedefinieerd is met een langetermijnvisie en consequent beheer van de kapitaalstructuur.
〉 Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse herziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring.
Het risico dat er bij de ontwikkeling van een bedrijventerrein, wanneer aan bepaalde voorwaarden tot economische ontwikkeling niet (meer) is voldaan, een aan de overheid toegekend terugkooprecht wordt uitgeoefend (in het kader van de economische expansiewet van 30 december 1970 en het Decreet Ruimtelijke Economie dd. 13 juli 2012).
〉 Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wanneer een vastgoedproject tegen een vooraf bepaalde prijs(formule) uit de vastgoedportefeuille van Intervest verdwijnt, doordat een terugkooprecht wordt uitgeoefend.
Aan de ontwikkelings- en herontwikkelingsprojecten kunnen specifieke risico's gerelateerd worden, zoals de keuze van het juiste gebruiksformat, het verkrijgen van de nodige vergunningen, de keuze van de dienstverleners (architecten, studiebureaus, aannemers, andere adviseurs), marketing, solvabiliteit van de externe dienstverleners.
De bouw- en ontwikkelingsrisico's kunnen eveneens een vertraging, budgetoverschrijding, het niet bekomen van de gewenste kwaliteit of de beoogde duurzaamheidsniveaus, niet-naleving regelgeving, omvatten.
De geplande herontwikkelingen kunnen mogelijks vertraagd worden door de huidige en verdere evolutie van de geopolitieke situatie in Oost-Europa.
〉 Bewaken en opvolging van naleving (milieu)regelgeving en maatregelen tijdens de uitvoering van de werf.
〉 Onvermogen om de nodige vergunningen te verkrijgen.
De reële waarde van de vastgoedportefeuille is onderhevig aan wijzigingen en hangt af van verschillende factoren, wat kan resulteren in een negatieve herwaardering van de vastgoedportefeuille.
Het risico dat een gebouw niet kan worden verhuurd tegen de vooraf ingeschatte huurprijs (al dan niet resulterend in leegstand). Dit risico wordt beïnvloed door de aard en ligging van het vastgoed, de mate waarin het moet concurreren met nabijgelegen gebouwen, de beoogde doelgroep en gebruikers, de kwaliteit van het vastgoed, de kwaliteit van de huurder en het huurcontract. Dit verhuurrisico kan verder versterkt worden door de huidige en verdere evolutie van de geopolitieke situatie in Oost-Europa.
〉 Tempering van de impact van de conjunctuur op de resultaten door:
〉 Huurovereenkomsten bevatten beschermende elementen zoals huurwaarborgen en/of bankgaranties van de huurders, clausules voor automatische jaarlijkse indexatie van de huurprijzen conform de gezondheidsindex en veelal een verplichte schadevergoeding betaalbaar door de huurder bij een vroegtijdige beëindiging van het contract.
〉 Operationeel resultaat en cashflow aangetast door neerwaartse herziening van huurprijzen, verhoging van leegstand en commerciële kosten voor herverhuring, stijging van de vastgoedkosten die de eigenaar dient ten laste te nemen, zoals niet-doorberekende servicekosten en onroerende voorheffing.
In de levenscyclus van de gebouwen kan een risico op bouwkundige en technische achteruitgang ontstaan: de staat van de gebouwen verslechtert omwille van slijtage van diverse onderdelen als gevolg van gewone veroudering en bouwkundige en technische veroudering.
De operationele kosten en investeringen voor onderhoud kunnen een onverwachte volatiliteit hebben met een toename tot gevolg.
〉 Operationeel resultaat en cashflow aangetast, onverwachte schommelingen in de vastgoedkosten.
Een ontoereikende verzekeringsdekking houdt een risico in wanneer gebouwen worden vernield door brand of andere rampen.
Het risico dat de huur niet (meer) kan worden geïnd wegens solvabiliteitsproblemen.
Met derde partijen kunnen inadequate contracten afgesloten worden.
〉 Vennootschapsrechtelijke reorganisaties (fusie, splitsing, partiële splitsing, inbreng in natura, enz.) worden steeds onderworpen aan een "due diligence", begeleid door externe adviseurs om het risico op juridische en financiële onjuistheden te minimaliseren.
〉 Negatieve impact op operationeel resultaat, cashflow en nettowaarde.
Het risico dat sleutelpersoneel de onderneming verlaat.
Het risico op concentratie van (de activiteiten van) de huurders of concentratie van investeringen in één of meer gebouwen.
Het risico verbonden aan informatica zoals inbraak op het IT-netwerk, cybercriminaliteit, phishing, enz.
Dit cyberrisico kan verder versterkt worden door de huidige en verdere evolutie van de geopolitieke situatie in Oost-Europa.
〉 Ondersteuning van externe gespecialiseerde adviseurs voor IT-gerelateerde diensten.
〉 Negatieve impact op werking van de organisatie.
Onvoldoende kennis van de internationale context kan resulteren in investeringen in het buitenland die leiden tot verhoging van de operationele en reglementaire risico's.
Intervest kan in een negatief daglicht gezet worden door onjuiste communicatie (o.a. roadshows, pers).
Een relatieve toename van het vreemd vermogen ten opzichte van het eigen vermogen kan resulteren in een hoger rendement (zogenaamde "leverage"), maar tegelijkertijd ook in een verhoogd risico.
〉 Streven naar het veilig stellen van de toegang tot de kapitaalmarkt door transparante informatieverschaffing, regelmatige contacten met financiers en (potentiële) aandeelhouders en het verhogen van de liquiditeit van het aandeel.
〉 Het niet meer kunnen voldoen aan rente- en aflossingsverplichtingen van vreemd vermogen en overige betalingsverplichtingen in geval van tegenvallende rendementen uit vastgoed en bij daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen.
Risico op het niet respecteren van vereisten om aan bepaalde financiële parameters te voldoen in het kader van de kredietovereenkomsten en de wettelijke regimes waaronder de vennootschap valt: de bankkredietovereenkomsten zijn onderworpen aan de naleving van financiële ratio's, die vooral verband houden met het geconsolideerde financiële schuldenniveau of de financiële interestlast. Deze ratio's beperken het bedrag dat nog zou kunnen geleend worden. Tevens is er een beperking qua ontleningscapaciteit door de maximum schuldgraad die de regelgeving op de GVV's toestaat.
〉 Annulering, heronderhandeling, opzegging of vervroegde opeisbaarheid van de financieringsovereenkomsten door de financiële instellingen bij het niet meer respecteren van de opgelegde ratio's.
Het risico van onvoldoende kasstromen om aan de dagelijkse betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
Het risico van toekomstige schommelingen in de toonaangevende korte- en/of langetermijnrentes op de internationale financiële markten.
〉 De schommelingen in de reële waarde van de afdekkingsinstrumenten betreffen een niet-gerealiseerd en non-cash-item (indien de producten worden aangehouden tot vervaldag en niet voortijdig worden afgewikkeld).
〉 EPRA resultaat en cashflow aangetast door stijging van de kosten van schulden.
Bij een ongunstige marktontwikkeling (bijvoorbeeld een sterke daling van de rente) krijgen derivaten ter afdekking van het renterisico een negatieve waarde.
Het sluiten van financieringscontracten of het gebruik van indekkingsinstrumenten met een financiële instelling doet een tegenpartijrisico ontstaan in geval van het in gebreke blijven van deze instelling.
Het risico om uitgesloten te worden van de internationale schuldkapitaalmarkt indien beleggers zouden vrezen dat de kredietwaardigheid van de vennootschap onvoldoende is om de jaarlijkse rentebetalingsverplichting en de terugbetalingsverplichting op vervaldatum van het uit te geven financieel instrument te voldoen.
Het risico dat de schuldkapitaalmarkt te volatiel zou zijn om beleggers er toe aan te zetten obligaties van de vennootschap te verwerven.
