Annual Report • Apr 30, 2021
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

| 1. WOORD VAN DE VOORZITTER4 | ||
|---|---|---|
| 2. VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR 5 |
||
| 3. | FINANCIEEL VERSLAG – IFRS 37 |
|
| 3.1. | GECONSOLIDEERDE JAARREKENING | 37 |
| 3.1.1. | GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 37 | |
| 3.1.2. | GECONSOLIDEERD TOTAALRESULTAAT 38 | |
| 3.1.3. | GECONSOLIDEERDE BALANS 39 | |
| 3.1.4. | GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 40 | |
| 3.1.5. | GECONSOLIDEERDE STAAT VAN WIJZIGINGEN IN HET EIGEN VERMOGEN 42 | |
| 3.2. | TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING VAN | |
| CRESCENT NV | 43 | |
| TOELICHTING 1. | BEDRIJFSINFORMATIE 43 | |
| TOELICHTING 2. | PRESENTATIEBASIS 43 | |
| TOELICHTING 3. | VOORNAAMSTE BOEKHOUDPRINCIPES 44 | |
| TOELICHTING 4. | OPERATIONELE SEGMENTEN EN TOELICHTING OVER DE ENTITEIT ALS GEHEEL 65 | |
| TOELICHTING 5. | BIJKOMENDE INFORMATIE BETREFFENDE BEDRIJFSKOSTEN VOLGENS AARD 70 | |
| TOELICHTING 6. | PERSONEELSKOSTEN EN OVERIGE SOCIALE VOORDELEN 71 | |
| TOELICHTING 7. | FINANCIËLE RESULTATEN 71 | |
| TOELICHTING 8. | BELASTINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN 72 | |
| TOELICHTING 9. | BEDRIJFSCOMBINATIES 74 | |
| TOELICHTING 10. | GOODWILL 82 | |
| TOELICHTING 11. | IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 89 | |
| TOELICHTING 12. | MATERIËLE VASTE ACTIVA 91 | |
| TOELICHTING 13. | LEASING EN RECHT-OP-GEBRUIK ACTIVA 93 | |
| TOELICHTING 14. | OVERHEIDSSTEUN 95 | |
| TOELICHTING 15. | HANDELS- EN OVERIGE VORDERINGEN 95 | |
| TOELICHTING 16. | VOORRADEN 97 | |
| TOELICHTING 17. | GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN 97 | |
| TOELICHTING 18. | FINANCIËLE SCHULDEN 98 | |
| TOELICHTING 19. | VOORZIENINGEN 101 | |
| TOELICHTING 20. TOELICHTING 21. |
HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN 104 EIGEN VERMOGEN 105 |
|
| TOELICHTING 22. | WINST PER AANDEEL 108 | |
| TOELICHTING 23. | KAPITAALBEHEER 108 | |
| TOELICHTING 24. | BEHEER VAN FINANCIËLE RISICO'S 109 | |
| TOELICHTING 25. | REËLE WAARDE 113 | |
| TOELICHTING 26. | GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM 114 | |
| TOELICHTING 27. | BELANGEN IN DOCHTERONDERNEMINGEN 116 | |
| TOELICHTING 28. | INFORMATIE OVER DE OPDRACHTEN VAN DE REVISOREN EN HUN VERGOEDINGEN 119 | |
| TOELICHTING 29. | ONZEKERHEDEN 120 | |
| TOELICHTING 30. | TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN 120 | |
| TOELICHTING 31. | ALTERNATIEVE PRESTATIEMAATSTAVEN 124 |
| 4. VERKLARING VAN DE COMMISSARIS 125 |
|
|---|---|
| 5. ENKELVOUDIGE JAARREKENING CRESCENT NV EN TOELICHTING (VERKORTE VERSIE)130 |
|
| 6. INVESTOR RELATIONS EN FINANCIELE KALENDER 135 |
|
| 7. VERKLARING VERANTWOORDELIJKE PERSONEN137 | |
| 8. BEDRIJFSWIJZER, STAND PER EINDE 2020138 | |
| 9. VERKLARENDE WOORDENLIJST 139 |
|
| 10. SOCIALE VERANTWOORDELIJKHEID 140 |
Geachte Aandeelhouders,
Dat CRESCENT voor het eerst sinds lange jaren een positief EBITDA resultaat heeft kunnen neerzetten wijst erop dat niettegenstaande vele Covid gerelateerde perikelen toch gestaag vooruitgang werd geboekt. Onze beleidsfocus kan nu langzaam verlegd worden van 'consolideren en besparen' om te kunnen 'overleven' naar 'winstgevende groei' door technologische innovatie.
Alhoewel de groepsomzet niet op het voor 2020 geplande peil is gekomen noteerden we duurzaam succes en een verdere omzetstijging in onze Services-divisie. De 'lighting' divisie daarentegen bleef ongeveer op hetzelfde omzetpeil, maar de 'Solutions' divisie presteerde dan weer beduidend onder de verwachtingen omwille van uitgestelde en een vertraagde implementatie van vele IoT projecten. Desalniettemin presteerde ook de Solutions divisie ongeveer op hetzelfde EBITDA niveau van 2019 niettegenstaande belangrijke Covid gerelateerde setbacks.
Toch zijn er hoopgevende lichtpunten die de Vennootschap naar de toekomst beter positioneren. Crescent haalde in 2020 een aantal contracten binnen waarbij de Option gateways in een end-to-end oplossing gekoppeld worden aan sensoren van onder meer Remoticom en gebruiksvriendelijke management software systemen van onder meer Trust one team. Dankzij de nauwe samenwerking met Remoticom en Trust one Team kan Crescent zijn strategische focus verder verleggen van een product centrische benadering (box moving) naar het aanbieden van geïntegreerde IOT oplossingen (solution centric) waarvan de toegevoegde waarde duidelijk hoger ligt en de markt en customer focus gevoelig directer wordt. Alhoewel deze strategie gepaard ging met belangrijke investeringen in nieuwe software platformen geloven wij sterk in het groeipotentieel van dergelijke systemen. Ook op het vlak van 'smart lighting' oplossingen konden de producten van Remoticom het aanbod van Crescent versterken en verbreden. Deze zullen bijvoorbeeld binnen de' Smartville' maatschap worden gecommercialiseerd via implementatie van smart city toepassingen voor steden en gemeentes. Het groei potentieel van dergelijke geïntegreerde oplossingen is enorm en wij verwachten dat dit heel duidelijk zal blijken van zodra de wereld economie in een post Covid scenario opnieuw sterk opveert.
Op het vlak van technologie is Crescent aan een 5G variant van haar 'cloudgate' gamma aan het werken en worden daarbij zowel de processor als de software kernel naar een hoger niveau gebracht. De differentiërende kennis die Crescent in RF-technologie bezit, staat garant voor een competitieve en performante 'next generation' gateway. De strategische samenwerking met Remoticom en Trust one team staat borg voor een verder doorgedreven focus op geïntegreerde end-to-end oplossingen.
De financieringsovereenkomst die Crescent heeft afgesloten met LDA Capital onderlijnt onze ambitie om snel de nodige stappen te kunnen zetten met het oog op de uitbouw van een soliedere groep met internationale ambities. Terzelfdertijd willen we snel en voorgoed komaf maken met enkele historische verplichtingen die nog altijd op de groep rusten maar nu toch eindelijk 'end of life' blijken te worden.
Ik maak van deze gelegenheid gebruik om alle medewerkers en bestuurders van de groep te danken voor hun toewijding en veerkracht in deze moeilijke pandemische tijden. Crescent zal hier versterkt en vernieuwd uitkomen via een breed aanbod van IOT oplossingen dat qua gebruiksvriendelijkheid en performantie met de besten kan wedijveren. Ik dank ook de vele kleine investeerders die in onze kansen zijn blijven geloven.
De economische relance staat voor de deur, en deze zou de groep moeten toelaten om te bewijzen dat zij wel degelijk het positieve verschil kan maken.
Sincerely Eric Van Zele Executive Chairman Gedelegeerd Bestuurder
Geachte Aandeelhouders,
Wij hebben het genoegen U hierbij verslag uit te brengen over de activiteiten van de vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en de jaarrekening afgesloten per 31 december 2020 ter goedkeuring voor te leggen.
Voor een gedetailleerd overzicht betreffende de geconsolideerde resultatenrekening en de balans, verwijzen we naar het financieel verslag dat volgt.
In de geconsolideerde resultatenrekening van 2020 kunnen de meest opvallende elementen van het geconsolideerd resultaat als volgt worden samengevat in kEUR (duizend EUR):
| inkEUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Opbrengsten | 17.783 | 18.199 |
| Bedrijfsverlies | -4.220 | -4.168 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 4.637 | 4.188 |
| EBITDA | 417 | 20 |
| Financieel resultaat | -384 | -332 |
| Netto Verlies | -4.731 | -4.949 |
De opbrengsten zijn met 2.3% gedaald in vergelijking met 2019. Deze daling situeert zich uitsluitend in het Solutions segment, waarin de meeste impact van het coronavirus werd ondervonden.
Door de licht verbeterde brutowinstmarge en de verdere daling van de bedrijfskosten is de EBITDA evenwel gestegen naar 417k EUR.
In waardeverminderingen werd 2.881kEUR opgenomen voor impairment van goodwill en voor bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa.
De kasstrroom uit bedrijfsactiviteiten was 1.7 miljoen EUR, deze was in 2019 nog negatief.
| in k EUR | Revenues per | |
|---|---|---|
| segment | ||
| 2020 | 2019 | |
| Solutions | 8.064 | 8.744 |
| Services | 7.106 | 6.829 |
| Lighting | 2.613 | 2.626 |
| Totalen | 17.783 | 18.199 |

Ondanks de daling in omzet, werd er inzake verkopen binnen Solutions zeker vooruitgang geboekt en werden enkele mooie referentie-orders opgetekend. De meest significante naar de toekomst was deze met GreenField Direct, waarmee een overeenkomst werd gemaakt die ruimer is dan alleen de verkoop van de Cloudgates, en die engineering services voor de ontwikkeling van sensoren inhoudt en ook de levering van de sensoren zelf.
Een aantal andere klanten kozen eveneens voor de Option oplossingen, maar vertraagden in veel gevallen de implementatie van hun project omwille van de algemene onzekerheid die de coronapandemie heeft teweeggebracht.
De impact van deze vertragingen op de omzet is binnen Crescent NV gedeeltelijk opgevangen geweest door het commercialiseren van de 'Safe Distance by Option' oplossing.
De services-divisie ondervond minder impact van de coronacrisis en slaagde erin haar omzet met 4% te doen stijgen. Terzelfdertijd heeft zij geïnvesteerd in de uitbouw van nieuwe software integratie activititeiten waarvan verwacht wordt dat de eerste noemenswaardige resultaten vanaf 2021 zichtbaar zullen worden.
De lighting divisie heeft haar omzet op 2.6mio€ kunnen handhaven. Deze werd voor 90% in Nederland gerealiseerd.
De impact van e.e.a op de EBITDA wordt in volgende tabel en grafiek weergegeven:
| in k EUR | EBITDA per segment | |
|---|---|---|
| 2020 | 2019 | |
| Solutions | -995 | -895 |
| Services | 1.302 | 1.026 |
| Lighting | 110 | -111 |
| Totalen | 417 | 20 |

De omzetdaling van het Solutions segment is de belangrijkste reden voor de daling van de EBITDA, de lagere omzet en marge werden ten dele, maar niet volledig gecompenseerd door kostenbesparende maatregelen, waarbij ook gebruik is gemaakt geweest van de coronamaatregelen die door de overheid werden uitgevaardigd. Zo is binnen Crescent NV enkele maanden gedeeltelijke tijdelijke werkloosheid ingevoerd en zijn de externe zelfstandige medewerkers ook gevraagd geweest om hun kostenaanrekening te verminderen, waardoor naar schatting in totaal 231kEUR is bespaard geweest.
De winstgevendheid van het Services segment is verder toegenomen enerzijds door de synergieën die in Nederland verder werden vorm gegeven dankzij de fusie van 2Invision Managed Services BV met NE-IT Hosting BV en NE-IT Automatisering BV, waarbij deze twee laatsten formeel vereffend zijn geweest in 2020, en anderzijds door de sterke omzetgroei in de Belgische activiteiten.
Doordat de omzet van het Lighting segment overwegend door rechtstreekse verkopen in Nederland werd gerealiseerd, is de marge op de nagenoeg ongewijzigde totale verkoopcijfers in vergelijking met 2019 verbeterd; terzelfdertijd werden nog enkele kostenbesparende maatregelen genomen, waardoor de EBITDA in 2020 positief is uitgekomen.
| inkEUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Totaal Eigen vermogen | 7.127 | 11.288 |
| Totaal Activa | 24.663 | 28.544 |
| Vaste activa | 19.670 | 22.648 |
| waarvan Goodwill | 12.788 | 14.077 |
| Netto financiële schuld | 5.616 | 6.135 |
| Netto werkkapitaal | -4.711 | -3.147 |
In de balans van eind 2020 zijn volgende de belangrijkste posten:
De goodwill werd omwille van een impairment van 851kEUR op de cloudgates en van 438kEUR op Crescent Smart Lighting BV in totaal verminderd met 1.289kEUR. In beide gevallen is in 2020 het vooropgestelde plan niet gehaald, en werd bij de impairment analyse daardoor en vanwege de blijvende onzekerheid van de impact van de coronapandemie de verwachte omzetgroei iets meer getemperd.
Bovendien werd nog een buitengewone waardervermindering geboekt voor 1.592kEUR op het tijdens de omgekeerde overname tot stand gekomen immaterieel vast actief voor de cloudgate technologie.
Deze technologie wordt verbeterd met een sterkere processor en een meer geavanceerde softwarekernel, die uiteindelijk tot een meer performante en competitieve gateway zal leiden, waarbij ook een 5G variant zal ontwikkeld zijn.
In de services divisie is gewerkt aan de uitbouw van een software platform dat een geïntegreerde totaaloplossing biedt voor ondernemingen die binnen de vrijetijdsector diensten aanbieden. Een eerste implementatie van deze software is voorzien in de eerste jaarhelft van 2021. In totaal werd reeds 1.2 miljoen EUR in immateriële vaste activa opgenomen, en is er een uitstaande handelsvordering van 0.3 miljoen EUR op basis van een eerste overeenkomst met een klant. De realiseerbaarheid van deze activa zal blijken uit de eerste oplevering van het software platform. Evenwel zijn reeds andere klanten aan de slag met deelmodules van het platform en wijzen deze op het commerciële potentieel van de software.
De daling van de netto financiële schuld komt door de gestegen kasmiddelen op jaareinde; de bruto financiële schulden (6.414k€) bleven ongeveer op hetzelfde niveau van 2019. (6.569k€)
De omzet voor het volledige jaar bedroeg 4.6 miljoen EUR, tegenover 5.2 miljoen EUR het vorige boekjaar Deze daling werd met name in producten vastgesteld, waar de verkoopvolumes van het Cloudgate gamma door de impact van de coronapandemie met 36% is gedaald. Deze daling werd ten dele gecompenseerd door verkopen van de 'Safe Distance by Option' oplossing en de gestegen omzet in engineering diensten. De bedrijfsopbrengsten daalden van 7.3 miljoen EUR naar 6.0 miljoen EUR, enerzijds door de gedaalde omzet, anderzijds doordat de niet-recurrente bedrijfsopbrengsten met 0.9 miljoen EUR verminderden.
De bedrijfskosten verminderden van 8.3 miljoen EUR naar 7.4 miljoen EUR. Enerzijds was de vennootschap al eerder begonnen om haar kosten geleidelijk verder af te bouwen en werd dit in 2020 verdergezet, anderzijds werden bijkomende niet-recurrente kostenbesparende maatregelen genomen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de Covid-crisis.
Zowel financiële opbrengsten als financiële kosten stegen aanzienlijk in vergelijking met 2019. In financiele opbrengsten werden voor 198kEUR interestopbrengsten geboekt op rekeningen-courant met dochtervennootschappen, en voor 172kEUR wisselkoerswinsten. In de niet-recurrente financiële kosten werd een minderwaarde erkend tbv in totaal 1.243kEUR, enerzijds voor 743kEUR, als gevolg van de kwijtschelding op rekening courant van UEST bij de desinvestering van deze laatste, anderzijds voor 500 kEUR resulterende uit de waardevermindering van de participatie in Crescent Smart Lighting BV.
Het netto verlies van 2.6 miljoen EUR kwam 1.3 miljoen EUR hoger uit dan dat van 2019 (1.2 miljoen EUR).
De belangrijkste bewegingen aan de activa-zijde van de balans worden verklaard door de stijging in immateriële vaste activa doordat een investering van bijkomend 0.2 miljoen EUR is uitgevoerd in de ontwikkeling van een geïntegreerd distributienet voor digitale stadspalen, en van 0.8 miljoen EUR voor de ontwikkeling van een software die het digitaal operationeel beheer toelaat van vrijetijdslocaties.
In de posten van de passiva zijn er stijgingen in financiële schulden op meer dan een jaar van 0.6 miljoen EUR door een bijkomende lening van Van Zele Holding NV van 0.35 miljoen EUR en door een verhoogd krediet van 0.5 miljoen EUR bij Belfius krediet, waarvan de helft in 2021 terug te betalen is, en de andere helft in 2022.
De vennootschap heeft geen bijkantoren.
De Raad van Bestuur stelt voor om het niet-geconsolideerde nettoverlies van 2.6 miljoen EUR over 2020 over te dragen naar het volgende boekjaar.
Met name binnen Crescent solutions en meer specifiek in Crescent NV (voorheen Option NV) worden activiteiten op het vlak van onderzoek en ontwikkeling uitgevoerd.
Crescent NV heeft al meer dan 30 jaar ervaring in het ontwerp van hoog kwalitatieve draadloze producten. De indrukwekkende know-how en infrastructuur rond RF en EMC ontwerp binnen Crescent laten toe om klanten te ondersteunen bij het ontwerp en/of de pre-certificatie van draadloze producten teneinde een groter bereik, een grotere autonomie en/of een kleinere vormfactor te bereiken.
Het belangrijkste eigen product naast de bovengenoemde engineering services is de CloudGate familie van producten. Deze intelligente combinatie van IoT Gateway en Applicatie Platform in een compacte industrial grade box laat toe om op een eenvoudige en snelle manier IoT, IIoT (Industrial Internet of Things)en M2M oplossingen te bouwen.
CloudGate onderscheidt zich op een aantal vlakken van andere producten in dit domein:
Wegens de modulaire architectuur van het product en de beschikbaarheid van een breed portfolio van plug-in kaarten kan met één enkele box een brede waaier van sensoren en actuatoren via CloudGate met de Cloud verbonden worden.
CloudGate ondersteunt in één product een brede waaier van open communicatie-interfaces en protocols, en kan zelfs als vertaler tussen verschillende protocols ingezet worden. Gebruikers kunnen dus in klantenprojecten de optimale communicatie kiezen voor elke verbinding, en zowel tijdens als na het project van communicatietechnologie wisselen met behoud van een zeer groot deel van de investering in zowel hardware als software.
Het LuvitRed applicatieplatform (een optimalisatie van NodeRed) laat toe om zonder software ontwikkeling of ICT kennis volledige IoT applicaties te bouwen en op CloudGate zelf te draaien. De gebruiker dient daarbij enkel in een grafische interface wat blokken naar een canvas te slepen, deze blokken te verbinden met lijnen en wat parameters te configureren.
Sterker in ICT technologie onderlegde gebruikers kunnen niet alleen via de meegeleverde software development kit (SDK) hun eigen applicaties ontwikkelen en op CloudGate draaien, maar ook via de aangeboden hardware development kit (HDK) hun eigen plug-in kaarten ontwikkelen, bvb. voor ondersteuning van eigendomssoftware- en interfaces.
CloudGate biedt ook out-of-the box interfaces naar vele bestaande standaard IoT cloud platformen (zoals bijvoorbeeld Microsoft Azure)
CloudGate biedt ook een eenvoudige manier om grote installaties vanop afstand te configureren via CloudGate Universe.
Cloudgate Universe wordt nu ook verder uitgebreid richting mobile device management, waardoor CloudGate niet enkel kan geconfigureerd worden, maar ook echt beheerd. Dit betekent het ophalen van diagnostische informatie, het rapporteren van fouten en pannes, en het op afstand bekijken van de status van de koppelingen met sensoren en/of geconnecteerde apparaten.
Los van bovenstaande technische elementen onderscheidt Crescent zich ook door het bouwen van sterke strategische partnerships met eindklanten, systeemintegratoren, resellers en distributeurs met toegevoegde waarde, technologie aanbieders en netwerk operatoren.
Ook in 2020 werd dit ecosysteem verder uitgebreid.
Dit alles maakt het CloudGate klanten mogelijk om zeer snel IoT oplossingen op de markt te zetten met een lage Total Cost of Ownership, waarbij de klant zich kan focussen op zijn verticale kerncompetenties, daarbij vertrouwend op de robuuste, bewezen en veilige communicatie- en applicatie-infrastructuur van CloudGate en CloudGate Universe.
Het voorbije jaar is Crescent begonnen met het verder ondersteunen van zijn klanten naar totaaloplossingen toe, als uitbreiding van de positie als een louter gateway aanbieder. Zo werden er verschillende sensoren en multi-sensor boxes ontwikkeld voor toepassing in onder andere social distancing, smart metering, location tracking, anti-diefstal preventie voor kostbare assets, veiligheid van fietsers, monitoring van luchtkwaliteit, monitoring van verkeersstromen, op afstand bedienen en beheren van machines en nog veel meer. In 2020 werd ook het project voor GREENFIELD opgestart, dat bestaat uit twee klant specifieke (op LoRaWAN gebaseerde) sensoren en klantspecifieke software op het niveau van CloudGate.
In 2019 werd samen met een aantal partners binnen een nieuw gevormd consortium een nieuw ontwikkelingstraject opgestart dat door Vlaio mee gefinancierd wordt. Het project beoogt over 2019 tot 2021 de ontwikkeling van een digitale stadspaal die als centrale spil zou moeten fungeren voor de ondersteuning van IoT-oplossingen. Het project omvat onder meer de ontwikkeling en installatie van een 'proof-of-concept' van een modulaire verlichtingspaal die smart-city toepassingen ondersteunt, waaronder het smart laden van elektrische voertuigen.
Crescent NV is eind 2020 ook gestart met bijkomend onderzoek om een 5G-variant te ontwikkelen voor zijn vlaggenschipgateway CloudGate. Na prototyping en verdere testen zou dit moeten leiden naar een nieuwe generatie CloudGate. Het project zal in principe gesubsidieerd worden door Vlaio.
Begin januari heeft Crescent een financieringsovereenkomst gesloten met LDA Capital Limited ("LDA"). LDA is een in Los Angeles gevestigde wereldwijde investeringsgroep met expertise in grensoverschrijdende transacties in de bedrijfstechnologiesector, waaronder Cybersecurity, AI, IOT en SaaS.
LDA heeft toegezegd een bedrag van maximaal EUR 9,9 miljoen (de "Capital Commitment") in contanten binnen een periode van maximaal drie jaar toe te zeggen in ruil voor nieuwe gewone aandelen in Crescent. Crescent heeft toegezegd om binnen 18 maanden een minimumbedrag van EUR 5 miljoen aan aandelen uit te geven aan LDA Capital.
Deze kapitaalverbintenis zal worden vrijgegeven op basis van kapitaalopvragingen door Crescent in de vorm van put-opties die Crescent naar eigen goeddunken mag uitoefenen. Het bedrag van de putopties zal door Crescent worden bepaald en afhankelijk zijn van bepaalde parameters zoals het handelsvolume van gewone aandelen van Crescent gedurende de voorafgaande periode van 15 handelsdagen voorafgaand aan de dag van uitgifte van een put-optie. De uitoefenprijs van de put-optie zal worden bepaald door de naar volume gewogen gemiddelde prijs (VWAP) van de aandelen van Crescent gedurende een prijsperiode van 30 handelsdagen volgend op de dag van uitgifte van kennisgeving van een put-optie en zal worden vastgesteld op 90% van deze uitoefenprijs, wat een korting van 10% impliceert. De minimuminschrijvingsprijs van de nieuwe aandelen zal niet lager zijn dan EUR 0,03, tenzij LDA Capital en Crescent anders overeenkomen.

