Annual Report • Mar 14, 2017
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Dit document bevat mogelijk toekomstgerichte uitspraken die niet verwijzen naar historische feiten maar naar verwachtingen van de Raad van Bestuur op basis van huidige inzichten en veronderstellingen die onderhevig zijn aan bekende en onbekende risico's en onzekerheden waardoor de feitelijke resultaten, presentaties of gebeurtenissen aanzienlijk kunnen verschillen van de uitspraken in dit jaarverslag. Veel van deze risico's en onzekerheden houden verband met factoren waar ForFarmers geen controle over heeft en/of die zij niet nauwkeurig kan inschatten, zoals het effect van algemene economische of politieke omstandigheden, competitieve druk, prijsontwikkelingen en de beschikbaarheid van grondstoffen, dierziektes en ForFarmers' afhankelijkheid van transport door derden, veranderingen in consumentenvoorkeuren, het vermogen om overgenomen bedrijven succesvol te integreren en de verwachte synergiën te realiseren, schommelingen in rentevoeten en valutakoersen, veranderingen in belastingtarieven, wijzigingen in de wetgeving, het handelen van regulerende instanties en het weer. Toekomstgerichte uitspraken in dit document kunnen onder meer ook betrekking hebben op ForFarmers' kapitaal- en liquiditeitsposities in bepaalde gespecificeerde scenario's. Hiernaast kunnen toekomstgerichte uitspraken, zonder enige beperking, uitspraken bevatten met daarin woorden zoals 'zal', 'is voornemens', 'verwacht', 'houdt rekening met', 'is gericht op', 'heeft het plan', 'schat' en woorden met een soortgelijke strekking. Deze uitspraken betreffen of kunnen invloed hebben op toekomstige zaken, zoals ForFarmers' toekomstige financiële resultaten en bedrijfsplannen of op haar strategie. ForFarmers aanvaardt geen enkele verplichting tot of verantwoordelijkheid voor het bijwerken van de toekomstgerichte uitspraken die in dit document zijn opgenomen, ongeacht of deze verband houden met nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins, tenzij ForFarmers hiertoe wettelijk verplicht is.
| Kerncijfers | 5 |
|---|---|
| Kerncijfers | 6 |
| Feiten en cijfers | 8 |
| Bericht van de CEO | 9 |
| Bericht van de CEO | 10 |
| ForFarmers in beeld | 13 |
| Bedrijfsprofiel | 14 |
| Visie, missie en kernwaarden | 15 |
| Total Feed Business | 16 |
| Organisatie | 17 |
| Samenstelling Raad van Bestuur en Directie | 18 |
| Het aandeel ForFarmers | 20 |
| Bestuursverslag | 29 |
| Strategie Horizon 2020 | 30 |
| Marktontwikkelingen | 36 |
| Financieel en operationeel verslag 2016 | 42 |
| Human Resources | 55 |
| Duurzaamheid en Innovatie | 60 |
| Governance en Compliance | 71 |
| Corporate Governance | 72 |
| Risicomanagement | 76 |
| Bestuursverklaring | 85 |
| Verslag van de Raad van Commissarissen | 87 |
| Bericht voorzitter Raad van Commissarissen | 88 |
| Verslag van de Raad van Commissarissen | 90 |
| Samenstelling Raad van Commissarissen | 95 |
| Commissies van de Raad van Commissarissen | 98 |
| Remuneratierapport | 102 |
| Geconsolideerde jaarrekening | 112 |
|---|---|
| Geconsolideerde balans | 112 |
| Geconsolideerde winst-en-verliesrekening | 113 |
| Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat | 113 |
| Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen | 114 |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 115 |
| Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening | 116 |
| Basis voor opstelling | 116 |
| Resultaten voor het jaar | 121 |
| Personeelsbeloningen | 129 |
| Winstbelastingen | 139 |
| Activa | 143 |
| Eigen vermogen en verplichtingen | 155 |
| Financiële instrumenten | 165 |
| Groepssamenstelling | 174 |
| Overige toelichtingen | 178 |
| Grondslagen voor financiële verslaggeving | 183 |
| Enkelvoudige jaarrekening | 201 |
| Enkelvoudige balans | 201 |
| Enkelvoudige winst-en-verliesrekening | 202 |
| Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening | 203 |
| Overige gegevens | 210 |
| Statutaire resultaatbestemmingsregeling | 210 |
| Bijzonder statutair recht inzake zeggenschap | 212 |
| Nevenvestigingen | 213 |
| Gebeurtenissen na balansdatum | 213 |
| Controleverklaring van de onafhankelijke accountant | 214 |
| Meerjarenoverzichten | 222 |
| RESULTATEN | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Geconsolideerde winst-en-verliesrekening (€ miljoen) | ||
| Omzet | 2.109,0 | 2.244,5 |
| Brutowinst | 407,4 | 424,2 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 67,8 | 64,1 |
| Onderliggend* bedrijfsresultaat (EBIT) | 67,6 | 64,4 |
| Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen en amortisatie (EBITDA) | 93,9 | 90,1 |
| Onderliggende* EBITDA | 93,6 | 90,4 |
| Winst over het boekjaar | 53,8 | 51,3 |
| Geconsolideerde balans (€ miljoen) | ||
| Eigen vermogen | 429,0 | 407,2 |
| Balanstotaal | 776,3 | 782,0 |
| Gemiddeld geinvesteerd vermogen** | 432,8 | 470,2 |
| Netto schuld | $-61,5$ | $-33,3$ |
| Kasstroom (€ miljoen) | ||
| Kasstroom uit operationele activiteiten | 81,4 | 61,9 |
| Verworven en verkochte bedrijfsonderdelen | $-18,2$ | $-13,0$ |
| Investeringen in Immateriële en Materiële vaste activa | $-33,7$ | $-25,3$ |
| Ratio's | ||
| Onderliggende* EBITDA als % van de omzet | 4,4% | 4,0% |
| Rendement op gemiddeld geinvesteerd vermogen (ROACE)*** | 21,6% | 19,2% |
| Solvabiliteit (eigen vermogen als % van het balanstotaal) | 55,3% | 52,1% |
| Kerncijfers per aandeel (€) | ||
| Winst per aandeel | 0,502 | 0,479 |
| Dividend per aandeel | 0,24218 | 0,23299 |
| Slotkoers | 6,65 | 5,30 |
| Andere kerncijfers per 31 december | ||
| Aantal uitstaande aandelen (miljoen) | 106,18 | 105,86 |
| Totale marktwaarde (€ miljoen) | 706,1 | 561,1 |
| Totaal aantal medewerkers (in fte's) | 2.273 | 2.370 |
De Horizon 2020-strategie heeft nadrukkelijk bijgedragen aan onze goede resultaten. Op de vier kernonderdelen van de strategie hebben we voortgang geboekt, waarbij onze kernwaarden – ambitie, duurzaamheid en partnerschap – de drijvende kracht vormen.
Onze klanten hebben in 2016 wederom te maken gehad met moeilijke en volatiele marktomstandigheden. Rond het midden van het jaar waren de prijzen voor met name melk en vlees ronduit slecht. Gedurende het jaar zijn deze prijzen iets aangetrokken maar nog niet tot een dusdanig niveau dat er sprake kon zijn van een gezonde bedrijfsvoering voor de (rund)veehouderij. Wij zijn ons blijven richten op het helpen verbeteren van het rendement voor boeren, door duurzame oplossingen te bieden samen met advies. Voor ForFarmers in de clusters Nederland en Duitsland/België heeft dit geleid tot goede verbeteringen in de onderliggende EBITDA*. In het Verenigd Koninkrijk daalde het volume doordat er naast lage prijzen voor agrarische producten ook onzekerheid onder boeren heerst over de gevolgen van de Brexit. Daarnaast had de devaluatie van het Britse pond een negatief effect. Beide effecten resulteerden daar in een daling van de onderliggende EBITDA. ForFarmers Groep rapporteerde een verbeterde EBITDA.
Om in het Verenigd Koninkrijk de Total Feed-aanpak te versterken, is besloten de organisatie te stroomlijnen door de vier acquisities van de afgelopen jaren volledig te integreren, zowel qua assortiment als werkwijze. Daardoor wordt het mogelijk om op een efficiënte en eenduidige manier elke klant een totaaloplossing te bieden. Het One ForFarmers efficiëntieprogramma, dat in alle clusters wordt geïmplementeerd, is van groot belang voor de resultaatverbetering. Daarnaast hebben de twee acquisities, de voer- en ruwvoeractiviteiten van Countrywide Farmers (2015) en Vleuten-Steijn (2016), positief bijgedragen aan de resultaatverbetering.
* 'onderliggende EBITDA 'is bedrijfsresultaat exclusief afschrijvingen en amortisatie en exclusief incidentele posten
In 2016 hebben wij onze missie 'For the Future of Farming' gelanceerd, waarmee wij aangeven dat wij geloven in de toekomst van de agrarische sector in Europa. Wij blijven ons maximaal inzetten voor de continuïteit van het boerenbedrijf en een duurzame voedselproductie. Dit doen wij in nauwe samenwerking met onze klanten, zodat zij met een gezondere veestapel en een hogere efficiëntie hun resultaten op het boerenerf kunnen verbeteren.
De Total Feed-aanpak is essentieel in onze missie en strategie. Wij bieden elke klant geïntegreerde (voer)oplossingen gedurende de gehele productiecyclus, aangepast aan de situatie op het boerenbedrijf. Door het delen van kennis zijn in 2016 belangrijke stappen gezet in de optimalisatie en harmonisatie van de productportfolio. Door de integratie van de DML activiteiten in de landenorganisaties is het makkelijker om het totaalpakket aan klanten te adviseren. Wij zijn ook verheugd dat de inzet van onze adviseurs werd beloond: in september publiceerde het Nederlandse vakblad V-focus dat ForFarmers het beste advies levert aan boeren.
Het is voor onze klanten en voor ons van belang dat wij onze schaalgrootte optimaal benutten en inzetten. Het One ForFarmers-programma is hierop gericht. Eén merk, één manier van werken, één klantbeheersysteem, eenzelfde aanpak en het delen en inzetten van kennis en kunde. Deze professionaliseringsslag is voortgezet in 2016 met onder meer de uitrol van interne Academies voor onze medewerkers. Op het gebied van productieoptimalisatie is in het Verenigd Koninkrijk voortgang geboekt door de bouw van de nieuwe fabriek in Exeter, die in 2017 twee kleinere productielocaties zal vervangen. Als onderdeel van ons aangekondigde reorganisatieplan in het Verenigd Koninkrijk, worden verschillende ondersteunende afdelingen in 2017 samengebracht in een
nieuw centraal kantoor.
Door de enorme inzet van onze medewerkers kunnen wij onze ambitie, en onze belofte aan onze klanten en andere belanghebbenden, waarmaken. In 2016 zijn er nieuwe mensen op sleutelposities benoemd. Daarnaast zijn wij er in geslaagd medewerkers door te laten groeien en aan ons te binden doordat onze missie en onze aanpak hen aanspreekt. Adrie van der Ven is sinds begin 2016 lid van ons Directieteam. Hij is de nieuwe COO voor Duitsland/België en heeft ook nieuwe regio's in portefeuille. Zijn ervaring is essentieel voor de verdere internationale uitbreiding van ForFarmers buiten de huidige kernlanden. Eind 2016 is ons Directielid Nico de Vos, Directeur Operations & Supply Chain, met pensioen gegaan. Nico heeft zich 28 jaar ingezet voor ForFarmers en heeft met zijn enorme kennis bijgedragen aan de implementatie van de One ForFarmers-aanpak. Ik wil hem daarvoor, ook namens de collega's, bijzonder danken. Zijn taken worden geïntegreerd in de portefeuille van Steven Read. Het aantal leden van de Directie is daarmee met één afgenomen.
Duurzaamheid is voor ons een integraal onderdeel van onze bedrijfsvoering. Wij zijn continu bezig verbeteringen aan te brengen in de drie pijlers van onze duurzaamheidsstrategie: Milieu, Mens & Maatschappij en Diergezondheid & Dierenwelzijn. Dit jaar wordt daarnaast voor het eerst volgens GRI G4 (Core) gerapporteerd. Op het gebied van veiligheid is in 2016 veel aandacht besteed aan onze procedures ('Health & Safety'). Het belang hiervan is benadrukt door het tragische fatale ongeval, waarbij één van onze medewerkers is omgekomen. Ondanks dat onze medewerkers meer aandacht voor veiligheid op het werk hebben, moeten wij hierop continu scherp blijven en zijn er nog stappen te maken om gedragsveranderingen te bewerkstelligen.
Wij hebben gedurende het jaar weer veel steun ondervonden van de Raad van Commissarissen. Niet alleen op het gebied van de bedrijfsvoering en strategie maar ook met betrekking tot de beursgang en daarmee samenhangende veranderingen.
Het is een enerverend jaar geweest waarop ik met trots terugkijk. Onze vooruitgang in 2016 sterkt mij in de gedachte dat wij een strategie hebben die voldoet, en een team dat deze strategie goed ten uitvoer kan brengen.
Ik wil, mede namens mijn collega-Directieleden, al onze medewerkers specifiek bedanken voor hun inzet en toewijding. Zonder hen was 2016 niet zo succesvol geweest. Daarnaast wil ik ook onze klanten en andere belanghebbenden danken voor het in ons gestelde vertrouwen.
Lochem, 13 maart 2017
Yoram Knoop
CEO ForFarmers
ForFarmers is een internationaal opererende voeronderneming die complete, innovatieve en duurzame voeroplossingen biedt voor de (biologische) veehouderij. ForFarmers zet zich in 'For the Future of Farming': voor de continuïteit van het boerenbedrijf en voor een financieel gezonde sector die vele generaties een duurzame rol zal spelen in de maatschappij. ForFarmers is in Nederland al meer dan honderd jaar actief. Met de uitbreiding van de activiteiten naar Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk is een unieke combinatie van kennis en ervaring ontstaan die wordt ingezet om agrarische ondernemers te ondersteunen bij het realiseren van hun bedrijfsdoelstellingen. ForFarmers kiest daarbij voor een intensieve samenwerking met haar klanten. Dat leidt tot concrete resultaten: een gezondere veestapel, een hogere efficiëntie en daardoor een beter rendement op het boerenerf. Dit wordt gerealiseerd met een aanbod van maatwerk en Total Feed-oplossingen. De gerichte aanpak wordt geleverd door gespecialiseerde en deskundige adviseurs. Zij beschikken over innovatieve hulpmiddelen om resultaten te monitoren en te analyseren.
ForFarmers investeert veel in onderzoek om kennis, producten en middelen naar een steeds hoger plan te tillen. Dit wordt gedaan door het ForFarmers Nutrition Innovation Centre (NIC). Het NIC werkt onder meer aan verbetering van de technische prestaties van voer, zoals voerefficiëntie en optimale groei van het dier, en aan de ontwikkeling van innovatieve nutritionele oplossingen die bijdragen aan een goede diergezondheid. Daarnaast richt het NIC zich op een verdere verduurzaming van eigen
producten en van de veehouderij. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met gerenommeerde onderzoeksinstituten en universiteiten.
ForFarmers heeft 2.273 medewerkers (fte's) in dienst en productievestigingen in Nederland, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Het hoofdkantoor is gevestigd in Lochem (Nederland). In 2016 was het Total Feed-volume 9,3 miljoen ton, de jaaromzet bedroeg €2,1 miljard. De brutowinst was €407,4 miljoen.
Door bevolkingsgroei en stijgende welvaart zal de vraag naar dierlijke eiwitten zoals vlees, eieren en zuivelproducten de komende decennia toenemen. De uitdaging is om deze toenemende hoeveelheid voedsel duurzaam te produceren en het gebruik van grondstoffen en natuurlijke bronnen als energie, land en water te minimaliseren.
De voerindustrie heeft, gezien haar positie in de waardeketen, een belangrijke rol in het verduurzamen van de productie van vlees, eieren en zuivel. Voor ForFarmers is duurzaamheid dan ook een integraal en vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsvoering. De Onderneming heeft de ambitie om voorop te lopen in duurzaamheid in met name grondstoffengebruik, productie, logistiek en in het ontwikkelen en leveren van efficiënte voeroplossingen voor een gezonde veestapel. Op deze wijze wil ForFarmers een bijdrage leveren aan een economisch rendabele en duurzame voedselproductie.
ForFarmers wil als veevoerbedrijf toonaangevend zijn in de Europese markt en de aangrenzende regio's (Europa+). Daartoe biedt zij rendabele en duurzame Total Feedoplossingen waarmee agrarische ondernemers vlees, eieren en zuivel van hoge kwaliteit kunnen produceren.
Met haar missie, 'For the Future of Farming', toont ForFarmers haar betrokkenheid bij de agrarische sector. Het laat zien dat de onderneming vertrouwen heeft in de toekomst en dat zij zich vóór alles inzet voor de continuïteit van het boerenbedrijf. ForFarmers is ervan overtuigd dat zij kan bijdragen aan een financieel gezonde agrarische sector. Een sector die kansen biedt voor de lange termijn en die vele generaties een rol zal spelen in de maatschappij. Want ForFarmers heeft – als Europese marktleider in de voerindustrie – niet alleen de kans, maar ook de plicht om een wezenlijke bijdrage te leveren aan een efficiëntere, duurzamere productie van vlees, eieren en zuivel.
ForFarmers werkt nauw samen met haar klanten aan hun lange-termijn succes, en dat van de agrarische sector als geheel. ForFarmers doet dit op basis van drie pijlers:
Resultaat: Een gerichte planning, monitoring en analyse van de resultaten op het boerenbedrijf.
Team: Begeleiding door gespecialiseerde en deskundige adviseurs.
Producten: De inzet van maatwerk en Total Feedoplossingen.
De volgende kernwaarden fungeren als kompas voor de bedrijfscultuur:
ForFarmers wil voortdurend verbeteren en streeft naar resultaat op een steeds hoger niveau. Zowel op het boerenerf als binnen de eigen organisatie. Dit vraagt helder leiderschap en een goed op elkaar ingespeeld team. Het werven, ontwikkelen en behouden van de beste mensen en hen motiveren tot nog betere prestaties als team is hiervoor van cruciaal belang. Evenals het geven van vertrouwen en verantwoordelijkheid.
ForFarmers ziet duurzaamheid niet als een separaat doel, maar als een integraal en vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsvoering. Zorgvuldig omgaan met natuurlijke bronnen en schaarse grondstoffen, verminderen van de druk op het milieu en bijdragen aan dierenwelzijn vloeien hier logisch uit voort. Zo draagt ForFarmers bij aan de oplossing van duurzaamheidsvraagstukken die samenhangen met het produceren van meer voedsel voor een groeiende wereldbevolking. In haar handelen kiest ForFarmers voor een langetermijnoriëntatie, gebaseerd op vertrouwen en transparantie. Daarbij volgt de onderneming lokale regels en procedures en houdt zij rekening met haar leefomgeving.
De activiteiten van ForFarmers zijn gericht op een optimale ondersteuning van haar klanten. Samenwerking is daarvoor de basis. Met klanten en leveranciers, maar ook met strategische partners in verschillende sectoren die evenals ForFarmers onderdeel van de oplossing willen zijn. Ook in deze relaties staat duurzaamheid voorop. Want een duurzame relatie is essentieel voor langdurig succes.
| Voeders | Specialiteiten | Co-producten | Zaaizaad en pootgoed | Overig |
|---|---|---|---|---|
| Mengvoeders Enkelvoudige $\overline{\phantom{a}}$ grondstoffen Concentraten ×. Blends $\overline{\phantom{a}}$ Halffabricaten |
Mineralen Additieven $\overline{a}$ Transitieproducten ÷ Jongdiervoeders $\overline{a}$ Speciaalvoer |
Steekvaste co-producten - Vloeibare producten - Droge co-producten |
Zaaizaden $\sim$ - Inkuilmiddelen Gewasbescher- ÷. mingsmiddelen - Meststoffen |
Ruwvoer - Strooisels |
Boerenbedrijven in Europa groeien in omvang en hebben te maken met toenemende aandacht voor duurzame productie, voedselveiligheid en dierenwelzijn. Hierdoor verandert de behoefte aan voeroplossingen en ondersteuning op het boerenerf.
ForFarmers is van oudsher sterk in het ontwikkelen en produceren van mengvoer en aanvullende voeders voor veehouders. De kernactiviteit van de onderneming is het leveren van innovatieve Total Feed-oplossingen, bestaande uit (voer)producten, specialistisch advies en hulpmiddelen. Het uitgangspunt is dat de Total Feedaanpak het best mogelijke resultaat op het boerenerf levert.
De productportfolio van ForFarmers varieert van mengvoer, jongdiervoeders en speciaalvoer tot vloeibare co-producten, losse grondstoffen, zaaizaden en meststoffen. Het advies betreft alle voor de klant relevante aspecten van voeding, dierhouderij en bedrijfsontwikkeling. De hulpmiddelen omvatten programma's, producten en diensten waarmee agrarische ondernemers doelen kunnen stellen en resultaten kunnen monitoren en benchmarken.
Met deze Total Feed-aanpak kan ForFarmers haar producten en advisering gedurende de hele productiecyclus op het boerenbedrijf op elkaar afstemmen. De klant krijgt zo een geïntegreerde totaaloplossing, passend bij zijn doelstellingen,
voersysteem en bedrijfssituatie. Dat zorgt voor een beter rendement op het boerenerf, gezondere dieren en meer efficiëntie en arbeidsgemak voor de klant.
Voor een aantal specifieke producten – zoals premixen, specialiteiten, additieven en zaaizaden – kiest ForFarmers voor strategische samenwerking met bedrijven die juist in die producten zijn gespecialiseerd. Zo heeft ForFarmers een strategische samenwerking met Nutreco voor onder andere specialiteiten, zoals jongdiervoeders, met Denkavit op het gebied van kalvermelkpoeders en met Agrifirm voor de inkoop van kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen en zaaizaden in Nederland. Mede vanwege haar rol als adviseur op het boerenerf, heeft ForFarmers een goede en vaak ook langdurige relatie met agrarische ondernemers, wat een voordeel is voor strategische partners.
ForFarmers is statutair gevestigd in Lochem (Nederland).
Met het bepalen van de strategie, Horizon 2020, is ook richting gegeven aan de voorwaarden waaraan de organisatie moet voldoen om de strategie succesvol uit te voeren. Daarbij is een heldere organisatiestructuur van belang. De organisatie moet de juiste balans bieden tussen ondernemerschap in de lokale markten en het benutten van de aanwezige kennis en ervaring binnen de ForFarmers-organisatie. Dit zijn de uitgangspunten geweest bij de inrichting van de organisatie.
Om de markt optimaal te bedienen, is ForFarmers verdeeld in drie operationele clusters die geografisch zijn bepaald en worden aangestuurd door COO's. De clusters zijn: Nederland, Duitsland/België en het Verenigd Koninkrijk.
Operationele activiteiten vinden zo veel mogelijk lokaal plaats om optimaal bij de behoeften van klanten in de betreffende regio aan te sluiten.
De activiteiten die op groepsniveau zijn georganiseerd, zijn verbonden met de clusters via een matrixorganisatie. Hieronder vallen HR (personeelsbeleid), Innovatie, Marketing, Communicatie, Financiën, Mergers & Acquisitions, IT, Investor Relations, Duurzaamheid, de Juridische afdeling en Supply Chain. Deze activiteiten staan ten dienste van de hele ForFarmers Groep en worden aangestuurd door de Directeur Strategie & Organisatie, de CFO en de Directeur Supply Chain. Uitgangspunt voor deze activiteiten is dat zij waar mogelijk centraal worden uitgevoerd in lijn met de One ForFarmers-aanpak. Met deze aanpak beoogt ForFarmers een verdere professionalisering van de organisatie, waarin op een eenduidige manier wordt gewerkt en schaalvoordelen optimaal worden benut.
| Yoram Knoop CEO |
||||
|---|---|---|---|---|
| Arnout Traas CFO |
Controlling/Financiën, Informatie Technologie, Juridische Zaken, Risico- management, Mergers & Acquisitions, Investor Relations |
Jan Potijk CO 0 ForFarmers Nederland |
Adrie van der Ven CO 0 ForFarmers Duitsland, België |
lain Gardner COO ForFarmers Verenigd Koninkrijk |
| Steven Read Dir. Supply Chain |
Inkoop, Formulatie, Pricing, Process Engineering, Logistiek, Productie, Continue verbetering, lincl kwaliteit, Health & Safety) |
Vleuten-Steijn Reudink Pavo |
en nieuwe regio's | |
| Stijn Steendijk Dir. Strategie & Organisatie |
Marketing, Nutrition Innovation Centre, Duurzaamheid, Communicatie, Commercial excellence, Corporate Affairs en Human Resources. |
directeuren. Yoram Knoop (CEO), Arnout Traas (CFO) en Jan Potijk (COO) vormen de Raad van Bestuur.
Yoram Knoop (1969, Nederlandse nationaliteit) trad in november 2013 aan bij ForFarmers en werd met ingang van 1 januari 2014 benoemd tot CEO van ForFarmers N.V. (destijds ForFarmers B.V.). Als voorzitter van de Directie is hij eindverantwoordelijk voor alle strategische en operationele zaken. Zijn huidige contract is aangegaan voor een periode tot aan de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2018. Hij is dan herbenoembaar voor wederom een
Arnout Traas (1959, Nederlandse nationaliteit) is vanaf augustus 2011 verbonden aan ForFarmers als CFO. Hij is verantwoordelijk voor Controlling/Financiën, Informatie Technologie, Juridische Zaken, Risicomanagement, Fusies & Overnames en Beleggersrelaties (Investor Relations). Tijdens de Algemene Vergadering van 15 april 2016 is aan zijn benoeming een termijn verbonden van vier jaar, zodat zijn benoeming eindigt aan het eind van de jaarlijkse Algemene
ForFarmers in Nederland en voor de organisaties Pavo en Reudink. Tijdens de Algemene Vergadering van 15 april 2016 is aan zijn benoeming een termijn verbonden van drie jaar, zodat zijn benoeming eindigt aan het eind van de jaarlijkse
Iain Gardner Directeur (COO)
Iain Gardner (1962, Britse nationaliteit) trad in maart 1988 in dienst bij de rechtsvoorganger van ForFarmers in het Verenigd Koninkrijk en is, sinds de overname van BOCM PAULS in juli 2012, lid van de Directie van ForFarmers. Hij is verantwoordelijk voor de activiteiten van ForFarmers in het Verenigd Koninkrijk. Zijn dienstverband is voor onbepaalde
Verenigd Koninkrijk, per juli 2012 in dienst bij ForFarmers en sinds juli 2014 lid van de Directie. Als Directeur Supply Chain is hij verantwoordelijk voor Inkoop en Formulatie en coördineert hij het prijsproces. Sinds de pensionering per 1 januari 2017 van voormalig directielid Nico de Vos is Steven Read ook verantwoordelijk voor productie & logistiek, waaronder transport en programma's gericht op verbetering van de operationele activiteiten, techniek, gezondheid &
ForFarmers. Onder zijn verantwoordelijkheid vallen Marketing, Commercial Excellence, Communicatie, Corporate
Tot 24 mei 2016 was het mogelijk om certificaten van aandelen ForFarmers B.V. te verhandelen via een handelsplatform, geëxploiteerd door F. van Lanschot Bankiers ('Van Lanschot'). Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2016 werd met 99,9% van de uitgebrachte stemmen goedkeuring verleend aan de notering van alle gewone aandelen van ForFarmers N.V. aan Euronext Amsterdam. De notering werd op 24 mei 2016 geëffectueerd onder het symbool 'FFARM'. Per die datum is het niet meer mogelijk om te handelen in certificaten of participatierekeningen. Sinds 19 september 2016 is ForFarmers opgenomen in de AScX index van Euronext Amsterdam.
In verband met de overgang van het handelsplatform bij Van Lanschot naar de notering aan Euronext Amsterdam, heeft ForFarmers de overeenkomst voor
liquiditeitsverschaffing met SNS Securities beëindigd en is zij een overeenkomst voor liquiditeitsverschaffing aangegaan met Rabobank en ABN AMRO. Op grond hiervan trad Rabobank (thans Kepler Cheuvreux) van 24
mei 2016 tot en met 31 december 2016 op als liquiditeitsverschaffer voor de handel in de gewone aandelen ForFarmers. Vanaf 2 januari 2017 tot en met 29 december 2017 zal ABN AMRO deze rol vervullen. ForFarmers beoordeelt in de loop van 2017 of het nodig is om daarna een nieuwe overeenkomst met een liquiditeitsverschaffer aan te gaan.
Het geplaatste kapitaal van de Vennootschap bedraagt per 31 december 2016 €1.062.610,41. Dit is verdeeld in 106.261.040 gewone aandelen en één prioriteitsaandeel, elk nominaal groot €0,01. Het prioriteitsaandeel wordt gehouden door Coöperatie FromFarmers U.A.
Per 31 december 2016 heeft Coöperatie FromFarmers (hierna: de Coöperatie) een kapitaalbelang van 53,26% in ForFarmers N.V. Dit belang is gesplitst in een direct belang van de Coöperatie (20,81%), zonder dat daar een participatierekening tegenover staat, en een indirect belang van 32,45% waarvoor de Coöperatie participatierekeningen uitgegeven heeft aan individuele leden. Deze leden kunnen op elk moment zelf besluiten tot omzetting van hun participatierekening, of een deel ervan, in certificaten van aandelen, overschrijving naar een beleggingsrekening, of verkoop via Euronext Amsterdam.
De Coöperatie kan daarnaast steminstructie geven voor certificaten die worden gehouden door Stichting Beheeren Administratiekantoor ForFarmers en waarvan het stemrecht niet is opgevraagd. Per 31 december 2016 hield de Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers 12,06% van de gewone aandelen. Daarnaast houdt de Coöperatie het prioriteitsaandeel.
| Aandelen/certificaten | Aandelen/certificaten | Certificaten* | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2016 | 24 mei 2016 | 31 december 2015 |
||||
| Totaal aantal gewone aandelen |
106.261.040 | 106.261.040 | 106.261.040 | |||
| Eigen bezit ForFarmers |
77.580 | 317.528 | 399.429 | |||
| Aantal gewone aandelen in omloop |
106.183.460 | 105.943.512 | 105.861.611 | |||
| Aandelen Coöperatie FromFarmers U.A. (Direct) |
22.097.857 | 20,81% | 26.916.610 | 25,41% | 26.916.610 | 25,43% |
| Participatierekening bij leden (Indirect) |
34.460.032 | 32,45% | 34.727.866 | 32,78% | 37.678.608 | 35,59% |
| Coöperatie FromFarmers U.A. |
56.557.889 | 53,26% | 61.644.476 | 58,19% | 64.595.218 | 61,02% |
| Certificaten bij leden | 6.436.342 | 6,06% | 8.149.521 | 7,69% | 7.599.664 | 7,18% |
| Certificaten in lock up | 1.398.424 | 1,32% | 945.126 | 0,89% | 945.126 | 0,89% |
| Overige certificaathouders** |
4.967.900 | 4,68% | 7.189.525 | 6,79% | 32.721.603 | 30,91% |
| Aandelen Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers |
12.802.666 | 12,06% | 16.284.172 | 15,37% **** | 41.266.393 | 38,98% *** |
| Aandeelhouders (derden) |
36.822.905 | 34,68% | 28.014.864 | 26,44% | - | 0,00% |
| Totaal | 106.183.460 | 100,00% | 105.943.512 | 100,00% | 105.861.611 | 100,00% |
(*) Betreft alleen certificaten in 2015 muv bezit van Stichting Beheer.
(**) Betreft (voormalige) medewerkers van ForFarmers van wie de certificaten niet in de lock-up zitten en derden die hun certificaten nog niet hebben omgezet naar aandelen.
(***) Op 31 december 2015 bezat de Stichting Beheer 100% van de aandelen van ForFarmers. Het percentage en aantal dat hier wordt getoond (in 2015) is uitsluitend opgenomen voor vergelijkingsdoeleinden. Indien ForFarmers op 31 december 2015 naar de beurs zou zijn gegaan zou het getoonde aantal en percentage hebben gegolden.
(****) Bij beursgang op 24 mei 2016 werd door Stichting Beheer een kapitaalbelang gemeld van 15,62%. In dit percentage is het eigen bezit ForFarmers inbegrepen.
| In euro | 2016 | 2015(2) |
|---|---|---|
| Winst per aandeel | 0,502 | 0,479 |
| Dividend | 0,24218 | 0,23299 |
| Aantal uitstaande aandelen (x 1 miljoen) per 31 december | 106,18 | 105,86 |
| Marktkapitalisatie (€ miljoen) op 31 december | 706,1 | 561,1 |
| Hoogste koers(1) | 7,03 | 5,34 |
| Laagste koers(1) | 5,17 | 3,72 |
| Slotkoers | 6,65 | 5,30 |
(1) Koers tot aan 24 mei 2016 betreft de koers op het handelsplatform; vanaf 24 mei 2016 betreft het de koers op Euronext Amsterdam. (2) Koersen betreffen de koersen op het handelsplatform.
Eén van de redenen voor de overgang van het handelsplatform naar een openbare notering op Euronext Amsterdam was het vergroten van de liquiditeit van het aandeel. Het gemiddelde handelsvolume in (certificaten van) aandelen ForFarmers bedroeg op het handelsplatform ongeveer 40.000 stuks per dag. Sinds de notering op Euronext Amsterdam op 24 mei 2016 is het handelsvolume van het aandeel (op Euronext Amsterdam) meer dan verdrievoudigd.
Op 31 december 2016 staan de volgende aandeelhouders met een substantiële deelneming (>3%) als volgt geregistreerd bij de AFM, conform de meldingsplicht in het kader van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Deze meldingen zijn gedaan in het boekjaar 2016, vanaf 24 mei 2016, de dag waarop het aandeel ForFarmers op Euronext Amsterdam werd genoteerd.
| Belang | |
|---|---|
| Coöperatie FromFarmers U.A. (direct en indirect) | 58,01% |
| Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers |
14,36% |
| APG Asset Management N.V. | 6,71% |
| D. Lindenbergh (Blikkenburg B.V.) | 5,23% |
ForFarmers heeft in de periode van 18 april 2016 tot en met 3 juni 2016 400.000 eigen (certificaten van) aandelen ingekocht. Voor dit inkoopprogramma werd op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2016 machtiging verleend. De aandelen zijn ingekocht voor een gemiddelde prijs van €6,71 per aandeel; het totale aankoopbedrag bedroeg €2.683.367. De inkoop vond plaats ten behoeve van twee
werknemersparticipatieplannen; één voor Directie en senior managers en één voor overige medewerkers. Op deze aandelen is een lock-up periode van drie jaar van toepassing. In 2016 heeft ruim 15% van de werknemers deelgenomen, iets minder dan de 20% die in 2015 deelnam. Gecombineerd met het aantal werknemers dat reeds in 2015 deelnam heeft nu in totaal 22% van de medewerkers aandelen in ForFarmers.
Voor de participatieplannen zijn ook de 82.502 aandelen aangewend die verworven waren ten behoeve van het voormalige liquiditeitsverschaffing contract. Dit contract is op 24 mei 2016 afgelopen.
Het participatieplan heeft tot doel de binding met het bedrijf en de motivatie en betrokkenheid te stimuleren.
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders zal worden gehouden op 26 april 2017 in Laren (Gelderland).
Het dividendbeleid van ForFarmers is het beschikbaar stellen van een dividend tussen de 40% en 50% van het genormaliseerde resultaat na belastingen.
Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 26 april 2017 zal het voorstel worden voorgelegd om per gewoon aandeel van €0,01 nominaal een dividend uit te keren van €0,24218 (2015: €0,23299). Dit komt overeen met een uitbetalingsratio (pay-out ratio) van 50% van het genormaliseerde resultaat na belastingen. Genoemd voorstel is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen.
| 29-03-2017 | Registratiedatum Algemene Vergadering van Aandeelhouders |
|---|---|
| 26-04-2017 | Algemene Vergadering van Aandeelhouders |
| 28-04-2017 | Ex-dividend notering |
| 02-05-2017 | Registratiedatum dividendgerechtigden |
| 09-05-2017 | Betaalbaarstelling dividend |
| 11-05-2017 | Operationele voortgangsrapportage eerste kwartaal (Q1 Trading update) |
| 17-08-2017 | Publicatie halfjaarcijfers |
| 09-11-2017 | Operationele voortgangsrapportage derde kwartaal (Q3 Trading update) |
| 13-03-2018 | Publicatie jaarcijfers 2017 |
| 26-04-2018 | Algemene Vergadering van Aandeelhouders |
De Vennootschap is gevestigd te Lochem (Nederland) en ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 08159661.
ForFarmers hecht waarde aan een goed en open contact met haar aandeelhouders, certificaathouders, beleggers, analisten en andere financiële stakeholders (hierna: Beleggers). Het doel is om Beleggers duidelijke, transparante, accurate en tijdige informatie over de ontwikkelingen bij ForFarmers te verschaffen.
Om Beleggers adequaat en optimaal te informeren, stelt ForFarmers informatie beschikbaar via persberichten, jaarverslagen en kwartaalberichten, presentaties en via de corporate website. Daarnaast organiseert de Onderneming audiowebcasts om de (half)jaarresultaten te presenteren en neemt ForFarmers deel aan bezoeken aan investeerders (roadshows) en conferenties die banken voor investeerders organiseren. Alle informatie die met Beleggers wordt gedeeld, is gebaseerd op publieke informatie. Een en ander is tevens vastgelegd in het Beleid inzake bilaterale contacten met aandeelhouders dat te vinden is op de corporate website. Gezien de belangrijke deelneming van de Coöperatie FromFarmers U.A. in ForFarmers is er ook een relatie-overeenkomst tussen deze partijen vastgelegd, die ook op de site te vinden is.
Gedurende het boekjaar heeft ForFarmers vele Investor Relations activiteiten ondernomen. De notering aan Euronext Amsterdam betrof een technische notering. Er werden geen nieuwe aandelen uitgegeven. Toch heeft de Onderneming de mogelijkheid aangegrepen om haar Equity story breed te positioneren bij Beleggers. Op 22 april organiseerde ForFarmers een Capital Markets Day voor analisten. Met behulp van de beide banken die de beursgang begeleidden, ABN AMRO en Rabobank, werden vlak vóór de notering 7 vermogensbeheerders in Nederland, 5 in Duitsland en 11 in het Verenigd Koninkrijk bezocht. Na de notering voerde de CEO of de CFO samen met de Director Investor Relations van ForFarmers in 9 verschillende steden meer dan 90 gesprekken met vermogensbeheerders tijdens 6 roadshows en 6 conferenties georganiseerd door banken voor investeerders. De bezochte steden zijn veelal belangrijke financiële centra waaronder Amsterdam, Londen, New York, Frankfurt en Parijs.
Andere leden van de Directie namen deel aan gesprekken met investeerders die de Onderneming in Lochem bezochten. Bij de bilaterale contacten met Beleggers is steeds het genoemde beleid in acht genomen.
In 2016 heeft de Raad van Bestuur van ForFarmers bijeenkomsten van de ledenraad en de jaarlijkse ledenavond van Coöperatie FromFarmers bijgewoond. De informatie-uitwisseling op deze bijeenkomsten vindt plaats onder de bepalingen van het genoemde beleid.
Ten slotte vindt jaarlijks de Algemene Vergadering van Aandeelhouders plaats die door alle aandeelhouders, certificaathouders en leden van FromFarmers die een participatierekening aanhouden bij FromFarmers kan worden bijgewoond en waar onder andere de jaarcijfers worden toegelicht. ForFarmers heeft zowel de jaarrekening als de halfjaarcijfers in overeenstemming met de IFRS-richtlijnen opgesteld. De jaar- en halfjaarresultaten zijn naast bekendmaking door middel van een persbericht ook nader gepresenteerd aan analisten en pers met behulp van een audioconferentie, waarvan de opname op de site beschikbaar is gemaakt. Eind november 2016 publiceerde ForFarmers voor de eerste keer een operationele voortgangsrapportage van het derde kwartaal (trading update). Dit betreft een kwalitatieve rapportage over de financiële en marktontwikkelingen van de Onderneming. In mei 2017 zal ook een dergelijke operationele voortgangsrapportage van het eerste kwartaal worden gepubliceerd.
De informatieverstrekking aan Beleggers verloopt conform de vereisten van de Wet Financieel Toezicht. Op deze wijze informeert ForFarmers haar Beleggers tijdig, gelijktijdig en volledig over relevante ontwikkelingen. Het toezicht hierop wordt uitgeoefend door de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Koersgevoelige informatie wordt bekendgemaakt door middel van verspreiding van een persbericht dat ook op de website van de Onderneming wordt gepubliceerd en wordt ingediend bij de AFM.
De Directie beoordeelt in overleg met de Compliance
Officer en de Disclosure Commissie of informatie koersgevoelig is en of daarom de disclosureverplichting van toepassing is.
ForFarmers werd in 2016 door 5 financiële analisten gevolgd. Kepler Cheuvreux (voorheen: Rabobank), ABN AMRO, NIBC Markets (voorheen: SNS Securities), Kempen & Co en the Idea-driven Equities Analyses Company publiceerden allemaal analistenrapporten over ForFarmers. Naast uitgebreide rapporten zijn er ook periodieke updates verschenen.
| 2013 | Afronding integratie ForFarmers en Hendrix |
2012 | · Acquisitie Hendrix (Nederland, Duitsland en België) en BOCM PAULS (Verenigd Koninkrijk) |
|---|---|---|---|
| 2007 | · Start Vermogen Op Naam, de coöperatie krijgt de naam FromFarmers |
· Verkoop meerderheidsbelang in Cefetra | |
| · Overname BM (Duitsland) | 2006 | Overname Bela (Duitsland) en verkoop van niet-kernactiviteiten Esbro en Plukon |
|
| 2005 | Introductie nieuwe naam ForFarmers | 2003 | Nieuwe koers: focus op kernactiviteiten |
| 2000 | Fusie ABC en CTA tot ABCTA | voer en handelsartikelen | |
| $1896 -$ | Vele fusies die uiteindelijk leiden tot de Coöperaties ABC en CTA. |
||
| 1896 | Oprichting Coöperatie Welbegrepen Eigenbelang |
2000 |
ForFarmers heeft zich ontwikkeld van lokale mengvoercoöperatie in het oosten van Nederland tot marktleider in de Europese voerindustrie. De rijke historie van de Onderneming gaat terug tot 1896, het jaar waarin één van de rechtsvoorgangers van ForFarmers werd opgericht. In de decennia die volgden, werd de onderneming uitgebouwd door autonome groei, fusies en overnames.
In 2000 besloten de Oost-Nederlandse coöperaties ABC en CTA te fuseren. Deze coöperaties hadden als belangrijkste activiteit de aankoop van grondstoffen en de productie van veevoer voor de aangesloten leden. De coöperatie die uit deze fusie ontstond was ABCTA. In 2005 besloot Coöperatie ABCTA verder te gaan onder de naam ForFarmers om daarmee haar internationale groeiambities waar te maken.
Om verder internationaal te kunnen groeien, zijn de Onderneming en de Coöperatie in 2007 gesplitst en werd het Vermogen Op Naam (VON) traject gestart. De Coöperatie voert sindsdien de naam Coöperatie FromFarmers U.A. Via het VON-traject wordt in een periode van 10 jaar ongeveer 82,5% van het vermogen van de Coöperatie bijgeschreven op een participatierekening van leden van de Coöperatie. De laatste bijschrijvingen in dit kader vinden plaats in 2017. De Coöperatie houdt vervolgens direct circa 17,5% van de (certificaten van) aandelen ForFarmers. Leden met een participatierekening kunnen op elk moment zelf besluiten tot omzetting van hun participatierekening, of een deel ervan, in certificaten, overschrijving naar een beleggingsrekening of verkoop via Euronext Amsterdam. Tot 2006 was 80 tot 85% van de klanten van ForFarmers lid van de Coöperatie en werd er ongeveer 85% van het volume geleverd aan leden van de Coöperatie. Door vooral groei buiten de oorspronkelijke regio wordt nu rond de 85% geleverd aan niet-leden. Door deze groei is het aantal klanten ook aanzienlijk toegenomen tot inmiddels meer dan 25.000. De Coöperatie telt ongeveer 3.600 actieve leden die klant zijn bij ForFarmers. Voor leden en nietleden gelden dezelfde marktconforme condities met betrekking tot leveringen door ForFarmers.
In lijn met haar internationale groeiambitie nam ForFarmers in 2006 in Duitsland de Bela Groep over en in 2007 het bedrijf BM. Daarmee verkreeg de onderneming haar eerste productielocaties in Duitsland en een hoger marktaandeel in de Duitse markt. De acquisities van Hendrix (actief in Nederland, Duitsland en België) en BOCM PAULS (actief in het Verenigd Koninkrijk) in 2012 zorgden voor verdere groei. Hendrix en BOCM PAULS waren beide respectabele ondernemingen met een meer dan honderd jaar lange historie in de veevoerindustrie. ForFarmers verkreeg hiermee een leidende positie in Nederland en het Verenigd Koninkrijk.
In datzelfde jaar werd het belang in Cefetra (57,4%), handelshuis in mengvoergrondstoffen, verkocht. Na 2012 volgen nog een aantal (kleinere) acquisities zoals HST Feeds (2014), Wheyfeed Ltd. (2014) en Countrywide Farmers (2015), allen in het Verenigd Koninkrijk. In 2016 werd Vleuten-Steijn Voeders B.V. in Nederland overgenomen.
Om de eenheid binnen de organisatie en de eenduidigheid in aanpak en werkwijze te onderstrepen, koos de organisatie voor de naam ForFarmers als één krachtige merknaam voor de hele organisatie. Dit versterkte de positie van de onderneming in de internationale markt en zorgde voor een meer eenduidige uitstraling. Wel bleef de organisatie andere merken voeren voor specialistische activiteiten. De paardenvoeractiviteiten vinden plaats onder de merknaam Pavo, in de biologische markt voert ForFarmers in Nederland, Duitsland en België het merk Reudink en in de markt voor vleeskuikenouderdieren de naam PoultryPlus.
De missie 'For the Future of Farming' is ForFarmers' belofte aan agrarische ondernemers en andere partners in de waardeketen: ForFarmers werkt intensief samen met haar klanten om hun lange-termijnsucces, en dat van de sector als geheel, te waarborgen. ForFarmers wil hét toonaangevende veevoerbedrijf zijn. Dat doet ForFarmers door Total Feed-oplossingen te bieden op het boerenerf, zodat boeren vlees, melk en eieren van hoge kwaliteit kunnen produceren. ForFarmers' rendabele en duurzame voeroplossingen ondersteunen boeren bij het optimaliseren van hun bedrijf voor wat betreft winstgevendheid, voedselveiligheid en werkgemak. Daarmee is ForFarmers een essentiële schakel in de voedselketen.
Om deze ambitie te realiseren is de strategische koers van ForFarmers voor de komende jaren vastgelegd in haar strategie Horizon 2020. Belangrijke pijlers van Horizon 2020 zijn:
ForFarmers heeft naast een gezonde financiële basis en goede marktposities een aantal sterke uitgangspunten waarop zij verder kan bouwen. ForFarmers heeft door de jaren heen een sterke en vertrouwde relatie opgebouwd met haar klanten. Deze toegang tot het boerenerf is van grote waarde. Deze positie heeft ForFarmers onder meer kunnen verwerven dankzij de kennis, ervaring en innovatiekracht die zij in huis heeft. De specialisten die bij
de boer komen, marketingmanagers die de vraag vanuit de markt vertalen naar producten en concepten, nutritionisten en het ForFarmers Nutrition Innovation Centre (NIC): dagelijks werken zij aan verbetering van producten die de klant in staat stellen een beter rendement te behalen door grotere efficiëntie op het boerenerf en een gezondere veestapel. Diergroei, voerefficiëntie, diergezondheid en verdere verduurzaming van de ForFarmers-producten en de veehouderij staan hierbij centraal.
De voerindustrie heeft gezien haar positie in de waardeketen een belangrijke rol in het oplossen van duurzaamheidsvraagstukken bij de productie van vlees, eieren en zuivel. Er is in de wereld sprake van een groeiende populatie en een toenemende welvaart waardoor de vraag naar dierlijke eiwitten stijgt. Op hetzelfde moment is er bij de productie van deze producten in de meer welvarende landen steeds meer aandacht voor milieu en welzijn van mens en dier. Duurzaamheid is dan ook een integraal en vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsvoering van ForFarmers. Dit betreft aspecten als de benutting van schaarse grondstoffen, de belasting van het milieu, de aandacht voor mens en maatschappij, en het behartigen van dierenwelzijn. ForFarmers wil in de veevoerindustrie voorop lopen in duurzaamheid, vooral op het gebied van grondstoffengebruik, productie, logistiek en efficiënte en meer diervriendelijke voerconcepten. ForFarmers heeft haar duurzaamheidsstrategie in 2016 verder aangescherpt en rapporteert hier uitgebreid over in het hoofdstuk Duurzaamheid en Innovatie.
