Annual Report • Apr 26, 2016
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Gereglementeerde informatie
Ham – 26 april 2016
| 1. | GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE JAARREKENING 7 | |||
|---|---|---|---|---|
| 1.1 | Verklaring van verantwoordelijkheid 7 | |||
| 1.2 | Geconsolideerde jaarrekening 8 | |||
| 1.2.1 | Geconsolideerde winst- en verliesrekening in '000 € 8 | |||
| 1.2.2 | Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten in '000 € 10 |
|||
| 1.2.3 | Geconsolideerde balans in '000 € 11 | |||
| 1.2.4 | Geconsolideerd kasstroomoverzicht in '000 € 13 | |||
| 1.2.5 | Het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen in '000 € 14 | |||
| 1.2.6 | Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 15 | |||
| 1.2.6.1 | Algemene informatie en groepsstructuur 15 | |||
| 1.2.6.2 | Overeenstemmingsverklaring 16 | |||
| 1.2.6.3 | Wijzigingen in de grondslagen voor de financiële verslaggeving 16 | |||
| 1.2.6.4 | Toekomstige vereisten 16 | |||
| 1.2.6.5 | Vreemde valuta 17 | |||
| 1.2.6.6 | Grondslag voor consolidatie 17 | |||
| 1.2.6.7 | Gebruik van schattingen en oordelen 18 | |||
| 1.2.7 | Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving 20 | |||
| 1.2.7.1 | Materiële vaste activa 20 | |||
| 1.2.7.2 | Lease-overeenkomsten 21 | |||
| 1.2.7.3 | Overheidssubsidies 22 | |||
| 1.2.7.4 | Voorraden 22 | |||
| 1.2.7.5 | Overige en handelsvorderingen 23 | |||
| 1.2.7.6 | Geldmiddelen en kasequivalenten 23 | |||
| 1.2.7.7 | Eigen vermogen 23 | |||
| 1.2.7.8 | Voorzieningen 23 | |||
| 1.2.7.9 | Rentedragende leningen 23 | |||
| 1.2.7.10 | Handelsschulden en overige kortlopende schulden 24 | |||
| 1.2.7.11 | Afgeleide financiële instrumenten 24 |
| 1.2.7.12 | Bijzondere waardevermindering (impairment) 25 | |
|---|---|---|
| 1.2.7.13 | Terugname van bijzondere waardeverminderingen 25 | |
| 1.2.7.14 | Inkomsten 25 | |
| 1.2.7.15 | Verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen 27 | |
| 1.2.7.16 | Financieringskosten 27 | |
| 1.2.7.17 | Inkomstenbelastingen 28 | |
| 1.2.7.18 | Gesegmenteerde informatie 28 | |
| 1.2.7.19 | Gebeurtenissen na balansdatum 29 | |
| 1.2.7.20 | Belangrijkste bronnen van onzekerheid bij schattingen 29 | |
| 1.2.8 | Ondersteunende toelichtingen bij de geconsolideerde financiële jaarrekening 30 | |
| 1.2.8.1 | Omzet 30 | |
| 1.2.8.2 | Overige bedrijfsopbrengsten 32 | |
| 1.2.8.3 | Kosten van de omzet 32 | |
| 1.2.8.4 | Overige bedrijfskosten 33 | |
| 1.2.8.5 | Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen 34 | |
| 1.2.8.6 | Verplichtingen uit hoofde van huurovereenkomsten 34 | |
| 1.2.8.7 | Bijzondere waardevermindering (impairment) 35 | |
| 1.2.8.8 | Financiële inkomsten en kosten 36 | |
| 1.2.8.9 | Belastingen 36 | |
| 1.2.8.10 | Immateriële activa 37 | |
| 1.2.8.11 | Terreinen en gebouwen 37 | |
| 1.2.8.12 | Installaties, machines en uitrusting 38 | |
| 1.2.8.13 | Meubilair en rollend materieel 38 | |
| 1.2.8.14 | Leasing en vergelijkbare rechten 39 | |
| 1.2.8.15 | Activa in aanbouw 40 | |
| 1.2.8.16 | Uitgestelde belastingvorderingen en – verplichtingen 40 | |
| 1.2.8.17 | Overige vorderingen op lange termijn 41 | |
| 1.2.8.18 | Voorraden 41 | |
| 1.2.8.19 | Handels- en overige vorderingen 42 | |
| 1.2.8.20 | Geldmiddelen en kasequivalenten 43 | |
| 1.2.8.21 | Aandelenkapitaal 43 | |
| 1.2.8.22 | Rentedragende leningen en schulden 44 | |
| 1.2.8.23 | Overige schulden op lange termijn 44 | |
| 1.2.8.24 | Handelsschulden en overige kortlopende schulden 45 |
| 1.2.8.25 | Financiële instrumenten 45 | ||
|---|---|---|---|
| 1.2.8.26 | Voorzieningen 49 | ||
| 1.2.8.27 | Personeel 51 | ||
| 1.2.8.28 | Verbintenissen 51 | ||
| 1.2.8.29 | Relaties en transacties met verbonden partijen 51 | ||
| 1.2.8.30 | Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum 54 | ||
| 1.2.8.31 | Winst per aandeel 57 | ||
| 2. | VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER DE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE JAARREKENING VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2015 IN OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 119 VAN HET BELGISCH WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN 58 |
||
| 2.1 | Overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen tijdens het jaar 2015 58 | ||
| 2.2 | Risico's en onzekerheden 59 | ||
| 2.3 | Opmerkingen over de geconsolideerde financiële jaarrekening 60 | ||
| 2.4 | Vooruitzichten voor het jaar 2016 68 | ||
| 2.5 | Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden 69 |
||
| 2.6 | Informatie over de omstandigheden die een aanzienlijke invloed zouden kunnen hebben op de ontwikkeling van de groep 71 |
||
| 2.7 | Informatie over onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten 71 | ||
| 2.8 | Gebruik van financiële instrumenten door de groep in het kader van het risicobeheer van de groep 71 |
||
| 2.9 | Informatie verstrekt in overeenstemming met art 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 72 |
||
| 2.10 | Verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van ten minste één lid van het auditcomité (artikel 119, 6° van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 75 |
||
| 3. | VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN 4ENERGY INVEST OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2015 77 |
||
| 4. | VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER DE STATUTAIRE JAARREKENING VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2015 IN OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 96 VAN HET BELGISCHE WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN 80 |
||
| 4.1 | Ingekorte statutaire jaarrekening voor de boekjaren afgesloten op 31 december 2015 en 31 december 2014 81 |
||
| 4.2 | Statutair kapitaal 4Energy Invest NV 82 | ||
| 4.3 | Samenvatting van belangrijke statutaire grondslagen voor financiële verslaggeving van 4Energy Invest NV 83 |
| 4.3.1 | Basisprincipes 83 | ||
|---|---|---|---|
| 4.3.2 | Bijzondere regels voor financiële verslaggeving 83 | ||
| 4.3.2.1 | Oprichtingskosten 83 | ||
| 4.3.2.2 | Immateriële activa 83 | ||
| 4.3.2.3 | Materiële vaste activa 83 | ||
| 4.3.2.4 | Financieel vaste activa en langlopende vorderingen 84 | ||
| 4.3.2.5 | Vorderingen op ten hoogste één jaar 84 | ||
| 4.3.2.6 | Beleggingen in contanten 85 | ||
| 4.3.2.7 | Geldmiddelen en kasequivalenten 85 | ||
| 4.3.2.8 | Voorzieningen voor risico's en kosten 85 | ||
| 4.3.2.9 | Schulden op meer dan een jaar en op ten hoogste een jaar 85 | ||
| 4.3.2.10 | Overlopende posten van activa en verplichtingen 85 | ||
| 4.4 | Feiten over de vennootschap en haar activiteiten 86 | ||
| 4.4.1 | Warmtekrachtkoppeling 86 | ||
| 4.4.2 | Pellet productie 87 | ||
| 4.5 | Commentaar bij de statutaire jaarrekening 87 | ||
| 4.5.1 | Statutaire balans 87 | ||
| 4.5.2 | Statutaire winst- en verliesrekening 88 | ||
| 4.6 | Beheer van risico's en onzekerheden 89 | ||
| 4.7 | Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden 89 |
||
| 4.8 | Informatie over onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten 92 | ||
| 4.9 | Informatie over bijkantoren 92 | ||
| 4.10 | Omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanzienlijk kunnen beïnvloeden. 92 |
||
| 4.11 | Gebruik van financiële instrumenten door de Vennootschap in het kader van het risicobeheer van de Vennootschap 93 |
||
| 4.12 | Verantwoording van waarderingsregels (artikel 96, 6° van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 93 |
||
| 4.13 | Informatie verstrekt in overeenstemming met artikel 523 en 524 van het Belgische Wetboek van vennootschappen 94 |
||
| 4.13.1 | Beleid inzake transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap en haar bestuurders of leden van het uitvoerend management 94 |
||
| 4.13.2 | Belangenconflicten 94 | ||
| 4.14 | Informatie verstrekt in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 96 |
| 4.15 Verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van ten minste één lid van het auditcomité (artikel 96, §1, 9° van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 96 |
|
|---|---|
| 4.16 Verklaring inzake Corporate Governance (art. 96, paragraaf 2 van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 98 |
|
| 4.16.1 Informatie verstrekt in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 98 |
|
| 4.16.2 Referentiecode 98 |
|
| 4.16.3 Overzicht van afwijkingen van de Corporate Governance Code 99 |
|
| 4.16.4 Aandeelhouderstructuur 99 |
|
| 4.16.5 Raad van bestuur 100 |
|
| 4.16.6 Comités binnen de raad van bestuur 104 |
|
| 4.16.6.1 Auditcomité 104 |
|
| 4.16.6.2 Benoemings- en Remuneratiecomité 106 |
|
| 4.16.6.3 Adviescomité 109 |
|
| 4.16.7 Evaluatieproces 110 |
|
| 4.16.8 Remuneratieverslag 110 |
|
| 4.16.8.1 Procedure voor (i) de opstelling van een remuneratiebeleid voor niet uitvoerend bestuurders en uitvoerend bestuurders en (ii) het instellen van het remuneratieniveau voor niet-uitvoerend bestuurders en uitvoerend bestuurders 111 |
|
| 4.16.8.2 Remuneratie en voordelen toegekend aan bestuurders 113 |
|
| 4.16.8.3 Bonussen toegekend in aandelen, opties of anderszins 115 |
|
| 4.16.8.4 Vertrekvergoeding 115 |
|
| 4.16.9 Systemen voor interne controle en risicobeheer in verband met het financiële verslaggevingsproces 115 |
|
| 4.17 Kwijting 116 |
De ondergetekenden Ci2i met vast vertegenwoordiger Filip Lesaffer, Uitvoerend Voorzitter, en Dima Finance Comm. V. met vast vertegenwoordiger Dirk Slegers, Chief Financial Officer, verklaren dat, naar hun best weten:
1 Alle bedragen in deze sectie betreffen geconsolideerde cijfers volgens IFRS.
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening | Toelichting | Over het boekjaar eindigend op 31-12-15 |
Over het boekjaar eindigend op 31-12-14 |
|---|---|---|---|
| in '000 € | herwerkt (4) | ||
| Omzet | 1.2.8.1 | 16.992 | 18.796 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 1.2.8.2 | 19 | 304 |
| Inkomsten | 17.011 | 19.100 | |
| Kosten van de omzet | 1.2.8.3 | -10.720 | -12.841 |
| Personeelskosten | 1.2.8.27 | -2.724 | -2.563 |
| Overige bedrijfskosten | 1.2.8.4 | -1.643 | -2.948 |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten excl. Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen Resultaat uit bedrijfsactiviteiten excl. Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen (excl. Impact |
1.925 | 747 | |
| IFRS 2) | 1.700 | 1.528 | |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen | 1.2.8.5 | -1.292 | -1.526 |
| Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa | 1.2.8.7 | 0 | -490 |
| Bedrijfsresultaat | 633 | -1.269 | |
| Financiële inkomsten | 1.2.8.8 | 85 | 42.814 |
| Financiële kosten | 1.2.8.8 | -131 | -1.195 |
| Financieel Resultaat | -46 | 41.620 | |
| Resultaat voor belasting | 586 | 40.350 | |
| Inkomstenbelasting | 1.2.8.9 | -3 | -4 |
| Resultaat van de periode | 583 | 40.346 (1) | |
| Resultaat van de periode (excl. Impact interestderivaten) (2) Resultaat van de periode (excl. Impact interestderivaten & |
500 | 38.571 | |
| IFRS2) (3) | 275 | 39.351 | |
| Toerekenbaar aan: | |||
| Aandeelhouders van 4Energy Invest | 583 | 40.346 | |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen | 7.593.794 | 5.397.882 | |
| Resultaat/aandeel in € | 1.2.8.31 | 0,08 | 7,47 |
| Verwaterde resultaat/aandeel | 0,08 | 7,47 |
besliste ten einde de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. In lijn met IFRS2 werd er hiervoor een provisie aangelegd van 780 K EUR in 2014. In 2015 werd een terugname op deze schuld geboekt van 225 K EUR als gevolg van de herberekening van deze schuld op balansdatum. Meer informatie hierover staat in sectie 1.2.7.15 en 1.2.8.29.
(4) In het verleden werden groenestroomcertificaten die al wel verworven zijn maar nog niet effectief geleverd en verkocht geboekt als een nog te factureren omzet. Dit blijkt echter niet in overeenstemming te zijn met de geldende IFRS-regels omtrent omzeterkenning. In het hier voorliggende jaarverslag werd deze fout rechtgezet en werden de cijfers van 2013 en 2014 herwerkt. De groenestroomcertificaten die al wel verworven zijn maar nog niet effectief geleverd en verkocht worden voortaan opgenomen als voorraad, gewaardeerd aan hun werkelijke waarde op balansdatum. In het geval van verplichte afnamecontracten zoals bij Renogen worden de verworven groenestroomcertificaten wel onmiddellijk erkend als omzet op het moment dat deze verworven zijn op basis van de productie.
Deze wijziging heeft enkel een impact op de classificatie van bepaalde rubrieken in de geconsolideerde balans, resultatenrekening en het kasstroomoverzicht doch heeft geen impact op het netto geconsolideerd resultaat en het geconsolideerd eigen vermogen van de groep voor wat betreft 2013, 2014 en 2015.
Tesamen met deze rechtzetting omtrent omzeterkenning worden voortaan de verminderingen voor bedrijfsvoorheffing, gewaarborgd loon alsook compensaties ontvangen voor opleiding, die voordien geboekt werden als overige bedrijfsinkomsten, in mindering gebracht van de personeelskosten.
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening in '000 € |
31-12-14 herwerkt (4) |
31-12-14 zoals gerapporteerd |
Wijziging |
|---|---|---|---|
| Omzet | 18.796 | 17.753 | 1.042 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 304 | 426 | -122 |
| Inkomsten | 19.100 | 18.180 | 920 |
| Kosten van de omzet | -12.841 | -11.799 | -1.042 |
| Personeelskosten | -2.563 | -2.685 | 122 |
| Overige bedrijfskosten | -2.948 | -2.948 | 0 |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten excl. Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen |
747 | 747 | 0 |
De impact van deze rechtzetting kan als volgt weergegeven worden:
De stijging van de omzet in 2014 is het gevolg van het feit dat de omzet die eerst erkend was in 2013 maar in feite pas erkend mocht worden in 2014 (1.532 K EUR - beschouwd als voorraad in de herwerkte openingsbalans van 2014) groter is dan de omzet die eerst erkend was in 2014 maar pas mocht erkend worden in 2015 (490 K EUR - beschouwd als voorraad in de herwerkte eindbalans van 2014) waardoor de omzet in 2014 aldus 1.042 K EUR hoger is dan wat er vorig jaar gerapporteerd werd.
Omwille van de herwerking hebben de timingverschillen m.b.t. de administratieve afwikkeling van de groenestroomcertificaten een impact op het aantal maanden "productie" dat als omzet kan worden erkend jaar op jaar. Een vertraging in de administratieve afwikkeling van de toekenning van groenestroomcertificaten kan dus een belangrijke impact hebben op de omzeterkenning.
| 31-12-15 | 31-12-14 | |
|---|---|---|
| Winst over de verslagperiode | 583 | 40.346 |
| Niet-gerealiseerde resultaten die in een latere periode zullen opgenomen worden in de winst-en verliesrekening |
0 | 0 |
| Niet-gerealiseerde resultaten die niet in een latere periode zullen opgenomen worden in de winst-en verliesrekening |
0 | 0 |
| Niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode, na winstbelasting |
0 | 0 |
| Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode |
583 | 40.346 |
| Activa | Toelichting | 31-12-15 | 31-12-14 | 01-01-14 |
|---|---|---|---|---|
| herwerkt (4) | herwerkt (4) | |||
| Vaste activa | 9.414 | 10.153 | 11.002 | |
| Terreinen en gebouwen | 1.2.8.11 | 500 | 459 | 502 |
| Installaties, machines en uitrusting | 1.2.8.12 | 8.198 | 9.088 | 9.052 |
| Meubilair en rollend materieel | 1.2.8.13 | 17 | 18 | 7 |
| Leasing en vergelijkbare rechten | 1.2.8.14 | 525 | 447 | 1.299 |
| Activa in opbouw | 1.2.8.15 | 39 | 0 | 0 |
| Overige vorderingen op lange termijn | 1.2.8.17 | 135 | 141 | 141 |
| Vlottende activa | 6.737 | 6.120 | 4.673 | |
| Voorraden | 1.2.8.18 | 2.063 | 1.406 | 2.658 |
| Handelsvorderingen | 1.2.8.19 | 2.868 | 3.838 | 908 |
| Overige vorderingen | 1.2.8.19 | 158 | 68 | 69 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 1.2.8.20 | 1.648 | 808 | 1.037 |
| Totaal | 16.151 | 16.273 | 15.675 | |
| Passiva | 31-12-15 | 31-12-14 | 01-01-14 | |
| herwerkt (4) | herwerkt (4) | |||
| Eigen vermogen | 1.2.8.21 | 11.291 | 10.708 | -54.464 |
| Totaal eigen vermogen | 11.291 | 10.708 | -54.464 | |
| Langlopende verplichtingen | 1.128 | 1.570 | 600 | |
| Rentedragende leningen | 1.2.8.22 | 280 | 328 | 402 |
| Overige schulden | 1.2.8.23 | 556 | 780 | 0 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 50 | 50 | 0 | |
| Voorzieningen | 1.2.8.26 | 242 | 412 | 198 |
| Kortlopende verplichtingen | 3.731 | 3.995 | 69.539 | |
| Rentedragende leningen | 1.2.8.22 | 266 | 181 | 64.696 |
| Handelsschulden | 1.2.8.24 | 2.925 | 2.795 | 2.313 |
| Overige schulden | 1.2.8.24 | 539 | 1.018 | 2.529 |
De impact van deze rechtzetting op de geconsolideerde balans kan als volgt weergegeven worden:
| Geconsolideerde balans | 31-12-14 | 31-12-14 | |
|---|---|---|---|
| (in '000 €) | herwerkt (4) | zoals gerapporteerd |
Wijziging |
| Vaste activa | 10.153 | 10.153 | |
| Vlottende activa | 6.120 | 6.120 | |
| waarvan voorraden | 1.406 | 903 | 504 |
| waarvan handelsvorderingen | 3.838 | 4.341 | -504 |
| Totaal activa | 16.273 | 16.273 | 0 |
| 31-12-14 | 31-12-14 | ||
| herwerkt (4) | zoals gerapporteerd |
Wijziging | |
| Eigen vermogen | 10.708 | 10.708 | |
| Langlopende verplichtingen | 1.570 | 1.570 | |
| Kortlopende verplichtingen | 3.995 | 3.995 |
| Geconsolideerde balans | 01-01-14 | 01-01-14 | |
|---|---|---|---|
| (in '000 €) | herwerkt (4) | zoals gerapporteerd |
Wijziging |
| Vaste activa | 11.002 | 11.002 | |
| Vlottende activa | 4.673 | 4.673 | |
| waarvan voorraden | 2.658 | 1.110 | 1.549 |
| waarvan handelsvorderingen | 908 | 2.457 | -1.549 |
| Totaal activa | 15.675 | 15.675 | 0 |
| 01-01-14 | 01-01-14 | ||
| herwerkt (4) | zoals gerapporteerd |
Wijziging | |
| Eigen vermogen | -54.464 | -54.464 | |
| Langlopende verplichtingen | 600 | 600 | |
| Kortlopende verplichtingen | 69.539 | 69.539 | |
| Totaal passiva | 15.675 | 15.675 |
| Toelichting | Over het boekjaar eindigend op 31-12-15 |
Over het boekjaar eindigend op 31-12-14 herwerkt (4) |
|
|---|---|---|---|
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | |||
| Netto winst na belastingen | 583 | 40.346 | |
| Aanpassingen voor niet kas en niet operationele kosten: | |||
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen | 1.2.8.5 | 1.292 | 1.526 |
| Bijzondere waardevermindering op materiële vaste activa Aandelenopties |
1.2.8.7 | 0 | 490 |
| Niet-gerealiseerd verlies/(winst) op financiële instrumenten | 1.2.8.8 | -84 | -1.776 |
| Overige financiële resultaten | 1.2.8.8 | 130 | -39.844 |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten voor wijzigingen in werkkapitaal en | |||
| voorzieningen | 1.922 | 743 | |
| Afname/(toename) in overige vorderingen op lange termijn | 1.2.8.17 | 6 | 0 |
| Afname/(toename) in voorraden | 1.2.8.18 | -705 | 1.042 |
| Afname/(toename) in handelsvorderingen | 1.2.8.19 | 971 | -2.931 |
| Afname/(toename) in overige vorderingen | 1.2.8.19 | -89 | 1 |
| Toename/(afname) in overige schulden op lange termijn | 1.2.8.23 | -225 | 830 |
| Toename/(afname) in handelsschulden | 1.2.8.24 | 169 | 482 |
| Toename/(afname) in overige schulden en voorzieningen | 1.2.8.24 | -425 | 265 |
| Netto kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 1.625 | 433 | |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | |||
| Investering in materiële vaste activa | 1.2.8.11-15 | -472 | -742 |
| Netto kasstromen uit investeringsactiviteiten | -472 | -742 | |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | |||
| Kredietherschikking | 558 | ||
| Terugbetalingen van leningen & lease schulden | 1.2.8.22 | -183 | 280 |
| Ontvangen intresten | 1.2.8.8 | 1 | 2 |
| Betaalde intresten | 1.2.8.8 | -131 | -759 |
| Netto kasstromen uit financiële activiteiten | -313 | 80 | |
| Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten | 840 | -229 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten, netto, op 1 januari | 808 | 1.037 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten, netto, op 31 december | 1.648 | 808 | |
| Mutatie | 840 | -229 |
| Over het boekjaar eindigend op 31-12-15 |
Over het boekjaar eindigend op 31-12-14 herwerkt (1) |
|
|---|---|---|
| Maatschappelijk Kapitaal/Uitgiftepremies | ||
| Aan het begin van de periode | 39.053 | 31.960 |
| Verhoging aandelenkapitaal | 0 | 7.093 |
| Aan het einde van de periode | 39.053 | 39.053 |
| Overige reserves (*) | ||
| Aan het begin van de periode | 17.733 | 0 |
| Verhoging ten gevolge van inbreng in natura (impact IFRIC | ||
| 19 - werkelijke waarde uitgegeven aandelen) | 0 | 17.733 |
| Aan het einde van de periode | 17.733 | 17.733 |
| Overgedragen resultaat | ||
| Aan het begin van de periode | -46.077 | -86.424 |
| Winst van het jaar | 583 | 40.346 |
| Aan het einde van de periode | -45.494 | -46.077 |
| Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders | 11.291 | 10.708 |
| Minderheidsbelangen | ||
| Aan het begin en het einde van de periode | 0 | 0 |
| Totaal eigen vermogen | 11.291 | 10.708 |
(*) cf. 1.2.7.7 jaarverslag 2014 "Financiële inkomsten en kosten"
(1) Met betrekking tot het boekjaar eindigend op 31 december 2014 werd er een historische fout m.b.t het maatschappelijk kapitaal en het overgedragen resultaat rechtgezet (verhoging van het maatschappelijk kapitaal met 7.469 K EUR en vermindering van het overgedragen resultaat met datzelfde bedrag) zonder dat dit een impact heeft op het geconsolideerd eigen vermogen van de Vennootschap.
4Energy Invest NV is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht (de Vennootschap), voor onbepaalde duur opgericht op 28 september 2005, met maatschappelijke zetel op het adres De Snep 3324, 3945 Ham, en geregistreerd in het rechtspersonenregister onder het ondernemingsnummer 0876.488.436 (Hasselt). De Vennootschap en haar dochterondernemingen ('de Groep' of '4Energy Invest') vormen een in België gevestigde groep die is opgericht om een portefeuille samen te stellen en te beheren van kleine tot middelgrote lokaal georganiseerde projecten die biomassa hetzij direct, hetzij indirect, omzetten in elektriciteit en/of process warmte.
Sinds 17 juni 2008 worden de aandelen van 4Energy Invest genoteerd op Euronext Brussel. Na de kapitaalsverhoging goedgekeurd en doorgevoerd op 24 april 2014 en de Omgekeerde Aandelensplitsing goedgekeurd op 22 mei 2014 en effectief doorgevoerd op 6 juni 2014 bedraagt het totale maatschappelijke kapitaal EUR 20.948.484, dewelke vertegenwoordigd wordt door 7.593.794 aandelen, zijnde een fractiewaarde van EUR 2,76/aandeel.
4Energy Invest en haar dochtervennootschappen baten momenteel de volgende installaties uit:
De huidige groepsstructuur van 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen is daarmee de
De geconsolideerde financiële jaarrekening werd op 22 april 2016 goedgekeurd door de raad van bestuur van 4Energy Invest.
De geconsolideerde financiële jaarrekening van de Groep zijn opgesteld in overeenstemming met de vereisten van de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de EU.
De volgende wijzigingen in de grondslagen voor de financiële verslaggeving worden geacht toegepast te worden op de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per einde van en voor het jaar dat afgesloten wordt op 31 december 2015
• IFRIC 21 Heffingen geeft richtlijnen over de financiële verslaggeving voor heffingen in overeenstemming met de vereisten van IAS 37 Provisies, Voorwaardelijke verplichtingen en Voorwaardelijke activa.
• Jaarlijkse verbeteringen: IFRS 2010-2012 cyclus en IFRS 2011-2013 cyclus is een opsomming van kleine verbeteringen aan een aantal standaarden.
• Aanpassingen aan IAS 19 - Personeelsbeloningen: Toegezegd-pensioenregelingen – werknemersbijdragen verminderen de complexiteit en de impact voor de financiële verslaggeving voor bepaalde bijdragen van werknemers en derde partijen.
De toepassing van deze standaarden en interpretaties hadden geen noemenswaardig effect op het financiële resultaat of de financiële positie van de Vennootschap.
Standaarden, jaarlijkse verbeteringen, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden die nog niet toepasbaar zijn voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 en nog niet vervroegd werden toegepast door de Vennootschap
De volgende standaarden, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden werden gepubliceerd en zijn verplicht vanaf 1 januari 2016 of later toepasbaar op de verslaggevingsperiode van de Vennootschap, en de Vennootschap heeft deze standaarden, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden niet vervroegd toegepast. De toepassing van deze standaarden, aanpassingen en interpretaties aan bestaande standaarden zal geen noemenswaardig effect hebben op het financiële resultaat of de financiële positie van de Vennootschap, met mogelijks een uitzondering voor wat betreft IFRS 15.
IFRS 9 Financiële Instrumenten (toepasbaar voor boekjaren beginnend op of na 1 januari 2018). Deze standaard werd nog niet goedgekeurd door de EU.
IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten, waardoor een entiteit verplicht wordt om het bedrag aan opbrengsten te erkennen waarop ze meent recht te hebben als gevolg van de transfer van beloofde goederen of diensten aan klanten. Deze standaard zou toepasbaar zijn voor boekjaren beginnend op of na 1 januari 2018. Deze standaard werd nog niet goedgekeurd door de EU.
De Vennootschap heeft noch een overgangsmethode uitgekozen, noch heeft het bepaald wat de impact van de standaard zal zijn op de lopende financiële verslaggeving.
Aanpassingen aan IRFS 11 - Verantwoording van verwerving van belangen in gezamenlijke bedrijfsactiviteiten (toepasbaar voor boekjaar beginnend op of na 1 januari 2016).
Aanpassingen aan IAS 16 en IAS 38 - Verklaring betreffende aanvaardbare afschrijvingsmethoden (toepasbaar voor boekjaar beginnend op of na 1 januari 2016).
Jaarlijkse verbeteringen aan IFRS 2012-2014 cyclus is een verzameling van kleine verbeteringen aan vier bestaande standaarden.
Het rapporteringsinitiatief (Aanpassingen aan IAS 1) is bedoeld om vennootschappen ertoe aan te zetten professioneel oordeelkundigheid toe te passen om te bepalen welke informatie ze wensen te tonen in hun financiële staten. De aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van Financiële Staten verduidelijkt eerder bestaande verplichtingen onder IAS 1 dan ze grondig te veranderen. De aanpassingen hebben ondermeer betrekking op het volgende: materialiteit, volgorde van de toelichtingen, subtotalen, grondslagen voor financiële verslaggeving, en uitsplitsingen. Deze aanpassingen zijn toepasbaar voor boekjaren op of na 1 januari 2016, waarbij een eerdere toepassing is toegelaten.
De presentatievaluta van de Groep is de euro. De blootstelling aan vreemde valuta was in 2015 nihil.
Er werden bovendien geen transacties in andere valuta dan de euro opgetekend in 2015.
