Annual Report • Apr 28, 2017
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Gereglementeerde informatie
Ham – 24 april 2017
| 1. | GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE JAARREKENING 7 | |||
|---|---|---|---|---|
| 1.1 | Verklaring van verantwoordelijkheid 7 | |||
| 1.2 | Geconsolideerde jaarrekening 8 | |||
| 1.2.1 | Geconsolideerde winst- en verliesrekening in '000 € 8 | |||
| 1.2.2 '000 € |
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten in 8 |
|||
| 1.2.3 | Geconsolideerde balans in '000 € 9 | |||
| 1.2.4 | Geconsolideerd kasstroomoverzicht in '000 € 10 | |||
| 1.2.5 | Het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen in '000 € 11 | |||
| 1.2.6 | Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 12 | |||
| 1.2.6.1 | Algemene informatie en groepsstructuur 12 | |||
| 1.2.6.2 | Overeenstemmingsverklaring 13 | |||
| 1.2.6.3 | Wijzigingen in de grondslagen voor de financiële verslaggeving 13 | |||
| 1.2.6.4 | Toekomstige vereisten 13 | |||
| 1.2.6.5 | Vreemde valuta 16 | |||
| 1.2.6.6 | Grondslag voor consolidatie 16 | |||
| 1.2.6.7 | Gebruik van schattingen en oordelen 17 | |||
| 1.2.7 | Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving 19 | |||
| 1.2.7.1 | Materiële vaste activa 19 | |||
| 1.2.7.2 | Lease-overeenkomsten 20 | |||
| 1.2.7.3 | Overheidssubsidies 21 | |||
| 1.2.7.4 | Voorraden 21 | |||
| 1.2.7.5 | Overige en handelsvorderingen 22 | |||
| 1.2.7.6 | Geldmiddelen en kasequivalenten 22 | |||
| 1.2.7.7 | Eigen vermogen 22 | |||
| 1.2.7.8 | Voorzieningen 22 | |||
| 1.2.7.9 | Rentedragende leningen 22 | |||
| 1.2.7.10 | Handelsschulden en overige kortlopende schulden 23 | |||
| 1.2.7.11 | Afgeleide financiële instrumenten 23 |
| 1.2.7.12 | Bijzondere waardevermindering (impairment) 24 | |
|---|---|---|
| 1.2.7.13 | Terugname van bijzondere waardeverminderingen 24 | |
| 1.2.7.14 | Inkomsten 24 | |
| 1.2.7.15 | Verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen 26 | |
| 1.2.7.16 | Financieringskosten 26 | |
| 1.2.7.17 | Inkomstenbelastingen 26 | |
| 1.2.7.18 | Gesegmenteerde informatie 27 | |
| 1.2.7.19 | Gebeurtenissen na balansdatum 28 | |
| 1.2.7.20 | Belangrijkste bronnen van onzekerheid bij schattingen 28 | |
| 1.2.8 | Ondersteunende toelichtingen bij de geconsolideerde financiële jaarrekening 29 | |
| 1.2.8.1 | Omzet 29 | |
| 1.2.8.2 | Overige bedrijfsopbrengsten 31 | |
| 1.2.8.3 | Kosten van de omzet 31 | |
| 1.2.8.4 | Overige bedrijfskosten 32 | |
| 1.2.8.5 | Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen 33 | |
| 1.2.8.6 | Verplichtingen uit hoofde van huurovereenkomsten 33 | |
| 1.2.8.7 | Bijzondere waardevermindering (impairment) 34 | |
| 1.2.8.8 | Financiële inkomsten en kosten 35 | |
| 1.2.8.9 | Inkomstenbelastingen 35 | |
| 1.2.8.10 | Terreinen en gebouwen 37 | |
| 1.2.8.11 | Installaties, machines en uitrusting 38 | |
| 1.2.8.12 | Meubilair en rollend materieel 39 | |
| 1.2.8.13 | Leasing en vergelijkbare rechten 39 | |
| 1.2.8.14 | Activa in aanbouw 40 | |
| 1.2.8.15 | Overige activa op lange termijn 41 | |
| 1.2.8.16 | Voorraden 41 | |
| 1.2.8.17 | Handels- en overige vorderingen 42 | |
| 1.2.8.18 | Geldmiddelen en kasequivalenten 42 | |
| 1.2.8.19 | Aandelenkapitaal en uitgiftepremie 43 | |
| 1.2.8.20 | Rentedragende leningen en schulden 43 | |
| 1.2.8.21 | Overige schulden op lange termijn 44 | |
| 1.2.8.23 | Financiële instrumenten 45 | |
| 1.2.8.24 | Voorzieningen 49 | |
| 1.2.8.25 | Personeel 51 |
| 1.2.8.26 | Verbintenissen 52 | ||
|---|---|---|---|
| 1.2.8.27 | Relaties en transacties met verbonden partijen 52 | ||
| 1.2.8.28 | Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum 55 | ||
| 1.2.8.29 | Winst per aandeel 55 | ||
| 1.2.8.30 | Voorwaardelijke verplichtingen 56 | ||
| 2. | VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER DE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE JAARREKENING VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2016 IN OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 119 VAN HET BELGISCH WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN 58 |
||
| 2.1 | Overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen tijdens het jaar 2016 58 | ||
| 2.2 | Risico's en onzekerheden 60 | ||
| 2.3 | Opmerkingen over de geconsolideerde financiële jaarrekening 60 | ||
| 2.4 | Vooruitzichten voor het jaar 2017 66 | ||
| 2.5 | Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden 67 |
||
| 2.6 | Informatie over de omstandigheden die een aanzienlijke invloed zouden kunnen hebben op de ontwikkeling van de groep 67 |
||
| 2.7 | Informatie over onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten 67 | ||
| 2.8 | Gebruik van financiële instrumenten door de groep in het kader van het risicobeheer van de groep 67 |
||
| 2.9 | Informatie verstrekt in overeenstemming met art 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 68 |
||
| 2.10 | Verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van ten minste één lid van het auditcomité (artikel 119, 6° van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 71 |
||
| 3. | VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN 4ENERGY INVEST OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2016 73 |
||
| 4. | VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER DE STATUTAIRE JAARREKENING VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2016 IN OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 96 VAN HET BELGISCHE WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN 76 |
||
| 4.1 | Ingekorte statutaire jaarrekening voor de boekjaren afgesloten op 31 december 2016 en 31 december 2015 77 |
||
| 4.2 | Statutair kapitaal 4Energy Invest NV 78 | ||
| 4.3 | Samenvatting van belangrijke statutaire grondslagen voor financiële verslaggeving van 4Energy Invest NV 79 |
||
| 4.3.1 | Basisprincipes 79 | ||
| 4.3.2 | Bijzondere regels voor financiële verslaggeving 79 |
| 4.3.2.1 | Oprichtingskosten 79 | ||
|---|---|---|---|
| 4.3.2.2 | Immateriële activa 79 | ||
| 4.3.2.3 | Materiële vaste activa 79 | ||
| 4.3.2.4 | Financieel vaste activa en langlopende vorderingen 80 | ||
| 4.3.2.5 | Vorderingen op ten hoogste één jaar 80 | ||
| 4.3.2.6 | Beleggingen in contanten 81 | ||
| 4.3.2.7 | Geldmiddelen en kasequivalenten 81 | ||
| 4.3.2.8 | Voorzieningen voor risico's en kosten 81 | ||
| 4.3.2.9 | Schulden op meer dan een jaar en op ten hoogste een jaar 81 | ||
| 4.3.2.10 | Overlopende posten van activa en verplichtingen 81 | ||
| 4.4 | Feiten over de vennootschap en haar activiteiten 82 | ||
| 4.4.1 | Warmtekrachtkoppeling 82 | ||
| 4.4.2 | Pellet productie 82 | ||
| 4.5 | Commentaar bij de statutaire jaarrekening 83 | ||
| 4.5.1 | Statutaire balans 83 | ||
| 4.5.2 | Statutaire winst- en verliesrekening 84 | ||
| 4.6 | Beheer van risico's en onzekerheden 84 | ||
| 4.7 | Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden 85 |
||
| 4.8 | Informatie over onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten 85 | ||
| 4.9 | Informatie over bijkantoren 85 | ||
| 4.10 | Omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanzienlijk kunnen beïnvloeden. 85 |
||
| 4.11 | Gebruik van financiële instrumenten door de Vennootschap in het kader van het risicobeheer van de Vennootschap 86 |
||
| 4.12 | Verantwoording van waarderingsregels (artikel 96, 6° van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 86 |
||
| 4.13 | Informatie verstrekt in overeenstemming met artikel 523 en 524 van het Belgische Wetboek van vennootschappen 86 |
||
| 4.13.1 | Beleid inzake transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap en haar bestuurders of leden van het uitvoerend management 86 |
||
| 4.14 | Belangenconflicten 87 | ||
| 4.15 | Informatie verstrekt in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 87 |
||
| 4.16 | Verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van ten minste één lid van het auditcomité (artikel 96, §1, 9° van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 88 |
| 4.17 Verklaring inzake Corporate Governance (art. 96, paragraaf 2 van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 89 |
|---|
| 4.17.1 Informatie verstrekt in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 89 |
| 4.17.2 Referentiecode 89 |
| 4.17.3 Overzicht van afwijkingen van de Corporate Governance Code 90 |
| 4.17.4 Aandeelhouderstructuur 90 |
| 4.17.5 Raad van bestuur 91 |
| 4.17.6 Comités binnen de raad van bestuur 95 |
| 4.17.6.1 Auditcomité 95 |
| 4.17.6.2 Benoemings- en Remuneratiecomité 97 |
| 4.17.6.3 Adviescomité 100 |
| 4.17.7 Evaluatieproces 101 |
| 4.17.8 Remuneratieverslag 102 |
| 4.17.8.1 Procedure voor (i) de opstelling van een remuneratiebeleid voor niet uitvoerend bestuurders en uitvoerend bestuurders en (ii) het instellen van het remuneratieniveau voor niet-uitvoerend bestuurders en uitvoerend bestuurders 102 |
| 4.17.8.2 Remuneratie en voordelen toegekend aan bestuurders 104 |
| 4.17.8.3 Bonussen toegekend in aandelen, opties of anderszins 106 |
| 4.17.8.4 Vertrekvergoeding 106 |
| 4.17.9 Systemen voor interne controle en risicobeheer in verband met het financiële verslaggevingsproces 107 |
| 4.18 Kwijting 107 |
| 4.19 Verklaring van de commissaris 107 |
De ondergetekenden Ci2i bvba met vast vertegenwoordiger Filip Lesaffer, Uitvoerend Voorzitter, en Dima Finance Comm. V. met vast vertegenwoordiger Dirk Slegers, Chief Financial Officer, verklaren dat, naar hun best weten:
1 Alle bedragen in deze sectie betreffen geconsolideerde cijfers volgens IFRS.
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening in '000 € |
Toelichting | Over het boekjaar eindigend op 31-12-16 |
Over het boekjaar eindigend op 31-12-15 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 1.2.8.1 | 25.396 | 16.992 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 1.2.8.2 | 86 | 19 |
| Inkomsten | 25.482 | 17.011 | |
| Kosten van de omzet | 1.2.8.3 | -9.614 | -10.720 |
| Personeelskosten | 1.2.8.25 | -2.754 | -2.724 |
| Overige bedrijfskosten | 1.2.8.4 | -2.011 | -1.643 |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten excl. Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen |
11.104 | 1.925 | |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen | 1.2.8.5 | -3.452 | -1.292 |
| Terugname bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa | 1.2.8.7 | 8.500 | 0 |
| Bedrijfsresultaat | 16.152 | 633 | |
| Financiële inkomsten | 1.2.8.8 | 53 | 85 |
| Financiële kosten | 1.2.8.8 | -94 | -131 |
| Financieel Resultaat | -41 | -46 | |
| Resultaat voor belasting | 16.110 | 586 | |
| Inkomstenbelasting | 1.2.8.9 | 1.597 | -3 |
| Resultaat van de periode | 17.708 | 583 | |
| Toerekenbaar aan: | |||
| Aandeelhouders van 4Energy Invest | 17.708 | 583 | |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen | 7.593.794 | 7.593.794 | |
| Resultaat/aandeel in € | 1.2.8.29 | 2,33 | 0,08 |
| Verwaterde resultaat/aandeel | 2,33 | 0,08 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening
| Over het boekjaar eindigend op 31-12-16 |
Over het boekjaar eindigend op 31-12-15 |
|
|---|---|---|
| Winst over de verslagperiode | 17.708 | 583 |
| Niet-gerealiseerde resultaten die in een latere periode zullen opgenomen worden in de winst-en verliesrekening |
0 | 0 |
| Niet-gerealiseerde resultaten die niet in een latere periode zullen opgenomen worden in de winst-en verliesrekening |
0 | 0 |
| Niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode, na winstbelasting |
0 | 0 |
| Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode |
17.708 | 583 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening
| Activa | Toelichting | 31-12-16 | 31-12-15 |
|---|---|---|---|
| Vaste activa | 18.579 | 9.414 | |
| Terreinen en gebouwen | 1.2.8.10 | 1.880 | 500 |
| Installaties, machines en uitrusting | 1.2.8.11 | 12.641 | 8.198 |
| Meubilair en rollend materieel | 1.2.8.12 | 80 | 17 |
| Leasing en vergelijkbare rechten | 1.2.8.13 | 310 | 525 |
| Activa in aanbouw | 1.2.8.14 | 2.065 | 39 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 1.2.8.9 | 1.600 | 0 |
| Overige activa op lange termijn | 1.2.8.15 | 3 | 135 |
| Vlottende activa | 15.127 | 6.737 | |
| Voorraden | 1.2.8.16 | 2.841 | 2.063 |
| Handelsvorderingen | 1.2.8.17 | 4.198 | 2.868 |
| Overige vorderingen | 1.2.8.17 | 538 | 158 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 1.2.8.18 | 7.551 | 1.648 |
| Totaal | 33.707 | 16.151 | |
| Passiva | 31-12-16 | 31-12-15 | |
| Eigen vermogen | 1.2.8.19 | 28.999 | 11.291 |
| Totaal eigen vermogen | 28.999 | 11.291 | |
| Langlopende verplichtingen | 717 | 1.128 | |
| Rentedragende leningen | 1.2.8.20 | 79 | 280 |
| Overige schulden | 1.2.8.21 | 240 | 556 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 50 | 50 | |
| Voorzieningen | 1.2.8.24 | 347 | 242 |
| Kortlopende verplichtingen | 3.991 | 3.731 | |
| Rentedragende leningen | 1.2.8.20 | 180 | 266 |
| Handelsschulden | 1.2.8.22 | 3.189 | 2.925 |
| Overige schulden | 1.2.8.22 | 622 | 539 |
| Totaal | 33.707 | 16.151 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten Resultaat van de periode 17.708 583 Aanpassingen voor niet kas en niet operationele kosten en opbrengsten: Uitgestelde belastingen -1.600 0 Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen 3.452 1.292 1.2.8.5 Terugname bijzondere waardevermindering op materiële vaste activa 1.2.8.7 -8.500 0 Niet-gerealiseerd verlies/(winst) op financiële instrumenten -53 -84 1.2.8.8 Overige financiële resultaten 94 130 1.2.8.8 Gerealiseerde meerwaarde op materiële vaste activa -37 Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten voor wijzigingen in werkkapitaal en voorzieningen 11.065 1.922 Afname/(toename) in overige vorderingen op lange termijn 132 6 1.2.8.15 Afname/(toename) in voorraden -840 -705 1.2.8.16 Afname/(toename) in handelsvorderingen 1.2.8.17 -1.330 971 Afname/(toename) in overige vorderingen 1.2.8.17 -381 -89 Toename/(afname) in overige schulden op lange termijn -315 -225 1.2.8.21 Toename/(afname) in handelsschulden -390 169 1.2.8.22 Toename/(afname) in overige schulden en voorzieningen 135 -425 1.2.8.22 Netto kasstromen uit bedrijfsactiviteiten 8.076 1.625 Kasstromen uit investeringsactiviteiten Investering in materiële vaste activa -1.864 -472 1.2.8.10-14 Ontvangsten uit verkopen vaste activa 72 Netto kasstromen uit investeringsactiviteiten -1.792 -472 Kasstromen uit financieringsactiviteiten Terugbetalingen van leningen en leaseverplichtingen -288 -183 1.2.8.20 Ontvangen intresten 0 1 1.2.8.8 Betaalde intresten -94 -131 1.2.8.8 Netto kasstromen uit financiële activiteiten -382 -313 Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten 5.903 840 Geldmiddelen en kasequivalenten, netto, op 1 januari 1.648 808 Geldmiddelen en kasequivalenten, netto, op 31 december 7.551 1.648 Mutatie 5.903 840 |
Toelichting | Over het boekjaar eindigend op 31-12-2016 |
Over het boekjaar eindigend op 31-12-2015 |
|---|---|---|---|
De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening
| Over het boekjaar eindigend op 31-12-2016 |
Over het boekjaar eindigend op 31-12-2015 |
|
|---|---|---|
| Maatschappelijk Kapitaal/Uitgiftepremies | ||
| Aan het begin van de periode | 39.053 | 39.053 |
| Aan het einde van de periode | 39.053 | 39.053 |
| Overige reserves | ||
| Aan het begin van de periode | 17.733 | 17.733 |
| Aan het einde van de periode | 17.733 | 17.733 |
| Overgedragen resultaat | ||
| Aan het begin van de periode | -45.494 | -46.077 |
| Resultaat van de periode | 17.708 | 583 |
| Aan het einde van de periode | -27.786 | -45.494 |
| Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders | 28.999 | 11.291 |
| Minderheidsbelangen | ||
| Aan het begin en het einde van de periode | 0 | 0 |
| Totaal eigen vermogen | 28.999 | 11.291 |
De toelichting is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening
De overige reserves werden gevormd ten gevolge van inbreng in natura (impact IFRIC 19 – werkelijke waarde uitgegeven aandelen)
4Energy Invest NV is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht (de Vennootschap), voor onbepaalde duur opgericht op 28 september 2005, met maatschappelijke zetel op het adres De Snep 3324, 3945 Ham, en geregistreerd in het rechtspersonenregister onder het ondernemingsnummer 0876.488.436 (Hasselt). De Vennootschap en haar dochterondernemingen ('de Groep' of '4Energy Invest') vormen een in België gevestigde groep die is opgericht om een portefeuille samen te stellen en te beheren van kleine tot middelgrote lokaal georganiseerde projecten die afvalbiomassa hetzij direct, hetzij indirect, omzetten in elektriciteit en/of proces warmte.
Sinds 17 juni 2008 worden de aandelen van 4Energy Invest genoteerd op Euronext Brussel. Na de kapitaalsverhoging goedgekeurd en doorgevoerd op 24 april 2014 en de Omgekeerde Aandelensplitsing goedgekeurd op 22 mei 2014 en effectief doorgevoerd op 6 juni 2014 bedraagt het totale maatschappelijke kapitaal EUR 20.948.484, dewelke vertegenwoordigd wordt door 7.593.794 aandelen, zijnde een fractiewaarde van EUR 2,76/aandeel.
4Energy Invest en haar dochtervennootschappen baten momenteel de volgende installaties uit:
De huidige groepsstructuur van 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen is daarmee de
De geconsolideerde financiële jaarrekening werd op 21 april 2017 goedgekeurd door de raad van bestuur van 4Energy Invest.
De geconsolideerde financiële jaarrekening van de Groep zijn opgesteld in overeenstemming met de vereisten van de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de EU per 31 december 2016.
De volgende wijzigingen in de grondslagen voor de financiële verslaggeving worden geacht toegepast te worden op de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per einde van en voor het jaar dat afgesloten wordt op 31 december 2016
De toepassing van deze standaarden en interpretaties hadden geen noemenswaardig effect op het financiële resultaat of de financiële positie van de Vennootschap.
Een aantal nieuwe standaarden, wijzigingen van standaarden en interpretaties zijn nog niet van kracht voor boekjaren eindigend op 31 december 2016 en werden niet toegepast bij het opstellen van deze geconsolideerde jaarrekening:
• IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten voorziet in een uitgebreid raamwerk om te bepalen of, hoeveel en wanneer opbrengsten moeten worden verantwoord. De standaard dient ter vervanging van de bestaande bepalingen voor het verwerken van opbrengsten, met inbegrip van IAS 18 Opbrengsten, IAS 11 Onderhanden projecten in opdracht van derden, IFRIC 13 Loyaliteitsprogramma's, IFRIC 15 Contracten voor de bouw van onroerend goed, IFRIC 18 Verwerking van activa verkregen van klanten en SIC 31 Ruiltransacties met betrekking tot advertentiediensten. IFRS 15 is van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2018 en eerdere toepassing is toegestaan. IFRS 15 werd bekrachtigd door de EU. Verduidelijkingen van IFRS 15 - Opbrengsten uit contracten met klanten (uitgegeven op 12 april 2016) werd nog niet bekrachtigd door de EU. De toepassing van IFRS 15 zal naar alle verwachting geen belangrijk effect hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
• IFRS 16 Leaseovereenkomsten gepubliceerd op 13 januari 2016 maakt een verschil tussen dienstverleningscontracten en lease-overeenkomsten op basis van de aanwezigheid van zeggenschap door de klant over het gehuurde actief en introduceert hierbij een nieuwe boekhoudkundige verwerking waarbij alle leaseovereenkomsten op de balans van de lessee zullen komen. Bij aanvang van de leaseperiode neemt de lessee een "recht op gebruik" actief en een leaseverplichting op. De nieuwe standaard voorziet optionele vrijstellingen in het geval van leaseovereenkomsten met een leaseperiode van 12 maanden of minder en voor leaseovereenkomsten waarvoor het onderliggend actief een beperkte waarde heeft. De standaard behoudt ongeveer alle bepalingen uit IAS 17 – leaseovereenkomsten met betrekking tot de verwerking van leaseovereenkomsten door de lessor. Dit wil zeggen dat lessors de leaseovereenkomsten moeten classificeren als operationele of financiële leaseovereenkomsten op basis van hun aard. Voor de lessors zijn er slechts beperkte wijzigingen ten opzichte van de huidige boekhoudkundige verwerking onder IAS 17 leaseovereenkomsten.
De standaard vervangt IAS 17 - leaseovereenkomst, IFRIC 4 - Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat, SIC 15 - Operationele leases – incentives en SIC 27 - Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de juridische vorm van een leaseovereenkomst. De standaard is van toepassing voor boekjaren die starten op of na 1 januari 2019. Vervroegde toepassing is mogelijk voor entiteiten die op dat moment IFRS 15 – Opbrengsten uit contracten met klanten ook reeds toepassen. Deze nieuwe standaard werd nog niet bekrachtigd door de EU. De totale omvang van de impact kan nog niet worden ingeschat. De Groep beoordeelt momenteel het mogelijk effect van de toepassing op de geconsolideerde jaarrekening. De meeste significante impact zal zijn dat de Groep nieuwe activa & passiva zal erkennen voor haar operationele leaseovereenkomsten. Bovendien zullen de kosten gerelateerd aan deze leaseovereenkomsten wijzigen aangezien IFRS 16 de huidige erkenning van een lineaire leasingkost zal wijzigen naar een afschrijvingslast voor het geactiveerde gebruiksrecht enerzijds en interestlasten met betrekking tot de leasingschulden anderzijds. We verwijzen ook naar toelichting 1.2.8.6 voor de verplichtingen van de Groep uit hoofde van operationele huurovereenkomsten.
• IFRS 9 Financiële Instrumenten, gepubliceerd in juli 2014, dient ter vervanging van de bestaande richtlijn zoals opgenomen in IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering. IFRS 9 bevat herziene bepalingen ten aanzien van de classificatie en waardering van financiële instrumenten, met inbegrip van een nieuw model voor verwachte kredietverliezen ten behoeve van de berekening van de waardevermindering van financiële activa, en de nieuwe algemene vereisten voor hedge accounting die hedge accounting verder aligneren met risk management. Verder neemt IFRS 9 de bepalingen over uit IAS 39 voor het opnemen en het verwijderen van financiële instrumenten. IFRS 9 is van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2018. Eerdere toepassing is toegestaan. Deze nieuwe standaard werd bekrachtigd door de EU. De toepassing van IFRS 9 zal naar alle verwachting geen belangrijk effect hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
materiële impact hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep. Deze wijzigingen zijn nog niet door de EU goedgekeurd.
De wijzigingen zullen naar verwachting geen materiële impact hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep. Deze wijzigingen zijn nog niet door de EU goedgekeurd.
De presentatievaluta van de Groep is de euro. De blootstelling aan vreemde valuta was in 2016 nihil.
Er werden bovendien geen transacties in andere valuta dan de euro opgetekend in 2016.
IFRS 10 bepaalt dat een investeerder zeggenschap uitoefent als en alleen als de investeerder
c) over de mogelijkheid beschikt zijn macht over de deelneming te gebruiken om de omvang van de opbrengsten van de investeerder te beïnvloeden.
In casu oefent 4Energy Invest zeggenschap uit over de ondernemingen Renogen SA, AmelBio SA en 4HamCogen NV.
| Vennootschapsnaam | Maatschappelijke zetel |
Rechtspersonenregister | Ondernemingsnummer |
|---|---|---|---|
| 4Energy Invest NV | De Snep 3324 3945 Ham |
RPR Hasselt | BE 0876.488.436 |
| Renogen SA | Holzstrasse 5 4770 Amblève |
RPR Eupen | BE 0475.384.528 |
| AmelBio SA | Holzstrasse 5 4770 Amblève |
RPR Eupen | BE 0881.829.176 |
| 4HamCogen NV | De Snep 3324 3945 Ham |
RPR Hasselt | BE 0820.139.057 |
Vandaar dat de volgende bedrijven zijn opgenomen in de consolidatie:
Voor de administratieve verwerking van bedrijfscombinaties zal IFRS 3 worden toegepast. De identificeerbare activa en verplichtingen van de overnemende partij die voldoen aan de voorwaarden voor opname volgens IFRS 3 worden opgenomen tegen hun reële waarde op de datum van de overname, behalve voor bepaalde uitzonderingen zoals bepaald door IFRS 3. De jaarrekeningen van dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening vanaf de datum waarop de Groep de controle verwerft tot de datum waarop de Groep niet langer de controle heeft.
