Quarterly Report • Aug 15, 2019
Quarterly Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Lochem, 15 augustus 2019
[3] De toelichting op autonome ontwikkelingen is exclusief de bijdrage van Tasomix in Polen, omdat deze onderneming werd overgenomen op 2 juli 2018 [4] Bedrijfsresultaat exclusief afschrijvingen, amortisatie en incidentele posten
[1] Resultaten eerste halfjaar 2019 worden vergeleken met resultaten eerste halfjaar 2018; het valuta translatie-effect was zeer beperkt en wordt gepresenteerd in de tabel geconsolideerde kerncijfers
[2] Total Feed behelst de volledige productportefeuille van ForFarmers en bestaat uit mengvoer, specialiteiten, co-producten (zoals DML producten), zaaigoed en overige producten (zoals ruwvoer)
"De resultaten over het eerste halfjaar 2019 zijn teleurstellend, maar in lijn met de verwachting die we bij publicatie van de update over het eerste kwartaal afgaven. De acquisities, die we in de tweede helft van 2018 hebben gedaan, droegen positief bij maar waren niet voldoende om de negatieve effecten van de volumedaling en de ongunstige inkooppositie die we in het eerste halfjaar hadden te compenseren. We hebben onze inkoopprocedure geëvalueerd en aangescherpt en onder meer de toegestane dekkingsperiode voor belangrijke grondstoffen verkort.
Sinds de aankondiging van de efficiencyplannen in maart jl. hebben we aangegeven dat we dit jaar vier fabrieken zullen sluiten. Dit zal bijdragen aan de beoogde structurele kostenbesparing van €10 miljoen in 2021.
De agrarische sector heeft in steeds meer landen onder meer te maken met overheidsmaatregelen om de milieueffecten van de sector te verminderen. De snelheid en intensiteit waarmee zulke maatregelen worden geïntroduceerd nemen wij mee in de strategie voor de periode 2020 tot 2025. Deze strategie zal in de eerste helft van 2020 worden afgerond.
Doordat ForFarmers sterke posities heeft in landen waar de productie van dierlijke eiwitten op een zeer CO2 efficiënte manier plaatsvindt zijn we in staat een duurzame rol te kunnen blijven spelen for the future of farming en in de keten die de groeiende wereldbevolking voorziet van dierlijke eiwitten."
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In miljoenen euro (tenzij anders vermeld) | 2019 | 2018 | Totaal mutatie in % |
Valuta | Acquisitie Autonoom(3) | |
| Volume Total Feed (x 1.000 ton) | 5.079 | 4.825 | 5,2% | 6,8% | -1,6% | |
| Mengvoer | 3.561 | 3.322 | 7,2% | 9,8% | -2,6% | |
| Omzet | 1.274,4 | 1.141,6 | 11,6% | 0,3% | 8,7% | 2,6% |
| Brutowinst | 214,1 | 217,7 | -1,7% | 0,3% | 6,6% | -8,6% |
| Bedrijfslasten | -206,3 | -177,6 | 16,2% | 0,4% | 7,9% | 7,9% |
| Onderliggende bedrijfslasten | -198,4 | -178,1 | 11,4% | 0,4% | 7,9% | 3,1% |
| EBITDA | 33,5 | 57,2 | -41,4% | 0,2% | 7,5% | -49,1% |
| Onderliggende EBITDA(1) | 35,8 | 52,3 | -31,5% | 0,2% | 8,2% | -39,9% |
| EBIT | 9,0 | 45,0 | -80,1% | 0,1% | 1,3% | -81,5% |
| Onderliggende EBIT(1) | 16,0 | 39,7 | -59,9% | 0,1% | 1,6% | -61,6% |
| Winst toe te rekenen aan aandeelhouders van de Vennootschap | 9,0 | 34,8 | -74,1% | 0,1% | 6,9% | -81,1% |
| Onderliggende winst(1) | 11,9 | 30,8 | -61,5% | 0,1% | 7,7% | -69,4% |
| Netto kasstroom uit operationele activiteiten | 4,8 | 40,1 | -88,0% | |||
| Onderliggende EBITDA / Brutowinst | 16,7% | 24,0% | -30,4% | |||
| ROACE onderliggende EBITDA(2) | 15,6% | 26,3% | ||||
| ROACE onderliggende EBIT(2) | 8,9% | 20,0% | ||||
| Gewone winst per aandeel (x €1) | 0,09 | 0,35 | -74,3% | |||
| Onderliggende winst per aandeel (x €1) | 0,12 | 0,31 | -61,4% |
(1) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten (zie noot 12 inzake de Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's)).
(2) ROACE betekent onderliggende EBITDA (EBIT) gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen. (3) Autonoom is de verandering exclusief valuta-effecten en acquisitie en desinvesteringen.
Algemeen: de percentages worden gepresenteerd op basis van de bedragen afgerond in miljoenen euro. Optellingen kunnen iets afwijken door afrondingen.
Om een beter inzicht te geven in de bedrijfsontwikkeling en financiële prestaties van ForFarmers wordt gebruik gemaakt van Alternatieve Prestatie Maatstaven. Dit zijn de kengetallen die als 'onderliggend' (exclusief incidentele posten) worden gepresenteerd en uitgelegd op het niveau van bedrijfslasten, afschrijvingen, bedrijfsresultaat (EBIT), EBITDA, financieringslasten en winst.
De Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's) worden nader toegelicht in Noot 12 van het bijgesloten halfjaarbericht 2019.
Het valuta translatie-effect was in het eerste halfjaar 2019 zeer beperkt. In de volgende analyses wordt hieraan derhalve geen specifieke aandacht geschonken.
Het volume Total Feed steeg met 5,2% tot 5,1 miljoen ton. De volumetoename door de acquisities (in Polen, Nederland en België) was 6,8%. Autonoom daalde het volume met 1,6%. Deze daling vond plaats in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk.
De afzet van mengvoer, onderdeel van het Total Feed portfolio, steeg met 7,2% en groeide daarmee procentueel harder dan het Total Feed-volume. Het mengvoervolume groeide met 9,8% als gevolg van de overnames. Autonoom daalde het volume met 2,6%.
De krimp van de rundvee- en varkensstapel in Nederland, als gevolg van de (toenemende) druk op de agrarische sector om te voldoen aan onder meer
fosfaatdoelstellingen, had een negatieve impact op de afzet. De mengvoervolumes in het Verenigd Koninkrijk daalden onder meer doordat er tijdens de milde winter meer dieren in de wei bleven en minder bijgevoerd werden. Daarnaast daalde het volume in de varkenssector als gevolg van de commerciële propositie, die gericht is op margeverbetering. In Duitsland/Polen steeg het mengvoervolume door de overname van Tasomix (Polen) per juli 2018 en door het aantrekken van nieuwe klanten in de pluimvee- en de varkenssector in Duitsland.
De omzet nam met 11,6% (€132,8 miljoen) toe tot €1.274 miljoen. De bijdrage van acquisities was +8,7%. Terwijl het Total Feed-volume autonoom daalde, nam de gerelateerde omzet toe met 2,6%. Dit kwam doordat de
doorberekende grondstofprijzen in de eerste helft van 2019 hoger lagen dan in de eerste helft van 2018.
De brutowinst daalde met 1,7% (€3,6 miljoen) tot €214,1 miljoen. De impact van acquisities was +6,6%. Autonoom daalde de brutowinst met 8,6% vooral door de ongunstige inkooppositie die niet aan klanten werd doorberekend (in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk) en door autonome volumedaling met een minder gunstige productmix (autonoom daalde het mengvoervolume procentueel meer dan het Total Feed-volume). De gevolgen van de ongunstige inkoopposities, die eind 2018 waren ingenomen, zijn ten laste van de resultaten van het eerste halfjaar gekomen.
De onderliggende totale bedrijfslasten stegen met 11,4% (€20,3 miljoen) tot €198,4 miljoen. De impact van acquisities was 7,9%. De autonome stijging bedroeg 3,1%. Personeelskosten namen toe door loon-indexatie en overige bedrijfskosten stegen vooral door hogere productie- en (externe) transportkosten als gevolg van hogere diesel- en energieprijzen. Er was een minimale (€0,05 miljoen) vrijval uit de voorziening voor dubieuze debiteuren (eerste halfjaar 2018: vrijval van €0,6 miljoen).
Onderliggende afschrijvingen5 namen toe met €7,2 miljoen tot €19,8 miljoen. De toename was vooral het gevolg van de acquisities (€3,7 miljoen). Het effect van IFRS 16 was €2,5 miljoen.
Het onderliggende bedrijfsresultaat (EBIT) daalde met 59,9% (€23,7 miljoen) tot €16,0 miljoen als gevolg van de daling van de brutowinst en de stijging van de onderliggende bedrijfslasten.
De onderliggende EBITDA daalde met 31,5% (€16,5 miljoen) tot €35,8 miljoen. De overnames leidden tot een toename van 8,2%. Daarnaast was er sprake van een autonome daling van 39,9%. De ratio onderliggende EBITDA/brutowinst daalde derhalve van 24,0% naar 16,7%.
[5] Afschrijvingen betekent hier inclusief amortisatie
De onderliggende EBITDA tegen gelijkblijvende koersen daalde met 31,7% (€16,6 miljoen) tot €35,7 miljoen.
De bijdrage van HaBeMa (de Duitse joint venture in overslagactiviteiten) nam met 58,3% toe tot €1,7 miljoen, vooral als gevolg van een herstel in de handelsvolumes.
De onderliggende netto-financieringslasten stegen (van €1,2 miljoen tot €1,3 miljoen) vooral door de financiering van de acquisities en het effect van IFRS 16, enigszins afgezwakt door lagere rentetarieven.
De onderliggende effectieve belastingdruk bedroeg 25,6% (2018: 20,3%). De hogere belastingdruk was het gevolg van niet-aftrekbare kosten in 2019 vergeleken met 2018 waarin eenmalige positieve aanpassingen zaten.
De materiële posten die als incidentele posten in het eerste halfjaar 2019 zijn geëlimineerd, omdat ze als eenmalig worden beschouwd en niet direct gerelateerd zijn aan de operationele prestaties van ForFarmers, worden nader toegelicht in Noot 12 (Alternatieve Prestatie Maatstaven) van het halfjaarbericht 2019.
De bedragen in de vier gedefinieerde categorieën zijn:
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
||
|---|---|---|
| In miljoenen euro (voor belastingen) | 2019 | 2018 |
| i) Netto (terugneming van) bijzondere waardeverminderingen |
-4,7 | 0,5 |
| ii) Bedrijfscombinaties en Verkoop van activa en belangen |
||
| - Verkoop van activa en belangen | 0,9 | 4,9 |
| - Oprentingslast van voorwaardelijke vergoedingen en de put optie verplichting |
-2,4 | 0,0 |
| - Herwaardering van voorwaardelijke vergoedingen(1) |
5,0 | 0,0 |
| iii) Herstructureringskosten | -2,6 | 0,0 |
| iv) Overig | -0,5 | 0,0 |
| Totaal APM items | -4,3 | 5,4 |
(1) De bate is het gevolg van een lagere waardering van de voorwaardelijke vergoedingen van de overnames uit 2018
Het effect van de incidentele posten op de onderliggende EBITDA is als volgt:
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
||||
|---|---|---|---|---|
| In miljoenen euro | 2019 | 2018 | ∆ | ∆% |
| EBITDA | 33,5 | 57,2 | - 23,7 | -41,4% |
| Boekresultaten verkochte bedrijfsonderdelen / activa |
-0,9 | -4,9 | 4,0 | |
| Herstructureringskosten | 2,6 | - | 2,6 | |
| Overig | 0,5 | - | 0,5 | |
| Onderliggende EBITDA | 35,8 | 52,3 | - 16,5 | -31,5% |
| Effect valutakoersveranderingen |
-0,1 | - 0,1 | ||
| Onderliggende EBITDA, tegen gelijkblijvende koersen |
35,7 | 52,3 | - 16,6 | -31,7% |
Algemene opmerking: de percentages worden gepresenteerd op basis van de bedragen afgerond in miljoenen euro. Optellingen kunnen iets afwijken door afrondingen.
De onderliggende winst daalde met 61,5% (€18,9 miljoen) tot €11,9 miljoen. De onderliggende winst per aandeel daalde met 61,4%.
Het aantal medewerkers (omgerekend naar volledige dienstverbanden (fte's)) was per 30 juni 2019 met 2.663 iets hoger dan de stand per 31 december 2018 (2.654). De groei van het aantal medewerkers in vooral Polen werd vrijwel geheel gecompenseerd door een afname van fte's als gevolg van de sluiting van een fabriek in het Verenigd Koninkrijk in het kader van de efficiencyplannen 2019- 2020. Vergeleken met 30 juni 2018 waren er 15% meer fte's doordat de acquisities allemaal in de tweede helft van 2018 hun beslag kregen.
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | 2019 | 2018 | ||
| Netto kasstroom uit operationele activiteiten |
4.813 | 40.069 | |||
| Netto kasstroom gebruikt bij investeringsactiviteiten |
-14.086 | -6.306 | |||
| Netto kasstroom gebruikt bij financieringsactiviteiten |
-40.163 | -41.345 | |||
| Netto-toename/afname van geldmiddelen en kasequivalenten |
-49.436 | -7.582 | |||
| Geldmiddelen en kasequivalenten op 1 januari(1) |
38.449 | 111.607 | |||
| Effect van valutakoers en omrekeningsverschillen op geldmiddelen |
722 | -1.871 | |||
| Geldmiddelen en kasequivalenten op 30 juni(1) |
-10.265 | 102.154 |
(1) Na aftrek van bankschulden
| In miljoenen euro | 30 juni 2019 | 31 december 2018 |
|---|---|---|
| Totaal Activa | 899,8 | 873,7 |
| Eigen vermogen | 414,2 | 440,8 |
| Solvabiliteitsratio(1) | 46,0% | 50,4% |
| Netto werkkapitaal | 91,4 | 76,3 |
| - Vlottende activa(2) | 351,6 | 350,6 |
| - Kortlopende verplichtingen(3) | 266,9 | 277,2 |
| Achterstallige vorderingen | 17,9% | 18,7% |
| Netto schuld / (Cash)(4) | 60,8 | 16,5 |
(1) Solvabiliteit betreft het eigen vermogen gedeeld door balanstotaal. (2) Vlottende activa exclusief geldmiddelen en kasequivalenten.
