Annual Report • Apr 21, 2015
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Gereglementeerde informatie
Ham – 20 maart 2015
| 1. | GEAUDITEERDE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE JAARREKENINGEN 7 | |||
|---|---|---|---|---|
| 1.1 | Verklaring van verantwoordelijkheid 7 | |||
| 1.2 | Geauditeerde geconsolideerde jaarrekeningen 8 | |||
| 1.2.1 | Geauditeerde geconsolideerde winst- en verliesrekening voor de jaren afgesloten op 31 december 2014, 31 december 2013 en 31 december 2012 8 |
|||
| 1.2.2 | Geauditeerde geconsolideerde balans voor de jaren afgesloten op 31 december 2014, 31 december 2013 en 31 december 2012 10 |
|||
| 1.2.3 | Geauditeerd geconsolideerd kasstroomoverzicht voor de jaren afgesloten op 31 december 2014, 31 december 2013 en 31 december 2012 11 |
|||
| 1.2.4 | 2012 | Geauditeerde geconsolideerde mutatieoverzichten van het eigen vermogen voor de jaren afgesloten op 31 december 2014, 31 december 2013 en 31 december 12 |
||
| 1.2.5 | Toelichtingen bij de geauditeerde geconsolideerde jaarrekeningen 13 | |||
| 1.2.5.1 | Algemene informatie en groepsstructuur 13 | |||
| 1.2.5.2 | Overeenstemmingsverklaring 14 | |||
| 1.2.5.3 | Vreemde valuta 15 | |||
| 1.2.5.4 | Grondslag voor consolidatie 15 | |||
| 1.2.5.5 | Gebruik van schattingen en oordelen 16 | |||
| 1.2.6 | Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving 17 | |||
| 1.2.6.1 | Immateriële activa 17 | |||
| 1.2.6.2 | Materiële vaste activa 17 | |||
| 1.2.6.3 | Lease-overeenkomsten 18 | |||
| 1.2.6.4 | Overheidssubsidies 19 | |||
| 1.2.6.5 | Voorraden 19 | |||
| 1.2.6.6 | Overige en handelsvorderingen 20 | |||
| 1.2.6.7 | Geldmiddelen en kasequivalenten 20 | |||
| 1.2.6.8 | Eigen vermogen 20 | |||
| 1.2.6.9 | Minderheidsbelangen 20 | |||
| 1.2.6.10 | Voorzieningen 21 | |||
| 1.2.6.11 | Rentedragende leningen 21 |
| 1.2.6.12 | Handelsschulden en overige kortlopende schulden 21 |
|---|---|
| 1.2.6.13 | Afgeleide financiële instrumenten 21 |
| 1.2.6.14 | Bijzondere waardevermindering (impairment) 22 |
| 1.2.6.15 | Terugboekingen van bijzondere waardeverminderingen 22 |
| 1.2.6.16 | Inkomsten 23 |
| 1.2.6.17 | Verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen 24 |
| 1.2.6.18 | Financieringskosten 24 |
| 1.2.6.19 | Inkomstenbelastingen 25 |
| 1.2.6.20 | Gesegmenteerde informatie 25 |
| 1.2.6.21 | Gebeurtenissen na balansdatum 26 |
| 1.2.6.22 | Belangrijkste bronnen van onzekerheid bij schattingen 26 |
| 1.2.7 | Ondersteunende toelichtingen bij de geconsolideerde financiële jaarrekeningen |
| 27 | |
| 1.2.7.1 | Omzet 27 |
| 1.2.7.2 | Overige bedrijfsopbrengsten 28 |
| 1.2.7.3 | Kosten van de omzet 29 |
| 1.2.7.4 | Overige bedrijfskosten 29 |
| 1.2.7.5 | Verplichtingen uit hoofde van huurovereenkomsten 30 |
| 1.2.7.6 | Bijzondere waardevermindering (impairment) 31 |
| 1.2.7.7 | Financiële inkomsten en kosten 32 |
| 1.2.7.8 | Belastingen 33 |
| 1.2.7.9 | Immateriële activa 34 |
| 1.2.7.10 | Terreinen en gebouwen 34 |
| 1.2.7.11 | Installaties, machines en uitrusting 35 |
| 1.2.7.12 | Meubilair en rollend materieel 35 |
| 1.2.7.13 | Leasing en vergelijkbare rechten 36 |
| 1.2.7.14 | Overige materiële activa 37 |
| 1.2.7.15 | Activa in aanbouw 38 |
| 1.2.7.16 | Goodwill 38 |
| 1.2.7.17 | Uitgestelde belastingvorderingen en - verplichtingen 38 |
| 1.2.7.18 | Overige vaste activa 39 |
| 1.2.7.19 | Voorraden 39 |
| 1.2.7.20 | Handels- en overige vorderingen 39 |
| 1.2.7.21 | Geldmiddelen en kasequivalenten 40 |
| 1.2.7.22 | Aandelenkapitaal 40 | ||
|---|---|---|---|
| 1.2.7.23 | Interest-bearing loans and borrowings 41 | ||
| 1.2.7.24 | Overige schulden op lange termijn 44 | ||
| 1.2.7.25 | Handelsschulden en overige kortlopende schulden 44 | ||
| 1.2.7.26 | Financiële instrumenten 45 | ||
| 1.2.7.27 | Voorzieningen 46 | ||
| 1.2.7.28 | Personeel 47 | ||
| 1.2.7.29 | Verbintenissen 48 | ||
| 1.2.7.30 | Verbonden partijen 48 | ||
| 1.2.7.31 | Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum 49 | ||
| 1.2.7.32 | Winst per aandeel 50 | ||
| 2. | VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER DE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE JAARREKENINGEN VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2014 IN OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 119 VAN HET BELGISCH WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN 51 |
||
| 2.1 | Overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen tijdens het jaar 2014 51 | ||
| 2.2 | Risico's en onzekerheden 53 | ||
| 2.3 | Opmerkingen over de geconsolideerde financiële jaarrekeningen 53 | ||
| 2.4 | Vooruitzichten voor het jaar 2015 62 | ||
| 2.5 | Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden 63 |
||
| 2.6 | Informatie over de omstandigheden die een aanzienlijke invloed zouden kunnen hebben op de ontwikkeling van de groep 63 |
||
| 2.7 | Informatie over onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten 63 | ||
| 2.8 | Gebruik van financiële instrumenten door de groep in het kader van het risicobeheer van de groep 63 |
||
| 2.9 | Informatie verstrekt in overeenstemming met art 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 64 |
||
| 2.10 | Verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van ten minste één lid van het auditcomité (artikel 119, 6° van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 67 |
||
| 3. | VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP 4ENERGY INVEST MET MAATSCHAPPELIJKE ZETEL TE 3945 HAM OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENINGEN OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2014 (RPR HASSELT – BW BE 0876.488.436) 69 |
||
| 4. | VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER DE STATUTAIRE JAARREKENINGEN VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2014 IN |
| OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 96 VAN HET BELGISCHE WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN 72 |
|||
|---|---|---|---|
| 4.1 | Ingekorte statutaire jaarrekeningen voor de boekjaren afgesloten op 31 december 2014 en 31 december 2013 73 |
||
| 4.2 | Statutair kapitaal 4Energy Invest NV 74 | ||
| 4.3 | Samenvatting van belangrijke statutaire grondslagen voor financiële verslaggeving | ||
| van 4Energy Invest NV 75 | |||
| 4.3.1 | Basisprincipes 75 | ||
| 4.3.2 | Bijzondere regels voor financiële verslaggeving 75 | ||
| 4.3.2.1 | Oprichtingskosten 75 | ||
| 4.3.2.2 | Immateriële activa 75 | ||
| 4.3.2.3 | Materiële vaste activa 75 | ||
| 4.3.2.4 | Vaste financiële activa en langlopende vorderingen 76 | ||
| 4.3.2.5 | Vorderingen op ten hoogste één jaar 76 | ||
| 4.3.2.6 | Beleggingen in contanten 77 | ||
| 4.3.2.7 | Geldmiddelen en kasequivalenten 77 | ||
| 4.3.2.8 | Voorzieningen voor risico's en kosten 77 | ||
| 4.3.2.9 | Schulden op meer dan een jaar en op ten hoogste een jaar 77 | ||
| 4.3.2.10 | Overlopende posten van activa en verplichtingen 77 | ||
| 4.4 | Feiten over de vennootschap en haar activiteiten 78 | ||
| 4.4.1 | Warmtekrachtkoppeling 78 | ||
| 4.4.2 | Pellet productie 78 | ||
| 4.5 | Commentaar bij de statutaire jaarrekeningen 79 | ||
| 4.5.1 | Statutaire balans 79 | ||
| 4.5.2 | Statutaire verlies- en winstrekening 80 | ||
| 4.6 | Beheer van risico's en onzekerheden 81 | ||
| 4.7 | Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden 82 |
||
| 4.8 | Informatie over onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten 82 | ||
| 4.9 | Informatie over bijkantoren 82 | ||
| 4.10 | Omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanzienlijk kunnen beïnvloeden. 82 |
||
| 4.11 | Gebruik van financiële instrumenten door de Vennootschap in het kader van het risicobeheer van de Vennootschap 83 |
||
| 4.12 | Verantwoording van waarderingsregels (artikel 96, 6° van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 83 |
| 4.13 Informatie verstrekt in overeenstemming met artikel 523 en 524 van het Belgische Wetboek van vennootschappen 84 |
|---|
| 4.14 Informatie verstrekt in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 94 |
| 4.15 Verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van ten minste één lid van het auditcomité (artikel 96, 9° van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 94 |
| 4.16 Verklaring inzake Corporate Governance (art. 96, paragraaf 2 van het Belgische Wetboek van vennootschappen) 95 |
| 4.16.1 Referentiecode 95 |
| 4.16.2 Raad van bestuur 95 |
| 4.16.3 Comités binnen de raad van bestuur 99 |
| 4.16.3.1 Auditcomité 99 |
| 4.16.3.2 Benoemings- en Remuneratiecomité 101 |
| 4.16.3.3 Adviescomité 104 |
| 4.16.3.4 Evaluatieproces 104 |
| 4.16.4 Remuneratieverslag 105 |
| 4.16.4.1 Procedure voor (i) de opstelling van een remuneratiebeleid voor niet uitvoerend bestuurders en uitvoerend bestuurders en (ii) het instellen van het remuneratieniveau voor niet-uitvoerend bestuurders en uitvoerend |
| bestuurders 105 |
| 4.16.4.2 Remuneratie en voordelen toegekend aan bestuurders 107 |
| 4.16.4.3 Bonussen toegekend in aandelen, opties of anderszins 108 |
| 4.16.4.4 Vertrekvergoeding 108 |
| 4.16.5 Systemen voor interne controle en risicobeheer in verband met het financiële verslaggevingsproces 108 |
| 4.17 Kwijting 109 |
| 5. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING van AANDEELHOUDERS VAN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP 4ENERGY INVEST, MET MAATSCHAPPELIJKE ZETEL TE 3945 HAM, De Snep 3324 OVER DE STATUTAIRE JAARREKENING OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2014 (RPR HASSELT – VAT BE 0876.488.436) 110 |
De ondergetekenden CI2I BVBA, met vast vertegenwoordiger Filip Lesaffer, Uitvoerend Voorzitter, en Dima Finance Comm. V. met vast vertegenwoordiger Dirk Slegers, Chief Financial Officer, verklaren dat, naar hun best weten:
1 Alle bedragen in deze sectie betreffen geconsolideerde cijfers volgens IFRS.
1.2.1 Geauditeerde geconsolideerde winst- en verliesrekening voor de jaren afgesloten op 31 december 2014, 31 december 2013 en 31 december 2012
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening | Notes | 31-12-14 | 31-12-13 | 31-12-12 |
|---|---|---|---|---|
| Omzet | 1.2.7.1 | 17.753 | 18.703 | 18.836 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 1.2.7.2 | 426 | 128 | 750 |
| Inkomsten | 18.180 | 18.832 | 19.586 | |
| Kosten van de omzet | 1.2.7.3 | -11.799 | -11.985 | -11.316 |
| Personeelskosten | 1.2.7.28 | -2.685 | -2.421 | -2.279 |
| Overige bedrijfskosten | 1.2.7.4 | -2.948 | -1.775 | -1.734 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (EBITDA) Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (EBITDA) (excl. Impact IFRS 2) |
747 1.528 |
2.651 | 4.257 | |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen | 1.2.7.9-16 | -1.526 | -2.889 | -6.450 |
| Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa | 1.2.7.6 | -490 | -36.794 | -24.184 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | -1.269 | -37.032 | -26.377 | |
| Financiële inkomsten | 1.2.7.7 | 42.814 | 1.004 | 8 |
| Financiële kosten | 1.2.7.7 | -1.195 | -3.565 | -4.326 |
| Netto financieel Resultaat | 41.620 | -2.560 | -4.318 | |
| Resultaat voor belasting | 40.350 | -39.592 | -30.695 | |
| Inkomstenbelasting | 1.2.7.8 | -4 | -3 | -6.697 |
| Resultaat van de periode (*) | 40.346 (*) | -39.595 -40585,024 |
-37.392 | |
| Resultaat van de periode (excl. Impact IAS 39) (1) Resultaat van de periode (excl. Impact IAS 39 & IFRS2) (2) |
38.571 39.351 |
-40.585 -40.585 -40585,024 |
-36.719 -36.705 |
|
| Toerekenbaar aan: | ||||
| Aandeelhouders van 4Energy Invest | 40.346 | -39.595 | -37.392 | |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen | 5.397.882 | 12.520.090 | 12.520.090 | |
| Aantal uitgegeven warrants (niet 'in the money') pereinde 2014 | 0 | 215.012 | 660.011 | |
| Resultaat/aandeel | 7,47 | -3,16 | -2,99 | |
| Verwaterde resultaat/aandeel | 7,47 | -3,16 | -2,99 |
(1) Resultaat van de periode (exclusief impact IAS 39): dit is het resultaat gecorrigeerd voor de impact van de evolutie van de marktwaarde van de interestindekkingscontracten (IRS). De schuldvorderingen t.a.v. 4HamCogen NV en t.a.v. Renogen SA die door de kredietverstrekkers (KBC/ING/LRM) werden overgedragen aan de investeerders (Gimarco/LRM) (cf infra) bevatten tevens de marktwaarde per 28/02/2014 van de met de kredietverstrekkers afgesloten IRS-contracten voor een bedrag van respectievelijk EUR 1.447.641 en EUR 348.281. In de uiteindelijke uitwerking werden de IRS-contracten geannuleerd door de kredietverstrekkers zonder kost voor 4HamCogen en Renogen en dienden deze bijgevolg niet meer te worden overgenomen door de investeerders. Bijgevolg diende de boekwaarde van deze IRS-contracten per 31/12/13 te worden tegen geboekt. Momenteel blijft er nog 1 IRS-contract over dat in 2007 afgesloten werd met Belfius. De tegenboeking van de IRS contracten met KBC en ING alsook de evolutie van de marktwaarde van het overblijvende interestindekkingscontract met Belfius resulteerde in een financiële inkomst van 1.775 k EUR. Meer informatie hierover staat in secties 1.2.7.25.
(2) Resultaat van de periode (exclusief impact ISA39/IFRS2): dit is het resultaat gecorrigeerd voor de impact van de evolutie van de marktwaarde van de interestindekkingscontracten (cf supra) en de impact van een shared based incentive waartoe de Raad van Bestuur besliste ten einde de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. In lijn met IFRS2 werd er hiervoor een provisie aangelegd van 780 K EUR. Meer informatie hierover staat in sectie 1.2.6.17 en 1.2.7.29.
| 31-12-14 | 31-12-13 | 31-12-12 | |
|---|---|---|---|
| Resultaat van de periode | 40.346 | -39.595 | -37.392 |
| Andere volledige inkomsten: | |||
| Inkomsten met betrekking tot uitgegeven warrants | 0 | 0 | 14 |
| Inkomstenbelasting me betrekking tot onderdelen van andere volledige inkomsten |
0 | 0 | 0 |
| Andere volledige inkomsten over het jaar, netto na belasting |
0 | 0 | 14 |
| Totaal volledige inkomsten over het jaar | 40.346 | -39.595 | -37.377 |
| Activa | Notes | 31-12-14 | 31-12-13 | 31-12-12 |
|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 10.152,684 | 11.001,757 | 50.362 | |
| Immateriële vaste activa | 1.2.7.9 | 0,000 | 0,000 | 0 |
| Terreinen en gebouwen | 1.2.7.10 | 459,103 | 502,068 | 3.456 |
| Installaties, machines en uitrusting | 1.2.7.11 | 9.087,540 | 9.052,351 | 42.025 |
| Meubilair en rollend materiaal | 1.2.7.12 | 18,012 | 6,999 | 18 |
| Leasing en vergelijkbare rechten | 1.2.7.13 | 447,090 | 1.299,400 | 4.860 |
| Overige materiële activa | 1.2.7.14 | 0,000 | 0,000 | 0 |
| Activa in opbouw | 1.2.7.15 | 0,000 | 0,000 | 0 |
| Goodwill | 1.2.7.16 | 0,000 | 0,000 | 0 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 1.2.7.17 | 0,000 | 0,000 | 0 |
| Overige vorderingen op lange termijn | 1.2.7.18 | 140,939 | 140,939 | 4 |
| Vlottende activa | 6.120,032 | 4.672,996 | 6.160 | |
| Voorraden | 1.2.7.19 | 902,746 | 1.109,609 | 934 |
| Handelsvorderingen | 1.2.7.20 | 4.341,054 | 2.457,157 | 3.417 |
| Overige vorderingen | 1.2.7.20 | 68,421 | 69,449 | 163 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 1.2.7.21 | 807,811 | 1.036,781 | 1.646 |
| Totaal | 16.272,716 | 15.674,753 | 56.522 | |
| Passiva | 42.004,000 | 41.639,000 | 31-12-12 | |
| Eigen vermogen | 1.2.7.22 | 10.707,952 | -54.463,903 | -14.869 |
| Totaal eigen vermogen | 10.707,952 | -54.463,903 | -14.869 | |
| Langlopende verplichtingen | 1.570,144 | 600,095 | 28.504 | |
| Rentedragende leningen | 1.2.7.23 | 327,781 | 401,734 | 28.265 |
| Overige schulden | 1.2.7.24 | 780,453 | ||
| Ontvangen vooruitbetalingen | 50,000 | 0,000 | 0 | |
| Voorzieningen | 1.2.7.27 | 411,910 | 198,360 | 239 |
| Kortlopende verplichtingen | 3.994,620 | 69.538,551 | 42.887 | |
| Rentedragende leningen | 1.2.7.23 | 180,960 | 64.696,117 | 36.318 |
| Handelsschulden | 1.2.7.25 | 2.795,380 | 2.313,493 | 2.961 |
| Overige schulden | 1.2.7.25 | 1.018,280 | 2.528,941 | 3.609 |
| Totaal | 16.272,716 | 15.674,743 | 56.522 |
| 31-12-14 | 31-12-13 | 31-12-12 | |
|---|---|---|---|
| vs | vs | vs | |
| 31-12-13 | 31-12-12 | 31-12-11 | |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | |||
| Netto winst (verlies) na belastingen | 40.346 | -39.595 | -37.392 |
| Aanpassingen voor niet kas en niet operationele kosten: | |||
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 | 6.697 |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen | 1.526 | 2.889 | 6.211 |
| Bijzondere waardevermindering op materiële vaste activa | 490 | 36.794 | 24.184 |
| Aandelenopties Niet-gerealiseerd verlies/(winst) op financiële instrumenten |
-1.776 | -990 | 14 673 |
| Financieel resultaat | -39.844 | 3.550 | 3.645 |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten voor wijzigingen in werkkapitaal en voorzieningen |
743 | 2.648 | 4.032 |
| Afname/(toename) in overige vorderingen op lange termijn | 0 | -137 | 250 |
| Afname/(toename) in voorraden | -3 | -176 | 63 |
| Afname/(toename) in handelsvorderingen | -1.886 | 960 | -23 |
| Afname/(toename) in overige vorderingen | 1 | 94 | 328 |
| Toename/(afname) in overige schulden op lange termijn | 830 | ||
| Toename/(afname) in handelsschulden | 482 | -647 | -602 |
| Toename/(afname) in overige schulden | 265 | -90 | -245 |
| Netto kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 433 | 2.652 | 3.804 |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | |||
| Netto investering in materiële vaste activa | -742 | -225 | -3.754 |
| Netto investering in financiële vaste activa | 0 | 0 | 0 |
| Netto kasstromen uit investeringsactiviteiten | -742 | -225 | -3.754 |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | |||
| Opbrengst uit de uitgifte van kapitaal | 0 | 0 | 0 |
| Kosten mbt uitgifte van kapitaal | 0 | 0 | 0 |
| Kredietherschikking (van extern ontleningen naar intercompany) | 558 | ||
| Opbrengsten uit - terugbetalingen van leningen | 280 | 515 | 4.532 |
| Financiële opbrengsten | 2 | 14 | 8 |
| Financiële kosten | -759 | -3.565 | -3.653 |
| Netto kasstromen uit financiele activiteiten | 80 | -3.035 | 887 |
| Netto toename/(afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | -229 | -609 | 936 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten, netto, op 1 januari | 1.037 | 1.646 | 710 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten, netto, op 31 december | 808 | 1.037 | 1.646 |
| Mutatie | -229 | -609 | 936 |
| 31-12-14 | 31-12-13 | 31-12-12 | |
|---|---|---|---|
| vs | vs | vs | |
| 31-12-13 | 31-12-12 | 31-12-11 | |
| Maatschappelijk Kapitaal/Uitgiftepremies | |||
| Aan het begin van de periode | 24.491 | 24.491 | 24.491 |
| Verhoging aandelenkapitaal | 7.093 | 0 | 0 |
| Verlaging aandelenkapitaal | 0 | 0 | 0 |
| Kosten toewijsbaar aan het kapitaal | 0 | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 | 0 |
| Aan het einde van de periode | 31.584 | 24.491 | 24.491 |
| Overgedragen resultaat | |||
| Aan het begin van de periode | -78.955 | -39.360 | -1.982 |
| Winst (verlies) van het jaar | 40.346 | -39.595 | -37.392 |
| Eigen vermogen ten gevolge van fair value conform IFRIC 19 | 17.733 | 14 | |
| Aan het einde van de periode | -20.876 | -78.955 | -39.360 |
| Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders | 10.708 | -54.464 | -14.869 |
| Minderheidsbelangen | |||
| Aan het begin van de periode | 0 | 0 | 0 |
| Verhoging van de minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 |
| Winst (verlies) van het jaar | 0 | 0 | 0 |
| Uitkoop minderheidsaandeelhouders | 0 | 0 | 0 |
| Aan het einde van de periode | 0 | 0 | 0 |
| Totaal eigen vermogen | 10.708 | -54.464 | -14.869 |
4Energy Invest NV is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht (de Vennootschap), voor onbepaalde duur opgericht op 28 september 2005, met maatschappelijke zetel op het adres De Snep 3324, 3945 Ham, en geregistreerd in het rechtspersonenregister onder het ondernemingsnummer 0876.488.436 (Hasselt). De Vennootschap en haar dochterondernemingen ('de Groep' of '4Energy Invest') vormen een in België gevestigde groep die is opgericht om een portefeuille samen te stellen en te beheren van kleine tot middelgrote lokaal georganiseerde projecten die biomassa hetzij direct, hetzij indirect, omzetten in elektriciteit en/of process warmte.
Sinds 17 juni 2008 worden de aandelen van 4Energy Invest genoteerd op Euronext Brussel. Op 24 april 2014 heeft de buitengewone algemene vergadering van de Vennootschap de Kapitaalverhoging goedgekeurd ten gevolge waarvan er 177.325.000 nieuwe aandelen werden gecreëerd (cf infra 1.2.7.22). De Kapitaalverhoging heeft het totale maatschappelijke kapitaal gebracht op EUR 20.948.484, vertegenwoordigd door 189.845.090 aandelen, zijnde een fractiewaarde van EUR 0,11/aandeel.
Op de buitengewone algemene vergadering van de Vennootschap dd. 22 mei 2014 werd de Omgekeerde Aandelensplitsing goedgekeurd. De effectieve uitvoering van deze omgekeerde aandelensplitsing vond plaats op 6 juni 2014 (cf infra 1.2.7.22). Deze heeft het aantal aandelen van de Vennootschap op 7.593.794 gebracht, wat de fractiewaarde van de aandelen van de Vennootschap op EUR 2,76/aandeel gebracht heeft, zijnde het maatschappelijk kapitaal van EUR 20.948.484 gedeeld door 7.593.794 aandelen.
4Energy Invest en haar dochtervennootschappen baten momenteel de volgende installaties uit:
De huidige groepsstructuur van 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen is daarmee de volgende:
De geconsolideerde financiële jaarrekeningen werden op 20 maart 2015 goedgekeurd door de raad van bestuur van 4Energy Invest.
De geconsolideerde financiële jaarrekeningen van de Groep zijn opgesteld in overeenstemming met de vereisten van de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de EU, zoals uitgegeven door de International Accounting Standards Board (IASB) en de interpretaties uitgegeven door het International Financial Interpretations Committee van de IASB.
De geconsolideerde financiële jaarrekeningen zijn opgesteld op basis van de historischekostprijsmethode, met uitzondering van de financiële derivaten, die tegen reële waarde zijn geboekt. Alle cijfers zijn in duizend euro tenzij anders vermeld. Mogelijk zijn er geringe afrondingsverschillen.
De Groep heeft de gewijzigde versies van de IFRS gehanteerd die van kracht zijn voor verslagperioden die beginnen op 1 januari 2012. Er werden geen significante wijzigingen doorgevoerd aan de IFRS in 2014 die de presentatie en toelichtingen bij de financiële verslaggeving van 2014 zouden beïnvloeden.
