Annual Report • Apr 2, 2020
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer


H I G H P R E C I S I O N D I A G N O S T I C S FOR PERSONALIZED MEDICINE
| 1 / | INLEIDING |
|---|---|
| 1.1. | Biocartis in het kort |
| 1.2. | Verantwoordingsverklaring |
| 1.3. | Disclaimer en andere informatie |
| 2 / | PERFORMANTIE 2019 |
| 2.1. | Boodschap van de voorzitter en CEO |
3 / BEDRIJFSACTIVITEITEN
2.2. Hoogtepunten 2019 en bedrijfsoverzicht
6.6. Waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit
HOOFDSTUK 1

BIOCARTIS IS EEN INNOVATIEF BEDRIJF ACTIEF BINNEN DE MOLECULAIR DIAGNOSTIEK DAT DE VOLGENDE GENERATIE DIAGNOSTISCHE OPLOSSINGEN AANBIEDT MET ZIJN UNIEKE EIGEN IDYLLA™ PLATFORM, MET ALS DOEL OM DE KLINISCHE PRAKTIJK TE VERBETEREN TEN VOORDELE VAN DE PATIËNT, CLINICI, KOSTENDRAGERS EN DE SECTOR, EN DAT MET EEN FOCUS OP ONCOLOGIE.
HET GEPATENTEERDE SYSTEEM VAN BIOCARTIS VOOR MOLECULAIRE DIAGNOSTIEK (MDx) IDYLLATM IS EEN SYSTEEM DAT ACCURATE, ZEER BETROUWBARE MOLECULAIRE INFORMATIE VERSTREKT OP BASIS VAN NAGENOEG ELK BIOLOGISCH STAAL, IN NAGENOEG ELKE OMGEVING EN ZO EEN SNELLE EN DOELTREFFENDE KEUZE VAN DE BEHANDELING EN OOK HET MONITOREN VAN DE VOORUITGANG VAN DIE BEHANDELING MOGELIJK MAAKT.
| Installed base van meer dan 1.300 Idylla™ instrumenten en 175k cartridges verkocht in 2019, +32% in vergelijking met 2018 |
|---|
| EUR 24,2 miljoen productinkomsten (+29% in vergelijking met 2018) |
| Het bedrijfsresultaat steeg met 32% tot EUR 37,7 miljoen |
| Nieuwe go-to-market strategie voor de VS aangekondigd in september 2019 |
| Versterking van de wereldwijde commerciële voetafdruk met commerciële lancering door distributiepartner Nichirei Biosciences in Japan 2 |
| Twee nieuwe testlanceringen: de Idylla™ MSI Test (CE-IVD) en de vloeibare biopsie ctEGFR Mutation Assay (RUO3 ) |
| Instap in het domein van de immuno-oncologie met ondertekening van samenwerkingsverbanden voor testontwikkeling met twee sterke partners, Kite / Gilead en Bristol-Myers Squibb Company |
| 465 werknemers1 , 30 nationaliteiten & evenwichtige genderdiversiteit 50% mannen en 50% vrouwen |
De ondergetekenden verklaren dat voor zover hen bekend: a) de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en van de resultaten van de Vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen; b) het jaarverslag een getrouw
overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de Vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
HERMAN VERRELST CHIEF EXECUTIVE OFFICER
CHRISTIAN REINAUDO VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR
De raad van bestuur van Biocartis Group NV (de 'Vennootschap') is verantwoordelijk voor de inhoud van dit document en verklaart dat het hiertoe redelijkerwijze voorzorg heeft genomen, en dat de informatie in dit Biocartis Jaarverslag 2019, tot het beste van zijn kennis, in overeenstemming is met de feiten en geen weglatingen bevat die mogelijk materieel zijn, alsook de nodige informatie bevat zoals in overeenstemming met de toegepaste Belgische wetgeving. In overeenstemming met Artikel 3:32 van de Belgische Wet op Vennootschappen en Verenigingen werden de statutaire en geconsolideerde jaarrekeningen gecombineerd.
Bepaalde verklaringen, overtuigingen en opinies in dit verslag zijn naar de toekomst gericht, en geven de huidige verwachtingen en projecties weer van de Vennootschap of, in voorkomend geval, de bestuurders of het management van de Vennootschap, betreffende toekomstige gebeurtenissen zoals de resultaten van de Vennootschap, haar financiële toestand, liquiditeit, prestaties, vooruitzichten, groei, strategieën en de industrie waarin de Vennootschap actief is. Het is eigen aan toekomstgerichte verklaringen dat zij een aantal risico's, onzekerheden, veronderstellingen en andere factoren inhouden die de werkelijke resultaten of gebeurtenissen materieel kunnen doen verschillen van deze uitgedrukt of verondersteld door de toekomstgerichte verklaringen. Deze risico's, onzekerheden, veronderstellingen en factoren kunnen
Volgens de Belgische wetgeving moet Biocartis zijn jaarlijks financieel verslag in het Nederlands publiceren. Biocartis voorziet ook een Engelstalige versie. Ingeval van verschil in interpretatie, zal de Nederlandstalige versie voorrang hebben. Een elektronische versie van het Jaarverslag 2019 is ter beschikking op de website van Biocartis op www.biocartis.com, in de rubriek 'Investors'. Andere informatie op de Biocartis website of op andere websites maakt geen deel uit van dit Jaarverslag. Dit verslag reflecteert de performantie en resultaten van Biocartis in de periode tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019.
een negatief effect hebben op het resultaat en de financiële gevolgen van de plannen en gebeurtenissen hierin beschreven. Een verscheidenheid aan factoren met inbegrip van, maar niet beperkt tot, veranderingen in vraag, concurrentie en technologie, kunnen werkelijke gebeurtenissen, prestaties of resultaten wezenlijk doen verschillen van enige verwachte ontwikkeling. Toekomstgerichte verklaringen in dit verslag betreffende tendensen of activiteiten in het verleden zijn geen garantie voor toekomstige prestaties en dienen niet te worden beschouwd als een garantie dat zulke tendensen of activiteiten zullen voortduren in de toekomst. Tevens, zelfs indien werkelijke resultaten of ontwikkelingen consistent zijn met de toekomstgerichte verklaringen in dit verslag,
geven deze resultaten of ontwikkelingen geen indicatie omtrent resultaten of ontwikkelingen in de toekomst. Geen verklaringen en waarborgen worden gegeven met betrekking tot de nauwkeurigheid of de billijkheid van zulke toekomstgerichte verklaringen. Bijgevolg verwerpt de Vennootschap uitdrukkelijk enige verplichting of verbintenis om enige update of wijziging te publiceren van enige toekomstgerichte verklaring in dit verslag ten gevolge van enige verandering in verwachtingen of in gebeurtenissen, voorwaarden, veronderstellingen of omstandigheden waarop deze toekomstgerichte verklaringen zijn gebaseerd, behalve indien dit specifiek vereist is bij wet of regelgeving. Noch de
Vennootschap, noch haar adviseurs of vertegenwoordigers, noch enige van haar dochtervennootschappen of enige van zulke personen hun kaderleden of werknemers garanderen dat de veronderstellingen waarop zulke toekomstgerichte verklaringen gebaseerd zijn, vrij zijn van fouten, noch aanvaarden zij enige verantwoordelijkheid voor de toekomstige nauwkeurigheid van de toekomstgerichte verklaringen opgenomen in dit verslag of het werkelijk plaatsvinden van de verwachte ontwikkelingen. Men mag geen overmatig vertrouwen stellen in toekomstgerichte verklaringen, welke enkel van toepassing zijn op de datum van dit verslag.
Biocartis Group NV is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die de vorm heeft van een naamloze vennootschap naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel gevestigd in de Generaal de Wittelaan 11 bus B, 2800 Mechelen, België. Doorheen dit verslag verwijst de term 'Biocartis NV' naar de niet-geconsolideerde Belgische dochteronderneming. Referenties naar de 'Group', 'Groep' of 'Biocartis' verwijzen naar Biocartis Group NV samen met zijn dochterondernemingen.
Biocartis en Idylla™ zijn geregistreerde merknamen in Europa, de Verenigde Staten en andere landen. De Biocartis en de Idylla™ merknaam en logo zijn gebruikte merknamen die eigendom zijn van Biocartis. Dit verslag is niet bedoeld voor distributie, rechtstreeks of onrechtstreeks, in enige jurisdictie waar dit onwettig zou zijn. Ieder die dit verslag leest, dient zich te informeren over zulke beperkingen en dient zulke beperkingen na te leven. Biocartis neemt geen verantwoordelijkheid voor enige inbreuk van enige dergelijke beperkingen door eender wie. Gelieve de product- etikettering te raadplegen voor het toepasselijke bedoeld gebruik van ieder individueel Biocartis product. Dit verslag vormt geen aanbod of uitnodiging voor de verkoop of aankoop van effecten in eender welke jurisdictie. Effecten van Biocartis mogen niet aangeboden of verkocht worden in de Verenigde Staten van Amerika zonder registratie bij de United States Securities and Exchange Commission of een uitzondering van registratie onder de U.S. Securities Act van 1933, zoals gewijzigd.

HOOFDSTUK 2
OVER BIOCARTIS
GEBRUIK VAN HET IDYLLA™ HANDELSMERK, LOGO EN CE-MARKERING

"2019 was een bewogen jaar, maar we sloten af in een positie van sterkte. Onze 2019 resultaten tonen een voortgezette gezonde groei van de inkomsten en een kaspositie waarmee we onze plannen voor de komende jaren verder kunnen uitvoeren. Belangrijker nog, vandaag kondigen we ook sterke vooruitzichten voor 2020 aan waarmee we een bemoedigende groei van onze cartridgevolumes verwachten. Onze 2020 doelstellingen zijn het resultaat van een sterk Q4 2019, onze omvangrijke installed base, onze nieuwe go-to-market strategie voor de VS die we in september 2019 aankondigden, goede vooruitzichten voor Europa en ROW, evenals de uitbreiding van het Idylla™ testmenu die in 2019 werd gerealiseerd door de CE-markering van onze Idylla™ MSI Test en de lancering van onze Idylla™ ctEGFR Mutation Assay (RUO). Ik ben ook verheugd over het nieuwe en toenemende onderzoeksgebruik van onze Idylla™ tests bij het verkennen van pan-tumor settings – hetgeen wijst op een bredere toepasbaarheid van het testmenu op het Idylla™ platform . We verwachten meer publicaties over dit onderwerp in de loop van 2020. Bovendien verwachten we tegen eind 2020 belangrijke nieuwe testlanceringen, zowel wat betreft onze eigen tests als van onze partners, en verwachten we ook onze eerste oncologie US FDA indiening. Dit alles zal de groei voor 2021 en de jaren nadien stimuleren, ook ondersteund door de vooruitgang die we boeken in onze commerciële plannen voor China en Japan, beiden aanzienlijke en tot nog toe onaangeboorde markten voor Biocartis. We kijken vol vertrouwen uit naar 2020 en verder."
HERMAN VERREL ST, CEO BIOCARTIS EN CHRISTIAN REINAUDO, VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN BIOCARTIS
Op 26 februari 2019 hebben we de grens van 1.000 instrumenten overschreden met de installatie van ons duizendste Idylla™ Instrument, geplaatst bij het Diagnostic Medicine Institute bij Geisinger, één van de toonaangevende oncologiepraktijken in de VS. Dat was een belangrijke commerciële mijlpaal in het wereldwijde commerciële uitrollen van Idylla™. In de loop van 2019 zijn we erin geslaagd om onze installed base verder uit te breiden tot meer dan 1.300 instrumenten. Naast het feit dat dit een belangrijke driver is voor cartridgevolumes, versterkt het ook onze positie in besprekingen over partnerships met zowel farmaceutische bedrijven als met testpartners.
In 2019 bleven onze commerciële strategieën voor Europa en RoW-markten zich vertalen in goede groeicijfers. In de VS hebben we in september 2019 een nieuwe go-to-market strategie aangekondigd na een trager dan verwachte toename van de cartridgevolumes tijdens H1 2019. We hebben actie ondernomen, waaronder de gezamenlijke beëindiging van onze
UITBREIDEN NAAR BELANGRIJKE MARKTEN IN AZIË
Om een wereldwijde commerciële voetafdruk van Idylla™ te kunnen realiseren, zijn we ook gestart met commercialisatie in China en Japan. In China werd de oprichting van de joint venture met Wondfo ('China JV') afgerond in Q1 2019. In Japan, een van de grootste MDx-markten in de regio Azië-Pacific,
distributieovereenkomst met Fisher Healthcare en het inzetten van het eigen verkoopteam van Biocartis dat voortaan het stuur weer in handen neemt om de commercialisatie te leiden. Deze directe go-to-market strategie heeft zijn effectiviteit al aangetoond in Q4 2019, hetgeen aantoont dat we op koers liggen om de commercialisatie in de VS verder te stimuleren.
werd Idylla™ commercieel gelanceerd in november 2019 door onze distributiepartner Nichirei Biosciences, en dit na de registratie van het Idylla™ Instrument en de Idylla™ Console bij het Pharmaceuticals and Medical Devices Agency (PMDA) in Japan in oktober 2019.
Immuno-oncologie is een nieuw en snelgroeiend domein van oncologische behandelingen die het immuunsysteem van het lichaam gebruiken om kanker te bestrijden. Zoals we tijdens onze strategie-update in maart 2019 hebben benadrukt, is Idylla™ uniek gepositioneerd om te kunnen voldoen aan de behoeften die gelden binnen dit domein, waar behandelingen vaak duur zijn en tot aanzienlijke bijwerkingen kunnen leiden als ze niet nauwlettend worden opgevolgd. Op 12 maart 2019 hebben we onze samenwerkingsovereenkomst aangekondigd met Bristol-Myers Squibb Company (NYSE: BMY), een wereldwijd biofarmaceutisch bedrijf dat toonaangevende immuno-oncologiebehandelingen ontwikkelt, gericht op
de potentiële registratie als 'companion diagnostic' en het gebruik van de Idylla™ MSI test ten behoeve van immunooncologietherapieën. Na de rapporteringsperiode, op 5 maart 2020, kondigden we een uibreiding van deze overeenkomst aan met de ondertekening van een nieuw immuno-oncologieproject met Bristol-Myers Squibb Company, gericht op de registratie van de Idylla™ MSI test als CDx test in uitgezaaide darmkanker in de Volksrepubliek China. Op 1 juni 2019 hebben we een eerste immuno-oncologiepartnerschap aangekondigd met Kite, een bedrijf van Gilead, één van de leiders op het gebied van antikankerceltherapieën, gericht op de ontwikkeling van Idylla™ tests om de therapieën van Kite te ondersteunen.
We hebben het Idylla™ testmenu in 2019 verder versterkt met twee nieuwe, zeer innovatieve tests. De Idylla™ MSI Test werd gelanceerd als een CE-gemarkeerde IVD test op 28 februari 2019. Deze test biedt snelle en accurate informatie over de MSI status van een patiënt, rechtstreeks vanop één stukje FFPE-tumorweefselstaal colorectale (darm) kanker. Richtlijnen van vandaag bevelen de beoordeling van de MSI status aan voor alle patiënten met colorectale of endometriumcarcinomen voor screening op Lynch-syndroom, en voor prognostische stratificatie en mogelijke respons op bepaalde immunotherapieën4. Deze testlancering maakt MSI
INSTALLED BASE VAN MEER DAN 1.300 INSTRUMENTEN
testen nu eenvoudig, snel en toegankelijk voor een veel grotere patiëntenpopulatie. Op 25 oktober 2019 hebben we de vloeibare biopsie Idylla™ ctEGFR Mutation Assay (RUO) gelanceerd. Deze test is de vloeibare biopsieversie van de vaste weefsel Idylla™ EGFR Mutation Test (CE-IVD) maar werkt rechtstreeks op slechts twee ml bloedplasma. Als zodanig biedt deze test onze klanten alle voordelen van gebruiksgemak en snelheid die ze hebben leren kennen met het Idylla™ platform, gecombineerd met voordelen van vloeibare biopsie, wat toelaat om geweldige oplossingen te bieden voor gevallen waarbij kankerweefsel niet of niet voldoende beschikbaar is.
Sinds de commerciële lancering van ons Idylla™ platform hebben we een omvangrijk klantenbestand van Idylla™ gebruikers opgebouwd. In 2019 resulteerde onze samenwerking met een breed scala van belangrijke opinieleiders in meer dan 26 Idylla™ publicaties en meerdere studiesamenvattingen, die allemaal de kwaliteit en hoge prestaties van de Idylla™ producten aantonen. Deze publicaties zijn belangrijk bij de verdere marktacceptatie van Idylla™. We waren zeer tevreden dat dergelijke studies werden gepubliceerd op gerenommeerde conferenties zoals ESMO5 (European Society for Medical
Oncology), ASCO6 (American Society of Clinical Oncology) en AMP7 (Association of Molecular Pathology). Daarnaast stelden we een toegenomen interesse van partners vast, zoals ook blijkt uit de aankondigingen die we in 2019 hebben gedaan rond nieuwe samenwerkingen. Al bij al creëren de interacties tussen onze klanten en partners in toenemende mate een uniek en dynamisch Idylla™ ecosysteem dat de positionering van het platform verder verbetert, waardoor alle stakeholders hun platforminvesteringen beter kunnen benutten.
AL HET VOORGAANDE HEEFT ONS ALS BEDRIJF VEERKRACHTIGER GEMAAKT. WE WILLEN AL ONZE AANDEELHOUDERS EN STAKEHOLDERS - KLANTEN, ZAKELIJKE PARTNERS, LEVERANCIERS, WERKNEMERS EN VELE ANDEREN - BEDANKEN VOOR HUN VERTROUWEN EN WE KIJKEN ER SAMEN MET HEN NAAR UIT OM VAN IDYLLA™ HÉT GO-TO-PLATFORM TE MAKEN BINNEN HET DOMEIN VAN DE SNELLE ONCOLOGISCHE MOLECULAIRE DIAGNOSTIEKTESTS, EN DAT VOOR DE KOMENDE JAREN. HOOGACHTEND,
HERMAN VERRELST CEO
CHRISTIAN REINAUDO VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR
In 2019 realiseerde Biocartis een commercieel volume van ongeveer 175k Idylla™ cartridges, een jaar-op-jaar stijging van ongeveer 32%. De Europese en RoW-markten droegen meest bij tot de absolute volumegroei. In Q4 2019 werd er een veelbelovende pick-up in het cartridgevolume in de VS gerealiseerd.
De installed base aan Idylla™ instrumenten steeg tot 1.310 per jaareinde als gevolg van 337 nieuwe installaties in 2019. Er werd een voortgezette groei van de installed base gerealiseerd in Europese en VS markten. ROW markten realiseerden een sterke ramp-up in nieuwe plaatsingen, en eerste instrumenten werden geplaatst in China.
De Europese directe markten realiseerden een goede en consistente performantie zowel in een stijging van nieuwe instrumentplaatsingen alsook in cartridgevolumes in 2019. Dit was vooral het gevolg van een voortgezet groeiend gebruik van Idylla™ in eerstelijnstesting, voornamelijk door grote laboratoria klanten in West-Europa, en een solide uitbreiding naar het middelgrote laboratoria segment in onder andere Zuid-Europa.
Biocartis implementeerde een nieuwe go-to-market strategie voor de VS-markt, volgend op de gezamenlijke beëindiging van de distributie-overeenkomst met Fisher Healthcare op 5 september 2019. Onder de nieuwe go-to-market strategie zal het direct verkoopsteam van Biocartis in de VS voortaan de commercialisering leiden met een focus op grote 'tier 1' pathologielabs waar Idylla™ zijn toegevoegde waarde toont als een snelle en eenvoudige testmethode die complementair is aan andere technologieën zoals Next Generation Sequencing (NGS). In H2 2019 werd het direct verkoopteam van Biocartis in de VS versterkt, werden alle klanten met succes overgezet van Fisher Healthcare naar Biocartis en acties om onder meer de VS-marktspecifieke operationele lessen uit H1 2019 aan te pakken, werden geïmplementeerd. De successen gerealiseerd in Q4 2019, die tevens het toevoegen van nieuwe hoge profiel VS Idylla™ gebruikers omvat, ondersteunen de beslissing rond de nieuwe go-to-market strategie.
In 2019 realiseerde RoW een solide performantie in groei van het cartridgevolume en sloot het jaar af met een aantal nieuwe instrumentplaatsingen die de verwachtingen overtroffen. Deze performantie was het resultaat van actieve commercialisatie in meer dan 50 landen, op basis van een sterk netwerk van lokale distributiepartners, en ondersteund door talrijke samenwerkingen met farmaceutische partners.
In 2019 vervolledigde Biocartis de voltooiing van de joint venture ('China JV') met Guangzhou Wondfo Bioctech Co., Ltd. ('Wondfo', SHE:300482) aan, een snelgroeiende leider in diagnostiek in China, hetgeen resulteerde in de eerste kapitaalinbreng door beide partners en vervolgens in de betaling door de China JV van een licentievergoeding aan Biocartis. De China JV is gericht op de commercialisatie van het Idylla™ platform in China met een eerste focus op de oprichting van lokale productiemogelijkheden en productregistraties.
Op 7 januari 2019 kondigde Biocartis aan een overeenkomst te hebben getekend met Nichirei Biosciences8 ('Nichirei Bio') voor productregistraties en distributie van het Idylla™ platform in Japan. In oktober 2019 voltooide Nichirei Bio de registratie van het Idylla™ Instrument en Idylla™ Console bij de 'Pharmaceuticals and Medical Devices Agency' (PMDA) in Japan. Hiermee zal Nichirei Bio voortaan het Idylla™ platform in combinatie met Idylla™ RUO tests kunnen aanbieden aan lokale pathologielaboratoria in Japan, terwijl beide partners verder werken aan de voorbereidingen voor in-vitrodiagnostiek ('IVD') registratie voor de Idylla™ tests.

2.2 / HOOGTEPUNTEN 2019 EN BEDRIJFSOVERZICHT
Op 28 februari 2019 kondigt Biocartis de CE-markering aan van zijn volledig geautomatiseerde Idylla™ MSI Test. MSI testing wordt vandaag aanbevolen voor alle colorectale (darm-) en endometriumkankers9 maar wordt nog steeds onvoldoende uitgevoerd, vooral omdat bestaande methodes erg complex zijn. De Idylla™ MSI Test werd ontwikkeld om deze nadelen te overbruggen en zijn unieke aspecten zouden een bredere penetratie van MSI testing mogelijk kunnen maken.
In de loop van 2019 werd verdere vooruitgang geboekt in de voorbereiding van de 510(k) kennisgeving bij de US FDA van de Idylla™ MSI Assay voor colorectale (darm)kanker, waarvan de indiening eind 2020 wordt verwacht, onderhevig aan verdere feedback van US FDA interacties.
In de loop van 2019 werd verdere vooruitgang geboekt bij de voorbereiding van de 'premarket approval' (PMA) toepassing voor de Idylla™ RAS tests, waarvan de indiening in Q1 2021 wordt verwacht, onderhevig aan verdere feedback van US FDA interacties.
LANCERING IDYLLA™ ctEGFR MUTATION ASSAY Op 25 oktober 2019 werd de Idylla™ ctEGFR Mutation Assay (RUO) gelanceerd, de vloeibare biopsie versie van de vaste weefsel Idylla™ EGFR Mutation Test (CE-IVD). De Idylla™ ctEGFR Mutation Assay maakt de detectie van 49 EGFR mutaties10 rechtstreeks vanop 2 ml bloedplasma mogelijk, en levert resultaten binnen ongeveer 160 minuten.
In de loop van 2019 werd er verdere vooruitgang gemaakt in de ontwikkeling van het Idylla™ GeneFusion Panel. Deze test is voorzien om eind 2020 als RUO gelanceerd te worden. Samen met de Idylla™ EGFR Mutation Test (CE-IVD) zal het GeneFusion Panel het grootste deel van de actiegerichte longkankermutaties omvatten die aanbevolen worden door alle belangrijke internationale richtlijnen. Als zodanig zou een complete set longkanker biomarkers snel getest kunnen worden op Idylla™ na de lancering van het Idylla™ GeneFusion Panel.

Op 12 maart 2019 kondigde Biocartis de ondertekening aan van een samenwerkingsovereenkomst met Bristol-Myers Squibb Company (NYSE: BMY), een wereldwijd biofarmaceutisch bedrijf, gericht op MSI testing in connectie met immuno-oncologie behandelingen. Bristol-Myers Squibb's Opdivo® (nivolumab) in combinatie met lage dosis Yervoy®11 (ipilimumab) is de eerste immuno-oncologie combinatiebehandeling die door de US FDA werd goedgekeurd voor MSI-High of 'mismatch repair deficient' (dMMR) uitgezaaide colorectale (darm)kanker (mCRC) die verder is gegroeid na behandeling met bepaalde chemotherapieën12. De samenwerkingsovereenkomst laat gezamenlijke ontwikkelingen en registraties van de Idylla™ MSI test toe voor gebruik in verschillende indicaties, commerciële settings en geografieën. De eerste focus onder de overeenkomst zal naar verwachting de registratie in de VS zijn van de Idylla™ MSI test als een CDx test in mCRC.
Op 1 juni 2019 kondigde Biocartis zijn master ontwikkelings- en commercialisatieovereenkomst aan met Kite Pharma, Inc., een Gilead Company (NASDAQ: GILD), een farmaceutisch bedrijf betrokken in de ontwikkeling van innovatieve kankercelbehandelingen. De overeenkomst is gericht op de ontwikkeling van moleculairgebaseerde tests op het Idylla™ paltform die de behandelingen van Kite ondersteunen. De snelheid en het gebruiksgemak van het Idylla™ platform zou regelmatige en snelle monitoring van patiënten onder dergelijke kankerceltherapieën mogelijk kunnen maken, dichtbij de patiënt, hetgeen naar verwachting het patiëntmanagement zou helpen optimaliseren.
In 2019 boekte Exact Sciences Corporate (NASDAQ: EXAS) vooruitgang bij de ontwikkeling van een Idylla™ IVD versie van de Oncotype DX Breast Recurrence Score® test. In Q4 2019 werden Idylla™ instrumenten geplaatst in 'early access sites' in Europa, startend in Frankrijk en Duitsland, als voorbereiding op de start van de validatiestudies die verwacht worden in 2020. Bovendien kondigde Genomic Health op 20 juni 2019 aan dat het Duitse Federale Gemengd Comité (G-BA) een positief besluit heeft gegeven voor de terugbetaling van de Oncotype DX Breast Recurrence Score® test.
Door de opkomende pipeline van geneesmiddelen die zich richten op moleculaire biomarkers bij geavanceerde borstkanker ('ABC' of 'Advanced Breast Cancer'), besloten Biocartis en LifeArc14 de positionering van deze test te versterken. In de toekomst zal deze test 'Idylla™ Advanced Breast Cancer Panel' genoemd worden en is deze gepositioneerd om zich te richten op een multigen panel van voorspellende en resistentie-inducerende mutaties op basis van een FFPE15-staaltype.
De selectie van behandelingen wordt in toenemende mate gedreven door de genetische samenstelling van de tumor in plaats van zijn plaats van oorsprong in het lichaam. Dit zou een pan-tumor toepassing van gerichte behandelingen mogelijk kunnen maken, wat op zijn beurt de vraag naar moleculaire tests doet stijgen. Bijgevolg worden Idylla™ tests steeds meer overwogen voor pan-tumor testing, waardoor de toepasbaarheid van het huidige Idylla™ testmenu mogelijk wordt uitgebreid. Voorbeelden van onderzoek naar nieuwe toepassingen zijn:
Bovendien lopen er verschillende inspanningen om de haalbaarheid aan te tonen van de Idylla™ MSI Test in meerdere kankersoorten. Wereldwijd zijn in 2019 meer dan 30 Idylla™ MSI studies20 gestart. Veel van deze demonstraties tonen het belang aan pan-tumor MS-testing bij niet-colorectale (darm)kankersoorten zoals endometrium-, maag-, eierstok-, pancreas- en andere kankers in de context van Lynch-syndroom en immunotherapie21 gebruik.
In 2019 was de performantie van Idylla™ het onderwerp van meer dan 26 publicaties22 en meerdere studie abstracten, waarvan er verschillende werden geselecteerd voor publicatie op grote wetenschappelijke conferenties zoals ESMO23 (European Society for Medical Oncology), ASCO24 (American Society of Clinical Oncology) en AMP25 (Association of Molecular Pathology).

19 nieuwe Idylla™ performantie publicaties in Europa, waarvan vijf Idylla™ studie abstracten geselecteerd werden voor publicatie op het gerenommeerde ESMO congres en meerdere studie abstracten werden geselecteerd voor nationale conferenties. Alle tijdens ESMO gepubliceerde Idylla™ studies vertonen uitstekende Idylla™ performantie in vergelijking met andere methoden, in combinatie met het gebruiksgemak en de snelle doorlooptijd van het Idylla™ platform. De studies omvatten onder andere de Idylla™ MSI Test (RUO) en een prototype van de Idylla™ ctEGFR Mutation Assay (RUO).
Vijf nieuwe Idylla™ publicaties in de VS en zes studie abstracten werden geselecteerd voor publicatie op het USCAP congres, één studie abstract werd geselecteerd voor het ASCO congres en vijf studie abstracten werden geselecteerd voor het AMP congres. Alle studies gepubliceerd tijdens AMP toonden een sterke performantie van Idylla™ tests (RUO) in vergelijking met andere methoden, waaronder IHC26 en NGS27 op het gebied van concordantie28, gebruiksgemak, workflowautomatisering en doorlooptijden. Sommige studies onderzochten het vermogen van Idylla™ om verschillende soorten en kleinere hoeveelheden stalen29 te analyseren.

Met het oog op de verdere internationale groei van de Vennootschap, de uitbreiding van zijn partnernetwerk en de bijbehorende schaling van de organisatie, zijn verschillende wijzigingen in het management team van de Vennootschap doorgevoerd in 2019:
In 2019 werd vooruitgang geboekt bij de transfer van de productie naar de nieuwe cartridgeproductielijn en werd de commerciële productie van de Idylla™ KRAS Mutation Test op deze lijn gestart. Extra tests zullen in de loop van 2020 overgezet worden naar de nieuwe cartridgeproductielijn, waardoor kostenoptimalisatie binnen de cartridge productieactiviteiten van de Vennootschap wordt gestimuleerd.
De totale productverkopen stegen jaar-op-jaar met 29% naar EUR 24,2 miljoen in 2019 (EUR 18,8 miljoen in 2018) als gevolg van hogere Idylla™ cartridge verkopen (jaar-op-jaar groei van 23%) alsook Idylla™ platform verkopen (jaar-op-jaar groei van 49%).

EUR 24,2 miljoen
Totale bedrijfsinkomsten bedroegen EUR 37,7 miljoen in 2019, hetgeen een jaar-op-jaar groei van 32% vertegenwoordigt door hogere Idylla™ productverkopen, inkomsten uit samenwerkingen (jaar-op-jaar groei van 49%) en inkomsten uit diensten, die gedeeltelijk compenseerden voor lagere inkomsten uit subsidies.

De kaspositie van Biocartis per 31 december 2019 bedroeg EUR 178,7 miljoen in vergelijking met EUR 63,5 miljoen per 31 december 2018.
Totale bedrijfsuitgaven (inclusief kosten van verkopen) bedroegen EUR 93,3 miljoen, een jaarop-jaar stijging van 24% door hogere kostprijs van verkopen en operationele uitgaven.
De totale operationele kasstroom bedroeg min EUR 54,3 miljoen in 2019 versus min EUR 42,0 miljoen in 2018.

Op 28 januari 2019 haalde Biocartis een bedrag van EUR 55,5 miljoen in bruto opbrengsten op door middel van een private plaatsing via een versnelde orderbookprocedure.
Op 2 mei 2019 haalde Biocartis niet-gesubordineerde, niet-gewaarborgde converteerbare obligaties van EUR 150 miljoen op die vervallen op 9 mei 2024. De converteerbare obligaties werden toegelaten tot de handel en notering op de gereglementeerde markt van Euronext Brussels op 15 november 2019.
Extra details – Zie 'kerncijfers 2019' hieronder voor meer details over de 2019 financiële cijfers.
De tabellen hieronder tonen een overzicht van de kerncijfers en een opsplitsing van de bedrijfsinkomsten voor 2019. De geconsolideerde winst- en verliesrekening, de balans, het kasstroomoverzicht en het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen van Biocartis Group NV is terug te vinden onder hoofdstuk vijf 'Geconsolideerde jaarrekening'.
| KERNCIJFERS (EUR 1.000) | 2019 | 2018 | % VERANDERING |
|---|---|---|---|
| Totale bedrijfsinkomsten | 37.732 | 28.651 | 32% |
| Kostprijs van verkopen | -21.328 | -15.349 | 39% |
| Kosten voor onderzoek & ontwikkeling (O&O) | -39.844 | -36.842 | 8% |
| Sales & marketingkosten | -18.011 | -15.349 | 17% |
| Algemene & administratieve kosten | -14.151 | -7.971 | 78% |
| Bedrijfskosten | -93.334 | -75.511 | 24% |
| Bedrijfsresultaat | -55.602 | -46.860 | 19% |
| Netto financieel resultaat | -7.934 | -1.402 | 466% |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | -631 | 0 | na |
| Inkomstenbelasting | 99 | 109 | -9% |
| Netto resultaat | -64.068 | -48.153 | 33% |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | -54.254 | -41.993 | 29% |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -5.496 | -5.820 | -6% |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | 175.023 | -1.508 | -11714% |
| Netto kasstroom | 115.273 | -49.320 | -334% |
| Geldmiddelen en kasequivalenten1 | 178.725 | 63.539 | 181% |
| Financiële schulden | 166.578 | 35.335 | 371% |
1 Inclusief EUR 1,2 miljoen aan restricties onderhevige geldmiddelen (als garantie voor KBC Lease financiering)
178,7 miljoen
| BEDRIJFSINKOMSTEN (EUR 1.000) | 2019 | 2018 | % VERANDERING |
|---|---|---|---|
| Inkomsten uit samenwerkingen | 12.451 | 8.329 | 49% |
| Idylla™ systeem verkopen | 6.220 | 4.185 | 49% |
| Idylla™ cartridge verkopen | 18.004 | 14.658 | 23% |
| Inkomsten uit productverkopen | 24.224 | 18.843 | 29% |
| Inkomsten uit diensten | 769 | 639 | 20% |
| Totale inkomsten | 37.444 | 27.811 | 35% |
| Subsidies en andere inkomsten | 288 | 840 | -66% |
| Totale bedrijfsinkomsten | 37.732 | 28.651 | 32% |
| INKOMSTEN UIT PRODUCTVERKOPEN PER TYPE (EUR 1.000) | 2019 | 2018 | % VERANDERING |
|---|---|---|---|
| Commerciële inkomsten | 22.862 | 17.843 | 28% |
| Inkomsten uit onderzoek & ontwikkeling (O&O) | 1.362 | 1.000 | 36% |
| Totale inkomsten uit productverkopen | 24.224 | 18.843 | 29% |
Inkomsten uit samenwerkingen stegen jaar-op-jaar met 49% naar EUR 12,5 miljoen in 2019 door opbrengsten uit O&O-diensten die met 108% stegen tot EUR 9,0 miljoen en toegenomen inkomsten uit mijlpaalrealisaties (EUR 0,9 miljoen, 9% jaar-over-jaar stijging), hetgeen gedeeltelijk compenseerde voor de lagere licentievergoedingen (EUR 2,5 miljoen, 20% jaar-over-jaar daling).
Totale productverkopen bedroegen EUR 24,2 miljoen in 2019 (EUR 18,8 miljoen in 2018), hetgeen een jaar-op-jaar groei van 29% vertegenwoordigde, en omvatte Idylla™ cartridgeverkopen van EUR 18,0 miljoen (EUR 14,7 miljoen in
De totale bedrijfsuitgaven in 2019 bedroegen EUR 93,3 miljoen versus EUR 75,7 miljoen in 2018, een stijging van 24%. Dit omvatte de uitgaven voor verkoop van EUR 21,3 miljoen in 2019 in vergelijking met EUR 15,3 miljoen in 2018 als gevolg van een algemene stijging in productvolumes alsook hoger operationele kosten voor cartridgeproductie door de uitbreiding van nacht- en weekendshifts om aan de volumevraag tegemoet te komen. Bedrijfsuitgaven exclusief uitgaven voor verkoop bedroegen EUR 72,0 miljoen in 2019 versus EUR 60,2 miljoen in 2018 (jaar-op-jaar stijging van 20%) ten gevolge van een algemene stijging in uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling ('O&O'), sales & marketing ('S&M') en algemene & administratieve uitgaven ('G&A'). Met ingang van 1 januari 2019 heeft Biocartis de nieuwe IFRS 16 standaard voor leaseovereenkomsten aangenomen (de aangepaste retrospectieve benadering is toegepast, d.w.z. vergelijkende cijfers worden niet aangepast) zoals hieronder beschreven in de balans sectie. Het jaar-over-jaar netto effect van deze aanpassing op de bedrijfskosten wordt geschat op een toename van ongeveer EUR 3,0 miljoen, waarvan het merendeel niet-contante afschrijvingskosten zijn.
2018) en inkomsten uit Idylla™ systemen van EUR 6,2 miljoen (EUR 4,2 miljoen in 2018).
Inkomsten uit diensten stegen tot EUR 0,8 miljoen in 2019 versus EUR 0,6 miljoen in 2018. Erkende subsidies en andere inkomsten bedroegen EUR 0,3 miljoen in 2019 (EUR 0,8 miljoen in 2018) en bestonden uit subsidies voor O&Oprojectsteun en subsidies voor training in het kader van de realisatie van de tweede cartridge productielijn. Bovenstaande elementen resulteerden in totale bedrijfsinkomsten voor Biocartis in 2019 ten belope van EUR 37,7 miljoen versus EUR 28,7 miljoen in 2018, een stijging van 32%.
O&O-uitgaven bedroegen EUR 39,8 miljoen in 2019 versus EUR 36,8 miljoen in 2018, hetgeen een jaar-opjaar stijging van ongeveer 8% vertegenwoordigt. Dit was voornamelijk toe te schrijven aan verhoogde afschrijvingen en waardeverminderingen, personeelsbeloningen en laboratorium- en cartridgekosten die gedeeltelijk werden gecompenseerd door verminderde faciliteiten, kantooren andere kosten evenals de eenmalige bijzondere waardevermindering van EUR 3,2 miljoen op bepaalde patenten in 2018. Sales & marketing uitgaven bedroegen EUR 18,0 miljoen in 2019 in vergelijking met EUR 15,3 miljoen in 2018, een jaar-op-jaar stijging van 17%. Deze stijging is vooral een gevolg van gestegen extra operationele uitgaven door de uitbreiding van het sales & marketing team van de Vennootschap, en gerelateerde consultancy en subcontracting uitgaven. G&A uitgaven stegen jaar-op-jaar met 78% vanwege de algemene organisatiegroei evenals een algemene kostenallocatie die meer aan het verschuiven is naar een commerciële organisatiestructuur.
Bovenstaande elementen resulteerden in een bedrijfsresultaat voor de periode van EUR -55,6 miljoen in vergelijking met EUR -46,9 miljoen in 2018, een jaar-op-jaar verandering van ongeveer 19%.
De netto financiële uitgaven bedroegen EUR 7,9 miljoen in 2019 in vergelijking met EUR 1,4 miljoen in 2018 en omvatten financiële uitgaven met betrekking tot de converteerbare obligatie van de onderneming (zie details in de balans) van EUR 5,2 miljoen (bestaande uit EUR 3,0 miljoen
couponbetalingen en EUR 2,2 miljoen schuldwaardering), de achtergestelde lening van de Vennootschap van EUR 1,1 miljoen, evenals toezeggingsvergoedingen voor de kredietlijnen voor meerdere doeleinden.
Gezien de Vennootschap geen belastbaar inkomen had in 2019, bestaan de uitgaven voor inkomstenbelasting uit erkende belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling in België.
Als resultaat van het bovenstaande bedroeg het netto resultaat voor het jaar 2019 EUR -64,1 miljoen in vergelijking met EUR -48,2 miljoen in 2018.
Zoals voorgeschreven heeft Biocartis de nieuwe IFRS 16 standaard voor leaseovereenkomsten aangenomen met de datum van eerste toepassing op 1 januari 2019. Deze standaard introduceert één enkel boekhoudmodel voor de leasingnemer en vereist dat een leasingnemer activa en passiva opneemt voor alle leases met een looptijd van meer dan 12 maanden, waardoor het onderscheid tussen operationele en financiële leases wordt geëlimineerd. De eerste toepassing van IFRS 16 heeft een impact op de balans van de Groep en resulteert tevens in een herclassificatie van operationele kosten in de winst- en verliesrekening van de Groep. Concreet neemt Biocartis vanaf 1 januari 2019 ook
alle operationele leasecontracten (d.w.z. voor gebouwen, bedrijfswagens en kantoormeubilair) op in haar balans, bovenop de financiële leasecontracten van de Groep (d.w.z. voor productie-installaties). Dit resulteerde in een eenmalige toename van materiële vaste activa van EUR 14,3 miljoen en leaseverplichtingen van EUR 15,8 miljoen op 1 januari 2019. Bovendien, aangezien materiële vaste activa in de loop van de tijd worden afgeschreven, worden in de winst- en verliesrekening afschrijvingskosten en financieringskosten opgenomen voor alle erkende leaseovereenkomsten, versus voorheen de opname van leasebetalingen zoals bijvoorbeeld huur van gebouwen of faciliteit & kantoorkosten.
Immateriële activa bestonden voornamelijk uit patenten en licenties op intellectueel eigendom van derde partijen en bedroegen EUR 6,3 miljoen per eind 2019 versus EUR 6,6 miljoen per eind 2018 door toevoegingen van EUR 0,4 miljoen en EUR 0,7 miljoen kosten voor afschrijvingen. In de loop van 2019 stegen de materiële vaste activa met EUR 13,0 miljoen naar EUR 43,4 miljoen. Deze stijging werd veroorzaakt door een netto-impact van EUR 14,1 miljoen van IFRS 16, EUR 4,3 miljoen aan werkelijke investeringsuitgaven (voornamelijk gerelateerd aan kapitalisatie van instrumentatie die bij klanten geplaatst werden onder leasing- of huurcontracten, en investeringen in cartridgeproductieapparatuur) en een afschrijvingslast van ongeveer 6,1 miljoen EUR.
Financiële activa bedroegen EUR 0,0 miljoen per eind 2019 versus EUR 5,0 miljoen per eind 2018. Deze daling werd veroorzaakt door een volledige waardevermindering van
de deelname van de Vennootschap in MyCartis NV ten gevolge van gewijzigde activiteiten van MyCartis NV en gerealiseerde waarderingsniveaus van gerelateerde recente kapitaalverhogingen. Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures werden in 2019 toegevoegd aan de balans in verband met de formele voltooiing van de China joint venture en bedroegen per eind 2019 EUR 2,4 miljoen.
Uitgestelde belastingvorderingen per 31 december 2019 bedroegen EUR 1,6 miljoen versus EUR 6,6 miljoen eind 2018 en hebben betrekking op belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling in België. Deze daling wordt veroorzaakt door de herallocatie van het korte termijn deel van deze belastingkredieten (EUR 5,2 miljoen) aan de overige vorderingen onder vlottende activa op de balans van de Vennootschap.
Voorraden bedroegen EUR 14,1 miljoen per eind 2019 in vergelijking met EUR 11,9 miljoen per eind 2018. Deze jaarop-jaar stijging werd gedreven door hogere voorraden van afgewerkte producten en ruwe grondstoffen, gedeeltelijk gecompenseerd door lagere voorraadniveaus van halfafgewerkte producten. Handelsvorderingen stegen naar EUR 10,7 miljoen per jaareinde 2019 (EUR 9,7 miljoen eind 2018) als gevolg van hogere algemene commerciële volumes en de verandering in go-to-market strategie voor de VS-markt.
Overige vorderingen stegen van EUR 3,8 miljoen in 2018 naar EUR 8,6 miljoen in 2019 als gevolg van het toegewezen korte termijn deel van belastingkredieten, gedeeltelijk gecompenseerd door lagere BTW-vorderingen.
De geldmiddelen en kasequivalenten van de Vennootschap eind 2019 bedroegen EUR 178,7 miljoen in vergelijking met EUR 63,5 miljoen eind 2018.
Het eigen vermogen van Biocartis eind 2019 bedroeg EUR 84,5 miljoen in vergelijking met EUR 87,4 miljoen eind 2018. Deze daling is toe te schrijven aan het negatief bedrijfsresultaat voor 2019 dat voor een groot deel gecompenseerd werd door de inkomsten uit de
kapitaalophaling van de Vennootschap in januari 2019, de eigenvermogenscomponent van de converteerbare obligatie van de Vennootschap (zie beschrijving van financiële schulden) alsook een correctie voor non-cash uitgaven van op aandelen gebaseerde verloningskosten.
De totale financiële schulden eind 2019 bedroegen EUR 166,6 miljoen, hetgeen een stijging betekent van EUR 131,2 miljoen vergeleken met eind 2018. Dit was het resultaat van de uitgifte van de converteerbare obligatie van de Vennootschap, een toename van leaseverplichtingen als gevolg van onder meer de eerste toepassing van IFRS 16 en de vervroegde terugbetaling van de achtergestelde lening van de Vennootschap. De IFRS boekhoudkundige verwerking van de converteerbare obligatie van de Vennootschap heeft geleid tot een toewijzing van het nominale bedrag van EUR 150 miljoen aan de financiële schuld
van EUR 133,5 miljoen en een eigen vermogen van EUR 12 miljoen (gecorrigeerd voor gerelateerde transactiekosten) per eind 2019. De terugbetaalde achtergestelde lening had een nominaal bedrag van EUR 15 miljoen, een rentetarief van 7%, had een initiële looptijd van 5 jaar en was verschuldigd tegen september 2021. De uitbetaling gerelateerd tot de vervroegde terugbetaling van deze lening bedroeg EUR 17,5 miljoen op basis van het nominale bedrag van de lening en de gekapitaliseerde rente.
De uitgestelde inkomsten daalden in 2019 tot EUR 2,0 miljoen (EUR 3,0 miljoen eind 2018) als gevolg van de erkenning van netto inkomsten uit lopende en nieuwe samenwerkingsovereenkomsten.
Handelsvorderingen eind 2019 bedroegen EUR 9,1 miljoen, hetgeen een stijging van EUR 1,1 miljoen vertegenwoordigt in vergelijking met de EUR 8,0 miljoen die uitstond eind 2018. Overige schulden op korte termijn stegen in 2019 met EUR
1,9 miljoen naar EUR 6,1 miljoen en bestonden voornamelijk uit provisies voor vakantiegeld en variabele compensatie schema's.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg EUR –54,3 miljoen in 2019, in vergelijking met EUR -42,0 miljoen in 2018, een verschil van EUR 12,3 miljoen. Deze stijging is het gevolg van een hoger bedrijfsverlies en hogere investeringen in werkkapitaal voor de periode, die gedeeltelijk werd gecompenseerd door gestegen niet-kas kosten (voornamelijk veroorzaakt door hogere afschrijvingskosten en hogere nietkas elementen in het netto financieel resultaat).
De kasstroom uit investeringsactiviteiten in 2019 bedroeg EUR –5,5 miljoen (in vergelijking met EUR -5,8 miljoen in 2018) en bestond uit de eerste kapitaalcontributie aan de China joint
venture, kapitalisatie van Idylla™ systemen alsook investeringen in laboratorium- en productiemateriaal.
De kasstroom uit financieringsactiviteiten in 2019 bedroeg EUR 175,0 miljoen (in vergelijking met EUR -1,5 miljoen in 2018) door de uitgifte van de converteerbare obligaties (netto opbrengsten van 145,5 miljoen EUR) en door de kapitaalverhoging
(netto opbrengsten van 53,4 miljoen EUR), gedeeltelijk gecompenseerd door de terugbetalingen van leningen (voornamelijk de achtergestelde lening van de Vennootschap) van 23,7 miljoen EUR.
Gebaseerd op bovenstaand bedroeg de totale netto kasstroom in 2019 EUR 115,3 miljoen, in vergelijking met EUR -49,3 miljoen in 2018.
Zie hoofdstuk vijf onder 'Gebeurtenissen na balans datum'.
HOOFDSTUK 3

De studie van ziekten heeft geleid tot de ontdekking van macromoleculen, biomarkers genaamd, die geassocieerd zijn met specifieke ziekten of behandelingsreacties. Deze biomarkers kunnen worden gedetecteerd in patiëntenstalen zoals bloed, urine, sputum, speeksel of weefsel zoals tumorweefsel. Moleculaire diagnostiek (MDx) is het primaire instrument dat wordt gebruikt om dergelijke biomarkers te identificeren. Weten welke biomarker een tumor aandrijft, maakt het gebruik mogelijk van een nieuwe generatie van effectievere behandelingen, gepersonaliseerde geneeskunde genoemd, die zijn afgestemd op het genetische profiel van een patiënt. Deze behandelingen hebben betere gezondheidsresultaten, wat leidt tot lagere zorgkosten.
Dit betekent dat snelle toegang tot accurate gegevens over relevante kankermutaties en behandelingsresistentie van vitaal belang is. Het biedt de mogelijkheid om de ziekte vroeg te onderscheppen30, waardoor zowel de angst wordt verminderd tijdens het wachten op resultaten als de tijd die voorbijgaat voordat de best mogelijke behandeling wordt gestart. De huidige technologieën in de moleculaire oncologie zijn complex, vereisen veel hands-on tijd en zijn vaak moeilijk te implementeren in het lokale laboratorium. Als gevolg daarvan voeren de meeste laboratoria geen
interne moleculaire tests uit, maar sturen ze deze naar gespecialiseerde centra waar stalen worden gebundeld om de kosten te optimaliseren31. Dit veroorzaakt vertraging bij de snelle aflevering van resultaten, waardoor een snelle start van de gepaste therapie wordt voorkomen. In tussentijd groeit de tumor, wat schadelijk is in het geval van agressief groeiende kankers.
therapie als eerstelijnsbehandeling is cruciaal voor kankerpatiënten, omdat het de totale overlevingskansen32 verhoogt. Tijdige detectie van biomarkers is daarom erg belangrijk. Tegenwoordig zijn de doorlooptijden van referentietechnologieën gemiddeld 18 dagen, met 14% van de patiënten die langer dan een maand moeten wachten vooraleer de behandeling kan worden opgestart. Vijfennegentig procent van de patiënten moet meer dan een week wachten om de resultaten van de biomarkers33 te ontvangen. Dit betekent dat er kostbare tijd verloren gaat terwijl de behandeling al kon zijn gestart en onnodig gebruik van chemotherapie met de bijwerkingen ervan had kunnen worden voorkomen. Voor meer informatie verwijzen we naar de sectie 'strategie' hieronder.
DE GLOBALE MDx-MARKT VOOR ONCOLOGIE ZAL NAAR VERWACHTING EEN JAARLIJKSE GROEI (CAGR OF 'COMPOUND ANNUAL GROWTH RATE') KENNEN VAN 15% TUSSEN 2019 EN 2025, EN DIT OP BASIS VAN EEN RAPPORT OPGESTELD DOOR MARKET INSIGHTS REPORTS34. EEN GROEIENDE INCIDENTIE VAN KANKER, EEN STIJGENDE VERSCHUIVING NAAR PRECISIEGENEESKUNDE EN EEN GUNSTIG BELEID VOOR TERUGBETALING VAN GEZONDHEID ZULLEN NAAR VERWACHTING DE GROEI VAN DE WERELDWIJDE MARKT VOOR MOLECULAIRE DIAGNOSTIEK BEVORDEREN. GEOGRAFISCH WORDT VERWACHT DAT NOORD-AMERIKA TUSSEN 2019-2026 DE WERELDWIJDE MARKT VOOR MOLECULAIRE DIAGNOSTIEK ZAL DOMINEREN EN DIT ONDER ANDERE VANWEGE DE SNELLE TOEPASSING VAN GEAVANCEERDE DIAGNOSETECHNIEKEN EN EEN GUNSTIG BELEID VOOR TERUGBETALINGSBELEID BINNEN DE GEZONDHEIDSZORG. VOOR AZIË-PACIFIC WORDT VOORSPELD DAT DE MARKT VOOR MOLECULAIRE DIAGNOSTIEK BINNEN ONCOLOGIE AANZIENLIJK ZAL GROEIEN ALS GEVOLG VAN DE GROEIENDE GERIATRISCHE POPULATIE, HET TOEGENOMEN ONDERZOEK NAAR PRECISIEGENEESMIDDELEN EN HOGE ONVERVULDE KANKERBEHOEFTEN35. WAT BETREFT TECHNOLOGIEËN BLIJFT DE POLYMERASE CHAIN REACTION OF PCR, DE TECHNOLOGIE WAAROP IDYLLA™ TESTS ZIJN GEBASEERD, DE BASIS VORMEN VAN DE MEESTE MOLECULAIRE TECHNIEKEN DIE MOMENTEEL BESCHIKBAAR ZIJN36.
Het is de missie van Biocartis om snelle en eenvoudige moleculaire diagnostische oplossingen aan te bieden die gericht zijn op snellere en nauwkeurigere behandelbeslissingen voor oncologiepatiënten wereldwijd.
Samenwerkingsovereenkomst getekend
EASE OF USE
EASE OF USE
EASE OF USE
• Fully automated
EASE OF USE
• Fully automated
sample-to-result process
in a single cartridge
SUITABLE FOR
• All PCR reagents integrated
sample-to-result process
ANY LAB
• Walk-away system
needed
ANY LAB
SUITABLE FOR
in a single cartridge
• All PCR reagents integrated
• Contamination-controlled design
• No special expertise required
• Minimal infrastructure
• Contamination-controlled design
ACCESSIBLE
or batching
ACCESSIBLE
or batching
• Access on demand
• Minimal infrastructure
• No special expertise required
• No need for pre-processing
• No need for pre-processing
• Walk-away system
• Fully automated
• Fully automated
sample-to-result process
SUITABLE FOR
in a single cartridge
sample-to-result process
needed
• All PCR reagents integrated
• Walk-away system
in a single cartridge
needed
SUITABLE FOR
ACCESSIBLE
ANY LAB
needed
EASE OF USE
• Fully automated
• All PCR reagents integrated
• Contamination-controlled design
• Minimal infrastructure
• No special expertise required
• Contamination-controlled design
• Access on demand
• No special expertise required
• No need for pre-processing
• Minimal infrastructure
or batching
• Access on demand
ACCESSIBLE
or batching
• All PCR reagents integrated
sample-to-result process
in a single cartridge
SUITABLE FOR
ANY LAB
needed
• Walk-away system
• Access on demand
• Contamination-controlled design
• No special expertise required
• Minimal infrastructure
ACCESSIBLE
or batching
• Access on demand
• No need for pre-processing
• No need for pre-processing
• Walk-away system
ANY LAB
(1) Reijans et al., ESMO 2019
(1) Reijans et al., ESMO 2019
*Prototype
The Idylla™ ctEGFR Mutation Assay* compared to Next Generation Sequencing,
THE IDYLLA™ ctEGFR MUTATION ASSAY
SHOWS HIGH CONCORDANCE TO NGS
the testing of 49 relevant EGFR mutations in 2 ml of NSCLC plasma samples.
THE IDYLLA™ ctEGFR MUTATION ASSAY
SHOWS HIGH CONCORDANCE TO NGS
• Thirty-four mutations were detected by NGS and confirmed by the Idylla™ ctEGFR prototype assay.
The Idylla™ ctEGFR Mutation Assay* compared to Next Generation Sequencing,
the testing of 49 relevant EGFR mutations in 2 ml of NSCLC plasma samples.
• An additional 8 mutations were detected by the Idylla™ ctEGFR prototype assay and confirmed by Cobas.
shows high sensitivity and ease of use combined with fast turnaround time for
shows high sensitivity and ease of use combined with fast turnaround time for

1
1
1
*Prototype
Access on demand
ACCESSIBLE
•
No need for pre-processing
•
or batching
(1) Reijans et al., ESMO 2019
or batching
(1) Reijans et al., ESMO 2019
*Prototype
sample-to-result process
• All PCR reagents integrated
• Contamination-controlled design
*Prototype
1
(1) Reijans et al., ESMO 2019
• Fully automated
• Walk-away system
in a single cartridge
• No special expertise required
SUITABLE FOR
• Minimal infrastructure
(1) Reijans et al., ESMO 2019
*Prototype
EASE OF USE
EASE OF USE
sample-to-result process
• All PCR reagents integrated
• Contamination-controlled design
• Fully automated
• Walk-away system
in asingle cartridge
SUITABLE FOR
• Minimal infrastructure
• No special expertise required
ANY LAB
needed
sample-to-result process
• Walk-away system
ACCESSIBLE
in a single cartridge
• All PCR reagents integrated
• Access on demand
SUITABLE FOR
needed
ANY LAB
or batching
EASE OF USE
• Fully automated
• No need for pre-processing
• Contamination-controlled design
• No special expertise required
or batching
• Minimal infrastructure
ACCESSIBLE
• Access on demand
needed
or batching
• No need for pre-processing
ACCESSIBLE
• Access on demand
• No need for pre-processing
ANY LAB
DE BIOCARTIS GROUP BESTAAT VANDAAG UIT DE HOLDINGMAATSCHAPPIJ BIOCARTIS GROUP NV EN DRIE VOLLE DOCHTERONDERNEMINGEN. DE STRUCTUUR VAN BIOCARTIS PER 31 DECEMBER 2019 WAS ALS VOLGT: • Thirty-four mutations were detected by NGS and confirmed by the Idylla™ ctEGFR prototype assay. Idylla™ ctEGFR prototype assay.
Access on demand
ACCESSIBLE
ANY LAB
No special expertise required
•
Minimal infrastructure
•
•
needed
No need for pre-processing
•
THE IDYLLA™ ctEGFR MUTATION ASSAY
SUITABLE FOR
•
All PCR reagents integrated
Walk-away system
•
in a single cartridge
SHOWS HIGH CONCORDANCE TO NGS
•
No special expertise required
ANY LAB
•
Contamination-controlled design
Minimal infrastructure
•
•
needed
SUITABLE FOR

The Idylla™ ctEGFR Mutation Assay* compared to Next Generation Sequencing, shows high sensitivity and ease of use combined with fast turnaround time forthe testing of 49 relevant EGFR mutations in 2 ml of NSCLC plasma samples. • Thirty-four mutations were detected by NGS and confirmed by the Idylla™ ctEGFR prototype assay. • An additional 8 mutations were detected by the Idylla™ ctEGFR prototype The Idylla™ ctEGFR Mutation Assay* compared to Next Generation Sequencing, THE IDYLLA™ ctEGFR MUTATION ASSAYSHOWS HIGH CONCORDANCE TO NGSDe hoofdzetel van Biocartis Group NV is gevestigd in Mechelen, België, opgericht op 24 november 2014 en geregistreerd in België onder registratienummer 0505.640.808 (RLP Antwerpen, divisie Mechelen). Globaal genomen is het merendeel van de operationele activiteiten gecentraliseerd in Mechelen (België) op verschillende locaties met een totale omvang van ca. 6.800 m². Daarnaast exploiteert Biocartis een
THEIDYLLA™ ctEGFR MUTATION ASSAYSHOWS HIGHCONCORDANCE TO NGS34NGSIdylla™Amerikaans R&D centrum in Raritan (New Jersey, VS) en een Commercieel kantoor voor de VS in Jersey City (New Jersey, VS). Verder is de Biocartis joint venture, Wondfo-Cartis Ltd., opgericht in de tweede helft van 2018 in China als joint venture die voor 50% eigendom van Biocartis Group is en voor 50% van Wondfo Biotech (HK) Co., Ltd.
NGS
34
1
1
for
Thirty-four mutations were detected by NGS and confirmed by the
fast turnaround time
The Idylla™ ctEGFR Mutation Assay* compared to Next Generation Sequencing,
combined with
1
*Prototype
THE IDYLLA™
shows
high sensitivity
and
SHOWS HIGH CONCORDANCE TO NGS
ct
ease of use
the testing of 49 relevant EGFR mutations in 2 ml of NSCLC plasma samples.
The Idylla™ ctEGFR Mutation Assay* compared to Next Generation Sequencing,
EGFR MUTATION ASSAY
THE IDYLLA™
ct
No need for pre-processing •
SHOWS HIGH CONCORDANCE TO NGS
EGFR MUTATION ASSAY
•
or batching
needed
ACCESSIBLE
Access on demand
1
•
fast turnaround time
in a single cartridge
1
No special expertise required
for
SUITABLE FOR
Minimal infrastructure •
•
•
•
•
ANY LAB
EASE OF USE
sample-to-result process
All PCR reagents integrated
Contamination-controlled design
Fully automated
Walk-away system
combined with
•
•
All PCR reagents integrated
shows
Walk-away system
•
EASE OF USE
•
sample-to-result process
•
Fully automated
in a single cartridge
Contamination-controlled design
•
sample-to-result process
•
and
high sensitivity
•
assay and confirmed by Cobas.
Thirty-four mutations were detected by NGS and confirmed by the
Idylla™ ctEGFR prototype assay.
the testing of 49 relevant EGFR mutations in 2 ml of NSCLC plasma samples.
ease of use
An additional 8 mutations were detected by the Idylla™ ctEGFR prototype
Fully automated
EASE OF USE
(1) Reijans et al., ESMO 2019
(1) Reijans et al., ESMO 2019
*Prototype
THE IDYLLA™ ctEGFR MUTATION ASSAY
Biocartis richt zich op het uitvoeren van een winstgevende groeistrategie die waarde opbouwt binnen de oncologie MDx-markt voor oncologie door gepersonaliseerde geneeskunde een dagelijkse realiteit te maken.
De MDx-markt voor oncologie groeit snel als gevolg van het feit dat kanker steeds meer voorkomt, doordat er steeds meer nood is aan moleculaire testing ten gevolge van de groeiende beschikbaarheid van gerichte therapieën, en doordat steeds meer decentraal getest wordt. Het Idylla™ platform van Biocartis is uniek gepositioneerd in deze markt omdat:
Biocartis' menustrategie voor het Idylla™ platform wordt gedreven door verschillende belangrijke markttendensen in de oncologie MDx-markt. Deze trends omvatten het stijgend aantal gerichte kankertherapieën, het potentieel van pan-kanker therapieën, het stijgend aantal gensignaturen die gericht zijn op toepassingen voorbij therapieselectie, het opkomen van immuno-oncologie als nieuw paradigma in kankerbehandeling en de groeiende adoptie van vloeibare biopsie-testing dat toelaat om tumorinformatie te bekomen via vloeibare stalen.
Allen samen bieden deze trends een zeer positief klimaat voor het Idylla™ platform en de menustrategie gebaseerd op vier strategische groeipijlers waar de unieke kenmerken van Idylla™ het beste potentieel bieden om een verschil te maken:
Op korte termijn zal Biocartis voortbouwen aan een sterk menu van tests die gericht zijn op therapieselectie en die door de richtlijnen aanbevolen worden. Colorectale (darm)kanker en longkanker zijn hier van bijzonder belang omdat Biocartis zich richt op het aanbieden van een overzichtelijk panel van actiegerichte eerstelijnstests voor
Als de nieuwste pijler in de behandeling van kanker is immunotherapie een aantrekkelijke commerciële opportuniteit voor Biocartis. In het bijzonder richt Biocartis zich op een testmenu voor twee grote therapeutische takken: 'immuun checkpoint inhibitors' en celgebaseerde therapie. De drie primaire onderdelen van dit menu omvatten (1)
beide segmenten. Verdere ontwikkelingsgebieden voor therapieselectie omvatten testontwikkeling voor additionele kankertypes en het exploiteren van bepaalde bestaande tests en tests die in de pipeline zitten – beiden eerst gericht op gebruik voor specifieke kankers en later richting pan-tumor toepassingen.
MSI-validatie voor immuun checkpoint inhibitor selectie in colorectale (darm)kanker en later pan-kanker settings, (2) immuunsignaturen die informatie bieden over de activiteit van het immuunsysteem voor een bepaalde tumor, en (3) tests die de respons op immuuntherapieën, of de weerstand tegen de tumor hiervan kunnen voorspellen.
Nu het bewijs van het klinisch nut van vloeibare biopsie testing groeit, zal Biocartis zich richten op de belangrijkste toepassingen waar de snelheid van Idylla™ nodig is en zo een kritisch concurrentievoordeel betekent. Deze toepassingen
Om de ontwikkeling van zijn intern Idylla™ menu aan te vullen stelt Biocartis zich voor additionele partnerships te sluiten met commerciële bedrijven die zelf gevalideerde, gepatenteerde oncologische gensignaturen van hoge waarde hebben, om deze te kunnen overzetten op het
omvatten monitoring van patiënten die therapie krijgen ('on therapy monitoring') en MRD (Minimal Residual Disease) assessment na de behandeling voor vaste tumoren, alsook bepaalde lange termijn herhaaldelijke monitoring toepassingen in hematologische kankers waarvoor er al richtlijnen bestaan.
Idylla™ platform met als doel een hogere marktpenetratie te bekomen. Dit zal resulteren in additionele kankerfranchises voor Idylla™ en in de uitbreiding van het platform naar nieuwe klantensegmenten binnen de oncologie MDx-markt.
Biocartis richt zich op het versneld uitbreiden van zijn menu via partnerships:
De focus ligt hier op de (gezamenlijke) ontwikkeling van CDx tests op het Idylla™ platform. Verwacht wordt dat Biocartis hierdoor sneller een commerciële acceptatie en een hoog marktaandeel zal bereiken. De partners van Biocartis worden verwacht zo kunnen profiteren van een groter aantal geschikte patiënten voor hun gerichte therapieën,
gestimuleerd door de belangrijkste voordelen van het Idylla™ platform: snelle doorlooptijden, waardoor de concurrentie wordt verminderd met therapieën die geen biomarker vereisen en hogere penetratie van de potentiële markt door meer toegang tot testing dankzij Idylla™.
De nadruk ligt hier op het overzetten van gepatenteerde biomarkerpanels van partners, die in de meeste gevallen al ontwikkeld en klinisch gevalideerd zijn, op het Idylla™ platform. Zo voegt Biocartis eigen inhoud toe aan zijn menu, waardoor het Idylla™ testmenu nog aantrekkelijker wordt.
Gedreven door zijn unieke functies, wordt verwacht dat partners kunnen profiteren van een versnelde wereldwijde uitrol van hun inhoud, kostenbesparingen en snellere acceptatie door klanten, aangezien er geen platform training nodig is.
De focus ligt hier op de ontwikkeling van Biocartis Idylla™ tests, voornamelijk in samenwerking met IVD-ontwikkelaars. Dit zal Biocartis toelaten de ontwikkelkosten van de eerste testmenu's te verlagen en tegelijkertijd te profiteren van
de collectieve kennis van zijn ontwikkelingspartner. Door dergelijke samenwerkingsverbanden kunnen partners verder bijdragen aan medische innovatie en profiteren van kennisuitwisseling en -opbouw.
Meer informatie over de Idylla™ test pipeline kan gevonden worden in de Biocartis bedrijfspresentatie op www.biocartis.com/investors.
Bij het bepalen van zijn initiële duurzaamheidsaanpak- en communicatie, heeft Biocartis onder andere rekening gehouden met enkele van de meest verspreide duurzaamheidskaders, namelijk de Sustainable Development Goals38 (SDG) en de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI)39. Het SDG-raamwerk omvat 17 doelstellingen die zijn ontwikkeld door het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties in januari 2016 en worden beschouwd als het leidende universele duurzaamheidsraamwerk. De GRI-richtlijnen vormen de wereldwijde referentie voor
Duurzaamheid zit in het DNA van Biocartis. Onze producten zijn gericht op het verbeteren van het leven van kankerpatiënten over de hele wereld door makkelijke en snelle toegang tot MDx-tests mogelijk te maken. Zo kunnen ze mogelijk bijdragen tot meer optimale kankerbehandelingen,
duurzaamheidsverslaggeving40. Het SDG-raamwerklegt meer nadruk op hoe bedrijven hun activiteiten organiseren en beheren om bij te kunnen dragen aan een duurzamere wereld, terwijl het GRI-raamwerk zich vooral richt op het rapporteren van de impact van een bedrijf. Beide raamwerken behandelen de bredere onderwerpen rond de bekende pijlers 'people, planet, profit'. In deze sectie geven we informatie over hoe duurzaamheid is verankerd in de kernactiviteiten van Biocartis en hoe Biocartis op verantwoordelijke wijze als bedrijf handelt met de sociale en ecologische bronnen die het gebruikt.
hetgeen de potentie heeft om een positieve impact te hebben op de totale gezondheidszorgkosten voor de samenleving. Eén Idylla™ test kan één kankerpatiënt een stap dichterbij brengen om de juiste behandeling te krijgen met de best mogelijke gezondheidsresultaten.