(3) Kortlopende verplichtingen exclusief bankschulden.
(4) Netto schuld / (Cash) exclusief IFRS 16 leaseverplichtingen
Algemene opmerking: optellingen kunnen leiden tot kleine verschillen door afrondingen.
Het Eigen Vermogen daalde over de eerste zes maanden van 2019 met €26,6 miljoen tot €414,2 miljoen (ten opzichte van 31 december 2018). De afname was het gevolg van de toevoeging van de winst over het eerste
halfjaar 2019 (€9,2 miljoen) minus de uitkering van dividend (€30,5 miljoen) en minus €2,3 miljoen voor het inkoopprogramma van eigen aandelen in 2019. De nietgerealiseerde resultaten die rechtstreeks in het eigen vermogen werden verwerkt, bestonden uit een herwaardering (-€3,7 miljoen) van de pensioenverplichting (voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk) en kasstroomafdekkingen in combinatie met valutaomrekeningsverschillen (€0,8 miljoen). De solvabiliteit daalde van 50,4% ultimo 2018 naar 46,0% per 30 juni 2019.
De netto schuldpositie (het netto saldo van de lange- en korte-termijn bankschulden en andere leningen minus beschikbare liquide middelen) bedroeg €60,8 miljoen (eind 2018: schuld van €17,1 miljoen). De stijging van de netto schuldpositie was het resultaat van de lagere operationele kasstroom, het investeringsprogramma, de uitbetaling van het dividend en de inkoop van eigen aandelen.
Het netto werkkapitaal steeg naar €91,4 miljoen per 30 juni 2019, vergeleken met €76,3 miljoen eind 2018. Dit kwam onder meer door een hogere debiteurenstand in Nederland.
Terwijl de debiteurenpositie per 30 juni 2019 ongeveer gelijk was als per einde van het jaar 2018, daalde het percentage van vorderingen met een betalingsachterstand en bedroeg per 30 juni 2019 17,9% vergeleken met eind 18,7% per jaareinde 2018.
De investeringen in materiële en immateriële vaste activa bedroegen €16,8 miljoen (eerste halfjaar 2018: €16,3 miljoen). Er werden naast onderhoudsinvesteringen ook investeringen gedaan op het gebied van uitbreiding en innovatie in fabrieken om de efficiencyplannen te ondersteunen.
De netto kasstroom uit operationele activiteiten daalde van €40,1 miljoen tot €4,8 miljoen. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door het lagere resultaat over de periode en de stijging van het werkkapitaal.
De ROACE6ratio daalde van 26,3% naar 15,6% door de lagere brutowinst in Nederland/België en het Verenigd Koninkrijk en de verhoging van het geïnvesteerd vermogen, door de overnames en de nieuwe fabriek in Pionki (Polen) die nog niet volledig wordt benut. De ratio op basis van de onderliggende EBIT daalde van 20,0% naar 8,9%.
[6] ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen
De indeling van de clusters waarover wordt gerapporteerd is met ingang van 2019 gewijzigd als gevolg van de overnames en de daardoor gewijzigde marktposities in de verschillende landen. Vanaf 1 januari 2019 worden de resultaten van ForFarmers België binnen het cluster Nederland/België gerapporteerd. De overige clusters zijn: Duitsland/Polen, het Verenigd Koninkrijk en het cluster 'Centrale en Ondersteunende Diensten'. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn de cijfers van de clusters over 2018 aangepast.
De gemiddelde Europese melkprijzen zijn in de eerste maanden van 2019 iets gedaald, maar lagen in het tweede kwartaal van 2019 hoger dan een jaar eerder en dan het 5-jaar gemiddelde. De gemiddelde varkensprijzen zijn vooral in het tweede kwartaal van 2019 sterk gestegen als gevolg van de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest in Azië en de daardoor aanzienlijk gekrompen varkensstapel aldaar. Gemiddeld genomen lagen de varkensprijzen in het eerste halfjaar 2019 hoger dan een jaar eerder en dan het 5-jaar gemiddelde. De gemiddelde prijs voor eieren is sinds het begin van 2019 iets gedaald. In juni lagen de prijzen op ongeveer hetzelfde niveau als vorig jaar en het 5-jaar gemiddelde. Het gemiddelde prijsniveau in het eerste halfjaar 2019 was lager dan vorig jaar toen de eierprijzen op een hoog niveau startten. De prijzen voor vleeskuikens toonden in de eerste zes maanden van 2019 een volatiel verloop, dat ongeveer op het niveau van het 5 jaar gemiddelde lag. In het tweede kwartaal 2019 zijn de prijzen gaan stijgen en deze zijn nu hoger dan vorig jaar.
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
||||
|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | 2019 | 2018 | ∆% | |
| Total Feed volume (in tonnen) | 2.585.657 | 2.559.704 | 1,0% | |
| Omzet | 657.337 | 629.431 | ||
| Brutowinst | 116.799 | 126.948 | -8,0% | |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 125 | 4.704 | -97,3% | |
| Bedrijfslasten incl afschrijving & amortisatie | -99.478 | -88.312 | 12,6% | |
| Onderliggende lasten incl afschrijving & amortisatie | -95.739 | -88.796 | 7,8% | |
| EBITDA | 26.338 | 46.617 | -43,5% | |
| Onderliggende EBITDA | 27.515 | 42.108 | -34,7% | |
| Onderliggende afschrijving en amortisatie | -6.330 | -3.761 | 68,3% | |
| EBIT | 17.446 | 43.340 | -59,7% | |
| Onderliggend EBIT | 21.185 | 38.347 | -44,8% | |
| Onderliggende EBITDA / Brutowinst | 23,6% | 33,2% | ||
| ROACE onderliggende EBITDA | 35,4% | 52,9% |
De toenemende druk vanuit de Nederlandse overheid op de agrarische sector om milieudoelstellingen te halen, raakt alle veehouders. Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) meldde recent dat de Nederlandse melkveestapel in het eerste kwartaal van 2019 met 2% was gekrompen vergeleken met een jaar eerder. Dit was het gevolg van eerder afgekondigde maatregelen om de
fosfaatuitstoot te reduceren. De fosfaatproductie ligt nu onder het fosfaatplafond dat de Europese Unie voor de Nederlandse rundveesector heeft vastgesteld. Het hoofdlijnenakkoord 'Warme sanering varkenshouderij' blijft druk leggen op varkenshouders in Nederland om hun veestapel te verkleinen. De verwachting is dat deze daling zich in de komende jaren voortzet. In de pluimveesector waren de marktomstandigheden in het eerste halfjaar 2019 relatief stabiel voor vleeskuikenhouders, maar lastig voor leghennenhouders.
Ook zijn de gevolgen van het verwerpen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) voor de agrarische sector nog niet duidelijk.
In België neemt de aandacht voor het terugdringen van antibiotica in voer toe en is er een groeiende vraag naar niet-genetisch gemodificeerde (GMO-vrije) voeding. Dit leidt tot meer vraag naar GMO-vrije diervoeders. De varkenssector heeft in België nog steeds te maken met de dreiging van de Afrikaanse varkenspest, die nu nog alleen bij wilde zwijnen is geconstateerd. Deze situatie lijkt nu onder controle.
In de pluimveesector is er zorg over de uitbraak van vogelgriep. In geheel België zijn hygiëne-protocollen van kracht om het risico van verdere besmetting te verminderen.
Het Total Feed-volume nam met 1,0% toe tot 2,6 miljoen ton door de overname van Voeders Algoet (België), van Gorp Biologische Voeders en Maatman (beide in Nederland). Autonoom daalde het volume vooral doordat het aantal runderen en varkens lager was dan vorig jaar. De afzet van mengvoer daalde procentueel harder dan van Total Feed. De afzet door Reudink, dat zich volledig richt op biologische veehouders, steeg door de overname van Van Gorp Biologische Voeders. Het integratieproces van deze overnames loopt op schema. Het blijft uitdagend om bij de integratieprojecten alle klanten te behouden.
De brutowinst daalde met 8,0%, vooral door de ongunstige inkooppositie en de lagere volumes.
De onderliggende bedrijfslasten namen met 7,8% toe. Naast de additionele lasten door de overnames stegen de bedrijfslasten door hogere energiekosten, externe transportkosten en integratiekosten. Personeelskosten waren hoger door loon-indexatie en door een stijging van het aantal fte's (heropening van de fabriek in Deventer). In 2019 was er een lagere vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren dan in 2018. De doorbelaste overheadkosten waren als gevolg van het gehanteerde allocatiebeleid €2,2 miljoen lager dan vorig jaar.
De onderliggende EBITDA daalde met 34,7%. Dit wordt verklaard door de geringe volumestijging, de lagere brutowinst en de stijging van de onderliggende bedrijfslasten. De ratio van de onderliggende EBITDA/brutowinst daalde daardoor van 33,2% naar 23,6%.
De ROACE (op onderliggende EBITDA) daalde tot van 52.9% naar 35,4% door de lagere onderliggende EBITDA en het hogere geïnvesteerd vermogen door de overnames.
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
|||
|---|---|---|---|
| In duizenden euro Total Feed volume (in tonnen) Omzet Brutowinst Overige bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten incl afschrijving & amortisatie Onderliggende lasten incl afschrijving & amortisatie EBITDA Onderliggende EBITDA Onderliggende afschrijving en amortisatie EBIT Onderliggend EBIT |
2019 | 2018 | ∆% |
| 1.102.754 | 817.425 | 34,9% | |
| 298.770 | 210.771 | 41,8% | |
| 36.127 | 27.107 | 33,3% | |
| 147 | -3 | ||
| -35.729 | -22.864 | 56,3% | |
| -34.843 | -22.864 | 52,4% | |
| 5.334 | 5.584 | -4,5% | |
| 5.892 | 5.584 | 5,5% | |
| -4.461 | -1.344 | 231,9% | |
| 545 | 4.240 | -87,1% | |
| 1.431 | 4.240 | -66,3% | |
| Onderliggende EBITDA / Brutowinst | 16,3% | 20,6% | |
| ROACE onderliggende EBITDA | 8,0% | 22,7% |
De vleeskuikensector in Polen blijft groeien doordat er meer slachtcapaciteit komt om de exportmogelijkheden te benutten. In de eerste helft van 2019 stegen de prijzen van vleeskuikens sterk ten opzichte van het prijsniveau in de tweede helft van 2018. De rundveesector toont een duidelijke groei. De Afrikaanse varkenspest lijkt zich uit te breiden.
Het terugdringen van de milieueffecten van fosfaat en nitraat in vooral de varkenssector wordt steeds belangrijker in Duitsland. Dit leidt tot maatregelen waaronder subsidies aan veehouders om te stoppen, vergelijkbaar met de warme saneringsinitiatieven in Nederland.
Het Total Feed-volume nam met 34,9% toe tot 1,1 miljoen ton. Het grootste deel (31%, 285 duizend ton) van deze stijging was toe te schrijven aan de overname van Tasomix in Polen. Hierdoor steeg vooral de afzet in de pluimveesector aanzienlijk. Daarnaast nam de afzet in Duitsland (autonoom) in alle sectoren toe. In de varkenssector kwam dit onder meer door het winnen van een aantal nieuwe tenders.
De afzet van mengvoer steeg procentueel harder dan van Total Feed.
Tasomix realiseerde een autonome volumegroei van ruim 20% vergeleken met het eerste halfjaar 2018 toen ForFarmers nog geen 60%-belang in de onderneming had. In het eerste kwartaal stond de volumeontwikkeling in Polen enigszins onder druk doordat pluimveehouders wachtten met het vullen van hun stallen tot de prijs voor vleeskuikens herstelde. Deze prijzen trokken in het tweede kwartaal van 2019 aan, met een positief effect voor Tasomix. De afzet van voer nam toe door de productie (van zowel pluimvee- als varkensvoeders) in de nieuwe fabriek in Pionki, waarvan de capaciteitsbenutting groeide tot circa 30% (van de maximale capaciteit van 350 duizend ton) per eind juni.
De brutowinst steeg met €9,0 miljoen tot €36,1 miljoen (33,3%). Autonoom (derhalve in Duitsland) daalde de brutowinst door een andere verdeling van het volume over de verschillende sectoren, meer prijsdruk in de varkenssector door onder meer de tenders, en een groter volumeaandeel dat door derden werd geproduceerd.
De onderliggende bedrijfslasten stegen met 52,4%, vooral door de overname van Tasomix, en de daaraan
gerelateerde professionaliserings- en integratiekosten welke nog niet voldoende konden worden gecompenseerd door volumegroei en synergie-effecten. De autonome bedrijfslasten (derhalve in Duitsland) namen vooral toe door volumegroei en meer uitbesteedde
transportactiviteiten. Hogere dieselprijzen en meer kosten voor productie door derden zorgden eveneens voor een stijging in de kosten. In 2019 was er een kleine vrijval uit de voorziening voor dubieuze debiteuren (eerste halfjaar 2018: een kleine toevoeging). De doorbelaste overheadkosten waren €1,0 miljoen hoger dan vorig jaar.
De onderliggende EBITDA steeg met 5,5%. Dat was de uitkomst van de volume- en brutowinstgroei in combinatie met de gestegen onderliggende bedrijfslasten. De ratio van de onderliggende EBITDA/brutowinst daalde naar 16,3% (eerste helft 2018: 20,6%).
De ROACE (op onderliggende EBITDA) daalde naar 8,0% (eerste helft 2018: 22,7%) door de lagere ROACE in Polen (vooral door de verhoging van het geïnvesteerd vermogen door de overname en de opstart van de nieuwe fabriek in Pionki).