De presentatievaluta van de Groep is de euro. De Groep had beperkte activiteiten in het buitenland door haar ontwikkelingsactiviteiten in Brazilië en het Verenigd Koninkrijk, maar deze werden stopgezet. De blootstelling aan vreemde valuta was in 2014 nihil.
Er werden bovendien geen transacties in andere valuta dan de euro opgetekend in 2014.
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover de Vennootschap de controle uitoefent, wat doorgaans betekent dat de Vennootschap, direct of indirect, meer dan 50 % van de stemrechten houdt die gekoppeld zijn aan het aandelenkapitaal van de entiteit, en in staat is om een invloed van betekenis uit te oefenen op haar financieel en operationeel beleid teneinde voordelen uit haar activiteiten te verkrijgen.
4Energy Invest en Renogen hebben tussen september 2005 en november 2005 onder gezamenlijke controle van de oprichters gewerkt.
Bijgevolg is IFRS 3 "Bedrijfscombinaties" niet toegepast op de inbreng in natura van de aandelen van Renogen in het aandelenkapitaal van 4Energy Invest, wat inhoudt dat de inbreng in natura geen invloed heeft gehad op het geconsolideerde eigen vermogen van de Groep.
Voor de administratieve verwerking van bedrijfscombinaties zal IFRS 3 worden toegepast. De identificeerbare activa en verplichtingen van de overnemende partij die voldoen aan de voorwaarden voor opname volgens IFRS 3 worden opgenomen tegen hun reële waarde op de datum van de overname, behalve voor vaste activa (of groepen af te stoten activa) die zijn ingedeeld als gehouden voor verkoop in overeenstemming met IFRS 5 "Vaste activa gehouden voor verkoop en beëindiging van bedrijfsactiviteiten", die gewaardeerd worden tegen reële waarde min de kosten voor verkoop. De jaarrekeningen van dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening vanaf de datum waarop de Groep de controle verwerft tot de datum waarop de Groep niet langer de controle heeft.
Saldi binnen de Groep en winsten en verliezen of inkomsten en kosten die voortvloeien uit transacties binnen de Groep worden bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd.
Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde wijze geëlimineerd als niet-gerealiseerde winst, maar alleen voor zover er geen aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering.
Eigen vermogen en nettoresultaat toerekenbaar aan minderheidsaandeelhouders worden afzonderlijk weergegeven in respectievelijk de balans en de winst-en-verliesrekening.
| 4Energy Invest NV | De Snep 3324 3945 Ham |
RPR Hasselt | BE 0876.488.436 |
|---|---|---|---|
| Renogen SA | Holzstrasse 5 4770 Amblève |
RPR Eupen | BE 0475.384.528 |
| Amel Bio SA | Holzstrasse 5 4770 Amblève |
RPR Eupen | BE 0881.829.176 |
| 4HamCogen NV | De Snep 3324 3945 Ham |
RPR Hasselt | BE 0820.139.057 |
De volgende bedrijven zijn opgenomen in de consolidatie:
De opstelling van een geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming met de IFRS vereist dat het management oordelen, schattingen en veronderstellingen doet die een invloed hebben op de toepassing van beleidslijnen en de gerapporteerde bedragen van activa en verplichtingen, en inkomsten en kosten. De schattingen en de daarmee verband houdende veronderstellingen worden gebaseerd op ervaringen uit het verleden en op verschillende andere factoren die in de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. Hun resultaten vormen de basis voor oordelen over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet duidelijk blijken uit andere bronnen. De werkelijke resultaten kunnen van deze schattingen afwijken.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden continu opnieuw beoordeeld. Herzieningen van boekhoudkundige schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien als de herziening alleen die periode beïnvloedt, of in de periode van de revisie en toekomstige perioden als de revisie een invloed heeft op zowel de huidige als de toekomstige perioden.
Immateriële activa worden aanvankelijk gewaardeerd tegen kostprijs. Immateriële activa worden opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen die aan het actief kunnen worden toegerekend, naar de entiteit zullen stromen en de kostprijs van het actief op betrouwbare wijze kan worden bepaald in overeenstemming met IAS 38. Na de eerste opname worden immateriële activa gewaardeerd tegen kostprijs of reële waarde min cumulatieve afschrijvingen en enige gecumuleerde bijzondere-waardeverminderingsverliezen. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over de beste schatting van hun gebruiksduur.
Een materieel vast actief wordt opgenomen als een actief als het waarschijnlijk is dat toekomstige economische voordelen in verband met de post naar de Groep zullen stromen en de kosten ervan op betrouwbare wijze kunnen worden gemeten.
Dit opnameprincipe wordt toegepast op de kosten die aanvankelijk zijn gemaakt om een materieel vast actief te verwerven, maar ook op kosten die vervolgens worden gemaakt om het aan te vullen, een deel ervan te vervangen of het te onderhouden.
De kosten van zelf gebouwde activa omvatten alle kosten die direct toerekenbaar zijn aan het brengen van het actief naar de locatie en in de toestand zodat het kan werken op de wijze zoals door het management is bedoeld. Voorbeelden van direct toerekenbare kosten zijn:
Kosten worden niet langer opgenomen in de boekwaarde van een materieel vast actief wanneer het actief zich op de locatie en in de toestand bevindt die vereist zijn opdat het actief kan werken op een manier zoals door het management is bedoeld. In principe worden gemaakte kosten niet langer opgenomen na de ondertekening van het 'Overnamecertificaat' met de belangrijkste onderaannemers.
De bouwkosten omvatten mogelijk bepaalde immateriële vaste activa. Aangezien het immateriële onderdeel in de totale investeringsuitgaven in vorige jaren echter veeleer onbeduidend is geweest, zijn zowel materiële als immateriële activa opgenomen onder 'materiële vaste activa'. Vanaf 2008 worden immateriële activa afzonderlijk gepresenteerd in de balans.
Onderdelen worden gewoonlijk geboekt in de voorraden, en in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer ze worden verbruikt.
Financieringskosten worden als kosten opgenomen wanneer ze worden gemaakt, behalve in de mate waarin ze gekapitaliseerd worden. Gemaakte financieringskosten voor de bouw van een in aanmerking komend actief worden gekapitaliseerd gedurende de periode die vereist is om het actief te voltooien en voor te bereiden op zijn beoogde gebruik of verkoop.
Een materieel vast actief wordt geboekt tegen historische kostprijs verminderd met afschrijvingen.
Een materieel vast actief wordt in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening lineair afgeschreven over zijn geschatte gebruiksduur. Terreinen worden niet afgeschreven. De gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden jaarlijks opnieuw beoordeeld.
De geschatte gebruiksduur is als volgt:
| Aard van het actief | 2014 | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|
| Gebouwen | 14 jaar | 14 jaar | 14 jaar |
| Installaties, machines en uitrusting | 3-15 jaar | 5-15 jaar | 5-15 jaar |
| Kantooruitrusting & meubilair | 3-5 jaar | 3-5 jaar | 3-5 jaar |
| Voertuigen | 5 jaar | 5 jaar | 5 jaar |
De geschatte technische gebruiksduur van de Amel I-installatie was vastgesteld op 14 jaar. De geschatte technische gebruiksduur van de Amel II-installatie was vastgesteld op 15 jaar. De geschatte technische gebruiksduur van de HamCogeneration-installatie is vastgesteld op 15 jaar.
Tijdens het boekjaar 2014 werden er onder de rubriek installaties, machines en uitrusting 2 bijkomende categoriën met een verschillende afschrijvingsduur gecreëerd met name voor een afschrijvingsduur van respectievelijk 3 en 4 jaar en dit in overeenstemming met de verwachte levensduur van deze installaties en machines. Voor de overige nieuwe installaties en machines met een langere levensduur besliste de Raad van Bestuur om de afschrijvingsduur vast te leggen op 7 jaar voor Renogen, wat overeenkomt met de gekende periode van toekenning van groenestroomcertificaten aan Renogen
Leases volgens welke de Groep vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom op zich neemt, worden ingedeeld als financiële leases. Materiële vaste activa die via een financiële lease worden verworven, worden geboekt tegen een bedrag dat gelijk is aan het laagste bedrag van ofwel hun reële waarde, ofwel de contante waarde van de minimale leasebetalingen bij het begin van de lease, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzonderewaardeverminderingsverliezen. Het afschrijvingsbeleid voor geleasde activa stemt overeen met het beleid voor activa in eigendom die kunnen worden afgeschreven.
Leaseovereenkomsten waarin een aanzienlijk deel van de risico's en voordelen van eigendom effectief door de lessor behouden blijft, worden ingedeeld als operationele leases.
Alle betalingen of ontvangsten in het kader van operationele leases worden lineair opgenomen als bedrijfskosten of bedrijfsinkomsten in het overzicht van de globale inkomsten (Schema van verplichtingen onder operationele leaseovereenkomsten).
Overheidssubsidies worden pas opgenomen wanneer met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de Groep de hieraan gekoppelde voorwaarden zal vervullen en dat de subsidie zal worden ontvangen.
Subsidies in verband met activa zullen worden gepresenteerd in het overzicht van de financiële positie door het bedrag van de subsidie af te trekken om tot de boekwaarde van het actief te komen. In de loop van 2009 kreeg de Groep 1.263.000 EUR aan subsidies toegekend in verband met het investeringsuitgavenprogramma van Amel III. Dit bedrag werd in mindering gebracht van de aanschaffingswaarde van het actief. De helft van dit bedrag werd reeds ontvangen. De andere helft zou ontvangen worden in 2012 of 2013. Op dit moment staat het niet langer vast dat de tweede schijf ontvangen zal worden, omwille van tijdsbeperkingen. Daarom werd deze vordering voorlopig weggeboekt ter waarde van 632 k EUR.
Groenestroomcertificaten komen in Wallonië en in Vlaanderen in aanmerking als subsidies die verband houden met inkomen in overeenstemming met IAS 20, aangezien ze worden toegekend door de CWaPE (Waalse overheidsinstelling) en de VREG (Vlaamse overheidsinstelling) als steun voor de productie van groene energie. De groenestroomcertificaten worden per kwartaal toegekend (in Wallonië)/per maand (in Vlaanderen) op basis van parameters die verband houden met de kwartaal/maandproductie. Ze worden gewaardeerd tegen reële waarde.
Rekening houdend met de voorgeschreven formule van de CWaPE en de VREG en de objectieve parameters afgeleid uit de exploitatiesystemen van de Groep, zijn er geen voorwaarden waaraan niet is voldaan of andere voorwaardelijke gebeurtenissen gekoppeld aan de groenestroomcertificaten. In 2014 bedroeg de marktwaarde van de groenestroomcertificaten ontvangen van de CWaPE en de VREG 13.197 k EUR versus 13.334 k EUR in 2013 en 13.732 k EUR in 2012. De daling in 2014 is deels toe te schrijven aan de lagere prijs ontvangen voor de groenestroomcertificaten en deels aan het lager aantal groenestroomcertifiaten in Renogen door de uitvoering van het geplande groot onderhoud op één van de installaties. Dit kon slechts ten dele opgevangen worden door een verhoogde productie bij 4HamCogen die aldaar leidde tot een grotere hoeveelheid groenestroomcertificaten. De daling in 2013 is volledig te verklaren door de lagere prijs ontvangen voor de groenestroomcertificaten in vergelijking met 2012.
Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van ofwel de kostprijs, ofwel de opbrengstwaarde. De kostprijs wordt bepaald op basis van de FIFO-methode (first-in, first-out) en omvat alle aankoopkosten en andere kosten die worden gemaakt om de voorraden naar hun huidige locatie en in hun huidige toestand te brengen.
Door de beëindiging van het exploitatie- en onderhoudscontract voor de warmtekrachtkoppelingsinstallaties van Amel I en Amel II, vinden alle onderhoudsactiviteiten intern plaats en worden onderdelen vanaf 2009 ingedeeld als voorraden (zie hoger).
De Raad van Bestuur besliste tijdens het boekjaar 2014 om de de voorraad wisselstukken te waarderen tegen aanschafwaarde en dit gedurende de eerste 3 jaar. Indien nog steeds in voorraad na deze 3 jaar dan wordt er een liniaire waardevermindering toegepast van 25% per jaar. De Raad van Bestuur besliste tevens om de voorraad wisselstukken voor de Amel IIIinstallatie volledig af te waarderen. Dit alles resulteerde in een geboekte waardevermindering van EUR 209.781.
Andere items die in voorraad zijn, zijn biomassa en houtpellets klaar voor verkoop.
Handelsvorderingen dragen geen rente en worden geboekt tegen hun nominale waarde, verminderd met gepaste waardeverminderingen voor geschatte oninbare bedragen.
Geldmiddelen omvatten het kassaldo en geld op de bank. Kasequivalenten zijn kortlopende uiterst liquide beleggingen die op eenvoudige wijze kunnen worden omgezet in gekende contante bedragen, met een looptijd van drie maanden of minder en die onderworpen zijn aan een onbelangrijk risico van waardeschommeling.
Bankschulden die terugbetaalbaar zijn op verzoek en die integraal deel uitmaken van het kasbeheer van de Groep, worden opgenomen als een onderdeel van de geldmiddelen en kasequivalenten ten behoeve van het geconsolideerde kasstroomoverzicht.
In overeenstemming met IAS 32 worden bijkomende kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de uitgifte van nieuwe aandelen of opties in het eigen vermogen weergegeven als een verlaging, na aftrek van belastingen, van de opbrengst.
Minderheidsbelangen vertegenwoordigen de aandelen van minderheidsaandeelhouders in het eigen vermogen van dochterondernemingen die niet voor 100 % in handen zijn van de Groep. Er zijn momenteel geen minderheidsbelangen.
Een voorziening wordt opgenomen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie wanneer de Groep een bestaande, in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van gebeurtenissen in het verleden, en het waarschijnlijk is dat er een uitstroom van economische voordelen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen. Als het effect wezenlijk is, worden voorzieningen vastgesteld door de verwachte toekomstige kasstromen te disconteren tegen een disconteringsvoet vóór belastingen die de huidige marktbeoordelingen van de tijdwaarde van geld weerspiegelt en, in voorkomend geval, de specifieke risico's van de verplichting.
Rentedragende leningen worden aanvankelijk opgenomen tegen reële waarde, verminderd met de toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden rentedragende leningen geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij enig verschil tussen de kostprijs en de aflossingswaarde wordt opgenomen in het geconsolideerde overzicht van de globale inkomsten over de periode van de leningen op basis van de effectieve-rentemethode.
Delen van langlopende leningen die binnen één jaar na de datum van het overzicht van de financiële positie moeten worden afgewikkeld, worden door de Groep ingedeeld als het kortlopend gedeelte.
Op de datum van de opstelling van de geconsolideerde jaarrekeningen wordt de nominale waarde van de leningen verhoogd met de onbetaalde rente.
Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen tegen hun nominale waarde.
Een derivaat is een financieel instrument of ander contract dat voldoet aan de volgende voorwaarden:
Afdekkingsderivaten worden gedefinieerd als derivaten die voldoen aan de risicobeheerstrategie van de Vennootschap, waarbij de afdekkingsrelatie formeel gedocumenteerd is en de afdekking bij het nemen van de positie en gedurende de hele periode effectief is, wijzigingen in de reële waarde of kasstromen van de afgedekte positie en de afdekkingsinstrumenten vrijwel volledig worden verrekend en de resultaten binnen een bereik liggen van 80 % tot 125 %.
Financiële derivaten die niet zijn aangemerkt als afdekkingsinstrumenten worden ingedeeld als "gehouden voor verkoop" en worden geboekt tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de nettowinst of het nettoverlies van de periode waarin ze ontstaan.
De reële waarde wordt afgeleid van genoteerde marktprijzen of modellen op basis van verdisconteerde kasstromen, al naargelang het geval. Alle derivaten die niet voor afdekkingsdoeleinden worden gebruikt, worden geboekt als vlottende activa wanneer hun reële waarde positief is, en als kortlopende verplichtingen wanneer hun reële waarde negatief is.
De boekwaarde van de activa van de Groep wordt op elke balansdatum opnieuw beoordeeld om te controleren of er aanwijzingen zijn van een bijzondere waardevermindering. Als er dergelijke aanwijzingen bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat.
Er wordt een bijzonder-waardeverminderingsverlies opgenomen wanneer de boekwaarde van een actief of zijn kasstroomgenererende eenheid zijn realiseerbare waarde overstijgt. Bijzonderewaardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verlies rekening.
De kasstroomgenererende eenheid van een actief is de kleinste groep van activa waartoe het actief behoort en die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa. Voor de identificatie van de kasstroomgenererende eenheid van een actief is oordeelsvorming vereist.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen die worden opgenomen voor kasstroomgenererende eenheden leiden tot een evenredige verlaging van de boekwaarde van de activa in de eenheid (groep van eenheden).
Bijzondere waardeverminderingsverliezen van vorderingen worden vastgesteld op basis van een analyse van de kredietstatus van klanten en de periode waarvoor de vordering achterstallig is.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggeboekt in de geconsolideerde winst-enverliesrekening als er een wijziging heeft plaatsgevonden in de schattingen die worden gebruikt om de realiseerbare waarde te bepalen, voor zover het een bijzonderewaardeverminderingsverlies terugboekt van hetzelfde actief dat voorheen als kosten was opgenomen.
Inkomsten worden opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen van een transactie naar de entiteit zullen stromen en het bedrag van de inkomsten op betrouwbare wijze kan worden gewaardeerd. Omzet wordt opgenomen na aftrek van omzetbelasting en kortingen. Inkomsten uit de verkoop van goederen worden opgenomen op het moment van de levering nadat de overdracht van risico's en voordelen is voltooid.
Na de verkoop worden de inkomsten uit de verkoop van groenestroomcertificaten, in overeenstemming met IAS 18, gepresenteerd als 'Verkoop van groenestroomcertificaten'.
Voor de periode waarvoor de CwaPE of de VREG nog geen groenestroomcertificaten heeft toegekend, wordt de hoeveelheid nog te verwerven groenestroomcertificaten geschat op basis van de reële geproduceerde hoeveelheid elektriciteit en warmte en wordt deze niet verkochte groenestroomcertificaten geboekt als een nog te factureren opbrengst tegen de contractueel vastgelegde verkoopprijs.
In bepaalde omstandigheden is het noodzakelijk om de opnamecriteria toe te passen op de afzonderlijk identificeerbare onderdelen van een enkele transactie, om de wezenlijke inhoud van de transactie te weerspiegelen. Als dit van toepassing is, zal de Groep de relatieve reëlewaardemethode toepassen waarbij de opbrengsten aan de twee componenten worden toegekend op basis van de verhouding van de reële waarde van elke afzonderlijke component tot de totale reële waarde van de transactie.
In het kader van het Belgische Nationaal Toewijzingsplan voor de toewijzing van emissierechten 2008-2012 in overeenstemming met Richtlijn 2003/87/EG van het Europese Parlement en de Raad (EU-Regeling voor de handel in emissierechten), worden jaarlijks gratis emissierechten toegekend aan de installaties voor warmtekrachtkoppeling Amel I en Amel II.
Aangezien er geen specifieke IFRS-normen gelden voor de boekhoudkundige verwerking van emissierechten heeft de Vennootschap besloten het volgende principe toe te passen:
Elektriciteit wordt maandelijks gefactureerd op basis van de resultaten van het metersysteem dat geïnstalleerd is op de aansluitingspunten met het elektriciteitsnetwerk. De meterresultaten worden onafhankelijk opgenomen door de beheerder van het distributienetwerk.
Warmte die door de industriële klanten in Amel wordt verbruikt, wordt maandelijks gefactureerd op basis van een geïnstalleerd objectief metersysteem. Onder de huidige contractuele regelingen wordt warmte slechts in geringe mate gevaloriseerd. Maar gezien de specifieke vermenigvuldigingsimpact van warmteverbruik op het aantal geproduceerde groenestroomcertificaten, komen de contractuele regelingen met de verbruikers van de warmte in Amel niet in aanmerking als verliesgevende contracten. Er wordt geacht een verliesgevend contract te bestaan wanneer de Groep een contract heeft volgens hetwelk de onvermijdelijke kosten voor het voldoen aan de verplichtingen in het kader van het contract, hoger liggen dan de verwachte te ontvangen economische voordelen in het kader van het contract.
Warmte die door de industriële klant in Ham wordt verbruikt, wordt maandelijks gefactureerd op basis van een geïnstalleerd objectief metersysteem.
Tijdens het boekjaar 2014 werden er geen houtpellets geproduceerd noch verkocht door Renogen. De installatie voor de productie van houtpellets zal maar heropgestart worden ingeval positieve kasstromen kunnen gerealiseerd worden.
De Groep heeft geen toegezegde-pensioenregelingen of toegezegde-bijdragenregelingen afgesloten.
De Groep heeft in het verleden aan bepaalde werknemers, dienstverleners, leden van het management en bestuurders van de Groep in aandelen afgewikkelde op aandelen gebaseerde betalingen toegekend onder de vorm van warranten. Deze warranten werden nooit uitgeoefend en doofden de voorbije jaren uit door de beëindiging van de arbeids- of dienstverleningscontracten. Van de resterende warranten werd afstand genomen door de overblijvende warranthouders bij het bereiken van het akkoord tussen kredietverstrekkers en investeerders (cf infra).
De Raad van Bestuur besliste in de loop van het boekjaar dat een share based incentive diende uitgewerkt te worden voor CI2I BVBA en JFMeys sprl om de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. Deze share based incentive werd integraal geboekt als kosten op het ogenblik van toekenning op basis van het 30-daags gemiddelde van de beurskoers van 4Energy Invest (bij gebrek aan een op dat ogenblik consistent 90-daags gemiddelde) en wordt 6-maandelijks aangepast op basis van het 90-daags gemiddelde koers van het aandeel van 4Energy Invest. De eerste aanpassing ervan gebeurde per einde 2014.
Financieringskosten omvatten rente verschuldigd op leningen berekend op basis van de effectieve-rentemethode, na aftrek van gekapitaliseerde rente, te ontvangen rente op belegde middelen, valutawinsten en -verliezen die worden opgenomen in het overzicht van de globale inkomsten.
De inkomstenbelasting op de winst of het verlies voor het jaar omvat belastingen over het lopende jaar en uitgestelde belastingen. Inkomstenbelastingen worden opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verlies rekening behalve voor zover ze betrekking hebben op posten die direct worden opgenomen in het eigen vermogen, in welk geval ze in het eigen vermogen worden opgenomen.
Over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen zijn de verwachte belastingen die verschuldigd zijn op de belastbare inkomsten voor het jaar, op basis van belastingtarieven die op de datum van het overzicht van de financiële positie wettelijk zijn vastgesteld of wezenlijk zijn vastgesteld, en enige aanpassing aan de verschuldigde belastingen met betrekking tot voorgaande jaren.
Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de balansmethode, die zich richt op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen voor financiële verslaggevingsdoeleinden en de bedragen die gebruikt worden voor belastingdoeleinden. Het opgenomen bedrag van de uitgestelde belasting wordt gebaseerd op de verwachte realisatie- of afwikkelingswijze van de boekwaarde van activa en verplichtingen, op basis van belastingtarieven die op de balansdatum wettelijk zijn vastgesteld of wezenlijk zijn vastgesteld.
Een uitgestelde belastingvordering wordt alleen opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waarmee het actief kan worden verrekend. Uitgestelde belastingvorderingen worden afgeschreven wanneer het niet langer waarschijnlijk is dat het overeenstemmende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden verrekend, als en alleen als de Vennootschap een in rechte afdwingbaar recht heeft om de actuele belastingvorderingen te verrekenen met de actuele belastingverplichtingen; en de uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen houden verband met inkomstenbelastingen die door dezelfde belastinginstantie worden geheven op ofwel dezelfde belastbare entiteit, of verschillende belastbare entiteiten die voornemens zijn om ofwel de actuele belastingverplichtingen en de actuele belastingvorderingen op een nettobasis af te wikkelen, of tegelijkertijd de vorderingen te realiseren en de verplichtingen af te wikkelen, in elke toekomstige periode waarin verwacht wordt dat er aanzienlijke bedragen van uitgestelde belastingverplichtingen of uitgestelde belastingvorderingen moeten worden afgewikkeld dan wel geïnd.
Er worden twee operationele segmenten onderscheiden: warmtekrachtkoppelingsprojecten en productie van houtpellets.
Warmtekrachtkoppeling is het proces waarbij tegelijkertijd warmte en elektriciteit worden geproduceerd, waarbij de warmte wordt afgenomen door industriële partners die intensieve energieverbruikers zijn in hun industriële activiteiten, en de elektriciteit wordt verkocht aan energieleveranciers, door de elektriciteit direct toe te voeren in het hoogspanningsnet. 4Energy Invest verkoopt daarbij de gecreëerde groenestroomcertificaten aan energieleveranciers.
Houtpellets kunnen gebruikt worden als hernieuwbare energie, zowel in industriële, commerciële en huishoudelijke toepassingen. De productie van gewone houtpellets is minder complex dan die van BioCoal (= getorrificeerde houtpellets), omdat er geen torrifactie is. Gewone houtpellets hebben echter een lagere energetische waarde dan getorrificeerde houtpellets.
De installatie van Amel III werd in de tweede helft van 2013 stilgelegd en zal slechts worden heropgestart ingeval positieve kasstromen kunnen gerealiseerd worden. Op basis van de voortschrijdende inzichten gedurende het boekjaar 2014, met name het feit dat er geen fundamentele verbeteringen zijn ten opzichte van de situatie in 2013 en dat er geen vooruitzichten zijn om de installatie terug op te starten op korte termijn, besliste de Raad van Bestuur om de segmentrapportering stop te zetten.
Tot de datum van goedkeuring zijn de cijfers in de geconsolideerde jaarrekeningen aangepast om rekening te houden met gebeurtenissen die een invloed hadden op de omstandigheden die bestonden op de datums van de financiële positie (gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie). Gebeurtenissen die een invloed hebben op dergelijke omstandigheden die ontstaan na de datums van de financiële positie worden bekend gemaakt als ze van wezenlijk belang zijn.
Alle projecten zijn nu operationeel. Er zijn dus geen onzekerheden meer die te maken hebben met de ontwikkeling van nieuwe projecten.