IFRS 10 bepaalt dat een investeerder zeggenschap uitoefent als en alleen als de investeerder
In casu oefent 4Energy Invest zeggenschap uit over de ondernemingen Renogen SA, Amelbio SA en 4HamCogen NV.
Vandaar dat de volgende bedrijven zijn opgenomen in de consolidatie:
| Vennootschapsnaam | Maatschappelijke zetel |
Rechtspersonenregister | Ondernemingsnummer |
|---|---|---|---|
| 4Energy Invest NV | De Snep 3324 3945 Ham |
RPR Hasselt | BE 0876.488.436 |
| Renogen SA | Holzstrasse 5 4770 Amblève |
RPR Eupen | BE 0475.384.528 |
| Amel Bio SA | Holzstrasse 5 4770 Amblève |
RPR Eupen | BE 0881.829.176 |
| 4HamCogen NV | De Snep 3324 3945 Ham |
RPR Hasselt | BE 0820.139.057 |
Voor de administratieve verwerking van bedrijfscombinaties zal IFRS 3 worden toegepast. De identificeerbare activa en verplichtingen van de overnemende partij die voldoen aan de voorwaarden voor opname volgens IFRS 3 worden opgenomen tegen hun reële waarde op de datum van de overname, behalve voor bepaalde uitzonderingen zoals bepaald door IFRS 3. De jaarrekeningen van dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening vanaf de datum waarop de Groep de controle verwerft tot de datum waarop de Groep niet langer de controle heeft.
Saldi binnen de Groep en winsten en verliezen of inkomsten en kosten die voortvloeien uit transacties binnen de Groep worden bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd.
Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde wijze geëlimineerd als niet-gerealiseerde winst, maar alleen voor zover er geen aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering.
De opstelling van de geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming met de IFRS zoals aangenomen voor gebruik door de Europese Unie, vereist dat het management schattingen en veronderstellingen doet die invloed hebben op de gerapporteerde bedragen van activa en verplichtingen en de vermelding van voorwaardelijke activa en verplichtingen op de datum van de jaarrekening en de gerapporteerde bedragen van baten en lasten tijdens de verslagperiode.
Het management baseert haar schattingen op ervaring en cijfers uit het verleden evenals verscheidene andere veronderstellingen die geacht worden redelijk te zijn in de gegeven omstandigheden. Hun resultaten vormen de basis voor oordelen over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet duidelijk blijken uit andere bronnen. De werkelijke resultaten zullen per definitie van deze schattingen afwijken.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend herzien. Herzieningen van boekhoudkundige schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien indien de herziening enkel die periode beïnvloedt, of in de periode van de herziening en toekomstige periodes indien de herziening zowel huidige als toekomstige periodes beïnvloedt.
De belangrijke schattingen en oordelen die een aanmerkelijk risico inhouden van wezenlijke aanpassing van de boekwaarden van activa en verplichtingen binnen het volgende boekjaar worden hieronder vermeld.
Een materieel vast actief wordt opgenomen als een actief indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief naar de Groep zullen vloeien en indien de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald.
Dit opnameprincipe wordt toegepast op de kosten die aanvankelijk zijn gemaakt om een materieel vast actief te verwerven, maar ook op kosten die vervolgens worden gemaakt om het aan te vullen, een deel ervan te vervangen of het te onderhouden.
De kosten van zelf gebouwde activa omvatten alle kosten die direct toerekenbaar zijn aan het brengen van het actief naar de locatie en in de toestand zodat het kan werken op de wijze zoals door het management is bedoeld. Voorbeelden van direct toerekenbare kosten zijn:
Kosten worden niet langer opgenomen in de boekwaarde van een materieel vast actief wanneer het actief zich op de locatie en in de toestand bevindt die vereist zijn opdat het actief kan werken op een manier zoals door het management is bedoeld.
De bouwkosten omvatten mogelijk bepaalde immateriële vaste activa. Aangezien het immateriële onderdeel in de totale investeringsuitgaven in vorige jaren echter veeleer onbeduidend is geweest, zijn zowel materiële als immateriële activa opgenomen onder 'materiële vaste activa'.
Onderdelen worden gewoonlijk geboekt in de voorraden, en in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer ze worden verbruikt.
Financieringskosten worden als kosten opgenomen wanneer ze worden gemaakt, behalve in de mate waarin ze gekapitaliseerd worden. Gemaakte financieringskosten voor de bouw van een in aanmerking komend actief worden gekapitaliseerd gedurende de periode die vereist is om het actief te voltooien en voor te bereiden op zijn beoogde gebruik of verkoop.
Na de opname worden alle materiële vaste activa gewaardeerd aan hun historische kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventueel gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen, met uitzondering van terreinen die niet worden afgeschreven.
De verschillende categorieën van materiële vaste activa worden aan de hand van de lineaire methode afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur. De afschrijving vangt aan op het ogenblik dat de activa klaar zijn voor hun beoogde gebruik. De geschatte gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden op het einde van elke verslagperiode opnieuw beoordeeld.
De geschatte gebruiksduur is als volgt:
| Aard van het actief | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Gebouwen | 14 jaar |
14 jaar |
| Verbouwingen | 10 jaar |
10 jaar |
| Installaties, machines en uitrusting | 3-15 jaar |
3-15 jaar |
| Kantooruitrusting & meubilair | 3-5 jaar | 3-5 jaar |
| Voertuigen | 5 jaar | 5 jaar |
| Bulldozer | 4 jaar | 4 jaar |
De geschatte technische gebruiksduur van de Amel I-installatie was oorsponkelijk vastgesteld op 14 jaar. De geschatte technische gebruiksduur van de Amel II-installatie was oorsponkelijk vastgesteld op 15 jaar. De geschatte technische gebruiksduur van de HamCogenerationinstallatie was vastgesteld op 15 jaar.
Tijdens het boekjaar 2014 werden er onder de rubriek installaties, machines en uitrusting 2 bijkomende categoriën met een verschillende afschrijvingsduur gecreëerd met name voor een afschrijvingsduur van respectievelijk 3 en 4 jaar en dit in overeenstemming met de verwachte levensduur van deze installaties en machines. Voor de overige nieuwe installaties en machines met een langere levensduur besliste de Raad van Bestuur om de afschrijvingsduur vast te leggen op 7 jaar voor Renogen, wat overeenkomt met de gekende periode van toekenning van groenestroomcertificaten aan Renogen.
Consistent met vorige boekjaren worden gebouwen en installaties, machines en uitrusting dewelke een economische levensduur hebben die verder rijkt dan de gekende periode van toekenning van groenestroomcertificaten afgeschreven over de resterende nuttige gebruiksduur die overeenstemt met de gekende periode van toekenning van groenestroomcertificaten. Voor Amel I loopt de periode van toekenning van groenestroomcertificaten momenteel af einde 2021. Voor Amel II en Ham loopt deze periode af einde 2022
Leases volgens welke de Groep vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom op zich neemt, worden ingedeeld als financiële leases. Materiële vaste activa die via een financiële lease worden verworven, worden geboekt tegen een bedrag dat gelijk is aan het laagste bedrag van ofwel hun reële waarde, ofwel de contante waarde van de minimale leasebetalingen bij het begin van de lease, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzonderewaardeverminderingsverliezen. Het afschrijvingsbeleid voor geleasde activa stemt overeen met het beleid voor activa in eigendom die kunnen worden afgeschreven.
Leaseovereenkomsten waarin een aanzienlijk deel van de risico's en voordelen van eigendom effectief door de lessor behouden blijft, worden ingedeeld als operationele leases.
Alle verplichtingen in het kader van operationele leases worden gerapporteerd onder de rubriek 1.2.8.6 "verplichtingen uit hoofde van huurovereenkomsten".
Overheidssubsidies worden pas opgenomen wanneer met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de Groep de hieraan gekoppelde voorwaarden zal vervullen en dat de subsidie zal worden ontvangen.
Subsidies in verband met activa zullen worden gepresenteerd in het overzicht van de financiële positie door het bedrag van de subsidie af te trekken om tot de boekwaarde van het actief te komen.
Groenestroomcertificaten kwalificeren als subsidies die verband houden met inkomsten in overeenstemming met IAS 20, aangezien ze worden toegekend door de CWaPE (Waalse overheidsinstelling) en de VREG (Vlaamse overheidsinstelling) als steun voor de productie van groene energie. De groenestroomcertificaten worden per kwartaal toegekend (in Wallonië)/per maand (in Vlaanderen) op basis van parameters die verband houden met de kwartaal/maandproductie. In overeenstemming met IAS 20.29 en IAS 20.23 worden subsidies op inkomsten die worden ontvangen in ruil voor het voldoen aan bepaalde voorwaarden in verband met de bedrijfsactiviteiten van de entiteit, afgetrokken bij de rapportering van de gerelateerde kosten (waarbij de productiekosten deel uitmaken van de kosten van de omzet), en worden ze gewaardeerd tegen reële waarde (nl. voor Renogen de waarden gedefinieerd in het langetermijncontract met EDF Luminus en voor 4HamCogen de gegarandeerde minimumprijs met Infrax). Rekening houdend met de voorgeschreven formule van de CWaPE en de VREG en de objectieve parameters afgeleid uit de exploitatiesystemen van de Groep, zijn er geen voorwaarden waaraan niet is voldaan of andere voorwaardelijke gebeurtenissen gekoppeld aan de groenestroomcertificaten.
Voorraden biomassa, wisselstukken en hulpgoederen worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van ofwel de kostprijs, ofwel de opbrengstwaarde. De kostprijs wordt bepaald op basis van de FIFO-methode (first-in, first-out) en omvat alle aankoopkosten en andere kosten die worden gemaakt om de voorraden naar hun huidige locatie en in hun huidige toestand te brengen.
Door de beëindiging van het exploitatie- en onderhoudscontract voor de warmtekrachtkoppelingsinstallaties van Amel I en Amel II en 4HamCogen, vinden alle onderhoudsactiviteiten intern plaats en worden onderdelen vanaf 2009 ingedeeld als voorraden (zie hoger).
Met betrekking tot de wisselstukken wordt er na drie jaar een lineaire waardervermindering toegepast van 25 % per jaar teneinde rekening te houden met de vermoedelijke netto opbrengstwaarde.
Verwijzend naar 1.2.7.3 "Overheidssubsidies", komen voor verkoop gehouden groenestroomcertificaten en certificaten van oorsprong die al wel verworven zijn maar nog niet effectief geleverd en verkocht, tenzij in het geval van verplichte afnamecontracten zoals bij Renogen, in aanmerking als Voorraden, zoals gedefinieerd in IAS 2. Deze worden gewaardeerd aan hun werkelijke waarde op balansdatum.
Handelsvorderingen dragen geen rente en worden geboekt tegen hun nominale waarde, verminderd met gepaste waardeverminderingen op basis van objectieve aanwijzingen dat deze activa onderhevig zijn aan een bijzondere waardervermindering, onder meer:
-) het niet nakomen van betalingsverplichtingen door of achterstalllige betalingen bij een debiteur
-) aanwijzing dat een debiteur failliet zal gaan
-) verslechtering van het betalingsbedrag van debiteuren.
Geldmiddelen omvatten het kassaldo en geld op de bank. Kasequivalenten zijn kortlopende uiterst liquide beleggingen die op eenvoudige wijze kunnen worden omgezet in gekende contante bedragen, met een looptijd van drie maanden of minder en die onderworpen zijn aan een onbelangrijk risico van waardeschommeling.
In overeenstemming met IAS 32 worden bijkomende kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de uitgifte van nieuwe aandelen of opties in het eigen vermogen weergegeven als een verlaging, na aftrek van belastingen, van het eigen vermogen.
Een voorziening wordt opgenomen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie wanneer de Groep een bestaande, in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van gebeurtenissen in het verleden, en het waarschijnlijk is dat er een uitstroom van economische voordelen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen. Als het effect wezenlijk is, worden voorzieningen vastgesteld door de verwachte toekomstige kasstromen te disconteren tegen een disconteringsvoet vóór belastingen die de huidige marktbeoordelingen van de tijdwaarde van geld weerspiegelt en, in voorkomend geval, de specifieke risico's van de verplichting.
Rentedragende leningen worden aanvankelijk opgenomen tegen reële waarde, verminderd met de toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden rentedragende leningen geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij enig verschil tussen de kostprijs en de aflossingswaarde wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode van de leningen op basis van de effectieve-rentemethode.
Delen van langlopende leningen die binnen één jaar na de datum van het overzicht van de financiële positie moeten worden afgewikkeld, worden door de Groep ingedeeld als het kortlopend gedeelte.
Op de datum van de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening wordt de nominale waarde van de leningen verhoogd met de onbetaalde rente.
Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen tegen hun nominale waarde.
Een derivaat is een financieel instrument of ander contract dat voldoet aan de volgende voorwaarden:
Afdekkingsderivaten worden gedefinieerd als derivaten die voldoen aan de risicobeheerstrategie van de Vennootschap, waarbij de afdekkingsrelatie formeel gedocumenteerd is en de afdekking bij het nemen van de positie en gedurende de hele periode effectief is, wijzigingen in de reële waarde of kasstromen van de afgedekte positie en de afdekkingsinstrumenten vrijwel volledig worden verrekend en de resultaten binnen een bereik liggen van 80 % tot 125 %.
Financiële derivaten die niet zijn aangemerkt als afdekkingsinstrumenten worden ingedeeld als "gehouden voor verkoop" en worden geboekt tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de nettowinst of het nettoverlies van de periode waarin ze ontstaan.
De reële waarde wordt afgeleid van genoteerde marktprijzen of modellen op basis van verdisconteerde kasstromen, al naargelang het geval. Alle derivaten die niet voor afdekkingsdoeleinden worden gebruikt, worden geboekt als vlottende activa wanneer hun reële waarde positief is, en als kortlopende verplichtingen wanneer hun reële waarde negatief is.
De boekwaarde van de vaste niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum opnieuw beoordeeld om te controleren of er aanwijzingen zijn van een bijzondere waardevermindering. Als er dergelijke aanwijzingen bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat.
Er wordt een bijzonder-waardeverminderingsverlies opgenomen wanneer de boekwaarde van een actief of zijn kasstroomgenererende eenheid zijn realiseerbare waarde overstijgt. Bijzonderewaardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
De kasstroomgenererende eenheid van een actief is de kleinste groep van activa waartoe het actief behoort en die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa. Voor de identificatie van de kasstroomgenererende eenheid van een actief is oordeelsvorming vereist.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen die worden opgenomen voor kasstroomgenererende eenheden leiden tot een evenredige verlaging van de boekwaarde van de activa in de eenheid (groep van eenheden).
Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening op balansdatum indien er een indicatie is dat een eerdere geboekte bijzondere waardevermindering, als gevolg van een wijziging in schattingen die werden gebruikt om de initiële bijzondere waardevermindering te bepalen, niet langer gehandhaafd kan worden.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen met betrekking tot goodwill worden niet teruggenomen. Voor andere activa wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies uitsluitend teruggenomen voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger wordt dan de boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen en amortisatie, die zou zijn vastgesteld als geen bijzonder waardeverminderingsverlies was opgenomen.
Inkomsten worden opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen van een transactie naar de entiteit zullen stromen en het bedrag van de inkomsten op betrouwbare wijze kan worden gewaardeerd. Omzet wordt opgenomen na aftrek van omzetbelasting en kortingen. Inkomsten uit de verkoop van goederen worden opgenomen op het moment van de levering nadat de overdracht van risico's en voordelen is voltooid.
Na de verkoop worden de inkomsten uit de verkoop van groenestroomcertificaten, in overeenstemming met IAS 18, gepresenteerd als 'Verkoop van groenestroomcertificaten'.
Dienovereenkomstig worden de als voorraden opgenomen gerelateerde groenestroomcertificaten (zie 1.2.7.4) verwerkt in de productiekosten, die deel uitmaken van de kosten van de omzet.
Na de verkoop worden de inkomsten uit de verkoop van certificaten van "Garantie van Oorsprong", in overeenstemming met IAS 18, gepresenteerd als 'Verkoop van certificaten van Garantie van Oorsprong '.
Dienovereenkomstig worden de als voorraden opgenomen gerelateerde certificaten van "Garantie van Oorsprong (zie 1.2.7.4) verwerkt in de productiekosten, die deel uitmaken van de kosten van de omzet.
In het kader van het Belgische Nationaal Toewijzingsplan voor de toewijzing van emissierechten 2013-2020 in overeenstemming met Richtlijn 2009/29/EG van het Europese Parlement en de Raad (EU-Regeling voor de handel in emissierechten), worden jaarlijks gratis emissierechten toegekend aan de installaties voor warmtekrachtkoppeling Amel I en Amel II. Dit plan voorziet in een jaar na jaar daling van het aantal CO² rechten toegekend aan Renogen. De impact hiervan op het globale resultaat zal echter zeer beperkt zijn. In de voorbije jaren diende Renogen geen hoeveelheid emissierechten terug te geven, aangezien de installatie van Renogen in overeenstemming is met de voorgeschreven reglementering. Volgens de regels van het huidige plan, zal Renogen dit jaarlijks evalueren. Met betrekking tot de vestiging in Ham worden er geen emissierechten toegekend omdat het geïnstalleerde vermogen met betrekking tot het verbranden van andere brandstof dan biomassa kleiner is dan 20 MW thermisch en daarom niet in aanmerking komt voor het ontvangen van emissierechten.
Aangezien er geen specifieke IFRS-normen gelden voor de boekhoudkundige verwerking van emissierechten heeft de Vennootschap besloten het volgende principe toe te passen:
Elektriciteit wordt maandelijks gefactureerd op basis van de resultaten van het metersysteem dat geïnstalleerd is op de aansluitingspunten met het elektriciteitsnetwerk. De meterresultaten worden onafhankelijk opgenomen door de beheerder van het distributienetwerk.
Warmte die door de industriële klanten in Amel werd verbruikt, werd maandelijks gefactureerd op basis van een geïnstalleerd objectief metersysteem. Onder de in het verleden afgesloten contractuele regelingen werd warmte slechts in geringe mate gevaloriseerd. Maar gezien de specifieke vermenigvuldigingsimpact van warmteverbruik op het aantal geproduceerde groenestroomcertificaten in het verleden, kwamen de contractuele regelingen met de verbruikers van de warmte in Amel niet in aanmerking als verlieslatende contracten. Er wordt geacht een verlieslatend contract te bestaan wanneer de Groep een contract heeft volgens hetwelk de onvermijdelijke kosten voor het voldoen aan de verplichtingen in het kader van het contract, hoger liggen dan de verwachte te ontvangen economische voordelen in het kader van het contract. In verband met de verkoop van warmte in Amel verwijzen we verder naar 1.2.8.30 "Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum – onderhandelingen met Belwood en Delhez Bois" en "Bijkomende steunmaatregelen voor Renogen".
Warmte die door de industriële klant in Ham wordt verbruikt, wordt maandelijks gefactureerd op basis van een geïnstalleerd objectief metersysteem.
Tijdens het boekjaar 2015 werden er geen houtpellets geproduceerd noch verkocht door Renogen. De installatie voor de productie van houtpellets zal maar heropgestart worden ingeval positieve kasstromen kunnen gerealiseerd worden.
De Groep heeft geen toegezegde-pensioenregelingen of toegezegde-bijdragenregelingen afgesloten.
De Raad van Bestuur besliste in de loop van het boekjaar 2014 dat een op aandelen gebaseerde management vergoeding diende uitgewerkt te worden voor CI2I BVBA en JFMeys sprl om de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. Deze op aandelen gebaseerde management vergoeding werd integraal geboekt als kosten op het ogenblik van toekenning omwille van het definitief verworven karakter in geval van 'good leaver' en wordt berekend op basis van het 90-daags gemiddelde van de beurskoers van 4Energy Invest. Deze op aandelen gebaseerde vergoeding wordt op elke rapporteringsdatum aangepast op basis van de 90-daags gemiddelde koers van het aandeel van 4Energy Invest.
Financieringskosten omvatten rente verschuldigd op leningen berekend op basis van de effectieve-rentemethode, na aftrek van gekapitaliseerde rente, te ontvangen rente op belegde middelen, valutawinsten en -verliezen dewelke worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
De inkomstenbelasting op de winst of het verlies voor het jaar omvat belastingen over het lopende jaar en uitgestelde belastingen. Inkomstenbelastingen worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening behalve voor zover ze betrekking hebben op posten die direct worden opgenomen in het eigen vermogen, in welk geval ze in het eigen vermogen worden opgenomen.
Over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen zijn de verwachte belastingen die verschuldigd zijn op de belastbare inkomsten voor het jaar, op basis van belastingtarieven die op balansdatum wettelijk zijn vastgesteld of wezenlijk zijn vastgesteld, en enige aanpassing aan de verschuldigde belastingen met betrekking tot voorgaande jaren.
Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de balansmethode, die zich richt op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen voor financiële verslaggevingsdoeleinden en de bedragen die gebruikt worden voor belastingdoeleinden. Het opgenomen bedrag van de uitgestelde belasting wordt gebaseerd op de verwachte realisatie- of afwikkelingswijze van de boekwaarde van activa en verplichtingen, op basis van belastingtarieven die op de balansdatum wettelijk zijn vastgesteld of wezenlijk zijn vastgesteld.
Een uitgestelde belastingvordering wordt alleen opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waarmee het actief kan worden verrekend. Uitgestelde belastingvorderingen worden niet erkend wanneer het niet langer waarschijnlijk is dat het overeenstemmende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden verrekend, als en alleen als de Vennootschap een in rechte afdwingbaar recht heeft om de actuele belastingvorderingen te verrekenen met de actuele belastingverplichtingen; en de uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen houden verband met inkomstenbelastingen die door dezelfde belastinginstantie worden geheven op ofwel dezelfde belastbare entiteit, of verschillende belastbare entiteiten die voornemens zijn om ofwel de actuele belastingverplichtingen en de actuele belastingvorderingen op een nettobasis af te wikkelen, of tegelijkertijd de vorderingen te realiseren en de verplichtingen af te wikkelen, in elke toekomstige periode waarin verwacht wordt dat er aanzienlijke bedragen van uitgestelde belastingverplichtingen of uitgestelde belastingvorderingen moeten worden afgewikkeld dan wel geïnd.
Er worden twee operationele segmenten onderscheiden: warmtekrachtkoppelingsprojecten en productie van houtpellets.
Warmtekrachtkoppeling is het proces waarbij tegelijkertijd warmte en elektriciteit worden geproduceerd, waarbij de warmte wordt afgenomen door industriële partners die intensieve energieverbruikers zijn in hun industriële activiteiten, en de elektriciteit wordt verkocht aan energieleveranciers, door de elektriciteit direct toe te voeren in het hoogspanningsnet. 4Energy Invest verkoopt daarbij de gecreëerde groenestroomcertificaten aan energieleveranciers (EDF-Luminus voor Renogen) of aan de netbeheerder (Infrax voor 4HamCogen)
Houtpellets kunnen gebruikt worden als hernieuwbare energie, zowel in industriële, commerciële en huishoudelijke toepassingen. De productie van gewone houtpellets is minder complex dan die van BioCoal (= getorrificeerde houtpellets), omdat er geen torrifactie is. Gewone houtpellets hebben echter een lagere energetische waarde dan getorrificeerde houtpellets.
De installatie van Amel III werd in de tweede helft van 2013 stilgelegd en zal slechts worden heropgestart ingeval positieve kasstromen kunnen gerealiseerd worden. Op basis van de voortschrijdende inzichten gedurende het boekjaar 2014, met name het feit dat er geen fundamentele verbeteringen zijn ten opzichte van de situatie in 2013 en dat er geen vooruitzichten zijn om de installatie terug op te starten op korte termijn, besliste de Raad van Bestuur om de segmentrapportering stop te zetten. De situatie is hieromtrent is niet gewijzigd in het boekjaar 2015.
Tot de datum van goedkeuring zijn de cijfers in de geconsolideerde jaarrekening aangepast om rekening te houden met gebeurtenissen die een invloed hadden op de omstandigheden die bestonden op balansdatum (gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie). Gebeurtenissen die een invloed hebben op dergelijke omstandigheden die ontstaan na de balansdatum worden bekend gemaakt als ze van wezenlijk belang zijn.
Alle projecten zijn nu operationeel. Er zijn dus geen onzekerheden meer die te maken hebben met de ontwikkeling van nieuwe projecten.
Andere onzekerheden, inherent aan de sector waarbinnen de groep actief is, blijven:
Verder is er de onzekerheid naar aanleiding van de milieustakingsvordering alsook de vernieuwde exploitatievergunning op het niveau van Renogen (cf. infra 1.2.8.30). De raad van bestuur is de mening toegedaan dat dit geen impact zal hebben op de nuttige levensduur van de installaties en dat er, op basis van de huidige informatie, geen provisies moeten aangelegd worden voor eventuele boetes.
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| € '000 | herwerkt (4) € '000 |
|
| Verkoop van groenestroomcertificaten (*) | 12.320 | 14.266 |
| Verkoop van CO²-certificaten | 89 | 135 |
| Verkoop van elektriciteit en warmte | 4.470 | 4.250 |
| Verkoop van houtpellets | 0 | 0 |
| Andere | 112 | 144 |
| Totaal | 16.992 | 18.796 |
(*) Verkoop van groenestroomcertificaten bevat ook certificaten met "garantie van oorsprong" 30 K EUR in 2014 en 30 K EUR in 2015
(4) Cf. supra pagina 9
De omzet van € 16,99 miljoen tijdens het jaar 2015 ligt 9,6% lager dan in het jaar 2014 (€ 18,80 miljoen) maar wordt grotendeels beïnvloed door het moment van omzeterkenning (effectieve levering en facturatie) van de groenestroomcertificaten van 4HamCogen (in het jaar 2014 werden de groenestroomcertificaten gerelateerd aan 14 maanden productie erkend in omzet daar waar dit in 2015 slechts het geval was voor 11 maanden).
Timingverschillen m.b.t. de administratieve afwikkeling van de groenestroomcertificaten hebben een impact op het aantal maanden "productie" dat als omzet kan worden erkend jaar op jaar. Een vertraging in de administratieve afwikkeling van de toekenning van groenestroomcertificaten kan dus een belangrijke impact hebben op de omzeterkenning.
De omzet uit de verkoop van elektriciteit steeg lichtjes (+2,1%) dankzij de hogere elektriciteitsprijzen vergeleken met 2014 en ondanks een daling van het verkochte volume in vergelijking met 2014 (-4,9%). Verder was er een stijging van de verkoop van warmte aan Ecopower.
De omzet omvat voornamelijk de verkoop van groenestroomcertificaten (€ 12,29 miljoen, tegen € 14,24 miljoen in dezelfde periode van 2014 - cf timingverschillen m.b.t. administratieve afwikkeling) en de verkoop van elektriciteit en warmte (€ 4,47 miljoen, tegen € 4,25 miljoen in dezelfde periode van 2014).
Renogen vertegenwoordigt 51,2 % van de omzet (48% in 2014) en 4HamCogen 48,7 % (51,9% in 2014). Deze percentages worden beïnvloed door de erkenning van de groenestroomcertificaten in de omzet.
Voor de verkoop van groenestroomcertificaten in Amel werd er een afnameovereenkomst voor 10 jaar afgesloten door Renogen met EDF Luminus met vaste prijsafspraken en met aanvangsdatum januari 2007.
4HamCogen verkoopt de groenestroomcertificaten aan de distributienetbeheerder tegen de gegarandeerde prijs van 90 EUR/certificaat.
CO²-certificaten en certificaten van "Garantie van Oorsprong" worden op spotbasis verkocht.
Voor de verkoop van alle in Amel opgewekte elektriciteit werd er een afnameovereenkomst voor 10 jaar afgesloten met EDF Luminus tegen prijzen die gekoppeld zijn aan de elektriciteitsprijzen op de spotmarkt en met aanvangsdatum januari 2007.
De warmte die geproduceerd wordt door de warmtekrachtkoppelingsinstallaties in Amel, werd gebruikt door derden. Hiervoor werden overeenkomsten op middellange termijn afgesloten met Belwood Amel en Delhez Bois. Door de warmte, die vrijkomt als een bijproduct bij de generatie van elektriciteit, productief aan te wenden, werd het recht op bijkomende groenestroomcertificaten gecreëerd.
De warmtecontracten met de industriële buren Delhez Bois en Belwood die respectievelijk afliepen op 30 september 2015 en 31 december 2015 zijn in onderhandeling, maar voorlopig werd er nog geen akkoord bereikt omtrent de prijs voor de warmte. Sinds 1 januari 2016 is er bijgevolg geen warmteafname. Gegeven de bijkomende steun die Renogen in februari 2016 heeft gekregen onder de vorm van extra groenestroomcertificaten op basis van een multiplicator (KECO) op het bestaande algorithme van groenestroomcertificaten, heeft het wegvallen van de warmteafname momenteel slechts een heel beperkte toekomstige financiële impact (cf. infra 1.2.8.30 "Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum" – "Onderhandelingen met Belwood en Delhez Bois" en "Bijkomende steunmaatregelen voor Renogen")
Voor de verkoop van alle in Ham opgewekte elektriciteit werd er een contract afgesloten met AXPO dewelke inging van 1 januari 2014 en dat einde 2015 werd verlengd tot 31 december 2016
Op datum van 10 april 2014 werd er een commerciële overeenkomst afgesloten tussen 4HamCogen NV en Ecopower CVBA voor de levering van energie (warmte en elektriciteit). Ecopower gebruikt deze energie in zijn productieproces van houtpellets. De levering van energie tussen 4HamCogen en Ecopower werd opgestart in de maand augustus 2014. Deze overeenkomst werd stilzwijgend verlengd met 1 jaar. In tegenstelling tot bij Renogen geeft de geleverde hoeveelheid warmte geen recht op bijkomende groenestroomcertificaten.