Voor de zes maanden eindigend op 30 juni In duizenden euro 2019 2018 ∆% Total Feed volume (in tonnen) 1.390.213 1.448.152 -4,0% Omzet 338.734 321.634 5,3% Brutowinst 60.885 63.688 -4,4% Overige bedrijfsopbrengsten 24 387 -93,8% Bedrijfslasten incl afschrijving & amortisatie -62.550 -58.530 6,9% Onderliggende lasten incl afschrijving & amortisatie -59.452 -58.530 1,6% EBITDA 7.600 11.472 -33,8% Onderliggende EBITDA 8.848 11.059 -20,0% Onderliggende afschrijving en amortisatie -7.413 -5.927 25,1% EBIT -1.641 5.545 -129,6% Onderliggend EBIT 1.435 5.132 -72,0% Onderliggende EBITDA / Brutowinst 14,5% 17,4% ROACE onderliggende EBITDA 10,8% 11,1%
De melkveestapel bleef stabiel terwijl het aantal melkveehouders verder daalde. De melkprijs lag op een iets hoger niveau dan in de eerste helft van 2018. Toch daalde de vraag naar prestatievoeders in de rundveesector omdat er door de milde winter meer ruwvoer beschikbaar was dan vorig jaar.
De consolidatie en rationalisatie in de varkenssector ging minder snel dan vorig jaar.
Terwijl de consumentenvraag naar varkensvlees stabiel bleef nam de vraag naar kippenvlees en eieren verder toe. De aandacht voor het verminderen van antibiotica in voeding (en dus in diervoeders) bleef groot. ForFarmers werd 'sterk aanbevolen' voor de 2019 Antibiotic Guardian award vanwege de aanhoudende inzet van de
onderneming om met voer en advies de mondiale uitdaging van antimicrobiële resistentie aan te pakken.
De mogelijke effecten van de uitkomst van de Brexit blijven onzeker. De sector zet zich er gezamenlijk voor in een soepele aanvoer van grondstoffen uit het buitenland zeker te stellen.
Het Total Feed-volume daalde met 4,0% naar 1,4 miljoen ton. Er werd vooral minder afgezet in de herkauwerssector als gevolg van de milde winter. Het volume in de varkenssector daalde als gevolg van de commerciële propositie gericht op margeverbetering. Er werd meer voer afgezet in de pluimveesector, waarin
ForFarmers een groeiend marktaandeel heeft. De afzet van mengvoer daalde (procentueel) iets harder dan van Total Feed.
De brutowinst daalde met 4,4%. Vanwege de concurrentie werd de ongunstige inkooppositie van grondstoffen niet doorberekend aan klanten. Het effect hiervan kon slechts beperkt worden afgezwakt door de margeverbetering als gevolg van de gedurende 2018 geïnitieerde aangescherpte commerciële proposities in de varkenssector.
De onderliggende bedrijfslasten stegen met 1,6%. Ondanks de daling van het volume namen productie- en transportkosten toe door de hogere energieprijzen.
Personeelskosten daalden als gevolg van de focus op efficiency. In de eerste helft van 2019 werd, evenals vorig jaar, een toevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren gedaan. De doorbelaste overheadkosten waren €0,5 miljoen hoger dan vorig jaar.
De onderliggende EBITDA daalde met 20,0% als gevolg van de volumedaling, de lagere brutowinst en de hogere onderliggende bedrijfslasten. De ratio van de onderliggende EBITDA/brutowinst daalde van 17,4% naar 14,5%. De ROACE op onderliggende EBITDA daalde licht van 11,1% in de eerste helft van 2018 naar 10,8% in 2019.
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | 2019 | 2018 | ∆% | |||
| Brutowinst | 301 | -38 | -892,1% | |||
| Overige bedrijfsopbrengsten | 871 | 2 | ||||
| Bedrijfslasten incl afschrijving & amortisatie | -8.546 | -7.935 | 7,7% | |||
| Onderliggende lasten incl afschrijving & amortisatie | -8.395 | -7.935 | 5,8% | |||
| EBITDA | -5.773 | -6.451 | -10,5% | |||
| Onderliggende EBITDA | -6.498 | -6.451 | 0,7% | |||
| Onderliggende afschrijving en amortisatie | -1.601 | -1.520 | 5,3% | |||
| EBIT | -7.374 | -7.971 | -7,5% | |||
| Onderliggend EBIT | -8.099 | -7.971 | 1,6% |
De onderliggende bedrijfslasten van de Centrale en ondersteunende diensten zijn exclusief het bedrag dat als overheadkosten aan de clusters wordt doorbelast. In de eerste helft van 2019 stegen de onderliggende centrale bedrijfslasten met €0,5 miljoen. Er werd €0,7 miljoen minder doorbelast aan de clusters.
In de eerste helft van 2018 waren (M&A-) advieskosten €0,7 miljoen hoger dan in de eerste zes maanden van dit jaar.
ForFarmers heeft in overleg met belanghebbenden vijf duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd op de volgende drie thema's: Milieu, Mens & Maatschappij en Dierengezondheid & Dierenwelzijn. De doelstellingen zijn 1) beperken van fosfaatuitstoot, 2) beperken van de uitstoot van broeikasgassen, 3) minimaliseren van gebruik van land, water en energie, 4) zorgen voor veilige en goede werkcondities en 5) verbeteren van de veiligheid van voer. Het verbeteren van diergezondheid en dierenwelzijn wordt gezien als een integraal onderdeel van de Total Feedoplossingen.
In Nederland en Duitsland is de druk op de (melk)veehouderij groot om de uitstoot van fosfaat te verminderen. ForFarmers streeft continu naar een verbetering van de fosfaatefficiëntie op het boerenerf en levert aangepast voer, dat leidt tot minder fosfaatuitstoot. Het fosfaatgehalte van het mengvoer voor melkvee is in de afgelopen jaren met circa 10% gedaald. ForFarmers heeft hier met innovatieve voeroplossingen aan bijgedragen. Daarnaast helpt ForFarmers veehouders door met rekenmodules het effect van bedrijfsmaatregelen op de voerwinst, de fosfaatefficiëntie en de CO2 voetafdruk te bepalen.
De bouw van de biomassacentrale in Lochem, die onlangs officieel werd geopend, past zowel binnen de tweede als de derde duurzaamheidsdoelstelling. In deze centrale wordt stoom geproduceerd door gebruik te maken van houtsnippers uit de regio. Daarmee wordt op een duurzame wijze voorzien in een groot deel van de energiebehoefte van de fabriek.
De aandacht voor veilige en goede werkcondities (vierde doelstelling) die moet leiden tot minder LTI's (lost time incidents) blijft onverminderd groot. In de eerste helft van 2019 waren er 44% minder LTI's dan vorig jaar in dezelfde periode. Het blijft van alle medewerkers een op veiligheid gerichte mentaliteit en werkwijze vergen om het aantal LTI's terug te dringen.
ForFarmers richt zich met het eigen Nutrition Innovation Center (NIC) op het ontwikkelen en verbeteren van voerconcepten die de gezondheid van dieren, en daarmee hun prestaties, ten goede komen. In de eerste helft van 2019 werd een nieuw voerconcept ('Ultra') voor vleesvarkens gelanceerd. Ultra richt zich op een lagere
fosfaatuitstoot door, betere gezondheid voor en betere prestatie van vleesvarkens. Tevens werd het voerconcept voor kuikens (Apollo) gelanceerd in België nadat dit vorig jaar in de andere landen was geïntroduceerd. Daarnaast formeerde ForFarmers onlangs een speciaal 'VIDA'-team om varkenshouders te helpen de gezondheid van biggen te optimaliseren.
Na balansdatum hebben geen significante gebeurtenissen plaatsgevonden.
Geopolitieke ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op de markten waarin ForFarmers actief is. De onzekerheid rond de handelsrelaties tussen de Verenigde Staten en overige landen, in het bijzonder China, en rond de Brexit blijft aanhouden. De verwachting is dat ook de volatiliteit in grondstoffenprijzen en op de valutamarkten zich zal voortzetten.
De impact van de agrarische sector op het milieu wordt in toenemende mate een onderwerp op de politieke agenda. Vooral in Nederland en Duitsland neemt de publieke discussie hierover sterk toe.
De discussie over bijvoorbeeld de omvang van de veestapel kan de groei van de melkvee- en varkenssector in deze landen belemmeren. Tegelijkertijd is de verwachting dat Europese melkveehouders, door een licht groeiende mondiale vraag naar zuivelproducten, zich zullen richten op meer productie. In het Verenigd Koninkrijk ligt de zelfvoorzieningsgraad voor de varkensen pluimveesector ruim onder de 100%, hetgeen groeikansen biedt voor lokale veehouders. Het beheersen van de gevolgen van dierziekten blijft een uitdaging voor de agrarische sector. De Afrikaanse varkenspest leidt tot een groeiende vraag naar varkensvlees vanuit Azië/China. De daarmee gepaard gaande prijsstijgingen bieden goede exportmogelijkheden. Lokaal worden in verschillende Europese landen echter steeds meer maatregelen geïntroduceerd om uitbreiding van de varkenssector strak te reguleren. Consumenten kiezen steeds vaker voor kippenvlees en eieren als vervanging voor bijvoorbeeld varkensvlees. Uit EU-rapporten blijkt dat consumptie van pluimveeproducten blijft toenemen in de komende jaren.
ForFarmers kondigde bij de publicatie van de jaarcijfers 2018 aan in 2019 ongeveer €50 miljoen te gaan investeren (2018: €45 miljoen). In 2018 meldde ForFarmers de bouw van een nieuwe fabriek in Duitsland (Wesel) te gaan onderzoeken, om de sterke groei in Duitsland op de middellange termijn te kunnen blijven ondersteunen. In de investeringsplannen voor 2019 was hiermee rekening gehouden. ForFarmers heeft de focus verlegd naar productieflexibiliteit en productiespecialisatie en streeft er daarom naar een netwerk op te bouwen met strategische partners (voerondernemingen) om productie deels uit te besteden. ForFarmers heeft in dat licht besloten af te zien van de bouw van de fabriek in Wesel. Onder meer als gevolg van deze beslissing is het verwachtte totaalbedrag voor kapitaalinvesteringen voor 2019 bijgesteld van €50 miljoen naar €40 miljoen.
De focus op het verder optimaliseren van het werkkapitaal wordt voortgezet. Ook blijft ForFarmers streven naar acquisities, zowel in de bestaande vijf landen als in nieuwe landen in Europa en aangrenzende regio's (Europa +).
Bij de publicatie van de jaarcijfers 2018 gaf ForFarmers de verwachte effecten aan van de toepassing van IFRS 16 voor het volledige jaar 2019. Uitgaande van de contracten per 1 januari 2019 zou dit resulteren in een stijging van de EBITDA met ongeveer €5 miljoen, een nagenoeg gelijkblijvende EBIT en een daling van de winst voor belasting met ongeveer €0,5 miljoen. De totale activa zouden stijgen met ongeveer €25 miljoen.
In het eerste halfjaar 2019 was het effect van de toepassing van IFRS 16 een stijging van de EBITDA met €2,8 miljoen, een stijging van de EBIT met €0,3 miljoen en een daling van de winst voor belasting met €0,2 miljoen.
ForFarmers heeft in 2014 de strategie Horizon 2020 bepaald. In 2016, bij de openbare beursgang, maakte de Onderneming de uit deze strategie voortvloeiende middellange-termijn financiële doelstelling voor beleggers bekend.
Deze middellange-termijn doelstelling is een gemiddelde jaarlijkse groei van de onderliggende EBITDA van in de 'mid single digits' bij gelijkblijvende koersen, exclusief de impact van significante overnames en onvoorziene omstandigheden voorbehouden.
Voor het gehele jaar 2019 zal de onderliggende EBITDA, onderliggende EBIT en onderliggende nettowinst naar verwachting lager zijn dan in 2018.
ForFarmers is op dit moment bezig met de strategie voor de jaren 2020 – 2025. Deze strategie, en de bijbehorende doelstellingen, zal in de eerste helft van 2020 worden afgerond en bekendgemaakt.
De Directie verklaart, voor zover bekend, dat het halfjaarbericht 2019, welke de Vennootschap en haar dochtermaatschappijen (tezamen te noemen de 'Groep' of 'ForFarmers') en het belang van de Groep in de joint venture omvat, een getrouw beeld geeft van de verkorte geconsolideerde balans, de verkorte geconsolideerde winst- en verliesrekening, het verkort geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat, het verkort geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen, het verkort geconsolideerd kasstroomoverzicht en de toelichting op de verkorte geconsolideerde tussentijdse cijfers, zoals vereist onder de Wet op het Financieel Toezicht.
Dit persbericht bevat informatie die kwalificeert als voorwetenschap in de zin van artikel 7 lid 1 van de EU Marktmisbruik Verordening.
Lochem, 15 augustus 2019
Raad van Bestuur ForFarmers N.V. Yoram Knoop, CEO Arnout Traas, CFO Adrie van der Ven, COO
De heren Yoram Knoop (CEO), Arnout Traas (CFO) en Adrie van der Ven (COO) zullen vandaag van 08.30 - 09.30 uur een toelichting geven op de halfjaarresultaten 2019 van ForFarmers in een conference call (in het Nederlands). Voor toegang tot de live audio webcast van de conference call kunt u inloggen via de corporate website www.forfarmersgroup.eu. De slides die tijdens de call worden gebruikt vormen een selectie uit de Presentatie halfjaarcijfers 2019 die te downloaden is via de corporate website. De audio webcast zal op de website beschikbaar blijven.
De heren Yoram Knoop (CEO), Arnout Traas (CFO) en Adrie van der Ven (COO) zullen vandaag van 10.00 – 11.00 uur een toelichting geven op de halfjaarresultaten 2019 van ForFarmers in een conference call (in het Engels). Voor toegang tot de live audio webcast van de conference call kunt u inloggen via de corporate website
www.forfarmersgroup.eu. De slides die tijdens de call worden gebruikt vormen een selectie uit de Presentatie halfjaarcijfers 2019 die te downloaden is via de corporate website. De audio webcast zal op de website beschikbaar blijven.
Caroline Vogelzang Directeur Investor Relations T: +31 573 288 194 M: +31 6 10 94 91 61 E: [email protected]
ForFarmers N.V. ('ForFarmers', Lochem, Nederland) is een internationaal opererende voeronderneming die complete en innovatieve voeroplossingen biedt voor de conventionele en biologische veehouderij. ForFarmers zet zich in "For the Future of Farming": voor de continuïteit van het boerenbedrijf en voor een financieel gezonde sector die nog vele generaties een duurzame rol zal spelen in de maatschappij. Door intensief met klanten samen te werken biedt ForFarmers hen concreet resultaat: een beter rendement, een gezondere veestapel en een hogere efficiëntie. Dit wordt gerealiseerd met een aanbod van maatwerk en Total Feed-oplossingen en met een gerichte aanpak ondersteund door gespecialiseerde en deskundige professionals.