ForFarmers stemt haar nutritionele kennis en het producten- en dienstenpakket af op de omvang en ontwikkelingsfase van de bedrijven van haar klanten. Zo hebben grote boerenbedrijven met veel personeel of
bedrijven die hypermoderne technologieën toepassen andere behoeftes op het gebied van producten en advies dan bijvoorbeeld kleinschalige bedrijven of bedrijven die zich op een niche richten. Om deze verschillende klantgroepen optimaal te bedienen, is klantsegmentatie een belangrijk onderdeel van de marktaanpak. Deze klantsegmentatie wordt in alle landen doorgevoerd. Dit proces ligt op schema. Voor deze markt- en klantbenadering is een goed klantrelatiebeheersysteem onmisbaar en daarom is SAP-CRM geselecteerd voor verdere optimalisatie. Dit systeem is in 2016 in het Verenigd Koninkrijk geïmplementeerd. Begin 2017 is begonnen met de uitrol van SAP-CRM in de overige landen. Bovendien heeft ForFarmers sectorspecifieke marketingorganisaties ingericht. Drie gespecialiseerde teams, gericht op de rundvee-, varkens- en pluimveesector, leveren marketingstrategieën en implementatieplannen per land op, waarin per segment wordt bekeken wat de passende aanpak is. De marketingorganisaties werken nauw samen met het Nutrition Innovation Centre en de adviseurs en specialisten die bij de boer komen. Continue ontwikkeling van deze aanpak gebeurt onder meer via de sectorspecifieke Academies (rundvee, varkens en pluimvee).
Een cruciaal onderdeel van Horizon 2020 is de Total Feedaanpak. Om zo goed mogelijk aan de vraag van veehouders te kunnen voldoen, biedt ForFarmers geïntegreerde oplossingen bestaande uit (voer)producten, bijbehorend advies en hulpmiddelen om de bedrijfsdoelen van klanten vast te stellen en hun resultaten te monitoren. Met deze aanpak kan ForFarmers haar producten en advisering gedurende de gehele productiecyclus op het agrarische bedrijf op elkaar afstemmen. De klant krijgt zo een totaaloplossing, passend bij zijn voersysteem en bedrijfssituatie. Dat zorgt voor een aantoonbaar beter rendement en arbeidsgemak. In deze aanpak is de kwaliteit van het team specialisten dat bij de boer komt essentieel. ForFarmers investeert hierin door intensieve (internationale) opleidingsprogramma's, zoals de al eerder genoemde Academies.
De strategische internationale samenwerking met Nutreco is eveneens van belang. Binnen deze samenwerking wordt kennis op het gebied van microingrediënten gedeeld en door de gezamenlijke inkoop van deze producten worden belangrijke schaalvoordelen gerealiseerd. Ook op onderzoeksgebied zijn de krachten met Nutreco gebundeld, met als eerste tastbare resultaat een nieuw voedingsconcept voor biggen dat in nauwe samenwerking met Trouw Nutrition, dochterbedrijf van Nutreco, is ontwikkeld en in oktober 2015 werd gelanceerd onder de naam VIDA. Gezondheid, voeropname en groeikracht zijn de belangrijkste pijlers onder VIDA. Een groot en groeiend aantal varkenshouders heeft dit concept in 2016 met veel succes toegepast. Om op dit concept en deze samenwerking voort te borduren is in 2016 een start gemaakt met een gezamenlijk programma voor zeugen, dat naar verwachting in 2017 in alle ForFarmers landen zal worden geïntroduceerd.
De strategische samenwerking van de afdeling Plant van ForFarmers met Agrifirm, gericht op de inkoop van meststoffen, zaaizaden en gewasbeschermingsmiddelen voor de Nederlandse markt, heeft geleid tot een betere positie aan de inkoopkant. De eerste leveringen hebben inmiddels plaatsgevonden, zodat ForFarmers ook deze producten aan haar klanten kan leveren als onderdeel van de Total Feed oplossing. Sinds de acquisitie van Countrywide Farmers Feed & Forage in mei 2015, heeft ForFarmers ook in het Verenigd Koninkrijk een positie op het gebied van Ruwvoer verworven. Er wordt nu een Europese strategie geformuleerd om ForFarmers' positie in deze sector verder te verstevigen.
Om het voor klanten makkelijker te maken, is besloten één loket in te richten waar zij voor alle Total Feedproducten en -toepassingen terechtkunnen. Dat betekent dat de Klantenservice van ForFarmers in Nederland en de commerciële teams van ForFarmers DML (enkelvoudige voeders en co-producten) in één team gaan werken. Dit leidt tot een betere dienstverlening aan de klant en zorgt bovendien intern voor meer efficiëntie. Dit project werd in Nederland opgestart onder de naam Total Feed Support. De totale implementatie, voor wat betreft systemen en processen, zal naar verwachting circa twee jaar in beslag nemen. In de andere clusters wordt eveneens aan de voorbereiding van de invoering hiervan gewerkt zodat ook in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België klanten bij één lokaal loket terechtkunnen.
De focus op aantrekkelijke segmenten, strategische partnerschappen en de Total Feed Business zijn de pijlers onder de autonome groei van ForFarmers. ForFarmers wil een nummer 1- of 2-positie bereiken in alle regio's waar zij actief is, zowel door autonome groei maar ook door overnames. Hierdoor kan schaalgrootte optimaal worden benut. Schaalgrootte vertaalt zich in een hogere efficiëntie en betere producten en advies.
Voor wat betreft de acquisitiemogelijkheden richt ForFarmers zich op de vier kernlanden en op nieuwe regio's binnen of grenzend aan Europa (Europa+). Bij overnames in de bestaande kernlanden kunnen operationele efficiencies worden gerealiseerd wanneer de overgenomen bedrijven zich in een zelfde regio bevinden.
Zodra het gaat om acquisities in nieuwe regio's wordt er daarom vooral ook goed gekeken naar de kwaliteit van het management, naast natuurlijk de marktpositie en reputatie. Om potentiële overnamekandidaten in beeld te krijgen en het overnametraject effectief en efficiënt te laten verlopen, heeft ForFarmers een team voor Fusies en Overnames dat op dit onderwerp nauw samenwerkt met de Directieleden en de managers van de clusters. ForFarmers hecht er grote waarde aan om overgenomen bedrijven snel te integreren in de organisatie om daarmee zo snel mogelijk operationele efficiencies te kunnen realiseren.
Zo zijn de overnames van HST Feeds Ltd. (2014), Wheyfeed Ltd. (2014) en Countrywide Farmers Feed & Forage (2015) geïntegreerd in ForFarmers UK. In oktober 2016 werd het Nederlandse Vleuten-SteijnVoeders overgenomen. De integratie is meteen na de overname gestart.
De uitrol van One ForFarmers is verder gecontinueerd. Deze aanpak is gericht op de uitwisseling en benutting van interne kennis, een verdere professionalisering van de organisatie, een eenduidige manier van werken en het optimaal benutten van schaalvoordelen. De One ForFarmers-aanpak wordt mogelijk gemaakt door de invoering van de matrixorganisatie, waarbij centrale afdelingen de landenorganisaties diensten verlenen en ondersteunen. In alle lagen van de organisatie is de uitwerking hiervan merkbaar. De belangrijkste resultaten:
Inkoop (samengevoegd in 2015) verder uit te breiden met de Supply Chain-activiteiten, waardoor een optimale concentratie van kennis en ervaring ontstaat. Daarnaast is de inkooporganisatie aangepast: met ingang van 1 januari 2017 vindt aansturing over de landen via categoriespecialisten plaats om daarmee als één organisatie het schaalvoordeel nog beter te kunnen benutten.
halverwege 2017 worden opgeleverd. Op het gebied van voedselveiligheid, personeelswelzijn en energieverbruik voldoet de nieuwe faciliteit aan zeer hoge eisen. Met de bouw is een investering van £10 miljoen gemoeid.
● In het Verenigd Koninkrijk is gestart met de bouw van een centraal kantoor in Bury St. Edmunds waardoor in 2017 een aantal regionale locaties kunnen worden samengevoegd. Hiermee is een investering gemoeid van £4 miljoen. De oplevering van het nieuwe kantoor zal naar verwachting in het tweede kwartaal van 2017 plaatsvinden. Verschillende ondersteunende afdelingen zullen in het nieuwe kantoor worden samengebracht waardoor er efficiënter kan worden gewerkt.
Door de implementatie van de Horizon 2020 strategie is ForFarmers in staat haar positie in de keten daadwerkelijk te versterken: intensievere samenwerking zowel met klanten als met strategische partners in de toeleverende industrie en een groter aandeel van de totale (voer)portfolio die een klant gebruikt. Dit vertaalt zich in concrete resultaten voor de klanten, de boeren, en in een hogere toegevoegde waarde voor ForFarmers.
De kansen en ontwikkelruimte voor de medewerkers van ForFarmers nemen toe door de implementatie van Horizon 2020. ForFarmers investeert structureel in de vakmatige en persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. De mijlpalen van dit boekjaar:
daarvoor geschikte oplossing, in Nederland, Duitsland en België door praktisch alle adviseurs succesvol doorlopen. In het Verenigd Koninkrijk is de eerste groep in december van start gegaan.
Meer informatie over het HR-beleid en de ontwikkelingen op dit gebied in het hoofdstuk Human Resources.
De Total Feed-aanpak, totaaloplossingen voor diervoeding, krijgt vorm door de eenduidige wijze waarop de kwaliteit van de specialisten die bij de boer komen op een steeds hoger niveau wordt gebracht. Dit is het gevolg van, onder meer, de Academy opleidingen, de inzet van het Nutrition Innovation Centre en door de continue, eenduidige aandacht voor de optimalisatie samenstelling van voer (formulatie). Daarnaast speelt de nauwe samenwerking met strategische partners hierin een belangrijke rol. Dit betekent dat klanten de beschikking hebben over een breed assortiment aan innovatieve oplossingen die ze kunnen inzetten al naar gelang hun bedrijfsdoelstelling. ForFarmers biedt hiervoor producten en concepten variërend van een 'basisproduct' tot zeer geavanceerde en geïntegreerde voeroplossingen.
In de dit jaar opgestelde marketingstrategieën van de diersectoren staat het duurzaam optimaliseren van het rendement van de klant en een gezondere veestapel centraal, ongeacht het voersysteem op het betreffende bedrijf.
Voorbeelden van (totaal)oplossingen zijn:
● Feed2Milk is de naam voor de melkveevoedingsaanpak van ForFarmers, die gebaseerd is op de gecombineerde kennis uit de verschillende landen. Op basis van de effectiviteit van het voer en de behoefte aan voedingsstoffen van het dier, wordt een optimaal rantsoen samengesteld.
bijzonder actueel. Het product Milkpower is specifiek gericht op een grotere melkopbrengst zonder verhoging van de fosfaataanvoer.
In 2016 nam de onderliggende EBITDA toe met 3,5% tot €93,6 miljoen. Bij gelijkblijvende koersen verbeterde de onderliggende EBITDA met 7,2% (€6,5 miljoen). De onderliggende EBITDA/brutowinst verbeterde van 21,3% in 2015 tot 23,0% in 2016. De winst per aandeel is gestegen van €0,479 in 2015 naar €0,502 in 2016 (+4,8%). Het dividendvoorstel over 2016 bedraagt €0,24218 per gewoon aandeel (2015: €0,23299). Ten opzichte van de koers van het aandeel op 31 december 2016 van €6,65 komt dit neer op een dividendrendement van 3,6%.
In 2016 is de volatiliteit in de agrarische markten beïnvloed door geopolitieke ontwikkelingen en wisselende handelsstromen. Aan het begin van het jaar waren de prijzen voor met name melk en vlees in alle landen bijzonder laag. Rond het midden van het jaar zijn deze prijzen iets aangetrokken maar nog niet tot een dusdanig niveau dat er overal sprake kon zijn van een gezonde bedrijfsvoering voor de veehouderij. In combinatie met de steeds striktere Europese wetgeving op het gebied van milieu en dierenwelzijn, stelt dit agrarische ondernemers voor grote uitdagingen. ForFarmers steunt boeren hierbij door zich met de Total Feedbenadering te richten op het helpen verbeteren van het rendement voor boeren, door duurzame oplossingen te bieden samen met advies.
Er is in de wereld sprake van een groeiende populatie en een toenemende welvaart waardoor de vraag naar dierlijke eiwitten stijgt. Tegelijkertijd is er bij de productie van deze producten in de meer welvarende landen steeds meer aandacht voor milieu en welzijn van mens en dier. De diervoederindustrie heeft gezien haar positie in de waardeketen een belangrijke rol in het oplossen van duurzaamheidsvraagstukken bij de productie van vlees, eieren en zuivel. Duurzaamheid is dan ook een integraal en vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsvoering van ForFarmers. Dit betreft aspecten als de benutting van schaarse grondstoffen, de belasting van het milieu, de aandacht voor mens en maatschappij en het behartigen van dierenwelzijn. ForFarmers wil in de veevoerindustrie voorop lopen in duurzaamheid, vooral op het gebied van grondstoffengebruik, productie & logistiek, en (voer)concepten gericht op efficiëntie en meer dierenwelzijn. ForFarmers heeft haar duurzaamheidsstrategie in 2016 verder aangescherpt en rapporteert hier uitgebreid over in het hoofdstuk Duurzaamheid en Innovatie.
De belangrijkste grondstoffen die ForFarmers inkoopt, zijn graansoorten als mais, tarwe en gerst en plantaardige eiwitbronnen als soja-, raap- en zonnebloemschroot.
Daarnaast vormen vezelrijke grondstoffen een belangrijke categorie. Hieronder vallen onder andere bijproducten uit de zetmeelindustrie en de oliezadenverwerking en producten die ontstaan bij de droge vermaling van granen. Andere categorieën zijn vetten en oliën en de zogeheten voeradditieven zoals aminozuren, vitamines en mineralen.
Terwijl de productie van vooral tarwe en mais in Europa in 2016 lager was dan verwacht, bereikten de oogsten van granen en oliehoudende zaden wereldwijd recordhoogten.
Grondstofkosten vormen een aanzienlijk aandeel in de kostprijs van voer. Veranderingen in grondstofprijzen worden doorgegeven aan de klanten. Het inkoopproces en de combinatie van grondstoffen in het voer (de formulatie) is daarom een zeer belangrijke activiteit van ForFarmers. De inkoop van grondstoffen kan worden opgesplitst tussen micro-ingrediënten (zoals aminozuren en mineralen) en macro-ingrediënten (grondstofgroepen als granen, plantaardige eiwitten, vezelrijke grondstoffen en plantaardige oliën). Door de inkoop van microingrediënten en premixen zo veel mogelijk te concentreren bij een strategische partner profiteert ForFarmers van schaalvoordelen bij de inkoop van deze grondstoffen. ForFarmers richt zich bij de inkoop van de macro-ingrediënten vooral op de efficiëntie van het inkoopproces, en optimalisatie van de voersamenstelling, zonder dat dit de nutritionele prestaties van het voer beïnvloedt.
Boeren worden geconfronteerd met stijgende kosten door toegenomen regelgeving, voornamelijk gericht op dierenwelzijn en milieu. Mede daardoor gaat de schaalvergroting en professionalisering van de sector onverminderd door. De complexiteit op het agrarische bedrijf neemt verder toe en dat leidt tot een veranderde vraag richting veevoerindustrie: er is een toenemende behoefte aan geïntegreerde oplossingen en aan goede monitoring van technische en financiële resultaten. De hoeveelheid vastgelegde data op dier- en bedrijfsniveau groeit sterk. Het is echter de kunst deze data te vertalen naar toepasbare managementinformatie. ForFarmers speelt hierop in door naast innovatieve voer- en managementconcepten ook monitoringssystemen aan veehouders te bieden die hen in staat stellen zo efficiënt mogelijk te produceren en hun rendement te verhogen.
Naast de specifiek agrarisch gerelateerde veranderingen waren er ook geopolitieke ontwikkelingen in 2016 die van invloed zijn op de markten waarin de klanten van ForFarmers actief zijn, zoals het besluit tot de Brexit en de aanhoudende Russische handelsbeperkingen. De impact hiervan op de agrarische sector in West-Europa is nog onzeker. Door de waardedaling van het Britse pond ten opzichte van de euro na de Brexit-beslissing is import van producten over het algemeen aanzienlijk duurder geworden voor het Verenigd Koninkrijk. Aangezien dit land niet zelfvoorzienend is voor varkensvlees, gevogelte en zuivelproducten lijkt deze situatie een lokale stimulans voor de veehouderij te kunnen bieden.
De melkprijzen lagen medio 2016 op het laagste niveau sinds jaren. Terwijl dit voornamelijk in Nederland en België initieel leidde tot een verhoging van de melkproductie, resulteerde het in het Verenigd Koninkrijk in een reductie van de veestapel en daarmee vermindering van productie. In de tweede helft van 2016 steeg de melkprijs aanzienlijk door de combinatie van afnemende productie en sterke vraag. In het Verenigd Koninkrijk lag de melkprijs echter nog steeds onder het niveau van 2015.
Wereldwijd blijft er een sterke vraag naar zuivel. Dit komt vooral door de het samenvallen van een afnemende productie in Europa met een groeiende vraag naar
melkproducten vanuit China. Voor de zuivelsector in Noordwest-Europa, met een productportfolio met hoge toegevoegde waarde en een sterke exportpositie, zijn er goede toekomstperspectieven.
Evenals de prijzen voor zuivelproducten, waren de varkensprijzen in het begin van 2016 erg laag. In de tweede helft van het jaar herstelden de varkensprijzen doordat de Europese vraag naar en aanbod van varkensvlees weer meer in balans kwamen als gevolg van een afname in het aantal dieren. Een grotere vraag naar varkensvlees uit China zorgde voor een sterke Europese export en een stijging van prijzen. In het Verenigd Koninkrijk nam het aantal varkens, als reactie op de lage prijzen, eerst af. In het tweede halfjaar stegen de prijzen echter, en in het derde kwartaal stabiliseerde het aantal dieren. Een groei van deze sector, waarin ForFarmers een goede marktpositie heeft, op middellange termijn lijkt daarmee reëel. Zeker gezien het feit dat de Britse varkenssector slechts in circa 60% van de lokale vraag kan voorzien en de 40% noodzakelijke import van varkensvlees duurder is geworden als gevolg van de devaluatie van het Britse pond.
In de pluimveehouderij hebben wetgeving en initiatieven op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn veel impact. Enerzijds brengen deze ontwikkelingen extra kosten met zich mee, anderzijds creëert de forse groei van de markt voor diervriendelijk geproduceerd vlees ook veel kansen. In de legsector is verlenging van de levensduur van leghennen en daarmee van de legperiode, een van de belangrijkste aandachtspunten. Daarnaast is in Duitsland het verbod op snavelbehandeling vervroegd ingevoerd.
ForFarmers speelt hier met het voedingsconcept Forza speciaal op in.
In de pluimveemarkt neemt de concurrentie toe. De productie in de Verenigde Staten herstelde zich sneller dan verwacht. Bovendien neemt het aantal dieren per bedrijf door de ontwikkeling van welzijnsconcepten in Noordwest-Europa af en wordt de conventionele productie meer en meer door landen zoals Polen en Oekraïne overgenomen. Als gevolg van deze ontwikkelingen daalden de prijzen voor vleespluimvee in 2016 aanzienlijk.
In 2016 is het aandeel van welzijnsconcepten gegroeid. Voor 2017 wordt een voortzetting van deze ontwikkeling verwacht.
Geitenhouders in Nederland bevinden zich in een gunstige positie; er is veel vraag naar hun producten en er wordt een goede prijs voor betaald. Dit geldt ook voor de andere landen waarin ForFarmers actief is, echter buiten Nederland is de omvang van de geitensector beperkt. ForFarmers ondersteunt de Nederlandse ondernemers met een gespecialiseerd team en is met het Capri-concept voor geiten zeer succesvol in deze markt.
Dit segment professionaliseert zich steeds verder, maar afgezet tegen de gangbare veehouderij blijft het een nichemarkt. Door de toenemende aandacht voor dierenwelzijn en bewustwording rondom voeding blijken consumenten meer geneigd de hogere prijs voor biologische producten te betalen. Hierdoor groeit deze markt nog steeds en blijft het rendement voor biologische veehouders goed. De beschikbaarheid van biologische grondstoffen is steeds meer een punt van aandacht. ForFarmers is in de biologische markt actief onder de naam Reudink en beschikt voor de productie van de voeders over een gespecialiseerde fabriek. Daarnaast produceert ForFarmers (Reudink) voor Agrifirm voer voor deze markt op basis van loonproductie.
De Total Feed-portfolio van ForFarmers bestaat uit mengvoer, jongdiervoeders en speciaalvoer, vloeibare en steekvaste co-producten, enkelvoudige grondstoffen, zaaizaden, meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en kuil-toevoegmiddelen ten behoeve van ruwvoer. Omdat boerenbedrijven groter worden is er toenemende interesse voor 'home-mixing'. De benadering van ForFarmers om totale voeroplossingen aan te bieden sluit hier goed bij aan.
De mengvoermarkt is internationaal gezien sterk gefragmenteerd. In Nederland hebben de drie grootste veevoerbedrijven een marktaandeel van ongeveer 60%, terwijl de overige 40% verdeeld is over circa 90 andere voerproducenten. ForFarmers, Agrifirm en De Heus zijn de grotere veevoerbedrijven in Nederland. In het Verenigd Koninkrijk geldt voor mengvoer en 'blends' dat de drie grootste bedrijven circa 35% marktaandeel bezitten. Hiertoe behoren AB Agri, ForFarmers en J Thompson. Daarnaast zijn er circa 150 kleinere spelers in de markt. De grootste veevoerbedrijven in België (Aveve, VandenAvenne, ForFarmers) vormen circa 35% van de markt. In andere Europese landen is sprake van meer fragmentatie, zoals onder andere in Duitsland waar Agravis, DTC, Bröring en ForFarmers belangrijke veevoerbedrijven (tezamen ongeveer 30% marktpositie) zijn. Daarnaast zijn er in Duitsland nog ongeveer 300 kleinere concurrenten. Veevoerbedrijven zijn vaak eigendom van een coöperatie of een familie. ForFarmers valt in vergelijking met de concurrentie op door de gerichte positie die zij inneemt in de waardeketen: het leveren van (voer)oplossingen op het boerenerf. De Europese markt consolideert en schaalgrootte is van cruciaal belang om concurrerend en leidend te kunnen zijn. Dit geldt ook voor ForFarmers, dat zich met het One ForFarmers efficiëntieprogramma richt op het optimaal benutten van de schaalgrootte door onder meer investeringen in voerconcepten, innovatie en trainingen voor de commerciële organisatie.
| Commodity- handelaren/ -verwerkers |
Producenten van additieven |
Producenten van premix |
Voerfabrieken en producenten van speciaalvoer |
Distribiteurs | Veehouders | Zuivelverwerkers, slachterijen en eierverpakkingsbedrijven |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ers the recal feed business |
|||||||
| Gefocuste bedrijven |
BayWa BŮNGE El.ouisDreyfus |
AJINOMOTO ab agr $\square$ - BASF $\sum_{n \text{ times}}$ @ EVONIK 國 Lonza AGRAVIS |
$\Omega$ agrifirm | Niet-beursgenoteerd AVEVE $\sum_{n \text{ form}}$ DS-1 AGRAVES $\Omega$ agrifirm |
Beursgenoteerd [ter illustratie] ab og C 0 مخلاله RIDLEY WYNNSTAY |
Toegang tot het boerenerf |
Peterskished Committee 48 CRANSWICK w DANISH CROWN 6 PLUKON $\sqrt{\int \frac{5 \text{candi}}{5 \text{tandard}}}$ |
| Bedrijven die actief zijn in meerdere schakels van de keten |
$\Omega$ Cargill |
O DSM finutreco |
$\frac{1}{20M}$ Cargill O DSM Fnutreco |
Cargill f inutreco PHW |
$\mathcal{D}_{\text{max}}$ | Cargill I nutreco AMM |
|
| - Geen kanaalconflicten | · Rechtstreekse toegang tot het boerenerf · Aanbieder van integrale oplossingen voor de boeren |
De gefocuste positie van ForFarmers in de keten heeft een aantal voordelen |
In het kader van dit programma worden er op allerlei terreinen, zoals op het gebied van supply chain, administratieve afdelingen en marketing, projecten gestart en uitgevoerd, om zo kostenefficiënt mogelijk te werken. Daarnaast richt ForFarmers zich op het overnemen van bedrijven om daarmee marktposities te optimaliseren.
Wet- en regelgeving op het gebied van duurzaamheid en milieu wordt veelal op Europees niveau ontwikkeld. Echter, bij de implementatie ervan leggen nationale overheden de lat soms hoger dan de EU aangeeft. Zo heeft Duitsland – met instemming van de Duitse pluimveesector – het verbod op snavelbehandeling bij leghennen dit jaar al ingevoerd, terwijl het op Europees niveau pas in 2018 van kracht wordt. Een ander voorbeeld betreft gemedicineerd voer voor varkens. Terwijl dit in Duitsland en Nederland al enige jaren niet meer wordt toegepast, en de regels hiervoor in België inmiddels zijn aangescherpt, wordt in het Verenigd Koninkrijk nu aan varkenshouders gevraagd hun antibioticagebruik te registreren. Dit
gebeurt nu nog op vrijwillige basis, maar zal waarschijnlijk in 2017 verplicht worden.
Ten aanzien van het maximale gehalte aan vitamine A, zink en koper in diervoeder zijn er eveneens Europese regels, wetten en voorstellen die nog moeten worden goedgekeurd. Zo stelt onder meer de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) voor om het maximaal toegestane kopergehalte in het voer te verlagen waardoor de koperuitstoot via de mest aanzienlijk zal afnemen. Dit zou een bijdrage kunnen leveren aan de vermindering van antimicrobiële resistentie. Daarnaast bezint de EU Commissie zich momenteel op de regelgeving voor de toepassing van dierlijke eiwitten in diervoeder. Mogelijk wordt het gebruik van varkenseiwitten in pluimveevoer en van kippeneiwitten in varkensvoer op termijn verruimd. Verder is er een voorstel in de maak om toepassing van insecteneiwit in voer voor niet-herkauwers toe te staan.
Na de afschaffing van het melkquotum in 2015 en de daaropvolgende toegenomen melkproductie, heeft de Nederlandse overheid besloten fosfaatrechten in te voeren met ingang van 2018. De Nederlandse zuivelketen (zuivelindustrie, veevoerbedrijven, LTO, adviesorganisaties en overheid) heeft besloten tot een gezamenlijke aanpak om de fosfaatreductie te realiseren. Het pakket aan
maatregelen, per 1 maart 2017, richt zich op drie pijlers: subsidie voor veehouders die stoppen (de 'stoppersregeling'), heffing voor het aanhouden van teveel dieren en het terugbrengen van het fosforgehalte in mengvoer. ForFarmers begrijpt en ondersteunt deze maatregelen omdat zij noodzakelijk zijn om de derogatie in 2017 en zicht op derogatie 2018 – 2021 te behouden. ForFarmers verwacht dat dit de komende tijd wel zal leiden tot enige reductie in de afzet van volume in de melkveesector in Nederland.
Als gevolg van burgerinitiatieven is de regelgeving in Duitsland en Nederland met betrekking tot vestigingsbeleid voor de agrarische sector aangepast en verzwaard. Het is daardoor in sommige gebieden vrijwel onmogelijk om op nieuwe locaties stallen te bouwen of op bestaande locaties uit te breiden.
In het algemeen wordt de verantwoordelijkheid voor succesvol ondernemen steeds meer bij de agrarische sector zelf gelegd. In Duitsland geldt bijvoorbeeld in sommige gebieden dat de veevoerindustrie de controle op de eigen sector zelf moet betalen. Tegen deze verandering is veel verzet vanuit de industrie. In Nederland is de zuivelindustrie sterk georganiseerd en neemt FrieslandCampina, dat 80% van alle melk in Nederland verwerkt, het voortouw. In België en het Verenigd Koninkrijk, waar de verwerkende industrie meer gefragmenteerd is, ligt het initiatief meer bij boerenorganisaties waardoor er minder sprake is van ketenregie. Zowel retail-organisaties als de verwerkende industrie bepalen in Duitsland de regie.
In juni 2016 publiceerde de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) het Vitaliseringsplan Nederlandse Varkenshouderij. Door een nauwere samenwerking tussen ketenpartners op het gebied van innovatie, kostprijsverlaging en mestverwerking wil men de omslag maken van een aanbod- naar een vraag-gestuurde markt, een sterkere exportpositie realiseren, het imago van de sector verbeteren en hogere opbrengsten voor varkenshouders genereren.
De invloed van retail-organisaties in de voedselproductieketen blijft onverminderd groot. In het Verenigd Koninkrijk hadden retailers altijd al een sterke positie, maar ook in België zien we door fusies van retailers een geconcentreerder speelveld ontstaan. Nederlandse supermarkten verkopen nu bijvoorbeeld alleen nog pluimveevlees afkomstig van traag groeiende kuikens, met minder dieren per vierkante meter. In de Belgische en Duitse markt wordt eveneens een toename, alhoewel trager dan in Nederland, van het aantal welzijnsconcepten in de vleespluimveesector verwacht. De varkenssector telt veel verschillende – vaak regionale – initiatieven die zich onderscheiden op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn.
Produceren van vlees voor welzijnsconcepten die soms aangestuurd worden door retail, schept kansen voor agrarische ondernemers, maar stelt ook andere eisen die vaak hogere productiekosten met zich meebrengen. In toenemende mate worden specifieke concepten verkozen boven massaproposities. ForFarmers adviseert en begeleidt veehouders bij de omschakeling en levert passende voerproducten zodat zij op rendabele wijze aan de eisen kunnen voldoen. Dankzij haar nutritionele kennis en brede ervaring is ForFarmers in staat ondernemers te ondersteunen bij de ontwikkeling van nieuwe, duurzame concepten. ForFarmers heeft in de varkens- en pluimveesector speciale key-accountmanagers aangesteld als vaste contactpersoon voor bedrijven die binnen een concept werken. Deze accountmanager weet welke impact het werken binnen een concept heeft op de beslissingen en werkwijzen van een bedrijf en ondersteunt de ondernemer bij het vinden van de juiste balans tussen toegevoegde waarde en toenemende kosten.
In Noordwest-Europa is er een groeiende belangstelling voor de kwaliteit en herkomst van voedingsmiddelen. Er is sprake van een algemene, maar ook door de politiek gedreven, aandacht voor gezondheid. Prijs en gemak blijven echter een factor van betekenis. Specifieke voorkeuren, zoals voor biologische en lokale producten nemen toe. Ook is er een toenemende aandacht voor niet
genetisch gemodificeerd voedsel, vooral in Duitsland. Dit palet aan schuivende en veranderende behoeften en vereisten zorgt voor een steeds gevarieerdere vraag naar voedingsmiddelen. Hier speelt ForFarmers op in met concepten en advies.
Nu de economische crisis in Europa achter de rug lijkt te zijn en consumenten meer vertrouwen in de economie lijken te hebben, neemt het restaurantbezoek toe, is er weer meer aandacht voor hoogwaardig voedsel en
verschijnen er vooral in het zuivelschap weer veel nieuwe producten. Na de tijdelijke daling gedurende de crisis, is de consumptie van dierlijke eiwitten in de vorm van vlees, kip en zuivelproducten in de EU weer hersteld. Op de langere termijn is de consumptie van dierlijke eiwitten over het geheel genomen stabiel. Er tekent zich echter een groeiende voorkeur voor gevogelte en een dalende vraag naar varkensvlees af. Daarnaast is er een toenemende groep mensen die minder vlees eet.
| Totaal mutatie in |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In miljoenen euro (tenzij anders vermeld) | 2016 | 2015 | % | Valuta | Acquisitie Autonoom(7) | |
| Volume Total Feed (x1.000 ton) | 9.259 | 9.035 | (1) 2,5% |
1,1% | 1,4% | |
| Mengvoer | 6.359 | 6.364 | -0,1% | 1,2% | -1,3% | |
| Omzet | 2.109,0 | 2.244,5 | -6,0% | -3,9% | 1,5% | -3,6% |
| Brutowinst | 407,4 | 424,2 | -4,0% | -4,5% | 0,7% | -0,2% |
| Bedrijfslasten | -343,5 | -363,5 | -5,5% | -4,7% | 0,3% | -1,1% |
| EBITDA(2) | 93,9 | 90,1 | 4,2% | -3,7% | 2,7% | 5,2% |
| Onderliggende EBITDA(3) | 93,6 | 90,4 | 3,5% | -3,7% | 2,7% | 4,5% |
| Bedrijfsresultaat | 67,8 | 64,1 | 5,8% | -3,1% | 3,0% | 5,9% |
| Winst toe te rekenen aan eigenaren van de Vennootschap |
53,3 | 50,7 | 5,1% | |||
| Winst over de periode | 53,8 | 51,3 | 4,9% | |||
| Netto kasstroom uit operationele activiteiten | 81,4 | 61,9 | 31,5% | |||
| Onderliggende EBITDA / Brutowinst | 23,0% | 21,3% | ||||
| Resultaat na belastingen per aandeel (x €1) | 0,502 | 0,479 | 4,8% | |||
| 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|||||
| Eigen vermogen | 429,0 | 407,2 | ||||
| Solvabiliteit(4) | 55,3% | 52,1% | ||||
| ROACE(5) | 21,6% | 19,2% | (6) |
(1) Naar beneden aangepast met 58k ton, omdat volume van overslagactivititeiten waren meegenomen.
(2) EBITDA is bedrijfsresultaat exclusief afschrijvingen en amortisatie
(3) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten
(4) Solvabiliteit betreft het eigen vermogen gedeeld door balanstotaal
(5) ROACE betekent EBITDA gedeeld door het gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening
(6) De ROACE van 2015 is aangepast op de definitie zoals weergegeven in noot 27 van de toelichting op de jaarrekening.
(7) Autonoom is de verandering exclusief acquisitie en desinvesteringen en valuta-effecten.
Algemene opmerking: de percentages worden gepresenteerd op basis van de bedragen afgerond in miljoenen euro
De resultaten 2016 van ForFarmers zijn door de volgende factoren beïnvloed:
translatie-effect van het Britse pond, met name in de tweede helft van 2016;
overname van Vleuten-Steijn in Nederland per 1 oktober 2016;
In de volgende analyse worden eerst de 2016 geconsolideerde resultaten toegelicht, waarna een meer gedetailleerde analyse per cluster wordt gegeven. De tabel hieronder geeft inzicht in de (j-o-j) veranderingen (zowel in absolute bedragen als in percentages) in het eerste en tweede halfjaar en het hele jaar 2016. De belangrijkste veranderingen in het tweede halfjaar worden toegelicht.
| In miljoenen euro (tenzij anders |
|||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| vermeld) | Totaal | Valuta | Acquisitie | Autonoom(1) | |||||
| Total Feed | HY1 | 128,2 | 2,9% | 71,4 | 1,6% | 56,8 | 1,3% | ||
| (x1.000 ton) | HY2 | 95,0 | 2,1% | 29,7 | 0,6% | 65,3 | 1,5% | ||
| FY | 223,2 | 2,5% | 101,1 | 1,1% | 122,1 | 1,4% | |||
| Mengvoer | HY1 | -27,7 | -0,9% | - | 0,0% | -27,7 | -0,9% | ||
| (x1.000 ton) | HY2 | 23,2 | 0,7% | 76,2 | 2,4% | -53,0 | -1,7% | ||
| FY | -4,5 | -0,1% | 76,2 | 1,2% | -80,7 | -1,3% | |||
| Brutowinst | HY1 | -4,0 | -1,9% | -4,5 | -2,1% | 2,6 | 1,2% | -2,1 | -1,0% |
| HY2 | -12,8 | -6,0% | -14,6 | -6,8% | 0,5 | 0,2% | 1,3 | 0,6% | |
| FY | -16,8 | -4,0% | -19,1 | -4,5% | 3,1 | 0,7% | -0,8 | -0,2% | |
| Bedrijfslasten | HY1 | 5,1 | -2,8% | 4,1 | -2,3% | -1,6 | 0,9% | 2,6 | -1,4% |
| HY2 | 14,9 | -8,2% | 13,1 | -7,2% | 0,4 | -0,2% | 1,4 | -0,8% | |
| FY | 20,0 | -5,5% | 17,2 | -4,7% | -1,2 | 0,3% | 4,0 | -1,1% | |
| Onderliggende EBITDA |
HY1 | 3,5 | 8,2% | -0,7 | -1,6% | 1,4 | 3,3% | 2,8 | 6,5% |
| HY2 | -0,3 | -0,6% | -2,6 | -5,5% | 1,0 | 2,1% | 1,3 | 2,8% | |
| FY | 3,2 | 3,5% | -3,3 | -3,7% | 2,4 | 2,7% | 4,1 | 4,5% |
(1) Autonoom is de verandering exclusief acquisitie en desinvesteringen en valuta-effecten.
Het totale volume Total Feed nam in 2016 toe met 2,5% tot 9,3 miljoen ton; een combinatie van het positieve netto-effect van overnames en desinvesteringen van 1,1% en een autonome toename van 1,4%. De clusters Nederland en Duitsland/België realiseerden een volumegroei in gerapporteerde Total Feed van respectievelijk 5,9% en 4,4%. Het cluster Verenigd Koninkrijk verkocht 3,3% minder volume, dat vooral veroorzaakt werd in de rundveesector als gevolg van lage melkprijzen. Door de afname van het aantal zeugen in het Verenigd Koninkrijk, die plaatsvond in de eerste helft van het jaar, daalden de volumes in de varkenssector, vooral in de tweede helft van het jaar.
Vergeleken met 2015 bleef het totale volume mengvoer stabiel, hoewel dit het resultaat is van een positief acquisitie-effect en een autonome daling door onder meer een verschuiving naar andere producten in het Total Feed aanbod. Bovendien waren de ontwikkelingen per sector verschillend. In de rundveesector werd een groei gerealiseerd. Dit komt doordat volumegroei in de clusters Nederland en Duitsland/België de daling in het Verenigd Koninkrijk meer dan compenseerde. De groei in mengvoervolume in de varkenssector in Nederland is
volledig toe te schrijven aan de overname van Vleuten-Steijn. De volumestijging in Nederland was lager dan de volumedaling in de varkenssector in de andere clusters. Alle clusters rapporteerden een hogere mengvoerafzet in de pluimveesector. Deze groei bestaat uit een aanzienlijke stijging van de afzet aan legkippenhouders en een daling van de afzet aan vleeskuikenhouders. Er waren minder vleeskuikens door de toename van welzijnsconcepten (o.a. minder dieren op een m2).
De totale omzet daalde met €135,5 miljoen tot €2.109,0 miljoen in 2016, een daling van 6,0%. Hierin is -3,9% (-€88,2 miljoen) toe te schrijven aan het translatieeffect van de waardedaling van het Britse pond. Acquisities en desinvesteringen (netto impact) droegen €34,4 miljoen (1,5%) bij. Autonoom daalde de omzet met 3,6% (€81,7 miljoen) als gevolg van gemiddeld genomen lagere grondstoffenprijzen dan in 2015, en een verandering in de productmix (mengvoer versus coproducten). Prijsveranderingen van grondstoffen worden aan de klanten doorgegeven. De verandering in de productmix is vooral te verklaren door het feit dat er meer co-producten zijn verkocht. Dit komt deels doordat er iets meer sprake was van 'home-mixing' als gevolg van groter
wordende boerenbedrijven, en doordat vooral in het Verenigd Koninkrijk klanten meer basis-voer producten kopen vanwege de lagere prijzen voor hun producten.
De brutowinst daalde in 2016 met €16,8 miljoen (-4,0%), waarvan €19,1 miljoen (-4,5%) veroorzaakt werd door de waardedaling van het Britse pond. Zonder valuta-invloed was de brutowinst ontwikkeling nagenoeg stabiel.
De totale brutowinstdaling (j-o-j) was groter in het tweede halfjaar 2016 dan in het eerste halfjaar, voornamelijk als gevolg van het valutaeffect (-€14,6 miljoen) dat ongeveer drie keer zo groot was als in de eerste helft van het jaar (-€4,5 miljoen). De autonome brutowinstontwikkeling toonde een lichte stijging in de tweede helft van 2016.
In de clusters Nederland en Duitsland/België steeg de brutowinst (j-o-j) met respectievelijk 6,0% en 5,8%. Dit was vooral te danken aan hogere volumes, betere resultaten uit formulatie (optimaal gebruik van ingrediënten in het voer) en een positieve bijdrage van strategische partnerschappen. De brutowinst in het Verenigd Koninkrijk, exclusief het valutaeffect, daalde met 8,9%, wat meer is dan de daling in het volume. Dit komt voornamelijk doordat klanten besloten meer basis-voer producten te kopen.
De totale bedrijfslasten daalden in 2016 met €20,0 miljoen (-5,5%) tot €343,5 miljoen, als gevolg van een valutaeffect van -€17,2 miljoen (-4,7%) en een netto-effect van overnames en desinvesteringen van +€1,2 miljoen (+0,3%). Autonoom daalden de
bedrijfslasten daarom met €4,0 miljoen (-1,1%), inclusief eenmalige kosten van €1,5 miljoen met betrekking tot de notering aan de openbare beurs Euronext Amsterdam op 24 mei 2016. Er zijn ook incidentele lasten (€1,9 miljoen) gerelateerd aan de reorganisatie in het Verenigd Koninkrijk, waarvan €1,6 miljoen in het eerste halfjaar zijn genomen. In 2015 bedroegen de netto incidentele lasten €1,7 miljoen (waardeverminderingen en pensioenkosten). De daling van bedrijfslasten is vooral toe te rekenen aan een afname van fte's en de lagere afzet in het Verenigd Koninkrijk. Er waren hogere pensioenkosten in Nederland en meer volume-gerelateerde productiekosten op het continent. De energiekosten waren lager in 2016 dan in 2015 door dalende prijzen. Dit was van toepassing op alle drie de clusters. De voortdurende focus op One ForFarmers initiatieven droegen ook bij aan een verbeterde kostenefficiëntie. Een voorbeeld is dat vooral door beter debiteurenbeheer in verbeterde marktomstandigheden in de tweede helft van 2016, de netto toevoeging aan de voorziening voor debiteuren substantieel lager (€3,7 miljoen minder) was dan in 2015. Deze verbetering vond vooral plaats in de clusters Nederland en Duitsland/België. Afschrijvingen en amortisaties in 2016 bedroegen €26,0 miljoen, gelijk aan het bedrag in 2015. Dit komt door een valutaeffect van - €1,4 miljoen en de combinatie van een autonome toename van €0,9 miljoen en €0,5 miljoen ten gevolge van overnames.
| In miljoenen euro | 2016 | 2015 | ∆ | ∆% |
|---|---|---|---|---|
| EBITDA | 93,9 | 90,1 | 3,8 | 4,2% |
| Boekresultaten verkochte bedrijfsonderdelen / activa | - 2,2 | -1,4 | - 0,8 | |
| Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa | 1,9 | 1,3 | 0,6 | |
| Effect IFRS op pensioenen Nederland | - | 0,4 | - 0,4 | |
| Onderliggende* EBITDA | 93,6 | 90,4 | 3,2 | 3,5% |
| Effect valutakoersveranderingen | 3,3 | - | 3,3 | |
| Onderliggende* EBITDA, tegen gelijkblijvende koersen | 96,9 | 90,4 | 6,5 | 7,2% |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 67,8 | 64,1 | 3,7 | 5,8% |
| Onderliggend* bedrijfsresultaat (EBIT) | 67,5 | 64,4 | 3,1 | 4,8% |
* 'Onderliggend(e)' betekent exclusief incidentele posten
In 2016 nam EBITDA toe met €3,8 miljoen (4,2%), inclusief een negatief valutaeffect van €3,3 miljoen (-3,7%). De 'boekresultaten verkochte bedrijfsonderdelen/activa' (€2,2 miljoen) hebben betrekking op de verkoop van Leafield (€0,8 miljoen) en de indirecte transportactiviteiten van Wheyfeed (€0,4 miljoen) in het Verenigd Koninkrijk en de verkoop van activa (€1,0 miljoen) voornamelijk in Oss in Nederland. Er werden herstructureringskosten ad €1,9 miljoen genomen in verband met de reorganisatie in het Verenigd Koninkrijk. De reorganisatie loopt volgens plan.
De onderliggende EBITDA nam in 2016 toe met 3,5% tot €93,6 miljoen. Bij gelijkblijvende koersen stijgt de onderliggende EBITDA met 7,2% (€6,5miljoen). Het One ForFarmers programma, gericht op het bereiken van kostefficiëntie door het gebruikmaken van schaalgrootte en het verder verbeteren van de kwaliteit van de organisatie, droeg bij aan de verbetering van de onderliggende EBITDA/brutowinst ratio van 21,3% in 2015 tot 23,0% in 2016.
Het aantal medewerkers op 31 december 2016, gerekend in fte's, bedroeg 2.273, 4% lager dan de 2.370 op 31 december 2015. Dit was het netto resultaat van een natuurlijke uitstroom en de reorganisatie in het Verenigd Koninkrijk (ongeveer -70 fte's), het netto effect van acquisities en desinvesteringen (-40 fte's) en een versterking van de commerciële organisatie in Duitsland en Nederland.
De winst over de periode groeide met €2,5 miljoen (4,9%) tot €53,8 miljoen. De winst werd ook beïnvloed door:
De effectieve belastingdruk over 2016 kwam uit op 22,3%, vergeleken met 24,2% over de vergelijkbare periode in 2015. In 2016 is een actieve latentie gevormd terwijl in 2015 eenmalige toevoegingen aan de voorzieningen zijn gedaan.
Het Eigen Vermogen bedroeg op 31 december 2016 €429,0 miljoen, een stijging van €21,8 miljoen vergeleken met 31 december 2015. Dit is voornamelijk het gecombineerde effect van de toevoeging van de 2016 winst en het uitbetaalde dividend van €24,7 miljoen. De elementen van de totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten hebben de verandering in het Eigen Vermogen ook beïnvloed, zoals het bedrag van het valuta translatieverschil van de waarde van de dochtermaatschappij in het Verenigd Koninkrijk (€9,5 miljoen) en de netto toevoeging aan de pensioenvoorziening in het Verenigd Koninkrijk en België van €0,5 miljoen door het saldo van aanpassingen in actuariële aannames. De pensioentoevoeging was als gevolg van de lagere rentetarieven aan het einde van 2016 die het positieve effect van de verlaging van de inflatiedefinitie in het Verenigd Koninkrijk teniet hebben gedaan.
De inflatie is nu gedefinieerd op basis van de lagere CPI (Consumer Price Index) en niet langer op RPI (Retail Price Index). Het effect hiervan is een reductie van €17 miljoen op de pensioenverplichting in het Verenigd Koninkrijk. Hiertegenover heeft ForFarmers toegezegd in 2017 een additionele storting te doen van €11,7 miljoen die ten laste komt van de voorziening.
De solvabiliteitsratio is gestegen tot 55,3% aan het einde van 2016 vergeleken met 52,1% per eind 2015. Het saldo van de aanwezige banksaldi minus de bankschulden bedroeg aan het einde van 2016 €61,5 miljoen, vergeleken met €33,3 miljoen eind 2015. Er is daardoor sprake van een netto verbetering van €28,2 miljoen van het banksaldo. Het netto werkkapitaal daalde met €9,0 miljoen tot €120,0 miljoen, vooral door de daling in
grondstoffenprijzen, het effect van de devaluatie van het Britse pond en beter debiteurenbeheer. Het percentage van vorderingen met betalingsachterstand kwam uit op 18,6% in 2016 (2015: 20,5%). In 2016 beschikte ForFarmers over een kredietfaciliteit van €300 miljoen (2015: €300 miljoen). De investeringen in immateriële vaste activa en vaste activa bedroegen in 2016 €33,7 miljoen, en de afschrijving en amortisatie was €26,0 miljoen. De investeringen hebben onder meer betrekking op de bouw van een nieuwe fabriek in Exeter en een nieuw centraal kantoor in Bury St. Edmunds beide in het Verenigd Koninkrijk, en op renovaties in verschillende fabrieken in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
| In duizenden euro | Nederland | Duitsland/België | Verenigd Koninkrijk |
Groep / | eliminaties Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|
| Total Feed volume (in tonnen) | 4.282.620 | 2.009.255 | 2.966.672 | - | 9.258.547 |
| Omzet | 1.019.072 | 522.285 | 630.704 | -63.099 | 2.108.962 |
| Brutowinst | 201.555 | 69.901 | 134.654 | 1.262 | 407.372 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 1.557 | 1.017 | 1.271 | 104 | 3.949 |
| Bedrijfslasten | -144.762 | -60.471 | -121.165 | -17.090 | -343.488 |
| Bedrijfsresultaat | 58.350 | 10.447 | 14.760 | -15.724 | 67.833 |
| Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen | -1.003 | (1) - |
-1.152 | - | -2.155 |
| Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa |
- | - | 1.887 | - | 1.887 |
| Incidentele posten | -1.003 | - | 735 | - | -268 |
| Onderliggend bedrijfsresultaat | 57.347 | 10.447 | 15.495 | -15.724 | 67.565 |
| Afschrijving, amortisatie en bijzondere waardevermindering |
8.550 | 4.035 | 10.712 | 2.747 | 26.044 |
| Onderliggende EBITDA | 65.897 | 14.482 | 26.207 | -12.977 | 93.609 |
| Onderliggende EBITDA / Brutowinst | 32,7% | 20,7% | 19,5% | 23,0% | |
| ROACE(2) | 45,6% | 12,5% | 14,3% | -4,1% | 21,6% |
(1) Heeft met name betrekking op de verkoop van Oss
(2) ROACE betekent EBITDA gedeeld door het gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening
| In duizenden euro | Nederland | Duitsland/België | Verenigd Koninkrijk |
Groep / | eliminaties Geconsolideerd | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Total Feed volume (in tonnen) | 4.044.389 | (3) | 1.924.380 | 3.066.529 | - | 9.035.298 |
| Omzet | 1.001.866 | 529.585 | 771.508 | -58.489 | 2.244.470 | |
| Brutowinst | 190.131 | 66.045 | 166.904 | 1.124 | 424.204 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 1.866 | 563 | 943 | 8 | 3.380 | |
| Bedrijfslasten(1) | -141.109 | -58.627 | -150.455 | -13.343 | -363.534 | |
| Bedrijfsresultaat | 50.888 | 7.981 | 17.392 | -12.211 | 64.050 | |
| Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen | - | - | -1.378 | - | -1.378 | |
| Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa |
- | - | 1.281 | - | 1.281 | |
| Effect IFRS op pensioenen Nederland | 400 | - | - | - | 400 | |
| Incidentele posten | 400 | - | -97 | - | 303 | |
| Onderliggend bedrijfsresultaat | 51.288 | 7.981 | 17.295 | -12.211 | 64.353 | |
| Afschrijving, amortisatie en bijzondere waardevermindering |
8.167 | 3.609 | 11.754 | 2.508 | 26.038 | |
| Onderliggende EBITDA | 59.455 | 11.590 | 29.049 | -9.703 | 90.391 | |
| Onderliggende EBITDA / Brutowinst | 31,3% | 17,5% | 17,4% | 21,3% | ||
| ROACE(2) | 43,5% | 9,7% | 14,4% | -4,1% | 19,2% |
(1) Bedrijfslasten in 2015 zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden door verfijning van de overheadallocatie
(2) ROACE betekent EBITDA gedeeld door het gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening.
