Annual Report • Apr 29, 2015
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Jaarverslag 2014
| 1. AAN ONZE AANDEELHOUDERS 2 |
|
|---|---|
| 2. GECONSOLIDEERD EN STATUTAIR JAARVERSLAG 2014 VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN OPTION NV3 |
|
| 3. FINANCIEEL OVERZICHT 29 |
|
| 4. FINANCIEEL VERSLAG - IFRS32 |
|
| 5. VERKLARING VAN DE COMMISSARIS 80 |
|
| 6. ENKELVOUDIGE JAARREKENING OPTION NV EN TOELICHTING (VERKORTE VERSIE)84 |
|
| 7. INVESTOR RELATIONS EN FINANCIELE KALENDER 90 |
|
| 8. VERKLARING VERANTWOORDELIJKE PERSONEN92 | |
| 9. BEDRIJFSWIJZER, STAND PER EINDE 201493 | |
| 10. VERKLARENDE WOORDENLIJST 94 |
|
| 11. SOCIALE VERANTWOORDELIJKHEID 95 |
Beste aandeelhouders van Option,
Option is getransformeerd tot een nieuw type bedrijf. Onze volledige focus ligt nu op het "Internet of Things". Met het CloudGate-platform hebben we Option niet alleen geherpositioneerd als een leverancier van high-end cellulaire gateways, maar ook als een leverancier van oplossingen binnen de M2M-sfeer.
De markt van het "Internet of Things" (IoT) is enorm en groeit in alle belangrijke regio's van de wereld en in alle verticale segmenten. Wat aan de basis ligt van dit fenomeen is dat mensen en bedrijven beginnen te begrijpen dat het aansluiten van miljoenen, zelfs miljarden, slimme communicatieapparatuur het potentieel kan creëren om de manier te veranderen waarop ze werken, leren, communiceren met klanten en innoveren. Het helpen van mensen en bedrijven om dit potentieel te realiseren is wat ons drijft en waar we oplossingen willen helpen bouwen.
De resultaten van 2014 zijn niet goed. Dit is te wijten aan de trage conversie van design wins in aanzienlijke verkoopvolumes. We hebben honderden nieuwe klanten aan het CloudGate-platform kunnen toevoegen, wat gecombineerd overeenkomt met een significante aan te boren markt van honderdduizenden eenheden. De ramp-up van de eerste installatie tot de grootschalige uitrol is lang en we zien op dit moment dat dit 12 maanden in beslag kan nemen. Dat is langer dan we hadden ingeschat.
Nu nieuwe verticale segmenten continu verrijzen – elk met hun eigen toepassingen, diensten en producten – doen zich steeds nieuwe kansen voor Option. Dit vraagt van Option om uit te groeien tot een "oplossingenleverancier van M2M-oplossingen" die zijn klanten helpt door het leveren van end-toend toepassingen, door het ecosysteem het Cloudgate-platform aan te bieden en, uiteindelijk, door onze klanten te ondersteunen in hun ontwikkeling van IoT-toepassingen via engineering services gericht op draadloze connectiviteit.
Option's go-to-market strategie is radicaal gewijzigd en is nu georganiseerd langs 3 assen:
We hebben geïnvesteerd en blijven investeren in het CloudGate-platform om de volle breedte van de benodigde oplossingen te kunnen dekken en om de ontwikkeling van toepassingen te vereenvoudigen. Binnen het ecosysteem werden al tientallen end-to-end oplossingen ontwikkeld en Option heeft deze in nauwe samenwerking met haar partners op de markt gebracht;
Een belangrijk deel van onze inspanningen ging naar het aanboren van een compleet nieuw klantenbestand voor deze oplossingen en het veranderen van de organisatie om hierop in te spelen;
3. Engagementen met de belangrijkste mobiele operatoren om zo applicaties te bepalen, te ontwikkelen en te implementeren
De samenwerking met de belangrijkste operatoren in onze kernmarkten (bijvoorbeeld Deutsche Telecom, AT & T, Verizon, etc.) werd geïntensiveerd. Dit resulteerde alvast in de levering van de applicaties voor onder meer het draadloze beheer van de openbare verlichting, het beheer op afstand van industriële activa zoals generatoren, verwarmingsinstallaties en HVAC's. In nauwe samenwerking met de lokale mobiele operatoren hebben we toepassingen ontwikkeld en geïnstalleerd om bussen en taxi's van WiFiconnectiviteit te voorzien.
We zijn op pad gegaan voor een nieuwe reis die Option centraal positioneert voor een van de meest veelbelovende businesskansen van de voorbije decennia: het Internet of Things. Ik wil graag onze aandeelhouders en obligatiehouders bedanken voor hun voortdurende financiële steun. Daarzonder konden we dit niet doen. De weg is nog lang en er zijn nog veel uitdagingen te overwinnen, maar het zit in ons DNA om ons aan te passen aan de nieuwe realiteit, om te veranderen en om te volharden.
Jan Callewaert Uitvoerend Voorzitter van de Raad van Bestuur
Wij stellen u hierbij ons verslag voor inzake de statutaire en geconsolideerde resultaten van Option NV (verder ook de "Vennootschap" genoemd) betreffende het boekjaar dat op 31 december 2014 eindigde.
De geconsolideerde resultaten bevatten de financiële rekeningen van de moedervennootschap Option NV en al haar dochtervennootschappen gehouden tot het einde van de financiële periode: Option Wireless Ltd. (Cork, Ierland), Option Germany GmbH (Augsburg, Duitsland), Option Inc. (Alpharetta, Verenigde Staten van Amerika), Option France SAS (Parijs, Frankrijk)1 Option Wireless Japan KK (Tokyo, Japan), Option Wireless Hong Kong Limited (Hong Kong, China), Option Wireless Technology Co. Ltd. (Suzhou, China), Option Wireless Hong Kong Limited Taiwan Branch (Taipei, Taiwan) (gezamelijk "Option" of de "Groep"). Intragroep verrichtingen werden geëlimineerd bij de consolidatie van de Vennootschappen.
1 Option France werd vanaf december 2014 gedeconsolideerd als gevolg van het verlies van controle.
Voor een gedetailleerd overzicht betreffende de geconsolideerde resultatenrekening en de balans, verwijzen we naar het financieel verslag dat volgt.
De meest opvallende elementen van het geconsolideerd resultaat kunnen als volgt worden samengevat in k€ (duizend EUR):
| Opbrengsten: | 5 230 |
|---|---|
| Brutowinst: | 2 281 |
| Bedrijfskosten: | (13 467) |
| Bedrijfsresultaat (EBIT): | (11 020) |
| Resultaat voor belastingen: | (12 822) |
| Nettoresultaat: | (12 856) |
De totale opbrengsten voor 2014 daalden met 44 % tot k€ 5 230, vergeleken met k€ 9 393 in 2013.
De brutowinst voor 2014 daalde met 32 % in vergelijking met 2013 tot een bedrag van k€ 2 281. Dit resulteerde in een brutomarge voor het volledige jaar 2014 van 44 % ten opzichte van de totale opbrengsten in vergelijking met een brutomarge van 36 % in 2013. Deze stijging is te danken aan een hoger aandeel van M2M in de verkopen.
In 2014 bedroegen de bedrijfskosten, inclusief afschrijvingen en afwaarderingen, k€ 13 467 in vergelijking met k€ 14 425 voor het voorgaande jaar. Dit komt neer op een daling met 7 %.
Genormaliseerd effect 2013 (in duizenden EUR):
| Totale bedrijfskosten: | (14 425) |
|---|---|
| IPR terugname: | (3 229) |
| Bijzondere waardeverminderingen O&O: | 103 |
| Herstructurering- en sluitingskosten: | 1 207 |
| Terugvorderen van BV: | (476) |
| Genormaliseerde totale bedrijfskosten 2013: | (16 820) |
| Genormaliseerd effect 2014: | (13 467) |
Deze daling van 20% voor een bedrag van k€ 3 353 is te danken aan een efficiënte kostencontrole.
Tijdens het boekjaar 2014 bedroeg de EBIT k€ (11 020), vergeleken met k€ (11 054) in 2013. De genormaliseerde EBIT voor 2013 bedroeg k€ (13 449), wat een verbetering van 18% betekent.
De Groep realiseerde een negatief financieel resultaat van k€ (1 802), vergeleken met k€ (625) in 2013. De financiële kosten van k€ 1 435 vloeiden voornamelijk voort uit interesten voor de converteerbare obligatieleningen.
Het nettoresultaat voor het volledige jaar 2014 bedroeg k€ (12 856) of € (0,15) per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering. Ter vergelijking, in 2013 bedroeg het nettoresultaat k€ (11 703) of € (0,14) per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering. Het genormaliseerde nettoresultaat voor 2013 was k€ (14 098), wat een verbetering van 9 % betekent.
In de loop van 2014 is een bedrag van k€ 3 500 van de converteerbare obligatie omgezet in eigen vermogen.
De cash burn van k€ 12 000 in 2014 ligt in de lijn van de cash burn van 2013. Deze daling werd gedekt door een nieuwe converteerbare obligatie van k€ 12 000 in april 2014.
De bedrijfsopbrengsten voor het volledige jaar bedroegen € 8,8 miljoen, samengesteld uit een omzet van € 4,6 miljoen, geactiveerde ontwikkelingskosten van € 2,3 miljoen en overige intra-groeps opbrengsten en gerecupereerde kosten van € 1,9 miljoen). Deze bedrijfsopbrengsten stegen in vergelijking met 2013, toen de opbrengsten € 7,5 miljoen bedroegen (samengesteld uit een omzet van € 1,2 miljoen, geactiveerde ontwikkelingskosten van € 3,5 miljoen en overige intra-groeps opbrengsten van € 3,5 miljoen). In 2014 werden de activiteiten van Cork overgebracht naar Option NV, wat nu de belangrijkste verkoopentiteit is.
De operationele kosten daalden van € 19,6 miljoen naar € 18,4 miljoen, resulterend in een negatief operationeel resultaat of EBIT van € 9,6 miljoen in vergelijking met een negatieve EBIT van € 12,1 miljoen in 2013, wat een verbetering van € 2,5 miljoen betekent. Inbegrepen in deze verbetering zit de terugname van de afschrijvingen van de overige intra-groeps posities voor een bedrag van € 2,2 miljoen.
De financiële opbrengsten liggen in de lijn van 2013 en zijn verwaarloosbaar. De financiële kosten stegen van € 0,5 miljoen in 2013 naar € 1,4 miljoen in 2014, vooral te wijten aan de interesten op de converteerbare obligaties en niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen.
Ten gevolge van het bovenvermelde, wijzigde het nettoresultaat van een verlies van € 12,6 miljoen in 2013 naar een verlies van € 11,1 miljoen in 2014. Een buitengewone kost vormt de afschrijving op de participatie in Option France.
De immateriële vaste activa daalden van € 4,0 miljoen naar € 3,1 miljoen. De materiële vaste activa daalden van € 0,4 miljoen naar € 0,3 miljoen voornamelijk wegens de geboekte afschrijvingen. De financiële vaste activa daalden van € 1,4 miljoen in 2013 naar € 1,3 miljoen in 2014.
De voorraden stegen van € 0,2 miljoen naar € 3,1 miljoen, voornamelijk te wijten aan de stock gekocht van ons dochterbedrijf in Cork.
De handels- en overige vorderingen stegen van € 2,6 miljoen in 2013 naar € 6,4 miljoen in 2014. Deze stijging was hoofdzakelijk te wijten aan een lagere afschrijving van de intra-groeps posities.
De liquide middelen stegen tijdens het boekjaar enkel van € 1,0 miljoen in 2013 naar € 1,2 miljoen op het einde van 2014, ondanks het feit dat de Groep een converteerbare obligatielening ontving van € 12,0 miljoen in april 2014. Dit resulteert in een stijging van de schulden op lange termijn van € 9 miljoen in 2013 tot € 18 miljoen in 2014.
De schulden op ten hoogste één jaar stegen van € 8,0 miljoen in 2013 naar € 12,4 miljoen aan het einde van 2014, te wijten aan de transfer van de supply chain van Cork naar Option NV.
Op een balanstotaal van € 15,4 miljoen bedroeg het totale eigen vermogen € (15,7) miljoen op 31 december 2014.
De enkelvoudige statutaire jaarrekening van de Vennootschap (volgens Belgische boekhoudregels) toont voor het boekjaar 2014 een nettoverlies van € 11,1 miljoen, ten opzichte van een nettoverlies van € 12,6 miljoen gerealiseerd in 2013.
De Raad van Bestuur stelt voor om het niet-geconsolideerde nettoverlies van € 11,1 miljoen over 2014 toe te voegen aan het overgedragen verlies van de vorige boekjaren.
| Resultaatverwerking - verkort schema (conform de Belgische boekhoudnormen) | ||||
|---|---|---|---|---|
| 31 december - in k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 | ||
| Overgedragen winst / (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar | (12 875) | (67 295) | ||
| Te bestemmen winst / (te verwerken verlies) van het boekjaar | (11 078) | (12 631) | ||
| Kapitaalsvermindering door incorporatie van de reserves | - | 67 051 | ||
| Te bestemmen winstsaldo / (te verwerken verliessaldo) | (23 953) | (12 875) |
ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING EN DE POSITIE VAN HET BEDRIJF EN DE GROEP
Marktoverzicht
Het bewustzijn rond IoT en M2M bleef toenemen in 2014. De inschattingen van hoe groot de opportuniteiten zijn worden steeds gedurfder en zeker niet minder, getuige ook de prognose van IDC over de groei van de IoT-markt tussen 2014 en 2020.
Maar op hetzelfde moment zagen heel wat bedrijven die actief zijn op de IoT-markt weliswaar een redelijke groei maar toch vooral een onvolgroeide markt. Toen Joep van Beurden, de CEO van CSR, een vraag kreeg over de groei van de IoT-markt, antwoordde hij als volgt: "Relatief gezien zou je zeggen dat de groei indrukwekkend is, maar toch is de basis nog steeds erg klein. In absolute omvang is de markt voor toepassingen op het vlak van het Internet of Things veel kleiner dan wat iedereen drie of vier jaar geleden voorspeld had. "
Deze kwestie is er een van segmentatie. IoT omvat zowel oude M2M-toepassingen die 20 jaar teruggaan, als nieuwe commerciële segmenten die gedreven worden door businessprocessen als nieuwe producten gelinkt aan de connectiviteit van klanten. Deze complexiteit leidt tot uiteenlopende schattingen van de omvang van de markt en de vooruitgang op dat vlak.
Elk segment heeft een ander niveau van volwassenheid bereikt en zit dus ook in een andere verkoopcyclus. In nieuwere businesssegmenten is die verkoopcyclus lang omdat van een oplossing eerst een prototype moet worden gemaakt om de return on investment te kunnen bewijzen. In meer traditionele M2M-segmenten wordt de verkoop gestuurd door de nood om toestellen te upgraden omdat componenten het einde van hun productlevenscyclus bereikt hebben of omwille van de connectiviteit (POTS-lijnen in de VS bijvoorbeeld). De verkoopcycli kunnen eerder kort zijn hier wanneer het mogelijk is om nieuwe apparatuur en technologieën aan te sluiten op de interfaces van de toestellen die vervangen zullen worden. De IoT-markt voor consumenten is nog steeds allerminst volgroeid en veel producten zitten nog in een experimentele fase. De verwachtingen over de verkoop van draagbare apparaten werden niet ingelost en de aandacht richt zich nu op de consumententoestellen die kunnen worden aangesloten op het internet.
De overgang naar 4G-technologie voor M2M versnelt in de VS, een evolutie die vooral wordt gestuurd door de uitgebreide LTE-dekking van Verizon, en ook andere spelers in de VS reageren nu om bij te blijven. We verwachten dat LTE de overheersende draadloze 'backhaul'-technologie wordt voor de M2M-markt in de VS. In Europa verloopt de uitrol van LTE trager en blijven operatoren garanties bieden over de verdere beschikbaarheid van 2G-dekking, waardoor we verwachten dat hier de overgang langer zal duren. In Europa zien we ook de opkomst van een aantal "parallelle" M2M-netwerken zoals SigFox en LoRa die gericht zijn op het aanbieden tegen zeer lage vaste en terugkerende kosten per eenheid en een laag stroomverbruik voor de backhaul van zeer kleine hoeveelheden data.
Ook een trend van het voorbije jaar werd voortgezet, met name dat meer overnames van 'Application Enablement Platform'-leveranciers zich voordeden in 2014, meer bepaald de aankoop van Axeda door PTC. We blijven een gestage stroom van nieuwkomers in dit marktsegment vaststellen en we verwachten dat deze consolidatie zich verder zal zetten.
In 2014 zette Option de uitbreiding verder van marktsegmenten waarvoor de CloudGate-oplossing bestemd is.
Option lanceerde om de 3 à 4 weken nieuwe versies van de firmware voor CloudGate, met nieuwe mogelijkheden en functies voor het product. Het bedrijf reageerde zo op de verzoeken van de klanten en vormde daarmee ook een basis voor toekomstige producten en diensten.
Option lanceerde verder een volledig nieuwe versie van zijn unieke dienst CloudGate Universe. Deze nieuwe versie biedt een meer intuïtieve gebruikersinterface, minder dataverbruik voor units die verbinding maken voor de service en de mogelijkheid om de provisioning-dienst te voorzien binnen de eigen privénetwerken van de klant, wat de veiligheid van de oplossing verhoogt.
Option bleef overeenkomsten sluiten met hardwarepartners en heeft nu verschillende partners die versies van hun producten met CloudGate hebben uitgebracht en deze nu uitrollen. BiPOM, Boiler Connect, Gupsy en PakSense brachten al aangepaste uitbreidingskaarten uit. BiPOM kwam zelfs met 3 kaarten in 2014. Ook in 2014 heeft Option zelf nieuwe kaarten ontwikkeld en uitgebracht, zoals de KNX kaart die het aanwenden van CloudGate mogelijk maakt in domoticatoepassingen in Europa.
Binnen deze sector zijn nu veel meer toonaangevende 'Application Enablement Platforms' compatibel met de CloudGate-gateway. Zo konden ThingWorx (van PTC), Dalchymia (van Ubiquitous), ServiceSync (van Inventit), Toami (van NSW) en WebNMS (van Zoho) aan de lijst worden toegevoegd.
Om in te spelen op de groeiende behoefte aan LTE-gateways voor de Amerikaanse markt bracht Option in 2014 een tweede versie uit van de CloudGate-hardware met een LTE multimode radio. Dit product komt niet alleen tegemoet aan de toenemende vraag naar LTE-gestuurde producten omwille van grootschalige installaties, het verbetert ook de kern van de CloudGate-hardware dankzij een meer uitgebreid geheugen voor ontwikkelaarsapplicaties en een verbeterd energiebeheer voor telematica en toepassingen met zonne-energie.
Aangedreven door de uitbreiding van de technische mogelijkheden en door partnerships, is de lijst van engagementen met klanten tegen een indrukwekkend tempo gegroeid in 2014. De verkoopcycli zijn vaak lang, zeker voor de grotere projecten waar je eerst door een aantal uitrolfasen moet gaan, maar veel van deze zaadjes zullen beginnen te groeien in 2015. Waar Option begin 2014 nog een relatieve nieuwkomer was op de markt van de IoT-gateways, zijn we vandaag een gevestigde naam binnen dit segment van de sector, wat leidt tot makkelijkere verkoopcycli en toegang tot meer opportuniteiten.
In lijn met het in 2013 uitgezette plan, heeft de Groep een 'dedicated team' op de been gebracht dat zich richt op het uitbouwen van end-to-end oplossingen met het gebruik van CloudGate als fundamentele bouwsteen. Dit team werkt intensief samen met de eindklanten, en dat zowel in een adviserende rol als in de hoedanigheid van echte ontwikkelaars. Dit geeft het bedrijf de mogelijkheid om zowel connectiviteit te voorzien als de uiteindelijke toepassing, waardoor het ook effectief steeds meer een "one stop shop" wordt voor M2M en IoT-oplossingen.
Voor de gevallen waar klanten ervoor kiezen om zelf hun eigen applicatie op te bouwen, leek het dat er behoefte was om de technische drempel te verlagen voor ontwikkelaars zodat ze meer betrokken konden raken bij het CloudGate-platform. Ook al levert het bedrijf al de tools, software development kits en uitgebreide documentatie hiervoor, toch is een eenvoudiger benadering van applicaties wenselijk om zo een breder publiek te bereiken.
Hiervoor heeft het bedrijf LuvitRED geïntroduceerd, een grafische tool die gebruikers in staat stelt om samen vooraf gedefinieerde functionele blokken van hardware-apparaten, diensten en API's te bundelen. Met behulp van deze tool kunnen applicaties zeer efficiënt worden gebouwd en vereisen ze vrijwel geen programmeerervaring.
De focus van LuvitRED richt zich niet alleen op de meest eenvoudige voor applicaties, maar is ook zeer geschikt voor de meer complexe oplossingen. Zo kan er gemakkelijk worden uitgebreid om meer functionaliteit te bieden, ongeacht dit wordt voorzien door Option of derde partijen, om trouw te blijven aan de filosofie van CloudGate als een platform.
De ontwikkeling van CloudGate is voortgezet in 2014, met de introductie van een LTE-model en verschillende nieuwe uitbreidingskaarten, zoals een telematica-kaart en een verbeterde WiFi-kaart. Het LTE-toestel heeft de goedkeuring van alle grote operatoren wereldwijd ontvangen.
Om een meer gestroomlijnde ervaring te kunnen bieden aan onze gebruikers van Cloudgate Universe, onderging deze service een grote make-over in 2014. Het belangrijkste doel was om een significante verbetering te bieden op vlak van gebruiksvriendelijkheid, en daarnaast een solide basis te creëren voor toekomstige verbeteringen van CloudGate Universe.
In termen van Lab & Engineering diensten, een activiteit die werd gestart in 2013, stelden we vast dat er meer klanten een beroep deden op dit team voor advies, meestal binnen het RF-domein. Onze ingenieurs hielpen zo om een aantal uitdagende projecten af te ronden voor sommige welbekende namen binnen de draadloze industrie.
Met het CloudGate-platform is Option niet alleen geherpositioneerd als een leverancier van high end cellulaire gateways maar ook als een leverancier van oplossingen binnen de M2M-omgeving. Dit had een impact op de ontwikkeling en productfocus, het personeel en de verschillende vestigingen van de groep.
In overeenstemming met de nieuwe go-to-market strategie is een nieuw departement 'oplossingen' gecreëerd met een focus op de ontwikkeling van applicaties binnen het ecosysteem.
De herpostionering van het bedrijf vroeg om een nieuwe verkoopbenadering met nieuwe partners. Om dit te realiseren is het verkoopteam in de Verenigde Staten, Japan en Europa verjongd met ongeveer 50% nieuwe medewerkers.
Het bedrijf kondigde in het eerste kwartaal van 2013 een herstructureringsoefening aan in de vestigingen in Parijs (Frankrijk) en in Cork (Ierland). Deze oefeningen hadden de sluiting van de Franse kantoren tot gevolg alsook een aanzienlijke inkrimping van het personeel in de vestiging van Cork. De vestiging in Cork werd gesloten in maart 2014 en de activiteiten werden overgebracht naar Option Leuven en Option China.
Voor de productie van haar producten werkt de Vennootschap met gespecialiseerde productiepartners. Aan hen wordt de montage van de printplaten uitbesteed. Hiervoor werkt de Vennootschap samen met de fabriek van Jabil Circuit in Wuxi, China. Alle productieondernemingen bieden diensten zoals de aankoop van componenten, productie, testen, kwaliteitscontrole, fulfillment en logistiek. Het productietestproces wordt ontworpen en gevolgd door de Vennootschap. Hierdoor kan de Vennootschap de hoogste productkwaliteit garanderen en beperkt ze haar afhankelijkheid van derden-producenten.
In de eindfase van het productieproces worden de producten aangepast aan de specifieke vereisten van de klant. Dit proces wordt uitgevoerd door Option NV, de Belgische vestiging (Leuven) van de Vennootschap of uitbesteed aan de productiepartners.
Binnen de Groep heeft de afdeling Operaties teams in België en China.
Op Groepsniveau vonden een aantal belangrijke gebeurtenissen plaats die gemeld werden op de website van de Vennootschap. We bieden een overzicht van de verschillende persmededelingen die tussen1 januari en 27 april van het boekjaar 2015 zijn bekendgemaakt:
In maart 2015 ging de vennootschap een leningsfaciliteit aan met verschillende ontleners, onder andere bestaande obligatiehouders, voor een totaal bedrag van € 2 775 000 tegen een interestvoet van 7,00 % en met een termijn van 24 maanden.
Op 21 april gaf de Vennootschap, naar aanleiding van de verdere opvolging van de kaspositie en de continuïteit van de vennootschap door de commissaris van de vennootschap, een persbericht uit om de markt te informeren over de redenen waarom ze van oordeel is dat de continuïteit kan worden gehandhaafd. De Vennootschap wenste daarom de markt bijkomende toelichting te geven over de financiële situatie en de mogelijke strategische opties.
De vennootschap ontving op 27 maart 2015 een schrijven binnen het kader van artikel 138 van het Wetboek van Vennootschappen, waarin de commissaris zijn bedenkingen uiteenzette over Option's huidige financiële situatie.