Saldi binnen de Groep en winsten en verliezen of inkomsten en kosten die voortvloeien uit transacties binnen de Groep worden bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd.
Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde wijze geëlimineerd als niet-gerealiseerde winst, maar alleen voor zover er geen aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering.
De opstelling van de geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming met de IFRS zoals aangenomen voor gebruik door de Europese Unie, vereist dat het management schattingen en veronderstellingen doet die invloed hebben op de gerapporteerde bedragen van activa en verplichtingen en de vermelding van voorwaardelijke activa en verplichtingen op de datum van de jaarrekening en de gerapporteerde bedragen van baten en lasten tijdens de verslagperiode.
Het management baseert haar schattingen op ervaring en cijfers uit het verleden evenals verscheidene andere veronderstellingen die geacht worden redelijk te zijn in de gegeven omstandigheden. Hun resultaten vormen de basis voor oordelen over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet duidelijk blijken uit andere bronnen. De werkelijke resultaten kunnen per definitie van deze schattingen afwijken.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend herzien. Herzieningen van boekhoudkundige schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien indien de herziening enkel die periode beïnvloedt, of in de periode van de herziening en toekomstige periodes indien de herziening zowel huidige als toekomstige periodes beïnvloedt.
De belangrijke schattingen en oordelen die een aanmerkelijk risico inhouden van wezenlijke aanpassing van de boekwaarden van activa en verplichtingen binnen het volgende boekjaar worden hieronder vermeld.
Een materieel vast actief wordt opgenomen als een actief indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief naar de Groep zullen vloeien en indien de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald.
Dit opnameprincipe wordt toegepast op de kosten die aanvankelijk zijn gemaakt om een materieel vast actief te verwerven, maar ook op kosten die vervolgens worden gemaakt om het aan te vullen, een deel ervan te vervangen of het te onderhouden.
De kosten van zelf gebouwde activa omvatten alle kosten die direct toerekenbaar zijn aan het brengen van het actief naar de locatie en in de toestand zodat het kan werken op de wijze zoals door het management is bedoeld. Voorbeelden van direct toerekenbare kosten zijn:
Kosten worden niet langer opgenomen in de boekwaarde van een materieel vast actief wanneer het actief zich op de locatie en in de toestand bevindt die vereist zijn opdat het actief kan werken op een manier zoals door het management is bedoeld.
De bouwkosten omvatten mogelijk bepaalde immateriële vaste activa. Aangezien het immateriële onderdeel in de totale investeringsuitgaven in vorige jaren echter veeleer onbeduidend is geweest, zijn zowel materiële als immateriële activa opgenomen onder 'materiële vaste activa'.
Onderdelen worden gewoonlijk geboekt in de voorraden, en in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer ze worden verbruikt.
Financieringskosten worden als kosten opgenomen wanneer ze worden gemaakt, behalve in de mate waarin ze gekapitaliseerd worden. Gemaakte financieringskosten voor de bouw van een in aanmerking komend actief worden gekapitaliseerd gedurende de periode die vereist is om het actief te voltooien en voor te bereiden op zijn beoogde gebruik of verkoop.
Na de opname worden alle materiële vaste activa gewaardeerd aan hun historische kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventueel gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen, met uitzondering van terreinen die niet worden afgeschreven.
De verschillende categorieën van materiële vaste activa worden aan de hand van de lineaire methode afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur. De afschrijving vangt aan op het ogenblik dat de activa klaar zijn voor hun beoogde gebruik. De geschatte gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden op het einde van elke verslagperiode opnieuw beoordeeld.
De geschatte gebruiksduur is als volgt:
| Aard van het actief | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Gebouwen | 14 jaar |
14 jaar |
| Verbouwingen | 10 jaar |
10 jaar |
| Installaties, machines en uitrusting | 3-15 jaar |
3-15 jaar |
| Kantooruitrusting & meubilair | 3-5 jaar | 3-5 jaar |
| Voertuigen | 5 jaar | 5 jaar |
| Bulldozer | 4 jaar | 4 jaar |
De geschatte technische gebruiksduur van de Amel I-installatie was oorspronkelijk vastgesteld op 14 jaar. De geschatte technische gebruiksduur van de Amel II-installatie was oorspronkelijk vastgesteld op 15 jaar. De geschatte technische gebruiksduur van de HamCogenerationinstallatie was vastgesteld op 15 jaar.
Tijdens het boekjaar 2014 werden er onder de rubriek installaties, machines en uitrusting 2 bijkomende categorieën met een verschillende afschrijvingsduur gecreëerd met name voor een afschrijvingsduur van respectievelijk 3 en 4 jaar en dit in overeenstemming met de verwachte levensduur van deze installaties en machines.
Consistent met vorige boekjaren worden gebouwen en installaties, machines en uitrusting welke een economische levensduur hebben die verder reikt dan de gekende periode van toekenning van groenestroomcertificaten afgeschreven over de resterende nuttige gebruiksduur die overeenstemt met de gekende periode van toekenning van groenestroomcertificaten. Voor Amel I loopt de periode van toekenning van groenestroomcertificaten momenteel af einde 2021. Voor Amel II en Ham loopt deze periode af einde 2022. De huidige inschatting van de Raad van Bestuur is dat er geen significante restwaarde van de activa zal overblijven na afloop van toekenning van groenestroomcertificaten.
Leases volgens welke de Groep vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom op zich neemt, worden ingedeeld als financiële leases. Materiële vaste activa die via een financiële lease worden verworven, worden geboekt tegen een bedrag dat gelijk is aan het laagste bedrag van ofwel hun reële waarde, ofwel de contante waarde van de minimale leasebetalingen bij het begin van de lease, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen. Het afschrijvingsbeleid voor geleasede activa stemt overeen met het beleid voor activa in eigendom die kunnen worden afgeschreven.
Leaseovereenkomsten waarin een aanzienlijk deel van de risico's en voordelen van eigendom effectief door de lessor behouden blijft, worden ingedeeld als operationele leases.
Alle verplichtingen in het kader van operationele leases worden gerapporteerd onder de rubriek 1.2.8.6 "verplichtingen uit hoofde van huurovereenkomsten".
Overheidssubsidies worden pas opgenomen wanneer met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de Groep de hieraan gekoppelde voorwaarden zal vervullen en dat de subsidie zal worden ontvangen.
Subsidies in verband met activa zullen worden gepresenteerd in het overzicht van de financiële positie door het bedrag van de subsidie af te trekken om tot de boekwaarde van het actief te komen.
Groenestroomcertificaten kwalificeren als subsidies die verband houden met inkomsten in overeenstemming met IAS 20, aangezien ze worden toegekend door de CWaPE (Waalse overheidsinstelling) en de VREG (Vlaamse overheidsinstelling) als steun voor de productie van groene energie. De groenestroomcertificaten worden per kwartaal toegekend (in Wallonië)/per maand (in Vlaanderen) op basis van parameters die verband houden met de kwartaal/maandproductie. In overeenstemming met IAS 20.29 en IAS 20.23 worden subsidies op inkomsten die worden ontvangen in ruil voor het voldoen aan bepaalde voorwaarden in verband met de bedrijfsactiviteiten van de entiteit, afgetrokken bij de rapportering van de gerelateerde kosten (waarbij de productiekosten deel uitmaken van de kosten van de omzet), en worden ze gewaardeerd tegen reële waarde (nl. voor Renogen de waarden gedefinieerd in het langetermijncontract met EDF Luminus en voor 4HamCogen de gegarandeerde minimumprijs met Infrax). Rekening houdend met de voorgeschreven formule van de CWaPE en de VREG en de objectieve parameters afgeleid uit de exploitatiesystemen van de Groep, zijn er geen voorwaarden waaraan niet is voldaan of andere voorwaardelijke gebeurtenissen gekoppeld aan de groenestroomcertificaten.
Voorraden biomassa, wisselstukken en hulpgoederen worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van ofwel de kostprijs, ofwel de opbrengstwaarde. De kostprijs wordt bepaald op basis van de FIFO-methode (first-in, first-out) en omvat alle aankoopkosten en andere kosten die worden gemaakt om de voorraden naar hun huidige locatie en in hun huidige toestand te brengen.
Door de beëindiging van het exploitatie- en onderhoudscontract voor de warmtekrachtkoppelingsinstallaties van Amel I en Amel II en 4HamCogen, vinden alle onderhoudsactiviteiten intern plaats en worden onderdelen vanaf 2009 ingedeeld als voorraden.
Met betrekking tot de wisselstukken wordt er na drie jaar een lineaire waardevermindering toegepast van 25 % per jaar teneinde rekening te houden met de vermoedelijke netto opbrengstwaarde.
Verwijzend naar 1.2.7.3 "Overheidssubsidies", komen voor verkoop gehouden groenestroomcertificaten, certificaten van oorsprong en CO² certificaten die al wel verworven zijn maar nog niet effectief geleverd en verkocht, tenzij in het geval van verplichte afnamecontracten zoals bij Renogen, in aanmerking als Voorraden, zoals gedefinieerd in IAS 2. Deze worden gewaardeerd aan hun werkelijke waarde op balansdatum.
Handelsvorderingen dragen geen rente en worden geboekt tegen hun nominale waarde, verminderd met gepaste waardeverminderingen op basis van objectieve aanwijzingen dat deze activa onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering, onder meer:
-) het niet nakomen van betalingsverplichtingen door of achterstallige betalingen bij een debiteur -) aanwijzing dat een debiteur failliet zal gaan
-) verslechtering van het betalingsbedrag van debiteuren.
Geldmiddelen omvatten het kassaldo en geld op de bank. Kasequivalenten zijn kortlopende uiterst liquide beleggingen die op eenvoudige wijze kunnen worden omgezet in gekende contante bedragen, met een looptijd van drie maanden of minder en die onderworpen zijn aan een onbelangrijk risico van waardeschommeling.
In overeenstemming met IAS 32 worden bijkomende kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de uitgifte van nieuwe aandelen of opties in het eigen vermogen weergegeven als een verlaging, na aftrek van belastingen, van het eigen vermogen.
Een voorziening wordt opgenomen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie wanneer de Groep een bestaande, in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van gebeurtenissen in het verleden, en het waarschijnlijk is dat er een uitstroom van economische voordelen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen. Als het effect wezenlijk is, worden voorzieningen vastgesteld door de verwachte toekomstige kasstromen te disconteren tegen een disconteringsvoet vóór belastingen die de huidige marktbeoordelingen van de tijdswaarde van geld weerspiegelt en, in voorkomend geval, de specifieke risico's van de verplichting.
Rentedragende leningen worden aanvankelijk opgenomen tegen reële waarde, verminderd met de toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden rentedragende leningen geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij enig verschil tussen de kostprijs en de aflossingswaarde wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode van de leningen op basis van de effectieve-rentemethode.
Delen van langlopende leningen die binnen één jaar na de datum van het overzicht van de financiële positie moeten worden afgewikkeld, worden door de Groep ingedeeld als het kortlopend gedeelte.
Op de datum van de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening wordt de nominale waarde van de leningen verhoogd met de onbetaalde rente.
Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen tegen hun nominale waarde.
Een derivaat is een financieel instrument of ander contract dat voldoet aan de volgende voorwaarden:
Afdekkingsderivaten worden gedefinieerd als derivaten die voldoen aan de risicobeheerstrategie van de Vennootschap, waarbij de afdekkingsrelatie formeel gedocumenteerd is en de afdekking bij het nemen van de positie en gedurende de hele periode effectief is, wijzigingen in de reële waarde of kasstromen van de afgedekte positie en de afdekkingsinstrumenten vrijwel volledig worden verrekend en de resultaten binnen een bereik liggen van 80 % tot 125 %.
Financiële derivaten die niet zijn aangemerkt als afdekkingsinstrumenten worden ingedeeld als "aangehouden voor handelsdoeleinden" en worden geboekt tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de nettowinst of het nettoverlies van de periode waarin ze ontstaan.
De reële waarde wordt afgeleid van genoteerde marktprijzen of modellen op basis van verdisconteerde kasstromen, al naargelang het geval. Alle derivaten die niet voor afdekkingsdoeleinden worden gebruikt, worden geboekt als een vaste of vlottende activa wanneer hun reële waarde positief is, en als langlopende of kortlopende verplichtingen wanneer hun reële waarde negatief is.
De boekwaarde van de vaste niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum opnieuw beoordeeld om te controleren of er aanwijzingen zijn van een bijzondere waardevermindering. Als er dergelijke aanwijzingen bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat.
Er wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen wanneer de boekwaarde van een actief of zijn kasstroomgenererende eenheid zijn realiseerbare waarde overstijgt. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
De kasstroomgenererende eenheid van een actief is de kleinste groep van activa waartoe het actief behoort en die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa. Voor de identificatie van de kasstroomgenererende eenheid van een actief is oordeelsvorming vereist.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen die worden opgenomen voor kasstroomgenererende eenheden leiden tot een evenredige verlaging van de boekwaarde van de activa in de eenheid (groep van eenheden).
Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening op balansdatum indien er een indicatie is dat een eerdere geboekte bijzondere waardevermindering, als gevolg van een wijziging in schattingen die werden gebruikt om de initiële bijzondere waardevermindering te bepalen, niet langer gehandhaafd kan worden.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen met betrekking tot goodwill worden niet teruggenomen. Voor andere activa wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies uitsluitend teruggenomen voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger wordt dan de boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen en amortisatie, die zou zijn vastgesteld als geen bijzonder waardeverminderingsverlies was opgenomen.
Inkomsten worden opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen van een transactie naar de entiteit zullen stromen en het bedrag van de inkomsten op betrouwbare wijze kan worden gewaardeerd. Omzet wordt opgenomen na aftrek van omzetbelasting en kortingen. Inkomsten uit de verkoop van goederen worden opgenomen op het moment van de levering nadat de overdracht van risico's en voordelen is voltooid.
Na de verkoop worden de inkomsten uit de verkoop van groenestroomcertificaten, in overeenstemming met IAS 18, gepresenteerd als 'Verkoop van groenestroomcertificaten'.
Dienovereenkomstig worden de als voorraden opgenomen gerelateerde groenestroomcertificaten (zie 1.2.7.4) verwerkt in de productiekosten, die deel uitmaken van de kosten van de omzet.
Na de verkoop worden de inkomsten uit de verkoop van certificaten van "Garantie van Oorsprong", in overeenstemming met IAS 18, gepresenteerd als 'Verkoop van certificaten van Garantie van Oorsprong '.
Dienovereenkomstig worden de als voorraden opgenomen gerelateerde certificaten van "Garantie van Oorsprong (zie 1.2.7.4) verwerkt in de productiekosten, die deel uitmaken van de kosten van de omzet.
In het kader van het Belgische Nationaal Toewijzingsplan voor de toewijzing van emissierechten 2013-2020 in overeenstemming met Richtlijn 2009/29/EG van het Europese Parlement en de Raad (EU-Regeling voor de handel in emissierechten), worden jaarlijks gratis emissierechten toegekend aan de installaties voor warmtekrachtkoppeling Amel I en Amel II. Dit plan voorziet in een jaar na jaar daling van het aantal CO² rechten toegekend aan Renogen. De impact hiervan op het globale resultaat zal echter zeer beperkt zijn. In de voorbije jaren diende Renogen geen hoeveelheid emissierechten terug te geven, aangezien de installatie van Renogen in overeenstemming is met de voorgeschreven reglementering. Volgens de regels van het huidige plan, zal Renogen dit jaarlijks evalueren. Met betrekking tot de vestiging in Ham worden er geen emissierechten toegekend omdat het geïnstalleerde vermogen met betrekking tot het verbranden van andere brandstof dan biomassa kleiner is dan 20 MW thermisch en daarom niet in aanmerking komt voor het ontvangen van emissierechten.
Aangezien er geen specifieke IFRS-normen gelden voor de boekhoudkundige verwerking van emissierechten heeft de Vennootschap besloten het volgende principe toe te passen:
Elektriciteit wordt maandelijks gefactureerd op basis van de resultaten van het metersysteem dat geïnstalleerd is op de aansluitingspunten met het elektriciteitsnetwerk. De meterresultaten worden onafhankelijk opgenomen door de beheerder van het distributienetwerk.
Warmte die door de industriële klant in Ham wordt verbruikt, wordt maandelijks gefactureerd op basis van een geïnstalleerd objectief metersysteem.
Tijdens het boekjaar 2016 werden er geen houtpellets geproduceerd noch verkocht door Renogen. De installatie voor de productie van houtpellets zal maar heropgestart worden ingeval positieve kasstromen kunnen gerealiseerd worden.
De Groep heeft geen toegezegde pensioenregelingen of toegezegde bijdragenregelingen afgesloten.
De Raad van Bestuur besliste in de loop van het boekjaar 2014 dat een op aandelen gebaseerde management vergoeding diende uitgewerkt te worden voor CI2I BVBA en JFMeys sprl om de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. Deze op aandelen gebaseerde management vergoeding werd integraal geboekt als kosten op het ogenblik van toekenning omwille van het definitief verworven karakter in geval van 'good leaver' en wordt berekend op basis van het 90-daags gemiddelde van de beurskoers van 4Energy Invest. Deze op aandelen gebaseerde vergoeding wordt op elke rapporteringsdatum aangepast op basis van de 90-daags gemiddelde koers van het aandeel van 4Energy Invest.
Financieringskosten omvatten rente verschuldigd op leningen berekend op basis van de effectieve-rentemethode, na aftrek van gekapitaliseerde rente, te ontvangen rente op belegde middelen, valutawinsten en -verliezen dewelke worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
De inkomstenbelasting op de winst of het verlies voor het jaar omvat belastingen over het lopende jaar en uitgestelde belastingen. Inkomstenbelastingen worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening behalve voor zover ze betrekking hebben op posten die direct worden opgenomen in het eigen vermogen, in welk geval ze in het eigen vermogen worden opgenomen.
Over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen zijn de verwachte belastingen die verschuldigd zijn op de belastbare inkomsten voor het jaar, op basis van belastingtarieven die op balansdatum wettelijk zijn vastgesteld of wezenlijk zijn vastgesteld, en enige aanpassing aan de verschuldigde belastingen met betrekking tot voorgaande jaren.
Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de balansmethode, die zich richt op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen voor financiële verslaggevingsdoeleinden en de bedragen die gebruikt worden voor belastingdoeleinden. Het opgenomen bedrag van de uitgestelde belasting wordt gebaseerd op de verwachte realisatie- of afwikkelingswijze van de boekwaarde van activa en verplichtingen, op basis van belastingtarieven die op de balansdatum wettelijk zijn vastgesteld of wezenlijk zijn vastgesteld.
Een uitgestelde belastingvordering wordt alleen opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waarmee het actief kan worden verrekend. Uitgestelde belastingvorderingen worden niet erkend wanneer het niet langer waarschijnlijk is dat het overeenstemmende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden verrekend, als en alleen als (i) de Vennootschap een in rechte afdwingbaar recht heeft om de actuele belastingvorderingen te verrekenen met de actuele belastingverplichtingen en (ii) de uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen verband houden met inkomstenbelastingen die door dezelfde belastinginstantie worden geheven op ofwel dezelfde belastbare entiteit, of verschillende belastbare entiteiten die voornemens zijn om ofwel de actuele belastingverplichtingen en de actuele belastingvorderingen op een netto basis af te wikkelen, of tegelijkertijd de vorderingen te realiseren en de verplichtingen af te wikkelen, in elke toekomstige periode waarin verwacht wordt dat er aanzienlijke bedragen van uitgestelde belastingverplichtingen of uitgestelde belastingvorderingen moeten worden afgewikkeld dan wel geïnd.
Er worden twee operationele segmenten onderscheiden: warmtekrachtkoppelingsprojecten en productie van houtpellets.
De installatie van Amel III werd in de tweede helft van 2013 stilgelegd en zal slechts worden heropgestart ingeval positieve kasstromen kunnen gerealiseerd worden. Op basis van de voortschrijdende inzichten gedurende het boekjaar 2014, met name het feit dat er geen fundamentele verbeteringen zijn ten opzichte van de situatie in 2013 en dat er geen vooruitzichten zijn om de installatie terug op te starten op korte termijn, besliste de Raad van Bestuur om de segmentrapportering stop te zetten. De situatie is hieromtrent is niet gewijzigd in het boekjaar 2016.
Tot de datum van goedkeuring zijn de cijfers in de geconsolideerde jaarrekening aangepast om rekening te houden met gebeurtenissen die een invloed hadden op de omstandigheden die bestonden op balansdatum (gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie). Gebeurtenissen die een invloed hebben op dergelijke omstandigheden die ontstaan na de balansdatum worden bekend gemaakt als ze van wezenlijk belang zijn.
Alle projecten zijn operationeel.
Betreffende de bouw van een nieuw rookgaswassingssysteem en tezelfdertijd de vervanging van kritische onderdelen van de bestaande installaties bij de dochtervennootschap Renogen wordt er door het management een best mogelijke inschatting gemaakt van het totale investeringsbedrag (geraamd op 14 miljoen EUR) alsook voor de periode van stilstand (2 maanden per installatie).
Andere onzekerheden, inherent aan de sector waarbinnen de groep actief is, blijven:
Verder is er de onzekerheid naar aanleiding van de milieustakingsvordering op het niveau van Renogen (cf. 1.2.8.30). De raad van bestuur is de mening toegedaan dat dit geen impact zal hebben op de nuttige levensduur van de installaties en dat er, op basis van de huidige informatie, geen provisies moeten aangelegd worden voor eventuele boetes.
| 2016 € '000 |
2015 € '000 |
|
|---|---|---|
| Verkoop van groenestroomcertificaten (*) Verkoop van CO²-certificaten Verkoop van elektriciteit en warmte Andere |
21.215 0 3.996 185 |
12.320 89 4.470 112 |
| Totaal | 25.396 | 16.992 |
(*) Verkoop van groenestroomcertificaten bevat ook certificaten met "garantie van oorsprong" 30 K EUR in 2015 en 37 K EUR in 2016
De omzet van € 25,4 miljoen tijdens het jaar 2016 ligt 49,5% hoger dan in het jaar 2015 (€ 17,0 miljoen). Deze omzetstijging is het gevolg van de betere productiecijfers op geconsolideerde basis (verkochte volume aan elektriciteit +9,5%) en de daaraan gekoppelde groenestroomcertificaten. Bovendien werd het cijfer sterk beïnvloed door de extra steun die Renogen ontving onder de vorm van extra groenestroomcertificaten vanwege de Waalse overheid (zie jaarverslag 2015: 1.2.8.30 belangrijke gebeurtenissen na balansdatum) en waarvan € 2,4 miljoen nog betrekking heeft op productie tijdens 2015.
De omzet uit de verkoop van elektriciteit daalde met 9,1%, ondanks een hogere verkoop in volume (+9,5 % vergeleken met 2015), dit ten gevolge van de lagere elektriciteitsprijzen vergeleken met 2015 (-17%). Verder was er een daling van de verkoop van warmte aan Ecopower.
De omzet omvat voornamelijk de verkoop van groenestroomcertificaten (€ 21,18 miljoen, tegen € 12,29 miljoen in dezelfde periode van 2015).
Renogen vertegenwoordigt 67,8 % van de omzet (51,2% in 2015), 4HamCogen 31,8 % (48,7% in 2015) en AmelBio 0,4%. Deze percentages worden beïnvloed door de erkenning van de groenestroomcertificaten in de omzet.
Voor de verkoop van groenestroomcertificaten in Amel werd er een afnameovereenkomst voor 10 jaar afgesloten door Renogen met EDF Luminus met vaste prijsafspraken en met aanvangsdatum januari 2007. Deze overeenkomst liep af per einde 2016. Intussen werd er een nieuwe overeenkomst afgesloten met Axpo voor afname van een vast aantal groenestroomcertificaten gedurende 2017 en 2018. Bij gelijkblijvende elektriciteitsprijzen betekent dit op het niveau van Renogen een substantiële daling van de opbrengsten van de groenestroom (groenestroomcertificaten + Belpex prijs) aangezien de huidige marktwaarde van de groenestroomcertificaten momenteel substantieel lager ligt dan 10 jaar geleden bij het afsluiten van het EDF-contract.
4HamCogen verkoopt momenteel de groenestroomcertificaten aan de distributienetbeheerder tegen de gegarandeerde prijs van 90 EUR/certificaat.
CO²-certificaten en certificaten van "Garantie van Oorsprong" worden op spotbasis verkocht.
Voor de verkoop van alle in Amel opgewekte elektriciteit werd er een afnameovereenkomst voor 10 jaar afgesloten met EDF Luminus tegen prijzen die gekoppeld zijn aan de elektriciteitsprijzen op de spotmarkt en met aanvangsdatum januari 2007. Deze overeenkomst liep ten einde per 31 december 2016. Intussen werd er een nieuwe overeenkomst afgesloten voor de levering van elektriciteit aan Axpo voor een periode van 2 jaar tot einde 2018.
De contracten voor levering van warmte met de industriële buren van Renogen welke afliepen in 2015 werden niet verlengd. In 2016 werd er bijgevolg geen warmte geleverd door Renogen. In het verleden werd er door de warmte, die vrijkomt als een bijproduct bij de generatie van elektriciteit, productief aan te wenden, het recht op bijkomende groenestroomcertificaten gecreëerd. Door de bijkomende steun die Renogen in februari 2016 heeft gekregen onder de vorm van extra groenestroomcertificaten op basis van een multiplicator KECO op het bestaande algoritme van groenestroomcertificaten, had het wegvallen van de warmteafname geen financiële impact.
Voor de verkoop van alle in Ham opgewekte elektriciteit werd er een contract afgesloten met AXPO welk inging van 1 januari 2014 en dat einde 2016 werd verlengd tot 31 december 2018.