(3) Naar beneden aangepast met 58k ton, omdat volume van overslagactivititeiten waren meegenomen.
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Total Feed volume (in tonnen) | 4.282.620 | (4) 4.044.389 |
| Omzet | 1.019.072 | 1.001.866 |
| Brutowinst | 201.555 | 190.131 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 1.557 | 1.866 |
| Bedrijfslasten(1) | -144.762 | -141.109 |
| Bedrijfsresultaat | 58.350 | 50.888 |
| Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen | -1.003 | (2) - |
| Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa | - | - |
| Effect IFRS op pensioenen Nederland | - | 400 |
| Incidentele posten | -1.003 | 400 |
| Onderliggend bedrijfsresultaat | 57.347 | 51.288 |
| Afschrijving en amortisatie | 8.550 | 8.167 |
| Onderliggende EBITDA | 65.897 | 59.455 |
| Onderliggende EBITDA / Brutowinst | 32,7% | 31,3% |
| ROACE(3) | 45,6% | 43,5% |
(1) Bedrijfslasten in 2015 zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden door verfijning van de overheadallocatie
(2) Heeft met name betrekking op de verkoop van Oss
(3) ROACE betekent EBITDA gedeeld door het gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening
(4) Naar beneden aangepast met 58k ton, omdat volume van overslagactivititeiten waren meegenomen.
Het volume Total Feed in het cluster Nederland is met 5,9% gestegen tot 4,3 miljoen ton. De groei in de afzet van mengvoer was lager dan die in Total Feed. Dit komt door een beperkte verschuiving naar alternatieve voeroplossingen.
In 2016 is een hoger volume Total Feed verkocht in de rundveesector dan in 2015. De toename vond vooral plaats in de eerste helft van 2016, omdat de afschaffing van het melkquotum zijn beslag kreeg op 1 april 2015. De relatieve verbetering in melkprijzen in de tweede helft van 2016, en het groter aantal dieren en de toegenomen melkproductie zijn de reden voor de groeiende vraag naar Total Feed oplossingen. Het volume nam ook toe in de pluimveesector. Dit werd veroorzaakt door groei in de legkippensector die enigszins werd geneutraliseerd door een afname in het volume voor vleeskuikens als gevolg van de toenemende interesse in welzijnsconcepten (minder dieren per m2 ). Door minder vraag naar varkensvlees is er een algehele terugval van de marktgrootte van de varkenssector in Nederland. Veel varkenshouders verkeerden in een slechte financiële
situatie, vooral in het eerste halfjaar 2016 toen de varkensprijzen laag waren. Door de overname van Vleuten-Steijn nam de afzet in de varkenssector desondanks marginaal toe. Inmiddels liggen de varkensprijzen boven het meerjaars-gemiddelde. De afzet in biologisch voer (Reudink) toonde een sterke groei met meer dan 20% vergeleken met 2015. Deze groei vond plaats in alle sectoren.
In 2016 is een brutowinst van €201,6 miljoen gerealiseerd. De toename van €11,4 miljoen (+6,0%), vergeleken met 2015, werd met name veroorzaakt door het hogere volume en door betere marges in de tweede helft van het jaar als gevolg van betere formulatie (optimaal gebruik van ingrediënten in het voer) en de overname van Vleuten-Steijn.
De bedrijfslasten namen met 2,6% toe in 2016 vergeleken met 2015 en bedroegen €144,8 miljoen. Dit komt door het acquisitie-effect van Vleuten-Steijn en een stijging in
volumegerelateerde productie en logistieke kosten. Productiekosten per ton namen echter af in vergelijk met 2015. Er waren ook hogere pensioenkosten, hogere onderhoudskosten en extra kosten met betrekking tot de #bettersafethansorry werkwijze. Het economisch klimaat verbeterde voor zowel de varkens- als de melkveesector vanaf respectievelijk het tweede en derde kwartaal. Deze situatie, strenger debiteurenbeheer en additionele zekerheden, resulteerden in een lager uitstaand bedrag aan achterstallige debiteuren aan het eind van 2016. Daardoor werden substantieel lagere toevoegingen
gedaan aan de voorziening voor dubieuze debiteuren in 2016 dan in 2015.
Als gevolg van de volumegroei (+5,9%), de verbeterde brutowinst (6,0%) en de lagere toename in bedrijfslasten (2,6%), nam de onderliggende EBITDA toe met 10,8% tot €65,9 miljoen. Zodoende verbeterde de ratio van de onderliggende EBITDA/brutowinst van 31,3% in 2015 tot 32,7% in 2016.
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Total Feed volume (in tonnen) | 2.009.255 | 1.924.380 |
| Omzet | 522.285 | 529.585 |
| Brutowinst | 69.901 | 66.045 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 1.017 | 563 |
| Bedrijfslasten | -60.471 | -58.627 |
| Bedrijfsresultaat | 10.447 | 7.981 |
| Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen | - | - |
| Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa | - | - |
| Incidentele posten | - | - |
| Onderliggend bedrijfsresultaat | 10.447 | 7.981 |
| Afschrijving en amortisatie | 4.035 | 3.609 |
| Onderliggende EBITDA | 14.482 | 11.590 |
| Onderliggende EBITDA / Brutowinst | 20,7% | 17,5% |
| ROACE(1) | 12,5% | 9,7% |
(1) ROACE betekent EBITDA gedeeld door het gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening
Het cluster Duitsland/België rapporteerde een groei in Total Feed volume van 4,4% tot 2,0 miljoen ton en een beperktere groei in mengvoer. Evenals in Nederland geeft dit een beperkte verschuiving weer naar alternatieve voeroplossingen. In de rundveesector werd een hogere volumeafzet Total Feed geboekt in 2016, wat vooral te verklaren is door de groei van mengvoer in de eerste helft van het jaar. Er werd ook meer volume verkocht in de pluimveesector, vooral voor legkippen, als gevolg van nieuwe klanten. Deze groei werd iets teniet gedaan door een daling in het volume aan de vleeskuikensector die met name zwak was in de eerste helft van het jaar. In de varkenssector daalden de volumes in het eerste halfjaar 2016 als gevolg van een afname in het aantal dieren door lage varkensprijzen. In het tweede halfjaar stegen de volumes als gevolg van betere varkensprijzen en nieuwe klanten.
De brutowinst nam toe met €3,9 miljoen tot €69,9 miljoen (+5,8%). Dit kan worden verklaard door een beter formulatie-effect in het eerste halfjaar 2016 en de
sterkere stijging in het mengvoervolume in de tweede helft van het jaar.
De totale bedrijfslasten namen toe met €1,8 miljoen tot €60,5 miljoen (3,1%). De reden hiervoor was een groter verkoopteam en volume-gerelateerde productie en logistieke kosten. Productiekosten per ton namen daarentegen af in vergelijking met 2015 door de One ForFarmers manier van werken. Tegenover lagere toevoegingen aan de debiteurenvoorziening in 2016 (dan in 2015) stond een hogere allocatie van centrale overheadkosten (€1,7 miljoen). Afschrijvingen namen iets toe met €0,4 miljoen.
De groei in volume en de hogere brutowinst, naast fractioneel meer bedrijfslasten, resulteerde in een stijging van de onderliggende EBITDA (j-o-j) met 25,0% tot €14,5 miljoen. De ratio van de onderliggende EBITDA/brutowinst nam toe van 17,5% in 2015 tot 20,7% in 2016.
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Total Feed volume (in tonnen) | 2.966.672 | 3.066.529 |
| Omzet | 630.704 | 771.508 |
| Brutowinst | 134.654 | 166.904 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 1.271 | 943 |
| Bedrijfslasten | -121.165 | -150.455 |
| Bedrijfsresultaat | 14.760 | 17.392 |
| Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen | -1.152 | -1.378 |
| Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa | 1.887 | 1.281 |
| Incidentele posten | 735 | -97 |
| Onderliggend bedrijfsresultaat | 15.495 | 17.295 |
| Afschrijving en amortisatie | 10.712 | 11.754 |
| Onderliggende EBITDA | 26.207 | 29.049 |
| Onderliggende EBITDA / Brutowinst | 19,5% | 17,4% |
| ROACE(1) | 14,3% | 14,4% |
(1) ROACE betekent EBITDA gedeeld door het gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening
Het volume Total Feed dat in het cluster het Verenigd Koninkrijk werd verkocht daalde met 3,3% tot 3,0 miljoen ton, vooral door een grotere daling van het volume van mengvoer. Deze daling was in de tweede helft van 2016 groter dan in de eerste helft van het jaar, vooral door minder vraag naar voer in de rundveesector. ForFarmers heeft ook besloten een aantal slecht renderende contracten niet te verlengen. Bovendien werd het volume beïnvloed door een afname in het aantal zeugen. Deze afname was door boeren in gang gezet in het eerste halfjaar en leidde tot een grotere daling in het volume in de varkenssector in het tweede halfjaar. In de pluimveesector werd een autonome toename geboekt doordat nieuwe klanten werden aangetrokken die vooral in de tweede helft van 2016 meer producten kochten.
De brutowinst daalde met €32,2 miljoen (-19,3%), waarvan €19,1 miljoen toe te rekenen is aan het valuta translatieeffect. De waardevermindering van het Britse pond heeft in de tweede helft van 2016 een negatieve impact (j-o-j) gehad die drie keer groter was (-€14,6 miljoen) dan in de eerste helft van 2016. Het netto-effect van overnames en
desinvesteringen bedroeg €1,1 miljoen; een combinatie van €2,6 miljoen in de eerste helft van 2016 met betrekking tot de overname van Countrywide en - €1,5 miljoen in de tweede helft van het jaar vanwege de desinvesteringen van Leafield en de indirecte transportactiviteiten van Wheyfeed. De autonome brutowinst daalde met €14,2 miljoen in 2016 (j-o-j). De reden hiervoor is de daling van de volumeafzet en de keuze van veehouders om basis-voer te kopen. Dit startte in de eerste helft van 2016 en zette zich voort gedurende het jaar omdat de liquiditeitspositie van veehouders onder druk bleef staan.
De totale bedrijfslasten daalden met €29,3 miljoen (-19,5%), inclusief een positief valutaeffect van €17,2 miljoen. Het netto-effect van overnames en desinvesteringen was nagenoeg nul, aangezien het acquisitie-effect in de eerste 4 maanden van 2016 volledig werd gecompenseerd door het effect van desinvesteringen in de tweede helft van het jaar. Autonoom daalden de bedrijfslasten met €13,6 miljoen (-9,0%), ondanks herstructureringskosten van €1,9 miljoen. Het doel van deze herstructurering, zoals aangekondigd in het eerste
halfjaar (€1,6 miljoen kosten), is om de organisatie te stroomlijnen. De daling in volume-gerelateerde kosten, minder fte's en de implementatie van een aantal kostenbesparende maatregelen (One ForFarmers), zorgden voor de (autonoom) lagere bedrijfslasten in 2016.
De onderliggende EBITDA daalde met 9,8% tot €26,2 miljoen. Bij gelijkblijvende koersen steeg de onderliggende EBITDA met 1,7% tot €29,5 miljoen. Het netto-effect van overnames en desinvesteringen bedroeg €1,2 miljoen, verdeeld over de eerste en tweede helft van 2016 in respectievelijk €1,4 miljoen en -€0,2 miljoen. Autonoom daalde de onderliggende EBITDA met 3% in 2016, doordat kostenbesparingen vooral in de tweede helft van het jaar de daling van het eerste halfjaar in belangrijke mate afzwakte. De ratio van de onderliggende EBITDA/brutowinst verbeterde van 17,4 % in 2015 tot 19,5% in 2016.
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Brutowinst | 1.262 | 1.124 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 104 | 8 |
| Bedrijfslasten(1) | -17.090 | -13.343 |
| Bedrijfsresultaat | -15.724 | -12.211 |
| Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen | - | - |
| Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa | - | - |
| Incidentele posten | - | - |
| Onderliggend bedrijfsresultaat | -15.724 | -12.211 |
| Afschrijving en amortisatie | 2.747 | 2.508 |
| Onderliggende EBITDA | -12.977 | -9.703 |
| ROACE(2) | -4,1% | -4,1% |
(1) Bedrijfslasten in 2015 zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden door verfijning van de overheadallocatie
(2) ROACE betekent EBITDA gedeeld door het gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening.
Na doorbelasting van de overheadkosten aan de operationele clusters zijn de kosten van centrale en ondersteunende diensten toegenomen (€3,5 miljoen) door het volledige jaar-effect van de versterking van de organisatie. Dit hield onder meer in het verder versterken van de IT-afdeling om de groei van de onderneming te ondersteunen. In 2016 zijn additionele kosten gemaakt voor het project om de inkoop van niet-grondstof gerelateerde kosten te reduceren en optimaliseren. Bovendien zaten in de kosten van centrale en ondersteunende diensten ook eenmalige kosten van €1,5 miljoen die gemaakt werden in het kader van de notering op Euronext Amsterdam. In 2015 is als gevolg van herbeoordeling van voorzieningen een eenmalige bate (€2,0 miljoen) gerealiseerd. De centrale kosten worden deels doorbelast aan de clusters. In 2016 is deze methodiek verfijnd en zijn voor vergelijkingsdoeleinden de
2015 kosten aangepast.
Het dividendbeleid van ForFarmers is het beschikbaar stellen van een dividend tussen de 40% en 50% van het genormaliseerde resultaat na belastingen, te weten de winst toe te rekenen aan de eigenaren van de Vennootschap, exclusief het incidentele resultaat uit de verkoop van bedrijfsonderdelen/activa. De genormaliseerde winst bedraagt €51,4 miljoen, zijnde de winst toe te rekenen aan de eigenaren van de Vennootschap van €53,3 miljoen in 2016 min het incidentele resultaat uit de verkoop van bedrijfsonderdelen/activa. Er wordt een dividend van €0,24218 per gewoon aandeel (pay-out ratio van 50% van het genormaliseerde resultaat na belastingen)
voorgesteld. Op 26 april 2017 zal de jaarrekening ter vaststelling aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden voorgelegd. Het dividend zal betaald worden op 9 mei 2017.
Geopolitieke ontwikkelingen zullen in 2017 van invloed zijn op de markten waarin ForFarmers actief is. De verwachting is ook dat de volatiliteit in grondstoffenprijzen en op de valutamarkten zich zal voortzetten. Vooral de fluctuatie in de waarde van het Britse pond is van invloed op de geconsolideerde resultaten van ForFarmers. Daarnaast trekt de zuivelmarkt enigszins aan, zorgt de stijgende prijs voor varkensvlees voor een beter vooruitzicht en lijkt de markt voor pluimvee stabiel te blijven in 2017. ForFarmers verwacht dan ook dat deze trends zich vertalen in een groeiende vraag naar duurzame Total Feed-oplossingen.
De lange-termijn vooruitzichten voor de agrarische sector in Noordwest-Europa blijven goed. Door een groeiende wereldbevolking en toenemende welvaart neemt de vraag naar dierlijke eiwitten toe. Tegelijkertijd wordt in de totstandkoming van deze producten meer aandacht gegeven, in de meer welvarende landen, aan het milieu en het welzijn van mens en dier. Duurzaamheid is daarom een integraal en vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsactiviteiten van ForFarmers. Agrarische ondernemers worden meer en meer geconfronteerd met wet- en regelgeving en als gevolg daarvan met kosten.
Over het algemeen wordt verwacht dat de rundveesector een kleine stijging laat zien. In Nederland, echter, wordt verwacht dat de fosfaatregeling zal leiden tot enige druk op de melkveesector. De Nederlandse overheid heeft besloten fosfaatrechten in te voeren met ingang van 2018. Om fosfaatreductie in 2017 te realiseren, heeft de Nederlandse zuivelketen (zuivelindustrie, veevoerbedrijven, LTO, adviesorganisaties en overheid) besloten tot een gezamenlijke aanpak per 1 maart 2017. ForFarmers begrijpt en ondersteunt deze maatregelen. Verwacht wordt dat dit zal resulteren in, onder andere, een beperkte afname van de veestapel in de loop van het jaar.
Consumenten, vooral in West Europa, lijken minder te
kiezen voor varkensvlees. Dit is van invloed op de varkenssector. Door onder meer de aangetrokken export van varkensvlees naar vooral China wordt er een verbetering verwacht. In het Verenigd Koninkrijk verwacht ForFarmers dat op de middellange termijn de varkensstapel zal toenemen door de waardevermindering van het Britse pond, waardoor de import duurder geworden is, en door de 'Buy British' campagnes.
ForFarmers blijft doorgaan met het doorvoeren van operationele verbeteringen en de verdere implementatie van de Horizon 2020-strategie. In lijn hiermee, en om de organisatie en processen te optimaliseren, investeert ForFarmers in het efficiënter maken van de fabrieken en in IT oplossingen. Bovendien verwacht ForFarmers een daling in het aantal fte's (exclusief de mogelijke impact van eventuele overnames) als gevolg van de plannen voor de optimalisatie van de supply chain in het Verenigd Koninkrijk. Hierbij is het streven een optimale specialisatie, spreiding en grootte van fabrieken en logistiek te bereiken, in lijn met de One ForFarmers aanpak en initiatieven. De plannen hiervoor worden op dit moment uitgewerkt om vervolgens met de organisatie te worden besproken. Dit moet leiden tot een besparing van ten minste £5 miljoen aan kosten per 2020 ten opzichte van het huidige kostenniveau. Mede door deze plannen, en als gevolg van additionele One ForFarmers initiatieven, verwacht ForFarmers zowel in 2017 als in 2018 ongeveer €40 miljoen tot €45 miljoen (voorheen €35 miljoen) te investeren. De investeringen voor operationele efficiency projecten moeten leiden tot een verdere verbetering van de ratio van de onderliggende EBITDA / brutowinst. Tegelijkertijd zal de stringente focus op debiteurenbeheer worden voortgezet, evenals het verder verbeteren van het werkkapitaal management. Ook zal ForFarmers zich blijven richten op het vinden van geschikte overnamekandidaten, zowel in de bestaande vier landen als in nieuwe landen in Europa en aangrenzende regio's (Europa Plus), met inachtneming van de strikte overname criteria. ForFarmers genereert een substantiële kasstroom en beschikt daarnaast over additionele financiële ruimte door de bestaande financieringsovereenkomst. ForFarmers wil flexibel zijn om relevante overnames te kunnen doen in de komende jaren maar streeft er ook naar om de balans efficiënter te maken. In verband hiermee heeft ForFarmers het
voornemen om een deel van haar kaspositie beschikbaar te stellen aan aandeelhouders door middel van een inkoopprogramma van eigen aandelen. Het voorstel is een gelimiteerd aandelen-inkoopprogramma te starten als onderdeel van het jaarlijks verzochte inkoop-mandaat. De omvang van het inkoopprogramma bedraagt een waarde tussen de €40 miljoen en €60 miljoen en de inkoop eindigt uiterlijk in oktober 2018.
Op publicatiedatum van dit rapport worden geen majeure veranderingen in de financiële positie voorzien. ForFarmers herhaalt haar doelstelling voor de middellange termijn ten aanzien van een gemiddelde jaarlijkse toename van de onderliggende EBITDA van in de 'mid single digits' bij gelijkblijvende koersen, onvoorziene omstandigheden voorbehouden.
Er zijn geen materiële gebeurtenissen na balansdatum.
Het succesvol implementeren van de Horizon 2020-strategie wordt in hoge mate bepaald door de inzet en prestaties van medewerkers. In 2016 zijn belangrijke stappen gezet in het verder ontwikkelen van sterke teams en talent.
De afdeling Human Resources heeft de Horizon 2020 strategie vertaald naar een HR-strategie bestaande uit drie strategische pijlers. De eerste pijler behelst de bouw van een toekomstbestendig HR-platform. Dit wil zeggen dat ForFarmers met een geschikt IT-systeem zorgt voor solide operationele ondersteuning van het personeelsmanagement. De tweede pijler betreft het creëren van sterke teams die de strategie ten uitvoer kunnen brengen. Hierbij gaat het om het aantrekken van talent, het ontwikkelen en behouden van medewerkers en het stimuleren van doorgroei van talent. De derde pijler betreft het creëren van een 'One ForFarmers' cultuur. Hierin staan de ForFarmers kernwaarden ambitie, duurzaamheid en partnerschap centraal. Deze fungeren als kompas voor haar medewerkers en bepalen mede de cultuur van de organisatie. Voor elke kernwaarde zijn ondersteunende waarden en verwachtingen ten aanzien van het gewenste gedrag geformuleerd. Tijdens de jaargesprekken met medewerkers wordt hierop gestuurd en worden hierover afspraken gemaakt. Om te kunnen monitoren hoe deze verandering in de organisatie vorm krijgt, is in 2016 een start gemaakt met het stelselmatig in kaart brengen en volgen van medewerkersbetrokkenheid.
In 2016 is uitgebreid onderzocht welk Human Resources Business System de organisatie het beste kan faciliteren en tevens de beste ondersteuning biedt aan alle initiatieven op het gebied van talentmanagement, carrière en strategische personeelsplanning. Inmiddels is de keuze voor een systeem gemaakt. De implementatie hiervan zal in 2017 gaan plaatsvinden.
In Nederland is het project Total Feed Support begonnen. In het kader van dit project zijn de klantenservice en ondersteunende afdelingen van ForFarmers Nederland en ForFarmers DML en de commerciële teams van DML samengevoegd. Het doel hiervan is om de verschillende afdelingen van ForFarmers via één loket toegankelijk te maken voor klanten. De samenvoeging vergt veel tijd en aandacht om de medewerkers optimaal te begeleiden. Deze verandering biedt meer ontwikkel- en carrièremogelijkheden voor werknemers, doordat er bredere functies zijn ontstaan met een meer proactieve rol en meer klantcontact.
In het Verenigd Koninkrijk is een omvangrijk transformatieproces opgestart. In dit proces wordt simultaan aan vier grote onderwerpen gewerkt. Ten eerste wordt de 'route-to-market' vereenvoudigd en verbeterd. Ten tweede worden de commerciële teams geoptimaliseerd, in lijn met klantensegmentatie. Het derde onderwerp behelst de optimalisatie van de supply chain. De samenvoeging van ondersteunende afdelingen op één locatie maakt deel uit van het verder stroomlijnen van de organisatie en vormt het vierde grote onderwerp. Helaas verliest een aantal medewerkers als gevolg hiervan zijn of haar baan. De nieuwe organisatie in het Verenigd Koninkrijk biedt aan de andere kant haar medewerkers kansen om zich verder te ontwikkelen.
ForFarmers besteedt veel aandacht aan het intern opleiden van al haar medewerkers. In onderstaande tabel worden de verschillende management- en vakinhoudelijke trainingen weergegeven die in 2016 hebben plaatsgevonden. In 2016 is de derde groep senior managers aan de Masterclass Senior Management begonnen. Als deze groep dit traject heeft afgerond, hebben nagenoeg alle senior managers
| Programma | Doel van het programma | Internationaal programma |
NL | VK | DE | BE |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Masterclass Senior Management |
Ontwikkelen persoonlijk leiderschap, implementatie strategie, overbrengen van missie 'For the Future of Farming' en coachen van medewerkers |
85% getraind | ||||
| Potential programme |
Vertalen van strategie naar praktijk, overbrengen van missie 'For the Future of Farming' en voorbereiden op een positie in het Senior Management |
36 potentials getraind |
||||
| Management Foundation Programme |
Ontwikkelen van leiderschapsvaardigheden, implementatie strategie, overbrengen van missie 'For the Future of Farming' en coachen van medewerkers |
36 leidinggevenden getraind |
24 leidinggevenden getraind |
36 leidinggevenden getraind |
24 leidinggevenden getraind |
|
| Logistics Academy |
Ontwikkelen van kennis van wet- en regelgeving, veilig en efficiënt werken, reduceren van brandstofverbruik en verbeteren van omgang met klanten |
Alle chauffeurs getraind | ||||
| Sales Academy |
Effectief overbrengen van kennis en advies aan klanten |
Afgerond door 90% van alle adviseurs |
Eerste groep gestart |
Afgerond door 90% van alle adviseurs |
||
| Ruminants Academy |
Vergroten van vakkennis, delen van ontwikkelingen bij het NIC en strategische partners en het aanscherpen van commerciële vaardigheden |
Alle adviseurs gestart | Gepland voor 2017 | |||
| Swine Academy |
Vergroten van vakkennis, delen van ontwikkelingen bij het NIC en strategische partners en het aanscherpen van commerciële vaardigheden |
Alle adviseurs gestart | ||||
| Poultry Academy |
Vergroten van vakkennis, delen van ontwikkelingen bij het NIC en strategische partners en het aanscherpen van commerciële vaardigheden |
Gepland voor 2017 |
binnen ForFarmers het programma doorlopen. De laatste training vindt in 2017 plaats. Dit betekent niet dat ForFarmers stopt met het trainen van haar senior managers. Een aantal modules uit de Management Programma's zal in de vorm van een opfris- of verdiepingssessie terugkomen. Zo werd bijvoorbeeld al tijdens de Management Conference in december 2016 een sessie rondom het geven en ontvangen van feedback gehouden. ForFarmers heeft door haar internationale spreiding de beschikking over brede kennis en vaardigheden. Het Bedrijf wil deze kennis delen en uiteindelijk ten gunste van haar klanten inzetten. Dit gebeurt in de ForFarmers Academies. De Academies zijn trainingen met een modulaire opzet op diverse niveaus voor rundvee-, varkens- en pluimveespecialisten, gericht op het vergroten van vakkennis, het delen van innovaties
van het NIC en de strategische partners en het aanscherpen van commerciële vaardigheden. Het oogmerk van deze trainingen is om buitendienstmedewerkers voortdurend te ontwikkelen op het gebied van hun kennis en vaardigheden om klanten te ondersteunen en adviseren. Met deze interne management- en vakinhoudelijke trainingsprogramma's geeft ForFarmers invulling aan professioneel werkgeverschap en talentontwikkeling. Met de Management programma's, de Academies, de diverse vormen van loopbaanbegeleiding, de mogelijkheden tot het volgen van andere – externe – opleidingen en het spreken over je carrière als vast onderdeel van de jaargesprekken stimuleert ForFarmers zowel de verticale als horizontale doorgroei van medewerkers. In 2016 heeft dan ook een aanzienlijk aantal medewerkers intern promotie gemaakt. ForFarmers is in 2016 in staat geweest om in alle lagen van de organisatie nieuw talent van buiten de organisatie te werven.
Het aantal nieuwe medewerkers bij ForFarmers in 2016 bedraagt 263. In het afgelopen jaar hebben 371 medewerkers om uiteenlopende redenen, zoals pensionering, reorganisatie of disfunctioneren, ForFarmers verlaten.
ForFarmers organiseert regelmatig bijeenkomsten waar groepen medewerkers worden geïnformeerd over de strategische voortgang. Dit blijkt een effectieve manier om de betrokkenheid te vergroten, de One ForFarmersaanpak te helpen realiseren, de Horizon 2020-strategie uit te rollen en de missie van ForFarmers uit te dragen. In mei en december werden tweedaagse managementconferenties gehouden voor het senior management. In de landen worden regelmatig personeelsbijeenkomsten georganiseerd met een hoog interactief karakter. Medewerkers worden uitgedaagd om met hun mening, ideeën en suggesties te komen. Zo zijn er in 2016 in Nederland 12, in Duitsland 10, in België 5 en in het Verenigd Koninkrijk 15 personeelsbijeenkomsten geweest waar tussen de 30 en 100 werknemers aanwezig waren en waar met alle lagen leidinggevenden is gesproken over de realisatie van de strategie en de missie
van ForFarmers of waar gediscussieerd is over andere actuele thema's. Andere voorbeelden van bijeenkomsten waar informatie wordt uitgewisseld, zijn de nieuwjaarsbijeenkomsten en de ruminant days. In 2016 zijn de voorbereidingen gestart voor de Management Conference XL in 2017, waar ongeveer 230 deelnemers aanwezig zullen zijn om te praten over de huidige status van Horizon 2020 en de te nemen vervolgstappen.
In 2016 heeft ForFarmers voor de eerste keer een onderzoek naar medewerkersbetrokkenheid uitgevoerd. De vragen richtten zich onder meer op strategie, leiderschap, carrière, beloning en veiligheid. Van alle ForFarmers medewerkers vulde 88% de enquête in. Uit de resultaten bleek dat 77% van de medewerkers zich betrokken tot zeer betrokken voelt bij ForFarmers. Werknemers zijn vooral positief over de manier waarop als 'One ForFarmers' wordt samengewerkt. Ook voelen zij zich veilig in hun werkomgeving. Ongeveer 70% van de medewerkers zou ForFarmers als werkgever aan familie en vrienden willen aanraden. Het onderzoek maakt verder duidelijk dat er ruimte voor verbetering is op het gebied van het geven en ontvangen van feedback, werkdruk, en op de duidelijkheid voor medewerkers hoe zij individueel een bijdrage kunnen leveren aan de Horizon 2020 strategie.
Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn per land verbeterplannen opgesteld. Hierbij zijn zowel leidinggevenden als medewerkers betrokken. Voor onderwerpen die in alle landen spelen is gekozen voor een bedrijfsbrede aanpak. Zo is in de diverse managementtrainingsprogramma's een uitgebreide
module opgenomen rondom het geven en ontvangen van feedback en wordt er nog meer aandacht gegeven aan het vertalen van de Horizon 2020-strategie naar gedetailleerde plannen per functie en per land.
Voor medewerkers met een vast dienstverband introduceerde ForFarmers in 2015 een werknemersparticipatieplan. Dit plan is in 2016 voortgezet. Medewerkers konden tot een bedrag van maximaal €5.000 per persoon met korting (13,5%) certificaten van ForFarmers kopen. Deze mogen gedurende drie jaar niet worden verkocht. In Nederland krijgen de werknemers rechtstreeks korting op de certificaten, in de overige landen wordt de korting verstrekt in de vorm van gratis certificaten. In 2016 heeft ruim 15% van de werknemers deelgenomen, iets minder dan de 20% die in 2015 deelnam. De deelnemers in 2016 hebben gemiddeld €600 per medewerker meer geïnvesteerd dan in 2015. In totaal heeft nu 22% van de medewerkers aandelen in ForFarmers. Het participatieplan heeft tot doel de binding met het bedrijf, motivatie en betrokkenheid te stimuleren. Het streven is om deze mogelijkheid tot participatie jaarlijks aan te bieden. Jaarlijks wordt aan de Algemene Vergadering toestemming gevraagd om de aandelen hiervoor in te kopen nadat de Raad van Commissarissen de voorstellen hiertoe heeft goedgekeurd.
ForFarmers wil medewerkers een veilige werkomgeving bieden. Er is daarom veel aandacht voor veiligheid, monitoring en het proactief aanpakken van (potentieel) gevaarlijke situaties op de eigen terreinen, onderweg én op het erf van de klant. De aanpak van ForFarmers ten aanzien van gezondheid en veiligheid staat omschreven in het hoofdstuk Duurzaamheid en Innovatie.
ForFarmers heeft in de verschillende landen goed functionerende werknemersvertegenwoordigingen. Deze zijn betrokken bij de organisatieontwikkeling en hebben
een kritisch-constructieve rol om het perspectief van de medewerker te belichten.
Sinds oktober 2015 beschikt ForFarmers over een werknemersvertegenwoordiging op Europees niveau. Deze ForFarmers European Employees Council (FFEEC) bestaat uit werknemersvertegenwoordigers uit Nederland, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In de FFEEC worden onderwerpen besproken die betrekking hebben op meerdere landen. In 2016 hebben twee bijeenkomsten met de Directie plaatsgevonden. Tijdens de bijeenkomsten worden belangrijke thema's besproken waarbij de FFEEC daadwerkelijk een bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de organisatie. In 2016 is gesproken over de uitkomsten van het medewerkersbetrokkenheidsonderzoek en het optimaliseren van de medewerkersparticipatie.
De prioriteiten op HR-gebied voor de komende jaren zijn onder andere de verdere uitrol van de diverse Academies (Sales, Ruminant, Swine, Poultry, Logistics, Operations) en de implementatie van het Management Foundation Programme in alle landen. Daarnaast is talentmanagement – het aantrekken én behouden van talent – in het bijzonder, en personeelswerving in het algemeen een belangrijke prioriteit. Om de beste mensen aan te kunnen trekken, worden in 2017 de contacten met Universiteiten, Hogescholen, Studie- en Studentenverenigingen versterkt en uitgebouwd en zal ook een trainee programma worden geïntroduceerd. ForFarmers constateert dat er een vergrijzing in de organisatie plaatsvindt. Er wordt daarom actief gezocht naar jonge nieuwe medewerkers om deel te nemen aan het nieuwe trainee (opleidings-) programma. In 2017 wordt verder onderzocht hoe de vergrijzing kan worden tegengegaan zonder verlies van kennis en kunde, en hiervoor worden plannen ontwikkeld. 2017 zal in het teken staan van de implementatie van het HR Business System en het monitoren en opvolgen van de eerder genoemde punten uit het medewerkers-betrokkenheidsonderzoek.
Aan de toenemende vraag naar vlees, eieren en zuivelproducten zal op een duurzame manier moeten worden voldaan. De diervoerindustrie speelt een cruciale rol door voortdurend de efficiëntie van de veehouderij te verbeteren, met aandacht voor dierengezondheid en -welzijn. Duurzaamheid is daarom een integraal onderdeel van de zakelijke activiteiten van ForFarmers en een belangrijk element in de Horizon 2020-strategie.
Duurzaamheid is één van de drie kernwaarden van ForFarmers, samen met ambitie en partnerschap. Het Bedrijf rapporteert volgens de richtlijnen van GRI G4 (Core)1 . ForFarmers heeft een duurzaamheidaanpak die gericht is op de gehele 'supply chain'; vanaf de formulatie en aankoop van grondstoffen, de eigen activiteiten (productie & logistiek) tot aan de veehouderij. In deze supply chain richt ForFarmers zich op drie thema's om de duurzaamheidsprestatie te verbeteren:
ForFarmers wil op terreinen waar zij direct grip op heeft voorop lopen. Is er een bredere samenwerking nodig om van invloed te kunnen zijn op het thema duurzaamheid, dan zal ForFarmers partners in de keten proactief benaderen. Voor deze aanpak heeft ForFarmers zes materiële onderwerpen (de hoofdonderwerpen) geïdentificeerd en vijf KPI's (Key Performance Indicators, kernparameters) die in dit jaarverslag worden genoemd en uitgelegd. ForFarmers zal de voortgang op het gebied van deze KPI's gaan rapporteren. ForFarmers gebruikt transparante (interne) rapportages om de voortgang en prestaties te ijken. In 2016 nam ForFarmers wederom deel aan de Transparantiebenchmark in Nederland.
| Duurzame inkoop grondstoffen |
Duurzame productie en logistiek |
Duurzame veehouderij |
||
|---|---|---|---|---|
| Milieu | Emissies reduceren en het gebruik van eindige natuurlijke bronnen verminderen |
Fosfaatuitstoot beperken CO 2 -uitstoot beperken |
Gebruik van land, water en energie minimaliseren | |
| Mens & Maatschappij Veiligheid van mensen, processen en producten borgen |
Veilige en eerlijke werkomstandigheden borgen Veiligheid van voer borgen |
|||
| Diergezondheid & dierenwelzijn Veehouders in staat stellen hun dieren van goed voer te voorzien en goed te verzorgen |
Bijdragen leveren aan verbetering van diergezondheid en dierenwelzijn |
De samenhang tussen de zes materiële onderwerpen en de bijbehorende KPI's wordt hieronder getoond:
| Thema | Materieel onderwerp | KPI |
|---|---|---|
| Milieu | Fosfaatuitstoot beperken | 1) % fosfaatefficiëntie op het boerenerf in NL (melkvee- en varkenshouders) |
| Uitstoot broeikasgassen beperken | 2) Broeikasuitstoot in tonnen CO₂-equivalent | |
| Het gebruik van land, water en energie minimaliseren |
3) % duurzaam geproduceerde sojameel en palmolie | |
| Mens & Maatschappij | Zorg voor veilige en goede werkcondities |
4) Aantal ongevallen met verzuim |
| Voerveiligheid verbeteren | 5) Totale aantal voerincidenten waarbij regelgeving en vrijwillige codes niet zijn nageleefd |
|
| Diergezondheid & Dierenwelzijn |
Diergezondheid en dierenwelzijn verbeteren |
De verbetering van diergezondheid en dierenwelzijn wordt gezien als een integraal onderdeel van de Total Feed oplossingen waarvoor geen specifieke KPI is vastgesteld |
Innovatie en onderzoek vormen een kernelement van de Horizon 2020-strategie van ForFarmers en zijn de verantwoordelijkheid van het Nutrition Innovation Centre (NIC). ForFarmers levert duurzaam voer en advies aan boeren wat resulteert in een gezondere veestapel, grotere efficiëntie en daardoor een beter rendement op het boerenerf. Hierbij zijn verbeteringen in duurzaamheid en dierenwelzijn belangrijk.
Het Nutrition Innovation Centre is centraal georganiseerd en bestaat uit dierspecifieke voerdeskundigen en innovatiemanagers. De teamleden van het NIC zijn niet alleen verantwoordelijk voor het onderzoeks- en innovatieprogramma van ForFarmers, maar ook voor de technische prestatie van de producten die aan de klanten worden geleverd. Daarnaast werken zij nauw samen met de sectorteams in elk land en met de strategische partners van ForFarmers, zoals Nutreco, waarmee gezamenlijke innovatieprojecten worden ondernomen.
Het belang dat ForFarmers aan innovatie hecht is zichtbaar door het feit dat het NIC gemiddeld meer dan 40-50 onderzoeksprojecten per jaar uitvoert. Daarnaast gebruikt ForFarmers haar uitgebreide netwerk, waartoe veel van Europa's leidende onderzoeksinstituten en
universiteiten behoren, om bij te dragen aan zowel de aanzet tot onderzoek en de totstandkoming van producten en diensten voor boeren. Voorbeelden hiervan zijn het topsectorinitiatief 'Feed4Foodure' in Nederland, en CIEL (Centre for Innovation Excellence in Livestock) in het Verenigd Koninkrijk.
ForFarmers werkt aan het voortdurend verbeteren van de prestaties van haar producten door het verbeteren van onder andere de voerefficiëntie. Maar maatschappelijke kwesties, zoals diergezondheid en dierenwelzijn, de vermindering van medicijngebruik, de impact van de veehouderij op het milieu (bv in de zin van stikstof- en fosfaatefficiëntie) en de benutting van grondstoffen zijn ook belangrijke onderzoeksthema's.
Al het voer van ForFarmers is samengesteld met behulp van een zelf ontwikkeld voerwaarderingssysteem. Dit systeem bepaalt de nutritionele parameters van elke grondstof en de geschiktheid (verteerbaarheid) voor elke diersoort. Het houdt ook rekening met onder meer de leeftijd van het dier. Het geproduceerde voer heeft de juiste nutritionele waarde voor de groei en gezondheid van het dier. Omdat genetica, gezondheid en managementsystemen voortdurend veranderen, verandert het voerwaarderingssysteem mee.
ForFarmers bestuurt haar duurzaamheidsactiviteiten via twee commissies; de Adviesraad Duurzaamheid en de Taakgroep (Task force) Duurzaamheid. De Adviesraad Duurzaamheid komt twee keer per jaar bijeen en wordt voorgezeten door de CEO van ForFarmers. Het doel is om advies te geven over de duurzaamheidsstrategie van ForFarmers en op grote trends en vraagstukken waarmee rekening moet worden gehouden. De Adviesraad Duurzaamheid bestaat uit drie Directieleden van ForFarmers, één lid van de Raad van Commissarissen van ForFarmers en zes externe leden die alle belangrijke spelers zijn in de supply chain van ForFarmers, academische wereld en NGO's. Daarnaast is er een Taakgroep Duurzaamheid (Task force), bestaande uit twee Directieleden en acht senior managers, die verantwoordelijk is voor de implementatie van de duurzaamheidsaanpak van ForFarmers. De Task force is verantwoordelijk voor de informatievoorziening en de coördinatie van verbeteracties met betrekking tot de gestelde KPI's. De Task force komt regelmatig gedurende het jaar bij elkaar voor evaluaties en informeert de Directie en de Raad van Commissarissen over de prestaties op het gebied van duurzaamheid.
Onder leiding van de Task force is in 2016 gestart met het in kaart brengen en optimaliseren van de duurzaamheidsrapportageprocessen, met behulp van externe specialisten.
ForFarmers is lid van RSPO (Roundtable on Sustainable Palm Oil) en RTRS (Round Table Responsible Soy). Daarnaast is ForFarmers betrokken bij een aantal initiatieven binnen de voerindustrie op het gebied van de milieuvoetafdruk, zoals de Europese Productmilieuvoetafdruk proef (PEF)-studie met betrekking tot voer voor voedselproducerende dieren, en het Global Feed Lifecycle Analysis Institute (GFLI). ForFarmers is lid van Sedex (Supplier Ethical Data Exchange), een ledenorganisatie zonder winstoogmerk gericht op het bevorderen van verantwoordelijke en ethische bedrijfspraktijken in wereldwijde supply chains. Daarnaast neemt ForFarmers actief deel in FEFAC (Europese voerproducentenassociatie gevestigd in Brussel, vertegenwoordiger van de Europese voerindustrie) en wordt rechtstreeks binnen de FEFAC vertegenwoordigd door de CEO van ForFarmers die in de stuurgroep zit. Verder neemt een werknemer van ForFarmers als vertegenwoordiger van AIC zitting in het presidium van FEFAC.
ForFarmers is ook vertegenwoordigd in de besturen of stuurgroepen van landelijke associaties in Nederland (Nevedi: Nederlandse vereniging diervoerindustrie), Verenigd Koninkrijk (AIC: Agro-industrie confederatie), Duitsland (DVT: Associatie van voerproducenten) en België (APFACA/BEMEFA: Belgische beroepsvereniging van de
mengvoerfabrikanten).Bovendien neemt een aantal medewerkers van ForFarmers zitting in andere voerindustrie-organisaties en initiatieven, zoals SecureFeed en GMP+. Al deze organisaties hebben duurzaamheid als belangrijk thema bestempeld.
ForFarmers is onderdeel van een supply chain die mensen van voedsel voorziet. Deze keten loopt van het telen van gewassen om te gebruiken als grondstof voor diervoer tot de productie van hoogwaardig voedsel voor consumenten. Voerbedrijven, zoals ForFarmers, gebruiken een grote hoeveelheid schaarse grondstoffen. De diervoerindustrie heeft daarom een verantwoordelijkheid, maar ook de mogelijkheid om een essentiële rol te spelen in het voldoen aan de groeiende vraag naar voedsel. ForFarmers onderstreept haar streven naar dit doel door haar missie 'For the Future of Farming'.
ForFarmers onderhoudt voortdurend contact met haar externe en interne belanghebbenden (stakeholders) zoals leveranciers, klanten, verwerkende industrie, retailers, wetenschappers, NGO's en medewerkers uit de vier landen waarin zij actief is, om sleutelvraagstukken en thema's te identificeren. In 2015 werd een grootschalig onderzoek uitgevoerd onder de externe stakeholdergroepen van ForFarmers (met uitzondering van consumenten). Dit onderzoek bestond uit een reeks gestructureerde interviews en werkgroepen en werd met behulp van een externe adviseur uitgevoerd. In 2016 werd dit opgevolgd met een korte vragenlijst. De terugkoppeling van deze discussies met belanghebbenden werd gebruikt om de thema's en geïdentificeerde materiële onderwerpen te verfijnen zoals hierna weergegeven. Vervolgens werden die in overleg met de Adviesraad Duurzaamheid ingedeeld in volgorde van prioriteit. Dit leidde tot de volgende materialiteitsanalyse.
ForFarmers heeft vervolgens de volgende zes belangrijkste materiële onderwerpen vastgesteld:
Deze onderwerpen worden meegenomen bij het identificeren van risico's en kansen voor ForFarmers en hebben invloed op de ontwikkeling en uitvoering van de Horizon 2020-strategie, processen met betrekking tot innovatie en nieuwe producten en concepten. De materialiteitsanalyse is verderop in een tabel weergegeven. Zoals eerder vermeld, zijn er voor de eerste vijf materiële onderwerpen KPI's bepaald om de voortgang van ForFarmers te monitoren.
Fosfaatuitstoot heeft een grote impact op het milieu en is daarom geïdentificeerd als een materieel vraagstuk, en vervolgens is fosfaatefficiëntie als een KPI gekozen. De opname van fosfaat in het grondwater heeft een negatieve impact op de kwaliteit van water. Fosfaatquota zijn, vooral in Nederland, opgelegd aan melkveehouders, maar ook aan varkensboeren. ForFarmers speelt een sleutelrol in de ondersteuning van haar klanten om de juiste balans van belangrijke mineralen, zoals fosfaat, te realiseren. Te weinig vermindert de prestatie van het dier; te veel betekent meer uitstoot in het milieu. Bij melkproductie wordt fosfaatefficiëntie beïnvloed door de samenstelling van het voer, type en kwantiteit van de enkelvoudige producten, evenals de hoeveelheid en de kwaliteit van zelf verbouwd ruwvoer dat de boer gebruikt. Bij varkens en pluimvee wordt fosfaatefficiëntie beïnvloed door de samenstelling van het voerpakket, bestaand uit het gebruikte mengvoer en enkelvoudige producten. Als gevolg van de verschillen in de wijze waarop rundvee en varkens het voer verteren, zijn de
fosfaatefficiëntiewaarden niet direct vergelijkbaar.
ForFarmers probeert voortdurend de fosfaatefficiëntie te verbeteren door aan de voedingsbehoeften van dieren te voldoen, de fosforverteerbaarheid te verbeteren en alternatieve grondstoffen te gebruiken. Door bijvoorbeeld het gebruik van soja in voer te beperken, neemt het fosfaatgebruik af. Bij varkens en pluimvee is toepassing van fytase om de fosfaatbenutting te verbeteren wijdverspreid. Dit heeft geleid tot aanzienlijke verminderingen in de hoeveelheid fosfaat in voer. In 2016 werd het gebruik van de nieuwste generatie van fytase geïntroduceerd voor alle varkens- en pluimveevoeders. Dit leidde tot betere fosforbenutting en daardoor minder vervuiling.
ForFarmers doet mee met het programma KringloopWijzer, het managementsysteem voor alle melkveehouders in Nederland om het gebruik van fosfaat, stikstof en koolstof op het boerenerf in kaart te brengen. Daarnaast heeft ForFarmers de parameter 'werkelijk fosfor' geïntroduceerd om boeren te helpen de fosfaatproductie te meten en te verminderen.
ForFarmers richt zich op het leveren van de best mogelijke nutritionele oplossing, die de kosten per geproduceerde kg vlees/melk vermindert en de voerderconversie verbetert (kilo's voer nodig om 1 kg gewichtstoename of melk te realiseren). ForFarmers is in staat om fosfaatefficiëntie te monitoren door gegevens te gebruiken die bij boeren in Nederland zijn verzameld.
| Fosfaatefficiëntie | 2015* | |
|---|---|---|
| Melkveehouderij | 35,2% | n=2276 |
| Vleesvarkens | 50,4% | n=419 |
| Zeugen | 40,8% | n=100 |
| Fok- en voerboerderijen (zeugen en vleesvarkens) |
47,2% | n=106 |
n=aantal boerderijen opgenomen in het voorbeeld
(*)Als gevolg van de timing en beschikbaarheid van de informatie lopen de gegevens altijd een jaar achter.
Het getoonde percentage fosfaatefficiëntie in de bovenstaande tabel geeft de mate aan waarin fosfaat dat met het voer (en ruwvoer) wordt geconsumeerd door het dier wordt vastgelegd. Hoe hoger het percentage is, hoe beter het is voor het milieu. Dit percentage is daarom een belangrijke parameter voor het monitoren van het fosfaatgebruik op boerderijen. Verdere verbetering van deze percentages zal waarschijnlijk geleidelijk plaatsvinden.
Het voeren van dieren veroorzaakt uitstoot van broeikasgassen. De FAO (voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties) schat dat voer 45% van de CO2-afdruk van wereldwijde dierlijke
productie veroorzaakt. (FAO 2013; www.fao.org). Het verminderen van uitstoot van broeikasgassen, terwijl ook aan de groeiende vraag naar voedsel wordt voldaan, is een aanzienlijke uitdaging voor de gehele supply chain. Het kunnen meten van de CO2-afdruk is daarom cruciaal om bruikbare levenscyclusanalyses (LCA) te kunnen maken van voedselproducerende dieren. ForFarmers en de voerindustrie zijn actief betrokken bij een aantal projecten om te komen tot een geharmoniseerde methodologie om de CO2-afdruk te meten en een stevige databank te ontwikkelen zodat vergelijkingsanalyses kunnen worden gemaakt.