*Prototype
EASE OF USE
• Fully automated
• Walk-away system
in a single cartridge
SUITABLE FOR
• Minimal infrastructure
• No special expertise required
NGS
NGS
34
34
Idylla™
Idylla™
42
42
ANY LAB
needed
ACCESSIBLE
• Access on demand
EASE OF USE
sample-to-result process
*Prototype
SHOWS HIGH CONCORDANCE TO NGS
(1) Reijans et al., ESMO 2019
• All PCR reagents integrated
THE IDYLLA™ ctEGFR MUTATION ASSAY
• Contamination-controlled design
The Idylla™ ctEGFR Mutation Assay* compared to Next Generation Sequencing,
• Fully automated
• Walk-away system
in asingle cartridge
SUITABLE FOR
• Minimal infrastructure
• No special expertise required
ANY LAB
needed
ACCESSIBLE
• Access on demand
or batching
1
1
or batching
• No need for pre-processing
• No need for pre-processing
THE IDYLLA™ ctEGFR MUTATION ASSAYSHOWS HIGH CONCORDANCE TO NGS(1) Reijans et al., ESMO 2019sample-to-result process" E é n Id y l l a™ t e s t k a n é é n k a n k e r p a t i ë n t e e n s t a p d i c h t e r bre n ge n bi j h e t ve rk r i jge n van d e jui ste be h an d elin g , m et d e be st m ogelijk e gez on d h ei d sre su ltaten ."
HERMAN VERRELST CEO BIOCARTIS
• Contamination-controlled designWij zijn ervan overtuigd dat de karakteristieken van de Biocartis producten (met name snel, eenvoudig en heel accuraat) bijdragen aan een duurzamer zorgmodel:
PATIËNT - Betere resultaten - Minder angst - Snellere beslissing over juiste behandeling
MUTATIONS DETECTEDMUTATIONS DETECTEDMUTATIONS DETECTEDMUTATIONS DETECTEDHOGE PRECISIE DIAGNOSTIEK VOOR GEPERSONALISEERDE GENEESKUNDE IN EEN DUURZAAM GEZONDHEIDSZORGNETWERK
An additional 8 mutations were detected by the Idylla™ ctEGFR prototype • - Verbeterde gezondheid en levensduur - R&D-gestuurde economie - Gestandaardiseerde en doeltreffende zorg - Algemene gezondheid en economische impact
the testing of 49 relevant EGFR mutations in 2 ml of NSCLC plasma samples. • Thirty-four mutations were detected by NGS and confirmed by the assay and confirmed by Cobas. shows high sensitivity and ease of use combined with fast turnaround time forthe testing of 49 relevant EGFR mutations in 2 ml of NSCLC plasma samples. Thirty-four mutations were detected by NGS and confirmed by the • assay and confirmed by Cobas. - Hogere succesratio's - Beter voorspelbare terugbetaling - Betere keuze van de geschikte patiëntenpopulatie
Idylla™ ctEGFR prototype assay.
NGS
NGS
34
THEIDYLLA™ ctEGFR MUTATION ASSAY
All PCR reagents integrated
Contamination-controlled design
sample-to-result process
*Prototype
EASE OF USE
Fully automated
Walk-away system
in a single cartridge
•
SUITABLE FOR
Minimal infrastructure •
No special expertise required
•
•
•
ANY LAB
•
needed
ACCESSIBLE
•
•
or batching
or batching
Access on demand
No need for pre-processing •
No need for pre-processing •
1
1
SHOWS HIGHCONCORDANCE TO NGS
(1) Reijans et al., ESMO 2019
34
*Prototype
All PCR reagents integrated
EASE OF USE
Fully automated
Walk-away system
in a single cartridge
•
SUITABLE FOR
Minimal infrastructure •
ANY LAB No special expertise required
•
•
•
•
needed
ACCESSIBLE Access on demand
Idylla™
Idylla™
42
42
• An additional 8 mutations were detected by the Idylla™ ctEGFR prototype - Snelle testresultaten - Snel opstarten van de behandeling - Verhoging van de kans op geen verdere ziektevoortgang en betere algehele overleving van de patiënt
HOOFDSTUK 3 > BEDRIJFS-ACTIVITEITEN
In 2019 leverde Biocartis specifieke bijdragen aan zeven van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen die universeel werden ontwikkeld om tegemoet te komen aan de dringende ecologische, politieke en economische uitdagingen waarmee onze wereld wordt geconfronteerd.
| SDG 3: Verzeker een goede gezondheid en promoot welvaart voor alle leeftijden |
GEPERSONALISEERDE GENEESKUNDE MOGELIJK MAKEN VOOR K ANKERPATIËNTEN OVER DE HELE WERELD DOOR MIDDEL VAN SNELLE, EENVOUDIGE EN ZEER NAUWKEURIGE MDx TESTING In 2019: Installed base van 1.310 Idylla™ instrumenten 175k cartridge volume Een uitgebreid menu met Idylla™ tests ter ondersteuning van patiënten over de hele wereld, met twee nieuwe testlanceringen: de Idylla™ MSI Test en de Idylla™ ctEGFR Mutation Assay (RUO) Versterking van de wereldwijde voetafdruk met de oprichting van een joint venture in China en met de lancering van het Idylla™ platform door Nichirei Biosciences in Japan |
|---|---|
| SDG 4: Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en |
EEN VEILIGE EN GEZONDE WERKPLEK In 2019: Het bieden van een veilige en gezonde werkplek voor alle werknemers Geen dodelijke ongevallen of ongevallen met een handicap op de werkplek Bijna 16.000 trainingsuren |
| SDG 5: Bereik gendergelijkheid en empowerment voor alle vrouwen en meisjes |
EEN EVENWICHTIGE GENDERDIVERSITEIT In 2019: 465 werknemers1 met 30 nationaliteiten 50%-50% evenwichtige genderdiversiteit |

| SDG 8: Bevorder aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen SDG 9: Bouw een veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisering en stimuleer innovatie |
GROEI REALISEREN In 2019: +18% werknemers1 +29% productinkomsten +32% Idylla™ cartridgevolume + 337 Idylla™ instrumenten toegevoegd aan de installed base |
|---|---|
| SDG 13: Neem dringend actie om klimaatverandering en zijn impact te bestrijden |
ONZE MILIEU-IMPACT BEPERKEN In 2019: Bewustmakingscampagne over de impact van het gebruik van biociden Implementatie van 'afvaleilanden' voor betere recycling en afvalbeheer |
| SDG 17: Versterk de implementatiemiddelen en revitaliseer het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling. |
EEN IDYLL A™ ECOSYSTEEM BOUWEN ME T PARTNERS WERELDWIJD In 2019: +49% samenwerkingsinkomsten Eerste twee samenwerkingen in immuno-oncologie met Kite/ Gilead en BMS 26 abstracts, posters en publicaties over Idylla™ data die hoge performantie aantonen Jaarlijkse fondsenwervende acties door werknemers die 7 verschillende non-profitorganisaties ondersteunen op het gebied van kanker en gezondheid |
Meer informatie over onze duurzaamheidsactiviteiten vindt u onder 'Stakeholders', sectie 'Partners' en 'Klanten & patiënten'.
Biocartis streeft ernaar om verantwoord met zijn sociale en ecologische bronnen om te gaan. Informatie over dit onderwerp is te vinden doorheen dit rapport en behandelt verschillende aspecten, waarvan de belangrijkste en hun referenties in dit rapport hieronder worden weergegeven:
Naleving van de regelgeving is een belangrijke voorwaarde voor markttoegang in MDx. Afhankelijk van het type product en de geografie bestaan er verschillende
WAT? Een CE-markering is vereist voor brede markttoegang in de EU. Biocartis voldoet aan de IVD-richtlijn voor fabrikanten die medische IVD-apparaten op de EU-markt brengen, waardoor Biocartis IVD-producten met CE-markering in de EU en in andere landen die CE-IVD gemarkeerde apparaten accepteren kan verdelen en op de markt kan brengen Op 5 april 2017 zijn twee nieuwe EU-verordeningen inzake medische hulpmiddelen aangenomen: de verordening betreffende medische hulpmiddelen en de verordening betreffende IVD medische hulpmiddelen, die beide op 25 mei 2017 in werking
regelgevingsprocessen waarvoor bepaalde MDx-toestellen moeten worden goedgekeurd of toegestaan door toezichthouders.
getreden zijn met een overgangsperiode van drie jaar voor de verordening medische apparaten (mei 2020) en vijf jaar voor de verordening betreffende IVD medische hulpmiddelen (mei 2022). Volgens de nieuwe verordening zal beoordeling door een aangemelde instantie vereist zijn voor de meeste IVDmedische hulpmiddelen en dit voorafgaand aan de lancering, evenals verdere validatie-inspanningen eens de producten op de markt zijn om ervoor te zorgen dat apparaten blijven functioneren zoals verwacht.
BIOCARTIS? Vandaag hebben alle Biocartis Idylla™ IVDproducten een CE-markering. Een overzicht is beschikbaar onder het hoofdstuk 3.11 'Producten'. Biocartis bereidt zich voor op de toepassing van de verordening betreffende IVD
WAT? De VS vereisen strengere productvrijgave inspanningen voordat toegang tot de markt wordt verleend. Afhankelijk van de risicoklasse van het medische hulpmiddel is ofwel een 510 (k) notificatie ofwel kan een strengere 'Pre-Market Approval' (PMA) vereist zijn. De US FDA is het federale agentschap van
BIOCARTIS? In navolging van de verschillende markttoegangseisen van de US FDA op basis van de risicoklasse van het medische hulpmiddel, vereist de
In China is de 'National Medical Products Administration' (NMPA) het bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor de regulering van medische apparatuur op het Chinese vasteland.
Alle medische hulpmiddelen in Japan vereisen registratie bij het Ministerie van Volksgezondheid, Arbeid en Welzijn. Er zijn vier hoofdklassen medische hulpmiddelen: Algemene medische hulpmiddelen (Klasse I), Gecontroleerde medische hulpmiddelen (Klasse II) en Speciaal gecontroleerde medische
Op veel RoW-markten worden de IVD-producten met CEmarkering geaccepteerd. Verschillende markten hebben ook hun eigen specifieke lokale autorisatievereisten, in welk geval aanvullende inspanningen voor productregistratie vereist zijn.
EU: CE-MARKERING
Behalve IVD medische hulpmiddelen biedt Biocartis ook producten aan voor Research Use Only (RUO), wat betekent dat ze alleen mogen worden gebruikt in onderzoekstoepassingen, zoals het evalueren of bevestigen van de prevalentie van bepaalde mutaties of andere onderzoeksgeoriënteerde applicaties. Een overzicht van alle medische hulpmiddelen door alle huidige IVD-producten te beoordelen op de nieuwe vereisten en ervoor te zorgen dat nieuwe IVD-producten die in ontwikkeling zijn, aan de nieuwe normen voldoen.
'United States Department of Health and Human Services' dat verantwoordelijk is voor de bescherming en bevordering van de volksgezondheid door controle en toezicht op onder andere voedselveiligheid, farmaceutische geneesmiddelen en medische hulpmiddelen41.
meerderheid van de Idylla™ oncologieproducten strengere pre-marktgoedkeuringen (PMA). Het Idylla™ instrumentarium is vrijgesteld van 510 (k) premarket-meldingsvereisten42.
Het classificatiesysteem voor medische apparatuur van China vertoont enkele overeenkomsten met Amerikaanse normen, zoals de indeling in Klasse I-, Klasse II- en Klasse III-apparaten.
hulpmiddelen (Klasse III en Klasse IV). De partner van Biocartis in Japan, Nichirei Biosciences, voltooide in oktober 2019 de registratie van het Idylla™ Instrument en de Idylla™ Console bij het 'Pharmaceuticals and Medical Devices Agency' (PMDA) en dit als algemene medische hulpmiddelen (Klasse I) in Japan.
Elke afzonderlijke markt wordt daarom beoordeeld in termen van inspanningen die nodig zijn om te voldoen aan deze lokale markttoelatingen.
RUO-gelabelde producten is te vinden onder 3.11 'Producten'. In veel van de markten waar Biocartis actief is, kunnen dergelijke RUO-producten te koop worden aangeboden, bijvoorbeeld als IVD-producten die nog niet zijn goedgekeurd voor verkoop of distributie.
Als bedrijf dat grote hoeveelheden data beheert, zowel intern als gegenereerd door de gebruikers van zijn producten, is Biocartis volledig toegewijd aan het beschermen en bewaken van persoonlijke gegevens. Biocartis neemt privacy ernstig en werkt voortdurend aan de verbetering van zijn privacyen beveiligingskader. In 2019 zijn verdere maatregelen genomen met betrekking tot de EU-algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de wet op de portabiliteit en verantwoordingsplicht van de ziekteverzekering (HIPAA). Deze acties omvatten:
Als lid van Medtech Europe volgt Biocartis nauwgezet de 'Medtech Europe Code of Ethical Business Practice Guidelines' op. In dat kader voldoet Biocartis sinds 2017 aan de Belgische beMedtech-rapportage, nog versterkt door de 'Belgian Sunshine Act' in 2017, die rapportage vereist van premies en voordelen toegekend aan beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg, zorgorganisaties en/of patiëntenorganisaties. Sinds 2018 heeft Biocartis de nodige acties ondernomen om te zorgen voor de transparantierapportage van Sunshine in de VS over bepaalde betalingen of andere waardeoverdrachten aan Amerikaanse artsen of academische ziekenhuizen en andere onderzoeksentiteiten.
Klinische MDx testing worden steeds belangrijker in de begeleiding van de juiste kankertherapie. IVD tests worden ofwel vergoed door overheidsbetalers of particuliere verzekeringsmaatschappijen. Elk nationaal gezondheidssysteem en een particuliere verzekeraar overschouwen verschillende aspecten bij het nemen van een beslissing over het al dan niet vergoeden van een IVD test, zoals de maatschappelijke kosten of de prijs.
Tegenwoordig bevatten de meeste Idylla™ tests in het productaanbod van Biocartis biomarkers die al zijn opgenomen in de klinische richtlijnen en worden ze als dusdanig meestal al vergoed door derde betalers. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste MDx-markten en hun terugbetalingssystemen.
In Europa worden uitgaven voor diagnostiek meestal publiek gefinancierd en betaald door volksgezondheidsautoriteiten meestal binnen een derdebetalersysteem. Elke Europese markt heeft echter zijn eigen unieke kenmerken. In sommige landen worden terugbetalingsbesluiten genomen door regionale autoriteiten, terwijl deze in andere landen op nationaal niveau worden genomen43. Binnen Europa variëren de vergoedingsschema's en beïnvloeden ze wie binnen de gezondheidszorg de testing daadwerkelijk uitvoert. In
de afgelopen jaren hebben zich regelmatig wijzigingen voorgedaan in het terugbetalingsbeleid in een aantal Europese landen, waarbij soms de voorkeur werd gegeven aan sterk gecentraliseerde tests en soms de voorkeur werd gegeven aan sterk gedecentraliseerde tests, met veel variaties daartussenin. Biocartis was in staat om gemakkelijk door dit diverse terugbetalingslandschap te navigeren, omdat het gebruik van ons zeer flexibele Idylla™ platform kan worden aangepast aan verschillende terugbetalingsscenario's en instellingen.
In de VS is de vergoeding meestal hoger dan in vergelijking met Europa, en dit is te wijten aan het feit dat het terugbetalingssysteem een gemengd betalingssysteem is waarbij zowel de overheid, werkgevers als particulieren de kosten van gezondheidszorg delen. Hier is particuliere verzekering de meest gebruikelijke vorm van dekking, waarbij verzekeringspremies worden betaald door individuen of werkgevers. In 2018 trad in de VS de PAMA (Protecting Access to Medicare Act) in werking om de prijs te normaliseren tussen de terugbetaling door de overheid en die van de particuliere sector. Onder PAMA moeten veel (maar niet alle) klinische laboratoria het aandeel persoonlijke betaald per test rapporteren, samen met de bijbehorende testvolumes44. Alle huidige producten van Biocartis komen in aanmerking voor terugbetaling met behulp van vastgestelde codes.
In China heeft elke burger recht op basisgezondheidszorg die wordt betaald door de centrale overheid en wordt gefinancierd door lokale overheden. De publiek gefinancierde ziekteverzekering dekt ongeveer 95% van de bevolking, inclusief de meeste diagnostiek. IVD-terugbetaling gebeurt
Alle medische hulpmiddelen in Japan vereisen registratie bij het ministerie van Volksgezondheid, Arbeid en Welzijn. Er zijn vier hoofdklassen medische hulpmiddelen: Algemene medische hulpmiddelen (Klasse I), Gecontroleerde medische hulpmiddelen (Klasse II) en Speciaal gecontroleerde medische
EUROPA
Vergoeding in RoW-landen varieert per regio en is afhankelijk van het lokale gezondheidszorg- en verzekeringsstelsel. In verschillende geografische gebieden ondersteunen
geheel op provinciaal niveau. De vergoedingsprocessen
hulpmiddelen (Klasse III en Klasse IV). De partner van Biocartis in Japan, Nichirei Biosciences, voltooide de registratie van het Idylla™ Instrument en de Idylla™ Console bij de Pharmaceuticals and Medical Devices Agency (PMDA) in Japan als algemene medische hulpmiddelen (klasse I) in oktober 2019.
farmaceutische bedrijven de lokale beschikbaarheid van MDxtests als het terugbetalingsbeleid ontoereikend is.
Kwaliteit speelt een cruciale rol in de ambitie van Biocartis om de gezondheidsresultaten voor oncologiepatiënten te verbeteren met de unieke Idylla™ producten. Biocartis engageert zich voor blijvende verbetering en heeft een kwaliteitsmanagementsysteem ('QMS' - Quality Management System) opgezet dat in overeenstemming is met de internationale standaarden en regelgeving dat een raamwerk biedt voor het meten en verbeteren van performantie.
Het QMS kwaliteitssysteem van Biocartis heeft betrekking op alle producten en tests van Biocartis. Alle processen die nodig zijn voor het QMS en hun toepassing in heel de organisatie zijn gedefinieerd in een QMS-handboek. Dit beschrijft de belangrijkste processen voor het ontwikkelen, produceren en leveren van kwalitatief hoogwaardige producten aan de Biocartis klanten en zorgt ervoor dat de feedback van klanten
continue verbetering brengen. Elk van de onderliggende sleutelprocessen wordt beschreven in procedures en werkrichtlijnen die worden uitgerold in heel de organisatie.
Biocartis heeft een Intern Auditprogramma opgezet om de naleving van het QMS, de geplande regelingen voor productrealisatie, de vereisten van relevante standaarden en regelgevingen (zoals ISO13485 en FDA 21 CFR deel 820) en interne vereisten zoals vastgelegd in de Kwaliteitshandleiding en het Kwaliteitsbeleid van Biocartis, te verifiëren. Alle terugkoppelingen in het procesmodel van Biocartis voor het meten, analyseren en verbeteren zijn opgezet met als doel corrigerende en preventieve acties te kunnen doorvoeren om de oorzaak van mogelijke niet-naleving weg te werken en het proces voor permanente verbetering te voeden.
Biocartis voldoet verder aan de volgende normen:
De CEO heeft de eindverantwoordelijkheid voor kwaliteit. Hij heeft het dagelijks management gedelegeerd aan het Hoofd Kwaliteit, die er ook op toeziet dat alle medewerkers hun
eigen verantwoordelijkheden in hun werkgebieden begrijpen om ervoor te zorgen dat kwaliteit binnen het hele bedrijf is ingebed.
Belangrijkste kwaliteitsgerelateerde prestaties in 2019 omvatten:
Biocartis werkt aan een zorgvuldig beheer van zijn milieu-impact. Biocartis verplicht zich daarom tot volledige naleving van alle toepasselijke milieuwetgeving met betrekking tot zijn producten en activiteiten.
Als een producent van medische toestellen die Idylla™ instrumenten en -cartridges produceert, voldoet Biocartis aan de volgende milieurichtlijnen die betrekking hebben op de milieu-impact van ziin producten en hun afval:
Biocartis voldoet ook aan de richtlijnen die voortkomen uit zijn productie- en onderzoeksactiviteiten:
Biocartis heeft alle vereiste milieugoedkeuringen, vergunningen en licenties met betrekking tot deze voorschriften verkregen. Verder:
In 2019 heeft Biocartis een evaluatie uitgevoerd van alle toepasselijke nieuwe milieuwetgeving (Europa / België / Vlaanderen) om volledige naleving te garanderen. Deze beoordeling omvatte wetgeving met betrekking tot:
Andere acties in 2019 waren onder meer:
De bescherming van Biocartis' intellectuele eigendomsrechten, die de basis van zijn producten en technologieën vormen, is een essentiële factor voor het commerciële succes van Biocartis. De intellectuele eigendommen van Biocartis wordt overzien door het IP-departement (Intellectual Property) van Biocartis. De huidige octrooienportfolio werd zowel opgebouwd via de overnames van octrooien van derden, octrooiaanvragen en knowhow, als door interne creatie en het houdt verband met verschillende aspecten van het Idylla™ platform. Verder heeft Biocartis ook exclusieve licenties voor specifieke technologieën van derden. De
octrooiportefeuille van Biocartis bestaat momenteel uit 28 octrooifamilies, die zowel toegekende octrooien als octrooien in wereldwijde aanvraag omvatten. Daarnaast vertrouwt Biocartis op een combinatie van bedrijfsgeheimen, modelrechten, handelsmerken, auteursrechten, geheimhoudingsovereenkomsten, niet-exclusieve licenties en andere contractuele bepalingen en technische maatregelen die bijdragen aan het handhaven en verder ontwikkelen van de concurrentiepositie van Biocartis op vlak van intellectueel eigendom.

" We bied en snel l e en eenvou dige opl os singen voor mol ecul aire di a g nost iek met a l s d oel snel l ere en meer a ccurate therapiebe sli s singen mogelijk te m a k en voor oncol og ie pat iënten werel dwijd ."
42 Idylla™42 Idylla™ Het Idylla™ platform is een volledig geautomatiseerd, realtime PCR-gebaseerd systeem voor moleculaire diagnose dat resultaten op dezelfde dag oplevert, waardoor artsen tijdig beslissingen kunnen nemen over de therapie van patiënten. Idylla™ kan gebruikt worden met meerdere soorten stalen, waaronder vaste en vloeibare biopsieën. Deze flexibiliteit maakt het gebruik van Idylla™ mogelijk voor diagnose, onderzoek of mogelijk toekomstige monitoringtoepassingen. Met zijn
Thirty-four mutations were detected by NGS and confirmed by the An additional 8 mutations were detected by the Idylla™ ctEGFR prototype Thirty-four mutations were detected by NGS and confirmed by the An additional 8 mutations were detected by the Idylla™ ctEGFR prototype compacte, schaalbare ontwerp en uitstekend gebruiksgemak overwint Idylla™ de traditionele barrières van moleculaire diagnostiek, waardoor het in vrijwel elke laboratoriumomgeving kan worden gebruikt. De vereenvoudigde Idylla™ werkstroom in vier stappen beperkt drastisch het aantal en de duur van operatorstappen die voorheen tot hoge arbeidskosten en foutenrisico's voor MDx tests hebben geleid, en het duurt over het algemeen niet langer dan twee minuten:

*Prototype
*Prototype
(1) Reijans et al., ESMO 2019
(1) Reijans et al., ESMO 2019
STAP 1: HET STAAL VAN DE PATIËNT WORDT INGEBRACHT VIA DE CONSOLE DOOR OFWEL DE BARCODE OP DE STAALCONTAINER TE SCANNEN, OFWEL DOOR DE IDENTIFICATIECODE VAN HET PATIËNTENSTAAL MANUEEL IN TE VOEREN.
STAP 2: HET STAAL VAN DE PATIËNT WORDT GEKOPPELD AAN DE CARTRIDGE DOOR VERVOLGENS DE BARCODE VAN DE CARTRIDGE TE SCANNEN. DE CONSOLE ERKENT AUTOMATISCH DE TEST DIE DE GEBRUIKER WIL UITVOEREN.

STAP 3: HET STAAL VAN DE PATIËNT WORDT TOEGEVOEGD AAN DE CARTRIDGE. NA HET KLEPJE VAN DE CARTRIDGE TE HEBBEN GESLOTEN, ZITTEN ALLE REAGENTIA VAN HET STAAL IN EEN VERZEGELDE OMGEVING OM BESMETTING VAN HET INSTRUMENT OF HET LABORATORIUM TE VOORKOMEN.

STAP 4: DE CARTRIDGE WORDT INGEVOERD IN ÉÉN VAN DE BESCHIKBARE INSTRUMENTEN, DIE VERVOLGENS HET JUISTE TESTPROTOCOL UITVOERT. WANNEER DE TEST IS AFGELOPEN, WORDEN DE RESULTATEN WEERGEGEVEN OP DE CONSOLE.
MUTATIONS DETECTEDMUTATIONS DETECTEDHet Idylla™ platform bestaat uit een console (display), een instrument (stapelbaar tot acht) en een wegwerpcartridge, een plastic verbruiksartikel met alle nodige reagentia aan boord om een klinisch staal te verwerken en om de moleculaire biomarkers van belang te detecteren. Alle cartridges delen een gemeenschappelijk hardwareontwerp, maar worden toepassingsspecifiek gemaakt op basis van hun
reagensinhoud, testuitvoeringsprotocol (software) en labeling.
Idylla™ ctEGFR prototype assay. assay and confirmed by Cobas. assay and confirmed by Cobas. Het Idylla™ platform in combinatie met de Idylla™ tests verschilt van andere technologieën door zijn uitstekend gebruiksgemak, wat leidt tot een onovertroffen niveau van standaardisatie en de korte doorlooptijd, waardoor onmiddellijke toegang tot therapie mogelijk is.
sample-to-result process
sample-to-result process
Walk-away system
Walk-away system
All PCR reagents integrated
All PCR reagents integrated
shows
shows
high sensitivity and
high sensitivity and
in a single cartridge
in a single cartridge
The Idylla™ ctEGFR Mutation Assay* compared to Next Generation Sequencing,
The Idylla™ ctEGFR Mutation Assay* compared to Next Generation Sequencing,
1
1
ease of use combined with
ease of use combined with
the testing of 49 relevant EGFR mutations in 2 ml of NSCLC plasma samples.
the testing of 49 relevant EGFR mutations in 2 ml of NSCLC plasma samples.
fast turnaround time for
fast turnaround time for
Contamination-controlled design
Contamination-controlled design
•
•
•
•
Idylla™ ctEGFR prototype assay.
ANY LAB
ANY LAB
•
•
No special expertise required
No special expertise required
Minimal infrastructure
Minimal infrastructure
needed
needed
ACCESSIBLE
ACCESSIBLE
•
•
•
•
Access on demand
Access on demand
No need for pre-processing
No need for pre-processing
or batching
or batching
•
•
SUITABLE FOR
SUITABLE FOR
•
•
•
•
•
•
Fully automated
Fully automated
EASE OF USE
EASE OF USE
THE IDYLLA™
THE IDYLLA™
ct
ct
EGFR MUTATION ASSAY
EGFR MUTATION ASSAY
SHOWS HIGH CONCORDANCE TO NGS
SHOWS HIGH CONCORDANCE TO NGS
•
•
Per eind 2019 bood Biocartis tests aan ter ondersteuning van melanoom, colorectale (darm)- en longkanker.
Colorectale (darm)kanker is wereldwijd de derde meest voorkomende kanker, met meer dan 1,8 miljoen nieuwe gevallen in 201849. Ongeveer 46% van alle gemetastaseerde colorectale tumoren hebben KRAS genmutaties50 en ongeveer 5% van alle metastatische colorectale tumoren hebben NRAS genmutaties51. Volgens de richtlijnen vanESMO52, NCCN53, ASCO54 en CAP/AMP/ASCO55 is genotypering van klinisch bruikbare mutaties56 voortaan verplicht voor tumorweefsel (primaire of uitgezaaide) van alle gemetastaseerde colorectale (darm)kankers, omdat de aanwezigheid van deze mutaties samenvalt met het gebrek aan respons op bepaalde EGFR-antilichaamtherapieën57. BRAF testing wordt aanbevolen bij alle patiënten met gemetastaseerd melanoom en gemetastaseerde colorectale kanker (mCRC). In mCRC moet de BRAF mutatiestatus worden beoordeeld naast de beoordeling van de tumor RAS mutatiestatus voor prognostische
beoordeling (de aanwezigheid van een BRAF mutatie duidt op een slechte prognose). De prevalentie van BRAF in mCRC is ongeveer 8-15%58.
De Idylla™ KRAS Mutation Test en de Idylla™ NRAS-BRAF Mutation Test bieden een volledige testing aan voor uitgezaaide colorectale (darm)kanker (mCRC) voor klinisch gebruik op Idylla™, zoals aanbevolen door de meest recente klinische richtlijnen van ASCO59 en ESMO60. Het vermogen dat het RAS-testaanbod van Biocartis biedt om dezelfde dag tot resultaten te komen, opent nu de weg naar een snellere behandelingskeuze voor mCRC patiënten. Naast het gebruik van vast tumorweefsel, is het gebruik van vloeibare biopsieën voor KRAS of NRAS-BRAF testing minimaal invasief, snel en gemakkelijk uit te voeren en kan worden gebruikt als een alternatief of aanvulling op weefsel testing om de RAS mutatiestatus bij diagnose te bepalen.
MSI staat voor 'Microsatellite instability' en wordt veroorzaakt door een gebrek inhet DNA-mismatch-herstelsysteem (dMMR), wat resulteert in een duidelijke accumulatie van inserties en deleties in microsatelliet- en homopolymere gebieden61. MSIhigh (MSI-H) wordt gedetecteerd in 15% van alle colorectale (darm)kankers; 3% is geassocieerd met het Lynch-syndroom (LS), de andere 12% heeft een sporadische aandoening62.
Richtlijnen bevelen aan de MSI-status te beoordelen voor alle patiënten met colorectale (of endometriale63) carcinomen voor screening op het Lynch-syndroom en voor prognostische stratificatie en immunotherapie64. Onderzoeksstudies hebben aangetoond dat MSI-H-patiënten gunstig reageren op immune checkpoint inhibitoren en dat checkpoint blokkade therapie onlangs is opgenomen in de klinische zorg voor gastrointestinale kankers65.
150 minuten staal-tot-resultaat 7 nieuwe, tumorspecifieke biomarkers ~ 2 minuten hands-on tijd Geen nood aan een controlestaal Objectieve rapportering van het resultaat

120 minuten staal-tot-resultaat
21 mutaties, rechtstreeks op basis van FFPE-weefsel (5-10μm) 21 18

~ 2 minuten hands-on tijd

130 minuten staal-tot-resultaat
21 mutaties, rechtstreeks op basis van 1 ml plasma 21 18

~ 1 minuut hands-on tijd

120 minuten staal-tot-resultaat

18 NRAS mutaties en 4 & 5 BRAF mutaties, rechtstreeks op basis van FFPE-weefsel (5-10μm) van mCRC

~ 2 minuten hands-on tijd

110 minuten staal-tot-resultaat

18 NRAS mutaties en 4 & 5 BRAF mutaties , rechtstreeks op basis van 1 ml plasma

~ 1 minuut hands-on tijd
"Idyl l a™ m a a kt zeer snel l e re sultaten mogelijk en d at met weinig h an d s - on t ijd ."
BEATRIZ BELLOSILLO L ABOR ATORI DE BIOLOGIA MOLECUL AR , HOSPITAL DEL MAR, BARCELONA, SPANJE

Longkanker is wereldwijd de meest voorkomende kanker en draagt bij tot 13% van alle kankertypes. 85% van de longkankers zijn niet-kleincellige longkankers (NSCLC)66. EGFR mutaties worden voornamelijk waargenomen bij longkanker. EGFR mutatie testing wordet aanbevolen bij alle patiënten met geavanceerde niet-kleincellige longkanker (NSCLC) van een niet-squamous subtype. Activerende mutaties in het EGFR gen zijn geassocieerd met gevoeligheid en resistentie tegen een aantal gerichte antikankertherapieën67.

150 minuten staal-tot-resultaat
51 mutaties, rechtstreeks op basis van FFPE-weefsel (5μm)
~ 2 minuten hands-on tijd
"Vandaag is EGFR testing een moeizaam proces en het duurt vaak enkele weken voordat de resultaten worden geanalyseerd. Dit kan leiden tot de toediening van een anti-EGFR-therapie als tweedelijnsmiddel, wat minder efficiënt is dan het gebruik daarvan in de eerstelijnstherapie. De technologie van de Idylla™ EGFR Mutation Test technologie heeft het potentieel om dat te veranderen: het is een kostenefficiënte oplossing die zorgt voor een betrouwbare en snelle detectie van alle relevante mutaties."
PROF. GIANCARLO TRONCONE UNIVERSITEIT VAN NAPELS FEDERICO II, NAPELS, ITALIË
Ongeveer 50% van alle uitgezaaide melanoompatiënten dragen mutaties in het BRAF gen in zich, waardoor ze in aanmerking komen voor BRAF of BRAF/MEK inhibitortherapie . Bij mCRC moet de BRAF mutatiestatus samen met de RAS-tumormutatiestatus worden beoordeeld voor de prognostische beoordeling (de aanwezigheid van een BRAF mutatie geeft een slechte prognose). De prevalentie van BRAF bij mCRC is ongeveer 8-15%69.

90 minuten staal-tot-resultaat

7 mutaties, rechtstreeks op basis van FFPE-weefsel
(5-10μm) van gemetastaseerd melanoom
~ 2 minuten hands-on tijd
"Het Idyl l a™ s ysteem heef t d e potent ie om ger ichte therapie mogelijk te m a k en binnen een t ijd van min d er d an 24 uur n a d e di a g nose van meta sta se , wa ard oor k ostbare t ijd wordt be s pa ard ."
PROF. B. NE YNS, M.D., PH.D, MEDISCHE ONCOLOGIE, UZ BRUSSEL, BELGIË

7 mutaties, rechtstreeks op basis van 1
90 minuten staal-tot-resultaat
plakje FFPE-weefsel
~ 2 minuten hands-on tijd

85 minuten staal-tot-resultaat

7 mutaties, rechtstreeks op basis van 1 ml plasma
~ 1 minuut hands-on tijd

120 minuten staal-tot-resultaat
21 mutaties, rechtstreeks op basis van 1 plakje FFPE-weefsel
~ 2 minuten hands-on tijd

130 minuten staal-tot-resultaat

21 mutaties, direct op 1 ml plasma

~ 1 minuut hands-on tijd

120 minuten staal-tot-resultaat
18 NRAS mutaties, 5 BRAF mutaties en 2 EGFR mutaties, rechtstreeks op basis van 1 plakje FFPE-weefsel
~ 2 minuten hands-on tijd

110 minuten staal-tot-resultaat

18 NRAS mutaties, 5 BRAF mutaties en 2 EGFR mutaties, rechtstreeks op basis van 1 ml plasma
~ 1 minuut hands-on tijd

150 minuten staal-tot-resultaat
51 EGFR mutaties, rechtstreeks op basis van 1 plakje FFPE weefsel
~ 2 minuten hands-on tijd

160 minuten staal-tot-resultaat
49 EGFR mutaties, rechtstreeks op basis van 2 ml plasma
~ 2 minuten hands-on tijd
| 150 minuten staal-tot-resultaat |
|---|
| 7 nieuwe, tumorspecifieke biomarkers |
| ~ 2 minuten hands-on tijd |
| Geen nood aan een controlestaal |
| Objectieve rapportering van het resultaat |
Therapieselectie wordt in toenemende mate gedreven door de genetische samenstelling van de tumor in plaats van het oorspronkelijke weefsel in het lichaam. Dit zou een pan-tumor toepassing van gerichte therapieën mogelijk kunnen maken, wat op zijn beurt de vraag naar moleculaire tests aanwakkert. Bijgevolg worden Idylla™ tests (RUO) in toenemende mate ingezet voor pan-tumor testing, waardoor de toepasbaarheid van het huidige Idylla™ testmenu mogelijk wordt uitgebreid. Voorbeelden van onderzoek naar nieuwe toepassingen zijn:
NRAS en BRAF mutaties gedetecteerd in fijne-naald stalen van de schildklier (FNA)73
Bovendien zijn er verschillende inspanningen gaande om de haalbaarheid van de Idylla™ MSI Test voor meerdere soorten kanker aan te tonen. Wereldwijd werden er meer dan 30 Idylla™ MSI onderzoeken74 geïnitieerd in 2019. Veel van deze tonen het belang aan van pan-tumor MSI testing bij niet-colorectale kankersoorten zoals endometrium-, maag-, eierstok-, pancreas- en andere kankers in de context van Lynch-syndroom en gebruik van immunotherapie75.
Partnerships zijn een hoeksteen in de uitbreidingsstrategie van Biocartis' Idylla™ platform en testmenu. Eind 2019 had Biocartis de volgende partnerships (een selectie in alfabetische volgorde):

Op 10 juli 2017 kondigde Biocartis de verlenging aan van zijn vijfjarig strategisch partnership met ETPL (de commercialiseringsafdeling van A*STAR, het Agentschap voor Wetenschap, Technologie en Onderzoek in Singapore), waar partijen zullen co-investeren in de ontwikkeling van gezamenlijk geselecteerde Idylla™ oncologie tests. Biocartis is verantwoordelijk voor de commercialisering van de tests onder zijn eigen label en ETPL als de ontwikkelingspartner via de Singapore Diagnostics Development (DxD) Hub.

In februari 2016 kondigde Biocartis een samenwerking aan met Amgen, een toonaangevend biotechnologiebedrijf (NASDAQ: AMGN) met als doel het versnellen van toegang tot RASbiomarkerinformatie.. Na een eerste samenwerking om de nieuwe RAS-biomarkertests aan te bieden aan een selectie van ziekenhuizen verspreid over heel de wereld76, werd deze samenwerking uitgebreid in december 2016 in tot 10 Europese landen en in 2017 naar het terrein van CDx-ontwikkeling. Het doel van de CDx-overeenkomst die op 4 december 2017 werd aangekondigd, is om de Idylla™ RAS-biomarkertests bij de US FDA te registreren als een CDx-test voor Amgen's medicijn Vectibix® (panitumumab). Vectibix® is het eerste en enige volledig humane monoklonale anti-epidermale groeifactorreceptor (EGFR) die antilichaamgeïndiceerd is voor bepaalde patiënten met wild-type RAS uitgezaaide colorectale (darm)kanker (mCRC).

Op 29 november 2018 kondigden Biocartis en AstraZeneca, een wereldwijd wetenschappelijk biofarmaceutisch bedrijf (LON/STO/NYSE: AZN), een overeenkomst aan gericht op het aantonen van hoe de unieke kenmerken van het Idylla™ platform de huidige complexiteit en lange doorlooptijd voor biomarker testing bij longkankerpatiënten kunnen overwinnen. De prospectieve studie met de weefselgebaseerde Idylla™ EGFR Mutation Test (CE-IVD) onder het partnership werd geïnitieerd in meer dan een dozijn locaties in verschillende Europese landen. Na de rapportageperiode, op 22 januari 2020, kondigde Biocartis aan dit partnerschap te hebben uitgebreid naar andere landen binnen en buiten Europa. Tegelijkertijd kondigde Biocartis aan dat het een mastersamenwerkingsovereenkomst met AstraZeneca is aangegaan om de gezamenlijke ontwikkeling en commercialisering van op Idylla™ gebaseerde moleculaire tests ter ondersteuning van de farmaceutische producten van AstraZeneca mogelijk te maken. Het eerste project in het kader van de nieuwe overeenkomst zal een studie zijn die gericht is op het evalueren of vloeibare biopsie testing met behulp van de Idylla™ ctEGFR Mutation Assay (RUO) verdere voordelen zou kunnen bieden in vergelijking met de op weefsel gebaseerde EGFR moleculaire testing.
Op 12 maart 2019 kondigde Biocartis de ondertekening aan van een samenwerkingsovereenkomst met Bristol-Myers Squibb Company (NYSE: BMY), een wereldwijd biofarmaceutisch bedrijf, gericht op de mogelijke registratie als een companion diagnostic en gebruik van de Idylla™ MSI test in verband met immuno-oncologische therapieën. De samenwerkingsovereenkomst maakt gezamenlijke ontwikkelingen en registraties van de Idylla™ MSI test mogelijk voor gebruik in verschillende indicaties, commerciële settings en regio's. De eerste focus van de overeenkomst wordt naar verwachting de registratie in de Verenigde Staten van de Idylla™ MSI test als een companion diagnostic test in mCRC. Na de rapporteringsperiode, op 5 maart 2020, kondigde Biocartis aan dat het een nieuw immuno-oncologie project getekend had met Bristol-Myers Squibb Company, gericht op de registratie van de Idylla™ MSI test in de Volksrepubliek China.

Op 23 april 2019 kondigde Biocartis de wereldwijde strategische commercialisatieovereenkomst aan met Covance, de afdeling van LabCorp die geneesmideelen ontwikkelt en die beschikt over het toonaangevende centrale laboratoriumnetwerk voor de biofarmaceutische industrie, en dat over meerdere therapeutische gebieden, met een specifieke focus op precisiegeneeskunde. De overeenkomst is bedoeld om het Idylla™ platform en zijn bestaande Idylla™ oncologietestmenu (alleen voor onderzoeksdoeleinden) aan te bieden aan het klantenbestand van Covance ter ondersteuning van wereldwijde oncologieonderzoeken en, indien van toepassing, companion diagnostic toepassingen te valideren en te implementeren.
Op 13 september 2017 hebben Biocartis en Exact Siences (vooorheen Genomic Health Inc. ) aangekondigd een exclusieve overeenkomst te hebben getekend voor de ontwikkeling van een IVD-versie van de Oncotype DX Breast Recurrence Score® test op Idylla™, die de activiteit onderzoekt van 21 genen in het borsttumorweefsel van een patiënt om gepersonaliseerde informatie te bieden voor het afstemmen van de behandeling. Als de enige test waarvan is bewezen dat het de voordelen van chemotherapie voorspelt, is de Oncotype DX Breast Recurrence Score test® opgenomen in alle belangrijke richtlijnen voor kanker wereldwijd. Op 3 december 2018 kondigden beide partners aan hun exclusieve samenwerking uitgebreid te hebben naar het het urologiedomein met de ontwikkeling van een IVD-versie van de Oncotype DX Genomic Prostate Score® (GPSTM) test op Idylla™, en met potentieel additionele kankertests die lokaal kunnen uitgevoerd worden door laboratorium partners en ziekenhuizen in de hele wereld.
Op 24 januari 2018 kondigden Biocartis en Immunexpress Pty Ltd ('Immunexpress'), een host-respons moleculair diagnostisch bedrijf dat zich inzet voor het verbeteren van klinische en economische resultaten voor patiënten die vermoedelijk sepsis hebben, aan een partnershipsovereenkomst aangegaan te zijn, gericht op de ontwikkeling en commercialisering van de SeptiCypte™ test van Immunexpress voor gebruik op het Idylla™ platform. Biocartis kondigde op 26 maart 2020 de uitbreiding aan van zijn Immunexpress samenwerkingsovereenkomst, met een co-commercialisatieovereenkomst voor de SeptiCyte® RAPID Test (CE-IVD) voor gebruik op het Idylla™ platform, waarbij Biocartis de commercialisatie zal leiden in Europa als de exclusieve distributeur van de SeptiCyte® RAPID Test, terwijl Immunexpress de commercialisatie zal leiden van de SeptiCyte® RAPID Test in de VS.

Op 1 juni 2019 kondigde Biocartis aan dat het een master ontwikkelings- en commercialisatieovereenkomst is aangegaan met Kite, een bedrijf van Gilead Company (een farmaceutisch bedrijf dat innovatieve kankercelbehandelingen ontwikkelt). De overeenkomst is gericht op de ontwikkeling van moleculair-gebaseerde tests op het Idylla™ platform die de behandelingen van Kite ondersteunen. De samenwerking met Kite is het tweede partnership van Biocartis (naast het partnerschap met BMS) gericht op het ontwikkelen van tests in het immunotherapiedomein, een snelgroeiende markt en één van de belangrijkste strategische aandachtsgebieden van het Idylla™ testmenu.
Op 7 juni 2017 kondigde Biocartis zijn overeenkomst aan met LifeArc, een liefdadigheidsinstelling voor medisch onderzoek, voor de ontwikkeling van geselecteerde MDx tests voor Idylla™. Voor elke geselecteerde test zal LifeArc optreden als ontwikkelingscontractant, terwijl Biocartis verantwoordelijk zal zijn voor de commercialisering van de tests onder zijn eigen label. Biocartis en LifeArc ontwikkelen het Idylla™ Advanced Breast Cancer Panel dat is gepositioneerd om zich te richten op een multi-genen panel van voorspellende en resistentie-inducerende mutaties op basis van een FFPE-staaltype. Het Idylla™ Advanced Breast Cancer Panel wordt voorbereid voor gebruik in onderzoeksinstellingen (RUO).
Biocartis kondigde in januari 2016 een partnership aan met Merck KGaA (Darmstadt, Duitsland) om de toegang tot eenvoudige, snelle en minimaal invasieve op bloed gebaseerde moleculaire diagnostische testing voor patiënten met uitgezaaide colorectale (darm)kanker te verbeteren door middel van vloeibare biopsie tests. De

MERCK KGAA (DARMSTADT, GERMANY)
Biocartis heeft aangekondigd een overeenkomst te hebben getekend met Nichirei Biosciences voor de productregistratie en distributie van het Idylla™ platform in Japan. In oktober 2019 voltooide Nichirei Bio de registratie van het Idylla™ Instrument en de Idylla™ Console bij de 'Pharmaceuticals and Medical Devices Agency' (PMDA) in Japan. Daarmee zal Nichirei Biosciences het Idylla™ platform in combinatie met Idylla™ RUO tests nu kunnen aanbieden aan lokale pathologielaboratoria in Japan, terwijl beide partners verder gaan met de voorbereidingen voor in-vitrodiagnostiek ('IVD') registraties voor de Idylla™ tests.
Op 3 september 2018 kondigde Biocartis aan een joint venture te hebben opgezet met Guangzhou Wondfo Biotech Co., Ltd. ('Wondfo', SHE: 300482), een snelgroeiend toonaangevend diagnostiekbedrijf in China, gericht op de commercialisatie van Idylla™ oncologieproducten op het vasteland in China. De joint venture is 50% eigendom van Biocartis en 50% eigendom van Wondfo. In het eerste kwartaal van 2019 kondigde Biocartis de voltooiing aan van de joint venture met Wondfo, gericht op de commercialisering van het Idylla™ platform in China, met een eerste focus op de vestiging van lokale productiemogelijkheden en productregistraties.
Oncologie MDx testing wordt tegenwoordig uitgevoerd door moleculaire pathologen die de moleculaire veranderingen in tumoren bepalen voor diagnostische, prognostische of voorspellende doeleinden. Pathologen gebruiken steeds meer verschillende MDx testing technologieën, afhankelijk van de specifieke patiëntcase. Een eenvoudige en volledig geautomatiseerde workflow en uiterst nauwkeurige, gemakkelijk te interpreteren testresultaten zijn belangrijke Idylla™ functies voor de patholoog, en dat in een steeds
complexere moleculaire testscène. Aan de andere kant van het spectrum is er de oncoloog, die in contact is met de patiënt en die een belangrijke gebruiker is van MDx informatie die hij onder meer ontvangt van moleculaire pathologen, om het beste behandelplan voor elke individuele patiënt te bepalen. Het verkrijgen van snelle testresultaten en mogelijk, in de toekomst, de monitoring van de efficiëntie van de behandeling door middel van vloeibare biopsietests is van essentieel belang voor de oncologen.
Op de eerste plaats richt Biocartis zich op gecentraliseerde MDx testlaboratoria en middelgrote en grote pathologielaboratoria die vandaag al oncologie MDx testing uitvoeren. Een van de grootste uitdagingen waarmee deze grote pathologielaboratoria worden geconfronteerd bij het biomarker testing is het vermogen om stalen te verkrijgen van voldoende grootte en kwaliteit. Met Idylla™ is slechts een minimale hoeveelheid staal nodig. Vergeleken met NGS en andere RT-PCR testing methoden elimineert Idylla™ ook de noodzaak voor meerdere instrumenten, grote hoeveelheden verbruiksartikelen en meer vierkante meters laboratoriumruimte. Alles wat het lab nodig heeft, wordt geleverd in één enkele wegwerpcartridge, waardoor het ook snel en gemakkelijk te gebruiken is in vergelijking met bestaande moleculaire diagnostische
workflows. Ten tweede richt Biocartis zich op de kleinere pathologielaboratoria en ziekenhuizen die vandaag nog geen MDx testing uitvoeren. Dankzij de unieke kenmerken en het gebruiksgemak van het Idylla™ platform kunnen deze klanten MDx testing binnenshuis uitvoeren. Bovendien breidt Biocartis zich uit naar andere potentiële Idylla™ gebruiksomgevingen via partnerships zoals het Genomic Health Inc.-partnership (nu deel van Exact Sciences), dat in 2018 is uitgebreid tot het domein van urologische kanker testing. Hier kan de geanticipeerde Idylla™ Oncotype DX GPS test voor prostaatkanker niet alleen pathologielaboratoria ondersteunen, maar ook lokale urologiecentra over de hele wereld, bij het maken van beter geïnformeerde behandelingsbeslissingen voor prostaatkankerpatiënten.
Eind 2019 was Biocartis actief in meer dan 70 landen via een combinatie van directe verkoop en (distributie) partners.
Verder laten onze partnerschappen met farmaceutische bedrijven die oncologische behandelingen op de markt brengen zoals met Amgen en Merck KGaA (Darmstadt, Duitsland) toe dat onze farmaceutische partners voordeel hebben door een verhoogd aantal patiënten die in aanmerking komen voor hun gerichte therapieën, gedreven door de kernvoordelen van het Idylla™ platform, zoals snelle doorlooptijden. Partnerships met
GO-TO-MARKET STRATEGIE
diagnostische testontwikkelings partners die hun gepatenteerde biomarkerpanels overbrengen op het Idylla™ platform ri (zoals het partnerschap met Exact Sciences voor de ontwikkeling van de Oncotype DX Breast Recurrence Score test® op Idylla™), kunnen profiteren van een versnelde wereldwijde uitrol van hun testinhoud, kostenbesparingen en snellere acceptatie door klanten, aangezien er geen platformeducatie nodig is.
"Idyl l a™ l ever t re sultaten binnen 2 uur in pl a ats van 2 d a gen , met een minim a l e h an d s - on t ijd . Dit zorg t voor g rote voord el en en biedt het potent ieel om snel l ere en betere k ank erbeh an d elingsbe sli s singen te nemen ."
Biocartis legt contacten met zijn klanten via verschillende kanalen, waaronder:

DE VS IS DE GROOTSTE INTERNE MARKT VOOR ONCOLOGISCHE MDx TESTING TER WERELD, MET EEN VERWACHTE MARKTOMVANG VAN USD 1,45 MILJARD IN 2020, WAT NEERKOMT OP MEER DAN 45% VAN DE WERELDMARKT79. MET EEN AANZIENLIJK AANTAL MIDDELGROTE EN KLEINERE LABORATORIA EN ZIEKENHUIZEN DIE VANDAAG GEEN MDx UITVOEREN, IS ER EEN GROOT POTENTIEEL VOOR IDYLLA™ IN DE VS. TIJDIGE TOEGANG TOT MOLECULAIRE INFORMATIE IN DE VS IS MOEILIJK, MET BIJNA 80% VAN DE KANKERPATIËNTEN DIE GEEN GENETISCHE MUTATIERESULTATEN HEBBEN BIJ HUN EERSTE ONCOLOGIECONSULT, EN TOT 25% VAN DE PATIËNTEN DIE MET DE BEHANDELING BEGINNEN VOORDAT ZIJ HUN RESULTATEN ONTVANGEN80.
DE EERSTE GO-TO-MARKET FOCUS IN DE VS LIGT OP DE GROTE INSTITUTIONELE LABORATORIA EN REGIONALE REFERENTIELABORATORIA DIE VANDAAG AL ONCOLOGIE MDx UITVOEREN, EN OP MIDDELGROTE LABORATORIA DIE MOMENTEEL STALEN VOOR TESTS UITBESTEDEN. IN EEN TWEEDE GOLF PLANT BIOCARTIS OM ZICH TE RICHTEN OP DE KLEINERE LABORATORIA EN ZIEKENHUIZEN DIE NOG GEEN MDx TESTING UITVOEREN.
Biocartis staat in continue dialoog met 'Key Opinion Leaders' (KOL's), zowel oncologen als pathologen, die fungerenals ware Idylla™ ambassadeurs in de markt. KOLs hebben een belangrijke rol in het leveren van voortdurende feedback over het Idylla™ productaanbod. De activiteiten in 2019 bestonden uit:

ALS EEN STRUCTURELE MANIER OM DE MARKTTENDENSEN IN DE ONCOLOGISCHE MDx TESTING VOOR TE BLIJVEN, HEEFT BIOCARTIS EEN WETENSCHAPPELIJKE ADVIESRAAD OPGERICHT. DEZE RAAD IS SAMENGESTELD UIT VOORAANSTAANDE OPINIELEIDERS EN STAAT ONDER LEIDING VAN BIOCARTIS' CHIEF SCIENTIFIC OFFICER GEERT MAERTENS. LEDEN VAN DEZE RAAD DIENEN ALS WETENSCHAPPELIJKE ADVISEURS VOOR DE IDYLLA™ PRODUCTONTWIKKELINGEN VAN BIOCARTIS. ZE KOMEN REGELMATIG SAMEN OM DE MEDISCHE EN BIOMARKERBEHOEFTEN VAN KANKERPATIËNTEN TE BESPREKEN, EN BIEDEN ONDERSTEUNING BIJ HET PRIORITISEREN VAN BIOCARTIS' IDYLLA™ PIPELINE, EN DIT OP EEN ONAFHANKELIJKE EN ONPARTIJDIGE MANIER. EEN OVERZICHT VAN DE LEDEN IS BESCHIKBAAR OP WWW.BIOCARTIS.COM.
Biocartis werkt nauw samen met zijn leveranciers om ervoor te zorgen dat zij voldoen aan de opgelegde normen in termen van kwaliteit, veiligheid en milieu door:
BELANGRIJKE FOCUSGEBIEDEN VOOR PRODUCTIE- EN TOELEVERINGSKETENS IN 2019 WAREN:
In 2019 hebben de leveranciersaudits geen kritische observaties opgeleverd. Voor elke gemaakte observatie is een correctief actieplan opgesteld.
"Biocar t i s wil bij het rea li seren van zijn vi sie een om geving fa ciliteren voor zijn med ewerk ers , wa ar men sen d a gelijk s st reven n a ar verbeter ing van het l even van an d eren ."
SUSY SPRUYT, HEAD OF PEOPLE & ORGANIZATION BIOCARTIS
Onze medewerkers zijn essentieel voor ons succes. We zijn toegewijd om een divers, wereldwijd team van getalenteerde mensen op te bouwen die bijdragen aan ons organisatorisch succes. De basis van onze people-strategie is gebaseerd
op de fundamenten van een organisationeel governance raamwerk dat ons in staat moet stellen een klant-, partner- en servicegerichte organisatie te zijn.
In 2019 waren de belangrijkste aandachtsgebieden in onze people-strategie:
Met 465 werknemers1 eind 2019 in meer dan 70 landen, is de Biocartis-cultuur globaal, divers en innovatief. Getalenteerde, betrokken en verantwoordelijke mensen met verschillende achtergronden zijn essentieel voor het succesvol implementeren van de strategie van Biocartis.
Biocartis bevordert een inclusieve bedrijfscultuur. Biocartis discrimineert niet op basis van leeftijd, huidskleur, handicap, geslacht, burgerlijke staat, nationaliteit, ras, religie of seksuele geaardheid. Biocartis handhaaft een beleid van het werving en promotie van de beste persoon voor de job, op basis van bewezen prestaties en de beoordeling van het potentieel,
en in overeenstemming met bedrijfsprincipes. Biocartis kijkt naar diversiteit en inclusie vanuit een waardetoevoegend perspectief: het helpt om een meer innovatief, wendbaar en productief personeelsbestand op te bouwen dat het best aansluit bij de behoeften van de klanten en patiënten van Biocartis over de hele wereld.
Inclusie bij Biocartis gaat over het behoren tot een bedrijf waar elke werknemer wordt gewaardeerd, gehoord en bevestigd als een persoon die tot een community behoort die een gehele nieuwe betekenis geeft aan snelle en makkelijke MDx en gezondheidszorg - toegankelijk voor alle patiënten over de hele wereld.
Eind 2019 bestond het personeelsbestand van Biocartis uit 465 werknemers1 met:
EEN EVENWICHTIG DIVERSITEITSNIVEAU
Om medewerkers hun volle potentieel te laten ontwikkelen, omvat het opleidings- en ontwikkelingsprogramma van Biocartis verschillende aspecten voor de ontwikkeling van vaardigheden en capaciteiten:
Opleidingsplannen:
Permanent leren:
In 2019 volgden de werknemers van Biocartis samen bijna 16.000 uren aan opleiding.
Welzijn op het werk betekent ervoor zorgen dat werknemers veilig, fysiek en mentaal gezond, tevreden, betrokken en op een efficiënte manier werken. Welzijn op het werk draagt bij
aan een cultuur van erkenning en ondersteuning, aan work-life balans, aan de groei en ontwikkeling van medewerkers en aan goede communicatie en samenwerking.
Belangrijke acties om te vermelden in de welzijnsstrategie van Biocartis voor werknemers in 2019 waren:
We zijn ook doorgegaan met:
Biocartis streeft ernaar te investeren in een veilige, gezonde en milieuvriendelijke werkplek en heeft daarom een gezondheids-, veiligheids- en milieubeleid (Health, Security & Environment - HS&E) opgesteld voor al zijn werknemers, onderaannemers en bezoekers wereldwijd.
Het HS&E-beleid van Biocartis zorgt ervoor dat Biocartis aan alle wettelijke vereisten voor HS&E voldoet, alle relevante HS&E-risico's begrijpt en opvolgt door middel van een dynamische risicobeoordeling. Bovendien streeft Biocartis ernaar om HS&E-risico's continu te verminderen en de veiligheid op de werkplek en de HS&E-cultuur te verbeteren door de belangrijkste HS&E-prestatie-indicatoren, zoals ongevallen en onveilige omstandigheden, op te volgen en te analyseren. Biocartis moedigt ideeën van medewerkers aan over hoe de veiligheid kan worden verbeterd en implementeert deze waar mogelijk.
Binnen het Biocartis Safety Management System zijn HS&E-vereisten opgenomen in ontwerp en ontwikkeling, actieplannen en doelen & doelstellingen, zodat veilig werken mogelijk wordt gemaakt door veilige hulpmiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen, procedures en andere preventieve maatregelen te voorzien, zowel infrastructureel als organisatorisch, om zo de geïdentificeerde risico's aan te pakken.
Biocartis verbindt zich er bovendien toe om al zijn werknemers, aannemers en bezoekers wereldwijd, evenals zijn partners, te trainen en te informeren om veilig werken mogelijk te maken door het begrijpen en respecteren van veiligheidsregels, door het voorkomen van veiligheidsrisico's in elk zakelijk initiatief, en door de actieve aanpak van onveilige omstandigheden om zo te komen tot continue verbetering. Een cross-functioneel HS&E-leadership team stuurt dit HS&E-beleid aan.
Biocartis heeft een internationale aandeelhoudersstructuur met zowel grote als kleinere, gespecialiseerde aandeelhouders uit de gezondheids- en life sciencessector, en verder een brede basis aan particuliere beleggers. Op basis
van het aantal aandelen op 31 december 2019 en de transparantiekennisgevingen tot die datum, ziet de aandeelhoudersstructuur van Biocartis er als volgt uit:

| A: Invesco Ltd. (1): |
12,4% |
|---|---|
| B: Johnson & Johnson Innovation – JJDC, Inc. (2): |
9,7% |
| C: Debiopharm Innovation Fund S.A.(3): | 4,9% |
| D: ParticipatieMaatschappij Vlaanderen NV (Vlaams Gewest)(4): | 4,2% |
| E: Andere institutionele en particuliere beleggers | 68,9% |
(1) Invesco, Ltd. is geen gecontroleerde entiteit.
(4) Het Vlaams gewest controleert ParticipatieMaatschappij Vlaanderen NV.
De statuten van Biocartis Group NV voorzien een notificatiedrempel voor de aandeelhouders van 3%, 5% of een veelvoud van 5% (dat wil zeggen 10%, 15%, 20%, …) van het totaal van de bestaande stemrechten. Alle transparantiemeldingen zijn beschikbaar op www.biocartis.com.
(2) Johnson & Johnson Innovation-JJDC, Inc., is een dochtervennootschap in volledige eigendom van Johnson & Johnson. Johnson & Johnson is geen gecontroleerde entiteit.
(3) Debiopharm Innovation Fund S.A. (formerly Debiopharm Diagnostics S.A.) wordt gecontroleerd door Debiopharm Holding SA, die gecontroleerd wordt door Thierry Mauvernay.
De aandelen van Biocartis worden verhandeld op Euronext Brussels sinds zijn beursgang in april 2015, onder het symbool BCART (ISIN code BE0974281132). Op 31 december 2019 bedroeg het aandelenkapitaal EUR 563.850,88
HOOFDAANDEELHOUDERS
vertegenwoordigd door 56.382.088 uitstaande aandelen. Daarnaast kunnen, op die datum nog 3.390.544 aandelen als volgt worden uitgegeven:
Het totale aantal aandelen op volledig verwaterde basis per 31 december 2019 bedroeg bijgevolg 56.382.088. Meer informatie over de aandelenopties en warrant van de Vennootschap kan gevonden worden onder 'Aandelenopties en warrantplannen' in dit hoofdstuk en in het 'Remuneratieverslag'.
De Vennootschap had op 31 december 2019 vier op aandelen gebaseerde incentiveplannen:
Meer informatie over deze plannen kan gevonden worden onder hoofdstuk 4 'Corporate Governance' in de sectie 'Remuneratieverslag'.
Hieronder vind je een overzicht van de performantie van het Biocartis-aandeel in vergelijking met de drie belangrijkste aandelenindexen:

* Gebaseerd op de prijs van het Biocartis-aandeel op 2 januari 20200 / Bron: Bloomberg
De slotkoers van het Biocartis-aandeel op 31 december 2019 bedroeg EUR 5,72.
Hieronder vind je een overzicht van het verhandeld volume in 2019 van het Biocartis-aandeel:
| BCART | 2019 | 2018 | VERSCHIL % |
|---|---|---|---|
| Gemiddeld dagelijks volume | 134.687 | 75.903 | 44% |
| Gemiddelde dagelijkse waarde | 9,56 | 12,36 | -29% |
| Totaal verhandeld volume | 34.345.170 | 19.355.234 | 44% |
| Totaal verhandelde waarde | 606.959.025 | 487.298.753 | 20% |
| BROKER | ANALIST | RATING EIND 2019 | RICHTPRIJS EIND 2019 |
|---|---|---|---|
| Berenberg | Michael Ruzic-Gauthier | Kopen | Onder herziening vanwege wijziging van de analist |
| Degroof Petercam | Thomas Guillot | Kopen | Onder herziening vanwege wijziging van de analist |
| KBC Securities | Lenny Van Steenhuyse | Kopen | EUR 13,50 |
| Kempen & Co | Alexandru Cogut | Kopen | EUR 16,00 |
| Kepler-Cheuvreux | Kris Kippers | Kopen | EUR 11,00 |
| NIBC* | Dylan van Haaften Anita Yé |
Kopen | EUR 10,00 |
| Bryan-Garnier | Change in covering analyst | Kopen | EUR 13,50 |
Hieronder vind je een overzicht van de performantie van het Biocartis-aandeel in vergelijking met de drie belangrijkste aandelenindexen: Het Biocartis-aandeel werd eind 2019 actief gevolgd door zeven analisten:
*NIBC beëindigde per eind januari 2020 al zijn capital markets activiteiten, inclusief research
| 5 maart 2020 | Jaarresultaten 2019 |
|---|---|
| 2 april 2020 | Publicatie jaarverslag 2019 |
| 23 april 2020 | Q1 2020 Business Update |
| 8 mei 2020 | Jaarlijkse Algemene en Bijzondere Aandeelhoudersvergadering Biocartis Group NV |
| 3 september 2020 | Halfjaarlijkse resultaten H1 2020 |
| 12 november 2020 | Q3 2020 Business Update |
Voor vragen rond investor relations, neem contact met:
Biocartis Generaal de Wittelaan 11 B 2800 Mechelen (België) tel. +32 15 631 729 [email protected]
De volgende risicofactoren kunnen een invloed hebben op de toekomstige operationele en financiële prestaties van Biocartis en de waarde van een investering in de effecten van de Vennootschap. Voorbeelden van ervaringen uit het verleden werden opgenomen waar deze wezenlijk zijn om het risico te helpen begrijpen. Deze risico's en onzekerheden zijn niet de enige waarmee Biocartis geconfronteerd wordt.
Bijkomende risico's en onzekerheden die nu niet gekend zijn, of die het management momenteel onbelangrijk vindt, kunnen de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis ook beïnvloeden. De risico's werden onderverdeeld in vijf categorieën: strategische en commerciële risico's, operationele risico's, juridische risico's en risico's inzake intellectuele eigendom, 'regulatoire risico's en financiële risico's.
DE ONCOLOGISCHE MDx-SECTOR IS ZEER COMPETITIEF EN ONDERHEVIG AAN SNELLE TECHNOLOGISCHE VERANDERINGEN. ALS DE HUIDIGE OF TOEKOMSTIGE CONCURRENTEN VAN BIOCARTIS BETERE, ALTERNATIEVE OF MEER WIJDVERBREIDE OPLOSSINGEN EN TECHNOLOGIEËN ONTWIKKELEN, OF EERDER DAN BIOCARTIS DE REGULATOIRE TOESTEMMING OF GOEDKEURING VERKRIJGEN, OF MEER BESCHERMING INZAKE INTELLECTUELE EIGENDOM VERWERVEN, KUNNEN DE CONCURRENTIEPOSITIE EN DE ACTIVITEITEN VAN BIOCARTIS NEGATIEF WORDEN BEÏNVLOED.
De sector voor moleculaire diagnostiek ("MDx") wordt gekenmerkt door het snelle en aanhoudende streven naar technologische innovaties, evoluerende marktstandaarden, veranderende klantenbehoeften, toenemende concurrentie en nieuwe productlanceringen, die een impact kunnen hebben op de concurrentiepositie van de huidige en toekomstige producten van Biocartis. Biocartis zal mogelijk nieuwe technologieën en oplossingen moeten ontwikkelen of in licentie moeten nemen om competitief te blijven, wat gepaard kan gaan met significante investeringen. Huidige of toekomstige concurrenten kunnen erin slagen, of zijn er misschien reeds in geslaagd, efficiëntere of meer betaalbare oplossingen of diensten te ontwikkelen waardoor de huidige of toekomstige oplossingen van Biocartis verouderd of onrendabel kunnen worden. Bovendien kan de invoering of aankondiging van nieuwe oplossingen van Biocartis, of andere bedrijven, resulteren in een vertraging in, of een afname van, de verkoop van de bestaande oplossingen omdat Biocartis, of andere bedrijven, moeten wachten op de regulatoire goedkeuringen en de klanten deze nieuwe
oplossingen evalueren. Als Biocartis er niet in slaagt efficiënt te concurreren, kan dit een wezenlijk nadelig effect hebben op haar activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten.
Biocartis staat voor hevige concurrentie van een aantal bedrijven die op haar doelmarkten oplossingen en technologieën aanbieden. Hoewel het Idylla™ platform het eerste randomaccess staal-tot-resultaat platform is dat een ruim menu MDx-tests binnen oncologie aanbiedt, is het mogelijk dat er in de toekomst nog andere random-access staal-tot-resultaat platformen binnen oncologie op de markt worden gebracht of dat bestaande random-access staal-tot-resultaat platformen die momenteel gebruikt worden in andere MDx-markten hun focus uitbreiden naar de oncologische MDx-markt. Belangrijke concurrenten van Biocartis binnen de oncologische MDxsector, die soms over aanzienlijk meer financiële middelen beschikken en ruimere, meer ervaren marketing-, verkoop- en serviceorganisaties hebben dan Biocartis, zijn:
Biocartis lanceerde eind 2014 haar Idylla™ platform en de eerste test, de Idylla™ BRAF Mutatie Test, voor verkoop op de markt in landen die toestellen voor in-vitrodiagnostiek ("IVD") met CE-markering erkennen. De CE-markering is een verplicht label van conformiteit op vele producten die op de markt worden gebracht in de Europese Unie ("EU"). De letters 'CE' staan voor 'Conformité Européenne' ('Europese conformiteit').
tests maar tot dusver hebben ze maar beperkte opbrengsten gegenereerd. Er is geen zekerheid dat de huidige of enige toekomstige producten die door Biocartis zullen worden gelanceerd, aanvaard zullen worden door de markt.
Een aantal factoren, waarvan velen buiten de controle van Biocartis vallen, kunnen de marktaanvaarding van de door Biocartis gelanceerde producten beïnvloeden, waaronder:
Sinds eind 2014 lanceerde Biocartis verschillende bijkomende
STRATEGISCHE EN COMMERCIËLE RISICO'S
Deze en andere factoren vormen obstakels voor de commerciële marktaanvaarding van de huidige producten van Biocartis, alsook voor enige toekomstige producten, en het zal van Biocartis veel tijd en middelen vergen om deze obstakels te overwinnen.
BIOCARTIS HEEFT TE MAKEN MET ONZEKERHEDEN OVER DE TERUGBETALING VAN HAAR PRODUCTEN DOOR DERDE BETALERS EN KAN ONDERHEVIG ZIJN AAN STICTE PRIJSCONTROLES. DE POTENTIËLE KLANTEN VAN BIOCARTIS ZIJN DEELS AFHANKELIJK VAN DIE TERUGBETALING DOOR DERDE BETALERS, EN DE ONTOEREIKENDE TERUGBETALING KAN HET COMMERCIËLE SUCCES VAN BIOCARTIS ONGUNSTIG BEÏNVLOEDEN, WAT EEN NADELIG EFFECT KAN HEBBEN OP HAAR TOEKOMSTIGE RENTABILITEIT.
Het commerciële succes van het Idylla™ platform, het testmenu en/of enige toekomstige producten zal deels afhangen van de mate waarin ze worden terugbetaald door de volksgezondheidsorganisaties, de private gezondheidsverzekeraars, gezondheidsinstellingen en andere organisaties ("derde betalers") in de landen waar Biocartis werkzaam is. Artsen en ziekenhuizen zullen waarschijnlijk geen of slechts zeer beperkt gebruik maken van het Idylla™ platform, de Idylla™ tests en/of enige toekomstige producten, als er geen adequate terugbetaling is voor de procedures waarbij gebruik gemaakt wordt van de producten van Biocartis, en potentiële patiënten zullen mogelijk niet bereid zijn om zelf te betalen voor het Idylla™ platform, de Idylla™ tests en/of enige toekomstige producten, of enkel tegen een prijs die niet rendabel is voor Biocartis.
In de meeste landen waar Biocartis zijn Idylla™ producten op de markt brengt, vallen deze producten momenteel onder bestaande "terugbetalingscodes". Het is evenwel mogelijk dat er in sommige landen voor de terugbetaling voor het Idylla™ platform, de huidige Idylla™ tests en/ of enige toekomstige producten van Biocartis, eerst een terugbetalingscode zal moeten worden verkregen voor dergelijk product (of onderliggende procedure). Het bekomen van een terugbetalingscode kan een lang proces zijn (maanden tot jaren) en er is geen zekerheid dat een code kan worden verkregen, op een bevredigend prijsniveau of anderszins. Na de toekenning van een "terugbetalingscode", moeten betalers (bv. volksgezondheidsorganisaties of gezondheidsverzekeraars) ermee instemmen een terugbetaling te voorzien voor de procedures waarbij gebruik wordt gemaakt van het Idylla™ platform, de Idylla™ tests en/of enige toekomstige producten. Het niet verkrijgen van een aantrekkelijke terugbetaling zou de activiteiten, de
financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de vooruitzichten van Biocartis materieel en ongunstig kunnen beïnvloeden. Er bestaat een risico dat een deel van de patiënten die in aanmerking komen voor de producten van Biocartis over geen enkele vorm van gezondheidsverzekering beschikken en deze patiënten daarom geen behandeling zullen zoeken voor hun aandoeningen. Dit zou een negatieve impact kunnen hebben op de geraamde marktomvang voor Biocartis.
De terugbetalingsprocedures in de meeste landen waar Biocartis actief is of actief zal zijn, zijn zeer complex en is er geen samenhang in de gezondheidsplannen van derde betalers, waardoor het moeilijk is om systematische terugbetalingsregelingen te bekomen voor nieuwe producten die nog niet worden terugbetaald. Bijgevolg zou Biocartis erg veel moeite en kosten moeten doen, en zal ze er misschien nooit in slagen, om wijdverbreide of systematische terugbetalingsregelingen te bekomen voor haar toekomstige producten.
Bovendien worden de terugbetalingsniveaus vastgesteld door partijen waarover Biocartis geen controle heeft en kunnen ze mettertijd veranderen. Over het algemeen oefenen ziekenhuizen, overheden en derde betalers een steeds grotere druk uit op de prijszetting en de herziening van de kostenefficiëntie van medische producten, therapieën en diensten. Met deze wereldwijde druk op gezondheidszorgkosten, trachten derde betalers de kosten te drukken door, bijvoorbeeld, de dekking van en het terugbetalingsniveau voor nieuwe therapieën te beperken. Een vermindering van de terugbetalingsniveaus kan een impact hebben op de prijs die Biocartis kan krijgen voor het Idylla™ platform en de tests.
Om het Idylla™ platform en de tests te ontwikkelen, commercialiseren en distribueren is Biocartis een aantal commerciële en strategische partnerschappen en samenwerkingsverbanden aangegaan, waaronder joint ventures, met Belgische en buitenlandse bedrijven. Dergelijke partnerschappen en samenwerkingsverbanden zouden kunnen worden beëindigd, al dan niet buiten de wil om van Biocartis, wat zou kunnen leiden tot reputatieschade, verhoogde investeringen en kosten voor Biocartis, alsook
andere commerciële schade. Bovendien kan het moeilijk zijn en veel tijd vergen om alternatieven te zoeken voor dergelijke partnerschappen, en is het mogelijk dat deze niet succesvol zijn.
Bovendien, doordat Biocartis afhangt van bepaalde partners, kunnen de ontwikkeling en commercialisatie van het Idylla™ platform en tests aanzienlijke vertraging oplopen of nadeel ondervinden als dergelijke partners:
Zo werkte Biocartis, bijvoorbeeld, samen met Fisher Healthcare (onderdeel van Thermo Fisher Scientific Inc.) voor de distributie van haar producten op de Amerikaanse markt. Onder deze samenwerking genoot Fisher Healthcare exclusieve distributierechten op de Idylla™ tests en nietexclusieve distributierechten op de Idylla™ instrumenten. Op 5 september 2019, echter, maakten de Vennootschap en Fisher Healthcare bekend dat ze gezamenlijk besloten hadden om hun distributiesamenwerking voor de Amerikaanse markt met onmiddellijke ingang te beëindigen. De Vennootschap kondigde ook aan dat het eigen VS-verkoopteam van Biocartis de commercialisatie in de VS zal leiden en dat dit team op maat van marktnoden verder zal worden uitgebreid.
Deze en gelijkaardige situaties, alsook mogelijke onenigheden met partners, zouden kunnen leiden tot vertragingen in het gezamenlijk onderzoek, ontwikkeling of commercialisatie van het Idylla™ platform en de tests. Bovendien kunnen onenigheden met deze partners uitmonden in een litige of arbitrage, wat tijdrovend, storend en duur zou zijn. Als enige van deze problemen zich zou voordoen, zou dit de ontwikkeling en commercialisatie van het Idylla™ platform en de tests kunnen vertragen en de activiteiten, de vooruitzichten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis wezenlijk ongunstig kunnen beïnvloeden.
De opbrengsten en overige bedrijfsresultaten van Biocartis zullen grotendeels afhangen van haar vermogen om haar Idylla™ platform in voldoende hoeveelheden en met voldoende kwaliteit, tijdig en tegen een economisch aantrekkelijke kostprijs te produceren en te leveren. Het Idylla™ platform bestaat uit drie onderdelen: het instrument, de console en de cartridgegebaseerde test. De productie of assemblage van het instrument en de console werd uitbesteed aan een productiepartner ("CMO" of "Contract Manufacturing Organization"). De productie van de materiaallijst voor de tests, waaronder de kunststoffen onderdelen voor de test, worden ook uitbesteed aan CMO's. De assemblage van de cartridge gebeurt momenteel intern in de gebouwen van Biocartis in Mechelen (België).
Biocartis heeft een meer geautomatiseerde productielijn met meer volume voor Idylla™ cartridges gebouwd in haar faciliteiten in Mechelen (België) die, samen met haar eerste productielijn, in voldoende productiecapaciteit zou moeten voorzien om te voldoen aan de verwachte vraag. Biocartis is momenteel bezig haar commercieel volume te transfereren naar deze nieuwe productielijn. Wegens de grote complexiteit van het cartridgeproductieproces is het niet zeker dat dergelijke technologieoverdracht tijdig kan worden voltooid, noch is het zeker dat deze productielijn Biocartis in staat zal stellen producten te produceren in voldoende hoeveelheden, volgens dezelfde normen en tegen economisch aantrekkelijke kosten vergeleken met de concurrenten van Biocartis, of helemaal niet. Dergelijke transfer kan tevens nieuwe registraties of actualisaties van registraties van bestaande producten nodig maken, die de beschikbaarheid van de producten van de nieuwe productielijn in bepaalde landen en/of regio's in het gedrang zouden kunnen brengen (voor meer informatie, zie risicofactor "De activiteiten van Biocartis kunnen aanzienlijk en negatief worden getroffen door substantiële wijzigingen in de overheidsregelgeving, in het bijzonder in de Europese Unie en de Verenigde Staten."). Al deze factoren zouden een weerslag kunnen hebben op het vermogen van Biocartis om te blijven leveren aan haar klanten, wat zou kunnen leiden tot mogelijke financiële schade en reputatieschade.
Als de productie onverwacht wordt afgebroken of onderbroken omwille van, onder andere, een mechanisch mankement, een brand of ander incident in de gebouwen van Biocartis in Mechelen of die van een CMO, of als de levering van onderdelen vertraging oploopt, kan dit ertoe leiden dat Biocartis haar verplichtingen onder huidige of toekomstige overeenkomsten waarin ze partij is, niet kan nakomen, dat er klachten zijn van klanten en dat er vertraging optreedt in het vermogen van Biocartis om inkomsten te realiseren, wat een wezenlijk nadelig effect kan hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis. Er is geen zekerheid dat de CMO's, waarmee een overeenkomst werd gesloten, de producten tijdig of in overeenstemming met de door de relevante regulatoire autoriteiten vereiste normen zullen leveren of dat zij in staat zullen zijn de producten van Biocartis in voldoende hoeveelheden, volgens dezelfde normen en tegen een economisch aantrekkelijke prijs in vergelijking met de concurrenten van Biocartis te leveren, of helemaal niet. In al deze gevallen kan de succesvolle commercialisatie van de producten van Biocartis ongunstig worden beïnvloed, wat een wezenlijk nadelig effect kan hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
Bovendien kan Biocartis, met het oog op de toekomstige stijgende vraag naar haar producten, mogelijk contractuele relaties moeten aangaan met andere producenten. Ze kan echter geen zekerheid bieden dat dit tijdig, in voldoende hoeveelheden of tegen commercieel aanvaardbare voorwaarden zal gebeuren. Bijgevolg kan Biocartis mogelijk niet in staat zijn om een betrouwbare productie van grote volumes, tegen commercieel redelijke kosten, uit te bouwen en te handhaven. Dit kan een negatief impact hebben op het productievermogen van Biocartis, wat dan weer een wezenlijk nadelig effect kan hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
ER KUNNEN ZICH VERTRAGINGEN VOORDOEN IN DE ONTWIKKELING VAN TESTS, MET ALS GEVOLG EEN TRAGERE BESCHIKBAARHEID VAN EEN BREED EN KLINISCH RELEVANT TESTMENU, WAT ZOU KUNNEN LEIDEN TOT HOGERE KOSTEN EN/OF AFBREUK ZOU KUNNEN DOEN AAN HET VERMOGEN VAN BIOCARTIS OM MARKTAANVAARDING EN/ OF RELEVANTE REGULATOIRE GOEDKEURINGEN IN LIJN MET HAAR STRATEGIE TE VERKRIJGEN. BIOCARTIS KAN NIET GARANDEREN DAT ZE IN STAAT ZAL ZIJN OM NIEUWE TESTS TE LANCEREN MET DE SNELHEID DIE ZE VERWACHT.
Tot op vandaag werd het Idylla™ platform gecommercialiseerd op basis van een beperkt aantal tests voor klinisch gebruik. De beschikbaarheid van een breed en klinisch relevant menu van tests die goedgekeurd zijn voor klinisch gebruik speelt een belangrijke rol in de beslissing om een diagnostisch platform aan te kopen en te gebruiken. Het management meent dat het aanbieden van een ruimer menu van dergelijke tests, inclusief het verkrijgen van de nodige regulatoire goedkeuringen, in combinatie met het wereldwijd beschikbaar maken van deze tests, een essentiële factor is die de vraag naar het Idylla™ platform aanzienlijk zal bevorderen. De voortdurende ontwikkeling en commercialisatie van bijkomende tests en geografische expansie zijn dan ook een essentieel onderdeel van de strategie van Biocartis. Bovendien is het de intentie van Biocartis om ook regulatoire goedkeuring aan te vragen voor het Idylla™ platform en zijn testmenu in een groot aantal jurisdicties, wat gepaard kan gaan met significante investeringen en een lange registratietijd. Er is geen zekerheid dat deze producten of enige andere toekomstige producten die door Biocartis zullen worden gelanceerd, aanvaard zullen worden door de markt.
Hoewel Biocartis over een gespecialiseerd en ervaren onderzoeks- en ontwikkelingsteam beschikt om tests te ontwikkelen, is er geen zekerheid dat het in staat zal zijn nieuwe tests te lanceren met de snelheid die ze verwacht. Het interne O&O-team van Biocartis wordt aangevuld met externe ontwikkelaars. Daarnaast is Biocartis partnerschappen aangegaan voor de ontwikkeling en commercialisatie van met Idylla™ compatibele tests en zal ze, in sommige gevallen, ook toestaan aan die partners om de Idylla™ instrumenten
en -consoles te verdelen. Biocartis heeft de intentie om nog andere (strategische) relaties aan te gaan met derden voor toekomstige tests. Evenwel kan het aangaan van dergelijke relaties moeilijk en tijdrovend zijn, en kunnen ze geen succes kennen. Als Biocartis instemt om op exclusieve basis te werken met een partij in een welbepaald domein, kunnen de opportuniteiten om met anderen samen te werken of onafhankelijk opportuniteiten te ontwikkelen, beperkt zijn. Bovendien vallen de ontwikkeling en commercialisatie van met Idylla™ compatibele tests door partners, buiten de controle van Biocartis (voor meer informatie, zie risicofactor "Biocartis is een aantal partnerschappen en samenwerkingsverbanden aangegaan, waaronder joint ventures, en is daarvan afhankelijk. De beëindiging hiervan kan negatieve effecten hebben op Biocartis.").
Verder zou Biocartis te kampen kunnen hebben met onverwachte vertragingen of moeilijkheden in de ontwikkeling en/of commercialisatie van tests (zowel op eigen kracht als in samenwerking met partners), wat de marktaanvaarding van het Idylla™ platform in het gedrang kan brengen of kan vertragen. Dit zou eveneens de mogelijkheden van Biocartis om bijkomende partnerschappen aan te gaan voor de ontwikkeling en commercialisatie van tests in het gedrang kunnen brengen en zou bijgevolg een invloed kunnen hebben op de toekomstige omzetgroei. Een aantal factoren, waarvan vele buiten de controle van Biocartis vallen, kunnen leiden tot vertragingen of moeilijkheden in de ontwikkeling of commercialisatie van tests door Biocartis en/of haar partners, waaronder:
Elk van deze factoren zou kunnen uitmonden in hogere kosten voor Biocartis en/of het vermogen van Biocartis om marktaanvaarding, of de relevante regulatoire goedkeuringen, te verkrijgen voor het Idylla™ platform en zijn testmenu in lijn
met haar strategie, in het gedrang brengen, wat een wezenlijk nadelig effect zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
Biocartis heeft maar een beperkte ervaring in het uitbouwen van een commerciële infrastructuur op de markten van de diagnostiek, waardoor ze er misschien niet in zal slagen bijkomend belangrijk personeel aan te werven of te behouden, of goede afspraken te maken met distributeurs en andere partijen om de commerciële uitbouw van het Idylla™ platform en zijn tests uit te voeren.
Biocartis breidt haar commerciële infrastructuur nog verder uit voor het Idylla™ platform en de tests, een innovatieve oplossing die de ontwikkeling van een nieuwe go-to-marketstrategie vergt. Om het Idylla™ platform en de tests te commercialiseren, zal Biocartis bovendien haar onderhoudsen service organisatie verder moeten uitbouwen zodat haar geïnstalleerde basis adequaat wordt geïnstalleerd en onderhouden. Biocartis zal ook de commercialisatie met haar partners, distributeurs en andere derde partijen die niet onder haar controle vallen, moeten coördineren.
Bovendien is Biocartis, in vergelijking met sommige concurrenten en partners, beperkt in omvang en
middelen. Het zou kunnen dat ze niet in staat is onder gunstige omstandigheden te concurreren bij de verkoop van het Idylla™ platform in vergelijking met grotere vennootschappen die aan de klant een ruimere portefeuille aan MDx platforms tegelijk kunnen voorstellen, onder mogelijk gunstigere voorwaarden.
Daarnaast bestaat een deel van de commerciële strategie van Biocartis erin haar diagnostisch platform bij klanten te plaatsen krachtens, onder andere, operationele leaseovereenkomsten. Dergelijke overeenkomsten bepalen dat de klant het platform onder bepaalde voorwaarden mag teruggeven aan Biocartis, wat een impact zou kunnen hebben op de geïnstalleerde basis van Biocartis en zou kunnen leiden tot een verlies van de productopbrengsten.
Als Biocartis er niet in slaagt haar commerciële infrastructuur succesvol verder uit te bouwen, zal dit een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
De aard van de producten van Biocartis vergt onderdelen op maat die ze momenteel afneemt bij een beperkt aantal leveranciers. Voor een aantal onderdelen is Biocartis aangewezen op slechts een enkele leverancier.
Hoewel het management meent dat de huidige capaciteit en het vereiste productiemateriaal bij de leveranciers van Biocartis voldoende zijn om de commerciële levering door Biocartis van het Idylla™ systeem en Idylla™ tests te ondersteunen, is er geen zekerheid dat de leveranciers van Biocartis te allen tijde in staat of bereid zullen zijn
de onderdelen die Biocartis nodig heeft verder te blijven leveren tegen geschikte prijzen of in voldoende hoeveelheid of met voldoende kwaliteit. Dit zou een weerslag kunnen hebben op het vermogen van Biocartis om te blijven leveren aan haar klanten, wat zou kunnen leiden tot financiële schade en reputatieschade. Als Biocartis, om welke reden, dan ook alternatieve bronnen nodig heeft voor essentiële onderdelen, kan het zijn dat deze alternatieve onderdelen niet op korte termijn beschikbaar zijn, tegen aanvaardbare voorwaarden, of dat ze zelfs helemaal niet beschikbaar zijn. Daarnaast kunnen alternatieve onderdelen ertoe
leiden dat Biocartis haar producten moet aanpassen, wat waarschijnlijk zou leiden tot een belangrijk kosten voor re-design en goedkeuring, en vertragingen in het aanbod. In gevallen waar Biocartis afhangt van een enkele leverancier voor een cruciaal onderdeel, ook al zijn er andere leveranciers beschikbaar om als tweede
leverancier op te treden voor deze cruciale onderdelen, vergt de toevoeging van een nieuwe leverancier aan het productieproces over het algemeen uitgebreide evaluaties, testen en mogelijke regulatoire goedkeuring, waardoor het moeilijk en duur is voor Biocartis haar blootstelling aan singlesourceleveranciers te diversifiëren.
De prestatie van Biocartis is, in zekere mate, afhankelijk van de leden van haar executive management team en haar technisch en wetenschappelijk personeel. Biocartis sluit geen "keymanverzekeringspolissen" af op het leven van deze personen of op het leven van andere werknemers. Het verlies van dergelijke persoon of het onvermogen om tijdig gepaste vervanging te vinden zou mogelijk schade kunnen berokkenen aan de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis. Biocartis hangt af van personeel dat ervaring heeft in de ontwikkeling, registratie, productie en commercialisatie van complexe MDx producten. De concurrentie voor personeel met de vereiste competenties en ervaring is zeer groot en kan het vermogen van Biocartis om binnen een aanvaardbare termijn, of helemaal niet, hoogkwalitatief personeel aan te werven en te behouden, beperken. Heel wat concurrenten hebben meer financiële en andere middelen, andere risicoprofielen
en een langere geschiedenis dan Biocartis. Bovendien zullen de verwachte groei en expansie van Biocartis, in lijn met haar strategie, naar verwachting een groter beroep doen op haar beschikbare middelen, waardoor de aanwerving van nieuw vakkundig personeel noodzakelijk zal zijn in domeinen zoals testontwikkeling engineering, klinische ontwikkeling, verkoop, marketing en financiën. Het aantrekken, behouden en opleiden van personeel met vereiste kennis, zou dan ook een uitdaging kunnen zijn. Als, eender wanneer, Biocartis er niet in slaagt een voldoende aantal gekwalificeerde werknemers aan te werven, op te leiden en te behouden om haar groei te ondersteunen, zou dit een negatieve impact kunnen hebben op haar vermogen om haar businessstrategie uit te voeren, wat dan weer een wezenlijk nadelig effect kan hebben op haar activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten.
Biocartis hangt voor haar dagelijkse activiteiten sterk af van computer- en IT-systemen. Het risico op een veiligheidsinbreuk of -verstoring, in het bijzonder door middel van cyberaanvallen of cyberinbraak, waaronder door computerhackers, buitenlandse regeringen en cyberterroristen, is gestegen daar het aantal, de intensiteit en de subtiliteit van aanvals- en inbraakpogingen van overal in de wereld gestegen zijn. Deze gevaren omvatten identiteitsdiefstal, ongeoorloofde toegang, aanvallen op het domeinnaamsysteem, aanvallen op het draadloos netwerk, virussen en wormen, geavanceerde aanhoudende bedreigingen, toepassingsgerichte aanvallen, peer-topeeraanvallen, phishing, backdoor trojans en distributed denial of service-aanvallen. Elk van hetgeen hiervoor vermeld is, zou de producten en computersystemen van Biocartis kunnen aanvallen. Ondanks de aanzienlijke inspanningen om veiligheidsbarrières in te voeren in dergelijke programma's, is het praktisch onmogelijk dit risico volledig uit te sluiten. Net zoals alle softwareproducten
en computersystemen, zijn ook de softwareproducten en computersystemen van Biocartis kwetsbaar voor cyberaanvallen. De impact van cyberaanvallen zou de goede werking van de softwareproducten en computersystemen van Biocartis (waaronder Idylla™ Connect en Idylla™ Explore) kunnen verstoren, fouten veroorzaken in de output van de systemen van Biocartis, ongeoorloofde toegang mogelijk maken tot gevoelige, beschermde of vertrouwelijke informatie van Biocartis, haar klanten of de patiënten die de klanten van Biocartis bedienen. Mocht enig voormeld feit plaatsvinden, kan het vermogen van Biocartis om producten te produceren, te verkopen en te verzenden aangetast worden, kan de reputatie van Biocartis geschaad worden, kunnen klanten stoppen met het kopen van producten van Biocartis, zouden er rechtszaken kunnen worden aangespannen tegen Biocartis of kan ze aansprakelijk worden gesteld, en zouden de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis wezenlijk negatief beïnvloed kunnen worden.
Hoewel alle gegevens op het Idylla™ platform zo zijn ontworpen dat ze niet-identificeerbaar zijn en de patiëntgegevens enkel beschikbaar zouden mogen zijn op de plaats van de test, kan Biocartis mogelijk onopzettelijk of onvrijwillig toegang krijgen (of kan geoordeeld worden dat ze toegang heeft) tot persoonsinformatie die onderworpen is aan Amerikaanse federale en deelstatelijke, EU (zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (EU) 2016/679 van 27 april 2016) en andere toepasselijke buitenlandse wetten ter bescherming van de vertrouwelijkheid van bepaalde gezondheidsinformatie of andere persoonlijke informatie van patiënten, waaronder patiëntendossiers, en ter beperking van het gebruik en de onthulling van die beschermde informatie. Als Biocartis beschuldigd zou worden van inbreuken op enige van deze wetten, kan ze zware sancties opgelegd krijgen en kan haar reputatie onherroepelijk geschaad worden.
Als Biocartis er niet in slaagt om accuraat in te spelen op de toepassing of de interpretatie van dergelijke wetten terwijl Biocartis haar producten ontwikkelt, als ze er niet in slaagt om aan de regulatoire vereisten te voldoen (zoals evoluerende encryptie- en veiligheidsvereisten) of een
Op 31 januari 2020 stapte het Verenigd Koninkrijk ("VK") formeel uit de EU (waarnaar algemeen verwezen wordt als de 'Brexit'). De langetermijneffecten van Brexit zullen afhangen van enige overeenkomsten (of het ontbreken daarvan) waarover tijdens de lopende overgangsperiode zal worden onderhandeld tussen het VK en de EU, en in het bijzonder van enige regelingen voor het VK om toegang tot de EU-markten te behouden. De globale impact daarvan op Biocartis zal onzeker blijven in de nabije toekomst.
In het bijzonder, de productie of assemblage van het Idylla™ instrument en de console is uitbesteed aan een CMO in Schotland. De productie of assemblage van de cartridges
aantijging dat mankementen in de producten van Biocartis hebben geleid tot niet-naleving door de klanten van Biocartis, zou dat een wezenlijke burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid kunnen creëren, die kan leiden tot negatieve publiciteit en de activiteiten van Biocartis wezenlijk negatief kan beïnvloeden. Elke wetgeving of regelgeving op het vlak van privacy en veiligheid van persoonsinformatie zou schade kunnen berokkenen aan de manier waarop Biocartis werkt, alsook aan haar activiteiten. De kosten voor de naleving van, en de andere lasten die worden opgelegd door, deze en andere wetten of regulatoire acties kunnen Biocartis belemmeren haar producten te verkopen, of de kosten in verband met de verkoop van haar producten verhogen, en kunnen het vermogen van Biocartis om te investeren in producten van Biocartis, of gezamenlijk te ontwikkelen, in de Verenigde Staten, de EU en andere buitenlandse jurisdicties aantasten. Verder kan Biocartis niet garanderen dat het privacy- en veiligheidsbeleid en de praktijken van Biocartis voldoende bevonden zullen worden om haar te beschermen tegen aansprakelijkheid of negatieve publiciteit met betrekking tot de privacy en veiligheid van persoonsinformatie.
wordt momenteel intern in de Biocartis-fabriek in Mechelen (België) uitgevoerd en slechts een paar onderdelen komen uit het VK of worden vanuit het VK verspreid. Hoewel Biocartis nauwlettend toeziet op eventuele Brexit-gerelateerde ontwikkelingen, nauw contact onderhoudt met haar leveranciers in dit opzicht en maatregelen heeft genomen om potentiële vertragingen en andere douane-gerelateerde effecten te verminderen, blijft de Brexit een ongekende situatie met veel onzekerheid die een negatieve impact kan hebben op de logistieke stromen van Biocartis van en naar het VK en daarmee op de beschikbaarheid van haar producten en onderdelen.
De recente uitbraak van COVID-19 houdt een potentieel risico in voor de bedrijfsresultaten van de Vennootschap. Op de datum van dit jaarverslag zijn bepaalde landen waar de Vennootschap actief is geïmpacteerd. De Vennootschap heeft een disclaimer toegevoegd aan haar doelstellingen voor 2020 die stelt dat haar commerciële vooruitzichten voor 2020 een gematigde impact van de COVID-19 uitbraak, alsook een stabilisatie van de situatie rond april 2020, veronderstellen. De omvang van het risico gesteld door
COVID-19 is echter nog onduidelijk. Indien de impact van de uitbraak ernstiger of langduriger is dan verwacht, kan het zijn dat de activiteiten van Biocartis zwaarder worden beïnvloed dan wat momenteel wordt verwacht, wat de commercialisering verder beïnvloedt en mogelijk een impact heeft op de productie- en R&D-activiteiten van de Vennootschap. Dit kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de bedrijfsresultaten van de Vennootschap.
Biocartis is blootgesteld aan mogelijke vorderingen voor productaansprakelijkheid die inherent zijn aan klinische tests en MDx. Biocartis riskeert aansprakelijk te worden gesteld voor schade wanneer haar producten mankementen vertonen die onder meer de performantie van haar producten beïnvloeden, te wijten aan gebreken in de onderdelen, productiefouten, ontwerpfouten of fouten op het etiket, of andere mankementen en problemen. Biocartis is niet zeker dat ze in staat zal zijn een eventuele rechtszaak voor productaansprakelijkheid die tegen haar wordt ingespannen, succesvol te verdedigen. Ongeacht de ontvankelijkheid of het eventueel resultaat, kunnen vorderingen voor productaansprakelijkheid leiden tot een afname van de vraag, reputatieschade, proceskosten en mogelijke schadevergoedingen.
Biocartis heeft een verzekering voor productaansprakelijkheid die een dekking biedt waarvan het management meent dat ze in lijn is met de praktijken op de markt. Mogelijks zijn niet alle vorderingen en schade volledig gedekt, of mogelijk zijn ze helemaal niet gedekt, in het geval van een rechtszaak voor productaansprakelijkheid. Bijgevolg kan het zijn dat
Biocartis geconfronteerd wordt met aansprakelijkheden voor een vordering die mogelijk niet gedekt wordt door haar verzekering of zouden haar aansprakelijkheden de limieten van haar verzekering kunnen overstijgen, wat een wezenlijk nadelig effect kan hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis. Bovendien kunnen vorderingen voor productaansprakelijkheid aanzienlijke financiële en bestuurlijke middelen vergen en kunnen ze de verdere ontwikkeling of commercialisatie van de producten van Biocartis beperken of belemmeren.
Tot op heden werden geen vorderingen voor productaansprakelijkheid ingesteld tegen Biocartis. Biocartis kan geen enkele zekerheid verschaffen dat ze in de toekomst in staat zal zijn voldoende verzekeringsdekking te behouden tegen commercieel aanvaardbare voorwaarden, of dat haar verzekering voldoende bescherming zal bieden tegen alle mogelijke risico's. Daarnaast zullen de verzekeringspolissen Biocartis niet beschermen tegen eventuele reputatieschade die ze kan lijden als de markt haar producten als onbetrouwbaar of gebrekkig beschouwt.
De huidige Idylla™ producten op de markt zijn ontworpen om de aanwezigheid of niveaus van bepaalde, specifieke biomarkers op te sporen. Deze producten zijn niet ontworpen om de behandeling voor iedere patiënt te bepalen; dat valt nog steeds onder de verantwoordelijkheid van het relevante medische personeel. Hoewel Biocartis in haar marketingmateriaal en op de etikettering van haar producten (die onder andere de relevante testaccuraatheidsgraad vermeldt) vermeldt dat haar producten niet zijn ontworpen om een behandeling voor de patiënt uit te stippelen, en hoewel Biocartis tot nog toe niet geconfronteerd werd met dergelijke vorderingen, kan ze niet garanderen dat patiënten, ziekenhuizen, artsen of andere partijen niet zullen trachten Biocartis aansprakelijk te stellen voor alle of een
deel van de medische beslissingen die aan de basis liggen van de behandeling van patiënten, waardoor Biocartis zou kunnen worden blootgesteld aan mogelijke procesvoering of burgerlijke of strafrechtelijke aansprakelijkheid. Dergelijke acties of aansprakelijkheid zouden ertoe kunnen leiden dat overheidsinstanties besluiten dat de producten of diensten van Biocartis niet meer mogen worden gebruikt of onjuist worden gebruikt; en dit alles zou aanzienlijke schade kunnen berokkenen aan de reputatie van Biocartis en zou het voortdurend gebruik van het productaanbod van Biocartis op de markt ernstig kunnen benadelen, wat een wezenlijk nadelig effect kan hebben op haar activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten.
ALS BIOCARTIS ER NIET IN SLAAGT OCTROOIBESCHERMING TE KRIJGEN VOOR DE PRODUCTEN DIE ZE ONTWIKKELT OF ALS ZE OP GEEN ANDERE WIJZE ERIN SLAAGT HAAR INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN TE VRIJWAREN EN ADEQUAAT TE BESCHERMEN, ZOU DIT EEN ONGUNSTIGE INVLOED KUNNEN HEBBEN OP DE ACTIVITEITEN VAN BIOCARTIS.
De intellectuele-eigendomsrechten ("IP-rechten") van Biocartis vormen de basis van haar producten en technologieën. Biocartis investeert in de ontwikkeling van verschillende vormen van IP-rechten en heeft hiervoor een intern IP-departement opgezet dat toeziet op de verschillende IP-gebonden activiteiten. De octrooiportefeuille van Biocartis bestaat uit verschillende octrooifamilies, die zowel toegekende octrooien als octrooien in aanvraag wereldwijd omvatten. De portefeuille omvat verder meerdere in licentie genomen octrooifamilies. Op 31 december 2019 bestond de octrooiportefeuille van Biocartis uit 28 eigen octrooifamilies bestaande uit toegekende octrooien en lopende octrooiaanvragen wereldwijd, die zullen vervallen tussen 2022 en 2038, en verschillende in licentie genomen octrooifamilies die bijkomende steun geven aan de octrooiportefeuille.
Op 31 december 2019 werd de waarde van het Idylla™ platform beschermd door een groep van 48 octrooifamilies (waarvan 26 eigen octrooifamilies en 22 in licentie genomen families) en vier uitvindingsbeschrijvingen, bestaande uit toegekende octrooien en lopende octrooiaanvragen wereldwijd, die de platformtechnologie (basissysteem, fluïdica, ultrasonificatie, thermische controle, downstreamanalyse en signaalverwerking) en de bijbehorende biochemie (testontwerp, opslag reagentia, staalopname, enz.) omvatten.
Naast octrooien steunt Biocartis ook op een combinatie van bedrijfsgeheimen, knowhow, ontwerprechten, auteursrechten, geheimhoudingsovereenkomsten en andere contractuele bepalingen en technische maatregelen. Het management meent dat de bescherming van de IP-rechten die het bezit en in licentie heeft van andere partijen, cruciaal is voor haar succes, maar dit zal afhangen van een aantal complexe wettelijke en feitelijke kwesties.
Ten eerste is het niet zeker dat lopende octrooiaanvragen (ingediend hetzij door Biocartis, hetzij door een derde licentiegever) zullen uitmonden in toegekende octrooirechten, aangezien het onderzoek kan leiden tot de conclusie dat er geen octrooi zal worden toegekend. De procedure om octrooien te verkrijgen, omvat dat er aanvragen moeten worden ingediend in verschillende jurisdicties en kan vele jaren duren. Het succes in een jurisdictie is geen waarborg voor succes in een andere
jurisdictie, in het bijzonder omdat verschillende jurisdicties andere rechtsbeginselen kunnen toepassen. Daardoor kan het zijn dat een uitvinding octrooieerbaar is in een jurisdictie, maar dat in andere jurisdicties geen octrooi kan worden verkregen. In antwoord op een octrooiaanvraag kan een octrooibureau een of meer conclusies van de aanvraag verwerpen. Dit kan leiden tot een uitvoerige en tijdrovende dialoog tussen Biocartis en het octrooibureau in een poging van Biocartis om tot een overeenkomst te komen in verband met de toekenning van sommige conclusies. Er is geen zekerheid dat dergelijke inspanningen succesvol zullen resulteren in toegekende octrooiconclusies, al dan niet van enige waarde.
Ten tweede, nadat een octrooi is toegekend, kunnen derde partijen verzet aantekenen (bijvoorbeeld in het geval van een octrooi dat is toegekend krachtens het Europees Octrooiverdrag van 5 oktober 1973 (zoals gewijzigd) (een "Europees Octrooi") hebben de meeste derde partijen (andere dan de veronderstelde overtreders) gewoonlijk tot negen maanden na de publicatie van de toekenning de tijd om oppositie in te dienen), of kunnen ze tussenkomen in lopende oppositieprocedures, wat in beide gevallen kan leiden tot de herroeping van het octrooi. Tot op heden werd tegen octrooien van Biocartis enkele nietsubstantiële opposities aangetekend. Al deze opposities waren niet succesvol of werden gesloten zonder verlies van substantiële octrooirechten, behalve één niet-substantiële oppositie die nog lopende was per 31 december 2019. Biocartis kan niet garanderen dat er in de toekomst geen andere oppositie worden aangetekend. Bovendien, zelfs nadat de termijn om oppositieprocedures op te starten, verstreken is, kunnen derde partijen gerechtelijke procedures opstarten om het relevante octrooi nietig te laten verklaren. Doorgaans voorzien de bestaande licentieovereenkomsten tussen Biocartis en derde partijen niet in een garantie over de rechtsgeldigheid van de IPrechten onder licentie.
Er is geen zekerheid dat de IP-rechten van Biocartis niet zullen worden betwist, ongeldig verklaard, omzeild of nietafdwingbaar worden gemaakt. Concurrenten van Biocartis of andere derden kunnen de toegekende octrooien van Biocartis met succes betwisten en ongeldig laten verklaren of niet-afdwingbaar maken, ook enige octrooien die in de toekomst kunnen worden toegekend. Hierdoor zou Biocartis niet of slechts in beperkte mate in staat kunnen zijn te verhinderen dat concurrenten producten in de verhandeling brengen die identiek of substantieel equivalent zijn aan het Idylla™ platform, de Idylla™ tests en/of enige toekomstige producten. Daarnaast kunnen concurrenten in staat zijn hun producten zodanig te ontwerpen dat ze de octrooien van Biocartis omzeilen of producten te ontwikkelen die resultaten bieden die vergelijkbaar zijn met het Idylla™ platform, de Idylla™ tests en/of enige toekomstige producten, maar niet gedekt zijn door de octrooien van Biocartis. Een groot deel van de waarde van Biocartis zit in haar intellectuele eigendom, en enige betwisting van de intellectuele-eigendomsportefeuille van Biocartis (al dan niet succesvol) kan een impact hebben op haar waarde.
Biocartis kan een rechtszaak aanspannen wegens octrooigeschillen tegen derde partijen om haar octrooirechten te beschermen of af te dwingen, wat duur kan zijn en het management kan afleiden van andere businessaangelegenheden. Gerechtelijke procedures kunnen ook als gevolg hebben dat haar octrooien gevaar lopen omdat ze ongeldig kunnen worden verklaard of
nauwer kunnen worden geïnterpreteerd, en dat haar octrooiaanvragen niet worden goedgekeurd. Het is niet zeker dat Biocartis eventuele dergelijke procedures in haar voordeel kan laten beslechten, of dat de eventuele toegekende schadevergoeding of andere remediëringen adequaat zullen zijn. Het verlies in een rechtszaak, er niet in slagen om adequaat vergoed te worden en/of de negatieve publiciteit wegens de gerechtelijke procedure, zou een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
Biocartis beslist geval per geval in welke landen zij octrooibescherming zal vragen. Het is economisch niet haalbaar en ook niet praktisch octrooibescherming te vragen in elk land, en het is mogelijk dat een of meer derden toestellen ontwikkelen en in de verhandeling brengen die gelijkaardig zijn aan het Idylla™ platform, de Idylla™ tests en/ of enige toekomstige producten in landen waar Biocartis geen octrooibescherming gekregen heeft. Biocartis is mogelijk niet in staat dergelijke acties van derden te voorkomen, wat het vermogen van Biocartis om die markten aan te boren, zal beperken.
Biocartis vertrouwt op belangrijke technologieën van derde partijen en is met een aantal (sub)licentiegevers (sub)licentieovereenkomsten aangegaan. De waarde van het unieke Idylla™ platform wordt deels beschermd door een groep van 48 octrooifamilies waarvan er 22 in licentie genomen families zijn, die bestaan uit toegekende octrooien en lopende octrooiaanvragen wereldwijd en die de platformtechnologie en bijbehorende biochemie beschermen (voor meer informatie, zie risicofactor "Als Biocartis er niet in slaagt octrooibescherming te krijgen voor de producten die ze ontwikkelt of als ze op geen andere wijze erin slaagt haar intellectuele-eigendomsrechten te vrijwaren en adequaat te beschermen, zou dit een ongunstige invloed kunnen hebben op de activiteiten van Biocartis". )
Verschillende licentieovereenkomsten leggen Biocartis verscheidene ontwikkelingsverplichtingen op alsook de betaling van royalty's en vergoedingen, alsook andere verplichtingen. Als Biocartis er niet in slaagt te voldoen aan een of meer van die verplichtingen, kan de (sub)licentiegever het recht hebben de (sub)licentie te beëindigen. Bovendien, als de sublicentiegever zijn licentie niet kan naleven of als de licentiegever er niet in slaagt zijn intellectuele eigendom
af te dwingen, kan het zijn dat de (sub)licentierechten niet adequaat behouden kunnen blijven. De beëindiging van (sub)licentieovereenkomsten, of het onvermogen om de IPrechten waarop die (sub)licentieovereenkomsten betrekking hebben, adequaat te beschermen, zou Biocartis kunnen belemmeren om producten die onder die gelicentieerde intellectuele eigendom vallen, te commercialiseren, wat dan weer een wezenlijk nadelig effect zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
Bovendien kan Biocartis toegang nodig hebben tot bijkomende technologieën van derde partijen waarvoor een bijkomende (sub)licentie, of (sub)licenties, vereist is om bepaalde producten te kunnen verkopen. Als Biocartis er niet in slaagt adequate (sub)licentieovereenkomsten te behouden of te sluiten teneinde toegang te hebben tot deze technologieën, hetzij op aanvaardbare voorwaarden of hetzij hoe dan ook, kan het zijn dat ze alle, of bepaalde, producten niet kan verkopen of geen toegang heeft tot sommige geografische of sectormarkten, wat een wezenlijk nadelig effect kan hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
Biocartis is samenwerkingsovereenkomsten aangegaan met een aantal industriële, farmaceutische en andere bedrijven, onderzoeksinstellingen en academische partners. Biocartis heeft, in sommige gevallen alleen en in andere gevallen samen met haar samenwerkingspartners, octrooibescherming aangevraagd voor een aantal technologieën die werden ontwikkeld in het kader van deze overeenkomsten en kan mogelijk in de toekomst nog verdere intellectuele-eigendomsbescherming aanvragen en/ of trachten dergelijke technologieën te commercialiseren. Krachtens sommige van deze overeenkomsten kan bepaalde intellectuele eigendom, die is ontwikkeld door Biocartis en de relevante partner, gezamenlijke eigendom zijn van
Biocartis en de partner en kan het commerciële gebruik door Biocartis van dergelijke intellectuele eigendom beperkt zijn, of schriftelijke toestemming vergen van, of een aparte overeenkomst met, de partner. In andere gevallen, kan het zijn dat Biocartis geen enkel recht heeft om de intellectuele eigendom die werd ontwikkeld door de partner alleen en welk diens eigendom is, te gebruiken. Als Biocartis er niet in slaagt commerciële gebruikersrechten te verwerven voor dergelijke intellectuele eigendom in gezamenlijk eigendom of intellectuele eigendom die eigendom is van de partner, kunnen de productontwikkelings- en commercialisatieplannen van Biocartis negatief worden beïnvloed.
De MDx sector wordt gekenmerkt door een groot aantal octrooien, waarvan de conclusies dicht bij elkaar lijken aan te sluiten of in sommige gevallen elkaar overlappen. Bovendien kunnen bepaalde eigendomsrechten van derden voor Biocartis onbekend zijn tot op het moment dat ze worden afgedwongen. Daarom heerst er bepaalde onzekerheid over de mate van octrooibescherming en inbreuken daarop. Het kan zijn dat Biocartis zonder het te weten in het verleden inbreuk heeft gepleegd, en momenteel nog steeds inbreuk pleegt, op de eigendomsrechten van derde partijen. Bovendien kunnen er lopende octrooiaanvragen van derde partijen zijn, die gewoonlijk vertrouwelijk zijn in de eerste achttien maanden na het indienen, die technologieën omvatten die Biocartis en/of haar partners gebruiken in hun MDx systemen en tests. Na de publicatie van dergelijke octrooiaanvragen, kan het zijn dat Biocartis bijkomende licenties van derde partijen moet verkrijgen, maar dat ze die niet tegen aanvaardbare voorwaarden, of helemaal niet, kan verkrijgen.
Tot op heden werden geen vorderingen voor inbreuk op intellectuele eigendom ingesteld tegen Biocartis. Ingeval derde partijen Biocartis beschuldigen van inbreuken op hun octrooien, zou Biocartis aanzienlijke kosten en middelen kunnen moeten besteden om zich te verdedigen tegen deze vorderingen. Als dergelijke vorderingen gegrond blijken,
zou dit kunnen leiden tot aanzienlijke schadevergoedingen, de betaling van royalty's of een bevel waardoor sommige producten van Biocartis niet meer mogen worden verkocht, wat een wezenlijk nadelig effect zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
Sommige vroegere en huidige werknemers van Biocartis waren voordien werkzaam bij concurrenten van Biocartis en zijn overeenkomsten met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten, geheimhoudings- en niet-mededingingsovereenkomsten aangegaan in verband met zulke vroegere tewerkstelling. Hoewel Biocartis tracht ervoor te zorgen dat de werknemers van Biocartis in de uitvoering van hun werk voor Biocartis geen gebruik maken van de beschermde informatie of knowhow van anderen, kan Biocartis het voorwerp uitmaken van vorderingen waarbij wordt gesteld dat Biocartis of zulke werknemers gebruik hebben gemaakt van intellectuele eigendom of intellectuele eigendom hebben onthuld, waaronder bedrijfsgeheimen of andere beschermde informatie toebehorend aan een vorige werkgever van zulke werknemer. Dit kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
DE WERKNEMERS, ONAFHANKELIJKE AANNEMERS, ONDERZOEKERS, CONSULTANTS, COMMERCIËLE MEDEWERKERS, DIENSTVERLENERS, DISTRIBUTEURS EN ANDERE TEGENPARTIJEN VAN BIOCARTIS KUNNEN MOGELIJK WANGEDRAG VERTONEN OF ONGEPASTE ACTIVITEITEN VERRICHTEN, WAARONDER DE NIET-NALEVING VAN REGULATOIRE NORMEN EN VEREISTEN. DIT KAN MOGELIJK LEIDEN TOT HET OPLEGGEN VAN AANZIENLIJKE BOETES OF ANDERE SANCTIES EN EEN NEGATIEVE IMPACT HEBBEN OP DE BEDRIJFSRESULTATEN VAN BIOCARTIS.
Biocartis en haar werknemers, onafhankelijke aannemers, onderzoekers, consultants, commerciële medewerkers, dienstverleners, distributeurs en tegenpartijen zijn onderworpen aan, of kunnen onderworpen zijn aan, tal van bestaande regelgevingen in de landen waar ze werkzaam zijn, zoals wetten aangaande anti-omkoping, anticorruptie, antismeergeld, mededinging, fraude, verhandeling met voorkennis, databescherming, privacy en beveiliging van gezondheidsinformatie, vervalsing met betrekking tot tekortkomingen aan de productiekwaliteit, verkeerde voorstelling van de toegekende productkenmerken met betrekking tot onwettelijke marketing of promotie die de grenzen van de toegekende vergunning overschrijdt, beperkingen op terugbetaling, onmogelijkheid om te commercialiseren of terugbetaling te verkrijgen, productaansprakelijkheid, en wetten inzake milieu, gezondheid en veiligheid. De kosten voor de naleving van toepasselijke regelgevingen, vereisten, aanbevelingen of richtlijnen zouden substantieel kunnen zijn, en niet-naleving ervan zou kunnen leiden tot sancties, burgerrechtelijke sancties, rechterlijk bevel, strafrechtelijke sancties, of terugbetaling, die de kosten voor Biocartis aanzienlijk zouden kunnen doen toenemen, de ontwikkeling en commercialisatie van haar producten zouden kunnen vertragen, en die een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op haar reputatie, activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten.
Biocartis is ook blootgesteld aan het risico dat dergelijke personen zich zouden bezighouden met frauduleuze of andere illegale activiteiten. Daden of verzuim door enige van de partijen waarop Biocartis steunt, zouden er mogelijk kunnen toe leiden dat Biocartis aansprakelijk wordt gesteld onder de relevante wetten en regelgevingen, zoals de Amerikaanse Foreign Corrupt Practices Act (de "FCPA"), de Engelse Bribery Act, de OESO Anti-Bribery Convention van de OESO en andere anti-omkoopwetten en regelgevingen, import- en exportwetten in de EU, de VS en andere jurisdicties, en sanctieprogramma's, waaronder deze die worden beheerd door de Amerikaanse Office of Foreign Asset Controls en de Europese Commissie. Wangedrag door deze partijen zou kunnen bestaan uit opzettelijk, onbezonnen of nalatig gedrag of andere ongeoorloofde activiteiten die de wetten en regelgevingen schenden, waaronder die wetten die de rapportering vergen van ware, volledige en accurate informatie aan de regelgevende organen; productienormen; gezondheidszorgfraude en
-misbruik en gezondheidswetgeving; of wetten die de ware, volledige en accurate rapportering van financiële informatie of gegevens vergen.
Verkoop-, marketing- en businessafspraken in de gezondheidszorgsector zijn onderworpen aan verregaande wetten en reglementeringen die de bedoeling hebben fraude, wangedrag, steekpenningen, selfdealing en andere misbruiken te voorkomen. Deze wetten en reglementeringen kunnen een brede waaier aan prijszettings-, kortings-, marketing- en promotie-, verkoopcommissieafspraken, verkooppromotieprogramma's en andere zakelijke afspraken beperken of verbieden. Bijvoorbeeld, de afhankelijkheid van Biocartis van de distributie-inspanningen van haar commerciële partners, doet het risico ontstaan dat deze en andere toekomstige distributeurs de lokale anticorruptiewetgevingen, de FCPA, en andere lokale en internationale regelgevingen niet naleven. Het is niet altijd mogelijk wangedrag door derden vast te stellen en tegen te gaan, en de voorzorgsmaatregelen die Biocartis neemt om zulk wangedrag op te sporen en te voorkomen, zullen mogelijk niet doeltreffend zijn voor controle op niet-gekende of niet-beheerste risico's of verliezen of voor de bescherming van Biocartis tegen overheidsonderzoeken of burgerrechtelijke of strafrechtelijke aansprakelijkheid, boetes en/of verboden ten gevolge van de niet-naleving van zulke wetten of reglementeringen.
Daarnaast is Biocartis blootgesteld aan het risico dat een persoon of overheid fraude of wangedrag zou kunnen veronderstellen, ook al heeft deze fraude of dit wangedrag niet plaatsgevonden. Ingeval er zulke vorderingen worden ingesteld tegen Biocartis en Biocartis er niet in slaagt zichzelf succesvol te verdedigen of haar rechten te doen gelden, zouden deze vorderingen een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten en de financiële resultaten van Biocartis, waaronder het opleggen van belangrijke burgerrechtelijke, strafrechtelijke en administratieve sancties, schadevergoedingen, geldboetes, mogelijke uitsluiting van deelneming aan gezondheidsprogramma's en tenders, reputatieschade, lagere winsten en toekomstige inkomsten, en inperking van de activiteiten van Biocartis waarvan eender welke de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de vooruitzichten van Biocartis wezenlijk en ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
De activiteiten van Biocartis zijn onderworpen aan verscheidene fraude- en misbruikwetten. Dergelijke wetten omvatten de antismeergeldwetten, de wetten inzake transparantie van betalingen aan artsen en de wetten inzake valse beweringen. Deze wetten kunnen een impact hebben op, onder andere, de voorgestelde verkoop en marketing en op de voorlichtingsprogramma's van Biocartis en haar verplichten bijkomende interne systemen te installeren om
bepaalde marketingkosten te traceren en te rapporteren aan overheidsautoriteiten. Daarnaast kan Biocartis onderworpen worden aan patiëntenprivacy- en veiligheidsregelgevingen door zowel de federale regering als de staten waar Biocartis actief is. Bijvoorbeeld, in de Verenigde Staten omvatten wetten die een impact kunnen hebben op de activiteiten van Biocartis, inter alia:
Biocartis is ook onderworpen aan verschillende fraude- en misbruikwetten in jurisdicties buiten de VS. Bijvoorbeeld, krachtens de Belgische 'Sunshine Act' (de Belgische wet van 18 december 2016 en haar uitvoeringsbesluiten), worden producenten van medische toestellen vereist alle directe en indirecte premies en voordelen toegekend aan gezondheidsverstrekkers, gezondheidsorganisaties en patiëntenorganisaties met een praktijk of maatschappelijke zetel in België te documenteren en openbaar te maken.
Als zou blijken dat de activiteiten van Biocartis niet in regel zijn met enige van de hierboven beschreven wetten of andere overheidsregelgevingen die op haar van toepassing zijn, kan zij sancties opgelegd krijgen, waaronder administratieve, burgerrechtelijke en strafrechtelijke sancties, schadevergoedingen, boetes, terugbetalingen, de inperking of herstructurering van de activiteiten van Biocartis, de uitsluiting van deelname aan gezondheidszorgprogramma's en individuele gevangenisstraf. Elk hiervan zou de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de vooruitzichten van Biocartis wezenlijk en ongunstig kunnen beïnvloeden.
REGULATOIRE INSTANTIES (ZOALS DE FDA - FOOD AND DRUG ADMINISTRATION, IN DE VERENIGDE STATEN) HEBBEN STRENGE VOORSCHRIFTEN OVER DE PUBLICITAIRE CLAIMS ROND MEDISCHE TOESTELLEN OF AANVERWANTE PRODUCTEN DIE OP HUN MARKT WORDEN GEBRACHT. ALS BIOCARTIS GEACHT WORDT FOUTE OF MISLEIDENDE PUBLICITEIT TE HEBBEN VERSTREKT OVER HAAR PRODUCTEN, OF DE PUBLICITEITS-, ADVERTENTIE- OF DISTRIBUTIEBEPERKINGEN OP ANDERE WIJZE NIET HEEFT NAGELEEFD, KUNNEN AAN BIOCARTIS AANZIENLIJKE BOETES EN/OF ANDERE SANCTIES WORDEN OPGELEGD, MET INBEGRIP VAN HET VERBOD OM NAAR DEZE MARKTEN TE IMPORTEREN.
Op de markten waar Biocartis werkzaam is, moeten het promotiemateriaal en instructiemethodes aan een hele reeks toepasselijke wetten en regelgevingen voldoen. Zo mag geen publiciteit worden gevoerd voor een IVD-product als dat niet is goedgekeurd door de relevante regulerende instantie of toezichthouder. Het gebruik van een product buiten de indicatie waarvoor het is goedgekeurd, is gekend als "offlabelgebruik". Als een relevante overheidsinstantie beslist dat het promotie- of instructiemateriaal van Biocartis deel uitmaakt van een promotie van een "off-labelgebruik", kan ze vragen dat Biocartis haar instructie- of promotiemateriaal verandert of haar regulatoire- of sanctiemaatregelen opleggen, waaronder, onder meer, de publicatie van een waarschuwingsbrief, een bevel, een inbeslagneming, een burgerrechtelijke boete en strafrechtelijke sancties. Andere overheidsinstanties in de VS (federale of deelstatelijke), de EU en andere jurisdicties kunnen ook maatregelen treffen
als ze menen dat het promotie- of instructiemateriaal een niet-toegelaten of niet-goedgekeurd gebruik promoten, wat kan leiden tot aanzienlijke boetes of sancties krachtens andere wettelijke bronnen, zoals wetten die valse verzoeken voor terugbetaling verbieden. Dit kan schade berokkenen aan de reputatie van Biocartis en de goedkeuring van haar producten benadelen. Hoewel Biocartis haar verkoopteam opleidt om geen promotie te voeren voor "off-labelgebruik" van de producten van Biocartis en haar gebruiksinstructies in alle markten vermelden dat de producten van Biocartis niet bedoeld zijn om te gebruiken buiten de indicaties op het etiket, kan ze niet garanderen dat geen enkele bevoegde overheid haar aansprakelijk zal stellen voor het voeren van "off-labelpromotie". Als Biocartis aansprakelijk zou worden gesteld, kan dit een wezenlijk nadelig effect hebben op haar activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten.
Biocartis lanceerde in september 2014 haar eerste Idylla™ platform en de eerste test, de Idylla™ BRAF Mutation Test, voor verkoop op de markt in de Europese Unie en in landen die toestellen met CE-IVD-markering erkennen. Sindsdien heeft Biocartis verschillende andere tests in die landen gelanceerd. Het is haar bedoeling haar producten de komende jaren in andere regio's te lanceren. In elk land waar Biocartis momenteel actief is, of in de toekomst actief kan worden, zijn de producten van Biocartis, waaronder het Idylla™ platform en zijn testmenu, onderworpen aan belangrijke overheidsregelgeving en -controle door een aantal overheidsinstanties. Dergelijke regelgeving behelst activiteiten zoals productontwikkeling, testing, labeling, opslag, toelating of goedkeuring vóór de producten op de markt komen, productie, publiciteit, promotie, verkoop, interactie met zorgverstrekkers, aanvaardbare terugbetaling, melding van bepaalde productgebreken en distributie. In tal van landen worden de regelgevingen van toepassing op IVD momenteel ontwikkeld of gewijzigd in lijn met de globale harmonisatie-inspanningen.
In Europa moet Biocartis de Verordening betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek Verordening 2017/746) (de "IVD-Verordening") naleven. In tegenstelling tot richtlijnen, die moeten worden omgezet in de nationale wetgeving van de Lidstaten, zullen de nieuwe verordeningen rechtstreeks van toepassing zijn (i.e. zonder dat ze moeten worden aanvaard door de wetgeving van de Lidstaat die ze omzet) in alle Lidstaten en strekken ze ertoe bestaande verschillen in de regulering van medische toestellen tussen de Lidstaten weg te werken. De IVD-Verordening strekt er onder andere toe een uniform, transparant, voorspelbaar en duurzaam regulatoir kader uit te werken voor de EER voor medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek en een hoog veiligheids- en gezondheidsniveau te waarborgen, maar toch innovatie te ondersteunen. Regulatoire goedkeuring vragen en verkrijgen onder de nieuwe IVD-Verordening is een nieuwe en onzekere procedure, en de Aangemelde Instanties (zoals verder gedefinieerd), als aangesteld, hebben beperkte middelen en kunnen een achterstand oplopen tijdens de overgangsperiode die loopt tot mei 2020, datum waarop de nieuwe verordening van kracht zal zijn.
De IVD-Verordening kan de wijze beïnvloeden waarop Biocartis zaken doet in Europa en zal, onder andere, het volgende bevatten:
Zoals hiervoor uiteengezet, wordt in de EU de toelating voor de producten van Biocartis verworven door de CE-markering, momenteel via de Europese Richtlijn 98/79/EG (medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek) (de "IVD-Richtlijn") en in de toekomst via de IVD-Verordening. Krachtens de IVD-Richtlijn kunnen het Idylla™ platform en de huidige Idylla™ tests CE-markering verwerven na een zelfcertificatieprocedure door de producent. Met het oog op de naleving van de IVD-Verordening (die van kracht werd in mei 2017 met een overgangsperiode van vijf jaar), worden kankertests ondergebracht bij de producten met een hoog risico, die voor hun CE-markering een beroep moeten doen op de diensten van een Aangemelde Instantie. Op basis van ervaring op de markten verwacht het management momenteel dat het verwerven van een CE-markeringsvergunning van een Aangemelde Instantie, de tijd nodig om een product in de Europese Unie op de markt te brengen met ongeveer twee kwartalen zal doen toenemen. Het niet, of met zeer grote vertraging, verkrijgen van dergelijke certificatie voor een nieuw product kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis, terwijl het niet, of met grote vertraging, verkrijgen van dergelijke certificatie voor de huidige CE-gemarkeerde Idylla™ tests, of enige andere test die Biocartis op de markt brengt in de Europese Unie tussen nu en de inwerkingtreding van de IVD-Verordening, Biocartis kan verplichten de verkoop van deze tests te staken of ze terug te roepen totdat de certificaties in overeenstemming met de IVD-Verordening verkregen zijn. Voor meer informatie, zie Risicofactor "Regulatoire goedkeuring vragen en verkrijgen onder de nieuwe IVD-Verordening is een nieuwe en onzekere procedure, en de Aangemelde Instanties, als aangesteld, hebben beperkte
78 BIOCARTIS JAARVERSLAG 2019
middelen en kunnen een achterstand oplopen tijdens de overgangsperiode die loopt tot mei 2020, datum waarop de nieuwe verordening van kracht zal zijn".
In de Verenigde Staten zullen de huidige en geplande Idylla™ tests van Biocartis een FDA 510(k)-toelating of een "PMA" goedkeuring (Premarket Approval) moeten hebben alvorens ze op de markt mogen worden gebracht. Alhoewel het Idylla™ platform, een geautomatiseerd PCR-systeem, vrijgesteld is van de 510(k)-meldingsplichten (met beperkingen), zal elk van de Idylla™ tests belangrijke technische en klinische studies moeten ondergaan ter ondersteuning van de aanvragen voor 510(k)-toelating of PMA-toelating. De vereiste reikwijdte en omvang van een studie kunnen groter zijn dan verwacht voor dit product of voor enige andere toekomstige producten. Studies voor dergelijke regulatoire toelating zijn duur en vergen veel tijd. De studies zouden niet de in wezen gelijkwaardigheid kunnen aantonen met de veiligheid en doeltreffendheid van een predicaatproduct (voor 510(k)-toelating), of zouden de onderzoekers van de Amerikaanse FDA ze onvoldoende kunnen bevinden om de veiligheid en doeltreffendheid ter ondersteuning van een PMA-toelating aan te tonen. De FDAregelgeving voor IVD's, en in het bijzonder voor therapie geassocieerde tests (companion diagnostics of CDx), evolueert en is niet helemaal duidelijk afhankelijk van het specifieke product en de gespecificeerde indicaties. Nog maar recent vroeg de FDA PMA-toelatingen voor tests aangaande genetische mutaties, die een klinisch voordeel moeten aantonen -- hetzij verlenging van het leven of een effect op de behandeling. Dergelijke studies zouden een nauwe opvolging kunnen vergen, waarvoor Biocartis mogelijk de middelen niet heeft. Er werd nieuwe wetgeving (gesponsord door de FDA)
voorgesteld die commercialisatie gemakkelijker moet maken, maar noch de goedkeuring van dergelijke wetgeving, noch de uiteindelijke goedkeuringsvereisten daarin kunnen worden voorspeld. Biocartis tracht deze onzekerheid te omzeilen door gebruik te maken van de procedure voor indiening om vooraf van de FDA-goedkeuring te verkrijgen van de vereisten. De regelgevingen en verwachtingen kunnen echter veranderen tijdens de uitvoering van productstudies, waardoor de vereisten van toepassing aanzienlijk kunnen wijzigen.
Bovendien kunnen ontwerpcontroles en productie in lijn met de EU-regelgeving niet in overeenstemming zijn met de Amerikaanse regelgevingen. De marketing- en promotievereisten verschillen aanzienlijk van deze in de EU krachtens de IVD-Richtlijn. Bovendien kan de aanvang of de voltooiing van een studie om allerlei redenen worden vertraagd of stopgezet. Het is niet zeker dat de producten van Biocartis de FDA 510(k)-toelating of PMA-toelating tijdig zullen verkrijgen, of al dan niet zullen verkrijgen. Het niet, of met grote vertraging, verkrijgen van een toelating of goedkeuring kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis. Bovendien, eens een FDA 510(k)-toelating of PMA-toelating verkregen is, kan elke latere wijziging aan het product (door
evoluerende behandelingsprotocollen of nieuwe normen in de zorg) een nieuwe FDA 510(k)-toelating of PMA-toelating vergen, of Biocartis verplichten de verkoop van de gewijzigde producten stop te zetten of ze terug te roepen tot de nodige toelatingen verkregen zijn, wat een wezenlijk nadelig effect kan hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
Tevens kan het zijn dat, zelfs als Biocartis de relevante goedkeuringen verkrijgt in de Europese Unie of de Verenigde Staten, wijzigingen in de regulatoire vereisten op andere markten de voltooiing van productregistraties op deze markten kunnen verhinderen. Biocartis kan mogelijk elders niet tijdig of helemaal geen regulatoire goedkeuringen verkrijgen.
Bovendien is het mogelijk dat in enig welke fase tijdens de ontwikkeling of verkoop, het huidige regulatoire kader wijzigt of dat er nieuwe regelgevingen komen die een negatief effect hebben op het vermogen van Biocartis om goedkeuring voor haar producten te verkrijgen of te behouden, of de bestaande regelgevingen in de landen waar ze werkzaam is, na te leven, wat dan weer een wezenlijk negatief effect kan hebben op haar activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten.
REGULATOIRE GOEDKEURING VRAGEN EN VERKRIJGEN ONDER DE NIEUWE IVD-VERORDENING IS EEN NIEUWE EN ONZEKERE PROCEDURE, EN DE AANGEMELDE INSTANTIES, ALS AANGESTELD, HEBBEN BEPERKTE MIDDELEN EN KUNNEN EEN ACHTERSTAND OPLOPEN TIJDENS DE OVERGANGSPERIODE DIE LOOPT TOT MEI 2020, DATUM WAAROP DE NIEUWE VERORDENING VAN KRACHT ZAL ZIJN.
Aangemelde Instanties worden aangeduid door de bevoegde autoriteit in de Lidstaat waar ze gevestigd zijn (de "Bevoegde Autoriteit") om te oordelen of de producenten en hun medische toestellen voldoen aan de regulatoire vereisten als gedefinieerd in de toepasselijke EER-verordeningen. Aangemelde Instanties moeten aan de Bevoegde Autoriteit en de Medical Device Coordination Group van de Europese Commissie (de instantie die de Europese Commissie en de Lidstaten moet bijstaan voor een geharmoniseerde implementatie van de nieuwe IVD-Verordening) aanvragen voor aanduiding onder de IVD-Verordening voorleggen, wat een lange en onzekere procedure kan zijn. In deze aanvragen moeten de Aangemelde Instanties een verhoogde technische expertise binnen het gebied waarvoor ze zijn aangeduid, aantonen, alsook verbeterde kwaliteitsmanagementsystemen. Op heden werden slechts enkele Aangemelde Instanties aangeduid onder de IVD-Verordening. Er bestaat ook een belangrijk risico dat het aantal voor de IVD-Verordening aangeduide Aangemelde Instanties niet voldoende zal zijn voor de verwachte werklast die de vereisten van IVD-Verordening met zich brengen. Bepaalde bestaande
Aangemelde Instanties zouden niet geschikt bevonden kunnen worden voor aanduiding onder de IVD-Verordening, of zouden ervoor kunnen opteren geen aanduiding aan te vragen, wat een daling zou betekenen van de algemene capaciteit. Dit kan leiden tot een significante achterstand voor IVD-certificaties daar het aantal Aangemelde Instanties in staat om de toereikendheid van medische toestellen onder de IVD-Verordening te beoordelen, verder zou slinken en de werklast zou moeten worden verdeeld onder de resterende Aangemelde Instanties.
Bovendien moeten er nog specifieke richtsnoeren van de Aangemelde Instanties inzake hun verwachtingen voor CE-markering worden gepubliceerd. Naast de nieuwe medische toestellen, zullen de toestellen die momenteel in de verhandeling zijn in de EER (zoals het Idylla™ platform en bepaalde Idylla™ tests) moeten worden geëvalueerd en goedgekeurd in overeenstemming met de nieuwe IVD-Verordening. Het is niet zeker dat een Aangemelde Instantie de vereiste certificatie voor de huidige Idylla™ tests met CEmarkering, of voor enig ander product van Biocartis waarvoor certificatie door een Aangemelde Instantie in de toekomst vereist is, tijdig zal verstrekken, of überhaupt zal verstrekken. Mochten het Idylla™ platform en de tests niet tijdig of niet worden goedgekeurd onder de IVD-Verordening, zouden de marketing en verkoop van het Idylla™ platform en de tests in de Lidstaten tijdelijk of permanent kunnen worden verboden.
Daarenboven zullen de externe distributeurs van Biocartis in de Lidstaten ook in regel moeten zijn met de nieuwe IVD-Verordening. Ingeval een externe distributeur van Biocartis
in de Lidstaten er niet in slaagt om tijdig of überhaupt te voldoen aan de vereisten van de IVD-Verordening, zouden de marketing en verkoop van het Idylla™ platform en de tests in die Lidstaten door de betrokken distributeur of distributeurs tijdelijk of permanent verboden kunnen worden.
Enige van voorgaande situaties zouden de reputatie van Biocartis schade kunnen berokkenen en de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de vooruitzichten van Biocartis materieel en ongunstig kunnen beïnvloeden.
De relevante overheidsinstanties kunnen producten, die reeds op de markt zijn, terugroepen in het geval van materiële gebreken, of mankementen in het ontwerp of de productie, of wanneer een product een onaanvaardbaar gezondheidsrisico inhoudt. Producenten kunnen ook op eigen initiatief een product terugroepen wanneer er een materieel gebrek wordt vastgesteld aan een product. Terugroeping door de overheid of vrijwillige terugroeping kan gebeuren ingevolge een onaanvaardbaar gezondheidsrisico, gebreken aan de onderdelen, productiefouten, ontwerpfouten of fouten op het etiket, of andere mankementen en problemen. Terugroepingen van producten van Biocartis zouden de management- en financiële middelen doen afwijken, wat een wezenlijk nadelig effect kan hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis. Bovendien kan de terugroeping van een product de reputatie van Biocartis onherstelbare schade berokkenen. De terugroeping van een product zou afbreuk kunnen doen aan het vermogen van Biocartis om producten van Biocartis op kostenefficiënte wijze en tijdig te produceren om te voldoen aan de vraag van de klant. Biocartis kan ook verplicht worden andere kosten in rekening te nemen, of andere acties te ondernemen die een negatieve impact kunnen hebben op de toekomstige opbrengsten van Biocartis en het vermogen van Biocartis om winst te maken. Biocartis kan in de toekomst mogelijk vrijwillig
producten van Biocartis terugroepen en beslissen dat de terugroeping geen kennisgeving van de relevante regulator vereist. Als een overheidsinstantie niet akkoord gaat met de beslissing van Biocartis, kan ze Biocartis vragen dergelijke acties te melden als terugroepingen. Een toekomstige aankondiging van een terugroeping zou de reputatie van Biocartis bij haar klanten schade kunnen berokkenen en een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis. Bovendien kan de relevante regulator sanctiemaatregelen treffen voor het niet melden van terugroepingen op het ogenblik dat ze werden gedaan.
Als de producten van Biocartis leiden of bijdragen tot de dood of een ernstige verwonding, of storingen in bepaalde opzichten, zal Biocartis worden onderworpen aan de wetgeving melding medische hulpmiddelen, wat kan leiden tot vrijwillige acties of sanctiemaatregelen van de overheidsinstantie. Elke corrigerende actie, hetzij vrijwillig, hetzij onvrijwillig, alsook de verdediging van Biocartis in een rechtszaak zou tijd en kapitaal vergen van Biocartis, het management afleiden om de activiteiten van Biocartis uit te voeren, en kan de reputatie, de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten wezenlijk schade berokkenen.
Van tijd tot tijd worden wetten uitgevaardigd die de voorgeschreven bepalingen inzake toelating of goedkeuring, productie of verkoop van de producten van Biocartis aanzienlijk kunnen wijzigen. Bovendien worden regelgevingen en adviezen vaak herzien of anders geïnterpreteerd en dit op een wijze die de producten van Biocartis aanzienlijk kunnen treffen (zoals de wetgeving op het vlak van gezondheidszorgsystemen). Het is
onmogelijk te voorspellen of er wetswijzigingen zullen worden uitgevaardigd en of er regelgevingen, adviezen of interpretaties zullen worden gewijzigd, en wat de eventuele impact van die wijzigingen zal zijn.
Biocartis kan niet voorspellen welke gezondheidsprogramma's en voorschriften uiteindelijk zullen worden ingevoerd in de
Verenigde Staten op federaal of deelstatelijk niveau, of in de EU, of in de uitvoeringswetten van de individuele lidstaten van de EU, of wat het effect van enige toekomstige wet- of regelgeving zal zijn. Dergelijke soorten bepalingen kunnen echter, als ze worden goedgekeurd, de wijze waarop gezondheidszorg wordt gevoerd en gefinancierd aanzienlijk veranderen en kunnen een wezenlijke impact hebben op tal van aspecten van de activiteiten van Biocartis. In het bijzonder, elke wijziging die de terugbetaling voor de producten van Biocartis verlaagt, (voor meer informatie, zie risicofactor "Biocartis heeft te maken met onzekerheden over de terugbetaling van haar producten door derde betalers en kan worden onderworpen aan strenge prijsdruk. De potentiële klanten van Biocartis zijn deels afhankelijk van die terugbetaling door derde betalers, en de ontoereikende terugbetaling kan het commerciële succes van Biocartis ongunstig beïnvloeden, wat een nadelig effect kan hebben op haar toekomstige rentabiliteit.") of strengere regulatoire vereisten oplegt voor de producten van Biocartis kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
Bovendien kunnen er in de toekomst nog steeds bijkomende voorstellen worden gedaan met betrekking tot de hervorming van de gezondheidssystemen in de VS, de EU, elke individuele Lidstaat en enig andere jurisdictie waar Biocartis werkzaam kan zijn in de toekomst. Bepaalde van deze voorstellen kunnen de prijzen die Biocartis kan vragen voor haar producten, of de beschikbare terugbetalingsbedragen voor haar producten beperken, en kunnen ook de aanvaarding en beschikbaarheid van haar producten van Biocartis beperken. De goedkeuring van sommige of al deze voorstellen kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
Bijvoorbeeld, bepaalde beleidslijnen in de VS kunnen een impact op de sector van medische hulpmiddelen hebben. Bepaalde aspecten van de Patient Protection and Affordable Care Act (de ''Affordable Care Act'') werden gerechtelijk en Congressioneel aangevochten, en er zijn recente inspanningen van de regering om bepaalde aspecten van de Affordable Care Act ongedaan te maken of te vervangen en dergelijke uitdagingen en wijzigingen kunnen blijven duren. Deze acties kunnen een negatieve impact hebben op de gezondheidszorgsector in de VS en in de wereld. Biocartis kan noch de waarschijnlijkheid, noch de aard of omvang voorspellen van overheidsreglementering die zou kunnen voortvloeien in de VS of elders.
Biocartis heeft sinds haar oprichting in 2007 in elke periode te kampen met een bedrijfsverlies en een negatieve operationele kasstroom. Het bedrijfsverlies voor het jaar dat eindigt op 31 december 2019 bedroeg EUR 55,6 miljoen. Per 31 december 2019 had Biocartis een geaccumuleerd verlies van EUR 397,6 miljoen. Dit verlies is hoofdzakelijk het gevolg van uitgaven voor het ontwerpen, produceren en commercialiseren van het Idylla™ systeem, de ontwikkeling van tests, de bouw van productieinstallaties die voldoen aan de normen van de FDA, alsook van algemene en administratieve uitgaven voor de activiteiten van Biocartis. Biocartis heeft de intentie verder MDx tests te blijven ontwikkelen en regulatoire activiteiten en verkoop- en marketingactiviteiten te voeren die, samen met de verdere investeringen in de productiecapaciteiten en de verwachte algemene en administratieve uitgaven, waarschijnlijk tot gevolg zullen hebben dat Biocartis minstens de volgende jaren verder verlies zal lijden.
Er is geen zekerheid dat Biocartis erin zal slagen winst te maken, wat haar vermogen om haar activiteiten verder te blijven uitoefenen of enige vereiste bijkomende financiering te verkrijgen, kan schaden. Als Biocartis erin slaagt winst te maken in de toekomst, zou het kunnen dat ze niet in staat is om de daaropvolgende periodes verder winst te maken en zou ze in de daaropvolgende periodes te kampen kunnen hebben met een nettoverlies en/of negatieve operationele kasstroom.
Het is mogelijk dat Biocartis te kampen zal hebben met schommelende inkomsten, bedrijfsresultaten en kasstromen. In dat geval zijn bijgevolg periodieke vergelijkingen van de financiële resultaten niet noodzakelijk zinvol en mogen de bedrijfsresultaten in vroegere periodes niet worden beschouwd als een indicatie voor de resultaten in de toekomst.
BIOCARTIS KAN NOOD HEBBEN AAN BELANGRIJKE BIJKOMENDE FINANCIËLE MIDDELEN OM HET HOOFD TE BIEDEN AAN DE UITDAGINGEN OP DE MARKT, OF OM VOORDEEL TE HALEN UIT NIEUWE BUSINESSOPPORTUNITEITEN. DEZE MIDDELEN ZIJN MISSCHIEN NIET BESCHIKBAAR ONDER AANVAARDBARE VOORWAARDEN, OF HELEMAAL NIET BESCHIKBAAR.
Biocartis heeft de intentie verder de juiste investeringen te doen om de uitvoering van haar businessplan en haar groei te ondersteunen. De bestaande financieringsbronnen en de financiële middelen die Biocartis haalt uit haar werkzaamheden, kunnen Biocartis mogelijk niet voldoende kapitaal verschaffen. Biocartis kan van tijd tot tijd nood hebben aan bijkomend eigen vermogen en vreemd vermogen om het hoofd te bieden aan de uitdagingen op de markt of om voordeel te halen uit nieuwe businessopportuniteiten. Eigen vermogen en vreemd vermogen kunnen mogelijks echter niet beschikbaar zijn op het moment dat ze nodig zijn of kunnen, als ze beschikbaar zijn, niet beschikbaar zijn binnen een aanvaardbare termijn. Bovendien, als bijkomend kapitaal wordt opgehaald via de uitgifte van effecten of
converteerbare obligaties, kan de uitgifte van deze effecten leiden tot de verwatering van de belangen van de bestaande aandeelhouders van Biocartis. Daarnaast kunnen deze effecten worden verkocht met een korting op de marktprijs van de gewone aandelen van Biocartis. Als Biocartis er niet in slaagt adequate financiering te verwerven, kan haar vermogen om haar businessgroei te blijven ondersteunen en het hoofd te bieden aan de businessuitdagingen aanzienlijk worden beperkt. De bestaande geldbronnen en de financiële middelen die Biocartis haalt uit haar werkzaamheden, kunnen mogelijk Biocartis niet voldoende kapitaal verschaffen en leiden tot vertragingen in haar werkzaamheden. Dit zou een impact kunnen hebben op haar bedrijfsresultaten en financiële resultaten.
DE BEDRIJFSRESULTATEN VAN BIOCARTIS KUNNEN WEZENLIJK ONGUNSTIG WORDEN BEÏNVLOED DOOR ONVERWACHTE WIJZIGINGEN IN DE FISCALE WET- EN REGELGEVING, AANPASSINGEN AAN HAAR FISCALE PROVISIES, BLOOTSTELLING AAN BIJKOMENDE BELASTINGSCHULDEN OF VERLIES VAN HAAR BELASTINGVORDERINGEN.
Het vaststellen door Biocartis van een voorziening voor inkomstenbelastingen of andere belastingverplichtingen vereist belangrijke beoordelingen, met inbegrip van de toepassing van bepaalde waarderingsregels en de vaststelling door Biocartis of haar uitgestelde belastingvorderingen belastingefficiënt zijn en zullen blijven. Hoewel het management meent dat zijn inschattingen en beoordelingen redelijk zijn, blijven ze onderhevig aan controle door de relevante fiscale autoriteiten. Biocartis kan niet garanderen dat haar interpretatie niet in vraag zal worden gesteld door de relevante fiscale autoriteiten of dat de relevante fiscale wetten en regelgevingen, of de interpretatie daarvan door de relevante fiscale autoriteiten, niet zullen veranderen. Elk negatief resultaat van dergelijke controle kan leiden tot aanpassingen van de bedragen die zijn opgenomen in de jaarrekening van Biocartis en kan een wezenlijk negatief effect hebben op de bedrijfsresultaten en de financiële toestand van Biocartis.
Biocartis is onderworpen aan wetten en regelgevingen betreffende belastingheffingen en andere lasten en bijdragen in verschillende landen, met inbegrip van voorschriften voor verrekenprijzen, douanerechten, omzetbelasting en fiscale regelgevingen voor de vergoeding van personeel en derde partijen. De fiscale structuur van Biocartis houdt een aantal verrekeningen en verrekenprijsbepalingen in tussen haar moedermaatschappij en haar dochtervennootschappen of andere filialen.
De effectieve belastingtarieven van Biocartis kunnen negatief worden beïnvloed door wijzigingen in de fiscale wetten, verdragen en regelgevingen, zowel in binnen- als buitenland, met inbegrip van mogelijke wijzigingen in het systeem van aftrek van inkomsten uit octrooien, de innovatieaftrek, de belastingvoordelen voor O&O-investeringen en de stimuleringsmaatregelen die ingrijpen op de loonbelasting van gekwalificeerde medewerkers voor onderzoek en ontwikkeling in België en andere fiscale stimuleringsmaatregelen, of de manier waarop ze de effectieve belastingtarieven van Biocartis proportioneel beïnvloeden. Een stijging van de effectieve belastingtarieven kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de kasstromen van Biocartis.
Bovendien kan het zijn dat Biocartis niet in staat zal zijn gebruik te maken van, of wijzigingen in fiscale regelgevingen kunnen het gebruik beïnvloeden van, bepaalde belastingvorderingen en fiscaal verrekenbare tegoeden die ze over de jaren heeft opgebouwd. Zo hebben bijvoorbeeld sommige entiteiten van Biocartis aanzienlijke overdrachten van belastingverliezen. Sommige van deze overdrachten van belastingverliezen kunnen geheel of gedeeltelijk verbeuren als gevolg van transacties of hun gebruik kan worden beperkt door wetten in de relevante jurisdictie. Elke reorganisatie van bedrijven binnen de groep of met betrekking tot de aandeelhoudersstructuur van Biocartis kan leiden tot de volledige of gedeeltelijke verbeurdverklaring
van overdrachten van belastingverliezen. Als de winst niet kan worden gecompenseerd door de overdrachten van belastingverliezen, zal de fiscale last stijgen.
kan Biocartis bovendien onderworpen worden aan inkomstenbelastingen, douanerechten, omzetbelasting en andere rechtstreekse of onrechtstreekse belastingen in landen waar dat voordien niet het geval was.
Door haar toenemende internationale verhandeling
Biocartis registreert haar transacties, stelt haar jaarrekeningen op en maakt bijna al haar kosten in euro en verricht bepaalde aan- en verkooptransacties te verrichten in US dollar en andere valuta's. Bovendien, in het licht van de strategie van Biocartis inzake globale commercialisatie en de markten die ze beoogt, kunnen meer en meer verrichtingen die Biocartis is aangegaan gebeuren in vreemde valuta's. De verhouding tussen verschillende valuta's kan volatiel zijn en schommelt op basis van een aantal onderling gerelateerde factoren, waaronder vraag en aanbod voor elke valuta, politieke, economische, wettelijke, financiële, boekhoudkundige en fiscale kwesties
en andere acties waarover Biocartis geen controle heeft. Als de valuta's waarin Biocartis haar opbrengsten int en/ of haar balans houdt depreciëren tegenover de valuta's waarin ze kosten maakt en uitgaven doet, kan dit leiden tot wisselkoersverlies voor Biocartis, en dalingen in die valuta's tegenover de euro kunnen een negatieve impact hebben op de resultaten van Biocartis wanneer ze worden omgezet in euro voor rapporteringsdoeleinden. Elk van hetgeen hiervoor vermeld is, kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
Sinds haar oprichting is Biocartis gegroeid door licentietransacties met, en transacties inzake de aankoop van activa van, derde partijen. Als, in de toekomst, Biocartis goede opportuniteiten aangeboden krijgt, kan ze bijkomende vennootschappen, oplossingen of technologieën verwerven of erin investeren. Het kan zijn dat Biocartis niet in staat zal zijn de verwachte voordelen van de verworven activa te realiseren, of er niet in zal slagen om, via haar vroegere en toekomstige licentietransacties of overnames, de werkelijke waarde van de activa of technologie veilig te stellen of te bepalen (wat kan leiden tot waardeverminderingen), of dat ze er niet in zal slagen deze activa of technologie verder te gebruiken en te ontwikkelen of deze te integreren in haar bestaande activiteiten, of dat ze te maken krijgt met vorderingen van derde partijen. Bovendien moet Biocartis mogelijk schulden maken of bijkomende aandelen uitgeven om eventuele bijkomende toekomstige overnames of investeringen te
financieren, wat kan leiden tot de verwatering van de belangen van de bestaande aandeelhouders van Biocartis. Biocartis heeft ook activa verkocht die ze niet langer als kernactiva beschouwde, en kan in de toekomst beslissen dit ook te doen met andere activa. Wanneer Biocartis activa verkoopt, kan ze mogelijk niet in staat zijn de verkoop af te ronden onder aanvaardbare voorwaarden, kan ze verzocht worden garanties te geven en kan ze zelf worden blootgesteld aan vorderingen van kopers, alsook schuldeisers van de overgedragen activa.
De procedures voor de aan- of verkoop van activiteiten, licentieactiva of technologieën kunnen lang duren en complex zijn en kunnen ertoe leiden dat het management wordt afgeleid van andere businessaangelegenheden. Al hetgeen hiervoor vermeld is, kan een wezenlijk nadelig effect hebben op de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van Biocartis.
De Vennootschap heeft tot op heden geen dividenden gedeclareerd of uitgekeerd op zijn aandelen, en zal naar verwachting geen dividenden declareren of uitkeren binnen de nabije toekomst. In de toekomst zal het dividendbeleid van de Vennootschap worden uitgewerkt en dit zal van tijd tot tijd kunnen wijzigen door een voorstel van de raad van bestuur van de Vennootschap. Elke declaratie van dividenden zal gebaseerd zijn op de winst van de Vennootschap, de financiële situatie, kapitaalbehoeften en andere factoren die door de raad van bestuur belangrijk worden geacht. De Belgische wetgeving en de statuten van de Vennootschap vereisen niet dat de Vennootschap dividenden toekent. Verdere financiële risico's worden geïdentificeerd in de Financiële IFRS-toelichting (International Financial Reporting Standards) opgenomen in dit jaarverslag.
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 4 > CORPORATE GOVERNANCE