〉 Niet beschikbaar zijn van financiering voor de dagdagelijkse werking en voor de verdere groei van de onderneming.
De financiële verslaggeving van Intervest kan onjuistheden van materieel belang bevatten waardoor stakeholders foutief zouden geïnformeerd worden over de operationele en financiële resultaten van de vennootschap.
Het risico dat de door de regelgeving opgelegde timing inzake financiële verslaggeving niet wordt gerespecteerd.
Door foute assumpties bestaat het risico dat de forecast en de beoogde groei niet worden gehaald.
〉 Continue opvolging van de parameters die het resultaat en het budget zouden kunnen beïnvloeden.
〉 Negatieve beïnvloeding van besluitvorming bij het nemen van strategische beslissingen.
Het statuut onderworpen aan de bepalingen van de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen en het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen wijzigt van tijd tot tijd.
Het risico op verlies van de erkenning van het statuut van openbare en institutionele GVV.
〉 Voortdurende aandacht van de raad van toezicht en de directieraad voor de regelgeving van de GVV en het behoud van de status van openbare GVV. Zo worden onder andere de uitkeringsverplichting en de financieringslimieten periodiek, en ad hoc bij herfinanciering, bij investeringen en bij opmaak van het dividendvoorstel berekend, respectievelijk bepaald.
Nieuwe wetgevingen en regelgevingen zouden in werking kunnen treden, of mogelijke veranderingen in bestaande wetgevingen en regelgevingen, of hun interpretatie en toepassing door agentschappen (inclusief de fiscale administratie) of rechtbanken zouden kunnen optreden1 .
〉 Constante monitoring van bestaande, potentieel wijzigende of toekomstige nieuwe wetgevingen, regelgevingen en vereisten en de naleving ervan, bijgestaan door externe gespecialiseerde adviseurs.
〉 Negatieve beïnvloeding van de activiteiten, het resultaat en winstgevendheid, de nettowaarde, de financiële toestand en de vooruitzichten.
Artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (voorheen artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen) bepaalt dat geen uitkering mag geschieden indien het nettoactief is gedaald of tengevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd.
Het risico dat de relevante wet- en regelgeving niet adequaat wordt nageleefd en dat medewerkers niet integer handelen.
Het risico van onteigening in het kader van openbare onteigeningen door bevoegde overheidsinstanties.
〉 Continue dialoog met de overheid om constructieve oplossingen uit te werken in het belang van alle aandeelhouders.
Risico op onvoldoende transparantie over de doelstellingen en de verwezenlijkingen op vlak van ESG- (Environmental Social Governance) domeinen. Vanuit de bredere kapitaalmarkt is er een duidelijke en aanhoudende vraag naar de strategie van Intervest op het vlak van duurzaamheid en de rapportering ervan.
De klimaatopwarming brengt allerlei risico's met zich mee, zoals frequentere extreme weersomstandigheden waaronder hittegolven, droogtes of overstromingen, tot kusterosie door de stijgende zeespiegel. Risico's verbonden aan klimaatverandering vereisen aandacht bij de projectontwikkelingsfase of aanpassingen aan bestaande gebouwen om bijvoorbeeld de binnentemperatuur en de vochtigheidsgraad onder controle te houden en rekening te houden met milieuaspecten en overstromingsrisico's.
〉 Een evaluatie pand per pand van de nodige investeringen teneinde de ESG-doelstellingen te bereiken.
〉 Negatieve beïnvloeding van de toekomstbestendigheid van de onderneming en haar activiteiten.
Intervest Offices & Warehouses nv is een openbare GVV naar Belgisch recht.
De naam van de vennootschap is op 27 oktober 2011 gewijzigd van "Intervest Offices" in "Intervest Offices & Warehouses".
In het Jaarverslag 2021 wordt Intervest Offices & Warehouses ingekort tot 'Intervest' om de vennootschap aan te duiden.
Uitbreidingstraat 66, 2600 Antwerpen-Berchem.
Telefonisch bereikbaar op het nummer +32 (0)3 287 67 67.
De vennootschap is ingeschreven bij de Kruispuntbank voor ondernemingen onder het ondernemingsnummer 0458.623.918.
Intervest Offices & Warehouses nv (hierna 'Intervest' genoemd) is op 8 augustus 1996 opgericht als naamloze vennootschap onder de naam "Immo-Airway", bij akte verleden voor Meester Carl Ockerman, notaris te Brussel en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1996 onder nummer BBS 960822-361.
Bij akte, verleden voor Meester Eric Spruyt, notaris te Brussel en Meester Max Bleeckx, notaris te Sint-Gillis-Brussel, verleden op 5 februari 1999 en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 24 februari 1999 onder nummer BBS 990224-79, is de rechtsvorm omgezet van een naamloze vennootschap in een commanditaire vennootschap op aandelen en is de naam gewijzigd in "PeriFund".
Bij akte, verleden voor Meester Eric De Bie, notaris te Antwerpen-Ekeren, met tussenkomst van Meester Carl Ockerman, notaris te Brussel, verleden op 29 juni 2001 en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 24 juli 2001 onder nummer BBS 20010724-935, is de rechtsvorm omgezet van een commanditaire vennootschap op aandelen naar een naamloze vennootschap en is de naam gewijzigd in "Intervest Offices". Op 27 oktober 2011 is bij akte verleden voor Meester Eric De Bie, notaris te Antwerpen-Ekeren, en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 21 november 2011 onder nummer 2011-11- 21/0174565, de naam gewijzigd in "Intervest Offices & Warehouses".
De statuten zijn gewijzigd bij akte verleden voor notaris Eric De Bie op 27 oktober 2014, bekend gemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad onder nummer 2014- 11-14/0207173 waarbij het maatschappelijk doel werd gewijzigd daar de vennootschap een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap is geworden zoals bedoeld in artikel 2, 2° van de GVV-Wet (en dus niet langer een openbare vastgoedbevak is) en waarbij tevens andere wijzigingen aan de statuten zijn doorgevoerd om te verwijzen naar de GVV-Wet in plaats van naar de vastgoedbevakwetgeving.
Op 15 maart 1999 werd Intervest Offices erkend als "openbare vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgisch recht", afgekort "vastgoedbevak naar Belgisch recht". Rekening houdend met de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders (de "AIFMD-wet")1 , heeft de vennootschap ervoor geopteerd om het statuut van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, zoals ingevoerd door de GVV-Wet, aan te vragen in plaats van het statuut van openbare vastgoedbevak. In dit kader heeft de vennootschap op 17 juli 2014 haar vergunningsaanvraag als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap ingediend bij de FSMA. Vervolgens werd de vennootschap conform de artikelen 9, §3 en 77 van de GVV-Wet door de FSMA als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap vergund op 9 september 2014, en dit onder de opschortende voorwaarde van de aanpassing van de statuten van de vennootschap en het naleven van de bepalingen van artikel 77, §2 en volgende van de GVV-Wet. Op 27 oktober 2014 tenslotte heeft de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap de doelwijziging met het oog op de verandering van statuut van vastgoedbevak naar openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, overeenkomstig de GVV-Wet, met 99,99% van de stemmen goedgekeurd. Aangezien op voormelde buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders geen enkel recht van uittreding werd uitgeoefend, en alle opschortende voorwaarden waaraan de statutenwijziging door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders en de vergunning verleend door de FSMA werden onderworpen, werden vervuld, geniet Intervest vanaf 27 oktober 2014 van het statuut van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap.
1 De wet vormt de omzetting naar Belgisch recht van de Europese richtlijn met betrekking tot de beheerders van alternatieve beleggingsfondsen (in het Engels, "alternative investment funds managers", zodat deze richtlijn de "AIFMD-richtlijn" wordt genoemd en dat deze wet de "AIFMD-wet" wordt genoemd).