Bij elke uitoefening van de put-optie zal LDA inschrijven op minimaal 60% van het door Crescent gevraagde volume aandelen.
De nieuwe aandelen zullen worden uitgegeven tegen een uitgifteprijs die werd bepaald door de Volume Weighted Average Price (VWAP) van de aandelen van de Vennootschap op Euronext Brussel gedurende een periode van 30 opeenvolgende handelsdagen na datum van de uitgifte van de putoptie. Van Zele Holding NV heeft 48.400.000 aandelen uitgeleend aan LDA Capital als onderpand tot de datum van uitgifte van deze nieuwe aandelen, en zal daarvoor een vergoeding van 5% p.a. ontvangen gedurende de periode dat deze aandelen werden uitgeleend. In de Buitengewone Algemene Vergadering van 31 maart 2021, werd deze vergoeding expliciet goedgekeurd.
Op 1 februari 2021 heeft Crescent NV een eerste putoptie uitgegeven aan LDA van 48.4 miljoen aandelen, die door LDA voor 32.500.000 nieuwe aandelen werd onderschreven aan een prijs per aandeel van 0,0312174 EUR. De overeenkomstige kapitaalverhoging is op 18 maart 2021 uitgevoerd voor een bedrag van 1.014.566 EUR.
Vanaf deze laatste datum bedraagt het totale kapitaal van Crescent NV 11.096.613,52 EUR. Het kapitaal wordt vanaf deze datum vertegenwoordigd door 1.646.439.345 volledig volgestorte gewone aandelen.
LDA heeft ermee ingestemd niet meer dan 19,9% van de gewone aandelen van Crescent aan te houden. Aangezien LDA een minderheidsbelang nastreeft, zal het niet betrokken zijn bij het management, noch zal het een zetel in de Raad van Bestuur bekleden. Gezien het uitgebreide netwerk van LDA in de technologiesector zal LDA echter trachten de groeiplannen van Crescent te ondersteunen door mogelijk aantrekkelijke overnamemogelijkheden te identificeren.
De put-optie overeenkomst bepaalt dat de Vennootschap aan LDA een vergoeding zal betalen van EUR 198.000 (2% van het maximumbedrag van EUR 9.900.000).
Als onderdeel van de kapitaalverbintenis heeft LDA het recht warranten te ontvangen voor maximaal 46.400.000 nieuwe gewone aandelen Crescent tegen een uitoefenprijs van EUR 0,046 per gewoon aandeel (behoudens gebruikelijke aanpassingen).
Crescent heeft op 31 maart 2021 de goedkeuring van een buitengewone algemene vergadering gevraagd en bekomen voor de uitgifte van de warrants. De warranten hebben een looptijd van drie jaar en zijn uitoefenbaar zodra ze zijn uitgegeven. Crescent heeft haar verslag van de Raad van Bestuur in het kader van de transactie met LDA Capital, overeenkomstig de artikelen 7:180, 7:191 en 7:193 WVV, beschikbaar gesteld waarin zij een verantwoording geeft van de voorgenomen transactie, in het bijzonder een verantwoording van de voorgestelde uitoefenprijs van de LDA Warrants, en een beschrijving van de gevolgen voor de financiële en aandeelhoudersrechten van de bestaande aandeelhouders in het kader van de transactie met LDA Capital.
Inzake het door de Buitengewone Algemene Vergadering van 4 juni 2020 goedgekeurde warrantenplan en de versnelde definitieve verwerving voor het volledig aantal aanvaarde opties voor 2 optiehouders, werden op 28 januari 2021 reeds 9.000.000 warranten uitgeoefend waardoor het kapitaal verhoogd werd met 180.000 EUR tot 10.082.047,52 EUR vertegenwoordigd door 1.613.939.345 aantal gewone aandelen.
Na de uitgifte van de LDA warranten, zijn er op datum van dit verslag nog 28.000.000 warranten in omloop en uitoefenbaar aan 0.02EUR, waarvan er 6.000.000 definitief zijn verworven en nog 46.400.000 warranten uitoefenbaar aan 0.046EUR, die volledig verworven zijn. De mogelijke overeenkomstige maximale verwatering in hoofde van de bestaande aandeelhouders is 4.3%.
Op 9 maart 2021 kondigde Crescent de strategische samenwerking aan met Remoticom om aan de toenemende vraag naar geïntegreerde oplossingen voor Smart Lighting, Smart City, Smart Building en Smart Industrie oplossingen te voldoen.
Hierdoor ontstaat een integraal productportfolio van sensoren welke gecombineerd kunnen worden met een diversiteit aan communicatie oplossingen voor zowel de cellulaire als de non-cellulaire netwerken. Partijen zien in deze samenwerking meteen ook belangrijke efficiëntie voordelen en rentabiliteitsverbeteringen.
Remoticom is een voorloper op het gebied van Internet of Things en sensortechnologie en ontwikkelt met name slimme sensoren die bijdragen aan een veiligere, duurzame en comfortabelere leefomgeving. Remoticom maakt bedrijven toekomstbestendig door gebruik te maken van innovatieve IoToplossingen.
Eerder in 2021 had Van Zele Holding NV aangekondigd dat zij een minderheidsbelang in het Nederlandse IoT-bedrijf had verworven, en om in de toekomst mogelijks zelfs een meerderheidsparticipatie te nemen.
De buitengewone algemene vergadering van 31 maart 2021 nam eveneens een besluit tot wijziging van het toegestaan kapitaal. Wij verwijzen naar het besluit beschreven op p21.
In april 2021 hebben de onafhankelijke bestuurders CRESPO CONSULTANCY BV, met vaste vertegenwoordiger Mevr. Lieve DECLERCQ en Mevr. Liesbet VAN DER PERRE hun ontslag aangeboden; aan de algemene vergadering van 31 mei zal de benoeming voorgesteld worden van ADMODUM BV, vast vertegenwoordigd door dhr. Paul MATTHIJS als nieuwe onafhankelijke bestuurder. De Raad van Bestuur tracht op korte termijn nog een bijkomende onafhankelijke bestuurder voor te dragen.
De belangrijkste aspecten van het beleid van de Vennootschap inzake corporate governance worden uiteengezet in het Corporate Governance Charter van Crescent NV (het 'Charter', dat beschikbaar is op https://www.crescent-ventures.com/.
Crescent hanteert het "pas toe of leg uit" systeem met betrekking tot volgende onderwerpen:
De statuten bepalen dat de Raad van Bestuur ten minste drie en hoogstens negen leden telt, die voor een termijn van hoogstens zes jaar door de Algemene Vergadering van aandeelhouders benoemd worden. De Raad van Bestuur dient ten minste drie onafhankelijke bestuurders te bevatten.
De algemene vergadering van 20 juni 2019 heeft tot de volgende benoemingen beslist:
In de buitengewone algemene vergadering van 20 december 2019, werd mevrouw Declercq als bestuurder vervangen door Crespo Consultancy BV, vast vertegenwoordigd door Mevrouw Lieve DECLERCQ, als Bestuurder vanaf 20 december 2019 tot de jaarvergadering van 2025. (voldoet aan de Onafhankelijkheidscriteria zoals bepaald in artikel 7:87 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen)
Herbenoemingen voor een periode van zes jaar met ingang van 20 juni 2019:
Herbenoeming van de Heer Raju DANDU als Bestuurder
Herbenoeming van CRESCEMUS BV (KBO 0521.873.163), vast vertegenwoordigd door de heer Pieter BOURGEOIS,
Elke Bestuurder is ten allen tijde (ad nutum) afzetbaar door de AV, zonder opzegvergoeding.
Onder voorzitterschap van Eric Van Zele/Van Zele Holding NV vergaderde de Raad van Bestuur in 2020 6 keer waarvan 2 keer fysisch, en 4 keer virtueel.
| Naam | x/y |
|---|---|
| Van Zele Holding | 6/6 |
| Mr. Raju Dandu | 6/6 |
| Crescemus Bvba | 6/6 |
| MICHIELS INVEST & MANAGEMENT BVBA | 6/6 |
| Prof. dr. Liesbet VAN DER PERRE | 6/6 |
| S&S BVBA | 6/6 |
| Crespo Consultancy BV | 6/6 |
| x/y: aanwezigheid/aantal RVB in 2020 |
De Raad van Bestuur oefende zijn bevoegdheden tijdens het boekjaar 2020 uit in overeenstemming met de beginselen die beschreven staan in het charter voor deugdelijk bestuur.
Naast zijn gewone activiteiten werkte de Raad van Bestuur intensief aan een verdere versterking van de strategie en diverse financieringsopties, ontwikkeld via een interactief proces tussen de raad en het management van Crescent.
Op 21 april 2020 heeft de Raad van Bestuur van Crescent NV een warrantenplan goedgekeurd met als doel het ondersteunen en bereiken van enkele bedrijfs- en human resourcedoelstellingen. Er wordt voorzien in de toekenning van 37.000.000 warranten.
De belangrijkste voorwaarden van het warrantenplan "2020" zijn de volgende:
De kost van deze op aandelen gebaseerde transactie wordt berekend op basis van de reële waarde op datum van verwerving. De totale geschatte kost voor dit plan bedraagt k€ 1.152. In 2020 werd van dit bedrag k€ 553 in kosten genomen.
Vermits aan twee bestuurders onder dit nieuw warrantenplan warranten zullen worden aangeboden, werd de belangenconflictprocedure toegepast en aan het comité van onafhankelijke bestuurders, bijgestaan door een onafhankelijke expert terzake, gevraagd om een advies aan de Raad van Bestuur te formuleren. Hun verslag wordt hieronder opgenomen:
In toepassing van de procedure voorzien door Artikel 7:97 WVV dient de verrichting, hieronder beschreven, onderworpen te worden aan het voorafgaandelijk advies van een Comité van drie Onafhankelijke Bestuurders ("het Comité"), bijgestaan door een Onafhankelijke Expert.
Het Comité is samengesteld uit volgende personen:
Het Comité heeft ervoor geopteerd zich hiervoor te laten bijstaan door FINVISION als onafhankelijk expert, voor deze verrichting vertegenwoordigd door de Heer Dieter ENGELEN.
Een kopie van het verslag dat door de Onafhankelijke Expert voor de Onafhankelijke Bestuurders werd opgesteld, is gehecht aan huidig advies.
Mevr. Prof. dr. Liesbet VAN DER PERRE, Mevr. Prof. dr. Sarah STEENHAUT, vaste vertegenwoordiger van S&S BV en Mevr. Lieve DECLERCQ, vaste vertegenwoordiger van CRESPO CONSULTANCY BV die samen het Comité vormen, bevestigen voor zover als nodig dat zij onafhankelijke bestuurders zijn in de zin van Artikel 7:87, §1 WVV.
Overeenkomstig hoger genoemde wettelijke bepaling dient het Comité in haar advies minstens volgende elementen te behandelen:
Ingevolge statutaire machtiging dd.20.12.2019 beschikt de Raad van Bestuur van de Vennootschap over de bevoegdheid om binnen het kader van het Toegestane Kapitaal over te gaan tot kapitaalsverhogingen middels uitgifte van Warranten. De Raad van Bestuur kan overeenkomstig hetzelfde Artikel van de gecoördineerde statuten van de Vennootschap het voorkeurrecht van de Aandeelhouders
hierbij opheffen. De Raad van Bestuur heeft van deze mogelijkheid sinds 20.12.2019 nog geen gebruik gemaakt.
Het Remuneratiecomité stelt voor om ter beloning, incentivering, binding en deels ter nakoming van eerder gedane beloften de Leden van het EXCOM, en enkele Senior Consultants en Bestuurders Warranten van de Vennootschap toe te kennen.
Hiervoor werd door het Remuneratiecomité een CRESCENT Warrant Plan "2020" voorbereid, met volgende kernpunten:
Van de Bestuurders die onder de Begunstigden worden vermeld, zouden concreet Warranten worden toegekend aan:
De toekenning van Warranten aan dhr. Eric VAN ZELE kadert in een kleine poging tot beloning en vergoeding van de activiteiten en tomeloze inzet die dhr. VAN ZELE levert aan de CRESCENT Groep.
De toekenning van Warranten aan dhr. Raju DANDU zou gebeuren uit het oogmerk van beloning voor de blijvende trouw van dhr. Raju DANDU aan de CRESCENT Groep als langst zetelende Bestuurder van de Vennootschap.
3 BESCHRIJVING EN BEGROTING VAN DE VERMOGENSRECHTELIJKE (EN EVENTUEEL ANDERE) GE-VOLGEN VOOR DE VENNOOTSCHAP
In de veronderstelling dat de Uitoefenprijs wordt vastgesteld op 0,02 EUR:
| Huidig aantal aandelen van de Vennootschap | 1.604.939.345 |
|---|---|
| Maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap (op basis van de goed te keuren jaarrekeningen per 31 december 2019) | 9.902.048 |
| Eigen Vermogen van de Vennootschap (op basis van de goed te keuren jaarrekeningen per 31 december 2019) | 11.288.000 |
| Eigen Vermogen per aandeel | 0,0070 |
| Aantal aandelen van de Vennootschap in de veronderstelling van maximale kapitaalverhoging door conversie van de warranten | |
| van Warrantenplan 2020 | 1.641.939.345 |
| Eigen Vermogen van de Vennootschap in de veronderstelling van maximale uitoefening door de uitoefening van alle warrants | |
| van het Warrantenplan 2020, en van niet-uitoefening van de warrants uit oudere warrantenplannen door de te hoge | |
| uitoefenprijzen | |
| Eigen Vermogen per aandeel | 12.028.000 |
| Eigen Vermogen per aandeel | 0,0073 |
Indien de Warranten worden uitgeoefend, zal het eigen vermogen toenemen met een bedrag gelijk aan de Uitoefenprijs. De Raad van Bestuur gelooft dat de bestaande aandeelhouders door de uitgifte van de Warranten niet worden benadeeld of verschillend worden behandeld voor wat betreft de waarde van hun Aandelen.
In de veronderstelling dat de Uitoefenprijs zou worden vastgesteld op 0,02 EUR en dat alleen beide voormelde Bestuurders Warranten zouden ontvangen, zou de toewijzing van 10.000.000 Warranten nauwelijks impact hebben op het eigen vermogen per aandeel (zou op 0,0071 EUR per aandeel uitkomen) op korte termijn.
De creatie van nieuwe Aandelen door de uitoefening van de Warranten zal een verwatering van stemrecht van de bestaande Aandeelhouders veroorzaken, alsook een verwatering van hun aandeel in de winsten van de Vennootschap en in het eventuele vereffeningssaldo.
Teneinde de effecten van verwatering te berekenen, zouden volgende elementen in rekening moeten worden genomen:
| Huidig aantal Aandelen | 1.604.939.345 |
|---|---|
| Maximaal aantal nieuwe Aandelen na conversie | 37.000.000 |
| Totaal Aantal Aandelen na maximale conversie van het Warrant Plan 2020 | 1.641.939.345 |
| Maximale verwatering ten gevolge van de uitoefening van de Warrants die | |
| worden uitgegeven in het kader van het Warrant Plan "2020" | 2,25% |
De impact van de geplande verrichting op het resultaat per Aandeel na uitoefening van alle 37.000.000 Warranten, zal als volgt zijn:
De extra motivatie en stimulans van de Leden van het EXCOM, bepaalde Senior Consultants en Bestuurders door de toekenning van de Warranten, zullen de Vennootschap in staat stellen te groeien en winst te genereren, een voordeel dat ruimschoots opweegt tegen de relatieve verwatering en financiele gevolgen hieraan verbonden.
Verwijzend naar het advies van FINVISION kan worden geoordeeld dat - op langere termijn - de meerwaarde van de blijvende betrokkenheid van de beide Begunstigden de geschatte kost van de toewijzing van deze Warranten zoals beschreven onder 3.2. hierboven meer dan zal compenseren, en dat daardoor dit ten goede zal komen van de Vennootschap en Aandeelhouders.
Na evaluatie van de beschikbare informatie, met in het bijzonder het verslag van FINVISION als onafhankelijk expert van april 2020, is het Remuneratiecomité van oordeel dat de voorgestelde toewijzing van Warranten aan de Heren Eric VAN ZELE en Raju DANDU geen kennelijke benadeling van de Vennootschap met zich meebrengt. Het Remuneratiecomité adviseert de Raad van Bestuur om deze toewijzing binnen het voorgestelde Warrant Plan goed te keuren.
In haar verslag conform Art7:180 van de WVV concludeert de Raad van Bestuur:
Gelet op de voorgaande overwegingen wenst de Raad van Bestuur in het belang van de Vennootschap over te gaan tot uitgifte van Warranten conform het te dien einde opgestelde CRESCENT Warrant Plan "2020" ten voordele van Begunstigden die behoren tot het Personeel van de Vennootschap overeenkomstig Artikel 1:27 WVV, met opheffing van het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders.
Op 9 december heeft de Raad van Bestuur van Crescent NV de belangenconflict regeling in het kader van artikel 7:96 en 7:97 van het WVV toegepast bij de beslissing van de goedkeuring van de verkoop van 100% van de aandelen van UEST NV aan Van Zele Holding NV, en van de aankoop van 11.75% van de aandelen van 2Invision Managed Services NV door Crescent Ventures NV, van Van Zele Holding NV.
Het advies van het Comité van onafhankelijke bestuurders is gepubliceerd op de website van de Vennootschap; de belangrijkste passages ervan worden hieronder herhaald:
BESCHRIJVING EN BEGROTING VAN DE VERMOGENSRECHTELIJKE (EN EVENTUEEL ANDERE) GEVOLGEN VOOR DE VENNOOTSCHAP
UEST is een noodlijdende onderneming die op zeer korte termijn een bijkomende cash injectie nodig heeft van 200.000 EUR teneinde in continuïteit te blijven. Daarnaast is er nog eens een investering nodig van geschat 250.000 EUR voor het updaten van de hardware en het softwareplatform. De return on investment zal niet onmiddellijk haar vruchten afwerpen, en mogelijks zal nog meer cash nodig zijn.
Aangezien de investeringscapaciteit van de CRESCENT Groep op heden gelimiteerd is, zou de toekomst van UEST in de schoot van de Groep niet kunnen worden gegarandeerd.
VZH is bereid om 100% aandelen UEST over te nemen aan de voorwaarden zoals beschreven onder punt 2.1.
De transactie zou voor CRESCENT op geconsolideerde basis een boekhoudkundige opbrengst van 375.000 EUR opleveren, samen met een daling ten belope van 450.000 EUR in financiële schulden in het lopende boekjaar. Dit zou een gunstig effect moeten teweegbrengen op de aandelenwaarde van CRESCENT.
In de enkelvoudige jaarrekening zal deze transactie door de kwijtschelding van de vordering op UEST NV een eenmalig verlies veroorzaken van 742.690 EUR .
1.2 VERKOOP 11,75% AANDELEN 2INVISION MANAGED SERVICES BELGIE (VZH –> CRESCENT VENTU-RES)
Met de verwerving van 11,75% van de aandelen in 2INVMSBE door CRESCENT VENTURES komt CRES-CENT - via laatstgenoemde 100% dochter - in het bezit van 3653 bijkomende aandelen in 2INVMSBE. De totale participatie van CRESCENT zou zo komen op 27.963 / 31.083 aandelen, oftewel afgerond 90%.
Dergelijke transactie kadert in de opzet om binnen de CRESCENT groep zoveel als mogelijk te komen tot een exclusieve participatie in de respectievelijke dochtervennootschappen, en vereenvoudiging van de bestaande groepsstructuur.
Deze transactie heeft een positieve impact op de aandelenwaarde omdat het groepsaandeel in de winst van 2INVMSBE zal verhoogd worden.
2 VERWATERING VAN STEMRECHT, LIQUIDATIE- EN DIVIDENDBELANGEN
2.1 VERKOOP 100% AANDELEN UEST (CRESCENT –> VZH)
De aandeelhouders van CRESCENT NV hebben geen rechtstreeks stemrecht in UEST NV. Ingevolge de verkoop zal CRESCENT NV haar stemrechten in UEST NV verliezen.
Ingevolge verkoop verliest CRESCENT NV haar liquidatierechten in UEST NV, doch op heden is er geen sprake zijn van een mogelijk batig liquidatiesaldo, mocht UEST haar activiteiten wensen stop te zetten.
Gelet op de precaire en financiering behoevende toestand van UEST kunnen er geen dividenden worden uitgekeerd. UEST NV zal ook aanzienlijke investeringen behoeven eer er ooit sprake zou kunnen zijn van een uitkering van enig dividend.
Ingevolge de verkoop door CRESCENT NV van haar participatie in UEST NV verliezen de aandeelhouders van CRESCENT NV hun rechten in het eigen vermogen van UEST NV. Echter, UEST NV heeft op heden een aanzienlijk negatief eigen vermogen. Ingevolge de verkoop zal CRESCENT de middelen die in UEST zouden moeten worden ingezet (zonder snel gunstig gevolg) kunnen inzetten op plaatsen die voor haar aandeelhouders een beter resultaat zullen opleveren.
2.2 VERKOOP 11,75 % AANDELEN 2INVISION MANAGED SERVICES BELGIE (VZH –> CRESCENT VENTU-RES)
Deze transactie brengt geen verwatering van stemrechten, liquidatie- en dividendbelangen met zich mee voor de aandeelhouders van CRESCENT.
Voordelen: er moet niet naar substantiële middelen worden gezocht (450k EUR) teneinde de continuïteit van UEST te garanderen, en om het portfolio te moderniseren; voorkomen faillissement UEST en daarmee samenhangende nefaste gevolgen voor de CRESCENT Groep (publiciteit, beurskoers, etc.); positieve weerslag op de cijfers van de Groep. Gezien haar huidige financiële, heeft UEST geen mogelijkheid om de lening van 742.690 verleend door CRESCENT terug te betalen. De kwijting verleend door CRESCENT met betrekking tot de terugbetaling van een lening van 742.690 EUR heeft bijgevolg geen negatieve impact op CRESCENT in de jaarrekening op geconsolideerde basis, maar wel op enkelvoudige basis.
Nadelen: verlies asset in de health sector, hoewel de synergie op dat vlak nog moest worden ingezet.
3.2 VERKOOP 11,75 % AANDELEN 2INVISION MANAGED SERVICES BELGIE (VZH –> CRESCENT VENTU-RES)
Voordelen: vereenvoudiging bedrijfsstructuur.
Nadelen: geen onmiddellijk nadelige effecten.
4 BESLUIT
Na evaluatie van de beschikbare informatie, met in het bijzonder de verslagen van FINVISION als onafhankelijk expert van 2 december 2020, is het Adviescomité van oordeel dat de voorgestelde transacties geen kennelijke benadeling van de Vennootschap met zich meebrengen. Het Adviescomité adviseert de Raad van Bestuur om deze transacties goed te keuren.
De verkoop van de 11.75% aandelen van 2Invision Managed Services NV door VZH aan de groep is op datum van dit verslag nog niet gebeurd.
Sinds 25 september 2019 is het Auditcomité van de Vennootschap samengesteld uit twee bestuurders, CRESPO CONSULTANCY BV vast vertegenwoordigd door Mevr. Lieve DECLERCQ (onafhankelijke bestuurder) en MICHIELS INVEST & MANAGEMENT BV, met vaste vertegenwoordiger de Heer Johan MI-CHIELS (niet-uitvoerende bestuurder). Beide bestuurders beschikken vanuit hun vroegere en huidige functies over toereikende en nodige competenties inzake boekhouding, audit en financiën om deze rol daadwerkelijk uit te oefenen.
Het Auditcomité vergaderde in 2020 twee keer; bij deze vergaderingen was telkens ook de Heer Bert Kegels van BDO Bedrijfsrevisoren CVBA aanwezig. Het auditcomité beraadde zich verder nog intern in drie tussentijdse vergaderingen.
Het Auditcomité begeleidt en controleert de boekhoudkundige en de financiële verslaggeving van de Vennootschap. Het comité draagt er zorg voor dat er voldoende interne controlemechanismen aanwezig zijn en onderzoekt in samenspraak met de commissaris van de Vennootschap alle vraagstukken inzake boekhouding en waardering. De voornaamste rol van het Auditcomité bestaat erin de financiele verslaggeving, het boekhoudkundige proces en de administratieve documenten te leiden en te controleren. Elk halfjaar worden de financiële verslagen besproken, met bijzondere aandacht voor de waarderingsbeslissingen over portefeuilledeelnames en fondsen. Het Auditcomité volgt ook de efficiëntie van de interne controle en het risicobeheer binnen Crescent.
Sinds 25 september 2019 bestaat het Renumeratiecomité uit drie bestuurders:
Mevr. Prof. dr. Liesbet Van der Perre (onafhankelijke bestuurder), S&S BV vast vertegenwoordigd door Mevr. Prof. Sarah Steenhaut (onafhankelijke bestuurder) en CRESCEMUS BV vast vertegenwoordigd door Dhr. Pieter Bourgeois (niet-uitvoerende bestuurder).
Het Remuneratie- en Benoemingscomité heeft als rol om ervoor te zorgen dat de personeelsleden op correcte wijze worden vergoed, en dat de beste internationale gebruiken worden nageleefd bij het bepalen van de vergoeding en incentives van bestuurders en het management, alsook de benoeming van laatstgenoemden. Het Remuneratie- en Benoemingscomité adviseert de voorzitter eveneens over de vergoeding van het EXCOM. Gelet op de omvang van de Groep oefent het Remuneratiecomité ook de functie uit van Benoemingscomité. Het Remuneratie- en Benoemingscomité kwam niet samen in 2020.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt bepaald door de Algemene Vergadering op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van de CEO wordt bepaald door de Raad na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van het uitvoerend management wordt bepaald door de CEO na overleg met het Remuneratiecomité. Geen individu kan zijn/haar vergoeding zelf bepalen. Deze procedure wordt toegepast, zowel bij het bepalen van het remuneratiebeleid, als bij het bepalen van de individuele remuneratie van bestuurders en Uitvoerend Management, en zal, naar het oordeel van de Raad van Bestuur, niet worden gewijzigd in de komende twee boekjaren.
In het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor het Uitvoerend Management Team biedt de Vennootschap een competitieve totale vergoeding aan gebaseerd op een combinatie van een basissalaris, een variabel salaris, extralegale voordelen en warranten. De methodiek voor het bepalen van de targets voor en het evalueren van de prestaties en het variabel salaris van de Executive Managers wordt beoordeeld door het Remuneratiecomité.
Het Remuneratiecomité wordt bijgestaan door remuneratiespecialisten wanneer nodig en onderzoekt geregeld de beste gebruiken in de markt en vergelijkende marktinformatie om zo advies over competitieve vergoedingsniveaus te kunnen verlenen.
De Algemene Vergadering van 20 juni 2019, keurde volgende vergoedingen goed voor de benoemde bestuurders:
Vermits de benoemingen van de huidige bestuurders op 20 juni 2019 werden bekrachtigd, werden de vaste vergoedingen voor 2019 beperkt worden tot telkens 6.000 EUR.
Vergoedingen voor bijkomende opdrachten (zoals deelname aan afzonderlijke comités, audits, etc.), worden bepaald op 500 EUR per bestuurder per bijeenkomst.
Voor vergoeding van bijkomende kosten wordt gevraagd om de Raad van Bestuur en Remuneratiecomité over deze te laten beslissen.
Aanvullend bij voornoemde vergoeding zijn bestuurders ook gerechtigd op terugbetaling van gedane "out-of-pocket" uitgaven overeenkomstig het vastgestelde beleid van de Vennootschap hieromtrent (inzonderheid inzake reisonkosten) en voor zover zulke uitgaven redelijk zijn en vereist voor de uitoefening van hun taken als bestuurder van de Vennootschap.
In haar zitting van de Raad van Bestuur van 21 april 2020 hebben de bestuurders beslist om de bestuurdersvergoedingen 2019 zoals hierboven beschreven als volgt aan te passen: de onafhankelijke bestuurders 3.000 EUR als vaste vergoeding, de andere bestuurders geen enkele vergoeding.
Ook Van Zele Holding NV heeft als uitvoerend voorzitter afgezien van zijn reguliere mandaatvergoeding in 2019.
Voor het boekjaar 2020 werden bovenvermelde regels wel toegepast, het totale bedrag van bestuurdersvergoedingen die in de bedrijfskosten werden opgenomen bedraagt k€ 146 (2019: k€ 16).
Voor zijn werk als uitvoerend voorzitter heeft Van Zele Holding NV, vertegenwoordigd door de Heer Van Zele een vergoeding van k€ 30 in 2020 ontvangen.
Binnen het warrantenplan van 2020 werden voor 10 miljoen warranten toegewezen aan en geaccepteerd door niet-onafhankelijke bestuurders.
Het Corporate Governance Charter bepaalt de samenstelling van het Uitvoerend Management Team. Op 31 december 2020 was het Uitvoerend Management Team samengesteld uit de volgende leden, onder voorzitterschap van Van Zele Holding NV, vast vertegenwoordigd door Dhr Van Zele:
Ingenior BVBA, vertegenwoordigd door de heer Alain Van den Broeck, directeur Crescent Solutions Gert Grolleman, directeur Crescent Lighting Ajust BV, vertegenwoordigd door de heer Ron Bours, directeur Crescent Services Edwin Bex, CFO Arent Lievens,CLO (tot eind 2020)
De totale basisvergoeding van het EXCOM voor 2020 bedroeg 774.000 EUR (2019: 757.000 EUR). Daarbij kwamen nog variabele vergoedingen van 69.000 EUR (2019: 74.000 EUR), pensioenbijdrages van 36.000 EUR (2019: 34.000 EUR) en bijkomende remuneratiecomponenten van 27.000 EUR (2019: 67.000 EUR).
Geen enkel lid van het Uitvoerend Management Team komt in aanmerking voor specifieke vertrekvergoedingen, bovenop de bestaande wettelijke regelingen. Er bestaan geen bijzondere rechten van herstel, in aanvulling op de bestaande wettelijke bepalingen, die speciale bevoegdheden toekennen aan de Vennootschap om op basis van onjuiste financiële gegevens toegekende of betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen.
Binnen het warrantenplan van 2020 werden voor 23,5 miljoen warranten toegewezen aan en geaccepteerd door leden van het EXCOM.
Voor een gedetailleerd overzicht van de aandeelhoudersstructuur, wordt verwezen naar toelichting 21 van het financiële IFRS-rapport dat hierna volgt.
Het toegestane aandelenkapitaal per eind 2020 bestond uit 1 604 939 345 gewone aandelen voor een totaalbedrag van € 9.902.048. De aandelen hebben geen nominale waarde. Alle aandelen van de Vennootschap hebben dezelfde rechten.
Op datum van dit verslag en na de hierboven vermelde, in 2021 doorgevoerde kapitaalverhogingen bedraagt het totale kapitaal van Crescent NV 11.096.613,52 EUR. Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door 1.646.439.345 volledig volgestorte gewone aandelen.
Ten gevolge van deze kapitaalverhogingen en de op 2 februari 2021 gemelde verkopen van aandelen door Van Zele Holding NV en door de heer Van Zele zelf, is de aandeelhoudersstructuur licht gewijizigd en samengesteld op datum van dit verslag als volgt:
| Aandeelhouder | Aandelen in bezit | Aangehouden % |
|---|---|---|
| Jan Callewaert | 131.996.147 | 8,0% |
| Danlaw | 103.838.830 | 6,3% |
| Van Zele Holding/Eric Van Zele | 533.420.529 | 32,4% |
| Alychlo/Marc Coucke/Mylecke | 199.911.063 | 12,1% |
| Free Float | 644.772.776 | 39,2% |
| LDA Capital Ltd | 32.500.000 | 2,0% |
| Totaal | 1.646.439.345 | 100,0% |
Na de goedkeuring van de Buitengewone Algemene Vergadering van 31 maart 2021, staan er op datum van dit rapport 74.400.000 inschrijvingsrechten uit.
Zie overzicht in onderstaande tabel
| Overzicht warranten | Uitgegeven | Aanvaard | Verworven | Uitgeoefend | Verworven, | Verwachte | Verwachte | Verwachte |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in 2021 | niet uitgeoefend verwerving 2021 verwerving 2022 verwerving 2023 | |||||||
| Warrantenplan 2020 | 37.000.000 | 37.000.000 | 15.000.000 | 9.000.000 | 6.000.000 | 6.600.000 | 6.600.000 | 8.800.000 |
| Warrantenplan LDA Capital | 46.400.000 | 46.400.000 | 46.400.000 | 46.400.000 | ||||
| Totaal | 83.400.000 | 83.400.000 | 61.400.000 | 9.000.000 | 52.400.000 | 6.600.000 | 6.600.000 | 8.800.000 |
Behoudens wat hierna gesteld wordt, zijn de door de Vennootschap uitgegeven kapitaalsaandelen niet onderworpen aan enige wettelijke of statutaire overdrachtsbeperkingen.
Geen
Er bestaan geen zulke aandelenplannen voor werknemers binnen de Vennootschap.
De aandelen van de Vennootschap zijn niet onderworpen aan wettelijke of statutaire stemkrachtbeperkingen. Ieder aandeel geeft recht op één stem.
Het stemrecht verbonden aan de aandelen van de Vennootschap zal echter in de gevallen voorzien in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen worden geschorst.
Verder kan in principe niemand op een Algemene Vergadering van de Vennootschap aan de stemming deelnemen voor meer stemmen dan degene verbonden aan effecten waarvan hij/zij meer dan twintig (20) dagen vóór de datum van de Algemene Vergadering kennis heeft gegeven in overeenstemming met de wetgeving betreffende belangrijke deelnemingen (Artikel 7:83 Wetboek Vennootschappen en Verenigingen (WVV) juncto artikel 25/1 van de Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen (Transparantiewet)).
Het stemrecht verbonden aan aandelen die met vruchtgebruik bezwaard zijn, wordt uitgeoefend door de blote eigenaar (Art.8 en 36 Statuten). Voor wat betreft in pand gegeven aandelen, komt het stemrecht toe aan de eigenaar-pandgever.
Houders van warranten en converteerbare obligaties hebben slechts een raadgevende stem op de Algemene Vergadering van aandeelhouders. (Art.31 §6 Statuten)
Er bestaan, naar het beste weten van de Raad van Bestuur van de Vennootschap, geen aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperkingen van overdracht van effecten en/of de uitoefening van het stemrecht.
De bestuurders van de Vennootschap worden benoemd door de Algemene Vergadering van aandeelhouders, die hiertoe besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Er geldt geen aanwezigheidsquorum voor de benoeming van bestuurders.
Wanneer een rechtspersoon wordt benoemd tot bestuurder, dient deze onder haar aandeelhouders, bestuurders of werknemers een vaste vertegenwoordiger aan te stellen die gelast wordt met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de rechtspersoon-bestuurder.
Minsten drie (3) leden van de Raad van Bestuur moeten aangeduid worden als "onafhankelijke bestuurder", welke moeten voldoen aan de criteria zoals bepaald in Artikel 7:87 WVV.
Bestuurders kunnen ten allen tijde, bij gewone meerderheid van stemmen, worden ontslagen door de Algemene Vergadering van aandeelhouders. Voor het ontslag van bestuurders geldt geen aanwezigheidsquorum.
De statuten van de Vennootschap voorzien de mogelijkheid tot coöptatie van bestuurders door de Raad van Bestuur indien een plaats van bestuurder openvalt. In dit geval hebben de overblijvende bestuurders het recht om voorlopig in de vacature te voorzien. De eerstvolgende Algemene Vergadering van aandeelhouders beslist over de definitieve benoeming. De nieuw benoemde bestuurder vervolmaakt het mandaat van de bestuurder die hij/zij vervangt.
Enkel de (buitengewone) Algemene Vergadering van de Vennootschap heeft het recht om wijzigingen aan te brengen in de Statuten van de Vennootschap.
De Algemene Vergadering van aandeelhouders kan enkel beraadslagen over statutenwijzigingen – met inbegrip van het besluit tot fusie, splitsing en ontbinding – indien de helft van het kapitaal vertegenwoordigd is. Indien aan deze aanwezigheidsvereiste niet is voldaan, dient een nieuwe buitengewone Algemene Vergadering te worden bijeengeroepen die kan beraadslagen ongeacht het vertegenwoordigde kapitaal.
Statutenwijzigingen zijn in principe alleen aangenomen indien zij worden goedgekeurd door vijfenzeventig (75%) van de uitgebrachte stemmen.
Voor de volgende statutenwijzigingen geldt evenwel een bijzondere meerderheidsvereiste van tachtig procent (80%) van de uitgebrachte stemmen:
De Bijzondere Algemene Vergadering van 31 maart 2021 heeft besloten tot wijziging van artikel 9 van de statuten, als volgt:
"De raad van bestuur is bevoegd om het kapitaal in één of meer malen te verhogen met een bedrag dat niet hoger mag zijn dan het bedrag van het geplaatst kapitaal overeenkomstig artikel 7:198 ev. van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtiging wordt besloten kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten zoals onder meer door middel van inbrengen in geld of in natura binnen de door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen toegestane grenzen als door omzetting van reserves en uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen, met of zonder stemrecht, of door uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, of door uitgifte van inschrijvingsrechten of van obligaties waaraan inschrijvingsrechten of andere roerende waarden zijn verbonden, of van andere effecten, zoals aandelen in het kader van aandelenoptieplannen en plannen in verband met inschrijvingsrechten, etc. ten behoeve van het personeel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen.
De raad van bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf (5) jaar na de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de statutenwijziging waartoe werd besloten door de buitengewone algemene vergadering die deze machtiging heeft verleend. Deze bevoegdheid kan worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
De raad van bestuur wordt tevens bijzonder gemachtigd om, ingeval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap gedurende een periode van drie (3) jaar die loopt vanaf de buitengewone algemene vergadering die tot deze machtiging heeft besloten, tot kapitaalverhogingen over te gaan in de voorwaarden voorzien door het Wetboek van vennootschappen.
De raad van bestuur kan, in het belang van de vennootschap, binnen de perken en overeenkomstig de voorwaarden voorgeschreven door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen, wanneer een kapitaalverhoging geschiedt binnen de grenzen van het overeenkomstig dit artikel toegestaan kapitaal.
Deze beperking of opheffing kan eveneens gebeuren ten gunste van één of meer bepaalde personen. Voor het geval dat naar aanleiding van een kapitaalverhoging beslist door de raad van bestuur of naar aanleiding van de conversie van obligaties22 of de uitoefening van warrants of van rechten op andere waarden, een uitgiftepremie wordt betaald, zal deze van rechtswege op een onbeschikbare rekening geboekt worden, genaamd "Uitgiftepremie", die in dezelfde mate als het kapitaal de waarborg voor derden zal uitmaken en waarover, behoudens de mogelijkheid tot omzetting van deze reserve in kapitaal, slechts kan beschikt worden overeenkomstig de voorwaarden voor vermindering van het kapitaal, gesteld door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De raad van bestuur is bevoegd, met mogelijkheid tot indeplaatsstelling, na elke kapitaalverhoging tot stand gekomen binnen de grenzen van het toegestane kapitaal de statuten in overeenstemming te brengen met de nieuwe kapitaal- en aandelentoestand en de historiek van het kapitaal aan te vullen."

Het kapitaal van de Vennootschap kan verhoogd worden ingevolge een besluit van de Raad van Bestuur, binnen de grenzen van het "toegestaan kapitaal". Een machtiging hiertoe dient verleend te worden door een buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders; de duurtijd en het bedrag van deze machtiging zijn beperkt, terwijl de machtiging tevens onderworpen is aan specifieke rechtvaardigingsgronden en doeleinden.
Geen van de overeenkomsten die werden aangegaan met bestuurders van de Vennootschap of haar dochterondernemingen voorziet in een vergoeding (bovenop de normale opzegtermijn) indien zij ontslag nemen, ontslagen worden zonder grondige reden of indien hun tewerkstelling wordt beëindigd ten gevolge van een overnamebod.
De vennootschap heeft geen belangrijke overeenkomsten die bij een wijziging van controle over de vennootschap zouden wijzigen of vervallen en die een belangrijke impact op haar omzet of resultaat zouden hebben.
In overeenstemming met Artikel 3:6 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen moet het jaarverslag van de Raad van Bestuur de belangrijkste risico's en onzekerheden waarmee de onderneming geconfronteerd wordt omschrijven.
De meeste van deze risico's en onzekerheden worden bepaald door de specifieke evolutie van de markten waarin Crescent actief is.
Door de omgekeerde overname in 2018 is de facto het risicoprofiel van de Vennootschap veranderd en gemiddeld afgenomen in vergelijking met de periode van voor de overname, doordat zij nu in drie verschillende markten actief is met elk hun eigen specifieke risico's. Uiteraard zal voor de drie segmenten de gebeurlijke verslechtering van de macro-economische toestand een mogelijke negatieve rol spelen die niet zou toelaten dat het ene segment de mindere resultaten van de andere volledig kan opvangen. Verder heeft de nieuwe samenstelling van de groep ook gevolgen voor de continuïteit. Ondanks de immer beperkte kaspositie, hebben de segmenten Services en Lighting aangetoond dat zij inherent kaspositief kunnen werken, en daardoor in staat zijn de negatieve resultaten van het segment Solutions grotendeels op te vangen. Hierop komen wij in een aparte paragraaf verder meer uitgebreid op terug.
Naast diverse andere operationele factoren dewelke zullen bepalen of de vennootschap haar vooropgestelde budgetten zal realiseren, blijft de coronacrisis voor de nodige onzekerheid zorgen.
In het algemeen wordt deze markt gekenmerkt door snelle, opeenvolgende introducties van nieuwe technologieën. Als een gevolg daarvan is de markt erg dynamisch en moet de Groep reageren op belangrijke en elkaar opvolgende veranderingen. Specifiek worden onderstaande risico's en onzekerheden vermeld:
Crescent NV is afhankelijk van derden die draadloze datacommunicatiediensten aanbieden. Als deze diensten niet worden ingezet zoals verwacht, zouden consumenten niet in staat zijn de innovatieve producten van Crescent NV te gebruiken en zouden de bedrijfsopbrengsten kunnen dalen. De verkoopbaarheid van de producten van de Vennootschap kan schade lijden indien draadloze Telecom operatoren niet voldoende en aanvaardbare draadloze diensten kunnen aanbieden of indien de prijs van zulke diensten te hoog wordt om deze toe te passen voor de massamarkt. Daar komt bij dat toekomstige groei afhankelijk is van de installatie van de volgende generatie draadloze datanetwerken die zullen geleverd worden door derde partijen, daaronder begrepen netwerken voor welke de Vennootschap thans producten ontwikkelt. Indien deze volgende generatie netwerken niet geïnstalleerd of algemeen aanvaard wordt of indien de installatie vertraagd wordt, dan zal er geen markt zijn voor de producten die de vennootschap ontwikkelt voor deze netwerken. Indien de Vennootschap de ontwikkeling van haar business niet behoorlijk beheert dan kan de Vennootschap belangrijke druk ervaren op haar operaties en management en ontwrichting van haar activiteiten.
Crescent NV besteedt de productie van haar producten uit aan derden en kan bijgevolg afhankelijk zijn van de ontwikkeling en productiecapaciteit van deze derden en de algemene kwaliteit van hun werk. Als een leverancier of producent zijn verplichtingen tegenover Crescent NV niet kan nakomen op het gebied van leveringen of productievooruitzichten, kan dit de toekomstige resultaten aantasten. De afnameverplichtingen op korte termijn van de Vennootschap tegenover derden-producenten waar ze beroep op doet, berusten op de raming van de klant- en marktvraag. Als de werkelijke resultaten afwijken van deze raming, door gebrekkige uitvoering door de Vennootschap of ten gevolge van marktomstandigheden, loopt Crescent NV mogelijk een commercieel risico. Leveranciers kunnen mogelijk stoppen met de levering aan aanvaardbare commerciële voorwaarden van producten aan de Vennootschap.
De producten van de Vennootschap worden steeds complexer en kunnen fouten of defecten bevatten, die hun aanvaarding in de markt kunnen tegenhouden of verminderen en leiden tot onverwachte kosten of andere negatieve zakelijke gevolgen. De grotere complexiteit van de producten verhoogt het risico op niet-ontdekte fouten en defecten.
Als Crescent NV niet in staat zou zijn nieuwe innovatieve producten te ontwerpen en te ontwikkelen die voldoende commercieel aanvaard werden, is de Vennootschap mogelijk niet in staat haar onderzoeksen ontwikkelingsuitgaven te recupereren en is zij mogelijk niet in staat haar marktaandeel te behouden en kunnen de bedrijfsopbrengsten dalen. De overgang van pure hardware producten verkoop naar de verkoop van complexe draadloze oplossingen, kan een verdere impact hebben, gezien de typische verkoopcyclus voor een hardware product korter is dan deze voor een end-to-end oplossing. De mogelijkheid om nieuwe producten te ontwerpen en te ontwikkelen is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder, maar niet beperkt tot de volgende;
Indien Crescent NV of haar leveranciers op één van deze gebieden mislukt, of indien deze producten er niet in slagen door de markt te worden aanvaard, kan dit betekenen dat de Vennootschap niet in staat is haar onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven te recupereren. Dit kan leiden tot een daling van haar marktaandeel en haar bedrijfsopbrengsten. Indien Crescent NV er niet in slaagt om succesvol nieuwe producten te ontwikkelen en te verkopen, kan de Vennootschap belangrijke klanten of productorders verliezen en haar zakelijke activiteiten zouden kunnen beschadigd worden.
Het is mogelijk dat Crescent NV niet in staat is om producten te ontwikkelen die overeenstemmen met de voorschriften van regulatoren. De producten van de Vennootschap moeten voldoen aan de voorwaarden van de overheidsregulatoren. In vele landen is het bijvoorbeeld zo dat vele aspecten van communicatietoestellen geregeld worden, waaronder straling van elektromagnetische energie, biologische veiligheid en regels voor toestellen die op het telefonienetwerk worden aangesloten. De Vennootschap kan niet vooruitlopen op het effect op toekomstige producten van wijzigingen die door binnenlandse of buitenlandse overheden genomen worden. Indien de Vennootschap er niet in slaagt om conform te zijn met bestaande of toekomstige wetgeving of om op tijd goedkeuring te verkrijgen voor haar producten dan kan dit een belangrijk negatief effect hebben op haar financiële toestand, operationele resultaten en kasstromen.
Crescent NV kan de vraag van de klanten verkeerd inschatten en daardoor te veel of te weinig van bepaalde producten laten produceren of de Vennootschap is afhankelijk van één belangrijke leverancier voor sommige componenten welke worden gebruikt in haar producten. De beschikbaarheid en verkoop van deze afgewerkte producten kan schade lijden indien één van deze leveranciers niet kan voldoen aan de vraag- en leveringstermijnen van de Vennootschap en alternatieve en bruikbare componenten niet voor handen zijn aan redelijke voorwaarden.
De activiteiten van de Vennootschap zijn afhankelijk van haar blijvende mogelijkheid om toegang te krijgen tot de noodzakelijke technologie van derde partijen. Het kan zijn dat de Vennootschap hierop niet langer beroep kan doen ofwel dat de ervoor gevraagde prijs te hoog is. De Vennootschap heeft verschillende licentieovereenkomsten afgesloten met derde partijen voor de ontwikkeling van haar producten. Sommige van deze licentieovereenkomsten hebben geen specifieke termijn en kunnen door de Vennootschap of de andere partij opgezegd worden zonder redenen of indien zich bepaalde feiten voordoen. Er is geen zekerheid dat de Vennootschap in staat zal blijven om deze licentieovereenkomsten aan te houden of dat de technologie zoals beschreven in de licentieovereenkomsten niet zou betwist worden of dat bijkomende licenties tegen een redelijke vergoeding ter beschikking zullen gesteld worden van de Vennootschap.
Indien de Vennootschap haar bestaande licentieovereenkomsten niet kan behouden of indien ze geen nieuwe licenties kan verkrijgen voor haar bestaande of toekomstige producten dan kan de Vennootschap verplicht worden om vervangstechnologie van een lagere kwaliteit te gebruiken, indien die al bestaat, ofwel aan een hogere kostprijs welke de competitieve situatie, inkomsten en vooruitzichten ernstig schaden.
De Vennootschap zou inbreuken kunnen maken op de intellectuele eigendomsrechten van anderen. Derde partijen kunnen beweren dat de producten van de Vennootschap inbreuk plegen op hun intellectuele rechten. Deze claims kunnen aanzienlijke kosten, middelen en managementaandacht vergen en ze kunnen de reputatie van de Vennootschap schaden en negatieve effecten hebben op huidige en toekomstige relaties met klanten of leveranciers. De markt waarin de Vennootschap opereert heeft verschillende deelnemers die intellectuele eigendomsrechten bezitten of hierop aanspraak maken. In het verleden hebben we, en in de toekomst kunnen we, verschillende claims en aanspraken ontvangen van derde partijen die beweren dat onze producten hun intellectuele eigendomsrechten zouden schenden. De Vennootschap kan rechtstreeks aangesproken worden of via vorderingen tot vrijwaring
voor de producten die de Vennootschap aan bepaalde klanten bezorgde. Ongeacht of deze inbreuken al dan niet gegrond zijn, kunnen we aan het volgende onderworpen zijn:
Indien de verwachte explosie van de Internet of Things markt zich doorzet, zal het aantal aan internet geconnecteerde toestellen een gigantische groei kennen waardoor ook het risico op hacking en security-incidenten exponentieel zal toenemen. De oplossingen die worden aangeboden zullen voortdurend moeten rekening houden met deze cyberbedreigingen en evolueren telkens er nieuwe risico's opduiken. Daardoor valt niet uit te sluiten dat de kosten navenant zullen stijgen om de uitgebrachte producten en oplossingen voldoende cyberrisicoproof te maken.
Binnen de activiteiten van Crescent Solutions bestaan twee specifieke risico's die enerzijds zouden kunnen wegen op de activiteiten van Aardingen Maro BV, en die bestaat uit de cycliciteit van de telecommarkt waaruit Aardingen Maro haar belangrijkste deel van haar omzet haalt, en op de inherente risico's eigen aan de projectbusiness van SAIT BV anderzijds, door haar eindverantwoordelijkheid als integrator van verkochte oplossingen, zonder evenwel altijd de volledige controle te hebben op alle elementen van het totaalproject waarvan een verkochte oplossing deel uitmaakt. Dit verhoogt het risico dat de projecten niet binnen de voorziene tijds- en kostenbestekken kunnen worden opgeleverd.
Crescent services staat voor de voortdurende uitdaging tot aanwerving van voldoende en competente ICT-profielen, en van het behoud van de bestaande werknemers binnen de groep. Deze moeten bovendien worden in staat gesteld om de continue technologische veranderingen binnen de ICTsector aan te leren zodat zij de toegevoegde waarde naar de klanten kunnen blijven bieden die van hen wordt verwacht als ICT-specialisten. Bovendien wordt de algemene nood aan dergelijke profielen hoger zodat ook de kosten voor de activiteit zouden kunnen verhogen, tenzij dat deze in dezelfde mate kunnen worden doorberekend aan de eindklanten. De beschikbaarheid van IT-systemen en van de IT-beheerders neigt meer en meer naar een 7/7, 24/24 principe wat de druk op de organisatie en haar mensen verhoogt en het risico vergroot dat een afdoende dienstverlening gegarandeerd kan blijven.
De toegenomen complexiteit van ICT-systemen en de afhankelijkheid van de bedrijfswereld van deze systemen heeft ook de eisen voor security verhoogd. Crescent services moet voortdurend oog hebben voor het pro-actief beheersen van de cyber-risico's zowel in de interne ICT-infrastructuur als in deze van de klanten.