Andere onzekerheden, inherent aan de sector waarbinnen de groep actief is, blijven:
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Verkoop van groenestroomcertificaten (*) | 13.224 | 13.386 | 13.732 |
| Verkoop van CO²-certificaten | 135 | 28 | 106 |
| Verkoop van elektriciteit en warmte | 4.250 | 4.728 | 4.372 |
| Verkoop van houtpellets | 0 | 561 | 557 |
| Andere | 144 | 0 | 69 |
| Totaal | 17.753 | 18.703 | 18.836 |
(*) Verkoop van groenestroomcertificaten bevat ook certificaten met "garantie van oorsprong" voor 32 K EUR in 2012, 52 K EUR in 2013 en 27 K EUR in 2014
De omzet van € 17,75 miljoen tijdens het jaar 2014 ligt meer dan 5% lager dan de omzet tijdens het jaar 2013. Dit is vooral het gevolg van twee factoren met name (i) het wegvallen van de verkoop van houtpellets en (ii) de lagere elektriciteitsprijs (gemiddeld -11,8%) ten opzichte van 2013. Verder was er een beperkte daling van het aantal verkochte groenestroomcertificaten (- 0,8%) mede als gevolg van het uitgevoerde geplande groot onderhoud van één van de twee centrales in Amel.
Voor de verkoop van groenestroomcertificaten in Amel is een afnameovereenkomst voor 10 jaar afgesloten met SPE tegen vaste prijzen.
Voor de verkoop van groenestroomcertificaten in Ham was een afnameovereenkomst afgesloten met EON tegen prijzen gelieerd aan de VREG prijzen. Dit contract werd stopgezet eind 2013. Momenteel verkoopt de vennootschap de groenestroomcertificaten aan de distributienetbeheerder tegen de gegarandeerde prijs van 90 EUR/certificaat.
CO2-certificaten en certificaten van "Garantie van Oorsprong" worden op spotbasis verkocht.
Voor de verkoop van alle in Amel opgewekte elektriciteit is er een afnameovereenkomst voor 10 jaar afgesloten met SPE tegen prijzen die gekoppeld zijn aan de elektriciteitsprijzen op de spotmarkt.
De warmte die geproduceerd wordt door de warmtekrachtkoppelingsinstallaties in Amel, wordt momenteel gebruikt door derden. Hiervoor werden overeenkomsten op middellange termijn afgesloten met Belwood Amel en Delhez Bois.
Door de warmte, die vrijkomt als een bijproduct bij de generatie van elektriciteit, productief aan te wenden, wordt het recht op bijkomende groenestroomcertificaten gecreëerd.
Voor de verkoop van alle in Ham opgewekte elektriciteit werd er een contract afgesloten met AXPO dewelke inging van 1 januari 2014.
Op datum van 10 april 2014 werd er een commerciële overeenkomst afgesloten tussen 4HamCogen NV en Ecopower CVBA voor de levering van energie (warmte en elektriciteit). Ecopower gebruikt deze energie in zijn productieproces van houtpellets. De levering van energie tussen 4HamCogen en Ecopower werd opgestart in de maand augustus 2014.
Pellets worden verkocht aan marktprijs, in bulk of opgezakt. Er zijn geen langetermijncontracten.
Omwille van problemen bij de aankoop van de juiste biomassa tegen aanvaardbare prijzen, de marktprijs voor de geproduceerde houtkorrels en de beperkte capaciteit van de huidige installatie, werd de installatie stilgelegd in de 2de helft van het jaar 2013.
De productie zal enkel en alleen heropgestart worden indien er positieve kasstromen kunnen verwacht worden.
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Inkomsten uit vereffende schadevergoedingen voor: | |||
| - vertraging van aannemers | 178 | ||
| - vergoedingen ontvangen van | |||
| verzekeringsmaatschappijen | 281 | 5 | 187 |
| Kwijtschelding management bonus | 264 | ||
| Andere | 146 | 124 | 121 |
| Totaal | 426 | 128 | 750 |
De overige bedrijfsinkomsten van € 0,14 miljoen in 2014 bestaan voornamelijk uit vrijstellingen voor bedrijfsvoorheffing (€ 0,11 miljoen).
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Aankopen van biomassa | -6.421 | -7.571 | -7.421 |
| Voorbehandelingskosten biomassa (*) | -1.162 | -1.077 | |
| Onderhoud en herstellingen | -2.059 | -1.429 | -1.589 |
| Andere | -2.157 | -1.908 | -2.306 |
| Totaal | -11.799 | -11.985 | -11.316 |
(*) Omwille van de omvang van de voorbehandelingskosten van de biomassa werden deze kosten vanaf 2013 afgesplitst van de aankoop van biomassa waaronder de voorbehandelingskosten in het verleden werden geboekt.
De kosten van de omzet tijdens 2014 bedroegen € 11,8 miljoen (tegen € 12,0 miljoen in 2013) en omvatten de aankoop van biomassa voor € 6,42 miljoen (tegen € 7,57 miljoen in 2013), de voorbehandelingskosten van de biomassa voor € 1,16 miljoen (€ 1,07 miljoen in 2013), de onderhoudskosten voor € 2,06 miljoen inclusief de kosten van het groot onderhoud van Amel I (tegen € 1,43 miljoen in 2013), de kosten van het injecteren van elektriciteit op het elektriciteitsnet (feed-in tarieven) voor € 0,22 miljoen (idem in 2013), de kosten voor het afvoeren en verwerken van assen voor € 1,33 miljoen (tegen € 1,19 miljoen in 2013) en andere kosten voor € 0,61 miljoen (tegen € 0,52 miljoen in 2013). Dit betekent dat de totale kost van de biomassa (aankoop, voorbehandeling en afvoer en verwerking van de assen) gedaald is met meer dan 9% vergeleken met vorig jaar. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de verbetering van het aankoopproces van de biomassa.
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Consultancy vergoedingen (advokaten, management, bestuurders, overige) (*) |
-2.271 | -953 | -1.001 |
| Verzekeringen | -290 | -293 | -311 |
| Huur en huurkosten | -149 | -155 | -135 |
| Verlies op de vervreemding van vaste activa | 0 | 0 | 0 |
| Overige administratieve kosten | -238 | -373 | -287 |
| Totaal | -2.948 | -1.775 | -1.734 |
(*) Dit omvat tevens de geprovisioneerde kost voor de 'share based incentive' voor een bedrag van € 0,78 miljoen
De consultancyvergoedingen werden tevens beïnvloed door de kosten voor advokaten en consultants naar aanleiding van de onderhandelingen voor het bereiken van het akkoord tussen kredietverstrekkers en investeerders alsook voor de uitwerking van het finale akkoord.
Verder omvatten deze vergoedingen tevens de vergoeding van de commissaris van de Groep. Voor 2014 heeft VGD Bedrijfsrevisoren CVBA als commissaris van 4Energy Invest volgende vergoedingen ontvangen:
| in K EUR | 4EI NV | 4EI Groep |
|---|---|---|
| Vaste audit fee | 26 | 47 |
| Andere controleopdrachten | 12 | 12 |
| Belastingadviesopdrachten | 0 | 2 |
| Andere opdrachten buiten revisorale opdrachten | 0 | 0 |
| Andere opdrachten uitgevoerd door personen die met VGD |
0 | 0 |
| Bedrijfsrevisoren CVBA verbonden zijn |
In de loop van 2008 heeft 4Energy Invest met Cofinimmo een huurovereenkomst ondertekend voor de huur van kantoorruimte en parkeerplaatsen in het gebouw "Paepsem Business Park", Paepsemlaan 20, 1070 Anderlecht. De jaarlijkse huur is vastgesteld op 44.000 EUR (met jaarlijkse indexatie) en de overeenkomst is ingegaan op 1 oktober 2008 voor negen jaar, met einddatum op 30 september 2017. De jaarlijkse huur van de kantoren voor de periode tot 31 juli 2009 is uitzonderlijk verminderd met 50 %. 4Energy Invest heeft gebruik gemaakt van haar recht om de overeenkomst te beëindigen op 30 september 2014. Per einde 2014 zijn er dan ook geen verplichtingen meer uit hoofde van dit huurcontract.
In de loop van 2010 werden er een autolease afgesloten tussen 4Energy Invest en KBC Lease voor een periode van 48 maanden met maandelijkse betalingen van 715,04 EUR (exclusief BTW). Deze overeenkomst loopt momenteel verder met een maandelijkse betaling van 713,30 EUR maar kan elke maand worden opgezegd.
Eind 2009 heeft 4HamCogen een Recht van Opstal ondertekend met Coverco NV voor een periode van 35 jaar voor de grond die nodig is om het warmtekrachtkoppelingsproject in Ham te implementeren. De jaarlijkse betaling werd vastgesteld op 50.000 EUR (met jaarlijkse indexatie) en is verschuldigd op elke verjaardagsdatum van de ondertekening.
Renogen heeft momenteel 4 voertuigen met een operationeel leasecontract afgesloten met KBC Autolease. Deze leasecontracten werden aangegaan op respectievelijk 24 juli 2010, 31 december 2012, 7 juni 2013 en 28 augustus 2013 en met een looptijd van 48 maanden. De maandelijkse betalingen belopen respectievelijk 585,27 EUR, 523,68 EUR, 390,06 EUR en 370,57 EUR (exclusief BTW). Het eerste contract met vervaldatum 24 juli 2014 werd intussen met 1 jaar verlengd en de huurprijs werd aangepast naar 492,74 EUR. Per einde 2014 sloot Renogen ook een operationeel leasecontract af voor een bedrijfsvoertuig met Arval. De maandelijkse huurprijs bedraagt 594,54 EUR exclusief BTW.
Deze verschillende verplichtingen geven als resultaat onderstaande tabel
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Niet langer dan 1 jaar | 80 | 130 | 136 |
| Langer dan 1 jaar en niet langer dan 5 jaar | 266 | 245 | 229 |
| Langer dan 5 jaar | 1.354 | 1.408 | 1.350 |
| 1.700 | 1.784 | 1.715 |
De evoluties in de markten, nieuwe inzichten in de regelgeving en een beter inzicht in de neveneffecten van de operationele uitbatingen, werden verwerkt in nieuwe business plannen voor alle projecten.
Als verdisconteringsvoet (gewogen gemiddelde kapitaalskost of WACC) gebruikt bij het verdisconteren van de toekomstige kasstromen werd 9,0% genomen.
De waarde van de installaties berekend op basis van de verdisconteerde verwachtte kasstromen uit deze nieuwe business plannen op basis van de huidige marktverwachtingen, lagen veel lager dan de boekwaardes van de installaties. Daarnaast werd er op 28 februari 2014 een akkoord bereikt met de kredietverstrekkers (KBC, ING en LRM), en met de investeerders Gimarco en LRM (cf. infra 1.2.7.22). Op basis van deze informatie besliste de Raad van Bestuur om de netto boekwaarden van de activa van Amel I & II, van Amel III en van HamCogen te waarderen aan EUR 10,4 miljoen per 31 december 2013.
Tijdens het boekjaar 2014 hebben er zich geen bijkomende fundamentele wijzigingen voorgedaan ten aanzien van de warmtekoppelingsinstallaties van Amel I en Amel II alsook de warmtekoppelingsinstallatie van Ham. Daarom dat de Raad van Bestuur beslist heeft om geen bijkomende impairment uit te voeren voor deze installaties per 31 december 2014.
Bij de afsluiting van de halfjaarcijfers van 2013 werd er door de Raad van Bestuur van 4Energy Invest beslist om de installatie van Amel III (pelletinstallatie) niet langer te waarderen vanuit een 'going concern' maar wel op basis van zijn reële waarde aangezien (i) de installatie sedert 30 juni 2013 werd stilgelegd, (ii) de marktomstandigheden voor de inkoop van biomassa moeilijk waren, (iii) de marktprijs van houtkorrels laag was en (iv) de capaciteit van de installatie beperkt is. Met het afsluiten van de jaarcijfers 2013 werd een bijkomende waardevermindering doorgevoerd gebaseerd op het akkoord dat in februari 2014 bereikt werd met de kredietverstrekkers en investeerders en waarbij de verkoopswaarde voor de Amel III installatie vastgelegd werd op EUR 0,9 miljoen. Op basis van de voortschrijdende inzichten, met name het feit dat er geen fundamentele verbeteringen zijn ten opzichte van de situatie in 2013 en dat er geen vooruitzichten zijn om de installatie terug op te starten op korte termijn, besliste de Raad van Bestuur om de Amel III installatie verder af te waarderen. Op basis van een evaluatie gemaakt door het management van de vennootschap, besliste de Raad van Bestuur om de waarde van de Amel III installatie vast te leggen op EUR 0,325 miljoen. Het management bekijkt verder op welke manier de installatie voor andere doeleinden binnen de groep kan ingezet worden of een eventuele verkoop van de installatie mogelijk is. Op basis van deze waarde werd er een bijzondere waardevermindering geboekt van EUR 0,495 miljoen.
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Inkomsten uit bankrente | 1 | 0 | 1 |
| Rentebaten | 0 | 14 | 7 |
| Stijging in reële waarde van financiële instrumenten Financiële opbrengst naar aanleiding van akkoord |
50 | 990 | 0 |
| tussen kredietverstrekkers en investeerders Financiële opbrengst naar aanleiding van stopzetting |
32.963 | ||
| leasingovereenkomst Financiële opbrengst naar aanleiding van annulatie IRS |
8.073 | ||
| contracten | 1.726 | ||
| Overige rentebaten | 1 | 0 | 0 |
| Financiële inkomsten | 42.814 | 1.004 | 8 |
| Rentelasten | -1.146 | -3.236 | -3.222 |
| Rente betaald aan verbonden partijen | -14 | 0 | 0 |
| Daling in reële waarde van financiële instrumenten | 0 | -673 | |
| Rente gekapitaliseerd in activa in aanbouw | 0 | 0 | |
| Bankkosten | -35 | -329 | -431 |
| Financiële kosten | -1195 | -3565 | -4.326 |
| Netto financiële opbrengsten/kosten | 41.620 | -2.560 | -4.318 |
Ingevolge het akkoord dat werd bereikt tussen de kredietverstrekkers (KBC, ING en LRM) en de investeerders (Gimarco/LRM) werden de volgende schuldvorderingen overgedragen van de kredietverstrekkers aan de investeerders:
• De achtergestelde lening t.a.v. 4HamCogen NV ten belope van EUR 6.365.915
De schuldvorderingen t.a.v. 4HamCogen NV en t.a.v. Renogen SA bevatten hierbij tevens de marktwaarde per 28/02/2014 van de met de kredietverstrekkers afgesloten IRS-contracten voor een bedrag van respectievelijk EUR 1.447.641 en EUR 348.281.
In de uiteindelijke uitwerking werden de IRS-contracten geannuleerd door de kredietverstrekkers zonder kost voor 4HamCogen en Renogen en dienden deze bijgevolg niet meer te worden overgenomen door de investeerders. Bijgevolg diende de boekwaarde van deze IRS-contracten per 31/12/13 te worden tegen geboekt. Dit resulteerde in een financiële inkomst van EUR 1.725.593. Het resterende bedrag van de schuldvorderingen, zoals hierboven opgesomd en dus zonder de marktwaarde van de IRS-contracten, zijnde EUR 56.882.307 werd vervolgens ingebracht. Verder werd de geleasde installatie Amel III, met een openstaande vordering vanwege de kredietverstrekkers ten aanzien van Renogen voor een bedrag van EUR 8.979.791 en een boekwaarde in de balans van Renogen van EUR 906.398, door de investeerders gekocht van de kredietverstrekkers voor een bedrag van EUR 906.398 en werd de leasingovereenkomst stopgezet zonder bijkomende kost voor de groep. Vervolgens hebben de investeerders deze installatie verkocht aan 4Energy Invest waardoor er een vordering ontstond van de investeerders aan 4Energy Invest. Deze vordering van EUR 906.398 werd finaal ingebracht in het kapitaal van 4Energy Invest samen met de bovenvermelde schuldvorderingen.
Het verdwijnen van de voormelde financiële schulden door uitgifte van aandelen werd verwerkt conform de bepalingen van IFRIC 19. IFRIC 19 bepaalt dat indien eigen vermogensinstrumenten worden uitgeven naar aanleiding van een inbreng van schuldvorderingen, de uit te geven aandelen boekhoudkundig dienen gewaardeerd te worden aan de fair value van deze eigen vermogensinstrumenten. Bijgevolg werden deze schuldvorderingen (EUR 57.788.705) boekhoudkundig verwerkt volgens deze fair value aan EUR 24.825.500 (zijnde de beurskoers van EUR 0,14 op 24 april 2014 maal de 177.325.000 nieuw gecreëerde aandelen). Het verdwijnen van de voormelde financiële schulden door uitgifte van aandelen leidt aldus tot niet-recurrente financiële opbrengsten van EUR 32.963.205. Daarnaast leidde de stopzetting van de leasingovereenkomst zonder bijkomende kost voor de groep tot een niet-recurrente financiële opbrengst van EUR 8.073.393. Het verschil tussen de kapitaalverhoging (EUR 7.093.000) en de fair value volgens IFRIC 19 (EUR 24.825.500) werd verwerkt via het eigen vermogen.
De financiële kosten (€ 1,1 miljoen) weerspiegelen voornamelijk de rentekosten voor de kredietfaciliteiten voor Amel I, Amel II, Amel III en Ham voor de periode tot de datum van overname van de schuldvorderingen door de investeerders (15 april 2014).
De zeer negatieve resultaten maken dat geen belastingen verschuldigd zijn, op uitzondering van de belasting op bedrijfswagens die sedert 2012 niet langer gecompenseerd mag worden met overgedragen verliezen, en er een substantieel fiscaal verlies opgebouwd werd. De raad van bestuur heeft echter beslist om deze niet meer als een actieve latentie op te boeken, en de bestaande belastingvordering tot nul te herleiden, aangezien deze enkel een waarde heeft als hij binnen afzienbare tijd afgezet kan worden tegen belastbare opbrengsten.
| 2014 | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| € '000 | € '000 | € '000 | |
| Kostprijs | |||
| Saldo op 1 januari | 217 | 217 | 217 |
| Aanschaffingen | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van activa in aanbouw | 0 | 0 | 0 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | 217 | 217 | 217 |
| Afschrijvingen | |||
| Saldo op 1 januari | -217 | -217 | -52 |
| Afschrijvingskosten van het jaar | 0 | 0 | -23 |
| Waardevermindering | 0 | 0 | -141 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | -217 | -217 | -217 |
| Netto boekwaarde | |||
| Op 1 januari | 0 | 0 | 165 |
| Op 31 december | 0 | 0 | 0 |
| 2014 | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| € '000 | € '000 | € '000 | |
| Kostprijs | |||
| Saldo op 1 januari | 6.085 | 6.083 | 6.067 |
| Aanschaffingen | 6 | 2 | 15 |
| Overdracht van activa in aanbouw | 0 | 0 | 0 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | 6.091 | 6.085 | 6.083 |
| Afschrijvingen | |||
| Saldo op 1 januari | -5.583 | -2.626 | -1.220 |
| Afschrijvingskosten van het jaar | -49 | -385 | -398 |
| Waardevermindering | 0 | -2.572 | -1.008 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | -5.632 | -5.583 | -2.626 |
| Netto boekwaarde | |||
| Op 1 januari | 502 | 3.456 | 4.847 |
| Op 31 december | 459 | 502 | 3.456 |
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Kostprijs | |||
| Saldo op 1 januari | 73.678 | 73.482 | 69.676 |
| Aanschaffingen | 1.451 | 196 | 3.642 |
| Overdracht van andere hoofding | 0 | 172 | |
| Vervreemdingen | -2.272 | 0 | -8 |
| Saldo op 31 december | 72.857 | 73.678 | 73.482 |
| Afschrijvingen | |||
| Saldo op 1 januari | -64.626 | -31.457 | -9.910 |
| Afschrijvingskosten van het jaar | -926 | -2.110 | -4.963 |
| Waardevermindering | -490 | -31.059 | -16.461 |
| Overdracht van andere hoofding | 0 | -123 | |
| Vervreemdingen | 2.272 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | -63.769 | -64.626 | -31.457 |
| Netto boekwaarde | |||
| Op 1 januari | 9.052 | 42.025 | 59.766 |
| Op 31 december | 9.088 | 9.052 | 42.025 |
De waarborgen en toezeggingen op de terreinen en gebouwen en op de installaties, machines en uitrusting van de Groep worden uiteengezet in sectie 1.2.7.23.
| 2014 € '000 |
2013 € '001 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Kostprijs | |||
| Saldo op 1 januari | 187 | 193 | 186 |
| Aanschaffingen | 17 | 5 | 7 |
| Vervreemdingen | -50 | -10 | 0 |
| Saldo op 31 december | 155 | 187 | 193 |
| Afschrijvingen | |||
| Saldo op 1 januari | -180 | -176 | -145 |
| Afschrijvingskosten van het jaar | -6 | -7 | -26 |
| Waardevermindering | -7 | -5 | |
| Vervreemdingen | 50 | 10 | 0 |
| Saldo op 31 december | -137 | -180 | -176 |
| Netto boekwaarde | |||
| Op 1 januari | 7 | 17 | 41 |
| Op 31 december | 18 | 7 | 17 |
Alle financiële leases houden verband met productieapparatuur met een leasetermijn van 5 jaar of langer. De Groep heeft opties om de apparatuur te kopen voor een nominaal bedrag na de afsluiting van de leaseovereenkomsten. De verplichtingen van de Groep uit hoofde van de financiële leases zijn zeker gesteld door het recht van de lessors op het geleasde actief.
| 2014 | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| € '000 | € '000 | € '000 | |
| Kostprijs | |||
| Saldo op 1 januari | 12.579 | 12.553 | 1.087 |
| Aanschaffingen | 174 | 26 | 326 |
| Terugboeking subsidie | 0 | 0 | 632 |
| Overdracht van andere hoofding | 0 | 0 | 10.507 |
| Vervreemdingen | -11479 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | 1.274 | 12.579 | 12.553 |
| Afschrijvingen | |||
| Saldo op 1 januari | -11.279 | -7.692 | -476 |
| Afschrijvingskosten van het jaar | -120 | -431 | -798 |
| Waardevermindering | 0 | -3.156 | -6.541 |
| Overdracht van andere hoofding | 0 | 0 | 123 |
| Vervreemdingen | 10572 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | -827 | -11.279 | -7.692 |
| Netto boekwaarde | |||
| Op 1 januari | 1.299 | 4.860 | 611 |
| Op 31 december | 447 | 1.299 | 4.860 |
4Energy Invest heeft een kapitaalsubsidie verkregen van het Waalse Gewest voor een bedrag van 1.264 K EUR, in het kader van het investeringsuitgavenprogramma dat geïmplementeerd is voor zijn BioCoal-installatie van Amel III. Dit bedrag werd in mindering gebracht van de aanschaffingswaarde van de installatie. Enkel de eerste helft van dit bedrag werd ontvangen. De tweede schijf van 632 K EUR zou ontvangen moeten worden in 2012 of 2013, maar dit is niet langer zeker. Daarom werd de vordering met betrekking tot de tweede schijf in 2012 uit de boeken verwijderd.
Het leasecontract voor de brandstofverwerkingsinstallatie omvat een totaal investeringsbedrag van 915 K EUR, met een restwaarde van 18 K EUR. Het contract heeft een looptijd van 10 jaar en is ingegaan op 20-02-2008.
Het leasecontract voor de aanhangwagen omvat een totaal investeringsbedrag van 16 K EUR, met een restwaarde van 1 K EUR. Het contract loopt af op 20-03-2015.
Het leasecontract voor de torrifactie-installatie voor houtspaanders (Amel III), de voorbehandelingsfaciliteiten voor brandstof en de verwante apparatuur bestrijkt een investeringsbedrag van 8.980 K EUR met een restwaarde van 90 K EUR. Dit leasecontract werd per 15 april 2014 stopgezet zonder bijkomende kosten voor Renogen en de machines werden gekocht door de investeerders van de leasemaatschappij (KBC Lease) voor een bedrag van 906.398 EUR.
In 2012, werd een lease contract afgesloten voor een bulldozer in Ham, voor een investeringsbedrag van 191 k EUR, met een restwaarde van 6 k EUR. Het contract loopt tot juli 2016.
In juni 2014, werd een lease contract afgesloten voor een bulldozer in Renogen met Caterpillar Lease, voor een investeringsbedrag van 176 k EUR, met een restwaarde van 2 k EUR. Het contract loopt tot juni 2018.
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Kostprijs | |||
| Saldo op 1 januari | 45 | 45 | 45 |
| Aanschaffingen | 0 | 0 | 0 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | 45 | 45 | 45 |
| Afschrijvingen | |||
| Saldo op 1 januari | -45 | -45 | -17 |
| Afsschrijvingskosten van het jaar | 0 | 0 | -5 |
| Waardeverminderingen | 0 | 0 | -23 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | -45 | -45 | -45 |
| Netto boekwaarde | |||
| Op 1 januari | 0 | 0 | 28 |
| Op 31 december | 0 | 0 | 0 |
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Kostprijs | |||
| Saldo op 1 januari | 0 | 0 | 10.679 |
| Aanschaffingen | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht naar terreinen en gebouwen | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht naar machines,installaties en uitrusting | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht naar leasing en vergelijkbare rechten | 0 | 0 | -10.679 |
| Overdracht naar terreinen en gebouwen | 0 | 0 | 0 |
| Waardeverminderingen | 0 | 0 | 0 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 |
| Subsidies | 0 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | 0 | 0 | 0 |
| Netto boekwaarde | |||
| Op 1 januari | 0 | 0 | 10.679 |
| Op 31 december | 0 | 0 | 0 |
Alle installaties zijn operationeel en er zijn geen projecten meer in aanbouw.
Er zijn op dit moment geen andere verbintenissen betreffende de verwerving van activa.
