Annual Report • Mar 24, 2017
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
FINANCIEEL
Verklaring inzake deugdelijk bestuur 6 Groepsstructuur 32 Kenmerken aandelen Deceuninck 34
Deceuninck geconsolideerd 38 Geconsolideerde jaarrekening en toelichtingen 42 Deceuninck NV 101 Verslag van de commissaris 104 Verklaring m.b.t. de informatie gegeven in dit jaarverslag 106
Adressen 107 Lexicon 111
| op 14 oktober 2016; van T.R.D. Comm VA) van R.A.M. Comm. VA) |
Deceuninck's ere- bestuurders zijn: q Pierre-Alain Baron De Smedt, benoemd tot ere-Voorzitter bij zijn ontslag als Voorzitter van de raad van bestuur q Willy Deceuninck (als vaste vertegenwoordiger q Arnold Deceuninck (als vaste vertegenwoordiger |
|---|---|
| Directeur HR & Legal. (SophiDelphi BVBA). |
De Secretaris van de Raad van Bestuur is Ann Bataillie, De interne audit wordt verzorgd door Philippe Maeckelberghe |
Momenteel telt de Raad van Bestuur acht bestuurders. Eén lid van de raad van bestuur is een uitvoerende bestuurder ('CEO') en vier leden zijn onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen. Vier bestuurders werden benoemd op aanbeveling van belangrijke aandeelhouders.
Functies en lidmaatschap van de bestuurders binnen de Raad van Bestuur en zijn comités per 24 maart 2017:
Het Corporate Governance Charter van Deceuninck (dat kan worden geconsulteerd op www.deceuninck.com) bevat de belangrijkste pijlers van haar beleid inzake deugdelijk bestuur. Het is gestoeld op de principes inzake deugdelijk bestuur en transparantie zoals voorgeschreven door de Belgische Corporate Governance Code van 12 maart 2009 (hierna de 'Code'). Deceuninck hanteert de Code als referentiecode voor haar deugdelijk bestuur.
Deze Verklaring inzake Deugdelijk Bestuur bevat meer informatie over de toepassing van het beleid dat Deceuninck tijdens het boekjaar 2016 heeft gevoerd inzake deugdelijk bestuur.
| NAAM | LIDMAATSCHAP COMITÉS | HERNIEUWING MANDAAT |
EINDE MANDAAT |
|---|---|---|---|
| UITVOERENDE BESTUURDER | |||
| Beneconsult BVBA vertegenwoordigd door Francis Van Eeckhout |
12/05/2015 | AV 2019 | |
| Pentacon BVBA vertegenwoordigd door Paul Thiers |
- Auditcomité (lid) - Remuneratie- en Benoemingscomité (voorzitter) |
12/05/2015 | AV 2019 |
| François Gillet | - Auditcomité (lid) - Remuneratie- en Benoemingscomité (lid) |
13/05/2014 | AV 2018 |
| Marcel Klepfish SARL met vaste vertegenwoordiger Marcel Klepfish |
- Auditcomité (voorzitter) - Remuneratie- en Benoemingscomité (lid) |
13/05/2014 | AV 2018 |
| Pierre Alain Baron De Smedt | 14/05/2013 | AV 2017 | |
| Bene Invest BVBA met vaste vertegenwoordiger Benedikte Boone |
12/05/2015 | AV 2019 | |
| Mardec Invest BVBA** met vaste vertegenwoordiger mevrouw Evelyn Deceuninck |
16/12/2015 | AV 2019 | |
| Alchemy Partners BVBA vertegenwoordigd door Anouk Lagae |
01/01/2017 | AV 2017 | |
| NIET-UITVOERENDE BESTUURDERS | LAATSTE |
De Raad van Bestuur heeft gespecialiseerde comités opgericht om specifieke kwesties te analyseren en om advies te verlenen aan de Raad van Bestuur. De comités hebben een adviesfunctie. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt bij de Raad van Bestuur.
Het Auditcomité bestaat uit drie leden, allen nietuitvoerende bestuurders. Twee leden van het Auditcomité zijn onafhankelijk in de zin van art. 526ter van het Wetboek van vennootschappen:
De leden van het Auditcomité beschikken over een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van Deceuninck en ten minste één lid beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit.
Holve NV, vertegenwoordigd door Francis Van Eeckhout, was lid van het Auditcomité tot 1 maart 2016.
| Het Remuneratie- en benoemingscomité bestaat uit drie leden, allen niet-uitvoerende bestuurders. Twee leden van het Remuneratie-en benoemingscomité zijn onafhankelijk in de zin van art. 526ter van het Wetboek van vennootschappen: |
|---|
| q Pentacon BVBA, vertegenwoordigd door Paul Thiers (Voorzitter) q François Gillet q Marcel Klepfisch SARL, vertegenwoordigd door Marcel Klepfisch |
| De leden beschikken over de nodige deskundigheid op gebied van remuneratiebeleid, gelet op hun opleiding en professionele ervaring. |
| Pierre Alain Baron De Smedt was lid en Voorzitter van het Remuneratie- en benoemingscomité tot 21 oktober 2016. Bene Invest BVBA, vertegenwoordigd door Benedikte Boone, was lid van het Remuneratie- en benoemingscomité tot 20 april 2016. |
| RAAD VAN BESTUUR | AUDITCOMITÉ | REMUNERATIE- EN BENOEMINGSCOMITÉ |
|
|---|---|---|---|
| TOTAAL AANTAL VERGADERINGEN IN 2016 | 7 | 5 | 4 |
| Pierre Alain Baron De Smedt | 7 | / | 3 (tot 21/10/2016) |
| Beneconsult BVBA, vertegenwoordigd door Francis Van Eeckhout | 5 (vanaf 01/03/2016) | / | / |
| François Gillet | 7 | 5 | 4 |
| Marcel Klepfisch SARL, vertegenwoordigd door Marcel Klepfisch | 7 | 5 | 4 |
| Bene Invest BVBA, vertegenwoordigd door Benedikte Boone | 7 | / | 2 (tot 20/04/2016) |
| Mardec Invest BVBA, vertegenwoordigd door Evelyn Deceuninck | 7 | / | / |
| Pentacon BVBA, vertegenwoordigd door Paul Thiers | 7 | 5 | 4 |
| Holve NV, vertegenwoordigd door Francis Van Eeckhout | 2 (tot 29/02/2016) | 1 (tot 29/02/2016) | / |
De Raad van Bestuur kwam zeven keer samen en behandelde voornamelijk de volgende onderwerpen:
Verder nam de Raad ook kennis van de verslagen en voorstellen van besluiten van het Auditcomité en van het Remuneratie- en Benoemingscomité en heeft, waar nodig, beslissingen genomen op basis van de aanbevelingen van deze comités.
Het Auditcomité kwam vijf keer bijeen. Het Auditcomité stond de Raad van Bestuur bij in de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden in de meest ruime zin en heeft o.m. de volgende taken uitgevoerd:
Het Remuneratie- en Benoemingscomité kwam vier keer samen.
Het comité behandelde voornamelijk de volgende onderwerpen:
De CEO was aanwezig op de vergaderingen van het Remuneratie- en Benoemingscomité waarin de remuneratie en de benoeming van de leden van het Executive Team werd besproken, behalve wanneer de benoeming en remuneratie van hemzelf aan bod kwamen.
Het Executive Team is een directiecomité in de zin van artikel 524bis van het Belgische Wetboek van vennootschappen. Het Executive Team staat de CEO bij in het dagelijkse en operationele bestuur van de Groep en bij de uitoefening van haar verantwoordelijkheden in overeenstemming met de waarden, strategieën, beleidslijnen, plannen en budgetten vastgelegd door de Raad van Bestuur.
In 2016 verlieten twee leden het Executive Team: Tom Debusschere Comm.V., vertegenwoordigd door Tom Debusschere, CEO en Yves Dubois, Directeur Zuidwest Europa en General Manager Frankrijk.
De regio's Noordwest Europa en Zuidwest Europa smelten samen tot de regio West Europa vanaf 1 april 2017. De regio West Europa zal onder leiding staan van DILEC BVBA, vertegenwoordigd door Didier Leclercq.
Deceuninck's beleid met betrekking tot transacties en andere contractuele relaties tussen de Vennootschap (m.i.v. haar verbonden vennootschappen) en haar bestuurders, die niet onder de wettelijke regeling inzake belangenconflicten van art. 523, 524 of 524ter van het Wetboek van vennootschappen vallen, is opgenomen in het Corporate Governance Charter.
Volgens het Charter moet elke transactie tussen de Vennootschap (of een van haar dochtervennootschappen) en een bestuurder vooraf worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur, onafhankelijk van de vraag of die transactie onderworpen is aan de wettelijke bepalingen terzake. Een dergelijke transactie kan alleen plaatsvinden onder marktconforme voorwaarden.
De Raad van Bestuur heeft een dealing code opgemaakt met betrekking tot transacties in aandelen Deceuninck of in afgeleiden of andere ermee verbonden financiële instrumenten en de openbaarmaking van die transacties door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en bepaalde werknemers.
De principes van Deceuninck's dealing code vormen een bijlage bij het Corporate Governance Charter.
De raad van bestuur staat in voor een regelmatige evaluatie van zijn eigen doeltreffendheid met het oog op een voortdurende verbetering van het bestuur van de Groep. Hiervoor voert de raad van bestuur onder leiding van zijn voorzitter bij voorkeur om de drie jaar een evaluatie uit van zijn omvang, samenstelling, werking en interactie met het Executive Team.
| De Raad van Bestuur evalueert ook de werking van |
|---|
| de comités en van de individuele bestuurders. |
Deze evaluatie heeft vier doelstellingen:
| q de werking van de raad van bestuur en van de |
|---|
| relevante comités beoordelen; |
Op basis van de resultaten van de evaluatie zal de voorzitter een verslag met de sterke en zwakke punten aan de raad van bestuur meedelen en eventueel doet hij hierbij een voorstel tot benoeming van nieuwe bestuurders of legt hij de niet-verlenging van een bestuursmandaat voor aan het Remuneratie- en Benoemingscomité.
Een nieuwe evaluatieronde zal van start gaan in juni 2017. De resultaten worden verwacht tegen eind 2017.
(vanaf 1 maart 2016) Met vaste vertegenwoordiger Beneconsult BVBA CEO Directeur Southwest Europe a.i. (tot 1 april 2017)
Ann Bataillie Directeur HR & Legal
Wim Clappaert Directeur Operations & Technology
Ergün Cicekci Directeur Turkey & Emerging Markets
Filip Geeraert Directeur United States
Artur Pazdzior Directeur Central & Eastern Europe General Manager Poland
Didier Leclercq (vanaf 1 april 2017) Directeur Western Europe
Didier Leclercq
Procedure voor de vaststelling van het remuneratiebeleid en voor de vaststelling van het remuneratieniveau voor niet-uitvoerende bestuurders en leden van het Executive Team
De bezoldiging van de bestuurders wordt door de algemene vergadering bepaald op voorstel van de Raad van Bestuur en volgens de aanbeveling van het Remuneratie- en Benoemingscomité.
In lijn met de algemene verloningsstrategie van het bedrijf, doet het remuneratie- en benoemingscomité regelmatig een benchmark van de bezoldigingen van niet-uitvoerende bestuurders van vergelijkbare Belgische beursgenoteerde bedrijven om er zeker van te zijn dat de bezoldiging nog steeds gepast en conform is aan de marktpraktijken, rekening houdend met de omvang van de onderneming, haar financiële situatie, en haar positie binnen het Belgische economische milieu, en de verantwoordelijkheden die de bestuurders dragen.
De remuneratie van de leden van het Executive team, met inbegrip van de CEO, wordt bepaald door de Raad van Bestuur op basis van de aanbevelingen van het Remuneratie- en Benoemingscomité. Het algemeen remuneratiebeleid van de Groep streeft ernaar competente en professionele medewerkers aan te trekken, te behouden en te motiveren. Daarom wordt de grootte van de remuneratie bepaald in verhouding tot de individuele taken en verantwoordelijkheden. Het bedrag van de totale vergoeding wordt jaarlijks geëvalueerd door het Remuneratie- en Benoemingscomité en wordt bepaald op basis van de strategische positionering van elk van de functies versus de benchmark in de markt en op de verwachte markttendensen. Op tweejaarlijkse basis wordt een grondige benchmark uitgevoerd met vergelijkbare internationale bedrijven met gelijkaardige omvang en structuur. De bijdrage die door de leden van het Executive Team wordt geleverd aan de ontwikkeling van de activiteiten en de resultaten van de Groep vormt een belangrijk onderdeel van het remuneratiebeleid.
Het totale bedrag van de bezoldiging van de leden van het executive team bestaat uit de volgende elementen: de vaste bezoldiging, de variabele bezoldiging op korte termijn en de opties en/of warrants.
De vaste bezoldiging van de leden van het Executive Team wordt bepaald in functie van hun individuele verantwoordelijkheden en vaardigheden. Ze wordt onafhankelijk van elk resultaat toegekend. Een deel van dat bedrag kan naar keuze van het Executive team lid aangewend worden voor pensioenopbouw en -verzekering zoals:
Teneinde de belangen van de leden van het Executive Team af te stemmen op die van de vennootschap en op die van haar aandeelhouders, wordt een deel van het remuneratiepakket gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf en een ander deel aan de individuele prestaties. Door een gezonde afweging van beide factoren (70% prestaties bedrijf / 30% individuele resultaten) wordt een evenwicht gevonden tussen een resultaatgerichte aanpak (Top Performance) en de manier waarop deze resultaten gehaald worden (rekening houdend met de kernwaarden van het bedrijf, zijnde Candor, Top Performance, Entrepreneurship). Indien de manier waarop resultaten behaald werden totaal niet in lijn ligt met de kernwaarden dan behoudt het remuneratie- en benoemingscomité zich het recht voor te beslissen geen enkele bonus uit te betalen.
De prestaties van het bedrijf (70%) zijn voor de leden van het Executive Team gebaseerd op de EBITDA en de Adjusted Free Cash Flow van het afgelopen boekjaar. Deze criteria worden jaarlijks op voorstel van het Remuneratie- en Benoemingscomité door de Raad van Bestuur geëvalueerd
en desgewenst aangepast. Voor 2016 waren de evaluatiecriteria voor de prestaties voor de CEO en de andere leden van het Executive Team: EBITDA Groep (55%) en Adjusted Free Cash Flow Groep (15%). Voor de leden van het Executive Team die een regionale eindverantwoordelijkheid dragen, wordt bij de bedrijfsresultaten rekening gehouden met de EBITDA van de Groep (15%), de EBITDA van de regio (40%) en de Adjusted Free Cash Flow van de regio (15%).
De individuele performantie (30%) is gebaseerd op een duidelijk geformuleerd evaluatiesysteem dat gebouwd is rond het behalen van specifieke meetbare individuele doelstellingen, de realisatie van belangrijke kerncijfers en het respect voor kernwaarden die voor het bedrijf belangrijk zijn. Alle doelstellingen moeten steeds in lijn zijn met de groepsstrategie, het businessplan, de kernwaarden en de richtlijnen. De individuele doelstellingen worden jaarlijks vastgelegd tijdens individuele gesprekken bij het begin van het boekjaar. Het Remuneratie- en Benoemingscomité evalueerde de realisatie van de doelstellingen voor 2016 van de leden van het Executive Team en stelde aan de Raad van Bestuur een variabele vergoeding op korte termijn gebaseerd op performantiecriteria 2016 voor.
De variabele bezoldiging op korte termijn bedraagt in principe 30% van de jaarlijkse vaste bezoldiging voor de leden van het Executive Team en 75% van de jaarlijkse vaste bezoldiging voor de CEO. Dat percentage kan worden overschreden voor wat betreft de bedrijfsprestaties maar mag nooit meer dan 37,65% (voor de leden van het Executive Team) of 97,5% (voor de CEO) bedragen. De variabele bezoldiging gerelateerd tot de bedrijfsdoelstellingen wordt enkel toegekend indien 90% of meer van de vooropgestelde financiële targets werden gerealiseerd.
De basis voor de variabele remuneratie is de remuneratie verdiend gedurende het boekjaar. De uitbetaling vindt plaats in februari van het daaropvolgende jaar.
Er is geen spreiding in de tijd van de variabele bezoldiging. De buitengewone algemene vergadering van 16 december 2011 heeft beslist dat de Vennootschap niet gebonden is aan de beperkingen van de regels van artikel 520ter, 2° lid van het Wetboek van Vennootschappen betreffende de spreiding in de tijd van de variabele vergoeding van de bestuurders, de CEO en de leden van het Executive Team.
Verklaring m.b.t. de toepassing van het remuneratiebeleid voor de leden van de Raad van Bestuur en het Executive Team in 2016
Niet-uitvoerende bestuurders ontvangen als remuneratie voor de uitvoering van hun mandaat een forfaitair bedrag verhoogd met een forfaitair bedrag per zitting van de Raad van Bestuur en begrensd op een maximumbedrag. Prestatiegebonden vergoedingen zoals bonussen, aandelen gerelateerde incentiveprogramma's en voordelen in natura zijn uitgesloten. De hoogte van de vergoeding is verschillend voor de voorzitter, ondervoorzitter en de andere niet-uitvoerende bestuurders. Indien de niet-uitvoerende bestuurders bovendien lid zijn van een comité wordt deze vergoeding verhoogd met een vast bedrag per vergadering van het betreffende comité.
Deze bedragen zijn ongewijzigd gebleven in 2016.
| (IN EUR) | MIN/JAAR (VAST) |
ZITPENNINGEN PER RAAD VAN BESTUUR |
ZITPENNINGEN PER COMITÉ MAX/JAAR |
|
|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | 40.000 | 3.000 | 1.000 | 80.000 |
| Ondervoorzitter | 30.000 | 1.500 | 1.000 | 60.000 |
| Bestuurder | 20.000 | 1.500 | 1.000 | 40.000 |
De Groep verstrekt geen persoonlijke leningen, garanties en dergelijke aan de leden van de Raad van Bestuur of het Executive Team.
Indien bestuurders belast worden met bijzondere taken en projecten kunnen ze hiervoor een gepaste remuneratie ontvangen. Er is geen compensatievergoeding voorzien voor niet-uitvoerende bestuurders bij beëindiging van het mandaat.
De Raad van Bestuur zal aan de jaarlijkse algemene vergadering van 2017 voorstellen om de mogelijkheid om warrants aan niet-uitvoerende bestuurders toe te kennen, goed te keuren. Verder is er geen intentie om het remuneratiebeleid voor de niet-uitvoerende bestuurders te wijzigen in de komende twee boekjaren.
Het bedrijf biedt ook opties en/of warranten op aandelen van de vennootschap aan. Het doel van deze verloningsvorm is het motiveren en behouden van medewerkers die een significante impact (kunnen) hebben op de bedrijfsresultaten op middellange termijn. Bij de toekenning van opties en/of warranten wordt rekening gehouden met de strategische impact van de functie die de medewerker vervult en zijn/haar toekomstig (groei)potentieel. De onderliggende filosofie van deze verloningsvorm is de waarde van Deceuninck op lange termijn maximaal te verhogen door de belangen van het management te koppelen aan die van de aandeelhouders en de langetermijnvisie van het management te versterken. In dat kader bedraagt de uitoefenperiode van een optie en warrant maximum 10 jaar. De aandelenopties en warranten kunnen pas worden uitgeoefend na het derde jaar dat volgt op het jaar waarin de opties en warranten werden aangeboden. Als de opties en/of warranten op het einde van de uitoefenperiode niet werden uitgeoefend, verliezen ze alle waarde.
Telkens een derde van de warrants/opties komt vrij voor uitoefening in het vierde, in het vijfde en in het zesde kalenderjaar na dat waarin het aanbod heeft plaatsgevonden tot einde van de looptijd.
In geval van vrijwillig of onvrijwillig vertrek (met uitzondering van een contractbreuk voor dringende reden) kunnen de aanvaarde en verworven aandelenopties/warranten enkel
nog uitgeoefend worden tijdens de eerste uitoefenperiode volgend op de datum van de beëindiging. De niet-verworven opties/warranten worden geannuleerd. In geval van onvrijwillig vertrek voor dringende reden worden de al dan niet verworven aanvaarde aandelenopties die nog niet werden uitgeoefend, geannuleerd. Deze voorwaarden omtrent de verwerving en de uitoefening van de opties en warranten in geval van al dan niet vrijwillig vertrek, zijn toepasbaar zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de Raad van Bestuur om ten voordele van de begunstigde, op basis van objectieve en pertinente criteria, wijzigingen aan te brengen aan deze bepalingen. Indien de arbeidsovereenkomst een einde neemt omwille van de wettelijke oppensioenstelling of het einde van de carrière zullen de warranten/opties verder uitoefenbaar blijven. De aandelen die kunnen worden verworven in het kader van de uitoefening van de opties/ warranten, zijn genoteerd op Euronext Brussels; ze zijn van dezelfde aard en genieten dezelfde rechten als de bestaande gewone Deceuninck aandelen. De leden van het Executive Team genieten geen andere bezoldigingen die gekoppeld zijn aan aandelen.
Vanaf volgend jaar zullen de leden van Executive Team, met uitzondering van de CEO, in aanmerking komen voor een bonus van 35% van de jaarlijkse vaste vergoeding. Verder is er geen intentie om het remuneratiebeleid voor de leden van het Executive Team te wijzigen in de komende twee boekjaren.
De totale remuneratie (bruto) betaald aan de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur in het boekjaar 2016 bedroeg € 259.500. Dit bedrag omvat een extra vergoeding voor de bestuurders voor hun aanwezigheid in de comités waarvan ze lid zijn.
In 2016 zijn er door de Vennootschap of een verbonden onderneming van de Groep geen leningen toegekend aan enige bestuurder, noch zijn er uitstaande betalingen die door de bestuurders verschuldigd zijn aan de Vennootschap of een verbonden onderneming van de Groep.
| RAAD VAN BESTUUR |
AUDITCOMITÉ | REMUNERATIE- EN BENOEMINGS COMITÉ |
VASTE VERGOEDING |
TOTALE BRUTO VERGOEDING |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Pierre Alain Baron De Smedt | € 21.000 | - | € 3.000 | € 40.000 | € 64.000 |
| François Gillet | € 10.500 | € 5.000 | € 4.000 | € 30.000 | € 49.500 |
| Marcel Klepfisch SARL, vertegenwoordigd door Marcel Klepfisch |
€ 10.500 | € 5.000 | € 4.000 | € 20.000 | € 39.500 |
| Bene Invest BVBA, vertegenwoordigd door Benedikte Boone |
€ 10.500 | - | € 2.000 | € 20.000 | € 32.500 |
| Mardec Invest BVBA, vertegenwoordigd door Evelyn Deceuninck |
€ 10.500 | - | - | € 20.000 | € 30.500 |
| Pentacon BVBA, vertegenwoordigd door Paul Thiers |
€ 10.500 | € 5.000 | € 4.000 | € 20.000 | € 39.500 |
| Holve NV, vertegenwoordigd door Francis Van Eeckhout (tot 29 februari 2016) |
€ 3.000 | € 1.000 | - | - | € 4.000 |
| Beneconsult BVBA, vertegenwoordigd door Francis Van Eeckhout (vanaf 1 maart 2016) |
- | - | - | - | - |
Het lid van het Executive Team dat ook lid is van de Raad van Bestuur als uitvoerend bestuurder, Beneconsult BVBA, vertegenwoordigd door Francis Van Eeckhout, ontving noch een vaste vergoeding, noch een aanwezigheidsvergoeding.
Aandelen, aandelenopties en andere rechten om Deceunink aandelen te verwerven, toegekend, uitgeoefend of vervallen in 2016
De buitengewone algemene vergadering van oktober 2006 heeft een optieplan op bestaande aandelen goedgekeurd waarbij aan de Raad van Bestuur de bevoegdheid werd verleend om jaarlijks 75.000 opties op bestaande aandelen toe te kennen.
In 2016 werden geen aandelenopties toegekend aan de leden van het Executive Team, noch werden er door de leden van het Executive Team uitgeoefend, noch zijn er vervallen.
De Buitengewone Algemene Vergadering van 16 december 2015 heeft een warrantplan voor de uitgifte van 3.000.000 warrants (Warrantenplan 2015) goedgekeurd, waarvan 1.255.000 warrants werden aangeboden door de Raad van Bestuur op 21 december 2016. Van dat Warrantenplan 2015 werden in 2016 aan de leden van het Executive Team 710.000 warrants aangeboden die als volgt werden verdeeld:
De warrants aangeboden in 2016 hebben een uitoefenprijs van € 2,395 (voor de leden van het Executive Team en de CEO). In 2016 oefende Filip Geeraert 10.834 warrants uit.
Er zijn geen warrants van de leden van het Executive Team vervallen in 2016.
De bepalingen van de overeenkomsten tussen de vennootschap en de CEO en de leden van het Executive Team voorzien niet in terugvorderingsclausules.
Voor de leden van het Executive Team en de CEO werd in de managementovereenkomsten een vertrekvergoeding overeengekomen van 12 maanden basisvergoeding. Met de regiomanagers in Frankrijk, Noord-Amerika en Turkije werden geen bijzondere overeenkomsten afgesloten die zouden afwijken van de vigerende arbeidswetgeving en de praktijk op dat ogenblik.
Tom Debusschere Comm. V., vertegenwoordigd door Tom Debusschere, en Yves Dubois, ontvingen beiden een vertrekvergoeding van 12 maanden basisvergoeding.
De voormalige CEO ontving een maandelijkse vergoeding van € 44.358 (of € 532.296 per jaar) op het moment van zijn vertrek. Bij zijn benoeming besliste de huidige CEO, Beneconsult BVBA, vertegenwoordigd door Francis Van Eeckhout om 20% van zijn vergoeding in te leveren in vergelijking met de vergoeding van de voormalige CEO.
De CEO ontving in 2016 als vaste vergoeding € 383.400. In dat bedrag zit een pensioentoelage begrepen, die naar keuze van de CEO kan worden aangewend in een pensioenplan of voor verzekeringen. De variabele vergoeding, verworven in 2016 en uitbetaald in 2017, bedroeg € 263.534. De CEO heeft geen bedrijfswagen.
De leden van het Executive Team (met inbegrip van één lid dat sinds december 2016 niet langer werkzaam is bij de Vennootschap, en zonder de CEO) ontvingen het voorbije jaar een vergoeding van € 2.521.475, hierin begrepen een variabele vergoeding van € 462.376 gebaseerd op performantiecriteria 2016. Deze variabele vergoeding werd betaald in februari 2017. Het remuneratiepakket van de leden van het Executive Team bevat geen langetermijn cash bonus. Het voornoemde bedrag bevat ook een pensioentoelage, die naar keuze van de leden van het Executive Team kunnen worden aangewend voor pensioenopbouw of -verzekeringen.
Deceuninck stelt een bedrijfswagen ter beschikking van de leden van het Executive Team, behalve van de leden die via een managementvennootschap handelen. Daarbij streeft het bedrijf naar een maximaal evenwicht tussen het representatief karakter van de wagen en de persoonlijke noden van de leden van het Executive Team. In het kader van het milieucharter werd bij de keuze van deze types van wagen sterk rekening houden met de impact op het milieu, waaronder het verbruik en de CO 2 uitstoot.
De belangrijkste kenmerken en elementen van de interne controle- en risicobeheerssystemen, met inbegrip van de financiële verslaggeving, geïnstalleerd door het management, kunnen als volgt worden samengevat:
Candor, Top Performance en Entrepreneurship zijn de kernwaarden van Deceuninck. Het nemen van berekende risico's maakt integraal deel uit van de bedrijfsvoering. Risicobeheer heeft als taak de risico's te identificeren en te managen.
Als kader voor het risicobeheerssysteem werd geopteerd voor de ISO 31000 standaard. Deceuninck is sterk vertrouwd met ISO standaarden (ISO 9001, ISO 14000, ...). Binnen deze nieuwe standaard van november 2009, wordt vooral het te volgen proces beschreven. Volgende stappen kunnen binnen dit proces worden onderscheiden:
Teneinde de risico's te detecteren, dient de context gekend te zijn waarin Deceuninck operationeel is. Enerzijds is er de externe context waarbij de sociale, culturele, politieke, juridische, wetgevende, financiële, technologische, economische, natuurlijke en concurrentiële omgeving een belangrijke rol spelen. Bijkomend dienen de belangrijkste drijvende krachten en trends bekeken te worden die een impact kunnen hebben op het bereiken van de objectieven. En ten slotte speelt ook de relatie met de externe belanghebbenden (Klanten, leveranciers, autoriteiten, aandeelhouders, enz.) een belangrijke rol. Anderzijds is er ook de interne context waarbij vooral de objectieven van Deceuninck als Groep maar ook de objectieven van iedere entiteit dienen gekend te worden. Dit laatste vereist inzicht in de middelen, de kennis, de interne cultuur, de organisatie, de interne standaarden, de strategie, de waarden, de objectieven en de relatie met interne belanghebbenden.