Tijdens het jaar 2019 paste de Vennootschap de Belgische Corporate Governance Code toe zoals gepubliceerd op 12 maart 2009 (de '2009 Corporate Governance Code'), die kan worden geraadpleegd op de website van de Belgische Commissie Corporate Governance (https://www.corporategovernancecommittee.be/nl). In overeenstemming met de 2009 Corporate Governance Code, heeft de Vennootschap een corporate governance charter aangenomen dat de kernaspecten beschrijft van corporate governance binnen de Vennootschap, met inbegrip van zijn governance structuur, het interne reglement van de raad van bestuur en zijn comités en andere belangrijke onderwerpen inzake governance. Het corporate governance charter moet samen worden gelezen met de statuten van de Vennootschap. De statuten en het corporate governance charter zijn beschikbaar op de website van de Vennootschap (www.biocartis.com in de sectie 'Investors').
De Vennootschap streefde ernaar om zo veel als mogelijk te voldoen aan de regels van de 2009 Corporate Governance Code. Niettemin is de raad van bestuur van mening dat bepaalde afwijkingen van de bepalingen van de 2009 Corporate Governance Code gerechtvaardigd waren in het licht van de activiteiten en omvang van de Vennootschap en de specifieke omstandigheden waarin de Vennootschap actief is. Deze afwijkingen worden hierna beschreven in de hoofdstukken 4.3 'Comités van de raad van bestuur' (onder de rubriek 'Auditcomité') en 4.5 'Remuneratieverslag'.
Vanaf 1 januari 2020 past de onderneming de Belgische 2020 Corporate Governance Code toe (de '2020 Corporate Governance Code'), die eveneens kan worden geraadpleegd op de website van de Belgische Commissie Corporate Governance (https://www.corporategovernancecommittee. be/nl). Het corporate governance charter van de Vennootschap is voor het laatst bijgewerkt tijdens de vergadering van de raad van bestuur gehouden op 31 maart 2020 om het corporate governance charter in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de 2020 Corporate Governance Code.
De tabel hieronder geeft een overzicht van de leden van de raad van bestuur van de Vennootschap op 31 december 2019.
| NAAM | POSITIE | START MANDAAT | EINDE TERMIJN |
|---|---|---|---|
| Christian Reinaudo(1) | Voorzitter, onafhankelijk bestuurder | 2018 | 2021 |
| Herman Verrelst | Chief executive officer, uitvoerend bestuurder | 2017 | 2021 |
| Luc Gijsens(2) | Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder | 2018 | 2020 |
| Leo Steenbergen(3) | Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder | 2018 | 2020 |
| Ann-Christine Sundell | Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder | 2018 | 2020 |
| Harry Glorikian(4) | Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder | 2018 | 2020 |
| Roald Borré | Niet-uitvoerend bestuurder | 2014 | 2020 |
Notes:
(1) Vaste vertegenwoordiger van CRBA Management BV. / (2) Vaste vertegenwoordiger van Luc Gijsens BV.
(3) Vaste vertegenwoordiger van CLSCO BV. / (4) Vaste vertegenwoordiger van Scientia II LLC.
Christian Reinaudo trad in mei 2018 toe tot de raad van bestuur van de Vennootschap als onafhankelijk voorzitter. Dhr. Reinaudo vervoegde Agfa-Gevaert, een leidende dienstverlener in ehealth & digitale beeldoplossingen, als voorzitter van de Agfa HealthCare businessgroep en lid van het uitvoerend comité, op 1 januari 2008. Dhr. Reinaudo startte zijn carrière bij Alcatel in 1978 in het onderzoekscentrum in Marcoussis, Frankrijk. In 1984 vervoegde hij de kabelactiviteiten van Alcatel, waar hij verantwoordelijk werd voor het onderzoek inzake glasvezel en kabels voor onderzeese toepassingen. In 1997 werd hij voorzitter van Alcatel's Submarine Networks Division. Van 1999 tot 2003 was hij voorzitter van de Alcatel Optics Group, die alle activiteiten omvat in aardse en submariene
Herman Verrelst werd benoemd tot chief executive officer van de Vennootschap met ingang van 31 augustus 2017. Hij is een geroutineerd executive en seriële ondernemer met een bewezen internationaal commercieel track-record in moleculaire diagnostiek. Voor hij Biocartis vervoegde, was Herman Verrelst vice president en general manager van de afdeling 'Genomics and Clinical Applications' van Agilent Technologies, een wereldwijde leider in life sciences, diagnostiek en toegepaste
Luc Gijsens is een zeer ervaren internationale executive met diepgaande kennis in een brede waaier van gebieden in finance en kapitaalmarkten, vermogensbeheer, en corporate en investment banking, in België en in het buitenland. Hij was gedurende 40 jaar actief bij KBC Groep, een leidende bank & verzekeringsgroep in België en Centraal-Europa in een brede waaier aan verantwoordelijkheden. Dhr. Gijsens ging in 2017 op pensioen bij KBC Groep waar hij toen actief was als CEO van de businessunit Internationale Markten en uitvoerend bestuurder
transmissienetwerken en opto-elektronische componenten. In 2003 werd hij aangeduid als voorzitter van Alcatel Asia Pacific, waarop hij verhuisde naar Shanghai (China) en daar bleef tot 2006, en waar hij ook actief was als vicevoorzitter van de raad van bestuur van Alcatel Shanghai Bell, de Chinese joint venture tussen Alcatel en de Chinese overheid. In zijn laatste positie bij Alcatel was hij voorzitter Europe & North voor Alcatel-Lucent en was hij verantwoordelijk voor de integratie en het transitieproces tijdens de fusie van Alcatel met Lucent Technologies. In 2010 werd Dhr. Reinaudo aangesteld als CEO van Agfa-Gevaert (een positie die hij aanhield tot januari 2020) en werd hij lid van de raad van bestuur. Dhr. Reinaudo is tevens lid van de raad van toezicht van Domo Chemicals GmbH sinds 2016.
chemische markten. Dhr. Verrelst vervoegde Agilent volgend op Agilent's acquisitie van Cartagenia, een spin-off van de Katholieke Universiteit Leuven (België) die gericht was op software-oplossingen voor klinische genetische en moleculaire oncologie, waarvan Herman Verrelst CEO en stichter was. Daarvoor was Herman Verrelst CEO van Medicim alsmede stichter en CEO van DATA4s.
van KBC Bank & Verzekeringen, verantwoordelijk voor de marktactiviteiten van KBC Groep. Hij was voorzitter van de raad van bestuur van KBC Securities en KBC Asset Management en voorzitter van de raad van bestuur van de bank- en verzekerings-dochterbedrijven in Ierland, Slovakije, Hongarije en Bulgarije. Daarvoor was Dhr. Gijsens actief als senior general manager van KBC Bank, verantwoordelijk voor corporate banking in België, West-Europa, Asia Pacific en de VS.
Leo Steenbergen heeft een uitgebreide internationale ervaring als CFO en general manager in zowel private als beursgenoteerde bedrijven, waaronder bij Galapagos, Telenet en de Bekaert Group. Hij is bestuurder en lid van het auditcomité van Metallum Holdings, een door private equity gehouden bedrijf in Nederland en Europese leider
SAMENSTELLING
Ann-Christine Sundell heeft meer dan 30 jaar ervaring in de diagnostiek- en life science sector, waar ze verschillende wereldwijde senior posities bekleedde. Gedurende 10 jaar was ze voorzitter van de strategische businessunit 'Genetic Screening' (diagnostiek) bij PerkinElmer, een van 's werelds leidende life science bedrijven. Mevr. Sundell heeft diepgaande strategische en operationele ervaring in het opbouwen, ontwikkelen en managen van globale groeibedrijven. Ze is
Harry Glorikian iis een invloedrijke, internationale business expert met meer dan drie decennia ervaring in het bouwen van succesvolle bedrijven in Noord-Amerika, Europa, Azië en de rest van de wereld. Hij is gekend voor zijn verwezenlijkingen in life sciences, healthcare, diagnostiek, healthcare-IT en de convergentie van deze gebieden. Dhr. Glorikian is momenteel actief als general partner bij New Ventures Funds. Daarvoor was hij actief als 'Entrepreneur In Residence' bij GE Ventures – New Business Creation Group. Hij is lid van de raad van bestuur van GeneNews Ltd., Transparency Life Sciences en diverse andere bedrijven. Hij is tevens medeoprichter en lid van de adviesraad van DrawBridge Health. Voordien was hij medeoprichter van,
Roald Borré sstartte zijn professionele loopbaan bij de Financieel Economische Tijd als financieel analist gespecialiseerd in high-techbedrijven, vooral in de sectoren ICT en biotech. Hij was verantwoordelijk voor de lancering van Wall Street Invest, een weekblad dat de focus legde op Nasdaq-genoteerde (hoofdzakelijk) biotech- en ICT-bedrijven. In 1999 trad hij in dienst bij Puilaetco Private Bankers als senior fondsbeheerder, waar hij verantwoordelijk was voor het biotechnologiefonds en verschillende beleggingen beheerde in de therapeutische en diagnostische sector. Deze functie
in recyclage en raffinage van non-ferro metaalafval, met activiteiten in België en Spanje. Daarvoor was Dhr. Steenbergen actief in diverse senior internationale finance & administration rollen bij Hewlett Packard Europe. Hij was tevens bestuurder bij diverse bedrijven gebaseerd in Europa, de VS, Canada, Australië en Hong Kong.
voorzitter van de raad van bestuur van Oy Medix Biochemica group Ab en Serres Oy, vice-voorzitter van de raad van bestuur en voorzitter van het auditcomité van Raisio Oyj, bestuurder en voorzitter van het remuneratiecomité van Immunovia Ab, bestuurder en lid van het auditcomité van Revenio Group Oyj, lid van het comité van de Raisio Oyj's Research Foundation en eigenaar van AConsult. Mevr. Sundell heeft een MSc in biochemie van de Åbo Akademi in Turku, Finland.
en bekleedde hij de positie van managing director en hoofd consulting services van, Scientia Advisors, een bedrijf dat in november 2012 werd overgenomen door Precision for Medicine. In zijn andere professionele posities was Dhr. Glorikian tevens senior manager global business development voor PE Applied Biosystems, richtte hij X-Cell Laboratories op, leidde hij de wereldwijde verkoopsactiviteiten van Signet Laboratories en bekleedde hij diverse rollen bij BioGenex Laboratories. Dhr. Glorikian heeft een Masters of Business Administration van de Boston University en een BA in algemene biologie van de San Francisco State University.
bekleedde hij tot in 2006. In 2011, na vijf jaar als ondernemer, trad Dhr. Borré toe tot de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen als business- en fondsbeheerder van het TINA-fonds, dat zich richtte op industriële, hoog innovatieve en potentieel transformatieve projecten, en waar hij ook hoofd van equity investments is. Hij zit in de raad van bestuur van verschillende vennootschappen uit de PMV-portefeuille en is lid van verschillende adviesraden. Dhr. Borré heeft een master in financiële- en handelswetenschappen (specialisatie accountancy) van de EHSAL Management School, België.
Het professioneel adres van elk van de bestuurders in het kader van hun mandaat is Generaal de Wittelaan 11B, 2800 Mechelen, België.
De bestuurders worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar door de algemene aandeelhoudersvergadering. Zij kunnen worden herbenoemd voor een nieuwe termijn. Wanneer een rechtspersoon wordt benoemd tot bestuurder moet deze een vaste vertegenwoordiger benoemen die belast wordt met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de
rechtspersoon-bestuurder. Deze vaste vertegenwoordiger moet een natuurlijke persoon zijn. Wanneer de post van een bestuurder vrijkomt, kunnen de overblijvende bestuurders een opvolger benoemen die tijdelijk deze positie invult tot de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders. De algemene aandeelhoudersvergadering kan in principe de bestuurders te allen tijde ontslaan.
De gewone algemene aandeelhoudersvergadering gehouden op 10 mei 2019 heeft Roald Borré herbenoemd als nietuitvoerend bestuurder van de Vennootschap voor een periode van één jaar, en bevestigde de benoeming van Scientia II LLC, vertegenwoordigd door Harry Glorikian, als bestuurder van de Vennootschap, ter vervanging van Harry Glorikian. De mandaten van Luc Gijsens BV, vertegenwoordigd door Luc Gijsens, CLSCO BV, vertegenwoordigd door
De raad van bestuur moet zijn samengesteld op een wijze die in overeenstemming is met de principes van diversiteit die van toepassing zijn op beursgenoteerde vennootschappen. Bovendien wil de raad van bestuur zodanig zijn samengesteld dat het in alle relevante wezenlijke aspecten het succes ondersteunt van Biocartis als een commercieel actief innovatief Leo Steenbergen, Ann-Christine Sundell, Scientia II LLC, vertegenwoordigd door Harry Glorikian, en Roald Borré zullen eindigen na de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van 8 mei 2020. Het voorstel van de raad van bestuur aan de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering met betrekking tot de (her)benoeming van bestuurders zal worden opgenomen in de oproeping tot de gewone algemene aandeelhoudersvergadering.
bedrijf in de moleculaire diagnostiek dat internationaal actief is. De raad van bestuur heeft vier belangrijke diversiteitscriteria geïdentificeerd: functionele achtergrond en expertise, geslacht, leeftijd en nationaliteit/internationale ervaring. De raad van bestuur zal deze criteria zo vaak als nodig opnieuw beoordelen.
| NAAM | FUNCTIONELE ACHTERGROND EN EXPERTISE | GESLACHT | LEEFTIJD | NATIONALITEIT |
|---|---|---|---|---|
| Christian Reinaudo(1) | ehealth & oplossingen voor digitale beeldvorming Management van bedrijven Internationale bedrijfsvoering |
Man | 65 | Frankrijk |
| Herman Verrelst | Moleculaire diagnostiek Software-oplossingen Ondernemerschap |
Man | 46 | België |
| Luc Gijsens(2) | Finance Kapitaalmarkten Corporate & investment banking |
Man | 66 | België |
| Leo Steenbergen(3) | Finance Algemeen management Boekhouding en audit |
Man | 67 | België |
| Ann-Christine Sundell | Life sciences Diagnostica Strategie en operationele zaken |
Vrouw | 55 | Finland |
| Harry Glorikian(4) | Life sciences en gezondheidszorg Diagnostica Private equity |
Man | 54 | Verenigde Staten |
| Roald Borré | Bedrijfsfinanciering en M&A Investeringsfondsen Boekhouding en audit |
Man | 47 | België |
Noten:
(2) Vaste vertegenwoordiger van Luc Gijsens BV;
(3) Vaste vertegenwoordiger van CLSCO BV;
(1) Vaste vertegenwoordiger van CRBA Management BV;
(4) Vaste vertegenwoordiger van Scientia II LLC.
De raad van bestuur is zich terdege bewust van de bepalingen van het Belgische vennootschapsrecht die stellen dat ten minste een derde van de bestuurders van een beursgenoteerde vennootschap van een ander geslacht moet zijn dan de andere bestuurders. De in het Belgische vennootschapsrecht vastgelegde regels inzake genderdiversiteit zullen van toepassing zijn op de Vennootschap met ingang van 1 januari 2021, zijnde de eerste dag van het zesde jaar na de beursgang van de Vennootschap in 2015. Op dit moment heeft de Vennootschap één vrouwelijke bestuurder in de raad van bestuur op een totaal van zeven bestuurders. De raad van bestuur is van mening dat er momenteel voldoende diversiteit is in termen van leeftijd. Het is echter van mening dat het in termen van 'functionele achtergrond en expertise' voordeel zou kunnen halen uit bijkomende profielen met bestuurservaring binnen internationaal actieve (beursgenoteerde) bedrijven,
ervaring in commercialisering van moleculaire diagnostische producten in oncologie en/of corporate business development. Bovendien is de raad van bestuur van mening dat, hoewel de meeste bestuursleden internationaal actief zijn geweest, extra diversiteit in termen van nationaliteit de raad van bestuur ten goede zou kunnen komen.
In 2019 werden er geen nieuwe leden benoemd in de raad van bestuur. De raad van bestuur zal er alles aan blijven doen om kandidaat-bestuurders voor te stellen voor benoeming door toekomstige algemene aandeelhoudersvergaderingen die de diversiteit ten goede kunnen komen, zoals hierboven geïdentificeerd. De raad van bestuur zal er alles aan doen om vrouwelijke kandidaat-bestuurders voor te stellen voor benoeming door de komende algemene aandeelhoudersvergadering.

