Annual Report • Mar 31, 2023
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

Dit Geïntegreerd Jaarverslag 2022 verschaft materiële informatie over Bekaert voor het boekjaar dat eindigde op 31 december 2022. Het biedt een uitgebreide kijk op hoe we waarde creëren voor onze stakeholders via de vooruitgang die we boeken op financiële en niet-financiële prestatie-indicatoren. Het verslag is opgesteld in overeenstemming met de IFRS- en GRI-normen, de verplichtingen die gelden voor emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten voor verhandeling op een gereglementeerde markt, en richtlijnen van de Non-Financial en Corporate Sustainability Reporting Directive.
Onze aanpak plaatst de waarde en impact die we als onderneming creëren in een breder perspectief: verder dan rapportering, verder dan financiële gegevens, verder dan morgen.
Misschien merkt u in dit verslag iets opvallends aan Bekaert: we hebben onze nieuwe ambitie en maatschappelijk doel gelanceerd en daarbij hoort een nieuwe visuele identiteit die ons merk vertegenwoordigt op een manier die ons erfgoed verenigt met hernieuwde durf. Het is het begin van een nieuw hoofdstuk in onze lange geschiedenis, met een ambitieuze waardepropositie, duidelijke engagementen om doelgericht te leiden en een gedurfde nieuwe merkstijl.
| DEEL I: STRATEGIE EN PRESTATIES | 5 |
|---|---|
| Woord van de Voorzitter en de Gedelegeerd Bestuurder | 6 |
| Bekaert in een notendop | 8 |
| Over ons | 9 |
| De hoogtepunten van 2022: sterke oplevering van onze prioriteiten |
10 |
| Vier Business Units | 12 |
| Waarde creëren voor onze stakeholders | 15 |
| Waardecreatiemodel | 16 |
| Onze strategie | 18 |
| Ons leiderschap | 22 |
| Onze stakeholders | 32 |
| Risico en materialiteit | 34 |
| Onze prestaties in 2022 | 38 |
| Financiële performantie | 39 |
| Waardeketen | 45 |
| Planeet | 50 |
| Kennis | 57 |
| Mensen | 64 |
| Gemeenschappen | 70 |
| DEEL II: VERKLARINGEN | 76 |
| Corporate governance verklaring | 77 |
| Raad van Bestuur | 79 |
| Comités van de Raad van Bestuur | 81 |
| Evaluatie | 82 |
| Uitvoerend Management | 83 |
| Diversiteit | 84 |
| Regels van behoorlijk gedrag | 85 |
| Remuneratieverslag | 86 |
| Aandelen | 105 |
| Controle en ERM | 113 |
| Financieel Overzicht | 126 |
|---|---|
| Geconsolideerde jaarrekening | 127 |
| Geconsolideerde winst-enverliesrekening | 127 |
| Geconsolideerd overzicht van het volledig perioderesultaat | 128 |
| Geconsolideerd balans | 129 |
| Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen | 130 |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 132 |
| Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening | 133 |
| 1. Algemene informatie | 133 |
| 2. Samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor | 134 |
| de financiële verslaggeving | |
| 2.1. Conformiteitsverslag | 134 |
| 2.2. Algemene principes | 135 |
| 2.3. Balanselementen | 137 |
| 2.4. Elementen van de winst-en-verliesrekening | 147 |
| 2.5. Overzicht van het volledig perioderesultaat | 147 |
| en mutatieoverzicht van het eigen vermogen | |
| 2.6. Alternatieve prestatiemaatstaven | 147 |
| 2.7. Diverse | 148 |
| 2.8 Herwerkingseffecten |
148 |
| 3. Significante beoordelingen en belangrijkste bronnen | 151 |
| van schattingsonzekerheden | |
| 3.1. Significante beoordelingen bij de toepassing van de | 151 |
| grondslagen voor financiële verslaggeving | |
| 3.2. Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden | 152 |
| 3.3. Impact van macro-economische evolutie, klimaat en Rusland | 152 |
| 4. Segmentrapportering | 154 |
| 4.1. Kerncijfers per rapporteringssegment | 155 |
| 4.2. Omzet per land | 158 |
| 5. Elementen van de winst-en-verliesrekening | 159 |
| 5.1. Netto-omzet | 159 |
| 5.2. Bedrijfsresultaat (EBIT) per functie | 161 |
| 5.3. Bedrijfsresultaat (EBIT) per aard van opbrengsten en kosten | 165 |
| 5.4. Renteopbrengsten en -lasten | 166 |
| 5.5. Overige financiële opbrengsten en lasten | 166 |
| 5.6. Winstbelastingen | 167 |
| 5.7. Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
168 | |
|---|---|---|
| 5.8. Winst per aandeel | 169 | |
| 6. Balanselementen | 170 | |
| 6.1. Immateriële activa | 170 | |
| 6.2. Goodwill | 172 | |
| 6.3. Materiële vaste activa | 178 | |
| 6.4. Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa | 182 | |
| 6.5. Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde | 186 | |
| ondernemingen | ||
| 6.6. Overige vaste activa | 189 | |
| 6.7. Uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen | 190 | |
| 6.8. Operationeel werkkapitaal 6.9. Overige vorderingen |
196 199 |
|
| 6.10. Geldmiddelen & kasequivalenten en geldbeleggingen | 199 | |
| 6.11. Overige vlottende activa | 199 | |
| 6.12. | Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en | 200 |
| verplichtingen verbonden met deze activa | ||
| 6.13. Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogens | 201 | |
| instrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde | ||
| betalingen | ||
| 6.14. Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves | 208 | |
| 6.15. | Minderheidsbelangen | 210 |
| 6.16. Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 213 | |
| 6.17. Overige voorzieningen | 221 | |
| 6.18. Rentedragende schulden | 222 | |
| 6.19. Overige verplichtingen op meer dan een jaar | 225 | |
| 6.20.Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar | 225 | |
| 6.21. | Belastingposities | 225 |
| 7. Diverse elementen | 226 | |
| 7.1. Toelichting bij het kasstroomoverzicht | 226 | |
| 7.2. Beheer van financiële risico's en financiële instrumenten | 229 | |
| 7.3. Voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen, | 241 | |
| gewaarborgde verplichtingen en activa verpand als waarborg | ||
| 7.4. Verbonden partijen | 241 | |
| 7.5. Gebeurtenissen na balansdatum | 242 | |
| 7.6. Opdrachten uitgevoerd door de commissaris en | 243 | |
| aanverwante personen | ||
| 7.7. Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde | 244 | |
| ondernemingen | ||
| Informatie met betrekking tot de Moedervennootschap | 250 |
|---|---|
| Jaarverslag van de Raad van Bestuur en jaarrekening van NV Bekaert SA | 250 |
| Voorstel van resultaatverwerking NV Bekaert SA 2022 | 254 |
| Statutaire benoemingen | 254 |
| Alternatieve prestatiemaatstaven | 255 |
| Verslag van de Commissaris | 259 |
| Milieugegevens Energie CO en Verslag van de Commisaris 2 EU-Taxonomie en Verslag van de Commisaris Water Gerecycleerd inputmateriaal Afval Omgaan met en opslaan van chemicaliën |
266 267 271 283 298 301 301 302 |
| Sociale verklaringen | 303 |
| Gezondheid en veiligheid | 304 |
| Communiceren met en engageren van onze medewerkers | 309 |
| Hoogste ethische standaarden | 311 |
| Diversiteit bevorderen | 312 |
| Nieuwe medewerkers | 315 |
| Turnover | 316 |
| Prestatiebeoordelingen | 317 |
| Sociale bijdragen en andere gemeenschapsprogramma's | 319 |
| 321 |
|---|
| 322 |
| 323 |
| 327 |
320
Oswald Schmid Gedelegeerd Bestuurder
Jürgen Tinggren Voorzitter van de Raad van Bestuur Beste Aandeelhouder, Beste Lezer,
We zijn verheugd dat we opnieuw een sterk jaar van strategische vooruitgang en robuuste financiële prestaties kunnen voorleggen in 2022, ondanks de vele uitdagingen wereldwijd. Wij hebben dit bereikt door ons te concentreren op prijszetting om de snel stijgende energie- en materiaalkosten te compenseren, door de businessmix verder te verbeteren, en groeikansen en organisatorische efficiënties te benutten.
We hebben belangrijke vooruitgang geboekt in onze strategische transformatie die gericht is op nieuwe groeimarkten, innovatie en duurzaamheid. In veelbelovende groeidomeinen zoals de energietransitie haalden we belangrijke nieuwe orders binnen voor toepassingen in groene waterstofproductie en drijvende offshore windparken. De focus op dergelijke segmenten met een aanzienlijke groei en een hoger waardecreatiepotentieel versterkte de Groep in 2022 en zal bijdragen aan toekomstige groei en hogere winstgevendheid. De overeenkomst over de verkoop van onze Staaldraadtoepassingsactiviteiten in Chili en Peru zal ons in staat stellen de activiteitenportefeuille verder te verbeteren door de blootstelling aan meer gecommodiseerde en volatiele markten te verminderen.
Duurzaamheid staat centraal in onze transformatie - zowel door te werken aan het minimaliseren van onze impact als anderen te helpen hun impact te minimaliseren. Belangrijk is dat Bekaert voor het vijfde jaar op rij zijn veiligheidscijfers verbeterde en dat de vooruitgang op vlak van de duurzaamheidsprestaties in lijn liggen met de ambitieuze doelstellingen. We zijn er trots op dat onze doelstellingen om de uitstoot van broeikasgassen op korte en lange termijn te verminderen werden gevalideerd door het Science Based Targets-initiatief (SBTi). We zijn ook trots dat onze externe ESGratings blijven verbeteren en dat het werk dat we in de hele onderneming verrichten, wordt erkend. Bekaert werd onder meer geselecteerd voor opname in de BEL ESG Index van leidende duurzame ondernemingen in België door Euronext.
Vanuit financieel oogpunt hebben we een recordomzet gerealiseerd, die met 17% is gestegen tot € 5,7 miljard. De onderliggende EBIT bedroeg € 459 miljoen, een veerkrachtige prestatie gezien de moeilijke markten, waarbij prijsstijgingen en efficiëntiewinsten de hogere inputkosten en de lagere bezettingsgraad ruimschoots compenseerden. Onze voortdurende focus op werkkapitaal en het genereren van cash resulteerde in een nettoschuld op onderliggende EBITDA van 0,7x bij jaareinde 2022, waaruit onze veerkrachtige financiële positie blijkt.
Dankzij deze robuuste resultaten zijn we verheugd aan te kondigen dat de Raad van Bestuur aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei een brutodividend van € 1,65 zal voorstellen, wat overeenkomt met een stijging van 10% tegenover het vorige jaar. Daarnaast heeft de Raad voor 2023 een bijkomend inkoopprogramma voor eigen aandelen aangekondigd om uitstaande aandelen in te kopen en te vernietigen voor een totaalbedrag tot € 120 miljoen.
Wij zijn vastbesloten het tempo van onze transformatie voort te zetten. Wij investeren om de groei in veelbelovende markten te versnellen, zowel binnen onze kerntechnologieën als daarbuiten. We verhogen onze middelen voor innovatie en digitalisering, om meer waarde te creëren voor onze klanten.
Hoewel de verkoop in 2023 goed gestart is in alle business units, blijven er economische onzekerheden. De robuuste performantie in 2022 en onze sterke financiële positie schenken ons vertrouwen in ons vermogen om onze strategische prioriteiten verder te verwezenlijken. Daarom blijven we onze ambitie bevestigen om onze doelen op middellange termijn (2022-2026) te behalen, met een organische omzetgroei van 3%+ CAGR en onderliggende EBIT-marge van 9-11% doorheen de cyclus.
Wij zijn onze klanten, zakenpartners en aandeelhouders dankbaar voor hun blijvende vertrouwen en steun.
We danken al onze medewerkers voor hun bijdrage, energie en grenzeloze geestdrift.
GRI 2-22
Oswald Schmid Gedelegeerd Bestuurder
Jürgen Tinggren Voorzitter van de Raad van Bestuur
Bekaerts ambitie is de toonaangevende partner te zijn in het vormgeven van de manier waarop we leven en bewegen - veilig, slim en duurzaam. Als wereldmarkt- en technologieleider in de materiaalkunde van staaldraadtransformatie en deklaagtechnologieën past Bekaert zijn expertise ook toe in andere domeinen dan staal om nieuwe oplossingen te ontwikkelen met innovatieve materialen en diensten voor markten zoals nieuwe mobiliteit, koolstofarme bouw, en groene energie.
Bekaert (Euronext Brussels, BEKB), opgericht in 1880 en met hoofdkwartier in België, is een globale onderneming waarvan de 27 000 medewerkers wereldwijd bijdroegen aan bijna € 7 miljard gezamenlijke omzet in 2022.
Informatie over onze dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen is beschikbaar in Deel II: Verklaringen - toelichting 7.7 van het Financieel Overzicht. GRI 2-1, GRI 2-2, GRI 2-6
Staaldraad transformeren en unieke deklaagoplossingen toepassen, dat zijn onze kernactiviteiten. Afhankelijk van de wensen van onze klanten trekken we draad in diverse diameters en sterktes, zelfs tot ultrafijne vezels van één micron. We bundelen draden tot koord, kabels en strengen, weven of breien ze tot een weefsel of verwerken ze tot een eindproduct. De coatings die we aanbrengen verminderen wrijving, verbeteren de corrosiebestendigheid of bevorderen de adhesie met andere materialen.
We pionieren ook met innovaties in andere domeinen dan staal, met en voor nieuwe materialen, nieuwe markten, diensten en oplossingen. Het uitbreiden van ons huidige speelveld beyond steel zal ons helpen om onze groeiambitie in veelbelovende markten te verwezenlijken.
GRI 2-1
Van een positieve impact met duurzame oplossingen verzekeren tot een diverse en inclusieve toekomst uitbouwen: Bekaert is vastbesloten om het leven te verbeteren en waarde te creëren voor alle stakeholders. We zijn ervan overtuigd dat de integriteit, vertrouwen, wendbaarheid en durf die onze medewerkers wereldwijd verenigen als één team de fundamenten vormen van succesvolle partnerschappen waar ook ter wereld.
Bekaert verwezenlijkt zijn duurzaamheidsstrategie door het ontwikkelen en aanbieden van duurzame oplossingen, materialen en energie verantwoordelijk te gebruiken, de hoogste ethische standaarden aan te houden in het zakendoen, de gezondheid en veiligheid op de werkvloer te verbeteren, en medewerkers en businesspartners doorheen de toeleveringsketen te betrekken, altijd better together. GRI 2-1

Dochterondernemingen: 23 615 medewerkers - 65 fabrieken - 10 voornaamste onderzoeks- en engineeringcentra Joint ventures in Latijns-Amerika: 3 365 medewerkers - 10 fabrieken Gezamenlijk: 26 980 medewerkers - 75 fabrieken - 10 voornaamste onderzoeks- en engineeringcentra

Bekaerts business unit Rubberversterking ontwikkelt, produceert en levert staalkoord- en hieldraadproducten en -oplossingen voor de bandensector.
Om klanten wereldwijd te bedienen heeft de business unit een globale aanwezigheid met productie-eenheden in EMEA, de VS, Brazilië, India, Zuidoost-Azië en China.
De meest geavanceerde leider zijn van innovatieve rubberversterkingsoplossingen die onze klanten helpen om de industrie duurzaam om te vormen
Staalkoord en hieldraad voor banden
€ 2,20 miljard geconsolideerde omzet (+7,0%1 hoger dan in 2021) • € 2,46 miljard gezamenlijke omzet2 (+10,2% hoger) 8,0% onderliggende EBIT-marge • 12,1% onderliggende EBITDA-marge
Bekaerts business unit Staaldraadtoepassingen ontwikkelt, produceert en levert een zeer breed gamma van staaldraadproducten en -oplossingen aan klanten in diverse sectoren, waaronder energie- en nutsvoorzieningen, mijnbouw, bouw, landbouw, automobiel en consumptiegoederen.
Om klanten wereldwijd te bedienen heeft de business unit een globale aanwezigheid met productie-eenheden in EMEA, de VS, Latijns-Amerika en Azië en een wereldwijd verkoop- en distributienetwerk.
Klanten bedienen met innovatieve, waardecreërende oplossingen die hen helpen hun businessperformantie te verbeteren
Staaldraadtoepassingen voor energie- en nutsvoorzieningsmarkten, bouw en infrastructuur, landbouw, mijnbouw, automobiel, en meer
€ 2,08 miljard geconsolideerde omzet (+14,5% hoger dan in 2021) • € 3,04 miljard gezamenlijke omzet² (+14,2% hoger) 6,9% onderliggende EBIT-marge • 9,3% onderliggende EBITDA-marge
¹ De slangendraad- en transportbandversterkingsactiviteiten werden in januari 2022 ondergebracht in de business unit Specialty Businesses. Gebaseerd op een pro forma-herwerking zonder het effect van deze verandering, steeg de omzet van Rubberversterking met 13% jaar-op-jaar.
² De gezamenlijke omzet is de omzet gerealiseerd door de geconsolideerde ondernemingen plus 100% van de omzet gerealiseerd door joint ventures en geassocieerde ondernemingen na eliminatie van onderlinge verkopen. Voor zowel Rubberversterking als Staaldraadtoepassingen betreft dit voornamelijk de toevoeging van de joint ventures in Brazilië. GRI 2-6
Bekaerts business unit Specialty Businesses omvat vier subsegmenten¹ die verschillende markten bedienen: bouwproducten, vezeltechnologieën, verbrandingstechnologieën, en slangendraad en transportbandversterking. Qua karakteristieken delen ze een hoogstaande productenportefeuille van geavanceerde technologieën en de voortdurende zoektocht naar lichtgewichtoplossingen en milieuvriendelijke toepassingen.
Bouwproducten ontwikkelt en produceert producten die beton, metselwerk, pleisterwerk en asfalt verstevigen. Vezeltechnologieën biedt hoogwaardige producten aan voor filtratie, hitteresistent textiel, electrogeleidend textiel, waterstofelectrolysetechnologieën, de veilige ontlading van statische energie, sensortechnologieën, en halfgeleidertoepassingen. Verbrandingstechnologie richt zich op verwarmingsmarkten met milieuvriendelijke gas- en waterstofbranders en residentiële en commerciële warmtewisselaars. De slangendraad- en transportbandversterkingsactiviteiten ontwikkelen oplossingen voor het versterken van rubberslangen en transportbanden.
De leidende aanbieder zijn van oplossingen die bijdragen aan een schonere wereld
€ 766 miljoen in geconsolideerde omzet (+61,1%1 hoger dan in 2021) 16,7% onderliggende EBIT-marge • 19,5% onderliggende EBITDA-marge
Als globale aanbieder van kabel- en advanced cords (A-cords) -oplossingen engageert Bridon-Bekaert Ropes Group zich om de leidende innovator en leverancier van de hoogst performante kabels en A-Cords te zijn voor klanten wereldwijd. De unieke combinatie van technologieën in staaldraadkabels, synthetische kabels en A-Cords laat een hoge differentiatie toe in high-end markten.
BBRG-Ropes heeft een leidende positie in een heel breed gamma van sectoren, inclusief dag- en ondergrondse mijnbouw, offshore en onshore energie, hijskraan- en industriële toepassingen, visserij & marine, en structuren. De A-Cords-business van BBRG ontwikkelt en levert fijnkoord voor liften en distributieriemen die respectievelijk in de bouw- en machinebouwmarkten worden gebruikt, raamsysteem- en verwarmingskabels voor de automobielsector, en Armofor® thermoplastic tapes voor lichtgewicht pijpleidingen in energiemarkten.
De leidende innovator zijn en wereldwijd superieure oplossingen aanbieden met de best presterende kabels en advanced cords
€ 585 miljoen geconsolideerde omzet (+21,6% hoger dan in 2021) 10,3% onderliggende EBIT-marge • 16,0% onderliggende EBITDA-marge
Bekaert Geïntegreerd Jaarverslag 2022 - 16 -
Duurzaamheid is een integraal onderdeel van de Bekaert-strategie. We engageren ons tot het creëren van waarde voor al onze stakeholders door het opleveren ten aanzien van zowel onze financiële als niet-financiële doelstellingen. In dit verslag beschrijven we hoe we de middelen die we investeren ('inputs') omzetten in duurzame waarde ('outputs & impact') voor onze aandeelhouders, klanten, medewerkers, gemeenschappen, en andere stakeholders.
De waarde die we creëren
Sterke cashgeneratie in de voorbije jaren heeft ons in staat gesteld geldmiddelen vrij te maken voor waardecreërende investeringen. In 2022 investeerden we € 171 miljoen in materiële vaste activa, € 15 miljoen in immateriële vaste activa (met betrekking tot digitale transformatie) en € 70 miljoen in research & innovation (R&I) activiteiten (voor aftrek van subsidies en belastingtoelagen).
We kochten materialen en diensten van 16 000 leveranciers wereldwijd en stellen 27 000 mensen tewerk (23 615 in geconsolideerde entiteiten) in 43 landen ter wereld, waaronder productiesites in 25 landen en bijkomende verkoop- en distributiefaciliteiten in 18 extra landen.
We investeerden in de ontwikkeling van duurzame oplossingen en digitale productiesystemen en verhoogden onze duurzaamheidsambities en -doelstellingen in lijn met de transitie naar een lageuitstootmaatschappij. We bleven investeren in gezondheid & veiligheid en opleiding, en breidden onze digitale vaardigheden uit om data-inzichten en klantendiensten verder te verbeteren.
ondanks de uitdagende marktomstandigheden. Gedreven door ons commitment om waarde uit te keren aan de aandeelhouders stelt de Raad van Bestuur voor om een dividend van € 1,65 per aandeel (+10% hoger) uit te keren en heeft het een verderzetting van het inkoopprogramma voor eigen aandelen goedgekeurd voor een totaalbedrag tot € 120 miljoen. Dit zal leiden tot een totale return voor de aandeelhouders (TSR) van € 210 miljoen gelinkt aan de prestaties van 2022, meer dan het tienvoud van het basisjaar 2019. We leveren aan 13 500 klanten in 130 landen ter wereld. Onze investeringen in onderzoek en innovatie leverden 19 eerste patentaanvragen op in 2022, wat resulteerde in een portfolio van meer dan 2 100
patenten en patentrechten. 22 partnerschappen met academische en research-instituten helpen onze innovatie-inspanningen te versnellen en meer dan 85% van Bekaerts wereldwijde portfolio van research en innovatieprojecten richt zich op duidelijke voordelen op het vlak van duurzaamheid.
2022 was een recordjaar qua omzet (+17% hoger tegenover 2021). Onderliggende EBITDA (€ 654 miljoen) en onderliggende EBIT (€ 459 miljoen) leverden lagere maar solide winstmarges
Inspanningen om onze CO2-afdruk te verminderen zijn gaande. Broeikasgasemissies Scope 1 en 2 verminderden met 8,3% ten opzichte van 2021 en met 7,8% ten opzichte van basisjaar 2019. De broeikasgasemissies Scope 3 zijn met 8,2% afgenomen ten opzichte van 2021, maar met 2,3% toegenomen ten opzichte van het basisjaar 2019 (gezamenlijke cijfers, inclusief joint ventures) vanwege een uitbreiding van de emissiegegevens vanaf 2022. De broeikasgasintensiteitsratio's Scope 1 en 2 stegen door de aanzienlijke daling van de productievolumes in 2022. 100% van het staalafval keert terug naar de staalfabrieken voor recyclage. We betaalden € 81 miljoen aan inkomstenbelastingen in de landen waar we actief zijn en onze bijdragen aan sociale projecten en noodhulp bedroegen ongeveer € 800 000 in 2022. Aanhoudende prioriteitsacties in gezondheid en veiligheid leidden voor het vijfde jaar op rij tot een daling van de veiligheidsincidentcijfers. Onze focus op diversiteit & inclusie, training & development, en andere initiatieven om de betrokkenheid van medewerkers te verbeteren, dragen bij aan een attitude om alsmaar verder te durven gaan en aan de sterke oplevering en inzet van onze teams wereldwijd.
In het volgende hoofdstuk 'Onze strategie' beschrijven we hoe we de middelen die we gebruiken omzetten in waarde.

Waardecreatiemodel¹
3 23 615 in geconsolideerde vestigingen + 3 365 in joint ventures = 26 980 gezamenlijk 4 Incidentengraad (TRIR) en frequentiegraad (LTIFR) 2022 versus 2021

Het is onze ambitie om de toonaangevende partner te zijn in het vormgeven van de manier waarop we leven en bewegen - veilig, slim en duurzaam. We focussen ons op het versterken van onze kernactiviteiten en op het groeien in andere domeinen dan staal met lichtere, duurzamere en intelligentere oplossingen. Onze pioniersgeest stelt ons in staat innovaties te onderzoeken, ontwikkelen en stimuleren die een positief verschil maken in mensenlevens. Dit is allemaal weerspiegeld in ons maatschappelijk doel: nieuwe mogelijkheden verwezenlijken (establishing the new possible).
We gebruiken de analogie met een kompas als onze gids om op koers te blijven en vooruitgang te boeken ten aanzien van onze doelen. Bekaerts 'Beyond Compass' heeft twee kanten en begeleidt ons zowel in de strategie als de bedrijfscultuur.
Het strategiekompas ligt in lijn met ons maatschappelijk doel en onze ambitie om een positief verschil te maken voor onze stakeholders. Het maakt ons speelveld duidelijk waar onze unieke sterktes het waardevolst zijn, en het bevestigt de facetten van onze strategie die een succesvol resultaat opleveren voor iedereen. We willen niet enkel onze kern versterken maar ook creativiteit in andere materialen dan staal inspireren met nieuwe materialen, in nieuwe markten, met diensten en oplossingen. Een set van meetbare 'key performance indicators' zijn vastgelegd voor ieder doel dat we vooropgesteld hebben. Deze zijn ondergebracht in vijf
categorieën: klantervaring, duurzame oplossingen, innovatiepijplijn, digitale impact, en financiële prestaties.
Het cultuurkompas leidt ons om een voorkeurswerkgever te zijn voor onze huidige en toekomstige medewerkers en om de leidende partner te zijn voor onze stakeholders. Het is gericht op wat volgens ons het belangrijkste is om mensen op de eerste plaats te zetten: niemand schade berokkenen, engagement bevorderen, groei van talent stimuleren en een inclusieve omgeving creëren waar diversiteit floreert. Het gedrag dat we verwachten van elk lid van ons team zal ons helpen om deze doelen te realiseren en zal het volledige potentieel van onze mensen en van het bedrijf ontsluiten. Onze waarden brengen ons samen als één globaal team: better together. Ze vormen het fundament van onze cultuur en manier van werken. Onze vier waarden zijn integriteit, vertrouwen, wendbaarheid en durf, en werden samen met onze medewerkers gekozen.
Onze strategie heeft drie aspecten om resultaten met positieve vooruitgang op lange termijn te behalen. Ze beschrijven het pad dat we volgen om onze ambitie te verwezenlijken.


Dankzij een sterke uitvoering boekten we goede vooruitgang in het verbeteren van onze strategische marktpositie en businessportfolio.
De omzet steeg tot het hoogste niveau in de geschiedenis van Bekaert. De omzetgroei was gedreven door de uitbreiding van waardetoevoegende opportuniteiten en het garanderen van sterke prijszettingsdiscipline.
We leverden robuuste winstgevendheid en sterke cashconversie ondanks zeer uitdagende marktomstandigheden.
Onze teams verwezenlijkten een doorbraak in veiligheidsprestaties in 2022. Investeringen, specifieke trainingsprogramma's en een veel hoger niveau van bewustheid en discipline resulteerden samen in een veel beter veiligheidsresultaat.
De vooruitgang van Bekaerts performantie wordt gemeten ten aanzien van een set van financiële en niet-financiële doelen. Wanneer we de progressie tegenover onze uitmuntendheidsdoelen evalueren, nemen we de feedback van onze klanten mee.
In 2022 werden we bekroond met een aantal hoog gewaardeerde prijzen van klanten. Bekaert werd onder meer erkend voor zijn technische samenwerking, innovatie, duurzame ontwikkeling, en uitstekend partnerschap.


In 2022 hebben we onze businessportefeuille verder verbeterd en onze footprint verder geoptimaliseerd, waaronder de consolidatie van BBRG's productieplatformen in Noord-Amerika en EMEA. Na balansdatum kondigden we de overeenkomst aan over de verkoop van Bekaerts belang in de Staaldraadtoepassingsactiviteiten in Chili en Peru, wat een belangrijke strategische stap is in de huidige transformatie van Bekaert, aangezien het de blootstelling van de Groep aan meer gecommodiseerde en volatiele markten zal verminderen, terwijl het zijn positionering in nieuwe, sneller groeiende markten, in het bijzonder in nieuwe mobiliteit, groene energie en koolstofarme betonoplossingen, zal versterken.
De digitalisering van onze businessprocessen en de uitbreiding van ons digitaal aanbod lopen zoals gepland en zullen worden versneld in de komende jaren.
We hebben een duurzaamheidsstrategie op lange termijn ontwikkeld die de lat hoger legt qua ambities en het opleveren van de decarboniseringsdoelen waartoe we ons engageren. Onze doelstellingen om de broeikasgastuitstoot te beperken werden in december 2022 gevalideerd door SBTi.
We verhogen onze investeringen in onderzoek en ontwikkeling om onze technologische leiderspositie in onze kernmarkten te versterken en om nieuwe vaardigheden buiten ons huidige speelveld te ontwikkelen.
In juni 2022 heeft Tire Technology International Bekaert bekroond tijdens de Tire Technology Expo 2022 in Hannover (Duitsland) voor onze wetenschappelijke en technologische uitmuntendheid in bandenproductie, in het bijzonder voor de kobaltvrije oplossing voor staalkoordadhesie.

Dankzij de vooruitgang in duurzaamheidsprestaties en transparantie in onze verklaringen is Bekaert opgenomen in de nieuwe Euronext ESG-index die 20 aandelen bevat. We boekten goede vooruitgang in de ranglijst van verschillende duurzaamheidsstandaarden, waaronder CDP-klimaatverandering, ISS-ESG, Gaïa (EthiFinance), Sustainalytics, en EcoVadis.

Als onderdeel van onze duurzaamheidsstrategie investeert Bekaert actief in hernieuwbare energie: in 2022 kondigde Bekaert de investering aan van Spanjes grootste zonnepanelenpark op de bedrijfsgronden van Ubisa (Industrias del Ubierna SA), onze fabriek in Burgos (Spanje). De fabriek verwacht 95% van de opgewekte elektriciteit af te nemen. Bekaert heeft ook geïnvesteerd in een bijkomende PPA in de VS die de onderneming er in staat zal stellen 100% van de elektriciteitsnoden uit hernieuwbare energie te halen, en een derde PPA in India die zal leiden tot een totale CO2-reductie van meer dan 60% van onze operaties in India.
GRI 2-22

We zoeken actief naar groeikansen, zowel in bestaande als aangrenzende markten, en passen kapitaaltoekenningscriteria toe die een positieve winstbijdrage garanderen.
In 2022 richtten we ons op tactische overnames en samenwerkingen om een groeiende aanwezigheid uit te bouwen in offshore windenergie, nutsvoorzieningen, expertise in digitale monitoring, en groenewaterstoftechnologie. Door te investeren in succesvolle partnerschappen breiden we onze leiderschapspositie uit in deze veelbelovende groeimarkten en versnellen we de ontwikkeling en go-tomarket van vooroplopende innovaties.
Verdere groei zal worden ondersteund door een hoger niveau van onderzoeks- en capaciteitsinvesteringen en door het exploreren van bijkomende partnerschappen en anorganische groeikansen die ons zullen toelaten ons markt- en technologisch leiderschap verder uit te bouwen.
We groeien ook door een diverse en inclusieve werkplek te creëren die onze mensen toelaat en stimuleert te ontwikkelen en groeien zodat ze durven verder te gaan in het ontsluiten van hun potentieel. We trekken nieuw talent aan dat ons helpt om sneller te transformeren in domeinen waarvan we geloven dat ze Bekaert nog succesvoller zullen maken in de toekomst.
In 2022 investeerde Bekaert in Pajarito Powder en TFI Marine, twee succesvolle start-ups met onderscheidende technologieën die nu opschalen naar de industrialisatiefase. Samenwerken met en investeren in deze technologiepioniers helpt alle partners te groeien.
Pajarito Powder (Albuquerque, VS) is een leider in de ontwikkeling en commercialisering van geavanceerde eleltrocatalysatoren voor electrolysers die groene-energieproductie mogelijk maken. Bekaert heeft een leiderspositie in poreuze transportlagen voor electrolysetechnologieën met de merknaam Currento®. Het partnerschap met Pajarito Powder zal de innovatie en opschaling van gevanceerde oplossingen voor de groene-waterstofmarkt versnellen.
TFI Marine (Dublin, Ierland) is een leidende verankeringsinnovator voor drijvende windturbines. De onderneming heeft met succes SeaSpring ontwikkeld en gedemonstreerd, een baanbrekende, polymeer-gebaseerde verankeringscomponent die de verankeringslast en -vermoeiing van vlottende platformen ten gevolge van windkracht en golfslag vermindert. Bekaerts investering in TFI Marine creëert sterke synergieën met de synthetischekabelactiviteiten van Bridon-Bekaert Ropes Group. Het partnerschap is ook de start van een commerciële samenwerking waarbij een slimme oplossing op de markt zal worden geïntroduceerd van BBRG synthetische kabels uitgerust met de TFI lastverlagende toestellen.

In december 2022 onthulden we onze nieuwe merkidentiteit tijdens een wereldwijd evenement georganiseerd vanuit België en waarbij collega's uit alle windstreken betrokken waren. Het was de perfecte gelegenheid om te laten zien hoe we nieuwe mogelijkheden verwezenlijken. Teamleden van de zes medegastlocaties brachten interessante verhalen over hoe zij onze nieuwe ambitie en maatschappelijk doel interpreteren om toekomstig business-succes te boeken. In alle regio's kwamen medewerkers samen tijdens sterk geapprecieerde watchparty's. Vaak ontmoetten ze collega's die ze nog niet eerder hadden gezien, wat bijdroeg aan de algehele positieve sfeer en het enthousiasme.

Voor meer informatie en details over onze performantie in 2022 verwijzen we naar de performantie-updates in dit hoofdstuk en naar de gedetailleerde toelichtingen over financiële en niet-financiële informatie in Deel II van dit verslag.
De voornaamste taken van de Raad van Bestuur zijn het bepalen van de strategie en het algemeen beleid van de Groep en het opvolgen van de activiteiten van Bekaert. Dit omvat de duurzaamheidsstrategie van de Groep en het toezicht op de vooruitgang ervan. De Raad van Bestuur is het hoogste beslissingsorgaan van de onderneming. Enkel aangelegenheden die door de wet of de statuten zijn voorbehouden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vallen niet onder zijn bevoegdheid. De Raad van Bestuur telt momenteel elf leden. Hun professioneel profiel omvat verschillende vakgebieden, zoals recht, business, industriële activiteiten, finance & investment banking, HR, consultancy, ESG, innovatie en compliance.
Alle informatie over de Raad van Bestuur (nominatie en selectie, comités, remuneratie) is beschikbaar in Deel II: Corporate Governance Verklaring van dit verslag.
GRI 2-9, GRI 2-10, GRI 2-11, GRI 2-12, GRI 2-15, GRI 2-16, GRI 2-17, GRI 2-18, GRI 2-19, GRI 2-20
| Jürgen Tinggren, Voorzitter ¹ |
|---|
| Oswald Schmid, Gedelegeerd Bestuurder |
| Gregory Dalle |
| Henriette Fenger Ellekrog ¹ |
| Christophe Jacobs van Merlen |
| Maxime Parmentier |
| Eriikka Söderström ¹ |
| Caroline Storme |
| Emilie van de Walle de Ghelcke |
| Henri Jean Velge |
| Mei Ye ¹ |
1 Onafhankelijke Bestuurders
De Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft op 11 mei 2022 de benoeming van Maxime Parmentier als Bestuurder, en de herbenoeming van Oswald Schmid als Bestuurder en Mei Ye als onafhankelijk Bestuurder goedgekeurd voor een periode van een jaar tot en met de Jaarlijkse Algemene Vergadering van 10 mei 2023.
Charles de Liedekerke en Hubert Jacobs van Merlen gingen met pensioen overeenkomstig de door Bekaert toegepaste pensioengerechtigde leeftijd voor Bestuurders. Colin Smith ging met pensioen en stelde zich niet herverkiesbaar. De Raad van Bestuur is Charles de Liedekerke, Hubert Jacobs van Merlen en Colin Smith erkentelijk voor hun substantiële bijdragen als Bestuurders van de Vennootschap.
Als gevolg van deze wijzigingen nam het aantal Bestuurders af van dertien naar elf.
VOORZITTER VAN DE RAAD Onafhankelijk Bestuurder Zweed, °1958
EERSTE BENOEMING Mei 2019
Stockholm School of Economics New York University Leonard N Stern School of Business
Jürgen Tinggren werd tot onafhankelijk Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Bestuur van Bekaert benoemd op 8 mei 2019.
Hij begon zijn carrière in 1981 als Senior Associate bij Booz Allen Hamilton en vervoegde Sika AG in 1985 waar hij verschillende management- en directierollen opnam met toenemende scope en verantwoordelijkheid. In 1997 werd Jürgen Tinggren lid van het Directiecomité van Schindler Holding AG. In 2007 werd hij benoemd tot Chief Executive Officer en Voorzitter van het Group Executive Committee van Schindler. Hij werd er Bestuurder in 2014.
ANDERE MANDATEN Bestuurder bij Johnson Controls, Inc.
EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2023
Voorzitter van het Nominatie- en Remuneratiecomité Lid van het Audit, Risk & Finance-comité Niet-native: van een andere nationaliteit


GEDELEGEERD BESTUURDER LID VAN DE RAAD VAN BESTUUR Oostenrijker, °1959
EERSTE BENOEMING Mei 2020
OPLEIDING University of Applied Sciences in Wenen
Oswald Schmid vervoegde Bekaert als COO op 1 december 2019. Op 12 mei 2020 werd hij aangesteld als interim-CEO en op 2 maart 2021 werd hij aangesteld als CEO.
Oswald Schmid begon zijn loopbaan bij Semperit in 1984 waarna hij in 1990 verhuisde naar Continental als Hoofd Aankoop en later als General Manager voor een ContiTech Hose-divisie. In 2002 vervoegde bij Schindler als Hoofd Aankoop en bekleedde er verschillende regionale CEO- en managementposities. Vanaf 2013 was hij lid van het Group Executive Committee van Schindler verantwoordelijk voor de Noord-Europese activiteiten en vervolgens voor de New Installation Business en Global Supply Chain. In 2017 verhuisde hij naar de Kalle Group als CEO en Managing Director.
Bestuurder bij Wienerberger
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2023




dan de hoofdzetel (België)
BESTUURDER Fransman, °1976
OPLEIDING Université Paris-Dauphine Cass Business School
Gregory Dalle is Managing Director bij Credit Suisse in de Investment Banking & Capital Markets Division in Londen.
Hij startte bij Credit Suisse in 2000 als lid van de EMEA Mergers & Acquisitions Group. Gregory Dalle vervoegde de Industrials Group in 2014 en werd vervolgens aangesteld als Head of EMEA Industrials Group (in 2017) en Global Co-Head of EMEA Diversified Industrials (in 2021). Gregory Dalle heeft verantwoordelijkheid over de investment banking coverage van een aantal van Credit Suisses grote industriële klanten en adviseert hen over een breed gamma aan M&A en Equity & Debt transacties.
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2023

Onafhankelijk Bestuurder Deense, °1966
EERSTE BENOEMING Mei 2020
Copenhagen Business School, INSEAD, London Business School en Wharton Business School
Henriette Fenger Ellekrog is Chief Human Resources Officer bij Ørsted.
Ze begon haar carrière bij Peptech A/S waar ze Director of Administration and Personnel werd. Vervolgens nam ze verschillende consultancy- en managementfuncties op bij Mercuri Urval A/S. Henriette Fenger Ellekrog zette haar loopbaan verder bij TDC met verschillende HRdirectierollen alvorens bij SAS AB als Executive VP HR aangesteld te worden. Recenter stond ze aan het hoofd van het HR office bij Danske Bank A/S.
EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2025
Lid van het Nominatie- en Remuneratiecomité

BESTUURDER Belg, °1978
EERSTE BENOEMING Mei 2016
Université Libre de Bruxelles Ecole Centrale Lille (Ingénieur Généraliste)
Christophe Jacobs van Merlen is momenteel Managing Director bij Bain Capital Europe en lid van het leiderschapsteam en van verschillende raad-, audit-, operationele en M&A-comités. Hij heeft een leidende rol in verschillende investeringen bij Bain Capital.
Hij vervoegde Bain Capital Europe, LLP (Londen) in 2004. Voorheen was Christophe Jacobs van Merlen consultant bij Bain & Company in Brussel, Amsterdam en Boston, waar hij instond voor strategische en operationele adviesverlening aan klanten actief in private equity, businessdiensten, industrie en financiële dienstverlening.
EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2024
COMITÉS Lid van het Nominatie- en Remuneratiecomité

BESTUURDER Bestuurder Belg, °1982

Université Catholique de Louvain Esade-CEMS Business School Barcelona Columbia University in New York
Maxime Parmentier is oprichter en CEO van Birdie Care Services Ltd, een Londense scale-up in de gezondheidzorgtechnologie gericht op het verbeteren van de levenscondities en zorg voor ouderen.
Hij startte zijn loopbaan in 2008 bij McKinsey & Company alvorens bij Riaktr aan de slag te gaan. In 2013 verhuisde Maxime Parmentier naar The Global Fund dat aids, tuberculose en malaria bestrijdt. Daar werkte hij in verschillende rollen met toenemende verantwoordelijkheid. Voor hij Birdie oprichtte in 2017 leidde Maxime Wambo, een e-marktplaats voor gezondheid die hij zelf oprichtte, en werkte hij voor Kamet Ventures (AXA).
EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2023

BESTUURDER VOORZITTER VAN HET AUDIT, RISK & FINANCE-COMITÉ Onafhankelijk Bestuurder Finse, °1968
EERSTE BENOEMING Mei 2020
University of Vaasa
Eriikka Söderström heeft een sterke financiële achtergrond dankzij een carrière in verschillende internationaal actieve ondernemingen.
Ze begon haar loopbaan bij Nokia waar ze 14 jaar verschillende financiële rollen bekleedde binnen Nokia Networks. Haar laatste posities waren interim-CFO van Nokia Networks en Corporate Controller van Nokia Siemens Networks. Ze heeft ook gewerkt als CFO bij Oy Nautor Ab, Vacon Plc en Kone Corporation, en was de CFO van F-Secure, een cyber security-onderneming, van 2017 tot September 2021.
Lid van de Raad van Bestuur en Voorzitter van het Auditcomité van Valmet, lid van de Raad van Bestuur en Voorzitter van het Auditcomité van Kempower, lid van de Raad van Bestuur van Amadeus IT Group
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2025
Voorzitter van het Audit, Risk & Finance-comité

BESTUURDER Belg, °1977

EERSTE BENOEMING Mei 2019
Solvay Management School, Université Libre de Bruxelles, en INSEAD Frankrijk en Singapore
Caroline Storme is R&D Finance Lead Neurology bij UCB in België.
Ze startte haar carrière bij Deloitte Consulting België in 2000. Van 2004-2006 werkte ze bij Bekaert als financieel controller voor ze verhuisde naar Amtech, IGW in Suzhou, China, waar ze benoemd werd tot CFO. Caroline Storme vervoegde UCB in 2021, eerst in controlfuncties voor ze werd aangesteld als hoofd van de Aziatische global business services in Shanghai, China. Sinds 2017 heeft ze verschillende financiële R&D-functies bekleed op het hoofdkantoor van UCB in Brussel, België.
EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2023
BESTUURDER Belg, °1981
EERSTE BENOEMING Mei 2016
Université catholique de Louvain, Université libre de Bruxelles en London School of Economics
Emilie van de Walle de Ghelcke is Head of Legal bij Sofina, een op Euronext Brussels (BEL20 en BEL ESG indices) beursgenoteerde investeringsvennootschap onder familaal beheer.
Voor ze startte bij Sofina was Emilie vanaf 2005 lid van de Brusselse balie en vervoegde ze in 2009 de corporate and finance-praktijk van Freshfields Bruckhaus Deringer, waar ze Belgische en internationale klanten adviseerde over binnen- en buitenlandse M&A-transacties, corporate governance aangelegenheden, corporate herstructureringen, joint ventures en financieel recht. Emilie van de Walle de Ghelcke vervoegde Sofina in 2016. Als Head of Legal en Compliance Officer behelzen haar verantwoordelijkheden voornamelijk M&A-transacties, advies over materies in verband met corporate governance en beursgenoteerde ondernemingen, group compliance en juridische zaken, alsook externe communicatie. Ze maakt deel uit van het kernteam dat de implementatie van Sofina's ESG-strategie leidt.

BESTUURDER Belg, °1956
EERSTE BENOEMING Mei 2016
OPLEIDING Katholieke Universiteit Leuven en IMD
Henri Jean Velge begon zijn carrière in 1981 bij Shell (Nederland) als well-site petroleumingenieur. Hij verhuisde naar Brunei in 1982 als Operations Manager en verliet Shell in 1985 om een MBA-diploma te behalen.
In 1987 vervoegde Henri Jean Velge Bekaert als Executive Director van Industrias Chilenas de Alambre (Chili). In 1991 verhuisde hij naar de VS en werd in 1994 Corporate Vice President Wire Americas. In 2001 werd hij benoemd tot Executive Vice President en werd lid van het Bekaert Group Executive met verantwoordelijkheid voor de wereldwijde draadactiviteiten. Van 2013 tot midden 2014 was hij verantwoordelijk voor alle businessplatformen.

BESTUURDER Onafhankelijk Bestuurder Amerikaanse, °1966
EERSTE BENOEMING Mei 2014
OPLEIDING University of North Carolina Fudan University in Shanghai
Mei Ye is een onafhankelijke Bestuurder en internationale adviseur, gebaseerd in Shanghai. Ze zetelt in de Raad van Bestuur van Jamieson Wellness, een Canadese beursgenoteerde onderneming. Ze is ook senior advisor bij Eurazeo, een Frans investeringsbedrijf.
Mei zetelde in de Raad van Bestuur van Shenwan Hongyuan Group in China (2015-2021) na een mandaat bij Shenyin & Wanguo (2012 tot 2014). Bij McKinsey & Company was ze senior advisor (2013-2022) en senior expert en consultant (2003-2013). Mei begon haar carrière als strategiemanager en -analyst voor verschillende ondernemingen in de VS, waaronder E*TRADE Financial (nu een dochteronderneming van Morgan Stanley), Gartner Group en SPR Associates.
Voorzitter van Stichting Administratiekantoor Bekaert dat de belangen van Bekaerts referentieaandeelhouder behartigt
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2024
Onafhankelijk Bestuurder bij Jamieson Wellness Inc en senior advisor bij Eurazeo; Adviseur bij het Rhodes Trust van Oxford University en het finaleselectiecomité voor Global Rhodes Scholars.
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2023

EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2024
Het Bekaert Group Executive (BGE) draagt de operationele verantwoordelijkheid voor de activiteiten van de onderneming en treedt op onder toezicht van de Raad van Bestuur. Het BGE wordt voorgezeten door Oswald Schmid, Gedelegeerd Bestuurder. GRI 2-9, GRI 2-13
De samenstelling van het Bekaert Group Executive weerspiegelt de organisatiestructuur met vier Business Units en vier Globale Functionele Domeinen. In 2022 werden de Business Units en Globale Functies door de volgende Executives geleid.
De Business Units dragen globale P&L-verantwoordelijkheid voor strategie en oplevering binnen hun bevoegdheden en beschikken over toegewezen productiefaciliteiten en commerciële en technologieteams binnen hun respectievelijke organisaties. Dit helpt hen een aanpak te ontwikkelen waarin de klant centraal staat en die afgestemd is op de specifieke noden en dynamieken in hun markten.
GRI 2-13
De Functies vervullen de rol van strategische businesspartners, verantwoordelijk voor het aanleveren van specifieke expertise en diensten doorheen de Groep, zodat de business kan rekenen op de juiste deskundigheid om korte- en langetermijndoelstellingen waar te maken.
GRI 2-13
Op 5 september 2022 vervoegde François Desné Bekaert als Divisie-CEO Staaldraadtoepassingen en werd hij lid van het BGE. François Desné verving Stijn Vanneste die de onderneming verliet in augustus 2022.
Op 1 juni 2022 werd Gunter Van Craen, Chief Digital and Information Officer bij Bekaert sinds 2020, lid van het BGE.
Curd Vandekerckhove nam ontslag als Divisie-CEO Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) in september 2022.
* De samenstelling van het BGE is gewijzigd begin 2023. Op 1 maart 2023 heeft Annie Xu-Huhmann Bekaert vervoegd als Divisie-CEO Rubberversterking en werd ze lid van het Bekaert Group Executive, waarbij ze Arnaud Lesschaeve opvolgde die de onderneming eind februari verliet. Annie's curriculum vitae is beschikbaar op de Bekaertwebsite.

GEDELEGEERD BESTUURDER Oostenrijker, °1959
START LOOPBAAN BEKAERT 2019
OPLEIDING Engineering University of Applied Sciences in Wenen
Oswald Schmid vervoegde Bekaert als COO op 1 december 2019. Op 12 mei 2020 werd hij aangesteld als interim-CEO en op 2 maart 2021 werd hij aangesteld als CEO.
Oswald Schmid begon zijn loopbaan bij Semperit in 1984 waarna hij in 1990 verhuisde naar Continental als Hoofd Aankoop en later als General Manager voor een ContiTech Hose-divisie. In 2002 vervoegde bij Schindler als Hoofd Aankoop en bekleedde er verschillende regionale CEO- en managementposities. Vanaf 2013 was hij lid van het Group Executive Committee van Schindler verantwoordelijk voor de Noord-Europese activiteiten en vervolgens voor de New Installation Business en Global Supply Chain. In 2017 verhuisde hij naar de Kalle Group als CEO en Managing Director.
* Op het moment van publicatie combineert Oswald Schmid zijn rol als CEO van Bekaert met de ad interim rol als Divisie-CEO van Bridon-Bekaert Ropes Group.

CHIEF FINANCIAL OFFICER Fransman en Marokkaan, °1971
START LOOPBAAN BEKAERT 2019
Wiskunde en Economie - Finance French College in Rabat Institut Supérieur de Gestion in Parijs
Taoufiq Boussaid begon zijn loopbaan in international finance met een periode van tien jaar als Audit Manager, eerst bij Ernst & Young in Frankrijk en vervolgens bij The Coca-Cola Company in de VS. Van 2004 tot 2007 nam hij verschillende financiële functies op bij United Technologies Corporation, eerst als Corporate Controller EMEA en vervolgens als CFO voor de Carrier Heating Systems-activiteiten in Europa.
In 2007 vervoegde Taoufiq Bombardier Transportation waar hij binnen de financiële organisatie in verschillende regio's opklom tot zijn meest recente positie als Vice President Finance voor EMEA en Pacifisch Azië. Hij nam ook verschillende operationele verantwoordelijkheden op zoals het aansturen van de Franse en Noord-Afrikaanse activiteiten van Bombardier Transportation.




Niet-native: van een andere nationaliteit dan de hoofdzetel (België)
CHIEF STRATEGY OFFICER Mexicaan, °1974
START LOOPBAAN BEKAERT 2019
Engineering - MBA Universidad Panamericana in Mexico City Stanford Graduate School of Business
Juan Carlos Alonso begon zijn loopbaan in 1998 bij Boston Consulting Group. In 2006 werd hij bij CEMEX Global Corporate Strategic Planning Manager, gebaseerd in Spanje. Hij verhuisde naar Comex Group in 2010 als Vice President Sales & Operations voor de de regio West-Amerika, alvorens bij Lhoist Group verschillende leidinggevende business development en strategiefuncties te bekleden met toenemende scope en verantwoordelijkheid.
In 2017 vervoegde Juan Carlos de Imerys Group als Head of the Americas en ontwikkelingsregio's voor de Monolithic Refractories-divisie, en, parallel daarmee, als Global Head of Strategy, Business Development and Marketing voor de High Temperature Solutions business.

CHIEF HUMAN RESOURCES OFFICER Duitse, °1972
START LOOPBAAN BEKAERT 2021
Economie Verre Oosten - Strategisch HR Management University van Duisburg-Essen University of Applied Sciences in Zürich
Kerstin Artenberg startte haar carrière in communicatie- en marketingrollen met verschillende leidinggevende posities bij Körber AG en Daimler AG.
In 2007 verhuisde Kerstin naar Borealis in Oostenrijk als External Communications Manager en werd daarna Director Communications. Vanaf 2010 breidde ze geleidelijk haar verantwoordelijkheden in HR uit en in 2016 nam ze de rol van Vice President Human Resources & Communications op. In 2020 vervoegde ze het nieuw opgerichte Executive Committee.
Doorheen haar carrière heeft Kerstin culturele transformaties gestimuleerd met een focus op het ontwikkelen van organisaties die zin en diepgaande ontwikkelingsmogelijkheden bieden aan hun medewerkers.

CHIEF INFORMATION AND DIGITAL OFFICER Belg, °1970
START LOOPBAAN BEKAERT 2020
Handelsingenieur - Accountancy en Auditing - Computer Auditing Katholieke Universiteit Leuven Universiteit Antwerpen
Gunter Van Craen begon zijn carrière in interne audit bij KBC. In 2003 vervoegde hij Johnson & Johnson waar hij verschillende IT en finance managementfuncties met toenemende reikwijdte en verantwoordelijkheid opnam.
Hoewel oorspronkelijk vooral in finance-rollen verhuisde Gunter naar globale IT-functies en werd hij CIO voor de integratie van Crucell in Janssen Pharmaceutica en vervolgens VP IT Pharma R&D. Zijn laatste positie alvorens bij Bekaert aan de slag te gaan was als SVP IT voor technologiediensten bij J&J, met verantwoordelijkheid voor alle IT-gerelateerde diensten in EMEA, Latijns-Amerika en Azië.

DIVISIE-CEO STAALDRAADTOEPASSINGEN Fransman, °1971
START LOOPBAAN BEKAERT 2022
Fysica - MBA - Internationale studies Université de Paris VII, The Wharton School en The Lauder Institute aan de Universiteit van Pennsylvania
François Desné startte zijn carrière in 1996 bij RHODIA waar hij verschillende managementfuncties in kwaliteit en ontwikkeling uitoefende. In 2003 verhuisde hij naar BASF waar hij diverse regionale en globale leiderschapsrollen opnam in Europa en Azië, telkens met toenemende reikwijdte en verantwoordelijkheid als SVP van verschillende globale business units.
In 2016 vervoegde François Desné Recticel als Group General Manager van Recticel Engineered Foams en als lid van het Recticel Group Executive Committee.

DIVISIE-CEO SPECIALTY BUSINESSES CHIEF OPERATIONS OFFICER Belg, °1966
START LOOPBAAN BEKAERT 2021
Engineering - Industrial Management Katholieke Universiteit Leuven INSEAD Business School Parijs
Yves Kerstens begon zijn loopbaan in supply chain management voor de productie-industrie alvorens bij Ernst & Young (1996) en later Capgemini (2001) adviseur te worden voor de handels- en industriesector.
In 2005 vervoegde hij Bridgestone Corporation waar hij verschillende directiefuncties opnam met toenemende scope en verantwoordelijkheid in EMEA en Pacifisch Azië, alsook globale corporate governance-rollen zoals Vice President & Senior Officer van Bridgestone Corporation en Voorzitter van het comité voor globale digitale oplossingen en supply chain. In 2018 ging Yves naar Axalta Coating Systems waar zijn meest recente functie Vice President Axalta en President EMEA was.

DIVISIE-CEO RUBBERVERSTERKING Fransman, °1969

START LOOPBAAN BEKAERT 2019
Finance & Business Administration - Aankoop Université Paris Dauphine M.A.I. Management School in Bordeaux
Arnaud Lesschaeve begon zijn carrière bij Valeo in 1994, eerst in kwaliteitszorg en later als aankoopmanager. Hij verwierf bijkomende expertise in de domeinen van aankoop en operationeel en supply chain-beheer tijdens zijn 8 jaar als consultant bij respectievelijk KPMG en AT Kearney.
In 2003 vervoegde Arnaud Faurecia waar hij verschillende leiderschapsposities in aankoop opnam alvorens benoemd te worden tot VP Asia Division. Van 2013 tot 2018 breidde hij zijn loopbaan in de automobielsector uit bij GKN Driveline, initieel als COO, later als President Asia Pacific, en uiteindelijk als CEO van de joint systems-divisie, alvorens terug te keren naar Valeo als VP Thermal Systems.
* Arnaud verliet de onderneming eind februari 2023 en werd opgevolgd door Annie Xu-Huhmann op 1 maart 2023.
Boven, van links: François Desné, Juan Carlos Alonso, Arnaud Lesschaeve, Yves Kerstens en Gunter Van Craen. Onder, van links: Oswald Schmid, Kerstin Artenberg en Taoufiq Boussaid. Toegevoegde foto: Annie Xu-Huhmann.

Bekaert creëert waarde voor zijn stakeholders door de ondernemingsstrategie en -doelen te verwezenlijken, zowel wat betreft financiële performantie als in het beantwoorden van maatschappelijke milieu- en sociale opportuniteiten en uitdagingen.
Als beursgenoteerde onderneming (Euronext Brussels, BEKB) met een globale business scope en footprint, onderhouden we relaties met vele partijen die belangen hebben in onze onderneming op basis van de resultaten van onze acties. We geloven dat deze wisselwerking voordelig is voor een positieve vooruitgang op lange termijn voor iedereen. GRI 2-26, GRI 2-29

Bekaert ondersteunt economische ontwikkeling en tewerkstelling door de zakenrelaties en -activiteiten met leveranciers overal ter wereld. We werken samen met kernleveranciers om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen die ons helpen ons huidige aanbod van duurzame en digitale oplossingen uit te breiden. We vereisen een formele verbintenis van onze leveranciers om te voldoen aan mensenrechten en ethische business-standaarden.
Bekaert werkt samen met businesspartners in joint ventures en in geconsolideerde entiteiten waarvan we mede-eigenaar zijn met andere aandeelhouders. Met of zonder partners: Bekaert past altijd dezelfde hoge standaarden toe in zakelijke ethiek, gezondheid en veiligheid op de werkvloer, en performantie.
Bekaert werkt samen met technologiepartners om innovaties te stimuleren in doelmarkten. Er zijn verschillende samenwerkingsvormen: als lid van consortia voor waterstofenergie en nieuwe mobiliteit, door businesspartnerschappen met industrieleiders en -associaties, door te investeren in bedrijven die opschalen met veelbelovende nieuwe technologieën, en door samen te werken met onderzoeks- en academische instellingen.
GRI 2-6, GRI 2-29


27 000 Bekaert-medewerkers werken samen als één team om kwaliteitsproducten en -diensten af te leveren en de performantie in veiligheid, digitale toepassingen, duurzaamheid en innovatie te verbeteren.
Verenigd door dezelfde waarden - integriteit, vertrouwen, wendbaarheid en durf - werken we samen om onze business te doen groeien, om te inspireren en engageren, en om resultaten te behalen. Deze vormen de kern van ons Cultuurkompas waarover meer te lezen is in het Strategiehoofdstuk in dit rapport.
Als onderneming en als individuen willen we integer handelen en verbinden we ons tot de hoogste standaarden van zakelijke ethiek. We promoten gelijke kansen, koesteren diversiteit en inclusie, en creëren een zorgende en veilige werkomgeving doorheen onze organisatie.
Zo motiveren we onze mensen om verder te durven gaan in het ontsluiten van hun volledige potentieel, een impact te hebben op de performantie, en in het verwezenlijken van nieuwe mogelijkheden (establishing the new possible).
Het werkgeverswaardevoorstel is niet enkel relevant voor onze huidige medewerkers maar richt zich ook op toekomstige talenten om ons te vervoegen in ons maatschappelijk doel en onze ambitie.
GRI 2-7, GRI 2-23, GRI 2-29

verschillende nationaliteiten in ons 75 personeelsbestand

Bekaert heeft een uitgebreid, internationaal klantenbestand in mature en groeimarkten. We bedienen zowel globale als lokale klanten met een rijk portfolio aan producten en diensten. Onze wereldwijde footprint helpt om de klant centraal te zetten en de toeleveringsketen kort te houden.
Onze investeringen in onderzoek & innovatie en in digitale en duurzame oplossingen bieden geavanceerde technologieën die onze klanten in staat stellen de meest veeleisende verwachtingen en ambities na te komen en zo waarde voor onze klanten te creëren.
Bekaert is een vertrouwde partner in het aanbieden van kwalitatieve producten en oplossingen en toont een hoge graad van wendbaarheid in alle mogelijke omstandigheden.
Onze grootste ambitie is om de toonaangevende partner zijn in het vormgeven van de manier waarop we leven en bewegen. Aangespoord door de megatrends willen we een voorkeurspartner zijn voor klanten die oplossingen ontwikkelen in nieuwe mobiliteit, koolstofarme bouw, en groene energie. Samen kunnen we de shift naar duurzame oplossingen in onze eindmarkten aansporen en versnellen.
GRI 2-6, GRI 2-29


Bekaert streeft ernaar tijdige en nauwkeurige informatie te verstrekken aan alle stakeholders in de beleggingsgemeenschap over de strategie, performantie en vooruitzichten van de onderneming.
We bezorgen informatie tijdens ontmoetingen met beleggers en financiële analisten over de vooruitgang die we maken en de uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden. De vergaderingen in 2022 omvatten fysieke en virtuele roadshows en conferenties, webcasts, en de hybride Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Bekaerts toelichtingen, inclusief dit geïntegreerd jaarverslag, omvatten zowel financiële als nietfinanciële prestatie-indicatoren en vooruitgang, evenals markt- en strategische updates.
6 banken-beursvennootschappen volgen Bekaert en publiceren analistenrapporten.
Aandeelhouders, beleggers en analisten hebben toegang tot Bekaert-informatie via de website, persberichten, individuele en groepsgesprekken, en webcasts. GRI 2-29
totaal aantal contacten bereikt via individuele en groepsvergaderingen
gemiddelde doelprijs voor het Bekaertaandeel bij publicatie van dit verslag €49 € 81

We streven ernaar een maatschappelijk betrokken ondernemer te zijn binnen iedere gemeenschap waarin we actief zijn en promoten en passen verantwoordelijke en duurzame businesspraktijken toe in onze relaties en operaties.
We steunen geen politieke organen en nemen een neutrale positie in ten aanzien van politieke kwesties. We veroordelen wel elke daad van geweld en agressie tegen mensen en iedere inbreuk tegen mensenrechten.
We engageren ons om de milieu-impact van onze activiteiten te minimaliseren. We investeren in groene-energiebronnen en andere maatregelen om de uitstoot van onze operaties te verminderen.
We stimuleren economische activiteit en tewerkstelling in de locaties waar we actief zijn. De belastingen die we betalen dragen bij aan de ontwikkeling van gemeenschappen wereldwijd.
We ijveren voor en ondersteunen initiatieven die de sociale en ecologische omstandigheden helpen verbeteren in gemeenschappen over de hele wereld. We steunen lokale gemeenschapsprojecten die een positief verschil maken in de levens van mensen.
GRI 2-23, GRI 2-29

Meer informatie over onze stakeholders en hoe Bekaert waarde voor hen creëert is beschikbaar in de prestatiehoofdstukken (Deel I van dit verslag) en in de gedetailleerde Verklaringen (Deel II).

Bekaerts materialiteitsanalyse voor 2022 bouwt verder op de aanpak van de voorbije jaren en omvat een extra dimensie die de inschatting weerspiegelt van de impact van de onderneming op de maatschappij en het milieu, zowel in termen van risico's als opportuniteiten. Zo bereiden we ons voor op rapportering in overeenstemming met de dubbele materialiteitsvereisten die zullen gelden als onderdeel van de implementatie van de CSRD-richtlijnen vanaf het verslag van 2024.
| Analyse | Interne bronnen | Externe bronnen | Review/Validatie |
|---|---|---|---|
| ERM matrix |
Bekaert-strategie Lokale risicoregisters Risicobeperkende prioriteiten |
Gartner WEF Benchmark peers WTW (Willis Towers Watson) |
Bekaert Group Executive Audit, Risk and Finance comité Raad van Bestuur EY |
| Materialiteits matrix |
Bekaert-strategie Bekaert ESG prioriteiten en duurzaamheidsdoelen Resultaat van ERM matrix |
Klantenbevragingen Bevragingen van financiële instellingen ESG-labelbevragingen Ontmoetingen met investeerders Standaarden: GRI - EFRAG |
Audit, Risk and Finance comité Raad van Bestuur EY SBTi (uitstootbeperkings doelen) GRI |
Zowel in de ERM- (Enterprise Risk Management) als in de materialiteitsmatrix wordt rekening gehouden met de waarde die belanghebbenden aan risico's en opportuniteiten hechten. De meting van de waarde die belanghebbenden eraan hechten, is gebaseerd op terugkerende vragen en openbaarmakingsvereisten via klantenvragenlijsten, vragenlijsten
van financiële instellingen (in het bijzonder groene investeringscriteria), acties gericht op het betrekken van leveranciers, ESG-labels en -normen, en verzoeken en feedback of rapporten van beleggers en financiële analisten. In een volgende fase zal Bekaert ook specifieke bevragingen organiseren om de analyse van de verwachtingen van de stakeholders te vervolledigen, in overeenstemming met de richtlijnen inzake dubbele materialiteit.
Zowel het ERM-kader als de materialiteitsanalyse worden beschouwd als strategische instrumenten om de acties die cruciaal zijn om waarde te creëren en om uitdagingen aan te pakken en risico's te beperken, te identificeren en te prioriteren.
Waar het ERM-model de risico's indeelt volgens de waarschijnlijkheid van optreden en de impact of het gevolg voor onze onderneming, positioneert de materialiteitsmatrix de hefbomen van financiële en impactmaterialiteit.
Onze aanpak garandeert dat bij de beoordeling van de materialiteit rekening wordt gehouden met de belangrijkste risico's en opportuniteiten van de Groep. Hoewel de principes en de evaluatiescope bij ERM en (dubbele) materialiteit kunnen verschillen, bestaat er uiteraard een sterke correlatie tussen de uitkomsten van de evaluaties.
Meer informatie over ERM is opgenomen in Deel II: Corporate Governance Verklaring van dit rapport.
Bekaert gebruikt het GRI Reporting framework als externe referentie voor de materialiteitsanalyse. Meer informatie is opgenomen in Deel III: GRI inhoudsindex van dit rapport.
GRI 2-23, GRI 2-24, GRI 2-25, GRI 3-1, GRI 3-3

Bekaerts Enterprise Risk Management (ERM) aanpak is geïntegreerd in de strategie van de onderneming en de daaruit voortvloeiende beslissingen en activiteiten die de implementatie ervan aansturen.
Dit permanente ERM-kader, bekrachtigd door de Raad van Bestuur van Bekaert, helpt bij het beheer van onzekerheid in Bekaerts waardecreatiemodel. Het draagt ook bij tot het bereiken van de doelstellingen van de onderneming, zowel financiële als niet-financiële, en tot het naleven van wet- en regelgeving en van de Bekaert Gedragscode. Het kader bestaat uit de identificatie, beoordeling en prioritering van de belangrijkste risico's waarmee Bekaert wordt geconfronteerd. Het omvat ook de continue rapportering en opvolging van die grote risico's en de ontwikkeling en implementatie van risicobeperkende maatregelen.
De risico's zijn ondergebracht in zeven risicocategorieën: strategische, mensen/organisatie, operationele, juridische/compliance, financiële, bedrijfs-, en geopolitieke/ landenrisico's. De vastgestelde risico's worden ingedeeld op twee assen: waarschijnlijkheid van optreden en impact of gevolg. De ontwikkeling van de risico's wordt elk kwartaal geëvalueerd.
Impactvolle veranderingen in de vraag kunnen sectoren treffen die relevant zijn voor Bekaert. Een crisis of recessie kan leiden tot een aanzienlijke daling van de vraag onder invloed van een zwak consumentenvertrouwen en uitgestelde investeringen. De resulterende upstream en downstream overcapaciteit kan leiden tot prijserosie in de hele toeleveringsketen. Om deze risico's te beperken, implementeert Bekaert maatregelen om kostencompetitief te zijn, vaste kosten flexibel te maken en kosteninflatie door te rekenen. De focus van de onderneming verplaatst zich ook van de traditionele markten naar minder cyclische sectoren met een sterk groeipotentieel, waaronder nieuwe mobiliteit, hernieuwbare energie en markten die gericht zijn op decarbonisatie- en recyclagetrends.
Bekaert is aanwezig in landen met politieke en economische risico's, waaronder China, Venezuela, Rusland en Turkije. Indien zich een belangrijk politiek, sociaal of activaschade-incident zou voordoen, dan is een impact op de winstgevendheid mogelijk. Als onderdeel van een bedrijfscontinuïteitsplan heeft Bekaert maatregelen voorhanden om dit risico te verlagen door middel van back-up scenario's en leveringsgoedkeuringen vanuit andere locaties.
Schade veroorzaakt door de gevolgen van de klimaatverandering (zware regenval/overstromingen, droogte/ watertekort, hittestress, brandgevaarlijk weer, extreme stormen/windschade) kan de continuïteit van Bekaerts activiteiten op getroffen locaties aantasten. Bekaert evalueert de mogelijke impact van klimaatverandering en implementeert aanpassingsmaatregelen zoals adequate waterafvoer en/of -toevoer, waterkeringen, voorziening van adequate brandbestrijdingsfaciliteiten, programma's om het waterverbruik te minimaliseren en voorzieningen voor de werkomstandigheden van werknemers in geval van extreem hoge temperaturen. GRI 201-2
In geval van aanzienlijke organische en/of anorganische groei kan het risico van beschikbaarheid van financiering en financieringskosten hoog zijn als gevolg van hogere intrestvoeten en/of (meer) beperkende convenanten en/ of meer zekerheden (onderpanden, collaterals). Bovendien zijn grotere uitbreidingen onderhevig aan risico's van vertraging en kostenoverschrijdingen en is het mogelijk dat het verwachte rendement van dergelijke projecten niet binnen de beoogde termijn wordt gehaald. Een zeer volatiel mondiaal macro-economisch klimaat kan bovendien de hypothesen die in de business cases van de groeiprojecten worden gebruikt, wijzigen. Bekaert heeft een strikt kapitaalallocatieprogramma en een kader voor het beheer van fusies en overnames dat de rendementscriteria van de investeringen bepaalt en een nauwgezette governance en controle inhoudt.
GRI 3-1 Meer details over Controle en ERM en de respectievelijke bestuursorganen zijn opgenomen in Deel II: Corporate Governance Verklaringen. GRI 2-25

We hebben de lijst van materiële topics geïdentificeerd op basis van:
De beoordeling en prioritering in termen van financiële materialiteit en impactmaterialiteit gebeurde op basis van:
De volgende materiële topics werden beoordeeld als 'doorslaggevend' (hoge financiële materialiteit en hoge impactmaterialiteit):






¹ Alle vergelijkingen zijn ten opzichte van de cijfers voor het boekjaar 2021.


Bekaert leverde sterke omzetgroei door de uitdagingen van hoge kostinflatie van grondstoffen en energie snel te beantwoorden met productprijsstijgingen. Deze vlugge acties en bijkomende operationele efficiënties hielpen de winstgevendheid te vrijwaren ondanks hogere inputkosten en een lagere bezetting. Deze resultaten weerspiegelen ook de succesvolle uitvoering van Bekaerts strategie, waarbij de kernactiviteiten verder zijn versterkt terwijl we ons herpositioneren en richten op nieuwe markten met de opportuniteiten die ontstaan uit energietransitie- en decarboniseringstrends.
Bekaert realiseerde +16,8% geconsolideerde omzetgroei in 2022. De organische groei (+11,8%) vloeide voort uit businessmixverbeteringen en verrekende walsdraadprijswijzigingen en andere kostinflatie (+20,6% samen), getemperd door lagere volumes (-8,8%). Gunstige wisselkoersbewegingen voegden +5,0% toe aan de omzet die € 5 652 miljoen bereikte of € +812 miljoen meer dan in 2021.
De omzetgroei van Bekaerts Braziliaanse joint ventures (+19,3% tot € 1 220 miljoen in omzet) was voornamelijk het gevolg van gunstige wisselkoerseffecten (+17,2%) door de sterke herwaardering van de Braziliaanse real. Organische groei bedroeg +2,1% en volgde uit mixverbeteringen en verrekende kosten op lagere volumes, gelijkaardig aan de geconsolideerde omzet. Inclusief joint ventures nam de gezamenlijke omzet toe met +17,1% tot € 6 858 miljoen (€ +1 miljard hoger dan vorig jaar).
Bekaert behaalde een operationeel resultaat (onderliggende EBIT) van € 459 miljoen (tegenover € 512 miljoen in 2021). Dit leidde tot een onderliggende EBIT-marge op omzet van 8,1% (10,6% in 2021). In 2022 waren er significante kostenstijgingen voor de grondstoffen, met name walsdraad, en voor energiekosten. Alle business units beantwoordden deze uitdagingen goed door stijgingen van kosten te verrekenen. Deze prijsstijgingen compenseerden weliswaar deze kostinflatie maar genereerden
nul winstmarge. Deze effecten verwaterden de algemene marge van de Groep en zijn zichtbaar in alle margepercentages (en andere ratio's tegenover de omzet) inclusief de onderliggende EBIT-marge.
De eenmalige elementen bedroegen € -93 miljoen (€ -2 miljoen in 2021) en bevatten de € -55 miljoen afwaardering van de vaste activa van de Russische operaties in Lipetsk en de € -21 miljoen herstructureringskosten van de sluiting van de fabriek in Gelsenkirchen in Duitsland en de daaraan gelinkte consolidatie van de EMEA kabelactiviteiten in het VK. Andere eenmalige elementen waren gerelateerd aan herstructureringskosten in rubberversterking (EMEA en Noord-Amerika), staaldraadtoepassingen (Latijns-Amerika) en op groepsniveau. Inclusief eenmalige elementen bedroeg EBIT € 366 miljoen wat overeenkomt met een EBIT-marge op omzet van 6,5% (tegenover € 511 miljoen of 10,6% in 2021). Onderliggende EBITDA was € 654 miljoen (11,6% marge) vergeleken met € 686 miljoen (14,2%) en gerapporteerde EBITDA bereikte € 626 miljoen, of een marge op omzet van 11,1% (tegenover 13,9%).
De onderliggende overheadkosten daalden als percentage op omzet tot 7,5% (8,5% in 2021), maar namen met € +12 miljoen toe in absolute cijfers. De toename was bijna volledig toe te schrijven aan de negatieve wisselkoersimpact. De hogere commerciële kosten waren gelinkt aan hogere salarissen, reis- en IT-kosten en werden gecompenseerd door lagere administratieve uitgaven.
De onderliggende andere bedrijfsopbrengsten en -kosten stegen van € +21 miljoen in 2021 tot € +26 miljoen in 2022 door de winst op de verkoop van grond in Doncaster (VK) in het segment BBRG (€ +11,4 miljoen).

De nettorente-inkomsten en -lasten bedroegen € -38 miljoen, een daling tegenover € -41 miljoen in 2021 als gevolg van het wegvallen van intrest van afgeloste kosten die van toepassing waren op de converteerbare obligatie tot juni 2021, toen ze verviel en terugbetaald werd. Andere financiële inkomsten en uitgaven bedroegen € -11 miljoen (€ +4 miljoen in 2021). De daling was het gevolg van een verlaagde waardering van de Virtual Power Purchase Agreements en toegenomen bankkosten.
De winstbelasting nam af van € -134 miljoen in 2021 tot € -81 miljoen. De algemene effectieve belastingvoet zakte van 28% tot 26%. De oorzaak is sterkere winstgevendheid in legale entiteiten die historisch verlieslatend waren, wat leidde tot het gebruik van voordien niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen.
Het aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen bedroeg € +54 miljoen (tegenover € +108 miljoen vorig jaar, waarvan € 34 miljoen gelinkt aan de eenmalige recuperatie van belastingkredieten uit het verleden), wat de aanhoudend sterke performantie van de joint ventures in Brazilië weerspiegelt.
Het perioderesultaat bedroeg bijgevolg € +289 miljoen, vergeleken met € +448 miljoen in 2021. Het resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen van derden was € +20 miljoen (tegenover € +44 miljoen in 2021) door lagere winstgeneratie in entiteiten met minderheidsaandeelhouders, vooral in Chili en Peru. Na aftrek van het deel toerekenbaar aan minderheidsbelangen bedroeg het perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert € +269 miljoen tegenover € +404 miljoen vorig jaar. EPS (perioderesultaat per aandeel) bedroeg € +4,78, een daling tegenover € +7,09 in 2021.
Het gemiddeld werkkapitaal op omzet bedroeg 13,5% in 2022, en hoewel hoger dan in 2021 was het beduidend lager dan het historisch gemiddelde van de Groep. Het werkkapitaal nam toe met € +172 miljoen sinds december 2021 maar daalde significant tegenover juni 2022. De organische toename bedroeg € +168 miljoen en werd vooral veroorzaakt door lagere uitstaande betalingen. Voorraden bleven nagenoeg stabiel terwijl te innen betalingen afnamen met € 27 miljoen door de impact van hogere omzet op lopende factoringprogramma's (factoring buiten balans nam toe van € 225 miljoen in 2021 tot € 268 miljoen in 2022).
Geldmiddelen en kasequivalenten bedroegen € 728 miljoen aan het einde van de periode, vergeleken met € 677 miljoen bij jaareinde 2021. De toename in kasequivalenten was het gevolg van een robuuste EBITDA-generatie en significante verbeteringen in het werkkapitaal in het laatste kwartaal van het jaar, niettegenstaande er toenemende uitgaande nettokasstromen waren voor groei-investeringen en aandeelhoudersuitkeringen in de vorm van een gestegen dividend en de inkoop van eigen aandelen.
De nettoschuld bedroeg € 487 miljoen, € 70 miljoen hoger dan € 417 miljoen bij jaareinde 2021, maar € 186 miljoen lager dan het niveau van de eerste jaarhelft van 2022, gedreven door een verbeterd werkkapitaal. Dit resulteerde in een nettoschuld op onderliggende EBITDA van 0,74 tegenover 0,61 bij jaareinde 2021.
Op 31 december 2022 vertegenwoordigde het eigen vermogen 46,2% van de totale activa, een stijging tegenover 43,4% bij jaareinde 2021. De nettoschuld op eigen vermogen (gearing ratio) bedroeg 21,8% vergeleken met 19,9% aan het einde van 2021, licht gestegen met een hogere nettoschuld gedreven door het werkkapitaal en de uitgaande nettokasstroom van de inkoop van eigen aandelen. De ratio blijft weliswaar significant lager tegenover de 39,4% bij jaareinde 2020.
De nettokasstromen uit bedrijfsactiviteiten bedroegen € 340 miljoen, tegenover € 380 miljoen in 2021. De gerapporteerde EBITDA in 2022 bleek veerkrachtig met € 626 miljoen tegenover een zeer sterke vergelijkingsbasis van € 675 miljoen vorig jaar. De hogere kasuitstroom van winstbelastingen en werkkapitaal werd gedeeltelijk gecompenseerd door een lagere kasuitstroom voor provisies en andere operationele kasstromen.
De vrije kasstroom (FCF) bedroeg € 190 miljoen tegenover € 221 miljoen in 2021. FCF wordt berekend uit het kasstroomoverzicht als nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten min investeringen in materiële en immateriële vaste activa min netto-intresten plus ontvangen dividenden. Hoewel EBITDA lager was en de kasuitstroom van belastingen en werkkapitaal hoger, waren er positieve effecten voor de FCF dankzij hogere ontvangen dividenden en andere operationele kasstromen.
De kasstromen uit investeringsactiviteiten bedroegen € -125 miljoen (tegenover € -92 miljoen in 2021) door toegenomen uitgaven gelinkt aan investeringen in vaste activa.
De kasstromen uit financieringsactiviteiten beliepen € -174 miljoen, vergeleken met € -567 miljoen vorig jaar. 2021 bevatte de terugbetaling van de converteerbare obligatie en andere leningen (€ -440 miljoen). 2022 bevatte hogere dividendbetalingen (€ -105 miljoen tegenover € -64 miljoen vorig jaar) en de cash-out van de inkoop van eigen aandelen (€ -97 miljoen).
De Raad van Bestuur wil een voorzichtige aanpak hanteren voor kapitaaltoewijzing door een evenwicht te creëren tussen investeren in toekomstige groei, het behouden van een sterke balans en aandeelhoudersrendement. De succesvolle uitvoering van het strategisch plan en robuuste financiële prestaties hebben Bekaerts balans en algemene cashgeneratie versterkt, en bijgevolg de potentiële uitkeringen aan aandeelhouders. In 2022 werd het dividend met 50% verhoogd en werd een inkoopprogramma voor eigen aandelen met een waarde tot € 120 miljoen gestart dat werd verdeeld in vier gelijke tranches en werd afgesloten in februari 2023.
Met deze robuuste financiële positie en het hierboven beschreven beleid wil de Groep een evenwichtige aanpak toepassen op gebied van aandeelhoudersrendement. Dit omvat:
Zoals eerder is het doel van het programma het verminderen van het geplaatste aandelenkapitaal van de vennootschap en zullen alle aandelen die zijn aangekocht worden vernietigd.
Bekaert heeft in 2022 samenwerkingen afgesloten die de markttoegang en onze technologische posities in sectoren met hoge groei verbeteren. Deze omvatten:

Verder heeft de Groep Virtual Power Purchase Agreements (VPPA) ondertekend in de VS en India, en installeert het een zonnepanelenpark in Ubisa (Spanje) om de broeikasgasuitstoot te helpen verminderen en compenseren.
Bekaert is ook blijven investeren in de organische groei van de onderneming:
Sinds de uitbraak van het conflict in Oekraïne hebben we onze activiteiten in en met Rusland significant verminderd. De resultaten van de Lipetsk-fabriek in Rusland zijn opgenomen in de geconsolideerde financiële verklaringen van 2022. Het aanhoudende conflict is ondertussen een duidelijk indicator van afwaardering; daarom heeft de Groep een afwaarderingstest uitgevoerd bij jaareinde voor de gebruikswaarde. Gebaseerd op het resultaat hiervan heeft de Groep besloten om de vaste activa volledig af te schrijven. Om die reden nemen we in 2022 een uitzonderlijke non-cash kost op in het resultaat voor een bedrag van € 55 miljoen. Op 31 december 2022 bleven voor € 26 miljoen geconsolideerde vlottende activa en € 3 miljoen geconsolideerde verplichtingen over met betrekking tot activiteiten in de Lipetsk-fabriek. Lipetsk heeft ook een intercompany schuldpositie tegenover partners binnen de Groep van € 35 miljoen en intercompany verplichtingen voor € 12 miljoen.
Na balansdatum kondigde Bekaert de intentie aan tot verkoop van zijn aandeel in de staaldraadtoepassingsactiviteiten in Chili en Peru aan de huidige partners, met een totale ondernemingswaarde van ongeveer US\$ 350 miljoen, resulterend in een netto-opbrengst van US\$ 136 miljoen voor Bekaerts aandeel. De verkoop is in lijn met Bekaerts strategie die gericht is op het verbeteren van het businessportfolio door de blootstelling aan lagere groei-, meer gecommodiseerde en volatiele markten te beperken, en tegelijkertijd de aanwezigheid in snelgroeiende markten uit te breiden.
Bekaert is geselecteerd als lid van de nieuwe BEL ESG-index, een erkenning voor onze duurzaamheidsprestaties en vooruitgang. De BEL ESG-index omvat de toonaangevende duurzame Belgische beursgenoteerde ondernemingen die blijk geven van de beste praktijken op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur. De index belicht bovendien de steeds groeiende vraag van de markt naar duurzame beleggingen.

| in miljoen € | 2021 | 2022 | Delta |
|---|---|---|---|
| Omzet | 4 840 | 5 652 | +16,8% |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 511 | 366 | -28,4% |
| EBIT-onderliggend | 512 | 459 | -10,5% |
| Financieel resultaat | -37 | -50 | +34,8% |
| Winstbelasting | -134 | -81 | -39,4% |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures | 108 | 54 | -49,6% |
| Perioderesultaat | 448 | 289 | -35,4% |
| toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 404 | 269 | -33,5% |
| toerekenbaar aan minderheidsbelangen van derden | 44 | 20 | -53,1% |
| EBITDA-onderliggend | 686 | 654 | -4,7% |
| Afschrijvingen (materiële vaste activa) | 175 | 182 | +3,7% |
| Waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen |
-11 | 79 | — |
| in miljoen € | 2021 | 2022 | Delta |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen | 2 098 | 2 230 | +6,3% |
| Vaste activa | 1 968 | 1 975 | +0,4% |
| Investeringen (materiële vaste activa) | 153 | 171 | +11,3% |
| Balanstotaal | 4 839 | 4 829 | -0,2% |
| Nettoschuld | 417 | 487 | +16,7% |
| Kapitaalgebruik (CE) | 2 271 | 2 433 | +7,1% |
| Werkkapitaal | 678 | 850 | +25,4% |
| Personeel op 31 december | 23 568 | 23 615 | +0,2% |
| in miljoen € | 2021 | 2022 | Delta |
|---|---|---|---|
| Omzet1 | 1 015 | 1 206 | +18,9% |
| Bedrijfsresultaat | 282 | 173 | -38,7% |
| Winst van het boekjaar | 252 | 134 | -46,9% |
| Investeringen (materiële vaste activa) | 31 | 36 | +16,7% |
| Afschrijvingen | 13 | 17 | +27,3% |
| Personeel op 31 december | 3 613 | 3 365 | -6,9% |
| Winstaandeel in consolidatie | 108 | 54 | -49,6% |
| Eigen vermogen | 189 | 222 | +17,6% |
Omzet joint ventures = € 1 220 miljoen van de Braziliaanse joint ventures na toevoeging omzet kleine joint ventures en eliminatie van intercompany transacties.
| in miljoen € | 2021 | 2022 | Delta |
|---|---|---|---|
| Omzet | 5 854 | 6 858 | +17,2% |
| Investeringen (materiële vaste activa) | 184 | 206 | +12,0% |
| Personeel op 31 december | 27 181 | 26 980 | -0,7% |
Meer details over de financiële resultaten in Deel II: Financieel Overzicht van dit verslag. Andere marktgerelateerde data zoals directe economische waarde gecreëerd en verdeeld en financiële hulp ontvangen van overheden zijn beschikbaar in het Financieel Overzicht §5.1, §5.2, §5.3, §5.4, §5.6, §6.13.
GRI 201-1, GRI 201-4
1
| 2021 | 2022 | |
|---|---|---|
| EBITDA op omzet | 13,9% | 11,1% |
| EBITDA-onderliggend op omzet | 14,2% | 11,6% |
| EBIT op omzet | 10,6% | 6,5% |
| EBIT-onderliggend op omzet | 10,6% | 8,1% |
| EBIT intrestdekking | 13,0 | 9,9 |
| ROCE-onderliggend | 23,6% | 19,5% |
| ROE | 24,6% | 13,4% |
| Eigen vermogen op totaal activa | 43,3% | 46,2% |
| Nettoschuld op eigen vermogen | 19,9% | 21,8% |
| Nettoschuld op EBITDA-onderliggend | 0,61 | 0,74 |


75 fabrieken1
~3 miljoen ton walsdraad aangekocht1
€ 186 miljoen capex (materiële en digitale vaste activa) (+ € 36 million capex in JV's)1
16 000 actieve leveranciers
96% van de leveranciers onderschreven onze Gedragscode voor leveranciers2
60% van onze leveranciers is beoordeeld door EcoVadis2
13 500 klanten
2,3 miljoen ton CO2-besparing door ST/UTstaalkoord1
1 inclusief JV's
2 percentages relatief tot Bekaerts leveranciersbestedingen
Bekaert runt 75 fabrieken (geconsolideerde vennootschappen en joint ventures) in 25 verschillende landen in EMEA, Noord-Amerika, Latijns-Amerika en Pacifisch Azië. Samen verbruikten en verwerkten ze in 2022 bijna 3 miljoen ton walsdraad, onze belangrijkste grondstof.
GRI 2-1, GRI 301-1
De investeringen van de geconsolideerde vennootschappen bedroegen € 186 miljoen in 2022, waarvan € 171 miljoen in materiële vaste activa en € 15 miljoen in investeringen gelinkt aan het digitale transformatieprogramma. Ongeveer € 12 miljoen van de investeringen in materiële vaste activa gingen naar duurzaamheidsinspanningen om de energie-intensiteit en CO2-uitstoot te verminderen. Bekaert investeert ook in operationele-uitmuntendheidsprogramma's als onderdeel van het groepswijde Bekaert Manufacturing System dat standaardisatie, proces- en energie-efficiëntie, productkwaliteit, digitale modellering en monitoring, en afvalpreventie- en reductie stimuleert.
Walsdraad is de belangrijkste grondstof voor de vervaardiging van staaldraadproducten. Bekaert koopt verschillende soorten walsdraad van staalbedrijven van over de hele wereld en verwerkt deze tot staaldraadproducten door mechanische en hittebehandelingsprocessen en unieke deklaagtechnologieën toe te passen. We ontwikkelen en produceren ook in toenemende mate producten met andere metalen of synthetische materialen. De producten van Bekaert worden geleverd aan industriële klanten die ons materiaal verder verwerken tot half- of eindproducten, of aan eindklanten, rechtstreeks of via distributiekanalen. GRI 2-6
Walsdraad vertegenwoordigt meer dan de helft van de totale uitgaven van aankopen en wordt besteld bij leveranciers over de hele wereld. Het toeleveringsproces wordt beheerd door de aankoopfunctie. 2022 werd gekenmerkt door significante onderbrekingen in de toeleveringsketen die werden veroorzaakt door de aanhoudende impact van de pandemie en containertekorten. Desondanks slaagde Bekaert erin de aanlevering van grondstoffen te verzekeren dankzij zijn globale aanwezigheid en nauwe samenwerking met leveranciers overal ter wereld.
Bekaert koopt grondstoffen en andere leveringsbehoeften lokaal aan (d.w.z. in dezelfde regio als waar de materialen verwerkt worden), tenzij de aankoopmogelijkheden ontoereikend zijn wat betreft kwaliteit, kwantiteit of kost. In 2022 werd net zoals vorig jaar 92% van onze aankopen lokaal aangeleverd.
Bekaert koopt van verschillende bronnen in lijn met de productkwaliteitsnoden en de beschikbare aankoopopties. In 2022 werkten we met ongeveer 16 000 actieve leveranciers¹ waarvan 50% in EMEA leverden, 6% in Latijns-Amerika, 10% in Noord-Amerika en 34% in Pacifisch Azië.
Bekaert erkent het belang van verantwoord aankopen. In 2022 hebben alle leveranciers onder het Responsible Minerals Initiative (RMI), de Bekaert Gedragscode voor Leveranciers ondertekend (of bewijs geleverd dat ze de principes ervan naleven) en 100% van onze tin- en wolfraamleveranciers hebben voor het huidige rapporteringsjaar het meest recente Conflict Minerals Reporting Template (CMRT) ingevuld zoals aanbevolen door het RMI.
RMI is een initiatief van de Responsible Business Alliance (RBA), en het Global e-Sustainability Initiative (GeSi), die ondernemingen uit verschillende sectoren helpen om problemen met conflictmineralen in hun toeleveringsketen aan te pakken. GRI 3-3
De aankoopafdeling van Bekaert heeft haar engagement met leveranciers versterkt om het bewustzijn voor en de controle op duurzaam ondernemen in de toeleveringsketen te verbeteren. De Bekaert Gedragscode voor Leveranciers legt de vereisten op het vlak van milieu, werkomstandigheden en governance vast waaraan de leveranciers moeten voldoen. Aan het einde van 2022 vertegenwoordigde dit engagement 96% van de bestedingen. In 2022 startte de aankoopafdeling met de implementatie van een verbeterd due diligence-proces voor leveranciersduurzaamheid, om te garanderen dat het gedrag van nieuwe leveranciers afgestemd is op onze waarden en om te monitoren of bestaande leveranciers zich houden aan Bekaerts Gedragscode voor Leveranciers. Naast reeds verzamelde data van CSR-auditresultaten en EcoVadis-beoordelingen, worden hierbij externe data gebruikt met gestructureerde en ongestructureerde inputs rond milieu-, sociale en governancetopics, om het potentiële risico in te schatten en aan te geven waar mitigerende acties genoodzaakt zijn.
Bekaert betrekt leveranciers bij zijn duurzaamheidsagenda via EcoVadis. 60% van onze aankoopbestedingen in 2022 gebeurde bij leveranciers die door EcoVadis worden beoordeeld. Het platform geeft inzicht in de duurzaamheidsprestaties van onze belangrijke leveranciers en waar ruimte voor verbetering is. In 2022 werden de EcoVadis-beoordelingen verder geïntegreerd in onze aankoopprocessen. EcoVadis-ratings worden gevraagd tijdens de onboarding van leveranciers via ons digitaal aankoopplatform eBuy. Deze beoordelingen worden gebruikt tijdens de jaarlijkse evaluatie van de leveranciersperformantie en hun beoordelingsscores zijn opgenomen in ons Supplier Relationship Management (SRM)-kader als basis voor betere samenwerking met potentiële en bestaande voorkeursleveranciers- en partners.
Alle leveranciers van kritische materialen en diensten worden jaarlijks formeel beoordeeld, en corrigerende actieplannen worden opgelegd als de minimaal vereiste niveaus niet zijn bereikt. Deze actieplannen worden nauwgezet gecontroleerd om de focus op verbetering te verzekeren.
Bij Bekaert volgen we de EU REACH-regelgeving nauwgezet om naleving te garanderen en we vragen onze leveranciers om hun REACH-naleving te verifiëren in het toeleveringsproces van grondstoffen.
We hebben 41 leveranciersaudits uitgevoerd in 2022, vergeleken met 50 in 2021. Leveranciersaudits worden gepland en geprioriteerd volgens kwaliteitsgaranties, veranderingen of uitbreidingen aan kritische leveranciersprocessen, en het risico dat geldende doelcriteria niet behaald worden.
Contracten afsluiten met onze belangrijkste leveranciers (Key Supplier Agreements) blijft zeer belangrijk in de aankoop van walsdraad en andere toeleveringscategorieën omdat ze doeltreffende partnerschappen helpen ontwikkelen waarin duurzaamheid, supply chainintegratie en innovatie centraal staan.
In 2021 startte Bekaert een Virtual Supplier-campagne met de voornaamste walsdraadleveranciers om tastbare stappen te zetten naar het behalen van ambitieuze op wetenschap gebaseerde broeikasgasreductiedoelen die in 2022 zijn goedgekeurd door het Science Based Targets-initiatief (SBTi). Een van die doelen is het beperken van de Scope 3-uitstoot van aangekochte goederen en diensten met 19,7% tegen 2035. Lees meer over Bekaerts decarboniseringsambities en performantie in 2022 in het volgende hoofdstuk: Planeet, en in Deel II: Milieugegevens van dit rapport.
De campagne was een succes en leidde in 2022 tot zorgvuldig gekozen partnerschappen met leveranciers over de hele wereld. De gekozen partners zijn erkend voor hun duurzaamheidsbesef, duidelijke roadmaps naar decarbonisatie en leiderschap in het onderzoeken van nieuwe technologieën voor koolstofarme staalproductie. Samen kunnen we vooroplopen in de ontwikkeling, introductie en uitrol van duurzamer staal en staalgebaseerde oplossingen in onze markten.
Gezien het succes met walsdraadleveranciers in 2022 hebben we beslist om de aanpak uit te breiden naar bijkomende categorieën die centraal staan in onze duurzaamheidsambities: transport, verpakking en basismetalen. De campagne piekte met de 'Bekaert Sustainability Days' waar leden van het leiderschapsteam Bekaerts duurzaamheidsambities uit de doeken deden en ons aankoopteam een-op-een gesprekken over duurzaamheid voerden met kernleveranciers. Met deze oefening hebben we kansen geïdentificeerd om samen initiatieven op te starten met potentiële partners en de opgebouwde kennis in te bedden in onze categoriestrategieën. De initiatieven, partnerschappen en kennis zullen ons verder vooruithelpen in 2023 om onze ambities waar te maken.
De voorbije jaren hebben we onze aanwezigheid in de gehele waardeketen van groenewaterstofproductie uitgebreid. Hoewel we de kansen al heel vroeg hadden gezien en we al meer dan twintig jaar ervaring hebben met het produceren van poreuze transportlagen voor proton exchange membrane (PEM) electrolyse, wonnen de marktontwikkelingen recent momentum.
Als gevolg daarvan zien we toegenomen en noodzakelijke samenwerking doorheen de hele waterstofwaardeketen. De industrie is nog in een vroeg ontwikkelingsstadium en vereist significante R&D-initiatieven van verschillende, samenwerkende spelers.
Daarom hebben we onze toegang tot technologie- en partnernetwerken uitgebreid. Dankzij onze bestaande relaties met universiteiten en onderzoeksinstituten en via onze samenwerking met industrieconsortia en -organen, zullen we in staat zijn om een brede waaier aan expertise samen te brengen, wat zal bijdragen aan het uitbouwen van een toekomst met waterstof en een koolstofvrije energiesector.
Naast het beleveren van een aantal marktleiders, hebben we het ECO2Fuel-project vervoegd, een EU-project onder Horizon2020 om CO2 om te zetten in duurzame brandstof. We hebben ook een aandeel verworven in Pajarito Powder (Albuquerque, VS), een leider in de ontwikkeling en commercialisering van geavanceerde electrokatalysatoren voor electrolysers die groenewaterstofproductie mogelijk maken.
GRI 2-6

Kwaliteit is essentieel voor goede klantenrelaties. Onze klanten hebben een keuze en wij streven ernaar om hun beste keuze te zijn. We ondersteunen onze klanten door waarde toe te voegen aan de producten en oplossingen die we hen bieden. Het is van het allergrootste belang om de kwaliteitsverwachtingen van onze klanten te beantwoorden, zowel wat betreft productspecificaties, dienstverlening, en huidige en toekomstige ontwikkelingsnoden. Het vormt de basis voor het creëren van klantwaarde.
Een knap voorbeeld van onze focus op kwaliteit is onze fabriek in Sardinië (Italië) die al twee jaar geen enkele klantenklacht ontving.
Vorig jaar hebben we meer partners doorheen de waardeketen uitgenodigd op onze Noord-Amerikaanse e-portal voor afrasteringen. Voordien richtte de portal zich exclusief op distributeurs, onze onmiddellijke klanten, zodat zij gemakkelijk de voorraadniveaus kunnen raadplegen en bestellingen plaatsen en opvolgen. Nu kunnen ook aannemers die zich verder stroomafwaarts in de waardeketen bevinden ons productaanbod bekijken, hun winkelmandje vullen en een offerteaanvraag sturen naar de distributeurs. Dit levert voordelen voor alle betrokken partners: eindklanten hebben een gemakkelijke en handige winkelervaring via de website; distributeurs gebruiken Bekaerts portaalsite en marketingtool om de relatie met hun rechtstreekse klanten te onderhouden; en Bekaert verwerft waardevolle klantinzichten terwijl het een meer gestroomlijnd orderproces creëert.
Tegelijkertijd lanceerden we nieuwe e-commerce portaalsites voor automobielen bouwsectoren, en gaven we onze bestaande MyRope-site een upgrade. Ook verbeterden we ons customer relationship management (CRM)-systeem dat ondertussen de ruggengraat van de commerciële processen is geworden, waardoor verkoopteams de commerciële cyclus op een efficiënte manier van A tot Z kunnen monitoren.
Bekaert voert een Net Promotor Score (NPS)-onderzoek uit in alle businesses en op wereldwijde schaal. De resultaten worden verwacht in april 2023.
De enige business unit met volledige resultaten tot nu toe is Rubberversterking. De 2022 NPS-score van Rubberversterking was 73, wat een uitstekend resultaat is: veel hoger dan het gemiddelde voor internationale B2Bproductiebedrijven (tussen 20 en 30), en opnieuw een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de vorige score van 64 in 2020.

