Annual Report • Apr 8, 2016
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
| Kerncijfers (in € miljoen) | 2014 | 2015 | Evolutie % |
|---|---|---|---|
| Geconsolideerde resultatenrekening | |||
| Omzet | 552,8 | 644,5 | 16,6% |
| Brutowinst | 150,8 | 182,0 | 20,7% |
| EBITDA | 35,3 | 54,4 | 53,9% |
| EBIT | 14,3 | 26,9 | 87,7% |
| Nettowinst | 10,5 | 13,3 | 27,6% |
| Geconsolideerde balans | |||
| Eigen vermogen | 264,5 | 269,3 | 1,8% |
| Nettoschuld | 71,0 | 92,1 | 29,7% |
| Balanstotaal | 503,7 | 562,6 | 11,7% |
| Investeringen | 31,3 | 38,7 | 23,7% |
| Werkkapitaal | 124,6 | 142,9 | 14,7% |
| Ratios | |||
| EBIT op omzet | 2,6% | 4,2% | |
| Nettoschuld op eigen vermogen (Gearing) | 26,8% | 34,2% | |
| ROCE | 3,4% | 6,9% | |
| Personeel | |||
| Voltijdse Equivalenten (VTE) | 3.434 | 3.593 |
| Kerncijfers per aandeel | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Aantal aandelen per einde boekjaar | 134.163.287 | 135.039.121 |
| Beurskapitalisatie per einde boekjaar (in € miljoen) | 234,8 | 328,1 |
| Winst per aandeel per 31/12 (in €) | 0,08 | 0,10 |
| Boekwaarde per aandeel (in €) | 1,97 | 1,99 |
| Brutodividend per aandeel (in €) | 0,02 | 0,02 |
| Koers per 31/12 (in €) | 1,75 | 2,43 |
Omzet (in € miljoen)
EBITDA (in € miljoen)
Nettoschuld op eigen vermogen (Gearing) (in %)
Bij Deceuninck biedt ons engagement op vlak van innovation, ecology en design een duidelijke focus: building a sustainable home. Een (t)huis dat energiezuiniger is om in te wonen en aantrekkelijker om naar te kijken. Deceuninck verwerkt wereldwijd de nieuwste materialen tot producten die weinig onderhoud vergen, top isoleren, lang meegaan en op het einde van de gebruiksduur volledig kunnen worden gerecycleerd. Bovendien helpen onze waarden, Candor, Top Performance en Entrepreneurship ons meebouwen aan een betere wereld voor onze Partners en eindgebruikers. Deceuninck heeft sterke ambities. We willen bouwen aan een werkomgeving waarin mensen trots zijn op hun bijdrage, we willen onze positie bij de top drie in de markt versterken. Bovenop onze ecologische duurzaamheid, streeft Deceuninck naar financiële duurzaamheid.
Deceuninck belevert > 4000 klanten in 91 landen via 14 fabrieken en 22 distributiecentra in 19 landen gespreid over Noord- & Zuid-Amerika, Europa (incl. Rusland en Turkije) en Azië. Deceuninck stelt 3593 mensen te werk.
In 2015 realiseerde Deceuninck een omzet van € 644,5 miljoen.
De hoofdzetel van de Groep bevindt zich in Hooglede-Gits (België)
Top 3 designer & producent van PVC-raamsystemen en bouwproducten
14 productievestigingen en 22 distributiecentra in 19 landen gespreid over Noord- & Zuid-Amerika, Europa (incl. Rusland en Turkije) en Azië.
Deceuninck belevert >4000 Klanten in 91 landen
Tewerkstelling: wereldwijd 3593 VTEs
Omzet 2014: € 644,5 miljoen
Sterke focus op Building a sustainable home. Innovation – Ecology – Design
De hoofdzetel van de Groep is in Hooglede-Gits (België)
| Kerncijfers | 2 |
|---|---|
| Profiel van de onderneming Deceuninck 2015 |
3 4 |
| Deceuninck mission statement | 6 |
| Woord van de Voorzitter | 10 |
| Deceuninck's producten | 14 |
| Deceuninck: vestigingen en | |
| kantoren wereldwijd | 24 |
| Structuur van de Groep Deceuninck | 26 |
| Belangrijkste gebeurtenissen in 2015 | |
| tot 29 februari 2016 | 27 |
| Management | 28 |
| VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR | |
| Verklaring inzake deugdelijk bestuur | 29 |
| Managementverslag | 58 |
| Kenmerken aandelen Deceuninck | 70 |
| Aandeelhoudersbeleid en dividenden | 71 |
| Deceuninck geconsolideerd | 74 |
| Deceuninck NV | 133 |
| Verslag van de commissaris | 136 |
| Verklaring m.b.t. de informatie gegeven | |
| in dit jaarverslag | 139 |
| Adressen | 139 |
| Lexicon | 144 |
Bij Deceuninck geloven we in "bouwen aan een duurzaam (t)huis":
Wij zijn er om materialen op basis van PVC en houtcomposiet te ontwerpen; steunend op onze kennis en onze decennialange knowhow. Met deze materialen creëren we innovatieve oplossingen voor ramen & deuren, tuintoepassingen, dak & gevel en binnentoepassingen. Onze systemen zijn gemakkelijk te produceren, gemakkelijk te installeren en gemakkelijk te onderhouden.
We zijn er om je te helpen een (t)huis te bouwen, dat energiezuiniger is om in te wonen. We creëren bouwproducten met een lange levensduur, met weinig onderhoud en die top isolerend zijn. Onze producten worden gecreëerd met de kleinste ecologische voetafdruk en kunnen op het einde van hun leven volledig worden gerecycleerd.
We zijn er om je te helpen jouw persoonlijke stijl te vinden in de architectuur en de esthetiek van je (t)huis. We zijn er om je (t)huis en je gezin bescherming te geven tegen externe elementen. We bieden je een uniek gamma kleuren en oppervlaktestructuren. Naast de duurzame producteigenschappen, hebben onze producten een tijdloos design en dus een levensduur van meer dan 50 jaar.
We zijn er om een duurzaam (t)huis te bouwen voor onze medewerkers en onze Klanten. We bouwen aan langdurige relaties en "intimacy", gebaseerd op onze kernwaarden.
We zeggen wat we doen, en we doen wat we zeggen: dit is onze verantwoordelijkheid en onze discipline.
Top Performance betekent:
Onze reputatie is het resultaat van onze cultuur: medewerkers zijn fier om voor Deceuninck te werken volgens de waarden Candor, Top Performance en Entrepreneurship.
Deceuninck ontwerpt duurzame bouwmaterialen. PVC en Twinson zijn onderhoudsvriendelijke materialen, die gedurende een levenscyclus van meer dan 50 jaar, energie besparen en aan het einde van de cyclus zullen gerecycleerd worden.
Deceuninck is een belangrijke marktspeler, wat zich vertaalt in een substantieel marktaandeel (>10% voor PVC ramen) en een positie bij de top 3 marktspelers. Deceuninck is top op vlak van Kwaliteit en Service via partnerships met onze Klanten waarin we ons vertrouwen stellen.
De onderneming is duurzaam op financieel vlak. We vertalen onze acties in financiële doelen (we zeggen wat we doen), en we bereiken onze doelen (we doen wat we zeggen).
"2015 was een goed jaar voor Deceuninck. We realiseerden een sterke, organische groei van het volume in West-Europa, Noord-Amerika en Turkije en Emerging Markets en we integreerden met succes de acquisitie van Pimaş in Turkije. Bovenop de volumegroei hadden een hogere efficiëntie in productie en een strikte kostenbeheersing een gunstige impact op de EBITDA-marge.
De geslaagde uitgifte van de retailobligatie in december bezorgde ons € 40 miljoen extra liquiditeit die we zullen gebruiken om verdere groei te financieren, onder andere door de bouw van nieuwe fabrieken in Turkije en aan de Westkust in de VS.
Ik wens alle Klanten te bedanken voor hun vertrouwen en al onze medewerkers wereldwijd voor hun gedreven inzet.
Tom Debusschere, die in februari 2009 tot CEO benoemd werd, heeft beslist om met ingang van 1 maart 2016 een andere uitdaging aan te gaan. Op heel korte tijd is hij er in geslaagd Deceuninck financieel gezond te maken en het vertrouwen van de belegger te herwinnen. Ondertussen heeft hij met de steun van de Raad van Bestuur de krijtlijnen van de huidige groeistrategie uitgetekend. Deze strategie wordt nu onverminderd verdergezet.
We wensen Tom te bedanken voor zijn inzet de afgelopen jaren als CEO van de Groep.
Ondertussen heeft Francis Van Eeckhout, Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur, de fakkel als CEO a.i. overgenomen.
In 2016 verwachten we verdere groei dankzij de lancering van innovatieve producten en uitstekende service aan onze Klanten. De bijkomende capaciteit in Turkije en in de VS, samen met verdere investeringen in productie-efficiëntie zullen dit nog meer ondersteunen. We volgen de gestegen macro-economische onzekerheid in onze eindmarkten op de voet. De wisselkoersen en grondstofprijzen blijven de EBITDA-evolutie beïnvloeden, samen met de opstartkosten van onze geplande efficiëntie- en groeiprojecten."
Pierre Alain Baron De Smedt Voorzitter
Deceuninck is designer van PVC bouwoplossingen en producent van PVC -en composietprofielen voor toepassingen bestemd voor woningbouw en niet-residentiële gebouwen.
90% van de afgewerkte producten wordt gebruikt bij de constructie van gezinswoningen of appartementsgebouwen. Deceuninck schat dat 75% van zijn eindproducten gebruikt wordt voor woningrenovatie.
Voor de productgroep ramen en deuren bestaat het Klantenbestand van Deceuninck uit raam- en deurfabrikanten die PVC- en composietcomponenten verwerken tot afgewerkte producten. De raamfabrikanten plaatsen daarna zelf de ramen en deuren of verkopen ze aan erkende installateurs.
Buitentoepassingen, dak- & gevelbekleding en interieurtoepassingen worden verkocht aan professionele verdelers van bouwproducten of aan doe-het-zelf zaken.
Deceuninck beschikt ook nog over andere producten die niet voor woningbouw bedoeld zijn. Het belangrijkste product hierbij zijn de geluidswanden. De geluidswanden worden vooral verkocht aan hoofd- en onderaannemers voor wegeninfrastructuurwerken.
De raam- en deursystemen van Deceuninck kunnen onderverdeeld worden in 4 platforms om tegemoet te komen aan de vraag en aan de lokale bouwstijlen van iedere regio waar Deceuninck actief is.
Innovatie, Ecologie & Design vormen de belangrijkste drijvende krachten achter de nieuwe productontwikkelingen bij ramen en deuren. Deceuninck ambieert een zo hoog mogelijke isolatiewaarde in combinatie met een zo laag mogelijk materiaalverbruik.
De raamsystemen van Deceuninck worden ontworpen om te voldoen aan aan de hoogste energiebesparingsvereisten. De PVC ramen en deuren van Deceuninck bieden een perfect evenwicht tussen energie-efficiëntie en een comfortabele woonomgeving. De kwalitatief hoogwaardige en energieefficiënte PVC ramen en deuren verbeteren de levenskwaliteit in allerlei opzichten. PVC ramen en deuren bieden een uitstekende thermische en akoestische isolatie, inbraakveiligheid en een origineel kleurengamma.
De esthetisch mooi ontworpen raamprofielen kunnen worden uitgerust met de meest frequent gebruikte beglazing, gaande van goed-presterende dubbele beglazing tot 56mm driedubbele beglazing. Passiefhuiswaarden (Uw ≤ 0,8 W/m²K) kunnen worden behaald door middel van standaard driedubbele beglazing. Eforte, de kwalitatief hoogwaardige raamserie van het Inoutic platform in Centraal- & Oost-Europa werd door het internationaal vermaarde ift testinstituut (Rosenheim, Duitsland) gecertifieerd als een geschikt systeem om de passiefhuiswaarden te behalen.
In West-Europa biedt Zendow#neo met zijn Linktrusiontechnologie uitstekende isolatiewaarden voor ramen en deuren die voldoen aan de vereisten op vlak van bijna-energieneutraal bouwen die Europa vanaf 2018 en 2020 voor respectievelijk nieuwe openbare en particuliere woningen oplegt.
Kleurtechnologieën worden toegepast in functie van de regionale marktvraag. Alle regio's bieden raamsystemen aan met een enkelzijdige of dubbelzijdige gelamineerde folie (voornamelijk houtstructuren). Voor het topsegment van de markt in Turkije en Centraal- & Oost-Europa werden aluminium voorzetschalen ontwikkeld. In West-Europa biedt Deceuninck Decoroc aan, een poederachtige coating die wordt aangebracht op één, twee of de vier zijden van het profiel, voor het topsegment van de particuliere en professionele markt.
De kwalitatief hoogwaardige PVC voordeuren van Deceuninck bieden uitstekende thermische isolatiewaardes en zijn buitengewoon stevig. Het vervormingsvrij en heel stabiele profiel kan verder worden versterkt door gebruik te maken van meelasbare hoekverbinders. Zendow#neo deuren waarbij Deceuninck de Linktrusiontechnologie gebruikt, zorgen voor meer stabiliteit en stevigheid waardoor geen stalen versterking meer nodig is. Ze hebben een slank design en werden ontwikkeld voor grotere deurpanelen. Onze voordeuren kunnen ook worden uitgerust met meerpuntsloten en bijzonder beslag om zo te komen tot een uiterst hoge inbraakwerendheidsgraad. De deuren van Deceuninck bieden bescherming tegen extreme weersomstandigheden en garanderen een hoge veiligheidsgraad.
De voordeuren van Deceuninck kunnen worden uitgerust met alle beschikbare PVC-, glas-, en aluminiumpanelen. Zo accentueren ze op een elegante manier de architecturale stijl van nieuwbouwwoningen. Ze kunnen ook gemakkelijk worden geïntegreerd in de façade van bestaande gebouwen door gebruik te maken van aangepaste installatie- en montagerichtlijnen.
De deuren van Deceuninck zijn beschikbaar in een uitgebreid kleurengamma (zowel folie- als coatingafwerking) in lijn met de regionale marktvraag.
Naast de belangrijkste raamsystemen biedt Deceuninck ook een uitgebreid gamma schuifraamsystemen aan. Van het standaard inline schuifraamsysteem, het robuustere maar eveneens elegante Monorail systeem, tot het uiterst stevige hef- & schuifsysteem. Om een aangenamere leefruimte te creëren verbinden de schuifdeuren van Deceuninck de leefruimte met de tuin, het terras of het balkon.
Deceuninck maakt gebruik van de unieke Linktrusiontechnologie voor het nieuwe schuifdeursysteem iSlide#neo dat eind 2015 op de Zuid-Europese markt gelanceerd werd. De integratie van continue glasvezels versterken de vleugelprofielen en herleidt het zichtvlak van de kaderprofielen tot een absoluut minimum. Bovendien is het door de mechanische verbinding mogelijk om diverse profielafmetingen met mekaar te verbinden, waarbij de centrale kadersecties slechts 35mm breed zijn.
Aangezien geen staalversterkingen nodig zijn, verbetert tegelijkertijd de thermische isolatie met 30% en vermindert het materiaalgebruik met 40%. iSlide#neo zorgt voor een maximale glasoppervlakte en lichtinval zonder dat het schuifraamsysteem inboet op prestatievlak. Hierdoor blinkt iSlide#neo uit zowel op vlak van design als prestatie.
In het VK werd het schuifraamgamma aangevuld met de Slider 24.
In Continentaal Europa vervolledigt Deceuninck op alle markten haar raamplatformen met rolluiksystemen die speciaal zijn aangepast aan de lokale marktvereisten.
De uiterst hoge warmte- en geluidsisolatiewaarden van de rolluiken van Deceuninck dragen bij tot een energie-efficiënte woning en tot lagere verwarmingskosten. Ze bieden privacy, helpen inbrekers buiten te houden en bieden bescherming tegen slechte weersomstandigheden. Bovendien gaat het hier om een uiterst efficiënte en esthetische zonwering. De rolluiken van Deceuninck kunnen gemakkelijk en veilig worden geïnstalleerd op het raamprofiel met behulp van een verbindingsstuk. De mogelijkheid bestaat om het rolluik te voorzien van een vliegenraam en om de rolluikkast volledig in het gebouw te integreren.
De rolluiken van Deceuninck zijn ontwikkeld om bij elk soort raam te passen (hout, PVC of aluminium) en zijn beschikbaar in een uitgebreid kleurengamma.
De luiken van Deceuninck zijn ontworpen om aan de specifieke vraag per land te voldoen. Ze combineren een hoge kwaliteit en een uitgebreide keuze aan vormen, vulpanelen en kleuren. De luiken van Deceuninck zijn ontworpen, om tegemoet te komen aan de behoeften van de individuele gebruiker. Ze zijn een esthetisch mooie bescherming tegen de zon. De luiken van Deceuninck zijn verkrijgbaar in een ruime kleurkeuze met een decoratieve folie- of coatingafwerking.
De terrassen van Deceuninck combineren de voordelen van hout met de unieke eigenschappen van PVC. Doordat ze het natuurlijke uitzicht van hout en de onderhoudsvriendelijkheid van PVC in één enkel nieuw basismateriaal combineren, beantwoorden onze Twinson buitenvloeren aan alle comforteisen voor de terrassen van uw patio. Deze milieuvriendelijke terrasplanken veranderen het uitzicht en de prestaties van uw terras.
Terrace is de ideale keuze voor privégebruik zoals patio's en tuinpaden, terwijl Terrace+ meer geschikt is voor toepassingen die een architecturale benadering vereisen. Terrace Massiv werd onlangs ontwikkeld om de prestaties van de Twinson producten nog te verbeteren. Dit is een ideaal product voor professionele en openbare toepassingen.
Deceuninck brengt in Europa uitstekende, onderhoudsvriendelijke en duurzame omheiningsproducten op de markt.
De omheiningen worden gemaakt van Twinson houtcomposiet of van PVC profielen (Grandparc)
De Twinson tuinschermkit bestaat uit standaard terrasplanken die als robuuste tuinschermen met een hoogwaardig design gebruikt worden en harmonieus aansluiten op een Twinson terras.
De afwerking van uw woning moet niet alleen esthetisch, maar ook duurzaam zijn. De dak- en gevelsystemen van Deceuninck voldoen aan beide voorwaarden.
De gevelbekledingssystemen van Deceuninck zijn verkrijgbaar in harde meerkamer-PVC, PVC-hardschuim of Twinson houtcomposietmateriaal. Al deze materialen zijn 100 % recycleerbaar.
Deceuninck beschikt over een ruim gamma dakrandafwerkingsproducten. Deze bieden een duurzame bescherming voor uw nieuwbouw- of gerenoveerde woning. De dakproducten van Deceuninck kunnen gemakkelijk worden geplaatst, vereisen weinig onderhoud gedurende meer dan 50 jaar en zijn verkrijgbaar in een breed gamma kleuren en houtimitaties.
De Premium Twinson bekledingssystemen zijn de voorlopers van een nieuwe generatie façade- en gevelbekleding. Als u een goede isolatie met het Twinson bekledingssysteem combineert, kunt u de externe thermische isolatie van de gevel van uw gebouw optimaliseren. Het resultaat? Lagere energiefacturen en minder CO2 -emissie.
Van de Twinson gevelbekleding zijn zowel open als gesloten versies verkrijgbaar.
De PVC gevelbekleding van Deceuninck biedt de beste prijskwaliteitverhouding. Deze productlijn is verkrijgbaar in verschillende vormen en kleuren. Dit aanbod omvat gecoëxtrudeerde PVC gevelbekleding op basis van de Cyclefoam-technologie. Een PVC toplaag in houtnerfstructuur maakt deel uit van het gamma.
Een in de massa gekleurde toplaag uit PVC staat garant voor een lange levensduur en een beperkt onderhoud.
De PVC-plafond- en muurbekleding van Deceuninck biedt eindeloze mogelijkheden voor de inrichting van uw interieur - van de traditioneelste tot de modernste stijl.
Deze producten zijn zowel verkrijgbaar in een hedendaagse als in een traditionele stijl en in een verscheidenheid van kleuren.
De PVC-binnenvensterbanken van Deceuninck hebben een lange gebruiksduur en zijn stevig. Ze zijn gemaakt van 100 % gerecycleerd PVC. Ze zijn voorzien van een uitermate duurzame decoratieve afwerking die hen bestand maakt tegen krassen en de gloed van sigaretten. De PVCbinnenvensterbanken van Deceuninck zijn water- en UV-bestendig, kunnen gemakkelijk worden geplaatst en zijn 100 % recyclebaar.
Ze zijn verkrijgbaar in een ruim gamma kleuren en 5 verschillende breedten (van 180 mm tot 400 mm) - telkens met de bijbehorende eindstukken en afwerkingsprofielen.
In 2015 lanceerde Deceuninck Stonosil vensterbanken. Ze zorgen voor een combinatie van een elegant design met het uitzicht van natuursteen. De basis is eveneens 100% gerecycleerde PVC.
De plinten en sierlijsten van Deceuninck bezorgen het interieur van uw woning een echte 'finishing touch'. Ze vormen een naadloze overgang tussen uw binnenwanden en de vloer. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende ontwerpen en afmetingen en in een brede verscheidenheid van kleuren (houtimitatie of effen kleuren). Ze kunnen gemakkelijk worden geplaatst en ze zijn water- en schokbestendig.
Voor de productie van geluidswanden maakt Deceuninck gebruik van zijn Cyclefoamtechnologie.
Daardoor zijn ze gebruiksvriendelijk en kunnen ze gemakkelijk worden geïnstalleerd. Doordat Deceuninck in staat is om profielen te coaten of via coëxtrusie van een gekleurde buitenlaag te voorzien, kan de onderneming geluidswanden aanbieden die aan de esthetische vereisten van infrastructuurarchitecten beantwoorden.
Met zijn Cyclefoam-geluidswanden pakt Deceuninck meteen twee uitdagingen op milieuvlak aan. Deze producten bieden niet alleen een oplossing voor de recyclage en de verwerking van postconsumer harde PVC-producten tot nieuwe, hoogwaardige toepassingen, maar ze bieden ook een oplossing voor geluidsoverlast. De Cyclefoam-geluidswanden vinden hun toepassing in infrastructuurwerken overal in Europa langs snelwegen, luchthavens en spoorwegen.
Voor de particuliere markt zijn de Cyclefoam-geluidswanden een ideaal product om geluid te dempen dat afkomstig is van sportevenementen, speeltuinen en scholen.
In industriële omgevingen worden Cyclefoam-geluidswanden gebruikt om geluid van airco-installaties, industriële sites, hoogspanningstransformatorhuizen, enz. terug te dringen.
Sommige technologieën die tijdens het productieproces worden toegepast, werden door Deceuninck zelf ontwikkeld en zijn daardoor uniek in deze sector. De meeste van die unieke technologieën worden door een aantal patenten beschermd.
Deur
Linktrusion verwijst naar de unieke benadering die Deceuninck toepast bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën en materialen. Dit is het platform waarmee verschillende materialen en technologieën in één enkel geëxtrudeerd meercomponentenproduct kunnen worden gecombineerd. Zendow#neo is de eerste toepassing van dit platform. Bij Zendow#neo is Linktrusion de combinatie van PVCprofielen, versterkt met continue glasvezels en een geëxtrudeerd
versterkingsprofiel, met een hardschuimkern uit PVC met lage densiteit, waarin staaldraad is verwerkt. Hierdoor ontstaat een oplossing die resulteert in 30 % betere isolatie.
Het 100 % recycleerbare houtcomposietmateriaal van Deceuninck biedt het beste uit beide werelden: het natuurlijke en warme uitzicht van hout en de onderhoudsvriendelijkheid en duurzaamheid van PVC. Hierdoor is dit het perfecte materiaal voor gebruik als terrassen.
Twinson biedt onbeperkte mogelijkheden. De voortdurende ontwikkeling van Twinson heeft intussen al meerdere geschikte installatieoplossingen mogelijk gemaakt. Met behulp van de berekeningssoftware die vanaf www.twinson.com kan worden gedownload, kan het product moeiteloos worden geplaatst.
Twinson behaalde intussen ook al verschillende certificaten, zoals PEFC (Programme for the Endorsement of Forest Certification), en de kwaliteitslabels VHI (Verband der Deutschen Holzwerkstoffindustrie e.V.) (Duitsland) en LNE (Laboratoire national de métrologie et d'essais) (Frankrijk). Deze labels benadrukken het ecologische engagement van Deceuninck voor een duurzaam productontwerp.
4. Rovex
Rovex is een geavanceerd gepultrudeerd polyurethaan glasvezelversterkt composietmateriaal dat werd ontworpen als alternatief voor de traditionele materialen zoals metaal, polyester glasvezelcomposiet en beton.
De 'gesloten kringloop'-filosofie en het engagement van Deceuninck op het vlak van innovatie leidden ook tot Cyclefoam, een schuimproces waarin gerecycleerde, harde PVC met een innovatieve technologie wordt geëxtrudeerd en gebruikt om hoogwaardige profielen te maken. Cyclefoam wordt voornamelijk gebruikt bij de productie van geluidswanden, maar kan ook voor dak- en gevelbekledingstoepassingen worden ingezet. Cyclefoam vindt ook zijn toepassing in de thermische versterking, de PVC versterking waarin staaldraad verwerkt is. De geschuimde kern van dit product maakt gebruik van de Cyclefoamtechnologie.
Als eerste toepassing gebruikt Deceuninck de Rovex-technologie voor de thermische versterking 'Innergy'. Dit zijn geavanceerde glasvezelversterkingen die gemakkelijk in de kamers voor raam- en deurprofielen kunnen worden geschoven om een betere ondersteuning en een hogere isolatiewaarde te bieden.
Het gepatenteerd recept maakt gebruik van een voor tot wel 20 % op biologische grondstoffen gebaseerd hars. Het composietmateriaal bestaat onder meer uit soja en andere hernieuwbare bronnen en biedt de nodige sterkte, stabiliteit en flexibiliteit zonder dat daarvoor styreen of peroxide moet worden gebruikt.
'Innergy' thermische versterkingen zijn energie-efficiënte versterkingen die de stevigheid en structurele versterking van aluminium bieden, maar met betere thermische prestaties.
ES
UK
FR
BE
DE
IT
PL CZ
RO
TR
BG
RU
HR BA
RS
BR
CL
US US
IN
TH
AU
(PER 29 FEBRUARI 2016)
(TOT 29 FEBRUARI 2016)
Tom Debusschere (tot 29 februari 2016) Vertegenwoordiger van Tom Debusschere Comm.V. CEO Francis Van Eeckhout (vanaf 1 maart 2016) Vertegenwoordiger van Beneconsult BVBA CEO a.i. Philippe Maeckelberghe (tot 31 december 2015) CFO Finance & IT Wim Van Acker (vanaf 1 januari 2016) Vertegenwoordiger van Fienes BVBA CFO, Finance & IT Ann Bataillie Directeur HR & Legal Wim Clappaert COO, Operations & Technology Ergün Cicekci Directeur Turkije & Emerging Markets Yves Dubois Directeur Zuidwest-Europa General Manager Frankrijk Filip Geeraert Directeur Verenigde Staten Artur Pazdzior Directeur Centraal - & Oost-Europa General Manager Polen Bernard Vanderper Directeur Noordwest-Europa General Manager Benelux
Philippe Maeckelberghe Vertegenwoordiger van SophiDelphi BVBA
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCBVA, Vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren
Edgar Freund Deceuninck / Inoutic GmbH Mirko Anesi Deceuninck Italy S.r.l. Inoutic Deceuninck d.o.o. Volker Guth Deceuninck Rus OOO
Radek Slabak Inoutic / Deceuninck spol. S r.o
Roy Frost Deceuninck Ltd.
Giorgio Grillo Deceuninck NV Sucursal en España
Het beleid van Deceuninck wordt sinds jaren bepaald door hoge standaarden inzake integriteit, corporate governance, evenwichtige belangenbehartiging, onafhankelijkheid, transparantie en verantwoord ondernemerschap.
De Groep hecht het grootste belang aan het respecteren van het autonome karakter van de Vennootschap en van haar organen inzake besluitvorming. Hierbij neemt zij de economische realiteit, de eigenheid, de omvang en de structuur van de Groep in acht.
De Raad van Bestuur onderschrijft de principes van corporate governance en transparantie zoals bepaald in de Belgische Corporate Governance Code van 12 maart 2009 (de "Code"), die zij als referentiecode inzake corporate governance hanteert.
De Raad van Bestuur verbindt zich ertoe de principes geformuleerd in de Code na te leven:
Het Corporate Governance Charter van de Vennootschap (het "Charter") is opgesteld in overeenstemming met de aanbevelingen die zijn uiteengezet in de Code. De Code is gebaseerd op een "pas toe of leg uit"-systeem: Belgische beursgenoteerde vennootschappen dienen de Code na te leven, maar mogen afwijken van de bepalingen en richtlijnen ervan (doch niet van de principes) op voorwaarde dat zij de rechtvaardiging voor een dergelijke afwijking bekendmaken. Het Charter van de Vennootschap werd laatst bijgewerkt op 17 december 2013 en kan geraadpleegd worden op de website van de Vennootschap (www.deceuninck.com).
De Raad van Bestuur leeft de Code na, met uitzondering van de bepalingen 5.2./4 en 8.10 van de Code. De Raad van Bestuur is van mening dat de afwijking van deze bepalingen van de Code gerechtvaardigd is, gelet op de specifieke situatie van de Vennootschap:
• Met het oog op een efficiënte besluitvorming, werd het auditcomité beperkt tot 4 leden. Op grond van de weerspiegeling van de samenstelling van de Raad van Bestuur is slechts de helft van de leden onafhankelijk terwijl bepaling 5.2./4 vereist dat dit de meerderheid betreft. Aangezien het auditcomité overeenkomstig de wettelijke bepalingen samengesteld is uit louter niet-uitvoerende bestuurders, bestaat er voldoende garantie om haar monitoringfunctie in alle onafhankelijkheid te kunnen uitoefenen.
• De Vennootschap wijkt af van bepaling 8.10 van de Code met betrekking tot de Algemene Vergaderingen en de publicatie van de notulen van de Algemene Vergadering. De Vennootschap publiceert in overeenstemming met artikel 546 W. Venn. de resultaten van de stemmingen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders zo snel mogelijk na de vergadering op haar website. Daar de aandeelhouder voldoende geïnformeerd is over de inhoud van de besluiten en de resultaten van de stemming, opteert de Vennootschap ervoor om de notulen niet in extenso te publiceren.
De statuten bepalen dat de Vennootschap wordt bestuurd door een Raad van Bestuur samengesteld uit minstens drie bestuurders. Minstens de helft van de leden van de Raad van Bestuur dienen niet-uitvoerende bestuurders te zijn. Minstens drie bestuurders moeten onafhankelijk zijn.
De huidige Raad van Bestuur is samengesteld uit acht bestuurders. Eén lid is uitvoerend bestuurder ("CEO") en drie leden zijn "onafhankelijk bestuurder" in de zin van, onder andere, artikel 526ter van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen. Vier bestuurders zijn benoemd op voordracht van de belangrijke aandeelhouders.
De leden worden benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Hun initiële mandaat is maximaal vier jaar (gebaseerd op het Corporate Governance Charter van de Vennootschap) en kan worden verlengd. Het Remuneratie- en Benoemingscomité draagt één of meer kandidaten tot benoeming voor, rekening houdend met de noden van de Vennootschap en overeenkomstig de benoemingsprocedure en selectiecriteria die de Raad van Bestuur daartoe heeft opgesteld. Bij de samenstelling van de Raad van Bestuur wordt rekening gehouden met de noodzakelijke diversiteit en complementariteit inzake gender, bekwaamheden, ervaring en kennis. Bij elke (her)benoeming neemt de Raad van Bestuur de wet op de genderdiversiteit in beschouwing. Zo werd een mannelijke bestuurder, die in 2015 ontslag nam, vervangen door een vrouwelijke bestuurder. De leeftijdsbeperking voor bestuurders werd op 70 jaar vastgelegd op het ogenblik van de (her)benoeming. In principe eindigt de termijn van een bestuurder bij de afsluiting van de jaarlijkse vergadering die geldt als het einde van zijn of haar mandaat.
De onafhankelijke bestuurders beantwoorden aan de
onafhankelijkheidscriteria bepaald in artikel 526ter van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en van het Charter. Een onafhankelijke bestuurder die niet langer voldoet aan de vereisten inzake onafhankelijkheid dient de Raad van Bestuur hiervan onmiddellijk op de hoogte te brengen.
De Raad van Bestuur komt minstens vier maal per jaar bijeen, of zo vaak als nodig of wenselijk wordt geacht in het belang van de Vennootschap. Vóór de vergadering ontvangt elke bestuurder de documenten zodat de bestuurders zich voldoende kunnen voorbereiden voor de vergadering. Alle vergaderingen van der Raad van Bestuur worden bijgewoond door de Secretaris.
De CFO woont de vergadering bij op verzoek van de Raad van Bestuur.
Functies en lidmaatschap van de bestuurders binnen de Raad van Bestuur en zijn comités:
| Functie | Naam | LIdmaatschap comités | Laatste hernieuwing mandaat | Einde mandaat |
|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | Pierre Alain Baron De Smedt* | Voorzitter Remuneratie- en Benoemings comité |
14/05/2013 | 09/05/2017 |
| CEO | Tom Debusschere Comm. V met vaste vertegenwoordiger Tom Debusschere |
/ | 14/05/2013 | 09/05/2017 |
| Ondervoorzitter | François Gillet** | Lid Auditcomité en Remuneratie- en Benoe mingscomité |
13/05/2014 | 08/05/2018 |
| Ondervoorzitter | Holve NV(*) met vaste vertegenwoordiger Francis Van Eeckhout |
Lid Auditcomité | 12/05/2015 | 14/05/2019 |
| Bestuurder | RAM Comm. VA met vaste vertegenwoordiger Arnold Deceuninck |
Lid Remuneratie- en Benoemingscomité | 10/05/2011 | 12/05/2015 |
| Bestuurder | Marcel Klepfisch SARL * met vaste vertegenwoordiger Marcel Klepfisch |
Voorzitter Auditcomité en lid Remuneratie en Benoemingscomité |
13/05/2014 | 08/05/2018 |
| Bestuurder | Pentacon BVBA * met vaste vertegenwoordiger Paul Thiers |
Lid Auditcomité en Remuneratie- en Benoemingscomité |
12/05/2015 | 14/05/2019 |
| Bestuurder | Bene Invest BVBA** met vaste vertegenwoordiger mevrouw Benedikte Boone |
Lid Remuneratie- en Benoemingscomité | 12/05/2015 | 14/05/2019 |
| Bestuurder | Mardec Invest BVBA** met vaste vertegenwoordiger mevrouw Evelyn Deceuninck |
16/12/2015 | 14/05/2019 | |
| * Onafhankelijke Bestuurder |
** Verkozen op voordracht van een belangrijke aandeelhouder
*** Vervangen door Beneconsult BVBA met ingang van 1 maart 2016
• Willy Deceuninck (als vaste vertegenwoordiger van T.R.D. Comm VA)
• Arnold Deceuninck (als vaste vertegenwoordiger van R.A.M. Comm. VA) werd na zijn ontslag op 20 oktober 2015 tot ere-bestuurder benoemd. De heer Arnold Deceuninck was meer dan 40 jaar actief bij Deceuninck. De Voorzitter en alle bestuurders wensen hem te bedanken voor zijn jarenlange inzet en waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van de Vennootschap.
Secretaris van de Raad van Bestuur: Ann Bataillie, Directeur HR & Legal.
Pierre Alain Baron De Smedt behaalde een Master of Business Administration aan de Solvay Business School (ULB), een diploma Handelsingenieur en een Master Economische en Financiële Wetenschappen aan de ULB. Pierre Alain Baron De Smedt was voorzitter van Febiac, de Belgische automobielfederatie, en bestuurder van Avis Europe Plc. Tot eind april 2014 was hij voorzitter van het VBO/FEB. Hij was bestuurder van Proximus NV, Recticel NV en Alcopa NV.
Tom Debusschere is Burgerlijk Ingenieur met een postgraduaat 'Bedrijfskundig Ingenieur'. Hij startte zijn carrière in 1992 als Logistiek Manager bij Deceuninck. In 1995 startte hij een negenjarige opdracht bij de Amerikaanse divisie, Dayton Technologies waar hij doorgroeide tot Vice President Operations. In 2004 ging hij aan de slag bij de Belgische Unilin groep als hoofd van de divisie Unilin Decor, een leverancier van meubelonderdelen en deel uitmakend van de Amerikaanse Mohawk groep. Op 1 december 2008 kwam hij terug naar Deceuninck als VP Marketing & Sales. Hij werd benoemd tot CEO van Deceuninck op de Raad van Bestuur van 6 februari 2009. Hij zetelt in de Belgische Commissie Corporate Governance en in de raden van bestuur van EPPA (European PVC Window Profile and Related Building Products Association), EuPC (European Plastic Converters) en Essenscia (Belgische Federatie van de Chemische Industrie en Life Sciences).
François Gillet behaalde een Master Business and Administration aan de Leuven Management School (LSM). François Gillet is momenteel lid van het Executive Comité en Chief Investment Officer van Sofina NV, een financiële holdingmaatschappij. Als vertegenwoordiger van Sofina NV bekleedt de heer Gillet eveneens functies als niet-uitvoerend bestuurder in verschillende participaties van Sofina NV en in Emakina Group NV.
Francis Van Eeckhout behaalde een diploma Handelsingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven in 1990. In 1991 behaalde hij een licentie 'marketing appliqué' in Aix en Provence. In 1992 behaalde hij een licentie 'accountancy' aan de WHU in Koblenz. In de periode 1992-1993 werkte hij op de marketingafdeling van Bahlsen Keksfabrik in Hannover. Tussen 1994 en 2011 was hij gedelegeerd bestuurder van Van Eeckhout NV (beton), VVM NV (cement), Diamur NV (droge mortel) en Nivelles Beton NV (beton). Sinds 2012 is hij gedelegeerd bestuurder bij Gramo BVBA (holding).
Marcel Klepfisch behaalde een diploma Handelsingenieur aan de Universiteit Antwerpen. Hij heeft een brede ervaring in crisismanagement en was van februari 2009 tot oktober 2009 Chief Restructuring Officer bij Deceuninck NV. Hij was lid van de Raad van Bestuur van Nybron Flooring International Zwitserland, Chief Executive Officer bij Ilford Imaging, lid van het Executief Comité bij Vickers Plc, CFO van BTR Power Drive, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Pack2Pack en Voorzitter van de Raad van Bestuur van Volution in het Verenigd Koninkrijk. Vandaag is hij lid van de Management Advisory Board van Tower Brook in Londen en Voorzitter van de Raad van Bestuur van GSE Group in Frankrijk.
Paul Thiers is alumnus van zowel de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij afstudeerde als Master in de Rechten (1980) en Master in het Notariaat (1981) als van Vlerick Management School waar hij in 1982-1983 PUB volgde. Hij was van 1982 tot 2005 Co-CEO en lid van de Raad van Bestuur van de Belgische Unilin Groep. Hij is o.a. lid van de Raad van Bestuur van Pentahold NV, Altior CVBA, Accent NV, Hecta, Vergokan en van Origis NV.