ForFarmers heeft productievestigingen in Nederland, België, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Polen. Met een afzet van 10 miljoen ton diervoeders op jaarbasis is ForFarmers marktleider in Europa. In 2018 had ForFarmers 2.761 medewerkers en bedroeg de omzet €2,4 miljard.
ForFarmers is genoteerd aan Euronext Amsterdam.
ForFarmers publiceert op 31 oktober 2019 de operationele voortgangsrapportage over het derde kwartaal (Q3 2019 trading update).
ForFarmers N.V. Postbus 91 7240 AB Lochem T: +31 (0)573 28 88 00, F: +31 (0)573 28 88 99 [email protected], www.forfarmersgroup.eu
Bijlagen: Halfjaarbericht 2019
PUBLICATIE HALFJAARBERICHT 2019 Het halfjaarbericht 2019 (incl. verkorte geconsolideerde tussentijdse cijfers) is vanaf 15 augustus 2019 beschikbaar op de website van ForFarmers (www.forfarmersgroup.eu).
De cijfers in dit persbericht zijn afgeleid van het halfjaarbericht 2019 van ForFarmers waarop geen accountantscontrole is uitgevoerd. Het halfjaarbericht 2019 en de hiervan afgeleide cijfers in dit persbericht zijn opgesteld in overeenstemming met IFRS (International Financial Reporting Standards) zoals aanvaard door de EU. Algemene opmerking: de gepresenteerde percentages zijn berekend op basis van bedragen afgerond in miljoenen euro met een decimaal.
Gegeven de vrije verhandelbaarheid van de aandelen op EURONEXT Amsterdam, staat ForFarmers onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en acteert de onderneming volgens de geldende regels voor effectenuitgevende ondernemingen.
| 31-10-2019 | Publicatie Q3 2019 Trading update |
|---|---|
| 12-03-2020 | Publicatie jaarcijfers 2019 |
| 24-04-2020 | Algemene Vergadering van Aandeelhouders |
| 01-05-2020 | Publicatie Q2 2020 Trading update |
| 13-08-2020 | Publicatie halfjaarcijfers 2020 |
| 30-10-2020 | Publicatie Q3 2020 Trading update |
Dit document bevat toekomstgerichte uitspraken die onder meer betrekking hebben op ForFarmers' wettelijk vereiste kapitaal- en liquiditeitsposities in bepaalde gespecificeerde scenario's. Hiernaast kunnen toekomstgerichte uitspraken, zonder enige beperking, uitspraken bevatten met daarin woorden zoals ''is voornemens'', "verwacht", 'houdt rekening met'', "is gericht op", ''heeft het plan'', "schat" en woorden met een soortgelijke strekking. Deze uitspraken betreffen of kunnen invloed hebben op toekomstige zaken, zoals ForFarmers' toekomstige financiële resultaten, bedrijfsplannen en huidige strategieën. Toekomstgerichte uitspraken zijn onderhevig aan een aantal risico's en onzekerheden die ertoe kunnen leiden dat daadwerkelijke resultaten en prestaties wezenlijk verschillen van de verwachte toekomstige resultaten of prestaties die impliciet of expliciet in toekomstgerichte uitspraken zijn opgenomen. Factoren die tot verschillen in de huidige verwachtingen kunnen leiden, of daaraan kunnen bijdragen, omvatten, maar zijn niet beperkt tot: ontwikkelingen in wetgeving, technologie, belastingen, rechtspraak en regelgeving, schommelingen in beurskoersen, juridische procedures, onderzoeken door toezichthouders, de concurrentieverhoudingen, en algemene economische omstandigheden. Deze en andere factoren, risico's en onzekerheden die invloed kunnen hebben op enige toekomstgerichte uitspraak of de daadwerkelijke resultaten van ForFarmers, worden besproken in het laatst gepubliceerde jaarverslag. De toekomstgerichte uitspraken in dit document betreffen uitsluitend uitspraken vanaf de datum van dit document, en ForFarmers aanvaardt geen enkele verplichting tot of verantwoordelijkheid voor het bijwerken van de toekomstgerichte uitspraken die in dit bericht zijn opgenomen, ongeacht of deze verband houden met nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins, tenzij ForFarmers hiertoe wettelijk verplicht is.
| In duizenden euro (voor winstbestemming) | noot | 30 juni 2019 | 31 december 2018 |
|---|---|---|---|
| Activa | |||
| Materiële vaste activa | 14 | 259.402 | 261.555 |
| Activa met gebruiksrecht | 15 | 24.204 | - |
| Immateriële activa en goodwill | 16 | 166.862 | 168.023 |
| Vastgoedbeleggingen | 643 | 643 | |
| Handels- en overige vorderingen | 23 | 14.811 | 13.690 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | 17 | 25.872 | 25.392 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 2.342 | 2.099 | |
| Vaste activa | 494.136 | 471.402 | |
| Voorraden | 18 | 85.335 | 93.555 |
| Biologische activa | 5.722 | 4.314 | |
| Handels- en overige vorderingen | 23 | 251.609 | 250.618 |
| Actuele belastingvorderingen | 13 | 8.963 | 2.072 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 23 | 54.020 | 51.756 |
| Vlottende activa | 405.649 | 402.315 | |
| Totaal activa | 899.785 | 873.717 | |
| Eigen vermogen | |||
| Aandelenkapitaal | 19 | 1.063 | 1.063 |
| Agio | 143.554 | 143.554 | |
| Reserve eigen aandelen | -64 | -61 | |
| Reserve omrekeningsverschillen | -6.199 | -6.653 | |
| Reserve kasstroomafdekkingen | -560 | -896 | |
| Overige reserves en ingehouden winsten | 262.470 | 239.990 | |
| Onverdeeld resultaat | 8.974 | 58.590 | |
| Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders van de Vennootschap | 409.238 | 435.587 | |
| Minderheidsbelangen | 4.994 | 5.166 | |
| Totaal eigen vermogen | 414.232 | 440.753 | |
| Verplichtingen | |||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 23 | 48.621 | 52.354 |
| Leaseverplichtingen | 23 | 19.068 | 186 |
| Personeelsbeloningen | 21 | 33.989 | 33.496 |
| Voorzieningen | 22 | 2.066 | 2.024 |
| Handelsschulden en overige verplichtingen | 23 | 38.979 | 41.258 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 11.639 | 13.174 | |
| Langlopende verplichtingen | 154.362 | 142.492 | |
| Bankschulden | 23 | 64.285 | 13.307 |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 23 | 1.912 | 2.563 |
| Leaseverplichtingen | 23 | 4.746 | 400 |
| Voorzieningen | 22 | 2.469 | 1.372 |
| Handelsschulden en overige verplichtingen | 23 | 256.621 | 267.695 |
| Actuele belastingverplichtingen | 13 | 1.158 | 5.135 |
| Kortlopende verplichtingen | 331.191 | 290.472 | |
| Totaal verplichtingen | 485.553 | 432.964 | |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 899.785 | 873.717 |
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
|||
|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | 2019 | 2018 |
| Omzet | 1.274.353 | 1.141.562 | |
| Kosten van grond- en hulpstoffen | -1.060.241 | -923.857 | |
| Brutowinst | 8 | 214.112 | 217.705 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 9 | 1.167 | 5.090 |
| Bedrijfsopbrengsten | 215.279 | 222.795 | |
| Personeelskosten | -85.897 | -76.589 | |
| Afschrijvingen, amortisatie en bijzondere waardeverminderingen | 14 , 15 , 16 | -24.523 | -12.068 |
| Netto (terugnemingen van) bijzondere waardevermindering op handelsvorderingen | 47 | 597 | |
| Overige bedrijfskosten | -95.930 | -89.581 | |
| Bedrijfslasten | 10 | -206.303 | -177.641 |
| Bedrijfsresultaat | 8.976 | 45.154 | |
| Financieringsbaten | 11 | 5.400 | 500 |
| Financieringslasten | 11 | -4.100 | -1.728 |
| Netto financieringsresultaat | 1.300 | -1.228 | |
| Aandeel in het resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen | 17 | 1.681 | 1.062 |
| Winst vóór belastingen | 11.957 | 44.988 | |
| Winstbelastingen | 13 | -2.754 | -9.845 |
| Winst over het boekjaar | 9.203 | 35.143 | |
| Winst toe te rekenen aan: | |||
| Aandeelhouders van de Vennootschap | 8.974 | 34.796 | |
| Minderheidsbelangen | 229 | 347 | |
| Winst over het boekjaar | 9.203 | 35.143 | |
| Winst per aandeel in euro(1) | |||
| Gewone winst per aandeel | 0,09 | 0,35 | |
| Verwaterde winst per aandeel | 0,09 | 0,35 | |
(1) Winst per aandeel toe te rekenen aan de aandeelhouders van de Vennootschap
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
|||
|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | 2019 | 2018 |
| Winst over het boekjaar | 9.203 | 35.143 | |
| Niet-gerealiseerde resultaten | |||
| Posten die nooit zullen worden overgeboekt naar het resultaat | |||
| Herwaardering van toegezegd-pensioenverplichtingen | 21 | -4.644 | 8.511 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode - aandeel in niet-gerealiseerde resultaten |
- | - | |
| Gerelateerde belastingen | 939 | -1.449 | |
| -3.705 | 7.062 | ||
| Posten die zijn of kunnen worden overgeboekt naar het resultaat | |||
| Buitenlandse activiteiten - valuta omrekeningsverschillen | 608 | -1.024 | |
| Kasstroomafdekkingen - effectieve deel van reële waardeveranderingen | 421 | -754 | |
| Kasstroomafdekkingen - geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening / balans | - | - | |
| Gerelateerde belastingen | -239 | 435 | |
| 790 | -1.343 | ||
| Niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen | -2.915 | 5.719 | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 6.288 | 40.862 | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten toe te rekenen aan: | |||
| Aandeelhouders van de Vennootschap | 6.059 | 40.515 | |
| Minderheidsbelangen | 229 | 347 |
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 6.288 40.862
| Overige | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | Aandelen kapitaal |
Agio | Reserve eigen aandelen |
Reserve omrekenings verschillen |
Reserve kasstroom afdekkingen |
reserves en ingehouden winsten |
Onverdeeld resultaat |
Totaal | Minder heids belangen |
Totaal eigen vermogen |
| Stand op 1 januari 2019 |
1.063 143.554 | -61 | -6.653 | -896 | 239.990 | 58.590 | 435.587 | 5.166 | 440.753 | ||
| Toevoeging uit het onverdeeld resultaat |
- | - | - | - | - | 58.590 | -58.590 | - | - | - | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | |||||||||||
| Winst | - | - | - | - | - | - | 8.974 | 8.974 | 229 | 9.203 | |
| Totaal niet gerealiseerde resultaten |
- | - | - | 454 | 336 | -3.705 | - | -2.915 | - | -2.915 | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
- | - | - | 454 | 336 | -3.705 | 8.974 | 6.059 | 229 | 6.288 |
Transacties met aandeelhouders van de Vennootschap, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen
| Bijdragen en uitkeringen | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Dividenden | 19 | - | - | - | - | - | -30.051 | - | -30.051 | -401 | -30.452 |
| Inkoop eigen aandelen | - | - | -3 | - | - | -2.343 | - | -2.346 | - | -2.346 | |
| Op aandelen gebaseerde betalingstransacties |
- | - | - | - | - | -11 | - | -11 | - | -11 | |
| Totaal transacties met aandeelhouders van de Vennootschap |
- | - | -3 | - | - | -32.405 | - | -32.408 | -401 | -32.809 | |
| Stand op 30 juni 2019 |
1.063 143.554 | -64 | -6.199 | -560 | 262.470 | 8.974 | 409.238 | 4.994 | 414.232 |
| Toe te rekenen aan aandeelhouders van de Vennootschap | ||
|---|---|---|
| ------------------------------------------------------- | -- | -- |
| In duizenden euro | noot | Aandelen kapitaal |
Agio | Reserve eigen aandelen |
Reserve omrekenings verschillen |
Reserve kasstroom afdekkingen |
Overige reserves en ingehouden winsten |
Onverdeeld resultaat |
Totaal | Minder heids belangen |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stand op 31 december 2017 |
1.063 143.554 | -55 | -5.692 | - | 207.878 | 58.554 | 405.302 | 4.629 | 409.931 | ||
| IFRS 9 aanpassing | - | - | - | - | - | -97 | - | -97 | - | -97 | |
| Stand op 1 januari 2018 |
1.063 143.554 | -55 | -5.692 | - | 207.781 | 58.554 | 405.205 | 4.629 | 409.834 | ||
| Toevoeging uit het onverdeeld resultaat |
- | - | - | - | - | 58.554 | -58.554 | - | - | - | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | |||||||||||
| Winst | - | - | - | - | - | - | 34.796 | 34.796 | 347 | 35.143 | |
| Totaal niet gerealiseerde resultaten |
- | - | - | -777 | -566 | 7.062 | - | 5.719 | - | 5.719 | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
- | - | - | -777 | -566 | 7.062 | 34.796 | 40.515 | 347 | 40.862 | |
| Transacties met aandeelhouders van de Vennootschap, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen Bijdragen en uitkeringen |
|||||||||||
| Dividenden | - | - | - | - | - | -30.053 | - | -30.053 | - | -30.053 | |
| Inkoop eigen aandelen | - | - | -6 | - | - | -5.873 | - | -5.879 | - | -5.879 | |
| Op aandelen gebaseerde betalingstransacties |
- | - | - | - | - | -306 | - | -306 | - | -306 | |
| Totaal transacties met |
| Totaal transacties met aandeelhouders van de Vennootschap |
- | - | -6 | - | - | -36.232 | - | -36.238 | - | -36.238 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stand op 30 juni 2018 |
1.063 143.554 | -61 | -6.469 | -566 | 237.165 | 34.796 | 409.482 | 4.976 | 414.458 |
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
||
|---|---|---|
| In duizenden euro noot |
2019 | 2018 |
| Kasstroom uit operationele activiteiten | ||
| Winst over het boekjaar | 9.203 | 35.143 |
| Aanpassingen voor: | ||
| Afschrijvingen 14 , 15 |
15.526 | 9.698 |
| Amortisatie 16 |
4.280 | 2.854 |
| Netto (terugneming van) bijzonder waardeverminderingsverlies op materiële vaste activa 14 |
4.717 | -484 |
| Wijziging in reële waarde van biologische activa (niet-gerealiseerd) | 2 | - |