Er staat geen goodwill meer op de balans. De goodwill die in het verleden geboekt werd met betrekking tot Pontrilas Renewable Energy Limited (later hernoemd tot 4EI Limited) werd afgeschreven in 2010.
De groep heeft een groot overgedragen fiscaal verlies, dat een actieve belastinglatentie zou kunnen betekenen van 33,5 miljoen EUR. De Raad van Bestuur heeft echter beslist om hiervoor geen actieve latentie te boeken. Deze heeft immers enkel een waarde als hij binnen afzienbare tijd afgezet kan worden tegen belastbare opbrengsten. Afhankelijk van de evolutie van de markt en het goed functioneren van de installaties kan dit in de toekomst herzien worden.
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Overgedragen fiscale verliezen | 84.825 | 90.809 | 10.844 |
| Investeringsaftrek | 12.236 | 10.331 | 4.196 |
| Notionele investeringsaftrek | 1.643 | 1.591 | 750 |
| Belastingsvorderingen | 98.703 | 102.730 | 15.790 |
Deze hebben betrekking op garanties gestort in geld.
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2013 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Grond-en hulpstoffen | 238 | 145 | 588 |
| Houtpellets (gereed product) | 15 | 15 | 15 |
| Reserve onderdelen | 650 | 950 | 894 |
| Totaal | 903 | 1.110 | 1.496 |
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 4.269 | 2.457 | 3.417 |
| Te ontvangen BTW | 45 | 33 | 63 |
| Tegoeden van verzekeringsmaatschappijen | 0 | 21 | 0 |
| Vooruitbetalingen | 72 | ||
| Vooruitbetaalde kosten | 17 | 15 | 70 |
| Subsidies | 0 | 0 | 0 |
| Overige vorderingen | 6 | 1 | 30 |
| Totaal | 4.409 | 2.527 | 3.580 |
De handelsvorderingen betreffen de uitstaande facturen en nog op te maken facturen voor de gegenereerde elektriciteit en groenestroomcertificaten. Er is een beperkt bedrag met een langere vervaltermijn.
| 2014 | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| € '000 | € '000 | € '000 | |
| Niet vervallen | 4.246 | 2.440 | 3.308 |
| Minder dan 30 dagen vervallen | 7 | 1 | 63 |
| 30-60 dagen vervallen | 0 | 4 | 46 |
| 60-90 dagen vervallen | 8 | 4 | 0 |
| 90-120 dagen vervallen | 4 | 0 | 0 |
| Meer dan 120 dagen vervallen | 4 | 8 | 0 |
| Totaal | 4.269 | 2.457 | 3.417 |
De vordering in het kader van de subsidie voor Amel 3 (de tweede schijf van 632 k EUR) werd in 2012 uit de boeken gehaald, omdat het niet langer zeker is dat dit bedrag ontvangen zal worden.
De geldmiddelen en kasequivalenten van de Groep omvatten deposito's in contanten bij Belgische banken.
Bij aanvang van het boekjaar 2014 bedroeg het aantal aandelen 12.520.090 stuks.
In samenspraak met de kredietverstrekkers (KBC Bank, KBC Lease, ING en LRM) werd op 19 februari 2014 een akkoord gesloten waarbij GIMARCO NV en LRM NV ("Inschrijvers") er zich toe verbonden de bestaande schuldvorderingen van de kredietverstrekkers van 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen ("Overgedragen Schuldvorderingen") over te nemen en de Overgedragen Schuldvorderingen vervolgens in te brengen in het kapitaal van 4Energy Invest ten belope van een totaal bedrag van EUR 7.093.000 (waarop werd ingeschreven door GIMARCO ten belope van 6.060.000,00 EUR en door LRM ten belope van 1.033.000,00 EUR (waarvan 600.000,00 EUR via inbreng in natura van de bestaande schuldvordering van LRM op 4HamCogen)) tegen een uitgifteprijs van 0,04 EUR per nieuw uitgegeven aandeel. Voormelde kapitaalverhoging kon plaats vinden zonder dat dit aanleiding gaf tot een verplicht openbaar bod en zonder voorkeurrecht van inschrijving voor bestaande aandeelhouders.
De Raad van Bestuur keurde bovenvermelde verrichting goed met toepassing van de belangenconflictenregels voorzien in artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen gelet op de participatie die de bestuurders VEM BVBA, vast vertegenwoordigd door Dhr. Van Eeckhout en CI2I BVBA, vast vertegenwoordigd door Dhr. Lesaffer aanhouden of zullen aanhouden in de vennootschap GIMARCO.
4Energy Invest riep een buitengewone algemene vergadering bijeen op 24 april 2014 waar bovenvermelde kapitaalverhoging ter goedkeuring aan de aandeelhouders werd voorgelegd. De aanwezige aandeelhouders keurden met eenparigheid van stemmen de kapitaalverhoging goed. Met de kapitaalsverhoging werden er 177.325.000 nieuwe aandelen gecreëerd.
Er werd een nieuwe buitengewone algemene vergadering bijeengeroepen op 22 mei 2014 waarbij de raad van bestuur voorstelde voor een Omgekeerde Aandelensplitsing, die als gevolg zou hebben dat aan iedere aandeelhouder van de Vennootschap 1/25ste van het aantal aandelen zou toekomen die hij/zij aanhield vóór de Omgekeerde Aandelensplitsing, goed te keuren. De aanwezige aandeelhouders keurden met eenparigheid van stemmen de Omgekeerde Aandelensplitsing goed. De effectieve uitvoering van deze omgekeerde aandelensplitsing vond plaats op 6 juni 2014. Na deze Omgekeerde Aandelensplitsing bedraagt het aantal aandelen van 4Energy Invest 7.593.794.
In onderstaande tabel vindt U de evolutie van het aantal aandelen in het boekjaar 2014 terug alsook hun verdeling.
| Aandeelhouder | Aantal aandelen voor Kapitaalverhoging |
% | Aantal aandelen na Kapitaalverhoging |
% | Aantal aandelen na Omgekeerde Aandelensplitsing |
% | Verwatering ten gevolge van Kapitaalverhoging |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Overige aandeelhouders | 11.118.800 | 88,8% | 11.118.800 | 5,9% | 444.743 | 5,9% | 93,4% |
| Philiep Van Eeckhout (*) | 1.400.000 | 11,2% | 1.400.000 | 0,7% | 56.000 | 0,7% | 93,4% |
| Gimarco NV (*) | 0 | 0,0% | 151.500.000 | 79,8% | 6.060.000 | 79,8% | NVT |
| LRM NV | 0 | 0,0% | 25.825.000 | 13,6% | 1.033.000 | 13,6% | NVT |
| Ci2i BVBA | 1.290 | 0,0% | 1.290 | 0,0% | 51 | 0,0% | 93,4% |
| Totaal | 12.520.090 100,0% | 189.845.090 100,0% | 7.593.794 100,0% |
(*) Gimarco NV wordt gecontroleerd door Philiep Van Eeckhout.
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Langlopend | |||
| Leningen van verbonden partijen | |||
| Bankleningen | 19.635 | ||
| Leasingschulden | 328 | 402 | 8.630 |
| Overige leningen | |||
| Totaal langlopende leningen | 328 | 402 | 28.265 |
| Kortlopend | |||
| Bankleningen | 0 | 49.330 | 29.738 |
| Leasingschulden | 181 | 9.126 | 1.079 |
| Overige leningen | 0 | 6.239 | 5.500 |
| Totaal kortlopende leningen | 181 | 64.696 | 36.318 |
| Totaal | 509 | 65.098 | 64.583 |
Door het akkoord dat werd bereikt tussen de kredietverstrekkers (KBC/ING/LRM) en de investeerders (Gimarco/LRM) waarbij GIMARCO NV en LRM NV er zich toe verbonden de bestaande schuldvorderingen van de kredietverstrekkers van 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen over te nemen en deze overgedragen schuldvorderingen vervolgens in te brengen in het kapitaal van 4Energy Invest ten belope van een totaal bedrag van 7.093 K EUR, werd 4Energy Invest op geconsolideerde basis in belangrijke mate schuldenvrij en werden de rentedragende leningen gereduceerd tot een aantal kleinere leasingdossiers met een totaal uitstaand bedrag per einde december 2014 van 509 K EUR.
Deze leaseschulden worden afgedekt door de activa waarop deze betrekking hebben.
Alle rechten en plichten met betrekking tot de zekerheden die er in het verleden werden gesteld door de kredietverstrekkers (KBC Bank NV, KBC Lease Belgium NV en ING Belgium NV) ten aanzien van Renogen SA, Amelbio SA en 4HamCogen NV werden ingevolge een cessieovereenkomst gesloten op 28 februari 2014 overgedragen aan de investeerders (Gimarco NV/LRM NV) en vervolgens ingebracht via kapitaalverhoging (zie cf supra 1.2.7.22)
Op 15 april bevestigden de kredietverstrekkers (KBC Bank NV, KBC Lease Belgium NV en ING Belgium NV) de onvoorwaardelijke en onherroepelijke vrijgave van de door hun gestelde zekerheden in een brief aan notaris Vroninks . Zij stelden daarbij op de hoogte te zijn van het feit dat, om onmiddellijke kosten te vermijden, er nog geen officiële akte van handlichting wordt opgemaakt en er bijgevolg geen melding gemaakt wordt bij het bevoegde hypotheekkantoor van de vrijgave van deze zekerheden zodat deze niet tegenstelbaar gemaakt zijn aan derden. De kredietverstrekkers geven in deze brief tevens hun onvoorwaardelijke toestemming aan Renogen SA, Amelbio SA en 4HamCogen NV om in de toekomst en op eerste verzoek handlichting te doen van de gestelde zekerheden bij de bevoegde hypotheekkantoren.
Op het moment dat de bestaande schuldvorderingen van de kredietverstrekkers van 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen werden overgenomen door de investeerders, verbonden deze investeerders zich ertoe een bijkomende financiering te verlenen ten belope van maximaal EUR 2,0 miljoen alsook toe te zien dat alle openstaande bankgaranties ten belope van 694 K EUR ten aanzien van de kredietverstrekkers werden vervangen dan wel afgedekt door middel van blokkering van een overeenstemmend bedrag aan cash middelen. 4Energy Invest maakte gedurende korte tijd gebruik van deze financiering waarvan de intrestvoet 5% bedroeg. Op datum van 29 augustus werd deze bijkomende financiering vervangen door een gemengde kredietlijn van EUR 2,0 miljoen die werd aangegaan met BNP Paribas Fortis (cf infra tabel overzicht uitstaande kredieten). Bijgevolg kon de bijkomende financiering verstrekt door de investeerders worden stopgezet.
| Interestvoet | Uitstaand 31/12/2014 |
< 1 jaar | > 1 jaar | Totaal | Terugbetalings datum |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Amel (Renogen) | ||||||
| KBC Lease remorque Caterpillar Financial Services (lease |
Euribor 3m. + 2% | 1 | 1 | 0 | 1 | 20/03/2015 |
| Bulldozer) | 2,70% | 107 | 30 | 77 | 107 | 15/07/2018 |
| Amel (AmelBio) | ||||||
| KBC Lease Fuel handling system | 5,60% | 325 | 102 | 223 | 325 | 20/11/2017 |
| Ham (4HamCogen) | ||||||
| ING Lease Bulldozer | 1,45% | 76 | 47 | 28 | 76 | 10/07/2016 |
| Codebitie 4Energy Invest, 4HamCogen, Renogen en Amelbio |
||||||
| Gemengd krediet: 2 Mio EURO (straight loan, kaskrediet/ garantie) |
Straight loan (cost of funds + 2,00%); Kaskrediet (Euribor +2,75%); garantie (1,5%) |
665 | 665 | 665 | onbepaald; per einde 2014 enkel garanties |
|
| Total | 1.174 | 181 | 993 | 1.174 |
Onder het gemengd krediet van EUR 2,0 miljoen, leverde BNP Paribas Fortis aanvankelijk 2 bankgaranties af ten voordele van het Waals Gewest en Cofinimmo voor een totaal bedrag van EUR 0,69 miljoen. Door het beëindigen op datum van 30 september 2014 van de huurovereenkomst tussen 4Energy Invest en Cofinimmo met betrekking tot de kantoren in Anderlecht werd deze bankgarantie vrijgegeven. Per einde 2014 blijft alleen de bankgarantie ten voordele van het Waals gewest over.
Buiten het gemengd krediet van maximaal EUR 2,0 miljoen en hetwelke van onbepaalde duur is, zijn er geen kredieten met een looptijd van meer dan 5 jaar op het einde van het boekjaar 2014.
De maximale gebruikslimiet van het gemengd krediet van EUR 2,0 miljoen wordt maandelijks herberekend op basis van een Borrowing Base die als volgt wordt bepaald en de som vormt van:
reeds ontvangen werd en met uitsluiting van groenestroomcertificaten gerelateerd aan de productie van elektriciteit die meer dan 6 maanden geleden tot stand kwam.
De maximale gebruikslimiet binnen de grenzen van dit gemend krediet van EUR 2,0 miljoen wordt minstens één maal per maand aangepast door BNP Paribas Fortis op basis van een berekeningsmodule en na ontvangst van de door hun gevraagde informatie.
Op semestriële basis zal er een controle uitgevoerd worden door het Borrowing Base team van BNP Paribas Fortis.
Om de verplichtingen uit hoofde van het gemengd krediet met BNP Paribas Fortis zeker te stellen, heeft 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen het volgende gecreëerd:
De overige schulden op lange termijn omvat de provisie die er werd aangelegd met betrekking tot een share based incentive waartoe beslist werd door de raad van bestuur (cf infra 1.2.7.30).
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Handelsschulden | 2.795 | 2.313 | 2.961 |
| Overige schulden | 1.018 | 2.529 | 3.609 |
| Totaal | 3.814 | 4.842 | 6.570 |
De handelsschulden betreffen de uitstaande facturen en de provisie voor vaststaande nog te ontvangen facturen.
De overige schulden omvatten ondermeer (i) de nog te betalen schulden met betrekking tot bezoldigingen, belastingen, BTW en sociale lasten, (ii) de overblijvende marktwaarde van de IRS met Belfius en (iii) de aangelegde provisies voor het verbruik van water in Amel en van de milieuheffing op het water in Ham alsook van de nog te betalen gridfee in Amel.
De Groep is in het kader van zijn normale bedrijfsactiviteiten blootgesteld aan het kredietrisico, het renterisico en het valutarisico.
De groep hanteert een kredietbeleid en de blootstelling aan kredietrisico's wordt permanent gecontroleerd. Er worden voor alle klanten kredietbeoordelingen uitgevoerd, waarvoor een krediet boven een bepaald bedrag vereist is. De Groep vereist geen zakelijke zekerheid voor financiële activa.
Op de balansdatum waren er geen aanzienlijke concentraties van het kredietrisico. De maximale blootstelling aan het kredietrisico wordt vertegenwoordigd door de boekwaarde van elk financieel actief.
Het kredietrisico is beperkt want de belangrijke klanten van de groep zijn financieel robuuste ondernemingen en betaaltermijnen zijn kort (14 à 30 dagen).
De groep is niet langer blootgesteld aan valutarisico aangezien alle activiteiten in het buitenland werden stopgezet.
De Groep had in het verleden voor al zijn financiële schulden contracten afgesloten in euro en met variabele rente.
In de uiteindelijke uitwerking van het akkoord dat werd bereikt tussen de kredietverstrekkers (KBC, ING en LRM) en de investeerders (Gimarco/LRM) werden de IRS-contracten met KBC en ING geannuleerd door de kredietverstrekkers zonder kost voor 4HamCogen en Renogen en dienden deze bijgevolg niet meer te worden overgenomen door de investeerders. Bijgevolg diende de boekwaarde van deze IRS-contracten per 31/12/13 te worden tegengeboekt. Dit resulteerde in een financiële inkomst van 1.726 K EUR.
De enige overblijvende renteswap, met name de renteswap bij Renogen met Belfius bleef wel overeind.
Deze renteswap wordt gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde direct worden opgenomen als onderdeel van de nettowinst.
| Rentevoet | Datum | Referentiebedrag | Einddatum | Marktwaarde | |
|---|---|---|---|---|---|
| Contract | ingedekt | Contract | 31/12/2014 | ||
| (in euro) | (in euro) | ||||
| Belfius | 4,5280% | 20/08/2007 | 8.146.000 | 18/08/2017 | -151.685 |
Er werden voorzieningen geboekt voor de volgende hangende geschillen voor een totaal bedrag van 382,2 K EUR:
• LNE (Vlaamse Overheid: Departement Leefmilieu, Natuur en Energie): Op 18 november 2013 maakte de toezichthouder van de afdeling Milieu-inspectie een procesverbaal op voor een inbreuk op de milieuwetgeving dat werd vastgesteld bij het bedrijf 4HamCogen. In het proces-verbaal wordt melding gemaakt van een schending van de reglementering inzake de milieuhygiëne (overschrijding van de emissiegrenswaarden voor de parameter "totaal stof" aan de schoorsteen van de wervelbedoven van de biomassacentrale). De procureur des Konings besliste om niet over te gaan tot de strafrechterlijke behandeling van het vastgestelde milieudelict en maakte het dossier over aan LNE met het oog op een bestuurlijke beboeting. LNE onderzoekt of er op basis van het opgestelde proces-verbaal al dan niet een bestuurlijke boete zal worden opgelegd. De Vennootschap heeft de nodige maatregelen genomen om de vastgestelde inbreuk te remediëren en onderzoekt hoe ze het vastgestelde probleem in de toekomst kan vermijden. Intussen worden er op regelmatige basis metingen uitgevoerd waaruit blijkt dat 4HamCogen de norm uit de milieuwetgeving respecteert.
Deze aangelegde provisie is een inschatting door de Raad van Bestuur op basis van de huidige informatie en de input van haar adviseurs.
Verder werd er een provisie aangelegd met betrekking tot een geplande en intussen doorgevoerde herschikking binnen het financieel departement bij 4Energy Invest voor een bedrag van 30 k EUR.
Het gemiddelde aantal werknemers en de betaalde vergoedingen voor de jaren afgesloten op 31 december 2014, 31 december 2013 en 31 december 2012 zijn als volgt:
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal werknemers (vast dienstverband) | 37,3 | 38,0 | 29,4 |
| Lonen en salarissen | 1.213 | 1.236 | 910 |
| Sociale zekerheid | 496 | 496 | 368 |
| Andere personeelskosten | 220 | 195 | 162 |
| Totaal | 1.929 | 1.927 | 1.440 |
| Gemiddeld aantal interims | 14,4 | 9,7 | 15,3 |
| Kost interims | 743 | 482 | 811 |
De kosten voor het eigen personeel bleef nagenoeg ongewijzigd. Het aantal interims daarentegen alsook de kosten daaraan verbonden stegen aanzienlijk.
Er zijn geen andere verbintenissen dan deze reeds eerder vermeld.
Op basis van de laatst ontvangen officiële transparantieverklaringen dd 22 mei 2014 hebben Philiep Van Eeckhout (permanent vertegenwoordiger van VEM BVBA) en Gimarco NV die door Philiep van Eeckhout wordt gecontroleerd en de Limburgse Reconversiemaatschappij een aandelenbelang zoals aangegeven in de tabel hieronder:
| Aandeelhouder | Datum Transparantie Verklaring |
Aantal Aandelen |
Aantal stemrechten |
|
|---|---|---|---|---|
| Philiep Van Eeckhout/ Gimarco NV | 22 mei 2014 | 6.116.000 | 6.116.000 | 80,54% |
| Limburgse Reconversiemaatschappij NV | 22 mei 2014 | 1.033.000 | 1.033.000 | 13,60% |
| Free Float | 22 mei 2014 | 444.794 | 444.794 | 5,86% |
| Total | 7.593.794 | 100% |
Bij het afsluiten van het boekjaar was het aandelenoptieplan hetwelk beslist was in een Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 21 mei 2008 volledig uitgedoofd.
De gedetailleerde toelichtingen met betrekking tot de verklaring inzake de Corporate Governance Statement zijn terug te vinden in het Corporate Governance hoofdstuk van het verslag van de Raad van Bestuur inzake de jaarrekening van het jaar 2014.
De Raad van Bestuur heeft beslist een share based incentive uit te werken voor CI2I BVBA en JFMeys sprl ten einde de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. In lijn met IFRS2 werd er hiervoor een provisie aangelegd van 780 K EUR.
De diensten die zijn geleverd door alle verbonden partijen zijn zakelijke, objectieve transacties tussen onafhankelijke partijen en als dusdanig zijn ze in overeenstemming met de normale handelsvoorwaarden die op de markt gelden voor dit type van diensten of de levering van goederen. De uitstaande saldi moeten in contanten worden betaald of ontvangen op hun respectieve vervaldatums. Er zijn geen garanties verstrekt voor de transacties met deze partijen.
| Vaste | |||
|---|---|---|---|
| (in '000 euro) | vergoeding | ||
| als | |||
| bestuurder | |||
| Filip Lesaffer, als vast vertegenwoordiger van Ci2i BVBA | voorzitter | 40 | |
| Henri Meyers, als vast vertegenwoordiger van Hamaco BVBA | Niet-uitvoerend | 20 | |
| bestuurder | |||
| Philiep Van Eeckhout, als vast vertegenwoordiger van VEM | Niet-uitvoerend | ||
| BVBA | bestuurder | 12 | |
| Niet-uitvoerend | |||
| Stijn Bijnens, als vertegenwoordiger van LRM Beheer NV | bestuurder | 12 | |
| Niet-uitvoerend | |||
| Jo Breesch, als vast vertegenwoordiger van Brevak BVBA | bestuurder | 12 | |
| Niet-uitvoerend | |||
| Frank Bruyneel,als vast vertegenwoordiger van Infigo BVBA | bestuurder | 12 | |
| Nathalie De Ceulaer, als vast vertegenwoordiger van Nadece | Niet-uitvoerend | ||
| BVBA | bestuurder | 5 |
Er zijn geen variabele vergoedingen bepaald voor de niet-uitvoerend bestuurders.
| (in '000 euro) | 2014 |
|---|---|
| Gimarco NV | 125 |
| LRM NV | 25 |
Bovenstaand bedragen omvatten de vergoedingen ten laste van de 4Energy Invest groep voor dienstprestaties aan marktconforme voorwaarden.
| (in '000 euro) | 2014 |
|---|---|
| Filip Lesaffer, als vast vertegenwoordiger van Ci2i BVBA | 244 |
| Jean-François Meys, als vast vertegenwoordiger van Jean François Meys SPRL |
216 |
| Dirk Slegers, als vast vertegenwoordiger van Dima Finance Comm.V. |
162 |
Bovenstaande bedragen omvatten tevens de nog niet gefactureerde, toegekende bonussen. De 'share based' incentive is niet opgenomen in bovenstaande tabel.
De volgende belangrijke gebeurtenissen vonden plaats in 2015:
Op het niveau van Renogen SA werd Artikel 65 gelanceerd door de Waalse administratie (Département des Permis et Autorisation). Deze procedure werd gelanceerd omwille van de onduidelijkheid van de definities en Eural-codes van de verschillende stromen van biomassa. De uitkomst van deze procedure kan leiden tot een aanpassing aan de exploitatievoorwaarden van Renogen SA. Dit kan op zijn beurt aanzienlijke investeringen voor Renogen SA met zich brengen.
De gemeente Amel heeft bij de rechtbank van eerste aanleg van Eupen een milieustakingsvordering ingediend met als doel Renogen SA te verbieden de biomassa komende van composteerbedrijven, meer bepaald de zeefoverloop na compostering die een beperkt percentage plastiek bevat, te verbranden, of om de emissienormen van het Waalse regeringsbesluit van 21 februari 2013 na te leven. Dit regeringsbesluit legt de normen vast voor de sector van verbrandings- en gezamenlijke verbrandingsinstallaties. Deze stakingsvordering werd ingediend op 6 maart 2015 en zal gepleit worden op 22 mei 2015.
| 2014 € '000 |
2013 € '000 |
2012 € '000 |
|
|---|---|---|---|
| Resultaat van de periode | 40.346 | -39.595 | -37.392 |
| Gewogen gemidd. Aantal aandelen | 5.397.882 | 12.520.090 | 12.520.090 |
| Gewogen gemidd. Aantal uitgegeven warrants | 390.512 | 647.012 | |
| Winst/aandeel | 7,47 | -3,16 | -2,99 |
| Verwaterde winst/aandeel | 7,47 | -3,16 | -2,99 |
Het aantal uitstaande aandelen wijzigde in de loop van 2014 (cf. infra 1.2.7.22 aandelenkapitaal). Voor de berekening van het gewogen gemiddelde aantal aandelen werd er een simulatie gemaakt rekening houdende met de aandelensplitsing vanaf aanvang van het boekjaar.
Rekening houdend met het feit dat het bestaande warrantenplan in de loop van het boekjaar volledig uitdoofde wordt er geen berekening gemaakt met het gemiddeld aantal uitgegeven warrants.
Rekening houdend met het feit dat de warrants sinds 2009 niet 'in-the-money' waren, werd er met deze warrants in de voorgaande boekjaren geen rekening gehouden bij de berekening van de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33.
Dit verslag is op 20 maart 2015 door de raad van bestuur opgesteld krachtens artikel 119 van het Belgische Wetboek van vennootschappen, voor voorlegging op de jaarlijkse algemene vergadering van 21 mei 2015. De informatie die in dit rapport wordt verstrekt is gereglementeerde informatie in overeenstemming met artikel 36 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007.
Wij hebben het genoegen u de geconsolideerde financiële jaarrekeningen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 te presenteren.
In samenspraak met de kredietverstrekkers (KBC Bank, KBC Lease, ING en LRM) werd op 19 februari 2014 een akkoord gesloten waarbij GIMARCO NV en LRM NV er zich toe verbonden de bestaande schuldvorderingen van de kredietverstrekkers van 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen over te nemen en deze overgedragen schuldvorderingen vervolgens in te brengen in het kapitaal van 4Energy Invest ten belope van een totaal bedrag van EUR 7.093.000 (waarop werd ingeschreven door GIMARCO ten belope van 6.060.000,00 EUR en door LRM ten belope van 1.033.000,00 EUR (waarvan 600.000,00 EUR via inbreng in natura van de bestaande schuldvordering van LRM op 4HamCogen)) tegen een uitgifteprijs van 0,04 EUR per nieuw uitgegeven aandeel. Voormelde kapitaalverhoging kon plaats vinden zonder dat dit aanleiding gaf tot een verplicht openbaar bod en zonder voorkeurrecht van inschrijving voor bestaande aandeelhouders.