De waarderingregels in veronderstelling van continuïteit werden zowel voor de statutaire jaarrekening als voor de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap gebruikt. De Raad van Bestuur is van mening dat, niettegenstaande het bestaan van belangrijke overdraagbare verliezen het gebruik van waarderingsregels in veronderstelling van continuïteit gerechtvaardigd is, het onderstaande in overweging nemend. Bijkomend werden de financiële middelen van de Vennootschap versterkt in maart 2015 via een overeenkomst voor een overbruggingskrediet met verschillende ontleners, wat effectief een bedrag verzekerde van € 2,7 miljoen.
Marktonderzoekers zien de markt van het Internet of Things (IoT) als een grote opportuniteit voor de komende 10 jaar, en deze zal de manier waarop we met toestellen communiceren over internet ingrijpend wijzigen.
Met de prestaties die de Vennootschap al heeft neergezet op het vlak van cellulaire connectiviteit, is het perfect geplaatst om voordeel te halen uit deze marktopportuniteit die volledig toegespitst is op het segment Machine-to-Machine (M2M). Binnen dit segment werden 67 miljoen cellulaire M2Mtoestellen geleverd in 2013 (bron Berg Insight). Er wordt verwacht dat dit segment een van de belangrijke groeimarkten wordt met jaarlijkse groeipercentages die kunnen variëren tussen 20 en 30 %.
De voorbije drie jaar heeft Option sterk geïnvesteerd in haar CloudGate-platform, een cellulaire gateway met bijhorende oplossingen en diensten bestemd voor de markt van het "Internet of Things", en meer specifiek het segment van de machine-to-machine (M2M) communicatie. Option heeft niet alleen aanzienlijk geïnvesteerd in het technologie-platform als dusdanig, maar ook in de go-to-market strategie. Het unieke karakter van het platform wordt erkend en het bedrijf kon al met een aantal toonaangevende distributeurs en strategische klanten commerciële overeenkomsten afsluiten. Het aantrekken van het CloudGate-platform in deze nieuwe M2M-markt bleek een uitdaging te zijn en verliep substantieel trager dan initieel gepland en was moeilijk te voorspellen. Dit heeft de kasreserves van de vennootschap onder druk gezet. Niettemin, gegeven het huidige zicht op de sales-pijplijn en rekening houdend met de totale potentiële markt, blijft het bedrijf ervan overtuigd dat het CloudGateplatform voldoende zal aantrekken en voldoende verkopen zal genereren. De Vennootschap anticipeert op de verkoop van tussen de 13 000 en 20 000 CloudGate-toestellen in de eerste helft van 2015, waarvan het merendeel in het tweede kwartaal van 2015. In combinatie met aanhouden van de voorwaarden voor het huidige werkkapitaal van de vennootschap en het akkoord over een overbruggingskrediet is dit een voorwaarde om de continuïteit en de algemene cashpositie te ondersteunen.
De IoT-markt is nieuw, dynamisch en sterk gefragmenteerd. De markt is zo divers dat geen enkele individuele industriële groep de richting ervan kan sturen. Dit maakt het een uitdaging voor Option om zijn potentieel volledig te realiseren, voortbouwend op haar eigen middelen. Om die reden is de vennootschap op dit ogenblik verschillende strategische opties aan het bestuderen om de huidige financiële positie te versterken en om te verzekeren dat het bedrijf in staat blijft om het potentieel binnen de markt van het "Internet of Things" succesvol voort te zetten en te maximaliseren.
Op 9 december 2004 publiceerde de Commissie voor Deugdelijk Bestuur de Belgische Code voor Deugdelijk Bestuur. Op 12 maart 2009 werd een vernieuwde versie van deze Code gepubliceerd, welke de Code gepubliceerd in 2004 heeft vervangen, en geconsulteerd kan worden op HTTP://WWW.CORPORATEGOVERNANCECOMMITTEE.BE/LIBRARY/DOCUMENTS/FINAL%20CODE/CORPORA TEGOVNLCODE2009.PDF.
Option conformeert zich uitdrukkelijk naar deze Code van 2009 en heeft op haar website www.option.com onder de "corporate governance" sectie een geactualiseerd Charter van Deugdelijk Bestuur gepubliceerd, hetgeen haar beleid en structuur inzake Deugdelijk Bestuur weergeeft, in overeenstemming met voormelde Code van 2009, zie HTTP://WWW.OPTION.COM/DOWNLOAD/OPTION\_CORP\_GOV\_CHARTER\_NL.PDF.
De Code van 2009 heeft een hoge graad van ingebouwde flexibiliteit, hetgeen het voor elk bedrijf ongeacht haar omvang, activiteiten of cultuur, mogelijk maakt om deze te implementeren. Het is gebaseerd op een "pas toe of leg uit" systeem, welke het voor bedrijven mogelijk maakt om af te wijken van de bepalingen van de Code van 2009 wanneer specifieke omstandigheden het rechtvaardigen, mits het geven van een adequate uitleg.
De Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector heeft de toepassing van de Code voor Deugdelijk Bestuur verplicht gemaakt voor beursgenoteerde bedrijven. Een aantal van de in de Code opgenomen aanbevelingen kan evenwel nog van afgeweken worden, mits het "pas toe of leg uit" systeem wordt nageleefd.
Option hanteert het "pas toe of leg uit" systeem met betrekking tot volgende onderwerpen:
De Vennootschap heeft geen dergelijke secretaris van de vennootschap aangesteld. Alle bestuursaangelegenheden worden geadviseerd door de Raad in zijn geheel. Gezien het feit dat geen enkel lid van de Raad ten volle geschikt is om zulke materie te adviseren, is de Raad bijgevolg van mening dat zij deze bevoegdheid gezamenlijk dient uit te oefenen. Voorts adviseren de advocaten van de Vennootschap de Raad van Bestuur aangaande deze materie.
De statuten bepalen dat de Raad van Bestuur ten minste drie en ten hoogte negen leden telt, die voor een termijn van hoogstens zes jaar door de algemene aandeelhoudersvergadering benoemd worden. In overeenstemming met de principes van de Code worden de bestuurders van de Vennootschap voor een maximumduur van vier jaren benoemd. De Raad van Bestuur dient ten minste drie onafhankelijke bestuurders te bevatten.
Op 31 december 2014 was de Raad van Bestuur samengesteld uit zeven leden, namelijk:
| Jan Callewaert, uitvoerend bestuurder, Voorzitter |
|---|
| FDVV Consult BVBA, vertegenwoordigd door Frank Deschuytere (vaste vertegenwoordiger), |
| uitvoerend bestuurder, CEO |
| FVDH Beheer BVBA, vertegenwoordigd door Francis Vanderhoydonck (vaste |
| vertegenwoordiger), niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder |
| An Other Look To Efficiency SPRL, vertegenwoordigd door Olivier Lefebvre (vaste |
| vertegenwoordiger), niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder |
| Qunova BVBA, vertegenwoordigd door Jan Vorstermans (vaste vertegenwoordiger), niet |
| uitvoerend onafhankelijk bestuurder |
| Dimitri Duffeleer BVBA, vertegenwoordigd door Dimitri Duffeleer (vaste vertegenwoordiger), niet |
| uitvoerend bestuurder |
| Sabine Everaet, niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder |
Bij beslissing van de Raad van Bestuur van 25 mei 2012 werd Jan Callewaert benoemd tot Uitvoerend Voorzitter van de raad van Bestuur. De Raad van Bestuur van 26 november 2013 benoemde FDVV Consult BVBA, vertegenwoordigd door de heer Frank Deschuytere, tot nieuwe Chief Executive Officer (CEO) van de Vennootschap en verleende hem bevoegdheden van dagelijks bestuur, met ingang van 21 oktober 2013.
De mandaten van An Other Look To Efficiency SPRL, vertegenwoordigd door de heer Olivier Lefebvre (vaste vertegenwoordiger, en FVDH Beheer BVBA, vertegenwoordigd door de heer Francis Vanderhoydonck (vaste vertegenwoordiger) eindigen onmiddellijk na de Algemene Jaarvergadering van dit jaar, dewelke gevraagd zal worden de jaarrekeningen van het boekjaar 2014 goed te keuren. De herbenoeming van FVDH Beheer BVBA als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder staat op de agenda van de jaarvergadering.
De mandaten van alle andere bestuurders eindigen onmiddellijk na de Algemene Jaarvergadering van dit jaar, dewelke gevraagd zal worden de jaarrekeningen van het boekjaar 2016 goed te keuren.
Tot slot is de Raad van Bestuur zich bewust van de Wet van 28 juli 2011 die voorschrijft dat elke beursgenoteerde vennootschap gepaste maatregelen dient te nemen om te verzekeren dat binnen het wettelijke tijdsbestek de Raad van Bestuur samengesteld is uit ten minste één derde vrouwelijke bestuurders tegen 2017. In het kader van de gendergelijkheid is het de intentie van de Vennootschap om te gepasten tijde een tweede vrouwelijke bestuurder te benoemen.
In 2014 kwam de Raad van Bestuur twaalf keer samen, zes in persoon en zes via conference call.
Het gemiddelde aanwezigheidsquorum bedroeg 94,44% (2013: 90,59%), met de volgende individuele aanwezigheden:
| naam | aanwezigheid | ||
|---|---|---|---|
| In persoon | calls | % | |
| Jan Callewaert | 6/6 | 6/6 | 100% |
| FDVV Consult BVBA | 4/4 | 2/2 | 100% |
| FVDH Beheer BVBA | 5/6 | 6/6 | 91,67% |
| An Other Look To Efficiency SPRL | 5/6 | 5/6 | 83,33% |
| Qunova BVBA | 4/4 | 2/2 | 100% |
| Sabine Everaet | 3/4 | 2/2 | 83,33% |
| Dimitri Duffeleer BVBA | 4/4 | 2/2 | 100% |
| Lawrence Levy | 2/2 | 4/4 | 100% |
| Q-List BVBA | 2/2 | 4/4 | 100% |
In de loop van 2014 kwamen de niet-uitvoerende bestuurders regelmatig bijeen om de verhouding met de vroegere en nieuwe CEO en het Executive Management Team van de Vennootschap in zijn geheel te bespreken en permanent te evalueren. Dit evaluatieproces werd geleid door FVDH Beheer, vertegenwoordigd door de heer Francis Vanderhoydonck, en omvatte verschillende onderwerpen, zoals de werking van de raad en de comités, de bijdrage van elke bestuurder, de interactie met het uitvoerend management en de samenstelling van de raad of de comités. In het algemeen bevestigden de bestuurders hun algemene tevredenheid over de werking van de raad en de evolutie die de Vennootschap in het afgelopen jaar heeft doorgemaakt.
De raad van bestuur oefende zijn bevoegdheden tijdens het boekjaar 2014 uit in overeenstemming met de beginselen die beschreven staan in het charter voor deugdelijk bestuur.
Naast zijn gewone activiteiten werkte de raad van bestuur intensief aan een verdere versterking van de strategie en diverse financieringsopties, ontwikkeld via een interactief proces tussen de raad en het management van Option.
Tijdens 2014 paste de Raad van Bestuur de belangenconflictprocedure voorzien in artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen toe op 11 april 2014 (uitgifte converteerbare obligaties binnen toegestaan kapitaal). Er werd als volgt genotuleerd:
"De heer Jan CALLEWAERT, voormeld, in zijn hoedanigheid van bestuurder en voorzitter van de raad van bestuur, brengt de raad van bestuur, vóór de aanvang van de beraadslaging, op de hoogte dat hij, met betrekking tot de uitgifte van de converteerbare obligatielening waarvan sprake in de agenda, een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met de belangen van de vennootschap.
De raad van bestuur stelt in het kader van de voorgenomen uitgifte van een converteerbare obligatielening voor om het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders en houders van converteerbare obligaties van de vennootschap op te heffen in het voordeel van:
9. De naamloze vennootschap "CYTINDUS", gevestigd te 1180 Brussel (Ukkel), Goudenregenlaan 6, RPR Brussel met ondernemingsnummer 0460.724.264, tot beloop van vijfhonderd duizend euro (€ 500.000,00);
10. De heer DE BLAISER Joris, Achiel, Josée, rijksregister nummer 69.07.27-231.69, wonend te 2801 Heffen (Mechelen), Nuffelstraat 23, tot beloop van tweehonderd duizend euro (€ 200.000,00);
De heer Jan CALLEWAERT verklaart dat hij potentieel een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met de belangen van de Vennootschap vermits hij bij de voorgestelde uitgifte van een converteerbare obligatielening rechtstreeks, in eigen naam en voor eigen rekening, inschrijft op een deel van deze converteerbare obligatielening.
Hoewel de conversieprijs overeenkomstig de voorschriften van artikel 598 van het Wetboek van vennootschappen, niet minder bedraagt dan het gemiddelde van de koersen gedurende de dertig dagen, voorafgaande aan de dag waarop de uitgifte een aanvang nam, is het naar mening van de declarant niet uit te sluiten dat hij een mogelijk rechtstreeks belang heeft bij een zo laag mogelijke inschrijvingsprijs, evenals een zo hoog mogelijke interestvoet, en dit persoonlijk belang niet noodzakelijk verenigbaar is met de belangen van de Vennootschap. Maar bovenal bestaat het belang van vermogensrechtelijke aard dat strijdig is met de belangen van de Vennootschap ontegensprekelijk in de opheffing van het voorkeurrecht in voordeel van de genoemde personen waardoor bij conversie van de obligaties in nieuwe aandelen een verwatering optreedt in hoofde van de overige houders van aandelen en/of converteerbare obligaties.
De financiële gevolgen en het verwateringseffect van de kapitaalverhoging die eventueel zal gebeuren ingevolge conversie van de Converteerbare Obligaties 2014 worden nader toegelicht in het bijgevoegde verslag van de raad van bestuur opgemaakt in uitvoering van artikel 583 en artikel 596 juncto artikel 598 van het Wetboek van vennootschappen.
De berekening van de verwatering in het voormelde verslag is gebaseerd op het aantal uitstaande aandelen en het aantal uitstaande converteerbare obligaties van de Vennootschap op deze datum. Het verwateringseffect kan in de toekomst verschillen in het geval van een uitgifte van nieuwe aandelen, converteerbare obligaties en/of warrants door de Vennootschap.
Gelet op het voorgaande en overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen, zal de betrokken bestuurder niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming omtrent de uitgifte van een converteerbare obligatielening met opheffing van het voorkeurrecht in voordeel van de voormelde personen.
In 2015 paste de raad van bestuur op 9 maart 2015 eveneens de procedure toe zoals voorzien in artikel 523 van het Belgische Wetboek van vennootschappen, als volgt:
"Alvorens over te gaan tot verdere bespreking van dit onderwerp, informeren de heren Jan Callewaert en Dimitri Duffeleer (als vertegenwoordiger van Quaeroq) de raad in overeenstemming met de bepalingen van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen, dat zij als potentiële ontleners mogelijks een tegenstrijdig belang van vermogensrechtelijke aard hebben met de Vennootschap met betrekking tot de besluiten die de raad hieromtrent kan nemen. Overeenkomstig de bepalingen van voornoemd artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen verlaten Jan Callewaert en Dimitri Duffeleer bijgevolg de vergadering en nemen zij geen deel aan de verdere discussie, beraadslaging en de stemming.
De Raad van Bestuur bespreekt de modaliteiten en voorwaarden van de ontwerpleningsovereenkomsten (substantieel in de vorm zoals aangehecht). De (overbruggings)kredietovereenkomsten voorzien onder meer in verschillende mogelijke opnames door het management (onder voorbehoud van voorafgaande goedkeuring door de voorzitter van het auditcomité), hebben een vaste looptijd van 24 maanden en een interest van 7% per jaar (op het effectief opgenomen bedrag). In totaal zal de vennootschap gelden kunnen opvragen tot een bedrag van ten minste 2,5 miljoen euro tot uiterlijk 30 juni 2015.
De Raad acht deze voorwaarden zeer gunstig voor de vennootschap, rekening houdend met de huidige marktomstandigheden. Verder is de Raad van Bestuur van mening dat het aangaan van de leningsovereenkomsten aan de Vennootschap een buffer zal verlenen die haar in staat stelt om de tijd te overbruggen die nodig is om de beoogde verkopen succesvol te realiseren en af te sluiten.
Daarom BESLUIT de raad van bestuur, na bespreking,
Het aangaan door de vennootschap van de verschillende leningsovereenkomsten formeel goed te keuren onder de modaliteiten en voorwaarden zoals hierboven beschreven
Het management volmacht te verlenen om te doen wat nodig of nuttig is voor de uitvoering en verdere implementatie van de hierboven genoemde leningsovereenkomsten overeenkomstig de hierin overeengekomen modaliteiten en voorwaarden."
***
Het beleid inzake de transacties tussen enerzijds de Vennootschap of één van haar verbonden vennootschappen en anderzijds de leden van de Raad van Bestuur of het Executive Management Team (of leden van hun directe families), die mogelijks zouden aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (andere dan deze gedefinieerd in het Belgische Wetboek van Vennootschappen) wordt gedefinieerd in het Charter van Deugdelijk Bestuur.
In het kader van de normale activiteiten, werden transacties met verbonden partijen door de Groep steeds aangegaan op een arms-length basis.
Op 31 december 2014 was het Audit comité van de Vennootschap samengesteld uit twee onafhankelijke bestuurders, FVDH Beheer BVBA en An Other Look To Efficiency SPRL, en één nietuitvoerende bestuurder, Dimitri Duffeleer BVBA. FVDH Beheer BVBA is voorzitter van het Audit Comité.
Alle leden van het Audit Comité voldoen gezien hun opleiding en professionele activiteiten aan de vereisten van deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. De heer Francis Vanderhoydonck, vertegenwoordiger van FVDH Beheer BVBA heeft aanzienlijke financiële ervaring. Hij behaalde zijn masterdiploma in rechten en economische wetenschappen en een MBA aan de New York University. Van 1986 tot 1998 werkte hij bij de Generale Bank, waar hij verschillende posities heeft doorlopen in het investment banking departement. Van 1995 tot 1998 was hij verantwoordelijk voor dit departement. Nu werkt hij met Maple Finance Group, gespecialiseerd in het beheer van private equity investeringsfondsen en corporate finance. De heer Olivier Lefebvre, vertegenwoordiger van Another Look To Efficiency SPRL, heeft bovendien een rijke ervaring in de financiële- en kapitaalmarkten. Hij was tot voor kort lid van het NYSE Euronext Inc management comité, lid van het Euronext NV management comité en CEO van de Brussels Stock Exchange. Hieraan voorafgaand was hij adviseur en kabinetschef van de Belgische minister van Financiën, belast met de hervorming van de Belgische financiële markten. De heer Dimitri Duffeleer tenslotte is Managing Director & mede-oprichter van het Investeringsfonds Quaeroq. Quaeroq investeert actief in beursgenoteerde kleine en middelgrote bedrijven in verschillende industrieën in heel Europa met een lange termijn aanpak, alles op basis van eigen onderzoek en analyse. De heer Duffeleer heeft een brede kennis verworven en ervaring opgebouwd in de ICT-industrie via zijn studies en professionele activiteiten. Hij is lid van de raad van bestuur van verschillende bedrijven met inbegrip van RealDolmen, Generix Group, Fountain en Connect.
Het Audit comité kwam in 2014 vier maal samen en rapporteerde aan de Raad van Bestuur over haar activiteiten en bevindingen. De individuele aanwezigheden (i.e. de aanwezigheid van een individueel lid van het Comité gedurende de periode dat hij lid van het Comité was) waren als volgt:
| Naam | Aanwezigheid | % |
|---|---|---|
| FVDH Beheer BVBA | 4/4 | 100 % |
| An Other Look To Efficiency SPRL | 4/4 | 100 % |
| Dimitri Duffeleer BVBA | 1/2 | 50 % |
| Q-List BVBA1 | 2/2 | 100 % |
Het Audit comité begeleidt en controleert de boekhoudkundige en de financiële verslaggeving van de Vennootschap. Het comité draagt er zorg voor dat er voldoende interne controle mechanismen aanwezig zijn en onderzoekt in samenspraak met de commissaris van de Vennootschap alle vraagstukken inzake boekhouding en waardering.
De voornaamste rol van het Audit comité bestaat erin de financiële verslaggeving, het boekhoudkundige proces en de administratieve documenten te leiden en te controleren. Elk halfjaar worden de financiële verslagen besproken, met bijzondere aandacht voor de waarderingsbeslissingen over portefeuilledeelnames en fondsen. Het audit comité volgt ook de efficiëntie van de interne controle en het risicobeheer binnen Option.
Per 31 december 2014 bestond het Remuneratie- en Benoemingscomité uit drie niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders, mevrouw Sabine Everaet (Voorzitster), FVDH Beheer BVBA en Qunova BVBA. Bij beslissing van de Raad van Bestuur van 17 juni 2014 werden de heer Larry Levy en Q-List BVBA vervangen als leden van het comité.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité heeft als rol om ervoor te zorgen dat de personeelsleden op correct wijze worden vergoed, en dat de beste internationale gebruiken worden nageleefd bij het bepalen van de vergoeding en incentives van bestuurders en het management, alsook de benoeming van laatstgenoemden. Het Remuneratie- en Benoemingscomité adviseert de CEO eveneens over de vergoeding van het Executive Management Team. Gelet op de omvang van de Groep oefent het Remuneratiecomité ook de functie uit van benoemingscomité. Het Remuneratie- en Benoemingscomité kwam één maal samen in 2014 met betrekking tot de uitgifte van het Warrantenplan 2014 en rapporteerde aan de Raad van Bestuur over haar activiteiten en bevindingen.
De individuele aanwezigheden (i.e. de aanwezigheid van een individueel lid van het Comité gedurende de periode dat hij/zij lid van het Comité was) waren als volgt:
1 Vervangen als lid van het comité bij beslissing van de raad van bestuur van 17 juni 2014.
| Naam | Aanwezigheid | % |
|---|---|---|
| Larry Levy1 | 1/1 | 100% |
| Q-List BVBA2 | 1/1 | 100% |
| Sabine Everaet | 0/0 | N/A |
| FVDH Beheer BVBA | 1/1 | 100 % |
| Qunova BVBA | 0/0 | N/A |
Tijdens het boekjaar 2014 heeft het remuneratie- en benoemingscomité een aantal recurrente activiteiten zoals het remuneratiebeleid voor het uitvoerend management en verschillende scenario's om de personeelsretentie te verbeteren verder onderzocht en opgevolgd. Bovendien heeft het comité, de implementatie van een nieuw warrantenplan evenals het remuneratiebeleid van nieuw aangestelde leden van het uitvoerend management besproken, hieromtrent geadviseerd en besluiten genomen.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt bepaald door de Algemene Aandeelhoudersvergadering op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van de CEO wordt bepaald door de Raad na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van het uitvoerend management wordt bepaald door de CEO na overleg met het Remuneratiecomité. Geen individu kan zijn/haar vergoeding zelf bepalen. Deze procedure wordt toegepast, zowel bij het bepalen van het remuneratiebeleid, als bij het bepalen van de individuele remuneratie van bestuurders en Executive Management, en zal, naar het oordeel van de Raad van Bestuur, niet worden gewijzigd in de komende twee boekjaren.
Wat betreft de hoogte van de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders, biedt de Vennootschap een competitief pakket aan in lijn met hun functies in de Raad van Bestuur en de Comités, dat is samengesteld uit een vaste basisvergoeding plus aanwezigheidsvergoedingen.
In het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor het Executive Management Team biedt de Vennootschap een competitieve totale vergoeding aan gebaseerd op een combinatie van een basis salaris, een variabel salaris, extra-legale voordelen en warranten. De methodiek voor het bepalen van de targets voor en het evalueren van de prestaties en het variabel salaris van het Executive Managers wordt beoordeeld door het Remuneratiecomité.
Het Remuneratiecomité wordt bijgestaan door remuneratiespecialisten wanneer nodig en onderzoekt geregeld de beste gebruiken in de markt en vergelijkende marktinformatie om zo advies over competitieve vergoedingsniveaus te kunnen verlenen.
De bestuurders worden bezoldigd voor de uitvoering van hun mandaat overeenkomstig de beslissingen hieromtrent genomen door de Algemene Vergadering. De bezoldiging omvat zowel een vast bedrag voor het lidmaatschap van de Raad van Bestuur als een aanwezigheidsvergoeding per vergadering van de Raad van Bestuur en de vergaderingen van de Comités van de Raad.
De jaarlijkse vergoeding per bestuurder is beperkt tot een maximum bedrag van € 30.000(2013:€ 49 000), met uitzondering van de Voorzitter van het Audit Comité waarvan de vergoeding is beperkt tot € 32 000 (2013: € 52 750).