Voor de verdere uitbouw van het zakencijfer zal deze activiteit belangrijke afzetmarkten buiten haar Nederlandse thuismarkt moeten vinden. Dit vereist voldoende middelen om de nodige investeringen te kunnen doen in de gekozen doelmarkten, en een goede inschatting van de barrières die moeten overwonnen worden om succesvol te zijn. Een risico zou kunnen zijn dat de nodige middelen om tot succes te kunnen komen in de gekozen doelmarkten groter zijn dan de opbrengsten die uiteindelijk uit deze markten kunnen worden gehaald. Voor de aluminium gietonderdelen van haar luminaires is Crescent Lighting afhankelijk van Chinese leveranciers, door de toegenomen macro-economische politieke spanningen zouden deze leveranciers zelf in hun handel kunnen beperkt worden, of zouden importen duurder kunnen worden, wat impact kan hebben op de afzet van Crescent Lighting zelf. Indien deze leveranciers zouden moeten vervangen worden, kan dit extra kosten voor Crescent Lighting met zich brengen. De aan de gang zijnde beweging van klassieke lichtbronnen naar LED-alternatieven zou kunnen vertragen of versnellen en Crescent Lighting daardoor voor operationele uitdagingen stellen om op deze wijzigingen adequaat in te spelen. Daarbij valt ook niet uit te sluiten dat de marges die op LEDarmaturen worden gerealiseerd onder druk zullen komen te staan. De aannames die Crescent lighting tot nog toe heeft gedaan met betrekking tot de garantiekosten voor defecte toestellen zouden kunnen herzien worden in geval van bijkomende claims en vastgestelde tekortkomingen in geleverde luminaires. Dit zou een direct kostenverhogend effect met zich kunnen brengen, maar ook een indirect effect op de reputatie en het imago van Crescent Lighting.
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de beoordeling van risico's die inherent zijn aan de Groep alsook de doeltreffendheid van deze interne controles. Overeenkomstig de Belgische Corporate Governance Code 2020, keurt de Raad ven Bestuur het kader van interne controle en risicobeheer goed, dat wordt voorgesteld door het uitvoerend management, en beoordeelt de implementatie van dit kader.
De organisatie van de Interne controle van de Groep is gebaseerd op de vijf pijlers van het COSO1 -2013 raamwerk:
De Raad van Bestuur heeft een Auditcomité en een Remuneratiecomité opgericht. Het Auditcomité geeft advies en controleert de financiële verslaggeving van de Groep. Het zorgt voor de aanwezigheid van voldoende interne controlemechanismen en, in samenwerking met de commissaris van de Groep, onderzoekt het vragen met betrekking tot de boekhouding en de waarderingsregels. De rol van het Remuneratiecomité is te zorgen voor een rechtvaardig beleid in verband met de vergoeding voor werknemers en Uitvoerend Management, alsook om de beste internationale gebruiken te waarborgen welke in acht worden genomen bij het bepalen van verloningen en prestatievergoedingen. Het Management bepaalt de stijl van leidinggeven en de waarden hieromtrent evenals de vaardigheden en taakomschrijvingen die nodig zijn voor alle functies en taken binnen de organisatie.
De Groep heeft het Corporate Governance Charter toegepast en de Raad van Bestuur heeft een "Dealingcode" ingevoerd, welke het gebruik van voorkennis verbiedt betreffende het handelen in financiële instrumenten van Crescent.
De Groep beschikt over een duidelijk organogram, waarin de verschillende entiteiten die tot de Groep behoren zijn opgenomen. Voor alle functies zijn de verantwoordelijkheidsgebieden gedefinieerd.
We verwijzen naar het deel "overzicht van risico's en onzekerheden" en "financiële instrumenten" in dit rapport welke de risico's beschrijven die verband houden met de evolutie van de markt en de business of zakelijke omgeving in welke de Groep opereert.
De Raad van Bestuur en het management bepalen de strategie, het budget en het middellange- tot lange termijn businessplan voor de komende periodes. Tijdens dit proces worden risico's en onzekerheden besproken en worden deze in aanmerking genomen om de strategie van de Groep en het budget verder te finaliseren.
1 COSO (Committee of Sponsoring Organizations) is een private, niet-gouvernementele internationale organisatie die erkend is op het vlak van deugdelijk bestuur, interne controle, risicomanagement en financiële rapportering.
De volgende belangrijkste risicocategorieën werden onderscheiden:
Om een onderbreking in de productie te vermijden heeft de Groep een gedeelte van de productie uitbesteed aan verschillende derden-fabrikanten (hierna ook 'productiepartners' genoemd). Niettemin stelt dit de Groep bloot aan een aantal risico's en onzekerheden die buiten haar controle liggen. Indien één van deze derden-fabrikanten vertragingen, onderbrekingen, capaciteitsproblemen of kwaliteitsproblemen in zijn productie zou kennen, dan kan de levering van producten aan klanten vertraagd of geweigerd worden en kunnen de klanten opteren om hun aankooporder te schrappen of een boete voor late levering te eisen. De kosten, kwaliteit en beschikbaarheid van productiepartners zijn essentieel voor de succesvolle productie en verkoop van de producten van de Groep. Risico's met betrekking tot overmacht bij elk punt tijdens de productie of in de toeleveringsketen kunnen leiden tot schade aan onroerende goederen en materiële schade, cyberrisico's en onderbrekingen van de bedrijfsvoering.
We verwijzen naar toelichting 26 van de geconsolideerde jaarrekening voor een gedetailleerde beschrijving van het beheer van de financiële risico's, zowel op vlak van krediet-, liquiditeits- als marktrisico.
Het terugroepen van producten is een geïdentificeerd risico waarmee de Groep zou kunnen worden geconfronteerd. De producten van de Vennootschap zijn technologisch complex, bestaan uit meerdere componenten die aangekocht worden bij verschillende partijen, omvatten een belangrijk hardwarecomponent en een complex softwarecomponent, en moeten voldoen aan strenge industriële voorwaarden, regelgeving en eisen van de klant. De producten die door de Groep worden geproduceerd, kunnen onopgemerkte fouten of gebreken bevatten, vooral wanneer deze voor het eerst worden geïntroduceerd of wanneer nieuwe modellen of versies worden vrijgegeven. De grotere complexiteit van de producten verhoogt het risico op dergelijke fouten. Dit kan leiden tot een afwijzing of het terugroepen van dit specifieke product.
Kwaliteitsproblemen en de afhankelijkheid van één leverancier voor een specifiek product werden geïdentificeerd als een risico. De beschikbaarheid en de verkoop van afgewerkte producten kunnen schade lijden indien één van deze leveranciers niet kan voldoen aan de vraag- en leveringstermijnen van de Groep en alternatieve en bruikbare componenten niet voorhanden zijn tegen redelijke voorwaarden.
Aangezien de Groep actief is in een snel veranderende en competitieve technologische sector, dienen de strategische pijlers te worden geïdentificeerd en indien nodig te worden herbekeken. De Groep startte een industriële transformatie die nog steeds bezig is, want de Groep verliet de sterk gestandaardiseerde marktsegmenten.
Indien de Groep er niet in slaagt succesvol nieuwe producten of diensten te ontwikkelen en te introduceren in zijn productenportefeuille, kan de Groep belangrijke klanten of productbestellingen verliezen en kunnen daardoor de activiteiten van de Groep worden geschaad. Wanneer de Groep nieuwe producten of nieuwe versies van zijn bestaande producten of diensten introduceert, kunnen de huidige klanten de technologische vernieuwingen van deze producten niet nodig hebben of niet willen, en kunnen ze die mogelijk niet kopen of kopen in kleinere hoeveelheden dan de Vennootschap had ver-
wacht. Net als de snel veranderende technologieën zou dit kunnen leiden tot een kortere levenscyclus van de producten.
De Groep heeft verschillende ondersteunende softwarepakketten die worden gebruikt voor het beheer van haar activiteiten. Een storing zou kunnen leiden tot een grote impact met betrekking tot de financiële gegevens, stamgegevens, het toezicht op de productie, inkoop- en verkoopstromen.
Op het ogenblik van de goedkeuring van deze jaarrekening door de Raad van Bestuur blijft de coronacrisis voor de nodige onzekerheid zorgen en stelt elke vennootschap zich in het bijzonder de vraag hoe haar plan en vooruitzichten erdoor geïmpacteerd zullen (blijven) worden. De impact en duurtijd van deze crisis kan onmogelijk met zekerheid worden ingeschat.
In eerste instantie heeft de Vennootschap de nodige maatregelen genomen om de gezondheid van haar medewerkers te verzekeren door het telewerken maximaal te promoten en indien niet mogelijk, de social distancing op de werkplekken te respecteren, en de andere consignes van de overheid terzake na te volgen. Zij heeft ook modellen uitgewerkt waarin wordt rekening gehouden met de afwezigheid van een aantal van haar medewerkers, en scenario's geschreven om deze gebeurlijke situaties op te vangen, en om zo de dienstverlening naar haar klanten blijvend te kunnen in standhouden.
Vervolgens heeft zij proactief maatregelen genomen om kosten te besparen ter anticipatie van mogelijke omzetdalingen, en zo te verzekeren dat haar continuïteit niet in het gedrang komt en haar liquiditeit beschermd wordt.
De vennootschap is zich bewust dat de snelle veranderingen die deze pandemie met zich brengt, haar dwingt om haar beleid snel bij te sturen zodra de noodzaak zich daartoe voordoet
Op 31 december 2020 heeft de Groep een positief eigen vermogen van k€ 7 127. De beperkte kaspositie per eind vorig boekjaar van k€ 434 verbeterde naar k€ 798 op 31 december 2020. De bruto financiele schuld bedroeg eind 2020 k€ 6 414 (2019: k€ 6 569).
De liquiditeitspositie van de groep is in 2020 een doorlopend aandachtspunt geweest, waarvoor beroep is gedaan op bijkomende kredieten vanuit aandeelhouders (k€ 630), banken (k€ 599) en overheid (k€ 62). Eveneens werden onder de coronamaatregelen voor k€ 222 aan schuldaflossingen aan banken opgeschort, evenals uitstel bekomen voor k€ 92 BTW betalingen en k€ 187 loonheffing betalingen. Verder werd er ook beroep gedaan op bijkomende leverancierskredieten.
Ondanks de verbetering van de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten in 2020, en de verwachting dat deze verbetering in de komende jaren kan worden versterkt, heeft de Raad van Bestuur geoordeeld dat een oplossing moest worden gezocht om de liquiditeitspositie op structurele manier snel te verbeteren, en dat extra werkkapitaal nodig was om deze plannen te laten slagen, en dat er daarom een bijkomende nood bestaat aan extra middelen om de ambities van de groep waar te maken daar waar die bestaan om met enkele gerichte overnames de activiteiten verder te ontwikkelen.
Door het recent akkoord met LDA Capital beschikt de groep naast eventuele verdere ondersteuning vanuit de bestaande aandeelhouders over een bijkomende financieringsbron, hetgeen de continuïteitsveronderstelling verder onderbouwt. Aangezien het beroep op deze financieringsbron evenwel afhankelijk is van een aantal voorwaarden dewelke buiten de controle vallen van de groep, blijft het evenwel belangrijk dat de vennootschap ook in de toekomst beroep kan doen op een financiering vanuit de operationele activiteiten; daarnaast bestaat steeds de mogelijkheid tot eventuele steun vanuit de bestaande aandeelhouders.
De controle activiteiten omvatten de maatregelen die zijn genomen door de Groep om ervoor te zorgen dat de voornaamste risico's welke werden geïdentificeerd, worden beheerst of beperkt.
De Groep beheert haar risico met betrekking tot overmacht, zijnde schade aan onroerend goed, materiële schade, onderbreking van de bedrijfsvoering, cyber risico's, door het aangaan van verzekeringsovereenkomsten ter dekking van dergelijke risico's.
Vóór de commercialisering van haar producten, voert de Groep de nodige tests uit om het niveau van technische goedkeuring te bereiken. Om de best mogelijke kwaliteitsstandaarden tijdens de productie te garanderen, heeft de Vennootschap in-house eigen test- en kalibratie systemen ontwikkeld. Deze systemen worden gebruikt bij de productie van de meeste producten van de Vennootschap. De inhouse ontwikkelde systemen laten de Vennootschap toe om de kwalitatieve parameters die worden gebruikt tijdens het productieproces, welke plaatsvindt in de fabriek van de onderaannemers van de Vennootschap, te controleren. De testresultaten worden automatisch opgeladen in een database van de Vennootschap, welke haar toelaat om de productiegeschiedenis van deze producten te controleren en na te kijken. Bovendien heeft de Groep een specifiek verzekeringscontract afgesloten, welke alle externe kosten als gevolg van een mogelijke terugroep (recall) risico dekt.
De Groep heeft haar inkoopproces gewijzigd dat wordt verwerkt door de derde partij producenten en dit onder toezicht van de Groep.
De Groep heeft haar strategische pijlers geïdentificeerd. Om de veranderende marktomstandigheden het hoofd te bieden hebben de Raad van Bestuur en het Management een aantal strategische vergaderingen met als doel de verdere strategie van de Groep te bepalen. De levenscyclus van de producten wordt nauwlettend opgevolgd.
Om de continuïteit van de ERP-systemen te garanderen, worden op een regelmatige basis back-ups gemaakt.
Een belangrijk element om de activiteiten te controleren is de jaarlijkse budget oefening waarbij strategie, risico's, businessplannen en beoogde resultaten worden getest. De prestaties ten opzichte van de doelen worden maandelijks opgevolgd door het Finance team en worden besproken tijdens vergaderingen van het Management.
Om betrouwbare financiële informatie te garanderen werd een gestandaardiseerd informatieuitwisseling proces gedefinieerd, welke consistent is voor alle entiteiten die tot de Groep behoren. Deze proces flow omvat de specifieke taken die moeten worden uitgevoerd door alle entiteiten met betrekking tot elke maandelijkse afsluiting, alsmede de vooropgestelde deadlines.
De financiële informatie wordt op kwartaalbasis voorgesteld aan het Auditcomité en de Raad van Bestuur. De informatie, welke op regelmatige tijdstippen wordt gedeeld met het personeel, is niet beperkt tot een financiële update, maar bevat ook zakelijke updates en in het geval dit nodig blijkt, strategische updates.
Het toezicht gebeurt door de Raad van Bestuur door middel van de activiteiten en verantwoordelijkheden van het Auditcomité. Het Auditcomité beoordeelt en bespreekt de driemaandelijkse financiële afsluitingen op basis van een presentatie van het financieel Management van de Groep. Notulen van de vergadering worden voorbereid met inbegrip van een opvolging van actiepunten. Gezien de structuur en de huidige omvang van de Groep, is er geen interne auditorfunctie.
De enkelvoudige jaarrekening van Crescent NV (Belgische boekhoudnormen) heeft over 2020 een nettoverlies van 2.6 miljoen EUR.
De Raad van Bestuur stelt voor om dit niet-geconsolideerde nettoverlies over te dragen naar het volgend boekjaar.
De Raad van Bestuur verklaart, naar het beste van haar kennis, het volgende:
Leuven, 28 april 2021
De Raad van Bestuur
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december In duizend EUR, behalve gegevens per aandeel |
Toelichting | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|
| Voortgezette bedrijfsactiviteiten | |||
| Opbrengsten | 4 | 17 783 | 18 199 |
| Kostprijs verkochte goederen | 5 | ( 12 415) | ( 13 008) |
| Brutowinst | 5 368 | 5 191 | |
| Overige opbrengsten | 4 | 579 | 1 165 |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten | 5 | ( 610) | ( 1 275) |
| Kosten van verkoop, marketing en royalty's | 5 | ( 1 697) | ( 2 271) |
| Algemene en administratieve kosten | 5 | ( 5 556) | ( 4 940) |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en immateriële activa | 10 / 11 | ( 2 881) | ( 2 038) |
| Totale bedrijfskosten | ( 10 744) | ( 10 524) | |
| Opbrengst uit de verkoop van dochterondernemingen | 9 | 577 | - |
| Bedrijfsverlies | ( 4 220) | ( 4 168) | |
| Financiële kosten Financiële opbrengsten |
7 7 |
( 646) 262 |
( 539) 207 |
| Financieel resultaat | ( 384) | ( 332) | |
| Verlies vóór belastingen | ( 4 604) | ( 4 500) | |
| Belastingen | 8 | ( 127) | ( 449) |
| Nettoverlies van de periode uit voortgezette activiteiten | ( 4 731) | ( 4 949) | |
| Nettoverlies van de periode | ( 4 731) | ( 4 949) | |
| Nettoverlies van de periode toewijsbaar aan de Aandeelhouders van de moeder |
( 4 784) | ( 4 851) | |
| Minderheidsbelangen | 53 | ( 98) | |
| Verlies per aandeel | |||
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 1604 939 345 | 1375 308 402 | |
| Verwaterd gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 1604 939 345 | 1375 308 402 | |
| Resultaat per aandeel voor verwatering uit voortgezette bedrijfsactivitei ten |
22 | (0,00) | (0,00) |
| Resultaat per aandeel na verwatering uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 22 | (0,00) | (0,00) |
| Resultaat per aandeel voor verwatering | 22 | (0,00) | (0,00) |
| Resultaat per aandeel na verwatering | 22 | (0,00) | (0,00) |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december In duizend EUR |
Toelichting | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|
| Nettoverlies | ( 4 731) | ( 4 949) | |
| Andere gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Componenten die later mogelijks kunnen opgenomen worden in de resul tatenrekening |
|||
| Wisselkoersverschillen op buitenlandse activiteiten | - | 2 | |
| Componenten die later niet zullen opgenomen worden in de resultatenre kening |
|||
| Herwaardering van toegezegde-pensioenregelingen | 19 | 17 | 34 |
| Niet-gerealiseerde resultaten voor de periode (netto van belastingen) | 17 | 36 | |
| Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode | ( 4 714) | ( 4 913) | |
| Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode toewijsbaar aan: |
|||
| Aandeelhouders van de moeder Minderheidsbelangen |
( 4 767) 53 |
( 4 815) ( 98) |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit geconsolideerd totaalresultaat.
| 31 december 2020 |
31 december 2019 |
||
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | Toelichting | ||
| Activa | |||
| Goodwill | 10 | 12 788 | 14 077 |
| Immateriële vaste activa | 11 | 3 691 | 4 843 |
| Materiële vaste activa | 12 | 2 870 | 3 227 |
| Overige financiële vaste activa | 9 | 9 | |
| Overige vorderingen | 15 | 83 | 85 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 8 | 229 | 407 |
| Vaste activa | 19 670 | 22 648 | |
| Voorraden | 16 | 1 259 | 1 538 |
| Handels- en overige vorderingen | 2 920 | 3 909 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 17 | 798 | 434 |
| Belastingvorderingen | 16 | 16 | |
| Vlottende activa | 4 993 | 5 896 | |
| Totaal activa | 24 663 | 28 544 | |
| Verplichtingen en eigen vermogen | |||
| Geplaatst kapitaal | 21 | 9 902 | 9 902 |
| Reserves | 21 | ( 3 042) | 1 173 |
| Totaal eigen vermogen toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennoot schap |
6 861 | 11 075 | |
| Minderheidsbelangen | 266 | 213 | |
| Totaal eigen vermogen | 7 127 | 11 288 | |
| Financiële schulden Overige schulden |
18 18 |
2 882 1 334 |
3 316 957 |
| Voorzieningen | 19 | 448 | 549 |
| Uitgestelde belastingschulden | 8 | 44 | 188 |
| Langlopende verplichtingen | 4 708 | 5 010 | |
| Financiële schulden Handels- en overige schulden |
18 20 |
3 532 8 890 |
3 253 8 594 |
| Voorzieningen | 19 | 78 | 121 |
| Te betalen belastingen | 328 | 278 | |
| Kortlopende verplichtingen | 12 828 | 12 246 | |
| Totaal verplichtingen en eigen vermogen | 24 663 | 28 544 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde balans.
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december In duizend EUR |
Toelichting | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsactiviteiten | |||
| Nettoresultaat (a) | ( 4 731) | ( 4 949) | |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa | 5 / 11 | 670 | 609 |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa en recht-op-gebruik activa | 5 / 12 | 1 166 | 1 181 |
| Bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa | 10 / 11 | 2 881 | 2 038 |
| Verlies / (winst) uit de verkoop van materiële vaste activa en recht-op | |||
| gebruik activa | - | ( 1) | |
| (Terugname van) waardeverminderingen op vlottende en niet vlottende | |||
| activa | ( 55) | 409 | |
| Verlies / (Winst) op vereffening van dochtervennootschappen | 9 | ( 577) | - |
| Winst uit bargain purchase van step-acquisitie | - | ( 6) | |
| Winst uit de herwaardering van eerder aangehouden minderheidsbelang | - | ( 3) | |
| Toename / (afname) in voorzieningen | ( 1) | ( 47) | |
| Niet-gerealiseerde wisselkoers verliezen / (winsten) | ( 2) | 2 | |
| Financiële (opbrengsten) kosten | 7 | 384 | 332 |
| Kost van op aandelen gebaseerde betalingen Belastingkost / (opbrengst) |
5 8 |
553 127 |
- 449 |
| Totaal (b) | 5 146 | 4 963 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor mutaties in bedrijfskapitaal | |||
| (c)=(a)+(b) | 415 | 14 | |
| Afname / (toename) in voorraden | 223 | ( 246) | |
| Afname / (toename) van handels- en overige vorderingen | 875 | ( 506) | |
| Toename / (afname) van handels- en overige schulden | 278 | 421 | |
| Toename / (afname) van uitgestelde opbrengsten | 463 | 264 | |
| Aanwending van voorzieningen | 19 | ( 142) | ( 61) |
| Totaal van de mutaties in bedrijfskapitaal (d) | 1 697 | ( 128) | |
| Betaalde interesten (e) | ( 299) | ( 355) | |
| Overige financiële opbrengsten / (kosten) (f) | ( 53) | 22 | |
| Betaalde belastingen (g) | ( 42) | ( 11) | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (h)=(c)+(d)+(e)+(f)+(g) | 1 718 | ( 458) |
| Verwerving van materiële vaste activa Opbrengsten uit de verkoop van materiële vaste activa |
12 | ( 147) - |
( 419) 8 |
|---|---|---|---|
| Verwerving van immateriële vaste activa | 11 | ( 1 169) | ( 612) |
| Inkomsten uit de verkoop van dochtervennootschappen | 9 | ( 160) | - |
| Verwerving dochtervennootschappen | 9 | - | 35 |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten (i) | ( 1 476) | ( 988) | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Ontvangsten uit leningen | 1 194 | 3 699 | |
| Aflossingen van leningen | 18 | ( 303) | ( 1 642) |
| Aflossingen van leasingschulden | ( 769) | ( 814) | |
| Kasstroom verstrekt / (gebruikt) uit financieringsactiviteiten (j) | 122 | 1 243 | |
| Netto toename/(afname) van liquide middelen = (h)+(i)+(j) | 364 | ( 203) | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het boekjaar | 17 | 434 | 637 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het boekjaar | 17 | 798 | 434 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit geconsolideerd kasstroomoverzicht.
| Op aande | Kosten | Omge | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| len geba | Valuta | uitgifte van | keerde | Over | Minder | Totaal | |||||
| Toe | Geplaatst | Uitgifte | seerde | koers | nieuwe | overname | gedragen | heids | eigen | ||
| In duizend EUR | lichting | kapitaal | premies | betalingen | verschillen | aandelen | reserve | resultaat | Totaal | belang | vermogen |
| Op 1 januari 2019 | 36 304 | 17 610 | 212 | 201 | ( 2 617) | ( 16 092) | ( 26 480) | 9 139 | 2 223 | 11 362 | |
| Nettoverlies | - | - - |
- - |
- | ( 4 851) | ( 4 851) | ( 98) | ( 4 949) | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van belastingen | - | - - |
2 - |
- | 34 | 36 | - | 36 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode | - | - - |
2 - |
- | ( 4 817) | ( 4 815) | ( 98) | ( 4 913) | |||
| Wijzigingen in op aandelen gebaseerde betalingen | - | - ( 212) |
- - |
- | 212 | - | - | - | |||
| Kapitaalverhoging | 6 044 | - - |
- - |
- | - | 6 044 | - | 6 044 | |||
| Transacties binnen het eigen vermogen: verwerving minderheidsbelang 2 Invision Managed Services BV |
9 | - | - - |
- - |
- | 707 | 707 | ( 1 912) | ( 1 205) | ||
| Incorporatie van overgedragen verliezen in het kapitaal | ( 32 446) | ( 17 610) | - | - - |
- | 50 056 | - | - | - | ||
| Op 31 december 2019 | 9 902 | - - |
203 | ( 2 617) | ( 16 092) | 19 678 | 11 075 | 213 | 11 288 | ||
| Nettoverlies | - | - - |
- - |
- | ( 4 784) | ( 4 784) | 53 | ( 4 731) | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van belastingen | - | - - |
- - |
- | 17 | 17 | - | 17 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode | - | - - |
- - |
- | ( 4 767) | ( 4 767) | 53 | ( 4 714) | |||
| Wijzigingen in op aandelen gebaseerde betalingen | 22 | - | - 553 |
- - |
- | - | 553 | - | 553 | ||
| Op 31 december 2020 | 9 902 | - 553 |
203 | ( 2 617) | ( 16 092) | 14 911 | 6 861 | 266 | 7 127 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde staat van wijzigingen in het eigen vermogen.
Crescent NV (vroegere Option NV; de "Vennootschap"), opgericht op 3 juli 1986, is de moedervennootschap van een aantal dochternemingen actief in IOT-technologie, smart LED verlichting en ICTdiensten.
Crescent NV is een Naamloze Vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Gaston Geenslaan 14, 3001 Leuven.
De geconsolideerde jaarrekening van Crescent NV voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2020 omvat Crescent NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'Crescent' of 'de Groep').
De geconsolideerde jaarrekening werd door de Raad van Bestuur vrijgegeven voor publicatie op 28 april 2021.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de "historische kost overeenkomst", behalve voor bepaalde voor verkoop beschikbare financiële activa, welke zijn gewaardeerd aan hun reële waarde. De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bij zijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.
Lijst van standaarden en interpretaties toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2020:
De toepassing van de vermelde aangepaste standaarden en interpretaties die van toepassing zijn voor boekjaren beginnend vanaf 1 januari 2020 of later hebben geen significante impact op de geconsolideerde financiële cijfers van de Groep gehad.
De Groep heeft ervoor gekozen om de volgende nieuwe Standaarden, Interpretaties en Wijzigingen, uitgevaardigd door het IASB en het IFRIC, die nog niet verplicht en/of onderschreven waren door de EU voor 31 december 2020, maar dewelke een mogelijks betekenisvolle impact kunnen hebben, niet vroegtijdig toe te passen:
De wijzigingen worden niet verwacht een materiële impact te hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
De Groep heeft ervoor gekozen om geen van deze standaarden of interpretaties voorafgaand aan hun inwerkingtreding toe te passen.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekeningen van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten wordt weergegeven in toelichting 27.
Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, welke de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd tot dat de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit haar zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als en alleen als de Groep:
Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, wordt verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan worden de activa en verplichtingen en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening wordt erkend.
Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Nietgerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten tenzij een bijzondere waardevermindering van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.
Beoordelingen, ramingen en veronderstellingen gemaakt door het management en de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar, worden hierna omschreven. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.
Op 31 december 2020 heeft de Groep een positief eigen vermogen van k€ 7 127. De beperkte kaspositie per eind vorig boekjaar van k€ 434 verbeterde naar k€ 798 op 31 december 2020. De bruto financiele schuld bedroeg eind 2020 k€ 6 414 (2019: k€ 6 569).
De liquiditeitspositie van de groep is in 2020 een doorlopend aandachtspunt geweest, waarvoor beroep is gedaan op bijkomende kredieten vanuit aandeelhouders (k€ 630), banken (k€ 599) en overheid (k€ 62). Eveneens werden onder de coronamaatregelen voor k€ 222 aan schuldaflossingen aan banken opgeschort, evenals uitstel bekomen voor k€ 92 BTW betalingen en k€ 187 loonheffing betalingen. Verder werd er ook beroep gedaan op bijkomende leverancierskredieten.
Ondanks de verbetering van de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten in 2020, en de verwachting dat deze verbetering in de komende jaren kan worden versterkt, heeft de Raad van Bestuur geoordeeld dat een oplossing moest worden gezocht om de liquiditeitspositie op structurele manier snel te verbeteren, en dat extra werkkapitaal nodig was om deze plannen te laten slagen, en dat er daarom een bijkomende nood bestaat aan extra middelen om de ambities van de groep waar te maken daar waar die bestaan om met enkele gerichte overnames de activiteiten verder te ontwikkelen.
Door het recent akkoord met LDA Capital, beschikt de groep naast eventuele verdere ondersteuning vanuit de bestaande aandeelhouders over een bijkomende financieringsbron, hetgeen de continuïteitsveronderstelling verder onderbouwt. Aangezien het beroep op deze financieringsbron evenwel afhankelijk is van een aantal voorwaarden dewelke buiten de controle vallen van de groep, blijft het evenwel belangrijk dat de vennootschap ook in de toekomst beroep kan doen op een financiering vanuit de operationele activiteiten; daarnaast bestaat steeds de mogelijkheid tot eventuele steun vanuit de bestaande aandeelhouders. Voor meer informatie omtrent de financieringsovereenkomst met LDA Capital verwijzen we naar toelichting 26.
Het beleid voor omzetverantwoording vereist dat het management aanzienlijke beoordelingen maakt. Het management analyseert verschillende factoren, waaronder een beoordeling van specifieke transacties, historische ervaring, kredietwaardigheid van klanten en de huidige markt- en economische omstandigheden. Veranderingen in beoordelingen op basis van deze factoren kunnen van invloed zijn op de timing en het bedrag van de opbrengsten en kosten die worden erkend, en dus op de bedrijfsresultaten en financiële toestand van de Groep.
De significante schattingen en beoordelingen hebben voornamelijk betrekking op:

De Groep maakt beoordelingen bij het bepalen of een prestatieverplichting onderscheiden moet worden van overige prestatieverplichtingen in een contract, met name:
De relevante beoordelingen bestaat er voornamelijk in of de software licenties in installatie- en/of integratieprojecten onderscheiden zijn van de installatie en implementatie van het project dat in veel gevallen zowel hardware, software als overige integratie bevat. In de meeste gevallen is de licentie gecombineerd met de installatie en/of integratie van het gehele project, aangezien de software licentie op zichzelf geen voordeel heeft voor de klant zonder de overige goederen en diensten in het project.
De Groep bepaalt het stadium van voltooiing van een installatieproject die over tijd wordt vervuld, door de tot nu toe gemaakte uur- en materiaalkosten te vergelijken met de geschatte totale uur- en materiaalkosten die nodig zijn om het project te voltooien. De uur- en materiaalkost wordt beschouwd als de meest betrouwbare, beschikbare maatstaf voor de voortgang van het project. Aanpassingen aan te maken schattingen worden gemaakt in de perioden waarin feiten die tot een wijziging leiden bekend worden. Wanneer de schatting aangeeft dat er verlies zal worden geleden, wordt dit verlies in de vastgestelde periode in de resultatenrekening opgenomen. Significante ramingen en veronderstellingen zijn inherent bij het bepalen van het voltooide percentage van elk project. Verschillende aannames zouden materieel verschillende resultaten kunnen opleveren.
De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare lease termijn, samen met eventuele periodes gedekt door een optie om de huurovereenkomst te verlengen indien redelijkerwijs zeker is dat deze zal uitgeoefend worden, of door eventuele periodes met een optie om de huurovereenkomst te beëindigen, indien redelijkerwijs zeker is dat deze niet wordt uitgeoefend.
De Groep heeft verschillende lease overeenkomsten met opties voor verlenging en beëindiging. De Groep past beoordelingen toe of het redelijk zeker is of de optie om te verlengen of de huurovereenkomst te beëindigen al dan niet wordt uitgeoefend. Dat wil zeggen, het houdt rekening met alle relevante factoren die daarvoor een economisch motief vormen om de verlenging of beëindiging uit te oefenen. Enkele elementen die daarbij in rekening worden gebracht zijn het al dan niet bestaan van verbeteringswerken aan de gebouwen, het al dan niet strategische belang van de locatie of het feit dat het om een hoofdzetel gaat. Na de ingangsdatum beoordeelt de Groep de leasetermijn opnieuw wanneer er een belangrijke gebeurtenis of verandering in omstandigheden is die binnen zijn macht ligt en zijn mogelijkheid om de uitoefening van de optie om te verlengen of te beëindigen bëinvloedt (bijvoorbeeld aanzienlijke verbeteringen of belangrijke aanpassingen aan het geleasde actief). De periodes gedekt door een optie om te beëindigen worden enkel in rekening gebracht als deel van de lease termijn wanneer het redelijk zeker is dat deze niet uitgeoefend zal worden.
Op het ogenblik van de goedkeuring van deze jaarrekening door de Raad van Bestuur blijft de coronacrisis voor de nodige onzekerheid zorgen en stelt elke vennootschap zich in het bijzonder de vraag hoe haar plan en vooruitzichten erdoor geïmpacteerd zullen (blijven) worden. De impact en duurtijd van deze crisis kan onmogelijk met zekerheid worden ingeschat, alhoewel dat de hoop toeneemt dat naar eind 2021 het ergste leed achter de rug is, en dat vanaf 2022 de economische relance een feit zal worden.
Bij de beoordeling van de vijfjarenplannen die werden gebruikt voor de impairment testing is er in het algemeen vanuit gegaan dat de coronacrisis de realisatie van de vorige plannen met zeker een jaar heeft vertraagd en werd de sensitiviteit van de plannen iets agressiever getest bij niet bereiken van omzet-of marge-objectieven. In de beoordeling van de inbaarheid van handelsdebiteuren is in de ECLanalyse bijkomend gerekend met een deel oninbaaheid (25%) van handelsvorderingen die meer dan 90 dagen vervallen waren eind 2020.
In 2020 heeft de Vennootschap in eerste instantie de nodige maatregelen genomen om de gezondheid van haar medewerkers te verzekeren door het telewerken maximaal te promoten en indien niet mogelijk, de social distancing op de werkplekken te respecteren, en de andere consignes van de overheid terzake na te volgen. Zij heeft ook modellen uitgewerkt waarin wordt rekening gehouden met de afwezigheid van een aantal van haar medewerkers, en scenario's geschreven om deze gebeurlijke situaties op te vangen, en zo de dienstverlening naar haar klanten blijvend te kunnen in standhouden.
Vervolgens is zij proactief maatregelen gaan nemen om kosten te besparen als omzetdalingen zichtbaar werden, om zo te verzekeren dat haar continuïteit niet in het gedrang komt en haar liquiditeit beschermd wordt.
In dat verband heeft zij gedurende een aantal maanden tijdelijke werkloosheid ingevoerd in haar Belgische hoofdzetel dewellke naar schatting een besparing op personeelskosten en vergoedingen van zelfstandigen opleverde van in totaal 231k€, en betalingsuitstellen gevraagd en bekomen van financiele instellingen (222k€), en van de Belgisch en Nederlandse sociale en fiscale overheidsinstellingen (in totaal voor 279k€). Tevens ontving ze in een Nederlandse dochtervennoot-schap een toelage van 62k€ in anticipatie van verwacht omzetverlies. We verwijzen voor verdere de-tails naar de paragraaf inzake continuïteit.
De Vennootschap zal deze maatregelen blijven nemen en in standhouden zolang een duurzaam omzet-en rendementsherstel in de getroffen activiteiten niet zichtbaar wordt.
Hoewel de impact van de coronacrisis mild is geweest voor haar dienstverlenende activiteiten en in dit segment COVID-19 slechts geringe impact heeft gehad op de operationele resultaten, werd in de productverkopende activiteiten toch wel een impact waargenomen in projecten die door de klanten werden verschoven in de tijd. De daling van de verkopen in het Solutions segment bedroeg 8% tegenover 2019; de grootste daling situeerde zich in de verkopen van gateways en bedroeg 36%. Verschillende IoT projecten waarin de klanten voor de Cloudgate van Crescent hebben gekozen, werden door de klanten opgeschort, of de implementatie ervan werd vertraagd. Het valt te verwachten dat in de loop van 2021 een aantal van deze projecten weer terug zullen geactiveerd worden.
De Groep bepaalt en wijst de aankoopprijs van een overgenomen bedrijf toe aan de overgenomen activa en aangegane verplichtingen op de datum van de bedrijfscombinatie. Het proces van de aankoopprijsallocatie vereist dat de Groep gebruik maakt van significante schattingen en veronderstellingen, inclusief:
De Groep gebruikt haar beste inschattingen en veronderstellingen als onderdeel van het proces van de aankoopprijsallocatie om de verworven activa en aangegane verplichtingen nauwkeurig te waarderen op de datum van acquisitie, onze schattingen en veronderstellingen zijn inherent onzeker en onderhevig aan verfijning.
Voorbeelden van kritische schattingen van de waardering van bepaalde immateriële activa die de Groep verworven heeft of zou kunnen verwerven in de toekomst omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzonder waardeverminderingsverlies op immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt eveneens voor elke kasstroom genererende eenheid waaraan goodwill is toegewezen, een analyse voor bijzondere waardeverminderingsverliezen uitgevoerd. Bij de berekeningen van de gebruikswaarde, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij deze te verdisconteren om de actuele waarde van deze kasstromen te bekomen.
Er werden eind 2020 bijzondere waardeverminderingsverliezen geboekt op goodwill en immateriële vaste activa voor een totaal van k€ 2 881 (2019:k€ 2 038).
De realiseerbare waarde is onderhevig aan de verdisconteringsvoet en de assumpties zoals onder andere groeivoet omzet, bruto marge en operationele kosten. Deze assumpties worden verder toegelicht in toelichting 10.
Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor alle niet-gebruikte fiscale verliezen en andere verrekenbare tijdelijke verschillen, in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten zullen worden gegenereerd tegen dewelke de vorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planning strategieën.
De uitgestelde belastingvorderingen ten aanzien van fiscale verliezen worden opgenomen op de balans, in de mate dat ze verwacht gecompenseerd te worden met belastbare winsten in de nabije toekomst. Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 8.
De Groep raamt haar kosten om de voorziening voor garanties te bepalen door gebruik te maken van statistische gegevens op de verkopen. De garantieperiode is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert van 12 tot 60 maanden, afhankelijk van de onderliggende activiteit en van waar de klant zich bevindt.
Op 31 december 2020 was er een voorziening voor garanties ten belope van k€ 201 (2019: k€ 274) op lange termijn. We verwijzen naar toelichting 19 voor meer informatie.
De Groep kan de impliciete interestvoet niet gemakkelijk bepalen, daarom gebruikt zij de incrementele interestvoet om leaseverplichtingen te meten. De incrementele interestvoet is de rentevoet die de Groep zou betalen in een vergelijkbare economische omgeving om via een lening gedurende een vergelijkbare periode en met een vergelijkbare dekking een actief te verkrijgen van een vergelijkbare waarde als het gebruiksrecht.
De incrementele interestvoet weerspiegelt wat de groep 'zou moeten betalen', dewelke een schatting vereist wanneer er geen waarneembare tarieven beschikbaar zijn (zoals voor dochterondernemingen die geen financieringstransacties aangaan) of wanneer deze moeten worden aangepast aan de voorwaarden van de huurovereenkomst (bijvoorbeeld wanneer huurovereenkomsten niet in de functionele valuta van de dochteronderneming zijn). De Groep schat de incrementele interestvoet op basis van waarneembare inputs (zoals marktrentevoeten) indien beschikbaar.
De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde jaarrekening wordt weergegeven in euro, de functionele en rapporteringmunteenheid van de Groep. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt, behalve:
Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.
Voor doeleinden van de geconsolideerde jaarrekening worden activa en passiva van buitenlandse activiteiten (VS, Japanse en Hong Kong dochterondernemingen) omgezet in euro tegen de wisselkoersen die gelden op balansdatum. Inkomsten en uitgaven worden omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoersen voor de periode, tenzij de wisselkoersen aanzienlijk schommelden tijdens die periode. Dan worden de wisselkoersen op datum van de transacties gebruikt. De componenten van het eigen vermogen worden aan historische koers omgezet. De wisselkoersverschillen die hieruit mogelijks voortvloeien worden geboekt als 'verschillen in valutakoers' onder de rubriek 'Eigen vermogen'. Dergelijke wisselkoersverschillen worden in resultaat genomen tijdens de periode waarin de buitenlandse activiteit afgestoten of beëindigd wordt.
De Groep erkent omzet van de volgende belangrijke inkomstenstromen binnen de 3 segmenten:
Omzet wordt gemeten op basis van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht op te hebben in een klantencontract, exclusief bedragen ontvangen voor rekening van derden.
De Groep past tevens volgende praktische uitzonderingen toe in het kader van IFRS 15:
De Groep verkoopt gateways of cloudgates binnen een B2B omgeving aan OEM, distributeurs en eindgebruikers met de daarop geïnstalleerde software die het de gebruiker mogelijk maakt de gateway aan te passen aan de eigen noden. De cloudgate wordt samen met de specifiek daarvoor ontwikkelde software die exclusieve toepassing vindt op Cloudgate, beschouwd als één enkele prestatieverplichting. De standaard garantie van 12 of 24 maanden in overeenstemming met de geldende wetgeving is van toepassing. Deze garantie kan niet afzonderlijk worden aangekocht en dient als een garantie van het 'assurance type' beschouwd te worden. Bijgevolg verwerkt de Groep de garantie in overeenstemming met IAS 37 Provisies, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa. Onder de standaard verkoopsvoorwaarden worden de producten niet verkocht met een recht op teruggave. Bijgevolg worden geen teruggaveverplichtingen opgenomen. De omzet van de producten wordt erkend wanneer controle over de goederen getransfereerd is aan de klant, namelijk wanneer de goederen geleverd zijn bij de klant.
De Groep verkoopt sensoren binnen een B2B omgeving. De levering van sensoren wordt beschouwd als één enkele prestatieverplichting en voldoet aan de definitie van een serie van afzonderlijke goederen. De belofte om de serie van sensoren te transfereren is substantieel dezelfde voor alle sensoren en vertoont hetzelfde patroon waarbij volgende 2 voorwaarden zijn voldaan:
De prijs van de sensoren is variabel afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid. De prijs per sensor daalt gedurende de looptijd van het contract naarmate er meer sensoren worden afgenomen. De variabiliteit in de prijs heeft betrekking op de inspanningen van Crescent om aan de prestatieverplichting te voldoen. Bovendien zijn de prijswijzigingen substantieel en houden verband met een wijziging in de kosten om de verplichting te vervullen. De variabele vergoeding wordt aldus volledig toegewezen aan de serie van levering van sensoren. De omzet van de sensoren wordt erkend over tijd.
Een standaard garantie van 5 jaar is van toepassing. Deze garantie kan niet afzonderlijk worden aangekocht en dient als een garantie van het 'assurance type' beschouwd te worden. Bijgevolg verwerkt de Groep de garantie in overeenstemming met IAS 37 Provisies, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa. Onder de standaard verkoopsvoorwaarden worden de producten niet verkocht met een recht op teruggave. Bijgevolg worden geen teruggaveverplichtingen opgenomen.
Onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten waarin de Groep betrokken is als partner, bestaan uit middelenverbintenissen waarbij er enkel een verplichting is om mensen en middelen te leveren die meewerken in onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten van een klant. De omzet die voortvloeit uit deze activiteiten wordt erkend als een prestatieverplichting die voldaan wordt over de periode waarover de diensten geleverd worden. De vooruitgang van de geleverde diensten wordt gemeten op basis van de gepresteerde uren en als dusdanig wordt de omzet ook herkend.
De activiteiten van de installatieoplossingen bestaan uit het leveren van een geïntegreerde totaaloplossing, netwerken of installaties, op de sites van de klant. Deze oplossingen bestaan uit één enkele prestatieverplichting waarbij een combinatie van mensen en middelen wordt ingezet om de totaaloplossing te realiseren. Onder de voorwaarden van het contract heeft de Groep een afdwingbaar recht op betaling van de vergoeding voor het werk uitgevoerd tot dan, inclusief een redelijke winstmarge. De omzet van deze activiteiten wordt erkend over tijd en gebeurt aan de hand van de opgelopen kosten ten opzichte van het uitvoeringsbudget over de looptijd waarover het project wordt uitgevoerd. De Groep erkent een contract actief wanneer de uitgevoerde werkzaamheden de ontvangen vergoeding overschrijden en een contract passief wanneer de ontvangen vergoeding de uitgevoerde werkzaamheden overschrijden.
De activiteiten van de wearables bestaan uit enerzijds uit het verkopen aan particulieren en een gelimiteerd aantal distributeurs van aangekochte alarmhorloges 'wearables' waarop ontwikkelde technologie geïnstalleerd is. De horloges kunnen door middel van de technologie verbinding maken met een app die op de smartphone van de eindgebruiker kan geïnstalleerd worden. De wearable wordt verkocht tegen een vaste prijs met een standaard service die gefactureerd wordt op maandelijkse basis. De omzet wordt erkend op een bepaald moment, met name wanneer de controle over de wearable overgedragen is aan de klant, wat in de praktijk neerkomt op het moment van levering aan de klant.
Daarnaast is er een professionele zorgcentrale waardoor een 24/7 alarmservice optioneel kan aangeboden worden aan de klanten. Deze service wordt aangeboden tegen een maandelijkse prijs. De Groep doet ook verhuur van deze wearables tegen een maandelijkse huurprijs. De omzeterkenning gebeurt over de periode waarover de diensten worden geleverd. Door de verkoop van Uest zal deze activiteit echter stopgezet worden na Decemebr 2020. Voor meer informatie omtrent de verkoop van Uest verwijzen we naar Toelichting 9.
De groep is actief in het leveren van diverse IT diensten en geïntegreerde IT diensten voor gespecifieerde toepassingen in de B2B omgeving. Deze diensten worden erkend als een prestatieverplichting voldaan over tijd. De vooruitgang van de geleverde diensten wordt gemeten op basis van de inputmethode aan de hand van de gepresteerde uren en als dusdanig wordt de omzet ook erkend.
De Groep genereert opbrengsten uit de verkoop van LED-straatverlichting. De transacties bestaan uitsluitend uit de levering van armaturen waarin de technologie ingebouwd is. Een standaard garantie van 60 maanden is van toepassing. Deze garantie kan niet afzonderlijk worden aangekocht en dient als een garantie van het 'assurance type' beschouwd te worden. Bijgevolg verwerkt de Groep de garantie in overeenstemming met IAS 37 Provisies, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa. Onder de standaard verkoopsvoorwaarden worden de producten niet verkocht met een recht op teruggave. Bijgevolg worden geen teruggaveverplichtingen opgenomen. De omzet van de producten wordt erkend wanneer controle over de goederen getransfereerd is aan de klant, namelijk wanneer de goederen geleverd zijn bij de klant.
In het kader van licentieovereenkomsten heeft de Groep zich ertoe verbonden royalty's te betalen voor het gebruik van bepaalde essentiële gepatenteerde technologieën in draadloze datacommunicatie, rekening houdend met normale marktomstandigheden.
Royaltyverplichtingen worden opgenomen onder de kostprijs van verkochte goederen.
Belastingen op de winst of het verlies voor het boekjaar omvatten verschuldigde en uitgestelde belastingen. De belastingen worden geboekt in de resultatenrekening tenzij ze betrekking hebben op transacties die direct in het eigen vermogen werden opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen.
Verschuldigde belastingen omvatten de verwachte belastingverplichtingen op het belastbare inkomen van het jaar. De belastbare basis verschilt van het resultaat voor belastingen zoals opgenomen in de jaarrekening omdat bepaalde elementen van de inkomsten of de uitgaven in andere boekjaren belast of vrijgesteld worden en andere elementen die definitief verworpen worden of aftrekbaar zijn. 'Enacted' (waarbij de letter van de wet wordt toegepast) of 'substantially enacted' (waarbij de geest van de wet wordt toegepast, d.w.z. bepaalde aspecten) belastingtarieven worden gebruikt om de verschuldigde belastingen op balansdatum te bepalen. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 8.
Uitgestelde belastingen zijn voorzien, gebruik makend van de passivamethode, voor alle tijdelijke verschillen die zich voordoen tussen de aanslagvoeten van activa en passiva en hun nettoboekwaarde ten behoeve van financiële verslaggeving. 'Enacted' (waarbij de letter van de wet wordt toegepast) of 'substantially enacted' (waarbij de geest van de wet wordt toegepast, d.w.z. bepaalde aspecten) belastingtarieven worden gebruikt om de uitgestelde belastingen te bepalen.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden algemeen erkend voor alle tijdelijke belastingverschillen. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen wanneer het management het waarschijnlijk acht dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden op iedere balansdatum geëvalueerd en

worden afgeboekt in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Uitgestelde belastingverplichtingen en -vorderingen worden tegenover elkaar afgezet indien wettelijk is toegelaten om de verschuldigde belastingen en vorderingen tegenover elkaar af te zetten en indien deze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastingautoriteiten en indien de Groep de intentie heeft dit recht uit te voeren. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 8.
De voorraden grondstoffen en goederen in bewerking, worden geboekt tegen de kostprijs (FIFOmethode) of, indien die lager is, tegen de realisatiewaarde.
De voorraden van afgewerkte producten worden geboekt tegen de laagste van de kostprijs of de netto realiseerbare waarde. De kostprijs omvat directe materialen en, indien van toepassing, directe arbeidskosten en de overheadkosten die zijn gemaakt om de voorraden naar hun huidige locatie en in hun huidige toestand te brengen. De kostprijs wordt berekend volgens de FIFO methode.
De netto realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs min de geschatte kosten om het product af te werken en om de verkoop te realiseren.
De Groep erkent voorraad in consignatie op haar balans tenzij er een aanzienlijke overdracht van de risico's en voordelen verbonden aan de eigendom heeft plaatsgevonden naar de geconsigneerde.
De Groep waardeert doorlopend de voorraden van verouderde artikelen of langzaam roterende artikelen, en legt waar nodig voorzieningen aan.
De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de historische kost min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Materiële vaste activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde, die vanaf dan geldt als hun kostprijs. Kosten, opgelopen na initiële erkenning zullen deel uitmaken van de waarde van het activa of zullen als afzonderlijk activa worden behandeld in de mate dat de verbonden toekomstige economische voordelen aan de Groep toekomen en indien de gerelateerde kosten op een betrouwbare wijze kunnen worden bepaald. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.
De items met betrekking tot materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.
De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur, met name:
| Machines en computeruitrusting | 2 tot 10 jaar |
|---|---|
| Meubilair en rollend materieel | 5 tot 10 jaar |
| Inrichtingen | 3 tot 9 jaar |
De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op prospectieve basis.
Activa in aanbouw worden geboekt aan kostprijs. Die omvat de kosten voor de bouw en materiële vaste activa en andere directe kosten. Deze activa worden slechts afgeschreven vanaf het ogenblik waarop ze klaar zijn voor hun bestemd gebruik. Op dat ogenblik worden de activa naar de relevante rubrieken binnen de materiële vaste activa verplaatst.
De Groep beoordeelt bij aanvang van het contract of een contract een leaseovereenkomst is of bevat. Dat betekent dat het contract het recht geeft om het gebruik van een geïdentificeerd actief gedurende een bepaalde periode te controleren, in ruil voor een vergoeding.
De Groep past een enkele opname- en waarderingsbenadering toe voor alle leaseovereenkomsten, behalve voor kortlopende leaseovereenkomsten en leasing van activa met een lage waarde. De Groep neemt leaseverplichtingen op voor de leasebetalingen en recht-op-gebruik activa die het recht vertegenwoordigen om de onderliggende activa te gebruiken.
De Groep erkent recht-op-gebruik activa op de ingangsdatum van de lease (d.w.z. de onderliggende datum waarop het item beschikbaar is voor gebruik). Recht-op-gebruik activa worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen en gecorrigeerd voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen. De kost van recht-op-gebruik activa omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, gemaakte initiële directe kosten en leasebetalingen op of vóór de ingangsdatum verminderd met ontvangen voordelen. Activa voor gebruiksrechten worden lineair afgeschreven over de leaseperiode.
Als de eigendom van het geleasde actief aan het einde van de leaseperiode aan de Groep wordt overgedragen of als de kosten de uitoefening van een aankoopoptie reflecteren, wordt de afschrijving berekend op basis van de geschatte gebruiksduur van het actief. De gebruiksrechten voor activa zijn ook onderworpen aan bijzondere waardeverminderingen. We verwijzen hiervoor naar de waarderingsregels onder punt 10. Bijzondere waarderverminderingen op vaste activa.
Op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op die worden gewaardeerd tegen de huidige waarde van de verwachte leasebetalingen over de leaseperiode. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen verminderd met eventuele te leasevoordelen, variabele leasebetalingen die afhankelijk zijn van een index of een koers, en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald onder restwaardegaranties. De leasebetalingen omvatten ook de uitoefenprijs van een aankoopoptie waarvan de Groep redelijkerwijs zeker is dat deze zal worden uitgeoefend en betalingen van boetes voor het beëindigen van de leaseovereenkomst, indien de leaseperiode deze optie om te beëindigen weerspiegelt.
Variabele leasebetalingen die niet afhankelijk zijn van een index of een koers worden als kost opgenomen in de resultatenrekening in de periode waarin de gebeurtenis of toestand die de betaling veroorzaakt, zich voordoet.
Bij de berekening van de huidige waarde van leasebetalingen gebruikt de Groep haar incrementele rentevoet omdat de impliciete rentevoet niet direct kan worden bepaald. Na de ingangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de aangroei van rente weer te geven en verlaagd voor de leasebetalingen. Bovendien wordt de boekwaarde van leaseverplichtingen geherwaardeerd bij aanpassingen, een wijziging in de leaseperiode, een wijziging in de leasebetalingen (bijvoorbeeld wijzigingen in toekomstige betalingen als gevolg van een wijziging in een index of koers die wordt gebruikt om dergelijke leasebetalingen te bepalen) of een wijziging in de beoordeling van een optie om het onderliggende actief te kopen.
De lease verplichtingen van de Groep worden opgenomen bij de financiële schulden.
De Groep past de vrijstelling voor de erkenning van huurovereenkomsten op korte termijn toe (d.w.z. die leaseovereenkomsten met een leaseperiode van 12 maanden of minder vanaf de ingangsdatum en die geen aankoopoptie bevatten). Het past ook de vrijstelling toe van geleasde activa met een lage waarde. Leasebetalingen op korte termijn leases en van activa met een lage waarde worden als kost opgenomen gedurende de leaseperiode.
De Groep heeft geen contracten waar het als leasinggever optreedt.
Overnames van bedrijven worden verwerkt volgens de overnamemethode. De overgedragen overnamevergoeding in een bedrijfscombinatie wordt gewaardeerd tegen reële waarde, die berekend wordt als de som van de reële waardes op de overnamedatum van de activa afgestaan door de Groep, de verplichtingen opgenomen door de Groep tegenover de vorige eigenaars van de overgenomen activiteit en de participaties afgestaan door de Groep in ruil voor de zeggenschap in de overgenomen partij. Uitgaven in verband met de overname worden opgenomen in het resultaat zodra ze zich voordoen. De identificeerbare overgenomen activa en opgelopen verplichtingen worden opgenomen tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen:
Minderheidsbelangen worden initieel gewaardeerd ofwel tegen reële waarde ofwel tegen hun evenredig aandeel in de opgenomen waarde van de identificeerbare netto activa van de overgenomen partij. Deze waarderingskeuze kan transactie per transactie gemaakt worden. Wanneer de overnamevergoeding die de Groep verschuldigd is bij een bedrijfscombinatie voorwaardelijke vorderingen of verplichtingen omvat, wordt de voorwaardelijke vergoeding gewaardeerd tegen haar reële waarde
op de overnamedatum en opgenomen in de overnamevergoeding voor de bedrijfscombinatie. Latere wijzigingen in reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding worden opgenomen in het resultaat.
Wanneer een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt het belang dat de Groep voorheen had in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum (d.i. de datum waarop de Groep de zeggenschap verwerft), en wordt de eventuele opbrengst of last opgenomen in het resultaat. Bedragen met betrekking tot belangen in de overgenomen partij vóór de overnamedatum die voorheen rechtstreeks opgenomen werden in het eigen vermogen, worden overgedragen naar de winst-en-verliesrekening indien dat ook van toepassing zou zijn bij afstoting van de betreffende belangen.
Voor het toetsen op bijzondere waardevermindering wordt goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden van de Groep waarvan verwacht wordt dat zij voordelen zullen halen uit de synergiën van de bedrijfscombinatie. Kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill is toegewezen, worden jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Dit gebeurt ook tussentijds wanneer er aanwijzingen zijn dat de boekwaarde van de eenheid hoger zou kunnen zijn dan de realiseerbare waarde. Indien de realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid lager is dan haar boekwaarde, wordt de bijzondere waardevermindering eerst in mindering gebracht van de boekwaarde van de goodwill die aan de kasstroomgenererende eenheid werd toegewezen. Daarna wordt de bijzondere waardevermindering toegewezen aan de andere vaste activa die tot de eenheid behoren, evenredig met hun boekwaarde. Wanneer een bijzondere waardevermindering voor goodwill eenmaal is opgenomen, wordt deze in een latere periode niet teruggenomen.
Afzonderlijk verworven Immateriële vaste activa worden gewaardeerd bij de initiële opname op kostbasis verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde waardeverminderingen. Immateriële activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Intern gegenereerde immateriële activa, met uitzondering van geactiveerde ontwikkelingsprojecten, worden niet geactiveerd en de kost wordt opgenomen in het resultaat van het jaar waarin de kost zich voordoet.
Immateriële activa worden afgeschreven op basis van hun economische gebruiksduur en de nood van een uitzonderlijke waardevermindering wordt geanalyseerd wanneer zich een indicatie tot bijzondere waardevermindering voordoet. De afschrijvingsmethode en periode van het immaterieel actief met een gedefinieerde levensduur wordt minstens herzien op elk financieel jaareinde. Waar de afschrijvingen en/of bijzondere waardeverminderingen op immateriële vast activa worden geboekt in de resultatenrekening wordt weergegeven in toelichting 5.
Winsten of verliezen die hun oorzaak vinden in de buitengebruikstelling van een immaterieel actief worden berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoopwaarde en de boekwaarde van het actief en worden opgenomen in het resultaat wanneer het actief wordt buiten gebruik gesteld.
Uitgaven voor onderzoek worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden opgenomen als immateriële vaste activa conform IAS 38 Immateriële Activa, indien voldaan is aan de volgende criteria en de Groep de volgende zaken kan aantonen:
Het initieel opgenomen bedrag voor intern ontwikkelde immateriële vaste activa bestaat uit het totaal van de opgelopen kosten vanaf het moment waarop het immaterieel vast actief aan de hierboven beschreven criteria voldeed. Indien geen intern ontwikkeld immaterieel vast actief kan worden erkend, worden ontwikkelingskosten opgenomen in de resultatenrekening van de periode tijdens dewelke ze werden opgelopen.
Na hun initiële opname op de balans worden deze intern ontwikkelde immateriële activa gewaardeerd aan kost min gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde manier als de overige immateriële vaste activa. De afschrijvingen van de geactiveerde ontwikkelingskosten worden geboekt in de resultatenrekening onder de rubriek 'Onderzoeks- en Ontwikkelingskosten'.
Andere ontwikkelingsuitgaven worden opgenomen als kost wanneer ze worden opgelopen. Onderzoeks- en ontwikkelingskosten die in het vorige boekjaar werden opgenomen als kost, kunnen in een volgende periode niet worden opgenomen als een actief. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden rechtlijnig afgeschreven over de geschatte gebruiksduur.
De overige immateriële vaste activa van de Groep omvatten concessies, patenten en licenties, software, backlog van klantenorders, technologieën en klantenbestanden.
Deze worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De afschrijvingen gebeuren lineair over de verwachte economische levensduur, als volgt:
De verwachte economische levensduur en de afschrijvingsperiode worden bij iedere rapporteringperiode geëvalueerd, waarbij het effect van eventuele aanpassingen op een prospectieve basis wordt opgenomen.
De Groep evalueert in elke rapporteringsperiode de vaste activa en bepaald in geval van bijzondere gebeurtenissen of wijzigingen of er enige indicatie bestaat tot het nemen van een bijzondere waardevermindering. Indien die indicaties er zijn, wordt de realisatiewaarde van het actief geschat om de bijzondere waardevermindering vast te leggen. Indien een individueel actief geen kasstromen genereert los van andere activa, dan zal de Groep een inschatting maken van de realisatiewaarde van de eenheid die de kasstromen genereert en waartoe het actief behoort.
Voor de immateriële vaste activa zal onmiddellijk een bijzondere waardevermindering worden geboekt zodra niet meer aan de vereiste criteria (zie boekhoudprincipe 9) is voldaan. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur en immateriële vaste activa die nog niet klaar zijn voor ingebruikname worden jaarlijks getest op waardeverminderingen of telkens er een indicatie van waardevermindering is.
De realisatiewaarde is gelijk aan de hoogste van de marktwaarde verminderd met de verkoopkosten en de gebruikswaarde. De beoordeling van de gebruikswaarde gebeurt op basis van de huidige waarde van de toekomstige kasstromen, gebruik makend van de discontovoet voor belastingen die de huidige marktcondities van de tijdswaarde van geld en de specifieke risico's verbonden aan het onderliggend actief, voor zover de toekomstige kasstromen hier niet voor werden aangepast, weerspiegelt.
Indien de realisatiewaarde van het actief (of de kasstroom genererende eenheid) lager is dan de huidige boekwaarde, zal de boekwaarde verlaagd worden tot de realisatiewaarde. Deze waardeverminderingen worden opgenomen in de resultatenrekening.
Bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere waardevermindering tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere waardevermindering, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere waardevermindering heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.
Een voorziening wordt opgenomen indien:
Indien er niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt geen voorziening genomen.

Het bedrag dat als voorziening erkend wordt is de beste raming van de vereisten om de huidige verplichting op de balansdatum te vereffenen, rekening houdend met de risico's en de onzekerheden die eigen zijn aan de verplichting. Indien sommige of alle economische voordelen die worden vereist om een voorziening te vergoeden, van een derde kunnen worden teruggevorderd, wordt de vordering aanzien als een activa indien het nagenoeg zeker is dat de terugbetaling zal worden ontvangen en indien het bedrag van terugbetaling betrouwbaar kan worden gemeten.
De Groep verleent garantie op haar producten vanaf de datum van verzending en/of verkoopdatum aan de eindklant. De garantietermijn is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert doorgaans van 12 tot 60 maanden afhankelijk van de onderliggende activiteiten en de plaats waar de klant zich bevindt. In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat 10 jaar garantie wordt gegeven bij de verkoop van verlichtingsarmaturen. Het beleid van de Groep bestaat erin de geraamde kosten van garantieverlening te boeken op het ogenblik dat de verkoop wordt opgetekend.
Een herstructureringsprovisie wordt erkend wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel plan voor de herstructurering heeft opgesteld en voor dewelke een gegronde verwachting kenbaar werd gemaakt aan de getroffenen, dat het plan zal worden uitgevoerd door de aanvang van de uitvoering ervan of door het bekendmaken van de belangrijkste kenmerken van het plan aan de getroffenen. De grootorde van een herstructureringsprovisie omvat enkel die uitgaven die noodzakelijkerwijs voortvloeien uit de herstructurering en welke niet worden geassocieerd met de lopende activiteiten van de onderneming.
De Groep maakt gebruik van op aandelen gebaseerde betalingen waarbij aandelen opties (hierna vernoemd als "warranten") worden toegekend aan werknemers, zelfstandigen en bestuurders. De kost van deze op aandelen gebaseerde transacties met werknemers, worden berekend op basis van de reële waarde op de datum van verwerving. De op aandelen gebaseerde betalingen worden als kost in de resultatenrekening opgenomen over de periode van verwerving, met een overeenkomstige toename van het eigen vermogen conform de vereiste van IFRS 2.7. De standaard vermeldt echter niet waar in het eigen vermogen de op aandelen gebaseerde betalingen gepresenteerd dienen te worden. De Groep heeft ervoor gekozen deze op een afzonderlijke reserve 'op aandelen gebaseerde betalingen' in het eigen vermogen te presenteren. Deze reserve wordt binnen het eigen vermogen terug overgeboekt naar overgedragen resultaat wanneer de warranten worden uitgeoefend of vervallen.
Het bedrag dat ten laste van de resultatenrekening dient te worden genomen over de verwervingsperiode wordt bepaald volgens de reële waarde van de warranten, welke wordt berekend op basis van het Black Scholes-model. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden die van toepassing waren bij het toekennen van de warranten. Op elke balansdatum herziet de Groep haar ramingen van het aantal warranten die vermoedelijk uitoefenbaar zullen worden tenzij de verbeuring van warranten plaatsvindt wegens het niet bereiken van de drempelwaarden. Eventuele correcties zullen worden uitgevoerd in de resultatenrekening en in het eigen vermogen over de resterende looptijd van de warranten. De direct toe te schrijven transactiekosten worden in mindering gebracht van het aandelenkapitaal (nominale waarde) en uitgiftepremie op het ogenblik waarop de warranten worden uitgeoefend. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 21.
De Groep heeft een aantal pensioenplannen voor haar personeelsleden op basis van toegezegde bijdrageverplichtingen (defined contribution). De activa worden beheerd in afzonderlijke fondsen of groepsverzekeringen. De bijdragen worden ten laste genomen van de resultatenrekening in het jaar waarop ze betrekking hebben.
In België legt de Belgische pensioenwetgeving een minimumrendement op. Deze wetgeving bracht de verplichte kwalificatie als toegezegd pensioenregeling met zich, waardoor er op jaareinde telkens een actuariële waardering wordt uitgevoerd.
De financiële activa en de financiële verplichtingen worden opgenomen in de balans van de Groep zodra de Groep de contractuele bepalingen van het instrument onderschrijft.
Handelsvorderingen en overige vorderingen zijn in de balans opgenomen aan nominale waarde (in het algemeen het gefactureerde bedrag), verminderd met een waardevermindering voor dubieuze debiteuren. Dergelijke waardevermindering wordt opgenomen in de resultatenrekening als het waarschijnlijk is dat de Groep de vordering niet zal kunnen innen.
Voor klanten waarbij de openstaande vorderingen resulteren uit commerciële discussies, worden kortingen geboekt ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. In die gevallen waarbij het kredietrisico resulteert uit de mogelijkheid dat individuele klanten niet langer in staat zouden blijken om aan hun financiele verplichtingen te voldoen, worden de waardeverminderingen geboekt als waardevermindering voor dubieuze debiteuren.
De overige vorderingen worden vermeld op basis van hun nominale waarde (over het algemeen het gefactureerde bedrag) verminderd met een voorziening voor dubieuze debiteuren mocht dit noodzakelijk blijken.
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.
Met betrekking tot het geconsolideerde kasstroomoverzicht bevatten de geldmiddelen en kasequivalenten cash en korte termijn deposito's, zoals hierboven omschreven.
De Groep past de vereenvoudigde benadering toe voor het bepalen van de waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen (ECLs) op handelsvorderingen en overige vorderingen. De ECLs zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen en alle kasstromen welke de Groep verwacht te ontvangen, verdisconteert aan een benadering van de originele effectieve interestvoet. Een waardevermindering wordt geboekt op elke rapporteringsperiode op basis van de ECL.
De Groep gaat op elke rapporteringsperiode na of de opgebouwde provisie in verhouding tot de ouderdom van de vorderingen volstaat, waarbij vorderingen ouder dan 90 dagen worden afgewaardeerd voor 25%, ouder dan 180 dagen voor 50% en meer dan een jaar openstaand volledig worden afgewaardeerd. De provisionering volgens de ouderdomsbalans wordt verder aangevuld met specifieke informatie zoals het bestaan van afbetalingsplannen, faillissementen of andere gegevens die de provisionering in detail bijsturen. Een vordering wordt als volledig verloren beschouwd indien een laatste aanmaning via de juridische expert niet tot een succes heeft geleid. Invorderingen worden verdergezet, ook mits een afwaardering op de vordering is opgenomen, tot op het ogenblik waarop een juridisch expert wordt ingezet.
Bij het opbouwen van de provisie wordt rekening gehouden met macro-economische en toekomstige aspecten door het inbouwen van de 25% provisionering op alle vorderingen die langer dan 90 dagen openstaan en door het feit dat de analyse op de rapporteringsperiode wordt geverifieerd met een vergelijkende analyse op 3 maanden na rapporteringsdatum.
De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.
Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde voor zover er geen belangrijke financieringscomponent verbonden is aan de schulden.
Leningen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
Financiële activa en financiële verplichtingen worden alleen gecompenseerd als er een huidige contractuele of wettelijk recht is om te compenseren en het de intentie is om enkel aan het netto bedrag te voldoen.
Een vast actief, of een groep activa die wordt afgestoten, wordt geclassificeerd als aangehouden voor verkoop wanneer de boekwaarde hoofdzakelijk gerealiseerd zal worden via een verkooptransactie eerder dan door het te blijven gebruiken. Deze voorwaarde is enkel vervuld als de verkoop heel waar-
schijnlijk geacht wordt en als het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) klaar is voor onmiddellijke verkoop in zijn huidige staat. Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van een entiteit die ofwel afgestoten is ofwel geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch bedrijfsgebied vertegenwoordigt en zowel operationeel als voor de financiële verslaggeving onderscheiden kan worden van de rest van de entiteit.
Er kan pas sprake zijn van een zeer waarschijnlijke verkoop als de entiteit zich verbonden heeft tot een plan voor de verkoop van het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) en als een operationeel plan opgestart is om een koper te vinden en het plan tot een goed einde te brengen. Bovendien moet de verkoop van het actief (of van de groep activa die wordt afgestoten) actief gepromoot worden tegen een redelijke prijs in verhouding tot zijn huidige reële waarde en dient de verkoopovereenkomst naar verwachting afgesloten te worden binnen het jaar na de classificatiedatum. Activa die geclassificeerd zijn als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten als deze lager is dan de boekwaarde. Een eventueel overschot van de boekwaarde tegenover de reële waarde na aftrek van verkoopkosten wordt afgeboekt als een bijzondere waardevermindering. Zodra activa geclassificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden ze niet langer afgeschreven. Vergelijkende balansinformatie voor voorgaande perioden wordt niet herwerkt om de nieuwe classificatie in de balans te weerspiegelen.
Financieringskosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan de verwerving, constructie of productie van een in aanmerking komend actief, worden geactiveerd als onderdeel van de kost van dat actief. Andere kosten van schulden worden erkend als een kost in de resultatenrekening in de periode waarin deze zich voordoet.
In het geval de Groep gebruik zou maken van afgeleide financiële instrumenten zoals termijncontracten om haar wisselkoersrisico in te dekken, worden deze afgeleide financiële instrumenten initieel opgenomen aan hun reële waarde op datum van afsluiting van het contract en worden geregeld geherwaardeerd aan hun reële waarde, opgenomen in de resultatenrekening.
Voor financiële instrumenten, waarvoor er geen actieve markt bestaat, wordt een aanvaardbare waarderingstechniek gebruikt om de reële waarde te bepalen.
Derivaten worden opgenomen als een financieel actief indien de reële waarde positief is en als financieel passief indien de reële waarde negatief is.
Elke winst of verlies van de derivaten, voortvloeiend uit de wijziging in reële waarde gedurende het jaar en welke niet onder de classificatie vallen voor hedge accounting (indekkingen) worden onmiddellijk opgenomen als winst of verlies. De Groep past momenteel geen hedge accounting toe.
Een call optie op aandelen in het voordeel van de optiehouder als vergoeding voor een uitstaande schuld, wordt gewaardeerd tegen de reële waarde van het instrument. Indien de call optie wordt uitgegeven op eigen aandelen, kwalificeert de call optie als een eigenvermogensinstrument en wijzigingen in de reële waarde van de call optie worden niet geboekt. Indien de voorwaarden van de call optie gewijzigd worden en die ongunstig zijn voor de optiehouder of indien het instrument vroegtijdig
beëindigd wordt, wordt de impact hiervan niet geboekt, m.a.w. het verschil tussen de reële waarde van de call optie voor en na wijziging wordt niet in de resultatenrekening geboekt.
De winst per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen uitstaand tijdens de periode.
De winst per verwaterd aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal verwaterde aandelen uitstaand tijdens de periode.
Een segment is een autonoom deel van de Groep dat specifieke producten of diensten levert (operationeel segment), of producten of diensten levert binnen een bepaalde economische omgeving (geografisch segment), dat aan risico's onderhevig is en opbrengsten genereert die van andere segmenten te onderscheiden zijn.
Segmentresultaten omvatten de opbrengsten en kosten die direct toe te schrijven zijn aan het segment en het relevante gedeelte van de opbrengsten en kosten die op een redelijke wijze aan het segment kunnen worden toegewezen.
De operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van interne rapportering omtrent de onderdelen van de Groep en welke op regelmatige basis worden beoordeeld door de "chief operating decision maker" met het doel om de nodige middelen toe te wijzen aan de segmenten en om hun prestaties te beoordelen.
Overheidssubsidies worden opgenomen wanneer er een redelijke zekerheid bestaat dat de subsidie zal worden ontvangen en aan alle bijgevoegde voorwaarden zal worden voldaan. Wanneer de subsidie betrekking heeft op kosten die in de resultatenrekening worden erkend, wordt de subsidie op een systematische basis opgenomen als opbrengst over de periodes dat de gerelateerde kosten, waarvoor de subsidie is bedoeld, in de resultatenrekening worden genomen.
Wanneer de subsidie betrekking heeft op een actief, wordt deze als opbrengst opgenomen in gelijke bedragen over de verwachte gebruiksduur van het gerelateerde actief. De Groep presenteert de overheidssubsidies gerelateerd aan een actief als uitgestelde opbrengsten, dewelke systematisch in de resultatenrekening worden genomen gespreid over de gebruiksduur van het actief.