Risicoidentificatie is de eerste stap binnen het eigenlijk risicoonderzoek. Aan de hand van afzonderlijke brainstormingsessies worden de risico's geïdentificeerd die mogelijk een impact hebben op het bereiken van de objectieven. Deze worden verzameld in een risicoregister.
Bij risicoanalyse wordt vooral bekeken wat de kansen zijn dat het risico zich voordoet en wat de impact kan zijn van het desbetreffende risico op het behalen van de objectieven. Hierbij wordt rekening gehouden met de impact op de kerndoelstellingen: mensen, planeet, kwaliteit, service en kost.
Aan de hand van de scores die werden gegeven op de waarschijnlijkheid en de impact van de risico's, worden deze risico's geëvalueerd en worden de prioriteiten vastgelegd. Er dient bepaald te worden welke risico's al dan niet kunnen aanvaard worden en tot welk niveau men deze risico's mogelijk wil verlagen. De risico's worden in een risicomatrix geplaatst ter evaluatie.
Aan de hand van de risico-evaluatie worden die risico's geselecteerd die verder zullen worden behandeld. Hierbij zijn er vier mogelijkheden:
Dit risicoproces is een continu proces waarbij de verschillende stappen doorlopend herbekeken en opgevolgd worden. Het is de verantwoordelijkheid van iedere manager van elk departement om dit proces te onderhouden. De interne audit concentreert zich op de opvolging van de systemen voor risicobeheer (RBIA: risk based internal audit).
Na de risico-identificatie in de verschillende filialen via workshops, waarbij alle risico's in een riskregister werden verzameld, werd verder gewerkt aan de risicoanalyse en –evaluatie. Hierbij werd van ieder risico de risicotolerantie bepaald en werden al dan niet de nodige acties gedefinieerd teneinde de risico's te reduceren of volledig te vermijden. Een centraal riskmanagement-informatiesysteem zorgt ervoor dat de lokale organisaties op ieder ogenblik de riskregisters kunnen aanpassen. Verder kunnen hiermee ook alle verbeteringsacties in kaart gebracht worden alsook de vooruitgang van deze acties.
In alle filialen met productie werd het risk management proces geïntroduceerd. Ook de kleinere verkoopfilialen ook kunnen betrokken worden in het proces betrokken, maar dan met een 'light'-versie. In ieder belangrijk filiaal werd ook een lokale riskmanager aangeduid, die ervoor zorgt dat op lokaal vlak het riskmanagementproces wordt verdergezet en waar hij een ondersteunende en faciliterende rol speelt. Hij is ook verantwoordelijk voor de ingave van gegevens binnen het centrale riskmanagement-informatiesysteem. Hij rapporteert rechtstreeks aan de Group Risk & Credit Manager.
De risico's waarmee Deceuninck wordt geconfronteerd, werden in negen categorieën ondergebracht:
Hierna worden de meest relevante risico's besproken:
Het succes van Deceuninck is dus afhankelijk van haar vermogen om een concurrentiepositie te handhaven naarmate de marktstructuur wijzigt. Hoewel Deceuninck erin geslaagd is om haar concurrentiepositie te handhaven door zich aan te passen aan wijzigingen in de marktstructuur, kunnen toekomstige wijzigingen een aanzienlijk ongunstig effect hebben op de activiteiten, de bedrijfsresultaten of de financiële positie van Deceuninck.
De activiteiten, de bedrijfsresultaten en de financiële positie van Deceuninck schommelen al naargelang het algemene economische klimaat. De beslissing om investeringsgoederen al dan niet aan te kopen, waardoor klanten van Deceuninck haar producten kunnen integreren, heeft betrekking op relatief grote geldbedragen.
Een dergelijke investeringsbeslissing houdt onder andere verband met het algemene economische klimaat. Ook de beslissing van eindgebruikers van producten van Deceuninck om te investeren in vastgoed houdt verband met het algemene economische klimaat en de toegang tot krediet. De renovatiemarkt is minder conjunctuurgebonden dan de nieuwbouwmarkt.
De toekomstige winstgevendheid van Deceuninck wordt gedeeltelijk bepaald door wijzigingen in de aankoopprijzen voor grondstoffen (vooral PVC-harsen en additieven), onderdelen, investeringsgoederen, salarissen en voor andere bedrijfsdiensten, alsmede door de verkoopprijzen die Deceuninck kan vragen voor haar producten en diensten. Voor de meeste van deze componenten zijn er geen afdekkingsmogelijkheden beschikbaar.
Als de stijging van de grondstoffenprijzen aanzienlijk en langdurig is, en als de marktomstandigheden het toestaan, blijkt uit ervaring uit het verleden dat het doorrekenen van hogere grondstoffenkosten aan de markt een tijdverschil van circa 3 maanden vereist.
Hoewel Deceuninck er de laatste jaren in geslaagd is om de stijging in de grondstoffenprijzen in grote mate door te rekenen aan haar klanten, kan een aanzienlijke schommeling in de marktprijzen van dergelijke stoffen een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, bedrijfsresultaten of financiële positie van Deceuninck. De productieprocessen die door Deceuninck worden gebruikt verbruiken relatief veel energie (voornamelijk elektriciteit).
De wisselkoersrisico's, intrestrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's worden verder in dit verslag besproken onder Toelichting 24.
Net als de meeste ondernemingen is Deceuninck blootgesteld aan de risico's van een economische recessie, de huidige volatiliteit op de krediet- en kapitaalmarkt en de huidige economische en financiële situatie in het algemeen, die een negatieve invloed hebben op de vraag naar haar producten.
Deceuninck is voornamelijk actief in de vervaardiging van raamprofielen voor de woningbouwsector en verwante producten. Bijgevolg zullen de toekomstige resultaten van Deceuninck in grote mate afhankelijk zijn van de evolutie van deze markten. In deze context heeft de huidige financiële en economische situatie, met zijn aanzienlijke impact op de economie als geheel, een invloed op alle markten waarin Deceuninck actief is.
Deceuninck kan niet voorspellen hoe de markten op korte termijn zullen evolueren. Hoewel de autoriteiten in sommige geografische markten waar Deceuninck actief is, beleidsmaatregelen hebben getroffen om de economische groei te bevorderen, kan Deceuninck niet garanderen dat deze maatregelen zullen volstaan om deze markten te herstellen. De genomen maatregelen kunnen voorts ingetrokken of aangepast worden. De markten waarin Deceuninck actief is, zijn onderhevig aan hevige concurrentie. Deceuninck concurreert met andere ondernemingen op basis van verschillende factoren, waaronder (i) de kennis van en de toegang tot nieuwe technologieën en nieuwe productieprocessen, (ii) het vermogen om nieuwe producten te introduceren en te implementeren met verbeterde functionaliteit of die minder duur zijn dan de bestaande, (iii) de volledigheid van de aangeboden oplossingen, (iv) reputatie en visie, (v) geografische aanwezigheid, (vi) distributienetwerk en (vii) prijzen. Bovendien kan de concurrentie worden versterkt door nieuwe concurrenten die de markt betreden en die vergelijkbare producten aanbieden, en door consolidatie. Een sterke concurrentie kan leiden tot overcapaciteit op de markt en tot prijzendruk.
Daarnaast is het mogelijk dat de contracterende partijen, de klanten en andere actoren op de markt van Deceuninck hun operationeel model wijzigen op een manier die een invloed heeft op de activiteiten van Deceuninck.
Schommelingen in de energieprijzen hebben bijgevolg een invloed op de winstgevendheid. Schommelingen in de aardolieprijzen in het bijzonder hebben een aanzienlijk effect op de winstgevendheid van de Vennootschap, door het effect hiervan op de prijzen voor PVC-hars. PVC-harsen worden vervaardigd op basis van ruwe aardolie (43%) en zout (57%). Bijgevolg worden schommelingen in de prijzen van PVC-harsen deels bepaald door de prijzen voor ethyleen (oliederivaat). Naast het verband tussen de aardolieprijzen en de prijzen voor PVC-harsen, hebben de aardolieprijzen ook een indirecte invloed op de winstgevendheid als gevolg van hun impact op de transportkosten. Bovendien legt een stijging van de transportkosten beperkingen op aan de geografische regio die een productie-entiteit kan bedienen. Hoewel Deceuninck over het algemeen zal trachten de contractuele mogelijkheid te creëren om stijgingen van de aardolie- en elektriciteitsprijzen volledig of gedeeltelijk door te rekenen aan haar klanten, kan zij niet garanderen dat zij hierin zal slagen. Ook kan het doorrekenen van hogere kosten aan klanten onderhevig zijn aan vertragingen of beperkingen. Een wezenlijke schommeling in de marktprijzen van energie kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële toestand en/of de bedrijfsresultaten van Deceuninck.
Daarnaast kan een verstoring in de levering van energie of een algemeen stroomtekort het vermogen van Deceuninck hinderen om handel te drijven en te voldoen aan de eisen van haar klanten, en kan dit een wezenlijk nadelig effect hebben op haar bedrijfsresultaten. Aangezien het aantal energieleveranciers relatief beperkt is, is Deceuninck mogelijk niet in staat om gunstige voorwaarden te bedingen wanneer haar overeenkomsten voor de levering van energie moeten worden vernieuwd, en is het mogelijk dat Deceuninck aanzienlijke stijgingen in de kosten van haar energieaankopen moet aanvaarden.
De eigen compoundfabrieken van Deceuninck die compound leveren aan meerdere extrusiefabrieken van de Groep zijn gecentraliseerd in een beperkt aantal landen (Duitsland, België, de Verenigde Staten, Rusland en Turkije). Hoewel er in het verleden geen aanzienlijke problemen zijn geweest, kan een onderbreking in de activiteiten van een compoundfabriek het productieproces van de extrusiefaciliteiten aanzienlijk verstoren, aangezien het moeilijk is om compounds onder commercieel aantrekkelijke voorwaarden te verzenden. Een dergelijke onbeschikbaarheid kan een wezenlijk nadelige invloed hebben op de activiteiten, de bedrijfsresultaten of de financiële positie van Deceuninck.
Deceuninck wenst verder te groeien, enerzijds door organische groei, anderzijds door de overname van ondernemingen. Er bestaat een risico dat de bedrijfsculturen van overgenomen ondernemingen niet overeenstemmen, dat verwachte synergiën niet volledig worden verwezenlijkt, dat herstructureringen duurder blijken dan aanvankelijk verwacht of dat overgenomen ondernemingen moeilijker te integreren blijken dan voorzien. De voorgaande factoren kunnen een wezenlijk nadelige invloed hebben op de activiteiten, de bedrijfsresultaten of de financiële positie van de Groep.
Deceuninck steunt op een combinatie van handelsmerken, handelsnamen, handelsgeheimen, octrooien en knowhow om haar intellectuele-eigendomsrechten in haar producten en operationele processen te definiëren en te beschermen. Het is dan ook van groot belang dat Deceuninck in staat is om haar intellectuele eigendommen in de toekomst te blijven gebruiken en dat zij alle waardevolle intellectuele eigendommen op toereikende wijze beschermt door op te treden tegen schendingen van haar intellectueleeigendomsrechten, door handelsgeheimen te bewaren en door gebruik te maken van de beschikbare wettelijke middelen zoals handelsmerken, octrooien en ontwerpregistraties. Hoewel de Vennootschap geen belangrijke geschillen heeft lopen, kan niet worden uitgesloten dat de Vennootschap gerechtelijke procedures zou moeten initiëren om haar rechten te beschermen.
Indien de bovenvermelde methoden niet volstaan om de intellectuele-eigendomsrechten van Deceuninck volledig te beschermen in haar belangrijkste markten of indien de bescherming vervalt, dan is het mogelijk dat derden (inclusief concurrenten) haar vernieuwingen of producten commercialiseren of haar knowhow gebruiken, wat een wezenlijk nadelige invloed kan hebben op de activiteiten en/of de bedrijfsresultaten van Deceuninck. Deceuninck kan niet garanderen dat alle aangevraagde handelsmerken en octrooien in de toekomst zullen worden goedgekeurd. Deceuninck kan het risico niet uitsluiten dat bepaalde handelsmerken en octrooien van Deceuninck zullen vervallen als Deceuninck er in de toekomst mogelijk niet in slaagt de registratie van dergelijke handelsmerken en octrooien te verlengen. In bepaalde geografische markten is het mogelijk moeilijker om de eigendomsrechten van Deceuninck af te dwingen.
De Commissaris, Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren, werd op de algemene vergadering van 13 mei 2014 benoemd als commissaris van de Vennootschap voor een termijn van drie jaar, d.w.z. tot de sluiting van de jaarvergadering van 2017. De globale bezoldiging betaald aan Ernst & Young voor Deceuninck geconsolideerd in 2016 bedraagt € 540.500
Op aanbeveling van het Auditcomité zal de Raad van Bestuur aan de jaarlijkse algemene vergadering van 2017 voorstellen om Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren te herbenoemen als externe auditor voor een periode van drie jaar.
De bezoldigingen van de externe auditor bedragen € 566.410 voor boekjaar 2017, € 546.108 voor boekjaar 2018 en € 551.930 voor boekjaar 2019.
Deceuninck leeft de regels m.b.t. genderdiversiteit in de samenstelling van de Raad van Bestuur na.
Overeenkomstig de Wet van 28 juli 2011 moet minstens één derde van de leden van de raad van bestuur van het andere geslacht zijn tegen 1 januari 2019.
Op 31 december 2016 bestond de Raad van Bestuur van Deceuninck uit twee dames en vijf heren. Op 24 maart 2017 bestaat de Raad van Bestuur uit drie dames en vijf heren.
Iedere bestuurder en ieder lid van het Executive Team wordt aangemoedigd om zijn persoonlijke en zakelijke belangen zo te regelen dat er geen rechtstreeks of onrechtstreeks belangenconflict is met de Vennootschap. Deceuninck heeft geen kennis van enig mogelijk belangenconflict bij de leden van de Raad van Bestuur en het Executive Team tussen hun taken jegens de Vennootschap en hun privé- en/of andere taken.
De belangenconflictregeling van artikel 523 W.Venn. werd in 2016 niet toegepast.
De belangenconflictregeling van artikel 524 W.Venn. werd in 2016 niet toegepast.
Het succes van Deceuninck zal gedeeltelijk afhangen van haar vermogen om haar activiteiten uit te voeren zonder een inbreuk te plegen op de eigendomsrechten van anderen, of zonder zich de eigendomsrechten van anderen wederrechtelijk toe te eigenen. Hoewel er momenteel geen belangrijke claims tegen Deceuninck lopen waarin wordt beweerd dat intellectuele eigendomsrechten zijn geschonden, kan Deceuninck niet garanderen dat haar activiteiten van tijd tot tijd geen (onopzettelijke) inbreuk zullen plegen op de octrooien die eigendom zijn van anderen. Deceuninck kan mogelijk verplicht zijn veel tijd en inspanningen te besteden en kan juridische kosten oplopen indien de Vennootschap zich moet verdedigen in rechtsvorderingen over intellectuele-eigendomsrechten die tegen Deceuninck worden aangespannen, ongeacht of de vorderingen gerechtvaardigd zijn.
Als blijkt dat Deceuninck een inbreuk pleegt of heeft gepleegd op de octrooien of andere intellectuele-eigendomsrechten van anderen, dan kan Deceuninck onderworpen worden aan aanzienlijke schadeclaims, die een wezenlijke impact kunnen hebben op de cashflow, de activiteiten, de financiële toestand of de bedrijfsresultaten van de Groep. Ook is het mogelijk dat de Groep de ontwikkeling, het gebruik of de verkoop van het relevante product of proces moet stopzetten, of dat de Groep licenties moet verkrijgen om de betwiste rechten te gebruiken, die mogelijk niet, of niet onder commercieel redelijke voorwaarden, beschikbaar zijn. Om de waarschijnlijkheid van een dergelijke schending te beperken, heeft het management een proces ingevoerd om de mogelijke schending van octrooien of intellectuele-eigendomsrechten continu te controleren.
De activiteiten van Deceuninck zijn onderworpen aan mogelijke productaansprakelijkheidsrisico's die inherent zijn aan de productie en distributie van haar producten. Productaansprakelijkheid kan ook gelden voor toekomstige nieuwe producten die door Deceuninck worden vervaardigd en verdeeld. Als de dekking van de productaansprakelijkheidsverzekering van Deceuninck niet volstaat om productaansprakelijkheidsclaims met succes te dekken, dan zou dit een wezenlijke nadelige invloed kunnen hebben op haar activiteiten, financiële toestand of bedrijfsresultaten. Bovendien kan het voeren van de verdediging tegen dergelijke vorderingen een aanzienlijke druk uitoefenen op het management, kunnen er aanzienlijke juridische vergoedingen verschuldigd zijn en kan de reputatie van Deceuninck ongunstig worden beïnvloed, ook wanneer de Vennootschap zich succesvol kan verdedigen tegen een dergelijke claim in verband met de producten die zij op de markt brengt.
Artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt
Het maatschappelijk kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 135.382.446 aandelen zonder nominale waarde.
De Vennootschap biedt aandelenopties en warrants op aandelen van de Vennootschap aan. Aandelenopties en warrants worden persoonlijk toegekend en zijn niet overdraagbaar, behalve in geval van overlijden van de houder ervan.
Geen
Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend
Geen
De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van Deceuninck NV en haar rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Op 31 december 2016 betrof het 102.121 aandelen (0,08% van de aandelen die op dat ogenblik in omloop waren).
Aan Deceuninck NV bekende aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht
Geen
De leden van de Raad van Bestuur worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders. Hun initiële mandaat is maximaal vier jaar (gebaseerd op het Corporate Governance Charter van de Vennootschap) en kan worden verlengd. Het Remuneratie- en Benoemingscomité draagt één of meer kandidaten tot benoeming voor, rekening houdend met de noden van de Vennootschap en overeenkomstig de benoemingsprocedure en selectiecriteria die de Raad van Bestuur daartoe heeft opgesteld. Bij de samenstelling van de Raad van Bestuur wordt rekening gehouden met de noodzakelijke diversiteit en complementariteit inzake gender, bekwaamheden, ervaring en kennis. Bij elke (her)benoeming neemt de Raad van Bestuur de wet op de genderdiversiteit in beschouwing.
De leeftijdsbeperking voor bestuurders werd op 70 jaar vastgelegd op het ogenblik van de (her)benoeming. In principe eindigt de termijn van een bestuurder bij de afsluiting van de jaarlijkse vergadering die geldt als het einde van zijn of haar mandaat.
Elke wijziging van Deceuninck's statuten gebeurt in overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen. In 2016 werden de statuten gewijzigd door de Buitengewone Algemene Vergadering van 21 december 2016. Alle documenten zijn beschikbaar op www.deceuninck.com/investors.
De Buitengewone Algemene Vergadering van 21 december 2016 heeft de Raad van Bestuur gemachtigd om eigen aandelen te verkrijgen, door aankoop of ruil, rechtstreeks of door een persoon die handelt in eigen naam maar voor rekening van de Vennootschap, aan een prijs die niet lager mag zijn dan één euro (€ 1,00) en niet hoger dan tien euro (€ 10,00) en dat op zulke wijze dat de vennootschap op geen enkel ogenblik eigen aandelen zal bezitten waarvan de fractiewaarde hoger zal zijn dan twintig procent (20%) van het geplaatste kapitaal van de vennootschap. Er is geen voorafgaand besluit van de Algemene Vergadering vereist wanneer de verkrijging van effecten geschiedt om deze aan te bieden aan het personeel van de Vennootschap.
De Raad van Bestuur werd bovendien gemachtigd om deze aandelen te vervreemden zonder gehouden te zijn aan bovenstaande prijs- en tijdsbeperkingen.
De machtiging geldt voor een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf 21 december 2016 en kan, overeenkomstig artikel 620 van het Wetboek van vennootschappen, hernieuwd worden.
In het boekjaar 2016 werden geen aandelen ingekocht.
De algemene vergadering van 21 december 2016 heeft de Raad van Bestuur uitdrukkelijk gemachtigd om, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen, eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, te verkrijgen of te vervreemden, indien de verkrijging of vervreemding noodzakelijk is ter vermijding van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap. Deze machtiging geldt voor een periode van drie (3) jaar vanaf de bekendmaking ervan in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad en kan, overeenkomstig artikel 620 van het Wetboek van vennootschappen, worden hernieuwd.
De Raad van Bestuur kan, voor een periode van 5 jaar vanaf de datum van de publicatie van de akte die de wijziging van de statuten bevat van 21 december 2016, het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap in een of meerdere malen verhogen ten belope van een maximum bedrag van € 53.324.946,55. Deze kapitaalverhoging kan worden uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarden die zijn vastgesteld door de Raad van Bestuur, zowel door inbreng in geld als door inbreng in natura evenals door incorporatie van reserves of van uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen, alsook door in een of meerdere malen in aandelen converteerbare obligaties, obligaties met warrants of warrants die al dan niet verbonden zijn aan een ander effect uit te geven. Evenwel mag de kapitaalverhoging waartoe besloten wordt door de Raad van Bestuur niet vergoed worden door aandelen zonder aanduiding van nominale waarde uitgegeven beneden de fractiewaarde van de oude aandelen.
De Buitengewone Algemene Vergadering van 21 december 2016 heeft de Raad van Bestuur gemachtigd om voor een periode van 3 jaar, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 607 van het Wetboek van vennootschappen, het toegestane kapitaal te gebruiken ingeval van kennisgeving door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) van een openbaar overnamebod op de aandelen van de Vennootschap. De Raad van Bestuur bepaalt de data en de voorwaarden van de kapitaalverhogingen die hij beveelt in toepassing van voorgaande, erin begrepen de eventuele betaling van de uitgiftepremies.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van voorgaande (en inclusief bij de uitgifte van converteerbare obligaties of warrants), bepaalt de Raad van Bestuur overeenkomstig artikelen 592 en volgende van het Wetboek van vennootschappen de termijn en de andere voorwaarden van de uitoefening door de aandeelhouders van het recht van voorkeur wanneer de wet hen dat recht toekent.
Hij kan tevens, overeenkomstig zelfde artikelen 592 en verder, in het belang van de Vennootschap en onder de voorwaarden door de wet vastgesteld, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen, ten gunste van een of meerdere bepaalde personen die hij kiest, ongeacht of deze personen behoren tot het personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen.
Wanneer een uitgiftepremie wordt betaald ingevolge een kapitaalverhoging, dan wordt deze van rechtswege overgedragen naar een onbeschikbare rekening genaamd 'uitgiftepremies' waarover slechts beschikt kan worden onder de voorwaarden vereist voor de kapitaalvermindering. De premie kan echter steeds ingelijfd worden bij het maatschappelijk kapitaal; deze beslissing kan door de Raad van Bestuur genomen worden zoals hierboven aangegeven. Door vermelde buitengewone vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap werd aan de Raad van Bestuur tevens de bevoegdheid verleend om, met het oog op de coördinatie van de statuten, zodra het toegestane kapitaal of een gedeelte ervan is omgezet in geplaatst kapitaal, het daarop betrekking hebbende artikel van de statuten aan te passen.
In 2016 waren er geen kapitaalverhogingen in het kader van het toegestaan kapitaal, met uitzondering van de drie vaststellingen van kapitaalverhoging ten gevolge van de uitoefening van warrants (op 20 juni, 20 september en 21 december 2016).
Belangrijke overeenkomsten waarbij Deceuninck NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over Deceuninck NV na een openbaar overnamebod
Geen
Tussen Deceuninck NV en haar bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt
Geen
Iedere aandeelhouder die minstens 3% van de stemrechten in bezit heeft, moet zich conformeren met de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van de belangrijke deelnemingen, het KB van 14 februari 2008 en het Wetboek van Vennootschappen.
De betrokkenen dienen daarvoor een kennisgeving op te sturen naar de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en naar de Vennootschap.
Op basis van de laatst ontvangen participatiemeldingen, in toepassing van de wet van 2 mei 2007, blijkt dat het aandeelhouderschap als volgt is verdeeld op 31 december 2016:
| TOTAAL | 135.382.446 | 100,00% |
|---|---|---|
| Andere | 53.054.894 | 39,19% |
| Eigen aandelen | 102.121 | 0,08% |
| Evalli 4 | 4.258.171 | 3,15% |
| Allacha 3 | 5.379.317 | 3,97% |
| Lazard | 6.695.000 | 4,95% |
| Fidec 2 | 6.881.869 | 5,08% |
| Sofina NV | 23.461.513 | 17,33% |
| Gramo BVBA 1 | 35.549.561 | 26,26% |
(1) Holding gecontroleerd door Francis Van Eeckhout (2) Holding gecontroleerd door Frank Deceuninck (3) Burgerlijke maatschap vertegenwoordigd door haar statutaire zaakvoerder, Willy Deceuninck en zijn partners Alain, Laurenz en Charlotte Deceuninck
(4) Burgerlijke maatschap vertegenwoordigd door haar statutaire zaakvoerder Arnold Deceuninck en zijn partners Evelyn, Alexander en Lieselot Deceuninck.
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 53.392.846,45 en wordt vertegenwoordigd door 135.382.446 aandelen. Het aantal eigen aandelen, gehouden door de vennootschap Deceuninck, op 31 december 2016 bedraagt 102.121. Er zijn 116.524.064 gedematerialiseerde aandelen en 18.858.382 aandelen op naam.
Het Deceuninck-aandeel wordt onder de code DECB genoteerd en verhandeld op het continu segment van Euronext in Brussel. DECB maakt deel uit van de BELSMALL index.
ICB sectorclassificatie: 2353 bouwproducten
De koers van het Deceuninck-aandeel daalde van € 2,43 op 31 december 2015 tot € 2,26 op 31 december 2016. De gemiddelde koers (VWAP – Volume Weighted Average Price) bedroeg in 2016 bedroeg € 2,278. De laagste koers bedroeg € 2,03 op 18 januari 2016 en de hoogste koers bedroeg € 2,466 op 21 september 2016.
Op de algemene aandeelhoudersvergadering op 25 april 2017 zal de raad van bestuur adviseren om een brutodividend van € 0,03 uit te keren voor het financiële jaar 2016.
Deceuninck heeft continu en op een consistente manier de financiële wereld ingelicht over de evolutie van de onderneming. De jaarresultaten, halfjaarresultaten en tussentijdse verklaringen werden via een persbericht op de voorziene tijdstippen vóór beurstijd uitgestuurd en op de investorrelations- pagina van de website (www.deceuninck.com) geplaatst en op de website van de FSMA.
Het bedrijf Deceuninck heeft institutionele beleggers in binnen- en buitenland geïnformeerd over de evolutie van het bedrijf en de markten tijdens one-to-one- en groepsgesprekken, tijdens roadshows en investeerderevenementen. Institutionele beleggers kregen de mogelijkheid om een gesprek te voeren met de CEO en de CFO op de hoofdzetel in Hooglede-Gits of via een conference call. Deceuninck nam deel aan conferenties en roadshows In Parijs en Londen. De privé-belegger kreeg de mogelijkheid zich te informeren tijdens een conferentie voor Bolero-klanten in Gent en een bezoek van Boleroklanten aan Deceuninck Compound in Diksmuide op respectievelijk 4 juni en 29 september en tijdens de privébeleggershappenings van het VFB (Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs en Beleggers) in april en oktober.
Tel.: +32 (0) 51 239 204 E-mail: [email protected] Website: http://www.deceuninck.com/investors Adres: Deceuninck NV, Bruggesteenweg 360, BE-8830 Hooglede-Gits
Er bestaat eveneens de mogelijkheid om te registreren via de investor-relations-pagina op (http://www.deceuninck.com/investors) voor het ontvangen van financieel nieuws en financiële persperberichten via e-mail.