In 2019 hield de raad van bestuur elf vergaderingen. Het aanwezigheidspercentage (d.w.z. het bijwonen van bestuursvergaderingen in persoon of door middel van een schriftelijke volmacht aan een mede-bestuurder) voor de bestuurders in functie op 31 december 2019 was 100%, behalve voor CLSCO BV (vast vertegenwoordigd door Leo Steenbergen) en Roald Borré die zich lieten verontschuldigen voor drie bestuursvergaderingen, en Scientia II LLC vast vertegenwoordigd door Harry Glorikian) die zich liet excuseren voor een bestuursvergadering.
Tijdens de vergaderingen van de raad van bestuur werden onder meer de strategie, operationele activiteiten en commerciële prestaties van de Groep geëvalueerd, werden business development opportuniteiten besproken, werd de kapitaalverhoging van de Vennootschap en de uitgifte van converteerbare obligaties (en het bijbehorende prospectus) besproken en goedgekeurd, werden diverse aangelegenheden inzake corporate governance, benoeming en remuneratie, de regelmatige updates van de financiële prestaties en het budget voor het boekjaar 2020 besproken. De raad van bestuur heeft verder de ontwikkeling van de verschillende activiteiten van de Groep geëvalueerd op basis van rapporten opgesteld door het uitvoerend management en ze heeft een nieuwe organisatiestructuur goedgekeurd. De raad van bestuur besprak ook de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële overzichten en verslagen en de Q1 en Q3 business updates en alle daarmee verband houdende communicatie, en keurde deze goed. De raad is ook gestart met een extern gefaciliteerde evaluatie met betrekking tot zijn omvang, samenstelling, prestaties en interactie met het uitvoerend management en de bestuurscomités in overeenstemming met de 2009 Corporate Governance Code. Deze evaluatie werd echter pas in 2020 voltooid.
Naast hun mandaat bij Biocartis bekleedden de leden van de raad van bestuur van de Vennootschap volgende bestuursmandaten (rechtstreeks of via een managementvennootschap) op 31 december 2019:
| Christian Reinaudo(1) | CRBA Management BV Agfa Gevaert NV Domo Chemicals GmbH |
|---|---|
| Herman Verrelst | South Bay Ventures (SBV) BV Opdorp Finance BV Heran BV Icometrix FlandersBio VZW |
| Luc Gijsens(2) | Luc Gijsens BV Arvesta NV PMV NV KMDA VZW KMDA NV Global Rental Properties NV |
| Leo Steenbergen(3) | CLSCO BV Metallo Holding NV Metallo Spain Metallo Holdings BV LEDSky BV LEDSky Africa Antwerp Metals NV |
| Ann-Christine Sundell | Medix Biochemica Group Oy Serres Oy Revenio Group Oyj Raisio Oyj Immunovia AB Blueprint Genetics Oy (dit mandaat eindigt in 2020) AConsult |
| Harry Glorikian(4) | GeneNews Ltd. Transparency Life Sciences |
| Roald Borré | FNG Groep NV High Wind NV Capricorn Cleantech Fund NV Media Invest Vlaanderen NV Flange Holding NV Laboratoria Smeets NV Innovation Fund NV Kebony AS Kebony Belgium NV Kebony Norge AS Kebony Danmark A/S Kebony Sverige AB ALZV vzw |
Bestuurders worden geacht hun persoonlijke en zakelijke activiteiten zo te regelen dat ze belangenconflicten met de Vennootschap vermijden. Elke bestuurder met een belang van vermogensrechtelijke aard dat strijdig is met het belang van de Vennootschap naar aanleiding van een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur moet dit, overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen van 7 mei 1999 (dat nog steeds van toepassing was op de onderneming in 2019), melden aan zowel
"Voorafgaand aan de beraadslaging over het volgende punt verklaarde Herman Verrelst, bestuurder van de vennootschap, dat hij een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met de beslissingen die behoren tot de bevoegdheid van de Raad van Bestuur, met betrekking tot de bepaling van het bedrag van zijn respectievelijke variabele remuneratie en de verwerving van zijn op prestaties gebaseerde warrants onder het warrantenplan 2017 met betrekking tot prestatiejaar 2018, de bepaling van de KPI's voor zijn variabele remuneratiepakket met betrekking tot prestatiejaren 2019 tot 2021, en de KPI's voor het verwerven van zijn op prestaties gebaseerde warrants met betrekking tot prestatiejaar 2019.
Overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen heeft Dhr. Herman Verrelst besloten dat hij zich zal onthouden van deelname aan de beraadslaging en stemming over de onderwerpen waarbij hij een belangenconflict heeft.
Overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen zal de commissaris van de Vennootschap, Deloitte Bedrijfsrevisoren BV CVBA, vast vertegenwoordigd door de heer Gert Vanhees, op de hoogte worden gebracht van het bestaan van het belangenconflict. Verder zullen de relevante delen van deze notulen in hun geheel worden opgenomen in het jaarverslag van de Raad van Bestuur. A. In navolging van de aanbevelingen van het Remuneratieen Benoemingscomité besprak de Raad van Bestuur de doelstellingen van de CEO met betrekking tot prestatiejaar 2018 en beoordeelde hij de mate waarin deze doelstellingen werden bereikt in 2018. De Raad van Bestuur was van
de medebestuurders als aan de commissaris, en mag niet deelnemen aan de beraadslagingen of de stemming over deze aangelegenheid.
De procedure inzake belangenconflicten overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen van 7 mei 1999) werd in 2019 één keer toegepast, tijdens de raad van bestuur die werd gehouden op 21 februari 2019. Het uittreksel uit de notulen van deze vergaderingen is als volgt:
mening dat in totaal 72% van de bedrijfsdoelstellingen werden behaald en besloot om het bedrag van de variabele remuneratie van de CEO met betrekking tot het prestatiejaar 2018 goed te keuren op die basis (wat neerkomt op een bedrag van EUR 135.000).
Vervolgens, en volgens de aanbevelingen van het Remuneratie- en Benoemingscomité, besprak de raad de KPI's met betrekking tot de verwerving van maximaal 167.500 op prestaties gebaseerde warrants onder het warrantenplan 2017 voor de CEO voor het prestatiejaar 2018. De Raad was van mening dat 83% van de KPI's werden bereikt. Daarom besliste de Raad na bespreking om goed te keuren dat 139.025 op prestaties gebaseerde warrants onder het warrantenplan 2017 met betrekking tot het prestatiejaar 2018 zijn verworven. De andere 28.475 op prestaties gebaseerde warrants met betrekking tot het prestatiejaar 2018 zullen niet worden verworven, maar zullen niet onmiddellijk vervallen en zullen niet onmiddellijk ongeldig worden. In plaats daarvan worden deze warrants overgedragen naar prestatiejaar 2019 als een mogelijk surplusbedrag voor prestatiejaar 2019 (en alleen voor prestatiejaar 2019) en kunnen ze nog steeds worden verworven in geval van overprestaties in prestatiejaar 2019 in overeenstemming met de warrantenovereenkomst met Herman Verrelst.
B. In navolging van de aanbevelingen van het Remuneratieen Benoemingscomité besprak en beraadslaagde de Raad van Bestuur over de variabele remuneratie voor de CEO voor de prestatiejaren 2019-2021. Voor de doelstelling op 1 jaar (voor 2019) is het voorstel:
Om de totale omzet en brutomarge op productinkomsten te gebruiken als de KPI's met een gewicht van 70% (elke KPI met een gelijk gewicht van 35%). In het geval van het behalen van een van deze KPI's van 70%, is 40% van het percentage van de variabele remuneratie betaalbaar, terwijl elk incrementeel prestatiepercentage resulteert in 2% extra te betalen (bijvoorbeeld als 70% van een bepaalde KPI wordt bereikt, is 40% van de variabele remuneratie waarop de KPI betrekking heeft betaalbaar; indien 80% van een bepaalde KPI wordt bereikt, is 60% van de variabele remuneratie waarop de KPI betrekking heeft betaalbaar), met dien verstande dat het maximaal te betalen bedrag gelijk zal zijn aan 100%. In het geval van een prestatie van minder dan 70% van een bepaalde KPI, is geen variabele remuneratie waarop die KPI betrekking heeft, betaalbaar.
Dat de overige 30% door de Raad van Bestuur zal worden bepaald op basis van de andere KPI's voorgesteld door het Remuneratie- en Benoemingscomité die kunnen worden onderverdeeld in testmenu, productie en organisatie.
De 1-jarige doelstelling zal worden toegepast voor 75% van de on-target bonus voor het prestatiejaar 2019, terwijl de overige 25% betrekking heeft op de 2-jarige doelstelling vastgesteld door de Raad van Bestuur in 2018.
Voor de doelstelling op 2 jaar (2020) en 3 jaar (2021) is het voorstel om de totale omzet en brutomarge op productinkomsten te gebruiken als KPI's met een gewicht van 100% (elke KPI met een gelijk gewicht van 50%) . Hetzelfde mechanisme om prestatie te koppelen aan te betalen variabele remuneratie zal worden gebruikt zoals hierboven uiteengezet in deel B, eerste punt. De Raad van Bestuur wil herhalen dat de 2-jarige doelstelling voor 2020 wordt toegepast voor 25% van de on-target bonus voor het prestatiejaar 2020, terwijl nog eens 25% betrekking heeft op de 3-jarige doelstelling vastgesteld door de Raad van Bestuur in 2018, en 50 % heeft betrekking
op de doelstelling op 1 jaar die nog moet worden vastgesteld door de Raad van Bestuur. De 3-jarige doelstelling voor 2021 zal worden toegepast voor 25% van de on-target bonus voor het prestatiejaar 2021, terwijl nog eens 25% betrekking zal hebben op een 2-jarige doelstelling en nog eens 50% zal betrekking hebben op een 1-jarige doelstelling, beide nog te bepalen door de Raad van Bestuur.
De Raad van Bestuur achtte het voorgestelde variabele beloningsmechanisme en de KPI's die zullen worden gebruikt om de variabele remuneratie voor de CEO te meten en te bepalen volledig in overeenstemming met de belangen van de Vennootschap. Daarom besloot de Raad van Bestuur na bespreking om het variabele remuneratiemechanisme voor de CEO goed te keuren zoals besproken."
Meer informatie over de vergoeding van Herman Verrelst in 2019 is te vinden in het Remuneratierapport hieronder.
De procedure overeenkomstig artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen van 7 mei 1999 werd niet toegepast in 2019.
De raad van bestuur heeft twee comités opgericht: een auditcomité en een remuneratie- en benoemingscomité. Het intern reglement van deze comités van de raad van bestuur wordt uiteengezet in het corporate governance charter van de Vennootschap.
Overeenkomstig het Belgische vennootschapsrecht bestaat het auditcomité uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders, en moet ten minste één lid van het auditcomité een onafhankelijke bestuurder zijn, moeten de leden van het auditcomité beschikken over een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van de Vennootschap en moet ten minste één lid van het auditcomité over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit beschikken. De volgende drie bestuurders zijn lid van het
In 2019 hield het auditcomité drie vergaderingen die werden bijgewoond door alle leden, behalve één vergadering tijdens de welke Roald Borré verontschuldigd was. Dit is een afwijking van principe 5.2/28 van de 2009 Corporate Governance Code dat voorziet dat het auditcomité op zijn minst viermaal per jaar moet samenkomen. De raad van bestuur besliste om bepaalde aangelegenheden met betrekking tot kwaliteit, compliance en interne controle in 2019 direct in de raad van bestuur te bespreken, hetgeen ertoe leidde dat één vergadering van het auditcomité werd geannuleerd. Tijdens
auditcomité: Luc Gijsens BV, vast vertegenwoordigd door Luc Gijsens (voorzitter), Roald Borré en CLSCO BV, vast vertegenwoordigd door Leo Steenbergen. De leden van het auditcomité hebben adequate expertise in financiële zaken om hun functies te vervullen en hebben een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van de Vennootschap. De leden van het auditcomité zijn deskundig op het gebied van boekhouding en audit, zoals wordt aangetoond door hun huidige en vroegere functies.
deze vergaderingen beoordeelde en besprak het auditcomité onder meer het proces voor financiële verslaggeving, de processen voor interne controle en het compliance kader. Het besprak ook de boekhoudkundige verwerking van de door de Vennootschap uitgegeven converteerbare obligaties. Het auditcomité beoordeelde ook de verklaringen inzake interne controle en risicobeheer in het jaarverslag 2018. Het besprak ook de samenwerking met de externe commissaris van de Vennootschap, Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA, vertegenwoordigd door Gert Vanhees, en het voorstel om van auditpartner te wisselen in 2020. Het auditcomité heeft een nieuw beleid goedgekeurd dat moet worden gevolgd in geval er niet-auditdiensten door de externe auditor worden verleend. De externe commissaris was aanwezig op de vergaderingen van het auditcomité waar de jaar- en halfjaarcijfers en -verslagen werden besproken. De commissaris presenteerde ook het auditplan
2019 tijdens de laatste vergadering van het auditcomité die werd gehouden in 2019. Het auditcomité rapporteerde systematisch aan de raad van bestuur en verzekerde zich waar nodig van de medewerking van het uitvoerend management en van de finance afdeling van de Vennootschap.
Overeenkomstig het Belgische vennootschapsrecht bestaat het remuneratie- en benoemingscomité alleen uit niet-uitvoerende bestuurders, waarvan de meerderheid onafhankelijke bestuurders moeten zijn. Het comité beschikt over de vereiste expertise op het vlak van remuneratiebeleid. Het remuneratieen benoemingscomité bestaat uit drie bestuurders: CRBA Management BV, vast vertegenwoordigd door Christian
In 2019 hield het remuneratie- en benoemingscomité vijf vergaderingen die werden bijgewoond door alle leden, wat resulteerde in een 100% aanwezigheid voor de vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité. Het remuneratie- en benoemingscomité beraadslaagde over de samenstelling van de raad van bestuur en het uitvoerend management, en bepaalde het search proces en leidde de search voor nieuwe leden van de raad van bestuur en het uitvoerend management. Verder heeft het comité het bereiken van de bedrijfsdoelstellingen voor 2018 en de bijbehorende variabele remuneratie van het uitvoerend management besproken en goedgekeurd, en heeft het de bedrijfsdoelstellingen voor 2019 vastgesteld. Het besprak
Reinaudo (voorzitter), CLSCO BV, vast vertegenwoordigd door Leo Steenbergen, en Ann-Christine Sundell. Alle leden van het remuneratie- en benoemingscomité zijn onafhankelijke bestuurders. De chief executive officer neemt in een adviserende rol deel aan de vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité telkens wanneer de remuneratie van een ander lid van het uitvoerend management wordt besproken.
de HR- en operationele strategie van de onderneming en keurde een nieuwe organisatiestructuur goed. Het startte een extern gefaciliteerde evaluatie van de raad van bestuur op en beoordeelde en besprak het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie van de leden van de raad van bestuur, de comités van de raad van bestuur en het uitvoerend management. Het keurde het remuneratierapport goed dat is opgenomen in het jaarverslag 2018. Het remuneratie- en benoemingscomité rapporteerde systematisch aan de raad van bestuur en verzekerde zich waar nodig van de samenwerking met het uitvoerend management en de HR-afdeling van de Vennootschap.
Het uitvoerend management van Biocartis was op 31 december 2019 samengesteld uit een CEO, CFO, COO en CTO (1).
| NAAM | LEEFTIJD | FUNCTIE |
|---|---|---|
| Herman Verrelst | 46 | Chief executive officer (CEO) |
| Ewoud Welten(2) | 36 | Chief financial officer (CFO) |
| Piet Houwen(3) | 52 | Chief operating officer (COO) |
| Benoit Devogelaere | 39 | Chief technology officer (CTO) |
(1) Vanaf maart 2020 is het uitvoerend management samengesteld uit de CEO, CFO en COO. / (2) Dhr. Welten trad terug als CFO van Biocartis met ingang van eind maart 2020; / (3) Vaste vertegenwoordiger van Scmiles BV.
Herman Verrelst is de chief executive officer (CEO) van de Vennootschap. Zijn biografie is te vinden onder 'Raad van Bestuur'.
Ewoud Welten was de chief financial officer (CFO) tot eind maart 2020. Hij vervoegde Biocartis in september 2015 komend van de internationale investeringsbank Kempen & Co waar hij aan de slag was als vice president corporate finance. Hij heeft een bewezen track-record als corporate financier in de life sciences en healthcare sector, in welke positie hij talrijke internationale kapitaalmarkttransacties
Piet Houwen is de chief operating officer (COO). Hij heeft meer dan 25 jaar ervaring in verschillende operationele en algemene managementfuncties. Piet Houwen heeft een sterke staat van dienst in productie, procestechniek, project- en people management. Dhr. Houwen heeft ruime operationele ervaring opgedaan in dynamische internationale omgevingen, waaronder fast moving consumer goods, voedingsindustie, biofarmaceutica en consultancy. Voordat hij Biocartis
Benoit Devogelaere is de chief technology officer (CTO). Hij begon zijn carrière in de farmaceutische sector (Johnson and Johnson) op het gebied van virologie. In 2011 vervoegde hij Biocartis om er de eerste CE-IVD markering van een Idylla™ test te leiden. In 2013 stapte hij over naar Cartagenia, een leverancier van diagnostische software, waar hij als R&D operating manager verantwoordelijk was voor de uitbreiding van de product portfolio van Cartagenia. In 2015, volgend op de acquisitie van
zoals beursgangen, secundaire fondsenwerving en fusies & overnames begeleidde. Dhr. Welten behaalde een masterdiploma in financiële economie (onderscheiding) aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Nederland. Dhr. Welten trad terug als CFO van Biocartis om te kunnen ingaan op een professionele opportuniteit dicht bij zijn thuis en familie in Nederland.de Erasmus Universiteit Rotterdam, Nederland.
vervoegde, was Piet Houwen Chief Operations Officer bij Ablynx en daarvoor vervulde hij wereldwijde functies voor Sanofi/Genzyme en Janssen Pharmaceutica (onderdeel van de Johnson & Johnson-familie van bedrijven) waar hij actief was in de farmaceutische productie van grote en kleine moleculen, stentcoating en medische hulpmiddelen. Piet Houwen behaalde een masterdiploma in werktuigbouwkunde aan de Technische Universiteit Delft (Nederland).
Cartagenia door Agilent Technologies (NYSE: A), verhuisde Dhr. Devogelaere naar Silicon Valley (VS) waar hij verantwoordelijk was voor diverse aspecten van de portfoliostrategie, product roadmapping en technologieverkenning. Eind 2017 vervoegde de heer Devogelaere Biocartis als chief technology officer. Hij heeft een master in bio-ingenieurswetenschappen en een PhD in medische wetenschappen (Universiteit van Leuven, België).
Het professioneel adres van elk van de leden van het uitvoerend management in het kader van hun mandaat is Generaal de Wittelaan 11B, 2800 Mechelen, België.
Eind 2019 bestond het uitvoerend management uit de CEO, CFO, COO en CTO. De raad van bestuur waardeert diversiteit als een essentiële zakelijke drijfveer en focust bij het samenstellen van het uitvoerend management op een gevarieerde set van skills en inclusief leiderschap doorheen de Vennootschap. Het uitvoerend management is omringd door een middle management groep met diverse achtergronden en ervaringen. Meer informatie hierover is te vinden onder 'Bedrijfsactiviteiten', hoofdstuk 3 'Werknemers', 'Diversiteit & inclusie'.
De procedure voor het vaststellen van het remuneratiebeleid en het bepalen van de remuneratie van de leden van de raad van bestuur en de leden van het uitvoerend management wordt bepaald door de raad van bestuur op basis van voorstellen van het remuneratie- en benoemingscomité. De
remuneratie van de leden van de raad van bestuur wordt bepaald door de algemene aandeelhoudersvergadering. De remuneratie van de leden van het uitvoerend management wordt bepaald door de raad van bestuur, op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité.
Het remuneratiebeleid van Biocartis is ontworpen om Biocartis in staat stellen om:
De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders wordt op regelmatige basis getoetst aan de marktpraktijk, in het bijzonder bij de zoektocht naar potentiële nieuwe bestuursleden. Hun remuneratie bestaat uit een vaste vergoeding en een aanwezigheidsvergoeding. Tot en met 2019 hadden de onafhankelijke bestuurders recht op aandelenopties (onder de vorm van inschrijvingsrechten) die niet gekoppeld waren
aan enige prestatiecriteria. Vanaf 1 januari 2020 hebben de onafhankelijke bestuurders echter geen recht meer op aandelenopties of inschrijvingsrechten. De bestuurders die tevens lid zijn van het uitvoerend management worden alleen vergoed voor hun mandaat binnen het uitvoerend management, en niet voor hun bestuursmandaat.
De remuneratie van de CEO en de andere leden van het uitvoerend management bestaat uit
De variabele remuneratie is zo gestructureerd dat remuneratie gekoppeld is aan bedrijfs- en/of individuele prestaties van de leden van het uitvoerend management. Deze doelstellingen worden jaarlijks bepaald door de raad van bestuur op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité. Het niveau van het bereiken van de doelstellingen door de leden van het uitvoerend management wordt in het begin van het eerstvolgende jaar beoordeeld door het remuneratie- en benoemingscomité, en wordt definitief bepaald door de raad van bestuur.
Voor 2019:
Daarnaast nemen de leden van het uitvoerend management deel aan aandelenoptieplannen (onder de vorm van inschrijvingsrechten) en genieten ze van een aantal voordelen zoals een groeps- en hospitalisatieverzekering en een aantal andere componenten waarvan de geldelijke waarde echter beperkt is.
De aandelenopties toegekend onder het 2013 Plan, 2015 Plan en 2018 Plan zijn niet gekoppeld aan enige prestatiecriteria, behalve de aandelenopties toegekend onder het 2013 Plan aan Benoit Devogelaere, CTO van Biocartis, waarvan 50% definitief verworven wordt als en in de mate dat bepaalde objectieve en verifieerbare essentiële prestatie-indicatoren worden bereikt, terwijl de andere 50% niet gekoppeld is aan enige
prestatiecriteria (tijdsgebonden definitieve verwerving).
50% van de aandelenopties toegekend aan Herman Verrelst onder het 2017 Plan zijn niet gekoppeld aan enige prestatiecriteria (tijdsgebonden definitieve verwerving), terwijl de andere 50% definitief verworven worden als en in de mate dat de CEO bepaalde objectieve en verifieerbare essentiële
prestatie-indicatoren behaalt. Deze aandelenopties worden niet beschouwd als variabele remuneratie, noch als vaste remuneratie of jaarlijkse remuneratie volgens het Belgische
vennootschapsrecht. Meer informatie is te vinden onder 'Karakteristieken van de aandelenoptieplannen'.
De Vennootschap is haar remuneratiebeleid aan het herzien met het oog op de nieuwe en toekomstige regels voor remuneratie van leden van een raad van bestuur en van een uitvoerend management. De Vennootschap zal bijvoorbeeld geen aandelenopties of inschrijvingsrechten meer toekennen aan onafhankelijke bestuurders.
De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit een vaste vergoeding en een aanwezigheidsvergoeding. Het bedrag van dergelijke vergoedingen werd bepaald door de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering op 11 mei 2018. De
CEO, die ook bestuurder is van de Vennootschap, wordt alleen vergoed voor zijn mandaat binnen het uitvoerend management en niet voor zijn bestuurdersmandaat.
Voorzitter van de raad van bestuur: EUR 36.000 Voorzitter van het auditcomité: EUR 18.000 Voorzitter van het remuneratie- en benoemingscomité: EUR 14.000 Andere, niet-uitvoerende bestuurders: EUR 12.000
Bovenop de hierboven vermelde jaarlijkse vaste vergoedingen ontvangt elke niet-uitvoerende bestuurder een aanwezigheidsvergoeding van EUR 3.000 per vergadering van de raad van bestuur die in persoon wordt bijgewoond (te verhogen met, indien van toepassing, een vergoeding voor reistijd van EUR 1.500 voor elk van Ann-Christine Sundell en Scientia II LLC, vertegenwoordigd door Harry Glorikian, per
Op advies van het remuneratie- en benoemingscomité en op grond van de goedkeuring door de algemene aandeelhoudersvergadering van 11 mei 2018, had elke onafhankelijke bestuurder van de Vennootschap recht op maximaal 15.000 aandelenopties (waarbij elke aandelenoptie de vorm heeft van een inschrijvingsrecht). Een deel van de aandelenopties onder het 2018 Plan werd voor dit doel gebruikt. In overeenstemming met de beslissing van de algemene aandeelhoudersvergadering van 11 mei 2018, konden de aandelenopties onder het 2018 Plan, onder bepaalde omstandigheden, worden uitgeoefend vóór de derde verjaardag van de datum van toekenning, en maken ze geen deel uit van de variabele remuneratie noch van de jaarlijkse remuneratie voor de toepassing van het Belgische vennootschapsrecht. Het toekennen van aandelenopties aan onafhankelijke bestuurders was in strijd met bepaling 7.7 van de 2009 Corporate Governance Code die bepaalde dat niet-uitvoerende bestuurders geen recht
vergadering van de raad van bestuur die in persoon wordt bijgewoond), of EUR 1.500 per vergadering van de raad van bestuur die wordt bijgewoond per conference call, EUR 1.000 per vergadering van het auditcomité bijgewoond door de bestuurder die lid is van dit comité, en EUR 500 per vergadering van het remuneratie- en benoemingscomité bijgewoond door de bestuurder die lid is van dit comité.
mogen hebben op enige aandelenopties. De Vennootschap rechtvaardigde dit aangezien het toeliet het gedeelte van de remuneratie in cash te beperken dat het anders zou moeten betalen om internationaal gerenommeerde deskundigen met de meest relevante bekwaamheden, kennis en expertise aan te trekken of te behouden, aangezien dit gebruikelijk is voor bestuurders die actief zijn bij bedrijven in de biotech- en life sciences-industrie, en aangezien het gedeelte van de remuneratie in aandelenopties beperkt is. De raad van bestuur was van oordeel dat het toekennen van aandelenopties geen negatieve impact had op het functioneren van de onafhankelijke bestuurders. Vanaf 1 januari 2020 kent de Vennootschap geen aandelenopties meer toe aan onafhankelijke bestuurders.
De Vennootschap betaalt ook de redelijke onkosten (waaronder de reiskosten) terug die de bestuurders maken in de uitoefening van hun mandaat als bestuurder.
Op basis van wat hierboven werd uiteengezet, was de remuneratie van de bestuurders voor het uitoefenen van hun mandaat in 2019 als volgt(1):
| NAAM | JAARLIJKSE VASTE VERGOEDINGEN |
AANWEZIGHEIDS VERGOEDINGEN |
TOTAAL |
|---|---|---|---|
| Bestuurders in functie op 31 december 2019 | |||
| CRBA Management BV, vertegenwoordigd door Christian Reinaudo |
EUR 50.000 | EUR 23.500 | EUR 73.500 |
| Luc Gijsens BV, vertegenwoordigd door Luc Gijsens | EUR 18.000 | EUR 24.000 | EUR 42.000 |
| CLSCO BV, vertegenwoordigd door Leo Steenbergen | EUR 12.000 | EUR 22.000 | EUR 34.000 |
| Ann-Christine Sundell | EUR 12.000 | EUR 31.000 | EUR 43.000 |
| Scientia II LLC, vertegenwoordigd door Harry Glorikian | EUR 12.000 | EUR 19.500 | EUR 31.500 |
| Roald Borré(2) | EUR 12.000 | EUR 18.500 | EUR 30.500 |
| Bestuurders van wie het mandaat afliep in 2019 | |||
| Peter Piot | EUR 4.274 | EUR 10.500 | EUR 14.774 |
| Hilde Windels BV, vertegenwoordigd door Hilde Windels | EUR 4.253 | EUR 10.500 | EUR 14.753 |
Noten: (1)Bedragen van jaarlijkse vaste vergoedingen worden pro rata berekend rekening houdend met de wijzigingen in de samenstelling van de raad van bestuur en zijn comités met ingang van de algemene aandeelhoudersvergadering gehouden op 10 mei 2019. / (2)De heer Borré deed afstand van zijn historische en toekomstige vergoedingen als bestuurder en lid van het auditcomité van de Vennootschap en gaf aan dat deze bedragen aan goede doelen moeten worden betaald.
Zoals hierboven uiteengezet, wordt Herman Verrelst niet bezoldigd voor zijn bestuurdersmandaat.
De tabel hieronder geeft een overzicht van het aantal aandelenopties dat wordt gehouden door de bestuurders op 31 december 2019:
| NAAM | TOEGEKEND EN AANVAARD IN 2019 |
UIT GEOEFEND IN 2019 |
NIETIG IN 2019 |
TOTAAL GEHOUDEN OP 31 DECEMBER 2019 |
PLAN |
|---|---|---|---|---|---|
| Bestuurders in functie | |||||
| CRBA Management BV, represented by Christian Reinaudo |
0 | 0 | 0 | 15.000 | 2018 |
| Luc Gijsens BV, represented by Luc Gijsens |
0 | 0 | 0 | 10.000 | 2018 |
| CLSCO BV, represented by Leo Steenbergen |
0 | 0 | 0 | 10.000 | 2018 |
| Ann-Christine Sundell | 0 | 0 | 0 | 10.000 | 2018 |
| Scientia II LLC, represented by Harry Glorikian |
0 | 0 | 0 | 10.000 | 2018 |
| Bestuurders van wie het mandaat afliep in 2019 |
TOEGEKEND EN AANVAARD IN 2019 |
UIT GEOEFEND IN 2019 |
NIETIG IN 2019 |
TOTAAL GEHOUDEN OP 31 DECEMBER 2019 |
PLAN |
| Peter Piot | 0 | 0 | 0 | 20.000 | 2015,2018 |
| Hilde Windels BV, represented by Hilde Windels |
0 | 0 | 0 | 17.500 | 2013 |
De remuneratie van de leden van het uitvoerend management wordt bepaald door de raad van bestuur, op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité.
Jaarlijks vast basissalaris
Voor 2019 bedroeg de vaste remuneratie van Herman Verrelst als CEO EUR 375.000 en zijn variabele remuneratie kon maximaal EUR 187.500 bedragen (wat overeenkomt met 50% van zijn vaste remuneratie). De remuneratie van de CEO voor 2019 was zo gestructureerd dat ze voor 75% gekoppeld was aan bedrijfsdoelstellingen op 1 jaar en voor 25% aan bedrijfsdoelstellingen op 2 jaar.
Voor de bedrijfsdoelstellingen op 1 jaar (vastgelegd bij het begin van 2019), worden de totale omzet en brutomarge op productinkomsten gebruikt als KPI's met een gewicht van 70% (elke KPI met een gelijk gewicht van 35%), terwijl 30% betrekking heeft op doelstellingen met betrekking tot testmenu, productie en organisatie. In het geval van het behalen van een van deze KPI's van 70%, is 40% van het percentage van de variabele remuneratie betaalbaar, terwijl elk incrementeel prestatiepercentage resulteert in 2% extra te betalen (bijvoorbeeld als 70% van een bepaalde KPI wordt bereikt, is 40% van de variabele remuneratie waarop de KPI betrekking heeft betaalbaar; indien 80% van een bepaalde KPI wordt bereikt, is 60% van de variabele remuneratie waarop de KPI betrekking heeft betaalbaar), met dien verstande dat het maximaal te betalen bedrag gelijk zal zijn aan 100%. In het geval van een prestatie van minder dan 70% van een bepaalde KPI,
De remuneratie van de leden van het uitvoerend management bestaat uit de volgende belangrijkste remuneratiebestanddelen:
is geen variabele remuneratie waarop die KPI betrekking heeft, betaalbaar. Voor de bedrijfsdoelstellingen op 2 jaar (vastgesteld in 2018) worden alleen KPI's met betrekking tot de totale omzet en brutomarge op productinkomsten gebruikt. Dezelfde KPI's op 1 jaar, zoals hierboven vermeld, werden gebruikt om de definitieve verwerving van de aandelenopties onder het aandelenoptieplan 2017 voor de CEO te bepalen voor het prestatiejaar 2019.
Voor 2019 kon de variabele remuneratie van de CFO, COO en CTO maximaal 20% bedragen van hun respectievelijke jaarlijkse vaste remuneratie. Dezelfde bedrijfsdoelstellingen op 1 jaar werden gebruikt als die welke hierboven zijn uiteengezet voor de CEO.
De leden van het uitvoerend management waren ook gerechtigd om deel te nemen aan de aandelenoptieplannen van de Vennootschap en werden vergoed voor bepaalde kosten en uitgaven gemaakt in het kader van de uitoefening van hun functie. De leden van het uitvoerend management die een arbeidsovereenkomst hebben, konden ook genieten van een pensioenplan, een bedrijfswagen met tankkaart, een laptop en andere, kleinere elementen.
Voor 2019 werd de volgende remuneratie en vergoeding betaald aan de CEO en de andere leden van het uitvoerend management:
| BEDRAGEN IN EUR(1) | HERMAN VERRELST | ANDERE LEDEN VAN HET UITVOEREND MANAGEMENT |
|---|---|---|
| Jaarlijks basissalaris | EUR 375.000,00 | EUR 612.836,39 |
| Variabele remuneratie | EUR 73.125,00 | EUR 75.538,32 |
| Bedrijfswagen | - | EUR 28.252,40 |
| Pensioenplan(2) | - | EUR 16.574,20 |
| Andere elementen(3) | - | EUR 6.933,39 |
| Totaal | EUR 448.125,00 | EUR 740.134,70 |
Noten: (1)De kolom 'Andere leden van het uitvoerend management' bevat de vergoeding van de CFO, COO en CTO, evenals de vergoeding van Citros vof, vertegenwoordigd door Hilde Eylenbosch, die tot 30 april 2019 Chief Commercial Officer was. / (2) Het pensioenplan van Biocartis is een defined contribution plan dat leven (pensioen), overlijden, invaliditeit en premievrijstelling dekt. / (3)De andere elementen omvatten maaltijdcheques, medisch plan en representatiekosten. Deze tabel omvat niet de beëindigingsvergoeding die betaald is aan de CCO (zie hieronder).
De tabel hieronder geeft een overzicht van het aantal aandelenopties dat wordt gehouden door de leden van uitvoerend management op 31 december 2019:
| NAAM | TOEGEKEND EN AANVAARD IN 2019 |
UIT GEOEFEND IN 2019 |
NIETIG IN 2019 |
TOTAAL GEHOUDEN OP 31 DECEMBER 2019 |
PLAN |
|---|---|---|---|---|---|
| Leden van het uitvoerend management in dienst op 31 december 2019 |
|||||
| Herman Verrelst | 0 | 0 | 127.635 | 1.212.365 | 2017 |
| Ewoud Welten | 20.000 | 0 | 0 | 82.500 | 2015, 2018 |
| Scmiles BV, vertegenwoordigd door Piet Houwen |
65.000 | 0 | 0 | 65.000 | 2018 |
| Benoit Devogelaere | 50.000 | 0 | 0 | 237.500 | 2013, 2018 |
| Leden van het uitvoerend management niet langer in dienst op 31 december 2019 |
TOEGEKEND EN AANVAARD IN 2019 |
UIT GEOEFEND IN 2019 |
NIETIG IN 2019 |
TOTAAL GEHOUDEN OP 31 DECEMBER 2019 |
PLAN |
| Citros vof, vertegenwoordigd door Hilde Eylenbosch(1) |
0 | 0 | 32.242 | 40.258 | 2015, 2018 |
Noot: (1) De consultancyovereenkomst tussen Biocartis en Citros vof, vertegenwoordigd door Hilde Eylenbosch, werd beëindigd met ingang van 30 april 2019
Voor een overzicht van de kenmerken van de aandelenopties, zie ook 'Karakteristieken van de aandelenoptieplannen'.
De CEO en COO hebben het statuut van zelfstandige. Hun contracten bevatten gebruikelijke bepalingen inzake remuneratie, niet-concurrentie en vertrouwelijkheid.
Het managing director contract van de CEO werd aangegaan voor onbepaalde duur en kan zowel door de CEO als door Biocartis te allen tijde worden beëindigd mits een opzegperiode van 6 maanden (of, in geval van beëindiging door Biocartis, mits de betaling van een vergoeding gelijk aan 6 maanden vaste vergoeding). In bepaalde gevallen kan de overeenkomst met onmiddellijke ingang worden beëindigd door de CEO of door Biocartis.
REMUNERATIE VAN DE LEDEN VAN HET UITVOEREND MANAGEMENT IN 2019
REMUNERATIE VAN DE LEDEN VAN HET UITVOEREND MANAGEMENT
Het contract voor consultancydiensten van de COO werd voor onbepaalde duur aangegaan en kan zowel door de COO als door Biocartis te allen tijde worden beëindigd mits een opzegperiode van 3 maanden (of, in geval van beëindiging door Biocartis, mits de betaling van een vergoeding gelijk
aan de pro rata vergoeding voor deze periode). In bepaalde gevallen kan de overeenkomst met onmiddellijke ingang worden beëindigd door Biocartis of door de COO.
De CFO en CTO zijn werknemers. Hun contracten bevatten gebruikelijke bepalingen over remuneratie, niet-concurrentie en vertrouwelijkheid, en zijn aangegaan voor onbepaalde duur. Ze kunnen door de werknemer in kwestie of door Biocartis op elk moment worden beëindigd mits een opzegperiode (of de betaling van een opzegvergoeding) overeenkomstig de bepalingen van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de Wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen. Hun contract kan met onmiddellijke ingang worden beëindigd door Biocartis in geval van dringende reden.
Er waren in 2019 geen contractuele bepalingen in voege tussen de Vennootschap en de CEO of de andere leden van het uitvoerend management die de Vennootschap een contractueel recht zouden geven op het terugvorderen van de variabele remuneratie van de leden van het uitvoerend management die zou toegekend zijn op basis van onjuiste financiële gegevens.
Biocartis en Citros vof, vertegenwoordigd door Hilde Eylenbosch, kwamen overeen de consultancyovereenkomst voor de rol van laatstgenoemde als Chief Commercial Officer te beëindigen met ingang van 30 april 2019. In dit kader heeft Biocartis een beëindigingsvergoeding betaald die overeenkomt met de vergoeding voor drie maanden consultancydiensten (of EUR 56.250,00).
Op 31 december 2019 had Biocartis vier uitstaande op aandelen gebaseerde incentiveplannen, namelijk (i) het 2013 aandelenoptieplan (het '2013 Plan'), (ii) het 2015 aandelenoptieplan (het '2015 Plan'), (iii) het 2017
2013 PLAN
Op 25 augustus 2011 keurde de algemene
aandeelhoudersvergadering van Biocartis SA het 2013 Plan goed, hetgeen Biocartis SA toeliet om maximaal 1.000.000 aandelenopties (waarbij elke aandelenoptie de vorm heeft van een inschrijvingsrecht) toe te kennen aan geselecteerde personeelsleden (bestaande uit werknemers, consultants en leden van het management). Op 25 november 2014 werd het 2013 Plan gewijzigd om het te laten betrekking hebben op de aandelen van de Vennootschap in plaats van op de aandelen van Biocartis SA.
Het 2013 Plan is een verwaterend optieplan, hetgeen betekent dat nieuwe aandelen worden uitgegeven na uitoefening van de respectievelijke aandelenopties. De belangrijkste kenmerken van de aandelenopties die zijn toegekend op grond van het 2013 Plan zijn de volgende: (i) elke aandelenoptie kan worden uitgeoefend voor één aandeel, (ii) de aandelenopties worden kosteloos toegekend, d.w.z. dat er geen vergoeding verschuldigd is bij de toekenning van de aandelenopties, tenzij anders vermeld in de toekenning, (iii) de aandelenopties hadden een looptijd van 10 jaar toen ze werden gecreëerd, maar deze looptijd werd contractueel verminderd tot zeven jaar vanaf de toekenning van de aandelenopties, (iv) de uitoefenprijs van de aandelenopties wordt bepaald op het ogenblik van toekenning van de aandelenopties, en (v) de aandelenopties worden in principe definitief verworven in 48 maandelijkse termijnen, tenzij ze versneld verworven worden in geval van een wijziging
aandelenoptieplan (het '2017 Plan') en (iv) het 2018 aandelenoptieplan (het '2018 Plan'). De belangrijkste karakteristieken daarvan worden hieronder uiteengezet.
van de controle over de Vennootschap. De definitieve verwerving van 50% van de aandelenopties toegekend aan Benoit Devogelaere is tijdsgebonden (15.625 aandelenopties zullen definitief verworven worden op elk van de eerste en tweede verjaardag van de datum van toekenning en 31.250 aandelenopties zullen definitief verworven worden op elk van de derde en vierde verjaardag van de datum van toekenning), terwijl de andere 50% definitief verworven zullen worden indien en in de mate dat bepaalde objectieve en verifieerbare essentiële prestatie-indicatoren worden bereikt. De uitoefenperiodes van het 2013 Plan zijn 16-31 maart, 16-30 september en 1-15 december.
Voorafgaand aan de beursgang van de Vennootschap werden in het totaal 720.340 aandelenopties toegekend op grond van het 2013 Plan, met een uitoefenprijs van EUR 8,1308. De uitoefenprijs van de aandelenopties die zijn toegekend sinds de beursgang van de Vennootschap werd bepaald op basis van de beurskoers van de aandelen van de Vennootschap op het ogenblik van de toekenning of een gemiddelde prijs berekend over een voorafgaande periode.
Op 31 december 2019 waren in totaal 494.699 aandelenopties uitstaand (dit zijn aandelenopties onder het 2013 Plan die zijn gecreëerd onder het plan en die nog niet werden uitgeoefend en die nog niet voor om het even welke reden nietig zijn geworden).
Op 15 januari 2015 werd een optieplan aangenomen op grond waarvan 217.934 opties werden uitgegeven. Dit plan werd geannuleerd door de algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap op 13 april 2015 en op dezelfde datum vervangen door een nieuw aandelenoptieplan dat de Vennootschap toeliet om maximaal 262.934 aandelenopties (waarbij elke aandelenoptie de vorm heeft van een inschrijvingsrecht) toe te kennen aan geselecteerde personeelsleden (bestaande uit werknemers, consultants en leden van het management) en bestuurders.
Het 2015 Plan is een verwaterend plan, hetgeen betekent dat nieuwe aandelen worden uitgegeven na uitoefening van de respectievelijke aandelenopties. De belangrijkste kenmerken van de aandelenopties die zijn toegekend onder het 2015 Plan zijn de volgende: (i) elke aandelenoptie kan worden uitgeoefend voor één aandeel, (ii) de aandelenopties worden kosteloos toegekend, dit wil zeggen dat er geen vergoeding verschuldigd is bij de toekenning van de aandelenopties, (iii) de aandelenopties hadden een looptijd van tien jaar toen ze werden gecreëerd maar deze looptijd werd contractueel verminderd tot zeven jaar, (iv) de uitoefenprijs van de aandelenopties wordt bepaald op het ogenblik van de toekenning van de aandelenopties, en (v) de aandelenopties worden in principe definitief verworven in achtenveertig maandelijkse termijnen, tenzij ze versneld verworven worden in geval van wijziging van de controle over de Vennootschap. De uitoefenprijs van de aandelenopties wordt bepaald op basis van de aandelenkoers van de aandelen van de Vennootschap op het ogenblik van de toekenning of een gemiddelde prijs berekend over een voorafgaande periode. De uitoefenperiodes van het 2015 Plan zijn 16-31 maart, 16-30 september en 1-15 december.
Op 31 december 2019 waren in totaal 210.052 aandelenopties uitstaand (dit zijn aandelenopties onder het 2015 Plan die zijn gecreëerd onder het plan en die nog niet werden uitgeoefend en die nog niet voor om het even welke reden nietig zijn geworden).
KARAKTERISTIEKEN VAN DE AANDELENOPTIEPLANNEN
Op 11 september 2017 werd een aandelenoptieplan aangenomen op grond waarvan 1.340.000 aandelenopties (elke aandelenoptie onder de vorm van een inschrijvingsrecht) werden uitgegeven en toegekend aan Herman Verrelst, chief executive officer van de Vennootschap. Het 2017 Plan is een verwaterend plan, hetgeen betekent dat nieuwe aandelen worden uitgegeven na uitoefening van de respectievelijke aandelenopties. De belangrijkste kenmerken van de aandelenopties die zijn toegekend onder het 2017 Plan zijn de volgende: (i) elke aandelenopties kan worden uitgeoefend voor één aandeel, (ii) de aandelenopties worden kosteloos toegekend, dit wil zeggen dat er geen vergoeding verschuldigd is bij de toekenning van de aandelenopties, (iii) de aandelenopties hebben een looptijd van vijf jaar vanaf 11 september 2017, (iv) de uitoefenprijs van de aandelenopties
Op 10 september 2018 werd een aandelenoptieplan aangenomen door de raad van bestuur op basis waarvan 1.335.426 aandelenopties (elke aandelenoptie onder de vorm van een inschrijvingsrecht) werden uitgegeven, waardoor de Vennootschap maximaal 1.335.426 aandelenopties kon toekennen aan geselecteerde personeelsleden (bestaande uit werknemers, consultants en leden van het management) en bestuurders.
Het 2018 Plan is een verwaterend plan, hetgeen betekent dat nieuwe aandelen worden uitgegeven na uitoefening van de respectievelijke aandelenopties. De belangrijkste kenmerken van de aandelenopties die zijn toegekend onder het 2018
wordt bepaald op het ogenblik van de toekenning van de aandelenopties (in casu EUR 9,92), en (v) 50% van de aandelenopties wordt definitief verworven gedurende een periode van vier jaar (12,5% van de aandelenopties zal definitief verworven worden op elk van de eerste vier verjaardagen van de datum van toekenning), terwijl de overige 50% van de aandelenopties definitief verworven wordt als en in de mate dat de CEO bepaalde objectieve en verifieerbare essentiële prestatie-indicatoren behaalt. De uitoefenperiodes van het 2017 Plan zijn 16-31 maart, 16-30 september en 1-15 december.
Op 31 december 2019 was een totaal van 1.212.365 aandelenopties uitstaand (d.w.z. aandelenopties die onder het 2017 Plan zijn gecreëerd en die nog niet werden uitgeoefend en die nog niet voor om het even welke reden nietig zijn geworden).
Plan zijn de volgende: (i) elke aandelenoptie kan worden uitgeoefend voor één aandeel, (ii) de aandelenopties worden kosteloos toegekend, dit wil zeggen dat er geen vergoeding verschuldigd is bij de toekenning van de aandelenopties, (iii) de aandelenopties hadden een looptijd van tien jaar toen ze werden gecreëerd maar deze looptijd werd contractueel verminderd tot zeven jaar, en (iv) de uitoefenprijs van de aandelenopties wordt bepaald op het ogenblik van de toekenning van de aandelenopties. In principe, en onder voorbehoud van een versnelde definitieve verwerving in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap, worden de aandelenopties definitief verworven (a) voor werknemers of consultants van de Vennootschap of een dochtervennootschap van de Vennootschap of voor bestuurders van een dochtervennootschap van de Vennootschap als volgt: 25% van de aandelenopties worden definitief verworven op 30 maart van het jaar volgend op het jaar waarin de toekenningsdatum plaatsvindt, en 6,25% van de aandelenopties worden definitief verworven op het einde van elk volgend kalenderkwartaal; of (b) voor bestuurders van de Vennootschap als volgt: de aandelenopties worden definitief verworven in X gelijke delen op elke verjaardag van de datum van zijn of haar benoeming als bestuurder van de Vennootschap, waarbij X gelijk is aan de duur van zijn of haar bestuursmandaat uitgedrukt in jaren. Bepaalde aandelenopties toegekend in 2019 in het kader van het 2018 Plan aan, onder andere, bepaalde leden van het uitvoerend management, worden verworven op 1 januari 2023 ('cliff vesting'). De uitoefenprijs van de aandelenopties wordt
Op 3 maart 2020 werd een aandelenoptieplan aangenomen door de raad van bestuur op grond waarvan 696.976 aandelenopties (elke aandelenoptie onder de vorm van een inschrijvingsrecht) werden uitgegeven, waardoor de Vennootschap maximaal 696.976 aandelenopties kan toekennen aan geselecteerde leden van het personeel van de Vennootschap en/of haar dochtervennootschappen.
Het 2020 Plan is een verwaterend plan, hetgeen betekent dat nieuwe aandelen worden uitgegeven na uitoefening van de respectievelijke aandelenopties. De belangrijkste kenmerken van de aandelenopties die zijn toegekend onder het 2020 Plan zijn de volgende: (i) elke aandelenoptie kan worden uitgeoefend voor één aandeel, (ii) de aandelenopties worden kosteloos toegekend, dit wil zeggen dat er geen vergoeding verschuldigd is bij de toekenning van de aandelenopties, (iii) de aandelenopties
bepaald op basis van de beurskoers van de aandelen van de Vennootschap op het moment van de toekenning of een gemiddelde prijs berekend over een voorgaande periode. De uitoefenperiodes van het 2018 Plan zijn 16-31 maart, 16-30 juni, 16-30 september en 1-15 december.
Op 31 december 2019 was een totaal van of 1.307.425 aandelenopties uitstaand (dit zijn aandelenopties onder het 2018 Plan die zijn gecreëerd onder het plan en die nog niet werden uitgeoefend en die nog niet voor om het even welke reden nietig zijn geworden). Op 3 maart 2020 heeft de Vennootschap de op dat moment uitstaande 'pool' van 696.976 aandelenopties (d.w.z. aandelenopties die nog niet zijn aangeboden aan, en aanvaard door, begunstigden onder het 2018 Plan) geannuleerd.
hadden een looptijd van tien jaar toen ze werden gecreëerd maar deze looptijd werd contractueel verminderd tot zeven jaar, en (iv) de uitoefenprijs van de aandelenopties wordt bepaald op het ogenblik van de toekenning van de aandelenopties. In principe, en onder voorbehoud van een versnelde definitieve verwerving in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap, worden 25% van de aandelenopties definitief verworven op 30 maart van het jaar volgend op het jaar waarin de datum van het aanbod plaatsvindt, en 6,25% van de aandelenopties worden definitief verworven op het einde van elk volgend kalenderkwartaal. De uitoefenprijs van de aandelenopties wordt bepaald op basis van de beurskoers van de aandelen van de Vennootschap op het moment van het aanbodof een gemiddelde prijs berekend over een voorgaande periode. De uitoefenperiodes van het 2020 Plan zijn 16-31 maart, 16-30 juni, 16-30 september en 1-15 december.
Op 1 januari 2019 bedroeg het aandelenkapitaal van de Vennootschap EUR 513.610,88, vertegenwoordigd door 51.361.088 aandelen. Op 28 januari 2019 verhoogde de Vennootschap haar aandelenkapitaal met een bedrag van EUR 50.000 in het kader van een private plaatsing via een versneld bookbuild-aanbod, resulterend in de uitgifte van 5.000.000 nieuwe aandelen. Er was één kapitaalverhoging als gevolg van de uitoefening van aandelenopties onder het 2013 Plan, resulterend in de uitgifte van 21.000 nieuwe aandelen en een verhoging van het aandelenkapitaal met EUR 210. Bijgevolg
bedroeg op 31 december 2019 het totale aandelenkapitaal van de Vennootschap EUR 563.820,88, vertegenwoordigd door 56.382.088 aandelen. Een overzicht van de belangrijkste aandeelhouders van de Vennootschap op 31 december 2019 op basis van de transparantiekennisgevingen ontvangen tot die datum is beschikbaar in de rubriek 'Hoofdaandeelhouders' onder paragraaf 3.12.5 'Aandeelhouders' De Vennootschap heeft geen weet van enige aandeelhoudersovereenkomst met betrekking tot de Vennootschap.
Van de 56.382.088 uitstaande aandelen van de Vennootschap op 31 december 2019 waren er 76.518 aandelen op naam en 56.305.570 gedematerialiseerde aandelen. Alle aandelen behoren tot dezelfde klasse en zijn vrij overdraagbaar. Alle aandelen zijn uitgegeven en volstort.
Elk aandeel in de Vennootschap (i) geeft de houder ervan recht op één stem op de algemene aandeelhoudersvergaderingen, (ii) vertegenwoordigt een identieke fractie van het aandelenkapitaal van de Vennootschap en heeft dezelfde rechten en verplichtingen en neemt in gelijke mate deel in de winsten en verliezen van de Vennootschap, en (iii) geeft de houder een voorkeurrecht om in te schrijven op nieuwe aandelen, converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten in verhouding tot het deel van het aandelenkapitaal vertegenwoordigd door de reeds gehouden aandelen. Het voorkeurrecht kan worden beperkt of opgeheven door een besluit van de algemene aandeelhoudersvergadering of van de raad van bestuur mits een machtiging door de algemene aandeelhoudersvergadering, in overeenstemming met de bepalingen van het Belgische vennootschapsrecht en de statuten van de Vennootschap. Op grond van artikel 11 van de statuten kan de uitoefening van de stemrechten van alle aandelen in handen van de betrokken aandeelhouder worden geschorst indien en zolang de raad van bestuur vraagt om de volstorting van de aandelen die niet volledig zijn volstort en een dergelijke aandeelhouder niet op die vraag is ingegaan. Echter, op dit ogenblik zijn alle aandelen van de Vennootschap volledig volstort. Op grond van artikel 12 van de statuten kan de Vennootschap alle rechten verbonden aan een effect schorsen wanneer dit effect wordt gehouden door
meer dan één persoon, en dit totdat een enkele persoon voor de Vennootschap is geïdentificeerd als houder van het effect.
Behoudens bepaalde uitzonderingen, mag geen enkele aandeelhouder meer stemmen uitbrengen op een algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap dan die stemrechten die deze aandeelhouder heeft meegedeeld aan de Vennootschap en de Financial Services and Markets Authority ('FSMA'), in overeenstemming met de toepasselijke regels die zijn vastgelegd in de Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, ten minste 20 kalenderdagen vóór de datum van de algemene aandeelhoudersvergadering. In het algemeen, krachtens de voornoemde Wet van 2 mei 2007 en de statuten van de Vennootschap, is een kennisgeving aan de Vennootschap en de FSMA vereist door alle natuurlijke en rechtspersonen wanneer het percentage van de stemrechten in de Vennootschap die door deze persoon wordt gehouden de drempel van 3%, 5%, 10% en elk volgend veelvoud van 5% van het totale aantal stemrechten in de Vennootschap bereikt, overschrijdt of onderschrijdt. Bovendien kunnen in bepaalde gevallen stemrechten worden geschorst door een bevoegde rechtbank of door de FSMA.
Op 13 april 2015 heeft de algemene aandeelhoudersvergadering, onder voorwaarde van en met ingang van de voltooiing van de beursgang van de Vennootschap (die plaatsvond op 28 april 2015), de raad van bestuur gemachtigd om het aandelenkapitaal van de Vennootschap in het kader van het toegestaan kapitaal te verhogen met een maximum van 100% van het aandelenkapitaal na voltooiing van de beursgang (zijnde met EUR 391.440,13).
De algemene aandeelhoudersvergadering heeft verder besloten dat de raad van bestuur, bij de uitoefening van zijn bevoegdheden onder het toegestaan kapitaal, bevoegd is om het wettelijke voorkeurrecht van de aandeelhouders (in de zin van het Belgische vennootschapsrecht) te beperken of op te heffen. Deze machtiging omvat de beperking of opheffing van het voorkeurrecht ten gunste van één of meer bepaalde personen (al dan niet personeelsleden van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen). De machtiging is geldig voor een periode van vijf jaar vanaf de publicatiedatum van de machtiging in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, zijnde tot 13 mei 2020.
Op 21 november 2016 heeft de Vennootschap haar aandelenkapitaal verhoogd met EUR 40.589,17 in het kader van de voltooiing van een private plaatsing via versnelde orderbookprocedure gelanceerd op 17 november 2016 binnen het kader van het toegestaan kapitaal. Op 1 december 2017 heeft de Vennootschap haar aandelenkapitaal verhoogd met EUR 64.000,00 in het kader van de voltooiing van een private plaatsing via versnelde orderbookprocedure gelanceerd op 28 november 2017 binnen het kader van het toegestaan kapitaal. Op 10 september 2018 heeft de raad van bestuur zijn bevoegdheden onder het toegestaan kapitaal gebruikt voor een bedrag van EUR 13.354,26 in het kader van de uitgifte van het aandelenoptieplan 2018. Op 28 januari 2019 verhoogde de Vennootschap haar aandelenkapitaal met een bedrag van EUR 50.000,00 in het kader van de afsluiting van een private plaatsing via een versnelde orderbookprocedure, gelanceerd op 23 januari 2019 binnen het kader van het toegestaan kapitaal. Op 2 mei 2019 heeft de raad van bestuur zijn bevoegdheden onder het toegestaan kapitaal gebruikt in het kader van de uitgifte van 1.500 converteerbare obligaties met vervaldatum 9 mei 2024.
De raad van bestuur zal aan de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van 8 mei 2020 (of 9 juni 2020 mocht het vereiste aanwezigheidsquorum niet bereikt zijn bij de eerste vergadering) voorstellen om de machtiging van het toegestaan kapitaal te hernieuwen.
Wijzigingen van de statuten, andere dan bepaalde specifieke wijzingen zoals een wijziging van het maatschappelijk doel van de Vennootschap, vereisen de aanwezigheid of vertegenwoordiging van ten minste 50% van het aandelenkapitaal van de Vennootschap tijdens een buitengewone aandeelhoudersvergadering voor een notaris en een meerderheid van ten minste 75% van de uitgebrachte stemmen tijdens deze vergadering. Een wijziging van het doel van de Vennootschap vereist de goedkeuring door ten minste 80% van de op een buitengewone aandeelhoudersvergadering voor een notaris uitgebrachte stemmen. Deze kan dit besluit alleen rechtsgeldig nemen als ten minste 50% van het aandelenkapitaal van de Vennootschap en ten minste 50% van de winstbewijzen (indien van toepassing) aanwezig of vertegenwoordigd zijn. In het geval dat het vereiste aanwezigheidsquorum niet aanwezig of vertegenwoordigd
is op de eerste vergadering, moet een tweede vergadering worden bijeengeroepen. De tweede algemene aandeelhoudersvergadering kan geldig beraadslagen en beslissen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde aandelen. De bijzondere meerderheidsvereisten blijven echter wel van toepassing.
Het bovenstaande geldt ook voor eventuele wijzigingen van het aandelenkapitaal van de Vennootschap vermits dergelijke wijzigingen neerkomen op een wijziging van de statuten van de Vennootschap. Er zijn geen voorwaarden opgelegd in de statuten van de Vennootschap die strenger zijn dan de wettelijke verplichtingen. In het kader van de hem toegekende bevoegdheden inzake toegestaan kapitaal kan de raad van bestuur het aandelenkapitaal van de Vennootschap ook verhogen zoals uiteengezet in de statuten.
De Vennootschap kan, onder voorbehoud van de bepalingen van het Belgische vennootschapsrecht, haar eigen aandelen inkopen indien dit werd goedgekeurd door een voorafgaande beslissing van een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering met een meerderheid van 75% van de uitgebrachte stemmen, en dat op een vergadering waar ten minste 50% van het aandelenkapitaal van de Vennootschap en ten minste 50% van de winstbewijzen (indien van toepassing) aanwezig of vertegenwoordigd zijn. In het geval dat het vereiste aanwezigheidsquorum niet aanwezig of vertegenwoordigd is op de eerste vergadering, moet een tweede vergadering worden bijeengeroepen. De tweede algemene aandeelhoudersvergadering kan geldig beraadslagen en
Openbare overnamebiedingen op de aandelen en andere effecten van de Vennootschap die toegang geven tot stemrechten (zoals inschrijvingsrechten en converteerbare obligaties) zijn onderworpen aan het toezicht van de FSMA. Elke openbare overnamebieding moet worden uitgebracht op alle stemrechtverlenende effecten van de Vennootschap evenals op alle andere effecten die toegang geven tot stemrechten. Voorafgaand aan een overnamebieding moet de bieder een prospectus publiceren dat vóór de publicatie werd goedgekeurd door de FSMA.
De Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen bepaalt dat een verplicht openbaar overnamebod moet worden uitgebracht wanneer een persoon, ten gevolge van
beslissen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde aandelen. De bijzondere meerderheidsvereisten blijven echter wel van toepassing. De bovengenoemde regels zijn ook van toepassing op de inkoop van aandelen van de Vennootschap door haar dochtervennootschappen. De verkoop van eigen aandelen is ook onderworpen aan de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. De raad van bestuur is momenteel niet door een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering gemachtigd om eigen aandelen in te kopen of te verkopen. Op 31 december 2019 hield noch de Vennootschap, noch een dochtervennootschap van de Vennootschap, aandelen in de Vennootschap.
een eigen verwerving of een verwerving door in onderling overleg met hem handelende personen of personen die handelen voor rekening van deze personen, rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 30% van de effecten met stemrecht houdt in een vennootschap waarvan de maatschappelijke zetel in België ligt en waarvan minstens een gedeelte van de effecten met stemrecht toegelaten zijn tot verhandeling op een gereglementeerde markt of een bij het Koninklijke Besluit van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen aangewezen multilaterale handelsfaciliteit. Het loutere feit dat de betreffende drempel door verwerving van aandelen wordt overschreden geeft aanleiding tot een verplicht bod, ongeacht of de prijs die in de betreffende transactie werd betaald al dan niet hoger ligt dan de huidige marktprijs. De verplichting om een verplicht
bod uit te brengen is niet van toepassing in bepaalde gevallen zoals uiteengezet in het voornoemde Koninklijke Besluit van 27 april 2007 zoals (i) in geval van een verwerving, als kan worden aangetoond dat een derde partij controle uitoefent over de vennootschap of dat die derde een groter belang houdt dan de persoon die 30% van de stemrechtverlenende effecten houdt of (ii) in geval van een kapitaalverhoging met voorkeurrecht waartoe werd beslist door de algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap.
Er zijn verschillende bepalingen in het Belgische vennootschapsrecht en bepaalde andere bepalingen in het Belgische recht, zoals de verplichting om belangrijke deelnemingen bekend te maken en controle op concentraties van ondernemingen, die van toepassing kunnen zijn op de Vennootschap en die een vijandige overnamebieding, fusie, wijziging in het bestuur of andere wijziging in de controle kunnen bemoeilijken. Die bepalingen zouden potentiële overnamepogingen kunnen ontmoedigen die andere aandeelhouders kunnen aanzien als zijnde in hun belang en zouden de koers van de aandelen van de Vennootschap ongunstig kunnen beïnvloeden. Deze bepalingen kunnen de aandeelhouders ook de mogelijkheid ontnemen om hun aandelen te verkopen met een premie.
De raad van bestuur van Belgische vennootschappen kan, overeenkomstig het Belgische vennootschapsrecht, in bepaalde omstandigheden, en op voorwaarde van voorafgaande
machtiging door de aandeelhouders, een overnamebieding ontmoedigen of dwarsbomen door middel van verwaterende uitgiften van kapitaalvertegenwoordigende effecten (op grond van het toegestaan kapitaal) of door middel van inkoop van eigen aandelen. In principe wordt de machtiging van de raad van bestuur om het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap te verhogen via inbrengen in natura of in geld met opheffing of beperking van het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders geschorst vanaf de mededeling aan de Vennootschap door de FSMA van een overnamebieding op de effecten van de Vennootschap. De algemene aandeelhoudersvergadering kan echter, onder bepaalde voorwaarden, de raad van bestuur uitdrukkelijk machtigen het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap in dergelijk geval te verhogen door aandelen uit te geven voor een bedrag van niet meer dan 10% van de bestaande aandelen van de Vennootschap ten tijde van een dergelijke overnamebieding. Er werd geen dergelijke machtiging verleend aan de raad van bestuur van de Vennootschap.
De statuten van de Vennootschap voorzien niet in enig specifiek beschermingsmechanisme tegen openbare overnamebiedingen.
De Vennootschap is partij bij de volgende belangrijke overeenkomsten die in werking treden, wijzigingen ondergaan of een einde nemen bij een wijziging van de controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod:
Daarnaast voorzien de aandelenoptieplannen van de Vennootschap in een versnelde definitieve verwerving van de aandelenopties in geval van een wijziging van
controle. Deze plannen worden meer in detail beschreven in het Remuneratieverslag (zie 'Karakteristieken van de aandelenoptieplannen').
In 2019 was de commissaris van de Vennootschap Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA, vertegenwoordigd door Gert Vanhees, bedrijfsrevisor. De commissaris staat in voor de externe audit van de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening van de Vennootschap en haar Belgische dochtervennootschap (Biocartis NV) en auditeert specifieke rekeningsaldi van Biocartis US Inc. De commissaris werd herbenoemd voor de wettelijke termijn van drie jaar door de algemene
Biocartis heeft verschillende stappen ondernomen om de belangrijkste risico's waaraan het bedrijf is blootgesteld te identificeren, en om deze risico's op een aanvaardbaar niveau te houden. De verschillende risico's komen aan bod in dit jaarverslag onder 'Risico's verbonden aan onze activiteiten'. De controle-activiteiten van Biocartis omvatten maatregelen om ervoor te zorgen dat de belangrijkste risico's die werden geïdentificeerd onder controle worden gehouden of worden beperkt. Biocartis beheert sommige van deze risico's door het aangaan van verzekeringscontracten die dekking bieden voor dergelijke risico's.
Zoals aangegeven in dit jaarverslag heeft de raad van bestuur een auditcomité opgezet dat advies geeft en controle uitvoert over de financiële verslaggeving van de Groep. Het verzekert de aanwezigheid van voldoende interne controlemechanismen en, in samenwerking met de commissaris van de Groep, onderzoekt het vragen die verband houden met boekhouding en waarderingsregels. Het auditcomité kijkt meer in het bijzonder de financiële staten, de managementrapportering
aandeelhoudersvergadering die werd gehouden op 11 mei 2018.
In 2019 werd een totaalbedrag van EUR 152.700 betaald aan de commissaris. Dit bedrag omvat de volgende onderdelen: EUR 137.000 voor audithonoraria, en EUR 22.324,50 voor werkzaamheden uitgevoerd voor de Vennootschap in het kader van wettelijke opdrachten en andere niet-audit gerelateerde diensten.
en het budget van de Vennootschap na en maakt zijn aanbevelingen over deze documenten over aan de raad van bestuur. Gezien de huidige omvang en complexiteit van de activiteiten van de Vennootschap, alsook haar beleid en interne processen, werd er geen onafhankelijke interne auditfunctie opgericht. De nood aan deze functie zal jaarlijks worden beoordeeld.
Biocartis heeft een controlebeleid en systemen voor risicobeheer opgezet om ervoor te zorgen dat de belangrijkste zakelijke risico's behoorlijk worden geïdentificeerd, beheerd en publiek gemaakt. De doelstellingen van het interne controlekader binnen Biocartis bestaan in het realiseren van de nodige effectiviteit en efficiëntie van de activiteiten, de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving, de naleving van de geldende wet- en regelgeving en de bescherming van activa. Hiervoor heeft Biocartis een aantal instrumenten in het leven geroepen die op regelmatige basis binnen het auditcomité worden besproken en die worden voorgelegd aan de raad van bestuur:
Teneinde de kwaliteit en betrouwbaarheid van de financiële informatie te garanderen, heeft Biocartis op een consistente manier doorheen de organisatie verschillende gestandaardiseerde processen voor informatiedoorstroming opgezet en verder geautomatiseerd, en verbetert ze deze permanent. De belangrijkste financiële processen zijn zo ontwikkeld dat ze zowel de consistentie en de vergelijkbaarheid van gegevens verzekeren, alsook eventuele onregelmatigheden detecteren. Deze processen omvatten onder meer uitgaven, inkomsten, inventaris, vaste activa, financiële afsluitingen en thesaurie.
Het management omschrijft zowel de waarden als de vaardigheden en taakomschrijvingen die nodig zijn voor alle functies en taken binnen de organisatie. Biocartis is opgebouwd rondom vier kernactiviteiten (onderzoek & ontwikkeling, productie, commercieel en G&A) en voor alle functies zijn duidelijke verantwoordelijkheden en horizontale communicatieprocessen vastgelegd die de betrokkenheid verzekeren van de verschillende functies bij meer complexe aangelegenheden.
Bovendien heeft Biocartis een uitgebreid aantal procedures en workflows ontwikkeld voor de meest belangrijke businesscycli die allen worden gedocumenteerd door middel van een uniek IT-systeem. Dit systeem is zo ontworpen dat het helpt te voldoen aan de vereiste kwaliteitsniveaus voor de producten van Biocartis. Het is een van de elementen die door de quality afdeling wordt gebruikt om te garanderen dat zowel de producten als de processen voldoen aan het regelgevend kader. Verdere details over het kwaliteitsmanagementsysteem worden uiteengezet onder 'Producten'.
Voorafgaand aan het commercialiseren van haar producten voert Biocartis de noodzakelijke tests uit om het vooropgestelde kwaliteitsniveau te bereiken. Teneinde de best mogelijke kwaliteitsnormen te garanderen tijdens de productie heeft Biocartis een intern kwaliteitsteam samengesteld dat aanwezig is bij de verschillende stadia van productontwikkeling en productie.
HOOFDSTUK 5
Voor het jaar eindigen op 31 december,
In EUR 000 Toelichting 2019 2018
Overige bedrijfsopbrengsten
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
Verlies ven het boekjaar voor
Verlies van het boekjaar na
Toerekenbaar aan eigenaars van de
Winst per aandeel
Inkomsten uit samenwerkingsovereenkomsten 5.2.4 12.451 8.329 Omzet uit de verkoop van producten 5.2.4 24.224 18.843 Omzet uit onderhoudsdiensten 5.2.4 769 639 Totaal opbrengsten 37.444 27.811
Subsidies en andere opbrengsten 5.2.5 288 840
Totaal bedrijfsopbrengsten 37.732 28.651
Kostprijs van de verkopen 5.2.6 -21.328 -15.349 Kosten voor onderzoek en ontwikkeling 5.2.7 -39.844 -36.842 Marketing- en verkoopkosten 5.2.8 -18.011 -15.349 Algemene en administratieve kosten 5.2.9 -14.151 -7.971 Totaal bedrijfskosten -93.334 -75.511
Bedrijfsverlies van het boekjaar -55.602 -46.860 Financiële kosten 5.2.11 -8.008 -1.565 Overige financiële resultaten 5.2.11 74 163 Financieel resultaat, netto -7.934 -1.402
deelnemingen -631 0
belastingen -64.167 -48.262 Inkomstenbelastingen 5.2.28 99 109
belastingen -64.068 -48.153
Vennootschap -64.068 -48.153
Gewoon en verwaterd verlies per aandeel 5.2.12 -1,14 -0,94
| Voor het jaar eindigen op 31 december, |
||||
|---|---|---|---|---|
| In EUR 000 | Toelichting | 2019 | 2018 | |
| Inkomsten uit samenwerkingsovereenkomsten | 5.2.4 | 12.451 | 8.329 | |
| Omzet uit de verkoop van producten | 5.2.4 | 24.224 | 18.843 | |
| Omzet uit onderhoudsdiensten Totaal opbrengsten |
5.2.4 | 769 37.444 |
639 27.811 |
|
| Overige bedrijfsopbrengsten | ||||
| Subsidies en andere opbrengsten | 5.2.5 | 288 | 840 | |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 37.732 | 28.651 | ||
| Kostprijs van de verkopen | 5.2.6 | -21.328 | -15.349 | |
| Kosten voor onderzoek en ontwikkeling | 5.2.7 | -39.844 | -36.842 | |
| Marketing- en verkoopkosten | 5.2.8 | -18.011 | -15.349 | |
| Algemene en administratieve kosten | 5.2.9 | -14.151 | -7.971 | |
| Totaal bedrijfskosten | -93.334 | -75.511 | ||
| Bedrijfsverlies van het boekjaar | -55.602 | -46.860 | ||
| Financiële kosten | 5.2.11 | -8.008 | -1.565 | |
| Overige financiële resultaten | 5.2.11 | 74 | 163 | |
| Financieel resultaat, netto | -7.934 | -1.402 | ||
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen |
-631 | 0 | ||
| Verlies ven het boekjaar voor belastingen |
-64.167 | -48.262 | ||
| Inkomstenbelastingen | 5.2.28 | 99 | 109 | |
| Verlies van het boekjaar na belastingen |
-64.068 | -48.153 | ||
| Toerekenbaar aan eigenaars van de Vennootschap |
-64.068 | -48.153 | ||
| Winst per aandeel | ||||
| Gewoon en verwaterd verlies per aandeel | 5.2.12 | -1,14 | -0,94 |
GECONSOLIDEERDE
JAARREKENING
| Voor het jaar eindigend op 31 december, |
||||
|---|---|---|---|---|
| In EUR 000 | Toelichting | 2019 | 2018 | |
| Verlies van het boekjaar | -64.068 | -48.153 | ||
| Niet gerealiseerde resultaten – niet transfereerbaar naar de winst- en verliesrekening: |
||||
| Herwaarderingswinsten en –verliezen op toegezegde pensioenregelingen |
5.2.24 | -171 | -23 | |
| Belastingen op niet gerealiseerde resultaten Niet gerealiseerde resultaten – transfereerbaar naar de winst- en verliesrekening: |
58 | 8 | ||
| Wisselkoersverschillen bij de omrekening van buitenlandse activiteiten |
-113 | 123 | ||
| Daling van de reële waarde van investeringen in geassocieerde deelnemingen |
-5.052 | |||
| Totaal resultaat van het boekjaar | -69.346 | -48.045 | ||
| Toerekenbaar aan eigenaars van de Vennootschap |
-69.346 | -48.045 |
| Per 31 december, | |||
|---|---|---|---|
| In EUR 000 | Toelichting | 2019 | 2018 |
| Activa | |||
| Vaste activa | |||
| Immateriële vaste activa | 5.2.13 | 6.294 | 6.579 |
| Materiële vaste activa | 5.2.14 | 43.421 | 30.391 |
| Investeringen in geassocieerde | 5.2.15 | 0 | 5.052 |
| deelnemingen | |||
| Investeringen in joint ventures | 5.2.16 | 2.358 | 0 |
| Overige vorderingen op lange termijn | 13 | 11 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 5.2.17 | 1.609 | 6.569 |
| 53.695 | 48.602 | ||
| Vlottende activa | |||
| Voorraden | 5.2.18 | 14.161 | 11.919 |
| Handelsvorderingen | 5.2.19 | 10.695 | 9.744 |
| Overige vorderingen | 5.2.19 | 8.640 | 3.751 |
| Overige vlottende activa | 5.2.20 | 2.407 | 1.830 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 5.2.21 | 178.725 | 63.539 |
| 214.628 | 90.783 | ||
| Totale activa | 268.323 | 139.385 | |
| Eigen vermogen en schulden | |||
| Kapitaal en reserves | |||
| Geplaatst kapitaal | 5.2.22 | -220.668 | -220.718 |
| Uitgiftepremie | 5.2.22 | 698.027 | 632.769 |
| Op aandelen gebaseerde verloningsreserve | 5.2.23 | 4.670 | 3.445 |
| Overgedragen verlies | 5.2.22 | -397.550 | -328.145 |
| Totaal eigen vermogen toerekenbaar | |||
| aan eigenaars van de Groep | 84.479 | 87.351 | |
| Schulden op lange termijn | |||
| Voorzieningen | 5.2.24 | 49 | 28 |
| Leningen en leaseverplichtingen | 5.2.25 | 24.000 | 30.221 |
| Converteerbare schuld | 5.2.25 | 136.158 | |
| Over te dragen opbrengsten | 5.2.27 | 461 | 6 |
| Toe te rekenen kosten | 5.2.28 | 0 | 1.501 |
| 160.668 | 31.756 | ||
| Schulden op korte termijn | |||
| Leningen en leaseverplichtingen | 5.2.25 | 6.420 | 5.114 |
| Handelsschulden | 5.2.26 | 9.070 | 7.973 |
| Over te dragen opbrengsten | 5.2.27 | 1.595 | 3.010 |
| Overige schulden op korte termijn | 5.2.26 | 6.091 | 4.181 |
| 23.176 | 20.278 | ||
| Totaal eigen vermogen en schulden | 268.323 | 139.385 |
*Geldmiddelen en kasequivalenten bevatten per 31 december 2019 EUR 1,2 miljoen in pand gegeven geldmiddelen gerelateerd aan de KBC Lease financiering.
| Voor de jaren eindigen op 31 december, |
|||
|---|---|---|---|
| In EUR 000 | Toelichting | 2019 | 2018 |
| Bedrijfsactiviteiten | |||
| Verlies van het boekjaar | -64.068 | -48.153 | |
| Niet kaskosten en operationele | |||
| aanpassingen Afschrijvingen en waardeverminderingen |
5.2.13/5.2.14 | 9.719 | 4.273 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 5.2.7/5.2.14 | 476 | 3.456 |
| Belastingen in winst en verlies | 5.2.29 | -99 | 109 |
| Financieel resultaat, netto | 5.2.11 | 7.934 | 1.402 |
| Netto beweging in voorzieningen voor pensioenen |
5.2.24 | -150 | -15 |
| Aandeel in de nettowinst van geassocieerde | 631 | 0 | |
| deelneming en joint venture Op aandelen gebaseerde betalingen |
5.2.23 | 1.225 | 1.065 |
| Overige | 37 | -19 | |
| Wijzigingen in werkkapitaal | |||
| Netto beweging in voorraden | 5.2.18 | -3.858 | -2.859 |
| Netto beweging in handelsvorderingen en | |||
| overige vorderingen en overige vlottende activa |
5.2.19/5.2.17 | -1.182 | -4.060 |
| Netto beweging op handelsschulden en overige schulden op korte termijn |
5.2.26 | 1.507 | 2.893 |
| Netto beweging in over te dragen | 5.2.27 | -960 | 229 |
| opbrengsten | -48.788 | -41.679 | |
| Betaalde interesten | -5.288 | -215 | |
| Betaalde belastingen | 5.2.29 | -178 | -99 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | -54.254 | -41.993 | |
| Investeringsactiviteiten | |||
| Ontvangen interesten | 8 | 8 | |
| Aankopen van materiële vaste activa | 5.2.14 | -2.121 | -5.571 |
| Aankopen van immateriële activa | 5.2.14 | -394 | -257 |
| Verwering van een joint venture | 5.2.16 | -2.989 | 0 |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -5.496 | -5.820 | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Opbrengsten van de uitgifte van een converteerbare obligatie |
145.438 | 0 | |
| Opbrengsten uit de uitgifte van gewone aandelen, na aftrek van transactiekosten |
5.2.22 | 53.360 | 2.102 |
| Aflossing van leningen | 5.2.25 | -23.738 | -3.580 |
| Bankkosten | -37 | -29 | |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | 175.023 | -1.507 | |
| Netto stijging (daling) van geldmiddelen en kasequivalenten |
115.273 | -49.320 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het boekjaar |
63.539 | 112.765 | |
| Impact van wisselkoersschommelingen op het saldo van de geldmiddelen in vreemde valuta |
-87 | 94 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van het boekjaar* |
178.725 | 63.539 |
* Inclusief EUR 1,2 miljoen in pand gegeven geldmiddelen aan de KBC Lease financiering
5.1.5 / GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN
Toerekenbaar
aan
eigenaars van de Groep
| 000 EUR In |
Toelichting | Maatschappelijk kapitaal |
Uitgiftepremie | verloningsreserves aandelen gebaseerde Op |
gerealiseerde resultaten Niet |
Overgedragen verlies |
van toerekenbaar Totaal eigen vermogen eigenaars Groep de aan de |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| per 1 januari 2018 Balans |
-220.722 | 630.670 | 2.381 | -45 | -280.046 | 132.240 | 132.240 | |
| het boekjaar van Verlies |
-48.153 | -48.153 | -48.153 | |||||
| op verliezen pensioenregelingen en Herwaarderingswinsten toegezegde |
5.2.24 | -23 | -23 | -23 | ||||
| wisselkoersverschillen Geconsolideerde |
123 | 123 | 123 | |||||
| boekjaar het van Totaal resultaat |
-23 | -48.030 | -48.053 | -48.053 | ||||
| gebaseerde verloningskosten aandelen Op |
5.2.23 | 1.064 | 1.064 | 1.064 | ||||
| van uitoefening – aandelen Uitgifte |
5.2.22 | |||||||
| april 2018 5 – op aandelen aandelenopties |
2 | 1.807 | 1.809 | 1.809 | ||||
| van 2018 uitoefening oktober 4 op aandelenopties Uitgifte |
5.2.22 | 1 | 239 | 240 | 240 | |||
| december 2018 van uitoefening 20 – op aandelen aandelenopties Uitgifte |
5.2.22 | 1 | 53 | 53 | 53 | |||
| Overige | -2 | -2 | -2 | |||||
| per 31 december 2018 Balans |
-220.718 | 632.769 | 3.445 | -67 | -328.078 | 87.351 | 87.351 | |
| per 1 januari 2019 Balans |
-220.718 | 632.769 | 3.445 | -67 | -328.078 | 87.351 | 87.351 | |
| het boekjaar van Verlies |
-64.068 | -64.068 | -64.068 | |||||
| op verliezen pensioenregelingen en Herwaarderingswinsten toegezegde |
5.2.24 | -171 | -171 | -171 | ||||
| wisselkoersverschillen Geconsolideerde |
-113 | -113 | -113 | |||||
| resultaten Niet-gerealiseerde |
-5.052 | -5.052 | -5.052 | |||||
| boekjaar het van Totaal resultaat |
-5.223 | -64.181 | -69.404 | -69.404 | ||||
| gebaseerde verloningskosten aandelen Op |
5.2.23 | 1.225 | 1.225 | 1.225 | ||||
| 28 plaatsing private – aandelen januari 2019 Uitgifte |
5.2.22 | |||||||
| 28 januari plaatsing m.b.t. private Kosten |
50 | 55.450 | 55.500 | 55.500 | ||||
| 2019 | 5.2.22 | -2.311 | -2.311 | -2.311 | ||||
| uitoefening april 2019 4 - op aandelen aandelenoptie Uitgifte |
5.2.22 | 0 | 171 | 171 | 171 | |||
| mei 9 obligatie converteerbare Uitgifte 2019 |
5.2.25 | 11.948 | 11.948 | 11.948 | ||||
| 2019 at 31 December as Balance |
-220.668 | 698.027 | 4.670 | -5.291 | -392.259 | 84.480 | 84.480 |
Biocartis Group NV (de 'Vennootschap'), een in België opgerichte vennootschap met maatschappelijke zetel te Generaal de Wittelaan 11 B 2800 Mechelen en haar dochtervennootschappen (samen de 'Groep') hebben een vernieuwend en eigen moleculair diagnostisch platform ('MDx') ontwikkeld, dat accurate, zeer betrouwbare en moleculaire informatie verstrekt over nagenoeg elk biologisch staal en daardoor een snelle en efficiënte diagnose, behandelingskeuze en monitoring van de behandelingsvooruitgang mogelijk maakt. De missie van de Groep bestaat erin een globale, volledige
geïntegreerde leverancier te worden van nieuwe moleculaire diagnostische oplossingen met toonaangevende tests met hoog klinische waarde. De Groep heeft dochtervennootschappen in Mechelen (België), New Jersey (VS) en een joint venture in Hong Kong (China).
De geconsolideerde jaarrekeningen werden voor publicatie goedgekeurd door de raad van bestuur van de Vennootschap (de 'Raad van Bestuur') op 4 maart 2020.
De geconsolideerde jaarrekening van de Groep voor het jaar dat eindigt op 31 december 2019 werd opgesteld in overeenstemming met de 'International Financial Reporting Standards' (IFRS) zoals uitgevaardigd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van de historische kosten, met uitzondering van financiële activa gewaardeerd aan reële waarde en uitkeringen in natura (vb. uitgifte van aandelen) die worden gewaardeerd tegen reële waarde op het einde van elke verslagperiode zoals hierna besproken in de waarderingsregels. De verworven activa en aangegane verplichtingen in een bedrijfscombinatie worden ook aanvankelijk gewaardeerd tegen reële waarde op datum van verwerving.
Historische kosten zijn meestal gebaseerd op de reële waarde van de vergoeding die wordt gegeven in ruil voor de activa. De reële waarde is de prijs die ontvangen zou worden bij de verkoop van een actief of betaald zou moeten worden bij het overdragen van een verplichting in een conforme transactie tussen marktpartijen en op de waarderingsdatum. De reële waarde wordt gemeten op basis van de veronderstelling dat
de transactie om het actief te verkopen of de verplichting over te dragen, plaatsvindt ofwel op de voornaamste markt voor het actief of de verplichting, of, bij gebrek daaraan, op de voordeligste markt voor het actief of de verplichting. De voornaamste of de voordeligste markt moet toegankelijk zijn voor de Groep. De reële waarde van een actief of een verplichting wordt gemeten aan de hand van de veronderstellingen die de marktpartijen zouden gebruiken bij de waardering van het actief of de verplichting, in de veronderstelling dat de marktpartijen handelen in hun economisch belang.
Alle activa en verplichtingen waarvoor de reële waarde bepaald of toegelicht wordt in de jaarrekening, worden onderverdeeld volgens de reële waarde hiërarchie, zoals hieronder beschreven, op basis van de gebruikte gegevens met het laagste niveau die van toepassing zijn op hun waardebepaling in het geheel:
De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro (EUR) en alle bedragen worden afgerond tot het dichtstbij gelegen duizendtal, tenzij anders vermeld.
De Groep heeft alle nieuwe en herziene standaarden en interpretaties die zijn uitgevaardigd door de IASB, die relevant zijn voor haar activiteiten en die van kracht zijn voor het boekjaar dat begint op 1 januari 2019, toegepast:
FRS 16 vervangt IAS 17 Leaseovereenkomsten en gerelateerde interpretaties. De standaard zet de principes uiteen voor de erkenning, waardering, presentatie en toelichting van huurcontracten voor leasingnemers en leasinggevers.
Leasingnemers zijn vereist om alle leaseovereenkomsten onder één model op te nemen op de balans, waardoor het verschil tussen operationele en financiële leaseovereenkomsten wordt geëlimineerd. Hierdoor zal IFRS 16 een impact hebben op de balans van de Vennootschap, aangezien de operationele leases van de Groep moeten worden opgenomen onder materiële vaste activa. De boekhoudkundige verwerking voor de leasinggever onder IFRS 16 blijft substantieel onveranderd ten opzichte van IAS 17. Leasinggevers zullen leaseovereenkomsten blijven classificeren als operationele of financiële leaseovereenkomsten volgens dezelfde principes als in IAS 17. Daarom heeft bovenstaande geen invloed op de
boekhoudkundige verwerking van de Groep' s reagent rental overeenkomsten.
De Groep heeft IFRS 16 toegepast gebruik makende van de aangepaste retrospectieve methode met ingang vanaf 1 januari 2019. Bij deze methode wordt de standaard retrospectief toegepast, wat betekend dat de vergelijkende cijfers niet worden aangepast. Verder heeft de Groep besloten om de aangepaste retrospectieve B-methode toe te passen, wat betekend dat de activa worden gewaardeerd tegen een bedrag dat gelijk is aan de leaseverplichting, aangepast voor het bedrag van vooruitbetaalde of opgebouwde leasebetalingen. Alle leaseverplichtingen werden op de balans opgenomen op basis van de contante waarde van de resterende leasebetalingen, verdisconteerd met de marginale rentevoet op datum van de eerste toepassing. De Groep heeft gebruik gemaakt van de volgende beschikbare praktische vrijstellingen:
De impact op de balans, als gevolg van de toepassing van IFRS 16, is als volgt:
| Per | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 31 december 2019 |
1 januari 2019 |
| Activa | ||
| Gebruiksrecht van vast actief | 31.077 | 35.133 |
| Lease activa in materiële vaste activa | -16.955 | -20.796 |
| Totale activa | 14.123 ! |
14.336 |
| Schulden | ||
| Financiële schulden op lange termijn | 13.504 | 13.583 |
| Financiële schulden op korte termijn | 2.244 | 2.228 |
| Toe te rekenen kosten | -1.474 | -1.475 |
| Totale schulden | 14.273 | 14.336 |
De toe te rekenen kosten in bovenstaande tabel hebben betrekking op uitgestelde huurlasten die werden opgenomen voor de toepassing van IFRS 16 en die bij de toepassing van IFRS 16 in mindering worden gebracht van de gebruiksrecht activa.
De bruto impact op de geconsolideerde jaarrekening, als gevolg van de toepassing van IFRS 16, is als volgt:
| Voor het jaar eindigend op |
|
|---|---|
| In EUR 000 | 31 december 2019 |
| Afschrijvingskosten van gebruiksrechten Rentelasten op leaseverplichtingen |
-5.151 -957 |
| Huurkosten met betrekking tot korte termijn en lage waarde activa |
-395 |
| Huurkosten – variabele leasebetalingen | 0 |
| Totaal bedrag opgenomen in winst of | |
| verlies | -6.503 |
Op basis van het voorgaande, per 1 januari 2019:
De leaseverplichtingen per 1 januari 2019 kunnen als volgt worden aangesloten met de operationele en financiële leaseverplichtingen per 31 december 2018:
| Operationele leaseverplichtingen per 31 december 2018 | 14.070 |
|---|---|
| Gewogen gemiddelde marginale rentevoet per 1 januari 2019 | 4,18% |
| Initiële verdisconteerde operationele leaseverplichtingen per 1 | |
| januari 2019 | 13.054 |
| Verplichtingen met betrekking tot korte termijn en lage waarde activa | -201 |
| Indexatie e ect | 2.675 |
| Overige | 283 |
| Finaal verdisconteerde operationele leaseverplichtingen per 1 januari | |
| 2019 | 15.811 |
| Financiële leaseverplichtingen opgenomen per 31 december 2018 | 17.556 |
| Betalingen voor optionele verlengingsperioden die niet zijn opgenomen op 31 | |
| december 2018 | 0 |
| Leaseverplichtingen per 1 januari 2019 | 33.367 |
| Waarvan: | |
| Leaseverplichtingen op korte termijn | 6.018 |
| Leaseverplichtingen op lange termijn | 27.349 |
| 33.367 | |
De andere nieuwe standaarden hadden geen belangrijke impact op de financiële positie en de resultaten van de Groep. Standaarden en interpretaties die gepubliceerd zijn, maar nog niet van toepassing zijn voor het boekjaar dat begint op 1 januari 2019, worden opgelijst in toelichting 5.2.35.
De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekeningen van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen op 31 december 2019.
Er is sprake van controle wanneer de Vennootschap blootgesteld wordt aan, of rechten heeft op, veranderlijke opbrengsten uit hoofde van haar betrokkenheid bij de vennootschap waarin
zij een deelneming houdt en de mogelijkheid heeft om deze opbrengsten te beïnvloeden dankzij haar zeggenschap over de vennootschap waarin zij een deelneming houdt.
In het bijzonder heeft de Groep zeggenschap over een vennootschap waarin zij een deelneming houdt enkel als, en alleen als, de Vennootschap:
De resultaten van dochtervennootschappen die gedurende het jaar zijn verworven of afgestoten, worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening vanaf de ingangsdatum van de verwerving en tot de affectieve datum van afstoting.
Een wijziging in eigendomsbelang van een dochtervennootschap zonder controleverlies, wordt opgenomen als eigenvermogenstransactie. Als de Groep controle verliest over een dochtervennootschap, worden
de verbonden activa (waaronder goodwill), verplichtingen, minderheidsbelangen en andere onderdelen van het eigen vermogen niet langer in de balans opgenomen, terwijl elke daaruit voortvloeiende winst of verlies wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening. Elke aangehouden investering wordt opgenomen tegen reële waarde.
Alle intra-groep transacties werden geëlimineerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening.