| Netto (terugneming van) bijzonder waardeverminderingsverlies op handelsvorderingen | -47 | -597 |
| Netto financieringsresultaat | -1.300 | 1.228 |
| Aandeel in resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen | -1.681 | -1.062 |
| Resultaat op verkoop materiële vaste activa / vastgoedbeleggingen 9 |
-1.017 | -327 |
| Resultaat op verkoop van belangen in deelnemingen 9 |
- | -413 |
| Resultaat op verkoop van activa aangehouden voor verkoop 9 |
- | -4.509 |
| Kosten van op aandelen gebaseerde betalingstransacties met afwikkeling in | 294 | 80 |
| eigenvermogensinstrumenten | ||
| Kosten met betrekking tot toegezegd-pensioenregelingen | 483 | 546 |
| Kosten met betrekking tot lange termijn bonussen | 656 | 73 |
| Winstbelastingen | 2.754 | 9.845 |
| 33.870 | 52.075 | |
| Mutatie in: | ||
| Voorraden & biologische activa | 6.875 | -357 |
| Handels- en overige vorderingen | -2.716 | -5.677 |
| Handelsschulden en overige verplichtingen | -12.661 | 14.056 |
| Voorzieningen en personeelsbeloningen | -4.350 | -3.912 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 21.018 | 56.185 |
| Betaalde rente | -1.034 | -704 |
| Betaalde winstbelastingen | -15.171 | -15.412 |
| Netto kasstroom uit operationele activiteiten | 4.813 | 40.069 |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | ||
| Ontvangen rente | 550 | 460 |
| Ontvangen dividenden uit deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | 1.593 | 2.123 |
| Opbrengst uit verkoop van materiële vaste activa / vastgoedbeleggingen | 1.471 | 1.311 |
| Opbrengst uit verkoop van belangen in deelnemingen, na aftrek van afgestoten geldmiddelen 9 |
- | 413 |
| Opbrengst uit verkoop van activa aangehouden voor verkoop 9 |
- | 5.650 |
| Verwerving dochteronderneming, na aftrek van verworven geldmiddelen 6 |
-877 | - |
| Verwerving van materiële vaste activa 14 |
-16.158 | -15.881 |
| Verwerving van immateriële activa 16 |
-665 | -382 |
| Netto kasstroom gebruikt bij investeringsactiviteiten | -14.086 | -6.306 |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | ||
| Inkoop van eigen aandelen | -2.346 | -5.879 |
| Opbrengst uit verkoop van eigen aandelen met betrekking tot het medewerkersparticipatieplan | 1.339 | 1.503 |
| Terugkoop van eigen aandelen met betrekking tot het medewerkersparticipatieplan | -1.805 | -2.192 |
| Leasebetalingen | -2.937 | -17 |
| Opname leningen 23 |
35.522 | - |
| Terugbetaling leningen 23 |
-40.387 | -5.683 |
| Betaling van afwikkeling derivaten | -141 | - |
| Betaald dividend 19 |
-29.408 | -29.077 |
| Netto kasstroom gebruikt bij financieringsactiviteiten | -40.163 | -41.345 |
| Netto-toename/afname van geldmiddelen en kasequivalenten | -49.436 | -7.582 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten op 1 januari(1) | 38.449 | 111.607 |
| Effect van valutakoers- en omrekeningsverschillen op geldmiddelen | 722 | -1.871 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten op 30 juni(1) | -10.265 | 102.154 |
(1) Na aftrek van bankschulden
ForFarmers N.V. (de Vennootschap) is een naamloze vennootschap, statutair gevestigd in Nederland. Het adres van de statutaire zetel is Kwinkweerd 12, 7241 CW Lochem. De verkorte geconsolideerde tussentijdse cijfers ('tussentijdse cijfers') voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 omvat de Vennootschap en haar dochtermaatschappijen (tezamen te noemen de 'Groep' of 'ForFarmers') en het belang van de Groep in haar joint venture.
ForFarmers N.V. is een internationaal opererende voeronderneming die complete voeroplossingen biedt voor de (biologische) veehouderij. ForFarmers zet zich in "For the Future of Farming": voor de continuïteit van het boerenbedrijf en voor een financieel gezonde sector.
De tussentijdse cijfers zijn goedgekeurd voor publicatie door de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen op 14 augustus 2019.
Op de tussentijdse cijfers in dit bericht is geen accountantscontrole toegepast. Definitie van een lease
Deze tussentijdse cijfers zijn opgesteld in overeenstemming met IAS 34 Interim Financial Reporting, en dienen te worden gelezen in samenhang met de laatste geconsolideerde jaarrekening van de Groep per en voor het jaar eindigend op 31 december 2018 ('laatste jaarrekening'), welke is opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard door de Europese Unie (EU-IFRS, hier verder vermeld als IFRS) en artikel 2:362 lid 9 BW.
De tussentijdse cijfers bevatten niet alle informatie die vereist is voor een complete IFRS jaarrekening. Echter, geselecteerde toelichtingen zijn opgenomen met betrekking tot gebeurtenissen en transacties die belangrijk zijn om inzicht te verkrijgen in de veranderingen in de financiële positie en resultaten van de Groep sinds de laatste jaarrekening. De grondslagen toegepast in deze tussentijdse cijfers zijn dezelfde als die zijn toegepast op de laatste jaarrekening, met uitzondering van de toepassing van IFRS 16 (leases) per 1 januari 2019.
IFRS 16 heeft één model voor verwerking van leaseovereenkomsten in de balans van lessees geïntroduceerd. De groep, als lessee, verantwoordt een actief met gebruiksrecht voor het recht om het onderliggende actief te gebruiken en een leaseverplichting die de verplichting tot leasebetalingen weergeeft.
De Groep heeft IFRS 16 toegepast volgens de aangepaste retrospectieve transitiemethode. Door de gekozen transitiemethode is geen aanpassing in het eigen vermogen verantwoord en zijn de vergelijkende cijfers voor 2018 niet aangepast - dat wil zeggen dat deze wordt gepresenteerd, zoals eerder gerapporteerd, onder IAS 17 en de hieraan gerelateerde interpretaties. De details van de gewijzigde grondslagen zijn hieronder uiteengezet.
Voorheen beoordeelde de Groep bij aangaan van het contract op basis van IFRIC 4 Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat of de overeenkomst een lease is of een lease bevat. De Groep beoordeelt nu of een overeenkomst een lease bevat of een leaseovereenkomst is op basis van de nieuwe definitie van een lease. Onder IFRS 16, is of bevat een contract een leaseovereenkomst, indien het contract in ruil voor een vergoeding, het recht verleent om gedurende een bepaalde periode de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te oefenen.
Bij de overgang naar IFRS 16 heeft de Groep gekozen om de vrijstelling toe te passen met betrekking tot de definitie van een leaseovereenkomst en de reeds verrichtte beoordelingen te gebruiken om te bepalen welke overeenkomsten een lease betreffen. IFRS 16 is dus enkel toegepast op overeenkomsten die voorheen ook waren
geïdentificeerd als leaseovereenkomst. Overeenkomsten die voorheen, onder IAS 17 en IFRIC 4, niet waren geïdentificeerd als leaseovereenkomst zijn niet opnieuw beoordeeld. De definitie van een lease onder IFRS 16 is daardoor enkel toegepast op contracten die zijn aangegaan of zijn aangepast op of na 1 januari 2019.
Bij aangaan van een contract of bij een herbeoordeling of een contract een leasecomponent bevat heeft de Groep gekozen om niet-leasecomponenten niet van hun leasecomponent te scheiden en in plaats daarvan de leasecomponent en niet-leasecomponenten als één enkele leasecomponent te verwerken.
De Groep leaset onder andere grond, gebouwen, productiefaciliteiten, bedrijfsauto's en vrachtwagens.
leaseovereenkomsten voornamelijk als operationele lease op basis van de beoordeling of nagenoeg alle risico's en voordelen van de lease waren overgedragen. Onder IFRS 16, verantwoordt de Groep een actief met gebruiksrecht en een leaseverplichting voor de meeste leases. Dat wil zeggen dat deze leases op de balans worden verantwoord.
De Groep heeft gekozen om geen actief met gebruiksrecht en leaseverplichtingen te verantwoorden voor kortlopende leases (leasetermijn korter dan 12 maanden en zonder koopoptie) en leases waarbij het onderliggende actief een lage waarde heeft (een waarde beneden €5 duizend). De Groep verantwoordt de leasebetalingen horende bij deze leases lineair als kosten in de winst-en-verliesrekening op basis van de leasetermijn.
De Groep presenteert zowel het actief met gebruiksrecht als de leaseverplichtingen als afzonderlijke regels in de balans.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving De Groep verantwoordt een actief met gebruiksrecht en de leaseverplichting op de aanvangsdatum. De activa met gebruiksrecht worden gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, aangepast voor bepaalde herwaarderingen van leaseverplichtingen (zie hieronder voor de herwaardering van leaseverplichtingen).
De leaseverplichting wordt bij aanvang vastgesteld op de contante waarde van de nog te betalen leasebedragen op de aanvangsdatum, contant gemaakt tegen de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst. Indien deze niet op eenvoudige wijze kan worden bepaald, hanteert de groep haar incrementele rentevoet. Over het algemeen hanteert de groep haar incrementele rentevoet per specifieke activa categorie en leasetermijn als disconteringsvoet.
De leaseverplichtingen nemen toe door de rente op de leaseverplichtingen en de leaseverplichtingen nemen af door de verrichte leasebetalingen. De leaseverplichtingen worden geherwaardeerd wanneer een verandering in toekomstige leasebetalingen zich voordoet die voortvloeit uit een verandering in een index of rentevoet, een verandering in de bedragen die naar verwachting uit hoofde van een restwaardegarantie verschuldigd zijn of een verandering in de beoordeling of een koop- of verlengingsoptie redelijkerwijs uitgeoefend zal worden of een beëindigingsoptie niet uitgeoefend zal worden.
De groep heeft schattingen en beoordelingen gebruikt om de leasetermijn te bepalen voor bepaalde leasecontracten die verlengingsopties en beëindigingsopties bevatten. De beoordeling of de groep deze opties uit zal oefenen heeft impact op de leasetermijn. Deze leasetermijn heeft een significante invloed op de omvang van zowel de verantwoorde leaseverplichtingen als de verantwoorde activa met gebruiksrecht.
Voor leases die als operationele lease waren geclassificeerd onder IAS 17 zijn leaseverplichtingen opgenomen welke zijn gewaardeerd tegen de contante waarde van de resterende leasebetalingen, contant gemaakt tegen de incrementele rentevoet van de groep op 1 januari 2019. De activa met gebruiksrecht zijn gewaardeerd voor een bedrag dat gelijk is aan de leaseverplichting, aangepast voor het bedrag van alle vooruitbetaalde of nog te ontvangen leasebetalingen.
De Groep heeft bij de transitie naar IFRS 16 de volgende vrijstellingen toegepast voor leases die onder IAS 17 waren geclassificeerd als operationele lease:
De Groep leaset een aantal vrachtwagen en opleggers (beide in het Verenigd Koninkrijk) en bedrijfsauto's (in Polen), die waren geclassificeerd als financiële lease onder IAS 17. Voor deze financiële leases is de boekwaarde van het actief met gebruiksrecht en de leaseverplichting op 1 januari 2019 gelijk aan de in overeenstemming met IAS 17 bepaalde boekwaarde van het geleasede actief en de leaseverplichting van vlak vóór die datum.
Bij de transitie naar IFRS 16 heeft de Groep additionele activa met gebruiksrecht en additionele leaseverplichtingen verantwoord van €25,0 miljoen. Bij de waardering van de leaseverplichtingen van leases die voorheen waren geclassificeerd als operationele lease heeft de Groep de resterende leasebetalingen contant gemaakt met haar incrementele rentevoet op 1 januari 2019. De gewogen gemiddelde rentevoet die is toegepast betreft 3,1%. Voor bepaalde specifieke langlopende contacten voor grond en productiefaciliteiten zijn rentevoeten tussen de 3,5% en 6,1% gebruikt, afhankelijk van de leasetermijn.
Hierna is een aansluiting opgenomen van de operationele leaseverplichtingen per 31 december 2018 en de leaseverplichtingen per 1 januari 2019:
| Operationele leaseverplichtingen 31 december 2018 |
33.106 |
|---|---|
| Opname uitzonderingen (lage waarde en korte termijn) |
884 |
| Operationele leaseverplichtingen 31 december 2018 exclusief uitzonderingen |
32.222 |
| Gedisconteerd tegen de incrementele rente voet | 22.172 |
| Verdisconteerde verlengingsopties met redelijke mate van zekerheid tot uitoefening |
2.815 |
| Additionele IFRS 16 leaseverplichtingen | 24.987 |
| Financiële leaseverplichtingen 31 december 2018 | 586 |
| Leaseverplichtingen 1 januari 2019 | 25.573 |
Als gevolg van het initieel toepassen van IFRS 16 voor leases die voorheen waren geclassificeerd als operationele lease heeft de groep €23,3 miljoen verantwoord voor activa met gebruiksrecht en €23,4 miljoen verantwoord voor de leaseverplichtingen per 30 juni 2019.
Voor dezelfde leases heeft de Groep onder IFRS 16 afschrijvingen en rentekosten verantwoord in plaats van operationele lease kosten. Gedurende de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 heeft de Groep €2,5 miljoen aan afschrijvingen en € 0,5 miljoen aan rentekosten verantwoord in plaats van €2,8 miljoen aan operationele lease kosten.