De vergoeding is samengesteld uit de volgende elementen:
1 Vervangen als lid c.q. voorzitter van het comité bij beslissing van de raad van bestuur van 17 juni 2014
2 Vervangen als lid van het comité bij beslissing van de raad van bestuur van 17 juni 2014.
De vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur in 2014 was als volgt:
| Naam | Totale vergoeding (EUR) |
|---|---|
| Jan Callewaert | N/A (2013: N/A) |
| FDVV Consult BVBA | N/A (2013: N/A) |
| FVDH Beheer BVBA | 25 800 (2013: 38 000) |
| An Other Look To Efficiency SPRL | 24 550 (2013: 28 250) |
| Qunova BVBA | 12 850 (2013: N/A) |
| Sabine Everaet | 10 850 (2013: N/A) |
| Dimitri Duffeleer BVBA | 13 350 (2013: N/A) |
| Lawrence Levy | 11 958.30 (2013: 34 000) |
| Q-List BVBA | 13 458.30 (2013: 36 250) |
Aanvullend bij voornoemde vergoeding zijn bestuurders ook gerechtigd op terugbetaling van gedane "out-of-pocket" uitgaven overeenkomstig het vastgestelde beleid van de Vennootschap hieromtrent (inzonderheid inzake reisonkosten) en voor zover zulke uitgaven redelijk zijn en vereist voor de uitoefening van hun taken als bestuurder van de Vennootschap.
| Naam | Aanwezig raad van bestuur |
Aanwezig audit |
Aanwezig remuneratie |
Totale vergoeding in duizenden EUR |
|
|---|---|---|---|---|---|
| fysiek | calls | comité | comité | ||
| Jan Callewaert | 6/6 | 6/6 | N/A | N/A | N/A (2013: N/A) |
| FDVV Consult BVBA | 4/4 | 2/2 | N/A | N/A | N/A (2013: N/A) |
| FVDH Beheer BVBA | 5/6 | 6/6 | 4/4 | 1/1 | 25.80 (2013: 38.00) |
| An Other Look To Efficiency SPRL |
5/6 | 5/6 | 4/4 | N/A | 24.55 (2013: 28.25) |
| Qunova BVBA | 4/4 | 2/2 | N/A | 0/0 | 12.85 (2013: N/A) |
| Sabine Everaet | 3/4 | 2/2 | N/A | 0/0 | 10.85 (2013: N/A) |
| Dimitri Duffeleer BVBA | 4/4 | 2/2 | 1/2 | N/A | 13.35 (2013: N/A) |
| Lawrence Levy | 2/2 | 4/4 | N/A | 1/1 | 11.96 (2013: 34.00) |
| Q-List BVBA | 2/2 | 4/4 | 2/2 | 1/1 | 13.46 (2013: 36.25) |
In 2014 bedroeg de totale vergoeding voor de Raad van Bestuur € 112 816,70 (2013: k€ 136).
In overeenstemming met de aanbevelingen van de Code voor Deugdelijk Bestuur worden geen prestatie-gerelateerde vergoedingen, zoals aandelen gerelateerde lange termijn incentive plannen toegekend aan niet-uitvoerende bestuurders.
Op het jaareinde van 2014 werden de volgende aantallen warranten "2014" aangehouden door uitvoerende leden van de Raad van Bestuur:
| Naam | Aantal Warrants 2014 |
|---|---|
| Jan Callewaert (via Mondo NV) | 800 000 |
| FDVV Consult BVBA | 500 000 |
Per 31 december 2014 was het Uitvoerend Management Team of EMT samengesteld uit de volgende leden:
FDVV Consult BVBA vertegenwoordigd door Frank Deschuytere, Chief Executive Officer (CEO) Christine Pollie, Chief Financial Officer (CFO)
De managementvennootschap van Frank Deschuytere (FDVV Consult BVBA) treedt op als CEO van de Groep en verleent managementdiensten aan de Groep. In 2014 ontving de CEO een vaste vergoeding voor een bedrag van k€ 241,5 en bijkomende voordelen voor een bedrag van k€ 10 met betrekking tot wagen-, brandstof- en forfaitaire onkostenvergoedingen. De CEO is niet gerechtigd op of begunstigde van enige pensioenregeling die door de Vennootschap wordt betaald.
In 2014 ontving Jan Callewaert via zijn managementvennootschap Mondo NV een vaste vergoeding van k€ 310 en een variabel bedrag van 100 k€ voor advies en andere diensten verleend aan de vennootschap in zijn hoedanigheid van uitvoerend voorzitter van de Raad van Bestuur.
In 2014 werd een globale bruto bezoldiging van € 201 714 (2013: € 474 321,60) toegekend aan de overige leden van het Executive Management team. Er werd geen variabel bedrag betaald met betrekking tot de prestaties in 2014.
Eveneens deel uitmakend van de vergoeding van de leden van het Executive Management Team, is er een bedrag van k€ 16 (2013: k€ 29) toegekend aan een extralegaal pensioenfonds. De leden van het Executive Management Team hebben andere voordelen ontvangen voor een bedrag van k€ 2 met betrekking tot wagen-, brandstof-, forfaitaire onkostenvergoeding en kosten in verband met hospitalisatieverzekering (2013: k€ 4).
Geen enkel lid van het Executive Management Team komt in aanmerking voor specifieke vertrekvergoedingen, bovenop de bestaande wettelijke regelingen. Er bestaan geen bijzondere rechten van herstel, in aanvulling op de bestaande wettelijke bepalingen, die speciale bevoegdheden toekennen aan de Vennootschap om op basis van onjuiste financiële gegevens toegekende of betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen.
Op het einde van boekjaar 2014 werden geen warranten gehouden door de huidige leden van het Executive Management Team (met uitzondering van de leden van de raad van bestuur zoals hierboven aangeduid).
Voor een gedetailleerd overzicht van de aandeelhoudersstructuur, wordt verwezen naar toelichting 18 van het financiële IFRS-rapport dat hierna volgt.
Behoudens wat hierna gesteld wordt, zijn de door de Vennootschap uitgegeven kapitaalsaandelen niet onderworpen aan enige wettelijke of statutaire overdrachtsbeperkingen.
Overeenkomstig artikel 14 van de statuten heeft de heer Jan Callewaert een bindend voordrachtrecht voor de benoeming van één bestuurder per schijf van 3% (drie procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap die hij rechtstreeks of onrechtstreeks bezit, met een maximum van vijf (5) bestuurders. Hij bezit dit recht op voorwaarde en zolang hij minstens 15% (vijftien procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap bezit.
Er bestaan geen zulke aandelenplannen voor werknemers binnen de Vennootschap.
De aandelen van de Vennootschap zijn niet onderworpen aan wettelijke of statutaire stemkrachtbeperkingen. Ieder aandeel geeft recht op één stem.
Het stemrecht verbonden aan de aandelen van de Vennootschap zal echter in de gevallen voorzien in het Wetboek van Vennootschappen worden geschorst.
Verder kan in principe niemand op een algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap aan de stemming deelnemen voor meer stemmen dan degene verbonden aan effecten waarvan hij/zij meer dan twintig (20) dagen vóór de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven in overeenstemming met de wetgeving betreffende belangrijke deelnemingen (artikel 545 van het Wetboek van Vennootschappen).
Het stemrecht verbonden aan aandelen die met vruchtgebruik bezwaard zijn, wordt uitgeoefend door de vruchtgebruiker. Voor wat betreft in pand gegeven aandelen, komt het stemrecht toe aan de eigenaar-pandgever.
Houders van warranten en converteerbare obligaties hebben slechts een adviserende stem op algemene vergaderingen.
Er bestaan, naar het beste weten van de Raad van Bestuur van de Vennootschap, geen aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperkingen van overdracht van effecten en/of de uitoefening van het stemrecht.
De bestuurders van de Vennootschap worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders, die hiertoe besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Er geldt geen aanwezigheidsquorum voor de benoeming van bestuurders.
Wanneer een rechtspersoon wordt benoemd tot bestuurder, dient deze onder haar aandeelhouders, bestuurders of werknemers een vaste vertegenwoordiger aan te stellen die gelast wordt met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de rechtspersoon-bestuurder.
Overeenkomstig artikel 14 van de statuten heeft de heer Jan Callewaert een bindend voordrachtrecht voor de benoeming van één bestuurder per schijf van 3% (drie procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap die hij rechtstreeks of onrechtstreeks bezit, met een maximum van vijf (5) bestuurders. Hij bezit dit recht op voorwaarde en zolang hi j minstens 15% (vijftien procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap bezit.
Minsten drie (3) leden van de Raad van Bestuur moeten aangeduid worden als "onafhankelijke bestuurder", welke moeten voldoen aan de criteria zoals bepaald in Artikel 524§4 van het Wetboek van vennootschappen.
Bestuurders kunnen te allen tijde, bij gewone meerderheid van stemmen, worden ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Voor het ontslag van bestuurders geldt geen aanwezigheidsquorum.
De statuten van de Vennootschap voorzien de mogelijkheid tot coöptatie van bestuurders door de Raad van Bestuur indien een plaats van bestuurder openvalt. In dit geval hebben de overblijvende bestuurders het recht om voorlopig in de vacature te voorzien. De eerstvolgende algemene vergadering beslist over de definitieve benoeming. De nieuw benoemde bestuurder vervolmaakt het mandaat van de bestuurder die hij/zij vervangt.
Met uitzondering van kapitaalverhogingen, beslist door de Raad van Bestuur binnen de voorwaarden van het toegestaan kapitaal, heeft enkel de (buitengewone) algemene vergadering van de Vennootschap het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten van de Vennootschap.
De algemene aandeelhoudersvergadering kan enkel beraadslagen over statutenwijzigingen– met inbegrip van het besluit tot fusie, splitsing en ontbinding – indien de helft van het kapitaal vertegenwoordigd is. Indien aan deze aanwezigheidsvereiste niet is voldaan, dient een nieuwe buitengewone algemene vergadering te worden bijeengeroepen die kan beraadslagen ongeacht het vertegenwoordigde kapitaal.
Statutenwijzigingen zijn in principe alleen aangenomen indien zij worden goedgekeurd door vijfenzeventig (75%) van de uitgebrachte stemmen.
Voor de volgende statutenwijzigingen geldt evenwel een bijzondere meerderheidsvereiste van tachtig procent (80%) van de uitgebrachte stemmen:
Het kapitaal van de Vennootschap kan verhoogd worden ingevolge een besluit van de Raad van Bestuur, binnen de grenzen van het "toegestaan kapitaal". Een machtiging hiertoe dient verleend te worden door een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders; de duurtijd en het bedrag van deze machtiging zijn beperkt, terwijl de machtiging tevens onderworpen is aan specifieke rechtvaardigingsgronden en doeleinden. De Raad van Bestuur is gemachtigd door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 13 november 2013 om het kapitaal van de Vennootschap te verhogen met een bedrag van € 4 124 929,60 voor een duur van vijf jaar vanaf de datum van publicatie van voormelde beslissing. De Raad van Bestuur werd eveneens gemachtigd om gebruik te maken van dit toegestaan kapitaal ingeval van openbaar bod, binnen de grenzen opgelegd door het Wetboek van Vennootschappen, voor een periode van drie jaar vanaf diezelfde datum.
De machtiging aan de Raad van Bestuur van de Vennootschap om aandelen van de Vennootschap voor haar eigen rekening te verkrijgen, om te voorkomen dat de Vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden, werd eveneens hernieuwd door voormelde buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders.
Geen van de overeenkomsten die werden aangegaan met bestuurders van de Vennootschap of haar dochterondernemingen voorziet in een vergoeding (bovenop de normale opzegtermijn) indien zij ontslag nemen, ontslagen worden zonder grondige reden of indien hun tewerkstelling wordt beëindigd tengevolge van een overnamebod.
In overeenstemming met Artikel 96 van het Wetboek van vennootschappen moet het jaarverslag van de Raad van Bestuur de belangrijkste risico's en onzekerheden waarmee de onderneming geconfronteerd wordt omschrijven.
De meeste van deze risico's en onzekerheden worden bepaald door de evolutie van de markt waarin Option actief is. In het algemeen wordt deze markt gekenmerkt door snelle, opeenvolgende introducties van nieuwe technologieën. Als een gevolg daarvan is de markt erg dynamisch en moet de Group reageren op belangrijke en elkaar opvolgende veranderingen. Specifiek worden onderstaande risico's en onzekerheden vermeld:
(1) Going concern.
Het afgelopen jaar investeerde de Groep fors in de uitbreiding van haar CloudGate-platform, in een uniek, wijdverspreid CloudGate-ecosysteem en in een breder en meer gediversifieerd verkoopkanaal dat bestaat uit VAD's, grote industriële groepen en mobiele operatoren. Het CloudGate-platform heeft een complexe en lange verkoopcyclus, te wijten aan zowel de ontwikkeling van applicaties als aan de uitgebreide testen in het veld die de uitrol van grootschalige projecten voorafgaan. Dit allemaal verzwakte de financiële positie van de Groep en als een gevolg daarvan heeft de Groep minder fondsen beschikbaar voor zijn operationele activiteiten. Dat zou ertoe zou kunnen leiden dat er minderfondsen voor de operationele activiteiten van de Vennootschap beschikbaar zijn, waaronder marketing activiteiten, kapitaalsuitgaven, aankopen, dividend betalingen of andere algemene vennootschapsdoeleinden. Dientengevolge kan de Vennootschap lijden onder een competitief nadeel in vergelijking met haar concurrenten die over een grotere liquiditeit en kapitaal kunnen beschikken. De Vennootschap is misschien niet in de mogelijkheid om de financiering benodigd voor haar toekomstige kapitaals- en herfinancieringsnoden te dekken. Er is geen garantie dat de financiering, indien nodig, beschikbaar of beschikbaar zal zijn aan attractieve voorwaarden. Daarenboven kan iedere schuldfinanciering, indien beschikbaar, voorwaarden bevatten die de vrijheid van de Vennootschap om zaken te doen beperkt en/of zou de Vennootschap in schending kunnen komen onder zulke voorwaarden in welk geval de schuldfinanciering beëindigd kan worden en de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar kan komen.
(2) Option is afhankelijk van derden die draadloze datacommunicatiediensten aanbieden. Als deze diensten niet worden ingezet zoals verwacht, zouden consumenten niet in staat zijn de innovatieve producten van Option te gebruiken en zouden de bedrijfsopbrengsten kunnen dalen. De verkoopbaarheid van de producten van de Vennootschap kan schade lijden indien draadloze Telecom operatoren niet voldoende en aanvaardbare draadloze diensten kunnen aanbieden of indien de prijs van zulke diensten te hoog wordt om deze toe te passen voor de massamarkt. Daar komt bij dat toekomstige groei afhankelijk is van de installatie van de volgende generatie draadloze data netwerken die zullen geleverd worden door derde partijen, daaronder begrepen netwerken voor welke de Vennootschap thans producten ontwikkeld. Indien deze volgende generatie netwerken niet geïnstalleerd of algemeen aanvaard wordt of indien de installatie vertraagd wordt, dan zal er geen markt zijn voor de producten die de vennootschap ontwikkelt voor deze netwerken. Indien de Vennootschap de ontwikkeling van haar business niet behoorlijk beheert dan kan de Vennootschap belangrijke druk ervaren op haar operaties en management en ontwrichting van haar activiteiten.
Indien de Vennootschap of haar leveranciers op één van deze gebieden mislukt, of indien deze producten er niet in slagen door de markt te worden aanvaard, kan dit betekenen dat de Vennootschap niet in staat is haar onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven te recupereren. Dit kan leiden tot een daling van haar marktaandeel en haar bedrijfsopbrengsten. Indien de Vennootschap er niet in slaagt om succesvol nieuwe producten te ontwikkelen en te verkopen, kan de Vennootschap belangrijke klanten of productorders verliezen en haar zakelijke activiteiten zouden kunnen beschadigd worden.
(7) Indien de Vennootschap er niet in slaagt strategische relaties te ontwikkelen en te behouden, kan de Vennootschap niet in de mogelijkheid zijn nieuwe markten aan te boren. Een belangrijk element van de strategie van de Vennootschap bestaat erin om nieuwe markten aan te boren door het ontwikkelen van nieuwe producten via strategische relaties met leidende bedrijven in de sector van draadloze communicatie (open innovatie). De Vennootschap is momenteel middelen aan het investeren, en zal dit blijven doen, om dergelijke relaties te ontwikkelen. De Vennootschap gelooft dat haar succes om nieuwe markten aan te boren voor haar producten gedeeltelijk zal afhangen van haar vermogen om dergelijke relaties te ontwikkelen en te behouden en om bijkomende of alternatieve relaties te onderhouden. Er bestaat echter geen zekerheid dat de Vennootschap erin zal slagen om bijkomende strategische relaties te ontwikkelen, bestaande relaties te behouden en succesvol haar doelen te bereiken, noch dat de bedrijven waarmee de Vennootschap strategische relaties heeft, geen concurrerende afspraken zullen maken met anderen of besluiten eenzijdig te concurreren met de Vennootschap. Het is mogelijk dat de Vennootschap bepaalde strategische partnerships niet kan identificeren of uitvoeren en, indien ze dergelijke partnerships niet nastreeft, dan is het mogelijk dat ze de verwachte voordelen ervan met betrekking tot haar bedrijfsactiviteit niet tijdig kan realiseren.
o Er kan ons het verbod opgelegd worden om nog verder gebruik te maken van de intellectuele eigendomsrechten en dienen mogelijks de verkoop van onze producten, die het voorwerp zijn van de claim, stop te zetten;
o We zouden mogelijks een licentieovereenkomst moeten afsluiten, waarbij een licentievergoeding betaald dient te worden en die commercieel niet of wel aanvaardbaar is. Bovendien is het niet zeker dat het mogelijk is om succesvol te onderhandelen en zulke overeenkomst af te sluiten met de derde partij;
verschillen en kunnen de verwachtingen van de financiële analisten, investeerders en het management overtreffen of niet nakomen.
De procedure inzake belangenconflicten zoals voorzien door artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen werd toegepast in 2014 zoals hiervoor werd uiteen gezet in de verklaring van Deugdelijk Bestuur van dit jaarverslag.
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de beoordeling van risico's die inherent zijn aan de Groep alsook de doeltreffendheid van deze interne controles. De Belgische Corporate Governance Code 2009 beveelt de risicofactoren en de maatregelen te benadrukken die de Raad van Bestuur heeft genomen om deze risico's op een aanvaardbaar niveau te houden. De organisatie van de Interne controle van de Groep is gebaseerd op de vijf pijlers van het COSO1 - 2013 raamwerk:
De Raad van Bestuur heeft een Audit Comité en een Remuneratie Comité opgericht. Het Audit Comité geeft advies en controleert de financiële verslaggeving van de Groep. Het zorgt voor de aanwezigheid van voldoende interne controlemechanismen en, in samenwerking met de commissaris van de Groep, onderzoekt het vragen met betrekking tot de boekhouding en de waarderingsregels. De rol van het Remuneratie Comité is te zorgen voor een rechtvaardig beleid in verband met de vergoeding voor werknemers en Executive Management, alsook om de beste internationale gebruiken te waarborgen welke in acht worden genomen bij het bepalen van verloningen en prestatievergoedingen. Het Management bepaalt de stijl van leidinggeven en de waarden hieromtrent evenals de vaardigheden en taakomschrijvingen die nodig zijn voor alle functies en taken binnen de organisatie.
De Groep heeft het Corporate Governance Charter toegepast en de Raad van Bestuur heeft een "Code of Dealing" ingevoerd, welke het gebruik van voorkennis verbiedt betreffende het handelen in financiële instrumenten van Option.
De Groep beschikt over een duidelijk organogram, waarin de verschillende entiteiten die tot de Groep behoren zijn opgenomen. Voor alle functies zijn de verantwoordelijkheidsgebieden gedefinieerd.
We verwijzen naar het deel "overzicht van risico's en onzekerheden" en "financiële instrumenten" in dit rapport welke de risico's beschrijven die verband houden met de evolutie van de markt en de business of zakelijke omgeving in welke de Groep opereert.
De Raad van Bestuur en het management bepalen de strategie, het budget en het middellangetot lange termijn business plan voor de komende periodes. Tijdens dit proces worden risico's en onzekerheden besproken en worden deze in aanmerking genomen om de strategie van de Groep en het budget verder te finaliseren.
De volgende belangrijkste risicocategorieën werden onderscheiden:
1 COSO (Committee of Sponsoring Organizations) is een private, niet-gouvernementele internationale organisatie die erkend is op het vlak van deugdelijk bestuur, interne controle, risicomanagement en financiële rapportering.
Om een onderbreking in de productie te vermijden heeft de Groep een gedeelte van de productie uitbesteed aan verschillende derden-fabrikanten (hierna ook 'productiepartners' genoemd). Niettemin stelt dit de Groep bloot aan een aantal risico's en onzekerheden die buiten zijn controle liggen. Indien één van deze derden-fabrikanten vertragingen, onderbrekingen, capaciteitsproblemen of kwaliteitsproblemen in zijn productie zou kennen, dan kan de levering van producten aan klanten vertraagd of geweigerd worden en kunnen de klanten opteren om hun aankooporder te schrappen of een boete voor late levering te eisen. De kosten, kwaliteit en beschikbaarheid van productiepartners zijn essentieel voor de succesvolle productie en verkoop van de producten van de Groep. Risico's met betrekking tot overmacht bij elk punt tijdens de productie of in de toeleveringsketen kunnen leiden tot schade aan onroerende goederen en materiële schade, cyberrisico's en onderbrekingen van de bedrijfsvoering.
Een gedetailleerde beschrijving van het beheer van de financiële risico's, zowel op vlak van krediet-, liquiditeits- als marktrisico, volgt lager.
Het terugroepen van producten is een geïdentificeerd risico waarmee de Groep zou kunnen worden geconfronteerd. De producten van de Vennootschap zijn technologisch complex, bestaan uit meerdere componenten die aangekocht worden bij verschillende partijen en omvatten een belangrijke hardwarecomponent en een complexe softwarecomponent, en moeten voldoen aan strenge industriële voorwaarden, regelgeving en eisen van de klant. De producten die door de Groep worden geproduceerd, kunnen onopgemerkte fouten of gebreken bevatten, vooral wanneer deze voor het eerst worden geïntroduceerd of wanneer nieuwe modellen of versies worden vrijgegeven. De grotere complexiteit van de producten verhoogt het risico op dergelijke fouten. Dit kan leiden tot een afwijzing of het terugroepen van dit specifieke product.
Kwaliteitsproblemen en de afhankelijkheid van één leverancier voor een specifiek product werden geïdentificeerd als een risico. De beschikbaarheid en de verkoop van afgewerkte producten kunnen schade lijden indien één van deze leveranciers niet kan voldoen aan de vraag- en leveringstermijnen van de Groep en alternatieve en bruikbare componenten niet voorhanden zijn tegen redelijke voorwaarden.
Aangezien de Groep actief is in een snel veranderende en competitieve technologische sector, dienen de strategische pijlers te worden geïdentificeerd en indien nodig te worden herbekeken. De Groep startte een industriële transformatie die nog steeds bezig is, want de Groep verliet de sterk gestandaardiseerde marktsegmenten.
Indien de Groep er niet in slaagt succesvol nieuwe producten te ontwikkelen en te introduceren in zijn productenportefeuille, kan de Groep belangrijke klanten of productbestellingen verliezen en kunnen daardoor de activiteiten van de Groep worden geschaad. Wanneer de Groep nieuwe producten of nieuwe versies van zijn bestaande producten introduceert, kunnen de huidige klanten de technologische vernieuwingen van deze producten niet nodig hebben of niet willen, en kunnen ze die mogelijk niet kopen of kopen in kleinere hoeveelheden dan de Vennootschap had verwacht. Net als de snel veranderende technologieën zou dit kunnen leiden tot een kortere levenscyclus van de producten.
De Groep heeft een ERP-systeem (SAP) dat wordt gebruikt in de belangrijkste entiteiten. Een storing zou kunnen leiden tot een grote impact met betrekking tot de financiële gegevens, stamgegevens, het toezicht op de productie, inkoop- en verkoopstromen.
De controle activiteiten omvatten de maatregelen die zijn genomen door de Groep om ervoor te zorgen dat de voornaamste risico's welke werden geïdentificeerd, worden beheerst of beperkt. De Groep beheert haar risico met betrekking tot overmacht, zijnde schade aan onroerend goed, materiële schade, onderbreking van de bedrijfsvoering, cyber risico's, door het aangaan van verzekeringsovereenkomsten ter dekking van dergelijke risico's.
Vóór de commercialisering van haar producten, voert de Groep de nodige tests uit om het niveau van technische goedkeuring te bereiken. Om de best mogelijke kwaliteitsstandaarden tijdens de productie te garanderen, heeft de Vennootschap in-house eigen test- en kalibratie systemen ontwikkeld. Deze systemen worden gebruikt bij de productie van de meeste producten van de Vennootschap. De in-house ontwikkelde systemen laten de Vennootschap toe om de kwalitatieve parameters die worden gebruikt tijdens het productieproces, welke plaatsvindt in de fabriek van de onderaannemers van de Vennootschap, te controleren. De testresultaten worden automatisch opgeladen in een database van de Vennootschap, welke haar toelaat om de productie geschiedenis van deze producten te controleren en na te kijken. Bovendien heeft de Groep een specifiek verzekeringscontract afgesloten, welke alle externe kosten als gevolg van een mogelijke terugroep (recall) risico dekt.
De Groep heeft haar inkoopproces gewijzigd dat wordt verwerkt door de derde partij producenten en dit onder toezicht van de Groep.
De Groep heeft haar strategische pijlers geïdentificeerd. Om de veranderende marktomstandigheden het hoofd te bieden hebben de Raad van Bestuur en het Management een aantal strategische vergaderingen met als doel de verdere strategie van de Groep te bepalen. De levenscyclus van de producten wordt nauwlettend opgevolgd.
Om de continuïteit van het ERP-systeem (SAP) te garanderen, worden op een regelmatige basis back-ups gemaakt en wordt het onderhoud uitgevoerd door een ervaren derde partij. Tijdens 2009 en 2010 werden de huidige SAP veilighiedsinstellingen en toegangsrechten nagekeken tijdens een 'SAP security project' waarbij nieuwe rollen werden vastgelegd. De drijvende factoren van dit project waren gebaseerd op de controle van de integriteit (scheiding van taken) en de volledigheid van cijfers/data.
Een belangrijk element om de activiteiten te controleren is de jaarlijkse budget oefening waarbij strategie, risico's, business plannen en beoogde resultaten worden getest. De prestaties ten opzichte van de doelen worden maandelijks opgevolgd door het Finance team en worden besproken tijdens vergaderingen van het Management.