FEBRUARI 2017 APRIL 2017 AUGUSTUS 2017 23
Jaarresultaten 2016
25 Algemene
Vergadering van Aandeelhouders om 16 uur
Deceuninck verkoopsactiviteiten worden ingedeeld in 4 regio's, namelijk West-Europa, Centraal en Oost-Europa (met o.a. Rusland), Turkije & Emerging Markets en Noord-Amerika.
| % VAN OMZET | TOTAAL | WEST-EUROPA | CENTRAAL & OOST-EUROPA |
TURKIJE & EMERGING MARKETS |
NOORD-AMERIKA |
|---|---|---|---|---|---|
| OMZET 2015 (in miljoen €) | 644,5 | 170,5 | 169,7 | 193,1 | 111,2 |
| Volume | 3,6% | 2,7% | (4,7%) | 9,2% | 7,6% |
| Wisselkoers | (4,4%) | (2,1%) | (1,9%) | (11,0%) | 0,3% |
| Overige (prijs, mix) | 4,9% | 2,9% | 2,0% | 12,8% | (1,3%) |
| TOTAAL | 4,1% | 3,5% | (4,7%) | 10,8% | 6,6% |
| OMZET 2016 (in miljoen €) | 670,9 | 176,5 | 161,8 | 214,0 | 118,6 |
Dit jaarverslag dient samen met de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening van de Deceuninck Groep, hierna de Groep genoemd en de bijhorende Toelichtingen te worden gelezen. Deze geauditeerde geconsolideerde jaarrekening werd vastgesteld door de raad van bestuur op 22 februari 2017.
De omzet in Noord-Amerika steeg met 6,6% tot € 118,6 miljoen (2015: € 111,2 miljoen). De omzetstijging is het gevolg van een sterke ontwikkeling van de verkopen door een superieure service, die gedeeltelijk teniet werd gedaan door de verkoop van de terrassenafdeling in januari 2016. Deze verkoop had naar schatting een negatieve impact van 5% op de omzet. USD/EUR bleef stabiel op 1.11.
REBITDA steeg tot € 65,1 miljoen of 9,7% op omzet (2015: € 55,9 miljoen of 8,7% op omzet). De stijging van de REBITDA is het gevolg van hogere volumes in alle regio's met uitzondering van Centraal en Oost-Europa, efficiëntieverbeteringen (integratie van de Gebze-fabriek in de Kartepe-fabriek in Turkije en de integratie van Enwin in de Protvino-fabriek in Rusland), de geleidelijke stopzetting van lagemargeproducten en éénmalige kostenbesparingen op grondstoffen. De verbetering werd gedeeltelijk tenietgedaan door de Brexit en éénmalige kosten (herstructurering, opstartkosten voor nieuwe product assortimenten, het uitwerken van een SAP sjabloon).
EBITDA 1 verhoogde tot € 67,0 miljoen (2015: € 53,4 miljoen) door de gestegen REBITDA en de éénmalige meerwaarde (€ 2,8 miljoen) uit de afstoting van de terrassenafdeling in de Verenigde Staten.
Het operationele resultaat (EBIT) bedroeg € 36,1 miljoen (2015: € 26,9 miljoen). De afschrijvingen en waardeverminderingen zijn gestegen door de gestegen investeringsuitgaven en de waardevermindering op het gebouw in Tsjechië naar aanleiding van de beslissing om de logistieke activiteiten in Polen te integreren.
| Financieel resultaat | |
|---|---|
Het financieel resultaat bedroeg € (13,9) miljoen (2015: € (10,0) miljoen). De stijging van de financiële kosten zijn enerzijds te wijten aan wisselkoersresultaten (herwaardering van EUR leningen in Turkije) en anderzijds aan de hogere rentelasten van de obligatielening in vergelijking met de rente op de bankleningen onder de Club Deal van 2015.
De winstbelastingen bedroegen € 1,3 miljoen (2015: € 3,5 miljoen). In dit bedrag zijn de éénmalige uitgestelde belastingvordering in de Verenigde Staten en fiscale gunstmaatregelen voor de bouw van de nieuwe fabriek in Turkije inbegrepen. Deze zijn gedeeltelijk gecompenseerd door de terugname van vroegere, uitgestelde belastingvorderingen in België.
De nettowinst in 2016 bedroeg € 21,0 miljoen tegenover € 13,3 miljoen in 2015.
Het handelswerkkapitaal op omzet daalde tot 16,6% in vergelijking met 22,2% op het einde van 2015. Deze daling is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de stijging van de factoring van € 16,2 miljoen in 2015 tot € 27,9 miljoen in 2016 en € 21,0 miljoen door de verlenging van betalingstermijnen aan leveranciers in Turkije.
De investeringsuitgaven bedroegen in 2016 € 79,4 miljoen in vergelijking met € 38,7 miljoen in 2015. Deze stijging is hoofdzakelijk voor rekening van de investeringen in nieuwe fabrieken in Turkije (Menemen) en in de Verenigde Staten (Fernley), de ontwikkeling van nieuwe producten en een verdere verbetering van onze operationele processen.
In West-Europa steeg de omzet in 2016 met 3,5% tot € 176,5 miljoen (2015: € 170,5 miljoen). Deze omzetstijging dankt Deceuninck aan een éénmalig project (realisatie van een geluidswand: € 3,1 miljoen) en een sterke groei in Nederland, Italië en het Verenigd Koninkrijk (in lokale munt). Deze stijging werd deels tenietgedaan door moeilijke marktomstandigheden en concurrentiële druk in Frankrijk en de verzwakking van de GBP met 13% (-€ 3,5m). Dit laatste werd slechts gedeeltelijk gecompenseerd door prijsstijgingen.
In Centraal & Oost-Europa daalde de omzet in 2016 met 4,7% tot € 161,8 miljoen (2015: € 169,7 miljoen). De daling is hoofdzakelijk toe te schrijven aan onze beslissing om de verkoop van bepaalde lagemargeproducten geleidelijk stop te zetten en aan de verdere daling van Russische markt. De sterke verkopen in de Balkan compenseerden gedeeltelijk de daling. De verzwakking van de Russische Roebel met 9% werd gecompenseerd door prijsverhogingen.
Vanuit de regio Turkije & Emerging Markets belevert Deceuninck hoofdzakelijk klanten in de lokale markt in Turkije. In 2016 steeg de omzet met 10,8% tot € 214,0 miljoen (2015: € 193,1 miljoen). Ondanks een vertraging van de reële BBP groei tot 2,9% stegen de verkochte volumes met 9,2% dankzij hoogwaardige producten, service en merknaambekendheid in Turkije. De omzet in Emerging Markets bleef stijgen (hoofdzakelijk in Chili). De waardevermindering van de TRY werd gecompenseerd door prijsverhogingen.
(1) (R)EBITDA definitie werd gewijzigd. EBITDA is EBIT exclusief afschrijvingen/waardeverminderingen op vaste activa alsook exclusief amortisatie/waardevermindering van goodwill en het effect van negatieve goodwill. REBITDA is gedefinieerd als EBITDA exclusief niet-recurrente kosten/voordelen, bijv. herstructureringskosten.
| GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in € miljoen) |
2014 | 2015 | 2016 | EVOLUTIE % |
|---|---|---|---|---|
| Omzet | 552,8 | 644,5 | 670,9 | 4,1% |
| REBITDA | 34,9 | 55,9 | 65,1 | 16,5% |
| EBIT | 14,3 | 26,9 | 36,1 | 34,5% |
| Nettowinst | 10,5 | 13,3 | 21,0 | 57,1% |
| GECONSOLIDEERDE BALANS (in € miljoen) |
2014 | 2015 | 2016 | EVOLUTIE % |
|---|---|---|---|---|
| Eigen vermogen | 264,5 | 269,3 | 275,0 | 2,1% |
| Nettoschuld | 71,0 | 92,1 | 88,4 | (4,0%) |
| Balanstotaal | 503,7 | 562,6 | 601,1 | 6,8% |
| Investeringen | 31,3 | 38,7 | 79,4 | 105,0% |
| Werkkapitaal | 124,6 | 142,9 | 111,1 | (22,2%) |
| Kapitaalgebruik | 379,2 | 397,9 | 402,6 | 1,2% |
| RATIOS | 2014 | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Netto winst/omzet | 1,9% | 2,1% | 3,1% |
| REBITDA/omzet | 6,3% | 8,7% | 9,7% |
| Netto schuld/REBITDA | 2,03 | 1,65 | 1,34 |
| EBIT/kapitaalgebruik | 3,8% | 6,7% | 9,0% |
| PERSONEEL | 2014 | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Voltijdse Equivalenten (VTE) | 3.434 | 3.593 | 3.682 |
(1) Definities: zie Lexicon p. 111.
De netto financiële schuld bedroeg op 31 december 2016 € 88,4 miljoen tegenover € 92,1 miljoen op 31 december 2015, wat aantoont dat de investeringen gefinancierd werden uit de operationele kasstroom, de verkoop van de terrassenafdeling in de Verenigde Staten en de verlenging van de betalingstermijnen aan leveranciers in Turkije.
Op 31 december 2016 telde Deceuninck wereldwijd 3.682 voltijdsequivalente medewerkers (VTEs) (inclusief medewerkers op interim basis en extern personeel). (31 december 2015: 3.593)
Voor de analyse van het risicobeheer van de Groep wordt verwezen naar Toelichting 24 in de geconsolideerde jaarrekening.
De O&O-activiteiten van de Groep maken deel uit van de afdeling 'Innovation & Technology'. Technology is essentieel voor de succesvolle omzetting van de visie van Deceuninck: 'Building a sustainable home. Innovation – Ecology – Design.'
Technology verankert productinnovatie en de vereiste producteigenschappen in onze processen. De afdeling ontwikkelt geschikte en kostenefficiënte productieprocessen, grondstoffen en machines. De standaardisatie wordt wereldwijd in haar productievestigingen doorgevoerd.
In 2016 streefde Innovation & Technology naar een verdere optimalisatie van de productieprocessen, een optimaler verwerking van een hoger volume gerecycleerd materiaal en de introductie van nieuwe productieprocessen.
Het proces voor de verwerking van continue glasvezels in het gamma raam- en deursystemem in West-Europa werd verder geïndustrialiseerd.
De verhoging van de inzet van gerecycleerde PVC was de centrale focus voor onze recyclingafdeling in Diksmuide. Dit zal Deceuninck toelaten om in de toekomst op een kostenefficiënte manier nog meer gerecycleerde postindustriële en postconsumer harde PVC in hoogwaardige profielen te verwerken zonder afbreuk te doen aan de productiviteit of de mechanische eigenschappen van het eindproduct.
De geautomatiseerde watergedragen kleurencoating technologie is in 2016 op punt gesteld. Het product wordt regionaal en per productserie gefaseerd op de markt gebracht. Bovendien heeft Deceuninck in Europa heel wat onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten verricht om in de nabije toekomst alternatieve kleurentechnologieën op de markt te brengen.
In Centraal en Oost-Europa lanceerde Inoutic een massieve terrasplank met een dunne, slijtvaste en UV-bestendige coëxlaag uit kunststof. In de loop van 2016 werd de technologie voor Europa op punt gesteld zodat het op de vakbeurs Bau in München (Duitsland) begin januari kon worden gelanceerd.
Ons team in de VS werkte verder aan de ontwikkeling van Rovex, een geavanceerd, gepultrudeerd polyurethaan glasvezelversterkt composietmateriaal. Het gepatenteerde recept maakt gebruik van een voor tot 20 % op biologische grondstoffen gebaseerd hars. Het finale product is licht en biedt de nodige sterkte, stabiliteit en flexibiliteit, een eigenschap die het product uiterst geschikt maakt als klipsbaar kaderprofiel voor deuren.
Hiervoor wordt verwezen naar Toelichting 25 in de geconsolideerde jaarrekening.
Er zijn geen andere omstandigheden dan diegene opgenomen in de paragraaf met betrekking tot beheersing van het marktrisico, die op de toestand van de Groep een belangrijke invloed gehad hebben.
| CIJFERS OVER 12 MAANDEN EINDIGEND OP 31 DECEMBER (in € duizend) |
2015 | 2016 |
|---|---|---|
| NETTOWINST | 13.341 | 20.954 |
| Omrekeningsverschillen | (8.449) | (8.662) |
| Effect van winstbelastingen | (510) | |
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten die mogelijk worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening in volgende periodes |
(8.449) | (9.172) |
| Actuariële winst (+) / verlies (-) op toegezegde pensioenregeling | 1.419 | (4.833) |
| Effect van winstbelastingen | (190) | 1.294 |
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten die niet kunnen worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening in volgende periodes |
1.230 | (3.538) |
| OVERIGE GEREALISEERDE EN NIET GEREALISEERDE RESULTATEN, NA WINSTBELASTINGEN | (7.219) | (12.711) |
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 6.122 | 8.243 |
| IS ALS VOLGT TOEWIJSBAAR | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 6.363 | 8.847 |
| Minderheidsbelangen | (241) | (604) |
| CIJFERS OVER 12 MAANDEN EINDIGEND OP 31 DECEMBER (in € duizend) | TOELICHTING | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|
| OMZET | 3 | 644.524 | 670.880 |
| Kostprijs verkochte goederen | 4 | (462.522) | (466.150) |
| BRUTOWINST | 182.002 | 204.730 | |
| Marketing-, verkoop- en distributiekosten | (104.465) | (113.122) | |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten | (7.643) | (8.034) | |
| Administratiekosten en algemene kosten | (40.818) | (45.875) | |
| Overig netto bedrijfsresultaat | 4 | (2.127) | (1.576) |
| Bijzondere waardevermindering op goodwill | (96) | 0 | |
| BEDRIJFSWINST (EBIT) | 26.853 | 36.123 | |
| Financiële kosten | 4 | (17.473) | (38.956) |
| Financiële opbrengsten | 4 | 7.483 | 25.059 |
| WINST VOOR BELASTINGEN (EBT) | 16.864 | 22.226 | |
| Winstbelastingen | 5 | (3.522) | (1.272) |
| NETTOWINST | 13.341 | 20.954 |
| NETTOWINST TOEWIJSBAAR AAN | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 13.582 | 20.795 |
| Minderheidsbelangen | (241) | 159 |
| WINST PER AANDEEL TOEWIJSBAAR AAN DE GEWONE 2015 AANDEELHOUDERS VAN DE MOEDERMAATSCHAPPIJ (in €) |
2016 |
|---|---|
| Gewone winst per aandeel 0,10 |
0,15 |
| Verwaterde winst per aandeel 0,10 |
0,15 |
| ACTIVA (in € duizend) | TOELICHTING | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Immateriële vaste activa | 7 | 5.392 | 4.420 |
| Goodwill | 8 | 10.741 | 10.710 |
| Materiële vaste activa | 9 | 218.802 | 253.998 |
| Financiële vaste activa | 65 | 65 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 5 | 18.962 | 19.406 |
| Overige vaste activa | 10 | 1.105 | 2.882 |
| VASTE ACTIVA | 255.066 | 291.481 | |
| Voorraden | 11 | 95.454 | 98.963 |
| Handelsvorderingen | 12 | 121.484 | 113.773 |
| Overige vorderingen | 12 | 16.424 | 20.580 |
| Liquide middelen | 13 | 70.720 | 72.425 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop | 14 | 3.473 | 3.829 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 307.553 | 309.570 | |
| TOTAAL ACTIVA | 562.620 | 601.051 |
| PASSIVA (in € duizend) |
|---|
| Geplaatst kapitaal |
| Uitgiftepremies |
| Geconsolideerde reserves |
| Reserve voor kasstroomindekkingen |
| Actuariële winsten/verliezen |
| Eigen aandelen |
| Omrekeningsverschillen |
| EIGEN VERMOGEN EXCLUSIEF MINDERHEIDSBELANG |
| Minderheidsbelangen |
| EIGEN VERMOGEN INCLUSIEF MINDERHEIDSBELANG |
| Rentedragende schulden |
| Langlopende voorzieningen |
| Uitgestelde belastingschulden |
| LANGLOPENDE SCHULDEN |
| Rentedragende schulden |
| Handelsschulden |
| Belastingschulden |
| Personeelsgerelateerde schulden |
| Kortlopende voorzieningen |
| Overige schulden |
| KORTLOPENDE SCHULDEN |
| TOTAAL PASSIVA |
| TOELICHTING | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| 15 | 53.257 | 53.393 |
| 15 | 86.777 | 87.056 |
| 180.968 | 198.954 | |
| (91) | (91) | |
| (2.634) | (6.173) | |
| 15 | (261) | (320) |
| 15 | (52.765) | (61.175) |
| 265.253 | 271.644 | |
| 3.999 | 3.395 | |
| 269.252 | 275.039 | |
| 18 | 143.486 | 129.206 |
| 16,17 | 25.119 | 28.439 |
| 5 | 4.529 | 2.277 |
| 173.134 | 159.922 | |
| 18 | 19.324 | 31.640 |
| 19 | 74.070 | 101.593 |
| 6.933 | 9.721 | |
| 12.434 | 15.456 | |
| 16,17 | 1.127 | 1.321 |
| 19 | 6.345 | 6.359 |
| 120.233 | 166.090 | |
| 562.620 | 601.051 | |
| (in € duizend) | GEPLAATST KAPITAAL |
UITGIFTE PREMIES |
GECONSOLIDEERDE RESERVES |
RESERVE VOOR KASSTROOM INDEKKINGEN |
ACTUARIËLE WINSTEN/ VERLIEZEN |
EIGEN AANDELEN | OMREKENINGS VERSCHILLEN |
EIGEN VERMOGEN TOEREKENBAAR AAN AANDEELHOUDERS VAN DE MOEDER- MAATSCHAPPIJ |
MINDERHEIDS BELANG |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PER 31 DECEMBER 2014 | 52.912 | 85.927 | 169.423 | (91) | (3.864) | (261) | (44.316) | 259.731 | 4.758 | 264.489 |
| Netto Winst | 13.582 | 13.582 | (241) | 13.341 | ||||||
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 1.230 | (8.449) | (7.219) | (7.219) | ||||||
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN |
0 | 0 | 13.582 | 0 | 1.230 | 0 | (8.449) | 6.363 | (241) | 6.122 |
| Kapitaalverhoging | 345 | 850 | 1.195 | 1.195 | ||||||
| Verwerving van dochterondernemingen | 0 | (518) | (518) | |||||||
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 642 | 642 | 642 | |||||||
| Uitgekeerde dividenden | (2.679) | (2.679) | (2.679) | |||||||
| PER 31 DECEMBER 2015 | 53.257 | 86.777 | 180.968 | (91) | (2.634) | (261) | (52.765) | 265.253 | 3.999 | 269.252 |
| (in € duizend) | GEPLAATST KAPITAAL |
UITGIFTE PREMIES |
GECONSOLIDEERDE RESERVES |
RESERVE VOOR KASSTROOM INDEKKINGEN |
ACTUARIËLE WINSTEN/ VERLIEZEN |
EIGEN AANDELEN | OMREKENINGS VERSCHILLEN |
EIGEN VERMOGEN TOEREKENBAAR AAN AANDEELHOUDERS VAN DE MOEDER MAATSCHAPPIJ |
MINDERHEIDS BELANG |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PER 31 DECEMBER 2015 | 53.257 | 86.777 | 180.968 | (91) | (2.634) | (261) | (52.765) | 265.253 | 3.999 | 269.252 |
| Netto Winst | 20.797 | 20.797 | 159 | 20.956 | ||||||
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | (3.539) | (8.411) | (11.950) | (763) | (12.713) | |||||
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN |
0 | 0 | 20.797 | 0 | (3.539) | 0 | (8.411) | 8.847 | (604) | 8.243 |
| Kapitaalverhoging | 135 | 280 | 415 | 415 | ||||||
| Inkoop eigen aandelen | (238) | (238) | (238) | |||||||
| Gelichte opties | 179 | 179 | 179 | |||||||
| Verwerving van dochterondernemingen | 0 | (763) | ||||||||
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 559 | 559 | 559 | |||||||
| Uitgekeerde dividenden | (3.371) | (3.371) | (3.371) | |||||||
| PER 31 DECEMBER 2016 | 53.393 | 87.056 | 198.954 | (91) | (6.173) | (320) | (61.175) | 271.644 | 3.395 | 275.039 |
| CIJFERS OVER 12 MAANDEN EINDIGEND OP 31 DECEMBER (in € duizend) |
TOELICHTING | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|
| OPERATIONELE ACTIVITEITEN | |||
| Nettowinst | 13.341 | 20.954 | |
| Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa | 7,9,14 | 25.260 | 26.455 |
| Bijzondere waardeverminderingen op (im)materiële vaste activa | 7,9,14 | 1.276 | 4.396 |
| Voorzieningen voor pensioenen en overige risico's en kosten | 1.930 | (783) | |
| Waardeverminderingen op vlottende activa | (932) | 5.137 | |
| Netto financiële kosten | 4 | 9.989 | 13.897 |
| Meerwaarde op realisatie materiële vaste activa | 4 | (1.533) | (2.117) |
| Minwaarde op realisatie materiële vaste activa | 4 | 100 | 1.123 |
| Winstbelastingen | 5 | 3.522 | 1.272 |
| In eigen vermogen afgewikkelde op aandelen gebaseerde betalingstransacties | 642 | 559 | |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten voor mutatie in werkmiddelen en voorzieningen | 53.596 | 70.892 | |
| Afname / (toename) in handelsvorderingen | (14.147) | (7.523) | |
| Afname / (toename) in voorraden | (2.277) | (7.507) | |
| Toename / (afname) in handelsschulden | (7.552) | 36.310 | |
| Afname / (toename) in andere vaste activa | 12 | (1.677) | |
| Afname / (toename) in andere vlottende activa | (5.145) | (4.183) | |
| Toename / (afname) in andere langlopende schulden | 1.567 | 406 | |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 26.053 | 86.718 | |
| Ontvangen intresten | (3) | 1.294 | |
| Betaalde winstbelastingen | (1.730) | (1.142) | |
| KASSTROMEN UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN | 24.319 | 86.870 | |
| KASSTROMEN UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN | (33.448) | (72.783) | |
|---|---|---|---|
| Aanschaffingen van immateriële vaste activa | 7 | (906) | (639) |
| Aanschaffingen van materiële vaste activa | 9,14 | (37.839) | (78.791) |
| Kasontvangsten bij verkoop van materiële vaste activa | 5.297 | 6.647 | |
| CIJFERS OVER 12 MAANDEN EINDIGEND OP 31 DECEMBER (in € duizend) |
TOELICHTING | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|
| FINANCIERINGSACTIVITEITEN | |||
| Kapitaalsverhoging | 1.195 | 415 | |
| Nieuwe (+) / terugbetaling (-) langlopende schulden | 18 | 108.791 | (8.571) |
| Nieuwe (+) / terugbetaling (-) kortlopende schulden | 18 | (40.583) | 11.955 |
| Betaalde intresten | (270) | (8.873) | |
| Uitgekeerde dividenden | (2.679) | (3.371) | |
| Overige financiële items | (4.375) | (474) | |
| KASSTROMEN UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN | 62.079 | (8.917) | |
| Netto toename (+) / afname (-) van de liquide middelen | 52.951 | 5.170 | |
| Liquide middelen per 1 januari | 13 | 29.046 | 70.720 |
| Wisselkoersfluctuaties | (1.877) | (3.464) | |
| Liquide middelen per 31 december | 13 | 70.720 | 72.425 |
Wisselkoersfluctuaties . |
|
|---|---|
| Liquide middelen per 31 december . |
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aangenomen voor gebruik in de EU. De geconsolideerde jaarrekening werd vastgesteld door de raad van bestuur op 22 februari 2017. De geconsolideerde jaarrekening kan nog aangepast worden tot op de algemene vergadering van Deceuninck NV van 25 april 2017.
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in € duizend tenzij anders vermeld. Ze werd opgesteld op basis van de historische kostprijsmethode, behalve voor de waardering aan reële waarde van de derivaten. De geconsolideerde jaarrekening heeft betrekking op de financiële toestand per 31 december 2016. Ze wordt opgesteld vóór winstverdeling van de moedermaatschappij zoals voorgesteld aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
Gelieve ermee rekening te houden dat door afrondingen de som van de bedragen in de tabellen van de jaarrekening kunnen afwijken.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van Deceuninck NV en haar dochterondernemingen ('De Groep').
De Groep (= de investeerder) oefent zeggenschap uit over een dochteronderneming (=deelneming) als en alleen als de investeerder:
Over het het algemeen is er een vermoeden dat een meerderheid van stemrechten resulteren in controle.
Verwerving van dochtermaatschappijen wordt geboekt volgens de overnamemethode. De jaarrekeningen van dochterondernemingen hebben eenzelfde afsluitdatum als die van de moedermaatschappij en passen dezelfde waarderingsgrondslagen toe.
Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin de Deceuninck NV op de één of andere manier, rechtstreeks of onrechtstreeks, een invloed van betekenis, doch geen zeggenschap heeft. Dit wordt in het algemeen aangetoond door het bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen. Ze worden in de consolidatie verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode vanaf de datum waarop de invloed van betekenis begint tot de datum waarop de invloed van betekenis eindigt. Wanneer het aandeel van de Groep in het verlies de boekwaarde van de geassocieerde onderneming overschrijdt, wordt de boekwaarde herleid tot nul. Verdere verliezen worden niet meer in rekening gebracht, uitgezonderd voor verplichtingen, die de Groep voor de onderneming heeft aangegaan. De Groep bezit per 31 december 2015 en per 31 december 2016 geen geassocieerde ondernemingen met uitzondering van Asia Profile Holding Co Ltd. Een lijst van de dochterondernemingen van Deceuninck NV is opgenomen in Toelichting 26 in dit jaarverslag.
Om de jaarrekening op te stellen in overeenstemming met IFRS dient het management een aantal ramingen en assumpties te maken die een weerslag hebben op de bedragen vermeld in de jaarrekening. De schattingen gemaakt op de rapporteringsdatum zijn een weergave van de bestaande voorwaarden op die data (bijvoorbeeld marktprijzen, rentevoeten en wisselkoersen).
Het management voert deze ramingen uit met maximale kennis van de lopende zaken en van de acties die de Groep zou kunnen ondernemen. De werkelijke resultaten kunnen echter afwijken van deze ramingen.
In het kader van het toepassen van de boekhoudprincipes van de Groep werd volgende beoordeling gemaakt:
De onderneming heeft geoordeeld dat er een feitelijke verplichting bestaat en dat de geldende CAO telkens hernieuwd zal worden.
De belangrijkste toepassing van schattingen met een potentieel belangrijke invloed op de nettoboekwaarde van activa en passiva in komend boekjaar betreft:
Jaarlijks wordt de goodwill m.b.t. bedrijfscombinaties getest op bijzondere waardeverminderingen. Deze test vereist een inschatting van de gebruikswaarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan de goodwill is toegewezen. Het schatten van de gebruikswaarde vereist een inschatting van de verwachte toekomstige kasstromen van de kasstroomgenererende eenheden en het kiezen van een passende verdisconteringsvoet teneinde de huidige waarde van deze kasstromen te bepalen. Meer details worden gegeven in Toelichting 8.
De kost van de toegezegde pensioenregelingen en de huidige waarde van de pensioenverplichtingen zijn bepaald op basis van een actuariële berekening. Bij de actuariële berekening worden assumpties gebruikt met betrekking tot de verdisconteringsvoet, verwachte opbrengst van de pensioenfondsen, toekomstige stijgingen van de compensaties, mortaliteitstabellen en toekomstige toenames van de pensioenen. Alle assumpties worden nagezien op rapporteringsdatum. Verdere details met betrekking tot de assumpties worden weergegeven in Toelichting 16.
De Groep waardeert de kost van de aandelenoptie- en warrantenprogramma's met werknemers op basis van de reële waarde van de instrumenten op de datum van de toekenning. De schatting van de reële waarde van de vergoedingen in aandelen vereist een aangepast waarderingsmodel, welke afhankelijk is van de voorwaarden van de toekenning. Het waarderingsmodel vereist ook de bepaling van aangepaste inputs zoals de verwachte levensduur van de optie, de volatiliteit en het dividendrendement. De assumpties en het gebruikte model voor de schatting van de reële waarde voor vergoedingen van aandelen is toegelicht in Toelichting 20.
Uitgestelde belastingvorderingen op niet-gebruikte fiscale verliezen worden geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zijn waarmee de fiscale verliezen kunnen worden verrekend. Significante schattingen van het management zijn vereist om het bedrag van de uitgestelde belastingvordering te bepalen, gebaseerd op het tijdstip en het niveau van de toekomstige fiscale winsten. Verdere details worden weergegeven in sectie Winstbelastingen alsook in Toelichting 5.
Openstaande handelsvorderingen worden bij iedere maandafsluiting geëvalueerd, en voorzieningen voor dubieuze debiteuren worden geboekt op een klant-per-klant basis indien er een verslechtering is in het betalingsgedrag en going concern indicatoren.
Bij het beoordelen van de voorziening wordt rekening gehouden met de verzekerde kredietlimiet en waarborgen.