Als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap is de vennootschap niet langer onderworpen aan de bepalingen van het KB van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks en de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, maar bestaat de toepasselijke regelgeving sinds 27 oktober 2014 uit de GVV-Wet en het GVV-KB.
De statuten zijn voor het laatst gewijzigd bij besluit van 26 mei 2021, vastgesteld bij akte verleden door notaris Eric De Bie en neergelegd op de griffie van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen, waarbij de raad van toezicht het kapitaal heeft verhoogd door inbreng in natura in het kader van het toegestaan kapitaal.
De vennootschap is ingeschreven bij de Financial Services and Markets Authority (FSMA).
De vennootschap is opgericht voor onbepaalde duur.
Het boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar.
De andere voor het publiek toegankelijke documenten liggen ter inzage op de zetel van de vennootschap.
Onder vastgoed in de zin van artikel 2, 5° van de GVV-Wet wordt begrepen:
in het vooruitzicht van de terbeschikkingstelling ervan aan gebruikers, of het rechtstreekse of onrechtstreekse bezit van aandelen in vennootschappen met een soortgelijke activiteit; en (v) die zijn vrijgesteld van de belasting op de inkomsten uit de winst die uit de in de bepaling onder (iv) hierboven bedoelde activiteit voortvloeit, mits naleving van bepaalde wettelijke verplichtingen, en die minstens verplicht zijn om een deel van hun inkomsten onder hun aandeelhouders te verdelen (hierna "Real Estate Investment Trusts" (verkort "REIT's") genoemd);
Het vastgoed bedoeld in artikel 4.1 (b), lid 2, (vi), (vii), (viii), (ix) en (xi) dat rechten van deelneming betreft in een alternatieve beleggingsinstelling zoals bedoeld in de Europese regelgeving, kan niet kwalificeren als aandelen met stemrecht uitgegeven door vastgoedvennootschappen, ongeacht het bedrag van de deelneming die door de Vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks wordt aangehouden.
Als de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen in de toekomst zou wijzigen en andere soorten activa zou aanduiden als vastgoed in de zin van de GVV-Wet, zal de vennootschap ook in die bijkomende soorten activa mogen investeren.
Als de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen in de toekomst zou wijzigen en de uitoefening van nieuwe activiteiten door de vennootschap zou toestaan, zal de vennootschap ook die bijkomende activiteiten mogen uitoefenen.
In het kader van de terbeschikkingstelling van onroerende goederen, kan de vennootschap alle activiteiten uitoefenen die verband houden met de oprichting, de bouw (zonder afbreuk te doen aan het verbod om op te treden als bouwpromotor, behoudens wanneer het occasionele verrichtingen betreft), de verbouwing, de inrichting, de renovatie, de ontwikkeling, de verwerving, de vervreemding, de verhuur, de onderverhuring, de ruil, de inbreng, de overdracht, de verkaveling, het onderbrengen onder het stelsel van mede-eigendom of onverdeeldheid van onroerende goederen, het verlenen of verkrijgen van opstalrechten, vruchtgebruik, erfpacht of andere zakelijke of persoonlijke rechten op onroerende goederen, het beheer en de exploitatie van onroerende goederen.
4.2. De vennootschap kan bijkomend of tijdelijk beleggen in effecten die geen vastgoed zijn in de zin van de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen. Deze beleggingen zullen uitgevoerd worden in overeenstemming met het risicobeheerbeleid aangenomen door de vennootschap en zullen gediversifieerd zijn, zodat zij een passende risicodiversificatie verzekeren. De vennootschap mag eveneens niet-toegewezen liquide middelen aanhouden in alle munten in de vorm van zicht- of termijndeposito's of in de vorm van enig ander gemakkelijk verhandelbaar monetair instrument.
De vennootschap mag bovendien verrichtingen betreffende afdekkingsinstrumenten aangaan, voor zover deze er uitsluitend toe strekken het rente- en wisselkoersrisico te dekken in het kader van de financiering en het beheer van het vastgoed van de vennootschap en met uitsluiting van elke verrichting van speculatieve aard.
4.3. De vennootschap mag één of meer onroerende goederen in leasing nemen of geven (waarvan sprake in de IFRS-normen). De activiteit van het met aankoopoptie in leasing (waarvan sprake in de IFRS-normen) geven van onroerende goederen mag alleen als bijkomstige activiteit worden uitgeoefend, tenzij deze onroerende goederen bestemd zijn voor een doel van algemeen belang met inbegrip van sociale huisvesting en onderwijs (in dit geval mag de activiteit als hoofdactiviteit worden uitgeoefend).
4.4. In overeenstemming met de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, mag de vennootschap zich inlaten met:
〉 de aankoop, de verbouwing, de inrichting, de verhuur, de onderverhuring, het beheer, de ruil, de verkoop, de verkaveling, het onderbrengen onder het stelsel van medeeigendom van vastgoed zoals hierboven omschreven;
4.5. De vennootschap mag alle roerende of onroerende goederen, materialen en benodigdheden, verwerven, huren of verhuren, overdragen of ruilen, en in het algemeen en in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, alle commerciële of financiële handelingen verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel en de uitbating van alle intellectuele rechten en commerciële eigendommen die er betrekking op hebben
Voor zover verenigbaar met het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap, kan de vennootschap door middel van inbreng in speciën of in natura, van fusie, inschrijving, deelneming, financiële tussenkomst of op een andere wijze, een aandeel nemen in alle bestaande of op te richten vennootschappen of ondernemingen, in België of het buitenland, waarvan het maatschappelijk doel identiek is met het hare, of van aard is de uitoefening van haar doel te bevorderen.
7.1. Het is de raad van toezicht uitdrukkelijk toegelaten het kapitaal te verhogen in een of meerdere keren met een bedrag van (i) 50% van € 221.331.564,48, (a) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het voorkeurrecht van de aandeelhouders van de vennootschap betreft, en (b) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de GVV-Wet) van de aandeelhouders van de vennootschap betreft; en (ii) 50% van € 221.331.564,48 indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging in het kader van de uitkering van een keuzedividend betreft; en (iii) 20% van € 221.331.564,48, voor alle vormen van kapitaalverhoging anders dan deze geviseerd en goedgekeurd in punt (i) en (ii) hierboven; met een maximum van € 221.331.564,48 in totaal gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgische Staatsblad van het desbetreffende machtigingsbesluit van de algemene vergadering. Deze machtiging kan worden hernieuwd.
7.2. De raad van toezicht is gemachtigd om het kapitaal te verhogen door inbreng in geld of in natura, desgevallend door incorporatie van reserves of uitgiftepremies, of door de uitgifte van converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten, mits naleving van de regels voorgeschreven door het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, door deze statuten en door de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen. Deze machtiging heeft slechts betrekking op het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en niet op de uitgiftepremie.
7.3. Bij elke kapitaalverhoging stelt de raad van toezicht de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de uitgiftevoorwaarden van de nieuwe aandelen vast, tenzij de algemene vergadering daar anders over zou beslissen.
7.4 De raad van toezicht kan het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen, in voorkomend geval ten gunste van één of meer bepaalde personen, die niet behoren tot het personeel, overeenkomstig artikel 10.2 van de statuten.
8.1. De aandelen zijn op naam of in de vorm van gedematerialiseerde effecten.
8.2. Op de maatschappelijke zetel wordt een register bijgehouden van de aandelen op naam, waarvan elke aandeelhouder kennis kan nemen. Het register kan, in voorkomend geval, onder elektronische vorm bestaan. Inschrijvingscertificaten op naam zullen aan de aandeelhouders afgeleverd worden. Elk gedematerialiseerd aandeel wordt vertegenwoordigd door een boeking op een rekening op naam van de aandeelhouder bij een erkende rekeninghouder of bij een vereffeningsinstelling.