Het onderzoek peilde naar de loyaliteit van klantenrelaties door de waarschijnlijkheid te meten dat klanten Bekaert zouden aanbevelen aan andere bedrijven, collega's of zakenpartners. Profacts, een onafhankelijk marktonderzoeksbureau, stond in voor de coördinatie en analyse van de enquête.

Bij Bekaert geloven we dat het onze verantwoordelijkheid is om een betere toekomst te creëren.

Met deze doelstellingen nemen wij moedige stappen, denken wij verder dan morgen en baseren wij onze initiatieven op de nieuwste wetenschappelijke inzichten die bijdragen tot een duurzame toekomst op langere termijn.
Onze strategie en ambities
Onze ambitie voor het milieu is in lijn met de Overeenkomst van Parijs om de
In 2022 hebben wij onze ambities, vaardigheden en plannen verder aangescherpt om aanzienlijke vooruitgang te boeken bij de verwezenlijking van onze milieudoelstellingen.
wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C. Wij hebben als doel onze Scope 1 & 2 Broeikasgasemissies (BKG)¹ - waarvan het merendeel afkomstig is van gas dat
Wij zijn vastbesloten het leven te verbeteren en waarde te creëren voor alle belanghebbenden door een positieve impact te verwezenlijken met onze duurzame oplossingen en praktijken.
Met dit in gedachten hebben we een ambitieus plan opgesteld dat de meest dringende duurzaamheidsuitdagingen aanpakt en tegelijkertijd een brede waaier aan kansen biedt, zowel voor Bekaert als voor het milieu. GRI 2-22, GRI 3-3

40% elektriciteit uit hernieuwbare bronnen1
32% walsdraad van gerecycleerd staal2
-9% wateronttrekking vergeleken met basisjaar 20191
Engagement voor Business Ambition for 1.5°C-campagne met op wetenschap gebaseerde doelen

-7,8% afname in Scope 1&2-BKG-emissies vergeleken met 20191
100% van het staalafval van onze productieprocessen wordt gerecycleerd
-13,9 % staalafval vergeleken met 2019
Uitstootreductiedoelen goedgekeurd door SBTi
2 gerecycleerd staal aangekocht door staalfabrieken (27%) en gerecycleerd in hun productieprocessen (5%)
¹ Scope 1 (directe BKG-emissies): CO2-uitstoot van bronnen die onze eigendom zijn of door ons worden beheerd (bvb. BKG-emissies van de verbranding van brandstof en gas)
Scope 2 (energiegerelateerde indirecte BKG-emissies): CO2-uitstoot van aangekochte/verkregen elektriciteit, verwarming, koeling en stoom voor verbruik in onze fabrieken
Scope 3 (andere indirecte BKG-emissies): indirecte BKG-emissies niet inbegrepen in Scope 2
(energiegerelateerde indirecte) emissies, afkomstig van bronnen buiten onze organisatie, zowel upstream als downstream (bvb. transport)
Nadat onze aanvraag werd aanvaard om de Business Ambition for 1,5°C-campagne - een dringende oproep tot actie van een wereldwijde coalitie om de opwarming van de aarde te beperken - te vervoegen, werden onze ambitieuze, wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen voor de vermindering van broeikasgassen onafhankelijk gevalideerd door het Science Based Targets-initiatief (SBTi). Door hieraan deel te nemen en ons te verbinden tot doelstellingen in overeenstemming met SBTi, zijn wij lid geworden van de Race to Zero van de VN Climate Champions en daarmee willen wij een aanzienlijke impact hebben in de strijd tegen klimaatverandering.
Een andere verklaring houdt verband met EU-Taxonomie, bedoeld om kapitaal in te zetten op duurzame activiteiten, met als einddoel de financiering van duurzame groei en het bereiken van de EU-doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Voortbouwend op onze eerste evaluatie in 2021, hebben we in 2022 opnieuw alle productieactiviteiten, investeringen en toepasselijke uitgaven van de geconsolideerde entiteiten van Bekaert in kaart gebracht en deze gematcht met de activiteiten beschreven in de EU-Taxonomie om hun 'geschiktheid' te analyseren, d.w.z. hun potentieel om ecologisch duurzaam te zijn. Terwijl de oefening van vorig jaar alleen betrekking had op de geschiktheidsdimensie, is dit het eerste jaar dat we ook rapporteren over de afstemming ervan met twee doelstellingen van de EU-Taxonomie: matiging van de klimaatverandering en aanpassing aan de klimaatverandering. Het resultaat van deze analyse is opgenomen in de gedetailleerde milieuverklaringen in deel II van dit verslag. GRI 3-3
Een katalysator om broeikasgasemissies te beperken is het gebruik van hernieuwbare elektriciteit waar dat beschikbaar en mogelijk is. In totaal was 40% van de elektriciteit die we in 2022 geconsumeerd hebben afkomstig van hernieuwbare bronnen. In Brazilië, Canada, Colombia, Ecuador, Venezuela, Roemenië, Nederland en het VK is het elektriciteitsverbruik van Bekaert grotendeels afkomstig van hernieuwbare energiebronnen.
Wat betreft het opwekken van hernieuwbare energie zijn onze ogen gericht op zonne- en windenergie. We kijken naar windturbineinvesteringen en private of publieke investeringen zodat onze fabrieken energie kunnen afnemen van on-site zonnepanelen. In 2022 hebben wij de investering aangekondigd in een zonnepark op onze productielocatie in Burgos (Spanje), en in twee PPA's in de VS en in India, die de emissies van onze productievoetafdruk in die landen drastisch zullen verminderen. GRI 3-3

¹ Meer details over Bekaerts 2022 milieuperformantie en -doelstellingen zijn opgenomen in Deel II: Milieuverklaringen van dit verslag.
We ontwikkelen en implementeren standaardoplossingen en -initiatieven die als doel hebben het energieverbruik en de broeikasgasemissies te beperken. Het Bekaert Manufacturing System (BMS), een langetermijntransformatieprogramma gericht op productieuitmuntendheid in het algemeen, focust expliciet op energie- en uitstootbeperkende maatregelen. Grotendeels als gevolg van onze inspanningen om de energie-efficiëntie te verbeteren, maar ook door een verminderde output, daalden onze Scope 1 & 2-emissies (inclusief JV's) in 2022 met -8,3% ten opzichte van 2021 en met -7,8% tegenover referentiejaar 2019. Onze energie-intensiteit steeg echter met 5,3% in 2022 ten opzichte van 2021, voornamelijk als gevolg van de lagere productievolumes, wat zwaarder doorwoog dan de verbeteringen in energie-efficiëntie.
Bovendien analyseren wij verschillende opties om onze thermische energie tegen 2050 volledig koolstofvrij te maken. Eén initiatief is het onderzoeken van de mogelijkheid om onze warmtebehandelingsprocessen te elektrificeren. In Burgos (Spanje) voeren wij een proefproject uit op een kleine productielijn. GRI 3-3
Echte duurzaamheid kan alleen worden bereikt via circulariteit. Daarom vergroten wij onze bijdrage aan een circulaire economie over de hele levenscyclus van onze producten en onze waardeketen.
In 2022 hebben we een reeks workshops georganiseerd over circulaire economie, gefaciliteerd door Sirris en Agoria (respectievelijk het Collective Center en de Nationale Technologiefederatie in België). Het doel was een systematische aanpak te creëren om circulariteit te monitoren en te verbeteren en een gemeenschappelijke taal binnen de organisatie te hanteren. 25 leidinggevenden uit verschillende business units en functies brainstormden over diverse concepten van circulaire economie en genereerden meer dan 50 ideeën. Daarnaast hebben we meer dan 60 levenscyclusanalyses (LCA's) uitgevoerd die waardevolle informatie opleverden over de milieuvoetafdruk van onze producten gedurende hun hele levenscyclus, met uitdrukkelijke focus op circulaire economie.
In 2022 hebben we het overzicht van onze opwaartse Scope 3-emissies verbeterd, waardoor we onze huidige walsdraadprestaties kunnen beoordelen en de toekomstige vooruitgang kunnen volgen. Zoals vermeld in het hoofdstuk Waardeketen, is walsdraad Bekaerts belangrijkste grondstof. Vandaag wordt het grootste deel van het staal dat door de staalfabrieken wordt gebruikt om walsdraad te produceren, gemaakt via de primaire route, op basis van ijzererts met hoogoventechnologieën. Staal dat via de secundaire route wordt geproduceerd, bestaat voor een groot deel uit gerecycleerd staal en wordt vervaardigd met vlamboogoventechnologieën.
Voor de berekening van het aandeel gerecycleerd staal in de walsdraad die wij aankopen, gebruiken wij waar mogelijk rechtstreeks van onze leveranciers verkregen gedetailleerde gegevens. Om onze analyse te vervolledigen raadplegen wij ook internationaal erkende databanken en houden wij rekening met generieke waarden op basis van de toegepaste staalproductietechnologie. De kwaliteit van de gegevens is belangrijk en daarom werken wij nauw samen met onze strategische leveranciers en internationale organisaties om de weg vrij te maken voor een meer gestandaardiseerde en gecertificeerde rapportering.
Om het gehalte aan gerecycleerde grondstoffen te verhogen, passen wij in ons product- en procesontwerp technieken toe die het gebruik van walsdraad op basis van schroot ondersteunen. Berekend op basis van de ISO 14021-definitie bedroeg het totaal van de gerecycleerde inhoud
voor en na consumptie in walsdraad 27% in 2022, een lichte stijging ten opzichte van de afgelopen 2 jaar (26%). Deze ISO-norm houdt enkel rekening met de walsdraad die door de staalfabrieken is geproduceerd met aangekocht schroot. Het gebruik van staal dat in het productieproces van de staalfabrieken wordt gerecycleerd (toevoeging van 5% gerecycleerd materiaal) is niet opgenomen in de ISO-ratio. Bekaert heeft een ambitieus plan om het gerecycleerde gehalte in aangekochte walsdraad aanzienlijk te verhogen tegen 2030. Om dit te realiseren worden nieuwe walsdraadkwaliteiten en -bronnen ontwikkeld met behoud van strikte goedkeuringsprotocollen.
Zink is een andere belangrijke grondstof voor Bekaert met een aankoop van 24 000 ton in 2022. We werken momenteel nauw samen met onze belangrijkste zinkleveranciers om het aandeel gerecycleerde inhoud beter te begrijpen en te analyseren hoe dit aandeel kan worden verhoogd. GRI 301-1, GRI 301-2
Scope 3-emissies van aangekochte goederen & diensten1 (inclusief walsdraad) daalden met -12,6% ten opzichte van 2021 (geconsolideerde entiteiten). Meer informatie over onze Scope 3-emissies is beschikbaar in Deel II: Milieuverklaringen van dit verslag. GRI 3-3
De aankoopafdeling heeft ook gewerkt aan duurzaamheidsthema's met betrekking tot verpakking, waarbij de nadruk ligt op hergebruik, gerecycleerde inhoud en vermindering. Spoelen zijn een belangrijk type verpakking voor Bekaert, aangezien de meeste van onze producten rond spoelen worden gewikkeld om aan onze klanten te worden geleverd. In 2022 bereikten we een hoog hergebruik van spoelen: 97% van de staalkoordspoelen werd hergebruikt. Bridon-Bekaert Ropes Group richt zich ook op hergebruik van spoelen, zowel voor advanced cords als voor kabels, waar houten en stalen haspels worden hergebruikt voor bijna alle kabelleveringen in Noord-Amerika en Australië. We hebben ook gewerkt aan het hergebruik van houten palletten, zowel met onze klanten als met onze leveranciers. In 2022 ontvingen wij het groene PRS-label voor het engagement van onze fabriek in Zwevegem, België, op het gebied van circulariteit van palletten.
100 % van de kartonnen dozen die we aankopen en gebruiken in China en Zuidoost-Azië zijn gemaakt van gerecycleerd papier. Bekaert werkt eraan om dit resultaat in EMEA te bereiken in de loop van 2023. GRI 3-3, GRI 301-2
Onze productontwerpen zijn gericht op lange levensduur, minder materiaalgebruik, recycleerbaarheid, gemakkelijke demontage en aanpasbaarheid van de vervaardigde producten. Onze duurzame oplossingen garanderen een langere levensduur of bereiken dezelfde levensduur met minder materiaal, waardoor de totale uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk wordt verminderd in vergelijking met de gangbare alternatieven op de markt. Bovendien streven wij naar een efficiënte verwerking, niet alleen in onze productieprocessen, maar ook bij onze klanten. Wij helpen onze klanten om de verwerkingsefficiëntie van onze producten te verhogen en hun afvalproductie te verminderen.
Wij investeren in afvalbeheer waarbij recyclage voorrang krijgt op verwijdering. Wij nemen bijvoorbeeld niet alleen initiatieven om onze zoetwaterinname te verminderen, maar recycleren en hergebruiken water ook vele malen totdat het niet meer gerecycleerd kan worden. Bovendien werken wij samen met lokale recyclingbedrijven om ons afval te recycleren. Zo gaat 100% van al het staalschroot terug naar de staalindustrie voor recyclage. Wij sturen initiatieven om verpakkingsafval te verminderen. We ondersteunen ook lokale initiatieven voor de circulaire economie die verder gaan dan de producten die we in de betreffende regio leveren, zoals het partnerschap tussen Chaide en Bekaert Ideal Alambrec in Ecuador voor de recyclage van meer dan 1000 gebruikte matrassen op de Galapagoseilanden.

Door te innoveren en materialen en energie te gebruiken die de aarde geen schade toebrengen, dragen wij bij aan een koolstofarme samenleving en het beschermen van natuurlijke bronnen.
1 Exclusief joint ventures. GRI 3-3, GRI 306-2
Senior managementleden van Bekaert namen deel aan een uitgebreid ontwikkelingsprogramma van het Cambridge Institute on Sustainability Leadership. Na een periode van zelfstudie gingen de deelnemers de virtuele klas in om van experts van Cambridge University te leren over de verschillende onderwerpen op onze duurzaamheidsagenda en om casestudies te bespreken in begeleide discussies. Het doel van dit programma was het duurzaamheidsdenken te stimuleren, een gemeenschappelijke taal te creëren en het in te bedden in de dagelijkse tactische en strategische planning. Als zodanig gaf de cursus stof tot nadenken over de implicaties van duurzaamheid in onze bedrijfsomgeving. Een holistische en langetermijnaanpak van onze innovatie- en bedrijfsmodellen stelt de economie en de samenleving in staat samen te gedijen. Deze cursus zorgde voor gemeenschappelijk inzicht in wat duurzaam ondernemen betekent en gaf inspiratie over wat dit voor Bekaert zou kunnen betekenen. Als resultaat van het programma brengen meer dan 60 leidinggevenden de lessen in de praktijk als onderdeel van hun dagelijks werk, met als doel het leven te verbeteren en waarde te creëren voor al onze stakeholders. Om de duurzaamheidsagenda nog dieper in de organisatie te brengen, volgden alle managers een e-learningcursus over duurzaamheid om volledig afgestemd te zijn op Bekaerts ambities.

Gezien onze ambitie om de CO2-footprint te beperken en het belang dat energieconsumptie - zoals eerder beschreven - hierin in de toekomst zal spelen, wordt onze energie-intensiteitsaanpak binnen BMS verder opgekrikt via een nieuw programma genaamd 'You Know Watt'.
Omdat we ons ervan bewust zijn dat de productie van onze producten en oplossingen gepaard gaat met een aanzienlijke koolstof- en ruimere ecologische voetafdruk, is ons wereldwijde programma 'You Know Watt' erop gericht het energie- en waterverbruik en de afvalproductie op gestructureerde wijze verder terug te dringen.
Wij geloven in de kracht die al doende leren met zich meebrengt. Daarom hebben wij, op basis van verschillende pilootprojecten, een specifiek en uitgebreid verbeteringsprogramma voor energie, water en afval ontworpen en geïmplementeerd. Het wordt fabriek na fabriek uitgerold volgens een gestructureerd proces gedurende een periode van twee tot drie maanden per locatie. We brengen 'You Know Watt' naar de lokale teams, evalueren de bevindingen, voeren efficiëntieverbeteringen door en delen verbeterideeën en best practices doorheen de Groep.
'You Know Watt' richt zich op:
We hebben het programma in oktober 2021 opgestart in onze Izmit-fabriek in Turkije en hebben ondertussen 7 'You Know Watt' sessies afgerond in grote productielocaties in Europa en China. De resultaten zijn tot nu toe zeer bemoedigend, met een algemeen geïdentificeerd potentieel voor verbetering van de energie-intensiteit van meer dan 15%, wat in lijn ligt met onze ambitie en doelstellingen. Ook hebben we mogelijkheden geïdentificeerd om ons waterverbruik en onze afvalproductie te verminderen. De resultaten ervan liggen in overeenstemming met of overtreffen onze doelstellingen.



Voorkomen is beter dan genezen. Onze preventie- en risicomanagementgerelateerde activiteiten omvatten onder meer:
Wij bieden producten en oplossingen die duurzame praktijken integreren in hun levenscyclus en in onze waardeketen, en daarmee bijdragen tot een duurzamere wereld. Lees meer over de producten en oplossingen die bijdragen aan een schoner milieu in het Kennis-hoofdstuk en in Deel II: Milieuverklaringen.
Samen met de strijd tegen de klimaatverandering is het behoud van de biodiversiteit duidelijk een van de belangrijkste milieu-uitdagingen van de 21e eeuw. Aan het huidige tempo zou de helft van alle levende soorten over een eeuw kunnen verdwijnen.
Als antwoord op deze bezorgdheid werken wij aan een evaluatie van de potentiële impact van onze activiteiten op de biodiversiteit. Als eerste stap hebben wij al onze locaties gescreend op hun nabijheid tot en potentiële impact op beschermde gebieden en/of gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde.
Terwijl de overgrote meerderheid (~95%) van de Bekaert-vestigingen zich in industriële zones bevinden, zijn 3 van onze 75 fabrieken gelegen in de nabijheid van beschermde gebieden of gebieden met een hoge biodiversiteit. Met dit in gedachten zullen we in 2023 onze aanpak verbeteren om de bescherming, de verbetering en het herstel van de biodiversiteit op lange termijn te garanderen.
In 2023 zullen wij starten met de evaluatie van onze impact op de biodiversiteit in al onze waardeketens, van grondstoffen tot productie, en zullen wij waar nodig actie ondernemen voor de bescherming, verbetering en het herstel van de biodiversiteit.
GRI 304-1
GRI 302-5

€ 70 miljoen bruto R&D-uitgaven € 8 miljoen ontvangen R&D-subsidies 523 R&I- en 276 engineeringmedewerkers € 15 miljoen investeringen in digitale activa
19 eerste patentaanvragen in 2022
2 100+ octrooien in portfolio1
1 850+ handelsmerkregistraties1
85%+ van onze R&D-projecten is gericht op de bevordering van duurzaamheid
1 inclusief JV's
Innovatie is een prioriteit in de Bekaert-strategie. In 2021 werden drie 'businessmotoren' geïdentificeerd om een gebalanceerde pijplijn van incrementele en disruptieve innovaties samen te stellen. Ons innovatieprogramma werd volledig ontplooid in 2022 en leidde tot een sterke innovatiefocus in elke business unit en op corporate niveau waar de focus ligt op het onderzoeken van opportuniteiten buiten onze huidige kerncompetenties.
De totale R&D-uitgaven vóór aftrek van subsidies en fiscale voordelen bedroegen € 70 miljoen, vergeleken met € 67 miljoen in 2021. De toename in R&D-uitgaven ging volledig naar de gedifferentieerde innovatie-agenda in lijn met onze strategische innovatiefocusdomeinen.
In 2022 zorgde de aangehouden inspanning om innovatie te versnellen niet alleen voor een toename van onze R&D-uitgaven maar ook in verschuivingen in ons innovatieportfolio naar meer gedifferentieerde oplossingen. We garanderen een goed evenwicht met Bekaerts andere transformationele prioriteiten - digital en duurzaamheid - om innovatieprojecten te prioriteren die een uitgebreider aanbod creëren van waardetoevoegende, geavanceerde diensten voor onze klanten.
Om onze duurzaamheidsambities te helpen realiseren hebben we investeringen doorgevoerd die onze innovatiepijplijn voor duurzame oplossingen een boost geven. Ons portfolio bevat nieuwe projecten waarbij we samenwerken met partners om de energietransitie naar groene waterstof en drijvende offshore windturbines versnellen, en we ontwikkelden nieuwe toepassingen die de elektrificatie van mobiliteit vooruithelpen.
We bleven flexibele en wendbare innovatiemethodologieën uitrollen doorheen de organisatie. Iedere business unit heeft nu innovatiecentra om klantgerichte innovaties te ontwikkelen die gealigneerd zijn met hun specifieke strategie- en marktnoden. Als aanvulling daarop hebben we innovatietools geïmplementeerd en trainen we de teams.
Om de innovatieagenda verder te versnellen en te versterken, heeft Bekaert Ernst Lutz aangesteld als Chief Innovation and Technology Officer. Dr. Lutz zal Bekaert vervoegen op 3 april 2023. Hij behaalde een diploma mechanical engineering aan de ETH Zürich (Zwitserland), een doctoraat Engineering Science & Mechanics aan Virginia Tech (VS) en een executive MBA aan de Graduate School of Business Administration in Zürich (Zwitserland) en de State University of New York in Albany (VS). Ernst vervoegt Bekaert met 28 jaar internationale ervaring in technologie, innovatie, businessontwikkeling en engineering. In zijn vorige functie was hij CTO en lid van het Group Executive Team van Gurit Services AG in Zürich (Zwitserland).
In 2022 bleven we technologieën ontwikkelen die voldoen aan klantennoden of ze overtreffen, en ons kwaliteitsleiderschap in de industrie versterken. Voorbeelden omvatten producten om de energietransitie te ondersteunen zoals Fiber+ kabels voor het verankeren van vlottende offshore windturbines, Bezinox® wapeningoplossingen voor stroomkabels, en Currento® PEM-electrolyser-vezels voor waterstofproductie, maar ook oplossingen voor de bouwindustrie zoals de SigmaSlab® betontechnologie die CCL's naspanningsstrengen combineert met Dramix® staalvezels voor betonversterking. In 2022 richtte meer dan 85% van Bekaerts globale portfolio van R&D-projecten zich op duidelijke voordelen op het vlak van duurzaamheid die het gebruik van natuurlijke en schadelijke bronnen beperken; het energieverbruik en de uitstoot verminderen; recyclagemogelijkheden vergroten; veiligheid en ergonomie verbeteren; en/of de noden van de hernieuwbare-energiemarkten beantwoorden. Meer informatie over nieuwe producten en oplossingen is hieronder te vinden.
We bieden producten en oplossingen aan die duurzaamheid bevorderen doorheen hun levensduur en de waardeketen, en bijgevolg bijdragen aan een duurzamere wereld. Deze omvatten onder meer:
Bekaerts staalkoordgamma met super- en ultrahoge treksterkte (ST/UT) voor bandenversterking stelt bandenmakers in staat om banden te produceren met een lager gewicht, dunnere rubberlagen, en een lagere rolweerstand. Dit verbetert de batterijduur van elektrische voertuigen en vermindert de CO2 uitstoot van voertuigen met verbrandingsmotoren tot 5%. Gebaseerd op huidige data, algemeen aanvaarde omzettingsmodellen, en testresultaten, bedraagt de jaarlijkse CO2-besparing dankzij Bekaerts ST/UT-staalkoord minstens 2,3 miljoen ton.
Onze stalen en synthetische ankerlijnen verbinden drijvende windturbines met ankers op de zeebodem en elimineren daarmee de nood aan zware funderingen. Daarnaast wordt Bezinox®, Bekaerts nieuwe generatie van wapeningsdraad, gebruikt in onderzeese stroomkabels die elektriciteit aan land brengen van offshore windmolenparken. Deze oplossing verlaagt de totale kost door energie- en hitteverliezen te reduceren en door een voorspelbare en betrouwbare levensduur van de kabels te garanderen.
Onze Dramix® staalvezels voor betonversterking staan in voor 50% minder staalgewicht vergeleken met traditionele staaloplossingen. Dit beperkt de CO2 uitstoot van bouwprojecten met 20 tot 50%.
Bekaerts Currento® oplossingen voor poreuze transportlagen verhogen de performantie en duurzaamheid van elektrochemische toestellen gebruikt in de productie van waterstof.
Meer informatie over onze vooruitgang om de adoptie van koolstofarme technologieën te versnellen en hoe ze bijdragen aan het verkleinen van de ecologische voetafdruk is beschikbaar onder Samenwerkingen aan het einde van dit hoofdstuk en in Deel II: Milieugegevens van dit rapport. GRI 2-6, GRI 3-3, GRI 302-5

In de overgang van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie, herontwerpt Bekaert ook bestaande producten om groene energietoepassingen mogelijk te maken.
Bekaerts eigen engineeringafdeling neemt een leidende rol op in de ontwikkeling van uitrustingstechnologie. Om dat mogelijk te maken heeft het de samenwerking met andere technologiedepartementen en externe partners versterkt. Tegelijkertijd creëren we een ecosysteem met kennisclusters van engineeringoplossingen en -diensten die tot doel hebben de fabrieken te ondersteunen op hun weg naar productie op het hoogste niveau.
Engineering heeft zijn roadmaps afgestemd op de algemene Bekaert-ambitie. Er zijn belangrijke stappen gezet om de groeiplannen van Bekaert in nieuwe of snelgroeiende businessdomeinen aan te pakken. Zo maken we bijvoorbeeld de capaciteitsuitbreiding mogelijk van de productieactiviteiten voor Currento® poreuze transportlagen die gebruikt worden in 'electrolyzer stacks' voor groenewaterstofenergie. Dankzij onze nabijheid tot de klanten en onze uitgebreide marktkennis kunnen we snel opportuniteiten onderzoeken en klaarstaan wanneer de markt om oplossingen vraagt.
Bekaert Engineering intensiveerde haar focus op veiligheid, duurzaamheid, digitalisering en automatisering. We maken onze machines energie-efficiënter door standaard technische oplossingen te ontwikkelen en in te zetten, terwijl we nieuwe concepten voor proces- of uitrustingsdoorbraken onderzoeken. Door intelligentie toe te voegen aan onze machines en processen krijgen we meer inzicht in de prestaties van onze machines en verhogen we de efficiëntie en kwaliteit. Meer automatisering faciliteert bovendien het runnen en opvolgen van onze operaties.
Onze lange historiek brengt met zich mee dat in onze fabrieken verschillende generaties uitrusting worden gebruikt. De afdelingen engineering en veiligheid, gezondheid en milieu (SH&E) hebben hun krachten gebundeld om oude machines te upgraden naar de nieuwste veiligheidsnormen en ze minder vatbaar te maken voor menselijke fouten. Het onderliggende principe is dat menselijk gedrag, zoals afleiding om welke reden dan ook, bij niemand een levensingrijpend letsel mag veroorzaken. Als zodanig vormt het een belangrijk facet van ons veiligheidscredo 'niemand schade berokkenen'.
De afdeling Intellectuele Eigendommen (IE) van Bekaert staat in voor de patenten, ontwerpen, handelsmerken, domeinnamen en handelsgeheimen van de hele Bekaert Group, met inbegrip van de joint ventures in Brazilië. Het adviseert ook over IE-clausules in verschillende overeenkomsten zoals gezamenlijke ontwikkelingsovereenkomsten en -licenties. Bovendien zorgt het ervoor dat de intellectuele eigendomsrechten worden gerespecteerd, zowel door de handhaving van Bekaerts rechten als door controles van de rechten van derden, wat leidt tot een sterke positie in de markt en een uitstekende staat van dienst verzekert, waarbij er al jaren geen inbreukprocedures via rechtszaken werden aangespannen tegen Bekaert. Eind 2022 had de Bekaert Groep een portefeuille van meer dan 2 100 octrooien en octrooiaanvragen, waaronder 19 nieuwe eerste patentaanvragen in 2022, en meer dan 1 850 handelsmerken en merkaanvragen. De Bekaert Groep hanteert daarbij een holistische benadering van de bescherming van haar intellectuele eigendom met betrekking tot nieuwe product- en procestechnologische ontwikkelingen, met inbegrip van digitale activa en duurzame oplossingen.
GRI 2-27, GRI 3-3
Cyberrisico's kunnen intellectuele-eigendomsbescherming en data privacy aantasten. Daarom is informatieveiligheid - het veiligstellen van de data, activa en privacy van de onderneming en van onze klanten - kritisch, vooral nu veel teamleden op afstand werken. Onze medewerkers zijn onze sterkste schakel, en de meest effectieve bescherming is hun bewustzijn van de informatieveiligheidsrisico's en cyberbedreigingen. Onze informatieveiligheidsregels leggen uit welke maatregelen we kunnen treffen om ons te verweren tegen cybercriminelen en te garanderen dat onze informatie beschermd blijft. GRI 3-3, GRI 418-1
Digital@Bekaert is toegewijd aan het transformeren van onze werkmethoden om holistische data-intelligentieplatformen te omarmen. Sinds 2021 ligt onze focus op vooruitgang door de integratie van geavanceerde technologieën in onze dagelijkse producten. Onze inspanningen zijn gericht op de volgende kerngebieden: Digital@Operations, Digital@Customer, Digital@Enterprise Process en Digital@Sustainability. Deze pijlers geven prioriteit aan het maximaliseren van de bedrijfswaarde en zorgen ervoor dat het IT-fundament, inclusief datastrategie, cyberdefensie en IT-infrastructuur, een veilige structuur biedt voor het leveren van waarde. Ons doel is het leveren van kwaliteits- en prestatiegerichte producten en oplossingen die bijdragen tot het creëren van waarde voor onze klanten.
In 2022 hebben we aanzienlijke vooruitgang geboekt in onze digitaletransformatie-inspanningen. We digitaliseerden wereldwijd 10 Bekaert-fabrieken en boekten vooruitgang in onze digitale toeleveringsketen in 13 bijkomende fabrieken. Onze productieprocessen werden efficiënter door de implementatie van geavanceerde analyses. Daarnaast introduceerden we 7 bijkomende digitale interactieve kanalen voor klanten en rustten we onze commerciële teams uit met realtime prijszettingstools en business intelligence-platformen. We zagen ook de start van efficiëntieverbeteringen door digitale transformatieprogramma's in inkoopen financiële processen.
Om een sterk ecosysteem uit te bouwen dat de differentiatie van onze innovatieportefeuille ondersteunt, bleef Bekaert kansen benutten via samenwerking met strategische klanten, leveranciers en academische onderzoeksinstellingen en universiteiten. We investeerden in 2022 in opstartbedrijven en onderzochten het opzetten van nieuwe ventures om nieuwe aantrekkelijke bedrijfsmodellen te creëren buiten Bekaerts huidige speelveld. Deze versterkte open innovatie ging van start in 2021 en werd voortgezet met onder meer de BCG-cup voor duurzame oplossingen en universitaire samenwerkingen waarbij Bekaert-casussen werden gebruikt in academische opleidingsprogramma's rond innovatie en ondernemerschap.

Met de uitdagingen die duurzaamheid en digitale transformatie met zich meebrengen, is het essentieel om ons netwerk in de domeinen van metallurgie en modellering te onderhouden met een uitbreiding van ons UTC University Technology Center in University College Dublin, en met doctoraten van Imperial College London, Zahreb University, CEIT Spain, UGent, de Universiteit van Rijsel en andere universiteiten. In 2022 hebben wij ook onze onderzoekspartnerschappen op het gebied van duurzame metallurgie en duurzame metaalverwerking versterkt.
Meer informatie over Bekaerts academische onderzoekspartnerschappen is beschikbaar aan het einde van dit hoofdstuk.
Bekaert heeft verschillende ondernemingslidmaatschappen waaronder een aantal bilaterale kamers van koophandel en algemene industrieassociaties zoals Agoria en VOKA in België, Wire Association International, en associaties die over industriegrenzen heen actief zijn zoals de Conference Board. Bekaert is ook lid van nationale werkgeversassociaties in alle landen waar Bekaert actief is. GRI 2-28
We danken het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en de Belgische federale overheid. De subsidies en stimuli voor R&D-projecten met hooggeschoold wetenschappelijk personeel en onderzoekers in Vlaanderen zijn essentieel voor het behoud van R&Dactiviteiten in België.
We willen ook onze oprechte dankbaarheid uitdrukken voor de steun van het Irish Research Council en I-Form, het SFI Research Centre for Advanced Manufacturing.
Verder bedanken we ook het Research & Innovation-departement van de Europese Commissie voor hun steun aan innovatie door middel van projectsubsidies.
GRI 201-4
Onze visie is om partnerschappen op te bouwen binnen onze ecosystemen zodat ze voor Bekaert een belangrijke pijler zijn om:
Vandaag werkt Bekaert samen met meer dan 85 partners zoals academische instellingen, instituten, universiteiten, ingenieursscholen, KMO's en grote industriële spelers om onze visie te ontplooien.
Hiernaast vindt u voorbeelden van belangrijke partnerschappen waarbij we momenteel betrokken zijn en de domeinen, producten en innovaties waaraan we gezamenlijk werken:
| Partner | Innovatiegebied | |
|---|---|---|
| Flanders' Make | Digital - Engineering | |
| Centro Ricerche FIAT | Eco2Fuel | |
| Consiglio Nazionale delle Ricerche (CNR) | Eco2Fuel | |
| Technical University of Denmark (DTU) | Eco2Fuel | |
| University Politecnica Valencia (UPV) | Eco2Fuel | |
| Flemish Institute for Technological Research (VITO) |
Hyve | |
| IMEC | Hyve | |
| VKI Von Karman Institute | Metallic coatings - hot dip | |
| CRM (Centre de Recherches Metallurgie) | Metallic coatings | |
| CEIT | Modeling | |
| Ghent University | Modeling | |
| Imperial College London | Modeling | |
| PEM Institut RWtH Aachen | Modeling | |
| UCD University College Dublin | Modeling | |
| Zagreb University | Modeling | |
| CTC (Foundacion Centro Tecnologico de Componentes |
MooringSense | |
| SINTEF | MooringSense | |
| TNO (Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek) |
MooringSense | |
| INSA Lyon | Physical metallurgy | |
| OCAS | Physical metallurgy | |
| Université de Lille (UMET) | Physical metallurgy | |
| KU Leuven |
GRI 2-28



Onze medewerkers zijn de drijvende kracht achter ons wereldwijde succes. De ware kracht van onze onderneming ligt in de passie van elke Bekaert-medewerker om een stap verder te gaan in het realiseren van onze ambitie, en dat te doen op een manier die onze bedrijfswaarden en de hoogste normen van bedrijfsethiek weerspiegelt.
Onze waarden brengen ons samen als één wereldwijd team: better together. Ze vormen de basis van onze cultuur en manier van werken. Integriteit en Vertrouwen hebben altijd centraal gestaan in al onze relaties. In 2022 hebben we twee nieuwe waarden toegevoegd - Wendbaarheid en Durf - omdat we geloven dat deze van vitaal belang zijn voor onze toekomst. Meer dan 500 medewerkers uit alle regio's en businessdomeinen, en van alle niveaus in de organisatie, namen deel aan de workshops die werden georganiseerd om onze bedrijfswaarden te definiëren en te valideren. Deze nieuwe set vormt nu een essentieel onderdeel van Bekaerts Cultuurkompas en begeleidt ons in het 'verder durven gaan'.
Wij zijn authentiek, eerlijk en respectvol. We beschermen de planeet en zorgen voor onze werknemers en gemeenschappen. We doen altijd wat juist is en zeggen het als we iets verkeerds zien.
Wij geloven in de bekwaamheid, betrouwbaarheid en sterkte van onze collega's, klanten en partners. Wij bouwen relaties op met wederzijds begrip, openheid en respect.
Wij omarmen verandering en passen ons aan met snelheid, enthousiasme en veerkracht. Wij houden het simpel en doeltreffend, met de klant in het middelpunt van onze besluitvorming.
Wij zijn nieuwsgierig, creatief en moedig. Wij denken buiten de gebaande paden om nieuwe mogelijkheden te verwezenlijken. Wij stellen elkaar in staat om nieuwe dingen te proberen en accepteren dat leren van mislukkingen deel uitmaakt van de durf om verder te gaan. Wij nemen verantwoordelijkheid en beslissingen en ondernemen actie. GRI 2-23
26 9801 medewerkers van 75 nationaliteiten
2 039 aanwervingen in 2022
34 uur training gemiddeld per medewerker
Commitment om de gendergelijkheidsratio tot 40% te verhogen tegen 2030
100% pc-gebruikers onderschrijft de Gedragscode jaarlijks
Veiligheidsdoorbraak: afname van incidentengraad (TRIR) met -26% en frequentiegraad (LTIFR) met 20%
Medewerkersretentiegraad van 96%
28% vrouwelijke managers en bedienden bij jaareinde 2022
1 23 615 in geconsolideerde vestigingen + 3 365 in joint ventures = 26 980 gezamenlijk

Bekaert verbindt zich tot de naleving van nationale wetgevingen en collectieve arbeidsovereenkomsten. Bekaert respecteert de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de verdragen en aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie.
We respecteren de rechten en waardigheid van elke werknemer. We bevorderen gelijke kansen en discrimineren geen werknemers of sollicitanten op basis van leeftijd, ras, nationaliteit, sociale of etnische afkomst, geslacht, fysieke handicap, seksuele voorkeur, godsdienst, politieke voorkeur of vakbondslidmaatschap. We erkennen en waarderen de culturele identiteit van onze teams in alle landen waar we actief zijn en zakendoen.
De werving, verloning, toepassing van arbeidsvoorwaarden, training, promotie en loopbaanontwikkeling van onze medewerkers gebeurt enkel op basis van beroepskwalificaties. GRI 2-23
De Bekaert Gedragscode beschrijft hoe we onze Bekaertwaarden omzetten in de praktijk en welk leidersgedrag we verwachten van elke Bekaert-medewerker. Onze Gedragscode omvat onder andere belangrijke punten met betrekking tot mensenrechten, kinderarbeid en gedwongen arbeid, en anti-omkoop en anticorruptiebeleid en -principes. Alle Bekaert-leidraden over verantwoord zakendoen zijn beschikbaar op de Bekaert-website. GRI 2-23, GRI 2-24, GRI 3-3, GRI 205-1, GRI 205-2, GRI 407-1 GRI 408-1, GRI 409-1
We stimuleren talent door loopbaanontwikkeling en levenslang leren. We hechten veel belang aan het creëren van uitdagende carrièregerichte en persoonlijke ontwikkelingsopportuniteiten voor onze medewerkers. Trainingsprogramma's omvatten niet alleen technische en jobspecifieke trainingen, maar ook leiderschapsmodules die onze medewerkers helpen om zichzelf te ontwikkelen en samen te werken in een globale werkomgeving.
In 2022 kreeg elke medewerker gemiddeld 34 uur opleiding. GRI 3-3, GRI 404-1, GRI 404-2
Bij het definiëren van ons maatschappelijk doel, onze ambitie en ons werkgeverswaardevoorstel en de andere onderdelen van ons Strategiekompas en Cultuurkompas, hebben we ook nagedacht over welk gedrag vorm zal geven aan ons succes. Dit zijn leiderschapsprincipes die gelden voor elk lid van ons team: zowel voor onze huidige medewerkers als bij het aantrekken van toekomstig talent.
De leiderschapsprincipes die ons zullen begeleiden in het leiden van onze business, onze teams en onszelf zijn: het bedrijf doen groeien; inspireren en engageren; en resultaten leveren.
Onder leiding van de CEO en het Group Executive team, en aangestuurd door het pas opgerichte expertisecentrum voor leiderschap, leren en welzijn, werd een nieuw Leadership Framework voor het bedrijf ontwikkeld en uitgerold, waarin de leiderschapsprincipes verder worden gespecificeerd en toegepast. Dit kader geeft nu duidelijk aan wat van leiders op alle niveaus van het bedrijf wordt verwacht. Het zal dienen als basis voor onze interne personeelsontwikkeling, als leidraad voor onze werving en selectie van talent, en zal een essentieel onderdeel vormen van de prestatie- en potentieelbeoordeling van onze managementteams in heel Bekaert.
In 2022 lanceerden we het Bekaert Global Graduate-programma. Het is een ontwikkelingsprogramma voor pas afgestudeerden, met als doel een duurzame talentpijplijn uit te bouwen en de toekomstige leiders van Bekaert op te leiden.
Het programma omvat een introductie- en trainingsplan dat gespreid is over een periode van 18 maanden en bestaat uit drie echte werkervaringen die ontworpen zijn om vanaf het begin impact te creëren: shopfloor management, een cross-functioneel project en een internationale opdracht.
Gedurende het hele programma worden de afgestudeerden begeleid, getraind en gecoacht om uitdagingen aan te gaan en de grenzen van hun professionele expertise en carrière te overschrijden.
Dit programma weerspiegelt ook een echt gevoel van diversiteit en inclusie van de doelgroep wat betreft geslacht, nationaliteit, etniciteit, religie en sociaal-economische status.
Na een succesvol pilootproject in de business unit Rubber Reinforcement in Europa, India en China, gaan we verder met de wereldwijde uitrol in alle business units en belangrijke locaties.
In 2022 hebben we de leiderschapsvaardigheden van onze jonge teamleiders verder ontwikkeld. 109 leidinggevenden van over de hele wereld namen deel aan Elevation, ons specifieke ontwikkelingsprogramma voor beginnende leiders. Ontworpen als een gecombineerd programma bestaat Elevation uit online zelfstudie, virtuele lessen en groepscoaching, en is het opgebouwd in zes modules rond het carrièreverloop van werknemers en de belangrijke rol die teamleiders daarin spelen.

Meer details over leren en ontwikkelen bij Bekaert zijn opgenomen in Deel II: Sociale Verklaringen van dit verslag.

De globale veiligheidsaanpak van Bekaert is erop gericht een werkomgeving te creëren die niemand schade berokkent. We geloven dat zorg dragen voor mensen fundamenteel bijdraagt aan het succes van het bedrijf. Om dit te bereiken hanteren we een set van standaarden, gebaseerd op interne en externe principes en na te leven reglementeringen, en moedigen we een cultuur van leiderschap en verantwoordelijkheidszin aan.
GRI 3-3, GRI 403-1
Voor het vijfde jaar op rij boekten we vooruitgang in de veiligheidsgerelateerde performantie-indicatoren (gerapporteerde incidentengraad TRIR en frequentiegraad LTIFR). Waar 2022 een echte doorbraak betekende in de vermindering van LTIFR (-20%) en TRIR (-26%), was er slechts een lichte verbetering wat betreft het SI-percentage (van 0,12 in 2021 tot 0,11 in 2022). Het aantal ernstige incidenten met levensingrijpende verwondingen daalde van 8 gevallen in 2021 naar 7 in 2022. 6 daarvan hadden betrekking op hand- en vingerletsels, 1 op voet- en teenletsels. Bekaert versterkt haar veiligheidsprogramma via bewustmakingscampagnes, opleidingen en gerichte investeringen om veilige werkomstandigheden voor alle medewerkers te verzekeren. GRI 403-9
TRIR: Total Recordable Incident Rate (gerapporteerde incidentengraad: aantal gerapporteerde incidenten per miljoen gewerkte uren)
LTIFR: Lost Time Incident Frequency Rate (frequentiegraad: aantal incidenten met werkverlet per miljoen gewerkte uren)
SI: Serious Injury (incidenten met levensingrijpende letsels)
De cijfers en vooruitgang omvatten de veiligheidsdata van zowel Bekaert-medewerkers als onderaannemers op onze sites in geconsolideerde entiteiten en joint ventures.
Meer details over Bekaerts veiligheidsprestaties zijn opgenomen in Part II: Sociale verklaringen van dit rapport.
In 2022 noteerden 27 vestigingen geen enkel veiligheidsincident. Drie vestigingen zijn twee jaar vrij van veiligheidsincidenten. Drie vestigingen bereikten vijf jaar zonder veiligheidsincidenten en twee vestigingen zijn erin geslaagd om al negen jaar of langer geen veiligheidsincidenten te hebben. Zij zijn Bekaerts veiligheidskampioenen en effenen het pad naar een werkomgeving die niemand schade berokkent.
In 2022 lanceerden we het BeCare+ ontwikkelingsprogramma voor site managers en regionale operationele leiders. Deze veiligheids-, gezondheids- en milieutraining is gericht op het opbouwen van bewustzijn, kennis en begrip van veiligheidsgerelateerde naleving en aansprakelijkheden. Het programma is gestructureerd in vier stromen die zijn afgestemd op het BeCare-veiligheidsprogramma: Leiderschap, Governance, Mens en Omgeving met verhoogde Risico's en Mensen nemen Risico's.
Tijdens de opleiding leren operationele leiders hoe ze de veiligheidsnaleving in hun fabrieken moeten beheren, terwijl ze vertrouwd raken met de tools die hen ondersteunen. In elke online module pakken de deelnemers een specifiek onderwerp aan en brengen ze een lokale uitdaging op tafel om deze met hun collega's te bespreken. Deze focus op actief leren maakt de theorie tastbaar en helpt leiders verbeteringen direct na de training door te voeren. Als afsluiting van de opleiding komen de deelnemers bijeen voor een zeer praktische driedaagse workshop om hun kennis verder te verdiepen en aan concrete cases te werken.
Een verdere uitrol is gepland in 2023 voor andere operationele rollen.
GRI 3-3, GRI 403-2, GRI 403-5



Elk jaar organiseren we een wereldwijde Gezondheids- en Veiligheidsweek voor al onze medewerkers. In 2022 bouwden we die op rond het thema verkeersveiligheid, met focus op zowel de openbare weg als het verkeer op de werkvloer.
Nieuwe mogelijkheden verwezenlijken, Bekaerts maatschappelijk doel, geeft heel goed weer welke veiligheidsambitie we op de weg willen bereiken. We mogen verkeersongevallen niet als een gegeven beschouwen door ons erbij neer te leggen dat ze onvermijdelijk zijn. Veilig gedrag op de weg moet de nieuwe norm worden.
Om het tastbaar te maken, deelde een van onze collega's in onze medewerkerspodcast Bits & Bytes zijn persoonlijke verhaal over een ernstig verkeersongeval. Zijn getuigenis versterkte waarom 'niemand schade berokkenen' zo belangrijk is, en hoe het ongeval niet alleen de medewerker, maar ook zijn hele familie heeft getroffen.
Tijdens onze Gezondheids- en Veiligheidsweek 2022 werden allerlei evenementen georganiseerd die allemaal bedoeld waren om het bewustzijn over verkeersveiligheid te vergroten en met elkaar te delen hoe we de kans op incidenten kunnen verkleinen. Naast wereldwijde webinars organiseerden onze medewerkers in Azië, Europa en Noord- en Zuid-Amerika lokale evenementen, zoals het uitnodigen van lokale ordehandhavers om te praten over de gevaren op de weg, medewerkers laten ervaren hoe het is om een ongeval mee te maken door middel van simulators, door lessen defensief rijden te organiseren en door lokale gemeenschappen te betrekken door vrijwillig les te geven over verkeersveiligheid in scholen. GRI 403-5
We willen dat Bekaert een fijne werkplek is. Een plek die inspireert, creativiteit opwekt en waar iedereen zich veilig en welkom voelt. We willen dat onze medewerkers actief deelnemen aan het bouwen van een inclusieve werkplek voor iedereen. Met de steun van het Bekaert Group Executive (BGE) en de Diversity & Inclusion (D&I) Council worden medewerkers aangemoedigd om verwantschapsgroepen te vormen en samen te werken om inspirerende ideeën te bedenken die positieve verandering teweegbrengen.
Qua genderdiversiteit is 28% van de managers en bedienden van de Bekaertdochterondernemingen vrouwelijk (bij jaareinde 2022). We engageren ons tot het verhogen van dit aandeel ter ondersteuning van gendergelijkheid. Onze doelstelling is om een ratio van 40% te behalen tegen 2030 dankzij een jaarlijkse verbetering van +1,5% in de komende acht jaar. Deze doelstelling is vanaf 2022 ook opgenomen in de kortetermijnincentivedoelstellingen voor de leden van het Executive Management. Een diversiteitsdoelstelling is ook opgenomen in de kortetermijnincentivecriteria voor het management in 2023.
Bekaert is een echt internationale organisatie en omarmt de zeer rijke culturele diversiteit binnen ons team. We stellen mensen van 75 nationaliteiten in 43 landen te werk.
Meer details over diversiteit zijn opgenomen in de sectie Leiderschap van dit verslag en in Deel II: Corporate Governance Verklaringen en Sociale Verklaringen.
GRI 3-3

~100 programma's die lokale gemeenschappen of noodhulp ondersteunen
Stimulering van werkgelegenheid en ontwikkeling in 43 landen
€ 81 miljoen winstbelasting betaald op het resultaat van 2022
€ 800 000 steun voor noodhulp en programma's voor sociale en milieuondersteuning
1Geconsolideerde vestigingen
Bekaert streeft ernaar een loyale en verantwoordelijke partner te zijn in de gemeenschappen waar de onderneming actief is.
Onze teams in meer dan 40 landen zijn trots om terug te geven aan de gemeenschap. Onze activiteiten zijn gericht op verbeteringsprogramma's die het onderwijs, de sociale omstandigheden en het milieu verbeteren, vooral in de gemeenschappen waar we actief zijn.
In 2022 hebben Bekaert-teams steunprogramma's georganiseerd die de lokale gemeenschappen ten goede komen. Om er enkele te noemen: onze teams in India en Chili verstrekten pc's en tablets aan scholen, waardoor kinderen tijdens Covidlockdowns konden deelnemen aan online cursussen. Onze entiteiten in Ecuador en India steunden microfinancieringsprojecten die vrouwen helpen een kleine onderneming op te zetten. Teams over de hele wereld namen deel aan sport- en andere evenementen om programma's te steunen die ten goede komen aan mensen met een fysieke of mentale handicap of in financiële nood. Tijdens de Bekaert Gezondheids- en Veiligheidsweek betrokken verschillende entiteiten lokale belanghebbenden bij veiligheidsprogramma's.
Wij geloven dat iedereen recht heeft op onderwijs en sociale en financiële veiligheid ongeacht achtergrond, geslacht, of fysieke of mentale mogelijkheden. Daarom zijn veel van onze steunprogramma's gericht op diversiteit en inclusie.
Drie prachtige voorbeelden die wij steunen zijn het SHAKTI-initiatief in India, het programma voor vrouwelijke ondernemers in Ecuador en de school voor kinderen met een beperking in Turkije.
GRI 3-3, GRI 413-1

Ons team in India werkt samen met een lokale NGO, Pradeept Bharat, om het onderwijs en de emancipatie van meisjes in kansarme gemeenschappen, zoals de meisjes van de kwetsbare Katkari-stam, te verbeteren. Gedurende een programma van 12 maanden helpt het SHAKTI-initiatief meisjes bij het ontwikkelen van kunst- en ambachtelijke vaardigheden zoals tie-dye verftechnieken, handgemaakt quilten en gehaakte stoffen en voorwerpen.
Ons team in India gaf ook de kans op een eerste verkoopervaring door een stand op te zetten tijdens de Diwali-viering, waardoor Bekaert-collega's accessoires en decoratie konden kopen die door de 'Shakti'-meisjes waren geproduceerd.
Het Women's Entrepreneur Program, gelanceerd door Ideal Alambrec Bekaert in 2021, biedt coaching en training aan vrouwen bij het opstarten en ontwikkelen van een kleine onderneming. Het programma van zes maanden bestaat uit twee fasen. In de eerste fase helpen we de vrouwen bij het opstellen van een ondernemingsplan en bieden we administratieve ondersteuning. In de volgende fase leren de deelnemers alles over marketing en sociale netwerken.
Maribel Díaz, een van de deelnemers aan het programma, is de moeder van een van de medewerkers van Ideal Alambrec Bekaert. Maribel sloot zich aan bij het programma toen haar man in januari 2021 overleed. Haar deelname aan het programma en het opstarten van een kleine onderneming heeft haar geholpen om nieuwe mogelijkheden te ontsluiten: stap voor stap breidt ze het productaanbod in haar kleine handwerk- en schrijfwarenwinkel uit. Ze investeerde ook in een machine om houten snijplanken en decoratieproducten te ontwerpen en te bewerken. Bovendien breidt ze haar klantenbestand uit door haar winkel via sociale netwerken te promoten.

In 2022 hield het Bekaert Group Executive (BGE)-team één van zijn vergaderingen in onze fabrieken in Turkije. Tijdens hun verblijf bezochten de BGE-leden ook een school die door de Turkse fabrieken wordt ondersteund als een van de belangrijkste initiatieven voor maatschappelijk engagement in het land. De school huisvest 22 meisjes en 18 jongens met een beperking en Bekaert investeerde in een speelplaats.

Een ander aandachtspunt in onze maatschappelijke betrokkenheidsprogramma's is het creëren van een schoon en groen milieu. In dergelijke programma's werken wij samen met verschillende belanghebbenden in onze gemeenschappen en betrekken wij hen bij de evenementen die wij organiseren.
GRI 3-3, GRI 413-1
Elk jaar belandt 11 miljard kilo plastic in oceanen door een voortdurende instroom via rivieren en kanalen. Elke actie om de instroom te verminderen is zinvol en creëert bewustzijn bij de deelnemers.
Bekaert is partner van River Cleanup, een non-profit organisatie die events organiseert waarbij rivieren worden schoongemaakt, technologie ontwikkelt voor het permanent en mobiel verwijderen

van plastic uit rivieren, en bewustzijn creëert om te voorkomen dat plastic in de eco-systemen binnendringt. Bekaert steunt zowel financieel als in natura, met engineering advies en materialen. De organisatie helpt Bekaert om schoonmaakacties op rivieren en in rivierbeddingen te organiseren in verschillende locaties ter wereld. Het is de bedoeling om het engagement van medewerkers en relaties met de gemeenschap aan te scherpen door samen actief het bewustzijn voor duurzaamheid te verhogen en activiteiten te organiseren.
In 2022 organiseerden we schoonmaakacties in Bossuit (België) en in Van Buren (Arkansas, VS). In 2023 zullen we dergelijke evenementen organiseren in Indonesië en Schotland.
27 juni 2022 was een zonnige dag in Bossuit (België). Onze Bekaert-collega's verzamelden aan de oevers van de Schelde in de nabijheid van de hoofdkantoren van Bekaert.
Met de steun van River Cleanup, de lokale brandweer en lokale natuurpuntvrijwilligers verwijderden ze afval van de rivier en haar oevers.
Vissend vanop de boot en wandelend op de rivierbedding verzamelde het team 71 kg afval in amper een uur tijd.
Onze collega's in Van Buren (Arkansas, VS), hielden een soortgelijke schoonmaakactie samen met River Cleanup en met 'Keep Van Buren Beautiful', een lokale tak van een Amerikaanse non-profitorganisatie die als missie heeft de gemeente te verfraaien en te verbeteren door vrijwillige partnerschappen met burgers, overheden en bedrijven.
De schoonmaakactie vond plaats tijdens Bekaerts Internationale Gezondheids- en Veiligheidsweek aan het Lou Emma-meer in Van Buren (Arkansas, VS).
Meren, hoewel niet verbonden met de zee, zijn ook watergebieden waar plastic en andere afvalvervuiling de waterkwaliteit en de biodiversiteit van fauna en flora aantasten - zowel in als langs de bekkens en ermee verbonden beken.
Het team werkte de hele ochtend aan het opruimen van struikgewas en het verwijderen van ongeveer 55 kg afval.
Deze twee evenementen waren een geweldige start. We plannen nu al onze volgende evenementen en verwachten nog veel meer gemeenschappen te bereiken met acties die de watervervuiling over de hele wereld terugdringen. GRI 303-1
De Bekaert-teams van Bohumín & Petrovice (Tsjechië) organiseerden in november 2022 een boomplant evenement in de Beskydy-bergen.
Dit evenement maakte deel uit van de kick-off van het 'You Know Watt' programma (een van de Bekaert initiatieven ter vermindering van het energieverbruik: meer informatie in het hoofdstuk Planeet) in de Tsjechische fabrieken. Bekaert-collega's en familieleden plantten 1 100 bomen en kijken ernaar uit om het nieuwe mini-bos de komende jaren en decennia te zien groeien.

De humanitaire impact van de oorlog in Oekraïne heeft het aangezicht van de wereld veranderd. Als bedrijf hebben wij diverse humanitaire inspanningen gesteund door middel van donaties en door werkgelegenheid en onderdak te bieden op verschillende locaties waar Oekraïense vluchtelingen in een veilige omgeving hun leven weer proberen op te bouwen. GRI 3-3, GRI 413-1
Veel Oekraïense vluchtelingen staken de grens over naar Slovakije. Bekaert nam het initiatief om vluchtelingen actief te helpen in hun zoektocht naar een veilige plek, een nieuwe thuis en lonend werk.
Eind 2022 stelden we 77 Oekraïense collega's, voor het merendeel vrouwelijke vluchtelingen, tewerk in onze fabriek in Sládkovičovo (Slovakije). We creëerden een vriendelijke en veilige omgeving voor hen, hielpen met huisvesting en zorgden voor on-the-job training om hun aanpassings- en teamintegratieproces soepel te laten verlopen.
Alle Oekraïense collega's hebben hun productiecertificering afgerond en zijn officieel opgeleid om verschillende taken individueel en zelfstandig uit te voeren.

Als internationale groep met hoofdkantoor in België hebben wij € 337 800 gedoneerd aan de actie Oekraïne 12-12 die in België werd georganiseerd ter ondersteuning van de slachtoffers van het geweld in Oekraïne. Het Consortium 12-12 verdeelt alle ingezamelde fondsen over de Belgische afdelingen van 7 organisaties: Rode Kruis, Unicef, Plan International, Oxfam, Caritas, Dokters van de Wereld en Handicap International.
Bovendien hebben we ook € 87 200 euro geschonken aan de Slovaakse tak van het Rode Kruis en € 25 000 aan de Roemeense tak van het Rode Kruis ter ondersteuning van eerstelijnshulp aan vluchtelingen in de twee landen.
In totaal werd dus € 450 000 gedoneerd, waarvan € 437 400 gefinancierd door het bedrijf en € 12 600 ingezameld via initiatieven van werknemers.
Naast onze humanitaire hulp aan mensen in en uit Oekraïne, heeft Bekaert ongeveer € 350 000 bijgedragen aan een grote verscheidenheid van programma's voor gemeenschapsondersteuning en -betrokkenheid wereldwijd. Sommige van deze initiatieven worden gestuurd en gecoördineerd op Groepsniveau, zoals River Cleanup, terwijl de meeste lokaal worden geïnitieerd en beheerd, en vaak een combinatie vormen van monetaire steun en vrijwilligerswerk.
In 2022 steunde Bekaert ongeveer 100 dergelijke programma's of evenementen, groot en klein, in alle 25 landen waar we productievestigingen hebben. Meer informatie vindt u in Deel II: Sociale verklaringen.
Omdat wij actief zijn in vele landen over de hele wereld, erkennen en waarderen wij het bestaan van verschillende waarden en culturele normen in de landen waar wij actief zijn.
Wij werken op een transparante, constructieve manier samen met de lokale overheden.
Wij steunen geen politieke instellingen en nemen een neutraal standpunt in ten aanzien van politieke kwesties. Wij bieden geen donaties of andere vormen van bijdragen aan politieke partijen, politieke campagnes, noch aan evenementen of organisaties die verbonden zijn aan politieke instellingen.
Wij veroordelen elke daad van geweld en agressie tegen mensen. Daarom steunen wij actief humanitaire acties in Oekraïne en voor Oekraïense vluchtelingen.
GRI 415-1
Op 1 januari 2020 zijn de Belgische Corporate Governance Code 2020 (de "Code 2020") en het nieuwe Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het "WVV") van kracht gegaan en werden deze van toepassing op Bekaert. Het Bekaert Corporate Governance Charter en de statuten van de vennootschap werden gewijzigd om beide te laten overeenstemmen met de Code 2020 en het WVV.
Bekaert leeft de bepalingen van de Code 2020 na, met uitzondering van bepaling 7.6.
In tegenstelling tot bepaling 7.6 van de Code 2020 volgens dewelke niet-uitvoerende Bestuurders een deel van hun remuneratie zouden moeten ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap, en deze dienen aan te houden tot minstens één jaar nadat de niet-uitvoerende Bestuurder de Raad van Bestuur verlaat en minstens drie jaar na het moment van toekenning, worden niet-uitvoerende Bestuurders gevraagd (maar niet verplicht) om:
Ondanks het niet-verplichte karakter van deze persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap, is Bekaert van mening dat de langetermijnvisie van de aandeelhouders op een redelijke wijze vertegenwoordigd wordt in de Raad van Bestuur aangezien de Voorzitter vergoed wordt in aandelen dewelke onderworpen zijn aan een blokkeringsperiode van drie jaar, en aangezien de niet-uitvoerende Bestuurders die benoemd worden op voordracht van de referentieaandeelhouder reeds aandelen van de vennootschap bezitten (of certificaten die daarop betrekking hebben).
De Code 2020 is beschikbaar op www.corporategovernancecommittee.be.
Het Bekaert Corporate Governance Charter is beschikbaar op www.bekaert.com.

De vennootschap heeft een monistische structuur aangenomen: de Raad van Bestuur is het belangrijkste besluitvormingsorgaan. De Raad van Bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn om het doel van de vennootschap te verwezenlijken, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bevoegd is.
De Raad van Bestuur bestaat uit elf leden die door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden benoemd. Zes Bestuurders zijn benoemd op voordracht van de hoofdaandeelhouder. Alle kandidaat-Bestuurders worden geselecteerd en voorgedragen op basis van een competentiematrix. Het doel van de matrix is ervoor te zorgen dat de Raad van Bestuur over voldoende diversiteit, vaardigheden en ervaring beschikt om de huidige en toekomstige uitdagingen van Bekaert aan te gaan en eventuele leemtes te identificeren die mogelijk door toekomstige Bestuurders kunnen worden opgevuld. De functies van Voorzitter en van Gedelegeerd Bestuurder worden nooit door dezelfde persoon uitgeoefend. De Gedelegeerd Bestuurder is het enig lid van de Raad van Bestuur met een uitvoerende functie. Alle andere leden zijn niet-uitvoerende Bestuurders. Vier Bestuurders zijn onafhankelijk op grond van de criteria van artikel 7:87, §1 van het WVV en van bepaling 3.5 van de Code 2020: Henriette Fenger Ellekrog (voor het eerst benoemd in 2020), Eriikka Söderström (voor het eerst benoemd in 2020), Jürgen Tinggren (voor het eerst benoemd in 2019) en Mei Ye (voor het eerst benoemd in 2014).
In 2022 kwam de Raad van Bestuur zeven keer samen (zeven gewone vergaderingen). Naast de uitoefening van zijn bevoegdheden uit hoofde van de statuten en het Bekaert Corporate Governance Charter behandelde de Raad van Bestuur in 2022 onder meer de volgende onderwerpen:


De verantwoordelijkheid voor het toezicht op duurzaamheid/ESG en cybersecurity is geïntegreerd in de bestaande structuur van de Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur. De algemene verantwoordelijkheid berust bij de Raad van Bestuur, ondersteund door specifieke verantwoordelijkheden die zijn toegewezen aan het Audit, Risk en Finance Comité (proces en controles; audits en deskundige zekerheid; rapportering) en het Benoemings- en Remuneratiecomité (opleiding van Bestuurders; organisatie en vaardigheden van het leiderschap; verantwoording en link naar vergoeding van Uitvoerend Management; talent en bedrijfscultuur).
| Naam | Aanvang eerste mandaat |
Einde huidig mandaat als Bestuurder |
Hoofdfunctie² | Aantal bijgewoonde gewone/ buitengewone vergaderingen |
|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | ||||
| Jürgen Tinggren¹ | mei 2019 | mei 2023 | NV Bekaert SA | 7 |
| Gedelegeerd Bestuurder | ||||
| Oswald Schmid | mei 2020 | mei 2023 | NV Bekaert SA | 7 |
| Leden voorgedragen door de hoofdaandeelhouder |
||||
| Gregory Dalle | mei 2015 | mei 2023 | Managing Director, Credit Suisse, divisie Investment Banking & Capital Markets (UK) | 7 |
| Charles de Liedekerke3 | mei 1997 | mei 2022 | Bestuurder van vennootschappen | 3 |
| Christophe Jacobs van Merlen | mei 2016 | mei 2024 | Managing Director, Bain Capital Europe, LLP (UK) | 7 |
| Hubert Jacobs van Merlen3 | mei 2003 | mei 2022 | Bestuurder van vennootschappen | 3 |
| Maxime Parmentier4 | mei 2022 | mei 2023 | Chief Executive Officer, Birdie Care Services Ltd (UK) | 4 |
| Caroline Storme | mei 2019 | mei 2023 | R&D Finance Lead Neurology at UCB (Belgium) | 7 |
| Emilie van de Walle de Ghelcke | mei 2016 | mei 2024 | Head of Legal, Sofina (Belgium) | 7 |
| Henri Jean Velge | mei 2016 | mei 2024 | Bestuurder van vennootschappen | 7 |
| Onafhankelijke Bestuurders | ||||
| Henriette Fenger Ellekrog | mei 2020 | mei 2025 | Chief Human Resources Officer, Ørsted (Denemarken) | 7 |
| Colin Smith3 | mei 2018 | mei 2022 | Onafhankelijk bestuurder van en adviseur voor vennootschappen | 3 |
| Eriikka Söderström | mei 2020 | mei 2025 | Onafhankelijk bestuurder van vennootschappen | 7 |
| Mei Ye | mei 2014 | mei 2023 | Onafhankelijk bestuurder van en adviseur voor vennootschappen | 7 |
¹ Jürgen Tinggren is een onafhankelijk Bestuurder.
² De curricula vitae van de Bestuurders zijn terug te vinden in Deel I van dit rapport.
3 Tot de Gewone Algemene Vergadering van 11 mei 2022.
4 Vanaf de Gewone Algemene Vergadering van 11 mei 2022.

Sinds 1 januari 2020 heeft de Raad van Bestuur twee adviserende comités.
Het Audit, Risk en Finance Comité is samengesteld in overeenstemming met artikel 7:99 van het WVV en bepaling 4.3 van de Code 2020: alle vier leden zijn niet-uitvoerende Bestuurders en twee leden, Eriikka Söderström en Jürgen Tinggren, zijn onafhankelijk. De deskundigheid van Eriikka Söderström op het gebied van boekhouding en auditing blijkt uit haar voormalige functie als Chief Financial Officer van F-Secure Corporation, Kone Corporation, en Vacon PLC, alle beursgenoteerd op Nasdaq Helsinki. Daarnaast heeft ze ervaring als voorzitter van het auditcomité van Valmet, Kempower en Comptel. De leden van het Comité beschikken over een collectieve deskundigheid die relevant is voor de sector waarin de vennootschap actief is. In 2022 volgde Eriikka Söderström Hubert Jacobs van Merlen op als voorzitter van het Comité. De voorzitter wordt benoemd door de leden van het Comité.
De Gedelegeerd Bestuurder en de Chief Financial Officer zijn geen lid van het Comité, maar worden voor de vergaderingen uitgenodigd. Deze regeling waarborgt de noodzakelijke interactie tussen de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Management.
| Naam | Einde huidig mandaat als Bestuurder |
Aantal bijgewoonde gewone en buitengewone vergaderingen |
|---|---|---|
| Eriikka Söderström | 2025 | 5 |
| Gregory Dalle¹ | 2023 | 3 |
| Jürgen Tinggren | 2023 | 5 |
| Henri Jean Velge¹ | 2024 | 3 |
| Charles de Liedekerke² | 2022 | 2 |
| Hubert Jacobs van Merlen² | 2022 | 2 |
1 Vanaf mei 2022.
2 Tot mei 2022.
Het Comité hield vier gewone vergaderingen en één buitengewone vergadering in 2022. De commissaris woonde vier vergaderingen bij. Naast de uitoefening van zijn bevoegdheden uit hoofde van de wet en het Bekaert Corporate Governance Charter besteedde het Comité bijzondere aandacht aan:

Het Benoemings- en Remuneratiecomité wordt samengesteld zoals vereist door artikel 7:100 van het WVV en bepaling 4.3 van de Code 2020: alle drie leden zijn niet-uitvoerende Bestuurders en de meerderheid van de leden is onafhankelijk. Het wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Raad van Bestuur. De deskundigheid van het Comité op het gebied van remuneratiebeleid wordt aangetoond door de relevante ervaring van haar leden.
| Naam | Einde huidig mandaat als Bestuurder |
Aantal bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|---|
| Jürgen Tinggren | 2023 | 8 |
| Henriette Fenger Ellekrog | 2025 | 8 |
| Christophe Jacobs van Merlen | 2024 | 8 |
Eén van de door de hoofdaandeelhouder voorgedragen Bestuurders, de Gedelegeerd Bestuurder en de Chief Human Resources Officer worden uitgenodigd om de vergaderingen van het Comité als gast bij te wonen zonder lid te zijn.
Het Comité hield vijf gewone vergaderingen en drie buitengewone vergaderingen in 2022. Naast de uitoefening van zijn bevoegdheden uit hoofde van de wet en het Bekaert Corporate Governance Charter besteedde het Comité bijzondere aandacht aan:
De voornaamste kenmerken van de werkwijze voor de evaluatie van de Raad van Bestuur, zijn Comités en de individuele Bestuurders zijn beschreven in dit hoofdstuk en in paragraaf II.3.4 van het Bekaert Corporate Governance Charter.
De Raad van Bestuur, onder leiding van de Voorzitter, evalueert minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties alsook zijn interactie met het Uitvoerend Management, evenals zijn omvang, samenstelling en werking, alsook dat van de Comités. De evaluatie verloopt via een formele procedure, al dan niet extern gefaciliteerd, in overeenstemming met een door de Raad van Bestuur goedgekeurde methodologie.
Aan het einde van het mandaat van elke Bestuurder, evalueert het Benoemings- en Remuneratiecomité de aanwezigheid van de Bestuurder in de vergaderingen van de Raad en de Comités en hun engagement en constructieve betrokkenheid in besprekingen en besluitvorming, conform een vooraf bepaalde en transparante procedure. Het Benoemings- en Remuneratiecomité beoordeelt eveneens of de bijdrage van elke Bestuurder is afgestemd op de veranderende omstandigheden.
De Raad van Bestuur handelt op basis van de resultaten van de prestatieevaluatie. In voorkomend geval houdt dit in dat er nieuwe leden ter benoeming worden voorgedragen, dat wordt voorgesteld om bestaande leden niet te herbenoemen of dat maatregelen worden genomen die nuttig worden geacht voor de doeltreffende werking van de Raad van Bestuur.
De Voorzitter blijft steeds beschikbaar om suggesties ter verbetering van de werking van de Raad of de Comités van de Raad in overweging te nemen.
De niet-uitvoerende Bestuurders komen minstens eenmaal per jaar bijeen in afwezigheid van de Gedelegeerd Bestuurder om hun interactie met het Uitvoerend Management te beoordelen.
In 2022 heeft de Raad van Bestuur een zelfevaluatie uitgevoerd, waarbij de nadruk lag op de rol en de verantwoordelijkheid van de Raad, opvolging van de actiepunten naar aanleiding van de zelfevaluatie van de Raad in 2021 en de algemene doeltreffendheid van de Raad.

De Raad van Bestuur heeft bijzondere operationele bevoegdheden gedelegeerd aan het Bekaert Group Executive (BGE), onder leiding van de Gedelegeerd Bestuurder. Het BGE heeft een aantal van deze operationele bevoegdheden gesubdelegeerd aan personen binnen hun functionele of operationele verantwoordelijkheid.
Het BGE bestaat uit leden die de wereldwijde divisies en de wereldwijde functies vertegenwoordigen.
Gunter Van Craen, Chief Digital and Information Officer, werd op 1 juni 2022 lid van het BGE.
Curd Vandekerckhove verliet Bekaert op 27 september 2022. Oswald Schmid nam zijn rol als Divisional CEO Bridon-Bekaert Ropes Group ad interim over. De zoektocht naar een nieuwe Divisional CEO Bridon-Bekaert Ropes Group is aan de gang.
François Desné vervoegde Bekaert als Divisional CEO Steel Wire Solutions op 5 september 2022 in opvolging van Stijn Vanneste die Bekaert verliet op 31 augustus 2022.
Annie Xu-Huhmann volgde Arnaud Lesschaeve op als Divisional CEO Rubber Reinforcement op 1 maart 2023.
| Naam | Functie | Benoeming in BGE |
|---|---|---|
| Oswald Schmid | Gedelegeerd Bestuurder Divisie-CEO Bridon-Bekaert Ropes Group ad interim1 |
2019 |
| Gunter Van Craen2 | Chief Digital and Information Officer | 2022 |
| Taoufiq Boussaid | Chief Financial Officer | 2019 |
| Kerstin Artenberg | Chief Human Resources Officer | 2021 |
| Juan Carlos Alonso | Chief Strategy Officer | 2019 |
| Curd Vandekerckhove3 | Divisie-CEO Bridon-Bekaert Ropes Group | 2012 |
| Annie Xu-Huhmann6 | Divisie-CEO Rubberversterking | 2023 |
| Arnaud Lesschaeve7 | Divisie-CEO Rubberversterking | 2019 |
| Yves Kerstens | Divisie-CEO Specialty Businesses en Chief Operations Officer |
2021 |
| François Desné4 | Divisie-CEO Staaldraadtoepassingen | 2022 |
| Stijn Vanneste5 | Divisie-CEO Staaldraadtoepassingen | 2016 |
1 Vanaf 27 september 2022.
2 Vanaf 1 juni 2022.
3 Tot 27 september 2022.
4 Vanaf 5 september 2022. 5 Tot 31 augustus 2022.
6 Vanaf 1 maart 2023.
7 Tot 1 maart 2023.
De China Advisory Board, die begin 2022 werd opgericht en fungeert als informeel orgaan van deskundigen dat het management en de Raad van Bestuur advies verstrekt met betrekking tot de Chinese omgeving waarin de Bekaert Groep actief is, kwam in 2022 vier keer bijeen.

Bij Bekaert geloven we dat samenwerken tot betere prestaties leidt. Als echt internationaal bedrijf omarmen we diversiteit op alle niveaus binnen de organisatie, wat een belangrijke bron van kracht is voor ons bedrijf. Het gaat hierbij niet alleen om diversiteit op het gebied van nationaliteit, culturele achtergrond, leeftijd of geslacht, maar ook op het gebied van vaardigheden, zakelijke ervaring, inzichten en standpunten.
Bekaert biedt tewerkstelling aan mensen van 75 verschillende nationaliteiten in 43 landen over de hele wereld. Deze diversiteit wordt weerspiegeld op alle niveaus van de organisatie en in de samenstelling van de Raad van Bestuur en het BGE.
| Aantal personen |
Aantal natio naliteiten |
Aantal niet natives¹ |
% niet natives |
|
|---|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur |
11 | 7 | 6 | 55% |
| BGE | 8 | 5 | 6 | 75% |
¹ Niet-native = andere nationaliteit dan het land waar de hoofdzetel van de vennootschap is gevestigd, zijnde België.
De vennootschap voldoet aan de wettelijke vereiste dat minstens een derde van de leden van de Raad van Bestuur van het andere geslacht is.
Bekaert hanteert een rekruterings- en promotiebeleid dat gericht is op meer diversiteit, waaronder genderdiversiteit. De doelstellingen ter ondersteuning van genderdiversiteit zijn opgenomen in Deel I van dit verslag: 'Onze prestaties in 2022: Mensen' en in Deel II: Sociale verklaringen.
| Aantal personen |
% mannen | % vrouwen | |
|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur | 11 | 55% | 45% |
| BGE | 8 | 87% | 13% |
| Aantal personen |
Leeftijd 30- 50 jaar |
Leeftijd > 50 jaar |
|
|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur | 11 | 45% | 55% |
| BGE | 8 | 13% | 87% |

Volgens artikel 7:96 van het WVV moet een lid van de Raad van Bestuur de overige leden vooraf informeren over agendapunten waaromtrent hij/zij rechtstreeks of onrechtstreeks een met de vennootschap strijdig belang van vermogensrechtelijke aard heeft en moet hij/zij zich onthouden van deelname aan de beraadslaging en de stemming daarover. In 2022 was er één keer sprake van een belangenconflict. De bepalingen van artikel 7:96 van het WVV werden nageleefd.
Op 24 februari 2022 had Oswald Schmid een belangenconflict toen de Raad van Bestuur zijn korte termijn variabele vergoeding (€ 1 160 250) besprak op basis van zijn prestaties in 2021 als interim-Gedelegeerd Bestuurder en Gedelegeerd Bestuurder en hierover moest stemmen.
Uittreksel uit de notulen:
Op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité keurt de Raad van Bestuur de voorgestelde korte termijn variabele vergoeding goed die verschuldigd is aan de Gedelegeerd Bestuurder voor zijn prestaties in 2021.
Het Bekaert Corporate Governance Charter bevat gedragsregels met betrekking tot rechtstreekse en onrechtstreekse belangenconflicten van de leden van de Raad van Bestuur en het BGE die buiten het toepassingsgebied van artikel 7:96 van het WVV vallen. Deze leden worden geacht met Bekaert verbonden partijen te zijn, en moeten jaarlijks melding maken van rechtstreekse of onrechtstreekse transacties met Bekaert of haar dochterondernemingen.
Bekaert is niet op de hoogte van enig potentieel belangenconflict betreffende dergelijke transacties in 2022 (cfr. Toelichting 7.4 bij de geconsolideerde jaarrekening).
De Raad van Bestuur heeft de Bekaert Gedragscode goedgekeurd, die voor het eerst uitgegeven werd op 1 december 2004 en in september 2022 voor het laatst werd aangepast. De Code zal in 2023 opnieuw worden geëvalueerd en bijgewerkt.
De Bekaert Gedragscode beschrijft hoe de waarden van Bekaert in de praktijk worden gebracht. De Code verschaft richtlijnen wanneer medewerkers voor ethische keuzes en nalevingskwesties komen te staan.
De Bekaert Gedragscode is als Bijlage 3 volledig opgenomen in het Bekaert Corporate Governance Charter.
Op 28 juli 2016 heeft de Raad van Bestuur de Bekaert Dealing Code aangenomen, die van kracht werd op 3 juli 2016. De Bekaert Dealing Code is als Bijlage 4 volledig opgenomen in het Bekaert Corporate Governance Charter.
De Bekaert Dealing Code legt de leden van de Raad van Bestuur, het BGE, het senior management en bepaalde andere personen beperkingen op inzake transacties in financiële instrumenten van Bekaert tijdens gesloten periodes en sperperiodes. De Code bevat ook regels betreffende de openbaarmaking van uitgevoerde transacties door leidinggevenden en hun nauw verbonden personen door middel van een kennisgeving aan de vennootschap en aan de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). De Algemeen Secretaris is de Dealing Code Officer voor het doel van de Bekaert Dealing Code.

In overeenstemming met artikel 7:89/1 van het WVV werd het remuneratiebeleid voor de leden van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Management (de leden van het Bekaert Group Executive, ("BGE")) ter stemming voorgelegd aan haar aandeelhouders tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2021.
Het remuneratiebeleid ging in op 1 januari 2021 en zal bij elke wezenlijke wijziging ter stemming voorgelegd worden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, en in ieder geval minstens om de 4 jaar.
In toepassing van het remuneratiebeleid werd de remuneratie voor 2022 van de niet-uitvoerende Bestuurders bepaald door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 11 mei 2022, handelend op motie van de Raad van Bestuur. De remuneratie van de Voorzitter van de Raad van Bestuur voor het uitvoeren van zijn taken ten behoeve van de vennootschap voor de periode juni 2021 - mei 2023 is een vast bedrag van € 650 000 per jaar (voor de periode juni - mei).
In toepassing van het remuneratiebeleid werd de remuneratie van de Gedelegeerd Bestuurder bepaald door de Raad van Bestuur, die optreedt bij voorstellen van het Benoemings- en Remuneratiecomité ("NRC"). De Gedelegeerd Bestuurder is niet aanwezig bij deze procedure en neemt geen deel aan de stemming en de beraadslaging. Het NRC verzekert de conformiteit van het contract van de Gedelegeerd Bestuurder met het remuneratiebeleid van de vennootschap. Een kopie van het contract van de Gedelegeerd Bestuurder is op verzoek van een Bestuurder bij de Voorzitter beschikbaar.
In toepassing van het remuneratiebeleid werd de remuneratie van de leden van het BGE, andere dan de Gedelegeerd Bestuurder, bepaald door de Raad van Bestuur, die optreedt bij voorstellen van het NRC. De Gedelegeerd Bestuurder heeft een adviserende rol in deze procedure. Het NRC verzekert de conformiteit van het contract van elk BGE lid met het remuneratiebeleid van de vennootschap. Een kopie van elk contract is op verzoek van een Bestuurder bij de Voorzitter beschikbaar.

De remuneratie wordt vastgesteld op een niveau dat voldoende is om niet-uitvoerende Bestuurders aan te trekken die beschikken over de competenties die nodig zijn om de internationale ambitie van het bedrijf waar te maken. Ze is vastgesteld om niet-uitvoerende Bestuurders te belonen voor hun rol als lid van de Raad van Bestuur en hun specifieke rol als Voorzitter van de Raad van Bestuur, Voorzitter of lid van de Comités van de Raad van Bestuur, evenals de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden en de tijd die ze daaraan besteden.
• De remuneratie van de overige niet-uitvoerende Bestuurders wordt bepaald voor het lopende boekjaar.
De remuneratie van de Voorzitter en de overige niet-uitvoerende Bestuurders wordt regelmatig getoetst aan een geselecteerd panel relevante beursgenoteerde Belgische en internationale industriële ondernemingen met een vergelijkbare omvang en complexiteit.
Zonder afbreuk te doen aan de remuneratie in zijn hoedanigheid als lid van het Uitvoerend Management, heeft de Gedelegeerd Bestuurder geen recht op een remuneratie voor zijn mandaat als uitvoerend Bestuurder.
Er wordt een modulaire structuur toegepast voor niet-uitvoerende Bestuurders om ervoor te zorgen dat de remuneratie op een billijke manier hun rol reflecteert als lid van de Raad van Bestuur en hun specifieke rol als Voorzitter van de Raad van Bestuur, Voorzitter of lid van een Comité van de Raad van Bestuur, evenals de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden en de tijd die ze daaraan besteden.
De remuneratie van de Voorzitter van de Raad van Bestuur wordt als volgt vastgesteld:
• een vaste bedrag van € 650 000 per jaar omgezet in een aantal aandelen van de vennootschap.

De remuneratie van elke niet-uitvoerende Bestuurder, met uitzondering van de Voorzitter, wordt als volgt vastgesteld:
De Voorzitter en de andere niet-uitvoerende Bestuurders ontvangen geen prestatie-gebonden remuneratie die rechtstreeks verband houdt met de resultaten van de vennootschap. Ze hebben geen recht om deel te nemen aan een van de incentive programma's van de vennootschap en ontvangen geen aandelenopties of voordelen verbonden aan pensioenplannen.
In tegenstelling tot bepaling 7.6 van de Code 2020 volgens dewelke nietuitvoerende Bestuurders een deel van hun remuneratie zouden moeten ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap en deze aandelen dienen aan te houden gedurende minstens één jaar neerlegging van het mandaat en minstens drie jaar vanaf het moment van toekenning, zullen niet-uitvoerende Bestuurders aanbevolen (maar niet verplicht) worden om
Ondanks het niet-verplichte karakter van deze persoonlijke participatie in aandelen in de vennootschap, is de vennootschap van mening dat de langetermijnvisie van aandeelhouders op een redelijke wijze vertegenwoordigd wordt in de Raad van Bestuur, aangezien de Voorzitter gedeeltelijk wordt vergoed in aandelen van de vennootschap dewelke onderworpen zijn aan een blokkeringsperiode van drie jaar en de nietuitvoerende Bestuurders die worden benoemd op voordracht van de referentieaandeelhouder reeds aandelen van de vennootschap bezitten (of certificaten die daarop betrekking hebben).
Uitgaven die Bestuurders redelijkerwijs in het kader van de uitoefening van hun taken doen, worden terugbetaald op voorlegging van rechtvaardigingsstukken. Bestuurders worden geacht het uitgavenbeleid voor leden van de Raad van Bestuur in acht te nemen bij het doen van uitgaven.
De vennootschap biedt competitieve totale remuneratiepakketten aan met het doel het beste executief en managementtalent aan te trekken en te behouden in elk deel van de wereld waar de Groep aanwezig is. De remuneratie is ingesteld om de leden van het Uitvoerend Management te belonen voor prestaties die leiden tot positieve bedrijfsresultaten op korte en lange termijn evenals waardecreatie voor het bedrijf.
De remuneratie van het Uitvoerend Management bestaat uit een vaste vergoeding, een korte termijn en een lange termijn variabele vergoeding, een pensioenbijdrage en diverse overige componenten. Bovendien worden de leden van het Uitvoerend Management gevraagd om een minimum persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap op te bouwen en aan te houden.
• De vaste vergoeding is de vaste remuneratie die een lid van het Uitvoerend Management ontvangt voor de verantwoordelijkheden van de functie. De vennootschap streeft ernaar om ervoor te zorgen dat de vaste vergoeding competitief is in vergelijking met de marktpraktijk op mediaan niveau. De mate waarin de vaste vergoeding verder evolueert hangt af van het potentieel voor verdere groei in de toekomst evenals aanhoudende prestaties uit het verleden.

De remuneratie van de leden van het Uitvoerend Management wordt regelmatig, maar niet jaarlijks, getoetst aan een geselecteerd panel relevante beursgenoteerde Belgische en Europese industriële referenties.
De remuneratie van de leden van het Uitvoerend Management is afgestemd op het bredere remuneratiebeleid van de Groep.
De remuneratie van de Gedelegeerd Bestuurder (in zijn hoedanigheid als lid van het Uitvoerend Management) en de overige leden van het BGE worden bepaald door de Raad van Bestuur op gemotiveerde aanbeveling van het NRC.

die zijn afgeleid van de strategie op lange termijn. Deze driejarige prestatiedoelstellingen worden door het NRC vastgelegd en ter goedkeuring voorgelegd aan de voltallige Raad van Bestuur.
De prestatie van de Groep voor de bepaling van STI in 2022 is gebaseerd op onderstaande prestatiemaatstaven en uitkomsten:
| Doelstellingen Bekaert Groep | Gewicht | Minimum | Doel | Maximum | Bereikte prestatie |
|---|---|---|---|---|---|
| Brutowinst | 20% | 15% | 16,5% | 18% | 15% |
| EBITDA Onderliggend | 50% | € 590 mln | € 655 mln | € 721 mln | € 654 mln |
| Werkkapitaal als % van Omzet | 20% | 15% | 14% | 13% | 15% |
| Stijging van de verhouding vrouwelijke kaderleden en bedienden |
10% | 4% | 5,4% | 7% | 2% |
| Totaal | Gedeeltelijk behaald |
De Raad van Bestuur, handelend op aanbeveling van het NRC, heeft beslist om de globale prestatie van de Groep te beoordelen as Gedeeltelijk Behaald wat aanleiding geeft tot een factor 60%.
Voor 2023 zullen dezelfde doelstellingen, namelijk brutowinst, EBITDA - onderliggend, werkkapitaal en ESGgenderdiversiteit (percentage van vrouwelijke bedienden en kaderleden) worden behouden. Deze doelstellingen worden gecombineerd met specifieke doelstellingen voor de business units en individuele doelstellingen. Gelet op de commerciële gevoeligheid van onze kortetermijndoelstellingen, zullen de specifieke prestatiedoelstellingen worden verduidelijkt in het remuneratieverslag van 2023.
De werkelijke prestatie verbonden aan de performance share units uitgegeven in 2020, met betrekking tot de prestatieperiode 2020-2022, hebben de overeengekomen bovengrens overschreden. Als gevolg daarvan wordt 300% van de performance share units uitgegeven in 2020 met betrekking tot deze prestatieperiode definitief verworven door de leden van het BGE.
De prestatiecriteria van de performance share units uitgegeven in 2020 met betrekking tot de prestatieperiode 2020-2022 voor leden van het BGE evenals de bereikte prestatie zoals gemeten door de interne Bekaert Management Reporting, zijn als volgt:

| Doelstellingen Bekaert Groep | Gewicht | Minimum | Doel | Maximum | Bereikte prestatie |
Verwerving |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aangroei EBITDA onderliggend | 50% | € 80 mln | € 114 mln | € 135 mln | € 186 mln | 300% |
| Cum. operationele kasstroom1 | 50% | € 800 mln | € 950 mln | € 1 000 mln | € 1 269 mln | 300% |
| Totaal | 300% |
¹ Gedefineerd als EBITDA-Onderliggend + provisies kapitaalsuitgaven in Property Plant & Equipment (PP&E) en immateriële activa + impact verkoop PP&E en immateriële activa +/- kasstroom werkkapitaal.
In overeenstemming met het aanbod voor de prestatieperiode 2022-2024, zijn specifieke financiële bedrijfsgebonden criteria geselecteerd voor de prestatieperiode 2023-2025; meer bepaald een groeidoelstelling voor EBITDA onderliggend, een cumulatieve doelstelling voor de kasstroom en Total Shareholder Return ("TSR") in vergelijking met een referentiegroep. Specifiek met betrekking tot de prestatieperiode 2023-2025, werd er een ESG-maatstaaf toegevoegd, meer bepaald de verbetering van energie-effectiviteit (uitgedrukt als MWh per ton product). Gelet op de commerciële gevoeligheid van onze langetermijndoelstellingen, zullen de 2023-2025 doelstellingen worden verduidelijkt op het einde van de drie jaar durende prestatieperiode.
Tegen pari niveau bedraagt de waarde van de variabele vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het BGE meer dan 25% van hun totale remuneratie. Meer dan de helft van deze variabele vergoeding is gebaseerd op criteria over een periode van drie jaar.
Er wordt verwacht van de Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het BGE dat zij een persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap opbouwen binnen vijf jaar vanaf hun aanstelling, en deze ook aanhouden gedurende hun mandaat.
Om dit mogelijk te maken biedt de vennootschap een vrijwillig Share Matching Plan aan. De vennootschap komt iedere persoonlijke investering in aandelen van de vennootschap (tot maximaal 15% van de uitgekeerde korte termijn variabele vergoeding) tegemoet met een directe toekenning van aandelen van de vennootschap in het derde kalenderjaar dat volgt op deze persoonlijke participatie, voor zover de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap verder werd aangehouden.
Wanneer het BGE-lid de vennootschap verlaat voor het einde van deze periode van aanhouding, zal de vennootschap per gestart kalenderjaar een derde tegemoet komen van de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap. In geval van vrijwillig vertrek of ontslag om dringende reden zal er geen tegemoetkoming zijn.
De termijn voor het aanhouden van deze matching shares vervalt drie jaar nadat deze aandelen werden toegekend voor zover voldaan is aan de vereiste minimum persoonlijke participatie in aandelen.