De posten in de jaarrekening van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd op basis van de valuta in de primaire economische omgeving waarin de entiteit actief is ('Functionele Valuta'). De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro, die de functionele- en rapporteringsmunt is van de Vennootschap.
Transacties in vreemde valuta worden opgenomen op basis van de wisselkoers die geldt op de transactiedatum. Monetaire activa en verplichtingen die zijn uitgedrukt in vreemde valuta op de rapporteringsdatum worden omgezet tegen de wisselkoers geldig op die datum. Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit de vereffening van monetaire posten of bij de rapportering van monetaire posten tegen een andere koers dan die waartegen ze oorspronkelijk waren opgenomen tijdens de periode of in voorgaande jaarrekeningen, worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
Een joint venture is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de overeenkomst hebben (d.w.z. joint ventures), recht hebben op de netto activa van de overeenkomst. Gezamenlijke zeggenschap is de contractueel overeengekomen verdeling van zeggenschap over een regeling, die alleen bestaat wanneer beslissingen over relevante activiteiten de unanieme toestemming vereisen van de partijen die de controle delen.
De resultaten, activa en passiva van joint ventures worden volgens de vermogensmutatiemethode opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, behalve wanneer de investering wordt geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, in welk geval deze wordt verwerkt in overeenstemming met IFRS 5 – Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt een investering in een joint venture initieel opgenomen in de geconsolideerde balans tegen kostprijs en daarna aangepast om het aandeel van de Groep in de winst of het verlies of andere niet-gerealiseerde resultaten van de joint venture op te nemen. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture
groter is dan het belang van de Groep in die joint venture (inclusief eventuele lange termijn belangen die in wezen deel uitmaken van de netto-investering van de Groep in de joint venture) beëindigt de Groep de erkenning van haar aandeel in verdere verliezen. Bijkomende verliezen worden alleen opgenomen voor zover de Groep juridische of constructieve verplichtingen is aangegaan of betalingen namens de joint venture heeft gedaan.
Een eventueel overschot van het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen ten opzichte van de aanschafkost, na herbeoordeling, wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening. Niet-gerealiseerde winsten en verliezen die voorvloeien uit transacties tussen de Groep en de joint venture worden geëlimineerd ten belope van het belang in de joint venture.
Wanneer een entiteit van de Groep transacties uitvoert met een joint venture van de Groep, worden winsten en verliezen geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep in de relevante geassocieerde deelneming of joint venture.
Onderzoeks- en ontwikkelingskosten worden in kosten genomen op het ogenblik dat ze plaatsvinden. Opgelopen ontwikkelingskosten worden opgenomen als immateriële vaste activa, enkel en alleen als aan volgende voorwaarden is voldaan:
Omwille van onzekerheden over de ontwikkeling en de registratie bij de gezondheidszorginstanties van de Idylla™ oplossing van de Groep, meent de Groep dat de voorwaarden niet voldaan zijn zolang de wettelijke procedures zoals vereist door de gezondheidszorginstanties niet zijn voltooid. Ontwikkelingskosten die werden opgelopen nadat aan de
algemene opnamecriteria voldaan werd, waren niet materieel. Daarom worden ontwikkelingsuitgaven die niet voldoen aan bovenstaande criteria en uitgaven in de onderzoeksfase van interne projecten, opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer ze plaatsvinden.
Afzonderlijk verworven immateriële vaste activa omvatten patenten en licenties en aangekochte IT- en softwarelicenties. Deze immateriële vaste activa worden geactiveerd op basis van de kosten die gemaakt worden om het specifieke actief aan te kopen en gebruiksklaar te maken.
Immateriële vaste activa worden afgeschreven op basis van het veronderstelde patroon volgens dewelke de toekomstige economische voordelen van het actief verbruikt zullen worden. In de praktijk worden immateriële vaste activa afgeschreven volgens de lineaire afschrijvingsmethode over hun geschatte gebruiksduur zoals vermeld in de tabel hierna:
| GESCHATTE GEBRUIKSDUUR | |
|---|---|
| Patenten | Duur van het octrooi |
| Licenties | 3 tot 20 jaar |
| ICT, software | 3 tot 5 jaar |
Immateriële vaste activa worden geboekt tegen hun initiële kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
Materiële vaste activa worden aanvankelijk opgenomen in de geconsolideerde balans tegen hun aanschaffingswaarde, inclusief de kosten die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de aanschaffing en de installatie van het actief.
Elk item met betrekking tot materiële vaste activa wordt geboekt tegen de historische kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en
bijzondere waardeverminderingen. Een pro rata lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast om het patroon weer te geven volgens dewelke de toekomstige economische voordelen van het actief zullen worden verbruikt. In de praktijk hangt de termijn waarover materiële vaste activa worden afgeschreven af van de geschatte gebruiksduur van elke categorie, zoals vermeld in de tabel hierna:
| GESCHATTE GEBRUIKSDUUR | |
|---|---|
| IT, laboratorium- en productie-installaties | 3 tot 7 jaar |
| Rollend materiaal en verbeteringen aan de gehuurde gebouwen | 10 jaar of, indien korter, de huurperiode |
| Idylla™ systemen voor intern gebruik en Idylla™ systemen voor verhuur | 5 jaar |
| Overige | 10 jaar |
De Vennootschap boekt alle materiële installaties, waaronder installaties op maat en generieke installatiestukken, en de verbonden kosten, zoals sommige specifieke technische uitgaven voor het ontwerpen, opbouwen en installeren en validatiekosten zoals activa in aanbouw, totdat ze klaar zijn voor het beoogde gebruik. Activa in aanbouw worden geboekt tegen kostprijs en worden niet afgeschreven zolang ze niet klaar zijn voor gebruik.
Normale onderhouds- en herstelkosten voor materiële vaste activa worden in kosten genomen wanneer ze plaatsvinden. Andere bijkomende uitgaven worden geactiveerd, enkel wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen van de items aan de Vennootschap zullen toekomen en de kostprijs van het item betrouwbaar kan worden bepaald, zoals de vervanging van een
geïdentificeerd onderdeel van een actief.
Een materieel vast actief en elk significant onderdeel dat aanvankelijk werd opgenomen, wordt niet langer opgenomen in geval van vervreemding of wanneer er geen toekomstige economische voordelen worden verwacht van zijn gebruik of vervreemding. Elke eventuele winst of verlies voortvloeiend uit het niet meer opnemen van het actief (berekend als het verschil tussen de geschatte netto-opbrengst en de boekwaarde van het actief) wordt opgenomen in de winsten verliesrekening wanneer het actief niet meer opgenomen wordt.
Restwaarden, gebruiksduur en afschrijvingsmethodes van materiële vaste activa worden op het einde van ieder boekjaar herzien en, indien nodig, aangepast voor de toekomst.
Op elke rapporteringsdatum beoordeelt de Vennootschap of er voor een actief een aanwijzing van een waardeverminderingsverlies is. Als dergelijke aanwijzingen worden vastgesteld, of wanneer een jaarlijkse test op bijzondere waardevermindering vereist is, raamt de Vennootschap de realiseerbare waarde van het actief. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van enerzijds de reële waarde verminderd met de verkoopkosten en anderzijds de bedrijfswaarde van een actief of kasstroom genererende eenheid (KGE).
De realiseerbare waarde wordt bepaald voor een afzonderlijk actief, tenzij het actief geen instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk zijn van die van andere activa of groepen activa. Als de boekwaarde van een KGE hoger is dan de realiseerbare waarde ervan, wordt aangenomen dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan en wordt deze afgewaardeerd tot de realiseerbare waarde.
Bij de beoordeling van de gebruikswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen verdisconteerd tot hun contante waarde aan de hand van een disconteringsvoet vóór belasting, die een weerspiegeling is van de actuele marktinschattingen van de tijdswaarde van geld en de risico's eigen aan het actief.
Een voorheen opgenomen bijzondere waardevermindering wordt slechts teruggenomen als er een wijziging is opgetreden in de veronderstellingen die worden gebruikt om de realiseerbare waarde van het actief te bepalen sinds de laatste bijzondere waardevermindering werd erkend. Deze terugneming is beperkt, zodat de boekwaarde van het actief zijn realiseerbare waarde niet overschrijdt, noch de boekwaarde overschrijdt die verkregen zou zijn, na aftrek van afschrijvingen, als in voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn opgenomen. Dergelijke terugneming wordt opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of, indien lager, de netto-opbrengstwaarde. De kostprijs van de voorraden wordt bepaald op een 'first in, first out' (FIFO) basis.
De netto-opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering min de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren.
De financiële activa van de Vennootschap worden ondergebracht in de volgende categorieën: financiële activa gewaardeerd aan reële waarde (via niet gerealiseerde resultaten of via resultatenrekening) en financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De indeling hangt af van het bedrijfsmodel van de entiteit voor het beheer van de financiële activa en van de contractuele voorwaarden van de kasstromen. Het management bepaalt de indeling van de financiële activa bij de eerste opname.
Aankopen of verkopen van financiële activa waarvoor een levering van activa vereist is binnen een tijdsbestek dat is vastgesteld door regelgeving of conventies op de markt, worden opgenomen op de afwikkelingsdatum, d.w.z. de
Financiële activa (zoals leningen, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen en kasequivalenten) worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve rentemethode, verminder met eventuele bijzondere waardeverminderingen indien ze worden aangehouden voor het verzamelen van contractuele kasstromen waar deze kasstromen uitsluitend aflossingen van de hoofdsom en rente vertegenwoordigen.
De effectieve rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een schuldinstrument en voor het toewijzen van rentebaten over de relevante periode. De effectieve rentevoet is de rentevoet die exact de geschatte toekomstige kasontvangsten
Voor activa die tegen reële waarde worden gewaardeerd, zullen winsten en verliezen ofwel opgenomen worden in de resultatenrekening ofwel in de niet gerealiseerde resultaten. Voor investeringen in eigenvermogensinstrumenten die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden, heeft de Groep een onherroepelijke beslissing gemaakt op het moment van de eerste opname van haar deelneming in MyCartis om deze investering te waarderen aan reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten.
Na de initiële waardering wordt de investering in eigenvermogensinstrumenten vervolgens gewaardeerd aan reële waarde met niet-gerealiseerde winsten of verliezen
Een financieel actief wordt hoofdzakelijk uitgeboekt wanneer de contractuele rechten op kasstromen uit het actief vervallen of overgedragen zijn aan een andere partij samen met de in wezen alle aan eigendom van het financieel actief verbonden
datum waarop het actief wordt geleverd door of aan een entiteit.
Financiële activa worden aanvankelijk gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving van financiële activa (met uitzondering van financiële activa tegen reële waarde via de resultatenrekening) worden toegevoegd aan, zoals toepasselijk, de reële waarde van de financiële activa bij eerste opname. Transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving van financiële activa tegen reële waarde via de resultatenrekening, worden onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening.
verdisconteert (inclusief alle vergoedingen betaald of ontvangen die een integraal onderdeel vormen van de effectieve rentevoet, transactiekosten en andere premies of kortingen) over de verwachte levensduur van het schuldinstrument, of, in voorkomend geval, een kortere periode, tot de netto boekwaarde bij eerste opname.
Handels- en overig vorderingen die na en binnen één jaar erkent worden, worden bij de eerste opname opgenomen tegen reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, d.w.z. tegen de netto contante waarde van de vordering, gebruik makend van de effectieve rentemethode, verminderd met voorzieningen voor bijzondere waardeverminderingen.
die worden opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten en worden geaccumuleerd in de reserves. Aangezien het management van de Groep ervoor gekozen heeft om de reële waarde winsten en verliezen op deze investeringen te presenteren in niet-gerealiseerde resultaten, vindt er geen latere herclassificatie plaats van de reële waarde winsten en verliezen naar de resultatenrekening die voortvloeien uit het niet langer opnemen van de investering. Dividenden van dergelijke investeringen worden nog steeds in de resultatenrekening opgenomen als overige inkomsten wanneer de Groep het recht op de ontvangst hiervan heeft verworven.
risico's. Als de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van het eigendom noch overdraagt, noch behoudt en zeggenschap blijft uitoefenen over het overgedragen actief, neemt de Groep haar behouden belang in het actief en een
samenhangende verplichting voor bedragen die ze eventueel moet betalen, op. Als de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van een overgedragen financieel actief behoudt,
blijft de Groep het financieel actief opnemen en neemt ze ook kredieten als onderpand op voor de ontvangen opbrengsten.
De Groep beoordeelt op een toekomstgerichte basis de verwachte kredietverliezen in verband met zijn financiële activa geboekt tegen geamortiseerde kostprijs. De gebruikte methode voor bijzondere waardeverminderingen is afhankelijk van de vraag of het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen. Voor handelsvorderingen past de Groep de vereenvoudigde benadering toe die volgens IFRS 9 –
Alle financiële verplichtingen worden aanvankelijk opgenomen tegen reële waarde na aftrek van alle rechtstreeks toerekenbare transactiekosten.
De Groep heeft enkel financiële verplichtingen die zijn geclassificeerd als financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De Groep heeft geen financiële verplichtingen tegen reële waarde via de resultatenrekening of afgeleide instrumenten. De financiële verplichtingen van de Groep omvatten handelsen overige schulden en leningen en andere financiële verplichtingen.
Na de eerste opname worden rentedragende leningen en andere financiële verplichtingen gewaardeerd tegen de
De Groep neemt niet langer financiële verplichtingen op als, en enkel als, de verplichtingen van de Groep afgelost, geannuleerd of vervallen zijn. Het verschil tussen de
De schuldcomponent van de converteerbare obligatie wordt gewaardeerd tegen reële waarde (d.w.z. verdiscontering van de contractuele kasstromen gebruik makend van een benchmark voor het markttarief en een kredietspreiding voor
Eigenvermogensinstrumenten die worden uitgegeven door de Vennootschap worden opgenomen tegen reële waarde van de ontvangen opbrengsten, na aftrek van de transactiekosten.
De eigenvermogenscomponent van de converteerbare
Financiële instrumenten, is toegestaan, waardoor verwachte verliezen over de levensduur van de vordering worden opgenomen vanaf de eerste opname van de vordering. Het bedrag van de vergoeding wordt afgetrokken van de boekwaarde van het actief en wordt opgenomen in de resultatenrekening.
geamortiseerde kostprijs door middel van de effectieve rentemethode.
De effectieve rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een schuldinstrument en voor het toewijzen van rentebaten over de relevante periode. De effectieve rentevoet is de rentevoet die exact de geschatte toekomstige kasontvangsten verdisconteert (inclusief alle vergoedingen betaald of ontvangen die een integraal onderdeel vormen van de effectieve rentevoet, transactiekosten en andere premies of kortingen) over de verwachte levensduur van het schuldinstrument, of, in voorkomend geval, een kortere periode, tot de netto boekwaarde bij eerste opname.
boekwaarde van de uitgeboekte financiële verplichting en de betaalde en betaalbare vergoedingen wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening.
een vergelijkbare schuld) minus transactiekosten die worden toegewezen aan de basis schuldcomponent en worden geboekt tegen geamortiseerde kosten.
obligatie is de ingesloten optie voor conversie van aandelen. Deze component wordt initieel gewaardeerd als het verschil tussen het nominale bedrag van de converteerbare obligatie minus de initiële reële waarde van de schuldcomponent en de toegewezen transactiekosten.
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten beschikbare cash, deposito's op zichtrekeningen bij banken, andere korte termijndeposito's op de bank met een looptijd van maximaal 3 maanden en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.
Inkomstenbelastingen omvatten alle belastingen die zijn gebaseerd op de belastbare winsten van de Groep inclusief de bronbelasting die verschuldigd is op de overdracht van inkomsten van groepsvennootschappen en aanpassingen van de belastingen van de vorige jaren en uitgestelde inkomstenbelastingen.
Actuele belastingvorderingen en -schulden worden gewaardeerd tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de belastingautoriteiten. De belastingtarieven en belastingwetgeving aan de hand waarvan het bedrag
Uitgestelde belastingen worden voor financiële rapporteringsdoeleinden op de rapporteringsdatum aan de hand van de 'liability-methode' berekend op tijdelijke verschillen tussen de fiscale boekwaarde van activa en schulden en hun boekwaarde. Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen, behalve als de uitgestelde belastingverplichting voortkomt uit de eerste opname van goodwill of een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en, op het moment van de transactie, geen invloed heeft op de boekhoudkundige winst of de fiscale winst (of verlies).
Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen, de overdracht van ongebruikte belastingkredieten en niet-gecompenseerde fiscale verliezen. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen in zoverre het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de verrekenbare tijdelijke verschillen, de voorwaartse compensatie van ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden en nietgecompenseerde fiscale verliezen, kunnen worden verrekend, tenzij de uitgestelde belastingvordering voortvloeit uit de eerste opname van een vordering of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en, op het moment van de transactie, geen invloed heeft op de boekhoudkundige winst of de fiscale winst (of verlies).
De huidige IFRS's hebben geen specifieke boekhoudgrondslagen met betrekking tot de verwerking van belastingkredieten voor investeringen, gezien deze niet onder IAS 20 Administratieve verwerking van overheidssubsidies en informatieverschaffing over overheidssteun en IAS
wordt berekend, zijn deze waarvan het wetgevingsproces (grotendeels) is afgesloten op de rapporteringsdatum in de landen waar de Groep actief is en belastbaar inkomen genereert.
De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt op elke rapporteringsdatum beoordeeld en verlaagd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn om het mogelijk te maken het voordeel van die uitgestelde belastingvordering geheel of gedeeltelijk aan te wenden. Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen worden opnieuw beoordeeld op elke rapporteringsdatum en worden opgenomen in zoverre het waarschijnlijk is geworden dat de uitgestelde belastingvordering kan worden gebruikt tegen toekomstige fiscale winst.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn in het jaar waarin de vordering wordt toegepast of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces (grotendeels) is afgesloten op de rapporteringsdatum.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gecompenseerd als een in rechte afdwingbaar recht bestaat om actuele belastingvorderingen te salderen met actuele belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingvorderingen verband houden met dezelfde belastbare entiteit en dezelfde belastingautoriteit.
12 Winstbelastingen vallen. Bijgevolg ontwikkelde de Vennootschap een boekhoudbeleid in overeenstemming met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten, waarbij geopteerd is om de analogie met IAS 12 Winstbelastingen te volgen. Volgens die analogie worden een belastingkrediet en de uitgestelde belastingvorderingen onmiddellijk opgenomen als de entiteit voldoet aan de criteria om van de kredieten te genieten. De erkenning van het belastingkrediet wordt geboekt in de winst- en verliesrekening in de rubriek 'Inkomstenbelasting'. Erkende belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling
kunnen in België effectief worden terugbetaald als de onderneming het belastingkrediet niet heeft kunnen verrekenen met de vennootschapsbelasting gedurende vijf opeenvolgende belastingjaren. Hierdoor is in 2019 EUR 5,2 miljoen van het belastingkrediet voor O&O een korte termijn vordering geworden.
Korte termijn personeelsbeloningen omvatten lonen en sociale zekerheidsbijdragen, vakantiegeld en bonussen. Ze worden opgenomen als uitgaven voor de periode waarin
de werknemers de overeenstemmende diensten uitvoeren.
Gezien het feit dat de Belgische wet bepaalt dat de werkgever een minimum rendement op de bijdragen moet garanderen, worden de Belgische toegezegde bijdrageplannen tevens geclassificeerd als toegezegde-pensioenplannen.
De verplichting voor toegezegde-pensioenplannen wordt jaarlijks bepaald door een onafhankelijke actuaris aan de hand van de 'Projected Unit Credit'-methode op het einde van de verslagperiode.
Herwaardering, actuariële winsten en verliezen, het effect van wijzigingen aan het actiefplafond (indien van toepassing) en het rendement op de fondsbeleggingen (inclusief rente),
Toegezegde pensioenkosten worden als volgt ingedeeld:
Uitstaande betalingen op het einde van de periode worden opgenomen in de rubriek verplichtingen op korte termijn.
worden onmiddellijk tot uiting gebracht in de balans, met een vergoeding of krediet opgenomen in het nietgerealiseerde resultaat in de periode waarin ze voorkomen. Herwaarderingen opgenomen in het niet-gerealiseerde resultaat worden onmiddellijk erkend in de overgedragen winsten (verliezen) en worden niet geboekt in de winst- en verliesrekening in opeenvolgende periodes. Pensioenkosten van verstreken diensttijd worden opgenomen in de winsten verliesrekening in de periode waarin wijzigingen aan de regeling plaatsvinden. De netto rente wordt berekend door de discoteringsvoet toe te passen op de netto verplichting of netto-actief uit hoofde van toegezegde pensioenrechten.
De Groep presenteert de eerst twee componenten van de toegezegde pensioenkosten in de winst- en verliesrekening. Winsten en verliezen van inperkingen worden behandeld als pensioenkosten van verstreken diensttijd.
De pensioenverplichtingen die worden opgenomen in de geconsolideerde balans weerspiegelen de contante waarde van de bruto verplichting uit hoofde van toegezegde
De Groep heeft in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde verloningsplannen. De reële waarde van de door de werknemer verleende diensten die ze heeft ontvangen als vergoeding voor toegekende
pensioenrechten verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen.
Elk actief dat voortkomt uit de berekening, is beperkt tot de contante waarde van de beschikbare geldmiddelen en verminderingen in de toekomstige bijdragen aan de regelingen.
aandelenopties, wordt bepaald op de toekenningsdatum aan de hand van een gepast waarderingsmodel (Black-Scholes Merton-model).
Het totaal in kosten te nemen bedrag over de periode van definitieve verwerving, met een overeenkomstige stijging in de 'op aandelen gebaseerde verloningsreserve' binnen het eigen vermogen, wordt bepaald op basis van de reële waarde van de toegekende aandelenopties, zonder rekening te houden met de impact van niet-marktgerelateerde voorwaarden voor de definitieve verwerving (bijvoorbeeld, rendement en doelstellingen voor groei van de verkoop). Niet-marktgerelateerde voorwaarden voor de definitieve verwerving worden opgenomen in de veronderstellingen over het aantal aandelenopties dat naar verwachting uitoefenbaar zal worden. Op elke rapporteringsdatum herziet de entiteit
5.2.2.14 / VOORZIENINGEN
De Groep neemt voorzieningen op wanneer ze een bestaande, in recht afdwingbare of feitelijke verplichting heeft om dergelijke betalingen te doen als gevolg van gebeurtenissen in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is (gedefinieerd als meer waarschijnlijk wel dan niet) dat een uitstroom van middelen vereist zal zijn voor de afwikkeling van de verplichting, en wanneer het bedrag op betrouwbare wijze kan worden ingeschat.
De Groep neemt opbrengsten op uit de verkoop van het Idylla™ platform en bijbehorende cartridges alsook opbrengsten uit samenwerkingsovereenkomsten in overeenstemming met IFRS 15 Opbrengsten van contracten met klanten.
IFRS 15 specifieert wanneer en hoe een onderneming omzet
De transacties met klanten en partners kunnen betrekking hebben op verschillende elementen (prestatieverplichtingen). De Groep beoordeelt of de verplichtingen tegenover haar klanten of samenwerkingspartners verschillend zijn op een 'stand-alone'-basis of in de context van het contract. Als de Groep bepaalt dat er meervoudige prestatieverplichtingen zijn, wordt de transactieprijs toegerekend aan de prestatieverplichtingen op basis van de beste raming van de 'stand-alone' verkoopprijs van iedere verplichting.
De Groep erkent opbrengsten om de overdracht van beloofde
haar ramingen met betrekking tot het aantal aandelenopties dat naar verwachting uitoefenbaar zal worden. Ze neemt de impact van de herziening van de oorspronkelijke eventuele ramingen op in de winst- en verliesrekening, en een overeenkomstige aanpassing van het eigen vermogen over de resterende periode van definitieve verwerving.
De ontvangen opbrengsten, na aftrek van eventuele rechtstreeks toerekenbare transactiekosten, worden gecrediteerd bij het maatschappelijk kapitaal (nominale waarde) en bij de uitgiftepremies wanneer de aandelenopties worden uitgeoefend.
Wanneer het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, is het bedrag de contante waarde van de uitgaven die vereist zijn om de verplichting af te wikkelen. De effecten van veranderingen in verdisconteringsvoeten worden over het algemeen opgenomen in het financieel resultaat.
kan erkennen en legt ook een aantal verplichtingen op om bijkomende details en informatie mee te geven aan de gebruikers van de jaarrekening. De standaard is gebaseerd op het volgende vijf-stappen tellend model dat van toepassing is op alle contracten met klanten:
goederen en diensten aan klanten weer te geven voor een bedrag dat de Groep verwacht te ontvangen in ruil voor die goederen en diensten.
Als de geleverde services de betalingen overtreffen, worden toe te rekenen opbrengsten erkent. Als de betalingen de verleende diensten overtreffen, worden over te dragen opbrengsten erkent. De Groep besloot om de oude terminologie te behouden, toe te rekenen opbrengsten in plaats van contractvordering en over te dragen opbrengsten in plaats van contractverplichting.
De Vennootschap biedt meerdere producten of services aan, aan zijn klanten als onderdeel van een enkele samenwerkingsovereenkomst, zoals onderzoek, ontwikkeling, productie, commercialisering en licenties. Elk onderdeel van dergelijke overeenkomst wordt bekeken om te beoordelen of het onderdeel moet worden beschouwd als een afzonderlijke prestatieverplichtingen in het kader van het contract. Als een prestatieverplichting als afzonderlijk kan worden beschouwd, worden de daarmee verband houdende inkomsten afzonderlijk van de andere prestatieverplichtingen geboekt, anders, wordt het gecombineerd met andere prestatieverplichtingen totdat de Vennootschap een bundel van verplichtingen identificeert die als afzonderlijk kan beschouwd worden.
Het bedrag van erkende opbrengsten is het bedrag toegewezen aan de vervulde prestatieverplichting rekening houdend met variabele vergoedingen. De transactieprijs kan bestaan uit vooraf betaalde (licentie) vergoedingen, mijlpalen en/of betalingen uit de onderzoeks- en samenwerkingsovereenkomsten. Variabele vergoedingen die in de transactieprijs worden meegerekend hebben meestal betrekking op mijlpaal- en royaltybetalingen. Het geschatte bedrag van de variabele vergoedingen worden slecht inbegrepen in de transactieprijs in zoverre het zeer waarschijnlijk is dat een significante terugname van het bedrag van de gecumuleerde opbrengsten niet zal plaatsvinden wanneer de onzekerheid verbonden aan de variabele vergoeding vervolgens opgelost. Zodra de onzekerheid is opgelost, wordt het variabele deel van de transactieprijs (voornamelijk mijlpaalbetaling en succesvergoedingen) opgenomen in de transactieprijs op basis van de juiste timing van de opbrengsterkenning van de gerelateerde prestatieverplichtingen. In bepaalde situaties kan de Groep voorwaardelijke betalingen ontvangen na het einde van haar periode van voortdurende betrokkenheid. In dergelijk geval neemt de Groep 100% van de voorwaardelijke opbrengsten op wanneer de overeenkomst bereikt is en de inning redelijkerwijze gegarandeerd is. Royaltygebaseerde opbrengsten worden erkent wanneer de royalty verdiend is, of wanneer de onderliggende goederen of diensten verkocht zijn. Betalingsschema's verschillen van overeenkomst tot overeenkomst, maar er wordt geen financieringselement geacht aanwezig te zijn. Daarom wordt de transactieprijs niet gecorrigeerd voor de effecten van een significante financieringscomponent.
Opbrengsten gekoppeld aan prestatieverplichtingen met betrekking tot ontwikkelingswerk en b.v. klinische validatie worden over de tijd erkent, aangezien de diensten aan de klant worden verleend op basis van de voortgang van de activiteiten, d.w.z. a rato van de verrichte diensten.
In het geval dat de prestatieverplichtingen betrekking hebben op intellectuele-eigendomsrechten, beoordeelt de Vennootschap of het een toegangsrecht tot de intellectuele-eigendomsrechten verleent zoals deze gedurende de gehele licentieperiode bestaat
of een gebruiksrecht om de intellectuele-eigendomsrechten te gebruiken zoals deze bestaat op het moment dat de licentie verleend wordt. Als de prestatieverplichting een toegangsrecht is, zullen de gerelateerde opbrengsten over de looptijd van de licentieperiode erkent worden; in het andere geval, wordt de opbrengst erkent op een bepaald tijdstip, d.w.z. wanneer de licentieperiode begint of wanneer de klant de intellectueleeigendomsrechten begint te gebruiken. De Groep zal moeten oordelen of de licentie die ter beschikking wordt gesteld geïndividualiseerd kan worden van het contract. Indien dit niet zo is, zal deze licentie gebundeld moeten worden met de onderzoek- en ontwikkelingsdiensten. Momenteel zijn alle mijlpaalbetalingen ontwikkelingsmijlpalen en worden deze als afzonderlijk beschouwd, daarom erkent op een bepaald tijdstip. Als men zou concluderen dat de licentie geen afzonderlijke prestatieverplichting is, zal men de prestatiemijlpaal moeten erkennen pro rata de voltooiing van de onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten.
Tenzij vooruitbetalingen betaald zijn in ruil voor geleverde goederen of uitgevoerde diensten en hierdoor de risico's en voordelen overgedragen zijn naar de kopen in een afzonderlijke transactie, worden deze vooruitbetalingen niet erkent als opbrengst op een bepaald tijdstip maar eerder over de tijd (zelfs indien ze niet-terug betaalbaar zijn) en bijgevolg pro-rata gespreid over de prestatieperiode van elke overeenkomst.
De Groep raamt naar best vermogen de periode die ze naar verwachting nodig heeft om haar prestatieverbintenissen te vervullen, die bijstand bij overdracht van technologie, onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, klinische, medische en regelgevende activiteiten, productie- en commercialiseringsactiviteiten, kunnen omvatten.
samenwerkingsovereenkomsten, of een soortgelijk type van compensatie voor kosten gemaakt onder onderzoek- en ontwikkelingsovereenkomsten worden geregistreerd als onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten indien de kosten gemaakt zijn en in overeenstemming zijn met de betrokken partijen. Opbrengsten uit en kosten voor samenwerkingen worden opgenomen als project-opbrengsten of kosten voor onderzoek en ontwikkeling in de periode dat ze plaatsvinden.
Licentievergoedingen omvatten vergoedingen voor de toegang tot de Idylla™ platform technologie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vergoedingen van een gebruiksrecht en een toegangsrecht. Vergoedingen van een gebruiksrecht zijn vergoedingen die betaald zijn om de intellectueleeigendomsrechten te gebruiken zoals deze bestaat op moment dat de licentie verleend wordt, wat betekend dat de opbrengsterkenning op een bepaald moment zal plaatsvinden. Vergoedingen van een toegangsrecht zijn vergoedingen voor de toegang tot de intellectuele-eigendomsrechten
gedurende de gehele licentieperiode, wat betekend dat de opbrengsterkenning in de loop van de tijd zal plaatsvinden. Ontvangen voorwaardelijke vergoedingen bij het bereiken van een materiële mijlpaal worden in hun geheel opgenomen in de periode waarin de mijlpaal is bereikt, wat overeenkomt met de inhoud van de prestatie van de Groep op grond van haar verschillende licentie- en samenwerkingsovereenkomsten. Een mijlpaal wordt gedefinieerd als een gebeurtenis (i) die enkel kan worden bereikt, geheel of ten dele gebaseerd op hetzij de prestatie van de entiteit, hetzij een specifiek resultaat dat voortvloeit uit de prestatie van de entiteit, (ii) waarvoor op
datum van de overeenkomst materiële onzekerheid bestaat dat de gebeurtenis zal worden bereikt, en (iii) die zou leiden tot bijkomende betalingen aan de entiteit.
Een mijlpaal is materieel als de vergoeding uit het bereiken van de mijlpaal in overeenstemming is met de prestatie van de Groep die vereist is om de mijlpaal of de waardevermeerdering van de samenwerking te bereiken, enkel betrekking heeft op de prestatie van de Groep in het verleden en redelijk relatief is in vergelijking met alle andere op te leveren producten en diensten en betalingen krachtens de overeenkomst.
Opbrengsten uit de verkoop van producten worden opgenomen als de Groep de wezenlijke risico's en voordelen van de eigendom heeft overgedragen aan de koper, d.w.z. prestatieverplichting voldaan op een bepaald tijdstip.
De transactieprijs (opbrengst) uit de verkoop van goederen is het bedrag van de vergoeding waarop de Vennootschap verwacht recht te hebben in ruil voor de overdracht van
De Groep stelt ook zijn producten beschikbaar voor klanten in de vorm van een Idylla™ Reagent Rental overeenkomst waarbij de Groep de console en instrumenten levert, samen het Idylla™ platform, en de klant zich ertoe verbindt om een minimum vereist volume (consumptie) van cartridges aan te kopen over een vooraf gedefinieerde periode. De verkoopsprijs van het Idylla™ platform is inbegrepen als een bijkomende premie in de prijs van de cartridges en wordt als gevolg ontvangen gedurende de periode waarin de cartridges aangekocht worden. Onder deze contracten bundelt de Groep de volgende elementen samen: het gebruik van het Idylla™ platform, het onderhoud van het systeem en het verbruik van cartridges. Het gebruik van het Idylla™ platform kan beschouwd worden als lease en daardoor zullen de inkomsten moeten worden gealloceerd tussen de lease component & de andere componenten (onderhoud en consumptie van de Idylla™ cartridges) de reële waarde van deze componenten in beschouwing genomen.
Er is geen bindende minimaal vereiste cartridge consumptie voor de klant die zou resulteren in de volledige terugbetaling van de prijs van de Idylla™ platformen gedurende de looptijd van de overeenkomst. Er is echter een minimaal jaarverbruik van cartridges aangegeven door de klant op basis waarvan de mark-up premie voor het gebruik van het Idylla™ platform bepaald wordt, hetgeen zorgt voor een correcte compensatie voor het gebruik van het Idylla™ platform. De minimaal vereiste consumptie wordt geëvalueerd aan het einde van elk contractjaar. Indien de minimaal vereiste consumptie niet bereikt wordt, kan de Group de verkoopsprijs en/of de volume de goederen aan de klant. Dit omvat vaste bedragen en variabele bedragen, zoals terugnames en toezeggingen, handelskortingen en volumekortingen. De variabele vergoeding wordt alleen als onderdeel van de opbrengsten opgenomen voor zover het zeer waarschijnlijk is dat er geen significante terugname van de omzet zal plaatsvinden wanneer de bijhorende onzekerheid wordt opgelost.
verplichting voor de cartridges verhogen. De Groep heeft ook het recht om de overeenkomst met een opzegtermijn te beëindigen zonder enige bijkomende schadevergoeding, indien er niet voldaan is aan het minimaal vereiste jaarverbuik van cartridges. De klant heeft het recht om de overeenkomst op elk gewenst moment te beëindigen voor de contractueel overeengekomen termijn met een opzegperiode tijdens dewelke de klant de verplichting heeft om een deel van het overeengekomen minimale jaarverbruik van cartridges te kopen of te betalen, in verhouding tot de opzegtermijn, zonder enige bijkomende schadevergoeding. Omdat de minimale aankoopvereisten niet contractueel afdwingbaar zijn, zal de lease component aanwezig in deze contracten beschouwt moeten worden als een bijkomende betaling. De prijs die aan klanten gefactureerd wordt voor een Idylla™ cartridge bevat een kost voor het gebruik en het onderhoud van het Idylla™ platform door de klant. Klanten worden gefactureerd op basis van het aantal ontvangen verkooporders voor Idylla™ cartridges. De opbrengst voor elk afzonderlijk element wordt alleen erkend wanneer zowel het Idylla™ platform wordt afgeleverd, als de controle wordt getransfereerd, en in overeenstemming met de feitelijke aflevering van de Idylla™ cartridges, wanneer de variabele opbrengst wordt erkend.
De significante risico's en voordelen van de Idylla™ platformen worden niet overgedragen aan de klant. De omzet van de cartridges, de Idylla™ platformen en het onderhoud ervan worden geleidelijk opgenomen wanneer cartridges aan de klant geleverd worden.
De Groep verhuurt ook Idylla™ platformen, waarbij de klant een periodieke huurvergoeding betaalt voor het tijdelijke gebruik van het Idylla™ platform aangezien er geen overdracht van eigendom is. Onder dit type contracten wordt
Onder opbrengsten uit dienstverlening, presenteert Biocartis de opbrengsten gegenereerd door zowel service contracten als éénmalige herstellingen. Opbrengsten uit dienstverlening worden erkent over de tijd, lineair voor kapitaalverkopen en in lijn met de looptijd van het servicecontract, waaronder
de omzet van het Idylla™ platform gezien als huurinkomst en wordt deze lineair gespreid over de looptijd van het huurcontract. Na afloop van het contract, keren de verhuurde Idylla™ platformen terug naar de Groep.
regulier jaarlijks preventief onderhoud valt. Voor reagent rental contracten worden de opbrengsten uit dienstverlening ook erkent over de tijd, maar in lijn met het cartridge verbruik dat gelijk is aan het gebruik van het systeem.
Overheidssubsidies worden pas opgenomen als met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de Groep de aan de subsidies gekoppelde voorwaarden zal vervullen en de subsidies zullen worden ontvangen. Elke uitstaande vordering met betrekking tot deze subsidies wordt opgenomen als te ontvangen subsidies.
Voor bepaalde specifieke Onderzoeks- en Ontwikkelingsprojecten (O&O) worden de gemaakte kosten gedeeltelijk terugbetaald door IWT (Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen), het Vlaams agentschap Innoveren en Ondernemen onder het Strategische Tranformatiesteun (STS) programma, de Europese Commissie of andere institutionele fondsen. Overheidssubsidies worden systematisch opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periodes waarin de Groep de gerelateerde kosten die deze subsidies beogen te compenseren, opneemt als kosten. Ze worden voorgesteld als overige bedrijfsopbrengsten.
Subsidies van het Hermesfonds en het STS-programma met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa en immateriële vaste activa worden afgetrokken van de kostprijs van het bijbehorende actief. De subsidie wordt over de gebruiksduur van een af te schrijven actief opgenomen in de winst- en verliesrekening bij wijze van verlaagde afschrijvingskosten.
Leasecontracten zoals gedefinieerd door IFRS 16 Leases worden opgenomen in de balans, wat leidt tot een opnamen van een actief dat het gebruiksrecht van het geleased actief vertegenwoordigt tijdens de leaseperiode van het contract en een schuld in verband met de betalingsverplichting.
De Groep past één enkele benadering toe voor de erkenning en waardering van alle leaseovereenkomsten, behalve voor korte-termijn leases en lease van lage waarde. De Groep neemt leaseverplichtingen op om
De Groep neemt activa voor gebruiksrechten op vanaf de ingangsdatum van de lease (d.w.z. de datum waarop de onderliggende activa beschikbaar zijn voor gebruik). Gebruiksrechten van vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminder met eventuele gecumuleerde leasebetalingen te verrichten en gebruiksrechten die het recht vertegenwoordigen om de onderliggende activa te gebruiken.
afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, en aangepast voor elke nieuwe waardering van de leaseverplichtingen. De kostprijs van het gebruiksrecht omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, gemaakte initiële directe kosten, en lease betalingen gedaan op of voor de ingangsdatum verminderd met ontvangen leasevoordelen. Als er geen redelijke zekerheid bestaat dat de Groep aan het einde van de leaseperiode eigenaar zal worden van het onderliggend actief, wordt het actief volledig
De overeenkomstige verplichting aan de leasinggever wordt al een financiële verplichting in de geconsolideerde balans opgenomen. Op de ingangsdatum van de lease neemt de Groep de leaseverplichtingen op, welke worden gewaardeerd tegen de actuele waarde van de leasebetalingen die over de leaseperiode moeten worden gedaan. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen minus eventuele ontvangen leasevoordelen, variabele leasebetalingen die afhankelijk zijn van een index of een koers en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald onder de restwaarde garantie. De lease betalingen omvatten ook de uitoefenprijs van ene aankoopoptie waarvan men redelijk zeker is dat deze wordt uitgeoefend door de Groep en betalingen van boetes voor het beëindigen van de leaseovereenkomst, indien de leaseperiode een afspiegeling is van de mogelijkheid van de Groep om de leaseovereenkomst te beëindigen. Variabele leasebetalingen die niet afhankelijk zijn van een index of een koers worden opgenomen als kosten in de periode waarin
afgeschreven over de leaseperiode of indien korter de gebruiksduur. De gebruiksrechten van vaste activa zijn ook onderworpen aan bijzondere waardeverminderingen, zie de waarderingsregels in toelichting 5.2.2.8.
de gebeurtenis of toestand die de betaling veroorzaakt, zich voordoet.
Bij de berekening van de actuele waarde van de leasebetalingen gebruikt de Groep haar incrementele leenrente op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst, omdat de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomsten niet gemakkelijk kan bepaald worden. Na de ingangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de aangroei van de rente weer te geven en verlaagd voor de betaalde leasebetalingen. Bovendien wordt de boekwaarde van de leaseverplichtingen opnieuw gewaardeerd als er een verandering is, een wijziging van de leaseperiode, een wijziging van de leasebetalingen (bijv. wijzingen in toekomstige betalingen als gevolg van een wijziging in een index of koers die wordt gebruikt om dergelijke leasebetalingen te bepalen) of een wijziging in de beoordeling van een optie om het onderliggende actief te kopen.
De Groep past de vrijstelling voor de verwerking van leasecontracten op korte termijn toe, voor leases met een leaseperiode van 12 maanden of minder vanaf de ingangsdatum. De Groep past de vrijstelling toe ook voor lease van activa met een lage waarde, welke een nieuwwaarde hebben van EUR 5.000 of minder. Leasebetalingen voor kortetermijn of lage waarde leases worden als last opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Voor de toepassing van IFRS 16 heeft de Group volgende boekhoudregels toegepast. Activa die worden aangehouden op grond van financiële leases worden aanvankelijk opgenomen als activa van de Groep tegen bedragen die gelijk zijn aan de reële waarde of, indien ze lager zijn, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen, beide bepaald op het ogenblik van het aangaan van de leaseovereenkomst. Initiële directe kosten die gemaakt zijn met betrekking tot de lease worden toegevoegd aan het bedrag dat wordt opgenomen als een actief. De overeenkomstige verplichting aan de leasinggever wordt opgenomen in de geconsolideerde balans als een financiële verplichting.
Financieringskosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de verwerving, bouw of productie van een actief dat noodzakelijkerwijze veel tijd in beslag zal nemen om klaar te raken voor het beoogde gebruik of verkoop ervan, worden geactiveerd als deel van de kostprijs van dat actief. Alle
Leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de leaseverplichting opgenomen, zodat een constante periodieke rente over het resterende saldo van de verplichting wordt bereikt. Financiële kosten worden rechtstreeks in mindering gebracht van het inkomen. Als er geen redelijke zekerheid is dat de Groep aan het einde van de leaseperiode het eigendom zal verkrijgen, wordt het actief volledig afgeschreven over de leaseperiode of over de gebruiksduur, als deze laatste korter is. Betalingen op grond van een operationele lease worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening op tijdsevenredige basis over de periode van de lease.
andere financieringskosten worden als kosten opgenomen in de periode waarin ze zijn gemaakt. Financieringskosten zijn rente en andere kosten die de entiteit maakt in verband met het lenen van middelen.
Tijdens het voorbereiden van de geconsolideerde jaarrekening worden beoordelingen, ramingen en veronderstellingen gemaakt die een invloed hebben op de boekwaarde van bepaalde activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten. Deze omvatten de beoordeling van de continuïteit, de waardering van de op aandelen gebaseerde verloningstransacties, de waardering van de personeelsbeloningen en actuariële veronderstellingen die aan de basis liggen van dergelijke berekeningen en de opbrengsterkenning voor overeenkomsten met meervoudige
elementen en vooruitbetaalde vergoedingen. Deze ramingen en veronderstellingen werden herzien voor elk jaar en worden regelmatig herzien, rekening houdend met de ervaringen uit het verleden en andere factoren die geacht worden relevant te zijn op grond van de op dat ogenblik heersende economische omstandigheden. Wijzigingen in dergelijke omstandigheden kunnen dan ook leiden tot verschillende ramingen in de toekomstige geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
Het beoordelen van de indicatoren voor het erkennen van opbrengsten onder samenwerkingsovereenkomsten vereisen een oordeelvelling om het volgende te bepalen (i) de aard van de contractuele prestatieverplichtingen en of ze afzonderlijk zijn of gecombineerd moeten worden met andere prestatieverplichtingen, en (ii) het patroon van overdracht van elk beloofd onderdeel dat in het contract geïdentificeerd is, gebruikmakend van methoden op basis van belangrijke veronderstellingen zoals voorspelde kosten en tijdlijnen voor de ontwikkeling van samenwerkingsregelingen voor de beoordeling van de vervulde prestatieverplichtingen.
Voor alle prestatieverplichtingen in verband met de licentieovereenkomsten, beoordeelt de Groep of de licentie al dan niet als een afzonderlijke prestatieverplichting moet worden beschouwd. De Vennootschap bepaalt of een belofte om een licentie voor intellectueel eigendom toe te kennen, afzonderlijk is van andere beloofde goederen of diensten in het contract. Als zodanig beoordeelt de Vennootschap of de klant alleen of samen met gemakkelijk beschikbare middelen kan profiteren van een licentie voor intellectueel eigendom (d.w.z. of het instaat is om afzonderlijk te zijn) en of de belofte van de Vennootschap om een licentie voor intellectueel eigendom over te dragen, afzonderlijk identificeerbaar is van andere beloften in het contract (d.w.z. of het onderscheidbaar is in de context van het contract). De beoordeling of een licentie voor intellectueel eigendom afzonderlijk is, is gebaseerd op de feiten en omstandigheden van elk contract, bijv. afhankelijkheden tussen de licentie en andere services in het contract, de voortdurende betrokkenheid van de Vennootschap nadat de licentie verleend is.
Indien de overdracht van de licentie als een afzonderlijke prestatieverplichting wordt beschouwd, worden de opbrengsten met betrekking tot de overdracht van de licentie op een tijdstip of in een tijdsverloop erkend, afhankelijk van de aard van de licentie, d.w.z. het verlenen van een gebruiksrecht van de intellectuele eigendom of een toegangsrecht tot de intellectuele eigendom. Kortom, de Vennootschap beoordeelt of de klant een gebruiksrecht om de intellectuele-eigendomsrechten te gebruiken zoals deze bestaat op het moment dat de licentie verleend wordt heeft of de klant een toegangsrecht heeft tot de intellectuele-eigendomsrechten verleent zoals deze gedurende de gehele licentieperiode bestaat.
Idylla™ platformen worden op de balans zowel onder voorraad als onder materiële vaste activa gepresenteerd. Idylla™ platformen die onder materiële vaste activa gepresenteerd worden, worden onder andere gebruikt voor test onderzoek en ontwikkeling, platform techniek, productieproces optimalisatie, kwaliteit testdoeleinden en marketingdoeleinden. Idylla™ platformen geregistreerd als vaste activa worden daarnaast ook verhuurd aan klanten onder de operationele lease reagent rental contracten, die worden gepresenteerd als gekapitaliseerde systemen voor verhuur. Deze platformen worden erkent tegen hun aanschaffingswaarde, worden over 5 jaar afgeschreven en
worden boekhoudkundig op dezelfde manier behandeld als andere materiële vaste activa. We verwijzen ook naar 5.2.2.7.
Idylla™ platformen gehouden als voorraad worden aangehouden voor verwachte commercialisering, inclusief platformen die geplaatst worden voor demo doeleinden en onder het ealyadopter programma. Op regelmatige basis wordt er een review gedaan van de ouderdom van de platformen om het risico te beperken dat de systemen verouderd raken en om te garanderen dat de netto realiseerbare waarde hoger blijft dan de netto boekwaarde.
De gesegmenteerde informatie wordt voorgesteld in overeenstemming met de interne rapportering aan het uitvoerend management, om het mogelijk te maken beslissingen te nemen over de aan het segment toe te kennen middelen en voor het evalueren van de financiële prestaties van het segment. Op dit ogenblik hebben alle activiteiten van de Groep betrekking
op Idylla™ en daarom is er maar één operationeel segment. De rapportering aan de belangrijke personen die beslissingen nemen, gebeurt momenteel op globaal niveau.
Bovendien zijn vrijwel alle vaste activa van de Groep op 31 december 2019 gelokaliseerd in het land van domicilie (België).
De opbrengsten van de groep erkent onder IFRS 15 worden weergegeven in de tabel hierna:
| Jaren eindigend op 31 december, | ||||
|---|---|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | |||
| Op een moment in de tijd |
Op langere tijd |
2019 | 2018 | |
| Inkomsten uit | ||||
| samenwerkingsovereenkomsten | ||||
| O&O-diensten | 0 | 9.026 | 9.026 | 4.338 |
| Licentievergoedingen | 2.000 | 517 | 2.517 | 3.158 |
| Mijlpaalbetalingen | 908 | 0 | 908 | 833 |
| 2.908 | 9.542 | 12.451 | 8.329 | |
| Verkoop van producten | ||||
| Verkoop van Idylla™ platformen | 4.232 | 0 | 4.232 | 2.404 |
| Verhuur van Idylla™ platformen | 1.987 | 0 | 1.987 | 1.781 |
| Verkoop van cartridges | 18.004 | 0 | 18.004 | 14.658 |
| 24.224 | 0 | 24.224 | 18.843 | |
| Opbrengsten uit | ||||
| onderhoudsdiensten | ||||
| Opbrengsten uit onderhoudsdiensten | ||||
| van Idylla™ platformen | 645 | 124 | 769 | 639 |
| 645 | 124 | 769 | 639 | |
| Totaal | 27.777 | 9.666 | 37.443 | 27.811 |
Voor details met betrekking tot de mutaties in de toe te rekenen en over te dragen inkomsten met betrekking tot samenwerkingsovereenkomsten verwijzen we respectievelijk naar toelichtingen 5.2.20 en 5.2.27.
Opbrengsten van O&O-diensten worden over de tijd opgenomen wanneer de diensten aan de klant geleverd worden op basis van de voortgang van de activiteiten, d.w.z. a rato van de verrichte diensten. Tijdens de verslagperiode omvatte het merendeel van de samenwerkingen waarvoor
| In EUR 000 | Over te dragen inkomsten |
|
|---|---|---|
| 2020 | 783 | |
| 2021 | 24 | |
| 2022 | 0 | |
| 2023 | 0 | |
| 2024 | 0 | |
| Na 2024 | 0 | |
| Total | 807 |
opbrengsten werden opgenomen, een driemaandelijkse of maandelijkse betalingsstructuur. Bijgevolg heeft de Groep in de loop van de verslagperiode ofwel een toe te rekenen of over te dragen inkomsten opgenomen op de balans. Over het algemeen hebben klanten geen recht van retour en/of hebben ze recht op terugbetalingen in het kader van product gerelateerde verkopen.
De onderstaande tabel komt overeen met de verwachte opbrengsten die in de toekomst erkent zullen worden, met betrekking tot (gedeeltelijk) onvoldane prestatieverplichtingen. Deze tabel is exclusief potentiële toekomstige opbrengsten van O&O-diensten van lopende samenwerkingsovereenkomsten waarvoor de bijhorende diensten worden uitgevoerd op basis van facturering per uur (IFRS 15.121).
Het totale bedrag van de transactieprijs die wordt toegewezen aan samenwerkingsovereenkomsten die op 31 december 2019 gedeeltelijk of volledig voldaan zijn, bedraagt EUR 0,8 miljoen.
Hieronder volgt een beschrijving van de belangrijkste samenwerkingsovereenkomsten waaruit de Groep opbrengsten genereert, voor meer details over het boekhoudbeleid van inkomsten uit samenwerkingsovereenkomsten verwijzen we naar sectie 5.2.2.15.
Biocartis NV, een dochteronderneming van de Vennootschap, en Amgen hebben verschillende samenwerkingsovereenkomsten die onder meer gericht zijn op de evaluatie om Idylla™ RAS testing in te zetten als instrument voor snelle, gedecentraliseerde testing en/of versnelde toegang tot RAS-biomarker informatie dankzij het Biocartis Idylla™ platform en RAS-tests. Op grond van deze overeenkomst werden bepaalde opbrengsten erkend onder verkoop van producten aangezien deze gerelateerd zijn aan de plaatsing van Idylla™ platformen en cartridges.
Biocartis en Amgen werken ook samen op het gebied van 'companion diagnostic' (CDx), zoals een ontwikkelingsovereenkomst met Amgen voor de Idylla™ RAS biomarker tests met als doelstelling om deze test bij de US Food and Drug Administration (FDA) te registreren als 'companion diagnostic' test voor Amgen's behandeling Vectibix® (panitumumab). Deze CDx overeenkomst bestaat uit mijlpaalbetalingen en O&O-diensten.
Op basis van de contractuele bepalingen hebben we het volgende beoordeeld:
De transactieprijs is toegewezen aan de prestatieverplichting en de opbrengsten zijn opgenomen over de geschatte serviceperiode op basis van een patroon dat de overdracht van de ontwikkelingsactiviteiten weergeeft, een percentage van de uitgevoerde diensten (d.w.z. 'percentage of completion' methode). De mijlpaalbetalingen worden behandeld als een wijziging in de transactieprijs zodra de beperking van de opbrengsterkenning is opgelost. De mijlpaalbetaling
Biocartis en Exact Sciences (na de overname van Genomic Health, Inc. door Exact Sciences) hebben een exclusieve samenwerking om een IVD-versie te ontwikkelen van de Oncotype DX Breast Recurrence Score® test op het Idylla™ platform die de exclusieve wereldwijde rechten zal bieden om zijn Oncotype DX Breast Recurrence Score® test op het Idylla™ platform te ontwikkelen en commercialiseren, met de optie om de samenwerking uit te breiden naar meer tests in oncologie en urologie. Bovendien heeft Exact Sciences bepaalde optierechten op het gebied van urologie voor onder andere de ontwikkeling van urologietests op het Idylla™ platform. Betalingen door Exact Sciences aan Biocartis zullen gedaan worden als bepaalde ontwikkelings- en commerciële mijlpalen in de toekomst
wordt toegewezen aan de prestatieverplichting (op basis van de 'percentage of completion' van de ontwikkelingswerkzaamheden).
Met betrekking tot de samenwerkingsovereenkomsten met Amgen heeft de Groep opbrengsten uit O&O-diensten over de tijd erkent in verhouding tot de diensten die in 2019 zijn uitgevoerd.
bereikt worden. Vanaf commercialisatie van de Oncotype DX Breast Recurrence Score® test op het Idylla™ platform, zal Exact Sciences royalty-betalingen overmaken aan Biocartis, gebaseerd op netto verkopen. Bijgevolg zullen op basis van deze overeenkomst zowel licentieopbrengsten, mijlpaalbetalingen en betalingen uit de onderzoeks- en samenwerkingsovereenkomst als product gerelateerde opbrengsten erkend worden.
Productinkomsten die onder deze overeenkomst worden erkent, worden weergegeven onder product gerelateerde inkomsten omdat deze betrekking hebben op de plaatsing van Idylla™ platformen en cartridges.
Op basis van de contractuele bepalingen hebben we het volgende beoordeeld:
In 2019 erkende de Groep mijlpaalinkomsten, licentievergoedingen, inkomsten van O&O-diensten en product gerelateerde inkomsten in verband met de lopende samenwerkingsovereenkomsten met Exact Sciences. De erkende inkomsten uit O&O-diensten hadden voornamelijk betrekking op de facturering van vaste bedragen voor elk dienstuur.
Biocartis en Bristol-Meyers Squibb (BMS) hebben een samenwerking waarbij een of meer projecten kunnen worden geïnitieerd op het gebied van MSI-tests. In het eerste kwartaal van 2019 werd een eerste projectovereenkomst getekend onder de hoofdsamenwerkingsovereenkomst, waarvan het doel is om de Idylla MSI-test te registreren als een 'companion diagnostic' test bij de Amerikaanse FDA. Deze CDx overeenkomst bestaat uit mijlpaalbetalingen en O&O-diensten.
Op basis van de contractuele bepalingen hebben we het volgende beoordeeld:
Met betrekking tot de samenwerkingsovereenkomsten met BMS heeft de Groep opbrengsten uit O&O-diensten over de tijd erkent in verhouding tot de diensten die uitgevoerd zijn.
Biocartis en Wondfo Biotech HK Limited hebben een in Hong Kong gevestigde joint venture opgericht voor de commercialisering van het Idylla™ platform in China. Beide partijen hebben een initiële kapitaalbijdrage aan de joint venture gedaan. De joint venture heeft een licentieovereenkomst gesloten met Biocartis in het kader van de geplande activiteiten van de joint venture.
Op basis van de contractuele bepalingen hebben we het volgende beoordeeld:
In 2019 heeft de Groep de licentievergoeding erkend (die op een bepaald moment voldaan werd) onder de licentieovereenkomst met de joint venture en productinkomsten.
| Jaren eindigen op 31 december, | |||
|---|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 | |
| Land van vestiging | 756 | 765 | |
| België | 756 | 765 | |
| Totaal alle vreemde landen, waarvan | 36.688 | 27.046 | |
| Verenigde Staten | 14.752 | 11.974 | |
| China | 3.079 | 88 | |
| Spanje | 2.809 | 2.461 | |
| Frankrijk | 2.199 | 1.522 | |
| Rest van de wereld | 13.850 | 11.002 | |
| Totaal | 37.444 | 27.811 |
De opbrengsten in de tabel hierboven zijn opgesplitst overeenkomstig de vestiging van de groep of de moedermaatschappij van de klant.
In 2019 zijn er geen klanten die ten minste 10% van de totale erkende omzet vertegenwoordigen, maar de 5 grootste klanten vertegenwoordigen samen 33% van de omzet. In 2018 erkende de Groep opbrengsten van twee klanten die ten minste 10% van de totale erkende opbrengsten vertegenwoordigde voor een bedrag van EUR 7,3 miljoen.
| Jaren eindigen op 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| O&O-projectondersteuning (IWT subsidies) | 283 | 576 |
| Overige opbrengsten | 5 | 264 |
| Totaal | 288 | 840 |
Overige bedrijfsopbrengsten bestaan voornamelijk uit subsidies die werden toegekend ter ondersteuning van O&O activiteiten. Tegen het einde van 2018 stopte sommige subsidieprogramma's en werden ze volledig erkend, voor deze subsidieprogramma's werden in 2019 geen opbrengsten erkend.
De kostprijs van de verkopen met betrekking tot de verkoop van producten is als volgt:
| Jaren eindigen op 31 december, | |||
|---|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 | |
| Personeelskosten | -6.047 | -4.573 | |
| Materiaal, hulpsto en voor laboratoria & klein |
|||
| materiaal | -11.145 | -7.302 | |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | -1.768 | -1.302 | |
| Royaltykosten | -1.290 | -1.088 | |
| Faciliteiten, kantoor en overige | -1.078 | -1.084 | |
| Totaal | -21.328 | -15.349 |
Voor de toelichting over de stijging van de verkoopkosten verwijzen we naar hoofdstuk 2, 'Hoogtepunten en bedrijfsoverzicht 2019'.
| Jaren eindigen op 31 december, | |
|---|---|
| 2019 | 2018 |
| -21.752 | -19.671 |
| -5.063 | -4.540 |
| -2.355 | -1.731 |
| -444 | -636 |
| -1.509 | -2.922 |
| -1.333 | -1.232 |
| -742 | -535 |
| -6.645 | -2.333 |
| 0 | -3.242 |
| -39.844 | -36.842 |
De rubriek onderaanneming omvat kosten met betrekking tot diensten die worden verleend door O&O-dienstverleners, zoals uitgaven met betrekking tot de ontwikkeling van de cartridge, het instrument en de console van de verschillende diagnostische platformen, ontwerp van productieapparatuur en technische diensten.
Laboratorium en cartridge kosten hebben betrekking op verbruiksgoederen en prototype kosten gerelateerd aan de ontwikkeling van prototypes en tests voor diagnostische platformen.
De overige kosten hebben hoofdzakelijk betrekking op de kwaliteit en regelgeving, intellectuele eigendom, faciliteiten, IT, kantoor, onderhoud van de apparatuur, logistiek, reizen, en bijwonen van opleidingen en conferenties.
Voor de toelichting over de afname van de kosten voor onderzoek en ontwikkeling verwijzen we naar hoofdstuk 2, 'Hoogtepunten en bedrijfsoverzicht 2019'.
| Jaren eindigen op 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Personeelskosten | -11.126 | -9.237 |
| S&M consultancy & onderaanneming | -1.259 | -635 |
| Verkoop en marketing kosten | -501 | -420 |
| Business ontwikkeling | -503 | -697 |
| Faciliteiten, kantoor en overige | -854 | -1.165 |
| Reizen, opleiding en conferenties | -2.701 | -2.234 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | -810 | -902 |
| Voorziening voor dubieuze debiteuren | -256 | -59 |
| Totaal | -18.011 | -15.349 |
Verkoops- en promotiekosten hebben betrekking op kosten voor marktonderzoek, reclame, campagnes en andere promotionele activiteiten met betrekking tot de producten van de Groep.
Voor de toelichting over de stijging van de marketing en verkoopkosten verwijzen we naar hoofdstuk 2, 'Hoogtepunten en bedrijfsoverzicht 2019'.
| Jaren eindigen op 31 december, | |||
|---|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 | |
| Personeelskosten | -8.778 | -4.757 | |
| Extern advies | -927 | -1.155 | |
| Faciliteiten, kantoor en overige | -2.624 | -816 | |
| Human resources | -1.027 | -940 | |
| Reizen, opleiding en conferenties | -444 | -314 | |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | -351 | 11 | |
| Totaal | -14.151 | -7.971 |
Kosten voor extern advies omvatten vergoedingen en service- en consulting uitgaven met betrekking tot juridisch advies, personeelsbeleid, investor relations, boekhouding, audit en fiscale diensten. Andere kosten omvatten kantoorkosten, verzekering en andere verscheidene uitgaven voor algemene en administratieve activiteiten. Voor de toelichting over de stijging van de algemene en administratieve kosten verwijzen we naar hoofdstuk 2, 'Hoogtepunten en bedrijfsoverzicht 2019'.
| Jaren eindigen op 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Korte termijn personeelsbelongingen | -45.509 | -36.469 |
| Kosten voor pensioenplannen na uitdiensttreding |
-471 | -547 |
| Ontslagvergoedingen | -499 | -157 |
| Op aandelen gebaseerde verloning | -1.225 | -1.065 |
| Totaal | -47.704 | -38.238 |