De resultaten van de Groep worden uitgedrukt in euro. Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de maandkoers (wisselkoers vastgelegd door de Europese Centrale Bank op de laatste werkdag van de voorgaande maand). Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend aan de ECB-koers op balansdatum. Winsten en verliezen die voortvloeien uit de omzetting van monetaire activa en passiva in vreemde valuta naar euro, worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening onder bedrijfsresultaat of financieel resultaat, afhankelijk van de aard van de transactie. Niet-monetaire activa en passiva worden omgezet tegen de historische wisselkoers (maandkoers van toepassing op het ogenblik van de transactie). Activa en passiva van entiteiten buiten de eurozone worden omgerekend naar euro tegen de ECB-koers op balansdatum. De resultatenrekening van entiteiten buiten de eurozone worden omgezet naar euro aan jaarkoersen die de wisselkoersen, van toepassing op de dag van de transacties, benaderen. De componenten van het eigen vermogen worden aan historische wisselkoers omgerekend. De wisselkoersverschillen die voortvloeien uit de omrekening van het eigen vermogen aan de slotkoers op de balansdatum, worden in 'omrekeningsverschillen' onder de rubriek 'eigen vermogen' geboekt.
Wisselkoersverschillen resulterende uit omzetting van in vreemde valuta uitgedrukte intra-groeps rekeningen courant, leningen alsook handelsvorderingen en -schulden worden in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen onder bedrijfsresultaat of financieel resultaat, afhankelijk van de aard van de transactie. Uitzondering op deze boekhoudkundige verwerking is wanneer de intra-groeps leningen beschouwd worden als deel uitmakend van de 'Net Investment in Foreign Operations'. In dat geval wordt het wisselkoersverschil direct opgenomen in de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en maken een afzonderlijke component uit van het Eigen Vermogen tot op datum van de verkoop van de buitenlandse activiteit.
De volgende wisselkoersen werden gebruikt bij het opstellen van de jaarrekening:
| GEMIDDELDE KOERS 2016 |
GEMIDDELDE KOERS 2015 |
SLOTKOERS 2016 |
SLOTKOERS 2015 |
1 EUR IS GELIJK AAN |
|---|---|---|---|---|
| 1,4886 | 1,4765 | 1,4596 | 1,4897 | AUD |
| 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 | BAM |
| 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 | BGN |
| 3,8616 | 3,6916 | 3,4305 | 4,3117 | BRL |
| 749,0014 | 725,9848 | 698,5100 | 771,9500 | CLP |
| 27,0343 | 27,2850 | 27,0210 | 27,0230 | CZK |
| 0,8189 | 0,7260 | 0,8562 | 0,7339 | GBP |
| 7,5345 | 7,6140 | 7,5597 | 7,6380 | HRK |
| 74,3553 | 71,1752 | 71,5935 | 72,0215 | INR |
| 3,4528 | 3,4528 | 3,4528 | 3,4528 | LTL |
| 4,3636 | 4,1828 | 4,4103 | 4,2639 | PLN |
| 4,4908 | 4,4452 | 4,5390 | 4,5240 | RON |
| 123,1912 | 120,7636 | 123,4723 | 121,6261 | RSD |
| 9,4673 | 9,3545 | 9,5525 | 9,1895 | SEK |
| 74,2224 | 68,0068 | 63,8111 | 79,6972 | RUB |
| 39,0423 | 38,0007 | 37,7260 | 39,2480 | THB |
| 3,3427 | 3,0218 | 3,7099 | 3,1776 | TRY |
| 28,3050 | 24,4147 | 28,4226 | 26,2231 | UAH |
| 1,1066 | 1,1096 | 1,0541 | 1,0887 | USD |
Kosten voor verworven octrooien en licenties worden geactiveerd tegen hun kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Ze worden afgeschreven volgens de lineaire methode over hun verwachte levensduur of over de contractuele duurtijd indien deze korter is. De verwachte levensduur wordt meestal geschat op 3 jaar. Voor octrooien die in Noord-Amerika zijn erkend wordt de verwachte levensduur geschat op 15 jaar.
Kosten voor onderzoeksactiviteiten, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis, worden in het resultaat opgenomen. Kosten voor ontwikkelingsactiviteiten, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of substantieel verbeterde producten en processen, worden geactiveerd als en enkel als wordt voldaan aan alle criteria vermeld in IAS 38. De geactiveerde kost omvat de direct toewijsbare kosten om de activa te creëren, te produceren en klaar te maken voor gebruik (zoals grondstoffen, directe loonkosten en een gedeelte overheadkosten dewelke direct toewijsbaar zijn) verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Dergelijke kosten worden momenteel volgens de lineaire methode afgeschreven over hun verwachte levensduur, die meestal geschat wordt op 5 jaar.
Latere uitgaven voor immateriële vaste activa na de aankoop of de voltooiing ervan, worden enkel in de balans opgenomen wanneer ze de toekomstige economische voordelen eigen aan de activapost waaraan ze verwant zijn, vergroten. Alle andere uitgaven worden beschouwd als kosten.
De Groep hanteert de overnamemethode voor de verwerking van de overname van bedrijven. De overgedragen vergoeding is de som – op datum van de verwerving van zeggenschap – van de reële waardes van alle overgedragen activa, aangegane verplichtingen en uitgegeven aandelen om zeggenschap van de overgenomen entiteit te krijgen. Geïdentificeerde activa, aangegane verplichtingen en toekomstige verplichtingen worden afzonderlijk gewaardeerd aan hun reële waarde op
de datum van de overname. Het positieve verschil tussen de overgedragen vergoeding en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare nettoactiva wordt geboekt als Goodwill.
De toewijzing van de reële waardes aan de identificeerbare activa en aangegane verplichtingen is gebaseerd op diverse managementschattingen.
Transactiekosten worden in resultaat geboekt op het moment dat ze zich voordoen.
Goodwill is het positieve verschil tussen de aankoopprijs en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare nettoactiva van de dochteronderneming of geassocieerde onderneming op het moment van de verwerving. Goodwill wordt niet afgeschreven maar jaarlijks getoetst voor bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt uitgedrukt in de munteenheid van de betrokken onderneming en wordt omgezet in euro aan slotkoers op de balansdatum.
Indien de reële waardes van de verworven nettoactiva hoger zijn dan de overgedragen vergoeding herbeoordeelt de Groep of ze alle verworven activa en aangegane verplichtingen juist geïdentificeerd heeft. Tevens herziet ze alle gebruikte procedures ter bepaling van de waardes die bepaald dienen te worden op datum van de verwerving. Indien na herziening de reële waardes van de verworven nettoactiva hoger zijn dan de overgedragen vergoeding, wordt de winst geboekt in de resultatenrekening.
Materiële vaste activa worden geboekt aan historische kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De historische kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met andere directe aanschaffingskosten (zoals nietterugvorderbare belastingen en transportkosten). De kostprijs van zelfgeproduceerde vaste activa (zoals matrijzen) omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead. Latere uitgaven worden enkel in de balans opgenomen wanneer ze de toekomstige, economische voordelen, eigen aan
de vaste activapost waaraan ze verwant zijn, vergroten. Herstellingen en instandhoudingskosten die de toekomstige economische voordelen niet vergroten, worden als kost in de resultatenrekening opgenomen.
Afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode vanaf de datum van ingebruikname en dit over de verwachte economische levensduur.
De verwachte economische levensduur is als volgt vastgelegd:
| ACTIVA | |
|---|---|
| Gebouwen | 40 jaar |
| Inrichting gebouwen | 10-20 jaar |
| Externe infrastructuur | 20-40 jaar |
| Machines en uitrusting | 8-20 jaar |
| Klein materiaal | 5 jaar |
| Schroeven en cilinders | 6 jaar |
| Gietvormen & matrijzen | 5 jaar |
| Installaties | 10-25 jaar |
| Kantoormateriaal | 4-10 jaar |
| Logistiek materiaal | 8 jaar |
| Meubilair | 10 jaar |
| Voertuigen | 4-5 jaar |
Terreinen worden niet afgeschreven aangezien aangenomen wordt dat zij een onbeperkte levensduur hebben.
Bij classificatie als 'vaste activa aangehouden voor verkoop' worden activa of groepen activa die worden afgestoten, gewaardeerd tegen de laagste van de boekwaarde en de reële waarde minus verkoopkosten. Dezelfde waardering geldt voor bedrijfsactiviteiten aangehouden voor verkoop.
Financiële leasingcontracten, waarbij de Groep substantieel alle aan de eigendom van het geleasde goed verbonden risico's en voordelen draagt, worden weergegeven als materiële vaste activa. Ze worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen op het moment van het aangaan van de leasingovereenkomst of aan marktwaarde indien lager. De leasebetalingen worden deels beschouwd als financiële lasten, deels als terugbetaling
van de leasingschuld. Dit resulteert over de volledige looptijd in een constante intrestlast in vergelijking met het uitstaand kapitaal. De financiële lasten worden rechtstreeks in mindering van de inkomsten geboekt. Leasingcontracten waarbij de voordelen en de risico's van de activa substantieel bij de leasinggever blijven, worden beschouwd als operationele leasing. Operationele leasebetalingen worden lineair over de volledige duur van de overeenkomst in rekening gebracht.
Financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd wanneer de Groep de desbetreffende contractuele bepalingen onderschrijft. Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op de transactiedatum. Financiële activa (of een gedeelte ervan) worden niet meer gewaardeerd wanneer de Groep de rechten op de vergoedingen, bepaald in het contract, te gelde maakt, wanneer de rechten vervallen of wanneer de Groep er afstand van doet of nog, indien de Groep de controle verliest over de contractuele rechten die betrekking hebben op het financiële actief. Financiële passiva (of een gedeelte ervan) worden niet meer gewaardeerd indien de verplichting, bepaald in het contract, ingetrokken of geannuleerd wordt of vervalt.
Een financieel actief en een financieel passief worden gesaldeerd en het nettobedrag wordt opgenomen in de balans indien er een wettelijk afdwingbaar recht bestaat om de opgenomen bedragen te salderen. Daarnaast dient de intentie aanwezig te zijn om het passief af te wikkelen en op hetzelfde moment het actief te gelde te maken of om op nettobasis af te wikkelen.
Alle financiële activa worden aanvankelijk gewaardeerd tegen kostprijs, verhoogd met de acquisitiekosten. De nietgerealiseerde winsten of verliezen die voortvloeien uit de veranderingen in de reële waarde van de voor verkoop beschikbare financiële activa, worden direct geboekt in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten binnen het eigen vermogen. Dit blijft zo tot het actief verkocht, ontvangen of vervreemd wordt, of tot wordt vastgesteld dat het financieel actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Op dat moment worden de gecumuleerde
winsten of verliezen die vroeger werden geboekt in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten binnen het eigen vermogen, opgenomen in de winst of het verlies van de betrokken periode. Het terugdraaien van bijzondere waardeverminderingen op aandelen zal niet opgenomen worden in de resultatenrekening.
Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening bevatten financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden of financiële activa welke gewaardeerd worden bij initiële boeking aan reële waarde via de resultatenrekening. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden zijn deze welke verworven worden met het doel deze te verkopen op korte termijn. Deze categorie bevat tevens de afgeleide financiële instrumenten welke niet voldoen aan de criteria van IAS 39 voor 'de administratieve verwerking van afdekkingstransacties'. De niet-gerealiseerde winsten of verliezen die voortvloeien uit de veranderingen van de reële waarde van voor handelsdoeleinden bedoelde financiële activa, worden direct geboekt in de resultatenrekening.
Handelsvorderingen worden geboekt aan nominale waarde verminderd met eventuele provisies voor dubieuze debiteuren. Wanneer het onwaarschijnlijk wordt dat het volledige bedrag zal worden geïnd, wordt een schatting gemaakt van de voorziening voor dubieuze debiteuren. Provisies voor dubieuze debiteuren worden opgenomen in de resultatenrekening in de periode waarin ze worden geïdentificeerd.
De kas en kasequivalenten bestaan voornamelijk uit liquide middelen, onmiddellijk opvraagbare deposito's en beleggingen op korte termijn (maximum looptijd van drie maanden na verwervingsdatum) die kunnen worden omgezet in contanten en die onderhevig zijn aan een beperkt risico op waardeverandering. Voor het kasstroomoverzicht omvatten de kas en kasequivalenten tegoeden bij financiële instellingen (zicht- en termijnrekeningen). Eventuele negatieve geldmiddelen worden op korte termijn bij financiële instellingen weergegeven ('bankschulden').
De rentedragende schulden worden initieel gewaardeerd aan reële waarde van de ontvangen vergoeding verminderd met kosten verbonden aan de transactie. Na de initiële opname worden de rentedragende schulden gewaardeerd aan
afgeschreven kost. Het verschil tussen de afgeschreven kost en de terugbetalingswaarde wordt geboekt over de looptijd van de lening op basis van de effectieverentemethode of tot de schuld niet meer wordt gehouden.
De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten (voornamelijk renteswaps en wisseltermijncontracten) om de risico's te beperken met betrekking tot schommelingen van intrestvoeten en wisselkoersen. Het beleid van de Groep verbiedt het gebruik van deze instrumenten voor speculatieve doeleinden.
De afgeleide financiële instrumenten worden geclassificeerd als reëlewaardeafdekking indien deze instrumenten de veranderingen in de reële waarde van de geboekte activa of passiva compenseren. Ze worden geclassificeerd als kasstroomafdekking wanneer deze instrumenten kasstroomwijzigingen afdekken, die gerelateerd zijn aan een specifiek risico met betrekking tot een geboekte vordering of verplichting of een verwachte transactie.
Bij reëlewaardeafdekkingen worden de winsten of verliezen resulterend uit het herwaarderen van reëlewaardeafdekkingen onmiddellijk geboekt in de resultatenrekening. De winst of het verlies op de afgedekte positie leidt tot een aanpassing van de boekwaarde van de afgedekte positie en dient opgenomen te worden in de resultatenrekening. Indien de aanpassing betrekking heeft op de boekwaarde van een rentedragende schuld, wordt de aanpassing afgeschreven via de resultatenrekening tot het volledig afgeschreven zal zijn op de vervaldag.
Bij kasstroomafdekkingen van vaste verbintenissen van de Groep die voldoen aan de speciale eisen om als afdekkingstransactie te worden erkend, wordt het gedeelte van de winst of het verlies op het afdekkingsinstrument, waarvan is vastgesteld dat het een effectieve afdekking is, in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen. Het niet-effectieve gedeelte wordt opgenomen in de resultatenrekening.
De financiële instrumenten die niet voldoen aan de speciale voorwaarden om als afdekkingstransactie te worden erkend, worden gewaardeerd aan reële waarde. Winst of verlies voortvloeiend uit de verandering van de reële waarde van het instrument, worden direct in het resultaat geboekt.
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of aan de netto opbrengstwaarde indien deze lager is. De netto opbrengstwaarde wordt gedefinieerd als de geschatte verkoopprijs bij een normale bedrijfsuitoefening, exclusief de geschatte kosten nodig voor de opslag en de verkoop van het product. De kosten om elk product naar zijn huidige locatie en toestand te brengen, worden als volgt opgenomen:
Wanneer eigen aandelen worden ingekocht, wordt het bedrag inclusief direct toerekenbare kosten, geboekt in mindering op het eigen vermogen.
Voor de activa van de Groep, andere dan voorraden en uitgestelde belastingvorderingen, wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer de boekwaarde van een actief, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt in de resultatenrekening.
De realiseerbare waarde van de financiële activa die normaal tot einde looptijd worden aangehouden door de Groep en van handelsvorderingen, wordt berekend door de actuele waarde van de toekomstige kasstromen te verdisconteren aan de oorspronkelijke, effectieve intrestvoet van deze activa.
Een bijzondere waardevermindering op financiële activa die normaal tot einde looptijd worden aangehouden door de Groep of op handelsvorderingen, wordt teruggenomen
indien een latere toename van de realiseerbare waarde op objectieve basis kan verbonden worden met een gebeurtenis na de eerste opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies.
De realiseerbare waarde van andere activa is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en de bedrijfswaarde van de betrokken activa. Om de bedrijfswaarde te bepalen, wordt de actuele waarde van de verwachte, toekomstige kasstromen berekend door gebruik te maken van een verdisconteringsvoet vóór belastingen, die zowel de actuele marktrente als de specifieke risico's met betrekking tot het actief weergeeft. Voor een actief dat op zichzelf geen kasstromen genereert die in ruime mate onafhankelijk zijn van de andere activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Een bijzondere waardevermindering met betrekking tot goodwill wordt niet teruggenomen. Met betrekking tot andere activa wordt een bijzondere waardevermindering teruggenomen indien er een wijziging heeft plaatsgevonden in de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde. De toegenomen boekwaarde van een actief, veroorzaakt door terugname van een bijzondere waardevermindering, mag niet hoger zijn dan de boekwaarde (na afschrijvingen) die bekomen zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn geboekt.
Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep verplichtingen heeft aangegaan (in rechte of feitelijk afdwingbaar) als gevolg van een gebeurtenis in het verleden; wanneer het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen uitgaande kasstromen noodzakelijk zijn en wanneer een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van de omvang van deze verplichtingen.
Wanneer de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen, zullen vergoed worden door een andere partij, wordt de vergoeding slechts geboekt als een actief indien het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen. Een garantievoorziening wordt aangelegd voor alle producten onder garantie op basis van historische gegevens met betrekking tot de herstellingen en teruggenomen producten.
De Groep heeft voornamelijk toegezegdebijdrageregelingen alsook toegezegdpensioenregelingen in België en Duitsland. De fondsen van deze pensioenplannen bestaan uit werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de toegezegdebijdrageregelingen worden door de Groep ten laste genomen in de resultatenrekening in het jaar waarop ze betrekking hebben, met uitzondering voor de Belgische toegezegdebijdrageregelingen, die geboekt worden als toegezegdpensioenregelingen. Bij de toegezegdpensioenregelingen wordt de pensioenverplichting geschat op basis van de 'projected unit credit'-methode.
Herwaarderingen, die bestaan uit actuariële winsten en verliezen, de impact van het actiefplafond exclusief nettorente, (niet van toepassing op de Groep) en het rendement op de fondsbeleggingen (exclusief nettorente), worden rechtstreeks in de balans opgenomen, waarbij een overeenkomstig bedrag ten gunste of ten laste van de ingehouden winst wordt opgenomen via de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen. Herwaarderingen worden niet in volgende perioden naar de winst- en verliesrekening overgeboekt.
De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden in de winst- en verliesrekening opgenomen:
De nettorente wordt berekend door de verdisconteringsvoet toe te passen op de nettoverplichting of het nettoactief uit hoofde van de toegezegdepensioenrechten (actief). In de geconsolideerde winst- en verliesrekening neemt de Groep de volgende wijzigingen in de nettoverplichting uit hoofde van de toegezegdpensioenregeling op onder overig netto bedrijfsresultaat:
De nieuwe wet rond het aanvullend pensioen werd op 18 december 2015 gepubliceerd.
De wet kent enkele wijzigingen die een impact kunnen hebben op de verwerking van de toegezegdebijdrage en toegezegdpensioenregeling onder IAS 19R in België.
De eerste wijziging heeft betrekking op het minimum gegarandeerd rendement. De nieuwe wet vervangt de 3,25% (werkgever) en 3,75% (werknemer) vanaf 1/1/2016 door de volgende formule: 65% van het gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden (mogelijke stijging tot 75% op 1 januari 2018 en 85% in 2019 mits goedkeuring van de NBB) met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Wat de verzekerde plannen betreft, blijven de huidige 3,25% en 3,75% van toepassing op bijdragen die werden gedaan vóór 2016. Voor andere plannen is de nieuwe rentevoet vanaf 1/1/2016 ook van toepassing op de geaccumuleerde bijdragen gedaan vóór 2016.
In overeenstemming met IAS 19R betekent dit dat de zogenoemde Belgische toegezegdebijdrage-plannen met een minimum garantieverplichting verwerkt moeten worden als toegezegdpensioen-regelingen.
Tengevolge van de wetswijziging, gepubliceerd op 18 december 2015 en de gepubliceerde wijzigingen waarvan verwacht wordt dat ze een invloed zullen hebben op de boekhoudkundige verwerking van toegezegdebijdrageplannen heeft het management beslist om deze plannen te verwerken als toegezegdpensioenregelingen. De groep hanteert hiervoor de Projected Unit Credit (PUC) methode zonder toepassing van paragraaf 115 van IAS19R. Dit in tegestelling met de intrinsiekewaardemethode die gebruikt werd tot het boekjaar eindigend op 31 december 2015. De impact van deze wijziging werd per 30 juni 2016 verwerkt in de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Na 30 juni 2016 werden de plannen geboekt conform de bepalinen van IAS 19R.
De tweede wetswijziging heeft betrekking op de stijging van de wettelijke pensioenleeftijd tot 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030. De Groep verwacht geen materiële impact op de pensioenverplichting.
Verschillende aandelenoptie- en warrantplannen laten bepaalde personeelsleden, kaderleden en leden van het directiecomité toe aandelen van de onderneming te verwerven. De uitoefenprijs van de optie of warrant is gelijk aan de marktprijs van de onderliggende aandelen op de datum van de toekenning. Het eigen vermogen wordt verhoogd met de ontvangen bedragen of de uitoefenprijs wanneer deze opties of warranten worden uitgeoefend. De kost van de op aandelen gebaseerde betalingstransacties wordt gewaardeerd aan hun reële waarde op de toekenningsdatum. De reële waarde is bepaald door een expert door gebruik te maken van de binomiale boomstructuur. De kost van de op aandelen gebaseerde betalingstransacties samen met de overeenstemmende toename van het eigen vermogen, worden erkend over de wachtperiode.
Wanneer de voorwaarden van in eigen vermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties, gewijzigd worden, is de minimale kost gelijk aan de kost alsof de voorwaarden niet gewijzigd werden. Een bijkomende kost wordt erkend voor om het even welke wijziging, die de reële waarde van de vergoeding in aandelen verhoogt, of die een voordeel inhoudt voor de werknemer op datum van wijziging (IFRS 2.28).
Wanneer een op aandelen gebaseerde betaling geannuleerd wordt, wordt deze beschouwd als een vergoeding die toegekend werd op datum van de annulatie en de hiermee gepaard gaande niet-afgeschreven kost, wordt onmiddellijk erkend. Echter, indien een nieuwe op aandelen gebaseerde betaling toegekend wordt ter vervanging van de geannuleerde vergoeding, en aangeduid als een vervangende vergoeding op de toekenningsdatum, dan worden de geannuleerde en nieuwe vergoedingen beschouwd als een wijziging van de originele op aandelen gebaseerde betalingstransactie, zoals beschreven in de vorige paragraaf.
Contractuele bonussen worden berekend op basis van vastgestelde financiële kerndoelstellingen en persoonlijke prestaties. Het verwachte bedrag van de bonus wordt opgenomen als een kost, gebaseerd op een raming op de balansdatum.
De omzet (bestaat voornamelijk uit de verkoop van goederen) wordt beschouwd als gerealiseerd wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen verbonden aan de transactie zullen terugvloeien naar de Groep de opbrengsten op een betrouwbare manier kunnen worden bepaald, wanneer de voordelen en de risico's van de verkoop geheel overgedragen zijn aan de koper en er niet langer onzekerheid bestaat over de ontvangst van de overeengekomen vergoeding, de transactiekosten en de mogelijke terugzending van de goederen.
Overheidssubsidies worden geboekt tegen hun reële waarde wanneer er een redelijke zekerheid bestaat dat ze zullen worden ontvangen en dat de Groep zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Wanneer de subsidie verband houdt met een uitgave, wordt deze in de inkomsten genomen gedurende de periode nodig om op systematische wijze de gerelateerde kosten te compenseren. Wanneer de subsidie verband houdt met een actief, wordt ze opgenomen als uitgestelde opbrengst.
Financieringskosten worden geactiveerd indien zij rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving, bouw of productie van een in aanmerking komend actief.
Winstbelastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten actuele en uitgestelde belastingen. De belastingen worden geboekt in de resultatenrekening tenzij ze betrekking hebben op elementen die onmiddellijk in het eigen vermogen worden geboekt. In dat geval worden de ermee verbonden belasting rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen. Actuele belastingen omvatten de verwachte belastingschuld op het belastbaar inkomen van het jaar. Zij omvatten daarnaast belastingaanpassingen van vorige jaren. Voor de berekening van de belastingen op het belastbaar inkomen van het jaar worden de op het ogenblik van afsluiting van kracht zijnde belastingpercentages gebruikt. Uitgestelde belastingen worden voor financiële rapporteringsdoeleinden geboekt op basis van de balansmethode, voor alle tijdelijke verschillen
tussen de belastbare basis van activa en passiva en hun boekwaarde. Voor de berekening worden de belastingtarieven gehanteerd waarvan het wetgevingsproces (grotendeels) is afgesloten op balansdatum. Volgens deze methode moet de Groep onder meer uitgestelde belastingen berekenen op het verschil tussen de reële waarde van de netto verworven activa en hun belastingbasis ten gevolge van een acquisitie. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om van het belastingvoordeel te kunnen genieten. Er worden 2 elementen beoordeeld om de waarschijnlijkheid van toekomstige winsten te beoordelen: 1/ de winstgevendheid in het verleden, ten minste 2 opeenvolgende winstgevende jaren zijn noodzakelijk, en 2/ de verwachte winstgevendheid in de volgende 3 opeenvolgende jaren volgens het gedetailleerd budget voor volgend boekjaar en het higher-level business plan voor de 2 volgende jaren. De boekwaarde van een uitgestelde belastingvordering wordt verminderd wanneer het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.
De intrestopbrengsten omvatten de intresten verworven op de leningen toegekend aan derden of bankdeposito's en de intrestkosten omvatten de intresten verschuldigd op leningen die door de Groep werden aangegaan. De geboekte intrest is gebaseerd op de effectieve intrestmethode. De financiële opbrengsten of kosten omvatten, naast de gerealiseerde en niet-gerealiseerde wisselkoerswinsten of -verliezen van rentedragende leningen en deposito's, tevens de geboekte winsten of verliezen resulterend uit de herwaardering op reële waarde van de afgeleide financiële instrumenten. Deze instrumenten worden beschouwd als 'reële waarde'- afdekkingsinstrumenten, indien de afgedekte risico's van financiële aard zijn of indien de afgeleide financiële instrumenten niet voldoen aan de speciale vereisten voor afdekkingstransacties.
De inhoud en impact van elk van de volgende standaarden, wijzigingen en/of interpretaties worden hieronder beschreven: q Wijzigingen in IFRS 10, IFRS 12 en IAS 28 –
De Groep past dezelfde IFRS standaarden toe als voorgaande jaren, met uitzondering van enkele nieuwe standaarden en interpretaties die de Groep voor het eerst toepast vanaf 1 januari 2016. De onderstaande standaarden en interpretaties zijn deze die reeds uitgegeven werden tijdens het boekjaar, maar nog niet van kracht zijn.
De verbeteringen zijn van toepassing op boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2016.
De Groep heeft deze veranderingen toegepast en concludeerde dat deze wijzigingen geen materiële impact hadden op de jaarrekening.
De Groep heeft de standaarden bestudeerd en beoordeelt momenteel de gevolgen ervan. De Groep verwacht dat deze veranderingen niet van materiële invloed zullen zijn op de jaarrekening.
Voor IFRS 16 impact wordt verwezen naar sectie Operationele Leasing in Toelichting 18.
