Annual Report • Apr 29, 2011
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
www.option.com
Inhoudstafel
| Over Option | 4 |
|---|---|
| Aan onze aandeelhouders | 6 |
| Wat we doen | 10 |
| Draadloze Breedbandoplossingen | 12 |
| Raad van Bestuur | 16 |
| Management | 18 |
| Onze mensen | 20 |
| Sociale verantwoordelijkheid | 22 |
| Financieel | 24 |
| Geconsolideerd en statutair jaarverslag 2010 | |
| van de raad van bestuur van Option nv | 26 |
| Financieel overzicht | 60 |
| Financieel verslag – IFRS | 66 |
| Verslag van de Commissaris | 122 |
| Enkelvoudige jaarrekening Option nv en toelichting (korte versie) | 124 |
| Informatie over het Option-aandeel | 130 |
| Bedrijfswijzer, stand per einde 2010 | 132 |
| Verklarende woordenlijst | 134 |
| Chronologisch overzicht van persberichten | 135 |
"Met voldoende financiële middelen krijgen we tijd om de transformatie van ons bedrijf verder te zetten en nieuwe marktsegmenten te ontwikkelen waar we succesvol willen zijn."
Geachte aandeelhouders van Option,
2010 was opnieuw een zeer zwak jaar voor ons bedrijf. We bleven lijden onder de oneerlijke concurrentie van Chinese bedrijven terwijl we druk bezig waren met de transformatie van ons bedrijf. Dat is in de IT- en telecombranche, die continu in beweging is, geen sinecure.
Ik ben er echter rotsvast van overtuigd dat Option, met de nodige tijd, opnieuw kan groeien. Waarom? Daarvoor zie ik drie grote redenen.
Ten eerste zijn onze 'core assets' onaangeroerd gebleven. Laat me de 'core assets' van ons bedrijf toelichten.
Gedurende de laatste 25 jaar hebben we draadloze oplossingen ontwikkeld op de raakvlakken van IT en telecom. Op die manier hebben we een indrukwekkende technologische knowhow en ervaring in draadloze technologie opgebouwd. Binnen de draadloze industrie worden we daarvoor erg gerespecteerd. We zijn ook een 'open' bedrijf dat altijd met partners heeft samengewerkt die extra kennis aanleverden of nieuwe markten openstelden. We weten allemaal dat samenwerkingen tussen toonaangevende bedrijven leiden tot vooruitgang en innovatie. Wel, Option heeft een traditie van samenwerking en de meeste bedrijven in onze branche appreciëren dat. Tijdens de periode van 25 jaar waarin we aan de raakvlakken van IT en telecom actief waren, hebben we een benijdigwaardig netwerk en duurzame relaties weten op te bouwen. Als een IT-fabrikant contact wil opnemen met een mobiele operator, dan weten ze bij wie ze terechtkunnen. Als een beveiligingsbedrijf de markt van de mobiele communicatie wil betreden, dan weten ze met wie ze contact moeten opnemen. Ten slotte, en dit is mogelijk een troef die we al een tijdje onderschatten, zijn we een Europees bedrijf dat de privacy en veiligheid van onze klanten en hun eindgebruikers ernstig neemt.
Ten tweede geloof ik in het potentieel van ons bedrijf vanwege de financiële middelen. Onze liquiditeitspositie is enorm verbeterd. De meesten onder jullie weten dat we niet hebben stilgezeten om de heftige concurrentie van Chinese bedrijven in 2010 het hoofd te kunnen bieden. Terwijl we de situatie aan het evalueren waren, kwamen we tot het besluit dat het zeer belangrijk is voor Europa om een competitieve omgeving te cultiveren waar eerlijke handelspraktijken en respect voor relevante wetgeving de belangen van alle partijen die actief zijn op de markt beschermt. De geschiedenis van technologie bevestigt dat
eerlijke concurrentie de meeste innovatie en groei in de hand werkt. Oneerlijke concurrentie brengt jobs in gevaar, schaadt eindgebruikers en ontwikkelaars en vertraagt op lange termijn technologische vooruitgang.
Daarom hebben we twee klachten ingediend bij de Europese Commissie: een antidumpingklacht en een antisubsidieklacht. Tezelfdertijd is de Europese Commissie op vraag van de Belgische overheid gestart met een vrijwaringsonderzoek naar de import van WWAN-modems.
We overwogen ook om een van onze kleine, maar veelbelovende afdelingen M4S te verkopen. Tijdens een internationale promotietour leerden we dat M4S een veelbelovende draadloze radiofrequentietechnologie had (en nog steeds heeft). Een van de geïnteresseerden in de technologie was het Chinese bedrijf Huawei. Tijdens de onderhandelingen met Huawei over M4S begrepen ze al snel welk innoverend vermogen andere oplossingen van Option te bieden hebben. Na enkele maanden, en tot de verbazing van velen, sloten we een samenwerkingsovereenkomst af met Huawei. De samenwerking was drieledig: een commercieel luik waarbij Huawei licenties zou nemen op onze uCAN®-connectiemanagementsoftware, een technologisch luik waarbij we zijn overeengekomen om verder samen te werken aan draadloze technologieën en een overeenkomst om M4S van Option te kopen. Zowel het commerciële luik als de aankoop van M4S werd een feit in de volgende maanden waardoor de liquiditeitspositie van ons bedrijf sterker werd. Met voldoende financiële middelen krijgen we de tijd om de transformatie van ons bedrijf verder te zetten en nieuwe marktsegmenten te ontwikkelen waar we ons willen positioneren en succesvol willen zijn.
In de geest van deze samenwerkingsovereenkomst besloten we onze klachten, die we indienden bij de Europese Commissie, in te trekken. We mogen het belang van deze overeenkomst niet onderschatten. Als we terugblikken op de geschiedenis van het bedrijf, dan zien we dat er een aantal momenten zijn geweest die bepalend waren voor onze groei. Het eerste moment dateert van 1995 toen Option een baanbrekend product lanceerde: GSM-Ready®. Dat product stuwde de verkoop de hoogte in en maakte Option tot Europese PC Cardmarktleider. Een tweede scharniermoment kwam er toen Vodafone, een marktleider in telecom, besloot met Option in zee te gaan om zijn databusiness te ontwikkelen met het paradepaardje van Option: GlobeTrotter® PCdatacard. Een derde scharniermoment was mogelijk de samenwerkingsovereenkomst met Huawei. De tijd zal het uitwijzen.
Aan onze aandeelhouders
En ten slotte en ten derde geloof ik dat Option opnieuw kan groeien vanwege zijn organisatie. Tijdens de voorbije jaren hebben we het bedrijf opnieuw kleiner gemaakt. Van de 750 medewerkers blijven er vandaag 240 over. Dankzij deze vereenvoudigde organisatie kunnen we kostenefficiënter te werk gaan, flexibel zijn in het zoeken naar oplossingen voor klanten en nieuwe marktopportuniteiten sneller waarnemen. Met een directere rapporteringsstructuur en de onderverdeling in businessunits met verantwoordelijkheid voor P&L kunnen we ons bedrijf ook beter door deze snel veranderende industrie loodsen en de koers van ons transformatieproces bepalen.
Ik wil alle medewerkers van Option, onze aandeelhouders, onze klanten en partners van harte bedanken voor hun onophoudelijke ondersteuning en geduld tijdens de transformatie van het bedrijf.
Ik sluit deze brief af met een stukje van het bericht aan de aandeelhouders van vorig jaar: "De markt voor mobiel breedbandinternet blijft groeien. Marktonderzoek toont aan dat mobiel breedbandinternet nog niet helemaal ingeburgerd is, maar dat steeds meer klanten en professionals de voordelen ontdekken van mobiele diensten, die nu bijna dagelijks geïntroduceerd worden. Deze kans om onze stempel te drukken op de draadloze industrie en de unieke oplossingen die we ontwikkeld hebben, zijn de reden waarom we in de toekomst van ons bedrijf geloven. Laat er geen twijfel over bestaan dat ons een bikkelharde strijd te wachten staat in 2010. Maar zelfs in tijden van tegenslag, zal onze strijdvaardigheid niet afnemen. Naar de ondernemersgeest van ons bedrijf zullen we volharden." Ook vandaag blijft deze passage heel actueel.
Het advies van Winston Churchil was: 'When you are going through hell, keep going'
Ook in 2011 zullen we opnieuw strijd moeten leveren, maar ik twijfel er geen moment aan dat we dankzij onze sterke punten (onze 'core assets', de financiële middelen en een uitgebalanceerde organisatie) dit bedrijf, uiteindelijk, succesvol kunnen transformeren.
Olivier Lefebvre Voorzitter Raad van Bestuur 15 april 2011
Option is een innoverend bedrijf dat mobiele breedbandinternetoplossingen biedt aan
Operatoren van mobiele netwerken, fabrikanten van laptops & consumentenelektronica en verdelers in IT & telecom over de hele wereld. Het bedrijf biedt complete, veilige en geïntegreerde draadloze breedbandinternetoplossingen. Daarmee bedoelen we dat we streven naar één draadloze breedband internet oplossing dat hardware, software en hoogwaardige diensten integreert.
Met al onze draadloze oplossingen, geïntegreerd in kleine mobiele apparaten zoals tablets of smartphones of in producten zoals USB-modems of 3G-routers, hebben consumenten en zakelijke gebruikers gemakkelijk, altijd en overal veilige draadloze toegang tot internet, e-mail, bedrijfsdocumenten, persoonlijke bestanden, social media websites, onlinemuziekwinkels en nog veel meer.
Option is gevestigd in België (Leuven). Het bedrijft heeft ook technische centra in België (Leuven) en Duitsland (Augsburg) en een logistieke vestiging in Ierland (Cork). Option heeft kantoren in Europa, VS, Groot-China, Japan en Australië. We werken ook samen met outsourcingpartners die voor ons speciale productie- en productieketenoperaties uitvoeren.
Option ontwikkelt al 25 jaar draadloze oplossingen aan de raakvlakken tussen IT en Telecom. Dat betekent dat we over heel wat ervaring beschikken in beide branches, zowel op technologisch vlak als op het vlak van relaties. Ons hoofddoel bestaat erin de groei van onze klanten in verschillende markten op een veilige manier te stimuleren. Daarvoor treden we actief in dialoog met onze klanten om hun behoeften te begrijpen en ze in aangepaste oplossingen om te zetten. Hierbij blijven we gefocust op onze voornaamste middelen:
De beschikbare oplossingen zijn:
Al deze oplossingen omvatten ook heel wat diensten, zoals: basisbandontwerp, antenneontwerp, mechanisch ontwerp, productvalidering, certificering, voltooiing, branding en personaisatie, testen, firmware, integratieondersteuning, softwareontwikkeling, enz.
"We treden actief in dialoog met onze klanten om hun behoeften te begrijpen en ze in aangepaste oplossingen om te zetten."
iCON USB Modem voor Optus
Voor de Australische netwerkoperator Optus ontwikkelden we een oplossing die alle supporters van het Australische voetbalteam een gepersonaliseerde USB-oplossing bood. De USB-modems zijn complete mobiele breedband oplossingen met een combinatie van hardware, software in een vereenvoudigde productieketen. Het apparaat bezit een professioneel ontwerp en de laatste technologieën en functies: HSPA-snelheid, zeer slanke vormgeving, ergonomisch ontwerp met afgeronde hoeken, een draaibare USB-aansluiting, een micro-SD-poort om toepassingen, bestanden en connectiemanagementsoftware op te slaan, Zero CD Plug en Play-technologie en wereldwijde connectiviteit.
De oplossing bestaat uit:
Option's GTM601 module voor de Lumigon T1 smartphone
Lumigon, een fabrikant van design-smartphones, deed een beroep op Option om hun toestellen te voorzien van 3G-connectiviteit. De module GTM601 van Option was hiervoor perfect geschikt. Vanwege de ultradunne vormgeving en uitstekende warmteverspreidende eigenschappen kan de module perfect geïntegreerd worden in kleine elektronische consumentenapparaten of breedband-M2M-toepassingen. Onze LGA-module is de dunste module die vandaag verkrijgbaar is. De module is uitermate geschikt voor dunne mobiele apparaten zonder ventilator zoals tablets, smartphones of andere mobiele apparaten die een dunne module vereisen. De gps, stemen optionele EVDO-functies maken deze module uniek.
De oplossing bestaat uit:
GlobeSurfer® III
Met zijn nieuwe en unieke functies legt onze GlobeSurfer III de lat een stuk hoger voor traditionele gatewayrouters. Deze pientere router biedt topsnelheden en kan overal ter wereld gebruikt worden. De router is uitgerust met volledige telefoonfunctionaliteit, inclusief het invoeren, lezen en beheren van sms-berichten. Harde schijven en printers kunnen aangesloten worden via de geïntegreerde USB-poort. Daardoor kunnen gebruikers bestanden via het LAN delen of back-uppen en kan een printer eenvoudig door alle verbonden pc's gebruikt worden.
De GlobeSurfer III is ook gebruiksvriendelijk met slechts twee toetsen en een duidelijke kleurendisplay. De unieke Notifier-software geeft meldingen en statusinformatie weer via het draadloze netwerk.
De oplossing bestaat uit:
mIDentity 3G is een unieke smartcard-lezer met versleuteld geheugen en een 3G-modem in een compact USB-jasje. mIDentity 3G staat voor zeer veilige en eenvoudige wereldwijde communicatie. Uw gegevens en digitale identiteit worden tegelijkertijd beschermd tegen aanvallen door derden met de allernieuwste beveiligingstechnologieën. In combinatie met de beheerserver en beveiligde cloudopslag is de MIDentity 3G de complete beveiligingsoplossing voor mobiele gegevens en uw identiteit. mIDentity 3G is het eerste resultaat uit de samenwerking tussen twee Europese bedrijven
(Option en Kobil Systems) bekend om hun innoverend en professioneel ontwerp. Dankzij de ruime ervaring in hun respectieve domeinen smelten verschillende technologieën (hardware-encryptie, PKI, apparaatbeheer en 3G breedbandconnectiviteit) samen in de mIDentity 3G. Daaruit ontstaat een oplossing die veel meer is dan de som van de delen.
De oplossing bestaat uit:
uCAN® Connect voor Telenor
uCAN® Connect is het platform voor connectiemanagement dat Option ontwikkelde voor netwerkoperatoren die voor de keuze stonden tussen een complex connectiemanagement dat toegespitst is op professionele klanten of hulpprogramma's van iedere hardwarefabrikant. In beide gevallen voldoen de oplossingen niet aan de eisen van de operator, namelijk een eenvoudig, modulair en gebruiksvriendelijk connectiemanagement dat snel aangepast kan worden aan de behoeften van hun verschillende kanalen: regionale bedrijven, mobielevirtuele-netwerkoperatoren (MVNO's) en verdelers. uCAN® Connect verlaagt de beheerkosten die gepaard gaan met connectiemanagement in een unieke combinatie van functies, zoals Smart Skinning en een modulaire interface, zodat nieuwe apparaten eenvoudig ondersteund kunnen worden op meerdere platformen, enz.
Telenor was een van de eerste operatoren die uCan® Connect in gebruik nam voor alle USB-apparaten. Zij zagen welke waarde en welk rendement zo'n softwareplatform hen kon opleveren.
De oplossing bestaat uit:
Jan Callewaert, Philip Vermeulen, Olivier Lefebvre, Francis Vanderhoydonck, Lawrence Levy, David Hytha
Mr. Olivier Lefebvre is sinds februari 2010 Voorzitter van de Raad van Bestuur van Option. Eerder maakte hij deel uit van het managementcomité van NYSE Euronext Inc, was hij lid van het management van Euronext nv en was hij actief als CEO van de Brussels Stock Exchange. Daarvoor was hij adviseur van de kabinetchef van de Belgische Minister van Financiën, belast met de hervorming van de Belgische financiële markten. De heer Lefebvre behaalde een PHD in economie aan de Université Catholique de Louvain (UCL) en een MBA aan de Cornell University.
Mr. Jan Callewaert is de oprichter en de CEO van Option, en was voorzitter van de Raad van Bestuur tot februari 2010. Daarvoor was hij Product Manager voor het dealerkanaal bij Bull en Product Marketing Manager voor kantoorautomatiseringsproducten bij Ericsson. Mr. Callewaert is handelsingenieur in de beleidsinformatica. De heer Jan Callewaert is via Pepper NV de belangrijkste aandeelhouder van Option. Hij(1) was CEO tot 12 december 2007 (toen hij werd vervangen door zijn manangementvennootschap, Mondo NV).
Mr. Philip Vermeulen bekleedde verschillende posities bij Sidel Computers Centers NV en de Belgische vestigingen van de Chase Manhattan Bank S.A. en IPPA Bank NV. Hij was ook Executive Senior Investment Manager for Venture Capital bij GIMV en later ook bij FLV C.V.A. Hij is adviserend bestuurder van diverse ondernemingen die actief zijn in de ICT-sector.
Mr. Lawrence Levy is Senior Counsel bij Brown Rudnick Berlack Israels LL P. Hij is al 30 jaar partner bij Brown Rudnick en is een specialist op het gebied van bedrijfs- en effectenrecht. Hij is ook bestuurder van Hologic, Inc. En van Scivanta Medical Corporation. Mr. Levy behaalde een B.A. aan de universiteit van Yale en een LLB aan de Harvard Law School.
Mr. David Hytha heeft jaren ervaring in draadloze communicatie. Hij bekleedde leidinggevende posities bij start-ups en wereldleiders zoals T-Mobile, Silicon Wave (nu: RFMD), LGC Wireless, AT&T Network Systems (nu: Lucent) en Motorola. Mr. Hytha behaalde een B.A. aan het College of the Holy Cross en een M.S. in Business Administration aan Columbia University in New York.
Francis Vanderhoydonck is Licentiaat in de Rechten, Licentiaat in de Economische Wetenschappen en behaalde een MBA aan New York University. Van 1986 tot 1998 werkte hij bij de Generale Bank. Hij bekleedde er verschillende functies in het departement Corporate & Investment Banking. Van 1995 tot 1998 was hij verantwoordelijk voor deze activiteit. Nu is hij actief voor Maple Finance Group, gespecialiseerd in het beheer van private equity fondsen en corporate finance. Daarnaast is hij eveneens bestuurder in verschillende vennootschappen.
1 Mondo NV, een onderneming naar Belgisch recht, vertegenwoordigd door Jan Callewaert.
Jan Callewaert, Jan Smits, Patrick Hofkens, Bart Goedseels, Frédéric Nys
Management
Mr. Jan Callewaert richtte in 1986 Option op.Daarvoor was hij Product Manager voor het dealerkanaal bij Bull en Product Marketing Manager voor kantoorautomatiseringsproducten bij Ericsson. Mr. Callewaert studeerde aan de Katholieke Universiteit Leuven en is handelsingenieur in de beleidsinformatica en bachelor in de filosofie.
Jan Smits startte zijn carrière bij Coopers & Lybrand en Van Ussel Bedrijfsrevisoren. Hij vervulde ook een aantal functies binnen de boekhouding en het financiële management van Pluma en Massive. In 1990 werd hij CFO van Punch International in België. Na 15 jaar werd hij CFO en lid van de Raad van Bestuur van Punch Graphix in Londen en dit via de IPO van het bedrijf op de London Stock Exchange (Aim). Vanaf april 2007 bouwde en managede hij de fabriek van Punch Powertrain in Nanjing, China. Sinds 2010 adviseerde hij bedrijven op het vlak van corporate finance-materies.
Mr. Patrick Hofkens was Senior Legal Counsel voor de Borealis Groep en advocaat bij Loyens & Loeff. Hij keerde terug naar Option nadat hij er eerder al General Counsel was van april 1998 tot december 2002. Mr. Hofkens behaalde zijn Master in de rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) en een Master in vennootschapsrecht aan de Katholieke Universiteiten Brussel en Leuven.
Mr. Bart Goedseels behaalde zijn Master in de rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven. Vanaf 1992 vervulde hij bij Leisureplanet (UK) diverse managementfuncties. Tussen 2001 en 2007 was hij al actief als Vice President Operations en Sales bij Option. In 2011 keerde hij terug in de rol van Chief Operating Officer (COO). Tussentijds washij General Manager van Waterleau, een Belgisch bedrijf actief in de milieusector.
Frédéric Nys behaalde een Master in de Toegepaste Wetenschappen aan de Katholieke Universiteit van Louvainla-Neuve. Hij begon zijn carrière in het Internationale Ruimtestation als System Engineer voor inbouwsystemen in de lucht- en ruimtevaart en werkte zo indirect voor het Europese Ruimtevaartagentschap ESA. Later werkte hij voor een aantal start-ups, actief op het domein van mesh computing en netwerken, en dit onder meer als real-time OS engineering manager of Innovation Cell manager. Hij vervoegde Option in 2002 als projectmanager van 's werelds eerste 3G-datakaart, en vulde daarna meerdere klantgerichte posities in, altijd geënt op de convergentie tussen techniek en business development of het bouwen aan een sterk netwerk binnen de IT en telecomindustrie.
"Een getalenteerd en sterk team dat Option de mogelijkheid biedt om te concurreren in de markt van de mobiele datacommunicatie"
Onze mensen
Option is er in de voorbije jaren in geslaagd om een getalenteerd team te bouwen dat unieke R&D, sales & marketing en andere competenties heeft die op wereldniveau kunnen concurreren in de markt van de mobiele datacommunicatie.
Eind 2010 telde Option 191 voltijdse medewerkers en 33 consultants. Option blijft wel actief op 4 continenten wereldwijd en stelt dus een internationaal team tewerk dat veel met elkaar overlegt en samenwerkt over de grenzen heen.
Option is nog steeds een jong bedrijf. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers is 38 jaar en gemiddelde anciënniteit bijna 5 jaar. We stimuleren onze medewerkers om zich professioneel te vervolmaken. Er hebben jaarlijkse of zesmaandelijkse evaluatiegesprekken plaats. Daarbij gaat ook aandacht naar de ambities en verwachtingen van de medewerker en zijn/haar opleidingsnoden.
Ook het afgelopen jaar informeerden we onze mensen regelmatig over de stand van zaken van de onderneming. Dat gebeurde via verschillende kanalen, waaronder e-mail, intranetberichten en presentaties voor het personeel. In de context van de herstructurering werd er intensiever dan ooit gecommuniceerd met de medewerkers en werden er raadplegingen georganiseerd van het personeel in lijn met de lokale wetgeving of gebruiken.
Option maakt er een punt van om een degelijke en veilige werkomgeving voor zijn medewerkers te creëren. In België gebeurt dit in overleg met het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (PBW). De productie-omgeving in Cork voldoet aan de strenge Ierse normen. Ook elders respecteert Option de lokale reglementering.
"Option erkent haar ecologische verantwoordelijkheid ten overstaan van haar personeel, aandeelhouders, klanten en het algemene publiek."
Option heeft oog voor haar verantwoordelijkheid om zich ethisch te gedragen bij het nastreven van haar bedrijfsdoelstellingen. Daarom legt de Groep de volgende ethische verklaring af. Option NV, met inbegrip van al haar dochterondernemingen, aanverwante bedrijven en/of geconsolideerde holdings, neemt volgende praktijken in acht:
We zullen niet investeren in een van de volgende gebieden:
We zullen de onderstaande activiteiten niet beoefenen:
We zullen onze werknemers niet discrimineren:
We zullen de nodige controles en procedures invoeren om te verzekeren dat al onze leveranciers en onderaannemers: -ethische normen hanteren die de bovenstaande zaken niet in het gedrang brengen
-de nodige controles en procedures hebben ingevoerd die verzekeren dat hun leveranciers of onderaannemers de bovenstaande zaken niet in het gedrang brengen
In onze distributie- en leveringsakkoorden zullen we clausules opnemen die omkooppraktijken verbieden. Binnen ons personeelsbeleid werken we maatregelen uit die we kunnen en zullen nemen om corruptie te voorkomen. Als beursgenoteerde onderneming komt Option de bepalingen inzake Corporate Governance na, aangezien zij lid is van de ETHIBEL Sustainability index.
De activiteiten van Option Wireless Ltd omvatten: "Creëren, produceren en leveren van producten en oplossingen voor draadloze communicatie". De organisatie erkent haar ecologische verantwoordelijkheid ten overstaan van haar personeel, aandeelhouders, klanten en het algemene publiek en streeft ernaar de bedrijfsomgeving van haar faciliteiten voortdurend te verbeteren. Daartoe verbindt de organisatie zich ertoe te allen tijde te beschikken over een gedocumenteerd milieubeheersysteem (Environmental Management System) dat voldoet aan de norm: ISO 14001:2004 en rekening te houden met alle reglementaire en wettelijke vereisten die relevant zijn voor haar sector, de lokale bedrijfsomgeving en de vereisten van haar klanten.
De organisatie heeft de volgende doelstellingen:
Het bovenstaande beleid wordt gesteund door de directie van Option Wireless Ltd, die de noodzakelijke middelen zal inzetten om ervoor te zorgen dat de doelstellingen en beoogde doelen kunnen worden verwezenlijkt. We creëren de passende programma's om onze doelstellingen te verwezenlijken en zullen die onderzoeken op de Annual Management Review en de Quarterly Objective Review Meetings.
Het certificaat van registratie van kwaliteitssysteem aan I.S. EN ISO 9001:2008 werd op 17 juni 2010 aan Option Wireless Ltd afgeleverd door de National Standards Authority van Ierland.
Het certificaat van registratie van het milieusysteem volgens I.S. EN ISO 14001:2004 werd op 24 april 2008 door de National Standards Authority van Ierland aan Option Wireless Ltd afgeleverd.
Geconsolideerd en statutair jaarverslag 2010 van de raad van bestuur van Option nv
Dames en Heren, Geachte Aandeelhouders,
Wij stellen u hierbij ons verslag voor inzake de statutaire en geconsolideerde resultaten van Option NV (verder ook de "Vennootschap" genoemd) betreffende het boekjaar dat op 31 december 2010 eindigde.
De geconsolideerde resultaten bevatten de financiële rekeningen van de moedervennootschap Option NV en al haar dochtervennootschappen bijgehouden tot het einde van de financiële periode: Option Wireless Ltd. (Cork, Ierland), Option Germany GmbH (Augsburg, Duitsland), Option Inc. (Alpharetta, Verenigde Staten van Amerika), Option Wireless Japan KK (Tokyo, Japan), Option Wireless Germany GmbH (Kamp-Lintfort, Duitsland), Option Wireless Hong Kong Limited (Hong Kong, China), Option Wireless Hong Kong Ltd. Representation Office (Suzhou, China), Option Wireless Hong Kong Limited Taiwan Branch (Taipei, Taiwan) (gezamenlijk "Option" of de "Groep"). Intragroep verrichtingen werden geëlimineerd bij de consolidatie van de Vennootschappen
Gedurende het financiële jaar 2010 verkocht de Groep alle aandelen van Multi Mode Multi Media Solutions NV, afgekort "M4S" (Leuven, België) en Multi Mode Multi Media Solutions Wireless Ltd, afgekort "M4S Wireless" (Cork, Ierland) aan Huawei. Deze transactie vond plaats op 17 november 2010.
Voor een gedetailleerd overzicht betreffende de geconsolideerde resultatenrekening en de balans, inclusief de toelichtingen conform IFRS (International Financial Reporting Standards) verwijzen we naar het financieel verslag.
De meest opvallende elementen van het geconsolideerd resultaat kunnen als volgt worden samengevat in k€ (duizend EUR):
De opbrengsten voor 2010 daalden met 60,7 % tot k€ 57.731, vergeleken met k€ 147.119 in 2009. De opbrengsten in verband met producten daalden van k€ 146 876 in 2009 naar k€ 51 037 in 2010, terwijl de opbrengsten in verband met licenties stegen van k€ 243 in 2009 naar k€ 6 694 in 2010. Deze 2010 licentie inkomsten waren vooral het gevolg van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Groep en Huawei Technologies in oktober 2010, waarin Huawei ondermeer overeenkwam om een licentie te nemen op de Option uCAN® Connection Manager software, en waarvoor een bedrag van € 27 miljoen werd betaald welke een periode van 1 jaar bestrijkt (met name de periode van 26 oktober 2010 tot 25 oktober 2011). De grondslagen omtrent de boekhoudkundige verwerking
in verband met dergelijke licentieovereenkomsten van de Groep bepaalt dat licentie inkomsten worden opgenomen als opbrengst over de periode van de licentie. Derhalve heeft de Groep, voor het financiële jaar 2010, € 4,9 miljoen als opbrengst erkend. Deze overeenkomst omvatte eveneens het potentieel voor een verlenging van de licentie voor een bedrag van maximaal € 33 miljoen. Aldus, na balansdatum:
De brutomarge voor 2010 bedroeg 26,1 % ten opzichte van de opbrengsten in vergelijking met een brutomarge van 18,5 % in 2009 (met inbegrip van eenmalige herstructureringskosten voor een bedrag van 2,4 miljoen €). Met een kostprijs van verkochte goederen van k€ 42 684 bedroeg de brutowinst k€ 15 047, een daling van 44,6 % in vergelijking met de brutowinst van 2009 ter waarde van k€ 27 188. De brutowinst van 2010 werd positief beïnvloed door een toename van de software en licentie opbrengsten welke hogere marges leveren in vergelijking tot de opbrengsten gegenereerd uit de verkoop van producten / devices.
In 2010 bedroegen de bedrijfskosten, inclusief afschrijvingen, herstructureringskosten en waardeverminderingen k€ 47 804 in vergelijking met k€ 81 530 in 2009. Dit komt neer op een daling met 41,4%. Deze daling van de bedrijfskosten is het resultaat van de herstructureringen, geïnitieerd in 2009, gecombineerd met lagere kosten welke in verhouding staan tot de verkopen, alsook een doeltreffende kostencontrole binnen de Groep.
De verkoop van de dochterondernemingen "M4S" en "M4S Wireless" aan Huawei in het laatste kwartaal van 2010 voor een bedrag van € 7,1 miljoen, genereerde andere inkomsten voor een bedrag van k€ 871 in 2010.
Tijdens het boekjaar bedroeg de EBIT k€ -31.886, of -55,2 % van de opbrengsten. In 2009 bedroeg de EBIT k€ -54.342 of -36,9 % van de opbrengsten.
De Groep realiseerde een negatief financieel resultaat van k€ -838 in 2010 (2009: k€ -6 673). Het netto wisselkoersresultaat in 2010 liep op tot k€ -220, voornamelijk te wijten aan de blijvende zwakke US dollar. Gedurende het financiële jaar 2009, heeft de Groep financiële instrumenten afgesloten ter indekking van de USD aan een bepaalde vooropgestelde koers. Gezien de volatiliteit van de USD in 2009 werd hierop een belangrijk wisselkoersverlies gerealiseerd op deze transacties. Vermits de Groep in 2010 geen dergelijke contracten meer afsloot heeft de Groep hierop geen belangrijke wisselkoersverliezen of wisselkoersopbrengsten gerealiseerd op dit soort overeenkomsten. De Groep ontving tevens k€ 59 interesten uit risicovrije beleggingen van de beschikbare liquide middelen (2009: k€ 80). De financiële kosten van k€ -720 vloeiden voornamelijk voort uit betaalde interesten met betrekking tot de huidige kredietlijnen alsook bankkosten, laattijdigheidsintresten en betalingsverschillen (2009: k€ -1 139).
Tengevolge de IFRS richtlijn met betrekking tot uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in dit opzicht het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen, dit voor een bedrag van € 29,7 miljoen, welke dient beschouwd te worden als een eenmalig, niet-kas item. Dit resulteerde in een negatief belastingresultaat van k€ - 28 314 (2009: positief belastingresultaat van k€ 7 333).
Het nettoresultaat in 2010 bedroeg k€ -61 038 of € -0,74 per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering. Ter vergelijking, in 2009 bedroeg het nettoresultaat k€ -53 682 of € -1,27 per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering.
Het balanstotaal bedroeg k€ 63 834 op het einde van het boekjaar, tegenover k€ 125 272 het jaar voordien.
De liquide middelen kenden een lichte toename tijdens het jaar van k€ 30 664 tot k€ 30 930 op het einde van 2010, met inbegrip van een bedrag van k€ 4 770 opgenomen van de bestaande kredietovereenkomsten (2009: k€ 8 347). In het laatste kwartaal van het boekjaar 2010 ontving de Groep een betaling van € 27 miljoen met betrekking op de software en licentie overeenkomst met Huawei.
De handels- en overige vorderingen daalden van k€ 16 254 tot k€ 7 277 op het einde van 2010. Deze daling is voornamelijk toe te schrijven aan de handelsvorderingen die gedaald zijn, een gevolg van de lagere verkopen over het volledige jaar 2010.
De voorraden daalden van k€ 17 336 tot k€ 12 425 op het einde van 2010. Deze daling is toe te schrijven aan een daling van de voorraadposities van goederen in bewerkingen, grondstoffen en afgewerkte producten en tevens door bijkomende afwaarderingen op de voorraden. Op het einde van 2010 bedroeg de totale provisie met betrekking tot het afwaarderen van de voorraad k€ 5 644 ten opzichte van k€ 10 146 in 2009.
De netboekwaarde van immateriële en materiële vaste activa kwam eind van 2009 uit op k€ 30 542, vergeleken met k€ 13 106 per 31 december 2010. Deze daling is te wijten aan een aantal factoren, zijnde:
haar balans, welke een waarde van € 6,1 miljoen vertegenwoordigden op het moment van verkoop (op het einde van 2009 bedroegen de geactiveerde R&D ontwikkelingen € 4,1 miljoen).
In 2010 bedroegen de investeringen in materiële vaste activa, voornamelijk testapparatuur k€ 64 (2009: k€ 934). De Groep investeerde ook k€ 9 300 (2009: k€ 16 161) in immateriële vaste activa, waarvan k€ 8.726 (2009: 15 929) in geactiveerde ontwikkelingsprojecten en k€ 574 (k€ 232) voornamelijk in bijkomende licenties.
De uitgestelde belastingsvordering, in hoofdzaak gevormd door de verliezen gerealiseerd in Option NV werd op basis van IFRS richtlijnen inzake uitgestelde belastingvorderingen in haar totaliteit teruggenomen. De Groep heeft hiervoor het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd. Tevens dient deze terugname beschouwd te worden als een eenmalig, nietkas item.
Tijdens het boekjaar bedroegen de schulden op ten hoogste één jaar k€ 59 768, of nagenoeg stabiel in vergelijking met k€ 59 040 in 2009. Dit is in hoofdzaak een combinatie van enerzijds:
De Groep genereerde een uitgestelde belastingverplichting, voornamelijk door het activeren van commerciële ontwikkelingsprojecten door de toepassing van IAS 38. In 2010 daalde deze verplichting met k€ 1 873 wat bijna volledig toe te schrijven was aan uitzonderlijke waardevermindering op deze geactiveerde ontwikkelingsprojecten en waarvoor de tijdelijke verschillen niet meer van toepassing waren.
Op een balanstotaal van k€ 63 834 bedroeg het totale eigen vermogen k€ 4 046.