De Europese Commissie stelt methodes voor om de impact op het milieu van zowel producten als organisaties te meten, en moedigt lidstaten en de particuliere sector aan om hiermee te gaan werken. Twee van deze methodes, om de milieuprestatie gedurende de levenscyclus te meten, zijn: de Product-milieuvoetafdruk (PEF) en de Organisatie-milieuvoetafdruk (OEF). Gedurende een driejarig proefonderzoek zijn verwerkende bedrijven, industriële en belanghebbende organisaties uitgenodigd om deel te nemen aan de ontwikkeling van de Categorieregels voor de Product-milieuvoetafdruk (PEFCR). De doelstelling is gedetailleerde technische richtlijnen te bepalen ten aanzien van de uitoefening van een product-milieuvoetafdrukstudie voor een specifieke productcategorie. Vanwege het belang van voer in de LCA van dierlijke producten, heeft de voerindustrie succesvol een proefonderzoek aangevraagd. De werkgroep (technisch secretariaat) van de PEF-proef Feed for Food producing animals wordt door ForFarmers voorgezeten. In 2016 heeft het PEF-proefproject een concept-PEFCR opgeleverd. Deze zal in 2017 door de Europese Commissie worden beoordeeld. ForFarmers nam deel aan een ondersteunende studie, door de impact op het milieu te meten van melkveemengvoer dat was geproduceerd in de fabriek van Ingelmunster in België. Er lopen nog verschillende andere initiatieven om de CO2-afdruk in de agrarische sector te kunnen meten, monitoren en uiteindelijk te verminderen.
ForFarmers en monitoring van broeikasgassen Om haar CO2-afdruk te meten, monitoren en managen is ForFarmers gestart met het meten van de uitstoot van
broeikasgassen per ton geproduceerd voer. Dit is tevens een van haar duurzaamheids-KPIs. Voor de productie en uitgaande logistieke processen, worden het primaire energiegebruik (elektriciteit) en de logistieke processen (brandstof) omgezet in uitstoot van broeikasgassen, uitgedrukt als kilo's CO2-equivalent per ton voer.
De uitstoot van broeikasgassen gerelateerd aan het groeien, oogsten en transporteren van grondstoffen naar de fabrieken in Nederland wordt berekend met FeedPrint (een LCA-hulpmiddel en database, ontwikkeld door Wageningen University, Blonk Consultants en een aantal belanghebbenden uit de Nederlandse industrie en overheid), gebruikmakend van standaardgegevens voor de herkomst van grondstoffen en 'inbound logistics' (logistieke processen van toeleveranciers). De komende jaren zal ForFarmers dit onderzoek uitbreiden naar andere landen.
ForFarmers heeft zich ten doel gesteld om het primaire energiegebruik per outputeenheid tot 2020, in vergelijking tot de referentiewaarde uit 2014, met 10% te verminderen.
Voor de productie heeft ForFarmers een energiebesparingsmatrix ontwikkeld, die bestaat uit een lijst met projecten voor elk land gericht op de verbetering van energie-efficiëntie. Er is bijvoorbeeld een project gestart op de locatie in Lochem om de energiebesparing te onderzoeken van omgekeerde osmose in het watersysteem dat de stoomketel van water voorziet voor stoomproductie. In het Verenigd Koninkrijk is in het ontwerp van de voerfabriek in Exeter een investering opgenomen voor nieuwe apparatuur die een energiebesparing van 15% zal opleveren.
Met betrekking tot logistiek (transport) wordt de hoeveelheid brandstof (in liters) per geleverde ton voer gemeten en maandelijks beoordeeld. Energie-efficiëntie wordt verbeterd door effectieve planning van de inzet van voertuigen, waardoor de benutting toeneemt. ForFarmers blijft ook investeren in nieuwe bulkwagens met efficiëntere Euro 6-motoren. Er zijn door het hele bedrijf Logistics Academies geïntroduceerd om o.a. chauffeurs te leren hun rijstijl aan te passen om daardoor minder brandstof te gebruiken. De ratio km/liter brandstof wordt per chauffeur gemonitord.
ForFarmers is betrokken geweest bij de ontwikkeling van nieuwe trailers die multifunctioneel zijn (d.w.z. zij kunnen zowel mengvoer als grondstoffen afleveren, zodat het aantal kilometers met lege trailers wordt verminderd) en lichter dan de huidige trailers. Dit heeft tot gevolg dat de benutting van de vrachtcapaciteit met 5-10% is toegenomen. Het nieuwe bedrijfsautobeleid, dat begin 2016 werd geïntroduceerd, moedigt personeel aan om een elektrische auto of een auto met lage CO2-uitstoot te kiezen.
Eén van de aspecten waar ForFarmers zich onder meer op richt met de Total Feed-aanpak is het optimaal benutten van grondstoffen. Dit is zowel goed voor het rendement van de veehouder (lagere voerkosten) als voor het milieu (minder mineralenverlies, beperken van de broeikasgasuitstoot). De specialisten van ForFarmers geven advies over de juiste voeroplossing en het rantsoen. Zij helpen klanten bij het verbeteren van de efficiëntie met de 'plan, doe, controleer en handel'-aanpak, als onderdeel van de verschillende voerconcepten. In het kader van broeikasgasuitstoot is ForFarmers bij voorbeeld een pilot project gestart met Friesland Campina, waarbij met behulp van een speciaal ontwikkelde module de CO2 impact in kaart kan worden gebracht. Een optimale benutting van grondstoffen is continu één van de belangrijkste aandachtsvelden van het Nutrition Innovation Centre (NIC). In 2016 richtten projecten zich onder meer op de beste inzet van vetten in de rundveevoeding en de ontwikkeling van nieuwe biggenvoeders met een hoge voeropnamecapaciteit, waardoor een efficiëntere en gezondere groei (meer welzijn) van de jonge dieren beter is gewaarborgd
ForFarmers wil haar gebruik van land, water en energie in alle sectoren minimaliseren.
ForFarmers streeft ernaar om in 2020 100% verantwoord geproduceerde sojameel en palmolie aan te kopen. ForFarmers is lid van RTRS en RSPO.
ForFarmers heeft actief deelgenomen aan de ontwikkeling van de soja-inkooprichtlijnen van FEFAC (december 2015). Deze richtlijnen moeten de reguliere aanvoer van verantwoord geproduceerde soja in Europa faciliteren. Het project werd gesteund door IDH (Initiatief voor Duurzame Handel) en Schuttelaar & Partners en biedt deelnemers de mogelijkheid om hun eigen programma's te ijken aan de richtlijnen van de FEFAC via het International Trade Centre (ITC). Voerbedrijven kunnen vaststellen of soja wordt ingekocht via programma's die succesvol zijn geijkt volgens de richtlijnen. In België en Nederland zijn sectorbrede overeenkomsten afgesloten om vanaf begin 2015 100% verantwoord geproduceerd soja in te kopen. Daarnaast is er een aantal sectoreisen voor specifieke certificatieprogramma's; de Nederlandse zuivelsector ondersteunt bijvoorbeeld RTRS via de aankoop van certificaten. Er zijn in België concepten ontwikkeld voor vleesproductie, waarbij lokale grondstoffen worden gebruikt. In Duitsland en het Verenigd Koninkrijk bestaan er nog geen sectorafspraken over verantwoord geproduceerde soja. De verwachting is dat veranderingen door de markt in gang zullen worden gezet. In het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn sectorovereenkomsten afgesloten om vanaf begin 2015 100% verantwoord geproduceerde palmolie in te kopen. Er zijn op dit moment geen sectorovereenkomsten op het gebied van duurzame palmolie in Duitsland of België.
ForFarmers heeft een werkgroep Duurzame grondstoffenafspraken opgezet die over de voortgang van ForFarmers op het gebied van duurzame sojameel en palmolie waakt en rapporteert. De voortgang wordt regelmatig gemonitord door de Task force Duurzaamheid en de Directie.
ForFarmers heeft de inkoop van % duurzame sojameel en palmolie als KPI gekozen. In 2016 voldeed 73% van sojameel aan de richtlijnen van FEFAC, waarbij in Nederland 100% duurzame sojameel werd ingekocht. Voor wat betreft palmolie werd de inkoop onder meer ondersteund door certificaten van Green Palm in de landen waar afspraken zijn gemaakt.
Het streven van ForFarmers om in te kopen volgens erkende milieu-, sociale en ethische standaarden zal worden uitgebreid naar alle grondstoffen. Hiervoor wordt een gestructureerde dialoog met leveranciers opgezet en een code ten aanzien van leverancierspraktijken ontwikkeld. Naast de inkoop van verantwoord geproduceerde soja onderzoekt ForFarmers voortdurend alternatieve eitwitbronnen, zodat het gebruik van soja kan worden verminderd of zelfs worden uitgesloten. Tot de alternatieven behoren insecteneiwitten en een groter gebruik van grondstoffen die in de EU zijn verbouwd, zoals zonnebloem- en raapzaadmeel. Het is belangrijk om op te merken dat soja een zeer economische eiwitbron voor vee is en een grondstofefficiënte oplossing. Onderzoek van ForFarmers toont aan dat rantsoenen kunnen worden geproduceerd met minder sojameel maar met behoud van dierprestaties. Deze rantsoenen zijn echter duurder en hebben een hogere milieuvoetafdruk. Mits de consument bereid is om voor deze extra kosten te betalen, wordt er verwacht dat binnenkort dit soort concepten worden gebruikt.
Al het watergebruik van ForFarmers wordt gemonitord per locatie en maandelijks herzien door het supply chain management. Er wordt voortdurend aan gewerkt het watergebruik te verminderen.
In Nederland en België vallen circa 95% van de medewerkers onder een collectieve arbeidsovereenkomst, in Duitsland ligt dit percentage rond de 12,5% en in het Verenigd Koninkrijk geldt voor geen van de medewerkers een cao. ForFarmers zet zich in om de veiligheid van mensen, processen en producten te waarborgen en streeft naar eerlijke en verantwoorde
arbeidsomstandigheden in de gehele keten. In dit kader heeft ForFarmers in 2016 een Supplier Code of Conduct opgesteld. Milieubeleid en eerbiediging van mensenrechten zijn onderdeel van de
duurzaamheidsaanpak van ForFarmers.
Voor een gedetailleerde beschrijving van het HR-beleid wordt verwezen naar het desbetreffende hoofdstuk in dit jaarverslag.
De gezondheid en veiligheid van iedereen die op een ForFarmers locatie werkt, of het boerenerf van een klant bezoekt, krijgt de hoogste prioriteit. De doelstelling voor 2020 is om het aantal ongevallen met verzuim (LTI) te
reduceren met 70% in vergelijking tot 2014. In 2016 is veel aandacht gegeven aan de communicatie over gezondheids- en veiligheidsprocedures. De 'Better-Safethan-Sorry' campagne werd binnen het gehele bedrijf ingevoerd. Hoewel het personeel binnen de Groep zich bewuster is geworden van het belang van gezondheid en veiligheid, moeten aanvullende stappen worden gezet die moeten leiden tot gedragsveranderingen.
De implementatie van de gezondheids- en veiligheidsaanpak van ForFarmers geschiedt onder de aansturing van de directeur Continuous Improvement (Kwaliteitsverbetering). De Directie beoordeelt iedere maand de resultaten. In deze aanpak wordt vooral de nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheid van werknemers, onderaannemers of bezoekers voor hun eigen veiligheid en die van anderen in hun buurt.
De aanpak van ForFarmers voor wat betreft gezondheid en veiligheid kan als volgt worden samengevat:
Het instrueren van werknemers, tijdelijk personeel en onderaannemers hoe elke taak veilig kan worden uitgevoerd.
Duidelijke regels, zodat iedereen zich bewust is van wat wel en niet mag en wat de gevolgen van niet-naleving zijn.
ForFarmers heeft het aantal ongevallen met verzuim (LTI) gekozen als KPI. In 2016 zijn er meer controles uitgevoerd en trainingen gegeven, en is er meer geïnvesteerd in de fabrieken en kennis bij de medewerkers. Positief is dat dit reeds geleid heeft tot een toename in aantal meldingen van bijna-ongevallen die worden gebruikt om ongevallen te voorkomen. In 2016 waren er 55 LTI's, vergeleken met 47 in 2015. Het aantal LTI's is licht gestegen door een toenemend bewustzijn en een aanscherping van de rapportage. Een dieptepunt in 2016 is het fatale ongeval van één van de medewerkers. In 2017 zal er onverminderd aandacht zijn voor veiligheid op het werk, zowel op de eigen locaties als op het boerenerf. De verwachting is dat dit binnen afzienbare tijd zal leiden tot een afname in LTI's.
Naast het bieden van een veilige en gezonde werkomgeving is ForFarmers zich bewust van haar rol in de samenleving en in de agrarische sector. ForFarmers levert haar producten aan meer dan 25.000 agrarische ondernemers en heeft relaties met een groot aantal leveranciers. ForFarmers wil een goede buur zijn voor haar lokale omgeving.
ForFarmers draagt ook bij aan de maatschappij door het ondersteunen van een aantal agrarische goede doelen, zoals:
In het Verenigd Koninkrijk:
● Medewerkers en klanten uit alle landen steunen het ForFarmers initiatief om met een team uit de agrarische sector deel te nemen aan het Alp d'HuZes evenement, een Nederlands initiatief om geld in te zamelen voor onderzoek naar kanker. ForFarmers neemt jaarlijks hieraan deel onder de naam Big Challenge.
Voer- en voedselveiligheid is geïdentificeerd als een materieel onderwerp voor ForFarmers.
De afdeling Kwaliteit, zowel centraal als lokaal operationeel, ziet toe op voerveiligheid bij ForFarmers. Nieuwe datasystemen zijn geïmplementeerd om gezondheids- en veiligheids-, milieu- en kwaliteitsgegevens te verzamelen en te rapporteren. Beoordelingen over leveranciers worden gedaan met de Ris©-database. In de loop van 2017 zal het leveranciersbestand worden geëvalueerd op het risicoprofiel gebaseerd op het ingekochte product en land van herkomst. Verder werd in de loop van 2016 de ForFarmers HACCP-aanpak (gevaaranalyse en essentiële controlepunten) geïmplementeerd.
Een controlesysteem is aanwezig om ongewenste stoffen in voergrondstoffen en mengvoer te bepalen. Het bewakingsplan is gebaseerd op de eisen van EUwetgeving, GMP+, Feed Chain Alliance- en UFASregelgeving, het bewakingsplan van SecureFeed en de eigen risicoanalyses van ForFarmers.
ForFarmers houdt op een proactieve wijze toezicht op, en beheert, alle voerincidenten met niet- naleving van regels en vrijwillige codes als een KPI.
| Land | Niet naleving van regels, resulterend in een boete of straf |
Niet naleving van regels, resulterend in een waarschuwing |
Niet naleving van vrijwillige codes |
|---|---|---|---|
| Nederland | 2 | 4 | 4 |
| Duitsland | 2 | 1 | 1 |
| België | 0 | 3 | 0 |
| VK | 0 | 0 | 2 |
Niet-naleving wordt bepaald door de relevante overheidsinstanties en externe certificatie-instellingen in elk land door middel van inspecties en externe controles. Kwaliteitsmanagers van ForFarmers zijn verantwoordelijk voor het bepalen of niet-naleving verbonden is aan voerveiligheid. De Kwaliteitsmanager van de Groep bekrachtigt dergelijke beslissingen. Het beheren van welke voorvallen dan ook van niet-naleving is een hoge prioriteit omdat deze verbonden zijn aan de registratie van de Onderneming bij zowel certificatie-instellingen als overheidsinstanties. Dit is een vereiste voor het produceren en leveren van voer. In 2016 hebben zich 4 incidenten voorgedaan die resulteerden in een boete: een hygiëne-zaak in een fabriek, incorrecte marketing claims ten aanzien van producten, het verzuimen een
microbiologische ontdekking bij de juiste autoriteit te melden en het onjuist etiketteren van een product. Deze incidenten resulteerden in boetes van totaal €17.885. Alle vier de incidenten zijn grondig onderzocht en opgelost met de relevante autoriteiten.
Een belangrijk onderdeel van het kwaliteitssysteem van ForFarmers is een jaarlijkse evaluatie van de leveranciers. Leveranciers worden beoordeeld op criteria zoals klachten, geleverde informatie, transparantie en houding ten opzichte van controles. Indien een leverancier niet langer aan de standaarden van ForFarmers voldoet, worden duidelijke afspraken tussen beide partijen gemaakt over de verbeteringen die moeten plaatsvinden en het tijdspad waarbinnen dit moet gebeuren. ForFarmers verbreekt zonodig de relatie met de leverancier.
De kwaliteitssystemen van ForFarmers worden via een reeks interne en externe controles getest. Dit is om te controleren of het kwaliteitsmanagementproces van ForFarmers voldoet aan de wetgeving, de eigen kwaliteitsstandaarden van het bedrijf, marktconcepten, kwaliteitsdoelen en -beleid. De uitkomst van deze interne en externe controles biedt ForFarmers belangrijke informatie om voortdurend de kwaliteit van producten, processen en diensten te verbeteren en daarmee de klanttevredenheid te verbeteren. Er zijn doelen gesteld voor wat betreft de tijdsperiode waarin grote en kleine tekortkomingen worden opgelost. Alle grote tekortkomingen moeten direct worden opgelost.
Klachten van klanten zijn een belangrijke informatiebron voor ForFarmers. Door naar de klanten te luisteren, verbetert ForFarmers voortdurend haar prestaties. Het aantal ontvangen klachten wordt door de bedrijfseenheden en de kwaliteitsafdeling maandelijks geëvalueerd.
In alle gesprekken met externe belanghebbenden komt diergezondheid & dierenwelzijn als een belangrijk aspect naar voren. ForFarmers ziet het als taak en uitdaging om al haar klanten te helpen hun dieren goed te voeren en gezond te houden. Dieren behoren de juiste voedingstoffen te krijgen die in de basisbehoefte voorzien. Het omvat ook de ontwikkeling van specifieke concepten die de impact van wettelijke eisen verminderen, zoals het verbod op snavelbehandeling van legkippen of het verbod op castratie van varkens, zodat klanten ondanks aangescherpte wetgeving toch goede resultaten kunnen behalen.
Binnen de klantenkring van ForFarmers worden verschillende productiesystemen gebruikt: intensief en extensief, conventioneel en biologisch, binnen en buiten en grootschalig en kleinschalig. ForFarmers gebruikt haar kennis om grondstoffen optimaal te benutten, en diergezondheid en dierenwelzijn in elk productiesysteem te optimaliseren. In bepaalde gevallen kan de maatschappij ervoor kiezen om een optimale benutting van grondstoffen op te offeren ten bate van specifieke gezondheids- en welzijnseisen (bv. langzamer groeiende vleeskuikens in Nederland en Duitsland).
ForFarmers beschouwt het verbeteren van diergezondheid en dierenwelzijn als een integraal onderdeel van haar Total Feed-aanpak en heeft nog geen aparte KPI geïdentificeerd voor dit onderwerp gezien de verschillende diersoorten en de breedte van het onderwerp.
Diergezondheid & dierenwelzijn staat centraal in de innovatieprojecten van het NIC. Voorbeelden van projecten in 2016 zijn:
gezondheidsproblemen. Voedingsconcepten zijn ontwikkeld voor het verminderen van streptokokkeninfecties in biggen, en gekeken is hoe een rantsoen salmonellagevallen kan verminderen.
● De ontwikkeling van een nieuw voer voor legkippen dat zorgt voor een betere overgang tussen de groeistadia en dat geschikt is voor kippen met onbehandelde snavels.
ForFarmers zoekt nutritionele oplossingen voor de vermindering van het antibioticagebruik in de veehouderij. Er is een maatschappelijke zorg over het feit dat sommige bacteriën niet meer gevoelig zijn voor antibiotica die worden ingezet bij mensen. Het blijkt namelijk dat, indien antibiotica op te grote schaal en te frequent wordt gebruikt, de bacterie resistent kan worden voor antibiotica. Sinds enkele jaren is er een trend om het preventieve gebruik van antibiotica in voer te verminderen of uit te sluiten. In Duitsland en Nederland zijn er sectorovereenkomsten en wordt er geen antibiotica aan voer toegevoegd. In België worden medicijnen zo nodig alleen gebruikt in biggenvoer. In het Verenigd Koninkrijk zijn na de publicatie van het O'Neill-rapport een aantal sectorinitiatieven gestart om het algehele antibioticagebruik in de veehouderij te verminderen. ForFarmers speelt een actieve rol in het Verenigd Koninkrijk bij het delen van haar ervaringen met het reduceren van antibioticagebruik in Nederland. In november 2016 heeft ForFarmers een conferentie georganiseerd in het Verenigd Koninkrijk, waar meer dan 70 belangrijke supply chain partners uit de varkenssector aanwezig waren, om de ervaringen te delen en te bepalen of de sector de uitdaging aangaat met betrekking tot reductie van antibioticagebruik in voer. ForFarmers implementeert deze kennis op lokaal niveau, door het organiseren van regionale vervolgsessies.
Dit jaarverslag bevat standaardinformatie van de GRI Richtlijnen voor Duurzaamheidsverslaggeving.
De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen zijn verantwoordelijk voor de corporate governance-structuur van de Vennootschap. De corporate governance van ForFarmers N.V. ('de Vennootschap') wordt bepaald door de wet, de Statuten en de desbetreffende reglementen. De reglementen zijn opgesteld aan de hand van de geldende Nederlandse Corporate Governance Code 2008 ('de Code')1 . De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen zijn van mening dat, mede omwille van historische redenen, de afwijkingen of nuanceringen van enkele individuele bepalingen van de Code door ForFarmers gerechtvaardigd zijn. Deze afwijkingen of nuanceringen worden hieronder toegelicht.
ForFarmers heeft haar Verklaring inzake Corporate Governance2 openbaar gemaakt als onderdeel van het bestuursverslag en als apart document op haar website. In de Verklaring inzake Corporate Governance wordt uitgelegd op welke wijze de Code door de Vennootschap
wordt toegepast en wordt informatie verstrekt ingevolge de Besluiten artikel 10 overnamerichtlijn en artikel 3 bekendmaking niet-financiële informatie. Tevens behelst genoemde Verklaring informatie met betrekking tot de belangrijkste kenmerken van de interne risicobeheersings- en controlesystemen gerelateerd aan ForFarmers' financiële rapportageproces, het functioneren van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de samenstelling en het functioneren van de Raad van Bestuur, de Directie en de Raad van Commissarissen.
Hieronder worden afwijkingen en/of nuanceringen van de Code en de hoofdlijnen van de corporate governance van ForFarmers N.V. uiteengezet.
Het huidige contract met de heer Knoop (CEO) is aangegaan voor een periode tot aan de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2018. Indien het contract met de CEO door de onderneming wordt beëindigd, wordt hij doorbetaald tot het einde van de contractduur. Een opvolgend contract zal in beginsel worden aangegaan voor vier jaar en daarin zal worden opgenomen dat bij opzegging door de onderneming maximaal eenmaal het vaste jaarsalaris zal worden uitbetaald, conform de Code.
De Raad van Commissarissen beschouwt leden van de Raad van Commissarissen die tevens bestuurder zijn van Coöperatie FromFarmers U.A., te weten de heren Eggink en Hulshof, niet als onafhankelijk. In verband hiermee is in artikel 4.4 d van het Reglement van de Raad van Commissarissen opgenomen dat elk van de leden van de Raad van Commissarissen, met uitzondering van maximaal twee personen, onafhankelijk moet zijn als bedoeld in artikel 4.5 van dat reglement. Een en ander wordt nader toegelicht in het jaarverslag van de Vennootschap.
De huidige voorzitter van de Raad van Commissarissen is in 2014 voor de vierde maal benoemd voor een periode van vier jaar (zijn periode als commissaris bij Coöperatie FromFarmers U.A. meegerekend). Hij zal uiterlijk in 2018 aftreden. Het Reglement van de Raad van Commissarissen is hiermee in overeenstemming.
Voor zover met betrekking tot de door de Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers gehouden aandelen geen stemrecht is opgevraagd en evenmin een steminstructie door Coöperatie FromFarmers U.A. is gegeven conform het bepaalde in artikel 8 van de Administratievoorwaarden, zal de Stichting de wijze van uitoefening van het aan die aandelen verbonden stemrecht naar eigen goeddunken bepalen, met dien verstande dat de Stichting zich daarbij primair zal laten leiden door de belangen van de certificaathouders en rekening zal houden met het belang van de Vennootschap en de met haar verbonden onderneming.
Uitsluitend certificaathouders die tevens medewerker bij ForFarmers of lid van Coöperatie FromFarmers U.A. zijn, kunnen stemrecht opvragen zoals is bepaald in de Administratievoorwaarden van Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers. Overige certificaathouders kunnen geen stemrecht opvragen. Uitsluitend Coöperatie FromFarmers U.A. kan een bindende steminstructie geven voor de aandelen die de Stichting houdt (en waarvan het stemrecht niet is opgevraagd). Certificaathouders kunnen geen bindende steminstructie geven. Voorts gelden de beperkingen zoals die zijn opgenomen in genoemde administratievoorwaarden.
De Raad van Bestuur treedt, tezamen met de overige directieleden, tevens onder de naam 'Directie ForFarmers' naar buiten. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen van de Vennootschap, de strategie met het bijbehorende risicoprofiel, de resultatenontwikkeling en de voor de onderneming relevante maatschappelijke aspecten van ondernemen. De Directie stuurt het operationele management aan. Het Reglement van de Raad van Bestuur is op de website van de Vennootschap geplaatst.
Het aantal leden van de Raad van Bestuur wordt bepaald door de Raad van Commissarissen. Gedurende het verslagjaar bestond de Raad van Bestuur uit drie leden en de Directie (inclusief de Raad van Bestuur) uit acht leden. Met ingang van 1 januari 2017 bestaat de Directie, door de pensionering van één van haar leden en de toedeling van zijn taken aan een mede-directielid, uit zeven personen. Voor de leden van de Raad van Bestuur geldt sinds de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2016 het volgende rooster van aftreden.
| Naam | Jaar laatste benoeming |
Herbenoembaar in |
|---|---|---|
| Knoop, Y.M. (CEO) | 2014 | 2018 |
| Traas, A.E. (CFO) | 2016* | 2020 |
| Potijk, J.N. | 2016* | 2019 |
*betreft wijziging benoemingstermijn
Herbenoeming van leden van de Raad van Bestuur is onbeperkt mogelijk, telkens voor een periode van maximaal vier jaar.
Gedurende het verslagjaar heeft de Raad van Bestuur de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen beoordeeld. De daaruit voortgekomen bevindingen, aanbevelingen en maatregelen zijn besproken met de Auditcommissie, de Raad van Commissarissen en de externe accountant. ForFarmers heeft sinds 1 januari 2017 een interne accountant (internal auditor) aangesteld. De internal auditor ziet erop toe dat de interne risicobeheersings- en controlesystemen naar behoren werken.
De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Vennootschap en de met haar verbonden onderneming. De Raad van Commissarissen staat de Raad van Bestuur met raad terzijde. De Raad van Commissarissen bestaat uit zes natuurlijke personen die allen staan vermeld op de website. De Raad van Commissarissen kent drie kerncommissies, te weten de Auditcommissie, de Remuneratiecommissie en de Selectie- en benoemingscommissie. De Reglementen van de Raad van Commissarissen en haar commissies alsmede de Profielschets van de Raad van Commissarissen staan op de website van de Vennootschap.
Het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap bestaat uit gewone aandelen, preferente aandelen en één prioriteitsaandeel. De gewone aandelen van ForFarmers N.V. zijn sinds 24 mei 2016 genoteerd aan Euronext Amsterdam. Voorts zijn er certificaten van gewone aandelen uitgegeven met medewerking van de Vennootschap. Er zijn geen preferente aandelen uitgegeven. Coöperatie FromFarmers U.A. is houder van het prioriteitsaandeel zoals hieronder nader wordt toegelicht.
De Vennootschap heeft, ingevolge best practice bepaling IV.3.13 van de Code een Beleid geformuleerd en op haar website geplaatst inzake bilaterale contacten met aandeelhouders van de Vennootschap. Zoals aangegeven in genoemd beleid, is de relatie tussen de Vennootschap en Coöperatie FromFarmers U.A., mede omwille van historische redenen, zodanig dat in die relatie aanvullende afspraken gerechtvaardigd zijn. Deze afspraken zijn vastgelegd in een Relatieovereenkomst en staat op de website van de Vennootschap.
Het bestuur van Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers opereert onafhankelijk van de Vennootschap. Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers houdt gewone aandelen in het kapitaal van de Vennootschap en heeft – onder
andere – ten doel (i) het ten titel van beheer verkrijgen van gewone aandelen, (ii) het uitgeven van certificaten, (iii) in voorkomend geval, het voor eigen rekening verkrijgen, vervreemden en bezwaren van aandelen, (iv) het uitoefenen van de rechten die verbonden zijn aan de door haar aangehouden gewone aandelen en (v) het verlenen van volmachten voor de uitoefening van stemrecht en het accepteren van steminstructies met betrekking tot de uitoefening van stemrecht, een en ander met inachtneming van de Administratievoorwaarden. De statuten, Administratievoorwaarden en het Verslag van Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers staan op de website van de Vennootschap. Zoals hiervoor is aangegeven kan uitsluitend Coöperatie FromFarmers U.A. een bindende steminstructie geven voor de aandelen die door genoemde stichting worden gehouden (en waarvan het stemrecht niet is opgevraagd).
Stichting Beheer- en Administratiekantoor zal uitsluitend gewone aandelen ten titel van beheer aanvaarden tegen uitgifte van certificaten aan (i) een certificaathouder in het kader van de uitoefening van een aandelenclaim, (ii) een gerechtigde tot het saldo van een bij Coöperatie FromFarmers U.A. aangehouden participatierekening in het kader van conversie, (iii) een werknemer in het kader van een participatieplan, (iv) Coöperatie FromFarmers U.A. of (v) een door genoemde Coöperatie aan te wijzen partij.
Het prioriteitsaandeel wordt gehouden door Coöperatie FromFarmers U.A. Aangezien Coöperatie FromFarmers U.A. op de meest recente peildatum van 1 januari 2017, voor meer dan vijftig procent (50%) van de totaal op gewone aandelen uit te brengen stemmen het stemrecht kon uitoefenen op de door haar gehouden aandelen en/of steminstructie kon geven met betrekking tot de door Stichting Beheer- en Administratiekantoor gehouden aandelen, geldt dat Coöperatie FromFarmers U.A. als prioriteitsaandeelhouder:
(i) een aanbevelingsrecht heeft voor vier van de zes leden van de Raad van Commissarissen;
(ii) na overleg met de Raad van Commissarissen een commissaris als voorzitter kan benoemen;
(iii) een goedkeuringsrecht heeft met betrekking tot de
besluiten van de Raad van Bestuur omtrent:
Voor de voorwaarden voor het houden van het prioriteitsaandeel en de bijzondere zeggenschapsrechten die daaraan verbonden zijn in het geval dat stemrecht en/of steminstructie voor 50% of minder kan worden uitgeoefend of gegeven, wordt verwezen naar de Verklaring inzake Corporate Governance.
De Vennootschap is een call-optie-overeenkomst met betrekking tot preferente aandelen aangegaan met Stichting Continuïteit ForFarmers. Deze Stichting Continuïteit is opgericht om de identiteit, strategie, onafhankelijkheid en continuïteit te waarborgen van de onderneming die door de Vennootschap wordt gedreven. Stichting Continuïteit ForFarmers is volledig autonoom met een onafhankelijk bestuur.
Voorts houdt Coöperatie FromFarmers U.A. één prioriteitsaandeel waaraan de rechten zijn verbonden zoals aangegeven in de Statuten van de Vennootschap.
ForFarmers verwacht van haar medewerkers dat zij integer handelen en zich houden aan de plaatselijke regels en procedures. Duurzaamheid en het daarmee samenhangende maatschappelijk verantwoord ondernemen, vormt één van de drie kernwaarden van ForFarmers naast ambitie en partnerschap. ForFarmers heeft een Code of Conduct (gedragscode) en een Klokkenluidersregeling. De Code of Conduct en de Klokkenluidersregeling zijn op de website van de Vennootschap gepubliceerd. De kernwaarden van ForFarmers en de Code of Conduct worden actief gecommuniceerd binnen de organisatie. Nieuwe medewerkers volgen een e-learning waarin alle onderwerpen van de Code of Conduct aan de orde komen. Het gaat hierbij onder meer om onderwerpen als antiomkoping en anti-corruptie, het voorkomen van belangenverstrengeling, het omgaan met geschenken en
gastvrijheid, eerlijke concurrentie en het omgaan met vertrouwelijke informatie. In het verslagjaar zijn negen (vermoedens van) incidenten gemeld. In deze gevallen werd steeds een hoge mate van vertrouwelijkheid in acht genomen en is de procedure zoals omschreven in de Klokkenluidersregeling gevolgd. Gezien de aard en/of impact van de meldingen was het niet noodzakelijk om hieromtrent naar buiten te treden. Het overzicht van incidentmeldingen en de opvolging daarvan wordt periodiek besproken met de Auditcommissie en de Raad van Commissarissen.
Deze is te vinden op www.commissiecorporategovernance.nl. Een overzicht van ForFarmers N.V. met betrekking tot de implementatie van de Code staat op de website www.forfarmersgroup.eu.
Ingevolge het bepaalde in het Besluit van 23 december 2004 tot vaststelling van nadere voorschriften omtrent de inhoud van het bestuursverslag, wordt deze Verklaring inzake Corporate Governance geacht onderdeel uit te maken van het bestuursverslag.
Om de strategische doelstellingen te kunnen realiseren, moeten kansen worden benut en worden risico's gelopen. Als randvoorwaarde voor adequaat bestuur is een goed systeem van risicomanagement vereist om vast te kunnen stellen of de strategische doelstellingen gerealiseerd kunnen worden binnen het risicoprofiel van de onderneming. Dit als onderdeel van de invulling van de corporate governance vereisten. Een adequaat monitoringssysteem stelt de Directie in staat om de mate waarin de organisatie 'in control' is, vast te stellen. Door een actief monitoringssysteem van risicomanagement beoogt ForFarmers een hoge mate van bewustzijn ten aanzien van de risicobeheersing te creëren. Dit systeem is van de Directie, onder toezicht van de Raad van Commissarissen, tot alle operationele en financiële afdelingen verankerd in de organisatie. Hierbij worden zowel de toon aan de top, de harde controlemaatregelen evenals de zachte beheersmaatregelen meegenomen en draagt iedereen bij aan het identificeren van risico's en kansen, inclusief de bijbehorende beheersmaatregelen. Het team corporate governance & compliance verzorgt risk en compliance workshops en faciliteert selfassessments voor de relevante business units en processen. Voor alle belangrijke risico's zijn sleutelfunctionarissen (risico- eigenaren en risicomanagers) aangewezen die vanuit hun rol direct belast zijn met het beheersen van de risico's.
Over het algemeen streeft ForFarmers naar een laag risicoprofiel. De risicobereidheid verschilt per (sub)categorie van de risico's. Bij het realiseren van de strategische doelstellingen accepteert de organisatie tot op zekere hoogte de bijbehorende hogere risico's. Voor andere categorieën heeft ForFarmers een laag risiconiveau gedefinieerd. Bijvoorbeeld als het gaat om de gezondheid en veiligheid van medewerkers en andere belanghebbenden, of met betrekking tot voedselveiligheid. In 2015 heeft ForFarmers de risico's en de daarbij horende beheersmaatregelen nader geanalyseerd. Het huidige risicoprofiel is daarbij afgezet tegen het door de organisatie gewenste risicoprofiel, dat in 2016 is geactualiseerd.
ForFarmers heeft 21 belangrijke risico's gedefinieerd. Per risico zijn beheersmaatregelen bepaald en geïmplementeerd. Deze worden periodiek getest door de risicomanagers. Er vindt ook een peer review plaats over de toepassing van de beheersmaatregelen. Jaarlijks vindt er een evaluatie plaats van de belangrijke risico's en wordt beoordeeld of er nieuwe risico's zijn of dat bestaande risico's minder relevant zijn. Indien de beheersing van de risico's onvoldoende is om de gewenste risicobereidheid te kunnen realiseren, worden actieplannen opgesteld.
De gewenste risicobereidheid van ForFarmers voor de verschillende risicocategorieën is als volgt vastgesteld:
| Risicobereidheid | Zeer laag | Laag | Gemiddeld | Hoog | Zeer hoog |
|---|---|---|---|---|---|
| Risicocategorie | |||||
| Strategische doelstellingen | |||||
| Operationele doelstellingen Financiële doelstellingen |
|||||
Onderstaand wordt de risicobereidheid voor elke (sub)categorie van doelstellingen en de respectievelijke overwegingen weergegeven.
Bij het realiseren van de groeidoelstelling als onderdeel van de strategie en verdere uitbreiding van de (internationale) activiteiten zullen belangrijke investeringen worden gedaan. ForFarmers heeft een gemiddelde tot hoge risicobereidheid ten aanzien hiervan om haar zakelijke en strategische doelstellingen te bereiken.
Bij het nastreven van de strategische doelstellingen zijn er twee specifieke gebieden waar ForFarmers een zeer lage tot lage risicobereidheid heeft. Dit zijn:
Door de omvang van het bedrijf en de hoge volatiliteit van de grondstoffenprijzen zijn de risico's met betrekking tot inkoop de laatste jaren toegenomen. Als gevolg hiervan wordt ForFarmers geconfronteerd met een aantal risico's bij het realiseren van haar operationele doelstellingen. Ten aanzien van onder andere het inkoopbeleid geldt een laag tot gemiddeld risico-acceptatieniveau en ten aanzien van de kwaliteit van de ingekochte producten een zeer laag risico-acceptatieniveau. Als gevolg van de ingenomen posities door concurrenten en de hoge volatiliteit van de grondstofprijzen, is het beheersen van de risico's met betrekking tot de inkoop van grondstoffen belangrijk. Hierbij zijn de risicogrenzen gedefinieerd op basis van het 'value at risk' principe die voor de organisatie als geheel
gelden, vertaald naar de verschillende business units.
ForFarmers heeft een zeer laag tot laag risicoacceptatieniveau voor risico's die een aanzienlijke invloed kunnen hebben op de financiële resultaten en de betrouwbaarheid van de (financiële) informatie van ForFarmers. Valutaposities met betrekking tot grondstoffen of andere aankopen voor de operationele activiteiten worden door ForFarmers afgedekt. Valutarisico's op bezittingen in het buitenland worden deels afgedekt door financiering met vreemd vermogen in dezelfde valuta. De acquisitie van een buitenlandse vennootschap buiten de Eurozone wordt niet afgedekt, dit geldt eveneens voor het jaarlijkse resultaat en nietuitgekeerde dividenden. ForFarmers is gedeeltelijk gefinancierd door middel van rentedragende schulden, hetgeen een renterisico met zich meebrengt. De ontwikkelingen op de rente- en valutamarkten worden nauwkeurig door het team corporate governance & compliance gevolgd en waar dit noodzakelijk is, worden risico's afgedekt door middel van swaps en andere financiële instrumenten. ForFarmers dient altijd in staat te zijn haar financiële verplichtingen na te komen. Via een robuuste vermogens- en liquiditeitspositie wordt dit zeker gesteld.
ForFarmers heeft een zeer lage acceptatiegraad ten aanzien van het naleven van wet- en regelgeving. ForFarmers heeft een Code of Conduct, waaronder ook de Klokkenluidersregeling valt. De Code of Conduct geeft de bedrijfsprincipes, waarden en gedragsregels aan die gelden voor iedereen die binnen ForFarmers werkzaam is. ForFarmers vindt het belangrijk dat alle medewerkers bekend zijn met de Code of Conduct en zich bewust zijn van de implicaties ervan. Leidinggevenden bespreken dit regelmatig met hun teams. Daarnaast ontvangen nieuwe medewerkers de Code of Conduct in de eigen taal. Via een bijbehorende online module, die zowel vanuit huis als via het intranet op het werk te benaderen is, krijgen medewerkers uitleg over de Code of Conduct en worden enkele dilemma's ter illustratie voorgelegd. Aan het eind van de module wordt de medewerker gevraagd de Code of Conduct te onderschrijven.
ForFarmers heeft een 'Zero Tolerance' beleid ten aanzien van schendingen van de Code of Conduct van ForFarmers.
Het belastingbeleid van ForFarmers is gebaseerd op de principiële houding dat belasting betalen onderdeel is van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het beleid is gebaseerd op, onder meer, de volgende principes:
Het risicomanagementsysteem is breed verankerd in de organisatie. De uitvoering, monitoring en rapportage over risicomanagement wordt gedaan onder verantwoordelijkheid van de Risk Advisory Board die verantwoording aflegt over de uitkomsten aan de Directie, Audit Commissie en Raad van Commissarissen. De Risk Advisory Board (RAB) bestaat uit de CFO, Director Supply Chain, Director Reporting en de Manager Accounting & Risk.
De systemen voor risicomanagement en interne controle van ForFarmers zijn erop gericht de realisatie van strategische en financiële doelstellingen optimaal te ondersteunen. Een adequaat opgezet systeem van risicomanagement en interne controle geeft geen garantie dat de strategische en financiële doelstellingen worden gerealiseerd. Het kan evenmin garanderen dat menselijke fouten, onvoorziene omstandigheden, foutieve rapportages, fraude en het niet voldoen aan wet- en regelgeving volledig kunnen worden uitgesloten.
In 2016 heeft de Risk Advisory Board (RAB) drie keer overleg gehad over de status en rapportage van het risicomanagementsysteem. Hierbij zijn onder andere de scoping van de activiteiten, het stellen van de prioriteiten en de beoordeling van de meest belangrijke risico's van ForFarmers aan de orde geweest.
In 2016 is voor de 21 belangrijkste risico's door de risicoeigenaren minimaal twee keer een self assessment uitgevoerd, waarbij ook een analyse is uitgevoerd van het gewenste risiconiveau ten opzichte van het huidige risiconiveau. Deze self assessments zijn vanuit het team corporate governance & compliance beoordeeld en besproken met de risico-eigenaren. Daar waar afwijkingen zijn geconstateerd, zijn deze besproken met de risico-eigenaren en zijn actieplannen opgesteld ter verbetering van de beheersing van de risico's. Ten aanzien van deze risico's vindt een voortdurende inventarisatie plaats van de aanwezige interne controlemaatregelen en de mate waarin deze aansluiten bij de risicobereidheid van ForFarmers. Onder andere door het gebruik van interne richtlijnen, kwaliteitssystemen, audits, rapportage- en monitoringsystemen en verzekeringen worden de belangrijke risico's beheerst. Deze beheersmaatregelen hebben tot doel de kans dat een risico optreedt en de eventuele gevolgen daarvan, tot een acceptabel niveau terug te brengen en de continuïteit van de Onderneming te waarborgen.
In 2016 zijn op de volgende onderdelen risico's geïdentificeerd die tot aanvullende maatregelen van interne controle hebben geleid:
● Veiligheid: ForFarmers ziet veiligheid als een belangrijke randvoorwaarde. De mate waarin de organisatie haar veiligheidsdoelstellingen realiseert, wordt gemeten op basis van het aantal 'Lost Time Incidents' (ofwel LTI's). In april 2016 is er in de fabriek van ForFarmers in Beelitz helaas een dodelijk ongeval geweest. Een nadere analyse van de veiligheidsmaatregelen is uitgevoerd. Dit
heeft ertoe geleid dat in 2016 een aanscherping heeft plaatsgevonden van de veiligheidsmaatregelen en de controle op deze veiligheidsmaatregelen. Daarnaast is een investeringsprogramma gestart om de locaties veiliger te maken. Ten slotte is er een tool geïmplementeerd waarmee de risico's voor onze medewerkers op het boerenerf worden geïnventariseerd. Daardoor kan de veiligheid beter worden gewaarborgd.
● Informatie Technologie (IT): In toenemende mate worden organisaties geconfronteerd met cybercriminaliteit. Ook ForFarmers ziet deze ontwikkeling en is in 2016 getroffen door een aantal incidenten met betrekking tot cybercriminaliteit. Dit heeft ertoe geleid dat in 2016 verscherpte aandacht is geweest voor deze risico's. Zo is er een Information Security Committee ingesteld, geleid door de Information Security Manager, IT Director en de Director Reporting die vervolgens verantwoording afleggen aan de Risk Advisory Board (RAB). Naast een aantal IT-technische beveiligingsmaatregelen is er ook organisatiebreed meerdere keren gepubliceerd over het belang van veiligheid en beveiliging van informatie. In 2016 zijn de risico's en interne maatregelen verankerd in het beleid van informatiebeveiliging. Hierbij moet worden opgemerkt dat deze maatregelen niet alleen ITtechnisch van aard zijn, maar ook betrekking hebben op gedrag van medewerkers en hun dagelijks bewustzijn ten aanzien van gevoelige informatiestromen.
De bewaking van de uitvoering van de
controlemaatregelen wordt uitgevoerd door de RAB. De bewaking wordt voornamelijk gebaseerd op de periodieke rapportage waarin de voortgang van de beheersing van de belangrijkste risico's wordt weergegeven. Deze rapportage dient als middel om de risicobereidheid van ForFarmers ten opzichte van het daadwerkelijke risico te meten en indien noodzakelijk aanvullende controlemaatregelen te nemen. Daarnaast zijn in 2016 ook diverse aanvullende controlemaatregelen getroffen op het gebied van ICT, die de betrouwbaarheid van de ITsystemen vergroten.
Als onderdeel van de controlemaatregelen vraagt ForFarmers de Directie van haar business units twee keer per jaar een zogenoemde 'Letter of Representation' (LOR) te tekenen. In deze LOR moeten zij verklaren dat zij
voldoen aan zowel de (lokale) wet- en regelgeving als aan de intern opgestelde regels van ForFarmers, waaronder de Code of Conduct. De LOR omvat ook de mogelijkheid fraude en incidenten te melden, evenals de bevestiging dat de business units voldoen aan de minimale maatregelen van interne controle zoals die zijn opgenomen in het risicomanagementsysteem en het systeem van het internal control framework van ForFarmers. Gevallen van mogelijke fraude worden direct gemeld aan de compliance afdeling. In 2016 zijn er negen (vermoedens van) incidenten gemeld. Deze meldingen zijn onderzocht en waar nodig zijn maatregelen getroffen. In het licht van een toenemend risico op het gebied van 'Information Security' is in 2016 een programma gestart dat zich zowel richt op het verhogen van de alertheid van medewerkers op mailverkeer, als op IT-technische mogelijkheden om binnenkomende en uitgaande informatie te beschermen. Dit programma wordt in 2017 voortgezet.
Onderstaand zijn de top risico's zoals door de Directie van ForFarmers gedefinieerd. Tevens worden de recente ontwikkelingen weergegeven. De toelichting op de betreffende risico's wordt verderop in deze paragraaf nader beschreven.
Prijsontwikkeling en beschikbaarheid grondstoffen
Voor haar kernactiviteiten maakt ForFarmers gebruik van grondstoffen van agrarische oorsprong, zoals tarwe, mais, sojaschroot en gerst. De prijsvorming op de markt voor deze grondstoffen is zeer volatiel en wordt beïnvloed door onder andere de kwaliteit en omvang van de oogsten. Daarnaast spelen de vraag vanuit de biobrandstoffenindustrie en de speculatieve handel een rol. Wijzigingen in prijzen van grondstoffen zullen van invloed zijn op de prijzen die worden doorberekend aan klanten. Indien ForFarmers posities inneemt in grondstoffen voor eigen gebruik heeft dit mogelijk invloed op het resultaat van de Onderneming.
| Strategische doelstellingen | Operationele doelstellingen | Financiële doelstellingen | Compliance | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Prijsontwikkeling en beschikbaarheid grondstoffen |
Veiligheid | Valuta- en renterisico's |
Veranderingen in wet- en regelgeving |
||||
| Omvang veestapel en dierziekten |
Kwaliteitsrisico's | ٠ | Krediet- en liquiditeitsrisico's contractpartijen |
в | |||
| Prijsontwikkeling energie- en brandstofprijzen |
置 | Liquiditeitsrisico's | 冊 | ||||
| Pensioenrisico's | ▼ |
Het innemen van posities is echter noodzakelijk om de beschikbaarheid van grondstoffen voor leveringen te waarborgen, daar het grootste deel van de afzet niet op verkoopcontractbasis plaatsvindt.
ForFarmers volgt de ontwikkelingen op het gebied van prijzen en beschikbaarheid van grondstoffen intensief. Om het risico op grondstofposities te beperken heeft ForFarmers een afzonderlijk risicomanagementsysteem ingevoerd waarin maatregelen zijn getroffen die het risico op het innemen van posities op grondstofcontracten beperken. In dit systeem staat beschreven wie bevoegd is tot het innemen van posities, met welke omvang dit mag evenals wat de termijnen zijn waarop contracten mogen worden afgesloten. Langere termijn inkoopcontracten voor klanten (pre-sales contracten) worden direct voor 85% ingedekt. Per business unit zijn de autorisatiegrenzen gedefinieerd.
Het risico is in 2016 verder gedaald door verdere aanscherping van beheersmaatregelen. Alle business units rapporteren nu via een zelfde format, waarbij de vastgestelde grenzen waarbinnen Inkoop kan opereren nauwlettend worden gevolgd. Mogelijke inkopen buiten deze grenzen worden vooraf met de Purchase Risk Board besproken en onderbouwd. Daarnaast is de procedure rondom voorverkopen aangescherpt en worden voorverkopen direct ingekocht.