8.3. Elke overdracht onder levenden of naar aanleiding van overlijden, alsook elke omruiling van effecten worden in voormeld register ingeschreven.
8.4. De aandeelhouders kunnen op elk ogenblik schriftelijk en op hun kosten de omzetting vragen van aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen en omgekeerd.
12.1. Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake is elke natuurlijke of rechtspersoon die aandelen of andere verleende financiële instrumenten van de vennootschap met stemrecht, die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of afstaat, verplicht zowel de vennootschap als de Financial Services and Markets Authority (FSMA) kennis te geven van het aantal financiële instrumenten dat hij bezit, telkens wanneer de stemrechten verbonden aan deze financiële instrumenten vijf procent (5%) of een veelvoud van vijf procent bereiken van het totale aantal stemrechten op dat ogenblik of op het ogenblik dat zich omstandigheden voordoen op grond waarvan zulke kennisgeving verplicht wordt.
12.2. Naast de in vorige paragraaf vermelde wettelijke drempels voorziet de vennootschap tevens in een statutaire drempel van drie procent (3%).
12.3. De aangifte is eveneens verplicht in geval van overdracht van aandelen, wanneer ingevolge deze overdracht het aantal stemrechten stijgt boven of daalt onder de drempels bepaald in de eerste of tweede alinea.
2 Deze artikels zijn niet de volledige, noch de letterlijke weergave van de statuten. De volledige statuten zijn te consulteren op de zetel van de vennootschap en op www.intervest.be.
De vennootschap wordt bestuurd door een raad van toezicht en een directieraad, ieder binnen de grenzen van de hen toegewezen bevoegdheden. Naast de regels die voorzien zijn in de statuten kan zowel de raad van toezicht als de directieraad een intern reglement uitvaardigen, overeenkomstig artikel 2:59 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, waarbij het intern reglement van de directieraad voorafgaandelijk door de raad van toezicht dient te worden goedgekeurd.
14.1. De raad van toezicht is samengesteld uit minstens drie leden, al dan niet aandeelhouders, die voor maximum zes jaar worden benoemd door de algemene vergadering van de aandeelhouders, en te allen tijde en zonder opgave van redenen met onmiddellijke ingang door deze laatste kunnen worden herroepen. De leden van de raad van toezicht zijn herverkiesbaar.
Ingeval een of meer mandaten openvallen, hebben de overblijvende leden het recht voorlopig in de vacature te voorzien tot aan de volgende algemene vergadering, die al dan niet tot de definitieve benoeming van het gecoöpteerde lid van de raad van toezicht zal overgaan.
14.2. Overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 13 van het GVV-Wet, wordt de raad van toezicht van de vennootschap zo samengesteld dat de vennootschap conform artikel 4 van de GVV-Wet kan worden bestuurd. Er dienen minstens drie onafhankelijke leden in de zin van artikel 7:87, §1 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen te zetelen in de raad van toezicht van de vennootschap.
Alle leden van de raad van toezicht zijn uitsluitend natuurlijke personen en moeten permanent over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken, zoals bepaald in artikel 14 §1 van de GVV-Wet. Zij mogen zich niet in één van de in het artikel 20 van de Wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen voorziene gevallen bevinden. De leden van de raad van toezicht dienen te voldoen aan de artikelen 14 en 15 van de GVV-Wet. De benoeming van de leden van de raad van toezicht wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de FSMA.
14.3. Leden van de raad van toezicht kunnen niet tevens ook lid zijn van de directieraad. Leden van de directieraad kunnen echter uitgenodigd worden door de raad van toezicht om
haar vergaderingen bij te wonen zonder stemrecht en zonder beslissingsbevoegdheid. Leden van de raad van toezicht kunnen in deze hoedanigheid niet door een arbeidsovereenkomst met de vennootschap zijn verbonden.
16.1. De directieraad is samengesteld uit minstens drie leden die worden benoemd door de raad van toezicht. De raad van toezicht kan het mandaat van elk lid van de directieraad te allen tijde en zonder opgave van redenen met onmiddellijke ingang beëindigen. Onverminderd strengere wettelijke bepalingen, stelt de raad van toezicht de verloning van de leden van de directieraad vast.
16.2. Alle leden van de directieraad zijn uitsluitend natuurlijke personen en moeten permanent over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken, zoals bepaald in artikel 14 §1 van de GVV-Wet. Zij mogen zich niet in één van de in het artikel 20 van de Wet van 25 april 2014 op het statuut vanen het toezicht op de kredietinstellingen voorziene gevallen bevinden. De leden van de directieraad dienen te voldoen aan de artikelen 14 en15 van de GVV-Wet.
De benoeming van de leden van de directieraad wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de FSMA.
16.3. Leden van de directieraad kunnen niet tevens ook lid zijn van de raad van toezicht. Leden van de directieraad kunnen in deze hoedanigheid niet door een arbeidsovereenkomst met de vennootschap zijn verbonden.
De effectieve leiding van de vennootschap wordt toevertrouwd aan minstens twee natuurlijke personen.
De met effectieve leiding belaste personen dienen te voldoen aan de artikelen 14 en 15 van de GVV-Wet.
De leden van de raad van toezicht, de leden van de directieraad, de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur en de lasthebbers van de vennootschap zullen de regels met betrekking tot de belangenconflicten voorzien in de artikelen 36, 37 en 38 van de GVV-Wet en in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen eerbiedigen, zoals zij in voorkomend geval kunnen worden gewijzigd.
22.1. De controle op de verrichtingen van de vennootschap wordt opgedragen aan één of meer commissarissen, benoemd door de algemene vergadering onder de
leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren voor een vernieuwbare termijn van drie jaar. De bezoldiging van de commissaris wordt op het ogenblik van zijn benoeming door de algemene vergadering vastgesteld.
22.2. De commissaris(sen) controleert (controleren) en certificeert (certificeren) eveneens de boekhoudkundige gegevens opgenomen in de jaarrekening van de vennootschap.
22.3. De opdracht van commissaris mag enkel worden toevertrouwd aan één of meer erkende revisoren of één of meer revisorenvennootschappen die door de FSMA zijn erkend. Voor de aanstelling van commissarissen bij de vennootschap is de voorafgaande instemming van de FSMA vereist. Deze instemming is ook vereist voor de hernieuwing van een opdracht.
23.1. De gewone algemene vergadering van aandeelhouders, jaarvergadering genoemd, moet ieder jaar worden bijeengeroepen op de laatste woensdag van de maand april om vijftien uur.
Indien deze dag een wettelijke feestdag is, wordt de vergadering gehouden op de eerstvolgende werkdag.
23.2. Te allen tijde kan een bijzondere algemene vergadering worden bijeengeroepen om te beraadslagen en te besluiten over enige aangelegenheid die tot haar bevoegdheid behoort en die geen wijziging van de statuten inhoudt.
23.3. Te allen tijde kan ook een buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen om over enige wijziging van de statuten te beraadslagen en te besluiten, ten overstaan van de notaris.
23.4. De algemene vergaderingen worden gehouden op de zetel van de vennootschap of op een andere plaats in België, aangewezen in de oproeping.
26.1. Het recht om aan een algemene vergadering deel te nemen en er het stemrecht uit te oefenen, is afhankelijk van de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam van de aandeelhouder op de veertiende dag vóór de algemene vergadering om vierentwintig uur (Belgische tijd) (hierna de 'registratiedatum' genoemd), hetzij door hun inschrijving in het register van de aandelen op naam van de vennootschap, hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een
vereffeningsinstelling, ongeacht het aantal aandelen in het bezit van de aandeelhouder op de dag van de algemene vergadering.