Op datum van 10 april 2014 werd er een commerciële overeenkomst afgesloten tussen 4HamCogen NV en Ecopower CVBA voor de levering van energie (warmte en elektriciteit). Ecopower gebruikt deze energie in zijn productieproces van houtpellets. De levering van energie tussen 4HamCogen en Ecopower werd opgestart in de maand augustus 2014. Deze overeenkomst werd intussen opnieuw stilzwijgend verlengd met 1 jaar.
Pellets worden verkocht aan marktprijs, in bulk of opgezakt. Er zijn geen langetermijncontracten.
Omwille van problemen bij de aankoop van de juiste biomassa tegen aanvaardbare prijzen, de marktprijs voor de geproduceerde houtkorrels en de beperkte capaciteit van de huidige installatie, werd de installatie stilgelegd in de 2de helft van het jaar 2013.
De productie zal enkel en alleen heropgestart worden indien er positieve kasstromen kunnen verwacht worden.
| 2016 € '000 |
2015 € '000 |
|
|---|---|---|
| Vergoedingen ontvangen van verzekeringsmaatschappijen Andere |
11 75 |
3 16 |
| Totaal | 86 | 19 |
De overige bedrijfsinkomsten in 2016 bestaan voornamelijk uit de meerwaarde bij de verkoop van vast actief (37 K EUR) en van oud ijzer (14 K EUR).
| 2016 € '000 |
2015 € '000 |
|
|---|---|---|
| Aankopen van biomassa | -5.640 | -5.720 |
| Voorbehandelingskosten biomassa | -831 | -1.160 |
| Onderhoud en herstellingen | -2.020 | -2.316 |
| Andere | -1.785 | -1.996 |
| Voorraadwijziging groenestroomcertificaten en | ||
| certificaten van origine | 661 | 472 |
| Totaal | -9.614 | -10.720 |
De kosten van de omzet tijdens 2016 bedroegen € 9,61 miljoen (tegen € 10,72 miljoen in 2015) en omvatten de aankoop van biomassa voor € 5,64 miljoen (tegen € 5,72 miljoen in 2015), de voorbehandelingskosten van de biomassa voor € 0,83 miljoen (€ 1,16 miljoen in 2015), de onderhoudskosten voor € 2,02 miljoen (tegen € 2,32 miljoen in 2015), de kosten van het injecteren van elektriciteit op het elektriciteitsnet (feed-in tarieven) voor € 0,20 miljoen (€ 0,21 miljoen in 2015), de kosten voor het afvoeren en verwerken van assen voor € 1,22 miljoen (tegen € 1,35 miljoen in 2015) en andere kosten voor € 0,36 miljoen (tegen € 0,43 miljoen in 2015). De impact van de voorraadwijziging van niet-verkochte groenestroomcertificaten op balansdatum resulteerde in een opbrengst van 663 K EUR in 2016 (tegen een opbrengst van 472 K EUR in 2015). Dit betekent dat de totale kost van de biomassa (aankoop, voorbehandeling en afvoer en verwerking van de assen) gedaald is met 6,8% vergeleken met vorig jaar ondanks de gestegen productie. Dit is grotendeels gelieerd aan de verbetering van het aankoopproces van de biomassa.
| 2016 € '000 |
2015 € '000 |
|
|---|---|---|
| Consultancy vergoedingen (advokaten, management, bestuurders, overige) |
-1.332 | -945 |
| Verzekeringen | -327 | -343 |
| Huur en huurkosten | -109 | -109 |
| Verlies op de vervreemding van vaste activa | -15 | |
| Overige administratieve kosten | -243 | -231 |
| Totaal | -2.011 | -1.643 |
De stijging van de overige bedrijfskosten in vergelijking met vorig jaar is vooral toe te schrijven aan (i) de herrekening van de geprovisioneerde kost voor op aandelen gebaseerde vergoeding (cf. infra 1.2.8.21) die een positieve impact had op de overige bedrijfskosten op het einde van het vorig boekjaar en (ii) op een stijging van de managementvergoedingen (cf. infra 1.2.8.27).
Verder omvatten deze vergoedingen tevens de vergoeding van de commissaris van de Groep. Voor 2016 hebben KPMG Bedrijfsrevisoren CVBA als commissaris van 4Energy Invest, Renogen en 4HamCogen en VGD Bedrijfsrevisoren CVBA als commissaris van AmelBio in totaal de volgende vergoedingen ontvangen:
| Vergoedingen Revisor in K EUR | 4Energy Invest NV | 4Energy Invest Groep |
|---|---|---|
| Vaste audit fee | 21,3 | 36,0 |
| Andere controleopdrachten | 0,0 | 0,0 |
| Belastingadviesopdrachten | 0,0 | 0,0 |
| Andere opdrachten buiten revisorale opdrachten | 0,0 | 0,0 |
| Andere opdrachten uitgevoerd door personen die met | ||
| de commissaris verbonden zijn | 0,0 | 0,0 |
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| € '000 | € '000 | |
| Afschrijvingen | 3.284 | 1.426 |
| Waardevermindering/ (terugname) | 63 | 46 |
| Voorzieningen/ (terugname) | 105 | -180 |
| Totaal | 3.452 | 1.292 |
M.b.t. afschrijvingen: Cf. infra 1.2.8.10 – 1.2.8-13
De waardeverminderingen betreffen voornamelijk (cf. 1.2.8.16) de lineaire waardevermindering toegepast op voorraden reserveonderdelen van 25 % per jaar teneinde rekening te houden met de vermoedelijke netto opbrengstwaarde (cf. 1.2.7.4).
M.b.t. voorzieningen werd er een bijkomende provisie aangelegd voor operationele zaken in Renogen (cf. infra zie 1.2.8.24 "Voorzieningen").
Deze verplichtingen bestaan hoofdzakelijk uit
Deze verschillende verplichtingen geven als resultaat onderstaande tabel
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| € '000 | € '000 | |
| Niet langer dan 1 jaar | 79 | 87 |
| Langer dan 1 jaar en niet langer dan 5 jaar | 258 | 272 |
| Langer dan 5 jaar | 1.240 | 1.275 |
| 1.577 | 1.634 |
In het kader van een eventuele bijzondere waardevermindering worden de warmtekrachtkoppelinginstallaties in Ham en Amel telkens als een aparte kasstroomgenererende eenheid beschouwd.
De evoluties in de markten, nieuwe inzichten in de regelgeving en een beter inzicht in de neveneffecten van de operationele uitbatingen, worden op regelmatige basis verwerkt in nieuwe business plannen voor alle projecten.
Deze geüpdate business plannen gaven in het verleden aanleiding tot bijzondere waardeverminderingen omdat de waarde van de installaties berekend op basis van de verdisconteerde verwachtte kasstromen uit deze geupdate business plannen op basis van de marktverwachtingen, veel lager lagen dan de boekwaardes van de installaties.
Tijdens het boekjaar 2014 en 2015 deden er zich geen bijkomende fundamentele wijzigingen voor ten aanzien van de warmtekoppelingsinstallaties van Amel I en Amel II alsook de warmtekoppelingsinstallatie van Ham.
De beslissing van de Waalse overheid op 24 februari 2016 om bijkomende steun te verlenen onder de vorm van extra groenestroomcertificaten zullen een positieve jaarlijkse impact hebben op de toekomstige omzet van de vennootschap Renogen voor de resterende looptijd van de toekenning van groenestroomcertificaten. Deze ontwikkeling gaf aanleiding tot een herberekening van de realiseerbare waarde van deze materiële vaste activa in de eerste helft van 2016 en tot een gedeeltelijke terugname van eerdere geboekte bijzondere waardeverminderingen op deze activa ten bedrage van 8,5 Mio EUR. De realiseerbare waarde (11,8 miljoen EUR) werd vastgesteld op basis van de toekomstige verwachte kasstromen (tot het einde van de vergunde periode in 2022) gerelateerd aan het gebruik van deze activa en werden verdisconteerd aan 18,0% (pré-tax).
Voor wat betreft 4HamCogen was er geen aanleiding om een impairment analyse uit te voeren voor haar installaties per 31 december 2016.
Met betrekking tot de houtpelletinstallatie (Amel III) is de situatie ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaar. Het management bekijkt verder op welke manier de installatie voor andere doeleinden binnen de groep kan ingezet worden. In het afgelopen boekjaar werden deze activa verder afgeschreven voor een bedrag 46 K EUR om zo tot een totale netto boekwaarde te komen van 232 K EUR per 31 december 2016. Aangezien de geschatte reële waarde hoger wordt geacht dat de huidige boekwaarde heeft de Raad van Bestuur beslist om geen bijkomende afwaardering per 31 december 2016 op te nemen m.b.t. deze installatie.
| 2016 € '000 |
2015 € '000 |
|
|---|---|---|
| Inkomsten uit bankrente Stijging in reële waarde van financiële instrumenten Overige financiële inkomsten |
0 53 0 |
0 84 1 |
| Financiële inkomsten | 53 | 85 |
| Rentelasten Bankkosten |
-87 -7 |
-125 -6 |
| Financiële kosten | -94 | -131 |
| Netto financiële opbrengsten/(kosten) | -41 | -46 |
De Groep is nagenoeg schuldenvrij. De rentelasten in 2016 (87 K EUR) beperken zich daarom tot een aantal leasecontracten en het gerealiseerde deel m.b.t. het IRS contract met Belfius dat ook resulteerde in een stijging van de reële waarde van 53 K EUR in de loop van 2016.
Ondanks het netto resultaat van 2016 heeft de groep nog steeds een aanzienlijk saldo actieve belastingslatenties (overdraagbare verliezen, overdraagbare investeringsaftrek en overdraagbare notionele interestaftrek), waardoor er geen belastingen verschuldigd zijn, op uitzondering van de belasting op bedrijfswagens die sedert 2012 niet langer gecompenseerd mag worden met overgedragen verliezen.
Door de bijkomende steun onder de vorm van extra groenestroomcertificaten bij Renogen heeft de Raad van Bestuur beslist om een uitgestelde belastingvordering met betrekking tot de fiscaal overdraagbare investeringsaftrek van Renogen te erkennen aangezien de Raad van Bestuur het waarschijnlijk acht dat Renogen, op basis van de huidige situatie, voldoende belastbare winsten zal genereren in de toekomst om haar overgedragen investeringsaftrek te kunnen realiseren, zodat er voldaan is aan de IFRS erkenningscriteria met betrekking tot uitgestelde belastingvorderingen op balansdatum. Hierdoor werd er een uitgestelde belastingsvordering geboekt van 1.867 K EUR.
Omwille van verschillen in afschrijving tussen de IFRS boekhouding en Belgian GAAP ontstond er tevens een uitgestelde belastingschuld van -267 K EUR.
| 2016 € '000 |
2015 € '000 |
|
|---|---|---|
| Actuele belastingopbrengst/(last) | ||
| Boekjaar | -3 | -3 |
| Correcties in schatting gerelateerd aan voorgaande jaren | 0 | 0 |
| Totaal actuele belastingopbrengst/(last) | -3 | -3 |
| Uitgestelde belastingopbrengst/(last) | ||
| Ontstaan en afwikkeling van tijdelijke verschillen | -267 | 0 |
| Opname van eerder niet opgenomen compensabele verliezen | 1.867 | 0 |
| Totaal uitgestelde belastingopbrengst/(last) | 1.600 | 0 |
| Belastingopbrengst/(last) voortgezette bedrijfsactiviteiten | 1.597 | -3 |
| 2016 | 2015 | |||
|---|---|---|---|---|
| % | € '000 | % | €'000 | |
| Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
16.110 | 586 | ||
| Winstbelastingen op basis van het lokale belastingtarief Belastingeffect van: |
33,99% | -5.476 | 33,99% | -199 |
| - Niet-aftrekbare kosten | -44 | -20 | ||
| - Fiscaal vrijgestelde opbrengsten Opname van eerder niet opgenomen compensabele |
85 | 0 | ||
| verliezen | 7.033 | 216 | ||
| Belastingopbrengst/(last) | 1.597 | -3 |
| Saldo per 1 januari |
Verwerkt in het resultaat |
Saldo per 31 december |
Uitgestelde belasting vordering |
Uitgestelde belasting verplichting |
|
|---|---|---|---|---|---|
| € '000 | € '000 | € '000 | € '000 | € '000 | |
| Materiële vaste activa | 0 | -267 | -267 | -267 | |
| Voorwaartse verliescompensatie | 0 | 1.867 | 1.867 | 1.867 | |
| Belastingvordering/(verplichting) voor saldering | 0 | 1.600 | 1.600 | 1.867 | -267 |
| Saldering van belastingen | -267 | 267 | |||
| Netto-belastingvordering | 1.600 |
Met betrekking tot de beschikbare actieve belastingslatenties van 4Energy Invest en 4HamCogen werd er geen uitgestelde belastingvordering geboekt aangezien de Raad van Bestuur hier van mening is dat er nog niet voldaan is aan de IFRS erkenningscriteria met name dat het niet waarschijnlijk is dat toekomstige belastingwinsten beschikbaar zullen komen waarvan de Groep de voordelen kan gebruiken.
| 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|
| Overgedragen fiscale verliezen | 10.489 | 23.111 |
| Investeringsaftrek | 4.552 | 12.236 |
| Notionele intrestaftrek | 1.042 | 1.643 |
| Totaal | 16.083 | 36.989 |
De overgedragen fiscale verliezen alsook de investeringsaftrek zijn onbeperkt overdraagbaar in de tijd. Voor wat betreft de notionele intrestaftrek zijn deze maximaal overdraagbaar gedurende een periode van 7 jaar. Deze vervallen respectievelijk op de volgende data: 498 K EUR (einde 2017) en 544 K EUR (einde 2018).
De raad van bestuur zal de mogelijke waardering van de beschikbare actieve belastingslatenties op elke rapporteringsdatum herbekijken op basis van de meest recente inschatting van de toekomstige belastbare winsten, rekening houdend met de evoluties in de markt en de verwachte winstgevendheid van de installaties.
| Aanschaffingswaarde | 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 5.958 | 6.091 |
| Aanschaffingen | 175 | 101 |
| Vervreemdingen | -234 | |
| Saldo op 31 december | 6.133 | 5.958 |
| Afschrijvingen Saldo op 1 januari Afschrijvingskosten van het jaar Terugname waardevermindering Vervreemdingen |
-5.458 -271 1.476 |
-5.632 -60 0 234 |
| Saldo op 31 december | -4.253 | -5.458 |
| Netto boekwaarde Op 1 januari |
500 | 459 |
| Op 31 december | 1.880 | 500 |
De investeringen in terreinen en gebouwen betreffen voornamelijk de installatie van 2 ventilatieeenheden voor het regelen van de temperatuur (95 K EUR) en het afbakenen van zones voor de opslag van biomassa (46 K EUR) beiden in Renogen alsook een aantal kleinere investeringen voor de verdere afwerking van de site in Ham (30 K EUR). De stijging van de netto boekwaarde is voornamelijk het resultaat van een gedeeltelijke terugname van waardevermindering geboekt in het verleden bij Renogen (zie supra 1.2.8.7). De stijging van de afschrijvingskost is voornamelijk het gevolg van de hogere afschrijvingsbasis en dit als gevolg van de terugname van de geboekte waardevermindering in de eerste helft van het boekjaar.
| € '000 | € '000 |
|---|---|
| 72.860 | 72.857 |
| 226 | 336 |
| 0 | -333 |
| 73.086 | 72.860 |
| -64.662 -2.807 7.024 0 |
-63.769 -1.210 0 317 |
| -60.445 | -64.662 |
| 8.198 | 9.088 8.198 |
| 12.641 |
De investeringen in installaties, machines en uitrusting (141 K EUR in Amel en 85 K EUR in Ham) bestaan voornamelijk uit diverse kleinere investeringen waaronder als voornaamste de aanschaf van een reinigingsinstallatie voor de aerocondensors (25 k EUR), de vernieuwing van de bekabeling van de grijpers in de biomassabunker in Amel (36 K EUR) en de aankoop van een nieuwe compressor in Ham (52 K EUR).
De stijging van de netto boekwaarde is voornamelijk het resultaat van een gedeeltelijke terugname van waardevermindering geboekt in het verleden bij Renogen (zie supra 1.2.8.7). De stijging van de afschrijvingskost is voornamelijk het gevolg van (i) de hogere afschrijvingsbasis en dit als gevolg van de terugname van de geboekte waardevermindering in de eerste helft van het boekjaar en (ii) de versnelde afschrijving van een aantal activa omwille van een daling van de resterende nuttige gebruiksduur door geplande vervangingswerken bij Renogen (cf. infra 1.2.8.15 'vaste activa in aanbouw') . Deze versnelde afschrijvingen hadden een impact op het resultaat van het boekjaar van 481 K EUR. Voor het boekjaar 2017 wordt er een impact verwacht van deze versnelde afschrijving van 906 K EUR.
De waarborgen en toezeggingen op de terreinen en gebouwen en op de installaties, machines en uitrusting van de Groep worden uiteengezet in sectie 1.2.8.23.
| Aanschaffingswaarde | 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 148 | 155 |
| Aanschaffingen | 84 | 13 |
| Overdracht van andere hoofding | 0 | 18 |
| Vervreemdingen | 0 | -38 |
| Saldo op 31 december | 232 | 148 |
| Afschrijvingen Saldo op 1 januari Afschrijvingskosten van het jaar Overdracht van andere hoofding Vervreemdingen |
-131 -21 0 0 |
-137 -13 -18 37 |
| Saldo op 31 december | -152 | -131 |
| Netto boekwaarde Op 1 januari |
17 | 18 |
| Op 31 december | 80 | 17 |
Het betreft hier voornamelijk de aanschaf van 2 personenwagens en 2 bestelwagens bij Renogen (69 K EUR) en investeringen in computers en randapparatuur.
Alle financiële leases houden verband met productieapparatuur en rollend materieel met een leasetermijn van 4 jaar of langer. De Groep heeft opties om de apparatuur te kopen voor een nominaal bedrag na de afsluiting van de leaseovereenkomsten. De verplichtingen van de Groep uit hoofde van de financiële leases zijn zeker gesteld door het recht van de leasinggevers op het geleasede actief.
| Aanschaffingswaarde | 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 1.477 | 1.274 |
| Aanschaffingen | 6 | 221 |
| Overdracht naar andere hoofding | -18 | |
| Vervreemdingen | -222 | 0 |
| Saldo op 31 december | 1.261 | 1.477 |
| Afschrijvingen Saldo op 1 januari Afschrijvingskosten van het jaar Overdracht naar andere hoofding Vervreemdingen |
-952 -185 186 |
-827 -143 18 0 |
| Saldo op 31 december | -951 | -952 |
| Netto boekwaarde | ||
| Op 1 januari | 525 | 447 |
| Op 31 december | 310 | 525 |
Het lease contract afgesloten in oktober 2015 door Renogen met ES Finance voor de financiering van een bedrijfswagen voor een investeringsbedrag van 32 K EUR werd vervroegd beëindigd zonder kost voor de onderneming. Verder liep het lease contract voor de aanschaf van een bulldozer, afgesloten door 4HamCogen in het verleden, af en werd deze bulldozer verkocht met een meerwaarde van 29 K EUR.
| Activa onder financiële lease | 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|---|---|---|
| Totaal terreinen en gebouwen | 0 | 0 |
| Totaal installaties, machines en uitrusting | 897 | 897 |
| Totaal meubilair en rollend materieel | 364 | 581 |
| Totaal activa onder financiële lease | 1.261 | 1.477 |
| Vaste activa onder financiële lease - Bruto Vaste activa onder financiële lease - Gecumuleerde afschrijvingen Vaste activa onder financiële lease - Bijzondere waardeverminderingen |
1.261 -951 |
1.477 -835 -117 |
| Vaste activa onder financiële lease | 310 | 525 |
| Aanschaffingswaarde | 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 39 | |
| Aanschaffingen | 2.026 | 39 |
| Saldo op 31 december | 2.065 | 39 |
| Netto boekwaarde | ||
| Op 1 januari | 39 | 0 |
| Op 31 december | 2.065 | 39 |
Momenteel lopen er twee belangrijke projecten met betrekking tot de bestaande installaties te Amel. Grootorde gaat het om een verwachte investering van ongeveer 7 miljoen EUR om beide roosterovens uit te rusten met een nieuw systeem van rookgaswassing (filterinstallaties). In het kader van dit project werden er in 2016 in totaal 142,0 K EUR aan personeelskosten geactiveerd naast de 39 K EUR die hiervoor in 2015 werd geactiveerd. Er werden ook reeds voorschotten betaald voor wat betreft het rookgaswassingssysteem ten belope van 1,65 miljoen EUR. De overige investeringen slaan tevens terug op dit project. De effectieve installatie van de filters is gepland gedurende de periode mei-augustus 2017. Ten einde deze werken te realiseren dienen de installaties tijdelijk te worden stilgelegd vandaar dat deze werken ook gefaseerd zullen worden uitgevoerd voor beide installaties. Deze periode van stilstand, die normaal zal plaatsvinden in het 2de en 3de kwartaal van 2017, wordt geraamd op een 2-tal maanden per installatie.
Van deze verplichte stilstand zal de vennootschap ook gebruik maken om een vernieuwingsproject uit te voeren waarbij kritische onderdelen van de bestaande installaties vernieuwd zullen worden. De meest recente inschatting van de totale investeringskost met betrekking tot deze vernieuwing bedraagt een additionele 7 miljoen EUR.
Per einde 2016 had de groep uitstaande engagementen met betrekking tot beide projecten voor een totaal bedrag van 6,85 miljoen EUR.
Het betreft hier een participatie die genomen werd in de onderneming ENTRAS bvba alsook garanties die gesteld werden aan leveranciers .
| 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|
| Grond-en hulpstoffen - Aanschaffingswaarde | 229 | 212 |
| Grond-en hulpstoffen - Waardeverminderingen | -10 | -10 |
| Grond-en hulpstoffen | 220 | 203 |
| Gereed product (certificaten) -werkelijke waarde | 1.6 37 |
976 |
| Gereed product (certificaten) - waardeverminderingen | - | - |
| Gereed product (certificaten) | 1.637 | 976 |
| Gereed product (houtpellets) -werkelijke waarde | 15 | 15 |
| Gereed product (houtpellets)- waardeverminderingen | - 15 |
- |
| Gereed product (houtpellets) | - | 15 |
| Reserve onderdelen - Aanschaffingswaarde | 1.290 | 1.128 |
| Reserve onderdelen - Waardeverminderingen | -306 | -258 |
| Reserve onderdelen | 984 | 870 |
| Totaal | 2.841 | 2.063 |
| Afgeschreven bedragen op voorraden tijdens de | ||
| verslagperiode | -48 | -48 |
Groenestroomcertificaten die al wel verworven zijn maar nog niet effectief geleverd en verkocht worden opgenomen als voorraad, gewaardeerd aan hun werkelijke waarde op balansdatum. De werkelijke waarde is gebaseerd op de minimum gagarandeerde prijs van de groenestroomcertificaten door de distributienetbeheerder en voor 4HamCogen bedraagt deze 90 EUR/certificaat. In het geval van verplichte afnamecontracten zoals bij Renogen worden de verworven groenestroomcertificaten wel onmiddellijk erkend als omzet op het moment dat deze verworven zijn op basis van de productie. De stijging van de voorraad groenestroomcertificaten heeft te maken met een timing verschil van vrijgave door de VREG van de reeds verworven groenestroomcertificaten. In 2015 waren alleen de groenestroomcertificaten van november en december nog niet effectief geleverd. In 2016 waren ook de groenestroomcertificaten van oktober nog niet effectief geleverd.
Het verbruik van grond- en hulpstoffen wordt geboekt in de kosten van de omzet onder "aankopen van biomassa". Wijzigingen in de voorraad gereed product (certificaten) worden geboekt in de kosten van de omzet onder "voorraadwijziging groenestroomcertificaten". Wijzigingen in de voorraad reserve onderdelen worden opgenomen in de kosten van de omzet onder "onderhoud en herstellingen" (cf. supra 1.2.8.3)
| 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 4.198 | 2.850 |
| Te ontvangen BTW | 191 | 131 |
| Tegoeden van verzekeringsmaatschappijen | ||
| Vooruitbetalingen | 16 | 18 |
| Vooruitbetaalde kosten | 331 | 22 |
| Subsidies | 0 | 0 |
| Overige vorderingen | 0 | 5 |
| Totaal | 4.736 | 3.026 |
De handelsvorderingen betreffen voornamelijk (i) de nog op te maken facturen voor de aan het elektriciteitsnet geleverde elektriciteit van de maand december van Renogen en 4HamCogen en (ii) de op te stellen facturen voor verworven maar nog niet effectief geleverde en verkochte groenestroomcertificaten van Renogen dewelke vallen onder het verplichte afnamecontract met EDF Luminus. De stijging van de handelsvorderingen heeft te maken met de bijkomende steun onder de vorm van groenestroomcertificaten bij Renogen.
De vooruitbetaalde kosten hebben voornamelijk te maken met de verzekeringskosten voor 2017 die reeds gefactureerd werden in 2016.
De geldmiddelen en kasequivalenten van de Groep omvatten deposito's in contanten bij Belgische banken. Op balansdatum had de Groep 7.551 K EUR cash ter beschikking.
| 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|
| Uitgegeven aandelen 7.593.794 gewone aandelen zonder nominale waarde |
20.948 | 20.948 |
| Volledig volstorte aandelen 7.593.794 gewone aandelen zonder nominale waarde |
20.948 | 20.948 |
| Uitgiftepremie | 18.105 | 18.105 |
Voor de door ons gekende verdeling van het aantal aandelen verwijzen we naar 1.2.8.27.
| 30-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|
| Langlopend | ||
| Leasingschulden | 79 | 281 |
| Totaal langlopende leningen | 79 | 281 |
| Kortlopend | ||
| Leasingschulden | 180 | 266 |
| Totaal kortlopende leningen | 180 | 266 |
| Totaal | 259 | 547 |
| Langlopend | 79 | 281 |
| Kortlopend | 180 | 266 |
De rentedragende leningen beperken zich tot een aantal kleinere leasingdossiers met een totaal uitstaand bedrag per einde december 2016 van 259 K EUR.