De personeelskosten bedragen EUR 47,7 miljoen in 2019 vergeleken met EUR 38,2 miljoen in 2018, een jaar-op-jaar stijging van 25%. Deze toename is voornamelijk een gevolg van de toename van het personeelsbestand, zoals te zien is in onderstaande tabel.
Het personeelsbestand kan als volgt worden voorgesteld:
| Per 31 december | ||
|---|---|---|
| 2019 | 2018 | |
| Personeel operatonele activiteiten | 120 | 119 |
| Onderzoeks- en ontwikkeling personeel | 181 | 154 |
| Verkoop- en marketingpersoneel | 89 | 84 |
| Algemeen en administratief personeel | 72 | 53 |
| Totaal personeelsbestand | 462 | 410 |
| Gemiddelde voltijds equivalenten | 465 | 394 |
| Jaren eindigen op 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Rentelasten | -7.099 | -1.358 |
| Overige financiële kosten | -401 | -207 |
| Totaal | -7.500 | -1.565 |
| Overige financieel resultaat | -434 | 163 |
| Totaal | -434 | 163 |
| Financieel resultaat, netto | -7.934 | -1.402 |
De netto financiële uitgaven bedroegen EUR 7,9 miljoen in 2019 in vergelijking met EUR 1,4 miljoen in 2018 en omvatten financiële uitgaven met betrekking tot de converteerbare obligatie van de onderneming (zie details in de balans) van EUR 5,2 miljoen (bestaande uit EUR 3,0 miljoen couponbetalingen
en EUR 2,2 miljoen schuldwaardering), de achtergestelde lening van de Vennootschap van EUR 1,1 miljoen, evenals toezeggingsvergoedingen voor de kredietlijnen voor meerdere doeleinden.
De Vennootschap heeft aandelenoptieplannen die kunnen worden omgezet in gewone aandelen van de Vennootschap en die anti-dilutief zijn aangezien de operaties van de Groep verlieslatend zijn in de gerapporteerde periode. De gewone en de dilutieve winst per aandeel is dan ook dezelfde.
De basis voor de gewone en verwaterde winst per aandeel is het nettoverlies voor het jaar toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennootschap.
| Jaren eindigen op 31 december, | |||
|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 | ||
| Verlies voor het jaar toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennootschap (in EUR 000) |
-64.068 | -48.153 | |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen voor gewoon en verwaterd verlies per aandeel (in aantal aandelen) |
56.074.525 | 51.170.552 | |
| Gewoon en verwaterd verlies per aandeel (EUR) |
-1,23 | -0,94 |
De immateriële vaste activa van de Groep bestaan uit verworven patenten, licenties en software. De boekwaarden voor de voorgestelde perioden kunnen als volgt worden geanalyseerd:
| en licenties 10.018 200 |
Software 249 |
Totaal |
|---|---|---|
| 10.267 | ||
| 57 | 257 | |
| 0 | 0 | 0 |
| 0 | 0 | 0 |
| -558 | -145 | -702 |
| -3.242 | 0 | -3.242 |
| 6.419 | 161 | 6.579 |
| 11.992 | 1.629 | 13.621 |
| -5.574 | -1.468 | -7.042 |
| 6.419 | 161 | 6.579 |
| 6.579 | ||
| 394 | ||
| 0 | -1 | -1 |
| 0 | 0 | 0 |
| -567 | -112 | -679 |
| 6.151 | 143 | 6.294 |
| 14.014 | ||
| -6.140 | -1.580 | -7.720 |
| 6.151 | 143 | 6.294 |
| 6.419 300 12.292 |
161 94 1.722 |
Patenten en licenties omvatten hoofdzakelijk een aantal technologiepatenten die de Groep verworven heeft van Philips in 2010 met betrekking tot het eerste diagnostische systeem 'Idylla™' van de Groep. De boekwaarde op 31 december 2019 bedraagt EUR 5,0 miljoen (2018: EUR 5,5
miljoen). De resterende gebruiksduur is 9 jaar.
Afschrijvingskosten op de immateriële vaste activa worden voorgesteld in de winst- en verliesrekening in de rubriek onderzoeks- en ontwikkelingskosten.
De materiële vaste activa bestaan uit ICT-installaties, laboratoriuminstallaties, productie-installaties, intern geproduceerde systemen, meubilair en inrichting,
verbeteringen aan de gehuurde gebouwen, andere terreinen en installaties, activa in aanbouw en activa aangehouden onder lease. De boekwaarden kunnen als volgt worden geanalyseerd:
| In EUR 000 | ICT installaties |
Laboratorium installaties |
Productie- installaties |
Intern geproduceerde systemen |
Meubilair en inrichting |
Verbeteringen aan de gehuurde gebouwen |
Andere terreinen en installaties |
Activa in aanbouw |
Activa aangehouden en uit hoofde van een lease |
Systemen voor verhuur |
Gebruiksrecht van vaste activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde op begintoestand | 499 | 618 | 854 | 2.687 | 407 | 979 | 225 | 17.099 | 265 | 2.566 | 0 | 26.199 |
| Aanschangen | 309 | 556 | 470 | 1.226 | 23 | 38 | 0 | 3.929 | 0 | 2.613 | 0 | 9.164 |
| Vervreemdingen | -142 | 0 | -55 | -130 | -22 | 0 | -214 | -638 | 0 | -221 | 0 | -1.422 |
| Afschrijvingen vervreemdingen | 142 | 0 | 56 | 27 | 22 | 0 | 0 | 0 | 0 | 50 | 0 | 297 |
| Afschrijvingskost van de periode | -237 | -369 | -542 | -1.217 | -71 | -392 | -5 | 0 | -283 | -753 | 0 | -3.869 |
| Overdracht bruto boekwaarde | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -3.354 | 3.354 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht afschrijvingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wisselkoers verschillen bruto boekwaarde | 0 | 5 | 0 | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25 |
| Wisselkoers verschillen afschrijvingen | 0 | 0 | 0 | -3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -3 |
| Boekwaarde bij afsluiten | 571 | 810 | 783 | 2.610 | 359 | 625 | 6 | 17.036 | 3.336 | 4.255 | 0 | 30.391 |
| Per 31 december 2018 | ||||||||||||
| Kosten | 1.813 | 2.574 | 7.295 | 5.944 | 733 | 2.667 | 29 | 17.036 | 11.002 | 5.365 | 0 | 54.458 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | -1.242 | -1.764 | -6.512 | -3.334 | -374 | -2.042 | -23 | 0 | -7.666 | -1.110 | 0 | -24.067 |
| Boekwaarde | 571 | 810 | 783 | 2.609 | 359 | 625 | 6 | 17.036 | 3.336 | 4.255 | 0 | 30.391 |
| Jaar eindigend op 31 december 2019 | ||||||||||||
| Boekwaarde op begintoestand | 571 | 810 | 783 | 2.609 | 359 | 625 | 6 | 17.036 | 3.336 | 4.255 | 0 | 30.390 |
| Eerste toepassing IFRS 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 14.336 | 16.626 |
| Aanschangen | 183 | 223 | 1.268 | 573 | 99 | 95 | 0 | 0 | 0 | 3.468 | 2.289 | 5.909 |
| Vervreemdingen | -1 | -12 | -5 | -246 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -638 | 0 | -902 |
| Afschrijvingen vervreemdingen | 0 | 12 | 18 | 138 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 247 | 13 | 428 |
| Afschrijvingskost van de periode | -226 | -356 | -512 | -1.145 | -78 | -366 | -6 | 0 | 0 | -1.365 | -4.988 | -9.042 |
| Overdracht bruto boekwaarde | 0 | 69 | 838 | 0 | 0 | 19 | 0 | -17.014 | -11.002 | 0 | 27.090 | 0 |
| Overdracht afschrijvingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.666 | 0 | -7.666 | 0 |
| bruto boekwaarde Wisselkoers verschillen |
0 | 4 | 0 | 11 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 | 18 |
| Wisselkoers verschillen afschrijvingen | 0 | 0 | 0 | -4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -2 | -6 |
| Boekwaarde bij afsluiten | 527 | 750 | 2.390 | 1.936 | 380 | 373 | 0 | 22 | 0 | 5.967 | 31.075 | 43.421 |
| Per 31 december 2019 | ||||||||||||
| Kosten | 1.995 | 2.858 | 9.396 | 6.282 | 832 | 2.781 | 29 | 22 | 0 | 8.195 | 43.719 | 76.109 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | -1.468 | -2.108 | -7.006 | -4.346 | -452 | -2.408 | -29 | 0 | 0 | -2.228 | -12.643 | -32.688 |
| Boekwaarde | 527 | 750 | 2.390 | 1.936 | 380 | 373 | 0 | 22 | 0 | 5.967 | 31.076 | 43.421 |
De grootste aanschaffing van materiële vaste activa betreft de categorie 'Gebruiksrecht van vast actief' en is gerelateerd aan de implementatie van de nieuwe IFRS 16 standaard, zie toelichting 5.2.2.2. Een andere grote aanschaffing houdt verband met de categorie 'Systemen voor verhuur', die door meer operationele plaatsingen voor reagent rental gedreven werd.
De transfer van activa in aanbouw naar activa naar productieinstallaties en gebruiksrecht van vast actief heeft betrekking op de tweede Idylla™ cartridge productielijn die volledig operationeel werd in 2019 en die werd gefinancierd met een lease financiering.
Het gebruiksrecht van vast actief bestaat uit de volgende categorieën:
| Per 31 december |
|
|---|---|
| In EUR 000 | 2019 |
| Vaste activa | |
| Gebruiksrechten - gebouwen | 12.372 |
| Gebruiksrechten – productie installatie | 16,954 |
| Gebruiksrechten – auto's | 1.700 |
| Gebruiksrechten - kantoormeubilair | 50 |
| Totaal gebruiksrecht activa | 31.076 |
De onderstaande tabel geeft een opsplitsing van de afschrijvingskosten per type gebruiksrecht activa:
| Voor het jaar eindigend op |
|
|---|---|
| In EUR 000 | 31 december 2019 |
| Afschrijvingskost per type gebruiksrecht activa | |
| Gebouwen | 1.739 |
| Productie installatie | 2.482 |
| Auto's | 752 |
| Kantoormeubilair | 15 |
| Totale afschrijvingskosten | 4.988 |
De huidige leaseovereenkomsten van de Groep bevatten geen materiële restwaarde garanties en/of materiële verlengingsof beëindiging-opties die een substantiële impact kunnen hebben op de uitgevoerde lease-evaluatie. De onderliggende
lease-waarderingen worden bijgewerkt als er een redelijke waarschijnlijkheid is dat bepaalde verlengings- of beëindigingopties zullen worden uitgeoefend.
In 2015 verwierf de Groep een financiële deelneming van 13,5% in MyCartis NV door middel van een inbreng in natura voor een bedrag van EUR 5,1 miljoen door de omzetting van een aandelenverkoopoptie gehouden door Debiopharm Diagnostics SA. Op de investering in de geassocieerde
deelneming werd in 2019 een volledige waardevermindering geboekt, als gevolg van gewijzigde activiteiten van MyCartis en gerealiseerde waarderingsniveaus van gerelateerde recente kapitaalverhogingen.
De Groep heeft een aandeel in één joint venture aan het einde van de verslagperiode:
| Naam van de joint venture |
Hoofdactiviteit | Plaats van oprichting en bedrijf | Omvang van belang en stemrechten aangehouden door de Groep |
|
|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 | |||
| Wondfo-Cartis Ltd. | Commercialisering | China | 50% | 0% |
Wondfo-Cartis Ltd. werd opgericht in januari 2019 voor de commercialisering van het Idylla™ platform. De netto-investering van de Groep bedroeg EUR 2,4 miljoen. De joint venture wordt verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode in de geconsolideerde jaarrekening zoals uiteengezet in de boekhoudprincipes van de Groep in toelichting 5.2.2.5.
De samenvattende financiële informatie van de joint venture is hieronder weergegeven. De onderstaande samengevatte
financiële informatie vertegenwoordigt de bedragen in de jaarrekening van de joint venture. Ze zijn aangepast om correcties weer te geven die door de entiteit zijn aangebracht bij gebruik van de vermogensmutatiemethode, inclusief aanpassingen van de reële waarde en aanpassingen voor verschillen in boekhoudprincipes, maar niet gecorrigeerd voor het aandeel van de Groep. Gezien de huidige situatie in China met betrekking tot het Coronavirus, kan de financiële informatie niet worden geauditeerd voor de publicatie van dit jaarverslag.
| Per 31 december, |
|
|---|---|
| In EUR 000 | 2019 |
| Vaste activa | 4.183 |
| Vlottende activa | 4.971 |
| Totale activa | 9.154 |
| Schulden op lange termijn | 0 |
| Schulden op korte termijn | 620 |
| Totale schulden | 620 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december, |
|
|---|---|
| In EUR 000 | 2019 |
| Bedrijfsopbrengsten | 156 |
| Bedrijfskosten | -1.526 |
| Financieel resultaat, netto | 107 |
| Inkomstenbelasting | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | -1.263 |
| Overige niet gerealiseerde resultaten | 0 |
| Totaal resultaat van het boekjaar | -1.263 |
| Aandeel in het totaal resultaat | -631 |
Op basis van bovenstaande, kan de boekwaarde van de investering in de joint venture (in de geconsolideerde balans) als volgt worden weergegeven:
| Per 31 december 2018 | 0 |
|---|---|
| Investering van het boekjaar | 5.001 |
| Aandeel in het resultaat van het boekjaar | -631 |
| Aandeel in de overige niet gerealiseerde | |
| resultaten | 0 |
| Ontvangen dividenden | 0 |
| Eliminatie van niet gerealiseerde winsten- en verliezen |
-1.909 |
| Wisselkoersverschillen | -103 |
| Per 31 december 2019 | 2.358 |
Op datum van dit verslag, zijn er geen materiële voorwaardelijke verplichtingen met betrekking tot de joint venture.
Na de oprichting van de joint venture hebben beide
aandeelhouders een initiële kapitaalbijdrage aan de joint venture geleverd. Naast deze bijdragen heeft elke aandeelhouder zich verbonden, op datum van dit verslag, tot toekomstige kapitaalbijdragen van EUR 2 miljoen.
De uitgestelde belastingvordering heeft betrekking op het lange termijn gedeelte van het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling en bedraagt EUR 1,6 miljoen per 31 december 2019 (2018: EUR 6,6 miljoen). Erkende belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling kunnen in België effectief worden
terugbetaald als de onderneming het belastingkrediet niet heeft kunnen verrekenen met de vennootschapsbelasting gedurende vijf opeenvolgende belastingjaren. Hierdoor is EUR 5,2 miljoen van het belastingkrediet voor O&O een korte termijnvordering geworden, zie toelichting 5.2.19.
| Per 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Belastingkrediet voor O&O Overige |
1.594 16 |
6.559 10 |
| Totaal | 1.609 | 6.569 |
De voorraden kunnen als volgt worden geanalyseerd:
| Per 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Voorraden | ||
| Grondstoen | 5.799 | 4.609 |
| Half afgewerkte producten | 495 | 760 |
| Afgewerkte producten | 7.867 | 6.550 |
| Totaal | 14.161 | 11.919 |
| Bedrag opgenomen als kosten | -21.328 | -15.349 |
Afgewerkte producten omvatten cartridges en systemen aangehouden voor de verwachte commercialisering, waar systemen op proef geplaatst worden bij klanten in het kader van het early-adopter programma van de Vennootschap. Op 31 december 2019 was EUR 1,0 miljoen van de totale
voorraad ouder dan 12 maanden (2018: EUR 1,0 miljoen). Hiervoor werd een waardevermindering geboekt van EUR 0,3 miljoen (2018: EUR 0,3 miljoen). Het management verwacht dat de meerderheid van de huidige voorraad binnen het jaar zal verkocht worden.
De handels- en overige vorderingen kunnen als volgt geanalyseerd worden:
| Per 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Handelsvorderingen | 10.951 | 9.803 |
| Voorziening voor dubieuze vorderingen | -256 | -59 |
| Totaal | 10.695 | 9.744 |
| Per 31 december. | ||
| 2019 | 2018 | |
| BTW vorderingen | 1.870 | 2.084 |
| Belastingkrediet voor O&O | 5.242 | 223 |
| Overige vorderingen | 1.528 | 1.444 |
| Totaal | 8.640 | 3.751 |
De handelsvorderingen stegen van EUR 9,8 miljoen per 31 december 2018 tot EUR 11,0 miljoen per 31 december 2019.
Op de rapporteringsdatum heeft de Groep ongeveer EUR 4,4 miljoen (2018: EUR 2,8 miljoen) handelsvorderingen en overige vorderingen die vervallen zijn, maar waarop geen waardevermindering werd toegepast. In 2019 werd een voorziening voor dubieuze vorderingen geboekt voor EUR 0,3 miljoen (2018: EUR 0,6 miljoen) en werden geen bijzondere waardeverminderingen geboekt op handelsvorderingen.
De Groep past de vereenvoudigde benadering toe van IFRS 9 voor het meten van verwachte kredietverliezen met behulp van een levenslange verwachte verliesaftrek voor alle handelsvorderingen en contractactiva. Om de verwachte kredietverliezen in te schatten, zijn de handelsvorderingen gegroepeerd op basis van gedeelde kredietrisicokenmerken (bijvoorbeeld landen) en het aantal dagen dat de vordering achterstallig is. De verwachte verliespercentages zijn gebaseerd op de betalingsprofielen van vorderingen over een periode van
12 maanden voor 31 december 2019, respectievelijk 1 januari 2019 en de overeenkomstige historische kredietverliezen die binnen deze periode werden ervaren. Op basis hiervan concludeerde de Groep dat de historische verliezen zeer beperkt zijn, gelet op de hoge kredietwaardigheid van de partners waarmee de Vennootschap samenwerkt.
Een korte-termijn vordering van het belastingkrediet op onderzoek en ontwikkeling van EUR 5,2 miljoen, werd opgenomen als korte termijn omdat dit belastingkrediet effectief zal worden terugbetaald als de Groep de belastingvermindering voor de vennootschapsbelasting gedurende vijf opeenvolgende belastingjaren niet heeft kunnen verrekenen.
De overige vorderingen bestaan uit btw-vorderingen en onder andere bedragen toegewezen aan de kapitaalsubsidie ontvangen van STS (Strategische Transformatie Steun) gerelateerd aan de investeringen in de tweede cartridgeproductielijn in Mechelen.
De overige vlottende activa kunnen als volgt worden geanalyseerd:
| Per 31 december, | |||
|---|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 | |
| Toe te rekenen subsidie-opbrengsten | 347 | 192 | |
| Toe te rekenen opbrengsten van samenwerkingsovereenkomsten |
627 | 169 | |
| Toe te rekenen overige opbrengsten | 15 | 6 | |
| Over te dragen kosten | 1.419 | 1.464 | |
| Totaal | 2.407 | 1.830 |
De overige vlottende activa omvatten toe te rekenen opbrengsten die hoofzakelijk betrekking hebben op de overheidssubsidies van de Vlaamse regering voor O&Oprojecten voor een totaal van EUR 0,3 miljoen (2018: EUR 0,2 miljoen). De Groep evalueert voortdurend of ze nog voldoet aan de specifieke voorwaarde van elke subsidie-overeenkomst om te verantwoorden dat op geen enkele van de te ontvangen subsidies waardeverminderingen moeten worden toegepast. Zie toelichting 5.2.4 voor meer informatie over de opbrengsten en samenwerkingsovereenkomsten. Toe te rekenen inkomsten uit samenwerkingsovereenkomsten omvatten vooruitbetalingen van samenwerkingspartners in verband met, onder meer, strategische licentie-, ontwikkelings- en/of commercialiseringssamenwerkingen.
| Toe te rekenen inkomsten uit samenwerkings overeenkomsten |
|||
|---|---|---|---|
| Per 31 december 2018 | 169 | ||
| Gefactureerd | -1.047 | ||
| Opgenomen als baten afkomstig van samenwerkingspartners |
1.504 | ||
| Per 31 december 2019 | 627 |
De geldmiddelen en kasequivalenten kunnen als volgt worden geanalyseerd:
| Per 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | ||
| Liquide middelen | 177.525 | 62.339 |
| Totaal geldmiddelen en | ||
| kasequivalenten | 177.525 | 62.339 |
| Totaal aan restrictie onderhevige | ||
| geldmiddelen | 1.200 | 1.200 |
| Totaal geldmiddelen en | ||
| kasequivalenten voor kasbehoeften | 178.725 | 63.539 |
De aan restricties onderhevige geldmiddelen hebben betrekking op een deposito op een reserverekening voor schuldaflossing als een borg voor de lease van de Idylla™ cartridge productielijn.
De Vennootschap werd op 25 november 2014 de moedermaatschappij en de verslaggevende entiteit van de Groep. Daarvoor was Biocartis SA de moedermaatschappij en de verslaggevende entiteit.
De tabel hierna geeft het maatschappelijk kapitaal en de uitstaande aandelen weer van de Vennootschap op 31 december 2018 en 31 december 2019. De aandelen zijn volledig volstortte aandelen.
Het aantal uitgegeven en uitstaande aandelen en het geplaatst kapitaal is:
| Biocartis Group NV | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal gewone aandelen uitgegeven en uitstaand |
Wettelijk geplaatst kapitaal in EUR 000 |
Aanpassing historisch geplaatst kapitaal EUR 000 |
Totaal maatschappelij k kapitaal in EUR 000 |
||
| Per 31 december 2017 | 51.102.272 | 511 | -221.232 | -220.722 | |
| Uitgifte aandelen - uitoefening van aandelenopties op 5 april 2018 Uitgifte aandelen - uitoefening van |
222.816 | 2 | 0 | ||
| aandelenopties op 4 oktober 2018 Uitgifte aandelen - uitoefening van |
29.500 | 1 | 64 | ||
| aandelenopties op 20 december 2018 | 6.500 | 0 | 0 | ||
| Per 31 december 2018 | 51.361.088 | 514 | -221.232 | -220.718 | |
| Uitgifte aandelen – private plaatsing 28 januari 2019 |
5.000.000 | 50 | 50 | ||
| Uitgifte aandelen - uitoefening van aandelenopties op 4 april 2019 |
21.000 | 0 | 0 | ||
| Per 31 december 2019 | 56.382.088 | 565 | -221.232 | -220.668 |
De volgende kapitaalverrichtingen vonden plaats bij de Vennootschap van 1 januari 2019 tot 31 december 2019:
Elk aandeel geeft de houder ervan recht op één stem. De aandelen zijn ondeelbaar ten aanzien van de Vennootschap en de Vennootschap erkent slechts één eigenaar per aandeel wat de uitoefening van de stemrechten betreft.
De Vennootschap heeft geen dividenden op haar aandelen gedeclareerd of uitgekeerd. Momenteel verwacht de raad van bestuur alle eventuele opbrengsten uit de activiteiten van de Vennootschap te gebruiken voor de ontwikkeling en groei van haar activiteiten en verwacht zij niet enig dividend uit te keren aan de aandeelhouders in de nabije toekomst.
De tabel hierna geeft een overzicht van de bewegingen in de aandelenopties sinds 1 januari 2018:
| 2008 Plan |
2013 Plan |
2015 Plan |
2017 Plan |
2018 Plan |
Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal uitstaand op 31 december |
|||||||
| 2017 | 40.101 | 762.595 | 240.412 | 1.340.000 | 0 | 2.383.108 | |
| Opties toegekend | + | 0 | 0 | 15.000 | 0 | 273.900 | 288.900 |
| Opties uitgeoefend | - | -21.000 | -255.904 | -2.912 | 0 | 0 | -279.816 |
| Opties vervallen | - | 0 | -2.096 | -2.512 | 0 | 1.000 | -3.608 |
| Opties geannuleerd | - | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal uitstaand | |||||||
| op 31 december | |||||||
| 2018 | 19.101 | 504.595 | 249.588 | 1.340.000 | 274.900 | 2.388.184 | |
| Opties toegekend | + | 0 | 0 | 0 | 0 | 278.550 | 278.550 |
| Opties uitgeoefend | - | 0 | -21.000 | 0 | 0 | 0 | -21.000 |
| Opties vervallen | - | -19.101 | -1.056 | -40.370 | 0 | -27.001 | -87.528 |
| Opties geannuleerd | - | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal uitstaand op 31 december |
|||||||
| 2018 | 0 | 482.539 | 209.218 | 1.340.000 | 526.449 | 2.558.206 |
Het 2008 Plan is een niet-verwaterend optieplan, wat impliceert dat er geen nieuwe aandelen uitgegeven worden bij de uitoefeningen van deze aandelenopties. De Vennootschap heeft schaduwovereenkomsten gesloten met bepaalde oprichters (aandeelhouders) waarbij, na uitoefening van de aandelenopties op grond van het plan, deze oprichters gewone aandelen in hun bezit zullen overdragen aan de optiehouder.
In 2019 werden er geen opties uitgeoefend noch verbeurdverklaard.
De belangrijkste voorwaarden van het 2008 Plan zijn de volgende:
De financiële impact van de opties die op grond van dit plan zijn toegekend, is niet groot. De aan de hand van het Black-Scholes-Merton-model geraamde reële waarde van de opties bedroeg EUR 0,1 per optie.
Het 2013 Plan is een verwaterend optieplan, wat impliceert dat er nieuwe aandelen worden uitgegeven bij de uitoefening van de aandelenopties. Er kunnen maximaal 1.000.000 aandelen uitgegeven worden aan werknemers, consultants en het management van de Groep, waarvan 987.840 opties zijn toegekend per 31 december 2019.
In totaal werden 21.000 opties uitgeoefend in 2019 aan een uitoefenprijs van EUR 8,1309 met een gewogen gemiddelde aandeelkoers van EUR 11,80 op het moment van de uitoefening van de opties. In 2019 werden 1.056 opties verbeurd.
In totaal zijn er op 31 december 2019 nog 482.539 opties uitstaand waarvan;
De gewogen gemiddelde resterende looptijd is 2,88 jaar.
De belangrijkste voorwaarden van het 2013 Plan zijn de volgende:
De reële waarde van elke optie is geraamd aan de hand van het Black-Scholes Merton-model met de volgende veronderstellingen:
| Toekenning 2013 |
Toekenning juli 2014 |
Toekenning november 2014 |
Toekenning augustus 2015 |
Toekenning juli 2017 |
Toekenning december 2017 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal toegekende | ||||||
| warrants Aantal warrants nog niet definitief verworven op |
680.340 | 20.000 | 20.000 | 30.000 | 50.000 | 187.500 |
| 31/12/2019 | 0 | 0 | 0 | 0 | 19.881 | 171.875 |
| Uitoefenprijs | EUR 9,35 | EUR 9,35 | EUR 8,13 | EUR 13,28 | EUR 10,44 | EUR 12,14 |
| Verwacht dividend |
||||||
| rendement Verwachte volatiliteit van de |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| koers Risicovrije |
25% | 30% | 30% | 31% | 36% | 35% |
| rentevoet | 0,7% | 0,2% | 0,1% | 0,1% | 0,3% | 0,2% |
| Verwachte looptijd | 3,5 jaar | 2,8 jaar | 2,6 jaar | 2,3 jaar | 3,5 jaar | 3,5 jaar |
| Percentage verval | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
| Reële waarde | EUR 1,78 | EUR 1,87 | EUR 1,56 | EUR 2,70 | EUR 2,53 | EUR 2,80 |
De gewogen gemiddelde risicovrije rentevoeten die gebruikt worden zijn gebaseerd op de rente van staatsobligaties op datum van de toekenning met een looptijd die gelijk is aan de verwachte looptijd van de opties. De volatiliteit wordt bepaald aan de hand van de Nasdaq Biotech Index (NBI).
Op 15 januari 2015 werd een optieplan opgezet op grond waarvan 217.934 opties werden uitgegeven. Dit plan werd op de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap van 13 april 2015 geannuleerd en werd op dezelfde datum vervangen door een nieuw aandelenoptie plan (het '2015 Plan'), waardoor de Vennootschap een maximum van 262.934 aandelenopties (elke aandelenoptie heeft de vorm van een warrant) kan toekennen aan geselecteerde medewerkers (bestaande uit werknemers,
consultants en leden het management) en bestuurders. Het 2015 Plan is een verwaterend optieplan, wat impliceert dat er nieuwe aandelen worden uitgegeven bij de uitoefening van de aandelenopties.
In 2019 werden er geen opties toegekend noch uitgeoefend. In 2019 werden 40.370 opties verbeurd. Per 31 december 2019 staan nog 209.218 opties uit en de gewogen gemiddelde resterende looptijd is 3,3 jaar.
De belangrijkste voorwaarden van het 2015 Plan zijn de volgende:
De reële waarde van elke optie is geraamd aan de hand van het Black-Scholes Merton-model met de volgende veronderstellingen:
| Toekenning 2015 |
Toekenning januari 2016 |
Toekenning maart 2016 |
Toekenning mei 2016 |
Toekenning augustus 2016 |
Toekenning november 2016 |
Toekenning mei 2017 |
Toekenning mei 2018 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal toegekende warrants Aantal warrants nog niet definitief verworven op |
72.500 | 10.000 | 62.500 | 15.000 | 10.000 | 62.500 | 15.000 | 15.000 |
| 31/12/2019 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Uitoefenprijs | EUR 13,28 | EUR 12,77 | EUR 11,52 | EUR 9,72 | EUR 7,25 | EUR 8,50 | EUR 10,27 | EUR 12,73 |
| Verwacht dividendrendement Verwachte volatiliteit van de |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| koers Risicovrije |
31% | 34% | 36% | 36% | 38% | 38% | 37% | 35% |
| rentevoet | 0,5% | 0,8% | 0,4% | 0,4% | 0,7% | 0,9% | 0,5% | -0,4% |
| Verwachte looptijd | 3,4 jaar | 4,6 jaar | 4,6 jaar | 4,5 jaar | 4,4 jaar | 4,2 jaar | 3,9 jaar | 4 jaar |
| Percentage verval | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
| Reële waarde | EUR 3,29 | EUR 3,85 | EUR 4,13 | EUR 2,08 | EUR 2,52 | EUR 2,74 | EUR 3,19 | EUR 3,37 |
De gewogen gemiddelde risicovrije rentevoet die gebruikt werd is gebaseerd op de rente van staatsobligaties op datum van de toekenning met een looptijd die gelijk is aan de verwachte looptijd van de opties. De volatiliteit wordt bepaald aan de hand van de Nasdaq Biotech Index (NBI).
Op 11 september 2017 werd een optieplan opgezet op grond waarvan 1.340.000 opties werden uitgegeven en toegekend aan Herman Verrelst, chief executive officer van het bedrijf. Het 2017 Plan is een verwaterend optieplan, wat impliceert dat er nieuwe aandelen worden uitgegeven bij de uitoefening van de aandelenopties.
In 2017 werden 1.340.000 opties uitgegeven. Geen opties werden uitgeoefend noch verbeurdverklaard.
De belangrijkste voorwaarden van het 2017 Plan zijn de volgende:
De reële waarde van elke optie is geraamd aan de hand van het Black-Scholes Merton-model met de volgende veronderstellingen:
| Toekenning december 2017 |
|---|
| 1.340.000 |
| 865.975 EUR 9,92 |
| 0 |
| 32% |
| -0,3% |
| 2,5 jaar |
| 0% |
| EUR 2,14 |
Op 10 september 2018 werd een optieplan opgezet door de raad van bestuur, op grond waarvan 1.335.426 opties werden uitgegeven, waardoor de Vennootschap maximaal 1.335.426 opties kon toekennen aan geselecteerde personeelsleden (bestaande uit werknemers, consultants en leden van het management) en bestuurders.
In 2019 werden 278.550 opties toegekend. Er werden geen opties uitgeoefend en 27.001 opties werden verbeurdverklaard.
De belangrijkste voorwaarden van het 2018 Plan zijn de volgende:
Netto verplichte toegezegde pensioenregeling
2019
2019
Per 31 december 2018 28 Service kost 471 Werkgeversbijdragen -693 Actuariële winsten/verliezen 243 Per 31 december 2019 49
Actualisatievoet 1,30% Minimaal gegarandeerde rentevoet 1,75%
Actualisatievoet + 0.5% 28 Actualisatievoet - 0.5% -4
De reële waarde van elke optie is geraamd aan de hand van het Black-Scholes Merton-model met de volgende veronderstellingen:
| Toekenning 2018 |
Toekenning mei 2019 ! |
Toekenning oktober 2019 ! |
Toekenning december 2019 |
|
|---|---|---|---|---|
| Aantal toegekende warrants Aantal warrants nog niet definitief verworven op |
273.900 | 97.500 | 116.050 | 65.000 |
| 31/12/2019 Uitoefenprijs Verwacht |
133.562 EUR 11,95 |
97.500 EUR 11,93 |
76.228 EUR 6,48 |
65.000 EUR 6,05 |
| dividendrendement Verwachte volatiliteit van de |
0 | 0 | 0 | 0 |
| koers Risicovrije |
34% | 35% | 39% | 40% |
| rentevoet Verwachte looptijd Percentage verval Reële waarde |
-0,3% 3,5 jaar 0% EUR 3,11 |
-0,6% 3,2 jaar 0% EUR 2,34 |
-0,7% 3,5 jaar 0% EUR 1,46 |
-0,6% 3,5 jaar 0% EUR 1,24 |
De op aandelen gebaseerde verloningskosten als dusdanig opgenomen in de winst- en verliesrekening, worden hierna weergegeven:
| Jaren eindigend op 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Op aandelen gebaseerde verloning | 1.225 | 1.064 |
| Totaal | 1.225 | 1.064 |
De toegezegde pensioenplannen werden berekend door toepassing van de 'projected unit credit'-methode vanaf 2016. Geen wijziging in de berekeningswijze in het huidige jaar.
| Per 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen |
49 | 28 |
| Totaal | 49 | 28 |
De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van de voorziening voor de pensioenverplichting en voor onderstaande toelichtingen.
De beweging van de voorziening van de te bereiken pensioenverplichting is als volgt:
| Netto verplichte toegezegde pensioenregeling |
|
|---|---|
| Per 31 december 2018 | 28 |
| Service kost | 471 |
| Werkgeversbijdragen | -693 |
| Actuariële winsten/verliezen | 243 |
| Per 31 december 2019 | 49 |
De voornaamste assumpties die gebruikt werden voor de actuariële berekening, zijn als volgt:
| 2019 | |
|---|---|
| Actualisatievoet | 1,30% |
| Minimaal gegarandeerde rentevoet | 1,75% |
De Groep heeft een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd rekening houdend met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,5%. De impact van de sensitiviteitsanalyse op de netto verplichting is als volgt:
| 2019 | ||
|---|---|---|
| Actualisatievoet + 0.5% | 28 | |
| Actualisatievoet - 0.5% | -4 |
De activa van het pensioenplan warden volledig geïnvesteerd in verzekeringscontracten met een gegarandeerd rendement, dit sluit qua risicoklasse het best aan bij obligaties.
De financiële schulden kunnen als volgt worden geanalyseerd:
| Per 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| PMV & FPIM leningen Leaseverplichtingen Bankleningen Converteerbare schuld |
0 23.942 58 136.158 |
16.272 13.767 182 0 |
| Totaal lange termijn | 160.158 | 30.221 |
| PMV & FPIM leningen Leaseverplichtingen Bankleningen |
0 6.295 125 |
1.202 3.790 122 |
| Totaal korte termijn | 6.420 | 5.114 |
| Totaal financiële schulden | 166.578 | 35.335 |
De leaseverplichtingen zijn aanzienlijk toegenomen als gevolg van de impact van IFRS 16, zie toelichting 5.2.2.2.
In 2013 herfinancierde Biocartis NV ongeveer 50% van haar semi-geautomatiseerde productielijn voor cartridges van Idylla™ in Mechelen (België) via een sale-and-lease-back-verrichting. De lease heeft een looptijd tot 1 juni 2021, heeft een rentevoet van 3,35% en omvat een aankoopoptie van EUR 0,1 miljoen. Per 31 december 2019 staat er EUR 0,1 miljoen open onder deze faciliteit.
financieringsfaciliteiten voor aanpassingen aan de huidige cartridge productielijn. De eerste nieuwe faciliteit is een investeringskrediet voor een bedrag van EUR 0,6 miljoen, heeft een looptijd van vijf jaar en een rente van 1,93%. De tweede faciliteit betreft een leasingovereenkomst voor EUR 4,4 miljoen, heeft een rentevoet van 1,77% en bevat een aankoopoptie van 1% van het gefinancierde bedrag en heeft een looptijd van 54 maanden. Per 31 december 2019 staat er EUR 2,0 miljoen open onder deze twee financieringsfaciliteiten.
In 2016 verwierf Biocartis NV een nieuwe lease
financieringsfaciliteit voor de ontwikkeling van de tweede Idylla™ cartridge productielijn in Mechelen, voor EUR 15 miljoen. Deze financieringsfaciliteit werd in 2018 verhoogd met EUR 2,3 miljoen. De rente van toepassing voor dit leasingkrediet is gelijk aan 1,87% en de leasing bevat een aankoopoptie van 1% van het gefinancierde bedrag. Per 31 december 2019 staat er EUR 11,9 miljoen open onder deze faciliteit. Als zekerheid moet een reserverekening voor schuldaflossing worden aangehouden, voor de financieringsfaciliteiten van 2013, 2015 en 2016, de reserverekening voor schuldaflossing bedraagt momenteel EUR 1,2 miljoen.
In 2016 verkreeg de Onderneming ook een nieuwe achtergestelde lening van EUR 15 miljoen verstrekt door en consortium
bestaande uit PMV (Participatie Maatschappij Vlaanderen) en de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Deze lening heeft een rentevoet van 7% (welke in de eerste drie jaar wordt gekapitaliseerd) en had een initiële vervaldatum op 30 september 2021 (uitgezonderd in geval van een verlening van de lening op vraag van de Vennootschap of door een vrijwillige of verplichte vervroegde aflossing). In juni 2019 werd deze lening volledig afgelost op basis van de uitoefening van de optie voor vervroegde aflossing.
In 2017 bereikte Biocartis een overeenkomst met KBCC en BNP Paribas Fortis voor een EUR 27,5 miljoen kredietlijn voor meerdere doeleinden (niet gedekt door een overheidsgarantie). Deze kredietlijn bestaat uit EUR 18,5 miljoen roll-over kredietlijn en EUR 9 miljoen werkkapitaal kredietlijn. Op 31 december 2019 werden nog geen bedragen opgenomen van deze kredietfaciliteit.
In 2018 verkreeg Biocartis een investeringskrediet van EUR 1 miljoen van een bank om matrijsinvesteringen te financieren die betrekking hebben op de eerste cartridge productielijn. Het investeringskrediet heeft een betalingstermijn van 5 jaar en een rentvoet van 2,53%. Op 31 december 2019 werd EUR 0,7 miljoen opgenomen van dit investeringskrediet.
Op 9 mei 2019 heeft de Groep een converteerbare obligatie van EUR 150 miljoen uitgegeven, met een vervaldatum van 9 mei 2024 (d.w.z. een looptijd van 5 jaar) en een coupon van 4%. De obligatie kan naar goeddunken van de obligatiehouder worden omgezet in nieuwe/bestaande gewone aandelen van de Groep. Onder IAS 32 – Financiële instrumenten: presentatie de converteerbare obligatie is een samengesteld financieel instrument en bevat, vanuit het perspectief van de uitgever, een verplichting (d.w.z. het schuldbewijs dat als basiscontract fungeert) en een aandelencomponent (d.w.z. een besloten conversieoptie). De schuldcomponent bedroeg per 31 december 2019 EUR 135,7 miljoen.
Daarnaast heeft de Groep ook toegang tot een bankgarantie lijn van EUR 0,5 miljoen, waarvan 0,5 miljoen is opgenomen als huurwaarborg per 31 december 2019, alsook een kredietlijn bij de bank van EUR 0,6 miljoen voor valuta-hedging, waarvan EUR 0 miljoen is opgenomen per 31 december 2019.
De voorwaarden van de leningen worden samengevat in onderstaande tabel:
| Lening | Jaar | Nominaal bedrag (in EUR 000) |
Gewaarborgd (g) Niet gewaarborgd (ng) |
Rentevoet | Vervaldatum |
|---|---|---|---|---|---|
| Lease maatschappij | 2013 | 7,910 | G | 3,35% | 31/05/2021 |
| Lease maatschappij | 2015 | 3,372 | G | 1,69% | 1/12/2021 |
| Bank | 2015 | 600 | G | 1,93% | 1/06/2021 |
| Lease maatschappij | 2016 | 17,319 | G | 1,87% | 1/12/2023 |
| Bank | 2018 | 1,000 | G | 2,53% | 31/12/2023 |
De reconciliatie tussen het totaal van toekomstige minimale leasebetalingen van de financiële leases op het einde van de verslagperiode en hun contante waarde wordt weergegeven in de tabel hierna:
| Per 31 december, | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 | |||
| Minimum leasebetalingen |
Contante waarde van de minimale leasebetalingen |
Minimum leasebetalingen |
Contante waarde van de minimale leasebetalingen |
||
| Lease | |||||
| < 1 jaar | 7.482 | 6.295 | 4.126 | 3.790 | |
| >1 en < 5 jaar | 19.928 | 17.860 | 14.228 | 13.767 | |
| > 5 jaar | 6.318 | 6.082 | 0 | 0 | |
| Totaal | 33.728 | 30.237 | 18.354 | 17.557 | |
| Min interesten | -3.250 | -750 | |||
| Contante waarde | 30.478 | 30.237 | 17.604 | 17.557 |
De wijzigingen in financiële schulden worden in onderstaande tabel samengevat:
| In EUR 000 | Converteerbare | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| PMV & FPIM | Leaseverplichtingen | schuld | Bank | ||
| Per 31 december 2018 | 17.474 | 17.556 | 0 | 305 | |
| Wijzigingen in financiële kasstroom | -17.474 | -6.142 | 133.490 | -122 | |
| Wijzigingen van het verwerven of verliezen van controle in dochterondernemingen of andere |
|||||
| Wijzigingen door het eect van | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| wisselkoersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Gekapitaliseerde interesten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Toe te rekenen interesten | 0 | 0 | 2.668 | 0 | |
| Lease toevoegingen | 0 | 18.823 | 0 | 0 | |
| Per 31 december 2019 | 0 | 30.237 | 136.158 | 183 |
Zie toelichting 5.2.2.2 met betrekking tot verdere details voor leaseverplichtingen zoals rentelasten, kosten met betrekking tot korte termijn en lage waarde leases en
variabele leasebetalingen. De leaseovereenkomsten van het bedrijf bevatten geen materiële beperkingen of financiële convenanten.
| Per 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Handelsschulden | 9.070 | 7.973 |
| Totaal handelsschulden | 9.070 | 7.973 |
| Per 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Voorzieningen voor vakantiegeld en eindejaarspremie en andere sociale schulden |
6.003 | 4.139 |
| BTW schulden | 88 | 42 |
| Totaal overige schulden op korte termijn |
6.091 | 4.181 |
| Jaren eindigen op 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Subsidies | 859 | 987 |
| Samenwerkingsovereenkomsten | 1.197 | 2.029 |
| Totaal | 2.056 | 3.016 |
| Korte termijn | 1.595 | 3.010 |
| Lange termijn | 461 | 6 |
Voor meer details over de contract verplichtingen verwijzen we naar toelichting 5.2.4. Over te dragen inkomsten uit samenwerkingsovereenkomsten omvatten vooruitbetalingen van samenwerkingspartners in verband met de strategische licenties, ontwikkeling- en commercialiseringssamenwerkingen. De over te dragen inkomsten per 31 december 2018 bedroegen EUR 2,0 miljoen, waarvan EUR 1,3 miljoen in omzet werd genomen in 2019 en het resterende saldo van EUR 0,7 miljoen is nog steeds uitstaand en opgenomen in het saldo van de over te dragen inkomsten op 31 december 2019.
| Over te dragen inkomsten uit samenwerkings- overeenkomsten |
|
|---|---|
| Per 31 december 2017 | 1.574 |
| Gefactureerd | 2.454 |
| Opgenomen als baten afkomstig van samenwerkingspartners |
-1.999 |
| Per 31 december 2018 | 2.029 |
| Gefactureerd | 5.605 |
| Opgenomen als baten afkomstig van samenwerkingspartners |
-6.436 |
| Per 31 december 2019 | 1.197 |
Toe te rekenen kosten bestaan hoofdzakelijk uit toegerekende kosten voor huurlasten.
5.2.26 / HANDELSSCHULDEN EN OVERIGE SCHULDEN OP
KORTE TERMIJN
5.2.27 / OVER TE DRAGEN OPBRENGSTEN
| Jaren eindigend op 31 december, |
||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Actuele belastingen | -165 | -112 |
| Uitgestelede belastingen | 66 | 3 |
| Inkomstenbelastingen opgenomen in het verlies van het boekjaar |
-99 | -109 |
Fiscale kosten voor het jaar kunnen als volgt worden gereconcilieerd met het boekhoudkundige verlies:
| Jaren eindigen op 31 december, |
||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Verlies voor belastingen | -64.167 | -48.262 |
| Winstbelasting berekend tegen 29,58% | -18.981 | -14.244 |
| E ect van verschillende belastingtarieven |
0 | -76 |
| E ect van ontvangsten die vrijgesteld zijn van belasting |
-4.631 | -3.200 |
| E ect van kosten die niet-aftrekbaar zijn voor het bepalen van de fiscale winst E ect van niet-gecompenseerde fiscale |
-169 | 566 |
| verliezen en fiscale aftrekken niet opgenomen als uitgestelde belastingvorderingen E ect van belastingkrediet voor onderzoek en |
23.781 | 16.969 |
| ontwikkeling | -311 | -216 |
| E ect van vermogensbelasting Biocartis SA |
178 | 103 |
| Overige | 37 | -8 |
| -96 | -106 | |
| Aanpassingen opgenomen in het lopende jaar ten opzichte van de huidige belastingen van voorgaande jaren |
-3 | -3 |
| Lasten uit hoofde van winstbelasting | ||
| (winst) opgenomen in verlies voor de periode |
-99 | -109 |
Gezien de onzekerheid over het vermogen van de Groep om fiscale winsten te realiseren in de nabije toekomst, heeft de Groep geen enkele uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen fiscale verliezen en tijdelijke verschillen opgenomen.
De groep heeft beschikbare overgedragen fiscale verliezen van EUR 341,1 miljoen (2018: EUR 309,0 miljoen). De fiscale verliezen van Biocartis NV voor EUR 313,6 miljoen op 31 december 2019 (2018: EUR 254,1 miljoen) in België zullen niet vervallen, omdat ze voor onbepaalde tijd kunnen worden overgedragen.
De Groep heeft een overdraagbaar belastingkrediet voor O&O voor een totaalbedrag van EUR 6,8 miljoen (2018: EUR 6,6 miljoen) waarvoor uitgestelde belastingvorderingen van EUR 6,8 miljoen (2018: EUR 6,6 miljoen) werden opgenomen aangezien de opnamecriteria vanaf 2014 vervuld waren. Per 2019 is EUR 5,2 miljoen van het totale belastingkrediet voor O&O geclassificeerd als vlottende activa onder 'overige vorderingen'.
Kapitaal omvat eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders, leningen en geldmiddelen en kasequivalenten. Het beleid van de Groep bestaat erin een sterke kapitaalbasis aan te houden om het vertrouwen van de beleggers en schuldeisers te behouden en de toekomstige ontwikkeling van de activiteiten te ondersteunen. Bij het beheren van haar kapitaal wil de Groep voldoende liquiditeit aanhouden om te voldoen aan de vereisten inzake werkkapitaal, kapitaalinvesteringen en aankopen en haar
vermogen om haar activiteiten als going concern voort te zetten vrijwaren.
De Groep verifieert regelmatig het kapitaal om ervoor te zorgen dat aan de statutaire kapitaalvereisten voldaan is en kan kapitaalverhogingen voorstellen aan de aandeelhoudersvergadering om te zorgen dat het nodige kapitaal intact blijft.
De activiteiten van de Groep stellen haar bloot aan een aantal financiële risico's zoals marktrisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico. Het financiële departement van de Groep
Marktrisico is het risico dat de reële waarde van de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zullen schommelen omwille van wijzigingen in de marktprijzen. De
De Groep is blootgesteld aan wisselkoersrisico's, hoofdzakelijk via haar bedrijfsactiviteiten. Sommige aankoopverrichtingen en sommige verkoopverrichtingen van de Groep worden uitgevoerd in Brits pond (GBP) en Amerikaanse dollar (USD). De Groep heeft geen regelingen getroffen om deze wisselkoersrisico's in te dekken. De Groep beheert haar wisselkoersrisico door de inkomsten in vreemde valuta in overeenstemming te brengen met de uitgaven in vreemde
stelt de financiële risico's vast en evalueert ze in nauwe samenwerking met de operationele eenheden.
activiteiten van de Groep stellen haar in hoofdzaak bloot aan wijzigingen in de wisselkoersen en rentevoeten.
valuta. Daardoor is de gevoeligheid aan bepaalde mogelijke schommelingen, in het bijzonder in CHF, GBP en USD, beperkt. Blootstelling aan wisselkoersschommelingen met betrekking tot de vreemde valuta kan bovendien worden beheerd via indekking door wisseltermijncontracten, op basis van beslissingen van het management. De Groep heeft geen 'hedge accounting' toegepast in 2019 en 2018.
De financiële activa omvatten zichtrekeningen en kleine kassen. De financiële verplichtingen van de Groep omvatten handelsschulden en overlopende rekeningen in vreemde valuta.
| Per 31 december | |||
|---|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 | |
| Verplichtingen | |||
| USD – Verenigde Staten | 222 | 119 | |
| GBP – Groot-Brittannië | 7 | 29 | |
| Activa | |||
| USD - Verenigde Staten | 3.487 | 3.565 | |
| GBP - Groot-Brittannië | 372 | 98 |
De Groep voert een gevoeligheidsanalyse uit voor de twee meest belangrijke valuta (USD, GBP). De impact van een stijging of daling in waarde van 10% van deze valuta is niet groot.
Het renterisico is beperkt, aangezien de Groep enkel langlopende leningen heeft met een vaste rentevoet. Wijzigingen in de rentevoeten zullen de winst of verlies of andere niet-gerealiseerde resultaten niet doen stijgen/dalen.
De Groep is niet blootgesteld aan een koersrisico voor aandelen of grondstoffen, omdat ze niet belegt in deze beleggingscategorieën.
Kredietrisico vloeit voort uit geldmiddelen en kasequivalenten, bankdeposito's op korte termijn, alsook kredietblootstelling aan samenwerkingspartners. Kredietrisico heeft betrekking op de risico's dat de tegenpartij in gebreke zal blijven met betrekking tot zijn contractuele verplichtingen en de Groep daardoor een financieel verlies lijdt.
De Groep heeft een beperkt aantal samenwerkingspartners en heeft dan ook een aanzienlijke concentratie van kredietrisico. Er zijn echter beleidslijnen om ervoor te zorgen dat de kredietblootstelling tot een minimum wordt herleid en aanzienlijke concentraties van kredietblootstelling worden enkel toegestaan voor korte periodes aan samenwerkingspartners met een hoge kredietwaardigheid. Kredietblootstelling met betrekking tot O&Opartneractiviteiten is geconcentreerd bij een beperkt aantal kredietwaardige partners. In 2019 waren er geen klanten
De belangrijkste bronnen van kasinstromen voor de Groep zijn kapitaalverhogingen, leningen, subsidies en samenwerkingsovereenkomsten. Geldmiddelen worden belegd in beleggingen met laag risico, zoals bankdeposito's op korte termijn. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het beheer van het liquiditeitsrisico ligt bij de raad van bestuur, die een naar zijn oordeel adequaat risicobeheerkader heeft ontwikkeld voor het beheer van de korte-, middellange- en
die ten minste 10% van de totale erkende opbrengsten vertegenwoordigen.
Op geen enkele van de voormelde vorderingen werden waardeverminderingen toegepast. Geen enkele van de hierboven vermelde financiële activa werd in pand gegeven als onderpand, en er werden geen financiële activa ontvangen als onderpand. Het enige in pand gegeven financieel actief is de waarborg van EUR 1,2 miljoen voor de lease, die is opgenomen onder geldmiddelen en kasequivalenten.
Geldmiddelen en kasequivalenten en korte termijndeposito's worden belegd bij gerenommeerde banken en financiële instellingen.
Het maximale kredietrisico waaraan de Groep theoretisch is blootgesteld op balansdatum, is de boekwaarde van de financiële activa.
lange termijnfinancierings- en liquiditeitsnoden. De Groep maakt hoofdzakelijk gebruik van liquide beleggingen in zichtrekeningen (euro en vreemde valuta), korte termijndeposito's en fiduciaire deposito's. De instrumenten waarin belegd wordt, hebben hoge kredietwaardigheidsratings, kapitaalgaranties en beleggingshorizonten van maximaal 12 maanden. De Groep heeft een multifunctionele kredietlijn van EUR 27,5 miljoen, zoals vermeld in 5.2.25.
Daarnaast heeft de Groep ook toegang tot een bankgarantie lijn van EUR 0,5 miljoen, waarvan 0,5 miljoen is opgenomen als huurwaarborg per 31 december 2019, alsook een kredietlijn bij de bank van EUR 0,6 miljoen voor valutahedging, waarvan EUR 0 miljoen is opgenomen per 31 december 2019.
Het vermogen van de Groep om adequate kasreserves aan
te houden om haar activiteiten op middellange termijn te ondersteunen, hangt in grote mate af van het vermogen van de Groep om verder geldmiddelen op te halen uit samenwerkingsovereenkomsten, productverkopen, subsidies alsook de verkoop van de nieuwe aandelen. Bijgevolg is de Groep potentieel blootgesteld aan een belangrijk liquiditeitsrisico op middellange termijn.
Een analyse van de contractuele looptijden van financiële verplichtingen op 31 december is als volgt (bedragen in EUR 000):
| Per 31 december | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 | ||||||
| In EUR 000 | Handels schulden |
Financiële schulden |
Overige schulden op korte termijn en toe te rekenen kosten |
Handels schulden |
Financiële schulden |
Overige schulden op korte termijn en toe te rekenen kosten |
|
| Minder dan 1 jaar | 9.070 | 6.668 | 6.091 | 7.972 | 5.114 | 4.181 | |
| 1-3 jaar | 11.804 | 24.351 | 386 | ||||
| 3-5 jaar | 156.113 | 5.870 | 360 | ||||
| 5+ jaar | 5.834 | 0 | 754 | ||||
| Totaal | 9.070 | 180.420 | 6.091 | 7.972 | 35.335 | 5.682 |
De significante stijging van de financiële schulden van EUR 35,3 miljoen in 2018 tot EUR 180,4 miljoen is enerzijds gerelateerd aan de uitgifte van de converteerbare obligatie en anderzijds aan de implementatie van IFRS 16.
De reële waarde van de financiële activa werd bepaald op basis van de volgende methodes en veronderstellingen:
De reële waarde van de financiële verplichtingen werd bepaald op basis van de volgende methodes en veronderstellingen:
De Groep hanteert de volgende hiërarchie bij het bepalen en vermelden van de reële waarde van financiële instrumenten per waarderingsmethode.
De Groep heeft één financieel instrument (MyCartis) gewaardeerd tegen reële waarde in de geconsolideerde balans op 31 december 2019 en 2018.
Met uitzondering van de leningen (financiële verplichtingen, zie toelichting 5.2.25), benaderen de boekwaarde van de financiële activa en passiva hun reële waarde. De leningen met een boekwaarde van EUR 166,1 miljoen (2018: EUR 35,3 miljoen) hebben een reële waarde van EUR 165,3 miljoen (2018: EUR 35,1 miljoen).
De Groep is momenteel niet verwikkeld in enig bestaand geschil dat een aanzienlijke negatieve invloed zou kunnen hebben op de financiële positie van de Groep.
De Groep neemt opbrengsten op uit subsidies van Vlaamse, Nederlandse en Europese subsidieverleners als aan alle contractuele voorwaarden is voldaan. De overheidsinstanties kunnen echter nadien een audit uitvoeren, die kan leiden tot een (gedeeltelijke) verplichting tot terugbetaling van de subsidie. De Groep meent dat het risico op verplichting tot terugbetaling zeer onwaarschijnlijk is gezien de voortdurende controle op de contractuele voorwaarden. Momenteel heeft de Groep voldaan aan alle bestaande voorwaarden met betrekking tot de opname van de opbrengsten uit subsidies.
Overeenkomsten met deze subsidieverleners omvatten gewoonlijk ook clausules die de noodzaak bepalen om in de toekomst de projectresultaten te valideren na het verlopen van de initiële subsidietermijn waarin de gesubsidieerde uitgaven of investeringen werden aangegaan en waarvoor de subsidie werd toegekend. Als deze waardering niet plaatsvindt of geacht wordt inadequaat te zijn, hebben de subsidieverleners het recht de voorheen toegekende subsidies terug te vorderen.
Wat de licentieovereenkomsten van de Groep betreft, zou Biocartis in de toekomst momenten kunnen ervaren waar de gevraagde royalty's op verkopen van gelicentieerde producten op grond van deze overeenkomsten hoger zijn dan de door de Groep meegedeelde royalty's.
Kapitaalverplichtingen hebben voornamelijk betrekking op de verbetering van de huidige cartridge productielijn gelegen in Mechelen (Belgium) waarvoor de Groep verschillende contractuele regelingen is aangegaan met specifieke toeleveranciers (2019: EUR 0,4 miljoen; 2018: EUR 0,6 miljoen). De Groep zal haar beschikbare kantoorruimte
vergroten waarvoor investeringen (verbeteringen aan gehuurde gebouwen) zullen gedaan worden voor EUR 0,3 miljoen (2018: EUR 0,6 miljoen). De Groep heeft geen andere materiële verplichtingen met betrekking tot de kapitaaluitgaven op 31 december 2019.
De Groep heeft operationele verplichtingen tegenover verschillende leveranciers voor de onderdelen van Idylla™ platformen en cartridges voor een totaalbedrag van EUR 9,3 miljoen (2018: EUR 7,3 miljoen). De verwachting is dat het merendeel van deze verplichtingen voldaan worden in 2020.
Transacties tussen de Vennootschap en haar dochtervennootschappen werden geëlimineerd bij de consolidatie en worden niet vermeld in de toelichtingen. De bezoldigingen van het uitvoerend management,
transacties met de joint venture en een lijst van de dochtervennootschappen worden hieronder toegelicht. Er waren geen andere transacties met verbonden partijen.
| Jaren eindigend op 31 december, | |||
|---|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 | |
| Korte termijn personeelsbeloningen (lonen, sociale zekerheidsbonussen en voordelen van alle aard en bijkomende voordelen) |
1.432 | 1.775 | |
| Vergoedingen na uitdiensttreding (groepsverzekering) |
17 | 17 | |
| Op aandelen gebaseerde verloning | 841 | 762 | |
| Totaal | 2.290 | 2.554 |
Vergoedingen na uitdiensttreding voor het uitvoerend management maken deel uit van het pensioenplan waarop alle in aanmerking komende werknemers recht hebben. De bijdragen worden betaald als een percentage van het brutojaarloon voor de toegezegde-bijdrageplannen en worden voorlopig berekend op basis van de regelgevingen ingevolge de bestaande toegezegde-pensioenplannen. Aan de leden van het uitvoerend management werden geen leningen,
quasi-leningen of andere waarborgen verleend.
Op aandelen gebaseerde verloningen hebben betrekking op de aandelenopties die in 2019 en 2018 werden verleend op grond van het ESOP 2013, 2015, 2017 en 2018 plan, de bewegingstabel van de aandelenopties verleend aan het uitvoerend management is opgenomen in het remuneratieverslag.
| In EUR 000 | Verkoop van goederen en diensten |
Aankoop van goederen en diensten |
Rentekosten | Handels vorderingen |
Handels schulden |
Financiële schulden |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2019 | 2.789 | 0 | 0 | 646 | 0 | 0 |
| 31 december 2018 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Transacties met verbonden partijen zijn marktconform. De belangrijkste transacties hebben betrekking op de verkoop van producten aan de joint venture van de Groep.
Hierna volgt meer informatie over de dochtervennootschappen van de Vennootschap op 31 december 2019:
| Naam van de dochtervennootschap |
Hoofdactiviteit | Plaats van oprichting en bedrijf |
Omvang van belang en stemrechten aangehouden door de Groep |
|
|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 | |||
| Biocartis NV | Ontwikkeling en verkoop van diagnostische platformen |
Generaal de Wittelaan 11 B - 2800 Mechelen, België |
100% | 100% |
| Biocartis US Inc. | Ontwikkeling en verkoop van diagnostische platformen |
30 Montgomery Street Suite 970 Jersey City, NJ 07302 USA |
100% | 100% |
Er zijn geen belangrijke restricties op het vermogen van de Groep om toegang te hebben tot activa en ze aan te wenden, en verplichtingen af te wikkelen, behalve wat betreft de reserverekening voor schuldaflossing voor de lease van
de Idylla™ cartridge productielijn. De reserverekening voor schuldaflossing heeft een boekwaarde van EUR 1,2 miljoen en staat op de balans onder geldmiddelen en kasequivalenten.
Zeven belangrijke gebeurtenissen werden aangekondigd na de rapporteringsperiode
samenwerkingsovereenkomst is aangegaan met AstraZeneca, een wetenschappelijk biofarmaceutisch bedrijf dat wereldwijd actief is (LON/STO/NYSE: AZN). De omvang van de nieuwe master samenwerkingsovereenkomst maakt gezamenlijke projecten voor ontwikkeling en commercialisatie mogelijk tussen Biocartis en AstraZeneca, zoals, maar niet beperkt tot, CDx ontwikkelingsprojecten die elk type indicatie of biomarker kunnen omvatten. Het eerste project die in die context zal gestart worden is een studie gericht op de evaluatie of vloeibare biopsie testing gebruik makend van de Idylla™ ctEGFR Mutation Assay (RUO) verdere voordelen zou kunnen bieden in vergelijking met tumorweefselgebaseerde EGFR moleculaire testing.
Vertrek CFO – On 27 januari 2020 kondigde Biocartis aan dat Ewoud Welten, de Chief Financial Officer (CFO) van de Vennootschap, beslist heeft om Biocartis te verlaten en een andere opportuniteit na te streven in Nederland, dichter bij zijn thuis en familie. Biocartis is een selectieproces gestart om een nieuwe CFO te rekruteren.
Er waren geen andere belangrijke gebeurtenissen tussen 31 december 2019 en de goedkeuringsdatum van dit jaarverslag.
De Vennootschap is momenteel van mening dat de bovengenoemde normen geen materiële impact zullen hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
HOOFDSTUK 6
De statutaire jaarrekening van Biocartis Group NV wordt hieronder voorgesteld in een verkort schema. Het jaarverslag, de volledige jaarrekening gebaseerd op Belgische GAAP en het verslag van de commissaris moeten nog neergelegd worden bij de Nationale Bank van België. De statutaire auditor, Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA, vertegenwoordigd
door Gert Vanhees, heeft een oordeel zonder voorbehoud afgeleverd voor de statutaire jaarrekening. Daarnaast is er ook een elektronische versie van het volledige, statutaire jaarverslag die via het internet kan verkregen worden op de website van Biocartis (www.biocartis.com).
Biocartis Group NV werd opgericht op 24 november 2014 en is de uiteindelijke moederonderneming van de Biocartis Group. De Biocartis Group is actief in het ontwikkelen van innovatieve moleculaire diagnostische systemen die diagnostische oplossingen van de volgende generatie bieden die gericht zijn op het verbeteren van de klinische praktijken ten behoeve van patiënten, artsen, betalers en de industrie. De Biocartis Group ontwikkelt en commercialiseert een
snelgroeiend testmenu op zijn Idylla™ platform, waarmee het mikt op de grote onvervulde medische behoeften, met een focus op oncologie.
Biocartis Group NV is een actieve holding: het houdt een portefeuille van financiële participaties en is ook actief betrokken bij het beheer daarvan door middel van verschillende juridische, financiële en andere diensten.
| Jaren eindigend op 31 december, | |||
|---|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 | |
| Opbrengsten | 5.612 | 4.436 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 51 | 50 | |
| Totale bedrijfsopbrengsten | 5.663 | 4.486 | |
| Services en andere goederen | -2.186 | -1.426 | |
| Salarissen, sociale zekerheidsbijdragen en pensioenen |
-3.683 | -2.909 | |
| Overige bedrijfskosten | -4 | -800 | |
| Bedrijfskosten | -5.873 | -5.135 | |
| Financiële opbrengsten | 2.695 | 2.158 | |
| Financiële kosten | -93.526 | -1.218 | |
| Resultaat voor belastingen | -91.041 | 291 | |
| Inkomstenbelastingen | 27 | 0 | |
| Netto resultaat | -91.014 | 291 |
| Per 31 december, | ||
|---|---|---|
| In EUR 000 | 2019 | 2018 |
| Financiële activa | 450.116 | 235.933 |
| Vaste activa | 450.116 | 235.933 |
| Handelsvorderingen | 0 | 0 |
| Overige vorderingen | 8.777 | 200.032 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 125.116 | 49.495 |
| Over te dragen kosten | 41 133.934 |
17 249.545 |
| Vlottende activa | ||
| Totale activa | 584.050 | 485.478 |
| Maatschappelijk kapitaal | 564 | 514 |
| Uitgiftepremie | 535.301 | 479.680 |
| Geaccumuleerd verlies | -104.071 | -13.057 |
| Totaal eigen vermogen | 431.794 | 467.137 |
| Financiële schuld | 150.000 | 16.272 |
| Schulden op lange termijn | 150.000 | 16.272 |
| Financiële schuld | 0 | 1.202 |
| Handelsschulden | 726 | 499 |
| Belastingschulden Salarissen, sociale zekerheidsbijdragen en |
0 | 16 |
| pensioenlasten | 645 | 352 |
| Toe te rekenen kosten | 885 | 0 |
| Schulden op korte termijn | 2.256 | 2.069 |
| Totaal passiva | 584.050 | 485.478 |
De totale bedrijfsopbrengsten bedroegen in 2019 EUR 5,7 miljoen (2018: EUR 4,5 miljoen) en bestaat voornamelijk uit doorgerekende kosten aan de dochterondernemingen van Biocartis Group NV. De bedrijfskosten die zijn opgenomen in de verslagperiode bedroegen EUR 5,9 miljoen (2018: EUR 5,1 miljoen) en bestaan uit salarissen, sociale zekerheidsbijdragen en pensioenuitgaven voor EUR 3,7 miljoen (2018: EUR 2,9 miljoen) en uit de kosten voor diensten en diverse goederen voor EUR 2,2 miljoen (2018: EUR 1,4 miljoen). Diensten en diverse goederen bestaan voornamelijk uit terugkerende algemene administratieve kosten.
De financiële opbrengsten bedroegen EUR 2,7 miljoen (2018: EUR 2,2 miljoen) en bestonden uit rente-inkomsten op de financiële voorschotten aan de dochterondernemingen van de Biocartis Groep en op de geldmiddelen en
kasequivalenten aangehouden door Biocartis Group NV. Aan de andere kant bedroegen de financiële kosten EUR 93,5 miljoen (2018: EUR 1,2 miljoen) en hebben betrekking op bijzondere waardeverminderingsverliezen op financiële vaste activa, waarvan EUR 5,0 miljoen werd veroorzaakt door een volledige waardevermindering van de deelname van de Vennootschap in MyCartis NV ten gevolge van gewijzigde activiteiten van MyCartis en gerealiseerde waarderingsniveaus van gerelateerde recente kapitaalverhogingen. De financiële kosten bevatten ook EUR 76,8 miljoen die verband houdt met de waardevermindering van de deelnamen van de Vennootschap in Biocartis SA, als gevolg van de liquidatie van Biocartis SA in 2019. De financiële kosten omvatten ook eenmalige kosten van EUR 4,3 miljoen die verband houden met de uitgifte van de converteerbare obligatie in mei 2019 en rentelasten
met betrekking tot deze converteerbare obligatie van EUR 3,9 miljoen. De rentelasten op de PMV- en FPIM-leningen bedroegen EUR 1,0 miljoen in 2019 (2018: EUR 1,2 miljoen).
Het nettoresultaat na belastingen voor de periode eindigend op 31 december 2019 bedraag EUR -91,0 miljoen (2018: EUR 0,3 miljoen).
De financiële vaste activa bestaan uit aandelen in de dochterondernemingen van de Biocartis Group NV voor EUR 445,1 miljoen (Biocartis NV and Biocartis US Inc.) en van de Chinese joint venture voor EUR 5,0 miljoen. In 2018 hield Biocartis Group NV een participatie in Biocartis SA en niet in Biocartis NV. Biocartis SA had een participatie in Biocartis NV, wegens de liquidatie van Biocartis SA in 2019 werd de participatie in Biocartis NV overgedragen aan Biocartis Group NV.
De overige vorderingen bedroegen EUR 8,8 miljoen (2018: EUR 200,0 miljoen) en hebben voornamelijk betrekking op vorderingen op de dochterondernemingen van de Biocartis Groep, met name met betrekking tot financiële voorschotten. De geldmiddelen en kasequivalenten bedroegen EUR 125,1 miljoen op 31 december 2019 (2018: EUR 49,5 miljoen). De over te dragen kosten hebben betrekking op vooruitbetaalde kosten.
Het totale eigen vermogen op 31 december 2019 bedroeg EUR 431,8 miljoen (2018: EUR 467,1 miljoen) en het wettelijk maatschappelijk kapitaal en de uitgiftepremies bedroeg
respectievelijk EUR 0,6 miljoen (2018: EUR 0,5 miljoen) en EUR 535,3 miljoen (2018: EUR 479,7 miljoen).
De volgende bewegingen in het eigen vermogen werden opgenomen in de verslagperiode:
In 2016 verkreeg Biocartis NV een nieuwe lening van EUR 15 miljoen verstrekt door een consortium bestaande uit PMV (Participatie Maatschappij Vlaanderen) en de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Zowel PMV als FPIM verstrekte een lening van EUR 7,5 miljoen elk, met een rentevoet van 7% (die in de eerste drie jaar wordt gekapitaliseerd) en een vervaldatum op 30 september 2021.
Op 9 mei 2019 heeft Biocartis Group NV een converteerbare obligatie van EUR 150 miljoen uitgegeven, met een vervaldatum van 9 mei 2024 en een coupon van 4%.
Op 31 december 2019 bedroegen de handelsschulden EUR 0,7 miljoen (2018: EUR 0,5 miljoen), schulden voor salarissen, sociale zekerheidsbijdragen en pensioen lasten EUR 0,6 miljoen (2018: EUR 0,4 miljoen) en over te dragen kosten bedroegen 0,9 miljoen, die voornamelijk opgebouwde interesten omvat voor de rentecouponbetaling van de converteerbare obligatie.
De totale activa, en aan de andere kant de totale passiva, bedroegen op 31 december 2019 EUR 584,1 miljoen (2018: EUR 486,3 miljoen).
De enkelvoudige jaarrekening van de onderneming rapporteerde een nettoverlies van EUR 91,0 miljoen voor het jaar 2019. De raad van bestuur stelt voor om de statutair nettoverlies van EUR 91,0 miljoen van 2019 over te dragen naar het volgende boekjaar.
De waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit werden gebruikt voor zowel de statutaire jaarrekening als de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap en dit niettegenstaande het bestaan van overgedragen verliezen. Op grond van artikel 3:6 van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en deelnemingen motiveert de raad van bestuur het gebruik van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit als volgt:
Het financieel plan en de investeringsbudgetten van de vennootschap namen deze verliezen voor hun rekening en in lijn hiermee heeft de Vennootschap daarvoor financiering aangetrokken. In 2019 haalde Biocartis Group NV via een private plaatsing EUR 55,5 miljoen op en via de uitgifte van een converteerbare obligatie haalde Biocartis Group NV EUR 150 miljoen op. Gelet op de sterke cashpositie van de Vennootschap eind 2019 en de verwachtingen voor 2020, is de raad van bestuur van oordeel dat de overgedragen verliezen de continuïteit van de Vennootschap niet in het gedrang brengen, ten minste tot aan de gewone algemene vergadering van de Vennootschap in 2021, en dat de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit dan ook verantwoord is.
HOOFDSTUK 7