Om betrouwbare financiële informatie te garanderen werd een gestandaardiseerd informatieuitwisseling proces gedefinieerd, welke consistent is voor alle entiteiten die tot de Groep behoren. Deze proces flow omvat de specifieke taken die moeten worden uitgevoerd door alle entiteiten met betrekking tot elke maandelijkse afsluiting, alsmede de vooropgestelde deadlines. De Groep heeft een accounting manual (handleiding) en werkt met een uniform rapporteringformaat, welke wordt gebruikt door al haar entiteiten met het doel om de consistentie van gegevens te waarborgen alsook om potentiële afwijkingen op te sporen. De financiële informatie wordt op kwartaalbasis voorgesteld aan het Audit Comité en de Raad van Bestuur. Na goedkeuring wordt een financieel persbericht of business update tijdig verzonden naar de markt. Na deze release wordt de volledige organisatie van de Groep op de hoogte gebracht. De informatie, welke op regelmatige tijdstippen wordt gedeeld met het personeel, is niet beperkt tot een financiële update, maar bevat ook zakelijke updates en in het geval dit nodig blijkt, strategische updates.
Het toezicht gebeurt door de Raad van Bestuur door middel van de activiteiten en verantwoordelijkheden van het Audit Comité. Het Audit Comité beoordeelt en bespreekt de driemaandelijkse financiële afsluitingen op basis van een presentatie van het financieel Management van de Groep. Notulen van de vergadering worden voorbereid met inbegrip van een opvolging van actiepunten. Gezien de structuur en de huidige omvang van de Groep, is er geen interne auditorfunctie.
De Raad van Bestuur verklaart, naar het beste van haar kennis, het volgende:
Leuven, 27 april 2015
De Raad van Bestuur
Het kapitaal van de Vennootschap bedraagt 4 738 964.50 EURO en wordt vertegenwoordigd door 94 779 290 aandelen. De aandelen zijn genoteerd op de beurs "NYSE Euronext Brussels" onder BE0003836534.
Op het jaareinde van 2014 waren alle aandelen gedematerialiseerd met uitzondering van 1 (één) welke in geregistreerde vorm bestond.
Eind 2014 maakte de Groep melding van de volgende aandeelhouders van betekenis:
| Identiteit van de persoon, entiteit of groep van personen of entiteiten |
Aantal gewone aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële instrumenten |
|---|---|---|
| Jan Callewaert | 14 809 008 | 15.62% |
| Free float | 79 970 282 | 84.38% |
| Total outstanding shares | 94 779 290 | 100% |
De geconsolideerde jaarrekening omvat de volgende dochterondernemingen:
In het kader van kostenbesparingsplannen zijn de sites in Augsburg, Frankrijk en Cork overgebracht of gesloten in de voorbije twee jaar. De entiteiten in Frankrijk en Augsburg werden geliquideerd, maar deze liquidaties waren tegen eind 2014 niet afgerond.
De site in Cork is momenteel in een sluimerfase, de site in Parijs valt onder 'liquidation judiciaire'1 sinds 30 december 2014. Option Frankrijk werd gedeconsolideerd vanaf december 2014 als gevolg van het verlies van controle.
De totale opbrengsten voor 2014 daalden met 44 % tot k€ 5 230, in vergelijking met k€ 9 393 in 2013.
Wij verwijzen naar toelichting 3: "Operationele segmenten en toelichting over de entiteit als geheel" in de toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening in dit jaarverslag voor verdere informatie betreffende de geografische spreiding van verkopen.
De bruto winst voor 2014 daalde met 32 % ten opzichte van 2013, tot een bedrag van k€ 2 281. Dit leidde tot een brutomarge voor 2014 van 44 %, dit in vergelijking met een brutomarge van 36 % in 2013. Deze stijging is te danken aan een hoger aandeel van M2M in de totale verkopen.
1 Het gaat om een gerechtelijke vereffening waar een curator werd aangesteld.
In 2014 bedroegen de bedrijfskosten, inclusief afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingskosten k€ 13 467 in vergelijking met k€ 14 425 in 2013. Dit vertegenwoordigt een daling van 7 %. Deze daling van de bedrijfskosten zijn het resultaat van het verkleinen van de onderneming, gecombineerd met een efficiënte kostcontrole binnen de Groep.
Genormaliseerd effect 2013 (in duizenden EUR):
| Totale bedrijfskosten: | (14 425) |
|---|---|
| IPR terugname: | (3 229) |
| Bijzondere waardeverminderingen O&O: | 103 |
| Herstructurering- en sluitingskosten: | 1 207 |
| Terugvorderen van BV: | (476) |
| Genormaliseerde bedrijfskosten 2013: | (16 820) |
| Genormaliseerde impact 2014: | (13 467) |
Deze daling van 20 % voor een bedrag van k€ 3 353k is te danken aan een efficiënte kostencontrole.
Tijdens het boekjaar 2014 bedroeg het bedrijfsresultaat k€ (11 020) in vergelijking met k€ (11 054) in 2013. De genormaliseerde EBITDA voor 2013 bedroeg k€ (13 449) wat een verbetering betekent van 18 %.
In 2013 bedroeg de EBITDA k€ (7 234) voor het volledige jaar 2014, vergeleken met (7 092) voor 2013, wat neerkomt op een daling van k€ 142.
De Groep boekte een negatief financieel resultaat van k€ 1 802 in 2014 (2013: negatief k€ 625). Het netto wisselkoersresultaat voor 2014 bedroeg k€ (119), voornamelijk te wijten aan de US dollar. De financiële kosten van k€ 2 753 vloeiden voornamelijk voort uit interesten met betrekking tot de converteerbare obligatieleningen, interesten op huurovereenkomsten, bankkosten en laattijdigheidsintresten (2013: k€ 892).
Tengevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in het boekjaar 2010 het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen. Er werden geen actieve belastinglatenties opgenomen in 2014.
De belastingkosten voor 2014 stegen tot k€ 34 (2013: k€ 24).
Het resultaat per aandeel voor 2014 was als volgt:
Het nettoresultaat in 2014 bedroeg k€ (12 856) of € (0,15) per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering. Ter vergelijking, in 2013 bedroeg het nettoresultaat k€ (11 703) of € (0,14) per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering.
Het balanstotaal bedroeg k€ 9 919 op het einde van het boekjaar 2014, tegenover k€ 12 228 het jaar voordien.
De liquide middelen namen af tijdens het jaar van k€ 1 623 tot k€ 1 554 op het einde van 2014.
De handelsvorderingen en overige vorderingen daalden van k€ 1 350 tot k€ 848 op het einde van 2014. Deze daling is voornamelijk toe te schrijven aan de handelsvorderingen die afgenomen zijn door de teruggelopen inkomsten in 2014. De portfolio van handelsvorderingen is gezond. De meeste verkopen in niet-OESO-landen werden gedekt door kredietbrieven of door een kredietverzekering aangeboden door Delcredere. Delcredere is een zelfstandig orgaan dat, onder garantie van de Belgische overheid, de taak heeft de internationale economische relaties met de niet-OESO-landen te verbeteren door het risico volgend uit export naar, import van en investeringen in de betrokken landen te verzekeren.
De voorraden daalden verder van k€ 3 410 tot k€ 3 139 op het einde van 2014. Deze daling is toe te schrijven aan de afname van de posities van het werk in uitvoering en grondstoffen. De totale waardervermindering voor de voorraden was goed voor een bedrag van k€ 2 007 in vergelijking met k€ 3 189 in 2013.
De nettoboekwaarde van immateriële vaste activa kwam eind 2014 uit op k€ 3 051, vergeleken met k€ 4 005 per 31 december 2013. De waarde van R&D projecten is vastgesteld op basis van een raming van de verwachte contributie van deze ontwikkelingsprojecten in de volgende kwartalen.
In 2014 waren de investeringen in materiële vaste activa verwaarloosbaar (2013: k€ 20) en de Groep investeerde ook k€ 2 348 (2013: k€ 2 795) in immateriële vaste activa en dat volledig in geactiveerde ontwikkelingsprojecten (2013: k€ 2 788).
Tijdens het boekjaar namen de schulden op ten hoogste één jaar af tot k€ 7 803 in 2014, in vergelijking met k€ 10 015 in 2013. Deze afname is hoofdzakelijk toe te schrijven aan een daling van het aantal handels- en overige schulden, en de terugbetaling van een lening op korte termijn.
De schulden op meer dan een jaar stegen tot k€ 17 574, voornamelijk omwille van de uitgifte van een converteerbare obligatie voor € 12,0 miljoen met een kapitalisatie van de interesten, en daalden door de conversie van 3,5 miljoen van de converteerbare obligatie van 2013.
Op een balanstotaal van k€ 10 110 bedroeg het totale eigen vermogen k€ (15 267). Eind 2014 kwam de solvabiliteitsratio van de Groep bijgevolg uit op (154 %), in vergelijking met (48 %) per einde 2013.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg in 2014 k€ (9 227), in vergelijking met k€ (8 284) het vorige jaar.
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen we naar de toelichtingen.
De enkelvoudige jaarrekening van Option NV (Belgische boekhoudnormen) heeft over 2014 een nettoverlies van € 11,1 miljoen, in vergelijking met een nettoverlies van € 12,6 miljoen in 2013.
De Raad van Bestuur stelt voor om het niet-geconsolideerde nettoverlies van € 11,1 miljoen over 2014 toe te voegen aan het overgedragen resultaat van de vorige boekjaren.
| Resultaatverwerking (conform de Belgische boekhoudnormen) | ||
|---|---|---|
| 31 december - in k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
| Overgedragen winst / (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar | (12 875) | (67 295) |
| Te bestemmen winst / (te verwerken verlies) van het boekjaar | (11 078) | (12 631) |
| Kapitaalsvermindering door incorporatie van de reserves | - | 67 051 |
| Te bestemmen winstsaldo / (te verwerken verliessaldo) | (23 953) | (12 875) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | 2014 | 2013 | |
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | Toelichting | ||
| Opbrengsten | 3 | 5 230 | 9 393 |
| Kostprijs verkochte goederen | 4 | (2 949) | (6 022) |
| Brutowinst | 2 281 | 3 371 | |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten | 4-5 | (5 345) | (6 073) |
| Kosten van verkoop, marketing en royalty's | 4-5 | (3 073) | ( 79) |
| Algemene en administratiekosten | 4-5 | (5 049) | (8 273) |
| Totale bedrijfskosten | (13 467) | (14 425) | |
| Effect van deconsolidatie | 166 | ||
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | (11 020) | (11 054) | |
| Financiële kosten | 6 | (2 753) | ( 892) |
| Financiële opbrengsten | 6 | 951 | 267 |
| Financieel resultaat | (1 802) | ( 625) | |
| Resultaat vóór belastingen | (12 822) | (11 679) | |
| Belastingen | 7 | ( 34) | ( 24) |
| Nettoresultaat van de periode toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennootschap |
(12 856) | (11 703) | |
| Resultaat per aandeel | |||
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 87 929 977 | 82 498 592 | |
| Verwaterd gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 87 929 977 | 82 498 592 | |
| Resultaat per aandeel voor verwatering | 19 | (0,15) | (0,14) |
| Resultaat per aandeel na verwatering | 19 | (0,15) | (0,14) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | 2014 | 2013 | |
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | Toelichting | ||
| Nettoresultaat | (12 856) | (11 703) | |
| Andere gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | |||
| Posten die derhalve beschouwd zouden kunnen worden als winst of verlies |
|||
| Wisselkoersverschillen voortvloeiend uit valutaverschillen uit | |||
| buitenlandse activiteiten | 112 | ( 62) | |
| Andere gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode (netto van belastingen) |
112 | ( 62) | |
| Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode toewijsbaar aan de Groep |
(12 744) | (11 765) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | 2014 | 2013 | |
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | Toelichting | ||
| Activa | |||
| Immateriële vast activa | 8 | 3 051 | 4 005 |
| Materiële vaste activa | 9 | 255 | 454 |
| Overige financiële activa | 11 | 1 236 | 1 236 |
| Overige vorderingen | 10 | 17 | 125 |
| Totaal der niet-vlottende activa | 4 559 | 5 820 | |
| Voorraden | 12 | 3 139 | 3 410 |
| Handels- en overige vorderingen | 10 | 848 | 1 350 |
| Liquide middelen | 13 | 1 554 | 1 623 |
| Belastingvorderingen | 7 | 10 | 25 |
| Totaal der vlottende activa | 5 551 | 6 408 | |
| Totaal activa | 10 110 | 12 228 | |
| schulden en eigen vermogen | |||
| Geplaatst kapitaal | 18 | 4 739 | 4 125 |
| Uitgiftepremies | 18 | 3 763 | 1 078 |
| Reserves en omrekeningsverschillen | 18 | (23 769) | (11 051) |
| Totaal eigen vermogen toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennootschap |
(15 267) | (5 848) | |
| Financiële schulden | 14 | 17 574 | 8 060 |
| Totaal schulden op meer dan een jaar | 17 574 | 8 060 | |
| Handels- en overige schulden | 15 | 7 544 | 8 912 |
| Overgedragen opbrengsten | 15 | - | 200 |
| Voorzieningen | 16 | 258 | 395 |
| Overige financiële schulden | 14 | - | 507 |
| Te betalen belastingen | 7 | 1 | 1 |
| Totaal schulden op ten hoogste een jaar | 7 803 | 10 016 | |
| Totaal schulden en eigen vermogen | 10 110 | 12 228 |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | Toelichting | ||
|---|---|---|---|
| 2014 | 2013 | ||
| In duizend EUR | |||
| BEDRIJFSACTIVITEITEN | |||
| Nettoresultaat (A) | (12 856) | (11 703) | |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa | 8 | 3 228 | 3 548 |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa | 9 | 266 | 398 |
| Verlies / (winst) uit de verkoop van materiële vaste activa | 7 | ( 98) | |
| Verlies / (winst) uit financiële vaste activa | ( 166) | - | |
| (Terugname van) waardeverminderingen op vlottende en niet vlottende | |||
| activa | 226 | (1 398) | |
| Bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa | 8 | 4 | 104 |
| Toename / (afname) in provisies | 16 | 10 | ( 119) |
| Niet gerealiseerde wisselkoers verliezen / (winsten) | 27 | 1 | |
| Interest (opbrengsten) | 6 | ( 13) | ( 209) |
| Interestkosten | 6 | 1 676 | 705 |
| Kost van op aandelen gebaseerde betalingen | 18 | 26 | - |
| Belastingkost / (opbrengst) | 7 | 34 | ( 9) |
| Totaal (B) | 5 325 | 2 923 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor mutaties in bedrijfskapitaal (C)=(A)+(B) |
(7 531) | (8 780) | |
| Afname / (toename) in voorraden | 12 | 44 | 2 023 |
| Afname / (toename) van handels- en overige vorderingen | 10 | 522 | 2 053 |
| Toename / (afname) van handels- en overige schulden | 15 | (1 368) | (3 493) |
| Toename / (afname) van uitgestelde opbrengsten | 16 | ( 200) | - |
| Aanwending van provisies | - | ( 66) | |
| Totaal de mutaties in bedrijfskapitaal (D) | (1 002) | 517 | |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | |||
| (E)=(C) + (D) | (8 533) | (8 263) | |
| (Betaalde) interesten (F) | ( 692) | ( 48) | |
| Ontvangen interesten (G) | 13 | 58 | |
| (Betaalde) / ontvangen belastingen (H) | ( 15) | ( 31) | |
| KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN (i)=(e)+(f)+(g)+(h) | (9 227) | (8 284) |
| INVESTERINGSACTIVITEITEN | |||
|---|---|---|---|
| Uitgaven van productontwikkeling, na aftrek van ontvangen subsidies | 8 | (2 348) | (2 788) |
| Investeringen in niet-geconsolideerde ondernemingen | 11 | - | ( 45) |
| Verwerving van materiële vaste activa | 9 | ( 5) | ( 20) |
| Verwerving van immateriële vaste activa | - | ( 7) | |
| Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa | 9 | - | 143 |
| KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (j) | (2 353) | (2 717) | |
| FINANCIERINGSACTIVITEITEN | |||
| Opbrengsten van leningen | 1 4 |
12 000 | 9 500 |
| Leasingschulden | 1 5 |
( 7) | ( 14) |
| Aflossingen van leningen | 1 4 |
( 500) | - |
| KASSTROOM VERSTREKT / (GEBRUIKT) UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN (k) | 11 493 | 9 486 | |
| Nettotoename/(afname) van liquide middelen = (I)+(J)+(K) | ( 87) | (1 515) | |
| Liquide middelen bij het begin van het boekjaar | 1 3 |
1 623 | 3 147 |
| Impact wisselkoersfluctuaties | 16 | ( 9) | |
| Liquide middelen op het einde van het boekjaar | 1 3 |
1 554 | 1 623 |
| Verschil | ( 86) | (1 515) |
| In duizend EUR | Geplaatst kapitaal |
Uitgifte premies |
Op aandelen ge baseerde betalingen |
Valuta koers verschillen |
Kosten uitgifte van nieuwe aandelen |
Over gedragen resultaat |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2013 | 12 232 | 57 961 | 720 | 23 | (1 635) | (64 453) | 4 848 |
| Nettoresultaat | - | - | - | - | - | (11 703) | (11 703) |
| Andere gerealiseerde en niet | - | - | - | ( 62) | ( 1) | ( 8) | ( 70) |
| gerealiseerde resultaten voor de | |||||||
| periode, netto van belastingen | |||||||
| Totaal gerealiseerde en niet | - | - | - | ( 62) | - | (11 711) | (11 773) |
| gerealiseerde resultaten voor de periode |
|||||||
| Eigen vermogen component van de converteerbare obligatie |
- | 1 078 | - | - | - | - | 1 078 |
| Overdracht van/naar | - | 983 | - | - | ( 981) | ( 2) | - |
| Kapitaalsverhoging | 58 944 | (58 944) | - | - | - | - | - |
| Kapitaalsverlaging | (67 051) | - | - | - | - | 67 051 | - |
| Op aandelen gebaseerde betalingen | - | - | ( 720) | - | - | 720 | - |
| Op 31 december 2013 | 4 125 | 1 078 | - | ( 39) | (2 617) | (8 395) | (5 848) |
| Nettoresultaat | - | - | - | - | - | (12 856) | (12 856) |
| Andere gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van belastingen |
- | - | - | 112 | - | - | 112 |
| Totaal gerealiseerde en niet | - | - | - | 112 | - | (12 856) | (12 744) |
| gerealiseerde resultaten voor de periode |
|||||||
| Eigen vermogen component van de converteerbare obligatie |
- | ( 201) | - | - | - | - | ( 201) |
| Overdracht van/naar | - | - | - | - | - | - | - |
| Kapitaalsverhoging | 614 | 2 886 | - | - | - | - | 3 500 |
| Kapitaalsverlaging | - | - | - | - | - | - | - |
| Op aandelen gebaseerde betalingen | - | - | 26 | - | - | - | 26 |
| Op 31 december 2014 | 4 739 | 3 763 | 26 | 73 | (2 617) | (21 251) | (15 267) |
Option NV (de Vennootschap) werd opgericht op 3 juli 1986 en stond initieel, sinds november 1997, genoteerd op de Europese contantmarkt ('Easdaq' later 'NASDAQ Europe') en staat sinds 2003 genoteerd op Eurolist van Euronext Brussel (Ticker: OPTI- code BE0003836534).
Option NV is een Naamloze Vennootschap (NV) naar Belgisch recht die haar aandelen in het openbaar te koop aanbiedt. Option NV is vertegenwoordigd in verschillende continenten. De belangrijkste vestigingen zijn de hoofdzetel in Leuven (Gaston Geenslaan 14, 3001 Leuven) enerzijds en de productiesite en logistieke vestiging in Cork (Ierland) anderzijds. De volledige lijst van alle ondernemingen die deel uitmaken van de Groep is terug te vinden in Toelichting 25: Ondernemingen behorend tot Option.
De geconsolideerde jaarrekening van de Groep voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2014 omvat Option NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'Option' of 'de Groep'). Op de Raad van Bestuur van 27 april 2015 werd het jaarverslag goedgekeurd voor vrijgave en verkreeg Frank Deschuytere de volmacht om het verslag te ondertekenen.
De geconsolideerde financiële rekeningen zijn opgesteld volgens de "historische kost overeenkomst", behalve voor afgeleide financiële instrumenten, welke zijn gewaardeerd op hun reële waarde. De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bijzijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.
De jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Gemeenschap.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Er is controle wanneer de Groep macht heeft over de deelneming, blootgesteld is aan of rechten heeft op veranderlijke opbrengsten uit hoofde van zijn betrokkenheid bij de deelneming en over de mogelijkheid beschikt zijn macht te gebruiken om zijn opbrengsten te beïnvloeden.. Option NV heeft een 100% deelneming in al haar dochterondernemingen (conform toelichting 25).
De resultaten van verworven of geliquideerde dochterondernemingen worden mee geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle wordt verworven, of de consolidatie neemt een einde op de datum waarop de controle verdwijnt.
Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Nietgerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten tenzij een bijzondere waardevermindering van toepassing is op het activa dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.
Geen wijzigingen werden aangebracht, noch voor de presentatie, noch voor de classificatie en toelichtingen in de boekhoudprincipes.
Alle standaarden hieronder waren in voege op 1 januari 2014 tenzij anders vermeld.
Lijst van standaarden en interpretaties die al verschenen zijn maar nog niet van kracht waren op de datum van uitgifte van de jaarrekening van de Groep, met daaraan toegevoegd een commentaar op de gevolgen van het op voorhand aanwenden standaarden en interpretaties.
Lijst van standaarden die nog niet in voege waren op 31 december 2014:
Op basis van de huidige evaluatie van IFRIC 21 is de Groep van mening dat bepaalde heffingen niet langer over het kalenderjaar zullen mogen worden uitgespreid. Dit omdat de tot verplichting leidende gebeurtenis op een bepaald punt in de tijd plaatsvindt, waarna de Groep het buitenstromen van economisch voordeel door haar eigen handelingen niet langer kan voorkomen. Dit kan een invloed hebben op de halfjaarlijkse rapportering van de Groep.
De Groep heeft ervoor gekozen om geen standaarden of interpretaties voorafgaand aan hun inwerkingtreding toe te passen.
Om deze jaarrekening op te stellen dient het management ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. Het gaat daarbij voornamelijk over de recupereerbaarheid van vaste activa, uitgestelde belastingen, immateriële vaste activa, garantieverplichtingen en andere waarschijnlijke verplichtingen op de afsluitingsdatum van de jaarrekening en het gepubliceerde bedrag van baten en lasten tijdens de gerapporteerde periode.
De Groep gebruikt deze ramingen voor de gewone bedrijfsuitoefening om garantieverplichtingen, verouderde stock en surplusvoorraden, dubieuze debiteuren, de economische levensduur van R&D projecten, de waardering van intellectuele eigendomsrechten, afgeleide financiële instrumenten en andere reserves te waarderen. De uiteindelijke resultaten kunnen afwijken van de gemaakte inschattingen.
Beoordelingen gemaakt door het management en de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar, worden hierna omschreven.
De Groep onderverhuurt een eigen gehuurd gebouw aan een derde partij. Omdat de leasinggever van Option de belangrijkste risico's en voordelen draagt, worden zowel de lease als leasingnemer evenals de sublease behandeld als een operationele leasing. Dit subleasecontract liep af in mei 2014.
De vennootschap ontving op 27 maart 2015 een schrijven binnen het kader van artikel 138 van het Wetboek van Vennootschappen, waarin de commissaris zijn bedenkingen uiteenzette over Option's huidige financiële situatie.
De waarderingregels in veronderstelling van continuïteit werden zowel voor de statutaire jaarrekening als voor de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap gebruikt. De Raad van Bestuur is van mening dat, niettegenstaande het bestaan van belangrijke overdraagbare verliezen het gebruik van waarderingsregels in veronderstelling van continuïteit gerechtvaardigd is, het onderstaande in overweging nemend. Bijkomend werden de financiële middelen van de Vennootschap versterkt in maart 2015 via een overeenkomst voor een overbruggingskrediet met verschillende ontleners, wat effectief een bedrag verzekerde van € 2,7 miljoen.
Marktonderzoekers zien de markt van het Internet of Things (IoT) als een grote opportuniteit voor de komende 10 jaar, en deze zal de manier waarop we met toestellen communiceren over internet ingrijpend wijzigen.
Met de prestaties die de Vennootschap al heeft neergezet op het vlak van cellulaire connectiviteit, is het perfect geplaatst om voordeel te halen uit deze marktopportuniteit die volledig toegespitst is op het segment Machine-to-Machine (M2M). Binnen dit segment werden 67 miljoen cellulaire M2Mtoestellen geleverd in 2013 (bron Berg Insight). Er wordt verwacht dat dit segment een van de belangrijke groeimarkten wordt met jaarlijkse groeipercentages die kunnen variëren tussen 20 en 30 %.