Het bedrag van de remuneratie die rechtstreeks of onrechtstreeks aan de niet-uitvoerende Bestuurders, door de vennootschap of haar dochterondernemingen, wordt toegekend met betrekking tot 2022, wordt hieronder op individuele basis uiteengezet. De nietuitvoerende Bestuurders ontvangen alleen een vaste remuneratie, gedeeltelijk uitbetaald in contanten en gedeeltelijk in aandelen van de vennootschap (cfr. sectie 4).
| in € | Periode waarop de vaste vergoeding betrekking heeft |
Vaste vergoeding voor de uitvoering van taken als lid van de Raad van Bestuur |
Vaste vergoeding voor lidmaatschap en/of voorzitterschap van een Comité van de Raad van Bestuur |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Jürgen Tinggren1, 5 | 01.01.2022 - 31.12.2022 | 650 000 | n.v.t. | 650 000 |
| Charles de Liedekerke2, 6 | 01.01.2022 - 11.05.2022 | 35 000 | 10 000 | 45 000 |
| Hubert Jacobs van Merlen3, 6 | 01.01.2022 - 11.05.2022 | 35 000 | 12 500 | 47 500 |
| Mei Ye | 01.01.2022 - 31.12.2022 | 70 000 | — | 70 000 |
| Gregory Dalle2 | 01.01.2022 - 31.12.2022 | 70 000 | 10 000 | 80 000 |
| Emilie van de Walle de Ghelcke | 01.01.2022 - 31.12.2022 | 70 000 | — | 70 000 |
| Christophe Jacobs van Merlen4 | 01.01.2022 - 31.12.2022 | 70 000 | 20 000 | 90 000 |
| Henri Jean Velge2 | 01.01.2022 - 31.12.2022 | 70 000 | 10 000 | 80 000 |
| Colin Smith6 | 01.01.2022 - 11.05.2022 | 35 000 | — | 35 000 |
| Caroline Storme | 01.01.2022 - 31.12.2022 | 70 000 | — | 70 000 |
| Henriette Fenger Ellekrog4 | 01.01.2022 - 31.12.2022 | 70 000 | 20 000 | 90 000 |
| Eriikka Söderström2, 3 | 01.01.2022 - 31.12.2022 | 70 000 | 22 500 | 92 500 |
| Maxime Parmentier7 | 11.05.2022 - 31.12.2022 | 35 000 | — | 35 000 |
| Totale remuneratie van Bestuurders |
1 455 000 |
¹ Voorzitter, Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité, lid van het Audit, Risk en Finance Comité.
² Lid van het Audit, Risk en Finance Comité.
³ Voorzitter van het Audit, Risk en Finance Comité dewelke werd overgedragen van Hubert Jacobs van Merlen aan Eriikka Söderström op 11 mei 2022.
⁴ Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité.
5 De vaste vergoeding van € 650 000 heeft betrekking op toegekende aandelen op 31 mei 2022 voor de periode juni 2022 - mei 2023.
6 Termijn eindigde op 11 mei 2022.
7 Niet-uitvoerend Bestuurder sinds 11 mei 2022.

De vaste vergoeding van de Voorzitter wordt volledig vereffend in aandelen van de vennootschap, dewelke worden geblokkeerd voor een periode van drie jaren vanaf de datum van toekenning.
Voor de andere niet-uitvoerende Bestuurders wordt de vaste vergoeding voor de uitvoering van de taken als lid van de Raad van Bestuur in contanten betaald, maar met de mogelijkheid om jaarlijks een deel (0%, 25% of 50%) in de vorm van aandelen van de vennootschap te ontvangen.
Hieronder staat het aantal aandelen van de vennootschap vermeld dat in 2022 aan niet-uitvoerende Bestuurders is toegekend. Duidelijkheidshalve, onderstaande bedragen zijn inbegrepen in de remuneratie van de niet-uitvoerende Bestuurders vermeld in sectie 3.
| Niet-uitvoerende Bestuurder | Percentage aandelen |
Brutobedrag in € | Aantal aandelen na aftrek van belasting |
Einde van de bewaartermijn |
|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | ||||
| Jürgen Tinggren¹ | 100% | 650 000 | 8 411 | 31/5/2025 |
| Niet-uitvoerende Bestuurders benoemd door de hoofdaandeelhouder |
||||
| Gregory Dalle | 50% | 35 000 | 519 | n.v.t. |
| Charles de Liedekerke | —% | — | — | n.v.t. |
| Christophe Jacobs van Merlen | 50% | 35 000 | 485 | n.v.t. |
| Hubert Jacobs van Merlen | 25% | 17 500 | 254 | n.v.t. |
| Maxime Parmentier | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| Caroline Storme | 50% | 35 000 | 471 | n.v.t. |
| Emilie van de Walle de Ghelcke | 50% | 35 000 | 471 | n.v.t. |
| Henri Jean Velge | 50% | 35 000 | 471 | n.v.t. |
| Onafhankelijke niet-uitvoerende Bestuurders | ||||
| Henriette Fenger Ellekrog | 25% | 17 500 | 257 | n.v.t. |
| Colin Smith | —% | — | — | n.v.t. |
| Eriikka Söderström | 50% | 35 000 | 514 | n.v.t. |
| Mei Ye | 25% | 17 500 | 227 | n.v.t. |
| Totaal | 912 500 | 12 080 |
¹ De toegekende aandelen van € 650 000 hebben betrekking op de periode juni 2022 - mei 2023.
Onverminderd zijn remuneratie in zijn hoedanigheid van Uitvoerend Manager, ontving de Gedelegeerd Bestuurder geen remuneratie voor zijn mandaat als uitvoerend Bestuurder.

Het bedrag van de remuneratie en andere voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks aan de Gedelegeerd Bestuurder door de vennootschap of haar dochterondernemingen worden toegekend met betrekking tot 2022 voor de rol van Gedelegeerd Bestuurder wordt hieronder uiteengezet:
| Gedelegeerd Bestuurder Opmerkingen | ||
|---|---|---|
| Oswald Schmid | ||
| Periode | 01.01.2022-31.12.2022 | |
| Vaste vergoeding | 825 000 Omvat basissalaris en buitenlandse bestuurdersvergoedingen | |
| Korte termijn variabele vergoeding ("STI") | 297 000 Jaarlijkse korte termijn variabele vergoeding, gebaseerd op prestaties van 2022 | |
| Lange termijn variabele vergoeding ("LTI") | 1 456 514 Waarde van de 32 871 verworven performance share units (prestatieperiode 2020- 2022) | |
| Pensioen | 206 250 Pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen | |
| Share matching | 7 346 Aantal toegekende aandelen in 2022 als tegemoetkoming voor persoonlijke participatie in aandelen gedaan in 2020 (210 aandelen) |
|
| Diverse overige componenten | 119 854 Omvat bedrijfswagen, risicoverzekeringen en terugbetaalde huur | |
| Totale remuneratie | 2 911 964 | |
| Variabele remuneratie uitgedrukt als % van het totaal | 60% Totaal van STI, LTI en share matching | |
| Vaste remuneratie uitgedrukt als % van totaal | 40% Totaal van vaste vergoeding, pensioen en diverse overige componenten |
De beoordeling van criteria om de prestaties te evalueren voor de korte termijn variabele vergoeding over 2022 leidt tot een uitbetaling van 48% ten opzichte van de korte termijn variabele vergoeding op doelniveau ("target") voor de Gedelegeerd Bestuurder.
Er was een verwerving met betrekking tot de lange termijn variabele vergoeding in 2022 aan het maximum van 300%, met betrekking tot het aanbod gedaan op 21 januari 2020 over de prestatieperiode 2020-2022. Het remuneratiebeleid voorziet dat de waarde van de lange termijn variabele vergoeding op doelniveau ("target") gelijk is aan 85% van de vaste vergoeding voor de Gedelegeerd Bestuurder. In maart 2023 werden performance share units toegekend met betrekking tot de prestatieperiode 2023-2025 rekening houdend met 85% doelniveau.
Er was in 2022 een tegemoetkoming voor persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap gedaan in 2020 in lijn met het persoonlijk aandelenparticipatieplan.

Het bedrag van de remuneratie en andere voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks aan de BGE-leden anders dan de Gedelegeerd Bestuurder door de vennootschap of haar dochterondernemingen worden toegekend met betrekking tot 2022 wordt hierna op globale basis weergegeven. De remuneratie is inclusief de pro rata remuneratie van François Desné die in 2022 in dienst kwam en van Gunter Van Craen die in de loop van 2022 werd benoemd, en deze van Curd Vandekerckhove en Stijn Vanneste die de vennootschap verlieten.
| Remuneratie Opmerkingen | ||
|---|---|---|
| Vaste vergoeding | 3 024 330 Omvat basissalaris en buitenlandse bestuurdersvergoedingen | |
| Korte termijn variabele vergoeding ("STI") | 1 151 437 Jaarlijkse korte termijn variabele vergoeding, gebaseerd op prestaties van 2022 | |
| Lange termijn variabele vergoeding ("LTI") | 4 110 328 Waarde van de 92 763 verworven performance share units (prestatieperiode 2020-2022) | |
| Pensioen | 752 179 Pensioentoezegging van het type vaste bijdragen, van het type vaste prestaties en van het type cash balance | |
| Share matching | 114 699 Aantal toegekende aandelen in 2022 als tegemoetkoming voor persoonlijke participatie in aandelen gedaan in 2020 (3 279 aandelen) |
|
| Diverse overige componenten | 376 907 Bevat bedrijfswagen, verzekeringen en schooltoeslag | |
| Totale remuneratie | 9 529 880 | |
| Variabele remuneratie uitgedrukt als % van het totaal | 56% Totaal van STI, LTI en share matching | |
| Vaste remuneratie uitgedrukt als % van totaal | 44% Totaal van vaste vergoeding, pensioen en diverse overige componenten |
De beoordeling van de criteria om de prestaties te evalueren voor de korte termijn variabele vergoeding in 2022 leidt tot een uitbetaling van 75% (gewogen gemiddelde) ten opzichte van de korte termijn variabele vergoeding op doelniveau ("target"). De korte termijn variabele vergoeding voor François Desné en Gunter Van Craen werd gepro-rateerd volgens hun benoemingsdatum. Voor Curd Vandekerckhove en Stijn Vanneste werd er geen korte termijn variabele vergoeding uitbetaald met betrekking tot 2022.
De prestatiecriteria voor het definitief verwerven van performance share units uitgegeven in 2020, in verband met de prestatieperiode 2020- 2022, overschreden het maximumniveau. Hierdoor werden 300% van de performance share units, die toegekend werden in 2020, definitief verworven in 2022 voor de kwalificerende leden van het BGE (we verwijzen naar sectie 8).
De bijdrage pensioen bestaat uit een combinatie van verschillende pensioenregelingen in de verschillende werklocaties van de BGE-leden, met name België, en Frankrijk. Het in de bovenstaande tabel vermelde bedrag bestaat uit de jaarlijkse werkgeversbijdrage voor de relevante pensioenregelingen van het type vast bijdragen, het toegekend bedrag voor de relevante pensioenregelingen van het type cash balance, de werkgeversbijdrage aan verplichte tweede pijler-pensioenregelingen en de IAS 19-service cost voor pensioenregelingen van het type vaste prestaties met een collectieve financieringsbasis.

Vanaf 2018 bestaat de lange termijn variabele vergoeding uitsluitend uit de toekenning van performance share units onder het Performance Share Plan 2018-2020, zoals voorgesteld door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 9 mei 2018.
Op aanbeveling van de Raad van Bestuur, heeft de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 12 mei 2021 een Remuneratiebeleid goedgekeurd. Op basis van dit beleid werd een Performance Share Plan geïntroduceerd onder dewelke een aanbod van performance share werd gedaan en zal worden aangeboden vanaf 2022 tot en met 2025.
Tot 2017 was de lange termijn variabele vergoeding gebaseerd op een combinatie van aandelenopties (of 'stock appreciation rights', buiten Europa) en performance share units.
De Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het BGE komen in aanmerking voor het vrijwillige Share Matching Plan.
Op 4 maart 2022 werden performance share units met betrekking tot de prestatieperiode 2022-2024 toegekend aan het Uitvoerend Management. Als gevolg van de benoeming tot lid van het Uitvoerend Management op 1 juni 2022, werd voorzien in een bijkomende toekenning op 25 augustus 2022 aan Gunter Van Craen, om rekening te houden met de toename in LTI op doelniveau van 30% naar 65%. Als gevolg van de aanwerving van François Desné en benoeming tot lid van het Uitvoerend Management op 5 september 2022, werd er een toekenning gedaan van performance shares op 26 september 2022.
De financiële maatstaven die weerhouden werden als prestatiedoelstellingen met betrekking tot de prestatieperiode 2022-2024 zijn aangroei in EBITDA Onderliggend, elementen van de cumulatieve kasstroom en relatieve TSRpositie ten opzichte van een peer index. De peer groep is een selectie van 19 beursgenoteerde industriële bedrijven, gebaseerd in Europa met een globaal bereik, gelijklopend in grootte, werknemers en beurswaarde.
De onderstaande tabellen geven een overzicht van de op aandelen gebaseerde remuneratie die is toegekend aan BGE-leden, inclusief de belangrijkste kenmerken van elk plan.
| Naam van het plan | Prestatie periode |
Prestatiemaatstaven | Toekennings datum |
Verwervings datum |
Aantal toegekende performance share units |
Aantal niet definitief verworven performance share units aan het begin van het jaar |
Toegekend | Verbeurd/ vervallen |
Verworven (300%) |
Aantal niet definitief verworven performance share units aan het einde van het jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Oswald Schmid - Gedelegeerd Bestuurder | ||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 10 957 | 10 957 | 0 | 0 | 32 871 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 10 179 | 10 179 | 0 | 0 | 0 | 10 179 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
09/09/2021 | 31/12/2023 | 7 966 | 7 966 | 0 | 0 | 0 | 7 966 |
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
03/04/2022 | 31/12/2024 | 18 532 | 0 | 18 532 | 0 | 0 | 18 532 |
| TOTAAL | 29 102 | 18 532 | 0 | 32 871 | 36 677 |
| Naam van het plan | Prestatie periode |
Prestatiemaatstaven | Toekennings datum |
Verwervings datum |
Aantal toegekende performance share units |
Aantal niet definitief verworven performance share units aan het begin van het jaar |
Toegekend | Verbeurd/ vervallen |
Verworven (300%) |
Aantal niet definitief verworven performance share units aan het einde van het jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Taoufiq Boussaid - Chief Financial Officer | ||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 9 810 | 9 810 | 0 | 0 | 29 430 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 10 762 | 10 762 | 0 | 0 | 0 | 10 762 |
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
03/04/2022 | 31/12/2024 | 6 949 | 0 | 6 949 | 0 | 0 | 6 949 |
| TOTAAL | 20 572 | 6 949 | 0 | 29 430 | 17 711 | |||||
| Kerstin Artenberg - Chief Human Resources Officer |
||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
19/8/2021 | 31/12/2023 | 5 683 | 5 683 | 0 | 0 | 0 | 5 683 |
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
03/04/2022 | 31/12/2024 | 6 314 | 0 | 6 314 | 0 | 0 | 6 314 |
| TOTAAL | 5 683 | 6 314 | 0 | 0 | 11 997 | |||||
| Juan Carlos Alonso - Chief Strategy Officer | ||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 8 409 | 8 409 | 0 | 0 | 25 227 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 8 007 | 8 007 | 0 | 0 | 0 | 8 007 |
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
03/04/2022 | 31/12/2024 | 5 956 | 0 | 5 956 | 0 | 0 | 5 956 |
| TOTAAL | 16 416 | 5 956 | 0 | 25 227 | 13 963 | |||||
| Yves Kerstens - Div. CEO SPB and Chief Operations Officer |
||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
19/8/2021 | 31/12/2023 | 5 732 | 5 732 | 0 | 0 | 0 | 5 732 |
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA-U & Cum. CF & TSR |
03/04/2022 | 31/12/2024 | 7 783 | 7 783 | 7 783 | |||
| TOTAAL | 5 732 | 7 783 | 0 | 0 | 13 515 | |||||
| Curd Vandekerckhove - voormalig Div. CEO BBRG |
||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 10 447 | 10 447 | 0 | 10 447 | 0 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 9 948 | 9 948 | 0 | 9 948 | 0 | 0 |
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
03/04/2022 | 31/12/2024 | 7 400 | 0 | 7 400 | 7 400 | 0 | 0 |
| TOTAAL | 20 395 | 7 400 | 27 795 | 0 | 0 |
| Naam van het plan | Prestatie periode |
Prestatiemaatstaven | Toekennings datum |
Verwervings datum |
Aantal toegekende performance share units |
Aantal niet definitief verworven performance share units aan het begin van het jaar |
Toegekend | Verbeurd/ vervallen |
Verworven (300%) |
Aantal niet definitief verworven performance share units aan het einde van het jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stijn Vanneste - voormalig Div. CEO SWS | ||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 8 378 | 8 378 | 0 | 8 378 | 0 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 8 545 | 8 545 | 0 | 8 545 | 0 | 0 |
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA-U & Cum. CF & TSR |
03/04/2022 | 31/12/2024 | 6 356 | 6 356 | 6 356 | 0 | ||
| TOTAAL | 16 923 | 6 356 | 23 279 | 0 | 0 | |||||
| Arnaud Lesschaeve - Div. CEO RR | ||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 9 428 | 9 428 | 0 | 0 | 28 284 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 10 043 | 10 043 | 0 | 0 | 0 | 10 043 |
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
03/04/2022 | 31/12/2024 | 6 678 | 0 | 6 678 | 0 | 0 | 6 678 |
| TOTAAL | 19 471 | 6 678 | 0 | 28 284 | 16 721 | |||||
| François Desné - Div. CEO SWS | ||||||||||
| PSP 2022-2024 1 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
26/9/2022 | 31/12/2024 | 12 864 | 0 | 12 864 | 0 | 0 | 12 864 |
| TOTAAL | 0 | 12 864 | 0 | 0 | 12 864 | |||||
| Gunter Van Craen - Chief Digital and Information Officer |
||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
17/8/2020 | 21/12/2022 | 3274 | 3 274 | 0 | 9 822 | 0 | |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 2925 | 2 925 | 0 | 0 | 2 925 | |
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
3/4/2022 | 31/12/2024 | 2379 | 0 | 2 379 | 0 | 0 | 2 379 |
| PSP 2022-2024 | 2022-2024 | EBITDA Onderliggend, Cum. Kasstroom & TSR |
25/8/2022 | 31/12/2024 | 1926 | 1 926 | 1 926 | |||
| TOTAAL | 6 199 | 4 305 | 0 | 9 822 | 7 230 |
¹ Dit aanbod van performance share units is gebaseerd op 65% van het (pro-rata) jaarlijks vast salaris (4 098 units) en een bijkomend aanbod van 8 767 units als sign-on vergoeding voor het verlies van lange termijn vergoeding bij zijn vorige werkgever.
In het overzicht hieronder staat het aantal aandelenopties dat in 2022 werd uitgeoefend of verviel met betrekking tot de voorgaande lange termijn variabele vergoedingsprogramma's voor leden van het BGE. Waar van toepassing, bevat de tabel eveneens aandelenopties die toegekend werden voorafgaand aan de benoeming tot lid van het BGE.
De opties werden gratis aan de begunstigden aangeboden. Elke aanvaarde optie verleent de houder het recht op verwerving van één bestaand aandeel van de vennootschap tegen betaling van de uitoefenprijs, die definitief wordt bepaald ten tijde van het aanbod en die gelijk is aan het laagste van: (i) de gemiddelde slotkoers van de aandelen van de vennootschap op de beurs gedurende dertig dagen die de dag van het aanbod voorafgaan, of (ii) de laatste slotkoers die de dag van het aanbod voorafgaat.
Onder voorbehoud van de gesloten periodes en de sperperiodes voor handel in aandelen en het planreglement kunnen de opties uitgeoefend worden vanaf het begin van het vierde kalenderjaar volgend op de datum van hun aanbod tot het einde van het tiende jaar volgend op de datum van hun aanbod.
De aandelenopties die in 2022 uitoefenbaar waren, zijn gebaseerd op de toekenningen onder het aandelenoptieplan SOP 2015-2017 en de plannen die het aandelenoptieplan SOP 2015-2017 voorafgingen.
| Belangrijkste kenmerken van het plan | Wijzigingen over 2022 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam van het plan | Datum van aanbod |
Datum van toekenning |
Datum van definitieve verwerving |
Einde uitoefenings periode |
Aantal toegekende opties |
Uitoefen prijs (in €) |
Aantal aande lenopties aan het begin van het jaar |
Verbeurd/ vervallen |
Uitgeoefend | Aantal aande lenopties aan het einde van het jaar |
|
| Oswald Schmid - Gedelegeerd Bestuurder | |||||||||||
| Geen | |||||||||||
| TOTAAL | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Taoufiq Boussaid - Chief Financial Officer | |||||||||||
| Geen | |||||||||||
| TOTAAL | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Kerstin Artenberg - Chief Human Resources Officer |
|||||||||||
| Geen | |||||||||||
| TOTAAL | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Juan Carlos Alonso - Chief Strategy Officer | |||||||||||
| Geen | |||||||||||
| TOTAAL | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Yves Kerstens - Div. CEO SPB and Chief Operations Officer |
|||||||||||
| Geen | |||||||||||
| TOTAAL | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Belangrijkste kenmerken van het plan | Wijzigingen over 2022 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam van het plan | Datum van aanbod |
Datum van toekenning |
Datum van definitieve verwerving |
Einde uitoefenings periode |
Aantal toegekende opties |
Uitoefen prijs (in €) |
Aantal aande lenopties aan het begin van het jaar |
Verbeurd/ vervallen |
Uitgeoefend | Aantal aande lenopties aan het einde van het jaar |
|
| Curd Vandekerckhove - voormalig Div. CEO BBRG | |||||||||||
| SOP 2010-2014 | 19/12/2013 | 17/2/2014 | 1/1/2017 | 18/12/2023 | 14 000 | 25,380 | 14 000 | 0 | -14 000 | 0 | |
| SOP 2010-2014 | 18/12/2014 | 16/2/2015 | 1/1/2018 | 17/12/2024 | 15 000 | 26,055 | 15 000 | 0 | 15 000 | ||
| SOP 2015-2017 | 17/12/2015 | 15/2/2016 | 1/1/2019 | 16/12/2025 | 10 000 | 26,375 | 10 000 | 0 | 10 000 | ||
| SOP 2015-2017 | 15/12/2016 | 13/2/2017 | 1/1/2020 | 14/12/2026 | 15 000 | 39,426 | 15 000 | 0 | 15 000 | ||
| SOP 2015-2017 | 21/12/2017 | 20/2/2018 | 1/1/2021 | 20/12/2027 | 9 000 | 34,600 | 9 000 | 0 | 9 000 | ||
| TOTAL | 63 000 | 0 | -14 000 | 49 000 | |||||||
| Stijn Vanneste - voormalig Div. CEO SWS | |||||||||||
| SOP 2015-2017 | 17/12/2015 | 15/2/2016 | 1/1/2019 | 16/12/2025 | 6 250 | 26,375 | 6 250 | 0 | -6 250 | 0 | |
| SOP 2015-2017 | 15/12/2016 | 13/2/2017 | 1/1/2020 | 14/12/2026 | 12 500 | 39,426 | 12 500 | 0 | 0 | 12 500 | |
| SOP 2015-2017 | 21/12/2017 | 20/2/2018 | 1/1/2021 | 20/12/2027 | 10 000 | 34,600 | 10 000 | 0 | 0 | 10 000 | |
| TOTAAL | 28 750 | 0 | -6 250 | 22 500 | |||||||
| Arnaud Lesschaeve - Div. CEO RR | |||||||||||
| Geen | |||||||||||
| TOTAAL | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| François Desné - Div. CEO SWS | |||||||||||
| Geen | |||||||||||
| TOTAAL | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
| Gunter Van Craen - Chief Digital and Information Officer |
|||||||||||
| Geen | |||||||||||
| TOTAAL | 0 | 0 | 0 | 0 |
Er zijn geen openstaande Stock Appreciation Rights of bewegingen met betrekking tot voorgaande lange termijn variabele vergoedingsprogramma's voor BGEleden geweest in 2022.
De onderstaande tabel toont het aantal aandelen toegekend als tegemoetkoming voor de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap. Er is een tegemoetkoming in 2022 gebeurd met betrekking tot de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap op 31 maart 2020 na de aanhoudingsperiode van drie jaar:
| Naam van het plan | Datum persoonlijke participatie |
Einde aanhoudings periode |
Aantal persoonlijk aangekochte aandelen |
Persoonlijk aangekochte aandelen in 2022 |
Tegemoetkoming door de vennootschap in 2022 |
Verbeurd voor tegemoetkoming |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Oswald Schmid – Chief Executive Officer | ||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 210 | 0 | 210 | 0 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 2 096 | 0 | 0 | 0 | |
| 31/3/2022 | 31/12/2024 | 0 | 4 910 | 0 | 0 | |
| Taoufiq Boussaid - Chief Financial Officer | ||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 1 038 | 0 | 1 038 | 0 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 838 | 0 | 0 | 0 | |
| 31/3/2022 | 31/12/2024 | 0 | 2 054 | 0 | 0 | |
| Kerstin Artenberg - Chief Human Resources Officer | ||||||
| 31/3/2022 | 31/12/2024 | 0 | 1 711 | 0 | 0 | |
| Juan Carlos Alonso - Chief Strategy Officer | ||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 971 | 0 | 971 | 0 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 922 | 0 | 0 | 0 | |
| 31/3/2022 | 31/12/2024 | 0 | 1 760 | 0 | 0 | |
| Yves Kerstens - Div. CEO SPB and Chief Operations Officer | ||||||
| 31/3/2022 | 31/12/2024 | 1 725 | ||||
| Curd Vandekerckhove - voormalig Div. CEO BBRG | ||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 2 413 | 0 | 0 | 2 413 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 2 114 | 0 | 0 | 2 114 | |
| Stijn Vanneste - voormalig Div. CEO SWS | ||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 1 608 | 0 | 0 | 1 608 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 1 816 | 0 | 0 | 1 816 | |
| 31/3/2022 | 31/12/2024 | 0 | 1 597 | 0 | 1 597 | |
| Arnaud Lesschaeve - Div. CEO RR | ||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 1 270 | 0 | 1 270 | 0 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 698 | 0 | 0 | 0 |

| François Desné - Div. CEO SWS | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Geen |
Gunter Van Craen - Chief Digital & Information Officer
Geen
Curd Vandekerckhove, voormalig Divisie-CEO BBRG, heeft besloten om Bekaert vanaf 28 september 2022 te verlaten.
Stijn Vanneste, voormalig Divisie-CEO Staaldraadtoepassingen, heeft besloten om Bekaert vanaf 1 september 2022 te verlaten.
De Raad van Bestuur heeft de bevoegdheid om een deel of de volledige waarde van toegekende prestatiegebonden vergoedingen aan het Uitvoerend Management te verminderen (malus) of terug te vorderen (claw back) in geval van:
De Raad van Bestuur heeft in 2022 geen gebruik gemaakt van dit recht.
Het belangrijkste verschil in het remuneratiebeleid tussen het Uitvoerend Management en de werknemers in het algemeen is de balans tussen vaste en prestatiegebonden remuneratie zoals korte termijn en lange termijn variabele vergoeding. Over het algemeen is de verhouding tussen prestatiegebonden remuneratie, en met name de lange termijn variabele vergoeding, hoger voor leden van het Uitvoerend Management. Dit weerspiegelt dat de leden van het Uitvoerend Management meer handelingsvrijheid hebben en dat de gevolgen van hun beslissingen normaalgezien een breder en verregaander effect in de tijd hebben.
De remuneratie voor de leden van het Uitvoerend Management is echter afgestemd op de remuneratiestructuren van de bredere groep werknemers:
De verhouding tussen de remuneratie van de Chief Executive Officer tot de laagste remuneratie van de werknemers van NV Bekaert SA in België bedraagt 68:1.
Onderstaande tabel geeft de remuneratie weer van de leden van de Raad van Bestuur, het Uitvoerend Management, de gemiddelde remuneratie van andere werknemers (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) en enkele belangrijke financiële bedrijfsgegevens over de laatste 5 kalenderjaren.
| 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Remuneratie | |||||
| Niet-uitvoerende Bestuurders¹ | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 95 768 | 121 629 | 104 000 | 111 458 | 132 273 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) |
+10,5% | +27,0% | -14,5% | +7,2% | +18,7% |
| Gedelegeerd Bestuurder | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 1 135 011 | 1 787 480 | 1 225 527 2 356 337 | 2 911 964 | |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) |
-27,4% | +57,5% | -31,4% | +92,3% | +23,6% |
| Andere BGE-leden | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 609 540 | 748 023 | 839 736 | 1 611 657 | 1 288 128 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) |
-32,4% | +22,7% | +12,3% | +91,9% | -20,1% |
| Overige medewerkers | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 76 067 | 77 757 | 79 859 | 87 727 | 88 402 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) |
+5,1% | +2,2% | +2,7% | +9,9% | +0,8% |
| Financiële bedrijfsgegevens | |||||
| EBITDA-onderliggend | |||||
| Bedrag in miljoen € | 426 | 468 | 479 | 686 | 654 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) |
-14,3% | +9,9% | +2,4% | +43,2% | -4,7% |
| Omzet | |||||
| Bedrag in miljoen € | 4 305 | 4 322 | 3 772 | 4 840 | 5 652 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) |
+5,1% | +0,4% | -12,7% | +28,3% | +16,8% |
| Werkkapitaal | |||||
| Bedrag in miljoen € | 875 | 699 | 535 | 678 | 850 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) |
-1,5% | -20,1% | -23,5% | +26,6% | +25,5% |
| Koers aandeel (op 31 december) |
|||||
| Koers van het aandeel (in €) | 21,06 | 26,50 | 27,16 | 39,14 | 36,28 |
¹ Tot en met 2019 was de remuneratie van de Bestuurders gebaseerd op het aantal bijgewoonde vergaderingen van de Raad van Bestuur
De totale remuneratie van de niet-uitvoerende Bestuurders wordt in detail beschreven in sectie 3 van dit remuneratieverslag. Het wordt bepaald als een vaste vergoeding voor de uitvoering van de taken als Voorzitter en als lid van de Raad van Bestuur, en als een vaste vergoeding voor de uitvoering van de taken als een lid of Voozitter van een Comité van de Raad van Bestuur. De vergoedingen zijn niet gewijzigd in de laatste 2 jaren, met als gevolg dat wijzigingen van het ene ten opzichte van een ander jaar worden verklaard door de compositie van de Raad van Bestuur.
De remuneratie van de Gedelegeerd Bestuurder en andere BGE-leden bevat de compensatie tabellen van sectie 6 en 7 van dit remuneratieverslag. Met als gevolg dat jaarlijkse wijzigingen vooral worden beïnvloed door de jaarlijkse variabele verloning, alsook de vesting van performance share units die zijn gelinkt aan het resultaat van de onderneming en de prijs van het aandeel van een vested performance share unit.
De gemiddelde remuneratie van de andere werknemers van de onderneming is gebaseerd op het gemiddeld jaarlijks inkomen van alle werknemers van NV Bekaert SA in België, met uitzondering van de BGE-leden en senior management. Dit bruto jaarlijks inkomen bevat het basissalaris, de variabele verloning, de voordelen en performance share units voor de kwalificerende managers. Jaarlijkse wijzigingen worden verklaard door de compositie van de de werknemerspopulatie en worden beïnvloed door de jaarlijkse variabele vergoedingen, alsook door de vesting van performance share units die zijn gelinkt aan het resultaat van de onderneming en de prijs van het aandeel van een vested performance share unit.

In het kader van de aanwerving van François Desné, Divisie-CEO Staaldraadtoepassingen, werd voorzien in een sign-on vergoeding ter compensatie voor het verlies van een retentievergoeding, en voor het verlies van zijn korte termijn en lange termijn variabele vergoedingen bij zijn voorgaande werkgever.
Teneinde te compenseren op een gelijkaardige manier, werd de korte termijn variabele verloning vergoed als een cash vergoeding, en de lange termijn vergoeding in de vorm van een lange termijn vergoeding in aandelen. Dit betekent dat er een cash sign-on vergoeding werd betaald van € 500 000 en een lange termijn vergoeding ten bedrage van een aanbod van performance shares van 8 767 units.
Deze vergoedingen zijn onderhevig aan terugbetalingsmodaliteiten in geval van vrijwillig vertrek of vertrek om dwingende reden.
Het Bekaert-aandeel deed het in 2022 4,23% beter dan de referentie-index, Euronext Brussels BEL Mid, maar verloor 7,30% ten opzichte van de slotkoers op het jaareinde van 2021.
Het Bekaert-aandeel is genoteerd op Euronext Brussels als ISIN BE0974258874 (BEKB) en werd voor het eerst genoteerd in december 1972. De ICB-sectorcode is 2727 Diversified Industrials.
Euronext Brussel ontving Bekaert eind 2022 om de bel te luiden ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de notering van Bekaert.

| 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Koers op 31 december (in €) | 26,34 | 28,38 | 38,48 | 36,45 | 21,06 | 26,50 | 27,16 | 39,14 | 36,28 |
| Hoogste koers (in €) | 30,19 | 30,00 | 42,45 | 49,92 | 40,90 | 28,26 | 28,50 | 42,56 | 45,60 |
| Laagste koers (in €) | 21,90 | 22,58 | 26,56 | 33,50 | 17,41 | 19,38 | 13,61 | 27,34 | 24,84 |
| Gemiddelde slotkoers (in €) | 27,15 | 26,12 | 37,06 | 42,05 | 28,21 | 23,96 | 19,95 | 36,33 | 34,02 |
| Dagelijks volume | 82 813 | 120 991 | 123 268 | 121 686 | 154 726 | 96 683 | 72 995 | 68 749 | 69 143 |
| Dagelijkse omzet (in miljoen €) | 2,1 | 3,1 | 4,5 | 5,0 | 4,4 | 2,3 | 1,5 | 2,5 | 2,4 |
| Jaarlijkse omzet (in miljoen €) | 527 | 804 | 1147 | 1279 | 1121 | 592 | 386 | 641 | 615 |
| Omloopsnelheid (% jaarlijks) | 35 | 52 | 53 | 51 | 65 | 41 | 31 | 29 | 30 |
| Omloopsnelheid (% aangepaste free float) | 59 | 86 | 88 | 86 | 109 | 68 | 52 | 49 | 50 |
| Free float (%) | 55,7 | 56,7 | 59,2 | 59,6 | 59,3 | 59,3 | 59,5 | 58,7 | 55,6 |
Het gemiddelde aantal dagelijks verhandelde aandelen was ongeveer 70 000 aandelen in 2022. Het volume bereikte een piek op 3 januari toen 206 975 aandelen werden verhandeld.
Op 31 december 2022 had Bekaert een marktkapitalisatie van € 2,1 miljard en een free float marktkapitalisatie van € 1,2 miljard. De free float was 55,6% en de free float band 60%.
De liquiditeitsovereenkomst die Bekaert op 2 september 2021 sloot met Kepler Cheuvreux werd in september 2022 verlengd voor een bijkomende, hernieuwbare periode van één jaar. Bekaert heeft krachtens de liquiditeitsovereenkomst het recht om deze op te zeggen met een redelijk korte voorafgaande kennisgeving. De overeenkomst voorziet in de aan- en verkoop door Kepler Cheuvreux van Bekaert-aandelen op de gereglementeerde markt van Euronext Brussel. Bekaert stelde 100 000 eigen aandelen ter beschikking van Kepler Cheuvreux. Het doel van het liquiditeitscontract is de liquiditeit van de Bekaert-aandelen te ondersteunen.
In maart 2022 lanceerde Bekaert een programma tot inkoop van eigen aandelen met als doel het geplaatste aandelenkapitaal van de vennootschap te verminderen. Zie hieronder voor meer informatie.
Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen (de Transparantiewet) heeft Bekaert, in haar statuten, de drempels van 3% en 7,50% ingesteld bovenop de wettelijke drempels van 5% en elk veelvoud van 5%. Een overzicht van de kennisgevingen van deelnemingen van 3% of meer, indien van toepassing, is te vinden in de sectie met informatie over de moedervennootschap van dit jaarverslag (Deelnemingen in het kapitaal).
Op 8 december 2007 maakte de Stichting Administratiekantoor Bekaert overeenkomstig artikel 74 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen bekend dat zij op 1 september 2007 individueel meer dan 30% van de effecten met stemrechten van de vennootschap bezat.
Op basis van een gedetailleerd onderzoek naar de identificatie van aandeelhouders in april 2022 en rekening houdend met de daaropvolgende transparantiemeldingen, private banking en bewegingen in eigen aandelen tot eind 2022, bezaten Stichting Administratiekantoor Bekaert en in onderling overleg handelende partijen per 31 december 2022 37% van de aandelen. Institutionele aandeelhouders bezaten ongeveer 33% van de aandelen en retail en private banking ongeveer 23%. Eigen aandelen vertegenwoordigden 7% van de aandelen.

Per 31 december 2022 bedroeg het kapitaal van de vennootschap € 173 737 000, vertegenwoordigd door 59 029 252 aandelen zonder vermelding van waarde. De aandelen zijn op naam of gedematerialiseerd. Alle aandelen hebben dezelfde rechten.
De Raad van Bestuur werd gemachtigd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 13 mei 2020 het kapitaal, in één of meer malen, te verhogen met een maximumbedrag (exclusief uitgiftepremie) van € 177 793 000. De Raad van Bestuur kan deze machtiging gebruiken tot 23 juni 2025.
De Raad van Bestuur is tevens uitdrukkelijk gemachtigd om het kapitaal te verhogen zelfs na het tijdstip dat de vennootschap de mededeling van de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) ontvangt dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap, binnen de door de toepasselijke wettelijke bepalingen toegestane grenzen. Deze machtiging is geldig met betrekking tot openbare overnamebiedingen waarvan de vennootschap de voornoemde mededeling ontvangt uiterlijk drie jaar na 13 mei 2020.
In 2022 werden in totaal 26 400 inschrijvingsrechten uitgeoefend in het kader van het aandelenoptieplan SOP 2005-2009. Dit resulteerde in de uitgifte van 26 400 nieuwe Bekaert-aandelen en een verhoging van het kapitaal met € 79 610,69 en van de uitgiftepremie met € 668 433,31. Er zijn geen uitstaande inschrijvingsrechten onder het aandelenoptieplan SOP 2005-2009.
Op 31 december 2021 bezat de vennootschap 3 145 446 eigen aandelen. Tussen 1 januari 2022 en 31 december 2022 werden in totaal 130 300 aandelen overgedragen aan (voormalige) werknemers als gevolg van de
uitoefening van aandelenopties onder SOP 2010-2014 en SOP 2015-2017. Bekaert verkocht 13 757 eigen aandelen aan leden van het BGE in het kader van het personal shareholding requirement plan en droeg 2 445 aandelen over aan leden van het BGE onder het share-matching plan. In totaal werden 12 080 aandelen toegekend aan de Voorzitter en andere niet-uitvoerende Bestuurders als onderdeel van hun vergoeding voor de uitoefening van hun functie. In totaal werden 256 760 eigen aandelen overgedragen nadat 256 760 performance share units definitief verworven werden onder het performance share plan. Bekaert kocht in totaal 3 095 629 aandelen in en vernietigde 1 449 409 aandelen (zie hieronder). Met inbegrip van de verrichtingen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux, bedroeg het saldo van de eigen aandelen gehouden door de vennootschap op 31 december 2022 4 380 475.
Op 4 maart 2022 werden 131 407 performance share units (af te handelen in aandelen) toegekend onder het Performance Share Plan 2022-2024. Daarnaast werden op 25 augustus en 26 september 2022 in totaal 16 073 performance share units (af te handelen in aandelen) toegekend. Elke performance share unit geeft de begunstigde recht op een performance share aan de voorwaarden van het Performance Share Plan 2022-2024.
Deze performance share units zijn definitief verworven ('gevest') na afloop van een verwervingsperiode van drie jaar, mits het bereiken van vooropgestelde prestatiedoelen. De precieze mate waarin de performance share units definitief verworven ('gevest') worden, is afhankelijk van het al dan niet bereiken van deze prestatiedoelen. Indien de vastgelegde minimumdrempel niet behaald wordt, dan is er geen enkele definitieve verwerving ('vesting'). Bij het bereiken van deze minimumdrempel, zal 50% van de performance share units definitief verworven ('gevest') worden; de volledige verwezenlijking van de overeengekomen prestatiedoelen zal leiden tot een 'par vesting' van 100% van de performance share units; terwijl er bij uitzonderlijke prestatie een maximale definitieve verwerving ('vesting') zal zijn van 300% van de performance share units.
Detailgegevens omtrent kapitaal, aandelen, aandelenoptieplannen en performance share plannen zijn te vinden in het Financieel Overzicht (Toelichting 6.13 bij de geconsolideerde jaarrekening).
De Raad van Bestuur zal de op 10 mei 2023 te houden Gewone Algemene Vergadering voorstellen een brutodividend van € 1,65 per aandeel uit te keren.
De Raad van Bestuur herbevestigt het dividendbeleid dat, voor zover de winst het toelaat, een stabiel of groeiend dividend voorziet terwijl een voldoende niveau van kasstroom in de vennootschap wordt behouden voor investeringen en zelffinanciering ter ondersteuning van de groei. Op langere termijn streeft de vennootschap naar een 'pay-out ratio' van 40% van het perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert.
Op 25 februari 2022 kondigde Bekaert aan dat haar Raad van Bestuur een inkoopprogramma van eigen aandelen had goedgekeurd voor een totaalbedrag van maximaal € 120 miljoen over een periode van maximaal twaalf maanden onder de machtiging verleend door de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 13 mei 2020. Het doel van het programma is het verminderen van het geplaatste aandelenkapitaal van de vennootschap. De eerste tranche van het programma begon op 18 maart 2022 en eindigde op 4 mei 2022. Tijdens de eerste tranche heeft de vennootschap 766 295 gewone aandelen ingekocht voor een totaalbedrag van € 27,3 miljoen. De tweede tranche begon op 11 mei 2022 en eindigde op 22 juli 2022. Tijdens de tweede tranche heeft de vennootschap 864 817 gewone aandelen ingekocht voor een totaalbedrag van € 30 miljoen. De derde tranche ging in op 29 juli 2022 en eindigde op 26 oktober 2022. Tijdens de derde tranche heeft de vennootschap 1 036 303 gewone aandelen ingekocht voor een totaalbedrag van € 30 miljoen. De vierde en laatste tranche ging in op 18 november 2022 en eindigde op 13 februari 2023. Tijdens de vierde tranche heeft de vennootschap 820 929 gewone aandelen ingekocht voor een totaalbedrag van € 30 miljoen. Op 29 juni 2022 heeft Bekaert 1 449 409 van de ingekochte aandelen vernietigd. Het saldo van de ingekochte aandelen werd op 24 februari 2023 vernietigd.
| in € | 2 015 | 2 016 | 2 017 | 2 018 | 2 019 | 2 020 | 2 021 | 2 022 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal brutodividend |
0,900 | 1,100 | 1,100 | 0,700 | 0,350 | 1,000 | 1,500 | 1,6501 |
| Nettodividend² | 0,657 | 0,770 | 0,770 | 0,490 | 0,245 | 0,700 | 1,050 | 1,155 |
| Couponnummer | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 |
¹ Dividend onderhevig aan goedkeuring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders 2023. ² Onderhevig aan de toepasselijke belastingwetgeving.

De Gewone Algemene Vergadering werd gehouden op 11 mei 2022.
Op dezelfde dag werd een Buitengewone Algemene Vergadering gehouden. Het voorstel tot uitbreiding van een aantal machtigingen aan de Raad van Bestuur (waaronder de bevoegdheid om eigen effecten te verwerven, in pand te nemen en over te dragen ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap en om het kapitaal te verhogen in het kader van een openbaar overnamebod) werd niet goedgekeurd.
Beide vergaderingen werden op hybride wijze gehouden. De aandeelhouders hadden de mogelijkheid om ter plaatse deel te nemen of op afstand via een door Bekaert ter beschikking gesteld elektronisch communicatiemiddel.
De resoluties van de vergaderingen zijn beschikbaar op www.bekaert.com.
Bekaert verbindt zich ertoe duidelijke informatie te verstrekken aan alle aandeelhouders.
Het Investor Relations team is beschikbaar om vragen te beantwoorden en materiële updates te delen over marktevoluties, financiële prestatievoortgang, ESG-ontwikkelingen en andere relevante informatie. Dergelijke updates zijn te vinden in de rubriek Investor Relations op de website van de vennootschap, samen met vele andere nuttige en inzichtelijke bronnen en een kalender met belangrijke evenementen.

De statuten bevatten geen beperkingen inzake de overdraagbaarheid van de aandelen, behoudens ingeval van controlewijziging, voor dewelke conform artikel 9 van de statuten de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Bestuur moet worden aangevraagd.
Voor het overige zijn de aandelen vrij overdraagbaar.
De Raad van Bestuur is niet op de hoogte van enige wettelijke beperking op de overdracht van aandelen in hoofde van enige aandeelhouder.
Volgens de statuten geeft elk aandeel de houder het recht op één stem. De statuten bevatten geen beperkingen van het stemrecht en iedere aandeelhouder kan zijn stemrecht uitoefenen op voorwaarde dat hij geldig werd toegelaten tot de Algemene Vergadering en dat zijn rechten niet werden geschorst. De regels inzake de toelating tot de Algemene Vergadering zijn opgenomen in het WVV en in de statuten. Krachtens de statuten kan de vennootschap de uitoefening schorsen van rechten verbonden aan effecten die toebehoren aan verscheidene eigenaars.
Niemand kan op een Algemene Vergadering van Aandeelhouders aan een stemming deelnemen voor stemrechten die verbonden zijn aan effecten waarvan hij/zij niet krachtens de wet tijdig kennis heeft gegeven.
De Raad van Bestuur is niet op de hoogte van enige andere wettelijke beperking inzake de uitoefening van het stemrecht.
De Raad van Bestuur heeft geen kennis van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten of van de uitoefening van het stemrecht.
De statuten en het Bekaert Corporate Governance Charter bevatten specifieke regels inzake de (her)benoeming, vorming en evaluatie van Bestuurders.
De Bestuurders worden voor een maximale duur van vier jaar door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders benoemd, die hen ook te allen tijde kan ontslaan. Een besluit tot benoeming of ontslag behoeft de gewone meerderheid van de stemmen. De kandidaten voor de opdracht van Bestuurder, die deze opdracht nog niet vervuld hebben binnen de vennootschap, moeten ten laatste twee maanden vóór de Gewone Algemene Vergadering de Raad van Bestuur op de hoogte brengen van hun kandidatuur.
Enkel wanneer een plaats van Bestuurder vroegtijdig openvalt, kunnen de overblijvende Bestuurders zelf een nieuwe Bestuurder benoemen (coöpteren). In dat geval zal de eerstvolgende Algemene Vergadering de definitieve benoeming doen.
Het benoemingsproces voor Bestuurders wordt geleid door het Benoemingsen Remuneratiecomité, dat een gemotiveerde aanbeveling doet aan de voltallige Raad van Bestuur. Op basis van deze aanbeveling besluit de Raad van Bestuur welke kandidaten aan de Algemene Vergadering voor benoeming zullen worden voorgedragen. Bestuurders zijn in de regel herbenoembaar voor een onbeperkt aantal termijnen, met dien verstande dat Bestuurders ten tijde van hun initiële benoeming niet jonger mogen zijn dan 30 jaar en niet ouder dan 66 jaar, en ontslag moeten nemen in het jaar waarin zij de leeftijd van 69 jaar bereiken.
De statuten kunnen door een Buitengewone Algemene Vergadering worden gewijzigd conform het WVV. Elke wijziging van de statuten vereist een quorum van ten minste 50% van het kapitaal (indien niet aan het quorum wordt voldaan, moet een tweede vergadering met dezelfde agenda worden bijeengeroepen, waarvoor geen quorumvereiste van toepassing is) en een gekwalificeerde meerderheid van 75% van de stemmen die tijdens de vergadering worden uitgebracht (een meerderheid van 80% is van toepassing op wijzigingen van het voorwerp of de doelen van de vennootschap en de verandering van de rechtsvorm van de vennootschap).
De Raad van Bestuur is op grond van Artikel 40 van de statuten gemachtigd om het kapitaal in één of meer malen te verhogen met een maximumbedrag van € 177 793 000. De duur van deze machtiging is beperkt tot vijf jaar vanaf 23 juni 2020, doch is door de Algemene Vergadering hernieuwbaar.
De Raad van Bestuur is tevens uitdrukkelijk gemachtigd door Artikel 40 van de statuten om het kapitaal te verhogen, zelfs na het tijdstip dat de vennootschap de mededeling van FSMA ontvangt dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap, binnen de door de toepasselijke wettelijke bepalingen toegestane grenzen. Deze machtiging is geldig met betrekking tot openbare overnamebiedingen waarvan de vennootschap de voornoemde mededeling ontvangt, uiterlijk drie jaar na 13 mei 2020.
De vennootschap kan eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben verkrijgen en in pand nemen met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden.
De Raad van Bestuur is op grond van Artikel 10 van de statuten gemachtigd om, met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden, eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, te verkrijgen en in pand te nemen, zonder dat het totale aantal eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, dat de vennootschap in toepassing van deze machtiging bezit of in pand heeft 20% van het totale aantal aandelen mag overschrijden, tegen een vergoeding van minstens € 1,00 en hoogstens 30% boven het rekenkundig gemiddelde van de slotkoers van het aandeel van de vennootschap gedurende de laatste dertig beursdagen vóór het besluit van de Raad van Bestuur tot verkrijging van respectievelijk inpandneming. Deze machtiging is toegekend voor een periode van vijf jaar te rekenen van de bekendmaking van 23 juni 2020.
De Raad van Bestuur is ook gemachtigd door Artikel 10 van de statuten om, met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden, eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, te verkrijgen en in pand te nemen wanneer deze verkrijging respectievelijk inpandneming noodzakelijk is ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap, hierin begrepen een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap. Deze machtiging is toegekend voor een periode van drie jaar te rekenen vanaf 23 juni 2020.
De hierboven uiteengezette machtigingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen, voor de Raad van Bestuur om eigen aandelen en certificaten die erop betrekking hebben, te verkrijgen of in pand te nemen indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de Algemene Vergadering vereist is.
De Raad van Bestuur is op grond van Artikel 10 van de statuten gemachtigd om alle of een gedeelte van de verworven eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, te vernietigen.
De vennootschap kan eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, slechts vervreemden met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden.
De Raad van Bestuur is op grond van Artikel 11 van de statuten gemachtigd om, met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden, eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, te vervreemden aan één of meer bepaalde personen andere dan het personeel.
De Raad van Bestuur is door Artikel 11 van de statuten gemachtigd om, met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden, eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, te vervreemden ter vermijding van ernstig dreigend nadeel voor de vennootschap, hierin begrepen een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap.
Deze machtiging is toegekend voor een periode van drie jaar vanaf 23 juni 2020.
De hierboven uiteengezette machtigingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen, voor de Raad van Bestuur om eigen aandelen, winstbewijzen en certificaten die erop betrekking hebben, te vervreemden indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de Algemene Vergadering vereist is.
De bevoegdheden van de Raad van Bestuur zijn in detail beschreven in de toepasselijke wettelijke bepalingen terzake, de statuten en het Bekaert Corporate Governance Charter.
De vennootschap is partij bij een aantal belangrijke overeenkomsten die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de vennootschap, al dan niet na een openbaar overnamebod.
In de mate waarin op grond van deze overeenkomsten aan derden rechten worden toegekend die een aanzienlijke invloed hebben op het vermogen van de vennootschap, dan wel een aanzienlijke schuld of verplichting te haren laste doen ontstaan, werden deze rechten, conform artikel 7:151 van het WVV, goedgekeurd door de Bijzondere Algemene Vergaderingen van 13 april 2006, 16 april 2008, 15 april 2009, 14 april 2010 en 7 april 2011 en door de Gewone Algemene Vergaderingen van 9 mei 2012, 8 mei 2013, 14 mei 2014, 13 mei 2015, 11 mei 2016, 10 mei 2017, 9 mei 2018, 8 mei 2019, 13 mei 2020 en 12 mei 2021; de notulen van deze vergaderingen werden neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel van Gent, afdeling Kortrijk op 14 april 2006, 18 april 2008, 17 april 2009, 16 april 2010, 15 april 2011, 30 mei 2012, 23 mei 2013, 20 juni 2014 ,19 mei 2015, 18 mei 2016, 2 juni 2017, 7 februari 2019, 23 mei 2019, 23 juni 2020 en 24 juni 2021 respectievelijk en zijn beschikbaar op www.bekaert.com.
Het betreft in hoofdzaak jointventure-overeenkomsten (die de relaties tussen partijen in het kader van een gemeenschappelijke dochtervennootschap omschrijven), overeenkomsten waarbij door financiële instellingen, particuliere investeerders of andere investeerders geldmiddelen ter beschikking van de vennootschap of van één van haar
dochtervennootschappen worden gesteld, en overeenkomsten tot levering van goederen of diensten door of aan de vennootschap. Elk van deze overeenkomsten bevat clausules die, ingeval van wijziging van de controle van de vennootschap, de wederpartij in bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden het recht verlenen om de overeenkomst vervroegd te beëindigen, en in het geval van een financiële overeenkomst tevens de vervroegde terugbetaling van de ter beschikking gestelde geldmiddelen te eisen. In het geval van jointventure-overeenkomsten wordt voorzien dat, in het geval van controlewijziging van de vennootschap, de wederpartij de participatie van de vennootschap in de joint venture kan verwerven (met uitzondering van de Chinese vennootschappen, waarbij partijen in overleg dienen te bepalen of een partij de joint venture alleen voortzet, waarna deze de participatie van de andere partij moet kopen), waarbij de waarde tegen dewelke de participatie alsdan is over te dragen wordt bepaald in functie van contractuele formules die beogen een overdracht tegen een arm's length prijs te verzekeren.

De volgende beschrijving van Bekaerts interne controle en risicobeheerssystemen is gebaseerd op de "Internal Control Integrated Framework" (1992) en de "Enterprise Risk Management Framework" (2004), gepubliceerd door het Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission ("COSO").
De Raad van Bestuur heeft een kader goedgekeurd voor interne controle en risicobeheer voor de vennootschap en de Groep dat werd opgesteld door het BGE, en controleert de implementatie daarvan. Het Audit, Risk en Finance Comité controleert de doeltreffendheid van de interne controle- en risicobeheersingssystemen, om ervoor te zorgen dat de belangrijkste risico's correct worden geïdentificeerd, beheerd en bekendgemaakt volgens het door de Raad van Bestuur aangenomen kader. Het Audit, Risk en Finance Comité doet ook aanbevelingen aan de Raad van Bestuur in dit opzicht.
In 2022 is het nieuwe Finance Operating Model ingevoerd om de boekhouden controleorganisatie te versterken. In dit nieuwe model (i) is een Financial Controller onder meer verantwoordelijk voor de jaarrekening van de rechtspersoon, (ii) richt Operations Finance zich in de eerste plaats op bedrijfskosten, voorraden, gebruik van activa en alle domeinen van Manufacturing Excellence, (iii) richt Commercial Finance zich op inkomsten en brutomarge met bijbehorende analyse van prijsstelling en de effectiviteit van het verkoopteam, (iv) richt Financial Planning and Analysis (FP&A) zich op bedrijfsresultaten, (v) zijn gedeelde dienstencentra opgenomen in een overkoepelende Global Business Services (GBS), met als doel hun prestaties naar een hoger niveau te tillen, en (vi) de afdeling Group Finance is verantwoordelijk voor de eindcontrole van de financiële informatie van de verschillende juridische entiteiten en voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening.
Naast bovengemelde gestructureerde controles voert de afdeling Interne Audit een risicogebaseerd programma uit om de doeltreffendheid van de interne
controle in de verschillende processen te valideren op entiteits-, regionaal en groepsniveau, en een betrouwbare financiële rapportering te verzekeren.
De geconsolideerde jaarrekening van Bekaert is opgemaakt in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS), onderschreven door de Europese Unie. Die jaarrekening is eveneens conform de IFRS uitgegeven door de "International Accounting Standards Board".
Alle IFRS-boekhoudnormen, -richtlijnen en -interpretaties, toe te passen door alle juridische entiteiten, zijn opgenomen in het handboek Bekaert Accounting Manual, dat voor alle werknemers die betrokken zijn bij de financiële rapportering beschikbaar is op het intranet van Bekaert. Dit handboek wordt regelmatig aangepast door Group Finance ingeval van relevante wijzigingen in IFRS, of interpretaties ervan, en de gebruikers worden van elke dergelijke wijziging op de hoogte gebracht. IFRS-opleidingen vinden plaats in de verschillende regio's wanneer dit noodzakelijk of geschikt geacht wordt. E-learningmodules over IFRS worden ook beschikbaar gesteld door Group Finance om individuele training te bieden.
De meeste vennootschappen van de Groep gebruiken het globale ERPsysteem (Enterprise Resource Planning) van Bekaert; de boekhoudkundige transacties worden ingeboekt in een uniform rekeningenstelsel, waarbij boekhoudkundige manuals de standaardmanier van boeken voor de meest relevante transacties beschrijven. Deze boekhoudkundige manuals worden aan de gebruikers toegelicht tijdens opleidingssessies en zijn beschikbaar op het intranet van Bekaert.
Alle vennootschappen van de Groep gebruiken dezelfde software om de financiële gegevens te rapporteren voor consolidatie- en externe rapporteringsdoeleinden. Een rapporterings-manual is beschikbaar op het intranet van Bekaert en trainingen vinden plaats wanneer dit noodzakelijk of geschikt geacht wordt.
Er worden geschikte maatregelen genomen om een tijdige en kwalitatieve rapportering te garanderen en om de potentiële risico's die gerelateerd zijn aan het financieel rapporteringsproces te beperken, met inbegrip van (i) goede coördinatie tussen de diensten Groepscommunicatie en Group Finance, (ii) zorgvuldige planning van alle activiteiten, met inbegrip van verantwoordelijken en timing, (iii) richtlijnen verdeeld door Group Finance aan de verantwoordelijken voorafgaand aan de kwartaalrapportering, met inbegrip van relevante aandachtspunten en (iv) opvolging en terugkoppeling van de stiptheid, kwaliteit en aandachtspunten om te streven naar continue verbetering.
Materiële wijzigingen aan de IFRS-boekhoudnormen worden gecoördineerd door Group Finance, nagezien door de commissaris, gerapporteerd aan het Audit, Risk en Finance Comité en gemeld aan de Raad van Bestuur.
Materiële wijzigingen aan de statutaire boekhoudnormen van een vennootschap van de Groep worden goedgekeurd door diens Raad van Bestuur.
De correcte toepassing van de boekhoudnormen door de juridische entiteiten zoals beschreven in de boekhoudkundige manual van Bekaert, zowel als de juistheid, de consistentie en de volledigheid van de gerapporteerde informatie, worden op een permanente basis nagezien door de controle-organisatie (zoals hierboven omschreven).
Bijkomend worden alle relevante entiteiten op periodieke basis gecontroleerd door de afdeling Interne Audit. Voor de meest belangrijke onderliggende processen (verkoop, aankoop, investeringen, thesaurie, enz.) bestaan er richtlijnen en procedures.
In het ERP-systeem wordt nauw toezicht gehouden op mogelijke conflicten met betrekking tot scheiding van verantwoordelijkheden.
Bekaert heeft in de meeste vennootschappen van de Groep een globaal ERP-systeemplatform ingevoerd om de efficiënte verwerking van transacties te ondersteunen en het management te voorzien van transparante en betrouwbare informatie om de operationele activiteiten te beheren, te controleren en te sturen.
De voorziening van diensten van informatie-technologie om deze systemen te laten lopen, te onderhouden en te ontwikkelen, is in grote mate uitbesteed aan professionele toeleveranciers van IT-diensten die gestuurd en gecontroleerd worden door geschikte IT-controlestructuren en waarvan de kwaliteit bewaakt wordt door uitgebreide dienstverleningscontracten.
Samen met IT-leveranciers heeft Bekaert adequate managementprocessen geïmplementeerd om te verzekeren dat geschikte maatregelen op dagelijkse basis getroffen worden om de prestaties, de beschikbaarheid en de integriteit van de IT-systemen te behouden. Op regelmatige ogenblikken wordt de geschiktheid van deze procedures nagetrokken en geauditeerd en waar nodig verder geoptimaliseerd.
Gepaste toewijzing van verantwoordelijkheden, en coördinatie tussen de betrokken afdelingen, verzekeren een efficiënt en stipt communicatieproces van periodieke financiële informatie naar de markt. Voor het eerste en het derde kwartaal wordt een trading update gepubliceerd, terwijl alle relevante financiële informatie op halfjaarlijkse en op jaarlijkse basis wordt bekendgemaakt. Vóór de externe rapportering is de omzet- en financiële informatie onderhevig aan (i) gepaste controles door de bovenvermelde controleorganisatie, (ii) nazicht door het Audit, Risk en Finance Comité, en (iii) goedkeuring door de Raad van Bestuur van de vennootschap.

Elke beduidende wijziging aan de IFRSboekhoudnormen die door Bekaert toegepast worden, wordt onderworpen aan nazicht door het Audit, Risk en Finance Comité en goedkeuring door de Raad van Bestuur van de onderneming.
De leden van de Raad van Bestuur worden op periodieke basis op de hoogte gehouden van de evolutie en belangrijke wijzigingen in de onderliggende IFRSstandaarden. Alle relevante financiële informatie wordt toegelicht aan het Audit, Risk en Finance Comité en de Raad van Bestuur om hen in staat te stellen de jaarrekening te analyseren. Alle gerelateerde persberichten worden goedgekeurd voorafgaand aan hun verspreiding naar de markt.
Relevante bevindingen van de afdeling Interne Audit en/of de Commissaris in verband met de toepassing van de boekhoudnormen, alsook van de richtlijnen en procedures, en scheiding van verantwoordelijkheden worden gerapporteerd aan het Audit, Risk en Finance Comité.
Er wordt ook een periodieke thesaurieupdate voorgelegd aan het Audit, Risk en Finance Comité.
Er is een procedure van kracht om het gepaste bestuursorgaan van de Groep op korte termijn samen te roepen wanneer de omstandigheden het nodig achten.
De Raad van Bestuur heeft de Bekaert Gedragscode goedgekeurd, die voor het eerst uitgegeven werd op 1 december 2004 en in september 2022 voor het laatst werd aangepast. De Gedragscode bepaalt de Bekaert missie en waarden, evenals de basisprincipes van hoe Bekaert zaken wenst te doen.
Implementatie van de Gedragscode is verplicht voor alle dochtervennootschappen van de Groep en alle kaderleden en bedienden vernieuwen jaarlijks hun engagement. De procedure voor het melden van integriteitskwesties (klokkenluidersregeling) versterkt en ondersteunt de implementatie ervan. De Gedragscode maakt als Appendix 3 deel uit van het Bekaert Corporate Governance Charter en is beschikbaar op www.bekaert.com.
Meer gedetailleerde beleidsplannen en richtlijnen worden indien nodig opgemaakt om de consistente toepassing van de Gedragscode over de hele Groep te verzekeren.
Bekaerts interne controlemodel bestaat uit een reeks groepsprocedures voor de algemene bedrijfsprocessen en is wereldwijd van toepassing. Bekaert heeft diverse middelen om de effectiviteit en efficiëntie van het ontwerp en de werking van het interne controlemodel constant te bewaken.
De afdeling Interne Audit en Risicobeheer ziet toe op de interne controle en risico's op basis van een algemeen kader en brengt op elke vergadering verslag uit aan het Audit, Risk en Finance Comité. De afdeling Compliance brengt op elke vergadering van het Audit, Risk en Finance Comité verslag uit over compliance aangelegenheden.
Het BGE evalueert regelmatig de blootstelling van de Groep aan risico's, de potentiële financiële impact hiervan en de acties om de blootstelling te beheren, beperken en controleren.
Op verzoek van de Raad van Bestuur en het Audit, Risk en Finance Comité heeft het management een kader voor permanent globaal enterprise risk management (ERM) ontwikkeld om de Groep bij te staan bij het beheren van onzekerheid in Bekaerts waardecreatieproces.
Het kader bestaat uit de identificatie, beoordeling en de prioritering van de belangrijkste risico's waarmee Bekaert geconfronteerd wordt en van de voortdurende rapportage en controle van die belangrijke risico's (waaronder de ontwikkeling en implementatie van risicobeperkende plannen).
De risico's worden geïdentificeerd in zeven risicocategorieën: strategische risico's, risico's betreffende mensen/organisatie, operationele risico's, juridische/compliancerisico's, financiële risico's, corporate risico's en geopolitieke/landspecifieke risico's. De geïdentificeerde risico's worden geclassificeerd op twee assen: waarschijnlijkheid en impact of gevolg. Om de impact en waarschijnlijk te beoordelen gebruiken we de volgende risicomatrix.

Risico's in het rode gebied worden beschouwd als zeer hoog; in het oranje als hoog risico; en in het geel als middelmatig risico.
Er worden beslissingen genomen en actieplannen bepaald om de geïdentificeerde risico's te beperken. Ook de evolutie van de risico-gevoeligheid (afname, toename, stabiel) wordt geëvalueerd.
| Waarschijnlijkheid | Financiële impact | Niet-financiële impact | ||
|---|---|---|---|---|
| Zeer laag | • Extreem klein • Wordt niet verwacht, maar kan in zeer uitzonderlijke omstandigheden voorkomen |
Zeldzaam | Geen | • Geen negatieve publiciteit • Geen verlies van vertrouwen bij belangrijke belanghebbenden • Geen lichamelijke letsel(s) |
| Laag | • Extreem klein • Wordt niet verwacht, maar kan in uitzonderlijke omstandigheden voorkomen |
Onwaarschijnlijk | Minder dan € 1 m | • Te verwaarlozen/onaanzienlijke negatieve publiciteit • Gering verlies van vertrouwen bij de voornaamste belanghebbenden • Gering letsel aan individu(en), geen levensveranderend letsel of dodelijk slachtoffer |
| Medium | • Er is een geringe blootstelling aan het risico • Kleine kans dat de gebeurtenis zich voordoet |
Mogelijk | Tussen € 1 m - € 10 m | • Laag niveau van aanhoudende negatieve publiciteit • Matig verlies van vertrouwen bij de belangrijkste belanghebbenden • Aanzienlijk letsel / levensveranderend voor één persoon, geen dodelijk slachtoffer |
| Hoog | • Er is een matige blootstelling aan het risico • Redelijke verwachting dat de gebeurtenis zich voordoet |
Waarschijnlijk | • Matig tot aanzienlijk niveau van aanhoudende negatieve publiciteit (bvb. één regio) |
|
| Zeer hoog | • Er is een hoge blootstelling aan het risico • Indicatie dat de gebeurtenis op handen is |
Zeer waarschijnlijk | Meer dan € 10 m | • Matig tot aanzienlijk verlies van vertrouwen bij de voornaamste belanghebbenden • Dodelijk ongeval van één of meer person(en) en/of aanzienlijk letsel / levensveranderende gevolgen voor meer dan één persoon. |
Hieronder staan de belangrijkste risico's opgenomen in het ERM-rapport 2022 van Bekaert, dat werd gerapporteerd aan het Audit, Risk en Finance Comité en de Raad van Bestuur.
| Risicodefinitie | Beperkende maatregelen | Voor risico |
Na risico | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bekaert is blootgesteld aan risico's die voortvloeien uit mogelijke technologische verschuivingen | Trend | beperking | beperking | |||
| Strategische risico's |
Impactvolle technologische veranderingen kunnen sectoren beïnvloeden die relevant zijn voor Bekaert, zoals bandenmarkten, energie- en nutsmarkten en de sectoren mijnbouw, bouw en infrastructuur. Het streven naar duurzame energiebronnen en milieuvriendelijke materialen kan in de toekomst de perspectieven van de olie- & gas- en mijnbouwsector beïnvloeden. |
Stappenplan voor talent en processen Opbouwen van crossfunctionele teams en veranderingsmanagement Partnerschappen definiëren en inzetten Ontwikkelingen in onze markten volgen, bv. digitale nieuwe bedrijfsmodellen |
Stabiel | Zeer hoog | Hoog | |
| Uitbreidingsinvesteringen zijn onderhevig aan risico's op het vlak van het behalen van het verwachte rendement | ||||||
| Organische uitbreidingsinvesteringen zijn onderhevig aan het risico van vertraging en kostenoverschrijdingen ten gevolge van onvoorziene hinder en als zodanig is het mogelijk dat het verwachte rendement van dergelijke projecten niet binnen de beoogde termijn wordt gehaald. Potentiële fusie- en overnameprojecten, met een grotere reikwijdte en dus met een hoger risicopotentieel indien het verwachte rendement niet wordt gehaald, houden het bijkomende risico in van de overname of fusie van ondernemingen die strategisch niet bij Bekaert passen. De veronderstellingen die gebruikt worden voor organische en anorganische business cases (marktomstandigheden, bewegingen van concurrenten, ) kunnen veranderen en het rendement van de gedane investeringen beïnvloeden. Grote investeringen met een vertraging in het genereren van het verwachte rendement kunnen de kaspositie en de financieringskosten van de onderneming beïnvloeden. |
Bekaert heeft een rigoureus kader voor kapitaalallocatie en M&A projectbeheer ingevoerd met gedetailleerde criteria en nauwgezette governance, waardoor een kwalitatieve verdedigingslinie ontstaat bij de voorbereiding, uitvoering en opvolgingsdiscipline van groeiprojecten. Ondersteuning en toezicht door het Industrial Projects team bij de technische voorbereiding, optimalisatie en uitvoering van investeringsprojecten en door een ervaren en multidisciplinair M&A team voor M&A-projecten. |
Toenemend door de volatiele wereldwijde macro omgeving |
Zeer hoog | Hoog | ||
| Bekaert is blootgesteld aan bepaalde arbeidsmarktrisico's | ||||||
| Mensen / organisatie | Een concurrerende arbeidsmarkt kan leiden tot tekorten aan specifiek talent, vooral op markten waar de talentenpool schaars is en waar onze kantoren en/ of fabrieken zich op afgelegen plaatsen bevinden. Dit kan de kosten opdrijven of de bedrijfscontinuïteit aantasten. |
Bekaert heeft een kader van strategische talentpools ontwikkeld en een vaardigheidskloofanalyse uitgevoerd met betrekking tot de belangrijkste capaciteiten die de onderneming wil ontwikkelen. Voor de kritische functiefamilies werd een benchmarkstudie inzake verloning en voordelen uitgevoerd. Talentacquisitie en leiderschapsprogramma's staan hoog op de agenda. Initiatieven en doelstellingen op het gebied van diversiteit en inclusie zijn ingevoerd om deze prestaties structureel te verbeteren. Implementatie van Leadership Circles |
Stabiel | Hoog | Hoog | |
| Bronafhankelijkheid kan Bekaerts bedrijfsactiviteiten en winstgevendheid beïnvloeden | ||||||
| Operationele risico's | Bekaert is onderhevig aan de risico's van voortdurende veranderingen in het handelsbeleid wereldwijd en door handelsspanningen tussen specifieke landen en regio's. Bekaert is ook onderhevig aan verstoringen in toeleveringsketens door tekorten aan grondstoffen en logistieke diensten. Een grotere afhankelijkheid van bronnen kan een impact hebben op Bekaerts bedrijfscontinuïteit op bepaalde locaties en op de rentabiliteit, als gevolg van verhoogde kosten en heffingen. |
Bekaerts wereldwijde aanwezigheid vermindert het risico van bronafhankelijkheid en een gebrek aan alternatieven om haar bedrijfsactiviteiten voort te zetten, indien één bron niet levert of te duur wordt. Bekaerts proactieve benadering van het beheer van leveranciersrisico's vermindert de waarschijnlijkheid en de impact van het risico. Vroege beoordeling van de impact van gewijzigde regelgeving en voorbereiding van een actieplan, bv. green deal, duurzaamheidsvereisten. Als onderdeel van de focus van de Groep op prijsdiscipline is het doorrekenen van de kosteninflatie via de verkoopprijzen een prioriteit om de winstgevendheid te vrijwaren. |
Stabiel | Zeer hoog | Hoog |

| Risicodefinitie | Beperkende maatregelen | Trend | Voor risico beperking |
Na risico beperking |
|---|---|---|---|---|
| Bekaert is onderworpen aan strenge milieuwetten | ||||
| Bekaert is onderworpen aan milieuwetten en -regelgevingen, die overal ter wereld strenger worden. Veranderingen in het beleid kunnen de milieuverplichtingen van de onderneming verhogen. |
Preventie en risicobeheer spelen een belangrijke rol in het milieubeleid van Bekaert. Dit omvat maatregelen tegen bodem en grondwaterverontreiniging, verantwoord gebruik van water en wereldwijde ISO14001-certificering. Bekaerts wereldwijde procedure voor voorzorgsmaatregelen tegen bodem- en grondwaterverontreiniging (ProSoil) wordt continu opgevolgd in relatie tot regelgeving, ISO-certificering, best practices en daadwerkelijke implementatie. De onderneming brengt ook nieuwe of veranderende wetgeving in kaart om potentiële hiaten te definiëren en implementeert stappenplannen om de hiaten aan te pakken. |
Stabiel | Hoog | Gemiddeld |
| Bekaert is onderhevig aan cyberveiligheidsrisico's | ||||
| Veel operationele activiteiten van Bekaert zijn afhankelijk van IT-systemen die ontwikkeld en onderhouden worden door interne en externe experts. Door thuiswerk is het aantal eindpunten en verbindingskanalen toegenomen. Een cyberaanval op kritieke IT-systemen kan de bedrijfscontinuïteit van Bekaert onderbreken en de rentabiliteit aantasten. Het kan ook leiden tot risico's in verband met de privacy en vertrouwelijkheid van gegevens. |
Bekaert heeft een roadmap voor cyberveiligheid geïmplementeerd om het risico te beperken. Dit omvat de oprichting van een Security Governance-model en voortdurende verbeteringen om de cyberbeveiligingsoplossingen te verbeteren, de respons- en herstelcapaciteit te verbeteren en het beheer van bedreigingen van de volgende generatie. |
Stabiel | Zeer hoog | Hoog |
| Bekaert is blootgesteld aan reglementaire en compliance-risico's | ||||
| Als wereldwijde onderneming is Bekaert onderworpen aan vele wetten en regels in alle landen waar zij actief is of zaken doet. Deze wetten en reglementen worden complexer en strenger en veranderen sneller en vaker dan vroeger. Deze talrijke wetten en reglementen omvatten onder meer vereisten inzake gegevensprivacy (zoals de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming en de California Consumer Privacy Act), wetten inzake intellectuele eigendom, wetten inzake arbeidsverhoudingen, belastingwetten, anti-concurrentieregels, import- en handelsbeperkingen (bijvoorbeeld het handelsbeleid in de VS en de EU), beurstransactiewetten, anti-omkoping en anti-corruptieregels, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften. Compliance acties kunnen extra kosten of kapitaaluitgaven vergen, hetgeen de winstresultaten van de groep negatief kan beïnvloeden. Gezien de hoge mate van complexiteit van deze wetten bestaat bovendien het risico dat Bekaert onopzettelijk niet (tijdig) aan de wetgeving voldoet. Inbreuken kunnen leiden tot boetes, strafrechtelijke sancties, stopzetting van bedrijfsactiviteiten en een reputatierisico. |
De Bekaert Gedragscode heeft een klokkenluidersprocedure, en alle managers en bedienden in loondienst wereldwijd verbinden zich jaarlijks tot de Code na een verplichte test. De onderneming heeft ook een ABC-, sanctie-, anti-kartel- en veiligheidsnormenbeleid. De onderneming organiseert regelmatig opleidingen over anti omkoping, anti-trust, veiligheid en andere juridische zaken. Bekaert stuurt de naleving van wet- en regelgeving via een Compliance Committee dat de nodige acties opvolgt en beheert om naleving te verzekeren. Procesverbetering van de naleving van de veiligheidsvoorschriften geïmplementeerd. |
Stabiel | Zeer hoog | Gemiddeld |
| Het niet adequaat beschermen van Bekaerts intellectuele eigendom kan zijn activiteiten en bedrijfsresultaat schaden | ||||
| Lekken in intellectuele eigendom kunnen Bekaert schaden en de concurrentie helpen, zowel op het vlak van productontwikkeling, procesinnovatie als machinebouw. Bekaert kan niet garanderen dat haar intellectuele eigendom niet zal worden betwist, geschonden of omzeild door derden. Bovendien is het mogelijk dat Bekaert er niet in slaagt met succes een octrooiverlening te verkrijgen, de registratie van octrooien te voltooien of dergelijke octrooien te beschermen, wat een wezenlijke en nadelige invloed kan hebben op onze bedrijfspositie. |
Eind 2022 had Bekaert ongeveer 2 100 octrooien en octrooiaanvragen en meer dan 1 850 handelsmerken en merkaanvragen. Bekaert start ook procedures wegens octrooischending tegen concurrenten wanneer dergelijke gevallen worden vastgesteld of gemeld. Daarnaast beschikt Bekaert over een IP-beleid en organiseert het opleidingen. |
Stabiel | Hoog | Hoog |

| Voor risico |
Na risico | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Risicodefinitie | Beperkende maatregelen | Trend | beperking | beperking | ||
| Bekaert is blootgesteld aan een wisselkoersrisico dat zijn resultaten en financiële positie kan beïnvloeden | ||||||
| Bekaerts activa, inkomsten, winst en kasstromen worden beïnvloed door wisselkoersschommelingen van verschillende valuta. Het valutarisico van de Groep kan worden opgesplitst in twee categorieën: het omzettingsrisico en het transactierisico. Een omzettingsrisico ontstaat wanneer de financiële gegevens van buitenlandse dochterondernemingen worden omgezet in de consolidatievaluta van de Groep, de euro. De Groep is ook blootgesteld aan transactionele valutarisico's die voortvloeien uit haar investerings-, financierings-, verkoop- en operationele activiteiten. |
Bekaert hanteert een indekkingsbeleid om de impact van valutarisico's te beperken. |
Toenemend | Zeer hoog | Hoog | ||
| Bekaert is blootgesteld aan een kredietrisico bij zijn contractuele en commerciële tegenpartijen | ||||||
| Bekaert is onderhevig aan het risico dat commerciële tegenpartijen hun verplichtingen uitstellen of niet betalen. Hoewel Bekaert een kredietbeleid heeft dat rekening houdt met de risicoprofielen van de klanten en de markten waartoe zij behoren, kan dit beleid het kredietrisico niet volledig uitsluiten. Dit risico kan een impact hebben op de kaspositie en de winstgevendheid van de Groep. Bekaert beschikt over een kredietverzekeringspolis om dergelijke risico's te beperken. Bekaert werd de voorbije jaren niet geconfronteerd met verhoogde voorzieningen voor dubieuze debiteuren of faillissementen van klanten die leidden tot afschrijvingen van oninbare vorderingen. |
Bekaert beschikt over oplossingen voor risico-overdracht om dergelijke risico's te beperken. De groep heeft ook haar kredietprocedures, rapportering en IT-tool versterkt en bijkomende maatregelen genomen bij het uitbreken van de Covid-19-pandemie, die het liquiditeitsrisico op vele markten en bij bepaalde klanten verhoogde. |
Stabiel | Zeer hoog | Hoog | ||
| Bekaert is blootgesteld aan hogere financieringskosten in ongunstige macro-omstandigheden | ||||||
| Stijgende rentevoeten die leiden tot hogere financieringskosten en/of (meer) beperkende convenanten en/of meer zekerheden (pandrechten, collaterals). Gebrek aan beschikbare financiering voor fusies en overnames |
Netto schuld verminderen door: werkkapitaal (AR, Inventaris) te verminderen, Capex te controleren, Uitgaven te controleren. |
Toenemend | Zeer hoog | Hoog | ||
| Ongunstige bedrijfsprestaties of veranderingen in het onderliggende economische klimaat kunnen leiden tot een afwaardering van activa | ||||||
| Overeenkomstig de internationale boekhoudnormen betreffende de bijzondere waardevermindering van activa (d.w.z. IAS36) mag een actief in de jaarrekening van een onderneming niet voor meer dan de hoogste realiseerbare waarde (d.w.z. bij verkoop of gebruik van het actief) worden geboekt. Indien de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde, is het actief onderhevig aan afwaardering. Voor meer informatie over de goodwill van Bekaert op de balans (en de daarmee verband houdende bijzondere waardeverminderingsverliezen) wordt verwezen naar toelichting 6.2 (Goodwill) in de jaarrekening van dit verslag. |
Bekaert onderzoekt regelmatig haar groepen van activa die geen individuele kasstromen genereren (d.w.z. kasstroomgenererende eenheden (KGE's)) en meer bepaald KGE's waaraan goodwill is toegewezen. Los van de afwaardering van activa van de Russische activiteiten heeft de onderneming geen bijkomende risico's geïdentificeerd in het boekjaar 2022. |
Stabiel | Hoog | Hoog | ||
| Risico op gebeurtenissen of verliezen die onverzekerbaar, niet verzekerd of niet volledig verzekerd zijn | ||||||
| Voor de meeste risico's gelden beperkingen inzake verzekeringsdekking en de kosten van verzekeringspremies stijgen gestaag, waardoor een risico op onverzekerde verliezen en hogere kosten ontstaat. |
Bekaert focust op operationeel risicobeheer om de risico's te beperken en is voortdurend op zoek naar nieuwe en alternatieve verzekeringsoplossingen om de impact te verminderen. |
Stabiel | Hoog | Hoog | ||
| De volatiliteit van de walsdraad- en energieprijzen kan resulteren in marge-erosie |
Financiële risico's
| Risicodefinitie | Beperkende maatregelen | Trend | Voor risico beperking |
Na risico beperking |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Walsdraad, Bekaerts belangrijkste grondstof, wordt aangekocht bij staalfabrieken van over de hele wereld. Walsdraad vertegenwoordigt ongeveer 50% van de kostprijs van verkopen. Indien Bekaert er niet in slaagt kostenstijgingen tijdig aan de klanten door te berekenen, kan dit de winstmarges van Bekaert negatief beïnvloeden. Ook de omgekeerde prijsontwikkeling brengt winstrisico's met zich mee: indien de grondstofprijzen aanzienlijk dalen en Bekaert hoger geprijsd materiaal in voorraad heeft, dan kan de winstgevendheid getroffen worden door (non-cash) voorraadwaarderingscorrecties op de balansdatum van een verslagperiode. Ook de volatiliteit van de energieprijzen kan de winstmarges negatief beïnvloeden, indien Bekaert er niet in slaagt kostenstijgingen tijdig aan de klanten door te rekenen. |
In principe worden prijsschommelingen zo snel mogelijk doorgerekend in de verkoopprijzen, via contractueel overeengekomen prijsmechanismen of via individuele onderhandelingen. Bekaert beschikt ook over nieuwe instrumenten om het risico te beperken. Daartoe behoren prijsinstrumenten en instrumenten voor kapitaalallocatie. Overheidssubsidies voor energieprijzen |
Zeer hoog | Hoog | ||
| Bekaert is blootgesteld aan fiscale risico's | |||||
| Het internationale karakter van Bekaerts activiteiten en de snel veranderende internationale fiscale omgeving brengen een aantal fiscale risico's met zich mee. Bekaert is onderworpen aan verschillende belastingwetten in vele landen. Bekaert streeft ernaar haar activiteiten op een fiscaal efficiënte manier te structureren, met inachtneming van de toepasselijke fiscale wetten en voorschriften. Dit sluit het risico niet uit dat een dochteronderneming van Bekaert hoger dan verwachte belastingverplichtingen oploopt, wat een nadelige invloed kan hebben op de effectieve belastingvoet, de bedrijfsresultaten en de financiële positie. Bekaert-dochterondernemingen kunnen worden onderworpen aan door de overheid opgelegde belastingsinspecties. Dergelijke onderzoeken zijn de laatste jaren regelmatiger geworden en kunnen leiden tot hogere advieskosten en bijkomende verplichtingen. |
Hoewel Bekaert wordt bijgestaan door belastingconsulenten en specialisten, kan zij niet garanderen dat wijzigingen in de belastingwetgeving, uiteenlopende interpretaties en inconsistente handhaving geen negatieve invloed kunnen hebben op Bekaerts effectieve belastingtarief, bedrijfsresultaten en financiële toestand. Het is Bekaerts praktijk om voorzieningen (per entiteit) op te nemen voor potentiële belastingverplichtingen. |
Stabiel | Hoog | Hoog | |
| Onderprestatie inzake duurzaamheidsdoelstellingen | |||||
| Groep | Ondermaatse prestaties inzake duurzaamheidsdoelstellingen kunnen ook reputatieschade veroorzaken en Bekaerts positie als voorkeurspartner van klanten en investeerders aantasten. |
Bekaert heeft een nieuwe duurzaamheidsstrategie opgesteld die onze duurzaamheidsprestaties zal verbeteren. Onze milieudoelstellingen, die afgestemd zijn op het Science Based Targets-initiatief, zijn ambitieus en zullen geïmplementeerd worden volgens een stappenplan dat door de Raad van Bestuur werd goedgekeurd. |
Stabiel | Zeer hoog | Hoog |
| Bekaert is blootgesteld aan risico's als gevolg van vraagimpact en inflatoire kostendruk door economische crisissen | |||||
| Geopolitieke / landspecifieke risico's |
Impactvolle veranderingen in de vraag kunnen sectoren treffen die relevant zijn voor Bekaert. Een crisis of recessie kan leiden tot een aanzienlijke daling van de vraag onder invloed van een zwak consumentenvertrouwen en uitgestelde investeringen. De daaruit voortvloeiende overcapaciteit stroomopwaarts en stroomafwaarts kan leiden tot prijserosie in de hele toeleveringsketen. |
Om deze risico's te beperken, implementeert Bekaert maatregelen om kostencompetitief te zijn, vaste kosten flexibel te maken en kosteninflatie door te rekenen. De focus van de onderneming verschuift van de traditionele markten naar minder cyclische sectoren met een sterk groeipotentieel, waaronder nieuwe mobiliteit, hernieuwbare energie en markten gericht op decarbonisatie en recycling trends. De inspanningen van de onderneming op het vlak van onderzoek en innovatie richten zich ook op de verwachte technologische verschuivingen naar meer duurzame oplossingen. Strategisch gezien maakt Bekaerts aanwezigheid in verschillende sectoren en regio's de onderneming inherent beter bestand tegen land- of sectorspecifieke trends. |
Toenemend | Zeer hoog | Hoog |
Bekaert is blootgesteld aan bepaalde landenrisico's met politieke en economische instabiliteit
| O |
|---|
| Risicodefinitie | Beperkende maatregelen | Trend | Voor risico beperking |
Na risico beperking |
|---|---|---|---|---|
| Bekaert is ook aanwezig in landen met politieke en economische risico's, waaronder China, Venezuela, Rusland en Turkije. Indien zich een belangrijk politiek, sociaal of vermogensactiva-incident zou voordoen, dan is een impact op de winst mogelijk. |
Scenario-analyse Als onderdeel van een bedrijfscontinuïteitsplan heeft Bekaert maatregelen getroffen om dit risico te verminderen door middel van back-up scenario's en leveringsgoedkeuringen van andere locaties. Afgezien van de afwaardering van de Russische vaste activa heeft de onderneming in het boekjaar 2022 geen bijkomende risico's vastgesteld. |
Toenemend | Zeer hoog | Hoog |
| Risico van fysieke schade, bedrijfsonderbreking en/of verstoring van de toeleveringsketen door klimaatverandering | ||||
| Schade als gevolg van de klimaatverandering (zware regenval/overstromingen, droogte/watertekorten, hittestress, brandweer, extreme stormen/windschade) kan de continuïteit van Bekaerts activiteiten op de getroffen locaties aantasten. |
Bekaert evalueert de mogelijke impact van de klimaatverandering en implementeert aanpassingsmaatregelen zoals een adequate waterafvoer en/of -opvang, waterkeringen, het voorzien van adequate brandbestrijdingsfaciliteiten, programma's om het waterverbruik te minimaliseren en voorzieningen voor de werkomstandigheden van werknemers in geval van extreem hoge temperaturen. Als onderdeel van Bekaerts klimaatrisicobeheerstrategie werd samen met WTW (voorheen Willis Towers Watson) een diepgaande klimaatrisicostudie uitgevoerd om de mogelijke impact van fysieke klimaatverandering op Bekaerts wereldwijde activa en activiteiten te beoordelen. De samenvatting van de conclusies van deze studie is hieronder opgenomen. |
Toenemend | Zeer hoog | Hoog |
Een doeltreffend kader voor interne controle en ERM is noodzakelijk om een redelijke zekerheid te kunnen geven omtrent de financiële rapportering van Bekaert en om fraude te voorkomen. Interne controle op financiële rapportering kan niet alle fouten voorkomen of opsporen, wegens beperkingen eigen aan de controle, zoals mogelijke menselijke fouten, het misleiden of omzeilen van controles of fraude. Daarom kan een effectieve interne controle enkel een redelijke garantie bieden voor de voorbereiding en de correcte voorstelling van de financiële informatie. Het niet oppikken van een fout als gevolg van menselijke fouten, het misleiden of omzeilen van controles of fraude kan een negatieve invloed hebben op de reputatie en de financiële resultaten van Bekaert. Dit kan er ook toe leiden dat Bekaert niet voldoet aan haar lopende verplichtingen voor openbaarmaking.
Als onderdeel van Bekaerts strategie naar klimaatrisicobeheer werd samen met WTW (voorheen Willis Towers Watson) een diepgaande klimaatrisico-studie uitgevoerd om de mogelijke impact van fysische klimaatverandering op Bekaerts wereldwijde activa en operaties te beoordelen.
De klimaatrisicostudie was gericht op het identificeren van potentiële toekomstige kwetsbaarheden, gevolgen hiervan te kwantificeren en het bepalen van risicobeheersmaatregelen voor Bekaerts activiteiten ten gevolge van de blootstelling aan fysische klimaatverandering, rekeninghoudend met plausibele klimaatveranderingsscenario's die ook door het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) worden gepromoot.
Drie klimaatveranderingsscenario's (representatieve concentratiepaden 2,6, 4,5 en 8,5) werden in beschouwing genomen op basis van het vijfde evaluatieverslag van het IPCC (AR5), die in kaart zijn gebracht met de meest recente "Shared Social Economic Pathways" (SSPs) uit het zesde IPPC Assessment Report (AR6).
De scenario's gaan uit van een opwarming van de aarde met 1,5°C, 2°C-3°C en > 4°C van de wereldwijde gemiddelde oppervlaktetemperatuur tegen 2100 (zie ook de door het IPCC gepubliceerde grafiek).
Voor elke locatie werd de evolutie in materiële acute en chronische fysische gevaren van klimaatverandering beoordeeld voor elk traject en voor de belangrijkste tijdshorizonten, met de nadruk op de huidige en nabije 'startbasis' en een toekomstige middellangetermijnhorizon naar het midden van de eeuw (2040-2050).
| Temperatuur verandering |
IPCC scenario | Nu | 2030 | 2050 |
|---|---|---|---|---|
| 1,5°C | RCP 2.6 | v | v | v |
| 2-3°C | RCP 4.5 | v | v | v |
| >4°C | RCP 8.5 | v | v | v |



De volgende klimaatrisico's en potentiële blootstellingen werden als materieel beschouwd voor Bekaerts fysische activa en activiteiten.
| Acuut gevaar | Rivieroverstroming Waarschijnlijkheid en omvang van overstroming door mogelijke zware rivieroverstromingen |
Kustoverstroming Waarschijnlijkheid en omvang van overstroming door mogelijke zware kustoverstromingen en zeespiegelstijging |
Windstorm Schadelijke windvlagen door zware windstormen |
|
|---|---|---|---|---|
| Chronisch gevaar | Hittestress Jaarlijks aantal hittegolfdagen met aanhoudende hoge temperaturen van meer dan 30°C |
Droogtestress Jaarlijks aantal periodes met langdurige droogte (maanden) |
Neerslag Jaarlijks aantal dagen met zware regenval van meer dan 30 mm |
Brandgevaarlijk weer Gebieden die blootstaan aan meteorologische brandomstandigheden en duur van het brandseizoen (maanden) |
WTW werkte nauw samen met Bekaert en hun belangrijkste belanghebbenden om de onderliggende aannames van de beoordelingsstudie te valideren. Deze varieerden van een eerste inschatting van de toekomstige blootstelling aan klimaatrisico's (bijvoorbeeld of activa zich bevinden in zones die zijn blootgesteld aan klimaatrisico's) tot een meer gedetailleerde beoordeling van potentiële kwetsbaarheden en het kwantificeren van de potentiële financiële impact ten gevolge van deze potentiële blootstellingen met behulp van door de verzekeringsmarkt erkende klimaatrisicomodellen voor ernstige impact gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid voor acute klimaatgevaren (zoals overstromingen en windstormen).
De methodologie gebruikt voor de ruimere beoordeling van de klimaatblootstelling en -kwetsbaarheid omvatte een analyse per activa voor een reeks blootstellingen aan klimaatrisico's zowel nu als voor de toekomst in de geselecteerde scenario's waarvoor gegevens beschikbaar waren. Dit werd verder aangevuld met een value-at-risk analyse van de geïdentificeerde potentiële kwetsbaarheden, waaronder de berekening van directe fysische schade en bedrijfsonderbreking door extreme klimaatgebeurtenissen zoals overstromingen en windstormen en chronische gevaren zoals hittestress en droogte.
De voor deze analyse gebruikte data en modellen omvatten geavanceerde klimaatmodellen en databanken die in de verzekeringssector worden gebruikt voor de premiebepaling van risico's, alsmede gepubliceerd onderzoek en informatiemateriaal van het Intergouvernementeel Panel inzake klimaatverandering (IPCC). De klimaatrisico's werden bepaald uit een aantal gegevensbronnen, waaronder WTW's eigen Global Peril Diagnostic en Climate Diagnostic modellen, gegevens van Munich Re hazard-databases en onderzoeksresultaten van het IPCC.