Deze leaseschulden worden afgedekt door de activa waarop deze betrekking hebben.
| Interestvoet | Uitstaand 31/12/2016 |
< 1 jaar | > 1 jaar | Totaal | Terugbetalings datum |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Amel (Renogen) | ||||||
| Caterpillar Financial Services (lease Bulldozer) |
2,70% | 46 | 32 | 14 | 46 | 15/07/2018 |
| Amel (AmelBio) | ||||||
| KBC Lease Fuel handling system | 5,60% | 115 | 115 | 0 | 115 | 20/11/2017 |
| Ham (4Energy Invest) | ||||||
| Caterpillar Financial Services (lease Bulldozer) |
1,45% | 99 | 34 | 65 | 99 | 29/12/2019 |
| Totaal | 259 | 180 | 79 | 259 |
De overige schulden op lange termijn omvat de provisie die er werd aangelegd met betrekking tot een op aandelen gebaseerde management vergoeding waartoe beslist werd door de raad van bestuur (cf. infra 1.2.8.27) in 2014. Deze op aandelen gebaseerde vergoeding betreft een vergoeding gebaseerd op de aandelenkoers die in geldmiddelen zal worden uitbetaald op basis van het 90-daags gemiddelde van de beurskoers van het aandeel – 1€ per aandeel. Deze op aandelen gebaseerde vergoeding is definitief verworven op datum van toekenning (30 juni 2014) in geval van 'good leaver'. Onder 'good leaver' wordt verstaan elke vorm van beëindiging van de managementovereenkomst door de onderneming met uitzondering van beëindiging omwille van dringende of gewichtige redenen omwille van zware fout, grove nalatigheid, fraude of bedrog. Deze vergoeding kan pas ten vroegste na 3 jaar uitgeoefend worden (zijnde vanaf 30 juni 2017) tenzij in het geval van verkoop van de Vennootschap, de verkoop van een substantieel deel of van alle activa, een substantiële kapitaalsverhoging of kapitaalsvermindering. In dat geval kan de eigenaar van deze op aandelen gebaseerde vergoeding de uitbetaling ervan activeren. De uitbetaling zal dan plaatsvinden ten vroegste 1 maand na het voorkomen van dergelijke gebeurtenis.
Ten gevolge de dading die werd afgesloten met JF Meys sprl in juli 2016 werd de op aandelen gebaseerde management vergoeding voor JF Meys sprl vervangen door een opzegvergoeding die in grote mate in lijn lag met de op dat ogenblik berekende waarde van deze op aandelen gebaseerde management vergoeding voor JF Meys sprl (cf. 4.17.8.2)
Vanaf 1 juli 2017 kunnen zowel de eigenaar van de op aandelen gebaseerde vergoeding als de Vennootschap de uitbetaling activeren. De uitbetaling ervan wordt als volgt gespreid: 50% binnen 1 maand na ontvangst van de brief die verzoekt om de activatie, 25% binnen 1 jaar na ontvangst van deze brief en 25 % binnen 2 jaar. Op basis hiervan werd 50% van de totale schuld ten gevolge van de op aandelen gebaseerde vergoeding overgeboekt naar de overige schulden op korte termijn.
| In '000 € | 31-12-16 | 31-12-15 |
|---|---|---|
| Totale schuld ten gevolge van de op aandelen gebaseerde vergoeding |
481 | 556 |
| 31-12-16 | 31-12-15 | |
|---|---|---|
| Aantal eenheden | 241.280 | 332.800 |
| 90-daags gemiddelde voor balansdatum in € | 2,99 | 2,67 |
| Referentieprijs (= 90 daags gemiddelde - 1€) | 1,99 | 1,67 |
| Huidige schuld in € | 480.764 | 555.665 |
Meer details over deze op aandelen gebaseerde vergoeding zijn terug te vinden onder rubriek 4.17.8.1 (cf. infra)
| 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|
| Handelsschulden Overige schulden |
3.189 622 |
2.925 539 |
| Totaal | 3.811 | 3.465 |
De handelsschulden betreffen de uitstaande facturen en de provisie voor vaststaande nog te ontvangen facturen.
De overige schulden omvatten onder meer (i) de nog te betalen schulden met betrekking tot bezoldigingen, belastingen, BTW en sociale lasten, (ii) 50% van de op aandelen gebaseerde vergoeding (cf. supra 1.2.8.21), (iii) de overblijvende marktwaarde van de IRS met Belfius (cf. infra 1.2.8.23) en (iii) de aangelegde provisies voor de milieuheffing op het water in Amel en in Ham alsook voor de verzekering voor arbeidsongevallen.
Voor de financiële instrumenten die niet worden geboekt aan reële waarde wijkt de reële waarde niet significant af van de nettoboekwaarde rekening houdend met het kortlopende karakter van deze instrumenten.
De Groep is in het kader van zijn normale bedrijfsactiviteiten blootgesteld aan het kredietrisico, het renterisico en het valutarisico.
De groep hanteert een kredietbeleid en de blootstelling aan kredietrisico's wordt permanent gecontroleerd. Er worden voor alle klanten kredietbeoordelingen uitgevoerd, waarvoor een krediet boven een bepaald bedrag vereist is. De Groep vereist geen zakelijke zekerheid voor financiële activa.
De Groep realiseert zijn omzet met een beperkt aantal klanten waarvan met name EDF Luminus (17.183 K EUR ), Inter-Energa (5.700 K EUR ) en Axpo (2.175 K EUR) in totaal meer dan 98% van de omzet uitmaken. Desondanks is het kredietrisico beperkt omwille van het feit dat deze klanten financieel robuuste ondernemingen zijn en de betaaltermijnen kort zijn (14 à 30 dagen).
| 31-12-16 € '000 |
31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|
| Niet vervallen | 4.193 | 2.737 |
| Minder dan 30 dagen vervallen | 3 | 82 |
| 30-60 dagen vervallen | 0 | 0 |
| 60-90 dagen vervallen | 0 | 0 |
| 90-120 dagen vervallen | 0 | 0 |
| Meer dan 120 dagen vervallen | 2 | 30 |
| Totaal | 4.198 | 2.850 |
Verder heeft de groep ook nog een blootstelling m.b.t. de beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten voor een totaalbedrag van 7.551 K EUR.
Het liquiditeitsrisico is het risico dat de Groep niet in staat zal zijn om haar financiële verplichtingen na te komen op de vervaldag. De aanpak van de Groep voor liquiditeitenbeheer bestaat erin zoveel mogelijk te zorgen dat zij altijd over voldoende liquide middelen beschikt om haar verplichtingen op de vervaldag na te komen, in normale omstandigheden, zonder onaanvaardbare verliezen te lijden. De Groep houdt voldoende reserves van geldmiddelen en op korte termijn invorderbare handelsvorderingen aan om op elk moment aan haar liquiditeitsbehoeften te kunnen voldoen.
| In '000 € | 2017 | 2018 | 2019 |
|---|---|---|---|
| Terugbetaling van leaseschulden | 180 | 48 | 31 |
| Betaling van intresten verbonden met deze leaseschulden |
5 | 0 | 0 |
| Totaal financiële verplichtingen | 185 | 48 | 31 |
In maart 2017 werd het eerder door de Groep aangegane gemengd krediet van 2 miljoen EUR met BNP Paribas Fortis, dat grotendeels ongebruikt bleef teruggebracht tot 672 K EUR. Deze lijn is bruikbaar onder de vorm van vaste voorschotten op vaste termijn (straight loans) of als garantiestelling. Dit krediet is van onbepaalde duur.
| Codebitie 4Energy Invest, 4HamCogen, Renogen en Amelbio |
Interestvoet | Uitstaand 31/12/2016 |
< 1 jaar | > 1 jaar | Totaal | Terugbetalings datum |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemengd krediet: 0,672 Mio EURO (straight loan, kaskrediet/ garantie) |
Straight loan (cost of funds + 2,00%); Kaskrediet (Euribor +2,75%); garantie (1,5%) |
672 | 672 | 672 | onbepaald; per einde 2016 enkel garanties |
Onder dit gemengd krediet van 672 K EUR levert BNP Paribas Fortis een bankgarantie af ten voordele van het Waals Gewest voor een bedrag van 665 K EUR. Deze garantie dekt een mogelijke opruimingskost in geval van faling van de onderneming Renogen. Verder levert BNP Paribas Fortis een bankgarantie af voor 4HamCogen ten voordele van Ovam, afdeling afvalstoffen beheer met betrekking tot het overbrengen van vliegassen naar Duitsland.
Om de verplichtingen uit hoofde van het gemengd krediet met BNP Paribas Fortis zeker te stellen, heeft 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen de volgende garanties gegeven:
Deze verbintenissen blijven van kracht.
Met betrekking tot de investeringen in een nieuw systeem van rookgaswassing en de grondige vernieuwing van de centrale te Amel, heeft Renogen op 28 maart 2017 een investeringskrediet van 10 miljoen EUR afgesloten met BNP Paribas. De opnemingsperiode van dit krediet wordt afgesloten op 31/12/2017. De terugbetalingsperiode begint na de opnemingsperiode en zal gebeuren in 12 trimestrialiteiten van 852,68 K EUR in kapitaal en intresten. De eerste trimestrialiteit zal plaats hebben op 31/03/2018.
Daarnaast negotieerde Renogen in maart 2017 een kredietlijn van 1,3 miljoen EUR bruikbaar onder de vorm van vaste voorschotten op vaste termijn (straight loans). Dit krediet wordt Renogen toegestaan tot 31/03/2018.
Om de verplichtingen uit hoofde van het investeringskrediet en het straight-loan krediet aan BNP Paribas Fortis zeker te stellen, heeft Renogen de volgende garanties gegeven:
De verzekeringspolissen afgesloten in het kader van de projecten en overdracht van alle inkomsten uit hoofde van deze verzekeringspolissen;
De garanties, beschikbaarheden, etc. in het kader van de EPC-overeenkomst (Framework Turnkey Agreement for the Engineering, Procurement and Construction of Filter Installations) en de O&M-overeenkomst (Operation & Maintenance Services Agreement for electrical energy installations that only use Biomass as its primary source).
A: EBITDA verminderd met kapitaalsinvesteringen, belastingen op het resultaat, iedere stijging van het bedrijfskapitaal en uitzonderlijke kaskosten en vermeerderd met iedere daling van het bedrijfskapitaal, toegestane kredieten ter financiering van kapitaalsinvesteringen en uitzonderlijke kasopbrengsten.
B: aflossingen op lange termijnleningen + aflossingen op korte termijnleningen + rentelasten – ontvangen intresten op deposito's en leningen.
Daarenboven ondertekende 4Energy Invest de verbintenis om voor de nodige fondsen te zorgen indien de kostprijs van de investering hoger zou zijn dan het gebudgetteerde bedrag van 14 miljoen EUR.
Op de balansdatum had de Groep de volgende liquiditeitsbronnen beschikbaar:
geldmiddelen en kasequivalenten (cf. 1.2.8.20): 7.551 K EUR (2015: 1.648 K EUR)
ongebruikte kredietfaciliteiten: 1.329 K EUR (2015: 1.329 K EUR)
• Valutarisico
De groep is niet langer blootgesteld aan valutarisico aangezien alle activiteiten in het buitenland werden stopgezet en ze enkel handelt met de euro als munt.
De Groep had in het verleden voor al zijn financiële schulden bij Renogen en 4HamCogen contracten afgesloten in euro en met variabele rente. Tegen mogelijke wijzigingen had ze zich ingedekt door middel van een aantal IRS-contracten.
Momenteel is er nog één renteswap contract bij Renogen met Belfius dewelke in de loop van 2017 afloopt.
Deze renteswap wordt gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde direct worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
| Rentevoet | Datum Contract |
Referentiebedrag ingedekt (in euro) |
Einddatum Contract |
Marktwaarde 31/12/2016 (in euro) |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Belfius | Renogen | Amel I | 4,5280% | 20/08/2007 | 8.146.000 | 18/08/2017 | -15.015 |
| 8.146.000 | -15.015 |
| Verwachte | |
|---|---|
| kasstroom | |
| 2017 | |
| IRS-contract Belfius | -15 |
Het beleid van de Groep is gericht op de handhaving van een voldoende vermogenspositie waarmee het vertrouwen van beleggers, crediteuren en markten kan worden behouden en de toekomstige ontwikkeling van de bedrijfsactiviteiten kan worden zeker gesteld. Het management bewaakt het rendement op het eigen vermogen.
De Raad van Bestuur streeft naar een evenwicht tussen enerzijds een hoger rendement, dat mogelijk zou zijn bij een hoger niveau van vreemd vermogen, en anderzijds de voordelen en zekerheid van een solide vermogenspositie.
Het bedrag aan voorzieningen per einde 2016 bedraagt 347,5 K EUR (per einde 2015: 242,2 K EUR) en omvat een provisie voor de volgende hangende geschillen:
• MIG Bvba: Gegeven de negatieve evolutie van de prijs/kwaliteit van de biomassa in het verleden en in het bijzonder in 2013, werd de dienstverleningsovereenkomst tussen AmelBio SA en MIG BVBA, vertegenwoordigd door Rob Wouters, met betrekking tot de aankoop van biomassa stopgezet en werd de contractuele opzegvergoeding van 2 maanden betaald. MIG BVBA heeft achteraf een vordering ingesteld voor bijkomende (schade)vergoeding bestaande uit variabele vergoedingen voor de jaren 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 en bijkomende verbrekingsvergoedingen voor een totaal bedrag van 326 K EUR. Deze vordering is en wordt door de vennootschap AmelBio volledig betwist.
Op 27 april 2015 veroordeelde de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel AmelBio tot de betaling van een bedrag in hoofdsom van 20 K EUR meer interest aan de wettelijke voet vanaf 16 januari 2014 tot aan de dag van integrale betaling, alsook van een dagvaardingskost en rechtsplegingsvergoeding van in totaal 8,1 K EUR. Tegen deze uitspraak heeft MIG Bvba beroep aangetekend voor het Hof van Beroep te Brussel op 26 oktober 2015. Het Hof van Beroep heeft in zijn zitting van 30 november 2015 nieuwe conclusietermijnen bepaald. Een uitspraak in deze zaak wordt ten vroegste in het tweede kwartaal van 2017 verwacht. De vennootschap is van mening dat er geen redenen zijn om de in 2014 aangelegde provisie van 42 K EUR aan te passen;
• LNE (Vlaamse Overheid: Departement Leefmilieu, Natuur en Energie): In februari 2015 ontving 4HamCogen een proces-verbaal in verband met "geurhinder" van een openbare gracht die afkomstig zou zijn van verontreinigd water van de overloop van het opvangbekken voor regenwater op het bedrijfsterrein van het naburige bedrijf Agricon. De vennootschap heeft het dossier recentelijk toegelicht aan de politie en het dossier zal worden overgemaakt aan de substituut-procureur. De vennootschap betwist het feit dat de geurhinder afkomstig zou zijn van haar activiteiten. Momenteel is er geen geurhinder meer.
In maart 2015 ontving 4HamCogen een proces-verbaal van de milieu-inspectie omtrent verschillende inbreuken van de milieuhygiënewetgeving die werden vastgesteld na verschillende inspecties in maart 2015. Meer specifiek gaat het om de volgende vaststellingen: (i) de opslag en manipulaties van vliegassen en bodemassen geeft aanleiding tot de verspreiding van fijn stof in de omgevingslucht, (ii) er is geen controle-inrichting aanwezig die toelaat het geloosde bedrijfsafvalwater via lozingspunt 2 kwalitatief te controleren, (iii) het terrein is niet volledig omheind en bijgevolg vrij toegankelijk voor onbevoegden en (iv) er is geen groenscherm/groenbuffer aangeplant.
Ondertussen heeft de vennootschap voor het merendeel van bovenstaande opmerkingen reeds corrigerende maatregelen genomen. Het proces-verbaal werd overgemaakt aan de Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) voor verdere afhandeling die mogelijks nog een alternatieve bestuurlijke geldboete zal opleggen aan de vennootschap. In september 2016 ontving de vennootschap een proces-verbaal van de milieu-inspectie omtrent inbreuken op de milieuhygiënewetgeving die werden vastgesteld na verschillende inspecties in mei 2016. Het betreft hier een vaststelling omtrent een lichte overschrijding van de emissiegrenswaarde voor de parameter 'fijn stof' en de aanwezigheid van verontreinigd houtafval. De vennootschap heeft onmiddellijk corrigerende maatregelen genomen en sindsdien liggen de emissiewaarden voor 'fijn stof' terug binnen de toelaatbare norm. Voor deze zaken werd een procedure opgestart bij het AMMC. In dit kader werd door de vennootschap een verweernota ingediend en is de procedure nog lopende. Er wordt verwacht dat het AMMC voor deze inbreuken een alternatieve bestuurlijke geldboete zal opleggen.
In oktober 2016 ontving de vennootschap een proces-verbaal omtrent de illegale overbrenging van vliegassen (naar Duitsland) aangezien deze beweerdelijk niet conform de toepasselijke regelgeving zou gebeuren. 4HamCogen contesteert de inhoud van dit procesverbaal en verwijst in dit verband naar eerdere e-mail communicatie met OVAM waaruit blijkt dat de gevolgde procedure wel afdoende zou zijn. Desalniettemin heeft de vennootschap bij OVAM wel een regulariserend kennisgevingsdossier ingediend dewelke ondertussen werd goedgekeurd door zowel de Vlaamse als Duitse autoriteiten. De vennootschap is tot op heden niet op de hoogte van enig strafrechtelijke vervolgactie. De verwachting is dat er geen negatief gevolg zal worden gegeven aan deze zaak.
Met betrekking tot bovenstaande vastgestelde inbreuken had de vennootschap reeds een voorziening aangelegd in het verleden. In de financiële informatie per 31 december 2016 heeft de vennootschap deze voorziening verder aangehouden. Ze beschouwt de huidige voorziening als de best mogelijke inschatting van de huidige verplichting met betrekking tot de finale uitkomst van bovenstaande inbreuken en dit op basis van de huidige beschikbare informatie en de input van haar adviseurs.
• Beckers NV: Nadat in april 2016 er door het Hof van Beroep te Antwerpen een gunstig arrest werd geveld met betrekking tot de zaak Beckers NV en waarbij het oorspronkelijke vonnis van onwaarde werd verklaard jegens Renogen hetgeen resulteerde in een vrijval van de aangelegde provisie in de geconsolideerde financiële informatie per einde 2015 (cf. jaarverslag 2015 onder de rubriek 1.2.8.24 "Voorzieningen") , spande Beckers NV een nieuwe zaak aan tegen Renogen. De Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Turnhout, velde daarin een ongunstig arrest voor Renogen. De vennootschap heeft opnieuw beroep aangetekend tegen dit ongunstige vonnis. Het management is van oordeel, na advies van de advocaat die de vennootschap bijstaat in deze zaak, dat er weliswaar goede argumenten zijn om opnieuw tot een vrijspraak te komen voor het Hof van Beroep, maar de Raad van Bestuur besliste om voor deze zaak een voorziening aan te leggen van 105 K EUR als best mogelijke inschatting van de finale resolutie van deze zaak.
Het gemiddelde aantal werknemers en de betaalde vergoedingen voor de jaren afgesloten op 31 december 2016 en 31 december 2015 zijn als volgt:
| 2016 € '000 |
2015 € '000 |
|
|---|---|---|
| Gemiddeld aantal werknemers (vast dienstverband) | 40,3 | 37,2 |
| Lonen en salarissen | 1.484 | 1.208 |
| Sociale zekerheid | 587 | 577 |
| Andere personeelskosten | 283 | 244 |
| Vrijstelling bedrijfsvoorheffing (loonkostvermindering) | -163 | -130 |
| Provisie (terugname provisie) herstructurering | -30 | |
| Geactiveerde personeelskosten | -142 | -39 |
| Overige recuperatie loonkosten | -28 | -5 |
| Totaal | 2.021 | 1.825 |
| Gemiddeld aantal interims | 14,7 | 17,8 |
| Kost interims | 733 | 899 |
| Totaal personeelskosten | 2.754 | 2.724 |
Het aantal personeelsleden (eigen personeel + interims) bleef gemiddeld genomen ongewijzigd in 2016 ten opzichte van 2015. Het aantal personeelsleden in vast dienstverband steeg in gelijke mate dan de daling in het aantal interims. De totale loonkost bleef nagenoeg ongewijzigd.
Er zijn geen andere verbintenissen dan deze reeds eerder vermeld.
Tenzij anders vermeld vindt de afwikkeling van de transacties plaats in cash, zijn er geen uitstaande saldi, zijn de saldi vrij van interest, werden er geen zekerheden of garanties verstrekt en werden geen voorzieningen of lasten voor oninbare of dubieuze vorderingen opgenomen
Op basis van de laatste ontvangen officiële transparantieverklaringen dd. 22 mei 2014 hebben Philiep Van Eeckhout (permanent vertegenwoordiger van VEM BVBA) en Gimarco NV die door Philiep van Eeckhout wordt gecontroleerd en de Limburgse Reconversiemaatschappij een aandelenbelang zoals aangegeven in de tabel hieronder:
| Aandeelhouder | Datum Transparantie Verklaring |
Aantal Aandelen |
Aantal stemrechten |
% |
|---|---|---|---|---|
| Philiep Van Eeckhout/ Gimarco NV | 22 mei 2014 | 6.116.000 | 6.116.000 | 80,54% |
| Limburgse Reconversiemaatschappij NV | 22 mei 2014 | 1.033.000 | 1.033.000 | 13,60% |
| Ci2i BVBA | 51 | 51 | 0,00% | |
| Free Float | 22 mei 2014 | 444.743 | 444.743 | 5,86% |
| Totaal | 7.593.794 | 7.593.794 | 100% |
De vennootschap wordt gecontroleerd door Gimarco NV met als controlerende aandeelhouder Philiep Van Eeckhout. Hij bezit in totaal 80,54 % van de aandelen en stemrechten. Philiep Van Eeckhout is tevens lid van de raad van bestuur. Daarnaast heeft de vennootschap tevens een aandeelhouder die geen controle heeft maar een invloed van betekenis uitoefent, namelijk de Limburgse Reconversiemaatschappij NV (LRM NV). Zij bezit een deelneming van 13,60 % en wordt vertegenwoordigd in de raad van bestuur door Stijn Bijnens.
Er werd in 2016 geen dividend uitbetaald.
In 2016 vonden er tevens transacties plaats met Gimarco NV als met LRM NV. De transacties met deze aandeelhouders worden hierna besproken (met uitzondering van die transacties in hun hoedanigheid als lid van de raad van bestuur die besproken worden bij de transacties met managers op sleutelposities).
Er werden geen leningen verstrekt tussen de moeder en haar ultieme controlerende aandeelhouder.
Sinds 2014 wordt er beroep gedaan op de diensten van Gimarco NV voor specifiek operationele aangelegenheden en commerciële ontwikkelingen. In 2016 werden er transacties uitgevoerd voor een bedrag van 125 K EUR (idem als in 2015)
In het verleden werd voor wat betreft dagelijks juridisch advies voornamelijk gewerkt met externe advocaten. Sinds 2014 wordt er beroep gedaan op de juridische dienst van LRM. In 2016 werden er transacties uitgevoerd voor een bedrag van 25 K EUR (idem als in 2015).
Jaarlijks wordt er een evaluatie gedaan van beide dienstverleningen en kan het contract indien nodig/wenselijk worden stopgezet mits een opzegperiode van 3 maand.
| Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-16 € '000 |
Uitstaand saldo per 31-12-16 (*) € '000 |
Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Gimarco NV | 125,0 | 151,3 | 125,0 |
| LRM NV | 25,0 | 30,3 | 25,0 |
(*) inclusief gefactureerde BTW
4Energy Invest heeft geen dochtervennootschappen die niet in de consolidatie zijn opgenomen. Transacties en uitstaande saldi tussen de vennootschap en haar dochterondernemingen werden in de consolidatie geëlimineerd en worden daarom niet besproken.
In de loop van 2016 heeft 4Energy Invest één derde van de aandelen van Entras BVBA gekocht. De oprichters van Entras BVBA behouden echter het recht om deze aandelen terug te kopen indien de samenwerking niet het verhoopte resultaat zou halen.
| Transacties vanuit het standpunt van de groep | Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-16 € '000 |
Uitstaand saldo per 31-12-16 (*) € '000 |
|---|---|---|
| Aankoop van diensten | 12,4 | 0 |
(*) inclusief gefactureerde BTW
De groep heeft verder geen geassocieerde ondernemingen.
Managers op sleutelposities omvat de leden van de raad van bestuur en het management. Een overzicht van deze personen wordt gegeven in hoofdstuk 4.16.
Volgende tabel geeft een overzicht van de beloning voor de leden van de Raad van Bestuur en managers op sleutelposities, waarbij de vermelde bedragen de kosten zijn zoals deze in de jaarrekening werden erkend:
| Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-16 € '000 |
Uitstaand saldo per 31-12-16 (*) € '000 |
Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 152,0 | 48,4 | 140,0 |
| - vaste vergoeding | 152,0 | 140,0 |
Er zijn geen variabele vergoedingen bepaald voor de niet-uitvoerend bestuurders.
| Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-16 € '000 |
Uitstaand saldo per 31-12-16 (*) € '000 |
Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 652,4 | 265,6 | 454,9 |
| - vaste vergoeding | 643,4 | 447,9 | |
| - variabele vergoeding | 9,0 | 7,0 |
(*) inclusief gefactureerde BTW en nog niet gefactureerde maar wel erkende bonus en opzegvergoeding
De Raad van Bestuur besliste om een variabele vergoeding toe te kennen over het boekjaar 2016 aan de CFO van de vennootschap voor een totaal bedrag van 9 K EUR.