Voor informatie over de samenstelling van de Groep, wordt verwezen naar Toelichting 26. Lijst van dochterondernemingen. Per 31 december 2016, heeft de Groep 2 dochterondernemingen met materiële minderheidsbelangen:
q Ege Profil Ticaret ve Sanayi A.S. (Turkije) (deelnemingspercentage = 97,54%)
q Pimaş Plastik Insaat Malzemeleri A.S. (Turkije) (deelnemingspercentage = 87,6%)
Financiële informatie van Ege Profil Ticaret ve Sanayi A.S. wordt hieronder weergegeven. Deze informatie betreft gegevens vóór intercompany-eliminaties.
| CIJFERS OVER 12 MAANDEN EINDIGEND OP 31 DECEMBER (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| OMZET | 153.143 | 203.628 |
| Kostprijs verkochte goederen | (114.062) | (149.744) |
| BRUTOWINST | 39.081 | 53.884 |
| Operationele kosten | (21.204) | (31.092) |
| BEDRIJFSWINST (EBIT) | 17.877 | 22.792 |
| Financieel resultaat | (2.553) | (7.474) |
| Financieel resultaat | (855) | 171 |
| WINST VOOR BELASTINGEN (EBT) | 14.469 | 15.489 |
| Winstbelastingen | (1.035) | 3.008 |
| NETTO WINST | 13.434 | 18.498 |
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen | (7.349) | (11.718) |
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 6.084 | 6.780 |
| IS ALS VOLGT TOEWIJSBAAR | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermatschappij | 5.935 | 6.613 |
| Minderheidsbelangen | 150 | 167 |
| ACTIVA | |
|---|---|
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| ACTIVA | ||
| Immateriële vaste activa | 2.002 | 1.670 |
| Goodwill | 216 | 185 |
| Materiële vaste activa | 38.976 | 64.384 |
| Financiële vaste activa | 687 | 687 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 0 | 2.425 |
| Overige vaste activa | 90 | 50 |
| VASTE ACTIVA | 41.971 | 69.401 |
| Voorraden | 13.136 | 18.378 |
| Handelsvorderingen | 75.718 | 81.755 |
| Overige vorderingen | 4.384 | 8.507 |
| Liquide middelen | 28.159 | 24.173 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop | 498 | 488 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 121.895 | 133.301 |
| TOTAAL ACTIVA | 163.866 | 202.702 |
| EIGEN VERMOGEN | 69.426 | 76.205 |
| Rentedragende schulden | 39.070 | 28.924 |
| Langlopende voorzieningen | 2.125 | 1.837 |
| Uitgestelde belastingschulden | 1.810 | 0 |
| LANGLOPENDE SCHULDEN | 43.006 | 30.760 |
| Rentedragende schulden | 15.885 | 30.131 |
| Handelsschulden | 32.156 | 61.420 |
| Overige schulden | 3.393 | 4.186 |
| KORTLOPENDE SCHULDEN | 51.434 | 95.737 |
| TOTAAL PASIVA | 163.866 | 202.702 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN IS TOEWIJSBAAR AAN | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 67.718 | 74.330 |
| Minderheidsbelangen | 1.708 | 1.875 |
| CIJFERS OVER 12 MAANDEN EINDIGEND OP 31 DECEMBER (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Kasstromen uit operationele activiteiten | 14.157 | 34.096 |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | (11.593) | (38.736) |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | 21.680 | 4.699 |
| NETTO TOENAME (+)/AFNAME (-) VAN DE LIQUIDE MIDDELEN 24.244 |
60 |
Financiële informatie van Pimaş Plastik Insaat Malzemeleri A.S. wordt hieronder weergegeven. Deze informatie betreft gegevens vóór intercompany-eliminaties.
| CIJFERS OVER 12 MAANDEN EINDIGEND OP 31 DECEMBER (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| OMZET | 55.662 | 59.742 |
| Kostprijs verkochte goederen | (47.051) | (50.363) |
| BRUTOWINST | 8.611 | 9.379 |
| Operationele kosten | (11.042) | (9.359) |
| BEDRIJFSWINST (EBIT) | (2.431) | 20 |
| Financieel resultaat | (288) | (931) |
| WINST VOOR BELASTINGEN (EBT) | (2.719) | (911) |
| Winstbelastingen | (714) | (364) |
| NETTO WINST | (3.433) | (1.275) |
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen | (2.931) | (3.196) |
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | (6.364) | (4.471) |
| IS ALS VOLGT TOEWIJSBAAR | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermatschappij | (5.575) | (3.917) |
| Minderheidsbelangen | (789) | (554) |
| ACTIVA |
|---|
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| ACTIVA | ||
| Immateriële vaste activa | 2.021 | 1.519 |
| Materiële vaste activa | 10.834 | 8.299 |
| Financiële vaste activa | 8.066 | 6.922 |
| Overige vaste activa | 59 | 13 |
| VASTE ACTIVA | 20.980 | 16.753 |
| Voorraden | 6.107 | 94 |
| Handelsvorderingen | 19.781 | 18.296 |
| Overige vorderingen | 2.121 | 3.315 |
| Liquide middelen | 411 | 5.211 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop | 142 | 31 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 28.562 | 26.947 |
| TOTAAL ACTIVA | 49.541 | 43.700 |
| EIGEN VERMOGEN | 29.484 | 24.991 |
| Rentedragende schulden | 4.721 | 539 |
| Langlopende voorzieningen | 3.537 | 1.913 |
| Uitgestelde belastingschulden | 9 | 319 |
| LANGLOPENDE SCHULDEN | 8.266 | 2.771 |
| Rentedragende schulden | 0 | 1.963 |
| Handelsschulden | 10.252 | 13.623 |
| Overige schulden | 1.539 | 352 |
| KORTLOPENDE SCHULDEN | 11.791 | 15.938 |
| TOTAAL PASIVA | 49.541 | 43.700 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN IS TOEWIJSBAAR AAN | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 25.828 | 21.892 |
| Minderheidsbelangen | 3.656 | 3.099 |
| 2015 CIJFERS OVER 12 MAANDEN EINDIGEND OP 31 DECEMBER (in € duizend) |
2016 | |
|---|---|---|
| Kasstromen uit operationele activiteiten (983) |
7.339 | |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | 806 | 332 |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten (5.443) |
(2.279) | |
| NETTO TOENAME (+)/AFNAME (-) VAN DE LIQUIDE MIDDELEN (5.620) |
5.392 |
Een operationeel segment is een goed afgelijnd onderdeel van de Groep dat individuele goederen voortbrengt of individuele diensten verleent binnen een bepaalde economische omgeving en dat een van andere segmenten afwijkend rendement en risicoprofiel heeft.
Vier segmenten werden bepaald op basis van locatie van legale entiteiten. Zij omvatten de volgende landen:
Er zijn geen segmenten samengevoegd om tot bovenstaande segmenten te komen.
De transferprijzen tussen de operationele segmenten zijn gebaseerd op een 'at arm's length basis' in een gelijkaardige wijze als bij transacties met derden.
De waarderingsbasis voor de operationele segmenten is dezelfde als bij de geconsolideerde jaarrekening.
De Groep identificeerde het Executive Team als haar hoofdverantwoordelijke voor belangrijke operationele beslissingen ('Chief Operating Decision Maker') en definieerde de bovenstaande segmenten op basis van de informatie die verschaft wordt aan het Executive Team.
Het Executive Team evalueert de prestaties van haar operationele segmenten voornamelijk door het meten van de omzet en de EBITDA per segment.
De gesegmenteerde informatie omvat resultaten, activa en passiva, die rechtstreeks aan een segment kunnen worden toegewezen.
| CIJFERS OVER 12 MAANDEN EINDIGEND OP | WEST-EUROPA | CENTRAAL & OOST-EUROPA | NOORD-AMERIKA | TURKIJE & EMERGING MARKETS | INTERSEGMENT ELIMINATIES | GECONSOLIDEERD | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 DECEMBER (in € duizend) | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 |
| Externe omzet | 170.462 | 176.484 | 169.723 | 161.817 | 111.221 | 118.567 | 193.118 | 214.012 | 644.524 | ||
| Intersegment omzet | 18.766 | 14.737 | 11.270 | 15.443 | 467 | 377 | 5.903 | 7.341 | (36.406) | (37.899) | |
| Totale omzet | 189.228 | 191.221 | 180.993 | 177.260 | 111.688 | 118.944 | 199.021 | 221.354 | (36.406) | (37.899) | 644.524 |
| REBITDA | 21.305 | 17.504 | 3.832 | 5.775 | 12.429 | 14.088 | 18.765 | 28.306 | (458) | (591) | 55.874 |
| Financieel resultaat | (9.989) | ||||||||||
| Winstbelastingen | (3.522) | ||||||||||
| Afschrijvingen (im)materiële vaste activa | (9.339) | (9.522) | (6.873) | (6.371) | (4.571) | (5.368) | (4.912) | (5.013) | 436 | 464 | (25.260) |
| Bijzondere waardeverminderingen (im)materiële vaste activa | (451) | (206) | (585) | (3.632) | (1) | (295) | (239) | (908) | (1.276) | ||
| Investeringen | 10.320 | 24.162 | 4.810 | 5.107 | 9.120 | 12.249 | 16.245 | 39.645 | (1.751) | (1.734) | 38.745 |
| GECONSOLIDEERD | |
|---|---|
| 2015 | 2016 |
| 209.670 | 176.471 |
| 113.749 | 115.123 |
| 70.521 | 78.844 |
| 171.005 | 199.751 |
| 564.945 | 570.190 |
| 70.720 | 72.425 |
| (73.045) | (41.564) |
| 562.620 | 601.051 |
| VOOR DE 12 MAANDEN EINDIGEND OP 31 DECEMBER | GECONSOLIDEERD | |
|---|---|---|
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
| West-Europa | 44.176 | 50.533 |
| Centraal & Oost-Europa | 26.492 | 29.410 |
| Noord-Amerika | 17.633 | 17.735 |
| Turkije & Emerging Markets | 42.999 | 70.987 |
| INTERSEGMENT PASSIVA | 131.301 | 168.665 |
| Eigen vermogen inclusief minderheidsbelangen | 269.252 | 275.039 |
| Langlopende rentedragende schulden | 143.486 | 129.206 |
| Langlopende voorzieningen | 25.119 | 28.439 |
| Uitgestelde belastingenschulden | 4.529 | 2.277 |
| Kortlopende rentedragende schulden | 19.324 | 31.640 |
| Intersegment eliminaties | (30.392) | (34.215) |
| TOTAAL PASSIVA – GROEP | 562.620 | 601.051 |
De samenstelling van de omzet per productgroep is voorgesteld in onderstaande tabel (in %):
| CIJFERS OVER 12 MAANDEN EINDIGEND OP 31 DECEMBER | WEST-EUROPA | CENTRAAL & OOST-EUROPA | NOORD-AMERIKA | TURKIJE & EMERGING MARKETS | GECONSOLIDEERD | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in %) | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 |
| Window and door systems | 70,8% | 72,8% | 80,5% | 80,2% | 94,4% | 97,0% | 94,5% | 93,9% | 84,6% | 85,6% |
| Outdoor living | 7,8% | 7,1% | 6,5% | 8,2% | 5,1% | 1,9% | 0,0% | 0,0% | 4,6% | 4,2% |
| Home protection | 21,4% | 20,1% | 13,0% | 11,6% | 0,5% | 1,1% | 5,5% | 6,1% | 10,8% | 10,2% |
| TOTAAL | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% |
Er is geen significante concentratie van de omzet (>10%) bij één of een beperkt aantal Klanten.
| OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Ontvangen subsidies | 486 | 89 |
| Wisselkoerswinsten | 3.296 | 21.443 |
| Toename van voorzieningen | (1.930) | 783 |
| Gerealiseerde meerwaarde (im)materiële vaste activa | 1.533 | 2.117 |
| Overige | 3.583 | 2.655 |
| TOTAAL | 8.898 | 26.304 |
De stijging van de overige bedrijfsopbrengsten ten opzichte van 2015 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan hogere
wisselkoerswinsten en de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van terrasplankendivisie in de Verenigde Staten.
| 2015 OVERIGE BEDRIJFSKOSTEN (in € duizend) |
2016 |
|---|---|
| Niet-recurrente kosten (2.293) |
(171) |
| Wisselkoersverliezen (4.035) |
(20.333) |
| Bijzondere waardeverminderingen (1.930) |
783 |
| Gerealiseerde minderwaarde materiële vaste activa (1.180) |
(5.041) |
| Overige (100) |
(1.123) |
| Totaal (1.487) |
(1.995) |
| TOTAL (11.024) |
(27.880) |
De stijging van de overige bedrijfskosten ten opzichte van 2015 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan hogere wisselkoersverliezen en een stijging van de bijzondere waardeverminderingen.
De bijzondere waardeverminderingen hebben voornamelijk betrekking op terreinen en gebouwen in de Tjechische Republiek (€ 3.604 duizend). Deze activa werden geherclassificeerd onder vaste activa aangehouden voor verkoop. De overige bijzondere waardeverminderingen betreffen matrijzen en andere delen van het machinepark.
| FINANCIËLE OPBRENGSTEN (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Intrestopbrengsten | 1.739 | 1.300 |
| Financiële kortingen – Leveranciers | 827 | 870 |
| Wisselkoerswinsten | 4.277 | 22.423 |
| Overige | 640 | 466 |
| TOTAAL | 7.483 | 25.059 |
| FINANCIËLE KOSTEN (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Intrestlasten | (7.323) | (8.736) |
| Financiële kortingen – Klanten | (1.254) | (1.113) |
| Wisselkoersverliezen | (5.974) | (26.517) |
| Bankkosten | (1.144) | (826) |
| Overige | (1.778) | (1.763) |
| TOTAAL | (17.473) | (38.956) |
De financiële resultaten werden negatief beïnvloed door de uitgifte van de retail bond eind 2015 die een hogere rentevoet heeft dan de 2015 Club Deal bankleningen (voornamelijk door
verschil in looptijd), evenals door de wisselresultaten op €-leningen in Turkije.
| LOONKOSTEN EN OVERIGE SOCIALE VOORDELEN (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Lonen en wedden | (105.469) | (112.384) |
| Sociale zekerheidsbijdragen | (28.609) | (28.819) |
| Bijdragen toegezegde bijdrageregelingen | (1.684) | (1.883) |
| Overige personeelskosten | (4.773) | (5.363) |
| TOTAAL | (140.535) | (148.450) |
De stijging van de personeelskosten is voornamelijk te verklaren door een stijging van de directe arbeidskosten, als gevolg van hogere productievolumes.
| PERSONEEL (Totaal voltijdsequivalenten (VTE) per categorie) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Arbeiders | 2.619 | 2.726 |
| Bedienden | 974 | 956 |
| TOTAAL | 3.593 | 3.682 |
| 2015 KOSTPRIJS VERKOCHTE GOEDEREN (in € duizend) |
2016 |
|---|---|
| Materiaalkost (331.924) |
(328.449) |
| Personeelskosten (76.563) |
(81.163) |
| Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa (19.443) |
(19.598) |
| Overige productiekosten (34.592) |
(36.939) |
| TOTAAL (462.522) |
(466.150) |
| 2015 KOSTEN PER CATEGORIE (in € duizend) |
2016 |
|---|---|
| Materiaalkost (331.924) |
(328.449) |
| Personeelskosten (140.535) |
(148.450) |
| Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa (25.260) |
(25.810) |
| Overige kosten (117.729) |
(130.473) |
| TOTAAL (615.448) |
(633.182) |
De stijging van de kostprijs van de verkochte goederen is voornamelijk te verklaren door hogere personeelskosten ten gevolge van hogere productievolumes.
De opsplitsing van de winstbelastingen over het boekjaar 2016 wordt weergegeven in de volgende tabel:
| WINSTBELASTINGEN IN DE RESULTATENREKENING (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Winstbelastingen | (1.814) | (2.907) |
| Huidig boekjaar | (1.613) | (2.090) |
| Vorige boekjaren | (129) | (645) |
| Overige | (72) | (172) |
| Uitgestelde belastingen | (1.708) | 1.635 |
| Op tijdelijke verschillen – huidig boekjaar | (1.467) | (1.009) |
| Op tijdelijke verschillen – correcties op vorige boekjaren | (77) | 1.013 |
| Erkenning van uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen van huidig boekjaar | 198 | 352 |
| Aanwending van uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen van vorige boekjaren | (1.067) | (4.599) |
| Erkenning van uitgestelde belastingvorderingen op verliezen in vorige boekjaren | 440 | (10) |
| Bijzondere waardevermindering (-)/terugname van bijzondere waardevermindering(+) van uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen van vorige boekjaren |
14 | 1.624 |
| Op belastingvoordelen | 0 | 3.851 |
| Overige | 252 | 412 |
| WINSTBELASTINGEN IN DE RESULTATENREKENING | (3.522) | (1.272) |
| RECONCILIATIE TUSSEN WINST VOOR BELASTINGEN (EBT) – IFRS 2015 EN WINSTBELASTINGEN (in € duizend) |
2016 |
|---|---|
| WINST VOOR BELASTINGEN – IFRS 16.864 |
22.226 |
| Statutair belastingpercentage moedermaatschappij 33,99% |
33,99% |
| WINSTBELASTINGEN AAN STATUTAIR BELASTINGPERCENTAGE MOEDERMAATSCHAPPIJ (5.732) |
(7.555) |
| Tax effect van: | |
| Verschil tussen locale belastingspercentages en belastingspercentage van de groep 807 |
164 |
| Niet aftrekbare kosten (793) |
(46) |
| Overheidssubsidies en overig vrijgesteld inkomen 1.190 |
5.919 |
| Aanwending van fiscale verliezen waarvoor geen uitgestelde belastingen werden erkend 1.063 |
114 |
| Winstbelasting vorige jaren (129) |
(645) |
| Niet-erkenning van uitgestelde belastingen op fiscale verliezen van huidig boekjaar (353) |
(1.004) |
| Erkenning van uitgestelde belastingvorderingen op verliezen in vorige boekjaren 440 |
(10) |
| Bijzondere waardevermindering (-)/terugname van bijzondere waardevermindering(+) van 14 uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen van vorige boekjaren |
1.624 |
| Overige (29) |
167 |
| WINSTBELASTINGEN IN DE RESULTATENREKENING (3.522) |
(1.272) |
| Reële aanslagvoet 20,89% |
5,72% |
Volgende tabel geeft een overzicht van de uitgestelde belastingen na compensatie per juridische entiteit per 31 december 2015 en 2016:
| (in € duizend) | 2015 | VIA RESULTATEN REKENING |
VIA EIGEN VERMOGEN |
TRANS FERTEN |
OMREKEN INGSVER SCHILLEN |
2016 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN | ||||||
| Fiscaal overdraagbare verliezen | 26.610 | (1.916) | 292 | 24.987 | ||
| Materiële vaste activa | (10.475) | (1.655) | 1.520 | (153) | (10.762) | |
| Provisies | 1.966 | (39) | 1.077 | 837 | (69) | 3.773 |
| Voorraden | 986 | (245) | 413 | (35) | 1.119 | |
| Overige activa | (126) | 1.051 | (510) | (135) | 9 | 289 |
| UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN | 18.963 | (2.803) | 567 | 2.636 | 45 | 19.406 |
| UITGESTELDE BELASTINGSCHULDEN | ||||||
| Fiscaal overdraagbare verliezen | (2.016) | 222 | (1.794) | |||
| Materiële vaste activa | 10.038 | (6.796) | 1.520 | (260) | 4.502 | |
| Financiële vaste activa | (217) | 217 | ||||
| Provisies | (3.984) | 2.227 | (217) | 837 | 209 | (928) |
| Voorraden | (221) | (233) | 413 | (34) | (75) | |
| Rentedragende schulden | 16 | (9) | (0) | 7 | ||
| Overige passiva | 913 | (66) | (135) | (147) | 565 | |
| UITGESTELDE BELASTINGSCHULDEN | 4.529 | (4.439) | (217) | 2.636 | (232) | 2.277 |
| NETTO UITGESTELDE BELASTINGEN | 14.434 | 1.635 | 784 | 0 | 277 | 17.129 |
| De Groep heeft per 31 december 2016 uitgestelde | Per 31 december 2016 heeft de Groep geen uitgestelde |
De Groep heeft per 31 december 2016 uitgestelde belastingvorderingen uitgedrukt op overgedragen fiscale verliezen, waarvan de aanwending afhankelijk is van toekomstige, belastbare winsten. Het totaal bedrag van deze uitgestelde vordering bedraagt per einde 2016 € 26.781 duizend (eind 2015: € 28.626 duizend). belastingen uitgedrukt op fiscaal overdraagbare verliezen voor een totaal van € 42.027 duizend (2015: € 46.268 duizend), gerealiseerd in het Verenigd Koninkrijk, Polen, Rusland, Kroatië en Bosnië en Herzegovina in het huidige en vorige boekjaren.
De vooruitzichten geven voldoende zekerheid dat de onderneming voldoende belastbare winst zal genereren in de nabije toekomst om de geboekte uitgestelde belastingvorderingen te kunnen aanwenden.
De gewone winst per aandeel wordt berekend door de nettowinst van het boekjaar die toegekend kan worden aan de gewone aandeelhouders, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal gewone aandelen. Een uitzondering vormen de gewone aandelen die de Groep heeft aangekocht en bijhoudt als ingekochte eigen aandelen. Er is een winst per aandeel van € 0,15.
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Aan aandeelhouders toe te kennen nettowinst | 13.582 | 20.795 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (in duizend stuks) | 134.077 | 135.026 |
| WINST PER AANDEEL (IN €) | 0,10 | 0,15 |
De verwaterde winst per aandeel wordt berekend door de nettowinst die toegekend kan worden aan de gewone aandeelhouders, aangepast voor het effect op het resultaat van de potentiële gewone aandelen, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal gewone aandelen, vermeerderd met het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen die zouden zijn uitgegeven bij de conversie in gewone aandelen van alle potentiële aandelen die tot verwatering zullen leiden. De potentiële verwatering komt voort uit warranten toegekend aan bepaalde personeelsleden, kaderleden en leden van het directiecomité. Voor 2016, werden 607.500 aandelen die aan de uitoefening van
uitstaande warranten werden toegerekend, niet opgenomen in de berekening van de verwaterde winst per aandeel omdat het effect antiverwaterend was (voor 2015: 887.500 aandelen). Het betreft meer bepaald uitstaande warranten die 'out of the money' zijn (m.a.w. de uitoefenprijs is hoger dan de waarde van het aandeel Deceuninck per einde boekjaar).
Bij de berekening is er voor 2016 een winst per aandeel van € 0,15 aangezien het potentieel uit te geven aandelen naar aanleiding van het toekennen van warranten niet materieel is ten opzicht van de bestaande aandelen.
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Aan aandeelhouders toe te kennen nettowinst | 13.582 | 20.795 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (in duizend stuks) | 134.077 | 135.026 |
| Verwateringseffect van de niet-uitgeoefende warranten (in duizend stuks) | 3.264 | 3.360 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen na verwateringseffect (in duizend stuks) | 137.341 | 138.386 |
| VERWATERDE WINST PER AANDEEL (IN €) | 0,10 | 0,15 |
Afschrijvingen van immateriële vaste activa andere dan goodwill zijn opgenomen in de kostprijs van de verkochte goederen.
Immateriële vaste activa met een onbeperkte gebruiksduur werden eind 2016 getoetst voor bijzondere waardeverminderingen, op basis van dezelfde methodologie en veronderstellingen als beschreven in toelichting 8. Goodwill. Het betreft hier meer bepaald de handelsnaam
| Winsa en Pimapen. Voor desbetreffend actief bestaat |
|---|
| geen voorzienbaar einde van de periode waarin de |
| kasstromen worden gegenereerd. De nettoboekwaarde |
| van dit actief bedraagt € 3.197 duizend. De bijzondere |
| waardeverminderingstest van dit actief is inbegrepen in de |
| test op bijzondere waardevermindering op goodwill voor |
| Turkije (zie toelichting 8 – Goodwill) en gaf geen aanleiding |
| tot het boeken van een bijzondere waardevermindering per |
| 31 december 2016. |
| 2015 OCTROOIEN, LICENTIES EN GELIJKAARDIGE RECHTEN (in € duizend) |
2016 |
|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | |
| Saldo bij aanvang van 23.906 |
25.222 |
| Aanschaffingen 906 |
639 |
| Buitengebruikstellingen (9) |
(2) |
| Overige overdrachten 58 |
30 |
| Omrekeningsverschillen 361 |
(381) |
| Saldo op het einde van 25.222 |
25.508 |
| AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN | |
| Saldo bij aanvang van (17.984) |
(19.829) |
| Afschrijvingen (986) |
(1.082) |
| Bijzondere waardeverminderingen 0 |
(11) |
| Buitengebruikstellingen 9 |
2 |
| Transfers 0 |
(1) |
| Omrekeningsverschillen (868) |
(166) |
| Saldo op het einde van (19.829) |
(21.088) |
| IMMATERIELE VASTE ACTIVA | |
| Aanschaffingswaarde 24.007 |
25.508 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (18.615) |
(21.088) |
| NETTOBOEKWAARDE 5.392 |
4.420 |
| 2015 | 2016 |
|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | |
| Saldo bij aanvang van 23.906 |
25.222 |
| Aanschaffingen 906 |
639 |
| Buitengebruikstellingen (9) |
(2) |
| Overige overdrachten 58 |
30 |
| Omrekeningsverschillen 361 |
(381) |
| Saldo op het einde van 25.222 |
25.508 |
| AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN | |
| Saldo bij aanvang van (17.984) |
(19.829) |
| Afschrijvingen (986) |
(1.082) |
| Bijzondere waardeverminderingen 0 |
(11) |
| Buitengebruikstellingen 9 |
2 |
| Transfers 0 |
(1) |
| Omrekeningsverschillen (868) |
(166) |
| Saldo op het einde van (19.829) |
(21.088) |
| IMMATERIELE VASTE ACTIVA | |
| Aanschaffingswaarde 24.007 |
25.508 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (18.615) |
(21.088) |
| NETTOBOEKWAARDE 5.392 |
4.420 |
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | ||
| Saldo bij aanvang van | 63.568 | 67.754 |
| Omrekeningsverschillen | 4.186 | (1.161) |
| Saldo op het einde van | 67.754 | 66.593 |
| BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN | ||
| Saldo bij aanvang van | (52.697) | (57.013) |
| Toevoegingen | (96) | 0 |
| Toevoegingen | (96) | 0 |
|---|---|---|
| Omrekeningsverschillen | (4.220) | 1.130 |
| Saldo op het einde van | (57.013) | (55.883) |
| Aanschaffingswaarde | 67.754 | 66.593 |
|---|---|---|
| Bijzondere waardeveminderingen | (57.013) | (55.883) |
| NETTOBOEKWAARDE | 10.741 | 10.710 |
De toepassing van IFRS 3 'Bedrijfscombinaties' houdt in dat de activa en passiva moeten worden opgenomen tegen de reële waarde op het ogenblik van de verwerving van een onderneming. Alle verschillen tussen de waarde van de nettoactiva van de overgenomen onderneming en de betaalde vergoeding, bepaald bij acquisitie, moeten worden toegewezen aan goodwill en eventuele resterende verschillen in eigen vermogen.
De nettoboekwaarde van de goodwill wordt als volgt toegewezen:
| KASSTROOMGENERERENDE EENHEID (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Turkije | 9.494 | 9.463 |
| België | 1.247 | 1.247 |
| NETTOBOEKWAARDE | 10.741 | 10.710 |
De nettoboekwaarde van de goodwill op 31 december 2016 bedraagt € 9,5 miljoen voor Turkije en € 1,2 miljoen voor België.
In overeenstemming met IAS 36 wordt de goodwill niet afgeschreven maar maakt deze voorwerp uit van een jaarlijkse test met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen. Deze test wordt telkens uitgevoerd op jaareinde en wanneer er een aanwijzing is van een mogelijke bijzondere waardevermindering.
De test bestaat erin, de realiseerbare waarde van elke kasstroomgenererende eenheid te vergelijken met haar nettoboekwaarde. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer de realiseerbare waarde lager is dan de nettoboekwaarde. De Groep voerde de waardeverminderingstest uit per 31 december 2016, consistent met vorige jaren.
De kasstroomgenerende eenheid is Ege Profil, die de merken Ege Pen Deceuninck en Winsa aanhoudt, maar met een correctie voor de intercompany flow gerelateerd aan de uitbestede productie van Pimapen in de Kartepe fabriek die ook het Winsa merk produceert. Het Ege Pen Deceuninck merk vertegenwoordigt de goodwill en de boekwaarde van de deelneming in Ege Profil terwijl het Winsa merk de immateriele activa vertegenwoordigt van de Winsa deal in 2004.
De verdisconteringsvoet is gebaseerd op de risicovrije rentevoet van de muntzone waar de activiteiten plaatsvinden en op de beoordeling binnen het huidige marktklimaat van de specifieke risico's voor de Deceuninck Groep. De verdisconteringsvoet werd geraamd op basis van de gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC) en bedraagt 10,9% voor 2016 (2015: 10,0%).
Voor 2017 is de EBITDA gebaseerd op een gedetailleerd plan opgemaakt door het management. Een gelijkaardige correctie werd toegepast voor de de intercompany flow op de uitbestede productie van Pimapen in de Kartepe fabriek. Voor de periode 2018 tot 2021 is de EBITDA gebaseerd op het 2017 gedetailleerd plan.
Een scenario met realistische groeiverwachtingen werd uitgewerkt. Gezien de marge tot bijzondere waardevermindering zo groot is en gezien de voorzichtige verondersteliingen, is er geen nood tot meer scenario's.
Er is geen aanleiding to het erkennen van een bijzondere waardevermindering.
De kasstroomgenerende eenheid is de regio West-Europa. Deze regio bestaat uit de legale entiteiten Deceuninck NV (België), Deceuninck Ltd (VK), Deceuninck SAS (Frankrijk) en Deceuninck Succursal en España (Spanje).