De Raad van Bestuur keurde bovenvermelde verrichting goed met toepassing van de belangenconflictenregels voorzien in artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen gelet op de participatie die de bestuurders VEM BVBA, vast vertegenwoordigd door Dhr. Van Eeckhout en CI2I BVBA, vast vertegenwoordigd door Dhr. Lesaffer aanhouden of zullen aanhouden in de vennootschap GIMARCO.
4Energy Invest riep een buitengewone algemene vergadering bijeen op 24 april 2014 waar bovenvermelde kapitaalverhoging ter goedkeuring aan de aandeelhouders werd voorgelegd. De
2 Alle bedragen in deze sectie betreffen geconsolideerde cijfers volgens IFRS.
aanwezige aandeelhouders keurden met eenparigheid van stemmen de kapitaalverhoging goed. Met de kapitaalsverhoging werden er na splitsing 7.093.000 nieuwe aandelen gecreëerd (pre split 177.325.000).
Aansluitend op bovenvermelde verrichting werd 4Energy Invest op geconsolideerde basis in belangrijke mate schuldenvrij.
Op het moment dat de bestaande schuldvorderingen van de kredietverstrekkers van 4Energy Invest en haar dochtervennootschappen werden overgenomen door de inschrijvers, verbonden deze inschrijvers zich ertoe een bijkomende financiering te verlenen ten belope van maximaal EUR 2.000.000 (waarvan 1.730.000,00 EUR door GIMARCO en 270.000,00 EUR door LRM) alsook toe te zien dat alle openstaande bankgaranties ten belope van EUR 693.792 ten aanzien van de kredietverstrekkers werden vervangen dan wel afgedekt door middel van blokkering van een overeenstemmend bedrag aan cash middelen. Op 30 juni 2014 bedroeg het door 4Energy Invest opgenomen bedrag 700 k€ aan een intrestvoet van 5%.
Tijdens de 2de helft van 2014 werd deze bijkomende financiering vervangen door een kredietovereenkomst die werd aangegaan met BNP Paribas Fortis ten belope van maximaal EUR 2.000.000 en gebaseerd op een 'borrowing base' principe. Dit krediet wordt ten dele gebruikt om de bestaande bankgaranties verder te zetten zonder blokkering van een overeenstemmend bedrag aan cash middelen.
Een nieuwe buitengewone algemene vergadering werd bijeengeroepen op 22 mei 2014 waarbij de raad van bestuur voorstelde voor een Omgekeerde Aandelensplitsing, die als gevolg zou hebben dat aan iedere aandeelhouder van de Vennootschap 1/25ste van het aantal aandelen zou toekomen die hij/zij aanhield vóór de Omgekeerde Aandelensplitsing, goed te keuren. De aanwezige aandeelhouders keurden met eenparigheid van stemmen de Omgekeerde Aandelensplitsing goed. De effectieve uitvoering van deze omgekeerde aandelensplitsing vond plaats op 6 juni 2014. Na deze Omgekeerde Aandelensplitsing bedraagt het aantal aandelen van 4Energy Invest 7.593.794.
Gedurende de 2de helft van 2014 heeft 4Energy Invest een gelijkwaardig informatiedocument opgesteld met betrekking tot de toelating tot de verhandeling van de nieuw gecreëerde aandelen op Euronext Brussels. Bij beslissing van 21 oktober 2014 heeft de FSMA beschouwd dat het huidige Informatiedocument en de hierin door verwijzing opgenomen documenten de informatie bevat die gelijkwaardig is aan de informatie die in een prospectus moet worden opgenomen, in de zin van artikel 18, § 2, d), van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Euronext Brussel heeft nadien het nodige gedaan voor de toelating tot de notering van de 7.093.000 nieuwe aandelen 4Energy Invest vanaf 31/10/2014.
Op datum van 10 april 2014 werd er een commerciële overeenkomst afgesloten tussen 4HamCogen NV en Ecopower CVBA voor de levering van energie. Ecopower gebruikt deze energie in zijn productieproces van houtpellets. De levering van energie tussen 4HamCogen en Ecopower werd opgestart in de maand augustus.
De groep is nog steeds blootgesteld aan de algemene risico's zoals vermeld in het gelijkwaardig Informatiedocument dat opgesteld werd voor de toelating tot het verhandelen van 7.093.000 nieuwe gewone aandelen op Euronext Brussels (cf supra 2.1)
Momenteel zijn de belangrijkste onzekerheden voor de groep:
Meer informatie over deze punten bevindt zich ook in items 2.4, 2.5 en 2.6.
De geconsolideerde jaarrekeningen handelen over de groep van entiteiten die er per 31 december 2014 uitzag als volgt:
De geconsolideerde financiële jaarrekeningen weerspiegelen de volgende status van de verschillende investeringsprojecten van 4Energy Invest per 31 december 2014:
Er zijn momenteel geen projecten meer in opbouw of ontwikkeling.
Geconsolideerde winst-en-verlies rekening van 4Energy Invest voor de jaren afgesloten op 31 december 2014, 31 december 2013 en 31 december 2012
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening | 31-12-14 | 31-12-13 | 31-12-12 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 17.753 | 18.703 | 18.836 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 426 | 128 | 750 |
| Inkomsten | 18.180 | 18.832 | 19.586 |
| Kosten van de omzet | -11.799 | -11.985 | -11.316 |
| Personeelskosten | -2.685 | -2.421 | -2.279 |
| Overige bedrijfskosten | -2.948 | -1.775 | -1.734 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (EBITDA) Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (EBITDA) (excl. Impact IFRS 2) |
747,374 1.528 |
2.651 | 4.257 |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen | -1.526 | -2.889 | -6.450 |
| Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa | -490 | -36.794 | -24.184 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | -1.269 | -37.032 | -26.377 |
| Financiële inkomsten | 42.814 | 1.004 | 8 |
| Financiële kosten | -1.195 | -3.565 | -4.326 |
| Netto financieel Resultaat | 41.620 | -2.560 | -4.318 |
| Resultaat voor belasting | 40.350 | -39.592 | -30.695 |
| Inkomstenbelasting | -4,070 | -3 | -6.697 |
| Resultaat van de periode (*) | 40.346 (*) | -39.595 -40585,024 |
-37.392 |
| Resultaat van de periode (excl. Impact IAS 39) (1) Resultaat van de periode (excl. Impact IAS 39 & IFRS2) (2) |
38.571 39.351 |
-40.585 -40.585 -40585,024 |
-36.719 -36.705 |
| Toerekenbaar aan: | |||
| Aandeelhouders van 4Energy Invest | 40.346 | -39.595 | -37.392 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen | 5.397.882 | 12.520.090 | 12.520.090 |
| Aantal uitgegeven warrants (niet 'in the money') pereinde 2014 | 0 | 215.012 | 660.011 |
| Resultaat/aandeel | 7,47 | -3,16 | -2,99 |
| Verwaterde resultaat/aandeel | 7,47 | -3,16 | -2,99 |
(*) Het netto resultaat werd op een niet recurrente manier beïnvloed door de verwerking van de schuldherstructurering.
| 31-12-14 | 31-12-13 | 31-12-12 | |
|---|---|---|---|
| Resultaat van de periode | 40.346 | -39.595 | -37.392 |
| Andere volledige inkomsten: | |||
| Inkomsten met betrekking tot uitgegeven warrants | 0 | 0 | 14 |
| Inkomstenbelasting me betrekking tot onderdelen van andere volledige inkomsten |
0 | 0 | 0 |
| Andere volledige inkomsten over het jaar, netto na belasting |
0 | 0 | 14 |
| Totaal volledige inkomsten over het jaar | 40.346 | -39.595 | -37.377 |
De omzet van € 17,75 miljoen tijdens het jaar 2014 ligt 5,1 % lager dan in het jaar 2013 (€ 18,70 miljoen). Deze omzetdaling is het gevolg van de lagere elektriciteitsprijs (-11,8% vergeleken met dezelfde periode vorig jaar) en van het wegvallen van de verkoop van houtpellets bij Renogen (- 561 k€) die slechts gedeeltelijk kon worden gecompenseerd door de opstart van levering van energie aan Ecopower in de 2de helft van 2014 (265 k€).
De omzet van het boekjaar 2014 bestaat voornamelijk uit 2 componenten:
In augustus 2013 werd er beslist om de installatie van Amel III (productie van houtpellets) stil te leggen en dit omwille van het onrendabele karakter van deze installatie ten gevolge van problemen bij de aankoop van de juiste biomassa tegen aanvaardbare prijzen, de marktprijs voor de geproduceerde houtkorrels en de beperkte capaciteit van de huidige installatie. Door deze beslissing viel ook de verkoop van houtpellets weg.
De productie zal enkel en alleen heropgestart worden indien er positieve kasstromen kunnen verwacht worden. Momenteel zijn er geen fundamentele verbeteringen zijn ten opzichte van de situatie in 2013 zodat er geen vooruitzichten zijn om de installatie terug op te starten op korte termijn.
De geproduceerde hoeveelheid elektriciteit lag 8,4 % lager bij Renogen mede omwille van het geplande en uitgevoerde groot onderhoud op Amel I. Bij 4HamCogen lag de geproduceerde hoeveelheid elektriciteit 5,3 % hoger.
De overige bedrijfsinkomsten slaan vooral terug op compensaties voor geleden schade vanwege de verzekeraars voor een totaal bedrag van 281 k€ en van verminderingen van bedrijfsvoorheffing. De overige bedrijfsinkomsten van 2013 bestonden vooral uit verminderingen van bedrijfsvoorheffing.
De kosten van de omzet tijdens 2014 bedroegen € 11,8 miljoen (tegen € 12,0 miljoen in 2013) en omvatten de aankoop van biomassa voor € 6,42 miljoen (tegen € 7,57 miljoen in 2013), de voorbehandelingskosten van de biomassa voor € 1,16 miljoen (€ 1,07 miljoen in 2013), de onderhoudskosten voor € 2,06 miljoen inclusief de kosten van het groot onderhoud van Amel I (tegen € 1,43 miljoen in 2013), de kosten van het injecteren van elektriciteit op het elektriciteitsnet (feed-in tarieven) voor € 0,22 miljoen (idem in 2013), de kosten voor het afvoeren en verwerken van assen voor € 1,33 miljoen (tegen € 1,19 miljoen in 2013) en andere kosten voor € 0,61 miljoen (tegen € 0,52 miljoen in 2013). Dit betekent dat de totale kost van de biomassa (aankoop, voorbehandeling en afvoer en verwerking van de assen) gedaald is met meer dan 9% vergeleken met vorig jaar. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de verbetering van het aankoopproces van de biomassa.
4Energy Invest streeft naar een verhoging van de operationele performantie van haar dochters Renogen en 4HamCogen. In dat kader werd het team reeds in de tweede helft van 2014 versterkt met extra mankracht. Om deze reden, alsook omwille van de extra personeelskosten voor het groot onderhoud van Amel I, zijn de personeelskosten inclusief de interimkosten in 2014 gestegen met 10,9% in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar.
Er werden geen bedrijfskosten geactiveerd in 2014.
De resulterende operationele EBITDA-marge (excl. provisie voor de share based payment volgens IFRS 2) van 2014 bedroeg € 1,53 miljoen (8.4% van de inkomsten) vergeleken met € 2,65 miljoen (14,1% van de inkomsten) in 2013.
De materiële vaste activa van Amel I, Amel II en Amel III en Ham zijn afgeschreven voor € 1,1 miljoen, tegen € 2,9 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. Dit verschil in afschrijving vergeleken met vorig jaar is te verklaren vanuit de significante vermindering van de boekwaarde op het einde van 2013, dewelke voortvloeide uit de bijzondere waardeverminderingen die er genomen werden.
Bij de afsluiting van de halfjaarcijfers van 2013 werd er door de Raad van Bestuur van 4Energy Invest beslist om de installatie van Amel III (pelletinstallatie) niet langer te waarderen vanuit een 'going concern' maar wel op basis van zijn reële waarde aangezien (i) de installatie sedert 30 juni 2013 werd stilgelegd, (ii) de marktomstandigheden voor de inkoop van biomassa moeilijk waren, (iii) de marktprijs van houtkorrels laag was en (iv) de capaciteit van de installatie beperkt is. Met het afsluiten van de jaarcijfers 2013 werd een bijkomende waardevermindering doorgevoerd gebaseerd op het akkoord dat in februari 2014 bereikt werd met de kredietverstrekkers en investeerders en waarbij de verkoopswaarde voor de Amel III installatie vastgelegd werd op € 0,9 miljoen. Op basis van de voortschrijdende inzichten, met name het feit dat er geen fundamentele verbeteringen zijn ten opzichte van de situatie in 2013 en dat er geen vooruitzichten zijn om de installatie terug op te starten op korte termijn, besliste de Raad van Bestuur om de Amel III installatie verder af te waarderen. Op basis van een evaluatie gemaakt door het management van de vennootschap, besliste de Raad van Bestuur om de waarde van de Amel III installatie vast te leggen op € 0,325 miljoen. Het management bekijkt verder op welke manier de installatie voor andere doeleinden binnen de groep kan ingezet worden of een eventuele verkoop van de installatie mogelijk is. Op basis van deze waarde werd er een bijzondere waardevermindering geboekt van € 0,495 miljoen. Aangezien het warrantenplan finaal omwille van technische redenen niet werd goedgekeurd door de BAV van 22 mei 2014, besliste de Raad van Bestuur dat een share based incentive diende uitgewerkt te worden voor CI2I BVBA en JFMeys sprl dat inhoudelijk maximaal dezelfde werking heeft, i.e. de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. In lijn met IFRS2 werd er hiervoor een provisie aangelegd van € 0,78 miljoen.
Er werd een bijzondere waardevermindering voor wisselstukken geboekt van € 0,21 miljoen in Renogen in lijn met een nieuwe waarderingsregel die de Raad van Bestuur goedkeurde op advies van het auditcomité. Verder werden er provisies genomen ten bedrage van € 0,23 miljoen voor operationele zaken in Renogen en 4HamCogen. Dit alles resulteert in een bedrijfsresultaat (EBIT) van € -1,27 miljoen.
Ingevolge het akkoord dat werd bereikt tussen de kredietverstrekkers (KBC, ING en LRM) en de investeerders (Gimarco/LRM) werden de volgende schuldvorderingen overgedragen van de kredietverstrekkers aan de investeerders:
De schuldvorderingen t.a.v. 4HamCogen NV en t.a.v. Renogen SA bevatten hierbij tevens de marktwaarde per 28/02/2014 van de met de kredietverstrekkers afgesloten IRS-contracten voor een bedrag van respectievelijk EUR 1.447.641 en EUR 348.281.
In de uiteindelijke uitwerking werden de IRS-contracten geannuleerd door de kredietverstrekkers zonder kost voor 4HamCogen en Renogen en dienden deze bijgevolg niet meer te worden overgenomen door de investeerders. Bijgevolg diende de boekwaarde van deze IRS-contracten per 31/12/13 te worden tegen geboekt. Dit resulteerde in een financiële inkomst van EUR 1.725.593. Het resterende bedrag van de schuldvorderingen, zoals hierboven opgesomd en dus zonder de marktwaarde van de IRS-contracten, zijnde EUR 56.882.307 werd vervolgens ingebracht. Verder werd de geleasde installatie Amel III, met een openstaande vordering vanwege de kredietverstrekkers ten aanzien van Renogen voor een bedrag van EUR 8.979.791 en een boekwaarde in de balans van Renogen van EUR 906.398, door de investeerders gekocht van de kredietverstrekkers voor een bedrag van EUR 906.398 en werd de leasingovereenkomst stopgezet zonder bijkomende kost voor de groep. Vervolgens hebben de investeerders deze installatie verkocht aan 4Energy Invest waardoor er een vordering ontstond van de investeerders aan 4Energy Invest. Deze vordering van EUR 906.398 werd finaal ingebracht in het kapitaal van 4Energy Invest samen met de bovenvermelde schuldvorderingen.
Het verdwijnen van de voormelde financiële schulden door uitgifte van aandelen werd verwerkt conform de bepalingen van IFRIC 19. IFRIC 19 bepaalt dat indien eigen vermogensinstrumenten worden uitgeven naar aanleiding van een inbreng van schuldvorderingen, de uit te geven aandelen boekhoudkundig dienen gewaardeerd te worden aan de fair value van deze eigen vermogensinstrumenten. Bijgevolg werden deze schuldvorderingen (EUR 57.788.705) boekhoudkundig verwerkt volgens deze fair value aan EUR 24.825.500 (zijnde de beurskoers van EUR 0,14 op 24 april 2014 maal de 177.325.000 nieuw gecreëerde aandelen). Het verdwijnen van de voormelde financiële schulden door uitgifte van aandelen leidt aldus tot niet-recurrente financiële opbrengsten van EUR 32.963.205. Daarnaast leidde de stopzetting van de leasingovereenkomst zonder bijkomende kost voor de groep tot een niet-recurrente financiële opbrengst van EUR 8.073.393. Het verschil tussen de kapitaalverhoging (EUR 7.093.000) en de fair value volgens IFRIC 19 (EUR 24.825.500) werd verwerkt via het eigen vermogen.
De financiële kosten (€ 1,2 miljoen) weerspiegelen voornamelijk de rentekosten voor de kredietfaciliteiten voor Amel I, Amel II, Amel III en Ham voor de periode tot de datum van overname van de schuldvorderingen door de investeerders (15 april 2014).
De nettowinst voor belasting voor deze periode bedraagt € 40.350.414 maar is vooral het gevolg van de schuldherschikking zonder directe impact op de cash flows.
Geconsolideerde balans van 4Energy Invest voor de jaren afgesloten op 31 december 2014, 31 december 2013 en 31 december 2012
| Activa | 31-12-14 | 31-12-13 | 31-12-12 |
|---|---|---|---|
| Vaste activa | 10.153 | 11.002 | 50.362 |
| Immateriële vaste activa | 0 | 0 | 0 |
| Terreinen en gebouwen | 459 | 502 | 3.456 |
| Installaties, machines en uitrusting | 9.088 | 9.052 | 42.025 |
| Meubilair en rollend materiaal | 18 | 7 | 18 |
| Leasing en vergelijkbare rechten | 447,090 | 1.299 | 4.860 |
| Overige materiële activa | 0 | 0 | 0 |
| Activa in opbouw | 0 | 0 | 0 |
| Goodwill | 0 | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 0 | 0 | 0 |
| Overige vorderingen op lange termijn | 141 | 141 | 4 |
| Vlottende activa | 6.120 | 4.673 | 6.160 |
| Voorraden | 903 | 1.110 | 934 |
| Handelsvorderingen | 4.341 | 2.457 | 3.417 |
| Overige vorderingen | 68 | 69 | 163 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 808 | 1.037 | 1.646 |
| Totaal | 16.273 | 15.675 | 56.522 |
| Passiva | 31-12-14 | 31-12-13 | 31-12-12 |
| Eigen vermogen | 10.708 | -54.464 | -14.869 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders | 10.708 | -54.464 | -14.869 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 |
| Totaal eigen vermogen | 10.708 | -54.464 | -14.869 |
| Langlopende verplichtingen | 1.570 | 600 | 28.504 |
| Rentedragende leningen | 328 | 402 | 28.265 |
| Overige schulden | 780 | ||
| Ontvangen vooruitbetalingen | 50 | 0 | 0 |
| Voorzieningen | 412 | 198 | 239 |
| Kortlopende verplichtingen | 3.995 | 69.539 | 42.887 |
| Rentedragende leningen | 181 | 64.696 | 36.318 |
| Handelsschulden | 2.795 | 2.313 | 2.961 |
| Overige schulden | 1.018 | 2.529 | 3.609 |
De netto daling in materiële vaste activa is vooral het gevolg van een bijzondere waardeverminderingen geboekt op Amel III voor een totaal van 495 k€. Bovendien overstegen de normale afschrijvingen (in Amel I+II, Amel III, 4HamCogen en AmelBio voor een totaal bedrag van EUR 1,1 miljoen) de beperkte netto investeringen die er gemaakt werden in 2014 (totaal EUR 0,74 miljoen).
De netto boekwaarde (NBW) van de verschillende installaties kunnen we als volgt samenvatten:
| Netto | Netto | |
|---|---|---|
| Boekwaarde | Boekwaarde | |
| in miljoen EUR | 31/12/2014 | 31/12/2013 |
| Amel I & II | 3,1 | 2,9 |
| AmelBio | 0,3 | 0,4 |
| Ham | 6,4 | 6,6 |
| Amel III | 0,3 | 0,9 |
| 10,1 | 10,8 |
Er zijn geen andere projecten in ontwikkeling of in aanbouw per 31/12/2014.
De voorraden bestaan uit biomassa en wisselstukken, en voor een heel klein gedeelte uit pellets klaar voor verkoop.
De klantenvorderingen omvatten de bedragen die nog te ontvangen zijn voor geproduceerde (al dan niet gefactureerde) elektriciteit en groenestroomcertificaten voor hernieuwbare energie. Ze omvatten enkel recente productie (van het vierde kwartaal). Er is een beperkt bedrag (€ 4k) aan dubieuze vorderingen.
Het kasbedrag ter beschikking op de bankrekeningen is een buffer voor werkkapitaal, die nodig is om de tijdsverschillen op te vangen tussen de betalingen die periodiek ontvangen worden van klanten en de uitgaven voor de uitbating die een continue karakter hebben (lonen, aankopen van biomassa...).
Ingevolge het financiële akkoord gesloten tussen kredietverstrekkers en investeerders en vervolgens de inbreng van de overgenomen schuldvorderingen door de investeerders in het kapitaal van 4Energy Invest werd de groep in belangrijke mate schuldenvrij. Momenteel blijven er enkel financiële leaseschulden (kortlopend + langlopend te samen) voor een bedrag van 509 k €.
De handelsschulden omvatten facturen van leveranciers van biomassa, diensten en installateurs.
Andere schulden betreffen personeel gerelateerde provisies, BTW en allerlei toe te rekenen kosten.
De afname van de netto geldmiddelen en kasequivalenten met € 0,2 miljoen weerspiegelt het resultaat van de volgende belangrijke kas(stroom)bewegingen van 2014:
De kapitaalsverhoging op niveau van 4Energy Invest NV door inbreng van de overgenomen schuldvorderingen (cf. supra 2.1) en het daaruit voortvloeiende resultaat volgens IFRS, heeft op geconsolideerd niveau geleid tot een positief eigen vermogen. In lijn met het verleden heeft 4Energy Invest bij het verwerven van de bestaande kredieten een standstill verleend aan haar dochtervennootschappen 4HamCogen en Renogen. Deze standstill is van onbepaalde duur en onderhevig aan bepaalde voorwaarden.
4Energy Invest verwacht dat zijn resultaten in 2015 zullen worden beïnvloed door de volgende factoren:
• Verdere optimalisering van de operaties in Ham en Amel;
Actieplannen om de belangrijkste kosten te verlagen en de productiviteit van de installaties te verbeteren, werden opgesteld. Dergelijke actieplannen kunnen bepaalde investeringen en/of verbeteringen aan de bestaande installaties met zich brengen, mede teneinde de bestaande milieuwetgeving en vergunningen te respecteren. In het licht van de uitvoering van deze actieplannen kan het nodig zijn om het operationele team verder te versterken.
• Evolutie van de elektriciteitsprijzen;
De elektriciteitsprijzen die momenteel gangbaar zijn voor de geproduceerde elektriciteit van warmtekrachtinstallaties op de professionele groothandelsmarkt, blijven historisch zeer laag. Wijzigingen van de elektriciteitsprijzen hebben een onmiddellijke impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep.
• Wetgevend kader
Het wetgevend kader voor de groenestroomcertificaten en de wetgeving omtrent de milieunormen zijn beslissend voor de leefbaarheid van groene energie projecten. Wijzigingen in dit wetgevend kader hebben een cruciale impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep.
De volgende belangrijke gebeurtenissen vonden plaats of hebben hun uitwerking in 2015:
Op het niveau van Renogen SA werd Artikel 65 gelanceerd door de Waalse administratie (Département des Permis et Autorisation). Deze procedure werd gelanceerd omwille van de onduidelijkheid van de definities en Eural-codes van de verschillende stromen van biomassa. De uitkomst van deze procedure kan leiden tot een aanpassing aan de exploitatievoorwaarden van Renogen SA. Dit kan op zijn beurt aanzienlijke investeringen voor Renogen SA met zich brengen.
De gemeente Amel heeft bij de rechtbank van eerste aanleg van Eupen een milieustakingsvordering ingediend met als doel Renogen SA te verbieden de biomassa komende van composteerbedrijven, meer bepaald de zeefoverloop na compostering die een beperkt percentage plastiek bevat, te verbranden, of om de emissienormen van het Waalse regeringsbesluit van 21 februari 2013 na te leven. Dit regeringsbesluit legt de normen vast voor de sector van verbrandings- en gezamenlijke verbrandingsinstallaties. Deze stakingsvordering werd ingediend op 6 maart 2015 en zal gepleit worden op 22 mei 2015.
De elementen die de ontwikkeling van de groep beïnvloeden, werden besproken in items 3.4 en 3.5.
De toekomstige rendabiliteit van de groep zal vooral afhangen van de evolutie van de elektriciteitsmarkt, van het regelgevend kader met betrekking tot (hernieuwbare) energie en van de prijzen en kwaliteit van de biomassa.
4Energy Invest concentreert zich momenteel op het uitbaten van haar bestaande installaties in de dochterbedrijven Renogen/Amelbio en 4HamCogen. Het voert momenteel geen onderzoek en ontwikkeling uit.