De Raad van Bestuur besliste in 2014 een op aandelen gebaseerde vergoeding uit te werken voor CI2I BVBA en JFMeys sprl ten einde de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. In lijn met IFRS2 was er hiervoor per einde 2015 een provisie aangelegd van 555 K EUR (cf. supra 1.2.7.15 en 1.2.8.21). In 2016 werd deze provisie herrekend (i) ten gevolge van de dading die werd afgesloten met JF Meys sprl in juli 2016 en waarbij de op aandelen gebaseerde management vergoeding voor JF Meys sprl vervangen werd door een opzegvergoeding en (ii) op basis van de principes (cf. infra 4.16.8.1) opgenomen in deze overeenkomst. Hierdoor daalde deze provisie met 75 K EUR.
Er vonden geen andere transacties plaats met managers op sleutelposities.
In 2016 hebben de volgende transacties plaatsgevonden met nauwe verwanten (al dan niet via entiteiten onder hun controle) van de ultieme aandeelhouder en van een lid van het management.
| Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-16 |
Uitstaand saldo per 31-12-16 (*) |
Voor de 12 maanden afgesloten op 31-12-15 |
|
|---|---|---|---|
| € '000 | € '000 | € '000 | |
| Nivelles Beton NV | 30,0 | 9,0 | 0,0 |
(*) inclusief gefactureerde BTW
Buiten de afsluiting van het investeringskrediet met BNP Paribas Fortis door Renogen (cf. supra 1.2.8.23) hebben er zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan na het afsluiten van het boekjaar 2016.
| 2016 € '000 |
2015 € '000 |
|
|---|---|---|
| Resultaat van de periode | 17.708 | 583 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 7.593.794 | 7.593.794 |
| Winst/aandeel | 2,33 | 0,08 |
| Verwaterde winst/aandeel | 2,33 | 0,08 |
Het aantal aandelen bleef ongewijzigd in 2016.
Vernieuwde exploitatievergunning op niveau van Renogen (cf. 2.5. jaarverslag 2015 'Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden').
Zoals reeds aangegeven in het jaarverslag van 2015 voert Renogen haar actieplan voor een nieuw systeem van rookgaswassing verder uit. Zo heeft Renogen een nieuwe vergunning voor de bouw van deze installatie (ter vervanging van haar huidig filtersysteem) ingediend op 11 maart 2016. Ondertussen heeft Renogen begin oktober 2016 per ministerieel besluit een bouwvergunning ontvangen voor het nieuwe rookgaswassingsysteem.
Milieustakingsvordering op niveau Renogen (cf. 2.5. jaarverslag 2015 'Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden').
Zoals reeds aangegeven in het jaarverslag van 2015, houdt Renogen de procedure aan die ze heeft ingevoerd in samenspraak met DPC (Departement de la police et des contrôles) naar aanleiding van het verkrijgen van de vergunning van 7 september 2015 en dat indirect weerhouden is in het vonnis van de rechtbank van Eupen, met name het manueel uitsorteren van plastiek in de biomassa.
Aangezien er in het vonnis van de rechtbank van Eupen, bekendgemaakt op 22 januari 2016, zaken waren opgenomen die vatbaar zijn voor interpretatie, tekende Renogen in samenspraak met haar raadslieden beroep aan tegen deze uitspraak. De uitspraak op 22 september 2016 voor het Hof van Beroep in Luik bevestigt in grote lijnen de eerdere uitspraak in deze zaak door de rechtbank van Eupen. Ondanks het feit dat Renogen de procedures voor het uitsorteren van eventuele plastiekresten in de biomassa continu heeft gevolgd, heeft de gemeente Amel een dwangsom van 90.000 EUR gevorderd op basis van 9 vermeende inbreuken in 2016. De procedure voor de beslagrechter werd ingeleid op 7 maart 2017 en de vennootschap heeft alvast haar conclusies overgemaakt in welke zij de rechtmatigheid van deze dwangsom om diverse redenen volledig betwist. Een finale uitspraak in deze zaak wordt niet verwacht voor het einde van 2017.
Ondertussen heeft de vennootschap begin januari 2017 beslist om ook cassatieberoep aan te tekenen tegen de uitspraak van het Hof van Beroep. Het management is van mening, op basis van het advies van haar juridisch adviseurs, dat er een gegronde reden is voor cassatie.
De vennootschap schat het risico dat er een significante impact zal zijn als gevolg van eventuele boetes bij de finale afwikkeling van deze zaak in als zijnde 'onwaarschijnlijk' en heeft daarom geen voorziening hiervoor opgenomen. Hoewel de vennootschap een positieve afloop verwacht, kan er geen zekerheid gegeven worden omtrent het resultaat van de lopende procedures i.v.m. de milieuproblematiek bij Renogen (zoals hierboven beschreven) en een negatieve uitspraak zou potentieel een materieel effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de bedrijfsresultaten en kasstromen van Renogen. Omwille van de complexiteit van deze aangelegenheid en het ontbreken van een duidelijke basis voor het voorspellen van de uitkomsten, kunnen wij geen zinvolle orde van grootte van mogelijke verliezen of uitstromen van kasmiddelen opgeven die eventueel zouden kunnen volgen uit een ongunstige uitkomst.
Dit verslag is op 21 april 2017 door de raad van bestuur opgesteld krachtens artikel 119 van het Belgische Wetboek van vennootschappen, voor voorlegging op de jaarlijkse algemene vergadering van 29 mei 2017.
Geachte Aandeelhouder,
Wij hebben het genoegen u de geconsolideerde financiële jaarrekening voor het jaar afgesloten op 31 december 2016 te presenteren.
Renogen heeft in het kader van de wet van 30 november 2006, Art 15octies § 2, van de Waalse overheid ter promotie van elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare bronnen, op basis van de goedkeuring door de CWaPE op 24 februari 2016, een KECO bekomen van 3,239. Deze KECO heeft een multiplicatie effect op het huidige algoritme van groenestroomcertificaten (dat verder volledig ongewijzigd blijft). Deze bijkomende steun ging in met terugwerkende kracht vanaf het derde kwartaal 2015. Dit genereerde een eenmalige bijkomende opbrengst van 2,4 miljoen EUR in 2016. De bijkomende steun heeft een positieve jaarlijkse impact op de omzet van de vennootschap Renogen en dit voor de resterende looptijd van de groenestroomcertificaten (einde 2021 voor Amel I en einde 2022 voor Amel II).
Naast de verbeterde productiecijfers in 2016, verklaart de bijkomende steun de stijging in omzet met betrekking tot de groenestroomcertificaten bij Renogen van 8,7 miljoen EUR in vergelijking met vorig jaar (inclusief de eenmalige bijkomende opbrengst van 2,4 miljoen EUR terugslaande op de laatste 2 kwartalen van 2015). Deze bijkomende omzet zal onder andere ook toelaten om het nieuwe systeem voor rookgaswassing te financieren.
Doordat de situatie op de markt van houtpellets niet verbeterd is, bleef de Amel III installatie buiten gebruik in 2016.
De commerciële overeenkomst afgesloten tussen 4HamCogen NV en Ecopower CVBA voor de levering van energie werd per einde 2016 met 1 jaar verlengd.
2 Alle bedragen in deze sectie betreffen geconsolideerde cijfers volgens IFRS.
De overeenkomst tussen 4HamCogen en Axpo afgesloten einde 2013 voor wat betreft de levering van elektriciteit door 4HamCogen werd verlengd met 2 jaar tot einde 2018. Tezelfdertijd werd er ook een contract afgesloten tussen Renogen en Axpo voor wat betreft de levering van elektriciteit en groenestroomcertificaten door Renogen voor een duurtijd van 2 jaar tot einde 2018. Bij gelijkblijvende elektriciteitsprijzen betekent dit op het niveau van Renogen een substantiële daling van de opbrengsten van de groene stroom (groenestroomcertificaten + Belpex) aangezien de huidige marktwaarde van de groenestroomcertificaten momenteel substantieel lager ligt dan 10 jaar geleden bij het afsluiten van het EDF contract. Dit contract met EDF verliep per 31 december 2016.
Milieustakingsvordering op niveau Renogen (cf. 2.5. jaarverslag 2015 'Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden').
Zoals reeds aangegeven in het jaarverslag van 2015, houdt Renogen de procedure aan die ze heeft ingevoerd in samenspraak met DPC (Departement de la police et des contrôles) naar aanleiding van het verkrijgen van de vergunning van 7 september 2015 en dat indirect weerhouden is in het vonnis van de rechtbank van Eupen, met name het manueel uitsorteren van plastiek in de biomassa.
Aangezien er in het vonnis van de rechtbank van Eupen, bekendgemaakt op 22 januari 2016, zaken zijn opgenomen die vatbaar zijn voor interpretatie, heeft Renogen in samenspraak met haar raadslieden beslist om in beroep te gaan voor de rechtbank van Luik. De uitspraak van dit beroep heeft het vonnis van Eupen bevestigd. Ondanks het feit dat Renogen de procedures voor het uitsorteren van eventuele plastiekresten in de biomassa continu heeft gevolgd, heeft de gemeente Amel in 2016 een dwangsom van 90.000 EUR gevorderd. Renogen heeft na overleg met haar raadslieden beslist om protest aan te tekenen. In parallel heeft Renogen beslist om in Cassatie te gaan tegen het vonnis van Luik.
Zoals reeds aangegeven in het jaarverslag van 2015 voert Renogen haar actieplan voor een nieuw systeem van rookgaswassing verder uit. Zo heeft Renogen een nieuwe vergunning voor de bouw van deze installatie (ter vervanging van haar huidig filtersysteem) ingediend op 11 maart 2016. Ondertussen ontving Renogen de vergunning voor de bouw van dit nieuw rookgaswassingsysteem.
Hoewel de vennootschap een positieve afloop verwacht, kan er geen zekerheid gegeven worden omtrent het resultaat van de lopende procedures i.v.m. de milieuproblematiek bij Renogen (zoals hierboven beschreven). Een negatieve uitspraak zou potentieel een materieel effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de bedrijfsresultaten en kasstromen van Renogen. Omwille van de complexiteit van deze aangelegenheid en het ontbreken van een duidelijke basis voor het voorspellen van de uitkomsten, kunnen wij geen zinvolle orde van grootte van mogelijke verliezen of uitstromen van kasmiddelen opgeven die eventueel zouden kunnen volgen uit een ongunstige uitkomst.
Op 28 maart 2017 werd er een kredietovereenkomst getekend tussen Renogen SA en BNP Paribas Fortis ten belope van 10 miljoen EUR voor de financiering van het nieuwe rookgaswassingssysteem en de vernieuwing van kritische onderdelen van de bestaande installaties.
De groep is nog steeds blootgesteld aan de algemene risico's zoals vermeld in het gelijkwaardig Informatiedocument dewelke terug te vinden is op de website van 4Energy Invest onder de rubriek investeerders/informatie aandeelhouders/gelijkwaardig informatiedocument ).
Momenteel zijn de belangrijkste onzekerheden voor de groep:
Meer informatie over deze punten bevindt zich ook in items 2.4, 2.5 en 2.6.
De geconsolideerde jaarrekening handelt over de groep van entiteiten die er per 31 december 2016 uitzag als volgt:
(*) AmelBio SA bezit 1 aandeel Renogen SA
(**) Renogen SA bezit 1 aandeel 4HamCogen NV
(***) Renogen SA bezit 1 aandeel AmelBio SA
De geconsolideerde financiële jaarrekening weerspiegelt de volgende status van de verschillende investeringsprojecten van 4Energy Invest per 31 december 2016:
Momenteel loopt er één belangrijk project met betrekking tot de bestaande installaties te Amel. Grootteorde gaat het om een verwachte investering van ongeveer 7 M EUR om beide roosterovens uit te rusten met een nieuw systeem van rookgaswassing. De geplande werken, die gefaseerd worden uitgevoerd, noodzaken ook een stilstand van een 2-tal maanden per installatie in de periode mei-augustus van 2017.
Van deze verplichte stilstand zal de vennootschap ook gebruik maken om een vernieuwingsproject uit te voeren waarbij kritische onderdelen van de bestaande installaties vernieuwd zullen worden. De meest recente inschatting van de totale investeringskost met betrekking tot deze vernieuwing bedraagt een additionele 7 miljoen EUR.
Geconsolideerde winst- en verliesrekening van 4Energy Invest voor de jaren afgesloten op 31 december 2016 en 31 december 2015.
| Over het | Over het | |
|---|---|---|
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening | boekjaar | boekjaar |
| in '000 € | eindigend op | eindigend op |
| 31-12-16 | 31-12-15 | |
| Omzet | 25.396 | 16.992 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 86 | 19 |
| Inkomsten | 25.482 | 17.011 |
| Kosten van de omzet | -9.614 | -10.720 |
| Personeelskosten | -2.754 | -2.724 |
| Overige bedrijfskosten | -2.011 | -1.643 |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten excl. Afschrijvingen, | ||
| waardeverminderingen en voorzieningen | 11.104 | 1.925 |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen | -3.452 | -1.292 |
| Terugname bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa | 8.500 | 0 |
| Bedrijfsresultaat | 16.152 | 633 |
| Financiële inkomsten | 53 | 85 |
| Financiële kosten | -94 | -131 |
| Financieel Resultaat | -41 | -46 |
| Resultaat voor belasting | 16.110 | 586 |
| Inkomstenbelasting | 1.597 | -3 |
| Resultaat van de periode | 17.708 | 583 |
| Toerekenbaar aan: | ||
| Aandeelhouders van 4Energy Invest | 17.708 | 583 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen | 7.593.794 | 7.593.794 |
| Resultaat/aandeel in € | 2,33 | 0,08 |
| Verwaterde resultaat/aandeel | 2,33 | 0,08 |
De omzet van 25,40 miljoen EUR tijdens het jaar 2016 ligt 49,5% hoger dan in het jaar 2015. Deze omzetstijging is het gevolg van de betere productiecijfers op geconsolideerde basis (verkochte volume elektriciteit +9,5%) en de daaraan gekoppelde groenestroomcertificaten (Renogen + 8,71 miljoen EUR waarvan 2,4 miljoen EUR betrekking hebben op 2015 en 4HamCogen +0,18 miljoen EUR). Anderzijds was er de negatieve invloed van de sterke daling van de elektriciteitsprijzen met bijna 17% in vergelijking met het jaar 2015.
De kosten van de omzet tijdens het jaar 2016 werden teruggeschroefd en bedroegen 9,61 miljoen EUR (tegen 10,72 miljoen EUR in 2015). Deze kosten omvatten voornamelijk de aankoop van biomassa, de voorbehandelingskosten van de biomassa, de onderhoudskosten, de kosten van het injecteren van elektriciteit op het elektriciteitsnet (feed-in tarieven) en de kosten voor het afvoeren en verwerken van assen.
De personeelskosten bleven stabiel (2,75 miljoen EUR in 2016 tegen 2,72 miljoen EUR in 2015).
De overige bedrijfskosten stegen in vergelijking met vorig jaar. Dit is vooral toe te schrijven aan de herrekening van de geprovisioneerde kost voor de op aandelen gebaseerde vergoeding die een grotere positieve impact had op de overige bedrijfskosten op het einde van het vorig boekjaar en een stijging van de managementvergoedingen.
Het resulterende bedrijfsresultaat voor 2016, exclusief afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen bedroeg 11,1 miljoen EUR (43,6% van de inkomsten) vergeleken met 1,93 miljoen EUR (11,3% van de inkomsten) in 2015. Dit resultaat wordt op niet-recurrente wijze beïnvloed door de verkregen extra groenestroomcertificaten dewelke betrekking hebben op 2015 (zijnde 2,40 miljoen EUR).
De bijkomende groenestroomcertificaten, dewelke een positieve jaarlijkse impact zullen hebben op de toekomstige omzet van de vennootschap Renogen voor de resterende looptijd van de toekenning van groenestroomcertificaten, gaven aanleiding tot een herberekening van de realiseerbare waarde van de materiële vaste activa bij Renogen in de eerste helft van 2016 en tot een gedeeltelijke terugname van eerdere geboekte bijzondere waardeverminderingen op deze activa ten bedrage van 8,5 Mio EUR.
Er werden afschrijvingen geboekt op de materiële vaste activa van Amel I, Amel II en Amel III en Ham voor een totaal bedrag van 3,28 miljoen EUR tegenover 1,43 miljoen EUR in dezelfde periode van vorig jaar. De stijging is voornamelijk het gevolg van een hogere afschrijvingsbasis als gevolg van de terugname van de geboekte waardevermindering in de eerste helft van het boekjaar. Verder bevatten de afschrijvingen van het huidig boekjaar ook versnelde afschrijvingen bij Renogen voor een bedrag van 0,48 miljoen EUR die betrekking hebben op bepaalde onderdelen van de installaties als gevolg van een verminderde verwachte resterende gebruiksduur.
Met betrekking tot de installatie van Amel III (pelletinstallatie) is de situatie ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het management bekijkt verder op welke manier de installatie voor andere doeleinden binnen de groep kan ingezet worden.
Er werden een bijkomende provisie van 0,11 miljoen EUR aangelegd voor operationele zaken in Renogen.
Dit alles resulteert in een bedrijfsresultaat van 16,15 miljoen EUR.
Het financiële resultaat (-41 K EUR) is opgebouwd uit de rentekosten van de uitstaande leasecontracten bij 4HamCogen, Renogen, AmelBio en 4Energy Invest en de betaalde intresten uit het enig overgebleven IRS contract afgesloten door Renogen (- 54 K EUR) dewelke deels gecompenseerd worden door financiële opbrengsten (53 K EUR) die voornamelijk bestaan uit een daling van de negatieve marktwaarde van dit IRS contract omwille van de aflossingen op dit contract.
Door de bijkomende groenestroomcertificaten bij Renogen heeft de Raad van Bestuur beslist om een uitgestelde belastingvordering m.b.t. de fiscaal overdraagbare investeringsaftrek van Renogen te erkennen aangezien de Raad van Bestuur het waarschijnlijk acht dat Renogen, op basis van de huidige situatie, voldoende belastbare winsten zal genereren in de toekomst om haar actieve belastingslatenties te kunnen realiseren, zodat er voldaan is aan de IFRS erkenningscriteria met betrekking tot uitgestelde belastingvorderingen op balansdatum. Per 31 december 2016 werd er daarom een netto uitgestelde belastingvordering geboekt van 1,6 miljoen EUR. Met betrekking tot de beschikbare fiscale activa van 4Energy Invest en 4HamCogen werd er geen uitgestelde belastingvordering geboekt aangezien de Raad van Bestuur hier van mening is dat er nog niet voldaan is aan de IFRS erkenningscriteria.
De nettowinst voor deze periode bedraagt 17,71 miljoen EUR.
| Activa | 31-12-16 | 31-12-15 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 18.579 | 9.414 |
| Terreinen en gebouwen | 1.880 | 500 |
| Installaties, machines en uitrusting | 12.641 | 8.198 |
| Meubilair en rollend materieel | 80 | 17 |
| Leasing en vergelijkbare rechten | 310 | 525 |
| Activa in aanbouw | 2.065 | 39 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 1.600 | 0 |
| Overige activa op lange termijn | 3 | 135 |
| Vlottende activa | 15.127 | 6.737 |
| Voorraden | 2.841 | 2.063 |
| Handelsvorderingen | 4.198 | 2.868 |
| Overige vorderingen | 538 | 158 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 7.551 | 1.648 |
| Totaal | 33.707 | 16.151 |
| Passiva | 31-12-16 | 31-12-15 |
| Eigen vermogen | 28.999 | 11.291 |
| Totaal eigen vermogen | 28.999 | 11.291 |
| Langlopende verplichtingen | 717 | 1.128 |
| Rentedragende leningen | 79 | 280 |
| Overige schulden | 240 | 556 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 50 | 50 |
| Voorzieningen | 347 | 242 |
| Kortlopende verplichtingen | 3.991 | 3.731 |
| Rentedragende leningen | 180 | 266 |
| Handelsschulden | 3.189 | 2.925 |
| Overige schulden | 622 | 539 |
Geconsolideerde balans van 4Energy Invest voor de jaren afgesloten op 31 december 2016, 31 december 2015 in '000 €
De stijging van vaste activa in 2016 is het gevolg van (i) de gedeeltelijke terugname van eerdere geboekte bijzondere waardeverminderingen op deze activa ten bedrage van 8,5 Mio EUR, (ii) de boeking van een netto uitgestelde belastingvordering van 1,60 miljoen K EUR en (iii) investeringen voor 2,52 miljoen EUR. Voorts werden er in deze periode activa verkocht dewelke nog een boekwaarde hadden van 35 K EUR en bedroegen de afschrijvingen 3,28 miljoen EUR.
De netto boekwaarde (NBW) van de materiële vaste activa kunnen we als volgt samenvatten:
| Netto | Netto | |
|---|---|---|
| boekwaarde | boekwaarde | |
| 31-12-16 | 31-12-15 | |
| € '000 | € '000 | |
| Renogen | ||
| Amel I & II | 11.527 | 2.920 |
| Amel III | 232 | 279 |
| AmelBio | 113 | 209 |
| 4HamCogen | 4.960 | 5.681 |
| 4Energy Invest | 143 | 190 |
| Totaal | 16.976 | 9.279 |
De overige vorderingen op lange termijn daalden als gevolg van de terugbetaling van het gekantonneerde bedrag (bewaargeving bij de Deposito- en Consignatiekas, toereikend om tot waarborg te strekken) naar aanleiding van het gunstige arrest voor Renogen betreffende het geschil met de onderneming Beckers (cf. jaarverslag 2015 onder 1.2.8.17 overige vorderingen op lange termijn).
De stijging van de voorraden (bestaande uit biomassa, onverkochte groenestroomcertificaten en wisselstukken) is voornamelijk toe te schrijven aan de stijging van de voorraad groenestroomcertificaten bij 4HamCogen (+ 0,66 miljoen EUR) die al wel verworven zijn maar nog niet effectief geleverd en verkocht en waarvoor er geen verplicht afnamecontract bestaat.
De klantenvorderingen omvatten de bedragen die nog niet ontvangen zijn voor geproduceerde (al dan niet gefactureerde) elektriciteit en vorderingen met betrekking tot effectief verkochte groenestroomcertificaten voor hernieuwbare energie. Ze omvatten enkel recente productie (van het derde en vierde kwartaal). Er is een beperkt bedrag (2 K EUR) aan dubieuze vorderingen.
De handelsschulden omvatten facturen van leveranciers van biomassa, diensten en installateurs.
Andere schulden betreffen personeel gerelateerde provisies, BTW en allerlei toe te rekenen kosten.
De toename van de netto geldmiddelen en kasequivalenten met 5,9 miljoen EUR weerspiegelt voornamelijk het resultaat van de volgende belangrijke kas(stroom) bewegingen in 2016:
De kaspositie per einde 2016 bedroeg 7,55 miljoen EUR
Per einde 2016 had de groep uitstaande engagementen met betrekking tot de aanschaf van vaste activa en meer bepaald met betrekking tot het filterproject en de vernieuwing van kritische onderdelen van de bestaande installaties voor een totaal bedrag van 6,85 miljoen EUR.
4Energy Invest verwacht dat zijn resultaten in 2017 zullen worden beïnvloed door de volgende factoren:
• Verdere optimalisering van de operaties in Ham en Amel;
De operationele versterking van het team heeft in 2016 al de eerste positieve resultaten opgeleverd. De verdere implementatie van de lopende actieplannen, teneinde de bestaande milieuwetgeving en vergunningen te respecteren, kunnen nog verdere verbeteringen opleveren.
• Evolutie van de elektriciteitsprijzen;
De elektriciteitsprijzen die momenteel gangbaar zijn voor de geproduceerde elektriciteit van warmtekrachtinstallaties op de professionele groothandelsmarkt, zijn historisch zeer laag. Wijzigingen van de elektriciteitsprijzen hebben een onmiddellijke impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep. Mede door de beslissing in het laatste kwartaal van 2015 van de Belgische regering om de nucleaire centrales langer open te houden daalden de prijzen voor de elektriciteit op de groothandelsmarkt (Belpex) in 2016 gemiddeld met iets meer dan 7€ per MWe ten opzichte van de prijzen in 2015. Zowel op het niveau van Renogen als 4HamCogen wordt de elektriciteit verkocht aan deze Belpexprijs. Deze lagere prijs had een negatief effect op de omzet van 0,8 miljoen EUR.
Het wetgevend kader voor de groenestroomcertificaten en de wetgeving betreffende de milieunormen zijn beslissend voor de leefbaarheid van groene energie projecten. Wijzigingen in dit wetgevend kader hebben een cruciale impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep.
• Verdere optimalisering van het aankoopproces van de biomassa
Buiten de afsluiting van de kredietovereenkomst zoals reeds vermeld onder financiële highlights, hebben er zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan na het afsluiten van het boekjaar 2016.
De elementen die de ontwikkeling van de groep beïnvloeden, werden besproken in items 2.4 en 2.5.
De toekomstige rendabiliteit van de groep zal vooral afhangen van de evolutie van de elektriciteitsmarkt, van het regelgevend kader met betrekking tot (hernieuwbare) energie, van de prijzen en kwaliteit van de biomassa en van de betrouwbaarheid van de installaties meer bepaald de ontwikkeling van operationele en onderhoudskosten en van tijdelijke niet-geplande storingen in de biomassacentrale.
4Energy Invest concentreert zich momenteel op het uitbaten van haar bestaande installaties in de dochterbedrijven Renogen en 4HamCogen. Het voert momenteel geen onderzoek en ontwikkeling uit.
Er worden geen financiële instrumenten gebruikt om de elektriciteitsprijs en het kredietrisico in te dekken. De groep heeft in het verleden wel interest indekkingscontracten (IRS) aangegaan om de interestkosten op haar schulden te stabiliseren, voor meer dan de helft van haar schulden met variabele interestvoet. In het kader van de overname van de bestaande vorderingen door de Inschrijvers (zoals uitvoerig beschreven in het jaarverslag van 2014 ) werden deze IRS-en, op uitzondering van 1 contract aangegaan met Belfius, stopgezet. De IRS-overeenkomst met Belfius loopt verder tot 18 augustus 2017.