De voorbije drie jaar heeft Option sterk geïnvesteerd in haar CloudGate-platform, een cellulaire gateway met bijhorende oplossingen en diensten bestemd voor de markt van het "Internet of Things", en meer specifiek het segment van de machine-to-machine (M2M) communicatie. Option heeft niet alleen aanzienlijk geïnvesteerd in het technologie-platform als dusdanig, maar ook in de go-to-market strategie. Het unieke karakter van het platform wordt erkend en het bedrijf kon al met een aantal toonaangevende distributeurs en strategische klanten commerciële overeenkomsten afsluiten. Het aantrekken van het CloudGate-platform in deze nieuwe M2M-markt bleek een uitdaging te zijn en verliep substantieel trager dan initieel gepland en was moeilijk te voorspellen. Dit heeft de kasreserves van de vennootschap onder druk gezet. Niettemin, gegeven het huidige zicht op de sales-pijplijn en rekening houdend met de totale potentiële markt, blijft het bedrijf ervan overtuigd dat het CloudGateplatform voldoende zal aantrekken en voldoende verkopen zal genereren. De Vennootschap anticipeert op de verkoop van tussen de 13 000 en 20 000 CloudGate-toestellen in de eerste helft van 2015, waarvan het merendeel in het tweede kwartaal van 2015. In combinatie met aanhouden van de voorwaarden voor het huidige werkkapitaal van de vennootschap en het akkoord over een overbruggingskrediet is dit een voorwaarde om de continuïteit en de algemene cashpositie te ondersteunen.
De IoT-markt is nieuw, dynamisch en sterk gefragmenteerd. De markt is zo divers dat geen enkele individuele industriële groep de richting ervan kan sturen. Dit maakt het een uitdaging voor Option om zijn potentieel volledig te realiseren, voortbouwend op haar eigen middelen. Om die reden is de vennootschap op dit ogenblik verschillende strategische opties aan het bestuderen om de huidige financiële positie te versterken en om te verzekeren dat het bedrijf in staat blijft om het potentieel binnen de markt van het "Internet of Things" succesvol voort te zetten en te maximaliseren.
De ramingen en veronderstellingen worden continu herzien. Herzieningen op boekhoudkundige veronderstellingen worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden en als er een belangrijk risico bestaat tot een materiële correctie op de bedragen opgenomen in de activa en passiva van het volgende boekjaar.
Bij wet bepaald moeten pensioenregelingen in België onderworpen zijn aan minimaal gegarandeerde rendementen. Vandaar, strikt genomen, zijn die plannen te classificeren als toegezegde pensioenregelingen. De IASB heeft erkend dat de verwerking van dergelijke zogenaamde "bijdragegebaseerde plannen" in overeenstemming met de huidige geldende methodologie voor toegezegde bijdragen problematisch is, zeker gezien de onzekerheid met betrekking tot de toekomstige evolutie van de minimaal gegarandeerde rendementen in België. Een netto verplichting van k€ 14 werd opgenomen in de balans per 31 december 2014, gebaseerd op de som van de positieve verschillen, bepaald door de individuele pensioenspaarder, tussen de minimaal gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen op basis van de feitelijke rendementen op de sluitingsdatum.
Ontwikkelingskosten worden gekapitaliseerd in overeenstemming met de boekhoudprincipes opgenomen in toelichting 2. De initiële kapitalisatie van de kosten is gebaseerd op het oordeel van het management dat de technologische en economische haalbaarheid is bevestigd, indien een ontwikkelingsproject een welbepaalde mijlpaal heeft bereikt in overeenstemming met een project management model. Bij het bepalen van het de gekapitaliseerde bedragen maakt het management assumpties omtrent de toekomstige winstverwachtingen van het actief, verdisconteerde waardes en de verwachte periode dat het actief inkomsten genereert. Op 31 december 2014 bedroegen de gekapitaliseerde ontwikkelingskosten k€ 3 051 (2013: k€ 3 923). Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 8.
De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn om een uitzonderlijke waardevermindering voor alle niet financiële vaste activa op te nemen. Indien er berekeningen op de gebruikswaarde worden toegepast, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de cash genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen. Op 31 december 2014 heeft de Groep een bedrag van k€ 0 aan uitzonderlijke waardeverminderingen opgenomen op de geactiveerde ontwikkelingsprojecten (2013: k€ 103). Voor verdere details, verwijzen we naar toelichting 8.
De Vennootschap is sinds de tweede jaarhelft van 2011 aandeelhouder van Autonet Mobile, een in Californië (VS) gevestigd bedrijf dat actief is in de automotive sector.
De waardering van de participatie in Autonet Mobile gebeurt tegen de aanschafwaarde en wordt op regelmatige basis geëvalueerd door het management en de Raad van Bestuur in functie van de vooruitgang (zowel commercieel en financieel) die Autonet Mobile heeft geboekt en de algemene evolutie vastgesteld op de automotive markt. De aandelen zijn niet verhandelbaar op de open markt en zijn daardoor gewaardeerd aan kost. Het management is van mening dat geen waardevermindering aan de orde is. Option heeft een belang in Autonet Mobile dat kleiner is dan 10%.
Uitgestelde belastingsvorderingen worden opgenomen voor alle niet gebruikte belastingverliezen en andere tijdelijke verschillen, in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten zullen worden gegenereerd tegen dewelke de vorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planningstrategieën. De uitgestelde belastingverliezen worden niet opgenomen op de balans, omdat ze niet kunnen worden gecompenseerd met belastbare winsten in de nabije toekomst.
Alhoewel deze belastingvorderingen niet meer werden opgenomen op de balans, vervallen deze niet en mogen evenmin gebruikt worden om ze af te zetten tegenover belastbare winsten in andere entiteiten van de Groep. Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 7.
De Groep raamt haar kosten voor de garantieprovisie door gebruik te maken van statistische gegevens op de verkopen. De garantieperiode is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert van 12 tot 24 maanden, afhankelijk van waar de klant zich bevindt.
Op 31 december 2014 bedroeg de geraamde garantieprovisie k€ 58 (2013: k€ 32). Meer details hieromtrent worden gegeven in toelichting 16.
Een voorziening voor herstructurering wordt aangelegd wanneer de Groep een gedetailleerd formeel plan ontwikkeld voor de herstructurering, zoals uiteengezet in de voornaamste boekhoudprincipes in toelichting 2. In het laatste kwartaal van 2013 besliste de Groep om de dochteronderneming in Cork te sluiten. Daarom werd een kortetermijnvoorziening voor afslanking van k€ 352 opgenomen in december 2013 en gerapporteerd onder Schulden met betrekking tot salarissen (toelichting 15). In 2014 werd geen bijkomende provisie ogenomen.
Voor beide vestigingen in Duitsland en Frankrijk, waarvan in 2013 de intentie tot sluiting werd bekendgemaakt, werden voorzieningen erkend voor de overblijvende verlieslatende contracten. Deze provisies werden teruggenomen als gevolg van aflopende contracten in Duitsland en de deconsolidatie van Option France.
In 2014 werden geen nieuwe contracten getekend en liep één contract af. Eind 2013 werd een nieuwe inschatting gemaakt voor gevallen waarbij geen contracten waren opgenomen of waren verlopen. Geen betrouwbare schatting kon hiervoor worden gemaakt, en daarom besloot de Groep om haar voorzieningen te herzien in navolging van IAS 37 §14.
De Groep herzag in 2013 haar royaltyvoorzieningen voor essentiële octrooien die het in het verleden had aangelegd in overeenstemming met courante gebruiken, maar voor FRAND-vereisten voor essentiële octrooilicenties (FRAND: Fair reasonable and non-discriminatory terms; faire, redelijke en nietdiscriminerende voorwaarden) wijd verspreid raakten en waarvan de geldigheid nog niet werd betwist voor rechtbanken of andere instanties. Om de royaltyvoorzieningen in overeenstemming te brengen met deze nieuwe ontwikkelingen, herzag de Groep deze provisies en verwijst daarvoor naar de volgende redenen:
De Groep kwam tot de conclusie dat hiervoor geen betrouwbare schatting kon worden gemaakt, en daarom besloot de Groep om haar voorzieningen te herzien in navolging van IAS 37 §14. Op 31 december 2013 resulteerde deze herziening in een winst van EUR 3,2 miljoen (2012: EUR 6,7 miljoen), opgenomen in de winst- en verliesrekening in de rubriek "verkoop, marketing en kosten royalty's '' en een daling van de uitstaande handelsschulden.
In 2014 werden geen nieuwe contracten getekend en liep één contract af. Voor 2014 werd een nieuwe beoordeling gemaakt, maar de Groep bevestigde haar eerdere conclusie dat er geen betrouwbare schatting kon worden berekend.
De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele en rapporteringmunteenheid van de Vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt, behalve:
Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.
Voor doeleinden van de geconsolideerde jaarrekening worden activa en passiva van buitenlandse activiteiten (VS, Japanse, Hong Kong en Taiwanese dochterondernemingen) omgezet in euro tegen de wisselkoersen die gelden op balansdatum. Inkomsten en uitgaven worden omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoersen voor de periode, tenzij de wisselkoersen aanzienlijk schommelden tijdens die periode. Dan worden immers de wisselkoersen op datum van de transacties gebruikt. De componenten van het eigen vermogen worden aan historische koers omgezet. De wisselkoersverschillen die hieruit mogelijks voortvloeien uit de euro-omzetting van het eigen vermogen tegen de koers op rapporteringdatum, worden geboekt als 'verschillen in nettovalutakoers' onder de rubriek 'Eigen vermogen'. Dergelijke wisselkoersverschillen worden in resultaat genomen tijdens de periode waarin de buitenlandse activiteit afgestoten of beëindigd wordt.
De Groep genereert hoofdzakelijk opbrengsten uit de verkoop van haar producten, zoal intelligente M2M-gateways, routers, USB-apparaten, routers, ingebouwde draadloze modules en in mindere mate diensten zoals softwarelicenties of engineeringdiensten.
De klanten van de Groep zijn onder meer distributeurs, Value-Added Resellers (VAR's), systeemintegratoren, Original Equipment Manufacturers (OEM's), dienstverleners van draadloze communicatie, internationale operatoren en eindgebruikers.
Deze verkopen worden erkend als opbrengsten wanneer:
Indien aan één of meer van deze criteria niet wordt voldaan, wordt de opbrengst overgedragen tot aan alle criteria wordt voldaan.
De opbrengsten worden opgenomen aan hun reële waarde, exclusief van betalingskortingen, toegekende kortingen en belastingen op opbrengsten.
De verkochte producten van de Groep worden over het algemeen niet verkocht met recht op teruggave, tenzij de producten defect zijn en gedekt zijn door de garantieclausule (zie ook toelichting 16).
De opbrengsten van de Groep omvatten ook samengestelde producten en/of diensten zoals o.a. technische ondersteuning van haar producten. In deze gevallen wordt de totale opbrengst toegewezen aan de reële waarde van de individuele elementen, die dan gewaardeerd worden op basis van de onderliggende boekhoudprincipes, van toepassing op dat element. Indien de marktwaarde van één of meer van de elementen niet kan worden bepaald, wordt de opbrengst gespreid over de verwachte resterende contractuele looptijd. Niettegenstaande de verkochte producten ingebouwde software hebben, gelooft de Groep dat deze software onontbeerlijk is aan de producten die ze levert.
Opbrengsten van diensten worden erkend als de diensten zijn geleverd en wanneer er geen belangrijke prestaties meer dienen te worden geleverd en indien de inbaarheid in belangrijke mate vaststaand is. Opbrengsten uit dienstenovereenkomsten, afhankelijk van een finale aanvaarding van de klant worden uitgesteld tot zulke aanvaarding is ontvangen en alle andere voorwaarden omtrent erkenning van opbrengsten zijn vervuld. De kosten met betrekking tot dergelijke overeenkomsten worden opgenomen wanneer ze zich voordoen.
Een gedeelte van de opbrengsten van de Groep zijn afgeleid uit samenwerkingsovereenkomsten. Als gevolg van zulke samenwerkingen verklaart de Groep zich akkoord om onderzoek naar en het testen van producten uit te voeren, zoals omschreven in dergelijke overeenkomst.
Het belangrijkste deel van deze overeenkomsten voorzien voorafbetalingen met betrekking tot toegang tot technologieën, licentiekosten en te bereiken mijlpalen. Overeenkomsten die specifiek betrekking hebben op licentie- en software inkomsten worden als opbrengst erkend over de periode van de licentie.
Definitief verworven voorafbetalingen worden slechts erkend als opbrengst voor zover er producten of diensten geleverd werden in een afzonderlijke transactie en de Groep aan alle voorwaarden en verplichtingen van de onderliggende overeenkomst heeft voldaan. In het geval van blijvende betrokkenheid van de Groep, zal de voorafbetaling niet beschouwd worden als een afzonderlijke transactie en zal de erkenning van de opbrengsten op basis van de marktwaarde gespreid worden over de looptijd van de overeenkomst.
Mijlpaalopbrengsten volgende uit onderzoek worden erkend als opbrengsten zodra deze definitief verworven zijn, tenzij de Groep betrokken blijft in het programma. In dit geval wordt de mijlpaalopbrengst slechts erkend in de mate er kosten werden opgelopen (en in het licht van de globale projectopbrengsten en –kosten).
Indien er in cash wordt voorafbetaald alvorens aan bovenvermelde criteria werd voldaan, worden deze als overgedragen opbrengsten erkend.
Een beperkt aantal contracten geeft de klant recht op een kredietnota in geval van prijserosie gedurende een bepaalde periode volgend op de initiële verkoop. De mogelijke kortingen volgend uit dergelijke inkomsten worden geschat op het ogenblik van de verkoop en worden in mindering gebracht van de opbrengsten.
Commerciële kortingen worden in mindering gebracht van de opbrengsten.
In het kader van licentieovereenkomsten heeft de Groep zich ertoe verbonden royalty's te betalen voor het gebruik van bepaalde essentiële gepatenteerde technologieën in draadloze datacommunicatie, rekeninghoudend met faire marktomstandigheden.
Royaltyverplichtingen worden opgenomen als 'kosten voor verkoop, marketing en royalty's'.
Belastingen op de winst of het verlies voor het boekjaar omvatten verschuldigde en uitgestelde belastingen. De belastingen worden geboekt in de resultatenrekening tenzij ze betrekking hebben op transacties die direct in het eigen vermogen werden opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen.
Verschuldigde belastingen omvatten de verwachte belastingverplichtingen op het belastbare inkomen van het jaar. De belastbare basis verschilt van het resultaat voor belastingen zoals opgenomen in de jaarrekening omdat bepaalde elementen van de inkomsten of de uitgaven in andere boekjaren belast of vrijgesteld worden en andere elementen die definitief verworpen worden of aftrekbaar zijn. 'Enacted' (waarbij de letter van de wet wordt toegepast) of 'substantially enacted' (waarbij de geest van de wet wordt toegepast, d.w.z. bepaalde aspecten) belastingtarieven worden gebruikt om de verschuldigde belastingen op balansdatum te bepalen. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 7.
Uitgestelde belastingen zijn voorzien, gebruik makend van de passivamethode, voor alle tijdelijke verschillen die zich voordoen tussen de aanslagvoeten van activa en passiva en hun nettoboekwaarde ten behoeve van financiële verslaggeving. 'Enacted' (waarbij de letter van de wet wordt toegepast) of 'substantially enacted' (waarbij de geest van de wet wordt toegepast, d.w.z. bepaalde aspecten) belastingtarieven worden gebruikt om de uitgestelde belastingen te bepalen.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden algemeen erkend voor alle tijdelijke belastingverschillen. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen wanneer het management het waarschijnlijk acht dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden op iedere balansdatum geëvalueerd en worden afgeboekt in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Uitgestelde belastingsverplichtingen en –vorderingen worden tegenover elkaar afgezet indien wettelijk is toegelaten om de verschuldigde belastingen en vorderingen tegenover elkaar af te zetten en indien deze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastingsautoriteiten en indien de Groep de intentie heeft dit recht uit te voeren. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 7.
De voorraden grondstoffen (hoofdzakelijk elektronische componenten) en goederen in bewerking, worden geboekt tegen de kostprijs (FIFO-methode) of, indien die lager is, tegen de realisatiewaarde.
De voorraden van afgewerkte producten worden geboekt tegen de laagste van de kostprijs of de netto realiseerbare waarde. De kostprijs omvat directe materialen en, indien van toepassing, directe arbeidskosten en de overheadkosten die zijn gemaakt om de voorraden naar hun huidige locatie en in hun huidige toestand te brengen. De kostprijs wordt berekend volgens de methode van het gewogen gemiddelde.
De netto realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs min de geschatte kosten om het product af te werken en om de verkoop te realiseren.
De Groep erkent voorraad in consignatie op haar balans tenzij er een aanzienlijke overdracht van de risico's en voordelen verbonden aan het eigendom heeft plaatsgevonden naar de geconsigneerde.
De Groep waardeert doorlopend de voorraden van verouderde artikelen of langzaam roterende artikelen, en legt waar nodig voorzieningen aan.
De materiële vaste activa van de Groep omvatten specifieke productieapparatuur en worden gewaardeerd tegen de historische kost min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Kosten, opgelopen na initiële erkenning zullen deel uitmaken van de waarde van het activa of zullen als afzonderlijk activa worden behandeld in de mate dat de verbonden toekomstige economische voordelen aan de Groep toekomen en indien de gerelateerde kosten op een betrouwbare wijze kunnen worden bepaald.
Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.
De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.
De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur, met name:
| Machines en computeruitrusting | 2 tot 10 jaar |
|---|---|
| Meubilair en rollend materieel | 5 jaar |
| Inrichtingen | 3 tot 9 jaar |
De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.
Activa in aanbouw worden geboekt aan kostprijs. Die omvat de kosten voor de bouw en materiële vaste activa en andere directe kosten. Deze activa worden slechts afgeschreven vanaf het ogenblik waarop ze klaar zijn voor hun bestemd gebruik. Op dat ogenblik worden de activa naar de relevante rubrieken binnen de materiële vaste activa verplaatst
Leasing operaties kunnen worden opgesplitst in twee soorten van leasing:
Leasing waarbij de Groep een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom op zich neemt worden in de categorie 'financiële leasing' ondergebracht. Zij worden gemeten tegen het laagste bedrag van de reële waarde en de geraamde huidige waarde van de minimale huurbetalingen bij het begin van de huur, te verminderen met de gecumuleerde afschrijvingen en verliezen door bijzondere waardeverminderingen.
Elke leasingbetaling wordt toegekend aan het passief en aan de financieringskosten om te komen tot een constante periodieke rentevoet op het uitstaande financieringssaldo. De overeenstemmende leasingverplichtingen, zonder financieringskosten, zijn opgenomen onder de schulden die op minder en op meer dan één jaar vervallen. Het rente-element wordt geboekt ten laste van de resultatenrekening over de leasingtermijn. Activa onder financiële leasing worden afgeschreven over de gebruiksduur van de activa volgens de door de Groep uiteengezette regels. Als er geen zekerheid bestaat of de Groep eigenaar zal worden van het actief op het einde van de huurovereenkomst, dan gebeurt de afschrijving over de kortste periode: de huurtermijn of de gebruiksduur van de activa.
Leasing waarbij een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom effectief door de verhuurder worden behouden, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen voor operationele leasing worden lineair ten laste genomen van de resultatenrekening over de duur van de overeenkomst. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 17.
Afzonderlijk verworven Immateriële vaste activa worden gewaardeerd bij de initiële opname op kostbasis verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde waardeverminderingen. Intern gegenereerde immateriële vaste activa, met uitzondering van geactiveerde ontwikkelingsprojecten, worden niet geactiveerd en de kost wordt opgenomen in het resultaat van het jaar waarin de kost zich voordoet.
Immateriële vaste activa worden afgeschreven op basis van hun economische gebruiksduur en de nood van een uitzonderlijke waardevermindering wordt geanalyseerd wanneer zich een indicatie tot waardevermindering voordoet. De afschrijvingsmethode en periode van het immaterieel vast actief met een gedefinieerde levensduur wordt minstens herzien op elk financieel jaareinde. Winsten of verliezen die hun oorzaak vinden in de buitengebruikstelling van een immaterieel vast actief worden berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het actief en worden opgenomen in het resultaat wanneer het actief wordt buiten gebruikgesteld.
Uitgaven voor onderzoek worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
De Groep gebruikt de boekhoudkundige kostenverminderingmethode voor onderzoekssubsidies waarbij het voordeel van de subsidie wordt erkend als een vermindering van de kostprijs van de aanverwante uitgaven. Dit wanneer is voldaan aan bepaalde criteria die zijn bedongen in de voorwaarden van die subsidieovereenkomsten en voor zover de nodige garanties werden gegeven dat de subsidies effectief zullen worden ontvangen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden opgenomen als immateriële activa conform IAS 38 Immateriële Activa, indien voldaan is aan de volgende criteria en de Groep de volgende zaken kan aantonen:
Het initieel opgenomen bedrag voor intern ontwikkelde immateriële vaste activa bestaat uit het totaal van de opgelopen kosten vanaf het moment waarop het immaterieel vast actief aan de hierboven beschreven criteria voldeed. Indien geen intern ontwikkeld immaterieel vast actief kan worden erkend, worden ontwikkelingskosten opgenomen in de resultatenrekening van de periode tijdens dewelke ze werden opgelopen.
Na hun initiële opname op de balans worden deze intern ontwikkelde immateriële activa gewaardeerd aan kost min gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde manier als de overige immateriële vaste activa. De afschrijvingen van de geactiveerde ontwikkelingskosten worden geboekt in de resultatenrekening onder de rubriek 'Onderzoeks- en Ontwikkelingkosten'.
Andere ontwikkelingsuitgaven worden opgenomen als kost wanneer ze worden opgelopen. Onderzoeks- en ontwikkelingskosten die in het vorige boekjaar werden opgenomen als kost, kunnen in een volgende periode niet worden opgenomen als een actief. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden rechtlijnig afgeschreven vanaf het begin van de commerciële verzending van het gecertificeerde product over de periode van zijn verwachte opbrengst die niet meer dan twee jaar bedraagt.
De overige immateriële vaste activa van de Groep omvatten:
Deze worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De afschrijvingen gebeuren lineair over de verwachte economische levensduur, die varieert tussen 1,5 en 5 jaar, afhankelijk van de specifieke licentie of software. De verwachte economische levensduur en de afschrijvingsperiode worden bij iedere rapporteringperiode geëvalueerd, waarbij het effect van eventuele aanpassingen op een prospectieve basis wordt opgenomen.
De Groep evalueert in elke rapporteringsperiode de vaste activa en bepaald in geval van bijzondere gebeurtenissen of wijzigingen of er enige indicatie bestaat tot het nemen van een bijzondere waardevermindering. Indien die indicaties er zijn, wordt de realisatiewaarde van het actief geschat om de bijzondere waardevermindering vast te leggen. Indien een individueel actief geen kasstromen genereert los van andere activa, dan zal de Groep een inschatting maken van de realisatiewaarde van de eenheid die de kasstromen genereert en waartoe het actief behoort.
Voor de immateriële vaste activa zal onmiddellijk een bijzondere waardevermindering worden geboekt zodra niet meer aan de vereiste criteria (zie boekhoudprincipe 8A) is voldaan. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur en immateriële vaste activa die nog niet klaar zijn voor ingebruikname worden jaarlijks getest op waardeverminderingen of telkens er een indicatie van waardevermindering is.
De realisatiewaarde is gelijk aan de hoogste van de marktwaarde verminderd met de verkoopkosten en de gebruikswaarde. De beoordeling van de gebruikswaarde gebeurt op basis van de huidige waarde van de verdisconteerde toekomstige kasstromen, gebruik makend van de discontovoet voor belastingen die de huidige marktcondities van de tijdswaarde van geld en de specifieke risico's verbonden aan het onderliggend activa voor zover de toekomstige kasstromen hier niet voor werden aangepast, weerspiegelt.
Indien de realisatiewaarde van het activa (of de kasstroom generende eenheid) lager is dan de huidige boekwaarde, zal de boekwaarde verlaagd worden tot de realisatiewaarde. Deze waardeverminderingen worden opgenomen in de resultatenrekening.
Bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere waardevermindering tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere waardevermindering, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere waardevermindering heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.
Een provisie wordt opgenomen indien:
Indien er niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt geen provisie genomen.
Het bedrag dat als voorziening erkend wordt is de beste raming van de vereisten om de huidige verplichting op de balansdatum te vereffenen, rekening houdend met de risico's en de onzekerheden die eigen zijn aan de verplichting. Indien sommige of alle economische voordelen die worden vereist om een voorziening te vergoeden, van een derde kunnen worden teruggevorderd, wordt de vordering aanzien als een activa indien het nagenoeg zeker is dat de terugbetaling zal worden ontvangen en indien het bedrag van terugbetaling betrouwbaar kan worden gemeten.
De Groep verleent garantie op haar producten vanaf de datum van verzending en/of verkoopdatum aan de eindklant. De garantietermijn is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert van 12 tot 24 maanden afhankelijk van de plaats waar de klant zich bevindt. Het beleid van de Groep bestaat erin de geraamde kosten van garantieverlening te boeken op het ogenblik dat de verkoop wordt opgetekend.
Op verkopen van de Groep buiten de Europese Unie is de garantietermijn beperkt tot ten hoogste één jaar.
Een herstructureringsprovisie wordt erkend wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel plan voor de herstructurering heeft opgesteld en voor dewelke een gegronde verwachting kenbaar werd gemaakt aan de getroffenen, dat het plan zal worden uitgevoerd door de aanvang van de uitvoering ervan of door het bekendmaken van de belangrijkste kenmerken van het plan aan de getroffenen. De grootorde van een herstructureringsprovisie omvat enkel die uitgaven die noodzakelijkerwijs voortvloeien uit de herstructurering en welke niet worden geassocieerd met de lopende activiteiten van de onderneming.