Er worden geen financiële instrumenten gebruikt om de elektriciteitsprijs en het kredietrisico in te dekken. De groep heeft in het verleden wel interest indekkingscontracten (IRS) aangegaan om de interestkosten op haar schulden te stabiliseren, voor meer dan de helft van haar schulden met variabele interestvoet. In het kader van de overname van de bestaande schuldvorderingen door de Inschrijvers (zoals beschreven onder item 2.1 en 2.3) werden deze IRS-en, op uitzondering van 1 contract aangegaan met Belfius, stopgezet. De stopzetting van de IRS-en met KBC en ING zonder extra kosten voor Renogen en 4HamCogen en de evolutie van de marktwaarde van het overblijvende contracten met Belfius hadden per 31 december 2014 een positieve impact van 1.776 k EUR op het resultaat.
De Vennootschap biedt, voor zover dat nodig is en voor zover deze elementen gevolgen zouden kunnen hebben in geval van een openbaar overnamebod, de volgende informatie aan conform artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007:
Eind 2014 bedraagt het aandelenkapitaal van 4Energy Invest € 20.948.484,00 vertegenwoordigd door 7.593.794 geregistreerde en gedematerialiseerde aandelen zonder nominale waarde, die elk een identieke fractie van het aandelenkapitaal van 4Energy Invest vertegenwoordigen. Het kapitaal is volledig volgestort. Alle aandelen hebben dezelfde rechten.
In de statuten van 4Energy Invest is bepaald dat de aandelen vrij overdraagbaar zijn.
De Vennootschap heeft aan de houders van zijn effecten geen bijzondere controlerechten toegekend.
Er zijn geen aandelenplannen of vergelijkbare plannen voor werknemers na uitdoving van het aandelenoptieplan dat uitgeschreven werd op 21 mei 2008.
Elke aandeelhouder van 4Energy Invest heeft recht op één stem per aandeel. Aandeelhouders mogen bij volmacht stemmen.
Ten behoeve van 4Energy Invest worden de aandelen als ondeelbaar beschouwd. Indien verschillende personen één aandeel houden, of indien de rechten die aan een aandeel zijn gekoppeld verdeeld zijn over verschillende personen, kan 4Energy Invest de uitoefening van rechten die aan dat aandeel zijn gekoppeld, opschorten tot er één persoon is aangesteld als de eigenaar van het aandeel ten behoeve van 4Energy Invest.
Stemrechten kunnen voorts worden opgeschort, onder andere, (i) door een bevoegde rechtbank of de FSMA, (ii) indien de aandelen niet volledig werden volgestort ondanks een verzoek hiertoe door de raad van bestuur, en (iii) voor aandelen die recht geven op hun totale aantal stemrechten die op de datum van de relevante algemene vergadering van aandeelhouders aan de uitstaande financiële instrumenten van 4Energy Invest zijn gekoppeld, tenzij de aandeelhouder 4Energy Invest en de FSMA ten minste 20 dagen vóór de relevante algemene vergadering van aandeelhouders waarop hij zijn stem wenst uit te brengen, op de hoogte heeft gebracht. Stemrechten gekoppeld aan teruggekochte aandelen worden eveneens opgeschort, zolang de eigenaar van de aandelen of een dochteronderneming daarvan de desbetreffende aandelen houdt.
Overeenkomsten tussen aandeelhouders die door de vennootschap gekend zijn en die kunnen leiden tot beperkingen op de overdracht van effecten en/of de uitoefening van stemrechten
Er zijn geen verklaarde of bekende overeenkomsten tussen aandeelhouders.
Regels voor de benoeming en de vervanging van bestuurders en de wijziging van de statuten De raad van bestuur van 4Energy Invest is samengesteld uit minimaal 6 en maximaal 10 leden. Ten minste de helft van de leden zijn niet-uitvoerend bestuurders.
Alle bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders voor een hernieuwbare termijn van in principe 4 jaar. Als er vóór het verstrijken van de termijn een bestuursmandaat openvalt, hebben de overblijvende bestuurders het recht om tijdelijk een nieuwe bestuurder te benoemen om voorlopig in de vacature te voorzien, tot de aandeelhouders op een Aandeelhoudersvergadering besluiten een nieuwe bestuurder aan te stellen. Dit punt moet in de agenda van de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders worden opgenomen.
Wijzigingen van de statuten (behalve een wijziging van het maatschappelijk doel) vereisen de aanwezigheid of de vertegenwoordiging van ten minste 50 % van het aandelenkapitaal van 4Energy Invest en de goedkeuring van ten minste 75 % van de uitgebrachte stemmen. Een wijziging van het maatschappelijk doel van 4Energy Invest vereist de goedkeuring van ten minste 80 % van de uitgebrachte stemmen op een algemene vergadering van aandeelhouders, die in principe slechts geldig kunnen stemmen over een dergelijk besluit indien ten minste 50 % van het maatschappelijk kapitaal van 4Energy Invest en ten minste 50 % van de (eventuele) winstbewijzen aanwezig of vertegenwoordigd zijn. In het geval waarin het vereiste quorum niet aanwezig of vertegenwoordigd is op de eerste vergadering, moet een tweede vergadering met een nieuwe bijeenroeping worden bijeengeroepen. De tweede algemene vergadering van aandeelhouders kan geldig overleggen en beslissen, ongeacht het aantal aandelen dat aanwezig of vertegenwoordigd is.
De raad van bestuur van 4Energy Invest kan alle handelingen stellen die noodzakelijk of nuttig zijn om het maatschappelijk doel van 4Energy Invest te verwezenlijken, met uitzondering van die handelingen die bij wet of volgens de statuten van 4Energy Invest exclusief zijn voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
Op 21 mei 2008 heeft de buitengewone vergadering van aandeelhouders van 4Energy Invest beslist om aan de raad van bestuur de goedkeuring te verlenen om het aandelenkapitaal van 4Energy Invest in een of meer transacties te verhogen met een maximumbedrag gelijk aan het huidige aandelenkapitaal van 4Energy Invest van € 13.855.484,00. De bevoegdheden van de raad van bestuur binnen de limieten van het toegestaan kapitaal gelden voor een periode van vijf jaar vanaf de publicatie van de goedkeuring in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
De bevoegdheid in verband met het toegestane kapitaal verliep in 2013. Een verlenging van deze bevoegdheid werd goedgekeurd tijdens een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders gehouden op 6 januari 2014 voor een nieuwe periode van vijf jaar vanaf de publicatie van de goedkeuring in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
Als het kapitaal wordt verhoogd binnen de limieten van het toegestane kapitaal, dan heeft de raad van bestuur de bevoegdheid om te verzoeken tot betaling van een uitgiftepremie. Als de raad van bestuur dit beslist, dan wordt deze uitgiftepremie geboekt op een onbeschikbare rekening, die alleen kan worden verlaagd of afgeboekt bij een besluit van een algemene vergadering van aandeelhouders, genomen in overeenstemming met de bepalingen die gelden voor een wijziging van de statuten.
De machtiging van de raad van bestuur zal gelden voor kapitaalverhogingen in geld of in natura, of uitgevoerd door een kapitalisatie van reserves, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen. Het is de raad van bestuur toegestaan om converteerbare obligaties of warrants uit te geven binnen de limieten van het toegestane kapitaal.
De raad van bestuur is bevoegd om binnen de limieten van het toegestane kapitaal het voorkeurrecht van de aandeelhouders te annuleren of te beperken in het belang van 4Energy Invest en in overeenstemming met artikel 596 en volgende van het Belgische Wetboek van vennootschappen. De raad van bestuur is bevoegd om het voorkeurrecht van de aandeelhouders ten gunste van een of meerdere personen te annuleren of te beperken, zelfs wanneer die personen geen personeelsleden zijn van 4Energy Invest of zijn dochterondernemingen.
De raad van bestuur is bevoegd om het toegestane kapitaal te gebruiken in geval van een openbaar overnamebod, binnen de limieten die worden voorgeschreven door het Belgische Wetboek van vennootschappen.
Tot heden heeft de raad van bestuur zijn bevoegdheden in verband met het toegestane kapitaal nog niet gebruikt. Dienovereenkomstig kan het aandelenkapitaal van de Vennootschap op dit moment nog steeds worden verhoogd met een bedrag van € 13.855.484,00 volgens de toelating in verband met het toegestane kapitaal.
Met betrekking tot de share based incentive (cf. supra 1.2.7.29 en infra 4.16.4.1): Gedurende de eerste 3 jaren kunnen Ci2i BVBA en Jean-Francois Meys SPRL deze vergoeding noch geheel noch gedeeltelijk laten uitkeren tenzij in het geval van bepaalde events (oa. de verkoop van de Vennootschap, de verkoop van een substantieel deel of van alle activa en kapitaalsverhoging). Op dat ogenblik zal er tevens een versnelde verwerving zijn wat betekent dat in geval van zo'n event, de hele vergoeding zal worden uitgekeerd.
De individuele overeenkomsten tussen 4Energy Invest en bepaalde leden van het uitvoerend management voorzien specifiek in een vergoeding indien ten gevolge van een openbaar overnamebod deze leden worden ontslagen of indien hun dienstverband wordt beëindigd.
In het verleden werden door de raad van bestuur van 4Energy Invest een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité en een adviescomité opgericht. Deze comités hebben een louter adviserende rol. De uiteindelijke besluitvorming blijft de verantwoordelijkheid van de raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de opdracht van elk comité met betrekking tot de organisatie, procedures, beleid en activiteiten van dat comité.
Gezien de beperkte omvang van het bedrijf en de veranderingen die het onderging, had de Raad van Bestuur de taken en verantwoordelijkheden van deze comités in 2013 terug naar zich toegetrokken om zo de kosten te drukken en de besluitvorming te verbeteren alsook te versnellen. Gegeven de kapitaalverhoging op 24 april 2014 en de recente herschikking van de Raad van Bestuur, wordt de werking van de verschillende committees geheractiveerd.
Het auditcomité is samengesteld uit ten minste 3 leden, benoemd door de Raad van Bestuur. Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. In afwijking met de Belgische Corporate Governance Code die vereist dat een meerderheid van de leden van het auditcomité onafhankelijk zijn, is slechts één van de drie huidige leden onafhankelijk bestuurder. Dit is wel in overeenstemming met artikel 526bis, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
De voorzitter van het auditcomité wordt benoemd onder de leden van het auditcomité door de Raad van Bestuur van de Vennootschap en mag deze functie niet combineren met het voorzitterschap van de Raad van Bestuur. De voorzitter van het auditcomité, al naargelang het geval met de steun van de voorzitter van de Raad van Bestuur en/of de CEO en/of de CFO, zal ervoor zorgen dat het auditcomité te allen tijde (i) zijn rol en taken begrijpt, (ii) over alle informatie beschikt om zijn interne en externe taken naar behoren te vervullen, en (iii) zijn taken vervult in overeenstemming let het interne reglement van het auditcomité.
De aanstelling van de leden van het auditcomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het auditcomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Het auditcomité zal beslissen of, en zo ja wanneer de CEO, de CFO (of kaderleden verantwoordelijk voor zaken in verband met financiën, boekhouding en financieel beheer), de interne auditor (indien bestaande) en de externe bedrijfsrevisor zullen worden uitgenodigd om de vergaderingen bij te wonen.
Op de datum van dit jaarverslag bestaat het auditcomité uit de volgende leden: Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder, BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch, als niet-uitvoerend bestuurder en LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens als niet-uitvoerend bestuurder. LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens en BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch zijn deskundig in boekhouding en audit, zoals blijkt uit hun vorige functie als beleggingsbeheerder, en uit de bestuursfuncties die zij in verschillende vennootschappen uitoefenen. Hamaco BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
Meer informatie over de interne controle- en risicobeheerssystemen bevindt zich in het statutaire enkelvoudige jaarverslag, in sectie 4.16.5.
Mevrouwen,
Mijne Heren,
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende verklaringen. De geconsolideerde jaarrekening omvat het geconsolideerd overzicht van de financiële positie op 31-12-2014, het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kastroomoverzicht van het boekjaar afgesloten op 31-12-2014 evenals een toelichting.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap 4Energy Invest over het boekjaar afgesloten op 31-12-2014, opgesteld op basis van de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie, met een geconsolideerd balanstotaal van 16.272.716 EUR en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 40.346.345 EUR.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards, alsook voor het implementeren van de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat, die het gevolg is van fraude of van fouten.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing van de entiteit in aanmerking die relevant is voor het opstellen door de entiteit van de geconsolideerde jaarrekening, die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn, maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde waarderingsregels en van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de geconsolideerde jaarrekening als geheel.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de entiteit de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening van de NV 4Energy Invest per 31-12- 2014 een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van het geconsolideerd geheel , alsook van haar geconsolideerde resultaten en van haar geconsolideerd kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale auditstandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de jaarrekening te wijzigen:
Opgemaakt te Beringen op 20 april 2015
VGD Bedrijfsrevisoren CVBA
Pieter Bruegelstraat 7
3580 Beringen
Commissaris
Vertegenwoordigd door Philip De Meyer
Dit rapport werd op 20 maart 2015 door de raad van bestuur opgesteld krachtens artikel 96 van het Belgische Wetboek van vennootschappen, voor voorlegging op de jaarlijkse algemene vergadering van 21 mei 2015. De informatie die in dit rapport wordt verstrekt is gereglementeerde informatie in overeenstemming met artikel 36 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007.
Geachte Aandeelhouder,
Wij hebben het genoegen u de statutaire jaarrekeningen voor het jaar afgesloten op 31 december 2014 te presenteren.
3 Alle bedragen in deze sectie betreffen enkelvoudige statutaire cijfers volgens Belgian GAAP.
De informatie in dit deel is een uittreksel uit de statutaire jaarrekeningen die zullen worden ingediend bij de Nationale Bank en omvat niet alle informatie zoals vereist door Artikel 98 en 100 van het Belgische Wetboek van vennootschappen. De volledige statutaire jaarrekeningen kunnen geraadpleegd worden in het voor beleggers bestemde deel van de website van 4Energy Invest (www.4energyinvest.com). Alle bedragen worden vermeld in euro.
| Balans (in euro) | 31/12/2014 | 31/12/2013 |
|---|---|---|
| Oprichtingskosten | 0 | 0 |
| Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa | 3.323 | 5.406 |
| Financiële vaste activa | 5.668.983 | 6.002 |
| a. Deelnemingen | 99 | 99 |
| b. Vorderingen | 5.662.982 | 0 |
| c. Andere financiële activa | 5.902 | 5.902 |
| Totaal vaste activa | 5.672.307 | 11.408 |
| Voorraden | 0 | 0 |
| Handelsvorderingen | 1.076.902 | 1.210 |
| Overige vorderingen | 450.313 | 30.323 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 337.002 | 31.917 |
| Overlopende rekeningen | 34.952 | 3.346 |
| Totaal vlottende activa | 1.899.169 | 66.796 |
| TOTAAL ACTIVA | 7.571.476 | 78.204 |
| Kapitaal | 20.948.484 | 13.855.484 |
| Uitgiftepremies | 18.104.416 | 18.104.416 |
| Herwaarderingsmeerwaarde | 0 | 0 |
| Reserves | 0 | 0 |
| Overgedragen winst / (verlies) | -32.779.140 | -32.184.915 |
| Kapitaalsubsidies | 0 | 0 |
| Totaal eigen vermogen | 6.273.760 | -225.015 |
| Voorzieningen | 29.710 | 42.260 |
| Schulden op meer dan 1 jaar (overige schulden) | 780.453 | 0 |
| Schulden > 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 0 | 0 |
| Financiële schulden | 0 | 0 |
| Handelsschulden | 345.508 | 119.048 |
| Schulden mbt belastingen, bezorldigingen en soc. lasten | 13.991 | 14.893 |
| Overige schulden | 80.040 | 108.940 |
| Overlopende rekeningen | 48.013 | 18.078 |
| Schulden op minder dan een jaar | 487.552 | 260.958 |
| TOTAAL PASSIVA | 7.571.476 | 78.204 |
| Winst- en verliesrekening (in euro) | 31/12/2014 | 31/12/2013 |
|---|---|---|
| Inkomsten | 1.031.307 | 775.852 |
| Omzet | 960.000 | 720.000 |
| Overige bedrijfsinkomsten | 71.307 | 55.852 |
| Bedrijfskosten | 2.069.665 | 826.968 |
| Diensten en diverse goederen | 2.009.065 | 761.317 |
| Personeelskosten | 59.218 | 59.174 |
| Andere bedrijfskosten | 1.381 | 6.478 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (EBITDA) | -1.038.357 | -51.117 |
| Afschrijven en waardeverminderingen | -3.542 | -5.646 |
| Voorzieningen | 42.260 | 56.347 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | -999.639 | -416 |
| Financiële opbrengsten | 31.791 | 544.230 |
| Financiële kosten | 400.033 | -511.709 |
| Winst/(verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening | -567.814 | 32.105 |
| Uitzonderlijke opbrengsten | 3.600 | 0 |
| Uitzonderlijke kosten | -29.710 | 0 |
| Winst/(verlies) voor belasting | -593.924 | 32.105 |
| Inkomstenbelasting | -301 | 0 |
| Winst/(verlies) na belasting | -594.225 | 32.105 |
| 31/12/2014 | 31/12/2013 | |
|---|---|---|
| Kapitaal | ||
| Aan het begin van de periode | 13.855.484 | 13.855.484 |
| Kapitaalsverhoging/(vermindering) | 7.093.000 | 0 |
| Aan het einde van de periode | 20.948.484 | 13.855.484 |
| Aantal uitgegeven aandelen | 7.593.794 | 12.520.090 |
De regels voor financiële verslaggeving zijn opgesteld in overeenstemming met de voorschriften van het Belgische Koninklijk Besluit van 30 januari 2011 inzake de regels voor financiële verslaggeving, en gelden voor de waardering van het totaal van alle kortlopende vorderingen, te betalen posten en verplichtingen van welke aard ook die verband houden met 4Energy Invest NV.
De opstelling en de toepassing van deze regels veronderstellen dat 4Energy Invest NV zijn bedrijfsactiviteiten voortzet.
De oprichtingskosten en de kosten van kapitaalverhogingen worden opgenomen als kosten in het boekjaar waarin ze ontstaan.
Deze activa worden lineair afgeschreven voor 20% per jaar.
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs en in de balans opgenomen voor dit bedrag, min toepasselijke afschrijvingen en waardeverminderingen.
De verkrijgingsprijs vertegenwoordigt de aankoopkosten of de productiekosten, al naargelang het geval. De aankoopprijs omvat zowel de aankoopprijs als de additionele betaalde kosten. De productiekosten omvatten zowel de aankoopkosten van de gebruikte grondstoffen en verbruiksgoederen als de productiekosten.
Materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur worden zodanig afgeschreven dat de kosten worden gespreid over de waarschijnlijke economische levensduur of gebruiksduur. Er kan eveneens gebruik worden gemaakt van de belastingregels voor degressieve afschrijvingsmethoden en andere methoden voor versnelde afschrijving.
De afschrijving vindt proportioneel plaats vanaf het moment van de investering.
Voor materiële vaste activa die buiten gebruik zijn gesteld of die niet langer op duurzame wijze bijdragen aan de activiteiten van de vennootschap, worden er bijzondere waardeverminderingen opgenomen om de boekwaarde in overeenstemming te brengen met de waarschijnlijke opbrengstwaarde.
De additionele aankoopkosten worden afgeschreven volgens de aard van de investeringen.
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de onderstaande tabel.
| Aard van het actief | Afschrijvingsmethode |
|---|---|
| Installaties, machines en uitrusting | 20% lineair |
| Meubilair | 20% lineair |
| Voertuigen | 20% lineair |
| Kantoren | 20% lineair |
| Inrichting en installaties van gehuurde gebouwen | 11.11% lineair |
Vaste financiële activa worden gewaardeerd tegen hun verkrijgingsprijs, zonder gerelateerde kosten of ingebrachte waarde.
Vorderingen en waarborgen worden opgenomen tegen nominale waarde
Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in geval van permanent verlies in waarde of waardevermindering.
Vorderingen worden in de balans opgenomen tegen hun nominale waarde.
Op de balansdatum worden vorderingen die zijn uitgedrukt in vreemde valuta's gewaardeerd op basis van de slotkoers op de laatste handelsdatum van het boekjaar.
Als een vordering tegen haar nominale waarde in de balans wordt opgenomen, wordt deze in voorkomend geval opgenomen in de overlopende posten, en worden de volgende posten proportioneel opgenomen in het resultaat:
Als bij de afsluiting van het boekjaar blijkt dat een vordering waarschijnlijk niet volledig of slechts gedeeltelijk zal kunnen worden geïnd, zal het bedrag van de vordering dienovereenkomstig worden aangepast.
In geval van een faillissement of een schuldherschikking wordt de vordering opnieuw opgenomen tegen het voorgestelde dividend.
Worden opgenomen tegen hun nominale waarde.
Aandelen die zijn opgenomen onder beleggingen in contanten worden gewaardeerd volgens de vastgestelde regels voor vaste financiële activa.
Vreemde valuta's worden gewaardeerd tegen de slotkoers op de laatste handelsdag van het boekjaar.
De beschikbare bedragen worden opgenomen tegen hun nominale waarde.
Vreemde valuta's worden gewaardeerd tegen de slotkoers op de laatste handelsdag van het boekjaar.
De raad van bestuur stelt voorzichtig en te goeder trouw de voorzieningen vast die moeten worden aangelegd om dreigende geschillen, kosten en risico's te dekken.
Schulden worden in de balans opgenomen tegen hun nominale waarde. Schulden in vreemde valuta's worden gewaardeerd tegen de slotkoers op de laatste handelsdag van het boekjaar.
Als de nominale waarde van de schulden rentebedragen omvat op basis van een overeenkomst tussen de partijen, zal de schuld in de balans worden opgenomen en zullen de rentebedragen die zijn inbegrepen in de nominale waarde worden opgenomen in de overlopende posten en worden deze rentebedragen proportioneel opgenomen in het resultaat.
Deze posten worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs en in de balans opgenomen voor het gedeelte dat wordt uitgesteld of dat wordt overgedragen naar het volgende boekjaar of de volgende boekjaren.
4Energy Invest werd opgericht om een portfolio te creëren en te beheren van kleine tot middelgrote lokaal georganiseerde projecten die biomassa hetzij direct, hetzij indirect omzetten in energie:
Via haar dochteronderneming Renogen heeft de Vennootschap de exploitatie voortgezet van haar twee warmtekrachtkoppelingsinstallaties op basis van houtige biomassa in Amel (Wallonië, België). De operationele resultaten van Renogen werden gedurende het boekjaar 2014 beïnvloed door de volgende factoren: (i) daling van de hoeveelheid geproduceerde en verkochte elektriciteit alsook van het aantal groenestroomcertificaten vooral door het uitgevoerde en geplande groot onderhoud van één van de twee centrales van Renogen, (ii) lagere elektriciteitsprijs ten opzichte van het boekjaar 2013, (iii) hogere andere bedrijfsopbrengsten door vergoedingen van verzekeringsmaatschappij voor geleden schadegevallen, (iv) lagere kosten voor de biomassa mede door verbetering van het aankoopproces, (v) hogere onderhoudskosten mede door het uitgevoerde groot onderhoud en ((vi) de veel lagere afschrijvingskosten omwille van de omvangrijke waardevermindering geboekt op de installaties in de voorgaande jaren .
De operationele resultaten van 4HamCogen werden gedurende het boekjaar 2014 beïnvloed door de volgende factoren: (i) stijging van de hoeveelheid geproduceerde en verkochte elektriciteit alsook van het aantal groenestroomcertificaten, (ii) lagere elektriciteitsprijs ten opzichte van het boekjaar 2013, (iii) de opstart van de verkoop van enegie aan Ecopower (iv) hogere andere bedrijfsopbrengsten door vergoedingen van verzekeringsmaatschappij voor geleden schadegevallen, (v) bijkomende aanleg van een provisie voor risico's en kosten en (vi) de veel lagere afschrijvingskosten omwille van de omvangrijke waardevermindering geboekt op de installaties in de voorgaande jaren .
De groep baat nu 3 warmtekrachtkoppelingsinstallaties uit op 2 sites:
De installatie voor productie van houtpellets zal enkel en alleen heropgestart worden indien er positieve kasstromen kunnen verwacht worden. Momenteel zijn er geen fundamentele verbeteringen zijn ten opzichte van de situatie in 2013 zodat er geen vooruitzichten zijn om de installatie terug op te starten op korte termijn.
De immateriële vaste activa bestonden vooral uit het softwarepakket dat ontwikkeld werd in het kader van het BioCoal project. Aangezien de ontwikkeling van dit project beëindigd werd en het onwaarschijnlijk is dat de software elders kan gebruikt worden, werd hij volledig afgeschreven.
De financiële vaste activa weerspiegelen het holding-karakter van 4Energy Invest. De financiële vaste activa omvatten:
Uit de analyse beschreven in voorgaande paragraaf bleek dat de terugbetaling van deze schulden erg onwaarschijnlijk was. Daarom werd de waarde van deze vorderingen op de balans van 4Energy Invest door een bijzondere waardevermindering in 2012 ook naar nul gebracht.
De handelsvorderingen bestaan voornamelijk uit de vordering op dochteronderneming Renogen naar aanleiding van de verkoop door 4Energy Invest aan Renogen van de door de investeerders overgenomen installatie van Amel III die vervolgens door de investeerders werd ingebracht in het kapitaal van 4Energy Invest.
De overige vorderingen op korte termijn betreffen de R/C op Renogen en 4HamCogen die in de voorgaande jaren omwille van de onwaarschijnlijkheid van terugbetaling werden naar nul teruggebracht door middel van een bijzondere waardevermindering. Door de verbeterde financiële situatie bij 4HamCogen slaagde deze laatste erin om een deel van zijn kortlopende schuld aan 4Energy Invest terug te betalen. Hierdoor werd er een terugname geboekt op de waardevermindering geboekt in het verleden ten belope van het terugbetaalde bedrag.