26.2. De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten een attest overleggen dat door hun financiële tussenpersoon of erkende rekeninghouder werd afgegeven en waaruit blijkt, hoeveel gedematerialiseerde aandelen er op de registratiedatum in hun rekeningen zijn ingeschreven op naam van de aandeelhouder en waarvoor de aandeelhouder heeft aangegeven te willen deelnemen aan de algemene vergadering van de vennootschap. Deze neerlegging moet ten laatste op de zesde dag vóór de datum van de algemene vergadering worden verricht op de maatschappelijke zetel via het in de oproeping vermelde e-mailadres van de vennootschap of bij de in de oproeping genoemde instellingen of via het in de oproeping vermelde e-mailadres van de instellingen.
26.3. De eigenaars van aandelen op naam die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten de vennootschap per gewone brief, fax of e-mail uiterlijk de zesde dag vóór de datum van de vergadering op de hoogte brengen van hun voornemen.
30.1. Elk aandeel geeft recht op één stem.
30.2. Wanneer één of meer aandelen aan verscheidene personen toebehoren in onverdeeldheid of aan een rechtspersoon met een collegiaal orgaan van vertegenwoordiging, kan de uitoefening van de daaraan verbonden rechten ten aanzien van de vennootschap slechts uitgeoefend worden door één enkele persoon die daartoe schriftelijk is aangewezen door alle gerechtigden. Zolang zodanige aanwijzing niet gedaan is, blijven alle aan deze aandelen verbonden rechten geschorst.
30.3. Is een aandeel met vruchtgebruik bezwaard, dan wordt de uitoefening van het aan dat aandeel verbonden stemrecht uitgeoefend door de vruchtgebruiker behoudens verzet van de blote eigenaar.
Bij toepassing van artikel 45, 2° van de GVV-Wet verdeelt de vennootschap als kapitaal jaarlijks minstens 80% van het resultaat zoals gedefinieerd krachtens de GVV-Wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen. Deze verplichting doet evenwel geen afbreuk aan artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Op 24 april 2019 is Deloitte Bedrijfsrevisoren, bv onder de vorm van een CVBA, lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck met IBR lidmaatschap A01529, met kantoor te 1930 Zaventem, Luchthaven Nationaal 1 J, herbenoemd als commissaris van Intervest voor de boekjaren 2019, 2020 en 2021. Het mandaat van de commissaris zal een einde nemen onmiddellijk na de jaarvergadering in 2022.
De vergoeding van de commissaris wordt bepaald op basis van marktconforme tarieven en onafhankelijk van Intervest conform de deontologie en de normen van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen met betrekking tot de onafhankelijkheid van de commissaris omschreven in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De vergoeding van de commissaris bedraagt € 77.000 (excl. btw) voor het boekjaar dat een aanvang nam op 1 januari 2021 voor het onderzoek van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van Intervest.
Voor alle Belgische perimetervennootschappen is eveneens Deloitte Bedrijfsrevisoren benoemd als commissaris.
Intervest heeft met KBC Securities, Havenlaan 12, 1080 Brussel en met Bank Degroof Petercam, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel liquiditeitsovereenkomsten afgesloten om de verhandelbaarheid van de aandelen te bevorderen. In de praktijk gebeurt dit door regelmatig aan- en verkooporders in te dienen binnen bepaalde marges.
De vergoeding hiervoor is vastgesteld op een vast bedrag van € 33.000 per jaar.
De vastgoeddeskundigen van de vastgoedvennootschap op 31 december 2021.
Conform de GVV-Wet waarderen zij vier maal per jaar de portefeuille. De vergoedingen van de vastgoeddeskundigen staan los van de waarde van het vastgoed en zijn gebaseerd op een jaarlijks vast bedrag per gebouw.
Intervest oefent haar beheersactiviteiten zelf uit vanuit het hoofdkantoor in Antwerpen en delegeert de uitoefening niet aan een derde, met uitzondering van het property management van Mechelen Campus dat wordt beheerd door de externe beheerder Quares Property and Facility Management nv en van het kantoorgebouw in Herentals door Zuyderstraete Vastgoed bv. Dit property management is stopgezet op 30 juni 2021 en stond onder het toezicht van de technisch directeur van Intervest, die de nodige interne controles had ingebouwd. Verder wordt het management van de Nederlandse vastgoedbeleggingen aangestuurd vanuit het Intervest kantoor in Eindhoven en uitgevoerd door Storms International Property Services, onder toezicht van de cio van Intervest.
Intervest maakt als groep gebruik van meerdere regimes om haar activiteiten te structureren in België en Nederland. In België bestaat de groep voornamelijk uit de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap (OGVV) Intervest Offices & Warehouses nv, de institutionele gereglementeerde vastgoedvennootschap (IGVV) Genk Green Logistics nv en het gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds (GVBF) Greenhouse Singel nv. In Nederland worden een vereniging op coöperatieve grondslag en belaste besloten vennootschappen gehanteerd.
Voor een gedetailleerd overzicht van de groepsstructuur van Intervest wordt verwezen naar Toelichting 24. Lijst van de geconsolideerde ondernemingen, in de Financiële Staten.
Het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) is geregeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (de GVV-Wet) en in het KB van 13 juli 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (het GVV-KB) ten einde publieke investeringen in vastgoed aan te moedigen. Het concept lijkt sterk op dat van de Real Estate Investment Trusts (REIT – USA), de Fiscale Beleggingsinstellingen (FBI – Nederland), de Sociétés d'Investissement Immobilier Côtées (SIIC - Frankrijk) en de REIT in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
De GVV is als publieke vastgoedvennootschap met een apart REIT-statuut onderworpen aan een strikte wetgeving met het oog op de bescherming van de aandeelhouders en de financiers. Het statuut geeft zowel financiers als privébeleggers de mogelijkheid om op een gebalanceerde, kostenefficiënte en fiscaaltransparante manier toegang te krijgen tot een gediversifieerde vastgoedportefeuille.
De bedoeling van de wetgever is dat een GVV een optimale transparantie van de vastgoedbeleggingen garandeert en de uitkering van een maximum aan cash flow verzekert, terwijl de aandeelhouder een hele reeks voordelen geniet.
De GVV staat onder controle van de Financial Services and Markets Authority (FSMA) en is onderworpen aan een specifieke regelgeving waarvan de meest markante bepalingen de volgende zijn:
Deze regels hebben als doel het risico voor de aandeelhouders te beperken.
Met de GVV-Wet heeft de wetgever een ander fiscaal statuut gegeven aan de GVV's.
Een GVV is onderworpen aan de vennootschapsbelasting tegen het normale tarief, doch slechts op een beperkte belastbare grondslag, bestaande uit de som van (1) de door haar ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen en (2) de niet als beroepskosten aftrekbare uitgaven en kosten, andere dan waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen. De resultaten (huurinkomsten en meerwaarden uit verkoop verminderd met de operationele uitgaven en financiële lasten) zijn dus vrijgesteld van vennootschapsbelasting op voorwaarde dat het bedrag van de verplichte dividenduitkering conform artikel 13 §1 van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB uitgekeerd wordt. Daarnaast kan de GVV worden onderworpen aan de bijzondere aanslag geheime commissielonen op de uitgekeerde commissies en bezoldigingen die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave.
De roerende voorheffing op de dividenden die uitgekeerd worden door een openbare GVV is gelijk aan 30%, af te houden bij de betaalbaarstelling van het dividend (behoudens bepaalde vrijstellingen).
Deze roerende voorheffing is bevrijdend voor particulieren die inwoner van België zijn.
Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV of een deel van haar onroerend vermogen afsplitst met overdracht naar een GVV of inbrengt in een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (de zogenaamde exit taks) van momenteel 15%. Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel specifieke bestanddelen, zoals op verworpen uitgaven en abnormale voordelen.