De bedrijfsopbrengsten voor het volledige jaar bedroegen € 18,9 miljoen (samengesteld uit een omzet van 8,2 miljoen, geactiveerde ontwikkelingskosten van € 6,6 miljoen en overige intra-groeps opbrengsten en terug verworven kosten van 4,1 miljoen EURO). Deze bedrijfsopbrengsten bleven nagenoeg constant in vergelijking met de bedrijfsopbrengsten van € 19 miljoen in 2009 (voornamelijk samengesteld uit een omzet van € 4,4 miljoen, geactiveerde ontwikkelingskosten van € 9,5 miljoen en overige intragroeps opbrengsten van € 5,8 miljoen). De omzet in 2010 nam toe met € 3,9 miljoen, in hoofdzaak het gevolg van de opgenomen opbrengsten welke verband houden met de software en licentie overeenkomst met Huawei.
De operationele kosten daalden van € 57,7 miljoen naar € 38,2 miljoen, resulterend in een operationeel resultaat of EBIT van € -19,3 miljoen in vergelijking met een EBIT van € -38,7 miljoen in 2009, of een verbetering met € 19,4 miljoen. Deze verbetering is voornamelijk het gevolg van een combinatie van lagere aankopen van componenten en lagere operationele kosten als gevolg van de herstructureringen geïnitieerd in 2009.
De financiële opbrengsten daalden aanzienlijk, van € 30,3 miljoen in 2009 naar € 0,6 miljoen in 2010 . In het boekjaar 2009 was er een toekenning van een dividend van € 29 miljoen door de Ierse dochtervennootschap Option Wireless Ltd. De financiële kosten daalden eveneens aanzienlijk, van € 7,3 miljoen in 2009 naar € 0,9 miljoen in 2010. In 2009 heeft de Vennootschap financiële instrumenten afgesloten ter indekking van de USD aan een bepaalde vooropgestelde koers. Gezien de volatiliteit van de USD in 2009 heeft de Vennootschap een belangrijk wisselkoersverlies gerealiseerd op deze transacties. Vermits de Vennootschap in 2010 dergelijke contracten niet meer afsloot heeft ze hierop geen belangrijke wisselkoersverliezen of wisselkoersopbrengsten gerealiseerd op dit soort van overeenkomsten.
Op 31 december 2010 stelde de Groep 206 voltijdse equivalenten te werk in vergelijking met 411 voltijdse equivalenten op het einde van 2009.
Tijdens het boekjaar 2010 heeft de Vennootschap de bestaande geactiveerde onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten herzien, wat resulteerde in een bijzondere waardevermindering van € -5 miljoen (2009: € -1,7 miljoen) en welke voornamelijk toe te schrijven was aan wijzigende technologieën, hun kortere levensduur alsook snel wijzigende marktomstandigheden. Dit bedrag werd opgenomen als een uitzonderlijk resultaat in de jaarrekening van de Vennootschap.
Ten gevolge van bovenvermelde steeg het negatieve nettoresultaat van € -17,4 miljoen in 2009 naar € -23,9 miljoen in 2010, wat een daling vertegenwoordigt van € 6,5 miljoen.
De immateriële vaste activa daalden van € 11,5 miljoen naar € 8 miljoen, ten gevolge van een combinatie van de activering van ontwikkelingskosten en geboekte afschrijvingen en waardeverminderingen.
De materiële vaste activa daalden van € 8 miljoen naar € 4 miljoen voornamelijk wegens de geboekte afschrijvingen.
De financiële vast activa daalden van € 3,1 miljoen in 2009 naar € 2,6 miljoen in 2010 als onmiddellijk gevolg van de verkoop van "M4S" gedurende het boekjaar 2010.
De voorraden daalden van € 1,2 miljoen naar € 0,6 miljoen. Deze daling is voornamelijk toe te schrijven aan een dalende voorraad van componenten en afgewerkte producten.
De handels- en overige vorderingen stegen van € 13,7 miljoen in 2009 naar € 23 miljoen in 2010, voornamelijk ten gevolge een toename in de intragroepsvorderingen op Option Wireless Ltd. (Cork , Ierland) en Option Wireless Hong Kong Ltd. (Hong Kong, China) met € 15,4 miljoen gecombineerd met een afname van de
intragroepsvorderingen op "M4S" met € 1,6 miljoen (wegens verkoop), Option Wireless Germany GmbH (Kamp-Lintfort, Duitsland) en Option Wireless Japan KK (Tokyo, Japan) met € 4,8 miljoen.
De liquide middelen daalden tijdens het boekjaar van € 21,4 miljoen in 2009 naar € 1,7 miljoen op het einde van 2010. Dit is voornamelijk het gevolg van transferten van liquide middelen naar andere entiteiten binnen de Groep, omwille van betere korte termijn beleggingsvoorwaarden.
De voorziening van € 1,8 miljoen, aangelegd in 2009 met betrekking op de herstructurering, werd in 2010 volledig aangewend. Het bedrag van € 0,5 miljoen in 2010 heeft in hoofdzaak betrekking op provisies aangelegd voor juridische geschillen.
De schulden op ten hoogste één jaar daalden van € 28,8 miljoen naar € 13,3 miljoen. Deze daling volgt voornamelijk uit een afname met € 13 miljoen van de schulden met betrekking tot intragroepsverrichtingen, voornamelijk met de Ierse dochtervennootschap Option Wireless Ltd. Op het jaareinde van 2010 nam de Vennootschap een bedrag op van € 4,8 miljoen van haar bestaande
De enkelvoudige statutaire jaarrekening van de Vennootschap (volgens Belgische boekhoudregels) toont voor het boekjaar 2010 een nettoverlies van € -23,9 miljoen, ten opzichte van een nettoverlies van € -17,4 miljoen gerealiseerd in 2009.
kredietovereenkomsten (jaareinde 2009: € 8,3 miljoen).
Op een balanstotaal van € 40,2 miljoen bedroeg het totaal eigen vermogen € 3,7 miljoen op 31 december 2010, of minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal. Als een gevolg hiervan dient de verplichte procedure, uiteengezet in artikel 633 van het Wetboek van Vennootschappen, te worden nageleefd en een Algemene Vergadering van Aandeelhouders dient te worden gehouden uiterlijk twee maanden nadat de verliezen zijn vastgesteld door de Raad van Bestuur van 28 februari 2011. In dit verband heeft de Raad van Bestuur een Bijzondere Aandeelhoudersvergadering bijeengeroepen op 26 april 2011 en heeft een speciaal verslag opgesteld waarin zij voorstelt om de activiteiten van de Vennootschap voort te zetten en de maatregelen te identificeren die al zijn genomen en nog moeten worden genomen met als doel om haar financiële situatie te verbeteren.
Op 31 december 2010 stelde de Vennootschap 115 werknemers te werk, wat 113 voltijdse equivalenten vertegenwoordigde, in vergelijking met 184 voltijdse equivalenten op het einde van 2009.
De Raad van Bestuur stelt voor om het niet-geconsolideerde nettoverlies van k€ -23 942 over 2010 toe te voegen aan het overgedragen resultaat van het vorige boekjaar.
| Resultaatverwerking - verkort schema (conform de Belgische boekhoudnormen) | |||
|---|---|---|---|
| 31 december - in k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 | |
| Overgedragen winst / (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar | (44 132) | (26 714) | |
| Te bestemmen winst / (te verwerken verlies) van het boekjaar | (23 942) | (17 418) | |
| Te bestemmen winstsaldo / (te verwerken verliessaldo) | (68 074) | (44 132) |
Financieel
In 2010 bleef de draadloze breedband markt groeien. Mobiele data is nu een belangrijk element geworden voor de groeistrategieën van de meeste grote Europese en Amerikaanse operatoren. Echter, volgens GSMA (de "GSM Associatie") hebben Europese exploitanten nog een lange weg te gaan om de niveaus van non-voice omzet te bereiken welke worden gerealiseerd door de exploitanten in hoog-ontwikkelde markten zoals Japan. SoftBank, de derde grootste operator van Japan, beweert de eerste operator in de wereld te zijn geworden die meer inkomsten genereert uit non-voice dan voice. Vorig jaar, bedroeg het percentage van de non-voice inkomsten bij SoftBank 54 procent. Haar Japanse rivalen zijn niet ver achter, nonvoice was goed voor 49 procent van de omzet bij NTT Docomo in 2010, en 45 procent bij KDDI. (bron: GSMA Mobile Business Briefing, maart 2011)
De toenemende populariteit van de smartphone bij zowel bedrijven en consumenten is een belangrijke motor voor de groei van draadloze data. Maar connectiviteit voor andere apparaten, zoals tablets zal naar verwachting steeds belangrijker worden en zal een belangrijke bijdrage leveren aan de totale inkomsten van de operatoren met betrekking tot connectiviteit. De groei van het aantal aansluitingen zal leiden tot grotere behoefte aan toepassingen en inhoud, beveiliging, kosten en andere diensten gerelateerd aan mobiele apparaten.
Voor vele jaren was de verwachting dat de markt van draadloze modems snel zou evolueren van externe (zoals USB-sticks) naar geïntegreerde vormfactoren (modules). Echter, vandaag blijven de USB modems het leeuwendeel uitmaken van de mobiele breedbandmodem markt. Bovendien heeft ABI Research onlangs aangegeven dat zij verwacht dat het volume van de USB-modems zal blijven toenemen tot bijna 125 miljoen leveringen in 2013. In tegenstelling, de leveringen van geïntegreerde module modems vertraagden in 2010 ten opzichte van het voorgaande jaar (bron: ABI Research). Het idee dat met 3G-modem uitgeruste netbook verkopen via mobiele netwerk operatoren een snelle start zou betekenen van de geïntegreerde modem markten, bleek onjuist vermits de populariteit van 3G geactiveerde netbooks beperkt bleef en de mobiele operatoren welke deze apparaten verkochten niet werden beschouwd als zijnde het juiste en beste kanaal voor het kopen van computers. Het recente succes van de Apple iPad en andere tablet-PC's zou dit kunnen veranderen vermits de attach rate voor deze apparaten (dwz het aantal tablet-pc's verkocht met ingebouwde 3G-modem) naar verwachting veel hoger zal zijn dan het geval was voor de netbook PC's.
De laatste 3 jaren heeft de M2M-of Machine-To-Machinemarkt veel aandacht verzameld in onze sector; twee van Option's reeds lang bestaande concurrenten in de mobiele breedbandmarkt, Sierra Wireless en Novatel Wireless, namen bedrijven over die actief zijn in de M2M-markt (Wavecom door Sierra Wireless, Enfora door Novatel Wireless).
Hoewel de groei in de M2M-markt vrij traag bleek in het recente verleden (voornamelijk de groei in de 3G-oplossingen voor M2M), is de verwachting dat de toekomst nog veel meer toepassingen deze markt in staat zullen stellen sneller te groeien. Niettemin zullen mobiele M2M module verkopers naar verwachting ook worden geconfronteerd met een steeds toenemende druk op hun vermogen om winst te genereren. Deze druk op de markt omvat commoditisering, de dreiging van veroudering in de waardeketen en de concurrentie van gecustomiseerde module makers. De brede term M2M is in feite opgebouwd uit vele verschillende marktsegmenten elk met verschillende controlepunten, groeifactoren en belemmeringen. De cellulaire M2M-markt weerspiegelt dit. Er is een algemeen versnipperde basis van applicatie-ontwikkelaars en dit zal problemen opleveren indien leveranciers ernaar streven om voet op grond te krijgen en volumes te laten groeien, en indien de markt vooruit kijkt naar de mogelijke gevolgen van 4G-technologieën. (bron: ABI Research). Enkele brede thema's zijn in opkomst. Operatoren werken samen met of verkopen via gespecialiseerde M2M MVNE's en MVNO's
die de flexibiliteit hebben om zich aan te passen aan de verschillende business modellen, welke vereist zijn in elk segment. Veiligheid steekt de kop op als een belangrijk probleem, in het bijzonder als M2M systemen worden ingezet in kritische infrastructuren of systemen waarbij privacy belangrijk is. Veel partijen dringen aan op een verdere module standaardisatie op zowel de hardware als software-interface niveaus.
Software en software-toepassingen (of apps) blijven een belangrijke motor voor de mobiele breedbandmarkt, zoals blijkt uit het succes van Apple met de online apps store en Google met het Android platform en het aanbod van toepassingen.
Het groeiende succes van de verschillende cloud computing en social networking-oplossingen heeft geleid tot discussies over aanverwante (gepercipieerde) veiligheids- en privacykwesties. Zoals eerder vermeld, is beveiliging ook een toenemende zorg met betrekking tot nieuwe M2M toepassingen.
Het wijdverspreide gebruik van smartphones en de bijbehorende applicaties hebben geleid tot een toenemende vraag naar bandbreedte, welke op hun beurt hebben geleid tot een aantal congestieproblemen, waarbij de bestaande netwerkcapaciteit onvoldoende bleek te zijn om de toegenomen vraag van de gebruikers te ondersteunen. Dit op zijn beurt heeft geleid tot een toenemende focus op methoden om de netwerken te ontlasten, bijvoorbeeld via WiFi ontlading en Femtocell roll-out. Hoge niveaus van het signaleringssysteem bij 3G-netwerken resulterende in een verminderde dienst voor klanten van netwerk operatoren, zijn ook veroorzaakt door slecht geschreven toepassingen.
De evolutie van de download snelheden heeft haar opwaartse trend verdergezet met netwerk-upgrades die download snelheden tot 21Mbps en 28Mbps ondersteunen. Standaard download snelheden zijn verhoogd van 3,6 Mbps naar 7,2 Mbps. In de VS heeft Verizon het gebrek aan een geloofwaardig upgrade pad voor haar CDMA-netwerk haar gedwongen om LTE agressief uit te rollen, welke een oorlog op het gebied van snelheid heeft gestimuleerd tussen de carriers, waarbij elk van hen agressieve strategieën op netwerk rolouts en vorderingen op download snelheden nam. AT & T heeft zich in eerste instantie gericht op het opbouwen van de dekking op hun 7.2Mbps HSPA-netwerk en focusten zich op hun LTE hogesnelheids plannen, doch in 2010 wijzigden ze de strategie en lanceerden ook 21Mbps HSPA +. Er is veel verwarring over de werkelijke betekenis van 4G of vierde generatie mobiele netwerken. Aanvankelijk verwees dit naar LTE-netwerken, maar T-Mobile US verwees naar hun uitrol van HSPA + 21Mbps netwerk als 4G en omschreef zelfs apparaten die beperkt waren tot 14.4Mbps als 4G. T-Mobile is ook twee-kanaals HSPA + aan het implementeren welke snelheden tot 42Mbps kunnen bereiken, vergelijkbaar met de vroege LTE roll-outs. Dit probleem van de terminologie en de grote verschillen tussen de theoretische maximale snelheid en het echt ervaren ervan kunnen leiden tot verwarring bij de consument.
De uitrol van het nieuwe LTE-netwerk van Verizon begon in 2010 met netwerk "hotspots", welke voor het jaareinde gebruiksklaar waren in een beperkt aantal regio's. De AT & T uitrol zal naar verwachting starten in begin 2011. We verwachten dat HSPA + snelheden evolueren naar 42MB en dan 84 MB gelijktijdig met de LTE implementatie.
In Europa lijkt de situatie anders te zijn. Hoewel Telia Sonera LTE lanceerde in december 2009 en Deutsche Telekom gemeld heeft te zijn begonnen met de uitrol van de LTEnetwerken in 2010, lijkt er een algemene consensus te zijn dat de meeste operatoren wat meer tijd zullen nemen om een brede uitrol van nieuwe LTE-netwerken te starten. Een recente studie van Juniper Research voorspelt dat de werkelijke stijging van het aantal LTE abonnees rond 2012 zal beginnen en waarbij het onderzoeksbedrijf 300 miljoen LTE-gebruikers voorspeld in 2015.
In het algemeen kunnen de LTE-implementaties trager zijn dan verwacht vanwege het grote aantal verschillende banden welke zijn toegewezen voor het gebruik met LTE in de diverse regio's in de wereld. Dit is waarschijnlijk om de volumes op apparaten geproduceerd voor specifieke regio's te beperken en LTE roaming te compliceren.
2010 was voor de Vennootschap een nog moeilijker jaar dan 2009. De angst voor een dubbel dip scenario en de prijsconcurrentie van de Chinese leveranciers Huawei en ZTE resulteerde in een verdere daling van de verkoopprijzen en winstmarges op USB-apparaten. Bovendien, omwille van het moeilijke economische klimaat, focusten de klanten zich op prijs en gingen hun voorkeuren uit naar low-end volume producten. Option heeft gereageerd door zich te blijven focussen op de hardware onafhankelijke software-oplossingen, end-toend diensten voor mobiele operatoren en zicht te richten op haar geïntegreerde module portefeuille naar specifieke segmenten met een toegevoegde waarde. Nieuwe initiatieven en ontwikkelingen werden gestart in 2010 om nieuwe oplossingen en producten toe te voegen aan de 2011 productenportefeuille van de Vennootschap. Hoe dan ook was de impact op de 2010 resultaten aanzienlijk.
De focus op de Amerikaanse markt heeft de Vennootschap in staat gesteld om positieve marges te behouden op de verkoop van USB-apparaten en haar aanwezigheid in de VS verder uit te bouwen. In 2010 nam het belang van de Amerikaanse verkopen ten opzichte van het totale verkoopscijfer van de Vennootschap verder toe (van 17% in 2009 naar 29% in 2010). Hoewel de prijsdruk een impact heeft gehad op de marge van de omzet in de VS, bleven de marges op de verkoop van USB apparaten in 2010 aanzienlijk beter dan de marges op de verkoop van USB-apparaten in Europa.
In Europa bleef de prijserosie een impact hebben op de business van de Vennootschap. In 2010 leverde Option 0,9 miljoen apparaten, een daling met 65,5% ten opzichte van 2009. De inkomsten voor het jaar bedroegen € 57,7 miljoen, een daling met 60,7% ten opzichte van 2009.
Gedurende het jaar, bleven de USB-apparaten de dominante vormfactor, goed voor 68,7% van de volumes en 52,4% van de inkomsten. De markt van de datakaarten bleef dalen en vertegenwoordigde 11,2% van de volumes en 10,1% van de inkomsten. De geïntegreerde modules vertegenwoordigden ongeveer 14,3% van de volumes en 10,8% van de inkomsten.
Naar aanleiding van de aanzienlijke prijsdruk, geïnitieerd door de Chinese concurrenten, heeft Option een aantal zaken geopend bij de Europese Commissie:
In oktober 2010 sloten Option en Huawei Technologies een samenwerkingsovereenkomst af, waarbij de ondernemingen overeen kwamen om samen te werken op verschillende niveaus door het delen van technologie, het verkennen van verdere samenwerking op het gebied van R&D projecten, het verlenen van een licentie op Option's connection manager software en de verwerving van Huawei van het halfgeleiderbedrijf M4S (een 100% dochteronderneming van Option). In de geest van deze toekomstige samenwerking heeft Option haar bovenvermelde anti-dumping en anti-subsidie klachten voor de import van draadloze wireless wide area networking
modems uit China teruggetrokken en de Belgische regering gevraagd om de vraag naar vrijwaringsmaatregelen in te trekken en de Europese Commissie gevraagd om de drie onderzoeken te sluiten.
De Vennootschap bleef haar uCAN® Connect connection manager business verder ontwikkelen. In februari lanceerde Option uCAN® Connect 3.0 dat door Telenor Noorwegen werd ingezet als hun MK6 Connection Manager. Option verwierf een goede reputatie met haar uCAN® Connect met nieuwe implementaties voorzien voor 2011. Option's expertise in connection management werd ook erkend door middel van onze diensten overeenkomst met Interdigital, welke heeft geresulteerd in de integratie van een geavanceerde managementoplossing op het gebied van bandbreedte in het uCAN® Connect-platform. Het management van bandbreedte is een logisch vervolg op ons eerdere werk op WiFi offloading en Mobile IP. Terwijl mobiele breedband klanten meer en meer toepassingen gebruiken die alsmaar meer bandbreedte gebruiken, zijn de operatoren op zoek naar oplossingen om deze groeiende vraag aan te kunnen, hun netwerkprestaties te behouden en de operationele kosten van hun netwerk onder controle te houden. De gezamenlijke ontwikkeling door Interdigital en Option richt zich om te voldoen aan deze groeiende behoefte.
Naar het einde van 2009 toe was Option in staat om de activa (met inbegrip van de intellectuele eigendom) en de belangrijkste ontwikkelaars van iNEWiT te verwerven, een Belgische onderneming die voorheen gevestigd was in Mechelen en gespecialiseerd in het ontwerpen en ontwikkelen van bewakingscamera oplossingen. Met deze overname heeft Option zich de nodige vaardigheden en technologieën toegeëigend om haar mogelijkheden te verbeteren tot het leveren van end-to-end oplossingen aan operatoren. Het eerste product welke uit deze technologie voortvloeit, zijnde de VIU2 thuis beveiligingscamera, biedt een out of the box home video veiligheidsdienst aan waarin niet enkel de camera hardware en communicatie werd verenigd, maar ook een full-service, ondersteund door een back-end server, alsook een web site oplossing. Dit biedt operatoren de mogelijkheid om nieuwe klanten en inkomstenstromen te verwerven, dit met een minimum aan inspanning. Wij zijn van plan om verder te bouwen op dit platform om nieuwe end-to-end oplossingen aan te bieden die voldoen aan de beoogde opportuniteiten met betrekking tot diensten van operatoren.
Option's partnerschip met Kobil Systems GmbH heeft geresulteerd in de lancering van de 3G-mIDentity oplossing. mIDentity 3G is een unieke combinatie van authentificatie, hardware versleutelde opslag, zero footprint toepassing en veilige mobiele communicatie in één enkel, compact USB-apparaat ondersteund door een complete beheersinfrastructuur. mIDentity 3G maakt een hoogstaand veilig gebruik van, alsook de toegang tot een portal mogelijk, virtuele desktop en oplossingen voor documentondertekening voor banken, overheden en bedrijven wat controle en het vertrouwen van de gebruiker veilig stelt, toepassing en netwerk in één enkel, handig product. Onlangs werden klanten zeer bezorgd omtrent de beveiliging van mobiele toepassingen. Dit verhoogd besef voor veiligheidskwesties werd gestuurd door opvallende lekken bij de overheid en het bedrijfsleven alsook de groeiende interesse in de toepassing van draadloze technologie met betrekking tot gevoelige telemetrische oplossingen. Wij geloven dat de expertise die is opgedaan door de ontwikkeling van mIDentity 3G ons zal toelaten om een toegevoegde waarde te creëren aan onze draadloze en mobiele producten door middel van state-of-the-art veiligheidsvoorzieningen.
In 2010 heeft Option haar embedded solutions business gericht op module marktsegmenten waar onze technische mogelijkheden ons in staat stellen om een significante meerwaarde te creëren. We lanceerden de tweede generatie van onze Landed Grid Array (LGA) 3G-modules van het GTM601/GTM609 productassortiment. De kenmerken van de module familiegroep is gericht op speciale telefoontoestellen zoals industriële handhelds en nieuwe tablet type apparaten. De GTM601/GTM609 leveren de dunste HSPA + modules ter wereld, gecombineerd met een tweede generatie pad lay-out met een uitstekende warmteafvoer en gemakkelijk te fabriceren. We hebben al aangekondigd een ontwerp te
36
hebben gewonnen met een Android Luxe smartphone, de Lumigon T1 en om verder te werken met klanten op andere onaangekondigde producten. Option heeft ook de GTM671/GTM679 modules op de markt gebracht. Dit zijn de eerste HSPA + half grootte miniPCI modules voor zowel HSPA + 3G-modem en WiFi-connectiviteit, welke nieuwe miniaturiseringniveaus brengen van de draadloze
Gezien de herstructurering, geïnitieerd in 2009 en verder geïmplementeerd in 2010, besliste Option om haar O&O inspanningen te richten op haar verschillende kern competenties. De Vennootschap verstevigde hiervoor haar bestaande O&O competenties en knowhow in zijn twee O&O centra te Leuven en Kamp-Lintfort door hen in één centrum samen te brengen in Leuven, en verminderde haar kosten O&O kosten hierbij aanzienlijk. Hierdoor sloot de Kamp-Lintfort faciliteit in Q4, 2009. Als een gevolg hiervan ging Option Wireless Germany GmbH (Kamp-Lintfort) in liquidatie.
In de loop van 2010, bleef Option verder samenwerken met haar 100% dochtervennootschap M4S, een voormalige spin-off van IMEC, aan de ontwikkeling van een herinstelbare zendontvanger, meerdere verschillende technologieën ondersteunend (inclusief 2G-3G en LTE) en met wereldvermaarde resultaten voor wat betreft krachtverbruik en verkleining. In het licht van de zeer moeilijke economische omgeving en de behoeften aan kasmiddelen waarmee Option werd geconfronteerd gedurende het grootste deel van 2010 heeft de Vennootschap beslist om M4S verkopen en begon in de tweede jaarhelft van 2010 een formeel verkoopproces
De herstructurering die de Vennootschap in 2009 ondergaan heeft, had een belangrijke impact op de organisatie. Alle locaties van de Option Groep werden getroffen door de kostenvermindering. De Kamp-Lintfort site in Duitsland sloot in december 2009; in Cork (Ierland) werd het aantal FTEs verder verminderd in 2010 tengevolge een verdere functionaliteiten voor tablets, netbooks en gespecialiseerde geïntegreerde systemen. Alle nieuwe modules worden geleverd in uitvoeringen met CDMA-connectiviteit wat ons toelaat om ons op apparaten te richten die werken voor alle Amerikaanse netwerk operatoren. We blijven onze modules op de markt brengen in combinatie met ons industrieel erkende ontwerp, integratie en certificatie diensten.
waarbij verschillende potentieel geïnteresseerde partijen werden benaderd. Dit proces heeft geleid tot de verkoop van M4S aan Huawei voor een totaal bedrag van € 8 miljoen, waarvan Option ongeveer € 7,1 miljoen ontving. De verkoop van M4S aan Huawei zal de M4S technologie in staat stellen om gebruik te maken van de ruime middelen van Huawei's R&D- en distributie- mogelijkheden.
Naar de toekomst toe zal de Vennootschap zich blijven richten op de ontwikkeling van oplossingen (met inbegrip van een soft- en hardwarecomponent). Als gevolg hiervan, wordt er verwacht dat het relatieve belang van software ontwikkeling in de afdeling engineering verder zal toenemen in de tijd. De prijsdruk op de hardware producten gecombineerd met een stijging van de kosten van productontwikkeling noodzaakte de Vennootschap om zich te concentreren en om haar rol te evalueren bij de ontwikkeling van een "end-to-end" oplossing, dat wil zeggen werken rond een model waarbij de ontwikkeling van interne- en uitbestede productontwikkeling de Vennootschap in staat zal stellen haar kosten voor productontwikkeling te verlagen tijdens het aanbieden van een gediversifieerde product (en oplossingen) portfolio.
daling van de vraag. In België werden twee collectieve ontslagprocedures geïnitieerd in 2009 en de laatste herstructurering werd beëindigd in 2010, resulterende in een belangrijke vermindering van het personeelsbestand; de omvang van de Japanse vestiging werd verkleind en verplaatst naar nieuwe kantoorgebouwen.
De samenstelling van het Executive Management Team van de Groep werd beïnvloed door het vertrek van Philippe Rogge (voormalig COO) begin 2010.
Om haar marktstrategie te ondersteunen heeft de Vennootschap beslist om haar organisatie meer te aligneren met haar doelmarkt en product segmenten. Deze alignerings oefening werd geïmplementeerd in 2011 en heeft ertoe geleid dat de Vennootschap nu georganiseerd is in business units, elk gefocust op één van de kernactiviteiten van de Vennootschap:
De Groep blijft de opbouwmontage uitbesteden van haar belangrijkste productlijnen (USB-sticks, ingebouwde modules en Routers) aan de verschillende productie partners in Azië (China en Japan). De afwerking van de
De laatste kapitaalverhoging dateert van december 2009 welke geleid heeft tot de uitgifte van 41.249.296 nieuwe
Op Groepsniveau vonden een aantal belangrijke gebeurtenissen plaats die gemeld werden op de website van de Vennootschap. We bieden een overzicht van de
31 januari 2011: De Groep maakte bekend dat het haar software licentie overeenkomst met Huawei
Connection Manager Gericht op groei van onze uCAN Connect connection manager business.
Gezien de totale omvang van de Vennootschap en de gediversifieerde activiteit die zij implementeert, blijven het engineering en productie team werken in een matrix structuur, dit wil zeggen dat zij bestaan uit een engineering en productie ondersteunende pool, werkend aan de projecten die worden gedreven door de verschillende business units. Deze business unit-organisatie stelt de Vennootschap in staat om de organisatorische focus ten volle te kunnen besteden aan elke van deze winstgevende nieuwe marktsegmenten op welke men zich richt.
productie wordt gedaan in functie van het product en de wensen van de klant of de nabijheid. Het supply chain management en inkoop voor alle producten blijft beheerd worden vanuit Europa (Ierland en België).
Option aandelen.
verschillende persmededelingen die tijdens de eerste drie maanden van het boekjaar 2011 gedaan werden:
heeft uitgebreid en dat zij een betaling van € 11 miljoen heeft ontvangen.
De waarderingregels in veronderstelling van continuïteit werden zowel voor de jaarrekeningen als voor de geconsolideerde jaarrekeningen van de Vennootschap gebruikt. De Raad van Bestuur is van mening dat, niettegenstaande het bestaan van belangrijke overdraagbare verliezen en het feit dat de Vennootschap als een gevolg hiervan op 31 december 2010 onder de voorwaarden viel van Artikel 633 van het Wetboek van Vennootschappen, het gebruik van waarderingsregels in veronderstelling van continuïteit gerechtvaardigd is, het onderstaande in overweging nemend. Dit is verder uitgewerkt en toegelicht in het bijzonder verslag van de Raad van Bestuur in overeenstemming met artikel 633 van het Wetboek van Vennootschappen.
De Vennootschap opereert hoofdzakelijk in het draadloze data segment. Dit segment blijft een van de belangrijkste groeigebieden voor de telecomsector. Het groeipotentieel van de sector is verder bewezen door de ontwikkeling van nieuwe productcategorieën (zoals ebook reader en tablet PC's) mede door de focus van belangrijke IT ondernemingen, door de investeringen en innovatie van aanbieders van componenten (zoals Intel en Qualcomm) en door de groei van de toepassingen op de markt (bijv. toepassingen voor het Android platform van Google). Option is reeds actief in dit marktsegment voor meer van € 22 miljoen heeft ontvangen. Deze transactie is het laatste deel van deze uitbreiding onder de huidige licentie overeenkomst.
software met betrekking tot Bandwidth Management voor op het Mobile World Congress
Francis Vanderhoydonck, als onafhankelijk bestuurder, met ingang van 1 januari 2011.
dan een decennium en heeft waardevolle knowhow, samenwerkingen en verkoopskanalen opgebouwd.
In 2009 en 2010 nam de Vennootschap maatregelen om haar kostenbasis drastisch te verlagen en om haar organisatie aan te passen aan de geherdefinieerde strategie. Niettegenstaande het effect van deze maatregelen op de Groep in zijn geheel, kon Option haar productontwikkeling en weg naar innovatie verderzetten, resulterend in de lancering van nieuwe hardware- en software producten (uCAN familie). Verder bleef de Groep interessante samenwerkingen aangaan voor de implementatie van haar nieuwe strategie (Kobil, Skinit). Bovendien heeft de Groep een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Huawei Technologies, waarbij beide bedrijven overeengekomen zijn om samen te werken op verschillende niveaus door het delen van technologie en het verkennen van verdere samenwerking op het gebied van R&D en licenties.
Option heeft alle noodzakelijke stappen ondernomen om haar kostenbasis te herschikken om zo terug winstgevend te worden. Deze kostenvermindering heeft geresulteerd in een zeer belangrijke vermindering van operationele kosten in 2010 (vermindering met 46,9% over het jaar exclusief herstructurering en afschrijvingen) in vergelijking met
Kern ontwikkelingen – het verstevigen van de liquiditeit van de Groep:
In oktober 2010 heeft de Groep een overeenkomst afgesloten met Huawei Technologies, zoals hiervoor vermeld. In overeenstemming met de voorwaarden van deze overeenkomst heeft de Vennootschap een eerste betaling van € 27 miljoen ontvangen in het laatste kwartaal van 2010. Na balansdatum kondigde de Groep aan dat zij bijkomende betalingen van Huawei heeft ontvangen voor een totaal bedrag van € 33 miljoen, welke een gegarandeerde niet recurrente omzet zal leveren voor 2011 en 2012.
Op 17 november 2010 heeft de Groep een overeenkomst afgesloten met betrekking tot de verkoop van M4S, een dochterondernemingen van de Groep. De ontvangen vergoeding in contanten bedroeg € 7,1 miljoen.
Bovenvermelde heeft geleid tot een sterke liquiditeitspositie, welke de Groep in staat zal stellen om haar gedefinieerde marktstrategie verder te ontwikkelen. Ter ondersteuning van de marktstrategie van de Groep heeft de Vennootschap haar organisatie aangepast op basis van de beoogde markt en product segmenten. De Groep is nu georganiseerd in 4 verschillende business units, wat de Groep in staat zal stellen om haar organisatorische focus op de winstgevende nieuwe marktsegmenten waarop zij zich richt, te verhogen.
Om extra liquiditeit te verzekeren alsook om het werkkapitaal te versterken, heeft de Groep een kredietfaciliteit overeenkomst afgesloten met ING en Dexia. Tijdens het boekjaar 2010 werd het maximumbedrag om in contanten voorschotten op te nemen, herzien en vastgesteld op het hoogste van € 8,3 miljoen of 60% van de uitstaande nietvervallen vorderingen. Deze kredietlijnen hebben een aantal convenanten; een leverage covenant, een solvabiliteits covenant en een eigen vermogen covenant. Tengevolge de opgelopen verliezen is het eigen vermogen van de Groep beneden de vereiste drempel gegaan en schendt de Vennootschap heden de naleving van de eigen vermogen convenant en de solvabiliteits covenant. De Vennootschap onderhandelt over een mogelijke tijdelijke kwijtschelding van deze convenanten met ING en Dexia.
Op 9 december 2004 publiceerde de Commissie voor Deugdelijk Bestuur de Belgische Code voor Deugdelijk Bestuur. Op 12 maart 2009 werd een vernieuwde versie van deze Code gepubliceerd, welke de Code gepubliceerd in 2004 heeft vervangen. Option conformeert zich uitdrukkelijk naar deze Code van 2009 en heeft op haar website www.option.com een geactualiseerd Charter van Deugdelijk Bestuur gepubliceerd, hetgeen haar beleid en structuur inzake Deugdelijk Bestuur weergeeft, in overeenstemming met voormelde Code van 2009.
De Code van 2009 heeft een hoge graad van ingebouwde flexibiliteit, hetgeen het voor elk bedrijf ongeacht haar omvang, activiteiten of cultuur, mogelijk maakt om deze te implementeren. Het is gebaseerd op een "pas toe of leg uit" systeem, welke het voor bedrijven mogelijk maakt om af te wijken van de bepalingen van de Code van 2009 wanneer specifieke omstandigheden het rechtvaardigen, mits het geven van een adequate uitleg.
Option hanteert het "pas toe of leg uit" systeem met betrekking tot volgende onderwerpen:
De statuten bepalen dat de Raad van Bestuur ten minste drie en ten hoogte negen leden telt, die voor een termijn van hoogstens zes jaar door de algemene aandeelhoudersvergadering benoemd worden. In overeenstemming met de principes van de Code worden de bestuurders van de Vennootschap voor een maximumduur van vier jaren benoemd. De Raad van Bestuur dient ten minste drie onafhankelijke bestuurders te bevatten.