Pellets worden verkocht aan marktprijs, in bulk of opgezakt. Er zijn geen langetermijncontracten.
Omwille van problemen bij de aankoop van de juiste biomassa tegen aanvaardbare prijzen, de marktprijs voor de geproduceerde houtkorrels en de beperkte capaciteit van de huidige installatie, werd de installatie stilgelegd in de 2de helft van het jaar 2013.
De productie zal enkel en alleen heropgestart worden indien er positieve kasstromen kunnen verwacht worden.
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| € '000 | herwerkt (4) € '000 |
|
| Vergoedingen ontvangen van verzekeringsmaatschappijen Andere |
3 16 |
281 24 |
| Totaal | 19 | 304 |
(4) Cf. supra pagina 9
De overige bedrijfsinkomsten in 2015 bestaan voornamelijk uit de verkoop van oud ijzer (13 K EUR). In 2014 bestonden deze voornamelijk uit compensaties ontvangen van verzekeringsmaatschappijen voor geleden schade omwille van machinebreuk.
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| € '000 | herwerkt (4) € '000 |
|
| Aankopen van biomassa | -5.720 | -6.421 |
| Voorbehandelingskosten biomassa | -1.160 | -1.162 |
| Onderhoud en herstellingen | -2.316 | -2.059 |
| Andere | -1.996 | -2.157 |
| Voorraadwijziging groenestroomcertificaten | 472 | -1.042 |
| Totaal | -10.720 | -12.841 |
(4) Cf. supra pagina 9
De kosten van de omzet tijdens 2015 bedroegen € 10,72 miljoen (tegen € 12,84 miljoen in 2014) en omvatten de aankoop van biomassa voor € 5,72 miljoen (tegen € 6,42 miljoen in 2014), de voorbehandelingskosten van de biomassa voor € 1,16 miljoen (€ 1,16 miljoen in 2014), de onderhoudskosten voor € 2,32 miljoen (tegen € 2,06 miljoen in 2014), de kosten van het injecteren van elektriciteit op het elektriciteitsnet (feed-in tarieven) voor € 0,21 miljoen (€ 0,22 miljoen in 2014), de kosten voor het afvoeren en verwerken van assen voor € 1,35 miljoen (tegen € 1,33 miljoen in 2014) en andere kosten voor € 0,43 miljoen (tegen € 0,61 miljoen in 2014). De impact van de voorraadwijziging van niet-verkochte groenestroomcertificaten op balansdatum resulteerde in een opbrengst van 472 K EUR in 2015 (tegen een kost van 1.042 K EUR in 2014). Dit betekent dat de totale kost van de biomassa (aankoop, voorbehandeling en afvoer en verwerking van de assen) gedaald is met 7,6% vergeleken met vorig jaar. Dit is deels gelieerd aan de lagere productiecijfers, deels aan de verbetering van het aankoopproces van de biomassa.
| 2015 € '000 |
2014 € '000 |
|
|---|---|---|
| Consultancy vergoedingen (advokaten, management, bestuurders, overige) (*) |
-945 | -2.271 |
| Verzekeringen | -343 | -290 |
| Huur en huurkosten | -109 | -149 |
| Verlies op de vervreemding van vaste activa | -15 | 0 |
| Overige administratieve kosten | -230 | -238 |
| Totaal | -1.643 | -2.948 |
(*) Dit omvat tevens de geprovisioneerde kost voor de op aandelen gebaseerde vergoeding voor een bedrag van 780 K EUR in 2014 en een terugname van deze verplichting met 225 K EUR in 2015
De consultancyvergoedingen werden in 2014 tevens beïnvloed door de kosten voor advokaten en consultants naar aanleiding van de onderhandelingen voor het bereiken van het akkoord tussen kredietverstrekkers en investeerders alsook voor de uitwerking van het finale akkoord.
Verder omvatten deze vergoedingen tevens de vergoeding van de commissaris van de Groep. Voor 2015 hebben KPMG Bedrijfsrevisoren CVBA als commissaris van 4Energy Invest en Renogen en VGD Bedrijfsrevisoren CVBA als commissaris van 4HamCogen en AmelBio in totaal de volgende vergoedingen ontvangen:
| in K EUR | 4EI NV | 4EI Groep |
|---|---|---|
| Vaste audit fee | 21 | 38 |
| Andere controleopdrachten | 0 | 4 |
| Belastingadviesopdrachten | 0 | 0 |
| Andere opdrachten buiten revisorale opdrachten | 0 | 0 |
| Andere opdrachten uitgevoerd door personen die met de commissaris verbonden zijn |
0 | 0 |
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| € '000 | € '000 | |
| Afschrijvingen | 1.426 | 1.101 |
| Waardevermindering/ (terugname) | 46 | 212 |
| Voorzieningen/ (terugname) | -180 | 214 |
| Totaal | 1.292 | 1.526 |
De waardeverminderingen betreffen voornamelijk (cf. 1.2.8.18) de lineaire waardervermindering toegepast op voorraden reserve-onderdelen van 25 % per jaar teneinde rekening te houden met de vermoedelijke netto opbrengstwaarde (cf. 1.2.7.4). Bovendien was er een terugname van provisie voor dubieuze debiteuren van 2 K EUR in 2015.
M.b.t. voorzieningen was er een terugname van de voorziening aangelegd voor de zaak Beckers (cf. infra zie 1.2.8.26 "Voorzieningen") en een voorziening die was aangelegd voor een licentie die uiteindelijk nooit gebruikt noch opgeeist werd.
Deze verplichtingen bestaan hoofdzakelijk uit
Deze verschillende verplichtingen geven als resultaat onderstaande tabel
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| € '000 | € '000 | |
| Niet langer dan 1 jaar | 87 | 80 |
| Langer dan 1 jaar en niet langer dan 5 jaar | 272 | 266 |
| Langer dan 5 jaar | 1.274 | 1.354 |
| 1.632 | 1.700 |
De evoluties in de markten, nieuwe inzichten in de regelgeving en een beter inzicht in de neveneffecten van de operationele uitbatingen, worden op regelmatige basis verwerkt in nieuwe business plannen voor alle projecten.
Deze geupdate business plannen gaven in het verleden aanleiding tot bijzondere waardeverminderingen omdat de waarde van de installaties berekend op basis van de verdisconteerde verwachtte kasstromen uit deze geupdate business plannen op basis van de marktverwachtingen, veel lager lagen dan de boekwaardes van de installaties. Daarnaast besliste de Raad van Bestuur, op basis van het akkoord dat er begin 2014 bereikt werd tussen de kredietverstrekkers (KBC, ING en KBC Lease) en de investeerders (Gimarco, LRM), om de netto boekwaarden van de activa van Amel I & II, van Amel III en van HamCogen te waarderen aan EUR 10,4 miljoen per 31 december 2013.
Tijdens het boekjaar 2014 en 2015 deden er zich geen bijkomende fundamentele wijzigingen voor ten aanzien van de warmtekoppelingsinstallaties van Amel I en Amel II alsook de warmtekoppelingsinstallatie van Ham. Omwille van het feit dat er geen indicaties m.b.t. een bijzondere waardervermindingen werden geïdentificeerd heeft de Raad van Bestuur beslist om geen impairment analyse uit te voeren voor deze installaties per 31 december 2015.
De houtpelletinstallatie (Amel III) is momenteel niet in gebruik en er werd per 31 december 2014 een bijkomende afwaardering geboekt op basis van de geschatte reële waarde (in casu de vermoedelijke verkoopwaarde minus de verkoopkosten van de individuele onderdelen) van 325 K EUR. In het huidige boekjaar werden deze activa verder afgeschreven voor een bedrag 46 K EUR om zo tot een totale netto boekwaarde te komen van 280 K EUR per 31 december 2015. Aangezien de geschatte reële waarde waarde hoger wordt geacht dat de huidige boekwaarde heeft de Raad van Bestuur beslist om geen bijkomende afwaardering per 31 december 2015 op te nemen m.b.t. deze installatie.
Op 24 februari 2016 heeft Renogen de bevestiging gekregen vanwege de CwaPE omtrent bijkomende steun in de vorm van additionale groenestroomcertificaten (zie 1.2.8.30 "Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum" – Bijkomende steunmaatregelen voor Renogen), wat een positieve jaarlijkse impact zal hebben op de toekomstige omzet van de vennootschap Renogen voor de resterende looptijd van de toekenning van groenestroomcertificaten. Deze ontwikkeling zal aanleiding geven tot een herbereking van de realiseerbare waarde van deze materiële vaste activa en desgevallend tot een (gedeeltelijke) terugname van eerdere geboekte bijzondere waarderverminderingen op deze activa in 2016. De berekening van de mogelijke impact werd nog niet voltooid en er kan aldus nog geen betrouwbare inschatting van de mogelijke impact gemaakt worden.
| 2015 € '000 |
2014 € '000 |
|
|---|---|---|
| Inkomsten uit bankrente | 0 | 1 |
| Stijging in reële waarde van financiële instrumenten Financiële opbrengst naar aanleiding van akkoord |
84 | 50 |
| tussen kredietverstrekkers en investeerders Financiële opbrengst naar aanleiding van stopzetting |
0 | 32.963 |
| leasingovereenkomst Financiële opbrengst naar aanleiding van annulatie IRS |
0 | 8.073 |
| contracten | 0 | 1.726 |
| Overige financiële inkomsten | 1 | 1 |
| Financiële inkomsten | 85 | 42.814 |
| Rentelasten | -125 | -1.146 |
| Rente betaald aan verbonden partijen | 0 | -14 |
| Bankkosten | -6 | -35 |
| Financiële kosten | -131 | -1.195 |
| Netto financiële opbrengsten/(kosten) | -46 | 41.620 |
De financiële inkomsten in 2014 waren bijna uitsluitend toe te wijzen aan het het akkoord dat werd bereikt tussen de kredietverstrekkers (KBC, ING en LRM) en de investeerders (Gimarco/LRM) en waarbij deze laatsten het overgrote deel van de vorderingen die de kredietverstrekkers hadden ten aanzien van Renogen/ 4HamCogen en Amelbio overnamen van de kredietverstrekkers en deze vervolgens inbrachten in het kapitaal van 4Energy Invest (cf. jaarverslag 2014 over het boekjaar afgesloten op 31 december 2014).
Dit alles heeft ertoe geleid dat op geconsolideerde basis de Groep nagenoeg schuldenvrij werd. De rentelasten in 2015 (125 K EUR) beperken zich daarom tot een aantal leasecontracten en het gerealiseerde deel m.b.t. het IRS contract met Belfius waarvoor er in 2014 reeds een provisie werd aangelegd en dewelke in 2015 werd teruggenomen (84 K EUR). De financiële kosten in 2014 (1.146 K EUR) weerspiegelden voornamelijk de rentekosten voor de kredietfaciliteiten voor Amel I, Amel II, Amel III en Ham voor de periode tot de datum van overname van de vorderingen door de investeerders (15 april 2014).
De zeer negatieve resultaten in het verleden maken dat er geen belastingen verschuldigd zijn, op uitzondering van de belasting op bedrijfswagens die sedert 2012 niet langer gecompenseerd mag worden met overgedragen verliezen, en er substantiële fiscale verliezen opgebouwd werden. Wij verwijzen naar toelichting 1.2.8.16 voor onze commentaren m.b.t. uitgestelde belastingen.
| Aanschaffingswaarde | 31-12-15 € '000 |
31-12-14 € '000 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 217 | 217 |
| Vervreemdingen/Uitboekingen | -205 | 0 |
| Saldo op 31 december | 12 | 217 |
| Afschrijvingen | ||
| Saldo op 1 januari | -217 | -217 |
| Afschrijvingskosten van het jaar | 0 | 0 |
| Vervreemdingen/Uitboekingen | 205 | 0 |
| Saldo op 31 december | -12 | -217 |
| Netto boekwaarde | ||
| Op 1 januari | 0 | 0 |
| Op 31 december | 0 | 0 |
De immateriële activa betreffen voornamelijk software. Aangezien deze software per einde 2015 niet meer gebruikt werd, werd deze afgeboekt. Dit heeft echter geen effect op de winst- en verliesrekening aangezien deze software reeds volledig was afgeschreven.
| Aanschaffingswaarde | 31-12-15 € '000 |
31-12-14 € '000 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 6.091 | 6.085 |
| Aanschaffingen | 101 | 6 |
| Vervreemdingen | -234 | 0 |
| Saldo op 31 december | 5.958 | 6.091 |
| Afschrijvingen Saldo op 1 januari Afschrijvingskosten van het jaar Vervreemdingen |
-5.632 -60 234 |
-5.583 -49 0 |
| Saldo op 31 december | -5.458 | -5.632 |
| Netto boekwaarde | ||
| Op 1 januari | 459 | 502 |
| Op 31 december | 500 | 459 |
De investeringen in terreinen en gebouwen betreffen voornamelijk de verdere afwerking van de site in Ham (66 K EUR) met ondermeer de verharding van het wegdek, plaatsen van een slibopvangput en afvoergoten, de afsluiting van de site alsook de inrichting van het magazijn. De investeringen in Amel (35 K EUR) bestaat voor het grootste gedeelte uit asfalteringswerken.
| Aanschaffingswaarde | 31-12-15 € '000 |
31-12-14 € '000 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 72.857 | 73.678 |
| Aanschaffingen | 336 | 1.451 |
| Vervreemdingen | -333 | -2.272 |
| Saldo op 31 december | 72.860 | 72.857 |
| Afschrijvingen Saldo op 1 januari Afschrijvingskosten van het jaar Waardevermindering Vervreemdingen |
-63.769 -1.210 0 317 |
-64.626 -926 -490 2.272 |
| Saldo op 31 december | -64.662 | -63.769 |
| Netto boekwaarde | ||
| Op 1 januari | 9.088 | 9.052 |
| Op 31 december | 8.198 | 9.088 |
De investeringen in installaties, machines en uitrusting (205 K EUR in Amel en 131 K EUR in Ham) bestaan voornamelijk uit diverse kleinere investeringen waaronder de voornaamste de vervanging van een aantal watervoedingspompen in Ham en Amel (67 K EUR) en het vernieuwen van een biomassa aanvoerlijn in Ham (45 K EUR).
De waarborgen en toezeggingen op de terreinen en gebouwen en op de installaties, machines en uitrusting van de Groep worden uiteengezet in sectie 1.2.8.25.
| Aanschaffingswaarde | 31-12-15 € '000 |
31-12-14 € '000 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 155 | 187 |
| Aanschaffingen | 13 | 17 |
| Overdracht van andere hoofding | 18 | |
| Vervreemdingen | -38 | -50 |
| Saldo op 31 december | 148 | 155 |
| Afschrijvingen Saldo op 1 januari Afschrijvingskosten van het jaar Overdracht van andere hoofding Vervreemdingen |
-137 -13 -18 37 |
-180 -6 50 |
| Saldo op 31 december | -131 | -137 |
| Netto boekwaarde Op 1 januari Op 31 december |
18 17 |
7 18 |
Het betreft hier investeringen in computers en randapparatuur.
Alle financiële leases houden verband met productieapparatuur en rollend materieel met een leasetermijn van 4 jaar of langer. De Groep heeft opties om de apparatuur te kopen voor een nominaal bedrag na de afsluiting van de leaseovereenkomsten. De verplichtingen van de Groep uit hoofde van de financiële leases zijn zeker gesteld door het recht van de leasinggevers op het geleasde actief.
| Aanschaffingswaarde | 31-12-15 € '000 |
31-12-14 € '000 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 1.274 | 12.579 |
| Aanschaffingen | 221 | 174 |
| Overdracht naar andere hoofding | -18 | 0 |
| Vervreemdingen | 0 | -11479 |
| Saldo op 31 december | 1.477 | 1.274 |
| Afschrijvingen Saldo op 1 januari Afschrijvingskosten van het jaar Overdracht naar andere hoofding Vervreemdingen |
-827 -143 18 0 |
-11.279 -120 0 10.572 |
| Saldo op 31 december | -952 | -827 |
| Netto boekwaarde | ||
| Op 1 januari | 447 | 1.299 |
| Op 31 december | 525 | 447 |
In oktober 2015, werd een lease contract afgesloten door Renogen met ES Finance voor de financiering van een bedrijfswagen voor een investeringsbedrag van 32 K EUR en met een restwaarde van 1 K EUR. Het contract loopt tot september 2019.
In december 2015, werd een lease contract afgesloten voor een bulldozer door 4Energy Invest met Caterpillar Financial Services voor een investeringsbedrag van 192 K EUR, met een restwaarde van 2 K EUR. Het contract loopt tot december 2019.
De vervreemdingen in 2014 slaan terug op Amel III (houtpelletinstallatie) waarvoor er in het verleden een leasecontract werd afgesloten met KBC Lease. Dit lease contract werd in 2014 stopgezet zonder bijkomende kosten voor Renogen (cf. jaarverslag 2014 onder rubriek 1.2.7.13)
| Activa onder financiële lease | 31-12-15 € '000 |
31-12-14 € '000 |
|---|---|---|
| Totaal terreinen en gebouwen | 0 | 0 |
| Totaal installaties, machines en uitrusting | 897 | 897 |
| Totaal meubilair en rollend materieel | 581 | 378 |
| Totaal activa onder financiële lease | 1.477 | 1.274 |
| Vaste activa onder financiële lease - Bruto | 1.477 | 1.274 |
| Vaste activa onder financiële lease - Gecumuleerde afschrijvingen | -835 | -710 |
| Vaste activa onder financiële lease - Bijzondere waardeverminderingen | -117 | -117 |
| Vaste activa onder financiële lease | 525 | 447 |
| Aanschaffingswaarde | 31-12-15 € '000 |
31-12-14 € '000 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | ||
| Aanschaffingen | 39 | 0 |
| Saldo op 31 december | 39 | 0 |
| Netto boekwaarde | ||
| Op 1 januari | 0 | 0 |
| Op 31 december | 39 | 0 |
Met betrekking tot het lopende project van rookgaswassing bij Renogen werden er in totaal 38,9 K EUR aan bedrijfskosten geactiveerd.
Er zijn op dit moment geen andere verbintenissen betreffende de verwerving van activa.
Door de externe herfinancieringsoperatie van april 2014, verbeterde de financiële positie van de groep op geconsolideerd niveau in belangrijke mate. Door deze operatie en de daarop volgende kapitaalsverhoging op niveau van 4Energy Invest werd de holding eigenaar van de vorderingen die de kredietverstrekkers in het verleden hadden op Renogen en 4HamCogen. Tijdens het jaar werd er door 4Energy Invest een ruling aangevraagd om deze vorderingen door 4Energy Invest in te brengen in het kapitaal van haar beide dochtervennootschappen aan economische/realisatiewaarde. De vennootschap ontving hierop een positieve beslissing waardoor de voorgenomen verrichtingen niet resulteren in een abnormaal of goedgunstig voordeel. Beide kapitaalsverhogingen voor Renogen en 4HamCogen werden daarop doorgevoerd in de loop van de maand december. Door de inbreng van de vorderingen en de achtergestelde lening aan reële economische waarde in het kapitaal zullen de voormelde vorderingen niet meer als schulden voorkomen in de boekhouding van de Renogen en 4HamCogen. Het verschil tussen de reële inbrengwaarde van de vorderingen en de achtergestelde lening en de nominale waarde zal geboekt worden als een uitzonderlijk resultaat in de enkelvoudige jaarrekening van de respectievelijke vennootschappen. Voormelde verrichting heeft geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van 4Energy Invest. Hierdoor kunnen beide vennootschappen terug aanknopen met een positief eigen vermogen. Door deze uitzonderlijke resultaten wordt een aanzienlijk deel van de overgedragen fiscale verliezen opgeslorpt.
Desondanks heeft de groep nog steeds een groot overgedragen fiscaal verlies, dat een actieve belastinglatentie zou kunnen betekenen van 12,6 miljoen EUR. De Raad van Bestuur heeft beslist om geen actieve belastingslatentie m.b.t. deze fiscaal overdraagbare verliezen te erkennen en dit omdat het niet voldoende vaststaat dat er voldoende belastbare winst zal gegenereerd worden in de toekomst om deze fiscale verliezen te kunnen realiseren, zodat er niet voldaan is aan de IFRS erkenningscriteria mbt actieve belastingslatenties op balansdatum. De raad van bestuur zal de mogelijke waardering van de beschikbare fiscale verliezen op elke rapporteringsdatum herbekijken op basis van de meest recente inschatting van de toekomstige belastbare winsten, rekening houdend met de evoluties in de markt en de verwachte winstgevendheid van de installaties.
| 31-12-15 | 31-12-14 | |
|---|---|---|
| € '000 | € '000 | |
| Overgedragen fiscale verliezen Investeringsaftrek Notionele investeringsaftrek |
23.111 12.236 1.643 |
84.825 12.236 1.643 |
| Belastingsvorderingen | 36.989 | 98.703 |
Dit betreft een bedrag dat werd gekantonneerd (bewaargeving bij de Deposito- en Consignatiekas, toereikend om tot waarborg te strekken) door Renogen naar aanleiding van een veroordeling per 28 juni 2012 inzake het geschil met de onderneming Beckers (cf. infra 1.2.8.26). Hiertegen werd door Renogen hoger beroep aangetekend. Op 12 april werd Renogen op de hoogte gebracht van het voor Renogen gunstige arrest geveld door het Hof van Beroep te Antwerpen en waarbij het oorsponkelijke vonnis van onwaarde werd verklaard jegens Renogen. De Advocaat van Renogen in deze zaak heeft daarop het Gekantonneerde bedrag teruggevraagd aan de tegenpartij. Er wordt verwacht dat deze gelden eerstdaags terug beschikbaar worden gesteld op de rekening van Renogen.
De huurwaarborg (5,9 K EUR) die in het verleden werd verstrekt aan Cofinimmo voor het kantoor in Anderlecht, werd in de loop van 2015 terugbetaald.
| 31-12-15 | 31-12-14 herwerkt (4) |
|
|---|---|---|
| € '000 | € '000 | |
| Grond-en hulpstoffen - Aanschaffingswaarde | 212 | 248 |
| Grond-en hulpstoffen - Waardeverminderingen | -10 | -10 |
| Grond-en hulpstoffen | 203 | 238 |
| Gereed product (certificaten) -werkelijke waarde | 976 | 504 |
| Gereed product (certificaten) - waardeverminderingen | - | - |
| Gereed product (certificaten) | 976 | 504 |
| Gereed product (houtpellets) -werkelijke waarde | 15 | 15 |
| Gereed product (houtpellets)- waardeverminderingen | - | - |
| Gereed product (houtpellets) | 15 | 15 |
| Reserve onderdelen - Aanschaffingswaarde | 1.128 | 860 |
| Reserve onderdelen - Waardeverminderingen | -258 | -210 |
| Reserve onderdelen | 870 | 650 |
| Totaal | 2.063 | 1.406 |
| Afgeschreven bedragen op voorraden tijdens de verslagperiode | -48 | -210 |
Naar aanleiding van de herwerkte omzeterkenning worden groenestroomcertificaten die al wel verworven zijn maar nog niet effectief geleverd en verkocht voortaan opgenomen als voorraad, gewaardeerd aan hun werkelijke waarde op balansdatum. In het geval van verplichte afnamecontracten zoals bij Renogen worden de verworven groenestroomcertificaten wel onmiddellijk erkend als omzet op het moment dat deze verworven zijn op basis van de productie.
Deze wijziging heeft voor wat betreft de geconsolideerde balans enkel een impact op de classificatie van bepaalde rubrieken met name een verschuiving van handelsvorderingen naar voorraden.
Het verbruik van grond- en hulpstoffen wordt geboekt in de kosten van de omzet onder "aankopen van biomassa". Wijzigingen in de voorraad gereed product (certificaten) worden geboekt in de kosten van de omzet onder "voorraadwijziging groenestroomcertificaten". Wijzigingen in de voorraad reserve onderdelen worden opgenomen in de kosten van de omzet onder "onderhoud en herstellingen" (cf. supra 1.2.8.3)
| 31-12-15 | 31-12-14 herwerkt (4) |
|
|---|---|---|
| € '000 | € '000 | |
| Handelsvorderingen | 2.850 | 3.766 |
| Te ontvangen BTW | 131 | 45 |
| Tegoeden van verzekeringsmaatschappijen | 0 | |
| Vooruitbetalingen | 18 | 72 |
| Vooruitbetaalde kosten | 22 | 17 |
| Subsidies | 0 | 0 |
| Overige vorderingen | 5 | 6 |
| Totaal | 3.026 | 3.906 |
(4) Cf. supra pagina 9
De handelsvorderingen betreffen voornamelijk de nog op te maken facturen voor de gegenereerde elektriciteit van de maand december, de uitstaande facturen m.b.t. verkochte groenestroomcertificaten en certificaten van origine bij 4HamCogen alsook de nog op te maken facturen voor de verworven groenestroomcertificaten van Renogen . De daling van de handelsvorderingen is toe te schrijven aan timing verschillen in de betaling door klanten.
| 31-12-15 | 31-12-14 | |
|---|---|---|
| € '000 | € '000 | |
| Niet vervallen | 2.737 | 3.743 |
| Minder dan 30 dagen vervallen | 82 | 7 |
| 30-60 dagen vervallen | 0 | 0 |
| 60-90 dagen vervallen | 0 | 8 |
| 90-120 dagen vervallen | 0 | 4 |
| Meer dan 120 dagen vervallen | 30 | 4 |
| Totaal | 2.850 | 3.766 |
De geldmiddelen en kasequivalenten van de Groep omvatten deposito's in contanten bij Belgische banken.
| 31-12-15 € '000 |
31-12-14 € '000 |
|
|---|---|---|
| Uitgegeven aandelen 7.593.794 gewone aandelen zonder nominale waarde (idem per einde 2014) |
20.948 | 20.948 |
| Volledig volstorte aandelen 7.593.794 gewone aandelen zonder nominale waarde (idem per einde 2014) |
20.948 | 20.948 |
Voor de door ons gekende verdeling van het aantal aandelen verwijzen we naar 1.2.8.29
| 31-12-15 | 31-12-14 | |
|---|---|---|
| € '000 | € '000 | |
| Langlopend | ||
| Leasingschulden | 280 | 328 |
| Totaal langlopende leningen | 280 | 328 |
| Kortlopend | ||
| Leasingschulden | 266 | 181 |
| Totaal kortlopende leningen | 266 | 181 |
| Totaal | 547 | 509 |
De rentedragende leningen beperken zich tot een aantal kleinere leasingdossiers met een totaal uitstaand bedrag per einde december 2015 van 547 K EUR.
Deze leaseschulden worden afgedekt door de activa waarop deze betrekking hebben.
Op 15 april 2014 bevestigden de kredietverstrekkers (KBC Bank NV, KBC Lease Belgium NV en ING Belgium NV) de onvoorwaardelijke en onherroepelijke vrijgave van de door hun gestelde zekerheden in een brief aan notaris Vroninks . Zij stelden daarbij op de hoogte te zijn van het feit dat, om onmiddellijke kosten te vermijden, er nog geen officiële akte van handlichting wordt opgemaakt en er bijgevolg geen melding gemaakt wordt bij het bevoegde hypotheekkantoor van de vrijgave van deze zekerheden zodat deze niet tegenstelbaar gemaakt zijn aan derden. De kredietverstrekkers geven in deze brief tevens hun onvoorwaardelijke toestemming aan Renogen SA, Amelbio SA en 4HamCogen NV om in de toekomst en op eerste verzoek handlichting te doen van de gestelde zekerheden bij de bevoegde hypotheekkantoren.
| Interestvoet | Uitstaand 31/12/2015 |
< 1 jaar | > 1 jaar | Totaal | Terugbetalings datum |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Amel (Renogen) | ||||||
| Caterpillar Financial Services (lease Bulldozer) ES Finance (autolease) |
2,70% 1,35% |
77 29 |
31 8 |
46 21 |
77 29 |
15/07/2018 2/09/2019 |
| Amel (AmelBio) | ||||||
| KBC Lease Fuel handling system | 5,60% | 223 | 108 | 115 | 223 | 20/11/2017 |
| Ham (4HamCogen) | ||||||
| ING Lease Bulldozer | 1,45% | 28 | 28 | 0 | 28 | 10/07/2016 |
| Ham (4Energy Invest) | ||||||
| Caterpillar Financial Services (lease Bulldozer) |
1,45% | 190 | 91 | 99 | 190 | 29/12/2019 |
| Totaal | 547 | 266 | 280 | 547 |
De overige schulden op lange termijn omvat de provisie die er werd aangelegd met betrekking tot een op aandelen gebaseerde management vergoeding waartoe beslist werd door de raad van bestuur (cf infra 1.2.8.29) in 2014. Deze op aandelen gebaseerde vergoeding is definitief verworven op datum van toekenning in geval van 'good leaver'.
| In '000 € | 31-12-15 | 31-12-14 |
|---|---|---|
| Totale schuld ten gevolge van de op aandelen gebaseerde vergoeding |
556 | 780 |
| 31-12-15 | 31-12-14 | |
|---|---|---|
| Aantal eenheden | 332.800 | 332.800 |
| 90-daags gemiddelde voor balansdatum in € | 2,67 | 3,35 |
| Referentieprijs (= 90 daags gemiddelde - 1€) | 1,67 | 2,35 |
| Huidige schuld in € | 555.665 | 780.453 |
Meer details omtrent deze op aandelen gebaseerde vergoeding zijn terug te vinden onder rubriek 4.16.8.1 (cf. supra)
| 31-12-15 € '000 |
31-12-14 € '000 |
|
|---|---|---|
| Handelsschulden Overige schulden |
2.925 539 |
2.795 1.018 |
| Totaal | 3.465 | 3.814 |
De handelsschulden betreffen de uitstaande facturen en de provisie voor vaststaande nog te ontvangen facturen.