Hieronder volgt een samenvatting van de potentiële klimaatrisico's voor Bekaerts fysieke activa en operaties, samen met de huidige en toekomstige aanpassings- en beschermingsmaatregelen. Zoals elders in dit rapport wordt vermeld, wordt de potentiële impact van fysische klimaatrisico's op Bekaert als zeer groot beschouwd.
De beschermings- en aanpassingsaanpak van Bekaert zal verder worden ontwikkeld op basis van zowel specifieke lokaal gerichte maatregelen als overkoepelende maatregelen voor een breder spectrum van plausibele geïdentificeerde risico's, en volgens de kernbeginselen 'geen significante schade berokkenen' overeenkomstig de richtlijnen van de EU Taxonomy.
Naast de hieronder samengevatte conclusies (beschermingsen aanpassingsaanpak) worden de vastgestelde potentiële kwetsbaarheden nader in detail geëvalueerd om de meest blootgestelde operaties beter te beschermen en te versterken. De ontwerpnormen en operationele parameters worden onder meer aangepast aan de klimaatverandering. Zoals uiteengezet in de tabel, onderneemt Bekaert reeds actie om de huidige en toekomstige fysische klimaatrisico's te beperken, maar in dit stadium kunnen we de totale kost hiervan niet kwantificeren.
Het is aannemelijk dat ernstige gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid ook regionale infrastructuren die geen eigendom van Bekaert zijn, zullen treffen. Bekaert zal nauw blijven samenwerken met de lokale autoriteiten en waar nodig haar nood- en operationele continuïteitsplanning verder aanpassen aan deze van de lokale autoriteiten, vóór, tijdens en na potentiële incidenten.

| Huidig klimaatrisico | Klimaatrisico's voor 2050 in het hoge emissiescenario (RCP8.5) |
Bescherming en adaptatie aanpak | ||
|---|---|---|---|---|
| Droogte | ||||
| Momenteel bevinden sommige van Bekaerts activiteiten zich in een omgeving met grote droogtestress, met gemiddeld meer dan 4 maanden droogte per jaar. Deze omstandigheden gaan gepaard met problemen van waterschaarste in de regio's en in sommige gebieden met een onderbreking van de elektriciteitsvoorziening uit waterkrachtbronnen. Tot nu heeft dit niet geleid tot materiële of onverwachte gevolgen voor het bedrijf. |
De bestaande droogtestress zou in dit scenario nog worden verergerd door langere droogteperioden en doordat nieuwe regio's en installaties aan deze omstandigheden worden blootgesteld. Dit kan leiden tot watertekorten en mogelijk de operaties verstoren van installaties met waterafhankelijke processen. De betrouwbaarheid van waterkracht zou verder kunnen worden aangetast. |
Bekaert neemt vandaag reeds maatregelen om het vers watergebruik in de productie tot een minimum te beperken, wat de toekomstige potentiële risico's zou helpen verminderen. Er worden verdere plannen ontwikkeld met betrekking tot de opbouw van interne reserves en verlaging van de water- en stroomvoorzieningafhankelijkheid. |
||
| Hittestress | ||||
| Een deel van de wereldwijde activiteiten vindt reeds plaats in gebieden met matige en grote hitte. Dit brengt een risico met zich mee van een beperkt productiviteitsverlies tijdens hitteperiodes en een hoger verbruik van airconditioning/ energie op locaties met strenge luchtkwaliteitseisen. In 2022 waren er geen materiële gevolgen. |
Het aantal hittegolfdagen en de geografische spreiding van hittezones neemt toe, wat een impact heeft op bijkomende activiteiten en het risico voor bestaande activiteiten waarschijnlijk zou verhogen. |
Bekaert implementeert reeds maatregelen ter aanpassing aan hittestress in haar activiteiten met betrekking tot ventilatie- en koelingsoplossingen gericht op productkwaliteit, gezondheid en veiligheid. Er wordt rekening gehouden met het toenemende energieverbruik en de impact op groene KPI's. Aanvullende maatregelen zullen worden onderzocht om de efficiëntie van HVAC systemen, nieuwe technologieën en automatisering verder te verbeteren. |
||
| Neerslag | ||||
| Delen van de wereldwijde operaties bevinden zich reeds in gebieden met zware regenval. Hierdoor ontstaat het risico van plaatselijke overstromingen en plasvorming rond productiefaciliteiten en van lekkende daken. De gevolgen kunnen schade aan de omliggende infrastructuur omvatten, zoals toegangswegen, uitrusting en materiaal, alsook verstoring van de werking van essentiële nutsvoorzieningen. In 2022 hebben zich geen materiële gevolgen voorgedaan. |
Het aantal dagen met zware regenval neemt toe, wat de omstandigheden schept voor frequentere gevolgen. |
Bekaert heeft reeds een beschermingsniveau ingebouwd in het ontwerp van haar gebouwen en door onderhoudsregimes van daken en drainagesystemen. Verdere stappen zullen worden overwogen om de weerstand tegen dit gevaar te vergroten door bijkomende evaluaties van de kwetsbaarheden van de site om het beschermingsniveau waar nodig te versterken of te verhogen. |
||
| Brandgevaarlijk weer |
||||
| Matige brandgevaarlijke weersomstandigheden zijn voor een klein deel van alle activa relevant. Dit kan leiden tot materiële schade en verstoring van de nutsvoorzieningen door plaatselijke branden. Tot nu hebben zich geen incidenten voorgedaan. |
Ongunstige omstandigheden nemen toe en het aantal locaties dat overgaat naar gematigde omstandigheden en een langer brandseizoen verdubbelt. |
Bekaert neemt reeds maatregelen om een goed niveau van brandbeveiliging voor haar activa en activiteiten te handhaven. Het is redelijk te veronderstellen dat de bestaande maatregelen voor brandcontrole en -preventie de kans op ernstige gevolgen in de toekomst zullen verminderen. |
||
| Overstroming | ||||
| Delen van de operaties van Bekaert bevinden zich in zones waar ernstige overstromingen met een lage waarschijnlijkheid kunnen voorkomen. De gevolgen voor die activa kunnen schade aan infrastructuur, uitrusting en materiaal omvatten, alsook verstoring van de werking van essentiële nutsvoorzieningen. In 2022 hebben zich geen belangrijke overstromingen voorgedaan. |
Geen substantiële veranderingen in de blootstelling aan kust- of rivieroverstromingen, maar op sommige locaties is de blootstelling reeds zeer hoog. |
Een preventie- en beschermingsaapak voor blootgestelde gebieden is in voege. Waar nodig zal Bekaert bijkomende stappen ondernemen om de bescherming te verhogen en het risico te beperken. |
||
| Windstorm | ||||
| Sommige sites van Bekaert worden matig door windstormen getroffen, terwijl de meerderheid van hun activa niet materieel zijn blootgesteld. Er is een risico op windschade aan blootgestelde sites en verstoring van de werking van essentiële nutsvoorzieningen. |
Geen wezenlijke veranderingen in de blootstelling aan windstormen. |
Bij het ontwerp van bestaande gebouwen en installaties wordt reeds rekening gehouden met zware wind. Redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een goed onderhouds- en inspectieregime van de huidige locaties, alsmede het volgen van de beste praktijken inzake windontwerpspecificaties, noodplannen en bedrijfscontinuïteitsplannen significante impact op de activiteiten zouden moeten helpen voorkomen en beperken. |
| De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit |
|---|
| van deze winst-en-verliesrekening. |
| 2021 cijfers zijn beïnvloed door kleine aanpassingen |
| (zie toelichting 2.8. 'Herwerkingseffecten'). |
| in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december | Toelichting | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 5.1 | 4 839 659 | 5 651 790 |
| Kostprijs van verkopen | 5.2 | -3 953 752 | -4 879 310 |
| Marge op omzet | 5.2 | 885 907 | 772 479 |
| Commerciële kosten | 5.2 | -186 239 | -205 938 |
| Administratieve kosten | 5.2 | -165 204 | -160 472 |
| Kosten voor onderzoek en ontwikkeling | 5.2 | -59 537 | -62 315 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 5.2 | 64 556 | 47 848 |
| Andere bedrijfskosten | 5.2 | -28 894 | -25 848 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 5.2 | 510 589 | 365 754 |
| waarvan | |||
| EBIT - Onderliggend | 5.2 / 5.3 | 512 121 | 458 563 |
| Eenmalige elementen | 5.2 | -1 531 | -92 810 |
| Renteopbrengsten | 5.4 | 3 260 | 5 166 |
| Rentelasten | 5.4 | -44 480 | -43 437 |
| Overige financiële opbrengsten en lasten | 5.5 | 4 430 | -11 325 |
| Resultaat vóór belastingen | 473 799 | 316 157 | |
| Winstbelastingen | 5.6 | -133 714 | -81 097 |
| Resultaat na belastingen (geconsolideerde ondernemingen) |
340 085 | 235 059 | |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
5.7 | 107 619 | 54 257 |
| PERIODERESULTAAT | 447 705 | 289 316 | |
| Toerekenbaar aan | |||
| aandeelhouders van Bekaert | 404 062 | 268 859 | |
| minderheidsbelangen van derden | 6.15 | 43 643 | 20 457 |
| Winst per aandeel | |||
| in € per aandeel | 5.8 | 2021 | 2022 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
|||
| Basisberekening | 7,089 | 4,784 | |
| Na verwateringseffect | 7,012 | 4,745 |

| in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december | Toelichting | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Perioderesultaat | 447 705 | 289 316 | |
| Andere elementen van het resultaat | 6.14 | ||
| Andere elementen van het resultaat die later geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening |
|||
| Omrekeningsverschillen | |||
| Omrekeningsverschillen van de periode m.b.t. dochterondernemingen | 89 570 | 30 527 | |
| Omrekeningsverschillen van de periode m.b.t. joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
1 647 | 18 916 | |
| Overboekingen naar de winst-en-verliesrekening ingevolge afstotingen of gefaseerde overnames van entiteiten |
-2 987 | -555 | |
| Andere elementen van het resultaat die later geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening, na belastingen |
88 229 | 48 888 | |
| Andere elementen van het resultaat die later niet geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening |
|||
| Herwaarderingen van de nettoverplichting m.b.t. toegezegdpensioenregelingen | 47 351 | 3 393 | |
| Nettowijziging in reële waarde van deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen |
5 882 | -2 367 | |
| Aandeel in niet-herclassificeerbare andere elementen van het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
3 | 27 | |
| Uitgestelde belastingen met betrekking tot andere elementen van het resultaat die later niet geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening |
6.7 | -3 500 | -4 874 |
| Andere elementen van het resultaat die later niet geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening, na belastingen |
49 736 | -3 821 | |
| Andere elementen van het resultaat (opgenomen in het eigen vermogen) | 137 965 | 45 067 | |
| VOLLEDIG PERIODERESULTAAT | 585 670 | 334 383 | |
| Toerekenbaar aan | |||
| aandeelhouders van Bekaert | 542 801 | 308 741 | |
| minderheidsbelangen van derden | 6.15 | 42 869 | 25 642 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst-en-verliesrekening.
2021 cijfers zijn beïnvloed door kleine aanpassingen (zie toelichting 2.8. 'Herwerkingseffecten').
| in duizend € | Toelichting | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Immateriële activa | 6.1 | 57 326 | 62 149 |
| Goodwill | 6.2 | 150 674 | 152 567 |
| Materiële vaste activa | 6.3 | 1 253 857 | 1 238 041 |
| Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa | 6.4 | 132 073 | 130 750 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
6.5 | 188 661 | 221 886 |
| Overige vaste activa | 6.6 | 65 886 | 65 314 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 6.7 | 119 244 | 104 372 |
| Vaste activa | 1 967 721 | 1 975 079 | |
| Voorraden | 6.8 | 1 121 219 | 1 143 096 |
| Ontvangen bankwissels | 6.8 | 41 274 | 39 764 |
| Handelsvorderingen | 6.8 | 750 666 | 730 786 |
| Overige vorderingen | 6.9 / 6.21 | 157 005 | 151 426 |
| Geldbeleggingen | 6.10 | 80 058 | 4 766 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 6.10 | 677 270 | 728 095 |
| Overige vlottende activa | 6.11 | 42 272 | 55 541 |
| Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop |
6.12 | 1 803 | 760 |
| Vlottende activa | 2 871 567 | 2 854 234 | |
| Totaal | 4 839 288 | 4 829 313 |
| in duizend € | Toelichting | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Kapitaal | 6.13 | 177 923 | 173 737 |
| Uitgiftepremies | 38 850 | 39 519 | |
| Overgedragen resultaten | 6.14 | 1 981 876 | 2 115 216 |
| Eigen aandelen | 6.14 | -95 517 | -139 314 |
| Overige Groepsreserves | 6.14 | -136 440 | -96 451 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
1 966 692 | 2 092 706 | |
| Minderheidsbelangen | 6.15 | 130 971 | 136 850 |
| Eigen vermogen | 2 097 663 | 2 229 556 | |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 6.16 | 75 971 | 68 037 |
| Overige voorzieningen | 6.17 | 23 311 | 27 925 |
| Rentedragende schulden | 6.18 | 953 581 | 735 408 |
| Overige verplichtingen op meer dan een jaar | 6.19 | 844 | 150 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 6.7 | 52 059 | 44 018 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar | 1 105 766 | 875 537 | |
| Rentedragende schulden | 6.18 | 237 742 | 500 588 |
| Handelsschulden | 6.8 | 1 062 185 | 921 113 |
| Personeelsbeloningen | 6.8 / 6.16 | 177 159 | 142 068 |
| Overige voorzieningen | 6.17 | 4 392 | 6 154 |
| Verplichtingen met betrekking tot winstbelastingen |
6.21 | 86 131 | 66 180 |
| Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar | 6.20 | 68 249 | 88 118 |
| Verplichtingen verbonden met activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop |
6.12 | — | — |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | 1 635 859 | 1 724 220 | |
| Totaal | 4 839 288 | 4 829 313 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.
2021 cijfers zijn beïnvloed door kleine aanpassingen (zie toelichting 2.8. 'Herwerkingseffecten').

| Toewijsbaar aan aandeelhouders van Bekaert ¹ | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Kapitaal | Uitgifte premies |
Overge dragen resultaten |
Eigen aandelen |
Gecumu leerde omreke nings verschillen |
Herwaar derings reserve voor niet geconsoli deerde deel nemingen |
Herwaar derings reserve voor DB regelingen |
Uitge stelde belasting reserve |
Totaal | Minder heids belangen ² |
Totaal eigen vermogen |
| Saldo per 1 januari 2021 | 177 812 | 37 884 | 1 614 780 | -106 149 | -227 822 | -11 867 | -63 543 | 26 785 | 1 447 880 | 87 175 | 1 535 055 |
| Perioderesultaat | — | — | 404 062 | — | — | — | — | — | 404 062 | 43 643 | 447 705 |
| Andere elementen van het resultaat | — | — | — | — | 89 426 | 5 882 | 46 753 | -3 321 | 138 739 | -774 | 137 965 |
| Kapitaalverhogingen door minderheidsbelangen | — | — | — | — | — | — | — | — | — | 3 975 | 3 975 |
| Overige wijzigingen in Groepsstructuur³ | — | — | -2 220 | — | 1 270 | — | — | — | -951 | 3 601 | 2 650 |
| In eigenvermogens-instrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen |
— | — | 15 261 | — | — | — | — | — | 15 261 | — | 15 261 |
| Uitgifte nieuwe aandelen | 111 | 966 | — | — | — | — | — | — | 1 077 | — | 1 077 |
| Transacties eigen aandelen | — | — | 6 787 | 10 631 | — | — | — | — | 17 419 | — | 17 419 |
| Dividenden | — | — | -56 795 | — | — | — | — | — | -56 795 | -6 649 | -63 444 |
| Saldo per 31 december 2021 | 177 923 | 38 850 | 1 981 876 | -95 517 | -137 127 | -5 986 | -16 790 | 23 464 | 1 966 692 | 130 971 | 2 097 663 |
¹ Zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'.
² Zie toelichting 6.15. 'Minderheidsbelangen'.
³ In juli 2021 heeft Almasa haar fabrieken in Barranquilla, Colombië in natura ingebracht in het eigen vermogen van Productora de Alambres Colombianos - Proalco. Daardoor is het Groepsbelang van Proalco verwaterd van 80% tot 40%.
2021 cijfers zijn beïnvloed door kleine aanpassingen (zie toelichting 2.8. 'Herwerkingseffecten').
| Toewijsbaar aan aandeelhouders van Bekaert ¹ | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Kapitaal | Uitgifte premies |
Overge dragen resultaten |
Eigen aandelen |
Gecumu leerde omreke nings verschillen |
Herwaar derings reserve voor niet geconsoli deerde deel nemingen |
Herwaar derings reserve voor DB regelingen |
Uitge stelde belasting reserve |
Totaal | Minder heids belangen ² |
Totaal eigen vermogen |
| Saldo per 1 januari 2022 | 177 923 | 38 850 | 1 984 791 | -95 517 | -137 183 | -5 986 | -16 790 | 23 464 | 1 969 551 | 130 971 | 2 100 522 |
| Herwerking van IFRIC richtlijnen op IAS 19 en IAS 38 | — | — | -2 915 | — | 56 | — | — | — | -2 859 | — | -2 859 |
| Saldo per 1 januari 2022 (herwerkt) | 177 923 | 38 850 | 1 981 876 | -95 517 | -137 127 | -5 986 | -16 790 | 23 464 | 1 966 692 | 130 971 | 2 097 663 |
| Perioderesultaat | — | — | 268 859 | — | — | — | — | — | 268 859 | 20 457 | 289 316 |
| Andere elementen van het resultaat | — | — | — | — | 43 307 | -2 367 | 4 024 | -5 083 | 39 882 | 5 185 | 45 067 |
| Herclassificeringen | — | — | -107 | — | — | — | 107 | — | — | — | — |
| In eigenvermogens-instrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen |
— | — | -6 813 | — | — | — | — | — | -6 813 | — | -6 813 |
| Uitgifte nieuwe aandelen | 80 | 668 | — | — | — | — | — | — | 748 | — | 748 |
| Transacties eigen aandelen | -4 266 | — | -42 136 | -43 797 | — | — | — | — | -90 199 | — | -90 199 |
| Dividenden | — | — | -86 463 | — | — | — | — | — | -86 463 | -19 763 | -106 226 |
| Saldo per 31 december 2022 | 173 737 | 39 519 | 2 115 216 | -139 314 | -93 820 | -8 353 | -12 659 | 18 381 | 2 092 706 | 136 850 | 2 229 556 |
¹ Zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'.
² Zie toelichting 6.15. 'Minderheidsbelangen'.
| in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december | Toelichting | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsactiviteiten | |||
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 5.2 / 5.3 | 510 589 | 365 754 |
| Posten zonder kasstroomeffect verwerkt in het bedrijfsresultaat |
7.1 | 188 605 | 296 053 |
| Investeringsposten verwerkt in het bedrijfsresultaat |
7.1 | -23 234 | -11 381 |
| Gebruikte bedragen van voorzieningen voor personeelsbeloningen en overige voorzieningen |
7.1 | -50 340 | -27 947 |
| Betaalde winstbelastingen | 5.6 / 7.1 | -92 737 | -117 289 |
| Brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 532 884 | 505 189 | |
| Wijzigingen in operationeel werkkapitaal | 6.8 | -119 773 | -178 697 |
| Overige bedrijfskasstromen | 7.1 | -32 620 | 13 800 |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 380 491 | 340 292 | |
| Investeringsactiviteiten | |||
| Nieuwe bedrijfscombinaties | 7.2 | — | -2 384 |
| Andere verwervingen van deelnemingen | 7.1 | -863 | -8 613 |
| Inkomsten uit verkoop van deelnemingen | -66 | 94 | |
| Ontvangen dividenden | 6.5 | 24 858 | 67 944 |
| Aankopen immateriële activa | 6.1 | -8 739 | -14 937 |
| Aankopen materiële vaste activa | 6.3 | -143 753 | -170 195 |
| Aankopen RoU Land | — | -6 | |
| Inkomsten uit verkoop van vaste activa | 7.1 | 36 752 | 3 141 |
| Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten | -91 810 | -124 956 |
| in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december | Toelichting | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Financieringsactiviteiten | |||
| Ontvangen rente | 5.4 | 3 474 | 4 848 |
| Betaalde rente | 5.4 | -35 170 | -37 428 |
| Betaalde brutodividenden aan aandeelhouders van NV Bekaert SA |
-56 795 | -86 463 | |
| Betaalde brutodividenden aan minderheidsbelangen |
-6 761 | -18 496 | |
| Inkomsten uit rentedragende langetermijnschulden |
6.18 | 23 649 | 12 050 |
| Aflossing van rentedragende langetermijnschulden |
6.18 | -439 823 | -87 627 |
| Kasstromen m.b.t. rentedragende kortetermijnschulden |
6.18 | -43 328 | 67 349 |
| Transacties eigen aandelen | 6.13 | 17 419 | -97 104 |
| Verkopen en verwervingen van minderheidsbelangen |
7.1 | — | — |
| Overige financieringskasstromen | 7.1 | -29 747 | 68 473 |
| Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten | -567 082 | -174 398 | |
| Toename of afname (-) in geldmiddelen en kasequivalenten |
-278 401 | 40 937 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten - begin van de periode |
940 416 | 677 270 | |
| Effect van wisselkoersfluctuaties | 15 255 | 9 888 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten - einde van de periode |
677 270 | 728 095 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst-en-verliesrekening. 2021 cijfers zijn beïnvloed door kleine aanpassingen (zie toelichting 2.8. 'Herwerkingseffecten').

NV Bekaert SA (de 'Onderneming') is een onderneming die in België is opgericht en gedomicilieerd. De Onderneming is een wereldmarkt- en technologisch leider in staaldraadtransformatie en deklaagtechnologieën. De geconsolideerde jaarrekening van de Onderneming omvat de Onderneming en haar dochterondernemingen (samen verder de 'Groep' of 'Bekaert' genoemd) en het belang van de Groep in joint ventures en geassocieerde ondernemingen gewaardeerd volgens de equity-methode. De geconsolideerde jaarrekening werd door de Raad van Bestuur van de Onderneming vrijgegeven voor publicatie op 20 maart 2023.


De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met en voldoet aan de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie.
In het huidige jaar heeft de Groep de onderstaande aanpassingen aan IFRS standaarden en interpretaties toegepast. Deze werden van kracht voor verslagperiodes die starten op of na 1 januari 2022. De toepassing van deze aanpassingen had geen materiële impact op de toelichtingen noch op de gerapporteerde bedragen in deze jaarrekening.
Deze aanpassingen hadden geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
De Groep heeft niet geopteerd voor vervroegde toepassing van overige standaarden, aanpassingen en interpretaties die nog niet van kracht waren in 2022. Verwacht wordt dat deze nieuwe standaarden, aanpassingen aan standaarden en interpretaties, die na 2022 van kracht worden, geen belangrijke effecten op de jaarrekening zullen hebben.
De Groep is van plan om deze standaarden en interpretaties, indien toepasselijk, toe te passen wanneer ze van kracht worden.

De geconsolideerde rekeningen worden voorgesteld in duizend euro (tenzij anders aangegeven), op basis van de historische kostprijsmethode, behalve voor derivaten, financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via OCI en financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via resultaat, die tegen reële waarde worden opgenomen. Financiële activa waarvoor geen prijsnotering voorhanden is in een actieve markt of waarvan de reële waarde niet op een betrouwbare manier kan bepaald worden, worden tegen historische kostprijs gewaardeerd. Tenzij anders vermeld, werden de grondslagen voor financiële verslaggeving consistent met het vorig boekjaar toegepast. De Groep heeft de jaarrekening opgesteld in de veronderstelling dat zij haar activiteiten in continuïteit zal voortzetten.
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover NV Bekaert SA een beslissende invloed ('zeggenschap') uitoefent. Dit is het geval wanneer NV Bekaert SA blootgesteld is aan, of recht heeft op, variabele opbrengsten uit haar deelneming in de entiteit en de mogelijkheid heeft om deze opbrengsten te beïnvloeden door haar macht over de entiteit. De jaarrekeningen van dochterondernemingen worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum van verwerving tot het einde van de zeggenschap. Over het algemeen wordt aangenomen dat een meerderheid van de stemrechten leidt tot zeggenschap. Om dit vermoeden te staven en wanneer de Groep minder dan een meerderheid van de stemrechten van een deelneming heeft, houdt de Groep rekening met alle relevante feiten en omstandigheden bij het beoordelen of zij macht heeft over een deelneming, waaronder:
Alle intragroepsverrichtingen, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten op intragroepsverrichtingen worden geëlimineerd; niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd tenzij het om permanente waardeverminderingen gaat. Het deel van het eigen vermogen en van het resultaat dat toewijsbaar is aan de minderheidsaandeelhouders wordt afzonderlijk vermeld in de balans, de winst-en-verliesrekening en het geconsolideerd overzicht van het volledig perioderesultaat. Wijzigingen in het aandeelhouderschap van de Groep in dochterondernemingen waarbij de Groep de zeggenschap niet verliest, worden verwerkt als eigenvermogentransacties. Daarbij worden de nettoboekwaardes van de Groepsbelangen en van minderheidsbelangen aangepast aan de gewijzigde participatieverhoudingen in deze dochterondernemingen. Verschillen tussen de aanpassing van de minderheidsbelangen en de reële waarde van de betaalde of ontvangen overnamevergoeding worden rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen. Wanneer de Groep de zeggenschap in een dochteronderneming verliest, wordt de winst of het verlies op de afstoting bepaald als het verschil tussen:
Alle dochterondernemingen volgen het kalenderjaar als boekjaar, met uitzondering van de Indiase vennootschappen (van april tot maart) en Scheldestroom NV (van oktober tot september). Deze laatste rapporteren wel per kalenderjaar aan de Groep. De dochterondernemingen passen dezelfde grondslagen voor financiële verslaggeving toe als de Groep.
Er is sprake van een gezamenlijke overeenkomst wanneer NV Bekaert SA contractueel overeengekomen is om de zeggenschap te delen met een of meerdere partijen, wat enkel het geval is wanneer beslissingen over de relevante activiteiten de unanieme goedkeuring vereisen van de partijen die gezamenlijke zeggenschap hebben. Een gezamenlijke overeenkomst kan behandeld worden als een gezamenlijke activiteit (wanneer NV Bekaert SA rechten op de activa en verbintenissen voor de verplichtingen heeft) of als een gezamenlijke entiteit / joint venture (wanneer NV Bekaert SA enkel recht heeft op het nettoactief). Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin NV Bekaert SA, rechtstreeks of onrechtstreeks, een invloed van betekenis heeft en die geen dochterondernemingen of gezamenlijke overeenkomsten zijn. Dit is verondersteld het geval te zijn indien de Groep tenminste 20% van de stemrechten verbonden met de aandelen bezit. De opgenomen financiële informatie met betrekking tot deze ondernemingen is opgesteld volgens de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep. Wanneer de Groep gezamenlijke zeggenschap in een joint venture verwerft of een invloed van betekenis in een geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen initieel geherwaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum en verwerkt volgens de equity-methode. Indien de overnamevergoeding meer bedraagt dan de reële waarde van het verworven aandeel in de overgenomen activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen wordt dit verschil als goodwill opgenomen. Goodwill met betrekking tot een geassocieerde onderneming of gezamenlijke entiteit wordt opgenomen in de boekwaarde van de deelneming en wordt niet afzonderlijk getest op bijzondere waardevermindering. Indien de berekende goodwill negatief is, dan wordt dit verschil onmiddellijk in het resultaat verwerkt. Daarna wordt het aandeel van de Groep in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen overeenkomstig de equity-methode in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen tot de dag dat er een einde komt aan de gezamenlijke zeggenschap of de invloed van betekenis. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture of geassocieerde onderneming groter wordt dan de boekwaarde van de deelneming, wordt de boekwaarde op nul gezet en worden bijkomende verliezen enkel nog opgenomen in de mate dat de Groep bijkomende verplichtingen op zich genomen heeft. Niet-gerealiseerde winsten uit transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen worden geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep tegenover de deelneming in de joint venture of de geassocieerde onderneming. De nettoboekwaarde van deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen wordt opnieuw geëvalueerd indien er indicaties zijn van een bijzondere waardevermindering, of indicaties dat eerder opgenomen
bijzondere waardeverminderingen niet langer gerechtvaardigd zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, berekent de Groep het bedrag van de bijzondere waardevermindering als het verschil tussen de realiseerbare waarde van de geassocieerde onderneming of joint venture en hun boekwaarde, en erkent vervolgens het verlies binnen het 'Aandeel in de resultaat van joint ventures en geassocieerde deelnemingen' in de winst- of verliesrekening. Bij verlies van invloed van betekenis over de geassocieerde deelneming of bij verlies van gezamenlijke zeggenschap over de joint venture, waardeert en erkent de Groep de behouden deelneming tegen reële waarde. Elk verschil tussen de boekwaarde van de geassocieerde onderneming of joint venture bij verlies van invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap en de reële waarde van de behouden investering en de opbrengst van de vervreemding wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
De jaarrekening van de geassocieerde onderneming of joint venture wordt opgesteld volgens de grondslagen van financiële verslaggeving van de Groep en voor dezelfde verslagperiode als de Groep.
Elementen uit de jaarrekening van elk van de Groepsentiteiten worden gewaardeerd in de valuta van de primaire economische omgeving waarin de entiteit werkt (de 'functionele valuta'). De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro, de functionele valuta van de onderneming en tevens de presentatievaluta van de Groep. De jaarrekeningen van buitenlandse dochterondernemingen worden als volgt omgerekend:
Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de slotkoers worden in het eigen vermogen opgenomen onder 'Gecumuleerde omrekeningsverschillen'. Bij verkoop van buitenlandse entiteiten worden de betreffende gecumuleerde omrekeningsverschillen opgenomen in de winst-en-verliesrekening als deel van de gerealiseerde meerof minwaarde op de verkoop. In de jaarrekening van de moedervennootschap en haar dochterondernemingen worden alle monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta omgerekend tegen de wisselkoers op de balansdatum, wat aanleiding geeft tot niet-gerealiseerde wisselresultaten. Alle gerealiseerde en niet-gerealiseerde koerswinsten en -verliezen worden in de winst-enverliesrekening opgenomen, behalve wanneer zij opgespaard worden in het eigen vermogen als in aanmerking komende kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen. Goodwill wordt beschouwd als een actief van de overgenomen partij en wordt daarom verwerkt in de valuta van de overgenomen partij en omgerekend tegen de slotkoers.
Immateriële activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde; afzonderlijk verworven immateriële activa worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na hun initiële opname worden immateriële activa gewaardeerd tegen kostprijs of reële waarde verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun naar best vermogen geschatte gebruiksduur. De afschrijvingsduur en -methode worden elk jaar opnieuw geëvalueerd bij afsluiting van het boekjaar. Een wijziging in de gebruiksduur van een immaterieel actief wordt prospectief verwerkt als een schattingswijziging. Volgens de bepalingen van IAS 38 kunnen immateriële activa een onbepaalde gebruiksduur hebben. Indien de gebruiksduur van een immaterieel actief niet kan worden bepaald, wordt er geen afschrijving opgenomen en wordt het actief minstens jaarlijks geëvalueerd met het oog op een bijzondere waardevermindering.
Uitgaven voor aangekochte licenties, patenten, handelsmerken en soortgelijke rechten worden geactiveerd en lineair afgeschreven over de contractuele looptijd, indien van toepassing, of over de geschatte gebruiksduur, die gewoonlijk ingeschat wordt op hoogstens 10 jaar.
Gekochte on-premises software wordt geïnstalleerd en draait op computers op het terrein van het bedrijf dat de software gebruikt, in plaats van op een externe faciliteit zoals een serverfarm of cloud. Over het algemeen houden dergelijke uitgaven rechtstreeks verband met de aankoop en implementatie van aangekochte ERP-software en worden ze opgenomen als immateriële vaste activa en lineair afgeschreven over 5 jaar. Externe (met betrekking tot externe leveranciers en consultants) en interne (met betrekking tot Bekaertpersoneel) implementatiekosten komen in aanmerking voor activering.
Kosten gemaakt in de ontwikkeling van websites worden opgenomen als immateriële vaste activa als en slechts als deze voldoen aan de algemene opnamevereisten in IAS 38 en de zes voorwaarden voor opname als ontwikkelingskosten. De belangrijkste voorwaarde is de vereiste om aan te tonen dat de website waarschijnlijke toekomstige economische voordelen zal genereren. Kosten die verband houden met de ontwikkeling van websites, uitsluitend of voornamelijk voor het promoten en adverteren van eigen producten en diensten, worden als kosten geboekt wanneer ze worden gemaakt. Wanneer de website direct of indirect wordt gebruikt in het inkomstengenererende proces, komen de kosten voor activering in aanmerking.
Bij een cloud-oplossing betaalt een klant een vergoeding aan een leverancier in ruil voor toegang tot software via internet. De software wordt door de leverancier gehost op de computerinfrastructuur van de leverancier. Voorbeelden van cloud-arrangementen zijn Software-as-a-Service (SaaS), platform as a service, infrastructure as a service. Dit verschilt van een 'onpremise'-overeenkomst waarbij een bedrijf een licentie neemt voor of een kopie van de software koopt van een leverancier en de software op zijn eigen computerinfrastructuur gebruikt. Er worden vaak vooraf kosten gemaakt bij cloud computing-arrangementen om de software te implementeren en configureren. Om in aanmerking te komen voor activering als een immaterieel vast actief, bepaalt de Groep of het de controle heeft over de software of de configuratie of implementatie zelf. De Groep onderscheidt de volgende soorten cloud-oplossingen:
Commerciële activa omvatten vooral klantenlijsten, contracten met klanten en merknamen, meestal verworven in bedrijfscombinaties, en met een gebruiksduur van 8 tot 15 jaar.
Bij gebrek aan IASB-standaarden en -interpretaties betreffende de administratieve verwerking van CO2-emissierechten, heeft de Groep de 'nettobenadering' gebruikt. Deze methode houdt in dat:
Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis of inzichten worden als kosten in de winst-en-verliesrekening opgenomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.
Uitgaven voor ontwikkelingsactiviteiten, waarbij onderzoeksresultaten toegepast worden in een plan of ontwerp voor de productie van nieuwe of substantieel verbeterde producten en processen voorafgaand aan commerciële productie of ingebruikname, worden alleen opgenomen in de balans als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
Geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven vanaf de start van de commerciële productie van het product over de verwachte duur van de gegenereerde voordelen. De afschrijvingsduur is normaliter hoogstens tien jaar. Een lopend onderzoeks- en ontwikkelingsproject verworven in een bedrijfscombinatie wordt afzonderlijk van goodwill geactiveerd als zijn reële waarde betrouwbaar kan bepaald worden.
Overnames van bedrijven worden verwerkt volgens de overnamemethode. De overgedragen overnamevergoeding in een bedrijfscombinatie wordt gewaardeerd tegen reële waarde, die berekend wordt als de som van de reële waardes op de overnamedatum van de activa afgestaan door de Groep, de verplichtingen opgenomen door de Groep tegenover de vorige eigenaars van de overgenomen activiteit en de participaties afgestaan door de Groep in ruil voor de zeggenschap in de overgenomen partij. Uitgaven in verband met de overname worden opgenomen in het resultaat zodra ze zich voordoen. De identificeerbare overgenomen activa en opgelopen verplichtingen worden opgenomen tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen:
(i) de som van volgende elementen:
(ii) het saldo van de identificeerbare overgenomen activa min de opgelopen verplichtingen op de overnamedatum. Indien dit verschil, na een grondige evaluatie, negatief blijkt ('negatieve goodwill'), dan wordt het onmiddellijk in het resultaat opgenomen als een opbrengst uit een voordelige aankoop.
Minderheidsbelangen worden initieel gewaardeerd ofwel tegen reële waarde ofwel tegen hun evenredig aandeel in de opgenomen waarde van de identificeerbare nettoactiva van de overgenomen partij. Deze waarderingskeuze kan transactie per transactie gemaakt worden. Wanneer de overnamevergoeding die de Groep verschuldigd is bij een bedrijfscombinatie voorwaardelijke vorderingen of verplichtingen omvat, wordt de voorwaardelijke vergoeding gewaardeerd tegen haar reële waarde op de overnamedatum en opgenomen in de overnamevergoeding voor de bedrijfscombinatie. Latere wijzigingen in reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding worden opgenomen in het resultaat.
Wanneer een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt het belang dat de Groep voorheen had in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum (d.i. de datum waarop de Groep de zeggenschap verwerft), en wordt de eventuele opbrengst of last opgenomen in het resultaat. Bedragen met betrekking tot belangen in de overgenomen partij
vóór de overnamedatum die voorheen rechtstreeks opgenomen werden in het eigen vermogen, worden overgedragen naar de winst-en-verliesrekening indien dat ook van toepassing zou zijn bij afstoting van de betreffende belangen.
Voor het toetsen op bijzondere waardevermindering wordt goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden van de Groep waarvan verwacht wordt dat zij voordelen zullen halen uit de synergieën van de bedrijfscombinatie. Kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill is toegewezen, worden jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Dit gebeurt ook tussentijds wanneer er aanwijzingen zijn dat de boekwaarde van de eenheid hoger zou kunnen zijn dan de realiseerbare waarde. Indien de realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid lager is dan haar boekwaarde, wordt de bijzondere waardevermindering eerst in mindering gebracht van de boekwaarde van de goodwill die aan de kasstroomgenererende eenheid werd toegewezen. Daarna wordt de bijzondere waardevermindering toegewezen aan de andere vaste activa die tot de eenheid behoren, evenredig met hun boekwaarde. Wanneer een bijzondere waardevermindering voor goodwill eenmaal is opgenomen, wordt deze in een latere periode niet teruggenomen.
De Groep heeft geopteerd voor het historische kostprijsmodel en niet voor het herwaarderingsmodel. Afzonderlijk verworven materiële vaste activa worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Materiële vaste activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde, die vanaf dan geldt als hun kostprijs. Activa in aanbouw worden opgenomen tegen kostprijs, na aftrek van eventuele gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Na hun initiële opname worden materiële vaste activa gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en uitgaven die opgelopen werden om het actief op de locatie en in de staat te brengen die noodzakelijk is om op de beoogde wijze te functioneren. Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving, bouw of productie van een in aanmerking komend actief worden geactiveerd als deel van de kost van dat actief. Indien belangrijke onderdelen van materiële vaste activa op regelmatige tijdstippen dienen vervangen te worden, worden deze door de Groep afzonderlijk afgeschreven op basis van hun specifieke gebruiksduur. Evenzo wordt de kostprijs van een grote inspectie als vervanging opgenomen in de boekwaarde van de materiële vaste activa op
voorwaarde dat aan de opnamecriteria is voldaan. Alle overige reparatie- en onderhoudskosten worden resultaat opgenomen zodra ze zich voordoen.
Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur, naargelang van hun categorie. De gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden minstens op het einde van elk boekjaar opnieuw geëvalueerd. Tenzij herzien ten gevolge van specifieke wijzigingen in de verwachte gebruiksduur, worden volgende jaarlijkse afschrijvingspercentages toegepast:
Materiële vaste activa en elk significant onderdeel dat aanvankelijk werd opgenomen in de balans, wordt niet langer opgenomen in de balans bij vervreemding (d.w.z. op de datum waarop de ontvanger zeggenschap verkrijgt) of wanneer er geen toekomstige economische voordelen worden verwacht van het gebruik of de vervreemding. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit het niet langer opnemen van het actief (berekend als het verschil tussen de netto-opbrengst van de vervreemding en de boekwaarde van het actief) worden in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening opgenomen.
De restwaarden, gebruiksduur en afschrijvingsmethoden van materiële vaste activa worden aan het einde van elk boekjaar herzien en zo nodig prospectief aangepast.
De Groep beoordeelt bij de start van een contract of het contract een lease betreft of een lease bevat. De Groep erkent een recht-op-gebruik actief en een overeenkomstige leaseverplichting voor alle lease-overeenkomsten waarin de Groep leasingnemer is, behalve voor de korte termijn leases (gedefinieerd als leases met een leasetermijn van 12 maanden of minder) of voor leases waar het onderliggend actief een lage waarde heeft (zoals printers, kopieerapparaten en klein kantoormaterieel). Voor deze leases erkent de
Groep de leasebetalingen als een operationele kost die lineair wordt gespreid over de leaseperiode.
Het recht-op-gebruik actief bevat de initiële waarde van de overeenkomstige leaseverplichting, leasebetalingen gedaan bij of voor de start van de overeenkomst, na aftrek van eventuele ontvangen lease incentives en eventuele initiële directe kosten.
Ze worden vervolgens gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Wanneer de Groep ook een verplichting op zich neemt voor kosten van demontage en verwijdering van geleasde activa, herstel van de site waarop deze zich bevindt of herstel van het onderliggende actief, in de staat vereist door de voorwaarden opgenomen in de lease, wordt een voorziening erkent en gewaardeerd onder IAS 37. Voor zover de kosten betrekking hebben op een recht-op-gebruik actief, worden de kosten opgenomen in de waarde van het gerelateerde recht-op-gebruik actief, tenzij deze kosten worden gemaakt om voorraden te produceren.
Recht-op-gebruik activa worden afgeschreven over de leaseperiode of de gebruiksduur van het onderliggende actief, afhankelijk welke van de twee de kortste periode heeft. Indien een lease-overeenkomst de eigendom van het onderliggende actief overdraagt, of de kosten van het recht-op-gebruik actief reflecteren dat de Groep verwacht om de aankoopoptie uit te oefenen, dan wordt het gerelateerde recht-op-gebruik actief afgeschreven over de gebruiksduur van het onderliggende actief. De gebruiksrechten van terreinen worden lineair afgeschreven over de contractuele periode die kan variëren tussen 30 en 100 jaar, maar die in de meeste gevallen 50 jaar bedraagt. De afschrijving begint op de ingangsdatum van de lease-overeenkomst.
De recht-op-gebruik activa worden gepresenteerd als een afzonderlijke regel in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie. De Groep past IAS 36 toe om te bepalen of een recht-op-gebruik actief moet worden afgewaardeerd.
Variabele huur die niet gelinkt is aan een index of intrest is niet opgenomen in de waardering van de leaseverplichting en het recht-op-gebruik actief. De gerelateerde betalingen worden opgenomen als een kost in de periode waarin de gebeurtenis of voorwaarde die dergelijke betalingen activeert, plaatsvindt. Als een praktisch hulpmiddel laat IFRS 16 toe dat een leasingnemer geen onderscheid maakt tussen leasecomponenten en non-leasecomponenten, en in plaats daarvan zowel de lease als de geassocieerde non-leasecomponenten als één geheel beschouwd. De Groep heeft deze optie gebruikt voor de contracten met betrekking tot bedrijfswagens en industriële voertuigen, waarbij non-leasecomponenten zoals onderhoud en vervanging van banden niet worden afgezonderd maar inbegrepen zijn in de leasecomponent.
Investeringssubsidies met betrekking tot de aankoop van materiële vaste activa worden in mindering gebracht van de kostprijs van deze activa. Zij worden in de balans opgenomen tegen hun verwachte waarde op het ogenblik van de initiële goedkeuring en – indien nodig – achteraf gecorrigeerd bij de definitieve toekenning. De subsidie wordt afgeschreven over dezelfde periode als de materiële vaste activa waarvoor de subsidie werd verkregen.
De Groep classificeert zijn financiële activa in volgende categorieën: gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, tegen reële waarde via het resultaat (RWvR) of tegen reële waarde via OCI (RWvOCI). De classificatie hangt af van de contractuele karakteristieken van de financiële activa en het bedrijfsmodel waaronder zij worden aangehouden. Management bepaalt de classificatie van haar financiële activa bij de initiële opname.
Financiële activa worden aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs indien het contract de karakteristieken heeft van een basis leningovereenkomst en indien ze werden verworven met de intentie om de contractuele kasstromen te ontvangen tot aan de vervaldatum. De financiële activa die door de Groep gewaardeerd worden tegen geamortiseerde kostprijs bevatten, tenzij anders vermeld, volgende balanselementen: handelsvorderingen en overige vorderingen, ontvangen bankwissels, geldbeleggingen, geldmiddelen en kasequivalenten. Deze worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.
Een financieel actief (of, indien van toepassing, een deel van een financieel actief of een deel van een groep van vergelijkbare financiële activa) wordt voornamelijk niet langer opgenomen (d.w.z. verwijderd uit de geconsolideerde balans van de Groep) wanneer:
• de rechten om kasstromen uit het actief te ontvangen zijn verlopen
• de Groep haar rechten om kasstromen uit het actief te ontvangen heeft overgedragen of een verplichting heeft aangegaan om de ontvangen kasstromen zonder wezenlijke vertraging volledig te betalen aan een derde partij in het kader van een 'pass-through-overeenkomst'; en ofwel (a) de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van het actief heeft overgedragen, of (b) de Groep niet nagenoeg alle risico's en voordelen van het actief heeft overgedragen of behouden, maar de zeggenschap over het actief heeft overgedragen.
Wanneer de Groep haar rechten op het ontvangen van kasstromen uit een actief heeft overgedragen of een pass-through-overeenkomst is aangegaan, evalueert zij of, en in welke mate, zij de risico's en voordelen van eigendom heeft behouden. Wanneer de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van het actief niet heeft overgedragen of behouden, noch de controle over het actief heeft overgedragen, blijft de Groep het overgedragen actief opnemen in de mate van haar aanhoudende betrokkenheid. In dat geval neemt de Groep ook een gerelateerde verplichting op. Het overgedragen actief en de bijbehorende verplichting worden gewaardeerd op een basis die de rechten en verplichtingen weerspiegelt die de Groep heeft behouden.
Voortdurende betrokkenheid in de vorm van een garantie over het overgedragen actief wordt gewaardeerd tegen de laagste van de oorspronkelijke boekwaarde van het actief en het maximale vergoedingsbedrag dat de Groep mogelijks zou moeten terugbetalen.
Andere schuldinstrumenten en alle eigenvermogensinstrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde. Eigenvermogeninstrumenten worden ofwel gewaardeerd tegen reële waarde via het resultaat (RWvR) ofwel tegen reële waarde via OCI (Other Comprehensive Income = andere elementen van het resultaat) (RWvOCI). Deze optie kan instrument per instrument gekozen worden en kan vervolgens niet meer worden teruggedraaid. In principe zal Bekaert haar belangrijkste strategische niet-geconsolideerde eigenvermogensinstrumenten waarderen tegen reële waarde via OCI. Derivaten behoren ook tot de categorie tegen RWvR, tenzij ze aangemerkt werden en effectief zijn als afdekking.
Betaling door middel van bankwissels is een wijdverbreide praktijk in China. Ontvangen bankwissels worden ofwel geïnd op de vervaldag, ofwel verdisconteerd voor de vervaldag, ofwel doorgegeven aan een leverancier
als betaling van een schuld. Verdisconteren gebeurt ofwel met, ofwel zonder verhaal. Met verhaal betekent dat de verdisconterende bank terugbetaling kan eisen indien de uitgever zijn verplichting niet nakomt. Wanneer een bankwissel verdisconteerd wordt met verhaal, wordt het ontvangen bedrag niet afgeboekt van de uitstaande ontvangen bankwissels, maar wordt een verplichting opgezet onder 'rentedragende schulden op ten hoogste een jaar' tot de vervaldag van de wissel.
Kasequivalenten en geldbeleggingen zijn kortlopende beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is. Zij houden geen significant risico op waardeverandering in. Kasequivalenten zijn in hoge mate liquide en hebben een oorspronkelijke looptijd van hoogstens drie maanden, terwijl geldbeleggingen een oorspronkelijke looptijd van meer dan drie maanden en ten hoogste een jaar hebben. Balansen uit cash pool faciliteiten worden gerapporteerd als geldmiddelen en kasequivalenten. Bankkredieten worden niet gerapporteerd als een vermindering van geldmiddelen en kasequivalenten, maar als rentedragende schulden.
Financiële activa die schuldinstrumenten zijn, behalve deze tegen RWvR, worden getoetst op bijzondere waardevermindering volgens het 'Expected Credit Loss'(ECL)-model. Het bedrag van verwachte kredietverliezen wordt op iedere balansdatum bijgewerkt om wijzigingen in kredietrisico te weerspiegelen sinds de initiële opname van het respectievelijke financiële instrument. Bij de bepaling of het kredietrisico van een financieel actief aanzienlijk is toegenomen sinds initiële opname, en bij de inschatting van ECLs, houdt Bekaert rekening met logische en ondersteunende informatie die relevant en beschikbaar is zonder onnodige extra kosten of moeite. Dit omvat ook kwantitatieve en kwalitatieve informatie uit analyses gebaseerd op historische informatie binnen de Groep, een geïnformeerde kredietbeoordeling met inbegrip van vooruitziende informatie. De Groep neemt steeds levenslange ECLs op voor handelsvorderingen.
Op iedere balansdatum waardeert Bekaert de bijzondere waardevermindering voor financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (bijv. handelsvorderingen en ontvangen bankwissels) als de actuele waarde van de verwachte kastekorten (verdisconteerd aan de originele effectieve rentevoet). Oninbaar geachte bedragen worden afgewaardeerd tegenover de betreffende provisierekening op iedere balansdatum. Bij de beoordeling van een collectieve afwaardering maakt de Groep gebruik van historische informatie over werkelijk geleden verliezen, en corrigeert deze in het geval economische of kredietcondities van dien aard zijn dat de werkelijke verliezen waarschijnlijk groter of kleiner zijn dan gesuggereerd door historische trends. Toevoegingen aan deze provisierekening als terugnames worden gerapporteerd onder 'commerciële kosten' in de winst-en-verliesrekening.
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of tegen opbrengstwaarde indien deze lager is. De kostprijs wordt bepaald volgens de FIFO-methode (first-in, first-out). Van geproduceerde voorraden omvat de kostprijs alle directe en indirecte productiekosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen. De opbrengstwaarde staat gelijk met de geschatte verkoopprijs in normale marktomstandigheden, verminderd met de kosten die nodig zijn voor afwerking en verkoop.
Bij inkoop van eigen aandelen wordt de aanschaffingsprijs, samen met de direct toewijsbare transactiekosten, opgenomen als een wijziging van het eigen vermogen. Ingekochte eigen aandelen worden in de balans gerapporteerd als een vermindering van het eigen vermogen. Bij annulering of verkoop van eigen aandelen wordt het transactieresultaat opgenomen in de overgedragen resultaten.
De minderheidsbelangen vertegenwoordigen het aandeel van de minderheidsaandeelhouders in het eigen vermogen van dochterondernemingen waarin de Groep niet de volle 100% bezit. Minderheidsbelangen worden op de overnamedatum gewaardeerd ofwel tegen hun reële waarde ofwel tegen het evenredig belang van de minderheidsaandeelhouders in de reële waarde van de opgenomen nettoactiva bij verwerving van een dochteronderneming (bedrijfscombinatie). Nadien wordt hun waarde aangepast voor hun evenredig deel in latere winsten of verliezen. De verliezen die toewijsbaar zijn aan minderheidsaandeelhouders in een geconsolideerde dochteronderneming kunnen groter zijn dan hun aandeel in het eigen vermogen van de dochteronderneming. Een evenredig deel van het volledig perioderesultaat wordt toegewezen aan de minderheidsbelangen, ook al wordt het saldo van de minderheidsbelangen daardoor negatief.
Voorzieningen worden opgenomen in de balans indien de Groep op balansdatum een wettelijke of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, waarvoor het waarschijnlijk nodig zal zijn middelen te besteden die economische voordelen inhouden die op een betrouwbare manier geschat kunnen worden. Elke voorziening is gebaseerd op de beste schatting van de uitgave die nodig is om aan de bestaande verplichting te voldoen op de balansdatum. Indien aangewezen, worden voorzieningen verdisconteerd.
Een voorziening voor herstructurering wordt enkel opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en de herstructurering ofwel werd aangevat, ofwel publiekelijk werd aangekondigd vóór balansdatum. Voorzieningen voor herstructurering omvatten enkel uitgaven die een rechtstreeks gevolg zijn van de herstructurering en geen verband houden met de lopende activiteiten van de entiteit.
Voorzieningen voor bodemsanering met betrekking tot vervuilde terreinen worden opgenomen overeenkomstig het door de Groep gepubliceerde milieubeleid en de vigerende wettelijke bepalingen.
De moedervennootschap en verschillende van haar dochterondernemingen voorzien in pensioen-, overlijdens- en gezondheidszorgregelingen ten gunste van een belangrijk deel van hun werknemers.
De meeste pensioenregelingen zijn van het type 'toegezegdpensioen', en de voordelen zijn afhankelijk van het aantal jaren dienst en het verloningsniveau. Bij toegezegdpensioenregelingen komt het in de balans opgenomen bedrag (de nettoverplichting of -vordering) overeen met de contante waarde van de brutoverplichting, verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen. De contante waarde van de brutoverplichting van een toegezegdpensioenregeling is de contante waarde, vóór aftrek van de fondsbeleggingen, van de verwachte toekomstige betalingen die vereist
zijn om de verplichting af te wikkelen die resulteert uit het dienstverband van de werknemer in de lopende periode en in voorgaande perioden. Voor toegezegdpensioenregelingen worden de contante waarde van de brutoverplichting en de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten en eventuele pensioenkosten van verstreken diensttijd berekend volgens de projected unit credit-methode. De disconteringsvoet komt overeen met het rendement op balansdatum op hoogwaardige bedrijfsobligaties met een resterende looptijd die vergelijkbaar is met deze van de verplichtingen van de Groep. Wanneer de reële waarde van de fondsbeleggingen groter is dan de contante waarde van de brutoverplichting, wordt de op te nemen nettovordering begrensd tot een maximumbedrag (de asset ceiling). Het maximumbedrag komt overeen met de contante waarde van de economische voordelen die beschikbaar zijn in de vorm van terugbetalingen of verminderingen van toekomstige bijdragen tot de regeling. De nettorente op de nettoverplichting / nettovordering is gebaseerd op dezelfde disconteringsvoet. Actuariële winsten en verliezen omvatten ervaringsaanpassingen (de gevolgen van verschillen tussen de voorgaande actuariële veronderstellingen en wat zich werkelijk voorgedaan heeft) en de gevolgen van wijzigingen in actuariële veronderstellingen. Pensioenkosten van verstreken diensttijd vertegenwoordigen de wijziging in de contante waarde van de brutoverplichting voor prestaties die in voorgaande perioden door werknemers zijn verricht, en die in de verslagperiode resulteren uit planwijzigingen of inperkingen. Pensioenkosten van verstreken diensttijd worden onmiddellijk opgenomen via het resultaat. Herwaarderingen van de nettoverplichting (-vordering) omvatten (a) actuariële winsten en verliezen, (b) het rendement op de fondsbeleggingen, na aftrek van de bedragen die opgenomen werden in de nettorente op de nettoverplichting (-vordering) en (c) wijzigingen in het effect van de asset ceiling, na aftrek van bedragen die al vervat zitten in de nettorente op de nettoverplichting (-vordering). Herwaarderingen worden onmiddellijk opgenomen via het eigen vermogen. Een afwikkeling is een transactie die alle verdere wettelijke of feitelijke verplichtingen wegneemt voor alle voordelen of een gedeelte van de voordelen voorzien door de toegezegdpensioenregeling, voor zover het niet gaat om een uitkering van voordelen aan, of in naam van, werknemers die beschreven is in de beschikkingen van de regeling en vervat zit in de actuariële veronderstellingen.
In de winst-en-verliesrekening worden de pensioenkosten zowel van het dienstjaar als van verstreken diensttijd, met inbegrip van winsten of verliezen uit afwikkelingen, opgenomen in het bedrijfsresultaat (EBIT), terwijl de nettorente op de nettoverplichting (-vordering) in de rentelasten wordt opgenomen, als rentegedeelte van rentedragende voorzieningen. Brugpensioenregelingen in België en gezondheidszorgregelingen in de Verenigde Staten worden ook verwerkt als toegezegdpensioenregelingen.

Verplichtingen aangaande bijdragen tot toegezegdebijdragenregelingen worden ten laste van de winst-en-verliesrekening genomen op het ogenblik dat zij ontstaan. In België legt de Belgische pensioenwetgeving een minimumrendement op. Tot voor 2015 werden toegezegdebijdragenregelingen in België in wezen verwerkt als toegezegdebijdragenregelingen. De nieuwe wetgeving die van kracht werd in december 2015 bracht de verplichte kwalificatie als toegezegdpensioenregeling met zich, waardoor er per jaareinde 2016 een actuariële waardering werd uitgevoerd.
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen zoals jubileumpremies worden verwerkt volgens de projected unit credit-methode. De boekhoudkundige verwerking verschilt echter met die van de vergoedingen na uitdiensttreding, omdat actuariële winsten en verliezen onmiddellijk opgenomen worden via het resultaat.
De Groep kent op aandelen gebaseerde, in eigenvermogensinstrumenten en in geldmiddelen afgewikkelde betalingen toe aan bepaalde werknemers. De plannen in eigenvermogensinstrumenten afgewikkeld kennen aan werknemers van de Groep het recht toe om aandelen van NV Bekaert SA te verwerven. Deze omvatten aandelenoptieplannen ('SOP'), het prestatieaandelenplan ('PSP'), het personal shareholding requirement plan ('PSR') en aandelengiften, allen geëxploiteerd in België. De plannen in geldmiddelen afgewikkeld kennen werknemers van de Groep een bonus in geldmiddelen toe waarvan het bedrag afhankelijk is van de koers van het Bekaertaandeel op de Euronextbeurs. Share appreciation rights ('SAR') en prestatieaandeeleenheden ('PSU') zijn van dit type, allen geëxploiteerd buiten België.
In eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum (zonder rekening te houden met het effect van niet-marktgerelateerde toezeggingsvoorwaarden). De reële waarde op de toekenningsdatum van in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen wordt ten laste genomen van het resultaat met daartegenover een toename van het eigen vermogen. De reële waarde wordt lineair afgeschreven over de wachtperiode tot de definitieve toezegging, gebaseerd op het geschatte aantal aandelenopties van de Groep dat uiteindelijk zal toegezegd worden, en aangepast voor het effect van niet-marktgerelateerde toezeggingsvoorwaarden.
In geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen worden opgenomen als verplichtingen tegen hun reële waarde, die op elke balansdatum en op de datum van afwikkeling herbepaald wordt. Wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
De Groep gebruikt een binomiaal model of Monte Carlo simulaties om de reële waarde van op aandelen gebaseerde betalingen te bepalen.
Rentedragende schulden omvatten financiële verplichtingen en leningen die initieel opgenomen worden tegen de reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van transactiekosten. Later worden ze aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode. Verschillen tussen het ontvangen bedrag (na aftrek van transactiekosten) en het terug te betalen bedrag op de vervaldatum worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen tijdens de duur van de verplichting. Indien financiële verplichtingen afgedekt zijn met behulp van derivaten die als reëlewaardeafdekking worden aangemerkt, worden de afdekkingsinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde en wordt de waardering van de afgedekte posities aangepast voor reëlewaardewijzigingen ten gevolge van het afgedekte risico (zie grondslagen voor financiële verslaggeving over derivaten en afdekking).
In de rentedragende schulden zijn ook leaseverplichtingen opgenomen met betrekking tot alle lease-overeenkomsten waarin de Groep optreedt als leasingnemer, behalve voor de korte termijn leases en de leases voor activa met een geringe waarde. De leaseverplichting wordt initieel gewaardeerd als de actuele waarde van de nog niet-betaalde leasebetalingen bij de start van de overeenkomst, verdisconteerd aan de intrest impliciet vermeld in de lease. Indien deze intrest niet gemakkelijk kan worden bepaald, gebruikt de Groep haar marginale rentevoet. De leasebetalingen die zijn inbegrepen in de waardering van de leaseverplichting omvatten:
zeker is deze optie te willen uitoefenen; en
• betalingen voor boetes gelinkt aan het beëindigen van een lease, als de leasetermijn het uitoefenen van een dergelijke optie tot beëindigen, reflecteert.
De leaseverplichtingen worden vervolgens gewaardeerd door het verhogen van de boekwaarde voor het weerspiegelen van intrest op de leaseverplichting (met gebruik van de effectieve rentemethode) en het verminderen van de boekwaarde voor het weerspiegelen van de gemaakte leasebetalingen. De Groep herwaardeert de leaseverplichting (en maakt een overeenkomstige aanpassing aan het recht-op-gebruik actief) wanneer:
Handelsschulden en overige verplichtingen op ten hoogste een jaar – met uitzondering van derivaten – worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs, die overeenkomt met de reële waarde van de te betalen vergoeding, en worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs De Groep erkent een verplichting om een dividend uit te keren wanneer de uitkering is toegestaan en de uitkering niet langer naar goeddunken van de Vennootschap is.
Winstbelastingen worden ingedeeld in actuele en uitgestelde belastingen. Actuele belastingen omvatten de verwachte, over de verslagperiode
verschuldigde belastingen en aanpassingen aan de belastingen van vorige jaren. Tijdens de beoordeling van mogelijke belastingsschulden neemt de Groep aan dat de belastingautoriteiten alle bedragen, waarvoor zij het recht hebben, zullen nakijken en alle gerelateerde informatie ter beschikking hebben tijdens deze controles. De Groep houdt rekening met zowel de inschattingen, beslissingen en uitspraken ontvangen in het kader van belastingscontroles en andere informatiebronnen alsook met andere mogelijke controlemiddelen van belastingautoriteiten. De Groep erkent een schuld indien de Groep oordeelt dat het niet waarschijnlijk is dat de belastingsdiensten de door de Groep ingenomen positie voor de betreffende belastingsbehandeling zal aanvaarden. De Groep berekent de belastingsschuld op basis van de meest waarschijnlijke uitkomst van mogelijke economische uitstromen. De Groep is evenwel van oordeel dat haar positie voor al deze controles verantwoord is.
Uitgestelde belastingen worden volgens de balansmethode berekend op tijdelijke verschillen tussen enerzijds de belastingbasis van activa en verplichtingen en anderzijds hun nettoboekwaarde. Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de belastbare winst in de periode waarin de tijdelijke verschillen gerealiseerd of afgerekend zullen worden, op basis van de belastingtarieven die wettelijk vastliggen of zo goed als vastgelegd zijn op de balansdatum. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen in de mate dat het waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst zal gerealiseerd worden waartegen de tijdelijke verschillen afgezet kunnen worden; dit criterium wordt op elke balansdatum opnieuw geëvalueerd. Uitgestelde belastingen worden ook berekend voor tijdelijke verschillen op deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen, behalve in het geval dat de Groep kan beslissen over het tijdstip waarop het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt en het onwaarschijnlijk is dat het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt in de nabije toekomst.
De Groep gebruikt derivaten om valuta- en renterisico's af te dekken die voortvloeien uit bedrijfs-, financierings- en investeringsactiviteiten. Het nettorisico van alle dochterondernemingen van de Groep wordt centraal beheerd door de Groepsdienst Thesaurie in overeenstemming met de doelstellingen en regels die door het management vastgelegd werden. Het is de politiek van de Groep om geen speculatieve transacties of transacties met een hefboomeffect aan te gaan.
Derivaten worden initieel opgenomen en ook nadien gewaardeerd tegen reële
waarde. De reële waarde van verhandelde derivaten is hun marktwaarde. Indien er geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de reële waarde berekend op basis van gekende financiële waarderingsmodellen, gebaseerd op relevante marktkoersen op de balansdatum.
De Groep past hedge accounting toe in overeenstemming met IFRS 9 om de volatiliteit in de winst-en-verliesrekening te beperken. Afhankelijk van de aard van het afgedekte risico wordt een onderscheid gemaakt tussen reëlewaardeafdekkingen, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van nettoinvesteringen in buitenlandse entiteiten.
Reëlewaardeafdekkingen zijn afdekkingen van het risico van veranderingen in de reële waarde van opgenomen activa en verplichtingen. De derivaten die aangemerkt werden als reëlewaardeafdekkingen worden gewaardeerd tegen reële waarde, en de waardering van hun afgedekte posities (activa of verplichtingen) wordt aangepast voor wijzigingen in reële waarde ten gevolge van het afgedekte risico. De overeenkomstige veranderingen in reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer een afdekking niet langer zeer effectief blijkt, wordt de hedge accounting stopgezet en wordt de aanpassing aan de boekwaarde van het afgedekte rentedragende financieel instrument gradueel opgenomen in de winst-en-verliesrekening tot op de vervaldag van de afgedekte positie.
Kasstroomafdekkingen zijn afdekkingen van de variabiliteit van toekomstige kasstromen die verband houden met opgenomen activa of verplichtingen, zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transacties, of het valutarisico op niet-opgenomen vaststaande toezeggingen. Veranderingen in de reële waarde van een afdekkingsinstrument dat voldoet als zeer effectieve kasstroomafdekking worden in het eigen vermogen opgenomen, meer bepaald in de afdekkingsreserve. Het niet-effectieve deel ervan wordt onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Ingeval de afgedekte kasstroom resulteert in de opname van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting, worden de voorheen in het eigen vermogen opgenomen gecumuleerde winsten en verliezen op het derivaat overgeboekt uit het eigen vermogen en opgenomen in de initiële waardering van de kostprijs of de boekwaarde van het actief of de verplichting. Bij alle andere kasstroomafdekkingen worden de gecumuleerde winsten en verliezen op het derivaat overgeboekt van de afdekkingsreserve naar de winst-enverliesrekening op het ogenblik dat de afgedekte vaststaande toezegging of de voorziene transactie resulteert in het opnemen van een winst of een verlies. Zodra een afdekking niet langer zeer effectief blijkt, wordt de hedge accounting prospectief stopgezet. In dit geval blijven de gecumuleerde
winsten en verliezen op het afdekkingsinstrument opgespaard in het eigen vermogen tot de toegezegde of voorziene transactie zich voordoet. Wanneer verwacht wordt dat een voorziene transactie zich niet meer zal voordoen, worden de gecumuleerde winsten en verliezen overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening.
Indien een netto-investering in een buitenlandse entiteit wordt afgedekt, worden alle winsten en verliezen met betrekking tot het effectieve deel van het afdekkingsinstrument, samen met de winsten en verliezen als gevolg van de omrekening van de afgedekte investering, onmiddellijk opgenomen in het eigen vermogen. Winsten en verliezen op het niet-effectieve deel worden onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De gecumuleerde winsten en verliezen als gevolg van de herwaardering van het afdekkingsinstrument die voorheen werden opgenomen in het eigen vermogen en de winsten en verliezen als gevolg van de omrekening van het afgedekte instrument worden enkel opgenomen in de winst-en-verliesrekening bij afstoting van de investering.
Om te voldoen aan de vereisten in IFRS 9 met het oog op de toepassing van hedge accounting, documenteert de Groep – bij het aangaan van de afdekking – de strategie en het doel van de afdekking, de relatie tussen het financieel instrument dat wordt gebruikt als afdekking en de afgedekte positie, en de verwachte (prospectieve) effectiviteit. De effectiviteit van bestaande afdekkingen wordt elk kwartaal opnieuw beoordeeld. Voor niet-effectieve afdekkingen wordt de hedge accounting onmiddellijk stopgezet.
De Groep maakt ook gebruik van derivaten die niet voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting in IFRS 9, maar als effectieve economische afdekkingen fungeren volgens het risicobeheer van de Groep. Wijzigingen in de reële waarde van dergelijke derivaten worden onmiddellijk opgenomen in de winst-enverliesrekening.
Derivaten besloten in een basiscontract dat geen derivaat is en die geen financiële activa zijn, worden behandeld als afzonderlijke derivaten indien zij voldoen aan de definitie van een derivaat, hun risico's en karakteristieken niet nauw verbonden zijn met het basiscontract en het basiscontract niet gewaardeerd is tegen reële waarde via het resultaat. De Groep identificeerde dergelijke besloten derivaten in de Virtual Power Purchase Agreements (VPPA).
Het besloten derivaat is een onderdeel van een financieel instrument dat de kasstromen van een basiscontract wijzigt op een manier die vergelijkbaar is met een op zichzelf staand derivaat volgens een gespecificeerd rentetarief, index van prijzen of tarieven, kredietwaardigheid of kredietindex, of andere variabele, mits in het geval van een niet-financiële variabele dat de variabele niet specifiek is voor een partij verbonden aan het contract. De waardering van het in de VPPA's vervatte derivaat is gebaseerd op een waarderingsmodel dat gebruikmaakt van een Monte Carlo-simulatie met geometrische Brownse beweging die productieoutput en energieprijzen simuleert gedurende de looptijd van de VPPA. De waarderingstechniek omvat alle materiële inputs die consistent zijn met de kenmerken van de VPPA en waarmee marktdeelnemers rekening zouden houden bij het bepalen van een transactieprijs voor het in een contract besloten derivaat in een ordelijke markttransactie. Deze VPPAs omvatten de levering van Groenestroomcertificaten waarvoor de waardering is opgenomen in het waarderingsmodel van het besloten derivaat. De ontvangen Groenestroomcertificaten worden niet opgenomen als afzonderlijke financiële activa aangezien de Groep gebruik maakt van de 'eigen gebruik' vrijstelling.
Goodwill, immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur en immateriële activa die nog niet gebruiksklaar zijn, worden minstens jaarlijks getoetst op bijzondere waardvermindering. Andere immateriële en materiële vaste activa worden getoetst op bijzondere waardevermindering zodra bepaalde gebeurtenissen of gewijzigde omstandigheden erop wijzen dat hun boekwaarde misschien niet meer kan gerealiseerd worden. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening wanneer en in de mate dat de boekwaarde van een actief hoger is dan zijn realiseerbare waarde (zijnde het hoogste van de reële waarde min verkoopkosten en de bedrijfswaarde). De reële waarde min verkoopkosten is de te verwachten opbrengst uit een niet-gedwongen verkoop van een actief tussen goed geïnformeerde, onafhankelijke partijen, verminderd met de verkoopkosten. De bedrijfswaarde is de contante waarde van de verwachte kasstromen uit het gebruik van een actief. Realiseerbare waarden worden geraamd voor individuele activa, of – indien dit niet mogelijk is – voor de kleinste kasstroomgenererende eenheid waartoe de activa behoren. Bijzondere waardeverminderingen opgenomen in vroegere boekjaren worden teruggenomen via de winst-enverliesrekening wanneer er een aanwijzing is dat de vroeger opgenomen bijzondere waardeverminderingen weggevallen of gedaald zijn. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden echter nooit teruggenomen.
De Groep erkent hoofdzakelijk opbrengsten uit de verkoop van producten. Opbrengsten worden gewaardeerd op basis van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht te hebben in een contract met klanten, en sluit bedragen uit ontvangen voor rekening van derden. De Groep erkent opbrengsten uit de verkoop van producten op het ogenblik dat de controle over de producten wordt overgedragen naar de klant. De opbrengsten uit de verkoop van producten worden erkend op een ogenblik in de tijd. Omzet wordt opgenomen na aftrek van omzetbelastingen en kortingen. Rente wordt opgenomen op een tijdsbasis die het effectieve rendement op het actief weerspiegelt. De Groep erkent enkel opbrengsten uit op verkoop of op gebruik gebaseerde royalty's wanneer (of als) de laatste van volgende gebeurtenissen plaatsvindt: de daaropvolgende verkoop of het gebruik vindt plaats; en de prestatieverplichting waaraan een deel of alle royalty's op basis van verkoop of gebruik zijn toegewezen, is voldaan. Royalty's worden opgenomen op basis van het toerekeningsprincipe volgens de bepalingen van de overeenkomst en hebben betrekking op technologie en managementondersteuning. Dividenden worden opgenomen op het ogenblik dat het recht van de aandeelhouder op ontvangst vastgelegd is.
Het overzicht van het volledig perioderesultaat presenteert een overzicht van alle opbrengsten en kosten die opgenomen werden hetzij in de winsten-verliesrekening hetzij in het eigen vermogen. Volgens IAS 1 'Presentatie van de jaarrekening' kan een entiteit kiezen voor ofwel één enkel overzicht van het volledig perioderesultaat ofwel twee overzichten, namelijk een winsten-verliesrekening onmiddellijk gevolgd door een overzicht van het volledig perioderesultaat. De Groep heeft voor de tweede mogelijkheid geopteerd. Als gevolg van de presentatie van een overzicht van het volledig perioderesultaat beperkt de inhoud van het mutatieoverzicht van het eigen vermogen zich tot wijzigingen die verband houden met het aandeelhouderschap.
Om de financiële prestaties van de Groep te analyseren, gebruikt Bekaert consequent verschillende non-GAAP metrieken of Alternatieve Prestatiemaatstaven ("APM's") zoals gedefinieerd in de Richtlijnen voor alternatieve prestatiemaatregelen van de European Securities and Markets Authority's ("ESMA"). In overeenstemming met deze ESMA-richtlijnen worden de definitie en reden voor gebruik, evenals de afstemmingstabellen, van elke van deze APM's opgegeven in het gedeelte 'Alternatieve prestatiemaatstaven' van het Financieel Overzicht. De belangrijkste APM's die in het Financieel Overzicht worden gebruikt, hebben betrekking op onderliggende prestatiemaatstaven.
Bedrijfsopbrengsten en -kosten die verband houden met herstructureringsprogramma's, bijzondere waardeverminderingen, de eerste verwerking van bedrijfscombinaties, afstoting van activiteiten, milieuprovisies of andere gebeurtenissen en transacties met een eenmalig effect, zijn uitgesloten van de onderliggende EBIT(DA)-maatstaven.
Herstructureringsprogramma's omvatten voornamelijk ontslagvergoedingen, winsten en verliezen bij verkoop en bijzondere waardeverminderingen van activa die betrokken zijn bij een shutdown, belangrijke reorganisatie of verplaatsing van activiteiten. Wanneer er geen verband is met herstructureringsprogramma's, komen alleen bijzondere waardeverminderingen als gevolg van het testen van kasstroomgenererende eenheden in aanmerking als eenmalige effecten.
Eenmalige effecten van bedrijfscombinaties omvatten voornamelijk: aan acquisitiegerelateerde uitgaven, negatieve goodwill, winsten en verliezen op step acquisitie en recycling van CTA op de eerder gehouden rente. Eenmalige effecten van afstotingen van activiteiten omvatten winsten en verliezen op de verkoop van activiteiten die niet kwalificeren als beëindigde bedrijfsactiviteiten. Deze afgestoten bedrijfsactiviteiten kunnen bestaan uit integrale of onderdelen (groepen activa die worden afgestoten) van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen.
Naast milieuprovisies omvatten andere gebeurtenissen of transacties die niet inherent zijn aan het bedrijf en een eenmalig effect hebben, voornamelijk rampen en verkopen van vastgoedbeleggingen.
Een vast actief, of een groep activa die wordt afgestoten, wordt geclassificeerd als aangehouden voor verkoop wanneer de boekwaarde hoofdzakelijk gerealiseerd zal worden via een verkooptransactie eerder dan door het te blijven gebruiken. Deze voorwaarde is enkel vervuld als de verkoop heel waarschijnlijk geacht wordt en als het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) klaar is voor onmiddellijke verkoop in zijn huidige staat. Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van een entiteit die ofwel afgestoten is ofwel geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch bedrijfsgebied vertegenwoordigt en zowel operationeel als voor de financiële verslaggeving onderscheiden kan worden van de rest van de entiteit.
Er kan pas sprake zijn van een zeer waarschijnlijke verkoop als de entiteit zich verbonden heeft tot een plan voor de verkoop van het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) en als een operationeel plan opgestart is om een koper te vinden en het plan tot een goed einde te brengen. Bovendien moet de verkoop van het actief (of van de groep activa die wordt afgestoten) actief gepromoot worden tegen een redelijke prijs in verhouding tot zijn huidige reële waarde en dient de verkoopovereenkomst naar verwachting afgesloten te worden binnen het jaar na de classificatiedatum. Activa die geclassificeerd zijn als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten als deze lager is dan de boekwaarde. Een eventueel overschot van de boekwaarde tegenover de reële waarde na aftrek van verkoopkosten wordt afgeboekt als een bijzondere waardevermindering. Zodra activa geclassificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden ze niet langer afgeschreven. Vergelijkende balansinformatie voor voorgaande perioden wordt niet herwerkt om de nieuwe classificatie in de balans te weerspiegelen.
Voorwaardelijke activa worden niet opgenomen in de balans, maar worden opgenomen in de toelichtingen wanneer een instroom van economische voordelen waarschijnlijk is. Behalve als zij uit een bedrijfscombinatie ontstaan zijn, worden voorwaardelijke verplichtingen niet opgenomen in de balans maar vermeld in de toelichtingen, tenzij de kans op een verlies gering is.
Gebeurtenissen na balansdatum die bijkomende informatie verschaffen omtrent de situatie van de Onderneming op balansdatum (adjusting events) worden verwerkt in de jaarrekening. Andere gebeurtenissen na balansdatum (non-adjusting events) worden enkel vermeld in de toelichtingen als ze belangrijk geacht worden.
De vergelijkbare informatie over 2021 is herwerkt door:
(a). Toerekening van pensioenkosten aan diensttijd overeenkomstig IAS 19 "Voorzieningen voor personeelsbeloningen"
In mei 2021 rondde het IFRS Interpretations Committee een agendabesluit af over de dienstperioden waaraan een entiteit voordelen toerekent voor een bepaalde toegezegd-pensioenregeling. Volgens de voorwaarden van het plan hebben werknemers recht op een eenmalige vergoeding wanneer ze een bepaalde pensioenleeftijd bereiken, op voorwaarde dat ze bij het bereiken van die pensioenleeftijd in dienst zijn van de entiteit; en het bedrag van de pensioenuitkering waarop een werknemer recht heeft, afhangt van de duur van het dienstverband van de werknemer bij de entiteit vóór de pensioengerechtigde leeftijd en is beperkt tot een bepaald aantal opeenvolgende dienstjaren.
IAS 19 vereist dat een entiteit vergoedingen toerekent aan dienstperioden volgens de vergoedingsformule van de regeling vanaf de datum waarop het dienstverband van de werknemer voor het eerst leidt tot vergoedingen uit hoofde van de regeling tot de datum waarop verdere diensttijd niet leidt tot verdere vergoedingen van materieel belang uit hoofde van de regeling. Een entiteit is verplicht vergoedingen toe te rekenen aan perioden waarin de verplichting om vergoedingen na uitdiensttreding te verstrekken ontstaat. De verplichting ontstaat wanneer werknemers diensten verlenen in ruil voor vergoedingen na uitdiensttreding die een entiteit verwacht te betalen in toekomstige verslagperioden. Het agendabesluit specificeert dat het dienstverband van de werknemer vóór de datum van onvoorwaardelijk worden aanleiding geeft tot een feitelijke verplichting omdat aan het einde van elke opeenvolgende verslagperiode het bedrag van de toekomstige diensttijd die een werknemer moet leveren voordat hij recht heeft op de vergoeding, wordt verminderd.
De verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten zijn aan het einde van 2021 voor Indonesië aangepast om de impact weer te geven van het IFRIC-agendabesluit van mei 2021 op de toekenning van vergoedingen aan dienstperioden. Deze wijziging had gevolgen voor zowel de toegezegdpensioenverplichting (€ 1,6 miljoen afname) als het niveau van de pensioenlasten.
(b). Herindeling van de implementatie- en configuratiekosten in verband met cloud computing-regelingen
In april 2021 publiceerde het IFRS Interpretations Committee een agendabesluit over de verduidelijking van de boekhoudkundige verwerking van implementatieen configuratiekosten gelinkt aan applicatiesoftware van een leverancier in een SaaS oplossing die is bepaald als een servicecontract.
De Groep had configuratie- en implementatiekosten van dergelijke applicatiesoftware in een cloud-gebaseerde computerovereenkomst eerder gekapitaliseerd als immateriële vaste activa, aangezien de Groep van mening was dat deze kosten gedurende de levensduur van het actief meerwaarde zouden brengen.
Gezien de aard van deze agendabeslissing en het belang van uitgaven verbonden met de digitale transformatie van de Groep, heeft de Groep haar grondslag voor financiële verslaggeving met betrekking tot eerder geactiveerde Softwareas-a-service (SaaS)-kosten gealigneerd in overeenstemming met de IFRICrichtlijnen die zijn uitgegeven. De Groep zal kosten alleen als immateriële vaste activa opnemen als de configuratie- of implementatieactiviteiten een immaterieel vast actief creëren dat door de Groep wordt gecontroleerd en indien het immaterieel vast actief voldoet aan de opnamecriteria. Kosten die niet resulteren in immateriële vaste activa worden als kosten opgenomen wanneer ze worden gemaakt. Vanwege de complexiteit van de beoordeling en het aantal IT-projecten binnen de Groep, werd de analyse met betrekking tot de impact van het IFRIC-besluit pas in de loop van 2022 afgerond. De herziening van de grondslagen voor financiële verslaggeving is met terugwerkende kracht verwerkt, wat heeft geresulteerd in een aanpassing van het voorgaande boekjaar. De herformulering heeft invloed op de balans in NV Bekaert, waar € 4,1 miljoen werd geherclassificeerd van immateriële vaste activa naar IT-kosten in de winst- en verliesrekening.
De herwerkingseffecten worden voor de staten niet voorgesteld in de jaarrekening, maar hieronder samengevat in een beknopt formaat. Er wordt gerefereerd naar een van bovenstaande herwerkingseffecten (a of b) waar passend.
| Geconsolideerde winst-en verliesrekening in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december |
2021 zoals gepubliceerd |
2021 herwerkings effecten |
2021 zoals herwerkt |
|---|---|---|---|
| Administratieve kosten | -161 090 | -4 113 | -165 203 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 62 940 | 1 617 | 64 556 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 513 086 | -2 497 | 510 589 |
| EBIT - Onderliggend | 514 617 | -2 497 | 512 121 |
| Resultaat vóór belastingen | 476 296 | -2 497 | 473 799 |
| Winstbelastingen | -133 296 | -418 | -133 714 |
| Resultaat na belastingen (geconsolideerde ondernemingen) |
343 000 | -2 915 | 340 085 |
| PERIODERESULTAAT | 450 620 | -2 915 | 447 705 |
| Toerekenbaar aan | |||
| aandeelhouders van Bekaert | 406 977 | -2 915 | 404 062 |
| minderheidsbelangen van derden | 43 643 | — | 43 643 |
| Winst per aandeel in € per aandeel |
2021 zoals gepubliceerd |
2021 herwerkings effecten |
2021 zoals herwerkt |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan de Groep | |||
| Basisberekening | 7,14 | -0,05 | 7,09 |
| Na verwateringseffect | 7,06 | -0,05 | 7,01 |
| Geconsolideerd overzicht van het volledig perioderesultaat in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december |
2021 zoals gepubliceerd |
2021 herwerkings effecten |
2021 zoals herwerkt |
|---|---|---|---|
| Perioderesultaat | 450 620 | -2 915 | 447 705 |
| Andere elementen van het resultaat | |||
| Andere elementen van het resultaat die later geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening |
|||
| Omrekeningsverschillen ontstaan in de loop van het jaar (a) |
91 161 | 56 | 91 217 |
| Andere elementen van het resultaat die later geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en verliesrekening, na belastingen |
88 173 | 56 | 88 229 |
| Andere elementen van het resultaat | 137 909 | 56 | 137 965 |
| VOLLEDIG PERIODERESULTAAT | 588 529 | -2 859 | 585 670 |
| Toerekenbaar aan | |||
| aandeelhouders van Bekaert | 545 660 | -2 859 | 542 801 |
| minderheidsbelangen van derden | 42 869 | — | 42 869 |
| Activa per 31 december in duizend € |
2021 zoals gepubliceerd |
2021 herwerkings effecten |
2021 zoals herwerkt |
|---|---|---|---|
| Vaste activa | |||
| Immateriële activa (b) | 61 440 | -4 113 | 57 326 |
| Uitgestelde belastingvordering (a+b) | 119 599 | -355 | 119 244 |
| Totaal | 4 843 756 | -4 468 | 4 839 288 |
| Passiva per 31 december in duizend € |
2021 zoals gepubliceerd |
2021 herwerkings effecten |
2021 zoals herwerkt |
| Overgedragen resultatent (a+b) | 1 984 791 | -2 915 | 1 981 876 |
| Overige groepsreserves (a) | -232 012 | 56 | -231 957 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
1 969 551 | -2 859 | 1 966 692 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar | 1 107 | -2 | 1 106 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen (a). | 77 659 | -1 688 | 75 971 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen (a+b) | 51 979 | 79 | 52 059 |
| Totaal | 4 843 756 | -4 468 | 4 839 288 |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht in duizend € |
2021 zoals gepubliceerd |
2021 herwerkings effecten |
2021 zoals herwerkt |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsactiviteiten | |||
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 513 086 | -2 497 | 510 589 |
| Posten zonder kasstroomeffect verwerkt in het bedrijfsresultaat (a) |
190 222 | -1 617 | 188 605 |
| Brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 536 997 | -4 113 | 532 884 |
| Geconsolideerd mutatie-overzicht van het eigen vermogen in duizend € |
2021 zoals gepubliceerd |
2021 herwerkings effecten |
2021 zoals herwerkt |
|---|---|---|---|
| Openingssaldo | |||
| Volledig perioderesultaat | 588 529 | -2 859 | 585 670 |
| Slotsaldo | 2 100 522 | -2 859 | 2 097 663 |

Bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep is het management genoodzaakt om beoordelingen, schattingen en veronderstellingen over de boekwaarde van activa en verplichtingen te maken die niet onmiddellijk beschikbaar zijn uit enigerlei bronnen. Deze beoordelingen, schattingen en veronderstellingen worden voortdurend opnieuw geëvalueerd.
Hierna volgen de significante beoordelingen, met uitzondering van deze die bestaan uit schattingen (zie toelichting 3.2. 'Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden'), die een belangrijke invloed hebben op de gerapporteerde bedragen in deze geconsolideerde jaarrekening.
• Uitgestelde belastingvorderingen werden enkel geboekt in de mate dat het waarschijnlijk was dat er toekomstige belastbare winsten zouden gemaakt worden, rekening houdend met zowel positieve als negatieve elementen. Deze afweging is gemaakt rekening houdend met voorzichtige schattingen op basis van het businessplan van de betrokken entiteit, meestal gekoppeld aan een tijdshorizon van 5 jaar. In sommige landen zijn uitgestelde belastingvorderingen op beleggingsverliezen, operationele verliezen en aftrekposten geboekt in de mate van geboekte onzekere belastingposities om aan te tonen dat sommige aanpassingen omwille van belastingcontroles zouden leiden tot een aanpassing van de belastingverliezen in plaats van een betaling van een belastingkost door de betrokken entiteit.
Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste veronderstellingen omtrent de toekomst en de belangrijkste andere bronnen van schattingsonzekerheden op het einde van de verslagperiode die een risico inhouden op beduidende aanpassingen aan de boekwaarden van activa en verplichtingen in de komende verslagperiode.
kunnen brengen. Gezien de belastingcontroles meerdere jaren kunnen duren verhoogt dit nog de onzekerheid. Gezien de uitkomst van zulke belastingcontroles onzeker is, heeft Bekaert in de algehele evaluatie van mogelijke belastingschulden rekening gehouden met de kwaliteit van zijn aangifteposities die het onderwerp uitmaken van iedere belastingcontrole, en concludeert dat de Groep inzake dergelijke blootstellingen voldoende verplichtingen opgenomen heeft in haar geconsolideerde jaarrekening. Overeenkomstig besluit Bekaert dat het onwaarschijnlijk is dat mogelijke belastingblootstellingen meer dan de bedragen momenteel opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening een materieel effect zullen hebben op haar financiële positie. Zowel de duurtijd als de positie aangenomen door de belastingautoriteiten geven aanleiding tot onzekerheid en een risico dat kan leiden tot een aanpassing in het volgende boekjaar van de opgenomen bedragen voor belastingschulden gerelateerd aan onzekere belastingposities. Bekaert heeft per jaareinde 2022 onzekere belastingposities opgenomen ten bedrage van € 43,8 miljoen (2021: € 38,9 miljoen). Zie ook toelichting 6.21. 'Belastingposities'.
De evolutie van de macro-economische omgeving heeft ondernemingen overal ter wereld beïnvloed. De Groep heeft de risico's in verband met die ontwikkelingen in kaart gebracht en heeft maatregelen genomen om ze te beperken, zoals beschreven in de Corporate Governance verklaringen hoofdstuk "Algemene interne controle en ERM" van dit verslag.
Impactvolle veranderingen in de vraag kunnen sectoren beïnvloeden die relevant zijn voor Bekaert. Een crisis of recessie kan leiden tot een vraagdaling als gevolg van een zwak consumentenvertrouwen en uitgestelde investeringen. De daaruit voortvloeiende overcapaciteit stroomopwaarts en stroomafwaarts kan leiden tot prijserosie in de hele toeleveringsketen. Om deze risico's te beperken, implementeert Bekaert maatregelen om kostenconcurrerend te zijn, kosten te verlagen en kosteninflatie door te rekenen.
De maatregelen om de kosten te verlagen en de kosteninflatie door te rekenen, worden weerspiegeld in de geconsolideerde jaarrekening van 2022. De Groep zag in 2022 aanzienlijke stijgingen van de kosten van grondstoffen van de Groep, voornamelijk walsdraad, en van de energiekosten. (zie toelichting 5.3. Bedrijfsresultaat (EBIT) naar aard). Alle business units reageerden goed op deze uitdagingen met het doorberekenen van kostenstijgingen. De onderliggende EBIT-evolutie toont aan dat de positieve prijs- en miximpact werd gedreven door verdere businessmixverbeteringen en sterke prijszettingsdiscipline. Deze impact kon de ongunstige effecten van lagere omzetvolumes en hogere cashconversiekosten door de onderabsorptie van vaste overheadkosten meer dan compenseren. (zie toelichting 5.2. Bedrijfsresultaat (EBIT) per functie en persbericht met betrekking tot de jaarresultaten 2022).
Bij de waardering van de toegezegdpensioenregelingen van de Groep worden de belangrijkste actuariële veronderstellingen ook beïnvloed door de macroeconomische evolutie. De details van deze waarderingen zijn opgenomen in toelichting 6.16. 'Voorzieiningen voor personeelsbeloningen'. Wijzigingen geboekt via het eigen vermogen bedroegen in 2022 € -3,4 miljoen en waren het gevolg van een verlies van € 97,3 miljoen op fondsbeleggingen als gevolg van een negatief vermogensrendement, gecompenseerd door € 100,7 miljoen winst in de toegezegdpensioenregeling. Dit laatste kan worden opgesplitst in winst van € 119,0 miljoen als gevolg van wijzigingen in financiële assumpties als gevolg van verhoogde disconteringsvoeten en toegenomen inflatieassumptie, verlies van € 1,9 miljoen als gevolg van wijzigingen in demografische assumpties en verliezen van € 16,4 miljoen aan passiva als gevolg van ervaringsaanpassingen.
Bekaert heeft in 2022 samenwerkingen afgesloten die de markttoegang en onze technologische posities in sectoren met hoge groei verbeteren (zie toelichting 6.6. Overige vaste activa). Deze omvatten:
Verder heeft de Groep Virtual Power Purchase Agreements (VPPA) ondertekend (zie toelichting 7.2. Beheer van financiële risico's en financiële instrumenten) in de VS en India, en installeert het een zonnepanelenpark in Ubisa (Spanje) om de broeikasgasuitstoot te helpen verminderen en compenseren.
De Groep heeft in 2022 ook geïnvesteerd in kapitaaluitgaven ter ondersteuning van ecologisch duurzame activiteiten (zie toelichting 6.3. Materiële vaste activa en het hoofdstuk 'EU Taxonomie kritische prestatieindicatoren' in de Milieugegevens).
Sinds de uitbraak van het conflict in Oekraïne hebben we onze activiteiten in en met Rusland significant verminderd. De aanwezigheid van Bekaert in Rusland omvat een productievestiging (Lipetsk) en een verkoopkantoor (Moskou), voornamelijk actief voor het segment Rubberversterking. De meeste van hun activiteiten zijn binnenlands gebonden (lokale inkoop en productie en binnenlandse verkoop). De resultaten van de productievestiging (Lipetsk) in Rusland zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van 2022. Aangezien het aanhoudende conflict een duidelijke indicator is voor bijzondere waardevermindering; heeft de Groep een test op bijzondere afwaardering uitgevoerd op jaareinde op basis van gebruikswaarde. Gebaseerd op het resultaat hiervan heeft de Groep besloten om de vaste activa volledig af te waarderen. Om die reden nemen we in 2022 een uitzonderlijke non-cash kost op in het resultaat voor een bedrag van € 55 miljoen (zie toelichting 5.2. Bedrijfsresultaat (EBIT) per functie).
Op 31 december 2022 bleven voor € 26 miljoen aan geconsolideerde vlottende activa en voor € 3 miljoen aan geconsolideerde verplichtingen over met betrekking tot activiteiten in de Lipetsk-fabriek. Lipetsk heeft ook een schuldpositie tegenover partners binnen de Groep van € 35 miljoen en overige verplichtingen tegenover partners binnen de Groep voor € 12 miljoen.
We blijven de mogelijke impact van toepasselijke sancties of beperkingen op onze Russische entiteit volgen. De bijdrage van de Russische entiteiten bedraagt ongeveer 1,1% van het Groepstotaal. Onze blootstelling aan de Russische roebel wordt gepresenteerd in toelichting 7.2.'Beheer van financiële risico's en financiële instrumenten'. Onze cumulatieve wisselkoersaanpassingen op de Russische roebel worden gepresenteerd in toelichting 6.14.'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'.