Op 31 december 2010 was de Raad van Bestuur samengesteld uit vijf leden, namelijk:
comités te combineren zodat het Remuneratiecomité tevens de rol van Benoemingscomité uitoefent.
| An Other Look To Efficiency SPRL, vertegenwoordigd door Olivier Lefebvre (vaste vertegenwoordiger), onafhankelijk bestuurder, voorzitter |
|---|
| Jan Callewaert, uitvoerend bestuurder, gedelegeerd bestuurder |
| Lawrence Levy, niet-uitvoerend bestuurder |
| David A. Hytha, onafhankelijk bestuurder |
| Q-List BVBA, vertegenwoordigd door Philip Vermeulen (vaste vertegenwoordiger), onafhankelijk bestuurder |
Het mandaat van Q-List BVBA en An Other Look To Efficiency SPRL, benoemd bij beslissing van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders gehouden op 26 augustus 2008, zal eindigen onmiddellijk na de Algemene Jaarvergadering, die gevraagd zal worden om de jaarrekeningen voor het jaar 2011 goed te keuren.
Het mandaat van de heren Callewaert, Levy en Hytha zal eindigen onmiddellijk na de Algemene Jaarvergadering, die gevraagd zal worden om de jaarrekeningen voor het jaar 2012 goed te keuren
In 2010 kwam de Raad van Bestuur 22 maal samen, 5 maal in persoon en 17 maal via conference call. Het gemiddelde aanwezigheidsquorum bedroeg 93,18% (2009: 93,50%), met de volgende individuele aanwezigheden:
De volgende bestuurders verlieten de Raad van Bestuur in 2010:
Zoals hierboven vermeld, werd FVDH Beheer BVBA vertegenwoordigd door Francis Vanderhoydonck (vaste vertegenwoordiger) benoemd als nieuwe onafhankelijke bestuurder ingaand op 1 januari 2011.
| Jan Callewaert: | 95,45% |
|---|---|
| Q-List BVBA: | 100,00% |
| David A. Hytha | 100,00% |
| Lawrence Levy: | 100,00% |
| An Other Look To Efficiency | 100,00% |
| Visinnova BVBA (tot15 maart 2010): | 50,00% |
| Jan Loeber (tot 30 april 2010): | 66,67% |
| Arnoud De Meyer (tot 17 september 2010): | 66,67% |
Gedurende 2010 kwamen de niet-uitvoerende bestuurders bijeen om de verhouding met de CEO en het Executive Management Team van de Vennootschap te bespreken. De Raad van Bestuur startte bovendien de voorbereidingen voor het invoeren van een evaluatieproces hetgeen in de loop van 2011 zou worden afgerond. Het evaluatieproces wordt gestuurd door de Voorzitter van de Raad van Bestuur en focust op de werking van de Raad van Bestuur en de comités, de bijdrage van elke bestuurder, de interactie met het Executive Management Team en de samenstelling van de Raad van Bestuur of comités.
In 2010 paste de Raad van Bestuur d.d. 26 mei 2010 de procedure toe voorzien in artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen. In overeenstemming met de bepalingen van dit artikel wordt een uittreksel van de notulen waarin deze procedure werd nageleefd hieronder opgenomen:
"Alvorens de beraadslaging over dit en het volgende
punt op de agenda aan te vatten, informeert Jan Callewaert de Raad van Bestuur in overeenstemming met de bepalingen van Artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen dat hij mogelijks een belangenconflict van vermogensrechtelijke aard heeft met de Vennootschap met betrekking tot de beslissingen die de raad in dit verband zou kunnen nemen. Jan Callewaert legt verder uit dat hij eigenaar is van de meerderheid van de aandelen in Mondo NV en dat de succes fee en de algemene vergoeding die wordt betaald aan Mondo NV als CEO van de Vennootschap één van de onderwerpen is die zullen worden besproken door de Raad. Daarom, in overeenstemming met de bepalingen van voornoemd Artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen, verlaat Jan Callewaert de vergadering en neemt hij niet deel aan de verdere bespreking, deliberatie en stemming."
Aansluitend op de aanbeveling van het Remuneratie Comité, bespreekt de Raad van Bestuur de vergoeding betaald aan de CEO van de Vennootschap.
De vergoeding die momenteel betaald wordt aan de CEO van de Vennootschap is vastgesteld op een som van 540.000 EUR per jaar en een variabel bedrag van maximaal 67.500 EUR per jaar. Daarenboven voorziet de Vennootschap een representatieve wagen en benzine voor de CEO alsook een mobiele telefoon en laptop.
Gelet op de daling van de omzet en omvang van de Vennootschap, en de wereldwijde economische groeivertraging, bespreekt de Raad de aanpassing van de totale vergoeding van de CEO in lijn met de marktgebruiken. Op basis van de input uit de markt is de Raad van Bestuur van mening dat de omvang van het basisloon verminderd moet worden en de omvang van de variabele vergoeding verhoogd. Bijkomend lijkt een vermindering van het totale vergoedingspakket gepast.
De HR verantwoordelijke van de Vennootschap heeft Towers Watson gevraagd om een marktstudie aangaande de CEO vergoeding. Volgens de resultaten van deze studie::
is onder marktniveau daar waar zeer vaak een CEO jaarlijks warranten zou ontvangen.
Bijkomend suggereert de Raad dat het vergoedingspakket dat betaald wordt aan de CEO tevens de vergoeding zou dekken die wordt betaald aan Jan Callewaert in zijn hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur.
Na beraadslaging besluit de Raad van Bestuur om het vergoedingspakket van de CEO als volgt vast te stellen:
En de andere voordelen (representatieve wagen en benzine, mobiele telefoon (inclusief kosten) en laptop computer) te behouden.
Jan Callewaert vervoegt opnieuw de vergadering"
Het beleid inzake de transacties tussen enerzijds de Vennootschap of één van haar verbonden vennootschappen en anderzijds de leden van de Raad van Bestuur of het Executive Management Team (of leden van hun directe families), die mogelijks zouden aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (andere dan deze gedefinieerd in het Belgische Wetboek van Vennootschappen) wordt gedefinieerd in het Charter van Deugdelijk Bestuur. In overeenstemming met de beslissing die door de Raad van Bestuur in 2006 werd genomen, geeft de Vennootschap de professionele vergoedingen aan die worden aangerekend door het Amerikaanse advocatenkantoor Brown Rudnick LLP, aangezien de heer Lawrence Levy, die de Raad van Bestuur van de Vennootschap begin 2006 vervoegde, één van de Senior Counsels is van dit advocatenkantoor. Zoals vooraf overeengekomen werkt de heer Lawrence Levy in zijn hoedanigheid als senior counsel van Brown Rudnick LLP niet rechtstreeks mee aan zaken die gerelateerd zijn aan Option.
Teneinde elke dubbelzinnigheid te vermijden, besliste de Raad van Bestuur in 2006 om op jaarlijkse basis te rapporteren inzake de vergoedingen die worden betaald aan Brown Rudnick LLP tijdens het boekjaar. In 2010 bedroegen de vergoedingen die werden betaald aan Brown Rudnick LLP in totaal EUR 13.000 (2009: EUR 16.000). Op het einde van 2010 ging de heer Lawrence Levy met
In 2010 was het Audit comité van de Vennootschap samengesteld uit twee onafhankelijke bestuurders: Q-List BVBA en An Other Look To Efficiency SPRL en één nietuitvoerend bestuurder, Arnoud De Meyer. Volgend op zijn ontslag als bestuurder, werd Arnoud De Meyer vervangen door Lawrence Levy als lid van het Audit Comité vanaf 17 september 2010.
Alle leden van het Audit Comité voldoen gezien hun opleiding en professionele activiteiten aan de vereisten van deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. De heer Philip Vermeulen, vertegenwoordiger van Q-List BVBA heeft een aanzienlijke financiële ervaring. De heer Vermeulen heeft diverse posities in de financiële en venture capital sector aangehouden, en was werkzaam voor zowel de Chase Manhattan en Ippa Bank, evenals voor GIMV en FLV Fund. Bovendien heeft de heer Olivier Lefebvre, vertegenwoordiger van Another Look To Efficiency SPRL, een rijke ervaring in de financiële- en kapitaalmarkten. Hij was tot voor kort lid van het NYSE Euronext Inc management comité, lid van het Euronext NV management comité en CEO van de Brussels Stock Exchange. Hieraan voorafgaand was hij adviseur en kabinetschef van de Belgische minister
Het Remuneratiecomité bestond aanvankelijk uit één onafhankelijke bestuurder, Q-List BVBA en twee nietuitvoerende bestuurders, Arnoud De Meyer en Lawrence Levy, die Voorzitter was van het Comité. Per 17 september 2010 werd Arnoud De Meyer vervangen door David Hytha, onafhankelijk bestuurder. Bijgevolg is het Remuneratie Comité samengesteld uit een meerderheid van onafhankelijke bestuurders en één niet-uitvoerende bestuurder.
pensioen bij Brown Rudnick LLP en heeft hij geen verdere commerciële banden meer met het advocatenkantoor.
In het kader van de normale activiteiten, werden transacties met verbonden partijen door de Groep steeds aangegaan op een arms-length basis.
van Financiën, belast met de hervorming van de Belgische financiële markten.
Het Audit comité begeleidt en controleert de boekhoudkundige en de financiële verslaggeving van de Vennootschap. Het comité draagt er zorg voor dat er voldoende interne controle mechanismen aanwezig zijn en onderzoekt in samenspraak met de commissaris van de Vennootschap alle vraagstukken inzake boekhouding en waardering. Het Audit comité kwam in 2010 vijf maal samen en rapporteerde aan de Raad van Bestuur over haar activiteiten en bevindingen. De individuele aanwezigheden (i.e. de aanwezigheid van een individueel lid van het Comité gedurende de periode dat hij lid van het Comité was) waren als volgt:
| Q-List BVBA | 100.00% |
|---|---|
| An Other Look To Efficiency SPRL | 100.00% |
| Arnoud De Meyer (tot 17/09/2010) | 100.00% |
| Lawrence Levy (sinds 17/09/2010) | 100.00% |
Het Remuneratiecomité heeft als rol om ervoor te zorgen dat de personeelsleden op correct wijze worden vergoed, en dat de beste internationale gebruiken worden nageleefd bij het bepalen van de vergoeding en incentives van bestuurders en het management, alsook de benoeming van laatstgenoemden. Gelet op de omvang van de Groep oefent het Remuneratiecomité ook de functie uit van benoemingscomité. Het Remuneratiecomité kwam 5 maal
samen in 2010 en rapporteerde aan de Raad van Bestuur over haar activiteiten en bevindingen. De individuele aanwezigheden (i.e. de aanwezigheid van een individueel lid van het Comité gedurende de periode dat hij lid van het Comité was) waren als volgt:
| Lawrence Levy | 100.00% |
|---|---|
| Q-List BVBA | 100.00% |
| Arnoud De Meyer (tot 17/09/2010) | 100.00% |
| David Hytha (sinds 17/09/2010) | 100.00% |
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt bepaald door de Algemene Aandeelhoudersvergadering op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van de CEO wordt bepaald door de Raad na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van het Executive Management Team wordt bepaald door de CEO na overleg met het Remuneratiecomité. Geen individu kan zijn/haar vergoeding zelf bepalen.
Wat betreft de hoogte van de vergoeding van de nietuitvoerende bestuurders, biedt de Vennootschap een competitief pakket aan in lijn met hun functies in de Raad van Bestuur en de Comités, dat is samengesteld uit een vaste basisvergoeding plus aanwezigheidsvergoedingen. In 2008 werden warranten aangeboden aan de nietuitvoerende bestuurders.
De bestuurders worden bezoldigd voor de uitvoering van hun mandaat. De Algemene Aandeelhoudersvergadering welke de bestuurders benoemt, beslist over hun bezoldiging. De bezoldiging omvat zowel een vast bedrag voor het lidmaatschap van de Raad van Bestuur als een aanwezigheidsvergoeding per vergadering van de Raad van Bestuur en de vergaderingen van de Comités van de Raad. De jaarlijkse vergoeding per bestuurder is beperkt tot een maximum bedrag van 49.000 EUR, met uitzondering van de Voorzitter (zie hieronder). De vergoeding is samengesteld uit de volgende elementen:
In het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor het Executive Management Team biedt de Vennootschap een competitieve totale vergoeding aan gebaseerd op een combinatie van een basis salaris, een variabel salaris, extra-legale voordelen en warranten. De methodiek voor het bepalen van de targets voor en het evalueren van de prestaties en het variabel salaris van het Executive Management Team wordt beoordeeld door het Remuneratiecomité.
Het Remuneratiecomité wordt bijgestaan door specialisten wanneer nodig en onderzoekt geregeld de beste gebruiken in de markt en vergelijkende marktinformatie om zo advies over competitieve vergoedingsniveaus te kunnen verlenen.
vergadering van de Raad van Bestuur via conference call, op voorwaarde dat de maximale voormelde jaarlijkse vergoeding voor bestuurders niet is overschreden;
Gelet op het afscheiden van de posities van CEO en Voorzitter van de Raad van Bestuur (begin 2010), stelt de Raad van Bestuur voor aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering om een bijkomende vergoeding goed te keuren voor: (i) de Voorzitter van de Raad van Bestuur ten bedrage van 18.750 EUR per jaar, en (ii) de Voorzitter van het Audit
Comité ten bedrage van 5.000 EUR per jaar, en dit met ingang van de aanvang van het boekjaar 2010.
De vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur in 2010 was als volgt:
| An Other Look To Efficiency SPRL: | € 67,750 |
|---|---|
| Jan Callewaert: | € N/A |
| Q-List BVBA: | € 49,000 |
| Lawrence Levy: | € 49,000 |
| David A. Hytha | € 45,750 |
| Visinnova BVBA (tot 15 maart 2010): | € 6,910 |
| Jan Loeber (tot 30 april 2010): | € 11,250 |
| Arnoud De Meyer (tot 17 september 2010): | € 29,060 |
In aanvulling op voornoemde vergoeding zijn bestuurders ook gerechtigd op terugbetaling van gedane uitgaven in overeenstemming met het beleid van de Vennootschap (inzonderheid het reisbeleid) en voor zover zulke uitgaven redelijk zijn en vereist voor de uitoefening van hun taken als bestuurder van de Vennootschap.
Hoewel de Code voor Deugdelijk Bestuur bepaalt dat het niet aanbevolen is om prestatie-gerelateerde vergoedingen toe te kennen, zoals aandelen gerelateerde lange termijn incentive plannen aan niet-uitvoerende bestuurders, zijn er warranten toegekend aan alle bestuurders van de Vennootschap in de volgende proporties:
Op het jaareinde van 2010 waren volgende aantallen warranten "V" toegekend aan de huidige leden van de Raad van Bestuur.
| Jan Callewaert: | 50,000 |
|---|---|
| David Hytha | 50,000 |
| Lawrence Levy | 50,000 |
| Q-List BVBA | 30,000 |
| An Other Look To Efficiency SPRL | 30,000 |
| Totaal | 210,000 |
De belangrijkste modaliteiten en voorwaarden van het warrants plan "V" met betrekking tot voormelde warrants zijn als volgt:
De Raad van Bestuur is van mening dat het toekennen van warranten aan bestuurders de Vennootschap toelaat bestuurders aan te duiden op het hoogste internationaal niveau en het de Vennootschap toelaat de permanente betrokkenheid van de bestuurders te garanderen en tegelijkertijd de financiële last voor de Vennootschap te beperken. De Raad van Bestuur is ervan overtuigd dat de integriteit en ervaring van de bestuurders de beste garantie is voor goede oordeelsvorming en het beslissingsproces. Tot slot is de stapsgewijze verwerving onder het warrantenplan verspreid over een periode van vier (4) jaren waarbij het risico op korte termijn gedreven beslissingen beperkt wordt.
Het toekennen van warranten aan de leden van de Raad van Bestuur is geen echte kost voor de Vennootschap, en de uitoefening van warranten door de bestuurders kan enkel resulteren in een zeer kleine kapitaalsverwatering. Bovendien is het toekennen van warranten in lijn met het gebruik in de internationale en zeer competitieve sectoren van high-tech en telecom.
In 2010 bedroeg de totale vergoeding voor de Raad van Bestuur k€ 259 (2009: k€ 387).
| Aantal deelnames aan Raden van Bestuur Naam |
Aantal deelnames aan Auditcomités |
Aantal deelnames aan strategische comités |
Totale vergoeding (in duizend EUR) |
||
|---|---|---|---|---|---|
| Ontmoeting | Telefonisch | ||||
| Jan Callewaert (1) | 5/5 | 16/17 | N.A | N.A | N/A (2009: 49.00) |
| Arnoud De Meyer (2) | 1/3 | 7/9 | 3/3 | 5/5 | 29.06 (2009: 49.00) |
| Q-List BVBA | 5/5 | 17/17 | 5/5 | 5/5 | 49.00 (2009: 49.00) |
| Lawrence Levy | 5/5 | 17/17 | 2/2 | 5/5 | 49.00 (2009: 49.00) |
| Jan Loeber (3) | 1/2 | 3/4 | N.A | N.A | 11.25 (2009: 44.25) |
| David Hytha | 5/5 | 17/17 | N.A | N.A | 45.75 (2009: 48.75) |
| An Other Look To Efficiency SPRL |
5/5 | 17/17 | 5/5 | N.A | 67.75 (2009: 49.00) |
| Visinnova BVBA (4) | 1/2 | 1/2 | N.A | N.A | 6.91 (2009: 48.75) |
(1) Exclusief CEO-vergoeding aan Mondo NV – Vanaf 2010 maakt de vergoeding van de Raad van Bestuur deel uit van de vaste vergoeding van de CEO.
(2) Tot 17 september 2010
(3) Tot 30 april 2010
(4) Tot 15 maart 2010
Per 31 december 2010 was het Uitvoerend Management Team samengesteld uit de volgende leden:
| Jan Callewaert1 , Stichter en Chief Executive Officer (CEO) |
|
|---|---|
| John Patrick Ziegler2 , Chief Financial Officer (CFO) |
|
| Patrick Hofkens, General Counsel & Vice President Strategic Alliances | |
| Chip Frederking, Vice President Sales & Distribution | |
| Bernard Schaballie, Vice President Engineering | |
| Martin Croome, Vice President Marketing | |
| 1 Mondo NV, een Vennootschap gevestigd | 2 Brayoe Consultants BVBA, een Vennootschap |
en georganiseerd onder het Belgisch recht, vertegenwoordigd door Jan Callewaert.
gevestigd en georganiseerd onder het Belgisch recht, vertegenwoordigd door John Patrick Ziegler.
De CEO van de Groep is de eigenaar van een managementvennootschap (Mondo NV), welke managementdiensten verleent aan de Groep. Aansluitend op de aanbevelingen van het Remuneratiecomité heeft de Raad van Bestuur op 26 mei 2010 beslist de vergoeding die aan de CEO van de Vennootschap (Mondo NV vertegenwoordigd door Jan Callewaert) wordt betaald te wijzigen en heeft besloten om een vaste vergoeding van k€ 430 per jaar en een variabele vergoeding van maximaal k€ 190 per jaar toe te kennen. Bijkomend suggereerde de Raad van Bestuur dat de voormelde vergoeding van de CEO ook de vergoeding die aan Jan Callewaert in zijn hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur wordt betaald, dient te omvatten. Bijgevolg bedroeg de vaste vergoeding in 2010 voor deze diensten k€ 430 (2009: k€ 513). In 2010 werd een variabele vergoeding toegekend van k€ 190 (2009: k€ 25). De CEO ontving andere voordelen voor een bedrag van k€ 16 met betrekking tot wagen-, brandstof- en forfaitaire onkostenvergoeding (2009: k€ 32).
In 2010 werd een globale bruto bezoldiging van k€ 1 440 (2009: k€ 1 829) toegekend aan de overige zes leden van het Executive Management team (2009: acht leden van het Executive Management team). De 2010 bruto bezoldiging bevatten opzegvergoedingen voor twee leden van het Executive Management team welke de Vennootschap verlieten in de loop van 2009 en 2010. In 2010 werd een bedrag van k€ 415 toegekend als variabele vergoeding (2009: k€ 79). Eveneens deel uitmakend van de vergoeding van de leden van het Executive Management Team, is er een bedrag van k€ 46 (2009: k€ 76) toegekend aan een extralegaal pensioenfonds. De leden van het Executive Management Team hebben andere voordelen ontvangen voor een bedrag van k€ 50 met betrekking tot wagen-, brandstof- , forfaitaire onkostenvergoeding en kosten in verband met hospitalisatieverzekering (2009: k€ 67).
Op het jaareinde van 2010 werden 325 000 warranten "V" gehouden door de "huidige" leden van Executive Management Team (2009: 375 000 warranten "V"). Gedurende het jaar 2010 werden 30 000 van de 50 000 warranten toegekend aan Piroque Consulting BVBA (Philippe Rogge) verbeurd gezien zijn vertrek uit het Executive Management Team.
Op het jaareinde van 2010 waren volgende aantallen warranten "V" toegekend aan de huidige leden van het Executive Management Team:
| 75,000 |
|---|
| 50,000 |
| 50,000 |
| 50,000 |
| 50,000 |
| 50,000 |
| 325,000 |
Alle voormelde warrants werden tijdig aanvaard.
47
De belangrijkste modaliteiten en voorwaarden van het warrants plan "V" met betrekking tot voormelde warrants zijn als volgt:
warranten toegekend aan Martin Croome (€ 1,41) en Chip Frederking (20.000 warranten aan € 1,86 en 30.000 warranten aan € 0,95);
Het warrantenplan "V" voorziet in een versnelde verwerving in het geval van een controlewijziging.
Behoudens wat hierna gesteld wordt, zijn de door de Vennootschap uitgegeven kapitaalsaandelen niet onderworpen aan enige wettelijke of statutaire overdrachtsbeperkingen.
De warranten toegekend onder het warrantenplan "V" zijn onoverdraagbaar, behalve in geval van overlijden van de begunstigde.
Overeenkomstig artikel 14 van de statuten heeft de heer Jan Callewaert een bindend voordrachtrecht voor de benoeming van één bestuurder per schijf van 3% (drie procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap die hij rechtstreeks of onrechtstreeks bezit, met een maximum van vijf (5) bestuurders. Hij bezit dit recht op voorwaarde en zolang hij minstens 15% (vijftien procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap bezit.
Er bestaan geen zulke aandelenplannen voor werknemers binnen de Vennootschap.
De aandelen van de Vennootschap zijn niet onderworpen aan wettelijke of statutaire stemkrachtbeperkingen. Ieder aandeel geeft recht op één stem.
Het stemrecht verbonden aan de aandelen van de Vennootschap zal echter in de gevallen voorzien in het Wetboek van Vennootschappen worden geschorst.
Verder kan in principe niemand op een algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap aan de stemming deelnemen voor meer stemmen dan degene verbonden aan effecten waarvan hij/zij meer
Er bestaan, naar het beste weten van de Raad van Bestuur van de Vennootschap, geen aandeelhoudersovereenkomsten dan twintig (20) dagen vóór de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven in overeenstemming met de wetgeving betreffende belangrijke deelnemingen (artikel 545 van het Wetboek van Vennootschappen).
Het stemrecht verbonden aan aandelen die met vruchtgebruik bezwaard zijn, wordt uitgeoefend door de vruchtgebruiker. Voor wat betreft in pand gegeven aandelen, komt het stemrecht toe aan de eigenaar-pandgever.
Houders van warranten hebben slechts een adviserende stem op algemene vergaderingen.
die aanleiding kunnen geven tot beperkingen van overdracht van effecten en/of de uitoefening van het stemrecht.
De bestuurders van de Vennootschap worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders, die hiertoe besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Er geldt geen aanwezigheidsquorum voor de benoeming van bestuurders.
Wanneer een rechtspersoon wordt benoemd tot bestuurder, dient deze onder haar aandeelhouders, bestuurders of werknemers een vaste vertegenwoordiger aan te stellen die gelast wordt met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de rechtspersoon-bestuurder.
Overeenkomstig artikel 14 van de statuten heeft de heer Jan Callewaert een bindend voordrachtrecht voor de benoeming van één bestuurder per schijf van 3% (drie procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap die hij rechtstreeks of onrechtstreeks bezit, met een maximum van vijf (5) bestuurders. Hij bezit dit recht op voorwaarde en zolang hij minstens 15% (vijftien procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap bezit.
Minsten drie (3) leden van de Raad van Bestuur moeten aangeduid worden als "onafhankelijke bestuurder", welke moeten voldoen aan de criteria zoals bepaald in Artikel 524§4 van het Wetboek van vennootschappen.
Bestuurders kunnen ten allen tijde, bij gewone meerderheid van stemmen, worden ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Voor het ontslag van bestuurders geldt geen aanwezigheidsquorum.
De statuten van de Vennootschap voorzien de mogelijkheid tot coöptatie van bestuurders door de Raad van Bestuur indien een plaats van bestuurder openvalt. In dit geval hebben de overblijvende bestuurders het recht om voorlopig in de vacature te voorzien. De eerstvolgende algemene vergadering beslist over de definitieve benoeming. De nieuw benoemde bestuurder vervolmaakt het mandaat van de bestuurder die hij/zij vervangt.
Met uitzondering van kapitaalverhogingen beslist door de Raad van Bestuur binnen de voorwaarden van het toegestaan kapitaal, heeft enkel de (buitengewone) algemene vergadering van de Vennootschap het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten van de Vennootschap.
De algemene aandeelhoudersvergadering kan enken beraadslagen over statutenwijzigingen– met inbegrip van het besluit tot fusie, splitsing en ontbinding – indien de helft van het kapitaal vertegenwoordigd is. Indien aan deze aanwezigheidsvereiste niet is voldaan, dient een nieuwe buitengewone algemene vergadering te worden bijeengeroepen die kan beraadslagen ongeacht het vertegenwoordigde kapitaal.
Statutenwijzigingen zijn in principe alleen aangenomen indien zij worden goedgekeurd door vijfenzeventig (75%) van de uitgebrachte stemmen.
Voor de volgende statutenwijzigingen geldt evenwel een bijzondere meerderheidsvereiste van tachtig procent (80%) van de uitgebrachte stemmen:
Het kapitaal van de Vennootschap kan verhoogd worden ingevolge een besluit van de Raad van Bestuur, binnen de grenzen van het "toegestaan kapitaal". Een machtiging hiertoe dient verleend te worden door een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders; de duurtijd en het bedrag van deze machtiging zijn beperkt, terwijl de machtiging tevens onderworpen is aan specifieke rechtvaardigingsgronden en doeleinden. De Raad van Bestuur is gemachtigd door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 21 mei 2010 om het het kapitaal van de Vennootschap te verhogen met een bedrag van EUR 12.232.134,42 voor een duur van vijf jaar vanaf de datum van publicatie van voormelde beslissing. De Raad van Bestuur werd bovendien eveneens gemachtigd om gebruik te maken van dit toegestaan kapitaal ingeval van openbaar bod, binnen de grenzen opgelegd door het Wetboek van Vennootschappen, voor een periode van drie jaar vanaf diezelfde datum.
De machtiging aan de Raad van Bestuur van de Vennootschap om aandelen van de Vennootschap voor haar eigen rekening te verkrijgen, om te voorkomen dat de Vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden, werd eveneens hernieuwd door voormelde buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders.
Tenslotte is de Raad van Bestuur gemachtigd om, voor een duur van vijf (5) jaren vanaf de datum van publicatie van het besluit van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders, het maximum aantal eigen aandelen of winstbewijzen zoals toegestaan door het Wetboek van Vennootschappen, zijnde het aantal waarvan de gezamenlijke fractiewaarde tien procent (10%) van het kapitaal niet overtreft, te verwerven voor een prijs die gelijk is aan de gemiddelde slotnotering van het aandeel over de laatste dertig (30) kalenderdagen voorafgaand aan de verrichting, verhoogd of verminderd met tien procent (10 %), alsmede, voor zover als nodig, de machtiging tot vervreemding van de eigen aandelen door verkoop of ruil of ter beurze, te hernieuwen, tegen dezelfde voorwaarden als deze gesteld voor de verwerving van de eigen aandelen.
Belangrijke overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod, evenals de gevolgen ervan
1. Toeleveringsovereenkomsten
Sourcing overeenkomst voor mobiele diensten met Telstra Sourcing Agreement (onoverdraagbaarheid van rechten/verplichtingen zonder voorafgaande schriftelijke toelatingvan de tegenpartij);
Supply Agreement met Sanshin Electronics Corporation Limited (onoverdraagbaarheid van rechten/ verplichtingen zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de tegenpartij).
2. Licentieovereenkomsten
Geen van de overeenkomsten die werden aangegaan met bestuurders van de Vennootschap of haar dochterondernemingen voorziet in een vergoeding (bovenop de normale opzegtermijn) indien zij ontslag nemen, ontslagen worden zonder grondige reden of indien hun tewerkstelling wordt beëindigd tengevolge van een overnamebod.
In overeenstemming met Artikel 96 van het Wetboek van vennootschappen moet het jaarverslag van de Raad van Bestuur de belangrijkste risico's en onzekerheden waarmee de onderneming geconfronteerd wordt omschrijven. Hoewel de meeste van deze risico's en onzekerheden bepaald worden door de markt waarin Option actief is, wensen wij onderstaande risico' s en onzekerheden specifiek te vermelden:
(1) Going concern. Zoals aangegeven in dit verslag, is de Raad van Bestuur van mening dat, niettegenstaande het bestaan van overdraagbare verliezen voor de afgelopen vier boekjaren, het gebruik van going concern waarderingsregels gerechtvaardigd is. Desalniettemin kunnen de recente operationele verliezen van de Vennootschap en de huidige handelsomgeving haar zakelijke en financiële positie substantieel negatief beïnvloeden. Deze verliezen kunnen tot gevolg hebben dat de Vennootschap verdere kostenbesparingen en herstructureringsmaatregelen dient door te voeren die de Vennootschap zullen dwingen het gebruik van haar kapitaal te herbekijken, mogelijk in het nadeel van zakelijke belangen die, afhankelijk van het niveau van haar leningen, gebruikte interestvoeten en wisselkoersen, zouden kunnen leiden tot verminderde beschikbare fondsen voor de operationele activiteiten van de Vennootschap, waaronder marketing activiteiten, kapitaalsuitgaven, aankopen, dividend betalingen of andere algemene vennootschapsdoeleinden. Dientengevolge kan de Vennootschap lijden onder een competitief nadeel in vergelijking met haar concurrenten die over een grotere liquiditeit en kapitaal kunnen beschikken. De Vennootschap is misschien niet in de mogelijkheid om de financiering benodigd voor haar toekomstige kapitaals- en herfinancieringsnoden te dekken. Er is geen garantie dat de financiering, indien nodig, beschikbaar of beschikbaar zal zijn aan attractieve voorwaarden. Daarenboven kan iedere schuldfinanciering, indien beschikbaar, voorwaarden bevatten die de vrijheid van de Vennootschap om zaken te doen beperkt en/of zou de Vennootschap in schending kunnen komen onder zulke voorwaarden in welk geval de schuldfinanciering beëindigd kan worden en de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar kan komen.
(2) Option is afhankelijk van derden die draadloze datacommunicatiediensten aanbieden. Als deze diensten niet worden ingezet zoals verwacht, zouden consumenten niet in staat zijn de innovatieve producten van Option te gebruiken en zouden de bedrijfsopbrengsten kunnen dalen. De verkoopbaarheid van de producten van de Vennootschap kan schade lijden indien draadloze Telecom operatoren niet voldoende en aanvaardbare draadloze diensten kunnen aanbieden of indien de prijs van zulke diensten te hoog wordt om deze toe te passen voor de massamarkt. Daar komt bij dat toekomstige groei afhankelijk is van de installatie van de volgende generatie draadloze data netwerken die zullen geleverd worden door derde partijen, daaronder begrepen netwerken voor welke de Vennootschap thans producten ontwikkeld. Indien deze volgende generatie netwerken niet geïnstalleerd of algemeen aanvaardt wordt, dan zal er geen markt zijn voor de producten die de vennootschap ontwikkeld voor deze netwerken. Indien de Vennootschap de ontwikkeling van haar business niet behoorlijk beheert dan kan de Vennootschap belangrijke druk ervaren op haar operaties en management en ontwrichting van haar activiteiten.
(3) Option besteedt de productie van haar producten uit aan derden en kan bijgevolg afhankelijk zijn van de ontwikkeling en productiecapaciteit van deze derden. Als een leverancier of producent zijn verplichtingen tegenover Option niet kan nakomen, kan dit de toekomstige resultaten aantasten. De leveringsverplichtingen op korte termijn van de Vennootschap aan haar derden-producenten berusten op de raming van de klant- en marktvraag. Als de werkelijke resultaten afwijken van deze raming, door gebrekkige uitvoering in verband met de uitvoering op onderdelen van de Vennootschap of tengevolge van marktomstandigheden, loopt Option mogelijk een commercieel risico. Leveranciers kunnen mogelijk niet verdergaan met de levering aan aanvaardbare commerciële voorwaarden van producten aan de Vennootschap.
(4) De Groep verwacht afhankelijk te blijven van een klein aantal klanten voor een groot deel van de bedrijfsopbrengsten, met name de telecom operatoren. De Groep handelt met de individuele verbonden ondernemingen van operator groepen. Zulke individuele verbonden ondernemingen zijn vrij om zelf hun contracten te onderhandelen en hun eigen aankooporders te plaatsen. Deze verbonden ondernemingen hebben een verschillend risicoprofiel en kunnen genieten van verschillende voorwaarden. Daarenboven hangt de verkoop van de producten van de Vennootschap af van de vraag voor draadloze breedband toegang tot bedrijfsnetwerken en het internet en van de competitieve prijszetting van de network operatoren van zulke draadloze breedband toegang.
(5) De Vennootschap is actief in een hoogst dynamische en concurrentiële sector, met belangrijke druk op de prijzen. Als de Vennootschap niet in staat is om effectief te concurreren met haar bestaande of nieuwe concurrenten, zouden haar activiteiten, bedrijfsresultaten of financiële positie in belangrijke mate negatief beïnvloed kunnen worden. Concurrentie van grotere en meer gevestigde vennootschappen met meer middelen kan de Groep verhinderen haar marktaandeel te vergroten of te behouden en kan leiden tot prijsdalingen en lagere bedrijfsopbrengsten. De concurrentie in de draadloze industrie is zeer hard en de technologische veranderingen gaan er zeer snel. De concurrentie wordt mogelijk nog intenser. Meer gevestigde en grotere bedrijven die over meer financiële, technische en marketingmiddelen beschikken, kunnen producten beginnen te verkopen die mogelijk concurreren met producten van de Vennootschap. Het is mogelijk dat bestaande of toekomstige concurrenten sneller kunnen reageren op technologische ontwikkelingen en veranderingen, of onafhankelijk technologieën en producten ontwikkelen en patenteren die superieur zijn aan die van de Groep of meer aanvaarding bereiken als gevolg van factoren zoals een gunstiger prijsbepaling of efficiëntere verkoopkanalen. Als de Groep niet in staat zou zijn doeltreffend te concurreren met de prijsstrategieën, technologische vorderingen en andere initiatieven van concurrenten, kunnen haar marktaandeel en bedrijfsopbrengsten dalen.