Benedikte Boone behaalde een diploma Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Leuven in 1994. Benedikte Boone heeft bestuurderservaring in Lotus Bakeries en in diverse familiale vennootschappen zoals Bene Invest BVBA, Holve NV en Harpis NV.
Evelyn Deceuninck behaalde een Bachelor Kinesitherapie aan de Katholieke Hogeschool van Gent in 2001. Daarna volgde ze een opleiding paardenosteopathie in Roosendaal (NL). Ze beschikt over een attest Vakbekwaamheid Internationaal Personenvervoer en een OBO-diploma (Openbare Bus Onderneming). Sinds 2003 is ze zaakvoerder van Deceuninck Auto's NV, een autobusbedrijf in exploitatie bij De Lijn. Sinds 2012 staat ze ook in voor de dagelijkse leiding van bandencentrale Bandeman in Roeselare (BE).
De Raad van Bestuur bepaalt de strategische doelstellingen van de Vennootschap en kan alle handelingen stellen die nodig of nuttig zijn om het maatschappelijk doel van de Vennootschap te verwezenlijken, met uitzondering van die handelingen die bij wet of volgens de statuten van de Vennootschap expliciet zijn voorbehouden voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Bij de uitvoering van zijn taken handelt de Raad van Bestuur in overeenstemming met de belangen van de Groep. De Raad van Bestuur heeft, in toepassing van artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen en overeenkomstig artikel 16bis van de statuten, bij besluit van 27 maart 2013 bevoegdheden met betrekking tot het dagelijkse en operationele bestuur, overgedragen aan het directiecomité. De overgedragen bevoegdheden van het directiecomité werden door de Raad van Bestuur vastgelegd in het Charter. De Raad van Bestuur is belast met het toezicht op het directiecomité.
De vergaderingen van de Raad van Bestuur worden samengeroepen door de Voorzitter van de Raad van Bestuur of door ten minste twee bestuurders, telkens het belang van de Vennootschap dit vereist.
De Raad van Bestuur kan slechts geldig beraadslagen en beslissen indien ten minste de helft van zijn leden in functie tegenwoordig of vertegenwoordigd is. De besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen behoudens de in de statuten vermelde uitzonderingen.
Gedurende het afgelopen boekjaar, heeft de Raad van Bestuur voornamelijk volgende thema's behandeld: langetermijnstrategie, herfinanciering, uitgifte van een obligatielening, opvolging innovatieprojecten en de technologische strategie, goedkeuring investeringsdossiers, opvolging van de businessplannen van de verschillende regio's, financiële rapportering,
continue opvolging van de schuld en liquiditeitspositie van de Groep, opvolging en beslissingen met betrekking tot de managementstructuur, opstelling van de statutaire en geconsolideerde jaarrekening en jaarverslag, opvolging van KPI's, voorbereiding van de algemene vergadering, integratie van de Turkse PVC raamprofielproducent Pimaş. Verder heeft de Raad ook kennis genomen van de verslagen en voorstellen van besluiten van het Auditcomité en van het Remuneratie- en Benoemingscomité en waar nodig beslissingen genomen op basis van de aanbevelingen van deze comités.
Om zijn taken en verantwoordelijkheden op efficiënte wijze te vervullen, heeft de Raad van Bestuur gespecialiseerde comités opgericht om specifieke kwesties te analyseren en om advies te verlenen aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur beschikt over een Auditcomité en een Remuneratie- en Benoemingscomité.
De rol van deze comités is louter om advies te verlenen. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt bij de Raad van Bestuur.
De Raad van Bestuur zal zich ervan vergewissen dat de leden van elk comité over de specifieke kennis en vaardigheden beschikken die nodig zijn om de comités in staat te stellen zo goed mogelijk te functioneren.
De Raad van Bestuur bepaalt de opdrachten van elk comité voor wat betreft organisatie, procedures, beleid en activiteiten van het comité. De rol, de taken en de samenstelling van deze comités zijn vastgelegd in de statuten van de Vennootschap en in het Corporate Governance Charter van de Vennootschap.
In overeenstemming met artikel 17 van de statuten en artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen heeft de Vennootschap een Auditcomité opgericht waarbij de Raad van Bestuur de leden van het Auditcomité benoemt en ontslaat. Het Auditcomité bestaat in beginsel uit minimum drie bestuurders. Alle leden van het Auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. De Voorzitter van de Raad van Bestuur zit het Auditcomité niet voor.
Het huidige Auditcomité is samengesteld uit in totaal vier leden die allen niet-uitvoerende bestuurders zijn. Twee leden van het Auditcomité zijn onafhankelijk in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.
Het Auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in het vervullen van zijn toezichtsopdracht met het oog op controle en is de belangrijkste schakel tussen de Raad van Bestuur, de interne auditor en de commissaris.
Het Auditcomité is samengesteld als volgt:
In 2015 heeft het Auditcomité de Raad van Bestuur bijgestaan in de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden in de meest ruime zin en o.m. de volgende taken uitgevoerd:
toezicht op het interne auditsysteem; en
controle van de rekeningen en opvolgen van het budget.
Het Auditcomité heeft de interne controlesystemen en het risicobeheer beoordeeld zoals bepaald door het Executive Team op voorstel van de risicomanager. Het Auditcomité waakt erover dat de belangrijkste risico's (inclusief de risico's die verband houden met de naleving van bestaande wetgeving en regelgeving), op correcte wijze zijn geïdentificeerd en dat er risicobeheersystemen worden geïmplementeerd binnen de Groep. Het stelt tevens de Raad van Bestuur van de Vennootschap hierover in kennis.
Het Auditcomité doet tevens aanbevelingen aan de Raad van Bestuur van de Vennootschap over de selectie, de benoeming en de herbenoeming van de commissaris en de voorwaarden voor zijn of haar benoeming.
Het Auditcomité vergadert zo vaak als nodig is voor een goed functioneren van het Auditcomité maar komt op zijn minst vier maal per jaar bijeen. Vergaderingen van het Auditcomité worden in beginsel samengeroepen door de voorzitter van het Auditcomité. Elk lid kan het Auditcomité laten bijeenroepen. Het aanwezigheidsquorum bestaat uit twee leden die fysiek (of per telefoonconferentie) vergaderen. Beslissingen worden genomen bij meerderheid van de stemmen uitgebracht door de leden. De Voorzitter van de Raad van Bestuur beschikt over een doorlopende uitnodiging om de vergaderingen van het Auditcomité bij te wonen. Het Auditcomité nodigt de CEO, de CFO, de interne auditor of de commissaris uit om vergaderingen bij te wonen.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité bestaat uit minimum drie bestuurders. Alle leden van het Benoemings- en Remuneratiecomité zijn in beginsel niet-uitvoerende bestuurders. De CEO kan echter deelnemen aan de vergaderingen van het Remuneratie- en Benoemingscomité wanneer dit de remuneratie van de andere leden van het Executive Team behandelt. De Voorzitter van de Raad van Bestuur of een andere nietuitvoerende bestuurder oefent het voorzitterschap van het Remuneratie- en Benoemingscomité uit.
Het huidige Remuneratie- en Benoemingscomité is als volgt samengesteld:
Alle leden van het huidige Remuneratie- en Benoemingscomité zijn niet-uitvoerende bestuurders en de meerderheid is onafhankelijk. Het Remuneratie- en Benoemingscomité formuleert voorstellen aan de Raad van Bestuur met betrekking tot:
De leden beschikken gelet op hun opleiding en professionele ervaring over de nodige deskundigheid op gebied van remuneratiebeleid.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité komt zo vaak samen als nodig is voor het goed functioneren ervan, maar in ieder geval ten minste tweemaal per jaar. De vergaderingen worden doorgaans bijeengeroepen door de voorzitter van het Remuneratie- en Benoemingscomité, hoewel het Remuneratie- en Benoemingscomité door elk lid kan worden bijeengeroepen. Het aanwezigheidsquorum voor het comité is twee leden die fysiek (of per teleconferentie) aanwezig zijn en beslissingen worden genomen bij meerderheid van de stemmen uitgebracht door de leden. De CEO woont elke vergadering van het Remuneratie- en Benoemingscomité bij waarop de remuneratie en de benoeming van de leden van het Executive Team worden behandeld.
Het Executive Team is een directiecomité in de betekenis van artikel 524bis van het Belgische Wetboek van vennootschappen. De Raad van Bestuur heeft het directiecomité opgericht op grond van artikel 16bis van de statuten. De statutenwijziging werd goedgekeurd door de Buitengewone Algemene Vergadering van 15 maart 2013. De Raad van Bestuur heeft in toepassing van artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen bij besluit van 27 maart 2013 bevoegdheden met betrekking tot het dagelijkse en het operationele bestuur overgedragen aan het directiecomité. Vanaf 2013 worden de Belgische leden van het Executive Team als zelfstandige bedrijfsleiders vergoed. De bevoegdheden van het directiecomité zijn bepaald in het Charter. Het directiecomité blijft verder Executive Team genaamd.
De taak van het Executive Team is het bijstaan van de CEO bij het dagelijkse en operationele bestuur van de Groep en bij de uitoefening van haar verantwoordelijkheden in overeenstemming met de waarden, strategieën, beleidslijnen, plannen en budgetten vastgelegd door de Raad van Bestuur.
Het Executive Team komt samen zo veel als nodig voor de goede werking van haar functie, maar in elk geval minstens één maal om de twee weken. De vergaderingen worden meestal samengeroepen door de CEO hoewel elk lid van dit team de vergadering kan samenroepen. De voorzitter van de Raad van Bestuur mag aanwezig zijn op elke meeting van het Executive Team.
Het Executive Team bestaat uit de volgende personen:
Tom Debusschere is Burgerlijk Ingenieur met een postgraduaat 'Bedrijfskundig Ingenieur'. Hij startte zijn carrière in 1992 als Logistiek Manager bij Deceuninck. In 1995 startte hij een negenjarige opdracht bij de Amerikaanse divisie, Dayton Technologies waar hij doorgroeide tot Vice President Operations. In 2004 ging hij aan de slag bij de Belgische Unilin groep als hoofd van de divisie Unilin Decor, een leverancier van meubelonderdelen en deel uitmakend van de Amerikaanse Mohawk groep. Op 1 december 2008 kwam hij terug naar Deceuninck als VP Marketing & Sales. Hij werd benoemd tot CEO van Deceuninck op de Raad van Bestuur van 6 februari 2009.
Tot 29 februari 2016 was hij voorzitter van EPPA ivzw (The European PVC Profiles and related Building Products Association) en zetelde hij in de Belgische Commissie Corporate Governance en in de Raden van Bestuur van EuPC (European Plastic Converters) en Essenscia (Belgische Federatie van de Chemische Industrie, Kunststoffen en Life Sciences).
Philippe Maeckelberghe was CFO van Deceuninck sinds juni 2008 en verantwoordelijk voor IT sinds 2013. Voorheen werkte hij in diverse financiële functies voor Cisco, Scientific-Atlanta, BarcoNet en Barco. Philippe Maeckelberghe behaalde een Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen (1982), een Master of Business Administration aan de KU Leuven (1983) en een Master in Controllership – Chartered Controller BIMAC aan de Vlerick Leuven-Gent Management School (1999).
Wim Van Acker behaalde een diploma Handelsingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven (1996) en een diploma Master of Business Administration aan de Cornell University in New York (1997). Hij startte zijn loopbaan in 1997 bij management consultant AT Kearney en was van 2000 tot 2008 actief bij SWIFT in diverse financiële functies. In 2008 stapte hij over naar Vitalo Group waar hij tot 2013 verantwoordelijk was voor Finance, Legal en IT. Daarna bekleedde hij de functie van Group Controller bij Balta.
Ann Bataillie werkt bij Deceuninck sinds februari 2002. Voor haar komst naar Deceuninck was zij gedurende 15 jaar actief als senior legal counsel bij Barco. Ann Bataillie behaalde een Master Rechten aan de KU Leuven (1981) en heeft haar studies aangevuld met een Master Europees Recht aan de Universiteit van Nancy ll, Frankrijk (1982). Haar studies in Europees Recht werden vervolledigd met een stage bij de Europese Commissie (DG Interne Markt). Sinds april 2013 vervult zij tevens de rol van Directeur HR voor de Groep.
Ergün Cicecki werd General Manager bij Deceuninck in 2000, toen Ege Profil door Deceuninck werd overgenomen. Hij startte zijn carrière in de kunststofindustrie in 1981 bij ETAP, waar hij Operations Manager was. In 1987 maakte hij de overstap naar de Mazhar Zorlu Group, waar hij de functie van Export Manager vervulde. Hij zette zijn carrière verder door de verantwoordelijkheid voor de capex van de groep op zich te nemen en werd uiteindelijk General Manager van Ege Profil. Ergün Cicecki behaalde het diploma Werktuigkundig Ingenieur aan de Istanbul Technical University (1975) en behaalde eveneens een Master Systems Design aan Aston University (Birmingham, 1979).
Wim Clappaert startte zijn loopbaan in 1992 bij Deceuninck. In 1996 werd hij productiemanager in de productievestiging Acro Extrusion in Wilmington, Delaware (Verenigde Staten). In 1997 werd hij aangesteld als Director Operations in Deceuninck North America in Monroe, OH. In 2000 keerde hij terug naar België als General Manager van de productievestiging Hooglede-Gits. Hij verliet Deceuninck in 2007 voor Unilin, waar hij Director Operations van de Insulation unit werd. Op 1 december 2014 startte hij opnieuw bij Deceuninck als Directeur Operations & Technology. Wim Clappaert behaalde het diploma Burgerlijk Werktuigkundig Ingenieur (1990) en een postgraduaat in de Bedrijfskunde (1992) aan de KU Leuven.
Yves Dubois vervoegde Deceuninck in september 2011 als Directeur Zuidwest-Europa & General Manager Frankrijk en Spanje. Hij startte zijn carrière bij Atochem in 1987 waar hij verschillende functies van Business Manager in basischemicaliën & polymeren en General Manager van dochterfilialen in Azië (Hong Kong en Zuid- Korea) heeft bekleed. Tot augustus 2011 was hij Directeur van de business unit Profielen van Alphacan (Group Arkema). Yves Dubois behaalde een Master Economie en Internationale Betrekkingen (1986) aan de Dauphine Universiteit Parijs.
Artur behaalde een Master Degree (Burgerlijk Ingenieur) aan de Technische Universiteit van Poznań, een Postgraduaat Kunststof- en Rubberverwerking (1989- 1994) en een MBA aan de Nottingham Trent Universiteit/ Wielkopolska Business School in Poznań (1996 - 1999). In 1994 begon zijn carrière bij Wavin. Hij stond er aan het hoofd van de extrusie- en spuitgietafdeling voor buizen en toebehoren uit PVC, PP en PE. De afdeling telde 250 werknemers. In 2008 werd hij verkoop- & marketingdirecteur bij Wavin Metalplast. Vanaf 2009 was hij CEO van de grootste divisie van Unipetrol, een beursgenoteerde petrochemische groep in Praag. De divisie telde 1.600 medewerkers met een omzet van € 3 miljard. In 2014 begon hij bij Inoutic/Deceuninck Polen als algemeen directeur. In februari 2015 werd hij lid van het Executive Team.
Filip Geeraert begon in december 1997 bij Deceuninck als Corporate Controller. In 2000 startte hij als Vice President Finance bij de Amerikaanse divisie Dayton Technologies. Sinds april 2011 is hij Directeur bij Deceuninck North America. Voordat hij bij Deceuninck aan de slag ging heeft hij voor Bekaert meerdere financiële functies in België, Italië en de VS bekleed. Filip Geeraert behaalde een Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen (1981) en een Master Informatietechnologie aan de Universiteit van Leuven (1982).
Bernard Vanderper vervoegde Deceuninck in 1989. Tot 1997 was hij sales manager Benelux. Vanaf 1998 werd hij General Manager Benelux. In oktober 2009 werd hij tevens Directeur voor Noordwest-Europa. Bernard Vanderper behaalde een Master Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen (1984).
De bezoldiging van de bestuurders wordt door de algemene vergadering bepaald op voorstel van de Raad van Bestuur en volgens de aanbeveling van het Remuneratie- en Benoemingscomité. Niet-uitvoerende bestuurders ontvangen als remuneratie voor de uitvoering van hun mandaat een forfaitair bedrag verhoogd met een forfaitair bedrag per zitting van de Raad van Bestuur en begrensd op een maximumbedrag. Prestatiegebonden vergoedingen zoals bonussen, aandelengerelateerde incentiveprogramma's en voordelen in natura zijn uitgesloten. De hoogte van de vergoeding is verschillend voor de Voorzitter, Ondervoorzitter en de andere nietuitvoerende bestuurders.
Indien de niet-uitvoerende bestuurders bovendien lid zijn van een comité wordt deze vergoeding verhoogd met een vast bedrag per vergadering van het betreffende comité.
Deze bedragen zijn ongewijzigd gebleven in 2015.
De Groep verstrekt geen persoonlijke leningen, garanties en dergelijke aan de leden van de Raad van Bestuur of het Executive Team.
Indien bestuurders belast worden met bijzondere taken en projecten kunnen ze hiervoor een gepaste remuneratie ontvangen. Er is geen compensatievergoeding voorzien voor niet-uitvoerende bestuurders bij beëindiging van het mandaat.
In lijn met de algemene verloningsstrategie van het bedrijf, doet het Remuneratie- en Benoemingscomité regelmatig een benchmark van de bezoldigingen van niet-uitvoerende bestuurders van vergelijkbare Belgische beursgenoteerde bedrijven om er zeker van te zijn dat de bezoldiging nog steeds gepast en conform is aan de marktpraktijken, rekening houdend met de omvang van de onderneming, haar financiële situatie, en haar positie binnen het Belgische economische milieu, en de verantwoordelijkheden die de bestuurders dragen.
De totale remuneratie (bruto) betaald aan de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur in het boekjaar 2015 bedroeg € 326.500 (€ 311.000 in 2014). Dit bedrag omvat een extra vergoeding voor de bestuurders voor hun aanwezigheid in de comités waarvan ze lid zijn. Deze remuneratie wordt toegekend door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en wordt geboekt als algemene kosten. In 2015 zijn er door de Vennootschap of enige gelieerde onderneming van de Groep geen leningen toegekend aan enige bestuurder, noch zijn er uitstaande betalingen die door de bestuurders verschuldigd zijn aan de Vennootschap of enige gelieerde onderneming van de Groep.
De brutobezoldiging voor 2015 is overeenkomstig de aanbeveling van het Remuneratie- en Benoemingscomité samengesteld uit:
| In € | Min/jaar (vast) |
Zitpenningen per Raad van Bestuur |
Zitpenningen per comité |
Max/jaar |
|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | 40.000 | 3.000 | 1.000 | 80.000 |
| Ondervoorzitter | 30.000 | 1.500 | 1.000 | 60.000 |
| Bestuurder | 20.000 | 1.500 | 1.000 | 40.000 |
De niet-uitvoerende bestuurders van de Vennootschap hebben gedurende het kalenderjaar 2015 de volgende remuneratie ontvangen:
| Naam | Aanwezigheden raden van bestuur |
Aanwezigheden Remuneratie- en Benoemingscomité |
Aanwezigheden Auditcomité |
Totale bruto bezoldiging (in €) |
|---|---|---|---|---|
| Pierre Alain Baron De Smedt | 8/8 | 3/3 | / | 67.000 |
| François Gillet | 8/8 | 3/3 | 7/7 | 49.000 |
| R.A.M. Comm. VA met vaste vertegenwoordiger Arnold Deceuninck | 7/8 | 3/3 | / | 43.500 |
| Holve NV met vaste vertegenwoordiger Francis Van Eeckhout | 8/8 | / | 7/7 | 49.000 |
| Bene Invest BVBA met vaste vertegenwoordiger mevrouw Benedikte Boone | 8/8 | 1/1 | / | 35.000 |
| Marcel Klepfisch SARL met vaste vertegenwoordiger Marcel Klepfisch | 8/8 | 3/3 | 7/7 | 40.000 |
| Pentacon BVBA met vaste vertegenwoordiger Paul Thiers | 8/8 | 3/3 | 7/7 | 40.000 |
| Mardec Invest BVBA met vaste vertegenwoordiger mevrouw Evelyn Deceuninck | 1/8 | 1.500 |
De remuneratie van de leden van het Executive Team, met inbegrip van de CEO, wordt bepaald door de Raad van Bestuur op basis van de aanbevelingen van het Remuneratie- en Benoemingscomité. Het algemeen remuneratiebeleid van de Groep streeft ernaar competente en professionele medewerkers aan te trekken, te behouden en te motiveren. Daarom wordt de grootte van de remuneratie bepaald in verhouding tot de individuele taken en verantwoordelijkheden. Het bedrag van de totale vergoeding wordt jaarlijks geëvalueerd door het Remuneratie- en Benoemingscomité en wordt bepaald op basis van de strategische positionering van elk van de functies versus de benchmark in de markt en op de verwachte markttendensen.
Op tweejaarlijkse basis wordt een grondige benchmark uitgevoerd met vergelijkbare internationale bedrijven met gelijkaardige omvang en structuur. De bijdrage die door de leden van het Executive Team wordt geleverd aan de ontwikkeling van de activiteiten en de resultaten van de Groep vormt een belangrijk onderdeel van het remuneratiebeleid. Het totale bedrag van de bezoldiging van de leden van het Executive Team bestaat uit de volgende elementen: de vaste bezoldiging, de variabele bezoldiging op korte termijn en de opties en/of warranten.
De vaste bezoldiging van de leden van het Executive Team wordt bepaald in functie van hun individuele verantwoordelijkheden en vaardigheden. Ze wordt onafhankelijk van elk resultaat toegekend.
Boven de vaste vergoeding, wordt door de vennootschap, een bedrag van 8% op deze vergoeding aan elk lid van het Executive Team toegekend. Dit bedrag kan naar keuze van het Executive Team lid aangewend worden voor pensioenopbouw en -verzekering zoals:
de betaling van een kapitaal leven ten gunste van de aangeslotene op de datum van zijn pensionering;
de betaling van een kapitaal overlijden in geval van overlijden van de aangeslotene vóór de pensioenleeftijd, ten gunste van zijn begunstigden (plus een bijkomend kapitaal in geval van overlijden door ongeval);
Variabele bezoldiging op korte termijn: teneinde de belangen van de leden van het Executive Team af te stemmen op die van de Vennootschap en op die van haar aandeelhouders, wordt een deel van het remuneratiepakket gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf en een ander deel aan de individuele prestaties. Door een gezonde afweging van beide factoren (85% bedrijfsresultaten/15% individuele resultaten) wordt een evenwicht gevonden tussen een resultaatgerichte aanpak (Top Performance) en de manier waarop deze resultaten gehaald worden (rekening houdend met de kernwaarden van het bedrijf, zijnde Candor, Top Performance, Entrepreneurship). Indien de manier waarop resultaten behaald werden totaal niet in lijn ligt met de kernwaarden dan behoudt het Remuneratieen Benoemingscomité zich het recht voor te beslissen geen enkele bonus uit te betalen. Vanaf 2013 wordt een zelfde variabele verloningsfilosofie gehanteerd voor de CEO als voor de overige leden van het Executive Team.
De prestaties van het bedrijf (85%) zijn voor de leden van het Executive Team gebaseerd op de ROCE en de EBITDA van het afgelopen boekjaar. Deze criteria worden jaarlijks op voorstel van het Remuneratie- en Benoemingscomité door de Raad van Bestuur geëvalueerd en desgewenst aangepast. Voor 2015 waren de evaluatiecriteria voor de prestaties voor de CEO en de andere leden van het Executive Team: ROCE (15%) en EBITDA (70%). Voor de leden van het Executive Team die een regionale eindverantwoordelijkheid dragen, wordt bij de bedrijfsresultaten rekening gehouden met de ROCE van de Groep (15%) en de EBITDA van de regio (70%).
De individuele performantie (15%) is gebaseerd op een duidelijk geformuleerd evaluatiesysteem dat gebouwd is rond het behalen van specifieke meetbare individuele doelstellingen, de realisatie van belangrijke kerncijfers en het respect voor kernwaarden die voor de Vennootschap belangrijk zijn. Alle doelstellingen moeten steeds in lijn zijn met de groepsstrategie, het businessplan, de kernwaarden en de richtlijnen. De individuele doelstellingen worden jaarlijks vastgelegd tijdens individuele gesprekken bij het begin van het boekjaar. Het Remuneratieen Benoemingscomité evalueerde de realisatie van de doelstellingen voor 2015 van de leden van het Executive Team en stelde aan de Raad van Bestuur een variabele vergoeding op korte termijn voor, gebaseerd op prestatiecriteria 2015 voor.
De variabele bezoldiging op korte termijn bedraagt in principe 30% van de jaarlijkse vaste bezoldiging voor de leden van het Executive Team en 75% van de jaarlijkse vaste bezoldiging voor de CEO. Dit percentage kan worden overschreden voor wat betreft de bedrijfsprestaties maar mag nooit meer dan 37,65% (voor de leden van het Executive Team) of 97,5% (voor de CEO) bedragen. De variabele bezoldiging gerelateerd tot de bedrijfsdoelstellingen wordt enkel toegekend indien 90% of meer van de vooropgestelde financiële targets werden gerealiseerd.
Er is geen spreiding in de tijd van de variabele bezoldiging. De buitengewone algemene vergadering van 16 december 2011 heeft beslist dat de Vennootschap niet gebonden is aan de beperkingen van de regels van artikel 520ter, 2° lid van het Wetboek van Vennootschappen betreffende de spreiding in de tijd van de variabele vergoeding van de bestuurders, de CEO en de leden van het Executive Team.
Het bedrijf biedt ook opties en/of warranten op aandelen van de Vennootschap aan. Het doel van deze verloningsvorm is het motiveren en behouden van medewerkers die een significante impact (kunnen) hebben op de bedrijfsresultaten op middellange termijn. Bij de toekenning van opties en/of warranten wordt rekening gehouden met de strategische
impact van de functie die de medewerker vervult en zijn/haar toekomstig (groei)potentieel. De onderliggende filosofie van deze verloningsvorm is de waarde van Deceuninck op lange termijn maximaal te verhogen door de belangen van het management te koppelen aan die van de aandeelhouders en de langetermijnvisie van het management te versterken. In dit kader bedraagt de uitoefenperiode van een optie en warrant maximum 10 jaar. De aandelenopties en warranten kunnen pas worden uitgeoefend na het 3de jaar dat volgt op het jaar waarin de opties en warranten werden aangeboden. Als de opties en/of warranten op het einde van de uitoefenperiode niet werden uitgeoefend, verliezen ze alle waarde.
Telkens een derde van de warranten/opties komt vrij voor uitoefening in het vierde, in het vijfde en in het zesde kalenderjaar na dat waarin het aanbod heeft plaatsgevonden tot einde van de looptijd.
In geval van vrijwillig of onvrijwillig vertrek (met uitzondering van een contractbreuk voor dringende reden) kunnen de aanvaarde en verworven aandelenopties/warranten enkel nog uitgeoefend worden tijdens de eerste uitoefenperiode volgend op de datum van de beëindiging. De niet-verworven opties/warranten worden geannuleerd. In geval van onvrijwillig vertrek voor dringende reden worden de al dan niet verworven, aanvaarde aandelenopties die nog niet werden uitgeoefend, geannuleerd. Deze voorwaarden omtrent de verwerving en de uitoefening van de opties en warranten in geval van al dan niet vrijwillig vertrek, zijn toepasbaar zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de Raad van Bestuur om ten voordele van de begunstigde, op basis van objectieve en pertinente criteria, wijzigingen aan te brengen aan deze bepalingen. Indien de arbeidsovereenkomst een einde neemt omwille van de wettelijke oppensioenstelling of het einde van de carrière zullen de warranten/opties verder uitoefenbaar blijven. De aandelen die kunnen worden verworven in het kader van de uitoefening van de opties/warranten, zijn genoteerd op Euronext Brussels; ze zijn van dezelfde aard en genieten dezelfde rechten als de bestaande gewone Deceuninck aandelen. De leden van het Executive Team genieten geen andere bezoldigingen die gekoppeld zijn aan aandelen.
Bij de rapportering over de remuneratie van de CEO en de leden van het Executive Team wordt de variabele vergoeding berekend als de vergoeding die verdiend werd over het boekjaar. De uitbetaling hiervan vindt plaats eind februari van het daaropvolgende jaar. In 2015 bedroeg de totale verloning van de leden van het Executive Team (inclusief CEO) € 3.477.133, hierin inbegrepen een variabele verloning verdiend over 2015. De variabele verloning over de prestaties van 2015 (uitbetaald in 2016) bedroeg voor deze groep € 1.073.268. In 2014 bedroeg deze vergoeding € 2.214.519. Vorig jaar was er enkel een bonus voor de leden van het Executive Team die verantwoordelijk waren voor Noord-Amerika en Turkije & Emerging Markets.
De CEO ontving in 2015 als vaste vergoeding € 490.000. (2014: € 490.000) In 2014 werd geen variabele vergoeding toegekend. De variabele vergoeding, verworven in 2015 en uitbetaald in 2016, bedroeg € 426,268. De bijdrage in de pensioenverzekering (vaste bijdrage) bedraagt € 39.200 EUR. De wagen van de CEO wordt sinds december 2014 geleaset door de CEO zelf. De kosten van leasing worden terugbetaald aan de CEO.
Leden van het Executive Team (met inbegrip van 1 lid dat sinds begin februari 2015 niet langer werkzaam is bij de Vennootschap en zonder CEO) ontvingen het voorbije jaar een vergoeding van € 2.560.865 hierin begrepen een variabele vergoeding van € 646.955 gebaseerd op prestatiecriteria 2015. Deze variabele vergoeding werd betaald in februari 2016. Het totale bedrag in 2014 bedroeg € 1.924.519 inclusief een variabele vergoeding van € 143.026.
De pensioentoelage bedraagt € 75.693 en bestaat in een goedgekeurde bijdrageprocedure aan een externe verzekeringsmaatschappij. De bedragen voor 2015 zijn bruto vergoedingen waarop conform het bedrijfsleidersstatuut bedrijfsvoorheffing ingehouden werd door de Vennootschap, en waarbij de leden zelf instaan voor het betalen van de sociale zekerheidsbijdragen voor zelfstandigen.
In februari en op het einde van 2015 verliet telkens één lid het Executive Team.
Er worden warranten op aandelen van de Vennootschap toegekend aan de leden van het Executive Team. De Buitengewone Algemene Vergadering van oktober 2006 heeft een optieplan op bestaande aandelen goedgekeurd waarbij aan de Raad van Bestuur de bevoegdheid werd verleend om jaarlijks 75.000 opties op bestaande aandelen toe te kennen. De Buitengewone Algemene Vergadering van 16 december 2015 heeft een warrantenplan 2015 voor de uitgifte van 3.000.000 warranten (warrantenplan 2015) goedgekeurd waarvan in december 2015 965.000 warranten werden aangeboden. Van dit warrantenplan 2015 werden aan de leden van het Executive Team 570.000 warranten op aandelen aangeboden die als volgt werden verdeeld. Aan elk lid van het executive team werden elk 27.500 warranten aangeboden. Aan de CEO werden 350.000 warranten aangeboden.
De warranten aangeboden in 2015 hebben een uitoefenprijs van 2,395 EUR (voor de leden van het Executive Team en de CEO). Er werden 585.841 warranten uitgeoefend in 2015.
Deceuninck stelt een bedrijfswagen ter beschikking voor elk van lid van het Executive Team, met uitzondering van de leden vertegenwoordigd via een vennootschap. Hierbij streeft het bedrijf naar een maximaal evenwicht tussen het representatief karakter van de wagen en de persoonlijke noden van de leden van het Executive Team. In het kader van het milieucharter werd bij de keuze van deze types van wagen sterk rekening houden met de impact op het milieu, waaronder het verbruik en de CO2 uitstoot.
De bepalingen van de overeenkomsten tussen de vennootschap en de CEO en de leden van het Executive Team voorzien niet in terugvorderingsclausules.
Voor de leden van het Executive Team en de CEO werd in de managementovereenkomsten een vertrekvergoeding overeengekomen van 12 maanden basisvergoeding.
Twee leden verlieten het Executive Team in 2015. De vertrekvergoeding van geen van beide bedroeg meer dan 12 maanden basisvergoeding.
Met de regiomanagers in Frankrijk, Noord-Amerika en Turkije werden geen bijzondere overeenkomsten afgesloten die zouden afwijken van de vigerende arbeidswetgeving en de praktijk op dat ogenblik.
De Commissaris, Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren werd op de algemene vergadering van 13 mei 2014 benoemd als commissaris van de vennootschap voor een termijn van 3 jaar, d.w.z. tot de sluiting van de jaarvergadering van 2017. De globale bezoldigingen betaald aan Ernst & Young voor Deceuninck geconsolideerd bedraagt € 588.300 (2014: € 586.320).
Iedere bestuurder en ieder lid van het Executive Team wordt aangemoedigd om zijn persoonlijke en zakelijke belangen zo te regelen dat er geen rechtstreeks of onrechtstreeks belangenconflict is met de Vennootschap. Deceuninck heeft geen kennis van enig mogelijk belangenconflict bij de leden van de Raad van Bestuur en het Executive Team tussen hun taken jegens de Vennootschap en hun privé- en/of andere taken. Het Charter bepaalt dat iedere transactie tussen de Vennootschap (of enige van haar dochtermaatschappijen) en enige bestuurder of leidinggevende vooraf goedgekeurd dient te worden door de Raad van Bestuur, ongeacht of dergelijke transactie al dan niet onderhevig is aan toepasselijke rechtsregels. Een dergelijke transactie kan alleen geschieden op basis van voorwaarden in overeenstemming met de marktpraktijken.
Volgens artikel 523 W. Venn. dient binnen de Raad van Bestuur een bijzondere procedure te worden gevolgd indien één of meerdere bestuurders mogelijk een belangenconflict hebben dat in strijd is met één of meer beslissingen of transacties die onder de bevoegdheid van de Raad van Bestuur vallen. De belangenconflictregeling van artikel 523 W. Venn. werd in 2015 niet toegepast.
De belangenconflictregeling van artikel 524 W. Venn. was in 2015 niet van toepassing.
Artikel 39 van de statuten van de Vennootschap bepaalt hierover het volgende:
De Buitengewone Algemene Vergadering van 18 december 2012 heeft de Raad van Bestuur gemachtigd om eigen aandelen te verkrijgen, door aankoop of ruil, rechtstreeks of door een persoon die handelt in eigen naam maar voor rekening van de Vennootschap, aan een prijs die niet lager mag zijn dan veertig eurocent (0,40 EUR) en niet hoger dan zes euro (6,00 EUR) en dit op zulke wijze dat de vennootschap op geen enkel ogenblik eigen aandelen zal bezitten waarvan de fractiewaarde hoger zal zijn dan twintig procent (20%) van het geplaatste kapitaal van de vennootschap. Er is geen voorafgaand besluit van de Algemene Vergadering vereist wanneer de verkrijging van effecten geschiedt om deze aan te bieden aan het personeel van de Vennootschap.
De Raad van Bestuur werd bovendien gemachtigd om deze aandelen te vervreemden zonder gehouden te zijn aan bovenstaande prijs- en tijdsbeperkingen.
Deze machtiging geldt voor een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf 18 december 2012 en kan, overeenkomstig artikel 620 van het Wetboek van vennootschappen, hernieuwd worden.
In het boekjaar 2015 werden geen aandelen ingekocht.
De algemene vergadering van 18 december 2012, heeft de Raad van Bestuur uitdrukkelijk gemachtigd om, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen, eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, te verkrijgen of te vervreemden, indien de verkrijging of vervreemding noodzakelijk is ter vermijding van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap.
Deze machtiging geldt voor een periode van drie (3) jaar vanaf de bekendmaking ervan in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad en kan, overeenkomstig artikel 620 van het Wetboek van vennootschappen, worden hernieuwd.
Volgens artikel 38 van de statuten van de Vennootschap kan de Raad van Bestuur, voor een periode van 5 jaar vanaf de datum van de publicatie van de akte die de wijziging van de statuten bevat van 18 december 2012 (dit is 4 februari 2013), het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap in één of meerdere malen verhogen ten belope van een maximum bedrag van € 42.495.000,00.
Deze kapitaalverhoging kan worden uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarden die zijn vastgesteld door de Raad van Bestuur, zowel door inbreng in geld als door inbreng in natura evenals door incorporatie van reserves of van uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen, alsook door in één of meerdere malen in aandelen converteerbare obligaties, obligaties met warrants of warrants die al dan niet verbonden zijn aan een ander effect uit te geven. Evenwel mag de kapitaalverhoging waartoe besloten wordt door de Raad van Bestuur niet vergoed worden door
aandelen zonder aanduiding van nominale waarde uitgegeven beneden de fractiewaarde van de oude aandelen.
De Buitengewone Algemene Vergadering van 18 december 2012 heeft de Raad van Bestuur gemachtigd om voor een periode van 3 jaar, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 607 van het Wetboek van vennootschappen, het toegestane kapitaal te gebruiken ingeval van kennisgeving door de Financial Services and Markets Authority (FSMA) van een openbaar overnamebod op de aandelen van de Vennootschap. De Raad van Bestuur bepaalt de data en de voorwaarden van de kapitaalverhogingen die hij beveelt in toepassing van voorgaande, erin begrepen de eventuele betaling van de uitgiftepremies.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van voorgaande (en inclusief bij de uitgifte van converteerbare obligaties of warrants), bepaalt de Raad van Bestuur overeenkomstig artikelen 592 en volgende van het Wetboek van vennootschappen de termijn en de andere voorwaarden van de uitoefening door de aandeelhouders van het recht van voorkeur wanneer de wet hen dat recht toekent. Hij kan tevens, overeenkomstig zelfde artikelen 592 en verder, in het belang van de Vennootschap en onder de voorwaarden door de wet vastgesteld, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen, ten gunste van één of meerdere bepaalde personen die hij kiest, ongeacht of deze personen behoren tot het personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen.
Wanneer een uitgiftepremie wordt betaald ingevolge een kapitaalverhoging, dan wordt deze van rechtswege overgedragen naar een onbeschikbare rekening genaamd "uitgiftepremies" waarover slechts beschikt kan worden onder de voorwaarden vereist voor de kapitaalvermindering. De premie kan echter steeds ingelijfd worden bij het maatschappelijk kapitaal; deze beslissing kan door de Raad van Bestuur genomen worden zoals hierboven aangegeven. Door vermelde buitengewone vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap werd aan de Raad van Bestuur tevens de bevoegdheid verleend om, met het oog op de coördinatie van de
statuten, zodra het toegestane kapitaal of een gedeelte ervan is omgezet in geplaatst kapitaal, het daarop betrekking hebbende artikel van de statuten aan te passen.