De Vennootschap biedt, voor zover dat nodig is en voor zover deze elementen gevolgen zouden kunnen hebben in geval van een openbaar overnamebod, de volgende informatie aan conform artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007:
Eind 2016 bedraagt het aandelenkapitaal van 4Energy Invest € 20.948.484,00 vertegenwoordigd door 7.593.794 geregistreerde en gedematerialiseerde aandelen zonder nominale waarde, die elk een identieke fractie van het aandelenkapitaal van 4Energy Invest vertegenwoordigen. Het kapitaal is volledig volgestort. Alle aandelen hebben dezelfde rechten.
In de statuten van 4Energy Invest is bepaald dat de aandelen vrij overdraagbaar zijn.
De Vennootschap heeft aan de houders van zijn effecten geen bijzondere controlerechten toegekend.
Op uitzondering van de op aandelen gebaseerde vergoeding die toegekend werd aan de CEO van de vennootschap ten einde de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren, zijn er geen andere aandelenplannen of vergelijkbare plannen voor werknemers (cf. supra 1.2.8.21)
Elke aandeelhouder van 4Energy Invest heeft recht op één stem per aandeel. Aandeelhouders mogen bij volmacht stemmen.
Ten behoeve van 4Energy Invest worden de aandelen als ondeelbaar beschouwd. Indien verschillende personen één aandeel houden, of indien de rechten die aan een aandeel zijn gekoppeld verdeeld zijn over verschillende personen, kan 4Energy Invest de uitoefening van rechten die aan dat aandeel zijn gekoppeld, opschorten tot er één persoon is aangesteld als de eigenaar van het aandeel ten behoeve van 4Energy Invest.
Stemrechten kunnen voorts worden opgeschort, onder andere, (i) door een bevoegde rechtbank of de FSMA, (ii) indien de aandelen niet volledig werden volgestort ondanks een verzoek hiertoe door de raad van bestuur, en (iii) voor aandelen die recht geven op hun totale aantal stemrechten die op de datum van de relevante algemene vergadering van aandeelhouders aan de uitstaande financiële instrumenten van 4Energy Invest zijn gekoppeld, tenzij de aandeelhouder 4Energy Invest en de FSMA ten minste 20 dagen vóór de relevante algemene vergadering van aandeelhouders waarop hij zijn stem wenst uit te brengen, op de hoogte heeft gebracht. Stemrechten gekoppeld aan teruggekochte aandelen worden eveneens opgeschort, zolang de eigenaar van de aandelen of een dochteronderneming daarvan de desbetreffende aandelen houdt.
Er zijn geen verklaarde of bekende overeenkomsten tussen aandeelhouders.
De raad van bestuur van 4Energy Invest is samengesteld uit minimaal 6 en maximaal 10 leden. Ten minste de helft van de leden zijn niet-uitvoerend bestuurders.
Alle bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders voor een hernieuwbare termijn van in principe 4 jaar. Als er vóór het verstrijken van de termijn een bestuursmandaat openvalt, hebben de overblijvende bestuurders het recht om tijdelijk een nieuwe bestuurder te benoemen om voorlopig in de vacature te voorzien, tot de aandeelhouders op een Aandeelhoudersvergadering besluiten een nieuwe bestuurder aan te stellen. Dit punt moet in de agenda van de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders worden opgenomen.
Wijzigingen van de statuten (behalve een wijziging van het maatschappelijk doel) vereisen de aanwezigheid of de vertegenwoordiging van ten minste 50 % van het aandelenkapitaal van 4Energy Invest en de goedkeuring van ten minste 75 % van de uitgebrachte stemmen. Een wijziging van het maatschappelijk doel van 4Energy Invest vereist de goedkeuring van ten minste 80 % van de uitgebrachte stemmen op een algemene vergadering van aandeelhouders, die in principe slechts geldig kunnen stemmen over een dergelijk besluit indien ten minste 50 % van het maatschappelijk kapitaal van 4Energy Invest en ten minste 50 % van de (eventuele) winstbewijzen aanwezig of vertegenwoordigd zijn. In het geval waarin het vereiste quorum niet aanwezig of vertegenwoordigd is op de eerste vergadering, moet een tweede vergadering met een nieuwe bijeenroeping worden bijeengeroepen. De tweede algemene vergadering van aandeelhouders kan geldig overleggen en beslissen, ongeacht het aantal aandelen dat aanwezig of vertegenwoordigd is.
De raad van bestuur van 4Energy Invest kan alle handelingen stellen die noodzakelijk of nuttig zijn om het maatschappelijk doel van 4Energy Invest te verwezenlijken, met uitzondering van die handelingen die bij wet of volgens de statuten van 4Energy Invest exclusief zijn voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
Op 21 mei 2008 heeft de buitengewone vergadering van aandeelhouders van 4Energy Invest beslist om aan de raad van bestuur de goedkeuring te verlenen om het aandelenkapitaal van 4Energy Invest in een of meer transacties te verhogen met een maximumbedrag gelijk aan het aandelenkapitaal op die datum van 4Energy Invest van € 13.855.484,00. De bevoegdheden van de raad van bestuur binnen de limieten van het toegestaan kapitaal gelden voor een periode van vijf jaar vanaf de publicatie van de goedkeuring in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
De bevoegdheid in verband met het toegestane kapitaal verliep in 2013. Een verlenging van deze bevoegdheid werd goedgekeurd tijdens een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders gehouden op 6 januari 2014 voor een nieuwe periode van vijf jaar vanaf de publicatie van de goedkeuring in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
Als het kapitaal wordt verhoogd binnen de limieten van het toegestane kapitaal, dan heeft de raad van bestuur de bevoegdheid om te verzoeken tot betaling van een uitgiftepremie. Als de raad van bestuur dit beslist, dan wordt deze uitgiftepremie geboekt op een onbeschikbare rekening, die alleen kan worden verlaagd of afgeboekt bij een besluit van een algemene vergadering van aandeelhouders, genomen in overeenstemming met de bepalingen die gelden voor een wijziging van de statuten.
De machtiging van de raad van bestuur zal gelden voor kapitaalverhogingen in geld of in natura, of uitgevoerd door een kapitalisatie van reserves, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen. Het is de raad van bestuur toegestaan om converteerbare obligaties of warrants uit te geven binnen de limieten van het toegestane kapitaal.
De raad van bestuur is bevoegd om binnen de limieten van het toegestane kapitaal het voorkeurrecht van de aandeelhouders te annuleren of te beperken in het belang van 4Energy Invest en in overeenstemming met artikel 596 en volgende van het Belgische Wetboek van vennootschappen. De raad van bestuur is bevoegd om het voorkeurrecht van de aandeelhouders ten gunste van een of meerdere personen te annuleren of te beperken, zelfs wanneer die personen geen personeelsleden zijn van 4Energy Invest of zijn dochterondernemingen.
De raad van bestuur is bevoegd om het toegestane kapitaal te gebruiken in geval van een openbaar overnamebod, binnen de limieten die worden voorgeschreven door het Belgische Wetboek van vennootschappen.
Tot heden heeft de raad van bestuur zijn bevoegdheden in verband met het toegestane kapitaal nog niet gebruikt. Dienovereenkomstig kan het aandelenkapitaal van de Vennootschap op dit moment nog steeds worden verhoogd met een bedrag van € 13.855.484,00 volgens de toelating in verband met het toegestane kapitaal.
De raad van bestuur mag, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering, overeenkomstig artikel 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen en binnen de grenzen van dit artikel, op of buiten de beurs, overgaan tot de verwerving van een aantal eigen aandelen van de vennootschap dat maximaal 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt, voor een prijs die niet lager mag zijn dan 20% onder de gemiddelde slotkoers gedurende de laatste 30 kalenderdagen en niet hoger dan 10% boven de gemiddelde slotkoers gedurende de laatste 30 kalenderdagen. Deze machtiging dekt de verwerving op of buiten de beurs door een rechtstreekse dochtervennootschap van de vennootschap zoals bedoeld in en binnen de grenzen bepaald in artikel 627 van het Wetboek van vennootschappen. Indien de vennootschap overgaat tot de verwerving buiten de beurs, zelfs van een dochtervennootschap, zal de vennootschap in voorkomend geval een aanbod onder dezelfde bepalingen en voorwaarden doen aan alle aandeelhouders overeenkomstig artikel 620, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen.
De raad van bestuur kan deze machtiging uitoefenen gedurende een periode van 18 maanden vanaf de bekendmaking van deze machtiging in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad.
De raad van bestuur mag, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering en zonder beperking in tijd, overgaan tot de vervreemding van eigen aandelen van de vennootschap op of buiten de beurs, overeenkomstig artikel 622, §2 van het Wetboek van vennootschappen. Deze machtiging dekt de vervreemding van eigen aandelen van de vennootschap op of buiten de beurs door een rechtstreekse dochtervennootschap van de vennootschap zoals bedoeld in artikel 627 van het Wetboek van vennootschappen.
Er is bovendien geen besluit door de algemene aandeelhoudersvergadering vereist wanneer de verkrijging van eigen effecten noodzakelijk is ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap. De raad van bestuur kan deze machtiging uitoefenen voor een periode van drie (3) jaar vanaf de bekendmaking van deze machtiging in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad.
Met betrekking tot de op aandelen gebaseerde vergoeding (cf. supra 1.2.8.21 en infra 4.17.8.1): Gedurende de eerste 3 jaren kan Ci2i BVBA deze vergoeding noch geheel noch gedeeltelijk laten uitkeren tenzij in het geval van bepaalde events (oa. de verkoop van de Vennootschap, de verkoop van een substantieel deel of van alle activa en kapitaalsverhoging).
De individuele overeenkomsten tussen 4Energy Invest en bepaalde leden van het uitvoerend management voorzien specifiek in een vergoeding indien ten gevolge van een openbaar overnamebod deze leden worden ontslagen of indien hun dienstverband wordt beëindigd.
In het verleden werden door de raad van bestuur van 4Energy Invest een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité en een adviescomité opgericht. Deze comités hebben een louter adviserende rol. De uiteindelijke besluitvorming blijft de verantwoordelijkheid van de raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de opdracht van elk comité met betrekking tot de organisatie, procedures, beleid en activiteiten van dat comité.
Het auditcomité is samengesteld uit ten minste 3 leden, benoemd door de Raad van Bestuur. Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. In afwijking met de Belgische Corporate Governance Code die vereist dat een meerderheid van de leden van het auditcomité onafhankelijk zijn, is slechts één van de drie huidige leden onafhankelijk bestuurder. Dit is wel in overeenstemming met artikel 526bis, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
De voorzitter van het auditcomité wordt benoemd onder de leden van het auditcomité door de Raad van Bestuur van de Vennootschap en mag deze functie niet combineren met het voorzitterschap van de Raad van Bestuur. De voorzitter van het auditcomité, al naargelang het geval met de steun van de voorzitter van de Raad van Bestuur en/of de CEO en/of de CFO, zal ervoor zorgen dat het auditcomité te allen tijde (i) zijn rol en taken begrijpt, (ii) over alle informatie beschikt om zijn interne en externe taken naar behoren te vervullen, en (iii) zijn taken vervult in overeenstemming let het interne reglement van het auditcomité.
De aanstelling van de leden van het auditcomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het auditcomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Het auditcomité zal beslissen of, en zo ja wanneer de CEO, de CFO (of kaderleden verantwoordelijk voor zaken in verband met financiën, boekhouding en financieel beheer), de interne auditor (indien bestaande) en de externe bedrijfsrevisor zullen worden uitgenodigd om de vergaderingen bij te wonen.
Op de datum van dit jaarverslag bestaat het auditcomité uit de volgende leden: Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder, BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch, als niet-uitvoerend bestuurder en LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens als niet-uitvoerend bestuurder. LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens en BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch zijn deskundig in boekhouding en audit, zoals blijkt uit hun vorige functie als beleggingsbeheerder, en uit de bestuursfuncties die zij in verschillende vennootschappen uitoefenen. Hamaco BVBA heeft zijn expertise op dit vlak opgebouwd door zijn jarenlange ervaring als bestuurder in diverse vennootschappen. Hamaco BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
Meer informatie over de interne controle- en risicobeheerssystemen bevindt zich in het statutaire enkelvoudige jaarverslag, in sectie 4.17.9.
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016, zoals hieronder gedefinieerd, en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van 4Energy Invest NV ("de Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep") opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december 2016, de geconsolideerde winst- en verliesrekening en geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum, evenals een toelichting die een overzicht van de voornaamste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing bevat. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt EUR'000 33.707 en het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten sluit af met een winst van het boekjaar van EUR'000 17.708.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor het implementeren van een interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang bevat, die het gevolg zijn van fraude of van fouten.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals deze in België werden aangenomen, uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opstellen door de Vennootschap van de geconsolideerde jaarrekening, die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de geconsolideerde jaarrekening als geheel.
Wij hebben van de verantwoordelijken en van het bestuursorgaan van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel zonder voorbehoud te baseren.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep op 31 december 2016 evenals van haar geconsolideerde resultaten en geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar eindigend op die datum, in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Zonder afbreuk te doen aan het hierboven tot uitdrukking gebracht oordeel, vestigen wij de aandacht op toelichting 1.2.8.30 van de geconsolideerde jaarrekening die een significante onzekerheid beschrijft m.b.t. de afwikkeling van de lopende procedures in verband met de milieuproblematiek bij Renogen.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
— Het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen, stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Kontich, 25 april 2017 KPMG Bedrijfsrevisoren Commissaris vertegenwoordigd door
Filip De Bock
Bedrijfsrevisor
Dit rapport werd op 24 april 2017 door de raad van bestuur opgesteld krachtens artikel 96 van het Belgische Wetboek van vennootschappen, voor voorlegging op de jaarlijkse algemene vergadering van 29 mei 2017.
Geachte Aandeelhouder,
Wij hebben het genoegen u de statutaire jaarrekening voor het jaar afgesloten op 31 december 2016 te presenteren.
3 Alle bedragen in deze sectie betreffen enkelvoudige statutaire cijfers volgens Belgian GAAP.
De informatie in dit deel is een uittreksel uit de statutaire jaarrekening die zullen worden ingediend bij de Nationale Bank en omvat niet alle informatie zoals vereist door Artikel 98 en 100 van het Belgische Wetboek van vennootschappen. De volledige statutaire jaarrekening kan geraadpleegd worden in het voor beleggers bestemde deel van de website van 4Energy Invest (www.4energyinvest.com). Alle bedragen worden vermeld in euro.
| Balans (in euro) | 31-12-16 | 31-12-15 |
|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 142.560 | 190.080 |
| Financiële vaste activa | 19.217.812 | 5.725.384 |
| a. Deelnemingen | 19.215.745 | 5.725.384 |
| c. Andere financiële activa | 2.067 | 0 |
| Totaal vaste activa | 19.360.372 | 5.915.464 |
| Handelsvorderingen | 239.915 | 1.154.611 |
| Overige vorderingen | 36.685 | 767.613 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 4.663.541 | 987.780 |
| Overlopende rekeningen | 316.219 | 4.718 |
| Totaal vlottende activa | 5.256.359 | 2.914.722 |
| TOTAAL ACTIVA | 24.616.731 | 8.830.186 |
| Kapitaal | 20.948.484 | 20.948.484 |
| Uitgiftepremies | 18.104.416 | 18.104.416 |
| Overgedragen winst / (verlies) | -15.846.225 | -31.339.655 |
| Totaal eigen vermogen | 23.206.675 | 7.713.245 |
| Schulden op meer dan 1 jaar (overige schulden) | 305.500 | 654.548 |
| Schulden > 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 33.773 | 91.197 |
| Handelsschulden | 828.325 | 334.110 |
| Schulden mbt belastingen, bezorldigingen en soc. lasten | 0 | 46 |
| Overige schulden | 240.422 | 30.040 |
| Overlopende rekeningen | 2.036 | 7.000 |
| Schulden op minder dan een jaar | 1.104.556 | 462.393 |
| TOTAAL PASSIVA | 24.616.731 | 8.830.186 |
| Winst- en verliesrekening (in euro) | 31-12-16 | 31-12-15 |
|---|---|---|
| Inkomsten | 1.894.506 | 1.287.821 |
| Omzet | 1.509.128 | 960.000 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 385.378 | 327.821 |
| Bedrijfskosten | 1.337.376 | 989.087 |
| Diensten en diverse goederen | 1.335.330 | 961.856 |
| Personeelskosten | 0 | 25.668 |
| Andere bedrijfskosten | 2.046 | 1.563 |
| Bedrijfsresultaat excl. Afschrijvingen | 557.130 | 298.734 |
| Afschrijven en waardeverminderingen | -47.520 | -2.091 |
| Voorzieningen | ||
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 509.610 | 296.643 |
| Recurrente Financiële opbrengsten | 1.504.604 | 11.295 |
| Niet-recurrente Financiële opbrengsten | 13.490.361 | 39.693 |
| Recurrente Financiële kosten | -11.145 | 1.063.541 |
| Niet-recurrente Financiële kosten | 28.478 | |
| Winst/(verlies) van het boekjaar voor belasting | 15.493.430 | 1.439.650 |
| Inkomstenbelasting | 0 | -165 |
| Winst/(verlies) van het boekjaar | 15.493.430 | 1.439.485 |
| Kapitaal (in euro) | 31-12-16 | 31-12-15 |
|---|---|---|
| Aan het begin van de periode | 20.948.484 | 20.948.484 |
| Kapitaalsverhoging/(vermindering) | 0 | 0 |
| Aan het einde van de periode | 20.948.484 | 20.948.484 |
| Aantal uitgegeven aandelen | 7.593.794 | 7.593.794 |
De regels voor financiële verslaggeving zijn opgesteld in overeenstemming met de voorschriften van het Belgische Koninklijk Besluit van 30 januari 2001 inzake de regels voor financiële verslaggeving, en gelden voor de waardering van het totaal van alle kortlopende vorderingen, te betalen posten en verplichtingen van welke aard ook die verband houden met 4Energy Invest NV.
De opstelling en de toepassing van deze regels veronderstellen dat 4Energy Invest NV zijn bedrijfsactiviteiten voortzet.
De oprichtingskosten en de kosten van kapitaalverhogingen worden opgenomen als kosten in het boekjaar waarin ze ontstaan.
Deze activa worden lineair afgeschreven voor 20% per jaar.
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde en in de balans opgenomen voor dit bedrag, min toepasselijke afschrijvingen en waardeverminderingen.
De aanschaffingswaarde vertegenwoordigt de aankoopkosten of de productiekosten, al naargelang het geval. De aankoopprijs omvat zowel de aankoopprijs als de additionele betaalde kosten. De productiekosten omvatten zowel de aankoopkosten van de gebruikte grondstoffen en verbruiksgoederen als de productiekosten.
Materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur worden zodanig afgeschreven dat de kosten worden gespreid over de waarschijnlijke economische levensduur of gebruiksduur. Er kan eveneens gebruik worden gemaakt van de belastingregels voor degressieve afschrijvingsmethoden en andere methoden voor versnelde afschrijving.
De afschrijving vindt proportioneel plaats vanaf het moment van de investering.
Voor materiële vaste activa die buiten gebruik zijn gesteld of die niet langer op duurzame wijze bijdragen aan de activiteiten van de vennootschap, worden er bijzondere waardeverminderingen opgenomen om de boekwaarde in overeenstemming te brengen met de waarschijnlijke opbrengstwaarde.
De additionele aankoopkosten worden afgeschreven volgens de aard van de investeringen.
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de onderstaande tabel.
| Aard van het actief | Afschrijvings |
|---|---|
| methode | |
| Installaties, machines en uitrusting | 20% lineair |
| Meubilair | 20% lineair |
| Voertuigen | 20% lineair |
| Kantoormachines | 20% lineair |
| Leasing: rollend materiaal | 25% lineair |
Vaste financiële activa worden gewaardeerd tegen hun verkrijgingsprijs, zonder gerelateerde kosten of ingebrachte waarde.
Vorderingen en waarborgen worden opgenomen tegen nominale waarde
Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in geval van permanent verlies in waarde of waardevermindering. Deze waardeverminderingen worden teruggenomen in de mate waarin ze op het einde van het boekjaar hoger zijn dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling van de minderwaarden waarvoor ze werden gevormd.
Vorderingen worden in de balans opgenomen tegen hun nominale waarde.
Op de balansdatum worden vorderingen die zijn uitgedrukt in vreemde valuta's gewaardeerd op basis van de slotkoers op de laatste handelsdatum van het boekjaar.
Als een vordering tegen haar nominale waarde in de balans wordt opgenomen, wordt deze in voorkomend geval opgenomen in de overlopende posten, en worden de volgende posten proportioneel opgenomen in het resultaat:
• de rente die is opgenomen in de nominale waarde van de vordering op basis van de overeenkomst tussen de partijen;
• het verschil tussen de aankoopkosten en de nominale waarde van de vordering;
• de rente die op de vordering moet worden betaald na het verstrijken van één jaar indien het een rentevrije vordering betreft of een vordering met een abnormaal lage rentevoet. De rente wordt berekend op basis van de marktrente die voor dergelijke vorderingen geldt op het moment waarop de vordering in de activa van de vennootschap is opgenomen.
Als bij de afsluiting van het boekjaar blijkt dat een vordering waarschijnlijk niet volledig of slechts gedeeltelijk zal kunnen worden geïnd, zal het bedrag van de vordering dienovereenkomstig worden aangepast.
In geval van een faillissement of een schuldherschikking wordt de vordering opnieuw opgenomen tegen het voorgestelde dividend.
.
Worden opgenomen tegen hun nominale waarde of realisatiewaarde indien deze op balansdatum lager is.
Vreemde valuta's worden gewaardeerd tegen de slotkoers op de laatste handelsdag van het boekjaar.
De beschikbare bedragen worden opgenomen tegen hun nominale waarde.
Vreemde valuta's worden gewaardeerd tegen de slotkoers op de laatste handelsdag van het boekjaar.
De raad van bestuur stelt voorzichtig en te goeder trouw de voorzieningen vast die moeten worden aangelegd om dreigende geschillen, kosten en risico's te dekken.
Schulden worden in de balans opgenomen tegen hun nominale waarde. Schulden in vreemde valuta's worden gewaardeerd tegen de slotkoers op de laatste handelsdag van het boekjaar.
Als de nominale waarde van de schulden rentebedragen omvat op basis van een overeenkomst tussen de partijen, zal de schuld in de balans worden opgenomen en zullen de rentebedragen die zijn inbegrepen in de nominale waarde worden opgenomen in de overlopende posten en worden deze rentebedragen proportioneel opgenomen in het resultaat.
Deze posten worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs en in de balans opgenomen voor het gedeelte dat wordt uitgesteld of dat wordt overgedragen naar het volgende boekjaar of de volgende boekjaren.
4Energy Invest is een in België gevestigde onderneming voor hernieuwbare energie die ernaar streeft een portfolio te creëren en te beheren van kleine tot middelgrote lokaal georganiseerde projecten die biomassa afval hetzij direct, hetzij indirect valoriseren in energie:
Via haar dochteronderneming Renogen heeft de Vennootschap de exploitatie voortgezet van haar twee warmtekrachtkoppelingsinstallaties op basis van houtige biomassa in Amel (Wallonië, België). De operationele resultaten van Renogen werden gedurende het boekjaar 2016 voornamelijk beïnvloed door de volgende factoren: (i) stijging van de hoeveelheid geproduceerde en verkochte elektriciteit, (ii) extra steun van de Waalse overheid onder de vorm van extra groenestroomcertificaten, (iii) lagere elektriciteitsprijs ten opzichte van het boekjaar 2015, (iv) lagere kosten voor de biomassa per geproduceerde MWh elektrisch door verbetering van het aankoopproces, (v) stijging van de onderhoudskosten, (vi) hogere personeelskosten omwille van versterking van het team en het uitsorteren van plastiekresten uit de biomassa alsook voor extra controles in het labo, en (vii) veel hogere afschrijvingskosten omwille van de hogere afschrijvingsbasis ten gevolge de terugname van waardevermindering en omwille van een versnelde afschrijving ten gevolge van de resterende nuttige gebruiksduur van geplande vervangingswerken bij Renogen.
De operationele resultaten van 4HamCogen werden gedurende het boekjaar 2016 voornamelijk beïnvloed door de volgende factoren: (i) stijging van de hoeveelheid geproduceerde en verkochte elektriciteit alsook van het aantal groenestroomcertificaten, (ii) lagere elektriciteitsprijs ten opzichte van het boekjaar 2015, (iii) lagere verkoop van energie aan Ecopower, (iv) lagere kosten voor de biomassa per geproduceerde MWh elektrisch door verbetering van het aankoopproces, (v) lagere voorbehandelingskosten van de biomassa en lagere kosten voor het afvoeren van restproducten en (vi) lagere personeelskosten,
De groep baat nu 3 warmtekrachtkoppelingsinstallaties uit op 2 sites:
De installatie voor productie van houtpellets zal enkel en alleen heropgestart worden indien er positieve kasstromen kunnen verwacht worden. Momenteel zijn er geen fundamentele verbeteringen zijn ten opzichte van de situatie in 2015 zodat er geen vooruitzichten zijn om de installatie terug op te starten op korte termijn.
De financiële vaste activa weerspiegelen het holdingkarakter van 4Energy Invest. De financiële vaste activa omvatten:
De deelnemingen van 4Energy Invest in de operationele entiteiten Renogen en 4HamCogen. De raad van bestuur besliste in het verleden om de waarde van deze participaties door een bijzondere waardevermindering naar nul te herleiden op basis van een waarderingsoefening uitgevoerd voor elk van de dochterondernemingen, rekening houdend met de marktomstandigheden van dat ogenblik. Deze evaluatie maakte duidelijk dat er sprake was van een duurzame ontwaarding van deze deelnemingen.
In de loop van de maand december 2015 werden de vorderingen die 4Energy Invest had verkregen tijdens het boekjaar 2014 op zijn dochtervennootschappen Renogen en 4HamCogen (cf. akkoord tussen kredietverstrekkers (KBC Bank, KBC Lease, ING en LRM) en de investeerders (Gimarco/LRM) dewelke uitvoerig beschreven werd in het jaarverslag 2014) alsook de achtergestelde leningen die ze in het verleden aan haar dochters had verstrekt, ingebracht in het kapitaal van deze 2 vennootschappen en dit aan de werkelijke/economische waarde. Voor deze inbreng aan economische waarde werd er een ruling afgesloten dat deze verrichtingen niet resulteren in een abnormaal of goedgunstig voordeel.