(6) Het is mogelijk dat Option moeilijkheden ondervindt bij het managen van haar strategische herpositionering, wat haar mogelijkheden om sleutelpersoneel te behouden en doeltreffend te concurreren, mogelijk schade toebrengt. Anderzijds is het mogelijk dat de Vennootschap haar activiteiten niet kan behouden of uitbreiden indien de Vennootschap niet bekwaam is om voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken, te behouden en te managen.
(7) De producten van de Vennootschap kunnen fouten of defecten bevatten, die hun aanvaarding in de markt kunnen tegenhouden of verminderen en leiden tot onverwachte kosten of andere negatieve zakelijke gevolgen.
(8) De markt evolueert snel. Als Option, in een omgeving van kortere levenscycli van producten, niet in staat zou zijn nieuwe innovatieve producten te ontwerpen en te ontwikkelen die voldoende commerciële aanvaarding opleveren, is de Vennootschap mogelijk niet in staat haar onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven te recupereren en is zij mogelijk niet in staat haar marktaandeel te behouden en kunnen de bedrijfsopbrengsten dalen. De overgang van pure hardwareproducten verkoop naar de verkoop van oplossingen, kan een verdere impact hebben, gezien de typische verkoopscyclus voor een hardware product korter is dan deze voor een end-to-end oplossing. De Vennootschap is gezien de steeds kortere levenscyclus van producten voor haar toekomstige groei bovendien meer en meer afhankelijk van het ontwerp en de ontwikkeling van nieuwe producten die mogelijk niet commercieel getest zijn.
De mogelijkheid om nieuwe producten te ontwerpen en te ontwikkelen is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder, maar niet beperkt tot de volgende;
Indien de Vennootschap of haar leveranciers op één van deze gebieden mislukt, of indien deze producten er niet in slagen door de markt te worden aanvaard, kan dit betekenen dat de Vennootschap niet in staat is haar onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven te recupereren. Dit kan leiden tot een daling van haar marktaandeel en haar bedrijfsopbrengsten. Indien de Vennootschap er niet in slaagt om succesvol nieuwe producten te ontwikkelen en te verkopen, kan de Vennootschap belangrijke klanten of productorders verliezen en haar zakelijke activiteiten zouden kunnen beschadigd worden.
(9) Indien de Vennootschap er niet in slaagt strategische relaties te ontwikkelen en te behouden, kan de Vennootschap niet in de mogelijkheid zijn nieuwe markten aan te boren. Een belangrijk element van de strategie van de Vennootschap bestaat erin om nieuwe markten aan te boren door het ontwikkelen van nieuwe producten via strategische relaties met leidende bedrijven in de sector van draadloze communicatie (open innovatie). De Vennootschap is momenteel middelen aan het investeren, en zal dit blijven doen, om dergelijke relaties te ontwikkelen. De Vennootschap gelooft dat haar succes om nieuwe markten aan te boren voor haar producten gedeeltelijk zal afhangen van haar vermogen om dergelijke relaties te ontwikkelen en behouden en om bijkomende of alternatieve relaties te onderhouden. Er bestaat echter geen zekerheid dat de Vennootschap erin zal slagen om bijkomende strategische relaties te ontwikkelen, bestaande relaties te behouden en succesvol haar doelen te bereiken, noch dat de bedrijven waarmee de Vennootschap strategische relaties heeft, geen concurrerende afspraken zullen maken met anderen of besluiten eenzijdig te concurreren met de Vennootschap. Het is mogelijk dat de Vennootschap bepaalde strategische partnerships niet kan identificeren of uitvoeren en, indien ze dergelijke partnerships niet nastreeft, dan is het mogelijk dat ze de verwachte voordelen ervan met betrekking tot haar bedrijfsactiviteit niet tijdig kan realiseren.
(10) Het is mogelijk dat de Vennootschap niet in staat is om producten te ontwikkelen die overeenstemmen met de voorschriften van regulatoren. De producten van de Vennootschap moeten voldoen aan de voorwaarden van de overheidsregulatoren. In vele landen is het bijvoorbeeld zo dat vele aspecten van communicatie toestellen geregeld worden, waaronder straling van elektromagnetische energie, biologische veiligheid en regels voor toestellen die op het telefonienetwerk worden aangesloten. De Vennootschap kan niet vooruitlopen op het effect op toekomstige producten van wijzigingen die door binnenlandse of buitenlandse overheden genomen worden. Indien de Vennootschap er niet in slaagt om conform te zijn met bestaande of toekomstige wetgeving of om op tijd goedkeuring te verkrijgen voor zijn producten dan kan dit een belangrijk negatief effect hebben op haar financiële toestand, operationele resultaten en kasstromen.
(11) De Vennootschap kan de vraag van de klanten verkeerd inschatten en daardoor te veel of te weinig van bepaalde producten laten produceren of de Vennootschap is afhankelijk van één belangrijke leverancier voor sommige componenten welke worden gebruikt in haar producten. De beschikbaarheid en verkoop van deze afgewerkte producten kan schade lijden indien één van deze leveranciers niet kan voldoen aan de vraag- en leveringstermijnen van de Vennootschap en alternatieve en bruikbare componenten niet voor handen zijn aan redelijke voorwaarden.
(12) De activiteiten van de Vennootschap zijn afhankelijk van haar blijvende mogelijkheid om toegang te krijgen tot de noodzakelijke technologie van derde partijen. Het kan zijn dat de Vennootschap hierop niet langer beroep kan doen ofwel dat de ervoor gevraagde prijs te hoog is. De Vennootschap heeft verschillende licentieovereenkomsten afgesloten met derde partijen voor de ontwikkeling van haar producten. De Vennootschap heeft licentie overeenkomsten afgesloten met derde partijen betreffende software, octrooien en andere intellectuele eigendom voor gebruik in haar producten en van tijd tot tijd kan de Vennootschap verkiezen of verplicht worden om bijkomende licenties af te sluiten. Sommige van deze licentie overeenkomsten hebben geen specifieke termijn en kunnen door de Vennootschap of de andere partij opgezegd worden zonder redenen of indien zich bepaalde feiten voordoen. Er is geen zekerheid dat de Vennootschap in staat zal blijven om deze licentie overeenkomsten aan te houden of dat de technologie zoals beschreven in de licentie overeenkomsten niet zou betwist worden of dat bijkomende licenties tegen een redelijke vergoeding ter beschikking zullen gesteld worden van de Vennootschap. Indien de Vennootschap haar bestaande licentie overeenkomsten niet kan behouden of indien ze geen nieuwe licenties kan verkrijgen voor haar bestaande of toekomstige producten dan kan de Vennootschap verplicht worden om vervang technologie van een lagere kwaliteit te gebruiken, indien die al bestaat, ofwel aan een hogere kostprijs welke de competitieve situatie, inkomsten en vooruitzichten ernstig schaden.
(13) De Vennootschap zou inbreuken kunnen maken op de intellectuele eigendomsrechten van anderen. Derde partijen kunnen beweren dat de producten van de Vennootschap inbreuk plegen op hun intellectuele rechten. Deze claims kunnen aanzienlijke kosten, middelen en management aandacht vergen en ze kunnen de reputatie van de Vennootschap schaden en negatieve effecten hebben op huidige en toekomstige relaties met klanten of leveranciers. De markt waarin de Vennootschap opereert heeft verschillende deelnemers die intellectuele eigendomsrechten bezitten of hierop aanspraak maken. In het verleden hebben we, en in de toekomst kunnen we, verschillende claims en aanspraken ontvangen van derde partijen die beweren dat onze producten hun intellectuele eigendomsrechten zouden schenden. De Vennootschap kan rechtstreeks aangesproken worden of via vorderingen tot vrijwaring voor de producten die de Vennootschap aan bepaalde klanten bezorgde.
(1) Afgeleide financiële instrumenten worden gebruikt om fluctuaties van wisselkoersen te beheersen. Deze instrumenten zijn onderhevig aan het risico van wijzigende markttarieven volgend op de aanschaf. Het risico op dergelijke wijzigingen worden doorgaans gecompenseerd door de tegenovergestelde gevolgen van de hedging; niet alle risico's kunnen evenwel worden beheerst. In zoverre dat de Groep contracten aangaat in buitenlandse munten en geen adequate hedging overeenkomsten afsluit om die blootstelling te dekken, kunnen fluctuaties in wisselkoersen tussen de Euro en de buitenlandse munten het operationeel resultaat aantasten.
Ongeacht of deze inbreuken al dan niet gegrond zijn, kunnen we aan het volgende onderworpen zijn:
(2) Kredietanalyses worden uitgevoerd voor alle klanten die een bepaalde kredietbehoefte overschrijden. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd.
(3) Enige wijzigingen aan bestaande boekhoudregelgevingen of belastingregels of gewoontes kunnen negatieve fluctuaties veroorzaken in de gerapporteerde operationele resultaten van de Vennootschap of de manier waarop de Vennootschap haar zakelijke activiteiten voert.
(4) De Vennootschap is misschien niet in de mogelijkheid om de financiering benodigd voor haar toekomstige kapitaals- en herfinancieringsnoden te dekken. Er is geen garantie dat de financiering, indien nodig, beschikbaar of beschikbaar zal zijn aan attractieve voorwaarden. Daarenboven kan iedere schuldfinanciering, indien beschikbaar, voorwaarden bevatten die de vrijheid van de Vennootschap om zaken te doen beperkt en/of zou de Vennootschap in schending kunnen komen onder zulke voorwaarden in welk geval de schuldfinanciering beëindigd kan worden.
(5) De Vennootschap zal naar alle waarschijnlijkheid blijvend negatief beïnvloed worden door de impact van de recente snelle economische crisis op consumenten aankopen; dit gecombineerd met het seizoensgebonden karakter van de activiteiten beperkt de visibiliteit van de operationele resultaten.
(6) De voortdurende globale financiële crisis en huidige onzekerheid in globale economische toestand zou een substantieel negatief effect kunnen hebben op de operaties en financiële toestand van de Vennootschap.
(7) De Groep is onderhevig aan een materieel wisselkoersrisico aangezien het merendeel van de aankopen in US Dollar plaatsvindt. Teneinde dit risico te beperken tracht de Groep om de in- en uitgaande kasstromen in valuta, andere dan de euro, met elkaar in lijn te brengen. In 2009 gebruikte de Vennootschap afgeleide financiële instrumenten om haar wisselrisico ten opzichte van de US Dollar kasstromen te controleren. Het effect van deze wisselkoers overeenkomsten werd verwerkt als wisselkoerswinsten/-verliezen in de financiële resultaten.
De procedure inzake belangenconflicten zoals voorzien door artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen (8) Zoals boven vermeld, is de draadloze data industrie onderhevig aan groeiende concurrentie en snelle technologische vooruitgang. De komst van meer gevestigde en grotere ondernemingen, evenals de snelle technologische vooruitgang, kan prijserosie tot gevolg hebben en kan de marges en winstgevendheid van Option beïnvloeden. Bovendien zou de mislukking van de Vennootschap om evoluerende draadloze industriestandaarden en toepasbare bestuurlijke regelgevingen te voorspellen en toe te passen, haar mogelijkheid om nieuwe producten te introduceren en te verkopen kunnen beschadigen.
(9) Acquisities door de Vennootschap kunnen haar zakelijke activiteiten onderbreken en haar financiële toestand en operationele resultaten aantasten.
(10) De Vennootschap heeft mogelijk nood aan bijkomend kapitaal in de toekomst, hetgeen mogelijk niet beschikbaar zal zijn voor haar. Toekomstige financieringen om dergelijk kapitaal te voorzien kunnen het belang van investeerders in de Vennootschap doen verwateren. Elke bijkomende kapitaalronde voor deze of andere doeleinden door de verkoop van bijkomende aandelen kan het belang van Aandeelhouders in de Vennootschap doen verwateren en een invloed hebben op de marktprijs van de Aandelen.
(11) De kwartaalresultaten van de Vennootschap kunnen in belangrijke mate verschillen van kwartaal tot kwartaal en kunnen bijgevolg de aankoopprijs van de aandelen van de Vennootschap doen fluctueren. De toekomstige kwartaalresultaten kunnen significant verschillen en kunnen de verwachtingen van de financiële analisten, investeerders en het management overtreffen of niet nakomen.
werd toegepast in 2010 zoals hiervoor werd uiteen gezet in de verklaring van Deugdelijk Bestuur van dit jaarverslag .
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de beoordeling van risico's die inherent zijn aan de Groep alsook de doeltreffendheid van deze interne controles. De Belgische Corporate Governance Code 2009 beveelt de risicofactoren en de maatregelen te benadrukken die de Raad van Bestuur heeft genomen om deze risico's op een aanvaardbaar niveau te houden. De organisatie van de Interne controle van de Groep is gebaseerd op de 5 pijlers van het COSO-raamwerk:
De Raad van Bestuur heeft een Audit Comité en een Remuneratie Comité opgericht. Het Audit Comité geeft advies en regelt de financiële verslaggeving van de Groep. Het zorgt voor de aanwezigheid van voldoende interne controlemechanismen en, in samenwerking met de commissaris van de Groep, onderzoekt zij vragen met betrekking tot de boekhouding en de waarderingsregels. De rol van het Remuneratie Comité is te zorgen voor een rechtvaardig beleid in verband met de vergoeding voor werknemers alsook om de beste internationale gebruiken te waarborgen welke in acht worden genomen bij de vaststelling van verloningen en prestatievergoedingen. Het Management bepaalt de stijl van leidinggeven en de waarden hieromtrent evenals de vaardigheden en taakomschrijvingen die nodig zijn voor alle functies en taken binnen de organisatie.
De Groep heeft het Corporate Governance Charter toegepast en de Raad van Bestuur heeft een "Code of Dealing" ingevoerd, welke het gebruik van voorkennis verbiedt betreffende het handelen in financiële instrumenten van Option.
De Groep beschikt over een duidelijk organogram, waarin de verschillende entiteiten die tot de Groep behoren zijn opgenomen. Voor alle functies zijn de verantwoordelijkheidsgebieden evenals de delegatie van autoriteit gedefinieerd.
We verwijzen naar het deel "overzicht van risico's en onzekerheden" en "financiële instrumenten" in dit rapport welke de risico's beschrijven welke verband houden met de evolutie van de markt en de business of zakelijke omgeving in welke de Groep opereert.
De Raad van Bestuur en het Management bepalen de strategie, het budget en het middellange- tot lange termijn business plan voor de komende perioden. Tijdens dit proces worden risico's en onzekerheden besproken en worden deze in aanmerking genomen om de strategie van de Groep en het budget verder te finaliseren. Om het oordeel van de Raad van Bestuur omtrent de risico's te voltooien, verzocht het Audit Comité in 2008 het Management om een risicoanalyse voor te bereiden, welke werd uitgevoerd door een externe partij. Deze analyse identificeerde risico's met betrekking tot de volgende categorieën:
Om een onderbreking in de productie te vermijden besteedt de Groep een gedeelte van haar productie uit aan verschillende derde partij fabricanten. Niettemin stelt dit de Groep bloot aan een aantal risico's en onzekerheden buiten haar controle om. Indien één van deze partijen vertragingen, onderbrekingen, capaciteitsproblemen of kwaliteitsproblemen in zijn productie zou kennen, dan kan de levering van producten vertraagd of geweigerd worden en kunnen de klanten van de Groep opteren om hun aankooporder te schrappen. Omdat de Groep omzeggens haar volledige opbouwmontage van al haar producten uitbesteedt, zijn de kosten, kwaliteit en beschikbaarheid van derde partijen producenten essentieel voor de succesvolle verkoop van de producten van de Groep.
Risico's met betrekking tot overmacht kunnen leiden tot schade aan onroerende goederen alsook materiële schade, cyber risico's en onderbrekingen van de bedrijfsvoering.
Een gedetailleerde omschrijving met betrekking tot het financieel risicobeheer, zijnde krediet- liquiditeit- en markt risico is opgenomen in toelichting 20 van het jaarverslag.
Het terugroepen van producten is een geïdentificeerd risico waarmee de Groep zou kunnen worden geconfronteerd. De producten zijn technologisch complex en moeten voldoen aan strenge industriële, regelgevende voorwaarden en eisen van de klant. De producten die door de Groep worden geproduceerd kunnen onopgemerkte fouten of gebreken bevatten, vooral wanneer deze voor het eerst worden geïntroduceerd of wanneer nieuwe modellen of versies worden vrijgegeven. Dit kan leiden tot een afwijzing of het terugroepen van dit specifieke product.
Kwaliteitsproblemen en de afhankelijkheid van één leverancier voor een specifiek product werd geïdentificeerd als een risico. De beschikbaarheid en de verkoop van afgewerkte producten zou kunnen worden geschaad indien één van deze leveranciers niet in staat zou zijn om te voldoen aan de vraag en het productieschema van de Groep of indien alternatieve geschikte componenten niet beschikbaar zouden zijn onder aanvaardbare voorwaarden.
Aangezien de Groep actief is in de snel veranderende en competitieve technologische sector, dienen de strategische pijlers te worden geïdentificeerd. De Groep startte een industriële transformatie welke nog steeds bezig is, weg van de sterk gestandaardiseerde marktsegmenten.
Indien de Groep er niet in slaagt succesvol nieuwe producten te ontwikkelen en te introduceren in haar product portfolio, kan de Groep belangrijke klanten of productbestellingen verliezen met als gevolg daarvan dat de activiteiten van de Groep kunnen worden geschaad. Bovendien, als de Groep nieuwe producten of nieuwe versies van zijn bestaande producten introduceert, bestaat de mogelijkheid dat bestaande klanten deze technologische innovaties niet wensen of nodig hebben zodat ze deze producten niet wensen te kopen of misschien in kleinere hoeveelheden kopen dan de Vennootschap verwacht had. Dit, evenals snel veranderende technologieën, kunnen leiden tot een kortere levenscyclus van de producten.
De Groep heeft een ERP-systeem (SAP) dat wordt gebruikt in haar belangrijkste entiteiten. Een storing kan leiden tot een grote impact met betrekking tot de financiële gegevens, stamgegevens, het toezicht op de productie, inkoop- en verkoop stromen.
De controle activiteiten omvatten de maatregelen die zijn genomen door de Groep om ervoor te zorgen dat de voornaamste risico's welke werden geïdentificeerd, worden beheerst of beperkt.
De Groep beheert haar risico met betrekking tot overmacht, zijnde schade aan onroerend goed, materiële schade, onderbreking van de bedrijfsvoering, cyber risico's, door het aangaan van verzekeringsovereenkomsten ter dekking van dergelijke risico's.
Vóór de commercialisering van haar producten, voert de Groep de nodige tests uit om het niveau van technische goedkeuring te bereiken. Om de best mogelijke kwaliteitsstandaarden tijdens de productie te garanderen, heeft de Vennootschap in-house eigen test-en kalibratie systemen ontwikkeld. Deze systemen worden gebruikt bij de productie van de meeste producten van de Vennootschap. De in-house ontwikkelde systemen laten de Vennootschap toe om de kwalitatieve parameters die worden gebruikt tijdens het productieproces, welke plaatsvindt in de fabriek van de onderaannemers van de Vennootschap, te controleren. De testresultaten worden automatisch opgeladen in een database van de Vennootschap, welke
haar toelaat om de productie geschiedenis van deze producten te controleren en na te kijken. Bovendien heeft de Groep een specifiek verzekeringscontract afgesloten, welke alle externe kosten als gevolg van een mogelijke terugroep (recall) risico dekt.
De Groep heeft haar inkoop proces gewijzigd, welke nu wordt verwerkt door de derde partij producenten en dit onder toezicht van de Groep.
De Groep heeft haar strategische pijlers geïdentificeerd. Om de veranderende marktomstandigheden het hoofd te bieden hebben de Raad van Bestuur en het Management een aantal strategische vergaderingen met als doel de verdere strategie van de Groep te bepalen. De levenscyclus van de producten wordt nauwlettend opgevolgd.
Om de continuïteit van het ERP-systeem (SAP) te garanderen, worden op een dagelijkse basis back-ups gemaakt en wordt het onderhoud uitgevoerd door een ervaren derde partij. Gedurende 2009 en 2010 werden de huidige SAP-beveiligings set-up en rechten herzien tijdens het "SAP Security project" op grond waarvan nieuwe rollen werden ontwikkeld. De drijvende factoren van dit project waren gebaseerd op beheersing van integriteit (functiescheiding) en volledigheid van de cijfers / data.
Een belangrijk element om de activiteiten te controleren is de jaarlijkse budget oefening waarbij strategie, risico's, business plannen en beoogde resultaten worden getest. De prestaties ten opzichte van de doelen worden maandelijks opgevolgd door het Finance team en worden besproken tijdens vergaderingen van het Management.
Om betrouwbare financiële informatie te garanderen werd een gestandaardiseerd informatie-uitwisseling proces gedefinieerd, welke consistent is voor alle entiteiten die tot de Groep behoren. Deze proces flow omvat de specifieke taken die moeten worden uitgevoerd door alle entiteiten met betrekking tot elke maandelijkse afsluiting, alsmede de vooropgestelde deadlines. De Groep heeft een accounting manual (handleiding) en werkt met een uniform rapporteringformaat, welke wordt gebruikt door al haar entiteiten met het doel om de consistentie van gegevens te waarborgen alsook om potentiële afwijkingen op te sporen. De financiële informatie wordt op kwartaalbasis voorgesteld aan het Audit Comité en de Raad van Bestuur. Na goedkeuring wordt een financieel persbericht of business update tijdig verzonden naar de markt. Na deze release wordt de volledige organisatie van de Groep op de hoogte gebracht tijdens een driemaandelijkse presentatie aan het personeel. De informatie, welke wordt gedeeld met het personeel is niet beperkt tot een financiële update, maar bevat ook zakelijke updates en in het geval dit nodig blijkt, strategische updates.
Het toezicht gebeurt door de Raad van Bestuur door middel van de activiteiten en verantwoordelijkheden van het Audit Comité. Het Audit Comité beoordeelt en bespreekt de driemaandelijkse financiële afsluitingen op basis van een presentatie van het financieel Management van de Groep. Notulen van de vergadering worden voorbereid met inbegrip van een opvolging van actiepunten. Gezien de structuur en de huidige omvang van de Groep, is er geen interne auditorfunctie.
De Raad van Bestuur verklaart, naar het beste van haar kennis, het volgende:
a) de financiële jaarrekeningen werden voorbereid in overeenstemming met de toepasselijke boekhoudkundige standaarden en geven een ware en getrouwe weergave van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van de Vennootschap en van haar entiteiten, inclusief de consolidatie als een geheel;
b) het jaarverslag bevat een getrouw overzicht van de ontwikkeling en de prestaties van het zaken doen en de positie van de Vennootschap en haar entiteiten, inclusief de consolidatie als een geheel, samen met een beschrijving van de belangrijke risicofactoren en onzekerheden die ze ondervinden.
Leuven, 30 maart 2011
De Raad van Bestuur
Het kapitaal van de Vennootschap wordt vertegenwoordigd door 82 498 592 aandelen. De aandelen zijn genoteerd op de beurs Euronext Brussels onder BE0003836534.
Op 9 december 2009 heeft de Raad van Bestuur beslist om in het kader van het toegestaan kapitaal het kapitaal van de Vennootschap te verhogen met een bedrag tot € 20.212.155,04 via de uitgifte van maximaal 41 249 296 nieuwe Option aandelen tegen een inschrijvingsprijs van 0,49 EUR per aandeel (de Inschrijvingsprijs).
Het bruto-bedrag waarvoor werd ingeschreven op de aandelen die werden aangeboden werden tijdens deze plaatsing en tijdens de inschrijvingsperiode met extra legale voorkeurrechten bedroeg € 20.212.155 (inschrijving op een totaal van 41 249 296 aandelen aan € 0,49 per aandeel).
Op jaareinde waren alle aandelen gedematerialiseerd met uitzondering van 1 (één) welke in geregistreerde vorm bestond.
Eind 2010 maakte de Groep melding van de volgende aandeelhouders van betekenis:
| Identiteit van de persoon, entiteit of groep van personen of entiteiten (*) |
Aantal gewone aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële instrumenten |
|---|---|---|
| Jan Callewaert en Pepper NV (100% Jan Callewaert) |
14,809,008 | 17,95% |
| Vrij verhandelbare aandelen waarvan: | 67,689,584 | 82,05% |
| - UBS (Zwitserland) | 1,283,492 | 1,56% |
| - SISU Capital Ltd (Verenigd Koninkrijk) | 1,331,495 | 1.61% |
| Totaal uitstaande aandelen | 82,498,592 | 100% |
(*) Elke categorie van de stemgerechtigde financiële instrumenten van de vennootschap voor iedere persoon, entiteit of groep van personen of entiteiten, waarvan de vennootschap weet dat ze tenminste, rechtstreeks of onrechtstreeks, 1,5 % of meer bezitten, wordt in deze lijst opgenomen.
De Buitengewone Aandeelhoudersvergadering van 26 augustus 2008 besloot om 2 200 000 naakte 'U' warranten in te trekken en om 2 500 000 naakte warranten "V" uit te geven. Het warrantenplan "V" werd goedgekeurd in welke warranten kunnen toegekend worden aan Bestuurders, personeelsleden en bij naam aangeduide zelfstandigen (zoals opgelijst in het warrantenplan "V"). Op jaareinde 2008 werden er 2 241 540 warranten "V" aangeboden (665 000 op 26 augustus 2008 en 1 576 540 op 23 december 2008) waarvan 665 000 warranten zijn aanvaard door Bestuurders en leden van het Executive Management Team. Na balansdatum van 2008 werden 1 169 750 warranten "V" aanvaard door personeelsleden en bij naam aangeduide zelfstandigen. In mei 2009 werden 100 000 warranten "V" toegekend aan leden van het Executive Management Team en aanvaard. In december 2009 werden 30 000 warranten "V" toegekend aan een lid van het Executive Management Team en aanvaard. Op het jaareinde van 2009 werden er in totaal 2 371 540 warranten "V" toegekend waarvan 1 982 450 warranten "V" werden aanvaard. 328 456 warranten "V" werden verbeurd gedurende het jaar 2009. Gedurende het boekjaar 2010 werden er geen bijkomende warranten "V" toegekend en 285 278 warranten "V" werden verbeurd gedurende het jaar. We verwijzen naar toelichting 17 voor verder informatie.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de volgende dochterondernemingen:
Option Wireless Hong Kong Limited Taiwan Branch (Taiwan)
Option Wireless USA Inc. (Verenigde Staten)
Op 25 juni 2008 verwierf de "Groep" Multi Mode Multi Media Solutions (afgekort "M4S"), een spin-off van IMEC en gespecialiseerd in 4G ontwikkeling van radio frequenties. Gedurende het boekjaar 2010, kondigde de Groep haar voornemen aan tot het verkopen van M4S. De Groep verkocht haar dochterondernemingen Multi Mode Multi Media Solutions NV (België) en Multi Mode Multi Media Solutions Wireless Ltd (Ierland) aan een derde partij op 17 november 2010. We verwijzen naar Toelichting 24 voor verdere informatie hieromtrent. Op 29 oktober 2009 maakte de Groep bekend dat, rekening houdende met een kostenbesparingsplan, de kernactiviteiten van het onderzoeks- en ontwikkelingscentrum in Kamp-Lintfort (Duitsland) zullen overgebracht worden naar onderzoeksen ontwikkelingssite te Leuven (België) en maakte haar intentie bekend om haar dochteronderneming Option Wireless Germany GMBH te Kamp-Lintfort te sluiten. Dit liquidatieproces is nog lopende en werd niet gefinaliseerd gedurende het boekjaar 2010.
De totale opbrengsten voor 2010 daalden met 60.7% tot k€ 57 731 in vergelijking met k€ 147 119 in 2009. De opbrengsten in verband met producten daalden van k€ 146 876 in 2009 naar k€ 51 037 in 2010, terwijl de opbrengsten in verband met licenties stegen van k€ 243 in 2009 naar k€ 6 694 in 2010. We verwijzen naar toelichting 3 van dit jaarverslag voor verdere informatie hieromtrent.
Wij verwijzen naar toelichting 3: "Bedrijfssegmenten en geografische spreiding" in de toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening in dit jaarverslag voor verdere informatie betreffende de geografische spreiding van verkopen.
De brutomarge voor 2010 bedroeg 26,1% ten opzichte van
de opbrengsten, dit in vergelijking met een brutomarge van 18,5 % in 2009 met inbegrip van herstructureringskosten (20,1% met uitsluiting van herstructureringskosten). De brutowinst van 2010 werd positief beïnvloed door een toename van de software-opbrengsten welke hogere marges leveren in vergelijking met opbrengsten gegenereerd uit de verkoop van producten. Met een kostprijs van verkochte goederen in 2010 van k€ 42 684 bedroeg de brutowinst k€ 15 047, een daling met 44,6% in vergelijking met de brutowinst van 2009 ter waarde van k€ 27 188.
In 2010 bedroegen de bedrijfskosten, inclusief afschrijvingen, waardeverminderingen en herstructureringskosten, k€ 47 804 in vergelijking met k€ 81 530 in 2009. Dit vertegenwoordigt een daling van 41,4%. Deze daling van de bedrijfskosten zijn het resultaat van de herstructureringen, geïnitieerd in 2009, gecombineerd met lagere kosten welke in verhouding staan tot de verkopen alsook een efficiënte kostcontrole binnen de Groep.
De andere inkomsten van k€ 871 werden gerealiseerd ten gevolge van de verkoop van een entiteit van de Groep gedurende het boekjaar 2010.
Tijdens het boekjaar 2010 bedroeg het bedrijfsresultaat k€ -31 886 (of -55,2% van de opbrengsten) in vergelijking met k€ -54 342 (of -36,9% van de opbrengsten) in 2009.
In 2010 bedroeg de EBITDA k€ -11 658 (of -20,2% van de opbrengsten) in vergelijking met k€ -31 630 (of -21,5% van de opbrengsten) voor 2009, wat neerkomst op een verbetering van k€ 19 972.
De Groep realiseerde een negatief financieel resultaat van k€ -838 in 2010 (2009: k€ -6 673). Het netto wisselkoersresultaat liep op tot k€ -220, voornamelijk te wijten aan de blijvende zwakke US dollar. Gedurende het financiële jaar 2009, heeft de Groep financiële instrumenten afgesloten ter indekking van de USD aan een bepaalde vooropgestelde koers. Gezien de volatiliteit van de USD in 2009 werd hierop een belangrijk wisselkoersverlies gerealiseerd op deze transacties. Vermits de Groep in 2010 geen dergelijke contracten meer afsloot heeft de Groep hierop geen belangrijke wisselkoersverliezen of wisselkoersopbrengsten gerealiseerd op dit soort overeenkomsten. De Groep ontving tevens k€ 59 interesten uit risicovrije beleggingen van de beschikbare liquide middelen (2009: k€ 80). De financiële kosten van k€ -720 vloeiden voornamelijk voort uit betaalde interesten met betrekking tot de huidige kredietlijnen alsook bankkosten, laattijdigheidsintresten en betalingsverschillen (2009: k€ -1 139).
Tengevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in dit opzicht het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen, dit voor een bedrag van € 29,7 miljoen, welke dient beschouwd te worden als een éénmalig, niet-kas item. Dit resulteerde in een negatief belastingresultaat van k€ - 28 314 (2009: positief belastingresultaat van k€ 7 333).
Het resultaat per aandeel voor 2010 was als volgt: Het nettoresultaat in 2010 bedroeg k€ -61 038 of € -0,74per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering. Ter vergelijking, in 2009 bedroeg het nettoresultaat k€ -53 682 of € -1,27 per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering.
Het balanstotaal bedroeg k€ 63 834 op het einde van het boekjaar 2010, tegenover k€ 125 272 het jaar voordien.
De liquide middelen namen lichtelijk toe tijdens het jaar van k€ 30 664 tot k€ 30 930 op het einde van 2010, met inbegrip van k€ 4 770 welke werd opgenomen van de bestaande kredietlijnen (2009: k€ 8 347).
De handelsvorderingen en overige vorderingen daalden van k€ 16 254 tot k€ 7 277 op het einde van 2010. Deze daling is voornamelijk toe te schrijven aan de handelsvorderingen die afgenomen zijn van k€ 14 278 tot k€ 6 721 alsook de overige vorderingen (voornamelijk toe te schrijven aan een lagere BTW vordering). De portfolio van handelsvorderingen is gezond. De meeste verkopen in niet-OESO-landen werden gedekt door kredietbrieven of door een kredietverzekering aangeboden door Delcredere. Delcredere is een zelfstandig orgaan dat, onder garantie van de Belgische overheid, de taak heeft de internationale economische relaties met de niet-OESO-landen te verbeteren door het risico volgend uit export naar, import van en investeringen in de betrokken landen te verzekeren.
De voorraden daalden verder van k€ 17 336 tot k€ 12 425 op het einde van 2010. Deze daling is toe te schrijven aan de afname van de posities van de goederen in bewerking (k€ -8 732), afgewerkte producten (k€ -427),en grondstoffen (k€ -254) in vergelijking met 2009, gecombineerd met een daling van de waardevermindering op voorraden met k€ 4 502.
De nettoboekwaarde van immateriële en materiële vaste activa kwam eind 2010 uit op k€ 13 106, vergeleken met k€ 30 542 per 31 december 2009. In 2010 bedroegen de investeringen in materiële vaste activa, voornamelijk testapparatuur, k€ 64 (2009: k€ 934). De Groep investeerde ook k€ 9 300 (2009: k€ 16 161) in immateriële vaste activa, waarvan k€ 8 726 (2009: k€ 15 929) in geactiveerde ontwikkelingsprojecten en k€ 574 (2009: k€ 232) voornamelijk in bijkomende licenties.
Tijdens het boekjaar stegen de schulden op ten hoogste één jaar tot k€ 59 768 in 2010, in vergelijking met k€ 59 040 in 2009. Deze toename is hoofdzakelijk toe te schrijven aan een daling van het aantal handels- en overige schulden (k€ -11 304), een stijging van de overgedragen opbrengsten resulterende uit de recente licentie overeenkomsten (k€ 21 515), een afname van de voorzieningen (k€ -5 431) voornamelijk het resultaat van het aanwenden van de herstructureringsprovisie (welke een bedrag vertegenwoordigt van k€ -4 815) en een afname van de andere financiële lasten met betrekking tot de terugbetaling (k€ -3 878) van de bestaande kredietlijnen.
De Groep genereerde een uitgestelde belastingverplichting, voortvloeiende uit de activering van commerciële ontwikkelingsprojecten onder IFRS. In 2010 nam deze uitgestelde belastingverplichting af met k€ 1 873 wat bijna volledig toe te schrijven was aan uitzonderlijke waardeverminderingen op deze geactiveerde ontwikkelingsprojecten en waarvoor de tijdelijke verschillen niet meer van toepassing waren.
De belastingvorderingen werden in hun totaliteit teruggenomen op het jaareinde van 2010, of een daling met k€ 30 050 ten opzichte van het jaareinde van 2009. Tengevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in dit opzicht het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen, dit voor een bedrag van € 29,7 miljoen, welke dient beschouwd te worden als een éénmalig, niet-kas item.
Op een balanstotaal van k€ 63 834 bedroeg het totale eigen vermogen k€ 4 046. Eind 2010 kwam de solvabiliteitsratio van de Groep bijgevolg uit op 6,3%, in vergelijking met 51,4% per einde 2009.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg in 2010 k€ 5 520, in vergelijking met k€ -12 476 in het vorige jaar.