De Raad van Bestuur heeft op 17 december 2013 al gedeeltelijk gebruik gemaakt van deze machtiging door de uitgifte van warranten in het kader van het warrantenplan 2013. De Raad van Bestuur heeft bij de uitgifte van dit plan al één miljoen honderddrieëntachtigduizend honderdvijfenvijftig euro dertig cent (€ 1.183.155,30) van het toegestane kapitaal gebruikt. Bij de kapitaalverhoging van eind augustus 2014 werd nog tien miljoen driehonderdachtenzeventigduizend vijfhonderdzesenvijftig euro tweeënnegentig cent (€ 10.378.556,92) van het toegestane kapitaal gebruikt.
In november 2015 heeft Deceuninck NV een obligatie uitgegeven. Op 17 november werd aan de markt de mogelijkheid kenbaar gemaakt om in te schrijven op een retailobligatie met een looptijd van 7 jaar en bruto coupon van 3,75% voor een minimum bedrag van € 40.000.000 en een maximum bedrag van € 100.000.000.
Op 20 november 2015 heeft Deceuninck NV bekendgemaakt dat de uitgifte van de retailbond een succes was. De inschrijvingsperiode werd op 20 november afgesloten. Op de eerste dag van de inschrijvingsperiode werd het maximum bedrag van € 100.000.000 bereikt. In overleg met de Global Coördinator (KBC) en de Joint Lead Managers (KBC en ING) werd beslist om op die dag de inschrijvingsperiode vervroegd af te sluiten.
De obligatie werd uitgegeven met een coupon van 3,75%, wat neerkomt op een nettorendement van 2,517% voor de Belgische particuliere belegger. Het nettorendement weerspiegelt de aftrek van de Belgische roerende voorheffing aan 25%. Mocht de regering haar voornemen om de roerende
voorheffing te verhogen naar 27% bevestigen, dan zal de obligatie een netto rendement van 2,444% opleveren.
De netto-opbrengst van deze uitgifte zal worden aangewend voor werkkapitaalbehoeften, kapitaaluitgaven, algemene bedrijfsdoelstellingen van de Deceuninck NV, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, verdere organische groei en groei door middel van overnames en de terugbetaling en verdere afbouw van de kredietovereenkomst zoals beschreven in het uitgifteprospectus. De obligaties zijn genoteerd en worden verhandeld op Euronext Brussels. ISIN: BE0002238070
De wijziging van de statuten gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen. De Buitengewone Algemene Vergadering van 16 december 2015 heeft de wijziging van de statuten goedgekeurd. Deze statutenwijziging en de gecoördineerde statuten kunnen geraadpleegd worden op www.deceuninck.com.
Iedere aandeelhouder die minstens 3% van de stemrechten in bezit heeft, moet zich conformeren met de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van de belangrijke deelnemingen, het KB van 14 februari 2008 en het Wetboek van Vennootschappen.
De betrokkenen dienen daarvoor een kennisgeving op te sturen naar de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en naar de Vennootschap.
Op basis van de laatst ontvangen participatiemeldingen, in toepassing van de wet van 2 mei 2007, blijkt dat het aandeelhouderschap als volgt is verdeeld op 29 februari 2016:
| Total | 135.039.121 | 100,00% |
|---|---|---|
| (institutionele beleggers, personeel, beurs…) | 57.688.397 | 42,72% |
| Andere | ||
| Evalli4 | 4.258.171 | 3,15% |
| Allacha3 | 5.379.317 | 3,98% |
| Lazard Frères Gestion S.A.S. | 6.695.000 | 4,96% |
| Fidec NV2 | 6.881.869 | 5,10% |
| Sofina NV | 23.461.513 | 17,37% |
| Gramo BVBA11 | 30.674.854 | 22,72% |
Holding gecontroleerd door Francis Van Eeckhout
Holding gecontroleerd door Frank Deceuninck. Het aantal is gebaseerd op de transparantiemelding die Deceuninck NV op 8 december 2014 heeft ontvangen.
Burgerlijke maatschappij vertegenwoordigd door haar statutaire zaakvoerder, Willy Deceuninck en zijn partners Alain, Laurenz en Charlotte Deceuninck
4 Burgerlijke maatschappij vertegenwoordigd door haar statutaire zaakvoerder Arnold Deceuninck en zijn partners Evelyn, Alexander en Lieselot Deceuninck.
De belangrijkste kenmerken en elementen van de interne controle- en risicobeheerssystemen, met inbegrip van de financiële verslaggeving, geïnstalleerd door het management, kunnen als volgt worden samengevat:
Candor, Top Performance en Entrepreneurship zijn de drie kernwaarden van Deceuninck. Het nemen van berekende risico's maakt integraal deel uit van de bedrijfsvoering. Risicobeheer heeft als taak de risico's te identificeren en te managen.
Als kader voor het risicobeheerssysteem werd geopteerd voor de ISO 31000 standaard. Deceuninck is sterk vertrouwd met ISO standaarden (ISO 9001, ISO 14000,…). Binnen deze nieuwe standaard van november 2009, wordt vooral het te volgen proces beschreven. Volgende stappen kunnen binnen dit proces worden onderscheiden:
Teneinde de risico's te detecteren, dient de context gekend te zijn waarin Deceuninck operationeel is. Enerzijds is er de externe context waarbij de sociale, culturele, politieke, juridische, wetgevende, financiële, technologische, economische, natuurlijke en concurrentiële omgeving een belangrijke rol spelen. Bijkomend dienen de belangrijkste drijvende krachten en trends bekeken te worden die een impact kunnen hebben op het bereiken van de objectieven. En ten slotte speelt ook de relatie met de externe belanghebbenden (Klanten, leveranciers, overheden, aandeelhouders,…) een belangrijke rol. Anderzijds is er ook de interne context waarbij vooral de objectieven van Deceuninck als Groep maar ook de objectieven van iedere entiteit dienen gekend te worden. Dit laatste vereist inzicht in de middelen, de kennis, de interne cultuur, de organisatie, de interne standaarden, de strategie, de waarden, de objectieven en de relatie met interne belanghebbenden.
Risico-identificatie is de eerste stap binnen het eigenlijk risico-onderzoek. Aan de hand van afzonderlijke brainstormingsessies worden de risico's geïdentificeerd die mogelijk een impact hebben op het bereiken van de objectieven. Deze worden verzameld in een risicoregister.
Bij risicoanalyse wordt vooral bekeken wat de kansen zijn dat het risico zich voordoet en wat de impact kan zijn van het desbetreffende risico op het behalen van de objectieven. Hierbij wordt rekening gehouden met de impact op de kerndoelstellingen: mensen, planeet, kwaliteit, service en kost.
Aan de hand van de scores die werden gegeven op de waarschijnlijkheid en de impact van de risico's, worden deze risico's geëvalueerd en worden de prioriteiten vastgelegd. Er dient bepaald te worden welke risico's al dan niet kunnen aanvaard worden en tot welk niveau men deze risico's mogelijk wil verlagen. De risico's worden in een risicomatrix geplaatst ter evaluatie.
Aan de hand van de risico-evaluatie worden die risico's geselecteerd die verder zullen worden behandeld. Hierbij zijn er 4 mogelijkheden:
Dit risicoproces is een continue proces waarbij de verschillende stappen doorlopend herbekeken en opgevolgd worden. Het is de verantwoordelijkheid van iedere manager van elk departement om dit proces te onderhouden. De Risk & Credit Manager Group zal hierin een ondersteunende, faciliterende en consoliderende rol spelen. De Risk & Credit Manager Group rapporteert zowel aan de CFO als aan het Auditcomité. De interne audit concentreert zich op de opvolging van de systemen voor risicobeheer (RBIA: risk based internal audit).
Na de risico-identificatie in de verschillende filialen via workshops, waarbij alle risico's in een riskregister werden verzameld, werd er verder gewerkt aan de risicoanalyse en –evaluatie. Hierbij werd van ieder risico de risicotolerantie bepaald en werden al dan niet de nodige acties gedefinieerd teneinde de risico's te reduceren of volledig te vermijden.
Een centraal riskmanagement-informatiesysteem zorgt ervoor dat de lokale organisaties op ieder ogenblik de riskregisters kunnen aanpassen. Verder kunnen hiermee ook alle verbeteringsacties in kaart gebracht worden alsook de vooruitgang van deze acties. Twee- of driemaal per jaar worden deze acties samen met de Group Risk & Credit Manager overlopen en bijgestuurd. In alle filialen met productie werd het riskmanagementproces geïntroduceerd. Er wordt momenteel nagedacht op welke wijze de kleinere verkoopfilialen ook kunnen betrokken worden in het proces. In ieder belangrijk filiaal werd ook een lokale riskmanager aangeduid, die ervoor zorgt dat op lokaal vlak het riskmanagementproces wordt verdergezet en waar hij een ondersteunende en faciliterende rol speelt. Hij is ook verantwoordelijk voor de ingave van gegevens binnen het centrale riskmanagement-informatiesysteem. Hij rapporteert rechtstreeks aan de Group Risk & Credit Manager .
De risico's waarmee Deceuninck wordt geconfronteerd, werden in 9 categorieën ondergebracht:
De wisselkoersrisico's, intrestrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's worden verder in dit verslag besproken onder Toelichting 23.
Net als de meeste ondernemingen is Deceuninck blootgesteld aan de risico's van een economische recessie, de volatiliteit op de krediet- en kapitaalmarkt en de economische en financiële situatie in het algemeen, die een negatieve invloed hebben op de vraag naar haar producten.
Deceuninck is voornamelijk actief in de vervaardiging van raamprofielen voor de woningbouwsector en verwante producten. Bijgevolg zullen de toekomstige resultaten van Deceuninck in grote mate afhankelijk zijn van de evolutie van deze markten. In deze context heeft de huidige financiële en economische situatie, met zijn aanzienlijke impact op de economie als geheel, een invloed op alle markten waarin Deceuninck actief is.
Deceuninck kan niet voorspellen hoe de markten op korte termijn zullen evolueren. Hoewel de autoriteiten in sommige geografische markten waar Deceuninck actief is, beleidsmaatregelen hebben getroffen om de economische groei te bevorderen, kan Deceuninck niet garanderen dat deze maatregelen zullen volstaan om deze markten te herstellen. De genomen maatregelen kunnen voorts ingetrokken of aangepast worden. Deceuninck verwacht op korte termijn geen significant herstel van de markt. De markten waarin Deceuninck actief is, zijn onderhevig aan hevige concurrentie. Deceuninck concurreert met andere ondernemingen op basis van verschillende factoren, waaronder (i) de kennis van en de toegang tot nieuwe technologieën en nieuwe productieprocessen, (ii) het vermogen om nieuwe producten te introduceren en te implementeren met verbeterde functionaliteit of die minder duur zijn dan de bestaande, (iii) de volledigheid van de aangeboden oplossingen, (iv) reputatie en visie, (v) geografische aanwezigheid, (vi) distributienetwerk en (vii) prijzen. Bovendien kan de concurrentie worden versterkt door nieuwe concurrenten die de markt betreden en die vergelijkbare producten aanbieden, en door consolidatie. Een sterke concurrentie kan leiden tot overcapaciteit op de markt en tot prijzendruk.
Daarnaast is het mogelijk dat de contracterende partijen, de klanten en andere actoren op de markt van Deceuninck hun operationeel model wijzigen op een manier die een invloed heeft op de activiteiten van Deceuninck.
Het succes van Deceuninck is dus afhankelijk van haar vermogen om een concurrentiepositie te handhaven naarmate de marktstructuur wijzigt. Hoewel Deceuninck erin geslaagd is om haar concurrentiepositie te handhaven door zich aan te passen aan wijzigingen in de marktstructuur, kunnen toekomstige wijzigingen een aanzienlijk ongunstig effect hebben op de activiteiten, de bedrijfsresultaten of de financiële positie van Deceuninck.
De activiteiten, de bedrijfsresultaten en de financiële positie van Deceuninck schommelen al naargelang het algemene economische klimaat. De beslissing om investeringsgoederen al dan niet aan te kopen, waardoor Klanten van Deceuninck haar producten kunnen integreren, heeft betrekking op relatief grote geldbedragen. Een dergelijke investeringsbeslissing houdt onder andere verband met het algemene economische klimaat. Ook de beslissing van eindgebruikers van producten van Deceuninck om te investeren in vastgoed houdt verband met het algemene economische klimaat en de toegang tot krediet. De renovatiemarkt is minder conjunctuurgevoelig dan de nieuwbouwmarkt. De residentiële bouwmarkt (die zowel nieuwbouw- als renovatieprojecten omvat), staat momenteel onder druk en zal nog verder negatief worden beïnvloed als de woningcrisis in West- en Oost-Europa zich voortzet. De introductie of afschaffing van overheidsmaatregelen (bijv. stimuleringsmaatregelen voor energiebesparing), kunnen ook een invloed hebben op de timing van aankoopbeslissingen van eindgebruikers, en bijgevolg op de cyclische aard van de resultaten van de Vennootschap.
De toekomstige winstgevendheid van Deceuninck wordt gedeeltelijk bepaald door wijzigingen in de aankoopprijzen voor grondstoffen (vooral PVC-harsen en additieven), onderdelen, investeringsgoederen, salarissen en voor andere bedrijfsdiensten, evenals door de verkoopprijzen die Deceuninck kan vragen voor haar producten en diensten. Voor de meeste van deze componenten zijn er geen afdekkingsmogelijkheden beschikbaar. Er is enige vertraging tussen wijzigingen in PVC-prijzen en de resulterende wijzigingen in de verkoopprijzen van de producten van de Vennootschap. Dit tijdverschil is een kenmerk van de PVC-markt in het algemeen, en geldt niet specifiek voor Deceuninck. Er wordt continu toegezien op de grondstoffenprijzen, om de verkoopprijzen sneller te kunnen aanpassen. Als de stijging van de grondstoffenprijzen aanzienlijk en langdurig is, en als de marktomstandigheden het toestaan, blijkt uit ervaring uit het verleden
dat het doorrekenen van hogere grondstoffenkosten aan de markt een tijdverschil van 6 tot 9 maanden vereist.
Hoewel Deceuninck er de laatste jaren in geslaagd is om de stijging in de grondstoffenprijzen in grote mate door te berekenen aan haar Klanten, kan een aanzienlijke schommeling in de marktprijzen van dergelijke stoffen een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, bedrijfsresultaten of financiële positie van Deceuninck. De productieprocessen die door Deceuninck worden gebruikt verbruiken relatief veel energie (voornamelijk elektriciteit). Schommelingen in de energieprijzen hebben bijgevolg een invloed op de winstgevendheid. Schommelingen in de ethyleenprijzen (hoofdzakelijk afkomstig van aardolie of aard- en schaliegas) in het bijzonder hebben een aanzienlijk effect op de winstgevendheid van de Vennootschap, door het effect hiervan op de prijzen voor PVC-hars. PVC-harsen worden vervaardigd op basis van ethyleen(43%) en chloor (57%). Bijgevolg worden schommelingen in de prijzen van PVC-harsen deels bepaald door de prijzen voor ethyleen (olie- of gasderivaat). Naast het verband tussen de aardolie-/aardgasprijzen en de prijzen voor PVC-harsen, hebben de brandstofprijzen ook een indirecte invloed op de winstgevendheid als gevolg van hun impact op de transportkosten. Bovendien legt een stijging van de transportkosten beperkingen op aan de geografische regio die een productie-entiteit kan bedienen. Hoewel Deceuninck over het algemeen zal trachten de contractuele mogelijkheid te creëren om stijgingen van de brandstof- en elektriciteitsprijzen volledig of gedeeltelijk door te berekenen aan haar Klanten, kan zij niet garanderen dat zij hierin zal slagen. Ook kan het doorrekenen van hogere kosten aan Klanten onderhevig zijn aan vertragingen of beperkingen. Een wezenlijke schommeling in de marktprijzen van energie kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële toestand en/of de bedrijfsresultaten van Deceuninck.
Daarnaast kan een verstoring in de levering van energie of een algemeen stroomtekort het vermogen van Deceuninck hinderen om handel te drijven en te voldoen aan de eisen van haar Klanten, en kan dit een wezenlijk nadelig effect hebben op haar bedrijfsresultaten. Aangezien het aantal
energieleveranciers relatief beperkt is, is Deceuninck mogelijk niet in staat om gunstige voorwaarden te bedingen wanneer haar overeenkomsten voor de levering van energie moeten worden vernieuwd, en is het mogelijk dat Deceuninck aanzienlijke stijgingen in de kosten van haar energieaankopen moet aanvaarden.
De eigen compoundfabrieken van Deceuninck die compound leveren aan meerdere extrusiefabrieken van de Groep zijn gecentraliseerd in een beperkt aantal landen (Duitsland, België, de Verenigde Staten, Rusland en Turkije). Hoewel er in het verleden geen aanzienlijke problemen zijn geweest, kan een onderbreking in de activiteiten van een compoundfabriek het productieproces van de extrusiefaciliteiten aanzienlijk verstoren, aangezien het moeilijk is om dryblends onder commercieel aantrekkelijke voorwaarden te verzenden. Een dergelijke onbeschikbaarheid kan een wezenlijk nadelige invloed hebben op de activiteiten, de bedrijfsresultaten of de financiële positie van Deceuninck.
Deceuninck wenst verder te groeien, enerzijds door organische groei, anderzijds door de overname van ondernemingen. Er bestaat een risico dat de bedrijfsculturen van overgenomen ondernemingen niet overeenstemmen, dat verwachte synergiën niet volledig worden verwezenlijkt, dat herstructureringen duurder blijken dan aanvankelijk verwacht of dat overgenomen ondernemingen moeilijker te integreren blijken dan voorzien.
De voorgaande factoren kunnen een wezenlijk nadelige invloed hebben op de activiteiten, de bedrijfsresultaten of de financiële positie van de Groep.
Deceuninck steunt op een combinatie van handelsmerken, handelsnamen, handelsgeheimen, octrooien en knowhow om haar intellectueleeigendomsrechten in haar producten en operationele processen te definiëren en te beschermen. Het is dan ook van groot belang dat Deceuninck in staat is om haar intellectuele eigendommen in de toekomst te blijven gebruiken en dat zij alle waardevolle intellectuele eigendommen op toereikende wijze beschermt door op te treden tegen schendingen van haar intellectuele-eigendomsrechten, door handelsgeheimen te bewaren en door gebruik te maken van de beschikbare wettelijke middelen zoals handelsmerken, octrooien en ontwerpregistraties. Hoewel de Vennootschap geen belangrijke geschillen heeft lopen, kan niet worden uitgesloten dat de Vennootschap gerechtelijke procedures zou moeten initiëren om haar rechten te beschermen.
Indien de bovenvermelde methoden niet volstaan om de intellectueleeigendomsrechten van Deceuninck volledig te beschermen in haar belangrijkste markten of indien de bescherming vervalt, dan is het mogelijk dat derden (inclusief concurrenten) haar vernieuwingen of producten commercialiseren of haar knowhow gebruiken, wat een wezenlijk nadelige invloed kan hebben op de activiteiten en/of de bedrijfsresultaten van Deceuninck.
Deceuninck kan niet garanderen dat alle aangevraagde handelsmerken en octrooien in de toekomst zullen worden goedgekeurd. Deceuninck kan het risico niet uitsluiten dat bepaalde handelsmerken en octrooien van Deceuninck zullen vervallen als Deceuninck er in de toekomst mogelijk niet in slaagt de registratie van dergelijke handelsmerken en octrooien te verlengen. In bepaalde geografische markten is het mogelijk moeilijker om de eigendomsrechten van Deceuninck af te dwingen. Het succes van Deceuninck zal gedeeltelijk afhangen van haar vermogen om haar activiteiten uit te voeren zonder een inbreuk te plegen op de eigendomsrechten van anderen, of zonder zich de eigendomsrechten van anderen wederrechtelijk toe te eigenen. Hoewel er momenteel geen belangrijke claims tegen Deceuninck lopen waarin wordt beweerd dat intellectuele eigendomsrechten zijn geschonden, kan Deceuninck niet garanderen dat haar activiteiten van tijd tot tijd geen (onopzettelijke)
inbreuk zullen plegen op de octrooien die eigendom zijn van anderen. Deceuninck kan mogelijk verplicht zijn veel tijd en inspanningen te besteden en kan juridische kosten oplopen indien de Vennootschap zich moet verdedigen in rechtsvorderingen over intellectuele-eigendomsrechten die tegen Deceuninck worden aangespannen, ongeacht of de vorderingen gerechtvaardigd zijn.
Als blijkt dat Deceuninck een inbreuk pleegt of heeft gepleegd op de octrooien of andere intellectuele-eigendomsrechten van anderen, dan kan Deceuninck onderworpen worden aan aanzienlijke schadeclaims, die een wezenlijke impact kunnen hebben op de cashflow, de activiteiten, de financiële toestand of de bedrijfsresultaten van de Groep. Ook is het mogelijk dat de Groep de ontwikkeling, het gebruik of de verkoop van het relevante product of proces moet stopzetten, of dat de Groep een licentie moet verkrijgen om de betwiste rechten te gebruiken, die mogelijk niet, of niet onder commercieel redelijke voorwaarden, beschikbaar is. Om de waarschijnlijkheid van een dergelijke schending te beperken, heeft het management een proces ingevoerd om de mogelijke schending van octrooien of intellectuele-eigendomsrechten continu te controleren.
De activiteiten van Deceuninck zijn onderworpen aan mogelijke productaansprakelijkheidsrisico's die inherent zijn aan de productie en distributie van haar producten. Zo was Deceuninck betrokken bij een potentiële groepsvordering (class-action-procedure) in de Verenigde Staten. Deze vordering werd afgewezen door de rechtbank. Er werd beroep aangetekend. Deceuninck vertrouwt erop dat haar verweermiddelen tegen een eventueel beroep, zullen aanvaard worden.
Productaansprakelijkheid kan ook gelden voor toekomstige nieuwe producten die door Deceuninck worden vervaardigd en verdeeld. Als de dekking van de productaansprakelijkheidsverzekering van Deceuninck niet volstaat om productaansprakelijkheidsclaims met succes te dekken, dan zou dit een wezenlijke nadelige invloed kunnen hebben op haar activiteiten, financiële toestand of bedrijfsresultaten. Bovendien kan het voeren van de verdediging tegen dergelijke vorderingen een aanzienlijke druk uitoefenen op het management, kunnen er aanzienlijke juridische vergoedingen verschuldigd zijn en kan de reputatie van Deceuninck ongunstig worden beïnvloed, ook wanneer de Vennootschap zich succesvol kan verdedigen tegen een dergelijke claim in verband met de producten die zij op de markt brengt.
Bij Deceuninck geloven we in Building a sustainable home gebaseerd op 3 pijlers: Innovatie – Ecologie – Design.
Onze kernwaarden, Candor, Top Performance en Entrepreneurship helpen ons om onze missie te bereiken.
Top Performance betekent:
"We zijn er om een duurzaam (t)huis te bouwen voor onze medewerkers en onze Klanten. We bouwen aan langdurige relaties en "intimacy", gebaseerd op onze kernwaarden."
De Groep Deceuninck gelooft in een organisatie met een cultuur waar mensen trots zijn om er te werken. Deceuninck besteedt veel aandacht aan het beleven van haar waarden Candor, Top Performance en Entrepreneurship. Deceuninck streeft ernaar dit voor zijn mensen zo goed mogelijk realiseerbaar te maken en lanceerde hiervoor talrijke initiatieven. Naast de uitwisselingen van best practices met alle HR managers van de Groep worden er ook strategie-actiepunten gedefinieerd. Functies van alle medewerkers van de Groep werden ingedeeld volgens het Global Grading System van Towers Watson.
Het afgelopen jaar startte Deceuninck opnieuw met een internationaal opleidingsprogramma voor jonge talenten. Het opleidingsprogramma bereidt jonge afgestudeerden voor op een verscheidenheid van posities in de Groep Deceuninck.
Tijdens de 'jaarlijkse performance en development'- review worden de loopbaanverwachtingen van de medewerkers besproken. Voor Deceuninck is het ook essentieel dat de continuïteit voor kritische competenties of in sleutelfuncties verzekerd is.
Deceuninck heeft een duidelijk engagement om te handelen met respect voor het individu, de maatschappij en de omgeving, evenals om een veilige, gezonde en lerende organisatie voor de werknemers te creëren. Deceuninck beschouwt het als zijn ethische verantwoordelijkheid dat elke werknemer wereldwijd zijn of haar werkplaats verlaat zonder letsels.
In 2015 presteerde de Groep Deceuninck op vlak van gezondheid en veiligheid op het werk opnieuw slechter dan in 2014. Het aantal ongevallen op de werkplaats met verloren werkdagen steeg voor de Groep met meer dan 20%. Vooral de productievestigingen in Rusland, Duitsland en Turkije kenden een dramatische stijging van het aantal ongevallen met verloren werkdagen.
Daartegenover waren er ook productiefilialen met een positieve evolutie. Uitschieters hierbij waren de VS, Frankrijk en België.
Voor het tweede jaar op rij waren er geen arbeidsongevallen in onze extrusievestiging in Calne (VK).
Ook onze distributiecentra Roemenië en Spanje scoorden opnieuw goed met geen verloren werkdagen.
Deceuninck beseft dat het resultaat in 2015 op vlak van veiligheid niet overeenstemt met haar engagement 'top performance' dat een wezenlijk onderdeel is van haar visie "Building a Sustainable Home".
"Deceuninck houdt vast aan de overtuiging dat IEDERE werknemer zijn of haar werkplaats zal kunnen verlaten zonder letsels in de ruimste zin van het woord."
Aan de hand van een diepgaande analyse van de ongevallen, heeft Deceuninck duidelijker veiligheidsinstructies uitgewerkt voor zijn nieuwe productlijnen. Deceuninck organiseerde veiligheidsopleidingen met een speciale aandacht voor het veilig omgaan met containers gevuld met profielen en veilig gedrag van medewerkers en de hierarchische lijn.
Voor Deceuninck betekent 'People' meer dan allen maar Klanten en onze medewerkers en hun families. Deceuninck vindt dat het ook een maatschappelijke rol heeft in de maatschappij en steunt daarom liefdadigheidsprojecten in de markten waar de Vennootschap actief is.
In 2015 schonk Deceuninck speelgoed aan het weeshuis St. Joseph in Odorheiu Secuiesc in Roemenië en aan de 'Vereniging Ons Tehuis' in Ieper. De 'Vereniging Ons Tehuis' is een gesubsidieerde organisatie voor bijzondere jeugdzorg. In Chili werkte Deceuninck nauw samen met de ingenieurs en architecten van de universiteit Frederico Santa Maria. Samen ontwikkelden ze ramen voor 2500 noodwoningen voor de arme medeburgers van de stad Valparaiso. Op 12 april 2014 heeft een grote bosbrand 2500 woningen in Valparaiso vernietigd, waardoor 11.000 inwoners dakloos werden. Deceuninck North America werkte als partner samen met "Habitat for Humanity", een christelijke non-profitorganisatie die strijdt voor betere woonomstandigheden voor de arme bevolking.
De totale jaarkost van de loonmassa in België bedraagt € 33,6 miljoen, bestaande uit € 7,9 miljoen aan werkgeversbijdragen voor de RSZ en andere wettelijke verzekeringen en uit € 25,8 miljoen aan brutolonen en salarissen. Van de € 25,8 miljoen brutolonen wordt er € 4,0 miljoen afgedragen aan de sociale zekerheid en € 6,3 miljoen wordt doorgestort naar de
bedrijfsvoorheffing. De werknemers ontvangen netto uiteindelijk € 15,3 miljoen of 45,5% van de totale werkgeverskost.
| Totale loonkost (in € miljoen) | ||
|---|---|---|
| Werkgeversbijdragen en verzekeringen | 7,9 | 23,4% |
| Brutolonen of -salarissen | 25,8 | 76,6% |
| Werknemersbijdragen | 4,0 | 15,4% |
| Bedrijfsvoorheffing | 6,3 | 24,4% |
| Nettolonen of -salarissen | 15,3 | 59,5% |
| Overige | 0,2 | 0,7% |
| Totaal | 33,6 | 100,0% |
"We zijn er om je te helpen een (t)huis te bouwen, dat energiezuiniger is om in te wonen. We creëren bouwproducten met een lange levensduur, die weinig onderhoud vergen en zorgen voor een uitstekende isolatie. Onze producten worden gecreëerd met de kleinste ecologische voetafdruk en kunnen op het einde van hun leven volledig worden gerecycleerd."
De nationale bouwvoorschriften introduceren geleidelijk aan striktere isolatie- en ventilatiedoelstellingen om zo tegen 2020 aan de Europese isolatiewetgeving (EPBD - Energy Performance of Buildings) te kunnen voldoen.
De EPBD is het belangrijkste wetgevende kader op EU-niveau om de energieprestatie van gebouwen te verbeteren. De Richtlijn verplicht de lidstaten om energieprestatiestandaarden voor gebouwen uit te werken en energieprestatiecertificaten (EPC) voor gebouwen in te voeren. Dit moet ervoor zorgen dat tegen het einde van dit decennium alleen "bijna-energieneutrale gebouwen" (BEN) worden gebouwd. De Europese Commissie meldde bij de bekendmaking van zijn energieefficiëntieprogramma op 23 juli 2014, met als doel 2030, dat bijkomende maatregelen dienen te worden overwogen om de energie-efficiëntie van gebouwen aan te pakken.
Voor de productie van PVC (polyvinylchloride) zijn twee basisgrondstoffen nodig, chloor en ethyleen. De ethyleen is hoofdzakelijk afkomstig van niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen, ofwel ruwe olie ofwel gas (of ook schaliegas).
Voor PVC wordt slechts 1% niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen gebruikt. 40% wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen. In lijn met zijn visie wil Deceuninck deze 1% gebruiken om de 40% die gebruikt wordt voor de verwarming en afkoeling van gebouwen significant te verminderen. Kunststof bouwproducten zijn licht, vragen weinig onderhoud en isoleren uitstekend. Bovendien daalt door het gebruik van kunststof bouwproducten het energieverbruik en de uitstoot van CO2 . Deceuninck ontwikkelt voortdurend PVC en composiet producten die helpen om de energie die gebouwen verlaat via ramen en muren drastisch te reduceren, en streeft zo naar het behoud van natuurlijke rijkdommen. PVC en PVC composiet producten bieden de goedkoopste isolatiemogelijkheden.
De nieuwste ramen van Deceuninck zijn sterk verbeterd op het vlak van energieprestaties, terwijl ze steeds lichter worden. De recentste productontwikkelingen staan garant voor de beste isolatie met het laagste materiaalverbruik.
Zendow#neo maakt gebruik van de Linktrusiontechnologie. Linktrusion werd ontwikkeld om slecht isolerende stalen versterkingen in traditionele PVC ramen te vervangen.
Linktrusion verwerkt continue glasvezelstrips in de PVC-hoofdprofielen. De Linktrusionbenadering leidde ook tot de ontwikkeling van de Zendow thermische versterking, een versterkingsprofiel met staaldraad, ingebed in PVC-schuimextrusie.
Eind 2012 startte Deceuninck in Diksmuide met het recycleren van postindustrieel afval en PVC-ramen, -rolluiken en muurbekleding die einde levensduur zijn. De fabriek heeft een capaciteit van 16.000 ton. PVC is een waardevol materiaal en zou niet mogen eindigen op een vuilnisbelt of in een verbrandingsoven.
Oude gedemonteerde ramen kunnen worden teruggebracht naar Deceuninck voor recyclage. Voor de inzameling en het transport werkt Deceuninck samen met openbare en private afvalverwerkingsbedrijven, aannemers, raamfabrikanten en installateurs binnen een straal van 500km, inclusief het noorden van Frankrijk en het westen van Duitsland. 50 jaar geleden begon Deceuninck met het ontwerp van 100% recycleerbare producten.Deze investering staat garant voor een gesloten kringloop voor alle PVC en composietproducten die Deceuninck op de markt brengt:
In 2015 leverde Deceuninck Recycling inspanningen voor een verbeterde sortering aan de bron, op de bouwwerf en voor een verbetering van zijn recyclingprocessen.
Een belangrijk deel daarvan wordt door Deceuninck hergebruikt voor de verwerking in nieuwe producten met een hoge toegevoegde waarde, zoals nieuwe raamprofielen en thermische versterkingen. Binnenwandbekleding en binnenvensterbanken gemaakt van gerecycleerde PVC worden met een decoratieve film afgewerkt. Geluidswanden gemaakt van gerecycleerde PVC worden gelamineerd of gelakt.
Deceuninck Recycling behaalde het EuCertplast-certificaat.
In 2015 bleef Deceuninck VinylPlus ondersteunen (www.vinylplus.eu). VinylPlus is het vrijwillig engagement van de PVC–sector in Europa. Tot de belangrijkste prestaties ervan behoren de creatie van een netwerk voor de jaarlijkse inzameling en recyclage van PVC, dat vóór 2000 door bepaalde ngo's werd afgedaan als een niet-recycleerbaar materiaal, bestemd voor stortterreinen of verbranding.
Het VinylPlus-engagement omvat een ambitieuze reeks doelstellingen op het vlak van duurzame ontwikkeling, gebaseerd op vijf engagementen:
Als medeoprichter van EPPA (www.eppa-profiles.org), door zijn bijdrage aan de Vinyl Foundation, en door de actieve betrokkenheid onderschrijft Deceuninck het VinylPlus-engagement.
Futureproofed (www.futureproofed.com) berekende via een LCA (Life Cycle Assessment) de ecologische voetafdruk van Zendow#neo premium raamprofielen. De ecologische impact is 40,8% lager dan bij klassieke Zendow raamprofielen. Dit is voor 90% het gevolg van minder warmteverlies tijdens de 50 jaar lange levensduur van Zendow#neo raamprofielen. Een verdere verbetering van de isolatiewaarden van profielen komt het milieu dus ten goede. Bij Zendow#neo premium raamprofielen wordt gebruik gemaakt van gepultrudeerde glasvezelversterkingen in de PVC raamvleugel en ingewerkte staaldraden in hardschuimversterkingen voor het kaderprofiel in plaats van de slecht-isolerende stalen versterkingen. De isolatiefaktor van Zendow#neo premiumramen verbetert met 30% Het vervangen van 60% van de zuivere PVC door gerecycleerde PVC zou kunnen leiden tot een verdere daling van de ecologische voetafdruk met 37%.
In 2015 bracht Deceuninck zijn operationele activiteiten in overeenstemming met de gewijzigde economische omgeving op alle continenten waar Deceuninck actief is. Deceuninck besliste om de productievestigingen in Rusland te consolideren. Eind 2015 werd de productievestiging van Enwin in Rostov-on-Don gesloten. Alle productieactiviteiten verhuisden naar Protvino in Rusland. Het lamineren van profielen in de Tsjechische Republiek werd stopgezet en verhuisde naar Polen. In Kroatië installeerde Deceuninck een nieuwe laminatielijn om de Klantenbasis in het nabije Italië te beleveren. Turkije is begonnen met de verhuis van de productie van Pimapen naar Winsa in Kartepe. Sinds eind februari 2016 gebeuren de leveringen aan Winsa- & Pimapenklanten vanaf een nieuw logistiek centrum in Kartepe. De Klanten van Egepen Deceuninck belevert Deceuninck via het nieuwe distributiecentrum in Menemen, nabij Izmir.
In de VS bereikte Deceuninck een nieuwe mijlpaal met de aankondiging van een nieuwe productievestiging in Fernley, nabij Reno in de staat Nevada in het westen van de VSA.
Bijgevolg beschikt Deceuninck eind februari 2016 over productievestigingen en distributiecentra in Australië (Victoria), de Benelux (Gits en Diksmuide), Bosnië en Herzegovina, Brazilië (Cotia), Chili (Sao Paulo), Kroatië (Zagreb), Tsjechische Republiek (Popůvky), Frankrijk (Roye), Duitsland (Bogen), India (Chennai), Polen (Poznan), Roemenië (Boekarest), Rusland (Protvino), Spanje (Borox), Thailand (Bangkok), Servië (Beograd-Lestane), Turkije (Izmir, Kartepe), het Verenigd Koninkrijk (Calne) en in de Verenigde Staten (Monroe, OH).
De productievestigingen in België (Gits en Diksmuide), Turkije (Izmir en Kartepe) en UK (Calne) zijn ISO 14001 gecertifieerd.
Het ISO 14001-certificaat houdt rekening met een aantal preventieprincipes om de impact op mensen, het milieu en de omgeving te beperken of tegen te gaan. De Plan-Do-Check-Act-benadering van ISO 14001 leidt tot permanente verbetering van de milieuprestaties op basis van procedures en instructies. Alle 5 de productievestigingen konden hun milieuaudit in het kader van ISO 14000 succesvol afronden in 2015.
De Belgische productievestiging in Gits slaagde erin om zijn "Charter Duurzaam Ondernemen" te vernieuwen.
Door het ondertekenen van het "Charter Duurzaam Ondernemen" engageren bedrijven en organisaties zich tot het realiseren van een concreet en gestructureerd actieplan rond 10 thema's: corporate governance, sociale verantwoordelijkheid, communicatie en overleg, mensvriendelijk ondernemen, risicomanagement, duurzame investeringen, aankoop en product & serviceontwikkeling, ketenbeheer, klimaatverandering en energie, kwaliteit van de directe omgeving en duurzame logistiek en mobiliteit. Het Charter Duurzaam Ondernemen is gebaseerd op het "meten is weten"-principe en de implementatie van concrete acties. De resultaten van dit actieplan worden beoordeeld door een team van onafhankelijke deskundigen die constructief aandachtspunten en mogelijkheden om beter te doen op deze gebieden naar voor brengen. Bedrijven die de Corporate Sustainability Charter ondertekend hebben en die positief zijn geëvalueerd, ontvangen een certificaat dat geldig is voor een jaar. Deceuninck ondertekende het toenmalige Milieucharter in 1999. Het was een van de eerste bedrijven die het Corporate Sustainability Charter ondersteunden in 2007.
Inoutic in Bogen is ISO 50001 gecertificeerd. Het energiemanagementsysteem ISO 50001 geeft de vereisten weer om het energiebeleid op te starten, te implementeren, onderhouden en verbeteren. Dit moet het voor een onderneming mogelijk maken om via een systematische aanpak continu de energieprestaties te verbeteren, waaronder energie-efficiëntie, energiezekerheid en energieverbruik. Het doel van dit systeem is om bedrijven te helpen bij het terugschroeven van hun energieverbruik, waardoor ook de energiekosten en de uitstoot van broeikasgassen worden gereduceerd.
Een systematisch energiemanagementsysteem detecteert alle energiestromen in een bedrijf en evalueert de energie-efficiëntie, wat vooral belangrijk is voor installaties die veel energie verbruiken, zoals extrusiemachines, spuitgietmachines, lamineermachines, compounding, verwarmingssystemen, afkoelingssystemen, water- en persluchttoevoer. De voorbereidingen voor het behalen van het ISO 50001 certificaat hielpen Operations in Bogen om kritisch zijn inspanningen en processen inzake energieverbruik te beoordelen en het energieverbruik per kg te verminderen.
Alle productievestigingen wereldwijd legden de focus op de reductie van de hoeveelheid productieafval en het energie- en waterverbruik.