Op basis van de gewijzigde marksituatie bij Renogen (met ondermeer de extra steun onder de vorm van groenestroomcertificaten door de Waalse overheid) werd er een nieuwe waarderingsoefening uitgevoerd voor deze participatie. Deze oefening resulteerde in een terugname van waardevermindering van de aandelen van Renogen van 13.490.361 EUR.
De handelsvorderingen bestaan bijna uitsluitend uit de vordering op dochteronderneming AmelBio voor diensten geleverd in het laatste kwartaal van 2016.
De geldmiddelen en kasequivalenten weerspiegelen het niveau van contanten.
De overlopende rekening bevat de reeds gefactureerde verzekeringskosten van de groep voor 2017.
Het eigen vermogen ( 23.207 K EUR) is het resultaat van de volgende transacties:
De schulden op meer dan 1 jaar (overige schulden) betreft:
De schulden op minder dan 1 jaar (34 K EUR) betreffen diezelfde leasingschuld maar dan met vervaldag voor einde 2017.
De omzet van de vennootschap (1.509 K EUR) weerspiegelt voornamelijk de facturatie van recurrente managementdiensten aan haar dochterondernemingen 4HamCogen en Renogen en van aankoopdiensten en managementdiensten aan AmelBio. De overige bedrijfsinkomsten van 385 K EUR betreffen voor het grootste deel verzekeringskosten die doorgerekend werden aan de dochterondernemingen en verder de verhuuropbrengsten van haar bulldozer gefactureerd aan Renogen.
Onder de kosten van goederen en diensten van 1.335 K EUR (2015: 962 K EUR), bevinden zich de algemene en recurrente administratiekosten, huurlasten, erelonen, bestuurders- en managementvergoedingen, commissarisvergoedingen... . De stijging is vooral toe te schrijven aan de herrekening van de geprovisioneerde kost voor de op aandelen gebaseerde vergoeding die een grotere positieve impact had op deze kosten in boekjaar 2015 in vergelijking met 2016 (- 75 K EUR in 2016 tov -225 K EUR in 2015), en een stijging van de managementvergoedingen.
De vennootschap sloot 2016 af met een bedrijfswinst van 557 K EUR (tov een bedrijfswinst in 2015: 297 K EUR)
Het recurrente financieel resultaat van 1.493 K EUR (opbrengsten minus kosten) betreft voornamelijk het ontvangen dividend (1.500 K EUR) van haar dochtervennootschap Renogen.
De niet-recurrente financiële opbrengsten zijn het resultaat van de terugname van waardevermindering op de aandelen van de vennootschap Renogen.
De raad van bestuur stelt voor om het resultaat toe te wijzen als volgt:
| Winst van het boekjaar |
in euro | 15.493.430 | ||
|---|---|---|---|---|
| Overgedragen | winsten/(verliezen) | van | vorige | - 31.339.655 |
| boekjaren | ||||
| Over te dragen verliezen | in euro | - 15.846.225 |
Aangezien 4Energy Invest een holdingmaatschappij is, draagt het indirect de risico's van haar dochterondernemingen.
De risico's hebben voornamelijk betrekking op:
o Risico's die verband houden met de verwerving en beschikbaarheid van biomassa
o Het wetgevend kader voor hernieuwbare energie;
Aangezien 4Energy Invest een holding is, hebben gebeurtenissen met betrekking tot de dochterondernemingen ook impact op de vennootschap zelf.
De volgende belangrijke gebeurtenissen vonden plaats in 2017:
Op 28 maart 2017 werd er een kredietovereenkomst getekend tussen Renogen SA en BNP Paribas Fortis ten belopen van 10 miljoen EUR voor de financiering van het nieuwe rookgaswassingssysteem en de vernieuwing van kritische onderdelen van de bestaande installaties.
4Energy Invest concentreert zich momenteel op het uitbaten van haar bestaande installaties in de dochterbedrijven Renogen en 4HamCogen. Het voert momenteel geen onderzoek en ontwikkeling uit.
De vennootschap heeft geen bijkantoren.
Volgende elementen hebben een impact op de ontwikkeling van de dochtervennootschappen:
De operationele versterking van het team heeft in 2016 reeds de eerste positieve resultaten opgeleverd. De verdere implementatie van de lopende actieplannen, teneinde de bestaande milieuwetgeving en vergunningen te respecteren, kunnen nog verdere verbeteringen opleveren.
De elektriciteitsprijzen die momenteel gangbaar zijn voor de geproduceerde elektriciteit van warmtekrachtinstallaties op de professionele groothandelsmarkt, zijn historisch zeer laag. Wijzigingen van de elektriciteitsprijzen hebben een onmiddellijke impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep. Mede door de beslissing in het laatste kwartaal van 2015 van de Belgische regering om de nucleaire centrales langer open te houden, daalden de prijzen voor de elektriciteit op de groothandelsmarkt (Belpex) in 2016 gemiddeld met iets meer dan €7 per MWe ten opzichte van de prijzen in 2015. Zowel op het niveau van Renogen als 4HamCogen wordt de elektriciteit verkocht aan deze Belpex-prijs. Deze lagere prijs had een negatief effect op de omzet van 0,8 miljoen EUR.
Het wetgevend kader voor de groenestroomcertificaten en de wetgeving omtrent de milieunormen zijn beslissend voor de leefbaarheid van groene energie projecten. Wijzigingen in dit wetgevend kader hebben een cruciale impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep.
De vennootschap maakt geen gebruik van financiële instrumenten.
De Vennootschap beoordeelt haar blootstelling ten aanzien van het risico van de elektriciteitsprijs onder andere in het kader van de resultaten van Renogen en 4HamCogen wiens elektriciteit momenteel verkocht wordt op het elektriciteitsnet op basis van Belpex prijs.
De Vennootschap beoordeelt haar blootstelling aan het kredietrisico, bestaande uit facturen voor managementdiensten aan dochterondernemingen, op een continue basis.
De Raad van Bestuur is verder van oordeel dat de (huidige) vergoeding voor (huidig) geleverde diensten door 4Energy Invest ten aanzien van haar dochtervennootschappen voldoende is om verliezen in de volgende boekjaren te vermijden.
De positieve resultaten en kasstromen die op groepsniveau werden gerealiseerd tijdens het boekjaar 2016, de positieve netto kaspositie van de groep per 31 december 2016 en de positieve verwachtingen voor komend boekjaar verantwoorden een waardering in continuïteit.
4.13.1 Beleid inzake transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap en haar bestuurders of leden van het uitvoerend management
De Raad van bestuur heeft beleidsregels vastgesteld inzake transacties en andere contractuele banden tussen de Vennootschap (inclusief met haar Verbonden Vennootschappen) en haar bestuurders en leden van het Uitvoerend management die niet onder de belangenconflictregeling vallen.
Van alle leden van de Raad van bestuur en van het Uitvoerend management wordt verwacht dat zij daden, standpunten of belangen vermijden die strijdig zijn met, of de indruk wekken strijdig te zijn met, de belangen van de Vennootschap.
Alle transacties tussen de Vennootschap en leden van de Raad van bestuur of van het Uitvoerend management behoeven goedkeuring van de Raad van bestuur. Zij kunnen enkel plaatsvinden tegen de gebruikelijke marktvoorwaarden.
Leden van de Raad van bestuur en van het Uitvoerend management is het bijvoorbeeld niet toegestaan om, rechtstreeks of onrechtstreeks, overeenkomsten te sluiten met de Vennootschap gericht op de levering van goederen of betaalde diensten (andere dan in het kader van hun bestuurs- of uitvoerend mandaat), tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de Raad van bestuur.
Wanneer de leden van de Raad van bestuur of van het Uitvoerend management geconfronteerd worden met een mogelijks conflicterend belang bij een beslissing of verrichting van de Vennootschap, moeten zij de Voorzitter van de Raad van bestuur zo snel mogelijk informeren. Onder conflicterende belangen wordt onder meer verstaan: vermogensrechtelijke belangen, maar bijvoorbeeld ook functionele of politieke belangen.
Indien artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen toepassing vindt, zal de betrokken bestuurder of lid van het Uitvoerend management zich onthouden van deelname aan de beraadslaging en aan de stemming. Indien artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen geen toepassing vindt, zal het bestaan van een mogelijk belangenconflict genotuleerd worden (maar niet gepubliceerd) en betaamt het de betrokken bestuurder of lid van het Uitvoerend management zich te onthouden van de stemming.
Tijdens het boekjaar 2016 hebben er zich geen belangenconflicten voorgedaan.
De elementen die moeten worden verstrekt in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007, voor zover deze elementen gevolgen zouden kunnen hebben in geval van een openbaar overnamebod, worden gedetailleerd besproken in het verslag van de raad van bestuur over de geconsolideerde financiële jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016 in overeenstemming met artikel 119 van het Belgische Wetboek van vennootschappen (zie sectie 2.9).
In het verleden werden door de raad van bestuur van 4Energy Invest een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité en een adviescomité opgericht. Deze comités hebben een louter adviserende rol. De uiteindelijke besluitvorming blijft de verantwoordelijkheid van de raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de opdracht van elk comité met betrekking tot de organisatie, procedures, beleid en activiteiten van dat comité.
Het auditcomité is samengesteld uit ten minste 3 leden, benoemd door de Raad van Bestuur. Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. In afwijking met de Belgische Corporate Governance Code die vereist dat een meerderheid van de leden van het auditcomité onafhankelijk zijn, is slechts één van de drie huidige leden onafhankelijk bestuurder. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
De voorzitter van het auditcomité wordt benoemd onder de leden van het auditcomité door de Raad van Bestuur van de Vennootschap en mag deze functie niet combineren met het voorzitterschap van de Raad van Bestuur. De voorzitter van het auditcomité, al naargelang het geval met de steun van de voorzitter van de Raad van Bestuur en/of de CEO en/of de CFO, zal ervoor zorgen dat het auditcomité te allen tijde (i) zijn rol en taken begrijpt, (ii) over alle informatie beschikt om zijn interne en externe taken naar behoren te vervullen, en (iii) zijn taken vervult in overeenstemming let het interne reglement van het auditcomité.
De aanstelling van de leden van het auditcomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het auditcomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Het auditcomité zal beslissen of, en zo ja wanneer de CEO, de CFO (of kaderleden verantwoordelijk voor zaken in verband met financiën, boekhouding en financieel beheer), de interne auditor (indien bestaande) en de externe bedrijfsrevisor zullen worden uitgenodigd om de vergaderingen bij te wonen.
Op de datum van dit jaarverslag bestaat het auditcomité uit de volgende leden: Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder, BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch, als niet-uitvoerend bestuurder en LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens als niet-uitvoerend bestuurder. LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens en BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch zijn deskundig in boekhouding en audit, zoals blijkt uit hun vorige functie als beleggingsbeheerder, en uit de bestuursfuncties die zij in verschillende vennootschappen uitoefenen. Hamaco BVBA heeft zijn expertise op dit vlak opgebouwd door zijn jarenlange ervaring als bestuurder in diverse vennootschappen. Hamaco BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
De elementen die moeten worden verstrekt in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007, voor zover deze elementen gevolgen zouden kunnen hebben in geval van een openbaar overnamebod, worden gedetailleerd besproken in het verslag van de raad van bestuur over de geconsolideerde financiële jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016 in overeenstemming met artikel 119 van het Belgische Wetboek van vennootschappen (zie sectie 2.9).
4Energy Invest heeft een corporate governance charter aangenomen in lijn met de Belgische Corporate Governance Code, uitgegeven op 12 maart 2009 (tweede editie) door de Belgische Commissie Corporate Governance (de 'Code'). 4Energy Invest heeft de Code aangenomen als referentiecode. De Code is gebaseerd op een 'pas toe of leg uit'-systeem. Belgische beursgenoteerde vennootschappen dienen de Code na te leven, maar kunnen afwijken van de bepalingen en richtlijnen ervan (doch niet van de principes) op voorwaarde dat zij de rechtvaardigingen voor een dergelijke afwijking bekendmaken. 4Energy Invest leeft de principes van de Code na, maar is van mening dat bepaalde afwijkingen van de bepalingen gerechtvaardigd zijn in het licht van zijn specifieke situatie. Met het van kracht worden van de wet op 6 april 2010 (i) is het niet mogelijk af te wijken van sommige bepalingen van de Code en (ii) is het verplicht aan te geven welke bepalingen van de Code tijdens het jaar niet werden nageleefd, en een verklaring te geven voor de redenen van de niet-naleving. De afwijkingen van 4Energy Invest worden uitgelegd in deze verklaring inzake Corporate Governance en zijn geldig volgens de wet van 6 april 2010.
Het corporate governance charter van 4Energy Invest is het laatst bijgewerkt op 22 augustus 2014 en kan worden geraadpleegd op de website van 4Energy Invest: www.4energyinvest.com.
De lijst hierna geeft een overzicht van de huidige afwijkingen ten opzichte van de Corporate Governance Code. Meer details hieromtrent worden hieronder opgenomen in de overeenkomstige secties van de Code
Op basis van de ontvangen kennisgevingen is de aandeelhouderstructuur op datum van 31 december 2016 als volgt samengesteld:
| Aandeelhouder | Datum Transparantie | Aantal | Aantal | |
|---|---|---|---|---|
| Verklaring | Aandelen | stemrechten | % | |
| Philiep Van Eeckhout/ Gimarco NV | 22 mei 2014 | 6.116.000 | 6.116.000 | 80,54% |
| Limburgse Reconversiemaatschappij NV | 22 mei 2014 | 1.033.000 | 1.033.000 | 13,60% |
| Ci2i BVBA | 51 | 51 | 0,00% | |
| Free Float | 22 mei 2014 | 444.743 | 444.743 | 5,86% |
| Totaal | 7.593.794 | 7.593.794 | 100% |
| Voor de 12 maanden | Uitstaand saldo per | Voor de 12 maanden | |
|---|---|---|---|
| afgesloten op | 31-12-16 (*) | afgesloten op | |
| 31-12-16 | 31-12-15 | ||
| € '000 | € '000 | € '000 | |
| Gimarco NV | 125,0 | 151,3 | 125,0 |
| LRM NV | 25,0 | 30,3 | 25,0 |
(*) uitstaand saldo is inclusief BTW
In het verleden werd voor wat betreft dagelijks juridisch advies voornamelijk gewerkt met externe advocaten. Sinds 2014 wordt er beroep gedaan op de juridische dienst van LRM. Met betrekking tot specifieke operationele aangelegenheden en commerciële ontwikkelingen wordt er beroep gedaan op de diensten van Gimarco NV. Jaarlijks wordt er een evaluatie gedaan van deze dienstverleningen en kan het contract indien nodig/wenselijk worden stopgezet mits een opzegperiode van 3 maand. De diensten die zijn geleverd door alle verbonden partijen zijn zakelijke, objectieve transacties voor dit type van diensten. De uitstaande saldi moeten in contanten worden betaald op hun respectieve vervaldatums. Er zijn geen garanties verstrekt voor de transacties met deze partijen.
De rol van de raad van bestuur bestaat erin het succes van de Vennootschap op lange termijn na te streven door blijk te geven van leiderschap en ondernemingszin en risicobeoordeling en risicobeheer mogelijk te maken.
Krachtens de statuten van 4Energy Invest is de raad van bestuur samengesteld uit minimaal zes en maximaal tien leden. Volgens de principes van de Code dient ten minste de helft van de leden niet-uitvoerend (non-executive) bestuurder te zijn, en ten minste drie bestuurders dienen onafhankelijk te zijn overeenkomstig de criteria bepaald in het Belgische Wetboek van vennootschappen en in de Code.
Tijdens de Algemene Vergadering van aandeelhouders gehouden op 26 mei 2016 werd Capten NV, met permanent vertegenwoordiger Jo Buekens, benoemd als bestuurder.
Tijdens de Raad van Bestuur van 21 december 2016 bood VEM Bvba, met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout, zijn ontslag aan als bestuurder. De Raad van Bestuur coöpteerde PHVE Bvba, met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout in diens plaats tot de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders te houden in 2017.
Op de datum van dit jaarverslag is de raad van bestuur van 4Energy Invest aldus samengesteld uit zeven leden, waaronder drie onafhankelijk bestuurders. Deze leden zijn:
| Naam | Functie | Start mandaat |
Einde mandaat |
|---|---|---|---|
| Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer |
Uitvoerend voorzitter |
2012 | 2017 |
| PHVE BVBA, met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout |
Niet-uitvoerend bestuuder |
2016 | 2017 |
| LRM Beheer NV, met | Niet-uitvoerend | 2014 | 2017 |
|---|---|---|---|
| permanent | bestuurder | ||
| vertegenwoordiger Stijn | |||
| Bijnens | |||
| Brevak BVBA met permanent | Niet-uitvoerend | 2014 | 2017 |
| vertegenwoordiger Jo Breesch | bestuurder | ||
| Hamaco BVBA met permanent |
Niet-uitvoerend, | ||
| vertegenwoordiger Henri | onafhankelijk | 2012 | 2017 |
| Meyers | bestuuder | ||
| Infigo BVBA, met permanent | Niet-uitvoerend, | ||
| vertegenwoordiger Frank | onafhankelijk | 2014 | 2017 |
| Bruyneel | bestuuder | ||
| Capten NV, met permanent | Niet-uitvoerend, | ||
| vertegenwoordiger Jo | onafhankelijk | 2016 | 2017 |
| Buekens | bestuuder | ||
De Raad van Bestuur benoemt een van zijn niet-uitvoerende leden tot voorzitter van de Raad van Bestuur. Momenteel is, in afwijking van bovenstaande omwille van efficiëntie en in het belang van de Vennootschap, Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer, aangesteld als voorzitter van de Raad van Bestuur. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
De voorzitter is verantwoordelijk voor de leiding van de Raad van Bestuur en voor de doelmatige werking van de Raad van Bestuur in alle opzichten. De voorzitter dient de nodige maatregelen te treffen om een vertrouwensklimaat te creëren binnen de Raad van Bestuur, dat bijdraagt aan open discussie, opbouwende kritiek en steun voor de besluiten van de Raad van Bestuur. De voorzitter dient een feitelijke interactie tussen de Raad van Bestuur en het uitvoerend management te stimuleren. Hij dient nauwe banden te onderhouden met de Chief Executive Officer en de Chief Executive Officer te steunen en te adviseren in zijn uitvoerende verantwoordelijkheden.
De raad van bestuur vergadert wanneer de belangen van de Vennootschap dit vereisen of op verzoek van twee bestuurders. In principe zal de raad van bestuur regelmatig en ten minste vier keer per jaar bijeenkomen. De beslissingen binnen de raad van bestuur vereisen een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
In 2016 is de raad van bestuur 7 keer samengekomen. Het globale aanwezigheidspercentage van de bestuurders bedroeg 83 %.
Aanwezigheid op vergaderingen van de raad van bestuur:
| Naam | Bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|
| Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent | 7/7 |
| vertegenwoordiger Filip Lesaffer | |
| Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger |
7/7 |
| Henri Meyers (onafhankelijk bestuurder) | |
| VEM BVBA, met permanent vertegenwoordiger | 3/7 |
| Philiep Van Eeckhout | |
| LRM Beheer NV, met permanent | 6/7 |
| vertegenwoordiger Stijn Bijnens | |
| Brevak BVBA, met permanent vertegenwoordiger | 7/7 |
| Jo Breesch | |
| Infigo BVBA, met permanent vertegenwoordiger | 5/7 |
| Frank Bruyneel (onafhankelijk bestuurder) | |
| Capten NV, met permanent vertegenwoordiger Jo | 4/5 |
| Buekens (onafhankelijk bestuurder) |
Een bestuurder voldoet pas als onafhankelijk bestuurder als hij minstens voldoet aan de criteria bepaald in artikel 526ter van het Belgische Wetboek van vennootschappen, die als volgt kunnen worden samengevat:
− Geen uitvoerend lid van de raad zijn, geen functie uitoefenen als lid van het uitvoerend comité of als een persoon die het dagelijks beheer van de Vennootschap wordt toevertrouwd of geen aan de Vennootschap gelieerde vennootschap of persoon zijn, en in de afgelopen vijf jaar voor de benoeming niet in een dergelijke positie hebben verkeerd.
− Niet meer dan drie termijnen als niet-uitvoerend bestuurder van de raad hebben gediend, zonder daarbij een totale termijn van twaalf jaar te overschrijden.
− Geen werknemer van het senior management zijn (zoals gedefinieerd in artikel 19,2° van de Belgische Wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven) van de Vennootschap of van een aan de Vennootschap gelieerde vennootschap of persoon, en in de afgelopen drie jaar voor de benoeming niet in een dergelijke positie hebben verkeerd.
− Geen significante verloning of een andere significant voordeel van financiële aard ontvangen of hebben ontvangen van de Vennootschap of van een aan de Vennootschap gelieerde vennootschap of persoon, anders dan een eventuele bonus of vergoeding (tantièmes) die hij ontvangt of heeft ontvangen als niet-uitvoerend lid van de raad.
− Geen aandeelhoudersrechten hebben (direct of via een of meer vennootschappen onder zijn controle) die 10 % of meer van de aandelen van de Vennootschap of van een klasse van de aandelen van de vennootschap (indien deze er zijn) vertegenwoordigen, en geen vertegenwoordiger zijn van een aandeelhouder die in deze positie verkeert.
− Als de aandeelhoudersrechten gehouden door de bestuurder (rechtstreeks of via een of meer vennootschappen onder zijn controle) minder dan 10 % vertegenwoordigen, mag de vervreemding van dergelijke Aandelen of de uitoefening van de rechten die daaraan zijn gekoppeld niet onderworpen zijn aan enige contracten of eenzijdige verbintenissen aangegaan door de bestuurder. De bestuurder mag tevens geen aandeelhouder vertegenwoordigen die in deze positie verkeert.
− Niet in dit boekjaar of het vorige een significante zakelijke relatie gehad hebben met de Vennootschap of met een aan de Vennootschap gelieerde vennootschap of persoon, noch rechtstreeks noch als partner, aandeelhouder, bestuurslid of lid van het senior management (zoals gedefinieerd in artikel 19,2° van de hoger vernoemde Belgische Wet van 20 september 1948) van een vennootschap of een persoon die een dergelijke relatie heeft.
− Niet momenteel of in de afgelopen drie jaar een partner of een werknemer zijn geweest van de huidige of voorgaande commissaris van de Vennootschap of van een vennootschap of persoon verbonden met de Vennootschap.
− Geen uitvoerend bestuurder zijn van een andere vennootschap waarin een uitvoerend bestuurder van de Vennootschap een niet-uitvoerend lid van de raad is, geen andere significante banden hebben met uitvoerend bestuurders van de Vennootschap via betrokkenheid in andere vennootschappen of organen;
− Geen echtgeno(o)te, wettelijk samenwonende partner of naast familielid (door huwelijk of door geboorte) tot de tweede graad zijn van een lid van de raad, een lid van het uitvoerend comité, een persoon die belast is met het dagelijks bestuur of een lid van het senior management (zoals gedefinieerd in artikel 19,2° van de hoger vernoemde Belgische Wet van 20 september 1948) van de Vennootschap of van een aan de Vennootschap gelieerde vennootschap of persoon, of van een persoon die zichzelf in een of meer van de omstandigheden beschreven in de voorgaande streepjes bevindt.
Volgens de raad van bestuur van de Vennootschap zijn Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, Infigo BVBA, met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel en Capten NV, met permanent vertegenwoordiger Jo Buekens, onafhankelijk bestuurders. De raad van bestuur is van mening dat de huidige onafhankelijk bestuurders voldoen aan elk van de relevante criteria van het Belgische Wetboek van vennootschappen.
Overeenkomstig art. 518bis, § 1 W. Venn. dient de Raad van Bestuur van 4Energy Invest vanaf 2019 over ten minste een derde leden te beschikken van het andere geslacht. Het is in deze optiek dat de Vennootschap ook voorstelt aan de algemene vergadering van aandeelhouders, dewelke zal plaatsvinden op 29 mei aanstaande, om de huidige bestuurders, wiens mandaat afloopt op het einde van deze algemene vergadering te herbenoemen voor 1 jaar zodat de vennootschap de tijd krijgt om te zoeken naar vrouwen die de nodige expertise hebben binnen het terrein waarin de Vennootschap actief is en die aldus de Raad van Bestuur kunnen versterken.
In het verleden werden door de Raad van Bestuur een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité en een adviescomité opgericht.
Hierna worden de samenstelling en het functioneren van deze comités besproken.
Volgens de regels voor Belgische beursgenoteerde vennootschappen met betrekking tot de oprichting en de taken van het auditcomité, die van kracht werden op 8 januari 2009, zou 4Energy Invest voldoen aan de omvangcriteria om zonder een afzonderlijk auditcomité te werken (Art. 526bis, § 3 Wetboek van Vennootschappen). Desondanks besliste de Raad van Bestuur in 2014 naar aanleiding van de kapitaalverhoging het auditcomité terug te activeren, wezen het op een pragmatische manier. Dit impliceert dat niet altijd alle formele voorwaarden zullen voldaan zijn.
Op vandaag worden de volgende bepalingen van het corporate governance charter niet nageleefd in afwijkingen van artikels 3.3, 3.4.3. en 3.5.1 aangezien (i) er geen meerderheid is van onafhankelijk bestuurders, (ii) er geen functie is van interne audit en (iii) het auditcomité minder dan viermaal heeft vergaderd.
Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
Het auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in de uitvoering van zijn toezichthoudende verantwoordelijkheden inzake controle in de breedste zin van het woord. Het auditcomité zal geregeld (minstens eenmaal per jaar) verslag uitbrengen aan de raad van bestuur over de uitvoering van zijn taken en over enige kwesties waarvan het auditcomité meent dat er actie moet worden ondernomen of dat er verbeteringen nodig zijn, en kan aanbevelingen doen over de noodzakelijke stappen die moeten worden genomen.