Verder omvat dit de vordering op Amelbio die door de investeerders werd overgenomen van de kredietverstrekkers (400 K EUR) en vervolgens ingebracht in het kapitaal van 4Energy Invest als ook van een tegoed op de BTW (45 K EUR).
De geldmiddelen en kasequivalenten weerspiegelen het niveau van contanten.
Het eigen vermogen (6.273.760 EUR) is het resultaat van de volgende transacties:
De voorziening van 29.710 EUR betreft voorziening voor een geplande herschikking van het financieel departement die intussen werd doorgevoerd.
De schulden op meer dan 1 jaar (overige schulden) betreft de provisie die er werd aangelegd voor de share based incentive (780 K EUR)
De Vennootschap heeft, na het bereiken van het akkoord tussen kredietverstrekkers en investeerders, geen buitenbalansverplichtingen meer ten aanzien van zowel de banken als de Limburgse Reconversie Maatschappij ('LRM') in het kader van de financiering die in het verleden werd afgesloten voor het warmtekrachtkoppelingsproject op het niveau van 4HamCogen.
De omzet van de vennootschap weerspiegelt voornamelijk de facturatie van recurrente managementdiensten aan haar dochterondernemingen voor 960.000 EUR. De overige bedrijfsinkomsten van 71.307 EUR betreffen bijna uitsluitend onkosten die doorgerekend werden aan de dochterondernemingen, vooral voor verzekeringen en juridische ondersteuning.
Onder de kosten van goederen en diensten van 2.009.065 EUR, bevinden zich de algemene en recurrente administratiekosten, huurlasten, erelonen, managementkosten, commissarisvergoedingen... . Deze kosten werden in vergelijking met boekjaar 2014 sterk beïnvloed door de volgende factoren: het aanleggen van een provisie voor share based incentive (780 K EUR), de vergoeding voor prestaties geleverd in 2014 door Gimarco/LRM (150 K EUR), de uitgekeerde bonussen en bonusprovisies voor het management (211 K EUR), de nieuwe afspraken omtrent vergoeding van niet-uitvoerend bestuurders (+ 46 K EUR) alsook kosten voor erelonen naar aanleiding van het akkoord gemaakt tussen kredietverstrekkers en investeerders.
De vennootschap sloot 2014 af met een operationeel verlies (999.639 EUR) waarin een terugname van een in 2012 aangelegde provisie is inbegrepen met betrekking tot het huurcontract voor het kantoor in Anderlecht en dat de huurkosten in 2014 grotendeels compenseert.
De financiële inkomsten van 31.791 EUR betreffen voornamelijk de aan Amelbio aangerekende interesten op de rekening courant alsook op een extra lening die tijdelijk werd toegekend aan Renogen met betrekking tot een garantiestelling aan de Waalse overheid.
Omwille van een verbeterde financiële situatie, slaagde 4HamCogen erin om een deel van de rekening courant die ze had ten opzichte van 4Energy Invest terug te betalen. Aangezien er op deze rekening courant in de voorgaande jaren een volledig waardevermindering werd geboekt, werd deze waardevermindering teruggenomen ten belope van het bedrag dat werd terugbetaald ( 433 K EUR).
De vennootschap heeft nog geen dividenden ontvangen van haar dochterondernemingen, en het is weinig waarschijnlijk dat dit in de nabije toekomst zal gebeuren.
De raad van bestuur stelt voor om het resultaat toe te wijzen als volgt:
| Over te dragen verliezen | - 32.779.140 |
|---|---|
| Overgedragen winsten/(verliezen) van vorige boekjaren | - 32.184.915 |
| Winst/(verlies) van het boekjaar |
- 594.225 |
Aangezien 4Energy Invest een holdingmaatschappij is, draagt het indirect de risico's van haar dochterondernemingen.
De risico's hebben voornamelijk betrekking op:
Aangezien 4Energy Invest een holding is, hebben gebeurtenissen met betrekking tot de dochterondernemingen ook impact op de vennootschap zelf.
De volgende belangrijke gebeurtenissen vonden plaats in 2015 :
Op het niveau van Renogen SA werd Artikel 65 gelanceerd door de Waalse administratie (Département des Permis et Autorisation). Deze procedure werd gelanceerd omwille van de onduidelijkheid van de definities en Eural-codes van de verschillende stromen van biomassa. De uitkomst van deze procedure kan leiden tot een aanpassing aan de exploitatievoorwaarden van Renogen SA. Dit kan op zijn beurt aanzienlijke investeringen voor Renogen SA met zich brengen.
De gemeente Amel heeft bij de rechtbank van eerste aanleg van Eupen een milieustakingsvordering ingediend met als doel Renogen SA te verbieden de biomassa komende van composteerbedrijven, meer bepaald de zeefoverloop na compostering die een beperkt percentage plastiek bevat, te verbranden, of om de emissienormen van het Waalse regeringsbesluit van 21 februari 2013 na te leven. Dit regeringsbesluit legt de normen vast voor de sector van verbrandings- en gezamenlijke verbrandingsinstallaties. Deze stakingsvordering werd ingediend op 6 maart 2015. De pleitzitting is voorzien op 22 mei 2015.
4Energy Invest concentreert zich momenteel op het uitbaten van haar bestaande installaties in de dochterbedrijven Renogen/AmelBio en 4HamCogen. Het voert momenteel geen onderzoek en ontwikkeling uit.
De vennootschap heeft geen bijkantoren.
Volgende elementen hebben een impact op de ontwikkeling van de dochtervennootschappen:
Actieplannen om de belangrijkste kosten te verlagen en de productiviteit van de installaties te verbeteren, werden opgesteld. Dergelijke actieplannen kunnen bepaalde investeringen en/of verbeteringen aan de bestaande installaties met zich brengen, mede teneinde de bestaande milieuwetgeving en vergunningen te respecteren. In het licht van de uitvoering van deze actieplannen kan het nodig zijn om het operationele team verder te versterken.
De elektriciteitsprijzen die momenteel gangbaar zijn voor de geproduceerde elektriciteit van warmtekrachtinstallaties op de professionele groothandelsmarkt, blijven historisch zeer laag. Wijzigingen van de elektriciteitsprijzen hebben een onmiddellijke impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep.
Het wetgevend kader voor de groenestroomcertificaten en de wetgeving omtrent de milieunormen zijn beslissend voor de leefbaarheid van groene energie projecten. Wijzigingen in dit wetgevend kader hebben een cruciale impact (positief of negatief) op de financiële cijfers van de groep.
De vennootschap maakt geen gebruik van financiële instrumenten.
De Vennootschap beoordeelt haar blootstelling ten aanzien van het risico van de elektriciteitsprijs onder andere in het kader van de resultaten van Renogen en het elektriciteitsprijsstabilisatiemechanisme aangeboden aan haar gelieerde onderneming 4HamCogen.
De Vennootschap beoordeelt haar blootstelling aan het kredietrisico, bestaande uit facturen voor managementdiensten en rentelasten aan dochterondernemingen, op een continue basis.
De kapitaalsverhoging van 7.093.000 EUR bij 4Energy Invest NV door inbreng van de overgenomen schuldvorderingen heeft geleid tot een positief eigen vermogen van 4Energy Invest.
De Raad van Bestuur is verder van oordeel dat de verhoging van de vergoeding voor geleverde diensten door 4Energy Invest ten aanzien van haar dochtervennootschappen voldoende is om verliezen in de volgende boekjaren te vermijden en dat van daaruit een waardering in continuïteit verantwoord is.
In overeenstemming met Artikel 523 en 524 van het Belgische Wetboek van vennootschappen, worden hieronder uittreksels opgenomen uit de notulen van de raden van bestuur.:
Bij de aanvang van de vergadering verduidelijken Philiep Van Eeckhout en Filip Lesaffer dat zij een belangenconflict hebben met betrekking tot de bespreking en beslissing inzake de diverse voorliggende opties overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen (hierna "Wb. Venn.").
De regels inzake belangenconflicten zoals voorzien in artikel 524 W. Venn. zijn in beginsel niet van toepassing vermits de Philiep Van Eeckhout en Filip Lesaffer verklaren dat zij geen controle uitoefenen op de Vennootschap, noch op de vorige twee algemene vergaderingen van aandeelhouders de meerderheid van de stemrechten uitoefenden.
Aansluitend op vorige raad van bestuur bevestigt de raad van bestuur dat zij wenst dat de algemene beginselen inzake belangenconflictregeling nauwkeurig worden opgevolgd.
Onverminderd het bovenvermeld belangenconflict besluit de raad van bestuur, na toelichting door de advokaat aangeduid door de onafhankelijk bestuurder, dat in het belang van een accurate en volledige informatieverstrekking en toelichting omtrent de diverse opties, het van belang is dat, voorafgaand aan de beraadslaging en beslissing omtrent deze opties, Filip Lesaffer en Philiep Van Eeckhout aanwezig zijn bij de bespreking met het oog op het verschaffen van de nodige toelichting bij de presentatie en het beantwoorden van mogelijke vragen zodat de bestuurders over voldoende informatie beschikken om de verschillende voorstellen te kunnen afwegen.
Vervolgens wordt overgegaan tot toelichting van de uitkomst van Project GreenTree alsook de implicaties bij uitvoering van de eventuele 'GreenTree' biedingen.
Vervolgens geeft Filip Lesaffer de nodige toelichting van het bod van Philiep Van Eeckhout en verschaft Philiep Van Eeckhout verdere financiële toelichting bij zijn voorstel.
Aansluitend op bovenvermelde toelichting, verlaten Philiep Van Eeckhout en Filip Lesaffer de vergadering.
Na deliberatie neemt de raad van bestuur de volgende unanieme beslissing:
De bestuurders, Filip Lesaffer en Philiep Van Eeckhout, verklaren een belangenconflict te hebben met het huidige voorstel.
Filip Lesaffer verduidelijkt dat hij bij doorgang van dergelijke voorstel hij begunstigde is van het management incentive plan. Verder zal hij ook deelnemen aan de kapitaalverhoging door middel van minimum EUR 100.000 mee te investeren in het vehikel gecontroleerd door Philiep Van Eeckhout.
Het belangenconflict in hoofde van Philiep Van Eeckhout is overduidelijk aangezien hij degene is die zich ertoe verbindt om in te schrijven op EUR 7 miljoen.
Jean-François Meys verklaart dat, gelet dat hij bereid is EUR 25.000 mee te financieren in de brugfinanciering, hij alsook recht zou hebben op een deel van het management incentive pakket.
De bestuurders Filip Lesaffer en Philiep Van Eeckhout (conform artikel 523 par. 1, 4de lid van het Wb. Venn.) en Jean-François Meys verlaten de vergadering,
De raad van bestuur beslist na beraadslaging met eenparigheid van stemmen om Filip Lesaffer en Henri Meyers te machtigen om de ontwerpbrief te finaliseren in samenspraak met LRM en te ondertekenen in naam en voor rekening van de Vennootschap
De bestuurders, Filip Lesaffer en Philiep Van Eeckhout, verklaren een belangenconflict te hebben met het huidige voorstel.
Filip Lesaffer verduidelijkt dat hij bij doorgang van dergelijke voorstel begunstigde is van het management incentive plan. Verder zal hij ook deelnemen aan de kapitaalverhoging door minimum EUR 100.000 mee te investeren in het vehikel gecontroleerd door Philiep Van Eeckhout en zal hij participeren in de nodige brugfinanciering.
Het belangenconflict in hoofde van Philiep Van Eeckhout is overduidelijk aangezien hij degene is die zich ertoe verbindt om in te schrijven op EUR 7.000.000.
Jean-François Meys verklaart dat hij een belangenconflict heeft, gelet op het feit dat hij bereid is EUR 25.000 mee te financieren in de brugfinanciering, alsook recht zou hebben op een deel van het management incentive pakket.
De bestuurders Filip Lesaffer en Philiep Van Eeckhout en Jean-François Meys verlaten de vergadering, conform artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen.
De raad van bestuur beslist met eenparigheid van stemmen:
De bestuurders, Filip Lesaffer en Philiep Van Eeckhout, verklaren een belangenconflict te hebben met het huidige voorstel.
Filip Lesaffer verduidelijkt dat hij bij doorgang van dergelijke voorstel begunstigde is van het management incentive plan. Verder zal hij ook deelnemen aan de kapitaalverhoging door minimum EUR 100.000 mee te investeren in het vehikel gecontroleerd door Philiep Van Eeckhout en zal hij participeren in de nodige brugfinanciering.
Het belangenconflict in hoofde van Philiep Van Eeckhout is overduidelijk aangezien hij degene is die zich ertoe verbindt om in te schrijven op een kapitaalverhoging waarbij de beschikbare geldmiddelen aangewend worden om de schuldvorderingen van de banken over te nemen.
Jean-François Meys verklaart dat hij een belangenconflict heeft, gelet op het feit dat hij bereid is EUR 25.000 mee te financieren in de brugfinanciering, alsook recht zou hebben op een deel van het management incentive pakket.
De bestuurders Filip Lesaffer en Philiep Van Eeckhout en Jean-François Meys verlaten de vergadering, conform artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen.
De raad van bestuur beslist met eenparigheid van stemmen:
De raad van bestuur bevestigt een ontwerp van het memo, opgesteld door Filip Lesaffer, ontvangen te hebben. Elk van de bestuurder verklaart dat de memo voor hem/haar duidelijk genoeg is en hij/zij geen verdere vragen heeft.
De bestuurders, Filip Lesaffer en Philiep Van Eeckhout, verklaren een belangenconflict te hebben met het huidige voorstel.
Filip Lesaffer verduidelijkt dat hij bij doorgang van dergelijke voorstel begunstigde is van het management incentive plan. Verder zal hij ook deelnemen aan de kapitaalverhoging door minimum EUR 100.000 mee te investeren in het vehikel gecontroleerd door Philiep Van Eeckhout en zal hij participeren in de nodige brugfinanciering.
Het belangenconflict in hoofde van Philiep Van Eeckhout is overduidelijk aangezien hij degene zou zijn die samen met LRM de openstaande schuldvorderingen van de banken zou overnemen voor een totaal bedrag van circa EUR 6.500.000.
Jean-François Meys verklaart dat hij een belangenconflict heeft, gelet op het feit dat hij bereid is EUR 25.000 mee te financieren in de brugfinanciering, alsook recht zou hebben op een deel van het management incentive pakket.
De bestuurders Filip Lesaffer en Philiep Van Eeckhout en Jean-François Meys verlaten de vergadering, conform artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen
De raad van bestuur beslist met eenparigheid van stemmen:
• dat hij een strijdig belang van vermogensrechtelijke aard heeft met de te nemen beslissingen, vermits hij enerzijds als bestuurder van de Vennootschap mede voorstelt aan de buitengewone algemene vergadering van de Vennootschap om de kapitaalverhoging door de Inbreng, ten gevolge waarvan 177.325.000 nieuwe aandelen beneden fractiewaarde zullen worden uitgegeven, goed te keuren en dat hij anderzijds, onrechtstreeks via Gimarco BVBA, zal inschrijven op nieuwe aandelen die beneden fractiewaarde zullen worden uitgegeven ten gevolge van de Inbreng en dat er via Gimarco BVBA een financiering ter beschikking gesteld wordt voor een maximaal bedrag van 1.730.000 EUR.
Jean-François Meys (i.e. geen bestuurder van de Vennootschap) informeert de raad van bestuur voor zover als nodig, ten slotte, dat hij een belangenconflict heeft, gelet op het feit dat hij bereid is EUR 25.000 mee te financieren in de brugfinanciering, alsook recht zou hebben op een deel van het management incentive pakket.
De raad van bestuur beslist met eenparigheid van stemmen:
• De raad van bestuur besluit de term sheet, de standstill agreement en bridge facility agreement (de "Documenten"), de Transacties en de uitvoering van de Transacties, goed te keuren.
• dat zij een strijdig belang van vermogensrechtelijke aard heeft met de te nemen beslissingen, vermits zij enerzijds als bestuurder van de Vennootschap mede voorstelt aan de buitengewone algemene vergadering van de Vennootschap om de kapitaalverhoging door inbreng in natura, ten gevolge waarvan 177.325.000 nieuwe aandelen beneden fractiewaarde zullen worden uitgegeven, goed te keuren en dat zij anderzijds vast vertegenwoordigd wordt door Philiep Van Eeckhout, i.e. de persoon die (onrechtstreeks via een door hem gecontroleerde vennootschap, met name Gimarco BVBA) zal inschrijven op nieuwe aandelen die beneden fractiewaarde zullen worden uitgegeven ten gevolge van deze inbreng in natura in de Vennootschap en dat er via Gimarco BVBA een financiering ter beschikking gesteld wordt voor een maximaal bedrag van 1.730.000 EUR.
onder de voorwaarden zoals gedetailleerd uiteengezet in het warrantplan en dat zij anderzijds begunstigde is bij datzelfde warrantplan.
De in deze notulen gedefinieerde termen die verband houden met de uitgifte van de warrants op aandelen, hebben, tenzij de context anders vereist, de betekenis zoals uiteengezet in het warrantplan.
In uitvoering van de beslissingen genomen door de raad van bestuur van 14 februari 2014, werden alle documenten die Vennootschap moet aangaan, uitvoeren of afleveren in verband met de (uitvoering van) de Transacties (zoals gedefinieerd in de notulen 14 februari 2014) voorbereid. In het algemeen, stelt de raad van bestuur dat alle documenten die haar vandaag ter nazicht worden overgemaakt in overeenstemming zijn met de Transacties, zoals beschreven in de notulen van de raad van bestuur van 14 februari 2014.
In het bijzonder neemt de raad van bestuur van de Vennootschap vervolgens na verdere beraadslaging, en voor zover als nodig, de volgende beslissingen:
Goedkeuring van de volgende bijzondere verslagen van de raad van bestuur: (i) het bijzonder verslag opgesteld overeenkomstig artikel 582 van het Wetboek van Vennootschappen, (ii) het bijzonder verslag van de raad van bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 602 van het Wetboek van Vennootschappen, (iii) het bijzonder verslag van de raad van bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 583 van het Wetboek van Vennootschappen en (iv) het bijzonder verslag van de raad van bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 596 van het Wetboek van Vennootschappen.
Kennisname van de volgende verslagen van de commissaris: (i) het verslag opgesteld overeenkomstig artikel 582 van het Wetboek van Vennootschappen, (ii) het verslag opgesteld overeenkomstig artikel 602 van het Wetboek van Vennootschappen en (iii) het verslag opgesteld overeenkomstig artikel 596 van het Wetboek van Vennootschappen
Goedkeuring van de documenten opgesteld met betrekking tot de uitgifte van de warrants op aandelen: (i) het warrantplan en (ii) de Warrantovereenkomst.
Goedkeuring van de voorwaarden en de modaliteiten van: (i) de facility agreement, (ii) de assignment agreement¸ (iii) de investment agreement en (iv) de sale and purchase agreement.
De raad van bestuur beslist om een buitengewone algemene vergadering, die uiterlijk op 30 april 2014 dient samen te komen, samen te roepen op het kantoor van notarissen Vroninks en Ricker in de Kapitein Crespelstraat 16, 1050 Brussel.
De raad van bestuur verleent volmacht aan twee (2) bestuurders van de Vennootschap, gezamenlijk handelend, met elk een recht van indeplaatsstelling, om (i) alle documenten te ondertekenen, die betrekking hebben op de implementatie van het warrantplan; (ii) de oproeping voor de bijeenroeping van de buitengewone algemene vergadering, die o.a. zal moeten beslissen over de kapitaalverhoging en de uitgifte van de warrants, te laten publiceren; en (iii) de verslagen te ondertekenen.
Voor zover als nodig, herbevestigt de raad van bestuur de door haar verleende volmacht aan Filip Lesaffer bij beslissing van de raad van bestuur van 14 februari 2014 met het oog op de ondertekening van de overeenkomsten hierboven opgesomd.
Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verklaart dat zij een strijdig belang van vermogensrechtelijke aard in de zin van art. 523 W. Venn. heeft aangaande de punten variabele vergoeding 2013, quasi equity incentive, vergoeding leden RvB en variabele vergoeding 2014.
Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verklaart vervolgens dat het remuneratievoorstel evenwel het belang van de Vennootschap dient, marktconform is en geen uitzonderlijke of onevenwichtige bepalingen bevat zodat het voorliggend voorstel dan ook verantwoord en gerechtvaardigd is.
Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verklaart dat hij de commissaris op de hoogte heeft gebracht van het belangenconflict.
Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verlaat vervolgens de vergadering.
Vervolgens neemt Raad van Bestuur akte van de aanbevelingen opgenomen in de notulen van het remuneratiecomité van 3 juni 2014. De Raad van Bestuur keurt de verschillende aanbevelingen unaniem goed met name:
Variabele vergoeding Ci2i BVBA:
Aangezien het warrantenplan finaal omwille van technische redenen niet werd goedgekeurd door de BAV van 22 mei 2014, oordeelt het remuneratiecomité dat een alternatief dient uitgewerkt te worden voor Ci2i BVBA en JFM sprl dat inhoudelijk maximaal dezelfde werking heeft, i.e. de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren.
Er wordt gevraagd aan Filip Lesaffer om een termsheet van zo'n quasi equity incentive te maken en dit per mail door te sturen naar de verschillende leden van het remuneratiecomité ten einde hun input hierop te kunnen geven. Vervolgens zal deze termsheet dienen om een addendum aan de Services Agreements van Ci2i BVBA en JFM sprl uit te schrijven. Dit addendum (incl. dading voor variabele vergoeding in het verleden) zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de Raad van Bestuur van 29 juli 2014.
De Raad van Bestuur is akkoord om de 'share-based' compensation te laten ingaan vanaf 30 juni 2014.
Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verklaart dat zij een strijdig belang van vermogensrechtelijke aard in de zin van art. 523 W. Venn. heeft.
Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verklaart vervolgens dat het remuneratievoorstel evenwel het belang van de Vennootschap dient, marktconform is en geen uitzonderlijke of onevenwichtige bepalingen bevat zodat het voorliggend voorstel dan ook verantwoord en gerechtvaardigd is.
Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verklaart dat hij de commissaris op de hoogte heeft gebracht van het belangenconflict.
Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verlaat vervolgens de vergadering.
Punt a) van de aanbevelingen van het NRC betreft de beslissing inzake een vergoeding voor geleverde prestaties die door de Vennootschap betaald zal worden aan Gimarco NV. Het betreft hier dus een beslissing die verband houdt met betrekkingen van de Vennootschap met een daarmee verbonden vennootschap (Gimarco NV) in de zin van artikel 524 W. Venn. Artikel 524 W. Venn. is evenwel niet van toepassing op beslissingen en verrichtingen die hebben plaatsgevonden onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen. De vergoeding voor Gimarco NV geleverde prestaties wordt als marktconform aangemerkt en vindt plaats onder de voorwaarden die gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen. Bijgevolg is de raad van bestuur van oordeel dat artikel 524 W. Venn. formeel niet toepasselijk is op de beslissing inzake goedkeuring van de vergoeding voor geleverde prestaties die door de Vennootschap zal worden betaald aan Gimarco NV.
De Raad van Bestuur keurt de aanbevelingen die werden opgenomen in de notulen van het remuneratiecomité van 15 januari 2015 unaniem goed.
De elementen die moeten worden verstrekt in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007, voor zover deze elementen gevolgen zouden kunnen hebben in geval van een openbaar overnamebod, worden gedetailleerd besproken in het verslag van de raad van bestuur over de geconsolideerde financiële jaarrekeningen voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2014 in overeenstemming met artikel 119 van het Belgische Wetboek van vennootschappen (zie sectie 2.9).
In het verleden werden door de raad van bestuur van 4Energy Invest een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité en een adviescomité opgericht. Deze comités hebben een louter adviserende rol. De uiteindelijke besluitvorming blijft de verantwoordelijkheid van de raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de opdracht van elk comité met betrekking tot de organisatie, procedures, beleid en activiteiten van dat comité.
Gezien de beperkte omvang van het bedrijf en de veranderingen die het onderging, had de Raad van Bestuur de taken en verantwoordelijkheden van deze comités in 2013 terug naar zich toegetrokken om zo de kosten te drukken en de besluitvorming te verbeteren alsook te versnellen. Gegeven de kapitaalverhoging op 24 april 2014 en de recente herschikking van de Raad van Bestuur, wordt de werking van de verschillende committees geheractiveerd.
Het auditcomité is samengesteld uit ten minste 3 leden, benoemd door de Raad van Bestuur. Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. In afwijking met de Belgische Corporate Governance Code die vereist dat een meerderheid van de leden van het auditcomité onafhankelijk zijn, is slechts één van de drie huidige leden onafhankelijk bestuurder. Dit is wel in overeenstemming met artikel 526bis, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
De voorzitter van het auditcomité wordt benoemd onder de leden van het auditcomité door de Raad van Bestuur van de Vennootschap en mag deze functie niet combineren met het voorzitterschap van de Raad van Bestuur. De voorzitter van het auditcomité, al naargelang het geval met de steun van de voorzitter van de Raad van Bestuur en/of de CEO en/of de CFO, zal ervoor zorgen dat het auditcomité te allen tijde (i) zijn rol en taken begrijpt, (ii) over alle informatie beschikt om zijn interne en externe taken naar behoren te vervullen, en (iii) zijn taken vervult in overeenstemming let het interne reglement van het auditcomité.
De aanstelling van de leden van het auditcomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het auditcomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Het auditcomité zal beslissen of, en zo ja wanneer de CEO, de CFO (of kaderleden verantwoordelijk voor zaken in verband met financiën, boekhouding en financieel beheer), de interne auditor (indien bestaande) en de externe bedrijfsrevisor zullen worden uitgenodigd om de vergaderingen bij te wonen.