Deceuninck engageert zich ertoe hoogwaardige kwaliteitsproducten en -diensten aan zijn Klant en de eindgebruiker te leveren. Raam- en deursystemen en andere bouwproducten werden gecertificeerd en gecontroleerd door de meeste erkende kwaliteitscertificeringsinstanties, zoals AENOR, ATG, BBA, BSI, CSTB, ITB, ITC, KOMO, LNE, PEFC, RAL, SEPRO, STROITELSVO, TSE en VHI.
Deceuninck evalueert continu de kwaliteit van haar producten en de Klantenservice om kwaliteitsproblemen verder te beperken.
Deceuninck streeft ernaar om een sterke marktpositie te behouden of verder uit te bouwen op alle markten waar de Groep actief is.
Deceuninck heeft een duidelijke merk- en platformstrategie: Deceuninck als merk en Zendow als platform voor Noordwest- en Zuidwest-Europa; Inoutic als merk en platform voor Centraal-Europa. Met deze strategische stap maakt Deceuninck gebruik van een 'Duits merk' om de Centraal-Europese markten te bedienen. De consolidatie tot één productplatform levert synergieën op, kostenbesparingen en legt de basis voor de groei van het marktaandeel in deze regio.
Er werden verdere investeringen in merknaambekendheid gedaan via de diverse verkoopkanalen. Door zijn franchisepartners "Les Menuisiers Pévécistes Deceuninck" (Frankrijk), en Egepen Deceuninck, Pimapen en Winsa (Turkije) onder andere te voorzien van verkoopondersteunende materialen, showroomdisplays, brochures, templates voor websites (inclusief 'dealer locator'), publiciteitscampagnes in de media, enz., biedt Deceuninck zijn partners een hoge bekendheid en visibiliteit voor zijn uitmuntende producten. Tegelijkertijd ontvangen de eindconsumenten de kwaliteitsgarantie van Deceuninck.
Ook de "Deceuninck Online" service biedt een toegevoegde waarde voor de raamfabrikanten en de bouwmaterialenhandel. Deze applicatie biedt Klanten van Deceuninck de mogelijkheid aan om orders te plaatsen en de beschikbaarheid van de producten te raadplegen. Bovendien worden extra diensten toegevoegd die de meerwaarde voor de Klant verhogen, zoals technische data, service na verkoop, bestelling van staalmateriaal. Daarnaast bezorgt Deceuninck haar verdelers leads en helpt hen groeien.
De Vennootschap streeft ernaar om samen te werken in het kader van een echt partnerschap met een uitmuntende servicegraad.
De Groep Deceuninck beschouwt innovatie als één van de voornaamste pijlers van duurzaam succes. Tijdens het productontwikkelingsproces staat bij Deceuninck doelbewust de continue samenwerking met de Klantenbasis centraal. Een dergelijke interactie kan in hoge mate bijdragen tot het bekomen van een optimaal resultaat. Klanten zijn een enorme bron van productkennis en ervaring, waardoor hun inbreng en voorstellen een significante toegevoegde waarde kunnen hebben.
Op de commerciële website biedt Deceuninck een energiebesparende calculator aan voor eigenaars met renovatieplannen. Met deze gebruiksvriendelijke en snelle tool worden eigenaars geholpen, hoe geld kan bespaard worden door Deceuninck's laatste energiebesparende producten te gebruiken. In 3 eenvoudige stappen worden de besparing op vlak van energie en de verminderde CO2 -uitstoot getoond.
Bovendien bieden de meeste commerciële sites particulieren de mogelijkheid om via een kleurensimulator een foto van hun huis te uploaden en de gewenste kleur van hun ramen en deuren weer te geven.
Winst is essentieel om onze onderneming uit te bouwen tot een duurzame onderneming.
Sinds de herstructurering in 2009 is Deceuninck er elk jaar in geslaagd om winst te maken en zijn balans te versterken. De nettowinst voor het boekjaar 2015 steeg met 27,6% tot € 13,3 miljoen.
De verkoopactiviteiten van Deceuninck zijn opgesplitst in 4 regio's: West-Europa, Centraal- en Oost-Europa, Turkije & Emerging Markets en Noord-Amerika.
Op alle markten was energie-efficiënt bouwen en renoveren de motor voor de industrie. PVC-ramen bleven de 'best value for money' bieden. Energie-efficiënte renovaties werden ondersteund door strengere bouwvoorschriften. Dit ging gepaard met een beperkt aantal fiscale maatregelen. Stimuli variëren van land tot land en zijn onderhevig aan beperkte overheidsbestedingen.
Deceuninck schat dat 75% van de geconsolideerde omzet afkomstig is uit het woningrenovatiesegment. Omdat voor de vervanging van ramen niet altijd een bouwvergunning vereist is, valt de activiteit in de sector niet altijd samen met de officiële statistieken van woningrenovatie. Energie-efficiëntie en consumentenvertrouwen zijn de voornaamste, bepalende factoren voor de woningrenovatiemarkt.
De belangrijkste markten voor Deceuninck in West-Europa zijn België en Frankrijk. In beide landen is Deceuninck de marktleider voor PVC-ramen. Deceuninck is daarnaast nog actief in Nederland, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Deceuninck beschikt over productievestigingen in Gits (B), Roye (F) en Calne (VK). Compounding en recycling voor deze regio gebeurt in Diksmuide.
Voor het volledige jaar 2014 steeg de omzet in West-Europa met 8,2% tot € 170,5 miljoen (2014: € 157,5 miljoen). West-Europa vertegenwoordigt 26 % van de geconsolideerde omzet van 2015 (2014: 28%).
De Groep profiteerde van een economisch herstel in Spanje en Italië, en een verdere groei in het VK en in de Benelux. In Frankrijk herstelden de volumes in het 4e kwartaal gesteund door zachte weersomstandigheden en stimulerende maatregelen van de overheid.
In België bleef de bouw van nieuwe woningen het hele jaar lang zwak door het zwakke economische klimaat samen met onzekerheid over nieuwe overheidsmaatregelen voor energie-efficiënte nieuwbouw en renovatie. De economische indicatoren, zoals de werkloosheidscijfers en het consumentenvertrouwen verbeterden echter tijdens de tweede jaarhelft. Hierdoor verbeterde de vraag voor woningrenovatie lichtjes. De lancering van een nieuw raamuitbekledingssysteem, een herziening van het 'Preferred Partners'-charter en de verkoopondersteunende instrumenten, mede geholpen door de consolidatie van de PVC-raamsysteemproducenten in België zorgden voor nieuwe Klanten en een versterking van Deceuninck's marktpositie.
In Nederland was er in 2015 een duidelijke verbetering van de woningbouwmarkt geruggesteund door steunmaatregelen van de overheid om de energie-efficiëntie van woningen te verbeteren. De trend van grotere raamfabrikanten is typerend voor de ramenmarkt. Door de marktconsolidatie slaagde Deceuninck erin zijn marktpositie te verbeteren en werd hierbij geholpen door de lancering van het nieuwe raamuitbekledingssysteem en de binnenvensterbanken, Stonosil.
Voor Frankrijk schat het management dat de totale ramenmarkt verder gekrompen is tot net geen 9 miljoen raameenheden. Voor de raamkaders blijft PVC de markt domineren, hoewel het toch marktaandeel aan aluminium moest prijsgeven. Een agressieve communicatiecampagne door de aluminiumindustrie verklaart deze trend. Sinds de tweede jaarhelft is de markt aan het uitbodemen dankzij de CITE-gunstmaatregel (Crédit d'impôt pour la transition énergétique – Belastingkrediet voor de overgang naar het energiesysteem voor de toekomst)
In tegenstelling tot Frankrijk stijgt in Italië en Spanje het marktaandeel van PVC als materiaal voor ramen door de betere isolatieprestatie en een toegenomen kleurenaanbod. Dankzij offensieve communicatiecampagnes waarbij Deceuninck als innovator en leider op vlak van gekleurde PVC ramen centraal stond, slaagde Deceuninck erin zijn merk te herpositioneren. De campagne was een succes en resulteerde in een tweecijferige groei. Om de leverservice verder te verbeteren, bedient Deceuninck zijn klanten in Italië via een nieuw magazijn in Kroatië. Hier worden raamprofielen ook voorzien van een decoratieve folie.
De residentiële renovatie- en bouwmarkt had het in het VK in 2015 moeilijker dan in 2014. De nationale verkiezingen en het referendum over Schotland zorgden voor onzekerheid, wat op zijn beurt het consumentenvertrouwen aantastte. De huizenprijzen stegen tot een recordniveau in december, maar de bouw van nieuwe woningen kende slechts een lichte stijging, terwijl renovatiewerken verminderden.
Tegen de trend in slaagde Deceuninck er in, zijn omzet met twee cijfers te doen groeien en zijn marktpositie in het VK te versterken. De lancering van nieuwe, innovatieve producten zoals het schuifraamsysteem, Slider 24, en het volledig omkeerbare raam zorgden voor nieuwe Klanten. Deceuninck's toonaangevende kleurenassortiment creërt nieuwe opportuniteiten en zorgt voor groei. Deceuninck heeft 26 kleuren op stock liggen en verkoopt hierdoor zijn gekleurde raamprofielen met dezelfde leverservice als witte raamprofielen. Om zijn belofte waar te maken van leveringen op tijd en zonder tekorten, werd het nieuwe distributiecentrum in Beaverbrook in gebruik genomen, wat voor extra magazijncapaciteit zorgt.
Een sterke marketingcampagne "Why Deceuninck?" met onder meer slimme marketinginstrumenten die Klanten helpen hun merknaambekendheid te verhogen en een slim gebruik van sociale media ondersteunen de groei van de Klanten. Hiermee onderscheidt Deceuninck zich als toonaangevende speler.
Deceuninck gebruikt innovatie als marktdifferentiator en biedt zo het hoofd aan deze moeilijke, competitieve markt. Deceuninck wil de beste isolatie aanbieden bij het minste materiaalverbruik.
Deceuninck breidde het Zendow#neo-gamma uit. Zendow#neo gebruikt de Linktrusiontechnologie, waarbij continue glasvezels en PVC samen verwerkt worden tijdens het extrusieproces om beter te isoleren. De continue glasvezels vervangen de stalen versterking. Deze versterking kan je ook vervangen door een thermische versterking gemaakt uit composietmateriaal. Tijdens de bouwbeurs Batimat in Parijs begin november 2015 lanceerde Deceuninck in Frankrijk het slanke iSlide#neo schuifraamsysteem. Het nieuwe slanke glasvezelversterkte raamsysteem werd zeer gunstig onthaald door architecten en huizenbouwers.
Het aantal raamfabrikanten dat zijn machinepark heeft aangepast om zeer energie-efficiënte ramen met Linktrusiontechnologie te verwerken blijft gestaag toenemen.
Om de verkoop van bouwproducten te stimuleren heeft Deceuninck PVC wandtegels "Decoramic", een nieuw gamma vensterbanken 'Stonosil' en een massieve terrasplank op de markt gebracht. De vraag naar bouwproducten heeft te lijden onder de zwakke vraag voor nieuwbouwwoningen, vooral in Frankrijk.
De trend van geïmporteerde, afgewerkte ramen uit Oost-Europa, vooral in Frankrijk en Italië, stagneert en zou naar schatting niet verder marktaandeel winnen.
Centraal en Oost-Europa omvat alle activiteiten van de Groep Deceuninck in de Duitstalige D-A-CH landen alsook in alle landen die ten oosten en ten zuiden van Duitsland tot Rusland en het voormalige Joegoslavië gelegen zijn. Deceuninck heeft onder de merknaam 'Inoutic' in nagenoeg alle landen een eigen verkooporganisatie en lokale distributieactiviteiten. In
Rusland opereert de Groep onder de merknamen 'Deceuninck' en 'Enwin'. De belangrijkste landen in de regio zijn Duitsland, Rusland, Polen en de cluster Tsjechië, Slovakije en Hongarije. Deceuninck heeft productievestigingen in Duitsland, Polen, Rusland en Kroatië.
De omzet van het volledige jaar 2015 uitgedrukt in euro daalde met 2,7% tot € 169,7 miljoen (2014: € 174,4 miljoen). Bij gelijkblijvende wisselkoersen steeg de omzet met 2,8%. Centraal & Oost-Europa vertegenwoordigt 26% van de geconsolideerde omzet in 2015 (2014: 32%).
De omzet groeide in Centraal Europa, maar de groei werd gedeeltelijk tenietgedaan door de inkrimping van de markt in Rusland en de devaluatie van de Russische roebel.
De volumes in 2015 in de regio geven een gemengd beeld: de volumes ontwikkelden zich positief in Polen en in de cluster Tsjechië, Slovakije en Hongarije. De impact van de stopzetting van de verkoop van vensterbanken werd gecompenseerd door een stijging van de verkoop aan raamfabrikanten. Een jaar-op-jaar gunstiger economisch klimaat en nieuwe raamfabrikanten die in 2014 van leverancier veranderd waren, wierpen hun vruchten af.
De volumes op de lokale Duitse markt daalden, vooral tijdens de tweede jaarhelft. De lichte groei van de Duitse ramenmarkt (1%) wordt geabsorbeerd door de import uit Oost-Europese lageloonlanden.
De extrusievestiging van Inoutic/Deceuninck in Bogen compenseerde het volumeverlies op de lokale Duitse markt met een stijging van het exportvolume.
Ook de cluster met de landen Tsjechië, Slovakije en Hongarije ondervindt verder de negatieve gevolgen van geïmporteerde ramen, hoofdzakelijk uit Polen. Hierdoor is een duidelijke consolidatie merkbaar bij raamfabrikanten. Het aantal raamfabrikanten is in de regio met een derde verminderd sinds 2010.
Vooral kleine raamfabrikanten hebben hun productie stopgezet en zijn begonnen met het kopen van ramen bij grotere, hetzij lokale of buitenlandse, raamfabrikanten.
In Rusland eisen de geopolitieke spanningen en de wereldwijde economische sancties tegen Rusland hun tol.
De vraag naar PVC raamprofielen is in Rusland in 2015 volgens schattingen van het management met 25 à 30% gedaald. De eindgebruiker heeft een rem gezet op zijn uitgaven voor renovatie, inclusief ramen. Er is een verschuiving merkbaar van premium naar goedkopere ramen. In lijn met de markt daalde bij Deceuninck in Rusland de omzet van het premium merk, maar dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door een stijging van het goedkopere raammerk, Enwin.
Het 'Analytical Centre for National Rating Agency (NRA)' lanceerde een nieuw kwaliteitslabel voor PVC raamprofielen. Deceuninck Rus was het eerste bedrijf dat de hoogste rating (A+) ontving voor al zijn hoogwaardige raamsystemen: "Forward", "Bautec", "Favorit Space", "Favorit" en "Eforte". Door het moeilijke economische klimaat in Rusland werd in 2015 besloten de operationele en logistieke activiteiten van de merknamen 'Deceuninck' en 'Enwin' te consolideren in de productievestiging in Protvino. De vroegere productievestiging van Enwin in Rostov-on-Don werd eind december 2015 gesloten. In Oekraïne werden de activiteiten van het douane-entrepot stopgezet.
De regio Turkije en Emerging Markets bedient vooral de binnenlandse markt in Turkije en dient tevens als Deceuninck's hub voor nieuwe exportmarkten. Export vertegenwoordigt ±10% van de omzet van de regio.
De designers en producenten van PVC-raamsystemen in Turkije zijn opgedeeld in een hoger en lager marktsegment. Deceuninck is met 3 sterke merknamen, Egepen Deceuninck, Pimapen en Winsa, marktleider in het premium segment van de lokale markt in Turkije.
Turkije is wereldwijd de tweede grootse PVC ramenmarkt na China.
De omzet in 2015 uitgedrukt in euro steeg met 40,2% tot € 193,1 miljoen (Bij gelijkblijvende wisselkoersen: +46.6%). De jaar-op-jaar 25% zwakkere TRY deed de volumegroei gedeeltelijk teniet.
De stijging is hoofdzakelijk te danken aan de geslaagde integratie van Pimaş en door de organische groei die onze 3 premium merken (Egepen Deceuninck, Winsa and Pimapen) gezamenlijk hebben gerealiseerd. Deze groei berust hoofdzakelijk op een superieure kwaliteit van onze producten en services en het sterke, commerciële netwerk (>3.000 verkooppunten). Turkije & Emerging Markets vertegenwoordigt 30% van de geconsolideerde omzet van de Groep in 2015 tegenover 25% in 2014.
Pimaş, dat door Deceuninck in oktober 2014 overgenomen werd, werd voor het eerst volledig meegeconsolideerd. De gewijzigde consolidatiekring zorgde voor een omzetstijging van 9,3%.
Het marktklimaat in Turkije in 2015 was moeilijk. Het consumentvertrouwen was zwak door de devaluatie van de TRY met 25% ten opzichte van de USD, politieke onzekerheid door 2 parlementsverkiezingen, terreuraanslagen naar aanleiding van de oorlog in Syrië, de verstoorde relaties tussen Turkije en Rusland en stijgende intrestvoeten hadden een impact op de nieuwbouwen renovatieactiviteit.
Om de verkoop te ondersteunen lanceerden zowel Winsa als Egepen Deceuninck een nieuw 6-kamerraamsysteem met de respectievelijke merknamen Revotech en Legend.
Het nieuwe design van het gamma aluminiumraamsystemen en de vouwbare glazen balkonsystemen hadden een positieve impact op de omzet. PVC-harsen en de meeste additieven zijn niet beschikbaar in Turkije en moeten in USD en in EUR geïmporteerd worden. De gestegen grondstofkosten werden met succes binnen de gebruikelijke kortere termijn doorberekend aan de markt.
In 2015 richtte Deceuninck zijn focus op de commerciële integratie van Pimapen. Pimapen is de meest bekende merknaam op de Turkse ramenmarkt. De merknaam was echter toe aan een opfrissing op technisch en op marketingvlak. Het zachte franchisingconcept van de Pimapenshops werd vernieuwd en ging gepaard met een nieuwe communicatiecampagne.
Ege Profil begon met de verhuis van de operationele activiteiten op de vestiging van Pimapen in Gebze hoofdzakelijk naar de vestiging van Winsa in Kartepe. Vanaf eind februari 2016 werden zowel de Winsa als de Pimapenklanten beleverd vanuit een nieuw distributiecentrum in Kartepe.
Ondertussen ging de bouw van de nieuwe fabriek en kantoorgebouwen in Menemen nabij Izmir verder. De bestaande vestiging in Izmir werd verkocht. De verkoopovereenkomst laat echter toe de gebouwen verder te huren tot alle activiteiten van de Izmir-vestiging verhuisd zijn naar de nieuwe vestiging in Menemen, ten laatste begin 2017.
Eind februari 2016 gingen de logistieke activiteiten van start en werden de Klanten van Egepen Deceuninck beleverd uit de nieuwe magazijnen van de vestiging in Menemen nabij Izmir.
De ontwikkeling van de omzet in Emerging Markets verliep trager dan verwacht vooral in Brazilië en India, waar de marktomstandigheden moeilijk waren. De omzetgroei in Chili zit op schema. De Groep is in Santiago de Chile begonnen met het bekleven van raamprofielen en komt hiermee tegemoet aan de stijgende vraag naar gekleurde ramen in de regio.
De omzet van Deceuninck North America (DNA) steeg voor het volledige jaar 2015 met 33,7% tot € 111,2 miljoen (bij een gelijkblijvende wisselkoers steeg de omzet met 11,6%). De stijging is vooral het resultaat van nieuwe Klanten aangetrokken op basis van DNA's superieure servicegraad. De Groep profiteerde daarnaast van een positief renovatie- en nieuwbouwklimaat.
DNA vertegenwoordigt 17 % van de geconsolideerde omzet in 2015 tegenover 15% in 2014.
Het hele jaar 2015 door bleef de renovatie- en nieuwbouwactiviteit stijgen. De inventaris van nieuwe huizen op de markt daalde verder en bedraagt nu minder dan de helft van het aantal op het hoogtepunt van de huizenboom. De daling van de inventaris ligt aan de basis van de stijging van de bouw van nieuwe woningen. De bouwstarts van ééngezinswoningen in 2015 steeg tot een niveau dat sinds de recessie in 2007 niet meer gehaald werd. De totale start van nieuwe huizen (ééngezinswoningen en appartementen samen) steeg tot meer dan 1,1 miljoen tegenover 1,0 miljoen in 2014. De appartementsbouw groeide sneller dan de bouw van ééngezinswoningen. De huizenmarktindicator (HMI) van de NAHB (National Association of Home Builders) bleef het hele jaar door boven 50 (en zelfs boven 60 tijdens de tweede jaarhelft). Dit wijst op het aanhoudende vertrouwen van de markt. Een HMI van 50 of meer wijst op positieve vooruitzichten voor de verkoop van nieuw gebouwde ééngezinswoningen gedurende de komende 6 maanden. Ook de renovatie-index van de NAHB (RMI) bleef het hele jaar boven de 50.
Deceuninck North America sloot het jaar 2015 af met een soliede omzetgroei, significant beter dan de markt. Voor het vierde jaar op rij, rapporteert DNA een tweecijferige groei. 'Zero Backorders' m.a.w. volledig en tijdig geleverde bestellingen overhaalden veel nieuwe potentiële Klanten voor alle producttoepassingen.
Voor raam- en deursystemen is het succes het resultaat van een doelgerichte strategie van DNA om het Klantenbestand uit te breiden, het goed verzorgen van de Klantenrelaties in combinatie met meer verkoop bij bestaande Klanten en de lancering van strategisch belangrijke, nieuwe producten. DNA plukte de vruchten van nieuwe Klanten die er eind 2014 bijgekomen waren. De toename van de omzet van deze nieuwe Klanten was in 2015 duidelijk merkbaar. De omzet van DNA steeg zowel bij bestaande als bij nieuwe Klanten voor het onlangs gelanceerde raamsysteem, eos (Energy
Optimized Systeem), dat werd onderscheiden met de labels Energy Star en Most Optimized. Beide labels zorgen ervoor dat huiseigenaars door het EPA (Environmental Protection Agency) erkend worden voor een woning met een superieure energieprestatie.
DNA lanceerde ook 3 nieuwe producten op vakbeurs Glassbuild in september. Het eos schuifraamsysteem, een aanvulling voor het eosraamysteem. Het eos-platform biedt nu een volledig gamma aan. Het vakmagazine "Door and Window Market magazine" onderscheidde de eos terrasdeur met de publieksprijs in de categorie terrasdeuren. De eos terrasdeur is een meerrailig schuifraamsysteem dat ontwikkeld werd voor regio's met een kouder klimaat. Hiermee komt het tegemoet aan de nieuwe Energy Star-bouwvoorschriften voor zones in het Noorden vanaf 2016.
In december realiseerde DNA een nieuwe mijlpaal met de bouw van een nieuwe fabriek in Fernley, NV, in de buurt van Reno in het Westen van de VS. Het gebouw zal een oppervlakte hebben van 50.000m² en plaats bieden voor de installatie van maximaal 24 productielijnen. Hiermee zal DNA zijn Klanten aan de Westkust van de VS op een efficiënte manier kunnen bedienen.
Het maatschappelijk kapitaal (€ 53.257.439,0) wordt vertegenwoordigd door 135.039.121 aandelen. Het aantal eigen aandelen, gehouden door de Vennootschap Deceuninck, op 29 februari 2016 bedraagt 217.121.
Er zijn 116.180.829 gedematerialiseerde aandelen, 18.858.292 aandelen op naam.
Op 31 december 2015 sloot het aandeel het kalenderjaar af met een notering van € 2,43. Deceuninck eerbiedigt nauwgezet de Belgische reglementering betreffende de financiële informatie die verstrekt moet worden aan Euronext en aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
Het Deceuninck-aandeel wordt onder de code DECB genoteerd en verhandeld op het continue segment van Euronext in Brussel. ISIN: BE0003789063 DECB maakt deel uit van de BELSMALL index. ICB sectorclassificatie: 2353 bouwproducten
De koers van het Deceuninck-aandeel steeg van € 1,75 op 31 december 2014 tot € 2,43 op 31 december 2015. De gemiddelde koers (VWAP – Volume Weighted Average Price) in 2015 bedroeg € 2,18. De laagste koers bedroeg € 1,73 op 7 januari 2015 en de hoogste koers bedroeg € 2,48 op 24 november 2015.
Op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 10 mei 2016 zal de Raad van Bestuur adviseren om een brutodividend van € 0,025 uit te keren voor het financiële jaar 2015.
| 25 | februari | 2016 | Jaarresultaten 2015 |
|---|---|---|---|
| 10 | mei | 2016 | Activiteitenverslag 1Q 2016 |
| 10 | mei | 2016 | Algemene Vergadering van |
| Aandeelhouders om 11 uur | |||
| 20 | juli | 2016 | Halfjaarresultaten 2016 |
| 21 | oktober | 2016 | Activiteitenverslag 3Q 2016 |
Deceuninck heeft continu en op een consistente manier de financiële wereld ingelicht over de evolutie van de Vennootschap. De persberichten met de jaarresultaten, halfjaarresultaten, tussentijdse verklaringen en belangrijke gebeurtenissen werden op de voorziene tijdstippen vóór beurstijd uitgestuurd en op de investorrelations- pagina van de website (www.deceuninck.com) geplaatst. Het bedrijf Deceuninck heeft institutionele beleggers in binnen- en buitenland geïnformeerd over de evolutie van het bedrijf en de markten tijdens one-to-one- en groepsgesprekken, tijdens roadshows en investeerderevenementen. Institutionele beleggers kregen de mogelijkheid om een gesprek te voeren met de CEO en de CFO op de hoofdzetel in Hooglede-Gits of via een conference call. Deceuninck nam
deel aan conferenties en roadshows In Brussel, Parijs, Londen, Amsterdam en Lyon.
De privé-belegger kreeg de mogelijkheid zich te informeren tijdens een bezoek van Bolero-klanten aan de hoofdzetel in Hooglede-Gits op 27 oktober en 10 november en tijdens de privé-beleggershappenings van het VFB (Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs en Beleggers) in april en oktober.
Contactgegevens investor relations desk:
Investor relations: Ludo Debever Tel: +32 (0) 51 239 248 Fax: +32 (0) 51 239 214 E-mail: [email protected] Website: http://www.deceuninck.com/investors Adres: Deceuninck NV Bruggesteenweg 360 BE-8830 Hooglede-Gits
Er bestaat eveneens de mogelijkheid om te registreren via de investorrelations-pagina op www.deceuninck.com/investors voor het ontvangen van financieel nieuws en financiële persberichten via e-mail.
Dit jaarverslag dient samen met de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening van de Deceuninck Groep, hierna de Groep genoemd en de bijhorende Toelichtingen te worden gelezen. Deze geauditeerde geconsolideerde jaarrekening werd vastgesteld door de raad van bestuur op 19 februari 2016.
De omzet van 2015 groeit met 16,6% tot € 644,5 miljoen. (2014: € 552,8 miljoen). Bij vergelijkbare consolidatiekring steeg de omzet met 7,3% tot € 593,2 miljoen.
• Mixeffecten: +1,0%
De gewijzigde consolidatiekring door de acquisitie van Pimaş in Turkije en Rusland resulteerde in een positieve impact van € 51,3 miljoen (+9,3%) op de omzet
De brutomarge steeg tot 28,2% (2014: 27,3%). Dit is het resultaat van een hogere efficiëntie in productie. Er was een beperkte gunstige impact van lagere grondstofkosten, maar deze werd in belangrijke mate tenietgedaan door ongunstige wisselkoersen.
De EBITDA steeg tot € 54,4 miljoen of 8,4% op omzet (2014: € 35,3 miljoen of 6,4% op omzet) door hogere volumes, een betere bruto marge en strikte beheersing van de operatonele uitgaven. De operationele uitgaven stegen met 9,6% tot € 152,9 miljoen, hoofdzakelijk door de acquisitie van Pimaş en continue organische groei. Ze bevatten ook de opstartkosten voor onze bestaande efficiëntie- en groeiinitiatieven
In de EBITDA is eveneens € 2,4 miljoen winst op de verkoop van de Izmir site begrepen.
De REBITDA bedroeg € 56,5 miljoen of 8,8% op omzet (2014: € 36,6 miljoen). De herstructureringskosten bedroegen € 2,3 miljoen. De herstructureringskosten zijn voornamelijk te wijten aan de integratie van Pimaş in Turkije en Rusland.
Het operationele resultaat (EBIT) bedroeg € 26,9 miljoen (2014: € 14,3 miljoen). De EBIT-marge bedroeg hierdoor 4,2% in vergelijking met 2,6% in 2014. De niet-kaskosten bedroegen € 27,5 miljoen tegenover € 21,0 miljoen in 2014. De niet-kaskosten stegen met € 6,5 miljoen hoofdzakelijk door € 5,3 miljoen hogere afschrijvingen, door de acquisitie van Pimaş, hogere investeringsuitgaven en een éénmalige niet-kasopbrengst in 2014.
Het financieel resultaat bedroeg € -10,0 miljoen (2014: € -7.5 miljoen). De stijging is hoofdzakelijk toe te wijzen aan de IFRS boekhoudvoorschriften met betrekking tot leningen in euro in Turkije. De niet-kaskost hiervoor in het financieel resultaat bedraagt € 1,7 miljoen. Dit wordt gecompenseerd door hetzelfde bedrag in het eigen vermogen. Daarnaast is er de éénmalige afschrijving van geactiveerde kosten verbonden aan de herfinanciering in 2015.
In december 2015 heeft Deceuninck met succes een retailobligatie uitgegeven voor een bedrag van € 100 miljoen, die zorgde voor € 40 miljoen extra liquiditeit. Dit bedrag zal gebruikt worden voor verdere investeringen in efficiëntie en groei, onder andere voor de nieuwe fabrieken in Turkije en aan de Westkust van de VS.
De nettowinst in 2015 bedroeg € 13,3 miljoen tegenover € 10,5 miljoen in 2014.
Het werkkapitaal steeg van € 124,6 miljoen (22,5% op omzet in 2014) op 31 december 2014 tot € 142.9 miljoen (22,2% op omzet in 2015) op 31 december 2015.
De handelsvorderingen stegen met € 5,7 miljoen in vergelijking met 31 december 2014 door de gestegen omzet in het 4e kwartaal. Het aantal dagen klantenkrediet (DSO) daalde echter jaar-op-jaar door een strikte opvolging van de handelsvorderingen. Het totale bedrag aan factoring bleef nagenoeg stabiel en bedroeg op 31 december 2015 € 16,3 miljoen (31 december 2014: € 16,0 miljoen). De voorraden stegen met € 2,0 miljoen terwijl de handelsschulden jaar-op-jaar met € 10,6 miljoen daalden.
Investeringen in 2015 bedroegen € 38,7 miljoen tegenover € 31,3 miljoen in 2014. Deze werden hoofdzakelijk besteed aan een van deel van de kost voor de nieuwe extrusiefabriek in Menemen en de investeringen gerelateerd aan de integratie van Pimaş.
Investeringsuitgaven voor onderhoud en nieuwe extrusiematrijzen bedroegen € 19,2 miljoen.
De nettoschuld op 31 december 2015 bedroeg € 92,1 miljoen tegenover € 71,0 miljoen op 31 december 2014. De beslissing om het werkkapitaal te verhogen en bijkomend te investeren in productie-efficiëntie en groei verklaren deze stijging.
Het eigen vermogen steeg met € 4,8 miljoen tot € 269,3 miljoen (€ 264.5 miljoen op 31 december 2014), omdat de € 13,3 miljoen nettowinst hoofdzakelijk teniet werd gedaan door de impact van ongunstige valuta-omrekeningsverschillen op het eigen vermogen (€ 8,7 miljoen) en de betaling van € 2,7 miljoen dividend.
De netto financiële schuld ten opzichte van het eigen vermogen (gearing) bedroeg 34,2% op 31 december 2015 tegenover 26,8 % op 31 december 2014.
Op 31 december 2015 telde Deceuninck wereldwijd 3.593 voltijdsequivalente medewerkers (VTEs) (inclusief medewerkers op interim basis en extern personeel). (31 december 2014: 3.434)
Voor de analyse van het risicobeheer van de Groep wordt verwezen naar Toelichting 24 in de geconsolideerde jaarrekening.
De O&O-activiteiten van de Groep maken deel uit van de afdeling "Operations & Technology". Technology is essentieel voor de succesvolle omzetting van de visie van Deceuninck: "Building a sustainable home. Innovation – Ecology – Design."
Technology verankert productinnovatie en de vereiste producteigenschappen in de organisatie. De afdeling ontwikkelt geschikte en kostenefficiënte productieprocessen, grondstoffen en matrijzen en promoot de standaardisatie ervan in de productievestigingen.
Innovation & Technology concentreerde zich in 2015 op een verdere optimalisatie van de Linktrusion-technologie en uitbreiding van het productassortiment waarbij deze technologie wordt toegepast. Linktrusion werd in 2011 gelanceerd als nieuw technologisch platform en verwijst naar de unieke aanpak van Deceuninck voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën en grondstoffen. Dit is het platform waarbij totaal verschillende grondstoffen en technologieën kunnen gecombineerd worden tot een multicomponentenextrusie.
Binnen Zendow#neo staat Linktrusion voor de combinatie van glasvezelversterkte PVC profielen alsook voor een versterkingsprofiel waarbij staaldraad verwerkt is in een geëxtrudeerd hardschuimprofiel met een hoge isolatiewaarde als gevolg en een slank design, dat kan concurreren met aluminium raamsystemen. In 2015 werd het glasvezelversterkt Zendow#neo premium raamsysteem aangevuld met een deurkaderprofiel en een uiterst slank horizontaal schuifraamsysteem voor de Franse markt, iSlide#neo.
Daarnaast heeft Innovation & Technology zich toegespitst op de verdere ontwikkeling van een nieuwe watergedragen coatingtechnologie. Deze state of the art technologie biedt de mogelijkheid om door middel van een uniek,
gepatenteerd, volledig geautomatiseerd proces te coaten. Hierbij wordt rondom rond op de vier zijden van een PVC-profiel een watergedragen coating aangebracht.
Op de derde plaats heeft de afdeling Innovation & Technology gewerkt aan de verbetering van de grondstofsamenstelling. Hierbij streeft de afdeling naar een combinatie van de optimalisatie van de kosten en een verbetering van de eigenschappen van zowel harde PVC als van de Twinson-grondstof voor houtcomposietproducten. De coëxtrusietechnologie werd verder verbeterd. Meer producten werden ontwikkeld zodat een groter volume gerecycleerde PVC kan worden verwerkt.
Dit vergt een betere kwaliteit van het gerecycleerde PVC en daarom werd gewerkt aan een verdere verfijning en optimalisatie van onze recyclingtechnologie.
Deceuninck North America werkte ook verder aan de ontwikkeling van Rovex om haar proceskennis te verbeteren en meer vrijheid te creëren voor toekomstige ontwerpen. Rovex is een geavanceerd gepultrudeerd polyurethaan glasvezelversterkt composietmateriaal dat werd ontworpen als alternatief voor de traditionele materialen zoals metaal, polyester glasvezelcomposiet en beton. Het gepatenteerde recept maakt gebruik van een voor tot wel 20 % op biologische grondstoffen gebaseerd hars. Het composietmateriaal bestaat onder meer uit soja en andere hernieuwbare bronnen en biedt de nodige sterkte, stabiliteit en flexibiliteit zonder dat daarvoor styreen of peroxide moet worden gebruikt.
Hiervoor wordt verwezen naar Toelichting 25 in de geconsolideerde jaarrekening.