Het auditcomité heeft de volgende taken:
toezicht houden op de integriteit van de financiële informatie die door de Vennootschap wordt verstrekt, namelijk door de correctheid, de volledigheid, de nauwkeurigheid en de consistentie van financiële informatie te beoordelen en door de relevantie en consistentie te verifiëren van de normen voor financiële verslaggeving die gebruikt worden door de vennootschap en zijn dochterondernemingen. Dit omvat de criteria voor de consolidatie van de rekeningen van ondernemingen binnen de groep. Deze controle zou betrekking moeten hebben op periodieke informatie vóór die bekend wordt gemaakt en zou gebaseerd moeten zijn op een auditprogramma dat door het comité is ingevoerd;
beoordelen van wijzigingen aan de grondslagen en praktijken voor controle en financiële verslaggeving van de Vennootschap zoals die kunnen worden voorgesteld door het management, de commissaris of de interne controleurs (indien bestaande);
periodiek, en ten minste om de twee jaar, de toereikendheid verifiëren en beoordelen van het beleid van de Vennootschap voor transacties met verbonden partijen dat geldt voor de bestuurders en het uitvoerend management van de Vennootschap, en voorgestelde wijzigingen voor goedkeuring aanbevelen aan de raad van bestuur; en
significante kwesties in verband met de financiële verslaggeving bespreken met het uitvoerend management en de externe bedrijfsrevisor.
ten minste eenmaal per jaar de systemen beoordelen voor interne controle en risicobeheer die door het uitvoerend management zijn ingevoerd, rekening houdend met het feit dat de belangrijkste risico's (inclusief risico's in verband met de naleving van de geldende wetgeving en reglementering) naar behoren moeten worden geïdentificeerd, beheerd en bekend worden gemaakt;
samen met het uitvoerend management de verklaringen beoordelen over interne controle en risicobeheer in het jaarverslag van de Vennootschap; en
de specifieke regelingen beoordelen die in vertrouwen zijn getroffen en problemen aankaarten over mogelijke ongepastheden in de financiële verslaggeving of andere zaken. Indien nodig dienen er regelingen te worden getroffen voor een toereikend en onafhankelijk onderzoek van dergelijke kwesties en voor gepaste opvolgingsmaatregelen.
aanbevelingen verstrekken aan de Raad van Bestuur over de selectie, de (her)benoeming of het ontslag van de externe bedrijfsrevisor en de voorwaarden voor zijn of haar aanstelling. In overeenstemming met het Belgische Wetboek van Vennootschappen dient dit voorstel ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de aandeelhouders;
toezicht houden op de onafhankelijkheid van de externe bedrijfsrevisor, in het bijzonder in het kader van de bepalingen van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en het Koninklijk Besluit van 4 april 2003. Het comité dient van de externe bedrijfsrevisor een verslag te verkrijgen waarin alle relaties worden beschreven tussen de onafhankelijke bedrijfsrevisor en de Vennootschap en zijn dochterondernemingen;
een formeel beleid opstellen en toepassen waarin de types van niet-auditdiensten worden gespecificeerd die uitgesloten zijn, die toegelaten zijn na beoordeling door het comité en die toegelaten zijn zonder doorverwijzing naar het comité, rekening houdend met de specifieke vereisten volgens het Belgische Wetboek van Vennootschappen;
geïnformeerd worden over het werkprogramma van de externe bedrijfsrevisor en tijdig informatie verkrijgen over enige aandachtspunten die als gevolg van de audit ontstaan;
de doeltreffendheid beoordelen van het externe-auditproces en de reactiebereidheid van het management op de aanbevelingen die worden gedaan in het beheerverslag van de externe bedrijfsrevisor; en
de kwesties onderzoeken die aanleiding geven tot het ontslag van de externe bedrijfsrevisor en aanbevelingen verstrekken over eventuele vereiste maatregelen.
Voor de samenstelling van het auditcomité (cf. supra 4.15).
Het auditcomité is in 2016 tweemaal samengekomen. Aanwezigheid op vergaderingen van het auditcomité
| Naam | Bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|
| Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger |
2/2 |
| Henri Meyers (onafhankelijk bestuurder) | |
| LRM Beheer NV, met permanent |
2/2 |
| vertegenwoordiger Stijn Bijnens | |
| Brevak BVBA, met permanent vertegenwoordiger | 2/2 |
| Jo Breesch |
Het aanwezigheidspercentage bedroeg aldus 100%.
Gezien de beperkte omvang van het bedrijf en de veranderingen die het onderging, had de Raad van Bestuur de taken en verantwoordelijkheid van het benoemings- en remuneratiecomité terug naar zich toegetrokken, om zo de kosten te drukken en de besluitvorming te verbeteren en te versnellen. Dit was in overeenstemming met artikel 526quater, § 3 van het Wetboek van Vennootschappen. Gegeven de doorstart van de vennootschap in 2014 naar aanleiding van de kapitaalverhoging trad het benoemings- en remuneratiecomité terug in voege, weze het op een pragmatische manier.
Zo is er, op vandaag, in afwijking van de Corporate Governance Code artikels 4.3 en 4.5.1 geen meerderheid van onafhankelijk bestuurders in het Benoemings- en remuneratiecomité.
Het benoemings- en remuneratiecomité heeft als rol:
aanbevelingen doen aan de Raad van Bestuur over de benoeming van bestuurders en de leden van het uitvoerend management;
Het benoemings- en remuneratiecomité dient te verzekeren dat het benoemings- en herbenoemingsproces van de leden van de raad van Bestuur en van het uitvoerend management objectief en professioneel wordt georganiseerd, en heeft in het bijzonder de volgende taken:
advies verstrekken over voorstellen (bijv. van het management of van de aandeelhouders) met betrekking tot de benoeming en het ontslag van bestuurders en leden van het uitvoerend management; en
advies verstrekken aan de CEO over de benoeming en het ontslag van leden van het uitvoerend management; evalueren van potentiële kandidaten voor een functie binnen het uitvoerend management en aanbevelingen doen over de benoeming of het ontslag van leden van het uitvoerend management. Voor wat betreft de benoeming of het ontslag van de CEO zal het benoemings- en remuneratiecomité zijn aanbeveling baseren op een gemotiveerd voorstel van de raad van bestuur. Voor wat betreft de aanstelling of het ontslag van de andere leden van het uitvoerend management, zal het benoemings- en remuneratiecomité zijn aanbeveling baseren op een gemotiveerd voorstel dat gezamenlijk is opgesteld door de CEO en de voorzitter van de Raad van Bestuur.
Het benoemings- en remuneratiecomité heeft de volgende taken met betrekking tot de remuneratie van bestuurders, leden van het uitvoerend management en sleutelmanagers:
het opstellen en evalueren van voorstellen aan de raad van bestuur over het remuneratiebeleid voor niet-uitvoerende bestuurders, evenals van de voorstellen die moeten worden voorgelegd aan de aandeelhouders;
• het opstellen en evalueren van voorstellen aan de Raad van Bestuur over het remuneratiebeleid voor de voorzitter van de Raad van Bestuur, evenals van de voorstellen die moeten worden voorgelegd aan de aandeelhouders;
• het opstellen en evalueren van voorstellen aan de Raad van Bestuur over het remuneratiebeleid voor het uitvoerend management, als geheel (de CEO uitgezonderd), ten minste met betrekking tot:
– de voornaamste contractuele bepalingen, inclusief de belangrijkste kenmerken van
– de belangrijkste onderdelen van de remuneratie, inclusief (i) het relatieve belang van elke component van de remuneratie, (ii) de prestatiecriteria die gelden voor de variabele elementen en (iii) de extralegale voordelen;
het opstellen en evalueren van voorstellen aan de Raad van Bestuur over het remuneratiebeleid voor de CEO, ten minste met betrekking tot:
– de voornaamste contractuele bepalingen, inclusief de belangrijkste kenmerken van
– de belangrijkste onderdelen van de remuneratie, inclusief (i) het relatieve belang van elke component van de remuneratie, (ii) de prestatiecriteria die gelden voor de variabele elementen en (iii) de extralegale voordelen;
het opstellen van aanbevelingen over de individuele remuneratie van bestuurders en van de leden van het uitvoerend management, inclusief maar niet beperkt tot, afhankelijk van de situatie, bonussen en stimulansen op lange termijn in de vorm van aandelenopties of andere financiële instrumenten. Als er specifieke en gerechtvaardigde redenen bestaan, kan de raad van bestuur afwijken van dit principe;
het verstrekken van aanbevelingen over de prestatiecriteria van de CEO en de andere leden van het uitvoerend management;
opstelling van richtlijnen voor motiverings- of ontslagregelingen voor sleutelkaderleden;
ten minste één maal per jaar met de CEO de werking en de verwezenlijkingen van het uitvoerend management bespreken. De CEO mag niet aanwezig zijn bij zijn of haar eigen evaluatie.
Het benoemings- en remuneratiecomité bestaat uit minimaal drie leden. Alle leden van het benoemings- en remuneratiecomité zijn bestuurders, benoemd door de Raad van Bestuur met bij voorkeur een meerderheid van onafhankelijk bestuurders.
De voorzitter van de Raad van Bestuur of een niet-uitvoerend bestuurder is de voorzitter van het benoemings-en remuneratiecomité. De voorzitter van de Raad van Bestuur of een nietuitvoerend bestuurder kan het benoemings-en remuneratiecomité niet voorzitten wanneer zijn of haar opvolging of remuneratie een punt is op de agenda.
De aanstelling van de leden van het benoemings-en remuneratiecomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het benoemings-en remuneratiecomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Op de datum van dit jaarverslag bestaat het benoemings-en remuneratiecomité uit de volgende leden: PHVE BVBA met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout (ter vervanging van VEM BVBA, met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout), Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens. PHVE BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
Het benoemings- en remuneratiecomité is in 2016 tweemaal samengekomen waarbij alle leden aanwezig waren.
| Naam | Bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|
| Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger |
2/2 |
| Henri Meyers (onafhankelijk bestuurder) | |
| LRM Beheer NV, met permanent |
2/2 |
| vertegenwoordiger Stijn Bijnens | |
| VEM Bvba, met permanent vertegenwoordiger | 2/2 |
| Philiep Van Eeckhout |
Het aanwezigheidspercentage bedroeg aldus 100%.
Het doel van het adviescomité is (i) een grondige operationele discussie te houden over kansen of kwesties die mogelijk ontstaan bij de voorbereiding van de vergadering van de raad van bestuur die uiteindelijk over deze kwesties zal beslissen, of (ii) de Chief Executive Officer bij te staan in enige kwesties die mogelijk ontstaan in verband met investeringsbeslissingen met betrekking tot projecten in ontwikkeling, in opbouw of in exploitatie die vallen binnen het toepassingsgebied van de bevoegdheden inzake dagelijks bestuur van de CEO.
Het adviescomité moet samengesteld zijn uit ten minste vier leden die allemaal bestuurders zijn en waarbij ten minste twee leden onafhankelijk bestuurders zijn.
De aanstelling van de leden van het adviescomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het adviescomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Op dit ogenblik bestaat het adviescomité uit de volgende leden: INFIGO BVBA met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel, PHVE BVBA met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout (ter vervanging van VEM BVBA met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout), Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers en CI2I met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer. INFIGO BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
Het adviescomité is in 2016 eenmaal samengekomen. Aanwezigheid op vergaderingen van het adviescomité
| Naam | Bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|
| Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer |
1/1 |
| Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers (onafhankelijk bestuurder) |
1/1 |
| VEM BVBA, met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout |
1/1 |
| Infigo BVBA, met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel (onafhankelijk bestuurder) |
1/1 |
Het aanwezigheidspercentage bedroeg aldus 100%.
Onder leiding van de voorzitter zal de raad van bestuur geregeld (bijv. ten minste om de twee tot drie jaar) zijn omvang, samenstelling en prestaties, en de omvang, samenstelling en prestaties van zijn comités beoordelen, alsmede zijn interactie met het uitvoerend management.
Dit evaluatieproces heeft 4 objectieven:
• Het beoordelen van de wijze waarop de raad van bestuur of de desbetreffende comités functioneren;
• Nagaan of de belangrijke onderwerpen grondig worden voorbereid en besproken;
• De daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder, de aanwezigheid van de bestuurder bij de vergaderingen van de Raad van bestuur en de comités en zijn of haar constructieve betrokkenheid bij de besprekingen en de besluitvorming;
• Nagaan of de huidige samenstelling van de Raad van Bestuur en van de comités overeenstemmen met de gewenste samenstelling.
Hoewel de evaluatie de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur is, kan de raad van bestuur zich laten bijstaan in deze evaluatie door het benoemings- en remuneratiecomité, en mogelijk ook door externe deskundigen.
4Energy Invest stelt een remuneratieverslag op met betrekking tot de remuneratie van zijn bestuurders. Dit remuneratieverslag maakt deel uit van de verklaring inzake corporate governance statement, dat deel uitmaakt van het jaarverslag.
Het is het remuneratiecomité dat de krijtlijnen uittekent van de remuneratiepolitiek voor nietuitvoerend en uitvoerende bestuurders en voor het uitvoerend management en vervolgens ter goedkeuring voorlegt aan de Raad van Bestuur.
Het remuneratiebeleid van 4Energy Invest is ontworpen (i) om de onderneming de kans te geven bestuurders aan te trekken, te behouden en te motiveren die over het profiel beschikken dat bepaald werd door de Raad van Bestuur en (ii) om een continue verbetering in de activiteiten te stimuleren.
Naar aanleiding van de schuldherschikking uitgevoerd in 2014 werden er ook op het niveau van de Raad van Bestuur wijzigingen doorgevoerd. Bijgevolg heeft het remuneratiecomité van 4Energy Invest het remuneratiebeleid uitgestippeld omtrent (i) de remuneratie van zijn nietuitvoerend en uitvoerend bestuurders, (ii) de vaste vergoeding van het management, (iii) de variabele vergoeding van het management en (iv) een lange termijn mechanisme van deelname in aandeelhouderswaardecreatie voor CI2I BVBA en JF Meys Sprl. Dit remuneratiebeleid maakt deel uit van de verklaring inzake corporate governance en diende als aanbeveling voor de Raad van Bestuur van 29 juli 2014. Het remuneratiebeleid werd tijdens die vergadering van de Raad van Bestuur goedgekeurd.
Op aanbeveling en voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité bepaalt de Raad van Bestuur de bezoldiging van de Bestuurders die aan de algemene vergadering van aandeelhouders wordt voorgelegd. Het voorstel van de remuneratie dat de Raad van Bestuur indient bij de algemene vergadering van aandeelhouders komt in principe overeen met de marktpraktijken en de verwachtingen voor bedrijven vergelijkbaar met 4Energy Invest. De remuneratie wordt ingesteld om bestuurders aan te trekken, te behouden en te motiveren die over het profiel beschikken dat bepaald werd door het benoemings- en remuneratiecomité. Naar aanleiding van de doorstart van de vennootschap in 2014 en de versterking van de Raad van Bestuur, werd er beslist om de vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur te uniformiseren. De voorzitter van de Raad van Bestuur krijgt een vaste jaarlijkse vergoeding van 40.000 EUR. De overige bestuurders krijgen een vaste jaarlijkse vergoeding van 20.000 EUR.
De hierboven gepresenteerde remuneratiestructuur voor bestuurders werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 29 juli 2014 en is van toepassing sinds 3 juni 2014 (datum van de eerste Raad van Bestuur in de nieuwe samenstelling en datum van het eerste remuneratiecomité).
De remuneratie van het uitvoerend management wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur, op basis van de aanbevelingen van het benoemings- en remuneratiecomité. Een passend gedeelte van de bezoldiging is gekoppeld aan de individuele prestaties en aan de prestaties van de Vennootschap. De voorgestelde remuneratie komt in principe overeen met de marktpraktijken en de verwachtingen voor bedrijven vergelijkbaar met 4Energy Invest. De remuneratie wordt ingesteld om de diensten van het uitvoerend management tegen concurrerende marktvoorwaarden te behouden.
De vergoeding van het uitvoerend management werd niet gewijzigd en is als volgt:
| Naam | Positie | Vaste vergoeding | variabele vergoeding |
|---|---|---|---|
| Ci2i, vertegenwoordigd door Filip Lesaffer | CEO | 680 €/dag | - |
| Dima Finance Comm. V., vertegenwoordigd door Dirk Slegers | CFO | 130.000 €/jaar | Max 20.000 €/jaar |
| Jean-François Meys Sprl, vertegenwoordigd door Jean-François | COO | 120.000 €/jaar | Max 50.000 €/jaar |
Nota: het uitvoerend management heeft tevens een variabele onkostenvergoeding voor onkosten gemaakt in het kader van hun dienstenovereenkomst.
De variabele vergoeding is afhankelijk van specifieke targets die jaarlijks zullen worden vastgelegd en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
Naast bovenstaande vaste en variabele vergoeding besliste de Raad van Bestuur in 2014 om voor Ci2i BVBA en Jean-François Meys SPRL een 'op aandelen gebaseerde' vergoeding toe te kennen ten einde de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. De belangrijkste parameters van deze vergoeding zijn:
• Na 3 jaar kunnen zowel Ci2i BVBA als Jean-François Meys SPRL verzoeken om deze vergoeding uit te betalen. Gegeven de potentieel belangrijke impact op de cash van de Vennootschap zal de Vennootschap 50% uitbetalen binnen de 30 dagen, 25% na 1 jaar en 25% na 2 jaar.
Bij het beëindigen van de dienstverleningsovereenkomst met Jean-François Meys Sprl in juli 2016, werd er een dading afgesloten met Jean-François Meys waarbij deze op aandelen gebaseerd managementvergoeding werd vervangen door een opzegvergoeding.
Voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016 ontvingen Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, VEM BVBA met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout, LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens, Brevak BVBA met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch en Infigo BVBA met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel elk een totale remuneratie van 20.000 EUR. Capten NV, met permanent vertegenwoordiger Jo Buekens, die benoemd werd tijdens de vorige algemene vergadering ontving een totale remuneratie van 11.978 EUR.
De niet-uitvoerend bestuurders hebben in 2016 geen bonussen ontvangen die zijn toegekend in aandelen, opties of enige andere rechten om aandelen te verwerven zoals goedgekeurd door of ingediend op de algemene vergadering van aandeelhouders.
Bij de oprichting van 4Energy Invest heeft de Raad van Bestuur beslist dat 4Energy Invest de bestuurders zal vrijwaren voor enige vordering door een derde partij gebaseerd op aansprakelijkheid van bestuurders, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk verzuim. Bijgevolg heeft 4Energy Invest een verzekering voor aansprakelijkheid van bestuurders afgesloten.
Niet-uitvoerend bestuurders ontvangen geen incentives toegekend in aandelen, opties of andere rechten om aandelen te verwerven, of pensioenvoordelen.
De uitvoerend bestuurder Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer, ontving in zijn functie als voorzitter van de raad van bestuur een totale remuneratie van 40.000 EUR.
| (in '000 euro) | Voor de 12 maanden afgesloten op |
Uitstaand saldo per 31/12/2016 (*) |
|---|---|---|
| 31-12-16 | ||
| Filip Lesaffer, als vast vertegenwoordiger van Ci2i BVBA |
40,0 | 12,1 |
| Henri Meyers, als vast vertegenwoordiger van Hamaco BVBA |
20,0 | 6,1 |
| Philiep Van Eeckhout, als vast vertegenwoordiger van VEM BVBA |
20,0 | 6,1 |
| Stijn Bijnens, als vertegenwoordiger van LRM Beheer NV |
20,0 | 6,1 |
| Jo Breesch, als vast vertegenwoordiger van Brevak BVBA |
20,0 | 6,1 |
| Frank Bruyneel,als vast vertegenwoordiger van Infigo BVBA |
20,0 | 6,1 |
| Jo Buekens,als vast vertegenwoordiger van Capten NV |
12,0 | 6,1 |
(*) uitstaand saldo is inclusief gefactureerde BTW
Continuous Insight2Impact BVBA, vertegenwoordigd door Filip Lesaffer, werd benoemd tot Uitvoerend Voorzitter in juli 2012. De vergoeding voor het uitvoerend werk bedraagt 680 euro per dag (exclusief beroepskosten). De jaarlijkse vergoeding voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016 voor het uitvoerend werk bedraagt 159.120 EUR. Deze jaarlijkse remuneratie houdt geen rekening met de door Continuous Insight2Impact BVBA gemaakte (en gefactureerde) beroepskosten bij de uitvoering van zijn diensten voor een bedrag van 20.885 EUR. Ci2i BVBA ontving tevens een vergoeding voor de extra uren gepresteerd in 2016 van 105.000 EUR. Verder ontving Ci2i BVBA het resterende gedeelte (met name 30.000 EUR) van de bonus die hem in 2014 werd toegekend (in resultaat van 2014 verwerkt) en die gespreid in tijd wordt uitgekeerd zoals contractueel overeengekomen (cf. supra artikel 4.13). M.b.t. 2016 werd er geen bonus toegekend.
Jean-François Meys Sprl, vertegenwoordigd door Jean-François Meys, vervult de functie van COO sinds 2012. De dienstverleningsovereenkomst met Jean-François Meys Sprl werd stopgezet in juli 2016.
De vaste vergoeding voor de dienstprestaties geleverd tot de stopzetting van de dienstverleningsovereenkomst bedraagt 63.548 EUR. Deze remuneratie houdt geen rekening met de door Jean-François Meys Sprl gemaakte (en gefactureerde) beroepskosten bij de uitvoering van zijn diensten voor een bedrag van 8.067 EUR.
Bij de beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst met Jean-François Meys Sprl werd er een dading afgesloten met JF Meys waarbij de op aandelen gebaseerde management vergoeding voor JF Meys sprl vervangen werd door een opzegvergoeding dewelke in omvang niet significant afwijkt met deze op aandelen gebaseerde management vergoeding.
Dima Finance Comm. V., vertegenwoordigd door Dirk Slegers, vervult de functie van CFO sinds mei 2013. De jaarlijkse vaste vergoeding voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016 voor het uitvoerend werk bedraagt 130.000 EUR. Deze jaarlijkse remuneratie houdt geen rekening met de door Dima Finance Comm.V. gemaakte (en gefactureerde) beroepskosten bij de uitvoering van zijn diensten voor een bedrag van 6.813 EUR. Voor zijn prestaties in 2016 werd Dima Finance Comm.V. een bonus toegezegd van 9.000 EUR.
Het Uitvoerend management ontvangt geen opties of andere rechten om aandelen te verwerven of pensioenvoordelen.
| Voor de 12 maanden 31-12-16 € '000 |
Uitstaand saldo per 31-12-16 (*) € '000 |
Voor de 12 maanden 31-12-15 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Filip Lesaffer, als vast vertegenwoordiger van Ci2i BVBA |
285,0 | 142,8 | 176,0 |
| Jean-François Meys, als vast vertegenwoordiger van Jean-François Meys SPRL (**) |
221,6 | 100,0 | 140,9 |
| Dirk Slegers, als vast vertegenwoordiger van Dima Finance Comm.V. |
145,8 | 22,8 | 138,0 |
(*)uitstaande facturen inclusief gefactureerde BTW en nog niet gefactureerde, toegekende bonussen.
(**) deze remuneratie vervat ook de opzegvergoeding die bepaald werd door de reeds verworven op aandelen gebaseerde vergoeding per 30 juni 2016
Voor de inhoud en de berekening van de op aandelen gebaseerde vergoeding verwijzen we naar sectie 4.16.8.1
Het benoemingscontract van de CEO voorziet in een opzegvergoeding ingeval de overeenkomst wordt opgezegd door de Vennootschap dewelke overeenkomt met een vergoeding van 6 maanden. Deze vergoeding zal echter 12 maanden bedragen ingeval de overeenkomst wordt opgezegd binnen de 24 maanden na overname van de Vennootschap.
Het benoemingscontract van de CFO voorziet in een opzegvergoeding ingeval de overeenkomst wordt opgezegd door de Vennootschap van 20.000 EUR. Deze vergoeding zal echter 50.000 EUR bedragen ingeval de overeenkomst wordt opgezegd omwille van wijziging van controle van de Vennootschap.
Een van de functies van het auditcomité van 4Energy Invest is toezicht houden op de efficiëntie van de interne controle- en risicobeheersystemen van de Vennootschap.
4Energy Invest heeft zijn boekhouding en die van haar dochtervennootschappen deels uitbesteed aan een extern boekhoudkantoor vanaf 1 januari 2015 maar dit in zeer nauw contact met de CFO van 4Energy Invest. De interne en externe rapportering wordt uitgevoerd door de CFO. In de operationele vennootschappen werken nog 3 administratieve krachten.
Dit houdt in dat het onmogelijk is om algemeen aangenomen standaarden voor interne controle (zoals volledige scheiding van verantwoordelijkheden, jobrotatie, 4 ogen review...) te implementeren.
Daarom heeft de raad van bestuur alternatieve controleprocessen opgezet, die permanent verfijnd worden:
Waar mogelijk wordt scheiding van taken toegepast, in het bijzonder op het vlak van inkomende facturen en uitgaande betalingen.
De raad van bestuur vraagt de aandeelhouders van de Vennootschap om de bijgevoegde statutaire jaarrekening goed te keuren en kwijting te verlenen aan de raad van bestuur van de vennootschap en aan de bedrijfsrevisor voor de uitvoering van hun mandaat tijdens dit boekjaar van de vennootschap.
De commissaris heeft een verklaring zonder voorbehoud, met een benadrukking van een bepaalde aangelegenheid, afgeleverd over de statutaire enkelvoudige jaarrekening van 4Energy Invest NV voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016. De benadrukking van een bepaalde aangelegenheid heeft betrekking op de onzekerheid m.b.t. de afwikkeling van de lopende procedures in verband met de milieuproblematiek bij dochteronderneming Renogen.
De integrale versie van de jaarrekening en het jaarverslag zullen neergelegd worden bij de Nationale Bank en zijn verder beschikbaar op de website van de vennootschap.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.