De overige schulden omvatten ondermeer (i) de nog te betalen schulden met betrekking tot bezoldigingen, belastingen, BTW en sociale lasten, (ii) de overblijvende marktwaarde van de IRS met Belfius en (iii) de aangelegde provisies voor het verbruik van water in Amel en van de milieuheffing op het water in Ham alsook van de nog te betalen gridfee in Amel.
De Groep is in het kader van zijn normale bedrijfsactiviteiten blootgesteld aan het kredietrisico, het renterisico en het valutarisico.
• Kredietrisico
De groep hanteert een kredietbeleid en de blootstelling aan kredietrisico's wordt permanent gecontroleerd. Er worden voor alle klanten kredietbeoordelingen uitgevoerd, waarvoor een krediet boven een bepaald bedrag vereist is. De Groep vereist geen zakelijke zekerheid voor financiële activa.
Ondanks het feit dat de Groep zijn omzet realiseert met een beperkt aantal klanten die een belangrijk deel van de omzet uitmaken, is het kredietrisico beperkt omwille van het feit dat deze klanten financieel robuuste ondernemingen zijn en de betaaltermijnen kort zijn (14 à 30 dagen).
| 31-12-15 € '000 |
31-12-14 € '000 |
|
|---|---|---|
| Niet vervallen | 2.737 | 3.743 |
| Minder dan 30 dagen vervallen | 82 | 7 |
| 30-60 dagen vervallen | 0 | 0 |
| 60-90 dagen vervallen | 0 | 8 |
| 90-120 dagen vervallen | 0 | 4 |
| Meer dan 120 dagen vervallen | 30 | 4 |
| Totaal | 2.850 | 3.766 |
Verder heeft de groep ook nog een blootstelling m.b.t. de beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten voor een totaalbedrag van 1.648 K EUR.
Het liquiditeitsrisico is het risico dat de Groep niet in staat zal zijn om haar financiële verplichtingen na te komen op de vervaldag. De aanpak van de Groep voor liquiditeitenbeheer bestaat erin zoveel mogelijk te zorgen dat zij altijd over voldoende liquide middelen beschikt om haar verplichtingen op de vervaldag na te komen, in normale omstandigheden, zonder onaanvaardbare verliezen te lijden. De Groep houdt voldoende reserves van geldmiddelen en op korte termijn invorderbare handelsvorderingen aan om op elk moment aan haar liquiditeitsbehoeften te kunnen voldoen.
| In '000 € | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Terugbetaling van leaseschulden | 266 | 188 | 55 | 37 |
| Betaling van intresten verbonden met deze leaseschulden |
||||
| 13 | 5 | 0 | 0 | |
| Totaal financiële verplichtingen | 279 | 193 | 56 | 37 |
Daarnaast beschikt de Groep over bepaalde ongebruikte doorlopende bevestigde kredietfaciliteiten met name een gemengde kredietlijn van EUR 2,0 miljoen die werd aangegaan met BNP Paribas Fortis en die van onbepaalde duur is.
| Codebitie 4Energy Invest, 4HamCogen, Renogen en Amelbio |
Interestvoet | Uitstaand 31/12/2015 |
< 1 jaar | > 1 jaar | Totaal | Terugbetalings datum |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemengd krediet: 2 Mio EURO (straight loan, kaskrediet/ garantie) |
Straight loan (cost of funds + 2,00%); Kaskrediet (Euribor +2,75%); garantie (1,5%) |
665 | 665 | 665 | onbepaald; per einde 2015 enkel garanties |
Onder het gemengd krediet van EUR 2,0 miljoen, levert BNP Paribas Fortis een bankgarantie af ten voordele van het Waals Gewest voor een bedrag van 655 K EUR. Deze garantie dekt een mogelijke opruimingskost in geval van faling van de onderneming Renogen.
De maximale gebruikslimiet van het gemengd krediet van EUR 2,0 miljoen wordt maandelijks herberekend op basis van een Borrowing Base die als volgt wordt bepaald en de som vormt van:
• 80% van de gefactureerde vorderingen uit de verkoop van elektriciteit en die niet ouder zijn dan 30 dagen na factuurdatum;
• 90% van de groenestroomcertificaten waarop 4HamCogen op berekeningsdatum (15e van de maand) recht heeft op basis van de elektriciteitsproductie uit de verbranding van de door de VREG aanvaarde biomassa en die wordt toegekend door de VREG met uitsluiting van de groenestroomcertificaten die al verkocht werden door 4HamCogen en waarvoor de betaling reeds ontvangen werd en met uitsluiting van groenestroomcertificaten gerelateerd aan de productie van elektriciteit die meer dan 3 maanden geleden tot stand kwam;
• 50% van de groenestroomcertificaten waarop Renogen op berekeningsdatum (15e van de maand) recht heeft op basis van de elektriciteitsproductie uit de verbranding van de door de CWAPE aanvaarde biomassa en die wordt toegekend door de CWAPE met uitsluiting van de groenestroomcertificaten die al verkocht werden door Renogen en waarvoor de betaling reeds ontvangen werd en met uitsluiting van groenestroomcertificaten gerelateerd aan de productie van elektriciteit die meer dan 6 maanden geleden tot stand kwam.
De maximale gebruikslimiet binnen de grenzen van dit gemend krediet van EUR 2,0 miljoen wordt minstens één maal per maand aangepast door BNP Paribas Fortis op basis van een berekeningsmodule en na ontvangst van de door hun gevraagde informatie. Deze limiet bedroeg 1.994 K EUR op balansdatum.
Op semestriële basis zal er een controle uitgevoerd worden door het Borrowing Base team van BNP Paribas Fortis.
Om de verplichtingen uit hoofde van het gemengd krediet met BNP Paribas Fortis zeker te stellen, heeft 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen de volgende garanties gegeven:
• Een pand op handelszaak tbv een totaal van 2.000.000 euro (+10% aanhorigheden) op de handelszaken van Renogen SA, Amelbio SA en 4HamCogen NV in rang na de gevestigde zekerheden met een onderhandse afstand door deze partijen van hun zekerheid en met uitdrukkelijke verwijzing naar de groenestroomcertificaten (GSC's) in de tekst;
• Een verpanding van alle huidige en toekomstige vorderingen uit de verkoop van elektriciteit voor Renogen SA en 4HamCogen NV;
• Een verpanding van de bestaande en toekomstige vorderingen uit de verkoop van groenestroomcertificaten voor Renogen SA en 4HamCogen NV;
• Een verpanding van de rekeningen van Renogen SA en 4HamCogen NV waarop de GSC's betaald worden;
• Een verbintenis om alle GSC's in Vlaanderen aan INFRAX te verkopen;
• Een verpanding van het vorderingsrecht van de klant op de CWAPE tot aflevering van de GSC's.
Op de balansdatum heeft de Groep de volgende liquiditeitsbronnen beschikbaar:
geldmiddelen en kasequivalenten (cf. 1.2.8.20): 1.648 K EUR (2014: 808 K EUR)
ongebruikte doorlopende kredietfaciliteiten: 1.329 K EUR (2014: 950 K EUR)
De groep is niet langer blootgesteld aan valutarisico aangezien alle activiteiten in het buitenland werden stopgezet en ze enkel handelt met de euro als munt.
De Groep had in het verleden voor al zijn financiële schulden bij Renogen en 4HamCogen contracten afgesloten in euro en met variabele rente. Tegen mogelijke wijzigingen had ze zich ingedekt door middel van een aantal IRS-contracten.
Deze financiële schulden werden in 2014 overgenomen door de investeerders (Gimarco NV en LRM NV) van de kredietverstrekkers (ING EN KBC) en vervolgens ingebracht in het kapitaal van 4Energy Invest. Op datzelfde ogenblik werden ook alle IRS-contracten geannuleerd door diezelfde kredietverstrekkers zonder kost voor 4HamCogen en Renogen op uitzondering van één renteswap contract bij Renogen met Belfius bleef wel overeind.
Deze renteswap wordt gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde direct worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
| Rentevoet | Datum | Referentiebedrag | Einddatum | Marktwaarde | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Contract | ingedekt | Contract | 31/12/2015 | |||
| (in euro) | (in euro) | |||||
| Belfius Renogen |
Amel I | 4,5280% | 20/08/2007 | 8.146.000 | 18/08/2017 | -67.864 |
Verwachte kasstromen (uitgaven) in verband met dit IRS-contract in '000 €
| Verwachte kasstroom 2016 |
Verwachte kasstroom 2017 |
|
|---|---|---|
| IRS-contract Belfius | 53 | 15 |
Het bedrag aan voorzieningen per einde 2015 bedraagt 242,2 K EUR (per einde 2014: 411,9 K EUR) en omvat een provisie voor de volgende hangende geschillen:
• MIG Bvba: Gegeven de negatieve evolutie van de prijs/kwaliteit van de biomassa in het verleden en in het bijzonder in 2013, werd de dienstverleningsovereenkomst tussen AmelBio SA en MIG BVBA, vertegenwoordigd door Rob Wouters, met betrekking tot de aankoop van biomassa stopgezet en werd de contractuele opzegvergoeding van 2 maanden betaald. MIG BVBA heeft achteraf een vordering ingesteld voor bijkomende (schade)vergoeding bestaande uit variabele vergoedingen voor de jaren 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 en bijkomende verbrekingsvergoedingen voor een totaal bedrag van 326 K EUR. Deze vordering is en wordt door de vennootschap AmelBio volledig betwist.
Op 27 april 2015 veroordeelde de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel AmelBio tot de betaling van een bedrag in hoofdsom van 20 K EUR meer interest aan de wettelijke voet vanaf 16 januari 2014 tot aan de dag van integrale betaling, alsook van een dagvaardingskost en rechtsplegingsvergoeding van in totaal 8,1 K EUR. Tegen deze uitspraak heet MIG Bvba beroep aangetekend voor het Hof van Beroep te Brussel op 26 oktober 2015. Het Hof van Beroep heeft in zijn zitting van 30 november 2015 nieuwe conclusietermijnen bepaald. Een uitspraak in deze zaak wordt ten vroegste in het laatste kwartaal van 2016 verwacht. De vennootschap is van mening dat er geen redenen zijn om de in 2014 aangelegde provisie van 42 K EUR aan te passen;
• LNE (Vlaamse Overheid: Departement Leefmilieu, Natuur en Energie): Op 18 november 2013 maakte de toezichthouder van de afdeling Milieu-inspectie een proces-verbaal op voor een inbreuk op de milieuwetgeving dat werd vastgesteld bij het bedrijf 4HamCogen. In het proces-verbaal wordt melding gemaakt van een schending van de reglementering inzake de milieuhygiëne (overschrijding van de emissiegrenswaarden voor de parameter "totaal stof" aan de schoorsteen van de wervelbedoven van de biomassacentrale). De procureur des Konings besliste om niet over te gaan tot de strafrechterlijke behandeling van het vastgestelde milieudelict en maakte het dossier over aan LNE met het oog op een bestuurlijke beboeting. De Vennootschap heeft de nodige maatregelen genomen om de vastgestelde inbreuk te remediëren en onderzoekt hoe ze het vastgestelde probleem in de toekomst kan vermijden. Intussen worden er op regelmatige basis metingen uitgevoerd waaruit blijkt dat 4HamCogen de norm uit de milieuwetgeving respecteert. Uiteindelijk werd er een boete opgelegd van 1 K EUR.
In februari 2015 ontving 4HamCogen een proces-verbaal in verband met "geurhinder" van een openbare gracht die afkomstig zou zijn van verontreinigd watervan de overloop van het opvangbekken voor regenwater op het bedrijfsterrein van het naburige bedrijf Agricon. Het pv werd verstuurd naar de procureur des Konings en tot op heden heeft de vennootschap geen feedback meer ontvangen.
Op 31 maart 2015 ontving 4HamCogen een proces-verbaal van de milieu-inspectie omtrent verschillende inbreuken van de milieuhygiënewetgeving die werden vastgesteld na verschillende inspecties in maart 2015. Meer specifiek gaat het om de volgende vaststellingen: (i) de opslag en manipulaties van vliegassen en bodemassen geeft aanleiding tot de verspreiding van fijn stof in de omgevingslucht, (ii) er is geen controle-inrichting aanwezig die toelaat het geloosde bedrijfsafvalwater via lozingspunt 2 kwalitatief te controleren, (iii) het terrein is niet volledig omheind en bijgevolg vrij toegankelijk voor onbevoegden en (iv) er is geen groenscherm/groenbuffer aangeplant.
Ondertussen heeft de vennootschap voor een aantal van bovenstaande opmerkingen reeds corrigerende maatregelen genomen of is van plan deze op korte termijn te nemen. Het proces-verbaal werd overgemaakt aan het parket, dat reeds heeft laten weten de inbreuken niet verder te vervolgen maar het dossier over te maken aan de Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) voor verdere afhandeling die mogelijks een alternatieve bestuurlijke geldboete zal opleggen aan de vennootschap.
Met betrekking tot bovenstaande vastgestelde inbreuken had de vennootschap reeds een voorziening aangelegd van 200k EUR in de financiële informatie per 31 december 2014. Hoewel de "alternatieve bestuurlijke geldboete" met betrekking tot de vastgestelde inbreuken in de eerste proces-verbaal van november 2013 slechts 1k EUR bedraagt heeft de vennootschap de voorziening van 200k EUR aangehouden per 31 december 2015, en dit omwille van de overige lopende pv's die ontvangen werden in de loop van 2015 met mogelijks nieuwe en hogere boetes tot gevolg.
De vennootschap beschouwt de huidige voorziening als de best mogelijke inschatting op basis van de huidige beschikbare informatie en de input van haar adviseurs.
De voorziening die in het verleden werd aangelegd met betrekking tot Beckers NV (cf. jaarverslag 2014 onder de rubriek 1.2.7.27 "Voorzieningen" werd teruggenomen op basis van het voor Renogen gunstige arrest dat geveld werd door het Hof van Beroep te Antwerpen en waarvan Renogen op 12 april op de hoogte werd gebracht en waarbij het oorsponkelijke vonnis van onwaarde werd verklaard jegens Renogen.
De voorziening aangelegd in 2014 van 29,7 K EUR voor een geplande herschikking van het financieel departement werd in het afgelopen boekjaar tegengeboekt naar aanleiding van de effectieve uitvoering van deze herschikking in 2015.
Het gemiddelde aantal werknemers en de betaalde vergoedingen voor de jaren afgesloten op 31 december 2015 en 31 december 2014 zijn als volgt:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| herwerkt (4) | ||
| € '000 | € '000 | |
| Gemiddeld aantal werknemers (vast dienstverband) | 37,2 | 37,3 |
| Lonen en salarissen | 1.208 | 1.213 |
| Sociale zekerheid | 577 | 496 |
| Andere personeelskosten | 244 | 232 |
| Vrijstelling bedrijfsvoorheffing (loonkostvermindering) | -130 | -106 |
| Provisie (terugname provisie) herstructurering | -30 | 0 |
| Geactiveerde personeelskosten | -39 | 0 |
| Overige recuperatie loonkosten | -5 | -15 |
| Totaal | 1.825 | 1.820 |
| Gemiddeld aantal interims | 17,8 | 14,4 |
| Kost interims | 899 | 743 |
De kosten voor het eigen personeel bleven nagenoeg ongewijzigd. Het aantal interims daarentegen alsook de kosten daaraan verbonden stegen voornamelijk als gevolg van de acties die Renogen ondernam en nog steeds onderneemt met betrekking tot de verwijdering van restfracties van plastiek in de biomassa en de extra controles die werden en nog steeds worden uitgevoerd in het labo en dewelke verbonden zijn met de milieustakingsvordering die werd ingediend door de gemeente Amel (cf infra 1.2.8.30 "Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum").
Er zijn geen andere verbintenissen dan deze reeds eerder vermeld.
Tenzij anders vermeld vindt de afwikkeling van de transacties plaats in cash, zijn er geen uitstaande saldi, zijn de saldi vrij van interest, werden er geen zekerheden of garanties verstrekt en werden geen voorzieningen of lasten voor oninbare of dubieuze vorderingen opgenomen
Op basis van de laatst ontvangen officiële transparantieverklaringen dd 22 mei 2014 hebben Philiep Van Eeckhout (permanent vertegenwoordiger van VEM BVBA) en Gimarco NV die door Philiep van Eeckhout wordt gecontroleerd en de Limburgse Reconversiemaatschappij een aandelenbelang zoals aangegeven in de tabel hieronder:
| Aandeelhouder | Datum Transparantie Verklaring |
Aantal Aandelen |
Aantal stemrechten |
% |
|---|---|---|---|---|
| Philiep Van Eeckhout/ Gimarco NV | 22 mei 2014 | 6.116.000 | 6.116.000 | 80,54% |
| Limburgse Reconversiemaatschappij NV | 22 mei 2014 | 1.033.000 | 1.033.000 | 13,60% |
| Ci2i BVBA | 51 | 51 | 0,00% | |
| Enerpro Sprl | 2 | 2 | 0,00% | |
| Free Float | 22 mei 2014 | 444.741 | 444.741 | 5,86% |
| Totaal | 7.593.794 | 7.593.794 | 100% |
De vennootschap wordt gecontroleerd door Gimarco NV met als ultimieme aandeelhouder Philiep Van Eeckhout. Hij bezit in totaal 80,54 % van de aandelen en stemrechten. Philiep Van Eckhout is tevens lid van de raad van bestuur. Daarnaast heeft de vennootschap tevens een aandeelhouder die geen controle heeft maar een invloed van betekenis uitoefent, namelijk de Limburgse Reconversiemaatschappij NV (LRM NV). Zij bezit een deelneming van 13,60 % en wordt vertegenwoordigd in de raad van bestuur door Stijn Bijnens.
Er werd in 2015 geen dividend uitbetaald.
In 2015 vonden er tevens transacties plaats met Gimarco NV als met LRM NV. De transacties met deze aandeelhouders worden hierna besproken (met uitzondering van die transacties in hun hoedanigheid als lid van de raad van bestuur die besproken worden bij de transacties met managers op sleutelposities).
Er werden geen leningen verstrekt tussen de moeder en haar ultieme controlerende aandeelhouder.
Sedert 2014 wordt er beroep gedaan op de diensten van Gimarco NV voor specifiek operationele aangelegenheden en commerciële ontwikkelingen. In 2015 werden er transacties uitgevoerd voor een bedrag van 125 K EUR (idem als in 2014)
In het verleden werd voor wat betreft dagelijks juridisch advies voornamelijk gewerkt met externe advocaten. Sinds 2014 wordt er beroep gedaan op de juridische dienst van LRM. In 2015 werden er transacties uitgevoerd voor een bedrag van 25 K EUR (idem als in 2014).
Jaarlijks wordt er een evaluatie gedaan van beide dienstverleningen en kan het contract indien nodig/wenselijk worden stopgezet mits een opzegperiode van 3 maand. De diensten die zijn geleverd door alle verbonden partijen zijn zakelijke, objectieve transacties voor dit type van diensten.
| Voor de 12 maanden | Uitstaand saldo per | Voor de 12 maanden | |
|---|---|---|---|
| afgesloten op | 31-12-15 (*) | afgesloten op | |
| 31-12-15 | 31-12-14 | ||
| € '000 | € '000 | € '000 | |
| Gimarco NV | 125,0 | 151,3 | 125,0 |
| LRM NV | 25,0 | 30,3 | 25,0 |
(*) inclusief gefactureerde BTW
4Energy Invest heeft geen dochtervennootschappen die niet in de consolidatie zijn opgenomen. Ze heeft ook geen joint ventures noch geassocieerde ondernemingen.
Transacties en uitstaande saldi tussen de vennootschap en haar dochterondernemingen werden in de consolidatie geëlimineerd en worden daarom niet besproken.
Managers op sleutelposities omvat de leden van de raad van bestuur en het management. Een overzicht van deze personen wordt gegeven in hoofdstuk 4.16.
Volgende tabel geeft een overzicht van de beloning voor managers op sleutelposities, waarbij de vermelde bedragen de kosten zijn zoals deze in de jaarrekening werden erkend:
| Voor de 12 maanden | Uitstaand saldo per | Voor de 12 maanden | |
|---|---|---|---|
| afgesloten op | 31-12-15 (*) | afgesloten op | |
| 31-12-15 | 31-12-14 | ||
| € '000 | € '000 | € '000 | |
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 140,0 | 42,4 | 110,8 |
| - vaste vergoeding | 140,0 | 110,8 |
Er zijn geen variabele vergoedingen bepaald voor de niet-uitvoerend bestuurders.
| Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-15 € '000 |
Uitstaand saldo per 31-12-15 (*) € '000 |
Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-14 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 454,9 | 44,3 | 622,3 |
| - vaste vergoeding | 447,9 | 441,3 | |
| - variabele vergoeding | 7,0 | 181,0 |
De Raad van Bestuur besliste om een variabele vergoeding toe te kennen over het boekjaar 2015 aan de CFO en COO van de vennootschap voor een totaal bedrag van 7 K EUR.
De Raad van Bestuur besliste in 2014 een op aandelen gebaseerde vergoeding uit te werken voor CI2I BVBA en JFMeys sprl ten einde de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. In lijn met IFRS2 werd er hiervoor in 2014 een provisie aangelegd van 780 K EUR (cf supra 1.2.7.15 en 1.2.8.23). In 2015 werd deze provisie herrekend op basis van de principes (cf infra 4.16.8.1) opgenomen in deze overeenkomst waardoor er een terugname geboekt werd van 225 K EUR.
Er vonden geen andere transacties plaats met managers op sleutelposities.
In 2015 hebben er geen transacties plaatsgevonden met nauwe verwanten (al dan niet via entiteiten onder hun controle) van de ultieme aandeelhouder en van een lid van het management.
De volgende belangrijke gebeurtenissen vonden plaats in 2016:
Er werd op het niveau van Renogen SA door de gemeente Amel op 6 maart 2015 bij de rechtbank van eerste aanleg van Eupen een milieu-stakingsvordering ingediend met als doel Renogen SA te verbieden de biomassa komende van composteerbedrijven, meer bepaald de zeefoverloop na compostering die een beperkt percentage plastiek bevat, te verbranden.
Op 22 januari 2016 heeft de rechter van Eupen zijn vonnis bekend gemaakt. De procedure voor de controle van de biomassasamenstelling die door Renogen in het kader van de vernieuwde exploitatievergunning werd ingevoerd, zijnde het manueel uitsorteren van plastiek, werd intussen reeds 6 maal gecontroleerd door de gemeente Amel telkens met een goed resultaat. De dwangsom van €10.000 per week, die door de rechtbank bij niet naleving van de vergunde biomassakwaliteit werd opgelegd, is dus naar aanleiding van deze controles niet van toepassing. Aangezien Renogen deze procedure zal aanhouden tijdens de hele transitieperiode worden er op vlak van deze controles geen problemen verwacht.
Aangezien er in het vonnis van de rechtbank van Eupen zaken zijn opgenomen die vatbaar zijn voor interpretatie, heeft Renogen in samenspraak met haar raadslieden beslist om in beroep te gaan voor de rechtbank van Luik. De verwachting is dat dit beroep nog in 2016 gepleit zal worden.
In parallel met bovenstaande milieustakingsvordering m.b.t. Renogen SA werd ook Artikel 65 gelanceerd door de Waalse administratie (Département des Permis et Autorisation). De aanpassing van een vergunning onder Artikel 65 is enkel mogelijk voor een exploitant die binnen zijn exploitatievergunningen functioneert. De procedure werd gelanceerd omwille van de onduidelijkheid van de definities van de verschillende stromen van biomassa. De uitkomst van deze procedure heeft op 7 september 2015 geleid tot een aanpassing aan de exploitatievoorwaarden van Renogen SA. Ondertussen heeft Renogen een eerste inschatting gemaakt van wat de nodige investeringen zijn om aan de nieuwe exploitatievoorwaarden (emissies) te kunnen voldoen. Grootteorde gaat het om een investering van minimum 5 M€ om beide roosterovens uit te rusten met een nieuw systeem van rookgaswassing. De geplande werken noodzaken echter ook een stilstand van 1 tot 2 maanden in de eerste helft van 2017.
Anderzijds heeft Renogen SA op 2 november 2015 een procedure voor de Raad van State gelanceerd aangezien er volgens haar fouten, inconsistenties en onduidelijkheden zijn opgenomen in de nieuwe vergunning van 7 september 2015, vooral wat betreft de transitieperiode van 22 maanden vanaf ontvangst van de vergunning. Wat betreft de bijkomende emissienormen die na 22 maanden dienen gerealiseerd te worden, gaat Renogen niet in beroep aangezien dit kadert in haar strategie om hernieuwbare stromen te valoriseren die eindeleven zijn en dus vaak een beperkte verontreiniging bevatten (zoals bijv. plastiek in de zeefoverloop na compostering).
Ondertussen heeft Renogen op 25 februari 2016 een brief gekregen van DPC (Departement de la police et des contrôles) met daarin de melding dat zij twee metingen hebben ontvangen van ISSeP (labo van Waalse overheid) die de nieuw opgelegde tussentijdse norm van 0,5 ng/Nm³ overschrijden en dat Renogen in overeenstemming met de vergunning van 7 september 2015 de installatie dient stil te leggen. Aangezien Renogen zelf 12 metingen heeft laten uitvoeren sinds september 2015 conform haar nieuwe vergunning van 7 september 2015 door een erkend labo en dat deze allemaal beneden deze norm liggen, heeft Renogen formeel protest aangetekend en bijgevolg haar installatie niet stilgelegd. Ondertussen heeft de gemeente Amel op 16 maart 2016 artikel D149 gelanceerd van de milieuwetgeving. Artikel D149 stipuleert dat er sprake moet zijn van, na grondig onderzoek, onmiddellijke en ernstige schade aan de gezondheid van de omwoners, alvorens een stopzetting van de activiteiten afgedwongen kan worden. Renogen heeft haar argumenten in het kader van deze procedure schriftelijk overgemaakt aan de Gemeente Amel op 18 maart 2016. Aangezien deze zaak volgens Renogen volledig ongegrond is, zal Renogen in de toekomst alle rechtsmiddelen blijven inzetten om haar tegen eventuele negatieve beslissingen te blijven verdedigen.
Ondertussen voert Renogen haar actieplan voor een nieuw systeem van rookgaswassing verder uit. Zo heeft Renogen een nieuwe vergunning voor de bouw van deze installatie (ter vervanging van haar huidig filtersysteem) ingediend op 11 maart 2016.
Alhoewel de vennootschap een positieve afloop verwacht, kan er geen zekerheid gegeven worden omtrent het resultaat van de lopende procedures i.v.m. de milieuproblematiek bij Renogen (zoals hierboven beschreven) en een negatieve uitspraak zou potentieel een materieel effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de bedrijfsresultaten en kasstromen van Renogen. Omwille van de complexiteit van deze aangelegenheid en het ontbreken van een duidelijke basis voor het voorspellen van de uitkomsten, kunnen wij geen zinvolle orde van grootte van mogelijke verliezen of uitstromen van kasmiddelen opgeven die eventueel zouden kunnen volgen uit een ongunstige uitkomst.
Renogen heeft in het kader van de wet van 30 november 2006, Art 15octies § 2, van de Waalse overheid ter promotie van elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare bronnen, op basis van de goedkeuring door de CwaPE op 24 februari 2016, een KECO bekomen van 3,239. Deze KECO heeft een multiplicatie effect op het huidige algoritme van groenestroomcertificaten (dat verder volledig ongewijzigd blijft). Deze bijkomende steun gaat in vanaf het derde kwartaal 2015. De raming is dat dit een eenmalige bijkomende opbrengst zal genereren in 2016 van 2,38 M€ van zodra de groenestroomcertificaten effectief geleverd en verkocht worden.
De bijkomende steun heeft een positieve jaarlijkse impact op de omzet van de vennootschap Renogen en dit voor de resterende looptijd van de groenestroomcertificaten (einde 2021 voor Amel I en einde 2022 voor Amel II). Bij een gelijkblijvend productieprofiel en alle andere parameters hetzelfde ten opzichte van 2015 is de huidige inschatting dat de omzet in 2016 met ongeveer 4,56 M€ zal stijgen (exclusief de correctie over het 3de en 4de kwartaal van 2015) omwille van de bijkomende steun. Deze bijkomende omzet zal onder andere ook toelaten om het nieuwe systeem voor rookgaswassing te financieren.
De warmtecontracten met de industriële buren Delhez Bois en Belwood zijn in onderhandeling, maar voorlopig werd er nog geen akkoord bereikt omtrent de prijs voor de warmte. Sinds 1 januari 2016 is er bijgevolg geen warmteafname. Gegeven het huidige systeem van groenestroomcertificaten, inclusief KECO, heeft dit momenteel slechts een heel beperkte financiële impact.
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| € '000 | € '000 | |
| Resultaat van de periode | 583 | 40.346 |
| Gewogen gemidd. Aantal aandelen | 7.593.794 | 5.397.882 |
| Winst/aandeel | 0,08 | 7,47 |
| Verwaterde winst/aandeel | 0,08 | 7,47 |
Het aantal uitstaande aandelen wijzigde in de loop van 2014 (cf. 1.2.5.1 in jaarverslag 2014 "Algemene informatie en groepsstructuur"). Voor de berekening van het gewogen gemiddelde aantal aandelen werd er een simulatie gemaakt rekening houdende met de aandelensplitsing vanaf aanvang van het boekjaar.
Dit verslag is op 22 april 2016 door de raad van bestuur opgesteld krachtens artikel 119 van het Belgische Wetboek van vennootschappen, voor voorlegging op de jaarlijkse algemene vergadering van 26 mei 2016.
Geachte Aandeelhouder,
Wij hebben het genoegen u de geconsolideerde financiële jaarrekening voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 te presenteren.