Er zijn geen andere omstandigheden dan diegene opgenomen in de paragraaf met betrekking tot risicobeheersing, die op de toestand van de Groep een belangrijke invloed gehad hebben.
| Geconsolideerde resultatenrekening (in € million) |
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 536,1 | 556,9 | 536,5 | 552,8 | 644,5 |
| EBITDA | 48,3 | 50,0 | 47,4 | 35,3 | 54,4 |
| EBITDA-marge (%) | 9,0% | 9,0% | 8,8% | 6,4% | 8,4% |
| REBITDA | 49,4 | 51,1 | 47,7 | 36,6 | 56,5 |
| REBITDA-marge (%) | 9,2% | 9,2% | 8,9% | 6,6% | 8,8% |
| EBITA | 22,3 | 20,7 | 23,6 | 12,4 | 26,9 |
| EBITA-marge (%) | 4,2% | 3,7% | 4,4% | 2,3% | 4,2% |
| EBIT | 22,3 | 20,7 | 23,6 | 14,3 | 26,9 |
| EBIT-marge (%) | 4,2% | 3,7% | 4,4% | 2,6% | 4,2% |
| EBT | 8,3 | 8,0 | 15,2 | 6,9 | 16,9 |
| EBT-marge (%) | 1,5% | 1,4% | 2,8% | 1,2% | 2,6% |
| Nettowinst (+)/verlies (-) | 6,3 | 4,2 | 8,4 | 10,5 | 13,3 |
| Nettowinst (+)/verlies (-)-marge (%) | 1,2% | 0,8% | 1,6% | 1,9% | 2,1% |
| Winst (+)/verlies (-) per aandeel (in €) | 0,06 | 0,04 | 0,08 | 0,09 | 0,10 |
| Geconsolideerde balans (in € million) |
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
| Vaste acitiva | 226,0 | 224,6 | 215,6 | 254,7 | 255,1 |
| Vlottende activa | 217,3 | 210,5 | 202,8 | 249,0 | 307,6 |
| Eigen Vermogen | 205,8 | 211,4 | 204,3 | 264,5 | 269,3 |
| Langlopende voorzieningen | 20,9 | 24,2 | 21,1 | 25,0 | 25,1 |
| Uitgestelde belastingen | 3,5 | 2,6 | 5,0 | 5,8 | 4,5 |
| Langlopende rentedragende schulden | 93,4 | 37,3 | 35,4 | 14,6 | 143,5 |
| Kortlopende schulden | 119,8 | 159,6 | 152,7 | 193,8 | 120,2 |
| Balanstotaal | 443,3 | 435,1 | 418,5 | 503,7 | 562,6 |
| Werkkapitaal | 119,2 | 116,4 | 102,5 | 124,6 | 142,9 |
| Investeringen | 21,9 | 23,5 | 26,7 | 31,3 | 38,7 |
| Netto schuld | 101,8 | 92,6 | 80,6 | 71,0 | 92,1 |
| Eigen vermogen / Balanstotaal (%) | 46,4% | 48,6% | 48,8% | 52,5% | 47,9% |
| Nettowinst (verlies)/Eigen vermogen (%) | 3,1% | 2,0% | 4,1% | 4,0% | 5,0% |
| Nettoschuld op eigen vermogen (%) | 49,5% | 43,8% | 39,4% | 26,8% | 34,2% |
| Personeel (VTE) | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totaal voltijdsequivalenten (VTE) | 2.735 | 2.665 | 2.746 | 3.434 | 3.593 |
| (1) Definities: zie Lexicon p. 144 |
| Cijfers over 12 maanden eindigend op 31 december (in € duizend) |
Toelichting | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 3 | 552.814 | 644.524 |
| Kostprijs verkochte goederen | 4 | -402.020 | -462.522 |
| Brutowinst | 150.794 | 182.002 | |
| Marketing-, verkoop- en distributiekosten | -95.233 | -104.465 | |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten | -6.707 | -7.643 | |
| Administratiekosten en algemene kosten | -37.592 | -40.818 | |
| Overig netto bedrijfsresultaat | 4 | 1.182 | -2.127 |
| Bedrijfsresultaat voor winst uit voordelige aankoop | 4 | 12.445 | 26.949 |
| Winst uit voordelige aankoop | 1.862 | 0 | |
| Bijzondere waardevermindering op goodwill | 0 | -96 | |
| Bedrijfswinst (EBIT) | 14.307 | 26.853 | |
| Financiële kosten | 4 | -17.207 | -17.473 |
| Financiële opbrengsten | 4 | 9.755 | 7.483 |
| Winst voor belastingen (EBT) | 6.856 | 16.864 | |
| Winstbelastingen | 5 | 3.603 | -3.522 |
| Nettowinst | 10.458 | 13.341 |
| Nettowinst toewijsbaar aan: | ||
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 10.586 | 13.582 |
| Minderheidsbelangen | -128 | -241 |
| Winst per aandeel toewijsbaar aan de gewone aandeelhouders van de moedermaatschappij (in €): | |||
|---|---|---|---|
| Gewone winst per aandeel | 6 | 0,09 | 0,10 |
| Verwaterde winst per aandeel | 6 | 0,09 | 0,10 |
| Cijfers over 12 maanden eindigend op 31 december (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Nettowinst | 10.458 | 13.341 |
| Omrekeningsverschillen | -52 | -8.449 |
| Winst (+) / verlies (-) op indekkingsinstrumenten | -233 | 0 |
| Effect van winstbelastingen | 79 | 0 |
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten die mogelijk worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening in volgende periodes |
-205 | -8.449 |
| Actuariële winst (+) / verlies (-) op toegezegde pensioenregeling | -2.883 | 1.419 |
| Effect van winstbelastingen | 905 | -190 |
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten die niet kunnen worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening in volgende periodes |
-1.979 | 1.230 |
| Overige gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten, na winstbelastingen | -2.184 | -7.219 |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 8.274 | 6.122 |
| Is als volgt toewijsbaar: | |
|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij 8.402 |
6.363 |
| Minderheidsbelangen -128 |
-241 |
| (in € duizend) |
Toelichting | 31 december 2014 | 31 december 2015 |
|---|---|---|---|
| Activa | |||
| Immateriële vaste activa | 7 | 5.922 | 5.392 |
| Goodwill | 8 | 10.871 | 10.741 |
| Materiële vaste activa | 9 | 215.649 | 218.802 |
| Financiële vaste activa | 66 | 65 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 5 | 21.080 | 18.962 |
| Vorderingen op lange termijn | 10 | 1.068 | 1.105 |
| Vaste activa | 254.657 | 255.066 | |
| Voorraden | 11 | 93.417 | 95.454 |
| Handelsvorderingen | 12 | 115.826 | 121.484 |
| Overige vorderingen | 12 | 8.677 | 16.424 |
| Liquide middelen | 13 | 29.046 | 70.720 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop | 14 | 2.060 | 3.473 |
| Vlottende activa | 249.026 | 307.553 | |
| Totaal activa | 503.684 | 562.620 | |
| Passiva | |||
| Geplaatst kapitaal | 15 | 52.912 | 53.257 |
| Uitgiftepremies | 15 | 85.927 | 86.777 |
| Geconsolideerde reserves | 169.423 | 180.968 | |
| Reserve voor kasstroomindekkingen | -91 | -91 | |
| Actuariële winsten/verliezen | -3.864 | -2.634 | |
| Eigen aandelen | 15 | -261 | -261 |
| Omrekeningsverschillen | 15 | -44.316 | -52.765 |
| Eigen vermogen exclusief minderheidsbelangen | 259.731 | 265.253 | |
| Minderheidsbelangen | 4.758 | 3.999 | |
| Eigen vermogen inclusief minderheidsbelangen | 264.489 | 269.252 | |
| Rentedragende schulden | 18 | 14.635 | 143.486 |
| Langlopende voorzieningen | 16,17 | 24.962 | 25.119 |
| Uitgestelde belastingschulden | 5 | 5.771 | 4.529 |
| Langlopende schulden | 45.368 | 173.134 | |
| Rentedragende schulden | 18 | 85.396 | 19.324 |
| Handelsschulden | 19 | 84.670 | 74.070 |
| Belastingschulden | 6.224 | 6.933 | |
| Personeelsgerelateerde schulden | 9.702 | 12.434 | |
| Kortlopende voorzieningen | 16,17 | 777 | 1.127 |
| Overige schulden | 19 | 7.058 | 6.345 |
| Kortlopende schulden | 193.826 | 120.233 | |
| Totaal passiva | 503.684 | 562.620 |
| (in € duizend) |
Geplaatst kapitaal |
Uitgifte premies |
Geconso lideerde reserves |
Reserve voor kasstroom indekkingen |
Actuariële winsten/ verliezen |
Eigen aandelen |
Omrekenings verschillen |
Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van de moeder maatschappij |
Minder heids belang |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Per 31 december 2013 | 42.495 | 46.355 | 160.407 | 63 | -1.885 | -261 | -44.264 | 202.910 | 1.413 | 204.323 |
| Netto winst | 10.586 | 10.586 | -128 | 10.458 | ||||||
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
-154 | -1.979 | -52 | -2.184 | 162 | -2.022 | ||||
| Totaal gerealiseerde en niet-gereali seerde resultaten |
0 | 0 | 10.586 | -154 | -1.979 | 0 | -52 | 8.402 | 34 | 8.436 |
| Kapitaalverhoging | 10.417 | 39.572 | 53 | 50.042 | 50.042 | |||||
| Verwerving van dochterondernemingen | 0 | 3.311 | 3.311 | |||||||
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 528 | 528 | 528 | |||||||
| Uitgekeerde dividenden | -2.151 | -2.151 | -2.151 | |||||||
| Per 31 december 2014 | 52.912 | 85.927 | 169.423 | -91 | -3.864 | -261 | -44.316 | 259.731 | 4.758 | 264.489 |
| As per 31 cecember 2014 | 52.912 | 85.927 | 169.423 | -91 | -3.864 | -261 | -44.316 | 259.731 | 4.758 | 264.489 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Netto winst | 13.582 | 13.582 | -241 | 13.341 | ||||||
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
0 | 1.230 | -8.449 | -7.219 | -7.219 | |||||
| Totaal gerealiseerde en niet-gereali seerde resultaten |
0 | 0 | 13.582 | 0 | 1.230 | 0 | -8.449 | 6.363 | -241 | 6.122 |
| Kapitaalverhoging | 345 | 850 | 1.195 | 1.195 | ||||||
| Verwerving van dochterondernemingen | 0 | -518 | -518 | |||||||
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 642 | 642 | 642 | |||||||
| Uitgekeerde dividenden | -2.679 | -2.679 | -2.679 | |||||||
| Per 31 december 2015 | 53.257 | 86.777 | 180.968 | -91 | -2.634 | -261 | -52.765 | 265.253 | 3.999 | 269.252 |
| Cijfers over 12 maanden eindigend op 31 december (in € duizend) |
Toelichting | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Operationele activiteiten | |||
| Nettowinst | 10.458 | 13.341 | |
| Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa | 7,9,14 | 22.147 | 25.260 |
| Bijzondere waardeverminderingen op (im)materiële vaste activa | 7,9,14 | 919 | 1.276 |
| Winst uit voordelige aankoop | -1.862 | 0 | |
| Voorzieningen voor pensioenen en overige risico's en kosten | -2.991 | 1.930 | |
| Waardeverminderingen op vlottende activa | 2.810 | -932 | |
| Netto financiële kosten | 4 | 7.451 | 9.989 |
| Meerwaarde op realisatie materiële vaste activa | 4 | -120 | -1.533 |
| Minwaarde op realisatie materiële vaste activa | 4 | 84 | 100 |
| Winstbelastingen | 5 | -3.603 | 3.522 |
| In eigen vermogen afgewikkelde op aandelen gebaseerde betalingstransacties | 528 | 642 | |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten voor mutatie in werkmiddelen en voorzieningen | 35.822 | 53.596 | |
| Afname / (toename) in handelsvorderingen en overige vorderingen | -12.780 | -17.971 | |
| Afname / (toename) in voorraden | -6.736 | -2.277 | |
| Toename / (afname) in handelsschulden | 12.308 | -7.552 | |
| Afname / (toename) in andere vaste activa | 238 | 12 | |
| Afname / (toename) in andere vlottende activa | 362 | -5.894 | |
| Toename / (afname) in andere langlopende schulden | 0 | -364 | |
| Toename / (afname) in andere kortlopende schulden | -108 | 4.572 | |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 29.106 | 24.123 | |
| Ontvangen intresten | 1.058 | 1.735 | |
| Betaalde winstbelastingen | -1.239 | -3.545 | |
| KASSTROMEN UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN | 28.925 | 22.313 |
| Investeringsactiviteiten | |||
|---|---|---|---|
| Kasontvangsten bij verkoop van materiële vaste activa | 763 | 5.297 | |
| Aanschaffingen van materiële vaste activa | 9,14 | -31.018 | -37.839 |
| Aanschaffingen van immateriële vaste activa | 7 | -315 | -906 |
| Verwerving van dochterondernemingen | -15.256 | ||
| Overige mutaties | 301 | 0 | |
| KASSTROMEN UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN | -45.524 | -33.448 | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Kapitaalsverhoging | 49.939 | 1.195 | |
| Nieuwe (+) / terugbetaling (-) langlopende schulden | 18 | -7.019 | 108.791 |
| Nieuwe (+) / terugbetaling (-) kortlopende schulden | 18 | -9.709 | -40.583 |
| Betaalde intresten | -5.120 | -7.664 | |
| Uitgekeerde dividenden | -2.151 | -2.679 | |
| Netto financieel resultaat, excl interesten | -1.102 | -4.375 | |
| KASSTROMEN UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN | 24.839 | 54.685 | |
| Netto toename (+) / afname (-) van de liquide middelen | 8.240 | 43.551 | |
| Liquide middelen per 1 januari | 13 | 21.715 | 29.046 |
| Wisselkoersfluctuaties | -908 | -1.877 | |
| Liquide middelen per 31 december | 13 | 29.046 | 70.720 |
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aangenomen voor gebruik in de EU. De geconsolideerde jaarrekening werd vastgesteld door de raad van bestuur op 19 februari 2016. De geconsolideerde jaarrekening kan nog aangepast worden tot op de algemene vergadering van Deceuninck NV van 10 mei 2016.
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in € duizend tenzij anders vermeld. Ze werd opgesteld op basis van de historische kostprijsmethode, behalve voor de waardering aan reële waarde van de derivaten. De geconsolideerde jaarrekening heeft betrekking op de financiële toestand per 31 december 2015. Ze wordt opgesteld vóór winstverdeling van de moedermaatschappij zoals voorgesteld aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Gelieve ermee rekening te houden dat de som van bedragen in tabellen van de jaarrekening kan afwijken ten gevolge van afrondingen.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van Deceuninck NV en haar dochterondernemingen ("De Groep"). De Groep (= de investeerder) oefent zeggenschap uit over een dochteronderneming (=deelneming) als en alleen als de investeerder:
Verwerving van dochtermaatschappijen wordt geboekt volgens de overnamemethode. De jaarrekeningen van dochterondernemingen hebben eenzelfde afsluitdatum als die van de moedermaatschappij en passen dezelfde waarderingsgrondslagen toe.
Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin de Deceuninck NV op de één of andere manier, rechtstreeks of onrechtstreeks, een invloed van betekenis, doch geen zeggenschap heeft. Dit wordt in het algemeen aangetoond door het bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen.
Ze worden in de consolidatie verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode vanaf de datum waarop de invloed van betekenis begint tot de datum waarop de invloed van betekenis eindigt. Wanneer het aandeel van de Groep in het verlies de boekwaarde van de geassocieerde onderneming overschrijdt, wordt de boekwaarde herleid tot nul en worden verdere verliezen niet meer in rekening gebracht, uitgezonderd in de mate waarin de Groep verplichtingen heeft aangegaan met betrekking tot deze onderneming. De Groep bezit per 31 december 2014 en per 31 december 2015 geen geassocieerde ondernemingen. Een lijst van de dochterondernemingen van Deceuninck NV is opgenomen in Toelichting 26 in dit jaarverslag.
Om de jaarrekening op te stellen in overeenstemming met IFRS dient het management een aantal ramingen en assumpties te maken die een weerslag hebben op de bedragen vermeld in de jaarrekening. De schattingen gemaakt op de datum van rapportering weerspiegelen de bestaande voorwaarden op die data (bijvoorbeeld marktprijzen, rentevoeten en buitenlandse wisselkoersen). Hoewel deze ramingen met maximale kennis van de lopende zaken en van de acties die de Groep zou kunnen ondernemen worden uitgevoerd door het management, kunnen de werkelijke resultaten afwijken van die ramingen.
In het kader van het toepassen van de boekhoudprincipes van de Groep werd volgende beoordeling gemaakt:
De onderneming heeft geoordeeld dat er een feitelijke verplichting bestaat en dat de geldende CAO telkens hernieuwd zal worden.
De belangrijkste toepassing van schattingen met een potentieel belangrijke invloed op de nettoboekwaarde van activa en passiva in komend boekjaar betreft:
Jaarlijks wordt de goodwill m.b.t. bedrijfscombinaties getest op bijzondere waardeverminderingen. Deze test vereist een inschatting van de gebruikswaarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan de goodwill is toegewezen. Het schatten van de gebruikswaarde vereist een inschatting van de verwachte toekomstige kasstromen van de kasstroomgenererende eenheden en het kiezen van een passende verdisconteringsvoet teneinde de huidige waarde van deze kasstromen te bepalen. Meer details worden gegeven in Toelichting 8.
De kost van de toegezegde pensioenregelingen en de huidige waarde van de pensioenverplichtingen zijn bepaald op basis van een actuariële berekening. Bij de actuariële berekening worden assumpties gebruikt met betrekking tot de verdisconteringsvoet, verwachte opbrengst van de pensioenfondsen, toekomstige stijgingen van de compensaties, mortaliteitstabellen en toekomstige toenames
van de pensioenen. Alle assumpties worden nagezien op rapporteringsdatum. Verdere details met betrekking tot de assumpties worden weergegeven in Toelichting 16.
De Groep waardeert de kost van de aandelenoptie- en warrantenprogramma's met werknemers op basis van de reële waarde van de instrumenten op de datum van de toekenning. De schatting van de reële waarde van de vergoedingen in aandelen vereist een aangepast waarderingsmodel, welke afhankelijk is van de voorwaarden van de toekenning. Het waarderingsmodel vereist ook de bepaling van aangepaste inputs zoals de verwachte levensduur van de optie, de volatiliteit en het dividendrendement. De assumpties en het gebruikte model voor de schatting van de reële waarde voor vergoedingen van aandelen is toegelicht in Toelichting 20.
Uitgestelde belastingvorderingen op niet-gebruikte fiscale verliezen worden geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zijn waartegen de fiscale verliezen kunnen gebruikt worden. Significante schattingen van het management zijn vereist om het bedrag van de uitgestelde belastingvordering te bepalen, gebaseerd op het tijdstip en het niveau van de toekomstige fiscale winsten. Verdere details worden weergegeven in Toelichting 5.
De resultaten van de Groep worden uitgedrukt in euro. Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de maandkoers (wisselkoers vastgelegd door de Europese Centrale Bank op de laatste werkdag van de voorgaande maand). Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend aan de ECBkoers op balansdatum. Winsten en verliezen die voortvloeien uit de omzetting van monetaire activa en passiva in vreemde valuta naar euro, worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening onder bedrijfsresultaat of financieel
wisselkoersresultaat, afhankelijk van de aard van de transactie. Niet-monetaire activa en passiva worden omgezet tegen de historische wisselkoers (maandkoers van toepassing op het ogenblik van de transactie).
Activa en passiva van entiteiten buiten de eurozone worden omgerekend naar euro tegen de ECB-koers op balansdatum. De resultatenrekening van entiteiten buiten de eurozone, worden omgezet naar euro aan jaarkoersen die de wisselkoersen van toepassing op de dag van de transacties benaderen. De componenten van het eigen vermogen worden aan historische wisselkoers omgerekend. De wisselkoersverschillen die voortvloeien uit de euro-omrekening van het eigen vermogen aan de slotkoers op de balansdatum, worden in "omrekeningsverschillen" onder de rubriek "eigen vermogen" geboekt.
De volgende wisselkoersen werden gebruikt bij het opstellen van de jaarrekening:
| 1 EUR is gelijk aan | Slotkoers 2014 | Slotkoers 2015 | gemiddelde koers 2014 | gemiddelde koers 2015 |
|---|---|---|---|---|
| AUD | 1,4829 | 1,4897 | 1,4724 | 1,4765 |
| BAM | 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 |
| BGN | 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 |
| BRL | 3,2207 | 4,3117 | 3,1228 | 3,6916 |
| CLP | 739,5300 | 771,9500 | 757,2798 | 725,9848 |
| CZK | 27,7350 | 27,0230 | 27,5358 | 27,2850 |
| GBP | 0,7789 | 0,7339 | 0,8064 | 0,7260 |
| HRK | 7,6580 | 7,6380 | 7,6346 | 7,6140 |
| INR | 76,7190 | 72,0215 | 81,0689 | 71,1752 |
| LTL | 3,4528 | 3,4528 | 3,4528 | 3,4528 |
| PLN | 4,2732 | 4,2639 | 4,1845 | 4,1828 |
| RON | 4,4828 | 4,5240 | 4,4443 | 4,4452 |
| RSD | 120,9583 | 121,6261 | 117,3662 | 120,7636 |
| SEK | 9,3930 | 9,1895 | 9,0969 | 9,3545 |
| RUB | 68,3427 | 79,6972 | 51,0113 | 68,0068 |
| THB | 39,9100 | 39,2480 | 43,1627 | 38,0007 |
| TRY | 2,8207 | 3,1776 | 2,9070 | 3,0218 |
| UAH | 19,2329 | 26,2231 | 16,0213 | 24,4147 |
| USD | 1,2141 | 1,0887 | 1,3288 | 1,1096 |
Kosten voor verworven octrooien en licenties worden geactiveerd tegen hun kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen en afgeschreven volgens de lineaire methode over hun verwachte levensduur of over de contractuele duurtijd indien deze korter is. De verwachte levensduur wordt meestal geschat op 3 jaar. Voor octrooien die in Noord-Amerika zijn erkend wordt de verwachte levensduur geschat op 15 jaar.
Kosten voor onderzoeksactiviteiten, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis, worden in het resultaat opgenomen. Kosten voor ontwikkelingsactiviteiten, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of substantieel verbeterde producten en processen, worden geactiveerd als en enkel als wordt voldaan aan alle criteria vermeld in IAS 38. De geactiveerde kost omvat de direct toewijsbare kosten om de activa te creëren, te produceren en klaar te maken voor gebruik (zoals grondstoffen, directe loonkosten en een gedeelte overheadkosten dewelke direct toewijsbaar zijn) verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Dergelijke kosten worden momenteel volgens de lineaire methode afgeschreven over hun verwachte levensduur, die meestal geschat wordt op 5 jaar.
Latere uitgaven voor immateriële vaste activa na de aankoop of de voltooiing ervan, worden enkel in de balans opgenomen wanneer ze de toekomstige economische voordelen eigen aan de activapost waaraan ze verwant zijn, vergroten. Alle andere uitgaven worden beschouwd als kosten.
De Groep hanteert de overnamemethode voor de verwerking van de overname van bedrijven. De overgedragen vergoeding is de som – op datum van de verwerving van zeggenschap van de reële waardes van alle overgedragen
activa, aangegane verplichtingen en uitgegeven aandelen om zeggenschap van de overgenomen entiteit te krijgen. Geïdentificeerde activa, aangegane verplichtingen en toekomstige verplichtingen worden afzonderlijk gewaardeerd aan hun reële waarde op datum van overname. Het positieve verschil tussen de overgedragen vergoeding en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare netto-activa wordt geboekt als Goodwill. De toewijzing van de reële waardes aan de identificeerbare activa en aangegane verplichtingen is gebaseerd op diverse schattingen die aanzienlijke management beoordeling vereisen.
Transactiekosten worden in resultaat geboekt op moment dat ze zich voordoen.
Goodwill is het positieve verschil tussen de aankoopprijs en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare netto-activa van de dochteronderneming of geassocieerde onderneming op het moment van de verwerving. Goodwill wordt niet afgeschreven maar jaarlijks getoetst voor bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt uitgedrukt in de munteenheid van de betrokken onderneming en wordt omgezet in euro aan slotkoers op de balansdatum
Indien de reële waardes van de verworven netto-activa hoger is dan de overgedragen vergoeding her-beoordeelt de Groep of ze alle verworven activa en aangegane verplichtingen juist geïdentificeerd heeft en herziet ze alle gebruikte procedures ter bepaling van de waardes die bepaalt dienen te worden op datum van de verwerving. Indien na herbeoordeling de reële waardes van de verworven netto-activa hoger zijn dan de overgedragen vergoeding, wordt de winst geboekt in de resultatenrekening.
Materiële vaste activa worden geboekt aan historische kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De historische kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met andere directe aanschaffingskosten (zoals niet-terugvorderbare belastingen en transportkosten). De kostprijs van zelfgeproduceerde vaste activa (zoals matrijzen) omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead. Latere uitgaven worden enkel in de balans opgenomen wanneer ze de toekomstige, economische voordelen eigen aan de vaste activapost waaraan ze verwant zijn, vergroten. Herstellingen en instandhoudingskosten die de toekomstige economische voordelen niet vergroten, worden als kost in de resultatenrekening opgenomen. Afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode vanaf de datum van ingebruikname en dit over de verwachte economische levensduur. Depreciation is calculated using the straight-line method, starting from the first date of use over the entire duration of their expected useful life.
De verwachte economische levensduur is als volgt vastgelegd:
| Activa | |
|---|---|
| Gebouwen | 40 jaar |
| Inrichting gebouwen | 10-20 jaar |
| Externe infrastructuur | 20-40 jaar |
| Machines en uitrusting | 8-20 jaar |
| Klein materiaal | 5 jaar |
| Schroeven en cilinders | 6 jaar |
| Gietvormen & matrijzen | 5 jaar |
| Installaties | 10-25 jaar |
| Kantoormateriaal | 4-10 jaar |
| Logistiek materiaal | 8 jaar |
| Meubilair | 10 jaar |
| Voertuigen | 4-5 jaar |
Terreinen worden niet afgeschreven aangezien aangenomen wordt dat zij een onbeperkte levensduur hebben.
Bij classificatie als 'vaste activa aangehouden voor verkoop' worden activa of groepen activa die zullen worden afgestoten, gewaardeerd tegen de laagste van de boekwaarde en de reële waarde minus verkoopkosten. Hetzelfde geldt voor een bedrijfsactiviteit die bedoeld is om afgestoten te worden.
Financiële leasingcontracten, waarbij de Groep de meerderheid van alle risico's en voordelen draagt die voortspruiten uit de eigendom van het geleasde goed, worden in de balans opgenomen tegen de actuele waarde van de minimale aflossingen op het moment van het aangaan van de leasingovereenkomst of aan marktwaarde indien lager en weergegeven als materiële vaste activa. De leasebetalingen worden deels beschouwd als financiële lasten, deels als terugbetaling van de leasingschuld, die maakt dat over de volledige looptijd een constante intrestlast ontstaat in vergelijking met het openstaand kapitaal. De financiële lasten worden rechtstreeks ten laste van de inkomsten geboekt. Leasing van activa waarbij de voordelen en de risico's substantieel bij de leasinggever blijven, wordt beschouwd als operationele leasing. Betalingen gedaan onder het regime van operationele leasing worden lineair over de duur van de overeenkomst ten laste van de resultatenrekening genomen.
De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de financiële instrumenten te ramen:
• voor investeringen in niet-genoteerde ondernemingen waarvoor de reële waarde niet betrouwbaar kan worden bepaald, is de boekwaarde gebaseerd op de kostprijs, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen;
• voor investeringen in genoteerde bedrijven is de reële waarde gelijk aan hun beurskoers op een officiële effectenbeurs;
De Groep gebruikt de onderstaande hiërarchische classificatie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten door middel van een waarderingstechniek:
- Niveau 1: genoteerde (niet aangepaste) prijzen op liquide markten voor identieke activa of passiva.
De financiële instrumenten worden oorspronkelijk opgenomen wanneer de Groep de contractuele bepalingen van de instrumenten onderschrijft. Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op de transactiedatum. Financiële activa (of een gedeelte ervan) worden niet meer opgenomen wanneer de Groep de rechten op de vergoedingen bepaald in het contract te gelde maakt, wanneer de rechten vervallen of wanneer de Groep er afstand van doet of nog, indien de Groep de controle verliest over de contractuele rechten die betrekking hebben op het financiële actief. Financiële passiva (of een gedeelte ervan) worden niet meer opgenomen indien de verplichting bepaald in het contract ingetrokken of geannuleerd wordt of vervalt.
Een financieel actief en een financieel passief worden gesaldeerd en het nettobedrag wordt opgenomen in de balans indien er een wettelijk afdwingbaar recht bestaat om de opgenomen bedragen te salderen en de intentie aanwezig is om het passief af te wikkelen en op hetzelfde moment het actief te gelde te maken of om op nettobasis af te wikkelen.
Alle financiële activa worden aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs, verhoogd met de acquisitiekosten van deze beleggingen. De niet-gerealiseerde winsten of verliezen die voortvloeien uit de veranderingen in de reële waarde van de voor verkoop beschikbare financiële activa worden direct geboekt in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten binnen het eigen vermogen, tot het actief verkocht, ontvangen of vervreemd wordt, of tot wordt vastgesteld dat het financieel actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Op dat moment worden de gecumuleerde winsten of verliezen die vroeger werden geboekt in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten binnen het eigen vermogen, opgenomen in de winst of het verlies van de betrokken periode. Het terugdraaien van bijzondere waardeverminderingen op aandelen zal niet opgenomen worden in de resultatenrekening.
Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening bevat financiële activa aangehouden voor tradingdoeleinden of financiële activa welke gewaardeerd worden bij initiële boeking aan reële waarde via de resultatenrekening. Financiële activa aangehouden voor tradingdoeleinden zijn deze welke verworven worden met het doel deze te verkopen op korte termijn. Deze categorie bevat tevens de afgeleide financiële instrumenten welke niet
voldoen aan de criteria van IAS 39 voor "hedge accounting". De niet-gerealiseerde winsten of verliezen die voortvloeien uit de veranderingen van de reële waarde van voor tradingdoeleinden bedoelde financiële activa, worden aldus direct geboekt in de resultatenrekening.
Andere financiële activa op lange termijn die normaal tot de vervaldag worden bijgehouden zoals obligaties, worden gewaardeerd tegen hun geamortiseerde kostprijs waarbij gebruik gemaakt wordt van de effectieve rentemethode. Bij het berekenen van de geamortiseerde kostprijs wordt rekening gehouden met een eventuele korting of premie bij verwerving. Bij de financiële vaste activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs wordt de winst of het verlies geboekt in de resultatenrekening, wanneer de financiële activa niet meer worden opgenomen of een bijzondere waardevermindering wordt toegepast, alsmede via de aflossingen.
Handelsvorderingen worden geboekt aan nominale waarde verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Er wordt een schatting gemaakt van de te boeken bijzondere waardeverminderingen wanneer inning van het volledige bedrag niet meer waarschijnlijk is. De bijzondere waardeverminderingen worden in resultaat genomen in de periode waarin ze als dusdanig worden geïdentificeerd.
De liquide middelen bestaan voornamelijk uit beschikbare middelen, onmiddellijk opvraagbare deposito's en beleggingen op zeer korte termijn (maximum looptijd van drie maanden vanaf de verwervingsdatum) die kunnen worden omgezet in contanten en die onderhevig zijn aan een minimale waardeverandering. Voor het kasstroomoverzicht omvatten de liquide middelen geldmiddelen en tegoeden bij kredietinstellingen (zicht- en termijnrekeningen). Eventuele negatieve geldmiddelen worden netto gepresenteerd van kortlopende schulden bij kredietinstellingen ("bank overdrafts").
De rentedragende schulden worden initieel gewaardeerd aan reële waarde van de ontvangen vergoeding verminderd met kosten verbonden aan de transactie. Na de initiële opname worden de rentedragende schulden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en wordt het verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en de aflossingswaarde ten laste genomen van de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve rentemethode of op het moment dat de schuld niet meer wordt aangehouden.
De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten (voornamelijk renteswaps en wisseltermijncontracten) om de risico's te beperken met betrekking tot schommelingen van intrestvoeten en wisselkoersen. Het beleid van de Groep verbiedt het gebruik van deze instrumenten voor speculatieve doeleinden. Op basis van de aard van de afgedekte positie wordt een onderscheid gemaakt tussen "reële waarde"-indekkingen en "kasstroom"-indekkingen. De afgeleide financiële instrumenten worden geclassificeerd als "reële waarde" indekking indien deze instrumenten de veranderingen in de reële waarde van de geboekte activa of passiva compenseren of als "kasstroom"-indekking wanneer deze instrumenten de variabiliteit van de kasstromen compenseren die gerelateerd zijn aan een specifiek risico geassocieerd met een geboekt actief of verplichting of met een verwachte transactie.
Bij "reële waarde"-indekkingen, worden de winsten of verliezen resulterend uit het herwaarderen van "reële waarde"-indekkingen onmiddellijk geboekt in het resultaat. De winst of verlies op de ingedekte positie, leidt tot een aanpassing van de boekwaarde van de ingedekte positie en dient opgenomen te worden in het resultaat. Indien de aanpassing betrekking heeft op de boekwaarde van een rentedragende schuld, wordt de aanpassing geamortiseerd via de resultatenrekening zodat het volledig geamortiseerd zal zijn op de vervaldag. Bij "kasstroom"-indekkingen die vaststaande verplichtingen van de Groep indekken en die voldoen aan de speciale voorwaarden om als indekkingstransactie te worden verwerkt, wordt het gedeelte van de winst of het verlies op het indekkingsinstrument, waarvan is vastgesteld dat het een effectieve afdekking is, direct in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten binnen het overzicht van de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten opgenomen en het niet-effectieve gedeelte wordt geboekt in het resultaat. De Groep past dit toe op haar renteswaps.
De financiële instrumenten die niet voldoen aan de speciale voorwaarden om als indekkingstransactie te worden verwerkt, worden gewaardeerd aan reële waarde waarbij de winsten of verliezen voortvloeiend uit de verandering van de reële waarde van het instrument, direct in het resultaat worden geboekt.
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of aan opbrengstwaarde indien deze lager is. De opbrengstwaarde wordt gedefinieerd als de geschatte verkoopprijs bij een normale bedrijfsuitoefening, verminderd met de geschatte kosten nodig voor de verdere afwerking en de verkoop van het product. De kosten om elk product naar zijn huidige plaats en zijn huidige toestand te brengen, worden als volgt in rekening gebracht:
• grondstoffen en hulpstoffen – inkoopprijs op basis van de FIFO-methode;
• afgewerkte goederen en werken in uitvoering – directe materiaal- en arbeidskosten en een deel van de algemene fabricagekosten op basis van de normale productiecapaciteit;
• handelsgoederen – inkoopprijs op basis van de FIFO-methode.
Wanneer eigen aandelen worden ingekocht, wordt het bedrag inclusief direct toerekenbare kosten, geboekt in mindering van het eigen vermogen.
Voor de activa van de Groep, andere dan voorraden en uitgestelde belastingvorderingen, wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer de boekwaarde van een actief, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt in de resultatenrekening.
De realiseerbare waarde van de financiële activa die normaal tot einde looptijd worden aangehouden door de Groep en van vorderingen, wordt berekend door de actuele waarde van de verwachte, toekomstige kasstromen te verdisconteren aan de oorspronkelijke, effectieve intrestvoet inherent aan deze activa.
Een bijzondere waardevermindering op financiële activa die normaal tot einde looptijd worden aangehouden door de Groep of op vorderingen, wordt teruggenomen indien een latere toename van de realiseerbare waarde op objectieve basis kan verbonden worden met een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden na de afboeking.
De realiseerbare waarde van andere activa is het maximum van de opbrengstwaarde of de bedrijfswaarde van de betrokken activa. Om de bedrijfswaarde te bepalen, worden de verwachte, toekomstige kasstromen verdisconteerd tot hun actuele waarde, gebruik makend van een verdisconteringsvoet vóór belastingen, die zowel de actuele marktrente als de specifieke risico's met betrekking tot het actief weergeeft. Voor een actief dat op zichzelf geen kasstromen genereert die in ruime mate onafhankelijk zijn van de andere activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Een bijzondere waardevermindering met betrekking tot goodwill wordt niet teruggenomen. Met betrekking tot andere activa wordt een bijzondere waardevermindering teruggenomen indien er een wijziging heeft plaatsgevonden in de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde. De toegenomen boekwaarde van een actief, veroorzaakt door terugname van een bijzondere waardevermindering, mag niet hoger
zijn dan de boekwaarde (na afschrijvingen) die bekomen zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn geboekt.
Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep verplichtingen heeft aangegaan (in rechte of in feite afdwingbaar) als gevolg van gebeurtenissen in het verleden; wanneer het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen noodzakelijk is en wanneer een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van de omvang van deze verplichtingen. Wanneer de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen, zullen vergoed worden door een andere partij, wordt de vergoeding slechts geboekt als een actief indien het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen. Een voorziening voor garantie wordt aangelegd voor alle producten onder garantie op basis van historische gegevens met betrekking tot de herstellingen en teruggenomen producten.
De Groep heeft voornamelijk toegezegde bijdrageregelingen alsook toegezegde pensioenregelingen in België en Duitsland. De fondsen van deze pensioenplannen bestaan uit werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de toegezegde bijdrageregelingen worden door de Groep ten laste genomen in de resultatenrekening in het jaar waarop ze betrekking hebben. Bij de toegezegde pensioenregelingen wordt de pensioenverplichting geschat op basis van de "projected unit credit"-methode.
Herwaarderingen, die bestaan uit actuariële winsten en verliezen, de impact van het actiefplafond (exclusief nettorente, niet van toepassing op de Groep) en het rendement op de fondsbeleggingen (voor zover geen onderdeel van
de nettorente), worden rechtstreeks in de balans opgenomen, waarbij een overeenkomstig bedrag ten gunste of ten laste van de ingehouden winst wordt opgenomen via de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen.
Herwaarderingen worden niet in volgende perioden naar de winst- en verliesrekening overgeboekt.
De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden in de winst- en verliesrekening opgenomen:
- op de ingangsdatum van de wijziging of inperking van de pensioenregeling, of, indien dit eerder is,
- op de datum waarop de Groep reorganisatiekosten opneemt.
Het rentesaldo wordt berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de nettoverplichting of het nettoactief uit hoofde van de toegezegde pensioenregeling. In de geconsolideerde winst- en verliesrekening neemt de Groep de volgende wijzigingen in de nettoverplichting uit hoofde van de toegezegde pensioenregeling op onder overig netto bedrijfsresultaat: - pensioenkosten, bestaande uit aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten, pensioenkosten van verstreken diensttijd en winsten en verliezen uit hoofde van inperkingen van de pensioenregeling en incidentele afwikkelingen - rentesaldo.
De nieuwe wet rond het aanvullend pensioen werd op 18 december 2015 gepubliceerd. De wet kent enkele wijzigingen die een impact kunnen hebben op de verwerking van toegezegde bijdrage en toegezegde pensioenregeling onder IAS 19R in België.
De eerste wijziging heeft betrekking op het minimum gegarandeerd rendement. De nieuwe wet vervangt de 3.25% (werkgever) en 3.75% (werknemer) vanaf 1/1/2016 door de volgende formule: 65% X gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar op 1 juni over 24 maanden (mogelijke stijging tot 75% op 1 januari 2018 en 85% in 2019 mits goedkeuring van de NBB) met een minimum van 1,75% en
een maximum van 3,75%. Wat de verzekerde plannen betreft, blijven de huidige 3,25% en 3,75% van toepassing op bijdragen die werden gedaan voor 2016. Voor andere plannen is de nieuwe rentevoet vanaf 1/1/2016 ook van toepassing op de geaccumuleerde bijdragen gedaan voor 2016.
In overeenstemming met IAS 19R betekent dit dat de zogenoemde Belgische toegezegde bijdrageplannen met een minimum garantieverplichting verwerkt moeten worden als toegezegde pensioenregelingen.
De groep berekent op basis van een intrinsieke methode of er een eventueel tekort is. Er zijn geen materiële tekorten die kunnen leiden tot de opname van een verplichting.
Omwille van de wetswijziging gebruikt de Groep vanaf 2016 niet langer een intrinsieke waardemethode. De netto pensioenverplichting wordt, zoals IAS 19R vereist, berekend op basis van een actuariële methode.
De tweede wetswijziging heeft betrekking op de stijging in de wettelijke pensioenleeftijd tot 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030. De Groep verwacht geen materiële impact op de pensioenverplichting.
Verschillende aandelenoptie- en warrantplannen laten bepaalde personeelsleden, kaderleden en leden van het directiecomité toe aandelen van de onderneming te verwerven. De uitoefenprijs van de optie of warrant is gelijk aan de marktprijs van de onderliggende aandelen op de datum van de toekenning. Wanneer de opties worden uitgeoefend, wordt het eigen vermogen verhoogd met het bedrag van de opbrengsten. Wanneer de warranten worden uitgeoefend, wordt het eigen vermogen verhoogd met het bedrag van de uitoefenprijs. De kost van de transacties van vergoedingen met aandelen wordt gewaardeerd aan hun reële waarde op de datum dat ze werden toegekend. De reële waarde is bepaald door een expert door gebruik te maken van de binominale boomstructuur. De kost van transacties van vergoedingen met aandelen wordt erkend, tegelijkertijd met een overeenstemmende toename van het eigen vermogen, over de wachtperiode. Wanneer de voorwaarden van in eigen vermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties, gewijzigd worden, is de minimale kost
gelijk aan de kost alsof de voorwaarden niet gewijzigd werden. Een bijkomende kost wordt erkend voor om het even welke wijziging, dewelke de reële waarde van de vergoeding in aandelen verhoogt, of dewelke een voordeel inhoudt voor de werknemer op datum van wijziging (IFRS 2.28).
Wanneer een vergoeding in aandelen geannuleerd wordt, wordt deze beschouwd alsof de vergoeding werd toegekend op datum van annulatie en iedere kost die nog niet werd uitgedrukt, wordt onmiddellijk erkend. Echter, indien een nieuwe vergoeding toegekend wordt ter vervanging van de geannuleerde vergoeding, en aangeduid als een vervangende vergoeding op datum dat deze wordt toegekend, dan worden de geannuleerde en nieuwe vergoedingen beschouwd als een wijziging van de originele vergoeding, zoals beschreven in de vorige paragraaf.
Contractuele bonussen worden berekend op basis van beoogde financiële kerncijfers en persoonlijke prestaties. Het verwachte bedrag van de bonus wordt opgenomen als een kost, gebaseerd op een raming op de balansdatum.