IFRS 8 vereist dat de operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapportering betreffende de componenten van de Groep welke op regelmatige basis worden besproken door het management van de Groep met als doel de nodige middelen toe te wijzen aan deze segmenten en om hun werking in te schatten.
De CEO van de Groep is de "Chief Operating Decision Maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet en recurrent bedrijfsresultaat. De rapporteringsinformatie bevat geen activa en verplichtingen per segment en deze informatie is bijgevolg niet beschikbaar per segment. Alle vaste activa bevinden zich in België en/of Nederland.
In lijn met de interne opvolging van haar activiteiten heeft de vennootschap beslist haar activiteiten op te splitsen in volgende segmenten:
Het primaire rapporteringsegment werd bepaald als zijnde het bedrijfssegment, elk segment is een autonome component van de Groep welke specifieke producten of diensten levert:
Transacties tussen operationele segmenten zijn op een at arm's lenght basis, op eenzelfde manier als transacties met derde partijen.

Hierna volgt een analyse van de opbrengsten en de bedrijfsresultaten van de Groep per gerapporteerd segment:
| In duizend EUR | Solutions 2020 |
Services 2020 |
Lighting 2020 |
Intersegment opbreng sten/resultate n 2020 |
Totaal op breng sten/bedrijfsv erlies 2020 |
|---|---|---|---|---|---|
| Opbrengsten van externe klanten | 8 460 | 7 589 | 2 613 | ( 879) | 17 783 |
| Resultaat van het operationeel seg ment (A) |
( 1 771) | 603 | ( 195) | - | ( 1 363) |
| Niet-toegewezen bedrijfskosten (B): Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en immateriële activa |
( 2 857) ( 2 881) |
||||
| Kost van op aandelen gebaseerde betalingen |
( 553) | ||||
| Opbrengst uit de verkoop van doch tervennootschappen |
577 | ||||
| Financiële (kosten) / opbrengsten (C) Belastingen (D) |
( 384) ( 127) |
||||
| Nettowinst / (verlies) van de periode (E) = (A) + (B) + (C) + (D) |
( 4 731) | ||||
| Afschrijvingen op materiële vaste activa (F) |
( 379) | ( 607) | ( 180) | - | ( 1 166) |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa (G) |
( 507) | ( 80) | ( 83) | - | ( 670) |
| Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen (H) |
67 | ( 12) | - | - | 55 |
| Toename / (afname) in voorzieningen (I) |
43 | - | ( 42) | - | 1 |
| EBITDA (J) = (A) - (F) - (G) - (H) - (I) | ( 995) | 1 302 | 110 |
| In duizend EUR | Solutions | Services | Lighting | Intersegment opbreng sten/resultate n |
Totaal op breng sten/bedrijfsv erlies |
|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2019 | 2019 | 2019 | 2019 | |
| Opbrengsten van externe klanten | 9 209 | 7 141 | 2 626 | ( 777) | 18 199 |
| Resultaat van het operationeel seg ment (A) |
( 2 004) | 256 | ( 383) | - | ( 2 131) |
| Niet-toegewezen bedrijfskosten (B): Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en immateriële activa |
( 2 037) ( 2 037) |
||||
| Financiële (kosten) / opbrengsten (C) Belastingen (D) |
( 332) ( 449) |
||||
| Nettowinst / (verlies) van de periode (E) = (A) + (B) + (C) + (D) |
( 4 949) | ||||
| Afschrijvingen op materiële vaste activa (F) |
( 429) | ( 606) | ( 146) | - | ( 1 181) |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa (G) |
( 462) | ( 78) | ( 69) | - | ( 609) |
| Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen (H) |
( 318) | ( 53) | ( 38) | - | ( 409) |
| Toename / (afname) in voorzieningen (I) |
66 | - | ( 19) | - | 47 |
| EBITDA (J) = (A) - (F) - (G) - (H) - (I) | ( 861) | 993 | ( 111) |
Het netto resultaat voor de segmenten kan gereconcilieerd worden zoals weergegeven in bovenstaande tabel met de geconsolideerde resultatenrekening.
De Services divisie heeft in 2020 haar sterke resultaten doorgetrokken, en zowel omzet als EBITDA kunnen verbeteren. De omzet verbeterde met 6.3%, Met een EBITDA van 1.3 miljoen EUR blijft zij de sterkste kasgenererende activiteit van de groep. Zij heeft in 2020 geïnvesteerd in de uitbouw van integratie en software activiteiten, waarmee echter nog maar een beperkte omzet is kunnen worden opgetekend. Door haar sterk aanbod van remote diensten heeft zij de coronacrisis maar in beperkte mate gevoeld.
De Solutions divisie heeft meer impact ondervonden van de coronacrisis. Hoewel de dienstenverkopen, net zoals in de services divisie weinig hinder hebben ondervonden, en zelfs een stijgende tendens vertoonden, zowel bij Crescent NV in engineering services, bij SAIT in onderhoudsservices en bij Aardingen Maro in de installaties van zonnepanelen, laadpalen en bliksembeveiligingsoplossingen, is de totale omzet van de divisie met 8,1% gedaald. Zowel de projectverkopen bij SAIT en de Cloudgate verkopen bij Crescent NV ondervonden sterke hinder en een afnemende vraag. De kosten werden dan ook sterk afgebouwd met name bij Crescent NV. SAIT en Aardingen Maro slaagden erin een kleine positieve EBITDA te realiseren. De EBITDA van Crescent NV bleef echter negatief ondanks het invoeren van deeltijdse werkloosheid in het tweede en in het vierde kwartaal, en andere kostenbesparende maatregelen.
De omzet in het Lighting segment bleef op hetzelfde niveau als in 2019, en werd overwegend gerealiseerd in Nederland (91%). Noch in Zuid-Afrika, noch in België werden significante verkopen genoteerd. In België zouden vanaf 2021 wel de eerste LED-straatlampen moeten kunnen worden verkocht door de opname van Innolumis als toeleverancier in het Smartville project.
In tegenstelling tot 2019 kon de divisie een licht positieve EBITDA voorleggen.
De erkenning van de omzet onder IFRS 15 voor de belangrijkste producten en diensten binnen de segmenten kan als volgt gespecifieerd worden:
| In duizend EUR | 2020 | 2019 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Segmenten - Producten / Omzeterkenning |
Over tijd | Op een moment in de tijd |
Over tijd | Op een moment in de tijd |
|
| Solutions | |||||
| Gateways | - | 2 742 | - | 3 679 | |
| Engineering | 894 | - | 673 | - | |
| Installations | 4 350 | - | 4 553 | - | |
| Alarmhorloges | 375 | 99 | 236 | 68 | |
| Services | 7 589 | - | 7 141 | - | |
| Lighting | - | 2 613 | - | 2 626 | |
| Totalen | 13 208 | 5 454 | 12 603 | 6 373 |
De contract activa in voorraad k€ 118 (2019: k€ 331) bedragen voor 2020 k€ 118 (2019: k€ 233) met betrekking tot installatieoplossingen van Sait BV en k€ 0 (2019: k€ 98) met betrekking tot een project bij Crescent en in handels- en overige vorderingen k€ 131 bij Crescent.
De contract passiva in voorzieningen bedragen voor 2020 k€ 195 (2019: k€ 222) en in handels- en overige schulden k€ 645 (2019: k€ 337) aan over te dragen opbrengsten.
De beweging in de contract passiva in voorzieningen is opgenomen in toelichting 20 en betreft de in resultaatname van k€ 27 met betrekking tot de verrekening van de inkomsten van het servicecontract met de betrokken klant. De volledige contract passiva gerelateerd aan de over te dragen opbrengsten per 31 december 2019, werden erkend in de omzet van 2020.
De relatie tussen het moment van voldoening van de prestatieverplichtingen en het moment van facturering die resulteren in contract activa en verplichtingen is als volgt:
De Groep maakt gebruik van de praktische uitzondering betreffende de toelichting om de geaggregeerde transactieprijs te alloceren aan de nog niet voldane prestatieverplichtingen en de toelichting over wanneer de vennootschap verwacht deze bedragen te erkennen in omzet aangezien voor alle contracten steeds aan één van beide onderstaande condities is voldaan:
In 2020 wordt k€ 5 296 (2019: k€ 3 761) van de opbrengsten gerealiseerd in België, k€ 9 258 (2019: k€ 10 673) in Nederland, k€ 1 191 (2019: k€ 1 292) in andere EU landen en k€ 2 038 (2019: k€ 2 473) buiten de euro-zone (voornamelijk Verenigde Staten). De Groep heeft geen individuele klanten voor dewelke de Groep een omzet realiseert van meer dan 10% van de geconsolideerde omzet. Daarnaast is er geen belangrijke concentratie van omzet bij een beperkt aantal klanten.
De vaste activa bevinden zich voor k€ 9 851 (2019: k€ 10 974) in Nederland, voor k€ 9 819 (2019: k€ 12 372) in België.
De overige opbrengsten zijn gedaald van k€ 1 165 per 31 december 2019 tot k€ 579 per 31 december 2020. De overige opbrengsten hebben betrekking voor k€ 38 (2019: k€ 603) op de kwijtschelding van bijdrageopslagen bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid. Verder heeft de Groep oude leveranciersrekeningen, de meeste daterend van voor 2016, laten vrijvallen in het resultaat ten bedrage van k€ 204 (2019: k€ 471).
| Bedrijfskosten | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | goederen | Kostprijs verkochte |
Onderzoeks en ontwikke lings kosten |
Kosten van verkoop, marketing en royalty's |
Algemene en administra tieve kosten |
Totaal | ||||
| 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa | 406 | 491 | 44 | 43 | 85 | 81 | 631 | 566 | 1 166 1 181 | |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa | (186) | - | 41 | 126 | - | - | 815 | 483 | 670 | 609 |
| Waardeverminderingen op voorraden en vorde ringen |
(102) | 71 | 1 | - | 15 | 16 | 31 | 322 | (55) | 409 |
| Personeelskosten | 2 550 2 788 | 382 | 533 | 1 061 1 028 | 963 | 953 | 4 956 5 302 | |||
| Kosten van op aandelen gebaseerde betalingen | - | - | - | - | - | - | 553 | - | 553 | - |
| Externe advieskosten | 749 | 534 | (163) | 117 | 339 | 773 | 1 319 1 236 | 2 244 2 660 | ||
| Marketing & public relations | - | 30 | - | 1 | 44 | 119 | 9 | 10 | 53 | 160 |
| Huurkosten | 27 | 276 | 16 | 109 | 3 | 88 | 120 | 377 | 166 | 850 |
| Brandstof, onderhoud & verzekeringen | 134 | (79) | 45 | 10 | 23 | (52) | 122 | 108 | 324 | (13) |
| Management | 100 | 139 | - | - | 25 | 35 | 272 | 115 | 397 | 289 |
| Aankopen goederen en diensten | 8 541 8 523 | 41 | 27 | (42) | (40) | - | - | 8 540 8 510 | ||
| Andere | 196 | 235 | 203 | 309 | 144 | 223 | 721 | 770 | 1 264 1 537 | |
| Totaal | 12 41513 008 | 610 1 275 | 1 697 2 271 | 5 556 4 940 20 278 21 494 |
| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Lonen en wedden | 4 108 | 3 837 |
| Sociale-zekerheidsbijdragen | 911 | 986 |
| Overige personeelskosten | 237 | 234 |
| Bijdrage in pensioenfondsen | 253 | 246 |
| 5 509 | 5 302 | |
| a) Totaal aantal ingeschreven personeelsleden per einde boekjaar |
77 | 80 |
| b) Gemiddeld personeelsbestand in voltijdse equivalenten |
80 | 84 |
| Bedienden | 79 | 81 |
| Management | 5 | 3 |
De bijdragen in pensioenfondsen betreffen stortingen in toegezegde-bijdragenregelingen (defined contribution plans). We verwijzen hiervoor ook naar toelichting 19.
| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Interestopbrengsten | 16 | 39 |
| Netto wisselkoers winsten | 238 | 54 |
| Reële waarde aanpassing geschreven optie vergoeding Ne-IT | - | 103 |
| Overige | 8 | 11 |
| Financiële opbrengsten | 262 | 207 |
| Interestkosten | ( 467) | ( 488) |
| Netto wisselkoers verliezen | ( 121) | ( 69) |
| Overige, in hoofdzaak bankkosten en betalingsverschillen | ( 58) | 18 |
| Financiële kosten | ( 646) | ( 539) |
| Financieel netto resultaat | ( 384) | ( 332) |
Het netto financieel resultaat voor 2020 bedraagt k€ (384) (2019: k€ (332)). De financiële resultaten werden hoofdzakelijk beïnvloed door de financiële kosten gerelateerd aan bankgaranties, interestkosten en wisselkoersverschillen.
| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Belastingsinkomsten / (uitgaven) omvatten: | ||
| Verschuldigde/Terug te vorderen belastingen op het resultaat | ( 93) | ( 59) |
| Uitgestelde belastingvorderingen / (uitgaven) | ( 34) | ( 390) |
| Totale belastingsinkomsten / (uitgaven) | ( 127) | ( 449) |
| Verlies voor belastingen | ( 4 604) | ( 4 500) |
| Belastinginkomst / (uitgave) berekend aan 25% (2019: 29,58%) | 1 151 | 1 331 |
| Verschillende belastingtarieven van dochterondernemingen onder verschillende | ||
| belastingregimes | 5 | ( 102) |
| Niet aftrekbare uitgaven | ( 72) | ( 836) |
| Inkomsten niet onderhevig aan taks | 157 | - |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill | ( 278) | ( 509) |
| Andere permanente verschillen tussen IFRS en statutaire cijfers | 9 | 367 |
| Permanente verschillen tussen statutaire en fiscale cijfers | 3 | 432 |
| Wijziging in belastingpercentage | ( 67) | ( 30) |
| Fiscale verliezen van het huidige boekjaar welke niet werden erkend | ( 715) | ( 603) |
| Effect van correcties op voorgaande jaren | - | ( 19) |
| Gebruik van fiscale verliezen welke niet werden erkend in vorige jaren | 113 | 43 |
| Fiscale verliezen van voorbije boekjaren welke niet werden erkend | 82 | 45 |
| Niet erkenning van uitgestelde belastingvorderingen op tijdelijke verschillen | 143 | ( 406) |
| Niet erkenning van uitgestelde belastingsvorderingen op vroeger erkende fiscale verliezen |
( 515) | ( 152) |
| Andere | ( 143) | ( 10) |
| Belastinginkomsten / (uitgaven) opgenomen in de resultatenrekening | ( 127) | ( 449) |
De belastingvoet die werd gebruikt in bovenstaande reconciliatie voor 2020 is de vennootschapsbelastingvoet van 25% (2019: 29,58%) die van toepassing is op ondernemingen onderhevig aan het Belgische belastingregime. De belastingvoet voor de entiteiten buiten België is 15% (Nederland), 28% (Frankrijk), 30% (Duitsland), 30,86% (Japan), 27% (Verenigde Staten), 16,50% (Hong Kong) en 12,50% (Ierland).
De inkomsten niet onderhevig aan taks betreft het taks effect van de meerwaarde in consolidatie van k€ 577 uit de verkoop van Uest NV.
| Activa/(Verplichtingen) | Opbrengsten/ (Kosten) |
Verkoop dochter ondernemin gen |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 2020 | 2019 | 2020 | 2020 | |
| Fiscale verliezen, notionele interest aftrek en andere | 1 036 | 1 276 | ( 240) | - | |
| Immateriële vaste activa | ( 691) | ( 589) | 71 | 173 | |
| Handels- en overige vorderingen | 298 | 276 | 30 | 8 | |
| Voorziening waardevermindering belastingsvorderin | |||||
| gen | ( 200) | ( 371) | ( 10) | ( 181) | |
| Overige | ( 214) | ( 185) | ( 29) | - | |
| Totaal uitgestelde belastingsvorderingen | 229 | 407 | ( 178) | - | |
| Immaterieel vaste activa | ( 44) | ( 187) | 143 | - | |
| Overige | - | ( 1) | 1 | - | |
| Totaal uitgestelde belastingsverplichtingen | ( 44) | ( 188) | 144 | - | |
| Totaal uitgestelde belastingsbaten (verliezen) | ( 34) | - |
De Groep heeft in het totaal fiscaal overdraagbare verliezen voor een bedrag van € 154 miljoen per 31 december 2020 (2019: € 163 miljoen), ongebruikte fiscaal overdraagbare DBI van k€ 27 304 (2019: k€ 27 304) en ongebruikte fiscaal overdraagbare investeringsaftrek van k€ 8 745 (2019: k€ 8 745). Van deze verliezen werd een bedrag van € 4,84 miljoen (2019: € 5,45 miljoen) gebruikt als basis om uitgestelde belastingvorderingen te erkennen.
De vervaldagen van de overige niet-erkende fiscale verliezen zijn als volgt (in duizend EUR):
| Vervaldag | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Onbeperkt | 178 663 | 183 616 |
| 2020 | - | 794 |
| 2021 | 1 066 | 1 101 |
| 2022 | 1 377 | 1 742 |
| 2023 | 1 009 | 1 470 |
| 2024 | 891 | 891 |
| 2025 | 1 655 | 1 655 |
| 2026 | 1 461 | 1 268 |
| 2027 | 919 | 919 |
| Totaal | 187 041 | 193 456 |
De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt voor deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2020 van k€ 1 036 (2019: k€ 1 276).
Crescent NV heeft inmiddels op 28 december 2020 100% aandelen van Uest NV verkocht aan Van Zele Holding NV (VZH) voor 1 EUR, wat dezelfde is als de oorspronkelijke aankoopprijs in 2019.
De lening van KBC die aanwezig was in Uest NV op het moment van de overname door Crescent NV werd inmiddels overgenomen door Belfius en gaat mee over na de verkoop aan Van Zele Holding NV. De schuld die aanwezig was in Uest NV ten aanzien van Alychlo werd overgenomen door Crescent NV bij de overname in 2019. Deze schuld die op moment van de verkoop van Uest NV aan Van Zele Holding NV k€ 743 bedroeg werd door Crescent NV kwijtgescholden aan Uest NV. Deze kwijtschelding had geen impact in consolidatie. De verkoop van Uest NV aan Van Zele Holding NV heeft geleid tot een meerwaarde op de verkoop van k€ 577.
De earn-out verplichtingen die afkomstig waren uit de overname van Uest NV door Crescent NV worden mee overgedragen bij de verkoop aan Van Zele Holding NV. Het laatste jaar waarop een earn-out zou toegepast kunnen worden is 2021, maar de inschatting is dat er geen earn-out meer betaalbaar zal zijn op basis van de drempels.
We verwijzen tevens naar toelichting 30 Transacties met verbonden partijen.
De Groep heeft op 5 juli 2019 100% van de aandelen verworven in Uest NV. De overname kadert in de strategie van de Crescent groep om te groeien via geïntegreerde IoT oplossingen en een uitbreiding van het activiteitenportfolio. Uest NV produceert, verkoopt en ondersteunt persoonlijke alarmsystemen voor senioren onder de merknaam Zembro. Zembro heeft een software-serviceplatform ontwikkeld dat gekoppeld aan de knowhow van Crescent in andere markten zal ingezet worden. Uest NV bezit tevens 100% van de aandelen in Uest France.
De aandelen werden verworven tegen een initiële aankoopprijs van 1€ en een voorwaardelijke schuld in de vorm van een earn-out berekend als het verschil tussen de referentie-omzet van K€ 800 en de omzet gerealiseerd in de financiële jaren 2019, 2020 en 2021 als volgt: bij een omzet tussen k€ 1.000 en k€ 2.000 zal 15% earn-out worden toegepast, bij een omzet tussen k€ 2.001 en k€ 4.000 zal 20% earn-out worden toegepast en bij een omzet van meer dan k€ 4.000 is 25% earn-out van toepassing. De earn-out is van toepassing voor de verkoop van producten met de op acquisitiedatum bestaande technologie. Deze earn-out is betaalbaar op 15 januari volgend op de afsluiting van elk respectievelijk financieel jaar.
Alychlo NV, een van de voormalige aandeelhouders van Uest NV trad op 14 maart 2019 in een achtergestelde leningovereenkomst met Uest NV voor een maximaal bedrag van k€ 550. Uest NV als ontlener, transfereert deze leningovereenkomst en alle rechten en verplichtingen daaraan verbonden aan Crescent NV. De jaarlijkse interestvoet op deze lening bedraagt 5% voor een periode van 2 jaar en wordt gekapitaliseerd op de lening.
De identificatie en waardering van de reële waarde van de activa en schulden van Uest NV zijn als volgt:
| In duizend EUR | Boekwaarde Reële waarde aanpassingen Reële waarde |
||
|---|---|---|---|
| Activa | |||
| Historische goodwill | - | - | - |
| Immateriële vaste activa | 838 | ( 782) | 56 |
| Materiële vaste activa | 24 | - | 24 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | - | 195 | 195 |
| Overige vorderingen Vaste activa |
- 862 |
- ( 587) |
- 275 |
| Voorraden | 14 | - | 14 |
| Handels- en overige vorderingen | 244 | - | 244 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 27 | - | 27 |
| Vlottende activa | 285 | - | 285 |
| Totaal activa | 1 147 | ( 587) | 560 |
| Verplichtingen | |||
| Financiële schulden | 375 | - | 375 |
| Langlopende verplichtingen | 375 | - | 375 |
| Financiële schulden | 545 | - | 545 |
| Handels- en overige schulden | 197 | - | 197 |
| Uitgestelde belastingschulden | - | - | - |
| Overige financiële schuld | - | - | - |
| Kortlopende verplichtingen | 742 | - | 742 |
| Totaal verplichtingen | 1 117 | - | 1 117 |
| Totaal geïdentificeerde activa en verplichtingen | 30 | ( 587) | - ( 557) |
| Goodwill | 557 | ||
| Reële waarde vergoeding | - |
De reële waardes van de immateriële vaste activa hebben betrekking op de eliminatie van preacquisitie gerelateerde ontwikkelingskosten en immateriële vaste activa voor k€ 838 en het erkennen van het service platform als immaterieel vast actief voor k€ 56. Ten gevolge van de reële waardeaanpassingen werd een uitgestelde belastingvordering geboekt ten belope van k€ 195.
De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een goodwill van k€ 557, dewelke voornamelijk de synergiën met andere Groepsentiteiten vertegenwoordigt. De goodwill is niet aftrekbaar voor belastingdoeleinden.
De nettokasstroom uit de bedrijfscombinatie van Uest NV was k€ 27.
Indien de acquisities hadden plaatsgevonden op 1 januari 2019, dan zou de bijdrage aan de omzet k€ 630 en aan het netto resultaat k€ (164) geweest zijn. Eind 2018 werd besloten om de vennootschap tot

een verkoopsorganisatie van de bestaande toestellen en het service platform te beperken, en alle andere kosten af te bouwen, waardoor het personeelsbestand drastisch werd verminderd.
De twee belangrijkste aandeelhouders van UEST waren Alychlo NV (70.2%) en CarEvolution NV (29.8%). Naast de financiering van Alychlo NV, werd de vennootschap nog extern gefinancierd voor k€ 450.
De beslissing tot overname van UEST NV werd in de Raad van Bestuur van 2 juli 2019 genomen onder toepassing van Artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen; Crescemus BVBA, vast vertegenwoordigd door de Heer Pieter Bourgeois, meldde een mogelijk tegenstrijdig belang, en nam niet deel aan de beslissing.
De Groep heeft op 20 december 2019 100% van de aandelen verworven in Livereach Media BVBA, verder LRM. De overname kadert in de strategie van de Crescent groep om te groeien via geïntegreerde IoT oplossingen en een uitbreiding van het activiteitenportfolio. LRM verkoopt Motion Analytics software via 3-jarige licenties en additionele diensten zoals levering van hardware, uitvoeren van de set-up en onderhoud. De commercialisering van deze software is begonnen in de tweede helft van 2019.
De aandelen werden verworven tegen een initiële aankoopprijs van 380.000 €.
De identificatie en waardering van de reële waarde van de activa en schulden van LRM zijn als volgt:

| In duizend EUR | Boekwaarde Reële waarde aanpassingen Reële waarde |
|||
|---|---|---|---|---|
| Activa | ||||
| Historische goodwill | - | - | - | |
| Immateriële vaste activa | - | 185 | 185 | |
| Materiële vaste activa | 17 | - | 17 | |
| Overige vorderingen | - | - | - | |
| Vaste activa | 17 | 185 | 202 | |
| Voorraden | - | - | - | |
| Handels- en overige vorderingen | ( 5) | - | ( 5) | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 2 | - | 2 | |
| Vlottende activa | ( 3) | - | ( 3) | |
| Totaal activa | 14 | 185 | 199 | |
| Verplichtingen | ||||
| Financiële schulden | 12 | - | 12 | |
| Langlopende verplichtingen | 12 | - | 12 | |
| Financiële schulden | 95 | - | 95 | |
| Handels- en overige schulden | 181 | - | 181 | |
| Uitgestelde belastingschulden | - | 46 | 46 | |
| Kortlopende verplichtingen | 276 | 46 | 322 | |
| Totaal verplichtingen | 288 | 46 | 334 | |
| Totaal geïdentificeerde activa en verplichtingen | ( 274) | 139 | - ( 135) |
|
| Goodwill | 515 | |||
| Reële waarde vergoeding | 380 |
De reële waardes van de immateriële vaste activa hebben betrekking op de ontwikkelde software voor k€ 185. Ten gevolge van de reële waarde-aanpassingen werd een uitgestelde belastingschuld geboekt ten belope van k€ 46.
De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een goodwill van k€ 515, dewelke voornamelijk de synergiën met andere Groepsentiteiten vertegenwoordigt. De goodwill is niet aftrekbaar voor belastingdoeleinden.
De nettokasstroom uit de bedrijfscombinatie van LRM was k€ 2. De schuld die ontstond naar aanleiding van de overname werd ingebracht in het kapitaal van Crescent NV.
Indien de acquisities hadden plaatsgevonden op 1 januari 2019, dan zou de bijdrage aan de omzet k€ 1.000 geweest zijn zonder bijdrage aan het netto resultaat.
De beslissing tot overname van LRM werd in de Buitengewone Algemene Vergadering van 20 december 2019 genomen onder toepassing van Artikel 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen.
De Groep heeft op 20 december 2019 100% van de aandelen verworven in Crescent Smart Lighting BV, verder CSL. De overname van CSL laat de Groep toe om het lighting segment verder te versterken en kadert tevens in de strategie van de Crescent groep om te groeien via geïntegreerde IoT oplossingen. De technologie waarin CSL heeft geïnvesteerd kan gebruikt worden om de bestaande serie van LED armaturen te verbreden en te diversifiëren. De technologie van CSL zal gecommercialiseerd worden op 2 manieren. Enerzijds is er Smart City Box met de intentie een breder Smart City platform te creëren waarbij verschillende parameters gemeten kunnen worden waaronder luchtkwaliteit, fijnstof en geluidshinder. Anderzijds een 4-kanaals aansturing waarmee kleurcontrole kan gebeuren van de RGB LED armaturen die door Innolumis Public Lighting worden gecommercialiserd. CSL heeft 100% van de aandelen in een dochteronderneming Melowes BVBA. Deze dochteronderneming biedt IoT oplossingen aan in havens gericht op ecologische verlichting en verkeersveiligheidssystemen. Melowes BVBA is ook gekend onder de commerciële naam NozonSolar.
De aandelen in CSL werden verworven tegen een initiële aankoopprijs van 650.000 €.
De identificatie en waardering van de reële waarde van de activa en schulden van CSL zijn als volgt:
| In duizend EUR | Boekwaarde Reële waarde aanpassingen Reële waarde |
||
|---|---|---|---|
| Activa | |||
| Historische goodwill | - | - | - |
| Immateriële vaste activa | - | 60 | 60 |
| Materiële vaste activa | - | - | - |
| Overige vorderingen | - | - | - |
| Vaste activa | - | 60 | 60 |
| Voorraden | - | - | - |
| Handels- en overige vorderingen | 6 | - | 6 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 5 | - | 5 |
| Vlottende activa | 11 | - | 11 |
| Totaal activa | 11 | 60 | 71 |
| Verplichtingen | |||
| Financiële schulden | 300 | - | 300 |
| Langlopende verplichtingen | 300 | - | 300 |
| Financiële schulden | - | - | - |
| Handels- en overige schulden | 53 | - | 53 |
| Uitgestelde belastingschulden | - | 9 | 9 |
| Te betalen belastingen | 2 | - | 2 |
| Kortlopende verplichtingen | 55 | 9 | 64 |
| Totaal verplichtingen | 355 | 9 | 364 |
| Totaal geïdentificeerde activa en verplichtingen | ( 344) | 51 | - ( 293) |
| Goodwill | 943 | ||
| Reële waarde vergoeding | 650 |
De reële waardes van de immateriële vaste activa hebben betrekking op de ontwikkelde technologie met betrekking tot de RGB driver voor k€ 60 . Ten gevolge van de reële waarde-aanpassingen werd een uitgestelde belastingschuld geboekt ten belope van k€ 9.
De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een goodwill van k€ 943, dewelke voornamelijk de synergiën met andere Groepsentiteiten vertegenwoordigt. De goodwill is niet aftrekbaar voor belastingdoeleinden.
De nettokasstroom uit de bedrijfscombinatie van CSL was k€ 5. De schuld die ontstond naar aanleiding van de overname werd ingebracht in het kapitaal van Crescent NV.
Indien de acquisities hadden plaatsgevonden op 1 januari 2019, dan zou de bijdrage aan de omzet k€ 500 geweest zijn zonder bijdrage aan het netto resultaat.
De beslissing tot overname van CSL werd in de Buitengewone Algemene Vergadering van 20 december 2019 genomen onder toepassing van Artikel 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen.
De Groep heeft op 31 mei 2019 controle verworven over Power Matla Innolumis RSA, van naam gewijzigd naar Innolumis South Africa per 27 mei 2019. De Groep had via Innolumis Public Lighting BV al een minderheidsbelang van 35% en heeft via een stapsgewijze overname 100% van de aandelen in Innolumis South Africa verworven. Innolumis South Africa heeft dezelfde activiteiten in Zuid-Afrika als Innolumis Public Lighting BV heeft in Nederland. De acquisitie is dan ook gebeurd met het oog op de potentiele verdere uitbreiding van de activiteiten van Innolumis buiten Nederland.
Aangezien deze bedrijfscombinatie zowel individueel als gezamenlijk geen materiële impact heeft op de geconsolideerde balans, resultatenrekening en kasstromen van de Groep worden hierboven enkel beperkte toelichtingen gegeven.
Op 27 maart 2019 heeft Crescent Ventures NV het minderheidsbelang (40,5%) verworven in 2 Invision Managed Services BV van de beide minderheidsaandeelhouders, Ajust BV en PP Technology Group BV, om zo 100% van de aandelen in bezit te hebben. Hierdoor is het deelnemingspercentage van deze vennootschap alsook van de dochtervennootschappen van 2 Invision Managed Services BV (2 Invision Professional Services BV, NE-IT Automatisering BV en NE-IT Hosting BV) 100% geworden.
Het minderheidsbelang van Ajust BV werd verworven voor een totale vergoeding van k€ 855 als volgt:

€ 0,04 of 1.506.875 aandelen, tenzij de gemiddelde aandelenprijs in de 30 dagen voor de levering zou dalen tot beneden € 0,04, in dat geval zou een hoger aantal aandelen geleverd worden.
De verwerking van deze transactie op 27 maart 2019 gaf aanleiding tot:
In de tweede helft van 2019 heeft Eric Van Zele in persoon deze schuldverplichting overgenomen en voldaan. Er werden 23.486.250 aandelen geleverd voor de modaliteiten onder b)1. en 1.624.473 aandelen geleverd voor de modaliteiten onder b)2. De modaliteiten onder 2. werden voldaan begin augustus 2019.
Het minderheidsbelang van PP Technology Group BV werd verworven voor een totale vergoeding van k€ 210 als volgt en de kwijtschelding van een vordering voor k€ 37 die Crescent Ventures NV had op een verbonden partij van PP Technology Group BV:
De k€ 210 was betaalbaar in aandelen van Crescent NV als volgt:
De verwerking van deze transactie op 27 maart 2019 gaf aanleiding tot:
In de tweede helft van 2019 heeft Eric Van Zele in persoon deze schuldverplichting overgenomen en voldaan. Er werden 7.828.750 aandelen geleverd voor de modaliteiten onder 1. en 1.442.526 aandelen geleverd voor de modaliteiten onder 2. De modaliteiten onder 2. werden voldaan begin augustus 2019.
Als gevolg van deze beide schuldovernames ontstond voor de Groep een schuld aan Eric Van Zele van k€ 740. Deze schuld werd op 20 december 2019, samen met andere schulden ingebracht in het kapitaal van Crescent NV tegen 0,0256€ per aandeel en conform artikel 602 van het Wetboek van Vennootschappen. Voor meer informatie omtrent de kapitaalverhoging verwijzen we naar toelichting 22.
De participatiewaarde in Crescent Ventures NV verhoogde aldus door de aankoop van het minderheidsbelang met k€ 2.965, ingevolge:
Deze participatiewaarde werd in het eigen vermogen geëlimineerd ten opzichte van de eigen vermogenscomponent als gevolg van de reële waarde aanpassing van het vast aantal aandelen in 2. b) ten voordele van Ajust BV (k€ 1.320) en in 1. ten voordele van PP Technology Group BV (k€ 440).
Aldus is de impact op het totaal eigen vermogen k€ 1.205, dat kan opgedeeld worden in een daling van het minderheidsbelang met k€ 1.912 en een stijging in het overgedragen resultaat van k€ 707. Zie tevens de geconsolideerde Staat van Wijzigingen in het Eigen Vermogen.
| In duizend EUR | Goodwill |
|---|---|
| Aanschaffingswaarde | |
| Saldo op 1 januari 2020 | 40 519 |
| Overige bewegingen | 6 |
| Verkoop van dochtervennootschappen | ( 557) |
| Saldo op 31 december 2020 | 39 968 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | |
| Saldo op 1 januari 2020 | ( 26 442) |
| Bijzondere waardeverminderingen | ( 1 289) |
| Overige bewegingen | ( 6) |
| Verkoop van dochtervenootschappen | 557 |
| Saldo op 31 december 2020 | ( 27 180) |
| Netto boekwaarde | |
| Op 1 januari 2020 | 14 077 |
| Op 31 december 2020 | 12 788 |
| In duizend EUR | Goodwill |
| Aanschaffingswaarde | |
| Saldo op 1 januari 2019 | 38 504 |
| Bedrijfscombinaties | 2 015 |
| Saldo op 31 december 2019 | 40 519 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | |
| Saldo op 1 januari 2019 | ( 24 404) |
| Bijzondere waardeverminderingen | ( 2 038) |
| Saldo op 31 december 2019 | ( 26 442) |
| Netto boekwaarde | |
| Op 1 januari 2019 | 14 100 |
| Op 31 december 2019 | 14 077 |
De netto goodwill op 31 december 2020 kan aan de volgende kasstroomgenererende eenheden worden toegewezen:
| Kasstroom | (Bijzondere | |||
|---|---|---|---|---|
| genererende | Onderdeel | 31 December | waardever | 31 december |
| eenheid | van segment | 2019 | mindering) | 2020 |
| Lighting | Lighting | 590 | - | 590 |
| IT diensten 2 Invision | Services | 5 638 | - | 5 638 |
| Bliksemafleiders | Solutions | 744 | - | 744 |
| Installatieoplossingen | Solutions | 1 227 | - | 1 227 |
| Cloudgates | Solutions | 4 420 | ( 851) | 3 569 |
| Integration | Services | 515 | - | 515 |
| Crescent Smart Lighting BV | Lighting | 943 | ( 438) | 505 |
| Totaal | 14 077 | ( 1 289) | 12 788 |
De legale entiteiten 2 Invision Managed Services België, 2 Invision Managed Services BV en 2 Invision Professional Services BV vormen samen een enkele kasstroom genererende eenheid (IT diensten 2 Invision) aangezien contracten van de belangrijkste klanten gezamenlijk door de vennootschappen worden uitgevoerd. De activiteiten van 2 Invision Managed Services BV en Ne-IT Automatisering en Hosting werden in de loop van 2019 geïntegreerd. Legaal en boekhoudkundig werden de vennootschappen Ne-IT Automatisering en Hosting opgenomen door fusie in 2 Invision Managed Services BV. Op 31 december 2019 worden de 2 kasstroomgenererende eenheden IT diensten 2 Invision en IT diensten Any-IT als gevolg van de integratie van de activiteiten als 1 kasstroomgenererende eenheid beschouwd.
De netto goodwill kan als volgt per legale entiteit gedetailleerd worden:
| In duizenden EUR | 31 december 2019 |
(Bijzondere waardever mindering) |
Overdracht 31 december 2020 |
|
|---|---|---|---|---|
| Innolumis Public Lighting BV | 590 | - | - | 590 |
| 2 Invision Managed Services België | 1 307 | - | - | 1 307 |
| 2 Invision Managed Services BV | 2 160 | - | 2 026 | 4 186 |
| 2 Invision Professional Services BV | 145 | - | - | 145 |
| Crescent NV | 4 420 | ( 851) | - | 3 569 |
| Aardingen Maro | 744 | - | - | 744 |
| NEIT-Automatisering BV | 877 | - | ( 877) | - |
| NEIT-Hosting BV | 1 149 | - | ( 1 149) | - |
| Sait BV | 1 227 | - | - | 1 227 |
| Uest NV | - | - | - | - |
| Live Reach Media BVBA | 515 | - | - | 515 |
| Crescent Smart Lighting BV | 943 | ( 438) | - | 505 |
| Totaal | 14 077 | ( 1 289) | - | 12 788 |
De Groep heeft per 31 december 2020 een analyse uitgevoerd voor bijzondere waardeverminderingsverliezen op goodwill waarvan de belangrijkste assumpties en bevindingen hieronder worden weergegeven per kasstroom genererende eenheid. Deze analyses zijn telkens uitgevoerd op basis van een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar. De waarde die uit de waarderingsmodellen blijkt, zit doorgaans voor de helft tot drie kwart in de terminale waarde. De inschattingen in de verschillende oefeningen voor bijzondere waardeverminderingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden, bestaande overeen-
komsten en vooruitzichten van bestaande klanten en partners, aangevuld waar relevant met marktevoluties.
De Groep heeft een oefening voor bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroom genererende eenheid Lighting die de legale entiteit Innolumis Public Lighting bevat. Deze maakt deel uit van het operationeel segment "Lighting". De oefening is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar. Er werden geen belangrijke impacten met betrekking tot Covid 19 verwerkt in de toekomstige kasstromen, aangezien de omzet van deze kasstroomgenererende eenheid het voorbije jaar op hetzelfde niveau als in 2019 is gebleven en er toekomstig ook bijkomende omzet verwacht wordt te realiseren door de opname van Innolumis als toeleverancier in het Smartville project.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 17,28% (2019: 12,77 % na belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0% (2019: 0%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gemiddelde van 12,0% (2019: 13,6%), een bruto marge van gemiddeld 38,7% (2019: 38,20%) van de omzet en de overige operationele kosten van gemiddeld 25,4% (2019: 25,27%) van de omzet.
De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 3.628 (2019: k€ 4.593) welke ongeveer k€ 2.259 (2019: k€ 2.820) hoger is dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
De realiseerbare waarde zou gelijk worden aan de boekwaarde bij volgende individuele wijzigingen in de assumpties: een daling van de brutomarge met 18,9%, een stijging van de WACC met 33,0% of een stijging van de overige operationele kosten met 30,5%.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende waardevermindering diende geboekt te worden.
De Groep heeft een oefening voor bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroom genererende eenheid IT diensten 2 Invision die de legale entiteiten 2 Invision Managed Services België, 2 Invision Managed Services, 2 Invision Professional Services, Ne-It Hosting en Ne-It Automatisering omvat. Deze maakt deel uit van het operationeel segment "Services". De oefening is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar. Er werden geen belangrijke impacten met betrekking tot Covid 19 verwerkt in de toekomstige kasstromen, aangezien de omzet van deze kasstroomgenererende eenheid het voorbije jaar is toegenomen door het sterke aanbod van remote diensten waardoor zij de coronacrisis maar in beperkte mate heeft gevoeld.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 17,28% (2019: 11,03% na belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0% (2019: 0%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gemiddelde van 4,6% (2019: 4,22%), de bruto marge van gemiddeld 42,9% (2019: 58,97%) van de omzet en het niveau van de overige operationele kosten van gemiddeld 29,7% (2019: 46,31%) van de omzet.
De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 6.508 (2019: k€ 6.599) welke ongeveer k€ 51 (2019: k€ 312) hoger is dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
De realiseerbare waarde zou gelijk worden aan de boekwaarde bij volgende individuele wijzigingen in de assumpties: een daling van de brutomarge met 0,2%, een stijging van de WACC met 13,0% of een stijging van de overige operationele kosten met 0,3%.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende waardevermindering diende geboekt te worden.
De Groep heeft een oefening voor bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroom genererende eenheid bliksemafleiders die de legale entiteit Maro omvat. Deze maakt deel uit van het operationeel segment "Solutions". De oefening is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar. Er werden geen belangrijke impacten met betrekking tot Covid 19 verwerkt in de toekomstige kasstromen, aangezien de omzet van deze kasstroomgenererende eenheid het voorbije jaar is toegenomen voornamelijk door de installaties van zonnepanelen, laadpalen en bliksembeveiliging. Omdat deze activiteiten doorgaans in de buitenlucht plaatsvinden, waren er nagenoeg geen coronamaatregelen die een beperkende invloed hadden en wordt verwacht dat dit in de toekomst niet anders zal zijn.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 17,67% (2019: 13,06% na belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0% (2019: 0%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gemiddelde van 6,1% (2019: 8,96%), de bruto marge van gemiddeld 29,9% (2019: 35,48%) van de omzet en het niveau van de overige operationele kosten van gemiddeld 16,7% (2019: 31,60%) van de omzet.
De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 889 (2019: k€ 256) welke ongeveer k€ 525 hoger (2019: k€ 748 lager) was dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
De realiseerbare waarde zou gelijk worden aan de boekwaarde bij volgende individuele wijzigingen in de assumpties: een daling van de brutomarge met 24,1%, een stijging van de WACC met 33,7% of een stijging van de overige operationele kosten met 44,0%.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende waardevermindering diende geboekt te worden (2019: k€ 748 waardevermindering).
De Groep heeft een oefening voor bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroom genererende eenheid installatieoplossingen die de legale entiteit Sait BV omvat. Deze maakt deel uit van het operationeel segment "Solutions". De oefening is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar. Met betrekking tot Covid 19 werd de omzet in de toekomstige kasstromen van 2021 tot en met 2022 ten opzichte van de kasstromen die vorig jaar voor dezelfde periode waren opgenomen naar beneden gecorrigeerd met 22% aangezien de projectverkopen wel sterke hinder ondervonden van de coronacrisis met een afnemende vraag tot gevolg.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 17,28% (2019: 12,77 % na belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0% (2019: 0%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gemiddelde van 11,6% (2019: daling van 1,99%), de bruto marge van gemiddeld 39,2% (2019: 31,10%) van de omzet en het niveau van de overige operationele kosten van gemiddeld 30,4% (2019: 26,10%) van de omzet.
De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 2.568 (2019: k€ 1.366) welke ongeveer k€ 1.268 (2019: k€ 733 lager) hoger was dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
De realiseerbare waarde zou gelijk worden aan de boekwaarde bij volgende individuele wijzigingen in de assumpties: een daling van de brutomarge met 10,8%, een stijging van de WACC met 24,8% of een stijging van de overige operationele kosten met 14,4%.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende waardevermindering diende geboekt te worden (2019: k€ 733 waardevermindering).
De Groep heeft een oefening voor bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroom genererende eenheid cloudgates die de legale entiteit Crescent NV omvat. Deze maakt deel uit van het operationeel segment "Solutions". De oefening is gebaseerd op een gewogen gemiddelde van het gebudgetteerde scenario en een meer conservatief scenario van een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar. Er werd 75% gewicht toegekend aan de gebudgetteerde case en 25% gewicht toegekend aan de conservatieve case. Vorig jaar werd de oefening gebaseerd op enkel een gebudgetteerd scenario. Aangezien de Cloudgate verkopen wel sterke hinder ondervonden van de coronacrisis met een afnemende vraag tot gevolg, werd de omzet in de toekomstige kasstromen van de gebudgetteerde case van 2021 en 2022 ten opzichte van de kasstromen die vorig jaar voor dezelfde periode waren opgenomen naar beneden gecorrigeerd met 56%. Daarnaast werd gezien de onzekerheid met betrekking tot de al dan niet blijvende impact van de crisis rekening gehouden met een conservatieve case waarbij de toekomstige omzet cumulatief bijkomend met 9% daalde ten opzichte van het gebudgetteerde scenario.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 17,67% (2019: 13,06% na belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0% (2019: 0%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gewogen gemiddelde van 25,8% (2019: 33,62%), de bruto marge van gewogen gemiddeld 37,80 % (2019: 47,90%) van de omzet en het niveau van de overige operationele kosten van gewogen gemiddeld 30,1% (2019: 18,91%) van de omzet.
De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 3.106 (2019: k€ 14.889) welke ongeveer k€ 851 (2019: k€ 6.967 hoger) lager was dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er een bijkomende waardevermindering diende geboekt te worden van k€ 851.
De Groep heeft de kasstroom genererende eenheid Integrations geïdentificeerd welke resulteerde in een goodwill van k€ 515, naar aanleiding van de verwerving van Live Reach Media BVBA op 31 december 2019. Deze kasstroom genererende eenheid bevat opbrengsten van Crescent , Crescent Ventures en Live Reach Media. We verwijzen hiervoor naar toelichting 9.
De oefening voor bijzondere waardeverminderingen op deze goodwill werd voor het huidige jaar gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar. Vorig jaar werd de oefening uitgevoerd uitgaande van de reële waarde verminderd met een kost voor verkoop als recupereerbare waarde. De reële waarde werd gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel (Niveau 3 in de hiërarchie voor het bepalen van de reële waarde – zie toelichting 26). Er werden geen belangrijke impacten met betrekking tot Covid 19 verwerkt in de toekomstige kasstromen, aangezien de omzet in de plannen van deze kasstroomgenererende eenheid gebaseerd is op lopende overeenkomsten en vooruitzichten van contracterende klanten en aldus geen significante marktgerelateerde en Covid 19 gerelateerde veronderstellingen gemaakt werden.
Er werden immateriële vaste activa, meer bepaald ontwikkelde software, voor een netto boekwaarde van k€ 1.161 toegewezen aan deze kasstroom genererende eenheid vanuit Crescent NV. Behoudens dit immaterieel vast actief, behoren de overige netto activa van Crescent NV tot de kasstroom genererende eenheid van de Cloudgates.
De belangrijkste assumpties die gebruikt werden in het model zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 17,67% (2019: 13,06% na belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0% (2019: 2%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gemiddelde van 35,1% (2019: 0,82%), de bruto marge van gemiddeld 45,5% (2019: 54,11%) van de omzet en het niveau van de overige operationele kosten van gemiddeld 32,0% (2019: 34,13%) van de omzet.
De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 2.368 (2019: k€ 1.860) welke ongeveer k€ 794 (2019: k€ 1.375) hoger was dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
De realiseerbare waarde zou gelijk worden aan de boekwaarde bij volgende individuele wijzigingen in de assumpties: een daling van de brutomarge met 15,7%, een stijging van de WACC met 19,0% of een stijging van de overige operationele kosten met 26,4%.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende waardevermindering diende geboekt te worden.
De Groep heeft Crescent Smart Lighting BV verworven op 31 december 2019 resulterend in een goodwill van k€ 943. We verwijzen hiervoor naar toelichting 9.
De oefening voor bijzondere waardeverminderingen op deze goodwill werd voor het huidige jaar gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende 5 jaar en een residuele waarde vanaf het zesde jaar. Vorig jaar werd de oefening uitgevoerd uitgaande van de reële waarde verminderd met een kost voor verkoop als recupereerbare waarde. De reële waarde werd gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel (Niveau 3 in de hiërarchie voor het bepalen
van de reële waarde – zie toelichting 26). Doordat de verkopen van de 4 channel driver zich in eenzelfde economische omgeving bevinden als de activiteiten van lighting en in die activiteit met geen belangrijke impact door covid-19 is rekening gehouden, is eveneens voor smart lighting uitgegaan dat de invloed van covid-19 beperkt zal zijn.
De belangrijkste assumpties die gebruikt werden in het model zijn de verdisconteringsvoet voor belastingen (pre-tax WACC) van 17,28% (2019: 13,06% na belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0% (2019: 2%). De overige assumpties zijn de jaarlijks verwachte groei van de omzet met een gemiddelde van 100% (2019: 47,67%) en het niveau van de overige operationele kosten van gemiddeld 36,8% (2019: 28,45%) van de omzet. De realiseerbare waarde werd geschat op k€ 457 (2019: k€ 1.370) welke ongeveer k€ 438 (2019: k€ 425) lager was dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er een bijkomende waardevermindering diende geboekt te worden van k€ 438.
De Groep heeft een oefening voor bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroom genererende eenheid Uest NV. Deze maakt deel uit van het operationeel segment "Solutions". De Groep heeft Uest NV verworven op 1 juli 2019 resulterend in een goodwill van k€ 557. We verwijzen hiervoor naar toelichting 9.
Gezien de budgetten sinds acquisitiedatum significant werden bijgesteld resulterend in een lagere verwachte omzet en lager netto resultaat, heeft management geoordeeld dat er een bijzondere waardevermindering diende geboekt te worden op de goodwill voor het volledige bedrag.
| In duizend EUR | Geactiveer de ontwikke lingskosten |
Software | Technologie | Overige immateriële vaste activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | |||||
| Saldo op 1 januari 2020 | 200 | 707 | 2 639 | 2 420 | 5 966 |
| Verwervingen | 225 | 944 | - | - | 1 169 |
| Deconsolidatie | ( 20) | - | ( 56) | - | ( 76) |
| Transfer | - | - | 586 | ( 586) | - |
| Saldo op 31 december 2020 | 405 | 1 651 | 3 169 | 1 834 | 7 059 |
| Afschrijvingen en bijzondere waarde verminderingen |
|||||
| Saldo op 1 januari 2020 | - | ( 79) | ( 576) | ( 468) | ( 1 123) |
| Afschrijvingen | ( 1) | ( 71) | ( 384) | ( 214) | ( 670) |
| Bijzondere waardeverminderingen | - | - | ( 1 592) | - | ( 1 592) |
| Deconsolidatie | - | - | 17 | - | 17 |
| Transfer | - | - | ( 162) | 162 | - |
| Saldo op 31 december 2020 | ( 1) | ( 150) | ( 2 697) | ( 520) | ( 3 368) |
| Netto boekwaarde | |||||
| Op 1 januari 2020 | 200 | 628 | 2 063 | 1 952 | 4 843 |
| Op 31 december 2020 | 404 | 1 501 | 472 | 1 314 | 3 691 |
| Geactiveer | Overige | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | de ontwikke | Software | Technologie | immateriële | Total |
| lingskosten | vaste activa | ||||
| Aanschaffingswaarde | |||||
| Saldo op 1 januari 2019 | - | 838 | 2 523 | 2 521 | 5 882 |
| Verwervingen | 200 | 412 | - | - | 612 |
| Bedrijfscombinaties | - | 185 | 116 | - | 301 |
| Buitengebruikstellingen | - | ( 728) | - | ( 101) | ( 829) |
| Saldo op 31 december 2019 | 200 | 707 | 2 639 | 2 420 | 5 966 |
| Afschrijvingen en bijzondere waarde verminderingen |
|||||
| Saldo op 1 januari 2019 | - | ( 781) | ( 210) | ( 354) | ( 1 345) |
| Afschrijvingen | - | ( 27) | ( 366) | ( 216) | ( 609) |
| Buitengebruikstellingen | - | 729 | - | 102 | 831 |
| Saldo op 31 december 2019 | - | ( 79) | ( 576) | ( 468) | ( 1 123) |
| Netto boekwaarde | |||||
| Op 1 januari 2019 | - | 57 | 2 313 | 2 167 | 4 538 |
| Op 31 december 2019 | 200 | 628 | 2 063 | 1 952 | 4 843 |
De overige immateriële vaste activa bestaan voor k€ 1 314 netto boekwaarde uit klantenrelaties.
De bijzondere waardevermindering voor k€ 1 592 heeft betrekking op de cloudgate technologie. De cloudgate technologie had een nog resterende gebruiksduur van 3,4 jaar, maar in het licht van de ontwikkeling van een vernieuwde technologie en de verwachte marktintroductie errvan werd veiligheidshalve beslist de resterende netto-boekwaarde van de bestaande technologie volledig af te waarderen.
In bovenstaande tabel bevat de software een individueel immaterieel actief dat op 31 december 2020 nog niet gebruiksklaar is ter waarde van k€ 1 181 netto boekwaarde, deze wordt afgeschreven over een resterende gebruiksduur van 7 jaar. Het betreft een software platform dat een geïntegreerde totaaloplossing biedt voor ondernemingen die binnen de vrijetijdsector diensten aanbieden. Een eerste implementatie van deze software is voorzien in de eerste jaarhelft van 2021. De realiseerbaarheid van deze activa zal blijken uit de eerste oplevering van het software platform. Evenwel zijn reeds andere klanten aan de slag met deelmodules van het platform en wijzen deze op het commerciële potentieel van de software.
De verwervingen bedragen k€1 169 (2019: k€ 612) en betreffen voornamelijk de aankoop van software voor k€ 944 en geactiveerde ontwikkelingskosten voor k€ 225 (2019: aankoop van software k€ 412).
De bedrijfscombinatie in 2019 van LRM resulteerde in een toename van de aanschaffingswaarde van software voor k€ 185. De toename in technologie in 2019 voor k€ 116 resulteerde uit de bedrijfscombinaties van Uest en LRM waar respectievelijk voor k€ 56 en k€ 60 technologieën werden erkend. We verwijzen hiervoor naar toelichting 9.
De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kan als volgt gepresenteerd worden:
| In duizend EUR | Terreinen en gebouwen |
Machines en computer uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Recht-op gebruik activa Inrichtingen |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||||||
| Saldo op 1 januari 2020 | 220 | 1 582 | 665 | 3 248 | 114 | 5 829 |
| Verwervingen | 16 | 91 | 40 | 709 | - | 856 |
| Buitengebruikstellingen | - | ( 4) | ( 138) | ( 25) | ( 40) | ( 207) |
| Verkoop dochtervennoot schappen |
- | ( 24) | - | - | - | ( 24) |
| Saldo op 31 december 2020 | 236 | 1 645 | 567 | 3 932 | 74 | 6 454 |
| Afschrijvingen | ||||||
| Saldo op 1 januari 2020 | ( 45) | ( 1 003) | ( 519) | ( 958) | ( 78) | ( 2 603) |
| Afschrijvingen | ( 46) | ( 208) | ( 49) | ( 840) | ( 23) | ( 1 166) |
| Buitengebruikstellingen | - | 4 | 92 | 25 | 40 | 161 |
| Verkoop dochtervennoot schappen |
- | 24 | - | - | - | 24 |
| Saldo op 31 december 2020 | ( 91) | ( 1 183) | ( 476) | ( 1 773) | ( 61) | ( 3 584) |
| Netto boekwaarde | ||||||
| Op 1 januari 2020 | 175 | 579 | 146 | 2 290 | 36 | 3 227 |
| Op 31 december 2020 | 145 | 462 | 91 | 2 159 | 13 | 2 870 |
| In duizend EUR | Terreinen en gebouwen |
Machines en computer uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Recht-op gebruik activa Inrichtingen |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||||||
| Saldo op 1 januari 2019 | 87 | 2 079 | 1 620 | 1 072 | 255 | 5 113 |
| Verwervingen | 133 | 201 | 85 | 3 066 | - | 3 485 |
| Bedrijfscombinaties | - | 24 | 5 | - | 12 | 41 |
| Buitengebruikstellingen | - | ( 633) | ( 1 027) | ( 997) | ( 153) | ( 2 810) |
| Overdracht naar andere activacategorieën |
- | ( 89) | ( 18) | 107 | - | - |
| Saldo op 31 december 2019 | 220 | 1 582 | 665 | 3 248 | 114 | 5 829 |
| Afschrijvingen | ||||||
| Saldo op 1 januari 2019 | ( 12) | ( 1 540) | ( 1 513) | ( 692) | ( 214) | ( 3 971) |
| Afschrijvingen | ( 33) | ( 176) | ( 51) | ( 904) | ( 17) | ( 1 181) |
| Buitengebruikstellingen | - | 633 | 1 027 | 736 | 153 | 2 549 |
| Overdracht naar andere activacategorieën |
- | 80 | 18 | ( 98) | - | - |
| Saldo op 31 december 2019 | ( 45) | ( 1 003) | ( 519) | ( 958) | ( 78) | ( 2 603) |
| Netto boekwaarde | ||||||
| Op 1 januari 2019 | 75 | 539 | 107 | 380 | 41 | 1 143 |
| Op 31 december 2019 | 175 | 579 | 146 | 2 290 | 36 | 3 227 |
De investeringen in materiële vaste activa in 2020 bedragen k€ 856 (2019: k€ 3 485). Hiervan betreft k€ 709 (2019: k€3 066) verwervingen van recht-op-gebruik activa die geen aanleiding geven tot een kasuitgave op de lijn verwerving van materiële vaste activa in de het geconsolideerd kasstroomoverzicht, aangezien voor deze verwervingen een leaseschuld werd opgenomen.
De overige verwervingen in materiële vaste activa bedragen k€ 147 (2019: k€ 419) en geven aanleiding tot een kasuitgaven in de investeringsactiviteiten.
De buitengebruikstellingen zijn hoofdzakelijk volledig afgeschreven activa in machines- en computeruitrusting en meubilair en rollend materieel. De buitengebruikstellingen in de recht-op-gebruik activa in 2019 hadden hoofdzakelijk betrekking op de stopzetting van de geleasde locatie van Sait BV.
De Groep is leasingnemer van enkele kantoorgebouwen. Het huurcontract 'Interleuven' dewelke de huur voor het gebouw van het hoofdkantoor in Leuven specifieert, is jaarlijks opzegbaar. Het is niet de intentie van het management om het contract voortijdig op te zeggen gezien de strategische locatie. In de berekening van de leaseverplichtingen worden betalingen meegenomen tot 2026, zijnde over de totale duurtijd van het contract. De overige contracten met betrekking tot gehuurde gebouwen hebben een looptijd die varieert van 3 tot 5 jaar.
Daarnaast huurt de Groep bedrijfswagens met een gemiddelde looptijd van 4 jaar, dewelke het erkent onder IFRS 16 als recht-op-gebruik activa.
Overige gehuurde uitrusting betreft IT uitrusting dewelke de Groep huurt voor periodes van 3 tot 4 jaar.
De recht-op-gebruik activa worden gepresenteerd als materieel vast actief. We verwijzen naar toelichting 12.
| Terreinen | ||||
|---|---|---|---|---|
| en | ||||
| gebou | Rollend | Overige | ||
| In duizend EUR | wen | materieel | uitrusting | Totaal |
| Financiële leases op 31 december 2018 | - - |
380 | 380 | |
| Recht-op-gebruik activa erkend op 1 januari door toepassing IFRS 16 | 1 712 | 575 | 32 | 2 319 |
| Netto boekwaarde recht-op-gebruik activa op 1 januari 2019 | 1 712 | 575 | 412 | 2 699 |
| Afschrijvingen van het jaar | ( 331) | ( 400) | ( 173) | ( 904) |
| Verwervingen van recht-op-gebruik activa | 155 | 486 | 106 | 747 |
| Uitboekingen van recht-op-gebruik activa | ( 261) | ( 1) | - | ( 262) |
| Reclassificaties van andere activa categorieën | - - |
10 | 10 | |
| Netto boekwaarde op 31 december 2019 | 1 275 | 660 | 355 | 2 290 |
| Afschrijvingen van het jaar | ( 277) | ( 403) | ( 160) | ( 840) |
| Verwervingen van recht-op-gebruik activa | 240 | 420 | 49 | 709 |
| Netto boekwaarde op 31 december 2020 | 1 238 | 677 | 244 | 2 159 |
De beweging van de leaseschulden is als volgt:
| 31 | 31 de | |
|---|---|---|
| december | cember | |
| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
| Totale lease verplichting op 1 januari | 2 301 | 2 581 |
| Aflossingen van leasingschulden | ( 769) | ( 814) |
| Vervroegde stopzetting van lease verplichtingen | ( 46) | ( 263) |
| Nieuwe lease verplichtingen | 709 | 797 |
| Totale lease verplichting op 31 december | 2 195 | 2 301 |
In onderstaande tabel zijn de bedragen toegelicht die erkend werden in de geconsolideerde resultatenrekening:
| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| 2020 - Lease overeenkomsten onder IFRS 16 | ||
| Interest op lease verplichtingen | 129 | 106 |
| Kosten van korte-termijn leases en activa met lage waarde | 166 | 219 |
De interest op lease verplichtingen is opgenomen in de financiële kosten in de geconsolideerde resultatenrekening. De kosten van korte-termijn leases en activa met lage waarde is opgenomen voor k€ 27 (2019: k€ 39) in de kostprijs van de verkochte goederen in de geconsolideerde resultatenrekening, voor k€ 16 (2019: k€ 64) in de onderzoeks- en ontwikkelingskosten, voor k€ 3 (2019: k€ 7) in de kosten van verkoop, marketing en royalties en voor k€ 120 (2019: k€ 109) in de algemene en administratieve kosten.
Er zijn geen huurgelden van niet-verbreekbare onderverhuurde huurcontracten.
| 31 december | 31 december | |
|---|---|---|
| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
| Op 1 januari | 148 | - |
| Ontvangen tijdens het jaar | 148 | 148 |
| Op 31 december | 296 | 148 |
| Korte termijn | 296 | 148 |
| Lange termijn | - | - |
De Groep is een project gestart in samenwerking met Tres BVBA dat bijdraagt aan het innoveren en ontwikkelingen in het domein van 'Smart Cities'. De Groep zal als partner in het project meewerken aan het ontwikkelen van een prototype van een intelligente lichtkolom. Voor het project werd een subsidiedossier ingediend en goedgekeurd bij het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen, VLAIO.
De Groep zal een subsidie ontvangen ten belope van 45% van de geschatte kosten, wat overeenkomt met k€ 372. We verwijzen naar de waarderingsregels inzake overheidssubsidies waarin de keuze werd gemaakt de subsidie betreffende het ontwikkelde actief te presenteren als uitgestelde opbrengsten, dewelke systematisch in de resultatenrekening worden genomen gespreid over de gebruiksduur van het actief. Op 31 december 2020 werd reeds k€ 296 (2019: k€148) ontvangen en opgenomen als uitgestelde opbrengsten. Deze zijn opgenomen in de rubriek van de handels- en overige schulden van de geconsolideerde balans.
| 31 december | 31 december | ||
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 2020 | 2019 | |
| Handelsvorderingen | 3 360 | 4 222 | |
| Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen | ( 1 061) | ( 1 114) | |
| Subtotaal | 2 299 | 3 108 | |
| Terugvorderbare BTW | 62 | 345 | |
| Overige vorderingen | 559 | 455 | |
| Subtotaal | 621 | 800 | |
| Totaal | 2 920 | 3 909 |
Handelsvorderingen zijn niet-rentedragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen.
De overige vorderingen zijn voornamelijk vooruitbetaalde kosten k€ 159, een vordering van Crescent Ventures NV ten opzichte van Van Zele Holding voor k€ 206 en een vordering van Crescent NV ten opzichte van Uest voor K€ 103.
In 2019 waren de overige vorderingen voornamelijk vooruitbetaalde kosten k€ 181 en een vordering van Crescent Ventures NV ten opzichte van Van Zele Holding voor k€ 151.
Vervaldagenbalans van handelsvorderingen:

| Bruto Bedrag | Waarde verminderingen |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | |
| < 60 dagen | 1 800 | 2 383 | - | - | |
| 60 - 90 dagen | 90 | 264 | - | - | |
| 90 - 120 dagen | 347 | 84 | - | - | |
| > 120 dagen | 1 123 | 1 492 | ( 1 061) | ( 1 114) | |
| 3 360 | 4 222 | ( 1 061) | ( 1 114) |
We verwijzen eveneens naar toelichting 24 voor verdere informatie omtrent kredietrisico, de toelichting van de vervaldagenbalans van vervallen, doch inbaar geachte handelsvorderingen en de bewegingen op de waardevermindering voor dubieuze debiteuren.
| 31 december | 31 december | |
|---|---|---|
| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
| Kaswaarborgen | 83 | 85 |
| 83 | 85 |
Overige vorderingen op lange termijn zijn vooral huurwaarborgen.
| In duizend EUR | 31 december 2020 |
% | 31 december 2019 |
% |
|---|---|---|---|---|
| Grondstoffen | 899 | 42,2% | 1 046 | 41,7% |
| Goederen in bewerking | 466 | 21,9% | 557 | 22,2% |
| Voorraden afgewerkte producten | 645 | 30,3% | 572 | 22,8% |
| Werken in uitvoering | 118 | 5,5% | 331 | 13,2% |
| Waardevermindering op voorraden | ( 869) | ( 40,8%) | ( 968) | ( 38,6%) |
| 1 259 | 1 538 | 0 |
De voorraden daalden van k€ 1 538 tot k€ 1 259 op het einde van 2020.
Op het einde van 2020 bedroeg de totale waardevermindering op voorraden k€ 869 (2019: k€ 968). Het merendeel van de waardevermindering betreft voorraden aangehouden door Crescent NV.
Er zijn geen voorraden als borg gegeven aan schuldeisers.
De contract activa in voorraad k€ 118 (2019: k€ 331) bedragen voor 2020 k€ 118 (2019: k€ 233) met betrekking tot installatieoplossingen van Sait BV en k€ 0 (2019: k€ 98) met betrekking tot een project bij Crescent. Zie ook "toelichting 4: Operationele segmenten en toelichting over de entiteit als geheel" onder de rubriek IFRS 15.
| In duizend EUR | 31 december 2020 |
31 december 2019 |
|---|---|---|
| Banksaldi direct opvraagbaar Kasgeld |
795 3 |
433 1 |
| 798 | 434 |
Eind 2020 en 2019 heeft de Groep geen korte termijn deposito's.
Reconciliatie van de geldmiddelen en kasequivalenten ten behoeve van het kasstroomoverzicht:
| 798 | 434 | |
|---|---|---|
| Geldmiddelen en kasequivalenten op de balans | 798 | 434 |
| In duizend EUR | 31 december 2020 |
31 december 2019 |
Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2020 en 2019.
| In duizend EUR | 31 december 2020 |
31 december 2019 |
|---|---|---|
| Bankleningen | 4 218 | 4 268 |
| Leasing schulden | 2 195 | 2 301 |
| Totaal financiële schulden | 6 413 | 6 569 |
| waarvan: | ||
| Langlopend | 2 881 | 3 316 |
| Kortlopend | 3 532 | 3 253 |
Lange-termijn krediet over 5 jaar van Belfius Bank tbv. € 1.5 miljoen aan Crescent Ventures NV, maandelijks terugbetaalbaar vanaf april 2019 met kapitaalaflossingen van €27.777. De rentevoet van deze lening is 2.7829%. Zij is voor 60% gewaarborgd door Gigarant. Als waarborg werden de aandelen van de dochtervennootschappen van Crescent Ventures in pand gegeven. Per 31 december 2020 stond nog k€ 1.139 open van deze lening, waarvan k€ 806 langlopend en k€ 333 kortlopend. Gedurende 2020 werd er door Belfius een corona-opschorting van maandelijkse terugbetalingen toegestaan vanaf april tot december waardoor in plaats van k€ 333 slechts k€ 111 werd terugbetaald.
Lange-termijn krediet over 7 jaar van KBC tbv. € 0.7 miljoen aan Crescent Ventures NV, maandelijks terugbetaalbaar met aflossingen van € 11.998. De rentevoet van deze lening is 2.27%. Als waarborg werd de overeenkomstige voordering van Crescent Ventures op Aardingen Maro Bvba in pand gegeven. Per 31 december 2020 stond nog k€ 439 open van deze lening, waarvan k€ 304 langlopend en k€ 135 kortlopend.
Korte-termijn krediet van Belfius Bank tbv. € 1.5 miljoen; deze voorschotten worden doorgaans voor korte termijn opgenomen, de interestvoet is variabel en bedraagt eind 2020 2.4%, tot mei 2020 was de interestvoet 2.1%. Het krediet is voor 60% gewaarborgd door Gigarant. Als waarborg werden de aandelen van Crescent Ventures in pand gegeven, evenals het handelsfonds van Crescent NV voor een inschrijving van € 1.5 miljoen.
Om haar liquiditeitspositie te ondersteunen heeft de groep in juli 2020 een bijkomend financieel krediet bekomen van Belfius van 0.5 miljoen EUR. Dit krediet is terugbetaalbaar over 2 jaren, met een gelijke maandelijkse afbouw vanaf juli 2021. DE rentevoet van deze lening bedraagt 2.2%. Het krediet is eveneens voor 60% gewaarborgd door Gigarant
Verder hebben enkele dochtervennootschappen nog kortlopende kredieten bij financiële instellingen en leasingschulden.
Bij het aangaan van de kredieten met Belfius Bank heeft de Vennootschap zich verbonden ten aanzien van de bank, een tewerkstelling engagement te respecteren, schulden ten opzichte van dochtervennootschappen achter te stellen, het krediet niet aan te wenden ter financiering van enkele geïdentificeerde transacties, en op geregelede basis haar financiële cijfers te rapporteren. De Vennootschap overlegt op regelmatige basis met de bank om te overlopen dat geen issues bestaan rond de beschikbaarheid van de kredieten.
De Groep maakt gebruik van straight loans. De straight loans zijn korte termijn leningen ter financiering van voorspelbare liquiditeitsbehoeften waarbij voorschotten van minimaal € 125.000 opgenomen kunnen worden met een minimum looptijd van 1 maand en een maximale looptijd van 6 maanden dewelke telkens hernieuwd kunnen worden.
Lange-termijn krediet over 5 jaar van Belfius Bank tbv. € 1.5 miljoen aan Crescent Ventures NV, maandelijks terugbetaalbaar vanaf april 2019 met kapitaalaflossingen van €27.777. De rentevoet van deze lening is 2.7829%. Zij is voor 60% gewaarborgd door Gigarant. Als waarborg werden de aandelen van de dochtervennootschappen van Crescent Ventures in pand gegeven. Per 31 december 2019 stond nog k€ 1.250 open van deze lening, waarvan k€ 917 langlopend en k€ 333 kortlopend.
Lange-termijn krediet over 7 jaar van KBC tbv. € 0.7 miljoen aan Crescent Ventures NV, maandelijks terugbetaalbaar met aflossingen van € 11.998. De rentevoet van deze lening is 2.27%. Als waarborg werd de overeenkomstige voordering van Crescent Ventures op Aardingen Maro Bvba in pand gegeven. Per 31 december 2019 stond nog k€ 572 open van deze lening, waarvan k€ 439 langlopend en k€ 132 kortlopend.
Korte-termijn krediet van Belfius Bank tbv. € 1.5 miljoen; deze voorschotten worden doorgaans voor korte termijn opgenomen, de interestvoet is variabel en bedraagt eind 2019 2.4%, maar was voor het grootste deel van het jaar 2.1%. Zij is voor 60% gewaarborgd door Gigarant. Als waarborg werden de aandelen van Crescent Ventures in pand gegeven, evenals het handelsfonds van Crescent NV voor een inschrijving van € 1.5 miljoen.
Lange-termijn krediet van Belfius Bank tbv. k€ 450 aan Uest NV, maandelijks terugbetaalbaar met aflossingen van €8.907. De rentevoet van deze lening is 2,8993%.
Verder hebben enkele dochtervennootschappen nog kortlopende kredieten bij financiële instellingen en leasingschulden.
Bij het aangaan van de kredieten met Belfius Bank heeft de Vennootschap zich verbonden ten aanzien van de bank , een tewerkstelling engagement te respecteren, schulden ten opzichte van dochtervennootschappen achter te stellen, het krediet niet aan te wenden ter financiering van enkele geïdentificeerde transacties, en op geregelede basis haar financiële cijfers te rapporteren. De Vennootschap overlegt op regelmatige basis met de bank om te overlopen dat geen issues bestaan rond de beschikbaarheid van de kredieten.
De Groep maakt gebruik van straight loans. De straight loans zijn korte termijn leningen ter financiering van voorspelbare liquiditeitsbehoeften waarbij voorschotten van minimaal € 125.000 opgenomen kunnen worden met een minimum looptijd van 1 maand en een maximale looptijd van 6 maanden dewelke telkens hernieuwd kunnen worden.
Reconciliatie met het kasstroomoverzicht voor 2020:
| in duizend EUR | Ope nings saldo |
Kasstro men |
Bedrijfs combina ties |
Verkoop van dochter vennoot schappen |
Her classifica ties |
IFRS 16 niet kasbe wegingen |
Overige | Eindsaldo |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Langlopende financiële schulden | ||||||||
| Bankschulden | 1 745 | 751 | - ( 547) |
( 637) | - | - 1 312 |
||
| Leasing schulden | 1 572 | - | - | - ( 430) |
469 | ( 41) | 1 570 | |
| Kortlopende financiële schulden | ||||||||
| Bankschulden | 2 523 | ( 205) | - ( 95) |
637 | - | 47 | 2 907 | |
| Leasing schulden | 729 | ( 769) | - | - 430 |
239 | ( 4) | 625 | |
| Totaal verplichtingen uit financie ringsactiviteiten |
6 569 | ( 223) | - ( 642) |
- 708 |
2 | 6 414 | ||
| Overige schulden | 957 | 345 | - | - | - - |
32 | 1 334 | |
| Totaal verplichtingen uit financie ringsactiviteiten en overige schul den |
7 526 | 122 | - ( 642) |
- 708 |
34 | 7 748 |
De kasstroom verstrekt / (gebruikt) uit financieringsactiviteiten in de geconsolideerde kasstroomtabel bedraagt k€ 122 en bestaat uit bovenstaande kasstromen van k€ (223) en k€ 345 kasstroombewegingen op de overige schulden op lange termijn.
Reconciliatie met het kasstroomoverzicht voor 2019:
| ringsactiviteiten en overige schul den |
5 758 | 1 243 | 1 327 | - | - 2 813 |
( 3 615) | 7 526 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal verplichtingen uit financie | |||||||||
| Overige schulden | 944 | 2 846 | 687 | - | 95 | - | ( 3 615) | 957 | |
| Totaal verplichtingen uit financie ringsactiviteiten |
4 814 | ( 1 603) | 640 | - | ( 95) | 2 813 | - 6 569 |
||
| Leasing schulden | 264 | ( 814) | - | - | 398 | 881 | - 729 |
||
| Kortlopende financiële schulden Bankschulden |
2 568 | ( 1 216) | 640 | - | 531 | - | - 2 523 |
||
| Leasing schulden | 15 | - | - | - | ( 375) | 1 932 | - 1 572 |
||
| Bankschulden | 1 967 | 427 | - | - | ( 649) | - | - 1 745 |
||
| Langlopende financiële schulden | |||||||||
| in duizend EUR | Ope nings saldo |
Kasstro men |
Bedrijfs combina ties |
Verkoop van dochter vennoot schappen |
Her ties |
classifica | IFRS 16 niet kasbe wegingen |
Overige | Eindsaldo |
De kasstroom verstrekt / (gebruikt) uit financieringsactiviteiten in de geconsolideerde kasstroomtabel bedraagt k€ 1 243 en bestaat uit bovenstaande kasstromen van k€ (1 603) en k€ 2 846 kasstroombewegingen op de overige schulden op lange termijn. De overige beweging op overige lange termijn schulden betreft een deel van de inbreng van schuldvorderingen in kapitaal op 20 december 2019.
| 670 | 41 | ( 142) | ( 43) | 526 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Lange termijn voorzieningen | 549 | 41 | ( 142) | - | 448 |
| Juridische en overige claims | 223 | - | ( 28) | - | 195 |
| Voorziening voor garantieverplichtingen | 274 | 41 | ( 114) | - | 201 |
| Verplichting pensioenplannen | 52 | - | - | - | 52 |
| Korte termijn voorzieningen | 121 | - | - | ( 43) | 78 |
| Juridische en overige claims | 5 | - | - | - | 5 |
| Verliezen op leveranciersovereenkomsten | 116 | - | - | ( 43) | 73 |
| In duizend EUR | 1 januari 2020 |
Toevoe ging |
(Aan wen ding) |
(Terug name) |
31 de cember 2020 |
| In duizend EUR | 1 januari 2019 |
Toevoe ging |
(Aan wen ding) |
(Terug name) |
31 de cember 2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| Verliezen op leveranciersovereenkomsten | 179 | - | - | ( 63) | 116 |
| Voorziening voor garantieverplichtingen | 18 | - | ( 18) | - | - |
| Juridische en overige claims | 8 | - | - | ( 3) | 5 |
| Korte termijn voorzieningen | 205 | - | ( 18) | ( 66) | 121 |
| Verplichting pensioenplannen | 70 | - | - | ( 18) | 52 |
| Voorziening voor garantieverplichtingen | 255 | 45 | - | ( 26) | 274 |
| Juridische en overige claims | 265 | - | ( 42) | - | 223 |
| Lange termijn voorzieningen | 590 | 45 | ( 42) | ( 44) | 549 |
| 795 | 45 | ( 61) | ( 110) | 670 |
Het merendeel van de voorziening voor verliezen op leveranciersovereenkomsten heeft betrekking op Jabil. Elk kwartaal geeft Jabil een overzicht door over hun voorraadpositie aangelegd in functie van de productie voor Crescent NV en wordt dit getoetst met de meest recente productieorders. Bij een verouderde voorraad of een teveel aan componenten wordt, als het noodzakelijk is, een provisie geboekt.
De voorziening voor garantieverplichtingen (korte- en lange termijn) betreft een verplichting naar aanleiding van verkopen van Innolumis Public Lighting BV. De garantietermijn is 5 jaar.
De lange termijn voorziening voor juridische en overige claims is het gevolg van een projectovereenkomst voor de vervanging van een mobilofoonsysteem voor openbaar transport. De initiële tijdsplanning van oplevering bepaald in het contract werd nadien niet nageleefd. De hoogte van deze claim werd begin 2019 bevestigd op k€ 250 voor de Groep en zal over de komende tien jaren verrekend worden met de inkomsten van het servicecontract met de betrokken klant. In 2020 werd k€ 28 (2019 K€ 27) aangewend van deze provisie wat overeenkomt met de korting op het servicecontract van de klant voor 2020.
Onder de "verplichting pensioenplannen" zijn de door de Groep in België aangehouden pensioenplannen opgenomen. De Groep heeft in België pensioenplannen welke juridisch gezien plannen met
vaste bijdragen zijn waarop de Belgische wetgeving van toepassing is ("Wet Vandenbroucke"). Hierdoor worden alle Belgische plannen met vaste bijdragen onder IFRS gekwalificeerd als een toegezegde-pensioenregeling. De Groep heeft enkel bij Crescent NV pensioenplannen die kwalificeren als toegezegde pensioenregeling.
De Belgische wetgeving stelt dat voor toegezegde-bijdrageregelingen, de werkgever een minimum rendement dient te garanderen van een percentage dat evolueert in functie van marktrendementen, met evenwel een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Door deze minimum rendementsvereisten voor de toegezegde-bijdrageregelingen in België is de werkgever blootgesteld aan een financieel risico, aangezien er een wettelijke verplichting is tot het betalen van toekomstige bijdragen indien het fonds onvoldoende activa bevat om alle werknemersvoordelen te betalen gerelateerd aan de geleverde prestaties door de werknemers in de huidige en vorige periodes. Als gevolg dienen deze plannen geclassificeerd en boekhoudkundig verwerkt te worden als een toegezegde-pensioenregeling zoals onder IAS 19.
De Groep past voor de berekening van deze verplichting de 'Unit Credit-methode' toe.
De bedragen voor de in België aangehouden pensioenplannen worden als volgt bepaald per 31 december:
| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Verplichting uit hoofde van toegezegde-pensioenregelingen Reële waarde van fondsbeleggingen |
2 932 ( 2 880) |
2 791 ( 2 739) |
| Netto verplichting (-actief) uit hoofde van toegezegde-pensioen-regelingen | 52 | 52 |
| In duizend EUR | Verplichting | Reële waarde activa |
Verplichting toegezegde pensioenre geling, netto |
|
|---|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2019 | 2 399 | 2 329 | 70 | |
| Bijdragen | 29 | 73 | ( 44) | |
| Prestaties | 60 | - | 60 | |
| Actuariële verliezen / (winsten) | 270 | - | 270 | |
| Belastingen betaald op bijdragen | ( 6) | ( 6) | - | |
| Administratiekosten | ( 5) | ( 5) | - | |
| Interesten | 48 | 49 | ( 1) | |
| Verzekeringspremies | ( 4) | ( 4) | - | |
| Rendement op activa exclusief interesten | - | 303 | ( 303) | |
| Op 1 januari 2020 | 2 791 | 2 739 | 52 | |
| Bijdragen | 26 | 67 | ( 41) | |
| Prestaties | 58 | - | 58 | |
| Actuariële verliezen / (winsten) | 37 | - | 37 | |
| Belastingen betaald op bijdragen | ( 6) | ( 6) | - | |
| Administratiekosten | ( 4) | ( 4) | - | |
| Interesten | 33 | 33 | - | |
| Verzekeringspremies | ( 3) | ( 3) | - | |
| Rendement op activa exclusief interesten | - | 54 | ( 54) | |
| Op 31 december 2020 | 2 932 | 2 880 | 52 |
De activa betreffen verzekeringspolissen en vormen geen onderdeel van de eigen financiële instrumenten van de Groep.
De belangrijkste actuariële veronderstellingen zijn:
| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 1,15% | 1,20% |
| Verwachte inflatie | 1,75% | 1,75% |
| Verwachte algemene loonsverhoging | 2,75% | 2,75% |
De levensverwachting is bepaald aan de hand van de Belgische sterfte tabel MR/FR aangepast -5 jaar.
De Groep is door zijn toegezegde-pensioenregelingen, blootgesteld aan een aantal risico's, waarvan de belangrijkste zijn:
Een stijging in de verdisconteringsvoet met 0,5% zou leiden tot een afname van de bruto verplichting uit hoofde van toegezegde-pensioenregelingen met k€ 187, een daling in de verdisconteringsvoet met 0,5% zou leiden tot een toename met k€ 226.
Voor deze pensioenplannen werden volgende bedragen opgenomen in de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten:
| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Opgenomen in de resultatenrekening | ||
| Aan het dienstjaar toegekende pensioenkosten | 58 | 60 |
| Intrestkost / (opbrengst) | - | ( 1) |
| 58 | 59 | |
| Opgenomen als niet-gerealiseerde resultaat | ||
| Herwaardering van toegezegde pensioenregelingen | ( 17) | ( 34) |
| ( 17) | ( 34) | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 41 | 25 |
De verwachte werkgeversbijdragen voor het jaar 2021 bedragen k€ 41.
| In duizend EUR | 31 december 2020 |
31 december 2019 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 5 578 | 6 481 |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | 1 432 | 1 005 |
| Overige schulden | 751 | 500 |
| Overlopende rekeningen | 1 129 | 608 |
| 8 890 | 8 594 |
De termijnen en voorwaarden van bovenvermelde schulden zijn:
De schulden met betrekking tot salarissen en belastingen en de overige schulden bevatten voor respectievelijk k€ 725 en k€ 95 schulden in de Nederlandse entiteiten die potentieel onderhevig zijn aan betalingsuitstel naar aanleiding van de coronamaatregelen. Echter zijn de concrete betalingsmodaliteiten op datum van dit verslag nog niet gekend en werden deze schulden daarom nog volledig op korte termijn gepresenteerd. Zodra de opvraagbaarheid van deze bedragen in de toekomst verduidelijkt wordt naar aanleiding van gesprekken met de verschillende overheidsinstanties in Nederland, zullen de betreffende schulden deels worden gepresenteerd op lange termijn.
De overige schulden bevatten voor k€ 440 (2019: k€ 119) leningen aan aandeelhouders, deze zijn rentedragend aan 5% p.a., voor k€ 198 (2019: k€ 173) schulden inzake betaalplannen aangaande afspraken omtrent geschillen met klanten en leveranciers en een terug te betalen tegemoetkoming van de Nederlandse overheid inzake coronamaatregelen voor k€ 62 (2019: k€ 0).
De overlopende rekeningen bevatten hoofdzakelijk contract passiva voor k€ 645 zoals besproken in toelichting 4 en ontvangen subsidies voor k€ 296 zoals besproken in toelichting 14.
Op jaareinde 2020 had de Groep volgende aandeelhouders:
| Identiteit van de persoon, entiteit of groep van perso nen of entiteiten |
Aantal gewone aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële in strumenten |
Aantal gewo ne aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële instrumenten |
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2020 | 2019 | 2019 | |
| Eric Van Zele/Van Zele Holding NV | 574 211 833 | 35,8% | 574 211 833 | 35,8% |
| Nanninga Beheer BV | 46 915 578 | 2,9% | 46 915 578 | 2,9% |
| Jan Callewaert | 131 996 147 | 8,2% | 131 996 147 | 8,2% |
| Marc Coucke/Alychlo/Mylecke | 199 911 063 | 12,5% | 199 911 063 | 12,5% |
| Danlaw | 103 838 830 | 6,5% | 103 838 830 | 6,5% |
| Overige | 548 065 894 | 34,1% | 548 065 894 | 34,1% |
| Totaal uitstaande aandelen | 1604 939 345 | 100% | 1604 939 345 | 100% |
Het toegestane aandelenkapitaal per eind 2020 bestond uit 1 604 939 345 gewone aandelen voor een totaalbedrag van € 9 902 048. De aandelen hebben geen nominale waarde. Alle aandelen van de Vennootschap hebben dezelfde rechten.
We verwijzen tevens naar het mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen vermogen die de bewegingen in het eigen vermogen over het boekjaar weergeeft.
De wijzigingen in het kapitaal kunnen als volgt worden voorgesteld:
| Geplaatst | |||
|---|---|---|---|
| Datum | aandelen | kapitaal | |
| Saldo per 1 januari 2020 | 1 604 939 345 | 9 902 | |
| Saldo per 31 december 2020 | 1 604 939 345 | 9 902 | |
| Datum | Aantal aandelen |
Geplaatst kapitaal |
|
| Saldo per 1 januari 2019 | 1 368 839 925 | 36 304 | |
| Incorporatie van verliezen in kapitaal | 20 juni 2019 20 december |
0 | -32 446 |
| Inbreng diverse schuldvorderingen | 2019 | 236 099 420 | 6 044 |
| Saldo per 31 december 2019 | 1 604 939 345 | 9 902 |
De inbreng in natura per 20 december 2019 betreft de inbreng van de diverse schuldvorderingen voor een bedrag van k€ 6.044.145,16 in het kapitaal in ruil voor 236.099.420 aandelen aan een nominale waarde van € 0,0256 per aandeel. Dit resulteerde in een kapitaalverhoging van € 665.416,38 en een uitgiftepremie van € 5.378.728,78, daar de inbreng gebeurde boven fractiewaarde. De uitgiftepremie werd vervolgens ook omgezet in kapitaal.
Op 21 april 2020 heeft de Raad van Bestuur van Crescent NV een warrantenplan goedgekeurd met als doel het ondersteunen en bereiken van enkele bedrijfs- en human resourcedoelstellingen. Er werden 37.000.000 opties toegekend en aanvaard in 2020.
De belangrijkste voorwaarden van het warrantenplan "2020" zijn de volgende:
De toekenningsdatum, rekening houdend met de aanvaarding van de warranten door de begunstigden, gebeurde op verschillende tijdstippen gedurende 2020. De kost van deze op aandelen gebaseerde transactie wordt berekend op basis van de reële waarde op datum van verwerving. De reële waarde per warrant is gebaseerd op een Black-Scholes Merton waarderingsmodel met de volgende assumpties volgens datum van toekenning:
| Toekenning | 10/07/2020 | 02/08/2020 | 19/11/2020 | 24/11/2020 |
|---|---|---|---|---|
| Beurskoers | 0,0376 | 0,0368 | 0,0348 | 0,0359 |
| Uitoefenprijs | 0,02 | 0,02 | 0,02 | 0,02 |
| Volatiliteit | 88,1% | 87,0% | 84,1% | 83,9% |
| Risico vrije interest voet | 0,21% | 0,21% | 0,21% | 0,21% |
| Contractuele duurtijd | 10 | 10 | 10 | 10 |
| Dividend rendement | - | - | - | - |
| Reële waarde | 0,033 | 0,032 | 0,030 | 0,031 |
De volatiliteit is berekend op basis van de standaarddeviatie van het verwachte koersrendement van het aandeel en gebaseerd op de dagelijkse aandelenkoers van Crescent NV sinds 22 mei 2018.
Op 31 december 2020 werden nog geen van deze warranten uitgeoefend. Er zijn nog geen van deze warranten vervallen. De resterende contractuele looptijd van deze warranten is als volgt volgens datum van toekenning:
| Toekenning | 10/07/2020 | 02/08/2020 | 19/11/2020 | 24/11/2020 |
|---|---|---|---|---|
| Aantal uitstaande warranten op 31 december 2020 | 1 000 000 | 9 500 000 | 12 000 000 | 14 500 000 |
| Resterende contractuele looptijd in maanden | 54 | 55 | 59 | 59 |
Op datum van de uitgifte van dit rapport werden 9.000.000 van deze warranten uitgeoefend waarvoor we verwijzen naar de toelichting omtrent gebeurtenissen na balansdatum.

Daarnaast heeft de Buitengewone Vergadering van aandeelhouders van 21 januari 2016 beslist om 17.391.304 warranten met een uitoefenprijs van € 0,23 aan Danlaw Inc. te verlenen voor een totaal bedrag van € 4 miljoen. Indien zij worden uitgeoefend, zou dit het kapitaal van de vennootschap verhogen met achthonderdnegenzestigduizend vijfhonderdzestig euro en twintig cent (€ 869.565,20). Op datum van de uitgifte van dit rapport werden geen van deze warranten uitgeoefend door Danlaw.
Op 6 maart 2017 heeft de buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders de uitgifte goedgekeurd van 10.000.000 warranten "2017" binnen het kader van het toegestane kapitaal, om te worden aangeboden aan de leden van Uitvoerend Management Team, werknemers en bepaalde, op naam toegewezen, zelfstandige onderaannemers. Er werden geen warranten "2017" aangeboden of aanvaard door de begunstigden tot op datum van de uitgifte van dit rapport.
De gewone winst/(verlies) per aandeel wordt berekend door de netto winst/(verlies) toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moeder te delen door het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen gedurende het jaar. De Groep heeft geen potentiële gewone aandelen welke een verwaterend effect kunnen hebben, aangezien de warranten niet verwaterend zijn. Daardoor is de gewone en verwaterde winst/(verlies) per aandeel dezelfde.
Volgende tabel geeft het effect weer van de gewone en verwaterde winst per aandeel voor de gewone aandeelhouders:
| Winst per gewoon aandeel | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Nettoverlies (in duizend EUR) | (4 784) | ( 4 851) |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen: | ||
| Gewone aandelen voor verwatering (in duizenden) | 1 604 939 | 1 375 308 |
| Gewone aandelen na verwatering (in duizenden) | 1 604 939 | 1 375 308 |
| Per Aandeel (in EUR) | ||
| Winst / (verlies) per aandeel voor verwatering | (0,00) | ( 0,00) |
| Winst / (verlies) per aandeel na verwatering | (0,00) | ( 0,00) |
Volgende tabel geeft de totaal uitgegeven gewone aandelen en gewogen gemiddeld effect van de gewone aandelen weer:
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen: | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Uitgegeven gewone aandelen per 1 januari | 1604 939 345 | 1368 839 925 |
| Uitgegeven aandelen voor inbreng in natura per 20 december 2019 | - | 236 099 420 |
| Totaal uitgegeven gewone aandelen | 1604 939 345 | 1604 939 345 |
| Uitgegeven gewone aandelen per 1 januari | 1604 939 345 | 1368 839 925 |
| Gemiddeld effect van de uitgegeven aandelen voor inbreng in natura per 20 de cember 2019 |
- | 6 468 477 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen | 1604 939 345 | 1375 308 402 |
De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De objectieven van de Groep in verband met het beheren van het kapitaal zijn:
• de entiteiten de mogelijkheid en de vrijwaring te garanderen om te opereren als "going concern" en om als dusdanig een meerwaarde te creëren voor de aandeelhouders;

• het leveren van een adequate return aan de aandeelhouders door middel van een prijsbeleid voor zowel producten als diensten dat in verhouding is met het risiconiveau.
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit het gedeelte van schulden op meer dan één jaar, liquide middelen, geplaatst kapitaal, uitgiftepremies, reserves en overgedragen resultaat.
| 31 december | 31 december | |
|---|---|---|
| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
| Netto liquide middelen/ (financiële verplichtingen) | (5 615) | (6 135) |
| Eigen vermogen | 7 127 | 11 288 |
| % Netto liquide middelen / (financiële verplichtingen) / Eigen vermogen | -78,8% | -54,3% |
| Eigen vermogen | 7 127 | 11 288 |
| Totaal verplichtingen en eigen vermogen | 24 663 | 28 544 |
| % Eigen vermogen / Totaal verplichtingen en eigen vermogen | 28,9% | 39,5% |
Voor initiatieven genomen om de liquiditeitspositie van de Groep te verbeteren verwijzen we naar de paragraaf in verband met continuïteit onder "boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen".
De "Corporate Treasury" functie beheert de financiële risico's van de Groep welke gerelateerd zijn aan de activiteiten van de Groep op een continue basis. Deze omvatten het kredietrisico, liquiditeitsrisico en valutarisico.
| In duizend EUR | Toelichting | 31 december 2020 |
31 december 2019 |
|---|---|---|---|
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | |||
| Overige financiële vaste activa | 9 | 9 | |
| Leningen en vorderingen | |||
| Overige vorderingen op lange termijn | 15 | 83 | 85 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 17 | 798 | 434 |
| Handels- en overige vorderingen | 15 | 2 920 | 3 909 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs | |||
| Handels- en overige schulden | 20 | 8 890 | 8 594 |
| Financiële schulden | 18 | 6 414 | 6 569 |
| Overige schulden op lange termijn | 20 | 1 334 | 957 |
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken heeft de Groep een richtlijn uitgewerkt om enkel zakenrelaties aan te gaan met kredietwaardige tegenpartijen en om voldoende zekerheden te bekomen, indien aangewezen, om een eventueel financieel verlies uit verbrekingen te beperken.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard hanteert de Groep externe scoringssystemen om de kredietwaardigheid van de klant in te schatten. De Groep legt ook kredietlimieten op per klant, in lijn met het interne beleid voor kredietbeheer. De limieten en de score per klant worden regelmatig opnieuw geëvalueerd. Kredietanalyses worden uitgevoerd voor alle klanten die een bepaalde kredietbehoefte overschrijden. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd.
De Groep verleent krediet aan haar klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De handelsvorderingen bestaan uit een beperkt klantenbestand, voornamelijk binnen België en Nederland. De handelsvorderingen voor klanten die tot dezelfde groep behoren, worden afzonderlijk behandeld.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
In de balans van handelsvorderingen van de Groep zijn debiteuren inbegrepen met een boekwaarde van k€ 452 (2019: k€ 673) die al meer dan 60 dagen vervallen waren op de datum van het verslag, en waarvoor de Groep geen waardevermindering heeft geboekt, aangezien ze nog steeds inbaar worden geacht. De Groep heeft geen activa in onderpand voor deze vorderingen.
Bewegingen in de voorziening voor dubieuze debiteuren:
| In duizend EUR | 31 december 2020 |
31 december 2019 |
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar | ( 1 114) | ( 932) |
| Toevoeging aan de voorziening | ( 16) | ( 97) |
| Afgeschreven | 81 | 4 |
| Vrijgegeven | ( 12) | - |
| Toevoeging door bedrijfscombinaties | - | ( 89) |
| ( 1 061) | ( 1 114) |
Bij het vaststellen van de inbaarheid van de handelsvorderingen houdt de Groep rekening met de kredietwaardigheid van de vorderingen vanaf de datum dat het krediet initieel werd toegekend tot aan

de rapporteringsdatum. De concentratie van het kredietrisico is beperkt vanwege een brede spreiding van het klantenbestand. De winst- en verliesgevolgen voor dubieuze debiteuren worden gerapporteerd onder de verkoop- en marketingkosten.
De Groep beheert liquiditeitsrisico's door continue opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De Groep heeft kredietovereenkomsten zoals toegelicht in toelichting 18. Er zijn geen onbenutte kredietfaciliteiten op eind 2020 en eind 2019.
De volgende tabel geeft een overzicht van de resterende contractuele maturiteit (niet-verdisconteerde kasstromen) van de financiële verplichtingen.
| 2020 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
| Lease schulden | 831 | 656 | 437 | 233 | 146 |
| Financiële schulden andere dan lease schulden | 3 214 | 571 | 503 | 166 | - |
| Handelsschulden | 5 578 | - | - | - | - |
| 9 623 | 1 227 | 940 | 399 | 146 | |
| 2019 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
| Lease schulden | 801 | 583 | 393 | 243 | 376 |
| Financiële schulden | 2 659 | 665 | 618 | 521 | 112 |
| Handelsschulden | 6 481 | - | - | - | - |
| 9 941 | 1 248 | 1 011 | 764 | 488 |
De blootstelling aan renterisico's hebben voornamelijk betrekking op bestaande kredietfaciliteiten. Als het rentetarief 1% hoger / lager zou geweest zijn, zou het financiële resultaat in 2020 k€ 65 lager / hoger geweest zijn en in 2019 k€ 61 lager / hoger.
De Groep is niet onderhevig aan een belangrijk wisselkoersrisico aangezien het merendeel van de aankopen en verkopen gebeurt in euro. De transacties in vreemde valuta zijn relatief beperkt; bovendien is het valutarisico in USD binnen het segment Solutions grotendeels natuurlijk ingedekt doordat de waarde van aankopen en verkopen in USD vergelijkbaar is.
De Groep heeft de potentiële impact die de Brexit kan hebben op haar financiële prestaties en financiële posities ingeschat. Het management verwacht geen significante negatieve impact op de Groep gezien de Groep zeer weinig activiteiten heeft met of in het Verenigd Koninkrijk.
Op het ogenblik van de goedkeuring van deze jaarrekening door de Raad van Bestuur blijft de coronacrisis voor de nodige onzekerheid zorgen en stelt elke vennootschap zich in het bijzonder de vraag hoe haar plan en vooruitzichten erdoor geïmpacteerd zullen (blijven) worden. De impact en duurtijd van deze crisis kan onmogelijk met zekerheid worden ingeschat, alhoewel dat de hoop toeneemt dat naar eind 2021 het ergste leed achter de rug is, en dat vanaf 2022 de economische relance een feit zal worden.
Hoewel de impact van de coronacrisis mild is geweest voor haar dienstverlenende activiteiten en in dit segment COVID-19 slechts geringe impact heeft gehad op de operationele resultaten, werd in de productverkopende activiteiten toch wel een impact waargenomen in projecten die door de klanten werden verschoven in de tijd. De daling van de verkopen in het Solutions segment bedroeg 8% tegenover 2019; de grootste daling situeerde zich in de verkopen van gateways en bedroeg 36%. Verschillende IoT projecten waarin de klanten voor de Cloudgate van Option hebben gekozen, werden door de klanten opgeschort, of de implementatie ervan werd vertraagd. Het valt te verwachten dat in de loop van 2021 een aantal van deze projecten weer terug zullen geactiveerd worden.
De boekwaardes van de financiële activa en de financiële schulden benaderen de reële waarde. De toegepaste methodes en assumpties worden hieronder toegelicht.
| Financiële activa | Boekwaarde | Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 31 december | 31 december | 31 december | 31 december | ||
| In duizend EUR | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | |
| Leningen en vorderingen | |||||
| Handelsvorderingen | 2 920 | 3 909 | 2 920 | 3 909 | |
| Overige financiële activa (langlopend) | 9 | 9 | 9 | 9 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 798 | 434 | 798 | 434 | |
| Totaal financiële activa | 3 727 | 4 352 | 3 727 | 4 352 |
De reële waarde van de financiële activa wordt als volgt bepaald:
• De boekwaarde van de geldmiddelen en kasequivalenten, de handels- en overige vorderingen benadert de reële waarde door hun korte termijn karakter.
| Financiële verplichtingen | Boekwaarde | Reële waarde | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december | 31 december | 31 december | 31 december | |||
| In duizend EUR | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | ||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamorti | ||||||
| seerde kostprijs | ||||||
| Handelsschulden | 5 578 | 6 481 | 5 578 | 6 481 | ||
| Financiële schulden | 6 413 | 6 569 | 6 421 | 6 702 | ||
| Overbruggingskredieten | 1 334 | 957 | 1 334 | 957 | ||
| Totaal financiële verplichtingen | 13 325 | 14 007 | 13 333 | 14 140 | ||
| Waarvan langlopend | 4 216 | 4 273 | 4 221 | 4 374 | ||
| Waarvan kortlopend | 9 109 | 9 734 | 9 112 | 9 766 |
De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:
De volgende hiërarchie wordt gebruikt voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:
Begin januari heeft Crescent een financieringsovereenkomst gesloten met LDA Capital Limited ("LDA"). LDA is een in Los Angeles gevestigde wereldwijde investeringsgroep met expertise in grensoverschrijdende transacties in de bedrijfstechnologiesector, waaronder Cybersecurity, AI, IOT en SaaS.
LDA heeft toegezegd een bedrag van maximaal EUR 9,9 miljoen (de "Capital Commitment") in contanten binnen een periode van maximaal drie jaar toe te zeggen in ruil voor nieuwe gewone aandelen in Crescent. Crescent heeft toegezegd om binnen 18 maanden een minimumbedrag van EUR 5 miljoen aan aandelen uit te geven aan LDA Capital.
Deze kapitaalverbintenis zal worden vrijgegeven op basis van kapitaalopvragingen door Crescent in de vorm van put-opties die Crescent naar eigen goeddunken mag uitoefenen. Het bedrag van de putopties zal door Crescent worden bepaald en afhankelijk zijn van bepaalde parameters zoals het handelsvolume van gewone aandelen van Crescent gedurende de voorafgaande periode van 15 handelsdagen voorafgaand aan de dag van uitgifte van een put-optie. De uitoefenprijs van de put-optie zal worden bepaald door de naar volume gewogen gemiddelde prijs (VWAP) van de aandelen van Crescent gedurende een prijsperiode van 30 dagen volgend op de dag van uitgifte van kennisgeving van een put-optie en zal worden vastgesteld op 90% van deze uitoefenprijs, wat een korting van 10% impliceert. De minimuminschrijvingsprijs van de nieuwe aandelen zal niet lager zijn dan EUR 0,03, tenzij LDA Capital en Crescent anders overeenkomen.
Bij elke uitoefening van de put-optie zal LDA inschrijven op minimaal 60% van het door Crescent gevraagde volume aandelen.
De nieuwe aandelen zullen worden uitgegeven tegen een uitgifteprijs die werd bepaald door de Volume Weighted Average Price (VWAP) van de aandelen van de Vennootschap op Euronext Brussel gedurende een periode van 30 opeenvolgende handelsdagen na datum van de uitgifte van de putoptie. Van Zele Holding NV heeft 48.400.000 aandelen uitgeleend aan LDA Capital als onderpand tot de datum van uitgifte van deze nieuwe aandelen, en zal daarvoor een vergoeding van 5% p.a. ontvangen gedurende de periode dat deze aandelen werden uitgeleend. In de Buitengewone Algemene Vergadering van 31 maart 2021, werd deze vergoeding expliciet goedgekeurd.
Op 1 februari heeft Crescent NV een eerste putoptie uitgegeven aan LDA van 48.4 miljoen aandelen, die door LDA voor 32.500.000 nieuwe aandelen werd onderschreven aan een prijs per aandeel van 0,0312174 EUR. De overeenkomstige kapitaalverhoging is op 18 maart uitgevoerd voor een bedrag van 1.014.566 EUR.
Vanaf deze laatste datum bedraagt het totale kapitaal van Crescent NV 11.096.613,52 EUR. Het kapitaal wordt vanaf deze datum vertegenwoordigd door 1.646.439.345 volledig volgestorte gewone aandelen.
LDA heeft ermee ingestemd niet meer dan 19,9% van de gewone aandelen van Crescent aan te houden. Aangezien LDA een minderheidsbelang nastreeft, zal het niet betrokken zijn bij het management, noch zal het een zetel in de Raad van Bestuur bekleden. Gezien het uitgebreide netwerk van LDA in de technologiesector zal LDA echter trachten de groeiplannen van Crescent te ondersteunen door mogelijk aantrekkelijke overnamemogelijkheden te identificeren.
De put-optie overeenkomst bepaalt dat de Vennootschap aan LDA een vergoeding zal betalen van EUR 198.000 (2% van het maximumbedrag van EUR 9.900.000).
Als onderdeel van de kapitaalverbintenis heeft LDA het recht warranten te ontvangen voor maximaal 46.400.000 nieuwe gewone aandelen Crescent tegen een uitoefenprijs van EUR 0,046 per gewoon aandeel (behoudens gebruikelijke aanpassingen).
Crescent heeft op 31 maart 2021 de goedkeuring van een buitengewone algemene vergadering gevraagd en bekomen voor de uitgifte van de warrants. De warranten hebben een looptijd van drie jaar