Deze exit taks is de fiscale prijs die dergelijke vennootschappen moeten betalen om het gemeenrechtelijk belastingregime te verlaten. Fiscaal wordt deze overgang behandeld als een (gedeeltelijke) verdeling van het maatschappelijk vermogen door de vennootschap aan de GVV. Bij een verdeling van het maatschappelijk vermogen moet een vennootschap het positieve verschil tussen de uitkeringen in geld, in effecten of in enige andere vorm, en de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal (met andere woorden de meerwaarde die in de vennootschap aanwezig is) behandelen als een dividend.
Het Wetboek Inkomstenbelastingen stelt dat de uitgekeerde som gelijk is aan de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op de datum waarop deze verrichting heeft plaatsgevonden (art. 210, §2 W.I.B. 1992). Het verschil tussen de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen en de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal wordt gelijkgesteld met een uitgekeerd dividend. Van dat verschil mogen de reeds belaste reserves afgetrokken worden. Wat daarna overblijft, vormt aldus in de regel de belastbare basis die onderhevig is aan het tarief van 15%.
De exit taks wordt berekend rekening houdend met Circulaire Ci.RH.423/567.729 van de Belgische belastingadministratie van 23 december 2004, waarvan de interpretatie op praktische toepassing steeds zou kunnen wijzigen. De "fiscale werkelijke waarde" zoals bedoeld in deze circulaire wordt berekend met aftrek van registratierechten of btw (die van toepassing zou zijn in geval van een verkoop van de activa) en kan verschillen van de reële waarde van het vastgoed zoals opgenomen in de balans van de openbare GVV conform IAS 40.
De institutionele GVV wordt gereglementeerd door de wet van 12 mei 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (de GVV-Wet) en in het KB van 13 juli 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (het GVV-KB). Het is een lichtere vorm van de openbare GVV. Ze biedt de openbare GVV de mogelijkheid om de specifieke fiscale aspecten van haar
stelsel uit te breiden naar haar perimetervennootschappen en om partnerschappen en specifieke projecten met derden te realiseren. Het statuut van institutionele GVV wordt verworven na goedkeuring door de FSMA.
De voornaamste kenmerken van de institutionele GVV zijn:
De institutionele GVV kent hetzelfde fiscale stelsel als de openbare GVV.
Het Gespecialiseerde Vastgoedbeleggingsfonds ('GVBF') valt onder het Koninklijk Besluit van 9 november 2016 met betrekking tot gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen. Dit stelsel maakt investeringen in onroerend goed mogelijk in een flexibel en efficiënt fonds.
De belangrijkste kenmerken van het GVBF zijn:
Een gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds kent hetzelfde fiscale stelsel als de GVV.
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland heeft Intervest op 28 april 2017 een Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag opgericht genaamd Intervest Nederland Coöperatief U.A. Intervest heeft haar Nederlandse vastgoedbeleggingen gestructureerd in Nederlandse bv's.
Voormelde Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag genaamd Intervest Nederland Coöperatief U.A. alsook de Nederlandse bv's zijn onderworpen aan vennootschapsbelasting als binnenlandse belastingplichtigen. Winstuitkeringen van de Nederlandse bv's aan de Nederlandse vereniging op coöperatieve grondslag zijn niet belast omdat zij onder de deelnemingsvrijstelling vallen.
Overeenkomstig de artikels 3:6 en 3:32 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, worden de vereiste onderdelen van het jaarverslag van Intervest weergegeven in de volgende hoofdstukken:
Overeenkomstig artikel 13, §2 van het KB van 14 november 2007, verklaart de raad van toezicht, samengesteld uit Ann Smolders (voorzitster), Johan Buijs, Jacqueline Heeren - de Rijk, Marco Miserez, Marc Peeters en Marleen Willekens, dat na het treffen van alle redelijke maatregelen en voor zover hem bekend:
Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Intervest hanteert om haar operationele performantie te meten en op te volgen. De maatstaven worden gebruikt in de financiële verslaggeving maar zijn niet gedefinieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf 3 juli 2016 voor het gebruik en de toelichting van de alternatieve prestatiemaatstaven. De alternatieve prestatiemaatstaven zijn gemarkeerd met ★ en voorzien van een definitie, doelstelling en reconciliatie zoals vereist volgens de ESMA richtlijn.
Dit is de te gebruiken term voor de waarde van een vastgoed bij de aankoop of verwerving. Indien er overdrachtskosten betaald worden, zijn deze inbegrepen in de aanschaffingswaarde.
De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de geschatte huurwaarde (GHW) van de verhuurde ruimtes en de geschatte huurwaarde van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuring, op afsluitingsdatum.
Het brutodividendrendement is het brutodividend gedeeld door de beurskoers op afsluitingsdatum.
Dit zijn de geïndexeerde brutohuren op jaarbasis, zoals contractueel bepaald, in de huurovereenkomsten, op de datum van afsluiting, vóór aftrek van huurkortingen of andere aan de huurders toegestane voordelen.
Deugdelijk bestuur (corporate governance) is een belangrijk instrument om voortdurend het bestuur van de vastgoedvennootschap te verbeteren en om over de belangen van de aandeelhouders te waken.
EPRA (European Public Real Estate Association) is een organisatie die de Europese beursgenoteerde vastgoedsector promoot, helpt ontwikkelen en vertegenwoordigt om zo het vertrouwen in de sector te bevorderen en investeringen in beursgenoteerd vastgoed in Europa te vergroten.
In oktober 2019 heeft EPRA's Reporting and Accounting Committee de geactualiseerde EPRA Best Practices Recommendations ('BPR')1 gepubliceerd. Deze BPR bevatten de aanbevelingen betreffende de bepaling van belangrijke prestatie-indicatoren voor de prestaties van de vastgoedportefeuille. Een aantal van deze indicatoren worden beschouwd als alternatieve prestatiemaatstaven conform de ESMA-richtlijn. De cijfermatige reconciliatie van deze alternatieve prestatiemaatstaven zijn hierna terug te vinden. De alternatieve prestatiemaatstaven worden berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
| EPRA resultaat★ | Resultaat afkomstig van de strategische operationele activiteiten. |
|---|---|
| EPRA Net Asset Value (NAV) indicatoren ★ |
(i) EPRA Net Reinstatement Value (NRV) geeft een schatting van het bedrag dat nodig is om de vennootschap opnieuw op te richten via de investeringsmarkten op basis van de huidige kapitaal- en financieringsstructuur, inclusief de real estate transfer tax. (ii) EPRA Net Tangible Assets (NTA) gaat uit van de hypothese dat de vennoot schap activa verwerft en verkoopt, hetgeen zou resulteren in de realisatie van bepaalde onvermijdelijke uitgestelde belastingen. (iii) EPRA Net Disposal Value (NDV) vertegenwoordigt de waarde die toekomt aan de aandeelhouders van de vennootschap in geval van verkoop van haar activa, hetgeen zou leiden tot de regeling van uitgestelde belastingen, de liquidatie van de financiële instrumenten en het in rekening nemen van andere verplichtingen aan hun maximum bedrag, min belastingen. |
| EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) |
Geannualiseerde brutohuurinkomsten op basis van de contractuele huren op afsluitingsdatum van de jaarrekeningen, met uitsluiting van de vastgoedkosten, gedeeld door de marktwaarde van de portefeuille verhoogd met de geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleg gingen. |
| EPRA aangepast NIR | Deze ratio voert een correctie uit op de EPRA NIR voor de afloop van huurvrije periodes (of andere niet-vervallen huurincentives zoals een huurperiode met korting en getrapte huurprijzen). |
| EPRA huurleegstands percentage |
Geschatte huurwaarde (GHW) van leegstaande oppervlakte, gedeeld door de GHW van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuring. |
| EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten)★ |
EPRA kosten (inclusief directe leegstandskosten) gedeeld door de brutohuur inkomsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
| EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten)★ |
EPRA kosten (exclusief directe leegstandskosten) gedeeld door de brutohuur inkomsten verminderd met de vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht. |
| EPRA netto huurgroei bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille★ |
Wordt ook EPRA Like-for-like Net Rental Growth genoemd. EPRA netto huurgroei bij gelijkblijvende samenstelling van de portefeuille vergelijkt de groei van de nettohuurinkomsten van de vastgoedbeleggingen die de hele periode beschikbaar waren voor verhuring, en niet in ontwikkeling, en dit gedurende de twee volledige jaren voorafgaand aan de afsluitingsdatum van het boekjaar. De wijzigingen in brutohuurinkomsten op een like-for-likebasis geven inzicht in de wijzigingen van de brutohuurinkomsten die niet het gevolg zijn van wijzigingen in de vastgoed portefeuille (investeringen, desinvesteringen, grote renovatiewerken, …). |
Definitie - De netto actief waarde (NAV) aangepast overeenkomstig de nieuwe Best Practice Recommendations (BPR) Guidelines die EPRA in oktober 2019 publiceerde voor toepassing vanaf 2020.