Een aantal wijzigingen met betrekking tot bestaande standaarden (IFRS 9 Financiële instrumenten, IAS 28 equity accounted investees en IAS 19 personeelsbeloningen) is effectief per 1 januari 2019, echter deze wijzigingen hebben geen materiële impact op de jaarrekening van de groep.
Voor een toelichting op de nog niet van toepassing zijnde nieuwe standaarden wordt verwezen naar noot 27.
De tussentijdse cijfers zijn opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling.
Indien noodzakelijk zijn vergelijkende cijfers aangepast in overeenstemming met de huidige presentatie.
Deze tussentijdse cijfers zijn opgesteld in euro. Dit is tevens de functionele valuta van de Vennootschap. Alle financiële informatie die in euro's wordt gepresenteerd is afgerond op het naastliggende duizendtal, tenzij anders is aangegeven. De functionele valuta van
de dochtermaatschappijen zijn de euro, het Britse pond en de Poolse zloty. Het merendeel van de transacties en resulterende saldi van de dochtermaatschappijen vinden plaats in haar lokale en functionele valuta.
De volgende wisselkoersen zijn toegepast:
| Koers: | €1.00 | €1.00 |
|---|---|---|
| Koers op 31 december 2017 | £0,8872 | - |
| Koers op 30 juni 2018 | £0,8861 | - |
| Koers op 31 december 2018 | £0,8945 | PLN4,3014 |
| Koers op 30 juni 2019 | £0,8966 | PLN4,2496 |
| Gemiddelde koers | €1.00 | €1.00 |
| H1 2018 | £0,8798 | - |
| H1 2019 | £0,8736 | PLN4,292 |
Bij het opstellen van deze tussentijdse cijfers heeft het management oordelen gevormd en schattingen en veronderstellingen gemaakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
De oordelen gemaakt door het management in het toepassen van de door Groep gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden zijn dezelfde als die zijn toegepast op de laatste jaarrekening met uitzondering voor de nieuwe schattingen en oordelen met betrekking tot IFRS 16 leases (zie noot 2).
Een aantal grondslagen en toelichtingen van de Groep vereisen de bepaling van reële waarden, voor zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen.
De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld op de waarderingsdatum in een ordelijke transactie tussen ter zake goed geïnformeerde partijen op de primaire of, indien deze niet aanwezig is, de meest voordelige markt die voor de Groep toegankelijk is op die datum. De reële waarde van een verplichting weerspiegelt het risico op niet-nakoming.
Wanneer deze beschikbaar is, bepaalt de Groep de reële waarde van een financieel instrument met behulp van de genoteerde prijs op een actieve markt voor dat instrument. Een markt wordt beschouwd als actief als transacties voor het actief of passief plaatsvinden met voldoende frequentie en volume om prijsstellingsinformatie te verstrekken op een continue basis.
Als er geen prijsnotering is op een actieve markt, bepaalt de Groep de reële waarde door gebruik te maken van waarderingstechnieken die maximaal gebruik maken van relevante waarneembare inputs en zo weinig mogelijk van niet-waarneembare inputs. De gekozen waarderingstechniek omvat alle factoren waarmee marktpartijen rekening zouden houden bij het bepalen van de prijs van de transactie.
Als een actief of een verplichting die is gewaardeerd tegen reële waarde een bied- en een laatprijs heeft, waardeert de Groep haar activa en long posities tegen de biedprijs en haar passiva en short posities tegen de laatprijs.
De beste onderbouwing van de reële waarde van een financieel instrument bij eerste waardering is normaliter de transactieprijs - dat wil zeggen de reële waarde van de verstrekte of ontvangen vergoeding. Indien de Groep vaststelt dat de reële waarde bij eerste waardering verschilt van de transactieprijs en de reële waarde niet wordt onderbouwd door een genoteerde marktprijs op een actieve markt voor een identiek actief of verplichting, noch is gebaseerd op een waarderingstechniek waarbij alle nietwaarneembare inputs worden beoordeeld als insignificant in relatie tot de waardering, wordt het financieel instrument bij eerste waardering gewaardeerd tegen reële waarde, aangepast om het verschil tussen de reële waarde bij eerste waardering en de transactieprijs uit te stellen. Vervolgens wordt dat verschil gedurende de looptijd van het instrument in de winst-en-verliesrekening verwerkt, maar niet later dan wanneer de waardering geheel wordt ondersteund door waarneembare marktgegevens of de transactie beëindigd is.
De Groep heeft een vast raamwerk van beheersmaatregelen ten aanzien van de bepaling van de reële waarden. Dit omvat onder meer een waarderingsteam met algehele verantwoordelijkheid voor het toezicht op alle belangrijke bepalingen van reële waarden, inclusief reële waarden van niveau 3. Het waarderingsteam rapporteert direct aan de CFO.
Het waarderingsteam beoordeelt periodiek belangrijke niet-waarneembare inputs en waardecorrecties. Als voor de waardering tegen reële waarde gebruik wordt gemaakt van informatie van derden, zoals broker quotes en prijsbepalingsdiensten, beoordeelt en documenteert het team het van derden verkregen bewijs om te verifiëren of deze waarderingen en de rubricering in de niveaus van de reëlewaardehiërarchie voldoen aan de vereisten van IFRS.
Belangrijke waarderingsaangelegenheden worden gerapporteerd aan de auditcommissie van de Groep. Bij het bepalen van de reële waarde van een actief of een verplichting maakt de Groep zoveel mogelijk gebruik van op de markt waarneembare gegevens. De reële waarden worden ingedeeld naar verschillende niveaus op basis van de reële-waardehiërarchie, afhankelijk van de inputs op basis waarvan de waarderingstechnieken zijn toegepast.
De verschillende niveaus zijn als volgt gedefinieerd.
De Groep verwerkt eventuele herrubriceringen tussen de niveaus van reële-waardehiërarchie aan het einde van de verslagperiode waarin de wijziging zich heeft voorgedaan. Indien de inputs die worden gebruikt voor het bepalen van de reële waarde van een actief of verplichting binnen verschillende niveaus van de reële-waardehiërarchie vallen, dan wordt de bepaalde reële waarde in zijn geheel ingedeeld in hetzelfde niveau van de reëlewaardehiërarchie als de input van het laagste niveau die van belang is voor de gehele meting.
A. Basis voor segmentatie De Groep onderscheidt de volgende drie strategische clusters, welke haar gerapporteerde segmenten vormen:
Elk land is een separaat operationeel segment, maar kan worden geaggregeerd in gerapporteerde segmenten op basis van gelijksoortige economische, markt en concurrentie kenmerken, aangezien de aard van de producten en diensten, de aard van de productieprocessen, het type klant, de gebruikte methoden voor de distributie van de producten en de aard van de regelgeving, vergelijkbaar zijn. Ten opzichte van 2018 heeft een verschuiving van België van het segment Duitsland / Polen naar het segment Nederland plaatsgevonden. Als gevolg van de acquisitie van Voeders Algoet eind 2018 heeft ForFarmers in België een positie in de top drie verworven. Hierdoor zijn de economische en concurrentie kenmerken van de operationele activiteiten in België meer in lijn met de operationele activiteiten in Nederland gekomen, dan die van Duitsland en Polen, waar ForFarmers nog geen top 3 positie heeft. De vergelijkende cijfers zijn aangepast op deze nieuwe presentatie.
Het assortiment dat de Groep verkoopt bestaat onder andere uit mengvoer, voer voor jonge dieren, speciaalvoer, ruwvoer en bijproducten alsmede zaden en meststoffen. Kernactiviteiten zijn de productie en levering van voer en het aanbieden van Total Feed oplossingen gebaseerd op nutritionele know how.
De Directie van de Groep beoordeelt de interne managementrapportages van elk gerapporteerd segment op maandelijkse basis en opereert als belangrijkste operationeel besluitvormend orgaan.
B. Informatie over te rapporteren segmenten Informatie over de te rapporteren segmenten is op de volgende pagina gepresenteerd.
De kolom Groep / eliminaties bevat zowel bedragen als gevolg van activiteiten voor de Groep als eliminaties in het kader van de consolidatie. Er bestaan verschillende niveaus van integratie tussen de segmenten. Deze integratie betreft onder andere onderlinge leveringen van producten en gezamenlijke logistieke dienstverlening. De prijsvaststelling hiervan tussen segmenten vindt plaats op basis van zakelijke afspraken zoals die tussen onafhankelijke partijen zouden zijn gemaakt.
De Groep is niet afhankelijk van individuele grote afnemers.
De aansluiting tussen het resultaat uit bedrijfsactiviteiten van de segmenten en het resultaat voor belastingen van de Groep is hierna weergegeven:
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | 2019 | 2018 | ||
| Bedrijfsresultaat segmenten |
8.976 | 45.154 | |||
| Financieringsbaten | 5.400 | 500 | |||
| Financieringskosten | -4.100 | -1.728 | |||
| Aandeel resultaat deelnemingen verwerkt volgens 'equity'- methode, na belastingen |
1.681 | 1.062 | |||
| Winst voor belastingen | 11.957 | 44.988 |
Voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019
| In duizenden euro | Nederland / België |
Duitsland / Polen |
Verenigd Koninkrijk |
Groep / | eliminaties Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|
| Externe omzet | 637.242 | 298.377 | 338.734 | - | 1.274.353 |
| Omzet uit transacties tussen segmenten | 20.095 | 393 | - | -20.488 | - |
| Omzet | 657.337 | 298.770 | 338.734 | -20.488 | 1.274.353 |
| Brutowinst | 116.799 | 36.127 | 60.885 | 301 | 214.112 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 125 | 147 | 24 | 871 | 1.167 |
| Bedrijfslasten | -99.478 | -35.729 | -62.550 | -8.546 | -206.303 |
| Bedrijfsresultaat | 17.446 | 545 | -1.641 | -7.374 | 8.976 |
| Afschrijvingen, amortisatie en bijzondere waardeverminderingen | 8.892 | 4.789 | 9.241 | 1.601 | 24.523 |
| EBITDA | 26.338 | 5.334 | 7.600 | -5.773 | 33.499 |
| Materiële vaste activa | 108.964 | 57.067 | 88.804 | 4.567 | 259.402 |
| Activa met gebruiksrecht | 4.245 | 8.661 | 9.172 | 2.126 | 24.204 |
| Immateriële activa en goodwill | 62.984 | 58.664 | 40.383 | 4.831 | 166.862 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | - | 25.872 | - | - | 25.872 |
| Overige vaste activa | 2.991 | 11.866 | 116 | 2.823 | 17.796 |
| Vaste activa | 179.184 | 162.130 | 138.475 | 14.347 | 494.136 |
| Vlottende activa | 200.397 | 152.459 | 114.451 | -61.658 | 405.649 |
| Totaal activa | 379.581 | 314.589 | 252.926 | -47.311 | 899.785 |
| Eigen vermogen | -170.092 | -69.499 | -46.033 | -128.608 | -414.232 |
| Verplichtingen | -209.489 | -245.090 | -206.893 | 175.919 | -485.553 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | -379.581 | -314.589 | -252.926 | 47.311 | -899.785 |
| Werkkapitaal | 8.835 | 52.885 | 28.418 | 1.241 | 91.379 |
| Investeringen(1) | 6.181 | 3.279 | 6.804 | 1.574 | 17.838 |
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2018 | |||||
| In duizenden euro | Nederland / België |
Duitsland / Polen(2) |
Verenigd Koninkrijk |
Groep / | eliminaties Geconsolideerd |
| Externe omzet | 609.363 | 210.565 | 321.634 | - | 1.141.562 |
| Omzet uit transacties tussen segmenten | 20.068 | 206 | - | -20.274 | - |
| Omzet | 629.431 | 210.771 | 321.634 | -20.274 | 1.141.562 |
| Brutowinst | 126.948 | 27.107 | 63.688 | -38 | 217.705 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 4.704 | - 3 | 387 | 2 | 5.090 |
| Bedrijfslasten | -88.312 | -22.864 | -58.530 | -7.935 | -177.641 |
| Bedrijfsresultaat | 43.340 | 4.240 | 5.545 | -7.971 | 45.154 |
| Afschrijvingen, amortisatie en bijzondere waardeverminderingen | 3.277 | 1.344 | 5.927 | 1.520 | 12.068 |
| EBITDA | 46.617 | 5.584 | 11.472 | -6.451 | 57.222 |
| Op 31 december 2018 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 109.903 | 57.522 | 89.174 | 4.956 | 261.555 |
| Immateriële activa en goodwill | 64.065 | 59.296 | 40.466 | 4.196 | 168.023 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | - | 25.392 | - | - | 25.392 |
| Overige vaste activa | 2.552 | 10.522 | 107 | 3.251 | 16.432 |
| Vaste activa | 176.520 | 152.732 | 129.747 | 12.403 | 471.402 |
| Vlottende activa | 189.386 | 147.923 | 121.072 | -56.066 | 402.315 |
| Totaal activa | 365.906 | 300.655 | 250.819 | -43.663 | 873.717 |
| Eigen vermogen | -158.213 | -66.440 | -51.081 | -165.019 | -440.753 |
| Verplichtingen | -207.693 | -234.215 | -199.738 | 208.682 | -432.964 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | -365.906 | -300.655 | -250.819 | 43.663 | -873.717 |
| Werkkapitaal | -1.053 | 53.148 | 33.215 | -9.017 | 76.293 |
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2018 | |||||
| Investeringen(1) | 6.410 | 1.807 | 7.283 | 763 | 16.263 |
(1) Verworven immateriële activa en materiële vaste activa (2) 2018 is exclusief Polen
Er is geen significant seizoenspatroon tussen de eerste en tweede helft van een jaar.
Op 31 mei 2019 heeft ForFarmers een lokale business in het Verenigd Koninkrijk overgenomen. De overnamesom bedroeg €1,2 miljoen, waarvan €0,3 miljoen voorwaardelijk. De voorlopige reële waarde van de verkregen activa is vastgesteld op €1,2 miljoen, wat resulteert in een goodwill van nihil. De overname is niet materieel voor de Groep in het kader van de toelichtingsvereisten van IFRS 3 (bedrijfscombinaties).
Gedurende de zes maanden eindigend op 30 juni 2018 hebben geen significante acquisities plaatsgevonden.
Er hebben geen desinvesteringen plaatsgevonden in de zes maanden eindigend op 30 juni 2019.