Staaldraad transformeren en unieke deklaagoplossingen toepassen, dat zijn onze kernactiviteiten. Afhankelijk van de wensen van onze klanten trekken we draad in diverse diameters en sterktes, zelfs tot ultrafijne vezels van één micron. We bundelen draden tot koord, kabels en strengen, weven of breien ze tot een weefsel of verwerken ze tot een eindproduct. De coatings die we aanbrengen verminderen wrijving, verbeteren de corrosiebestendigheid of bevorderen de adhesie met andere materialen. We ontwikkelen ook producten en oplossingen die zijn gemaakt van andere metalen en materialen. Dit is onderdeel van onze strategie om creativiteit te stimuleren beyond steel.
Bekaert gebruikt een business segmentatie om de aard en de financiële prestaties van het bedrijf als geheel te evalueren, in overeenstemming met de manier waarop de financiële prestaties worden gerapporteerd aan de chief operating decision maker (Bekaert Group Executive (BGE)). De business units (BU) van de Groep worden gekenmerkt door BUspecifieke product- en marktprofielen, industrietrends, kostenfactoren en technologienoden die aangepast zijn aan de specifieke industrievereisten. Meer informatie over de segmenten vindt u in het deel 'Over ons' van dit verslag.
De volgende vier segmenten worden gepresenteerd:


Enkel de elementen van het kapitaalgebruik (immateriële activa, goodwill, materiële vaste activa, recht-op-gebruik vaste activa en de elementen van het operationeel werkkapitaal) worden toegewezen aan de verscheidene segmenten. Alle andere activa en verplichtingen worden gerapporteerd als 'niet-toegewezen activa en verplichtingen'. 'Groep' omvat voornamelijk de functionele eenheid innovatie en technologie, engineering en niet-doorgerekende kosten voor groepsmanagement en -diensten; het is geen rapporteerbaar segment op zich. Eventuele verkopen tussen segmenten gebeuren tegen prijzen die beantwoorden aan het arm's length principe. Intersegment omvat voornamelijk eliminaties van vorderingen en schulden, van verkopen en van marges op overdrachten van voorraden en van vaste activa en de bijhorende aanpassingen aan afschrijvingen en waardeverminderingen.
Er worden geen andere materiële rapportage-items dan de hieronder genoemde verstrekt aan de chief operating decision maker.
| in duizend € | Rubber versterking |
Staaldraad toepassingen |
Specialty Businesses |
BBRG | Groep | Intersegment | Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde omzet aan derden | 2 054 155 | 1 818 504 | 475 661 | 481 000 | 10 339 | — | 4 839 659 |
| Geconsolideerde omzet | 2 090 259 | 1 856 998 | 488 129 | 483 165 | 94 227 | -173 118 | 4 839 659 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 245 783 | 212 860 | 71 112 | 36 263 | -54 572 | 1 640 | 513 086 |
| EBIT - Onderliggend | 247 371 | 209 330 | 71 872 | 45 050 | -60 692 | 1 686 | 514 617 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen ² | 96 480 | 38 488 | 8 511 | 28 077 | 4 284 | -10 067 | 165 774 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 79 | -1 535 | 45 | — | -107 | — | -1 518 |
| EBITDA | 342 342 | 249 813 | 79 668 | 64 340 | -50 394 | -8 426 | 677 342 |
| Activa van het segment | 1 642 685 | 1 141 109 | 350 997 | 579 047 | -35 946 | -146 702 | 3 531 190 |
| Niet-toegewezen activa | 1 312 566 | ||||||
| Totaal activa | 4 843 756 | ||||||
| Verplichtingen van het segment | 436 168 | 517 914 | 120 461 | 135 824 | 119 644 | -74 383 | 1 255 628 |
| Niet-toegewezen verplichtingen | 1 487 606 | ||||||
| Totaal verplichtingen | 2 743 234 | ||||||
| Kapitaalgebruik | 1 206 517 | 623 195 | 230 536 | 443 223 | -155 590 | -72 319 | 2 275 562 |
| Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik | 1 150 373 | 559 338 | 224 152 | 433 278 | -123 646 | -74 465 | 2 169 030 |
| ROCE | 21,4% | 38,1% | 31,7% | 8,4% | — | — | 23,7% |
| Investeringsuitgaven materiële vaste activa | 58 392 | 42 907 | 17 944 | 40 160 | 1 735 | -7 835 | 153 302 |
| Investeringsuitgaven immateriële activa | 465 | 1 752 | 76 | 111 | 10 809 | -360 | 12 852 |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
8 701 | 98 924 | — | — | -6 | — | 107 619 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
49 977 | 138 670 | — | — | 13 | — | 188 661 |
| Aantal personeelsleden (einde jaar) ¹ | 12 437 | 6 121 | 1 534 | 2 287 | 1 130 | — | 23 509 |

| in duizend € | Rubber versterking |
Staaldraad toepassingen |
Specialty Businesses |
BBRG | Groep | Intersegment | Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde omzet aan derden ⁴ | 2 054 155 | 1 818 504 | 475 661 | 481 000 | 10 339 | — | 4 839 659 |
| Geconsolideerde omzet | 2 090 259 | 1 856 998 | 488 129 | 483 165 | 94 227 | -173 118 | 4 839 659 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 247 175 | 213 012 | 71 112 | 36 336 | -58 685 | 1 640 | 510 589 |
| EBIT - Onderliggend | 248 764 | 209 481 | 71 872 | 45 122 | -64 805 | 1 686 | 512 121 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen ² | 96 480 | 38 488 | 8 511 | 28 077 | 4 284 | -10 067 | 165 774 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 79 | -1 535 | 45 | — | -107 | — | -1 518 |
| EBITDA | 343 734 | 249 965 | 79 668 | 64 413 | -54 508 | -8 426 | 674 845 |
| Activa van het segment | 1 642 685 | 1 141 109 | 350 997 | 579 047 | -40 059 | -146 702 | 3 527 077 |
| Niet-toegewezen activa | 1 312 212 | ||||||
| Totaal activa | 4 839 288 | ||||||
| Verplichtingen van het segment | 436 168 | 517 914 | 120 461 | 135 824 | 119 644 | -74 383 | 1 255 628 |
| Niet-toegewezen verplichtingen | 1 485 997 | ||||||
| Totaal verplichtingen | 2 741 625 | ||||||
| Kapitaalgebruik | 1 206 517 | 623 195 | 230 536 | 443 223 | -159 703 | -72 319 | 2 271 449 |
| Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik | 1 150 373 | 559 338 | 224 152 | 433 278 | -125 703 | -74 465 | 2 166 973 |
| ROCE | 21,5% | 38,1% | 31,7% | 8,4% | — | — | 23,6% |
| Investeringsuitgaven materiële vaste activa | 58 392 | 42 907 | 17 944 | 40 160 | 1 735 | -7 835 | 153 302 |
| Investeringsuitgaven immateriële activa | 465 | 1 752 | 76 | 111 | 6 695 | -360 | 8 739 |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
8 701 | 98 924 | — | — | -6 | — | 107 619 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
49 977 | 138 670 | — | — | 13 | — | 188 661 |
| Aantal personeelsleden (einde jaar) ¹ | 12 437 | 6 121 | 1 534 | 2 287 | 1 130 | — | 23 509 |
| in duizend € | Rubber versterking |
Staaldraad toepassingen |
Specialty Businesses |
BBRG | Groep | Intersegment | Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde omzet aan derden | 2 197 607 | 2 081 592 | 766 472 | 584 702 | 21 417 | — | 5 651 790 |
| Geconsolideerde omzet | 2 228 682 | 2 137 571 | 788 242 | 588 819 | 118 857 | -210 380 | 5 651 790 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 110 776 | 146 563 | 130 986 | 38 744 | -67 234 | 5 918 | 365 754 |
| EBIT - Onderliggend | 178 665 | 148 083 | 131 766 | 60 418 | -61 552 | 1 183 | 458 563 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen ² | 91 038 | 48 666 | 22 171 | 42 745 | 7 881 | -9 706 | 202 795 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 59 050 | 830 | 120 | 2 669 | — | -4 735 | 57 934 |
| EBITDA | 260 865 | 196 059 | 153 277 | 84 158 | -59 353 | -8 522 | 626 483 |
| Activa van het segment | 1 495 373 | 1 114 525 | 470 005 | 628 577 | -54 894 | -141 886 | 3 511 700 |
| Niet-toegewezen activa | 1 317 613 | ||||||
| Totaal activa | 4 829 313 | ||||||
| Verplichtingen van het segment | 376 208 | 387 217 | 142 568 | 137 694 | 109 613 | -74 980 | 1 078 320 |
| Niet-toegewezen verplichtingen | 1 521 437 | ||||||
| Totaal verplichtingen | 2 599 757 | ||||||
| Kapitaalgebruik | 1 119 165 | 727 308 | 327 437 | 490 883 | -164 508 | -66 906 | 2 433 380 |
| Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik | 1 146 926 | 675 960 | 295 100 | 467 986 | -161 860 | -69 776 | 2 354 337 |
| ROCE | 9,7% | 21,7% | 44,4% | 8,3% | — | — | 15,5% |
| Investeringsuitgaven materiële vaste activa | 74 823 | 45 714 | 23 648 | 33 740 | 3 171 | -10 493 | 170 603 |
| Investeringsuitgaven immateriële activa | 397 | 128 | 459 | 4 | 14 260 | -311 | 14 937 |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
-217 | 54 481 | — | — | -7 | — | 54 257 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
54 880 | 167 749 | — | — | -744 | — | 221 886 |
| Aantal personeelsleden (einde jaar) ¹ | 11 491 | 6 310 | 2 133 | 2 421 | 1 196 | — | 23 551 |
¹ Aantal personeelsleden: voltijdse equivalenten.
² Afschrijvingen en waardeverminderingen omvatten afwaarderingen / (terugnames van afwaarderingen) op voorraden en handelsvorderingen.
³ Zie toelichting 2.8. 'Herwerkingseffecten'.
⁴ De slangendraad- en transportband (STB)-activiteiten werden op 1 januari 2022 verschoven van de business unit Rubberversterking naar de business unit Specialty Businesses met impact van de jaar-opjaar groei-indicatoren. De pro forma omzetgroei van Specialty Businesses exclusief het HCB-effect was ongeveer +30%. De HCB-activiteiten genereerden € 115 miljoen aan omzet voor het totale boekjaar 2021 en vertegenwoordigden 5% van de totale omzet van Rubberversterking en 25% van Specialty Businesses. Andere KPI's die worden beïnvloed door de verandering van deze activiteiten zijn beperkt. Er werden geen herwerkingen van 2021 bekendgemaakt in de tabel van de segmenten.

De tabel hieronder toont het relatief gewicht van België (land waar de Onderneming is gevestigd), Chili, China, de Verenigde Staten en Slovakije in termen van omzet en elementen van vaste activa (immateriële activa; goodwill; materiële vaste activa; recht-op-gebruik vaste activa; deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen).
| in duizend € | 2021 | % van totaal | 2022 | % van totaal |
|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde omzet aan derden | ||||
| vanuit België | 372 886 | 8% | 497 830 | 9% |
| vanuit Chili | 537 994 | 11% | 531 096 | 9% |
| vanuit China | 980 016 | 20% | 847 094 | 15% |
| vanuit de VS | 685 071 | 14% | 1 032 090 | 18% |
| vanuit Slovakije | 419 273 | 9% | 540 821 | 10% |
| vanuit andere landen | 1 844 419 | 38% | 2 202 859 | 39% |
| Totaal geconsolideerde omzet aan derden | 4 839 659 | 100% | 5 651 790 | 100% |
| Geselecteerde vaste activa, gelokaliseerd | ||||
| in België ¹ | 118 355 | 7% | 126 717 | 7% |
| in Chili | 79 059 | 4% | 87 449 | 5% |
| in China | 315 190 | 18% | 300 300 | 17% |
| in de VS | 151 264 | 8% | 166 967 | 9% |
| in Slovakije | 125 848 | 7% | 126 725 | 7% |
| in andere landen | 992 874 | 56% | 997 235 | 55% |
| Totaal geselecteerde vaste activa ¹ | 1 782 591 | 100% | 1 805 393 | 100% |
¹ Zie toelichting 2.8. 'Herwerkingseffecten'
Bekaerts top 5-klanten vertegenwoordigden samen 21% (2021: 21%) van de totale geconsolideerde omzet van de Groep, terwijl de volgende top 5-klanten nog eens 5% (2021: 8%) vertegenwoordigden van de totale geconsolideerde omzet van de Groep. Geen enkele individuele klant bracht 10% bij tot de geconsolideerde omzet.

De Groep erkent omzet uit de volgende bronnen: levering van producten en, in beperkte mate, levering van diensten en projecten. Bekaert oordeelt dat de levering van producten de belangrijkste prestatieverplichting is. De Groep erkent omzet op het ogenblik dat de controle over de betrokken producten overgedragen wordt naar de klant. Klanten verwerven controle op het ogenblik van de levering (op basis van de inco terms in voege). Het bedrag dat aan omzet erkend wordt, wordt gecorrigeerd voor volumekortingen. Er wordt geen correctie gemaakt voor teruggaves of garanties of variabele vergoedingen gezien de impact op basis van historische informatie als niet materieel geacht wordt.
De disaggregatie van opbrengsten op basis van het moment waarop opbrengsten worden opgenomen, d.w.z. op een moment in de tijd of over een periode (gebruikelijk voor ontwikkelingsactiviteiten), brengt niet veel toegevoegde waarde aangezien de verkoop van machines aan derden zeer weinig bijdraagt tot de totale omzet.
| in duizend € | 2021 | % van totaal | 2022 | % van totaal |
|---|---|---|---|---|
| Verkoop van goederen | 4 836 089 | 99,9% | 5 641 267 | 99,8% |
| Verkoop van machines door engineering | 3 449 | 0,1% | 10 202 | 0,2% |
| Andere verkopen | 122 | 0,0% | 321 | 0,0% |
| Netto-omzet | 4 839 659 | 100,0% | 5 651 790 | 100,0% |
In de volgende tabel wordt de netto-omzet gedisaggregeerd per sector inclusief een reconciliatie tussen de netto-omzet per sector en de operationele segmenten van de Groep (zie toelichting 4.1. 'Kerncijfers per rapporteringssegment'). Deze analyse wordt ook vaak getoond in persberichten, aandeelhoudersbrochures en andere presentaties.
| in duizend € | Rubber versterking |
Staaldraad toepassingen |
Specialty Businesses |
BBRG | Groep | Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Sector | ||||||
| Banden en automobiel | 1 932 457 | 168 775 | 34 114 | 8 538 | — | 2 143 884 |
| Energie en nutsvoorzieningen |
236 | 233 581 | 23 343 | 82 404 | — | 339 563 |
| Bouw | 11 | 568 665 | 349 639 | 68 914 | — | 987 229 |
| Consumptiegoederen | — | 135 793 | 4 335 | — | — | 140 128 |
| Landbouw | — | 310 871 | — | 40 084 | — | 350 955 |
| Machinebouw | 111 002 | 96 451 | 3 601 | 144 506 | 10 339 | 365 898 |
| Grondstoffen | 10 450 | 304 370 | 60 628 | 136 555 | — | 512 002 |
| Totaal | 2 054 155 | 1 818 504 | 475 661 | 481 000 | 10 339 | 4 839 659 |
| in duizend € | Rubber versterking |
Staaldraad toepassingen |
Specialty Businesses |
BBRG | Groep | Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Sector | ||||||
| Banden en automobiel | 2 195 338 | 135 542 | 39 170 | 9 817 | — | 2 379 867 |
| Energie en nutsvoorzieningen |
785 | 342 535 | 30 868 | 111 371 | — | 485 559 |
| Bouw | — | 640 971 | 457 656 | 76 398 | — | 1 175 025 |
| Consumptiegoederen | — | 124 880 | 4 130 | — | — | 129 010 |
| Landbouw | — | 367 459 | — | 42 172 | — | 409 631 |
| Machinebouw | — | 128 670 | 136 401 | 163 231 | 21 417 | 449 719 |
| Grondstoffen | 1 482 | 341 537 | 98 247 | 181 713 | — | 622 979 |
| Totaal | 2 197 605 | 2 081 594 | 766 472 | 584 702 | 21 417 | 5 651 790 |
| in duizend € | 2021 | 2022 | verschil (%) |
|---|---|---|---|
| Omzet | 4 839 659 | 5 651 790 | 16,8% |
| Kostprijs van verkopen | -3 953 752 | -4 879 310 | 23,4% |
| Marge op omzet | 885 907 | 772 479 | -12,8% |
| Marge op omzet in % van omzet | 18,3% | 13,7% |
Bekaert realiseerde een geconsolideerde omzet van € 5,6 miljard in 2022, een stijging van 16,8% in vergelijking met vorig jaar. Dit stijging werd gerealiseerd dankzij productprijsverhoging als snel antwoord op de economisch uitdagingen en de hoge kosteninflatie. De organische omzetstijging (11,8%) was het gevolg van hogere verrekende walsdraadprijzen (10,5%) en andere prijsmixeffecten over het volledige jaar (10,1%), evenwel gedeeltelijk verminderd met een daling van de volumes (-8,8%). De wisselkoersbewegingen waren 5% positief (hoofdzakelijk gerelateerd aan de US dollar en Chinese renminbi).
De omzet van de groep daalde met € 113,4 miljoen in absolute bedragen (-12,8%). Dit resulteert in een marge op omzet van 13,7% (2021: 18,3%). De daling van de omzet is het gevolg van een daling van de volumes in combinatie met hoge inflatie en hogere kosten voor energie en grondstoffen. De daling werd gedeeltelijk gecompenseerd met hogere verkoopsprijzen.
| in duizend € | 2021 | 2022 | verschil (%) |
|---|---|---|---|
| Commerciële kosten | -186 239 | -205 938 | 10,6% |
| Administratieve kosten¹ | -165 204 | -160 472 | -2,9% |
| Kosten voor onderzoek en ontwikkeling | -59 537 | -62 315 | 4,7% |
| Totaal | -410 980 | -428 725 | 4,3% |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
De overheadkosten stegen met € 17,7 miljoen tot € 428,7 miljoen (7,6% van omzet). De stijging in absolute termen was hoofdzakelijk het gevolg van de negatieve wisselkoerseffecten van € 10,5 miljoen (voornamelijk gerelateerd aan negatieve wisselkoersresultaten in Amerikaanse dollar en Chinese renminbi), en hogere kosten op IT projecten, als het gevolg van de digitale transformatie. De impact van eenmalige elementen afkomstig
van de herstructureringsprogramma's op de overheadkosten stegen met € 5,3 miljoen en hadden hoofdzakelijk betrekking op ontslagkosten. In 2022 waren in de verkoopskosten voor € -6,0 miljoen (2021: € -3,0 miljoen) voorzieningen voor dubieuze debiteuren en voor € 8,0 miljoen (2021: € 4,4 miljoen) vrijval van ongebruikte voorzieningen en aangewende bedragen voor dubieuze debiteuren inbegrepen.
| in duizend € | 2021 | 2022 | verschil |
|---|---|---|---|
| Ontvangen royalty's | 15 209 | 18 673 | 3 464 |
| Winsten op verkoop van immateriële en materiële vaste activa |
8 458 | 12 340 | 3 883 |
| Gerealiseerde wisselresultaten op verkopen en aankopen |
1 237 | — | -1 237 |
| Terugbetaalde belastingen | 429 | 26 | -403 |
| Overheidssubsidies | 1 039 | 2 631 | 1 592 |
| Ontvangen vergoedingen voor schadeclaims | 2 855 | 2 345 | -510 |
| Herstructurering¹ | 23 304 | 1 515 | -21 789 |
| Milieu | 148 | 100 | -48 |
| Overige opbrengsten² | 11 876 | 10 217 | -1 659 |
| Totaal | 64 556 | 47 848 | -16 709 |
¹ Hoofdzakelijk winsten uit de verkoop van vaste activa
² Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
| in duizend € | 2021 | 2022 | verschil | |
|---|---|---|---|---|
| Betaalde royalties | -1 012 | -951 | 62 | |
| Verliezen op verkoop van immateriële en materiële vaste activa |
-1 375 | -760 | 615 | |
| Afschrijvingen op immateriële activa | -1 512 | -1 500 | 12 | |
| Bankkosten | -2 776 | -3 660 | -884 | |
| Aan belastingen gerelateerde kosten (andere dan winstbelastingen) |
-2 639 | -3 841 | -1 202 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | -278 | -857 | -579 | |
| Herstructurering | -12 379 | -5 932 | 6 447 | |
| Milieu | -37 | -1 225 | -1 187 | |
| Verliezen op afgestoten activiteiten | -170 | -210 | -40 | |
| Overige kosten | -6 716 | -6 912 | -196 | |
| Totaal | -28 894 | -25 848 | 3 046 |
Het inkomen van royalties nam met 23% toe ten gevolge van hogere omzet. Overheidssubsidies hadden voornamelijk betrekking op subsidies in China. Er zijn geen aanwijzingen dat niet aan de voorwaarden voor dergelijke subsidies zal kunnen worden voldaan en dus ook niet dat de subsidies mogelijk teruggestort moeten worden in de toekomst.
De winsten op verkoop van immateriële en materiële vaste activa bevatten in 2022 de opbrengsten uit de verkoop van activa die geen deel uitmaken van herstructureringsprogramma's, voornamelijk in Groot-Brittannië.
Wegens een wijziging in de presentatie van de groep, worden niet gerealizeerde wiselkoerseffecten op verkopen en aankopen niet langer op een afzonderlijke lijn voorgesteld binnen andere bedrijfsopbrengsten. De impact wordt nu getoond in kostprijzen van de verkopen.
In 2022 bestaan 'Herstructurering - opbrengsten' hoofdzakelijk uit de opbrengsten van de verkopen van gronden en gebouwen volgend op de sluiting van fabrieken ten gevolge van herstructureringen. 'Herstructurering - kosten' aan de andere kant bevatten een deel (ontslagkosten en bijzondere waardeverminderingen) gerelateerd aan de herstructureringsprogramma's en sluiting van fabrieken.
In 2021 bestaan 'Herstructurering - opbrengsten' hoofdzakelijk uit de opbrengsten van de verkopen van gronden en gebouwen volgend op de sluiting van fabrieken ten gevolge van herstructureringen met daarnaast bijkomende impact van de terugname van zowel waardeverminderingen op voorraden alsook bijzondere waardeverminderingen op materiële en immateriële activa. 'Herstructurering - kosten' aan de andere kant bevatten een deel (ontslagkosten en bijzondere waardeverminderingen) gerelateerd aan de herstructureringsprogramma's en sluiting van fabrieken.
De bijzondere waardeverminderingen in 2022 waren hoofdzakelijk voor activa de Verenigde Staten als gevolg van de sluiting van fabrieken.
De milieukosten in 2022 zijn voornamelijk in kader van het saneringsproject in Rome (VS) en milieuvoorzieningen in verband met de sluiting van de Figline-fabriek (Italië).
De sectie 'Overige' van de 'Andere bedrijfsopbrengsten' bevatten in 2022 en 2021 de wisselkoers impact gerelateerd aan de afstoting van bedrijven.
| EBIT gerapporteerd en onderliggend | 2021 | 2022 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | gerapporteerd | waarvan onderliggend |
waarvan eenmalige elementen |
gerapporteerd | waarvan onderliggend |
waarvan eenmalige elementen |
| Omzet | 4 839 659 | 4 839 659 | — | 5 651 790 | 5 651 790 | — |
| Kostprijs van verkopen | -3 953 752 | -3 936 874 | -16 878 | -4 879 310 | -4 795 329 | -83 981 |
| Marge op omzet | 885 907 | 902 785 | -16 878 | 772 479 | 856 460 | -83 981 |
| Commerciële kosten | -186 239 | -186 017 | -222 | -205 938 | -204 858 | -1 080 |
| Administratieve kosten¹ | -165 204 | -166 574 | 1 370 | -160 472 | -157 414 | -3 059 |
| Kosten voor onderzoek en ontwikkeling | -59 537 | -59 440 | -97 | -62 315 | -62 139 | -176 |
| Andere bedrijfsopbrengsten¹ | 64 556 | 37 745 | 26 812 | 47 848 | 45 204 | 2 643 |
| Andere bedrijfskosten | -28 894 | -16 377 | -12 517 | -25 848 | -18 691 | -7 157 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 510 589 | 512 121 | -1 531 | 365 754 | 458 563 | -92 810 |
De volgende tabellen combineren de gerapporteerde en onderliggende resultaten en geven een analyse van de eenmalige elementen per categorie (zoals gedefinieerd in toelichting 2.6. 'Alternatieve prestatiemaatstaven), operationele segmenten en elementen in de winst-en-verliesrekening.
| in duizend € | Kostprijs van verkopen |
Commerciële kosten |
Administratieve kosten |
Onderzoek en ontwikkeling |
Andere bedrijfs opbrengsten |
Andere bedrijfskosten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Herstructureringsprogramma's per segment | |||||||
| Rubberversterking 1 | -1 749 | 356 | -25 | -171 | — | — | -1 588 |
| Staaldraadtoepassingen 2 | -2 105 | -185 | -138 | -771 | 11 035 | -4 246 | 3 589 |
| Specialty Businesses 3 | 476 | -733 | -49 | 5 | 276 | -331 | -356 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) 4 | -10 344 | 34 | 36 | — | 11 493 | -7 617 | -6 399 |
| Groep 5 | -391 | 476 | 1 639 | 868 | 547 | -184 | 2 955 |
| Intersegment | — | — | — | — | -46 | — | -46 |
| Totaal herstructureringsprogramma's | -14 114 | -52 | 1 464 | -69 | 23 304 | -12 379 | -1 845 |
| Afstoting van activiteiten | |||||||
| Groep 6 | — | -170 | — | — | — | — | -170 |
| Totaal afstoting van activiteiten | — | -170 | — | — | — | — | -170 |
| Milieuprovisies/(terugdraai van provisies) | |||||||
| Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) 4 | -2 360 | — | — | -28 | — | — | -2 388 |
| Groep | — | — | — | — | 148 | -37 | 111 |
| Totaal milieuprovisies/(terugdraai van provisies) | -2 360 | — | — | -28 | 148 | -37 | -2 277 |
| Andere gebeurtenissen en transacties | |||||||
| Staaldraadtoepassingen | — | — | -59 | — | — | — | -59 |
| Specialty Businesses | -405 | — | — | — | — | — | -405 |
| Groep 7 | — | — | -35 | — | 3 359 | -100 | 3 224 |
| Totaal andere gebeurtenissen en transacties | -405 | — | -93 | — | 3 359 | -100 | 2 761 |
| Totaal | -16 878 | -222 | 1 370 | -97 | 26 812 | -12 517 | -1 531 |
¹ Had voornamelijk betrekking op de sluiting van de fabriek in Figline (Italië) en pensioenplannen in Spanje en Italië.
² Had voornamelijk betrekking op opbrengsten en kosten als gevolg van de herstructurering in Noord-Amerika en opbrengsten gerelateerd aan de herstructurering in Maleisië.
³ Had voornamelijk betrekking op de herstructurering in verbrandingstechnologie en zaagdraadactiviteiten..
⁴ Had voornamelijk betrekking op de herstructurering in Canada.
5 Had voornamelijk betrekking op de herstructurering in België.
6 Vrijwaring van contractuele aansprakelijkheid met betrekking tot eerdere desinvesteringen.
7 Had voornamelijk betrekking op de liquidatie van een vennootschap in China en Costa Rica.
| in duizend € | Kostprijs van verkopen |
Commerciële kosten |
Administratieve kosten |
Onderzoek en ontwikkeling |
Andere bedrijfs opbrengsten |
Andere bedrijfskosten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Herstructureringsprogramma's per segment | |||||||
| Rubberversterking 1 | -4 489 | -208 | -644 | — | — | -2 413 | -7 753 |
| Staaldraadtoepassingen 2 | -1 506 | 57 | -246 | — | 199 | -23 | -1 519 |
| Specialty Businesses 3 | -267 | — | -165 | -85 | — | -195 | -712 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) 4 | -22 421 | -262 | -80 | -15 | 758 | -127 | -22 148 |
| Groep 5 | -673 | -458 | -1 415 | -77 | 558 | -3 174 | -5 239 |
| Totaal herstructureringsprogramma's | -29 356 | -870 | -2 551 | -176 | 1 515 | -5 932 | -37 371 |
| Bijzondere waardeverminderingen/(terugdraai van bijzondere waardeverminderingen) behalve i.v.m. herstructurering |
|||||||
| Rubberversterking 6 | -59 035 | — | — | — | — | — | -59 035 |
| Specialty Businesses 6 | -324 | — | — | — | — | — | -324 |
| Intersegment 6 | 4 735 | — | — | — | — | — | 4 735 |
| Totaal andere bijzondere waardeverminderingen/ (terugdraai van bijzondere waardeverminderingen) |
-54 624 | — | — | — | — | — | -54 624 |
| Afstoting van activiteiten | |||||||
| Groep 7 | — | -210 | — | — | — | — | -210 |
| Totaal afstoting van activiteiten | — | -210 | — | — | — | — | -210 |
| Milieuprovisies/(terugdraai van provisies) | |||||||
| Rubberversterking 1 | — | — | — | — | — | -1 100 | -1 100 |
| Groep | — | — | — | — | 100 | -125 | -25 |
| Totaal milieuprovisies/(terugdraai van provisies) | — | — | — | — | 100 | -1 225 | -1 125 |
| Andere gebeurtenissen en transacties | |||||||
| Specialty Businesses | — | — | — | — | 256 | — | 256 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) 8 | — | — | — | — | 474 | — | 474 |
| Groep | — | — | -507 | — | 298 | — | -209 |
| Totaal andere gebeurtenissen en transacties | — | — | -508 | — | 1 028 | — | 521 |
| Totaal | -83 981 | -1 080 | -3 059 | -176 | 2 643 | -7 157 | -92 810 |
¹ Had voornamelijk betrekking op de sluiting van de fabriek in Figline (Italië) en het saneringsproject van het gebouw in Rome, US; milieuprovisies hadden betrekking op de sluiting van de Figline fabriek (Italië).
² Had voornamelijk betrekking op ontslagkosten in Latijns Amerika.
³ Had voornamelijk betrekking op ontslagkosten in Bekaert Combustion Technology BV (Nederland).
⁴ Had voornamelijk betrekking op de herstructurering in Duitsland.
5 Had voornamelijk betrekking op de herstructurering in België.
6 Had betrekking op de fabriek in Rusland.
7 Vrijwaring van contractuele aansprakelijkheid met betrekking tot eerdere desinvesteringen.
8 Winst op stapverwerving: VisionTek Engineering Srl (Italië).
De onderstaande tabel levert bijkomende informatie over de toewijzing van de voornaamste componenten van het bedrijfsresultaat (EBIT) per aard van de opbrengsten en kosten.
| in duizend € | 2021 | % op omzet | 2022 | % op omzet |
|---|---|---|---|---|
| Omzet | 4 839 659 | 100% | 5 651 790 | 100% |
| Andere bedrijfsopbrengsten¹ | 64 556 | — | 47 848 | — |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 4 904 215 | — | 5 699 637 | — |
| Zelfgeproduceerde materiële vaste activa | 31 872 | 0,7% | 47 175 | 0,8% |
| Grondstoffen | -1 995 508 | -41,2% | -2 362 439 | -41,8% |
| Halfproducten en handelsgoederen | -523 793 | -10,8% | -529 817 | -9,4% |
| Voorraadwijziging goederen in bewerking en gereed product | 277 348 | 5,7% | 20 192 | 0,4% |
| Personeelskosten | -840 348 | -17,4% | -869 955 | -15,4% |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | -166 905 | -3,4% | -202 795 | -3,6% |
| Bijzondere waardeverminderingen | 1 518 | 0,0% | -57 934 | -1,0% |
| Vervoer- en verhandelingskosten gereed product | -249 476 | -5,2% | -303 486 | -5,4% |
| Hulpstoffen en wisselstukken | -273 318 | -5,6% | -314 986 | -5,6% |
| Kosten voor nutsvoorzieningen | -264 128 | -5,5% | -348 113 | -6,2% |
| Onderhouds- en herstellingskosten | -66 054 | -1,4% | -77 908 | -1,4% |
| Leasing en gerelateerde kosten | -9 451 | -0,2% | -38 129 | -0,7% |
| Commissies in commerciële kosten | -8 008 | -0,2% | -8 739 | -0,2% |
| Douane en accijnzen | -12 760 | -0,3% | -16 350 | -0,3% |
| ICT-kosten¹ | -44 148 | -0,9% | -59 960 | -1,1% |
| Reclame- en promotiekosten | -6 444 | -0,1% | -7 655 | -0,1% |
| Reis-, restaurant- en hotelkosten | -8 605 | -0,2% | -15 810 | -0,3% |
| Consultancy en overige honoraria | -40 314 | -0,8% | -42 284 | -0,7% |
| Kantoorbenodigdheden en -uitrusting | -8 472 | -0,2% | -10 331 | -0,2% |
| Durfkapitaalfondsen O&O | -1 447 | 0,0% | -1 297 | 0,0% |
| Tijdelijke of externe personeelskosten | -36 238 | -0,7% | -40 910 | -0,7% |
| Verzekeringskosten | -15 427 | -0,3% | -17 689 | -0,3% |
| Diverse bedrijfskosten | -133 520 | -2,8% | -74 664 | -1,3% |
| Totaal bedrijfskosten¹ | -4 393 626 | -90,8% | -5 333 884 | -94,4% |
| Bedrijfsresultaat (EBIT)¹ | 510 589 | 10,6% | 365 754 | 6,5% |
Door de gestegen walsdraadprijzen zijn de totale grondstofkosten in 2022 gestegen ten opzichte van de kosten in 2021.
De bijzondere waardeverminderingen hadden voornamelijk betrekking op de afwaardering van materieel vaste activa in Rusland . De afschrijvingen en waardeverminderingen omvatten waardeverminderingen / (terugnemingen van waardeverminderingen) op voorraden en handelsvorderingen.

| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Renteopbrengsten van financiële activa niet gewaardeerd tegen RWvR |
3 260 | 5 166 |
| Renteopbrengsten | 3 260 | 5 166 |
| Rentelasten van financiële verplichtingen niet gewaardeerd tegen RWvR |
-39 159 | -38 624 |
| Overige schuldgerelateerde rentelasten | -3 496 | -3 391 |
| Schuldgerelateerde rentelasten | -42 655 | -42 014 |
| Rentegedeelte van verdisconteerde voorzieningen | -1 825 | -1 423 |
| Rentelasten | -44 480 | -43 437 |
| Totaal | -41 220 | -38 271 |
De rentelasten van 2022 blijven op hetzelfde niveau in vergelijking met de rentelasten van 2021. Vanaf 2022 zijn er geen rentelasten meer verbonden aan de converteerbare obligaties omwille van de terugbetaling van de converteerbare obligatie in 2021. De impact van de renteverhoging wordt om deze reden gecompenseerd.
Rentelasten van financiële verplichtingen niet geclassificeerd als aangehouden als tegen reële waarde via het resultaat (RWvR) hebben betrekking op alle schuldinstrumenten van de Groep, andere dan renterisicobeperkende derivaten aangemerkt als economische afdekkingen.
In het rentegedeelte van verdisconteerde voorzieningen, had € -1,4 miljoen (2021: € -1,8 miljoen) betrekking op de nettoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen (zie toelichting 6.16. 'Voorzieningen voor personeelsbeloningen'). In 2022 zijn er geen rentelasten met betrekking tot overige voorzieningen (ook in 2021 was er geen impact op overige kosten (zie toelichting 6.17. 'Overige voorzieningen').
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Waardeaanpassingen van derivaten | 4 987 | 6 543 |
| Wisselresultaten op afgedekte posities | 1 570 | -14 008 |
| Nettoimpact van derivaten en afgedekte posities | 6 557 | -7 464 |
| Overige wisselresultaten | -4 315 | -735 |
| Winsten & verliezen op verkoop van financiële vaste activa | 19 | 19 |
| Dividenden van niet-geconsolideerde deelnemingen | 5 088 | 2 666 |
| Bankkosten en heffingen op financiële transacties | -4 074 | -8 566 |
| Bijzondere waardeverminderingen op overige vorderingen | -39 | 1 261 |
| Overige | 1 194 | 1 494 |
| Totaal | 4 430 | -11 325 |
Waardeaanpassingen omvatten de wijzigingen in reële waarde van alle derivaten die niet als kasstroomafdekkingen worden aangemerkt. Wisselresultaten op afgedekte posities hebben ook enkel betrekking op economische afdekkingen. De hier getoonde nettoimpact van derivaten en afgedekte posities omvat geen effecten die opgenomen werden in andere rubrieken van de winst-en-verliesrekening zoals rentelasten, kostprijs van verkopen of andere bedrijfsopbrengsten en -kosten. In 2022 omvatten waardecorrecties op derivaten een reële waardewinst van € 13,1 miljoen winst (€ -4,4 miljoen in 2021), echter gecompenseerd met een verlies van € -6,6 miljoen (2021: winst van € 9,4 miljoen), gerelateerd aan een overeenkomst tot virtuele aankoop van energie (Virtual Power Purchase Agreement - VPPA). Voor meer details betreffende de impact van derivaten en afgedekte posities, zie toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
De overige wisselresultaten bedroegen € -0,7 miljoen in 2022 en waren hoofdzakelijk te wijten aan de devaluatie van de Turkse lira, grotendeels gecompenseerd met de positieve wisselresultaten op de roebel , wat resulteerde in niet-gerealiseerde en gerealiseerde wisselkoersverschillen op elementen van het werkkapitaal en intragroepsleningen. De bankkosten en heffingen op financiële transacties bevatten eveneens de kosten gelinkt aan de factoring-overeenkomsten (€ 7,0 miljoen) en hogere taksen betaald op financiële transacties (€ 1,0 miljoen).
In 2022 hadden de overige elementen hoofdzakelijk betrekking op een winst van € 2,7 miljoen uit netto vergoedingen ontvangen uit de overeenkomst tot virtuele aankoop van energie (VPPA) (€ 1,2 miljoen in 2021). De winst van de overige elementen worden gedeeltelijk afgezet met met andere financiële kosten.
Alle dividenden van niet-geconsolideerde deelnemingen hebben betrekking op deelnemingen die zijn aangehouden tot op balansdatum aangezien er geen aandelen zijn verkocht gedurende het jaar.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Verschuldigde belastingen over het lopend jaar | -115 674 | -85 078 |
| Verschuldigde belastingen over de voorbije jaren | -332 | 5 485 |
| Uitgestelde belastingen - wegens wijzigingen in tijdelijke verschillen ¹ |
-39 571 | -50 422 |
| Uitgestelde belastingen - wegens wijzigingen in belastingvoeten |
-3 710 | -1 039 |
| Uitgestelde belastingen - aanpassingen inzake overgedragen verliezen van voorbije jaren |
-2 150 | 200 |
| Uitgestelde belastingen - aanwending van voorheen niet opgenomen uitgestelde belastingvorderingen ¹ |
27 723 | 49 756 |
| Totale belastinglast | -133 714 | -81 097 |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'.
In onderstaande tabel wordt de winst vóór belastingen getoond als resultaat vóór belastingen.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Resultaat vóór belastingen 6 | 473 799 | 316 157 |
| Belastinglast op resultaten van fiscale entiteiten tegen de theoretische lokale belastingvoet van de betrokken landen 6 |
-117 150 | -82 735 |
| Theoretische belastingvoet 1 | -24,7% | -26,2% |
| Belastingimpact van: | ||
| Fiscaal niet-aftrekbare uitgaven | -12 893 | -5 773 |
| Andere belastingvoeten en speciale belastingregimes 2 | 13 979 | 11 109 |
| Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen 3 | -16 803 | -39 242 |
| Aanwending of opname van voorheen niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen 4, 6 |
27 723 | 49 756 |
| Uitgestelde belastingen wegens wijzigingen in belastingvoeten |
-3 710 | -1 039 |
| Belastingen met betrekking tot voorgaande jaren 5 | -2 482 | 5 685 |
| Fiscaal vrijgestelde inkomsten | 3 224 | 291 |
| Roerende voorheffing i.v.m. dividenden, royalty's, rente en diensten 6 |
-21 371 | -16 709 |
| Overige | -4 231 | -2 440 |
| Totale belastinglast | -133 714 | -81 097 |
| Werkelijke belastingvoet | -28,2% | -25,7% |
¹ De theoretische belastingvoet wordt berekend als een gewogen gemiddelde, rekening houdend met de resultaten vóór belastingen in verschillende landen met verschillende belastingvoeten. ² In 2022 hadden de speciale belastingregimes vooral betrekking op belastingstimulansen in België, net zoals in 2021.
³ In 2022 hadden niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen voornamelijk betrekking op de bijzondere waardevermindering van de Russische vaste activa, de herstructurering in Duitsland en overgedragen verliezen in China en de Verenigde Staten, terwijl in 2021 dit vooral betrekking had op overgedragen verliezen in België, Canada, China, Spanje en de Verenigde Staten.
⁴ In 2022 was de beweging vooral een gevolg van de opname in België van uitgestelde belastingvorderingen die voorheen niet erkend werden, alsook het gebruik van overgedragen verliezen.
5 In 2022 hadden de belastingen met betrekking tot voorgaande jaren vooral betrekking op het vrijvallen van de onzekere belastingpositie in Indonesië naar aanleiding van het afsluiten van een APA tussen België en Indonesië. (zie toelichting 7.5. Gebeurtenissen na balansdatum (punt 4) van het jaarverslag 2021), terwijl in 2021 de belastingen met betrekking tot voorgaande jaren het gevolg waren van aangiftes.

In 2022 reflecteerde het aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde deelnemingen de daling van de prestaties van de Staaldraadtoepassingen en Rubberversterking activiteiten in Brazilië in vergelijking met de zeer sterke prestaties in 2021. Bovendien was Belgo Bekaert Arames Ltda er in 2021 in geslaagd om BRL 670 miljoen aan indirecte belastingtegoeden (PIS/COFINS) te recupereren, wat een eenmalig netto-effect van BRL 485 miljoen opleverde (€ 34,2 miljoen equivalent voor het groepsaandeel). De verslechterde performantie werd licht gecompenseerd door de stijging in waarde van de Braziliaanse real ten opzichte van de euro (gemiddelde koers steeg van 2021 naar 2022 met 14,7%). Deze stijging in YTD gemiddelde koers van 2022 ten opzichte van 2021 was vooral het gevolg van een aanzienlijke stijging in de loop van 2022 terwijl de koers in 2021 min of meer stabiel bleef.
Aanvullende informatie met betrekking tot de Braziliaanse joint ventures wordt verstrekt onder toelichting 6.5. 'Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
| in duizend € | 2021 | 2022 | |
|---|---|---|---|
| Joint ventures | |||
| Agro-Bekaert Colombia SAS | Colombia | -390 | -1 135 |
| Agro - Bekaert Springs, SL | Spanje | -6 | -7 |
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Brazilië | 99 349 | 55 568 |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
Brazilië | 8 701 | -217 |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cía Ltda | Ecuador | -34 | 48 |
| Totaal | 107 619 | 54 257 |


| 2021 | Aantal | |
|---|---|---|
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (basisberekening) |
57 000 709 | |
| Verwateringseffect van op aandelen gebaseerde betalingsregelingen |
620 115 | |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (na verwateringseffect) |
57 620 824 | |
| in duizend € | Basis berekening |
Na verwaterings effect |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan gewone aandeelhouders ¹ | 404 062 | 404 062 |
|---|---|---|
| Winst | 404 062 | 404 062 |
| Winst per aandeel (in €) | 7,089 | 7,012 |
¹ Zie toelichting 2.8. 'Herwerkingseffecten'
| 2022 | Aantal |
|---|---|
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (basisberekening) | 56 194 711 |
| Verwateringseffect van op aandelen gebaseerde betalingsregelingen | 468 231 |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (na verwateringseffect) | 56 662 942 |
| in duizend € | Basis-berekening | Na verwaterings effect |
|---|---|---|
| Perioderesultaat toerekenbaar aan gewone aandeelhouders | 268 859 | 268 859 |
| Winst | 268 859 | 268 859 |
| Winst per aandeel (in €) | 4,784 | 4,745 |
De winst per aandeel (earnings per share, 'EPS') is het bedrag van de winst na belastingen toewijsbaar aan elk aandeel. De basisberekening van de winst per aandeel komt overeen met het resultaat van de periode toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende het jaar. De winst per aandeel na verwateringseffect weerspiegelt de verbintenissen van de
Groep tot het uitgeven van aandelen in de toekomst. Daartoe behoren in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde plannen (inschrijvingsrechten, opties, prestatieaandelen en matching shares, zie toelichting 6.13. 'Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen'). Inschrijvingsrechten, opties en andere op aandelen gebaseerde regelingen zijn slechts dilutief in de mate dat hun uitoefenprijs lager is dan de gemiddelde slotkoers van de periode, waarbij in de uitoefenprijs ook de reële waarde van nog te leveren diensten tijdens de resterende wachtperiode is inbegrepen. Voorwaardelijke uit te geven aandelen (bijv. prestatieaandelen) zijn alleen dilutief als aan de voorwaarden is voldaan op balansdatum. Het verwateringseffect van op aandelen gebaseerde regelingen beperkt zich tot het gewogen gemiddeld aantal aandelen op te nemen in de noemer van de EPS-ratio; er is geen effect op de winst op te nemen in de teller van de EPSratio.
Om de impact van verwatering te berekenen, wordt er verondersteld dat alle potentieel dilutieve aandelen werden uitgeoefend bij het begin van de periode, of, als de instrumenten uitgegeven werden gedurende de periode, op uitgiftedatum. Dit resulteerde in een totaal verwateringseffect van € -0,04 per aandeel (2021: € -0,08), dat integraal verband hield met de op aandelen gebaseerde regelingen.
De gemiddelde slotkoers tijdens 2022 was € 34,02 per aandeel (2021: € 36,33 per aandeel). Volgende tabel toont alle niet-dilutieve instrumenten tijdens de verslagperiode. Opties en inschrijvingsrechten waren out of the money aangezien de uitoefenprijs hoger lag dan de gemiddelde slotkoers, terwijl prestatieaandelen niet-dilutief waren doordat de prestatiedoelstelling niet was voldaan.
| Niet-dilutieve instrumenten |
Datum van toekenning |
Uitoefenprijs (in €) |
Aantal toegekend |
Aantal uitstaand |
|---|---|---|---|---|
| SOP 2015-2017 - opties | 13.02.2017 | 39,43 | 273 325 | 226 056 |
| SOP 2015-2017 - opties | 19.01.2018 | 34,6 | 225 475 | 144 600 |

| Aanschaffingswaarde | Licenties, patenten en soortgelijke rechten |
Computer software² | Commerciële activa | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | |||||
| Per 1 januari 2021 | 26 340 | 91 472 | 54 290 | 15 566 | 187 667 |
| Aanschaffingen | 17 | 7 093 | 1 627 | 2 | 8 739 |
| Eerste consolidatie | — | — | — | — | — |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -100 | -7 143 | -1 169 | -1 649 | -10 062 |
| Overdrachten ¹ | 844 | 93 | — | — | 937 |
| Omrekeningswinsten en verliezen (-) | 205 | 1 760 | 3 968 | 834 | 6 768 |
| Per 31 december 2021 | 27 306 | 93 275 | 58 717 | 14 752 | 194 049 |
| Per1 januari 2022 | 27 306 | 93 275 | 58 717 | 14 752 | 194 049 |
| Aanschaffingen | 2 | 14 933 | — | 3 | 14 937 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | — | -34 | — | — | -34 |
| Overdrachten ¹ | — | -691 | — | 734 | 43 |
| Omrekeningswinsten en-verliezen (-) | -180 | 799 | -2 118 | -869 | -2 368 |
| Per 31 december 2022 | 27 163 | 108 282 | 56 599 | 16 380 | 208 423 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' en 'Materiële vaste activa' (zie toelichting 6.3.) en 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa' (zie toelichting 6.4.) worden opgeteld. ² Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'.
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | Licenties, patenten | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | en soortgelijke rechten |
Computer software | Commerciële activa | Overige | Totaal |
| Per 1 januari 2021 | 17 510 | 79 111 | 21 194 | 15 188 | 133 003 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 920 | 3 573 | 3 872 | 30 | 9 395 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -100 | -7 143 | -1 169 | -1 649 | -10 062 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | 11 | 1 575 | 1 616 | 1 184 | 4 386 |
| Per 31 december 2021 | 19 341 | 77 116 | 25 514 | 14 752 | 136 723 |
| Per 1 januari 2022 | 19 341 | 77 116 | 25 514 | 14 752 | 136 723 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 989 | 3 722 | 4 162 | 409 | 10 282 |
| Bijzondere waardeverminderingen | — | 214 | — | — | 214 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | — | -50 | — | — | -50 |
| Overdrachten ¹ | — | -32 | — | — | -32 |
| Omrekeningswinsten (-) en-verliezen | -26 | 711 | -796 | -752 | -863 |
| Per 31 december 2022 | 21 303 | 81 681 | 28 880 | 14 409 | 146 274 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2021 | 7 965 | 16 160 | 33 202 | — | 57 327 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2022 | 5 860 | 26 601 | 27 718 | 1 971 | 62 149 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' en 'Materiële vaste activa' (zie toelichting 6.3.) en 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa' (zie toelichting 6.4.) worden opgeteld.
De aanschaffingen van software hadden voornamelijk betrekking op de omvangrijke implementatie van de 'digital roadmap' in diverse domeinen (verkoop, toeleveringsketen, aankoop, financiën, HR, ...) en omvatten € 2,2 miljoen interne kosten gelinkt aan ontwikkelde software. Het resterende bedrag werd extern aangekocht. De nieuw verworven immateriële vaste activa hadden betrekking op investeringen in 'private cloud'-arrangementen voor boekhouding, consolidatie en intelligente processen en investeringen in verband met de ontwikkeling van websites die (in)direct worden gebruikt in het inkomsten genererende proces.
Op balansdatum waren er geen immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur.

Deze toelichting behelst hoofdzakelijk goodwill op verwerving van dochterondernemingen. Goodwill met betrekking tot joint ventures en geassocieerde ondernemingen zit vervat in toelichting 6.5. 'Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 154 280 | 155 970 |
| Toenames | — | 1 376 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen (-) | 1 689 | 556 |
| Per 31 december | 155 970 | 157 901 |
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 4 883 | 5 295 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | 413 | 39 |
| Per 31 december | 5 295 | 5 334 |
| Nettoboekwaarde per 31 december | 150 674 | 152 567 |
|---|---|---|


De goodwill verworven ten gevolge van een bedrijfscombinatie wordt bij acquisitie toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden waarvan verwacht wordt dat zij voordeel zullen halen uit deze bedrijfscombinatie. De nettoboekwaarde van de goodwill en de eraan verbonden bewegingen van de periode zijn als volgt toegewezen:
| 2021 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Groep van kasstroomgenererende eenheden |
Nettoboekwaarde per 1 januari |
Toename | Omrekenings verschillen |
Nettoboekwaarde per 31 december |
| Dochterondernemingen | |||||
| SWS | Bekaert Bradford UK Ltd | 2 490 | — | 174 | 2 664 |
| SB | Verbrandingstechnologie - verwarming EMEA | 3 027 | — | — | 3 027 |
| SB | Bouwproducten | 71 | — | — | 71 |
| RR | Rubberversterkingsproducten | 4 255 | — | — | 4 255 |
| SWS | Productie-eenheid Orrville (USA) | 9 560 | — | 798 | 10 357 |
| SWS | Inchalam-groep | 727 | — | -70 | 657 |
| SWS | Bekaert Ideal SL vennootschappen | 844 | 547 | 46 | 1 437 |
| SWS | Bekaert (Qingdao) Wire Products Co Ltd | 385 | — | — | 385 |
| SWS | Bekaert Jiangyin Wire Products Co Ltd | 47 | — | — | 47 |
| SWS | Grating Peru SAC | 547 | -547 | — | — |
| BBRG | BBRG | 127 445 | — | 329 | 127 774 |
| Subtotaal | 149 398 | — | 1 276 | 150 674 | |
| Joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
|||||
| SWS | Belgo Bekaert Arames Ltda | 2 358 | — | 24 | 2 382 |
| RR | BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
1 442 | — | 14 | 1 456 |
| Subtotaal | 3 800 | — | 38 | 3 838 | |
| Totaal | 153 198 | — | 1 314 | 154 513 |
| in duizend € | Groep van kasstroomgenererende eenheden |
Nettoboekwaarde per 1 januari |
Toename | Omrekenings verschillen |
Nettoboekwaarde per 31 december |
|---|---|---|---|---|---|
| Dochterondernemingen | |||||
| SWS | Bekaert Bradford UK Ltd | 2 664 | — | -140 | 2 523 |
| SB | Verbrandingstechnologie - verwarming EMEA | 3 027 | — | — | 3 027 |
| SB | Bouwproducten | 71 | — | — | 71 |
| RR | Rubberversterkingsproducten | 4 255 | — | — | 4 255 |
| SWS | Productie-eenheid Orrville (USA) | 10 357 | — | 641 | 10 998 |
| SWS | Inchalam-groep | 657 | — | 42 | 699 |
| SWS | Bekaert Ideal SL vennootschappen | 1 437 | 490 | 67 | 1 994 |
| SWS | Bekaert (Qingdao) Wire Products Co Ltd | 385 | — | — | 385 |
| SWS | Bekaert Jiangyin Wire Products Co Ltd | 47 | — | — | 47 |
| BBRG | BBRG | 127 774 | 886 | -93 | 128 567 |
| Subtotaal | 150 674 | 1 376 | 517 | 152 567 | |
| Joint ventures en geassocieerde ondernemingen | |||||
| SWS | Belgo Bekaert Arames Ltda | 2 382 | — | 284 | 2 666 |
| RR | BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
1 456 | — | 173 | 1 630 |
| Subtotaal | 3 838 | — | 457 | 4 295 | |
| Totaal | 154 513 | 1 376 | 974 | 156 862 |
Naar aanleiding van de fusie tussen Grating Peru SAC in Productos de Acero Cassadó S.A. werd de goodwill die initieel toegewezen was aan Grating Peru SAC toegewezen aan de Bekaert Ideal SL vennootschappen. De toename van de goodwill had betrekking op de gefaseerde overname van VisionTek Engineering Srl en de overname van Sujetar, waarbij deze laatste inmiddels is gefusioneerd met Productos de Acero Cassado SA.
De disconteringsvoet is gebaseerd op de (langetermijn-)kapitaalkosten vóór belastingen en de risico's zitten ingebed in de kasstromen. Er wordt een gewogen gemiddelde kapitaalkost (weighted average cost of capital = WACC) bepaald voor de regio's waarin de euro, de US dollar en de Chinese renminbi de dominante valuta's zijn. Voor landen of activiteiten met een hoger ingeschat risico wordt de WACC opgetrokken met een risicopremie die specifiek is voor dit land of deze activiteit. De WACC wordt bepaald na belastingen omdat de relevante kasstromen ook na belastingen bepaald worden. De weging van kapitaalkosten voor schulden en eigen vermogen is gebaseerd op een streefcijfer van 50% gearing (nettoschuld in verhouding tot het eigen vermogen). Voor kasstroommodellen die in reële termen uitgedrukt zijn (zonder inflatie), wordt de nominale WACC aangepast voor de verwachte inflatievoet. Voor kasstroommodellen die in nominale termen uitgedrukt zijn wordt de nominale WACC gebruikt. Alle parameters die de berekening van de disconteringsvoeten beïnvloeden, worden minstens jaarlijks herzien.
In het model voor het toetsen op bijzondere waardevermindering van de goodwill voortvloeiend uit de BBRG-bedrijfscombinatie werden volgende karakteristieken verwerkt:
De bufferruimte voor bijzondere waardeverminderingen op de goodwill van BBRG, d.i. het overschot van de realiseerbare waarde tegenover de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid van BBRG, wordt geschat op € 200,1 miljoen (2021: € 375,0 miljoen). De daling is het gecombineerd resultaat van een bijgewerkt actieplan (€ -107,2 miljoen) en een stijging van het kapitaalgebruik in de business (€ +67,7 miljoen).
Bij wijze van voorbeeld geven de volgende scenario's de gevoeligheid van deze bufferruimte weer voor wijzigingen in de belangrijkste assumpties van het actieplan:

Op basis van de gegevens die op vandaag gekend zijn, zouden redelijkerwijs mogelijke veranderingen in de voornaamste veronderstellingen (waaronder de disconteringsvoet, de omzet- en margeevolutie) geen aanleiding geven tot bijzondere waardeverminderingen voor kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill werd toegewezen.
Disconteringsvoeten voor toetsen op bijzondere waardevermindering
| 2021 | EUR regio | USD regio | CNY regio | |
|---|---|---|---|---|
| Streefcijfers voor de Groep | ||||
| Gearing: nettoschuld / eigen vermogen | 50% | |||
| % schulden | 33,3% | |||
| % eigen vermogen | 66,7% | |||
| % langetermijnschulden | 75% | |||
| % kortetermijnschulden | 25% | |||
| Schuldkost voor Bekaert | 1,8% | 4,7% | 4,8% | |
| Langetermijnrentevoet | 2,1% | 5,2% | 4,9% | |
| Kortetermijnrentevoet | 0,7% | 3,1% | 4,4% | |
| Eigenvermogenkost voor Bekaert (na belastingen) |
= Rf + b * Em | 9,3% | 10,8% | 14,1% |
| Risicovrije rentevoet = Rf | 0,1% | 1,6% | 4,9% | |
| Beta = b | 1,3 | |||
| Marktrisicopremie voor eigen vermogen = Em | 6,0% | |||
| Size premie = S | 1,4% | |||
| Belastingvoet | 27% | |||
| Eigenvermogenkost vóór belastingen voor Bekaert |
12,8% | 14,8% | 19,3% | |
| Bekaert WACC - nominaal | 9,1% | 11,4% | 14,5% | |
| Verwachte inflatie | 2,1% | 2,3% | 3,0% | |
| Bekaert WACC in reële termen (voor belastingen) |
7,0% | 9,1% | 11,5% | |
| Bekaert WACC in reële termen (indicatief na belastingen) |
4,6% | 6,0% | 7,6% |
| Disconteringsvoeten voor toetsen op bijzondere waardevermindering | ||||
|---|---|---|---|---|
| 2022 | EUR regio | USD regio | CNY regio | |
| Streefcijfers voor de Groep | ||||
| Gearing: nettoschuld / eigen vermogen | 50% | |||
| % schulden | 33,3% | |||
| % eigen vermogen | 66,7% | |||
| % langetermijnschulden | 75% | |||
| % kortetermijnschulden | 25% | |||
| Schuldkost voor Bekaert | 1,2% | 3,6% | 4,8% | |
| Langetermijnrentevoet | 1,5% | 3,9% | 4,9% | |
| Kortetermijnrentevoet | 0,3% | 2,5% | 4,4% | |
| Eigenvermogenkost voor Bekaert (na = Rf + b * Em + S belastingen) |
12,3% | 13,4% | 14,5% | |
| Risicovrije rentevoet = Rf | 2,7% | 3,8% | 4,9% | |
| Beta = b | 1,3 | |||
| Marktrisicopremie voor eigen vermogen = Em | 6,3% | |||
| Size premie = S | 1,4% | |||
| Belastingvoet | 27% | |||
| Eigenvermogenkost vóór belastingen voor Bekaert |
16,8% | 18,4% | 19,9% | |
| Bekaert WACC - nominaal | 8,5% | 9,8% | 10,8% | |
| Verwachte inflatie | 2,0% | 2,1% | 2,3% | |
| Bekaert WACC in reële termen | 6,5% | 7,7% | 8,5% |

| Aanschaffingswaarde | Terreinen | Installaties, | Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | en gebouwen |
machines en uitrusting |
||||
| Per 1 januari 2021 | 1 153 100 | 2 775 614 | 108 112 | 16 298 | 84 023 | 4 137 147 |
| Aanschaffingen | 22 434 | 60 371 | 6 768 | 370 | 63 107 | 153 050 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -21 252 | -52 833 | -3 724 | -417 | -57 | -78 283 |
| Fusie / afsplitsing | 5 537 | 2 223 | 49 | — | — | 7 809 |
| Overdrachten ¹ | — | — | 105 | — | -937 | -832 |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ² | -1 551 | -278 | — | -451 | — | -2 280 |
| Omrekeningswinsten en-verliezen (-) | 61 060 | 167 912 | 4 626 | 167 | 4 955 | 238 720 |
| Per31 december 2021 | 1 219 328 | 2 953 008 | 115 937 | 15 968 | 151 091 | 4 455 332 |
| Per 1 januari 2022 | 1 219 328 | 2 953 008 | 115 937 | 15 968 | 151 091 | 4 455 332 |
| Aanschaffingen | 39 662 | 97 378 | 4 517 | 1 779 | 26 524 | 169 860 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -4 028 | -18 481 | -4 393 | -508 | -1 | -27 410 |
| Overdrachten ¹ | 4 655 | 77 | 21 | — | -43 | 4 711 |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ² | — | 278 | — | 451 | 274 | 1 003 |
| Omrekeningswinsten en-verliezen (-) | 10 781 | 8 833 | 407 | -82 | 6 184 | 26 124 |
| Per31 december 2022 | 1 270 838 | 3 041 305 | 116 506 | 17 611 | 184 110 | 4 630 371 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' (zie toelichting 6.1. 'Immateriële activa') en 'Recht-op-gebruik vaste activa' (zie toelichting 6.4. 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa') en materiële vaste activa worden opgeteld.
² In 2021 heeft de herclassificering als aangehouden voor verkoop hoofdzakelijk betrekking op de Ingelmunster site (België); in 2022 heeft dit opnieuw betrekking op installaties, machines en uitrusting verbonden aan de Ingelmunster site (België) alsook de verkregen eigendom als betaling door klanten in Ecuador (zie toelichting 6.12.'Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en verplichtingen verbonden met deze activa').
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | Terreinen | Installaties, | Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | en gebouwen |
machines en uitrusting |
||||
| Per 1 januari 2021 | 634 755 | 2 207 291 | 92 087 | 5 246 | — | 2 939 379 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 41 600 | 101 370 | 7 704 | 755 | — | 151 429 |
| Bijzondere waardeverminderingen | — | 1 077 | 158 | 9 | — | 1 244 |
| Terugname van bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen | — | -2 760 | -2 | — | — | -2 762 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -19 345 | -49 080 | -3 591 | -208 | — | -72 225 |
| Overdrachten ¹ | — | — | 78 | — | — | 78 |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ² | -744 | -148 | — | -89 | — | -981 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | 37 566 | 137 913 | 4 046 | 85 | — | 179 611 |
| Per31 december 2021 | 693 833 | 2 395 662 | 100 479 | 5 798 | — | 3 195 772 |
| Per 1 januari 2022 | 693 833 | 2 395 662 | 100 479 | 5 798 | — | 3 195 772 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 44 719 | 102 714 | 7 067 | 789 | — | 155 289 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 9 541 | 48 346 | 119 | — | — | 58 006 |
| Terugname van bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen | — | -231 | — | — | — | -231 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -3 240 | -18 005 | -4 267 | -115 | — | -25 627 |
| Overdrachten ¹ | — | 63 | 21 | — | — | 84 |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ² | — | 148 | — | 89 | — | 237 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | 3 218 | 336 | 263 | -30 | — | 3 786 |
| Per31 december 2022 | 748 070 | 2 529 033 | 103 682 | 6 531 | — | 3 387 317 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' (zie toelichting 6.1. 'Immateriële activa') en 'Recht-op-gebruik vaste activa' (zie toelichting 6.4. 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa') en materiële vaste activa worden opgeteld.
² In 2021 en 2022 heeft de herclassificering als aangehouden voor verkoop hoofdzakelijk betrekking op de Ingelmunster site (België) (zie toelichting 6.12.'Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en verplichtingen verbonden met deze activa').
| Aanschaffingswaarde | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Terreinen en gebouwen |
Installaties, machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw | Totaal |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2021 vóór investeringssubsidies | 525 495 | 557 346 | 15 457 | 10 169 | 151 091 | 1 259 559 |
| Netto-investeringssubsidies | -4 780 | -922 | — | — | — | -5 702 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2021 | 520 716 | 556 424 | 15 457 | 10 169 | 151 091 | 1 253 857 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2022 vóór investeringssubsidies | 522 768 | 512 273 | 12 824 | 11 078 | 184 110 | 1 243 054 |
| Netto-investeringssubsidies | -4 218 | -794 | — | — | — | -5 012 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2022 | 518 551 | 511 479 | 12 824 | 11 078 | 184 110 | 1 238 041 |

Investeringen in materiële vaste activa omvatten uitbreidingsprogramma's en technologische aanpassingen aan bestaande installaties in de ganse groep, maar hoofdzakelijk in Rubberversterking (in de fabrieken in EMEA en China, als ook voor de opstart in Vietnam). In de Staaldraadtoepassingen vonden de investeringen voornamelijk plaats in Centraal-Europa, Latijns-Amerika, Noord-Amerika en China. In de Specialty Businesses werd geïnvesteerd in uitbreidingsprogramma's in Centraal-Europa (bouwproducten), in China (staalvezeltechnologieën) en in de Europese vestigingen van verbrandingstechnologie en de slangendraad- en transportband (STB) activiteiten. Tenslotte vonden de investeringen in BBRG voornamelijk plaats in de kabelentiteiten gevestigd in het VK en Noord-Amerika en in de advanced cords-vestigingen.
Het saldo van de Activa in Aanbouw op eind 2022 had betrekking op enkele grote expansieprojecten (zoals de fabriek in Vietnam, de uitbreiding in Noord-Amerika, de Staaldraadtoepassingen fabriek in Centraal- en Oost-Europa en de uitbreiding in advanced cords), maar voornamelijk op veel kleinere investeringsprojecten die nog niet volledig operationeel zijn in alle Bekaert fabrieken.
In 2022 werden bijzondere waardeverminderingen genomen in Rubberversterking (Rusland), BBRG (Duitsland) en Specialty Businesses (bouwproducten in Rusland). Als gevolg van de situatie in Rusland, heeft het management besloten een analyse voor bijzondere waardeverminderingen uit te voeren gebruik makend van geüpdatete business plannen en een disconteringvoet aangepast voor het verhoogde land- en activiteitenrisico. Op basis van de uitkomst van deze analyse werd een bijzondere waardevermindering van € 54 miljoen geboekt op materiële vast activa .
Er werden geen materiële vaste activa verpand als waarborg voor leningen.

Deze toelichting verstrekt informatie over lease-overeenkomsten waar de Groep optreedt als een leasingnemer. Over het algemeen treedt de Groep niet op als leasinggever.
De balans van de recht-op-gebruik vaste activa toonde volgende bewegingen gedurende het jaar:
| Aanschaffingswaarde | Recht op gebruik | Recht op gebruik | Recht op gebruik | Recht op gebruik | Recht op gebruik | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
installaties, machines en uitrusting |
industriële voertuigen |
bedrijfs wagens |
kantoor materieel |
overige materiële vaste activa |
Totaal |
| Per 1 januari 2021 | 71 376 | 73 686 | 3 206 | 17 494 | 22 624 | 1 730 | 589 | 190 704 |
| Nieuwe lease-overeenkomsten / uitbreidingen | — | 6 123 | 782 | 7 116 | 4 184 | 398 | 144 | 18 748 |
| Beëindigde overeenkomsten / inkorting van de contractduur |
-985 | -2 966 | -104 | -3 017 | -4 229 | — | -241 | -11 542 |
| Overdrachten ¹ | — | — | — | — | -105 | — | — | -105 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen (-) | 7 554 | 2 817 | 59 | 416 | 324 | 121 | 32 | 11 323 |
| Per 31 december 2021 | 77 945 | 79 661 | 3 943 | 22 009 | 22 798 | 2 249 | 523 | 209 129 |
| Per 1 januari 2022 | 77 945 | 79 661 | 3 943 | 22 009 | 22 798 | 2 249 | 523 | 209 129 |
| Nieuwe lease-overeenkomsten / uitbreidingen | 6 | 16 532 | 465 | 8 481 | 6 845 | 725 | 686 | 33 740 |
| Beëindigde overeenkomsten / inkorting van de contractduur |
-21 | -16 644 | -394 | -4 513 | -6 007 | -201 | -178 | -27 957 |
| Overdrachten ¹ | — | -4 655 | -77 | — | -21 | — | — | -4 753 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen (-) | -34 | -1 211 | 117 | 454 | 80 | 38 | -36 | -592 |
| Per 31 december 2022 | 77 896 | 73 684 | 4 053 | 26 431 | 23 696 | 2 811 | 995 | 209 566 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
Recht op gebruik | Recht op gebruik | Recht op gebruik installaties, |
Recht op gebruik industriële |
Recht op gebruik bedrijfs |
Recht op gebruik kantoor |
Recht op gebruik overige materiële |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | terreinen | gebouwen | machines en uitrusting |
voertuigen | wagens | materieel | vaste activa | |
| Per 1 januari 2021 | 17 201 | 22 219 | 1 055 | 7 026 | 9 852 | 590 | 155 | 58 097 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 381 | 10 211 | 979 | 5 169 | 5 950 | 433 | 88 | 24 210 |
| Beëindigde overeenkomsten | -273 | -2 418 | -75 | -2 520 | -3 291 | — | -15 | -8 592 |
| Overdrachten ¹ | — | — | — | — | -78 | — | — | -78 |
| Omrekeningswinsten (-) en-verliezen | 1 968 | 1 066 | 12 | 162 | 152 | 49 | 10 | 3 418 |
| Per31 december 2021 | 20 277 | 31 077 | 1 971 | 9 836 | 12 585 | 1 072 | 238 | 77 056 |
| Per 1 januari 2022 | 20 277 | 31 077 | 1 971 | 9 836 | 12 585 | 1 072 | 238 | 77 056 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 494 | 11 033 | 1 031 | 6 627 | 5 984 | 554 | 126 | 26 849 |
| Bijzondere waardeverminderingen | — | — | — | — | 112 | — | — | 112 |
| Terugname van bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen |
— | -161 | — | — | — | — | — | -161 |
| Beëindigde overeenkomsten | -14 | -14 264 | -394 | -4 252 | -5 431 | -201 | -132 | -24 688 |
| Overdrachten ¹ | — | — | -31 | — | -21 | — | — | -53 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | -273 | -311 | 52 | 180 | 42 | 16 | -6 | -300 |
| Per31 december 2022 | 21 484 | 27 374 | 2 628 | 12 392 | 13 270 | 1 440 | 227 | 78 816 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' (zie toelichting 6.1. 'Immateriële activa') en 'Materiële vaste activa' (zie toelichting 6.3. 'Materiële vaste activa') en 'Recht-op-gebruik vaste activa' worden opgeteld.
| in duizend € | Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
Recht op gebruik installaties, machines en uitrusting |
Recht op gebruik industriële voertuigen |
Recht op gebruik bedrijfs wagens |
Recht op gebruik kantoor materieel |
Recht op gebruik overige materiële vaste activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nettoboekwaarde per 31 december 2021 | 57 668 | 48 584 | 1 972 | 12 172 | 10 214 | 1 178 | 285 | 132 073 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2022 | 56 412 | 46 309 | 1 425 | 14 039 | 10 425 | 1 371 | 768 | 130 750 |
De Groep huurt verscheidene fabrieken, kantoren, opslagplaatsen, industrieel materieel, industriële voertuigen, bedrijfswagens, servers en klein kantoormaterieel zoals printers en computers. Deze contracten kunnen zowel lease als non-leasecomponenten bevatten. De Groep wijst de vergoeding in het contract toe aan lease- en non-leasecomponenten gebaseerd op hun relatieve individuele prijzen. Echter voor de leases van bedrijfswagens en industriële voertuigen, waarbij de Groep optreedt als een leasingnemer, werd gekozen om lease- en non-leasecomponenten niet af te zonderen. In plaats daarvan werd gekozen deze te beschouwen als één enkele leasecomponent. De voornaamste non-leasecomponenten die werden opgenomen in de leasecomponent zijn kosten voor onderhoud en kosten voor de vervanging van banden. De Groep heeft de praktische uitzondering voor activa met lage waarde toegepast op de leases van printers en klein kantoormaterieel. De Groep heeft de praktische uitzondering ook toegepast voor korte termijn leases (gedefinieerd als leases met een looptijd van maximum 12 maanden). Er waren geen contracten waarin ontmantelingskosten, restwaardegaranties of initiële directe kosten waren opgenomen, noch contracten met variabele huurkosten andere dan die gekoppeld aan een index of intrest.
Toevoegingen aan RoU gebouwen omvatten nieuwe contracten voor fabrieken, magazijnen en kantoren, voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk, India en China. Sommige contracten werden beëindigd, hoofdzakelijk in Noorwegen, China en het Verenigd Koninkrijk.
De gemiddelde huurtermijn voor de recht-op-gebruik activa (exclusief de gebruiksrechten van terreinen) bedroeg 9,3 jaar (2021: 9,9 jaar). RoU gebouwen hadden een gemiddelde looptijd van 13 jaar (2021: 13 jaar) en de overige categorieën van vaste activa (met uitzondering van terreinen) hadden een gemiddelde looptijd tussen 4 en 6 jaar.
RoU terreinen hebben betrekking op de gebruiksrechten van terreinen die vooraf werden betaald en hadden een gemiddelde gebruiksduur van 54 jaar.
De leasebetalingen worden verdisconteerd op basis van de intrestvoet impliciet vermeld in de lease. Indien deze intrest niet gemakkelijk kan worden bepaald, wat in het algemeen het geval is voor de leases van de Groep, wordt de marginale rentevoet van de leasingnemer gebruikt om de toekomstige leasebetalingen te verdisconteren. De marginale rentevoet is de rente die een individuele leasingnemer zou moeten betalen om de nodige fondsen te ontlenen, om een actief met een vergelijkbare waarde als het recht-op-gebruik actief te verkrijgen in een gelijkaardige economische context met overeenkomstige condities en zekerheden.
De marginale rentevoet wordt bepaald door de Groepsdienst Thesaurie en houdt enerzijds rekening met de marktrente per munt voor verschillende relevante tijdbuckets en anderzijds met een kredietmarge voor iedere individuele entiteit gebaseerd op diens kredietwaardigheid. De marginale rentevoet wordt berekend als de som van beide elementen. De gewogen gemiddelde disconteringsvoet per eind 2021 bedroeg 4,39% (2021: 4,01%).
De financiële kost wordt tijdens de leaseperiode toegerekend aan de winst-en-verliesrekening om op die manier een constante periodieke rente te produceren over het resterende saldo van de verplichting voor elke periode. Voor verdere informatie verwijzen we naar toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden'.
De Groep is blootgesteld aan mogelijke toekomstige stijgingen in variabele leasebetalingen die gebaseerd zijn op een index of intrest die, zolang ze niet van kracht zijn, niet werden inbegrepen in de leaseverplichting. Op het ogenblik dat de leasebetalingen worden aangepast door wijzigingen in de index of intrest, wordt de leaseverplichting opnieuw beoordeeld en aangepast tegenover het recht-op-gebruik actief.
Recht-op-gebruik vaste activa worden algemeen lineair afgeschreven over de kortste termijn, zijnde de gebruiksduur van het actief of de leasetermijn.

De winst-en-verliesrekening bevatte volgende elementen gelinkt aan leases:
| 2021 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
Recht op gebruik installaties, machines en uitrusting |
Recht op gebruik industriële voertuigen |
Recht op gebruik bedrijfs wagens |
Recht op gebruik kantoor materieel |
Recht op gebruik overige materiële vaste activa |
Totaal |
| Afschrijvingen van recht op gebruik-activa | -1 381 | -10 211 | -979 | -5 169 | -5 950 | -433 | -88 | -24 210 |
| Rentelasten (inbegrepen in de financiële kosten) | -3 152 | |||||||
| Kosten gelinkt aan kortlopende lease-overeenkomsten | -837 | |||||||
| Kosten gelinkt aan activa met geringe waarde | -727 | |||||||
| Totaal | -28 926 |
| in duizend € | Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
Recht op gebruik installaties, machines en uitrusting |
Recht op gebruik industriële voertuigen |
Recht op gebruik bedrijfs wagens |
Recht op gebruik kantoor materieel |
Recht op gebruik overige materiële vaste activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Afschrijvingen van recht op gebruik-activa | -1 494 | -11 033 | -1 031 | -6 627 | -5 984 | -554 | -126 | -26 849 |
| Rentelasten (inbegrepen in de financiële kosten) | -3 269 | |||||||
| Kosten gelinkt aan kortlopende lease-overeenkomsten | -1 054 | |||||||
| Kosten gelinkt aan activa met geringe waarde | -1 021 | |||||||
| Totaal | -32 193 |
De resterende operationele leasekosten opgenomen in het bedrijfsresultaat hadden voornamelijk betrekking op kosten die gelinkt zijn aan gehuurde activa zoals brandstof voor bedrijfswagens, niet-aftrekbare BTW op bedrijfswagens of onroerende voorheffing op gebouwen.
De totale uitgaande kasstroom voor leases bedroeg in 2022 € 33,6 miljoen (2021: € 27,9 miljoen).

In 2022 en in 2021 had de Groep geen deelnemingen in ondernemingen die worden geclassificeerd als geassocieerde ondernemingen.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 120 181 | 184 823 |
| Kapitaalsverhogingen en -verminderingen | — | -144 |
| Resultaat van het boekjaar | 107 619 | 54 257 |
| Dividenden | -44 872 | -39 558 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen | 1 891 | 18 186 |
| Andere elementen van het resultaat | 3 | 27 |
| Per 31 december | 184 823 | 217 590 |
Voor een analyse van het resultaat van het boekjaar verwijzen we naar toelichting 5.7. 'Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
Omrekeningswinsten en –verliezen hadden voornamelijk te maken met de evolutie van de Braziliaanse real ten opzichte van de euro. In 2022 kende de munt een aanzienlijke waardestijging tegenover de euro (5,6 BRL/EUR eind 2022), terwijl deze min of meer stabiel bleef in 2021 (6,3 BRL/ EUR eind 2021 tegenover 6,4 BRL/EUR eind 2020).
In 2022 hadden de kapitaalverminderingen betrekking op Servicios Ideal AGF Inttegra Cía Ltda in Ecuador, en in beperkte mate op Agro - Bekaert Springs, SL en Agro-Bekaert Colombia SAS in Spanje en Colombia.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 3 800 | 3 838 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen | 38 | 457 |
| Per 31 december | 3 838 | 4 295 |
| Nettoboekwaarde van gerelateerde goodwill per 31 december |
3 838 | 4 295 |
| Totale nettoboekwaarde van deelnemingen in joint ventures per 31 december |
188 661 | 221 886 |
Zie toelichting 6.2. 'Goodwill' voor details per entiteit.
Het aandeel van de Groep in het eigen vermogen van de joint ventures is als volgt samengesteld:
| in duizend € | 2021 | 2022 | |
|---|---|---|---|
| Joint ventures | |||
| Agro-Bekaert Colombia SAS | Colombia | 56 | -284 |
| Agro - Bekaert Springs, SL | Spanje | 13 | -744 |
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Brazilië | 136 092 | 165 312 |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
Brazilië | 48 521 | 53 250 |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cía Ltda | Ecuador | 140 | 56 |
| Totaal joint ventures, exclusief gerelateerde goodwill |
184 822 | 217 590 | |
| Nettoboekwaarde van gerelateerde goodwill |
3 838 | 4 295 | |
| Totaal joint ventures, inclusief gerelateerde goodwill |
188 661 | 221 886 |

In overeenstemming met IFRS 12 'Informatieverschaffing over betrokkenheid in andere entiteiten' wordt de volgende informatie verstrekt voor belangrijke joint ventures. De twee Braziliaanse joint ventures werden samengevoegd om te benadrukken dat de samenwerking met ArcelorMittal doorweegt bij het analyseren van het relatief belang van de joint ventures.
| in duizend € | Land | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Brazilië | 45.0% (50.0%) | 45.0% (50.0%) |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
Brazilië | 44.5% (50.0%) 44.5% (50.0%) |
Belgo Bekaert Arames Ltda produceert en verkoopt een variatie van staaldraadproducten, veelal voor industriële klanten, en BMB produceert en verkoopt vooral draden en kabels voor de rubberversterking van banden.
| in duizend € | 2022 | 2022 |
|---|---|---|
| Omzet | 1 041 142 | 1 240 955 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 282 531 | 173 274 |
| Renteopbrengsten | 53 043 | 13 135 |
| Rentelasten | -17 775 | -13 762 |
| Overige financiële opbrengsten en lasten | -2 051 | -4 089 |
| Winstbelastingen | -62 360 | -31 991 |
| Perioderesultaat | 253 389 | 136 567 |
| Andere elementen van het resultaat | 12 | 57 |
| Volledig perioderesultaat | 253 400 | 136 624 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 15 803 | 19 547 |
| EBITDA | 298 334 | 192 821 |
| Dividenden ontvangen van de entiteiten | 44 872 | 39 558 |
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Vlottende activa | 406 456 | 420 218 |
| Vaste activa | 239 857 | 316 079 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | -184 396 | -158 025 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar | -53 086 | -94 806 |
| Nettoactiva | 408 831 | 483 466 |
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Rentedragende schulden op meer dan een jaar | 5 963 | 51 371 |
| Rentedragende schulden op ten hoogste een jaar | 18 454 | 19 680 |
| Totaal financiële schulden | 24 417 | 71 051 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan een jaar |
-16 466 | -62 532 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | -31 940 | -22 154 |
| Nettoschuld | -23 990 | -13 635 |
De Braziliaanse joint ventures worden geconfronteerd met betwistingen van hun indirecte belastingvorderingen (ICMS) voor een totaal van € 5,3 miljoen (2021: € 5,0 miljoen). Daarnaast zijn er nog meerdere andere belastinggeschillen hangende, waarvan de meeste al jaren teruggaan, voor een totaal nominaal bedrag van € 22,0 miljoen (2021: € 18,6 miljoen). Het spreekt vanzelf dat eventuele winsten en verliezen voortvloeiend uit bovenvermelde voorwaardelijke verplichtingen de Groep slechts zouden affecteren in de mate van hun participatie in de betrokken joint ventures (d.i. 45%).
Niet-opgenomen verbintenissen om materiële vaste activa te verwerven bedroegen € 8,6 miljoen (2021: € 16,2 miljoen), waarvan € 4,2 miljoen (2021: € 12,4 miljoen) tegenover andere Bekaertvennootschappen. Bovendien hadden de Braziliaanse joint ventures ook niet-opgenomen verbintenissen lopen om de komende vijf jaar elektriciteit aan te kopen voor een totaalbedrag van € 13,6 miljoen (2021: € 24,9 miljoen).
Er waren geen beperkingen om geld over te maken in de vorm van contanten en dividenden. Bekaert had geen voorwaardelijke verplichtingen tegenover haar Braziliaanse joint ventures.

| in duizend € | 2022 | 2022 |
|---|---|---|
| Nettoactiva van Belgo Bekaert Arames Ltda | 301 977 | 366 385 |
| Deelnemingspercentage van de Groep | 45,0% | 45,0% |
| Proportionele nettoactiva | 135 890 | 164 873 |
| Consolidatie-aanpassingen | 202 | 438 |
| Nettoboekwaarde van de deelneming van de Groep in Belgo Bekaert Arames Ltda |
136 092 | 165 312 |
| Nettoactiva van BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
106 854 | 117 081 |
| Deelnemingspercentage van de Groep | 44,5% | 44,5% |
| Proportionele nettoactiva | 47 549,981 | 52 101 |
| Consolidatie-aanpassingen | 971 | 1 149 |
| Nettoboekwaarde van de deelneming van de Groep in BMB Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
48 521 | 53 250 |
| Nettoboekwaarde van de deelneming van de Groep in de Braziliaanse joint ventures |
184 613 | 218 562 |
De volgende tabel geeft de geaggregeerde informatie voor de andere joint ventures weer die in deze context niet materieel werden geacht.
| ventures | ||
|---|---|---|
| in duizend € | 2022 | 2022 |
| Aandeel van de Groep in het resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
-430 | -1 095 |
| Aandeel van de Groep in andere elementen van het resultaat | -2 | 1 |
| Aandeel van de Groep in het volledig perioderesultaat | -432 | -1 093 |
| Geaggregeerde nettoboekwaarde van het aandeel van de Groep in deze joint ventures |
210 | -972 |

| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Financiële vorderingen op meer dan een jaar en kaswaarborgen |
10 192 | 9 665 |
| Restitutierechten en overige vorderingen op meer dan een jaar | 2 522 | 2 705 |
| Derivaten (zie toelichting 7.2.) | 13 244 | 14 678 |
| Nettovordering uit toegezegdpensioenregelingen op meer dan een jaar |
19 847 | 12 243 |
| Eigenvermogensinstrumenten aangehouden tegen RWvOCI | 20 081 | 26 023 |
| Totaal overige vaste activa | 65 886 | 65 314 |
De nettovordering uit toegezegdpensioenregelingen was gerelateerd aan de pensioenregelingen in het Verenigd Koninkrijk en België. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar toelichting 6.16. 'Voorzieningen voor personeelsbeloningen'.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 13 372 | 20 081 |
| Aanschaffingen | 863 | 8 613 |
| Verkopen | — | -76 |
| Veranderingen in reële waarde | 5 847 | -2 595 |
| Per 31 december | 20 081 | 26 023 |
De eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen (RWvOCI), in overeenstemming met IFRS 9 'Financiële instrumenten', hadden hoofdzakelijk betrekking op:
De Groep heeft gekozen om de eigenvermogensinstrumenten te waarderen tegen reële waarde via eigen vermogen aangezien het om strategische investeringen gaat die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Voor meer informatie over de herwaarderingsreserve voor deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen, zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'.

| Nettoboekwaarde | Vorderingen | Verplichtingen | ||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 |
| Per 1 januari | 124 243 | 119 244 | 38 337 | 52 059 |
| Toename of afname via resultaat ¹ | -3 088 | -618 | 14 620 | 886 |
| Toename of afname via OCI | -2 191 | 1 175 | 1 308 | 6 049 |
| Eerste consolidatie | — | 66 | 1 184 | 478 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen ¹ | 6 858 | 1 384 | 3 187 | 1 425 |
| Saldering vorderingen en verplichtingen ¹ | -6 577 | -16 880 | -6 577 | -16 880 |
| Per 31 december | 119 244 | 104 372 | 52 059 | 44 018 |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen waren toe te wijzen aan de volgende rubrieken:
| Vorderingen | Verplichtingen | Nettovorderingen | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | |
| Immateriële activa | 17 390 | 27 602 | 12 390 | 12 242 | 5 000 | 15 361 | |
| Materiële vaste activa | 46 338 | 41 134 | 55 828 | 55 369 | -9 490 | -14 234 | |
| Financiële vaste activa ¹ | 90 | 102 | 32 029 | 31 778 | -31 940 | -31 676 | |
| Voorraden | 10 581 | 11 925 | 8 168 | 14 756 | 2 413 | -2 831 | |
| Vorderingen | 4 156 | 4 282 | 128 | 719 | 4 027 | 3 563 | |
| Andere vlottende activa | 1 004 | 1 246 | 1 995 | 3 049 | -991 | -1 802 | |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen ¹ | 20 418 | 20 175 | 212 | 280 | 20 206 | 19 894 | |
| Overige voorzieningen | 1 938 | 3 393 | 4 | 198 | 1 934 | 3 195 | |
| Overige verplichtingen | 38 630 | 40 566 | 8 311 | 9 514 | 30 319 | 31 052 | |
| Overdraagbare fiscaal aftrekbare verliezen, aftrekposten en terugvorderbare belastingen |
45 707 | 37 832 | — | — | 45 707 | 37 832 | |
| Belastingvorderingen / -verplichtingen | 186 250 | 188 258 | 119 065 | 127 904 | 67 186 | 60 355 | |
| Saldering vorderingen en verplichtingen ¹ | -67 006 | -83 886 | -67 006 | -83 886 | — | — | |
| Nettobelastingvorderingen / -verplichtingen | 119 244 | 104 372 | 52 059 | 44 018 | 67 186 | 60 355 |

| in duizend € | Per 1 januari |
Opgenomen via winst-en-verlies rekening |
Opgenomen via OCI |
Overnames en afstotingen |
Omreke ningswinsten en -verliezen |
Per 31 december |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Tijdelijke verschillen | ||||||
| Immateriële activa | 7 502 | -2 221 | — | — | -281 | 5 000 |
| Materiële vaste activa | -8 271 | -1 224 | — | -1 184 | 1 189 | -9 490 |
| Financiële vaste activa ¹ | -20 850 | -9 356 | -1 288 | — | -445 | -31 940 |
| Voorraden | 7 462 | -4 459 | — | — | -590 | 2 413 |
| Vorderingen | 4 557 | -596 | — | — | 66 | 4 027 |
| Andere vlottende activa | -1 767 | 722 | — | — | 55 | -991 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen ¹ |
23 375 | -1 353 | -2 212 | — | 396 | 20 206 |
| Overige voorzieningen | 3 300 | -1 415 | — | — | 48 | 1 934 |
| Overige verplichtingen | 19 668 | 9 455 | — | — | 1 195 | 30 319 |
| Overdraagbare fiscaal aftrekbare verliezen, aftrekposten en terugvorderbare belastingen |
50 930 | -7 261 | — | — | 2 038 | 45 707 |
| Totaal | 85 906 | -17 708 | -3 500 | -1 184 | 3 671 | 67 186 |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'.
| in duizend € | Per 1 januari |
Opgenomen via winst-en-verlies rekening |
Opgenomen via OCI |
Overnames en afstotingen |
Omreke ningswinsten en -verliezen |
Per 31 december |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Tijdelijke verschillen | ||||||
| Immateriële activa | 5 000 | 10 397 | — | -478 | 442 | 15 361 |
| Materiële vaste activa | -9 490 | -3 661 | — | — | -1 084 | -14 234 |
| Financiële vaste activa | -31 940 | 6 351 | -6 005 | — | -82 | -31 676 |
| Voorraden | 2 413 | -4 725 | — | — | -518 | -2 831 |
| Vorderingen | 4 027 | -558 | — | — | 94 | 3 563 |
| Andere vlottende activa | -991 | -921 | — | — | 110 | -1 802 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen |
20 206 | -2 112 | 1 192 | — | 608 | 19 894 |
| Overige voorzieningen | 1 934 | 1 324 | -61 | — | -2 | 3 195 |
| Overige verplichtingen | 30 319 | 634 | — | — | 99 | 31 052 |
| Overdraagbare fiscaal aftrekbare verliezen, aftrekposten en terugvorderbare belastingen |
45 707 | -8 234 | — | 66 | 292 | 37 832 |
| Totaal | 67 186 | -1 505 | -4 874 | -412 | -40 | 60 355 |
De uitgestelde belastingverplichtingen met betrekking tot materiële vaste activa kwamen voornamelijk voort uit verschillen qua afschrijvingsmethode tussen IFRS en fiscale boeken, terwijl de uitgestelde belasting gerelateerd aan immateriële activa voornamelijk gegenereerd werd door de eliminatie van intragroepswinsten in de geconsolideerde jaarrekening. De uitgestelde belastingen met betrekking tot voorzieningen voor personeelsbeloningen werden hoofdzakelijk gegenereerd door tijdelijke verschillen als gevolg van de toepassing van IAS 19 'Personeelsbeloningen'. De uitgestelde belastingverplichtingen met betrekking tot financiële vaste activa hadden voornamelijk te maken met tijdelijke verschillen die ontstaan uit niet-uitgekeerde winsten bij dochterondernemingen en joint ventures.
De evolutie van uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen was als volgt te verklaren:

| in duizend € | Voor belastingen |
Belastingen | Na belastingen |
|---|---|---|---|
| Omrekeningsverschillen ¹ | 88 229 | — | 88 229 |
| Nettowijziging in reële waarde van deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen |
5 882 | — | 5 882 |
| Winsten en verliezen uit herwaardering van toegezegdpensioenregelingen |
47 351 | -3 500 | 43 851 |
| Aandeel in OCI van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
6 | -3 | 3 |
| Totaal | 141 467 | -3 503 | 137 965 |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'.
| in duizend € | Voor belastingen |
Belastingen | Na belastingen |
|---|---|---|---|
| Omrekeningsverschillen | 48 888 | — | 48 888 |
| Nettowijziging in reële waarde van deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen |
-2 367 | — | -2 367 |
| Winsten en verliezen uit herwaardering van toegezegdpensioenregelingen |
3 393 | -4 874 | -1 481 |
| Aandeel in OCI van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
40 | -13 | 27 |
| Totaal | 49 954 | -4 887 | 45 067 |
Uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot tijdelijke verschillen werden niet opgenomen voor een brutobedrag van € 208,2 miljoen (2021: € 188,7 miljoen). De niet-opgenomen belastingvorderingen inzake verliezen en aftrekposten zijn per vervaldatum voorgesteld in onderstaande tabel.