en zijn uitoefenbaar zodra ze zijn uitgegeven. Crescent heeft haar verslag van de Raad van Bestuur in het kader van de transactie met LDA Capital, overeenkomstig de artikelen 7:180, 7:191 en 7:193 WVV, beschikbaar gesteld waarin zij een verantwoording geeft van de voorgenomen transactie, in het bijzonder een verantwoording van de voorgestelde uitoefenprijs van de LDA Warrants, en een beschrijving van de gevolgen voor de financiële en aandeelhoudersrechten van de bestaande aandeelhouders in het kader van de transactie met LDA Capital.
Inzake het door de Buitengewone Algemene Vergadering van 4 juni 2020 goedgekeurde warrantenplan en de versnelde definitieve verwerving voor het volledig aantal aanvaarde opties voor 2 optiehouders, werden op 28 januari 2021 reeds 9.000.000 warranten uitgeoefend waardoor het kapitaal verhoogd werd met 180.000 EUR tot 10.082.047,52 EUR vertegenwoordigd door 1.613.939.345 aantal gewone aandelen.
Na de uitgifte van de LDA warranten, zijn er op datum van dit verslag nog 28.000.000 warranten in omloop en uitoefenbaar aan 0.02 EUR, waarvan er 6.000.000 definitief zijn verworven en nog 46.400.000 warranten uitoefenbaar aan 0.046 EUR, die volledig verworven zijn. De mogelijke overeenkomstige maximale verwatering in hoofde van de bestaande aandeelhouders is 4.3%.
Op 9 maart 2021 kondigde Crescent de strategische samenwerking met Remoticom aan om aan de toenemende vraag naar geïntegreerde oplossingen voor Smart Lighting, Smart City, Smart Building en Smart Industrie oplossingen te voldoen.
Hierdoor ontstaat een integraal productportfolio van sensoren welke gecombineerd kunnen worden met een diversiteit aan communicatie oplossingen voor zowel de cellulaire als de non-cellulaire netwerken. Partijen zien in deze samenwerking meteen ook belangrijke efficiëntie voordelen en rentabiliteitsverbeteringen.
Remoticom is een voorloper op het gebied van Internet of Things en sensortechnologie en ontwikkelt met name slimme sensoren die bijdragen aan een veiligere, duurzame en comfortabelere leefomgeving. Remoticom maakt bedrijven toekomstbestendig door gebruik te maken van innovatieve IoToplossingen.
Eerder in 2021 had Van Zele Holding NV aangekondigd dat zij een minderheidsbelang in het Nederlandse IoT-bedrijf had verworven, en om in de toekomst mogelijks zelfs een meerderheidsparticipatie te nemen.
De buitengewone algemene vergadering van 31 maart 2021 nam eveneens een besluit tot wijziging van het toegestaan kapitaal. De Raad van Bestuur is bevoegd om gedurende 5 jaar het kapitaal te verhogen met een bedrag dat niet hoger mag zijn dan het bedrag van het geplaatst kapitaal.
| naam van de dochteronderneming | maatschappelijke zetel |
% of aandeel in het kapitaal 2020 |
% of aandeel in het kapitaal 2019 |
|---|---|---|---|
| BELGIE | |||
| Crescent NV | Gaston Geenslaan 14 3001 Leuven, België |
100% | 100% |
| NEDERLAND | |||
| 2 Invision Managed Services BV | Mauritsstraat 11 6331 AV Nuth |
100% | 100% |
| NEDERLAND | |||
| 2 Invision Professional Services BV | Mauritsstraat 11 6331 AV Nuth |
100% | 100% |
| BELGIE | |||
| 2 Invision Managed Services België NV | Riddersbaan 12 3665 As |
83% | 83% |
| NEDERLAND | |||
| Innolumis Public Lighting BV | Ariane 2 3824 Amersfoort |
100% | 100% |
| BELGIE | |||
| M4 BVBA (MARO na fusie met M4) | Ambachtstraat 17b 3980 Tessenderlo |
90% | 90% |
| BELGIE | |||
| Aardingen MARO BVBA | Ambachtstraat 17b 3980 Tessenderlo |
0% | 90% |
| NEDERLAND | |||
| SAIT BV | Microfoonstraat 5 1322 BN Almere |
100% | 100% |
| NEDERLAND | |||
| NE-IT Automatisering BV | De Tienden 26C 5674 TB Nuenen |
0% | 100% |
| NEDERLAND | |||
| NE-IT Hosting BV | De Tienden 26C 5674 TB Nuenen |
0% | 100% |
| ZUID-AFRIKA | |||
|---|---|---|---|
| Power Matla Innolumis PTY (Ltd) | Ground Floor, Block B, Homestead Park 37 Homestead Road |
100% | 100% |
| cnr 12th Ave, Rivonia | |||
| BELGIË | |||
| Crescent Ventures NV | Gaston Geenslaan 14 3001 Leuven, België |
100% | 100% |
| IERLAND | |||
| OPTION WIRELESS Ltd., Cork | Kilbarry Industrial Park Dublin Hill, Cork |
100% | 100% |
| DUITSLAND | |||
| OPTION GERMANY GmbH | Beim Glaspalast 1 D-86153 Augsburg - Germany |
100% | 100% |
| VERENIGDE STATEN | |||
| OPTION WIRELESS USA INC. | W Army Trail Road 780 Unit 192 Carol Stream, IL 60188 Illinois, USA |
100% | 100% |
| JAPAN | |||
| OPTION WIRELESS JAPAN KK | 5-1, Shinbashi 5- chome Minato-ku Tokyo 105-0004, Ja pan |
100% | 100% |
| CHINA | |||
| OPTION WIRELESS HONG KONG LIMITED | 35/F Central Plaza 18 Harbour Road Wanchai Hong Kong, China |
100% | 100% |
| BELGIË | |||
| UEST NV | Ipsvoordestraat 55 1880 Kapelle-op-den Bos, België |
0% | 100% |
| FRANKRIJK | |||
| UEST FRANCE | Rue Saint-Jacques 67 75005 Parijs, Frankrijk |
0% | 100% |
| BELGIË | |||
| LIVE REACH MEDIA BVBA | Gaston Geenslaan 14 3001 Heverlee |
100% | 100% |
| NEDERLAND | |||
| CRESCENT SMART LIGHTING BV | Ariane 2 3824 Amersfoort, Nederland |
100% | 100% |
| BELGIË | |||
| Innolumis België BV | Wetenschapspark 1 8400 Oostende, Bel gië |
100% | 100% |
Crescent NV heeft op 28 december 2020 100% aandelen van UEST NV, die op haar beurt 100% van de aandelen in Uest France bezit, verkocht. Voor verdere toelichting omtrent de transactie verwijzen we naar toelichting 9.
Op 1 januari 2020 werden de vennootschappen Ne-IT Automatisering BV en Ne-IT Hosting BV gefusioneerd met 2 Invision Managed Services BV.
Op 29 december 2020 werden de vennootschappen M4 BVBA en Aardingen MARO BVBA gefusioneerd.
Op 27 maart 2019 heeft Crescent Ventures NV het minderheidsbelang (40,5%) verworven in 2 Invision Managed Services BV, waardoor het deelnemingspercentage van deze vennootschap alsook van de dochtervennootschappen van 2 Invision Managed Services BV (2 Invision Professional Services BV, NE-IT Automatisering BV en NE-IT Hosting BV) 100% is geworden.
De modaliteiten van de transactie en daaropvolgende overname van de schuldverplichting door Eric Van Zele worden besproken in toelichting 30. Met betrekking tot deze transactie werd k€ 1 205 verwerkt als transactie binnen het eigen vermogen in de geconsolideerde staat van wijzigingen in het eigen vermogen.
Op 31 mei 2019 heeft Innolumis Public Lighting BV 100% van de aandelen verworven van de voormalige joint venture Power Matla Innolumis RSA. De naam van Power Matla Innolumis werd tevens gewijzigd in Innolumis South Africa. We verwijzen naar toelichting 9.
Op 5 juli 2019 heeft Crescent NV 100% van de aandelen verworven in Uest NV, die op haar beurt 100% van de aandelen in Uest France bezit. We verwijzen naar toelichting 9.
Op 20 december 2019 heeft Crescent NV 100% van de aandelen verworven in Crescent Smart Lighting BV, die op haar beurt 100% van de aandelen in Melowes BVBA bezit. We verwijzen naar toelichting 9.
Op 20 december 2019 heeft Crescent NV 100% van de aandelen verworven in Live Reach Media BVBA. We verwijzen naar toelichting 9.

| In duizend EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Wereldwijde auditdiensten Overige diensten |
184 14 |
190 5 |
| 198 | 195 |
De risico's en onzekerheden die hieronder worden beschreven zullen van toepassing zijn op de Groep en haar activiteiten.
De vennootschap blijft geconfronteerd met een beperkte kaspositie. Niettegenstaande positieve vooruitzichten en de overeenkomst met LDA Capital blijven er belangrijke onzekerheden in dit verband. Wij verwijzen hiervoor naar de paragraaf inzake continuïteit bij de Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen.
Naast diverse andere operationele factoren dewelke zullen bepalen of de vennootschap haar vooropgestelde budgetten zal realiseren, blijft de coronacrisis voor de nodige onzekerheid zorgen; elke vennootschap stelt zich de vraag hoe en hoelang haar plan en vooruitzichten erdoor verder geïmpacteerd zullen (blijven) worden. De impact en duurtijd van deze crisis kan onmogelijk met zekerheid worden ingeschat, alhoewel dat de hoop toeneemt dat naar eind 2021 het ergste leed achter de rug is, en dat vanaf 2022 de economische relance een feit zal worden.
De meeste van deze risico's en onzekerheden worden bepaald door de specifieke evolutie van de markten waarin Crescent actief is.
Voor de drie segmenten zal de gebeurlijke verslechtering van de macro-economische toestand een mogelijke negatieve rol spelen die niet zou toelaten dat het services segment de mindere resultaten van in eerste instantie het solutions segment, in mindere mate het lighting segment volledig kan opvangen. Een economische verslechtering zou ook de verwachte turnaround van het solution segment verder kunnen uitstellen.
In de Services- activiteiten is er de voortdurende uitdaging tot aanwerving van voldoende en competente ICT-profielen, naast het voortdurend beheersen van de cyber-risico's zowel in de interne ICTinfrastructuur als in deze van de klanten.
In de Lighting divisie is er enerzijds het risico dat de LED-technologie voorbijgestreefd wordt door andere technologiëen vooraleer het merendeel van de bestaande normale armaturen door LED zijn vervangen, en anderzijds dat de smart lighting oplossingen niet bijtijds deze dalende markt zou hebben opgevuld.
Al bovenstaande onzekerheden hebben een impact op de assumpties die aan de basis liggen van de door de vennootschap uitgevoerde impairment test en derhalve op de waardering van de diverse immateriële vaste activa. Voor meer details in dit verband verwijzen we naar toelichting 10.
In het kader van de normale activiteiten, werden transacties met verbonden partijen door de Groep steeds aangegaan op een arms-length basis.
In 2020 heeft Crescent NV voor k€ 206 (2019: k€ 250) engineering services aan Danlaw Inc verkocht, deze services worden op arm's length basis aangerekend voor de effectieve uren die Crescent NV gespendeerd heeft voor de uitvoering van deze services.
Danlaw Inc. fungeert eveneens als verkoopsagent van Crescent NV onder de licentie overeenkomst die deze laatste heeft met Qualcomm. In 2020 werden hiervoor geen royalty kosten opgelopen, in 2019 bedroegen deze nog k€ 378 en deze werden toen integraal doorgerekend aan Danlaw Inc.
Crescemus Bvba, vertegenwoordigd door de Heer Pieter Bourgeois zetelt als vertegenwoordiger van Alychlo, minderheidsaandeelhouder van Crescent NV, in de Raad van bestuur van Crescent NV. Tevens is Pieter Bourgeois vertegenwoordiger van Alychlo, meerderheidsaandeelhouder van SnowWorld International NV, in de Raad van Commissarissen van deze laatste. Crescent is de partner die voor SnowWorld het nieuwe ticketing-, kassa- en toegangssysteem heeft ontwikkeld. De ontwikkeling van het systeem vindt tegen marktconforme tarieven plaats en de verhoudingen tussen Crescent en Snow-World zijn zakelijk.
Er werden in 2020 geen verplichtingen overgenomen, in tegenstelling tot 2019. Toen werden de volgende schuldovernames gedaan:
In de tweede helft van 2019 heeft Eric Van Zele de schuldverplichting van k€ 466 overgenomen en voldaan aan de voormalige aandeelhouders van Ne-IT Automatisering en Ne-IT Hosting. Hierdoor ontstond voor de Groep een schuld aan Eric Van Zele. De schuld van k€ 234 bleef open ten aanzien van de voormalige minderheidsaandeelhouders van 2 Invision Managed Services BV. Deze beide schulden werden op 20 december 2019, samen met andere schulden ingebracht in het kapitaal van Crescent NV tegen 0,0256€ per aandeel en conform artikel 602 van het Wetboek van Vennootschappen.
Crescent Ventures verwierf op 27 maart 2019 het minderheidsbelang (40,5 %) in 2 Invision Managed Services BV van de beide minderheidsaandeelhouders, Ajust BV en PP Technology Group BV, om zo 100% van de aandelen in bezit te hebben.
Het minderheidsbelang van Ajust BV werd verworven voor een totale vergoeding van k€ 855 als volgt:
In de tweede helft van 2019 heeft Eric Van Zele in persoon deze schuldverplichting overgenomen en voldaan. Er werden 23.486.250 aandelen geleverd voor de modaliteiten onder b)1. en 1.624.473 aandelen geleverd voor de modaliteiten onder b)2. De modaliteiten onder 2. werden voldaan begin augustus 2019.
Het minderheidsbelang van PP Technology Group BV werd verworven voor een totale vergoeding van k€ 210 als volgt en de kwijtschelding van een vordering voor k€ 35 die Crescent Ventures NV had op een verbonden partij van PP Technology Group BV:
De k€ 210 was betaalbaar in aandelen van Crescent NV als volgt:

€ 0,04 of 1.335.625 aandelen, tenzij de gemiddelde aandelenprijs in de 30 dagen voor de levering zou dalen tot beneden € 0,04, in dat geval zou een hoger aantal aandelen geleverd worden.
In de tweede helft van 2019 heeft Eric Van Zele in persoon deze schuldverplichting overgenomen en voldaan. Er werden 7.828.750 aandelen geleverd voor de modaliteiten onder 1. en 1.442.526 aandelen geleverd voor de modaliteiten onder 2. De modaliteiten onder 2. werden voldaan begin augustus 2019.
Als gevolg van deze beide schuldovernames ontstond voor de Groep een schuld aan Eric Van Zele van k€ 740. Deze schuld werd op 20 december 2019, samen met andere schulden ingebracht in het kapitaal van Crescent NV tegen 0,0256€ per aandeel en conform artikel 602 van het Wetboek van Vennootschappen. Voor meer informatie omtrent de kapitaalverhoging verwijzen we naar toelichting 22.
In de loop van 2020, hebben enkele aandeelhouders de Vennootschap bijkomende middelen verstrekt om haar toe te laten het hoofd te bieden aan haar meest dringende liquiditeitsverplichtingen.
Zo heeft Van Zele Holding NV zijn krediet van k€ 883 met k€ 366 opgetrokken tot k€ 1.249. En stortten andere aandeelhouders nog bijkomend k€ 264. Deze leningen worden vergoed aan een interest van 5% p.a.
Crescent NV heeft op 28 december 2020 100% aandelen van Uest NV verkocht aan Van Zele Holding NV (VZH) voor 1 EUR, wat dezelfde waarde is als de oorspronkelijke aankoopprijs in 2019.
VZH is bestuurder en referentie aandeelhouder in Crescent NV, en heeft om deze reden een mogelijk strijdig belang van vermogensrechtelijke aard bij de transactie. De wettelijk vereiste procedures in toepassing van de belangenconflictenregeling werden gerespecteerd.
Uest NV is verkocht in de toestand waarin het zich bevindt, waarvan VZH op de hoogte is, inclusief de nood tot herstel van het werkkapitaal geraamd op 200.000 EUR. VZH is eveneens op de hoogte dat een bijkomende significante investering vereist is voor het updaten van de hardware en het softwareplatform. Crescent beschouwt de activiteiten van UEST niet als strategisch, en verkiest haar investeringen te richten op ontwikkelingen in smart city en industrie toepassingen.
De lening van KBC die aanwezig was in Uest NV op het moment van de overname door Crescent NV werd inmiddels overgenomen door Belfius en gaat mee over na de verkoop aan Van Zele Holding NV. De schuld die aanwezig was in Uest NV ten aanzien van Alychlo werd overgenomen door Crescent NV bij de overname in 2019. Deze schuld die op moment van de verkoop van Uest NV aan Van Zele Holding NV k€ 743 bedroeg werd door Crescent NV kwijtgescholden aan Uest NV. Deze kwijtschelding had geen impact in consolidatie. De verkoop van Uest NV aan Van Zele Holding NV heeft geleid tot een meerwaarde op de verkoop van k€ 577.
De earn-out verplichtingen die afkomstig waren uit de overname van Uest NV door Crescent NV worden mee overgedragen bij de verkoop aan Van Zele Holding NV. Het laatste jaar waarop een earn-out zou toegepast kunnen worden is 2021, maar de inschatting is dat er geen earn-out meer betaalbaar zal zijn op basis van de drempels.
We verwijzen hiervoor naar toelichting 9 Bedrijfscombinaties. Uest NV werd overgenomen van Alychlo NV, dewelke tevens aandeelhouder is van Crescent NV. De beslissing tot overname van Uest NV werd in de Raad van Bestuur van 2 juli 2019 genomen onder toepassing van Artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen; Crescemus BVBA, vast vertegenwoordigd door de Heer Pieter Bourgois, meldde een mogelijk tegenstrijdig belang, en nam niet deel aan de beslissing.
We verwijzen hiervoor naar toelichting 9 Bedrijfscombinaties. Livereach Media (LRM) en Crescent Smart Lighting (CSL) werden overgenomen van Van Zele Holding, dewelke Eric Van Zele als aandeelhouder heeft, tevens aandeelhouder van Crescent NV. De beslissing tot overname van LRM en CSL werden op 20 december 2019 genomen door de Buitengewone Algemene Vergadering onder toepassing van Artikel 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen.
De bestuurders worden bezoldigd voor de uitvoering van hun mandaat overeenkomstig de beslissingen hieromtrent genomen door de Algemene Vergadering. De bezoldiging omvat zowel een vast bedrag voor het lidmaatschap van de Raad van Bestuur als een aanwezigheidsvergoeding per vergadering van de Raad van Bestuur en de vergaderingen van de Comités van de Raad.
In de Algemene Vergadering van 20 juni 2019 werden de volgende vergoedingen overeengekomen bij de aanstelling van nieuwe bestuurders:
• een jaarlijkse vaste vergoeding van € 12.000,
• een aanwezigheidsvergoeding van € 1.000 per vergadering van de Raad van Bestuur in persoon,
• een aanwezigheidsvergoeding van € 500 per vergadering van de Raad van Bestuur via conference call,
• een aanwezigheidsvergoeding van € 500 per vergadering van een Comité, Vergoeding van bijkomende kosten moet worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur en het Remuneratiecomité ter goedkeuring.
Aanvullend bij voornoemde vergoeding zijn bestuurders ook gerechtigd op terugbetaling van gedane "out-of-pocket" uitgaven overeenkomstig het vastgestelde beleid van de Vennootschap hieromtrent (inzonderheid inzake reisonkosten) en voor zover zulke uitgaven redelijk zijn en vereist voor de uitoefening van hun taken als bestuurder van de Vennootschap.
Voor het boekjaar 2019 heeft de Raad van Bestuur in haar zitting van 21 april 2020 beslist om de bestuurdersvergoedingen 2019 aan te passen en de onafhankelijke bestuurders 3.000 EUR als vaste vergoeding toe te staan en geen vergoeding te voorzien voor de andere bestuurders.
Voor het boekjaar 2020 werden bovenvermelde regels wel toegepast, het totale bedrag van bestuurdersvergoedingen die in de bedrijfskosten werden opgenomen bedraagt k€ 146 (2019: k€ 16).
Voor zijn werk als uitvoerend voorzitter heeft Van Zele Holding, vertegenwoordigd door de Heer Van Zele een vergoeding k€ 30 in 2020 ontvangen; deze had hij in 2019 eveneens laten vallen.
Binnen het warrantenplan van 2020, werden voor 10 miljoen warranten toegewezen aan en geaccepteerd door niet-onafhankelijke bestuurders. De kost voor de warranten toegekend aan bestuurders in 2020 bedroeg k€ 35.
De totale basisvergoeding van het Excom per 31 december 2020 bedroeg k€ 774 (2019: k€ 757). Daarbij kwamen nog variabele vergoedingen van k€ 69 (2019: k€ 74), pensioenbijdrages van k€ 36 (2019: k€ 34) en bijkomende remuneratiecomponenten van k€ 27 (2019: k€ 67).
Binnen het warrantenplan van 2020, werden voor 23,5 miljoen warranten toegewezen aan en geaccepteerd door leden van het Excom. Hiervan werden door de Raad van Bestuur voor 15 miljoen warranten de definitieve verwerving versneld. De kost voor de warranten toegekend aan de leden van het uitvoerend management in 2020 bedroeg k€ 505.
Geen enkel lid van het Uitvoerend Management Team komt in aanmerking voor specifieke vertrekvergoedingen, bovenop de bestaande wettelijke regelingen. Er bestaan geen bijzondere rechten van herstel, in aanvulling op de bestaande wettelijke bepalingen, die speciale bevoegdheden toekennen aan de Vennootschap om op basis van onjuiste financiële gegevens toegekende of betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen.
EBITDA wordt gebruikt in toelichting 4 Operationele segmenten en toelichting over de entiteit als geheel als een van de segment prestatiemaatstaven. EBITDA wordt berekend als het resultaat van het operationeel segment min afschrijvingen op materiële vaste activa, min afschrijvingen op immateriële vaste activa, min waardeverminderingen op voorraden en vorderingen en min toename / (afname) in voorzieningen.
De totale afschrijvingen op materiële vaste activa, de totale afschrijvingen op immateriële vaste activa en de waardeverminderingen op voorraden en vorderingen worden toegelicht in toelichting 5 Bijkomende informatie betreffende bedrijfskosten volgens aard.
De totale toename/(afname) in voorzieningen wordt gepresenteerd als een afzonderlijke lijn in het kasstroomoverzicht.


De volgende documenten zijn uittreksels uit de enkelvoudige jaarrekening van Crescent NV, opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen in overeenstemming met artikel 105 van het Wetboek van Vennootschappen.
Alleen de geconsolideerde jaarrekening geeft een waarheidsgetrouw beeld van de financiële positie en prestaties van de Crescent-groep.
| Activa | ||
|---|---|---|
| 2020 | 2019 | |
| In k€ (duizend EUR) | ||
| Vaste activa | 12 419 | 11 889 |
| Immateriële vaste activa | 1 704 | 672 |
| Materiële vaste activa | 11 | 18 |
| Financiële vaste activa | 10 704 | 11 199 |
| Vlottende activa | 5 087 | 6 017 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 605 | 635 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 4 358 | 5 077 |
| Liquide middelen | 35 | 226 |
| Overlopende rekeningen | 89 | 79 |
| Totaal activa | 17 506 | 17 906 |
| Passiva | ||
| 2020 | 2019 | |
| In k€ (duizend EUR) | ||
| Kapitaal en reserves | 7 015 | 9 428 |
| Kapitaal | 9 902 | 9 902 |
| Uitgiftpremies | - | - |
| Wettelijke reserve | 612 | 612 |
| Overgedragen winst/(verlies) | ( 3 795) | ( 1 234) |
| Kapitaalsubsidies | 296 | 148 |
| Voorzieningen | 126 | 169 |
| Schulden | 10 365 | 8 309 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 1 240 | 645 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 8 388 | 7 590 |
| 737 | 74 | |
| Overlopende rekeningen | ||
| Totaal passiva | 17 506 | 17 906 |
Winst- en verliesrekening (verkort schema)
| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| In k€ (duizend EUR) | ||
| 6 016 | 7 349 | |
| I. Bedrijfsopbrengsten Omzet |
4 589 | 5 242 |
| Waardevermeerdering (-vermindering) van de voorraden gereed | - | - 218 |
| product, goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering Geactiveerde ontwikkelingsprojecten |
( 102) 1 039 |
543 |
| Andere bedrijfsinkomsten (voornamelijk transacties tussen | 291 | 270 |
| dochterondernemingen) | ||
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 199 | 1 076 |
| II. Bedrijfskosten | 7 449 | 8 296 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 2 283 | 2 648 |
| Diensten en diverse goederen | 3 690 | 3 456 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 1 551 | 2 073 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen op | ||
| oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa | 49 | 37 |
| Waardevermeerderingen en –verminderingen op voorraden, | ||
| Bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen | ( 83) | 82 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | ( 43) | ( 81) |
| Andere bedrijfskosten | 2 | 7 |
| Niet-recurrente bedrijfskosten | - | 74 |
| III. Bedrijfswinst/(bedrijfsverlies) | ( 1 432) | ( 946) |
| 370 | 27 | |
| IV. Financiële opbrengsten V. Financiële kosten |
( 1 490) | ( 309) |
| IX. Winst/(verlies) van het boekjaar vóór belasting | ( 2 552) | ( 1 228) |
| X. Belastingen op het resultaat | ( 9) | ( 5) |
| XIII. Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar | ( 2 561) | ( 1 234) |
Oprichtingskosten worden geboekt ten laste van de opbrengsten, met uitzondering van de geactiveerde kosten.
Octrooien (patenten), licenties en software worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %.
Laboratorium-, test-, meet- en computerapparatuur worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %. Test- en meetapparatuur (onder leasing) wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %.
Vanaf 1 januari 2005 worden de uitgaven voor onderzoek als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden alleen opgenomen als immateriële activa als voldaan is aan alle onderstaande voorwaarden:
Andere ontwikkelingsuitgaven worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen. Ontwikkelingskosten die in het verleden werden opgenomen als uitgave, worden in een volgende periode niet opgenomen als activa. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden afgeschreven vanaf het begin van de commerciële productie van het product op een rechtlijnige basis over de periode van zijn verwachte winst, die niet meer dan drie jaar bedraagt.
Rollend materieel wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %.
Kantoormeubilair en kantoormaterieel worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage tussen 20 % en 33,3 %.
Tijdens het boekjaar worden geen herwaarderingen op de geldbeleggingen toegepast.
De voorraden (handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, goederen in bewerking, afgewerkte producten en producten voor herverkoop) worden gewaardeerd tegen gewogen gemiddelde prijzen bepaald op basis van de FIFO-methode of, indien die lager is, op basis van de marktwaarde (realisatiewaarde).
De producten worden gewaardeerd tegen kostprijs, voor zover rechtstreeks toerekenbaar.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs.
Schulden op meer dan één jaar, niet-rentedragende en tegen een ongewoon lage rente zijn niet opgenomen in de passiva.
Schulden, passiva en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers per 31 december 2019. Transacties worden omgerekend tegen dagkoers.
| DEELNEMINGEN IN ANDERE ONDERNEMINGEN | %Rechtstreeks %Onrechtstreeks | |
|---|---|---|
| belang | belang | |
| Crescent Ventures NV | 100 | 0 |
| 2Invision Managed Services België NV | 0 | 83,2 |
| SAIT BV | 0 | 100 |
| Innolumis Public Lighting BV | 0 | 100 |
| Power Matla Innolumis RSA | 0 | 100 |
| 2Invision Managed Services BV | 0 | 100 |
| 2Invision Professional Services BV | 0 | 100 |
| Aardingen Maro BVBA | 0 | 90 |
| Option Germany GmbH | 100 | 0 |
| Option Wireless Ltd Ireland | 100 | 0 |
| Option Wireless HongKong Ltd | 100 | 0 |
| Live Reach Media Bvba | 100 | 0 |
| Crescent Smart Lighting BV | 100 | 0 |
| Innolumis België BVBA | 0 | 100 |
Sinds 5 augustus 2003 noteren de aandelen op de eerste markt van Euronext Brussel. De aandelen van Crescent NV (voorheen: Option NV) worden verhandeld op de continumarkt onder de ticker OPTI.
Met het oog op een verhoogde liquiditeit van het aandeel en een verhoogde visibiliteit voor de Amerikaanse investeerders heeft Option beslist om een 'Level 1 American Depository Receipts (ADR) program' te implementeren. Een F-6 registratieverklaring werd neergelegd bij de 'Securities and Exchange Commission'.
Het level-1-ADR-programma kan als volgt worden samengevat:
| 2020 | |
|---|---|
| Aantal noterende aandelen op 31/12/2020 | 1604939345 |
| Aandelenkoers per jaareinde | 0,035 |
| Marktkapitalisatie (miljoen EUR) | 56 |
| Hoogste koers (EUR) | 0,0553 |
| (15 april 2020) | |
| Laagste koers (EUR) | 0,014 |
| (16 maart 2020) | |
| Free float | 34,10% |
In 2020 werden op Euronext in totaal 1.423.115.024 aandelen verhandeld op 257 beursdagen wat een gemiddelde van 5.537.413 aandelen per dag betekent voor de gemiddelde dagelijkse omzet van 205.678€ en een gemiddelde VWAP (Volume weighted average price) van 0.03361 EUR.
Crescent zal in 2021 haar financiële informatie en bedrijfsupdates bekendmaken op de volgende data:
Voor nadere bijzonderheden over de informatie in deze jaarrekening of voor inlichtingen over Crescent NV en over documenten ingediend om te voldoen aan de transparantieverplichtingen van de vennootschap betreffende de kennisgeving van deelneming van aandelen, gelieve contact op te nemen met:
Crescent Edwin Bex Gaston Geenslaan 14 B-3001 Leuven, België Tel.: +32 (0)16 31 74 11 E-mail: [email protected]
De ondergetekenden, Eric Van Zele, Voorzitter Raad van Bestuur en Edwin Bex, CFO van Crescent NV, verklaren dat, voor zover hen bekend:
Leuven, 28 april 2021
Eric Van Zele Edwin Bex Voorzitter Raad van Bestuur CFO Crescent NV Crescent NV
| NAAM | CRESCENT NV |
|---|---|
| RECHTSVORM | Naamloze Vennootschap naar Belgisch recht |
| ADRES | Gaston Geenslaan 14, B-3001 LEUVEN |
| TELEFOON | +32(0)16 31 74 11 |
| [email protected] | |
| WEBSITE | www.option.com |
| ONDERNEMINGSNR. | 0429 375 448 |
| BTW | BE 429 375 448 |
| OPRICHTINGSDATUM | 3 juli 1986 |
| DUUR | Onbepaalde duur |
| COMMISSARIS | BDO Bedrijfsrevisoren CVBA |
| vertegenwoordigd door Dhr. Bert Kegels. | |
| AFSLUITDATUM BOEKJAAR | 31 december |
| MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL | € 9.902.047,52 |
| AANTAL AANDELEN | 1.604.939.345 |
| JAARLIJKSE VERGADERING | Laatste werkdag van mei om 10u |
| BEURSNOTERING | Euronext – continumarktStock – Ordinary Stock - |
| Continuous – compartment B – ticker OPTI | |
| DEPOSITOBANK | BNP PARIBAS FORTIS |
| LID VAN INDEX | Belgian all shares |
Het totale eigen vermogen gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Winst voor aftrek van rente en belastingen. Bedrijfsresultaat.
Recurrente Winst voor aftrek van rente en belastingen.
Bedrijfsresultaat verhoogd door aftrek van niet-weerkerende herstructureringskosten en eenmalige kostelementen.
Dit bedrag geeft een goede indicatie van het bedrijfsresultaat zonder impact van kosten uit het verleden en niet weerkerende eenmalige kosten en geeft zo een beter beeld van het inherent befrijfsresultaat en de evolutie ervan.
EBIT plus afschrijvingen en (bijzondere) waardeverminderingen.
Dit bedrag geeft de kasgeneratie of het kasverlies van de operaties aan zonder de bewegingen in werkkapitaal, investeringen en financieringen.
REBIT plus afschrijvingen en (bijzondere) waardeverminderingen. Dit bedrag geeft de kasgeneratie of het kasverlies van de inherente operaties aan zonder de bewegingen in werkkapitaal, investeringen en financieringen, en zonder de impact van kosten uit het verleden of niet weerkerende eenmalige kosten.
Aantal aandelen uitstaand bij het begin van de periode, aangepast voor het aantal aandelen geannuleerde, wederingekochte of uitgegeven aandelen gedurende de periode vermenigvuldigd met een tijdscorrigerende factor.
Nettowinst plus niet kaskosten (o.a. afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen) gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Aankopen van materiële en immateriële vaste activa, verminderd met de opbrengst van verkopen.
Kort- en langlopende financiële schulden verminderd met de beschikbare liquide middelen. Dit bedrag geeft een beeld van de financiële schuld die netto aflosbaar blijft.
Vlottende activa min vlottende passiva.
Het verschil tussen Voorraden en handels- en overige vorderingen enerzijds en handels-en overige schulden anderzijds. Dit bedrag geeft een indicatie van het zeer korte termijn kasoverschot of -nood.
Nettowinst gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Crescent heeft oog voor haar verantwoordelijkheid om zich ethisch te gedragen bij het nastreven van haar bedrijfsdoelstellingen. Daarom legt de Groep de volgende ethische verklaring af. Crescent NV, met inbegrip van al haar dochterondernemingen, aanverwante bedrijven en/of geconsolideerde holdings, neemt volgende praktijken in acht:
We zullen niet investeren in een van de volgende gebieden:
We zullen de onderstaande activiteiten niet beoefenen:
We zullen onze werknemers niet discrimineren:
We zullen de nodige controles en procedures invoeren om te verzekeren dat al onze leveranciers en onderaannemers:
In onze distributie- en leveringsakkoorden zullen we clausules opnemen die omkooppraktijken verbieden. Binnen ons personeelsbeleid werken we maatregelen uit die we kunnen en zullen nemen om corruptie te voorkomen.
Crescent is krachtens de Belgische wetgeving verplicht zijn jaarverslag in het Nederlands op te stellen. Crescent heeft ook een verkorte Engelse vertaling van dit jaarverslag gemaakt. Bij tegenstrijdigheid tussen de Engelse en Nederlandse versie van dit jaarverslag, is de Nederlandse brontekst bindend.
Dit jaarverslag is alleen in elektronische vorm beschikbaar. Deze elektronische versie kan worden gedownload via het internet op de website van Crescent (www.crescent-ventures.com). Andere informatie op de website van Crescent of op enige andere website, maakt geen deel uit van dit jaarverslag.
Dit jaarverslag bevat toekomstgerichte uitspraken, daaronder zonder beperking inbegrepen uitspraken met de woorden "is van oordeel", "verwacht", "is van plan", "is voornemens", "streeft ernaar", "naar verwachting", "naar schatting", "zal", "wil", en soortgelijke uitdrukkingen. Deze toekomstgerichte uitspraken reflecteren bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die tot gevolg kunnen hebben dat de werkelijke resultaten, financiële toestand, prestaties of verwezenlijkingen van Crescent, of bedrijfsresultaten wezenlijk verschillen van de toekomstige resultaten, prestaties of verwezenlijkingen uitgesproken of geïmpliceerd in deze toekomstgerichte uitspraken. Gezien deze onzekerheden wordt de lezer afgeraden overmatig te vertrouwen op deze toekomstgerichte uitspraken. Deze toekomstgerichte uitspraken zijn uitsluitend gemaakt op datum van dit jaarverslag. Crescent wijst uitdrukkelijk elke verplichting af om deze toekomstgerichte uitspraken in dit jaarverslag bij te werken rekening houdend met een wijziging van de desbetreffende verwachtingen of een verandering van gebeurtenissen, voorwaarden of omstandigheden waarop deze uitspraak berust, tenzij een dergelijke uitspraak is voorgeschreven in de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.