Toepassing - Past de IFRS NAV aan om de stakeholders een zo juist mogelijke informatie te verstrekken over de reële waarde van de activa en verplichtingen van een vennootschap die in vastgoed investeert in drie verschillende gevallen:
| in duizenden € | 31.12.2021 | ||
|---|---|---|---|
| EPRA NRV | EPRA NTA | EPRA NDV | |
| IFRS Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders van de moedermaatschappij |
622.512 | 622.512 | 622.512 |
| Verwaterde NAV aan reële waarde | 622.512 | 622.512 | 622.512 |
| Uit te sluiten: | 31.942 | 30.660 | 0 |
| Uitgestelde belastingen met betrekking tot de herwaardering aan ■ reële waarde van vastgoedbeleggingen |
27.453 | 26.425 | |
| Reële waarde van financiële instrumenten ■ |
4.489 | 4.489 | |
| Immateriële vaste activa volgens de IFRS-balans ■ |
-254 | ||
| Toe te voegen: | 49.362 | 0 | -813 |
| Reële waarde van schulden met vaste rentevoet ■ |
-813 | ||
| Real estate transfer tax ■ |
49.362 | ||
| NAV | 703.816 | 653.172 | 621.699 |
| Verwaterd aantal aandelen | 26.300.908 | 26.300.908 | 26.300.908 |
| NAV per aandeel (in €) | 26,76 | 24,83 | 23,64 |
| in duizenden € | 31.12.2020 | ||
|---|---|---|---|
| EPRA NRV | EPRA NTA | EPRA NDV | |
| IFRS Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders van de moedermaatschappij |
547.218 | 547.218 | 547.218 |
| Verwaterde NAV aan reële waarde | 547.218 | 547.218 | 547.218 |
| Uit te sluiten: | 24.407 | 23.928 | 0 |
| Uitgestelde belastingen met betrekking tot de herwaardering aan ■ reële waarde van vastgoedbeleggingen |
15.656 | 15.656 | |
| Reële waarde van financiële instrumenten ■ |
8.751 | 8.751 | |
| Immateriële vaste activa volgens de IFRS-balans ■ |
-479 | ||
| Toe te voegen: | 42.394 | 0 | -2.180 |
| Reële waarde van schulden met vaste rentevoet ■ |
-2.180 | ||
| Real estate transfer tax ■ |
42.394 | ||
| NAV | 614.019 | 571.146 | 545.038 |
| Verwaterd aantal aandelen | 25.500.672 | 25.500.672 | 25.500.672 |
| NAV per aandeel (in €) | 24,08 | 22,40 | 21,37 |
Definitie - Het EPRA resultaat is het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille minus het financieel resultaat en de belastingen, en exclusief variaties in reële waarde van financiële derivaten (die niet als hedge accounting behandeld worden conform IAS 39) en andere niet-uitkeerbare elementen op basis van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses nv. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - Het EPRA resultaat meet het resultaat van de strategische operationele activiteiten, met uitsluiting van (i) de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva, en (ii) het portefeuilleresultaat (de al dan niet gerealiseerde winst of verlies op vastgoedbeleggingen). Dit komt neer op het resultaat dat rechtstreeks wordt beïnvloed door het vastgoed- en financieel beheer van de vennootschap, met uitsluiting van de impact gekoppeld aan de volatiliteit van de vastgoed- en financiële markten.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat | 104.741 | 46.060 |
| Minderheidsbelangen | -6.641 | -2.629 |
| Nettoresultaat (aandeel Groep) | 98.100 | 43.431 |
| Elimineren uit het nettoresultaat (aandeel Groep) (+/-) | ||
| Resultaat op verkopen van ■ vastgoedbeleggingen |
-198 | -1.670 |
| Variaties in de reële waarde van ■ vastgoedbeleggingen |
-66.020 | -15.454 |
| Ander portefeuilleresultaat ■ |
11.205 | 9.083 |
| Variaties in de reële waarde van ■ financiële activa en passiva |
-4.217 | 2.311 |
| Minderheidsbelangen mbt tot ■ het bovenstaande |
6.306 | 2.654 |
| EPRA resultaat | 45.176 | 40.355 |
Definitie - Het EPRA resultaat per aandeel is het EPRA resultaat gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal aandelen. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - Het EPRA resultaat per aandeel meet het EPRA resultaat per gewogen gemiddeld aantal aandelen en maakt de vergelijking met het brutodividend per aandeel mogelijk.
| Reconciliatie | 31.12.2021 | 31.12.2020 | |
|---|---|---|---|
| EPRA resultaat (in duizenden €) | A | 45.176 | 40.355 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | B | 25.983.006 | 25.164.126 |
| EPRA resultaat per aandeel (in €) | =A/B | 1,74 | 1,60 |
De free float is het percentage van de aandelen in het bezit van het publiek. Volgens de definitie van EPRA en Euronext gaat het om alle aandeelhouders die individueel minder dan 5% van het totaal aantal aandelen bezitten.
Definitie - De gemiddelde rentevoet van de financieringen van de vennootschap wordt berekend door de som van netto-interestkosten (op jaarbasis) en de geactiveerde intercalaire interesten te delen door de gewogen gemiddelde schuld van de periode (op basis van de dagelijkse opnames van de financieringen (kredieten bij financiële instellingen, obligatieleningen, enz)). Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - De gemiddelde rentevoet van de financieringen meet de gemiddelde financieringskost van de schulden en laat toe om de evolutie er van in de tijd op te volgen, in functie van de evoluties van de vennootschap en van de financiële markten.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 | |
|---|---|---|---|
| Netto-interestkosten (op jaarbasis) | A | 6.997 | 7.638 |
| Geactiveerde intercalaire interesten | B | 1.080 | 317 |
| Gewogen gemiddelde schuld van de periode |
C | 459.768 | 397.690 |
| Gemiddelde rentevoet van de financieringen (op basis 360/365) (%) | = (A+B)/C | 1,8% | 2,0% |
Het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap is geregeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (de GVV-Wet) en in het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (het GVV-KB) met als doel gemeenschappelijke investeringen in vastgoed aan te moedigen.
De geschatte huurwaarde is de huurwaarde die wordt bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen.
Het Gespecialiseerde Vastgoedbeleggingsfonds (GVBF) valt onder het Koninklijk Besluit van 9 november 2016 met betrekking tot gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen. Dit stelsel maakt investeringen in onroerend goed mogelijk in een flexibel en efficiënt fonds.
Het koninklijk besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
De wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
De institutionele GVV wordt gereglementeerd door de wet van 12 mei 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (de GVV-Wet) en in het KB van 13 juli 2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (het GVV-KB). Het is een lichtere vorm van de openbare GVV. Ze biedt de openbare GVV de mogelijkheid om de specifieke fiscale aspecten van haar stelsel uit te breiden naar haar perimetervennootschappen en om partnerschappen en specifieke projecten met derden te realiseren.