De volgende tabel geeft een overzicht van de brutobedragen van de verliezen en aftrekposten die uitgestelde belastingvorderingen genereren en waarvan sommige niet opgenomen werden.
| 2021 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Vervallend binnen 1 jaar |
Vervallend tussen 1 en 5 jaar |
Vervallend na meer dan 5 jaar |
Niet vervallend | Totaal | |
| Beleggingsverliezen | Bruto | — | — | 777 | 40 009 | 40 786 |
| Niet opgenomen | — | — | -752 | -39 758 | -40 510 | |
| Netto | — | — | 25 | 251 | 276 | |
| Operationele verliezen | Bruto | 38 285 | 61 381 | 153 867 | 674 409 | 927 943 |
| Niet opgenomen | -36 320 | -47 215 | -133 825 | -551 123 | -768 482 | |
| Netto | 1 966 | 14 166 | 20 042 | 123 287 | 159 461 | |
| Aftrekposten | Bruto | 34 | — | 306 | 20 554 | 20 894 |
| Niet opgenomen | — | — | -306 | -3 164 | -3 470 | |
| Netto | 34 | — | — | 17 389 | 17 423 | |
| Totaal | Bruto | 38 319 | 61 381 | 154 950 | 734 972 | 989 622 |
| Niet opgenomen |
-36 320 | -47 215 | -134 882 | -594 045 | -812 462 | |
| Netto | 2 000 | 14 166 | 20 068 | 140 927 | 177 160 |
2022
| in duizend € | Vervallend binnen 1 jaar |
Vervallend tussen 1 en 5 jaar |
Vervallend na meer dan 5 jaar |
Niet vervallend | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Beleggingsverliezen | Bruto | — | — | 17 401 | 24 175 | 41 576 |
| Niet opgenomen | — | — | -17 401 | -24 175 | -41 576 | |
| Netto | — | — | — | — | — | |
| Operationele verliezen | Bruto | 37 027 | 61 189 | 181 512 | 591 736 | 871 464 |
| Niet opgenomen | -36 670 | -47 760 | -135 417 | -510 784 | -730 631 | |
| Netto | 357 | 13 429 | 46 094 | 80 952 | 140 833 | |
| Aftrekposten | Bruto | — | — | 325 | 12 523 | 12 848 |
| Niet opgenomen | — | — | -325 | -3 178 | -3 503 | |
| Netto | — | — | — | 9 346 | 9 346 | |
| Totaal | Bruto | 37 027 | 61 189 | 199 237 | 628 435 | 925 888 |
| Niet opgenomen |
-36 670 | -47 760 | -153 143 | -538 137 | -775 709 | |
| Netto | 357 | 13 429 | 46 094 | 90 298 | 150 179 |

De netto uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot deze brutobedragen bedroegen € 37,8 miljoen in 2022 (2021: € 45,7 miljoen).
Uitgestelde belastingvorderingen werden enkel geboekt in de mate dat het waarschijnlijk was dat er toekomstige belastbare winsten zouden gemaakt worden, rekening houdend met zowel positieve als negatieve elementen. Deze afweging is gemaakt rekening houdend met voorzichtige schattingen op basis van het businessplan van de betrokken entiteit, meestal gekoppeld aan een tijdshorizon van 5 jaar.
In sommige landen zijn uitgestelde belastingvorderingen op beleggingsverliezen, operationele verliezen en aftrekposten geboekt in de mate van geboekte onzekere belastingposities om aan te tonen dat sommige aanpassingen omwille van belastingcontroles zouden leiden tot een aanpassing van de belastingverliezen in plaats van een betaling van een belastingkost door de betrokken entiteit.


| in duizend € | Per 1 januari |
Organische toename of afname ¹ |
Afwaarderingen en terugname afwaarderingen |
Eerste consolidatie | Omrekenings winsten en -verliezen |
Overige | Per 31 december |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Grondstoffen | 120 139 | 116 358 | 4 247 | — | 4 514 | — | 245 259 |
| Hulpstoffen en wisselstukken | 78 711 | 3 241 | 7 191 | — | 4 027 | — | 93 170 |
| Goederen in bewerking | 125 676 | 45 196 | 958 | — | 6 329 | — | 178 159 |
| Gereed product | 234 858 | 110 973 | 4 059 | — | 12 282 | — | 362 173 |
| Handelsgoederen | 124 093 | 121 680 | 817 | — | -4 131 | — | 242 458 |
| Voorraden | 683 477 | 397 448 | 17 272 | — | 23 021 | — | 1 121 219 |
| Handelsvorderingen | 587 619 | 146 039 | 1 412 | — | 15 595 | — | 750 666 |
| Ontvangen bankwissels | 54 039 | -17 652 | — | — | 4 887 | — | 41 274 |
| Betaalde voorschotten | 18 594 | -140 | -1 | — | 1 535 | — | 19 988 |
| Handelsschulden | -668 422 | -368 659 | — | — | -25 105 | — | -1 062 185 |
| Ontvangen voorschotten | -15 682 | -7 581 | — | — | -1 091 | — | -24 354 |
| Schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid | -116 014 | -40 082 | — | — | -4 602 | 1 | -160 699 |
| Belastingen m.b.t. personeel | -9 101 | 850 | — | — | -138 | — | -8 389 |
| Operationeel werkkapitaal | 534 510 | 110 224 | 18 683 | — | 14 101 | 1 | 677 519 |
| in duizend € | Per 1 januari |
Organische toename of afname ¹ |
Afwaarderingen en terugname afwaarderingen |
Eerste consolidatie | Omrekenings winsten en -verliezen |
Overige | Per 31 december |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Grondstoffen | 245 259 | -35 496 | -1 086 | 12 | 5 978 | 4 | 214 673 |
| Hulpstoffen en wisselstukken | 93 170 | 26 995 | -1 258 | 74 | 714 | 2 | 119 696 |
| Goederen in bewerking | 178 159 | 3 906 | -1 961 | — | 1 645 | 85 | 181 834 |
| Gereed product | 362 173 | -13 120 | -3 421 | 36 | 5 451 | 327 | 351 445 |
| Handelsgoederen | 242 458 | 29 785 | -5 289 | 27 | 8 884 | -418 | 275 448 |
| Voorraden | 1 121 219 | 12 070 | -13 014 | 149 | 22 672 | — | 1 143 096 |
| Handelsvorderingen | 750 666 | -28 033 | 2 044 | 171 | 5 938 | — | 730 786 |
| Ontvangen bankwissels | 41 274 | -1 213 | — | — | -297 | — | 39 764 |
| Betaalde voorschotten | 19 988 | -5 848 | — | — | 407 | — | 14 547 |
| Handelsschulden | -1 062 185 | 163 526 | — | -448 | -22 005 | — | -921 113 |
| Ontvangen voorschotten | -24 354 | 28 | — | — | 229 | — | -24 097 |
| Schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid | -160 699 | 40 220 | — | -68 | -1 773 | 20 | -122 300 |
| Belastingen m.b.t. personeel | -8 389 | -2 462 | — | -2 | 43 | — | -10 810 |
| Operationeel werkkapitaal | 677 519 | 178 288 | -10 970 | -199 | 5 214 | 20 | 849 872 |
¹ De organische toename of afname vertegenwoordigt de cash-bewegingen van het werkkapitaal. In het kasstroomoverzicht zijn de wijzigingen in operationeel werkkapitaal aangepast ten opzichte van de aankopen voor immateriële en materiële vaste activa voor de variatie van de openstaande handelsschulden op jaareinde gerelateerd aan investeringen (2022: toename van handelsschulden van € 0,4 miljoen (2021: toename van handelsschulden van € 9,4 miljoen)).
Het gemiddeld operationeel werkkapitaal, gewogen voor het aantal periodes dat een entiteit bijgedragen heeft tot het geconsolideerd resultaat, vertegenwoordigde 13,5% van de omzet (2021: 12,6%). Bijkomende informatie volgt hieronder:
• Voorraden
De voorraden bleven vrij stabiel (€ +21,9 miljoen vanaf eind vorig jaar). De kostprijs van verkopen bevatte vervoer- en verhandelingskosten van gereed product voor € 303,5 miljoen (2021: € 249,5 miljoen), die nooit werden gekapitaliseerd in voorraden. De bewegingen in de voorraden in 2022 omvatten afwaarderingen van € -46,8 miljoen (2021: € -22,8 miljoen) en terugnames van afwaarderingen ten belope van € 33,7 miljoen (2021: € 40,1 miljoen). Net als in 2021 werden in 2022 geen voorraden verpand als waarborg voor leningen.
• Handelsvorderingen en ontvangen bankwissels
De handelsvorderingen daalden met € -21,4 miljoen ten opzichte van eind vorig jaar. Eind 2022 waren voor € 267,5 miljoen aan handelsvorderingen opgenomen in het factoringprogramma (2021: € 224,8 miljoen).
De volgende tabel stelt de bewegingen in waardeverminderingen op handelsvorderingen voor. Er werden geen waardeverminderingen geboekt voor ontvangen bankwissels.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Brutoboekwaarde | 833 840 | 810 441 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen (afgewaardeerd) |
-41 899 | -39 891 |
| specifieke waardevermindering voor dubieuze vorderingen | -35 099 | -36 034 |
| algemene waardevermindering voor dubieuze vorderingen | -6 801 | -3 857 |
| Nettoboekwaarde | 791 940 | 770 550 |
De volgende tabel geeft verdere informatie omtrent waardeverminderingen van vorderingen:
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | -40 494 | -41 899 |
| Opgenomen verliezen in huidig jaar | -3 009 | -6 029 |
| Opgenomen verliezen in vorige jaren - aangewende bedragen | 1 079 | 1 138 |
| Opgenomen verliezen in vorige jaren - terugname van niet aangewende bedragen |
3 343 | 6 935 |
| Omrekeningswinsten en verliezen (-) | -2 817 | -36 |
| Per 31 december | -41 899 | -39 891 |
In overeenstemming met IFRS 9 'Expected credit loss' model voor financiële activa, wordt er op iedere rapporteringsdatum een algemene waardevermindering voor handelsvorderingen geboekt om het ongekende afwaarderingsrisico af te dekken. Deze algemene waardevermindering bestaat uit een percentage van de handelsvorderingen op iedere rapporteringsdatum. De percentages houden rekening met historische informatie inzake verliezen op handelsvorderingen en worden ieder jaar opnieuw nagekeken. Voor meer informatie over kredietverbeteringstechnieken verwijzen wij naar toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
• De handelsschulden daalden aanzienlijk, voornamelijk als gevolg van de organische evolutie
Als onderdeel van de voortdurende inspanningen van de Groep om zijn werkkapitaalpositie te verbeteren, onderhandelt het voortdurend met klanten en leveranciers over prijsstelling, betalingsvoorwaarden en andere voorwaarden. De overeengekomen aankoopvoorwaarden worden bekomen in functie van de aanwezigheid van de Groep in de markt, het gewicht van de Groep als klant en zijn concurrentiepositie. Over het algemeen hebben de handelsschulden van de Groep uiteenlopende looptijden afhankelijk van het soort materiaal, het geografisch gebied waarin de aankooptransactie plaatsvindt en de verschillende contractuele overeenkomsten. De factuurbedragen vloeien voort uit goederen en diensten in de normale cashoperationele cyclus van de Groep en maken daarom integraal deel uit van het werkkapitaal.
De Groep biedt geselecteerde leveranciers aan om deel te nemen aan verschillende financieringsmodellen voor de toeleveringsketen. Dit houdt in dat leveranciers de mogelijkheid krijgen om hun vorderingen te laten voorfinancieren door een financiële instelling. De Groep betaalt op het moment dat de factuur op grond van de reverse factoringovereenkomst verschuldigd is. Op jaareinde 2022 bedroegen de uitstaande handelsschulden gekoppeld aan dergelijke 'supply chain' financieringsmodellen € 98,9 miljoen. De betalingen worden gepresenteerd in de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten omdat ze worden beschouwd als een onderdeel van de normale bedrijfscyclus van de Groep en onderdeel blijven uitmaken van de operationele kosten.

| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 101 330 | 157 005 |
| Toename of afname | 51 532 | -11 312 |
| Waardeverminderingen (-) en terugnemingen van waardeverminderingen |
158 | 1 134 |
| Eerste consolidatie | — | 197 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen | 3 985 | 4 402 |
| Per 31 december | 157 005 | 151 426 |
Overige vorderingen hadden voornamelijk betrekking op winstbelastingen (€ 59,8 miljoen (2021: € 43,2 miljoen)), BTW en overige belastingen (€ 75,0 miljoen (2021: € 74,6 miljoen)), leningen aan personeel (€ 3,3 miljoen (2021: € 3,4 miljoen)) en dividenden van joint ventures (€ 5,9 miljoen (2021: € 27,5 miljoen). Zie ook toelichting 6.21. 'Belastingposities'. Waardeverminderingen van overige vorderingen zijn opgenomen in toelichting 5.5. 'Overige financiële opbrengsten en lasten'.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 677 270 | 728 095 |
| Geldbeleggingen | 80 058 | 4 766 |
Het kassaldo binnen de Russische entiteit bedraagt 6,5 miljoen euro en wordt voornamelijk gebruikt voor de dagelijkse kasstroom en kasmiddelenactiviteiten in de lokale operationele activiteiten, en moet voldoen aan de lokale Russische wetgeving indien het geld wordt gebruikt voor grensoverschrijdende transacties.
Voor de wijzigingen in geldmiddelen en kasequivalenten: zie het geconsolideerd kasstroomoverzicht en toelichting 7.1. 'Toelichtingen bij het kasstroomoverzicht'. Kasequivalenten en geldbeleggingen omvatten op de balansdatum geen marktgenoteerde schuldinstrumenten of eigenvermogensinstrumenten.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen | 6 475 | 6 352 |
| Betaalde voorschotten | 19 988 | 14 547 |
| Derivaten (zie toelichting 7.2.) | 1 416 | 5 694 |
| Overlopende rekeningen (actief) | 14 394 | 28 948 |
| Per 31 december | 42 272 | 55 541 |
De financiële vorderingen en kaswaarborgen hadden voornamelijk betrekking op vorderingen uit de verkoop van het meerderheidsbelang in de rubberversterkingsfabriek Sumaré (Brazilië) in 2017 (€ 3,8 miljoen (2021: € 4,6 miljoen)) en diverse kaswaarborgen (€ 1,1 miljoen (2021: € 0,5 miljoen)).
Betaalde voorschotten betroffen voornamelijk vooruitbetalingen in het kader van grote capex projecten en voorschotten voor leveringen van walsdraad.
De stijging van overlopende rekeningen had voornamelijk betrekking op de verkoop van ongebruikte grond in Doncaster (VK).
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 6 740 | 1 803 |
| Toenames en afnames (-) | -5 264 | -1 063 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen | 327 | 20 |
| Per 31 december | 1 803 | 760 |
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 1 803 | 760 |
| Totaal activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop |
1 803 | 760 |
| Totaal verplichtingen verbonden met activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop |
— | — |
De wijziging van de activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop bevatte de verkoop van machines en gereedschap verbonden aan het onroerend goed in Ingelmunster (België) na de stopzetting van de activiteiten (€ -0,5 miljoen), samen met de grond van Bridon-Bekaert ScanRope AS (Zweden) (€ -0,3 miljoen) en de verkregen eigendom als betaling door klanten in Ecuador (€ -0,2 miljoen).
Per 31 december 2022 daalde de reële waarde minus verkoopkosten van de activa aangehouden voor verkoop niet onder de boekwaarde, waardoor er geen waardeverminderingen op de boekwaarde van de activa nodig waren.
In de loop van 2022 werden in totaal 26 400 inschrijvingsrechten uitgeoefend onder het aandelenoptieplan SOP 2005-2009. Dit resulteerde in de uitgifte van 26 400 nieuwe aandelen van de vennootschap.
Op 31 december 2021 bezat de vennootschap 3 145 446 eigen aandelen. Tussen 1 januari 2022 en 31 december 2022 werden in totaal 130 300 aandelen overgedragen aan (voormalige) werknemers als gevolg van de uitoefening van aandelenopties onder SOP 2010-2014 en SOP 2015-2017. Bekaert verkocht 13 757 eigen aandelen aan leden van het BGE in het kader van het personal shareholding requirement plan en droeg 2 445 aandelen over aan leden van het BGE onder het share-matching plan. In totaal werden 12 080 aandelen toegekend aan de Voorzitter en andere niet-uitvoerende Bestuurders als onderdeel van hun vergoeding voor de uitoefening van hun functie. In totaal werden 256 760 eigen aandelen overgedragen nadat 256 760 performance share units definitief verworven werden onder het performance share plan. Bekaert kocht in totaal 3 095 629 aandelen in en vernietigde 1 449 409 aandelen (zie hieronder). Met inbegrip van de verrichtingen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux, bedroeg het saldo van de eigen aandelen gehouden door de vennootschap op 31 december 2022 4 380 475.
| Geplaatst kapitaal | 2021 | 2022 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Nominale waarde |
Aantal aandelen |
Nominale waarde |
Aantal aandelen |
||
| 1 | Per 1 januari | 177 812 | 60 414 841 | 177 922 | 60 452 261 | |
| Bewegingen van het jaar | ||||||
| Uitgifte van nieuwe aandelen | 110 | 37 420 | 80 | 26 400 | ||
| Vernietiging van aandelen | — | — | -4 266 | -1 449 409 | ||
| Per 31 december | 177 922 | 60 452 261 | 173 737 | 59 029 252 | ||
| 2 | Structuur | |||||
| 2.1 | Soorten gewone aandelen | |||||
| Gewone aandelen zonder nominale waarde | 177 922 | 60 452 261 | 173 737 | 59 029 252 | ||
| 2.2 | Aandelen op naam | 22 841 937 | 22 870 686 | |||
| Gedematerialiseerde aandelen | 37 610 324 | 36 158 566 | ||||
| Toegestaan niet-geplaatst kapitaal | 176 000 | 176 000 |
In onderstaande tabellen zijn de details van de aandelenoptieplannen weergegeven die hetzij op de balansdatum, hetzij op de vorige balansdatum nog een uitstaand saldo vertoonden:
| Datum van aanbod | Aantal inschrijvingsrechten | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van toekenning |
Datum van uitgifte van warrants |
Uitoefenprijs (in €) |
Toegekend | Uitgeoefend | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Eerste uitoefenperiode |
||
| 20.12.2007 | 18.02.2008 | 22.04.2008 | 28,335 | 215 100 | 202 400 | 12 700 | — | 22.05 - 30.06.2011 |
15.11 - 15.12.2022 |
| 785 058 | 615 893 | 169 165 | — |
| Datum van aanbod | Datum van toekenning |
Aantal opties | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Uitoefenprijs (in €) |
Toegekend | Uitgeoefend | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Eerste uitoefenperiode |
Laatste uitoefenperiode |
||
| 20.12.2012 | 18.02.2013 | 19,200 | 267 200 | 264 500 | 2 700 | — | Eind feb. - 10.04.2016 |
Mid nov. - 19.12.2022 |
| 29.03.2013 | 28.05.2013 | 21,450 | 260 000 | 235 000 | — | 25 000 | Eind feb. - 09.04.2017 |
Eind feb. - 28.03.2023 |
| 19.12.2013 | 17.02.2014 | 25,380 | 373 450 | 325 150 | 2 400 | 45 900 | Eind feb. - 09.04.2017 |
Mid nov. - 18.12.2023 |
| 18.12.2014 | 16.02.2015 | 26,055 | 349 810 | 210 400 | 18 510 | 120 900 | Eind feb. - 08.04.2018 |
Mid nov. - 17.12.2024 |
| 1 250 460 | 1 035 050 | 23 610 | 191 800 |
| Aantal opties | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van aanbod | Datum van toekenning |
Uitoefenprijs (in €) |
Toegekend | Uitgeoefend | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Eerste uitoefenperiode |
Laatste uitoefenperiode |
| 17.12.2015 | 15.02.2016 | 26,375 | 227 250 | 122 000 | 28 250 | 77 000 | Eind feb. - 07.04.2019 |
Mid nov. - 16.12.2025 |
| 15.12.2016 | 13.02.2017 | 39,426 | 273 325 | 144 | 47 125 | 226 056 | Eind feb. - 12.04.2020 |
Mid nov. - 14.12.2026 |
| 21.12.2017 | 20.02.2018 | 34,600 | 225 475 | 72 500 | 8 375 | 144 600 | Eind feb. - 11.04.2021 |
Mid nov. - 20.12.2027 |
| 726 050 | 194 644 | 83 750 | 447 656 |
| 2021 | 2022 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan SOP 2005-2009 | Aantal inschrijvings rechten |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal inschrijvings rechten |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
|
| Uitstaand op 1 januari | 63 820 | 28,594 | 26 400 | 28,335 | |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | -37 420 | 28,776 | -26 400 | 28,335 | |
| Uitstaand op 31 december | 26 400 | 28,335 | — | 28,335 |
| 2021 | 2022 | |||
|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan SOP 2010-2014 | Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 700 058 | 24,488 | 300 600 | 24,300 |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | -399 458 | 24,630 | -108 800 | 22,548 |
| Uitstaand op 31 december | 300 600 | 24,300 | 191 800 | 24,300 |
| 2021 | 2022 | |||
|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan SOP 2015-2017 | Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 640 800 | 33,769 | 469 156 | 35,198 |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | -171 644 | 29,860 | -21 500 | 26,375 |
| Uitstaand op 31 december | 469 156 | 35,198 | 447 656 | 35,198 |
| in jaren | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| SOP 2005-2009 | 1,0 | 0 |
| SOP 2010-2014 | 2,2 | 1,5 |
| SOP 2015-2017 | 5,1 | 4,1 |
De gewogen gemiddelde aandelenkoers bij uitoefening in 2022 was € 22,55 voor de SOP 2010-2014-opties (2021: € 24,63), € 26,38 voor de SOP 2015-2017-opties (2021: € 29,86) en € 28,34 voor de SOP 2005-2009-inschrijvingsrechten (2021: € 28,78). De uitoefenprijs van de inschrijvingsrechten en opties is gelijk aan het laagste van (i) de gemiddelde slotkoers van het aandeel van de Onderneming gedurende dertig dagen die de aanboddatum voorafgaan en (ii) de laatste slotkoers van de dag vóór de aanboddatum. Wanneer de inschrijvingsrechten onder het SOP 2005-2009-plan uitgeoefend worden, wordt het eigen vermogen verhoogd met de ontvangen opbrengsten. Volgens de voorwaarden van het SOP2-plan waren alle tot in 2004 toegekende inschrijvingsrechten of opties onmiddellijk toegezegd.
Onder de voorwaarden van het aandelenoptieplan SOP 2010-2014 werden opties tot het verwerven van bestaande aandelen van de Onderneming aangeboden aan de leden van het Bekaert Group Executive, de Senior Vice Presidents en hogere kaderleden gedurende de periode 2010-2014. De toekenningsdata van elk aanbod waren gepland in de periode 2011-2015. De uitoefenprijs van het aandelenoptieplan SOP 2010-2014 werd op dezelfde manier bepaald als van de voorgaande plannen. De toezeggingsvoorwaarden van zowel de SOP 2010-2014-toekenningen, de SOP 2005-2009-toekenningen als de SOP2-toekenningen vanaf 2006 zijn zo opgesteld dat de inschrijvingsrechten of opties volledig toegezegd zullen zijn op 1 januari van het vierde jaar na de datum van het aanbod. In het kader van de Economische Herstelwet van 27 maart 2009 werd de uitoefenperiode van de SOP2-opties en de SOP 2005-2009-inschrijvingsrechten toegekend in 2006, 2007 en 2008 met vijf jaar verlengd in het voordeel van begunstigden die onderworpen waren aan de Belgische inkomstenbelastingen op het ogenblik dat de verlenging werd aangeboden.
De opties toegekend onder SOP2, SOP 2010-2014 en SOP 2015-2017 alsook de inschrijvingsrechten toegekend onder SOP 2005-2009 worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum in overeenstemming met IFRS 2 (zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'). De reële waarde van de opties wordt bepaald door middel van een binomiaal waarderingsmodel.
In de loop van 2022 werden geen opties (2021: geen opties) toegekend onder SOP 2015-2017. De Groep heeft geen kosten tegenover het eigen vermogen opgenomen (2021: n/a) voor de toegekende opties op basis van hun reële waarde en toezeggingsperiode.

De leden van het Bekaert Group Executive, het senior management en een beperkt aantal kaderleden van de Onderneming en van enkele van haar dochtervennootschappen ontvingen prestatieaandeeleenheden die de begunstigde het recht geven prestatieaandelen te ontvangen: gedurende 2019, 2020 en 2021 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2018-2020 en in 2022 volgende voorwaarden van het Performance Share Plan 2022- 2024. Deze prestatieaandeeleenheden zullen uitoefenbaar zijn na een wachttijd van drie jaar op voorwaarde dat een vooraf vastgelegde prestatiedoelstelling bereikt wordt. De prestatiedoelstelling werd vastgelegd door de Raad van Bestuur, in lijn met de strategie van de Groep. Het toekenningspercentage kan variëren van 0% tot 300%. Op toekenningsdatum wordt de assumptie genomen dat de toekenning zal gebeuren aan een toekenningspercentage van 100%, het toekenningspercentage wordt op elke balansdatum opnieuw beoordeeld en indien nodig wordt het aangepast. Voor meer informatie verwijzen we naar het 'Remuneratieverslag' in het 'Corporate Governance Verklaring' luik van dit rapport.
| Overzicht prestatieaandelenplan | Aantal eenheden | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Datum van toekenning | Toegekend | Geleverd | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Vervaldag |
| 15.02.2019 | 178 233 | 136 023 | 42 210 | — | 31.12.2021 |
| 26.07.2019 | 35 663 | 31 778 | 3 885 | — | 31.12.2021 |
| 21.01.2020 | 182 900 | — | 64 584 | 118 316 | 31.12.2022 |
| 17.08.2020 | 12 580 | — | 713 | 11 867 | 31.12.2022 |
| 15.01.2021 | 144 708 | — | 34 057 | 110 651 | 31.12.2023 |
| 19.08.2021 | 15 101 | — | 732 | 14 369 | 31.12.2023 |
| 09.09.2021 | 7 966 | — | — | 7 966 | 31.12.2023 |
| 04.03.2022 | 131 407 | — | 21 030 | 110 377 | 31.12.2024 |
| 25.08.2022 | 3 209 | — | — | 3 209 | 31.12.2024 |
| 26.09.2022 | 12 864 | — | — | 12 864 | 31.12.2024 |
| 724 631 | 167 801 | 167 211 | 389 619 |
De prestatieaandeeleenheden toegekend onder deze plannen worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum in overeenstemming met IFRS 2 (zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'). De reële waarde wordt bepaald aan de hand van de aandelenkoers op toekenningsdatum.
In 2022 werd, op 4 maart een aanbod van 131 407 prestatieaandeeleenheden, op 25 augustus een aanbod van 3 209 prestatieaandeeleenheden en op 26 september een aanbod van 12 864 prestatieaandeeleenheden gedaan in het kader van het Performance Share Plan 2022-2024 (2021: op 15 januari een aanbod van 144 708 prestatieaandeeleenheden, op 19 augustus een aanbod van 15 101 prestatieaandeeleenheden en op 9 september een aanbod van 7 966 prestatieaandeeleenheden gedaan in het kader van het Performance Share Plan 2018-2020). De reële waarde van de prestatieaandeeleenheden is gelijk aan de aandelenkoers op toekenningsdatum (4 maart 2022: € 33,80; 25 augustus 2022: € 31,02 en 26 september 2022: € 25,98 (15 januari 2021: € 29,14; 19 augustus 2021: € 39,74 en 9 september 2021: € 38,44)), aangezien de prestatiedoelstellingen niet-marktprijsgerelateerde voorwaarden zijn (Onderliggende EBITDA en operationele kasstroom). Het aanbod in 2022 vertegenwoordigde een reële waarde van € 4,9 miljoen (2021: € 5,1 miljoen). De Groep heeft een last tegenover het eigen vermogen opgenomen voor een bedrag van € 9,2 miljoen in 2022 (2021: € 14,8 miljoen).

| 2021 | 2022 | |||
|---|---|---|---|---|
| PSP | Aantal eenheden | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal eenheden | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 390 631 | 24,185 | 473 006 | 26,251 |
| Toegekend gedurende het jaar | 167 775 | 30,536 | 147 480 | 33,057 |
| Geleverd gedurende het jaar | — | — | -167 801 | 23,794 |
| Verbeurd verklaard gedurende het jaar | -85 400 | 25,217 | -63 065 | 29,456 |
| Uitstaand op 31 december | 473 006 | 26,251 | 389 620 | 29,360 |
In maart 2016 introduceerde de Onderneming het Personal Shareholding Requirement Plan voor de Chief Executive Officer en de andere leden van het Bekaert Group Executive ('BGE'), op grond waarvan ze een persoonlijk belang in aandelen van de Onderneming opbouwen en behouden en waarbij de verwerving van het aantal aandelen van de Onderneming wordt ondersteund door een zogenaamd matching-mechanisme door de Onderneming. Het matching-mechanisme van de Onderneming bestaat erin dat de Onderneming de investering van het BGE-lid in aandelen van de Onderneming in jaar x zal evenaren door een gelijk aantal aandelen van de Onderneming als verworven door het BGE-lid toe te kennen op het einde van jaar x+2. Deze PSR eenheden zullen uitoefenbaar zijn na een wachtperiode van drie jaar, afhankelijk van een serviceconditie die onderhevig is aan slechte of goede vertrekomstandigheden. Voor meer informatie verwijzen we naar het 'Remuneratieverslag' in het 'Corporate Governance Verklaring' luik van dit rapport.
| Aantal eenheden | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Toekenningsdatum | Toegekend | Geleverd | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Vervaldag |
| 31.03.2020 | 10 766 | 3 489 | 7 277 | — | 31.12.2022 |
| 31.03.2021 | 9 112 | — | 3 930 | 5 182 | 31.12.2023 |
| 31.03.2022 | 13 757 | — | 1 597 | 12 160 | 31.12.2024 |
| 33 635 | 3 489 | 12 804 | 17 342 |
De matching shares toe te kennen onder het Personal Shareholding Requirement Plan 2016 worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum in overeenstemming met IFRS 2 (zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'). De reële waarde van de matching shares wordt bepaald door middel van een binominaal waarderingsmodel. Voor de openstaande tranches worden inputs en uitkomsten van het waarderingsmodel hieronder gedetailleerd:
| Bij te passen december 2022 |
Bij te passen december 2023 |
Bij te passen december 2024 |
|
|---|---|---|---|
| Details waarderingsmodel - Personal Shareholding Requirement (PSR) plan |
Startdatum maart 2020 |
Startdatum maart 2021 |
Startdatum maart 2022 |
| Inputs van het model | |||
| Aandelenkoers op startdatum (in €) |
14,98 | 35,68 | 35,48 |
| Verwachte volatiliteit | 36% | 36% | 37,37% |
| Verwacht dividendrendement | 3% | 3% | 4,89% |
| Wachtperiode (jaren) | 2,75 | 2,75 | 2,75 |
| Uitstroom van personeel | 0% | 0% | 0% |
| Risicovrije rentevoet | -0,47% | -0,47% | 1,27% |
| Uitkomst van het model | |||
| Reële waarde (in €) | 13,81 | 32,99 | 6,48 |
| Uitstaande PSR-eenheden | — | 5 182 | 12 160 |
De toe te kennen matching shares vertegenwoordigen een reële waarde van € 0,1 miljoen (2021: € 0,4 miljoen). De Groep heeft kosten tegenover het eigen vermogen opgenomen voor een bedrag van € 0,2 miljoen (2021: € 0,1 miljoen) voor de aan te bieden matching shares op basis van hun reële waarde en toezeggingsperiode.
| Aantal eenheden - PSR | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Uitstaand op 1 januari | 10 766 | 18 878 |
| Bijgepast gedurende het jaar | — | -3 489 |
| Verbeurd verklaard gedurende het jaar | -1 000 | -11 804 |
| Verworven gedurende het jaar | 9 112 | 13 757 |
| Uitstaand op 31 december | 18 878 | 17 342 |
De vaste vergoeding van de Voorzitter wordt gedeeltelijk betaald in cash en gedeeltelijk onder de vorm van aandelen van de vennootschap, met een aanhoudingsperiode van drie jaar vanaf de datum van toekenning. Voor andere niet-uitvoerende Bestuurders, wordt de vergoeding voor de uitoefening van taken als een lid van de Raad van Bestuur betaald in cash, maar met de optie om elk jaar een deel daarvan (0%, 25% of 50%) te ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap. In overeenstemming met IFRS 2 wordt dit behandeld als op aandelen gebaseerde betalingen met een cash alternatief. De reële waarde van de aandelengift is gelijk aan de aandelenkoers op toekenningsdatum, zijnde 31 mei 2022 (€ 37,58) (zijnde 31 mei 2021: € 39,37). Deze aandelengift is onmiddellijk toegekend. De aandelengift vertegenwoordigde een reële waarde van € 0,5 miljoen (2021: € 0,4 miljoen). De Groep heeft een last tegenover het eigen vermogen opgenomen voor een bedrag € 0,5 miljoen (2021: € 0,4 miljoen).

| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Herwaarderingsreserve voor niet-geconsolideerde eigenvermogendeelnemingen |
-5 986 | -8 353 |
| Herwaarderingsreserve voor toegezegdpensioenregelingen | -16 790 | -12 660 |
| Reserve voor uitgestelde belastingen | 23 464 | 18 381 |
| Overige reserves | 688 | -2 631 |
| Gecumuleerde omrekeningsverschillen¹ | -137 127 | -93 820 |
| Totaal overige Groepsreserves¹ | -136 440 | -96 451 |
| Eigen aandelen | -95 517 | -139 314 |
| Overgedragen resultaten¹ | 1 981 876 | 2 115 216 |
1 Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'.
In de volgende secties van deze toelichting worden de bewegingen in de Groepsreserves en de overgedragen resultaten getoond en becommentarieerd.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | -11 867 | -5 986 |
| Wijzigingen in reële waarde | 5 882 | -2 367 |
| Per 31 december | -5 986 | -8 353 |
| Waarvan | ||
| Deelneming in Shougang Concord Century Holdings Ltd | -6 078 | -9 228 |
| Overige deelnemingen | 92 | 876 |
De herwaardering van de deelneming in Shougang Concord Century Holdings Ltd is gebaseerd op de slotkoers van het aandeel op de beurs van Hongkong. Zie ook toelichting 6.6. 'Overige vaste activa'.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | -63 543 | -16 790 |
| Herwaarderingen van de periode | 46 753 | 4 024 |
| Herclassificeringen binnen het eigen vermogen | — | 107 |
| Per 31 december | -16 790 | -12 660 |
De herwaarderingen resulteren uit het gebruik van gewijzigde actuariële veronderstellingen bij de bepaling van de toegezegdpensioenverplichtingen, uit verschillen tegenover de werkelijke rendementen van fondsbeleggingen op de balansdatum en uit wijzigingen in niet-opgenomen activa omwille van het asset ceiling-principe (zie toelichting 6.16. 'Voorzieningen voor personeelsbeloningen').
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 26 785 | 23 464 |
| Uitgestelde belastingen met betrekking tot andere elementen van het resultaat |
-3 321 | -5 083 |
| Per 31 december | 23 464 | 18 381 |
Uitgestelde belastingen met betrekking tot andere elementen van het resultaat ('OCI' = Other Comprehensive Income) worden eveneens opgenomen via OCI (zie toelichting 6.7. 'Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen').
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | -227 823 | -137 127 |
| Omrekeningsverschillen op goedgekeurde dividenden | -2 463 | 13 250 |
| Overboekingen naar de winst-en-verliesrekening in verband met afgestoten entiteiten of gefaseerde overnames |
1 270 | — |
| Bewegingen ontstaan uit wisselkoersfluctuaties² | 91 888 | 30 057 |
| Per 31 december | -137 127 | -93 820 |
| Waarvan gerelateerd aan entiteiten met volgende functionele valuta's |
||
| Chinese renminbi | 145 149 | 133 695 |
| US dollar | 30 558 | 54 214 |
| Braziliaanse real | -218 372 | -191 871 |
| Chileense peso | -28 753 | -22 760 |
| Venezolaanse bolivar soberano ¹ | -59 691 | -59 691 |
| Indische roepie | -7 625 | -10 725 |
| Tsjechische kroon | 11 291 | 12 711 |
| Britse pond | 2 115 | -9 931 |
| Russische roebel | -6 463 | -208 |
| Roemeense leu | -3 991 | -4 002 |
| Andere valuta's | -1 345 | 4 748 |
¹ Ten gevolge van de wijziging qua functionele munteenheid naar de US dollar op 1 januari 2019, is het bedrag bevroren.
² Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'.
De schommelingen in omrekeningsverschillen weerspiegelden zowel de wisselkoersevolutie als het relatief belang van de nettoactiva opgenomen in de vermelde valuta's.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | -106 148 | -95 517 |
| Ingekochte aandelen | -11 570 | -125 905 |
| Verkochte aandelen | 28 988 | 35 707 |
| Prijsverschillen op verkochte aandelen | -6 787 | -5 172 |
| Schrappingen | — | 51 573 |
| Per 31 december | -95 517 | -139 314 |
Er waren voldoende eigen aandelen zowel om verwatering tegen te gaan als om het kasstroomrisico van op aandelen gebaseerde betalingsregelingen af te dekken. In 2022 werden 3 749 238 bijkomende aandelen ingekocht, inclusief de transacties uitgevoerd onder het liquiditeitscontract afgesloten met Kepler Cheuvreux (2021: 309 242). 1 449 409 aandelen hiervan werden vernietigd. 1 064 800 eigen aandelen werden verkocht aan de begunstigden van de op aandelen gebaseerde betalingsregelingen van de Groep en onder het liquiditeitscontract afgesloten met Kepler Cheuvreux (2021: 973 330 aandelen). Eigen aandelen worden verwerkt volgens het FIFO-principe (firstin, first-out). Winsten en verliezen op verkopen van eigen aandelen worden rechtstreeks opgenomen in overgedragen resultaten (zie bewegingen in overgedragen resultaten hierna). Zie ook toelichting 6.13. 'Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen'.
| in duizend € | Toelichting | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Per 1 januari | 1 614 781 | 1 981 876 | |
| Toegekende eigenvermogensinstrumenten | — | 15 261 | -6 813 |
| Resultaat van de periode toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert¹ |
404 062 | 268 859 | |
| Dividenden | -56 795 | -86 463 | |
| Herclassificeringen binnen het eigen vermogen | — | -107 | |
| Eigenaandelentransacties | 6.13 | 6 787 | -42 136 |
| Wijzigingen in Groepsstructuur | -2 220 | — | |
| Per 31 december | 1 981 876 | 2 115 216 |
Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'.
Eigenaandelentransacties (€ -42,1 miljoen tegenover € 6,8 miljoen in 2021) vertegenwoordigden het verschil tussen de opbrengsten en de FIFOboekwaarde van de verkochte en vernietigde aandelen. Wijzigingen in Groepsstructuur in 2021 hadden betrekking op de de fusie van Proalco SAS (dochteronderneming van Bekaert) met de staaldraadactiviteiten van Almasa SA, beide gevestigd in Colombia.
1

| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 87 175 | 130 971 |
| Wijzigingen in Groepsstructuur | 3 601 | — |
| Aandeel in het perioderesultaat | 43 643 | 20 457 |
| Aandeel in andere elementen van het resultaat behalve CTA | 422 | -396 |
| Uitgekeerde dividenden | -6 649 | -19 763 |
| Kapitaalverhogingen | 3 975 | — |
| Omrekeningswinsten en -verliezen (-) | -1 196 | 5 581 |
| Per 31 december | 130 971 | 136 850 |
De wijzigingen in Groepsstructuur in 2021 hadden vooral betrekking op de fusie van Proalco SAS (dochteronderneming van Bekaert) met de staaldraadactiviteiten van Almasa SA, beide gevestigd in Colombia.
Het aandeel in het perioderesultaat van minderheidsbelangen verslechterde aanzienlijk. Vooral de entiteiten in Chili en Peru droegen hiertoe bij.
In overeenstemming met IFRS 12 'Informatieverschaffng over belangen in andere entiteiten' wordt volgende informatie verschaft met betrekking tot dochterondernemingen waarin derden minderheidsbelangen aanhouden die van materieel belang zijn voor de Groep. De bedoeling van IFRS 12 is om van een entiteit bijkomende toelichting te vereisen die de lezers van haar jaarrekening toelaten volgende elementen te evalueren: (a) de aard van haar belangen in andere entiteiten en de daaraan verbonden risico's en (b) de effecten van deze belangen op haar financiële positie, winstgevendheid en kasstromen. Bekaert heeft vele partnerschappen over de hele wereld, waarvan de meeste individuele entiteiten niet zouden voldoen aan redelijke materialiteitscriteria. Daarom heeft de Groep twee groepen van entiteiten met minderheidsbelangen geïdentificeerd die onderling verbonden zijn door de aard van hun activiteiten en aandeelhouderstructuur: (1) de Wire-entiteiten in Chili en Peru, waar de minderheidsbelangen hoofdzakelijk in handen zijn van de Chileense partners, en (2) de Wire-entiteiten in de Andina regio, waar de minderheidsbelangen hoofdzakelijk in handen zijn van de Ecuadoriaanse familie Kohn en van ArcelorMittal. Bij de groepering van de informatie werden enkel de intragroepseffecten binnen elke groep van entiteiten geëlimineerd, terwijl alle andere entiteiten van de Groep als derden werden behandeld.
| op jaareinde | Aandeel van minderheidsbelangen |
||
|---|---|---|---|
| Entiteiten opgenomen in de toelichting m.b.t. materiële minderheidsbelangen |
Land | 2021 | 2022 |
| BBRG-entiteiten | |||
| Inversiones BBRG Lima SA | Peru | 0,0% | |
| Procables SA | Peru | 3,9% | 3,9% |
| Staaldraadtoepassingen-entiteiten Chili en Peru | |||
| Acma SA | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Acmanet SA | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Industrias Acmanet Ltda | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Industrias Chilenas de Alambre - Inchalam SA | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Sujetar del Peru SAC | Peru | 0,0% | 62,5% |
| Procercos SA | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Prodalam SA | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Prodicom Selva SAC | Peru | 62,5% | 62,5% |
| Prodimin SAC | Peru | 62,5% | 62,5% |
| Prodac Contrata SAC | Peru | 62,5% | 62,5% |
| Productos de Acero Cassadó SA | Peru | 62,5% | 62,5% |
| Staaldraadtoepassingen-entiteiten Andina regio | |||
| Agro-Bekaert Colombia SAS | Colombia | 60,0% | 60,0% |
| Agro - Bekaert Springs, SL | Spanje | 60,0% | 60,0% |
| Bekaert Ideal SL | Spanje | 20,0% | 20,0% |
| Bekaert Guatemala SA | Guatemala | 41,6% | 41,6% |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cia. Ltda | Ecuador | 70,8% | 70,8% |
| BIA Alambres Costa Rica SA | Costa Rica | 41,6% | 41,6% |
| Ideal Alambrec SA | Ecuador | 41,6% | 41,6% |
| InverVicson SA | Venezuela | 20,0% | 20,0% |
| Productora de Alambres Colombianos Proalco SAS | Colombia | 60,0% | 60,0% |
| Vicson SA | Venezuela | 20,0% | 20,0% |
De hoofdactiviteit van de voornaamste entiteiten in bovenstaande lijst is de productie en verkoop van draad en andere draadproducten, in hoofdzaak voor de lokale markt. De volgende entiteiten zijn in wezen holdings die deelnemingen aanhouden in één of meer van de overige entiteiten in de vorige lijst: Industrias Acmanet Ltda, Procercos SA, Bekaert Ideal SL en Agro - Bekaert Springs SL.
De volgende tabel toont het relatief belang van de entiteitgroepen met materiële minderheidsbelangen in termen van resultaten en eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen.
| Materiële en overige minderheidsbelangen |
Perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen |
Eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen |
||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 |
| Staaldraadtoepassingen-entiteiten Chili en Peru |
35 633 | 15 733 | 100 872 | 105 814 |
| Staaldraadtoepassingen-entiteiten Andina regio |
6 075 | 2 711 | 21 858 | 22 421 |
| Consolidatieaanpassingen op materiële minderheidsbelangen |
-651 | 228 | -27 573 | -27 316 |
| Bijdrage van de materiële minderheidsbelangen tot de geconsolideerde minderheidsbelangen |
41 057 | 18 672 | 95 157 | 100 919 |
| Overige minderheidsbelangen | 2 586 | 1 785 | 35 814 | 35 931 |
| Totaal minderheidsbelangen | 43 643 | 20 457 | 130 971 | 136 850 |
De onderstaande tabellen geven een beknopt overzicht van de financiële staten voor deze entiteitgroepen.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Vlottende activa | 382 128 | 339 103 |
| Vaste activa | 119 973 | 130 920 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | 247 022 | 224 591 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar | 60 402 | 42 767 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
93 805 | 96 852 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 100 872 | 105 814 |
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Omzet | 689 790 | 681 733 |
| Kosten | -619 952 | -650 307 |
| Perioderesultaat | 69 838 | 31 426 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
34 205 | 15 693 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 35 633 | 15 733 |
| Andere elementen van het resultaat | -8 946 | 11 354 |
| Andere elementen van het resultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
-5 302 | 5 512 |
| Andere elementen van het resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen |
-3 644 | 5 842 |
| Volledig perioderesultaat | 60 892 | 42 780 |
| Volledig perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
28 903 | 21 205 |
| Volledig perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen |
31 989 | 21 575 |
| Uitbetaalde dividenden aan minderheidsbelangen | -3 475 | -17 588 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit bedrijfsactiviteiten | -4 351 | 9 166 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit investeringsactiviteiten | -8 402 | -13 344 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit financieringsactiviteiten | 22 430 | -26 881 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) | 9 676 | -31 059 |
Door de combinatie van een licht dalende omzet (-1.2%) en toegenomen kosten (+4.9%) nam de winstgevendheid in absolute termen af. Doordat de toename in de kosten niet weerspiegeld werd in de evolutie van de omzet, verslechterde de gerealiseerde marge (7,1% onderliggend bedrijfsresultaat (EBIT) op omzet vergeleken met 15,0% vorig jaar).
De sterke daling in EBITDA werd versterkt door de evolutie in werkkapitaal. Hierdoor lag de nettoschuld op jaareinde veel hoger in vergelijking met vorig jaar.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Vlottende activa | 150 291 | 117 430 |
| Vaste activa | 52 206 | 51 291 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | 143 778 | 111 249 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar | 11 067 | 10 028 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
25 795 | 25 023 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 21 858 | 22 421 |
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Omzet | 237 878 | 276 074 |
| Kosten | -224 404 | -270 266 |
| Perioderesultaat | 13 473 | 5 808 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
7 398 | 3 098 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 6 075 | 2 711 |
| Andere elementen van het resultaat | -254 | 864 |
| Andere elementen van het resultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
-203 | 893 |
| Andere elementen van het resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen |
-51 | -29 |
| Volledig perioderesultaat | 13 220 | 6 673 |
| Volledig perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert |
7 196 | 3 991 |
| Volledig perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen |
6 024 | 2 682 |
| Uitbetaalde dividenden aan minderheidsbelangen | -3 137 | -2 078 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit bedrijfsactiviteiten | 28 707 | -32 320 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit investeringsactiviteiten | -4 940 | -5 829 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit financieringsactiviteiten | -13 089 | 26 195 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) | 10 678 | -11 954 |
De omzet van 2022 was 16,1% hoger dan vorig jaar. De marge van onderliggend bedrijfsresultaat (EBIT) op omzet daarentegen, verlaagde van 9,5% vorig jaar tot 5,9% dit jaar. Door een stijging van het werkkapitaal samen met een lagere EBITDA kwam de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten lager uit wat tot een stijging van de netto schuld positie leidde.
De toestand voor Vicson SA (Venezuela) blijft onder controle. De onderneming slaagt er in om een voldoende hoeveelheid grondstoffen aan te kopen om de activiteiten draaiend te houden, zij het op een lager niveau. Bovendien is in het land de toegang tot US dollar flexibeler geworden zodat de facturaties aan veel klanten in die munt gebeuren. Geldmiddelen & kasequivalenten en geldbeleggingen bedroegen € 0,5 miljoen op 31 december 2022 (tegenover € 0,4 miljoen op 31 december 2021).

Per 31 december 2022 bedroegen de totale nettovoorzieningen voor personeelsbeloningen € 197,9 miljoen (€ 233,3 miljoen per jaareinde 2021), met volgende samenstelling:
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Voorzieningen voor | ||
| Toegezegdpensioenregelingen ¹ | 69 675 | 65 960 |
| Andere langetermijnpersoneelsbeloningen | 4 821 | 4 783 |
| In geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen |
7 150 | 6 042 |
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 160 699 | 122 300 |
| Ontslagvergoedingen | 10 786 | 11 019 |
| Totaal voorzieningen in de balans | 253 130 | 210 104 |
| waarvan | ||
| Voorzieningen op meer dan een jaar ¹ | 75 971 | 68 037 |
| Voorzieningen op ten hoogste een jaar | 177 159 | 142 068 |
| Activa voor | ||
| Toegezegdpensioenregelingen | -19 847 | -12 243 |
| Totaal activa in de balans | -19 847 | -12 243 |
| Totaal nettovoorzieningen | 233 283 | 197 862 |
¹ Zie toelichting 2.8. 'Herwerkingseffecten'.
In overeenstemming met IAS 19, 'Personeelsbeloningen' worden vergoedingsregelingen na uitdiensttreding opgedeeld in toegezegdebijdragenregelingen en toegezegdpensioenregelingen.
Bij toegezegdebijdragenregelingen betaalt Bekaert bijdragen aan publieke of private pensioenfondsen of aan verzekeringsmaatschappijen. Eenmaal de bijdragen zijn betaald, heeft de Groep geen verdere betalingsverplichtingen. Deze bijdragen worden ten laste genomen van de periode waarin de verplichting ontstaat.
De Belgische toegezegdebijdragenregelingen zijn bij wet onderworpen aan gewaarborgde minimumrendementen. De pensioenwetgeving definieert het minimum gegarandeerd rendement vanaf 1 januari 2016 als een variabel procent dat gelinkt is aan de rendementen op overheidsobligaties die in de markt worden waargenomen. Vanaf 2016 werd het minimum gegarandeerd rendement 1,75% op zowel werkgevers- als werknemersbijdragen. De vroegere rendementen (3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen) worden verder toegepast op de gecumuleerde bijdragen van het verleden aan de groepsverzekering op 31 december 2015. Bijgevolg werden de toegezegdebijdragenregelingen geherclassificeerd als toegezegdpensioenregelingen op jaareinde, waarbij een actuariële waardering werd uitgevoerd.
In Nederland neemt Bekaert deel aan een collectieve toegezegdpensioenregeling van meerdere werkgevers die gefinancierd wordt via het Pensioenfonds Metaal & Techniek ('PMT'). Deze regeling wordt geclassificeerd als toegezegdebijdragenregeling omdat er onvoldoende informatie beschikbaar is met betrekking tot de fondsbeleggingen toerekenbaar aan Bekaert om toegezegdpensioenregeling toe te passen. De bijdragen met betrekking tot deze regeling bedroegen € 1,6 miljoen (2021: € 1,6 miljoen). De werkgeversbijdragen worden elke vijf jaar vastgelegd door het PMT, ze zijn gelijk voor alle deelnemende bedrijven en uitgedrukt als een percentage van het pensioengevend salaris. De totale bijdrage van Bekaert vertegenwoordigt minder dan 0,1% van de volledige PMT bijdrage. De financieringsregels specifiëren dat een werkgever niet verplicht is tot het betalen van verdere bijdragen met betrekking tot eerder opgebouwde uitkeringen. De financieringsstatus van het PMT was 106,8% op 31 december 2022 (2021: 106,1%). Er is geen verplichting voor de deelnemende bedrijven tot financiering van enig tekort van het PMT (of tot het ontvangen van enig overschot).
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Opgenomen kosten | 14 420 | 15 417 |
toegezegdpensioenregelingen voor pensioenen en andere vergoedingen na uitdiensttreding. Dergelijke regelingen gelden meestal voor alle werknemers en zijn gebaseerd op hun bezoldiging en aantal dienstjaren.
De recentste actuariële IAS 19-waarderingen werden voor alle significante toegezegdpensioenregelingen na uitdiensttreding uitgevoerd op 31 december 2022 door onafhankelijke actuarissen. In België, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk bevonden zich de belangrijkste toegezegdpensioenregelingen voor de Groep. Zij vertegenwoordigden 85,9% (2021: 90,3%) van de brutoverplichtingen en 99,5% (2021: 99,6%) van de fondsbeleggingen van de Groep.
De gefinancierde pensioenregelingen in België vertegenwoordigden een brutoverplichting van € 173,5 miljoen (2021: € 216,5 miljoen) en € 182,9 miljoen activa (2021: € 213,4 miljoen). Deze omvatten de toegezegdebijdragenregelingen gefinancierd door groepsverzekeringen.
De traditionele toegezegdpensioenregelingen voorzien in de betaling van een éénmalige kapitaalsuitkering bij pensionering en in geval van overlijden of invaliditeit voorafgaand aan pensionering. Deze regelingen worden extern gefinancierd door twee instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) in eigen beheer. Op regelmatige basis wordt een Asset Liability Matching ('ALM') studie uitgevoerd, waarin de gevolgen van strategische investeringsrichtlijnen worden geanalyseerd in termen van risico- en rendementsprofielen. Uit deze studie worden de investeringsprincipes en het financieringsbeleid afgeleid. Het is de bedoeling de beleggingen afdoende te diversifiëren teneinde het risico onder controle te houden. De investeringsen aansprakelijkheidsrisico's worden op kwartaalbasis opgevolgd. De financieringspolitiek heeft als doel om minstens volledig gefinancierd te zijn in termen van statutaire minimumvereisten (dit is een voorzichtige schatting van de pensioenverplichtingen).
Andere regelingen hadden in hoofdzaak betrekking op brugpensioenen (brutoverplichting € 6,3 miljoen (2021: € 8,0 miljoen)), die niet extern gefinancierd zijn. Een bedrag van € 3,8 miljoen (2021: € 4,6 miljoen) had betrekking op werknemers in actieve dienst die nog geen brugpensioenakkoord hebben afgesloten.
De gefinancierde pensioenregelingen in de Verenigde Staten vertegenwoordigden een brutoverplichting van € 102,8 miljoen (2021: € 128,1 miljoen) en € 99,1 miljoen activa (2021: € 124,4 miljoen). De plannen voorzien in levenslange rentebetalingen aan de deelnemers, maar werden gesloten voor nieuwe deelnemers. De activa zijn geïnvesteerd in obligaties en in aandelen. De financieringspolitiek is erop gericht om voldoende gefinancierd te zijn in termen van de vereisten van de Pension Protection Act om te vermijden dat er uitkeringsbeperkingen van kracht worden of dat de regelingen een at risk-status verwerven.
Niet-gefinancierde regelingen omvatten plannen voor medische zorgen (brutoverplichting € 2,0 miljoen (2021: € 2,4 miljoen)).
De gefinancierde pensioenregeling in het Verenigd Koninkrijk is een plan gesloten voor nieuwe deelnemers en verdere opbouw en vertegenwoordigt een brutoverplichting van € 52,5 miljoen (2021: € 93,6 miljoen) en € 59,9 miljoen activa (2021: € 113,5 miljoen). De regeling wordt beheerd door een aparte Raad van Bestuur die juridisch los staat van de onderneming. De Raad van Bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van zowel werkgevers als werknemers. De bestuurders zijn wettelijk verplicht om te handelen in het belang van alle betrokken begunstigden en zijn verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van de activa en het dagelijkse beheer van de uitkeringen.
De pensioenverplichting omvat uitsluitend uitkeringen voor gewezen deelnemers (deelnemers wiens dienstverband is beëindigd en nog niet de in aanmerking komende pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt) en gepensioneerden (deelnemers die reeds pensioen ontvangen omdat zij de in aanmerking komende pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt). In grote lijnen is ongeveer 72% van de verplichtingen toe te schrijven aan inactieven en 28% aan gepensioneerden (2021: 30% gepensioneerden).
Britse wetgeving vereist dat pensioenregelingen op prudente wijze worden gefinancierd. De laatste waardering ter bepaling van de financiering werd uitgevoerd door een erkende actuaris per 31 december 2019 en resulteerde in een overschot van € 7,4 miljoen. Als gevolg hiervan hoeft de onderneming geen premie meer te betalen aan de regeling. Administratiekosten worden apart van IAS 19 gerapporteerd.

Volgende bedragen werden opgenomen in de balans:
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| België | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 216 562 | 173 519 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -213 440 | -182 880 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | 3 122 | -9 361 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | 7 994 | 6 264 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | 11 116 | -3 097 |
| Verenigde Staten | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 128 125 | 102 803 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -124 372 | -99 106 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | 3 753 | 3 697 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | 7 556 | 6 207 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | 11 309 | 9 904 |
| Verenigd Koninkrijk | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 93 635 | 52 464 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -113 482 | -59 908 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | -19 847 | -7 444 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | — | — |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | -19 847 | -7 444 |
| Andere | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 2 545 | 3 103 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -1 615 | -1 830 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | 930 | 1 273 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen ¹ | 46 320 | 53 081 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | 47 250 | 54 354 |
| Totaal | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 440 867 | 331 889 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -452 909 | -343 724 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | -12 042 | -11 835 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen ¹ | 61 870 | 65 552 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | 49 828 | 53 717 |
¹ Zie toelichting 2.8. 'Herwerkingseffecten'.
De verplichtingen aan het einde van 2021 werden aangepast voor Indonesië en weerspiegelen de impact van het IFRIC-agendabesluit van mei 2021 op de toekenning van vergoedingen aan dienstperioden. Dit heeft geresulteerd in
een daling van € 1,7 miljoen van de brutoverplichting, wat is weergegeven als negatieve pensioenkosten van verstreken diensttijd in de herwerkte cijfers voor 2021 die in de onderstaande tabel worden weergegeven.
De evolutie van de brutoverplichting, de fondsbeleggingen en de nettovoorziening en -vordering over het jaar waren als volgt:
| in duizend € | Bruto verplichting |
Fonds beleggingen |
Netto voorzieningen/ vorderingen (-) |
|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2021 | 522 889 | -422 079 | 100 810 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten |
17 424 | — | 17 424 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd ¹ | -1 869 | — | -1 869 |
| Winsten (-) / verliezen uit afwikkelingen | -87 | — | -87 |
| Rentelasten / -opbrengsten (-) | 7 384 | -5 500 | 1 884 |
| Kosten / opbrengsten (-) via het resultaat | 22 853 | -5 500 | 17 353 |
| Componenten opgenomen in EBIT | 15 469 | ||
| Componenten opgenomen in het financieel resultaat |
1 884 | ||
| Herwaarderingen | |||
| Rendement op fondsbeleggingen, met uitzondering van bedragen opgenomen in de rentelasten /-opbrengsten (-) |
— | -21 127 | -21 127 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in demografische assumpties |
-1 622 | — | -1 622 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in financiële assumpties |
-28 439 | — | -28 439 |
| Winsten (-) / verliezen bij ervaringsaanpassingen |
3 836 | — | 3 836 |
| Wijzigingen geboekt via het eigen vermogen |
-26 224 | -21 127 | -47 351 |
| Bijdragen | |||
| Werkgeversbijdragen / uitbetaalde vergoedingen |
— | -19 430 | -19 430 |
| Werknemersbijdragen | 148 | -148 | — |
| Uitbetalingen van het plan | |||
| Uitbetaalde vergoedingen | -32 275 | 32 275 | — |
| Effecten van omrekening van vreemde valuta ¹ |
15 346 | -16 900 | -1 554 |
| Per 31 december 2021 | 502 737 | -452 909 | 49 828 |
| in duizend € | Bruto verplichting |
Fonds beleggingen |
Netto voorzieningen/ vorderingen (-) |
|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2022 | 502 737 | -452 909 | 49 828 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten |
16 125 | — | 16 125 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 54 | — | 54 |
| Winsten (-) / verliezen uit afwikkelingen | 502 | — | 502 |
| Rentelasten / -opbrengsten (-) | 9 822 | -7 928 | 1 894 |
| Kosten / opbrengsten (-) via het resultaat | 26 503 | -7 928 | 18 575 |
| Componenten opgenomen in EBIT | 16 681 | ||
| Componenten opgenomen in het financieel resultaat |
1 894 | ||
| Herwaarderingen | |||
| Rendement op fondsbeleggingen, met uitzondering van bedragen opgenomen in de rentelasten /-opbrengsten (-) |
— | 97 349 | 97 349 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in demografische assumpties |
1 903 | — | 1 903 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in financiële assumpties |
-119 037 | — | -119 037 |
| Winsten (-) / verliezen bij ervaringsaanpassingen |
16 392 | — | 16 392 |
| Wijzigingen geboekt via het eigen vermogen |
-100 742 | 97 349 | -3 393 |
| Bijdragen | |||
| Werkgeversbijdragen / uitbetaalde vergoedingen |
— | -11 933 | -11 933 |
| Werknemersbijdragen | 130 | -130 | — |
| Uitbetalingen van het plan | |||
| Uitbetaalde vergoedingen | -35 786 | 35 786 | — |
| Effecten van omrekening van vreemde valuta |
4 599 | -3 959 | 640 |
| Per 31 december 2022 | 397 441 | -343 724 | 53 717 |
Winsten en verliezen uit afwikkelingen hadden in 2022 voornamelijk betrekking op herstructureringen in Ecuador (€ 0,4 miljoen winst), Indonesië (€ 0,9 miljoen verlies). De pensioenkosten van verstreken diensttijd hadden betrekking op de erkenning van verstreken dienstjaren in Turkije bij de aanwerving van tijdelijk personeel voor onbepaalde tijd. In de winst-enverliesrekening worden zowel de pensioenkosten, toegerekend aan het dienstjaar als van verstreken diensttijd, inclusief de winsten en verliezen uit afwikkelingen, opgenomen in het bedrijfsresultaat (EBIT). De rentelast of -opbrengst maakt deel uit van de rentelasten, onder rentegedeelte van rentedragende voorzieningen.
Wijzigingen geboekt via het eigen vermogen bedroegen in 2022 € -3,4 miljoen en waren het gevolg van een verlies van € 97,3 miljoen op fondsbeleggingen als gevolg van een negatief vermogensrendement, gecompenseerd door € 100,7 miljoen winst in de toegezegdpensioenregeling. Dit laatste kan worden opgesplitst in winst van € 119,0 miljoen als gevolg van wijzigingen in financiële assumpties als gevolg van verhoogde disconteringsvoeten en toegenomen inflatieassumptie, verlies van € 1,9 miljoen als gevolg van wijzigingen in demografische assumpties en verliezen van € 16,4 miljoen aan passiva als gevolg van ervaring.
Restitutierechten voortkomend uit herverzekeringscontracten met betrekking tot pensioenen, overlijdens- en invaliditeitsvergoedingen in Duitsland bedroegen minder dan € 0,1 miljoen (2021: € 0,1 miljoen).
Voor 2023 worden volgende bijdragen en uitbetaalde vergoedingen verwacht:
| in duizend € | 2023 |
|---|---|
| Pensioenregelingen | 18 141 |

De reële waarde van de fondsbeleggingen per 31 december was als volgt samengesteld:
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| België | ||
| Obligaties | 55 905 | 53 018 |
| Aandelen | 94 366 | 69 047 |
| Geldmiddelen | 4 077 | 3 000 |
| Verzekeringen | 59 092 | 57 815 |
| Totaal België | 213 440 | 182 880 |
| Verenigde Staten | ||
| Obligaties | ||
| USD langetermijnobligaties | 36 617 | 29 060 |
| USD vastrentende effecten | 5 842 | 4 817 |
| USD gewaarborgde deposito's | 4 437 | 4 235 |
| Aandelen | ||
| USD aandelen | 49 690 | 38 372 |
| Niet-USD aandelen | 20 317 | 17 970 |
| Vastgoed | 7 470 | 4 652 |
| Totaal Verenigde Staten | 124 372 | 99 106 |
| Verenigd Koninkrijk | ||
| Obligaties | 35 480 | 16 009 |
| Afgeleide producten | 62 806 | 37 015 |
| Aandelen | 13 850 | 5 677 |
| Geldmiddelen | 1 346 | 1 207 |
| Totaal Verenigd Koninkrijk | 113 482 | 59 908 |
| Andere | ||
| Obligaties | 1 614 | 1 830 |
| Totaal Andere | 1 614 | 1 830 |
| Totaal | 452 909 | 343 724 |
In de Verenigde Staten wordt voornamelijk geïnvesteerd via beleggingsfondsen en gekantonneerde fondsen van
verzekeringsmaatschappijen in genoteerde aandelen en obligaties. In België wordt voornamelijk belegd via beleggingsfondsen in genoteerde aandelen en obligaties. De beleggingen zijn afdoende gediversifieerd zodat een faling van één enkele belegging geen materiële impact zou hebben op het globale niveau van de activa. In het Verenigd Koninkrijk wordt een groot deel van de
activa geïnvesteerd in beleggingen die erop gericht zijn om te voldoen aan toekomstige kasstromen en obligaties.
De fondsbeleggingen van de Groep omvatten geen directe positie in Bekaertaandelen of -obligaties, noch in vastgoed dat wordt gebruikt door een Bekaertentiteit.
De voornaamste actuariële veronderstellingen op balansdatum (gewogen gemiddelden gebaseerd op uitstaande brutoverplichtingen) waren:
| Actuariële veronderstellingen | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Disconteringsvoet | 2,0% | 4,7% |
| Jaarlijkse verhoging van bezoldigingen | 3,3% | 3,7% |
| Onderliggende inflatie | 2,3% | 2,8% |
| Toename gezondheidszorgkost (initieel) | 6,5% | 7,5% |
| Toename gezondheidszorgkost (uiteindelijk) | 5,0% | 5,0% |
| Gezondheidszorg (jaren voor het bereiken van het uiteindelijke percentage) |
6 | 10 |
De disconteringsvoet voor het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en België is een weerspiegeling van zowel de huidige renteomgeving als van de specifieke karakteristieken van de planverplichtingen. In eerste instantie worden de geprojecteerde toekomstige uitbetalingen gekoppeld aan de toepasselijke contantkoersen, op basis waarvan de contante waarde berekend wordt. Daarna wordt teruggerekend wat de gemiddelde disconteringsvoet is die dezelfde contante waarde oplevert. De contantkoersen worden afgeleid van een rentecurve gebaseerd op hoogwaardige bedrijfsobligaties met een AA-kredietstatus uitgegeven in de munt van de toepasselijke regionale markt.
Dit resulteerde in de volgende disconteringsvoeten:
| Disconteringsvoet | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| België | 1,0% | 3,8% |
| Verenigde Staten | 2,8% | 5,3% |
| Verenigd Koninkrijk | 1,9% | 5,0% |
| Overige | 4,7% | 6,3% |
Dit resulteerde in de volgende inflatievoeten:
| Inflatie | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| België | 1,8% | 2,2% |
| Verenigde Staten | N/A | N/A |
| Verenigd Koninkrijk | 3,3% | 3,3% |
| Overige | 2,9% | 4,8% |
| Totaal | 2,3% | 2,8% |
Assumpties met betrekking tot toekomstige sterfte zijn gebaseerd op actuarieel advies in overeenstemming met gepubliceerde statistieken en ervaring voor elke regio. Deze assumpties worden vertaald in een gemiddelde levensverwachting in jaren voor een gepensioneerde die uit dienst treedt op de leeftijd van 65.
| 2021 | 2022 |
|---|---|
| Levensverwachting voor een man van 65 (jaren) op de 20,2 balansdatum |
20,2 |
| Levensverwachting voor een vrouw van 65 (jaren) op de 22,6 balansdatum |
22,7 |
| Levensverwachting voor een man van 65 (jaren) tien jaar na de 20,9 balansdatum |
20,9 |
| Levensverwachting voor een vrouw van 65 (jaren) tien jaar na 23,4 de balansdatum |
23,4 |
Een sensitiviteitsanalyse levert volgende effecten op:
| in duizend € | Wijziging in veronder stelling |
Impact op toegezegdpensioenregelingen | ||
|---|---|---|---|---|
| Disconteringsvoet | -0,50% | Increase by | 17 354 | 4,4% |
| Salarisstijging | 0,50% | Increase by | 4 007 | 1,0% |
| Gezondheidszorgkost | 0,50% | Increase by | 83 | 0,02% |
| Levensverwachting | 1 year | Increase by | 4 616 | 1,2% |
Bij bovenstaande sensitiviteitsanalyse werden alle andere veronderstellingen constant gehouden.
De Groep is door zijn toegezegdpensioenregelingen blootgesteld aan een aantal risico's, waarvan de belangrijkste hieronder zijn toegelicht:
| Volatiliteit van de activa | De verplichtingen van het plan worden berekend met behulp van een disconteringsvoet gebaseerd op bedrijfsobligatierendementen; wanneer de fondsbeleggingen dit rendement niet behalen, zal dit een tekort veroorzaken. |
|---|---|
| Wijzigingen in obligatierendementen |
Een afname van de rendementen op bedrijfsobligaties leidt tot een toename van de verplichtingen, hoewel dit gedeeltelijk zal worden gecompenseerd door een waardestijging van de obligaties in portefeuille. |
| Salarisrisico | De brutoverplichtingen van de meeste regelingen worden berekend op basis van de toekomstige verloning van de deelnemers. Bijgevolg zal een hoger dan verwachte salarisstijging leiden tot hogere verplichtingen. |
| Langlevenrisico | Belgische pensioenplannen voorzien in de betaling van een éénmalige kapitaalsuitkering bij pensionering. Zodoende is er weinig of geen langlevenrisico. Pensioenplannen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk voorzien in voordelen voor de deelnemers zolang zij leven, dus zal een toename in levensverwachting resulteren in een toename van de planverplichtingen. |
De gewogen gemiddelde vervaltermijnen van de brutoverplichtingen waren als volgt:
| in jaren | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| België | 12,5 | 10,0 |
| Verenigde Staten | 11,5 | 9,5 |
| Verenigd Koninkrijk | 20,0 | 16,5 |
| Overige | 10,3 | 9,7 |
| Totaal | 13,4 | 10,7 |
Ontslagvergoedingen zijn geldmiddelen en andere vergoedingen die aan werknemers worden betaald wanneer hun dienstverband werd beëindigd.
De andere langetermijnpersoneelsbeloningen hadden betrekking op jubileumpremies.
De Groep kent aan bepaalde werknemers Stock Appreciation Rights (SARs) toe die hen het recht geven om op de uitoefendatum de intrinsieke waarde van de SARs te ontvangen. Deze SARs worden verwerkt als in geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen in overeenstemming met IFRS 2. De reële waarde van elke toekenning wordt herberekend op balansdatum, gebruik makend van een binomiaal waarderingsmodel. Gebaseerd op de lokale regulering is de uitoefenprijs voor elke toekenning onder de SAR-plannen in de VS gelijk aan de gemiddelde slotkoers van het aandeel van de Onderneming gedurende de dertig dagen volgend op de datum van het aanbod. De uitoefenprijs van de andere SAR-plannen is bepaald op dezelfde wijze als voor de in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde aandelenoptieplannen: als de laagste waarde van (i) de gemiddelde slotkoers van het aandeel van de Onderneming gedurende dertig dagen voorafgaand aan de datum van het aanbod, en (ii) de laatste slotkoers voorafgaand aan de datum van het aanbod.
Het model houdt rekening met volgende inputs voor alle toekenningen: de aandelenkoers op balansdatum: € 36,28 (2021: € 39,14), verwachte volatiliteit in een range tussen 31% en 37% (2021: 34%), een verwacht dividend in een range van 4,3% en 4,6% (2021: 3,0%), een wachtperiode van 3 jaar en een gemiddelde contractduur van 10 jaar. De input voor de risicovrije rente varieert per toekenning en is gebaseerd op het rendement van de Belgische OLO's (Obligation Linéaire / Lineaire Obligatie) met een looptijd gelijk aan de looptijd van de bewuste SAR-toekenning.
De uitoefenprijzen en reële waardes van de uitstaande SARs per toekenning worden weergegeven in onderstaande tabel:
| Aantal toegekend |
Uitoefenprijs | Reële waarde per 31 december 2021 |
Reële waarde per 31 december 2022 |
|---|---|---|---|
| 20 900 | 22,09 | 17,04 | — |
| 36 800 | 25,66 | 13,72 | 11,17 |
| 40 200 | 25,45 | 13,99 | 11,68 |
| 20 250 | 28,38 | 11,91 | 11,33 |
| 26 375 | 38,86 | 7,88 | 7,35 |
| 16 875 | 37,06 | 8,76 | 8,95 |
| in € | Aantal toegekend |
Uitoefenprijs | Reële waarde per 31 december 2021 |
Reële waarde per 31 december 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Toekenning 2013 Details van andere SAR-plannen per toekening |
24 500 | 19,20 | 19,92 | — |
| Exceptionele toekenning 2013 |
10 000 | 21,45 | 17,69 | — |
| Toekenning 2014 | 54 800 | 25,38 | 13,96 | 11,39 |
| Toekenning 2015 | 44 700 | 26,06 | 13,42 | 11,24 |
| Toekenning 2016 | 38 500 | 26,38 | 13,33 | 12,42 |
| Toekenning 2017 | 53 000 | 39,43 | 7,85 | 7,35 |
| Toekenning 2018 | 37 500 | 34,60 | 9,48 | 9,74 |
Op 31 december 2022 bedroeg de totale verplichting voor de VS SARplannen € 0,3 miljoen (2021: € 0,4 miljoen), terwijl de totale verplichting voor andere SAR-plannen € 0,5 miljoen bedroeg (2021: € 0,5 miljoen).
De Groep nam een totale opbrengst van € 0,1 miljoen op (2021: opbrengst van € 0,0 miljoen) tijdens het jaar in verband met SARs.
De Groep kende aan bepaalde werknemers in geldmiddelen afgewikkelde prestatieaandeeleenheden toe die de begunstigde het recht geven de waarde van de prestatieaandelen te ontvangen: gedurende 2019 en 2020 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2018-2020 en gedurende 2022 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2022-2024. Deze prestatieaandeeleenheden zullen uitoefenbaar zijn na een wachttijd van drie jaar afhankelijk van het bereiken van vooraf vastgelegde prestatiedoelstellingen. De prestatiedoelstellingen werden vastgelegd

door de Raad van Bestuur, in lijn met de strategie van de Groep en kunnen variëren van 0% tot 300%. Op de toekenningsdatum wordt ervan uitgegaan dat de toekenning onvoorwaardelijk wordt bij een uitoefeningspercentage van 100%, de prestatiedoelstelling wordt op elke balansdatum opnieuw beoordeeld op de verwachte prestaties, indien nodig wordt het uitoefeningspercentage op basis van die beoordeling aangepast.
Deze prestatieaandeeleenheden worden verwerkt als in geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen in overeenstemming met IFRS 2. De reële waarde van elke toekenning onder PSU 2018-2020 en onder PSU 2022-2024 is gelijk aan de aandelenkoers op balansdatum aangezien de prestatiedoelstellingen niet-marktprijsgerelateerde voorwaarden zijn (Onderliggende EBITDA en operationale kasstroom).
De reële waardes van de uitstaande prestatieaandeeleenheden per toekenning worden weergegeven in onderstaande tabel:
| in € | Aantal toegekend |
Reële waarde per 31 december 2021 |
Reële waarde per 31 december 2022 |
|---|---|---|---|
| Toekenning 2020 | 45 141 | 39,14 | 36,28 |
| Toekenning 2020 | 444 | 39,14 | 36,28 |
| Toekenning 2021 | 4 567 | 39,14 | 36,28 |
| Toekenning 2022 | 24 832 | — | 36,28 |
Op 31 december 2022 bedroeg de totale verplichting voor de VSprestatieaandeeleenheden € 1,6 miljoen (2021: € 1,6 miljoen), terwijl de totale verplichting voor de andere prestatieaandeeleenheden € 3,7 miljoen bedroeg (2021: € 4,8 miljoen).
De Groep nam een totale kost van € 2,2 miljoen (2021: kost van € 4,8 miljoen) op tijdens het jaar in verband met prestatieaandeeleenheden.
Kortetermijnpersoneelsbeloningen hebben betrekking op verplichtingen voor verloning en sociale zekerheid die volledig betaalbaar zijn binnen de 12 maanden na het einde van de periode waarin werknemers de gerelateerde prestaties verrichten. Eind 2021 bevatten ze aanzienlijk hogere voorzieningen voor bonussen dan eind 2022.

| in duizend € | Herstructurering | Geschillen | Milieu | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2021 | 6 525 | 6 600 | 20 015 | 3 448 | 36 588 |
| Bijkomende voorzieningen | 56 | 1 516 | 2 397 | 867 | 4 836 |
| Terugnemingen ongebruikte bedragen | -220 | -3 309 | -591 | -1 069 | -5 188 |
| Toename in contante waarde | — | — | — | 15 | 15 |
| Opgenomen in de winst-en-verliesrekening | -164 | -1 793 | 1 807 | -187 | -337 |
| Aanwendingen van het jaar | -5 661 | -1 930 | -858 | -388 | -8 837 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | 3 | 186 | 89 | 11 | 289 |
| Per 31 december 2021 | 703 | 3 062 | 21 053 | 2 884 | 27 703 |
| Waarvan | |||||
| op ten hoogste een jaar | 703 | 1 987 | 635 | 1 066 | 4 392 |
| op meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar | — | 1 075 | 9 008 | 1 250 | 11 333 |
| op meer dan vijf jaar | — | — | 11 410 | 568 | 11 978 |
| in duizend € | Herstructurering | Geschillen | Milieu | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2022 | 703 | 3 062 | 21 053 | 2 884 | 27 703 |
| Bijkomende voorzieningen | 123 | 5 163 | 1 225 | 6 764 | 13 275 |
| Terugnemingen ongebruikte bedragen | -117 | -1 681 | -539 | -836 | -3 173 |
| Toename in contante waarde | — | — | — | 13 | 13 |
| Opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 6 | 3 482 | 686 | 5 941 | 10 116 |
| Aanwendingen van het jaar | -680 | -942 | -1 718 | -484 | -3 824 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | 1 | -37 | 32 | 89 | 85 |
| Per 31 december 2022 | 30 | 5 565 | 20 053 | 8 430 | 34 079 |
| Waarvan | |||||
| op ten hoogste een jaar | 30 | 2 345 | 415 | 3 364 | 6 154 |
| op meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar | — | 3 221 | 8 228 | 4 398 | 15 847 |
| op meer dan vijf jaar | — | — | 11 410 | 667 | 12 077 |
Voorzieningen voor geschillen hielden in hoofdzaak verband met productkwaliteitsklachten en productgaranties in meerdere entiteiten.
Milieuvoorzieningen hadden voornamelijk betrekking op vestigingen in EMEA. De verwachte bodemsaneringskosten worden elk jaar opnieuw geschat, gebaseerd op een evaluatie door een extern expert. Het is onzeker wanneer de kosten zullen worden gemaakt, want dit hangt vaak af van beslissingen inzake de bestemming van de sites. De stijging in de milieuvoorzieningen had hoofdzakelijk te maken met een nieuwe voorziening gerelateerd aan de verkoop van de fabriek in Figline, gedeeltelijk geneutraliseerd door het aanwenden en het terugnemen van de voorzieningen die werden aangelegd voor sites in België en het Verenigd Koninkrijk.
De stijging in de overige voorzieningen heeft voornamelijk betrekking op een nieuwe voorziening in Indonesië met betrekking tot douane - en BTW taksen.

De volgende tabel toont een analyse van de nettoboekwaarde van de rentedragende schulden van de Groep, per contractuele vervaldatum: 2021
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Rentedragende schulden | ||||
| Leaseverplichtingen | 20 219 | 36 837 | 19 588 | 76 644 |
| Ontvangen kaswaarborgen | — | 84 | 120 | 204 |
| Kredietinstellingen | 217 523 | 177 047 | — | 394 571 |
| Schuldschein-lening | — | 298 964 | 20 941 | 319 905 |
| Obligatieleningen | — | 200 000 | 200 000 | 400 000 |
| Converteerbare obligatieleningen |
— | — | — | — |
| Totaal financiële schulden | 237 742 | 712 932 | 240 649 | 1 191 324 |
2022
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Rentedragende schulden | ||||
| Leaseverplichtingen | 20 002 | 36 872 | 20 331 | 77 205 |
| Ontvangen kaswaarborgen | — | 144 | 66 | 210 |
| Kredietinstellingen | 291 989 | 146 413 | — | 438 401 |
| Schuldschein-lening | 188 598 | 131 582 | — | 320 179 |
| Obligatieleningen | — | 400 000 | — | 400 000 |
| Totaal financiële schulden | 500 588 | 715 011 | 20 397 | 1 235 996 |
Een analyse van de contractueel overeengekomen, niet-verdisconteerde kasuitstromen met betrekking tot financiële verplichtingen van de Groep wordt voorgesteld in toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'. De financiële schuld vervallend binnen het jaar is met € 262,8 miljoen gedaald door het terugbetalen van de Schuldschein lening in juni 2022 (€ 188,6 miljoen tegen geamortiseerde kostprijs per jaareinde 2022).
In principe gaan entiteiten van de Groep leningen aan in hun lokale valuta om valutarisico's te vermijden. Als de financiering in een andere valuta gebeurt, zonder enige compenserende balanspositie, dekken de entiteiten het valutarisico af door middel van derivaten (cross-currency interest-rate swaps of termijnwisselcontracten). Obligatieleningen, commercial paper en schulden tegenover kredietinstellingen zijn niet gewaarborgd, met uitzondering van de factoring-programma's.
Voor meer informatie over het beheer van financiële risico's verwijzen wij naar toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
De volgende tabel geeft een overzicht van de berekening van de nettoschuld.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Rentedragende schulden op meer dan een jaar | 953 581 | 735 408 |
| Rentedragende schulden op ten hoogste een jaar | 237 742 | 500 588 |
| Totaal financiële schulden | 1 191 324 | 1 235 996 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan een jaar |
-10 192 | -9 665 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op ten hoogste een jaar |
-6 475 | -6 352 |
| Geldbeleggingen | -80 058 | -4 766 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | -677 270 | -728 095 |
| Nettoschuld | 417 329 | 487 118 |

Om tegemoet te komen aan de toelichtingsvereisten van IAS 7 'Het kasstroomoverzicht' toont deze sectie een overzicht van de wijzigingen in verplichtingen die ontstaan uit financieringsactiviteiten. De opdeling in langetermijnschulden en kortetermijnschulden is gebaseerd op de initiële looptijd van de schuld. In het geconsolideerd kasstroomoverzicht worden de kasstromen met betrekking tot rentedragende langetermijnschulden opgedeeld in inkomsten en aflossingen.
In 2022 hadden de overige wijzigingen in financiële schuld hoofdzakelijk betrekking op non-cash bewegingen in de leaseverplichtingen (€ 33,5 miljoen) (zie ook toelichting 6.4. 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa'). Derivaten aangehouden ter afdekking van financiële schulden omvatten swaps en opties die zorgen voor een (economische) afdekking van renterisico's, zie toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
In 2021 hadden de overige wijzigingen in financiële schuld hoofdzakelijk betrekking op non-cash bewegingen in de leaseverplichtingen (€ 19,6 miljoen) (zie ook toelichting 6.4. 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa'), en opgelopen rente uit afschrijvingen op verplichtingen via de effectieverentemethode (€ 4,9 miljoen). Derivaten aangehouden ter afdekking van financiële schulden omvatten swaps en opties die zorgen voor een (economische) afdekking van renterisico's, zie toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
| 2021 | Niet-kasstromen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Per 1 januari | Kasstromen | Overnames en afstotingen |
Gecumuleerde omrekenings verschillen |
Reëlewaarde wijzigingen |
Overige wijzigingen | Per 31 december |
| Financiële schulden | |||||||
| Langetermijnschulden ¹ | 1 380 866 | -416 174 | — | 3 619 | — | 24 802 | 993 114 |
| Ontvangen kaswaarborgen | 171 | 12 | — | 20 | — | — | 204 |
| Leaseverplichtingen | 80 505 | -26 290 | — | 2 805 | — | 19 624 | 76 644 |
| Kredietinstellingen | 205 463 | -9 896 | — | 794 | — | — | 196 361 |
| Schuldschein-lening | 319 635 | — | — | — | — | 270 | 319 905 |
| Obligatieleningen | 400 000 | — | — | — | — | — | 400 000 |
| Converteerbare obligatieleningen |
375 092 | -380 000 | — | — | — | 4 908 | — |
| Kortetermijnschulden | 228 865 | -43 328 | — | 12 672 | — | — | 198 210 |
| Totaal financiële schulden | 1 609 732 | -459 501 | — | 16 291 | — | 24 802 | 1 191 324 |
| Derivaten aangehouden ter afdekking van financiële schulden |
|||||||
| Interest-rate swaps | 1 081 | — | — | — | -964 | — | 118 |
| Cross-currency interest-rate swaps | -5 030 | — | — | — | 6 675 | — | 1 645 |
| Overige verplichtingen uit financieringsactiviteiten | |||||||
| Conversiederivaat | 34 | — | — | — | -34 | — | — |
| Totaal verplichtingen uit financieringsactiviteiten | 1 605 817 | -459 501 | — | 16 291 | 5 677 | 24 802 | 1 193 087 |
¹ Inclusief het deel van de schulden op meer dan een jaar dat binnen het jaar vervalt, nl. € 412,8 miljoen per 1 januari en € 39,5 miljoen per 31 december.
| 200 |
|---|
| 2022 | Niet-kasstromen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Per 1 januari | Kasstromen | Overnames en afstotingen |
Gecumuleerde omrekenings verschillen |
Reëlewaarde wijzigingen |
Overige wijzigingen | Per 31 december |
| Financiële schulden | |||||||
| Langetermijnschulden ¹ | 993 114 | -75 577 | — | 2 107 | — | 33 974 | 953 618 |
| Ontvangen kaswaarborgen | 204 | 11 | — | -5 | — | — | 210 |
| Leaseverplichtingen | 76 644 | -31 704 | — | -1 434 | — | 33 699 | 77 205 |
| Kredietinstellingen | 196 361 | -43 885 | — | 3 546 | — | — | 156 023 |
| Schuldschein-lening | 319 905 | — | — | — | — | 275 | 320 179 |
| Obligatieleningen | 400 000 | — | — | — | — | — | 400 000 |
| Converteerbare obligatieleningen |
— | — | — | — | — | — | — |
| Kortetermijnschulden | 198 210 | 67 349 | 614 | 16 205 | — | — | 282 378 |
| Totaal financiële schulden | 1 191 324 | -8 228 | 614 | 18 312 | — | 33 974 | 1 235 996 |
| Derivaten aangehouden ter afdekking van financiële schulden |
|||||||
| Interest-rate swaps | 118 | — | — | — | -7 295 | — | -7 178 |
| Cross-currency interest-rate swaps | 1 645 | — | — | — | -4 290 | — | -2 645 |
| Totaal verplichtingen uit financieringsactiviteiten | 1 193 087 | -8 228 | 614 | 18 312 | -11 586 | 33 974 | 1 226 173 |
¹ Inclusief het deel van de schulden op meer dan een jaar dat binnen het jaar vervalt, nl. € 39,5 miljoen per 1 januari en € 218,1 miljoen per 31 december.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Overige schulden op meer dan één jaar | 142 | 150 |
| Derivaten (zie toelichting 7.2.) | 703 | — |
| Totaal | 844 | 150 |
De derivaten hebben geen betrekking op een interest-rate swap om de variabele rente in enkele van de Schuldschein-leningen af te dekken (2021: € 0,1 miljoen). Ook CCIRS'en zijn nihil per eind 2022 (2021: € 0,6 miljoen) (zie toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden' en 7.2. 'Beheer van risico's en derivaten').
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Overige verplichtingen | 9 122 | 14 362 |
| Derivaten (zie toelichting 7.2.) | 2 324 | 1 548 |
| Ontvangen voorschotten | 24 354 | 24 097 |
| Overige belastingen | 24 127 | 36 940 |
| Overlopende rekeningen (passief) | 8 322 | 11 171 |
| Totaal | 68 249 | 88 118 |
De stijging in 2022 van Overige verplichtingen was voornamelijk het gevolg van een hoger uitstaand bedrag aan te betalen dividenden en een verplichting in verband met het fiscale consolidatieregime in Italië.
De derivaten bevatten termijnwisselcontracten (€ 1,3 miljoen (2021: € 0,7 miljoen)) en CCIRS'en (€ 0,2 miljoen (2021: € 1,7 miljoen)).
De ontvangen voorschotten hadden voornamelijk betrekking op de project business van Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) en voorschotten van de Braziliaanse joint ventures op bestellingen van activa bij Engineering.
Overige belastingen hadden betrekking op BTW (€ 10,2 miljoen (2021: € 5,1 miljoen)), afhoudingen op lonen en wedden (€ 10,8 miljoen (2021: € 8,4 miljoen)) en niet-winstgebaseerde belastingen (€ 15,9 miljoen (2021: € 10,6 miljoen)).
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de belastingvorderingen, belastingschulden en onzekere belastingposities opgenomen op balansdatum. De belastingvorderingen en -schulden bevatten zowel inkomstenbelastingen als BTW en overige belastingen.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Belastingvorderingen | 113 568 | 126 694 |
| Vaststaande belastingschulden | 71 376 | 59 292 |
| Onzekere belastingposities | 38 882 | 43 828 |
De vaststaande belastingschulden bevatten ook de saldi inzake overige belastingen opgenomen in de tabel van toelichting 6.20. 'Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar'.

| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| EBIT1 | 510 589 | 365 754 |
| Posten zonder kasstroomeffect opnieuw bijgeteld bij EBIT1 | 164 256 | 260 729 |
| EBITDA1 | 674 845 | 626 483 |
| Overige brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten | -140 345 | -121 294 |
| Brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 532 884 | 505 189 |
| Wijzigingen in operationeel werkkapitaal2 | -119 773 | -174 467 |
| Overige bedrijfskasstromen | -32 620 | 9 570 |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten1 | 380 491 | 340 292 |
| Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten1 | -91 810 | -124 956 |
| Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten | -567 082 | -174 398 |
| Toename of afname in geldmiddelen en kasequivalenten1 | -278 401 | 40 937 |
Het overzicht van de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten is opgesteld volgens de indirecte methode, terwijl de directe methode gevolgd werd voor de kasstromen uit andere activiteiten. De directe methode is gericht op het classificeren van brutokasinstromen en brutokasuitstromen per categorie.
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
2 Zie toelichting 6.8. 'Operationeel werkkapitaal' voor de aansluiting van de wijzigingen in operationeel werkkapitaal met de organische evolutie van het werkkapitaal.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Posten zonder kasstroomeffect verwerkt in bedrijfsresultaat (EBIT) | ||
| Afschrijvingen en waardeverminderingen ¹ ² | 165 774 | 202 795 |
| Bijzondere waardeverminderingen op activa | -1 518 | 57 934 |
| Posten zonder kasstroomeffect opnieuw bijgeteld bij EBIT ² | 164 256 | 260 729 |
| Winst (-) of verlies op weerhouden belangen in afgestoten activiteiten | — | -474 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen: aanleg / terugname (-) van ongebruikte bedragen ² |
12 428 | 26 158 |
| Overige voorzieningen: aanleg / terugname (-) van ongebruikte bedragen | -352 | 10 102 |
| CTA overgeboekt naar resultaat bij afgestoten activiteiten | -2 987 | -555 |
| In eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen | 15 261 | 92 |
| Overige posten zonder kasstroomeffect verwerkt in bedrijfsresultaat (EBIT) ² | 24 349 | 35 324 |
| Totaal ² | 188 605 | 296 053 |
| Investeringsposten verwerkt in bedrijfsresultaat (EBIT) | ||
| Winst (-) of verlies bij verkoop van activiteiten | 170 | 210 |
| Winst (-) of verlies bij verkoop van immateriële en materiële vaste activa | -23 404 | -11 591 |
| Totaal | -23 234 | -11 381 |
| Terugname gebruikte bedragen op voorzieningen voor personeelsbeloningen en overige voorzieningen |
||
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen: gebruikte bedragen | -41 503 | -24 123 |
| Overige voorzieningen: gebruikte bedragen | -8 837 | -3 824 |
| Totaal | -50 340 | -27 947 |
| Betaalde winstbelastingen | ||
| Verschuldigde winstbelastingen | -116 006 | -79 593 |
| Toename of afname (-) in nettoverplichtingen m.b.t. winstbelastingen | 23 269 | -37 697 |
| Totaal | -92 737 | -117 289 |
| Overige bedrijfskasstromen | ||
| Bewegingen in overige vlottende activa en verplichtingen op ten hoogste een jaar | -27 411 | 9 365 |
| Overige | -5 209 | 205 |
| Totaal | -32 620 | 9 570 |
¹ Inclusief € 11,0 miljoen (2021: € -18,6 miljoen) afwaarderingen / (terugnames van afwaarderingen) op voorraden en handelsvorderingen (zie toelichting 6.8. 'Operationeel werkkapitaal').
2 Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
Brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten daalden met € -27.7 miljoen als gevolg van lagere operationele prestaties (€ -48.8 miljoen EBITDA), lagere op aandelen gebaseerde betalingen (€ -15,2 miljoen) en een hogere kasuitstroom uit betaalde winstbelastingen (€ -24,5 miljoen hoger). Deze dalingen worden gedeeltelijk gecompenseerd met een lagere aanpassing voor investeringsposten verwerkt in het bedrijfsresultaat (€ +11,9 miljoen) en een hogere opzet van voorzieningen voor personeelsbeloningen, en een lagere terugname en gebruik van de personeelsbeloningen en provisies (€ 46,6 miljoen hoger).
De kasuitstroom door de toename in werkkapitaal, gedreven door een lagere openstaande leveranciersschulden, gedeeltelijk gecompenseerd met een hogere voorraad en klantenvorderingen, bedroeg € -178,7 miljoen in 2022 (2021: € -119,8 miljoen) (zie organische afname in toelichting 6.8. 'Operationeel werkkapitaal').
Overige bedrijfskasstromen hadden voornamelijk te maken met verschuivingen in overige vorderingen en verplichtingen die niet vervat zitten in het werkkapitaal en geen verband houden met investerings- of financieringsactiviteiten.
In 2022 was de cash-out aan winstbelastingen € 117,3 miljoen. De meeste belastingen werden betaald in China (€ 25,3 miljoen), Chili (€ 17,5 miljoen), België (€ 10,8 miljoen), Turkije (€ 11,2 miljoen), Tsjechië (€ 8,7 miljoen), Peru (€ 8 miljoen), Colombia (€ 3,8 miljoen) en Indonesië (€ 3,3 miljoen).

De volgende tabel verschaft meer details in verband met welbepaalde investeringskasstromen:
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Overige portfolio-investeringen | ||
| Nieuwe bedrijfscombinaties | — | -2 384 |
| Overige investeringen | -863 | -8 613 |
| Totaal | -863 | -10 997 |
| Inkomsten uit verkoop van vaste activa | ||
| Inkomsten uit verkoop van immateriële activa | 121 | 127 |
| Inkomsten uit verkoop van materiële vaste activa | 12 235 | 2 115 |
| Inkomsten uit verkoop van recht op gebruik vast actief | 712 | 7 |
| Inkomsten uit verkoop van activa aangehouden voor verkoop | 23 683 | 891 |
| Totaal | 36 752 | 3 141 |
De overige investeringen in 2022 zijn gerelateerd aan de investering in Pajarito Powder LLC (€ 3,9 miljoen) en TFI Marine Nominees Limited (€ 4,0 miljoen). Nieuwe bedrijfscombinaties hebben hoofdzakelijk betrekking op de investeringen in nieuwe dochterondernemingen in 2022. De overige investeringen in 2021 zijn gerelateerd aan de investering in een energieopwekkingsbedrijf in Indië.
Kasuitstromen van investeringen in materiële vaste activa namen toe van € 143,8 miljoen in 2021 tot € 170,2 miljoen in 2022.
Opbrengsten uit verkoop van materiële vaste activa hadden in 2022 betrekking op de verkoop van vastgoed, hoofdzakelijk in België. Opbrengsten uit verkoop van materiële vaste activa hadden in 2021 betrekking op de verkoop van vastgoed, hoofdzakelijk in Peru, Maleisië, België en Canada.
De volgende tabel verschaft meer details in verband met welbepaalde financieringskasstromen:
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Overige financieringsstromen | ||
| Nieuwe aandelen uitgegeven voor uitgeoefende inschrijvingsrechten |
1 077 | 748 |
| Toename (-) of afname van kort- en langlopende leningen en financiële vorderingen |
495 | -763 |
| Toename (-) of afname van financiële activa op ten hoogste een jaar |
-28 439 | 75 552 |
| Overige financiële opbrengsten en lasten | -2 879 | -7 064 |
| Totaal | -29 747 | 68 473 |
Nieuwe rentedragende langetermijnschulden bleven beperkt tot € 12,0 miljoen in 2022 (2021: € 23,6 miljoen). Aflossing van rentedragende langetermijnschulden (€ -87,6 miljoen) hield voornamelijk verband met de herfinanciering van lokale leningen in Peru (€ -25,5 miljoen), Australië (€ -16,2 miljoen), China (€ -12,0 miljoen). Kasinstroom m.b.t. kortetermijnschulden beliep € 67,3 miljoen in 2022 (2021: kasuitstroom € -43,3 miljoen), hoofdzakelijk door het aangaan van nieuwe korte termijn leningen in Latijns-Amerikaanse vennootschappen. Voor een overzicht van de bewegingen in verplichtingen die ontstaan uit financieringsactiviteiten, zie toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden'.
In 2022 beliepen de transacties in eigen aandelen € -97,1 miljoen (2021: stijging met € 17,4 miljoen) en bestonden vooral uit kosten in kader van share-buy back programma dat uitgeoefend werd.
Ontvangsten uit overige financieringskasstromen waren het gevolg van de uitgifte van nieuwe aandelen ten gevolge van de uitoefening van inschrijvingsrechten (€ 0,7 miljoen tegenover € 1,1 miljoen in 2021), nettokosten uit leningen en vorderingen (€ -0,8 miljoen tegenover € 0,5 miljoen in 2021) en kasinstromen van uit vlottende financiële activa, voornamelijk kortlopende deposito's (€ 75,6 miljoen tegenover € -28.4 miljoen in 2021). Overige financiële opbrengsten en lasten omvatten in hoofdzaak belastingen en bankkosten op financiële transacties (€ -7,1 miljoen tegenover € -2,9 miljoen in 2021).