De omzet (bestaat voornamelijk uit de verkoop van goederen) wordt beschouwd als gerealiseerd wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen verbonden aan de transactie zullen terugvloeien naar de Groep en de opbrengsten op een betrouwbare manier kunnen worden bepaald. De omzet wordt als gerealiseerd beschouwd op het ogenblik dat de voordelen en de risico's van de verkoop substantieel ten laste vallen van de koper en er niet langer onzekerheid bestaat over de ontvangst van de overeengekomen vergoeding, de transactiekosten en de mogelijke terugzending van de goederen.
De iasb publiceerde in mei 2014 IFRS 15, die nieuwe internationale financiële rapportering standaard over de erkenning van opbrengsten. IFRS 15 stelt een vijf-stappen model voorop dat van toepassing is op opbrengsten uit contracten met klanten. De nieuwe standaard vervangt alle huidige IFRS vereisten omtrent de verwerking van opbrengsten. IFRS 15 is van toepassing op boekjaren die
beginnen op of na 1 januari 2018. Een eerdere toepassing is toegestaan. IFRS 15 is momenteel nog niet goedgekeurd voor toepassing in Europa.
Overheidssubsidies worden geboekt tegen hun reële waarde wanneer er een redelijke zekerheid bestaat dat ze zullen worden ontvangen en dat de Groep zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Overheidssubsidies worden systematisch opgenomen als andere opbrengsten over de perioden die nodig zijn om deze subsidies toe te rekenen aan de gerelateerde kosten die ze beogen te compenseren. Wanneer de subsidie betrekking heeft op een actief, wordt ze gepresenteerd in de balans als uitgestelde opbrengst.
Financieringskosten worden geactiveerd indien zij rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerking, bouw of productie van een in aanmerking komend actief.
Belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten courante en uitgestelde belastingen. De belastingen worden geboekt in de resultatenrekening tenzij ze betrekking hebben op elementen die onmiddellijk in het eigen vermogen worden geboekt. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen. Courante belastingen omvatten de verwachte belastingschuld op het belastbaar inkomen van het jaar en aanpassingen aan de belastingschulden van vorige jaren. Voor de berekening van de belastingen op het belastbaar inkomen van het jaar worden de op het ogenblik van afsluiting van kracht zijnde belastingpercentages gebruikt. Uitgestelde belastingen worden geboekt op basis van de "liability"-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen belastbare basis en boekwaarde voor financiële
rapporteringsdoeleinden en dit zowel voor activa als passiva. Voor de berekening worden de belastingtarieven gehanteerd waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten op balansdatum. Volgens deze methode moet de Groep onder meer uitgestelde belastingen berekenen op het verschil tussen de reële waarde van de netto verworven activa en hun belastingbasis ten gevolge van een nieuwe bedrijfsacquisitie. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om belastingvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van een uitgestelde belastingvordering wordt verminderd wanneer het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.
De intrestopbrengsten omvatten de intresten verworven op de toegekende leningen en de intrestkosten omvatten de intresten verschuldigd op de ontvangen leningen. De geboekte intrest is gebaseerd op de "effectieve intrestenpercentage" methode. De financiële opbrengsten of kosten omvatten, naast de gerealiseerde en niet-gerealiseerde wisselkoersverschillen van rentehoudende schulden, tevens de winsten of verliezen geboekt resulterend uit de herwaardering op reële waarde van de afgeleide financiële instrumenten beschouwd als "reële waarde" indekkingsinstrumenten, indien de ingedekte risico's van financiële aard zijn of de afgeleide financiële instrumenten die niet voldoen aan de speciale voorwaarden van "hedge accounting".
De Groep past dezelfde IFRS standaarden toe als voorgaande jaren, met uitzondering van enkele nieuwe standaarden en interpretaties die de Groep voor het eerst toepast vanaf 1 januari 2015.
De inhoud en impact van elk van de volgende standaarden, wijzigingen en/of interpretaties worden hieronder beschreven:
IFRIC 21 verduidelijkt dat een entiteit een verplichting ten aanzien van een heffing opneemt zodra de activiteit die volgens de van toepassing zijnde wetgeving tot die heffing leidt, zich voordoet. Voorts wordt verduidelijkt dat indien het overschrijden van een bepaalde drempel tot een heffing leidt, er geen verplichting dient te worden opgenomen totdat de aangegeven drempel is overschreden. De interpretatie is van toepassing voor boekjaren die beginnen op of na 17 juni 2014 en moet retroactief toegepast worden. Een eerdere toepassing is toegestaan.
Deze verbeteringen van de standaarden en interpretaties voor de cyclus 2011-2013 hebben als doel de volgende teksten te verduidelijken.
De verbeteringen zijn van toepassing op boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2015.
De Groep heeft deze veranderingen toegepast en concludeerde dat deze wijzigingen geen materiële impact hadden op de jaarrekening.
De onderstaande standaarden en interpretaties zijn deze die reeds uitgegeven
werden tijdens het boekjaar, maar nog niet van kracht zijn.
De Groep heeft de standaarden bestudeerd en beoordeelt momenteel de gevolgen ervan. De Groep verwacht dat deze veranderingen niet van materiële invloed zullen zijn op de jaarrekening.
Voor informatie over de samenstelling van de Groep, wordt verwezen naar Toelichting 26. Lijst van dochterondernemingen.
Per 31 december 2015, heeft de Groep 2 dochterondernemingen met materiële minderheidsbelangen:
• Ege Profil Ticaret ve Sanayi A.S. (Turkije) (deelnemingspercentage = 97,54%) • Pimaş Plastik Insaat Malzemeleri A.S. (Turkije) (deelnemingspercentage = 87,6%)
Financiële informatie van Ege Profil Ticaret ve Sanayi A.S. wordt hieronder weergegeven. Deze informatie betreft gegevens voor intercompany eliminaties.
| Cijfers over 12 maanden eindigend op 31 december (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Omzet | 129.558 | 153.143 |
| Kostprijs verkochte goederen | -97.578 | -114.062 |
| Brutowinst | 31.980 | 39.081 |
| Operationele kosten | -19.890 | -21.204 |
| Bedrijfswinst (EBIT) | 12.089 | 17.877 |
| Financieel resultaat | -2.664 | -2.553 |
| Winst voor belastingen (EBT) | 9.426 | 14.469 |
| Winstbelastingen | -1.978 | -1.035 |
| Netto winst | 7.447 | 13.434 |
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen |
2.611 | -7.349 |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
10.059 | 6.084 |
| Is als volgt toewijsbaar | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermatschappij | 9.811 | 5.935 |
| Minderheidsbelangen | 247 | 150 |
| (in € duizend) |
31 december 2014 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Immateriële vaste activa | 2.260 | 2.002 |
| Goodwill | 243 | 216 |
| Materiële vaste activa | 33.614 | 38.976 |
| Financiële vaste activa | 240 | 687 |
| Vorderingen op lange termijn | 107 | 90 |
| Vaste activa | 36.464 | 41.971 |
| Voorraden | 13.151 | 13.136 |
| Handelsvorderingen | 68.435 | 75.718 |
| Overige vorderingen | 5.655 | 4.384 |
| Liquide middelen | 5.749 | 28.159 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop |
636 | 498 |
| Vlottende activa | 93.625 | 121.895 |
| Totaal activa | 130.089 | 163.866 |
| Eigen vermogen | 63.332 | 69.426 |
|---|---|---|
| Rentedragende schulden | 7.090 | 39.070 |
| Langlopende voorzieningen | 2.042 | 2.125 |
| Uitgestelde belastingschulden | 2.427 | 1.810 |
| Langlopende schulden | 11.559 | 43.006 |
| Rentedragende schulden | 27.209 | 15.885 |
| Handelsschulden | 24.227 | 32.156 |
| Overige schulden | 3.763 | 3.393 |
| Kortlopende schulden | 55.199 | 51.434 |
| Totaal pasiva | 130.089 | 163.866 |
| Totaal eigen vermogen is toewijsbaar aan |
31 december 2014 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij |
61.774 | 67.718 |
| Minderheidsbelangen | 1.558 | 1.708 |
| Cijfers over 12 maanden eindigend op 31 december (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Kasstromen uit operationele activiteiten | -745 | 14.157 |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | -8.433 | -11.593 |
| Kasstromen uit operationele activiteiten | 1.799 | 21.680 |
| Netto toename (+)/afname (-) van de liquide middelen |
-7.380 | 24.244 |
Financiële informatie van Pimaş Plastik Insaat Malzemeleri A.S. wordt hieronder weergegeven. Deze informatie betreft gegevens voor intercompany eliminaties.
| Cijfers over 12 maanden eindigend op 31 december (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Omzet | 11.475 | 55.662 |
| Kostprijs verkochte goederen | -9.220 | -47.051 |
| Brutowinst | 2.255 | 8.611 |
| Operationele kosten | -2.161 | -11.042 |
| Bedrijfswinst (EBIT) | 93 | -2.431 |
| Financieel resultaat | -142 | -288 |
| Winst voor belastingen (EBT) | -49 | -2.719 |
| Winstbelastingen | -22 | -714 |
| Netto winst | -71 | -3.433 |
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen |
827 | -2.931 |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
756 | -6.364 |
| Is als volgt toewijsbaar | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermatschappij | 663 | -5.575 |
| Minderheidsbelangen | 94 | -789 |
| (in € duizend) |
31 december 2014 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Immateriële vaste activa | 2.550 | 2.021 |
| Materiële vaste activa | 15.013 | 10.834 |
| Financiële vaste activa | 8.055 | 8.066 |
| Vorderingen op lange termijn | 85 | 59 |
| Vaste activa | 26.289 | 20.980 |
| Voorraden | 5.839 | 6.107 |
| Handelsvorderingen | 18.748 | 19.781 |
| Overige vorderingen | 707 | 2.121 |
| Liquide middelen | 6.484 | 411 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop |
167 | 142 |
| Vlottende activa | 31.944 | 28.562 |
| Totaal activa | 58.233 | 49.541 |
| Eigen vermogen | 35.898 | 29.484 |
| Rentedragende schulden | 3.545 | 4.721 |
| Langlopende voorzieningen | 2.407 | 3.537 |
| Uitgestelde belastingschulden | 123 | 9 |
| Langlopende schulden | 6.075 | 8.266 |
| Rentedragende schulden | 6.817 | 0 |
| Handelsschulden | 8.232 | 10.252 |
| Overige schulden | 1.213 | 1.539 |
| Kortlopende schulden | 16.261 | 11.791 |
| Totaal pasiva | 58.233 | 49.541 |
| Totaal eigen vermogen is toewijsbaar aan |
31 december 2014 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij |
31.446 | 25.828 |
| Minderheidsbelangen | 4.451 | 3.656 |
| Cijfers over 12 maanden eindigend op 31 december (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Kasstromen uit operationele activiteiten | -2.558 | -983 |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | -102 | 806 |
| Kasstromen uit operationele activiteiten | 3.095 | -5.443 |
| Netto toename (+)/afname (-) van de liquide middelen |
435 | -5.620 |
Een operationeel segment is een goed afgelijnd onderdeel van de Groep dat individuele goederen voortbrengt of individuele diensten verleent binnen een bepaalde economische omgeving en dat een van andere segmenten afwijkend rendement en risicoprofiel heeft.
Vier segmenten werden bepaald op basis van locatie van legale entiteiten. Zij omvatten de volgende landen:
1. West-Europa: Benelux, Frankrijk, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk;
2. Centraal- & Oost-Europa: Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Duitsland, Kroatië, Litouwen, Polen, Roemenië, Rusland, Servië, Tsjechische Republiek en Thailand; 3. Noord-Amerika;
4. Turkije & Emerging Markets: Australië, Brazilië, Chili, India en Turkije.
Er zijn geen operationele segmenten geaggregeerd om tot bovenstaande segmenten te komen.
De transferprijzen tussen de operationele segmenten zijn gebaseerd op een "at arm's length basis" in een gelijkaardige wijze als bij transacties met derden.
De waarderingsbasis voor de operationele segmenten is dezelfde als bij de geconsolideerde financiële staten.
De Groep identificeerde het executive team als haar hoofdverantwoordelijke voor operationele beslissingen ("Chief Operating Decision Maker") en definieerde de bovenstaande segmenten op basis van de informatie die verschaft wordt aan het executive team.
Het executive team evalueert de prestaties van haar operationele segmenten voornamelijk door het meten van de omzet en de EBITDA per segment. De gesegmenteerde informatie omvat resultaten, activa en passiva die rechtstreeks aan een segment kunnen worden toegewezen.
| Cijfers over 12 maanden eindigend | West-Europa | Centraal & Oost-Europa |
Noord-Amerika | Turkije & Emerging Markets |
Intersegment Eliminaties |
Geconsolideerd | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| op 31 december (in € duizend) |
2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 |
| Externe omzet | 157.529 | 170.462 | 174.375 | 169.723 | 83.189 | 111.221 | 137.720 | 193.118 | 0 | 0 | 552.814 | 644.524 |
| Intersegment omzet | 12.631 | 18.766 | 3.401 | 11.270 | 150 | 467 | 4.196 | 5.903 | -20.378 | -36.406 | 0 | 0 |
| Totale omzet | 170.160 | 189.228 | 177.776 | 180.993 | 83.339 | 111.688 | 141.916 | 199.021 | -20.378 | -36.406 | 552.814 | 644.524 |
| EBITDA | 8.898 | 18.203 | 1.344 | 2.866 | 8.551 | 12.084 | 16.537 | 22.441 | 0 | -1.208 | 35.330 | 54.387 |
| Financieel resultaat | - | - | - | - | - | - | - | - | -7.451 | -9.989 | ||
| Winstbelastingen | - | - | - | - | - | - | - | - | 3.603 | -3.522 | ||
| Afschrijvingen (im)materiële vaste activa | -8.618 | -9.339 | -7.257 | -6.873 | -3.012 | -4.571 | -3.260 | -4.912 | 0 | 0 | -22.147 | -25.260 |
| Bijzondere waardeverminderingen (im) materiële vaste activa |
-622 | -451 | -297 | -585 | 0 | -1 | 0 | -239 | 0 | 0 | -919 | -1.276 |
| Winst uit voordelige aankoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.862 | 0 | 0 | 0 | 1.862 | 0 |
| Overige niet-kaskosten | -1.913 | 880 | 2.347 | 399 | 763 | 345 | -1.016 | -3.425 | 0 | 0 | 181 | -998 |
| Activa | 181.091 | 209.670 | 109.987 | 113.749 | 61.975 | 70.521 | 168.158 | 171.005 | -46.574 | -73.045 | 503.684 | 562.620 |
| Passiva | 50.432 | 44.176 | 20.977 | 26.492 | 18.366 | 17.633 | 38.323 | 42.999 | -19.668 | -30.392 | 503.684 | 562.620 |
| Investeringen | 8.206 | 10.320 | 5.080 | 4.810 | 8.467 | 9.120 | 9.580 | 16.245 | 0 | -1.751 | 31.332 | 38.745 |
Reconciliatie tussen de totale activa van de segmenten en de totale activa van de Groep:
| Geconsolideerd | ||||
|---|---|---|---|---|
| (in € duizend) |
2014 | 2015 | ||
| Totaal activa - Segmenten | 521.211 | 564.945 | ||
| Liquide middelen | 29.046 | 70.720 | ||
| Intersegment eliiminaties | -46.574 | -73.045 | ||
| Totaal activa - Groep | 503.684 | 562.620 |
Reconciliatie tussen de totale passiva van de segmenten en de totale passiva van de Groep:
| Geconsolideerd | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in € duizend) |
2014 | 2015 | |||
| Totaal passiva - Segmenten | 128.099 | 131.301 | |||
| Eigen vermogen inclusief minderheidsbelangen | 264.489 | 269.252 | |||
| Langlopende rentedragende schulden | 14.635 | 143.486 | |||
| Langlopende voorzieningen | 24.962 | 25.119 | |||
| Uitgestelde belastingenschulden | 5.771 | 4.529 | |||
| Kortlopende rentedragende schulden | 85.396 | 19.324 | |||
| Intersegment eliminaties | -19.668 | -30.392 | |||
| Totaal passiva - Groep | 503.684 | 562.620 |
| Cijfers over 12 maanden eindigend | West-Europa Centraal & Oost-Europa |
Noord-Amerika | Turkije & Emerging Markets | Geconsolideerd | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| op 31 december (in € duizend) |
2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 |
| Raam- en deursystemen | 74,9% | 79,2% | 91,0% | 89,6% | 85,2% | 86,5% | 98,4% | 98,1% | 87,1% | 89,1% |
| Bouwproducten | 25,1% | 20,8% | 9,0% | 10,4% | 14,8% | 13,5% | 1,6% | 1,9% | 12,9% | 10,9% |
| Totaal | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% |
Er is geen significante concentratie van de omzet (>10%) bij één of enkele Klanten.
| Overige bedrijfsopbrengsten (*) (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Ontvangen subsidies | 1.083 | 486 |
| Wisselkoerswinsten | 2.066 | 3.296 |
| Terugname van provisies | 2.991 | 0 |
| Gerealiseerde meerwaarde materiële vaste activa | 120 | 1.533 |
| Ontvangen schadevergoedingen | 58 | 29 |
| Overige | 2.043 | 3.555 |
| Totaal | 8.362 | 8.898 |
(*) De wisselkoerswinsten en overige worden op nettobasis voorgesteld.
De stijging van de overige bedrijfsopbrengsten ten opzichte van 2014 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan hogere wisselkoerswinsten en gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van het gebouw in Izmir (Turkije).
| Overige bedrijfskosten (*) (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Niet-recurrente kosten | -1.246 | -2.293 |
| Wisselkoersverliezen | -3.722 | -4.035 |
| Toename van voorzieningen | 0 | -1.930 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -919 | -1.180 |
| Gerealiseerde minderwaarde materiële vaste activa | -84 | -100 |
| Overige | -1.208 | -1.487 |
| Totaal | -7.179 | -11.024 |
(*) De wisselkoersverliezen en overige worden op nettobasis voorgesteld.
De stijging van de overige bedrijfskosten ten opzichte van 2014 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan een de stijging van niet-recurrente kosten (voornamelijk kosten gerelateert aan de herstructurering in België) en een toename van provisies.
De bijzondere waardeverminderingen hebben voornamelijk betrekking op terreinen en gebouwen, matrijzen en andere delen van het machinepark. De overige andere bedrijfskosten omvatten o.a. bijdragen voor niet-actieve werknemers.
| Financiële opbrengsten (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Intrestopbrengsten | 1.044 | 1.739 |
| Financiële kortingen - Leveranciers | 775 | 827 |
| Wisselkoerswinsten | 7.376 | 4.277 |
| Overige | 561 | 640 |
| Totaal | 9.755 | 7.483 |
| Personeel Totaal voltijdsequivalenten (VTE) per categorie |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Arbeiders | 2.438 | 2.619 |
| Bedienden | 996 | 974 |
| Totaal | 3.434 | 3.593 |
De stijging van de personeelskosten is voornamelijk te verklaren door een stijging van de directe arbeidskosten, als gevolg van hogere productievolumes in Noord-Amerika en Turkije, alsook doordat de activiteiten van Pimaş die 12 maanden bedroegen t.o.v. 2 maanden in 2014.
| Financiële kosten (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Intrestlasten | -6.251 | -7.323 |
| Financiële kortingen - Klanten | -1.101 | -1.254 |
| Wisselkoersverliezen | -7.854 | -5.974 |
| Bankkosten | -588 | -1.144 |
| Overige | -1.412 | -1.778 |
| Totaal | -17.207 | -17.473 |
Wisselkoersresultaten werden negatief beïnvloed door wisselresultaten op €-leningen in Turkije en Rusland en hogere kosten m.b.t. de Russische RUB. De stijging in bankkosten is voornamelijk te wijten aan betaalde commissies op de nieuwe EBRD lening in Turkije en additionele bankkosten bij Pimaş en Enwin (12 maanden activiteit in 2015, 2 maanden in 2014).
| Loonkosten en overige sociale voordelen (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Lonen en wedden | -92.246 | -105.469 |
| Sociale zekerheidsbijdragen | -26.337 | -28.609 |
| Bijdragen toegezegde bijdrageregelingen | -1.516 | -1.684 |
| Overige personeelskosten | -3.390 | -4.773 |
| Totaal | -123.489 | -140.535 |
| Kostprijs verkochte goederen (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Materiaalkost | -288.403 | -331.924 |
| Personeelskosten | -67.348 | -76.563 |
| Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa | -17.120 | -19.443 |
| Overige productiekosten | -29.149 | -34.592 |
| Totaal | -402.020 | -462.522 |
| Kosten per aard (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Materiaalkost | -288.403 | -331.924 |
| Personeelskosten | -123.489 | -140.535 |
| Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa | -22.147 | -25.260 |
| Overige kosten | -107.513 | -117.729 |
| Totaal | -541.551 | -615.448 |
De stijging van de totale kosten is voornamelijk te verklaren door een stijging van materiaal- en personeelskosten, als gevolg van hogere productievolumes in Noord-Amerika en Turkije, alsook doordat de activiteiten van Pimaş die 12 maanden bedroegen t.o.v. 2 maanden in 2014.
De opsplitsing van de winstbelastingen over het boekjaar 2015 wordt weergegeven in de volgende tabel:
| Winstbelastingen in de resultatenrekening (in € duizend) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Winstbelastingen | -1.972 | -1.814 |
| Huidig boekjaar | -1.830 | -1.613 |
| Vorige boekjaren | -68 | -129 |
| Overige | -73 | -72 |
| Uitgestelde belastingen | 5.574 | -1.708 |
| Op tijdelijke verschillen | -1.930 | -1.544 |
| Op fiscale verliezen | 6.823 | -77 |
| Overige | 682 | -87 |
| Winstbelastingen in de resultatenrekening | 3.603 | -3.522 |
| Reconciliatie tussen winst voor belastingen (EBT) - IFRS en winstbelastingen (in € duizend) |
2014 | 2015 |
| Winst voor belastingen - IFRS | 6.856 | 16.864 |
| Statutair belastingpercentage moedermaatschappij | 33,99% | 33,99% |
| Winstbelastingen aan statutair belastingpercentage moedermaatschappij | -2.330 | -5.732 |
| Tax effect van: | ||
| Locale belastingpercentages | 247 | 1.318 |
| Niet aftrekbare kosten | -574 | -793 |
| Winstbelasting vorige jaren | -68 | -129 |
| Vrijgesteld inkomen/belastingsvoordelen | 633 | 1.190 |
| Aanwending van fiscale verliezen waarvoor geen uitgestelde belastingen werden erkend | 1.182 | 1.063 |
| Winstbelasting - overige | -541 | 53 |
| Niet-erkenning van uitgestelde belastingen | -598 | -864 |
| Erkenning van uitgestelde belastingen | 4.970 | 453 |
| Uitgestelde belastingen - overige | 682 | -81 |
| Winstbelastingen in de resultatenrekening | 3.603 | -3.522 |
| Reële aanslagvoet | - | 20,88% |
Volgende tabel geeft een overzicht van de uitgestelde belastingen na compensatie per juridische entiteit per 31 december 2014 en 2015:
| (in € duizend) |
2014 | Via acquisitie | Via resultaten rekening |
Via eigen vermogen |
Transferten | Omrekenings verschillen |
2015 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Uitgestelde belastingvorderingen per type van tijdelijk verschil |
|||||||
| Fiscaal overdraagbare verliezen | 26.995 | -1.005 | 620 | 26.610 | |||
| Materiële vaste activa | -9.882 | -116 | -445 | -32 | -10.475 | ||
| Provisies | 2.015 | 85 | -96 | -38 | 1.966 | ||
| Voorraden | 968 | 91 | -61 | -12 | 986 | ||
| Overige activa | 911 | -1.009 | -6 | -20 | -2 | -126 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 21.008 | 0 | -1.953 | -103 | -526 | 536 | 18.962 |
| Uitgestelde belastingschulden per type van tijdelijk verschil | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Fiscaal overdraagbare verliezen | -2.016 | -2.016 | |||||
| Materiële vaste activa | 9.527 | 353 | -271 | 740 | -310 | 10.038 | |
| Financieel vaste activa | -217 | -217 | |||||
| Provisies | -2.514 | -383 | 87 | -1.318 | 144 | -3.984 | |
| Voorraden | -330 | 21 | 53 | 36 | -221 | ||
| Rentedragende schulden | 21 | -5 | 0 | 16 | |||
| Overige passiva | 1.011 | -14 | 21 | -105 | 913 | ||
| Uitgestelde belastingschulden | 5.698 | 0 | -246 | -184 | -504 | -236 | 4.529 |
| Netto uitgestelde belastingen | 15.310 | 0 | -1.708 | 82 | -22 | 772 | 14.433 |
De Groep heeft per 31 december 2015 uitgestelde belastingvorderingen uitgedrukt op overgedragen fiscale verliezen, waarvan de aanwending afhankelijk is van toekomstige, belastbare winsten.
Het totaal bedrag van deze uitgestelde vordering bedraagt per einde 2015 € 28.626 duizend (eind 2014: € 29.011 duizend).
De toekomstverwachtingen geven voldoende zekerheid dat deze onderneming voldoende belastbare winst zal genereren in de nabije toekomst om de geboekte uitgestelde belastingvorderingen te kunnen aanwenden.
Per 31 december 2015 heeft de Groep geen uitgestelde belastingen uitgedrukt op fiscaal overdraagbare verliezen voor een totaal van € 46.268 duizend (2014: € 43.553 duizend), gerealiseerd in het Verenigd Koninkrijk, de Tsjechische Republiek, Polen,Rusland, Kroatië en Bosnië in het huidige en vorige boekjaren.
De gewone winst per aandeel wordt berekend door de nettowinst van het boekjaar die toegekend kan worden aan de gewone aandeelhouders, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal gewone aandelen, uitstaand gedurende het boekjaar met uitzondering van de gewone aandelen aangekocht door de Groep en bijgehouden als ingekochte eigen aandelen. Er is een winst per aandeel van € 0,10.
| (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Aan gewone aandeelhouders toe te kennen nettowinst |
10.586 | 13.582 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (in duizend stuks) |
116.590 | 134.077 |
| Winst per aandeel (in €) | 0,09 | 0,10 |
De verwaterde winst per aandeel wordt berekend door de nettowinst die toegekend kan worden aan de gewone aandeelhouders, aangepast voor het effect op het resultaat van de potentiële gewone aandelen, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal gewone aandelen, uitstaand gedurende het boekjaar, vermeerderd met het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen dat zou zijn uitgegeven bij de conversie in gewone aandelen van alle potentiële aandelen die tot verwatering zullen leiden. De potentiële verwatering komt voort uit warranten toegekend aan bepaalde personeelsleden, kaderleden en leden van het directiecomité. Voor 2015, werden 887.500 aandelen die aan de uitoefening van uitstaande warranten werden toegerekend, niet opgenomen in de berekening van de verwaterde winst per aandeel omdat het effect antiverwaterend was (voor 2014: 542.500 aandelen). Het betreft meer bepaald uitstaande warranten die 'out of the money' zijn (m.a.w. de uitoefenprijs is hoger dan de waarde van het aandeel Deceuninck per einde boekjaar).
Bij de berekening is er voor 2015 nog steeds een winst per aandeel van € 0,10.
| (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Aan gewone aandeelhouders toe te kennen net towinst |
10.586 | 13.582 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (in duizend stuks) |
116.590 | 134.079 |
| Verwateringseffect van de niet-uitgeoefende war ranten (in duizend stuks) |
2.808 | 3.264 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen na verwate ringseffect (in duizend stuks) |
119.397 | 137.344 |
| Verwaterde winst per aandeel (in €) | 0,09 | 0,10 |
Afschrijvingen van immateriële vaste activa andere dan goodwill zijn opgenomen in de kostprijs van de verkochte goederen. Immateriële vaste activa met een onbeperkte gebruiksduur werden eind 2015 getoetst voor bijzondere waardeverminderingen, op basis van dezelfde methodologie en veronderstellingen als beschreven in toelichting 8. Goodwill. Het betreft hier meer bepaald de handelsbenaming Winsa en Pimapen. Voor desbetreffend actief bestaat geen voorzienbaar einde van de periode waarin de kasstromen worden gegenereerd. De nettoboekwaarde van dit actief bedraagt € 3.570 duizend. De bijzondere waardeverminderingstest van dit actief is inbegrepen in de test op bijzondere waardevermindering op goodwill voor Turkije (zie toelichting 8 – Goodwill) en gaf geen aanleiding tot het boeken van een bijzondere waardevermindering per 31december 2015.
| Octrooien, licenties en gelijkaardige rechten (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | ||
| Saldo bij aanvang van | 18.356 | 22.720 |
| Via acquisitie | 2.475 | 0 |
| Aanschaffingen | 215 | 906 |
| Buitengebruikstellingen | 0 | -9 |
| Overige overdrachten | 505 | 58 |
| Omrekeningsverschillen | 1.171 | 332 |
| Saldo op het einde van | 22.720 | 24.002 |
| Saldo bij aanvang van | -15.385 | -16.799 |
|---|---|---|
| Afschrijvingen | -424 | -986 |
| Buitengebruikstellingen | 0 | 9 |
| Omrekeningsverschillen | -989 | -839 |
| Saldo op het einde van | -16.799 | -18.615 |
| IMMATERIELE VASTE ACTIVA | ||
| Aanschaffingswaarde | 22.720 | 24.002 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | -16.799 | -18.615 |
| Nettoboekwaarde | 5.922 | 5.392 |
| (in € duizend) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | ||
| Saldo bij aanvang van | 59.037 | 63.568 |
| Aanschaffingen | 100 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 4.431 | 4.186 |
| Saldo op het einde van | 63.568 | 67.754 |
| BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN | ||
| Saldo bij aanvang van | -48.278 | -52.697 |
| Toevoegingen | 0 | -96 |
| Omrekeningsverschillen | -4.419 | -4.220 |
| Saldo op het einde van | -52.697 | -57.013 |
| GOODWILL | ||
| Aanschaffingswaarde | 63.568 | 67.754 |
| Bijzondere waardeveminderingen | -52.697 | -57.013 |
| Nettoboekwaarde | 10.871 | 10.741 |
De toepassing van IFRS 3 "Bedrijfscombinaties" houdt in dat de activa en passiva moeten worden opgenomen tegen de reële waarde op het ogenblik van de verwerving van een onderneming. Alle verschillen tussen de waarde van de nettoactiva van de overgenomen onderneming en de betaalde vergoeding, bepaald bij acquisitie, moeten worden toegewezen aan goodwill en eventuele resterende verschillen in eigen vermogen.
De nettoboekwaarde van de goodwill wordt als volgt toegewezen:
| Kasstroomgenererende eenheid (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Turkije | 9.521 | 9.494 |
| België | 1.247 | 1.247 |
| Brazilië | 103 | 0 |
| Nettoboekwaarde | 10.871 | 10.741 |
De nettoboekwaarde van de goodwill op 31 december 2015 bedraagt € 9,5 miljoen voor Turkije en € 1,2 miljoen voor België.
In overeenstemming met IAS 36 wordt de goodwill niet afgeschreven maar maakt deze voorwerp uit van een jaarlijkse test met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen. Deze test wordt telkens uitgevoerd op jaareinde en wanneer er een aanwijzing is van een mogelijke bijzondere waardevermindering. De test bestaat erin, de realiseerbare waarde van elke kasstroomgenererende eenheid te vergelijken met haar nettoboekwaarde. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer de realiseerbare waarde lager is dan de nettoboekwaarde. De Groep voerde de waardeverminderingstest uit per 31 december 2015, consistent met vorige jaren.
De kasstroomgenerende eenheid is de regio Turkije & Emerging Markets. Deze regio bestaat uit de legale entiteiten in Turkije, India, Chili, Brazilië en Australië. Dit is het laagste niveau waarop EBITDA gemeten kan worden zonder invloed van de transferprijzen. Het is ook het niveau van onze gesegmenteerde informatie.
De verdisconteringsvoet is gebaseerd op de risicovrije rentevoet van de muntzone waar de activiteiten plaatsvinden en op de beoordeling binnen het huidige marktklimaat van de specifieke risico's voor de Deceuninck Groep. De verdisconteringsvoet werd geraamd op basis van de gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC) en bedraagt 10,0% voor 2015 (2014: 10,0%).
Voor 2016, is de EBITDA gebaseerd op een gedetailleerd plan opgemaakt door het management. Voor de periode 2017 tot 2020, is de EBITDA gebaseerd op langetermijnplannen rekening houdend met een redelijke groei in lijn met de landspecifieke evolutie van de bouwsector.
Een scenario met realistische groeiverwachtingen werd uitgewerkt:
Beide scenario's gaven geen aanleiding tot het erkennen van een bijzondere waardevermindering op 31 december 2015.
De kasstroomgenerende eenheid is de regio West-Europa. Deze regio bestaat uit de legale entiteiten Deceuninck NV (België), Deceuninck Ltd (VK), Deceuninck SAS (Frankrijk) en Deceuninck Succursal en España (Spanje). Dit is het laagste niveau waarop EBITDA gemeten kan worden zonder invloed van de transferprijzen. Het is ook het niveau van onze gesegmenteerde informatie.
De verdisconteringsvoet is gebaseerd op de risicovrije rentevoet van de muntzone waar de activiteiten plaatsvinden en op de beoordeling binnen het huidige marktklimaat van de specifieke risico's voor de Deceuninck Groep. De verdisconteringsvoet werd geraamd op basis van de gewogen gemiddelde
kapitaalkost (WACC) en bedraagt 6,7% voor 2015 (2014: 6,7%).
Voor 2016, is de EBITDA gebaseerd op een gedetailleerd plan opgemaakt door het management. Voor de periode 2017 tot 2020, is de EBITDA gebaseerd op langetermijnplannen rekening houdend met een redelijke groei in lijn met de landspecifieke evolutie van de bouwsector.
Een scenario met realistische groeiverwachtingen werd uitgewerkt - EBITDA: groei tussen +1% en +3,5% vanaf 2016 - Operationeel werkkapitaal: groei met +1% voor 2016, +2% voor 2017 en +3.5% voor 2018-2020.
Beide scenario's gaven geen aanleiding tot het erkennen van een bijzondere waardevermindering op 31 december 2015.
De kasstroomgenerende eenheid is Deceuninck Brazilië.
De huidige schatting van de toekomstige kasstromen ondersteunden de boekwaarde niet en derhalve werd de Goodwill volledig afgewaardeerd in 2015.
| 2014 (in € duizend) |
Terreinen en gebouwen |
Machines en uitrusting |
Meubilair en rol lend materieel |
Geleasde vaste activa |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aan bouw |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | |||||||
| Saldo per 31 december 2013 | 151.200 | 415.568 | 15.935 | 337 | 23 | 14.089 | 597.153 |
| Via acquisitie | 12.572 | 5.176 | 487 | 0 | 0 | 1 | 18.236 |
| Aanschaffingen | 1.797 | 13.479 | 374 | 0 | 86 | 14.879 | 30.616 |
| Buitengebruikstellingen | 0 | -9.044 | -1.815 | -14 | 0 | -89 | -10.962 |
| Overige overdrachten | 8.032 | 11.466 | 1.378 | 0 | 0 | -13.255 | 7.621 |
| Omrekeningsverschillen | -355 | 7.261 | -76 | -49 | 0 | 741 | 7.523 |
| Saldo per 31 december 2014 | 173.246 | 443.907 | 16.283 | 275 | 109 | 16.367 | 650.186 |
| AFSCHRIJVINGEN en BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Saldo per 31 december 2013 | -57.062 | -337.583 | -14.363 | -298 | -11 | 0 | -409.317 |
| Via acquisitie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afschrijvingen | -4.270 | -17.021 | -407 | -22 | -3 | 0 | -21.723 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -242 | -648 | -26 | 0 | 0 | 0 | -915 |
| Buitengebruikstellingen | 1.057 | 7.783 | 1.836 | 14 | 0 | 0 | 10.690 |
| Overige overdrachten | -3.664 | -77 | 944 | 0 | 0 | 0 | -2.798 |
| Omrekeningsverschillen | -1.024 | -8.840 | -659 | 49 | 0 | 0 | -10.475 |
| Saldo per 31 december 2014 | -65.205 | -356.386 | -12.675 | -258 | -14 | 0 | -434.538 |
| MATERIELE VASTE ACTIVA | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | 173.246 | 443.907 | 16.283 | 275 | 109 | 16.367 | 650.186 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
-65.205 | -356.386 | -12.675 | -258 | -14 | 0 | -434.538 |
| Nettoboekwaarde | 108.041 | 87.521 | 3.608 | 17 | 95 | 16.367 | 215.648 |
| 2015 (in € duizend) |
Terreinen en gebouwen |
Machines en uitrusting |
Meubilair en rol lend materieel |
Geleasde vaste activa |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aan bouw |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | |||||||
| Saldo per 31 december 2014 | 173.246 | 443.907 | 16.283 | 275 | 109 | 16.367 | 650.187 |
| Aanschaffingen | 3.432 | 12.275 | 567 | 0 | 27 | 21.498 | 37.799 |
| Buitengebruikstellingen | -5.496 | -11.589 | -372 | -39 | 0 | -7 | -17.502 |
| Overige overdrachten | -2.832 | 16.733 | 1.267 | 0 | 0 | -9.989 | 5.180 |
| Omrekeningsverschillen | 529 | 4.598 | -1.796 | -14 | 0 | -382 | 2.935 |
| Saldo per 31 december 2015 | 168.879 | 465.925 | 15.949 | 222 | 136 | 27.487 | 678.599 |
| AFSCHRIJVINGEN en BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN |
|||||||
| Saldo per 31 december 2014 | -65.205 | -354.670 | -14.391 | -258 | -14 | 0 | -434.538 |
| Afschrijvingen | -4.719 | -19.109 | -429 | -6 | -11 | 0 | -24.273 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -3 | -585 | 0 | 0 | 0 | 0 | -589 |
| Buitengebruikstellingen | 1.900 | 11.446 | 356 | 39 | 0 | 0 | 13.741 |
| Overige overdrachten | -576 | -5.685 | -1.373 | 0 | 0 | 0 | -7.633 |
| Omrekeningsverschillen | -442 | -7.783 | 1.706 | 14 | 0 | 0 | -6.505 |
| Saldo per 31 december 2015 | -69.045 | -376.385 | -14.132 | -211 | -25 | 0 | -459.798 |
| MATERIELE VASTE ACTIVA | |||||||
| Aanschaffingswaarde | 168.879 | 465.925 | 15.949 | 222 | 136 | 27.487 | 678.599 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
-69.045 | -376.385 | -14.132 | -211 | -25 | 0 | -459.798 |
| Nettoboekwaarde | 99.834 | 89.540 | 1.818 | 11 | 111 | 27.487 | 218.802 |
De Groep heeft belangrijke verbintenissen (TRY 150 miljoen) gespreid over de volgende 3 jaren voor de bouw van de nieuwe extrusie fabriek in Menemen, Turkije.