Omvang veestapel en dierziekten
Als gevolg van veranderingen in de omvang van de veestapel en het uitbreken van dierziekten kan de vraag naar grondstoffen en/of mengvoer fluctueren, wat invloed kan hebben op de resultaten van ForFarmers. De omvang van de veestapel wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder de prijzen van landbouwproducten en de kosten van de naleving van wet- en regelgeving, met inbegrip van milieuwet- en regelgeving. Dierziekten kunnen een negatief effect hebben op het aantal dieren. Bovendien kunnen dierziekten resulteren in vervoersbeperkingen die van overheidswege worden opgelegd.
Door geografische spreiding van activiteiten en een spreiding van de activiteiten over verschillende diersoorten beperkt ForFarmers deze risico's. In voorkomende gevallen volgt een internationaal aangestuurd crisis team nauwgezet de ontwikkelingen rond dierziekten en instrueert de betrokken business onderdelen over te nemen acties en de protocollen die dienen te worden gevolgd. Het crisis team staat in dergelijke gevallen in nauw contact met de nationale autoriteiten.
Het risico is enigszins afgenomen door de invoering en uitoefening van hygiëneprotocollen door ForFarmers in de verschillende landen. Deze invoering en toepassing heeft plaatsgevonden voordat dit door een overheid werd
voorgeschreven. Vanuit de totale onderneming bezien is het risicoprofiel niet gewijzigd. In 2016 heeft het team actie moeten ondernemen als gevolg van de uitbraak van vogelgriep in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In België zijn als voorzorg hygiëneprotocollen in acht genomen.
Een deel van de kosten van ForFarmers bestaat uit energie- en brandstofkosten. Veranderingen in de prijzen hiervan beïnvloeden de kosten van productie en transport van producten van ForFarmers. Kostenveranderingen kunnen niet in alle gevallen worden doorberekend in de verkoopprijzen, wat het resultaat negatief kan beïnvloeden. In de afgelopen jaren zijn de prijzen van brandstof en energie relatief volatiel geweest.
Voor de inkoop van energie heeft ForFarmers een inkoopbeleid opgesteld. Onderdeel van dit beleid is het, waar nodig, via financiële instrumenten en commoditycontracten afdekken van prijsrisico's. De handhaving van dit inkoopbeleid wordt bewaakt. De ontwikkelingen op de markten voor energie en brandstoffen worden intensief gevolgd.
Het risicoprofiel is gelijk gebleven, in 2016 zijn twee hedge-contracten gesloten op diesel. Deze contracten hadden een looptijd van korter dan 1 jaar en liepen in december 2016 af.
Veiligheid
Het ontbreken van een integraal veiligheidssysteem (waaronder procedures, training, fysieke veiligheidsmaatregelen, persoonlijk veiligheidsbewustzijn) en onvoldoende bewaking op de uitvoering van het veiligheidssysteem stellen ForFarmers bloot aan een onacceptabel niveau van incidenten, verminderde motivatie van werknemers, claims en reputatieschade.
Dit betreft onder meer het opstellen van een gedetailleerd veiligheidsplan voor alle locaties van ForFarmers, het creëren van verhoogd bewustzijn alsmede training van alle werknemers (dit betreft ook logistieke veiligheid), het uitvoeren van inventarisaties in alle fabrieken ten aanzien van veiligheidsaspecten en het rapporteren over de status van eventuele tekortkomingen en acties om deze op te lossen.
Het risico is in 2016 toegenomen. In 2016 zijn wederom belangrijke stappen gezet om het bewustzijn van veiligheid binnen en buiten de organisatie te vergroten. Dit houdt onder meer in dat ook de veiligheid van onze werknemers op het boerenerf wordt beoordeeld en indien nodig acties worden ondernomen om deze veiligheid te vergroten.
De kwaliteit van de grondstoffen is van essentieel belang voor de productie van veilig en betrouwbaar mengvoer. Er bestaat een risico dat door contaminatie van producten of door kruisbesmettingen tijdens het productieproces de eindproducten van ForFarmers niet voldoen aan de gestelde eisen. Naast claimrisico's en de kosten van mogelijke terugroepacties bestaat er ook een risico dat het klantvertrouwen daalt, wat mogelijk een effect heeft op de omzet en brutowinst.
ForFarmers werkt in de verschillende landen in verschillende samenwerkingsverbanden aan de maximale borging van voedselveiligheid. Kennis wordt gebundeld op het gebied van onder meer monitoring, kwaliteitsbeheersing, tracking & tracing en crisismanagement. Daarnaast zijn concrete afspraken gemaakt over de keuze van grondstoffen en leveranciers. Als basis voor deze keuzes vindt een gedegen en objectieve risicoanalyse plaats vanaf de herkomst van een grondstof tot aan de levering. ForFarmers hanteert daarnaast eigen procedures en maakt gebruik van instrumenten om een eventuele verontreiniging in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens adequate
maatregelen te nemen. Analyses worden uitgevoerd in de eigen laboratoria en door externe partijen.
Het risicoprofiel is enigszins afgenomen. In 2016 heeft ForFarmers een leverancierscode opgesteld en geïmplementeerd. Daarnaast is ForFarmers in 2016 ook lid geworden van Sedex (Supplier Ethical Data Exchange), een ledenorganisatie zonder winstoogmerk gericht op het bevorderen van verantwoordelijke en ethische bedrijfspraktijken in wereldwijde supply chains.
Valuta- en renterisico's
De aankoop van grondstoffen en het afsluiten van verkoopcontracten kunnen valutarisico's met zich meebrengen. Indien grondstoffen worden aangekocht in vreemde valuta dan bestaat het risico dat door koersstijgingen en/of –dalingen de aankoopprijzen van grondstoffen niet overeenkomen met de mutatie van grondstofprijzen in de markt. De mogelijke verschillen die hieruit ontstaan kunnen niet worden doorberekend in de verkoopprijzen en om die reden zijn die van invloed op de brutowinst.
In beginsel worden grondstofposities ingekocht in lokale valuta. Indien posities worden aangegaan in vreemde valuta dan worden deze direct afgedekt door middel van valutatermijncontracten en/of andere financiële instrumenten. Het team governance, risk en compliance volgt de naleving van de principes, die formeel zijn vastgelegd in het inkooprisicomanagementbeleid, nauwgezet.
Het risicoprofiel is gelijk gebleven, zowel in het risico als in de beheersmaatregelen zijn geen wezenlijke veranderingen geweest.
Krediet- en liquiditeitsrisico's contractpartijen
Kredietrisico's doen zich voor als contractpartijen van ForFarmers, zoals leveranciers of afnemers, hun contractuele verplichtingen niet nakomen. Het nietnakomen van contractuele verplichtingen kan een directe invloed hebben op het resultaat van ForFarmers. Indien afnemers hun verplichting niet meer of mogelijk niet meer kunnen voldoen, leidt dit tot een afboeking of voorziening van de openstaande vordering. Indien leveranciers hun verplichting niet nakomen kan dat leiden tot bijvoorbeeld inefficiënties in productieprocessen.
De contractpartijen worden op een aantal criteria beoordeeld. Desgewenst worden aanvullende afspraken gemaakt, waaronder het vastleggen van aanvullende zekerheden. Indien nodig en mogelijk worden risico's verzekerd. De correcte afwikkeling van de verplichtingen en de ontwikkelingen bij contractpartijen worden nauwgezet gevolgd. ForFarmers heeft in 2015 een nieuw systeem ingevoerd dat erop toeziet dat openstaande vorderingen tijdig worden geïnd. Dit systeem is in 2016 in alle business units operationeel geworden. Daarnaast zijn strikte afspraken gemaakt over de maximale openstaande bedragen per klant evenals de betaaltermijnen die gehanteerd moeten worden.
Door de moeilijke marktomstandigheden van de afgelopen jaren zijn de kredietrisico's in vooral de varkenssector in de eerste helft van 2016 toegenomen en daarna gedaald. ForFarmers treedt vroegtijdig in contact met contractpartijen waar de krediet- en liquiditeitsrisico's toenemen.
Het risicoprofiel is gelijk gebleven, echter dit is een combinatie van een toenemend risico dat afnemers hun contractuele verplichtingen niet nakomen (mede als gevolg van de marktomstandigheden) en de aanvullende beheersmaatregelen van de Onderneming. In 2016 heeft ForFarmers actief achterstallige vorderingen in leningen omgezet met zo veel mogelijk zekerheden en duidelijke afspraken over rente. Klanten met een kredietlimiet van meer dan €250.000 worden door de Directie nauwlettend beoordeeld en besproken in de maandelijkse directievergaderingen.
ForFarmers dient altijd in staat te zijn haar financiële verplichtingen na te komen. ForFarmers heeft in 2014 een nieuwe financieringsovereenkomst (multicurrency revolving facility agreement) afgesloten met ABN AMRO, Rabobank, Lloyds Bank en BNP Paribas zonder dat zekerheden zijn verstrekt. De overeenkomst heeft een looptijd tot 31 januari 2020. Het bedrag van de financiering bedraagt maximaal €300 miljoen. Vanuit de financieringsovereenkomst zijn lening-convenanten vastgesteld waaraan ForFarmers moet voldoen.
ForFarmers bewaakt de liquiditeitspositie en bankconvenanten door middel van periodieke rapportages.
Het risicoprofiel is gelijk gebleven, zowel in het risico als in de beheersmaatregelen zijn geen wezenlijke veranderingen geweest. Vanuit de financieringsfaciliteit is per balansdatum nominaal £40,0 miljoen (€46,6 miljoen) benut. ForFarmers heeft in 2016 voldaan aan de bankconvenanten.
De gehanteerde pensioenregelingen van de Nederlandse deelnemingen zijn toegezegde-bijdrageregelingen die zijn ondergebracht bij verzekeringsmaatschappijen. Dit houdt in dat deze deelnemingen alleen de verplichting hebben de overeengekomen premie aan de
verzekeringsmaatschappijen te betalen. Bij de Duitse deelnemingen bestaat voor een beperkt aantal personen een toegezegd-pensioenregeling in eigen beheer. Externe ontwikkelingen kunnen een negatief effect hebben op de hoogte van de door ForFarmers op te nemen voorziening. In het Verenigd Koninkrijk had de rechtsvoorganger van ForFarmers UK tot 30 september 2006 een toegezegdpensioenregeling (defined benefit). Vanaf 1 oktober 2006 is dit een gesloten regeling waarvan het risico nog bij ForFarmers ligt. Per die datum is een nieuwe regeling ingevoerd op basis van toegezegde bijdrage (defined contribution). De verplichtingen in het kader van deze regeling zijn ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij, waardoor er voor deze regeling geen risico voor ForFarmers bestaat. Veranderingen in de actuariële aannames kunnen een negatief effect hebben op de vermogenspositie van het pensioenfonds en zouden ertoe kunnen leiden dat ForFarmers UK aanvullende betalingen moet doen.
Het risicomanagement-model van de beleggingen voor de pensioenregeling in het Verenigd Koninkrijk wordt periodiek beoordeeld. De uitvoering van het beleggingsbeleid vindt plaats door een fiduciair manager.
Het risicoprofiel is gedaald. In december 2016 hebben besprekingen met de trustee van het pensioenfonds in het Verenigd Koninkrijk plaatsgevonden. Door een aanpassing van de afspraken is het pensioenrisico gedaald. Deze aanpassing is de omzetting van de inflatiedefinitie RPI (retail price index) naar de lagere CPI (consumer price index).
Veranderingen in wet- en regelgeving
Wijzigingen in wet- en regelgeving op Europees, nationaal of lokaal niveau kunnen invloed hebben op de activiteiten van ForFarmers of haar contractpartijen. Dit betreft onder meer wetgeving op het gebied van milieu, voedselveiligheid en productieprocessen.
ForFarmers volgt de ontwikkelingen op het gebied van voor haar en haar contractpartijen relevante wet- en regelgeving op de voet en indien nodig worden aanpassingen als gevolg van de gewijzigde wetgeving doorgevoerd. De naleving van wetgeving binnen ForFarmers wordt onder andere via periodieke reviews vastgesteld.
Het risicoprofiel is gelijk gebleven. In 2016 is de privacywetgeving veranderd. Hiervoor is een projectgroep ingesteld die de veranderingen en de effecten voor de Onderneming zal beoordelen en daar waar nodig aanvullende beheersmaatregelen zal treffen.
Het risicomanagementsysteem bij ForFarmers is verankerd in de organisatie en is in de afgelopen jaren verder uitgebouwd en verbeterd. Voor 2017 staan de volgende verbeteringen en/of acties gepland om verder in te vullen:
● herbeoordeling van de belangrijkste risico's, waarbij door middel van input vanuit de business units, Directie en Raad van Commissarissen wordt beoordeeld of de huidige risico's alsmede de daarbij horende risicobereidheid nog actueel zijn;
Ten aanzien van financiële verslaggevingsrisico's verklaart de Raad van Bestuur dat de interne risicobeheersings- en controlesystemen per einde van het verslagjaar 2016 effectief waren en een redelijke mate van zekerheid geven dat:
Hierbij wordt opgemerkt dat bovengenoemde niet betekent dat deze systemen en procedures absolute garantie geven op het behalen van operationele en strategische business doelstellingen, of dat zij alle verkeerde voorstellingen van feiten, onnauwkeurigheden, fouten, fraude en het niet nakomen van wetgeving, wetten en regelgeving kunnen voorkomen.
In overeenstemming met artikel 5:25c lid 2 sub c van de Wet op het financieel toezicht (Wft), verklaart ieder lid van de Raad van Bestuur dat voor zover hem bekend:
Lochem, 13 maart 2017
Raad van Bestuur ForFarmers N.V. Yoram Knoop, CEO Arnout Traas, CFO Jan Potijk, COO
De marktomstandigheden in de agrarische sector in Europa bleven ook dit boekjaar uitdagend, met aanhoudend lage prijzen in nagenoeg alle agrarische sectoren. Melkprijzen namen weliswaar toe aan het einde van het jaar maar deze bleven nog onder het niveau van 2015. In de varkenssector steeg de prijs als gevolg van toegenomen vraag uit China, maar dit leidde niet tot een structurele verbetering van de sector. De varkenssector kampte met afnemende aantallen dieren in de eerste helft van 2016. Daarna was sprake van enig herstel. De pluimveesector toonde een gemengd beeld. Legpluimveehouders zagen de markt iets aantrekken terwijl de toenemende aandacht voor welzijnsconcepten (minder dieren op dezelfde oppervlakte) het voor vleespluimveehouders lastig maakte. Verder werd de agrarische sector in het Verenigd Koninkrijk, naast de bovengenoemde marktomstandigheden, ook geraakt door de onzekerheid die een Brexit met zich meebrengt en de daarmee samenhangende waardevermindering van het Britse pond ten opzichte van de euro. Doordat de Britse varkenssector slechts in circa 60% van de lokale vraag kan voorzien en de 40% import duurder is geworden als gevolg van de devaluatie van het Britse pond, lijkt er op de middellange termijn een groei in deze sector te verwachten.
ForFarmers heeft zich in alle landen onverminderd ingezet om door samenwerking met klanten, medewerkers, partners en leveranciers het rendement op het boerenerf te verbeteren. De positionering 'For the Future of Farming', die in de zomer werd gelanceerd, onderstreept de duurzame ambitie van de Onderneming en het vertrouwen dat zij in de agrarische sector heeft.
Gezien de aanhoudend moeilijke marktomstandigheden voor de agrarische sector is de Raad van Commissarissen tevreden met het resultaat van ForFarmers over het jaar 2016. De Organisatie heeft in dit verslagjaar wederom laten zien dat er goede voortgang wordt geboekt met de Horizon 2020-strategie.
Gedurende het verslagjaar heeft de Raad van Commissarissen met het Directieteam regelmatig gesproken over de invulling van de Horizon 2020-strategie en de verschuiving van volume- naar toegevoegde waarde denken. De realisatie van de strategie ligt op schema. De Raad van Commissarissen ondersteunt de initiatieven die ForFarmers samen met en voor haar klanten ontwikkelt op het gebied van efficiënte, duurzame en rendabele bedrijfsvoering onder de noemer 'For the Future of Farming'.
In het kader van de gesprekken over de Horizon 2020 strategie is ook aandacht besteed aan de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen van ForFarmers. Deze systemen zijn gedurende het verslagjaar verder ingericht en beoordeeld door de Raad van Bestuur. De bevindingen, aanbevelingen en maatregelen die uit de beoordeling naar voren kwamen, zijn – onder andere – besproken met de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen was betrokken bij het wervingsproces van de interne accountant (internal auditor) en heeft geconstateerd dat deze functie sinds 1 januari 2017 is vervuld.
De duurzaamheidsstrategie is in 2016 verder geïmplementeerd als een integraal onderdeel van de business van ForFarmers. In het verslagjaar is vooral aandacht gegeven aan het gebruik van schaarse grondstoffen. Daarbij is de uitstoot van CO2 als één van de kernparameters vastgesteld. Ook is de stap gezet naar rapportage volgens het Global Reporting Initiative (GRI G4 - Core).
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft op 15 april 2016 toestemming gegeven voor de notering van ForFarmers aan Euronext Amsterdam. Als Raad van Commissarissen zijn wij tevreden met de soepele overgang van het handelsplatform naar een notering aan Euronext op 24 mei 2016. Door deze notering is de handel in aandelen toegankelijker en makkelijker gemaakt. Hieraan is met gepaste trots aandacht besteed zonder de dagelijkse werkzaamheden op het boerenerf uit het oog te verliezen. In het kader van de notering is een beschermingsconstructie ingevoerd en is Stichting
Continuïteit ForFarmers in het leven geroepen.
Met de notering aan Euronext is ook de governance structuur verder in lijn gebracht met de Nederlandse Corporate Governance Code. Daarbij is in aanmerking genomen dat bepaalde afwijkingen en nuanceringen voor ForFarmers, mede gezien haar historie, gerechtvaardigd lijken. Deze afwijkingen en nuanceringen worden door ForFarmers gemotiveerd en toegelicht. De Raad van Commissarissen onderschrijft het belang van goede Corporate Governance en de transparantie die daarmee gepaard gaat. De Raad van Commissarissen zal zich blijven inzetten voor een goede balans tussen de belangen van alle stakeholders, waaronder in ieder geval de klanten, medewerkers, leveranciers en aandeelhouders van ForFarmers worden gerekend. De Raad blijft het daarom van belang vinden dat ForFarmers met alle stakeholders op een constructieve en consistente wijze blijft communiceren.
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2016 heeft Cees van Rijn herbenoemd als
commissaris voor een periode van vier jaar. Hiermee bleef de samenstelling van de Raad van Commissarissen gedurende het verslagjaar ongewijzigd. In de komende algemene aandeelhoudersvergadering neemt de heer Henk Mulder afscheid als commissaris. De Raad van Commissarissen wil de heer Henk Mulder hartelijk danken voor zijn bijdrage in de afgelopen jaren waarin ForFarmers sterk is gegroeid en geprofessionaliseerd.
Zoals aangegeven in de profielschets streeft de Raad van Commissarissen bij haar samenstelling naar een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen, leeftijd, deskundigheid, ervaring en achtergrond. Mede in dit kader heeft de Raad van Commissarissen afgelopen jaar nagedacht over haar samenstelling voor de toekomst en heeft daarmee rekening gehouden bij de voordracht die op de aandeelhoudersvergadering van 26 april 2017 aan de orde is.
De medewerkers hebben opnieuw door hun betrokkenheid en goede samenwerking – onderling en met derden – in belangrijke mate bijgedragen aan het behaalde resultaat. Deze inzet en de goede werksfeer zullen helpen bij de volgende fase die ForFarmers onder Horizon 2020 in zal gaan. Namens de Raad van Commissarissen wil ik daarom de Directie en de medewerkers bijzonder danken voor hun inzet.
Lochem, 13 maart 2017
Jan Eggink
Voorzitter Raad van Commissarissen ForFarmers
Gedurende het verslagjaar heeft de Raad van Commissarissen (hierna: 'de Raad') in haar toezicht uitgebreid stilgestaan bij de aanhoudende uitdagingen op het boerenerf – zowel in Nederland als in het buitenland – om te bepalen wat de mogelijke invloed is op de implementatie van de strategie Horizon 2020. In deze context ondersteunt de Raad de initiatieven die ForFarmers samen met en voor haar klanten ontwikkelt op het gebied van efficiënte, duurzame en rendabele bedrijfsvoering op basis van haar missie 'For the Future of Farming'. Verder heeft ForFarmers veel aandacht besteed aan het rapporteren over duurzaamheid in het kader van het GRI (Global Reporting Initiative) proces.
In 2016 heeft ForFarmers onder andere gewerkt aan de verdere implementatie van haar efficiëntieprogramma One ForFarmers en heeft zij een eerste stap gezet om haar organisatie in het Verenigd Koninkrijk verder te stroomlijnen om de Total Feed-benadering sneller uit te kunnen rollen. Daarnaast worden plannen uitgewerkt voor een optimale specialisatie, spreiding en grootte van fabrieken en logistiek te bereiken, in lijn met de One ForFarmers aanpak en initiatieven. Deze moeten leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen in 2020. De Raad heeft in het afgelopen jaar in diverse vergaderingen stilgestaan bij de acquisitie-strategie, de versterking van de organisatie en de aanpassing van de samenstelling van het Directieteam vanaf 1 januari 2017 gezien de pensionering van Nico de Vos per die datum.
Tijdens de Algemene Vergadering van 15 april 2016 is de heer Cees van Rijn herbenoemd tot lid van de Raad van Commissarissen. De heer Cees van Rijn is tevens lid van de Auditcommissie van ForFarmers en kwalificeert als financieel expert zoals gedefinieerd in bestpracticebepaling III.3.2 van de Nederlandse Corporate Governance Code 2008 (de 'Code'). Voorts is hij voorzitter van de Remuneratiecommissie.
Op 24 mei 2016 heeft de notering plaatsgevonden van alle gewone aandelen van ForFarmers N.V. aan Euronext Amsterdam. ForFarmers wil met deze notering de handel in gewone aandelen in haar kapitaal toegankelijker en makkelijker maken. De Raad heeft verheugd
geconstateerd dat, mede door de aandacht voor een zorgvuldige communicatie, de overgang van het handelsplatform naar Euronext vloeiend is verlopen. Het aanvragen van de notering werd op 15 april 2016 bijna unaniem goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Inmiddels kan worden geconstateerd dat er een groeiende interesse is voor het aandeel ForFarmers blijkens de stijging van het gemiddelde dagelijkse handelsvolume op Euronext.
Tijdens de bijeenkomsten van de Raad van Commissarissen is de Raad gedurende het verslagjaar door de Raad van Bestuur onder meer geïnformeerd over de strategische ontwikkelingen, investeringsvoorstellen, de financiële resultaten, organisatorische ontwikkelingen, de operationele vooruitgang, specifieke marktontwikkelingen en duurzaamheidsthema's. Om de geagendeerde onderwerpen voor te bereiden, werden deze vaak van tevoren besproken in een vergadering van één van de commissies.
In 2014 werd de strategie Horizon 2020 geïntroduceerd en is een voortvarende start gemaakt met de implementatie daarvan. De Raad van Commissarissen heeft geconstateerd dat gedurende het verslagjaar verdere voortgang is gemaakt met de implementatie van de strategie. Hieronder volgen de belangrijkste onderwerpen die in dit kader met de Raad van Bestuur en de overige Directieleden zijn besproken.
De resultaten van de diverse strategische en productie samenwerkingen die ForFarmers in 2014 is aangegaan, werden in 2015 concreet door het op de markt brengen van hoogwaardige nutritionele producten en de bundeling van inkoopkracht en kennis. Deze lijn werd in 2016 voortgezet.
Per 1 oktober 2016 heeft ForFarmers de overname van
VleutenSteijnVoeders B.V. ('Vleuten-Steijn') afgerond. ForFarmers heeft hiermee haar positie in de Nederlandse en Duitse varkenssector versterkt, met name als het gaat om de kennis van de grotere en gespecialiseerde bedrijven. Na de overname is de integratie van Vleuten-Steijn direct van start gegaan. Tijdens iedere vergadering van de Raad werden de ontwikkelingen op het gebied van acquisities besproken. Daarbij heeft de Raad van Commissarissen met de Raad van Bestuur onder andere van gedachten gewisseld over potentiële acquisities in de vier kernlanden waarin ForFarmers actief is alsmede in andere landen binnen de regio Europa en omstreken (Europa+). Het doen van acquisities is een onderdeel van de strategie van ForFarmers. In de landen en regio's waar ForFarmers actief is, blijft de Onderneming streven naar een regionale nummer één of twee positie om daarmee schaalvoordelen te kunnen optimaliseren.
De Raad van Commissarissen is tijdens iedere vergadering door de Raad van Bestuur geïnformeerd over de organisatorische ontwikkelingen, met name voor wat betreft de invulling van senior managementposities en andere, voor een matrixorganisatie relevante, posities. Ook is stilgestaan bij het aanwezige managementpotentieel bij het senior management. Voorts is de Raad van Commissarissen gedurende het jaar op de hoogte gehouden van de diverse Management Development Programma's. Daarnaast zijn leden van de Raad van Commissarissen aanwezig geweest bij de twee managementconferenties van het senior management die jaarlijks plaatsvinden.
Gedurende het verslagjaar is Ronald van de Ven opgevolgd door Adrie van der Ven. Als gevolg daarvan bestond het Directieteam uit Yoram Knoop, Arnout Traas, Jan Potijk, Stijn Steendijk, Steven Read, Iain Gardner, Nico de Vos en Adrie van der Ven. De Raad van Bestuur, bestaande uit Yoram Knoop, Arnout Traas en Jan Potijk, maakt deel uit van de Directie. Nico de Vos is per 1 januari 2017 met pensioen gegaan. Zijn taken en verantwoordelijkheden zijn per die datum overgenomen door Steven Read. In 2016 heeft de Raad van Commissarissen met alle Directieleden evaluatiegesprekken gevoerd, waarbij steeds twee leden van de Raad van Commissarissen spraken met één Directielid. Daarna werden de conclusies uit deze
gesprekken in de vergadering van de voltallige Raad van Commissarissen besproken. De Raad van Commissarissen is van mening dat de Directie onder leiding van Yoram Knoop als CEO, goed functioneert.
Een lid van de Raad van Bestuur bekleedt niet meer dan twee commissariaten en is geen voorzitter van een raad van commissarissen bij een andere rechtspersoon of vennootschap als bedoeld in artikel 2:132a van het Burgerlijk Wetboek en bestpracticebepaling II.1.8 van de Code. De Raad van Commissarissen is niet bekend met potentieel materieel tegenstrijdige belangen van leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen met de Vennootschap.
De Raad van Commissarissen heeft op advies van de Remuneratiecommissie, het remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur opgesteld. Het remuneratiebeleid werd vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2016. Het remuneratierapport van de Raad van Commissarissen bevat een verslag van de wijze waarop beloning in het afgelopen boekjaar heeft plaatsgevonden. Tijdens de komende Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 26 april 2017 wordt een beperkt aantal wijzigingen op het remuneratiebeleid voorgelegd ter vaststelling.
De Raad van Commissarissen heeft de financiële rapportages ontvangen en deze zijn in de vergaderingen door de Raad van Bestuur toegelicht en besproken. Daarbij werd onder andere ingegaan op de gang van zaken en de marktontwikkelingen, de strategische en financiële ontwikkelingen en risico's alsmede de prestaties ten opzichte van de begroting van zowel de groep als geheel als van de afzonderlijke onderdelen. De Raad heeft de conclusies van de Auditcommissie besproken over de (opzet en werking van de) interne controle- en risicomanagementsystemen en de belangrijkste risico's waarmee ForFarmers wordt geconfronteerd. De Raad van Commissarissen onderschrijft en ondersteunt het interne risicomanagementsysteem, zoals beschreven in de paragraaf Risicomanagement van dit verslag. In dit kader werd onder meer met de Raad van Bestuur gesproken over naleving van het debiteurenbeleid en de interne
auditfunctie bij ForFarmers waaraan per 1 januari 2017 invulling is gegeven. Ook heeft de Raad van Commissarissen de jaarrekening 2015 en het halfjaarbericht 2016 goedgekeurd en heeft zij de voortgangsrapportage van november 2016 beoordeeld. Daarnaast kwamen onder meer het dividendbeleid en het dividendvoorstel voor 2015, corporate governance en het financiële verslaggevingsproces van de Vennootschap aan de orde.
De Raad heeft de jaarrekening 2016 besproken met de Directie en de externe accountant (KPMG Accountants N.V.) en in de vergadering van 13 maart 2017 akkoord bevonden. KPMG heeft een goedkeurende controleverklaring afgegeven. Op 26 april 2017 zal de jaarrekening ter vaststelling aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden voorgelegd, evenals het voorgestelde dividend over 2016.
De Raad van Commissarissen heeft alle voorbereidingen voor de notering aan Euronext op de voet gevolgd en is tijdens haar vergaderingen in februari, maart en april 2016 steeds door de Raad van Bestuur geïnformeerd over de voortgang. Daarbij kwamen onder meer corporate governance, het prospectus en de risicoparagraaf, de transitie naar IFRS, de analistenpresentatie, equity story en communicatie aan de orde. De Raad van Commissarissen heeft in haar vergadering van maart 2016 goedkeuring verleend aan het voorstel voor de notering aan Euronext Amsterdam. Op 11 mei 2016 werd een conference call gehouden waarbij de Raad van Commissarissen werd bijgepraat over de laatste voorbereidingen voor de notering op 24 mei 2016.
ForFarmers neemt een leidende positie in ten aanzien van een aantal initiatieven in de industrie op het gebied van duurzaamheid. In dit kader heeft de Raad van Commissarissen met de Raad van Bestuur gesproken over – onder meer – de terugkoppeling die is gegeven vanuit de Adviesraad Duurzaamheid en implementatie
daarvan, de inrichting van het jaarverslag volgens GRI en het betrekken van leveranciers bij duurzaamheidsthema's door middel van de Supplier Code of Conduct. Tevens werd gesproken met de Raad van Bestuur over het belang van zorgvuldige communicatie op het gebied van duurzaamheid, mede in het licht van 'For the Future of Farming'. De Raad van Commissarissen ondersteunt deze initiatieven en is tevreden met de proactieve houding die ForFarmers aanneemt als het om duurzaamheid gaat.
De Raad van Commissarissen ziet de Code of Conduct als middel om integriteit te bevorderen. Het overzicht van incidentmeldingen en de opvolging daarvan wordt periodiek besproken met de Auditcommissie en de Raad van Commissarissen. Nieuwe medewerkers ontvangen een persoonlijke brief en een brochure over de Code of Conduct. Deze informatie is ook beschikbaar op het intranet (Connect). Daarnaast volgen nieuwe medewerkers een online leermodule. Naar aanleiding van een uitgevoerd onderzoek naar de betrokkenheid onder medewerkers, heeft de Raad van Commissarissen met de Raad van Bestuur gesproken over gedrag en cultuur binnen de Organisatie. Daarbij is – onder meer – ingegaan op de vertaling van de strategie naar de werkvloer, werkdruk, aantrekken en behouden van talent, carrièremogelijkheden en het geven en ontvangen van feedback. De uitkomsten van het onderzoek worden meegenomen in de management development programma's. Het ligt in de planning om in 2017 opnieuw een onderzoek naar de betrokkenheid onder medewerkers te doen.
Het leveren van duurzame prestaties heeft ook betrekking op de wijze waarop ForFarmers omgaat met veiligheid en ontwikkeling van medewerkers. De Raad van Commissarissen onderstreept het belang van de voortdurende aandacht die hiervoor gevraagd wordt. De Raad van Commissarissen ondersteunt de campagne #bettersafethansorry die ForFarmers is gestart.
De Raad kwam in 2016 zeven maal bijeen in plenaire vergaderingen. Deze vergaderingen van de Raad werden steeds in aanwezigheid van de CEO en CFO gehouden. De leden van de Directie waren aanwezig bij de vergaderingen van de Raad van Commissarissen voor zover de
onderwerpen inzake de jaarrekening, halfjaarresultaten en de begroting aan de orde waren. Er zijn voorts vijf telefonische vergaderingen geweest. Drie van deze vergaderingen betroffen de goedkeuring van de jaarrekening en halfjaarresultaten aan de vooravond van publicatie hiervan alsmede de bespreking van de voortgangsrapportage van november 2016. De telefonische vergadering van mei werd gehouden in verband met de notering aan Euronext en tijdens de telefonische vergadering van juli heeft de Raad van Commissarissen haar goedkeuring verleend voor de overname van Vleuten-Steijn. De Raad van Commissarissen is niet in alle plenaire vergaderingen voltallig aanwezig geweest. Om gezondheidsreden kon Henk Mulder bij drie vergaderingen niet aanwezig zijn. Een ander lid was niet aanwezig bij één vergadering. Deze leden hebben wel steeds kennis genomen van de onderwerpen op de agenda en hebben hun standpunt voorafgaand aan de vergadering kenbaar gemaakt aan de Voorzitter van de Raad.
De Raad van Commissarissen heeft daarnaast twee maal zonder (vertegenwoordigers van) de Raad van Bestuur vergaderd. Onderwerpen die daarbij onder meer aan de orde kwamen waren: inrichting van de interne organisatie alsmede de werkwijze en beloning (inclusief het variabele deel daarvan) van de Raad van Bestuur en de overige leden van de Directie alsmede het functioneren van de Directie als team evenals dat van de individuele leden van de Directie en de conclusies die hieraan verbonden moeten worden. Tevens heeft de Raad van Commissarissen buiten aanwezigheid van de Raad van Bestuur, gesproken over haar eigen functioneren, het functioneren van haar afzonderlijke commissies en dat van de individuele commissarissen en de conclusies die hieraan verbonden moeten worden. Tot slot is er door de respectievelijke leden vergaderd in de drie commissies (zie 'Commissies van de Raad van Commissarissen').
De voorbereiding op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders die ForFarmers in april 2016 heeft gehouden, is door de Raad gedaan in haar reguliere vergaderingen van februari en maart. Tijdens laatstgenoemde vergadering werden ook de jaarrekening en het bestuursverslag over het jaar 2015 besproken alsmede ontwikkelingen in het licht van Horizon 2020. De
externe accountant was daarbij aanwezig om een en ander toe te lichten. Daarnaast werden in die vergadering, buiten aanwezigheid van de accountant, de werknemersparticipatieplannen voor 2016 besproken. Gedurende het verslagjaar heeft de Raad van Commissarissen diverse keren met de Directie stilgestaan bij het reorganisatieproces in het Verenigd Koninkrijk. De Raad van Commissarissen heeft zich uitgebreid laten voorlichten over de achtergronden en heeft – onder meer – aandacht gevraagd voor de sociale aspecten, de cultuur en zorgvuldige communicatie. In juni heeft de Raad van Commissarissen vergaderd in Beelitz, Duitsland en heeft zij een werkbezoek gebracht aan de fabriek ter plaatse. Tevens hebben enkele leden van de Raad in het verslagjaar een bedrijfslocatie in het Verenigd Koninkrijk bezocht.
Het halfjaarbericht 2016 en de begroting voor 2017 kwamen respectievelijk in de vergaderingen van augustus en december aan de orde. In de vergadering van augustus is een presentatie gegeven over de ontwikkelingen en inrichting van de IT-processen en het harmoniseren van het applicatielandschap. In die vergadering is ook de voortgang besproken op het gebied van duurzaamheid. In haar vergadering van december heeft de Raad goedkeuring verleend aan de begroting voor 2017 met een recente versie van de lange-termijnplannen en de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico's, het beheers- en controlesysteem van de Vennootschap en de naleving van alle relevante wet- en regelgeving. In deze strategie zijn tevens opgenomen de operationele en financiële doelstellingen van de Vennootschap, de randvoorwaarden die daarbij worden gehanteerd en de voor de onderneming relevante maatschappelijke aspecten van ondernemen. Evaluatie van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vond plaats in april en de vergaderingen van juni en november stonden – onder meer – in het teken van het onderzoek naar de betrokkenheid onder medewerkers en de evaluatie van de notering aan Euronext, de detailplannen ten aanzien van potentiële acquisities en de interne risicomanagement- en controlesystemen.
Eens in de drie jaar bespreekt de Raad van Commissarissen haar functioneren met een externe adviseur. Aangezien de laatste evaluatie onder begeleiding van een externe adviseur eind 2013/begin 2014 is geweest, heeft de Raad van Commissarissen in het vierde kwartaal van 2016 opnieuw een zelfevaluatie onder begeleiding van een externe adviseur laten plaatsvinden. In dit kader heeft de Raad van Commissarissen gesproken over haar eigen functioneren, zowel voor wat betreft de Raad als geheel als de individuele leden. Hierbij is onder meer ingegaan op het gewenste profiel en de samenstelling en competentie van de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen streeft naar een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen, leeftijd, deskundigheid, ervaring en achtergrond.
De Raad heeft geconcludeerd dat zij, zowel als geheel als haar individuele leden, naar behoren functioneert. Verder heeft de Raad van Commissarissen haar vergaderingen in het afgelopen jaar geëvalueerd en is de ontwikkeling en strategie van de onderneming en de rol van de Raad van Commissarissen daarbij aan de orde geweest. De zelfevaluatie werd voorbereid door de Selectie- en benoemingscommissie van de Raad van Commissarissen.
De informatie als bedoeld in III.1.3 en III.5.2 van de Code is respectievelijk opgenomen in de paragraaf 'Samenstelling van de Raad van Commissarissen' en 'Commissies van de Raad van Commissarissen'.
Gedurende het boekjaar bestond de Raad uit zes leden en bleef de samenstelling ongewijzigd. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2016 werd de heer Cees van Rijn herbenoemd op voordracht van de Raad van Commissarissen. De Raad is nu als volgt samengesteld:
Sinds 2002 lid van de Raad van Commissarissen, eerst van (een voorganger van) Coöperatie FromFarmers U.A. en sinds 2007 van ForFarmers. Hij werd in mei 2014 benoemd tot voorzitter van de Raad van Commissarissen. Binnen de Raad is hij verder voorzitter van de Selectie- en benoemingscommissie. Hij is aftredend in 2018 en niet herbenoembaar. De heer Eggink is melkveehouder en bestuurder van Coöperatie FromFarmers U.A.
De heer Eggink houdt per 31 december 2016 geen aandelen, 7.179 certificaten van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap en, als lid van Coöperatie FromFarmers U.A. 12.130 participatierekeningen die zijn uitgegeven door genoemde coöperatie en kunnen worden omgezet in certificaten of aandelen in ForFarmers N.V.
Sinds 2010 lid van de Raad van Commissarissen, herbenoemd in 2014 en aftredend in 2017. Binnen de Raad heeft hij de functie van vicevoorzitter en is hij lid van de Selectie- en benoemingscommissie. De heer Mulder is directeur van H. Mulder Management B.V. en sinds begin 2017 lid van de Conseil d'Administration van het in Frankrijk beursgenoteerde bedrijf DUC SA.
De heer Mulder houdt per 31 december 2016 49.500 aandelen en geen certificaten van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap.
(1973, Nederlandse nationaliteit)
Sinds 2010 lid van de Raad van Commissarissen en herbenoembaar in 2018. Binnen de Raad is mevrouw Addink-Berendsen voorzitter van de Auditcommissie. Mevrouw Addink-Berendsen is melkveehoudster en lid van de Raad van Commissarissen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. en lid van het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Verder is zij lid van de Raad van Commissarissen van Alfa Top Holding, en penningmeester van de Stichting Hessenheemfonds.
Mevrouw Addink-Berendsen houdt per 31 december 2016 geen aandelen, 9.640 certificaten van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap en, als lid van Coöperatie FromFarmers U.A. 11.187 participatierekeningen die zijn uitgegeven door genoemde coöperatie en kunnen worden omgezet in certificaten of aandelen in ForFarmers N.V.
Sinds 2014 lid van de Raad van Commissarissen en herbenoembaar in 2018. De heer Hulshof is varkenshouder en daarnaast bestuurslid van Coöperatie Topigs en van Coöperatie FromFarmers U.A.
De heer Hulshof houdt per 31 december 2016, geen aandelen, geen certificaten van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap en, als lid van Coöperatie FromFarmers U.A. 6.480 participatierekeningen die zijn uitgegeven door genoemde coöperatie en kunnen worden omgezet in certificaten of aandelen in ForFarmers N.V.
Sinds 2012 lid van de Raad van Commissarissen en herbenoemd in 2016. Binnen de Raad is hij voorzitter van de Remuneratiecommissie en lid van de Auditcommissie. De heer Van Rijn is commissaris bij Detailresult Groep, Royal FloraHolland, Plukon Food Group, PwC Nederland, UTZ en Erasmus QI.
De heer van Rijn houdt per 31 december 2016 geen (certificaten van) aandelen in ForFarmers N.V.
(1970, Nederlandse nationaliteit)
Sinds 2015 lid van de Raad van Commissarissen en herbenoembaar in 2019. Binnen de Raad is hij lid van de Remuneratiecommissie. De heer Wunnekink is melkveehouder en lid van de Raad van Commissarissen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. en lid van het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
De heer Wunnekink houdt per 31 december 2016 geen aandelen, geen certificaten van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap en, als lid van Coöperatie FromFarmers U.A. geen participatierekeningen die zijn uitgegeven door genoemde coöperatie en kunnen worden omgezet in certificaten of aandelen in ForFarmers N.V.
De Raad van Commissarissen heeft één vrouwelijk lid. De Raad van Bestuur bestaat uit drie personen waarvan geen vrouwelijk lid. Hiermee is de samenstelling van de Raad van Commissarissen en van de Raad van Bestuur niet conform het streefpercentage van minimaal 30% vrouwen. De organisatie streeft naar een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen, leeftijd, deskundigheid, ervaring en achtergrond. Dit heeft de Raad ook opgenomen in haar profielschets. ForFarmers werkt aan een beleid op het gebied van diversiteit voor de Raad van Bestuur en voor de Raad van Commissarissen en zal bij de instroom van nieuwe kandidaten hier zo veel mogelijk rekening mee houden.
De Raad heeft in haar vergadering van 8 maart 2016 het rooster van aftreden aangepast en opnieuw vastgesteld. Het rooster van aftreden van de Raad van Commissarissen is opgenomen in dit rapport en is op de website van de Vennootschap geplaatst. Conform de Nederlandse Corporate Governance Code 2008 (hierna: de Code) kunnen leden van de Raad van Commissarissen maximaal drie termijnen van vier jaar aanblijven. Op dit moment vormt de huidige voorzitter van de Raad hierop nog een uitzondering als zijn termijn als lid van de Raad van Commissarissen van (een voorganger van) Coöperatie FromFarmers U.A. wordt meegerekend. Hij is in 2014 benoemd voor een termijn van vier jaar en zal uiterlijk in 2018 aftredend zijn. Het voorgaande is tevens vastgelegd in het reglement van de Raad van Commissarissen dat op de website van de Vennootschap is geplaatst.
Alle commissarissen, met uitzondering van twee personen, zijn onafhankelijk in de zin van
bestpracticebepaling III.2.2. van de Code. De Raad beschouwt de commissarissen die tevens bestuurder zijn van Coöperatie FromFarmers U.A., te weten: de heren V.A.M. Hulshof en J.W. Eggink, als niet onafhankelijk in de zin van de Code. De beoordeling heeft plaatsgevonden door zowel de afzonderlijke leden als door de Raad zelf. Daarbij heeft de Raad ten aanzien van de vraag of sprake is van een belangrijke zakelijke relatie mede in aanmerking genomen dat dit niet het geval is als er geen contractuele verplichting bestaat om bedrijfsbenodigdheden, producten en/of diensten bij (een dochtermaatschappij van) ForFarmers af te nemen.
Geen van de leden van de Raad van Commissarissen is lid van meer dan vijf raden van commissarissen van rechtspersonen (inclusief de Vennootschap) als bedoeld in artikel 2:252a van het Burgerlijk Wetboek en bestpracticebepaling III.3.4 van de Code.
De Raad van Commissarissen is niet bekend met enige vorm van belangenverstrengeling tussen de Vennootschap en leden van de Raad van Commissarissen, dan wel tussen de Vennootschap en natuurlijke of rechtspersonen die ten minste 10 procent van de aandelen (of certificaten daarvan) in de Vennootschap houden. De volgende leden van de Raad van Commissarissen hebben gedurende het boekjaar voer afgenomen van (een dochtermaatschappij van) de Vennootschap onder dezelfde gebruikelijke condities zoals die ook voor andere klanten van (een dochtermaatschappij van) de Vennootschap gelden: mevrouw Addink-Berendsen en de heren Eggink, Wunnekink en Hulshof. Deze transacties leiden op grond van artikel 11.5 van het reglement van de Raad van Commissarissen niet automatisch tot een tegenstrijdig belang.
| Naam | Jaar laatste benoeming | Herbenoembaar in | Aftredend uiterlijk in |
|---|---|---|---|
| J.W. Addink-Berendsen | 2014 | 2018 | 2022 |
| J.W. Eggink | 2014 | 2018 | |
| V.A.M.Hulshof | 2014 | 2018 | 2026 |
| H. Mulder | 2014 | 2017 | |
| C.J.M. van Rijn | 2016 | 2020 | 2024 |
| W.M. Wunnekink | 2015 | 2019 | 2027 |
Zoals vermeld in het reglement van de Raad van Commissarissen, heeft de Raad de volgende drie kerncommissies: een auditcommissie, een remuneratiecommissie en een selectie- en benoemingscommissie. Deze commissies zijn door de Raad uit haar midden in- en samengesteld. De Raad blijft verantwoordelijk voor besluiten, ook al zijn deze voorbereid door één van haar commissies. De Raad heeft voor iedere commissie een reglement opgesteld, houdende de principes en best practices van die commissies. De reglementen en de samenstelling van de kerncommissies zijn op de website van de vennootschap geplaatst. De Raad van Commissarissen heeft gedurende het verslagjaar van elk van haar commissies de verslagen van de beraadslagingen en bevindingen ontvangen. De samenstelling van de commissies, het aantal commissievergaderingen, de belangrijkste vergaderonderwerpen en de uitvoering van de taakopdracht door de commissies worden hieronder beschreven.
In 2016 bestond de Auditcommissie uit mevrouw Sandra Addink-Berendsen (voorzitter) en de heer Cees van Rijn (lid). Zoals vastgelegd in het reglement, ondersteunt de Auditcommissie de Raad in haar toezichthoudende taken en verantwoordelijkheden op het gebied van (i) externe financiële rapportage, accountantscontrole en toepassing richtlijnen voor de jaarverslaggeving, (ii) benoeming en functioneren van de externe accountant, (iii) kwaliteit en effectiviteit van interne, financiële en managementrapportages, alsmede van systemen voor interne risicobeheersing en controle en (iv) naleving van
interne procedures en van wet- en regelgeving en de werking van gedragscodes.
De Auditcommissie heeft in 2016 vier keer vergaderd. De externe accountant was bij al die vergaderingen aanwezig. Voorts waren de CEO, de CFO, de director Reporting, Tax & Risk Management en de Corporate Secretary bij alle vergaderingen aanwezig. De commissie heeft met
(vertegenwoordigers van) de Raad van Bestuur en de externe accountant uitvoerig de jaarrekening 2015, het bestuursverslag 2015, de halfjaarcijfers 2016, de operationele voortgangsrapportage en de persberichten hierover, de Management Letter en het externe auditplan 2016 besproken. Voorts kwamen de opvolging van de aanbevelingen van de externe accountant, de risico's en risicobeheersings- en controlesystemen, de bezetting van de finance afdeling en de belastingplanning op groepsniveau aan de orde. Met de agenda werd aan de leden van de Auditcommissie ook steeds een overzicht van (lopende en/of potentiële) juridische claims en een overzicht van incidentmeldingen verstrekt. De Auditcommissie heeft na iedere vergadering steeds buiten de aanwezigheid van (vertegenwoordigers van) de Raad van Bestuur met de externe accountant gesproken en heeft met de Raad van Commissarissen haar bevindingen gedeeld over de relatie met de externe accountant. De commissie is van mening dat de relatie met de externe accountant naar tevredenheid verloopt en ondersteunt het voorstel om KPMG Accountants N.V. als accountant voor het boekjaar 2017 te benoemen. De Auditcommissie heeft vastgesteld dat de risico's die gerelateerd zijn aan de strategie van de Vennootschap in beeld zijn gebracht en dat de systemen ter beheersing van die risico's gedurende het verslagjaar zijn geïmplementeerd. Daarnaast is de Auditcommissie actief betrokken geweest bij de werving van de interne auditor die met ingang van 1 januari 2017 bij ForFarmers in dienst is getreden.
Gedurende het verslagjaar werd de Selectie- en benoemingscommissie gevormd door de heren Jan Eggink (voorzitter) en Henk Mulder (lid). Zoals vastgelegd in het reglement, doet de Selectie- en benoemingscommissie onder meer voorstellen aan de Raad ten aanzien van de selectiecriteria en benoemingsprocedures, en met betrekking tot de omvang, samenstelling, (her)benoemingen en beoordeling van het functioneren van de Raad en het Bestuur.
De Selectie- en benoemingscommissie heeft in 2016 twee keer vergaderd. De commissie heeft een individuele profielschets opgesteld voor de vacature die in 2017 ontstaat in verband met het aftreden van de heer Henk Mulder. Deze profielschets is door de Raad goedgekeurd en vastgesteld in haar informele vergadering op 7 juli 2016. Op voorstel van de Raad van Commissarissen heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2016 de benoemingstermijnen van de heren Arnout Traas en Jan Potijk als leden van de Raad van Bestuur gewijzigd. Als gevolg daarvan is aan de benoeming van de heer Arnout Traas een termijn verbonden van vier jaar en aan de benoeming van de heer Jan Potijk een termijn van drie jaar vanaf de datum van de vergadering. Op voordracht van de Raad van Commissarissen is de heer Cees van Rijn door genoemde Algemene Vergadering herbenoemd tot lid van de Raad van Commissarissen voor een termijn van vier jaar. In verband met de opvolging van de heer Henk Mulder, heeft de Selectie- en benoemingscommissie in 2016 de nodige voorbereidingen getroffen en gesprekken met kandidaten gevoerd. Aan de Raad is de heer Cees de Jong, thans President en CEO van het Deense beursgenoteerde bioscience bedrijf Chr. Hansen, voorgesteld vanwege zijn brede internationale ervaring in branche-relevante organisaties. De Raad heeft de heer De Jong voorgedragen ter benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders die op 26 april 2017 gehouden zal worden.