De Groep heeft een aantal pensioenplannen voor haar personeelsleden op basis van vastgelegde bijdragen (defined contribution). De activa worden beheerd in afzonderlijke fondsen of groepsverzekeringen. De bijdragen worden ten laste genomen van de resultatenrekening in het jaar waarop ze betrekking hebben.
De Groep koos voor een retrospectieve benadering waarbij de netto verplichting is opgenomen in de balans, gebaseerd op de som van de positieve verschillen, bepaald door de individuele pensioenspaarder, tussen de minimaal gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen op basis van de feitelijke rendementen op de sluitingsdatum.
De Groep maakt gebruik van op aandelen gebaseerde vergoedingen waarbij aandelen opties (hierna vernoemd als "warranten") worden toegekend aan werknemers, zelfstandigen en bestuurders. De kost van deze op aandelen gebaseerde transacties met werknemers, worden berekend op basis van de reële waarde op de datum van verwerving. De op aandelen gebaseerde vergoedingen worden als kost in de resultatenrekening opgenomen over de periode van verwerving, met een overeenkomstige toename van het eigen vermogen.
Het bedrag dat ten laste van de resultatenrekening dient te worden genomen over de verwervingsperiode wordt bepaald volgens de reële waarde van de warrants, welke wordt berekend op basis van het Black Scholes-model. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden die van toepassing waren bij het toekennen van de warrants. Op elke balansdatum herziet de Groep haar ramingen van het aantal warranten die vermoedelijk uitoefenbaar zullen worden tenzij de verbeuring van warranten plaatsvindt wegens het niet bereiken van de drempelwaarden. Eventuele correcties zullen worden uitgevoerd in de resultatenrekening en in het eigen vermogen over de resterende looptijd van de warrants. De direct toe te schrijven transactiekosten worden in mindering gebracht van het aandelenkapitaal (nominale waarde) en uitgiftepremie op het ogenblik waarop de warrants worden uitgeoefend.
Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 18.
De financiële activa en de financiële passiva worden opgenomen in de balans van de Groep zodra de Groep de contractuele bepalingen van het instrument onderschrijft.
Handelsvorderingen en overige vorderingen zijn in de balans opgenomen aan nominale waarde (in het algemeen het gefactureerde bedrag), verminderd met een waardevermindering voor dubieuze debiteuren. Dergelijke waardevermindering wordt opgenomen in de resultatenrekening als het waarschijnlijk is dat de Groep de vordering niet zal kunnen innen.
Voor klanten waarbij de openstaande vorderingen resulteren uit commerciële discussies, worden kortingen geboekt ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. In die gevallen waarbij het kredietrisico resulteert uit de mogelijkheid dat individuele klanten niet langer in staat zouden blijken om aan hun financiële verplichtingen te voldoen, worden de waardeverminderingen geboekt als waardevermindering voor dubieuze debiteuren.
Zelfs indien één bepaald merk of een wereldwijde mobiele operator een aanzienlijk percentage van de handelsvorderingen van de Groep zou vertegenwoordigen, dan nog sluit de Groep transacties met de individuele verbonden telecomoperatoren, die vrij zijn om hun eigen contracten te onderhandelen en hun eigen aankooporders te plaatsen. Deze verbonden operatoren hebben een verschillend risicoprofiel en kunnen genieten van verschillende voorwaarden.
De overige vorderingen worden vermeld op basis van hun nominale waarde (over het algemeen het gefactureerde bedrag) verminderd met een voorziening voor dubieuze debiteuren mocht dit noodzakelijk blijken.
Handels- en overige schulden worden gewaardeerd tegen afgeschreven kostprijs. Deze is berekend, gebruik makend van de effectieve interest methode verminderd met eventuele waardeverminderingen.
Als liquide middelen zijn te beschouwen cash, termijndeposito's en de gemakkelijk realiseerbare beleggingen met een looptijd van ten hoogste drie maanden op moment van aankoop. Liquide middelen bestaan hoofdzakelijk uit termijndeposito's bij handelsbanken met een hoge kredietwaardigheidscore.
Met betrekking tot het geconsolideerde kasstroomoverzicht bevatten de liquide middelen cash en korte termijn deposito's, zoals hierboven omschreven.
Kosten van leningen worden opgenomen op het moment dat de kost zich voordoet.
In het geval de Groep gebruik zou maken van afgeleide financiële instrumenten zoals termijncontracten om haar wisselkoersrisico in te dekken, worden deze afgeleide financiële instrumenten initieel opgenomen aan hun reële waarde op datum van afsluiting van het contract en worden geregeld geherwaardeerd aan hun reële waarde, opgenomen in de resultatenrekening. Voor financiële instrumenten, waarvoor er geen actieve markt bestaat, wordt een aanvaardbare waarderingstechniek gebruikt om de reële waarde te bepalen. Derivaten worden opgenomen als een financieel actief indien de reële waarde positief is en als financieel passief indien de reële waarde negatief is. Elke winst of verlies van de derivaten, voortvloeiend uit de wijziging in reële waarde gedurende het jaar en welke niet onder de classificatie vallen voor hedge accounting (indekkingen) worden onmiddellijk opgenomen als winst of verlies.
De winst per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen uitstaand tijdens de periode.
De winst per verwaterd aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal verwaterde aandelen uitstaand tijdens de periode en de conversie van de converteerbare obligatie.
Een segment is een autonoom deel van de Groep dat specifieke producten of diensten levert (operationeel segment), of producten of diensten levert binnen een bepaalde economische omgeving bezig is (geografisch segment), dat aan risico's onderhevig is en opbrengsten genereert die van andere segmenten te onderscheiden zijn.
Segmentresultaten omvatten de opbrengsten en kosten die direct toe te schrijven zijn aan het segment en het relevante gedeelte van de opbrengsten en kosten die op een redelijke wijze aan het segment kunnen worden toegewezen.
De operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van interne rapportering omtrent de onderdelen van de Groep en welke op regelmatige basis worden beoordeeld door de "chief operating decision maker" met het doel om de nodige middelen toe te wijzen aan de segmenten en om hun prestaties te beoordelen.
Segmentinformatie wordt voorgesteld met betrekking tot de operationele segmenten en geografische segmenten van de Groep. De Groep volgt haar activiteiten op projectbasis op waarbij elk project een verzameling van producten met gelijkaardige technologieën vertegenwoordigt.
IFRS 8 vereist dat de operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapportering betreffende de componenten van de Groep welke op regelmatige basis worden besproken door het management van de Groep met als doel de nodige middelen toe te wijzen aan deze segmenten en om hun werking in te schatten.
Het primaire rapporteringssegment werd bepaald als zijnde het operationele segment, elk segment is een autonoom component van de Groep welke specifieke producten of diensten levert:
Hierna een analyse van de opbrengsten en de bedrijfsresultaten van de Groep per gerapporteerd segment:
| In duizend EUR | Opbrengsten van externe klanten | Resultaat van het operationeel segment |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| 2014 | 2013 | 2014 | 2013 | ||
| Devices & Solutions | 1 197 | 3 754 | ( 449) | 2 626 | |
| Embedded & Solutions | 2 079 | 3 462 | 226 | (2 070) | |
| M2M | 1 261 | 1 853 | (1 938) | ( 721) | |
| Andere | 693 | 325 | 655 | ( 23) | |
| Totaal | 5 230 | 9 394 | (1 506) | ( 188) | |
| Niet toegewezen bedrijfskosten | (9 514) | (10 865) | |||
| Financiële (kosten) / opbrengsten |
(1 802) | ( 625) | |||
Het resultaat van het operationele segment vertegenwoordigt het resultaat van elk segment met inbegrip van de bedrijfskosten welke toewijsbaar zijn aan het operationele segment. De bedrijfskosten die kunnen worden toegewezen zijn in hoofdzaak de waardeverminderingen, kosten in verband met royalty's en personeelsgebonden kosten welke werden toegewezen aan het operationele segment. De overige bedrijfskosten, met inbegrip van voornamelijk de algemene- en administratiekosten,
Belastingen ( 34) ( 24)
Nettoresultaat (12 856) (11 703)
afschrijvingen en personeelsgebonden kosten niet toewijsbaar aan een specifiek segment, werden gerapporteerd onder de "niet toegewezen bedrijfskosten".
Uitgedrukt in % van de totale verkopen zijn er twee klanten die elk meer dan 10% uitmaken, respectievelijk 17% en 13%. De top 5 is goed voor 47% van de totale verkopen.
Gegeven het beperkt aantal klanten, worden de verkopen wereldwijd opgevolgd in plaats van op regionaal niveau. Vooral Europa (Turkije 14%, België 9%) en de Amerikaanse continenten vormen de doelgroep. De stijging in het gedeelte 'Andere' is te danken aan de verkopen in Australië.
| Opbrengsten | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Europa | 47% | 50% |
| Amerika | 34% | 34% |
| Azië | 11% | 15% |
| Andere | 8% | 1% |
Aangezien de Groep geen segmenten rapporteert op balansniveau aan het management van de Groep, kan geen informatie over activa en passiva per segment worden bekendgemaakt.
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen zijn opgenomen in | |||
|---|---|---|---|
| volgende lijnen van de resultatenrekening: |
| volgende lijnen van de resultatenrekening: | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Waarde | Bijzondere waarde | |||||||
| Afschrijv | ingen op | v | erminderingen op | v | erminderingen op | |||
| materiële v | aste | immateriële v | aste | immateriële v | aste | |||
| In k€ (duizend EUR) | activ | a | activ | a | activ | a | Totaal | |
| 2014 | 2013 | 2014 | 2013 | 2014 | 2013 | 2014 | 2013 | |
| Kostprijs v erkochte goederen |
- | 6 | - | - | - | - | - | 6 |
| Bedrijfskosten, welke | ||||||||
| omv atten : |
||||||||
| - Onderzoeks- en | ||||||||
| ontwikkelingskosten | 106 | 282 | 3 246 | 3 449 | - | 103 | 3 352 | 3 834 |
| - Kosten v an v erkoop, |
||||||||
| marketing en royalty's | 6 | 12 | 47 | 104 | - | - | 53 | 116 |
| - Algemene en | ||||||||
| administratiekosten | 84 | 85 | 5 | 6 | - | - | 89 | 91 |
| Totaal | 196 | 385 | 3 298 | 3 559 | 0 | 103 | 3 494 | 4 047 |
In 2014 heeft de Groep de geactiveerde R&D projecten herzien wat resulteerde in geen bijzondere waardevermindering (2013: k€ 103). Deze waardevermindering was voornamelijk toe te schrijven aan de wijzigende technologieën en de snel wijzigende marktomstandigheden.
De onderzoeks- en ontwikkelingskosten die in het resultaat werden opgenomen bedroegen k€ 2 348 (2013: k€ 3 582).
Personeelskosten en overige sociale voordelen zijn opgenomen in de volgende rubrieken van de resultatenrekening:
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Kostprijs verkochte goederen Onderzoeks- en ontwikkelingskosten Kosten van verkoop, marketing en royalty's Algemene en administratiekosten |
- 2 562 2 113 981 |
46 1 547 2 810 4 086 |
| Totaal | 5 656 | 8 490 |
De belangrijkste reden voor de daling van de algemene en administratieve bedrijfskosten is de sluiting van de faciliteit in Cork. Zoals uitgelegd in toelichting 15 werden de Kosten van verkoop, marketing en royalty's positief beïnvloed door een winst van 3,2 miljoen EURO in 2013. De impact voor 2014 is k€ 0.
Op jaareinde had 93,5%, of k€ 2 758 van de kostprijs van de verkochte goederen betrekking op materialen (2013: 95,1% of k€ 5 724).
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Lonen en wedden | 4 352 | 4 892 |
| Sociale-zekerheidsbijdragen | 1 442 | 1 862 |
| Overige personeelskosten | 358 | 357 |
| Bijdrage in pensioenfondsen | 238 | 299 |
| Herstructureringskosten met betrekking op personeelskosten | ( 47) | 1 080 |
| 6 343 | 8 490 | |
| a) Totaal aantal ingeschreven personeelsleden per einde |
||
| boekjaar | 97 | 107 |
| b) Gemiddeld personeelsbestand in voltijdse equivalenten |
105 | 120 |
| Bedienden | 104 | 118 |
| Management | 1 | 2 |
Werknemers van de vennootschap nemen deel aan toegezegde pensioenbijdragen, gefinancierd via Delta Lloyd en Vivium. De bijdrages voor de werknemers betaald aan Delta Lloyd en Vivium zijn gebaseerd op een vast percentage van het salaris.
Volgens de wet zijn werkgevers verplicht om een gemiddeld minimaal rendement te garanderen over de carrière heen van de werknemer, op dit moment gelijk aan 3,75 % op de werknemersbijdragen en 3,25 % op de werkgeversbijdragen betaald vanaf van 1 januari 2004. Deze percentages kunnen in de toekomst bij koninklijk besluit worden gewijzigd, en de wetgeving voorziet dat in desbetreffend geval de nieuwe tarieven ook van toepassing zijn voor de geaccumuleerde bijdragen uit het verleden en dat vanaf de datum van de wijziging en later. Er is een risico dat de Vennootschap aanvullende bijdragen gerelateerd aan diensten uit het verleden moet betalen. Eventuele dergelijke aanvullende bijdragen hangen af van het huidige beleggingsrendement evenals van de toekomstige evolutie van de minimaal gegarandeerde rendementen.
Sinds 2003 dragen de Vennootschap en twee van haar dochterondernemingen bij tot plaatselijke pensioenfondsen, die worden beheerd door verzekeringsmaatschappijen met een hoge kredietwaardigheidsgraad. Het betreft programma's met vaste bijdragen (de zogenaamde defined contribution-plannen) waarbij de bijdrage gedeeltelijk vast is en gedeeltelijk wordt gekoppeld aan de bedrijfswinst. Voor het Belgische pensioenplan is een minimale return van 3,25% gegarandeerd voor de werknemers. Deze return wordt gegarandeerd door Option. De bijdrage aan pensioenfondsen bedroeg k€ 223 (2013: k€ 299). Geen substantiële onderfinanciering wordt op dit ogenblik verwacht.
Een netto verplichting van k€ 14 werd opgenomen in de balans per 31 december 2014, en dit op basis van de som van de positieve verschillen, bepaald door de individuele pensioenspaarders, tussen de minimaal gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen op basis van het huidige rendement op vervaldatum.
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Interestopbrengsten | 13 | 209 |
| Nettowisselkoers winsten | 938 | 10 |
| Overige | - | 48 |
| Financiële opbrengsten | 951 | 267 |
| Interestkosten | (1 676) | ( 705) |
| Nettowisselkoers verliezen | (1 067) | ( 149) |
| Overige, in hoofdzaak bankkosten en betalingsverschillen | ( 10) | ( 38) |
| Financiële kosten | (2 753) | ( 892) |
| Financieel netto resultaat | (1 802) | ( 625) |
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Belastingsinkomsten / (uitgaven) omvatten: | ||
| Verschuldigde/Terug te vorderen belastingen op het resultaat | ( 34) | ( 24) |
| Uitgestelde belastingvorderingen / (uitgaven) | - | - |
| Totale belastingsinkomsten / (uitgaven) | ( 34) | ( 24) |
| Resultaat voor belastingen | (12 822) | (11 679) |
| Belastinginkomst / (uitgave) berekend aan 33,99% | (4 358) | (3 970) |
| Effect van niet belastbare inkomsten | ( 41) | - |
| Effect van niet aftrekbare uitgaven | 105 | 150 |
| Effect van concessies en andere fiscaal verrekenbare tegoeden | ( 88) | ( 236) |
| Effect van ongebruikte fiscale verliezen welke niet werden erkend | ||
| in het jaar | 3 517 | 4 480 |
| Effect van eerder opgenomen fiscale verliezen en verrekenbare | ||
| tijdelijke verschillen, afgeschreven in het lopende jaar | 1 073 | ( 268) |
| Effect van de verschillende belastingtarieven van | ||
| dochterondernemingen onder verschillende belastingregimes | ( 174) | ( 132) |
| Belastinginkomsten / (uitgaven) opgenomen in de | ||
| resultatenrekening | ( 34) | ( 24) |
De belastingvoet die werd gebruikt in bovenstaande reconciliatie voor 2014 en 2013 is de vennootschapsbelastingvoet van 33,99% die van toepassing is op ondernemingen onderhevig aan het Belgische belastingregime.
Tengevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in dit opzicht het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen in 2010. Alhoewel de uitgestelde belastingvorderingen niet meer werden opgenomen op de balans van de Groep, is het gebruik van deze fiscale verliezen en verrekenbare tijdelijke verschillen nog geldig en onbeperkt overdraagbaar in tijd, met uitzondering van het gedeelte dat betrekking heeft op de "notionele intrestaftrek" van 2012 en eerder, welke is gelimiteerd tot een periode van 7 jaar. De totale niet-erkende belastingverliezen bedroegen k€ 192 123, die allemaal onbeperkt in de tijd overdraagbaar zijn. Uitgezonderd de notionele-interestaftrek, waarvoor k€ 2 633 vervalt in 2015, k€ 974 in 2016, k€ 935 in 2017 en k€ 22 in 2018.
| In k€ (duizend EUR) | Geactiveerde ontwikkelings- octrooien en kosten |
Concessies, licenties |
Software | Totaal 2014 |
|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Saldo op 1 januari 2014 | 96 015 | 6 853 | 2 733 | 105 601 |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Verwervingen | - | - | - | - |
| Uitgaven van productontwikkeling, na aftrek van ontvangen | ||||
| subsidies | 2 348 | - | - | 2 348 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | - | - | ( 47) | ( 47) |
| Overige bewegingen | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2014 | 98 363 | 6 853 | 2 686 | 107 902 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Saldo op 1 januari 2014 | (92 083) | (6 796) | (2 717) | (101 596) |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Afschrijvingen | - | ( 57) | ( 12) | ( 69) |
| Afschrijving van gekapitaliseerde eigen ontwikkelingsprojecten | (3 229) | - | - | (3 229) |
| Bijzondere waardeverminderingen | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | - | - | 43 | 43 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2014 | (95 312) | (6 853) | (2 686) | (104 851) |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2014 | 3 932 | 57 | 16 | 4 005 |
| Op 31 december 2014 | 3 051 | - | - | 3 051 |
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Saldo op 1 januari 2013 | 94 181 | 6 853 | 2 823 | 103 857 |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | ( 1) | ( 1) |
| Verwervingen | - | - | 7 | 7 |
| Uitgaven van productontwikkeling | 2 788 | - | - | 2 788 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | - | - | ( 95) | ( 95) |
| Overige bewegingen | ( 954) | - | - | ( 954) |
| Saldo op 31 december 2013 | 96 015 | 6 853 | 2 733 | 105 601 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Saldo op 1 januari 2013 | (89 602) | (6 651) | (2 722) | (98 975) |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | 1 | 1 |
| Afschrijvingen | - | ( 145) | ( 83) | ( 228) |
| Afschrijving van gekapitaliseerde eigen ontwikkelingsprojecten | ||||
| (3 332) | - | - | (3 332) | |
| Bijzondere waardeverminderingen | ( 103) | - | ( 1) | ( 104) |
| Buitengebruikstellingen | - | - | 87 | 87 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | 954 | - | - | 954 |
| Saldo op 31 december 2013 | (92 083) | (6 796) | (2 717) | (101 596) |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2013 | 4 579 | 202 | 101 | 4 882 |
| Op 31 december 2013 | 3 932 | 57 | 16 | 4 005 |
Jaarlijks herziet de Groep de bestaande geactiveerde R&D ontwikkelingen wat leidde tot geen waardevermindering voor 2014 (2013: k€ 1 034) die hoofdzakelijk haar oorzaak vindt in wijzigende technologieën en snel wijzigende marktomstandigheden. Deze analyse was gebaseerd op "platform gerelateerde" projecten met een sneller dan verwacht einde van hun levensduur, projecten met een verminderde bijdrage en op projecten met weinig of geen zicht op opbrengsten na 2014. De waarde werd bepaald op basis van een raming van de verwachte contributie van deze projecten in de volgende kwartalen.
Deze uitzonderlijke waardevermindering werd in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen in de lijn "onderzoeks- en ontwikkelingskosten".
De geactiveerde ontwikkelingsprojecten omvatten voornamelijk het M2M-project, met een realisatiewaarde van k€ 2 135 op 31 december 2014 en een 4G-project (voor een bedrag van k€ 916) dat zes maanden is afgeschreven. De resterende afschrijvingsperiode is 18 maanden. Verder rapporteert de Groep geen netto-boekwaarde voor serverlicenties en software.
| In k€ (duizend EUR) | ||||
|---|---|---|---|---|
| Machines | rollend materieel |
Inrichtingen | Totaal 2014 | |
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Saldo op 1 januari 2014 | 22 215 | 1 581 | 1 014 | 24 810 |
| Netto-valutakoersverschillen | 4 | 5 | 1 | 10 |
| Verwervingen | 5 | - | - | 5 |
| Buitengebruikstellingen | ( 70) | ( 17) | ( 3) | ( 90) |
| Overige bewegingen | ( 42) | 40 | - | ( 2) |
| Saldo op 31 december 2014 | 22 112 | 1 609 | 1 012 | 24 733 |
| Afschrijvingen | ||||
| Saldo op 1 januari 2014 | (21 845) | (1 501) | (1 009) | (24 355) |
| Netto-valutakoersverschillen | ( 4) | ( 5) | ( 1) | ( 10) |
| Afschrijvingen | ( 142) | ( 45) | ( 2) | ( 189) |
| Uitzonderlijke waardeverminderingen | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | 60 | 14 | 2 | 76 |
| Overige bewegingen | 35 | ( 35) | - | - |
| Saldo op 31 december 2014 | (21 896) | (1 572) | (1 010) | (24 478) |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2014 | 370 | 80 | 5 | 455 |
| Op 31 december 2014 | 216 | 37 | 2 | 255 |
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Saldo op 1 januari 2013 | 22 432 | 1 639 | 1 014 | 25 085 |
| Netto-valutakoersverschillen | ( 2) | - | - | ( 2) |
| Verwervingen | 18 | 3 | - | 20 |
| Buitengebruikstellingen | ( 235) | ( 60) | - | ( 295) |
| Overdracht naar andere activacategorieën | 2 | ( 1) | - | 1 |
| Saldo op 31 december 2013 | 22 215 | 1 581 | 1 014 | 24 810 |
| Afschrijvingen | ||||
| Saldo op 1 januari 2013 | (21 721) | (1 500) | (1 006) | (24 227) |
| Netto-valutakoersverschillen | 2 | - | - | 2 |
| Afschrijvingen | ( 340) | ( 44) | ( 3) | ( 386) |
| Uitzonderlijke waardeverminderingen | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | 215 | 42 | - | 257 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | ( 2) | 1 | - | ( 1) |
| Saldo op 31 december 2013 | (21 845) | (1 501) | (1 009) | (24 355) |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2013 | 711 | 139 | 8 | 857 |
| Op 31 december 2013 | 370 | 80 | 5 | 454 |
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 1 199 | 1 448 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen | ( 544) | ( 539) |
| Subtotaal | 655 | 909 |
| Terugvorderbare BTW | 60 | 189 |
| Overige vorderingen | 133 | 252 |
| Subtotaal | 193 | 441 |
| Totaal | 848 | 1 350 |
In verband met de voorwaarden met betrekking tot vorderingen op verbonden partijen, refereren we naar toelichting 23.
Handelsvorderingen zijn niet-rentegevend en hebben een gemiddelde termijn van 30 tot 40 dagen.
De overige vorderingen zijn voornamelijk recupereerbare belastingen en vorderingen met betrekking tot een vooraf aangerekende huur betreffende een onderverhuur.
| In k€ (duizend EUR) | Bruto Bedrag Waardeverminderingen voor dubieuze |
|||
|---|---|---|---|---|
| 2014 | 2013 | vorderingen 2014 |
2013 | |
| < 60 dagen | 547 | 596 | - | - |
| 60 - 90 dagen | 34 | 10 | - | - |
| 90 - 120 dagen | - | - | - | - |
| > 120 dagen | 618 | 841 | ( 544) | ( 539) |
| 1 199 | 1 448 | ( 544) | ( 539) |
We verwijzen eveneens naar toelichting 21 voor verdere informatie omtrent kredietrisico.
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Kaswaarborgen | 17 | 125 |
| 17 | 125 |
Overige vorderingen op lange termijn zijn voornamelijk toe te wijzen aan huurwaarborgen in de belangrijkste vestigingen.
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Overige Financiële activa | 1 236 | 1 236 |
| 1 236 | 1 236 |
In september 2011 investeerde Option k€ 1 043 (oftewel 6,67%) in Autonet Mobile Inc. om de eerste mobiele IP-gebaseerde Telematics Control Unit (TCU) voor de autosector voort te brengen. Door dit strategisch partnership aan te gaan, combineert Option de kennis van de autosector met het ontwerpen en ontwikkelen van draadloze oplossingen.
In februari 2012 en 2013 participeerde de Groep in twee kapitaalverhogingen van Autonet voor een totaal van k€ 193.
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | % | 2013 | % |
|---|---|---|---|---|
| Grondstoffen | 605 | 19,3% | 849 | 24,9% |
| Goederen in bewerking | 1 385 | 44,1% | 2 149 | 63,0% |
| Voorraden afgewerkte producten | 3 156 | 100,5% | 3 601 | 105,6% |
| Waardevermindering op voorraden | (2 007) | 63,9% | (3 189) | (93,5%) |
| 3 139 | 3 410 |
Grondstoffen bestaan voornamelijk uit chipsets en componenten. Goederen in bewerking zijn geassembleerde gedrukte schakelingen (PCB's of printed circuit boards) en de voorraad afgewerkte producten betreft goederen klaar voor verzending naar de eindklant.