In de zes maanden eindigend op 30 juni 2018 heeft ForFarmers haar akkerbouwactiviteiten verkocht aan CZAV. Het gaat hierbij om de niet veevoer gerelateerde producten (zoals meststoffen,
gewasbeschermingsmiddelen en zaden) die ForFarmers aan Nederlandse akkerbouwbedrijven levert. CZAV heeft deze activiteiten overgenomen, en de daarbij behorende opslaglocatie, met ingang van 5 februari 2018. ForFarmers ontving hiervoor op de overdracht datum €5,7 miljoen, wat tot een boekwinst van €4,5 miljoen heeft geleid.
De brutowinst daalde ten opzichte van de zes maanden eindigend op 30 juni 2018 met €3,6 miljoen.
Exclusief het positieve valuta translatie-effect (€0,7 miljoen) en het netto-effect van acquisities/desinvesteringen (€14,4 miljoen), is de brutowinst autonoom gedaald met €18,7 miljoen.
De overige bedrijfsopbrengsten in de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 hebben met name betrekking op de verkoop van onroerend goed in Nederland (€0,9 miljoen).
De overige bedrijfsopbrengsten in de zes maanden eindigend op 30 juni 2018 hebben met name betrekking op de verkoop van de akkerbouwactiviteiten aan CZAV. Daarnaast heeft ForFarmers een nabetaling van €0,4 miljoen ontvangen in verband met de verkoop van een deelneming (2015) in het Verenigd Koninkrijk.
De stijging van de bedrijfslasten met in totaal €28,7 miljoen bevat een negatief valuta translatie-effect van (€0,7 miljoen) en netto-effect van acquisities/desinvesteringen (€14,0 miljoen positief). Zonder deze effecten stijgen de bedrijfslasten met €14,0 miljoen. Dit komt onder meer door €7,9 miljoen aan incidentele posten (zie noot 12), een stijging van de personeelskosten en hogere energie- en onderhoudskosten.
Het netto financieringsresultaat bedraagt €1,3 miljoen positief (30 juni 2018: €1,2 miljoen negatief) en bevat onder meer een bate van €5,0 miljoen als gevolg van de herwaardering van de voorwaardelijke vergoedingen deels ongedaan gemaakt door €2,4 miljoen oprentingslast van zowel de voorwaardelijke vergoedingen als de put optie verplichting met betrekking tot overnames (zie noot 12).
De Directie heeft 'onderliggende kengetallen' gedefinieerd als prestatiemaatstaf. Bij deze kengetallen wordt de IFRS waarde gecorrigeerd voor incidentele posten. De Directie is van mening, dat de onderliggende waarden een beter beeld geven van de bedrijfsontwikkeling en financiële prestaties van ForFarmers, aangezien in deze waarden de materiële posten zijn geëlimineerd die eenmalig zijn en niet samenhangen met de operationele prestaties van ForFarmers. De onderliggende kengetallen worden gerapporteerd op het niveau van bedrijfslasten, EBITDA, EBIT en winst toe te rekenen aan Aandeelhouders van de Vennootschap.
De geëlimineerde posten vallen binnen vier categorieën:
i) Bijzondere waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa; ii) Bedrijfscombinaties en
Verkoop van activa en belangen en aan desinvestering gerelateerde posten, inclusief het disconteringseffect/reële waardewijzigingen op earn-out regelingen en opties, dividend met betrekking tot minderheidsbelangen bij geanticipeerde acquisities; iii) Herstructurering; en iv) Overig, bestaand uit andere eenmalige niet-operationele effecten.
De definitie van de Groep van onderliggende kengetallen is mogelijk niet vergelijkbaar met gelijknamige prestatiemaatstaven en toelichtingen van andere ondernemingen. ForFarmers heeft eerder de doelstelling afgegeven voor de middellange termijn ten aanzien van een gemiddelde jaarlijkse onderliggende EDITDA groei van in de 'mid single digits' bij gelijkblijvende wisselkoersen.
| Voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | IFRS | Bijzondere waarde verminderingen |
Bedrijfscombinaties en Verkoop van activa en belangen Herstructurering |
Overig | Totaal APM items |
Onderliggend exclusief APM items |
|
| EBITDA(1) | 33.499 | - | 877 | -2.625 | -510 | -2.258 | 35.757 |
| EBIT | 8.976 | -4.718 | 877 | -2.625 | -510 | -6.976 | 15.952 |
| Netto financieringsresultaat |
2.619 | - | - | 2.619 | |||
| Belastingeffect | 948 | -220 | 582 | 162 | 1.472 | ||
| Winst toe te rekenen aan Aandeelhouders van de Vennootschap |
8.974 | -3.770 | 3.276 | -2.043 | -348 | -2.885 | 11.859 |
| Winst per aandeel in euro(2) |
0,09 | -0,04 | 0,03 | -0,02 | -0,00 | -0,03 | 0,12 |
Voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2018
| In duizenden euro | IFRS | Bijzondere waarde verminderingen |
Bedrijfscombinaties en Verkoop van activa en belangen Herstructurering |
Overig | Totaal APM items |
Onderliggend exclusief APM items |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| EBITDA(1) | 57.222 | - | 4.922 | - | - | 4.922 | 52.300 |
| EBIT | 45.154 | 484 | 4.922 | - | - | 5.406 | 39.748 |
| Netto financieringsresultaat |
-46 | - | - | -46 | |||
| Belastingeffect | -121 | -1.206 | - | - | -1.327 | ||
| Winst toe te rekenen aan Aandeelhouders van de Vennootschap |
34.796 | 363 | 3.670 | - | - | 4.033 | 30.763 |
| Winst per aandeel in euro(2) |
0,35 | 0,00 | 0,04 | - | - | 0,04 | 0,31 |
(1) EBITDA is bedrijfsresultaat exclusief afschrijvingen en amortisatie.
(2) Winst per aandeel toe te rekenen aan de aandeelhouders van de Vennootschap
De Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM) posten vóór belasting in H1 2019 bestaan uit:
De Alternatieve Prestatie Maatstaven posten voor belasting in H1 2018 bestonden uit:
Rekening houdend met de APM items is de onderliggende effectieve belastingdruk voor 2019 25,6% (2018: 20,3%).
De winstbelastinglast is opgenomen op basis van de beste schatting van het management van het gewogen jaarlijks gemiddelde tarief van de winstbelastingen, verwacht voor het volledige boekjaar, vermenigvuldigd met het resultaat vóór belastingen (exclusief het aandeel in het resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen) van de tussentijdse verslagperiode.
De effectieve belastingdruk van de Groep voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 is 26,8% (zes maanden eindigend op 30 juni 2018: 22,4%). De hogere belastingdruk is voornamelijk het gevolg van niet aftrekbare kosten en een lager innovatie box voordeel in Nederland. Het effect van niet fiscaal aftrekbare interestlasten met betrekking tot de aan acquisities gerelateerde voorwaardelijke vergoedingen en putoptie verplichtingen is bijna gecompenseerd door de, eveneens niet belaste, herwaardering van de voorwaardelijke vergoeding.
Per 30 juni 2019 is per saldo een netto actuele belastingvordering opgenomen ter hoogte van €7,8 miljoen (31 december 2018: actuele belasting verplichting €3,1 miljoen) als gevolg van betaalde voorschotten in het eerste halfjaar.
De wijzigingen in materiële vaste activa voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 kunnen als volgt worden gespecificeerd:
| In duizenden euro | Totaal |
|---|---|
| Kostprijs | |
| Stand op 1 januari 2019 | 520.018 |
| Verworven via bedrijfscombinaties | 83 |
| Verworven | 17.173 |
| Herclassificatie activa in uitvoering | -509 |
| Herclassificatie naar activa met gebruiksrecht | -1.024 |
| Afgestoten | -7.634 |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | 94 |
| Stand op 30 juni 2019 | 528.201 |
| Stand op 30 juni 2019 | -268.799 |
|---|---|
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | 106 |
| Afgestoten | 7.117 |
| Herclassificatie naar activa met gebruiksrecht | 77 |
| (Terugneming van) bijzondere waardeverminderingsverlies op vaste activa |
-4.717 |
| Afschrijvingen | -12.919 |
| Stand op 1 januari 2019 | -258.463 |
| Op 1 januari 2019 | 261.555 |
|---|---|
| Op 30 juni 2019 | 259.402 |
De investeringen bestaan met name uit vrachtwagens (€3,3 miljoen), machines (€2,5 miljoen), investeringen in de productiefaciliteiten in Deventer en Calveslage (€1,8 miljoen), IT hardware (€0,9 miljoen) en overige individueel kleinere investeringen.
De herclassificatie naar activa met gebruiksrecht is het gevolg van de transitie naar IFRS 16 en bestaat uit activa die in het verleden als financiële lease was verantwoord.
De wijzigingen in de activa met gebruiksrecht voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 kunnen als volgt worden gespecificeerd:
| In duizenden euro | Totaal |
|---|---|
| Kostprijs | |
| Stand op 31 december 2018 | - |
| Transitie naar IFRS 16 | 24.987 |
| Stand op 1 januari 2019 | 24.987 |
| Nieuwe leasecontracten | 1.418 |
| Herclassificatie (van materiële vaste activa) | 1.024 |
| Afgelopen leasecontracten | -8 |
| Herwaardering | -562 |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | -1 |
| Stand op 30 juni 2019 | 26.858 |
| Stand op 30 juni 2019 | -2.654 |
|---|---|
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | 22 |
| Afgelopen leasecontracten | 8 |
| Herclassificatie (van materiële activa) | -77 |
| Afschrijvingen | -2.607 |
| Stand op 1 januari 2019 | - |
| Op 1 januari 2019 | 24.987 |
|---|---|
| Op 30 juni 2019 | 24.204 |
De nieuwe leasecontracten hebben met name betrekking op nieuwe lease auto's in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De herwaardering heeft met name betrekking op een wijziging in de (verwachte) looptijd van het leasecontract van een productielocatie in het Verenigd Koninkrijk.
De herclassificatie van materiële vaste activa is het gevolg van de transitie naar IFRS 16 en bestaat uit activa die in het verleden als financiële lease was verantwoord. Als gevolg van een koopoptie in deze contracten is de verwachte afschrijvingstermijn langer dan het leasecontract wat tot gevolg heeft dat de waarde van de activa op transitiedatum hoger is dan de bijbehorende leaseverplichtingen.
De wijzigingen in immateriële activa en goodwill voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 kunnen als volgt worden gespecificeerd:
| Immateriële | |||
|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Goodwill | activa | Totaal |
| Kostprijs | |||
| Stand op 1 januari 2019 | 110.312 | 86.537 | 196.849 |
| Verworven via bedrijfscombinaties |
44 | 1.318 | 1.362 |
| Verworven | - | 665 | 665 |
| Herclassificatie activa in uitvoering |
- | 509 | 509 |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen |
376 | 146 | 522 |
| Stand op 30 juni 2019 | 110.732 | 89.175 | 199.907 |
| Stand op 1 januari 2019 | - | -28.825 | -28.825 |
|---|---|---|---|
| Amortisatie | - | -4.280 | -4.280 |
| Herclassificatie van materiële vaste activa |
- | - | - |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen |
- | 61 | 61 |
| Stand op 30 juni 2019 | - | -33.044 | -33.044 |
| Boekwaarden | |||
| Op 1 januari 2019 | 110.312 | 57.712 | 168.024 |
| Op 30 juni 2019 | 110.732 | 56.131 | 166.863 |
De toevoeging aan de goodwill ter hoogte van €44 duizend heeft betrekking op een correctie van de openingsbalans van Voeders Algoet. De via bedrijfscombinaties verworven immateriële activa heeft betrekking op de klantrelaties van de acquisitie in het Verenigd Koninkrijk, zie noot 6 voor meer informatie.
Goodwill die is verworven via bedrijfscombinaties met onbepaalde levensduur is toegerekend aan kasstroomgenererende eenheden voor het uitvoeren van impairment tests. De Groep heeft zijn jaarlijkse
impairment test in het derde kwartaal 2018 uitgevoerd.
Voor de kasstroomgenererende eenheid het Verenigd Koninkrijk is per 30 juni 2019 een aanvullende impairment test uitgevoerd, omdat gedurende de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 een indicator voor een eventuele bijzondere waardeverminding was geïdentificeerd. Per 30 juni 2019 bedroeg het verschil tussen de realiseerbare waarde en de boekwaarde €17,6 miljoen (2018: €30,9 miljoen) en bedroeg de goodwill met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk €23,1 miljoen.
Een redelijke aanpassing van de aannames kon leiden tot een realiseerbare waarde die lager lag dan de boekwaarde. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gehanteerde belangrijkste aannames in de goodwill impairment test voor het Verenigd Koninkrijk per 30 juni 2019 en de veranderingen die konden leiden tot een realiseerbare waarde gelijk aan de boekwaarde:
| In procenten | Disconteringsvoet voor belastingen |
Eindwaarde groeivoet |
Verwachte EBITDA-groei (1) |
|---|---|---|---|
| Gehanteerde aannames |
9,20% | 0,75% | 7,94% |
| Aanpassing | 0,88% | -0,95% | -1,26% |
| Realiseerbare waarde gelijk aan boekwaarde |
10,08% | -0,20% | 6,68% |
(1) Verwachte EBITDA-groei ten opziche van 2018.
Voor de overige kasstroomgenererende eenheden en overige immateriële activa zijn geen indicatoren voor eventuele bijzondere waardeverminderingen geïdentificeerd.
De bedragen onder deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode (€25.872 duizend per 30 juni 2019, respectievelijk €25.392 duizend per 31 december 2018) hebben volledig betrekking op HaBeMa Futtermittel Produktions- und Umschlagsgesellschaft GmbH & Co. KG (HaBeMa), de enige joint venture waarin de Groep participeert. HaBeMa is een van de leveranciers van de Groep en is hoofdzakelijk actief in de handel, op- en overslag van grondstoffen en productie van mengvoer in Hamburg, Duitsland.