De hogere elektriciteitsprijzen in 2015 vergeleken met 2014 (+9,3%), een hogere verkoop aan Ecopower en een bijkomende verbetering met betrekking tot de aankoop van biomassa, maar anderzijds (i) de lagere productie van de warmtekrachtkoppelingsinstallaties van Amel en Ham (- 5,7%), (ii) de hogere onderhoudskosten (+12,6%) en (iii) de verhoging van de personeelskost (+6,3%) hebben uiteindelijk geresulteerd tot een stijging van de operationele resultaten (EBITDA exclusief impact IFRS 2) met 11,3%.
Doordat de situatie op de markt van houtpellets niet verbeterd is, bleef de Amel III installatie buiten gebruik in 2015.
De commerciële overeenkomst afgesloten tussen 4HamCogen NV en Ecopower CVBA voor de levering van energie werd per einde 2015 met 1 jaar verlengd.
De overeenkomst met Axpo afgesloten einde 2013 voor wat betreft de levering van elektriciteit werd verlengd met 1 jaar tot einde 2016.
Door de externe herfinancieringsoperatie van april 2014, verbeterde de financiële positie van de groep op geconsolideerd niveau in belangrijke mate. Door deze operatie en de daarop volgende kapitaalsverhoging op niveau van 4Energy Invest werd de holding eigenaar van de vorderingen
2 Alle bedragen in deze sectie betreffen geconsolideerde cijfers volgens IFRS.
die de kredietverstrekkers in het verleden hadden op Renogen en 4HamCogen. Tijdens het jaar werd er door 4Energy Invest een ruling aangevraagd om deze vorderingen door 4Energy Invest in te brengen in het kapitaal van haar beide dochtervennootschappen aan economische/realisatiewaarde. De vennootschap ontving hierop een positieve beslissing waardoor de voorgenomen verrichtingen niet resulteren in een abnormaal of goedgunstig voordeel. Beide kapitaalsverhogingen voor Renogen en 4HamCogen werden daarop doorgevoerd in de loop van de maand december waardoor beide vennootschappen terug kunnen aanknopen met een positief eigen vermogen.
De groep is nog steeds blootgesteld aan de algemene risico's zoals vermeld in het gelijkwaardig Informatiedocument dewelke terug te vinden is op de website van 4Energy Invest onder de rubriek investeerders/informatie aandeelhouders/gelijkwaardig informatiedocument ).
Eén van de risico's vermeldt in het gelijkwaardig Informatiedocument betrof het risico met betrekking tot de intra-groepsfinancieringsstructuur en de mogelijke fiscale gevolgen van een eventuele interne schuldherschikking waarbij een onmiddellijke cash-impact het voortbestaan van de Groep in het gedrang zou kunnen brengen.
Voor deze verdere interne schuldherschikking werd er eerst een rulingaanvraag ingediend bij de Federale Overheidsdienst Financiën (Dienst Voorafgaande Beslissingen). Daarbij werd nagegaan of de transactie die in 2014 werd doorgevoerd bij 4Energy Invest (met name de inbreng in natura van de overgenomen vorderingen door Gimarco/LRM in het kapitaal van 4Energy Invest aan economische/realisatiewaarde) op gelijkaardige manier kon worden doorgevoerd naar de dochterondernemingen van 4Energy Invest (met name Renogen en 4HamCogen). De aanvraag strekte ertoe een voorafgaande beslissing te bekomen waarin bevestigd werd dat (i) de voorgenomen verrichting niet zou resulteren in een abnormaal of goedgunstig voordeel zoals bedoeld in de artikelen 26,79 en 207, tweede lid WIB92 of een correctie van het belastbaar resultaat op grond van artikel 185, §2 WIB92; (ii) de voorgenomen inbrengen resulteren in een verhoging van het fiscaal gestort kapitaal in de zin van artikel 184 WIB92 tot beloop van de economische/realisatiewaarde van de in te brengen vorderingen; en (iii) de voorgenomen verrichtingen geen fiscaal misbruik uitmaken in de zin van artikel 344, §11 WIB 92 en verantwoord zijn door andere motieven dan het ontwijken van inkomstenbelastingen in de zin van voormeld artikel. Er werd een positieve ruling ontvangen op 17 september 2015. Als vervolg hierop, werden er kapitaalsverhogingen doorgevoerd bij Renogen en 4HamCogen door 4Energy Invest door inbreng van diens vorderingen op haar dochtervennootschappen aan economische/ realisatiewaarde en dit op 3 december 2015 waardoor beide dochtervennootschappen terug aanknopen met een positief eigen vemogen.
Momenteel zijn de belangrijkste onzekerheden voor de groep:
Wetgevend kader voor hernieuwbare energie;
Milieustakingsvordering op niveau van Renogen ingediend door de gemeente Amel;
Meer informatie over deze punten bevindt zich ook in items 2.4, 2.5 en 2.6.
De geconsolideerde jaarrekening handelt over de groep van entiteiten die er per 31 december 2015 uitzag als volgt:
(*) AmelBio SA bezit 1 aandeel Renogen SA
(**) Renogen SA bezit 1 aandeel 4HamCogen NV
(***) Renogen SA bezit 1 aandeel AmelBio SA
De geconsolideerde financiële jaarrekening weerspiegelen de volgende status van de verschillende investeringsprojecten van 4Energy Invest per 31 december 2015:
Momenteel loopt er één belangrijk project met betrekking tot de bestaande installaties te Amel. Grootteorde gaat het om een verwachte investering van ongeveer 5 M EUR om beide roosterovens uit te rusten met een nieuw systeem van rookgaswassing. De geplande werken noodzaken echter ook een stilstand van 1 tot 2 maanden in de eerste helft van 2017.
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening | 31-12-15 | 31-12-14 |
|---|---|---|
| in '000 € | herwerkt (4) | |
| Omzet | 16.992 | 18.796 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 19 | 304 |
| Inkomsten | 17.011 | 19.100 |
| Kosten van de omzet | -10.720 | -12.841 |
| Personeelskosten | -2.724 | -2.563 |
| Overige bedrijfskosten | -1.643 | -2.948 |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten excl. Afschrijvingen, | ||
| waardeverminderingen en voorzieningen | 1.925 | 747 |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten excl. Afschrijvingen, | ||
| waardeverminderingen en voorzieningen (excl. Impact IFRS 2) |
1.700 | 1.528 |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen | -1.292 | -1.526 |
| Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa | 0 | -490 |
| Bedrijfsresultaat | 633 | -1.269 |
| Financiële inkomsten | 85 | 42.814 |
| Financiële kosten | -131 | -1.195 |
| Financieel Resultaat | -46 | 41.620 |
| Resultaat voor belasting | 586 | 40.350 |
| Inkomstenbelasting | -3 | -4 |
| Resultaat van de periode | 583 | 40.346 (1) |
| Resultaat van de periode (excl. Impact interestderivaten) (2) Resultaat van de periode (excl. Impact interestderivaten & |
500 | 38.571 |
| IFRS2) (3) | 275 | 39.351 |
| Toerekenbaar aan: | ||
| Aandeelhouders van 4Energy Invest | 583 | 40.346 |
Geconsolideerde winst- en verlies rekening van 4Energy Invest voor de jaren afgesloten op 31 december 2015 en 31 december 2014.
(1) Het netto resultaat in 2014 werd op een niet recurrente manier beïnvloed door de verwerking van de schuldherstructurering (cf jaarverslag over boekjaar 2014).
Deze wijziging heeft enkel een impact op de classificatie van bepaalde rubrieken in de geconsolideerde balans, resultatenrekening en het kasstroomoverzicht doch heeft geen impact op het netto geconsolideerd resultaat en het geconsolideerd eigen vermogen van de groep voor wat betreft 2013, 2014 en 2015.
Tesamen met deze rechtzetting omtrent omzeterkenning worden voortaan de verminderingen voor bedrijfsvoorheffing, gewaarborgd loon alsook compensaties ontvangen voor opleiding, die voordien geboekt werden als overige bedrijfsinkomsten, in mindering gebracht van de personeelskosten.
De impact van deze rechtzetting kan als volgt weergegeven worden:
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening | 31-12-14 | 31-12-14 zoals |
Wijziging |
|---|---|---|---|
| in '000 € | herwerkt (4) | gerapporteerd | |
| Omzet | 18.796 | 17.753 | 1.042 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 304 | 426 | -122 |
| Inkomsten | 19.100 | 18.180 | 920 |
| Kosten van de omzet | -12.841 | -11.799 | -1.042 |
| Personeelskosten | -2.563 | -2.685 | 122 |
| Overige bedrijfskosten | -2.948 | -2.948 | 0 |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten excl. Afschrijvingen, | |||
| waardeverminderingen en voorzieningen | 747 | 747 | 0 |
De omzet van € 16,99 miljoen tijdens het jaar 2015 ligt 9,6% lager dan in het jaar 2014 (€ 18,80 miljoen) maar wordt grotendeels beïnvloed door het moment van omzeterkenning (effectieve levering en facturatie) van de groenestroomcertificaten van 4HamCogen (in het jaar 2014 werden de groenestroomcertificaten gerelateerd aan 14 maanden productie erkend in omzet daar waar dit in 2015 slechts het geval was voor 11 maanden). De omzet uit de verkoop van elektriciteit steeg lichtjes (+2,1%) dankzij de hogere elektriciteitsprijzen vergeleken met 2014 en ondanks een daling van het verkochte volume in vergelijking met 2014 (-4,9%). Verder was er een stijging van de verkoop van warmte aan Ecopower.
De omzet omvat voornamelijk de verkoop van groenestroomcertificaten (€ 12,29 miljoen, tegen € 14,24 miljoen in dezelfde periode van 2014 - cf supra (4) pagina 62 rechtzetting met betrekking tot de omzeterkenning van groenestroomcertificaten) en de verkoop van elektriciteit (€ 4,33 miljoen, tegen € 4,24 miljoen in dezelfde periode van 2014).
De overige bedrijfsinkomsten in 2014 bestonden voornamelijk uit compensaties vanwege de verzekeraars voor geleden schade voor een totaal bedrag van 281 K EUR.
De kosten van de omzet tijdens 2015 bedroegen € 10,72 miljoen (tegen € 12,84 miljoen in 2014) en omvatten de aankoop van biomassa voor € 5,72 miljoen (tegen € 6,42 miljoen in 2014), de voorbehandelingskosten van de biomassa voor € 1,16 miljoen (idem in 2014), de onderhoudskosten voor € 2,32 miljoen (tegen € 2,06 miljoen in 2014), de kosten van het injecteren van elektriciteit op het elektriciteitsnet (feed-in tarieven) voor € 0,21 miljoen (€ 0,22 miljoen in 2014), de kosten voor het afvoeren en verwerken van assen voor € 1,35 miljoen (tegen € 1,33 miljoen in 2014) en andere kosten voor € 0,43 miljoen (tegen € 0,61 miljoen in 2014). De impact van de voorraadwijziging van niet-verkochte groenestroomcertificaten op balansdatum resulteerde in een opbrengst van 472 K EUR in 2015 (tegen een kost van 1.042 K EUR in 2014). Dit betekent dat de totale kost van de biomassa (aankoop, voorbehandeling en afvoer en verwerking van de assen) gedaald is met 7,6% vergeleken met vorig jaar. Dit is deels gelieerd aan de lagere productiecijfers, deels aan de verbetering van het aankoopproces van de biomassa.
4Energy Invest streeft naar een verhoging van de operationele performantie van haar dochters Renogen en 4HamCogen. In dat kader werd het team versterkt met extra mankracht. Om deze reden, alsook omwille van de extra personeelskosten voortvloeiende uit de acties die er genomen werden naar aanleiding van de milieustakingsvordering ingeleid door de gemeente met o.m. het uitsorteren van plastiekresten uit de biomassa en extra analyses in het labo, zijn de personeelskosten in 2015 gestegen met 6,3% in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar.
De overige bedrijfskosten daalden van € 2,95 miljoen in 2014 naar € 1,64 miljoen in 2015. De hogere kosten in 2014 werden vooral verklaard door de volledige in resultaatname van een op aandelen gebaseerde management vergoeding (780 K EUR). In 2015 werd een terugname op deze schuld geboekt van 225 K EUR als gevolg van de herberekening van deze schuld op balansdatum. Verder waren er in 2014 extra kosten verbonden aan het vinden van een oplossing voor de financiële problemen van de groep (340 K EUR)
Er werden in totaal voor 38,9 K EUR aan bedrijfskosten geactiveerd in 2015 en dit met betrekking tot het lopende project van rookgaswassing bij Renogen.
De resulterende operationele EBITDA-marge (excl. provisie voor de op aandelen gebaseerde vergoeding volgens IFRS 2 & impact van de voorzieningen) van 2015 bedroeg € 1,7 miljoen (10.0% van de inkomsten) vergeleken met € 1,53 miljoen (8,0% van de inkomsten) in 2014.
De materiële vaste activa van Amel I, Amel II en Amel III en Ham werden afgeschreven voor € 1,4 miljoen, tegen € 1,1 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De gebouwen en de installaties worden afgeschreven over de resterende nuttige gebruiksduur van de installaties met name de periode waarvoor de installaties in Ham en Amel kunnen genieten van de steun uit groenestroomcertificaten.
Er werd een waardevermindering voor wisselstukken geboekt van 48 K EUR.
De voorziening (140 K EUR) die in het verleden werd aangelegd ivm een dispuut met de firma Beckers NV werd teruggenomen op basis van een voor Renogen gunstige uitspraak (cf. supra 1.2.8.26 "Voorzieningen".
Dit alles resulteert in een bedrijfsresultaat van 633 K EUR (tov negatief bedrijfsresultaat van – 1.269 K EUR in 2014)
Door de externe herfinancieringsoperatie van april 2014, daalden de intrestlasten in aanzienlijk mate.
De nettowinst voor belasting voor deze periode bedraagt 586 K EUR.
| Activa | 31-12-15 | 31-12-14 | 01-01-14 |
|---|---|---|---|
| herwerkt (4) | herwerkt (4) | ||
| Vaste activa | 9.414 | 10.153 | 11.002 |
| Terreinen en gebouwen | 500 | 459 | 502 |
| Installaties, machines en uitrusting | 8.198 | 9.088 | 9.052 |
| Meubilair en rollend materieel | 17 | 18 | 7 |
| Leasing en vergelijkbare rechten | 525 | 447 | 1.299 |
| Activa in opbouw | 39 | 0 | 0 |
| Overige vorderingen op lange termijn | 135 | 141 | 141 |
| Vlottende activa | 6.737 | 6.120 | 4.673 |
| Voorraden | 2.063 | 1.406 | 2.658 |
| Handelsvorderingen | 2.868 | 3.838 | 908 |
| Overige vorderingen | 158 | 68 | 69 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 1.648 | 808 | 1.037 |
| Totaal | 16.151 | 16.273 | 15.675 |
| Passiva | 31-12-15 | 31-12-14 | 01-01-14 |
| herwerkt (4) | herwerkt (4) | ||
| Eigen vermogen | 11.291 | 10.708 | -54.464 |
| Totaal eigen vermogen | 11.291 | 10.708 | -54.464 |
| Langlopende verplichtingen | 1.128 | 1.570 | 600 |
| Rentedragende leningen | 280 | 328 | 402 |
| Overige schulden | 556 | 780 | 0 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 50 | 50 | 0 |
| Voorzieningen | 242 | 412 | 198 |
| Kortlopende verplichtingen | 3.731 | 3.995 | 69.539 |
| Rentedragende leningen | 266 | 181 | 64.696 |
| Handelsschulden | 2.925 | 2.795 | 2.313 |
| Overige schulden | 539 | 1.018 | 2.529 |
| Geconsolideerde balans | 31-12-14 | 31-12-14 | |
|---|---|---|---|
| (in '000 €) | herwerkt (4) | zoals gerapporteerd |
Wijziging |
| Vaste activa | 10.153 | 10.153 | |
| Vlottende activa | 6.120 | 6.120 | |
| waarvan voorraden | 1.406 | 903 | 504 |
| waarvan handelsvorderingen | 3.838 | 4.341 | -504 |
| Totaal activa | 16.273 | 16.273 | 0 |
| 31-12-14 | 31-12-14 | ||
| herwerkt (4) | zoals gerapporteerd |
Wijziging | |
| Eigen vermogen | 10.708 | 10.708 | |
| Langlopende verplichtingen | 1.570 | 1.570 | |
| Kortlopende verplichtingen | 3.995 | 3.995 | |
| Geconsolideerde balans | 01-01-14 | 01-01-14 | |
|---|---|---|---|
| (in '000 €) | herwerkt (4) | zoals gerapporteerd |
Wijziging |
| Vaste activa | 11.002 | 11.002 | |
| Vlottende activa | 4.673 | 4.673 | |
| waarvan voorraden | 2.658 | 1.110 | 1.549 |
| waarvan handelsvorderingen | 908 | 2.457 | -1.549 |
| Totaal activa | 15.675 | 15.675 | 0 |
| 01-01-14 | 01-01-14 | ||
| herwerkt (4) | zoals gerapporteerd |
Wijziging | |
| Eigen vermogen | -54.464 | -54.464 | |
| Langlopende verplichtingen | 600 | 600 | |
| Kortlopende verplichtingen | 69.539 | 69.539 | |
| Totaal passiva | 15.675 | 15.675 |
(4) cf. supra pagina 62
De netto daling in materiële vaste activa volgt uit het feit dat de normale afschrijvingen (in Amel I+II + III en 4HamCogen) (totaal € 1,43 miljoen) de netto investeringen (totaal € 0,69 miljoen) die er gemaakt werden in 2015 overstegen. Er werden geen bijzondere waardeverminderingen geboekt in 2015
| Netto boekwaarde 31-12-15 € '000 |
Netto boekwaarde 31-12-14 € '000 |
|
|---|---|---|
| Renogen Amel I & II Amel III AmelBio 4HamCogen 4Energy Invest |
2.920 279 209 5.681 190 |
3.057 325 325 6.301 3 |
| Totaal | 9.279 | 10.012 |
De netto boekwaarde (NBW) van de materiële vaste activa kunnen we als volgt samenvatten:
De voorraden bestaan uit biomassa, verworven maar onverkochte groenestroomcertificaten en wisselstukken, en voor een heel klein gedeelte uit pellets klaar voor verkoop.
De klantenvorderingen omvatten de bedragen die nog te ontvangen zijn voor geproduceerde (al dan niet gefactureerde) elektriciteit en vorderingen mbt effectief verkochte groenestroomcertificaten voor hernieuwbare energie. Ze omvatten enkel recente productie (van het derde en vierde kwartaal). Er is een beperkt bedrag (4 K EUR) aan dubieuze vorderingen.
Het kasbedrag ter beschikking op de bankrekeningen is een buffer voor werkkapitaal, die nodig is om de tijdsverschillen op te vangen tussen de betalingen die periodiek ontvangen worden van klanten en de uitgaven voor de uitbating die een continue karakter hebben (lonen, aankopen van biomassa...).
Ingevolge het financiële akkoord gesloten tussen kredietverstrekkers en investeerders en vervolgens de inbreng van de overgenomen vorderingen door de investeerders in het kapitaal van 4Energy Invest werd de groep in belangrijke mate schuldenvrij. Momenteel blijven er enkel financiële leaseschulden (kortlopend + langlopend te samen) voor een bedrag van 546 K EUR.
De handelsschulden omvatten facturen van leveranciers van biomassa, diensten en installateurs.
Andere schulden betreffen personeel gerelateerde provisies, BTW en allerlei toe te rekenen kosten.
De toename van de netto geldmiddelen en kasequivalenten met € 0,8 miljoen weerspiegelt het resultaat van de volgende belangrijke kas(stroom)bewegingen van 2015:
4Energy Invest verwacht dat zijn resultaten in 2016 zullen worden beïnvloed door de volgende factoren:
• Verdere optimalisering van de operaties in Ham en Amel;
Recent werd overgegaan tot de versterking van de operationele entiteiten door de aanwerving van een plantmanager op het niveau van de site in Amel en de aanwerving van een nieuwe plantmanager op het niveau van de site in Ham. Voor beide sites worden er momenteel actieplannen uitgewerkt om de belangrijkste kosten te verlagen en de productiviteit van de installaties te verbeteren. Dergelijke actieplannen kunnen bepaalde investeringen en/of verbeteringen aan de bestaande installaties met zich brengen, mede teneinde de bestaande milieuwetgeving en vergunningen te respecteren. In het licht van de uitvoering van deze actieplannen kan het nodig zijn om het operationele team verder te versterken.
• Evolutie van de elektriciteitsprijzen;
De elektriciteitsprijzen die momenteel gangbaar zijn voor de geproduceerde elektriciteit van warmtekrachtinstallaties op de professionele groothandelsmarkt, zijn historisch zeer laag. Wijzigingen van de elektriciteitsprijzen hebben een onmiddellijke impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep. Door de beslissing van de Belgische regering om de nucleaire centrales langer open te houden zijn de prijzen voor de elektriciteit op de groothandelsmarkt (Belpex) momenteel met 15 tot 20€ per MWe gedaald ten opzichte van de prijzen in 2015. Zowel op het niveau van Renogen als 4HamCogen wordt de elektriciteit verkocht aan deze Belpex-prijs. Bij een gelijkblijvend productieprofiel in 2016 ten opzichte van 2015 zal de omzet met ongeveer 1,5 M€ dalen indien de elektriciteitsprijzen over 2016 met gemiddeld 15 € zouden dalen.
• Wetgevend kader
Het wetgevend kader voor de groenestroomcertificaten en de wetgeving omtrent de milieunormen zijn beslissend voor de leefbaarheid van groene energie projecten. Wijzigingen in dit wetgevend kader hebben een cruciale impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep (cf infra belangrijkste gebeurtenissen na jaareinde)
• De hoeveelheid energie geleverd aan Ecopower in functie van hun productieproces van houtpellets;
• Verdere optimalisering van het aankoopproces van de biomassa;
De volgende belangrijke gebeurtenissen vonden plaats of hebben hun uitwerking in 2016:
Er werd op het niveau van Renogen SA door de gemeente Amel op 6 maart 2015 bij de rechtbank van eerste aanleg van Eupen een milieu-stakingsvordering ingediend met als doel Renogen SA te verbieden de biomassa komende van composteerbedrijven, meer bepaald de zeefoverloop na compostering die een beperkt percentage plastiek bevat, te verbranden.
Op 22 januari 2016 heeft de rechter van Eupen zijn vonnis bekend gemaakt. De procedure voor de controle van de biomassasamenstelling die door Renogen in het kader van de vernieuwde exploitatievergunning werd ingevoerd, zijnde het manueel uitsorteren van plastiek, werd intussen reeds 6 maal gecontroleerd door de gemeente Amel telkens met een goed resultaat. De dwangsom van €10.000 per week, die door de rechtbank bij niet naleving van de vergunde biomassakwaliteit werd opgelegd, is dus naar aanleiding van deze controles niet van toepassing. Aangezien Renogen deze procedure zal aanhouden tijdens de hele transitieperiode worden er op vlak van deze controles geen problemen verwacht.
Aangezien er in het vonnis van de rechtbank van Eupen zaken zijn opgenomen die vatbaar zijn voor interpretatie, heeft Renogen in samenspraak met haar raadslieden beslist om in beroep te gaan voor de rechtbank van Luik. De verwachting is dat dit beroep nog in 2016 gepleit zal worden.
In parallel met bovenstaande milieustakingsvordering m.b.t. Renogen SA werd ook Artikel 65 gelanceerd door de Waalse administratie (Département des Permis et Autorisation). De aanpassing van een vergunning onder Artikel 65 is enkel mogelijk voor een exploitant die binnen zijn exploitatievergunningen functioneert. De procedure werd gelanceerd omwille van de onduidelijkheid van de definities van de verschillende stromen van biomassa. De uitkomst van deze procedure heeft op 7 september 2015 geleid tot een aanpassing aan de exploitatievoorwaarden van Renogen SA. Ondertussen heeft Renogen een eerste inschatting gemaakt van wat de nodige investeringen zijn om aan de nieuwe exploitatievoorwaarden (emissies) te kunnen voldoen. Grootteorde gaat het om een investering van minimum 5 M€ om beide roosterovens uit te rusten met een nieuw systeem van rookgaswassing. De geplande werken noodzaken echter ook een stilstand van 1 tot 2 maanden in de eerste helft van 2017.
Anderzijds heeft Renogen SA op 2 november 2015 een procedure voor de Raad van State gelanceerd aangezien er volgens haar fouten, inconsistenties en onduidelijkheden zijn opgenomen in de nieuwe vergunning van 7 september 2015, vooral wat betreft de transitieperiode van 22 maanden vanaf ontvangst van de vergunning. Wat betreft de bijkomende emissienormen die na 22 maanden dienen gerealiseerd te worden, gaat Renogen niet in beroep aangezien dit kadert in haar strategie om hernieuwbare stromen te valoriseren die eindeleven zijn en dus vaak een beperkte verontreiniging bevatten (zoals bijv. plastiek in de zeefoverloop na compostering).
Ondertussen heeft Renogen op 25 februari 2016 een brief gekregen van DPC (Departement de la police et des contrôles) met daarin de melding dat zij twee metingen hebben ontvangen van ISSeP (labo van Waalse overheid) die de nieuw opgelegde tussentijdse norm van 0,5 ng/Nm³ overschrijden en dat Renogen in overeenstemming met de vergunning van 7 september 2015 de installatie dient stil te leggen. Aangezien Renogen zelf 12 metingen heeft laten uitvoeren sinds september 2015 conform haar nieuwe vergunning van 7 september 2015 door een erkend labo en dat deze allemaal beneden deze norm liggen, heeft Renogen formeel protest aangetekend en bijgevolg haar installatie niet stilgelegd. Ondertussen heeft de gemeente Amel op 16 maart 2016 artikel D149 gelanceerd van de milieuwetgeving. Artikel D149 stipuleert dat er sprake moet zijn van, na grondig onderzoek, onmiddellijke en ernstige schade aan de gezondheid van de omwoners, alvorens een stopzetting van de activiteiten afgedwongen kan worden. Renogen heeft haar argumenten in het kader van deze procedure schriftelijk overgemaakt aan de Gemeente Amel op 18 maart 2016. Aangezien deze zaak volgens Renogen volledig ongegrond is, zal Renogen in de toekomst alle rechtsmiddelen blijven inzetten om haar tegen eventuele negatieve beslissingen te blijven verdedigen.
Ondertussen voert Renogen haar actieplan voor een nieuw systeem van rookgaswassing verder uit. Zo heeft Renogen een nieuwe vergunning voor de bouw van deze installatie (ter vervanging van haar huidig filtersysteem) ingediend op 11 maart 2016.
Alhoewel de vennootschap een positieve afloop verwacht, kan er geen zekerheid gegeven worden omtrent het resultaat van de lopende procedures i.v.m. de milieuproblematiek bij Renogen (zoals hierboven beschreven) en een negatieve uitspraak zou potentieel een materieel effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de bedrijfsresultaten en kasstromen van Renogen. Omwille van de complexiteit van deze aangelegenheid en het ontbreken van een duidelijke basis voor het voorspellen van de uitkomsten, kunnen wij geen zinvolle orde van grootte van mogelijke verliezen of uitstromen van kasmiddelen opgeven die eventueel zouden kunnen volgen uit een ongunstige uitkomst.
Renogen heeft in het kader van de wet van 30 november 2006, Art 15octies § 2, van de Waalse overheid ter promotie van elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare bronnen, op basis van de goedkeuring door de CwaPE op 24 februari 2016, een KECO bekomen van 3,239. Deze KECO heeft een multiplicatie effect op het huidige algoritme van groenestroomcertificaten (dat verder volledig ongewijzigd blijft). Deze bijkomende steun gaat in vanaf het derde kwartaal 2015. De raming is dat dit een eenmalige bijkomende opbrengst zal genereren in 2016 van 2,38 M€ van zodra de groenestroomcertificaten effectief geleverd en verkocht worden.
De bijkomende steun heeft een positieve jaarlijkse impact op de omzet van de vennootschap Renogen en dit voor de resterende looptijd van de groenestroomcertificaten (einde 2021 voor Amel I en einde 2022 voor Amel II). Bij een gelijkblijvend productieprofiel en alle andere parameters hetzelfde ten opzichte van 2015 is de huidige inschatting dat de omzet in 2016 met ongeveer 4,56 M€ zal stijgen (exclusief de correctie over het 3de en 4de kwartaal van 2015) omwille van de bijkomende steun. Deze bijkomende omzet zal onder andere ook toelaten om het nieuwe systeem voor rookgaswassing te financieren.
De warmtecontracten met de industriële buren Delhez Bois en Belwood zijn in onderhandeling, maar voorlopig werd er nog geen akkoord bereikt omtrent de prijs voor de warmte. Sinds 1 januari 2016 is er bijgevolg geen warmteafname. Gegeven het huidige systeem van groenestroomcertificaten, inclusief KECO, heeft dit momenteel slechts een heel beperkte financiële impact.
De elementen die de ontwikkeling van de groep beïnvloeden, werden besproken in items 2.4 en 2.5.
De toekomstige rendabiliteit van de groep zal vooral afhangen van de evolutie van de elektriciteitsmarkt, van het regelgevend kader met betrekking tot (hernieuwbare) energie, van de prijzen en kwaliteit van de biomassa en van de betrouwbaarheid van de installaties meer bepaald de ontwikkeling van operationele en onderhoudskosten en van tijdelijke niet-geplande storingen in de biomassacentrale.
4Energy Invest concentreert zich momenteel op het uitbaten van haar bestaande installaties in de dochterbedrijven Renogen/Amelbio en 4HamCogen. Het voert momenteel geen onderzoek en ontwikkeling uit.