De enkelvoudige jaarrekening van Option NV (Belgische boekhoudnormen) heeft over 2010 een nettoverlies van k€ -23 942, in vergelijking met het nettoverlies van k€ -17 418 in 2009.
De Raad van Bestuur stelt voor om het niet-geconsolideerde nettoverlies van k€ -23 942 over 2010 toe te voegen aan het overgedragen resultaat van het vorige boekjaar.
| Resultaatverwerking - verkort schema (conform de Belgische boekhoudnormen) | |||
|---|---|---|---|
| 31 december - in k€ (duizend EUR ) |
14,809,008 | 17,95% | |
| Overgedragen winst / (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar |
(44 132) | (26 714) | |
| Te bestemmen winst / (te verwerken verlies) van het boekjaar | (23 942) | (17 418) | |
| Te bestemmen winstsaldo / (te verwerken verliessaldo) | (68 074) | (44 132) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 December | Toelichting | 2010 €000 |
2009 €000 |
|---|---|---|---|
| Opbrengsten | 3 | 57 731 | 147 119 |
| Opbrengsten van producten | 3 | 51 037 | 146 876 |
| Opbrengsten van software en licenties | 3 | 6 694 | 243 |
| Kostprijs verkochte goederen | 4 | (42 684) | (117 540) |
| Brutowinst met uitsluiting van herstructurerings kosten |
15 047 | 29 579 | |
| Herstructureringskosten | - | (2 391) | |
| Brutowinst | 15 047 | 27 188 | |
| Herstructureringskosten | - | (6 923) | |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten1 | 4-5 | (24 016) | (31 808) |
| Kosten van verkoop, marketing en royalty's1 | 4-5 | (11 146) | (26 896) |
| Algemene en administratiekosten1 | 4-5 | (12 642) | (15 903) |
| Totale bedrijfskosten | (47 804) | (81 530) | |
| Andere inkomsten | 24 | 871 | - |
| Bedrijfsresultaat | (31 886) | (54 342) | |
| Financiële kosten | 6 | (940) | (6 768) |
| Financiële opbrengsten | 6 | 102 | 95 |
| Financieel resultaat | (838) | (6 673) | |
| Resultaat vóór belastingen | (32 724) | (61 015) | |
| Belastingen | 7 | (28 314) | 7 333 |
| Nettoresultaat van de periode toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennootschap |
(61 038) | (53 682) | |
| Resultaat per aandeel | |||
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 82 498 592 | 42 266 402 | |
| Verwaterd gewogen gemiddeld aantal gewone aande len |
82 498 592 | 42 266 402 | |
| Resultaat per aandeel voor verwatering | 18 | (0.74) | (1.27) |
| Resultaat per aandeel na verwatering | 18 | (0.74) | (1.27) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | Toelichting | 2010 €000 |
2009 €000 |
|---|---|---|---|
| Nettoresultaat | (61 038) | (53 682) | |
| Andere gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
|||
| Wisselkoersverschillen voortvloeiend uit valutaverschil len uit buitenlandse activiteiten |
482 | (238) | |
| Andere gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode (netto van belastingen) |
482 | (238) | |
| Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resul taten voorde periode toewijsbaar aan de Groep |
(60 556) | (53 920) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | Toelichting | 2010 €000 |
2009 €000 |
|---|---|---|---|
| Activa | |||
| Immateriële vaste activa | 8 | 8 596 | 21 385 |
| Materiële vaste activa | 9 | 4 510 | 9 157 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 7 | - | 30 050 |
| Overige vorderingen | 10 | 48 | 328 |
| Totaal der niet-vlottende activa | 13 155 | 60 921 | |
| Voorraden | 11 | 12 425 | 17 336 |
| Handels- en overige vorderingen | 10 | 7 277 | 16 254 |
| Liquide middelen | 12 | 30 930 | 30 664 |
| Belastingvorderingen | 7 | 47 | 97 |
| Totaal der vlottende activa | 50 679 | 64 351 | |
| Totaal activa | 63 834 | 125 272 | |
| SCHULDEN EN EIGEN VERMOGEN | |||
| Geplaatst kapitaal | 17 | 12 232 | 12 232 |
| Uitgiftepremies | 17 | 57 961 | 57 961 |
| Reserves | 17 | (176) | (921) |
| Overgedragen resultaat | 17 | (65 971) | (4 933) |
| Totaal eigen vermogen toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennootschap |
4 046 | 64 339 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 7 | 20 | 1 893 |
| Totaal schulden op meer dan een jaar | 20 | 1 893 | |
| Handels- en overige schulden | 14 | 30 136 | 41 440 |
| Overgedragen opbrengsten | 14 | 22 670 | 1 155 |
| Voorzieningen | 15 | 2 097 | 7 529 |
| Overige financiële schulden | 13 | 4 770 | 8 648 |
| Te betalen belastingen | 95 | 268 | |
| Totaal schulden op ten hoogste een jaar | 59 768 | 59 040 | |
| Totaal schulden en eigen vermogen | 63 834 | 125 272 |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | Toelichting | 2010 €000 |
2009 €000 |
|---|---|---|---|
| BEDRIJFSACTIVITEITEN | |||
| Nettoresultaat (A) | (61 038) | (53 682) | |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa | 8 | 9 725 | 13 459 |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa | 9 | 4 368 | 6 541 |
| Verlies / (winst) uit de verkoop van materiële vaste activa | (300) | 839 | |
| Verlies / (winst) uit de verkoop van immateriële vaste activa | 14 | 22 | |
| (Terugname van) waardeverminderingen op vlottende en niet vlottende activa |
(690) | 7 861 | |
| Bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa | 8 | 6 135 | 2 034 |
| Bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa | 9 | - | 678 |
| Toename / (afname) in provisies | 15 | 543 | 5 434 |
| Winst / (verlies) uit de verkoop van dochterondernemingen | 24 | (871) | - |
| Niet gerealiseerde wisselkoers verliezen / (winsten) | 624 | 506 | |
| Interest (opbrengsten) | 6 | (59) | (80) |
| Interest kosten | 6 | 527 | 709 |
| Kost van op aandelen gebaseerde betalingen | 17 | 200 | 663 |
| Belastingkost / (opbrengst) | 7 | 28 314 | (7 332) |
| Totaal (B) | 48 530 | 31 335 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor mutaties in bedrijf skapitaal (C)=(A)+(B) |
(12 508) | (22 347) | |
| Afname / (toename) in voorraden | 6 061 | 8 021 | |
| Afname / (toename) van handels- en overige vorderingen | 10 421 | 28 481 | |
| Toename / (afname) van handels- en overige schulden | (13 805) | (23 473) | |
| Toename / (afname) van uitgestelde opbrengsten | 21 515 | (2 425) | |
| Aanwending van provisies | (5 912) | (342) | |
| Totaal de mutaties in bedrijfskapitaal (D) | 18 280 | 10 262 | |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten (E)=(C) + (D) | 5 772 | (12 085) | |
| (Betaalde) interesten (F) | (319) | (412) | |
| Ontvangen interesten (G) | 50 | 79 | |
| (Betaalde) / ontvangen belastingen (H) | 17 | (58) | |
| KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN (I)=(E)+(F)+(G)+(H) |
5 520 | (12 476) |
| INVESTERINGSACTIVITEITEN | ||||
|---|---|---|---|---|
| Verwerving van immateriële vaste activa | 8 | (574) | (232) | |
| Uitgaven van productontwikkeling, na aftrek van ontvangen subsidies |
8 | (8 726) | (15 929) | |
| Verwerving van materiële vaste activa | 9 | (64) | (934) | |
| Ontvangsten uit de verkoop van immateriële vaste activa | 8 | 6 | 8 | |
| Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa | 9 | 628 | - | |
| Kasinstroom op de verkoop van dochterondernemingen | 24 | 7 145 | - | |
| KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (J) | (1 585) | (17 087) | ||
| FINANCIERINGSACTIVITEITEN | ||||
| Ontvangen uit hoofde van kapitaalsverhoging | 17 | - | 20 212 | |
| Betaling met betrekking tot kosten van kapitaalsverhoging | 13 | - | (1 698) | |
| Ontvangsten / (Betalingen) uit hoofde van financiële leasings chulden |
13 | (43) | 43 | |
| Verwervingen van leningen | 13 | 4 770 | 8 574 | |
| Aflossingen van leningen | 13 | (8 355) | (74) | |
| KASSTROOM VERSTREKT / (GEBRUIKT) UIT FINANCIERING SACTIVITEITEN (K) |
(3 628) | 27 057 | ||
| Nettotoename/(afname) van liquide middelen = (I)+(J)+(K) | 307 | (2 506) | ||
| Liquide middelen bij het begin van het boekjaar | 12 | 30 664 | 33 328 | |
| Impact wisselkoersfluctuaties | (41) | (158) | ||
| Liquide middelen op het einde van het boekjaar | 12 | 30 930 | 30 664 | |
| Verschil | 307 | (2 506) |
| In k€ (duizend EUR) | Toelich ting |
Geplaatst kapitaal |
Uitgifte premies |
Op aandelen geba seerde betalin gen |
Valutakoers verschillen |
Kosten uitgifte van nieuwe aandelen |
Over gedragen resultaat |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2009 | 6 116 | 43 865 | 513 | (161) | - | 48 749 | 99 082 | |
| Nettoresultaat Andere gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van |
- - |
- | - - |
- (238) |
- - |
(53 682) - |
(53 682) (238) |
|
| belastingen | ||||||||
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode |
- | - | (238) | - | (53 682) | (53 920) | ||
| Op aandelen gebaseerde betalingen |
17 | - | - | 663 | - | - | - | 663 |
| Kosten uitgifte van nieuwe aandelen |
17 | - | - | - | - | (1 698) | - | (1 698) |
| Uitgifte van nieuwe aandelen | 17 | 6 116 | 14 096 | - | - | - | - | 20 212 |
| Op 31 december 2009 | 12 232 | 57 961 | 1 176 | (399) | (1 698) | (4 933) | 64 339 | |
| Nettoresultaat | - | - | - | - | - | (61 038) | (61 038) | |
| Andere gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van belastingen |
- | - | 482 | - | - | 482 | ||
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode |
- | - | - | 482 | (61 038) | (60 556) | ||
| Op aandelen gebaseerde betalingen |
17 | - | - | 200 | - | - | - | 200 |
| Kosten uitgifte van nieuwe aandelen |
17 | - | - | - | - | 63 | - | 63 |
| Op 31 december 2010 | 12 232 | 57 961 | 1 376 | 83 | (1 635) | (65 971) | 4 046 |
Option NV (de Vennootschap) is actief in de sector van de telecommunicatie en is gespecialiseerd in het ontwerp, de ontwikkeling, de productie, de installatie, de aan- en verkoop van toepassingen voor draadloze datacommunicatie zoals datakaarten, USB-apparaten, draadloze routers en (geïntegreerde) modules. De Vennootschap werd opgericht op 3 juli 1986 en stond initieel, sinds november 1997, genoteerd op de Europese contantmarkt ('Easdaq' later 'NASDAQ Europe') en staat sinds 2003 genoteerd op Eurolist van Euronext Brussel (Ticker: OPTI- code BE0003836534).
Option NV is een Naamloze Vennootschap (NV) naar Belgisch recht die haar aandelen in het openbaar te koop aanbiedt. Option NV is vertegenwoordigd in verschillende continenten. De belangrijkste vestigingen zijn de hoofdze-
De geconsolideerde jaarrekening van de Groep voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2010 omvat Option NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'Option' of 'de Groep'). Op de Raad van Bestuur van 30 maart 2011 werd het jaarverslag goedgekeurd voor vrijgave en verkreeg Jan Callewaert de volmacht om het verslag te ondertekenen.
De geconsolideerde financiële rekeningen zijn opgesteld volgens de "historische kost overeenkomst", behalve voor afgeleide financiële instrumenten, welke zijn gewaardeerd op hun reële waarde.
De jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Stan-
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. IAS 27 bepaald dat controle bestaat wanneer de Groep de bevoegdheid heeft om het financiële en operationele beleid te bepalen en zij de voordelen verwerft uit de activiteiten van de entiteiten. Controle wordt verondersteld te bestaan wanneer de Groep, rechtstreeks of onrechtstreeks, meer dan 50 % van de stemmen in handen heeft die zijn verbonden aan het aandeelkapitaal van een onderneming. Option NV heeft een 100% deelneming in al zijn dochterondernemingen (conform toelichting 24)
De resultaten van verworven of geliquideerde dochterondernemingen worden mee geconsolideerd De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bijzijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.
dards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Gemeenschap.
vanaf de datum waarop de controle wordt verworven, of de consolidatie neemt een einde op de datum waarop de controle verdwijnt.
Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten tenzij een bijzondere waardevermindering van toepassing is op het activa dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.
Gebaseerd op een nazicht van haar financiële rekeningen heeft de Groep de presentatie en classificatie gewijzigd van sommige elementen en toelichtingen in de boekhoudprincipes. Deze kunnen als volgt worden samengevat:
De toegepaste boekhoudprincipes zijn in overeenstemming met deze van vorig boekjaar, behalve voor:
Het IASB heeft volgende nieuwe en aangepaste IFRS en IFRIC interpretaties gepubliceerd:
en enkelvoudige jaarrekening (uitgegeven in januari 2008 en werd van kracht op bedrijfscombinaties waarvoor de overnamedatum op of na de eerste jaarlijkse verslagperiode die een aanvang neemt op of na 1 juli 2009);
Wijziging van IFRS 1 – Eerste toepassing van Internationale Financiële Rapporterings Standaarden (IFRS) - Bijkomende Vrijstellingen. Deze wijzigingen werden uitgegeven in augustus 2009 en werden van kracht voor jaarperioden beginnend op of na 1 januari 2010. De wijzigingen in IFRS 1 voorziet extra vrijstellingen voor eerste gebruikers met betrekking tot activa van olie en gas alsook de regelingen met betrekking tot leasing. Deze wijziging had geen invloed op de financiële positie of prestaties van de Groep.
Wijziging van IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen. Deze wijzigingen werden uitgegeven in juni 2009 en werden van kracht voor boekjaren die een aanvang nemen op of na 1 januari 2010. Deze wijziging voorziet in extra richtlijnen voor de verwerking van op aandelen gebaseerde betalingstransacties tussen de entiteiten van de Groep. Deze wijziging had geen invloed op de financiële positie of prestaties van de Groep.
IFRS 3 Bedrijfscombinaties en IAS 27 geconsolideerdeen enkelvoudige jaarrekening. Deze herziene standaarden werden uitgegeven in januari 2008 en werden van kracht op bedrijfscombinaties waarvoor de overnamedatum op of na de eerste jaarlijkse verslagperiode die een aanvang neemt op of na 1 juli 2009. IFRS 3 introduceert wijzigingen in verband met de boekhoudkundige verwerking van bedrijfscombinaties welke een impact zullen hebben op het opgenomen bedrag aan goodwill. IAS 27 vereist dat een wijziging in deelneming in een dochteronderneming (zonder het verlies van controle) wordt opgenomen als een transactie in het eigen vermogen. Deze standaard mag vroeger worden toegepast, doch de Groep heeft deze intentie niet.
IAS 39 Financiële Instrumenten: Opname en Waardering – Instrumenten die in aanmerking komen voor afdekking. Deze wijzigingen van IAS 39 werden uitgegeven in juli 2008 en werden van kracht voor jaarperioden beginnend of volgend op 1 juli 2009. Deze wijziging omschrijft de toewijzing van een éénzijdig risico in een afgedekte positie en de toewijzing van de inflatie als een afgedekt risico of een gedeeltelijk risico in specifieke situaties. Het verduidelijkt dat het een onderneming toelaat om een gedeelte van de reële waardewijzigingen van het financiële instrument toe te wijzen als een ingedekt item. De Groep heeft geoordeeld dat deze wijziging geen invloed had op de financiële positie of prestaties van de Groep.
Verbeteringen aan IFRS (2008 – 2009). Zijn uitgegeven in april 2009 en de meesten werden effectief op of na 1 januari 2010. Dit is de tweede standaard-omnibus gepubliceerd onder het IASB jaarlijkse verbeteringsproces welke bedoeld is om om te gaan met kleine wijzigingen in standaarden. De Groep heeft de verbetering aangaande IFRS 8 toegepast die de bekendmaking van de totale activa per segment voorschrijft, alleen wanneer deze bedragen regelmatig worden verstrekt aan de Chief Operating beslissingsnemer. Aangezien de Groep geen bedragen van de totale activa per segment verschaft, heeft de Groep gebruik gemaakt van deze verbetering.
IFIRC 12 Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten. Deze interpretatie is toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 april 2009 en van toepassing op exploitanten van dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten en zet de administratieve verwerking uiteen van de aangegane verplichtingen en bekomen rechten bij dergelijke dienstverlening. Geen enkele dochteronderneming van de Groep is een exploitant zoals hiervoor omschreven. Bijgevolg heeft deze interpretatie geen impact op de Groep.
IFRIC 15 Overeenkomsten voor de constructie van vastgoed. IFRIC 15 werd uitgegeven in juli 2008 en wordt van kracht voor boekjaren op of na 1 januari 2010 en dient retroactief te worden toegepast. Deze interpretatie verduidelijkt wanneer en hoe de opbrengsten en bijhorende kosten betreffende de verkoop van een vastgoedeenheid dienen opgenomen te worden indien de ontwikkelaar en de koper een overeenkomst hebben bereikt alvorens de bouw van het vastgoed gefinaliseerd is. IFRIC 15 zal geen impact hebben of de geconsolideerde jaarrekening vermits de Groep dergelijke activiteiten niet uitvoert.
IFRIC 16 Afdekking van een investering in buitenlandse activiteiten. Werd uitgegeven in juli 2008 en werd van kracht vanaf het boekjaar beginnend of volgend op 1 juli 2009. Deze interpretatie dient met terugwerkende kracht te worden toegepast. IFRIC 16 verschaft richtlijnen in verband met de afdekking van een netto investering alsook de boekhoudkundige verwerking ervan. Als dusdanig worden richtlijnen gegeven om het risico van vreemde valuta te identificeren welke worden gekwalificeerd als afdekking van een netto investering en hoe een onderneming het bedrag van wisselkoerswinsten of verliezen dient te bepalen in relatie met zowel de netto investering als met de instrumenten aangewend ter afdekking. Geen ondernemingen van de Groep hebben dergelijke instrumenten en bijgevolg is deze standaard niet van toepassing op de Groep.
IFRIC 17 Uitkeringen van activa in natura aan eigenaars. Deze interpretatie biedt een leidraad voor een correcte boekhoudkundige behandeling indien een entiteit activa verkoopt, andere dan in geld, als dividend aan haar aandeelhouders. Deze interpretatie werd van kracht op 1 juli 2009 en heeft geen invloed op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, aangezien de Groep geen uitkeringen heeft verricht van niet-financiële activa aan eigenaars.
IFRIC 18 Overdracht van activa van klanten. Deze nieuwe interpretatie is uitgegeven om de uiteenlopende boekhoudkundige verwerkingen te behandelen voor de begunstigden voor dergelijke overdracht van materiële vaste activa van 'klanten'. Deze interpretatie werd van kracht voor overdrachten die op of na 1 juli 2009 werden uitgevoerd en heeft geen invloed op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep vermits een dergelijke inbreng van activa niet heeft plaatsgevonden in 2009 en 2010..
De Groep heeft ervoor geopteerd om geen standaarden of interpretaties toe te passen voor deze effectief dienen te worden toegepast.
Standaarden en interpretaties in ontwikkeling, nog niet van toepassing
Op het ogenblik van de goedkeuring van de jaarrekening waren onderstaande standaarden en interpretaties al gepubliceerd, maar nog niet van toepassing:
• Wijziging in IFRS 1 Eerste toepassing van Internationale Financiële Rapporterings Standaarden (IFRS) – Vrijstellingen op IFRS. Deze wijziging werd uitgegeven in februari 2010 en werd van kracht op of na 1 juli 2010. Deze wijziging geeft eerste IFRS toepassers dezelfde overgangsbepalingen welke de wijzigingen in IFRS 7 verleent aan de huidige IFRS-opstellers. Deze wijziging is een korte-termijn uitzondering en is alleen van toepassing op de jaarlijkse vergelijkende periodes die eindigen vóór 31 december 2009, tussentijdse periodes met een jaarlijkse vergelijkende periode vóór 31 december 2009 en van elke verklaring van de financiële positie gepresenteerd in deze periodes. Deze wijziging zal geen invloed hebben op de financiële positie of prestaties van de Groep.
De Groep evalueert of dit al dan niet een impact zal hebben.
worden van kracht op of na 1 februari 2010. Volgens de wijziging, de rechten van opties en warranten, uitgegeven om het verwerven van een vast aantal eigen niet -afgeleide eigen-vermogensinstrumenten van een onderneming voor een vast bedrag, worden geclassificeerd als eigen-vermogensinstrumenten, mits het bod wordt gedaan naar evenredigheid aan alle bestaande eigenaars van dezelfde klasse van deze niet-afgeleide eigen-vermogensinstrumenten van de onderneming.
De impact van deze standaarden en interpretaties in ontwikkeling en momenteel herzien door het IASB en het IFRIC, werden niet voorzien in deze financiële rekeningen.
Om deze jaarrekening op te stellen dient het management ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. Het gaat daarbij voornamelijk over de recupereerbaarheid van vaste activa, uitgestelde belastingen, immateriële vaste activa, garantieverplichtingen en andere waarschijnlijke verplichtingen op de afsluitingsdatum van de jaarrekening en het gepubliceerde bedrag van baten en lasten tijdens de gerapporteerde periode.
De Groep gebruikt deze ramingen voor de gewone bedrijfsuitoefening om garantieverplichtingen, verouderde stock en surplusvoorraden, dubieuze debiteuren, de economische levensduur van R&D projecten, de waardering van intellectuele eigendomsrechten, afgeleide financiële instrumenten en andere reserves te waarderen. De uiteindelijke resultaten kunnen afwijken van de gemaakte inschattingen.
Beoordelingen gemaakt door het management en de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar, worden hierna omschreven
De Groep onderverhuurt een eigen gehuurd gebouw aan een derde partij.
De Groep is van oordeel, gebaseerd op een evaluatie van de termijnen en voorwaarden opgenomen in de overeenkomst, dat zij alle risico's en voordelen van eigendom van dit gebouw geniet en bijgevolg het contract opneemt als operationele leasing.
De Groep is de opinie toegedaan dat, niettegenstaande de overgedragen verliezen opgelopen gedurende vier opeenvolgende jaren, het gebruik van de waarderingsregels in verband met continuïteit gerechtvaardigd is, gebaseerd op het feit dat:
• In 2009 en 2010 heeft de Groep maatregelen genomen om haar kostenbasis drastisch te verlagen en om de organisatie in lijn te brengen met haar nieuw gedefinieerde strategie. De Groep heeft verder interessante partnerships aangegaan, dit ter uitvoering van haar nieuwe strategie (Kobil, Interdigital). Bovendien heeft de Groep een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Huawei Technologies, waarbij beide bedrijven overeen kwamen om samen te werken op verschillende vlakken, dit door het delen van technologie alsook het verkennen van een verdere samenwerking op Onderzoek & Ontwikkeling en licenties.
covenant. Na de succesvolle kapitaalverhoging in 2009, hebben ING en Dexia afgezien van de leverage convenant, dit voor de eerste drie kwartalen van 2010. Echter, als gevolg van de opgelopen verliezen, is het eigen vermogen van de Groep gedaald onder de drempel en is de Vennootschap momenteel in schending van de eigen vermogen- en solvabiliteit convenant. De Vennootschap is een mogelijke tijdelijke ontheffing met betrekking tot deze convenanten aan het bespreken met ING en Dexia.
De ramingen en veronderstellingen worden continu herzien. Herzieningen op boekhoudkundige veronderstellingen worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden en als er een belangrijk risico bestaat tot een materiële correctie op de bedragen opgenomen in de activa en passiva van het volgende boekjaar.
Ontwikkelingskosten worden gekapitaliseerd in overeenstemming met de boekhoudprincipes opgenomen in toelichting 2. De initiële kapitalisatie van de kosten is gebaseerd op het oordeel van het management dat de technologische en economische haalbaarheid is bevestigd, indien een ontwikkelingsproject een welbepaalde mijlpaal heeft bereikt in overeenstemming met een project management model. Bij het bepalen van het de gekapitaliseerde bedragen maakt het management assumpties omtrent de toekomstige winstverwachtingen van het actief, verdisconteerde waardes en de verwachte periode dat het actief inkomsten genereert. Op 31 december 2010 bedroegen de gekapitaliseerde ontwikkelingskosten k€ 8 114 (2009: k€ 19 616). Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 8.
De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn om een uitzonderlijke waardevermindering voor alle niet financiële vaste activa op te nemen. Indien er berekeningen op de gebruikswaarde worden toegepast, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de cash genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen. Op 31 december 2010 heeft de Groep een bedrag van k€ 6 135 aan uitzonderlijke waardeverminderingen opgenomen op de geactiveerde ontwikkelingsprojecten (2009: k€ 1 993). Voor verdere details, met inbegrip van een sensitiviteitsanalyse en de belangrijkste assumpties, verwijzen we naar toelichting 8.
Uitgestelde belastingsvorderingen worden opgenomen voor alle niet gebruikte belastingverliezen en andere tijdelijke verschillen, in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten zullen worden gegenereerd tegen dewelke de vorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planningstrategieën. Tengevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in dit opzicht het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen, dit voor een bedrag van € 29,7 miljoen. Bijgevolg is er op de balans geen boekwaarde met betrekking tot de uitgestelde belastingvordering, opgenomen op 31 december 2010 (2009: k€ 72 530). Alhoewel deze belastingvorderingen niet meer werden opgenomen op de balans, vervallen deze niet en mogen evenmin gebruikt worden om ze af te zetten tegenover belastbare winsten in andere entiteiten van de Groep. Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 7.
De Groep raamt haar kosten voor de garantieprovisie door gebruik te maken van statistische gegevens op de verkopen. De garantieperiode is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert van 12 tot 24 maanden, afhankelijk van waar de klant zich bevindt.
Op 31 december 2010 bedroeg de geraamde garantieprovisie k€ 201 (2009: k€ 510). Meer details hieromtrent worden gegeven in toelichting 15.
Een voorziening voor herstructurering wordt aangelegd wanneer de Groep een gedetailleerd formeel plan ontwikkeld voor de herstructurering, zoals uiteengezet in de voornaamste boekhoudprincipes in toelichting 2. In het laatste kwartaal van 2009 kondigde de Groep een tweede herstructurering aan die zowel de Vennootschap als een
De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele en rapporteringmunteenheid van de Vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt, behalve:
Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta aantal van haar dochterondernemingen trof. Bijgevolg bedroeg de raming van deze herstructureringsvoorziening, met inbegrip van de directe kosten, k€ 5 912 op 31 december 2009. Op het einde van het boekjaar 2010 werd de resterende herstructureringsprovisie geraamd op k€ 1 096. Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 15.
worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.
Voor doeleinden van de geconsolideerde jaarrekening worden activa en passiva van buitenlandse activiteiten (VS, Japanse, Hong Kong en Taiwanese dochterondernemingen) omgezet in euro tegen de wisselkoersen die gelden op balansdatum. Inkomsten en uitgaven worden omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoersen voor de periode, tenzij de wisselkoersen aanzienlijk schommelden tijdens die periode. Dan worden immers de wisselkoersen op datum van de transacties gebruikt. De componenten van het eigen vermogen worden aan historische koers omgezet. De wisselkoersverschillen die hieruit mogelijks voortvloeien uit de euro-omzetting van het eigen vermogen tegen de koers op rapporteringdatum, worden geboekt als 'verschillen in nettovalutakoers' onder de rubriek 'Eigen vermogen'. Dergelijke wisselkoersverschillen worden in resultaat genomen tijdens de periode waarin de buitenlandse activiteit afgestoten of beëindigd wordt.
De Groep genereert hoofdzakelijk opbrengsten uit de verkoop van haar producten: datakaarten, USB apparaten, routers, ingebouwde draadloze modules en software.
De klanten van de Groep zijn onder meer Value-Added Resellers (VAR's), Original Equipment Manufacturers (OEM's), service providers van draadloze communicatie, internationale operatoren en eindgebruikers.
Deze verkopen worden erkend als opbrengsten wanneer:
Indien aan één of meer van deze criteria niet wordt voldaan, wordt de opbrengst overgedragen tot aan alle criteria wordt voldaan.
De opbrengsten worden opgenomen aan hun reële waarde, exclusief van betalingskortingen, toegekende kortingen en belastingen op opbrengsten.
De verkochte producten van de Groep worden over het algemeen niet verkocht met recht op teruggave, tenzij de producten defect zijn en gedekt zijn door de garantieclausule (zie ook toelichting 15).
De opbrengsten van de Groep omvatten ook samengestelde producten en/of diensten zoals o.a. technische ondersteuning van haar producten. In deze gevallen wordt de totale opbrengst toegewezen aan de reële waarde van de individuele elementen, die dan gewaardeerd worden op basis van de onderliggende boekhoudprincipes, van toepassing op dat element.
Indien de marktwaarde van één of meer van de elementen niet kan worden bepaald, wordt de opbrengst gespreid over de verwachte resterende contractuele looptijd.
Niettegenstaande de verkochte producten ingebouwde software hebben, gelooft de Groep dat deze software onontbeerlijk is aan de producten die ze levert.
Opbrengsten van diensten worden erkend als de diensten zijn geleverd en wanneer er geen belangrijke prestaties meer dienen te worden geleverd en indien de inbaarheid in belangrijke mate vaststaand is. Opbrengsten uit dienstenovereenkomsten, afhankelijk van een finale aanvaarding van de klant worden uitgesteld tot zulke aanvaarding is ontvangen en alle andere voorwaarden omtrent erkenning van opbrengsten zijn vervuld. De kosten met betrekking tot dergelijke overeenkomsten worden opgenomen wanneer ze zich voordoen.
Een gedeelte van de opbrengsten van de Groep zijn afgeleid uit samenwerkingsovereenkomsten. Als gevolg van zulke samenwerkingen verklaart de Groep zich akkoord om onderzoek naar en het testen van producten uit te voeren, zoals omschreven in dergelijke overeenkomst.
Het belangrijkste deel van deze overeenkomsten voorzien voorafbetalingen met betrekking tot toegang tot technologieën, licentiekosten en te bereiken mijlpalen. Overeenkomsten die specifiek betrekking hebben op licentie- en software inkomsten worden als opbrengst erkend over de periode van de licentie.
Definitief verworven voorafbetalingen worden slechts erkend als opbrengst voor zover er producten of diensten geleverd werden in een afzonderlijke transactie en de Groep aan alle voorwaarden en verplichtingen van de onderliggende overeenkomst heeft voldaan. In het geval van blijvende betrokkenheid van de Groep, zal de voorafbetaling niet beschouwd worden als een afzonderlijke transactie en zal de erkenning van de opbrengsten op basis van de marktwaarde gespreid worden over de looptijd van de overeenkomst.
Mijlpaalopbrengsten volgende uit onderzoek worden erkend als opbrengsten zodra deze definitief verworven zijn, tenzij de Groep betrokken blijft in het programma. In dit geval wordt de mijlpaalopbrengst slechts erkend in de mate er kosten werden opgelopen (en in het licht van de globale projectopbrengsten en –kosten).
Indien er in cash wordt voorafbetaald alvorens aan bovenvermelde criteria werd voldaan, worden deze als overgedragen opbrengsten erkend.
In het kader van licentieovereenkomsten heeft de Groep zich ertoe verbonden royalty's te betalen voor het gebruik van bepaalde essentiële gepatenteerde technologieën in draadloze datacommunicatie. De Groep gaat ervan uit dat royaltyverplichtingen bepaald kunnen worden
Belastingen op de winst of het verlies voor het boekjaar omvatten verschuldigde en uitgestelde belastingen. De belastingen worden geboekt in de resultatenrekening tenzij ze betrekking hebben op transacties die direct in het eigen vermogen werden opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen.
Verschuldigde belastingen omvatten de verwachte belastingverplichtingen op het belastbare inkomen van het jaar. De belastbare basis verschilt van het resultaat voor belastingen zoals opgenomen in de jaarrekening omdat bepaalde elementen van de inkomsten of de uitgaven in andere boekjaren belast of vrijgesteld worden en andere elementen die definitief verworpen worden of aftrekbaar zijn. 'Enacted' (waarbij de letter van de wet wordt toegepast) of 'substantially enacted' (waarbij de geest van de wet wordt toegepast, d.w.z. bepaalde aspecten) belastingtarieven worden gebruikt om de verschuldigde belastingen op balansdatum te bepalen. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 7.
Een beperkt aantal contracten geeft de klant recht op een kredietnota in geval van prijserosie gedurende een bepaalde periode volgend op de initiële verkoop. De mogelijke kortingen volgend uit dergelijke inkomsten worden geschat op het ogenblik van de verkoop en worden in mindering gebracht van de opbrengsten.
Financiële kortingen worden in mindering gebracht van de opbrengsten.
in overeenstemming met de voorwaarden die werden bedongen met de octrooihouders. Royaltyverplichtingen worden opgenomen als 'kosten voor verkoop, marketing en royalty's.
Uitgestelde belastingen zijn voorzien, gebruik makend van de passivamethode, voor alle tijdelijke verschillen die zich voordoen tussen de aanslagvoeten van activa en passiva en hun nettoboekwaarde ten behoeve van financiële verslaggeving. 'Enacted' (waarbij de letter van de wet wordt toegepast) of 'substantially enacted' (waarbij de geest van de wet wordt toegepast, d.w.z. bepaalde aspecten) belastingtarieven worden gebruikt om de uitgestelde belastingen te bepalen.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden algemeen erkend voor alle tijdelijke belastingverschillen. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen wanneer het management het waarschijnlijk acht dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden op iedere balansdatum geëvalueerd en worden afgeboekt in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Uitgestelde belastingsverplichtingen en –vorderingen worden tegenover elkaar afgezet indien wettelijk is toegelaten om de verschuldigde belastingen en vorderingen tegenover elkaar af te zetten en indien deze
De voorraden grondstoffen (hoofdzakelijk elektronische componenten) en goederen in bewerking, worden geboekt tegen de kostprijs (FIFO-methode) of, indien die lager is, tegen de realisatiewaarde.
De voorraden van afgewerkte producten worden geboekt tegen de laagste van de kostprijs of de netto realiseerbare waarde. De kostprijs omvat directe materialen en, indien van toepassing, directe arbeidskosten en de overheadkosten die zijn gemaakt om de voorraden naar hun huidige locatie en in hun huidige toestand te brengen. De kostprijs wordt berekend volgens de methode van het gewogen gemiddelde.
De materiële vaste activa van de Groep omvatten specifieke productieapparatuur en worden gewaardeerd tegen de historische kost min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Kosten, opgelopen na initiële erkenning zullen deel uitmaken van de waarde van het activa of zullen als afzonderlijk activa worden behandeld in de mate dat de verbonden toekomstige economische voordelen aan de Groep toekomen en indien de gerelateerde kosten op een betrouwbare wijze kunnen worden bepaald.
Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.
De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastingsautoriteiten en indien de Groep de intentie heeft dit recht uit te voeren. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 7.
De netto realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs min de geschatte kosten om het product af te werken en om de verkoop te realiseren.