De heer Cees van Rijn (voorzitter) en de heer Erwin Wunnekink maakten gedurende het gehele boekjaar 2016 deel uit van de Remuneratiecommissie. Zoals vastgelegd in het reglement, doet de Remuneratiecommissie onder meer voorstellen aan de Raad omtrent het te voeren remuneratiebeleid en de bezoldiging van individuele leden van de Raad van Bestuur. Door de Algemene Vergadering van 15 april 2016 werd het remuneratiebeleid vastgesteld en werd goedkeuring verleend aan de regeling terzake rechten tot het nemen van certificaten van gewone aandelen voor leden van de Raad van Bestuur.
De Remuneratiecommissie heeft in 2016 vier keer vergaderd. De CEO was steeds bij deze vergaderingen aanwezig. De commissie heeft voorbereidende werkzaamheden verricht bij het opstellen van het remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur, het remuneratierapport en de omzetting van de arbeidscontracten voor de heren Arnout Traas en Jan Potijk naar overeenkomsten van opdracht in overeenstemming met de respectievelijke benoemingstermijnen. Voorts heeft de Remuneratiecommissie overleg gehad met de CEO en een voorstel gedaan aan de Raad met betrekking tot de kortetermijn variabele bonusdoelstellingen (STI) voor de Directie voor 2016. Dit geldt ook voor de lange-termijn variabele bonusdoelstellingen voor de Directie (LTI - 2016-2018). De doelstellingen werden daarna door de volledige Raad besproken en goedgekeurd. De Remuneratiecommissie heeft de realisatie van de in 2015 overeengekomen doelstellingen met de Directie besproken op basis waarvan de variabele beloning (STI en LTI 2013-2015) werd berekend. De Remuneratiecommissie maakte hierbij gebruik van het rapport van de accountant waarin de juistheid van de berekening van de variabele beloning in relatie tot de financiële doelstellingen werd vastgesteld. De Raad heeft de voorgestelde bonusbedragen vervolgens goedgekeurd. Ook de voortgang van de realisatie van de korte- en lange-termijn doelstellingen zijn besproken. De Remuneratiecommissie heeft de werknemersparticipatieplannen 2016 besproken. Deze plannen zijn door de Raad van Commissarissen goedgekeurd. De Remuneratiecommissie heeft voorstellen gedaan aan de Raad van Commissarissen over aanpassingen aan het remuneratiebeleid voor de komende jaren. Deze voorstellen zullen worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 26 april 2017. De belangrijkste elementen van de contracten met leden van de Raad van
Bestuur zijn gepubliceerd op de website van de Vennootschap.
| Naam | Benoemingscommissie | Remuneratiecommissie | Auditcommissie |
|---|---|---|---|
| J.W. Addink-Berendsen | Voorzitter | ||
| J.W. Eggink | Voorzitter | ||
| V.A.M. Hulshof | |||
| H. Mulder | Lid | ||
| C.J.M. van Rijn | Voorzitter | Lid | |
| W.M. Wunnekink | Lid |
Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2014 is de bezoldiging van de Raad van Commissarissen vastgesteld voor een periode van drie jaar. Gedurende het verslagjaar heeft de Remuneratiecommissie de bezoldiging van de Raad van Commissarissen door een extern organisatie adviesbureau laten beoordelen. Bij de beoordeling is een vergelijking gemaakt met een peer group. De peer group bestaat uit de 10 grootste small cap en de 10 kleinste mid cap fondsen genoteerd aan Euronext en zijn gelijk aan de peer groups die gebruikt zijn voor de bepaling van het nieuwe remuneratiebeleid van de Directie. Bij de bepaling van de peer group is gekeken naar vergelijkbaarheid in omvang, complexiteit, belang en resultaat. Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 26 april 2017 zal worden voorgesteld om de bezoldiging voor de Raad van Commissarissen aan te passen voor een nieuwe periode van drie jaar, te weten 2017-2020.
Buiten de vergaderingen om is er regelmatig contact geweest tussen de voorzitter, de andere leden van de Raad en de Directie over diverse onderwerpen. Daarnaast zijn leden van de Raad op werkbezoek geweest naar Oost-Duitsland (Beelitz), en naar het Verenigd Koninkrijk, in aanwezigheid van een deel van de Directie.
In juni en december heeft ForFarmers conferenties voor het senior management gehouden. Tijdens deze bijeenkomsten is in aanwezigheid van enkele leden van de Raad onder meer aandacht besteed aan de voortgang en implementatie van de strategie Horizon 2020.
Het structuurregime is in 2014 ingericht op het niveau van ForFarmers Corporate Services B.V. (houdster van de Nederlandse ForFarmers-ondernemingen). De heer Hajé Nordbeck is daar commissaris op aanbeveling van de (gemeenschappelijke) Ondernemingsraad. ForFarmers N.V. kent een Europese Ondernemingsraad die in het verslagjaar twee keer bijeen is geweest. Deze bijeenkomsten werden niet bijgewoond door leden van de Raad van Commissarissen. Zoals aangegeven in het reglement van de Raad van Commissarissen, kan het initiatief tot een verzoek voor overleg zowel worden genomen door de Europese Ondernemingsraad als door de Raad van Commissarissen.
In het kader van de permanente educatie van de gehele Raad, heeft de Raad van Commissarissen workshops gevolgd over marktmisbruik en de ontwikkelingen op het gebied van corporate governance. Verder volgen diverse leden van de Raad cursussen bij diverse organisaties.
ForFarmers heeft onder leiding van de Directie en overige leidinggevenden en met de inzet, kennis en toewijding van alle medewerkers in 2016 verdere voortgang kunnen boeken als gevolg van strategische initiatieven in het kader van Horizon 2020. Wij danken de Directie, de medewerkers en de ondernemingsraden voor hun inzet en betrokkenheid en hebben er alle vertrouwen in dat de resultaten hiervan ook in 2017 zullen doorwerken.
Lochem, 13 maart 2017
De Raad van Commissarissen
Onderstaand remuneratierapport van de Raad van Commissarissen bevat een overzicht van het remuneratiebeleid, een verslag van de wijze waarop het remuneratiebeleid in het afgelopen boekjaar in praktijk is gebracht, een overzicht van het remuneratiebeleid dat het komende boekjaar en de daarop volgende jaren door de Raad van Commissarissen wordt voorzien en een verslag van de beloning van leden van de Raad van Commissarissen. Het remuneratiebeleid werd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgesteld op 15 april 2016.
De Raad van Commissarissen stelt, op advies van de Remuneratiecommissie, het remuneratiebeleid voor het bestuur (hierna: 'het Bestuur') van de Vennootschap op. Het begrip 'bestuur' omvat in dit remuneratiebeleid uitsluitend de wettelijke bestuurders en niet de personen die als directeur worden aangeduid (de 'niet-statutaire directieleden') maar geen wettelijke bestuurder zijn. Het remuneratiebeleid voor het bestuur en wijzigingen op dit beleid wordt door de algemene vergadering van ForFarmers N.V. (hierna: 'ForFarmers' of de 'Vennootschap') vastgesteld. Binnen het vastgestelde remuneratiebeleid stelt de Raad van Commissarissen, wederom op advies van de Remuneratiecommissie, de remuneratie van de individuele leden van het Bestuur vast. Het reglement van de Remuneratiecommissie is
gepubliceerd op de website van ForFarmers.
Voorafgaand aan het opstellen van dit remuneratiebeleid heeft de Raad van Commissarissen van ForFarmers de mogelijke uitkomsten van de variabele bezoldigingscomponenten en de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van de bestuurders geanalyseerd.
Het remuneratiebeleid is erop gericht gekwalificeerde personen aan te trekken, te behouden en te motiveren om de doelstellingen van ForFarmers te realiseren. Hierbij spelen ervaring in (internationale) activiteiten van ForFarmers en de benodigde managementkwaliteiten een belangrijke rol.
Het beleid is erop gericht om hooggekwalificeerde functionarissen, ook uit andere bedrijfstakken, voor een positie bij ForFarmers te interesseren en te behouden. Bij de vaststelling van het variabele deel van de remuneratie worden onder meer de resultatenontwikkeling evenals andere voor de Vennootschap relevante ontwikkelingen, waaronder niet-financiële indicatoren die relevant zijn voor de lange-termijn doelstellingen van de Vennootschap, in ogenschouw genomen, een en ander met inachtneming van de risico's die variabele bezoldiging voor de Vennootschap kan meebrengen. Voorts wordt de hoogte en de structuur van de bezoldiging van bestuurders beoordeeld door middel van uitgevoerde scenarioanalyses. De beloningsverhoudingen binnen de Vennootschap worden hierbij ook betrokken.
Bij de vaststelling van genoemde uitgangspunten wordt het remuneratiepakket vergeleken met dat van een aantal ondernemingen met vergelijkbare omvang, complexiteit, belang en resultaat; de zogenaamde peer group. Bij de vaststelling van de totale beloning zal de mediaan van de markt van de peer group als uitgangspunt worden genomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van onderzoek dat een onafhankelijk organisatieadviesbureau uitvoert. De Raad van Commissarissen zal het remuneratiepakket éénmaal in de drie jaar door een bureau laten toetsen om zich ervan te verzekeren dat het pakket voldoet aan de uitgangspunten van het remuneratiebeleid. In de tussenliggende jaren kan de beloning worden aangepast op basis van de gesignaleerde loonruimte in vergelijking met de peer group en inflatie. Het bestuur ontvangt een bezoldiging die bestaat uit een vast en een variabel deel. Het variabele deel kent zowel een korte-termijn als een lange-termijn element. Voor het variabele deel worden jaarlijks door de Raad van Commissarissen financiële en niet-financiële targets bepaald. Het remuneratiebeleid zal regelmatig worden getoetst; wijzigingen in het beleid zullen ter vaststelling aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden voorgelegd.
De totale remuneratie van de leden van het Bestuur van ForFarmers bestaat uit een basissalaris, een kortetermijn performance bonus, een lange-termijn performance bonus, pensioen en overige secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarnaast ontvangt de CEO een vaste korte termijn bonus van €100.000 per jaar gedurende de looptijd van zijn huidige contract die moet worden aangewend voor het senior werknemersparticipatieplan. Leden van het bestuur hebben voorts de mogelijkheid om deel te nemen aan een aandelenparticipatieprogramma voor het senior management van ForFarmers. Aan het bestuur worden geen rechten (opties) verleend tot het verkrijgen van (certificaten van) aandelen. De Vennootschap kent geen regeling die is gerelateerd aan een change of control van de Vennootschap.
Voorafgaand aan de vaststelling van de bezoldiging van individuele bestuurders analyseert de Raad van Commissarissen van ForFarmers de mogelijke uitkomsten van de variabele bezoldigingscomponenten en de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van de bestuurders.
De aanpassing van het basissalaris door de Raad van Commissarissen, op advies van de Remuneratiecommissie, vindt als regel per 1 januari plaats. Hierbij worden het persoonlijk functioneren, de resultaten van de afgelopen jaren, de eventuele ruimte ten opzichte van het normniveau en de algemene aanpassingen in de beloningsmarkt in ogenschouw genomen.
Ieder lid van het bestuur komt in aanmerking voor een korte– en/of lange-termijn performance bonus, waarvan de hoogte afhankelijk is van het realiseren van vooraf tussen de Raad van Commissarissen en het Bestuur afgesproken doelstellingen, die de uitvoering van de strategische agenda van ForFarmers ondersteunen, met een verantwoorde balans tussen een focus op de korte termijn en een focus op de lange-termijn. De vaststelling van de hoogte van de gerealiseerde variabele beloning vindt plaats door de Raad van Commissarissen op advies van de Remuneratiecommissie.
De externe accountant van de Vennootschap voert
specifiek overeengekomen werkzaamheden uit met betrekking tot de realisatie van de financiële targets van het korte– en lange-termijn beloningsplan.
De korte-termijn performance bonus als percentage van het vaste basissalaris bij het bereiken van alle doelstellingen, bedraagt voor:
Als de prestaties onder de 90% van een afgesproken doelstelling blijven, zal voor die doelstelling geen bonus worden uitbetaald. De maximale bonus voor een doelstelling zal worden uitbetaald als de prestaties uitkomen op ten minste 110% van de afgesproken doelstelling. Bij prestaties tussen de 90% en 110% van de afgesproken doelstelling wordt de bonus steeds proportioneel toegekend. Indien voor geen van de afgesproken doelstellingen 90% van de target wordt gerealiseerd wordt 0% bonus uitgekeerd. De doelstellingen voor de korte termijn performance bonus bestaan voor 70% uit financiële targets en voor 30% uit kwalitatieve targets (zulks zoals bepaald naar het oordeel van de Raad van Commissarissen).
De korte termijn performance bonus bestaat uit een jaarlijkse vergoeding in contanten en wordt uitbetaald in het volgende jaar, direct nadat de jaarrekening in de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders in dat jaar is vastgesteld.
In het remuneratiebeleid is voor leden van het Bestuur voorts plaats ingeruimd voor een remuneratie die verbetering op de lange-termijn beloont. De hoogte van de lange-termijn performance bonus is afhankelijk van de mate waarin de te leveren prestaties over een periode van drie jaar zijn bereikt. De te leveren prestaties zijn onder andere de ontwikkeling van de winst na belasting en de realisatie van de strategie en duurzaamheidsdoelstellingen van de onderneming. De te leveren prestaties worden door de Raad van Commissarissen vastgesteld op advies van de
Remuneratiecommissie. Als de prestatie voor een
onderdeel onder de 90% van de afgesproken doelstelling blijft, zal voor dat onderdeel geen bonus worden uitbetaald. De maximale bonus voor een doelstelling zal worden uitbetaald als de realisatie van deze doelstelling uitkomt op ten minste 110% van de afgesproken doelstelling. Bij prestaties tussen de 90% en 110% van de afgesproken doelstelling wordt de bonus steeds proportioneel toegekend. Indien voor geen van de doelstellingen 90% van de target wordt gerealiseerd bedraagt de bonus 0%. De doelstellingen voor de langetermijn performance bonus bestaan voor 60% uit financiële targets en voor 40% uit kwalitatieve targets (zulks zoals bepaald naar het oordeel van de Raad van Commissarissen).
De lange-termijn performance bonus als percentage van het vaste basis jaarsalaris bij het bereiken van alle doelstellingen, bedraagt voor:
Hierbij wordt het vaste basis jaarsalaris gehanteerd zoals dat geldt op 1 januari van het eerste jaar van de hiervoor bedoelde periode van drie jaar.
De lange-termijn performance bonus bestaat uit een vergoeding in contanten en wordt uitbetaald aan het einde van de hiervoor bedoelde periode van drie jaar, direct nadat de jaarrekening in de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders in het jaar na het einde van die periode is vastgesteld.
De leden van het Bestuur worden in beginsel jaarlijks uitgenodigd om deel te nemen aan een medewerkersparticipatieplan voor senior management. Deelnemers aan dit plan mogen jaarlijks (certificaten van) aandelen kopen voor een bedrag dat niet hoger is dan 70% van het brutobedrag van hun korte termijn bonus die zij in dat jaar ontvangen. Voor (certificaten van) aandelen die worden verkregen in het kader van voormeld werknemersparticpatieplan geldt een lock-up periode van drie jaar en een korting van 20% op de reguliere verkrijgingsprijs die wordt verleend in de vorm van toekenning van aanvullende (certificaten van) aandelen.
De Raad van Commissarissen kan bepalen dat een lid van het Bestuur andere beloningscomponenten hiervoor mag aanwenden.
Aan leden van het Bestuur worden geen (certificaten van) aandelen en/of rechten op (certificaten van) aandelen als onderdeel van hun bezoldiging toegekend. Deelname aan het werknemersparticipatieplan is ter discretie aan iedere individuele bestuurder. De Raad van Commissarissen stelt ieder jaar vast of het werknemersparticipatieplan kan worden uitgevoerd.
De Raad van Commissarissen is bevoegd de hoogte van het niet vaste deel van de remuneratie van bestuurders waarvan de toekenning geheel of gedeeltelijk afhankelijk is gesteld van het bereiken van bepaalde doelen of van het zich voordoen van bepaalde omstandigheden, aan te passen tot een passende hoogte indien uitkering ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Voorts is de Vennootschap (daartoe vertegenwoordigd door de Raad van Commissarissen of een daartoe door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders aangewezen persoon) bevoegd toegekende bonussen geheel of gedeeltelijk terug te vorderen voor zover de uitkering heeft plaatsgevonden op basis van onjuiste informatie over het bereiken van de aan de bonus ten grondslag liggende doelen of over de omstandigheden waarvan de bonus afhankelijk was gesteld. Een en ander is ook in de overeenkomsten met de leden van het Bestuur en de nietstatutaire directieleden opgenomen.
De CEO ontvangt een vaste vergoeding voor de opbouw van een eigen pensioenvoorziening van 20% van het vaste salaris. Voor de overige leden van het Bestuur geldt tot een basis jaarsalaris van € 100.000 de collectieve pensioenregeling inclusief excedentregeling van ForFarmers op basis van beschikbare premie en een eigen bijdrage van de deelnemers. Boven genoemd bedrag van €100.000 ontvangen zij een vergoeding voor de opbouw van een eigen pensioenvoorziening. De premie is vergelijkbaar met het bedrag aan pensioenpremie dat werd betaald voordat de maximale grens van €100.000 werd ingevoerd.
ForFarmers heeft voor de leden van het Bestuur een pakket aan secundaire arbeidsvoorwaarden. Hieronder vallen onder meer regelingen met betrekking tot zorgverzekering en arbeidsongeschiktheid, een ongevallenverzekering, een autoregeling, een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering en een onkostenregeling. ForFarmers verstrekt geen leningen, garanties en soortgelijke voordelen aan bestuursleden.
Het huidige contract met de CEO is aangegaan voor een periode tot aan de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2018. Indien het contract met de CEO door de Onderneming wordt beëindigd, wordt hij doorbetaald tot het einde van de contractduur. De contracten met de overige leden van het Bestuur zijn omgezet in contracten voor bepaalde tijd conform de maximale benoemingstermijn zoals die is opgenomen in de Nederlandse Corporate Governance Code. Contracten met bestuurders zullen in de toekomst in beginsel worden aangegaan voor een periode van vier jaar en daarin zal worden opgenomen dat bij tussentijdse opzegging door de Onderneming maximaal eenmaal het vaste jaarsalaris zal worden uitbetaald. Hetzelfde geldt in het geval dat een bestuurder na vier jaar niet voor herbenoeming in aanmerking komt. Indien dat maximum van éénmaal het vaste jaarsalaris voor een bestuurder die in zijn eerste benoemingstermijn wordt ontslagen kennelijk onredelijk is naar het oordeel van de Raad van Commissarissen, dan komt deze bestuurder in dat geval in aanmerking voor een ontslagvergoeding van maximaal tweemaal het vaste jaarsalaris. De Raad van Commissarissen is gerechtigd voormelde vergoeding niet toe te kennen of op een lager bedrag te bepalen, indien de Raad van Commissarissen van oordeel is dat vanwege de reden van het ontslag de toekenning van een vergoeding van een vast jaarsalaris naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Voor de goede orde zij opgemerkt dat de remuneratie van de niet-statutaire directieleden wordt vastgesteld door de CEO na voorafgaande consultatie van de Raad van Commissarissen. De remuneratie van de niet-statutaire
directieleden en overige medewerkers geschiedt binnen de kaders van dit beloningsbeleid.
In het boekjaar 2015 is door een onafhankelijk organisatieadviesbureau een marktonderzoek gedaan onder twee peer groups dat mede de hoogte en samenstelling van de remuneratie van leden van de Raad van Bestuur heeft bepaald. De samenstelling van de peer groups werd vastgesteld door de Remuneratiecommissie in samenspraak met een externe adviseur. De ene peer group bestond uit negen (9) ondernemingen in Nederland die actief zijn in de agrarische sector in Europa, waaronder Agrifirm, FrieslandCampina en Vion, en de andere peer group bestond uit dertien (13) small en midcap fondsen, waaronder Sligro, Wessanen en GrandVision. Bij de bepaling van de peer groups is gekeken naar vergelijkbaarheid in omvang, complexiteit, belang en resultaat. De peer groups zijn vergelijkbaar met het onderzoek dat werd uitgevoerd in 2012. De uitkomsten van het onderzoek zijn gebruikt voor het bepalen van de totale directe remuneratie (vast salaris, korte - en lange-termijn bonus) van de heren Arnout Traas en Jan Potijk vanaf 1 januari 2016. Voorts zullen de uitkomsten van het onderzoek worden gebruikt voor de totale directe remuneratie van de heer Yoram Knoop in het geval dat met hem een nieuw contract wordt aangegaan. De Remuneratiecommissie heeft voor de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur in 2016 geen gebruik gemaakt van de diensten van een externe remuneratieadviseur. Gedurende het verslagjaar zijn de arbeidsovereenkomsten van de heren Arnout Traas en Jan Potijk omgezet in overeenkomsten van opdracht die aansluiten bij de termijn waarvoor zij benoemd zijn als lid van de Raad van Bestuur, te weten respectievelijk 4 jaar (eindigend aan het eind van de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2020) en 3 jaar (eindigend aan het eind van de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2019). De benoemingstermijnen van respectievelijk 4 jaar en 3 jaar zijn gekozen om te voorkomen dat de termijnen van de heren Arnout Traas en Jan Potijk gelijktijdig eindigen.
Voorafgaand aan het opstellen van het remuneratiebeleid en voorafgaand aan de vaststelling van de remuneratie van individuele leden van de Raad van Bestuur heeft de
Raad van Commissarissen de mogelijke uitkomsten van de variabele bezoldigingscomponenten en de gevolgen daarvan voor de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur geanalyseerd.
De vaste salarissen van de leden van de Raad van Bestuur werden per 1 januari 2016 geïndexeerd met percentages zoals hieronder weergegeven. De Raad van Commissarissen heeft bij deze indexatie een inschatting gemaakt van de verwachte inflatieontwikkeling. De salarissen per 1 januari 2016 bedroegen:
| Yoram Knoop | (+1% vs. 2015) |
|---|---|
| Arnout Traas | (+4% vs. 2015) |
| Jan Potijk | (+19% vs. 2015) |
Korte- en lange-termijn performance bonus leden Raad van Bestuur
De doelstellingen voor de korte-termijn performance bonus voor 2016 waren voor 70% financieel – en voor 30% kwalitatief bepaald.
De doelstellingen voor de lange-termijn performance bonus waren voor 60% financieel – en voor 40% kwalitatief bepaald. De lange-termijn performance bonus werd vastgesteld over een periode van drie jaar, te weten 2014- 2016.
In onderstaand overzicht wordt aangegeven welke bonus percentages ten opzichte van het maximum zijn behaald door ieder individueel lid van de Raad van Bestuur.
Voor de korte-termijn performance bonus waren de financiële doelstellingen in het boekjaar gerelateerd aan de nettowinst of EBIT (voor 70%) en het percentage achterstallige vorderingen op debiteuren (voor 5% of 10%, afhankelijk van het betreffende lid van de Raad van Bestuur). De kwalitatieve doelstellingen hadden betrekking op specifieke projecten voor 2016 in het kader van de implementatie van Horizon 2020 zoals het opzetten van 'world class teams', implementatie van de CRM applicatie, het (in)vullen van de M&A portfolio en de notering aan Euronext Amsterdam. Afhankelijk van het betreffende lid van de Raad van Bestuur, weegt een project mee voor een aandeel van 5% tot 20% van de doelstelling. De scores voor wat betreft de financiële doelstellingen werden in 2016 gehaald in een range van 92,3% tot 96,7%. De scores voor wat betreft de kwalitatieve doelstellingen kwamen uit in een range tussen 77,5% en 100% van het vooraf afgesproken maximale niveau. De belangrijkste oorzaak van het niet behalen van de maximale scores was dat het verminderen van achterstallige debiteurenbedragen niet in alle clusters is gerealiseerd, en dat niet in alle gevallen de kwalitatieve doelstellingen zijn behaald.
Voor de lange-termijn performance bonus 2014-2016 betroffen de (cumulatief) financiële doelstellingen de realisatie van nettowinst-groei over drie jaar, zowel autonome winstgroei (25%) als winstgroei uit acquisities (25%). Het behalen van deze doelstellingen telt mee voor 50% in de lange-termijn performance bonus). De kwalitatieve doelstellingen hadden betrekking op de voorbereiding en inrichting van de governance structuur voor de beursnotering aan Euronext Amsterdam (voor 25%) en op de voortgang met betrekking tot de realisatie van de strategie Horizon 2020 (voor 25%).
| Variabele korte termijn bonus % |
Korte termijn % van maximum doelstelling (van 120%) |
Lange-termijn bonus % |
Lange-termijn % van maximum doelstelling (van 120%) |
|
|---|---|---|---|---|
| Yoram Knoop | 64,7% | 89,8% | 60% | 100% |
| Arnout Traas | 42,4% | 87,8% | 40% | 100% |
| Jan Potijk | 46,9% | 97,7% | 40% | 100% |
*Toelichting: Het maximum percentage is 120% ten opzichte van het percentage bij het bereiken van de doelstelling.
Voor wat betreft de lange-termijn performance bonus 2015-2017 zijn de (cumulatief) financiële doelstellingen voor 60% gerelateerd aan de netto winst groei (autonome en acquisitie) en zijn de kwalitatieve doelstellingen gerelateerd aan implementatie van Horizon 2020 voor 20%, aan de realisatie van de
duurzaamheidsdoelstellingen voor 10% en voor 10% aan realisatie van de notering aan Euronext Amsterdam. Met betrekking tot de lange-termijn performance bonus 2016- 2018 zijn de elementen gelijk aan die van 2015-2017 met dien verstande dat notering aan Euronext Amsterdam is vervangen door voortgang werknemers tevredenheid doelstelling. De lange-termijn financiële doelstellingen (2014-2016) werden gehaald tot een niveau van 100%. Alle financiële en niet-financiële doelstellingen uit het programma 2014-2016 zijn gerealiseerd.
De feitelijke doelstellingen worden niet openbaar gemaakt aangezien deze commercieel vertrouwelijk (kunnen) zijn en mogelijk koersgevoelig. Bij de vaststelling van bonusbedragen heeft de Raad van Commissarissen
gebruik gemaakt van het rapport dat de accountant heeft opgemaakt van de feitelijke bevindingen inzake de realisatie van bonusdoelstellingen door de Directie. Door de leden van de Raad van Bestuur zijn (een deel van) de korte- termijn performance bonus en de vaste kortetermijn bonus aangewend voor deelname aan de medewerkersparticipatieregeling voor senior management, hetgeen geresulteerd heeft in de verkrijging van 58.305 certificaten van aandelen door Yoram Knoop, van 15.024 certificaten van aandelen door Arnout Traas en 20.347 certificaten van aandelen door Jan Potijk. Voor de certificaten van aandelen die met deze regeling zijn verkregen geldt een lock-up periode van drie jaar en een korting van 20% op de reguliere verkrijgingsprijs conform het remuneratiebeleid en de regeling als bedoeld in artikel 2:135 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek zoals goedgekeurd door de Algemene Vergadering van 15 april 2016.
Per 31 december 2016 werden door de leden van de Raad van Bestuur de volgende (certificaten van) aandelen gehouden:
| Certificaten in lock-up met vrijval in 2017 |
Certificaten in lock-up met vrijval in 2018 |
Certificaten in lock-up met vrijval in 2019 |
Certificaten/Aandelen (niet in lock-up) |
|
|---|---|---|---|---|
| Yoram Knoop | 39.151 | 63.011 | 58.305 | 62.500 |
| Arnout Traas | 35.449 | 14.757 | 15.024 | 35.005 |
| Jan Potijk | 32.465 | 21.007 | 20.347 | 802.726 |
| Totaal | 107.065 | 98.775 | 93.676 | 900.231 |
De Vennootschap heeft geen beloning in de vorm van opties of (certificaten van) aandelen toegekend aan leden van de Raad van Bestuur en/of de Directie. De beloning van de leden van de Raad van Bestuur is niet afhankelijk van een change of control in de Vennootschap. Aan leden van de Raad van Bestuur zijn geen leningen verstrekt.
Een schematisch overzicht van de kosten die ForFarmers N.V. ('de Vennootschap') in het boekjaar 2016 heeft
gemaakt met betrekking tot de bezoldiging van leden van de Raad van Bestuur is hieronder opgenomen. Dit overzicht geeft een samenvatting van de remuneratie van de individuele leden van de Raad van Bestuur. Aan de leden van de Raad van Bestuur zijn in het boekjaar geen andere vergoedingen toegekend dan in het overzicht weergegeven.
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | Langetermijnpersoneelsbeloningen | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Salaris kosten(1) |
Prestatie bonus (korte termijn)(2) |
Overige vergoedingen (3) |
Pensioen kosten |
Prestatie bonus (lange termijn)(4) |
Werknemers participatieplan (5) |
||
| Raad van Bestuur | ||||||||
| Y.M. Knoop | 461 | 396 | 42 | 90 | 289 | 37 | 1.315 | |
| A.E. Traas | 370 | 158 | 64 | 11 | 149 | 16 | 768 | |
| J.N. Potijk | 391 | 193 | 68 | 11 | 145 | 18 | 826 | |
| Totaal | 1.222 | 747 | 174 | 112 | 583 | 71 | 2.909 |
(1) Inclusief werkgevers sociale lasten
(2) De prestatiebonus (korte termijn) is ten laste gebracht van het prestatiejaar en wordt in het opvolgende jaar uitbetaald.
(3) Overige vergoedingen hebben met name betrekking op gebruik van zakenauto's, toelagen voor levensloop, onkosten, pensioenvergoeding eigen regeling en eventuele reservering voor beëindiging van dienstverband.
(4) De prestatiebonus (lange termijn) betreft het proportionele deel van de kosten over de toekenningsperiode van drie jaar, waarbij gedurende de periode specifieke doelstellingen dienen te worden behaald. Na het derde jaar wordt de definitieve bonus bepaald en uitbetaald. (5) Het werknemers participatieplan betreft de verantwoorde kosten gedurende de toekenningsperiode met betrekking tot de verstrekte korting op de
voorwaardelijke toekenning en vertegenwoordigt niet de waarde van de certificaten die reeds in bezit zijn van de directieleden.
De Raad van Commissarissen heeft in het boekjaar geen aanleiding gezien om gebruik te maken van zijn bijzondere bevoegdheden tot het bijstellen dan wel terugvorderen van toegekende variabele of lange-termijn beloningen.
Gedurende het boekjaar werden aan (voormalig) leden van de Raad van Bestuur geen vertrekvergoedingen of andere bijzondere vergoedingen betaald.
Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 26 april 2017 zal een aangepast remuneratiebeleid ter vaststelling worden voorgelegd. Op advies van de Remuneratiecommissie wordt een voorstel gedaan tot aanpassing van het remuneratiebeleid, mede in verband met de nieuwe Nederlandse Governance Code 2016 en de voorgestelde verlengde lock-up periode met betrekking tot het werknemersparticipatieplan voor senior management.
De jaarlijkse beloning van de leden van de Raad van Commissarissen bedroeg, conform het in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2014 vastgestelde beleid, €50.000 voor de voorzitter, €35.000 voor de vicevoorzitter en €30.000 voor de overige leden van de Raad van Commissarissen, met een opslag van €7.500 voor elke commissaris die voorzitter is van een door de Raad ingestelde commissie en €5.000 voor elke commissaris die lid (niet-voorzitter) is van een door de Raad ingestelde commissie. Genoemde bedragen zijn exclusief btw. De leden van de Raad van Commissarissen ontvangen een jaarlijkse vaste onkostenvergoeding van €500.
In 2016 zijn de volgende beloningen verstrekt aan leden van de Raad van Commissarissen.
| In duizenden euro | Vacatiegeld | Commissie vergoeding |
Overige vergoedingen (1) |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Raad van Commissarissen | ||||
| J.W. Eggink | 50,0 | 7,5 | 5,3 | 62,8 |
| H. Mulder | 35,0 | 5,0 | 5,4 | 45,4 |
| J.W. Addink-Berendsen | 30,0 | 7,5 | 4,7 | 42,2 |
| V.A.M. Hulshof | 30,0 | 0,0 | 4,3 | 34,3 |
| C.J.M. van Rijn | 30,0 | 12,5 | 3,6 | 46,1 |
| W.M. Wunnekink | 30,0 | 5,0 | 4,7 | 39,7 |
| Totaal | 205,0 | 37,5 | 28,0 | 270,5 |
(1) Inclusief werkgevers sociale lasten
Gedurende het verslagjaar heeft de Raad van Commissarissen geen extra bezoldiging toegekend aan leden van de Raad van Commissarissen in verband met de vervulling van extra taken.
Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2014 is de bezoldiging van Raad van Commissarissen vastgesteld voor een periode van drie jaar. De remuneratiecommissie heeft in het verslagjaar de bezoldiging van de Raad van Commissarissen door een extern organisatieadviesbureau laten beoordelen. Bij de beoordeling is een vergelijking gemaakt met twee peer groups. De ene peer group bestaat uit ondernemingen die actief zijn in de agrarische sector in Europa en de andere peer group bestaat uit small en mid-cap fondsen en zijn
gelijk aan de peer groups die gebruikt zijn voor de bepaling van de remuneratie van de Directie. Bij de bepaling van de peer groups is gekeken naar vergelijkbaarheid in omvang, complexiteit, belang en resultaat. Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 26 april 2017 zal worden voorgesteld om de bezoldiging voor de Raad van Commissarissen aan te passen voor een nieuwe periode van drie jaar, te weten 2017-2020.
Per 31 december 2016 werden door de leden van de Raad van Commissarissen de volgende (certificaten van) aandelen gehouden:
| Certificaten/Aandelen Participatierekeningen | Totaal | ||
|---|---|---|---|
| J.W. Eggink | 7.179 | 12.130 | 19.309 |
| H. Mulder | 49.500 | - | 49.500 |
| J.W. Addink-Berendsen | 9.640 | 11.187 | 20.827 |
| V.A.M. Hulshof | - | 6.480 | 6.480 |
| C.J.M. van Rijn | - | - | - |
| W.M. Wunnekink | - | - | - |
| Totaal | 66.319 | 29.797 | 96.116 |
De Vennootschap heeft geen opties of (certificaten van) aandelen toegekend aan leden van de Raad van Commissarissen. De beloning van de leden van de Raad van Commissarissen is niet afhankelijk van de resultaten van de Vennootschap, noch van een change of control in de Vennootschap.
Aan leden van de Raad van Commissarissen werden geen leningen verstrekt.
Lochem, 13 maart 2017
Raad van Commissarissen
| Geconsolideerde jaarrekening | 112 |
|---|---|
| Geconsolideerde balans | 112 |
| Geconsolideerde winst-en-verliesrekening | 113 |
| Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat | 113 |
| Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen | 114 |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 115 |
| Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening | 116 |
| 1. Verslaggevende entiteit | 116 |
| 2. Toegepaste standaarden | 116 |
| 3. Functionele valuta en presentatie valuta | 117 |
| 4. Gebruik van schattingen en oordelen | 117 |
| 5. Operationele segmenten | 121 |
| 6. Bedrijfscombinaties | 123 |
| 7. Desinvesteringen | 125 |
| 8. Omzet | 125 |
| 9. Kosten van grond- en hulpstoffen | 126 |
| 10. Overige bedrijfsopbrengsten | 126 |
| 11. Bedrijfslasten | 127 |
| 12. Nettofinancieringslasten | 128 |
| 13. Winst per aandeel | 128 |
| 14. Op aandelen gebaseerde beloningsplannen | 129 |
| 15. Personeelsbeloningen | 132 |
| 16. Winstbelastingen | 139 |
| 17. Materiële vaste activa | 143 |
| 18. Immateriële activa en goodwill | 145 |
| 19. Vastgoedbeleggingen | 148 |
| 20. Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'- methode | 149 |
| 21. Handels- en overige vorderingen | 151 |
| 22. Voorraden | 152 |
| 23. Biologische activa | 152 |
| 24. Geldmiddelen en kasequivalenten | 153 |
| 25. Activa aangehouden voor verkoop | 154 |
| 26. Eigen vermogen | 155 |
| 27. Kapitaalmanagement | 158 |
| 28. Leningen en overige financieringsverplichtingen | 160 |
| 29. Voorzieningen | 162 |
| 30. Handelsschulden en overige te betalen posten | 164 |
| 31. Financiële instrumenten – Reële waarden en risico management | 165 |
| 32. Lijst met belangrijkste deelnemingen | 174 |
|---|---|
| 33. Minderheidsbelangen | 175 |
| 34. Verwerving van minderheidsbelangen | 177 |
| 35. Operationele leaseovereenkomsten | 178 |
| 36. Niet in de balans opgenomen verplichtingen | 178 |
| 37. Verbonden partijen | 179 |
| 38. Gebeurtenissen na balansdatum | 182 |
| 39. Basis voor waardering | 183 |
| 40. Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving | 183 |
| 41. Nog niet van toepassing zijnde nieuwe standaarden | 198 |
| Enkelvoudige jaarrekening | 201 |
| Enkelvoudige balans | 201 |
| Enkelvoudige winst-en-verliesrekening | 202 |
| Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening | 203 |
| 42. Algemeen | 203 |
| 43. Grondslagen voor de waardering van activa en verplichtingen en voor de | 203 |
| bepaling van het resultaat | |
| 44. Investeringen in deelnemingen | 203 |
| 45. Vorderingen op en schulden aan groepsmaatschappijen | 203 |
| 46. Financiële instrumenten | 203 |
| 47. Belastingen en premies sociale verzekeringen | 204 |
| 48. Eigen vermogen | 205 |
| 49. Voorzieningen | 209 |
| 50. Kredietfaciliteiten | 209 |
| 51. Niet in de balans opgenomen verplichtingen | 209 |
| 52. Bezoldiging van de Raad van Commissarissen en de statutaire bestuurders | 209 |
| Overige gegevens | 210 |
| Statutaire resultaatbestemmingsregeling | 210 |
| Bijzonder statutair recht inzake zeggenschap | 212 |
| Nevenvestigingen | 213 |
| Gebeurtenissen na balansdatum | 213 |
| Controleverklaring van de onafhankelijke accountant | 214 |
| Meerjarenoverzichten | 222 |
| In duizenden euro (voor winstbestemming) noot |
31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Materiële vaste activa 17 |
194.749 | 197.731 |
| Immateriële activa en goodwill 18 |
102.181 | 89.202 |
| Vastgoedbeleggingen 19 |
830 | 822 |
| Handels- en overige vorderingen 21 |
10.952 | 12.532 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode 20 |
21.653 | 19.714 |
| Uitgestelde belastingvorderingen 16 |
3.230 | 3.135 |
| Vaste activa | 333.595 | 323.136 |
| Voorraden 22 |
70.024 | 83.675 |
| Biologische activa 23 |
5.117 | 6.096 |
| Handels- en overige vorderingen 21 |
213.736 | 231.423 |
| Actuele belastingvorderingen | 943 | 39 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten* 24 |
152.854 | 133.065 |
| Activa aangehouden voor verkoop 25 |
- | 4.579 |
| Vlottende activa | 442.674 | 458.877 |
| Totaal activa | 776.269 | 782.013 |
| Eigen vermogen | ||
| Aandelenkapitaal | 1.063 | 106.261 |
| Agio | 143.554 | 38.356 |
| Reserve eigen aandelen | -1 | -399 |
| Reserve omrekeningsverschillen | -3.609 | 4.505 |
| Reserve kasstroomafdekkingen | 27 | - |
| Overige reserves en ingehouden winsten | 229.816 | 203.081 |
| Onverdeeld resultaat | 53.260 | 50.707 |
| Eigen vermogen toe te rekenen aan eigenaren van de Vennootschap 26 |
424.110 | 402.511 |
| Minderheidsbelangen 33 |
4.880 | 4.643 |
| Totaal eigen vermogen | 428.990 | 407.154 |
| Verplichtingen | ||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen 28 |
45.652 | 52.967 |
| Personeelsbeloningen 15 |
65.328 | 70.474 |
| Voorzieningen 29 |
3.295 | 3.475 |
| Handelsschulden en overige te betalen posten 30 |
7.660 | - |
| Uitgestelde belastingverplichtingen 16 |
9.875 | 8.990 |
| Langlopende verplichtingen | 131.810 | 135.906 |
| Bankschulden* 24 |
45.535 | 46.565 |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen 28 |
126 | 198 |
| Voorzieningen 29 |
2.050 | 1.049 |
| Handelsschulden en overige te betalen posten 30 |
161.326 | 183.152 |
| Actuele belastingverplichtingen | 6.432 | 7.989 |
| Kortlopende verplichtingen | 215.469 | 238.953 |
| Totaal verplichtingen | 347.279 | 374.859 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 776.269 | 782.013 |
* De vergelijkende cijfers per 31 december 2015 zijn aangepast. Voor verdere details wordt verwezen naar noot 2.
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 8 | 2.108.962 | 2.244.470 |
| Kosten van grond- en hulpstoffen | 9 | -1.701.590 | -1.820.266 |
| Brutowinst | 407.372 | 424.204 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 10 | 3.949 | 3.380 |
| Bedrijfsopbrengsten | 411.321 | 427.584 | |
| Personeelskosten | 15 | -150.542 | -148.479 |
| Afschrijvingen en amortisatie | 17 , 18 | -26.044 | -26.038 |
| Overige bedrijfskosten | 11 | -166.902 | -189.017 |
| Bedrijfslasten | 11 | -343.488 | -363.534 |
| Bedrijfsresultaat | 67.833 | 64.050 | |
| Financieringsbaten | 1.664 | 2.864 | |
| Financieringslasten | -5.192 | -5.426 | |
| Nettofinancieringslasten | 12 | -3.528 | -2.562 |
| Aandeel in het resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen | 20 | 3.816 | 4.681 |
| Winst vóór belastingen | 68.121 | 66.169 | |
| Winstbelastingen | 16 | -14.344 | -14.879 |
| Winst over het boekjaar | 53.777 | 51.290 | |
| Winst toe te rekenen aan: | |||
| Eigenaren van de Vennootschap | 53.260 | 50.707 | |
| Minderheidsbelangen | 33 | 517 | 583 |
| Winst over de periode | 53.777 | 51.290 | |
| Winst per aandeel in euro *) | |||
| Gewone winst per aandeel | 13 | 0,50 | 0,48 |
| Verwaterde winst per aandeel | 13 | 0,50 | 0,48 |
| Onderliggende EBITDA | 27 | 93.609 | 90.391 |
*) Winst per aandeel toe te rekenen aan de eigenaren van de Vennootschap
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Winst over de periode | 53.777 | 51.290 | |
| Niet-gerealiseerde resultaten | |||
| Posten die nooit zullen worden overgeboekt naar het resultaat | |||
| Herwaardering van toegezegd-pensioenverplichtingen | 15 , 16 | -527 | 7.303 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode - aandeel in niet-gerealiseerde resultaten | 20 , 26 | -1 | 15 |
| Gerelateerde belastingen | 16 | 317 | -2.452 |
| -211 | 4.866 | ||
| Posten die zijn of kunnen worden overgeboekt naar het resultaat | |||
| Buitenlandse activiteiten - valutaomrekeningsverschillen | -9.495 | 2.737 | |
| Kasstroomafdekkingen - effectieve deel van reële waardeveranderingen | 657 | - | |
| Kasstroomafdekkingen - geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening / balans | -621 | - | |
| Gerelateerde belastingen | 16 | 1.372 | -558 |
| -8.087 | 2.179 | ||
| Niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen | -8.298 | 7.045 | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 45.479 | 58.335 | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten toe te rekenen aan: | |||
| Eigenaren van de Vennootschap | 44.962 | 57.752 | |
| Minderheidsbelangen | 33 | 517 | 583 |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 45.479 | 58.335 |
| Toe te rekenen aan eigenaren van de Vennootschap | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | Aandelen kapitaal |
Agio | Reserve eigen aandelen |
Reserve omrekenings verschillen |
Reserve kasstroom afdekkingen |
Overige reserves en ingehouden winsten |
Onverdeeld resultaat |
Totaal | Minder heids belangen |
Totaal eigen vermogen |
| Stand op 1 januari 2016 | 106.261 | 38.356 | -399 | 4.505 | - | 203.081 | 50.707 | 402.511 | 4.643 | 407.154 | |
| Toevoeging uit het onverdeeld resultaat |
- | - | - | - | - | 50.707 | -50.707 | - | - | - | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | |||||||||||
| Winst | - | - | - | - | - | - | 53.260 | 53.260 | 517 | 53.777 | |
| Totaal niet-gerealiseerde resultaten | 16 , 26 | - | - | - | -8.114 | 27 | -211 | - | -8.298 | - | -8.298 |
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
- | - | - | -8.114 | 27 | -211 | 53.260 | 44.962 | 517 | 45.479 | |
| Transacties met eigenaren van de Vennootschap, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen Bijdragen en uitkeringen |
|||||||||||
| Dividenden | 26 | - | - | - | - | - | -24.734 | - | -24.734 | -280 | -25.014 |
| Aankoop/verkoop eigen aandelen | 26 | - | - | 84 | - | - | 916 | - | 1.000 | - | 1.000 |
| Aanpassing nominale waarde aandelen |
26 | -105.198 | 105.198 | 314 | - | - | -314 | - | - | - | - |
| Op aandelen gebaseerde | 15 | - | - | - | - | 371 | - | 371 | - | 371 |
| Totaal transacties met eigenaren van de Vennootschap |
-105.198 105.198 | 398 | - | - | -23.761 | - | -23.363 | -280 | -23.643 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stand op 31 december 2016 | 1.063 143.554 | -1 | -3.609 | 27 | 229.816 | 53.260 | 424.110 | 4.880 | 428.990 |
betalingstransacties
| 2015 | Toe te rekenen aan eigenaren van de Vennootschap | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | Aandelen kapitaal |
Agio | Reserve eigen aandelen |
Reserve omrekenings verschillen |
Reserve kasstroom afdekkingen |
Overige reserves en ingehouden winsten |
Onverdeeld resultaat |
Totaal | Minder heids belangen |
Totaal eigen vermogen |
| Stand op 1 januari 2015 | 106.261 | 38.356 | -466 | 2.326 | - | 169.262 | 48.140 | 363.879 | 4.363 | 368.242 | |
| Toevoeging uit het onverdeeld resultaat |
- | - | - | - | - | 48.140 | -48.140 | - | - | - | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | |||||||||||
| Winst | - | - | - | - | - | - | 50.707 | 50.707 | 583 | 51.290 | |
| Totaal niet-gerealiseerde resultaten | 16 , 26 | - | - | - | 2.179 | - | 4.866 | - | 7.045 | - | 7.045 |
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
- | - | - | 2.179 | - | 4.866 | 50.707 | 57.752 | 583 | 58.335 |
| Stand op 31 december 2015 | 106.261 | 38.356 | -399 | 4.505 | - | 203.081 | 50.707 | 402.511 | 4.643 | 407.154 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal transacties met eigenaren van de Vennootschap |
- | - | 67 | - | - | -19.187 | - | -19.120 | -303 | -19.423 | |
| Verwerving van minderheidsbelang zonder wijziging in de zeggenschap |
- | - | - | - | - | -654 | - | -654 | 97 | -557 | |
| Op aandelen gebaseerde betalingstransacties |
15 | - | - | - | - | - | 275 | - | 275 | - | 275 |
| Aankoop/verkoop eigen aandelen | 26 | - | - | 67 | - | - | -101 | - | -34 | - | -34 |
| Dividenden | 26 | - | - | - | - | - | -18.707 | - | -18.707 | -400 | -19.107 |
| Bijdragen en uitkeringen |
| Kasstroom uit operationele activiteiten Winst over het boekjaar 53.777 51.290 Aanpassingen voor: Afschrijvingen 17 20.378 20.199 Amortisatie 18 5.666 5.385 Wijziging in reële waarde van biologische activa (niet-gerealiseerd) 23 49 107 Bijzondere waardeverminderingsverliezen op immateriële activa en goodwill 18 - 454 Netto bijzonder waardeverminderingsverlies op handelsvorderingen 31 899 4.573 Nettofinancieringslasten 12 3.528 2.562 Aandeel in resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen 20 -3.816 -4.681 Resultaat op verkoop materiële vaste activa / vastgoedbeleggingen -780 -32 Resultaat op verkoop van belangen in deelnemingen 7 -786 -1.097 Resultaat op verkoop van activa aangehouden voor verkoop 25 -900 -164 Kosten van op aandelen gebaseerde betalingstransacties met afwikkeling in 15 371 275 eigenvermogensinstrumenten Belastinglast 16 14.344 14.879 92.730 93.750 Mutatie in: Voorraden & biologische activa 11.955 -4.964 Handels- en overige vorderingen 13.160 1.142 Handelsschulden en overige te betalen posten -14.776 -3.397 Voorzieningen en personeelsbeloningen -3.061 -8.082 Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten 100.008 78.449 Betaalde rente -2.628 -4.400 Betaalde winstbelastingen -15.957 -12.110 Netto kasstroom uit operationele activiteiten 81.423 61.939 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Ontvangen rente 1.664 2.433 Ontvangen dividenden uit deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode 20 2.766 5.753 Opbrengst uit verkoop van materiële vaste activa / vastgoedbeleggingen 2.266 1.059 Opbrengst uit verkoop van belangen in deelnemingen, na aftrek van afgestoten geldmiddelen 968 1.097 Opbrengst uit verkoop van activa aangehouden voor verkoop 25 5.575 1.000 Verwerving dochteronderneming, na aftrek van verworven geldmiddelen 6 -19.133 -14.048 Verwerving van materiële vaste activa 17 -31.617 -24.271 Verwerving van immateriële activa 18 -2.049 -995 Netto kasstroom gebruikt bij investeringsactiviteiten -39.560 -27.972 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Opbrengst uit aan- en verkoop van eigen aandelen 1.471 213 Opbrengst uit verkoop van eigen aandelen met betrekking tot het medewerkersparticipatieplan 2.115 1.095 Terugkoop van eigen aandelen met betrekking tot het medewerkersparticipatieplan -2.683 -3.184 Betaling van financial lease -141 -311 Verwerving van minderheidsbelangen - -654 Betaald dividend 26 -24.734 -18.707 Nettokasstroom gebruikt bij financieringsactiviteiten -23.972 -21.548 Netto-toename van geldmiddelen en kasequivalenten 17.891 12.419 Geldmiddelen en kasequivalenten op 1 januari 24 86.500 75.194 Effect van valutakoers- en omrekeningsverschillen op geldmiddelen 2.928 -1.113 Geldmiddelen en kasequivalenten op 31 december 24 107.319 86.500 |
In duizenden euro | noot | 2016 | 2015* |
|---|---|---|---|---|
* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
ForFarmers N.V. (de Vennootschap) is een naamloze vennootschap, statutair gevestigd in Nederland. Het adres van de statutaire zetel is Kwinkweerd 12, 7241 CW Lochem. De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap over 2016 omvat de Vennootschap en haar dochtermaatschappijen (tezamen te noemen de 'Groep' of 'ForFarmers') en het belang van de Groep in de joint venture.