Er worden geen financiële instrumenten gebruikt om de elektriciteitsprijs en het kredietrisico in te dekken. De groep heeft in het verleden wel interest indekkingscontracten (IRS) aangegaan om de interestkosten op haar schulden te stabiliseren, voor meer dan de helft van haar schulden met variabele interestvoet. In het kader van de overname van de bestaande vorderingen door de Inschrijvers (zoals uitvoerig beschreven in het jaarverslag van 2014 ) werden deze IRS-en, op uitzondering van 1 contract aangegaan met Belfius, stopgezet. De IRSovereenkomst met Belfius loopt verder tot 18 augustus 2017.
De Vennootschap biedt, voor zover dat nodig is en voor zover deze elementen gevolgen zouden kunnen hebben in geval van een openbaar overnamebod, de volgende informatie aan conform artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007:
Eind 2015 bedraagt het aandelenkapitaal van 4Energy Invest € 20.948.484,00 vertegenwoordigd door 7.593.794 geregistreerde en gedematerialiseerde aandelen zonder nominale waarde, die elk een identieke fractie van het aandelenkapitaal van 4Energy Invest vertegenwoordigen. Het kapitaal is volledig volgestort. Alle aandelen hebben dezelfde rechten.
In de statuten van 4Energy Invest is bepaald dat de aandelen vrij overdraagbaar zijn.
De Vennootschap heeft aan de houders van zijn effecten geen bijzondere controlerechten toegekend.
Op uitzondering van de op aandelen gebaseerde vergoeding dewelke toegekend werd aan de CEO en COO van de vennootschap ten einde de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren, zijn er geen andere aandelenplannen of vergelijkbare plannen voor werknemers (cf. supra 1.2.8.23)
Elke aandeelhouder van 4Energy Invest heeft recht op één stem per aandeel. Aandeelhouders mogen bij volmacht stemmen.
Ten behoeve van 4Energy Invest worden de aandelen als ondeelbaar beschouwd. Indien verschillende personen één aandeel houden, of indien de rechten die aan een aandeel zijn gekoppeld verdeeld zijn over verschillende personen, kan 4Energy Invest de uitoefening van rechten die aan dat aandeel zijn gekoppeld, opschorten tot er één persoon is aangesteld als de eigenaar van het aandeel ten behoeve van 4Energy Invest.
Stemrechten kunnen voorts worden opgeschort, onder andere, (i) door een bevoegde rechtbank of de FSMA, (ii) indien de aandelen niet volledig werden volgestort ondanks een verzoek hiertoe door de raad van bestuur, en (iii) voor aandelen die recht geven op hun totale aantal stemrechten die op de datum van de relevante algemene vergadering van aandeelhouders aan de uitstaande financiële instrumenten van 4Energy Invest zijn gekoppeld, tenzij de aandeelhouder 4Energy Invest en de FSMA ten minste 20 dagen vóór de relevante algemene vergadering van aandeelhouders waarop hij zijn stem wenst uit te brengen, op de hoogte heeft gebracht. Stemrechten gekoppeld aan teruggekochte aandelen worden eveneens opgeschort, zolang de eigenaar van de aandelen of een dochteronderneming daarvan de desbetreffende aandelen houdt.
Er zijn geen verklaarde of bekende overeenkomsten tussen aandeelhouders.
De raad van bestuur van 4Energy Invest is samengesteld uit minimaal 6 en maximaal 10 leden. Ten minste de helft van de leden zijn niet-uitvoerend bestuurders.
Alle bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders voor een hernieuwbare termijn van in principe 4 jaar. Als er vóór het verstrijken van de termijn een bestuursmandaat openvalt, hebben de overblijvende bestuurders het recht om tijdelijk een nieuwe bestuurder te benoemen om voorlopig in de vacature te voorzien, tot de aandeelhouders op een Aandeelhoudersvergadering besluiten een nieuwe bestuurder aan te stellen. Dit punt moet in de agenda van de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders worden opgenomen.
Wijzigingen van de statuten (behalve een wijziging van het maatschappelijk doel) vereisen de aanwezigheid of de vertegenwoordiging van ten minste 50 % van het aandelenkapitaal van 4Energy Invest en de goedkeuring van ten minste 75 % van de uitgebrachte stemmen. Een wijziging van het maatschappelijk doel van 4Energy Invest vereist de goedkeuring van ten minste 80 % van de uitgebrachte stemmen op een algemene vergadering van aandeelhouders, die in principe slechts geldig kunnen stemmen over een dergelijk besluit indien ten minste 50 % van het maatschappelijk kapitaal van 4Energy Invest en ten minste 50 % van de (eventuele) winstbewijzen aanwezig of vertegenwoordigd zijn. In het geval waarin het vereiste quorum niet aanwezig of vertegenwoordigd is op de eerste vergadering, moet een tweede vergadering met een nieuwe bijeenroeping worden bijeengeroepen. De tweede algemene vergadering van aandeelhouders kan geldig overleggen en beslissen, ongeacht het aantal aandelen dat aanwezig of vertegenwoordigd is.
De raad van bestuur van 4Energy Invest kan alle handelingen stellen die noodzakelijk of nuttig zijn om het maatschappelijk doel van 4Energy Invest te verwezenlijken, met uitzondering van die handelingen die bij wet of volgens de statuten van 4Energy Invest exclusief zijn voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
Op 21 mei 2008 heeft de buitengewone vergadering van aandeelhouders van 4Energy Invest beslist om aan de raad van bestuur de goedkeuring te verlenen om het aandelenkapitaal van 4Energy Invest in een of meer transacties te verhogen met een maximumbedrag gelijk aan het aandelenkapitaal op die datum van 4Energy Invest van € 13.855.484,00. De bevoegdheden van de raad van bestuur binnen de limieten van het toegestaan kapitaal gelden voor een periode van vijf jaar vanaf de publicatie van de goedkeuring in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
De bevoegdheid in verband met het toegestane kapitaal verliep in 2013. Een verlenging van deze bevoegdheid werd goedgekeurd tijdens een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders gehouden op 6 januari 2014 voor een nieuwe periode van vijf jaar vanaf de publicatie van de goedkeuring in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
Als het kapitaal wordt verhoogd binnen de limieten van het toegestane kapitaal, dan heeft de raad van bestuur de bevoegdheid om te verzoeken tot betaling van een uitgiftepremie. Als de raad van bestuur dit beslist, dan wordt deze uitgiftepremie geboekt op een onbeschikbare rekening, die alleen kan worden verlaagd of afgeboekt bij een besluit van een algemene vergadering van aandeelhouders, genomen in overeenstemming met de bepalingen die gelden voor een wijziging van de statuten.
De machtiging van de raad van bestuur zal gelden voor kapitaalverhogingen in geld of in natura, of uitgevoerd door een kapitalisatie van reserves, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen. Het is de raad van bestuur toegestaan om converteerbare obligaties of warrants uit te geven binnen de limieten van het toegestane kapitaal.
De raad van bestuur is bevoegd om binnen de limieten van het toegestane kapitaal het voorkeurrecht van de aandeelhouders te annuleren of te beperken in het belang van 4Energy Invest en in overeenstemming met artikel 596 en volgende van het Belgische Wetboek van vennootschappen. De raad van bestuur is bevoegd om het voorkeurrecht van de aandeelhouders ten gunste van een of meerdere personen te annuleren of te beperken, zelfs wanneer die personen geen personeelsleden zijn van 4Energy Invest of zijn dochterondernemingen.
De raad van bestuur is bevoegd om het toegestane kapitaal te gebruiken in geval van een openbaar overnamebod, binnen de limieten die worden voorgeschreven door het Belgische Wetboek van vennootschappen.
Tot heden heeft de raad van bestuur zijn bevoegdheden in verband met het toegestane kapitaal nog niet gebruikt. Dienovereenkomstig kan het aandelenkapitaal van de Vennootschap op dit moment nog steeds worden verhoogd met een bedrag van € 13.855.484,00 volgens de toelating in verband met het toegestane kapitaal.
De raad van bestuur mag, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering, overeenkomstig artikel 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen en binnen de grenzen van dit artikel, op of buiten de beurs, overgaan tot de verwerving van een aantal eigen aandelen van de vennootschap dat maximaal 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt, voor een prijs die niet lager mag zijn dan 20% onder de gemiddelde slotkoers gedurende de laatste 30 kalenderdagen en niet hoger dan 10% boven de gemiddelde slotkoers gedurende de laatste 30 kalenderdagen. Deze machtiging dekt de verwerving op of buiten de beurs door een rechtstreekse dochtervennootschap van de vennootschap zoals bedoeld in en binnen de grenzen bepaald in artikel 627 van het Wetboek van vennootschappen. Indien de vennootschap overgaat tot de verwerving buiten de beurs, zelfs van een dochtervennootschap, zal de vennootschap in voorkomend geval een aanbod onder dezelfde bepalingen en voorwaarden doen aan alle aandeelhouders overeenkomstig artikel 620, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen.
De raad van bestuur kan deze machtiging uitoefenen gedurende een periode van 18 maanden vanaf de bekendmaking van deze machtiging in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad.
De raad van bestuur mag, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering en zonder beperking in tijd, overgaan tot de vervreemding van eigen aandelen van de vennootschap op of buiten de beurs, overeenkomstig artikel 622, §2 van het Wetboek van vennootschappen. Deze machtiging dekt de vervreemding van eigen aandelen van de vennootschap op of buiten de beurs door een rechtstreekse dochtervennootschap van de vennootschap zoals bedoeld in artikel 627 van het Wetboek van vennootschappen.
Er is bovendien geen besluit door de algemene aandeelhoudersvergadering vereist wanneer de verkrijging van eigen effecten noodzakelijk is ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap. De raad van bestuur kan deze machtiging uitoefenen voor een periode van drie (3) jaar vanaf de bekendmaking van deze machtiging in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad.
Met betrekking tot de op aandelen gebaseerde vergoeding (cf. supra 1.2.8.23 en infra 4.16.8.1): Gedurende de eerste 3 jaren kunnen Ci2i BVBA en Jean-Francois Meys SPRL deze vergoeding noch geheel noch gedeeltelijk laten uitkeren tenzij in het geval van bepaalde events (oa. de verkoop van de Vennootschap, de verkoop van een substantieel deel of van alle activa en kapitaalsverhoging).
De individuele overeenkomsten tussen 4Energy Invest en bepaalde leden van het uitvoerend management voorzien specifiek in een vergoeding indien ten gevolge van een openbaar overnamebod deze leden worden ontslagen of indien hun dienstverband wordt beëindigd.
In het verleden werden door de raad van bestuur van 4Energy Invest een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité en een adviescomité opgericht. Deze comités hebben een louter adviserende rol. De uiteindelijke besluitvorming blijft de verantwoordelijkheid van de raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de opdracht van elk comité met betrekking tot de organisatie, procedures, beleid en activiteiten van dat comité.
Het auditcomité is samengesteld uit ten minste 3 leden, benoemd door de Raad van Bestuur. Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. In afwijking met de Belgische Corporate Governance Code die vereist dat een meerderheid van de leden van het auditcomité onafhankelijk zijn, is slechts één van de drie huidige leden onafhankelijk bestuurder. Dit is wel in overeenstemming met artikel 526bis, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
De voorzitter van het auditcomité wordt benoemd onder de leden van het auditcomité door de Raad van Bestuur van de Vennootschap en mag deze functie niet combineren met het voorzitterschap van de Raad van Bestuur. De voorzitter van het auditcomité, al naargelang het geval met de steun van de voorzitter van de Raad van Bestuur en/of de CEO en/of de CFO, zal ervoor zorgen dat het auditcomité te allen tijde (i) zijn rol en taken begrijpt, (ii) over alle informatie beschikt om zijn interne en externe taken naar behoren te vervullen, en (iii) zijn taken vervult in overeenstemming let het interne reglement van het auditcomité.
De aanstelling van de leden van het auditcomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het auditcomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Het auditcomité zal beslissen of, en zo ja wanneer de CEO, de CFO (of kaderleden verantwoordelijk voor zaken in verband met financiën, boekhouding en financieel beheer), de interne auditor (indien bestaande) en de externe bedrijfsrevisor zullen worden uitgenodigd om de vergaderingen bij te wonen.
Op de datum van dit jaarverslag bestaat het auditcomité uit de volgende leden: Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder, BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch, als niet-uitvoerend bestuurder en LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens als niet-uitvoerend bestuurder. LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens en BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch zijn deskundig in boekhouding en audit, zoals blijkt uit hun vorige functie als beleggingsbeheerder, en uit de bestuursfuncties die zij in verschillende vennootschappen uitoefenen. Hamaco BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
Meer informatie over de interne controle- en risicobeheerssystemen bevindt zich in het statutaire enkelvoudige jaarverslag, in sectie 4.16.9.
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015, zoals hieronder gedefinieerd, en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van 4Energy Invest NV ("de Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep") opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december 2015, de geconsolideerde winst- en verliesrekening en geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum, evenals een toelichting die een overzicht van de voornaamste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing bevat. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt EUR'000 16.151 en het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten sluit af met een winst van het boekjaar van EUR'000 583.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor het implementeren van een interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang bevat, die het gevolg zijn van fraude of van fouten.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing van de Groep in aanmerking die relevant is voor het opstellen door de Vennootschap van de geconsolideerde jaarrekening, die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de geconsolideerde jaarrekening als geheel.
Wij hebben van de verantwoordelijken en van het bestuursorgaan van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel zonder voorbehoud te baseren.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep op 31 december 2015 evenals van haar geconsolideerde resultaten en geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar eindigend op die datum, in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Zonder afbreuk te doen aan het hierboven tot uitdrukking gebracht oordeel, vestigen wij de aandacht op toelichting 1.2.8.30 van de geconsolideerde jaarrekening die de onzekerheid beschrijft m.b.t. de afwikkeling van de lopende procedures in verband met de milieuproblematiek bij Renogen.
Zonder afbreuk te doen aan het hierboven tot uitdrukking gebracht oordeel, vestigen wij tevens de aandacht op toelichting 1.2.1 (4) van de geconsolideerde jaarrekening die aangeeft dat de overeenkomstige cijfers met betrekking tot het boekjaar afgesloten op 31 december 2014 werden herwerkt. Als deel van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015, hebben we de herwerking zoals beschreven in toelichting 1.2.1 (4), die werd toegepast om de overeenkomstige cijfers m.b.t. het boekjaar afgesloten op 31 december 2014 en de geconsolideerde balans op 1 januari 2014 te herwerken, gecontroleerd. De jaarrekening van het voorgaand boekjaar werd gecontroleerd door een andere commissaris, die een oordeel zonder voorbehoud heeft afgeleverd m.b.t deze geconsolideerde jaarrekening op 20 april 2015. Met uitzondering van deze herwerking, brengen wij geen oordeel of enige andere vorm van zekerheid tot uitdrukking m.b.t. de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2014 als geheel.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
— Het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen, stemt in alle van materieel belang zijnde opzichten overeen met de geconsolideerde jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Kontich, 25 april 2016 KPMG Bedrijfsrevisoren Commissaris vertegenwoordigd door
Filip De Bock Bedrijfsrevisor
Dit rapport werd op 22 april 2016 door de raad van bestuur opgesteld krachtens artikel 96 van het Belgische Wetboek van vennootschappen, voor voorlegging op de jaarlijkse algemene vergadering van 26 mei 2016.
Geachte Aandeelhouder,
Wij hebben het genoegen u de statutaire jaarrekening voor het jaar afgesloten op 31 december 2015 te presenteren.
3 Alle bedragen in deze sectie betreffen enkelvoudige statutaire cijfers volgens Belgian GAAP.
De informatie in dit deel is een uittreksel uit de statutaire jaarrekening die zullen worden ingediend bij de Nationale Bank en omvat niet alle informatie zoals vereist door Artikel 98 en 100 van het Belgische Wetboek van vennootschappen. De volledige statutaire jaarrekening kan geraadpleegd worden in het voor beleggers bestemde deel van de website van 4Energy Invest (www.4energyinvest.com). Alle bedragen worden vermeld in euro.
| Balans (in euro) | 31-12-15 | 31-12-14 |
|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 190.080 | 3.323 |
| Financiële vaste activa | 5.725.384 | 5.668.983 |
| a. Deelnemingen | 5.725.384 | 99 |
| b. Vorderingen | 0 | 5.662.982 |
| c. Andere financiële activa | 0 | 5.902 |
| Totaal vaste activa | 5.915.464 | 5.672.307 |
| Handelsvorderingen | 1.154.611 | 1.076.902 |
| Overige vorderingen | 767.613 | 450.313 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 987.780 | 337.002 |
| Overlopende rekeningen | 4.718 | 34.952 |
| Totaal vlottende activa | 2.914.722 | 1.899.169 |
| TOTAAL ACTIVA | 8.830.186 | 7.571.476 |
| Kapitaal | 20.948.484 | 20.948.484 |
| Uitgiftepremies | 18.104.416 | 18.104.416 |
| Overgedragen winst / (verlies) | -31.339.655 | -32.779.140 |
| Totaal eigen vermogen | 7.713.245 | 6.273.760 |
| Voorzieningen | 0 | 29.710 |
| Schulden op meer dan 1 jaar (overige schulden) | 654.548 | 780.453 |
| Schulden > 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 91.197 | 0 |
| Handelsschulden | 334.110 | 345.508 |
| Schulden mbt belastingen, bezorldigingen en soc. lasten | 46 | 13.991 |
| Overige schulden | 30.040 | 80.040 |
| Overlopende rekeningen | 7.000 | 48.013 |
| Schulden op minder dan een jaar | 462.393 | 487.552 |
| TOTAAL PASSIVA | 8.830.186 | 7.571.476 |
| Winst- en verliesrekening (in euro) | 31/12/2015 | 31/12/2014 |
|---|---|---|
| Inkomsten | 1.287.821 | 1.031.307 |
| Omzet | 960.000 | 960.000 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 327.821 | 71.307 |
| Bedrijfskosten | 989.087 | 2.069.665 |
| Diensten en diverse goederen | 961.856 | 2.009.065 |
| Personeelskosten | 25.668 | 59.218 |
| Andere bedrijfskosten | 1.563 | 1.381 |
| Bedrijfsresultaat excl. Afschrijvingen | 298.734 | -1.038.357 |
| Afschrijven en waardeverminderingen | -2.091 | -3.542 |
| Voorzieningen | 42.260 | |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 296.643 | -999.639 |
| Financiële opbrengsten | 11.295 | 31.791 |
| Financiële kosten | 1.063.541 | 400.033 |
| Winst/(verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening | 1.371.479 | -567.814 |
| Uitzonderlijke opbrengsten | 39.693 | 3.600 |
| Uitzonderlijke kosten | 28.478 | -29.710 |
| Winst/(verlies) voor belasting | 1.439.650 | -593.924 |
| Inkomstenbelasting | -165 | -301 |
| Winst/(verlies) na belasting | 1.439.485 | -594.225 |
| Kapitaal (in euro) | 31-12-15 | 31-12-14 |
|---|---|---|
| Aan het begin van de periode | 20.948.484 | 13.855.484 |
| Kapitaalsverhoging/(vermindering) | 0 | 7.093.000 |
| Aan het einde van de periode | 20.948.484 | 20.948.484 |
| Aantal uitgegeven aandelen | 7.593.794 | 7.593.794 |
De regels voor financiële verslaggeving zijn opgesteld in overeenstemming met de voorschriften van het Belgische Koninklijk Besluit van 30 januari 2001 inzake de regels voor financiële verslaggeving, en gelden voor de waardering van het totaal van alle kortlopende vorderingen, te betalen posten en verplichtingen van welke aard ook die verband houden met 4Energy Invest NV.
De opstelling en de toepassing van deze regels veronderstellen dat 4Energy Invest NV zijn bedrijfsactiviteiten voortzet.
De oprichtingskosten en de kosten van kapitaalverhogingen worden opgenomen als kosten in het boekjaar waarin ze ontstaan.
Deze activa worden lineair afgeschreven voor 20% per jaar.
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde en in de balans opgenomen voor dit bedrag, min toepasselijke afschrijvingen en waardeverminderingen.
De aanschaffingswaarde vertegenwoordigt de aankoopkosten of de productiekosten, al naargelang het geval. De aankoopprijs omvat zowel de aankoopprijs als de additionele betaalde kosten. De productiekosten omvatten zowel de aankoopkosten van de gebruikte grondstoffen en verbruiksgoederen als de productiekosten.
Materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur worden zodanig afgeschreven dat de kosten worden gespreid over de waarschijnlijke economische levensduur of gebruiksduur. Er kan eveneens gebruik worden gemaakt van de belastingregels voor degressieve afschrijvingsmethoden en andere methoden voor versnelde afschrijving.
De afschrijving vindt proportioneel plaats vanaf het moment van de investering.
Voor materiële vaste activa die buiten gebruik zijn gesteld of die niet langer op duurzame wijze bijdragen aan de activiteiten van de vennootschap, worden er bijzondere waardeverminderingen opgenomen om de boekwaarde in overeenstemming te brengen met de waarschijnlijke opbrengstwaarde.
De additionele aankoopkosten worden afgeschreven volgens de aard van de investeringen.
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de onderstaande tabel.
| Aard van het actief | Afschrijvingsmetho |
|---|---|
| de | |
| Installaties, machines en uitrusting | 20% lineair |
| Meubilair | 20% lineair |
| Voertuigen | 20% lineair |
| Kantoormachines | 20% lineair |
| Leasing: rollend materiaal | 25% lineair |
Vaste financiële activa worden gewaardeerd tegen hun verkrijgingsprijs, zonder gerelateerde kosten of ingebrachte waarde.
Vorderingen en waarborgen worden opgenomen tegen nominale waarde
Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in geval van permanent verlies in waarde of waardevermindering.
.
Vorderingen worden in de balans opgenomen tegen hun nominale waarde.
Op de balansdatum worden vorderingen die zijn uitgedrukt in vreemde valuta's gewaardeerd op basis van de slotkoers op de laatste handelsdatum van het boekjaar.
Als een vordering tegen haar nominale waarde in de balans wordt opgenomen, wordt deze in voorkomend geval opgenomen in de overlopende posten, en worden de volgende posten proportioneel opgenomen in het resultaat:
• de rente die is opgenomen in de nominale waarde van de vordering op basis van de overeenkomst tussen de partijen;
• het verschil tussen de aankoopkosten en de nominale waarde van de vordering;
• de rente die op de vordering moet worden betaald na het verstrijken van één jaar indien het een rentevrije vordering betreft of een vordering met een abnormaal lage rentevoet. De rente wordt berekend op basis van de marktrente die voor dergelijke vorderingen geldt op het moment waarop de vordering in de activa van de vennootschap is opgenomen.
Als bij de afsluiting van het boekjaar blijkt dat een vordering waarschijnlijk niet volledig of slechts gedeeltelijk zal kunnen worden geïnd, zal het bedrag van de vordering dienovereenkomstig worden aangepast.
In geval van een faillissement of een schuldherschikking wordt de vordering opnieuw opgenomen tegen het voorgestelde dividend.
Worden opgenomen tegen hun nominale waarde of realisatiewaarde indien deze op balansdatum lager is.
Vreemde valuta's worden gewaardeerd tegen de slotkoers op de laatste handelsdag van het boekjaar.
De beschikbare bedragen worden opgenomen tegen hun nominale waarde.
Vreemde valuta's worden gewaardeerd tegen de slotkoers op de laatste handelsdag van het boekjaar.
De raad van bestuur stelt voorzichtig en te goeder trouw de voorzieningen vast die moeten worden aangelegd om dreigende geschillen, kosten en risico's te dekken.
Schulden worden in de balans opgenomen tegen hun nominale waarde. Schulden in vreemde valuta's worden gewaardeerd tegen de slotkoers op de laatste handelsdag van het boekjaar.
Als de nominale waarde van de schulden rentebedragen omvat op basis van een overeenkomst tussen de partijen, zal de schuld in de balans worden opgenomen en zullen de rentebedragen die zijn inbegrepen in de nominale waarde worden opgenomen in de overlopende posten en worden deze rentebedragen proportioneel opgenomen in het resultaat.
Deze posten worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs en in de balans opgenomen voor het gedeelte dat wordt uitgesteld of dat wordt overgedragen naar het volgende boekjaar of de volgende boekjaren.
4Energy Invest werd opgericht om een portfolio te creëren en te beheren van kleine tot middelgrote lokaal georganiseerde projecten die biomassa hetzij direct, hetzij indirect omzetten in energie:
direct door de productie van elektriciteit en warmte voor industriële klanten (warmtekrachtkoppeling);
indirect door hernieuwbare vaste brandstof te produceren (pellets).
Via haar dochteronderneming Renogen heeft de Vennootschap de exploitatie voortgezet van haar twee warmtekrachtkoppelingsinstallaties op basis van houtige biomassa in Amel (Wallonië, België). De operationele resultaten van Renogen werden gedurende het boekjaar 2015 beïnvloed door de volgende factoren: (i) daling van de hoeveelheid geproduceerde en verkochte elektriciteit, (ii) hogere elektriciteitsprijs ten opzichte van het boekjaar 2014, (iii) lagere kosten voor de biomassa deels verbonden aan het lagere productievolume maar ook mede door verbetering van het aankoopproces, (iv) stijging van de onderhoudskosten, (v) stijging van advokaatkosten in het kader van de lopende geschillen met betrekking tot de milieustakingsvordering ingediend door de gemeente Amel en de vernieuwde exploitatievergunning, (vi) hogere personeelskosten omwille van uitsorteren van plastiekresten uit de biomassa alsook voor extra controles in het labo, en (vii) hogere afschrijvingskosten . Anderzijds werd 2014 ook beïnvloed door extra kosten voor het vinden van een oplossing voor de financiële problemen van de groep en werd er dat jaar een grotere waardevermindering geboekt op de voorraad wisselonderdelen.
De operationele resultaten van 4HamCogen werden gedurende het boekjaar 2015 beïnvloed door de volgende factoren: (i) daling van de hoeveelheid geproduceerde en verkochte elektriciteit alsook van het aantal groenestroomcertificaten, (ii) hogere elektriciteitsprijs ten opzichte van het boekjaar 2014, (iii) de verkoop van energie aan Ecopower gedurende het ganse jaar (daar waar de levering van energie werd opgestart in de tweede helft van 2014), (iv) hogere personeelskosten door versterking van team in Ham, (v) een geboekte waardevermindering op de voorraad reserveonderdelen en (vi) de hogere afschrijvingskosten door aanpassing van de afschrijvingen van installaties en machines aan de nuttige gebruiksduur van de installaties (zijnde de gekende periode van toekenning van groenestroomcertificaten).
De groep baat nu 3 warmtekrachtkoppelingsinstallaties uit op 2 sites:
De installatie voor productie van houtpellets zal enkel en alleen heropgestart worden indien er positieve kasstromen kunnen verwacht worden. Momenteel zijn er geen fundamentele verbeteringen zijn ten opzichte van de situatie in 2014 zodat er geen vooruitzichten zijn om de installatie terug op te starten op korte termijn.
De financiële vaste activa weerspiegelen het holding-karakter van 4Energy Invest. De financiële vaste activa omvatten:
• De deelnemingen van 4Energy Invest in de operationele entiteiten Renogen en 4HamCogen. De raad van bestuur besliste in het verleden om de waarde van deze participaties door een bijzondere waardevermindering naar nul te herleiden. Dit was gebaseerd op een waarderingsoefening door middel van de analyse van de verdisconteerde cash flows voor elk van de dochterondernemingen en rekening houdend met de huidige marktomstandigheden. Deze evaluatie maakte duidelijk dat er sprake was van een duurzame ontwaarding van deze deelnemingen.
In de loop van de maand december 2015 werden de vorderingen die 4Energy Invest had verkregen tijdens het boekjaar 2014 op zijn dochtervennootschappen Renogen en 4HamCogen (cf. akkoord tussen kredietverstrekkers (KBC Bank, KBC Lease, ING en LRM) en de investeerders (Gimarco/LRM) dewelke uitvoerig beschreven werd in het jaarverslag 2014) alsook de achtergestelde leningen die ze in het verleden aan haar dochters had verstrekt, ingebracht in het kapitaal van deze 2 vennootschappen en dit aan de werkelijke/economische waarde. Voor deze inbreng aan economische waarde werd er een ruling afgesloten dat deze verrichtingen niet resulteren in een abnormaal of goedgunstig voordeel.
• Er zijn geen andere financiële vaste activa meer na terugbetaling door Cofinimmo van de huurwaarborg die er in het verleden werd gegeven voor de huur van het gebouw in de Paepsemlaan te Anderlecht.
De handelsvorderingen bestaan bijna uitsluitend uit de vordering op dochteronderneming Renogen naar aanleiding van de verkoop door 4Energy Invest aan Renogen van de door de investeerders overgenomen installatie van Amel III die vervolgens door de investeerders werd ingebracht in het kapitaal van 4Energy Invest.
De overige vorderingen op korte termijn betreffen de R/C op Renogen die in de voorgaande jaren omwille van de onwaarschijnlijkheid van terugbetaling werden naar nul teruggebracht door middel van een bijzondere waardevermindering. Door de extra steun die Renogen zal ontvangen, is er geen onzekerheid meer omtrent de terugbetaling van deze vordering en werd de in het verleden geboekte bijzondere waardevermindering teruggenomen.
Verder omvat dit de vordering op Amelbio (429 K EUR inclusief verlopen rente) als ook een tegoed op de BTW (54 K EUR).
De geldmiddelen en kasequivalenten weerspiegelen het niveau van contanten.
Het eigen vermogen (7.713 K EUR) is het resultaat van de volgende transacties:
De voorziening aangelegd in 2014 van 30K EUR voor een geplande herschikking van het financieel departement werd in het afgelopen boekjaar tegengeboekt naar aanleiding van de effectieve uitvoering van deze herschikking in 2015.
De schulden op meer dan 1 jaar (overige schulden) betreft:
De schulden op minder dan 1 jaar (91 K EUR) betreffen diezelfde leasingschuld maar dan met vervaldag voor einde 2016.