De Groep erkent voorraad in consignatie op haar balans tenzij er een aanzienlijke overdracht van de risico's en voordelen verbonden aan het eigendom heeft plaatsgevonden naar de geconsigneerde.
De Groep waardeert doorlopend de voorraden van verouderde artikelen of langzaam roterende artikelen, en legt waar nodig voorzieningen aan.
(berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.
De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur, met name: :
| Machines en computeruitrusting | 2 tot 10 jaar |
|---|---|
| Meubilair en rollend materieel | 5 jaar |
| Inrichtingen | 3 tot 9 jaar |
De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.
Activa in aanbouw worden geboekt aan kostprijs. Die omvat de kosten voor de bouw en materiële vaste activa en andere directe kosten. Deze activa worden slechts afgeschreven vanaf het ogenblik waarop ze klaar zijn voor hun bestemd gebruik. Op dat ogenblik worden de activa naar de relevante rubrieken binnen de materiële vaste activa verplaatst
Leasing operaties kunnen worden opgesplitst in twee soorten van leasing:
Leasing waarbij de Groep een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom op zich neemt worden in de categorie 'financiële leasing' ondergebracht. Zij worden gemeten tegen het laagste bedrag van de reële waarde en de geraamde huidige waarde van de minimale huurbetalingen bij het begin van de huur, te verminderen met de gecumuleerde afschrijvingen en verliezen door bijzondere waardeverminderingen.
Elke leasingbetaling wordt toegekend aan het passief en aan de financieringskosten om te komen tot een constante periodieke rentevoet op het uitstaande financieringssaldo.
Leasing waarbij een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom effectief door de verhuurder worden behouden, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen voor operationele leasing worden lineair De overeenstemmende leasingverplichtingen, zonder financieringskosten, zijn opgenomen onder de schulden die op minder en op meer dan één jaar vervallen. Het renteelement wordt geboekt ten laste van de resultatenrekening over de leasingtermijn. Activa onder financiële leasing worden afgeschreven over de gebruiksduur van de activa volgens de door de Groep uiteengezette regels. Als er geen zekerheid bestaat of de Groep eigenaar zal worden van het actief op het einde van de huurovereenkomst, dan gebeurt de afschrijving over de kortste periode: de huurtermijn of de gebruiksduur van de activa.
ten laste genomen van de resultatenrekening over de duur van de overeenkomst. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 16.
Afzonderlijk verworven Immateriële vaste activa worden gewaardeerd bij de initiële opname op kostbasis verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde waardeverminderingen. Intern gegenereerde immateriële vaste activa, met uitzondering van geactiveerde ontwikkelingsprojecten, worden niet geactiveerd en de kost wordt opgenomen in het resultaat van het jaar waarin de kost zich voordoet.
Immateriële vaste activa worden afgeschreven op basis van hun economische gebruiksduur en de nood van een uitzonderlijke waardevermindering wordt geanalyseerd wanneer zich een indicatie tot waardevermindering voordoet. De afschrijvingsmethode en periode van het immaterieel vast actief met een gedefinieerde levensduur wordt minstens herzien op elk financieel jaareinde. Winsten of verliezen die hun oorzaak vinden in de buitengebruikstelling van een immaterieel vast actief worden berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het actief worden opgenomen in het resultaat wanneer het actief wordt buiten gebruikgesteld.
Uitgaven voor onderzoek worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
De Groep gebruikt de boekhoudkundige kostenverminderingmethode voor onderzoekssubsidies waarbij het voordeel van de subsidie wordt erkend als een vermindering van de kostprijs van de aanverwante uitgaven. Dit wanneer is voldaan aan bepaalde criteria die zijn bedongen in de voorwaarden van die subsidieovereenkomsten en voor zover de nodige garanties werden gegeven dat de subsidies effectief zullen worden ontvangen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden opgenomen als immateriële activa conform IAS 38 Immateriële Activa, indien voldaan is aan de volgende criteria en de Groep de volgende zaken kan aantonen:
Het initieel opgenomen bedrag voor intern ontwikkelde immateriële vaste activa bestaat uit het totaal van de opgelopen kosten vanaf het moment waarop het immaterieel vast actief aan de hierboven beschreven criteria voldeed. Indien geen intern ontwikkeld immaterieel vast actief kan
De overige immateriële vaste activa van de Groep omvatten:
Deze worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere
(9) bijzondere waardeverminderingen op vaste activa
De Groep evalueert in elke rapporteringsperiode de vaste activa en bepaald in geval van bijzondere gebeurtenissen of wijzigingen of er enige indicatie bestaat tot het nemen van een bijzondere waardevermindering. Indien die indicaties er zijn, wordt de realisatiewaarde van het actief geschat om de bijzondere waardevermindering vast te leggen. Indien
worden erkend, worden ontwikkelingskosten opgenomen in de resultatenrekening van de periode tijdens dewelke ze werden opgelopen.
Na hun initiële opname op de balans worden deze intern ontwikkelde immateriële activa gewaardeerd aan kost min gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde manier als de overige immateriële vaste activa. De afschrijvingen van de geactiveerde ontwikkelingskosten worden geboekt in de resultatenrekening onder de rubriek 'Onderzoeks- en Ontwikkelingkosten'.
Andere ontwikkelingsuitgaven worden opgenomen als kost wanneer ze worden opgelopen. Onderzoeks- en ontwikkelingskosten die in het vorige boekjaar werden opgenomen als kost, kunnen in een volgende periode niet worden opgenomen als een actief. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden rechtlijnig afgeschreven vanaf het begin van de commerciële verzending van het gecertificeerde product over de periode van zijn verwachte opbrengst die niet meer dan twee jaar bedraagt.
Het activeren van ontwikkelingskosten, zoals hierboven gedetailleerd beschreven, creëert een tijdelijk verschil in de belastbare basis. Bijgevolg werd in dit verband een uitgestelde belastingverplichting geboekt.
waarderverminderingsverliezen. De afschrijvingen gebeuren lineair over de verwachte economische levensduur, die varieert tussen 1,5 en 5 jaar. De verwachte economische levensduur en de afschrijvingsperiode worden bij iedere rapporteringperiode geëvalueerd, waarbij het effect van eventuele aanpassingen op een prospectieve basis wordt opgenomen.
een individueel actief geen kasstromen genereert los van andere activa, dan zal de Groep een inschatting maken van de realisatiewaarde van de eenheid die de kasstromen genereert en waartoe het actief behoort.
Voor de immateriële vaste activa zal onmiddellijk een bijzondere waardevermindering worden geboekt zodra niet meer aan de vereiste criteria (zie boekhoudprincipe 8A) is voldaan. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur en immateriële vaste activa die nog niet klaar zijn voor ingebruikname worden jaarlijks getest op waardeverminderingen of telkens er een indicatie van waardevermindering is.
De realisatiewaarde is gelijk aan de hoogste van de marktwaarde verminderd met de verkoopkosten en de gebruikswaarde. De beoordeling van de gebruikswaarde gebeurt op basis van de huidige waarde van de verdisconteerde toekomstige kasstromen, gebruik makend van de discontovoet voor belastingen die de huidige marktcondities van de tijdswaarde van geld en de specifieke risico's verbonden aan het onderliggend activa voor zover de toekomstige
Een provisie wordt opgenomen indien:
Indien er niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt geen provisie genomen.
Het bedrag dat als voorziening erkend wordt is de beste raming van de vereisten om de huidige verplichting op de balansdatum te vereffenen, rekening houdend met de risico's en de onzekerheden die eigen zijn aan de verplichting. Indien sommige of alle economische voordelen die worden vereist om een voorziening te vergoeden, van een derde kunnen worden teruggevorderd, wordt de vordering aanzien als een activa indien het nagenoeg zeker is dat de terugbetaling zal worden ontvangen en indien het bedrag van terugbetaling betrouwbaar kan worden gemeten.
kasstromen hier niet voor werden aangepast, weerspiegelt.
Indien de realisatiewaarde van het activa (of de kasstroom generende eenheid) lager is dan de huidige boekwaarde, zal de boekwaarde verlaagd worden tot de realisatiewaarde. Deze waardeverminderingen worden opgenomen in de resultatenrekening.
Bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere waardevermindering tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere waardevermindering, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere waardevermindering heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.
De Groep verleent garantie op haar producten vanaf de datum van verzending en/of verkoopdatum aan de eindklant. De garantietermijn is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert van 12 tot 24 maanden afhankelijk van de plaats waar de klant zich bevindt. Het beleid van de Groep bestaat erin de geraamde kosten van garantieverlening te boeken op het ogenblik dat de verkoop wordt opgetekend.
Op verkopen van de Groep buiten de Europese Unie is de garantietermijn beperkt tot ten hoogste één jaar.
Een herstructureringsprovisie wordt erkend wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel plan voor de herstructurering heeft opgesteld en voor dewelke een gegronde verwachting kenbaar werd gemaakt aan de getroffenen, dat het plan zal worden uitgevoerd door de aanvang van de uitvoering ervan of door het bekendmaken van de belangrijkste kenmerken van het plan aan de getroffenen. De grootorde van een herstructureringsprovisie omvat enkel die uitgaven die noodzakelijkerwijs voortvloeien uit de herstructurering en welke niet worden geassocieerd met de lopende activiteiten van de onderneming.
De Groep heeft een aantal pensioenplannen voor haar personeelsleden op basis van vastgelegde bijdragen (defined contribution). De activa worden beheerd in
De Groep maakt gebruik van op aandelen gebaseerde vergoedingen waarbij aandelen opties (hierna vernoemd als "warranten") worden toegekend aan werknemers, zelfstandigen en bestuurders. De kost van deze op aandelen gebaseerde transacties met werknemers, worden berekend op basis van de reële waarde op de datum van verwerving. De op aandelen gebaseerde vergoedingen worden als kost in de resultatenrekening opgenomen over de periode van verwerving, met een overeenkomstige toename van het eigen vermogen.
Het bedrag dat ten laste van de resultatenrekening dient te worden genomen over de verwervingsperiode wordt bepaald volgens de reële waarde van de warrants, welke
De financiële activa en de financiële passiva worden opgenomen in de balans van de Groep zodra de Groep de contractuele bepalingen van het instrument onderschrijft.
Handelsvorderingen en overige vorderingen zijn in de balans opgenomen aan nominale waarde (in het algemeen het gefactureerde bedrag), verminderd met een waardevermindering voor dubieuze debiteuren. Dergelijke waardevermindering wordt opgenomen in de resultatenrekening als het waarschijnlijk is dat de Groep de vordering niet zal kunnen innen.
Waardeverminderingen voor klanten waarbij de dubieuze bedragen resulteren uit commerciële discussies worden geboekt ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. In die gevallen waarbij het kredietrisico resulteert uit de mogelijkheid dat klanten niet langer in staat zouden blijken om aan hun financiële verplichtingen te voldoen, worden de waardeverminderingen geboekt als waardevermindering voor dubieuze debiteuren.
afzonderlijke fondsen of groepsverzekeringen. De bijdragen worden ten laste genomen van de resultatenrekening in het jaar waarop ze betrekking hebben.
wordt berekend op basis van het Black Scholes-model. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden die van toepassing waren bij het toekennen van de warrants. Op elke balansdatum herziet de Groep haar ramingen van het aantal warrants die vermoedelijk uitoefenbaar zullen worden tenzij de verbeuring van warrants plaatsvindt wegens het niet bereiken van de drempelwaarden. Eventuele correcties zullen worden uitgevoerd in de resultatenrekening en in het eigen vermogen over de resterende looptijd van de warrants. De direct toe te schrijven transactiekosten worden in mindering gebracht van het aandelenkapitaal (nominale waarde) en uitgiftepremie op het ogenblik waarop de warrants worden uitgeoefend. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 17.
Zelfs indien één bepaald merk of een wereldwijde mobiele operator een aanzienlijk percentage van de handelsvorderingen van de Groep zou vertegenwoordigen, dan nog sluit de Groep transacties met de individuele verbonden telecomoperatoren, die vrij zijn om hun eigen contracten te onderhandelen en hun eigen aankooporders te plaatsen. Deze verbonden operatoren hebben een verschillend risicoprofiel en kunnen genieten van verschillende voorwaarden.
De overige vorderingen worden vermeld op basis van hun nominale waarde (over het algemeen het gefactureerde bedrag) verminderd met een voorziening voor dubieuze debiteuren mocht dit noodzakelijk blijken.
Handels- en overige schulden worden gewaardeerd tegen afgeschreven kostprijs. Deze is berekend, gebruik makend van de effectieve interest methode verminderd met eventuele waardeverminderingen.
Als liquide middelen zijn te beschouwen cash, termijndeposito's en de gemakkelijk realiseerbare beleggingen met een looptijd van ten hoogste drie maanden op moment van aankoop. Liquide middelen bestaan hoofdzakelijk uit termijndeposito's bij handelsbanken met een hoge kredietwaardigheidscore.
Met betrekking tot het geconsolideerde kasstroomoverzicht bevatten de liquide middelen cash en korte termijn deposito's, zoals hierboven omschreven.
Kosten van leningen worden opgenomen op het moment dat de kost zich voordoet.
De Groep maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals termijncontracten om haar wisselkoersrisico in te dekken. Deze afgeleide financiële instrumenten worden initieel opgenomen aan hun reële waarde op datum van afsluiting van het contract en worden geregeld geherwaardeerd aan hun reële waarde, opgenomen in de resultatenrekening. Voor financiële instrumenten, waarvoor er geen actieve markt bestaat, wordt een aanvaardbare waarderingstechniek gebruikt om de reële waarde te bepalen. Derivaten worden opgenomen als een financieel actief indien de reële waarde positief is en als financieel passief indien de reële waarde negatief is. Elke winst of verlies van de derivaten, voortvloeiend uit de wijziging in reële waarde gedurende het jaar en welke niet onder de classificatie vallen voor hedge accounting (indekkingen) worden onmiddellijk opgenomen als winst of verlies.
De winst per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen uitstaand tijdens de periode.
Een segment is een autonoom deel van de Groep dat specifieke producten of diensten levert (bedrijfssegment), of producten of diensten levert binnen een bepaalde economische omgeving bezig is (geografisch segment), dat aan risico's onderhevig is en opbrengsten genereert die van andere segmenten te onderscheiden zijn.
Segmentresultaten omvatten de opbrengsten en kosten die direct toe te schrijven zijn aan het segment en het relevante
Segmentinformatie wordt voorgesteld met betrekking tot de bedrijfssegmenten en geografische segmenten van de Groep. De Groep volgt haar activiteiten op projectbasis op waarbij elk project een verzameling van producten met gelijkaardige technologieën vertegenwoordigt.
De winst per verwaterd aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal verwaterde aandelen uitstaand tijdens de periode.
gedeelte van de opbrengsten en kosten die op een redelijke wijze aan het segment kunnen worden toegewezen.
De operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van interne rapportering omtrent de onderdelen van de Groep en welke op regelmatige basis worden beoordeeld door de "chief operating decision maker" met het doel om de nodige middelen toe te wijzen aan de segmenten en om hun prestaties te beoordelen.
De Groep heeft IFRS 8 "Operationele Segmenten" toegepast, en dit met ingang van 1 januari 2009. IFRS 8 vereist dat de operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapportering omtrent de componenten van de Groep welke op regelmatige basis worden besproken door het management van de Groep met als doel de nodige middelen toe te wijzen aan deze segmenten en om hun werking in te schatten. In het boekjaar 2010 heeft de Groep belangrijke inkomsten gegenereerd uit software en licentie overeenkomsten met derde partijen en zal dit bijgevolg als een afzonderlijk operationeel segment rapporteren.
Het primaire rapporteringssegment werd bepaald als zijnde het bedrijfssegment, elk segment is een autonoom component van de Groep welke specifieke producten of diensten levert.
• Het "Overige" bedrijfssegment is voornamelijk gerelateerd aan de verkoop van componenten, accessoires, opbrengsten van licentie-overeenkomsten en niet-recurrente technische kosten.
Hoewel Option een uitgebreid productengamma heeft, is de Groep ervan overtuigd dat, vermits de producten gelijkaardige economische eigenschappen hebben, ze vergelijkbaar zijn in de volgende gebieden:
Hierna een analyse van de opbrengsten en de bedrijfsresultaten van de Groep per gerapporteerd segment:
| Opbrengsten van externe klanten | Resultaat van het bedrijfssegment | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | ||
| Externe apparaten | 41 812 | 113 914 | (23 803) | (46 151) | |
| Modules | 6 770 | 29 755 | (10 664) | (6 531) | |
| Software en licenties | 6 694 | 243 | 1 357 | 154 | |
| Overige | 2 455 | 3 207 | 1 224 | (1 815) | |
| Totalen | 57 731 | 147 119 | (31 886) | (54 343) | |
| Financiële (kosten) / opbrengsten | (838) | (6 673) | |||
| Belastingen | (28 314) | 7 333 | |||
| Nettoresultaat | (61 038) | (53 682) |
Het resultaat van het bedrijfssegment vertegenwoordigt het resultaat van elk segment met inbegrip van de bedrijfskosten. De interne rapportering van de Groep is beperkt tot het rapporteren van de segmenten tot het niveau van de brutomarge van haar producten. Teneinde meer relevante informatie bekend te maken, werd een gedeelte van deze bedrijfskosten, zijnde afschrijvingen op immateriële vaste activa en royalty vergoedingen rechtstreeks toegewezen aan het segment. De overige bedrijfskosten werden aan de segmenten toegewezen op basis van een verdeelsleutel, zijnde het percentage van opbrengsten welke werden gegenereerd door dit segment.
Met ingang van 2010 hebben de "software- en licentie" opbrengsten de drempel van 10% overschreden ten opzichte van de totale opbrengsten en worden deze opbrengsten bijgevolg door de Groep gerapporteerd als een afzonderlijk segment. Deze 2010 licentie inkomsten waren vooral het gevolg van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Groep en Huawei Technologies in oktober 2010, waarin Huawei ondermeer overeenkwam om een licentie te nemen op de Option uCAN ® Connection Manager software, en waarvoor een bedrag van € 27 miljoen werd betaald welke een periode van 1 jaar bestrijkt (met name de periode van 26 oktober 2010 tot 25 oktober 2011). De grondslagen omtrent de boekhoudkundige verwerking van de Groep in verband met dergelijke licentieovereenkomsten bepaald dat licentie inkomsten worden opgenomen als opbrengst over de periode van de licentie. Derhalve heeft de Groep, voor het financiële jaar 2010, € 4,9 miljoen als opbrengst erkend. Deze overeenkomst omvatte eveneens het potentieel voor een verlenging van de licentie voor een bedrag van maximaal € 33 miljoen.
Bijgevolg, na balansdatum:
uitbreiding zal inkomsten genereren in de periode maart 2012 tot oktober 2012.
De meeste verkopen vinden plaats onder wereldwijde of internationale mobiele merken en worden gefactureerd aan hun lokale of nationale netwerkoperatoren of aan de partners van deze netwerkoperatoren. Dit resulteert in een risicospreiding van een grote portefeuille bestaande uit verscheidene en gezonde debiteuren. In 2010 vertegenwoordigden twee klanten (groepen) meer dan 10% van de in 2010 gerealiseerde opbrengsten, of 36% voor beiden gecombineerd.
In 2010 realiseerde de Groep 52% van de opbrengsten binnen Europa, vergeleken met 60% in 2009. Gegeven het beperkt aantal klanten, worden de verkopen wereldwijd opgevolgd in plaats van op regionaal niveau.
| Opbrengsten | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Europa | 52% | 60% |
| Amerika | 29% | 17% |
| Azië | 16% | 17% |
| Andere | 3% | 6% |
Aangezien de Groep geen segmenten rapporteert op balansniveau aan het management van de Groep, kan geen informatie over activa en passiva per segment worden bekendgemaakt.
Afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen zijn opgenomen in volgende lijnen van de resultatenrekening:
| In k€ (duizend EUR) | Afschrijvingen op materiële vaste activa |
waarde activa |
Bijzondere vermindering op materiële vaste |
Waarde vaste activa |
verminderingen op immateriële |
Bijzondere waarde verminderingen op immateriële vaste activa |
Totaal | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | |
| Kostprijs verkochte goederen |
226 | 454 | - | - | 229 | 7 | - | - | 455 | 461 |
| Bedrijfskosten, welke omvatten : |
||||||||||
| - Onderzoeks- en ontwikkelingskosten |
3 449 | 5 290 | - | 678 | 9 267 | 13 210 | 6 135 | 2 034 | 18 851 | 21 212 |
| - Kosten van verk oop, marketing en royalty's |
80 | 73 | - | - | 63 | 57 | - | - | 143 | 130 |
| - Algemene en ad ministratiekosten |
613 | 724 | - | - | 165 | 185 | - | - | 777 | 909 |
| Totaal | 4 368 | 6 541 | - | 678 | 9 725 | 13 459 | 6 135 | 2 034 | 20 228 | 22 712 |
In 2010 heeft de Groep de geactiveerde R&D projecten herzien wat resulteerde in een bijzondere waardevermindering van k€ 6 135 (2009: k€ 1 993). Deze waardevermindering was voornamelijk toe te schrijven aan de wijzigende technologieën en de snel wijzigende marktomstandigheden. De aangekondigde liquidatie van de Research en Development entiteit te Kamp-Lintfort resulteerde in een bijzondere waardevermindering van k€ 41 op immateriële vaste activa (voornamelijk software) en een bijzondere waardevermindering van k€ 678 in 2009 op materiële vaste activa.
De onderzoeks- en ontwikkelingskosten die in het resultaat werden opgenomen bedroegen k€ 6 004 (2009: k€ 12 044).
Personeelskosten en overige sociale voordelen zijn opgenomen in de volgende rubrieken van de resultatenrekening:
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Kostprijs verkochte goederen | 530 | 4 098 |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten | 1 812 | 5 604 |
| Kosten van verkoop, marketing en royalty's | 5 457 | 7 320 |
| Algemene en administratiekosten | 4 103 | 6 297 |
| Totaal exclusief herstructureringskosten | 11 901 | 23 319 |
| Herstructureringskosten | - | 6 320 |
| Totaal inclusief herstructureringskosten | 11 901 | 29 639 |
In 2010 werden geen kosten opgenomen (2009: k€ 6 320) met betrekking op personeelskost gerelateerde herstructureringskosten.
We verwijzen naar toelichting 5: personeelskosten en overige sociale voordelen in dit jaarverslag voor verdere informatie.
Kostprijs van de verkochte goederen
Op jaareinde had 96,8%, of k€ 41 305 van de kostprijs van de verkochte goederen betrekking op materialen (2009: 92,9% of k€ 111 399).
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Lonen en wedden | 7 010 | 16 012 |
| Sociale-zekerheidsbijdragen | 3 036 | 4 870 |
| Overige personeelskosten | 1 432 | 1 775 |
| Bijdrage in pensioenfondsen | 423 | 662 |
| Herstructureringskosten met betrekking op personeelskosten | - | 6 320 |
| 11 901 | 29 639 | |
| a) Totaal aantal ingeschreven personeelsleden per einde boekjaar | 206 | 411 |
| b) Gemiddeld personeelsbestand in voltijdse equivalenten | 231 | 537 |
| Arbeiders | 12 | 160 |
| Bedienden | 215 | 372 |
Sinds 2003 dragen de Vennootschap en twee van haar dochterondernemingen bij tot plaatselijke pensioenfondsen, die worden beheerd door verzekeringsmaatschappijen met een hoge kredietwaardigheidsgraad. Het betreft programma's met vaste bijdragen (de zogenaamde defined contribution-plannen) waarbij de bijdrage gedeeltelijk vast is en gedeeltelijk wordt gekoppeld aan de bedrijfswinst. De bijdrage aan pensioenfondsen bedroeg k€ 423 (2009: k€ 662).
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Interestopbrengsten | 59 | 80 |
| Nettowisselkoers winsten | - | - |
| Wijziging in marktwaarde van afgeleide financiële instrumenten | - | - |
| Overige | 43 | 16 |
| Financiële opbrengsten | 102 | 95 |
| Interestkosten | (527) | (709) |
| Wijziging in marktwaarde van afgeleide financiële instrumenten | - | - |
| Nettowisselkoers verliezen | (220) | (5 535) |
| Overige, in hoofdzaak bankkosten en betalingsverschillen | (193) | (523) |
| Financiële kosten | (940) | (6 768) |
| Financieel netto resultaat | (838) | (6 673) |
De netto wisselkoersverliezen bedroegen k€ -220 of -0,4% van de totale opbrengsten van 2010 (2009: k€ -5 535 of -3,7% van de totale opbrengsten van 2009) voornamelijk als gevolg van gerealiseerde wisselkoersverliezen op de USD. .
In 2009 sloot de Groep financiële afgeleide instrumenten af om haar wisselrisico op kasstromen in US dollar te beheren. De resultaten van deze afgeleide financiële instrumenten werden opgenomen tegen reële waarde en geklasseerd als trading. Dat betekent dat alle volatiliteit door wijzigingen in de reële waarde werden opgenomen in de resultatenrekening als financieel resultaat. Alle contracten met betrekking tot deze afgeleide financiële instrumenten vervielen voor jaareinde 2009. Het verlies resulterende uit deze financiële afgeleide instrumenten bedroeg in 2009 k€ 3 051 en werd opgenomen in de resultatenrekening als een financiële kost. In het boekjaar 2010 heeft de Groep geen financiële afgeleide instrumenten afgesloten.
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 | |
|---|---|---|---|
| Belastingsinkomsten / (uitgaven) omvatten: | |||
| Verschuldigde/Terug te vorderen belastingen op het resultaat | (379) | (329) | |
| Uitgestelde belastingvorderingen / (uitgaven) | (27 935) | 7 662 | |
| Totale belastingsinkomsten / (uitgaven) | (28 314) | 7 333 | |
| Resultaat voor belastingen | (32 724) | (61 015) | |
| Belastinginkomst / (uitgave) berekend aan 33,99% | 11 123 | 20 739 | |
| Effect van niet belastbare inkomsten | (466) | (219) | |
| Effect van niet aftrekbare uitgaven | (411) | (768) | |
| Effect van ongebruikte fiscale verliezen welke niet werden erkend in het jaar |
(8 692) | (8 246) | |
| Effect van eerder opgenomen fiscale verliezen en verrekenbare tijdelijke verschillen, afgeschreven in het lopende jaar |
(27 179) | - | |
| Effect van de verschillende belastingtarieven van dochterondernemingen onder verschillende belastingregimes |
(2 688) | (4 172) | |
| Belastinginkomsten / (uitgaven) opgenomen in de resultaten rekening |
(28 314) | 7 333 |
De belastingvoet die werd gebruikt in bovenstaande reconciliatie voor 2010 en 2009 is de vennootschapsbelastingvoet van 33,99% die van toepassing is op ondernemingen onderhevig aan het Belgische belastingregime.
De gerealiseerde verliezen in 2010, veroorzaakten een significant belastingverlies in Option NV en zou kunnen geleid hebben tot een positief uitgesteld belastingresultaat voor de Groep in 2010. De Groep heeft echter vanaf het derde kwartaal 2009 de opname van positieve belastingresultaten beëindigd welke voortvloeiden uit de gemaakte verliezen in Option NV. In het financiële jaar 2010, tengevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in dit opzicht het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen. Dit resulteerde in een negatief belastingresultaat van k€ - 28 314 (2009: positief belastingresultaat van k€ 7 333).
| Geconsolideerde balans | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Activa | Passiva | ||||
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | |
| Materiële vaste activa | - | 272 | - | - | |
| Immateriële vaste activa | - | 3 535 | - | (1 874) | |
| Voorraden | - | - | (20) | (19) | |
| Overige elementen | - | 1 261 | - | - | |
| Belastingwaarde van overgedragen fiscale verliezen | - | 24 982 | - | - | |
| Bruto uitgestelde belasting vordering / (verplichting) |
- | 30 050 | (20) | (1 893) | |
| Saldering per belastbare entiteit | - | - | - | - | |
| Uitgestelde belastingvordering / (verplichting) | - | 30 050 | (20) | (1 893) |
Tengevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in dit opzicht het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen. Alhoewel de uitgestelde belastingvorderingen niet meer opgenomen zijn op de balans van de Groep, is het gebruik van deze fiscale verliezen nog geldig en onbeperkt overdraagbaar in tijd, met uitzondering van het gedeelte dat betrekking heeft op de "notionele intrestaftrek" welke is gelimiteerd tot een periode van 7 jaar. De tot stand gebrachte belastingwaarde van deze overgedragen fiscale verliezen, welke niet meer werden opgenomen (In Option NV) vertegenwoordigen een bedrag van € 41,8 miljoen en waarvan een bedrag van € 2,8 miljoen vervalt in 2014, een bedrag van € 2,6 miljoen vervalt in 2015, een bedrag van € 1 miljoen vervalt in 2016 en een bedrag van € 0,3 miljoen vervalt in 2017. Het overige gedeelte, zijnde € 34,5 miljoen is onbeperkt overdraagbaar..
| In k€ (duizend EUR) | Geactiveerde ontwikkelings kosten |
Concessies, octrooien, licen ties |
Software | Totaal 2010 |
|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Saldo op 1 januari 2010 | 81 994 | 8 925 | 2 879 | 93 798 |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Verwervingen | - | 547 | 27 | 574 |
| Uitgaven van productontwikkeling, na aftrek van ontvangen subsidies |
8 726 | - | - | 8 726 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | (6 208) | (3 074) | (33) | (9 315) |
| Overige bewegingen | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2010 | 84 512 | 6 398 | 2 874 | 95 93 783 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
||||
|---|---|---|---|---|
| Saldo op 1 januari 2010 | (62 378) | (7 773) | (2 262) | (72 413) |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Afschrijvingen | - | (1 578) | (262) | (1 840) |
| Afschrijving van gekapitaliseerde eigen ontwikkelingsprojecten |
(7 885) | - | - | (7 885) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (6 135) | - | - | (6 135) |
| Buitengebruikstellingen | - | 3 074 | 12 | 3087 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2010 | (76 398) | (6 277) | (2 512) | (85 187) |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2010 | 19 616 | 1 152 | 617 | 21 385 |
| Op 31 december 2010 | 8 114 | 121 | 362 | 8596 |
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Saldo op 1 januari 2009 | 66 065 | 8 910 | 2 692 | 77 667 |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Verwervingen | - | 15 | 217 | 232 |
| Uitgaven van productontwikkeling | 15 929 | - | - | 15 929 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | - | - | (30) | (30) |
| Overige bewegingen | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2009 | 81 994 | 8 925 | 2 879 | 93 798 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
||||
| Saldo op 1 januari 2009 | (48 557) | (6 452) | (1 918) | (56 927) |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Afschrijvingen | - | (1 321) | (310) | (1 631) |
| Afschrijving van gekapitaliseerde eigen ontwikkelingsprojecten |
(11 828) | - | - | (11 828) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (1 993) | - | (41) | (2 034) |
| Buitengebruikstellingen | - | - | 7 | 7 |
| Overdracht naar andere activacatego rieën |
- | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2009 | (62 378) | (7 773) | (2 262) | (72 413) |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2009 | 17 508 | 2 458 | 773 | 20 740 |
| Op 31 december 2009 | 19 616 | 1 152 | 617 | 21 385 |
In 2009 verkreeg de Groep een subsidie van het IWT (Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen) voor een bedrag van k€ 670 om de innoverende inspanningen van de Groep in verband met productontwikkeling te ondersteunen. Het belangrijkste bedrag van deze subsidie (k€ 486) werd in de loop van 2009 ontvangen. Het resterende bedrag werd ontvangen in de loop van het eerste halfjaar van 2010 en werd, zoals in 2009 in mindering gebracht van de uitgaven van productontwikkeling. De verkoop van de dochterondernemingen M4S in 2010 resulteerden in een buitengebruikstelling van geactiveerde ontwikkelingskosten, dit voor een bedrag van k€ 6 208.
In 2010, herzag de Groep de bestaande geactiveerde R&D ontwikkelingen wat leidde tot een waardevermindering van k€ 6 135 (2009: k€ 1 993) die hoofdzakelijk haar oorzaak vindt in wijzigende technologieën en snel wijzigende marktomstandigheden. Deze analyse was gebaseerd op "platform gerelateerde" projecten met een sneller dan verwacht einde van hun levensduur, projecten met een verminderde bijdrage en op projecten met weinig of geen zicht op opbrengsten na 2010. De waarde werd bepaald op basis van een raming van de verwachte contributie van deze projecten in de volgende kwartalen.
Deze uitzonderlijke waardevermindering werd in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen in de lijn "onderzoeks- en ontwikkelingskosten".
| In k€ (duizend EUR) | Machines en computer uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Inrichtingen | Tota Al 2010 |
|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Saldo op 1 januari 2010 | 33 446 | 2 112 | 1 841 | 37 399 |
| Netto-valutakoersverschillen | 8 | 28 | 2 | 38 |
| Verwervingen | 50 | 8 | 6 | 64 |
| Buitengebruikstellingen | (2 368) | (238) | - | (2 606) |
| Overige bewegingen | (134) | (8) | 6 | (136) |
| Saldo op 31 december 2010 | 31 002 | 1 902 | 1 855 | 34 759 |
| Afschrijvingen | ||||
| Saldo op 1 januari 2010 | (25 599) | (1 449) | (1 194) | (28 242) |
| Netto-valutakoersverschillen | 1 | (15) | (1) | (15) |
| Afschrijvingen | (3 890) | (208) | (269) | (4 367) |
| Uitzonderlijke waardeverminderingen | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | 2 140 | 86 | 15 | 2 241 |
| Overige bewegingen | 108 | 62 | (36) | 134 |
| Saldo op 31 december 2010 | (27240) | (1 524) | (1 485) | (30 249) |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2010 | 7 847 | 663 | 647 | 9 157 |
| Op 31 december 2010 | 3 762 | 378 | 370 | 4 510 |
| Aanschaffingswaarde | ||||
|---|---|---|---|---|
| Saldo op 1 januari 2009 | 35 177 | 2 171 | 1 771 | 39 119 |
| Netto-valutakoersverschillen | (1) | - | - | (1) |
| Verwervingen | 817 | 30 | 87 | 934 |
| Buitengebruikstellingen | (2 547) | (89) | (17) | (2 653) |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2009 | 33 446 | 2 112 | 1 841 | 37 399 |
| Afschrijvingen | ||||
| Balance at 1 January 2009 | (20 730) | (1 168) | (930) | (22 828) |
| Effect of movements in foreign exchange | - | - | - | - |
| Afschrijvingen | (5 937) | (323) | (281) | (6 541) |
| Uitzonderlijke waardeverminderingen | (648) | (30) | - | (678) |
| Buitengebruikstellingen | 1 716 | 72 | 17 | 1 805 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2009 | (25 599) | (1 449) | (1 194) | (28 242) |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2009 | 14 447 | 1 003 | 841 | 16 291 |
| Op 31 december 2009 | 7 847 | 663 | 647 | 9 157 |
De buitengebruikstellingen op materiële vaste activa, voor een bedrag van k€ 2 606 hebben in hoofdzaak betrekking op activa, toebehorend aan de entiteit te Kamp-Lintfort (Option Wireless Germany GmbH) en waarvan het liquidatie proces werd opgestart op het einde van 2009.
handels- en overige vorderingen op korte termijn
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 7 424 | 14 559 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen | (703) | (281) |
| Subtotaal | 6 721 | 14 278 |
| Terugvorderbare BTW | 509 | 1 056 |
| Overige vorderingen | 47 | 920 |
| Subtotaal | 556 | 1 976 |
| Totaal | 7 277 | 16 254 |
In verband met de voorwaarden met betrekking tot vorderingen op verbonden partijen, refereren we naar toelichting 22.