De Groep is blootgesteld aan risico's als gevolg van bewegingen in wisselkoersen, rentevoeten en marktrisico's die haar activa en verplichtingen beïnvloeden. Het financieel risicobeheer van de Groep heeft tot doel om de effecten van deze marktrisico's als gevolg van haar operationele en financiële activiteiten te beperken. Naargelang het ingeschatte risico worden daartoe welbepaalde derivaten als afdekkingsinstrumenten ingezet. De Groep dekt voornamelijk risico's af die de kasstromen beïnvloeden. Derivaten worden enkel gebruikt als afdekkingsinstrument en niet voor handelsof speculatieve doeleinden. Om het kredietrisico te beperken, worden afdekkingstransacties over het algemeen enkel aangegaan met financiële instellingen die als lange termijn kredietrating door Moody's Investors Service Inc., Fitch en S&P tenminste een A-kredietscore hebben.
De richtlijnen en principes van het financieel risicobeheer van Bekaert worden vastgelegd door het Audit, Risk en Finance Comité en gecontroleerd door de Raad van Bestuur van de Groep. De Groepsdienst Thesaurie is verantwoordelijk voor de implementatie van het financieel risicobeleid. Dit houdt in dat gepaste richtlijnen worden gedefinieerd en effectieve controleen verslaggevingsprocedures worden opgezet. Het Audit, Risk en Finance Comité wordt geregeld geïnformeerd over de blootstelling aan deze risico's.
Het valutarisico van de Groep kan opgedeeld worden in twee categorieën: valutatranslatierisico en valutatransactierisico.
Een valutatranslatierisico ontstaat wanneer de financiële gegevens van buitenlandse dochterondernemingen omgezet worden naar de presentatievaluta van de Groep, de euro. De voornaamste valuta's zijn de Chinese renminbi, de US dollar, de Tsjechische kroon, de Braziliaanse real, de Chileense peso, de Russische roebel, de Indische roepie en de pond sterling. Aangezien er geen kasstroomeffect is, dekt de Groep dit risico gewoonlijk niet af.
De Groep is blootgesteld aan valutatransactierisico's die voortvloeien uit haar investerings-, financierings- en bedrijfsactiviteiten.
Valutarisico's in het kader van bedrijfsactiviteiten vloeien voort uit commerciële activiteiten met aan- en verkopen in vreemde valuta, alsook betalingen en ontvangsten van royalty's. De Groep gebruikt termijnwisselcontracten om het valutarisico op de verwachte kasinstromen en kasuitstromen voor de volgende drie maanden te beperken. Belangrijke blootstellingen en vaststaande toezeggingen buiten dit tijdskader kunnen ook afgedekt worden.
Valutarisico's op het vlak van investeringen ontstaan uit de overname of de verkoop van deelnemingen in buitenlandse vennootschappen, en soms ook uit te ontvangen dividenden vanuit buitenlandse deelnemingen. Indien materieel geacht, worden deze risico's afgedekt door middel van termijnwisselcontracten.
Valutarisico's op het vlak van financiering ontstaan uit financiële verplichtingen in vreemde valuta's. De Groepsdienst Thesaurie dekt deze risico's af en maakt hiervoor gebruik van cross-currency interest-rate swaps en termijnwisselcontracten om financiële verplichtingen in vreemde valuta's om te zetten naar de functionele valuta van de betrokken entiteit. Op de verslagdatum bestonden de verplichtingen in vreemde valuta waarvoor het valutarisico werd afgedekt voornamelijk uit intragroepsleningen in euro en US dollar.
Volgende tabel geeft een samenvatting van de nettoposities van de Groep voor de belangrijkste valutaparen met betrekking tot bedrijfs-, investerings- en financiële vorderingen en schulden in vreemde valuta op de verslagdatum. De nettoposities van de valuta zijn vóór eliminaties van
intragroepsverrichtingen. Een positief bedrag betekent dat de Groep een nettovordering heeft in de eerste valuta. In de tabel vertegenwoordigt de kolom 'Totaal risico' de balanspositie, terwijl de kolom 'Totaal derivaten' alle derivaten omvat ter afdekking van zowel de balanspositie als de verwachte transacties.
| in duizend € | Totaal risico | Totaal derivaten | Nettopositie |
|---|---|---|---|
| AUD/EUR | -6 506 | -8 323 | -14 829 |
| CAD/EUR | -11 171 | — | -11 171 |
| CZK/EUR | 24 625 | -1 132 | 23 493 |
| EUR/CNY | -17 706 | — | -17 706 |
| EUR/GBP | 12 479 | 6 206 | 18 685 |
| EUR/INR | -27 084 | 19 725 | -7 359 |
| EUR/MYR | -12 495 | — | -12 495 |
| EUR/RON | -39 256 | — | -39 256 |
| EUR/RUB | -35 641 | 22 134 | -13 507 |
| IDR/USD | -13 740 | — | -13 740 |
| JPY/CNY | 8 229 | -1 925 | 6 304 |
| JPY/USD | 5 888 | -3 362 | 2 526 |
| NOK/GBP | 16 221 | — | 16 221 |
| USD/BRL | -10 822 | — | -10 822 |
| USD/CLP | -18 970 | — | -18 970 |
| USD/CNY | 35 648 | 11 528 | 47 176 |
| USD/EUR | 140 008 | -96 566 | 43 442 |
| USD/INR | -48 924 | — | -48 924 |
| USD/MXN | -5 939 | — | -5 939 |
| USD/RUB | -6 970 | — | -6 970 |
| in duizend € | Totaal risico | Totaal derivaten | Nettopositie |
|---|---|---|---|
| AUD/EUR | 540 | -8 866 | -8 326 |
| BRL/EUR | 18 504 | — | 18 504 |
| CLP/EUR | 5 696 | — | 5 696 |
| CZK/EUR | 23 458 | 572 | 24 030 |
| EUR/CNY | -19 024 | — | -19 024 |
| EUR/GBP | -47 925 | 11 669 | -36 256 |
| EUR/INR | -13 018 | — | -13 018 |
| EUR/MYR | -13 114 | — | -13 114 |
| EUR/RON | -34 186 | — | -34 186 |
| EUR/RUB | -46 298 | — | -46 298 |
| IDR/USD | -20 872 | — | -20 872 |
| JPY/CNY | 6 695 | -2 285 | 4 410 |
| USD/BRL | -7 319 | — | -7 319 |
| USD/CAD | 14 569 | -14 400 | 169 |
| USD/CNY | 43 243 | — | 43 243 |
| USD/EUR | 161 321 | -126 037 | 35 284 |
| USD/GBP | 8 948 | — | 8 948 |
| USD/INR | -50 110 | — | -50 110 |
| USD/MXN | -6 641 | — | -6 641 |

De redelijkerwijs mogelijke schommelingen die gebruikt worden in deze berekening, zijn gebaseerd op de volatiliteit op jaarbasis met betrekking tot de dagelijkse wisselkoersbewegingen gedurende de verslagperiode, met een betrouwbaarheidsinterval van 95%.
Indien de valuta's verzwakt of versterkt waren met de redelijkerwijs mogelijke procenten en indien alle andere variabelen constant gebleven waren, zou het perioderesultaat vóór belastingen € 0,5 miljoen lager, respectievelijk hoger geweest zijn. (€ 39,7 miljoen hoger of lager indien de roebel positie inbegrepen is. (2021: € 10,8 miljoen).
Per 31 december 2022 maakt de Groep geen gebruik van hedge accounting (idem per 31 december 2021).
De Groep is onderworpen aan renterisico en dit voornamelijk op schulden in US dollar, Chinese renminbi en euro. Om het effect van rentevoetfluctuaties in de betrokken regio's te minimaliseren, wordt het renterisico op de nettoschuld uitgedrukt in deze valuta's afzonderlijk beheerd. De volgende algemene richtlijnen worden toegepast om het renterisico af te dekken:
De Groepsdienst Thesaurie gebruikt interest-rate swaps en cross-currency interest-rate swaps om ervoor te zorgen dat de vaste/ variabele renteverhouding van langlopende schulden binnen de limieten blijft.
Het volgende overzicht toont de gewogen gemiddelde rentevoeten, exclusief het effect van swaps, op balansdatum.
| Lange termijn | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | Vaste rentevoet | Vlottende rentevoet |
Totaal | Korte termijn | Totaal |
| US dollar | 4,04% | 2,37% | 3,29% | 1,31% | 1,60% |
| Chinese renminbi | -% | -% | -% | 3,62% | 3,62% |
| Euro | 2,27% | 1,48% | 2,07% | -% | 2,07% |
| Overige | 6,71% | -% | 6,71% | 4,58% | 4,58% |
| Totaal | 2,65% | 1,53% | 2,38% | 2,41% | 2,38% |
| Lange termijn | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | Vaste rentevoet | Vlottende rentevoet |
Totaal | Korte termijn | Totaal |
| US dollar | 4,21% | -% | 4,21% | 5,36% | 5,25% |
| Chinese renminbi | -% | -% | -% | 3,41% | 3,41% |
| Euro | 1,51% | 3,95% | 2,12% | -% | 2,12% |
| Overige | 4,59% | —% | 4,59% | 7,23% | 6,48% |
| Totaal | 1,71% | 3,95% | 2,24% | 5,68% | 3,02% |
Zoals vermeld in toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden' bedroeg de totale financiële schuld van de Groep € 1 236,0 miljoen op 31 december 2022 (2021: € 1 191,3 miljoen). De volgende tabel toont het valuta- en renteprofiel, d.i. de procentuele verdeling van de totale financiële schuld per valuta en per type van rentevoet (vast, vlottend), inclusief het effect van swaps.
| 2021 | Lange termijn | Korte termijn | ||
|---|---|---|---|---|
| Vaste rentevoet | Vlottende rentevoet |
Vlottende rentevoet |
Totaal | |
| US dollar | 1,40% | 1,10% | 14,30% | 16,80% |
| Chinese renminbi | -% | -% | 3,00% | 3,00% |
| Euro | 52,70% | 17,70% | -% | 70,40% |
| Overige | 4,40% | -% | 5,40% | 9,80% |
| Totaal | 58,50% | 18,80% | 22,70% | 100,00% |
| Lange termijn | Korte termijn | |||
|---|---|---|---|---|
| 2022 | Vaste rentevoet | Vlottende rentevoet |
Vlottende rentevoet |
Totaal |
| US dollar | 1,50% | -% | 14,00% | 15,50% |
| Chinese renminbi | -% | -% | 2,40% | 2,40% |
| Euro | 55,10% | 18,30% | -% | 73,40% |
| Overige | 2,50% | -% | 6,20% | 8,70% |
| Totaal | 59,10% | 18,30% | 22,60% | 100,00% |
De volgende tabel toont voor de belangrijkste valuta's de redelijkerwijs mogelijke schommelingen met een 95%-betrouwbaarheidsinterval; de cijfers zijn gebaseerd op de volatiliteit op jaarbasis van de dagelijkse noteringen van de Interbank Offered Rate op 3 maanden in 2022 en 2021.
| 2021 | Rentevoet per 31 december |
Redelijkerwijs mogelijke schommelingen (+/-) |
|---|---|---|
| Chinese renminbi ¹ | 2,21% | 0,36% |
| Euro | -% | -% |
| US dollar | 0,21% | 0,17% |
| 2022 | Rentevoet per 31 december |
Redelijkerwijs mogelijke schommelingen (+/-) |
|---|---|---|
| Chinese renminbi ¹ | 2,16% | 0,36% |
| Euro | 2,22% | 0,37% |
| US dollar | 4,77% | 3,20% |
¹ Voor de Chinese renminbi werd de PBOC-referentievoet voor leningen op hoogstens 6 maand genomen.
Indien we de geschatte mogelijke renteschommelingen toepassen op de schuld met vlottende rentevoet – in de veronderstelling dat alle andere variabelen constant bleven – zou het perioderesultaat vóór belastingen € 4,6 miljoen (2021: € 3,5 miljoen) hoger/ lager geweest zijn.
De Groep maakt geen gebruik van hedge accounting per 31 december 2022 (2021: ook niet) en bijgevolg was geen gevoeligheidsanalyse vereist.

Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij haar verplichtingen uit hoofde van een financieel instrument of klantencontract niet nakomt, wat leidt tot een financieel verlies. De Groep is blootgesteld aan kredietrisico's ten gevolge van haar bedrijfsactiviteiten en bepaalde financieringsactiviteiten, inclusief deposito's bij banken en financiële instellingen. In het kader van haar bedrijfsactiviteiten heeft de Groep een kredietbeleid opgezet dat rekening houdt met het risicoprofiel van de klanten in functie van het marktsegment waartoe zij behoren. Op basis van hun activiteitenplatform, productsegment en regio wordt het kredietrisico van de klanten geanalyseerd en wordt beslist om het kredietrisico af te dekken. De blootstelling aan kredietrisico's wordt continu opgevolgd en de kredietwaardigheid van alle klanten wordt geregeld geëvalueerd. Omwille van het specifieke karakter van sommige staaldraadactiviteiten die slechts een beperkt aantal wereldwijd opererende klanten tellen, wordt het concentratierisico van dichtbij opgevolgd en wordt – overeenkomstig de kredietbeleidslijnen – indien nodig onmiddellijk actie ondernomen. Er dient geen enkele van de volgens IFRS 8 §34 vereiste toelichtingen in verband met individuele klanten (of groepen van klanten onder gezamenlijke zeggenschap) verstrekt, aangezien geen enkele klant van de Groep instaat voor meer dan 10% van de omzet. Op 31 december 2022 was 64,4% (2021: 65,4%) van het kredietrisico afgedekt door kredietverzekeringspolissen en handelsfinancieringsinstrumenten zoals kredietbrieven, documentaire kredieten en bankgaranties. In het kader van financieringsactiviteiten worden transacties in principe enkel afgesloten met tegenpartijen die minstens een A-kredietscore hebben. Daarbij worden kredietlimieten vastgelegd voor elke tegenpartij in functie van haar kredietwaardigheid. Dankzij deze aanpak acht de Groep de risico's bij staking van betaling door de tegenpartij beperkt, zowel wat bedrijfsactiviteiten als wat financieringsactiviteiten betreft. In overeenstemming met het in IFRS 9 opgenomen 'verwachte verlies' model voor financiële vorderingen, werd er een algemene waardevermindering voor handelsvorderingen aangelegd met als bedoeling ongekende risico's verbonden aan handelsvorderingen op iedere rapporteringsdatum af te dekken. Deze algemene waardevermindering voor handelsvorderingen bestaat uit een percentage van openstaande handelsvorderingen op iedere rapporteringsdatum. De percentages weerspiegelen de waarschijnlijkheidsgewogen uitkomst, de tijdswaarde van geld en redelijke en gefundeerde informatie die op de rapporteringsdatum beschikbaar is over gebeurtenissen in het verleden, huidige omstandigheden en prognoses van toekomstige economische omstandigheden en worden jaar-op-jaar herbekeken.

Liquiditeitsrisico betekent het risico dat de Groep haar verplichtingen niet kan nakomen op de vervaldag omdat ze niet in staat is om activa te gelde te maken of de nodige kredieten te bekomen. Om de liquiditeit en de financiële flexibiliteit te allen tijde te garanderen, beschikt de Groep, naast de beschikbare geldmiddelen, over verscheidene kortlopende, niet-toegezegde kredietlijnen in de belangrijkste valuta's en voor bedragen die geacht worden toereikend te zijn voor de huidige en toekomstige financiële behoeften. Deze kredietfaciliteiten hebben meestal een gemengd karakter en kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor voorschotten, kaskredieten, acceptkredieten en verdisconteringen. De Groep heeft ook toegezegde kredietfaciliteiten ter beschikking voor een maximumbedrag van € 200 miljoen (2021: € 200 miljoen) tegen variabele rentevoeten met vaste marges. Op jaareinde was van deze kredietlijnen niets (2021: nihil) opgenomen. Bovendien beschikt de Groep over een commercial paper & medium-term note program voor een bedrag van € 123,9 miljoen (2021: € 123,9 miljoen). Per jaareinde 2021 waren er geen uitstaande commercial paper notes (2020: nihil). Per jaareinde was er geen externe bankschuld onderworpen aan schuldconvenanten (2021: nihil). De Groep heeft per 31 december 2022 verdisconteerde uitstaande vorderingen voor een totaal bedrag van € 267,5 miljoen (2021: € 224,8 miljoen) in de bestaande factoring-programma's. Onder deze overeenkomsten worden vrijwel alle risico's en voordelen, verbonden aan de eigendom van de vorderingen, overgedragen aan de factor. Bijgevolg werden de gefactorde vorderingen per eind 2022 uitgeboekt.
De volgende tabel toont de contractueel overeengekomen, niet-verdisconteerde kasuitstromen met betrekking tot financiële verplichtingen (inclusief financiële verplichtingen verbonden met activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop). Enkel nettorentebetalingen en aflossingen van de hoofdsom zijn hierin vervat.
| in duizend € | 2022 | 2023 | 2024-2026 | 2027 en verder |
|---|---|---|---|---|
| Financiële verplichtingen - hoofdsom | ||||
| Handelsschulden | -1 062 185 | — | — | — |
| Overige verplichtingen | -9 122 | -142 | — | — |
| Rentedragende schulden | -240 525 | -224 519 | -494 605 | -248 279 |
| Derivaten - bruto afgewikkeld | -109 565 | — | — | — |
| Financiële verplichtingen - rente | ||||
| Handels- en overige schulden | — | — | — | — |
| Rentedragende schulden | -22 087 | -18 049 | -40 723 | -5 778 |
| Derivaten - netto afgewikkeld | -343 | -272 | -309 | — |
| Derivaten - bruto afgewikkeld | -2 805 | — | — | — |
| Totaal niet-verdisconteerde kasstromen | -1 446 632 | -242 982 | -535 637 | -254 057 |
| in duizend € | 2,023 | 2,024 | 2025-2027 | 2027 en verder |
|---|---|---|---|---|
| Financiële verplichtingen - hoofdsom | ||||
| Handelsschulden | -921 113 | — | — | — |
| Overige verplichtingen | -14 362 | -150 | — | — |
| Rentedragende schulden | -500 588 | -95 656 | -619 407 | -20 345 |
| Derivaten - bruto afgewikkeld | -121 843 | — | — | — |
| Financiële verplichtingen - rente | ||||
| Handels- en overige schulden | — | — | — | — |
| Rentedragende schulden | -27 705 | -19 501 | -33 571 | — |
| Derivaten - netto afgewikkeld | — | — | — | — |
| Derivaten - bruto afgewikkeld | -2 800 | — | — | — |
| Totaal niet-verdisconteerde kasstromen | -1 588 410 | -115 307 | -652 978 | -20 345 |
Hierin zijn alle instrumenten begrepen die aangehouden werden op de balansdatum en waarvoor de betalingen reeds contractueel werden vastgelegd. Prognoses met betrekking tot toekomstige nieuwe verplichtingen zijn niet meegerekend. Bedragen in vreemde valuta werden omgerekend tegen de slotkoers op de balansdatum. Variabele rentebetalingen met betrekking tot financiële instrumenten werden berekend op basis van de toepasselijke termijnrentevoeten.
Alle financiële derivaten die de Groep aangaat, hebben betrekking op een onderliggende transactie of een verwacht risico. In functie van het verwachte effect op de winst-en-verliesrekening en als voldaan is aan de strikte criteria van IFRS 9, beslist de Groep geval per geval of hedge accounting zal toegepast worden. In de volgende secties worden de transacties beschreven waarvoor hedge accounting wordt toegepast en de transacties die niet in aanmerking komen voor hedge accounting, maar als een economische afdekking fungeren.
De Groep heeft geen hedge accounting toegepast in 2022 (2021: geen). Bijgevolg waren er geen reëlewaardeafdekkingen noch kasstroomafdekkingen in 2022 (2021: geen).
De Groep gebruikt ook financiële instrumenten die als economische afdekking fungeren, maar waarvoor geen hedge accounting wordt toegepast, ofwel omdat niet voldaan is aan de criteria die IFRS 9 'Financiële instrumenten' vooropstelt om in aanmerking te komen voor hedge accounting, ofwel omdat de Groep bewust besloten heeft om geen hedge accounting toe te passen. Deze derivaten worden verwerkt als afzonderlijke instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden.
Het volgende overzicht presenteert de notionele bedragen van de derivaten volgens hun looptijd. Indien derivaten worden aangemerkt voor hedge accounting conform IFRS 9 zal worden getoond of deze deel uitmaken van een reëlewaardeafdekking (FVH) of een kasstroomafdekking (CFH). Bekaert maakt per 31 december 2022 geen gebruik van hedge accounting:
2021
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | |||
| Termijnwisselcontracten | 67 716 | — | — |
| Interest-rate swaps | — | 196 500 | — |
| Cross-currency interest-rate swaps | 128 947 | — | — |
| Conversiederivaat | — | — | — |
| Totaal | 196 663 | 196 500 | — |
| 2022 | |||
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | |||
| Termijnwisselcontracten | 65 493 | — | — |
| Interest-rate swaps | 116 000 | 80 500 | — |
| Cross-currency interest-rate swaps | 121 843 | — | — |
| Totaal | 303 336 | 80 500 | — |

Het volgende overzicht vat de reële waarden van de verschillende derivaten samen. Indien derivaten worden aangemerkt voor hedge accounting conform IFRS 9 zal worden getoond of deze deel uitmaken van een reëlewaardeafdekking (FVH) of een kasstroomafdekking (CFH). Bekaert maakt per 31 december 2022 geen gebruik van hedge accounting:
| Reële waarde van korte- en langetermijnderivaten |
Vorderingen | Verplichtingen | ||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 |
| Financiële instrumenten | ||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden |
||||
| Termijnwisselcontracten | 805 | 2 833 | 654 | 1 333 |
| Interest-rate swaps | — | 7 178 | 118 | — |
| Cross-currency interest rate swaps |
610 | 2 860 | 2 255 | 215 |
| Conversiederivaat | — | — | — | — |
| Overige derivaten | 13 244 | 7 500 | — | — |
| Totaal | 14 659 | 20 372 | 3 026 | 1 548 |
| Op meer dan een jaar | 13 244 | 14 678 | 703 | — |
| Op ten hoogste een jaar | 1 416 | 5 694 | 2 324 | 1 548 |
| Totaal | 14 659 | 20 372 | 3 026 | 1 548 |
In 2021 hadden de overige derivate vorderingen betrekking op het VPPA derivaat voor € 7,5 miljoen (2021: € 13,2 miljoen).
De Groep heeft geen financiële activa en verplichtingen die gesaldeerd worden voorgesteld in de balans overeenkomstig IAS 32. De Groep gaat ISDA (Internationale Swaps en Derivaten Associatie)-raamovereenkomsten aan met de tegenpartijen voor de meeste van haar derivaten, die de tegenpartijen toelaten om vorderingen uit derivaten te salderen met verplichtingen uit derivaten bij het afwikkelen in geval van wanbetaling. Bij deze overeenkomsten worden geen waarborgen uitgewisseld, noch in geldmiddelen noch in beleggingsinstrumenten.
Het potentieel effect van het salderen van derivatencontracten wordt hierna weergegeven:
| Effect van afdwingbare salderingsovereenkomsten |
Vorderingen | Verplichtingen | ||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 |
| Totaal derivaten opgenomen in de balans |
14 659 | 20 372 | 3 026 | 1 548 |
| Afdwingbare salderingen | -610 | -215 | -610 | -215 |
| Nettobedragen | 14 049 | 20 157 | 2 416 | 1 333 |
De volgende tabellen tonen de verschillende klassen van financiële activa en verplichtingen met hun nettoboekwaarde en reële waarde, ingedeeld naargelang hun waarderingscategorie volgens IFRS 9 'Financiële instrumenten'.
Geldmiddelen en kasequivalenten, geldbeleggingen, handelsvorderingen, overige vorderingen, ontvangen bankwissels en leningen en financiële vorderingen vervallen meestal op korte termijn. Daarom benadert hun nettoboekwaarde op de verslagdatum hun reële waarde. Ook handelsschulden en overige verplichtingen vervallen meestal op korte termijn en om dezelfde reden benadert hun nettoboekwaarde hun reële waarde. De Groep heeft overigens geen posities in collateralized debt obligations (CDO's).
Volgende afkortingen voor categorieën onder IFRS 9 worden hierna gebruikt:
| Afkorting | Categorie volgens IFRS 9 |
|---|---|
| GK | Financiële activa en financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs |
| RWvOCI/EV | Eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via OCI |
| RWvR/Vpl | Financiële activa verplicht te waarderen tegen reële waarde via het resultaat |
| RWvR | Financiële verplichtingen aangehouden als tegen reële waarde via het resultaat |
| 200 | |
|---|---|
| Nettoboekwaarde t.o.v. reële waarde | 31 december 2021 | 31 december 2022 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Categorie volgens IFRS 9 |
Netto-boekwaarde | Reële waarde |
Netto-boekwaarde | Reële waarde |
| Activa | |||||
| Financiële activa op >1 jaar | |||||
| - Financiële & overige vorderingen en kaswaarborgen | GK | 12 549 | 12 549 | 12 211 | 12 211 |
| - Beleggingen in aandelen | RWvOCI/EV | 20 081 | 20 081 | 26 023 | 26 023 |
| - Derivaten | |||||
| - Aangehouden voor handelsdoeleinden | RWvR/Vpl | 13 244 | 13 244 | 14 678 | 14 678 |
| Financiële activa op <= 1 jaar | |||||
| - Financiële & overige vorderingen en kaswaarborgen | GK | 6 475 | 6 475 | 6 352 | 6 352 |
| - Geldmiddelen en kasequivalenten | GK | 677 270 | 677 270 | 728 095 | 728 095 |
| - Geldbeleggingen | GK | 80 058 | 80 058 | 4 766 | 4 766 |
| - Handelsvorderingen | GK | 750 666 | 750 666 | 730 786 | 730 786 |
| - Ontvangen bankwissels | GK | 41 274 | 41 274 | 39 764 | 39 764 |
| - Overige activa op <= 1 jaar | |||||
| - Overige vorderingen | GK | 43 437 | 43 437 | 24 732 | 24 732 |
| - Derivaten | |||||
| - Aangehouden voor handelsdoeleinden | RWvR/Vpl | 1 416 | 1 416 | 5 694 | 5 694 |
| Verplichtingen | |||||
| Rentedragende schulden op > 1 jaar | |||||
| - Leaseverplichtingen | GK | 56 425 | 56 425 | 57 203 | 57 203 |
| - Ontvangen kaswaarborgen | GK | 204 | 204 | 210 | 210 |
| - Kredietinstellingen | GK | 177 047 | 177 047 | 146 413 | 146 413 |
| - Schuldschein-lening | GK | 319 905 | 319 905 | 131 582 | 131 582 |
| - Obligatieleningen | GK | 400 000 | 395 074 | 400 000 | 347 800 |
| Rentedragende schulden op <= 1 jaar | |||||
| - Leaseverplichtingen | GK | 20 219 | 20 219 | 20 002 | 20 002 |
| - Kredietinstellingen | GK | 217 523 | 217 523 | 291 989 | 291 989 |
| - Schuldschein-lening | GK | — | — | 188 598 | 188 598 |
| - Obligatieleningen | GK | — | — | — | — |
| Overige verplichtingen op > 1 jaar | |||||
| - Overige derivaten | RWvR | 118 | 118 | — | — |
| - Overige verplichtingen | GK | 142 | 142 | 150 | 150 |
| Handelsschulden | GK | 1 062 185 | 1 062 185 | 921 113 | 921 113 |

| Nettoboekwaarde t.o.v. reële waarde | 31 december 2021 | 31 december 2022 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Categorie volgens IFRS 9 |
Netto-boekwaarde | Reële waarde |
Netto-boekwaarde | Reële waarde |
| Overige verplichtingen op <= 1 jaar | |||||
| - Conversieoptie | RWvR | — | — | — | — |
| - Overige verplichtingen | GK | 33 476 | 33 476 | 38 459 | 38 459 |
| - Derivaten | |||||
| - Aangehouden voor handelsdoeleinden | RWvR | 2 324 | 2 324 | 1 548 | 1 548 |
| Getotaliseerd per categorie volgens IFRS 9 | |||||
| Financiële activa | GK | 1 611 729 | 1 611 729 | 1 546 706 | 1 546 706 |
| RWvOCI/EV | 20 081 | 20 081 | 26 023 | 26 023 | |
| RWvR/Vpl | 14 659 | 14 659 | 20 372 | 20 372 | |
| Financiële verplichtingen | GK | 2 287 127 | 2 282 201 | 2 195 718 | 2 143 518 |
| RWvR | 2 441 | 2 441 | 1 548 | 1 548 |
De reële waarde van alle financiële instrumenten aangehouden in de balans tegen geamortiseerde kostprijs werd bepaald door het gebruik van 'Niveau 2'-reëlewaardebepalingstechnieken. Voor de meeste financiële instrumenten benadert de netto-boekwaarde de reële waarde.
De reëlewaardebepaling van financiële activa en verplichtingen kan worden getypeerd op een van de volgende manieren:
aanvaarde waarderingsmodellen die gebaseerd zijn op verdisconteerde kasstroomanalyse en gebruik maken van beschikbare prijzen van recente markttransacties en prijsopgaven van handelaars in vergelijkbare instrumenten. Dit is voornamelijk het geval voor derivaten. Termijnwisselcontracten worden gewaardeerd op basis van beschikbare termijnwisselkoersen en rentecurves afgeleid van rentevoetnoteringen met termijnen die overeenkomen met de contracten. Interest-rate swaps worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige kasstromen en verdisconteerd met gebruik van de toepasselijke rentecurves afgeleid van rentevoetnoteringen. De reëlewaardebepaling van cross-currency interest-rate swaps is gebaseerd op verdisconteerde geschatte kasstromen met behulp van beschikbare termijnwisselkoersen en rentevoeten en de toepasselijke rentecurves hiervan afgeleid.
• 'Niveau 3'-reëlewaardebepaling: de reële waarden van de overblijvende financiële activa en verplichtingen worden bepaald met waarderingstechnieken waarvan sommige inputs niet berusten op waarneembare marktgegevens. Bekaert heeft twee soorten van financiële instrumenten waarvoor de reëlewaardebepaling kan worden gezien als 'niveau 3', met name de VPPA-overeenkomst en diverse eigenvermogensinstrumenten. De reële waarde van de VPPA-overeenkomst wordt bepaald op basis van een Monte Carlo

waarderingsmodel. De belangrijkste factoren die de reële waarde van het VPPA-derivaat beÏnvloeden zijn de disconteringsvoet (niveau 2), de verwachte output aan energie op basis van windstudies in de omgeving en de prijsvolatiliteit in de piek- en daluren (niveau 3). De reële waarde van het belangrijkste eigenvermogensinstrument (Xinju Metal Products Co Ltd) wordt bepaald op basis van een kasstroomprognose met een tijdshorizon van 5 jaar, gebaseerd op het laatste businessplan, en gevolgd door een eindwaarde op basis van een nominale perpetuele groeivoet. De disconteringsvoet en EBITDA zijn de belangrijkste factoren die de reële waarde beïnvloeden.
| VPPA derivaat | 31 december 2022 |
|---|---|
| Niveau 2-inputs | |
| Disconteringsvoet | Gewogen gemiddelde van curven van bedrijfsobligaties van beleggingskwaliteit |
| Niveau 3-inputs | |
| Power forward sensitiviteit | Geschatte prijsprognose voor piek- en daluren |
| Productie sensitiviteit | Gebaseerd op windstudies in de omgeving |
| Uitkomsten van het model (in duizend €) | |
| Reële waarde van het VPPA derivaat | 7 500 |
De nettoboekwaarde (d.i. de reële waarde) van de niveau-3-verplichtingen/ (vorderingen) is als volgt geëvolueerd:
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | -10 682 | -23 561 |
| Aanschaffingen | -863 | -8 537 |
| (Winst) / verlies in reële waarde via andere elementen van het resultaat |
-1 916 | -555 |
| (Winst) / verlies in reële waarde via resultaat | -10 100 | 5 743 |
| Per 31 december | -23 561 | -26 910 |
Winsten en verliezen op de reële waarde worden gerapporteerd in de overige financiële opbrengsten en lasten, behalve voor eigenvermogensinstrumenten waar bewegingen in reële waarde worden verwerkt via OCI (€ -0,6 miljoen) (zie toelichting 6.6. 'Overige vaste activa').
De volgende tabel toont de sensitiviteit van de reëlewaardeberekening voor het VPPA-derivaat aan de belangrijkste inputs van niveau 3 bij King Plains.
| King Plains | |
|---|---|
| ------------- | -- |
| in duizend € | Wijziging | Impact op het VPPA derivaat | ||
|---|---|---|---|---|
| Power forward sensitiviteit | +10% | toename met | 188 | |
| -10% | afname met | -281 | ||
| Productie sensitiviteit | +5% | toename met | 375 | |
| -5% | afname met | -469 |
De volgende tabel toont de sensitiviteit van de reëlewaardeberekening voor het VPPA-derivaat aan de belangrijkste inputs van niveau 3 bij Rockhound.
| in duizend € | Wijziging | Impact op het VPPA derivaat | ||
|---|---|---|---|---|
| Power forward sensitiviteit | +10% | toename met | 2 344 | |
| -10% | afname met | -2 438 | ||
| Productie sensitiviteit | +5% | toename met | 750 | |
| -5% | afname met | -750 |
De sensitiviteit van de reëlewaardeberekening van het eigenvermogensinstrument in Xinju Metal Products Co Ltd (€ 6,5 miljoen) wordt hierna besproken:
De volgende tabel toont een analyse van financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd in de balans volgens de hoger beschreven hiërarchie van reëlewaardebepalingen:
2021
| in duizend € | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Financiële activa verplicht te waarderen tegen reële waarde via het resultaat |
||||
| Vorderingen uit derivaten | — | 1 416 | 13 244 | 14 659 |
| Eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via OCI |
||||
| Beleggingen in aandelen ¹ | 9 764 | — | 10 317 | 20 081 |
| Totaal activa | 9 764 | 1 416 | 23 561 | 34 741 |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden |
||||
| Verplichtingen uit andere derivaten | — | 3 026 | — | 3 026 |
| Totaal verplichtingen | — | 3 026 | — | 3 026 |
¹ Eigenvermogensinstrumenten zijn in presentatie geherklasseerd van niveau 2 naar niveau 3
| in duizend € | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Financiële activa verplicht te waarderen tegen reële waarde via het resultaat |
||||
| Vorderingen uit derivaten | — | 12 872 | 7 500 | 20 372 |
| Eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via OCI |
||||
| Beleggingen in aandelen ¹ | 6 614 | — | 19 410 | 26 023 |
| Totaal activa | 6 614 | 12 872 | 26 910 | 46 395 |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden |
||||
| Verplichtingen uit andere derivaten | — | 1 548 | — | 1 548 |
| Totaal verplichtingen | — | 1 548 | — | 1 548 |
De Groep beheert haar kapitaal om te verzekeren dat haar entiteiten in staat zullen zijn hun activiteiten verder te zetten, en met de bedoeling de rentabiliteit voor haar aandeelhouders te maximaliseren door de verhouding van nettoschuld tegenover eigen vermogen te optimaliseren. De Groep heeft haar strategie in dit verband niet gewijzigd tegenover 2021.
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit nettoschuld, zoals gedefinieerd in toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden', en eigen vermogen (zowel toerekenbaar aan de Groep als aan minderheidsbelangen).
Het Audit, Risk en Finance Comité van de Groep controleert de kapitaalstructuur op halfjaarlijkse basis. Als onderdeel van deze controle wordt de kapitaalkost herzien en worden de risico's geëvalueerd die verband houden met elke vorm van kapitaalverstrekking. De Groep beoogt een gearing ratio van 50%, gedefinieerd als de verhouding van nettoschuld tegenover eigen vermogen. De Groep hanteert systematisch een aantal richtlijnen om deze doelstelling te realizeren, o.a.
| Gearing | ||||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Nettoschuld | 417 329 | 487 118 |
| Eigen vermogen¹ | 2 097 663 | 2 229 556 |
| Nettoschuld op eigen vermogen | 19,9% | 21,8% |
¹ Zie nota 2.8 'Herwerkingseffecten'

Per 31 december had de Groep de volgende belangrijke voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen:
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Voorwaardelijke verplichtingen | 4 200 | 6 840 |
| Toezeggingen tot aankoop van vaste activa | 48 984 | 67 935 |
| Toezeggingen tot deelneming in durfkapitaalfondsen | 3 269 | 2 600 |
Er waren op jaareinde 2022 geen bankgaranties gelinkt aan milieuverplichtingen.
Afgezien van de lease-overeenkomsten zijn er geen beperkingen in de realisatie van activa of het afwikkelen van verplichtingen. De leaseverplichtingen zijn effectief gewaarborgd aangezien de rechten op de geleasde activa die in de jaarrekening zijn opgenomen, in geval van wanbetaling aan de leasinggever toekomen. De voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen en de activa verpand als waarborg voor derden met betrekking tot de joint ventures staan beschreven in toelichting 6.5. 'Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
Transacties tussen de Onderneming en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn, werden geëlimineerd in de consolidatie en worden bijgevolg niet opgenomen in deze toelichting. Transacties met andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht.
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Verkopen van goederen | 13 231 | 21 951 |
| Aankopen van goederen | 18 509 | 21 152 |
| Geleverde diensten | 81 | 64 |
| Ontvangen royalty's en managementvergoedingen | 14 981 | 18 374 |
| Rente- en soortgelijke opbrengsten | — | 6 |
| Ontvangen dividenden | 44 847 | 42 508 |
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 6 116 | 6 592 |
| Overige kortetermijnvorderingen ¹ | 27 452 | 5 881 |
| Handelsschulden | 4 945 | 3 557 |
| Overige kortetermijnverplichtingen | 54 | — |
¹ De overige kortetermijnvorderingen waren op jaareinde 2021 aanzienlijk hoger omwille van uitstaande vorderingen voor dividenden afkomstig van de Braziliaanse joint ventures (€ 27,5 miljoen).
Geen enkele van de verbonden partijen heeft nog andere transacties aangegaan die voldoen aan de criteria van IAS 24 'Informatieverschaffing over verbonden partijen'. De verkopen aan en aankopen van verbonden partijen vinden plaats onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden die gelden in zakelijke transacties. De uitstaande saldi aan het einde van het jaar zijn ongedekt en rentevrij en de afwikkeling vindt plaats in contanten. Voor lopende investeringsprojecten zijn voorschotten ontvangen. Meer informatie over transacties met joint ventures is opgenomen in toelichting 6.5. 'Investeringen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
Het Key Management omvat de Raad van Bestuur, de CEO, de leden van het Bekaert Group Executive en de Senior Vice Presidents (zie laatste pagina van het 'Financieel overzicht').
| in duizend € | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Aantal personen | 34 | 32 |
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | ||
| Basisvergoedingen | 8 407 | 8 368 |
| Variabele vergoedingen | 4 126 | 6 314 |
| Vergoedingen als bestuurders van dochterondernemingen |
511 | 513 |
| Vergoedingen na uitdiensttreding | ||
| Toegezegdpensioenregelingen | 327 | 190 |
| Toegezegdebijdragenregelingen | 1 551 | 1 594 |
| Op aandelen gebaseerde betalingen | 11 719 | 6 467 |
| Totaal brutovergoedingen | 26 641 | 23 446 |
| Gemiddelde brutovergoeding per persoon | 784 | 1 |
| Aantal toegekende prestatie-aandeeleenheden (zowel in eigenvermogensinstrumenten als in geldmiddelen afgewikkeld) |
131 442 | 111 135 |
| Aantal toe toe te kennen matching shares | 9 112 | 13 757 |
| Aantal toegekende aandelen | 10 940 | 12 080 |
Voor de toelichtingen die betrekking hebben op de Belgische Corporate Governance Code verwijzen wij naar het hoofdstuk 'Corporate Governance' in dit jaarverslag.

Gedurende 2022 werden er door de commissaris en met hem beroepshalve in samenwerkingsverband opererende personen bijkomende opdrachten uitgevoerd ten belope van € 191 088.
Deze opdrachten betroffen in essentie verder assurance-opdrachten (€ 150 588), belastingsadvies-opdrachten (€ 6 500) en andere nietcontrolediensten (€ 34 000). De bijkomende opdrachten werden goedgekeurd door het Audit, Risk en Finance Comité.
De vergoedingen voor controlediensten voor NV Bekaert SA en haar dochterondernemingen bedroegen € 2 493 708.
| Met industriële activiteit | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| EMEA | |||
| Bekaert Advanced Cords Aalter NV | Aalter, België | EUR | 100 |
| Bekaert Bohumín sro | Bohumín, Tsjechië | CZK | 100 |
| Bekaert Bradford UK Ltd | Bradford, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Bekaert Combustion Technology BV | Assen, Nederland | EUR | 100 |
| Bekaert Heating Romania SRL | Negoiesti, Brazi Commune, Roemenië | RON | 100 |
| Bekaert Hlohovec as | Hlohovec, Slovakije | EUR | 100 |
| Bekaert Izmit Çelik Kord Sanayi ve Ticaret AS | Izmit, Turkije | EUR | 100 |
| Bekaert Kartepe Çelik Kord Sanayi ve Ticaret AS | Kartepe, Turkije | EUR | 100 |
| Bekaert Petrovice sro | Petrovice, Tsjechië | CZK | 100 |
| Bekaert Sardegna SpA | Assemini, Italië | EUR | 100 |
| Bekaert Slatina SRL | Slatina, Roemenië | RON | 100 |
| Bekaert Slovakia sro | Sládkovičovo, Slovakije | EUR | 100 |
| Bekintex NV | Wetteren, België | EUR | 100 |
| Bridon International GmbH | Gelsenkirchen, Duitsland | EUR | 100 |
| Bridon International Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Industrias del Ubierna SA | Burgos, Spanje | EUR | 100 |
| OOO Bekaert Lipetsk | Gryazi, Rusland | RUB | 100 |
| VisionTek Engineering Srl | Rovereto, Italië | EUR | 100 |
| Noord-Amerika | |||
| Bekaert Corporation | Wilmington (Delaware), Verenigde Staten | USD | 100 |
| Bridon-American Corporation | New York, Verenigde Staten | USD | 100 |
| Met industriële activiteit | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| Latijns-Amerika | |||
| Acma SA | Santiago, Chili | CLP | 52 |
| Acmanet SA | Talcahuano, Chili | CLP | 52 |
| BBRG - Osasco Cabos Ltda | São Paulo, Brazilië | BRL | 100 |
| BIA Alambres Costa Rica SA | San José-Santa Ana, Costa Rica | USD | 58 |
| Ideal Alambrec SA | Quito, Ecuador | USD | 58 |
| Industrias Chilenas de Alambre - Inchalam SA | Talcahuano, Chili | CLP | 52 |
| Prodinsa SA | Maipú, Chili | CLP | 100 |
| Productora de Alambres Colombianos Proalco SAS | Bogotá, Colombia | COP | 40 |
| Productos de Acero Cassadó SA | Callao, Peru | USD | 38 |
| Vicson SA | Valencia, Venezuela | USD | 80 |
| Pacifisch Azië | |||
| Bekaert Applied Material Technology (Shanghai) Co Ltd | Shanghai, China | CNY | 100 |
| Bekaert Binjiang Steel Cord Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 90 |
| Bekaert (China) Technology Research and Development Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Chongqing) Steel Cord Co Ltd | Chongqing, China | CNY | 100 |
| Bekaert Industries Pvt Ltd | Taluka Shirur, District Pune, India | INR | 100 |
| Bekaert (Jining) Steel Cord Co Ltd | Jining Stad, Yanzhou district (provincie Shandong),China | CNY | 60 |
| Bekaert Jiangyin Wire Products Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert Mukand Wire Industries Pvt Ltd | Pune, India | INR | 100 |
| Bekaert New Materials (Suzhou) Co Ltd | Suzhou (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Qingdao) Wire Products Co Ltd | Qingdao (provincie Shandong), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Shandong) Tire Cord Co Ltd | Weihai (provincie Shandong), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Shenyang) Advanced Cords Co Ltd | Shenyang (provincie Liaoning), China | CNY | 100 |
| Bekaert Shenyang Advanced Products Co Ltd | Shenyang (provincie Liaoning), China | CNY | 100 |
| Bekaert Toko Metal Fiber Co Ltd | Tokio, Japan | JPY | 70 |
| Bekaert Vietnam Co Ltd | Son Tinh District, provincie Quang Ngai, Vietnam | USD | 100 |
| Bekaert Wire Ropes Pty Ltd | Mayfield East, Australië | AUD | 100 |
| Bridon (Hangzhou) Ropes Co Ltd | Hangzhou (provincie Zhejiang), China | CNY | 100 |
| China Bekaert Steel Cord Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 90 |
| PT Bekaert Indonesia | Karawang, Indonesië | USD | 100 |
| PT Bekaert Wire Indonesia | Karawang, Indonesië | USD | 100 |
| PT Bridon | Bekasi, West Java, Indonesië | USD | 100 |
¹ Functionele valuta
² Belangenpercentage
| Verkoopkantoren, magazijnen en andere | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| EMEA | |||
| Bekaert Emirates LLC | Dubai, Verenigde Arabische Emiraten | AED | 49 |
| Bekaert Figline SpA | Milaan, Italië | EUR | 100 |
| Bekaert France SAS | Rijsel, Frankrijk | EUR | 100 |
| Bekaert Gesellschaft mbH | Wenen, Oostenrijk | EUR | 100 |
| Bekaert GmbH | Neu-Anspach, Duitsland | EUR | 100 |
| Bekaert Middle East LLC | Dubai, Verenigde Arabische Emiraten | AED | 49 |
| Bekaert Norge AS | Oslo, Noorwegen | NOK | 100 |
| Bekaert Poland Sp z oo | Warsaw, Polen | PLN | 100 |
| Bekaert (Schweiz) AG | Baden, Zwitserland | CHF | 100 |
| Bekaert Svenska AB | Göteborg, Zweden | SEK | 100 |
| Bridon-Bekaert ScanRope AS | Tonsberg, Noorwegen | NOK | 100 |
| Bridon Middle East FZE | Sharjah, Verenigde Arabische Emiraten | AED | 100 |
| Bridon Scheme Trustees Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| British Ropes Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Leon Bekaert SpA | Milaan, Italië | EUR | 100 |
| OOO Bekaert Wire | Moskou, Rusland | RUB | 100 |
| Rylands-Whitecross Ltd | Bradford, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Scheldestroom NV | Zwevegem, België | EUR | 100 |
| Twil Company | Bradford, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Noord-Amerika | |||
| Wire Rope Industries Ltd/Industries de Câbles d'Acier Ltée | Montréal, Canada | CAD | 100 |
| Latijns-Amerika | |||
| Bekaert Guatemala SA | Ciudad de Guatemala, Guatemala | GTQ | 58 |
| Bekaert Specialty Films de Mexico SA de CV | Monterrey, Mexico | MXN | 100 |
| Bekaert Trade Mexico S de RL de CV | Mexico Stad, Mexico | MXN | 100 |
| Procables SA | Cercado de Lima, Peru | PEN | 96 |
| Prodac Contrata SAC | Callao, Peru | USD | 38 |
| Prodalam SA | Santiago, Chili | CLP | 52 |
| Prodicom Selva SAC | Ucayali, Peru | USD | 38 |
| Prodimin SAC | Lima, Peru | USD | 38 |
| Specialty Films de Services Company SA de CV | Monterrey, Mexico | MXN | 100 |
| Verkoopkantoren, magazijnen en andere | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| Pacifisch Azië | |||
| Bekaert Japan Co Ltd | Tokio, Japan | JPY | 100 |
| Bekaert Korea Ltd | Seoel, Zuid-Korea | KRW | 100 |
| Bekaert Malaysia Sdn Bhd | Kuala Lumpur, Maleisië | MYR | 100 |
| Bekaert Management (Shanghai) Co Ltd | Shanghai, China | CNY | 100 |
| Bekaert Shah Alam Sdn Bhd | Kuala Lumpur, Maleisië | MYR | 100 |
| Bekaert Singapore Pte Ltd | Singapore | SGD | 100 |
| Bekaert Taiwan Co Ltd | Taipei Stad | TWD | 100 |
| Bekaert (Thailand) Co Ltd | Tambol Pluakdaeng, Amphur Pluakdaeng,Thailand | USD | 100 |
| BOSFA Pty Ltd | Mayfield East, Australië | AUD | 100 |
| Bridon Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | HKD | 100 |
| Bridon New Zealand Ltd | Aukland, Nieuw Zeeland | NZD | 100 |
| Bridon Singapore (Pte) Ltd | Singapore | SGD | 100 |
| Bridon (South East Asia) Ltd | Hong Kong, China | HKD | 100 |
| PT Bekaert Trade Indonesia | Karawang, Indonesië | USD | 100 |
¹ Functionele valuta
² Belangenpercentage
| Financiële ondernemingen | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| Acma Inversiones SA | Santiago, Chili | CLP | 100 |
| BBRG Finance (UK) Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | EUR | 100 |
| Becare DAC | Dublin, Ierland | EUR | 100 |
| Bekaert Building Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Carding Solutions Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Coördinatiecentrum NV | Zwevegem, België | EUR | 100 |
| Bekaert do Brasil Ltda | Contagem, Brazilië | BRL | 100 |
| Bekaert Holding Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Ibérica Holding SL | Burgos, Spanje | EUR | 100 |
| Bekaert Ideal SL | Burgos, Spanje | EUR | 80 |
| Bekaert Investments NV | Zwevegem, België | EUR | 100 |
| Bekaert Investments Italia SpA | Milaan, Italië | EUR | 100 |
| Bekaert North America Management Corporation | Wilmington (Delaware), Verenigde Staten | USD | 100 |
| Bekaert Services Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Singapore Holding Pte Ltd | Singapore | SGD | 100 |
| Bekaert Specialty Wire Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Stainless Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Steel Cord Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Strategic Partnerships Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Wire Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 |
| Bekaert Wire Rope Industry NV | Zwevegem, België | EUR | 100 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | EUR | 100 |
| Bridon Holdings Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Bridon Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Industrias Acmanet Ltda | Talcahuano, Chili | CLP | 52 |
| InverVicson SA | Valencia, Venezuela | USD | 80 |
| Procercos SA | Talcahuano, Chili | CLP | 52 |

| Met industriële activiteit | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| Latijns-Amerika | |||
| Agro-Bekaert Colombia SAS | Malambo - Atlántico, Colombia | COP | 40 |
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Contagem, Brazilië | BRL | 45 |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda |
Vespasiano, Brazilië | BRL | 45 |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cia Ltda | Quito, Ecuador | USD | 29 |
| Dochterondernemingen | Adres | % ¹ |
|---|---|---|
| VisionTek Engineering Srl | Rovereto, Italië | 100 |
| Dochterondernemingen | Gefusioneerd met |
|---|---|
| Sujetar del Peru SAC | Productos de Acero Cassadó SA |
| 3. Geliquideerd |
|---|
| ----------------- |
| Ondernemingen | Adres |
|---|---|
| Bekaert AS | Hellerup, Denemarken |
| Bekaert Architectural Design Consulting (Shanghai) Co Ltd |
Shanghai, China |
| Bekaert Heating Technology (Suzhou) Co Ltd |
Taicang Stad (Jiangsu provincie), China |
In overeenstemming met de Belgische wetgeving geeft onderstaande tabel de kruispuntbanknummers van de Belgische ondernemingen weer.
| Ondernemingen | Kruispuntbanknummer |
|---|---|
| Bekaert Advanced Cords Aalter NV | BTW BE 0645.654.071 RPR Gent, afdeling Gent |
| Bekaert Coördinatiecentrum NV | BTW BE 0426.824.150 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
| Bekaert Investments NV | BTW BE 0406.207.096 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
| Bekaert Wire Rope Industry NV | BTW BE 0550.983.358 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
| Bekintex NV | BTW BE 0452.746.609 RPR Gent, afdeling Dendermonde |
| NV Bekaert SA | BTW BE 0405.388.536 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
| Scheldestroom NV | BTW BE 0403.676.188 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
¹ Belangenpercentage
| Verkoopkantoren, magazijnen en andere |
Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| EMEA | |||
| Netlon Sentinel Ltd | Blackburn, Verenigd Koninkrijk | GBP | 50 |
| Pacifisch Azië | |||
| Bekaert Engineering (India) Pvt Ltd | New Delhi, India | INR | 40 |
| Financiële ondernemingen | Adres | FV ¹ | % ² |
|---|---|---|---|
| EMEA | |||
| Agro - Bekaert Springs SL | Burgos, Spanje | EUR | 40 |
¹ Functionele valuta
² Belangenpercentage

Het jaarverslag van de Raad van Bestuur en de statutaire jaarrekening van de moedervennootschap NV Bekaert SA worden hierna in verkorte vorm weergegeven.
Het verslag van de Raad van Bestuur ex artikel 3:6 van het Wetboek van vennootschappen is niet integraal opgenomen in het verslag ex artikel 3:32.
Exemplaren van het volledig verslag van de Raad van Bestuur en van de volledige statutaire jaarrekening van NV Bekaert SA zijn op verzoek gratis beschikbaar op volgend adres:
NV Bekaert SA Bekaertstraat 2 BE-8550 Zwevegem Belgium www.bekaert.com
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van NV Bekaert SA.
Conform de wet zullen het jaarverslag van de Raad van Bestuur en de jaarrekening van NV Bekaert SA samen met het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.
| in duizend € - Jaren afgesloten op 31 december | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Omzet | 415 161 | 587 208 |
| Bedrijfsresultaat vóór niet-recurrente resultaten | 58 418 | 95 724 |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten en -kosten | -145 | -546 |
| Bedrijfsresultaat na niet-recurrente resultaten | 58 273 | 95 178 |
| Financieel resultaat vóór niet-recurrente resultaten | 67 831 | 392 597 |
| Niet-recurrente financiële opbrengsten en -kosten | -1 158 | -2 523 |
| Financieel resultaat na niet-recurrente resultaten | 66 673 | 390 074 |
| Resultaat voor belastingen | 124 945 | 485 252 |
| Belastingen op het resultaat | 13 997 | 2 346 |
| Perioderesultaat | 138 943 | 487 598 |
| in duizend € - 31 december | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 2 001 872 | 2 010 406 |
| Immateriële activa | 71 411 | 79 425 |
| Materiële vaste activa | 29 349 | 31 106 |
| Financiële vaste activa | 1 901 112 | 1 899 875 |
| Vlottende activa | 413 107 | 579 856 |
| Totaal der activa | 2 414 979 | 2 590 262 |
| Eigen vermogen | 1 010 924 | 1 359 133 |
|---|---|---|
| Kapitaal | 177 923 | 173 737 |
| Uitgiftepremies | 38 850 | 39 519 |
| Herwaarderingsmeerwaarden | 1 995 | 1 995 |
| Wettelijke reserve | 17 792 | 17 792 |
| Onbeschikbare reserves | 94 713 | 139 317 |
| Beschikbare reserves en overgedragen resultaten | 679 651 | 986 773 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 78 866 | 54 535 |
| Schulden | 1 325 189 | 1 176 594 |
| Schulden op meer dan een jaar | 845 650 | 656 650 |
| Schulden op ten hoogste een jaar | 479 539 | 519 944 |
| Totaal der passiva | 2 414 979 | 2 590 262 |
De waarderings- en omrekeningsregels toegepast in de statutaire jaarrekening van de moedervennootschap zijn gebaseerd op het Belgisch boekhoudrecht.

De omzet van de in België gevestigde vennootschap bedroeg € 587,2 miljoen, een toename met 41% in vergelijking met 2021. De operationele winst vóór niet-recurrente resultaten bedroeg € 95,7 miljoen, vergeleken met € 58,4 miljoen vorig jaar. De stijging van het operationeel resultaat was het gecombineerd effect van hogere omzetvolumes, hogere marges en royalties en terugname van provisies.
De niet-recurrente elementen in de operationele resultaten bedroegen € -0,5 miljoen in 2022 (hoofdzakelijk versnelde afschrijvingen en de realisatie van materiële vaste activa), vergeleken met € -0,1 miljoen vorig jaar.
Het financieel resultaat vóór niet-recurrente resultaten bedroeg € 392,6 miljoen tegenover € 67,8 miljoen vorig jaar. De hogere dividendinkomsten in 2022 zijn de grootste verklaring voor deze evolutie.
De niet-recurrente financiële opbrengsten en kosten bedroegen € -2,5 miljoen in 2022, vergeleken met € -1,2 miljoen in het vorig jaar, wat in 2022 hoofdzakelijk gedreven was door waardeverminderingen op financiële vorderingen.
De belastingen op het resultaat van € 2,3 miljoen zijn positief als gevolg van het in resultaat nemen van belastingskrediet op investeringen. Dit resulteerde in een perioderesultaat van € 487,6 miljoen vergeleken met € 138,9 miljoen in 2021.
De voorzieningen voor milieusaneringsprogramma's zijn gedaald tot € 15,9 miljoen (2021: € 16,5 miljoen).
Meer informatie omtrent de activiteiten van de Onderneming inzake onderzoek en ontwikkeling vindt u in de sectie 'Kennis' in het hoofdstuk 'Strategie en performantie'.

Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen (de transparantiewet) heeft NV Bekaert SA aan de wettelijke quota van 5% en van elk veelvoud van 5% de statutaire quota van 3% en 7,5% toegevoegd. In 2022 ontving de vennootschap volgende kennisgevingen. Op 31 december 2022 bedroeg het totale aantal effecten met stemrecht 59 029 252. De stemrechten verbonden aan de eigen aandelen die door de vennootschap worden gehouden, worden geschorst. Op 31 december 2022 bezat NV Bekaert SA 4 380 475 eigen aandelen.
| Kennisgevingsplichtige personen | Reden van kennisgeving | Overschreden drempel |
Transactiedatum | Noemer | Totaal aantal stemrechten |
Totaal % stemrechten |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Stichting Administratiekantoor Bekaert and NV Bekaert SA |
Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten |
NV Bekaert SA 5% | 15/3/2022 | 60 452 261 | 23 224 038 | 38,42% |
| Stichting Administratiekantoor Bekaert and NV Bekaert SA |
Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten |
NV Bekaert SA 5% | 25/3/2022 | 60 452 261 | 23 319 401 | 38,57% |
| Norges Bank | Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten |
3% | 17/5/2022 | 60 452 261 | 1 835 989 | 3,04% |
| Stichting Administratiekantoor Bekaert and NV Bekaert SA |
Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten |
40% | 30/5/2022 | 60 452 261 | 24 187 875 | 40,01% |
| Norges Bank | Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten |
3% | 17/6/2022 | 60 452 261 | 1 857 298 | 3,07% |
| Norges Bank | Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten |
3% | 21/6/2022 | 60 452 261 | 1 857 298 | 3,07% |
| Stichting Administratiekantoor Bekaert and NV Bekaert SA |
Passieve drempeloverschrijding | 40% and NV Bekaert SA 5% |
29/6/2022 | 59 002 852 | 23 142 526 | 39,22% |
| Stichting Administratiekantoor Bekaert and NV Bekaert SA |
Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten |
NV Bekaert SA 5% | 5/7/2022 | 59 004 952 | 23 263 289 | 39,43% |
| Stichting Administratiekantoor Bekaert and NV Bekaert SA |
Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten |
40% | 29/8/2022 | 59 004 952 | 23 610 616 | 40,01% |
| Norges Bank | Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten |
3% | 31/10/2022 | 59 013 952 | 1 805 822 | 3,06% |
| Norges Bank | Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten Onderschrijding van laagste drempel |
3% | 4/11/2022 | 59 013 952 | 1 717 133 | 2,91% |
| Norges Bank | Verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten of stemrechten |
3% | 7/12/2022 | 59 013 952 | 1 788 886 | 3,03% |
Gedetailleerde informatie is te vinden op: https://www.bekaert.com/en/investors/our-shareholders/shareholder-structure/transparency-disclosures

Het resultaat van het boekjaar na belastingen bedroeg € 487 597 943 tegenover € 138 942 685 vorig boekjaar.
De Raad van Bestuur heeft voorgesteld dat de Gewone Algemene Vergadering van 10 mei 2023 het resultaat als volgt zal bestemmen:
| in € | |
|---|---|
| Te bestemmen resultaat van het boekjaar | 487 597 943 |
| Toevoeging aan de overige reserves | -399 033 745 |
| Uit te keren winst | 88 564 198 |
De Raad van Bestuur heeft voorgesteld dat de Gewone Algemene Vergadering een brutodividend zal uitkeren van € 1,65 per aandeel (2021: € 1,50 per aandeel).
Het dividend is in euro betaalbaar op 15 mei 2023 bij de loketten van:
Het bestuurdersmandaat van de Bestuurders Gregory Dalle, Maxime Parmentier, Oswald Schmid, Caroline Storme, Jürgen Tinggren en Mei Ye zal eindigen bij afloop van de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 10 mei 2023.
De Raad van Bestuur stelt voor dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders:

| Maatstaf | Definitie | Reden voor gebruik |
|---|---|---|
| Kapitaalgebruik (CE) | Werkkapitaal + nettoboekwaarde van goodwill, immateriële en materiële vaste activa, en recht-op-gebruik activa. Het gemiddeld kapitaalgebruik wordt gewogen met het aantal peri- oden dat een entiteit bijgedragen heeft tot het geconsolideerd perioderesultaat. |
Kapitaalgebruik omvat de voornaamste balanselementen die het operationeel management actief en effectief kan beheren om de financiële prestaties te optimaliseren en dient als noemer van de ROCE. |
| Financiële autonomie | Eigen vermogen in verhouding tot totaal activa. | Deze ratio reflecteert de mate waarin de Groep met eigen vermogen gefinancierd is. |
| Courante ratio | Vlottende activa in verhouding tot de kortlopende schulden. | Deze ratio geeft aan of de Groep in staat is om met de kortlopende bezittingen de kortlopende schulden te betalen. |
| Gezamenlijke cijfers | Som van de geconsolideerde vennootschappen plus 100% van de joint ventures en de geassocieerde ondernemingen, na eliminatie van onderlinge transacties (indien van toepassing). Voorbeelden: omzet, investeringen, personeelsaantal. |
Naast geconsolideerde cijfers, die enkel entiteiten omvatten waarin de Groep de zeggenschap heeft, verschaffen gezamenlijke cijfers nuttige inzichten over de reële omvang en prestaties van de Groep met inbegrip van zijn joint ventures en geassocieerde ondernemingen. |
| EBIT | Bedrijfsresultaat (earnings before interest and taxation). | EBIT omvat de voornaamste elementen van de winst-en-verliesrekening die het operationeel management actief en effectief kan beheren om de rendabiliteit te optimaliseren, en dient o.a. als teller van de ROCE en de EBIT interestdekking. |
| EBIT–onderliggend (EBITu) | Bedrijfsresultaat (earnings before interest and taxation) vóór bedrijfsopbrengsten en –kosten in verband met herstructureringen, bijzondere waardeverminderingen, bedrijfscombinaties, afgestoten activiteiten, milieuvoorzieningen en andere gebeurtenissen en transacties die een eenmalig effect hebben dat niet inherent aan de business is. |
EBIT – onderliggend wordt gerapporteerd om de lezer een beter begrip te geven van de operationele rendabiliteit zonder eenmalige elementen, omdat deze een betere basis voor vergelijking en extrapolatie vormt. |
| EBITDA | Bedrijfsresultaat (EBIT) + afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen van activa en negatieve goodwill. |
EBITDA verschaft een maatstaf van operationele rendabiliteit zonder non cash effecten van investerings-beslissingen uit het verleden en activa van het werkkapitaal. |
| EBITDA–onderliggend (EBITDAu) | EBITDA vóór bedrijfsopbrengsten en –kosten in verband met herstructureringen, bijzondere waardeverminderingen, bedrijfscombinaties, afgestoten activiteiten, milieuvoorzieningen en andere gebeurtenissen en transacties die een eenmalig effect hebben dat niet inherent aan de business is. |
EBITDA – onderliggend wordt gerapporteerd om de lezer een beter begrip te geven van de operationele rendabiliteit zonder eenmalige elementen en non cash effecten van investeringsbeslissingen uit het verleden en activa van het werkkapitaal, omdat deze een betere basis voor vergelijking en extrapolatie vormt. |
| EBIT interestdekking | Bedrijfsresultaat (EBIT) gedeeld door de nettorentelasten. | De EBIT interestdekking toont in welke mate de Groep in staat is om de interesten op schulden te betalen via zijn operationele rendabiliteit. |
| Gearing | Nettoschuld in verhouding tot het eigen vermogen. | Gearing reflecteert de verhouding externe financiering tegenover eigen vermogen, en toont in welke mate de operaties gefinancierd zijn door krediet verstrekkers dan wel aandeelhouders. |
| Marge op omzet | EBIT, EBIT-onderliggend, EBITDA en EBITDA-onderliggend op omzet. | Elk van deze ratio's vertegenwoordigt een specifieke maatstaf van de operationele rendabiliteit uitgedrukt als een percentage op omzet. |
| Nettokapitalisatie | Nettoschuld + eigen vermogen. | Nettokapitalisatie reflecteert het totaal bedrag waarvoor de Groep gefinancierd is door kredietverstrekkers en aandeelhouders. |
| Nettoschuld | Rentedragende schulden na aftrek van financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan één jaar en op ten hoogste één jaar, geldbeleggingen, geldmiddelen en kasequivalenten. |
Nettoschuld is een maatstaf van schuld na aftrek van financiële activa die kunnen ingezet worden om de brutoschuld af te lossen. |
| 文章 |
|---|
| Maatstaf | Definitie | Reden voor gebruik |
|---|---|---|
| Nettoschuld op EBITDA | Nettoschuld gedeeld door EBITDA. | Nettoschuld op EBITDA toont in welke mate (uitgedrukt in aantal jaren) de Groep in staat is om zijn schulden af te lossen via zijn operationele rendabiliteit. |
| Operationele vrije kasstroom | Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten - investeringen in vaste activa (na aftrek van inkomsten uit de verkoop van vaste activa) |
De operationele vrije kasstroom reflecteert de nettokasstroom die nodig is om de operationele activiteiten te ondersteunen (behoefte aan werkkapitaal en investeringen in vaste activa). |
| ROCE | Bedrijfswinst (EBIT) in verhouding tot gewogen gemiddeld kapitaalgebruik (Return On Capital Employed). |
ROCE reflecteert de operationele rendabiliteit van de Groep in verhouding tot de geldmiddelen die ingezet en beheerd worden door het operationeel management. |
| ROE | Perioderesultaat in verhouding tot gemiddeld eigen vermogen (Return On Equity). |
ROE reflecteert de nettorendabiliteit van de Groep in verhouding tot het eigen vermogen dat zijn aandeelhouders ter beschikking gesteld hebben. |
| Vrij kasstroom | Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten - investeringen in vaste activa + ontvangen dividenden - netto betaalde rente |
De vrije kasstroom vertegenwoordigt de kasstroom die een onderneming ter beschikking heeft voor het terugbetalen van rentedragende schulden of het uitbetalen van dividenden aan beleggers. |
| WACC | Kost van het vermogen gewogen aan een beoogde gearing ratio van 50% (nettoschuld/eigen vermogen structuur) na belastingen. |
WACC reflecteert het rendement van een belegging in de Onderneming. |
| Operationeel Werkkapitaal | Voorraden + handelsvorderingen + ontvangen bankwissels + betaalde voorschotten - handelsschulden – ontvangen voorschotten – schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid – belastingen m.b.t. personeel. Het gemiddeld kapitaalgebruik wordt gewogen met het aantal perioden dat een entiteit bijgedragen heeft tot het geconsolideerd perioderesultaat. |
Het werkkapitaal omvat alle vlottende activa en verplichtingen op ten hoogste een jaar die het operationeel management actief en effectief kan beheren om de financiële prestaties te optimaliseren. Het komt overeen met de kortetermijncomponent van het kapitaalgebruik. |
| Interne Bekaert Management Reporting |
Heeft als focus de operationele prestaties van de industriële ondernemingen van de Groep, waarbij financiële ondernemingen en andere niet-industriële ondernemingen worden weglaten. In een flash benadering waarin niet alle consolidatieposten opgenomen worden die zijn weerspiegeld in de volledige consolidatie waarop het jaarverslag is gebaseerd. |
Deze pragmatische aanpak maakt een kort opvolgingsproces mogelijk over de operationele prestaties van de onderneming doorheen het jaar. |
| in miljoen € | Toelichting in het jaarverslag |
2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Nettoschuld | |||
| Rentedragende schulden op meer dan een jaar | 897 | 678 | |
| Leaseverplichting op meer dan een jaar | 56 | 57 | |
| Rentedragende schulden op ten hoogste een jaar |
218 | 481 | |
| Leaseverplichting op ten hoogste een jaar | 20 | 20 | |
| Totale financiële schuld | 6.18 | 1 191 | 1 236 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan een jaar |
-10 | -10 | |
| Leningen op ten hoogste een jaar | -6 | -6 | |
| Geldbeleggingen | -80 | -5 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | -677 | -728 | |
| Nettoschuld | 6.18 | 417 | 487 |
| Kapitaalgebruik | 2021 | 2022 | |
|---|---|---|---|
| Immateriële vaste activa¹ | 57 | 62 | |
| Goodwill | 151 | 153 | |
| Materiële vaste activa | 1 254 | 1 238 | |
| Recht-op-gebruik vaste activa | 132 | 131 | |
| Operationeel werkkapitaal | 6.8 | 678 | 850 |
| Kapitaalgebruik¹ | 2 271 | 2 433 | |
| Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik¹ | 2 167 | 2 354 |
| 10 | ||
|---|---|---|
| Operationeel werkkapitaal | 2021 | 2022 | |
|---|---|---|---|
| Voorraden | 1 121 | 1 143 | |
| Handelsvorderingen | 751 | 731 | |
| Ontvangen bankwissels | 41 | 40 | |
| Betaalde voorschotten | 20 | 15 | |
| Handelsschulden | -1 062 | -921 | |
| Ontvangen voorschotten | -24 | -24 | |
| Schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid | -161 | -122 | |
| Belastingen m.b.t. personeel | -8 | -11 | |
| Operationeel werkkapitaal | 6.8 | 678 | 850 |
| Gewogen gemiddeld operationeel werkkapitaal |
607 | 764 |
| EBITDA - Onderliggend | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| EBIT - Onderliggend¹ | 512 | 459 |
| Waardeverminderingen op immateriële vaste activa |
9 | 10 |
| Afschrijvingen materiële vaste activa | 151 | 154 |
| Afschrijvingen recht-op-gebruik vaste activa | 24 | 27 |
| Waardeverminderingen/(terugname van waardeverminderingen) op voor-raden en vorderingen |
-11 | 3 |
| Bijzondere waardeverminderingen/ (terugnames van afschrijvingen of bijzondere waardeverminderingen) op vaste activa |
— | 1 |
| EBITDA - Onderliggend¹ | 686 | 654 |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
| Van EBIT-onderliggend naar EBIT | 5.2 |
|---|---|
| EBITDA | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| EBIT¹ | 511 | 366 |
| Waardeverminderingen op immateriële vaste activa |
9 | 10 |
| Afschrijvingen materiële vaste activa | 151 | 155 |
| Afschrijvingen recht-op-gebruik vaste activa | 24 | 27 |
| Waardeverminderingen/(terugname van waardeverminderingen) op voor-raden en vorderingen |
-19 | 11 |
| Bijzondere waardeverminderingen/ (terugnames van afschrijvingen of bijzondere waardeverminderingen) op vaste activa |
-2 | 58 |
| EBITDA¹ | 675 | 626 |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
| ROCE | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| EBIT¹ | 511 | 366 |
| Weighted average capital employed | 2 167 | 2 354 |
| ROCE¹ | 23,6% | 15,5% |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
| EBIT interest coverage | 2021 | 2022 | |
|---|---|---|---|
| EBIT¹ | 511 | 366 | |
| (Renteopbrengsten) | 5.4 | -3 | -5 |
| Rentelasten | 5.4 | 44 | 43 |
| (Rentegedeelte van verdisconteerde voorzieningen) |
5.4 | -2 | -1 |
| Netto rentelasten | 39 | 37 | |
| EBIT interestdekking¹ | 13,0 | 9,9 |
| ROE (rentabiliteit eigen vermogen) | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Perioderesultaat¹ | 447 | 289 |
| Gemiddeld eigen vermogen (periode gewogen)¹ | 1 816 | 2 164 |
| ROE | 24,6% | 13,4% |
| Nettoschuld op EBITDA- Onderliggend | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Nettoschuld | 417 | 487 |
| EBITDA-Onderliggend¹ | 686 | 654 |
| Nettoschuld op EBITDA-Onderliggend¹ | 0,6 | 0,7 |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'.
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
| Kapitalisatie ratio (Financiële autonomie) | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Eigen vermogen¹ | 2 098 | 2 230 |
| Totaal activa¹ | 4 839 | 4 829 |
| Financiële autonomie¹ | 43,3% | 46,2% |
| Courante Ratio | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Vlottende activa | 2 872 | 2 854 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | 1 636 | 1 724 |
| Courante ratio | 1,8 | 1,7 |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
| Gearing (nettoschuld op eigen vermogen) | 2021 | 2022 | |
|---|---|---|---|
| Nettoschuld | 417 | 487 | |
| Eigen vermogen¹ | 2 098 | 2 230 | |
| Gearing (nettoschuld op eigen vermogen)¹ | 7.2 | 19,9% | 21,8% |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
| Nettoschuld op EBITDA | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Nettoschuld | 417 | 487 |
| EBITDA¹ | 675 | 626 |
| Nettoschuld op EBITDA¹ | 0,6 | 0,8 |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
| Operationele vrije kasstroom | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten¹ | 380 | 340 |
| Investeringen in immateriële vaste activa¹ | -9 | -15 |
| Investeringen in materiële vaste activa | -144 | -170 |
| Investeringen in recht-op-gebruik activa | — | — |
| Inkomsten uit verkoop van vaste activa | 37 | 3 |
| Operationele vrije kasstroom¹ | 265 | 158 |
¹ Zie toelichting 2.8 'Herwerkingseffecten'
| Vrije kasstroom | 2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten¹ | 380 | 340 |
| Investeringen in immateriële vaste activa¹ | -9 | -15 |
| Investeringen in materiële vaste activa | -144 | -170 |
| Investeringen in recht-op-gebruik activa | — | — |
| Ontvangen dividenden | 25 | 68 |
| Ontvangen rente | 3 | 5 |
| Betaalde rente | -35 | -37 |
| Vrije kasstroom¹ | 221 | 190 |











Het is onze ambitie om onze gezamenlijke scope 1 en scope 2 emissies van broeikasgassen met -46,2% te verminderen tegen 2030, in vergelijking met 2019, in lijn met science-based targets. We plannen net-zero emissies te bereiken tegen 2050. Eén van de belangrijkste manieren om onze emissies van broeikasgassen te verminderen, is de energie-efficiëntie van onze operaties te verbeteren door ons energieverbruik te verminderen. We installeren energie-efficiënte infrastructuur en machines in onze nieuwe fabrieken en fabrieksuitbreidingen, en geven onze bestaande faciliteiten een upgrade.
GRI 302-1
Energie-intensiteitsratio: de energie (elektriciteit, thermisch, gas en brandstof) gebruikt per ton geproduceerd eindproduct.
GRI 302-3
Duurzame energie: In 2022 was 40% van onze elektriciteit afkomstig van hernieuwbare energiebronnen. GRI 302-1
Gebruikte methode en herformuleringen voor informatie over energie en uitstoot Scope 1 en 2:
Onze methodologie om CO2-gerelateerde cijfers te berekenen (zoals absolute CO2-emissies, CO2-intensiteit en aandeel hernieuwbare elektriciteit) is ontwikkeld onder verwijzing naar het BKG-protocol. Voor emissies van aardgas, LPG en brandstof (Scope 1) gebruiken we de emissiefactoren die in 2021 door DEFRA zijn gepubliceerd. Voor ingekochte stoom en warmte (Scope 2) hebben we de emissiefactor afgeleid van die voor aardgas. Voor de emissies van elektriciteit (Scope 2) gebruiken we de emissiefactoren die jaarlijks door het IEA worden gepubliceerd. Deze emissiefactoren worden met een vertraging van 2,5 jaar gepubliceerd. Daarom gebruiken wij de laatst beschikbare cijfers in onze berekeningen van vandaag en werken wij de cijfers bij zodra het IEA de officiële emissiefactor voor het desbetreffende jaar publiceert. Dit betekent dat enkele veranderingen in onze cijfers 2,5 jaar na publicatie kunnen worden waargenomen. De gerapporteerde Scope 2 elektriciteitsemissies worden berekend op basis van de grijze elektriciteit (IEA-emissiefactor) en de groene elektriciteit, aangekocht van het net of zelf opgewekt, die geacht wordt een emissiefactor van nul te hebben (marktgebaseerde benadering).
Om het '% elektriciteitsbehoefte uit hernieuwbare bronnen' te berekenen, trekken we de groene elektriciteit die we zelf produceren af van het basisverbruik. Het verbruik dat overblijft is afkomstig van het net en we schatten de hoeveelheid hernieuwbare elektriciteit die dit bevat op basis van gemiddelde landspecifieke cijfers die in 2022 zijn gepubliceerd door 'Our world in data'. De kwantificering van broeikasgassen is onderhevig aan inherente onzekerheid vanwege de onvolledige wetenschappelijke kennis om emissiefactoren te bepalen en de waarden die nodig zijn om emissies van verschillende gassen te combineren.
Het energieverbruik en de CO2-emissies per brandstof zijn een raming. Wij hebben de gedetailleerde facturen voor een representatieve Bekaert-fabriek in 2022 verzameld en het cijfer geëxtrapoleerd naar alle andere fabrieken en jaren, gewogen op het energieverbruik in elke fabriek in het overeenkomstige jaar. De energie- en CO2-gegevens omvatten de volgende bijdragers: de productievestigingen van Bekaert, het hoofdkantoor in België, het technologiecentrum in België en de bedrijfswagens. Ze omvatten niet de kleine kantoren en magazijnen van Bekaert.
Andere broeikasgasemissies dan CO2, bijvoorbeeld methaan, zijn momenteel niet opgenomen in onze Scope 1&2 emissie-inventaris, maar zullen dat in de toekomst wel worden. Bijgevolg worden onze emissies in dit deel gerapporteerd als CO2 in plaats van CO2e.
Sommige cijfers voor de laatste maanden van het jaar 2022 zijn geschat omdat sommige facturen van nutsbedrijven met vertraging aankomen. De gepubliceerde energie- en CO2-gegevens voor 2022 zijn gebaseerd op alle facturen van nutsbedrijven die op 1 maart 2023 beschikbaar waren.
Herbewerking gegevens: de gegevens voor 2019, 2020 en 2021 werden aangepast. Tijdens de validatie van onze wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen door SBTi hebben we enkele updates doorgevoerd in onze energie- en CO2-emissieberekeningen, overeenkomstig de aanbevelingen van SBTi. Eén bijwerking met gevolgen voor de CO2-emissies betreft het gebruik van consistente elektriciteitsemissiefactoren voor alle landen (in plaats van het mengen van residuele en gemiddelde emissiefactoren). Verder hebben we de stoomgegevens bijgewerkt met onze verbeterde stoomgegevensverzameling om dubbeltellingen met aardgas te voorkomen. Het effect van de bijgewerkte methodiek op onze cijfers varieert per jaar en is relatief beperkt. Daarnaast maken we nu ook cijfers voor 2019 en 2020 bekend voor geconsolideerde entiteiten, terwijl deze gegevens in eerdere verslagen alleen op gezamenlijk niveau werden gerapporteerd (inclusief joint ventures). Bovendien maken we nu ook de gegevens bekend over het energieverbruik en de Scope 1 CO2-uitstoot van brandstof en LPG, die we in vorige periodes nog niet rapporteerden.
Vanwege het bovenstaande is het totale energieverbruik in GWh aangepast met +1,2% voor het jaar 2021 (geconsolideerde entiteiten) en met +3,0% voor het gemiddelde van de jaren 2019-2020-2021 (gezamenlijk, inclusief joint ventures).
Onze 2022 Scope 1 & 2 BKG-emissies inclusief joint ventures (in ton CO2) en 2022 Scope 3 BKG-emissies (alle categorieën) (in ton CO2e) zijn extern gevalideerd door EY. Hun assurance verklaring met beperkte mate van zekerheid is verderop in dit hoofdstuk Milieuverklaringen beschikbaar. GRI 2-5
| Actueel energieverbruik in GWh | Exclusief JV's | Inclusief JV's | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
| Totaal energieverbruik | 4 553 | 4 158 | 4 509 | 4 273 | 5 178 | 4 743 | 5 192 | 4 888 |
| van hernieuwbare bronnen | 1 074 | 846 | 926 | 930 | 1 396 | 1 147 | 1 269 | 1 237 |
| van niet-hernieuwbare bronnen | 3 480 | 3 311 | 3 583 | 3 343 | 3 783 | 3 596 | 3 923 | 3 651 |
| Elektrische energie (incl. koeling) | 2 782 | 2 511 | 2 768 | 2 634 | 3 169 | 2 868 | 3 177 | 3 000 |
| van hernieuwbare bronnen | 1 053 | 823 | 901 | 907 | 1 375 | 1 123 | 1 244 | 1 213 |
| van niet-hernieuwbare bronnen | 1 728 | 1 689 | 1 867 | 1 728 | 1 794 | 1 745 | 1 932 | 1 787 |
| Thermische energie hitte | 28 | 32 | 32 | 31 | 28 | 32 | 32 | 31 |
| van hernieuwbare bronnen | 20 | 24 | 25 | 24 | 20 | 24 | 25 | 24 |
| van niet-hernieuwbare bronnen | 8 | 9 | 7 | 7 | 8 | 9 | 7 | 7 |
| Thermische energie stoom | 170 | 168 | 192 | 157 | 170 | 168 | 192 | 157 |
| van hernieuwbare bronnen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| van niet-hernieuwbare bronnen | 170 | 168 | 192 | 157 | 170 | 168 | 192 | 157 |
| Aardgas + LPG | 1 542 | 1 417 | 1 486 | 1 422 | 1 777 | 1 644 | 1 758 | 1 670 |
| Aardgas | 1 399 | 1 282 | 1 332 | 1 357 | 1 634 | 1 500 | 1 574 | 1 570 |
| LPG | 143 | 135 | 154 | 65 | 143 | 143 | 184 | 100 |
| Brandstof | 31 | 29 | 31 | 29 | 33 | 31 | 34 | 31 |
| Energie-intensiteitsratio in KWh per ton | Exclusief JV's | Inclusief JV's | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 20221 | 2019 | 2020 | 2021 | 20221 | |
| Totale energie-intensiteit | 1 666 | 1 689 | 1 642 | 1 727 | 1 537 | 1 529 | 1 503 | 1 582 |
| Elektrische energie (incl. koeling) | 1 018 | 1 020 | 1 008 | 1 065 | 941 | 924 | 920 | 971 |
| Thermische energie hitte | 10 | 13 | 12 | 12 | 8 | 10 | 9 | 10 |
| Thermische energie stoom | 62 | 68 | 70 | 63 | 51 | 54 | 56 | 51 |
| Aardgas + LPG | 564 | 576 | 541 | 575 | 527 | 530 | 509 | 540 |
| Brandstof | 11 | 12 | 11 | 12 | 10 | 10 | 10 | 10 |
1 De energie-intensiteit in 2022 steeg versus 2021 voornamelijk door lagere productievolumes (omwille van een vast energieverbruik). GRI 302-3
| Actueel energieverbruik in GWh per belangrijke bedrijfslocatie (> 1000 medewerkers: medewerkers op de payroll en medewerkers die niet op de payroll staan) |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| België | 245 | 221 | 236 | 206 |
| Elektriciteit | 83 | 67 | 73 | 66 |
| Aardgas | 147 | 139 | 148 | 125 |
| Aangekochte hitte en stoom | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Brandstof | 15 | 15 | 15 | 14 |
| Chili | 81 | 68 | 70 | 65 |
| Elektriciteit | 33 | 31 | 32 | 26 |
| Aardgas | 43 | 31 | 29 | 30 |
| Aangekochte hitte en stoom | 5 | 6 | 9 | 9 |
| Brandstof | 0 | 0 | 0 | 0 |
| China | 1 796 | 1 701 | 1 744 | 1 605 |
| Elektriciteit | 1 223 | 1 170 | 1 197 | 1 096 |
| Aardgas | 414 | 375 | 375 | 356 |
| Aangekochte hitte en stoom | 153 | 150 | 167 | 147 |
| Brandstof | 6 | 6 | 6 | 6 |
| India | 137 | 133 | 180 | 182 |
| Elektriciteit | 112 | 108 | 148 | 149 |
| Aardgas | 24 | 25 | 31 | 33 |
| Aangekochte hitte en stoom | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Brandstof | 0 | 0 | 1 | 1 |
| Actueel energieverbruik in GWh per belangrijke bedrijfslocatie (> 1000 medewerkers: medewerkers op de payroll en medewerkers die niet op de payroll staan) |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Indonesië | 305 | 281 | 308 | 273 |
| Elektriciteit | 213 | 193 | 215 | 186 |
| Aardgas | 91 | 87 | 92 | 86 |
| Aangekochte hitte en stoom | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Brandstof | 1 | 1 | 1 | 1 |
| Slovakije | 445 | 409 | 460 | 451 |
| Elektriciteit | 226 | 195 | 224 | 222 |
| Aardgas | 216 | 213 | 234 | 227 |
| Aangekochte hitte en stoom | 1 | 0 | 0 | 0 |
| Brandstof | 2 | 1 | 2 | 2 |
| Turkije | 283 | 251 | 302 | 291 |
| Elektriciteit | 196 | 171 | 207 | 209 |
| Aardgas | 74 | 67 | 78 | 82 |
| Aangekochte hitte en stoom | 13 | 12 | 17 | 0 |
| Brandstof | 1 | 1 | 1 | 1 |
| VS | 475 | 382 | 389 | 414 |
| Elektriciteit | 242 | 181 | 196 | 214 |
| Aardgas | 231 | 200 | 192 | 198 |
| Aangekochte hitte en stoom | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Brandstof | 2 | 1 | 2 | 1 |
GRI 302-3
| % van elektriciteitsnoden uit hernieuwbare bronnen | Exclusief JV's | Inclusief JV's | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
| 38% | 33% | 33% | 34% | 43% | 39% | 39% | 40% |

We streven naar koolstofneutraliteit omdat we geloven dat dit de enige manier is om bewuste en sterke acties te ondernemen om onze ecologische voetafdruk te verlagen.
In lijn hiermee hebben we ons ertoe verbonden om toe te treden tot de Business Ambition for 1.5°C. Ondernemingen die zich verbinden tot de Business Ambition for 1.5°C ontvangen onafhankelijke validatie van hun doelen van het Science Based Targets-initiatief (SBTi) en maken deel uit van the UN Climate Champions' Race to Zero.
• Totale Scope 1 & 2 Broeikasgasuitstoot = 1 606 581 ton CO2
• Totale Scope 1 & 2 Broeikasgasintensiteitsratio = 520 kg CO2 /ton
| Totale Scope 1 & 2 Broeikasgasuitstoot in ton CO2 | Exclusief JV's | Inclusief JV's | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
| Scope 1 & 2 Broeikasgasuitstoot | 1 657 859 | 1 508 077 | 1 647 254 | 1 510 987 | 1 741 837 | 1 583 568 | 1 752 900 | 1 606 581 |
GRI 305-1, GRI 305-2
Onze Scope 1 & 2 broeikasgasuitstoot (exclusief JV's) daalde met 8,3% in 2022 versus 2021 en was 8,9% lager dan ons referentiebasisjaar 2019.
Onze Scope 1 & 2 broeikasgasuitstoot (inclusief JV's) daalde met 8,3% in 2022 versus 2021 en was 7,8% lager dan ons referentiebasisjaar 2019. GRI 305-5
| Totale Scope 1 & 2 Broeikasgasintensiteitsratio in kg CO2/ton | Exclusief JV's | Inclusief JV's | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
| Totale Broeikasgasintensiteitsratio | 606 | 612 | 600 | 611 | 517 | 510 | 507 | 520 |
Gebruikte methode en gemaakte herformuleringen voor informatie over energie en emissies Scope 1 en 2: zie toelichting in het vorige hoofdstuk (Energie).
Scope 1 BKG-emissies aardgas werden aangepast met -7,2% voor het jaar 2021 (geconsolideerde entiteiten) en met +1,5% voor het gemiddelde van de jaren 2019-2020-2021 (gezamenlijk, inclusief joint ventures).
De Scope 2 BKG-emissies van aangekochte elektriciteit en andere soorten energie werden aangepast met +0,6% voor het jaar 2021 (geconsolideerde entiteiten) en met +0,9% voor het gemiddelde van de jaren 2019-2020-2021 (gezamenlijk, inclusief joint ventures).
De Scope 1 & 2 intensiteitsratio's in kg CO2/ton werden aangepast als gevolg van de wijzigingen in de toegepaste berekeningsmethoden en de uitbreiding van de gerapporteerde informatie met LPG en brandstof. Bovendien werd in het verleden als noemer 'verkochte volumes' gebruikt (in overeenstemming met de financiële informatie van de onderneming); nu werd de meer relevante referentie 'geproduceerde volumes' gebruikt. Als gevolg van de uitbreiding van de emissiegegevens en de wijziging van de noemer zijn de aangepaste intensiteitsratio's hoger dan eerder gerapporteerd. De Scope 1 BKG-intensiteitsratio voor aardgas werd aangepast met +7,4% voor het gemiddelde van de jaren 2019-2020-2021 (gezamenlijk, inclusief joint ventures) en de Scope 2 BKG-intensiteitsratio van aangekochte elektriciteit en andere soorten energie werd aangepast met +6,6% over dezelfde periode. GRI 2-4
Scope 1-emissies zijn directe broeikasgasemissies die gelinkt zijn aan onze operaties.
| Scope 1 Broeikasgasuitstoot aardgas, LPG en brandstof (in ton CO2) |
Exclusief JV's | Inclusief JV's | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
| Broeikasgasuitstoot aardgas + LPG | 286 932 | 263 785 | 277 023 | 262 581 | 329 982 | 305 547 | 327 690 | 309 001 |
| Broeikasgasuitstoot aardgas | 256 158 | 234 792 | 243 897 | 248 561 | 299 207 | 274 823 | 288 240 | 287 587 |
| Broeikasgas LPG | 30 774 | 28 993 | 33 127 | 14 021 | 30 774 | 30 724 | 39 449 | 21 414 |
| Broeikasgas brandstof | 7 867 | 7 445 | 7 887 | 7 388 | 8 438 | 7 980 | 8 511 | 7 950 |
| Scope 1 Broeikasgasintensiteitsratio in kg CO2/ton | Exclusief JV's | Inclusief JV's | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
| Broeikasgasintensiteitsratio aardgas + LPG | 105 | 107 | 101 | 106 | 98 | 98 | 95 | 100 |
| Broeikasgasintensiteitsratio brandstof | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 2 | 3 |
| Globale Scope 1 emissies van aardgas, LPG en brandstof in ton CO2 per belangrijke locatie (> 1000 medewerkers: medewerkers op de payroll en medewerkers die niet op de payroll staan) |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| België | 30 845 | 29 266 | 31 070 | 26 584 |
| Chili | 7 910 | 5 776 | 5 382 | 5 463 |
| China | 77 384 | 70 306 | 70 248 | 66 598 |
| India | 5 373 | 5 469 | 6 891 | 7 254 |
| Indonesië | 19 750 | 18 970 | 20 034 | 15 994 |
| Slovakije | 40 011 | 39 310 | 43 305 | 42 040 |
| Turkije | 13 796 | 12 582 | 14 532 | 15 253 |
| VS | 42 766 | 36 913 | 35 591 | 36 657 |
| Globale Scope 1 emissies van aardgas, LPG en brandstof in ton CO2 per business unit |
Exclusief JV's | Inclusief JV's | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
| Rubberversterking | 155 655 | 141 491 | 152 814 | 140 995 | 165 134 | 150 674 | 166 366 | 154 874 |
| Staaldraadtoepassingen | 108 597 | 99 425 | 102 830 | 102 636 | 142 738 | 132 539 | 140 569 | 135 739 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group | 16 452 | 16 029 | 15 229 | 14 647 | 16 452 | 16 029 | 15 229 | 14 647 |
| Speciality Businesses | 8 922 | 9 267 | 9 048 | 8 119 | 8 922 | 9 267 | 9 048 | 8 119 |
| Corporate | 5 173 | 5 019 | 4 989 | 3 572 | 5 173 | 5 019 | 4 989 | 3 572 |
Scope 2 emissies zijn indirecte emissies, van aangekochte elektriciteit, stoom enz. die worden berekend op basis van energieverbruik en landspecifieke kWh/ MWh naar CO2-conversiefactoren zoals vermeld in de 'International Energy Agency' CO2-conversienormen.
| Scope 2 Broeikasgasuitstoot van aangekochte elektriciteit en andere types van energie in ton CO2 |
Exclusief JV's | Inclusief JV's | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
| Elektrische energie (inclusief koeling) | 1 321 356 | 1 194 936 | 1 315 297 | 1 201 848 | 1 361 715 | 1 228 129 | 1 369 652 | 1 250 460 |
| Thermische energie aangekochte hitte | 5 168 | 5 910 | 5 818 | 5 587 | 5 168 | 5 910 | 5 818 | 5 587 |
| Thermische energie aangekocht stoom | 36 536 | 36 001 | 41 230 | 33 583 | 36 536 | 36 001 | 41 230 | 33 583 |
| Scope 2 Broeikasgasintensiteitsratio in kg CO2/ton | Exclusief JV's | Inclusief JV's | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
| Elektrische energie (inclusief koeling) | 483 | 485 | 479 | 486 | 404 | 396 | 396 | 405 |
| Thermische energie aangekochte hitte | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
| Thermische energie aanekocht stoom | 13 | 15 | 15 | 14 | 11 | 12 | 12 | 11 |
| Globale Scope 2 emissies in ton CO2 per belangrijke locatie (> 1000 medewerkers: medewerkers op de payroll en medewerkers die niet op de payroll staan) |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| België | 01 | 8 382 | 7 768 | 6 971 |
| Chili | 15 541 | 14 087 | 16 289 | 13 678 |
| China | 794 058 | 750 752 | 777 225 | 711 082 |
| India | 80 962 | 74 461 | 101 462 | 77 419 |
| Indonesië | 161 983 | 148 406 | 165 128 | 143 252 |
| Slovakije | 162 | 25 270 | 31 525 | 31 214 |
| Turkije | 87 027 | 72 933 | 90 440 | 87 638 |
| VS | 92 616 | 59 126 | 71 747 | 42 456 |
1 Nul in 2019 omdat we in België een contract voor groene elektriciteit hadden tot en met 2019 GRI 305-2
| Globale Scope 2 emissies in ton CO2 per business unit | Exclusief JV's | Inclusief JV's | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
| Rubberversterking | 1 222 347 | 1 088 383 | 1 189 756 | 1 071 971 | 1 243 295 | 1 104 536 | 1 217 766 | 1 097 982 |
| Staaldraadtoepassingen | 95 320 | 101 986 | 117 159 | 115 592 | 114 729 | 119 027 | 143 505 | 138 192 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group | 17 141 | 19 482 | 22 889 | 25 290 | 17 141 | 19 482 | 22 889 | 25 290 |
| Speciality Businesses | 24 949 | 24 037 | 29 061 | 26 916 | 24 949 | 24 037 | 29 061 | 26 916 |
| Corporate | 3 303 | 2 958 | 3 478 | 1 249 | 3 303 | 2 958 | 3 478 | 1 249 |
GRI 305-2
Broeikasgasintensiteitsratio:
GRI 305-4
• Elektrische energie (incl. koeling) = 405 kg CO2/ton • Thermische energie (aangekochte hitte) = 2 kg CO2/ton • Thermische energie (aangekochte stoom) = 11 kg CO2/ton
| Scope 3 emissies in ton CO2e | 20191 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Scope 3 emissies exclusief JV's | |||
| Aangekochte goederen en diensten | 4 874 911 | 5 446 554 | 4 762 032 |
| Kapitaalgoederen | 72 870 | 113 767 | 133 995 |
| Brandstof- & energiegerelateerde activiteiten (niet opgenomen in Scope 1 of 2) |
352 555 | 348 402 | 325 115 |
| Stroomopwaarts transport & distributie | 31 487 | 44 627 | 77 972 |
| Afval gegenereerd in operaties | 27 261 | 32 713 | 37 984 |
| Zakenreizen | 2 740 | 1 000 | 2 100 |
| Woon-werkverkeer medewerkers | 20 400 | 20 400 | 20 400 |
| Stroomopwaarts geleasde assets | 0 | 0 | 0 |
| Stroomafwaarts transport & distributie2 | 47 230 | 66 941 | 116 899 |
| Verwerken van verkochte producten | 161 870 | 163 893 | 156 846 |
| Gebruik van verkochte producten | 100 000 | 100 000 | 100 000 |
| Behandeling aan einde levenscyclus van verkochte producten |
106 999 | 108 341 | 94 448 |
| Stroomafwaarts geleasde assets | 0 | 0 | 0 |
| Franchises | 0 | 0 | 0 |
| Scope 3 emissies JV's | |||
| Totaal JV's | 247 313 | 290 324 | 359 295 |
| Totaal Scope 3 emissies | 6 045 636 | 6 736 962 | 6 187 086 |
1 2019 is het referentiejaar voor SBT berekening
2 Ons toepassingsgebied voor de berekening van de emissies van transport is de afgelopen jaren uitgebreid, wat de stijging verklaart.
GRI 305-3
zeevracht zijn de emissies gebaseerd op de MSC-koolstofcalculator. Verscheepte volumes worden beschouwd als bruto ton verscheept, afstanden zijn van haven tot haven, en emissiefactoren zijn afkomstig van de MSC calculator. Voor vrachtvervoer over de weg is de toegepaste methodologie in overeenstemming met het GLEC-kader en wordt gebruik gemaakt van Transporeon Carbon Visibility, met een combinatie van berekeningsmethoden waarbij gebruik wordt gemaakt van primaire gegevens op basis van brandstof, routegebaseerde modellering en/ of industriële standaardmodellering. Voor luchtvracht zijn de emissies gebaseerd op input van Bekaerts belangrijkste leveranciers die allemaal de EcoTransIT-emissiecalculator gebruiken.
Scope 3 emissies van transport hebben betrekking op de Bekaert geconsolideerde entititeiten (exclusief joint ventures)
• Zeetransport wereldwijd: 8,2 gram uitgestoten CO2e nodig om 1 ton goederen te transporteren over 1 km
Uitstoot van uitgaand transport nam toe omwille van een sterke heropleving van de vraag en een vlottere toeleveringsketen, en door de uitbreiding van onze rapporteringsscope.
| Scope 3 Broeikasgasuitstoot van uitgaand transport (in ton CO2e) |
20191 | 20201 | 20211 | 20222 |
|---|---|---|---|---|
| Zeetransport wereldwijd | 18 578 | 22 603 | 31 137 | 29 263 |
| Wegtransport | 9 284 | 8 249 | 10 562 | 82 854 |
| Luchtvracht | 800 | 803 | 4 118 | 4 782 |
1 Wegtransport 2019, 2020 en 2021 is beperkt tot wegtransport voor onze Rubber Reinforcement divisie EMEA
2 2022 data voor wegtransport omvat de emissies voor onze vier divisies in zowel EMEA als Noord-Amerika
| GRI 305-3 Scope 3 Broeikasgasintensiteitsratio van uitgaand transport (in g CO2e WtW/t-km) |
2021 | 2022 |
|---|---|---|
| Zeetransport wereldwijd | 8,5 | 8,2 |
| Wegtransport | 44,0 | 86,5 |
| Luchtvracht | n.a. | 697,0 |
Broeikasgasuitstoot van bedrijfswagens, bussen en vliegverkeer:
| Broeikasgasuitstoot van bedrijfswagens, medewerkers, bussen voor personeel en vliegverkeer |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Broeikasgasuitstoot van bedrijfswagens en bussen voor medewerkers in ton CO2e/jaar |
n.a. | 3 606 | 3 508 | 3 497 |
| Broeikasgasuitstoot voor zakenreizen (vliegverkeer) in ton CO2e (zonder radiative forcing) |
2 740 | 1 700 | 1 000 | 2 100 |
GRI 305-3
Scope 3 emissies van aangekochte goederen
| Scope 3 emissies van aangekochte goederen (in ton CO2e) |
20191 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Scope 3 emissies van aangekochte walsdraad2 |
4 452 482 | 5 016 444 | 4 392 249 |
| Scope 3 emissies van andere aangekochte goederen2 |
422 429 | 430 110 | 369 783 |
1 2019 is het referentiejaar voor SBTi berekening
2 Berekeningsmethode: gebaseerd op ton aangekochte walsdraad en het globaal gemiddelde tCO2/t staaldata gepubliceerd door Worldsteel plus een berekening via de SBTi Estimation Tool gebaseerd op uitgaven grondstoffen met uitzondering van walsdraad. (zie hierboven voor meer details)






Dit gedeelte heeft betrekking op de belangrijkste prestatie-indicatoren en de begeleidende informatie die krachtens de EU-taxonomie vereist is. (Verordening EU 2020/8521 en de bijbehorende gedelegeerde verordeningen2).
De EU-Taxonomie wil kapitaal kanaliseren naar duurzame activiteiten, met als einddoel de financiering van duurzame groei en het bereiken van de EU-doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraal te worden.
Rapporteren over onze bijdrage aan het milieu via de EU-Taxonomie is in lijn de ambitie van Bekaert om duurzame waarde te creëren voor alle stakeholders en een industrieleider te worden op het vlak duurzaamheid.
Terwijl de oefening van vorig jaar alleen betrekking had op de in aanmerking komende activiteiten, is dit het eerste jaar dat we moeten rapporteren over de afstemming op twee van de EU-Taxonomiedoelstellingen, namelijk mitigatie van de klimaatverandering en adaptatie aan de klimaatverandering. Aangezien de gedelegeerde verordeningen met betrekking tot de overige vier milieudoelstellingen nog moet worden gepubliceerd3, is de analyse van dit jaar beperkt tot de potentiële bijdrage van Bekaerts activiteiten aan de twee klimaatveranderingsdoelstellingen. Bepaalde aspecten van de EU-Taxonomieverordening zijn op dit moment complex en voor interpretatie vatbaar. In afwachting van verdere richtlijnen van de Europese Commissie, heeft Bekaert haar rapportering over de EU-Taxonomie voor het boekjaar 2022 voorbereid op een "best effort" basis, waarbij de naleving van de Taxonomie criteria werd beoordeeld aan de hand van de laatst beschikbare richtlijnen en waarbij waar nodig veronderstellingen of schattingen werden gemaakt. De aanpak van Bekaert bij het bepalen van de in geschiktheid en de afstemming op de EU-Taxonomie verordening wordt verder toegelicht in de in dit onderdeel.
Hieronder rapporteren we over onze EU-Taxonomie geschiktheid en afstemming voor 2022, uitgedrukt via drie KPI's: ons aandeel van in aanmerking komende/afgestemde, in aanmerking komende/niet-afgestemde en niet in aanmerking komende/niet-afgestemde activiteiten in de Bekaert geconsolideerde omzet van 2022, kapitaalsinvesteringen in 2022 en 'toepasselijke' operationele uitgaven in 2022.
Opmerking: geconsolideerde omzet is de terminologie die gebruikt wordt in de geconsolideerde winst- en verliesrekening- van Bekaert. Het heeft dezelfde definitie als "netto-omzet" zoals gebruikt in de EU-Taxonomie. Wij verwijzen naar toelichting 2.4 in Deel II – Geconsolideerde Jaarrekening van dit verslag voor meer gedetailleerde informatie over onze principes van omzeterkenning.