HaBeMa is gestructureerd als een separate juridische entiteit en de Groep heeft een belang in de netto activa van de entiteit. Op basis daarvan en consistent met de laatste jaarrekening heeft de Groep haar participatie geclassificeerd als joint venture. De Groep heeft geen contractuele verplichtingen of voorwaardelijke verplichtingen naar HaBeMa, anders dan uit hoofde van inkopen van goederen als onderdeel van de normale bedrijfsvoering.
Op 30 juni 2019 is het totale bedrag van de voorraden afgenomen met €8,2 miljoen tot €85,3 miljoen, zonder het acquisitie effect van €7,7 miljoen bedraagt de afname €15,9 miljoen. Voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 zijn er geen materiële waardeverminderingen op de voorraden in de winst-en-verliesrekening (voor de zes maanden eindigend op 30 juni 2018: idem).
Op 30 juni 2019 bestaat het aandelenkapitaal uit 106.261.040 gewone aandelen en 1 prioriteitsaandeel van €0,01 per stuk. Per balansdatum waren alle aandelen uitgegeven en volgestort.
Op de Algemene Vergadering op 26 april 2019 is het dividend vastgesteld op €0,30 per aandeel. Het dividend bevat een dividend van €0,283 en een speciaal dividend van €0,017. Het totale dividend komt uit op €30,1 miljoen (inclusief af te dragen dividendbelasting aan de Belastingdienst).
In overeenstemming met de dividendprocedure wordt het te betalen dividend verrekend (indien van toepassing) met uitstaande debiteuren van de Groep en vorderingen op de Coöperatie FromFarmers U.A., waardoor het in 2019 betaalde dividend (inclusief af te dragen dividendbelasting aan de Belastingdienst) uitkomt op €29,4 miljoen (inclusief €0,4 miljoen dividend aan de minderheidsaandeelhouder van ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co. KG). De ingekochte aandelen zijn niet dividend gerechtigd.
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft op 26 april 2019 ForFarmers gemachtigd om gedurende een periode van 18 maanden een inkoopprogramma van eigen aandelen te starten voor (a) een bedrag van €30 miljoen om onder meer de balans van de Groep efficiënter te maken en (b) voor de uitvoering van medewerkersparticipatieplannen in 2019. De Groep heeft in de periode van 3 mei 2019 tot en met 30 juni 2019 in totaal 0,6 miljoen aandelen ingekocht voor een bedrag van €4,3 miljoen (inclusief kosten inkoop), waarvan het resterende bedrag van €0,2 miljoen begin juli met de uitvoerende bank is afgerekend. Hiervan zijn 0,3 miljoen aandelen voor een bedrag van €1,9 miljoen als certificaten heruitgegeven ten behoeve van de
medewerkersparticipatieplannen, waarmee het saldo inkoop eigen aandelen €62,4 miljoen (inclusief kosten inkoop) bedraagt (31 december 2018: €60,0 miljoen).
Op 26 april 2019, heeft de Groep twee participatieplannen aan haar medewerkers aangeboden. Een plan voor de leden van de Directie en senior management en de ander voor de overige medewerkers. De voorwaarden van beide plannen zijn in overeenstemming met de plannen die van toepassing zijn voor 2018, die zijn beschreven in de toelichting van de laatste jaarrekening.
De waarde waartegen de medewerker de certificaten van aandelen kon verkrijgen is vastgesteld op het gemiddelde van de Euronext slotkoers die gold in de vijf handelsdagen van 2 mei 2019 tot en met 8 mei 2019. Deze waarde bedroeg €7,20.
Het totaal aantal deelnemers op alle actieve participatieplannen bedraagt 17,6% van het totale aantal medewerkers van de Groep.
In overeenstemming met de laatste jaarrekening zijn verschillende personeelsbeloningsplannen van toepassing in de verschillende landen waar de Groep actief is.
| In duizenden euro | 30 juni 2019 | 31 december 2018 |
|---|---|---|
| Verplichting uit hoofde van netto toegezegd-pensioenrechten |
28.865 | 28.683 |
| Verplichting uit hoofde van overige lange termijn beloningsplannen |
5.124 | 4.813 |
| Totaal | 33.989 | 33.496 |
De volgende tabel geeft de aansluiting weer tussen de openingsbalans en de eindbalans voor de netto toegezegd-pensioenverplichtingen en de componenten daarvan.
| In duizenden euro | Totale netto verplichting uit hoofde van toegezegd pensioenregelingen |
|---|---|
| Stand op 1 januari 2019 | 28.683 |
| Aan dienstjaar toegekende pensioenkosten | 483 |
|---|---|
| Administratieve kosten | - |
| Rentelasten (baten) | 300 |
| 783 |
| 4.644 |
|---|
| 10 |
| 4.654 |
| -5.255 |
| -5.255 |
| 28.865 |
Verliezen in verband met herwaardering van €4,6 miljoen is vooral het gevolg van actuariële verliezen door het effect van een gedaalde rente in Nederland en het Verenigd Koninkrijk in de zes maanden eindigend op 30 juni 2019.
De toename van de voorzieningen wordt met name veroorzaakt door de toevoeging aan de herstructureringsvoorziening als gevolg van de sluiting van bepaalde fabriekslocaties, naast de toename van de voorzieningen met betrekking tot het aangekondigde efficiency programma.
De volgende tabel geeft de boekwaarden en reële waarden weer van de financiële activa en financiële verplichtingen, inclusief hun niveaus in de reële-waardehiërarchie. De tabel bevat geen reële waarde informatie voor financiële activa en financiële verplichtingen niet gewaardeerd op reële waarde indien de boekwaarde een redelijke benadering is van de reële waarde.
| Boekwaarde | Reële waarde | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Verplicht tegen FVTPL - overig(1) |
Afdekkingsinstrumenten tegen reële waarde |
Geamortiseerde kostprijs |
Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Voor afdekking gebruikte brandstof swaps (derivaten) |
- | 159 | - | 159 | - | 159 | - | 159 |
| - | 159 | - | 159 | - | 159 | - | 159 | |
| Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Eigenvermogensinstrumenten (overige beleggingen) |
- | - | 28 | 28 | - | - | - | - |
| Handels- en overige vorderingen(2) |
- | - | 266.246 | 266.246 | - | - | - | - |
| Geldmiddelen en kasequivalenten |
- | - | 54.020 | 54.020 | - | - | - | - |
| - | - | 320.294 | 320.294 | |||||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Voorwaardelijke vergoeding | -15.037 | - | - | -15.037 | - | - | -15.037 | -15.037 |
| Put-optie verplichting | -34.593 | - | - | -34.593 | - | - | -34.593 | -34.593 |
| Voor afdekking gebruikte valutatermijncontracten (derivaten) |
- | -13 | - | -13 | - | -13 | - | -13 |
| -49.630 | -13 | - | -49.643 | - | -13 | -49.630 | -49.643 | |
| Financiële verplichtingen niet gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Bankschulden | - | - | -64.285 | -64.285 | - | - | - | - |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen |
- | - | -50.533 | -50.533 | - | - | - | - |
| Leaseverplichtingen | - | - | -23.814 | -23.814 | - | - | - | - |
| Handelsschulden en overige verplichtingen(3) |
- | - | -245.970 | -245.970 | - | - | - | - |
| - | - | -384.602 | -384.602 | - | - | - | - |
(1) Reële waarde door winst en verlies
(2) Exclusief derivaten en overige beleggingen
(3) Exclusief voorwaardelijke vergoedingen en de put-optie verplichting
In de volgende tabel staat de waarderingstechniek die is gehanteerd bij het bepalen van niveau 2 reële waarde, evenals de belangrijke niet-waarneembare inputs.
| Type | Waarderingstechniek | Belangrijke niet waarneembare input |
|---|---|---|
| Valutatermijncontracten | De reële waarde is bepaald op basis van genoteerde termijnkoersen op de rapportagedatum en contante waardeberekeningen gebaseerd op hoge kredietkwaliteit rendementscurves van de respectievelijke valuta's. |
Niet van toepassing |
| Rente swaps en brandstof swaps | De Groep sluit derivaten af met financiële instituten met een hoge credit-rating, Derivaten worden gewaardeerd gebaseerd op waarderingstechnieken die gebruikmaken van waarneembare marktinput, De meest gebruikte waarderingstechnieken zijn swapmodellen die gebruik maken van contante waarde berekeningen. |
Niet van toepassing |
| Voorwaardelijke vergoeding en putoptie verplichting |
Het waarderingsmodel gaat uit van de contante waarde van de verwachte betaling, contant gemaakt met behulp van een voor risico's gecorrigeerde disconteringsvoet. De verwachte betaling wordt bepaald op basis van mogelijke scenario's over de verwachte afzetvolume / EBITDA ontwikkeling, de inbaarheid bruto handelsvorderingen en de verwachte netto schuld positie, het bedrag dat bij elk van de scenario's moet worden betaald en de waarschijnlijkheid van elk scenario. |
• Prognose van de jaarlijkse groeivoet van het afzetvolume. • Prognose ontvangsten bruto handelsvorderingen. • Prognose netto schuld positie. • Voor risico's gecorrigeerde disconteringsvoet. De geschatte reële waarde zal toenemen (afnemen) naargelang: • de jaarlijkse groeivoet van het afzetvolume hoger (lager) uitvalt. • de ontvangsten van de bruto handelsvorderingen van de standaardbetaaltermijn positief (negatief) afwijken. • de werkelijke netto schuld positie positief (negatief) van de verwachte netto schuld positie afwijkt. • de voor risico's gecorrigeerde disconteringsvoet lager (hoger) uitvalt. |
| Type | Waarderingstechniek | Belangrijke niet waarneembare input |
|---|---|---|
| Eigenvermogensinstrumenten (langlopend) |
Voor investeringen in eigenvermogensinstrumenten die geen genoteerde marktprijs hebben in een actieve markt voor een identiek instrument (dat wil zeggen een Level 1 input) zijn toelichtingen van de reële waarde niet vereist. |
Niet van toepassing |
| Leningen en vorderingen (langlopend) Contant gemaakte kasstromen. | Niet van toepassing | |
| Geldmiddelen, handels- en overige vorderingen en overige financiële verplichtingen (kortlopend) |
Gezien de korte termijn van deze instrumenten benadert de boekwaarde de marktwaarde. |
Niet van toepassing |
| Overige financiële verplichtingen (langlopend) |
Contant gemaakte kasstromen. De reële waarde van langetermijnsverplichtingen is gelijk aan de boekwaarde omdat ingevolge de financieringsovereenkomst variabele marktrentetarieven van toepassing zijn. |
Niet van toepassing |
De toename van de netto schuld positie naar €60,8 miljoen (31 december 2018: €17,1 miljoen) wordt voornamelijk veroorzaakt door de lagere operationele kasstroom, in combinatie met investeringen (€16,8 miljoen), de dividend betaling van €29,4 miljoen en het inkoopprogramma eigen
aandelen (€2,3 miljoen).
Gedurende de zes maanden eindigend op 30 juni 2019 zet de Groep derivaten in om de risico's in verband met brandstofprijzen en valutarisico's af te dekken. In het
kader van deze kasstroomafdekkingen, hebben de looptijden betrekking op de realisatiedata van afgedekte posities en is daarom cash flow hedge accounting toegepast.
Op 25 juni heeft ForFarmers een nieuwe kredietfaciliteit ondertekend ter waarde van €300 miljoen met een internationaal bankensyndicaat. Deze faciliteit vervangt de vorige financieringsovereenkomst, die eveneens €300 miljoen bedroeg. De voormalige
financieringsovereenkomst was getekend in 2014 en had een looptijd tot 31 januari 2020. De nieuwe faciliteit heeft een looptijd tot 25 juli 2024 en heeft de mogelijkheid om twee keer met een jaar te worden verlengd. De faciliteit is verstrekt door een internationaal syndicaat van banken bestaande uit ABN AMRO, HSBC, ING, KBC en Rabobank.
De convenantrichtlijnen zijn niet materieel gewijzigd ten opzichte van de vorige financieringsovereenkomst.
De lokale bankleningen met zekerheden met betrekking tot de in 2018 geacquireerde entiteiten Voeders Algoet (België) en Tasomix (Polen) zijn per 30 juni 2019 nog steeds van kracht. ForFarmers is voornemens om in het tweede halfjaar van 2019 deze lokale bankenleningen af te lossen door middel van de hierboven beschreven nieuwe financiering.
Na balansdatum hebben geen significante gebeurtenissen plaatsgevonden.
Nieuwe standaarden en wijzigingen op standaarden die zijn uitgegeven maar nog niet effectief zijn op de datum van uitgifte van dit halfjaarbericht van de Groep zijn hierna weergegeven. Deze lijst van uitgegeven standaarden en interpretaties bevat degene waarvan de Groep redelijkerwijs verwacht dat ze van invloed zullen zijn op toelichtingen, financiële positie of resultaten wanneer ze in de toekomst zullen worden toegepast. De Groep zal deze standaarden voor zover relevant toepassen zodra ze effectief worden en zijn aanvaard door de Europese Unie (EU).
De Groep heeft een beoordeling uitgevoerd op het mogelijke effect van de aanpassingen op de voor ForFarmers relevante standaarden IFRS 3 (bedrijfscombinaties), IAS 1 (Presentatie jaarrekening) en IAS 8 (grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en foutherstel). De Groep verwacht thans geen effect op de huidige financiële positie en resultaatbepaling met betrekking tot deze aanpassingen.
De inkoopposities voor grondstoffen zijn ten opzichte van 31 december 2018 met €187,6 miljoen afgenomen tot €421,6 miljoen. De overige niet in de balans opgenomen verplichtingen zoals beschreven in de laatste jaarrekening zijn niet materieel veranderd gedurende de laatste zes maanden eindigend op 30 juni 2019.
Gedurende de zes maanden eindigend op 30 juni 2019, waren er geen materiele wijzigingen ten opzichte van de aard en omvang van de verbonden partijen ten opzichte van de laatste jaarrekening.
Lochem, 15 augustus 2019
Raad van Bestuur ForFarmers N.V. Yoram Knoop, CEO Arnout Traas, CFO Adrie van der Ven, COO
Raad van Commissarissen ForFarmers N.V. Cees de Jong, Voorzitter Sandra Addink-Berendsen, Vicevoorzitter Roger Gerritzen Vincent Hulshof Cees van Rijn Erwin Wunnekink
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.