De interestcover ratio is de verhouding tussen het operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille en het financieel resultaat (exclusief variaties in reële waarde van financiële derivaten).
Intervest is de ingekorte naam voor Intervest Offices & Warehouses, de volledige juridische naam van de vennootschap.
Dit is de waarde van een gebouw geschat door de onafhankelijke vastgoeddeskundige met inbegrip van de overdrachtskosten en waarvan de registratierechten niet zijn afgetrokken. Deze waarde komt overeen met de vroegere gehanteerde term "waarde vrij op naam".
Verhouding tussen het aantal verhandelde aandelen op één dag en het aantal aandelen.
Het nettodividend is gelijk aan het brutodividend na inhouding van 30% roerende voorheffing. De roerende voorheffing op dividenden van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen is ten gevolge van de Programmawet van 25 december 2016, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2016, 30% (behoudens bepaalde vrijstellingen).
Het nettodividendrendement is het nettodividend gedeeld door de beurskoers op afsluitingsdatum.
Het nettorendement wordt berekend als de verhouding tussen de contractuele huur verhoogd met geschatte huurwaarde op leegstand, verminderd met de toewijsbare vastgoedkosten, en de reële waarde van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur.
Definitie - Het nettoresultaat per aandeel (aandeel van de Groep) wordt berekend door het nettoresultaat zoals blijkt uit de resultatenrekening, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven aandelen min de eigen aandelen) gedurende het boekjaar. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
| Reconciliatie | 31.12.2021 | 31.12.2020 | |
|---|---|---|---|
| Nettoresultaat (aandeel Groep) (in duizenden €) |
A | 98.100 | 43.431 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | B | 25.983.006 | 25.164.126 |
| Nettoresultaat per aandeel (aandeel Groep) (in €) |
=A/B | 3,78 | 1,73 |
Definitie - Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (dus na aftrek van de minderheidsbelangen) vermeerderd met de reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen, gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde (eventueel na aftrek van de eigen aandelen). Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - De nettowaarde (investeringswaarde) per aandeel meet de waarde van het aandeel op basis van investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen en maakt een vergelijking met de beurskoers mogelijk.
| Reconciliatie | 31.12.2021 | 31.12.2020 | |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder maatschappij (in duizenden €) |
A | 622.512 | 547.218 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatie rechten en –kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoed beleggingen (in duizenden €) |
B | 42.084 | 30.210 |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder maatschappij - investeringswaarde (in duizenden €) |
C=A+B | 664.596 | 577.428 |
| Aantal aandelen op jaareinde | D | 26.300.908 | 25.500.672 |
| Nettowaarde (investeringswaarde) per aandeel (in €) | =C/D | 25,27 | 22,64 |
Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (dus na aftrek van de minderheidsbelangen) gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde (eventueel na aftrek van de eigen aandelen). Het stemt overeen met de nettowaarde zoals gedefinieerd in artikel 2, 23° van de GVV-Wet.
De nettowaarde (reële waarde) per aandeel meet de waarde van het aandeel op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en maakt een vergelijking met de beurskoers mogelijk.
De omloopsnelheid van het aandeel wordt berekend als de verhouding van het verhandeld aantal aandelen per jaar, gedeeld door het totaal aantal aandelen op het einde van de periode.
Definitie - De operationele marge is het operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille gedeeld door de huurinkomsten. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - De operationele marge geeft een indicatie over de mogelijkheid van de vennootschap om winst te genereren uit haar operationele activiteiten, zonder rekening te houden met het financieel resultaat, de belastingen en het portefeuilleresultaat.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 | |
|---|---|---|---|
| Operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille |
A | 53.430 | 48.918 |
| Huurinkomsten | B | 65.056 | 61.303 |
| Operationele marge (%) | =A/B | 82% | 80% |
De organische groei betreft de huurinkomstengroei van de bestaande portefeuille, inclusief de opgeleverde en verhuurde projecten, exclusief de acquisities.
Definitie - Het portefeuilleresultaat omvat (i) het resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen, (ii) de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen, en (iii) het ander portefeuilleresultaat. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Toepassing - Het portefeuilleresultaat meet de gerealiseerde en niet-gerealiseerde winst en verlies verbonden aan de vastgoedbeleggingen, in vergelijking met de waardering van de onafhankelijke vastgoeddeskundigen op het einde van het vorige boekjaar.
| Reconciliatie in duizenden € | 31.12.2021 | 31.12.2020 |
|---|---|---|
| Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen |
198 | 1.670 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen |
66.020 | 15.454 |
| Ander portefeuilleresultaat | -11.205 | -9.083 |
| Portefeuilleresultaat | 55.013 | 8.041 |
| Minderheidsbelang | -6.306 | -2.654 |
| Portefeuilleresultaat (aandeel Groep) | 48.707 | 5.387 |
Deze waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in omstandigheden van normale concurrentie. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de registratierechten en eventuele kosten.
In concreto betekent het dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,025 (voor gebouwen met een waarde hoger dan € 2,5 miljoen) of de investeringswaarde gedeeld door 1,10/1,125 (voor gebouwen met een waarde lager dan € 2,5 miljoen). Voor de vastgoedbeleggingen van Intervest die gelegen zijn in Nederland en aangehouden worden via de Nederlandse dochtervennootschappen betekent dit dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,09.
Het rendement wordt berekend als de verhouding tussen de contractuele huren (al dan niet verhoogd met de geschatte huurwaarde van de niet-bezette verhuurlocaties) en de reële waarde van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur. Het betreft een brutorendement, zonder rekening te houden met de toewijsbare kosten.
De return van een aandeel in een bepaalde periode is gelijk aan het brutorendement. Dit brutorendement is de som van (i) het verschil tussen de koers van het aandeel op het einde en in het begin van de periode en (ii) het brutodividend (dus het dividend vóór aftrek van de roerende voorheffing).
De schuldgraad wordt berekend als de verhouding van alle verplichtingen (exclusief voorzieningen en overlopende rekeningen) exclusief de negatieve variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten, ten opzichte van het totaal der activa. De berekeningsmethode van de schuldgraad is conform artikel 13, §1 tweede lid van het KB van 13 juli 2014. Middels dit KB is de maximale schuldgraad voor de vastgoedvennootschap vastgesteld op 65%.
Het verwaterd nettoresultaat per aandeel is het nettoresultaat zoals in de resultatenrekening gepubliceerd, gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal aandelen aangepast voor het effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering leiden.

Dit jaarlijks financieel verslag is geen registratiedocument in de zin van art. 28 van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Intervest Offices & Warehouses heeft haar jaarverslag in het Nederlands opgesteld. Intervest Offices & Warehouses heeft ook een Franse en Engelse vertaling van dit jaarverslag gemaakt. Zowel de Nederlandse, Franse als Engelse versie van dit jaarverslag zijn juridisch bindend. Intervest Offices & Warehouses, vertegenwoordigd door haar raad van toezicht, is verantwoordelijk voor de vertaling en de conformiteit van de Nederlandse, Franse en Engelse taalversies. Echter, in geval van tegenstrijdigheden tussen de taalversies, heeft de Nederlandse versie steeds voorrang.
De Nederlandse versie en de Franse en Engelse vertaling van dit jaarverslag zijn beschikbaar op de website van de vennootschap, www.intervest.eu.
Ce rapport annuel est également disponible en français.
This annual report is also available in English.

INTERVEST OFFICES & WAREHOUSES nv Openbare gereglementeerde vastgoed vennootschap naar Belgisch recht
Uitbreidingstraat 66 2600 Antwerpen [email protected] www.intervest.eu
T +32 3 287 67 67
BTW BE 0458 623 918 RPR ANTWERPEN


Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht
Uitbreidingstraat 66 2600 Antwerpen T +32 3 287 67 67
[email protected] www.intervest.eu
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.