Dit is het laagste niveau waarop EBITDA gemeten kan worden zonder invloed van de transferprijzen. Het is ook het niveau van onze gesegmenteerde informatie.
De verdisconteringsvoet is gebaseerd op de risicovrije rentevoet van de muntzone waar de activiteiten plaatsvinden en op de beoordeling binnen het huidige marktklimaat van de specifieke risico's voor de Deceuninck Groep. De verdisconteringsvoet werd geraamd op basis van de gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC) en bedraagt 5,1% voor 2016 (2015: 6,7%).
Voor 2017 is de EBITDA gebaseerd op een gedetailleerd plan opgemaakt door het management. Voor de periode 2018 tot 2021 is de EBITDA gebaseerd op langetermijnplannen rekening houdend met een redelijke groei in lijn met de landspecifieke evolutie van de bouwsector.
Een scenario met realistische groeiverwachtingen werd uitgewerkt:
Er is geen aanleiding to het erkennen van een bijzondere waardevermindering.
| 2015 (in € duizend) |
TERREINEN & GEBOUWEN |
MACHINES & UITRUSTING |
MEUBILAIR & ROLLEND MATERIEEL |
GELEASDE VASTE ACTIVA |
OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | |||||||
| Saldo per 31 december 2014 | 173.246 | 443.907 | 16.283 | 275 | 109 | 16.367 | 650.187 |
| Aanschaffingen | 3.432 | 12.275 | 567 | 0 | 27 | 21.498 | 37.799 |
| Buitengebruikstellingen | (5.496) | (11.589) | (372) | (39) | 0 | (7) | (17.502) |
| Overige overdrachten | (2.832) | 16.733 | 1.267 | 0 | 0 | (9.989) | 5.180 |
| Omrekeningsverschillen | 529 | 4.598 | (1.796) | (14) | 0 | (382) | 2.935 |
| Saldo per 31 december 2015 | 168.879 | 465.925 | 15.949 | 222 | 136 | 27.487 | 678.599 |
| Saldo per 31 december 2014 | (65.205) | (354.670) | (14.391) | (258) | (14) | 0 | (434.538) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Afschrijvingen | (4.719) | (19.109) | (429) | (6) | (11) | 0 | (24.273) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (3) | (585) | 0 | 0 | 0 | 0 | (589) |
| Buitengebruikstellingen | 1.900 | 11.446 | 356 | 39 | 0 | 0 | 13.741 |
| Overige overdrachten | (576) | (5.685) | (1.373) | 0 | 0 | 0 | (7.633) |
| Omrekeningsverschillen | (442) | (7.783) | 1.706 | 14 | 0 | 0 | (6.505) |
| Saldo per 31 december 2015 | (69.045) | (376.385) | (14.132) | (211) | (25) | 0 | (459.798) |
| NETTOBOEKWAARDE | 99.834 | 89.540 | 1.818 | 11 | 111 | 27.487 | 218.802 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
(69.045) | (376.385) | (14.132) | (211) | (25) | 0 | (459.798) |
| Aanschaffingswaarde | 168.879 | 465.925 | 15.949 | 222 | 136 | 27.487 | 678.599 |
| MATERIELE VASTE ACTIVA |
| 2016 (in € duizend) |
TERREINEN & GEBOUWEN |
MACHINES & UITRUSTING |
MEUBILAIR & ROLLEND MATERIEEL |
GELEASDE VASTE ACTIVA |
OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | |||||||
| Saldo per 31 december 2015 | 168.879 | 465.930 | 15.949 | 222 | 136 | 27.487 | 678.604 |
| Aanschaffingen | 34.727 | 30.723 | 1.438 | 0 | 2 | 11.670 | 78.559 |
| Buitengebruikstellingen | (491) | (14.612) | (1.027) | (20) | 0 | (464) | (16.614) |
| Overige overdrachten | 2.953 | 11.010 | 300 | 0 | 0 | (23.162) | (8.898) |
| Omrekeningsverschillen | (7.552) | 1.764 | (178) | 1 | 0 | (832) | (6.797) |
| Saldo per 31 december 2016 | 198.516 | 494.815 | 16.482 | 203 | 138 | 14.699 | 724.854 |
| AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN | |||||||
| Saldo per 31 december 2015 | (69.045) | (376.390) | (14.132) | (211) | (25) | 0 | (459.802) |
| Afschrijvingen | (4.609) | (19.685) | (417) | (6) | (11) | 0 | (24.728) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (3.111) | (1.199) | (3) | 0 | 0 | 0 | (4.313) |
| Buitengebruikstellingen | 975 | 12.337 | 632 | 20 | 0 | 0 | 13.964 |
| Overige overdrachten | 4.895 | 87 | (1) | 0 | 0 | 0 | 4.981 |
| Omrekeningsverschillen | 165 | (1.316) | 194 | (1) | 0 | 0 | (958) |
| Saldo per 31 december 2016 | (70.730) | (386.165) | (13.727) | (197) | (36) | 0 | (470.856) |
| MATERIELE VASTE ACTIVA | |||||||
| Aanschaffingswaarde | 198.516 | 494.815 | 16.482 | 203 | 138 | 14.699 | 724.854 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
(70.730) | (386.165) | (13.727) | (197) | (36) | 0 | (470.856) |
| NETTOBOEKWAARDE | 127.786 | 108.650 | 2.755 | 6 | 102 | 14.699 | 253.998 |
| 2016 (in € duizend) |
TERREINEN & GEBOUWEN |
MACHINES & UITRUSTING |
MEUBILAIR & ROLLEND MATERIEEL |
GELEASDE VASTE ACTIVA |
OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | |||||||
| Saldo per 31 december 2015 | 168.879 | 465.930 | 15.949 | 222 | 136 | 27.487 | 678.604 |
| Aanschaffingen | 34.727 | 30.723 | 1.438 | 0 | 2 | 11.670 | 78.559 |
| Buitengebruikstellingen | (491) | (14.612) | (1.027) | (20) | 0 | (464) | (16.614) |
| Overige overdrachten | 2.953 | 11.010 | 300 | 0 | 0 | (23.162) | (8.898) |
| Omrekeningsverschillen | (7.552) | 1.764 | (178) | 1 | 0 | (832) | (6.797) |
| Saldo per 31 december 2016 | 198.516 | 494.815 | 16.482 | 203 | 138 | 14.699 | 724.854 |
| AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN | |||||||
| Saldo per 31 december 2015 | (69.045) | (376.390) | (14.132) | (211) | (25) | 0 | (459.802) |
| Afschrijvingen | (4.609) | (19.685) | (417) | (6) | (11) | 0 | (24.728) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (3.111) | (1.199) | (3) | 0 | 0 | 0 | (4.313) |
| Buitengebruikstellingen | 975 | 12.337 | 632 | 20 | 0 | 0 | 13.964 |
| Overige overdrachten | 4.895 | 87 | (1) | 0 | 0 | 0 | 4.981 |
| Omrekeningsverschillen | 165 | (1.316) | 194 | (1) | 0 | 0 | (958) |
| Saldo per 31 december 2016 | (70.730) | (386.165) | (13.727) | (197) | (36) | 0 | (470.856) |
| MATERIELE VASTE ACTIVA | |||||||
| Aanschaffingswaarde | 198.516 | 494.815 | 16.482 | 203 | 138 | 14.699 | 724.854 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
(70.730) | (386.165) | (13.727) | (197) | (36) | 0 | (470.856) |
| NETTOBOEKWAARDE | 127.786 | 108.650 | 2.755 | 6 | 102 | 14.699 | 253.998 |
| 2016 (in € duizend) |
TERREINEN & GEBOUWEN |
MACHINES & UITRUSTING |
MEUBILAIR & ROLLEND MATERIEEL |
GELEASDE VASTE ACTIVA |
OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | |||||||
| Saldo per 31 december 2015 | 168.879 | 465.930 | 15.949 | 222 | 136 | 27.487 | 678.604 |
| Aanschaffingen | 34.727 | 30.723 | 1.438 | 0 | 2 | 11.670 | 78.559 |
| Buitengebruikstellingen | (491) | (14.612) | (1.027) | (20) | 0 | (464) | (16.614) |
| Overige overdrachten | 2.953 | 11.010 | 300 | 0 | 0 | (23.162) | (8.898) |
| Omrekeningsverschillen | (7.552) | 1.764 | (178) | 1 | 0 | (832) | (6.797) |
| Saldo per 31 december 2016 | 198.516 | 494.815 | 16.482 | 203 | 138 | 14.699 | 724.854 |
| AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN | |||||||
| Saldo per 31 december 2015 | (69.045) | (376.390) | (14.132) | (211) | (25) | 0 | (459.802) |
| Afschrijvingen | (4.609) | (19.685) | (417) | (6) | (11) | 0 | (24.728) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (3.111) | (1.199) | (3) | 0 | 0 | 0 | (4.313) |
| Buitengebruikstellingen | 975 | 12.337 | 632 | 20 | 0 | 0 | 13.964 |
| Overige overdrachten | 4.895 | 87 | (1) | 0 | 0 | 0 | 4.981 |
| Omrekeningsverschillen | 165 | (1.316) | 194 | (1) | 0 | 0 | (958) |
| Saldo per 31 december 2016 | (70.730) | (386.165) | (13.727) | (197) | (36) | 0 | (470.856) |
| MATERIELE VASTE ACTIVA | |||||||
| Aanschaffingswaarde | 198.516 | 494.815 | 16.482 | 203 | 138 | 14.699 | 724.854 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
(70.730) | (386.165) | (13.727) | (197) | (36) | 0 | (470.856) |
| NETTOBOEKWAARDE | 127.786 | 108.650 | 2.755 | 6 | 102 | 14.699 | 253.998 |
De Groep heeft verbintenissen (TRY 50 miljoen) gespreid over het volgende boekjaar in verband met de bouw van de nieuwe extrusiefabriek in Menemen, Turkije.
De materiële vaste activa in aanbouw kunnen als volgt toegelicht worden:
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Terreinen en gebouwen | 12.221 | 2.096 |
| Materieel, machines en uitrusting | 12.652 | 9.360 |
| Overige | 2.613 | 3.243 |
| TOTAAL | 27.487 | 14.699 |
De Groep heeft bijzondere waardeverminderingen geboekt op materiële vaste activa ten belope van € 4,3 miljoen. Deze bijzondere waardeverminderingen hebben voornamelijk betrekking op terreinen en gebouwen, matrijzen en andere delen van het machinepark, en werden opgenomen onder de andere bedrijfskosten.
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 532 | 409 |
| Overige vorderingen | 573 | 2.473 |
| TOTAAL | 1.105 | 2.882 |
De looptijd van deze handelsvorderingen situeert zich tussen 1 en 3 jaar.
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Grondstoffen en hulpstoffen | 30.425 | 32.697 |
| Goederen in bewerking | 5 | 0 |
| Afgewerkte goederen | 40.940 | 40.422 |
| Handelsgoederen | 24.083 | 25.844 |
| TOTAAL | 95.454 | 98.963 |
In de loop van 2016 werd netto voor een bedrag van € 2,019 duizend waardeverminderingen op voorraden geboekt (in 2015: een opbrengst van € 473 duizend). Deze waardeverminderingen worden opgenomen onder de Marketing-, verkoop en distributiekosten.
Voorraden opgenomen als kosten tijdens het boekjaar bedroegen € 466.150 duizend (2015: € 462.522 duizend). Geen voorraden werden verpand als waarborg voor leningen in 2016 (2015: idem).
| 2015 (in € duizend) |
2016 |
|---|---|
| Bruto handelsvorderingen 135.600 |
131.495 |
| Bijzondere waardeverminderingen (14.117) |
(17.722) |
| HANDELSVORDERINGEN 121.484 |
113.773 |
| BTW en overige belastingen 8.556 |
11.748 |
| Afgeleide financiële instrumenten 1.278 |
1.947 |
| Vooruitbetaalde kosten 1.781 |
2.833 |
| Toe te rekenen opbrengsten 1.476 |
1 |
| Kortlopende garanties 239 |
247 |
| Overige 3.093 |
3.804 |
| OVERIGE VORDERINGEN 16.424 |
20.580 |
De vorderingen op klanten daalden met € 4,1miljoen hoofdzakelijk door bijkomende factoring. Het totale bedrag aan factoring bedroeg op 31 december 2016 € 27,8 miljoen (2015: € 16,3 miljoen).
Het uitstaand aantal dagen klantenkrediet (DSO) verbeterde van 70 dagen in 2015 tot 60 dagen in 2016 als gevolg van de verhoogde factoring.
De factoringkost voor 2016 bedraagt € 660 duizend (2015: € 481 duizend). Het effect van de factoringovereenkomst is voorgesteld als een daling van de handelsvorderingen,
| aangezien nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom van de klantenvordering werden overgedragen aan de factoringmaatschappij (factoring zonder verhaal). |
|---|
| De bruto handelsvorderingen omvatten naast de gefactureerde verkopen tevens een provisie voor op te maken facturen, een provisie voor te ontvangen kredietnota's, omrekeningsverschillen en uitgevoerde voorafbetalingen. |
| Onderstaand wordt een analyse gegeven van de ouderdom van de bruto handelsvorderingen, na aftrek van de geboekte waardeverminderingen op desbetreffende bedragen. |
| OUDERDOMSANALYSE VAN | NIET VERVALLEN | VERVALLEN (EN GEEN WAARDEVERMINDERING GEBOEKT) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| HANDELSVORDERINGEN (in € duizend) |
NETTO BOEKWAARDE |
(EN GEEN WAAR- VERMINDERING GEBOEKT) |
<30 DAGEN |
31-60 DAGEN |
61-90 DAGEN |
91-120 DAGEN |
>120 DAGEN |
|
| Per 31 december 2015 | 121.484 | 107.389 | 8.891 | 2.039 | (193) | 1.010 | 2.348 | |
| Per 31 december 2016 | 113.773 | 104.022 | 6.222 | 1.474 | 555 | 503 | 998 |
Op 31 december 2016 werd voor een bedrag van € 17.722 duizend (2015: € 14.117) aan waardeverminderingen uitgedrukt op de handelsvorderingen.
De bewegingen tijdens de laatste 2 boekjaren worden in onderstaande tabel uitgesplitst:
| BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN – VOORZIENING (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| SALDO BIJ AANVANG VAN | (17.903) | (14.117) |
| Toename | (1.572) | (7.383) |
| Terugname | 1.795 | 201 |
| Aanwending | 0 | 2.605 |
| Overige | 2.719 | (620) |
| Omrekeningsverschillen | 845 | 1.591 |
| SALDO OP HET EINDE VAN | (14.117) | (17.722) |
| (in € thousand) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Kas en lopende rekeningen bij kredietinstellingen | 43.655 | 46.439 |
| Geldbeleggingen op korte termijn | 27.065 | 25.986 |
| TOTAAL | 70.720 | 72.425 |
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | ||
| Saldo bij aanvang van | 2.275 | 4.828 |
| Aanschaffingen | 40 | 232 |
| Buitengebruikstellingen | (214) | (3.684) |
| Overige overdrachten | 3.080 | 8.831 |
| Omrekeningsverschillen | (353) | (116) |
| Saldo op het einde van | 4.828 | 10.091 |
| AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN | ||||
|---|---|---|---|---|
| Saldo bij aanvang van | (215) | (1.355) | ||
| Bijzondere waardeverminderingen | (569) | (717) | ||
| Buitengebruikstellingen | 89 | 645 | ||
| Transferten | (685) | (4.943) | ||
| Omrekeningsverschillen | 23 | 108 | ||
| Saldo op het einde van | (1.355) | (6.262) | ||
| Aanschaffingswaarde 4.828 |
10.091 |
|---|---|
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (1.355) |
(6.262) |
| NETTOBOEKWAARDE 3.473 |
3.829 |
De vaste activa aangehouden voor verkoop hebben voornamelijk betrekking op een onroerend goed in de Tjechische Republiek, terreinen in Polen en appartementen in Turkije. Alle activa zijn onmiddellijk beschikbaar voor verkoop. De nodige acties zijn genomen om deze activa te koop aan te bieden en verkopen worden verwacht in de loop van 2017.
Ten gevolge van de herclassificatie naar vaste activa aangehouden voor verkoop, worden deze activa niet meer afgeschreven. De waardering, in overeenstemming met IFRS 5, resulteerde in een bijzondere waardevermindering op gebouwen van in totaal € 3,604 duizend in de Tjechische Republiek.
| 2015 GEPLAATST KAPITAAL |
2016 |
|---|---|
| Bedrag (in € duizend) 53.257 |
53.393 |
| Aantal aandelen (zonder nominale waarde) 135.039.121 |
135.382.446 |
| 2015 UITGIFTEPREMIES |
2016 |
|---|---|
| Bedrag (in € duizend) 86.777 |
87.056 |
Per 31 december 2016, is het kapitaal vastgesteld op € 53.393 duizend en wordt vertegenwoordigd door 135.382 duizend aandelen zonder aanduiding van nominale waarde.
| 2015 EIGEN AANDELEN |
2016 |
|---|---|
| Bedrag (in € duizend) (261) |
(123) |
| Aantal aandelen (zonder nominale waarde) 217.121 |
102.121 |
De Groep beschikt per einde jaar over 102.121 eigen aandelen om te voldoen aan haar aandelenoptieplannen.
Omrekeningsverschillen worden erkend bij de omrekening van de financiële staten van de dochterondernemingen naar euro. Per 31 december 2016 bedragen de totale omrekeningsverschillen € (62.433) duizend.
Een overzicht van de omrekeningsverschillen per munt:
| 2015 OMREKENINGSVERSCHILLEN (in € duizend) |
2016 |
|---|---|
| USD (7.810) |
(6.570) |
| TRY (28.133) |
(42.299) |
| RUB (9.996) |
(9.170) |
| PLN (2.553) |
(3.016) |
| GBP (3.101) |
72 |
| CZK (248) |
(248) |
| Overige (1.073) |
(1.202) |
| TOTAAL (52.914) |
(62.433) |
| NETTOSCHULD (VORDERING) RECONCILIATIE (in € duizend) |
INOUTIC / DECEUNINCK GMBH (DUITSLAND) |
DECEUNINCK NV (BELGIË) |
OVERIGE | TOTAAL |
|---|---|---|---|---|
| PER 31 DECEMBER 2015 | 13.178 | 3.317 | 4.066 | 20.561 |
| Pensioenkost opgenomen in de resultatenrekening | (225) | 110 | (1.698) | (1.812) |
| Herberekeningen opgenomen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
1.738 | 3.169 | (75) | 4.833 |
| Transfers | 215 | 0 | (122) | 92 |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 0 | (377) | (377) |
| PER 31 DECEMBER 2016 | 14.906 | 6.596 | 1.794 | 23.297 |
| Langlopend | 14.381 | 5.810 | 1.794 | 21.986 |
| Kortlopend | 525 | 786 | 0 | 1.311 |
Toegezegdpensioenregeling (pensioenregeling met een te bereiken doel) en overige personeelsvergoedingen na uitdiensttreding
Voor Deceuninck NV refereren de voorzieningen voor personeelsvoordelen naar de voorziening voor brugpensioenen evenals naar Belgische pensioenplannen voorheen verwerkt als toegezegdebijdrageregelingen. Dit plan is toegankelijk voor alle bruggepensioneerden voor zover in overeenstemming met de geldende CAO.
Overeenkomstig IFRS moet de actuariële huidige waarde van de beloofde pensioenvoordelen worden berekend, aangezien die waarde het totaal vertegenwoordigt van de bedragen die momenteel kunnen worden toegekend aan elke deelnemer van het plan.
De brugpensioenregeling is niet gefinancierd en wordt gezien als een feitelijke verplichting. De actuariële huidige waarde werd berekend op basis van de sterftetabellen MR/FR (leeftijdscorrectie -3 jaar) en de volgende actuariële veronderstellingen:
| DECEUNINCK NV (BELGIË) – ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Verdisconteringsvoet | 2,25% | 1,75% |
| Verhoging van de bezoldigingen – bedienden | 2,45% | 2,45% |
| Verhoging van de bezoldigingen – arbeiders | 2,20% | 2,20% |
| Verhoging sociale zekerheid | 1,70% | 1,70% |
| Toename pensioenen | 1,95% | 1,95% |
| Inflatie | 1,70% | 1,70% |
Voor Inoutic/Deceuninck GmbH refereren de voorzieningen voor personeelsvoordelen naar de voorziening voor pensioenen. Dit plan is toegankelijk voor alle personeelsleden en is niet gefinancierd. Het is geen wettelijke verplichting
om dergelijk plan aan te bieden aan het personeel. De actuariële huidige waarde werd berekend op basis van de volgende veronderstellingen:
| INOUTIC / DECEUNINCK GMBH (DUITSLAND) – ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Verdisconteringsvoet | 2,40% | 1,50% |
| Verhoging van de bezoldigingen – bedienden | 3,00% | 3,00% |
| Verhoging van de bezoldigingen – arbeiders | 3,00% | 3,00% |
| Verhoging sociale zekerheid | 3,00% | 3,00% |
| Toename pensioenen | 1,75% | 1,75% |
| Inflatie | 1,75% | 1,75% |
Desbetreffende voorzieningen voor personeelsvoordelen refereren naar plaatselijke reglementeringen inzake pensioenen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de netto periodieke pensioenkost erkend in de geconsolideerde resultatenrekening en de bedragen erkend in de geconsolideerde balans voor de toegekendpensioenregelingen van Inoutic/Deceuninck GmbH en van de Belgische dochterondernemingen voor de afgelopen 2 jaar:
| 2015 | 2016 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| COMPONENTEN VAN DE PENSIOENKOST (in € duizend) |
INOUTIC / DECEUNINCK GMBH (DUITSLAND) |
DECEUNINCK NV (BELGIË) |
TOTAAL | INOUTIC / DECEUNINCK GMBH (DUITSLAND) |
DECEUNINCK NV (BELGIË) |
TOTAAL |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten |
241 | 190 | 431 | 211 | 753 | 964 |
| Interestkost | 263 | 72 | 335 | 310 | 312 | 622 |
| PENSIOENKOST OPGENOMEN IN DE RESULTATENREKENING |
504 | 262 | 766 | 521 | 1.065 | 1.586 |
| BEDRAGEN OPGENOMEN IN DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € duizend) |
2015 | 2016 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| INOUTIC / DECEUNINCK GMBH (DUITSLAND) |
DECEUNINCK NV (BELGIË) |
TOTAAL | INOUTIC / DECEUNINCK GMBH (DUITSLAND) |
DECEUNINCK NV (BELGIË) |
TOTAAL | |
| Contante waarde van de verplichting | 13.178 | 3.317 | 16.495 | 14.906 | 6.596 | 21.501 |
| NETTOSCHULD (VORDERING) | 13.178 | 3.317 | 16.495 | 14.906 | 6.596 | 21.501 |
| 2015 | 2016 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| MUTATIE VAN DE NETTOSCHULD (in € duizend) |
INOUTIC / DECEUNINCK GMBH (DUITSLAND) |
DECEUNINCK NV (BELGIË) |
TOTAAL | INOUTIC / DECEUNINCK GMBH (DUITSLAND) |
DECEUNINCK NV (BELGIË) |
TOTAAL |
| SALDO BIJ AANVANG VAN | 14.117 | 3.519 | 17.636 | 13.178 | 3.317 | 16.495 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten |
241 | 190 | 431 | 211 | 753 | 964 |
| Interestkost | 263 | 72 | 335 | 310 | 312 | 622 |
| Plan bijdragen participanten | 0 | 172 | 172 | |||
| Actuariële winsten / verliezen | (890) | (283) | (1.173) | 1.739 | 1.164 | 2.903 |
| Uitbetaalde vergoedingen | (553) | (182) | (735) | (532) | (418) | (950) |
| Contante waarde van de gefinancierde verplichtingen |
10.008 | 10.008 | ||||
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | (8.712) | (8.712) | ||||
| SALDO OP HET EINDE VAN | 13.178 | 3.317 | 16.495 | 14.906 | 6.596 | 21.501 |
De volgende tabel geeft een overzicht van de nettoschuld over de voorbije 5 jaar:
| PER 31 DECEMBER (in € duizend) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|---|---|
| Contante waarde van de verplichting | 15.227 | 14.394 | 17.636 | 16.495 | 21.501 |
| NETTO SCHULD (VORDERING) | 15.227 | 14.394 | 17.636 | 16.495 | 21.501 |
Sensitiviteitsanalyse van de disconteringsvoet heeft volgende impact:
| PER 31 DECEMBER 2016 | INOUTIC / DECEUNINCK GMBH (DUITSLAND) |
DECEUNINCK NV (BELGIË) |
||
|---|---|---|---|---|
| Wijziging in verdisconteringsvoet | 0,20% | (0,20%) | 0,25% | (0,25%) |
| IMPACT OP CONTANTE WAARDE VAN DE VERPLICHTING (IN € DUIZEND) |
(502) | 542 | 103 | 104 |
| (in € duizend) |
|---|
| (in € duizend) | GARANTIE VERPLICH TINGEN |
GESCHILLEN | OVERIGE | TOTAAL |
|---|---|---|---|---|
| PER 31 DECEMBER 2015 | 1.701 | 780 | 3.204 | 5.685 |
| Toename | 757 | 431 | 1.483 | 2.671 |
| Aanwending | (691) | (12) | (664) | (1.367) |
| Terugname | 0 | 0 | (275) | (275) |
| Omrekeningsverschillen | (14) | 0 | (237) | (251) |
| PER 31 DECEMBER 2016 | 1.753 | 1.199 | 3.511 | 6.463 |
| Langlopend | 1.753 | 1.199 | 3.501 | 6.453 |
| Kortlopend | 0 | 0 | 10 | 10 |
Er worden voorzieningen aangelegd voor garantieclaims voor producten die de voorbije 10 jaar werden verkocht op basis van ervaringen opgedaan met de herstellingen en de teruggenomen producten. De Groep verwacht dat het voornaamste deel van de voorzieningen voor garantieverplichtingen aangewend zal worden binnen een termijn van 2 tot 3 jaar.
De voorzieningen voor geschillen hebben voornamelijk betrekking op schadeclaims ten gevolge van kwaliteitsproblemen. Het is momenteel niet duidelijk wanneer en met welk resultaat de juridische procedures zullen worden afgerond.
De overige voorzieningen betreffen voornamelijk voorzieningen voor personeelsvergoedingen bij Inoutic/Deceuninck GmbH.
Onderstaande tabellen geven een overzicht van de rentedragende schulden van de Groep op balansdatum:
De langlopende schulden bestaan voornamelijk uit de € 100 miljoen oblgatielening, uitgeschreven door Deceuninck NV in december 2015 met vervaldag op 8 december 2022 en een vaste rentevoet van 3,75%. Daarnaast bevatten de langlopende leningen de lening van € 25 miljoen bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling ('EBRD lening') aangegaan ter financiering van de nieuwe fabriek in Menemen (Turkije).
| LANGLOPENDE SCHULDEN (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Leningen bij kredietinstellingen | 43.804 | 29.479 |
| Obligatielening 3,75% – 08 dec 2022 | 99.682 | 99.727 |
| TOTAAL | 143.486 | 129.206 |
De kortlopende rentedragende schulden bestaan voornamelijk uit werkkapitaalfinanciering bij Turkse commerciële banken. Onder de in mei 2015 gewijzigigde kredietovereenkomst met geselecteerde banken in België, heeft Deceuninck NV nog
de beschikking over € 50 miljoen toegezegde kredietlijnen. Deze kredietlijnen, wanneer gebruikt, vertalen zich in korte termijn rentedragen schulden. Per einde december 2016 waren deze niet gebruikt.
| KORTLOPENDE SCHULDEN (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Leningen bij kredietinstellingen | 19.324 | 31.640 |
| TOTAAL | 19.324 | 31.640 |
De interest dragende schulden van Deceuninck zijn niet gewaarborgd door zekerheden ingevolge een overeenkomst waarbij de banken die partij zijn in de gesyndiceerde kredietovereenkomst van 2015 zich akkoord verklaard hebben met de vrijgave van de zekerheden die voorheen in pand gegeven werden om de verplichtingen van Deceuninck onder deze kredietovereenkomst te garanderen. Op de gesyndiceerde kredietovereenkomst, de retail obligatie
en de lening met EBRD zijn de gebruikelijke convenanten (schuldgraadratio, rentedekkingsgraad, ...) van toepassing. Per 31 december 2016 en op alle voorgaande test data in 2016 heeft Deceuninck aan al zijn convenanten voldaan.