De omzet van de vennootschap weerspiegelt voornamelijk de facturatie van recurrente managementdiensten aan haar dochterondernemingen voor 960 K EUR. De overige bedrijfsinkomsten van 328 K EUR betreffen bijna uitsluitend verzekeringskosten die doorgerekend werden aan de dochterondernemingen.
Onder de kosten van goederen en diensten van 962 K EUR (2014: 2.009 K EUR), bevinden zich de algemene en recurrente administratiekosten, huurlasten, erelonen, bestuurders- en managementvergoedingen, commissaris-vergoedingen... . Deze kosten werden in vergelijking met boekjaar 2015 sterk beïnvloed door de volgende factoren: het terugnemen van een provisie voor de op aandelen gebaseerde management vergoeding (-225 K EUR tov +780 K EUR in 2014), de lagere uitgekeerde bonussen en bonusprovisies voor het management tov 2014 (7 K EUR ipv 181 K EUR), de nieuwe afspraken omtrent vergoeding van niet-uitvoerend bestuurders (+ 29 K EUR vergeleken met 2014 omwille van een vergoeding voor het ganse boekjaar ipv voor 7 maanden) alsook het wegvallen van de eenmalige kosten voor erelonen dewelke in 2014 werden opgelopen naar aanleiding van het akkoord gemaakt tussen kredietverstrekkers en investeerders (82 K EUR).
In 2015 werden buiten de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering en de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering tevens de verzekering All Risk (285 k EUR) gefactureerd aan 4Energy Invest dewelke deze op haar beurt integraal doorrekende aan haar dochtervennootschappen (cf. supra 4.1. "Winst-en verliesrekening" – "overige bedrijfsinkomsten")
De vennootschap sloot 2015 af met een bedrijfswinst van 297 K EUR (tov een verlies in 2014: - 1.000 K EUR)
Het financieel resultaat van 1.075 K EUR (inclusief kosten) betreft voornamelijk de terugname van de geboekte bijzondere waardevermindering op vorderingen ten aanzien van haar dochtervennootschappen 4HamCogen (800 K EUR die ook effectief werd terugbetaald door 4HamCogen) en van Renogen (270 K EUR) dewelke op korte termijn zal worden afgelost. Het overige bedrag betreft de aan Amelbio aangerekende interesten op de rekening courant.
De vennootschap heeft geen dividenden ontvangen van haar dochterondernemingen.
De raad van bestuur stelt voor om het resultaat toe te wijzen als volgt:
| - 31.339.655 |
||
|---|---|---|
| van | vorige | - 32.779.140 |
| 1.439.485 | ||
| winsten/(verliezen) |
Aangezien 4Energy Invest een holdingmaatschappij is, draagt het indirect de risico's van haar dochterondernemingen.
De risico's hebben voornamelijk betrekking op:
Aangezien 4Energy Invest een holding is, hebben gebeurtenissen met betrekking tot de dochterondernemingen ook impact op de vennootschap zelf.
De volgende belangrijke gebeurtenissen vonden plaats in 2016 :
Er werd op het niveau van Renogen SA door de gemeente Amel op 6 maart 2015 bij de rechtbank van eerste aanleg van Eupen een milieu-stakingsvordering ingediend met als doel Renogen SA te verbieden de biomassa komende van composteerbedrijven, meer bepaald de zeefoverloop na compostering die een beperkt percentage plastiek bevat, te verbranden.
Op 22 januari 2016 heeft de rechter van Eupen zijn vonnis bekend gemaakt. De procedure voor de controle van de biomassasamenstelling die door Renogen in het kader van de vernieuwde exploitatievergunning werd ingevoerd, zijnde het manueel uitsorteren van plastiek, werd intussen reeds 6 maal gecontroleerd door de gemeente Amel telkens met een goed resultaat. De dwangsom van €10.000 per week, die door de rechtbank bij niet naleving van de vergunde biomassakwaliteit werd opgelegd, is dus naar aanleiding van deze controles niet van toepassing. Aangezien Renogen deze procedure zal aanhouden tijdens de hele transitieperiode worden er op vlak van deze controles geen problemen verwacht.
Aangezien er in het vonnis van de rechtbank van Eupen zaken zijn opgenomen die vatbaar zijn voor interpretatie, heeft Renogen in samenspraak met haar raadslieden beslist om in beroep te gaan voor de rechtbank van Luik. De verwachting is dat dit beroep nog in 2016 gepleit zal worden.
In parallel met bovenstaande milieustakingsvordering m.b.t. Renogen SA werd ook Artikel 65 gelanceerd door de Waalse administratie (Département des Permis et Autorisation). De aanpassing van een vergunning onder Artikel 65 is enkel mogelijk voor een exploitant die binnen zijn exploitatievergunningen functioneert. De procedure werd gelanceerd omwille van de onduidelijkheid van de definities van de verschillende stromen van biomassa. De uitkomst van deze procedure heeft op 7 september 2015 geleid tot een aanpassing aan de exploitatievoorwaarden van Renogen SA. Ondertussen heeft Renogen een eerste inschatting gemaakt van wat de nodige investeringen zijn om aan de nieuwe exploitatievoorwaarden (emissies) te kunnen voldoen. Grootteorde gaat het om een investering van minimum 5 M€ om beide roosterovens uit te rusten met een nieuw systeem van rookgaswassing. De geplande werken noodzaken echter ook een stilstand van 1 tot 2 maanden in de eerste helft van 2017.
Anderzijds heeft Renogen SA op 2 november 2015 een procedure voor de Raad van State gelanceerd aangezien er volgens haar fouten, inconsistenties en onduidelijkheden zijn opgenomen in de nieuwe vergunning van 7 september 2015, vooral wat betreft de transitieperiode van 22 maanden vanaf ontvangst van de vergunning. Wat betreft de bijkomende emissienormen die na 22 maanden dienen gerealiseerd te worden, gaat Renogen niet in beroep aangezien dit kadert in haar strategie om hernieuwbare stromen te valoriseren die eindeleven zijn en dus vaak een beperkte verontreiniging bevatten (zoals bijv. plastiek in de zeefoverloop na compostering).
Ondertussen heeft Renogen op 25 februari 2016 een brief gekregen van DPC (Departement de la police et des contrôles) met daarin de melding dat zij twee metingen hebben ontvangen van ISSeP (labo van Waalse overheid) die de nieuw opgelegde tussentijdse norm van 0,5 ng/Nm³ overschrijden en dat Renogen in overeenstemming met de vergunning van 7 september 2015 de installatie dient stil te leggen. Aangezien Renogen zelf 12 metingen heeft laten uitvoeren sinds september 2015 conform haar nieuwe vergunning van 7 september 2015 door een erkend labo en dat deze allemaal beneden deze norm liggen, heeft Renogen formeel protest aangetekend en bijgevolg haar installatie niet stilgelegd. Ondertussen heeft de gemeente Amel op 16 maart 2016 artikel D149 gelanceerd van de milieuwetgeving. Artikel D149 stipuleert dat er sprake moet zijn van, na grondig onderzoek, onmiddellijke en ernstige schade aan de gezondheid van de omwoners, alvorens een stopzetting van de activiteiten afgedwongen kan worden. Renogen heeft haar argumenten in het kader van deze procedure schriftelijk overgemaakt aan de Gemeente Amel op 18 maart 2016. Aangezien deze zaak volgens Renogen volledig ongegrond is, zal Renogen in de toekomst alle rechtsmiddelen blijven inzetten om haar tegen eventuele negatieve beslissingen te blijven verdedigen.
Ondertussen voert Renogen haar actieplan voor een nieuw systeem van rookgaswassing verder uit. Zo heeft Renogen een nieuwe vergunning voor de bouw van deze installatie (ter vervanging van haar huidig filtersysteem) ingediend op 11 maart 2016.
Alhoewel de vennootschap een positieve afloop verwacht, kan er geen zekerheid gegeven worden omtrent het resultaat van de lopende procedures i.v.m. de milieuproblematiek bij Renogen (zoals hierboven beschreven) en een negatieve uitspraak zou potentieel een materieel effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de bedrijfsresultaten en kasstromen van Renogen. Omwille van de complexiteit van deze aangelegenheid en het ontbreken van een duidelijke basis voor het voorspellen van de uitkomsten, kunnen wij geen zinvolle orde van grootte van mogelijke verliezen of uitstromen van kasmiddelen opgeven die eventueel zouden kunnen volgen uit een ongunstige uitkomst.
Renogen heeft in het kader van de wet van 30 november 2006, Art 15octies § 2, van de Waalse overheid ter promotie van elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare bronnen, op basis van de goedkeuring door de CwaPE op 24 februari 2016, een KECO bekomen van 3,239. Deze KECO heeft een multiplicatie effect op het huidige algoritme van groenestroomcertificaten (dat verder volledig ongewijzigd blijft). Deze bijkomende steun gaat in vanaf het derde kwartaal 2015. De raming is dat dit een eenmalige bijkomende opbrengst zal genereren in 2016 van 2,38 M€ van zodra de groenestroomcertificaten effectief geleverd en verkocht worden.
De bijkomende steun heeft een positieve jaarlijkse impact op de omzet van de vennootschap Renogen en dit voor de resterende looptijd van de groenestroomcertificaten (einde 2021 voor Amel I en einde 2022 voor Amel II). Bij een gelijkblijvend productieprofiel en alle andere parameters hetzelfde ten opzichte van 2015 is de huidige inschatting dat de omzet in 2016 met ongeveer 4,56 M€ zal stijgen (exclusief de correctie over het 3de en 4de kwartaal van 2015) omwille van de bijkomende steun. Deze bijkomende omzet zal onder andere ook toelaten om het nieuwe systeem voor rookgaswassing te financieren.
De warmtecontracten met de industriële buren Delhez Bois en Belwood zijn in onderhandeling, maar voorlopig werd er nog geen akkoord bereikt omtrent de prijs voor de warmte. Sinds 1 januari 2016 is er bijgevolg geen warmteafname. Gegeven het huidige systeem van groenestroomcertificaten, inclusief KECO, heeft dit momenteel slechts een heel beperkte financiële impact.
4Energy Invest concentreert zich momenteel op het uitbaten van haar bestaande installaties in de dochterbedrijven Renogen/AmelBio en 4HamCogen. Het voert momenteel geen onderzoek en ontwikkeling uit.
De vennootschap heeft geen bijkantoren.
Volgende elementen hebben een impact op de ontwikkeling van de dochtervennootschappen:
Recent werd overgegaan tot de versterking van de operationele entiteiten door de aanwerving van een plantmanager op het niveau van de site in Amel en de aanwerving van een nieuwe plantmanager op het niveau van de site in Ham. Voor beide sites worden er momenteel actieplannen uitgewerkt om de belangrijkste kosten te verlagen en de productiviteit van de installaties te verbeteren. Dergelijke actieplannen kunnen bepaalde investeringen en/of verbeteringen aan de bestaande installaties met zich brengen, mede teneinde de bestaande milieuwetgeving en vergunningen te respecteren. In het licht van de uitvoering van deze actieplannen kan het nodig zijn om het operationele team verder te versterken.
De elektriciteitsprijzen die momenteel gangbaar zijn voor de geproduceerde elektriciteit van warmtekrachtinstallaties op de professionele groothandelsmarkt, zijn historisch zeer laag. Wijzigingen van de elektriciteitsprijzen hebben een onmiddellijke impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep. Door de beslissing van de Belgische regering om de nucleaire centrales langer open te houden zijn de prijzen voor de elektriciteit op de groothandelsmarkt (Belpex) momenteel met 15 tot 20€ per MWe gedaald ten opzichte van de prijzen in 2015. Zowel op het niveau van Renogen als 4HamCogen wordt de elektriciteit verkocht aan deze Belpex-prijs. Bij een gelijkblijvend productieprofiel in 2016 ten opzichte van 2015 zal de omzet met ongeveer 1,5 M€ dalen indien de elektriciteitsprijzen over 2016 met gemiddeld 15 € zouden dalen.
Het wetgevend kader voor de groenestroomcertificaten en de wetgeving omtrent de milieunormen zijn beslissend voor de leefbaarheid van groene energie projecten. Wijzigingen in dit wetgevend kader hebben een cruciale impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep (cf supra 4.7. belangrijkste gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden)
• De hoeveelheid energie geleverd aan Ecopower in functie van hun productieproces van houtpellets;
De vennootschap maakt geen gebruik van financiële instrumenten.
De Vennootschap beoordeelt haar blootstelling ten aanzien van het risico van de elektriciteitsprijs onder andere in het kader van de resultaten van Renogen en 4HamCogen wiens elektriciteit momenteel verkocht wordt op het elektriciteitsnet op basis van Belpex prijs.
De Vennootschap beoordeelt haar blootstelling aan het kredietrisico, bestaande uit facturen voor managementdiensten aan dochterondernemingen, op een continue basis.
De kapitaalsverhoging van 7.093 K EUR bij 4Energy Invest NV in 2014 door inbreng van de overgenomen vorderingen heeft geleid tot een positief eigen vermogen van 4Energy Invest.
De Raad van Bestuur is verder van oordeel dat de (huidige) vergoeding voor (huidig) geleverde diensten door 4Energy Invest ten aanzien van haar dochtervennootschappen voldoende is om verliezen in de volgende boekjaren te vermijden. De positieve resultaten en kasstromen die op groepsniveau werden gerealiseerd tijdens 2015, de positieve netto kaspositie van de groep per 31 december 2015 en de positieve verwachtingen voor komende boekjaar verantwoorden een waardering in continuïteit.
De Raad van bestuur heeft beleidsregels vastgesteld inzake transacties en andere contractuele banden tussen de Vennootschap (inclusief met haar Verbonden Vennootschappen) en haar bestuurders en leden van het Uitvoerend management die niet onder de belangenconflictregeling vallen.
Van alle leden van de Raad van bestuur en van het Uitvoerend management wordt verwacht dat zij daden, standpunten of belangen vermijden die strijdig zijn met, of de indruk wekken strijdig te zijn met, de belangen van de Vennootschap.
Alle transacties tussen de Vennootschap en leden van de Raad van bestuur of van het Uitvoerend management behoeven goedkeuring van de Raad van bestuur. Zij kunnen enkel plaatsvinden tegen de gebruikelijke marktvoorwaarden.
Leden van de Raad van bestuur en van het Uitvoerend management is het bijvoorbeeld niet toegestaan om, rechtstreeks of onrechtstreeks, overeenkomsten te sluiten met de Vennootschap gericht op de levering van goederen of betaalde diensten (andere dan in het kader van hun bestuurs- of uitvoerend mandaat), tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de Raad van bestuur.
Wanneer de leden van de Raad van bestuur of van het Uitvoerend management geconfronteerd worden met een mogelijks conflicterend belang bij een beslissing of verrichting van de Vennootschap, moeten zij de Voorzitter van de Raad van bestuur zo snel mogelijk informeren. Onder conflicterende belangen wordt onder meer verstaan: vermogensrechtelijke belangen, maar bijvoorbeeld ook functionele of politieke belangen.
Indien artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen toepassing vindt, zal de betrokken bestuurder of lid van het Uitvoerend management zich onthouden van deelname aan de beraadslaging en aan de stemming. Indien artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen geen toepassing vindt, zal het bestaan van een mogelijk belangenconflict genotuleerd worden (maar niet gepubliceerd) en betaamt het de betrokken bestuurder of lid van het Uitvoerend management zich te onthouden van de stemming.
In overeenstemming met Artikel 523 en 524 van het Belgische Wetboek van vennootschappen, worden hieronder uittreksels opgenomen uit de notulen van de raden van bestuur.:
CI2I BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verklaart dat zij een strijdig belang van vermogensrechtelijke aard in de zin van art. 523 W. Venn. heeft aangaande de punten b) en c) van de aanbevelingen van het NRC.
CI2I BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verklaart vervolgens dat het remuneratievoorstel evenwel het belang van de Vennootschap dient, marktconform is en geen uitzonderlijke of onevenwichtige bepalingen bevat zodat het voorliggend voorstel dan ook verantwoord en gerechtvaardigd is.
CI2I BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verklaart dat zij de commissaris op de hoogte heeft gebracht van het belangenconflict.
CI2I BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verlaat vervolgens de vergadering.
De Raad van Bestuur keurt de aanbevelingen, die werden opgenomen in de notulen van het NRC van 15 januari 2015, unaniem goed met name:
Aangezien er geen targetplan werd gemaakt door het management, evalueert het NRC de prestaties van DIMA voor 2014 uitzonderlijk op basis van volgende parameters: (i) Analytische rapportering, (ii) support in FSMA/Euronext/bank relaties, (iii) kosten voor financieel departement en (iv) interne werking;
Het NRC stelt vast dat er goede prestaties zijn geleverd op sommige vlakken (bijv. werking financieel departement), maar dat de interactie met de operations en daaraan gekoppeld de rapportering nog beter dienen gemanaged te worden;
Wat betreft de variabele vergoeding 2015 stelt het NRC vast dat er nog geen targetplan 2015 werd opgesteld. De redenen zijn gekend: discussies omtrent plastiek in biomassa, verzekeringen, andere operationele beslommeringen. Zolang deze targets niet gezet zijn, kan het NRC zich niet buigen over het bepalen van de targets voor de variabele vergoeding. Dit punt wordt verschoven naar het volgende NRC (nog te bepalen). Aan het management wordt gevraagd om dringend werk te maken van dit targetplan 2015.
De elementen die moeten worden verstrekt in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007, voor zover deze elementen gevolgen zouden kunnen hebben in geval van een openbaar overnamebod, worden gedetailleerd besproken in het verslag van de raad van bestuur over de geconsolideerde financiële jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 in overeenstemming met artikel 119 van het Belgische Wetboek van vennootschappen (zie sectie 2.9).
In het verleden werden door de raad van bestuur van 4Energy Invest een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité en een adviescomité opgericht. Deze comités hebben een louter adviserende rol. De uiteindelijke besluitvorming blijft de verantwoordelijkheid van de raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de opdracht van elk comité met betrekking tot de organisatie, procedures, beleid en activiteiten van dat comité.
Het auditcomité is samengesteld uit ten minste 3 leden, benoemd door de Raad van Bestuur. Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. In afwijking met de Belgische Corporate Governance Code die vereist dat een meerderheid van de leden van het auditcomité onafhankelijk zijn, is slechts één van de drie huidige leden onafhankelijk bestuurder. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
De voorzitter van het auditcomité wordt benoemd onder de leden van het auditcomité door de Raad van Bestuur van de Vennootschap en mag deze functie niet combineren met het voorzitterschap van de Raad van Bestuur. De voorzitter van het auditcomité, al naargelang het geval met de steun van de voorzitter van de Raad van Bestuur en/of de CEO en/of de CFO, zal ervoor zorgen dat het auditcomité te allen tijde (i) zijn rol en taken begrijpt, (ii) over alle informatie beschikt om zijn interne en externe taken naar behoren te vervullen, en (iii) zijn taken vervult in overeenstemming let het interne reglement van het auditcomité.
De aanstelling van de leden van het auditcomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het auditcomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Het auditcomité zal beslissen of, en zo ja wanneer de CEO, de CFO (of kaderleden verantwoordelijk voor zaken in verband met financiën, boekhouding en financieel beheer), de interne auditor (indien bestaande) en de externe bedrijfsrevisor zullen worden uitgenodigd om de vergaderingen bij te wonen.
Op de datum van dit jaarverslag bestaat het auditcomité uit de volgende leden: Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder, BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch, als niet-uitvoerend bestuurder en LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens als niet-uitvoerend bestuurder. LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens en BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch zijn deskundig in boekhouding en audit, zoals blijkt uit hun vorige functie als beleggingsbeheerder, en uit de bestuursfuncties die zij in verschillende vennootschappen uitoefenen. Hamaco BVBA heeft zijn expertise op dit vlak opgebouwd door zijn jarenlange ervaring als bestuurder in diverse vennoostchappen. Hamaco BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
De elementen die moeten worden verstrekt in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007, voor zover deze elementen gevolgen zouden kunnen hebben in geval van een openbaar overnamebod, worden gedetailleerd besproken in het verslag van de raad van bestuur over de geconsolideerde financiële jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 in overeenstemming met artikel 119 van het Belgische Wetboek van vennootschappen (zie sectie 2.9).
4Energy Invest heeft een corporate governance charter aangenomen in lijn met de Belgische Corporate Governance Code, uitgegeven op 12 maart 2009 (tweede editie) door de Belgische Commissie Corporate Governance (de 'Code'). 4Energy Invest heeft de Code aangenomen als referentiecode. De Code is gebaseerd op een 'pas toe of leg uit'-systeem. Belgische beursgenoteerde vennootschappen dienen de Code na te leven, maar kunnen afwijken van de bepalingen en richtlijnen ervan (doch niet van de principes) op voorwaarde dat zij de rechtvaardigingen voor een dergelijke afwijking bekendmaken. 4Energy Invest leeft de principes van de Code na, maar is van mening dat bepaalde afwijkingen van de bepalingen gerechtvaardigd zijn in het licht van zijn specifieke situatie. Met het van kracht worden van de wet op 6 april 2010 (i) is het niet mogelijk af te wijken van sommige bepalingen van de Code en (ii) is het verplicht aan te geven welke bepalingen van de Code tijdens het jaar niet werden nageleefd, en een verklaring te geven voor de redenen van de niet-naleving. De afwijkingen van 4Energy Invest worden uitgelegd in deze verklaring inzake Corporate Governance en zijn geldig volgens de wet van 6 april 2010.
Het corporate governance charter van 4Energy Invest is het laatst bijgewerkt op 22 augustus 2014 en kan worden geraadpleegd op de website van 4Energy Invest: www.4energyinvest.com
De lijst hierna geeft een overzicht van de huidige afwijkingen ten opzichte van de Corporate Governance Code. Meer details hieromtrent worden hieronder opgenomen in de overeenkomstige secties van de Code
Op basis van de ontvangen kennisgevingen is de aandeelhouderstructuur op datum van 31 december 2015 als volgt samengesteld:
| Aandeelhouder | Datum Transparantie Verklaring |
Aantal Aandelen |
Aantal stemrechten |
% |
|---|---|---|---|---|
| Philiep Van Eeckhout/ Gimarco NV | 22 mei 2014 | 6.116.000 | 6.116.000 | 80,54% |
| Limburgse Reconversiemaatschappij NV | 22 mei 2014 | 1.033.000 | 1.033.000 | 13,60% |
| Ci2i BVBA | 51 | 51 | 0,00% | |
| Enerpro Sprl | 2 | 2 | 0,00% | |
| Free Float | 22 mei 2014 | 444.741 | 444.741 | 5,86% |
| Totaal | 7.593.794 | 7.593.794 | 100% |
| (in '000 euro) | Voor de 12 maanden afgesloten op |
Uitstaand saldo per 31-12-15 (*) |
Voor de 12 maanden afgesloten op |
|---|---|---|---|
| 31-12-15 | 31-12-14 | ||
| Gimarco NV | 125,0 | 151,3 | 125,0 |
| LRM NV | 25,0 | 30,3 | 25,0 |
In het verleden werd voor wat betreft dagelijks juridisch advies voornamelijk gewerkt met externe advocaten. Sinds 2014 wordt er beroep gedaan op de juridische dienst van LRM. Met betrekking tot specifieke operationele aangelegenheden en commerciële ontwikkelingenwordt er beroep gedaan op de diensten van Gimarco NV. Jaarlijks wordt er een evaluatie gedaan van deze dienstverleningen en kan het contract indien nodig/wenselijk worden stopgezet mits een opzegperiode van 3 maand. De diensten die zijn geleverd door alle verbonden partijen zijn zakelijke, objectieve transacties voor dit type van diensten. De uitstaande saldi moeten in contanten worden betaald op hun respectieve vervaldatums. Er zijn geen garanties verstrekt voor de transacties met deze partijen.
De rol van de raad van bestuur bestaat erin het succes van de Vennootschap op lange termijn na te streven door blijk te geven van leiderschap en ondernemingszin en risicobeoordeling en risicobeheer mogelijk te maken.
Krachtens de statuten van 4Energy Invest is de raad van bestuur samengesteld uit minimaal zes en maximaal tien leden. Volgens de principes van de Code dient ten minste de helft van de leden niet-uitvoerend (non-executive) bestuurder te zijn, en ten minste drie bestuurders dienen onafhankelijk te zijn overeenkomstig de criteria bepaald in het Belgische Wetboek van vennootschappen en in de Code.
Op de datum van dit jaarverslag is de raad van bestuur van 4Energy Invest samengesteld uit zes leden, waaronder twee onafhankelijk bestuurders. Deze leden zijn:
| Naam | Functie | Start mandaat |
Einde mandaat |
|---|---|---|---|
| Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer |
Uitvoerend voorzitter |
2012 | 2016 |
| VEM BVBA, met permanent | Niet-uitvoerend | 2012 | 2016 |
|---|---|---|---|
| vertegenwoordiger Philiep | bestuuder | ||
| Van Eeckhout | |||
| LRM Beheer NV, met | Niet-uitvoerend | 2014 | 2016 |
| permanent | bestuurder | ||
| vertegenwoordiger Stijn | |||
| Bijnens | |||
| Brevak BVBA met permanent | Niet-uitvoerend | 2014 | 2016 |
| vertegenwoordiger Jo Breesch | bestuurder | ||
| Hamaco BVBA met permanent |
Niet-uitvoerend, | ||
| vertegenwoordiger Henri | onafhankelijk | 2012 | 2016 |
| Meyers | bestuuder | ||
| Infigo BVBA, met permanent | Niet-uitvoerend, | ||
| vertegenwoordiger Frank | onafhankelijk | 2014 | 2016 |
| Bruyneel | bestuuder | ||
De Raad van Bestuur benoemt een van zijn niet-uitvoerende leden tot voorzitter van de Raad van Bestuur. Momenteel is, in afwijking van bovenstaande omwille van efficiëntie en in het belang van de Vennootschap, Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer, aangesteld als voorzitter van de Raad van Bestuur. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
De voorzitter is verantwoordelijk voor de leiding van de Raad van Bestuur en voor de doelmatige werking van de Raad van Bestuur in alle opzichten. De voorzitter dient de nodige maatregelen te treffen om een vertrouwensklimaat te creëren binnen de Raad van Bestuur, dat bijdraagt aan open discussie, opbouwende kritiek en steun voor de besluiten van de Raad van Bestuur. De voorzitter dient een feitelijke interactie tussen de Raad van Bestuur en het uitvoerend management te stimuleren. Hij dient nauwe banden te onderhouden met de Chief Executive Officer en de Chief Executive Officer te steunen en te adviseren in zijn uitvoerende verantwoordelijkheden.
De raad van bestuur vergadert wanneer de belangen van de Vennootschap dit vereisen of op verzoek van twee bestuurders. In principe zal de raad van bestuur regelmatig en ten minste vier keer per jaar bijeenkomen. De beslissingen binnen de raad van bestuur vereisen een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
In 2015 is de raad van bestuur 5 keer samengekomen. Het globale aanwezigheidspercentage van de bestuurders bedroeg 90 %.
| Naam | Bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|
| Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent | 5/5 |
| vertegenwoordiger Filip Lesaffer | |
| Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger | 5/5 |
| Henri Meyers (onafhankelijk bestuurder) | |
| VEM BVBA, met permanent vertegenwoordiger | 5/5 |
| Philiep Van Eeckhout | |
| LRM Beheer NV, met permanent | 3/5 |
| vertegenwoordiger Stijn Bijnens | |
| Brevak BVBA, met permanent vertegenwoordiger | 5/5 |
| Jo Breesch | |
| Infigo BVBA, met permanent vertegenwoordiger | 4/5 |
| Frank Bruyneel (onafhankelijk bestuurder) |
Aanwezigheid op vergaderingen van de raad van bestuur:
Een bestuurder voldoet pas als onafhankelijk bestuurder als hij minstens voldoet aan de criteria bepaald in artikel 526ter van het Belgische Wetboek van vennootschappen, die als volgt kunnen worden samengevat:
− Geen uitvoerend lid van de raad zijn, geen functie uitoefenen als lid van het uitvoerend comité of als een persoon die het dagelijks beheer van de Vennootschap wordt toevertrouwd of geen aan de Vennootschap gelieerde vennootschap of persoon zijn, en in de afgelopen vijf jaar voor de benoeming niet in een dergelijke positie hebben verkeerd.
− Niet meer dan drie termijnen als niet-uitvoerend bestuurder van de raad hebben gediend, zonder daarbij een totale termijn van twaalf jaar te overschrijden.
− Geen werknemer van het senior management zijn (zoals gedefinieerd in artikel 19,2° van de Belgische Wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven) van de Vennootschap of van een aan de Vennootschap gelieerde vennootschap of persoon, en in de afgelopen drie jaar voor de benoeming niet in een dergelijke positie hebben verkeerd.
− Geen significante verloning of een andere significant voordeel van financiële aard ontvangen of hebben ontvangen van de Vennootschap of van een aan de Vennootschap gelieerde vennootschap of persoon, anders dan een eventuele bonus of vergoeding (tantièmes) die hij ontvangt of heeft ontvangen als niet-uitvoerend lid van de raad.
− Geen aandeelhoudersrechten hebben (direct of via een of meer vennootschappen onder zijn controle) die 10 % of meer van de aandelen van de Vennootschap of van een klasse van de aandelen van de vennootschap (indien deze er zijn) vertegenwoordigen, en geen vertegenwoordiger zijn van een aandeelhouder die in deze positie verkeert.
− Als de aandeelhoudersrechten gehouden door de bestuurder (rechtstreeks of via een of meer vennootschappen onder zijn controle) minder dan 10 % vertegenwoordigen, mag de vervreemding van dergelijke Aandelen of de uitoefening van de rechten die daaraan zijn gekoppeld niet onderworpen zijn aan enige contracten of eenzijdige verbintenissen aangegaan door de bestuurder. De bestuurder mag tevens geen aandeelhouder vertegenwoordigen die in deze positie verkeert.