Per 31 december 2016 is het belang in de Vennootschap als volgt verdeeld:
| 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|
|---|---|---|
| Aandelen Coöperatie FromFarmers U.A. (Direct) |
20,81% | 25,43% |
| Participatierekening bij leden (Indirect) |
32,45% | 35,59% |
| Coöperatie FromFarmers U.A. | 53,26% | 61,02% |
| Certificaten bij leden | 6,06% | 7,18% |
| Certificaten in lock up | 1,32% | 0,89% |
| Overige certificaathouders* | 4,68% | 30,91% |
| Aandelen Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers |
12,06% | 38,98% |
| Aandeelhouders (derden) | 34,68% | 0,00% |
| Totaal | 100,00% | 100,00% |
* betreft (voormalige) medewerkers van ForFarmers van wie de certificaten niet in de lock-up zitten en derden die hun certificaten nog niet hebben omgezet naar aandelen.
ForFarmers N.V. is een internationaal opererende voeronderneming die complete voeroplossingen biedt voor de (biologische) veehouderij. ForFarmers zet zich in "For the Future of Farming": voor de continuïteit van het boerenbedrijf en voor een financieel gezonde sector. Op 23 mei 2016, is de juridische entiteit ForFarmers B.V. omgezet naar ForFarmers N.V., om de beursnotering op Euronext Amsterdam mogelijk te maken die plaatsvond op 24 mei 2016.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard door de Europese Unie (EU-IFRS, hierna vermeld als IFRS) en artikel 2:362 lid 9 BW.
De geconsolideerde (en enkelvoudige) jaarrekening is goedgekeurd voor publicatie door de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen op 13 maart 2017. De jaarrekening van de Groep staat geagendeerd voor vaststelling op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 26 april 2017.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling.
Naast de wijziging in de grondslag voor financiële verslaggeving betreffende de 'Saldering van financiële activa en financiële verplichtingen', zoals hieronder nader is beschreven, zijn er geen nieuwe standaarden of wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving effectief vanaf 1 januari 2016 die een materieel effect hebben op de Groep.
IAS 32 'Financiële instrumenten: presentatie' schrijft voor dat een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd indien er een wettelijk afdwingbaar recht is om te salderen en de intentie is om af te wikkelen op een netto basis of het actief en de verplichting gelijktijdig worden afgewikkeld. De Groep heeft zowel het wettelijk afdwingbaar (contractueel) recht om bedragen te salderen die onder de notionele cashpoolovereenkomst
vallen als de intentie om af te wikkelen op een netto basis. Als gevolg van het feit dat IFRS is gebaseerd op principes en niet specifiek voorschrijft hoe de intentie om af te wikkelen op een netto basis moet worden onderbouwd, past de Groep bepaalde handelingen toe om aan te tonen dat is voldaan aan de "intentie om af te wikkelen op een netto basis".
In april 2016, is een 'Agenda Rejection Notice' ('ARN') gepubliceerd door de 'IFRS Interpretations Committee' ('IFRIC') betreffende de saldering van notionele cashpoolproducten. De kwestie in de ARN heeft te maken met de vraag of bepaalde cashpoolovereenkomsten voldoen aan de voorwaarden voor saldering van IAS 32. De IFRIC heeft nadere verduidelijking gegeven dat de overdracht van saldi naar een salderingsrekening moet plaatsvinden op het einde van de periode om daarmee de intentie aan te tonen dat op een netto basis wordt afgewikkeld.
Als gevolg van de ARN heeft de Groep de grondslag voor financiële verslaggeving aangepast. Deze wijziging in grondslag voor financiële verslaggeving wordt retrospectief toegepast. De vergelijkende cijfers per 31 december 2015 worden overeenkomstig aangepast conform de informatie die hieronder is beschreven.
De wijziging in de grondslag voor financiële verslaggeving, zoals hierboven is beschreven, heeft geen effect op de Geconsolideerde winst-en-verliesrekening (inclusief de gewone winst per aandeel en de verwaterde winst per aandeel), Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat, Geconsolideerd kasstroomoverzicht en het Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen.
In de Geconsolideerde balans zijn bedragen aangepast op de regels 'Geldmiddelen en kasequivalenten, Vlottende activa, Totaal activa, Bankschulden, Kortlopende verplichtingen en Totaal verplichtingen. Deze regels nemen toe met €44,8 miljoen naar de stand van 31 december 2015.
Informatie over de door de Groep gehanteerde
grondslagen die het meeste van invloed zijn op de jaarrekening is opgenomen in noot 39 en 40.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in euro's. Dit is tevens de functionele valuta van de Vennootschap. Alle financiële informatie die in euro's wordt gepresenteerd is afgerond op het naastliggende duizendtal, tenzij anders is aangegeven. De functionele valuta van de entiteiten van de Groep zijn voornamelijk de euro en het Britse pond. Het merendeel van hun transacties en resulterende saldi vinden plaats in hun lokale en functionele valuta. De volgende wisselkoersen zijn toegepast gedurende het boekjaar:
Koers op 31 december
| 2014: | €1,00 = £0,7789 |
|---|---|
| 2015: | €1,00 = £0,7340 |
| 2016: | €1,00 = £0,8562 |
| Gemiddelde koers | |
| 2015: | €1,00 = £0,7258 |
| 2016: | €1,00 = £0,8195 |
Bij het opstellen van deze geconsolideerde jaarrekening heeft het management oordelen gevormd en schattingen en veronderstellingen gemaakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Deze oordelen, veronderstellingen en schattingen zijn gemaakt, rekening houdend met de meningen en de adviezen van (externe) deskundigen. Herziening van schattingen worden verwerkt in de periode waarin de schattingen worden herzien en in de toekomstige perioden waarin deze wijzigingen invloed hebben.
Informatie over de gevormde oordelen bij de toepassing van de grondslagen die het meest van invloed zijn op de in de jaarrekening opgenomen bedragen, is opgenomen in de volgende onderdelen van de toelichting:
De schattingen en veronderstellingen die het meest relevant worden beschouwd zijn:
Een aantal grondslagen en toelichtingen van de Groep vereisen de bepaling van reële waarden, voor zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen.
De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld op de waarderingsdatum in een ordelijke transactie tussen ter zake goed geïnformeerde partijen op de primaire of, indien deze niet aanwezig is, de meest voordelige markt die voor de Groep toegankelijk is op die datum. De reële waarde van een verplichting weerspiegelt het risico op niet-nakoming.
Wanneer deze beschikbaar is, bepaalt de Groep de reële waarde van een financieel instrument met behulp van de genoteerde prijs op een actieve markt voor dat instrument. Een markt wordt beschouwd als actief als transacties voor het actief of passief plaatsvinden met voldoende frequentie en volume om prijsstellingsinformatie te verstrekken op een continue basis.
Als er geen prijsnotering is op een actieve markt, bepaalt de Groep de reële waarde door gebruik te maken van waarderingstechnieken die maximaal gebruik maken van relevante waarneembare inputs en zo weinig mogelijk van niet-waarneembare inputs. De gekozen waarderingstechniek omvat alle factoren waarmee marktpartijen rekening zouden houden bij het bepalen van de prijs van de transactie.
Als een actief dat of een verplichting die is gewaardeerd tegen reële waarde een bied- en een laatprijs heeft, waardeert de Groep haar activa en long posities tegen de biedprijs en haar passiva en short posities tegen laatprijs.
De beste onderbouwing van de reële waarde van een financieel instrument bij eerste waardering is normaliter de transactieprijs - dat wil zeggen de reële waarde van de verstrekte of ontvangen vergoeding. Indien de Groep vaststelt dat de reële waarde bij eerste waardering verschilt van de transactieprijs en de reële waarde niet wordt onderbouwd door een genoteerde marktprijs op een actieve markt voor een identiek actief of verplichting, noch is gebaseerd op een waarderingstechniek waarbij alle niet-waarneembare inputs worden beoordeeld als insignificant in relatie tot de waardering, wordt het financieel instrument bij eerste waardering gewaardeerd tegen reële waarde, aangepast om het verschil tussen de reële waarde bij eerste waardering en de transactieprijs uit te stellen. Vervolgens wordt dat verschil gedurende de looptijd van het instrument in de winst-en-verliesrekening verwerkt, maar niet later dan wanneer de waardering geheel wordt ondersteund door waarneembare marktgegevens of de transactie beëindigd is.
De Groep heeft een vast raamwerk van beheersmaatregelen ten aanzien van de bepaling van de reële waarden. Dit omvat onder meer een waarderingsteam met algehele verantwoordelijkheid voor het toezicht op alle belangrijke bepalingen van reële waarden, inclusief reële waarden van niveau 3. Het waarderingsteam rapporteert direct aan de CFO.
Het waarderingsteam beoordeelt periodiek belangrijke niet-waarneembare inputs en waardecorrecties. Als voor de waardering tegen reële waarde gebruik wordt gemaakt van informatie van derden, zoals broker quotes en prijsbepalingsdiensten, beoordeelt en documenteert het team het van derden verkregen bewijs om te verifiëren of deze waarderingen en de rubricering ervan in de niveaus van de reële-waardehiërarchie voldoen aan de vereisten van de IFRS.
Belangrijke waarderingsaangelegenheden worden gerapporteerd aan de auditcommissie van de Groep.
Bij het bepalen van de reële waarde van een actief of een verplichting maakt de Groep zoveel mogelijk gebruik van op de markt waarneembare gegevens. De reële waarden worden ingedeeld naar verschillende niveaus op basis van de reële-waardehiërarchie, afhankelijk van de inputs op basis waarvan de waarderingstechnieken zijn toegepast. De verschillende niveaus zijn als volgt gedefinieerd.
De Groep verwerkt eventuele herrubriceringen tussen de niveaus van reële-waardehiërarchie aan het einde van de verslagperiode waarin de wijziging zich heeft voorgedaan. Indien de inputs die worden gebruikt voor het bepalen van de reële waarde van een actief of verplichting binnen verschillende niveaus van de reële-waardehiërarchie vallen, dan wordt de bepaalde reële waarde in zijn geheel ingedeeld in hetzelfde niveau van de reëlewaardehiërarchie als de input van het laagste niveau die van belang is voor de gehele meting.
Meer informatie over de veronderstellingen van de
bepaling van reële waarden is opgenomen in de volgende noten.
Voor wat betreft de aan medewerkers toegekende certificaten van aandelen is de reële waarde gebaseerd op de marktprijs zoals van toepassing op de openbare beurs (tot 24 mei 2016: het multilaterale handelsplatform dat wordt geëxploiteerd door Van Lanschot) en indien noodzakelijk gecorrigeerd voor de voorwaarden waaronder de certificaten zijn toegekend.
De reële waarde van materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen verkregen in het kader van bedrijfscombinaties is de geschatte waarde waartegen het actief zou kunnen worden verhandeld tussen een goed geïnformeerde koper en verkoper in een zakelijke transactie tussen derde partijen. De reële waarde van materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen is gebaseerd op de marktbenadering en kostprijs benadering, waarbij gebruik wordt gemaakt van bekende marktprijzen voor vergelijkbare activa indien beschikbaar en vervangingskosten wanneer van toepassing. De vervangingswaarde houdt rekening met aanpassingen voor slijtage en functionele en economische veroudering.
De reële waarde van patenten en merknamen verkregen in een bedrijfscombinatie is gebaseerd op de contante waarde van de geschatte royalty betalingen die naar verwachting kunnen worden vermeden als gevolg van het verkrijgen van deze patenten en merknamen. De reële waarde van de cliëntenportefeuille verkregen in een bedrijfscombinatie wordt vastgesteld gebruik makend van de 'multi-period excess earnings'-methode. De reële waarde van overige immateriële activa is gebaseerd op de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen die met het gebruik en uiteindelijke verkoop van de desbetreffende activa zullen worden gerealiseerd.
De reële waarde van de voorraden verkregen in een bedrijfscombinatie wordt vastgesteld op basis van de geschatte verkoopprijs bij normale bedrijfsuitoefening minus de geschatte kosten voor verkoop en
verkoopgereed maken en minus een redelijke winstmarge gebaseerd op de inspanningen die nodig zijn voor het verkoopgereed maken en verkopen van de voorraden.
Indien er een markt is voor de desbetreffende biologische activa, wordt de marktprijs gezien als de juiste grondslag voor vaststelling van de waarde van deze activa. Indien er geen sprake is van een actieve markt, worden een of meer van de volgende methoden gebruikt om de reële waarde te schatten:
Bij het vaststellen van de reële waarde van vee zijn de inschattingen van het management nodig om de reële waarde vast te stellen. Deze schattingen en beoordelingen hebben betrekking op het gemiddelde gewicht van een dier, sterftecijfers en de actuele levensfase van het dier.
De reële waarde van derivaten wordt bepaald op basis van beschikbare marktinformatie of schattingsmethoden. In het geval van schattingsmethoden, wordt de reële waarde geschat:
De reële waarde bij de eerste opname van handels- en overige vorderingen, handelsschulden en overige te betalen posten met een looptijd langer dan een jaar wordt bepaald op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de marktrente op balansdatum, rekening houdende met eventuele bijzondere waardeverminderingen en het risico van oninbaarheid (van toepassing indien het een actief betreft). Bij het bepalen van het effectieve rentepercentage wordt rekening gehouden met opslagen of kortingen, en transactiekosten op het moment van de acquisitie.
De Groep onderscheidt de volgende drie strategische clusters, welke haar operationele en te rapporteren segmenten vormen:
Het assortiment dat de Groep verkoopt bestaat onder andere uit mengvoer, voer voor jonge dieren, speciaalvoer, ruwvoer en bijproducten alsmede zaden en meststoffen. Kernactiviteiten zijn de productie van voer, logistieke diensten en het aanbieden van Total Feed oplossingen gebaseerd op nutritionele know how.
De clusters bieden soortgelijke producten en diensten aan en kennen vergelijkbare productieprocessen en distributiemethoden. Omdat echter de operationele segmenten afzonderlijk worden bestuurd en sprake is van verschillende valuta (Verenigd Koninkrijk cluster versus de overige clusters) worden operationele segmenten niet geïntegreerd.
Deze opdeling in segmenten is consistent met de organisatiestructuur en de interne management
rapportage en representeert tevens de geografische regio's waarin de Groep actief is. Het hoofdkantoor van de Groep is gevestigd in Lochem, Nederland.
De Directie van de Groep beoordeelt de interne managementrapportages van elk cluster op maandelijkse basis en opereert gezamenlijk als belangrijkste operationeel besluitvormend orgaan.
Er bestaan verschillende niveaus van integratie tussen de segmenten. Deze integratie betreft ook onderlinge leveringen van voorraden en gezamenlijke logistieke dienstverlening. De vaststelling van de prijzen van deze leveranties tussen segmenten vindt plaats op basis van zakelijke afspraken zoals die tussen onafhankelijke partijen zouden zijn gemaakt.
Informatie over de te rapporteren segmenten is hierna gepresenteerd. Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten per segment betreft het resultaat voor rente en belastingen en wordt gebruikt voor het beoordelen en meten van de prestaties omdat dit volgens de Directie de belangrijkste maatstaf is bij evaluatie van de resultaten van de segmenten in vergelijking met andere ondernemingen actief in dezelfde bedrijfstak.
| 2016 | ||
|---|---|---|
| In duizenden euro | Nederland Duitsland/België | Verenigd Koninkrijk |
Groep / | eliminaties Geconsolideerd | |
|---|---|---|---|---|---|
| Externe omzet | 958.523 | 519.543 | 630.704 | 192 | 2.108.962 |
| Omzet uit transacties tussen segmenten | 60.549 | 2.742 | - | -63.291 | - |
| Omzet | 1.019.072 | 522.285 | 630.704 | -63.099 | 2.108.962 |
| Brutowinst | 201.555 | 69.901 | 134.654 | 1.262 | 407.372 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 1.557 | 1.017 | 1.271 | 104 | 3.949 |
| Bedrijfslasten | -144.762 | -60.471 | -121.165 | -17.090 | -343.488 |
| Bedrijfsresultaat | 58.350 | 10.447 | 14.760 | -15.724 | 67.833 |
| Afschrijving en amortisatie | 8.550 | 4.035 | 10.712 | 2.747 | 26.044 |
| EBITDA | 66.900 | 14.482 | 25.472 | -12.977 | 93.877 |
| Materiële vaste activa | 77.330 | 35.691 | 78.551 | 3.177 | 194.749 |
| Immateriële activa en goodwill | 44.780 | 4.817 | 46.615 | 5.969 | 102.181 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | - | 21.653 | - | - | 21.653 |
| Overige vaste activa | 2.908 | 10.056 | 7.361 | -5.313 | 15.012 |
| Vaste activa | 125.018 | 72.217 | 132.527 | 3.833 | 333.595 |
| Vlottende activa | 187.634 | 144.571 | 105.818 | 4.651 | 442.674 |
| Totaal activa | 312.652 | 216.788 | 238.345 | 8.484 | 776.269 |
| Eigen vermogen | -147.448 | -70.351 | -33.373 | -177.818 | -428.990 |
| Verplichtingen | -165.204 | -146.437 | -204.972 | 169.334 | -347.279 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | -312.652 | -216.788 | -238.345 | -8.484 | -776.269 |
| Investeringen* | 7.956 | 5.524 | 17.339 | 2.848 | 33.667 |
| Werkkapitaal | 35.730 | 41.822 | 50.295 | - 7.961 | 119.886 |
| Onderliggende EBITDA | 65.897 | 14.482 | 26.207 | -12.977 | 93.609 |
2015
| In duizenden euro | Nederland Duitsland/België | Verenigd Koninkrijk |
Groep / | eliminaties Geconsolideerd | |
|---|---|---|---|---|---|
| Externe omzet | 943.202 | 529.585 | 771.508 | 175 | 2.244.470 |
| Omzet uit transacties tussen segmenten | 58.664 | - | - | -58.664 | - |
| Omzet | 1.001.866 | 529.585 | 771.508 | -58.489 | 2.244.470 |
| Brutowinst | 190.131 | 66.045 | 166.904 | 1.124 | 424.204 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 1.866 | 563 | 943 | 8 | 3.380 |
| Bedrijfslasten** | -141.109 | -58.627 | -150.455 | -13.343 | -363.534 |
| Bedrijfsresultaat | 50.888 | 7.981 | 17.392 | -12.211 | 64.050 |
| Afschrijving en amortisatie | 8.167 | 3.609 | 11.754 | 2.508 | 26.038 |
| EBITDA | 59.055 | 11.590 | 29.146 | -9.703 | 90.088 |
| Materiële vaste activa | 77.923 | 34.263 | 82.920 | 2.625 | 197.731 |
| Immateriële activa en goodwill | 20.580 | 4.861 | 57.286 | 6.475 | 89.202 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | - | 19.714 | - | - | 19.714 |
| Overige vaste activa | 2.800 | 11.842 | 10.472 | -8.625 | 16.489 |
| Vaste activa | 101.303 | 70.680 | 150.678 | 475 | 323.136 |
| Vlottende activa | 193.135 | 132.245 | 124.644 | 8.853 | 458.877 |
| Totaal activa | 294.438 | 202.925 | 275.322 | 9.328 | 782.013 |
| Eigen vermogen | -138.524 | -58.854 | -25.719 | -184.057 | -407.154 |
| Verplichtingen | -155.914 | -144.071 | -249.603 | 174.729 | -374.859 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | -294.438 | -202.925 | -275.322 | -9.328 | -782.013 |
| Investeringen* | 7.143 | 3.796 | 12.546 | 1.781 | 25.266 |
| Werkkapitaal | 38.288 | 49.905 | 51.716 | - 11.064 | 128.845 |
| Onderliggende EBITDA | 59.455 | 11.590 | 29.049 | -9.703 | 90.391 |
* Heeft betrekking op immateriële activa en materiële vaste activa
** Bedrijfslasten in 2015 zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden door verfijning van de overheadallocatie
De kolom groep / eliminaties bevat zowel bedragen als gevolg van activiteiten voor de Groep als eliminaties in het kader van de consolidatie.
Onder overige vaste activa wordt in dit verband verstaan materiële vaste activa, immateriële activa en goodwill en vastgoedbeleggingen.
Het werkkapitaal bestaat uit de voorraden, biologische activa, handels- en overige vorderingen minus de kortlopende verplichtingen.
De Groep is niet afhankelijk van individuele grote afnemers.
De aansluiting tussen het bedrijfsresultaat van de te rapporteren segmenten en het winst voor belastingen van de Groep is hierna weergegeven:
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsresultaat segmenten |
67.833 | 64.050 | |
| Financieringsbaten | 12 | 1.664 | 2.864 |
| Financieringskosten | 12 | -5.192 | -5.426 |
| Aandeel resultaat deelnemingen verwerkt volgens 'equity'- methode, na belastingen |
20 | 3.816 | 4.681 |
| Winst voor belastingen | 68.121 | 66.169 |
Op 22 juli 2016 heeft ForFarmers de overname van VleutenSteijnVoeders B.V. ('Vleuten-Steijn) aangekondigd. Goedkeuring voor deze transactie werd eind september 2016 verkregen, waarna ForFarmers alle aandelen van Vleuten-Steijn heeft overgenomen. Vleuten-Steijn is een veevoederonderneming gericht op de varkenssector in voornamelijk Zuidoost-Nederland en Duitsland. De onderneming genereerde in 2015 een omzet van circa €91 miljoen door de verkoop van circa 295.000 ton voeders aan veelal grotere bedrijven in met name het zeugen- en biggensegment. Vleuten-Steijn heeft de productie van diervoeders aan derden uitbesteed. De bedrijfsactiviteiten van Vleuten-Steijn worden geïntegreerd in ForFarmers Nederland.
Vleuten-Steijn wordt vanaf 1 oktober 2016 geconsolideerd in de resultaten van ForFarmers. Vanaf de datum van acquisitie droeg Vleuten-Steijn €21,9 miljoen bij aan de omzet en €0,9 miljoen aan het resultaat voor belastingen. Indien de acquisitie van Vleuten-Steijn had plaatsgevonden per begin boekjaar zou de bijdrage aan de omzet €85,1 miljoen en de bijdrage aan het resultaat voor belastingen €3,1 miljoen hebben bedragen. Hiermee zou per begin boekjaar de omzet van de Groep €2.172 miljoen hebben bedragen en het resultaat voor belastingen van de Groep €70,4 miljoen.
| In duizenden euro | Vleuten Steijn |
|---|---|
| Overgedragen vergoeding | 20.481 |
| Afwikkeling vordering op voormalige aandeelhouder |
2.406 |
| Voorwaardelijke vergoeding | 7.638 |
| Verkrijgingsprijs | 30.525 |
Zoals overeengekomen in de koopovereenkomst is 70% van de transactiesom in 2016 betaald (€20.481 duizend). Het restant wordt betaald na 3 jaar, afhankelijk van het behalen van een aantal reeds bepaalde criteria. De Groep heeft hiervoor €7.638 duizend als voorwaardelijke vergoeding opgenomen, zijnde de reële waarde op de overnamedatum (1 oktober 2016). Op 31 december 2016 was de waarde van de voorwaardelijke vergoeding gestegen tot €7.660 duizend (zie noot 30).
De kosten samenhangend met de acquisitie bedroegen €0,5 miljoen. Deze kosten hebben betrekking op due diligence-kosten en juridische advieskosten welke zijn verantwoord in de overige bedrijfskosten.
De voorlopige reële waarden van de identificeerbare activa en verplichtingen van Vleuten-Steijn aangekocht per de datum van acquisitie waren:
| In duizenden euro | Vleuten Steijn |
|---|---|
| Materiële vaste activa | 39 |
| Immateriële activa (klantenportefeuille) | 9.039 |
| Voorraden | 57 |
| Handels- en overige vorderingen | 10.665 |
| Actuele belastingvorderingen | 122 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 1.348 |
| Activa | 21.270 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 2.260 |
| Handelsschulden en overige te betalen posten | 3.891 |
| Actuele belastingverplichtingen | 163 |
| Verplichtingen | 6.314 |
| Totaal identificeerbare netto activa tegen reële waarde |
14.956 |
| Goodwill gerelateerd aan de overname | 15.569 |
| Verkrijgingsprijs | 30.525 |
| Verworven activa |
Waarderingstechniek |
|---|---|
| Materiële vaste activa |
Marktvergelijkingstechniek en kostentechniek: Het waarderingsmodel gaat uit van genoteerde marktprijzen voor vergelijkbare posten, indien beschikbaar, en afgeschreven vervangingskosten, waar van toepassing. Afgeschreven vervangingskosten omvatten aanpassingen voor fysieke slijtage en functionele en financiële veroudering. |
| Immateriële activa |
Multi-period excess earnings'-methode: de 'multi-period excess earnings'-methode gaat uit van de contante waarde van de nettokassstromen die naar verwachting worden gegenereerd door de klantenrelaties. |
| Voorraden | Marktvergelijkingstechniek: De reële waarde wordt bepaald op basis van de geschatte verkoopprijs onder normale zakelijke omstandigheden, minus de geschatte kosten van sluiting en verkoop, en een redelijke winstmarge op basis van de inspanningen die vereist zijn om de voorraden gereed te maken en te verkopen. |
De handels- en overige vorderingen bestaan uit bruto contractuele vorderingen van €13.121 duizend, waarvan €2.456 duizend naar verwachting oninbaar was op datum van acquisitie.
De overname van Vleuten-Steijn is verantwoord volgens de acquisitiemethode waarbij de betaalde prijs is gebaseerd op een ondernemingswaarde van €30,5 miljoen. Het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs en de voorlopige reële waarde van de identificeerbare activa en verplichtingen is geactiveerd als goodwill. De goodwill is bepaald op €15,6 miljoen. De goodwill is de waarde van de verwachte synergie-voordelen van de acquisitie. De goodwill is volledig toegerekend aan het cluster Nederland. De eventuele waardeverminderingen en afschrijvingen op goodwill en de klantenportefeuille zijn niet fiscaal aftrekbaar bij de berekening van de winstbelastingen.
In december 2014 heeft de Groep de acquisitie van de voeractiviteiten van Countrywide Farmers aangekondigd, onder voorbehoud van goedkeuring door de mededingingsautoriteiten. Goedkeuring voor deze transactie werd verkregen op 1 mei 2015. Deze bedrijfsactiviteiten zijn geïntegreerd in ForFarmers UK. De betaalde prijs is gebaseerd op een ondernemingswaarde van €14 miljoen. De transactie is vormgegeven als activapassiva transactie inclusief de overname van 49 medewerkers en verantwoord volgens de acquisitiemethode. Het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs en de reële waarde van de identificeerbare activa is geactiveerd als goodwill. De goodwill is bepaald op €2,0 miljoen. De goodwill is de waarde van de verwachte synergie-voordelen van de acquisitie. De goodwill is volledig toegerekend aan het cluster Verenigd Koninkrijk. Deze goodwill en de klantportefeuille vormen een aftrekbare post bij de berekening van de winstbelastingen.
Vanaf de datum van acquisitie droeg Countrywide Farmers €68,0 miljoen bij aan de omzet en €2,1 miljoen aan het resultaat voor belastingen. Indien de acquisitie van Countrywide had plaatsgevonden per begin boekjaar 2015 zou de bijdrage aan de omzet €102,0 miljoen hebben bedragen en de bijdrage aan het resultaat voor belastingen €3,2 miljoen. Hiermee zou per begin boekjaar 2015 de omzet van de Groep €2.278 miljoen hebben
bedragen en het resultaat voor belastingen van de Groep €67,3 miljoen.
De kosten samenhangend met de acquisitie bedroegen €1,1 miljoen. Er is met de vorige eigenaar van Countrywide Farmers geen voorwaardelijke betaling overeengekomen.
De voorlopige reële waarden van de identificeerbare activa en verplichtingen van Countrywide Farmers aangekocht in 2015 per de datum van acquisitie zijn niet veranderd en definitief geworden in 2016:
| In duizenden euro | Countrywide Farmers |
|---|---|
| Activa | 12.072 |
| Immateriële activa (klantenportefeuille) | 12.072 |
| Verplichtingen | - |
| Totaal identificeerbare netto activa tegen reële waarde |
12.072 |
| Goodwill gerelateerd aan de overname | 1.976 |
| Verkrijgingsprijs | 14.048 |
Per 30 juni 2016 heeft de Groep zijn belang in Leafield Feeds Ltd. aan SugaRich verkocht voor €1,3 miljoen, resulterend in een winst van €0,8 miljoen welke geclassificeerd is als overige bedrijfsopbrengsten in de winst-en-verliesrekening. De Leafield brood en biscuit producten worden voornamelijk verkocht aan businessto-business klanten. Omdat ForFarmers zich richt op de verkoop van producten en diensten aan boeren en de productportfolio daarop is afgestemd, is de beslissing genomen om Leafield te verkopen. De verkoop betreft een aandelentransactie van de entiteit Leafield Feeds Ltd. en heeft betrekking op de productielocatie in Wakefield, West Yorkshire en 15 werknemers. Aangezien de transactie is afgerond per 30 juni 2016 werden de overeenkomstige activa en passiva van Leafield Feeds Ltd.
gedeconsolideerd en volledig overgedragen aan SugaRich.
In 2016 heeft de Groep de indirecte transportactiviteiten van Wheyfeed verkocht aan de voormalige aandeelhouder van Wheyfeed Ltd. De voederactiviteiten van Wheyfeed Ltd. alsmede de entiteit zelf blijven eigendom van de Groep. De boekwinst van €0,4 miljoen heeft betrekking op de afgestoten transportmiddelen en is verantwoord onder overige bedrijfsopbrengsten, zie noot 10.
In 2015 heeft de Groep haar 6% belang in Adaptris (Verenigd Koninkrijk) verkocht aan RBI. De aandelen zijn geleverd op 2 oktober 2015. Met de verkoop is een boekwinst van €1,1 miljoen gerealiseerd die is verantwoord als overige bedrijfsopbrengsten.
De geografische verdeling van de omzet kan als volgt worden weergegeven:
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Nederland | 856.911 | 855.857 |
| Duitsland | 461.478 | 454.348 |
| België | 136.837 | 146.564 |
| Verenigd Koninkrijk | 630.668 | 768.387 |
| Overige landen binnen EU | 22.534 | 18.257 |
| Overige landen buiten EU | 534 | 1.057 |
| Totaal | 2.108.962 | 2.244.470 |
De verdeling van de omzet per categorie kan als volgt worden weergegeven:
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Mengvoer | 1.712.056 | 1.842.912 |
| Overige omzet | 396.906 | 401.558 |
| Totaal | 2.108.962 | 2.244.470 |
De afname van de omzet van €135,5 miljoen wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door valutaomrekeningsverschillen van €88,2 miljoen), waarbij het effect van acquisities zorgde voor een toename van de omzet van €34,4 miljoen. Dit resulteert in een afname van de autonome omzet met €81,7 miljoen. Deze afname is het gevolg van lagere prijzen van grondstoffen deels gecompenseerd door het hoger volume. De overige omzet heeft voornamelijk betrekking op leveringen van enkelvoudige voeders, overige handelsproducten alsmede geleverde diensten (dit laatste is immaterieel voor separate presentatie).
In 2016 is op voorraden een bedrag van €35 duizend afgeschreven (2015: €20 duizend).
De overige bedrijfsopbrengsten bevatten onder meer bedragen voor de desinvestering in Leafield Feeds Ltd. (Verenigd Koninkrijk), €0,8 miljoen, de verkoop van transportmiddelen van Wheyfeed (Verenigd Koninkrijk), €0,4 miljoen, de verkoop van de bedrijfshal in Doetinchem (Nederland), €0,1 miljoen, en de verkoop van grond in Oss (Nederland), €0,9 miljoen. Deze laatste werd eerder geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop (2015: €1,1 miljoen voor de desinvestering in Adaptris en €0,3 miljoen voor de verkoop van de Cranswick-locatie, beiden in het Verenigd Koninkrijk). Voor toelichting over de desinvesteringen en de verkochte activa die eerder werd geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop wordt verwezen naar Noot 7 respectievelijk Noot 25.
De autonome daling van de bedrijfslasten bedroeg €4,0 miljoen. De overige mutaties worden voornamelijk veroorzaakt door een valutaomrekeningsverschil (-€17,2 miljoen), het effect van acquisities en desinvesteringen (€1,2 miljoen) en incidentele items (€1,9 miljoen bestaande uit herstructureringskosten).
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Energie, transport en onderhoudskosten |
125.917 | 132.745 |
| Verkoopkosten | 9.813 | 15.415 |
| Overige | 31.172 | 40.857 |
| Totaal | 166.902 | 189.017 |
De overige bedrijfskosten dalen met €22,1 miljoen, hiervan wordt €8,8 miljoen veroorzaakt door een valutaomrekeningsverschil. De kosten dalen met €0,2 miljoen door het effect van acquisities en desinvesteringen. De autonome daling van de overige bedrijfskosten komt daarmee op €13,1 miljoen. De kosten zijn lager voor energie, transport en onderhoudskosten door onder andere door het OneForFarmers programma en de lagere kosten voor diesel en elektriciteit. De verkoopkosten zijn lager door voornamelijk een lagere netto dotatie aan de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot handelsvorderingen. De overige bedrijfskosten in 2016 bevatten ook éénmalige kosten met betrekking tot de beursnotering (€1,5 miljoen).
De kosten voor onderzoek en ontwikkeling bedroegen in 2016 €4,8 miljoen (2015: €4,9 miljoen). Deze kosten
hebben hoofdzakelijk betrekking op de kosten van nutritionele specialisten, productmanagers en laboratorium medewerkers.
De volgende honoraria van KPMG Accountants N.V. zijn ten laste gebracht van de Groep, haar
dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a lid 1 en 2 BW.
| In duizenden euro | KPMG Accountants NV |
Overig KPMG netwerk |
Totaal KPMG |
|---|---|---|---|
| 2016 | |||
| Onderzoek van de jaarrekening |
569 | 371 | 940 |
| Andere controleopdrachten |
- | 36 | 36 |
| Adviesdiensten op fiscaal terrein |
- | - | - |
| Andere niet controlediensten |
- | - | - |
| Totaal | 569 | 407 | 976 |
| 2015 | |||
| Onderzoek van de jaarrekening |
501 | 336 | 837 |
| Andere controleopdrachten |
131 | 36 | 167 |
| Adviesdiensten op fiscaal terrein |
- | - | - |
| Andere niet controlediensten |
- | - | - |
| Totaal | 632 | 372 | 1.004 |
De in de tabel vermelde honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening hebben betrekking op de totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening, ongeacht of de werkzaamheden al gedurende het boekjaar zijn verricht. De overige accountantskosten (dit zijn de 'Andere controleopdrachten') zijn verantwoord in het jaar waarin de diensten zijn verricht.
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Baten inzake omrekening vreemde valuta |
- | 976 |
| Rentebaten verbonden partijen | - | 1 |
| Overige rentebaten | 1.664 | 1.887 |
| Totaal financieringsbaten | 1.664 | 2.864 |
| Lasten inzake omrekening vreemde valuta |
-444 | - |
| Rentelasten pensioen | -2.098 | -2.307 |
| Overige rentelasten | -1.506 | -2.065 |
| Overige financiële lasten | -1.144 | -1.054 |
| Totaal financieringslasten | -5.192 | -5.426 |
| Nettofinancieringslasten opgenomen in de winst-en verliesrekening |
-3.528 | -2.562 |
Als gevolg van de devaluatie van het Britse pond is in 2016 een verlies geleden inzake omrekening vreemde valuta. In 2015 betrof dit een winst (bate) als gevolg van de stijging van het Britse pond.
De overige rentebaten betreffen voornamelijk ontvangen rente op uitstaande langlopende vorderingen (leningen) en banktegoeden. De overige rentelasten betreffen voornamelijk betaalde rente op (bank)leningen en overige financieringsverplichtingen.
De overige financiële lasten bevatten een afschrijving van €0,4 miljoen (2015: €0,4 miljoen) met betrekking tot geactiveerde kosten voor een in 2014 afgesloten financiering, zoals nader is toegelicht onder noot 28.
De berekening van de gewone winst per aandeel is gebaseerd op de hierna weergegeven resultaten toerekenbaar aan gewone aandeelhouders en gewogen gemiddelde aantallen uitstaande gewone aandelen.
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Winst over het boekjaar, toe te rekenen aan eigenaren van de Vennootschap |
53.260 | 50.707 |
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| Uitgegeven aandelen per 1 januari | 106.261.041 | 106.261.040 |
| Uitgegeven prioriteitsaandeel gedurende het jaar |
- | 1 |
| Effect van gehouden eigen aandelen (gewogen gemiddelde gedurende het jaar) |
-110.881 | -433.273 |
Gewogen gemiddeld aantal aandelen per 31 december 106.150.160 105.827.768
| In euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Gewone winst per aandeel | 0,50175 | 0,47914 |
De berekening van de verwaterde winst per aandeel is gelijk aan de calculatie van de gewone winst per aandeel omdat er in 2015 en 2016 geen nieuwe aandelen zijn uitgegeven, met uitzondering van 1 prioriteitsaandeel uitgegeven in 2015 met een nominale waarde van €1,00 dat geen verwaterend effect heeft op de gewone winst per aandeel. Het prioriteitsaandeel geeft geen recht op dividend. Voor aanvullende informatie wordt verwezen naar noot 26.
De Groep kent twee soorten participatieplannen. Een plan heeft betrekking op de Directie en senior management (toepasselijk voor 2014, 2015 en 2016) en het andere plan heeft betrekking op de overige medewerkers (toepasselijk voor 2015 en 2016). Beide plannen zijn verder in detail uitgewerkt voor medewerkers in Nederland ('Het Nederlandse participatie plan') en voor medewerkers in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België ('Buitenlands participatie plan').
De participatieplannen zijn jaarlijkse plannen die alleen van toepassing zijn in de jaren waarop ze betrekking hebben, eventuele additionele participatieplannen worden beschouwd als nieuwe plannen. Nieuwe plannen kunnen alleen worden ingevoerd na goedkeuring door de aandeelhouders op voordracht van de Raad van Commissarissen voor de aankoop van aandelen in het kader van het participatieplan.
Op 15 april 2016, heeft de Groep twee participatieplannen aangeboden aan de werknemers. Een plan voor de leden van de Directie en senior management en de ander voor de overige medewerkers. Voor beide plannen moeten de deelnemers gedurende de 36 opeenvolgende maanden in dienst blijven om in aanmerking te komen voor de korting op de certificaten van de gekochte aandelen. De medewerker heeft het recht de certificaten te kopen tegen een korting tussen 13,5% en 20% van de reële waarde op de datum van toekenning. Voor het bedrag van de korting worden additionele certificaten van aandelen verstrekt. De voorwaarden van beide plannen zijn in overeenstemming met de voorwaarde van de plannen die van toepassing zijn voor 2015 en 2014.
In 2016 namen 34 medewerkers (van wie 8 buitenlandse medewerkers) deel aan het participatieplan voor de Directie en senior management en 319 medewerkers (van wie 61 buitenlandse medewerkers) aan het participatieplan voor overige medewerkers. Het totaal aantal deelnemers bedraagt 15% van het totale aantal medewerkers van de Groep. De toekenningen van het aantal certificaten met betrekking tot de participatieplannen 2016 waren als volgt:
| Buiten | ||
|---|---|---|
| Nederland | Nederland | |
| Directie en senior management | 227.020 | 24.615 |
| Overige medewerkers | 171.337 | 32.692 |
Na de toekenningen hebben in 2016 geen annuleringen of aanpassingen in de toekenningen plaatsgevonden.
(i) Leden van de Directie en senior management In het kader van het participatieplan 2015, vastgesteld op 17 april 2015, konden leden van de Directie en senior management certificaten van aandelen in de Vennootschap verwerven via de aan hen toegekende bonus over 2014 (zowel voor het Nederlandse als het buitenlandse participatieplan) en/of tegen afkoop van bovenwettelijke verlofdagen (alleen in Nederland).
De medewerker had het recht de certificaten te kopen tegen een korting tussen 13,5% en 20% van de reële waarde op de datum van toekenning. Voor het bedrag van de korting worden additionele certificaten van aandelen verstrekt.
De Groep is verantwoordelijk voor
loonheffingsconsequenties van de verstrekte kortingen. De loonheffing voor buitenlandse medewerkers is gebaseerd op de reële waarde van de certificaten van aandelen op de datum van ontvangst van de certificaten van aandelen.
Belangrijke verschillen tussen de Nederlandse en buitenlandse participatieplannen met betrekking tot additionele certificaten van aandelen:
● Nederlandse participatieplan: een voorwaarde voor definitieve toekenning houdt in dat de korting door de medewerker moet worden terugbetaald indien de medewerker binnen drie jaar na toekenning zijn
dienstverband beëindigt. Alle certificaten van aandelen die zijn toegekend zijn verstrekt in 2015.
● Buitenlands participatieplan: een voorwaarde voor definitieve toekenning houdt in dat de medewerker geen recht heeft op de additionele certificaten van aandelen indien de medewerker binnen drie jaar na toekenning zijn dienstverband beëindigt. Additionele certificaten van aandelen ten behoeve van de buitenlandse medewerkers worden door de Vennootschap in bewaring gehouden en worden aan de medewerkers verstrekt wanneer ze definitief worden toegekend. De totale kosten voor de Vennootschap voor de additionele certificaten van aandelen, inclusief de te betalen loonheffing, is beperkt tot het bedrag van de kosten die de onderneming heeft voor een vergelijkbare Nederlandse werknemer.
In 2015 namen 24 medewerkers in Nederland en 9 medewerkers buiten Nederland deel aan het plan. In totaal werden 239.049 certificaten in het Nederlandse plan toegekend en 34.529 in het buitenlandse plan. Er hebben in 2015 en 2016 geen annuleringen of aanpassingen in de toekenningen plaatsgevonden.
In het kader van het participatieplan 2015, vastgesteld op 17 april 2015, konden medewerkers certificaten van aandelen in de Vennootschap verwerven via de aan hen toegekende bonus over 2014 (zowel voor het Nederlandse als het buitenlandse participatieplan) en/of tegen afkoop van bovenwettelijke verlofdagen (alleen in Nederland)
De medewerker had het recht de certificaten te kopen tegen een korting tussen 13,5% van de reële waarde op de datum van toekenning. Voor het bedrag van de korting werden additionele certificaten van aandelen verstrekt.
loonheffingsconsequenties van de verstrekte kortingen. De loonheffing voor buitenlandse medewerkers was gebaseerd op de reële waarde van de certificaten van aandelen op de datum van ontvangst van de certificaten van aandelen.
Belangrijke verschillen tussen de Nederlandse en buitenlandse participatieplannen met betrekking tot additionele certificaten van aandelen:
● Nederlandse participatieplan: een voorwaarde voor definitieve toekenning houdt in dat de korting door de medewerker moet worden terugbetaald indien de medewerker binnen drie jaar na toekenning zijn dienstverband beëindigt. Alle certificaten van aandelen die zijn toegekend zijn verstrekt in 2015.
● Buitenlands participatieplan: een voorwaarde voor definitieve toekenning houdt in dat de medewerker geen recht heeft op de additionele certificaten van aandelen indien de medewerker binnen drie jaar na toekenning zijn dienstverband beëindigt. Certificaten van aandelen ten behoeve van de buitenlandse medewerkers worden door de Vennootschap in bewaring gehouden en worden aan de medewerkers verstrekt wanneer ze definitief worden toegekend. De totale kosten voor de Vennootschap voor de additionele certificaten van aandelen, inclusief de te betalen loonheffing, is beperkt tot de waarde van de totale korting die is verstrekt.
In 2015 namen 325 medewerkers in Nederland en 103 medewerkers buiten Nederland deel aan het plan. In totaal werden 297.327 certificaten in het Nederlandse plan toegekend en 73.025 in het buitenlandse plan. In 2016 zijn hiervan in totaal 4.825 toegekende certificaten geannuleerd als gevolg van uitdiensttredingen. Er hebben in 2015 geen annuleringen of aanpassingen in de toekenningen plaatsgevonden.
In het kader van het participatieplan 2014, vastgesteld op 15 april 2014, konden leden van de Directie en senior management certificaten van aandelen in de Vennootschap verwerven via de aan hen toegekende bonus over 2013 (zowel voor het Nederlandse als het buitenlandse participatieplan) en/of tegen afkoop van bovenwettelijke verlofdagen (alleen in Nederland).
De medewerker had het recht de certificaten te kopen tegen een korting tussen 13,5% en 20% van de reële waarde op de datum van toekenning. Voor het bedrag van de korting werden additionele certificaten van aandelen verstrekt.
De Groep was verantwoordelijk voor
loonheffingsconsequenties van de verstrekte kortingen. De loonheffing voor buitenlandse medewerkers was gebaseerd op de reële waarde van de certificaten van aandelen op de datum van ontvangst van de certificaten van aandelen.
Belangrijke verschillen tussen de Nederlandse en buitenlandse participatieplannen met betrekking tot additionele certificaten van aandelen:
In 2014 namen 22 medewerkers in Nederland en 8 medewerkers buiten Nederland deel aan het plan. In totaal werden 215.174 certificaten in het Nederlandse plan toegekend en 21.730 in het buitenlandse plan. In 2016 zijn hiervan in totaal 634 toegekende certificaten geannuleerd als gevolg van uitdiensttredingen. Er hebben in 2015 geen annuleringen of aanpassingen in de toekenningen plaatsgevonden.
De waarde waartegen de medewerker (zowel voor leden van de Directie, senior management als overige medewerkers) de certificaten van aandelen kon verkrijgen is vastgesteld op het gemiddelde van de slotkoers die gold op het handelsplatform in de vijf handelsdagen van 19 tot en met 25 april 2016. Deze waarde bedroeg €6,24. Het bedrag van de loonheffing was €96 duizend.
(i) Leden van de Directie en senior management De waarde waartegen de medewerker de certificaten van aandelen kon verkrijgen is vastgesteld op het gemiddelde van de slotkoers die gold op het handelsplatform in de vijf handelsdagen van 20 tot en met 24 april 2015. Deze waarde bedroeg €5,04. Het bedrag van de loonheffing was €81 duizend.
De waarde waartegen de medewerker de certificaten van aandelen kon verkrijgen is vastgesteld op het gemiddelde van de slotkoers die gold op het handelsplatform in de vijf handelsdagen van 1 tot en met 5 juni 2015 en bedroeg €5,18.
De waarde van de certificaten van aandelen op de datum van toekenning (16 april 2014), de eerste dag na de datum waarop de aandeelhouders de aankoop van certificaten van aandelen hebben goedgekeurd was de waarde op het handelsplatform van Van Lanschot en bedroeg €3,22. Het bedrag van de loonheffing is €53 duizend.
De kosten worden verantwoord in de winst-enverliesrekening over de looptijd van het participatieplan (3 jaar), zie noot 15F. De certificaten van aandelen toegekend in het Nederlandse participatieplan zijn volledig verstrekt aan medewerkers in 2016 respectievelijk 2015 en 2014. Het voorwaardelijk toegekende deel is niet verantwoord in de winst-en-verliesrekening, maar als overige vorderingen onder de handels- en overige vorderingen voor €569 duizend (2015: €462 duizend), waarvan €319 duizend is geclassificeerd als kortlopend (2015: €269 duizend als kortlopend). De cumulatieve reserve voor op aandelen gebaseerde beloning met betrekking tot het buitenlandse participatieplan bedraagt €187 duizend (2015: €23 duizend).
Verschillende beloningsplannen zijn van toepassing in de verschillende landen waarin de Groep actief is.
| In duizenden euro | noot | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|---|
| Verplichting uit hoofde van netto toegezegd pensioenrechten |
15B | 60.959 | 67.216 |
| Verplichting uit hoofde van overige lange termijn beloningsplannen |
15E | 4.369 | 3.258 |
| Totaal | 65.328 | 70.474 |
Voor meer informatie over de bijbehorende personeelskosten, zie 15F.