De overige vorderingen bestaan hoofdzakelijk uit over te dragen kosten en toe te rekenen opbrengsten.
Handelsvorderingen zijn niet-rentegevend en hebben een gemiddelde termijn van 60 tot 90 dagen.
Vervaldagenbalans van handelsvorderingen:
| In k€ (duizend EUR) | Bruto bedrag | Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen |
||
|---|---|---|---|---|
| 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | |
| < 60 dagen (niet vervallen, geen waardevermindering) |
6 570 | 14 457 | - | - |
| 60 - 90 dagen | 78 | 53 | - | (2) |
| 90 - 120 dagen | 13 | - | - | - |
| > 120 dagen | 763 | 49 | (703) | (279) |
| 7 424 | 14 559 | (703) | (281) |
We verwijzen eveneens naar toelichting 20 voor verdere informatie omtrent kredietrisico.
Zelfs indien één bepaald merk of een wereldwijde mobiele operator een aanzienlijk percentage van de handelsvorderingen van de Groep zou vertegenwoordigen, dan nog sluit de Groep transacties met de individuele verbonden telecomoperatoren, die vrij zijn om hun eigen contracten te onderhandelen en hun eigen aankooporders te plaatsen. Deze verbonden operatoren hebben een verschillend risicoprofiel en kunnen genieten van verschillende voorwaarden.
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Kaswaarborgen | 48 | 328 |
| 48 | 328 |
Overige vorderingen op lange termijn zijn voornamelijk toe te wijzen aan huurwaarborgen in de belangrijkste vestigingen.
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | % | 2010 | % |
|---|---|---|---|---|
| Grondstoffen | 4 606 | 37.1% | 4 860 | 28.0% |
| Goederen in bewerking | 7 164 | 57.7% | 15 896 | 91.7% |
| Voorraden afgewerkte producten | 6 299 | 50.7% | 6 726 | 38.8% |
| Waardevermindering op voorraden | (5 644) | (45.4%) | (10 146) | (58.5)% |
| 12 425 | 17 336 |
Grondstoffen bestaan voornamelijk uit chipsets en componenten. Goederen in bewerking zijn geassembleerde gedrukte schakelingen (PCB's of printed circuit boards) en de voorraad afgewerkte producten betreft goederen klaar voor verzending naar de eindklant.
De voorraden daalden van k€ 17 336 tot k€ 12 425 per eind 2010. Deze daling wordt verklaard door dalende voorraadposities van de grondstoffen, goederen in bewerking en afgewerkte producten. Per einde 2010 bedroeg de waardevermindering op voorraden k€ 5 644 (2009: k€ 10 146).
De daling op de waardevermindering op voorraden van k€ 4 502 werd opgenomen in de kostprijs van de verkochte goederen, met als doel overtollige voorraadposities in te dekken en voorraadwaarden voor sommige producten in lijn te brengen met hun netto realiseerbare waarde. Daarnaast werd een bedrag van € 3,6 miljoen in de kosten opgenomen als een resultaat van afschrijvingen op voorraden in 2010 (2009: € 5,8 miljoen).
Er zijn geen voorraden als borg gegeven aan schuldeisers.
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Middelen bij financiële instellingen | 30 910 | 30 646 |
| kasgeld | 20 | 18 |
| 30 930 | 30 664 |
De middelen bij financiële instellingen bevatten korte termijnbeleggingen (tussen 1dag en 3 maanden) in 2010 voor een bedrag van k€ 18 896 (2009: k€ 0). De liquide middelen met betrekking tot 2010 bevatten € 4,8 miljoen welke werden opgenomen van de bestaande kredietlijnen (2009: € 8,3 miljoen). We verwijzen naar toelichting 13, waarin deze kredietlijnen verder worden besproken.
Op ten hoogste één jaar
De schulden op ten hoogste één jaar bestonden uit:
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Huurovereenkomst met optie tot aankoop die binnen het jaar vervalt |
- | 43 |
| Krediet op afbetaling die binnen het jaar vervalt | - | 8 |
| IMEC lening die binnen het jaar vervalt | - | 250 |
| Kredietovereenkomst ING | 3 390 | 5 000 |
| Kredietovereenkomst Dexia | 1 380 | 3 347 |
| Overige financiële schulden | 4 770 | 8 648 |
In mei 2009 sloot een dochteronderneming een korte termijn lening af met het IMEC (Interuniversitair Micro-Electronica Centrum vzw) voor een bedrag van k€ 250. De intrestvoet bedraagt 7% op jaarbasis.
Diezelfde dochteronderneming sloot een huurovereenkomst met optie tot aankoop af voor een bedrag van k€ 93 met een hardware leverancier, dit ter ondersteuning van een investering in testapparatuur. Deze huurovereenkomst is terugbetaalbaar in 24 gelijke maandelijkse interestvrije aflossingen van k€ 3,9. Deze schulden op ten hoogste één jaar, voortvloeiend uit voormelde overeenkomsten kwamen in de loop van 2010 tot een einde, resulterende uit de verkoop van deze dochteronderneming aan een derde partij.
Hierna een korte beschrijving in verband met de kredietovereenkomsten die de Vennootschap heeft afgesloten met ING en Dexia.
De Vennootschap heeft op 15 mei 2009 een kredietovereenkomst gesloten met ING, op grond waarvan aan de Vennootschap een krediet van € 7,5 miljoen werd toegekend (op te nemen in kasdeponeringen of voorschotten). Gedurende het financieel jaar 2010 werd het bedrag welke maximaal kon worden opgenomen als kasvoorschotten of leningen verminderd tot € 5 miljoen. Op 31 december 2010 had Option een bedrag van € 3,4 miljoen opgenomen op grond van dit krediet (2009: € 5 miljoen)
Krachtens het ABB principe (Asset Borrowing Base) zoals bepaald in de ING kredietovereenkomst, mag het totaal aan opgenomen bedragen onder de ING kredietovereenkomst, vermeerderd met het totaal aan opgenomen bedragen onder de Dexia kredietovereenkomst (zie hierna) niet de drempel van 60% van het totaal bedrag (op geconsolideerd niveau) aan (in een bepaalde maand uitstaande) handelsvorderingen (met uitzondering van vervallen vorderingen, vorderingen ten opzichte van groepsvennootschappen en vorderingen die opeisbaar zijn na 60 dagen) overschrijden. Opdat ING het bedrag aan uitstaande handelsvorderingen kan nagaan, moet Option ING halfmaandelijks een overzicht bezorgen van haar handelsvorderingen. Bovendien moet Option steeds de volgende verhouding in acht nemen voor wat betreft het totaal bedrag aan opgenomen kredieten onder beide kredietovereenkomsten: 60% van dat totaal bedrag moet worden opgenomen onder de ING kredietovereenkomst en 40% onder de Dexia kredietovereenkomst.
De interestvoet toepasselijk op de ING kredieten is EURIBOR +3%.
Op 18 juni 2009 heeft de Vennootschap een kredietovereenkomst gesloten met Dexia Bank België NV voor een bedrag van € 5 miljoen. Gedurende het financieel jaar 2010 werd het bedrag welke maximaal kon worden opgenomen als kasvoorschotten of leningen verminderd tot € 3,3 miljoen. Zoals hierboven aangegeven, is het ABB principe van toepassing op alle bedragen die worden opgenomen onder deze kredietovereenkomst (met inbegrip van het 60/40 principe). Op 31 december 2010 had de vennootschap een bedrag van € 1,4 miljoen opgenomen op grond van deze kredietovereenkomst (2009: € 3,3 miljoen). De interest van toepassing op cash voorschotten is gelijk aan de som van de base rate (8.50% per annum zoals gewijzigd van tijd tot tijd) en de verplichte kosten (zoals berekend op grond van de principes uiteengezet in een bijlage bij de kredietovereenkomst). De interest van toepassing op leningen is gelijk aan de som van de margin (300% per annum) EURIBOR en verplichte kosten (zoals berekend op grond van de principes uiteengezet in een bijlage bij de kredietovereenkomst).
De kredietlijnen met ING en Dexia hebben een aantal convenanten, een hefboomeffect convenant, een convenant met betrekking tot de solvabiliteit en convenant met betrekking tot het eigen vermogen. Na de succesvolle kapitaalverhoging hebben ING en Dexia afgezien van de eigen vermogen convenant, dit voor de eerste drie kwartalen van 2010. Ingevolge de geleden verliezen is het netto eigen vermogen van de Vennootschap gedaald onder de drempel en bijgevolg is de Vennootschap momenteel in schending met de eigen vermogen en solvabiliteits convenant. De Vennootschap is een mogelijke tijdelijke opheffing voor deze convenanten aan het bespreken met ING en Dexia
Het pand op het handelsfonds van de Vennootschap ten gunste van financiële instellingen voor toegestane kredieten bestaat uit:
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Pand op het handelsfonds (ING) | 15 000 | 15 000 |
| Pand op het handelsfonds (Dexia) | 5 000 | 5 000 |
Er werd ten gunste van ING een pand op de handelszaak van de Vennootschap (in eerste rang) gevestigd voor een bedrag van € 15 miljoen in hoofdsom en Option Wireless Ltd. heeft een "floating charge of book debts" en "specified account" verleend.
Er werd een pand op alle huidige en toekomstige vorderingen van Option Wireless Ltd. toegekend aan Dexia, evenals een pand op de handelszaak van de Vennootschap voor een bedrag van € 5 miljoen (welke pari passu rangschikt met het pand van ING).
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 26 118 | 34 746 |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | 1 370 | 3 598 |
| Overige schulden | 2 648 | 3 096 |
| 30 136 | 41 440 |
De termijnen en voorwaarden van bovenvermelde schulden zijn:
• Te betalen interesten zijn normaal betaald per kwartaal gedurende het lopende boekjaar.
• Handelsschulden zijn niet-rente gevend en zijn normaal betaald binnen een termijn van 60 tot 90 dagen.
• Wat betreft de termijnen en voorwaarden in verband met verbonden partijen verwijzen we naar toelichting 22.
• Overige schulden zijn niet-rente gevend en hebben een gemiddelde termijn van zes maanden.
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Uitgestelde opbrengsten | 22 670 | 1 155 |
| 22 670 | 1 155 |
De toename van de uitgestelde opbrengsten is in hoofdzaak het resultaat van het afsluiten van een software licentie-overeenkomst met een derde partij, welke werd voorafbetaald en een periode van 12 maanden dekt.
| In k€ (duizend EUR) | 2009 | Toevoeging | (Aanwending) | (Terugneming) | 2010 |
|---|---|---|---|---|---|
| Voorziening voor garantieverplichtingen | 510 | - | - | (309) | 201 |
| Verliezen op leveranciersovereenkomsten | 607 | - | - | (339) | 268 |
| Juridische en overige claims | 500 | 532 | (500) | - | 532 |
| Voorziening voor herstructurering | 5 912 | - | (4 816) | - | 1 096 |
| 7 529 | 532 | (5 316) | (648) | 2 097 |
Een groot deel van de voorzieningen, aangelegd in 2009, werden teruggenomen of aangewend. De resultaten van de juridische en overige claims kunnen afwijken van de gemaakte inschattingen.
Een belangrijk gedeelte met betrekking op de verliezen op leveranciersovereenkomsten werd teruggenomen gedurende 2010. Een bedrag van k€ 309 werd teruggenomen op de voorziening voor garantieverplichtingen, voornamelijk te wijten aan een verwachte afname van het aantal eenheden welke onder garantie zullen worden teruggestuurd. In 2009 kondigde de Groep aan en implementeerde een herstructureringsplan welke resulteerde in een voorziening van k€ 5 912. In de loop van 2010 heeft de Groep een belangrijk bedrag van k€ 4 816 hiervan aangewend.
Huurgelden van niet-verbreekbare operationele leasingcontracten zijn als volgt betaalbaar:
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Minder dan één jaar | 1 393 | 1 538 |
| Tussen één en vijf jaar | 3 268 | 3 847 |
| Meer dan vijf jaar | - | - |
| 4 660 | 5 385 |
De Groep huurt een aantal kantoren, wagens en kantoormateriaal via operationele leasing. De leasing loopt gewoonlijk over een initiële periode van vijf tot tien jaar, met een optie om de leasing na die datum te hernieuwen. De aflossingen worden jaarlijks geïndexeerd. Geen enkele van de leasingcontracten omvat bijkomende huurverplichtingen. Als gevolg van de herstructurering van de Groep werden enkele huurovereenkomsten beëindigd.
In 2010 werd k€ 2 210 aan operationele leasing geboekt als een kost in de resultatenrekening (2009: k€ 2 752). LeasING aLs leASINGGEVER
Huurgelden van niet-verbreekbare onderverhuurde huurcontracten zijn als volgt betaalbaar
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Minder dan één jaar | 297 | 6 |
| Tussen één en vijf jaar | 202 | - |
| Meer dan vijf jaar | - | - |
| 499 | 6 |
In 2009 onderverhuurde de Ierse entiteit van de Groep een gebouw aan een derde partij. Aan deze onderverhuur kwam een einde in 2010. In de loop van 2010 sloot Option NV een overeenkomst af met betrekking tot een onderverhuur met een derde partij. Geen enkele van de leasingcontracten omvat bijkomende huurverplichtingen. In 2010 werd k€ 124 (2009: k€ 6) opgenomen in de resultatenrekening als huuropbrengsten.
kapitaal structuur – uitgegeven kapitaal
Op het jaareinde 2009 maakte de Groep melding van volgende belangrijke aandeelhouders:
| Identiteit van de persoon, entiteit of groep van personen of entiteiten (*) |
Aantal gewone aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële instrumenten |
|---|---|---|
| Pepper NV (100% Jan Callewaert) | 14 809 008 | 17.95% |
| Vrij verhandelbare aandelen waarvan: | 67 689 584 | 82.05% |
| - UBS (Zwitserland) | 1 283 492 | 1.56% |
| - SISU Capital Ltd (Verenigd Koninkrijk) | 1 331 495 | 1.61% |
| Totaal uitstaande aandelen | 82 498 592 | 100% |
| Shares | |
|---|---|
| 31 december 2010 – Gewogen gemiddeld aantal Gewone aandelen | 82 498 592 |
| 31 december 2009 – Gewogen gemiddeld aantal Gewone aandelen | 42 266 402 |
Het toegestane aandelenkapitaal per eind 2010 bestond uit 82 498 592 gewone aandelen voor een totaalbedrag van k€ 12 232 De aandelen hebben geen nominale waarde en zijn allen uitgegeven en volledig volstort. Alle aandelen van de Vennootschap hebben dezelfde rechten.
Op 9 december 2009 heeft de Raad van Bestuur beslist om in het kader van het toegestaan kapitaal het kapitaal van de Vennootschap te verhogen met een bedrag tot € 20 212 155,04 via de uitgifte van maximaal 41 249 296 nieuwe Option aandelen tegen een inschrijvingsprijs van 0,49 EUR per aandeel (de Inschrijvingsprijs).
Het bruto-bedrag waarvoor werd ingeschreven op de aandelen die werden aangeboden werden tijdens deze plaatsing en tijdens de inschrijvingsperiode met extra legale voorkeurrechten bedroeg op 23 december € 20 212 155 of een totaal van 41 249 296 aandelen.
Als een resultaat hiervan bedroeg het Gewogen gemiddeld aantal Gewone aandelen 42 266 402 aandelen op 31 december 2009 en op het einde van het boekjaar 2010 bedroeg het Gewogen gemiddeld aantal Gewone aandelen 82 498 592.
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Op 31 december 2010 en 2009 | 57 961 | 57 961 |
Ingevolge de kapitaalsverhoging in 2009 namen de uitgiftepremies toe met k€ 14 096 tot k€ 57 961. In 2010 waren er geen bewegingen op de uitgiftepremies.
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Op 31 december 2010 en 2009 | 1 376 | 1 176 |
De op aandelen gebaseerde betalingsreserve wordt aangewend om de reële waardering op te nemen van de warrants die de werknemers ontvangen als een gedeelte van hun vergoedingen.
Op 26 augustus 2008 keurde de Buitengewone Algemene Vergadering der Aandeelhouders de uitgifte van 2 500 000 warranten "V" goed. Met dien verstande dat geen enkele van de 2 200 000 warranten "U" werden toegekend aan personeel van de Groep, besliste de vergadering over te gaan tot de terugname en vernietiging van de 2 200 000 warranten "U". Het nieuwe plan "V" is aangeboden aan Bestuurders, leden van het Executive Management Team, werknemers en personen aangeduid bij naam (als omschreven in het warrantenplan "V").
Een totaal van 2 241 540 warrants "V" werden aangeboden in de loop van het boekjaar 2008::
Daarenboven werden er in 2009 een totaal van 130 000 warranten "V" toegekend aan nieuwe leden van het Executive Management Team (100% aanvaard in 2009). In de loop van 2010 werden geen warranten "V" toegekend.
De belangrijkste modaliteiten en voorwaarden van het warrants plan "V" met betrekking tot voormelde warrants zijn als volgt:
• de warrants zijn onderworpen aan een stapsgewijze "vesting"/verwerving: (20% wordt 6 maanden na het aanbod verworven; 20% 1 jaar na het aanbod, 20% 2 jaar na het aanbod, 20% 3 jaar na het aanbod en 20% 4 jaar na het aanbod);
De warranten werden gewaardeerd, gebruik makende van het Black & Scholes model. Waar nodig werd de verwachte levensduur in het model aangepast conform een best mogelijke inschatting van het Management. De verwachte volatiliteit is gebaseerd op de historische volatiliteit van de koerswaarde van het aandeel over de voorbije 4 jaar. Het risicovrije interestpercentage is gebaseerd op de OLO Bonds, zoals gewaardeerd door de Nationale Bank van België.
De volgende gegevens werden in het model ingevoerd om de geaccepteerde warrants "V" te waarderen in de loop van 2008, 2009 en 2010 met inbegrip van de gewogen gemiddelde waarde van de warrants "V":
| Gegevens ingebracht in het model |
Warrants aangeboden en aanvaard door Bestuurders en EMT leden in 2008 |
Warrants aangeboden in 2008 en aanvaard door personeels leden in 2009 |
Warrants aangeboden in 2008 en aanvaard door zelfstandigen in 2009 |
Warrants aangeboden en aanvaard door EMT leden in 2009 |
Warrants aangeboden en aanvaard door EMT leden in 2009 |
Warrants aangeboden en aanvaard door EMT leden in 2009 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aangeboden op | 26 augustus 2008 |
23 december 2008 |
23 december 2008 |
8 mei 2009 |
8 mei 2009 |
3 december 2009 |
| Aandelenkoers op datum van acceptatie |
2.09 | 1.58 | 0.85 | 1.93 | 1.29 | 0.61 |
| Uitoefenprijs | 2.84 | 1.86 | 2.84 | 1.41 | 2.84 | 0.95 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verwachte volatiliteit | 60.94% | 72.05% | 89.12% | 95.11% | 95.11% | 96.60% |
| Verwachte levensduur van de warranten "V" |
4 jaar | 3 jaar | 4 jaar | 4 jaar | 4 jaar | 4 jaar |
| Risicovrij interestpercentage | 3.59% | 2.88% | 3.03% | 2.35% | 2.35% | 2.18% |
| Aantal aanvaarde warrants "V" | 665 000 | 1 141 950 | 45 500 | 50 000 | 50 000 | 30 000 |
| Aantal uitstaande gewone aandelen |
41 249 296 | 41 249 296 | 41 249 296 | 41 249 296 | 41 249 296 | 41 249 296 |
| Gewogen gemiddelde waarde per warrant |
0.86 | 0.70 | 0.35 | 1.40 | 0.69 | 0.37 |
Volgende geeft de uitstaande warranten "V" weer, toegekend en geaccepteerd onder het plan bij het begin en einde van elk boekjaar en welke bestaande waren gedurende de huidige en vorige rapporteringsperiode:
| Aantal Warrants "V" | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
|
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar 2008 | 0 | - |
| Aanvaard gedurende het boekjaar | 665 000 | 2.84 |
| Uitgeoefend gedurende het boekjaar | - | - |
| Vervallen gedurende het boekjaar | - | - |
| Balans op het einde van het boekjaar 2008 | 665 000 | 2.84 |
| Balans bij het begin van het boekjaar 2009 | 665 000 | 2.84 |
| Aanvaard gedurende het boekjaar | 1 317 450 | 1.89 |
| Uitgeoefend gedurende het boekjaar | - | - |
| Vervallen gedurende het boekjaar | (328 456) | 2.08 |
| Balans op het einde van het boekjaar 2009 | 1 653 994 | 2.24 |
| Balans bij het begin van het boekjaar 2010 | 1 653 994 | 2.24 |
| Aanvaard gedurende het boekjaar | - | - |
| Uitgeoefend gedurende het boekjaar | - | - |
| Vervallen gedurende het boekjaar | (285 278) | 2.22 |
| Balans op het einde van het boekjaar 2010 | 1 368 716 | 2.24 |
De reële waarde van de geaccepteerde warranten "V" werden berekend op k€ 200 voor het boekjaar 2010 (2009: k€ 816).
Volgende geeft het aantal warranten "V" weer welke werden verworven in 2009 en 2010, dit volgens de verwervingsdata:
De gewogen gemiddelde resterende contractuele levensduur van de openstaande warranten "V" aan het eind van de periode bedraagt 23 maanden (2009: 37 maanden).
| Aantal warrants "V" verworven in 2009 en 2010 |
||
|---|---|---|
| Datum waarop de warrants "V" werden aangeboden | Datum van verwerving | Aantal |
| 26 augustus 2008 (Bestuurders en EMT leden) | 26/02/2009 | 133 000 |
| 26/08/2009 | 123 000 | |
| 26/08/2010 | 97 000 | |
| 23 december 2008 (Personeelsleden) | 23/06/2009 | 214 602 |
| 23/12/2009 | 163 223 | |
| 23/12/2010 | 103 297 | |
| 23 december 2008 (Zelfstandigen) | 23/06/2009 | 9 100 |
| 23/12/2009 | 8 100 | |
| 23/12/2010 | 5 600 | |
| 23 december 2008 (Zelfstandigen) | 23/06/2009 | 4 000 |
| 23/12/2009 | 4 000 | |
| 23/12/2010 | 4 000 | |
| 8 mei 2009 (EMT leden) | 08/11/2009 | 20 000 |
| 08/05/2010 | 12 500 | |
| 3 december 2009 (EMT leden) | 03/06/2010 | 6 000 |
| 03/12/2010 | 6 000 | |
| Totaal | 913 422 |
Geen van de warranten "V" werden uitgeoefend gedurende het financiële jaar 2009 en 2010.
De reserves in verband met transacties in vreemde valuta omvatten alle wisselkoersverschillen die voortvloeien
De winst per aandeel voor verwatering wordt berekend rekening houdend met het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen in de desbetreffende periode. De winst per aandeel na verwatering wordt berekend rekening houden met het verwaterd gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen, met inbegrip van het verwateringseffect van de warranten.
uit de omzetting van financiële staten van buitenlandse activiteiten (zie ook boekhoudprincipe 1).
Volgende geeft het effect weer van de winst per aandeel voor en na verwatering voor de laatste twee boekjaren:
| Winst per gewoon aandeel | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat (in duizend EUR) | (61 038) | (53 682) |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen: | ||
| Gewone aandelen voor verwatering | 82 498 592 | 42 266 402 |
| Gewone aandelen na verwatering | 82 498 592 | 42 266 402 |
| Per Aandeel (in EUR ) |
||
| Winst / (verlies) per aandeel voor verwatering | -0.74 | -1.27 |
| Winst / (verlies) per aandeel na verwatering | -0.74 | -1.27 |
Verwijzend naar IAS33, hebben warranten slechts een effect na verwatering indien hun omzetting naar gewone aandelen zou leiden tot een vermindering van de waarde
De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De objectieven van de Groep in verband met het beheren van het kapitaal zijn:
per aandeel. Rekening houdend met het negatieve resultaat van de Groep, blijft de winst per aandeel voor en na verwatering gelijk.
De strategie en objectieven van de Groep bleven ongewijzigd gedurende de boekjaren eindigend op 31 december 2010 en 31 december 2009.
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit het gedeelte van schulden op meer dan één jaar, liquide middelen, geplaatst kapitaal, uitgiftepremies, reserves en overgedragen resultaat.
In 2010 daalde de schuld, welke wordt gedefinieerd als lange- en korte termijn leningen (met uitsluiting van afgeleiden) met k€ 3 878 (2009: toename met k€ 8 573), in hoofdzaak resulterende uit een terugbetaling van de bestaande kredietfaciliteiten De netto schuldgraad op jaareinde bedroeg :
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | (4 770) | (8 648) |
| Liquide middelen | 30 930 | 30 664 |
| Netto | 26 160 | 22 016 |
| Eigen vermogen | 4 046 | 64 339 |
| Netto schuldgraad |
646.6% | 34.2% |
De "Corporate Treasury" functie beheert de financiële risico's van de Groep welke gerelateerd zijn aan de activiteiten van de Groep op een continue basis. Deze omvatten het kredietrisico, liquiditeitsrisico en valutarisico.
Afgeleide financiële instrumenten worden gebruikt als indekking tegen fluctuaties van wisselkoersen en interestlasten. Deze instrumenten zijn onderhevig aan het risico van wijzigende markttarieven volgend op de aanschaf. Deze wijzigingen worden doorgaans gecompenseerd door tegenovergestelde gevolgen voor het ingedekte element.
| In K€ (duizend EUR) | Toelichting | 2010 | 2009 |
|---|---|---|---|
| Financiële activa gewaardeerd aan kost | |||
| Liquide middelen | 12 | 30 930 | 30 664 |
| Handelsvorderingen | 10 | 6 721 | 14 278 |
| Terug te vorderen BTW | 10 | 509 | 1 056 |
| Belastingvorderingen | 7 | 48 | 97 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 13 | - | - |
| Financiële passiva gewaardeerd aan kost | |||
| Handelsschulden | 14 | 26 118 | 34 746 |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | 14 | 1 370 | 3 598 |
| Overige financiële schulden | 13 | 4 770 | 8 648 |
| Te betalen belastingen | 7 | 95 | 268 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 13 | - | - |
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken heeft de Groep een richtlijn uitgewerkt om enkel zakenrelaties aan te gaan met kredietwaardige tegenpartijen en om voldoende zekerheden te bekomen, indien aangewezen, om een eventueel financieel verlies uit verbrekingen te beperken.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard hanteert de Groep externe scoringssystemen om de kredietwaardigheid van de klant in te schatten. De Groep legt ook kredietlimieten op per klant, in lijn met het interne beleid voor kredietbeheer. De limieten en de score per klant worden regelmatig opnieuw geëvalueerd.
Kredietanalyses worden uitgevoerd voor alle klanten die een bepaalde kredietbehoefte overschrijden. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd.
Option verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De handelsvorderingen bestaan uit een uitgebreid klantenbestand, verspreid over verschillende geografische gebieden. De handelsvorderingen voor klanten die tot dezelfde groep behoren, worden afzonderlijk behandeld.
Slechts één klant vertegenwoordigt 8,3% van de handelsvorderingen per einde 2010 en waarvan een belangrijk gedeelte van het bedrag niet vervallen is op jaareinde. In 2009 vertegenwoordigde één klant 21,6 % van alle handelsvorderingen van de Groep.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte producten bedraagt 60 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. In 2010 voerde de Groep een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen die ouder waren dan 90 dagen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
In de balans van handelsvorderingen van de Groep zijn debiteuren inbegrepen met een boekwaarde van k€ 151 (2009: k€ 50) die vervallen waren op de datum van het verslag, en waarvoor de Groep geen waardevermindering heeft geboekt, aangezien ze nog steeds inbaar worden geacht. De Groep heeft geen activa in onderpand voor deze vorderingen. De gemiddelde openstaande termijn voor deze vorderingen ligt tussen de 60 en 90 dagen.
| In K€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| 60 - 90 dagen | 78 | 50 |
| 90 - 120 dagen | 13 | - |
| > 120 dagen | 60 | - |
| 151 | 50 |
| In K€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar | 281 | 612 |
| Toevoeging aan de voorziening | 458 | 463 |
| Afgeschreven | (33) | (794) |
| Vrijgegeven | (3) | - |
| 703 | 281 |
Bij het vaststellen van de inbaarheid van de handelsvorderingen houdt de Groep rekening met de kredietwaardigheid van de vorderingen vanaf de datum dat het krediet initieel werd toegekend tot aan de rapporteringsdatum. De concentratie van het kredietrisico is beperkt vanwege een brede spreiding van het klantenbestand.
| In K€ (duizend EUR) Bruto bedrag |
2010 | 2009 |
|---|---|---|
| 60 - 90 dagen | - | - |
| 90 - 120 dagen | - | 2 |
| > 120 dagen | 703 | 279 |
| 703 | 281 |
De Groep beheert liquiditeitsrisico's door continue opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De Vennootschap heeft een bestaande kredietovereenkomst afgesloten met ING, op grond waarvan aan de Vennootschap een krediet van € 5 miljoen werd toegekend (op te nemen in kasdeponeringen of voorschotten) alsook een kredietovereenkomst met Dexia Bank België NV voor een bedrag van € 3,3 miljoen. Voor verdere informatie verwijzen we naar toelichting 13, onderverdeling "financiële schulden op ten hoogste één jaar". Bovendien ontving de Groep in het laatste kwartaal van het financiële jaar 2010 € 27 miljoen aan liquide middelen uit een software licentieovereenkomst, welke een periode van 12 maanden bestrijkt.
De volgende tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen:
| In K€ (duizend EUR) | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |
|---|---|---|---|---|
| 2010 | ||||
| Handelsschulden | - | 26 118 | - | - |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | - | 1 370 | - | - |
| Te betalen belastingen | - | 95 | - | - |
| Kredietfaciliteiten en andere leningen | - | 4 770 | - | - |
| - | 32 353 | - | - | |
| 2009 | ||||
| Handelsschulden | 34 746 | - | - | - |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | 3 598 | - | - | |
| Te betalen belastingen | 268 | - | - | - |
| IWT lening | 8 648 | - | - | - |
| 47 260 | - | - | - |
De Groep is onderhevig aan interestrisico's daar de Groep fondsen leent, welke onderworpen zijn aan een variabele rente. Voor variabele renteschulden, is de analyse opgesteld ervan uitgaande dat het bedrag van de uitstaande verplichting op jaareinde 2010 (€ 4,8 miljoen) uitstaande was voor het hele jaar. Een verhoging of verlaging met 50 basispunten werd gebruikt om het renterisico te bepalen en
De Groep is onderhevig aan een belangrijk wisselkoersrisico aangezien het merendeel van de aankopen gebeurt in US dollar. Om dit risico te beperken tracht de Groep om de in- en uitgaande kasstromen in valuta, andere dan de euro, vertegenwoordigt de beoordeling van het Management over de redelijkerwijs mogelijke verandering in de rente.
Indien de rente 50 basispunten hoger/lager was en alle andere variabelen constant werden gehouden, zou het resultaat van de Groep, voor het jaar eindigend 31 december 2010, zijn gestegen/gedaald met k€ 24 (2009: k€ 42).
met elkaar in lijn te brengen. Op basis van de gemiddelde volatiliteit van de US dollar en het Britse pond schatte de Groep de mogelijke verandering van de wisselkoers van deze munteenheid ten opzichte van de euro:
| 2010 | Sluitkoers | Mogelijke volatiliteit | Mogelijke sluitkoers |
|---|---|---|---|
| 31 december 2010 | in % | 31 december 2010 | |
| EUR/USD | 1,3362 | 13.35% | 1.1578 – 1.5146 |
| 2009 | Sluitkoers | Mogelijke volatiliteit | Mogelijke sluitkoers |
| 31 december 2009 | in % | 31 december 2009 | |
| EUR/USD | 1.4406 | 13.50% | 1.2461 – 1.6351 |
De bedragen in USD op 31 december 2010 en 2009 op de balans van de Groep waren:
| Netto Boekwaarde – In k\$ (Duizend USD) | 31 December 2010 | 31 December 2009 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | (11 365) | (11 913) |
| Handelsvorderingen | 2 773 | 3 392 |
| Liquide middelen | 1 489 | 4 106 |
| (7 103) | (4 415) |
Als de US dollar verzwakte/verstevigde in 2010 volgens de bovenstaande geschatte wijzigingen ten opzichte van de euro dan zou het nettoresultaat van de Groep in 2010 met k€ 710 toenemen/afnemen.
Als de US dollar verzwakte/verstevigde in 2009 volgens de bovenstaande geschatte wijzigingen ten opzichte van de euro dan zou het nettoresultaat van de Groep in 2009 met k€ 414 toenemen/afnemen.
| 2010 | Sluitkoers | Mogelijke volatiliteit | Mogelijke sluitkoers |
|---|---|---|---|
| 31 december 2010 | in % | 31 december 2010 | |
| EUR/GBP | 0.8608 | 11.35% | 0.7631 – 0.9585 |
| 2009 | Sluitkoers | Mogelijke volatiliteit | Mogelijke sluitkoers |
| 31 december 2009 | in % | 31 december 2009 | |
| EUR/GBP | 0.8994 | 12.30% | 0.7888 – 1.0100 |
| Netto Boekwaarde – In k GBP (Duizend GBP) | 31 December 2010 | 31 December 2009 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | (14) | (67) |
| Handelsvorderingen | 37 | 22 |
| Liquide middelen | 35 | 111 |
| 58 | 66 |
Als het Britse pond verzwakte/verstevigde in 2010 volgens de bovenstaande geschatte wijzigingen ten opzichte van de euro dan zou het nettoresultaat van de Groep in 2010 met k€ 8 toenemen/afnemen.
Als het Britse pond verzwakte/verstevigde in 2009 volgens de bovenstaande geschatte wijzigingen ten opzichte van de euro dan zou het nettoresultaat van de Groep in 2009 met k€ 8 toenemen/afnemen.
In 2009 sloot de Groep financiële afgeleide instrumenten af om haar wisselrisico op kasstromen in US dollar te beheren. Alle contracten met betrekking tot deze afgeleide financiële instrumenten vervielen voor jaareinde 2009. In het boekjaar 2010 sloot de Groep dergelijke financiële afgeleide instrumenten niet af.
Deze analyse is representatief voor de Groep over het jaar met uitzondering van de afgeleide financiële instrumenten, voor welke wij verwijzen naar toelichting 6 van dit verslag.
In uitvoering van licentieovereenkomsten moet de Groep royalty's betalen voor het gebruik van essentiële octrooien - intellectuele eigendomsrechten (IPR) – in draadloze 2,5G en 3G-producten. De Groep heeft geleidelijk licentieovereenkomsten gesloten met de houders van basisoctrooien waardoor de onzekerheid in verband met dergelijke niet-uitgeoefende aanspraken in hoge mate werd weggewerkt. Net als tijdens het vorige boekjaar bleef de Groep op basis van een goede inschatting van de verplichtingen de nodige voorzieningen opbouwen, inclusief de aan gang zijnde discussies met patenthouders. De Groep is van mening dat voor deze essentiële octrooien voldoende voorzieningen werden aangelegd op 31 december 2010. Het management is van oordeel dat het bedrag van de uiteindelijke verplichting ten aanzien van deze vorderingen de geconsolideerde financiële positie van de Groep niet wezenlijk zal aantasten.