De materiële vaste activa in aanbouw kunnen als volgt toegelicht worden:
| (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Terreinen en gebouwen | 4.398 | 12.221 |
| Materieel, machines en uitrusting | 10.595 | 12.652 |
| Overige | 1.374 | 2.613 |
| Totaal | 16.367 | 27.487 |
De Groep heeft bijzondere waardeverminderingen geboekt op materiële vaste activa ten belope van € 0,6 miljoen. Deze bijzondere waardeverminderingen hebben voornamelijk betrekking op matrijzen en andere delen van het machinepark, en werden opgenomen onder de andere bedrijfskosten.
| (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 548 | 532 |
| Overige vorderingen | 521 | 573 |
| Totaal | 1.068 | 1.105 |
De looptijd van deze handelsvorderingen situeert zich tussen 1 en 3 jaar.
| (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Grondstoffen en hulpstoffen | 33.321 | 30.425 |
| Goederen in bewerking | 0 | 5 |
| Afgewerkte goederen | 39.553 | 40.940 |
| Handelsgoederen | 20.544 | 24.083 |
| Totaal | 93.417 | 95.454 |
In de loop van 2015 werd netto voor een bedrag van € 473 duizend terugname op waardeverminderingen op voorraden geboekt (in 2014: € 1.804 duizend kost). Deze waardeverminderingen worden opgenomen onder de Marketing-, verkoop en distributiekosten.
Voorraden opgenomen als kosten tijdens het boekjaar bedroegen € 462.522 duizend (2014: € 402.020 duizend).
Geen voorraden werden verpand als waarborg voor leningen in 2015 (2014: idem).
| (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Bruto handelsvorderingen | 133.729 | 135.600 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -17.903 | -14.117 |
| Handelsvorderingen | 115.826 | 121.484 |
| BTW en overige belastingen | 4.493 | 8.556 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 30 | 1.278 |
| Vooruitbetaalde kosten | 1.576 | 1.781 |
| Toe te rekenen opbrengsten | 532 | 1.476 |
| Kortlopende garanties | 306 | 239 |
| Overige | 1.740 | 3.093 |
| Overige vorderingen | 8.677 | 16.424 |
De vorderingen op klanten stegen met € 5.7 miljoen hoofdzakelijk door additionele omzet. Het totale bedrag aan factoring bedroeg op 31 december 2015 € 16,3 miljoen (2014 € 16,0 miljoen).
Het uitstaand aantal dagen klantenkrediet (DSO) verbeterde licht van 74 dagen in 2014 tot 70 dagen in 2015 als gevolg van de continue stricte krediet monitoring niettegenstaande een ongunstige landen-mix.
De factoringkost voor 2015 bedraagt € 481 duizend (2014: € 392 duizend). Het effect van de factoringovereenkomst is voorgesteld als een daling van de handelsvorderingen, aangezien nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom van de klantenvordering werden overgedragen aan de factormaatschappij (factoring zonder verhaal).
De bruto handelsvorderingen omvatten naast de gefactureerde verkopen tevens een provisie voor op te maken facturen, een provisie voor te ontvangen kredietnota's, omrekeningsverschillen en uitgevoerde voorafbetalingen.
Onderstaand wordt een analyse gegeven van de ouderdom van de bruto handelsvorderingen, na aftrek van de geboekte waardeverminderingen op desbetreffende bedragen.
| Netto | Niet vervallen (en | Vervallen (en geen waardevermindering geboekt) | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in € duizend) |
boekwaarde | geen waarvermin dering geboekt) |
< 30 dagen | 31 - 60 dagen | 61 - 90 dagen | 91 - 120 dagen | > 120 dagen |
| Per 31 december 2014 | 115.826 | 100.865 | 8.018 | 1.819 | 708 | 850 | 3.565 |
| Per 31 december 2015 | 121.484 | 107.389 | 8.891 | 2.039 | -193 | 1.010 | 2.348 |
Per eind december 2015 werd voor een bedrag van € 13.890 duizend (2014 € 17.903) aan waardeverminderingen uitgedrukt op de handelsvorderingen.
De bewegingen tijdens de laatste 2 boekjaren worden in onderstaande tabel uitgesplitst:
| Bijzondere waardeverminderingen - voorzieningen (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Saldo bij aanvang van | -14.934 | -17.903 |
| - Toename | -4.567 | -1.572 |
| - Terugname | 3.010 | 1.795 |
| - Aanwending | 737 | 0 |
| - Overige | 0 | 2.719 |
| - Omrekeningsverschillen | -2.149 | 845 |
| Saldo op het einde van | -17.903 | -14.117 |
| (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Kas en lopende rekeningen bij kredietinstellingen | 14.298 | 43.655 |
| Geldbeleggingen op korte termijn | 14.749 | 27.065 |
| Totaal | 29.046 | 70.720 |
| (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | ||
| Saldo bij aanvang van | 10.055 | 2.275 |
| Via acquisitie | 146 | 0 |
| Aanschaffingen | 402 | 40 |
| Buitengebruikstellingen | -586 | -214 |
| Overige overdrachten | -7.987 | 3.080 |
| Omrekeningsverschillen | 245 | -353 |
| Saldo op het einde van | 2.276 | 4.828 |
| AFSCHRIJVINGEN en BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN |
||
| Saldo bij aanvang van | -2.889 | -215 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -4 | -569 |
| Overige overdrachten | 95 | 89 |
| Buitengebruikstellingen | 2.659 | -685 |
| Omrekeningsverschillen | -76 | 23 |
| Saldo op het einde van | -215 | -1.355 |
| VASTE ACTIVA AANGEHOUDEN VOOR VER KOOP |
||
| Aanschaffingswaarde | 2.276 | 4.828 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | -215 | -1.355 |
| Nettoboekwaarde | 2.060 | 3.473 |
De vaste activa aangehouden voor verkoop hebben voornamelijk betrekking op een terrein en gebouw in Duitsland, terreinen in Polen en appartementen in Turkije en het productiegebouw van Enwin in Oblav Rostov, Rusland. Alle activa zijn onmiddellijk beschikbaar voor verkoop. De nodige acties zijn genomen om deze activa te koop aan te bieden en verkopen worden verwacht in de loop van 2016.
Met betrekking tot de activa aangehouden voor verkoop in Duitsland, heeft het verkoopproces vertraging opgelopen ten gevolge van wettelijke reglementeringen. Echter, de verkoop wordt nog steeds verwacht in 2016.
Ten gevolge van de reclassificatie naar "vaste activa aangehouden voor verkoop", worden deze activa niet meer afgeschreven. De waardering, in overeenstemming met IFRS 5, resulteerde in een bijzondere waardevermindering van in totaal € 4 duizend in Duitsland en € 645 duizend in relatie tot het productiegebouw van Enwin..
| Geplaatst kapitaal | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Bedrag (in € duizend) |
52.912 | 53.257 |
| Aantal aandelen (zonder nominale waarde) | 134.163.287 | 135.039.121 |
| Uitgiftepremies | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Bedrag (in € duizend) |
85.927 | 86.777 |
Per 31 december 2015, is het kapitaal vastgesteld op € 53.257 duizend en wordt vertegenwoordigd door 135,039 duizend aandelen zonder aanduiding van nominale waarde.
| Eigen aandelen | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Bedrag (in € duizend) |
-261 | -261 |
| Aantal aandelen (zonder nominale waarde) | 217.121 | 217.121 |
De Groep beschikt per einde jaar over 217.121 eigen aandelen om te voldoen aan haar aandelenoptieplannen.
Omrekeningsverschillen worden erkend bij de omrekening van de financiële staten van de dochterondernemingen naar euro. Per 31 december 2015 bedragen de totale omrekeningsverschillen € -52.914 duizend.
Een overzicht van de omrekeningsverschillen per munt:
| Omrekeningsverschillen (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| USD | -11.249 | -7.810 |
| TRY | -17.966 | -28.133 |
| RUB | -9.039 | -9.996 |
| PLN | -2.618 | -2.553 |
| GBP | -1.797 | -3.101 |
| CZK | -553 | -248 |
| Overige | -1.197 | -1.073 |
| Totaal | -44.317 | -52.914 |
| 16. Voorzieningen voor personeelsvergoedingen na uitdiensttreding | ||
|---|---|---|
| Nettoschuld (vordering) reconciliatie (in € duizend) | Inoutic / Deceuninck GmbH (Duitsland) | Deceuninck NV (België) |
Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Per 31 december 2014 | 14.117 | 3.519 | 2.792 | 20.428 |
| Pensioenkost opgenomen in de resultatenrekening | -48 | 80 | 2.212 | 2.244 |
| Actuariële winsten / verliezen opgenomen in het eigen vermogen |
-890 | -283 | -246 | -1.419 |
| Herberekeningen opgenomen in overige gereali seerde en niet-gerealiseerde resultaten |
0 | 0 | 29 | 29 |
| Uitbetaalde vergoedingen | 0 | 0 | -340 | -340 |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 0 | -381 | -381 |
| Per 31 december 2015 | 13.178 | 3.317 | 4.066 | 20.561 |
| Langlopend | 12.631 | 3.131 | 4.088 | 19.850 |
| Kortlopend | 547 | 185 | -22 | 710 |
Bij de toegezegde bijdrageregeling betaalt de Groep bijdragen aan welbepaalde verzekeringsinstellingen. De Groep heeft geen verdere betalingsverplichtingen aan de verzekeringsinstelling buiten deze bijdragen. De pensioenbijdragen worden in de resultatenrekening opgenomen gedurende het jaar waarvoor zij verschuldigd zijn en bedragen € 1.685 duizend voor 2015 (2014: € 1.516 duizend).
Het wettelijk minimum rendement in België voor toegezegde bijdrageregelingen bedraagt 3,25%. De Groep heeft haar pensioenplan met vast rendement ondergebracht bij een externe verzekeringsmaatschappij. Het minimum rendement is niet overgedragen naar de desbetreffende verzekeringsmaatschappij. Per 31 december 2015, hadden 156 werknemers recht op het plan en was er geen financieringstekort met betrekking tot de pensioenverplichting.
Voor Deceuninck NV refereren de voorzieningen voor personeelsvoordelen naar de voorziening voor brugpensioenen.
Dit plan is toegankelijk voor alle bruggepensioneerden voor zover in overeenstemming met de geldende CAO. Overeenkomstig IFRS moet de actuariële huidige waarde van de beloofde pensioenvoordelen worden berekend, aangezien die waarde het totaal vertegenwoordigt van de bedragen die momenteel kunnen worden toegekend aan elke deelnemer van het plan.
De brugpensioenregeling is niet gefinancierd en wordt gezien als een feitelijke verplichting. De actuariële huidige waarde werd berekend op basis van de mortaliteitstabellen MR/FR (leeftijdscorrectie -3 jaar) en de volgende economische veronderstellingen:
| Deceuninck NV (België) - actuariële veronderstellingen |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Disconteringsvoet | 2,00% | 2,25% |
| Verhoging van de bezoldigingen - bedienden | 2,45% | 2,45% |
| Verhoging van de bezoldigingen - arbeiders | 2,20% | 2,20% |
| Verhoging sociale zekerheid | 1,70% | 1,70% |
| Toename pensioenen | 1,95% | 1,95% |
| Inflatie | 1,70% | 1,70% |
Voor Inoutic/Deceuninck GmbH refereren de voorzieningen voor personeelsvoordelen naar de voorziening voor pensioenen. Dit plan is toegankelijk voor alle personeelsleden en is niet gefinancierd. Het is geen wettelijke verplichting om dergelijk plan aan te bieden aan het personeel. De actuariële huidige waarde werd berekend op basis van de volgende veronderstellingen:
| Inoutic / Deceuninck GmbH (Duitsland) - actuariële veronderstellingen |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Disconteringsvoet | 1,90% | 2,40% |
| Verhoging van de bezoldigingen - bedienden | 3,00% | 3,00% |
| Verhoging van de bezoldigingen - arbeiders | 3,00% | 3,00% |
| Verhoging sociale zekerheid | 3,00% | 3,00% |
| Toename pensioenen | 1,75% | 1,75% |
| Inflatie | 1,75% | 1,75% |
Desbetreffende voorzieningen voor personeelsvoordelen refereren naar plaatselijke reglementeringen inzake pensioenen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de netto periodieke pensioenkost erkend in de geconsolideerde resultatenrekening en de bedragen erkend in de geconsolideerde balans voor de toegekende pensioenregelingen van Inoutic/Deceuninck GmbH en van de Belgische dochterondernemingen voor de afgelopen 2 jaar:
| 2014 | 2015 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Componenten van de pensioenkost (in € duizend) |
Inoutic / Deceuninck GmbH (Duitsland) |
Deceuninck NV (België) |
Totaal | Inoutic / Deceuninck GmbH (Duitsland) |
Deceuninck NV (België) |
Totaal | |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten |
222 | 162 | 384 | 241 | 190 | 431 | |
| Interestkost | 379 | 108 | 487 | 263 | 72 | 335 | |
| Pensioenkost opgenomen in de resultatenrekening |
600 | 271 | 871 | 504 | 262 | 766 |
| 2014 | 2015 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bedragen opgenomen in de geconsolideerde balans (in € duizend) |
Inoutic / Deceuninck GmbH (Duitsland) |
Deceuninck NV Totaal (België) |
Inoutic / Deceuninck GmbH (Duitsland) |
Deceuninck NV (België) |
Totaal | |
| Contante waarde van de verplichting | 14.117 | 3.519 | 17.636 | 13.178 | 3.317 | 16.495 |
| Nettoschuld (vordering) | 14.117 | 3.519 | 17.636 | 13.178 | 3.317 | 16.495 |
| 2014 2015 |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Mutatie van de nettoschuld (in € duizend) |
Inoutic / Deceuninck GmbH (Duitsland) |
Deceuninck NV (België) |
Totaal | Inoutic / Deceuninck GmbH (Duitsland) |
Deceuninck NV (België) |
Totaal |
| Saldo bij aanvang van | 11.364 | 3.030 | 14.394 | 14.117 | 3.519 | 17.636 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten |
222 | 162 | 384 | 241 | 190 | 431 |
| Interestkost | 379 | 108 | 487 | 263 | 72 | 335 |
| Actuariële winsten / verliezen | 2.635 | 414 | 3.049 | -890 | -283 | -1.173 |
| Uitbetaalde vergoedingen | -483 | -192 | -675 | -553 | -182 | -735 |
| Saldo op het einde van | 14.117 | 3.519 | 17.636 | 13.178 | 3.317 | 16.495 |
De volgende tabel geeft een overzicht van de nettoschuld over de voorbije 5 jaar:
| Per 31 december(in € duizend) |
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|---|---|
| Contante waarde van de verplichting | 11.533 | 15.227 | 14.394 | 17.636 | 16.495 |
| Netto schuld (vordering) | 11.533 | 15.227 | 14.394 | 17.636 | 16.495 |
Sensitiviteitsanalyse van de disconteringsvoet heeft volgende impact:
| Per 31 december 2015 | Inoutic / Deceuninck GmbH (Germany) |
Deceuninck NV (Belgium) |
||
|---|---|---|---|---|
| Wijziging in disconteringsvoet | 0,20% | -0,20% | 0,25% | -0,25% |
| Impact op contante waarde van de verplichting (in € duizend) |
-418 | 441 | 87 | 79 |
| (in € duizend) | Garantieverplichtingen | Geschillen | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Per 31 december 2014 | 1.870 | 860 | 2.581 | 5.311 |
| - Toename | 456 | 273 | 1.095 | 1.824 |
| - Aanwending | -707 | -227 | -202 | -1.136 |
| - Terugname | 0 | -126 | -536 | -662 |
| - Overige | 0 | 0 | 468 | 468 |
| - Omrekeningsverschillen | 82 | 0 | -202 | -120 |
| Per 31 december 2015 | 1.701 | 780 | 3.204 | 5.685 |
| Langlopend | 1.701 | 780 | 2.788 | 5.269 |
| Kortlopend | 0 | 0 | 416 | 416 |
Er worden voorzieningen aangelegd voor garantieclaims voor producten die de voorbije 10 jaar werden verkocht op basis van ervaringen opgedaan met de herstellingen en de teruggenomen producten. De Groep verwacht dat het voornaamste deel van de voorzieningen voor garantieverplichtingen aangewend zal worden binnen een termijn van 2 tot 3 jaar.
De voorzieningen voor geschillen hebben voornamelijk betrekking op schadeclaims ten gevolge van kwaliteitsproblemen. Het is momenteel niet duidelijk wanneer en met welk resultaat de juridische procedures zullen worden afgerond.
De overige voorzieningen betreffen voornamelijk voorzieningen voor personeelsvergoedingen bij Inoutic/Deceuninck GmbH.
In mei 2015 heeft Deceuninck zijn gesyndiceerd krediet binnen de Beperkte Group gewijzigd in een hernieuwbare kredietovereenkomst van € 80 miljoen en een termijnkrediet van € 30 miljoen, beide met een looptijd van 5 jaar. Andere sleutelelementen van deze wijziging zijn betere interestcondities, aanpassing van de convenanten aan de seizoenaliteit van de activiteiten en verdere afzwakking van de restricties m.b.t. investeringen en acquisities.
In december 2015 heeft Deceuninck NV en retail bond van € 100 miljoen (ISIN BE0002238070) uitgeschreven met vervaldag 8 december 2022 met een vaste rentevoet van 3,75%.
In oveenstemming met de bepalingen van het gesyndiceerd krediet binnen de Beperkte Group, heeft Deceuninck NV – na voltooing van de retail bond de termijnlening (€ 30 mijoen) terugbetaald en de € 30 miljoen kredietlijnen binnen de hernieuwbare kredietlijn opgezegd.
De Turkse dochteronderneming Ege Profil heeft in september 2015 een € 26 miljoen leningsovereenkomst afgesloten met de Europese Bank voor Reconstructie en Ontwikkeling ("EBRD") teneinde de bouw van een nieuwe fabriek in Menemen (Turkije) te financieren. De looptijd bedraagt 7 jaar voor Tranche I (€ 25 miljoen) en 10 jaar voor Tranche II (€ 1 miljoen)
Het gesyndiceerd kriediet binnen de Beperkte Groep wordt gewaarborgd door een zekerheidspakket dat bestaat uit hypotheken en hypothecaire mandaten op het vastgoed en het handelsfonds van de Groep in België, en uit een pand op de aandelen van de dochtermaatschappijen van Deceuninck NV, met
uitzondering van de aandelen van Inoutic / Deceuninck GmbH, van Deceuninck Holding Germany GmbH en van Pimaş A.S. De retail bond en de EBRD leningsovereenkomst is zonder waarborgen.
Gebruikelijke financiele convenanten (interest ratio, schuldgraad,…) zijn van toepassing op de gesyndiceerde kredietovereenkomst, de retail bond en de EBRD lening. Per 31 december 2015 en op alle voorgaande testdata doorheen het jaar voldeed Deceuninck aan al zijn convenanten. Op basis van het beschikbare budget voor 2016 verwacht het managementvom ook inhet komende jaar aan alle verplichtingen en convenanten opgenomen in de hierboven vermelde kredietovereenkomsten te kunnen voldoen.
Onderstaande tabellen geven een overzicht van de rentedragende schulden van de Groep op balansdatum:
| Langlopende schulden (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Leningen bij kredietinstellingen | 14.635 | 43.804 |
| Retail bond 3,75% - 08 dec 2022 | 0 | 99.682 |
| Totaal | 14.635 | 143.486 |
| Kortlopende schulden (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Leningen bij kredietinstellingen | 85.396 | 19.324 |
| Totaal | 85.396 | 19.324 |
( * ): Beperkte Groep = Groep zonder de Turkse dochtervennootschappen en hun respectieve dochtervennootschappen
| Termijnen en terugbetalingsschema (in € duizend) |
binnen 1 jaar | Tussen 1 en 5 jaar | Na 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 2014 | 85.396 | 14.635 | 0 | 100.031 |
| 2015 | 19.324 | 18.804 | 124.682 | 162.810 |
| Rentevoet | Vervaldag | Kortlopende schulden (in € duizend) |
Langlopende schul den (in € duizend) |
|
|---|---|---|---|---|
| Retail Bond | 3,75% | 2022 | 99.682 | |
| LT lening in TRY | 10,92% | 2017 | 3.147 | |
| LT lening in TRY | 13,00% | 2018 | 1.574 | |
| LT lening in TRY | 10,25% | 2018 | 629 | 2.518 |
| LT lening in TRY | 13,00% | 2017 | 1.259 | 629 |
| LT lening in TRY | 10,50% | 2017 | 1.259 | 1.259 |
| LT lening in TRY | 12,50% | 2018 | 629 | 2.518 |
| LT lening in TRY | 6,25% | 2018 | 629 | 1.259 |
| LT lening in TRY | 10,70% | 2018 | 1.259 | 1.888 |
| LT lening in EUR | 2,05% | 2017 | 4.000 | |
| LT lening in EUR | Euribor + Marge | 2022 | 25.000 | |
| LT lening in BRL | 0% | 2017 | 13 | |
| Syndicated Credit Facility | 2016 | -415 | ||
| ST lening in EUR | 3,50% | 2016 | 1.500 | |
| ST lening in EUR | 3,50% | 2016 | 1.000 | |
| ST lening in RUB | MosPrime 3M + Marge | 2016 | 1.355 | |
| ST lening in TRY | 12,25% | 2016 | 1.574 | |
| ST lening in TRY | 6,59% | 2016 | 2.518 | |
| ST lening in EUR | 1,90% | 2016 | 2.000 | |
| ST lening in EUR | 2,15% | 2016 | 4.000 | |
| ST lening in TRY* | 0,00% | 2016 | 129 | |
| Totaal | 19.324 | 143.486 |
De volgende tabel geeft een overzicht van de effectieve intrestvoet per einde boekjaar en de looptijd van de leningen bij kredietinstellingen per 31 december 2015:
*Gratis krediet voor betalingen aan de overheid.
De niet-aangewende kredietplafonds bedroegen per 31 december 2015 € 50,0 miljoen.
De Groep huurt voornamelijk voertuigen, kantoormateriaal en gebouwen. In 2015 werd een totaal bedrag van € 7.207 duizend (2014 € 6.006 duizend) met betrekking tot operationele leasing betaald.
Volgende tabel geeft een overzicht van de uit te voeren betalingen in volgende boekjaren:
| Operationale leasing (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| < 1 jaar | 4.839 | 6.324 |
| 1 - 5 jaar | 9.692 | 13.690 |
| > 5 jaar | 284 | 5.566 |
| Totaal | 14.815 | 25.580 |
| (in € duizend) |
2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 84.670 | 74.070 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 1.055 | 271 |
| Garanties van Klanten | 1.621 | 1.867 |
| Toe te rekenen intresten | 2.135 | 1.719 |
| Toe te rekenen kosten | 622 | 687 |
| Over te dragen opbrengsten | 851 | 1.123 |
| Overige | 774 | 678 |
| Overige schulden | 7.058 | 6.345 |
De voorwaarden voor bovenstaande handelsschulden en overige schulden zijn als volgt:
De handelsschulden omvatten naast de gefactureerde aankopen tevens een provisie voor te ontvangen facturen, een provisie voor op te maken kredietnota's, omrekeningsverschillen en ontvangen voorafbetalingen.
Onderstaand wordt een analyse gegeven van de vervaldag van de handelsschulden:
| Te betalen | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in € duizend) |
Netto-boekwaarde | < 90 dagen |
91 - 180 dagen |
181 - 365 dagen |
> 365 dagen |
| Per 31 december 2014 | 84.670 | 84.253 | 70 | 97 | 250 |
| Per 31 december 2015 | 74.070 | 73.552 | 280 | 29 | 209 |
De Groep biedt aan bepaalde personeelsleden, kaderleden en leden van het directiecomité de gelegenheid om in te tekenen op aandelenoptie- of warrantplannen. De verantwoording voor dergelijke beslissing bestaat in de motivatie van die personeelsleden, kaderleden en leden van het directiecomité die op deze manier aandelen in de Groep kunnen verwerven aan relatief gunstige voorwaarden, wat hun betrokkenheid bij de Groep nog zal vergroten en verbeteren.
Per eind december 2015 bedraagt het saldo van het aantal nog uitoefenbare opties van de optieplannen (2003-2010) 337.375. Een optie geeft de houder het recht op één Deceuninck-aandeel tegen een vaste uitoefenprijs die overeenstemt met de marktprijs op het ogenblik dat de optie werd toegewezen. Met betrekking tot de aandelenoptieplannen die toegekend werden in 1999, 2000, 2001 en 2002 zijn alle opties uitgeoefend, verbeurd verklaard of vervallen. In het kader van de nog uitoefenbare optieplannen, werden nog geen opties uitgeoefend. De opties vervallen indien ze niet zijn uitgeoefend op de laatste dag van de laatste uitoefenperiode. De opties kunnen voor het eerst worden uitgeoefend na het einde van het derde kalenderjaar na dat waarin het aanbod heeft plaatsgevonden. De lichtingsperiodes van de plannen 2003, 2004, 2005 en 2007 werden in 2009 met 5 jaar verlengd.
De uitoefenprijs van de optie is gelijk aan de laagste van (i) de gemiddelde koers van het aandeel op de beurs gedurende dertig dagen die het aanbod voorafgaan of (ii) de laatste slotkoers die voorafgaat aan de dag van het aanbod.
| Stockoptieplannen Deceuninck NV | 2003 | 2004 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van toekenning | 19/12/03 | 23/12/04 | 22/12/05 | 19/12/07 | 12/12/08 | 27/10/09 | 23/12/10 | |
| Datum van aanvaarding | 17/02/04 | 21/02/05 | 20/02/06 | 17/02/08 | 11/02/09 | 26/12/09 | 22/02/11 | |
| Aantal begunstigden op datum van toekenning |
42 | 33 | 53 | 74 | 68 | 2 | 4 | |
| Uitoefenprijs (in €) | 25.22 | 22.7 | 22.81 | 15.54 | 2.95 | 1.36 | 1.7 | |
| Toegekend | 64,000 | 49,000 | 66,250 | 70,750 | 70,750 | 75,000 | 75,000 | 470,750 |
| Aanvaard | 47,500 | 35,375 | 64,250 | 64,500 | 64,150 | 75,000 | 75,000 | 425,775 |
| Uitgeoefend | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Verbeurd verklaard | -13,000 | -9,750 | -21,250 | -24,750 | -23,150 | 0 | 0 | -91,900 |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Saldo 31/12/2015 | 34,500 | 25,625 | 43,000 | 39,750 | 41,000 | 75,000 | 75,000 | 333,875 |
| Uitoefenbaar 31/12/2015 | 34,500 | 25,625 | 43,000 | 39,750 | 41,000 | 75,000 | 50,000 | 308,875 |
| Lichtingsperiodes | 2007-2013 | 2008-2014 | 2009-2015 | 2011-2017 | 2012-2018 | 2013-2019 | 2014-2020 | |
| Verlenging lichtingsperiodes | 2014-2018 | 2015-2019 | 2016-2020 | 2018-2022 | N/A | N/A | N/A |
| Mutaties 2014 | 2003 | 2004 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | Totaal | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Saldo 2013 | 35.250 | 25.625 | 44.750 | 41.250 | 43.500 | 75.000 | 75.000 | 340.375 | 10,25 |
| Aanvaard | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | NVT |
| Uitgeoefend | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | NVT |
| Verbeurd verklaard | 0 | 0 | -1.000 | -1.000 | -1.000 | 0 | 0 | -3.000 | 13,77 |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | NVT |
| Saldo 2014 | 35.250 | 25.625 | 43.750 | 40.250 | 42.500 | 75.000 | 75.000 | 337.375 | 10,22 |
| Mutaties 2015 | 2003 | 2004 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | Totaal | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
| Saldo 2014 | 35.250 | 25.625 | 43.750 | 40.250 | 42.500 | 75.000 | 75.000 | 337.375 | 10,22 |
| Aanvaard | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A |
| Uitgeoefend | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A |
| Verbeurd verklaard | -750 | 0 | -750 | -500 | -1.500 | 0 | 0 | -3.500 | 13,78 |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A |
Per eind december 2015 bedraagt het saldo van het aantal nog uitoefenbare warranten 3.264.167. Eén warrant geeft de houder het recht op één Deceuninck aandeel tegen een vaste uitoefenprijs die overeenstemt met de marktprijs op het ogenblik dat de warrant werd toegewezen. In het kader van de warrantplannen, werden er in de loop van 2015, 875.834 warranten uitgeoefend. De warranten vervallen indien ze niet zijn uitgeoefend op de laatste dag van de laatste uitoefenperiode. De warranten kunnen voor het eerst worden uitgeoefend na het einde van het derde kalenderjaar na dat waarin het aanbod heeft plaatsgevonden.
De uitoefenprijs van een warrant wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur op datum van aanbod en is:
| Warrantplannen Deceuninck NV | Plan 2009 | Plan 2010 | Plan 2010 | Plan 2010 | Plan 2011 | Plan 2011 | Plan 2011 | Plan 2011 | Plan 2013 | Plan 2013 | Plan 2013 | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van toekenning | 30/11/09 | 31/12/09 | 31/12/09 | 23/12/10 | 21/12/11 | 21/12/11 | 21/12/12 | 21/12/12 | 17/12/13 | 17/12/13 17/12/2014 | ||
| Datum van aanvaarding | 29/01/10 | 28/02/10 | 28/02/10 | 22/02/11 | 15/02/12 | 15/02/12 | 17/02/13 | 17/02/13 | 14/02/14 | 14/02/14 16/02/2015 | ||
| Aantal begunstigden op datum van toekenning |
13 | 16 | 1 | 37 | 42 | 1 | 49 | 1 | 59 | 9 | 66 | |
| Uitoefenprijs (in €) | 1,44 | 1,46 | 1,48 | 1,7 | 0,73 | 0,85 | 1,17 | 1,18 | 1,71 | 1,76 | 1,79 | |
| Aandeelprijs op datum van aanvaarding (in €) |
1,48 | 1,40 | 1,40 | 1,88 | 1,22 | 1,22 | 1,35 | 1,35 | 2,19 | 2,19 | 1,88 | |
| Toegekend | 549.564 | 285.000 | 67.435 | 607.500 | 490.000 | 300.000 | 485.000 | 350.000 | 332.500 | 570.000 | 910.000 | 4.946.999 |
| Aanvaard | 519.564 | 240.000 | 67.435 | 562.500 | 487.500 | 300.000 | 482.500 | 350.000 | 332.500 | 570.000 | 892.500 | 4.804.499 |
| Uitgeoefend | 364.744 | 120.000 | 67.435 | 227.494 | 93.659 | 100.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 973.332 |
| Verbeurd verklaard | 117.000 | 75.000 | 0 | 110.000 | 92.500 | 0 | 87.500 | 0 | 25.000 | 55.000 | 5.000 | 567.000 |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Saldo 31/12/15 | 37.820 | 45.000 | 0 | 225.006 | 301.341 | 200.000 | 395.000 | 350.000 | 307.500 | 515.000 | 887.500 | 3.264.167 |
| Uitoefenbaar 31/12/15 | 37.820 | 45.000 | 0 | 150.004 | 100.447 | 66.667 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 399.938 |
| Lichtingsperiodes | 2013- 2019 |
2013- 2019 |
2013- 2019 |
2014- 2019 |
2015- 2021 |
2015- 2021 |
2016- 2021 |
2016- 2021 |
2017- 2023 |
2017- 2023 |
2018- 2023 |
|
| Assumpties | ||||||||||||
| Volatiliteit | 40% | 40% | 40% | 40% | 40% | 40% | 40% | 40% | 45% | 45% | 45% | |
| Risicovrije interestvoet | 2,55% | 2,41% | 2,41% | 3,51% | 2,49% | 2,49% | 0,99% | 0,99% | 0,99% | 0,99% | -0,03% | |
| Dividend vanaf 2016 (in €) | 0.03 | 0.03 | 0.03 | 0.03 | 0.03 | 0.03 | 0.03 | 0.03 | 0.03 | 0.03 | 0.03 | |
| Minimum vereiste winst voor vervroegde uitoefening |
25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | |
| Bijkomende kans op vervroegde uitoefening |
50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% |
| Warrantplannen Deceuninck NV |
Plan 2009 | Plan 2010 | Plan 2010 | Plan 2010 | Plan 2011 | Plan 2011 | Plan 2011 | Plan 2011 | Plan 2013 | Plan 2013 | Plan 2013 | Totaal | Gewogen gemid delde uitoefenprijs |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Saldo 2013 | 402.564 | 165.000 | 67.435 | 460.000 | 420.000 | 300.000 | 472.500 | 350.000 | 0 | 0 | 2.637.499 | 1,22 | |
| Aanvaard | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 332.500 | 570.000 | 902.500 | 1,74 | |
| Uitgeoefend | -25.000 | -60.000 | 0 | -12.498 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -97.498 | 1,49 | |
| Verbeurd verklaard | 0 | 0 | 0 | -7.500 | -20.000 | 0 | -32.500 | 0 | -5.000 | -27.500 | -92.500 | 1,32 | |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | |
| Saldo 2014 | 377.564 | 105.000 | 67.435 | 440.002 | 400.000 | 300.000 | 440.000 | 350.000 | 327.500 | 542.500 | 3.350.001 | 1,35 | |
| Warrantplannen Deceuninck NV |
Plan 2009 | Plan 2010 | Plan 2010 | Plan 2010 | Plan 2011 | Plan 2011 | Plan 2011 | Plan 2011 | Plan 2013 | Plan 2013 | Plan 2013 | Totaal | Gewogen gemid delde uitoefenprijs |
| Saldo 2014 | 377.564 | 105.000 | 67.435 | 440.002 | 400.000 | 300.000 | 440.000 | 350.000 | 327.500 | 542.500 | 0 3.350.001 | 1,35 | |
| Aanvaard | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 892.500 | 892.500 | 1,79 |
| Uitgeoefend | 339.744 | 60.000 | 67.435 | 214.996 | 93.659 | 100.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 875.834 | 1,36 |
| Verbeurd verklaard | 0 | 0 | 0 | 0 | 5000 | 0 | 45.000 | 0 | 20.000 | 27.500 | 5.000 | 102.500 | 1,44 |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A |
| Saldo 2015 | 37.820 | 45.000 | 0 | 225.006 | 301.341 | 200.000 | 395.000 | 350.000 | 307.500 | 515.000 | 887.500 | 3.264.167 | 1,47 |
De impact van IFRS 2 op het resultaat van 2015 bedraagt € 642 duizend in negatief. De optie- en warrantplannen werden gewaardeerd op basis van de binominale boomstructuur. De volatiliteit werd bepaald op basis van historische gegevens.
In 2015 heeft de Groep voor € 62,6 duizend (€ 92,3 duizend in 2014) aangekocht tegen marktconforme prijzen bij ondernemingen waarvan bestuurders controlerende aandeelhouders zijn. Deze verrichtingen hebben betrekking op onderhoud en herstelling van containers en het terbeschikkingstellen van vergaderruimtes.
De totale remuneratie betaald aan de leden van de raad van bestuur in het boekjaar 2015 bedroeg € 326.000 (€ 311.000 in 2014). Dit bedrag omvat een extra vergoeding voor de bestuurders voor hun aanwezigheid in de comités waarvan ze lid zijn. Deze remuneratie wordt toegekend door de algemene vergadering van aandeelhouders en wordt geboekt als algemene kosten.
Indien bestuurders belast worden met bijzondere taken en projecten kunnen ze hiervoor een gepaste remuneratie ontvangen.
Leden van het executive team (met inbegrip van 1 lid dat sinds februari 2015 niet langer werkzaam is bij de Vennootschap, zonder CEO) ontvingen een vergoeding van € 2.560.865 (2014 € 1.924.519)
Teneinde de belangen van de leden van het executive team af te stemmen op die van de vennootschap en op die van haar aandeelhouders, wordt een deel van het remuneratiepakket gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf en
een ander deel aan de individuele prestaties. Door een gezonde afweging van beide factoren (85% prestaties bedrijf/15% individuele resultaten) wordt een evenwicht gevonden tussen een resultaatgerichte aanpak (Top Performance) en de manier waarop deze resultaten gehaald worden (rekening houdend met de kernwaarden: Candor, Top Performance en Entrepreneurship).
Er worden eveneens opties en/of warranten op aandelen van de vennootschap aangeboden aan bepaalde personeelsleden, kaderleden en leden van het directiecomité waarvan 570.000 (per 17 /12/2015) aan de leden van het executive team. Deze optie- en warrantenregeling is niet gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf.
In 2015 werden op Groepsniveau volgende prestaties van de commissaris ten laste genomen van het resultaat:
Auditdiensten: € 588.300 Andere opdrachten: € 32.920 Fiscale adviezen: € 20.000
Er zijn geen aanwijzingen van factoren die de continuïteit van de activiteiten in het gedrang kunnen brengen.
De belangrijkste financiële risico's waarmee de Groep geconfronteerd wordt zijn wisselkoersrisico, intrestrisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico.
Het wisselkoersrisico binnen de Groep kan opgesplitst worden in twee categorieën: translatierisico en transactierisico.
Translatierisico ontstaat wanneer de resultaten en balansposten van entiteiten buiten de eurozone omgerekend worden naar de rapporteringsmunt van de Groep, namelijk de euro. De munten die de belangrijkste translatierisico's inhouden zijn de US dollar en de Turkse lira. Dit soort wisselkoersrisico wordt niet ingedekt.
Transactierisico ontstaat wanneer een entiteit van de Groep transacties afsluit die afgerekend zullen worden in een munt die niet de functionele munt is van die entiteit. Transactierisico kan bij Deceuninck zowel van operationele als van financiële aard zijn.
Wanneer transactierisico gerelateerd is met aan- en verkopen in vreemde munt als gevolg van de commerciële activiteiten van de Groep buiten de eurozone wordt het beschouwd als operationeel. De belangrijkste operationele transactierisico's vinden hun oorsprong in verkopen in het Verenigd Koninkrijk en in Rusland, en in aankopen van basisgrondstoffen in US dollar door de Turkse dochtervennootschappen. Ook verkopen in euro door de Turkse dochtervennootschappen veroorzaken transactierisico van operationele aard. Wanneer transactierisico gerelateerd is aan leningen in vreemde munt wordt het beschouwd als financieel. De belangrijkste transactierisico's van financiële aard komen voort uit leningen in EUR bij de Turkse dochtervennootschappen. Het moet echter vermeld worden dat de meeste van deze leningen aangegaan werden in EUR met de bedoeling om een natuurlijke indekking te creëren tegenover vorderingen op de balans in EUR.
De Groep streeft ernaar de impact op de resultatenrekening van wisselkoersschommelingen op monetaire activa en passiva op de balans tot een minimum te beperken. Deze wisselkoersrisico's worden zo veel mogelijk op natuurlijke wijze ingedekt ("natural hedging") door monetaire activa in een bepaalde munt (bijvoorbeeld handelsvorderingen) af te zetten tegenover monetaire passiva (bijvoorbeeld handelsschulden) in diezelfde munt. Het wisselkoersrisico dat overblijft na maximalisatie van deze natuurlijke indekking wordt ingedekt met financiële instrumenten ("financial hedging") indien de kost hiervoor als redelijk wordt beschouwd.
De belangrijkste financiële instrumenten die de Groep gebruikt ter indekking van wisselkoersrisico's zijn termijncontracten met een looptijd van maximaal drie maanden.