De volgende tabel geeft een overzicht van de effectieve intrestvoet per einde boekjaar en de looptijd van de leningen bij kredietinstellingen:
| TERMIJNEN EN TERUGBETALINGSSCHEMA (in € duizend) | BINNEN 1 JAAR |
TUSSEN 1 EN 5 JAAR |
NA 5 JAAR |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|
| 2015 | 19.324 | 18.804 | 124.682 | 162.810 |
| 2016 | 31.640 | 24.934 | 104.272 | 160.846 |
| Waarvan | ||||
| EUR (3.6%) | 5.551 | 18.465 | 104.272 | 128.288 |
| TRY (10.9%) | 26.088 | 6.469 | 0 | 32.557 |
De Groep huurt voornamelijk voertuigen, kantoormateriaal en gebouwen. Bijkomend werd eind 2015 een \$ 11,4 miljoen onroerende lease overeenkomst aangegaan voor de nieuwe productiefacilitieit in Fernley, Nevada, Verenigde Staten. De looptijd van de overeenkomst is 9,25 jaar.
In 2016 werd een totaal bedrag van € 8.390 duizend (2015 € 7.207 duizend) met betrekking tot operationele leasing betaald. Volgende tabel geeft een overzicht van de uit te voeren betalingen in volgende boekjaren:
| 2015 OPERATIONALE LEASING (in € duizend) |
2016 |
|---|---|
| <1 jaar 6.324 |
7.208 |
| 1-5 jaar 13.690 |
14.245 |
| >5 jaar 5.566 |
14.367 |
| TOTAAL 25.580 |
35.820 |
| (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| HANDELSSCHULDEN | 74.070 | 101.593 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 271 | 330 |
| Garanties van Klanten | 1.867 | 1.546 |
| Toe te rekenen intresten | 1.719 | 1.188 |
| Toe te rekenen kosten | 687 | 1.427 |
| Over te dragen opbrengsten | 1.123 | 1.064 |
| Overige | 678 | 803 |
| OVERIGE SCHULDEN | 6.345 | 6.359 |
De voorwaarden voor bovenstaande handelsschulden en overige schulden zijn als volgt:
| OUDERDOMSANALYSE VAN | |
|---|---|
| HANDELSSCHULDEN (in € duizend) |
De handelsschulden omvatten naast de gefactureerde aankopen tevens een provisie voor te ontvangen facturen, een provisie voor op te maken kredietnota's, omrekeningsverschillen en ontvangen voorafbetalingen.
| TE BETALEN | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| BOEKWAARDE | <90 DAGEN | >365 DAGEN | |||||||
| 74.070 | 73.552 | 280 | 29 | 209 | |||||
| 101.593 | 100.896 | 145 | 226 | 326 | |||||
| NETTO | 91-180 DAGEN 181-365 DAGEN |
De Groep biedt aan bepaalde personeelsleden, kaderleden en leden van het directiecomité de gelegenheid om in te tekenen op aandelenoptie- of warrantplannen. De verantwoording voor dergelijke beslissing bestaat in de motivatie van die personeelsleden, kaderleden en leden van het directiecomité die op deze manier aandelen in de Groep kunnen verwerven aan relatief gunstige voorwaarden, wat hun betrokkenheid bij de Groep nog zal vergroten en verbeteren.
Per eind december 2016 bedraagt het saldo van het aantal nog uitoefenbare opties van de optieplannen (2003-2010) 205.125. Een optie geeft de houder het recht op één Deceuninckaandeel tegen een vaste uitoefenprijs die overeenstemt
met de marktprijs op het ogenblik dat de optie werd toegewezen. Met betrekking tot de aandelenoptieplannen die toegekend werden in 1999, 2000, 2001 en 2002 zijn alle opties uitgeoefend, verbeurd verklaard of vervallen. In het kader van de nog uitoefenbare optieplannen, werden nog geen opties uitgeoefend. De opties vervallen indien ze niet zijn uitgeoefend op de laatste dag van de laatste uitoefenperiode. De opties kunnen voor het eerst worden uitgeoefend na het einde van het derde kalenderjaar na dat waarin het aanbod heeft plaatsgevonden. De lichtingsperiodes van de plannen 2003, 2004, 2005 en 2007 werden in 2009 met 5 jaar verlengd.
De uitoefenprijs van de optie is gelijk aan de laagste van (i) de gemiddelde koers van het aandeel op de beurs gedurende dertig dagen die het aanbod voorafgaan of (ii) de laatste slotkoers die voorafgaat aan de dag van het aanbod.
| STOCKOPTIEPLANNEN DECEUNINCK NV |
2003 | 2004 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van toekenning | 19/12/03 | 23/12/04 | 22/12/05 | 19/12/07 | 12/12/08 | 27/10/09 | 23/12/10 | |
| Datum van aanvaarding | 17/02/04 | 21/02/05 | 20/02/06 | 17/02/08 | 11/02/09 | 26/12/09 | 22/02/11 | |
| Aantal begunstigden op datum van toekenning |
42 | 33 | 53 | 74 | 68 | 2 | 4 | |
| Uitoefenprijs (in €) | 25,22 | 22,7 | 22,81 | 15,54 | 2,95 | 1,36 | 1,7 | |
| Toegekend | 64.000 | 49.000 | 66.250 | 70.750 | 70.750 | 75.000 | 75.000 | 470.750 |
| Aanvaard | 47.500 | 35.375 | 64.250 | 64.500 | 64.150 | 75.000 | 75.000 | 425.775 |
| Uitgeoefend | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 50.000 | 65.000 | 115.000 |
| Verbeurd verklaard | (14.000) | (10.750) | (22.750) | (27.250) | (25.900) | 0 | (5.000) | (105.650) |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| SALDO 31/12/2016 | 33.500 | 24.625 | 41.500 | 37.250 | 38.250 | 25.000 | 5.000 | 205.125 |
| Uitoefenbaar 31/12/2016 | 33.500 | 24.625 | 41.500 | 37.250 | 38.250 | 25.000 | 5.000 | 205.125 |
| Lichtingsperiodes | 2007-2013 | 2008-2014 | 2009-2015 | 2011-2017 | 2012-2018 | 2013-2019 | 2014-2020 | |
| Verlenging lichtingsperiodes | 2014-2018 | 2015-2019 | 2016-2020 | 2018-2022 | N/A | N/A | N/A |
| MUTATIES 2015 |
2003 | 2004 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | TOTAAL | GEWOGEN GEMID DELDE UITOEFEN PRIJS |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SALDO 2014 | 35.250 | 25.625 | 43.750 | 40.250 | 42.500 | 75.000 | 75.000 | 337.375 | 10,22 |
| Aanvaard | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A |
| Uitgeoefend | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A |
| Verbeurd verklaard | (750) | 0 | (750) | (500) | (1.500) | 0 | 0 | (3.500) | 13,78 |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A |
| SALDO 2015 | 34.500 | 25.625 | 43.000 | 39.750 | 41.000 | 75.000 | 75.000 | 333.875 | 10,19 |
| MUTATIES 2016 |
2003 | 2004 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | TOTAAL | GEWOGEN GEMID DELDE UITOEFEN PRIJS |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SALDO 2015 | 34.500 | 25.625 | 43.000 | 39.750 | 41.000 | 75.000 | 75.000 | 333.875 | 10,19 |
| Aanvaard | 0 | N/A | |||||||
| Uitgeoefend | (50.000) | (65.000) | (115.000) | N/A | |||||
| Verbeurd verklaard | (1.000) | (1.000) | (1.500) | (2.500) | (2.750) | 0 | (5.000) | (13.750) | 10,01 |
| Vervallen | 0 | N/A | |||||||
| SALDO 2016 | 33.500 | 24.625 | 41.500 | 37.250 | 38.250 | 25.000 | 5.000 | 205.125 | 15,04 |
Per eind december 2016 bedraagt het saldo van het aantal nog uitoefenbare warranten 3.360.006. Eén warrant geeft de houder het recht op één Deceuninck aandeel tegen een vaste uitoefenprijs die overeenstemt met de marktprijs op het ogenblik dat de warrant werd toegewezen. In het kader van de warrantplannen, werden er in de loop van 2016, 343.325 warranten uitgeoefend. De warranten vervallen indien ze niet zijn uitgeoefend op de laatste dag van de laatste uitoefenperiode. De warranten kunnen voor het eerst worden uitgeoefend na het einde van het derde kalenderjaar na dat waarin het aanbod heeft plaatsgevonden.
| De uitoefenprijs van een warrant wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur op datum van aanbod en is: |
|---|
| a) voor bepaalde personeelsleden en kaderleden gelijk aan |
| de laagste van (i) de gemiddelde koers van het aandeel |
| op de beurs gedurende dertig dagen die het aanbod |
| voorafgaan, of (ii) de laatste slotkoers die voorafgaat aan |
| de dag van het aanbod; |
| b) voor andere dan personeelsleden en kaderleden gelijk aan |
| de laagste van (i) de gemiddelde koers van het aandeel |
| op de beurs gedurende dertig dagen die het aanbod |
| voorafgaan of (ii) de laatste slotkoers die voorafgaat aan |
| de dag van het aanbod. De uitoefenprijs mag niet minder |
| bedragen dan de gemiddelde koers van het aandeel op |
de beurs gedurende dertig dagen die de uitgifte van de
warrant voorafgaan
| WARRANTPLANNEN DECEUNINCK NV | PLAN 2009 | PLAN 2010 | PLAN 2010 | PLAN 2010 | PLAN 2011 | PLAN 2011 | PLAN 2011 | PLAN 2011 | PLAN 2013 | PLAN 2013 | PLAN 2013 | PLAN 2015 | TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van toekenning | 30/11/09 | 31/12/09 | 31/12/09 | 23/12/10 | 21/12/11 | 21/12/11 | 21/12/12 | 21/12/12 | 17/12/13 | 17/12/13 | 17/12/2014 | 16/12/2015 | |
| Datum van aanvaarding | 29/01/10 | 28/02/10 | 28/02/10 | 22/02/11 | 15/02/12 | 15/02/12 | 17/02/13 | 17/02/13 | 14/02/14 | 14/02/14 | 16/02/2015 | 15/02/2016 | |
| Aantal begunstigden op datum van toekenning | 13 | 16 | 1 | 37 | 42 | 1 | 49 | 1 | 59 | 9 | 66 | 78 | |
| Uitoefenprijs (in €) | 1,44 | 1,46 | 1,48 | 1,7 | 0,73 | 0,85 | 1,17 | 1,18 | 1,71 | 1,76 | 1,79 | 2,4 | |
| Aandeelprijs op datum van aanvaarding (in €) | 1,48 | 1,40 | 1,40 | 1,88 | 1,22 | 1,22 | 1,35 | 1,35 | 2,19 | 2,19 | 1,88 | 2,27 | |
| Toegekend | 549.564 | 285.000 | 67.435 | 607.500 | 490.000 | 300.000 | 485.000 | 350.000 | 332.500 | 570.000 | 910.000 | 630.000 | 5.576.999 |
| Aanvaard | 519.564 | 240.000 | 67.435 | 562.500 | 487.500 | 300.000 | 482.500 | 350.000 | 332.500 | 570.000 | 892.500 | 607.500 | 5.411.999 |
| Uitgeoefend | 379.744 | 120.000 | 67.435 | 337.498 | 171.660 | 147.140 | 60.826 | 32.354 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.316.657 |
| Verbeurd verklaard | 117.000 | 90.000 | 0 | 132.501 | 127.501 | 0 | 113.334 | 0 | 55.000 | 55.000 | 25.000 | 20.000 | 735.336 |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Saldo 31/12/16 | 22.820 | 30.000 | 0 | 92.501 | 188.339 | 152.860 | 308.340 | 317.646 | 277.500 | 515.000 | 867.500 | 587.500 | 3.360.006 |
| Uitoefenbaar 31/12/16 | 22.820 | 30.000 | 0 | 92.501 | 125.559 | 101.907 | 102.780 | 105.882 | 0 | 0 | 0 | 0 | 581.449 |
| Lichtingsperiodes | 2013-2019 | 2013-2019 | 2013-2019 | 2014-2019 | 2015-2021 | 2015-2021 | 2016-2021 | 2016-2021 | 2017-2023 | 2017-2023 | 2018-2023 | 2019-2021 | |
| ASSUMPTIES | |||||||||||||
| Volatiliteit | 40% | 40% | 40% | 40% | 40% | 40% | 40% | 40% | 45% | 45% | 45% | 45% | |
| Risicovrije interestvoet | 2,55% | 2,41% | 2,41% | 3,51% | 2,49% | 2,49% | 0,99% | 0,99% | 0,99% | 0,99% | (0,03%) | (0,28%) | |
| Dividend vanaf 2017 (in €) | 0,03 | 0,03 | 0,03 | 0,03 | 0,03 | 0,03 | 0,03 | 0,03 | 0,03 | 0,03 | 0,03 | 0,03 | |
| Minimum vereiste winst voor vervroegde uitoefening | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | |
| Bijkomende kans op vervroegde uitoefening | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% |
| MUTATIES 2015 | PLAN 2009 | PLAN 2010 | PLAN 2010 | PLAN 2010 | PLAN 2011 | PLAN 2011 | PLAN 2011 | PLAN 2011 | PLAN 2013 | PLAN 2013 | PLAN 2013 | PLAN 2015 | TOTAAL | GEWOGEN GEMIDDELDE UITOEFENPRIJS |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SALDO 2014 | 377.564 | 105.000 | 67.435 | 440.002 | 400.000 | 300.000 | 440.000 | 350.000 | 327.500 | 542.500 | 0 | 3.350.001 | 1,35 | |
| Aanvaard | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 892.500 | 892.500 | 1,79 | |
| Uitgeoefend | (339.744) | (60.000) | (67.435) | (214.996) | (93.659) | (100.000) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (875.834) | 1,36 | |
| Verbeurd verklaard | 0 | 0 | 0 | 0 | (5.000) | 0 | (45.000) | 0 | (20.000) | (27.500) | (5.000) | (102.500) | 1,44 | |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | N/A | |
| SALDO 2015 | 37.820 | 45.000 | 0 | 225.006 | 301.341 | 200.000 | 395.000 | 350.000 | 307.500 | 515.000 | 887.500 | 3.264.167 | 1,47 |
| MUTATIES 2016 | PLAN 2009 | PLAN 2010 | PLAN 2010 | PLAN 2010 | PLAN 2011 | PLAN 2011 | PLAN 2011 | PLAN 2011 | PLAN 2013 | PLAN 2013 | PLAN 2013 | PLAN 2015 | TOTAAL | GEWOGEN GEMIDDELDE UITOEFENPRIJS |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SALDO 2015 | 37.820 | 45.000 | 0 | 225.006 | 301.341 | 200.000 | 395.000 | 350.000 | 307.500 | 515.000 | 887.500 | 3.264.167 | 1,47 | |
| Aanvaard | 607.500 | 607.500 | 2,40 | |||||||||||
| Uitgeoefend | (15.000) | 0 | 0 | (110.004) | (78.001) | (47.140) | (60.826) | (32.354) | (343.325) | 1,21 | ||||
| Verbeurd verklaard | (15.000) | (22.501) | (35.001) | (25.834) | (30.000) | (20.000) | (20.000) | (168.336) | 1,49 | |||||
| Vervallen | 0 | N/A | ||||||||||||
| SALDO 2016 | 22.820 | 30.000 | 92.501 | 188.339 | 152.860 | 308.340 | 317.646 | 277.500 | 515.000 | 867.500 | 587.500 | 3.360.006 |
De impact van IFRS 2 op het resultaat van 2016 bedraagt € (559) duizend. De optie- en warrantplannen werden gewaardeerd op basis van de binomiale boomstructuur. De volatiliteit werd bepaald op basis van historische gegevens.
In 2016 heeft de Groep voor € 1.570,4 duizend (€ 62,6 duizend in 2015) aankopen gedaan en € 1.445 duizend verkopen gerealiseerd tegen marktconforme prijzen bij ondernemingen waarvan bestuurders controlerende aandeelhouder zijn. De aankopen hebben betrekking op onderhoud en herstelling van containers en de aankoop van een energie-installatie.
De totale remuneratie betaald aan de leden van de raad van bestuur in het boekjaar 2016 bedroeg € 259.500 (€ 326.500 in 2015). Dit bedrag omvat een extra vergoeding voor de bestuurders voor hun aanwezigheid in de comités waarvan ze lid zijn. Deze remuneratie wordt toegekend door de algemene vergadering van aandeelhouders en wordt geboekt als algemene kosten.
Indien bestuurders belast worden met bijzondere taken en projecten kunnen ze hiervoor een gepaste remuneratie ontvangen.
Leden van het executive team (met inbegrip van 1 lid dat sinds februari 2016 niet langer werkzaam is bij de Vennootschap, zonder CEO) ontvingen een vergoeding van € 2.521.475 (2015 € 2.560.865)
Teneinde de belangen van de leden van het executive team af te stemmen op die van de vennootschap en op die van haar aandeelhouders, wordt een deel van het remuneratiepakket gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf en een ander deel aan de individuele prestaties. Door een gezonde afweging van beide factoren (70% prestaties bedrijf/30% individuele resultaten) wordt een evenwicht gevonden tussen een resultaatgerichte aanpak (Top Performance) en de manier waarop deze resultaten gehaald worden (rekening houdend met de kernwaarden: Candor, Top Performance en Entrepreneurship).
Er worden eveneens opties en/of warranten op aandelen van de vennootschap toegekend aan bepaalde personeelsleden, kaderleden en leden van het directiecomité waarvan 710.000 (per 21/12/2016) aan de leden van het executive team. Deze optie- en warrantenregeling is niet gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf.
In 2016 werden op Groepsniveau volgende prestaties van de commissaris ten laste genomen van het resultaat:
| Auditdiensten | € 540.500 |
|---|---|
| Andere opdrachten | € 262.600 |
| Fiscale adviezen | € 20.000 |
Er zijn geen aanwijzingen van factoren die de continuïteit van de activiteiten in het gedrang kunnen brengen.
De belangrijkste financiële risico's waarmee de Groep geconfronteerd wordt zijn wisselkoersrisico, intrestrisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico.
Het wisselkoersrisico binnen de Groep kan opgesplitst worden in twee categorieën: translatierisico en transactierisico.
Translatierisico ontstaat wanneer de resultaten en balansposten van entiteiten buiten de eurozone omgerekend worden naar de rapporteringsmunt van de Groep, namelijk de euro. De munten die de belangrijkste translatierisico's inhouden zijn de US dollar en de Turkse lira. Dit soort wisselkoersrisico wordt niet afgedekt.
Transactierisico ontstaat wanneer een entiteit van de Groep transacties afsluit die afgerekend zullen worden in een munt die niet de functionele munt is van die entiteit. Transactierisico kan bij Deceuninck zowel van operationele als van financiële aard zijn.
Wanneer het transactierisico gerelateerd is met aan- en verkopen in vreemde munt als gevolg van de commerciële activiteiten van de Groep buiten de eurozone wordt het beschouwd als operationeel. De belangrijkste operationele transactierisico's vinden hun oorsprong in verkopen in het Verenigd Koninkrijk en in Rusland, en in aankopen van basisgrondstoffen in US dollar door de Turkse
dochtervennootschappen. Ook verkopen in euro door de Turkse dochtervennootschappen veroorzaken transactierisico van operationele aard.
Wanneer het transactierisico gerelateerd is aan leningen in vreemde munt wordt het beschouwd als financieel. De belangrijkste transactierisico's van financiële aard komen voort uit leningen in EUR bij de Turkse dochtervennootschappen. Gedurende 2016 werden bepaalde intercompany leningen in GBP, RUB en USD waarvoor een terugbetaling niet gepland werd in de nabije toekomst aangemerkt als 'Net Investment in Foreign Operations'. Als zodanig worden de wisselkoersresultaten op deze intercompany leningen direct verwerkt in de gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten en maken een afzonderlijke component uit van van Eigen Vermogen tot op datum van de verkoop van de buitenlandse activiteit.
De Groep streeft ernaar de impact op de resultatenrekening van wisselkoersschommelingen op monetaire activa en passiva op de balans tot een minimum te beperken. Deze wisselkoersrisico's worden zo veel mogelijk op natuurlijke wijze afgedekt ('natural hedging') door monetaire activa in een bepaalde munt (bijvoorbeeld handelsvorderingen) af te zetten tegenover monetaire passiva (bijvoorbeeld handelsschulden) in diezelfde munt. Het wisselkoersrisico dat overblijft na maximalisatie van deze natuurlijke afdekking wordt afgedekt met financiële instrumenten ('financial hedging') indien de kost hiervoor als redelijk wordt beschouwd.
De belangrijkste financiële instrumenten die de Groep gebruikt ter afdekking van wisselkoersrisico's zijn termijncontracten met een looptijd van maximaal drie maanden.
Daarnaast heeft de Groep als politiek haar dochterondernemingen zo veel mogelijk te vrijwaren van wisselkoersrisico's. Dit houdt in dat dergelijke risico's hoofdzakelijk op niveau van de moedermaatschappij Deceuninck NV worden gecentraliseerd en beheerd. Wisselkoersrisico's bij de Turkse dochterondernemingen Ege Profil en Pimaş worden van nabij opgevolgd vanuit Corporate Treasury, maar worden door de Turkse dochtermaatschappij afgedekt bij lokale banken.
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de bestaande valutatermijncontracten, gegroepeerd per munt, per eind december 2016:
| AAN- OF VERKOOP |
MUNT | BEDRAG | VERVALDAG | MTM 2016 (IN €) |
|
|---|---|---|---|---|---|
| CLP 3.967.407.950 | Q1 2017 | (115.818) | |||
| GBP | 2.250.000 | Q1 2017 | 44.539 | ||
| HRK | 18.450.000 | Q1 2017 | 6.795 | ||
| Termijn verkopen |
INR | 183.633.750 | Q1 2017 | (53.950) | |
| PLN | 20.000.000 | Q1 2017 | (8.445) | ||
| RUB | 295.545.750 | Q1 2017 | (48.838) | ||
| TRY | 29.946.250 | Q1 2017 | (62.202) | ||
| CZK | 150.000.000 | Q1 2017 | (16.120) | ||
| Termijn aankopen |
USD | 30.880.433 | Q1 2017 | 1.607.892 | |
| USD | 2.372.603 | Q2 2017 | 263.196 |
Met toekomstige transacties worden toekomstige aan- en verkopen in vreemde munt bedoeld die nog niet als monetair actief of passief erkend zijn op de balans. In principe worden deze transacties niet afgedekt. In Turkije wordt hiervan soms afgeweken indien zich opportuniteiten voordoen op de wisselmarkten. Bij erg gunstige wisselkoersen wordt dan een gedeelte van de toekomstige aankopen in US dollar afgedekt.
Zoals vereist onder IFRS 7, Financiële instrumenten: Informatieverschaffing, werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de evolutie van de wisselkoersen. Aan de hand van de volatiliteit van de relevante munten, hebben we de impact van mogelijke wijzigingen van de wisselkoersen voor deze munten t.o.v. de euro als volgt geraamd:
| SENSITIVITEITSANALYSE OP BALANSPOSITIES IN VREEMDE VALUTA OP 31 DECEMBER 2016* | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| MUNT | BEDRAG (IN € DUIZEND) |
SLOTKOERS 31/12/2016 |
MOGELIJKE VOLATILITEIT VAN DE WISSELKOERS IN %** |
KOERS GEBRUIKT VOOR SENSITIVITEITSANALYSE |
EFFECT OP HERWAARDERING (IN € DUIZEND) |
||
| USD | 647 | 1,0541 | 4,55% | 1,1021 | 1,0061 | (27) | 29 |
| GBP | 323 | 0,85618 | 5,94% | 0,9071 | 0,8053 | (21) | 24 |
| PLN | (818) | 4,4103 | 3,27% | 4,5547 | 4,2659 | 6 | (6) |
| CZK | 33.821 | 27,021 | 0,32% | 27,1065 | 26,9355 | (4) | 4 |
| TRY | 3.977 | 3,7099 | 4,89% | 3,8914 | 3,5284 | (50) | 55 |
| RUB | 206.430 | 63,8111 | 9,58% | 69,9212 | 57,7010 | (283) | 343 |
| TOTAAL | (379) | 449 |
(*) Balansposities na financiële afdekking (netto blootstelling) (**) 3 maand volatiliteit
Indien de euro tijdens 2016 zou verzwakt/versterkt zijn a rato van de bovenstaande mogelijke koersen, dan zou de winst van het boekjaar ongeveer € 449 duizend hoger / € 379 duizend lager geweest zijn.
Sinds de uitgifte – in december 2015 – van de € 100 miljoen obligatielening met vaste interestvoet van 3,75%, wordt de totale uitstaande nettoschuld op 31 december 2016 gefinancierd met een vaste interestvoet.
Daar er per 31 december 2016 geen uitstaande schulden zijn aan variabele rentevoet is er geen noodzaak om zoals vereist onder IFRS 7, Financiële instrumenten: Informatieverschaffing, een gevoeligheidsanalyse uit te voeren op de evolutie van de rentevoeten.
De producten van Deceuninck worden praktisch uitsluitend gebruikt binnen de bouw. Vandaar dat het kredietrisico ook sterk afhankelijk is van de bouwconjunctuur en de algemene economische toestand.
Teneinde het kredietrisico minimaal te houden, worden geavanceerde rapporterings- en opvolgingssystemen gebruikt die een duidelijk inzicht verschaffen in het betalingsgedrag van de iedere klant. Deceuninck werkt met kredietverzekering teneinde het kredietrisico op klanten te beperken. Er werden 2 polissen afgesloten met 2 verschillende maatschappijen. Commerciële kredietlimieten, gebaseerd op financiële en zakelijke informatie, kunnen hoger zijn dan de verzekerde limieten.
In 2016 werd voor West-Europa een verhoogd kredietrisico vastgesteld in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk. De situatie in Frankrijk verbeterde maar is nog steeds moeilijk. Centraal en Oost-Europa blijft stabiel met uitzondering van Rusland waar het moeilijk is om een verzekering te krijgen. Kredietverzeking is ook onmogelijk in Turkije. Het risico in Turkije is verhoogd na de militaire coup en de daaropvolgende geopolitieke onrust. In de Verenigde Staten werden de kriedietlimieten verhoogd naar aanleiding van de positieve economische situatie.
Gedurende 2016 werden de factoringovereenkomsten verdergezet voor Deceuninck NV, Deceuninck SAS, Inoutic/ Deceuninck GmbH, Deceuninck Ltd en Deceuninck North America LLC.
De Groep Deceuninck beschikt – na de herfinanciering van de gesyndiceerde lening en de uitgifte van de € 100 miljoen obligatielening in december 2015 – over ruim voldoende liquide middelen en door de banken toegezegde kredietlijnen voor de financiering van haar bedrijfsactiviteiten.
Deceuninck zou evenwel met liquiditeitsproblemen kunnen worden geconfronteerd mochten toegezegde kredieten vervroegd opeisbaar gesteld worden bij nietnaleving van bepaalde convenanten uit de gesyndiceerde leningovereenkomst of de obligatielening.
Om een eventuele niet-naleving van deze financiële convenanten ruim op voorhand te kunnen detecteren wordt maandelijks een financiële prognose gemaakt tot het einde van het lopende boekjaar. Zo zouden er correctieve maatregelen genomen kunnen worden. De kerncijfers van deze financiële prognose worden gebruikt als input voor een speciaal ontworpen 'convenantmodule', die aftoetst of de convenanten op de resterende testdatums binnen het lopende boekjaar zullen gehaald worden. Ook bij de opmaak van het budget 2017 werd gebruik gemaakt van deze 'convenantmodule' om na te gaan of de convenanten op elke testdatum in 2017 gehaald zouden worden. Dit was steeds het geval.