De voorraden daalden van k€ 3 410 tot k€ 3 139 op het einde van 2014. Op het einde van 2014 bedroeg de totale waardevermindering op voorraden k€ 2 007 (2013: k€ 3 189). Deze daling is voornamelijk te wijten aan de vernietiging van producten op het einde van hun levensduur.
De provisie voor voorraden is opgezet met als doel overtollige voorraadposities in te dekken en voorraadwaarden voor sommige producten in lijn te brengen met hun netto realiseerbare waarde.
Er zijn geen voorraden als borg gegeven aan schuldeisers. Voor bijkomende informatie verwijzen we naar toelichting 2.
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Korte termijnbeleggingen | - | - |
| Middelen bij financiële instellingen | 1 549 | 1 618 |
| Kasgeld | 5 | 5 |
| 1 554 | 1 623 |
Eind 2014 heeft de Groep geen kortetermijndeposito's.
Op 11 april 2014 maakte de raad van bestuur bekend dat een bedrag van € 12 miljoen was verzekerd via de uitgifte van een converteerbare obligatie die onderschreven werd door 16 partijen. Deze converteerbare obligatie over vijf jaar loopt af in april 2019 en kan op vraag van de obligatiehouder worden omgezet in 61 544 958 nieuwe aandelen van Option NV. De converteerbare obligatie heeft een jaarlijkse intrestvoet van 9 % met een initiële conversieprijs van € 0,295. Dat stemt overeen met de gemiddelde koers van het aandeel gedurende de dertig dagen voorafgaand aan de uitgifte van de converteerbare obligatie. De oorspronkelijke conversieprijs zal worden aangepast in het geval van dilutieve kapitaaltransacties. De conversie kan voor het eerst gebeuren tussen 15 april 2015 en 30 april 2015. Daarna volgen nog conversieperiodes van 15 april tot 30 april en van 15 oktober tot 31 oktober.
De converteerbare obligatie werd verwerkt volgens de IFRS-standaarden zoals beschreven in IAS 39. IAS vereist dat de emittent van een samengesteld financieel instrument de schuldcomponent en de eigen vermogenscomponent afzonderlijk voorstelt in de financiële staten, met name als volgt:
De verplichting van de emittent om in de tijd vastgestelde interest- en hoofdsombetalingen te doen, is een financiële schuld die bestaat zolang het instrument niet geconverteerd wordt. Op deze schuld wordt intrest erkend, waarbij de oorspronkelijke marktinterestvoet geldt als de werkelijke interestvoet. Bij de oorspronkelijke verwerking wordt de waardering van de schuldcomponent bepaald als de huidige waarde van de contractueel bepaalde toekomstige kasstromen verdisconteerd tegen de marktconforme interestvoet voor vergelijkbare kredietinstrumenten die gelijkwaardige kasstromen geven, tegen dezelfde voorwaarden maar zonder de mogelijkheid tot conversie.
In 2013 werd een converteerbare obligatie uitgegeven voor een totaal bedrag van € 9 miljoen. De converteerbare obligatie over vijf jaar heeft een jaarlijkse intrestvoet van 5 %. De marktinterestvoet die gebruikt werd om de reële waarde van de obligatie te berekenen, bedraagt 8 %.
In 2014 werd 3,5 miljoen van de obligatie omgezet in eigen vermogen.
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Opbrengst van de uitgifte 2013/ dec. 2014 | 5 500 | 9 000 |
| Verplichtingscomponent op datum van uitgifte 2013/ dec. 2014 | (4 623) | (7 922) |
| Eigen vermogen component | 877 | 1 078 |
| Verplichtingscomponent op datum van uitgifte 2013/dec 2014 | 4 623 | 7 922 |
| Aangerekende interest berekend aan een effectieve rente van 8% | 1 128 | 475 |
| Aangerekende interest | ( 716) | ( 338) |
| Verplichtingscomponent 31 december | 5 036 | 8 060 |
In april 2014 werd een tweede converteerbare obligatie uitgegeven voor een totaal bedrag van € 12 miljoen. De converteerbare obligatie over vijf jaar heeft een jaarlijkse intrestvoet van 9 %. Omdat deze obligatie werd onderschreven door externe partijen, wordt de marktrente verondersteld gelijk te zijn aan de jaarlijkse rentevoet. De intresten worden gekapitaliseerd bij het uitstaande hoofdbedrag van de obligatie en dat op een halfjaarlijkse basis. Dit resulteerde in een schuldintrest op lange termijn van k€ 539 en een schuldintrest op korte termijn van k€ 243 op het jaareinde van 2014.
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Leasing en soortgelijke verplichtingen | - | 7 |
| Andere leningen | - | 500 |
| - | 507 |
De andere lening op korte termijn die in 2013 werd toegekend, heeft een jaarlijkse interestvoet van 5 %. Deze lening verviel op 31 januari 2014, maar werd verlengd tot 30 apri1 2014 en terugbetaald in april 2014.
In 2013 en 2014 had de Vennootschap noch faciliteiten noch pand op handelszaken van de Vennootschap.
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 4 336 | 5 520 |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | 2 271 | 2 564 |
| Overige schulden | 938 | 829 |
| 7 545 | 8 912 |
De termijnen en voorwaarden van bovenvermelde schulden zijn:
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Uitgestelde opbrengsten | - | 200 |
| - | 200 |
De stijging van de uitgestelde opbrengsten in 2013 was het resultaat van vooraf aangerekende huur voor 2014, die voortkomt uit onderverhuur (zie toelichting 17 – operationele leasing).
| In k€ (duizend EUR) | 2013 | Toe voeging |
(Aan wending) |
(Terug neming) |
2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| Voorziening voor | |||||
| garantieverplichtingen Verliezen op |
32 | 26 | - | - | 58 |
| leveranciersovereenkomsten Juridische en overige claims |
180 - |
20 - |
- - |
- - |
200 - |
| Voorziening voor herstructurering | 183 | - | - | ( 183) | - |
| 395 | 46 | - | ( 183) | 258 |
De voorziening voor garantieverplichtingen werd verhoogd met een bedrag van k€ 26, voornamelijk te wijten aan de transfer van Cork naar Option NV in Leuven. Om dezelfde reden werd k€ 20 toegevoegd aan het verlies op leveranciersovereenkomsten.
De herstructureringsprovisie van k€ 183 werd teruggenomen voor de sluiting van Option Frankrijk en Option Duitsland.
Huurgelden van niet-verbreekbare operationele leasingcontracten zijn als volgt betaalbaar:
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Minder dan één jaar | 540 | 1 170 |
| Tussen één en vijf jaar | 224 | 727 |
| Meer dan vijf jaar | - | - |
| 764 | 1 897 |
De Groep huurt een aantal kantoren, wagens en kantoormateriaal via operationele leasing. De leasing loopt gewoonlijk over een initiële periode van vijf tot tien jaar, met een optie om de leasing na die datum te hernieuwen. De aflossingen worden jaarlijks geïndexeerd. Geen enkele van de leasingcontracten omvat bijkomende huurverplichtingen.
In 2014 werd k€ 1 017 aan operationele leasing geboekt als een kost in de resultatenrekening (2013: k€ 1 492).
Huurgelden van niet-verbreekbare onderverhuurde huurcontracten zijn als volgt betaalbaar:
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Minder dan één jaar | - | 200 |
| Tussen één en vijf jaar | - | - |
| Meer dan vijf jaar | - | - |
| - | 200 |
In 2014 liep de onderverhuur met een derde partij, aangegaan in 2011, af in mei 2014. Geen enkele van de leasingcontracten omvat bijkomende huurverplichtingen. In 2014 werd k€ 200 (2013: k€ 480) opgenomen in de resultatenrekening als huuropbrengsten.
Op het jaareinde 2014 was de Groep op de hoogte gebracht van volgende belangrijke aandeelhouders:
| Identiteit van de persoon, entiteit of groep van personen of entiteiten |
Aantal gewone aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële instrumenten |
|---|---|---|
| Jan Callewaert | 14 809 008 | 15,62% |
| Vrij verhandelbare aandelen | 79 970 282 | 84,38% |
| Totaal uitstaande aandelen | 94 779 290 | 100% |
Het toegestane aandelenkapitaal per eind 2014 bestond uit 94 779 290 gewone aandelen voor een totaalbedrag van € 4 738 964,50. De aandelen hebben geen nominale waarde en zijn allen volledig volstort. Alle aandelen van de Vennootschap hebben dezelfde rechten.
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Op 31 december | 3 763 | 1 078 |
We verwijzen naar 4.1.5 voor meer informatie over de vermogensbewegingen.
Op 16 juni 2014 keurde de Buitengewone Algemene Vergadering der Aandeelhouders van de Vennootschap de uitgifte van 5 000 000 warranten "2014" goed, die werden aangeboden aan leden van het Executive Management Team, werknemers en bepaalde onafhankelijke contractors aangeduid bij naam. Een totaal van 1 580 000 warranten "2014" werd aanvaard door de begunstigden in 2014.
De belangrijkste voorwaarden van het warrantenplan "2014" aangaande de vermelde warranten zijn de volgende:
De warranten werden gewaardeerd aan de hand van het Black & Scholes model. Waar relevant, is de verwachte levensduur in het model aangepast volgens de beste inschatting van het management. De verwachte volatiliteit is gebaseerd op de historische volatiliteit van de aandelenkoers over de voorbije 4 jaar. De risicovrije rentevoet is gebaseerd op de OLO-rente zoals gewaardeerd door de Nationale Bank van België.
De volgende inputss in het model werden toegepast voor de aanvaarde warranten "2014" in de loop van 2014 met inbegrip van de gewogen gemiddelde reële waarde van de warranten "2014".
| Gegevens ingebracht in het model | Warrants 2014 aangeboden en aanvaard door Bestuurders en EMT leden |
Warrants 2014 aangeboden en aanvaard door zelfstandigen |
Warrants 2014 aangeboden en aanvaard door personeels leden |
|---|---|---|---|
| Aangeboden op | 25/sep/14 | 25/sep/14 | 25/sep/14 |
| Aandelenkoers op datum van acceptatie | 0,3 | 0,3 | 0,3 |
| Uitoefenprijs | 0,52 | 0,52 | 0,34 |
| Verwachte volatiliteit | 64,38% | 64,38% | 64,38% |
| Verwachte levensduur van de warranten | 5 jaar | 5 jaar | 3 jaar |
| Risicovrij interestpercentage | 0,20% | 0,20% | 0,20% |
| Aantal aanvaarde warrants | 1 300 000 | 200 000 | 80 000 |
| Aantal uitstaande gewone aandelen | 94 779 290 | 94 779 290 | 94 779 290 |
| Gewogen gemiddelde waarde per warrant | 0,12 | 0,12 | 0,12 |
Hieronder afgestemd de uitstaande warranten "2014" die werden toegekend en aanvaard volgens het plan aan het begin en einde van het boekjaar 2014:
| Aantal warranten in "2014" |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
|
|---|---|---|
| Beginwaarde per 1 januari 2014 | - | - |
| Aanvaard in 2014 | 1 580 000 | 0,51 |
| Uitgeoefend in 2014 | - | - |
| Verbeurd in 2014 | - | - |
| Eindwaarde per 31 december 2014 | 1 580 000 | 0,51 |
De kost voor de toegekende warranten "2014" voor het boekjaar 2014 werd berekend op k€ 26.
Geen van de warranten "2014"" werd uitgeoefend gedurende het boekjaar 2014.
Alle andere warranten van de Vennootschap zijn verbeurd.
Op 28 maart 2013 gaf Option een converteerbare obligatie van € 9 miljoen uit, die onderschreven werd door vijf partijen: de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV voor € 2 miljoen, Athos Investments voor € 1 miljoen, Life Science Research Partners voor € 0,5 miljoen, Mondo voor € 0,5 miljoen en Jan Callewaert voor € 5 miljoen. Deze converteerbare obligatie heeft een looptijd van vijf jaar en vervalt in maart 2018. De obligaties kunnen worden geconverteerd in 31 578 947 nieuwe aandelen van Option NV. De converteerbare obligatie heeft een jaarlijkse interestvoet van 5 % met een initiële conversieprijs van € 0,285. Dat stemt overeen met de gemiddelde koers van het aandeel gedurende de dertig dagen voorafgaand aan de uitgifte van de converteerbare obligatie.
Via notariële aktes op 2 juni 2014 en 2 december 2014, werd de conversie van respectievelijk 25 en 10 converteerbaarbare obligaties en de daaraan verbonden kapitaalsverhoging bevestigd door de Raad van Bestuur.
Op 11 april 2014 gaf Option een tweede converteerbare obligatielening uit voor een totaal bedrag van € 12 miljoen. De financiering werd onderschreven door Quaeroq CVBA voor € 4 miljoen, Alychlo NV, holding van Marc Coucke, voor € 2,7 miljoen, Vermec NV voor € 1,5 miljoen, Jan Callewaert voor € 0,5 miljoen, Frank Deschuytere, CEO van Option, voor € 0,2 miljoen en een aantal particuliere investeerders en bedrijven voor € 3,1 miljoen. De converteerbare obligatie over vijf jaar heeft een looptijd tot april 2019 en heeft een jaarlijkse intrest van 9%, met een initiële conversieprijs van € 0,295, wat de gemiddelde prijs was van het Option-aandeel tijdens de 30 dagen voorafgaand aan de uitgifte van de converteerbare obligatie. De rente wordt gekapitaliseerd met de uitstaande hoofdsom van de obligaties en dat op een halfjaarlijkse basis.
Zie ook toelichting 1 onder 4.2
De winst per aandeel voor verwatering wordt berekend rekening houdend met het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen in de desbetreffende periode. De winst per aandeel na verwatering wordt berekend rekening houden met het verwaterd gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen, met inbegrip van het verwateringseffect van de warranten en de converteerbare obligaties.
Volgende geeft het effect weer van de winst per aandeel voor en na verwatering voor de laatste twee boekjaren:
| Winst per gewoon aandeel | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat (in duizend EUR) | (12 856) | (11 703) |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen: | ||
| Gewone aandelen voor verwatering | 87 929 977 | 82 498 592 |
| Gewone aandelen na verwatering | 87 929 977 | 82 498 592 |
| Per Aandeel (in EUR) | ||
| Winst / (verlies) per aandeel voor verwatering | (0,15) | (0,15) |
| Winst / (verlies) per aandeel na verwatering | (0,15) | (0,15) |
Verwijzend naar IAS 33, hebben warranten en het uitgeven van converteerbare obligaties slechts een effect na verwatering indien hun omzetting naar gewone aandelen zou leiden tot een vermindering van de waarde per aandeel. Rekening houdend met het negatieve resultaat van de Groep in 2014, blijft de winst per aandeel voor en na verwatering gelijk.
De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De objectieven van de Groep in verband met het beheren van het kapitaal zijn :
De strategie en objectieven van de Groep bleven ongewijzigd gedurende de boekjaren eindigend op 31 december 2014 en 31 december 2013.
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit het gedeelte van schulden op meer dan één jaar, liquide middelen, geplaatst kapitaal, uitgiftepremies, reserves en overgedragen resultaat.
De buitengewone aandeelhoudersvergadering van de vennootschap van 13 november 2013 besliste over de verhoging van het aandelenkapitaal met € 58 943 800,00 van € 12 232 134,42 naar € 71 175 934,42 door de conversie in aandelenkapitaal van de uitgiftepremie en zonder uitgifte van nieuwe aandelen. Dit werd onmiddellijk gevolgd door een nieuwe daling van het aandelenkapitaal door de opname van de overgedragen verliezen per 31 december 2012, met € 67 051 004,82 naar € 4 124 929,60, zonder vermindering van het aantal aandelen. Vanuit belastingoogpunt en door de afwezigheid van belaste reserves die zijn opgenomen in het aandelenkapitaal, wordt deze kapitaalvermindering volledig gecompenseerd door het werkelijk gestorte aandelenkapitaal.
Op 28 maart 2013 gaf Option een converteerbare obligatie van € 9 miljoen uit, die onderschreven werd door vijf partijen: de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV voor € 2 miljoen, Athos Investments voor € 1 miljoen, Life Science Research Partners voor € 0,5 miljoen, Mondo voor € 0,5 miljoen en Jan Callewaert voor € 5 miljoen. Deze converteerbare obligatie heeft een looptijd van vijf jaar en vervalt in maart 2018. De obligaties kunnen worden geconverteerd in 31 578 947 nieuwe aandelen van Option NV. De converteerbare obligatie heeft een jaarlijkse interestvoet van 5 % met een initiële conversieprijs van € 0,285. Dat stemt overeen met de gemiddelde koers van het aandeel gedurende de dertig dagen voorafgaand aan de uitgifte van de converteerbare obligatie.
Via notariële aktes op 2 juni 2014 en 2 december 2014, werd de conversie van respectievelijk 25 en 10 converteerbare obligaties en de daaraan verbonden kapitaalsverhoging vastgesteld door de Raad van Bestuur.
Op 11 april 2014 gaf Option een tweede converteerbare obligatielening uit voor een totaal bedrag van € 12 miljoen. De financiering werd onderschreven door Quaeroq CVBA voor € 4 miljoen, Alychlo NV, holding van Marc Coucke, voor € 2,7 miljoen, Vermec NV voor € 1,5 miljoen, Jan Callewaert voor € 0,5 miljoen, Frank Deschuytere, CEO van Option, voor € 0,2 miljoen en een aantal particuliere investeerders en bedrijven voor € 3,1 miljoen. De converteerbare obligatie over vijf jaar heeft een looptijd tot april 2019 en heeft een jaarlijkse intrest van 9%, met een initiële conversieprijs van € 0,295, wat de gemiddelde prijs was van het Option-aandeel tijdens de 30 dagen voorafgaand aan de uitgifte van de converteerbare obligatie. De rente wordt gekapitaliseerd met de uitstaande hoofdsom van de obligaties en dat op een halfjaarlijkse basis.
In 2014 steeg de schuld, die wordt gedefinieerd als langlopende en kortlopende leningen (uitgezonderd derivaten), met k€ 8 500 door de uitgifte van een converteerbare obligatie voor een bedrag van k€ 12 miljoen en de conversie van de eerdere obligatie tot eigen vermogen ter waarde van 3,5 miljoen euro, wat neerkomt op een netto stijging van k€ 9 007 (2013: stijging met k€ 8 567). De nettoschuldgraad op jaareinde bedroeg:
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | - | ( 507) |
| Liquide middelen | 1 554 | 1 623 |
| Netto | 1 554 | 1 116 |
| Eigen vermogen | (15 267) | (5 848) |
| Netto schuldgraad | NA | NA |
De "Corporate Treasury" functie beheert de financiële risico's van de Groep welke gerelateerd zijn aan de activiteiten van de Groep op een continue basis. Deze omvatten het kredietrisico, liquiditeitsrisico en valutarisico.
De Groep probeert voornamelijk om het wisselkoersrisico te beheren door contracten af te sluiten in sterke valuta. (USD, EUR). Dergelijke risico's kunnen op natuurlijke manier worden gedekt wanneer een monetaire post langs de activakant in een bepaalde valuta wordt gecompenseerd door een monetaire post langs de passivakant.
| In K€ (duizend EUR) | Notes | 2014 | 2013 |
|---|---|---|---|
| Financiële activa gewaardeerd aan kost | |||
| Liquide middelen | 13 | 1 554 | 1 623 |
| Handelsvorderingen | 10 | 655 | 909 |
| Terug te vorderen BTW | 10 | 60 | 189 |
| Belastingvorderingen | 7 | 10 | 25 |
| Overige financiële vaste activa | 11 | 1 236 | 1 236 |
| Financiële passiva gewaardeerd aan kost | |||
| Handelsschulden | 15 | 4 336 | 5 520 |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | 15 | 2 270 | 2 563 |
| Overige financiële schulden | 14 | - | 507 |
| Te betalen belastingen | 7 | 1 | 1 |
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken heeft de Groep een richtlijn uitgewerkt om enkel zakenrelaties aan te gaan met kredietwaardige tegenpartijen en om voldoende zekerheden te bekomen, indien aangewezen, om een eventueel financieel verlies uit verbrekingen te beperken.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard hanteert de Groep externe scoringssystemen om de kredietwaardigheid van de klant in te schatten. De Groep legt ook kredietlimieten op per klant, in lijn met het interne beleid voor kredietbeheer. De limieten en de score per klant worden regelmatig opnieuw geëvalueerd.
Kredietanalyses worden uitgevoerd voor alle klanten die een bepaalde kredietbehoefte overschrijden. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd.
Option verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De handelsvorderingen bestaan uit een beperkt klantenbestandd, verspreid over verschillende geografische gebieden. De handelsvorderingen voor klanten die tot dezelfde groep behoren, worden afzonderlijk behandeld. Drie klanten vertegenwoordigen 10% of meer van de handelsvorderingen per einde 2014. De balans van twee van deze klanten was niet vervallen op jaareinde.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte producten bedraagt 45 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. In 2014 voerde de Groep een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen die ouder waren dan 60 dagen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
In de balans van handelsvorderingen van de Groep zijn debiteuren inbegrepen met een boekwaarde van k€ 108 (2013: k€ 311) die al meer dan 60 dagen vervallen waren op de datum van het verslag, en waarvoor de Groep geen waardevermindering heeft geboekt, aangezien ze nog steeds inbaar worden geacht. De Groep heeft geen activa in onderpand voor deze vorderingen.
Vervaldagenbalans van vervallen, doch inbaar geachte handelsvorderingen:
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| 60 - 90 dagen | 34 | 10 |
| 90 - 120 dagen | - | - |
| > 120 dagen | 74 | 302 |
| 108 | 311 |
| Duizend EUR | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het jaar | 539 | 813 |
| Nieuwe reserves | 5 | 186 |
| (Afschrijvingen) | - | (460) |
| (Vrijgaves) | - | - |
| 544 | 539 |
Bij het vaststellen van de inbaarheid van de handelsvorderingen houdt de Groep rekening met de kredietwaardigheid van de vorderingen vanaf de datum dat het krediet initieel werd toegekend tot aan de rapporteringsdatum. De concentratie van het kredietrisico is beperkt vanwege een brede spreiding van het klantenbestand.
Vervaldagenbalans van de handelsvorderingen waarop een waardevermindering werd geboekt:
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 |
|---|---|---|
| Bruto bedragen | ||
| 60 - 90 dagen | - | - |
| 90 - 120 dagen | - | - |
| > 120 dagen | 544 | 539 |
| 544 | 539 |
De Groep beheert liquiditeitsrisico's door continue opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De Groep heeft geen bestaande kredietovereenkomsten naast die van de converteerbare obligaties uitgegeven in 2013 en 2014 (toelichting 4). Er waren kredietlijnen beschikbaar voor de Groep.
De volgende tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen.
| In k€ (duizend EUR) | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2015 | ||||||
| Langlopende financiële schuld | 275 | 275 | 275 | 5 775 | 18 770 | |
| Handelsschulden | 4 336 | - | - | - | - | |
| Schulden met betrekking tot salarissen en | ||||||
| belastingen | 2 271 | - | - | - | - | |
| Te betalen belastingen | 1 | - | - | - | - | |
| Kredietfaciliteiten en andere leningen | - | - | - | - | - | |
| 6 883 | 275 | 275 | 5 775 | 18 770 | ||
| In k€ (duizend EUR) | 2 014 | 2 015 | 2 016 | 2 017 | 2 018 | |
| 2014 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Langlopende financiële schuld | 450 | 450 | 450 | 450 | 9 450 |
| Handelsschulden | 5 520 | - | - | - | - |
| Schulden met betrekking tot salarissen en | |||||
| belastingen | 2 564 | - | - | - | - |
| Te betalen belastingen | 1 | - | - | - | - |
| Kredietfaciliteiten en andere leningen | 507 | - | - | - | - |
| 9 042 | 450 | 450 | 450 | 9 450 |
De Groep is niet onderhevig aan een significant intrestrisico. De Groep heeft geen financiële activa of schulden en interestderivaten met vlottende rentevoet.
De Groep is onderhevig aan een belangrijk wisselkoersrisico aangezien het merendeel van de aankopen gebeurt in US dollar. Om dit risico te beperken tracht de Groep om de in- en uitgaande kasstromen in valuta, andere dan de euro, met elkaar in lijn te brengen. Op basis van de gemiddelde volatiliteit van de US dollar en het Britse pond schatte de Groep de mogelijke verandering van de wisselkoers van deze munteenheid ten opzichte van de euro:
| 2014 | Sluitkoers | Mogelijke volatiliteit | Mogelijke sluitkoers |
|---|---|---|---|
| 31 december 2014 | in % | 31 december 2014 | |
| EUR/USD | 1,2141 | 5,93 | 1,1421 – 1,2861 |
| 2013 | Sluitkoers | Mogelijke volatiliteit | Mogelijke sluitkoers |
| 31 december 2013 | in % | 31 december 2013 |
| Netto Boekwaarde – (Duizend USD) | 31/dec/14 | 31/dec/13 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | (1 051) | (2 388) |
| Handelsvorderingen | 868 | 1 467 |
| Liquide middelen | 278 | 427 |
| 95 | ( 494) |
Als de US dollar verzwakte/verstevigde in 2014 volgens de bovenstaande geschatte wijzigingen ten opzichte van de euro dan zou het nettoresultaat van de Groep in 2014 met k€ 5 toenemen/afnemen.
Als de US dollar verzwakte/verstevigde in 2013 volgens de bovenstaande geschatte wijzigingen ten opzichte van de euro dan zou het nettoresultaat van de Groep in 2013 met k€ 32 toenemen/afnemen.