Daarnaast heeft de Groep als politiek haar dochterondernemingen zo veel mogelijk te vrijwaren van wisselkoersrisico's. Dit houdt in dat dergelijke risico's hoofdzakelijk op niveau van de moedermaatschappij Deceuninck NV worden gecentraliseerd en beheerd. Wisselkoersrisico's bij de Turkse dochterondernemingen Ege Profil en Pimas worden van nabij opgevolgd vanuit Corporate Treasury, maar worden gezien de specificiteit van de Turkse financiële markten door de Turkse dochtermaatschappij ingedekt bij lokale banken.
| Aan- of verkoop | Munt | Bedrag | Vervaldag | MTM 2015 (in €) |
|---|---|---|---|---|
| AUD | 1.000.000 | Q1 2016 | -5.795 | |
| CLP | 4.614.500.000 | Q1 2016 | 22.311 | |
| GBP | 24.000.000 | Q1 2016 | 676.365 | |
| INR | 220.569.250 | Q1 2016 | -53.273 | |
| Termijnverkopen | PLN | 6.000.000 | Q1 2016 | 6.297 |
| RUB | 802.661.000 | Q1 2016 | 201.088 | |
| USD | 36.530.000 | Q1 2016 | 371.853 | |
| TRY | 1.592.000 | Q1 2016 | -457 | |
| Termijnaankopen | USD | 22.015.863 | Q1 2016 | -50.368 |
Met toekomstige transacties worden toekomstige aan- en verkopen in vreemde munt bedoeld die nog niet als monetair actief of passief erkend zijn op de balans. In principe worden deze transacties niet ingedekt. In Turkije wordt hiervan soms afgeweken indien zich opportuniteiten voordoen op de wisselmarkten. Bij erg gunstige wisselkoersen wordt dan een gedeelte van de toekomstige aankopen in US dollar ingedekt.
Zoals vereist onder IFRS 7, Financiële instrumenten: Informatieverschaffing, werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de evolutie van de wisselkoersen. Aan de hand van de volatiliteit van de relevante munten, hebben we de impact van mogelijke wijzigingen van de wisselkoersen voor deze munten t.o.v. de euro als volgt geraamd:
| Sensitiviteitsanalyse op balansposities in vreemde valuta op 31 december 2015(*) | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Munt | Bedrag (in €duizend) | Slotkoers 31/12/2015 | Mogelijke volatiliteit van de wisselkoers in %(**) | Koers gebruikt voor sensitiviteits analyse |
Effect op herwaardering | |||||
| USD | 603 | 1,0887 | 5,59% | 1,1495 | 1,0279 | -29 | 33 | |||
| GBP | 866 | 0,73395 | 4,64% | 0,7680 | 0,6999 | -52 | 57 | |||
| PLN | -1.454 | 4,2639 | 2,92% | 4,3886 | 4,1392 | 10 | -10 | |||
| CZK | -17.037 | 27,023 | 1,53% | 27,4372 | 26,6088 | 10 | -10 | |||
| TRY | 7.448 | 3,1776 | 7,58% | 3,4185 | 2,9367 | -165 | 192 | |||
| RUB | 24.146 | 79,6972 | 12,87% | 89,9508 | 69,4436 | -35 | 45 | |||
| Totaal | -262 | 307 |
(*) Balansposities na financial hedging (net-exposures)
(**) 3 maand volatiliteit
Indien de euro tijdens 2015 zou verzwakt/versterkt zijn a rato van de bovenstaande mogelijke koersen, dan zou de winst van het boekjaar ongeveer € 307 duizend hoger / € 262 duizend lager geweest zijn.
Sinds de uitgifte - in december 2015 - van de € 100 miljoen retail bond met vaste interestvoet van 3,75%, wordt slechts 16% van de uitstaande nettoschuld op 31 december 2015 gefinancierd met een variabele interestvoet.
Zoals vereist onder IFRS 7, Financiële instrumenten: Informatieverschaffing werd een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd op de evolutie van de rentevoeten. Indien we een stijging/daling van 50 basispunten toepassen op de leningen die aan variabele rentevoeten onderworpen zijn per 31 december 2015, dan zou de winst vóór belastingen van 2015 € 130 duizend lager/hoger zijn.
De producten van Deceuninck worden praktisch uitsluitend gebruikt binnen de bouw. Vandaar dat het kredietrisico ook sterk afhankelijk is van de bouwconjunctuur en de algemene economische toestand.
In 2015 was het kredietrisico in West-Europa vrij stabiel met een hoger dan normaal risico – maar verbeterend - in Frankrijk. Zuid-Europa, voornamelijk Spanje toonde een betere performatie op kredietrisico. Het kredietrisico in Oost-Europa blijft vrij stabiel. Gezien de economische situatie is in Rusland een intense opvolging nodig met voorafbetalingen als extra veiligheid. US blijft eveneens stabiel, maar we zien een verhoogd risico in Turkije en de emerging markets.
Teneinde het kredietrisico minimaal te houden, werd er verder geïnvesteerd in duidelijke rapporterings- en opvolgingssystemen die de lokale debiteurenbeheerder en de Group Credit & Risk Manager toelaten om op ieder ogenblijk een perfecte inzicht te krijgen over het betalingsgedrag van iedere debiteur. Dit laat toe om op ieder ogenblik de nodige acties te ondernemen
om dit risico te beheersen. Naast de investering in de SAP module 'Receivables Management' werden ook dashboards ontwikkeld met grafische indicatoren. Deceuninck heeft gekozen om zijn kredietrisico te verminderen door met kredietverzekering te werken. Voor de West-Europese landen en de VS, werd er eind 2013 een nieuwe overeenkomst gesloten met Euler Hermes voor een periode van 3 jaar en eindigend eind 2016. Voor de Oost-Europese landen, werd er eind 2012 een overeenkomst afgesloten met Credimundi en dit tot eind 2015. In September werd een nieuwe marktstudie gestart om de voorstellen van verschillende kredietverzekeraars te vergelijken. Op basis van de algemene voorwaarden en aanvaardingsgraad werd Credimundi terug verkozen voor een periode van 3 jaar. Gedurende 2015 konden – alhoewel met een lage aanvaardignsgraad - ook Spanje, Chili, Australië en Brazilië onder de bestaande Euler Hermes polis verzekerd worden.
Gedurende 2015 werden de factoringovereenkomsten verdergezet voor Deceuninck NV, Deceuninck SAS en Inoutic/Deceuninck Gmbh, Deceuninck Ltd en Deceuninck North America LLC.
De Groep Deceuninck beschikt – na de herfinanciering van het gesyndiceerd krediet en de uitgifte van de € 100 miljoen retail bond in december 2015 - over ruim voldoende liquide middelen en door de banken toegezegde kredietlijnen voor de financiering van haar bedrijfsactiviteiten.
Deceuninck zou evenwel met liquiditeitsproblemen kunnen worden geconfronteerd mochten toegezegde kredieten vervroegd opeisbaar gesteld worden bij niet-naleving van bepaalde convenanten uit de gesyndiceerde kredietovereenkomst of retail bond.
Om een eventuele niet-naleving van deze financiële convenanten ruim op voorhand te kunnen detecteren zodat nog correctieve maatregelen zouden kunnen genomen worden, wordt maandelijks een financiële prognose gemaakt tot het einde van het lopende boekjaar.
De kerncijfers van deze financiële prognose worden gebruikt als input voor een speciaal ontworpen "convenantmodule", die aftoetst of de convenanten op de resterende testdatums binnen het lopende boekjaar zullen gehaald worden. Ook bij de opmaak van het budget 2016 werd gebruik gemaakt van deze "convenantmodule" om na te gaan of de convenanten op elke testdatum in 2016 gehaald zouden worden. Dit was steeds het geval.
Bij de Turkse dochtermaatschappijen zouden zich liquiditeitsproblemen kunnen voordoen indien kredieten die op vervaldag komen niet geherfinancierd zouden kunnen worden via lokale Turkse banken. Gezien de goede gezondheid waarin de Turkse banksector verkeert en de uitstekende reputatie en historiek van de Turkse dochterondernemingen van de Groep is dit echter weinig waarschijnlijk. Bovendien is het onder de huidige financieringsvoorwaarden mogelijk om vanuit de Beperkte Groep intra-groepsleningen te verstrekken aan de Turkse dochterondernemingen. Deze intra-groepsleningen zijn evenwel beperkt in looptijd (maximaal 3 maanden) en in bedrag (maximaal € 7.500.000).
Naast het hierboven vermelde risico op niet-naleving van de financiële convenanten is het liquiditeitsrisico ook gekoppeld aan de evolutie van het bedrijfskapitaal van de Groep, dat sterk onderhevig is aan seizoenschommelingen en aan het investeringsniveau van de Groep.
De Groep volgt de veranderingen van het bedrijfskapitaal op door middel van gerichte acties, zoals een verhoging van de omloopsnelheid van voorraden en door prioriteit te leggen bij de kredietopvolging van de Klanten. Deceuninck maakt eveneens gebruik van de door zijn leveranciers toegekende betalingsvoorwaarden om zijn behoeften aan werkkapitaal te financieren.
Hieronder wordt een vergelijking gemaakt tussen de nettoboekwaarde en de reële waarde van de financiële instrumenten opgenomen in de jaarrekening. De reële waarde van de leningen werd berekend door het bepalen van de verwachte toekomstige kasstromen en door deze te verdisconteren op basis van de gangbare rentevoeten.
| Nettoboekwaarde | Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|
| (in € duizend) |
2014 | 2015 | 2014 | 2015 |
| Financiële activa | ||||
| Liquide middelen | 29.046 | 70.720 | 29.046 | 70.720 |
| Overige vaste activa - handelsvorderingen |
548 | 532 | 548 | 532 |
| Financiële vaste activa | 66 | 65 | 66 | 65 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 30 | 1.278 | 30 | 1.278 |
| Financiële passiva | ||||
| Leningen met variabele rentevoet | 48.996 | 25.940 | 48.996 | 25.940 |
| Leningen met vaste rentevoet | 51.034 | 136.871 | 50.210 | 136.161 |
| Financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 1.055 | 271 | 1.055 | 271 |
De Groep gebruikt de onderstaande hiërarchische classificatie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten door middel van een waarderingstechniek:
Voor de periode eindigend op 31 december 2015 waren er geen transfers tussen de waardering van reële waarde van Niveau 1 en Niveau 2, en geen transfers naar en uit de waardering van de reële waarde van Niveau 3.
Op 31 december 2014 hield de Groep de volgende financiële instrumenten:
| (in € duizend) |
2014 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 |
|---|---|---|---|---|
| Wisseltermijncontracten | 30 | 30 | ||
| Activa aan reële waarde | 30 | 0 | 30 | 0 |
| Renteswaps | 241 | 241 | ||
| Wisseltermijncontracten | 814 | 814 | ||
| Passiva aan reële waarde | 1.055 | 0 | 1.055 | 0 |
Op 31 december 2015 hield de Groep de volgende financiële instrumenten:
| (in € duizend) |
2015 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 |
|---|---|---|---|---|
| Wisseltermijncontracten | 1.278 | 1.278 | ||
| Activa aan reële waarde | 1.278 | 0 | 1.278 | 0 |
| Renteswaps | 318 | 318 | ||
| Wisseltermijncontracten | -46 | -46 | ||
| Passiva aan reële waarde | 271 | 0 | 271 | 0 |
Het doel van de Groep inzake het beheer van het eigen vermogen bestaat erin om een gezonde financiële positie evenals een gezonde schuldenlast te bewerkstelligen om op elk ogenblik een gemakkelijke toegang tot de financiële markten te bewaren.
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
Alle boekjaren sluiten af per 31 december 2015.
| Deelnemingspercentage | |||
|---|---|---|---|
| Naam van de vennootschap | Maatschappelijke zetel | 2014 | 2015 |
| Australië | |||
| Deceuninck Pty. Ltd. | 71 Premier Drive Campbellfield 3061Victoria |
100,00 | 100,00 |
| België | |||
| Plastics Deceuninck NV | Bruggesteenweg 360 8830 Hooglede-Gits |
100,00 | 100,00 |
| Bosnië en Herzegovina | |||
| Inoutic / Deceuninck d.o.o | Prvi mart bb 75270 Zivinice |
100,00 | 100,00 |
| Brazilië | |||
| Deceuninck do Brazil | Rua da Barra, 242 Parque Rincão CEP 06705 420 Cotia – SP Brazil |
100,00 | 100.00 |
| Bulgarije | |||
| Deceuninck Bulgaria EOOD | 41 Sankt Peterburg Blvd 4000 Plovdiv |
100,00 | 100,00 |
| Chili | |||
| Deceuninck Importadora Limitada | Volcán Lascar number 801, 3G and 3H, Pudahuel, Santiago |
99,99 | 99,99 |
| China | |||
| Rep. Office Deceuninck NV China (Qingdao) | 128 Xiang Gang Dong Lu Shuang Long Yuan 3-2 -402 266071 Laoshan, Qingdao, Shandong |
100,00 | 100,00 |
| Duitsland | |||
|---|---|---|---|
| Inoutic / Deceuninck GmbH | Bayerwaldstrasse 18 94327 Bogen |
100,00 | 100,00 |
| Deceuninck Holding Germany GmbH | Bayerwaldstrasse 18 94327 Bogen |
100,00 | 100,00 |
| Frankrijk | |||
| Deceuninck SAS | Zone Industrielle - Impasse des Bleuets 80700 Roye |
100,00 | 100,00 |
| Distridec SAS | Zone Industrielle - Impasse du Moulin 80700 Roye |
100,00 | 100,00 |
| Ierland | |||
| Deceuninck Ireland Unltd. | 4th floor 25-28 Adelaide Road Dublin 2 |
100,00 | 100,00 |
| India | |||
| Ege Profil Tic. ve San. A.S. | No 523 B Block Mannur Village Mannur Village – Sriperumbudur Taluk Chennai – 602105 |
100,00 | 100,00 |
| Italië | |||
| Deceuninck Italia S.r.l. | Via Padre Eugenio Barsanti, 1 56025 Pontedera (PI) |
100,00 | 100,00 |
| Kazachstan | |||
| Rep. Office Deceuninck NV Kazakhstan (Almaty) (in vereffening) |
Mynbaeva street 46 480057 Almaty |
100,00 | 100,00 |
| Kroatië | |||
| Inoutic / Deceuninck d.o.o. | Industrijska ulica 3 10370 Dugo Selo (Zagreb) |
100,00 | 100,00 |
| Litouwen | |||
| Deceuninck Baltic UAB (in vereffening) | Saltoniskiu str. 29/3 08105 Vilnius |
100,00 | 100,00 |
| Nederland | |||
|---|---|---|---|
| Deceuninck Kunststof B.V. | Prins Bernhardplein 200 1097 JB Amsterdam |
100,00 | 100,00 |
| Deceuninck Beheer B.V. | Prins Bernhardplein 200 1097 JB Amsterdam |
100,00 | 100,00 |
| Polen | |||
| Inoutic / Deceuninck Sp. z o.o. | Jasin, Ul Poznanska 34 62-020 Swarzedz |
100,00 | 100,00 |
| Roemenië | |||
| Deceuninck Romania SRL | Traian Str. n°2, Bloc F1, Scara 4 etaj 8 ap 24 Sector 3 Bucharest |
100,00 | 100,00 |
| Pimapen Logistic Center S.R.L. | Bâcu Village, Joiţa commune, tarlaua no. 63, parcela no. 520/14, lot no. 1, cadastral no. 941 registered in the CF no. 565/N, building C1, Giurgiu County |
100,00 | 100,00 |
| Rusland | |||
| Deceuninck Rus OOO | Profsoyusnaya, 65, bld. 1 117342 Moscow |
100,00 | 100,00 |
| Enwin Rus OOO | 346812, Rostov oblast, Myasnikovsky district, Krym village, Liniya 5,1 |
100,00 | 100,00 |
| Servië | |||
| Inoutic / Deceuninck d.o.o. | Kruzni put bb 11309 Beograd – Lestane |
100,00 | 100,00 |
| Spanje | |||
| Deceuninck NV Sucursal en España | Avda. de la Industria 1007 Pol. Ind. Antonio del Rincon 45222 Borox Toledo |
100,00 | 100,00 |
| Thailand | ||||
|---|---|---|---|---|
| Deceuninck (Thailand) Co. Ltd. | 2/3 Bangna Towers A 17fl RM 1704B Bangna- trad, Km 6,5 Bangkaew, Bangplee Samutprakarn 10540 |
48,98 | 48,98 | |
| Asia Profile Holding Co. Ltd. | 2/3 Bangna Towers A 17fl RM 1704B Bangna- trad, Km 6,5 Bangkaew, Bangplee Samutprakarn 10540 |
48,95 | 48,95 | |
| Tsjechische Republiek | ||||
| Inoutic / Deceuninck Spol. s r.o | Vintrovna 208/23 664 41 Popùvky |
100,00 | 100,00 | |
| Turkije | ||||
| Ege Profil Ticaret ve Sanayi AS | A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir |
97,54 | 97,54 | |
| Ege Pen AS | A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir |
99,99 | 99,99 | |
| Pimaş Plastik Inşaat Malzemeleri A.S. | Beylikbaği Mahallesi Istanbul Cad. No. 29, 41420 Gebze/Kocaeli |
87,60 | 87,60 | |
| Verenigd Koninkrijk | ||||
| Deceuninck Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 | 100,00 | |
| Status Systems PVCu Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 | 100,00 | |
| Range Valley Extrusions Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 | 100,00 | |
| Deceuninck Holdings (UK) Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 | 100,00 | |
| Verenigde Staten | ||||
| Deceuninck North America Inc. | 351 North Garver Road Monroe, 45050 Ohio |
100,00 | 100,00 | |
| Deceuninck North America LLC | 351 North Garver Road Monroe, 45050 Ohio |
100,00 | 100,00 |
In het kader van de financiële herstructurering van 2009 werden de verplichtingen van de Groep onder de kredietovereenkomst ("Kredietfaciliteit 2009") gewaarborgd door het verstrekken van garanties en zekerheden over een groot deel van de activa van de Groep.
De belangrijkste zekerheden die werden verstrekt door de Deceuninck NV (België) zijn als volgt:
De andere ondernemingen binnen de Groep hebben voornamelijk zekerheden verstrekt over hun onroerende goederen, schuldvorderingen en bankrekeningen, inventaris, machines en andere uitrusting en de aandelen die zij aanhouden in andere vennootschappen van de Groep. Er werd eveneens een zekerheid verstrekt over de materiële intellectuele eigendomsrechten. De Groep heeft ook een pand verstrekt over de aandelen die ze aanhoudt in Ege Profil. De Turkse dochtervennootschappen hebben geen garanties of zekerheden verleend in verband met de financiële herstructurering.
Deze zekerheden werden niet vrijgegeven naar aanleiding van de terugbetaling van Kredietfaciliteit 2009.
De kredietfaciliteit van 2012 aan Deceuninck NV, zoals uitgebreid en gewijzigd in Mei 2015 wordt gewaarborgd door een zekerheidspakket dat bestaat uit:
De volgende pagina's zijn uittreksels van het enkelvoudige jaarverslag en jaarrekening van Deceuninck NV. De integrale versie van de enkelvoudige jaarrekening en het jaarverslag zal beschikbaar zijn op eenvoudig verzoek en op de website binnen de termijnen zoals voorzien in het Wetboek van Vennootschappen. De enkelvoudige jaarrekening en jaarverslag zijn opgesteld volgens de Belgische wettelijke bepalingen dewelke aanzienlijk afwijken van de IFRS-boekhoudprincipes van toepassing op de geconsolideerde jaarrekening. Bij de enkelvoudige jaarrekening van Deceuninck NV werd door de commissaris een verklaring zonder voorbehoud gegeven.
Het nettoresultaat van het boekjaar 2015 werd op de volgende wijze verkregen:
| Resultatenrekening (in € duizend) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 159.417 | 173.716 |
| Bedrijfskosten | -162.110 | -166.137 |
| Bedrijfswinst (+) / verlies (-) | -2.693 | 7.579 |
| Financiële opbrengsten | 17.381 | 42.143 |
| Financiële kosten | -17.893 | -36.913 |
| Winst (+) / verlies (-) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting |
-3.205 | 12.809 |
| Uitzonderlijke opbrengsten | 228 | 354 |
| Uitzonderlijke kosten | -440 | -9.682 |
| Winst (+) / verlies (-) van het boekjaar vóór belasting |
-3.417 | 3.481 |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Belastingen op het resultaat | -2 | -60 |
| Winst (+) / verlies (-) van het boekjaar | -3.419 | 3.422 |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Te bestemmen winst (+) / verlies (-) van het boekjaar |
-3.419 | 3.422 |
De stijging van de bedrijfsopbrengsten met € 14,3 miljoen kan voornamelijk verklaard worden door een stijging van de omzet met 10,2%. Deze toename werd zowel gerealiseerd in externe verkopen als in intragroepsverkopen.
De bedrijfskosten zijn slechts met 2,5% (€ 4 miljoen) gestegen dankzij toegenomen efficiëntie en leverage.
Het financieel resultaat ligt in 2015 € 5,7 miljoen hoger als gevolg van hogere dividendinkomsten, geneutraliseerd door wisselresultaten. De uitzonderlijke kosten bestaan hoofdzakelijk uit een waardevermindering van de financiële vaste activa van een dochteronderneming.
Het te bestemmen resultaat van het boekjaar bedraagt € 3,4 miljoen winst ten opzichte van € 3,4 miljoen verlies in het vorig boekjaar.
| Balans (in € duizend) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Immateriële vaste activa | 1.178 | 1.664 |
| Materiële vaste activa | 27.688 | 26.579 |
| Financiële vaste activa | 172.513 | 165.411 |
| Vaste activa | 201.379 | 193.654 |
| Voorraden | 21.090 | 20.088 |
| Handelsvorderingen | 37.568 | 36.910 |
| Overige vorderingen | 44.391 | 74.306 |
| Kas en kasequivalenten | 4.291 | 32.406 |
| Overige vlottende activa | 2.619 | 3.367 |
| Vlottende activa | 109.959 | 167.077 |
| Totaal van de activa | 311.338 | 360.731 |
| Geplaatst kapitaal | 52.912 | 53.257 |
| Uitgiftepremies | 90.208 | 91.058 |
| Reserves | 15.367 | 15.401 |
| Overgedragen resultaat | 44.438 | 44.456 |
| Eigen vermogen | 202.925 | 204.172 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 1.485 | 1.594 |
| Schulden op meer dan één jaar | 4.000 | 100.000 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 98.919 | 49.574 |
| Overige passiva | 4.009 | 5.391 |
| Schulden | 106.928 | 154.965 |
| Totaal van de passiva | 311.338 | 360.731 |
De belangrijkste mutaties betreffen:
- Daling van de financiële vaste activa door een geboekte waardevermindering.
- Stijging van de overige vorderingen door een toename van de intercompanyvorderingen.
- Stijging van het eigen vermogen door de gerealiseerde winst van het huidig boekjaar. minus betaalbaar gesteld dividend over 2015.
- Stijging van de schulden op meer dan één jaar, daling van de schulden op minder dan één jaar en stijging van de kas en kasequivalenten zijn allen gerelateerd aan de succesvolle € 100 miljoen obligatielening die in december 2015 werd afgesloten.
De buitengewone Algemene Vergadering van 16 december 2015 heeft een warrantenplan 2015 voor de uitgifte van 3.000.000 warranten goedgekeurd. Hiervan werden in december 2015 965.000 warranten aangeboden.
Overeenkomstig artikel 556 van het Wetboek van vennootschappen, zal worden voorgesteld aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) op 10 mei 2016 om sommige bepalingen van de voorwaarden van de Obligaties goed te keuren. Deze bepalingen zijn opgenomen in het prospectus van 8 december 2015. Dit prospectus heeft betrekking op de openbare aanbieding in België van 3.75% vastrentende obligaties met vervaldag 8 december 2022 voor een bedrag van € 100.000.000. Aan de AVA zal tegelijkertijd gevraagd worden om sommige bepalingen vervat in de overeenkomsten, die in verband met de Obligaties zijn aangegaan door de Vennootschap, eveneens goed te keuren. De bepalingen die ter goedkeuring aan de AVA worden voorgelegd betreffen bepalingen die aan derden rechten toekennen die een invloed hebben op het vermogen van de Vennootschap, dan wel een schuld of een verplichting ten haren laste doen ontstaan, wanneer de uitoefening van deze rechten afhankelijk is van een verandering van de controle die op haar wordt uitgeoefend met inbegrip van, zonder exhaustief te zijn, Voorwaarde 6.3 van de Obligaties houdende het recht voor elke obligatiehouder om de Vennootschap te verplichten om alle of een deel van zijn obligaties terug te betalen onder de voorwaarden opgenomen in het Prospectus indien een Controlewijziging (zoals gedefinieerd in het Prospectus) zich voordoet..
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de naamloze vennootschap Deceuninck over het boekjaar afgesloten op 31 december 2015
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2015, het overzicht van de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd overzicht van mutaties in het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Deceuninck NV (de "Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep") over het boekjaar afgesloten op 31 december 2015, opgesteld op grond van de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie, met een geconsolideerd balanstotaal van € 562.620 duizenden en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 13.341 duizenden.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat;
het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze Geconsolideerde Jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de Geconsolideerde Jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de Geconsolideerde Jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de Geconsolideerde Jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de bestaande interne controle van de Groep in aanmerking die relevant is voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn, maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de bestaande interne controle van de Groep. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde waarderingsregels en van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen en wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep per 31 december 2015 een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van het geconsolideerd geheel alsook van haar geconsolideerde resultaten en van haar geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door Europese Unie.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, in overeenstemming met art. 119 van het Wetboek van vennootschappen.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de van toepassing zijnde bijkomende norm uitgegeven door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 28 augustus 2013 (de "Bijkomende Norm"), is het onze verantwoordelijkheid om bepaalde procedures uit te voeren aangaande de naleving, in alle van materieel belang zijnde opzichten, van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen, zoals gedefinieerd in de Bijkomende Norm. Op grond hiervan, doen wij de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de Geconsolideerde Jaarrekening te wijzigen:
• Het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht.
Gent, 08 april 2016
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA Commissaris Vertegenwoordigd door
Marnix Van Dooren Vennoot* *Handelend in naam van een BVBA
De ondergetekenden verklaren dat:
- de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiele toestand en de resultaten van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen.
- het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden, overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiele instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
CEO Voorzitter
Tom Debusschere Pierre Alain De Smedt
Deceuninck Pty. Ltd. 71 Premier Drive Campbellfield 3061 Victoria Tel: +61 3 93 088 300 – Fax: +61 3 93 037 548 e-mail: [email protected]
Deceuninck NV – maatschappelijke & exploitatiezetel Plastics Deceuninck NV Bruggesteenweg 360 8830 Hooglede - Gits Tel: +32 51 239 211 – Fax: +32 51 227 993 www.deceuninck.com e-mail: [email protected]
Deceuninck NV – Divisie Compound Cardijnlaan 15 8600 Diksmuide Tel: +32 51 502 021 – Fax: +32 51 504 948
Inoutic/Deceuninck d.o.o. Prvi mart bb 75270 Zivinice Tel: +387 35 773313 – Fax: +387 35 773312
Deceuninck Do Brazil Rua da Barra, 242 Parque Rincão CEP 06705 420 Cotia – SP Brazil Tel: 11 2338 9190 www.deceuninck.com.br
Deceuninck Bulgaria EOOD 41, Sankt Peterburg Blvd. 4000 Plovdiv Tel: +359 32 63 72 95 – Fax: +359 32 63 72 96 e-mail: [email protected]
Deceuninck Importadora Limitada Volcan Lascar number 801, 3G and 3H, Pudahuel, Santiago Tel: + 56 95 149 87 54 www.deceuninck.cl e-mail: [email protected]
Rep. Office Deceuninck NV China (Qingdao) 128 Xiang Gang Dong Lu Shuang Long Yuan 3-2-402 266071 Laoshan, Qingdao, Shandong Tel: +86 532 858 903 57 – Fax: +86 532 858 903 52 e-mail: [email protected] [email protected]
Inoutic / Deceuninck GmbH Deceuninck Holding Germany GmbH Bayerwaldstrase 18 94327 Bogen Tel: +49 94 22 821 0 – Fax: +49 94 22 821 379 www.inoutic.com e-mail: [email protected]
Deceuninck SAS Distridec SAS Zone Industrielle – Impasse du Moulin 80700 Roye Tel: +33 3 22 876 666 – Fax: +33 3 22 876 667 www.deceuninck.fr e-mail: [email protected]
Deceuninck Ireland Unltd. 4th floor, 25-28 Adelaide Road Dublin 2
Ege Profil Tic. ve San. A.S. No 523 B Block Mannur Village Mannur Village – Sriperumbudur Taluk Chennai – 602105 Tel: +919717707732 – Fax: +91 9717707732 www.deceuninck.in e-mail: [email protected]
Deceuninck Italia S.r.l. Via Padre Eugenio Barsanti, 1 56025 Pontedera (Pl) Tel: +39 0587 484426 – Fax: +39 0587 54432 www.deceuninck.it e-mail: [email protected]
Rep. Office Deceuninck NV Kazachstan (Almaty) (in vereffening) Mynbaeva street, 46 480057 Almaty
Inoutic/Deceuninck d.o.o. Industrijska ulica 3 10370 Dugo Selo (Zagreb) Tel.: +385 1 278 1353 – Fax: +385 1 278 1351 e-mail: [email protected]
Deceuninck Baltic UAB (in vereffening) Saltoniškių str. 29/3, 08105 Vilnius
Deceuninck Kunststof B.V. Deceuninck Beheer B.V. Prins Bernhardplein 200 1097JB Amsterdam e-mail: [email protected]
Inoutic / Deceuninck Sp. z o.o. Jasin, Ul. Poznanska 34 62-020 Swarzedz Tel: +48 61 81 87000 – Fax: +48 61 81 87001 www.inoutic.pl e-mail: [email protected]
Deceuninck Romania SRL Traian Str. n°2, Bloc F1, Scara 4, etaj 8, ap. 24, Sector 3 Boekarest Tel: +40 21 327 49 52 – Fax: +40 21 323 52 90 e-mail: [email protected]
Pimapen Logistic Center S.R.L. Bâcu Village, Joiţa commune, tarlaua no. 63, parcela no. 520/14, lot no. 1, cadastral no. 941 registered in the CF no. 565/N, building C1, Giurgiu County
Deceuninck Rus OOO – maatschappelijke zetel Profsoyusnaya, 65, bld. 1 117342 Moskou Tel: +7 495 642 87 95 – Fax: +7 495 642 87 96 www.deceuninck.ru e-mail: [email protected]
Deceuninck Rus OOO – exploitatiezetel pr. Naumova, 5 142281 Protvino, Moskou Regio Tel: +7 4967 31 12 44 – Fax: +7 4967 31 12 43
346812, Rostov oblast, Myasnikovsky district, Krym village, Liniya 5,1 Tel: +7 (86349)2-40-11; +7 (86349) 2-40-12 Fax: +7 (86349)2-40-23 e-mail: [email protected]
Noord-Rusland Pilot Pilyutov street, 11, bld. 1, liter A 198206 St. Petersburg Tel-Fax: +7 812 644 43 89; +7 911 956 54 23 e-mail: [email protected]
Russische Verre Oosten Neftyanaya street, 1, liter A, floor 2 680022 Khabarovsk Tel-Fax: +7 914 422 07 20 ; +7 962 151 10 01 e-mail: [email protected]
Siberië Kommunisticheskaya street, 13 (premises #11) 630007 Novosibirsk Tel-Fax: +7 383 236 25 83; +7 913 379 40 01 e-mail: [email protected]
Inoutic / Deceuninck d.o.o. Kruzni put bb 11309 Beograd-Lestane Tel: +381 11 3443217 – Fax: +381 11 2442343
Deceuninck NV Sucursal en Espana Avda. de la Industria, 1007 Pol. Ind. Antonio del Rincon 45222 Borox - Toledo Tel: +34 902 209 001 – Fax: +34 902 209 002 www.deceuninck.es e-mail: [email protected]
Deceuninck (Thailand) Co. Ltd. Asia Profile Holding Co. Ltd. 2/3 Bangna Towers A, 17 Fl., Rm.1704B Bangna-Trad, Km. 6.5, Bangkaew, Bangplee, Samutprakarn 10540 Tel: +66 2 751 9544-5 – Fax: +66 2 751 9546 e-mail: [email protected]
Inoutic / Deceuninck Spol. s r. o. Vintrovna 23 664 41 Popůvky Tel: +420 547 427 777 – Fax: +420 547 427 779 www.inoutic.cz e-mail: [email protected]
Ege Profil Ticaret ve Sanayi AS (productie) Ege Pen AS A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir Tel: +90 232 398 98 98 – Fax: +90 232 398 99 00 www.egepen.com.tr
Winsa (productie) Sarımese Beldesi Kızılcıklık Mahallesi, İnonu Cad. Suadiye Yolu uzeri No:1 41320 Sarımeşe / Kartepe /Kocaeli Tel: +90 262 371 57 27 – Fax: +90 262 371 57 48 www.winsa.com.tr e-mail: [email protected]
Pimaş Plastik Inşaat Malzemeleri A.S. Beylikbaği Mahallesi Istanbul Cad. No. 29, 41420 Gezbe/Kocaeli www.pimas.com.tr Tel: +90 262 677 77 77 – Fax: +90 262 677 77 00 e-mail: [email protected]
Ege Pen Deceuninck Izmir A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir Tel: +90 232 398 98 98 – Fax: +90 232 398 99 83
Winsa Izmir A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir Tel: +90 232 328 11 37 – Fax: +90 232 328 11 39
Ege Pen Deceuninck Istanbul Ruzgarli Bahce Mahallesi, Kavak Sokak, Impa Plaza No:12, Kat:2 Beykoz/Istanbul Tel: +90 216 537 13 60 – Fax: +90 216 537 13 64
Winsa Istanbul Icerenkoy Mahallesi, Hal Yolu Caddesi, No:5 Bay Plaza Kat:12 (Regional Office) 34752 Atasehir/Istanbul Tel: +90 216 574 58 65 – Fax: +90 216 574 10 53 Winsa Istanbul Icerenkoy Mahallesi, Hal Yolu Caddesi, No:5 Bay Plaza Kat:3 (Sales & Marketing) 34752 Atasehir/Istanbul Tel: +90 216 574 58 65 – Fax: +90 216 574 10 53
Ege Pen Deceuninck Ankara Kizilirmak Mah. Alternatif Plaza 12/26 Çukurambar/ Çankaya 06550 Yıldız /Cankaya/Ankara Tel: +90 312 440 16 15 – Fax: +90 312 441 11 18
Winsa Ankara Kizilirmak Mah. 1446.Cd 12/17 Çukurambar 06550 Yıldız/Cankaya/Ankara Tel: +90 312 442 83 60 – Fax: +90 312 442 71 11
Ege Pen Deceuninck Adana Yeni Mahalle 87071 Sk. Bozkurtlar Residence 50 k-3 d-3 Seyhan/Adana Tel: +90 322 247 23 90 – Fax: +90 322 247 23 85
Winsa Adana Yeni Mahalle 87071 Sk. Bozkurtlar Residence 50 k-3 d-3 Seyhan/Adana Tel: +90 322 247 23 80 – Fax: +90 322 247 23 81
Deceuninck Ltd. Status Systems PVC Ltd. Range Valley Extrusions Ltd. Deceuninck Holdings (UK) Ltd.
Unit 2, Stanier Road – exploitatiezetel Porte Marsh Industrial Estate Calne – Wiltshire SN11 9PX Tel: +44 1249 816 969 – Fax: +44 1249 815 234 www.deceuninck.com/uk e-mail: [email protected]
2 Temple Back East – maatschappelijke zetel Temple Quay Bristol BS1 6EG
Deceuninck North America LLC Deceuninck North America Inc. 351 North Garver Road Monroe, 45050 Ohio Tel: +1 513 539 4444 – Fax: +1 513 539 5404 www.deceuninckna.com e-mail: [email protected]
| 1 | REBITDA | Recurring earnings before interest, taxes, depreciation, amortization and provisions for liabilities and charges. Courant resultaat vóór financieel resultaat, belastingen, afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen = courante bedrijfskasstroom |
|---|---|---|
| 2 | EBITDA | Earnings before interest, taxes, depreciation, amortization and provisions for liabilities and charges. Resultaat voor financieel resultaat, belastingen, afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen = bedrijfskasstroom |
| 3 | EBITA | Earnings before interest, taxes and amortization. Resultaat voor financieel resultaat, belastingen en waardeverminderingen op goodwill |
| 4 | EBIT | Earnings before interest and taxes Resultaat voor belastingen en financieel resultaat = operationeel resultaat of bedrijfsresultaat |
| 5 | EBT | Earnings before taxes Resultaat voor belastingen |
| 6 | EPS (non-diluted) | Earnings per share = gewone winst per aandeel |
| 7 | EPS (diluted) | Earnings per share = verwaterde winst per aandeel |
| 8 | Nettoschuld | Financiele schulden - liquide middelen |
| 9 | Werkkapitaal | Klanten + voorraden – leveranciers |
| 10 | Liquiditeit | Vlottende activa/schulden op korte termijn |
| 11 | ROCE = EBIT/Capital Employed (CE) | Bedrijfsresultaat ten opzichte van de ingezette middelen (kapitaalgebruik) |
| 12 | Kapitaalgebruik (CE) | De som van goodwill, immateriële, materiële en financiële vaste activa en werkkapitaal |
| 13 | Dochterondernemingen | Ondernemingen met een participatie hoger dan 50% |
| 14 | Geassocieerde ondernemingen | Ondernemingen met een participatie tussen 20-50% en gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode |
| 15 | Gearing | Netto financiële schuld ten opzichte van het eigen vermogen |
| 16 | MTM | Marked-to-Market Marktwaardering |
| 17 | Personeel (VTE) | Voltijdsequivaltenten (VTEs) (inclusief medewerkers op interimbasis en extern personeel) |
| Linktrusion, Building a sustainable home, Zendow, | Ann Bataillie |
|---|---|
| Decoroc, Winsa, Inoutic, Revolution Tilt and Turn, | Directeur HR & Legal |
| Genius, Grandparc, Belface, Cyclefoam, Rovex, e.a. zijn geregistreerde merknamen van Deceuninck NV |
Copyright © 2016 Deceuninck NV – Alle rechten voorbehouden |
| en haar | Deceuninck NV |
| dochterondernemingen. | Maatschappelijke & exploitatiezetel: |
| Bruggesteenweg 360 – 8830 Hooglede-Gits (België) | |
| Dit jaarrapport is verkrijgbaar in het Nederlands en | Tel. +32 51 23 92 11 – Fax +32 51 22 79 93 |
| het Engels. | BTW BE 0405.548.486 – RPR Kortrijk |
| This annual report is available in Dutch and English. | |
| [email protected] | |
| Verantwoordelijke uitgever | www.deceuninck.com |
Deceuninck NV - België
Bruggesteenweg 360 8830 Hooglede-Gits
T +32 51 239 211 F +32 51 227 993
www.deceuninck.com [email protected]
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.