− Niet in dit boekjaar of het vorige een significante zakelijke relatie gehad hebben met de Vennootschap of met een aan de Vennootschap gelieerde vennootschap of persoon, noch rechtstreeks noch als partner, aandeelhouder, bestuurslid of lid van het senior management (zoals gedefinieerd in artikel 19,2° van de hoger vernoemde Belgische Wet van 20 september 1948) van een vennootschap of een persoon die een dergelijke relatie heeft.
− Niet momenteel of in de afgelopen drie jaar een partner of een werknemer zijn geweest van de huidige of voorgaande commissaris van de Vennootschap of van een vennootschap of persoon verbonden met de Vennootschap.
− Geen uitvoerend bestuurder zijn van een andere vennootschap waarin een uitvoerend bestuurder van de Vennootschap een niet-uitvoerend lid van de raad is, geen andere significante banden hebben met uitvoerend bestuurders van de Vennootschap via betrokkenheid in andere vennootschappen of organen;
− Geen echtgeno(o)te, wettelijk samenwonende partner of naast familielid (door huwelijk of door geboorte) tot de tweede graad zijn van een lid van de raad, een lid van het uitvoerend comité, een persoon die belast is met het dagelijks bestuur of een lid van het senior management (zoals gedefinieerd in artikel 19,2° van de hoger vernoemde Belgische Wet van 20 september 1948) van de Vennootschap of van een aan de Vennootschap gelieerde vennootschap of persoon, of van een persoon die zichzelf in een of meer van de omstandigheden beschreven in de voorgaande streepjes bevindt.
Volgens de raad van bestuur van de Vennootschap zijn Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers en Infigo BVBA, met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel, onafhankelijk bestuurders. De raad van bestuur is van mening dat de huidige onafhankelijk bestuurders voldoen aan elk van de relevante criteria van het Belgische Wetboek van vennootschappen.
Dit wil zeggen dat er thans geen 3 onafhankelijke bestuurders zijn, zoals aanbevolen. Tijdens de algemene vergadering van 26 mei aanstaande zal de Raad van Bestuur een nieuwe onafhankelijk bestuurder voordragen zodat er vanaf dat ogenblik wel voldaan wordt aan de criteria bepaald in het Belgische Wetboek van vennootschappen en in de Code.
Overeenkomstig art. 518bis, § 1 W. Venn. dient de Raad van Bestuur van 4Energy Invest vanaf 2019 over ten minste een derde leden te beschikken van het andere geslacht. Het is in deze optiek dat de Vennootschap ook voorstelt aan de algemene vergadering van aandeelhouders, dewelke zal plaatsvinden op 26 mei aanstaande, om de huidige bestuurders, wiens mandaat afloopt op het einde van deze algemene vergadering te herbenoemen voor 1 jaar zodat de Vennootschap de tijd krijgt om te zoeken naar vrouwen die de nodige expertise hebben binnen het terrein waarin de Vennootschap actief is en die aldus de Raad van Bestuur kunnen versterken.
In het verleden werden door de Raad van Bestuur een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité en een adviescomité opgericht.
Hierna worden de samenstelling en het functioneren van deze comités besproken.
Volgens de regels voor Belgische beursgenoteerde vennootschappen met betrekking tot de oprichting en de taken van het auditcomité, die van kracht werden op 8 januari 2009, zou 4Energy Invest voldoen aan de omvangcriteria om zonder een afzonderlijk auditcomité te werken (Art. 526bis, § 3 Wetboek van Vennootschappen). Desondanks besliste de Raad van Bestuur in 2014 naar aanleiding van de kapitaalverhoging het auditcomité terug te activeren, wezen het op een pragmatische manier. Dit impliceert dat niet altijd alle formele voorwaarden zullen voldaan zijn.
Op vandaag worden de volgende bepalingen van het corporate governance charter niet nageleefd in afwijkingen van artikels 3.3, 3.4.3. en 3.5.1 aangezien (i) er geen meerderheid is van onafhankelijk bestuurders, (ii) er geen functie is van interne audit en (iii) het auditcomité minder dan viermaal heeft vergaderd.
Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
Het auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in de uitvoering van zijn toezichthoudende verantwoordelijkheden inzake controle in de breedste zin van het woord. Het auditcomité zal geregeld (minstens eenmaal per jaar) verslag uitbrengen aan de raad van bestuur over de uitvoering van zijn taken en over enige kwesties waarvan het auditcomité meent dat er actie moet worden ondernomen of dat er verbeteringen nodig zijn, en kan aanbevelingen doen over de noodzakelijke stappen die moeten worden genomen.
Het auditcomitéheeft de volgende taken:
toezicht houden op de integriteit van de financiële informatie die door de Vennootschap wordt verstrekt, namelijk door de correctheid, de volledigheid, de nauwkeurigheid en de consistentie van financiële informatie te beoordelen en door de relevantie en consistentie te verifiëren van de normen voor financiële verslaggeving die gebruikt worden door de vennootschap en zijn dochterondernemingen. Dit omvat de criteria voor de consolidatie van de rekeningen van ondernemingen binnen de groep. Deze controle zou betrekking moeten hebben op periodieke informatie vóór die bekend wordt gemaakt en zou gebaseerd moeten zijn op een auditprogramma dat door het comité is ingevoerd;
beoordelen van wijzigingen aan de grondslagen en praktijken voor controle en financiële verslaggeving van de Vennootschap zoals die kunnen worden voorgesteld door het management, de commissaris of de interne controleurs (indien bestaande);
periodiek, en ten minste om de twee jaar, de toereikendheid verifiëren en beoordelen van het beleid van de Vennootschap voor transacties met verbonden partijen dat geldt voor de bestuurders en het uitvoerend management van de Vennootschap, en voorgestelde wijzigingen voor goedkeuring aanbevelen aan de raad van bestuur; en
significante kwesties in verband met de financiële verslaggeving bespreken met het uitvoerend management en de externe bedrijfsrevisor.
ten minste eenmaal per jaar de systemen beoordelen voor interne controle en risicobeheer die door het uitvoerend management zijn ingevoerd, rekening houdend met het feit dat de belangrijkste risico's (inclusief risico's in verband met de naleving van de geldende wetgeving en reglementering) naar behoren moeten worden geïdentificeerd, beheerd en bekend worden gemaakt;
samen met het uitvoerend management de verklaringen beoordelen over interne controle en risicobeheer in het jaarverslag van de Vennootschap; en
de specifieke regelingen beoordelen die in vertrouwen zijn getroffen en problemen aankaarten over mogelijke ongepastheden in de financiële verslaggeving of andere zaken. Indien nodig dienen er regelingen te worden getroffen voor een toereikend en onafhankelijk onderzoek van dergelijke kwesties en voor gepaste opvolgingsmaatregelen.
aanbevelingen verstrekken aan de Raad van Bestuur over de selectie, de (her)benoeming of het ontslag van de externe bedrijfsrevisor en de voorwaarden voor zijn of haar aanstelling. In overeenstemming met het Belgische Wetboek van Vennootschappen dient dit voorstel ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de aandeelhouders;
toezicht houden op de onafhankelijkheid van de externe bedrijfsrevisor, in het bijzonder in het kader van de bepalingen van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en het Koninklijk Besluit van 4 april 2003. Het comité dient van de externe bedrijfsrevisor een verslag te verkrijgen waarin alle relaties worden beschreven tussen de onafhankelijke bedrijfsrevisor en de Vennootschap en zijn dochterondernemingen;
een formeel beleid opstellen en toepassen waarin de types van niet-auditdiensten worden gespecificeerd die uitgesloten zijn, die toegelaten zijn na beoordeling door het comité en die toegelaten zijn zonder doorverwijzing naar het comité, rekening houdend met de specifieke vereisten volgens het Belgische Wetboek van Vennootschappen;
geïnformeerd worden over het werkprogramma van de externe bedrijfsrevisor en tijdig informatie verkrijgen over enige aandachtspunten die als gevolg van de audit ontstaan;
de doeltreffendheid beoordelen van het externe-auditproces en de reactiebereidheid van het management op de aanbevelingen die worden gedaan in het beheerverslag van de externe bedrijfsrevisor; en
de kwesties onderzoeken die aanleiding geven tot het ontslag van de externe bedrijfsrevisor en aanbevelingen verstrekken over eventuele vereiste maatregelen.
Voor de samenstelling van het auditcomité (cf supra 4.15).
Het auditcomité is in 2015 driemaal samengekomen. Aanwezigheid op vergaderingen van het auditcomité
| Naam | Bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|
| Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger | 3/3 |
| Henri Meyers (onafhankelijk bestuurder) | |
| LRM Beheer NV, met permanent |
2/3 |
| vertegenwoordiger Stijn Bijnens | |
| Brevak BVBA, met permanent vertegenwoordiger | 3/3 |
| Jo Breesch |
Het aanwezigheidspercentage bedroeg aldus 88,9%.
Gezien de beperkte omvang van het bedrijf en de veranderingen die het onderging, had de Raad van Bestuur de taken en verantwoordelijkheid van het benoemings- en remuneratiecomité terug naar zich toegetrokken, om zo de kosten te drukken en de besluitvorming te verbeteren en te versnellen. Dit was in overeenstemming met artikel 526quater, § 3 van het Wetboek van Vennootschappen. Gegeven de doorstart van de vennootschap in 2014 naar aanleiding van de kapitaalverhoging trad het benoemings- en remuneratiecomité terug in voege, weze het op een pragmatische manier.
Zo is er, op vandaag, in afwijking van de Corporte Governance Code artikels 4.3 en 4.5.1 (i) geen meerderheid van onafhankelijk bestuurders in het Benoemings- en remuneratiecomité en (ii) werd er in 2015 ook slechts 1 comité gehouden (aangezien er ook geen noodzaak was om een tweede comité te organiseren).
Het benoemings- en remuneratiecomité heeft als rol:
Het benoemings- en remuneratiecomité dient te verzekeren dat het benoemings- en herbenoemingsproces van de leden van de raad van Bestuur en van het uitvoerend management objectief en professioneel wordt georganiseerd, en heeft in het bijzonder de volgende taken:
advies verstrekken over voorstellen (bijv. van het management of van de aandeelhouders) met betrekking tot de benoeming en het ontslag van bestuurders en leden van het uitvoerend management; en
advies verstrekken aan de CEO over de benoeming en het ontslag van leden van het uitvoerend management; evalueren van potentiële kandidaten voor een functie binnen het uitvoerend management en aanbevelingen doen over de benoeming of het ontslag van leden van het uitvoerend management. Voor wat betreft de benoeming of het ontslag van de CEO zal het benoemings- en remuneratiecomité zijn aanbeveling baseren op een gemotiveerd voorstel van de raad van bestuur. Voor wat betreft de aanstelling of het ontslag van de andere leden van het uitvoerend management, zal het benoemings- en remuneratiecomité zijn aanbeveling baseren op een gemotiveerd voorstel dat gezamenlijk is opgesteld door de CEO en de voorzitter van de Raad van Bestuur.
Het benoemings- en remuneratiecomité heeft de volgende taken met betrekking tot de remuneratie van bestuurders, leden van het uitvoerend management en sleutelmanagers:
het opstellen en evalueren van voorstellen aan de raad van bestuur over het remuneratiebeleid voor niet-uitvoerende bestuurders, evenals van de voorstellen die moeten worden voorgelegd aan de aandeelhouders;
• het opstellen en evalueren van voorstellen aan de Raad van Bestuur over het remuneratiebeleid voor de voorzitter van de Raad van Bestuur, evenals van de voorstellen die moeten worden voorgelegd aan de aandeelhouders;
• het opstellen en evalueren van voorstellen aan de Raad van Bestuur over het remuneratiebeleid voor het uitvoerend management, als geheel (de CEO uitgezonderd), ten minste met betrekking tot:
– de voornaamste contractuele bepalingen, inclusief de belangrijkste kenmerken van de pensioenregelingen;
– ontslagregelingen;
– de belangrijkste onderdelen van de remuneratie, inclusief (i) het relatieve belang van elke component van de remuneratie, (ii) de prestatiecriteria die gelden voor de variabele elementen en (iii) de extra-legale voordelen;
het opstellen en evalueren van voorstellen aan de Raad van Bestuur over het remuneratiebeleid voor de CEO, ten minste met betrekking tot:
– de voornaamste contractuele bepalingen, inclusief de belangrijkste kenmerken van
de pensioenregelingen;
– ontslagregelingen;
– de belangrijkste onderdelen van de remuneratie, inclusief (i) het relatieve belang van elke component van de remuneratie, (ii) de prestatiecriteria die gelden voor de variabele elementen en (iii) de extra-legale voordelen;
het opstellen van aanbevelingen over de individuele remuneratie van bestuurders en van de leden van het uitvoerend management, inclusief maar niet beperkt tot, afhankelijk van de situatie, bonussen en stimulansen op lange termijn in de vorm van aandelenopties of andere financiële instrumenten. Als er specifieke en gerechtvaardigde redenen bestaan, kan de raad van bestuur afwijken van dit principe;
het verstrekken van aanbevelingen over de prestatiecriteria van de CEO en de andere leden van het uitvoerend management;
opstelling van richtlijnen voor motiverings- of ontslagregelingen voor sleutelkaderleden;
ten minste één maal per jaar met de CEO de werking en de verwezenlijkingen van het uitvoerend management bespreken. De CEO mag niet aanwezig zijn bij zijn of haar eigen evaluatie.
Het benoemings- en remuneratiecomité bestaat uit minimaal drie leden. Alle leden van het benoemings- en remuneratiecomité zijn bestuurders, benoemd door de Raad van Bestuur met bij voorkeur een meerderheid van onafhankelijk bestuurders.
De voorzitter van de Raad van Bestuur of een niet-uitvoerend bestuurder is de voorzitter van het benoemings-en remuneratiecomité. De voorzitter van de Raad van Bestuur of een nietuitvoerend bestuurder kan het benoemings-en remuneratiecomité niet voorzitten wanneer zijn of haar opvolging of remuneratie een punt is op de agenda.
De aanstelling van de leden van het benoemings-en remuneratiecomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het benoemings-en remuneratiecomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Op de datum van dit jaarverslag bestaat het benoemings-en remuneratiecomité uit de volgende leden: VEM BVBA met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout, Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens.VEM BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
Het benoemings- en remuneratiecomité is in 2015 éénmaal samengekomen waarbij alle leden aanwezig waren.
Het doel van het adviescomité is (i) een grondige operationele discussie te houden over kansen of kwesties die mogelijk ontstaan bij de voorbereiding van de vergadering van de raad van bestuur die uiteindelijk over deze kwesties zal beslissen, of (ii) de Chief Executive Officer bij te staan in enige kwesties die mogelijk ontstaan in verband met investeringsbeslissingen met betrekking tot projecten in ontwikkeling, in opbouw of in exploitatie die vallen binnen het toepassingsgebied van de bevoegdheden inzake dagelijks bestuur van de CEO.
Het adviescomité moet samengesteld zijn uit ten minste vier leden die allemaal bestuurders zijn en waarbij ten minste twee leden onafhankelijk bestuurders zijn.
De aanstelling van de leden van het adviescomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het adviescomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Op dit ogenblik bestaat het adviescomité uit de volgende leden: INFIGO BVBA met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel, VEM BVBA met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout, Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers en CI2I met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer. INFIGO BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
Het adviescomité is in 2015 driemaal samengekomen. Aanwezigheid op vergaderingen van het adviescomité
| Naam | Bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|
| Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer |
3/3 |
| Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers (onafhankelijk bestuurder) |
3/3 |
| VEM BVBA, met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout |
3/3 |
| Infigo BVBA, met permanent vertegenwoordiger | 3/3 |
|---|---|
| Frank Bruyneel (onafhankelijk bestuurder) |
Het aanwezigheidspercentage bedroeg aldus 100%.
Onder leiding van de voorzitter zal de raad van bestuur geregeld (bijv. ten minste om de twee tot drie jaar) zijn omvang, samenstelling en prestaties, en de omvang, samenstelling en prestaties van zijn comités beoordelen, alsmede zijn interactie met het uitvoerend management.
Dit evaluatieproces heeft 4 objectieven:
• Het beoordelen van de wijze waarop de raad van bestuur of de desbetreffende comités functioneren;
• Nagaan of de belangrijke onderwerpen grondig worden voorbereid en besproken;
• De daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder, de aanwezigheid van de bestuurder bij de vergaderingen van de Raad van bestuur en de comités en zijn of haar constructieve betrokkenheid bij de besprekingen en de besluitvorming;
• Nagaan of de huidige samenstelling van de Raad van Bestuur en van de comités overeenstemmen met de gewenste samenstelling.
Hoewel de evaluatie de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur is, kan de raad van bestuur zich laten bijstaan in deze evaluatie door het benoemings- en remuneratiecomité, en mogelijk ook door externe deskundigen.
4Energy Invest stelt een remuneratieverslag op met betrekking tot de remuneratie van zijn bestuurders. Dit remuneratieverslag maakt deel uit van de verklaring inzake corporate governance statement, dat deel uitmaakt van het jaarverslag.
Het is het remuneratiecomité dat de krijtlijnen uittekent van de remuneratiepolitiek voor nietuitvoerend en uitvoerende bestuurders en voor het uitvoerend management en vervolgens ter goedkeuring voorlegt aan de Raad van Bestuur.
Het remuneratiebeleid van 4Energy Invest is ontworpen (i) om de onderneming de kans te geven bestuurders aan te trekken, te behouden en te motiveren die over het profiel beschikken dat bepaald werd door de Raad van Bestuur en (ii) om een continue verbetering in de activiteiten te stimuleren.
Naar aanleiding van de schuldherschikking werden er ook op het niveau van de Raad van Bestuur wijzigingen doorgevoerd. Bijgevolg heeft het remuneratiecomité van 4Energy Invest het remuneratiebeleid uitgestippeld omtrent (i) de remuneratie van zijn niet-uitvoerend en uitvoerend bestuurders, (ii) de vaste vergoeding van het management, (iii) de variabele vergoeding van het management en (iv) een lange termijn mechanisme van deelname in aandeelhouderswaardecreatie voor CI2I BVBA en JF Meys Sprl. Dit remuneratiebeleid maakt deel uit van de verklaring inzake corporate governance en diende als aanbeveling voor de Raad van Bestuur van 29 juli 2014. Het remuneratiebeleid werd tijdens die vergadering van de Raad van Bestuur goedgekeurd.
Op aanbeveling en voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité bepaalt de Raad van Bestuur de bezoldiging van de Bestuurders die aan de algemene vergadering van aandeelhouders wordt voorgelegd. Het voorstel van de remuneratie dat de Raad van Bestuur indient bij de algemene vergadering van aandeelhouders komt in principe overeen met de marktpraktijken en de verwachtingen voor bedrijven vergelijkbaar met 4Energy Invest. De remuneratie wordt ingesteld om bestuurders aan te trekken, te behouden en te motiveren die over het profiel beschikken dat bepaald werd door het benoemings- en remuneratiecomité. Naar aanleiding van de doorstart van de vennootschap in 2014 en de versterking van de Raad van Bestuur, werd er beslist om de vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur te uniformiseren als volgt:
| Naam | Positie | Vaste jaarlijkse vergoeding |
variabele vergoeding |
|---|---|---|---|
| Ci2i, vertegenwoordigd door Filip Lesaffer | Uitvoerend voorzitter | € 40.000 | - |
| VEM Bvba, vertegenwoordigd door Philiep Van Eeckhout Niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | - | |
| Hamaco Bvba, vertegenwoordigd door Henri Meyers | Niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder | € 20.000 | - |
| LRM Beheer NV,vertegenwoordigd door Stijn Bijnens | Niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | - |
| Brevak Bvba, vertegenwoordigd door Jo Breesch | Niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | - |
| Infigo Bvba, vertegenwoordigd Frank Bruyneel | Niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder | € 20.000 | - |
De hierboven gepresenteerde remuneratiestructuur voor bestuurders werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 29 juli 2014 en is van toepassing sinds 3 juni 2014 (datum van de eerste Raad van Bestuur in de nieuwe samenstelling en datum van het eerste remuneratiecomité).
De remuneratie van het uitvoerend management wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur, op basis van de aanbevelingen van het benoemings- en remuneratiecomité. Een passend gedeelte van de bezoldiging is gekoppeld aan de individuele prestaties en aan de prestaties van de Vennootschap. De voorgestelde remuneratie komt in principe overeen met de marktpraktijken en de verwachtingen voor bedrijven vergelijkbaar met 4Energy Invest. De remuneratie wordt ingesteld om de diensten van het uitvoerend management tegen concurrerende marktvoorwaarden te behouden.
De vergoeding van het uitvoerend management werd niet gewijzigd en is als volgt:
| Naam | Positie | Vaste vergoeding | variabele vergoeding |
|---|---|---|---|
| Ci2i, vertegenwoordigd door Filip Lesaffer | CEO | 680 €/dag | - |
| Dima Finance Comm. V., vertegenwoordigd door Dirk Slegers | CFO | 130.000 €/jaar | Max 20.000 €/jaar |
| Jean-François Meys Sprl, vertegenwoordigd door Jean-François | COO | 120.000 €/jaar | Max 50.000 €/jaar |
Nota: het uitvoerend management heeft tevens een variabele onkostenvergoeding voor onkosten gemaakt in het kader van hun dienstenovereenkomst.
De variabele vergoeding is afhankelijk van specifieke targets die jaarlijks zullen worden vastgelegd en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
Naast bovenstaande vaste en variabele vergoeding besliste de Raad van Bestuur om voor Ci2i BVBA en Jean-François Meys SPRL een 'op aandelen gebaseerde' vergoeding toe te kennen ten einde de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. De belangrijkste parameters van deze vergoeding zijn:
• Na 4 jaar kunnen zowel Ci2i BVBA als Jean-Francois Meys SPRL verzoeken om deze vergoeding uit te betalen. Gegeven de potentieel belangrijke impact op de cash van de Vennootschap zal de Vennootschap 50% uitbetalen binnen de 30 dagen, 25% na 1 jaar en 25% na 2 jaar.
Voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 ontvingen Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, VEM BVBA met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout, LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens, Brevak BVBA met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch en Infigo BVBA met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel elk een totale remuneratie van € 20.000
De niet-uitvoerend bestuurders hebben in 2015 geen bonussen ontvangen die zijn toegekend in aandelen, opties of enige andere rechten om aandelen te verwerven zoals goedgekeurd door of ingediend op de algemene vergadering van aandeelhouders.
Bij de oprichting van 4Energy Invest heeft de Raad van Bestuur beslist dat 4Energy Invest de bestuurders zal vrijwaren voor enige vordering door een derde partij gebaseerd op aansprakelijkheid van bestuurders, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk verzuim. Bijgevolg heeft 4Energy Invest een verzekering voor aansprakelijkheid van bestuurders afgesloten.
Niet-uitvoerend bestuurders ontvangen geen incentives toegekend in aandelen, opties of andere rechten om aandelen te verwerven, of pensioenvoordelen.
De uitvoerend bestuurder Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer, ontving in zijn functie als voorzitter van de raad van bestuur een totale remuneratie van € 40.000.
| (in '000 euro) | Voor de 12 maanden afgesloten op |
Uitstaand saldo per 31/12/2015 (*) |
|
|---|---|---|---|
| 31-12-15 | |||
| Filip Lesaffer, als vast vertegenwoordiger van Ci2i BVBA | uitvoerend | 40,0 | 12,1 |
| Henri Meyers, als vast vertegenwoordiger van Hamaco BVBA |
Niet-uitvoerend | 20,0 | 6,1 |
| Philiep Van Eeckhout, als vast vertegenwoordiger van VEM BVBA |
Niet-uitvoerend | 20,0 | 6,1 |
| Stijn Bijnens, als vertegenwoordiger van LRM Beheer NV | Niet-uitvoerend | 20,0 | 6,1 |
| Jo Breesch, als vast vertegenwoordiger van Brevak BVBA | Niet-uitvoerend | 20,0 | 6,1 |
| Frank Bruyneel,als vast vertegenwoordiger van Infigo BVBA |
Niet-uitvoerend | 20,0 | 6,1 |
(*) uitstaand saldo is inclusief gefactureerde BTW
Continuous Insight2Impact BVBA, vertegenwoordigd door Filip Lesaffer, werd benoemd tot Uitvoerend Voorzitter in juli 2012. De vergoeding voor het uitvoerend werk bedraagt 680 euro per dag (exclusief beroepskosten). De jaarlijkse vergoeding voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 voor het uitvoerend werk bedraagt € 156.060. Deze jaarlijkse remuneratie houdt geen rekening met de door Continuous Insight2Impact BVBA gemaakte (en gefactureerde) beroepskosten bij de uitvoering van zijn diensten voor een bedrag van € 19.949. Verder ontving Ci2i BVBA € 30.000 van de bonus die hem in 2014 werd toegekend (in resultaat van 2014 verwerkt) en die gespreid in tijd wordt uitgekeerd zoals contractueel overeengekomen (cf. supra artikel 4.13). Per einde 2015 resteert er nog een uitstaand bedrag van deze bonus van € 30.000. M.b.t. 2015 werd er geen bonus toegekend.
Jean-François Meys Sprl, vertegenwoordigd door Jean-François Meys, vervult de functie van COO sedert 2012. De jaarlijkse vaste vergoeding voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 voor het uitvoerend werk bedraagt € 120.000. Deze jaarlijkse remuneratie houdt geen rekening met de door Jean-François Meys Sprl gemaakte (en gefactureerde) beroepskosten bij de uitvoering van zijn diensten voor een bedrag van € 15.905. Verder ontving Jean-François Meys het resterende gedeelte (met name 20.000 EUR) van de bonus die hem in 2013 werd toegekend en die gespreid werd in tijd en ontving hij eveneens de bonus die hem werd toegekend in 2014 (30.000 EUR). Voor zijn prestaties in 2015 werd Jean-François Meys Sprl een bonus toegezegd van 5.000 EUR.
Dima Finance Comm. V., vertegenwoordigd door Dirk Slegers, vervult de functie van CFO sedert mei 2013. De jaarlijkse vaste vergoeding voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 voor het uitvoerend werk bedraagt € 130.000. Deze jaarlijkse remuneratie houdt geen rekening met de door Dima Finance Comm.V. gemaakte (en gefactureerde) beroepskosten bij de uitvoering van zijn diensten voor een bedrag van € 5.967. Verder ontving Dima Finance Comm.V. de bonus die hem werd toegekend in 2014 (16.000 EUR). Voor zijn prestaties in 2015 werd Dima Finance Comm.V. een bonus toegezegd van 2.000 EUR.
Het Uitvoerend management ontvangt geen opties of andere rechten om aandelen te verwerven of pensioenvoordelen.
| (in '000 euro) | Voor de 12 maanden afgesloten op |
Uitstaand saldo per 31-12-15 (*) |
Voor de 12 maanden afgesloten op |
|---|---|---|---|
| 31-12-15 | 31-12-14 | ||
| Filip Lesaffer, als vast vertegenwoordiger van Ci2i BVBA | 176,0 | 17,2 | 244,2 |
| Jean-François Meys, als vast vertegenwoordiger van Jean François Meys SPRL |
140,9 | 13,5 | 215,8 |
| Dirk Slegers, als vast vertegenwoordiger van Dima Finance Comm.V. |
138,0 | 13,7 | 162,3 |
(*) uitstaand saldo is inclusief gefactureerde BTW
Voor de inhoud en de berekening van de op aandelen gebaseerde vergoeding verwijzen we naar sectie 4.16.8.1
Het benoemingscontract van de CEO voorziet in een opzegvergoeding ingeval de overeenkomst wordt opgezegd door de Vennootschap dewelke overeenkomt met een vergoeding van 6 maanden. Deze vergoeding zal echter 12 maanden bedragen ingeval de overeenkomst wordt opgezegd binnen de 24 maanden na overname van de Vennootschap.
Het benoemingscontract van de COO voorziet in een opzegvergoeding ingeval de overeenkomst wordt opgezegd door de Vennootschap dewelke overeenkomt met een vergoeding van 3 maanden.
Het benoemingscontract van de CFO voorziet in een opzegvergoeding ingeval de overeenkomst wordt opgezegd door de Vennootschap van € 20.000. Deze vergoeding zal echter € 50.000 bedragen ingeval de overeenkomst wordt opgezegd omwille van wijziging van controle van de Vennootschap.
Een van de functies van het auditcomité van 4Energy Invest is toezicht houden op de efficiëntie van de interne controle- en risicobeheersystemen van de Vennootschap.
4Energy Invest heeft zijn boekhouding en die van haar dochtervennoostchappen deels uitbesteed aan een extern boekhoudkantoor vanaf 1 januari 2015 maar dit in zeer nauw contact met de CFO van 4Energy Invest. De interne en externe rapportering wordt uitgevoerd door de CFO. In de operationele vennootschappen werken nog 3 administratieve krachten.
Dit houdt in dat het onmogelijk is om algemeen aangenomen standaarden voor interne controle (zoals volledige scheiding van verantwoordelijkheden, jobrotatie, 4 ogen review...) te implementeren.
Daarom heeft de raad van bestuur alternatieve controleprocessen opgezet, die permanent verfijnd worden:
Waar mogelijk wordt scheiding van taken toegepast, in het bijzonder op het vlak van inkomende facturen en uitgaande betalingen.
De raad van bestuur vraagt de aandeelhouders van de Vennootschap om de bijgevoegde statutaire jaarrekening goed te keuren en kwijting te verlenen aan de raad van bestuur van de vennootschap en aan de bedrijfsrevisor voor de uitvoering van hun mandaat tijdens dit boekjaar van de vennootschap.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.