Via licentie-octrooi-overeenkomsten, diende de Groep royalty's te betalen aan een aantal bedrijven voor licenties voor het gebruik van sommige essentiële octrooien die worden gebruikt in draadloze 2,5G en 3G-producten.
De Groep herzag haar royaltyvoorzieningen voor essentiële octrooien die het in het verleden had aangelegd in overeenstemming met courante gebruiken, maar voor FRAND-vereisten voor essentiële octrooilicenties (FRAND: Fair reasonable and non-discriminatory voorwaarden; faire, redelijke en nietdiscriminerende voorwaarden) wijd verspreid raakten en waarvan de geldigheid nog niet werd betwist voor rechtbanken of andere instanties. Om de royaltyvoorzieningen in overeenstemming te brengen met deze nieuwe ontwikkelingen, herzag de Groep deze provisies en verwijst daarvoor naar de volgende redenen:
Omdat geen betrouwbare schatting kan worden gemaakt voor de licentiëring, besloot de Groep om dit op basis van IAS 37 §14 als onzekerheid en niet als een voorziening op te nemen in de balans. We verwijzen naar toelichting 1 voor bijkomende informatie.
Enkele ex-medewerkers van Option Frankrijk zijn een gerechtsprocedure gestart tegen de vennootschap. Ze beweren dat ze niet om economische redenen zijn ontslagen. De vennootschap is van mening dat ze argumenten heeft om te staven dat ze wegens de economische en financiële kwesties waarmee ze werd geconfronteerd, zich gedwongen zag om de activiteiten in Frankrijk stop te zetten.
Een aantal kaderleden ging akkoord met een vermindering van hun vergoeding in 2014. Deze vermindering kan afhankelijk van bepaalde voorwaarden in 2015 worden terugverdiend.
In maart 2015 ging de vennootschap een leningsfaciliteit aan met verschillende ontleners, onder andere bestaande obligatiehouders zoals de heer Jan Callewaert voor een totaal bedrag van € 2 775 000 tegen een interestvoet van 7,00 % en een termijn van 24 maanden.
De transacties, in het kader van normale bedrijfsvoering, die de Groep afsloot met verbonden partijen gebeurden onder normale marktvoorwaarden.
| Naam | Aantal deelnames aan | Aantal | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Raden van Bestuur | Aantal | deelnames | |||
| deelnames | aan | ||||
| aan Audit | Remuneratie | Totale vergoeding | |||
| Ontmoeting | Telefonisch | comités | comités | (in duizend EUR) | |
| Jan Callewaert | 6/6 | 6/6 | N/A | N/A | N/A (2013: N/A) |
| FDVV Consult | 4/4 | 2/2 | N/A | N/A | N/A (2013: N/A) |
| BVBA | |||||
| FVDH Beheer BVBA | 5/6 | 6/6 | 4/4 | 1/1 | 25,80 (2013: 38,00) |
| An Other Look To | 5/6 | 5/6 | 4/4 | N/A | 24,55 (2013: 28,25) |
| Efficiency SPRL | |||||
| Qunova BVBA | 4/4 | 2/2 | N/A | 0/0 | 12,85 (2013: N/A) |
| Sabine Everaet | 3/4 | 2/2 | N/A | 0/0 | 10,85 (2013: N/A) |
| Dimitri Duffeleer | 4/4 | 2/2 | 1/2 | N/A | 13,35 (2013: N/A) |
| BVBA | |||||
| Lawrence Levy | 2/2 | 4/4 | N/A | 1/1 | 11,96 (2013: 34,00) |
| Q-List BVBA | 2/2 | 4/4 | 2/2 | 1/1 | 13,46 (2013: 36,25) |
In 2014 bedroeg de totale vergoeding voor de Raad van Bestuur k€ 113 (2013: k€ 136).
In lijn met de aanbevelingen van de Corporate Governance Code zijn geen prestatiegebonden vergoedingen zoals aandelengebonden incentiveplannen op de lange termijn toegekend aan de niet-uitvoerende bestuurders, bijvoorbeeld bij beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 16 juni 2014, werden geen warranten "2014" toegekend aan niet-uitvoerende bestuurders van de Vennootschap.
Aan het jaareinde van 2014 werden de volgende warranten "2014" aangehouden door de leden van de Raad van Bestuur.
| Naam | Aantal warranten 2014 |
|---|---|
| Jan Callewaert (via Mondo NV) | 800 000 |
| FDVV Consult BVBA | 500 000 |
De managementvennootschap van de heer Frank Deschuytere (FDVV Consult BVBA) treedt op als CEO van de Groep en levert managementdiensten voor de Groep.
In 2014, ontving de CEO een vaste vergoeding van k€ 241 en bijkomende voordelen voor een bedrag van k€ 10. Aan de CEO is geen door de Vennootschap betaald pensioenplan toegekend noch is hij er een begunstigde van.
In 2014, ontving Jan Callewaert, via zijn managementvennootschap Mondo NV, een vaste vergoeding van k€ 310 en een variabele vergoeding van k€ 100 voor het leveren van advies en diensten in zijn rol van uitvoerend voorzitter van de Raad van Bestuur.
Voor het jaar 2014 werd een globale bruto bezoldiging van € 201 714,08 (2013: € 474 31,60) toegekend aan de overige leden van het Executive Management team, zoals aangegeven in het Remuneratierapport. Er werd geen variabele vergoeding toegekend voor de prestaties in 2014.
Eveneens deel uitmakend van de vergoeding van de leden van het Executive Management Team, is er voor deze leden een bedrag van k€ 16 (2013: k€ 29) toegekend aan een extralegaal pensioenfonds. De leden van het Executive Management Team hebben andere voordelen ontvangen voor een bedrag van k€ 2 met betrekking tot wagen-, brandstof-, forfaitaire onkostenvergoeding en kosten in verband met hospitalisatieverzekering (2013: k€ 4).
Geen enkel lid van het Executive Management Team komt in aanmerking voor specifieke vertrekvergoedingen, bovenop de bestaande wettelijke regelingen. Er bestaan geen bijzondere rechten van herstel, in aanvulling op de bestaande wettelijke bepalingen, die speciale bevoegdheden toekennen aan de Vennootschap om op basis van onjuiste financiële gegevens toegekende of betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen.
Aan het jaareinde van 2014 werden geen warranten aangehouden door de huidige leden van het Executive Management Team (de hierboven vermelde leden van de Raad van Bestuur niet inbegrepen).
Na balansdatum, 31 december 2014, deden zich volgende gebeurtenissen of transacties voor welke dienen te worden vermeld:
In maart 2015 ging de vennootschap een leningsfaciliteit aan met verschillende ontleners, onder andere bestaande obligatiehouders, voor een totaal bedrag van € 2 775 000 tegen een interestvoet van 7,00 % en met een termijn van 24 maanden.
Op 21 april gaf de Vennootschap, naar aanleiding van de verdere opvolging van de kaspositie en de continuïteit van de vennootschap door de commissaris van de vennootschap, een persbericht uit om de markt te informeren over de redenen waarom ze van oordeel is dat de continuïteit kan worden gehandhaafd. De Vennootschap wenste daarom de markt bijkomende toelichting te geven over de financiële situatie en de mogelijke strategische opties.
Lijst van ondernemingen, in hun totaliteit geconsolideerd in de financiële rekeningen
| naam van de dochteronderneming | maatschappelijke zetel | % of aandeel in het kapitaal |
|---|---|---|
| BELGIE | ||
| OPTION NV | Gaston Geenslaan 14 | Consoliderende |
| 3001 Leuven, België | maatschappij | |
| IERLAND | ||
| OPTION WIRELESS Ltd, Cork | Kilbarry Industrial Park | 100% |
| Dublin Hill, Cork | ||
| DUITSLAND | ||
| OPTION GERMANY GmbH | Beim Glaspalast 1 | 100% |
| D-86153 Augsburg - Germany | ||
| VERENIGDE STATEN | ||
| OPTION WIRELESS USA INC. | 1600 Gold Road | 100% |
| Suite 1200 | ||
| Rolling Meadows, IL 60008 | ||
| Illinois, USA | ||
| JAPAN | ||
| OPTION WIRELESS JAPAN KK | 5-1, Shinbashi 5-chome | 100% |
| Minato-ku | ||
| Tokyo 105-0004, Japan | ||
| CHINA | ||
| OPTION WIRELESS HONG KONG LIMITED | 35/F Central Plaza | 100% |
| 18 Harbour Road | ||
| Wanchai Hong Kong, China | ||
| CHINA | ||
| OPTION WIRELESS TECHNOLOGY CO. LIMITED | 909-1 Genway Building | 100% |
| 188 Wangdun Road | ||
| Suzhou Industrial Park (SIP) | ||
| Suzhou 215123, Jiangsu Province, China | ||
| TAIWAN | ||
| OPTION WIRELESS HONG KONG | 4F Theta Building | 100% |
| LIMITED,TAIWAN BRANCH | 10, Lane 360, Ne-Hu Road, Sec 1, Taipei | |
| City, TAIWAN | ||
| FRANKRIJK | ||
| OPTION FRANCE SAS | 6, Place de la Madeleine | 100% |
| 75008 Paris, France |
Op 25 oktober 2012 kondigde de Groep aan dat in het kader van een kostenbesparingsplan de kernactiviteiten van de onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling in Augsburg (Duitsland) werden overgeplaatst naar de vestiging van Leuven (België). Bovendien maakte ze haar intentie tot sluiting van de Duitse dochteronderneming bekend. Deze liquidatie begon in 2012 en is nog niet afgerond. Op 25 april 2013 kondigde de Groep haar intentie aan om ook de vestiging in Parijs (Frankrijk), net als de Duitse dochteronderneming, te sluiten. Deze liquidatie is nog niet afgerond. Option Frankrijk werd gedeconsolideerd vanaf december 2014 wegens het verlies van de controle.
De volgende vergoedingen voor revisoren werden als kosten opgenomen in de rapporteringsperiode:
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|
| Wereldwijde auditdiensten | 109 | 100 | 150 |
| Belastingadviezen | 15 | 18 | 12 |
| Overige diensten | - | - | 4 |
| 124 | 118 | 166 |
De volgende documenten zijn uittreksels uit de enkelvoudige jaarrekening van Option NV, opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen in overeenstemming met artikel 105 van het Wetboek van Vennootschappen.
Alleen de geconsolideerde jaarrekening zoals die uiteengezet is in de vorige pagina's geeft een waarheidsgetrouw beeld van de financiële positie en prestaties van de Option-groep.
De commissaris heeft een "Oordeelonthouding" ondertekend met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening van Option NV voor het boekjaar eindigend op 31 december 2014.
| Activa | |||
|---|---|---|---|
| 2014 | 2013 | 2012 | |
| In k€ (duizend EUR) | |||
| Vaste activa | 4 662 | 5 836 | 6 906 |
| Immateriële vaste activa | 3 115 | 4 000 | 4 777 |
| Materiële vaste activa | 251 | 439 | 773 |
| Financiële vaste activa | 1 296 | 1 397 | 1 356 |
| Vlottende activa | 10 773 | 3 715 | 4 519 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 3 137 | 191 | 329 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 6 385 | 2 555 | 2 681 |
| Liquide middelen | 1 227 | 963 | 1 485 |
| Overlopende rekeningen | 24 | 6 | 24 |
| Totaal activa | 15 435 | 9 551 | 11 425 |
| Passiva | |||
| In k€ (duizend EUR) | 2014 | 2013 | 2012 |
| Kapitaal en reserves | (15 716) | (8 138) | 4 493 |
| Kapitaal | 4 739 | 4 125 | 12 232 |
| Uitgiftpremies | 2 886 | 0 | 58 944 |
| Wettelijke reserve | 612 | 612 | 612 |
| Overgedragen winst/(verlies) | (23 953) | (12 875) | (67 295) |
| Voorzieningen | 46 | 0 | 98 |
| Schulden | 31 105 | 17 689 | 6 834 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 18 039 | 9 000 | 7 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 12 471 | 8 022 | 6 693 |
| Overlopende rekeningen | 595 | 667 | 134 |
| Totaal passiva | 15 435 | 9 551 | 11 425 |
Op een balanstotaal van 15,4 miljoen EURO, bedroeg het totale eigen vermogen op 31 december 2014 (15,7) miljoen EURO.
winst- en verliesrekening (verkort schema)
| 2014 | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| In k€ (duizend EUR) | |||
| I. Bedrijfsopbrengsten | 8 822 | 7 459 | 36 069 |
| Bedrijfsopbrengsten | 4 607 | 1 200 | 28 420 |
| Waardevermeerdering (-vermindering) van de voorraden | |||
| gereed | |||
| product, goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering | - | - | 160 |
| Geactiveerde ontwikkelingsprojecten | 2 348 | 2 788 | 3 925 |
| Andere bedrijfsinkomsten (voornamelijk transacties tussen | 1 867 | 3 471 | 3 564 |
| dochterondernemingen) | |||
| II. Bedrijfskosten | 18 418 | 19 589 | 34 233 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 2 390 | 279 | 870 |
| Diensten en diverse goederen | 6 344 | 7 404 | 13 257 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 6 275 | 7 774 | 8 961 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen op | |||
| oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa | 3 421 | 3 821 | 5 108 |
| Waardevermeerderingen en –verminderingen op voorraden, | - | - | - |
| bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen | ( 76) | 276 | 6 086 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 46 | ( 98) | ( 70) |
| Andere bedrijfskosten | 18 | 133 | 21 |
| III. Bedrijfswinst/(bedrijfsverlies) | (9 596) | (12 130) | 1 836 |
| IV. Financiële opbrengsten | 21 | 17 | 215 |
| V. Financiële kosten | (1 397) | ( 505) | ( 197) |
| VI. Winst/(verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting |
(10 971) | (12 618) | 1 854 |
| VII. Uitzonderlijke opbrengsten | - | 98 | - |
| VIII. Uitzonderlijke kosten | ( 100) | ( 103) | (6 187) |
| X. Belastingen op het resultaat | (11 071) | (12 623) | (4 333) |
| IX. Winst/(verlies) van het boekjaar vóór belasting | 7 | 8 | 10 |
| XIII. Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar | (11 078) | (12 631) | (4 343) |
| Resultaatverwerking – verkort schema | |||
| (conform de Belgische boekhoudnormen) | 2014 | 2013 | 2012 |
| In k€ (duizend EUR) | |||
| Te bestemmen winstsaldo/(te verwerken verliessaldo) | (12 875) | (67 295) | (62 952) |
| Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar | (11 078) | (12 631) | (4 343) |
| Kapitaalsvermindering door incorporatie van reserves | - | 67 051 | - |
| Overgedragen winst/(overgedragen verlies) van het vorige boekjaar |
(23 953) | (12 875) | (67 295) |
Oprichtingskosten worden geboekt ten laste van de opbrengsten, met uitzondering van de geactiveerde kosten.
Octrooien (patenten), licenties en software worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 % tot 50 %.
Laboratorium-, test-, meet- en computerapparatuur worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 % tot 50 %. Test- en meetapparatuur (onder leasing) wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage tussen 10 % en 50 %.
Vanaf 1 januari 2005 worden de uitgaven voor onderzoek als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden alleen opgenomen als immateriële activa als voldaan is aan alle onderstaande voorwaarden:
Andere ontwikkelingsuitgaven worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen. Ontwikkelingskosten die in het verleden werden opgenomen als uitgave, worden in een volgende periode niet opgenomen als activa. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden afgeschreven vanaf het begin van de commerciële productie van het product op een rechtlijnige basis over de periode van zijn verwachte winst, die niet meer dan drie jaar bedraagt.
Rollend materieel wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %.
Kantoormeubilair en kantoormaterieel worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 10 % tot 33,3 %. Kantoormaterieel (onder leasing) wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage tussen 20 % en 50 %.
Tijdens het boekjaar worden geen herwaarderingen op de geldbeleggingen toegepast.
De voorraden (handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, goederen in bewerking, afgewerkte producten en producten voor herverkoop) worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde bepaald op basis van de FIFO-methode of, indien die lager is, op basis van de marktwaarde (realisatiewaarde).
De producten worden gewaardeerd tegen kostprijs, voor zover rechtstreeks toerekenbaar.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen productiekosten.
Schulden op meer dan één jaar, niet-rentedragende en tegen een ongewoon lage rente zijn niet opgenomen in de passiva.
Schulden, passiva en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers per 31 december 2014. Transacties worden omgerekend tegen dagkoers.
De volgende deelnemingen in dochterondernemingen zijn geboekt met vermelding van het aantal geregistreerde rechten en het deelnemingspercentage:
| Maatschappelijke rechten gehouden door de |
% gehouden door de Vennootschap |
% gehouden door dochter ondernemingen |
|
|---|---|---|---|
| Per 31 december 2014 | Vennootschap (volgens aantal) |
||
| Option Germany GMBH – Augsburg (D) | 1 | 100% | 0% |
| Option Wireless Ltd – Cork (IRL) | 2 000 000 | 100% | 0% |
| Option Wireless Hong Kong Limited – China | 10 000 | 100% | 0% |
| Option France SAS * | 10 000 | 100% | 0% |
* Deze vennootschap is in liquidatie sinds 31 december 2014
| Geplaatst kapitaal per Per 31 december 2014 |
Bedragen (in EUR) |
Aantal aandelen |
|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 4 124 930 | 82 498 592 |
| Per einde van het boekjaar | 4 738 965 | 94 779 290 |
Toegestaan kapitaal
Op 31 december 2014 bedroeg het toegestaan kapitaal (niet-uitgegeven) k€ 4 125.
De aandelen van Option stonden oorspronkelijk genoteerd in US dollar op NASDAQ Europe (de voormalige EASDAQ) na de beursgang van 26 november 1997. Sinds 5 augustus 2003 noteren de aandelen op de eerste markt van Euronext Brussel. De aandelen van Option NV worden verhandeld op de continumarkt onder de ticker OPTI.
Met het oog op een verhoogde liquiditeit van het aandeel en een verhoogde visibiliteit voor de Amerikaanse investeerders heeft Option beslist om een 'Level 1 American Depository Receipts (ADR) program' te implementeren. Een F-6 registratieverklaring werd neergelegd bij de 'Securities and Exchange Commission'.
Het level-1-ADR-programma kan als volgt worden samengevat:
| 2014 | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen | 94 779 290 | 82 498 592 | 82 498 592 |
| Aandelenkoers per jaareinde | 0,29 | 0,29 | 0,31 |
| Marktkapitalisatie (miljoen EUR) | 27 | 24 | 26 |
| Hoogste koers (EUR) | 0,78 | 0,34 | 0,84 |
| (Mei 5, 2014 | (Januari 14, 2013) | (Februari 22, 2012) | |
| Laagste koers (EUR) | 0,26 | 0,19 | 0,29 |
| (Maart 13, 2014) | (Mei 17, 2013) | (Januari 2, 2012) | |
| Free float | 84,38% | 82,05% | 82,05% |
In 2014 werden op Euronext in totaal 119 641 705 aandelen verhandeld op 255 beursdagen wat een gemiddelde van 469 183 aandelen per dag betekent.
Option zal in 2015 haar halfjaarlijkse financiële informatie en bedrijfsupdates bekendmaken op de volgende data – voor beursuren:
Algemene Vergadering der Aandeelhouders 2015: vrijdag 29 mei 2015 om 10u00 te Leuven
Voor nadere bijzonderheden over de informatie in deze jaarrekening of voor inlichtingen over Option NV en over documenten ingediend om te voldoen aan de transparantieverplichtingen van de vennootschap betreffende de kennisgeving van deelneming van aandelen, gelieve contact op te nemen met:
Option Gaston Geenslaan 14 B-3001 Leuven, België Tel.: +32 (0)16 31 74 11 Fax: +32 (0)16 31 74 90 E-mail: [email protected]
De ondergetekenden, Frank Deschuytere, CEO van Option NV, en Christine Pollie, CFO van Option NV, verklaren dat, voor zover hen bekend:
Leuven, 27 april 2015
Frank Deschuytere Christine Pollie CEO CFO Option NV Option NV
| NAAM | OPTION NV |
|---|---|
| RECHTSVORM | Naamloze Vennootschap naar Belgisch recht |
| ADRES | Gaston Geenslaan 14, B-3001 LEUVEN |
| TELEFOON | +32(0)16 31 74 11 |
| FAX | +32(0)16 31 74 90 |
| [email protected] | |
| WEBSITE | www.option.com |
| ONDERNEMINGSNR. | 0429 375 448 |
| BTW | BE 429 375 448 |
| OPRICHTINGSDATUM | 3 juli 1986 |
| DUUR | Onbepaalde duur |
| COMMISSARIS-REVISOR | Deloitte-Auditors vertegenwoordigd door Dhr. Dominique Roux. |
| AFSLUITDATUM BOEKJAAR | 31 december |
| MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL | 4 738 965 EUR |
| AANTAL AANDELEN | 94 779 290 |
| JAARLIJKSE VERGADERING | Laatste werkdag van mei |
| BEURSNOTERING | Euronext – continumarktStock – Ordinary Stock - Continuous – compartment B – ticker OPTI |
| DEPOSITOBANK | BNP PARIBAS FORTIS |
| LID VAN INDEX | Bel Small |
| OVERIGE LABELS | Ethibel Pioneer SRI Kempen |
Het totale eigen vermogen gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
EBIT (Earnings Before Interest and Taxes) Winst voor aftrek van rente en belastingen. Bedrijfsresultaat.
EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization) EBIT plus afschrijvingen en waardeverminderingen.
Aantal aandelen uitstaand bij het begin van de periode, aangepast voor het aantal aandelen geannuleerde, wederingekochte of uitgegeven aandelen gedurende de periode vermenigvuldigd met een tijdscorrigerende factor.
Nettowinst plus niet kaskosten (o.a. afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen) gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
NETTO-INVESTERINGSUITGAVEN Aankopen van materiële en immateriële vaste activa, verminderd met de opbrengst van verkopen.
Kort- en langlopende financiële schulden verminderd met de beschikbare liquide middelen.
WERKKAPITAAL Vlottende activa min vlottende passiva.
WINST PER AANDEEL Nettowinst gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Option heeft oog voor haar verantwoordelijkheid om zich ethisch te gedragen bij het nastreven van haar bedrijfsdoelstellingen. Daarom legt de Groep de volgende ethische verklaring af. Option NV, met inbegrip van al haar dochterondernemingen, aanverwante bedrijven en/of geconsolideerde holdings, neemt volgende praktijken in acht:
We zullen niet investeren in een van de volgende gebieden:
We zullen de onderstaande activiteiten niet beoefenen:
We zullen onze werknemers niet discrimineren:
We zullen de nodige controles en procedures invoeren om te verzekeren dat al onze leveranciers en onderaannemers:
In onze distributie- en leveringsakkoorden zullen we clausules opnemen die omkooppraktijken verbieden. Binnen ons personeelsbeleid werken we maatregelen uit die we kunnen en zullen nemen om corruptie te voorkomen. Als beursgenoteerde onderneming komt Option de bepalingen inzake Corporate Governance na, aangezien zij lid is van de ETHIBEL Sustainability index.
Option is krachtens de Belgische wetgeving verplicht zijn jaarverslag in het Nederlands op te stellen. Option heeft ook een Engelse vertaling van dit jaarverslag gemaakt. Bij tegenstrijdigheid tussen de Engelse en Nederlandse versie van dit jaarverslag, is de Nederlandse brontekst bindend.
Dit jaarverslag kan gratis worden aangevraagd bij:
Option NV T.a.v. Investor Relations Gaston Geenslaan 14 3001 Leuven, Belgium Phone: +32(0)16 317 411 Fax: +32(0)16 317 490 E-mail: [email protected]
Dit jaarverslag is ook in elektronische vorm beschikbaar. Deze elektronische versie geldt uitsluitend ter informatie en kan worden gedownload via het internet op de website van Option (www.option.com). Uitsluitend de gedrukte versie van het jaarverslag, gepubliceerd in België overeenkomstig de toepasselijke wet- en regelgeving, is wettelijk bindend. Option aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de volledigheid of juistheid van het jaarverslag dat via het internet beschikbaar is. Andere informatie op de website van Option of op enige andere website, maakt geen deel uit van dit jaarverslag.
Dit jaarverslag bevat toekomstgerichte uitspraken, daaronder zonder beperking inbegrepen uitspraken met de woorden "is van oordeel", "verwacht", "is van plan", "is voornemens", "streeft ernaar", "naar verwachting", "naar schatting", "zal", "wil", en soortgelijke uitdrukkingen. Deze toekomstgerichte uitspraken reflecteren bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die tot gevolg kunnen hebben dat de werkelijke resultaten, financiële toestand, prestaties of verwezenlijkingen van Option, of bedrijfsresultaten wezenlijk verschillen van de toekomstige resultaten, prestaties of verwezenlijkingen uitgesproken of geïmpliceerd in deze toekomstgerichte uitspraken. Gezien deze onzekerheden wordt de lezer afgeraden overmatig te vertrouwen op deze toekomstgerichte uitspraken. Deze toekomstgerichte uitspraken zijn uitsluitend gemaakt op datum van dit jaarverslag. Option wijst uitdrukkelijk elke verplichting af om deze toekomstgerichte uitspraken in dit jaarverslag bij te werken rekening houdend met een wijziging van de desbetreffende verwachtingen of een verandering van gebeurtenissen, voorwaarden of omstandigheden waarop deze uitspraak berust, tenzij een dergelijke uitspraak is voorgeschreven in de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.