Bij de Turkse dochtermaatschappijen zouden zich liquiditeitsproblemen kunnen voordoen indien kredieten die op vervaldag komen, niet geherfinancierd zouden
| kunnen worden via lokale Turkse banken. Gezien de goede gezondheid waarin de Turkse banksector verkeert en de uitstekende reputatie en historiek van de Turkse dochterondernemingen van de Groep is dit echter weinig waarschijnlijk. Bovendien is het onder de huidige financieringsvoorwaarden mogelijk om vanuit de Beperkte Groep intragroepleningen te verstrekken aan de Turkse dochterondernemingen. Deze intragroepleningen zijn evenwel beperkt in looptijd (maximaal 3 maanden) en in |
|---|
| bedrag (maximaal € 7.500.000). |
| Naast het hierboven vermelde risico op niet-naleving van de financiële convenanten is het liquiditeitsrisico ook gekoppeld aan de evolutie van het werkkapitaal van de Groep, dat sterk onderhevig is aan seizoenschommelingen en aan het investeringsniveau van de Groep. |
| De Groep volgt de veranderingen van het werkkapitaal op door middel van gerichte acties, zoals een verhoging van de voorraadrotatie en door prioriteit te leggen bij de kredietopvolging van de Klanten. Deceuninck maakt eveneens gebruik van de door zijn leveranciers toegekende betalingsvoorwaarden om zijn behoeften aan werkkapitaal te financieren. |
| Hieronder wordt een vergelijking gemaakt tussen de nettoboekwaarde en de reële waarde van de financiële instrumenten opgenomen in de jaarrekening. De reële waarde van de leningen werd berekend door het bepalen van de verwachte toekomstige kasstromen en door deze |
te verdisconteren op basis van de gangbare rentevoeten.
| Leningen met variabele rentevoet |
|---|
| Leningen met vaste rentevoet |
| Financiële leasing |
| Afgeleide financiële instrumenten |
| FINANCIËLE INSTRUMENTEN | NETTOBOEKWAARDE | REËLE WAARDE | ||
|---|---|---|---|---|
| (in € duizend) | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 |
| FINANCIËLE ACTIVA | ||||
| Liquide middelen | 70.720 | 72.425 | 70.720 | 72.425 |
| Overige vaste activa – handelsvorderingen | 532 | 409 | 532 | 409 |
| Financiële vaste activa | 65 | 65 | 65 | 65 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 1.278 | 1.947 | 1.278 | 1.947 |
| FINANCIËLE PASSIVA | ||||
| Leningen met variabele rentevoet | 25.940 | 25.940 | 0 | |
| Leningen met vaste rentevoet | 136.871 | 160.846 | 136.161 | 166.452 |
| Financiële leasing | (0) | (0) | (0) | (0) |
| Afgeleide financiële instrumenten | 271 | 330 | 271 | 330 |
De Groep gebruikt de onderstaande hiërarchische classificatie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten door middel van een waarderingstechniek:
Voor de periode eindigend op 31 december 2015 waren er geen transfers tussen de waardering van reële waarde van Niveau 1 en Niveau 2, en geen transfers naar en uit de waardering van de reële waarde van Niveau 3.
| AFGELEIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN - HIËRARCHISCHE CLASSIFICATIE VAN DE REËLE WAARDE (in € duizend) |
2015 | NIVEAU 1 | NIVEAU 2 | NIVEAU 3 |
|---|---|---|---|---|
| Wisseltermijncontracten | 1.278 | 1.278 | ||
| ACTIVA AAN REËLE WAARDE | 1.278 | 0 | 1.278 | 0 |
| Renteswaps | 318 | 318 | ||
| Wisseltermijncontracten | (46) | (46) | ||
| PASSIVA AAN REËLE WAARDE | 271 | 0 | 271 | 0 |
Op 31 december 2016 hield de Groep de volgende financiële instrumenten:
| AFGELEIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN - HIËRARCHISCHE CLASSIFICATIE VAN DE REËLE WAARDE (in € duizend) |
2016 | NIVEAU 1 | NIVEAU 2 | NIVEAU 3 |
|---|---|---|---|---|
| Wisseltermijncontracten | 1.947 | 1.947 | ||
| ACTIVA AAN REËLE WAARDE | 1.947 | 0 | 1.947 | 0 |
| Renteswaps | 0 | |||
| Wisseltermijncontracten | 330 | 330 | ||
| PASSIVA AAN REËLE WAARDE | 330 | 0 | 330 | 0 |
Het doel van de Groep inzake het beheer van het eigen vermogen bestaat erin om een gezonde financiële positie evenals een gezonde schuldenlast te bewerkstelligen om op elk ogenblik een gemakkelijke toegang tot de financiële markten te bewaren.
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
Alle boekjaren sluiten af per 31 december 2016.
| DEELNEMINGSPERCENTAGE | ||||
|---|---|---|---|---|
| NAAM VAN DE VENNOOTSCHAP | MAATSCHAPPELIJKE ZETEL | 2015 | 2016 | |
| AUSTRALIË | ||||
| Deceuninck Pty. Ltd. | 71 Premier Drive Campbellfield 3061 Victoria |
100,00 | 100,00 | |
| BELGIË | ||||
| Decalu NV | Bruggesteenweg 360 8830 Hooglede-Gits |
100,00 | ||
| Plastics Deceuninck NV | Bruggesteenweg 360 8830 Hooglede-Gits |
100,00 | 100,00 | |
| BOSNIË EN HERZEGOVINA | ||||
| Inoutic / Deceuninck d.o.o | Prvi mart bb 75270 Zivinice |
100,00 | 100,00 | |
| BRAZILIË | ||||
| Deceuninck do Brazil | Rua da Barra, 242 Parque Rincão CEP 06705 420 Cotia – SP Brazil |
100,00 | 100,00 | |
| BULGARIJE | ||||
| Deceuninck Bulgaria EOOD | 41 Sankt Peterburg Blvd 4000 Plovdiv |
100,00 | 100,00 | |
| CHILI | ||||
| Deceuninck Importadora Limitada | Volcán Lascar number 801, 3G and 3H, Pudahuel, Santiago |
99,99 | 99,99 | |
| CHINA | ||||
| Rep. Office Deceuninck NV China (Qingdao) | 128 Xiang Gang Dong Lu Shuang Long Yuan 3-2-402 266071 Laoshan, Qingdao, Shandong |
100,00 | 100,00 | |
| DUITSLAND | ||||
| Inoutic / Deceuninck GmbH | Bayerwaldstrasse 18 94327 Bogen |
100,00 | 100,00 | |
| Deceuninck Holding Germany GmbH | Bayerwaldstrasse 18 94327 Bogen |
100,00 | 100,00 | |
| FRANKRIJK | ||||
| Deceuninck SAS | Zone Industrielle – Impasse des Bleuets 80700 Roye |
100,00 | 100,00 | |
| Distridec SAS | Zone Industrielle – Impasse du Moulin 80700 Roye |
100,00 | 100,00 | |
| IERLAND | ||||
| Deceuninck Ireland Unltd. | 4th floor 25-28 Adelaide Road Dublin 2 |
100,00 | ||
| 2015 2016 INDIË Ege Profil Tic. ve San. A.S. (branch) No 523 B Block Mannur Village Mannur Village – Sriperumbudur Taluk Chennai – 602105 100,00 100,00 ITALIË Deceuninck Italia S.r.l. Via Padre Eugenio Barsanti, 1 56025 Pontedera (PI) 100,00 100,00 KAZACHSTAN Rep. Office Deceuninck NV Kazakhstan (Almaty) Mynbaeva street 46 (in liquidation) 480057 Almaty 100,00 100,00 KROATIË Inoutic d.o.o. Industrijska ulica 3 10370 Dugo Selo (Zagreb) 100,00 100,00 Deceuninck d.o.o. Kipišće 13 10434 Strmec Samoborski LITOUWEN Deceuninck Baltic UAB (in liquidation) Saltoniskiu str. 29/3 08105 Vilnius 100,00 100,00 NEDERLAND Deceuninck Kunststof B.V. Prins Bernhardplein 200 1097 JB Amsterdam 100,00 100,00 Deceuninck Beheer B.V. Prins Bernhardplein 200 1097 JB Amsterdam 100,00 100,00 POLEN Inoutic / Deceuninck Sp. z o.o. Jasin, Ul Poznanska 34 62-020 Swarzedz 100,00 100,00 ROEMENIË Deceuninck Romania SRL Traian Str. n°2, Bloc F1, Scara 4 etaj 8 ap 24 Sector 3 Bucharest 100,00 100,00 Pimapen Logistic Center S.R.L. Bâcu Village, Joiţa commune, tarlaua no. 63, parcela no. 520/14, lot no. 1, cadastral no. 941 registered in the CF no. 565/N, building C1, Giurgiu County 100,00 RUSLAND Deceuninck Rus OOO Profsoyusnaya, 65, bld. 1 117342 Moscow 100,00 100,00 Enwin Rus OOO 346812, Rostov oblast, Myasnikovsky district, Krym village, Liniya 5,1 100,00 100,00 SERVIË Inoutic / Deceuninck d.o.o. Kruzni put bb |
DEELNEMINGSPERCENTAGE | |||
|---|---|---|---|---|
| NAAM VAN DE VENNOOTSCHAP | MAATSCHAPPELIJKE ZETEL | |||
| 11309 Beograd – Lestane | 100,00 | 100,00 |
| DEELNEMINGSPERCENTAGE | |||
|---|---|---|---|
| NAAM VAN DE VENNOOTSCHAP | MAATSCHAPPELIJKE ZETEL | 2015 | 2016 |
| SPANJE | |||
| Deceuninck NV Sucursal en España (branch) | Avda. de la Industria 1007 Pol. Ind. Antonio del Rincon 45222 Borox Toledo |
100,00 | 100,00 |
| THAILAND | |||
| Deceuninck (Thailand) Co. Ltd. | 2/3 Bangna Towers A 17fl RM 1704B Bangna-Trad, Km 6.5 Bangkaew, Bangplee Samutprakarn 10540 |
74,00 | 74,00 |
| Asia Profile Holding Co. Ltd. | 2/3 Bangna Towers A 17fl RM 1704B Bangna-Trad, Km 6.5 Bangkaew, Bangplee Samutprakarn 10540 |
48,95 | 48,95 |
| TJECHISCHE REPUBLIEK | |||
| Inoutic / Deceuninck Spol. s r.o | Vintrovna 208/23 664 41 Popùvky |
100,00 | 100,00 |
| TURKIJE | |||
| Ege Profil Ticaret ve Sanayi AS | A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir |
97,54 | 97,54 |
| Ege Pen AS | A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir |
99,99 | 99,99 |
| Pimaş Plastik Inşaat Malzemeleri A.S. | Beylikbaği Mahallesi Istanbul Cad. No. 29 41420 Gebze/Kocaeli |
87,60 | 87,60 |
| VERENINGD KONINKRIJK | |||
| Deceuninck Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 | 100,00 |
| Status Systems PVCu Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 | 100,00 |
| Range Valley Extrusions Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 | 100,00 |
| Deceuninck Holdings (UK) Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 | 100,00 |
| VERENIGDE STATEN | |||
| Deceuninck North America Inc. | 351 North Garver Road Monroe, 45050 Ohio |
100,00 | 100,00 |
| Deceuninck North America LLC | 351 North Garver Road Monroe, 45050 Ohio |
100,00 | 100,00 |
In het kader van de financiële herstructurering van 2009 werden de verplichtingen van de Groep onder de kredietovereenkomst ('Kredietfaciliteit 2009') gewaarborgd door het verstrekken van garanties en zekerheden over een groot deel van de activa van de Groep.
De belangrijkste zekerheden die werden verstrekt door de Deceuninck NV (België) zijn als volgt:
De andere ondernemingen binnen de Groep hebben voornamelijk zekerheden verstrekt over hun onroerende goederen, schuldvorderingen en bankrekeningen, voorraden, machines en andere uitrusting en de aandelen die zij aanhouden in andere vennootschappen van de Groep. Er werd eveneens een zekerheid verstrekt over de materiële intellectuele eigendomsrechten. De Groep heeft ook een pand verstrekt over de aandelen die ze aanhoudt in Ege Profil. De Turkse dochtervennootschappen hebben geen garanties of zekerheden verleend in verband met de financiële herstructurering.
Deze zekerheden werden niet vrijgegeven naar aanleiding van de terugbetaling van Kredietfaciliteit 2009.
De kredietfaciliteit van 2012 aan Deceuninck NV, wordt gewaarborgd door een zekerheidspakket dat bestaat uit:
Op 31 oktober 2016 hebben Deceuninck NV en de andere entiteiten van de Groep een overeenkomst ('Release Agreement') ondertekend met betrekking tot de Kredietfaciliteit 2009, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, waarbij de zekerheidsagent, de coördinator, de Facility Agent en de banken zich akkoord hebben verklaard met de vrijgave van de zekerheden en met het ontslaan van Deceuninck NV en de andere entiteiten van de Groep van alle verplichtingen onder de zekerheidsdocumenten ('Security Documents'). De formele afhandeling van de vrijgave zal gebeuren in de loop van 2017.
De volgende pagina's zijn uittreksels van het enkelvoudige jaarverslag en jaarrekening van Deceuninck NV. De integrale versie van de enkelvoudige jaarrekening en het jaarverslag zal beschikbaar zijn op eenvoudig verzoek en op de website binnen de termijnen zoals voorzien in het Wetboek van Vennootschappen. De enkelvoudige jaarrekening en
jaarverslag zijn opgesteld volgens de Belgische wettelijke bepalingen dewelke aanzienlijk afwijken van de IFRSboekhoudprincipes van toepassing op de geconsolideerde jaarrekening. Bij de enkelvoudige jaarrekening van Deceuninck NV werd door de commissaris een goedgekeurde verklaring zonder voorbehoud gegeven.
Het nettoresultaat van het boekjaar 2016 werd op de volgende wijze verkregen:
| RESULTATENREKENING (in € duizend) | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 173.716 | 180.215 |
| Bedrijfskosten | (166.137) | (174.396) |
| Niet-recurrent bedrijfsresultaat | 58 | (636) |
| BEDRIJFSWINST (+) / VERLIES (-) | 7.637 | 5.183 |
| Financiële opbrengsten | 42.143 | 26.318 |
| Financiële kosten | (36.913) | (19.850) |
| Niet-recurrente financiële kosten | (9.385) | (29.118) |
| WINST (+) / VERLIES (-) VAN HET BOEKJAAR VÓÓR BELASTING | 3.482 | (17.467) |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Belastingen op het resultaat | (60) | (11) |
| WINST (+) / VERLIES (-) VAN HET BOEKJAAR | 3.422 | (17.478) |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| TE BESTEMMEN WINST (+) / VERLIES (-) VAN HET BOEKJAAR | 3.422 | (17.478) |
De stijging van de bedrijfsopbrengsten met € 6,5 miljoen kan voornamelijk verklaard worden door een stijging van de omzet in Benelux en Italië.
De uitzonderlijke kosten bestaan hoofdzakelijk uit een bijzondere waardevermindering van de financiële vaste activa van dochterondernemingen, veroorzaakt door de verhoogde onzekerheid in Deceuninck's eindmarkten zoals Rusland en het Verenigd Koninkrijk.
Het boekjaar sloot met een verlies van € 17,5 t.o.v een winst van € 3,4 miljoen in 2015.
| 2015 BALANS (in € duizend) |
2016 |
|---|---|
| Immateriële vaste activa 1.664 |
1.604 |
| Materiële vaste activa 26.579 |
36.807 |
| Financiële vaste activa 165.411 |
217.132 |
| Vaste activa 193.654 |
255.543 |
| Voorraden 20.088 |
22.892 |
| Handelsvorderingen 36.910 |
34.682 |
| Overige vorderingen 74.306 |
11.089 |
| Kas en kasequivalenten 32.406 |
18.787 |
| Overige vlottende activa 3.367 |
3.135 |
| Vlottende activa 167.077 |
90.585 |
| TOTAAL VAN DE ACTIVA 360.731 |
346.128 |
| Geplaatst kapitaal 53.257 |
53.393 |
| Uitgiftepremies 91.058 |
91.337 |
| Reserves 15.401 |
15.415 |
| Overgedragen resultaat 44.456 |
22.905 |
| Eigen vermogen 204.172 |
183.050 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen 1.594 |
1.510 |
| Schulden op meer dan één jaar 100.000 |
100.000 |
| Schulden op ten hoogste één jaar 49.574 |
60.103 |
| Overige passiva 5.391 |
1.465 |
| Schulden 154.965 |
161.568 |
| TOTAAL VAN DE PASSIVA 360.731 |
346.128 |
De algemene vergadering van 10 mei 2016 heeft, overeenkomstig artikel 556 van het Wetboek van Vennootschappen, de bepalingen goedgekeurd en bekrachtigd van de algemene voorwaarden van de retailobligaties van het Prospectus van 8 december 2015 met betrekking tot de openbare aanbieding in België van € 100.000.000 3,75% vastrentende obligaties met vervaldag 8 december 2022 en van de overeenkomsten aangegaan door de Vennootschap in verband hiermee die aan derden rechten toekennen die een invloed hebben op het vermogen van de Vennootschap, dan wel een schuld of een verplichting ten haren laste doen ontstaan, wanneer de uitoefening van deze rechten afhankelijk is van een verandering van de controle die op haar wordt uitgeoefend, met inbegrip van, zonder exhaustief te zijn, Voorwaarde 6.3 houdende het recht voor elke obligatiehouder om de Vennootschap te verplichten om alle of een deel van haar obligaties terug te betalen onder de voorwaarden opgenomen in het Prospectus indien een Controlewijziging (zoals gedefinieerd in het Prospectus) zich heeft voorgedaan.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de naamloze vennootschap Deceuninck over het boekjaar afgesloten op 31 december 2016
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2016, de geconsolideerde resultatenrekening, het overzicht van de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd overzicht van mutaties in het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de 'Geconsolideerde Jaarrekening') en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Deceuninck NV (de 'Vennootschap') en haar dochterondernemingen (samen 'de Groep') over het boekjaar afgesloten op 31 december 2016, opgesteld op grond van de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie, met een geconsolideerd balanstotaal van € 601.051 duizenden en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 20.954 duizenden.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van geschikte
waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze Geconsolideerde Jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de Geconsolideerde Jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de Geconsolideerde Jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de Geconsolideerde Jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten.
Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de bestaande interne controle van de Groep in aanmerking die relevant is voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn, maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de bestaande interne controle van de Groep. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde waarderingsregels en van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen en wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep per 31 december 2016 een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van het geconsolideerd geheel alsook van haar geconsolideerde resultaten en van haar geconsolideerde kasstromen
voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, in overeenstemming met artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de van toepassing zijnde bijkomende norm uitgegeven door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 28 augustus 2013 (de 'Bijkomende Norm'), is het onze verantwoordelijkheid om bepaalde procedures uit te voeren aangaande de naleving, in alle van materieel belang zijnde opzichten, van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen, zoals gedefinieerd in de Bijkomende Norm.
Op grond hiervan, doen wij de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de Geconsolideerde Jaarrekening te wijzigen: Het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht.
Gent, 24 maart 2017
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA Commissaris Vertegenwoordigd door
Marnix Van Dooren Vennoot*
(*) Handelend in naam van een BVBA Ref.: 17MVD0075
De ondergetekenden verklaren dat:
Beneconsult BVBA Pentacon BVBA Vertegenwoordigd door Vertegenwoordigt door Francis Van Eeckhout Paul Thiers CEO Voorzitter
Deceuninck Pty. Ltd. 71 Premier Drive Campbellfield 3061 Victoria T +61 3 93 088 300 – F +61 3 93 037 548 [email protected]
Deceuninck NV – maatschappelijke & exploitatiezetel Plastics Deceuninck NV Bruggesteenweg 360 8830 Hooglede-Gits T +32 51 239 211 – F +32 51 227 993 www.deceuninck.com [email protected]
Cardijnlaan 15 8600 Diksmuide T +32 51 502 021 – F +32 51 504 948
Bruggesteenweg 360 8830 Hooglede-Gits T +32 51 239 211 – F +32 51 227 993
Inoutic/Deceuninck d.o.o. Prvi mart bb 75270 Zivinice T +387 35 773313 – F +387 35 773312
Deceuninck Do Brazil Rua da Barra, 242 Parque Rincão CEP 06705 420 Cotia – SP Brazil T 11 2338 9190 www.deceuninck.com.br
Deceuninck Bulgaria EOOD 41, Sankt Peterburg Blvd. 4000 Plovdiv T +359 32 63 72 95 – F +359 32 63 72 96 [email protected]
Volcan Lascar number 801, 3G and 3H, Pudahuel, Santiago T + 56 95 149 87 54 www.deceuninck.cl [email protected]
128 Xiang Gang Dong Lu Shuang Long Yuan 3-2-402 266071 Laoshan, Qingdao, Shandong T +86 532 858 903 57 – F +86 532 858 903 52 [email protected] [email protected]
Deceuninck Holding Germany GmbH Bayerwaldstrase 18 94327 Bogen T +49 94 22 821 0 – F +49 94 22 821 379 www.inoutic.com [email protected]
Deceuninck SAS Distridec SAS Zone Industrielle – Impasse du Moulin 80700 Roye T +33 3 22 876 666 – F +33 3 22 876 667 www.deceuninck.fr [email protected]
No 523 B Block Mannur Village Mannur Village – Sriperumbudur Taluk Chennai – 602105 T +919717707732 – F +91 9717707732 www.deceuninck.in [email protected]
Via Padre Eugenio Barsanti, 1 56025 Pontedera (Pl) T +39 0587 484426 – F +39 0587 54432 www.deceuninck.it [email protected]
Rep. Office Deceuninck NV Kazachstan (Almaty) (in vereffening) Mynbaeva street, 46 480057 Almaty
Inoutic d.o.o. Industrijska ulica 3 10370 Dugo Selo (Zagreb) T +385 1 278 1353 – F +385 1 278 1351 [email protected]
Deceuninck d.o.o. Kipišće 13 10434 Strmec Samoborski
Deceuninck Kunststof B.V. Deceuninck Beheer B.V. Prins Bernhardplein 200 1097JB Amsterdam [email protected]
Inoutic / Deceuninck Sp. z o.o. Jasin, Ul. Poznanska 34 62-020 Swarzedz T +48 61 81 87000 – F +48 61 81 87001 www.inoutic.pl [email protected]
Deceuninck Romania SRL Traian Str. n°2, Bloc F1, Scara 4, etaj 8, ap. 24, Sector 3 Boekarest T +40 21 327 49 52 – F +40 21 323 52 90 [email protected]
Deceuninck Rus OOO – maatschappelijke zetel Profsoyusnaya, 65, bld. 1 117342 Moskou T +7 495 642 87 95 – F +7 495 642 87 96 www.deceuninck.ru [email protected]
pr. Naumova, 5 142281 Protvino, Moskou Regio T +7 4967 31 12 44 – F +7 4967 31 12 43
346812, Rostov oblast, Myasnikovsky district, Krym village, Liniya 5,1 T +7 (86349)2-40-11; +7 (86349) 2-40-12 F +7 (86349)2-40-23 [email protected]
Pilot Pilyutov street, 11, bld. 1, liter A 198206 St. Petersburg T-F +7 812 644 43 89; +7 911 956 54 23 [email protected]
Neftyanaya street, 1, liter A, floor 2 680022 Khabarovsk T-F +7 914 422 07 20; +7 962 151 10 01 [email protected]
Kommunisticheskaya street, 13 (premises #11) 630007 Novosibirsk T-F +7 383 236 25 83; +7 913 379 40 01 [email protected]
Inoutic / Deceuninck d.o.o. Kruzni put bb 11309 Beograd-Lestane T +381 11 3443217 – F +381 11 2442343
Deceuninck NV Sucursal en Espana Avda. de la Industria, 1007 Pol. Ind. Antonio del Rincon 45222 Borox – Toledo T +34 902 209 001 – F +34 902 209 002 www.deceuninck.es [email protected]
Deceuninck (Thailand) Co. Ltd. Asia Profile Holding Co. Ltd. 2/3 Bangna Towers A, 17 Fl., Rm.1704B Bangna-Trad, Km. 6.5, Bangkaew, Bangplee, Samutprakarn 10540 T +66 2 751 9544-5 – F +66 2 751 9546 [email protected]
Inoutic / Deceuninck Spol. s r. o. Vintrovna 23 664 41 Popůvky T +420 547 427 777 – F +420 547 427 779 www.inoutic.cz [email protected]
Ege Profil Ticaret ve Sanayi AS (productie) Ege Pen AS A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir T +90 232 398 98 98 – F +90 232 398 99 00 www.egepen.com.tr [email protected]
Sarımese Beldesi Kızılcıklık Mahallesi, İnonu Cad. Suadiye Yolu uzeri No:1 41320 Sarımeşe / Kartepe /Kocaeli T +90 262 371 57 27 – F +90 262 371 57 48 www.winsa.com.tr [email protected]
Beylikbaği Mahallesi Istanbul Cad. No. 29, 41420 Gezbe/Kocaeli www.pimas.com.tr T +90 262 677 77 77 – F +90 262 677 77 00 [email protected]
Ege Pen Deceuninck Izmir A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir T +90 232 398 98 98 – F +90 232 398 99 83
A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir T +90 232 328 11 37 – F +90 232 328 11 39
Ruzgarli Bahce Mahallesi, Kavak Sokak, Impa Plaza No:12, Kat:2 Beykoz/Istanbul T +90 216 537 13 60 – F +90 216 537 13 64
Icerenkoy Mahallesi, Hal Yolu Caddesi, No:5 Bay Plaza Kat:12 (Regional Office) 34752 Atasehir/Istanbul T +90 216 574 58 65 – F +90 216 574 10 53
Icerenkoy Mahallesi, Hal Yolu Caddesi, No:5 Bay Plaza Kat:3 (Sales & Marketing) 34752 Atasehir/Istanbul T +90 216 574 58 65 – F +90 216 574 10 53
Kizilirmak Mah. Alternatif Plaza 12/26 Çukurambar/Çankaya 06550 Yıldız /Cankaya/Ankara T +90 312 440 16 15 – F +90 312 441 11 18
Kizilirmak Mah. 1446.Cd 12/17 Çukurambar 06550 Yıldız/Cankaya/Ankara T +90 312 442 83 60 – F +90 312 442 71 11
Yeni Mahalle 87071 Sk. Bozkurtlar Residence 50 k-3 d-3 Seyhan/Adana T +90 322 247 23 90 – F +90 322 247 23 85
| 1 EBITDA 2 REBITDA |
Earnings before interest, taxes, depreciation, amortization and provisions for liabilities and charges Resultaat voor financieel resultaat, belastingen, afschrijvingen/waardeverminderingen op vaste activa alsook afschrijvingen/waardeverminderingen op goodwill en effect van negatieve goodwill Recurring earnings before interest, taxes, depreciation, amortization and provisions for liabilities and charges Courant resultaat voor financieel resultaat, belastingen, afschrijvingen/waardeverminderingen op vaste activa alsook afschrijvingen/waardeverminderingen op goodwill en effect van |
|---|---|
| negatieve goodwill | |
| Earnings before interest, taxes and amortization | |
| Resultaat voor financieel resultaat, belastingen en waardeverminderingen op goodwill | |
| Earnings before interest and taxes | |
| Resultaat voor belastingen en financieel resultaat = operationeel resultaat of bedrijfsresultaat | |
| Earnings before taxes | |
| Resultaat voor belastingen | |
| Earnings per share = gewone winst per aandeel | |
| 7 EPS (diluted) |
Earnings per share = verwaterde winst per aandeel |
| 8 Nettoschuld |
Financiele schulden – liquide middelen |
| Klanten + voorraden – leveranciers | |
| Vlottende activa/schulden op korte termijn | |
| 11 ROCE | Bedrijfsresultaat ten opzichte van de ingezette middelen (kapitaalgebruik) = EBIT/Capital Employed (CE) |
| 12 Kapitaalgebruik (CE) | De som van goodwill, immateriële, materiële en financiële vaste activa en werkkapitaal |
| Ondernemingen met een participatie hoger dan 50% | |
| Ondernemingen met een participatie tussen 20-50% en gewaardeerd volgens | |
| 14 Geassocieerde ondernemingen | de vermogensmutatiemethode |
| 15 Gearing | Netto financiële schuld ten opzichte van het eigen vermogen |
| 16 MTM | Marked-to-Market Marktwaardering |
| 17 Personeel (VTE) | Voltijdsequivaltenten (VTEs) (inclusief medewerkers op interimbasis en extern personeel) |
| 3 EBITA 4 EBIT 5 EBT 6 EPS (non-diluted) 9 Werkkapitaal 10 Liquiditeit 13 Dochterondernemingen |
Linktrusion, Building a sustainable home, Zendow, Decoroc, Winsa, Inoutic, Revolution Tilt and Turn, Genius, Grandparc, Belface, Cyclefoam, Rovex, e.a. zijn geregistreerde merknamen van Deceuninck NV en haar dochterondernemingen.
Dit jaarrapport is verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels. This annual report is available in Dutch and English.
Wim Van Acker Vertegenwoordiger van Fienes BVBA CFO
www.linknv.be
Copyright © 2017 Deceuninck NV – Alle rechten voorbehouden Maatschappelijke & exploitatiezetel: Deceuninck NV Bruggesteenweg 360 – 8830 Hooglede-Gits (België) BTW BE 0405.548.486 – RPR Kortrijk
Bruggesteenweg 360 B-8830 Hooglede-Gits (België) T +32 51 23 92 11 F +32 51 22 79 93 [email protected]
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.