Een "in aanmerking komende economische activiteit" is een activiteit die in de EU-Taxonomie wordt beschreven, ongeacht of zij voldoet aan alle technische criteria die voor die activiteit zijn vastgesteld. Om te evalueren of we in aanmerking komen voor de EU-taxonomie, hebben we alle producten die door de Bekaert dochterondermingen worden vervaardigd, de toepasselijke uitgaven en de gedane investeringen in kaart gebracht en ze afgestemd op de economische activiteiten die in de EU-Taxonomie worden beschreven.
Om deze oefening te faciliteren bevat de EU-Taxonomie voor elke activiteit een verwijzing naar de NACE-codes (herziening 2). Die verwijzing is echter slechts indicatief en staat niet boven de specifieke definitie in de tekst van de Gedelegeerde Klimaatwet. Daarom hebben wij de geschiktheid van onze producten en uitgaven eerst in kaart gebracht aan de hand van de beschrijvingen in die gedelegeerde wet, en de NACE-codes (herziening 2) en andere referentieclassificaties van het platform voor duurzame financiering enkel gebruikt als verdere leidraad. Bijvoorbeeld:
referensie S&P-indeling zoals 33299C – Andere fabricage van metalen, 331200 - Productie van staalproducten op basis van aangekocht staal en 332600 – productie van veren en draadproducten. Met betrekking tot activiteit 3.5 "Fabricage van energie-efficiënte apparatuur voor gebouwen" voldoen onze oplossingen niet alleen aan de S&P-indeling voor 331200 - Productie van staalproducten op basis van aangekocht staal en de RBICS classificatie voor 451510102510 - Fabrikanten van metalen onderdelen en componenten, hun geschiktheid wordt verder versterkt door criteria voor een substantiële bijdrage die verwijzen naar de vervaardiging van één of meer producten en hun belangrijkste onderdelen zoals systemen voor ruimteverwarming en warm water voor huishoudens, zoals het geval is met onze branders en warmtewisselaars.
– De vereiste verificaties door derden per uitgevoerde LCA zijn nog in uitvoering, waardoor 3.6 nog niet voldoet aan de criteria om formeel aanspraak te maken op afstemming. Aangezien wij van mening zijn dat de verificaties door derden slechts een formeel proces zijn dat moet worden afgerond, vermelden wij in de EU Taxonomie tabel voor kritische prestatie-indicatoren verder het bedrag aan inkomsten, kapitaaluitgaven en operationele uitgaven dat zal worden afgestemd zodra de verificatie door derden is voltooid
Meer over onze duurzame producten en oplossingen kan teruggevonden worden in Deel I van dit rapport: Onze prestatie in 2022 – Kennis.
Wij hebben onze geschiktheid beoordeeld door samen te werken en elk van onze vier business units te betrekken bij het uitvoeren van de hierboven bedoelde inventarisatie. In onze berekening van de KPI's hebben wij enkel deze producten in overweging genomen die specifiek gemaakt zijn voor in aanmerking komende activiteiten. Wij hebben rekening gehouden met elk van de elementen in de beschrijving van de activiteit in de Gedelegeerde Klimaatwet, en bij twijfel hebben wij verwezen naar de technische screeningscriteria en het TEG-eindverslag - technische bijlage voor nadere informatie over welke door Bekaert vervaardigde producten al dan niet als gechikt kunnen worden beoordeeld. Zoals hierboven vermeld zijn bepaalde aspecten van de EU-Taxonomie verordening complex en voor interpretatie vatbaar. Daarom hebben wij de geschiktheid van onze producten bepaald op basis van de meest recente beschikbare richtsnoeren en rekening houdend met de filosofie van de EU-Taxonomie die kapitaal heroriënteert naar duurzame activiteiten die nodig zijn voor de uitstootvrije maatschappij. waarbij de belangrijkste leveranciers van componenten zoals Bekaert ook een belangrijke rol in spelen. Indien een strikte interpretatie van de Europese Commissie (d.w.z. FAQ 37 over de ontwerpmededeling van de Commissie) zou zijn toegepast, zou dit de score van de drie de KPI's van Bekaert tussen 2-7% hebben beïnvloed. De EU-Taxonomie verordening kan in de toekomst evolueren en er kunnen zich verschillende interpretaties voordoen. Bijgevolg zijn in de interpretatie die Bekaert momenteel hanteert, voor sommige activiteiten bepaalde interpretaties gebruikt. In geval van wijziging van de interpretatie van de EU-Taxonomie, kunnen herwerkingen van de bekendgemaakte cijfers noodzakelijk zijn.

De afstemming van een product gaat verder dan alleen maar de geschiktheid ervan, aangezien het betekent dat de activiteit voldoet aan specifieke technische screeningcriteria met betrekking tot de zes EUmilieudoelstellingen en minimale sociale waarborgen. Om tot afstemming te komen, moet met verschillende factoren rekening worden gehouden:
Bekaert heeft besloten haar bijdrage aan de doelstelling inzake mitigatie van klimaatverandering te rapporteren, aangezien dit in overeenstemming is met haar algemene duurzaamheidsstrategie en SBTi-doelstellingen (meer informatie vindt u in sectie Planeet in deel I van dit verslag). Gezien de complexiteit van de EU-Taxonomieverordening vereisen sommige criteria extra verduidelijking en interpretatie. In de volgende paragraaf belichten we een aantal belangrijke overwegingen in Bekaerts beoordeling van de EU-Taxonomie:
• Substantiële bijdrage aan activiteit 3.1. "Fabricage van technologieën voor hernieuwbare energie": Bekaert produceert sleutelcomponenten voor de productie van hernieuwbare energietechnologieën. De criterai voor een wezenlijke bijdrage aan deze activiteit stemmen overeen met de beschrijving van de activiteit. Als een product in het kader van acitiviteit 3.1 in aanmerking komt voor taxonomie, hebben wij dus vastgesteld dat aan het criterium "substantiële bijdrage" is voldaan.
productinnovatie-inspanningen die bij Bekaert plaatsvinden omdat ze niet voldoen aan de criteria van TRL6. Om broeikasgasemissiereducties (BKGreducties) aan te tonen, werd waar mogelijk dezelfde aanpak toegepast als hierboven vermeld voor de substantiële bijdrage van activiteit 3.6. In gevallen waarin de publiek beschikbare informatie beperkt is, hebben wij aannames gedaan om te schatten of er potentiële BKG-reducties zouden optreden.
Aangezien de meeste van de door Bekaert in aanmerking komende activiteiten (3.1, 3.2, 3.5 en 3.6) vereisen dat aan dezelfde /GEAD-vereisten (Do No Significant Harm) wordt voldaan, heeft Bekaert een systematische aanpak ontwikkeld om de naleving van deze vereisten te beoordelen:
• Criteria voor de overgang naar een circulaire economie: Bekaert zet zich in om de circulariteit van haar producten voortdurend te verbeteren, met inbegrip van ontwerp voor hoge duurzaamheid, recycleerbaarheid, hergebruik en gebruik van secundaire grondstoffen en afvalbeheer. Als onderdeel van onze inspanningen om een systematische aanpak vast te stellen en om initiatieven op het gebied van de circulaire economie naar een hoger niveau te tillen door een gemeenschappelijke taal binnen de organisatie vast te stellen, hebben we meerdere workshops gehouden en werken we actief aan het meer circulair maken van ons bedrijf in de toekomst. Aanvullende details zijn te vinden in het hoofdstuk 'Planeet' in Deel I van dit rapport.
Voor producten die zijn opgenomen als in aanmerking komend voor de EU-Taxonomie onder activiteit 9.1, een afzonderlijke GEAD analyse werd uitgevoerd zoals voorzien in de EU-Taxonomie regelgeving, en daarbij werden geen potentiële risico's geïdentificeerd. Onze analyse is grotendeels gebaseerd op het feit dat gelijkaardige materialen en processen worden gebruikt in de ontwikkeling van deze nieuwe innovatieve producten.
Bekaert houdt zich aan de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, de leidende beginselen van de Verenigde Naties inzake bedrijfsleven en mensenrechten, de fundamentele verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en het Internationale Wetsvoorstel voor de rechten van de mens. Voorts hebben wij de naleving van de minimale sociale waarborgen beoordeeld in overeenstemming met het eindverslag van het Platform voor duurzame financiering over minimale sociale waarborgen, dat zich richt op vier kernthema's: mensenrechten met inbegrip van werknemersrechten, omkoping/corruptie, belastingen en eerlijke concurrentie.
Naast andere initiatieven hebben wij een gedragscode voor leveranciers en regelmatige MVO-audits, waarmee wij de naleving van de mensen-/ arbeidsrechten in onze hele waardeketen verder kunnen controleren. Voor meer informatie over sociale garanties en gerelateerde risico's in de hele waardeketen van Bekaert zie het hoofdstuk 'Waardeketen' in Deel I van dit rapport en 'Corporate Governance verklaring' in Deel II van dit rapport.
| Criteria inzake substantiële bijdrage |
GEAD-criteria ("Geen ernstige afbreuk doen aan") |
|||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (1) | Code(s) (2) | mzet (3) Absolute o |
mzet (4) Aandeel o |
mitigatie (5) maat Kli |
maatadaptie (6) Kli |
mariene hulpbronnen (7) Water en |
mie (8) Circulaire econo |
Verontreigening (9) | ment (10) Biodiversiteit en ecosyste |
mitigatie (11) maat Kli |
maatadaptie (12) Kli |
mariene hulpbronnen (13) Water en |
mie (14) Circulaire econo |
Verontreigening (15) | ment (16) Biodiversiteit en ecosyste |
mgaranties (17) mu Mini |
md aandeel mie afgeste mzet, jaar N (18) Op taxono o |
md aandeel mie afgeste mzet, jaar N-1 (19) Op taxono o |
Categorie (faciliterende activiteit) (20) |
(transitie activiteit) (21) Categorie |
| Valuta | % | % | % | % | % | % | % | J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N | % | % | E | T | ||||||||
| A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | ||||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) | ||||||||||||||||||||
| Fabricage van technologieën voor hernieuwbare energie | 3.1 | €47 922 000 | 1% | 100% | 0% | — | — | — | — | N/A | J | J | J | J | J | J | 1% | — | E | |
| Dicht bij de markt aansluitend(e) onderzoek, ontwikkeling en innovatie |
9.1 | €— | 0% | 100% | 0% | — | — | — | — | N/A | J | J | J | J | J | J | 0% | — | E | |
| Omzet van duurzame milieuactiviteiten (aan de taxonomie aangepast (A.1) |
€47 922 000 | 1% | 100% | 0% | 1% | — | ||||||||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) | ||||||||||||||||||||
| Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof |
3.2 | €13 327 770 | 0,24% | |||||||||||||||||
| Fabricage van energie-efficiënte apparatuur voor gebouwen | 3.5 | €95 385 177 | 2% | |||||||||||||||||
| Fabricage van andere koolstofarme technologieën | 3.6 | €2 241 823 348 | 40% | |||||||||||||||||
| Omzet van voor de Taxonomie in aanmerking komende maar niet milieuduurzame activiteiten (niet op de Taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
€2 350 536 295 | 42% | ||||||||||||||||||
| Totaal (A.1 + A.2) | €2 398 458 295 | 42% | 1% | — | ||||||||||||||||
| B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | ||||||||||||||||||||
| Omzet niet voor de taxonomie in aanmerking activiteiten (B) | €3 253 331 705 | 58% | ||||||||||||||||||
| Totaal (A + B) | €5 651 790 000 | 100% |
De teller bestaat uit de geconsolideerde omzet van Bekaert 2022 die verband houdt met de in de bovenstaande tabel vermelde economische activiteiten (de cijfers verwijzen naar het deel in bijlage I van de Gedelegeerde Klimaatwet dat met die activiteit overeenstemt).
Alle bovenstaande activiteiten worden beschouwd als (in aanmerking komende) ontsluitende activiteiten, zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, onder i), van Verordening (EU) 2020/852.
Elke bedrijfseenheid heeft de geschiktheidsanalyse afzonderlijk uitgevoerd, voor de producten die binnen de bedrijfseenheid worden vervaardigd. Om dubbeltelling te voorkomen is deze informatie vervolgens samengevoegd en gevalideerd door het financieel team op groepsniveau, volgens dezelfde beginselen als voor de geconsolideerde financiële verslaglegging.
Voorbeelden van in aanmerking komende en aangepaste producten en oplossingen zijn te vinden in deel I van dit verslag.: Onze resultaten in 2022 - Waardeketen.
Bekaerts engagement bestaat erin om langetermijnwaarde te creëren voor al haar stakeholders en om groene en duurzame oplossingen te creëren. Deze durzame waarde vertaalt zich ook in de verlengde levensduur van onze producten, de energie-efficiëntie die onze producten bieden, de verminderde koolstofvoetafdruk door hun gebruik, evenals het gebruik van alternatieve koolstofarme materialen en innovatie technologieën in haar productieprocessen.
De noemer bestaat uit de geconsolideerde omzet zoals bekendgemaakt in deel II van dit verslag: Geconsolideerde Jaarrekening.
Zoals hoger vermeld bij de toelichting over de geschiktheid van activiteit 3.6 met betrekking tot de externe LCA-verificaties die in uitvoering zijn, en eens deze externe verificaties zijn uitgevoerd, verwachten wij dat bijkomend € 2 241 miljoen in aanmerking komt voor afstemming, wat onze score zou opdrijven tot 41%.
| Criteria inzake substantiële bijdrage |
GEAD-criteria ("Geen ernstige afbreuk doen aan") |
|||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (1) | Code(s) (2) | Absolute Opex (3) | Aandeel van Opex (4) |
mitigatie (5) maat Kli |
maatadaptie (6) Kli |
mariene hulpbronnen (7) Water en |
mie (8) Circulaire econo |
Verontreigening (9) | ment (10) Biodiversiteit en ecosyste |
mitigatie (11) maat Kli |
maatadaptie (12) Kli |
mariene hulpbronnen (13) Water en |
mie (14) Circulaire econo |
Verontreigening (15) | ment (16) Biodiversiteit en ecosyste |
mgaranties (17) mu Mini |
md mzet, jaar N (18) mie afgeste Op taxono aandeel o |
mzet, jaar N-1 (19) md mie afgeste Op taxono aandeel o |
Categorie (faciliterende activiteit) (20) |
(transitie activiteit) (21) Categorie |
| Valuta | % | % | % | % | % % | % | J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N | % | % | E | T | |||||||||
| A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | ||||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) | ||||||||||||||||||||
| Fabricage van technologieën voor hernieuwbare energie | 3.1 | €696 382 | 0% | 100% | 0% | — | — | — | — | N/A | J | J | J | J | J | J | 0% | — | E | |
| Dicht bij de markt aansluitend(e) onderzoek, ontwikkeling en innovatie | 9.1 | €2 060 702 | 1% | 100% | 0% | — | — | — | — | N/A | J | J | J | J | J | J | 1% | — | E | |
| Capex ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1) | €2 757 084 | 2% | 100% | 0% | — | — | — | — | N/A | J | J | J | J | J | J | 2% | — | |||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) | ||||||||||||||||||||
| Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof | 3.2 | €5 538 595 | 3% | |||||||||||||||||
| Fabricage van energie-efficiënte apparatuur voor gebouwen | 3.5 | €3 731 482 | 2% | |||||||||||||||||
| Fabricage van andere koolstofarme technologieën | 3.6 | €60 455 044 | 35% | |||||||||||||||||
| Bouw, uitbreiding en exploitatie van systemen voor winning, behandeling en distributie van water |
5.1 | €39 054 | 0% | |||||||||||||||||
| Vernieuwing van systemen voor winning, behandeling en distributie van water | 5.2 | €360 725 | 0% | |||||||||||||||||
| Bouw, uitbreiding en exploitatie van systemen voor opvang en behandeling van afvalwater |
5.3 | €2 041 344 | 1% | |||||||||||||||||
| Vernieuwing van systemen voor opvang en behandeling van afvalwater | 5.4 | €52 517 | 0% | |||||||||||||||||
| Exploitatie van persoonlijke vervoersmiddelen, fietslogistiek | 6.4 | €16 524 | 0% | |||||||||||||||||
| Renovatie van bestaande gebouwen | 7.2 | €1 489 494 | 1% | |||||||||||||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte uitrusting | 7.3 | €3 578 106 | 2% | |||||||||||||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van instrumenten en apparaten voor het meten, regelen en controleren van de energieprestaties van gebouwen |
7.5 | €543 869 | 0% | |||||||||||||||||
| Gegevensgestuurde oplossingen voor broeikasgasemissiereducties | 8.2 | €47 803 | 0% | |||||||||||||||||
| Capex voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
€77 894 558 | 46% | ||||||||||||||||||
| Totaal (A.1 + A.2) | €80 651 642 | 47% | 2% | — | ||||||||||||||||
| B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | ||||||||||||||||||||
| Capex niet voor de taxonomie in aanmerking activiteiten (B) | €90 011 452 | 53% | ||||||||||||||||||
| Totaal (A + B) | €170 663 094 | 100% |
De teller bestaat uit (i) investeringen in verband met activiteiten die voor de taxonomie in aanmerking komen en (ii) investeringen in verband met andere voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten (in beide gevallen gaat het om investeringen in het boekjaar 2022), zoals beschreven in punt 1.1.2.2 van bijlage I bij de Gedelegeerde verordening. De totale voor EU-Taxonomie in aanmerking komende investeringen wordt berekend op basis van de economische activiteiten die in de bovenstaande tabel zijn opgenomen.
Van bovenstaande activiteiten zijn de activiteiten 3.1, 3.2, 3.5, 3.6, 7.3. 7.5, 8.2 en 9.1 beschouwd als (in aanmerking komende te bereiken) ontsluitende activiteiten, zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, onder i), van Verordening (EU) 2020/852, terwijl activiteit 7.2 wordt beschouwd als een (in aanmerking komende te bereiken) overgangsactiviteit, zoals bedoeld in artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) 2020/852. In bepaalde scenario's waar investeringen in activa worden gebruikt om zowel in aanmerking komende als niet in aanmerking komende producten te vervaardigen, hebben wij een toewijzingsregel toegepast op basis van het aantal vervaardigde in aanmerking komende producten, teneinde de in aanmerking komende investeringen te berekenen. Een soortgelijke aanpak werd gevolgd voor afgestemde en niet-afgestemde producten.
Elke business unit heeft haar kapitaaluitgaven in verband met de door Bekaert vervaardigde in aanmerking komende/afgestemde producten afzonderlijk vastgesteld (letter (a) van punt 1.1.2.2 van bijlage I van de Gedelegeerde handeling inzake openbaarmaking). In een tweede fase heeft elke business unit de investeringen die bij de vorige stap werden weggelaten, verder gescreend om de investeringen te identificeren die verband houdt met de aankoop van output van economische activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (letter (c) van het genoemde punt 1.1.2.2). Los daarvan identificeerde de afdeling Financiën van de groep de investeringen in verband met andere voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten, die niet in de boekhouding van de bedrijfseenheden waren opgenomen
De noemer bestaat uit de totale investeringen van Bekaert in het boekjaar 2022 zoals bekendgemaakt in Deel II van dit verslag - Jaarrekening, met inbegrip van de toevoegingen aan materiële en immateriële activa vóór afschrijvingen en eventuele waardeaanpassingen.
Onder verwijzing naar onze bovenstaande toelichting over de afstemming van activiteit 3.6 met betrekking tot de lopende externe LCA-verificaties, zou, zodra de verificaties door derden zijn voltooid, nog eens 61 miljoen euro voor afstemming in aanmerking komen, waardoor ons percentage op 37% zou uitkomen.
| Criteria inzake substantiële bijdrage |
GEAD-criteria ("Geen ernstige afbreuk doen aan") |
|||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (1) | Code(s) (2) | Absolute OpEx (3) | Aandeel van OpEx (4) | mitigatie (5) maat Kli |
maatadaptie (6) Kli |
mariene hulpbronnen Water en (7) |
mie (8) Circulaire econo |
Verontreigening (9) | ment Biodiversiteit en ecosyste (10) |
mitigatie (11) maat Kli |
maatadaptie (12) Kli |
mariene hulpbronnen Water en (13) |
mie (14) Circulaire econo |
Verontreigening (15) | ment Biodiversiteit en ecosyste (16) |
mgaranties (17) mu Mini |
md mzet, jaar N (18) mie afgeste Op taxono aandeel o |
mzet, jaar N-1 (19) md mie afgeste Op taxono aandeel o |
Categorie (faciliterende activiteit) (20) |
(transitie activiteit) (21) Categorie |
| Valuta | % | % | % | % | % | % | % | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | % | % | E | T | ||
| A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | ||||||||||||||||||||
| A.1 Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) | ||||||||||||||||||||
| Fabricage van technologieën voor hernieuwbare energie | 3.1 | €1 518 812 | 1% | 100% | 0% | — | — | — | — | N/A | J | J | J | J | J | J | 1% | — | E | |
| Dicht bij de markt aansluitend(e) onderzoek, ontwikkeling en innovatie |
9.1 | €5 873 740 | 3% | 100% | 0% | — | — | — | — | N/A | J | J | J | J | J | J | 3% | — | E | |
| Vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen |
6.5 | €554 376 | 0% | 100% | 0% | — | — | — | — | N/A | J | N/A | J | J | N/A | J | 0% | — | T | |
| Opex ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1) |
€7 946 928 | 4% | 100% | 0% | — | — | — | — | 4% | — | ||||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) | ||||||||||||||||||||
| Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof |
3.2 | €766 224 | 0% | |||||||||||||||||
| Fabricage van energie-efficiënte apparatuur voor gebouwen | 3.5 | €2 981 081 | 1% | |||||||||||||||||
| Fabricage van andere koolstofarme technologieën | 3.6 | €70 337 143 | 33% | |||||||||||||||||
| Vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen |
6.5 | €6 945 929 | 3% | |||||||||||||||||
| Opex voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) |
€81 030 377 | 38% | ||||||||||||||||||
| Totaal (A.1 + A.2) | €88 977 305 | 42% | 4% | — | ||||||||||||||||
| B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | ||||||||||||||||||||
| Opex niet voor de taxonomie in aanmerking activiteiten (B) | €122 257 491 | 58% | ||||||||||||||||||
| Totaal (A + B) | €211 234 796 100% |
Het begrip opex in de EU-Taxonomie is niet gelijk aan één post in de winst- en verliesrekening. De EU Taxonomie heeft een specifiek toepassingsgebied voor de te rapporteren operationele kosten (beschreven in het deel over de noemer hieronder), daarom verwijzen wij naar dit gereduceerde concept als "toepasselijke" opex om het duidelijk te onderscheiden van de door Bekaert gerapporteerde lijnen van de resultatenrekening.
De teller bestaat uit (i) "toepasselijke" opexkosten in verband met activiteiten die voor de taxonomie in aanmerking komen en (ii) "toepasselijke" opexkosten in verband met andere economische activiteiten die voor de taxonomie in aanmerking komen, zoals beschreven in punt 1.1.3.2 van bijlage I bij de Gedelegeerde handeling inzake openbaarmaking. De totale voor de EU-Taxonomie in aanmerking komende "toepasselijke" opex wordt berekend op basis van de in bovenstaande tabel genoemde economische activiteiten.
Alle bovenstaande activiteiten worden beschouwd als (in aanmerking komende) ontsluitende activiteiten, als bedoeld in artikel 10, lid 1, onder i), van Verordening (EU) 2020/852, met uitzondering van activiteit 6.5 "Vervoer per motorfiets, personenauto en lichte bedrijfsvoertuigen".
In bepaalde scenario's waarin het onmogelijk is de opexkosten toe te rekenen aan individuele productlijnen, hebben wij een toewijzingsregel toegepast op basis van het tonnage van de vervaardigde in aanmerking komende producten, om de in aanmerking komende O&O-uitgaven, de renovatiemaatregelen voor gebouwen en de onderhouds- en reparatiekosten te berekenen.
Elke bedrijfseenheid heeft de uitgaven die voldoen aan de definitie van de EU-Taxonomie met betrekking tot de in aanmerking komende en afgestemde producten afzonderlijk geëxtraheerd. Onze centrale inkoopafdeling identificeerde afzonderlijk de "toepasselijke" opexkosten in verband met de aankoop van andere voor de Taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten, die niet in de boekhouding van de bedrijfseenheden waren opgenomen. Om dubbeltellingen te vermijden, werd deze informatie vervolgens samengevoegd en gevalideerd door Group Finance, volgens dezelfde principes als voor de geconsolideerde financiële rapportering.
Opex wordt in de gedelegeerde wet inzake openbaarmaking gedefinieerd als directe niet-gekapitaliseerde kosten die betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling, renovatiemaatregelen voor gebouwen, kortlopende huurcontracten, onderhoud en reparatie, en alle andere directe uitgaven in verband met het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa. De noemer omvat de uitgaven die binnen deze definitie van opex passen.
Elke bedrijfseenheid haalde de onderhouds- en reparatiekosten (waaronder niet-geactiveerde uitgaven voor renovatiemaatregelen aan gebouwen) uit interne rapportagesystemen.
Onder verwijzing naar onze bovenstaande toelichting over de afstemming van activiteit 3.6 met betrekking tot de lopende externe LCA-verificaties, zou, zodra de verificaties door derden zijn voltooid, nog eens 70 miljoen euro voor afstemming in aanmerking komen, waardoor het percentage op 37% zou uitkomen.







We gebruiken water in onze productieprocessen, en we willen elke druppel sparen. We bekijken ons waterverbruik grondig en implementeren programma's om ons waterverbruik te verminderen, specifiek, maar niet exclusief, in gebieden met waterstress. Het is onze ambitie om onze opname van zoetwater in gebieden met waterstress met -15% te verminderen tegen 2030 ten opzichte van 2019.
Na gebruik, en veelvuldig hergebruik, wordt water dat niet meer gerecycleerd kan worden behandeld en gezuiverd voor het geloosd wordt.
Alle waterdata zijn gezamenlijke data (geconsolideerde entiteiten + joint ventures) GRI 303-1
De totale wateropname bedroeg 8 402 megaliter (ML) waarvan 3 391 ML uit gebieden met waterstress.
Opname van zoetwater per bron:
Alle gegevens worden verstrekt door de fabrieken.
Waterstress: in gebieden met waterstress is de verhouding tussen de totale jaarlijkse wateropname en de totale jaarlijkse beschikbare hernieuwbare watertoevoer hoog (40-80%) of extreem hoog (>80%)
1 megaliter (ML) = 1 000 000 liter
| Opname van water (in ML) | 2019 (baseline) |
2020¹ | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Totale wateropname | 9 237 | 8 122 | 8 975 | 8 402 |
| uit gebieden met waterstress | 3 564 | 3 141 | 3 619 | 3 391 |
| Opname van zoetwater per bron (in ML) |
2019 (baseline) |
2020¹ | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Oppervlaktewater | 761 | 587 | 626 | 583 |
| uit gebieden met waterstress | 559 | 530 | 605 | 546 |
| Grondwater | 2 355 | 2 201 | 2 571 | 2 503 |
| uit gebieden met waterstress | 741 | 640 | 813 | 791 |
| Water van derden | 6 121 | 5 335 | 5 778 | 5 316 |
| uit gebieden met waterstress | 2 264 | 1 971 | 2 201 | 2 054 |
| Water van derden per bron (in ML) | 2019 (baseline) |
2020¹ | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Water van derden van oppervlaktewater |
5 581 | 4 818 | 4 970 | 4 423 |
| uit gebieden met waterstress | 2 007 | 1 752 | 1 846 | 1 742 |
| Water van derden van grondwater | 540 | 517 | 808 | 893 |
| uit gebieden met waterstress | 257 | 220 | 355 | 312 |
¹ 2020 data werd aangepast door een verbeterde rapportering GRI 2-4, GRI 303-3
Het totale volume geloosd afvalwater na afvalwaterzuivering bedroeg 3 873 ML waarvan 1 644 ML naar gebieden met waterstress.
Bestemming van het geloosde water:
Lozing van water naar gebieden met waterstress was 1 644 ML waarvan 526 ML zoetwater en 1 118 ML ander water.
Onze waterafvoer wordt gefilterd op onze eigen terreinen.
Alle gegevens worden verstrekt door de fabrieken.
Waterstress: in gebieden met waterstress is de verhouding tussen de totale jaarlijkse wateropname en de totale jaarlijkse beschikbare hernieuwbare watertoevoer hoog (40-80%) of extreem hoog (>80%)
1 megaliter (ML) = 1 000 000 liter
| Lozing van afvalwater (in ML) | 2020¹ | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Het totale volume geloosd afvalwater na afvalwaterzuivering |
3 712 | 4 164 | 3 873 |
| naar gebieden met waterstress | 1 486 | 2 032 | 1 644 |
| Bestemming van het geloosde afvalwater (in ML) | 2020¹ | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Oppervlaktewater | 1 511 | 1 466 | 1 421 |
| Zoetwater | 462 | 502 | 485 |
| Ander water | 1 049 | 964 | 936 |
| Grondwater | 0 | 0 | 0 |
| Zeewater | 91 | 100 | 17 |
| Zoetwater | 0 | 0 | 0 |
| Ander water | 91 | 100 | 17 |
| Water van derden | 2 110 | 2 598 | 2 435 |
| Zoetwater | 221 | 94 | 147 |
| Ander water | 1 889 | 2 504 | 2 288 |
| Lozing van afvalwater naar gebieden met waterstress | 1 486 | 2 032 | 1 644 |
| Zoetwater | 527 | 557 | 526 |
| Ander water | 959 | 1 475 | 1 118 |
¹ 2020 data werd aangepast door een verbeterde rapportering GRI 2-4, GRI 303-4, GRI 303-2
Waterverbruik = totale wateronttrekking - totale lozing van afvalwater.
Het totale waterverbruik bedroeg 4 529 ML waarvan 1 747 ML uit gebieden met waterstress.
Alle gegevens worden verstrekt door de fabrieken.
Waterstress: in gebieden met waterstress is de verhouding tussen de totale jaarlijkse wateropname en de totale jaarlijkse beschikbare hernieuwbare watertoevoer hoog (40-80%) of extreem hoog (>80%)
| Waterverbruik (in ML) | 2020¹ | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Totaal waterverbruik | 4 410 | 4 811 | 4 529 |
| Van gebieden met waterstress | 1 655 | 1 587 | 1 747 |
¹ 2020 data werd aangepast door een verbeterde rapportering GRI 2-4, GRI 305-5

| Aandeel gerecycleerd materiaal in grondstoffen (geconsolideerd, exclusief JV's) |
2020 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|
| % Gerecycleerd materiaal in walsdraad (aangekocht door de staalfabrieken) |
26 | 26 | 27 |
| % staalschroot in walsdraad (aangekocht door de staalfabrieken + door recyclage in hun eigen productieprocessen) |
38 | 34 | 32 |
GRI 301-2
Het is onze ambitie om ons afvalvolume tegen 2030 met 25% te verminderen versus 2019. Alle staalschroot keert terug naar de staalindustrie voor recyclage.
Afvaldata zijn gezamenlijke data (geconsolideerde entiteiten + joint ventures).
| Staalschroot in ton | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Voorbereiding voor hergebruik | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Recyclage | 117 879 | 101 727 | 107 760 | 101 530 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 |
Staalschroot: schroot van staaldraad, spoelen en machineonderdelen die het einde van de levensduur bereikt hebben, en ander staalschroot. GRI 306-4

We hebben een productstewardshipraamwerk in voege met de daaraan gerelateerde vereiste ontwikkeling van vaardigheden. Het raamwerk omvat:
We hebben wereldwijd een standaard voor chemicaliënbeheer en een globaal systeem in gebruik die een efficiënte implementatie toelaat van de standaard, een strikt governance process en meer proactieve naleving.
In lijn met de ISO 14001-eisen werd een groepswijd proces voor levenscyclusbeheer ontwikkeld. Het proces is gericht op het identificeren van potentieel significante milieu-impacts in de volledige leverketen en is van toepassing op alle fases in de levenscyclus van onze afgewerkte producten en hoe ze op de juiste manier moeten worden behandeld.
Bij Bekaert volgen we de EU REACH-regelgeving nauwlettend en proactief op om naleving te garanderen, zowel voor de grondstoffen die we gebruiken als voor onze afgewerkte producten. Wij werken samen met onze leveranciers om hun REACH-naleving te verifiëren in het toeleveringsproces van grondstoffen. Bovendien identificeren we mogelijk zorgwekkende stoffen om een proactieve uitfasering op te starten. In het geval we belangrijke regionale verschillen identificeren op het vlak van gevarenclassificatie en blootstellingslimieten, passen we onze eigen bedrijfsspecifieke gevarenclassificatie en blootstellingslimieten toe die moeten worden nageleefd als er geen strengere regelgeving van toepassing is.
De veiligheidsprogramma's van Bekaert zorgen ervoor dat alle medewerkers wereldwijd dezelfde veiligheidsmentaliteit en -gedrag aannemen.
We willen een werkomgeving creëren die niemand schade berokkent. We zijn vastberaden alles te doen wat nodig is om ongevallen op de werkvloer te voorkomen.
BeCare, Bekaerts wereldwijd veiligheidsprogramma dat opgestart werd in 2016, is onze manier om dit voor elkaar te krijgen. Het richt zich op het creëren van een veiligheidscultuur met onderlinge afhankelijkheid, het promoten van risicobewustzijn, het uitschakelen van risicotolerantie en het investeren in de middelen en uitrusting die nodig zijn voor een veiliger werkomgeving. BeCare heeft het gedrag veranderd in onze fabrieken en kantoren en in onze ontmoetingen met businesspartners.
Bekaert lanceerde ook een ontwikkelingsprogramma voor sitemanagers en regionale leiders van operaties dat bewustzijn, kennis en begrip van veiligheids- en wettelijke nalevingsverplichtingen opbouwt. Meer informatie over 'BeCare+' is te vinden in deel I van dit rapport: Onze prestaties in 2022: Mensen.
GRI 403-2
Bekaert heeft verscheidene veiligheidsprocedures en -standaarden ontwikkeld die gelden in alle fabrieken wereldwijd. Ze zijn erop gericht een coherente en gestandaardiseerde aanpak te creëren voor alle processen en acties wereldwijd. GRI 403-2
In overeenstemming met ons BeCare-veiligheidsprogramma, en om meer nadruk te leggen op veiligheid in specifieke situaties, moeten onze medewerkers de Regels die Levens Redden volgen. De regels zijn eenvoudige dos and don'ts in 10 gevaarlijke situaties die het hoogste potentieel hebben om dodelijk te zijn. Ze zijn van toepassing op iedereen: werknemers, aannemers en bezoekers. Bovendien gelden ze niet enkel op de werkplek, maar zijn ze ook thuis en op de weg sterk aanbevolen.
Het naleven van deze regels is een voorwaarde voor tewerkstelling en toegang tot onze vestigingen. Het volgen van deze regels en anderen helpen om dit te doen zal levens redden. Daarom zijn er gevolgen van toepassing voor wie de Regels die Levens Redden niet volgt. GRI 403-2, GRI 403-7
We zijn er ons van bewust dat, naast de gedragscomponent, de veiligheid van uitrusting van het hoogste belang is in onze inspanningen om onze veiligheidsprestaties te verbeteren. Daarom hebben we een veiligheidsstandaard voor uitrusting die de vereisten beschrijft waaraan alle nieuwe en bestaande uitrusting moet voldoen. Onze engineeringafdelingen starten hun ontwerpproces vanuit deze standaard bij het ontwikkelen van nieuwe machines. Bestaande uitrusting wordt geëvalueerd op veiligheidsgerelateerde risico's aan de hand van een risicoanalyse. Deze analyse geeft prioriteit aan de risico's met de zwaarste impact en de hoogste kans om zich voor te doen.
Bekaert heeft een investeringsprogramma voor veiligheid goedgekeurd. Het programma zal tussen 2022 en 2025 worden uitgerold als een bijkomende enabler om een veilige werkomgeving voor alle medewerkers op de werkvloer te creëren.
Naast de initiatieven van BeCare gericht op het elimineren van veiligheidsrisico's, willen we ook een gezonde werkplek voor onze werknemers creëren en behouden.
Wij controleren de omstandigheden op de werkvloer met betrekking tot lawaai, stof en temperatuur en werken aan een stappenplan voor verdere verbeteringen. In onze nieuwe investeringen houden we rekening met zeer strikte normen op vlak van werkomstandigheden. GRI 403-3
Alle medewerkers en onderaannemers die wereldwijd in de fabrieken van Bekaert werken, dragen de aangeboden veiligheidsen gezondheidsuitrusting om de risico's op verwondingen en gezondheidsschade te vermijden. Deze omvat uniformen, stoffilters, oog- en gehoorbescherming, en hijs- en takelapparatuur om spoelen, rollen en paletten ergonomisch te heffen en te verplaatsen.
Bekaert zal, tenzij er geen alternatief is, geen leasecontracten verlengen of nieuwe aankopen uitvoeren van heftrucks of andere bedrijfsinterne voertuigen met dieselmotor in de fabrieken, om zo de CO2-uitstoot te elimineren. GRI 403-3
Er wordt binnen het bedrijf speciale aandacht besteed aan het omgaan met en opslaan van chemicaliën. Een databank houdt alle chemicaliën bij die in onze fabrieken gebruikt worden en er gelden strenge gezondheids- en veiligheidsrichtlijnen voor alle werknemers. Werknemers die worden blootgesteld aan potentieel gevaarlijke materialen doorlopen elke zes maanden een verplichte medische controle. We ontwikkelen en optimaliseren technieken en processen die de nood aan gevaarlijke chemicaliën tijdens warmtebehandelingen elimineert.
GRI 403-2, GRI 403-3, GRI 403-7
Meer informatie over onze naleving van de standaarden voor het omgaan met chemicaliën en andere stoffen die een potentieel milieuen gezondheidsrisico kunnen vormen zijn opgenomen in Deel II: Milieugegevens van dit verslag.
74% van onze medewerkers in Bekaerts dochterondernemingen heeft toegang tot een wereldwijd geïmplementeerd employee assistance program dat focust op mentaal welzijn. In verschillende entiteiten lopen er bovendien andere programma's voor mentaal welzijn die specifiek gericht zijn op de impact van de pandemie op mentaal welzijn. GRI 403-3, GRI 403-6
46% van de ongevallen die bij Bekaert voorkomen, veroorzaken letsels aan handen en vingers. Ondanks alle veiligheidsmaatregelen, hadden zes van deze incidenten in 2022 levensveranderende gevolgen voor de betrokken medewerkers, vergeleken met acht dergelijke incidenten in 2021. In veiligheidsprocedures en tijdens veiligheidsopleidingen wordt er speciale aandacht geschonken aan de preventie van hand- en vingerletsels. Verwondingen aan andere lichaamsdelen betroffen hoofd en nek (18%), bovenste ledematen (13%), lagere ledematen (9%), voeten en tenen (7%) en torso, rug en organen (7%).
In 2022 Bekaert breidde Bekaert, zoals gepland, haar certificaties uit in gerenommeerde internationale managementsysteemstandaarden voor veiligheid. Bekaert heeft een geïntegreerd managementsysteem op groepsniveau. Dit centraal beheerd managementsysteem is de basis van ISO 45001 certificatie (veiligheid) van 28 sites (37% van de productiefabrieken). Toenemende certificatie in ISO 45001 blijft onze doelstelling.
GRI 403-1, GRI 403-8
Gemiddeld volgde elke werknemer 7 uur veiligheidstraining in 2022. GRI 403-5
| Belangrijkste veiligheidsperformantie indicatoren Bekaert geconsolideerde vestigingen |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Gerapporteerde incidentengraad | 5,62 | 4,3 | 3,93 | 3,01 |
| Frequentiegraad | 3,39 | 2,94 | 2,27 | 1,92 |
| Ernstgraad | 0,13 | 0,02 | 0,1 | 0,12 |
| Belangrijkste veiligheidsperformantie indicatoren Bekaert geconsolideerde vestigingen + joint ventures |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Gerapporteerde incidentengraad | 5,18 | 4,02 | 3,67 | 2,71 |
| Frequentiegraad | 3,08 | 2,65 | 2,08 | 1,66 |
| Ernstgraad | 0,13 | 0,02 | 0,12 | 0,11 |
| Groepsdata per regio 2021 | EMEA | Latijns Amerika |
Noord Amerika |
Pacifisch Azië | JV's in Brazilië en Colombia |
Bekaert Geconsolideerd |
Bekaert Gezamenlijk |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Frequentiegraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert payroll medewerkers + aannemers) | 5,88 | 1,71 | 1,48 | 0,62 | 0,95 | 2,27 | 2,08 |
| Bekaert | 6,06 | 1,82 | 1,64 | 0,71 | 1,31 | 2,59 | 2,42 |
| Aannemers | 4,34 | 1,34 | 0,00 | 0,38 | 0,00 | 1,08 | 0,89 |
| Ernstgraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert payroll medewerkers + aannemers) | 0,32 | 0,00 | 0,30 | 0,00 | 0,21 | 0,10 | 0,12 |
| Bekaert | 0,29 | 0,00 | 0,33 | 0,00 | 0,29 | 0,11 | 0,13 |
| Aannemers | 0,62 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,08 | 0,07 |
| Gerapporteerde incidentengraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert payroll medewerkers + aannemers) | 7,23 | 1,71 | 18,91 | 1,14 | 2,10 | 3,93 | 3,67 |
| Bekaert | 7,28 | 1,82 | 19,97 | 1,23 | 2,63 | 4,44 | 4,20 |
| Aannemers | 6,82 | 1,34 | 9,11 | 0,09 | 0,75 | 2,00 | 1,77 |
| Groepsdata per regio 2022 | EMEA | Latijns Amerika |
Noord Amerika |
Pacifisch Azië | JV's in Brazilië en Colombia |
Bekaert Geconsolideerd |
Bekaert Gezamenlijk |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Frequentiegraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert payroll medewerkers + aannemers) | 5,03 | 1,53 | 1,60 | 0,39 | 0,00 | 1,92 | 1,66 |
| Bekaert | 5,19 | 1,47 | 1,79 | 0,54 | 0,00 | 2,21 | 1,94 |
| Aannemers | 3,72 | 1,72 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,83 | 0,68 |
| Ernstgraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert payroll medewerkers + aannemers) | 0,13 | 0,31 | 0,27 | 0,04 | 0,00 | 0,12 | 0,11 |
| Bekaert | 0,14 | 0,40 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,11 | 0,10 |
| Aannemers | 0,00 | 0,00 | 2,46 | 0,13 | 0,00 | 0,17 | 0,14 |
| Gerapporteerde incidentengraad1 | |||||||
| Totaal (Bekaert payroll medewerkers + aannemers) | 6,26 | 1,73 | 10,66 | 0,64 | 0,88 | 3,01 | 2,71 |
| Bekaert | 6,48 | 1,73 | 10,76 | 0,78 | 0,93 | 3,43 | 3,12 |
| Aannemers | 4,35 | 1,72 | 9,83 | 0,26 | 0,74 | 1,42 | 1,29 |
1 Aannemer = medewerker van een leverancier die vooraf gedefinieerde taken op regelmatige basis op onze sites uitvoert. Dit omvat onder andere, maar is niet beperkt tot, medewerkers van schoonmaakbedrijven, veiligheidsdiensten, tijdelijke tewerkstellingskantoren (interimkrachten).
| Groepsdata per geslacht (payroll medewerkers) |
Mannen | Vrouwen | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | ||
| Frequentiegraad1 | 2,43 | 1,92 | 2,31 | 2,02 | |
| Ernstgraad2 | 0,11 | 0,09 | 0,33 | 0,16 | |
| Gerapporteerde incidentengraad3 | 4,30 | 3,18 | 3,47 | 2,65 |
¹ Frequentiegraad (Lost Time Incident Frequency Rate): aantal ongevallen met werkverlet per miljoen gewerkte uren.
² Ernstgraad (SI-graad: Serious Injuries): aantal ongevallen met levensveranderende letsels per miljoen gewerkte uren.
³ Incidentengraad (TRIR: Total Recordable Injury Rate): aantal incidenten per miljoen gewerkte uren.

Het engageren en empoweren van onze medewerkers is altijd belangrijk geweest binnen Bekaert. We empoweren onze teams met verantwoordelijkheid, autoriteit en aansprakelijkheid en rekenen op het engagement van elke Bekaert-medewerker om de prestaties te verbeteren.
GRI 2-23, GRI 2-24, GRI 2-26, GRI 2-29

In 2022 kreeg elke medewerker gemiddeld 34 uur opleiding.
| Gemiddeld aantal uur | 2020 | 2021 | 2022 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| training per medewerker per regio |
Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen |
| EMEA | ||||||
| Arbeiders | 12 | 10 | 37 | 37 | 40 | 32 |
| Bedienden | 15 | 8 | 25 | 26 | 36 | 25 |
| Management | 12 | 16 | 17 | 20 | 17 | 22 |
| Latijns Amerika | ||||||
| Arbeiders | 7 | 7 | 39 | 150 | 62 | 221 |
| Bedienden | 7 | 6 | 23 | 21 | 29 | 27 |
| Management | 11 | 31 | 34 | 43 | 27 | 46 |
| Noord-Amerika | ||||||
| Arbeiders | 35 | 33 | 22 | 14 | 77 | 103 |
| Bedienden | 22 | 7 | 17 | 9 | 9 | 6 |
| Management | 11 | 8 | 20 | 19 | 14 | 12 |
| Pacifisch Azië | ||||||
| Arbeiders | 23 | 31 | 37 | 58 | 23 | 29 |
| Bedienden | 12 | 13 | 24 | 16 | 25 | 22 |
| Management | 14 | 21 | 39 | 27 | 25 | 22 |
Noot: in Latijns-Amerika en in Noord-Amerika werden in 2022 intensieve opleidingsprogramma's voorzien om meer vrouwelijke medewerkers in te zetten in productie- en andere operationele functies. Dit verklaart het hoge gemiddelde aantal uren opleiding voor vrouwelijke operatoren in de regio. GRI 404-1
In 2022 kreeg elke medewerker gemiddeld 10 uur verplichte training. GRI 404-1
In 2022 kreeg elke medewerker gemiddeld 7 uur veiligheidstraining. GRI 403-5, GRI 404-1
In 2022 kreeg elke medewerker gemiddeld 1 uur well-being training. GRI 403-6, GRI 404-1
Communicatie omvat ook het uitwisselen van informatie en onderhandelen met vakbonden. We erkennen het recht van iedere medewerker om zich al dan niet bij een vakbond aan te sluiten. 62% van onze medewerkers wereldwijd valt onder een collectieve arbeidsovereenkomst.
Overeenkomsten met vakbonden worden lokaal gesloten en omvatten de volgende elementen:
GRI 2-29, GRI 2-30, GRI 407-1
Alle medewerkers zijn vertegenwoordigd in formele gezondheids- en veiligheidscommissies bestaande uit managers en medewerkers. Zij helpen het toezicht op gezondheids- en veiligheidsprogramma's op het werk op te volgen en geven advies hierover.
GRI 2-29, GRI 403-4
Ons aanwervingsbeleid schrijft voor dat elke nieuwe medewerker een exemplaar van onze Gedragscode ontvangt. Elk jaar wordt van onze bedienden en managers verwacht dat ze de Gedragscode lezen, een test afleggen over situaties omtrent bedrijfsethiek en hun engagement voor de principes van de Code herbevestigen via Bekaerts wereldwijde online leerplatform.
Als onderdeel van het jaarlijks engagementproces herinnert een verplichte training de medewerkers aan de te volgen principes wanneer ze geconfronteerd worden met ethische keuzes. 100% van de managers en 100% van de bedienden hernieuwden hun engagement aan de Gedragscode in 2022 en het is ons doel dit jaarlijks te herhalen. Arbeiders worden elke drie jaar opnieuw getraind en gecertificeerd voor de Gedragscode.
Bekaert voorziet uitgebreide nalevingstraining voor medewerkers over een aantal belangrijke topics inclusief maar niet gelimiteerd tot antiomkoping en anticorruptie, antitrust, data-privacy, nalevingsbewustwording, speak-up-cultuur en handelsnaleving (economische sancties). Bekaerts trainingsprogramma bestaat uit een combinatie van klassikale/live opleidingen en online trainingsmodules. We gebruiken een risicogebaseerde aanpak en op maat gemaakte training voor geselecteerde functies gebaseerd op de risico's die geassocieerd zijn met hun rol. Bekaert past zijn trainingsplan doorheen het jaar aan om trends in de naleving en lessen getrokken uit internationale onderzoeken te volgen. Het totale aantal verplichte e-opleidingen is meer dan verdubbeld versus 2021, wat resulteerde in meer dan drie e-opleidingen over naleving per manager en per bediende.
Alle managers en bedienden vervolledigden ook de verplichte Privacy e-opleiding.
In 2022 hebben we opnieuw een verplichte anti-omkoping- en anticorruptieopleiding ingevoerd voor alle managers bij Bekaert en voor bedienden in afdelingen met frequent contact met derden. 100% van de doelgroep werkte de training af en slaagde voor de test. Een gerichte training over anti-trust werd toegewezen aan een specifiek doelpubliek van managers, gebaseerd op Hay-classificatieniveau en -functie. 100% van de geadresseerden vervolledigde de training en slaagde voor de test. Regionale e-trainingen over naleving werden ook geïmplementeerd waarbij gebruik gemaakt werd van een een op risico gebaseerde aanpak, bijvoorbeeld over het onderwerp van belangenconflicten of anti-pesten.
Live trainingen over specifieke nalevingsrisico's en beleid worden ook gegeven aan specifieke functionele groepen.
Bovendien doet de afdeling Group Internal Audit regelmatig audits op de naleving van de respectieve beleidsregels en procedures en beveelt deze correctieve acties aan waar nodig. Alle beleidsregels zijn beschikbaar op het Bekaert Intranet.
GRI 2-24, GRI 205-1, GRI 205-2, GRI 408-1, GRI 409-1
Onze integriteitsrapporteringskanalen zijn voorbeelden van de verschillende communicatiemethoden om vragen te stellen of bezorgdheden te uiten. Medewerkers worden gestimuleerd om vrijuit te spreken en bezorgdheden te uiten via de methode waarbij ze zich het meest comfortabel voelen. Ze kunnen bij hun HR-verantwoordelijke terecht, bij onze Group Legal of Group Ethics and Compliance-afdelingen, bij Interne Audit, of bij hun directe leidinggevende. Als alternatief kunnen ze ook een mail sturen naar integrity@ bekaert.com of een bezorgdheid rapporteren via de Bekaert-website waar dat anoniem kan. Daarnaast staat ook een rapporteringskanaal beschikbaar voor derden. In 2022 hebben we ons Investigation Protocol gepubliceerd dat de kwaliteit en de consistentie van onze onderzoeken en hun respectievelijke rapportering garandeert.
Diversiteit bevorderen
Alle diversiteitsgegevens hebben betrekking op Bekaert-dochterondernemingen (exclusief joint ventures).
Binnen onze organisatie hebben 449 medewerkers een andere nationaliteit dan die van het land waarin ze werken. De landen waar we de grootste groep buitenlandse medewerkers hebben, zijn Chili (132 of 9% van de medewerkers), België (95 of 6% van de medewerkers) en Slovakije (78 of 3% van de medewerkers). GRI 2-7
| Diversiteit nationaliteiten - 31 december 2022 | # mensen | # nationa liteiten |
|---|---|---|
| Arbeiders | 17 128 | 47 |
| Bedienden | 4 738 | 51 |
| Management 1 | 1 749 | 54 |
| Totaal Bekaert-medewerkers | 23 615 | 75 |
¹ B7 en hoger (Hay-classificatiereferentie)
Nationaliteitsdiversiteit in de Raad van bestuur en het Leadershipteam van Bekaert:
| Diversiteit nationaliteiten - 31 december 2022 | # mensen | # nationaliteiten | # niet-native ¹ | % niet-native |
|---|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur | 11 | 7 | 6 | 55% |
| Bekaert Group Executive (BGE) | 8 | 6 | 6 | 75% |
| Senior Vice Presidents (B16-B18) ² | 12 | 5 | 5 | 42% |
| Next leadership level (B13-B15) ² | 92 | 18 | 52 | 57% |
| Totaal leadershipteam | 112 | 213 | 63 | 56% |
¹ Niet-native = van een andere nationaliteit dan die van de hoofdzetel van het moederbedrijf (België)
² Hay-classificatiereferentie
³ Aantal nationaliteiten in het leadershipteam GRI 405-1
In 2022 werden er 73 integriteitsaantijgingen gemeld via onze
Geen van de aantijgingen vertegenwoordigde een inbreuk door Bekaert-medewerkers op integriteitsschending gerelateerd aan discriminatie, omkoping of corruptie. Elke aantijging werd grondig onderzocht. Maatregelen ter verbetering werden waar nodig genomen voor alle weerhouden gevallen en voor de gevallen waar verbeterpunten werden bekendgemaakt. Alle inkomende rapporten worden met de hoogste
mate van vertrouwelijkheid
bezorgdheid melden. GRI 2-25, GRI 205-3, GRI 406-1
behandeld. Bekaert neemt de nodige maatregelen om medewerkers te beschermen tegen gelijk welke vorm van vergelding als ze een
integriteitsrapporteringskanalen.
| Genderdiversiteit - 31 december 2022 | % mannelijk | % vrouwelijk |
|---|---|---|
| Arbeiders | 93% | 7% |
| Bedienden | 69% | 31% |
| Management ¹ | 79% | 21% |
| Totaal Bekaert-medewerkers | 87% | 13% |
¹ B7 en hoger (Hay-classificatiereferentie)
GRI 2-7
Het productiekarakter van Bekaerts activiteiten verklaart de voornamelijk mannelijke populatie, in het bijzonder bij operatoren.
Bekaert hanteert een wervings- en promotiebeleid dat gericht is op het gestaag verhogen van diversiteit, inclusief genderdiversiteit. Dit past binnen het Diversiteits- en inclusieprogramma van het bedrijf. 28% van de managers en bedienden van Bekaerts dochterondernemingen zijn vrouwen (per jaareinde 2022). We verbinden ons ertoe om dit aandeel te verhogen en zo gendergelijkheid te steunen. Het is onze doelstelling om een ratio van 40% te bereiken tegen 2030 door een jaarlijkse verbetering van +1.5% in de komende acht jaar. Deze doelstelling werd, vanaf 2022, ook toegevoegd in de incentive-doelstellingen op korte termijn voor Uitvoerend Management, en een diversiteitsdoelstelling is opnieuw opgenomen in de 2023 kortetermijnincentivecriteria voor het management. GRI 2-7
Genderdiversiteit in de Raad van Bestuur en het hoger management van Bekaert:
| Genderdiversiteit - 31 december 2022 | # mensen | % mannelijk | % vrouwelijk |
|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur | 11 | 55% | 45% |
| Bekaert Group Executive (BGE) | 8 | 87% | 13% |
| Senior Vice Presidents (B16-B18) ² | 12 | 92% | 8% |
| Totaal leadershipteam | 112 | 83% | 17% |
¹ B13-B18 (Hay-classificatiereferentie)
Meer informatie over genderdiversiteit in de Raad van Bestuur is te vinden in Deel I: Leiderschap, en in Deel II: Corporate Governance Verklaring van dit rapport.
GRI 405-1
| Leeftijdsdiversiteit - 31 december 2022 |
< 30 jaar | 30-50 jaar | > 50 jaar |
|---|---|---|---|
| Arbeiders | 17% | 68% | 15% |
| Bedienden | 12% | 70% | 18% |
| Management ¹ | 3% | 67% | 30% |
| Totaal Bekaert-medewerkers | 15% | 68% | 17% |
¹ B7 en hoger (Hay-classificatiereferentie) GRI 2-7
Leeftijdsdiversiteit in Bekaerts hoogste bestuursorganen:
| Leeftijdsdiversiteit - 31 december 2022 |
# mensen | 30-50 jaar | > 50 jaar |
|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur | 11 | 45% | 55% |
| Bekaert Group Executive (BGE) | 8 | 13% | 87% |
| Senior Vice Presidents (B16-B18) ¹ | 12 | 33% | 67% |
| Next leadership level (B13-B15) ¹ | 92 | 45% | 55% |
| Totaal leadershipteam | 112 | 41% | 59% |
¹ Hay-classificatiereferentie
GRI 405-1
Personeelgerelateerde data:
| Regio - 31 december 2022 |
EMEA | Noord Amerika |
Latijns Amerika |
Pacifisch Azië |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Arbeiders | 5 984 | 1 208 | 2 039 | 7 897 | 17 128 |
| Mannen | 5 127 | 1 138 | 1 969 | 7 649 | 15 883 |
| Vrouwen | 857 | 70 | 70 | 248 | 1 245 |
| Bedienden | 1 424 | 256 | 1 224 | 1 834 | 4 738 |
| Mannen | 923 | 154 | 791 | 1 401 | 3 269 |
| Vrouwen | 501 | 102 | 433 | 433 | 1 469 |
| Management | 779 | 158 | 178 | 634 | 1 749 |
| Mannen | 620 | 123 | 146 | 491 | 1 380 |
| Vrouwen | 159 | 35 | 32 | 143 | 369 |
| Totaal mannen | 6 670 | 1 415 | 2 906 | 9 541 | 20 532 |
| Totaal vrouwen | 1 517 | 207 | 535 | 824 | 3 083 |
| Algemeen totaal | 8 187 | 1 622 | 3 441 | 10 365 | 23 615 |
89% van de werknemers van Bekaert hebben een vast contract, 11% een contract van bepaalde duur. Werknemers met een tijdelijk contract staan doorgaans op de loonlijst van externe organisaties (Speciale Economische Zones, interimkantoren) en zijn bijgevolg niet inbegrepen in de Bekaertaantallen.
99% van de Bekaert-medewerkers werkt voltijds.
| Medewerkers die niet op de loonlijst staan - 31 december 2022 |
EMEA | Noord Amerika |
Latijns Amerika |
Pacifisch Azië |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Arbeiders | 180 | 7 | 1 | 387 | 575 |
| Mannen | 111 | 7 | 0 | 358 | 476 |
| Vrouwen | 69 | 0 | 1 | 29 | 99 |
| Bedienden | 15 | 1 | 20 | 33 | 69 |
| Mannen | 7 | 0 | 11 | 26 | 44 |
| Vrouwen | 8 | 1 | 9 | 7 | 25 |
| Management | 14 | 0 | 0 | 1 | 15 |
| Mannen | 7 | 0 | 0 | 1 | 8 |
| Vrouwen | 7 | 0 | 0 | 0 | 7 |
| Totaal mannen | 125 | 7 | 11 | 385 | 528 |
| Totaal vrouwen | 84 | 1 | 10 | 36 | 131 |
| Algemeen totaal | 209 | 8 | 21 | 421 | 659 |
Medewerkers die niet op de loonlijst staan leveren tijdelijke diensten, meestal via agentschappen of consultancy bureaus.
99% van de medewerkers die niet op de loonlijst staan, werken full-time. GRI 2-8
Bekaert geconsolideerde vestigingen:
| Nieuwe medewerkers in 2022 | Totaal | Mannen | Vrouwen |
|---|---|---|---|
| Aantal nieuwe medewerkers | 2 039 | 1 637 | 402 |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal medewerkers |
9% | 8% | 13% |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal nieuwe medewerkers |
80% | 20% |
| Nieuwe medewerkers in 2022 per regio |
EMEA | Latijns Amerika |
Noord Amerika |
Pacifisch Azië |
|---|---|---|---|---|
| Aantal nieuwe medewerkers | 707 | 446 | 371 | 515 |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal medewerkers |
9% | 13% | 23% | 5% |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal nieuwe medewerkers |
35% | 22% | 18% | 25% |
| Nieuwe medewerkers in 2022 per categorie |
Arbeider | Bediende | Management |
|---|---|---|---|
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal medewerkers |
8% | 10% | 11% |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal nieuwe medewerkers |
68% | 23% | 9% |
| GRI 2-7, GRI 401-1 | |||
| Aantal vacatures in 2022 | |||
| # vacatures | 618 | ||
| % vacatures dat binnen 90 dagen werd ingevuld | 80% |
| % vacatures dat langer dan 90 dagen open stond | 20% |
|---|---|
Bekaert geconsolideerde vestigingen exclusief medewerkers met een contract van bepaalde duur en exclusief collectieve ontslagen:
| Medewerkers turnover in 2022 | Totaal | Mannen | Vrouwen |
|---|---|---|---|
| turnover (aantal) vrijwillig vertrek | 769 | 634 | 135 |
| turnover (aantal) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – overlijden tijdens in dienst) |
1 432 | 1 214 | 218 |
| turnover (%) vrijwillig vertrek | 4% | 4% | 5% |
| turnover (%) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – overlijden tijdens in dienst) |
7% | 7% | 8% |
| Medewerkers turnover in 2022 per regio |
EMEA | Latijns Amerika |
Noord Amerika |
Pacifisch Azië |
|---|---|---|---|---|
| turnover (aantal) vrijwillig vertrek | 301 | 138 | 145 | 185 |
| turnover (aantal) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – overlijden tijdens in dienst) |
544 | 319 | 242 | 327 |
| turnover (%) vrijwillig vertrek | 4% | 4% | 9% | 2% |
| turnover (%) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – overlijden tijdens in dienst) |
7% | 10% | 16% | 4% |
GRI 2-7, GRI 401-1
| Medewerkers turnover in 2022 per categorie |
Arbeider | Bediende | Management |
|---|---|---|---|
| turnover (aantal) vrijwillig vertrek | 440 | 235 | 94 |
| turnover (aantal) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – overlijden tijdens in dienst) |
938 | 353 | 141 |
| turnover (%) vrijwillig vertrek | 3% | 5% | 6% |
| turnover (%) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – overlijden tijdens in dienst) |
6% | 8% | 9% |
| Medewerkers turnover in 2022 per leeftijdscategorie |
< 30 jaar | 30-50 jaar | > 50 jaar |
|---|---|---|---|
| turnover (aantal) vrijwillig vertrek | 203 | 460 | 106 |
| turnover (aantal) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – overlijden tijdens in dienst) |
311 | 771 | 350 |
| turnover (%) vrijwillig vertrek | 7% | 3% | 3% |
| turnover (%) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – overlijden tijdens in dienst) |
11% | 5% | 10% |
Om sterke prestaties, inzet en voortdurende ontwikkeling van al onze medewerkers te stimuleren, worden de doelstellingen van de groep omgezet in team- en persoonlijke doelstellingen.
Bekaert heeft een People Performance Management (PPM)-programma ontwikkeld en uitgerold. PPM is onze manier om de prestaties van mensen te beoordelen en te bekijken hoe we onze doelen in de toekomst beter kunnen bereiken. Als zodanig maakt PPM deel uit van een grotere inspanning om een veel meer prestatiegerichte organisatie te worden.
Het performantieopvolgingsproces omvat persoonlijke ontwikkelingsbeoordelingsgesprekken, transparantie, feedforward en leiderschapsgedrag.
De nieuwe prestatiemanagementaanpak is mogelijk door: een duidelijke afstemming van team- en individuele doelen met de businessprioriteiten; het regelmatig sturen en coachen van prestaties; een billijke erkenning in lijn met de bereikte prestaties; en betere tools waarmee medewerkers hun prestaties en feedforward-acties gedurende het jaar kunnen bijhouden.
| Medewerkerscategorie | Percentage |
|---|---|
| Managers | 99% |
| Bedienden | 95% |
| Arbeiders | 70% |
¹ Exclusief joint ventures
GRI 404-3
We bieden concurrentiële salarissen en beloningen om het financiële, fysieke en algemene welzijn van onze medewerkers en hun gezinnen te verbeteren. Ons aanbod verschilt van land tot land en is veelal afgestemd op het socialezekerheidsbeleid in het betreffende land. Wij bieden een heel scala aan personeelsvoordelen, waaronder pensioenuitkeringen, ziektekostenregelingen, beloningen voor langdurig dienstverband, arbeidsongevallen-/ invaliditeitsverzekering en betaald verlof. Voor gedetailleerde informatie over vergoedingen en voordelen, verwijzen we naar Deel II: Financieel Overzicht, sectie 6.15.
GRI 201-3
| Voordeel | België | Chili | China | Indonesië | Slovakije | Turkije | VS |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Levensverzekering | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Gezondheidszorg | Ja | Ja | Ja | Ja | Nee | Ja | Ja |
| Invaliditeitsverzekering | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Ouderschapsverlof | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Pensioenregeling | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Aandeelhouderschap | Nee | Nee | Nee | Nee | Nee | Nee | Nee |
Deze voordelen worden niet aan toegekend aan medewerkers die niet op de loonlijst van Bekaert staan.
Belangrijke bedrijfslocaties hebben > 1 000 medewerkers op de loonlijst (parttime, full-time, bepaalde duur, onbepaalde duur).
GRI 401-2
Het loon van arbeiders wordt bepaald in functie van de lokale collectieve arbeidsovereenkomsten; in het algemeen wordt dit gedreven door het aantal gewerkte uren, de ervaring en de vaardigheden van de positiehouder.
De hoogte van het basissalaris voor bedienden en kaderleden wordt bepaald in door middel van een functieclassificatiesysteem.
Posities met een gelijkaardige reikwijdte, gelijkaardig vereist kennisniveau, gelijkaardig verantwoordelijkheidsniveau en gelijkaardige leiderschapsvereisten worden gegroepeerd in zogenaamde salarisbanden. De functieclassificatie wordt onafhankelijk van de positiehouder vastgesteld en is bijgevolg genderneutraal.
De onderstaande grafiek toont de verhouding van vrouwen in elk van deze salarisbanden, waaruit een hogere vertegenwoordiging blijkt van vrouwen in lagere salarisbanden.
| Aandeel vrouwen per loonschaal | ||
|---|---|---|
| Broadband | % Vrouwen | % Mannen |
| Bekaert Group Executive | 13 | 87 |
| Senior Vice Presidents | 8 | 92 |
| Senior Management | 18 | 82 |
| Mid Level Management | 18 | 82 |
| Junior Management | 22 | 78 |
| Bedienden | 32 | 68 |
| Totaal | 29 | 71 |
Per salarisband wordt een middelpunt (of 'midpoint') bepaald ten opzichte van de marktpraktijk. De feitelijke basissalarissen liggen over het algemeen 25% boven of onder dit middelpunt. De zogenaamde 'compa-ratio' meet de afstand tussen het feitelijke basissalaris en dit middelpunt; dit wordt berekend als de verhouding tussen het feitelijke basissalaris en het middelpunt van de desbetreffende salarisband.
De loonkloof tussen mannen en vrouwen is berekend als het verschil tussen de mediaan compa-ratio voor vrouwen en de mediaan compa-ratio voor mannen; deze methode maakt een zinvolle vergelijking mogelijk tussen landen en salarisbanden.
De arbeiderslonen worden vastgesteld overeenkomstig de plaatselijke collectieve arbeidsovereenkomsten. In het algemeen worden zij bepaald door het aantal gewerkte uren, de ervaring en de vaardigheden van de werknemer.
De onderstaande grafiek toont het verschil in mediaan compa-ratio tussen vrouwen en mannen:
| Regio | Gender pay gap (%) | |
|---|---|---|
| EMEA | -4,0 | |
| Latijns-Amerika | -7,6 | |
| Noord-Amerika | -2,0 | |
| Pacifisch Azië | -6,4 | |
| Totaal | -4,3 | GRI 405-2 |
De globale loonkloof tussen mannen en vrouwen bij Bekaert bedraagt 4,3%, met verschillen tussen landen en een aanzienlijk aantal landen zonder loonkloof. In het algemeen zijn er maatregelen genomen om deze loonkloof te vermijden en is er een actief plan om de kloof op korte termijn te dichten.
Informatie over de jaarlijkse totale compensatieratio is beschikbaar in Deel II: 11. Remuneratie van het Uitvoerend Management in een bredere context van de Corporate Governance Verklaring van dit rapport. GRI 2-21
Bekaert heeft in 2022 verschillende vestigingen geherstructureerd. Het management implementeert dergelijke maatregelen alleen wanneer andere opties om de prestaties te herstellen met het oog op het veiligstellen van een duurzame, winstgevende toekomst, mislukt of niet bestaande zijn.
Bij de uitvoering van dergelijke maatregelen streeft het management ernaar de sociale impact voor de betrokken werknemers te beperken door middel van herindustrialisatie, hulp bij hertewerkstelling en een billijke ontslagvergoeding. GRI 404-2
| Bijdragen in 2022 in € | |
|---|---|
| Bijdragen voor politieke partijen, campagnes, evenementen | 0 |
| Bijdragen voor steun bij rampen | 450 000 |
| Geschat totaal van andere bijdragen | 350 000 |
| Totaal aantal steunprogramma's | ~ 100 |
| Waarvan programma's met vrijwillige en trainingsuren | ~ 25% |
Sommige bedragen zijn bij benadering, inclusief inschattingen. Bekaert ontwikkelt een tool om uitgaven van steunprogramma's en vrijwilligerswerk te monitoren op continue basis. GRI 415-1
| Belangrijkste programma's die met financiele donaties ondersteund werden in 2022 |
Totaal | Door Bekaert gefinancierd |
Andere financiering |
|---|---|---|---|
| Steun aan Oekraïne | 450 000 | ||
| Waarvan gefinancierd door de onderneming | 437 400 | ||
| Waarvan ingezameld door intiatieven van medewerkers | 12 600 | ||
| River Cleanup | 25 000 | 25 000 | |
| Pontis Stichting Slovakije (bovenop steun aan Oekraïne) | 100 000 | ||
| Waarvan gefinancierd door de onderneming | 30 000 | ||
| Waarvan ingezameld door initiatieven van medewerkers | 5 000 | ||
| Waarvan gefinancierd door fiscale toewijzing | 65 000 | ||
| Universiteitspartnerschap dat studenten in Burgos (Spanje) steunt |
50 000 | 50 000 | |
| Jiangyin Charity Foundation (China) | 28 800 | 28 800 | |
| Ventilators voor ziekenhuizen (Roemenië, India) | 37 500 | 37 500 | |
| Cultureel programma Concepción (Chili) | 22 000 | 22 000 | |
| United Way of Rogers (US) | 10 000 | 10 000 |
GRI 203-2
Dit rapport omvat de geconsolideerde prestatie-indicatoren voor alle dochterondernemingen van de Bekaert Groep. Geconsolideerde data is van toepassing op de 100%-dochterondernemingen van NV Bekaert SA en deze waarin NV Bekaert SA een meerderheidsparticipatie heeft. Wanneer specifiek vermeld, omvatten (gezamenlijke) verklaringen in het rapport ook de prestatiemetingen van joint ventures, beschouwd aan 100% eigendom. GRI 2-2
Dit rapport beslaat de activiteiten tussen 1 januari 2022 en 31 december 2022, tenzij anders aangegeven en indien relevant voor het rapport.
Bekaert rapporteert halfjaarlijks over de financiële resultaten (halfjaar- en jaarresultaten). Bekaert rapporteert jaarlijks over de duurzaamheidsprestaties van de Groep. GRI 2-3
De inhoud van dit rapport is vastgesteld aan de hand van de belangrijkste indicatoren van onze activiteiten, de impact van en betrokkenheid bij de belangengroepen van de onderneming, de inspanningen om de duurzaamheid te verbeteren en de mate van detaillering zoals vastgesteld door de GRI Sustainability Reporting Standards, het huidige NFRD (Non-Financial Reporting Directive) en richtlijnen van CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive).
Dit rapport voldoet aan de iXBRL/ESEF-wetgeving en bevat de uitkomst van de EU Taxonomy geschiktheids- en afstemmingsverklaringsvereisten. De structuur en inhoud van dit geïntegreerde jaarverslag zijn gebaseerd op het kader Guidelines of Value Reporting Foundation (International Reporting Council (IIRC) & Sustainability Accounting Standards Board (SASB)).
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals van kracht binnen de Europese Unie.
Onze belangengroepen zijn de medewerkers, leveranciers, klanten, aandeelhouders en partners van Bekaert, lokale overheden en de gemeenschappen waar we actief zijn.
Dit rapport werd samengesteld volgens de GRI Standards. Global Reporting Initiative (GRI) is een non-profit organisatie die economische, milieugerelateerde en maatschappelijke duurzaamheid bevordert.
Bekaerts prestaties op vlak van duurzaamheid werden in 2022 erkend door de opname in de Solactive GBS Developed Markets Index, de GBS Global Markets Index, de Global Cyber Security Custom Index, de ISS ESG Screened Markets Small Cap Index, de Solactive ISS ESG Screened Small Cap Index en de ISS SDG Aligned Global Markets Index - een referentiecriterium voor toppresteerders op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen gebaseerd op Vigeo Eiris' onderzoek - en in Kempen SRI.
In 2022 analyseerden de ratingagentschappen MSCI en ISS-ESG de ecologische, sociale en governance prestaties van ons bedrijf op basis van publiek beschikbare informatie. Hun rapporten worden gebruikt door institutionele investeerders en financiële dienstverleners. Bekaert ontving een 'A' beoordeling in de MSCI ESG Ratings en 'C-' beoordeling in de ISS-ESG rating (op een schaal van D- tot A+), wat gemiddeld is binnen de sector.
Bekaert ontving een 'silver'-niveau in de EthiFinance 2022-campagne, gebaseerd op bekendmaking van 2021 data. EthiFinance is een onafhankelijk financieel en niet-financieel rating-, research- en consultingagentschap.
Als gevolg van Bekaerts medium blootstelling en sterk management, beoordeelde Morningstar Sustainalytics Bekaert als 'medium risicovol' voor belangrijke financiële impacts aangestuurd door ESG-factoren. Morningstar Sustainalytics levert hoogkwalitatieve, analytische milieu-, sociaal- en governancegerelateerde research, ratings en data aan institutionele investeerders en ondernemingen.
Bekaert kreeg op basis van de 2021 statements, een gouden erkenningsniveau van EcoVadis. Bekaert behaalde een score van 75, die ons in het 98e percentiel van de peergroep positioneert, onveranderd versus vorig jaar. EcoVadis is een onafhankelijk bureau voor duurzaam ondernemen waarvan de methodologie op internationale CSR-normen gebaseerd is.
Als antwoord op de groeiende interesse doorheen de toeleveringsketen om over de ecologische voetafdruk van activiteiten en logistiek te rapporteren, werkt Bekaert ook mee aan de bevragingen van CDP. Bekaert werd een B-score toegekend voor de Climate Change-vragenlijst gebaseerd op 2021 dataverklaringen, een verbetering met 2 stappen tegenover de vorige rating. Bekaert heeft een 'A-' score behaald in CDP's Supplier Engagement Rating (SER), een verbetering met 3 stappen versus de vorige rating. De Supplier Engagement Rating evalueert het klimaatgerelateerd engagement van bedrijven in hun waardeketen, zowel met leveranciers als met klanten.
Bekaert werd opgenomen in Euronext's BEL ESG Index van de leidende duurzame ondernemingen in België op basis van de duurzaamheidsprestaties in 2022.


Voor de GRI Content Index - Advanced Service keek GRI Services na of de GRI content index duidelijk is weergegeven, op een manier die consistent is met de Standaarden en de verwijzingen naar alle bepalingen overeenkomen met de betreffende secties van het verslag.
Deze controle werd uitgevoerd op de Engelstalige versie van dit rapport.
| Statement of use | Bekaert has reported in accordance with the GRI standards for the period 01 January 2022 - 31 December 2022. | ||
|---|---|---|---|
| GRI 1 used | GRI 1: Foundation 2021 | ||
| Applicable GRI sector | Not applicable | ||
| GRI Standard | Disclosure | Location | |
| General disclosures | |||
| GRI 2: General disclosures 2021 | 2-1 Organizational details | 9, 46, 329 | |
| 2-2 Entities included in the organization's sustainability reporting | 9, 321 | ||
| 2-3 Reporting period, frequency and contact point | 321, 328 | ||
| 2-4 Restatements of information | 268, 272, 298-300 | ||
| 2-5 External assurance | 268 | ||
| 2-6 Activities, value chain and other business relationships | 9, 12, 13, 32, 33, 46-48, 53, 59 | ||
| 2-7 Employees | 32, 312-316 | ||
| 2-8 Workers who are not employees | 315 | ||
| 2-9 Governance structure and composition | 22, 27 | ||
| 2-10 Nomination and selection of the highest governance body | 22 | ||
| 2-11 Chair of the highest governance body | 22 | ||
| 2-12 Role of the highest governance body in overseeing the management of impacts | 22 | ||
| 2-13 Delegation of responsibility for managing impacts | 27 | ||
| 2-14 Role of the highest governance body in sustainability reporting | 328 | ||
| 2-15 Conflicts of interest | 22 | ||
| 2-16 Communication of critical concerns | 22 | ||
| 2-17 Collective knowledge of the highest governance body | 22 | ||
| 2-18 Evaluation of the performance of the highest governance body | 22 | ||
| 2-19 Remuneration policies | 22 | ||
| 2-20 Process to determine remuneration | 22 | ||
| 2-21 Annual total compensation ratio | 318 |
| GRI Standard | Disclosure | Location |
|---|---|---|
| 2-22 Statement on sustainable development strategy | 7, 18, 20, 51 | |
| 2-23 Policy commitments | 32-34, 65, 66, 309 | |
| 2-24 Embedding policy commitments | 34, 66, 309, 311 | |
| 2-25 Processes to remediate negative impacts | 34, 35, 311 | |
| 2-26 Mechanisms for seeking advice and raising concerns | 32, 309 | |
| 2-27 Compliance with laws and regulations | 61 | |
| 2-28 Membership associations | 62, 63 | |
| 2-29 Approach to stakeholder engagement | 32, 33, 310 | |
| 2-30 Collective bargaining agreements | 310 | |
| Material topics | ||
| 3-1 Process to determine material topics | 34-36 | |
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-2 List of material topics | 36 |
| Material topic: Financial Performance, Technology Advantage | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| 201-1 Direct economic value generated and distributed | 39, 44 | |
| 201-2 Financial implications and other risks and opportunities due to climate change | 35 | |
| GRI 201: Economic Performance 2016 | 201-3 Defined benefit plan obligations and other retirement plans | 317 |
| 201-4 Financial assistance received from government | 44, 62 | |
| Material topic: Compliance | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| GRI 415: Public Policy 2016 | 415-1 Political contributions | 75, 319 |
| Material topic: Sustainable supply chain | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| GRI 204: Procurement Practices 2016 | 204-1: Proportion of spending on local suppliers | 47 |
| 301-1 Materials used by weight or volume | 46, 47, 53 | |
| GRI 301: Materials 2016 | 301-2 Recycled input materials used | 53, 301 |
| 308-1 New suppliers that were screened using environmental criteria | 47 | |
| GRI 308: Supplier Environmental Assessment 2016 | 308-2 Negative environmental impacts in the supply chain and actions taken | 47 |
| GRI 414: Supplier Social Assessment 2016 | 414-1 suppliers that were screened using social criteria | 47 |
| 414-2 Negative social impacts in the supply chain and actions taken | 47 | |
| Material topic: Climate, Energy & GHG management | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| GRI Standard | Disclosure | Location |
|---|---|---|
| GRI 302: Energy 2016 | 302-1 Energy consumption within the organization | 267, 269, 270 |
| 302-3 Energy intensity | 267, 269, 270 | |
| 302-4 Reduction of energy consumption | 269 | |
| 302-5 Reductions in energy requirements of products and services | 56, 59 | |
| GRI 304: Biodiversity 2016 | 304-1 Operational sites owned, leased, managed in, or adjacent to, protected areas and areas of high biodiversity value outside protected areas |
56 |
| 305-1 Direct (Scope 1) GHG emissions | 271-273 | |
| 305-2 Energy indirect (Scope 2) GHG emissions | 271, 274, 275 | |
| GRI 305: Emissions 2016 | 305-3 Other indirect (Scope 3) GHG emissions | 276, 278 |
| 305-4 GHG emissions intensity | 271-274, 277 | |
| 305-5 Reduction of GHG emissions | 271 | |
| Material topic: Water | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| GRI 303: Water and Effluents 2018 | 303-1 Interactions with water as a shared resource | 56, 73, 298 |
| 303-2 Management of water discharge related impacts | 56, 299 | |
| 303-3 Water withdrawal | 298 | |
| 303-4 Water discharge | 299 | |
| 303-5 Water consumption | 300 | |
| Material topic: Waste & recycling | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| GRI 306: Waste 2020 | 306-2 Management of significant waste related impacts | 54, 55 |
| 306-4 Waste diverted from disposal | 301 | |
| Material topic: Cyber & data security | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| GRI 418: Customer Privacy 2016 | 418-1 Substantiated complaints concerning breaches of customer privacy and losses of customer data | 61 |
| Material topic: Health & safety | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| GRI Standard | Disclosure | Location |
|---|---|---|
| GRI 403: Occupational Health and Safety 2018 | 403-1 Occupational health and safety management system | 68, 306 |
| 403-2 Hazard identification, risk assessment, and incident investigation | 68, 304, 305 | |
| 403-3 Occupational health services | 305 | |
| 403-4 Worker participation, consultation, and communication on occupational health and safety | 310 | |
| 403-5 Worker training on occupational health and safety | 68, 69, 306, 310 | |
| 403-6 Promotion of worker health | 305, 310 | |
| 403-7 Prevention and mitigation of occupational health and safety impacts directly linked by business relationships |
302, 304, 305 | |
| 403-8 Workers covered by an occupational health and safety management system | 306 | |
| 403-9 Work-related injuries | 68 | |
| Material topic: Talent | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| 401-1 New employee hires and employee turnover | 315, 316 | |
| GRI 401: Employment 2016 | 401-2 Benefits provided to full-time employees that are not provided to temporary or parttime employees | 317 |
| 404-1 Average hours of training per year per employee | 66, 310 | |
| GRI 404: Training and Education 2016 | 404-2 Programs for upgrading employee skills and transition assistance programs | 66, 318 |
| 404-3 Percentage of employees receiving regular performance and career development reviews | 316 | |
| 405-1 Diversity of governance bodies and employees | 312-314 | |
| GRI 405: Diversity and Equal Opportunity 2016 | 405-2 Ratio of basic salary and remuneration of women to men | 318 |
| GRI 406: Non-discrimination 2016 | 406-1 Incidents of discrimination and corrective actions taken | 312 |
| GRI 407: Freedom of Association and Collective Bargaining 2016 |
407-1 Operations and suppliers in which the right to freedom of association and collective bargaining may be at risk |
47, 66, 310 |
| Material topic: Human rights | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| GRI 408: Child Labor 2016 | 408-1 Operations and suppliers at significant risk for incidents of child labor | 47, 66, 311 |
| GRI 409: Forced or Compulsory Labor 2016 | 409-1 Operations and suppliers at significant risk for incidents of forced or compulsory labor | 47, 66, 311 |
| Material topic: Ethical standards | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| GRI 205: Anti-corruption 2016 | 205-1 Operations assessed for risks related to corruption | 66, 311 |
| 205-2 Communication and training about anti-corruption policies and procedures | 66, 311 | |
| 205-3 Confirmed incidents of corruption and actions taken | 312 | |
| Material topic: Community relations | ||
| GRI 3: Material topics 2021 | 3-3 Management of material topics | 34, 36, 47, 51-56, 59, 61, 66, 68, 69, 71, 73, 74 |
| GRI 203: Indirect Economic Impacts 2016 | 203-2 Significant indirect economic impacts | 319 |
| GRI 413: Local Communities 2016 | 413-1 Operations with local community engagement, impact assessments, and development programs | 71, 73, 74 |
Per einde maart 2023
| Oswald Schmid | Chief Executive Officer* |
|---|---|
| Juan Carlos Alonso | Chief Strategy Officer |
| Kerstin Artenberg | Chief Human Resources Officer |
| Taoufiq Boussaid | Chief Financial Officer |
| Gunter Van Craen | Chief Digital & Information Officer |
| François Desné | Divisional CEO Steel Wire Solutions |
| Yves Kerstens | Divisional CEO Specialty Businesses and Chief Operations Officer |
| Annie Xu-Huhmann | Divisional CEO Rubber Reinforcement |
* Gecombineerd ad interim met de rol van Divisional CEO Bridon-Bekaert Ropes Group
| Jan Boelens | Senior Vice President Steel Wire Solutions EMEA |
|---|---|
| Bruno Cluydts | Chief Strategy Officer BBRG |
| Philip Eyskens | Chief Legal & Compliance Officer |
| Katiana Iavarone | Chief Procurement Officer |
| Raj Kalra | Senior Vice President Rubber Reinforcement Sales, Marketing & Strategy |
| Patrick Louwagie | Senior Vice President Global Engineering and Operational Excellence |
| Dirk Moyson | Senior Vice President Rubber Reinforcement Global Operations |
| Raf Rentmeesters | Senior Vice President Building Products |
| Adam Touhig | Senior Vice President Rubber Reinforcement Asia |
| Geert Voet | Senior Vice President Steel Wire Solutions South and Central America |
| Daming Yu | China President and Vice President Steel Wire Solutions Asia |
| Zhigao Yu | Senior Vice President Rubber Reinforcement Technology |
* Op 3 april 2023 zal Ernst Lutz Bekaert vervoegen als Chief Innovation & Technology Officer en Senior Vice President worden
De ondertekenende personen verklaren dat, voor zover hen bekend:
Namens de Raad van Bestuur:
Oswald Schmid Gedelegeerd bestuurder
Jürgen Tinggren Voorzitter van de Raad van Bestuur
Isabelle Vander Vekens
EY
De audit-opinie is opgenomen in het Financieel Overzicht van dit jaarverslag. Het beoordelingsverslag van de auditeur over de Scope 1 & 2 broeikasgasemissies van 2022 (in ton CO2) en de Scope 3 broeikasgasemissies (alle categorieën) van 2022 (in ton CO2e) is opgenomen in de Milieuverklaringen van dit jaarverslag. Het beoordelingsverslag van de auditeur over de EU Taxonomy is opgenomen in de Milieuverklaringen van dit jaarverslag.
Katelijn Bohez, VP Sustainable Finance & Public Relations GRI 2-3
Katrien Strobbe - Strobbe Design Eduardo Chaves - Bekaert
Dit rapport kan toekomstgerichte verklaringen bevatten. Die verklaringen reflecteren de huidige inzichten van de bedrijfsleiding aangaande toekomstige gebeurtenissen, en zijn onderhevig aan bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat de werkelijke resultaten aanzienlijk verschillen van toekomstige resultaten of prestaties die door die toekomstgerichte verklaringen worden uitgedrukt of die daaruit zouden kunnen worden afgeleid. Bekaert verstrekt de in dit rapport opgenomen informatie per huidige datum en neemt geen enkele verplichting op om de toekomstgerichte verklaringen in het licht van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins te actualiseren. Bekaert wijst elke aansprakelijkheid af voor verklaringen die door derden worden afgelegd of gepubliceerd, en neemt geen enkele verplichting op om onnauwkeurige gegevens, informatie, conclusies of opinies te corrigeren die door derden worden gepubliceerd met betrekking tot dit of enig ander rapport of persbericht dat door Bekaert wordt verspreid.
bekaert.com [email protected] T +32 56 76 61 00 GRI 2-1 Het geïntegreerd jaarverslag betreffende het boekjaar 2022 is beschikbaar in het Engels en het Nederlands op annualreport.bekaert.com

Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.