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN BIOCARTIS GROUP NV OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2019 – GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Biocartis Group NV (de "vennootschap") en haar filialen (samen "de groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 11 mei 2018, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2020. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Biocartis Group NV uitgevoerd gedurende 5 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2019 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening en het geconsolideerd overzicht van overige resultaten, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing, waarvan het totaal van het geconsolideerd overzicht van de financiële positie 268 323 (000) EUR bedraagt en waarvan de geconsolideerd resultatenrekening afsluit met een verlies van het boekjaar van 64 048 (000) EUR.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de groep op 31 december 2019 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden
geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
| KERNPUNTEN VAN DE CONTROLE | HOE ONZE CONTROLE DE KERNPUNTEN VAN DE CONTROLE BEHANDELDE |
|---|---|
| OMZETERKENNING | |
| De omzet van het jaar 2019 bedraagt 37 444 K EUR en bestaat voornamelijk uit: Product gerelateerde inkomsten (24 224 K EUR) uit verschillende combinaties van instrumenten en cartridges in paketaanbiedingen in verkoopcontracten, operationele verhuurcontracten en verhuurcontracten; en |
We hebben de geschiktheid van de grondslagen voor financiële verslaggeving van de groep met betrekking tot de omzeterkenningscriteria gevalideerd met de van toepassing zijnde IFRS standaard. Wij hebben een inzicht verkregen in de onderliggende processen evenals in de preventieve en detectieve interne controles. |
| Inkomsten uit samenwerkingscontracten (12 451 K EUR) waarinder onderzoeks-en ontwikkeling (O&O) samenwerkingsovereenkomsten die al of niet gelijktijdig worden afgesloten en bestaan uit meerdere elementen zoals licenties en O&O diensten die vergoed worden aan de hand van een combinatie van vooruitbetalingen, mijlpaalvergoedingen en royalties. |
We hebben de relevante overeenkomsten doorgenomen om te beoordelen of de onderneming de omzetkenningscriteria van de groep correct heeft toegepast. Wij hebben tevens een kritische beoordeling gemaakt van de redelijkheid van de gehanteerde assumpties die gebruikt werden bij de berekening van het omzetcijfer. |
| De bepaling van de te erkennen omzet voor deze contracten is complex en vereist significante beoordelingen door de directie om de aard van |
Wij hebben geconsulteerd met onze IFRS experten omtrent significante beoordelingen en complexe aspecten van de omzeterkenningsstandaard. |
| de contractuele verplichtingen te bepalen en de transactieprijs te alloceren aan deze contractuele verplichtingen in overeenstemming met de transfer van de instrumenten, cartridges, licenties en O&O diensten geïdentificeerd in het contract. |
We hebben een steekproef van verkooptransacties getest zoals opgenomen in de resultatenrekening voor rekenkundige juistheid en gepastheid van de omzeterkenning op basis van de overeenkomsten, omzeterkenningscriteria en beoordelingen van de directie. |
| De toelichting over omzeterkenning werd opgenomen in toelichting 5.2.2.15 Opbrengsterkenning en 5.2.4 Opbrengsten in de geconsolideerde jaarrekening. |
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch van de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen1 .
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van
toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde
jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, dienen wij u geen afwijking van materieel belang te melden.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Zaventem, 31 maart 2020 De commissaris
DELOITTE BEDRIJFSREVISOREN CVBA VERTEGENWOORDIGD DOOR GERT VANHEES HOOFDSTUK 8
BIOCARTIS JAARVERSLAG 2019 175
| ASSAY | Binnen de diagnostiek wordt de term 'Assay' of 'Test' gebruikt om een proces of methode aan te duiden waarmee de aanwezigheid (kwantitatieve test) van een bepaalde substantie in een staal kan worden bepaald. |
|---|---|
| APPLICATIE | In de context van het Idylla™ platform is een applicatie een specifieke test voor detectie van nucleïnezuren (test) die op het systeem moet worden uitgevoerd. Applicaties hebben hun eigen specifieke vereisten. |
| BATCH RECORD | De set data van alle relevante procesinformatie in elk fysiek of elektronisch formaat. |
| BIOPSIE (VAST/VLOEIBAAR) |
Het Idylla™ platform is in staat om zowel vaste stalen (FFPE-weefsel is het standaard weefseltype voor vaste-tumordiagnose, en verse (bevroren) weefselstalen) als vloeibare biopsieën te verwerken. Deze laatste zijn makkelijker te bekomen staaltypes, zoals bloedplasma of urine. Tests gebaseerd op vloeibare biopsieën zullen monitoring van behandeling en opvolging van de ziekte makkelijker maken, en mogelijk ook snellere detectie van ziekte. |
| BRAF - Serine/ threonine-protein kinase B-raf |
BRAF is een eiwit dat, bij mensen, wordt gecodeerd door het BRAF-gen. Het BRAF-eiwit is betrokken bij de signaaltransductie en celdeling. Bepaalde erfelijke BRAF mutaties veroorzaken aangeboren afwijkingen. Ook kunnen verworven BRAF mutaties in volwassenen kanker veroorzaken. |
| CE-mark | De CE-markering is een verplicht label van conformiteit op vele producten die op de markt zijn in de Europese Unie. Via de CE-markering op een product garandeert de fabrikant dat het product in overeenstemming is met de essentiële eisen van de geldende richtlijnen van de Europese Unie. De letters 'CE' staan voor 'Conformité Européenne' ('Europese conformiteit'). |
| Companion Diagnostics (CDx) |
CDx is een bio-analytische methode die ontwikkeld werd om te beoordelen: (i) of een patiënt al dan niet goed op een behandeling zal reageren; (ii) wat de optimale dosis is voor een patiënt; en (iii) of de patiënt bepaalde neveneffecten kan verwachten van een medische behandeling. Elk voorschrift van een geneesmiddel met CDx is gebaseerd op het resultaat van de CDx. CDx-tests worden ook gebruikt in het ontwikkelingsproces van geneesmiddelen. |
| CLIA | De Clinical Laboratory Improvement Amendments van 1988 (CLIA) -verordeningen omvatten federale standaarden die van toepassing zijn op alle Amerikaanse faciliteiten of locaties die menselijke specimen testen voor gezondheidsbeoordeling of om ziekten te diagnosticeren, te voorkomen of te behandelen (bron: https://wwwn.cdc.gov/clia/). |
| ctDNA | Dit is circulerend tumor DNA. |
| DEOX YRIBONUCLEIC ACID (DNA) |
DNA is een nucleïnezuurmolecule die de genetische instructies bevat die gebruikt worden bij de ontwikkeling en het functioneren van levende organismen. |
| DISTRIBUTEUR | Persoon of rechtspersoon die de marketing en/of verkoop van een apparaat bevordert van de oorspronkelijke productieplaats naar de uiteindelijke gebruiker zonder het apparaat, de verpakking of de etikettering ervan te wijzigen. |
| EPIDERMAL GROW TH FAC TOR RECEPTOR (EGFR) |
EGFR is een eiwit op het oppervlak van bepaalde cellen die de cellen tot celdeling kan aanzetten. EGFR wordt in abnormaal hoge niveaus gevonden op het oppervlak van vele soorten van kankercellen. |
| EMERGENC Y USE AUTHORIZ ATION (EUA) |
Dit is een toestemming gegeven door de Amerikaanse FDA op grond van artikel 564 van de Amerikaanse Federal Food, Drug, en Cosmetic Act, (de 'FD&C Act'), die niet-goedgekeurde medische producten of niet-goedgekeurde toepassingen van goedgekeurde medische producten mogelijk maakt om te worden gebruikt in de Verenigde Staten in een noodgeval voor diagnose, behandeling of voorkoming van ernstige of levensbedreigende ziekten of aandoeningen veroorzaakt door chemische, biologische, radiologische of nucleaire agentia als er geen adequate, goedgekeurde alternatieven beschikbaar zijn. |
| FABRIKANT | Natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het ontwerp, de productie, de fabricage, de assemblage, de verpakking of de etikettering van een medisch hulpmiddel, voor het assembleren van een systeem of het aanpassen van een medisch hulpmiddel voordat het in de handel wordt gebracht en/of in gebruik wordt genomen, ongeacht of deze handelingen worden uitgevoerd door die persoon of namens hen door een derde. |
|---|---|
| FORMALIN FIXED, PAR AFFIN EMBEDDED (FFPE) |
FFPE-weefsels zijn stalen, meestal van verdachte tumoren, die gefixeerd worden en geconserveerd met formaline om de structurele integriteit van het staal behouden. Het staal wordt vervolgens ingebed in een soort paraffinewas zodat het kan worden gesneden in zeer fijne plakjes, 5-10 micron dik. Behandeling van stalen op deze wijze maakt het mogelijk dat de stalen kunnen worden gekleurd met kleurstoffen om afwijkingen in weefsel, dat wordt verdacht van kanker, te analyseren. |
| US FOOD AND DRUG ADMINISTR ATION (FDA) |
Het FDA is het federale agentschap van het United States Department of Health and Human Services verantwoordelijk voor de bescherming en bevordering van de volksgezondheid door de regelgeving en het toezicht van, onder andere, medische apparatuur. |
| IDYLLA™ PLATFORM | Combinatie van het Idylla™ Instrument (hardware en software) en de Idylla™ Console (hardware en software) met behulp van de Idylla™ cartridgetechnologie. |
| IDYLLA™ CARTRIDGE | Verwijst naar de wegwerpcontainer met de benodigde reagentia om een test met het Systeem uit te voeren. |
| IMMUNOTEST | Immunotests of immunoassays zijn tests die biomarkers meten met behulp van antigen-antistof interacties. Meestal worden dergelijke tests gebruikt om biomarkers van het immuunsysteem zelf. Bijvoorbeeld, HCV- of HIV-antilichamen die door het lichaam zelf worden gemaakt, worden gedetecteerd door middel van HCV- of HIV-antigenen. |
| INFLUENZA | Ook wel bekend als 'de griep' is een zeer besmettelijke infectie van de luchtwegen veroorzaakt door de familie van influenzavirussen. |
| IN VITRO DIAGNOSTIEK (IVD) |
IVD is een diagnostische test buiten een levend lichaam in tegenstelling tot 'in vivo', waarbij tests worden uitgevoerd in een levend lichaam (bijvoorbeeld een Röntgenfoto of CT-scan). |
| INVESTIGATIONAL USE ONLY (IUO) |
Een IUO pruduct (Investigational Use Only - uitsluitend voor onderzoeksdoeleinden) is een een IVD-product, in de testfase van productontwikkeling dat wordt verzonden of afgeleverd voor producttesten voorafgaand aan volledige commerciële marketing. |
| KIRSTEN RAT SARCOMA-2 VIRUS ONCOGENE (KRAS) KLINISCHE GEGEVENS |
KRAS is een eiwit dat, bij mensen, wordt gecodeerd door het KRAS gen. Net als andere leden van de Ras familie, is het KRAS-eiwit een GTPase (een grote familie van hydrolase enzymen die guanosinetrifosfaat kunnen binden en hydrolyseren), en is een vroege speler in veel signaaltransductiewegen. Het eiwitproduct van het normale KRAS-gen vervult een belangrijke functie in de signaaltransductie en mutatie van het KRAS-gen is geassocieerd met de ontwikkeling van vele kankers. |
| KOL | Key Opinion Leader- invloedrijke opinieleider. |
| MDSAP (MEDICAL DEVICE SINGLE AUDIT PROGRAM) |
Met de MDSAP kunnen fabrikanten van medische hulpmiddelen eenmaal worden gecontroleerd op naleving van de standaard en wettelijke vereisten van maximaal vijf verschillende markten voor medische hulpmiddelen: Australië, Brazilië, Canada, Japan en de Verenigde Staten. De hoofdmissie van het programma is: " gezamenlijk gebruik maken van regulerende middelen om een efficiënt, effectief en duurzaam single auditprogramma te beheren dat is toegespitst op het toezicht op producenten van medische hulpmiddelen." |
| MEDISCH APPARAAT | Elk instrument, apparaat, werktuig, machine, toestel, implantaat, in vitro reagens of kalibrator, software, materiaal of ander soortgelijk of gerelateerd artikel, bedoeld door de fabrikant om, alleen of in combinatie, voor mensen gebruikt te worden voor een of meer van de specifieke doelstelling(en) van - diagnose, preventie, monitoring, behandeling of verlichting van ziektes, - diagnose, monitoring, behandeling, verlichting van of vergoeding van een letsel, - onderzoek, vervanging, aanpassing of ondersteuning van de anatomie of van een fysiologisch proces, - het ondersteunen of in stand houden van het leven, - controle van de conceptie, - desinfectie van medische apparaten, - het verstrekken van informatie voor medische doeleinden door middel van in vitro onderzoek van stalen afkomstig van het menselijk lichaam, en die zijn primaire beoogde werking niet bereikt in of op het menselijk lichaam met farmacologische, immunologische of metabole middelen, maar die op die manier in zijn functie kunnen worden ondersteund met dergelijke middelen. |
|---|---|
| METASTATISCHE COLORECTALE KANKER (mCRC) |
Colorectale Kanker (CRC) is de tweede meest voorkomende kanker wereldwijd, met een geschatte voorkomingsgraad van meer dan 1,36 miljoen nieuwe gevallen per jaar. Volgens het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek sterven jaarlijks zo'n 694.000 mensen van colorectale kanker wereldwijd. Dat is zo'n 8,5% van alle kankerdoden, waarmee dit de vierde meest voorkomende doodsoorzaak van kanker is. |
| MOLECULAIRE DIAGNOSTIEK (MDx) |
MDx is een vorm van diagnostiek gebruikt om specifieke sequenties in DNA of RNA te detecteren die al dan niet geassocieerd zijn met een bepaalde ziekte. Klinische toepassingen van MDx omvatten tests voor infectieziekten, oncologie, farmacogenomica en genetische aandoeningen. |
| MICRO SATELLITE INSTABILITY (MSI) |
MSI is een genetische aandoening waarbij extreem veel mutaties ontstaan als gevolg van een abnormaal functionerend mismatch repair (MMR) systeem. |
| MULTIPLEXING | Het gelijktijdig detecteren van meerdere biomarkers in één staal. |
| NEUROBLASTOMA RAS VIRAL (V-RAS) ONCOGENE (NRAS) |
NRAS is een eiwit dat, bij mensen, wordt gecodeerd door het NRAS gen. Net als andere leden van de Ras familie, is het NRAS eiwit een GTPase (een grote familie van hydrolase enzymen die guanosinetrifosfaat kunnen binden en hydrolyseren), en is een vroege speler in veel signaaltransductiewegen. Het eiwitproduct van het normale NRAS gen vervult een balansrijke functie in de signaaltransductie en mutatie van het NRAS gen is geassocieerd met de ontwikkeling van vele kankers. |
| NEXT-GENERATION SEQUENCING (NGS) |
Sequencing is het proces van het bepalen van de precieze volgorde van de nucleotiden in een DNA molecule. Het omvat elke werkwijze of techniek die wordt gebruikt om de volgorde van de vier basen adenine, guanine, cytosine en thymine te bepalen in een DNA-streng. De grote vraag naar sequencing aan lage kost heeft de ontwikkeling gestimuleerd van hoge-volume of high-throughput sequencing technologieën die het sequencing proces in parallel uitvoeren en duizenden of miljoenen sequenties gelijktijdig uitvoeren. High-throughput sequencing technologieën zijn bedoeld om de kost van DNA sequencing lager te brengen dan mogelijk is met de standaard kleurstof-terminator methoden. |
| PERFORMANTIE STUDIE |
Prestatiestudie: een studie uitgevoerd om de analytische of klinische prestaties van een hulpmiddel vast te stellen of te bevestigen. |
| POLYMERASE CHAIN REACTION (PCR) |
De specifieke en exponentiële amplificatie van DNA sequenties d.m.v. opeenvolgende temperatuurgestuurde cycli. Real-time PCR is een vorm van PCR waarbij de geamplificeerde sequenties zichtbaar worden gemaakt door middel van fluorescente labeling in real-time, dat wil zeggen, terwijl ze worden geamplificeerd. Real-time PCR kan worden gebruikt om de hoeveelheid van specifieke DNA-sequenties te bepalen via en multiplex-methode. PCR en real-time PCR kunnen ook worden gebruikt voor het detecteren en kwantificeren van RNA-sequenties, nadat eerst een DNA kopie is gemaakt van de RNA-sequentie met behulp van een reverse transcriptase-enzym. |
| PROTEÏNE OF EIWIT | Polypeptideketen opgebouwd uit de 20 natuurlijke aminozuren. Eiwitten worden gesynthetiseerd uit een messenger RNA-kopie van een gen en kunnen een groot aantal functies hebben in het cytoskelet van de cel, enzymatisch, boodschapperfuncties in cellen en bloed zoals immune cytokinen, DNA- bindende eiwitten die de synthese reguleren |
|---|---|
| PROTOTYPE | (Eerste) materialisatie van het beoogde product. |
| REGELGEVENDE AUTORITEIT |
Een overheidsinstantie of andere entiteit die een wettelijk recht uitoefent om het gebruik of de verkoop van medische hulpmiddelen binnen zijn rechtsgebied te controleren, en juridische stappen kan ondernemen om ervoor te zorgen dat medische hulpmiddelen die binnen zijn rechtsgebied worden verkocht aan wettelijke vereisten voldoen. |
| RESPIRATORY SYNCYTIAL VIRUS (RSV) |
RSV is een virus dat gezien wordt als een van de belangrijkste veroorzakers van verkoudheid, vooral bij kinderen. |
| RESEARCH USE ONLY (RUO) |
Dit is een categorie van niet-goedgekeurde (geen CE-markering en FDA goedkeuring) medische producten die uitsluitend mogen worden gebruikt voor onderzoeksdoeleinden. Met name in Amerika introduceren veel producenten hun producten eerst als RUO en/of IUO producten, om dan pas later 510(k) of PMA goedkeuring te verkrijgen. |
| RIBONUCLEIC ACID (RNA) |
RNA is net als DNA een nucleïnezuurmolecule. RNA's hebben verschillende functies in levende cellen. Ze kunnen een structurele rol hebben in de vorming van bepaalde complexen (ribosomen, SNRPs), kunnen sequentie herkenning voorzien (translatie, RNA spicing), kunnen een katalytische functie vervullen (ribozymen), kunnen fungeren als boodschappers voor eiwitsynthese (mRNA), kunnen genexpressie reguleren (miRNAs) of kunnen het genoom zijn van bepaalde virussen. |
| RoW | RoW = Rest of the World. RoW wordt gedefinieerd als de wereld exclusief de rechtreekse Europese markten, de VS, China en Japan. |
| SCREENING TEST | Een eerste of voorlopige test. Screeningtests vertellen u niet of u zeker een ziekte of aandoening heeft. Integendeel, positieve resultaten geven aan dat u mogelijk aanvullende tests of een dokterssevaluatie nodig hebt om te zien of u een bepaalde ziekte of aandoening heeft. |
| SERINE/THREONINE PROTEIN KINASE B-RAF (BRAF) |
BRAF is een eiwit dat bij mensen wordt gecodeerd door het BRAF-gen. Het BRAF-eiwit is betrokken bij het verzenden van signalen in cellen en bij celgroei. Bepaalde erfelijke BRAF mutaties veroorzaken geboorteafwijkingen. Daarnaast kunnen andere verworven mutaties bij volwassenen kanker veroorzaken. |
| STAKEHOLDER | Geïnteresseerde of betrokken partij. |
| WHITE PAPER | Klantendocumentatie die een specifiek probleem verklaart en het standpunt van Biocartis hierover weergeeft. |
1 Het gemiddelde Voltijds Equivalenten (VTE), dit cijfer is gelijk aan de som van de dagelijkse VTE gedeeld door het aantal dagen. Deze gemiddelde VTE wordt berekend op kalenderjaarbasis (januari-december).
2 Aangekondigd na de afsluitingsperiode. Op 7 januari 2019 heeft Biocartis aangekondigd een overeenkomst te hebben getekend met Nichirei Bioscience, een toonaangevende leverancier van biologische en diagnostische producten in Japan, voor de productregistratie en exclusieve distributie van Biocartis 'moleculaire diagnostische (MDx) oncologietests in Japan, die werken op de volledig geautomatiseerd sample-to-result Idylla™ platform
3 RUO = Research Use Only, niet voor gebruik bij diagnostische procedures
4 Van Cutsem et al. (2016) ESMO Consensus Guidelines for the management of patients with mCRC. Annals of Oncology 27, 1386; NCCN Clinical Practice Guidelines in Oncology (NCCN Guidelines) for Colon Cancer V.2.2018. Accessed 25 July 2018. To view the most recent and complete version of the guidelines, go online to NCCN.org; NCCN Clinical Practice Guidelines in Oncology (NCCN Guidelines) for Rectal Cancer V.2.2018. Accessed 25 July 2018. Voor de meest recente en meest complete versie van de richtlijnen, ga online naar NCCN.org; NCCN Clinical Practice Guidelines in Oncology (NCCN Guidelines) for Uterine Neoplasms V.2.2018. Geraadpleegd 25 juli 2018. Voor de meest recente en meest complete versie van de richtlijnen, ga online naar NCCN.org
5 Het European Society for Medical Oncology ('ESMO') congres vond plaats tussen 27 september en 1 oktober 2019 in Barcelona (Spanje)
6 De American Society of Clinical Oncology ('ASCO') Annual Meeting vond plaats tussen 30 mei en 4 juni 2019 in Chicago (IL), VS
7 The Association for Molecular Pathology ('AMP') conference vond plaats tussen 7 en 9 november 2019 in Baltimore, Maryland, VS
8 Nichirei Biosciences Inc. is een toonaangevende leverancier van biologische en diagnostiekproducten in Japan
9 Bron: ASCO guidelines, www.asco.org/endorsements/HereditaryCRC.
10 Inclusief inserties en deleties in exon 18, 19, 20 en 21 in het EGFR-gen
11 Zie product label ophttps://www.yervoy.com/
12 Behandeling met fluoropyrimidine, oxaliplatin en irinotecan
13 Genomic Health werd overgenomen door Exact Sciences Corp. (NASDAQ: EXAS) op 8 november 2019
14 In juni 2017 kondigde Biocartis een samenwerking aan met LifeArc om geselecteerde moleculaire diagnostiek tests te ontwikkelen voor gebruik op het Idylla™ platform. Voor elke geselecteerde test zal LifeArc optreden als contractant voor de ontwikkeling, terwijl Biocartis verantwoordelijk zal zijn voor de commercialisering van de tests onder zijn eigen label. Meer info op www.biocartis.com/partners
15 In formaline gefixeerd, in parrafine ingebed
16 Huang et al. J Mol Diagn. 2019 Sept
17 Het gebruik van de Idylla™ ctKRAS Mutation Assay rechtstreeks op vloeistof van pancreascysten is onderzocht als een oplossing voor directe, snelle KRAS mutatie testing, hetgeen vooral nuttig is in gevallen waarin de cellulaire inhoud en het vloeistofvolume van pancreascysten suboptimaal zijn voor andere routinetests (Al-Turkmani M et al. Pancreatic cyst fluid harboring a KRAS mutation. Cold Spring Harb Mol Case Study 5.(2) Apr 2019. Online beschikbaar op https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6549572/)
18 Huang et al. J Mol Diagn. 2019 Sept
19 De Idylla™ BRAF Assay en de Idylla™ NRAS-BRAF Assay (RUO) werden gebruikt om het directe gebruik op schildklier-FNA-stalen te onderzoeken als een 'Rapid On site Molecular Evaluation' (ROME) oplossing voor de snelle en gemakkelijke detectie van NRAS en BRAF mutaties zonder de stalen te moeten uitsturen naar gespecialiseerde, gecentraliseerde laboratoria (De Luca C et al. Rapid Onsite Molecular Evaluation in thyroid cytopathology: A same day cytological and molecular diagnostic. Diagn Cytopathol. 6 januari 2020, doi: 10.1002 / dc. 24378. Epub voorafgaand aan druk. Online beschikbaar ophttps://www.ncbi.nlm.nih.gov/m/pubmed/31904908/)
20 Zie lijst van publicaties op www.biocartis.com/publications
21 De Idylla™ MSI Test is bedoeld voor de kwalitatieve detectie van een nieuw panel van zeven monomorfe homopolymeer biomarkers voor identificatie van colorectale (darm)kanker (CRC) met 'microsatellite instability' (MSI)
22 Twee waarvan de epub-versie in 2019 werd gepubliceerd, vóór de gedrukte versie in 2020
23 Het congres van de 'European Society for Medical Oncology' (ESMO) vond plaats tussen 27 september en 1 oktober 2019 in Barcelona (Spanje)
24 De jaarlijkse bijeenkomst van de 'American Society of Clinical Oncology' (ASCO) vond plaats tussen 30 mei en 4 juni 2019 in Chicago (IL), VS
25 De conferentie van de 'Association for Molecular Pathology' (AMP) vond plaats van 7 tot 9 november 2019 in Baltimore, Maryland, VS
26 Immuno-histochemie wordt vaak gebruikt om de MSI-status te beoordelen. MSI is nuttig voor het screenen van patiënten op het Lynch-syndroom en is een voorspellende marker geworden voor de respons op immunotherapie
27 Next-Generation Sequencing of NGS is een technologie voor het bepalen van de sequentie van DNA of RNA om bijvoorbeeld specifieke genetische veranderingen bij patiënten met kanker te bestuderen. Bron: NCBI, jan-dec 2018, laatst geraadpleegd op 17 februari 2020
28 We verwijzen naar de abstracts voor meer informatie op https://doi.org/10.1016/S1525-1578(19)30391-5
29 Incl. (on)geëxtraheerd FFPE-weefsel, cytologisch materiaal, bloed, beenmerg, afzuiguitstrijkjes, weefselvoorbereidingsstalen en NGS 'pre-capture libraries'
30 Bratzman SV et al. Expert Rev Mol Diagn. 2015; 15(6): 715—719, Siravegna G and Bardelli A. Genome Biol. 2014; 15(8): 449.
31 Janku F et al. Oncotarget. 2015; 6(29): 26886—2689; Sam SS et al. Pathol Res Pract. 2015. pii: jclinpath-2015—203345; Colling R et al. J Clin Pathol. 2015. pii: jclinpath-2015—203345.
32 ESMO consensus richtlijnen voor het management van patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker. Annals of Oncology 0: 1–37, 2016 NCCN Klinische praktische richtlijnen in de oncologie – Darmkanker – Version 2.2016 consensus richtlijnen voor het management van patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker. Annals of Oncology 0: 1–37, 2016; NCCN Klinische praktische richtlijnen in de oncologie – Melanoom - Version 3.2016; NCCN Klinische praktische richtlijnen in de oncologie – NSCLC – Version 6.2017; Novello S. et al. Gemetastaseerde niet-kleincellige longkanker: ESMO Klinische praktijkrichtlijnen voor diagnose, behandeling en follow-up. Annals of Oncology 2016; AACR 2016: Overlevingspercentages op 5 jaar voor patiënten met gemetastaseerd melanoom behandeld met Nivolumab veel hoger dan historische percentages. http://www.ascopost.com/News/39500.
33 Accès aux tests moléculaires EGFR, RAS et BRAF /Résultats d'une enquête dans 5 régions françaises, appui à la décision, INCa, janvier 2016.
34 CAGR = Compound Annual Growth Rate. Bron: Market Insights Reports, https://www.marketwatch.com/press-release/oncologymolecular-diagnostics-market-size-status-global-outlook-2019-to-2025-2019-10-18?mod=mw\_quote\_news, laatst geraadpleegd op 20 januari 2020
35 Bron: Fortune Business Insights, https://www.marketwatch.com/press-release/oncology-molecular-diagnostics-market-size-shareand-worldwide-trend-analysis-forecast-2019-2026-2019-09-24?mod=mw\_quote\_news, last consulted on 20 January 2020
36 Bron: M. Rabie Al-Turkmani, PhD, "The Promise of Extreme Molecular Diagnostics", August 2019, AACC.org, available online on https:// www.aacc.org/publications/cln/cln-daily/2019/the-promise-of-extreme-molecular-diagnostics, last consulted on 20 January 2020
37 Guangzhou Wondfo Biotech Co., Ltd. ('Wondfo', SHE: 300482)
38 De 17 SDG's warden ontwikkeld door de United Nations Development Programme met als doel om een set universele doelstellingen naar voor te brengen die een antwoord bieden op de urgente ecologische, politieke en economische uitdagingen die onze wereld onder ogen ziet. Deze kwamen in voege in januari 2016, en worden beschouwd als het richtinggevende universe duurzaamheidsraamwerk. Bron:http://www.undp.org/content/undp/en/home/ sustainable-development-goals/background/
39 Deze koppelingen zijn gebaseerd op een meer gedetailleerde analyse die beschikbaar is op de SDG Compass-website: www.sdgcompass.org
40 Bron:https://www.globalreporting.org/standards/
41 US FDA,https://www.fda.gov/
42 Op 11 juli 2017 heeft de US FDA een definitieve lijst gepubliceerd met apparaten die zijn vrijgesteld van 510 (k) premarketmeldingsvereisten, waaronder de productcode die van toepassing is op het Biocartis Idylla™ Instrument en de Idylla™ Console. Bijgevolg waren het Idylla™ Instrument en de Idylla™ console van Biocartis niet langer onderworpen aan 510 (k) meldingsvereisten voordat ze op de Amerikaanse markt werden geplaatst voor in-vitro diagnostisch gebruik met door de FDA goedgekeurde of geclearde tests. Alle andere vereisten van US 510 (k), inclusief de huidige Good Manufacturing Practices (cGMP) en rapportage van waakzaamheid, blijven van kracht
43 Bron: MedTech Europe,https://www.medtecheurope.org/news-and-events/default/funding-and-reimbursement/
44 Bron: NILA USA, https://www.nila-usa.org/nila/PAMA.asp
45Bron: Pacific Bridge Medical, https://www.pacificbridgemedical.com/publication/ivd-registration-reimbursement-china/
46 RoHS staat voor Restriction of Hazardous Substances. RoHS, ook bekend als Richtlijn 2002/95/EG, is afkomstig uit de Europese Unie en beperkt het gebruik van specifieke gevaarlijke materialen in elektrische en elektronische producten (EEE).
47 WEEE staat voor Waste of Electrical and Electronic Equipment. De richtlijn betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-richtlijn) is de Europese Gemeenschapsrichtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), die samen met de RoHS-richtlijn 2011/65 / EU in februari 2003 Europese wetgeving is geworden.
48 REACH staat voor Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (REACH) en is regelgeving van de Europese Unie, gedateerd op 18 december 2006
49 World Cancer Research Fund International, https://www.wcrf.org/dietandcancer/cancer-trends/colorectal-cancer-statistics, laatst geraadpleegd op 11 februari 2020
50Jean-Yves Douillard, M.D., Ph.D., et al. Panitumumab–FOLFOX4 Treatment and RAS Mutations in Colorectal Cancer. N Engl J Med 2013;369:1023-34
51 Jean-Yves Douillard, M.D., Ph.D., et al. Panitumumab–FOLFOX4 Treatment and RAS Mutations in Colorectal Cancer. N Engl J Med 2013;369:1023-34.
52 ESMO consensus richtlijnen voor het management van patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker 0: 1–37, 2016.
53 NCCN Clinical Practice Guidelines in Oncology – Colon Cancer – Version 2.2016.
54 Allegra C.J. et al. Extended RAS gene mutation testing in metastatic Colorectal Carcinoma to predict response to antiepidermal growth factor receptor monoclonal antibody therapy: American Society of Clinical Oncology Provisional Clinical Opinion Update 2015. Journal of Clinical Oncology 2016; 34(2):179-85.
55 http://www.amp.org/committees/clinical\_practice/CRCOpenComment.cfm.
56 Met een gevoeligheid van 5% in RAS genen exon 2 (codons 12 en 13), exon 3 (codons 59 en 61) en exon 4 (codons 117 en 146).
57 ESMO consensus richtlijnen voor het management van patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker. Annals of Oncology 0: 1–37, 2016.
58 ESMO consensus richtlijnen voor het management van patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker. Annals of Oncology 0: 1–37, 2016.
59 Allegra et al, Extended RAS Gene Mutation Testing in Metastatic Colorectal Carcinoma to Predict Response to Anti–Epidermal Growth Factor Receptor Monoclonal Antibody Therapy: American Society of Clinical Oncology Provisional Clinical Opinion Update 2015, J Clin Oncol 2016, 34:179- 185, http://ascopubs.org/doi/pdf/10.1200/jco.2015.63.9674. Zie ook http://gicasym.org/asco-updates-guideline-include-testing-new-ras-mutations.
60 Van Cutsem et al, ESMO consensus guidelines for the management of patients with metastatic colorectal cancer, Annals of Oncology 2016, 8:1386-1422.
61 Aaltonen, L. A. et al. (1993) Clues to the pathogenesis of familial colorectal cancer. Science 260, 812–816.
62 Dudley JC et al. (2016) Microsatellite instability as a biomarker for PD-1 blockade. Clin Cancer Res. 22(4):813–820.
63 Sigurdis Haraldsdottir (2017) Microsatellite instability testing using next-generation sequencing data and therapy implications. JCO Precision Oncology 1, 1-4
64 Van Cutsem et al. (2016) ESMO Consensus Guidelines for the management of patients with mCRC. Annals of Oncology 27, 1386; NCCN Clinical Practice Guidelines in Oncology (NCCN Guidelines) for Colon Cancer V.2.2018. Geraadpleegd op 25 juli 2018. Raadpleeg de meest recente en volledige versie van de richtlijnen online via NCCN.org; NCCN Clinical Practice Guidelines in Oncology (NCCN Guidelines) for Rectal Cancer V.2.2018. Geraadpleegd op 25 juli 2018. Raadpleeg de meest recente en volledige versie van de richtlijnen online via NCCN.org.(30) NCCN Clinical Practice Guidelines in Oncology (NCCN Guidelines) for Uterine Neoplasms V.2.2018. Geraadpleegd op 25 juli 2018. Raadpleeg de meest recente en volledige versie van de richtlijnen online via NCCN.org.
65 Le DT et al. (2015) PD-1 blockade in tumors with mismatch-repair deficiency. N Engl J Med. 372:2509-2520; Le DT et al. (2017) Mismatch repair deficiency predicts response of solid tumors to PD-1 blockade. Science 357:409-413.
66 World Cancer Research Fund International,http://www.wcrf.org/int/cancer-facts-figures/data-specific-cancers/colorectal-cancer-statistics, laatst geraadpleegd op 26 januari 2017.
67 NCCN Clinical Practice Guidelines in Oncology – NSCLC – Version 6.2017; Novello S. et al. Metastatic non-small-cell lung cancer: ESMO Clinical Practice Guidelines for diagnosis, treatment and follow-up. Annals of Oncology 2016
68 Clinical Practice Guidelines - Cutaneous melanoma: ESMO Clinical Practice Guidelines for diagnosis, treatment and follow-up. Annals of Oncology 26 (Supplement 5): v126–v132, 2015.
69 ESMO consensus richtlijnen voor het management van patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker. Annals of Oncology 0: 1–37, 2016.
70 Huang et al. J Mol Diagn. 2019 Sept
71 Het gebruik van de Idylla™ ctKRAS Mutation Assay rechtstreeks op pancreascystvloeistof werd onderzocht als een oplossing voor directe, snelle KRAS Mutation testing, wat met name handig is in gevallen waarin de cellulaire inhoud en het vloeistofvolume van pancreascysten suboptimaal zijn voor andere routinetests (Al -Turkmani M et al. Alvleeskliercysten met een KRAS mutatie Cold Spring Harb Mol Case Study 5. (2) apr 2019. Online beschikbaar ophttps://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6549572/)
72 Huang et al. J Mol Diagn. 2019 Sept
73 De Idylla™ BRAF Assay en de Idylla™ NRAS-BRAF Assay (RUO) werden gebruikt om het directe gebruik van schildklier-FNA-stalen te onderzoeken als een Rapid On site Molecular Evaluation (ROME) -oplossing voor de snelle en gemakkelijke detectie van NRAS- en BRAF-mutaties zonder de stalen moeten verzenden naar gespecialiseerde, gecentraliseerde laboratoria (De Luca C et al. Rapid On-site Molecular Evaluation in thyroid cytopathology: A same day cytological and molecular diagnostic. Diagn Cytopathol. 6 januari 2020, doi: 10.1002 / dc. 24378. Epub voorafgaand aan druk. Online beschikbaar op https://www.ncbi.nlm.nih.gov/m/pubmed/31904908/)
74 Zie de lijst van publicaties op www.biocartis.com/publications
75 De Idylla™ MSI Test is bedoeld voor de kwalitatieve detectie van een nieuw panel van zeven monomorfe homopolymeer biomarkers voor identificatie van colorectale kanker (CRC) met microsatellietinstabiliteit (MSI)
76 Brazilië, Canada, Colombië, Mexico, Saudi-Arabië, Spanje en Turkije
77 Genomic Health werd overgenomen door Exact Sciences Corp. (NASDAQ: EXAS) op 8 november 2019
78 En sommige Europese landen
79 MarketsandMarkets, Molecular Diagnostics Market - Forecast to 2020, februari 2017
80 JMD, mei 2017.
81 Twee daarvan, waarvan de epub-versie in 2019 werd gepubliceerd, vóór de gedrukte versie in 2020
82 Het European Society for Medical Oncology ('ESMO') congres dat plaatsvond tussen 27 september en 1 oktober 2019 in Barcelona (Spanje)
83 De American Society of Clinical Oncology ('ASCO') Annual Meeting vond plaats tussen 30 mei en 4 juni 2019 in Chicago (IL), VS
84 The Association for Molecular Pathology ('AMP') conferentie vond plaats tussen 7 en 9 november 2019 in Baltimore, Maryland, VS
85 Immuno-histochemie wordt vaak gebruikt om de MSI-status te beoordelen. MSI is nuttig voor het screenen van patiënten op het Lynchsyndroom en is een voorspellende marker geworden voor de respons op immunotherapie
86 Next-Generation Sequencing of NGS is een technologie voor het bepalen van de sequentie van DNA of RNA om bijvoorbeeld specifieke genetische veranderingen bij patiënten met kanker te bestuderen. Bron: NCBI, jan-dec 2018, laatst geraadpleegd op 21 oktober 2019
87 We verwijzen naar de abstacts voor meer details op https://doi.org/10.1016/S1525-1578(19)30391-5
88 Incl. (on)geëxtraheerd FFPE-weefsel, cytologisch materiaal, bloed, beenmerg, afzuiguitstrijkjes en weefsel-voorbereidingsvoorbereidingsstalen en NGS pre-capture-bibliotheken.

Biocartis NV Generaal de Wittelaan 11 B 2800 Mechelen - Belgium T +32 15 632 000 [email protected]
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.