Op de datum van dit jaarverslag bestaat het auditcomité uit de volgende leden: Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder, BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch, als niet-uitvoerend bestuurder en LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens als niet-uitvoerend bestuurder. LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens en BREVAK BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch zijn deskundig in boekhouding en audit, zoals blijkt uit hun vorige functie als beleggingsbeheerder, en uit de bestuursfuncties die zij in verschillende vennootschappen uitoefenen. Hamaco BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
4Energy Invest heeft een corporate governance charter aangenomen in lijn met de Belgische Corporate Governance Code, uitgegeven op 12 maart 2009 (tweede editie) door de Belgische Commissie Corporate Governance (de 'Code'). 4Energy Invest heeft de Code aangenomen als referentiecode. De Code is gebaseerd op een 'pas toe of leg uit'-systeem. Belgische beursgenoteerde vennootschappen dienen de Code na te leven, maar kunnen afwijken van de bepalingen en richtlijnen ervan (doch niet van de principes) op voorwaarde dat zij de rechtvaardigingen voor een dergelijke afwijking bekendmaken. 4Energy Invest leeft de principes van de Code na, maar is van mening dat bepaalde afwijkingen van de bepalingen gerechtvaardigd zijn in het licht van zijn specifieke situatie. Met het van kracht worden van de wet op 6 april 2010 (i) is het niet mogelijk af te wijken van sommige bepalingen van de Code en (ii) is het verplicht aan te geven welke bepalingen van de Code tijdens het jaar niet werden nageleefd, en een verklaring te geven voor de redenen van de niet-naleving. De afwijkingen van 4Energy Invest worden uitgelegd in deze verklaring inzake Corporate Governance en zijn geldig volgens de wet van 6 april 2010.
Het corporate governance charter van 4Energy Invest is het laatst bijgewerkt op 22 augustus 2014 en kan worden geraadpleegd op de website van 4Energy Invest: www.4energyinvest.com
De rol van de raad van bestuur bestaat erin het succes van de Vennootschap op lange termijn na te streven door blijk te geven van leiderschap en ondernemingszin en risicobeoordeling en risicobeheer mogelijk te maken.
Krachtens de statuten van 4Energy Invest is de raad van bestuur samengesteld uit minimaal zes en maximaal tien leden. Volgens de principes van de Code dient ten minste de helft van de leden niet-uitvoerend (non-executive) bestuurder te zijn, en ten minste drie bestuurders dienen onafhankelijk te zijn overeenkomstig de criteria bepaald in het Belgische Wetboek van vennootschappen en in de Code.
Op de datum van dit jaarverslag is de raad van bestuur van 4Energy Invest samengesteld uit zes leden, waaronder twee onafhankelijk bestuurders. Deze leden zijn:
| Naam | Functie | Start mandaat |
Einde mandaat |
|---|---|---|---|
| Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer |
Uitvoerend voorzitter | 2012 | 2016 |
| VEM BVBA, met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout |
Niet-uitvoerend bestuuder | 2012 | 2016 |
| LRM Beheer NV, met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens |
Niet-uitvoerend bestuurder | 2014 | 2016 |
| Brevak BVBA met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch |
Niet-uitvoerend bestuurder | 2014 | 2016 |
| Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers |
Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuuder |
2012 | 2016 |
| Infigo BVBA, met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel |
Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuuder |
2014 | 2016 |
De Raad van Bestuur benoemt een van zijn niet-uitvoerende leden tot voorzitter van de Raad van Bestuur. Momenteel is, in afwijking van bovenstaande omwille van efficiëntie en in het belang van de Vennootschap, Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer, aangesteld als voorzitter van de Raad van Bestuur. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
De voorzitter is verantwoordelijk voor de leiding van de Raad van Bestuur en voor de doelmatige werking van de Raad van Bestuur in alle opzichten. De voorzitter dient de nodige maatregelen te treffen om een vertrouwensklimaat te creëren binnen de Raad van Bestuur, dat bijdraagt aan open discussie, opbouwende kritiek en steun voor de besluiten van de Raad van Bestuur. De voorzitter dient een feitelijke interactie tussen de Raad van Bestuur en het uitvoerend management te stimuleren. Hij dient nauwe banden te onderhouden met de Chief Executive Officer en de Chief Executive Officer te steunen en te adviseren in zijn uitvoerende verantwoordelijkheden.
De raad van bestuur vergadert wanneer de belangen van de Vennootschap dit vereisen of op verzoek van twee bestuurders. In principe zal de raad van bestuur regelmatig en ten minste vier keer per jaar bijeenkomen. De beslissingen binnen de raad van bestuur vereisen een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
In 2014 is de raad van bestuur 17 keer samengekomen. Het globale aanwezigheidspercentage van de bestuurders bedroeg 95 %.
Aanwezigheid op vergaderingen van de raad van bestuur:
| Naam | Noot | Bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|---|
| Enerpro SPRL, met permanent vertegenwoordiger Yves Crits |
Ontslag genomen 21/05/2014 |
9/11 |
| Enermoza BVBA, met permanent vertegenwoordiger Guido Schockaert |
Ontslag genomen 25/04/2014 |
10/11 |
| Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer |
17/17 | |
| Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers (onafhankelijk bestuurder) |
17/17 | |
| VEM BVBA, met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout |
17/17 | |
| Nadece BVBA, met permanent vertegenwoordiger Nathalie De Ceulaer |
Ontslag genomen 21/05/2014 |
11/11 |
| LRM Beheer NV, met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens |
Coöptatie per 22/05/2014 |
6/6 |
| Brevak BVBA, met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch |
Coöptatie per 22/05/2014 |
6/6 |
| Infigo BVBA, met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel |
Coöptatie per 22/05/2014 |
4/6 |
Een bestuurder voldoet pas als onafhankelijk bestuurder als hij minstens voldoet aan de criteria bepaald in artikel 526ter van het Belgische Wetboek van vennootschappen, die als volgt kunnen worden samengevat:
vennootschap of persoon, of van een persoon die zichzelf in een of meer van de omstandigheden beschreven in de voorgaande streepjes bevindt.
Volgens de raad van bestuur van de Vennootschap zijn Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers en Infigo BVBA, met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel, onafhankelijk bestuurders. De raad van bestuur is van mening dat de huidige onafhankelijk bestuurders voldoen aan elk van de relevante criteria van het Belgische Wetboek van vennootschappen.
Dit wil zeggen dat er thans geen 3 onafhankelijke bestuurders zijn, zoals aanbevolen. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal er naar gestreefd worden om hieraan, alsook de aanbeveling om vrouwen op te nemen in de raad van bestuur, te voldoen. De Vennootschap is zich bewust van het feit dat voorvallen voorzien in artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen voorafgaandelijk beoordeeld moeten worden door een comité van drie onafhankelijke bestuurders en zal aldus proberen dergelijke voorvallen te vermijden.
In het verleden werden door de Raad van Bestuur een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité en een adviescomité opgericht.
Gezien de beperkte omvang van het bedrijf en de veranderingen die het onderging, had de Raad van Bestuur de taken en verantwoordelijkheden van deze comités in 2013 terug naar zich toegetrokken om zo de kosten te drukken en de besluitvorming te verbeteren alsook te versnellen. Gegeven de kapitaalverhoging op 24 april 2014 en de recente herschikking van de Raad van Bestuur, werd de werking van de verschillende committees geheractiveerd.
Hierna worden de samenstelling en het functioneren van deze comités besproken.
Volgens de regels voor Belgische beursgenoteerde vennootschappen met betrekking tot de oprichting en de taken van het auditcomité, die van kracht werden op 8 januari 2009, zou 4Energy Invest voldoen aan de omvangcriteria om zonder een afzonderlijk auditcomité te werken (Art. 526bis, § 3 Wetboek van Vennootschappen). Desondanks wenst de Raad van Bestuur gegeven de doorstart van de Vennootschap naar aanleiding van de kapitaalverhoging het auditcomité terug te activeren, wezen het op een pragmatische manier. Dit impliceert dat niet altijd alle formele voorwaarden zullen voldaan zijn. Op vandaag is er geen meerderheid van onafhankelijk bestuurders. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
Het auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in de uitvoering van zijn toezichthoudende verantwoordelijkheden inzake controle in de breedste zin van het woord. Het auditcomité zal geregeld (minstens eenmaal per jaar) verslag uitbrengen aan de raad van bestuur over de uitvoering van zijn taken en over enige kwesties waarvan het auditcomité meent dat er actie moet worden ondernomen of dat er verbeteringen nodig zijn, en kan aanbevelingen doen over de noodzakelijke stappen die moeten worden genomen.
Het auditcomitéheeft de volgende taken:
De bepalingen van artikels 3.4.4 en 3.5.1 van het corporate governance charter zijn niet nageleefd, aangezien (i) er geen schema en agenda van onderwerpen die tijdens het jaar moesten worden besproken, zijn opgesteld, (ii) het auditcomité minder dan viermaal heeft vergaderd, en (iii) het auditcomité de doeltreffendheid van het externe auditproces niet heeft gecontroleerd.
Voor de samenstelling van het auditcomité (cf supra 4.15).
Gezien de beperkte omvang van het bedrijf en de veranderingen die het onderging, had de Raad van Bestuur de taken en verantwoordelijkheid van het benoemings- en remuneratiecomité terug naar zich toegetrokken, om zo de kosten te drukken en de besluitvorming te verbeteren en te versnellen. Dit was in overeenstemming met artikel 526quater, § 3 van het Wetboek van Vennootschappen. Gegeven de doorstart van de vennootschap naar aanleiding van de kapitaalverhoging zal het benoemings- en remuneratiecomité terug in voege treden, wezen het op een pragmatische manier. Zo zullen niet alle formele voorwaarden voldaan zijn. Op termijn en in functie van de groei van de vennootschap zal dit opnieuw geëvalueerd worden.
Het benoemings- en remuneratiecomité heeft als rol:
Het benoemings- en remuneratiecomité dient te verzekeren dat het benoemings- en herbenoemingsproces van de leden van de raad van Bestuur en van het uitvoerend management objectief en professioneel wordt georganiseerd, en heeft in het bijzonder de volgende taken:
Het benoemings- en remuneratiecomité heeft de volgende taken met betrekking tot de remuneratie van bestuurders, leden van het uitvoerend management en sleutelmanagers:
de voornaamste contractuele bepalingen, inclusief de belangrijkste kenmerken van de pensioenregelingen;
ontslagregelingen;
Het benoemings- en remuneratiecomité bestaat uit minimaal drie leden. Alle leden van het benoemings- en remuneratiecomité zijn bestuurders, benoemd door de Raad van Bestuur met bij voorkeur een meerderheid van onafhankelijk bestuurders.
De voorzitter van de Raad van Bestuur of een niet-uitvoerend bestuurder is de voorzitter van het benoemings-en remuneratiecomité. De voorzitter van de Raad van Bestuur of een nietuitvoerend bestuurder kan het benoemings-en remuneratiecomité niet voorzitten wanneer zijn of haar opvolging of remuneratie een punt is op de agenda.
De aanstelling van de leden van het benoemings-en remuneratiecomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het benoemings-en remuneratiecomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Op de datum van dit jaarverslag bestaat het benoemings-en remuneratiecomité uit de volgende leden: VEM BVBA met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout, Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers, LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens. VEM BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
Gezien de beperkte omvang van het bedrijf en de veranderingen die het onderging, had de Raad van Bestuur de taken en verantwoordelijkheid van het adviescomité terug naar zich toegetrokken, om zo de kosten te drukken en de besluitvorming te verbeteren en te versnellen. Gegeven de doorstart van de vennootschap naar aanleiding van de kapitaalverhoging werd het adviescomité terug geactiveerd.
Het doel van het adviescomité is (i) een grondige operationele discussie te houden over kansen of kwesties die mogelijk ontstaan bij de voorbereiding van de vergadering van de raad van bestuur die uiteindelijk over deze kwesties zal beslissen, of (ii) de Chief Executive Officer bij te staan in enige kwesties die mogelijk ontstaan in verband met investeringsbeslissingen met betrekking tot projecten in ontwikkeling, in opbouw of in exploitatie die vallen binnen het toepassingsgebied van de bevoegdheden inzake dagelijks bestuur van de CEO.
Het adviescomité moet samengesteld zijn uit ten minste vier leden die allemaal bestuurders zijn en waarbij ten minste twee leden onafhankelijk bestuurders zijn.
De aanstelling van de leden van het adviescomité zal gebaseerd zijn op (i) hun specifieke vaardigheden en ervaring, en (ii) de voorwaarde dat het adviescomité als groep over de vaardigheden en de ervaring moet beschikken die vereist zijn voor de uitvoering van zijn taken.
Op dit ogenblik bestaat het adviescomité uit de volgende leden: INFIGO BVBA met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel, VEM BVBA met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout, Hamaco BVBA met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers en CI2I met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer. INFIGO BVBA treedt momenteel op als voorzitter van dit comité.
Onder leiding van de voorzitter zal de raad van bestuur geregeld (bijv. ten minste om de twee tot drie jaar) zijn omvang, samenstelling en prestaties, en de omvang, samenstelling en prestaties van zijn comités beoordelen, alsmede zijn interactie met het uitvoerend management.
Dit evaluatieproces heeft 4 objectieven:
• Nagaan of de huidige samenstelling van de Raad van Bestuur en van de comités overeenstemmen met de gewenste samenstelling.
Hoewel de evaluatie de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur is, kan de raad van bestuur zich laten bijstaan in deze evaluatie door het benoemings- en remuneratiecomité, en mogelijk ook door externe deskundigen.
4Energy Invest stelt een remuneratieverslag op met betrekking tot de remuneratie van zijn bestuurders. Dit remuneratieverslag maakt deel uit van de verklaring inzake corporate governance statement, dat deel uitmaakt van het jaarverslag.
Het is het remuneratiecomité dat de krijtlijnen uittekent van de remuneratiepolitiek voor nietuitvoerend en uitvoerende bestuurders en voor het uitvoerend management en vervolgens ter goedkeuring voorlegt aan de Raad van Bestuur.
Het remuneratiebeleid van 4Energy Invest is ontworpen (i) om de onderneming de kans te geven bestuurders aan te trekken, te behouden en te motiveren die over het profiel beschikken dat bepaald werd door de Raad van Bestuur en (ii) om een continue verbetering in de activiteiten te stimuleren.
Naar aanleiding van de schuldherschikking werden er ook op het niveau van de Raad van Bestuur wijzigingen doorgevoerd. Bijgevolg heeft het remuneratiecomité van 4Energy Invest het remuneratiebeleid uitgestippeld omtrent (i) de remuneratie van zijn niet-uitvoerend en uitvoerend bestuurders, (ii) de vaste vergoeding van het management, (iii) de variabele vergoeding van het management en (iv) een lange termijn mechanisme van deelname in aandeelhouderswaardecreatie voor CI2I BVBA en JF Meys Sprl. Dit remuneratiebeleid maakt deel uit van de verklaring inzake corporate governance en diende als aanbeveling voor de Raad van Bestuur van 29 juli 2014. Het remuneratiebeleid werd tijdens die vergadering van de Raad van Bestuur goedgekeurd.
Op aanbeveling en voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité bepaalt de Raad van Bestuur de bezoldiging van de Bestuurders die aan de algemene vergadering van aandeelhouders wordt voorgelegd. Het voorstel van de remuneratie dat de Raad van Bestuur indient bij de algemene vergadering van aandeelhouders komt in principe overeen met de marktpraktijken en de verwachtingen voor bedrijven vergelijkbaar met 4Energy Invest. De remuneratie wordt ingesteld om bestuurders aan te trekken, te behouden en te motiveren die over het profiel beschikken dat bepaald werd door het benoemings- en remuneratiecomité. Naar aanleiding van de doorstart van de vennootschap en de versterking van de Raad van Bestuur, werd er beslist om de vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur te uniformiseren als volgt:
| variabele | |||
|---|---|---|---|
| Naam | Positie | vergoeding | vergoeding |
| Ci2i, vertegenwoordigd door Filip Lesaffer | Uitvoerend voorzitter | € 40.000 | - |
| VEM Bvba, vertegenwoordigd door Philiep Van Eeckhout | Niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | - |
| Hamaco Bvba, vertegenwoordigd door Henri Meyers | Niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder | € 20.000 | - |
| LRM Beheer NV,vertegenwoordigd door Stijn Bijnens | Niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | - |
| Brevak Bvba, vertegenwoordigd door Jo Breesch | Niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | - |
| Infigo Bvba, vertegenwoordigd Frank Bruyneel | Niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder | € 20.000 | - |
De hierboven gepresenteerde remuneratiestructuur voor bestuurders werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 29 juli 2014 en is van toepassing sinds 3 juni 2014 (datum van de eerste Raad van Bestuur in de nieuwe samenstelling en datum van het eerste remuneratiecomité).
De remuneratie van het uitvoerend management wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur, op basis van de aanbevelingen van het benoemings- en remuneratiecomité. Een passend gedeelte van de bezoldiging is gekoppeld aan de individuele prestaties en aan de prestaties van de Vennootschap. De voorgestelde remuneratie komt in principe overeen met de marktpraktijken en de verwachtingen voor bedrijven vergelijkbaar met 4Energy Invest. De remuneratie wordt ingesteld om de diensten van het uitvoerend management tegen concurrerende marktvoorwaarden te behouden.
De vergoeding van het uitvoerend management werd niet gewijzigd en is als volgt:
| Naam | Positie | Vaste vergoeding | variabele vergoeding |
|---|---|---|---|
| Ci2i, vertegenwoordigd door Filip Lesaffer | CEO | 680 €/dag | - |
| Dima Finance Comm. V., vertegenwoordigd door Dirk Slegers | CFO | 130.000 €/jaar | Max 20.000 €/jaar |
| Jean-François Meys Sprl, vertegenwoordigd door Jean-François | COO | 120.000 €/jaar | Max 50.000 €/jaar |
Nota: het uitvoerend management heeft tevens een variabele onkostenvergoeding voor onkosten gemaakt in het kader van hun dienstenovereenkomst.
De variabele vergoeding is afhankelijk van specifieke targets die jaarlijks zullen worden vastgelegd en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
Naast bovenstaande vaste en variabele vergoeding besliste de Raad van Bestuur om voor Ci2i BVBA en Jean-François Meys SPRL een 'share based' vergoeding toe te kennen ten einde de toekomstige belangen tussen de Vennootschap, haar aandeelhouders en het management op lange termijn maximaal te aligneren. De belangrijkste parameters van deze vergoeding zijn:
Datum aanvang: 30 juni 2014
Deze vergoeding zal verworven worden over de 3 volgende jaren (1/3 aan het einde van elk jaar)
Volgende voorbeelden dienen ter illustratie van bovenstaande share based vergoeding:
In het derde jaar wordt de dienstverleningsovereenkomst met Ci2i BVBA beëindigd door de Vennootschap. Op dat ogenblik is 2/3 van de share based vergoeding verworven. Op basis van het 90 daags gemiddelde van de aandelenkoers op het moment van beëindiging zal de share based vergoeding bepaald worden, zijnde 90 daags gemiddelde minus 1€, en dat bedrag (indien positief en dus 'in the money') vermenigvuldigd met 2/3 van 241.280.
In het vierde jaar beslist Ci2i BVBA om de vergoeding te laten uitbetalen. Op dat ogenblik is de volledige share based vergoeding verworven. Op basis van het 90 daags gemiddelde van de aandelenkoers op het moment van kennisgeving zal de share based vergoeding bepaald worden, zijnde 90 daags gemiddelde minus 1€ en dat bedrag (indien positief en dus 'in the money') vermenigvuldigd met 241.280.
Voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2014 ontving Hamaco BVBA, met permanent vertegenwoordiger Henri Meyers een totale remuneratie van € 20.000.
Voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2014 ontving VEM BVBA met permanent vertegenwoordiger Philiep Van Eeckhout, LRM Beheer NV met permanent vertegenwoordiger Stijn Bijnens, Brevak BVBA met permanent vertegenwoordiger Jo Breesch en Infigo BVBA met permanent vertegenwoordiger Frank Bruyneel elk een totale remuneratie van € 11.555
Voor de periode van 1 januari tot 21 mei 2014 ontving Nadece BVBA, met permanent vertegenwoordiger Nathalie De Ceulaer in haar functie van niet-uitvoerend bestuurder een totale remuneratie van € 4.610
Enerpro Sprl, met permanent vertegenwoordiger Yves Crits, en Enermoza BVBA, met permanent vertegenwoordiger Guido Schockaert ontvingen in hun functie van niet-uitvoerend bestuurders geen vergoeding in 2014.
De niet-uitvoerend bestuurders hebben in 2014 geen bonussen ontvangen die zijn toegekend in aandelen, opties of enige andere rechten om aandelen te verwerven zoals goedgekeurd door of ingediend op de algemene vergadering van aandeelhouders.
De uitvoerend bestuurder Continuous Insight2Impact BVBA, met permanent vertegenwoordiger Filip Lesaffer, ontving in zijn functie als voorzitter van de raad van bestuur een totale remuneratie van € 40,000.
Continuous Insight2Impact BVBA, vertegenwoordigd door Filip Lesaffer, werd benoemd tot Uitvoerend Voorzitter in juli 2012. De vergoeding voor het uitvoerend werk bedraagt 680 euro per dag (exclusief beroepskosten). De jaarlijkse vergoeding voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2014 voor het uitvoerend werk bedraagt € 112.435. Deze jaarlijkse remuneratie houdt geen rekening met de door Continuous Insight2Impact BVBA gemaakte (en gefactureerde) beroepskosten bij de uitvoering van zijn diensten voor een bedrag van € 11.791. Verder werd er aan Ci2i BVBA een bonus van 120.000 € toegekend zoals contractueel overeengekomen (cf. supra artikel 4.13) waarvan hij 60.000 € ontving in 2014.
Voor de inhoud en de berekening van de share based incentive verwijzen we naar sectie 4.16.4.1
Het benoemingscontract van de CEO of enige andere uitvoerend bestuurder op of na 1 juli 2009 voorziet niet in een vertrekvergoeding van meer dan 12 maanden basis- en variabele vergoeding.
Een van de functies van het auditcomité van 4Energy Invest is toezicht houden op de efficiëntie van de interne controle- en risicobeheersystemen van de Vennootschap.
4Energy Invest heeft één boekhouder in dienst, die ook de boekhouding voert voor de dochterondernemingen. In de operationele vennootschappen werken nog 3 administratieve krachten. Dit houdt in dat het onmogelijk is om algemeen aangenomen standaarden voor interne controle (zoals volledige scheiding van verantwoordelijkheden, jobrotatie, 4 ogen review...) te implementeren.
Daarom heeft de raad van bestuur alternatieve controleprocessen opgezet, die permanent verfijnd worden:
Waar mogelijk wordt scheiding van taken toegepast, in het bijzonder op het vlak van inkomende facturen en uitgaande betalingen.
De bedrijfsrevisor heeft deze systemen voor interne controle en risicobeheer gecontroleerd.
De raad van bestuur vraagt de aandeelhouders van de Vennootschap om de bijgevoegde statutaire jaarrekeningen goed te keuren en kwijting te verlenen aan de raad van bestuur van de vennootschap en aan de bedrijfsrevisor voor de uitvoering van hun mandaat tijdens dit boekjaar van de vennootschap.
Mevrouwen,
Mijne Heren,
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de jaarrekening evenals de vereiste bijkomende verklaringen. De jaarrekening bevat de balans op 31-12-2014, en de resultatenrekening voor het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening van de NV 4Energy Invest over het boekjaar afgesloten op 31 december 2014, opgesteld op grond van het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van 7.571.476 EUR en waarvan de resultatenrekening afsluit met een verlies van het boekjaar van 594.225 EUR.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, alsook voor het implementeren van de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing van de entiteit in aanmerking die relevant is voor het opstellen door de entiteit van de jaarrekening die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn, maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde waarderingsregels en van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de jaarrekening als geheel.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de entiteit de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de NV 4Energy Invest per 31-12-2014, alsook van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag, het naleven van de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die van toepassing zijn op het voeren van de boekhouding, alsook voor het naleven van het Wetboek van vennootschappen en van de statuten van de vennootschap.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale auditstandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende verklaringen die niet van aard zijn om de draagwijdte van ons oordeel over de jaarrekening te wijzigen:
Het jaarverslag bevat de door de wet vereiste inlichtingen, stemt overeen met de jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht;
Overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen dienen wij tevens verslag uit te brengen over de hiernavolgende verrichtingen die hebben plaatsgevonden sinds de laatste gewone algemene vergadering:
Tijdens de raad van bestuur van 29 juli 2014 met betrekking tot de goedkeuring van de aanbevelingen van het remuneratiecomité van 3 juni 2014 werd gemeld dat Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) een strijdig belang van vermogensrechtelijke aard in de zin van art. 523 W. Venn. heeft aangaande de punten variabele vergoeding 2013, quasi equity incentive, vergoeding leden RvB en variabele vergoeding 2014.
Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) verklaart vervolgens dat het remuneratievoorstel evenwel het belang van de Vennootschap dient, marktconform is en geen uitzonderlijke of onevenwichtige bepalingen bevat zodat het voorliggend voorstel dan ook verantwoord en gerechtvaardigd is.
Vervolgens neemt Raad van Bestuur akte van de aanbevelingen opgenomen in de notulen van het remuneratiecomité van 3 juni 2014. De Raad van Bestuur keurt de verschillende aanbevelingen unaniem goed.
Tijdens de raad van bestuur van 6 februari 2015 met betrekking tot de goedkeuring van de aanbevelingen van het remuneratiecomité van 15 januari 2015 werd gemeld dat Ci2i BVBA (met als vaste vertegenwoordiger Filip Lesaffer) een strijdig belang van vermogensrechtelijke aard in de zin van art. 523 W. Venn. heeft aangaande de punten b) en c) van de aanbevelingen van het remuneratiecomité.
Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften;
Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen zijn gedaan of genomen.
De resultaatverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen.
Opgemaakt te Beringen op 20 april 2015
VGD Bedrijfsrevisoren CVBA
Pieter Bruegelstraat 7
3580 Beringen
Commissaris
Vertegenwoordigd door Philip De Meyer
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.