De financiële rekeningen bevatten de financiële rekeningen van Option NV en haar dochtermaatschappijen, zoals opgenomen in onderstaande tabel:
| 2010 | 2009 | |
|---|---|---|
| - Option Wireless Ltd, Cork (Ierland) | 100% | 100% |
| - Option Germany GmbH, Augsburg (Germany) | 100% | 100% |
| - Option Wireless Germany GmbH, Kamp-Lintfort (Germany) | 100% | 100% |
| - Option Japan KK (Japan) | 100% | 100% |
| - Option Wireless Hong Kong Limited (China) | 100% | 100% |
| - Option Wireless Hong Kong Ltd. (Suzhou) Representation Office (China) | 100% | 100% |
| - Option Wireless Hong Kong Limited Taiwan Branch (Taiwan). | 100% | 100% |
| - Option Wireless USA Inc. (United States of America) | 100% | 100% |
| - Multi Mode Multi Media Solutions NV (M4S) (Belgium) | - | 100% |
| - Multi Mode Multi Media Solutions Wireless Ltd. (M4S) (Ireland) | - | 100% |
In november 2010 verkocht de Groep haar dochterondernemingen Multi Mode Multi Media Solutions NV (M4S België) en Multi Mode Multi Media Solutions Wireless Ltd. (M4S Ierland). Voor verdere informatie hieromtrent verwijzen wij naar toelichting 24.
Sinds 1997 heeft de Groep een professionele relatie met het advocatenkantoor Brown Rudnick LLP, gevestigd in de Verenigde Staten. De heer Lawrence Levy die sinds begin 2006 in de Raad van Bestuur zetelt is één van de Senior Counsels binnen het advocatenkantoor. In de toekomst wil de Groep de samenwerking met het advocatenkantoor behouden. De heer Lawrence Levy zal in zijn hoedanigheid van Senior Counsel van Brown Rudnick LLP niet rechtstreeks werken op dossiers van de Groep.
In 2010 betaalde de Groep Brown Rudnick LLP k€ 13 (2009: k€ 16) aan honoraria.
De transacties, in het kader van normale bedrijfsvoering, die de Groep afsloot met verbonden partijen gebeurden onder normale marktvoorwaarden.
| Naam | Aantal deelnames aan Raden van Bestuur |
Aantal deel names aan |
Aantal deel names aan |
Aantal deel names aan |
Totale vergoeding |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Ontmoeting | Telefonisch | Auditcomités | Remuneratie comités |
strategische comités |
(in duizend EUR) | |
| Jan Callewaert (1) | 5/5 | 16/17 | N.A | N.A | N.A | N/A (2009: 49.00) |
| Arnoud De Meyer (2) | 1/3 | 7/9 | 3/3 | 5/5 | N.A | 29.06 (2009: 49.00) |
| Q-List BVBA | 5/5 | 17/17 | 5/5 | 5/5 | N.A | 49.00 (2009: 49.00) |
| Lawrence Levy | 5/5 | 17/17 | 2/2 | 5/5 | N.A | 49.00 (2009: 49.00) |
| Jan Loeber (3) | 1/2 | 3/4 | N.A | N.A | N.A | 11.25 (2009: 44.25) |
| David Hytha | 5/5 | 17/17 | N.A | N.A | N.A | 45.75 (2009: 48.75) |
| An Other Look To Efficiency SPRL |
5/5 | 17/17 | 5/5 | N.A | N.A | 67.75 (2009: 49.00) |
| Visinnova BVBA (4) | 1/2 | 1/2 | N.A | N.A | N.A | 6.91 (2009: |
In 2010 bedroeg de totale vergoeding voor de Raad van Bestuur k€ 259 (2009: k€ 387).
(1) Exclusief CEO-vergoeding aan Mondo NV – Vanaf 2010 maakt de vergoeding van de Raad van Bestuur deel uit van de vaste vergoeding van de CEO.
Option Wireless Ltd. (Ierland).
(3) Tot 30 april 2010 (4) Tot 15 maart 2010
Eén van de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur van de Vennootschap ontving een vergoeding van k€ 0 (2009: k€ 4) in zijn hoedanigheid van bestuurder van
De volgende aantallen warranten "V" werden toegekend aan de leden van de Raad van Bestuur in de loop van 2008. Geen warranten "V" werden toegekend aan de leden van de Raad van Bestuur in de loop van 2009 en 2010. Gedurende het jaar 2010 vonden er enkele wijzigingen plaats met betrekking tot de leden van de Raad van Bestuur. Gedurende het financiële jaar, werden 30.000 warranten, 20.000 warranten en 18.000 waranten verbeurd vermits respectievelijk Jan Loeber, Arnoud De Meyer en Visinnova BVBA (vertegenwoordigd door Patrick De Smedt) uittraden tot de Raad van Bestuur in 2010.
48.75)
Op het jaareinde van 2010 waren volgende aantallen warranten "V" toegekend aan de "huidige" leden van de Raad van Bestuur.
| Jan Callewaert | 50,000 |
|---|---|
| David Hytha | 50,000 |
| Lawrence Levy | 50,000 |
| Q-List BVBA | 30,000 |
| An Other Look To Efficiency SPRL | 30,000 |
| Totaal | 210 000 |
(2) Tot 17 september 2010
De CEO van de Groep is de eigenaar van een managementvennootschap (Mondo NV), welke managementdiensten verleent aan de Groep. Aansluitend op de aanbevelingen van het Remuneratiecomité heeft de Raad van Bestuur op 26 mei 2010 de vergoeding die aan de CEO van de Vennootschap (Mondo NV vertegenwoordigd door Jan Callewaert) werd betaald, gewijzigd. De vaste vergoeding die voorheen werd betaald aan de CEO van de Vennootschap was vastgelegd op een bedrag van k€ 540 per jaar en een variabele vergoeding van maximaal k€ 67,5 per jaar. De Raad van Bestuur was van oordeel dat het bedrag aan vaste vergoeding van de CEO diende te worden verminderd en het bedrag aan variabele vergoeding diende te worden verhoogd. Bijgevolg werd besloten om een vaste vergoeding van k€ 430 per jaar en een variabele vergoeding van maximaal k€ 190 per jaar toe te kennen. Bijkomend suggereerde de Raad van Bestuur dat de voormelde vergoeding van de CEO ook de vergoeding die aan Jan Callewaert in zijn hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur wordt betaald , dient te omvatten. Bijgevolg bedroeg de vaste vergoeding in 2010 voor deze diensten k€ 430 (2009: k€ 513). In 2010 werd eveneens een variabele vergoeding toegekend van k€ 190 (2009: k€ 25). De CEO ontving andere voordelen voor een bedrag van k€ 16 met betrekking tot wagen-, brandstof- en forfaitaire onkostenvergoeding (2009: k€ 32).
In 2010 werd een globale bruto bezoldiging van k€ 1 440 (2009: k€ 1 829) toegekend aan de overige zes leden van het Executive Management team (2009: acht leden van het Executive Management team). De 2010 brutobezoldiging bevatten opzegvergoedingen voor twee leden van het Executive Management team welke de Vennootschap verlieten in de loop van 2009 en 2010. In 2010 werd een bedrag van k€ 415 toegekend als variabele vergoeding voor de prestaties in 2010 (2009: k€ 79). Eveneens deel uitmakend van de vergoeding van de leden van het Executive Management Team, is er voor deze leden een bedrag van k€ 46 (2009: k€ 76) toegekend aan een extralegaal pensioenfonds. De leden van het Executive Management Team hebben andere voordelen ontvangen voor een bedrag van k€ 50 met betrekking tot wagen-, brandstof-, forfaitaire onkostenvergoeding en kosten in verband met hospitalisatieverzekering (2009: k€ 67).
Op het jaareinde van 2010 werden 325 000 warranten "V" gehouden door de "huidige" leden van Executive Management Team (2009: 375 000 warranten "V"). Gedurende het jaar 2009 en 2010 vonden er enkele wijzigingen plaats met betrekking tot de leden van het executive Management Team. 40 000 van de 50 000 warranten toegekend aan Dhr. David Whelan in 2008 werden verbeurd verklaard gezien zijn uitdiensttreding in 2009. 30 000 van de 50 000 warranten "V" toegekend aan Dhr. Filip Buerms in 2008 werden verbeurd verklaard gezien zijn uitdiensttreding in 2009. 30 000 warranten "V" werden toegekend aan Dhr Chip Frederking in 2009 bovenop de 20 000 warranten "V" welke reeds werden toegekend in 2008. Dhr. Chip Frederking vervoegde het Executive Management Team in oktober 2009. Gedurende het jaar 2010 werden 30 000 van de 50 000 warranten toegekend aan Piroque Consulting BVBA (Philippe Rogge) verbeurd bij zijn vertrek uit het Executive Management Team in 2010.
Op het jaareinde van 2010 waren volgende aantallen warranten "V" toegekend aan de "huidige" leden van het Executive Management Team:
| Mondo NV (Jan Callewaert) | 75,000 |
|---|---|
| Patrick Hofkens | 50,000 |
| Bernard Schaballie | 50,000 |
| Martin Croome | 50,000 |
| Brayoe Consultants BVBA (JP Ziegler) | 50,000 |
| Chip Frederking | 50,000 |
| Totaal | 325,000 |
Na balansdatum, 31 december 2010, deden zich volgende gebeurtenissen of transacties voor die dienen te worden vermeld:
Op 14 februari 2011 maakte de Groep de benoeming bekend van Jan Smits als nieuwe Chief Financial Officer (CFO) van de Groep. Jan Smits wordt verantwoordelijk voor alle internationale financiële activiteiten van de Option Groep alsook de relaties met investeerders. Als een gevolg hiervan heeft de Groep en JP Ziegler in onderling overleg besloten dat JP Ziegler aftreedt als CFO om zich te richten op nieuwe opportuniteiten.
Op 3 maart 2011 kondigde de Groep aan dat de Raad van Bestuur wordt versterkt met Dhr. Francis Vanderhoydonck als onafhankelijk Bestuurder en zal fungeren als voorzitter van het Audit Committée, dit ter vervanging van Dhr. Arnoud De Meyer. Op diezelfde datum maakte de Groep bekend dat Dhr. Bart Goedseels het bedrijf terug vervoegt als Chief Operating Officer (COO).
lijst van ondernemingen, in hun totaliteit geconsolideerd in de financiele rekeningen
| NAAM VAN DE DOCHTERONDERNEMING | MAATSCHAPPELIJKE ZETEL | % VAN AANDEEL IN HET KAPITAAL |
|---|---|---|
| BELGIË | ||
| OPTION NV | Gaston Geenslaan 14 3001 Leuven, Belgium |
Consoliderende maatschappij |
| IERLAND | ||
| OPTION WIRELESS Ltd, Cork | Kilbarry Industrial Park Dublin Hill, Cork |
100 % |
| DUITSLAND | ||
| OPTION GERMANY GmbH | Beim Glaspalast 1 D-86153 Augsburg - Germany |
100 % |
| DUITSLAND | ||
| OPTION WIRELESS GERMANY GmbH | SüdstraBe 9 47475 Kamp - Lintfort - Germany |
100 % |
| VERENIGDE STATEN | ||
| OPTION WIRELESS USA INC. | 13010 Morris Road Building 1, suite 600 Alpharetta, GA 30004 USA |
100 % |
| JAPAN | ||
| OPTION WIRELESS JAPAN KK | 5-1, Shinbashi 5-chome Minato-ku Tokyo 105-0004, Japan |
100 % |
| CHINA | ||
| OPTION WIRELESS HONG KONG LIMITED CHINA |
35/F Central Plaza 18 Harbour Road Wanchai Hong Kong, China |
100 % |
| OPTION WIRELESS HONG KONG LIMITED REPRESENTATION OFFICE TAIWAN |
909-1 Genway Building 188 Wangdun Road Suzhou Industrial Park (SIP) Suzhou 215123, Jiangsu Province, China |
100 % |
| OPTION WIRELESS HONG KONG LIMITED,TAIWAN BRANCH |
4F Theta Building 10, Lane 360, Ne-Hu Road, Sec 1, Taipei City, TAIWAN |
100 % |
| NAAM VAN DE DOCHTERONDERNEMING | MAATSCHAPPELIJKE ZETEL | % OF AANDEEL IN HET KAPI TAAL VOOR DECONSOLIDATIE |
|---|---|---|
| BELGIË | ||
| MULTI MODE MULTI MEDIA SOLUTIONS NV (M4S) |
Gaston Geenslaan 14 3001 Leuven, Belgium |
100 % |
| IERLAND | ||
| MULTI MODE MULTI MEDIA SOLUTIONS WIRELESS Ltd. (M4S) |
South Mall 12 Cork |
100 % |
Op 2 augustus 2010 heeft de Raad van Bestuur beslist om een plan goed te keuren met betrekking tot de verkoop van een dochteronderneming van de Groep, "Multi Mode Multi Media Solutions" (afkorting M4S). De verkoop is in overeenstemming met het plan van de Groep om activa te verkopen die naar verwachting een minder grote invloed zullen hebben op het strategisch plan van de Groep op middellange en lange termijn. De Groep was actief op zoek naar potentiële kopers.
Op 17 november 2010 sloot de Vennootschap een overeenkomst tot de verkoop van de M4S entiteiten, gespecialiseerd in de 4G ontwikkeling van onderdelen met betrekking tot radiofrequenties. De opbrengst van de verkoop overschreed de boekwaarde van de desbetreffende netto-activa. De verkoop werd afgerond op 17 november 2010, op welke datum de controle van de activiteiten werd overgedragen aan de overnemende partij. Details van de verwijderde activa en passiva evenals de berekening van de winst op de verkoop, zijn hierna beschreven.
De ontvangen vergoeding in contanten bedroegen k€ 7 145.
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Vlottende activa | ||
| Liquide middelen | 5 | - |
| Handels- en overige vorderingen | 114 | - |
| Niet-vlottende activa | ||
| Immateriële vaste activa | 6 208 | - |
| Materiële vaste activa | 29 | - |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 104 | - |
| Schulden op ten hoogste één jaar | ||
| Handels- en overige schulden | (186) | - |
| Netto activa welke werd verkocht | 6 274 | - |
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 |
|---|---|---|
| Ontvangen netto vergoeding in contanten | 7 145 | - |
| Netto activa welke werd verkocht | (6 274) | - |
| Gain on disposal | 871 | - |
De winst op de verkoop is opgenomen in de resultatenrekening evenals in het kasstroomoverzicht, onder de bedrijfsactiviteiten.
De volgende vergoedingen voor revisoren werden als koste opgenomen in de rapporteringsperiode:
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 | 2008 |
|---|---|---|---|
| Wereldwijde auditdiensten | 271 | 356 | 474 |
| Belastingadviezen | 79 | 171 | 139 |
| Overige diensten | 11 | 126 | 156 |
| 361 | 653 | 769 |
Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2010 gericht tot de algemene vergadering van aandeelhouders
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van het mandaat van commissaris dat ons werd toevertrouwd. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermelding.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Option NV ("de vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de groep"), opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde financiële positie op 31 december 2010, het geconsolideerde totaalresultaat, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar eindigend op die datum, alsmede een overzicht van de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en toelichtingen. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt 63.834 (000) EUR en het geconsolideerde verlies van het boekjaar bedraagt 61.038 (000) EUR.
Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening zodat deze geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat, het kiezen en toepassen van geschikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Overeenkomstig deze controlenormen, hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De selectie van deze controlewerkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling welke een inschatting omvat van het risico dat de geconsolideerde jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de groep met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave
van de geconsolideerde jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen maar niet om een oordeel over de effectiviteit van de interne controle van de groep te geven. Wij hebben tevens de gegrondheid van de grondslagen voor financiële verslaggeving, de redelijkheid van de boekhoudkundige ramingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening als geheel beoordeeld.
Ten slotte, hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de financiële toestand van de groep per 31 december 2010, en van haar resultaat en kasstromen voor het boekjaar eindigend op die datum, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
Niettegenstaande de groep in de voorbije jaren aanzienlijke verliezen heeft geleden die haar financiële toestand aanzienlijk hebben aangetast, is de geconsolideerde jaarrekening opgesteld in de veronderstelling van verderzetting van de activiteiten. Deze veronderstelling is slechts verantwoord in de mate dat de groep slaagt in haar transformatie naar een winstgevend business model zoals uitgewerkt en toegelicht in het bijzonder verslag in overeenstemming met artikel 633 van het Wetboek van Vennootschappen en het geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur, alsook de nodige financieringsmiddelen ter beschikking blijven. Er werden geen aanpassingen gedaan met betrekking tot de waardering of de classificatie van bepaalde balansposten die noodzakelijk zouden kunnen blijken indien de groep niet meer in staat zou zijn haar activiteiten verder te zetten. Meer specifiek bevat de balans van de groep voor 8.114 (000) EUR aan geactiveerde ontwikkelingskosten die het voorwerp zouden kunnen zijn van significante bijzondere waardeverminderingen indien de groep niet meer in staat zou zijn haar activiteiten verder te zetten.
Het opstellen en de inhoud van het geconsolideerde jaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur.
Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermelding op te nemen die niet van aard is om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
• Het geconsolideerde jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de groep wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Diegem, 14 april 2011
DELOITTE Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA Vertegenwoordigd door Geert Verstraeten Enkelvoudige Jaarrekening Option nv en Toelichting
De volgende documenten zijn uittreksels uit de enkelvoudige jaarrekening van Option NV, opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen in overeenstemming met artikel 105 van het Wetboek van Vennootschappen.
Alleen de geconsolideerde jaarrekening zoals die uiteengezet is in de vorige pagina's geeft een waarheidsgetrouw beeld van de financiële positie en prestaties van de Option-groep.
De bedrijfsrevisor heeft een "goedkeurende verklaring met een toelichtende paragraaf" ondertekend met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening van Option NV voor het boekjaar eindigend op 31 december 2010.
Enkelvoudige balans – verkort schema (conform de Belgische boekhoudnormen)
| ACTIVA In k€ (duizend EUR) |
2010 | 2009 | 2008 |
|---|---|---|---|
| Vaste activa | 14 664 | 22 709 | 28 233 |
| Immateriële vaste activa | 7 973 | 11 542 | 12 675 |
| Materiële vaste activa | 4 082 | 8 033 | 12 376 |
| Financiële vaste activa | 2 609 | 3 134 | 3 182 |
| Vlottende activa | 25 502 | 36 384 | 49 489 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 638 | 1 170 | 3 037 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 23 078 | 13 658 | 40 749 |
| Liquide middelen | 1 701 | 21 408 | 5 428 |
| Overlopende rekeningen | 85 | 148 | 275 |
| Totaal activa | 40 166 | 59 093 | 77 722 |
| PASSIVA In k€ (duizend EUR) |
2010 | 2009 | 2008 |
|---|---|---|---|
| Kapitaal en reserves | 3 714 | 27 656 | 24 861 |
| Kapitaal | 12 232 | 12 232 | 6 116 |
| Uitgiftpremies | 58 944 | 58 944 | 44 848 |
| Wettelijke reserve | 612 | 612 | 612 |
| Overgedragen winst/(verlies) | (68 074) | (44 132) | (26 714) |
| Voorzieningen | 526 | 1 826 | - |
| Schulden | 35 926 | 29 611 | 52 861 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 13 294 | 28 731 | 51 879 |
| Overlopende rekeningen | 22 632 | 860 | 982 |
| Totaal passiva | 40 166 | 59 093 | 77 722 |
Op een balanstotaal van € 40,2 miljoen bedroeg het totale eigen vermogen per 31 december 2010 € 3,7 miljoen, ofwel minder dan de helft van het geplaatste kapitaal. Als een gevolg hiervan dient de verplichte procedure, uiteengezet in artikel 633 van het Wetboek van Vennootschappen, te worden nageleefd en een Algemene Vergadering van Aandeelhouders dient te worden gehouden uiterlijk twee maanden nadat de verliezen zijn vastgesteld door de Raad van Bestuur van 28 februari 2011. In dit verband heeft de Raad van Bestuur een Bijzondere Aandeelhoudersvergadering bijeengeroepen op 26 april 2011 en heeft een speciaal verslag opgesteld waarin zij voorstelt om de activiteiten van de Vennootschap voort te zetten en de maatregelen te identificeren die al zijn genomen en nog moeten worden genomen met als doel om haar financiële situatie te verbeteren.
Enkelvoudige Winst- en Verliesrekeningen – Belgische Boekhoudnormen
| WINST- EN VERLIESREKENING | |||
|---|---|---|---|
| In k€ (duizend EUR) | 2010 | 2009 | 2008 |
| I. Bedrijfsopbrengsten | 18 880 | 19 004 | 49 039 |
| Bedrijfsopbrengsten | 8 250 | 4 396 | 11 905 |
| Waardevermeerdering (-vermindering) van de voorraden gereed product, goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering |
(113) | (772) | (151) |
| Geactiveerde ontwikkelingsprojecten | 6 609 | 9 531 | 15 440 |
| Andere bedrijfsinkomsten (voornamelijk transacties tussen dochterondernemingen) |
4 134 | 5 839 | 21 845 |
| II. Bedrijfskosten | (38 178) | (57 738) | (75 827) |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 1 029 | 3 898 | 10 028 |
| Diensten en diverse goederen | 17 436 | 21 843 | 32 744 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 11 606 | 15 736 | 17 309 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa |
9 141 | 14 021 | 15 357 |
| Waardevermeerderingen en –verminderingen op voorraden, bestellingen |
234 | 387 | 173 |
| in uitvoering en handelsvorderingen | 1 826 | - | |
| Andere bedrijfskosten | 32 | 28 | 215 |
| III. Bedrijfswinst/(bedrijfsverlies) | (19 299) | (38 734) | (26 788) |
| IV. Financiële opbrengsten | 617 | 30 315 | 2 616 |
| V. Financiële kosten | (914) | (7 267) | (2 700) |
| VI. Winst/(verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting |
(19 596) | (15 686) | (26 872) |
| VII. Uitzonderlijke opbrengsten | 640 | - | - |
| VIII. Uitzonderlijke kosten | (4 985) | (1 732) | (12 241) |
| X. Belastingen op het resultaat | (23 942) | (17 418) | (39 113) |
| IX. Winst/(verlies) van het boekjaar vóór belasting | - | (11) | |
| XIII. Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar |
(23 942) | (17 418) | (39 124) |
| RESULTAATVERWERKING – VERKORT SCHEMA (CONFORM DE BELGISCHE BOEKHOUDNORMEN) In k€ (duizend EUR) |
2010 | 2009 | 2008 |
|---|---|---|---|
| Te bestemmen winstsaldo/(te verwerken verliessaldo) | (44 132) | (26 714) | 12 410 |
| Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar | (23 942) | (17 418) | (39 124) |
| Overgedragen winst/(overgedragen verlies) van het vorige boekjaar |
(68 074) | (44 132) | (26 714) |
Samenvatting van de belangrijkste waarderingsregels - Enkelvoudige jaarrekening (verkort schema) - Belgische boekhoudnormen
Oprichtingskosten worden geboekt ten laste van de opbrengsten, met uitzondering van de geactiveerde kosten.
Octrooien (patenten), licenties en software worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 % tot 50 %.
Laboratorium-, test-, meet- en computerapparatuur worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 % tot 50 %. Gehuurde test- en meetapparatuur wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage tussen 10 % en 50 %.
Vanaf 1 januari 2005 worden de uitgaven voor onderzoek als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden alleen opgenomen als immateriële activa als voldaan is aan alle onderstaande voorwaarden:
Andere ontwikkelingsuitgaven worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen. Ontwikkelingskosten die in het verleden werden opgenomen als uitgave, worden in een volgende periode niet opgenomen als activa. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden afgeschreven vanaf het begin van de commerciële productie van het product op een rechtlijnige basis over de periode van zijn verwachte winst, die niet meer dan drie jaar bedraagt.
Rollend materieel wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %.
Kantoormeubilair en kantoormaterieel worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 10 % tot 33,3 %. Gehuurd kantoormaterieel wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage tussen 20 % en
50 %.
Tijdens het boekjaar worden geen herwaarderingen op de geldbeleggingen toegepast.
De voorraden (handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, goederen in bewerking, afgewerkte producten en producten voor herverkoop) worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde bepaald op basis van de FIFO-methode of, indien die lager is, op basis van de marktwaarde (realisatiewaarde).
De producten worden gewaardeerd tegen kostprijs, voor zover rechtstreeks toerekenbaar.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen productiekosten.
Schulden op meer dan één jaar, niet-rentedragende en tegen een ongewoon lage rente zijn niet opgenomen in de passiva.
Vreemde valuta Schulden, passiva en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers per 31 december 2010. Transacties worden omgerekend tegen dagkoers.
In de jaarrekening zijn de volgende koersverschillen gepubliceerd:
De volgende deelnemingen in dochterondernemingen zijn geboekt met vermelding van het aantal geregistreerde rechten en het deelnemingspercentage:
| Per 31 december2010, | Maatschap pelijke rechten gehouden door de Vennootschap (volgens aantal) |
% gehouden door de Vennootschap |
% gehouden door dochter ondernemingen |
|---|---|---|---|
| Option Germany – Augsburg (D) | 1 | 100% | 0% |
| Option Wireless– Cork (IRL) | 2 000 000 | 100% | 0% |
| Option Wireless Hong Kong Limited – China | 10 000 | 100% | 0% |
Zoals vermeld in toelichting 24 van dit jaarverslag werd de 100% deelneming in Multi Mode Multi Media Solutions (M4S) verkocht op 17 november 2010.
Staat van het kapitaal
| Geplaatst kapitaal per 31 december 2010 , |
Bedragen (in EUR) |
Aantal aandelen |
|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 12 232 134 | 82 498 592 |
| Per einde van het boekjaar | 12 232 134 | 82 498 592 |
| Samenstelling van het kapitaal per 31 december 2010, |
Amounts (in EUR) |
Number of shares |
| Soorten aandelen | ||
| Aandelen op naam en aan toonder | 82 498 592 | |
| Op naam | - | |
| Aan toonder | 82 498 592 |
Op 31 december 2010 bedroeg het toegestaan kapitaal (niet-uitgegeven) k€ 12 232.
De aandelen van Option stonden oorspronkelijk genoteerd in US dollar op NASDAQ Europe (de voormalige EASDAQ) na de beursgang van 26 november 1997. Sinds 5 augustus 2003 noteren de aandelen op de eerste markt van Euronext Brussel. De aandelen van Option NV worden verhandeld op de continumarkt onder de ticker OPTI.
Sinds september van 2003 maakt het Option-aandeel deel uit van de kwaliteitsindex Next Economy. Voordien was Option al houder van het kwaliteitslabel CSR Ethibel.
Met het oog op een verhoogde liquiditeit van het aandeel en een verhoogde visibiliteit voor de Amerikaanse investeerders heeft Option beslist om een 'Level 1 American Depository Receipts (ADR) program' te implementeren. Een F-6 registratieverklaring werd neergelegd bij de 'Securities and Exchange Commission'. Het level-1-ADR-programma kan als volgt worden samengevat:
| 2010 | 2009 | 2008 | |
|---|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen | 82 498 592 | 82 498 592 | 41 249 296 |
| Aandelenkoers per jaareinde | 0.58 | 0.78 | 1.90 |
| Marktkapitalisatie (miljoen EUR) | 48 | 64 | 78 |
| Hoogste koers (EUR) | 0.91 (6 januari 2010) |
1.52 (4 september 2009) |
7.92 (3 januari 2008) |
| Laagste koers (EUR) | 0.34 (24 september 2010) |
0.57 (17 maart 2009) |
1.62 (9 december 2008) |
| Free float | 82.05% | 82.05% | 82.66 % |
In 2010 werden op Euronext in totaal 201 769 911 aandelen verhandeld op 258 beursdagen wat een gemiddelde van 782 054 aandelen per dag betekent.
De Raad van Bestuur van Option heeft ervoor geopteerd om vanaf 2010 en hieropvolgend haar financiële rapportering naar de markt te wijzigen naar een halfjaarlijkse rapportering met bedrijfsupdates voor het eerste en het derde kwartaal van elk jaar. Option's huidige rapportering, zijnde driemaandelijks, dateert al van de IPO van de onderneming op EASDAQ. Option is van oordeel dat deze wijziging voordelen biedt, zowel voor de markt als voor de Vennootschap zelf.
Een zicht op Option's halfjaarlijkse prestaties is zinvoller en minder verwarrend dan deze op kwartaalbasis vermits twee belangrijke herstructureringen werden geïmplementeerd in de eerste jaarhelft van 2010. Ten eerste is er de aanzienlijke vermindering van de bedrijfskosten, welke Option reeds in belangrijke mate heeft doorgevoerd, die zal leiden tot zowel
Bedrijfsupdate eerste kwartaal Donderdag 28 april 2011 Resultaten 2e kwartaal en "Tussentijds Financieel Verslag" Woensdag 31 augustus 2011 Bedrijfsupdate 3e Algemene Vergadering der Aandeelhouders 2011 Vrijdag 29 april 2011 om 10u00 te Leuven Algemene Vergadering der Aandeelhouders 2012 Maandag 30 april 2012 om 10u00 te Leuven
Voor nadere bijzonderheden over de informatie in deze jaarrekening of voor inlichtingen over Option NV en over documenten ingediend om te voldoen aan de transparantieverplichtingen van de vennootschap betreffende de kennisgeving van deelneming van aandelen, gelieve contact op te nemen met: Jan Smits
éénmalige kosten als tot het herschikken van de supply chain van de onderneming naar een meer kostefficiënt Aziatisch toeleveringsmodel. Het resultaat hiervan zal voor de onderneming tijdens deze overgangsperiode leiden tot een financiële impact op korte termijn.
Ten tweede is de Vennootschap sinds de eerste jaarhelft van 2010 de koers aan het wijzigen: van het verkopen van technologisch uitmuntende en agressief geprijsde producten die concurreren met standaardproducten van andere bedrijven, naar een productlijn die door de integratie van ingebouwde software kan worden gecustomiseerd door onze distributeurs. Dit zal een meer competitieve positionering creëren.
Option zal in 2011 haar halfjaarlijkse financiële informatie en bedrijfsupdates bekendmaken op de volgende data – voor beursuren:
kwartaal Donderdag 27 oktober 2011
Chief Financial Officer Gaston Geenslaan 14 B-3001 Leuven, België Phone: +32 (0)16 31 74 11 Fax: +32 (0)16 31 74 90 E-mail: [email protected]
| NAAM | OPTION NV | |
|---|---|---|
| RECHTSVORM | Naamloze Vennootschap naar Belgisch recht | |
| ADRES | Gaston Geenslaan 14, B-3001 LEUVEN | |
| TELEFOON | +32(0)16 31 74 11 | |
| FAX | +32(0)16 31 74 90 | |
| [email protected] | ||
| WEBSITE | www.option.com | |
| ONDERNEMINGSNR. | 0 429 375 448 | |
| BTW | BE 429 375 448 | |
| OPRICHTINGSDATUM | 3 juli 1986 | |
| DUUR | Onbepaalde duur | |
| COMMISSARIS-REVISOR | Deloitte-Auditors vertegenwoordigd door Dhr. Geert Verstraeten. |
|
| AFSLUITDATUM BOEKJAAR | 31 december | |
| MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL | 12 232 134,42 EUR | |
| AANTAL AANDELEN | 82 498 592 | |
| JAARLIJKSE VERGADERING | Laatste werkdag van april | |
| BEURSNOTERING | Euronext -– continumarktStock – Ordinary Stock - Continuous - compartment B - ticker OPTI |
|
| DEPOSITOBANK | FORTIS | |
| LID VAN INDEX | Next Economy Next 150 Bel SmallMid VLAM 21 |
|
| OVERIGE LABELS | Ethibel Pioneer Europe 500 SRI Kempen |
Option is krachtens de Belgische wetgeving verplicht zijn jaarverslag in het Nederlands op te stellen. Option heeft ook een Engelse vertaling van dit jaarverslag gemaakt. Bij tegenstrijdigheid tussen de Engelse en Nederlandse versie van dit jaarverslag, is de Nederlandse brontekst bindend.
Dit jaarverslag kan gratis worden aangevraagd bij:
Option NV T.a.v. Investor Relations Gaston Geenslaan 14 3001 Leuven, Belgium Phone: +32(0)16 317 411 Fax: +32(0)16 317 490 E-mail: [email protected]
Dit jaarverslag is ook in elektronische vorm beschikbaar. Deze elektronische versie geldt uitsluitend ter informatie en kan worden gedownload via het internet op de website van Option (www.option.com). Uitsluitend de gedrukte versie van het jaarverslag, gepubliceerd in België overeenkomstig de toepasselijke wet- en regelgeving, is wettelijk bindend. Option aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de volledigheid of juistheid van het jaarverslag dat via het internet beschikbaar is. Andere informatie op de website van Option of op enige andere website, maakt geen deel uit van dit jaarverslag.
Dit jaarverslag bevat toekomstgerichte uitspraken, daaronder zonder beperking inbegrepen uitspraken met de woorden "is van oordeel", "verwacht", "is van plan", "is voornemens", "streeft ernaar", "naar verwachting", "naar schatting", "zal", "wil", en soortgelijke uitdrukkingen. Deze toekomstgerichte uitspraken reflecteren bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die tot gevolg kunnen hebben dat de werkelijke resultaten, financiële toestand, prestaties of verwezenlijkingen van Option, of bedrijfsresultaten wezenlijk verschillen van de toekomstige resultaten, prestaties of verwezenlijkingen uitgesproken of geïmpliceerd in deze toekomstgerichte uitspraken. Gezien deze onzekerheden wordt de lezer afgeraden overmatig te vertrouwen op deze toekomstgerichte uitspraken. Deze toekomstgerichte uitspraken zijn uitsluitend gemaakt op datum van dit jaarverslag. Option wijst uitdrukkelijk elke verplichting af om deze toekomstgerichte uitspraken in dit jaarverslag bij te werken rekening houdend met een wijziging van de desbetreffende verwachtingen of een verandering van gebeurtenissen, voorwaarden of omstandigheden waarop deze uitspraak berust, tenzij een dergelijke uitspraak is voorgeschreven in de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.
Het totale eigen vermogen gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
EBIT (Earnings Before Interest and Taxes)
Winst voor aftrek van rente en belastingen. Bedrijfsresultaat.
EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization)
EBIT plus afschrijvingen en waardeverminderingen.
Netto financiële schuld gedeeld door eigen vermogen.
Aantal aandelen uitstaand bij het begin van de periode, aangepast voor het aantal aandelen geannuleerde, wederingekochte of uitgegeven aandelen gedurende de periode vermenigvuldigd met een tijdscorrigerende factor.
Nettowinst plus niet kaskosten (o.a. afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen) gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Aankopen van materiële en immateriële vaste activa, verminderd met de opbrengst van verkopen.
Kort- en langlopende financiële schulden verminderd met de beschikbare liquide middelen.
Eigen vermogen gedeeld door totale activa.
Vlottende activa min vlottende passiva.
Nettowinst gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Optus biedt Australische mobiele gebruikers een USBmodem gepersonaliseerd voor het voetbaltornooi in Zuid-Afrika
Option trading update eerste kwartaal 2010
Option® nv - Gaston Geenslaan 14 - 3001 Leuven Belgium - T +32 16 317 411 - F +32 16 207 164 - www.option.com
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.