De Groep draagt bij aan de volgende pensioenplannen welke per cluster zijn beschreven.
In Nederland waren tot en met 2015 de pensioenen geregeld via twee pensioenplannen. Een verzekerd toegezegd-pensioenplan was aanwezig voor de (ex) medewerkers van Hendrix, welke onderneming is verworven door de Groep in 2012. Daarnaast was een verzekerd toegezegde bijdrage plan aanwezig voor de (ex) ForFarmers medewerkers.
Onder het toegezegd-pensioenplan was de Groep blootgesteld aan actuariële risico's met betrekking tot de gegarandeerde premies die moesten worden afgedragen zelfs na afloop van het verzekeringscontract. De toezeggingen onder het plan werden berekend op basis van actuariële berekeningen, met verdiscontering tegen de toepasselijke disconteringsvoet. Het toegezegdpensioenplan was deels gefinancierd.
Gedurende 2015 heeft de Groep besloten om de pensioenverplichtingen van toepassing op alle Nederlandse deelnemingen te harmoniseren. Als een gevolg daarvan is de Groep een nieuw pensioenplan gestart, effectief per 1 januari 2016, dat van toepassing is op alle Nederlandse medewerkers, waarbij alle pensioenrechten opgebouwd tot en met 31 december 2015 achter zijn gebleven in de oude pensioenplannen.
Als gevolg daarvan zijn de beide oude pensioenplannen gesloten per 31 december 2015. Vanaf die datum worden pensioenrechten opgebouwd onder het nieuwe plan op basis van een collectief toegezegde-bijdrageregeling. Een verzekeringsmaatschappij administreert het plan. Vanaf die datum resteren geen verplichtingen onder het oude ForFarmers pensioenplan. Onder het oude Hendrix pensioenplan blijft de Groep verantwoordelijk voor de verplichtingen opgebouwd tot en met 31 december 2015 en de daaraan gerelateerde gegarandeerde premies en als gevolg daarvan wordt dit plan als toegezegdpensioenplan verantwoord.
Het sluiten van de pensioenplannen resulteerde in een eenmalige last van €393 duizend in 2015.
Samen met het nieuwe pensioenplan heeft de Groep tot een toegezegde bijdrage regeling besloten voor medewerkers met een jaarsalaris dat meer bedraagt dan €52.763. Een verzekeringsmaatschappij administreert de verplichtingen onder beide plannen met in gang van 1 januari 2016.
De nettoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen in Nederland bedraagt per 31 december 2016 €14.437 duizend (31 december 2015: €11.753 duizend). De stijging van deze verplichting wordt veroorzaakt door de daling van de rentevoet die als wijziging in de financiële veronderstellingen is opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten.
De Duitse deelnemingen hebben, voor een beperkt aantal mensen, toegezegd-pensioenregeling in eigen beheer. Dit plan is reeds gesloten zodat geen nieuwe verplichtingen ontstaan. De toezeggingen zijn berekend op basis van actuariële berekeningen waarbij de van toepassing zijnde disconteringsvoet is gehanteerd. Actuariële resultaten worden direct in het eigen vermogen verantwoord als niet gerealiseerde resultaten. Het Duitse toegezegdpensioenplan is een niet-gefinancierd plan.
In aanvulling op het toegezegd-pensioenplan in eigen beheer is een toegezegde bijdrage regeling van kracht voor alle overige medewerkers van de Duitse deelnemingen.
De nettoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen in Duitsland bedraagt per 31 december 2016 €5.509 duizend (31 december 2015: €5.306 duizend).
De Belgische deelnemingen hebben twee verzekerde pensioenplannen voor hun medewerkers welke vanaf 2016 kwalificeren als toegezegd-pensioenregelingen als gevolg van een wijziging in wet- en regelgeving. In 2015 kwalificeerden deze plannen als uitsluitend toegezegde bijdrage regelingen. De nettoverplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen in België bedraagt per 31 december 2016 €185 duizend (31 december 2015: niet van toepassing).
In het Verenigd Koninkrijk zijn twee pensioenplannen van kracht.
Een netto toegezegd-pensioenverplichting is verantwoord in de geconsolideerde balans voor de verplichtingen onder deze plannen. De fondsbeleggingen zijn gewaardeerd op reële waarde. De verplichtingen zijn berekend op basis van actuariële berekeningen, waarbij de van toepassing zijnde disconteringsvoet is gehanteerd. Actuariële resultaten worden direct in het eigen vermogen verantwoord als niet gerealiseerde resultaten.
Het eerste plan heeft betrekking op de (ex) medewerkers van BOCM PAULS, welke onderneming is verworven door de Groep in 2012. Per 1 oktober 2006 is dit plan gesloten, zodat geen nieuwe verplichtingen ontstaan. Vanaf die datum is een nieuwe regeling van kracht gebaseerd op een toegezegde bijdrage. Een verzekeringsmaatschappij administreert het plan.
Het tweede plan is een klein toegezegd-pensioenplan dat betrekking heeft op de (ex) medewerkers van HST Feeds, welke deelneming is verworven door de Groep in 2014. In dit plan worden geen nieuwe rechten opgebouwd. Beide toegezegd-pensioenplannen zijn gefinancierde plannen. De financeringsvereisten zijn gebaseerd op het actuariële berekeningsraamwerk zoals uiteengezet in het financeringsbeleid van de plannen.
Eind 2016 is overeengekomen dat het pensioenfonds van BOCM PAULS CPI zal toepassen als de inflatie referentie voor alle pensioen verhogingen bij uitbetaling (inclusief het gegarandeerd minimumpensioen (GMP) en het aanvullend pensioen boven GMP) en de herwaardering bij uitstel van uitbetaling (exclusief GMP). Voorheen werd RPI gebruikt als de inflatiereferentie voor pensioenverhogingen bij uitbetaling en herwaardering bij uitstel voor aanvullende pensioenen boven GMP. Deze wijziging heeft geleid tot een verlaging van de nettoverplichting met ongeveer €17 miljoen op 31 december 2016, die in het eigen vermogen is opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten als aanpassing in financiële veronderstellingen. Verder heeft de Groep toegezegd in januari 2017 een aanvullende contributie te doen van £10 miljoen (tegen koers van 31 december 2016 omgerekend €11,7 miljoen) om een deel van tekort bij het Verenigd Koninkrijk pensioenplan aan te vullen waardoor de nettopensioenverplichting zal afnemen.
De nettoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen in het Verenigd Koninkrijk bedraagt per 31 december 2016 €40.828 duizend (31 december 2015: €50.167 duizend). De daling van deze verplichting wordt voornamelijk veroorzaakt door de hierboven genoemde aanpassing in financiële veronderstellingen en het wisselkoerseffect als gevolg van de daling van het Britse pond.
De volgende tabel geeft de aansluiting weer tussen de openingsbalans en de balans per einde boekjaar voor de verplichting uit hoofde van toegezegd pensioen en de componenten daarvan.
| In duizenden euro | Brutoverplichting uit hoofde van toegezegd pensioenregelingen (gefinancierde plannen) |
Reële waarde van fondsbeleggingen (gefinancierde plannen) |
Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd pensioenregelingen (gefinancierde plannen) |
Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd pensioenregelingen (niet-gefinancierde plannen) |
Totale nettoverplichting uit hoofde van toegezegd pensioenregelingen |
|---|---|---|---|---|---|
| Stand op 1 januari | 279.520 | -217.610 | 61.910 | 5.306 | 67.216 |
| Opgenomen in resultaat | |||||
| Aan dienstjaar toegekende pensioenkosten |
301 | - | 301 | 14 | 315 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd |
- | - | - | - | - |
| Administratieve kosten | -41 | 650 | 609 | - | 609 |
| Rentelasten (baten) | 9.013 | -7.028 | 1.985 | 113 | 2.098 |
| 9.273 | -6.378 | 2.895 | 127 | 3.022 | |
| Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | |||||
| Actuariële verliezen (winsten) als gevolg van: |
|||||
| demografische veronderstellingen |
-340 | - | -340 | - | -340 |
| financiële veronderstellingen |
35.582 | - | 35.582 | 414 | 35.996 |
| aanpassingen op grond van ervaringen |
5.696 | - | 5.696 | -34 | 5.662 |
| Rendement op fondsbeleggingen, exclusief rentebaten |
- | -40.791 | -40.791 | - | -40.791 |
| Verliezen (winsten) in verband met herwaardering |
40.938 | -40.791 | 147 | 380 | 527 |
| Effect wisselkoerswijzigingen |
-30.528 | 23.466 | -7.062 | - | -7.062 |
| 10.410 | -17.325 | -6.915 | 380 | -6.535 | |
| Overig | |||||
| Verworven via acquisitie | - | - | - | - | - |
| Bijdragen door de werkgever (aan fondsbeleggingen) |
- | -2.440 | -2.440 | - | -2.440 |
| Rechtstreeks door de werkgever uitbetaalde vergoedingen |
- | - | - | -304 | -304 |
| Werknemersbijdragen | - | - | - | - | - |
| Uit fondsbeleggingen uitbetaalde vergoedingen |
-6.598 | 6.598 | - | - | - |
| -6.598 | 4.158 | -2.440 | -304 | -2.744 | |
| Stand op 31 december | 292.605 | -237.155 | 55.450 | 5.509 | 60.959 |
| In duizenden euro | Brutoverplichting uit hoofde van toegezegd pensioenregelingen (gefinancierde plannen) |
Reële waarde van fondsbeleggingen (gefinancierde plannen) |
Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd pensioenregelingen (gefinancierde plannen) |
Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd pensioenregelingen (niet-gefinancierde plannen) |
Totale nettoverplichting uit hoofde van toegezegd pensioenregelingen |
|---|---|---|---|---|---|
| Stand op 1 januari | 290.242 | -224.785 | 65.457 | 5.756 | 71.213 |
| Opgenomen in resultaat | |||||
| Aan dienstjaar toegekende pensioenkosten |
3.175 | - | 3.175 | 19 | 3.194 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd |
- | - | - | - | - |
| Verrekening | -11.360 | 11.753 | 393 | - | 393 |
| Administratieve kosten | - | 631 | 631 | - | 631 |
| Rentelasten (baten) | 9.841 | -7.635 | 2.206 | 101 | 2.307 |
| 1.656 | 4.749 | 6.405 | 120 | 6.525 | |
| Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | |||||
| Actuariële verliezen (winsten) als gevolg van: |
|||||
| demografische veronderstellingen |
-15 | - | -15 | - | -15 |
| financiële veronderstellingen |
-14.659 | - | -14.659 | -245 | -14.904 |
| aanpassingen op grond van ervaringen |
-3.034 | - | -3.034 | -29 | -3.063 |
| Rendement op fondsbeleggingen, exclusief rentebaten |
- | 10.679 | 10.679 | - | 10.679 |
| Verliezen (winsten) in verband met herwaardering |
-17.708 | 10.679 | -7.029 | -274 | -7.303 |
| Effect wisselkoerswijzigingen |
12.466 | -9.201 | 3.265 | - | 3.265 |
| -5.242 | 1.478 | -3.764 | -274 | -4.038 | |
| Overig | |||||
| Verworven via acquisitie | - | - | - | - | - |
| Bijdragen door de werkgever (aan fondsbeleggingen) |
- | -6.188 | -6.188 | - | -6.188 |
| Rechtstreeks door de werkgever uitbetaalde vergoedingen |
- | - | - | -296 | -296 |
| Werknemersbijdragen | 781 | -781 | - | - | - |
| Uit fondsbeleggingen uitbetaalde vergoedingen |
-7.917 | 7.917 | - | - | - |
| -7.136 | 948 | -6.188 | -296 | -6.484 | |
| Stand op 31 december | 279.520 | -217.610 | 61.910 | 5.306 | 67.216 |
Het verlies in verband met herwaardering (dit zijn actuariële verliezen/winsten en rendement op fondsbeleggingen) van €527 duizend (2015: winst €7.303 duizend) bedraagt na belastingen €210 duizend (2015: winst €4.851 duizend), zie noot 16B. De verandering in het actuarieel 'resultaat in verband met herwaardering', ten opzichte van 2015, is voornamelijk het gevolg van de daling van de disconteringsvoet in 2016 (in 2015 was sprake van een stijging van de disconteringsvoet) gedeeltelijk gecompenseerd door het effect als gevolg van de aanpassing van de inflatiereferentie van RPI naar CPI bij het pensioenfonds BOCM PAULS (Verenigd Koninkrijk), zie A. Voor geen van de toegezegdpensioenplannen is de reële waarde van de fondsbeleggingen hoger dan de brutoverplichting.
Periodiek wordt een 'Asset-Liability Matching' studie uitgevoerd waarin de consequenties van het strategische investeringsbeleid worden geanalyseerd. Gebaseerd op de marktsituatie is een strategische activa-mix vastgesteld bestaande uit aandelen, obligaties, onroerend goed, geldmiddelen en overige investeringen in overwegend actieve markten. Dit kan als volgt worden weergegeven:
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Aandelen | 43.155 | 45.929 |
| Vastgoed | 7.649 | 10.289 |
| Obligaties | 108.374 | 99.429 |
| Liquide middelen en overige activa | 853 | 563 |
| Overig (verzekeringscontracten) | 77.124 | 61.400 |
| Totaal | 237.155 | 217.610 |
De toegezegd-pensioenregelingen stellen de Groep bloot aan actuariële risico's, zoals het langleven risico, valutarisico's, renterisico's en markt (investerings) risico.
De belangrijkste actuariële aannames per de balansdatum kunnen als volgt worden weergegeven (uitgedrukt als gewogen gemiddelden):
| 2016 | 2015 | |||
|---|---|---|---|---|
| -- | ------ | -- | ------ | -- |
| Disconteringsvoet | 1.40% - 2.70% |
2.20% - 3.90% |
|---|---|---|
| Toekomstige salarisgroei | n.v.t. | n.v.t. |
| Toekomstige pensioensgroei | 1.50% - 3.10% |
1.50% - 2.90% |
| Inflatie | 1.50% - 3.15% |
1.50% - 3.00% |
| Salarisverhoging* | 1,00% | 0,00% |
| Disconteringsvoet | 2.00% - 3.90% |
1.80% - 3.70% |
|---|---|---|
| Toekomstige salarisgroei | n.v.t. | n.v.t. |
| Toekomstige pensioensgroei | 1.50% - 2.90% |
1.50% - 2.90% |
| Inflatie | 1.50% - 3.00% |
1.50% - 3.00% |
| Salarisverhoging* | 1,00% | 2,55% |
*2016: alleen van toepassing voor België, 2015: alleen van toepassing voor Nederland
Aannames met betrekking tot toekomstige sterftecijfers zijn gebaseerd op gepubliceerde statistieken en sterftetafels:
De actuele verwachte levensduur waarop de toegezegdpensioenverplichting op de balansdatum kan als volgt worden weergegeven (uitgedrukt in gewogen gemiddelden):
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| Levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor huidige gepensioneerden |
||
| Mannen | 20,2 | 20,9 |
| Vrouwen | 24,0 | 23,7 |
Levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor huidige deelnemers van 45 jaar
| Mannen | 22,7 | 23,0 |
|---|---|---|
| Vrouwen | 25,7 | 25,7 |
Op 31 december 2016 bedroeg de gewogen gemiddelde looptijd van de brutoverplichting uit hoofde van
toegezegde pensioenrechten 18,3 jaar (31 december 2015: 16,0 jaar).
Redelijkerwijs mogelijke wijzigingen op de verslagdatum in een van de relevante actuariële veronderstellingen, waarbij andere veronderstellingen constant blijven, zouden de volgende invloed hebben op de
brutoverplichting ten bedrage van €298 miljoen (31 december 2015: €285 miljoen) uit hoofde van toegezegde pensioenrechten:
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Daling rekenrente met 0,25% | 14.286 | 12.310 |
| Stijging rekenrente met 0,25% | -13.382 | -11.585 |
| Daling inflatie met 0,25% | -7.386 | -7.474 |
| Stijging inflatie met 0,25% | 7.766 | 7.878 |
| Stijging levensverwachting met 1 jaar | 9.220 | 6.154 |
De Groep verwacht een bedrag van €15,7 miljoen aan pensioenbijdragen te betalen aan de toegezegdpensioenregelingen in 2017 (2016: €3,3 miljoen). Deze stijging ten opzicht van vorig jaar is het gevolg van een toezegging van ForFarmers om een deel van het tekort bij het Verenigd Koninkrijk pensioenplan aan te vullen in 2017 (zie noot 15A).
De verplichtingen en kosten met betrekking tot de overige lange termijn beloningsplannen hebben betrekking op de
jubileumuitkeringen voor medewerkers in Nederland, Duitsland en België en op een lange termijn beloningsplan voor de Directie.
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Lonen en salarissen | 123.241 | 124.353 | |
| Sociale lasten | 15.460 | 15.027 | |
| Pensioenkosten | 9.476 | 7.709 | |
| Kosten van overige lange termijn beloningsplannen |
15E | 1.917 | 1.088 |
| Op aandelen gebaseerde betalingen met afwikkeling in eigenvermogensinstrumenten |
14 | 371 | 275 |
| Op aandelen gebaseerde betalingen met afwikkeling in geldmiddelen |
14 | 77 | 27 |
| Totaal | 150.542 | 148.479 |
De personeelskosten stijgen met €2,1 miljoen, hierin is begrepen een daling van €7,0 miljoen veroorzaakt door een valuta-omrekeningsverschil. De stijging wordt veroorzaakt door de stijging van de pensioenkosten, additionele toevoeging aan de
herstructureringsvoorziening, het volledige jaar-effect van de versterking van de organisatie en het effect van acquisities en desinvesteringen.
De pensioenkosten zijn als volgt gespecificeerd:
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Aan dienstjaar toegekende pensioenkosten |
15B | 315 | 3.194 |
| Verrekening | 15B | - | 393 |
| Administratieve kosten | 15B | 609 | 631 |
| Vrijval van voorzieningen voor pensioen verplichtingen van Hendrix UTD |
- | -2.536 | |
| Kosten met betrekking tot toegezegd-pensioenregelingen |
924 | 1.682 | |
| Bijdragen aan toegezegde bijdrageregelingen |
8.552 | 6.027 | |
| Pensioenkosten | 9.476 | 7.709 |
De rentelasten met betrekking tot de toegezegdpensioenregelingen ten bedrage van €2.098 duizend (2015: €2.307 duizend) zijn verantwoord onder de financieringslasten.
Zie noot 15A voor aanvullende informatie over de
pensioenplannen.
De kosten met betrekking tot de via het eigen vermogen verantwoorde op aandelen gebaseerde betalingen hebben betrekking op de verstrekte certificaten van aandelen in de Groep in het kader van het
medewerkersparticipatieplan in 2016, 2015 en 2014 zoals nader is toegelicht onder noot 14.
| Omgerekend naar volledige dienstverbanden |
Nederland | Buiten Nederland |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Productie en logistiek | 374 | 894 | 1.268 |
| Commercieel | 286 | 346 | 632 |
| Overig | 197 | 176 | 373 |
| Stand op 31 december | 857 | 1.416 | 2.273 |
| Omgerekend naar volledige dienstverbanden |
Nederland | Buiten Nederland |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Productie en logistiek | 385 | 977 | 1.362 |
| Commercieel | 270 | 347 | 617 |
| Overig | 197 | 194 | 391 |
| Stand op 31 december | 852 | 1.518 | 2.370 |
Verloop aantal medewerkers
| Stand op 31 december | 2.273 | 2.370 |
|---|---|---|
| Uitdiensttredingen | -321 | -271 |
| Indiensttredingen | 263 | 308 |
| Desinvesteringen | -43 | - |
| Acquisities | 4 | 47 |
| Stand op 1 januari | 2.370 | 2.286 |
| Omgerekend naar volledige dienstverbanden |
2016 | 2015 |
In Nederland bedroeg de toename van FTE als gevolg van de acquisitie van Vleuten-Steijn 4 (in 2015: toename 47; als gevolg van de acquisitie van Countrywide Farmers in het Verenigd Koninkrijk per 1 mei 2015).
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Actuele belastinglast | ||
| Actuele belastinglast huidig boekjaar | 12.861 | 13.858 |
| Aanpassing voorgaande boekjaren | 318 | -95 |
| Totaal | 13.179 | 13.763 |
| Latente belasting | ||
| Latente belasting huidig boekjaar | 2.315 | 776 |
| Wijziging belastingtarief | -306 | -963 |
| Opname/afwaardering van uitgestelde belastingvorderingen | -99 | 621 |
| Aanpassing voorgaande boekjaren | -745 | 682 |
| Totaal | 1.165 | 1.116 |
| Totale belastinglast | 14.344 | 14.879 |
De totale belastinglast is exclusief het aandeel van de Groep in de belastinglast van haar deelneming verwerkt volgens de 'equity'- methode van €889 duizend (2015:
€1.053 duizend), welk bedrag is begrepen in de post Aandeel in resultaat van deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode (na belastingen), zie G.
| 2016 | 2015 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Vóór belasting |
Belasting bate (-last) |
Na belasting |
Vóór belasting |
Belasting bate (-last) |
Na belasting |
| Herwaardering van toegezegd pensioenverplichtingen |
-527 | 317 | -210 | 7.303 | -2.452 | 4.851 |
| Buitenlandse activiteiten - valutaomrekeningsverschillen |
-9.495 | 1.381 | -8.114 | 2.737 | -558 | 2.179 |
| Kasstroomafdekkingen - effectieve deel van reële waardeveranderingen |
657 | -164 | 493 | - | - | - |
| Kasstroomafdekkingen - geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening / balans |
-621 | 155 | -466 | - | - | - |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode - aandeel in niet-gerealiseerde resultaten |
-1 | - | -1 | 15 | - | 15 |
| Totaal | -9.987 | 1.689 | -8.298 | 10.055 | -3.010 | 7.045 |
| Actuele belastingbate (-last) | 1.381 | -558 | ||||
| Uitgestelde belastingbate (-last) | 308 | -2.452 | ||||
| Totaal | 1.689 | -3.010 |
Binnen de Groep zijn leningen verstrekt tussen verschillende deelnemingen. Twee van de leningen in het Verenigd Koninkrijk worden geacht deel uit te maken van de netto-investering in de deelnemingen en als gevolg daarvan worden valuta-omrekeningsverschillen op deze leningen in de niet-gerealiseerde resultaten verantwoord. Voor de berekening van de winstbelasting zijn deze
valuta-omrekeningsverschillen belast of aftrekbaar. Omdat valuta-omrekeningsverschillen worden verantwoord via de niet-gerealiseerde resultaten worden de daaraan gerelateerde lopende belastingen eveneens verantwoord als niet-gerealiseerde resultaten. In 2016 bedroeg dit bedrag €1.381 duizend positief (2015: €558 duizend negatief).
| In duizenden euro | 2016 | 2015 | ||
|---|---|---|---|---|
| Winst vóór belastingen | 68.121 | 66.169 | ||
| Minus het deel van de winst van deelnemingen verantwoord volgens de 'equity'-methode, na belasting |
-3.816 | -4.681 | ||
| Winst vóór belastingen minus de winst van deelnemingen verantwoord volgens de 'equity'-methode, na belasting |
64.305 | 61.488 | ||
| Winstbelastingen op basis van het lokale belastingtarief | 25,0% | 16.076 | 25,0% | 15.372 |
| Effect van belastingtarieven in buitenlandse jurisdicties | 0,0% | -17 | -0,1% | -49 |
| Wijziging in belastingtarief | -0,5% | -306 | -1,6% | -963 |
| Belastingeffect van: | ||||
| Niet-aftrekbare kosten | 1,1% | 698 | 1,7% | 1.019 |
| Fiscale subsidies | -2,5% | -1.581 | -2,8% | -1.708 |
| Opname/afwaardering van uitgestelde belastingvorderingen | -0,1% | -99 | 1,0% | 621 |
| Aanpassingen van vorige jaren | -0,7% | -427 | 1,0% | 587 |
| Totaal | 22,3% | 14.344 | 24,2% | 14.879 |
| 2016 | Balans op 31 december | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Netto balanspositie op 1 januari |
Opgenomen in winst- en verliesrekening |
Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten |
Bedragen rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
Verworven via bedrijfscombinaties en desinvesteringen |
Herclassificatie en overig (1) |
Netto | Uitgestelde belastingvorderingen |
Uitgestelde belastingverplichtingen |
| Materiële vaste activa | -15.047 | 432 | - | - | - | 326 | -14.289 | 700 | -14.989 |
| Immateriële activa | -3.816 | 468 | - | - | -2.260 | 672 | -4.936 | 2.573 | -7.509 |
| Voorraden en biologische activa |
7 | 6 | - | - | - | 107 | 120 | 120 | - |
| Vorderingen en andere activa | -265 | -468 | - | - | - | -92 | -825 | 137 | -962 |
| Derivaten | - | - | -9 | - | - | - | -9 | - | -9 |
| Personeelsbeloningen | 13.005 | 309 | 317 | - | - | -2.190 | 11.441 | 11.441 | - |
| Overige langlopende voorzieningen en verplichtingen |
- | - | - | - | - | - | - | - | - |
| Op aandelen gebaseerde betalingen met afwikkeling in eigenvermogensinstrumenten |
- | - | - | - | - | - | - | - | - |
| Overige verplichtingen | -699 | 715 | - | - | - | 249 | 265 | 1.130 | -865 |
| Fiscale verliezen en fiscale winsten |
960 | -297 | - | - | - | 925 | 1.588 | 2.158 | -570 |
| Saldering | - | - | - | - | - | - | - | -15.029 | 15.029 |
| Uitgestelde belastingvorderingen (verplichtingen) |
-5.855 | 1.165 | 308 | - | -2.260 | -3 | -6.645 | 3.230 | -9.875 |
(1) Dit betreft met name omrekenverschillen op balansposten in Britse ponden.
| 2015 | Balans op 31 december | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Netto balanspositie op 1 januari |
Opgenomen in winst- en verliesrekening |
Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten |
Bedragen rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
Verworven via bedrijfscombinaties en desinvesteringen |
Herclassificatie en overig (1) |
Netto | Uitgestelde belastingvorderingen |
Uitgestelde belastingverplichtingen |
| Materiële vaste activa | -15.240 | 1.014 | - | - | - | -821 | -15.047 | 655 | -15.702 |
| Immateriële activa | -4.318 | 706 | - | - | - | -204 | -3.816 | 204 | -4.020 |
| Voorraden en biologische activa |
-91 | 96 | - | - | - | 2 | 7 | 114 | -107 |
| Vorderingen en andere activa | 906 | -1.254 | - | - | - | 83 | -265 | 571 | -836 |
| Personeelsbeloningen | 16.020 | -2.352 | -2.452 | 1.005 | - | 784 | 13.005 | 13.005 | - |
| Overige langlopende voorzieningen en verplichtingen |
- | - | - | - | - | - | - | - | - |
| Op aandelen gebaseerde betalingen met afwikkeling in eigenvermogensinstrumenten |
- | - | - | - | - | - | - | - | - |
| Overige verplichtingen | -1.063 | 171 | - | - | - | 193 | -699 | - | -699 |
| Fiscale verliezen en fiscale winsten |
1.468 | 503 | - | -1.020 | - | 9 | 960 | 3.601 | -2.641 |
| Saldering | - | - | - | - | - | - | - | -15.015 | 15.015 |
| Uitgestelde belastingvorderingen (verplichtingen) |
-2.318 | -1.116 | -2.452 | -15 | - | 46 | -5.855 | 3.135 | -8.990 |
(1) Dit betreft met name omrekenverschillen op balansposten in Britse ponden.
De Groep verwacht dat de opgenomen posten voor belastingverplichtingen toereikend zijn voor de nog niet afgewikkelde jaren, gebaseerd op een evaluatie van veel factoren, waaronder interpretatie van de belastingwetgeving en ervaringen uit het verleden. De Groep saldeert belastingvorderingen en belastingverplichtingen uitsluitend en alleen indien er een afdwingbaar recht is op compensatie. Ter zake van de uitgestelde belastingvorderingen acht de Groep - op basis van de vooruitzichten - dat er voldoende toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn om de uitgestelde belastingvordering te benutten.
Uitgestelde belastingvorderingen zijn niet opgenomen voor zover het de compensabele verliezen betreft in Duitsland, omdat de Directie niet zeker is dat voldoende winsten zullen worden gegenereerd waarmee deze verliezen kunnen worden gecompenseerd. Deze belastingvorderingen zijn opgenomen in het overzicht van niet-gewaardeerde fiscale verliezen voor een bedrag van €3,9 miljoen per 31 december 2016 (31 december 2015: €4,2 miljoen), met een belastingeffect van €1,1 miljoen (31 december 2015: €1,3 miljoen). De compensabele verliezen zijn onbeperkt voorwaarts verrekenbaar, maar de Directie hanteert een periode van 10 jaar om vast te stellen of fiscale verliezen gecompenseerd kunnen worden.
Daarnaast zijn uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot fiscale verliezen op de verkoop van onroerend goed in het Verenigd Koninkrijk niet opgenomen. Het betreft een bedrag per 31 december 2016 ter grootte van €3,2 miljoen (31 december 2015: €3,3 miljoen), met een belastingeffect van €0,6 miljoen (31 december 2015: €0,7 miljoen). Deze compensabele verliezen kunnen alleen worden gecompenseerd met toekomstige winsten op de verkoop van specifieke activa, zoals onroerend goed. Omdat de Directie niet voornemens is over te gaan tot verkoop van onroerend goed, is compensatie van deze fiscale verliezen hoogst onzeker en zijn deze compensabele verliezen niet gewaardeerd.
Tevens wordt in Nederland geen uitgestelde belastingvordering opgenomen voor onroerende zaken waarbij de fiscale waarde per einde boekjaar hoger is dan de commerciële waarde en waarbij geen voornemen tot verkoop of sloop bestaat. Ook wordt niet verwacht dat met betrekking tot deze specifieke onroerende zaken de mogelijkheden voor fiscale afschrijving in de nabije toekomst significant zullen toenemen omdat de Directie verwacht dat de WOZ waarderingen van deze objecten in de nabije toekomst niet significant zullen dalen, hetgeen ruimte zou bieden voor fiscale afschrijving. Dit betreft een bedrag per 31 december 2016 ter grootte van €2,9 miljoen (31 december 2015: €2,1 miljoen), met een belastingeffect van €0,7 miljoen (31 december 2015: €0,5 miljoen).
De Groep en de Nederlandse dochtermaatschappijen waarin de Groep een 100% belang heeft vormen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, waarvan ForFarmers N.V. het groepshoofd is. Voor de BTW bestaat een vergelijkbare fiscale eenheid voor de Nederlandse dochtermaatschappijen. Deze fiscale eenheid bevat ook de meerderheidsaandeelhouder Coöperatie FromFarmers U.A., welke het hoofd is van deze fiscale eenheid. Bij het hoofd van de fiscale eenheid wordt de volledige actuele vordering of schuld aan de fiscus in de balans opgenomen. Verrekening van belastingen binnen de fiscale eenheid vinden plaats alsof ieder vennootschap zelfstandig belastingplichtig is. Iedere vennootschap die deel uitmaakt van de fiscale eenheid is hoofdelijk aansprakelijk voor de fiscale verplichtingen van de fiscale eenheid als geheel.
Een aantal vennootschappen in Duitsland vormen een fiscale eenheid voor de winstbelastingen ('Organschaft' voor 'Körperschaftsteuer' en 'Gewerbesteuer'). Verrekening van belastingen binnen de fiscale eenheid vinden plaats alsof ieder vennootschap zelfstandig belastingplichtig is.
De vennootschappen in het Verenigd Koninkrijk vormen een fiscale eenheid voor de winstbelastingen ('Group Relief') en BTW. Verrekening van belastingen binnen de fiscale eenheid vinden plaats alsof ieder vennootschap zelfstandig belastingplichtig is.
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| Belastingtarieven | ||
| Nederland | 25,00% | 25,00% |
| Duitsland (gemiddeld) | 28,90% | 30,00% |
| België | 33,99% | 33,99% |
| Verenigd Koninkrijk (gemiddeld) | 20,00% | 20,25% |
Vennootschapsbelasting op de resultaten van HaBeMa worden met de belastingautoriteiten afgerekend door ForFarmers Langförden, Duitsland (indirect aandeelhouder). De resultaten van HaBeMa worden verantwoord op basis van de 'equity'-methode en worden gepresenteerd in de geconsolideerde winst-enverliesrekening na aftrek van winstbelastingen. Deze lasten uit hoofde van winstbelasting worden in mindering gebracht op het aandeel in het resultaat van deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode en bedroegen in 2016 €889 duizend (2015: €1.053 duizend).
Handelsbelastingen met betrekking tot HaBeMa ('Gewerbesteuer') worden gedragen door HaBeMa zelf.
| In duizenden euro | Grond & gebouwen |
Machines & installaties |
Andere vaste bedrijfsmiddelen |
Activa in uitvoering |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Kostprijs | |||||
| Stand op 1 januari 2015 | 150.525 | 193.381 | 54.454 | 4.196 | 402.556 |
| Verworven via bedrijfscombinaties | - | - | - | - | - |
| Verworven | 672 | 3.641 | 3.623 | 16.335 | 24.271 |
| Herclassificatie activa in uitvoering | 332 | 10.379 | 1.874 | -12.585 | - |
| Afgestoten | -1.545 | -9.821 | -5.002 | - | -16.368 |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | 3.737 | 5.990 | 101 | 67 | 9.895 |
| Stand op 31 december 2015 | 153.721 | 203.570 | 55.050 | 8.013 | 420.354 |
| Stand op 1 januari 2016 | 153.721 | 203.570 | 55.050 | 8.013 | 420.354 |
| Verworven via bedrijfscombinaties | - | - | 104 | - | 104 |
| Desinvesteringen | -121 | -905 | - | -143 | -1.169 |
| Verworven | 513 | 3.818 | 7.348 | 19.938 | 31.617 |
| Herclassificatie activa in uitvoering | 154 | 14.750 | 354 | -15.258 | - |
| Herclassificatie | - | -21.111 | 21.111 | - | - |
| Afgestoten | - | -3.767 | -3.134 | -139 | -7.040 |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | -9.356 | -13.986 | -1.024 | -1.028 | -25.394 |
| Stand op 31 december 2016 | 144.911 | 182.369 | 79.809 | 11.383 | 418.472 |
| Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen | |||||
| Stand op 1 januari 2015 | -57.828 | -117.211 | -37.243 | - | -212.282 |
| Afschrijvingen | -4.149 | -12.219 | -3.831 | - | -20.199 |
| Afgestoten | 1.656 | 9.491 | 4.194 | - | 15.341 |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | -2.302 | -3.107 | -74 | - | -5.483 |
| Stand op 31 december 2015 | -62.623 | -123.046 | -36.954 | - | -222.623 |
| Stand op 31 december 2016 | -60.662 | -118.028 | -45.033 | - | -223.723 |
|---|---|---|---|---|---|
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | 5.576 | 4.924 | 2.688 | - | 13.188 |
| Afgestoten | - | 3.585 | 1.969 | - | 5.554 |
| Herclassificatie | - | 5.735 | -5.735 | - | - |
| Afschrijvingen | -3.688 | -9.754 | -6.936 | - | -20.378 |
| Desinvesteringen | 73 | 528 | - | - | 601 |
| Verworven via bedrijfscombinaties | - | - | -65 | - | -65 |
| Stand op 1 januari 2016 | -62.623 | -123.046 | -36.954 | - | -222.623 |
| Boekwaarden | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2015 | 92.697 | 76.170 | 17.211 | 4.196 | 190.274 |
| Op 31 december 2015 | 91.098 | 80.524 | 18.096 | 8.013 | 197.731 |
| Op 31 december 2016 | 84.249 | 64.341 | 34.776 | 11.383 | 194.749 |
In het Verenigd Koninkrijk is gestart met de bouw van een nieuwe productiefaciliteit (Exeter) en een centraal kantoor (Bury St. Edmunds). Hiermee is een investering gemoeid van £10 miljoen respectievelijk £4 miljoen (tegen koers van 31 december 2016 omgerekend €11,7 miljoen respectievelijk €4,7 miljoen), waarvan reeds een deel is verantwoord als Activa in uitvoering.
In 2016 en 2015 zijn er geen indicatoren geweest voor bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa.
De Groep least activa via een aantal financiële lease contracten. De daarbij behorende leaseverplichtingen zijn opgenomen onder de leningen en overige financieringsverplichtingen. Per 31 december 2016 bedroeg de netto boekwaarde van de geleasede activa €236 duizend (2015: €352 duizend). De daling van de boekwaarde komt doordat geleasede activa vervangen worden door gekochte activa.
| Immateriële | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Goodwill Klantenportefeuilles | Handels- en merknamen |
Software | activa in uitvoering |
Totaal | |
| Kostprijs | ||||||
| Stand op 1 januari 2015 | 49.430 | 24.354 | 1.803 | 10.049 | - | 85.636 |
| Verworven via bedrijfscombinaties | 1.976 | 12.072 | - | - | - | 14.048 |
| Verworven | - | 360 | - | 635 | - | 995 |
| Afgestoten | - | - | -992 | -8 | - | -1.000 |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | 1.456 | 1.253 | 67 | 568 | - | 3.344 |
| Stand op 31 december 2015 | 52.862 | 38.039 | 878 | 11.244 | - | 103.023 |
| Stand op 1 januari 2016 | 52.862 | 38.039 | 878 | 11.244 | - | 103.023 |
| Verworven via bedrijfscombinaties | 15.569 | 9.039 | - | - | - | 24.608 |
| Desinvesteringen | - | - | - | - | - | - |
| Verworven | - | 500 | - | 586 | 963 | 2.049 |
| Afgestoten | - | - | - | -4 | - | -4 |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | -3.948 | -5.124 | - | -1.427 | - | -10.499 |
| Stand op 31 december 2016 | 64.483 | 42.454 | 878 | 10.399 | 963 | 119.177 |
| Stand op 1 januari 2015 | - | -3.549 | -1.803 | -2.936 | - | -8.288 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Amortisatie | - | -3.112 | - | -2.273 | - | -5.385 |
| Afgestoten | - | - | 992 | 8 | - | 1.000 |
| Bijzonder waardeverminderingsverlies | - | -454 | - | - | - | -454 |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | - | -132 | -67 | -495 | - | -694 |
| Stand op 31 december 2015 | - | -7.247 | -878 | -5.696 | - | -13.821 |
| Stand op 1 januari 2016 | - | -7.247 | -878 | -5.696 | - | -13.821 |
| Desinvesteringen | - | - | - | - | - | - |
| Amortisatie | - | -3.356 | - | -2.310 | - | -5.666 |
| Bijzonder waardeverminderingsverlies | - | - | - | - | - | - |
| Afgestoten | - | - | - | 24 | - | 24 |
| Effect van wijzigingen in wisselkoersen | - | 1.056 | - | 1.411 | - | 2.467 |
| Stand op 31 december 2016 | - | -9.547 | -878 | -6.571 | - | -16.996 |
| Boekwaarden | ||||||
| Op 1 januari 2015 | 49.430 | 20.805 | - | 7.113 | - | 77.348 |
| Op 31 december 2015 | 52.862 | 30.792 | - | 5.548 | - | 89.202 |
| Op 31 december 2016 | 64.483 | 32.907 | - | 3.828 | 963 | 102.181 |
De goodwill en overige mutaties 'verworven via bedrijfscombinaties' van in totaal €24.608 duizend hebben betrekking op de acquisitie van Vleuten-Steijn (2015: in totaal €14.048 duizend verkregen immateriële activa en goodwill van Countrywide Farmers), zie noot 5.
De amortisatie van klantenportefeuille, handelsmerken en software is verantwoord onder de kosten van afschrijvingen en amortisatie. Het afgestoten bedrag onder handels- en merknamen in 2015 heeft betrekking op handelsnamen welke niet meer worden gebruikt door de Groep.
Vanaf 2016 voert de Groep haar goodwill impairment test jaarlijks in het derde kwartaal uit en op een ander moment indien sprake is van een aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering ten aanzien van goodwill. In 2015 was deze test in verband met de IFRS transitie uitgevoerd in het vierde kwartaal van dat jaar. Goodwill wordt gevolgd en getest op het niveau van de clusters. De Groep evalueert, onder andere, de verhouding tussen de realiseerbare waarde en de boekwaarde, bij de evaluatie van indicatoren voor eventuele bijzondere waardeverminderingen.
De goodwill is als volgt aan de kasstroomgenererende eenheden gealloceerd:
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Nederland | 34.881 | 19.312 |
| Duitsland/België | 4.017 | 4.017 |
| Verenigd Koninkrijk | 25.585 | 29.533 |
| Totaal | 64.483 | 52.862 |
Voor de 2016 goodwill impairment test is de realiseerbare waarde van de verschillende kasstroomgenererende eenheden gebaseerd op de bedrijfswaarde, die is bepaald door contantmaking van de toekomstige kasstromen uit het voortgezette gebruik van deze kasstroomgenererende eenheden. Deze methode is veranderd ten opzichte van 2015 zodat de Groep bij de waardebepaling betere
aansluiting heeft bij haar interne prestatiemaatstaven.
De belangrijkste aannames die zijn toegepast voor de berekening van de 2016 bedrijfswaarde per kasstroomgenererende eenheid zijn opgenomen in onderstaande tabel.
| In procenten | Disconteringsvoet | Eindwaarde groeivoet |
Verwachte EBITDA-groei (gemiddelde voor komende vijf jaar) |
|---|---|---|---|
| Nederland | 8,31% | 0,75% | 2,90% |
| Duitsland/België | 8,45% | 0,75% | 8,16% |
| Verenigd Koninkrijk |
8,87% | 1,87% | 8,07% |
De disconteringsvoet is een maatstaf voor belastingen, gebaseerd op het rendement op 30-jarige staatsobligaties die zijn uitgegeven in de relevante markt en in dezelfde valuta als de kasstromen, gecorrigeerd voor een risicoopslag die recht doet aan het hogere risico van beleggingen in effecten in het algemeen en het systeemrisico van de specifieke kasstroomgenererende eenheid.
De gemiddelde groeipercentages van de EBITDA zijn afgeleid van de geprognotiseerde brutowinsten welke zijn geschat rekening houdend met de gemiddelde groei van de laatste jaren en de geschatte verkoopvolumes in tonnen. Om tot de geprognotiseerde brutowinst te komen is in eerste instantie een inschatting gemaakt van de ontwikkeling van de marge per ton, niet van de ontwikkelingen van verkoopprijzen. De ontwikkeling van de prijzen van grondstoffen is moeilijk te voorspellen.
De bedrijfswaarden van de kasstroomgenererende eenheden zijn bepaald op basis van het budget 2016 en de meerjarenplannen tot en met 2020. Voor de periode na 2020 is een groeipercentage gehanteerd dat gelijk is aan de verwachte inflatiepercentages voor de lange termijn, zoals in de markt gebruikelijk is.
Voor de 2015 goodwill impairment test was de realiseerbare waarde van de verschillende kasstroomgenererende eenheden gebaseerd op reële waarde minus kosten van verkoop en geschat door
gebruikmaking van waarderingsmodel gebaseerd op een factor maal de winstgevendheid. De waarderingsfactoren zijn gebaseerd op een combinatie van
waarderingsfactoren van vergelijkbare concurrerende ondernemingen, waarderingsfactoren zoals gehanteerd door analisten en waarderingsfactoren uit transacties die hebben plaatsgevonden. De Groep heeft de realiseerbare waarde vastgesteld in het midden van de berekende realiseerbare waarden gebruik makend van de verschillende waarderingsfactoren zoals beschreven. De berekening van de reële waarde is geclassificeerd als Niveau 2 reële waarde gebaseerd op de input in de gebruikte waarderingsmethode. Gezien de vergelijkbaarheid van de kasstroomgenererende eenheden heeft de Groep dezelfde waarderingsfactoren gebruikt bij het vaststellen van de reële waarde minus de kosten van verkoop van de verschillende kasstroomgenererende eenheden.
De belangrijkste aannames die de Groep heeft gebruikt in de schattingen van de realiseerbare waarden worden hierna weergegeven en betreffen EBITDA (resultaat uit bedrijfsactiviteiten vermeerderd met afschrijvingen en amortisatie) factoren. De waarden welke zijn toegekend aan de variabelen zijn de weerslag van de evaluatie door de Directie van trends in de relevante bedrijfstakken en zijn gebaseerd op historische data uit zowel externe als interne bronnen.
Om tot een EBITDA te komen waarop de waarderingsfactor kan worden toegepast, wordt de EBITDA genormaliseerd voor incidentele elementen. De ontwikkeling van EBITDA is geschat rekening houdende
met ervaringen uit het verleden, aangepast als volgt:
De waarderingsfactor om de reële waarde vast te stellen in 2015 bedroeg 7,1x gelijk voor alle kasstroom genererende entiteiten.
De uitkomst van de goodwill impairment test van de kasstroomgenererende eenheden laat zien dat de realiseerbare waarden de boekwaarden van de kasstroom genererende eenheden overstijgen, waardoor er geen noodzaak is tot een verantwoording van een bijzonder waardeverminderingsverlies (2015: idem). Een redelijke aanpassing van de aannames leidt in deze gevallen niet tot realiseerbare waarden lager dan de boekwaarden van deze kasstroomgenererende eenheden (2015: idem).
In 2015 heeft de Groep een afwaardering verantwoord van €454 duizend van de waarde van de klantenportefeuilles in het Verenigd Koninkrijk.
| 2016 | 2015 |
|---|---|
| 5.400 | |
| - | -4.579 |
| - | 1 |
| 8 | - |
| 830 | 822 |
| 8.505 | |
| -2.905 | -7.683 |
| 822 | |
| 822 3.735 830 |
De vastgoedbeleggingen bestaan uit een aantal bedrijfspanden en terreinen die niet langer dienstbaar zijn aan de voeder activiteiten van de Groep en op termijn zullen worden afgestoten. In 2016 hebben zich geen materiële wijzigingen voorgedaan in de samenstelling en omvang van de vastgoedbeleggingen.
Eind 2015 is een stuk grond in Oss (Nederland) gereclassificeerd van vastgoedbeleggingen naar activa aangehouden voor verkoop, omdat de Directie had voorgenomen dit stuk grond te verkopen en verwachtte dat de transactie kon worden afgerond binnen twaalf maanden na balansdatum. In het eerste halfjaar van 2016, is het stuk grond in Oss verkocht voor €5,6 miljoen, resulterend in een boekwinst van €0,9 miljoen, welke geclassificeerd is als overige bedrijfsopbrengsten in de winst-en-verliesrekening, zie noot 10.
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen is vastgesteld door externe, onafhankelijke vastgoedtaxateurs die over adequate professionele kwalificaties en ervaring beschikken en door rekening te houden met de verkoopprijzen die recent zijn overeengekomen.
De vastgestelde reële waarde voor de vastgoedbeleggingen bedroeg €2,1 miljoen (31 december
2015: €2,0 miljoen) en is geclassificeerd als een Niveau 3 reële waarde gebaseerd op de informatie die is afgeleid van markttransacties.
Onderstaande tabel geeft de waarderingstechnieken weer die zijn gebruikt in vaststelling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen evenals de belangrijke niet waarneembare input die is gebruikt.
| Waarderingstechniek Belangrijke niet | waarneembare input |
Onderlinge relatie tussen belangrijke niet-waarneembare input en de bepaling van de reële waarde |
|---|---|---|
| Prijs van de transactie: |
De geschatte reële waarde zal toenemen (afnemen) als: |
|
| De reële waarde van de vastgoedbelegging wordt vastgesteld op beschikbare marktinformatie voor grond op een vergelijkbare locatie in vergelijkbare condities |
· Conditie van de vastgoedbelegging |
· De beoordeelde conditie van de vastgoedbelegging beter zou zijn |
| · Vergelijkbaarheid van locatie |
· De locatie als een meer gewilde locatie zou worden beschouwd |
|
| · Beoordeling van de inbaarheid van vorderingen gerelateerd aan een specifieke |
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Belang in joint venture | 21.653 | 19.714 |
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Aandeel in het resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen | ||
| Joint venture | 3.816 | 4.651 |
| Overige | - | 30 |
| 3.816 | 4.681 |
HaBeMa Futtermittel Produktions- und Umschlagsgesellschaft GmbH & Co. KG (HaBeMa) is de enige joint venture waarin de Groep participeert. HaBeMa is een van de leveranciers van de Groep en is hoofdzakelijk actief in de handel, op- en overslag van grondstoffen en productie van mengvoer in Hamburg, Duitsland.
HaBeMa is gestructureerd als een separate juridische entiteit en de Groep heeft een belang in de netto-activa van de entiteit. Op basis daarvan heeft de Groep haar participatie geclassificeerd als joint venture. De Groep heeft geen contractuele verplichtingen of voorwaardelijke verplichtingen naar HaBeMa, anders dan uit hoofde van inkopen van goederen als onderdeel van de normale
Vennootschapsbelasting op de resultaten van HaBeMa worden met de belastingautoriteiten afgerekend door ForFarmers Langförden, Duitsland (indirect aandeelhouder). De resultaten van HaBeMa worden verantwoord op basis van de 'equity'-methode en worden gepresenteerd in de geconsolideerde winst-enverliesrekening na aftrek van winstbelastingen. Deze lasten uit hoofde van winstbelasting worden in mindering gebracht op het aandeel in het resultaat van deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode en bedroegen in 2016 €889 duizend (2015: €1.053 duizend). Handelsbelastingen met betrekking tot HaBeMa ('Gewerbesteuer') worden gedragen door HaBeMa zelf.
In onderstaande tabel wordt de financiële informatie van HaBeMa weergegeven die is verwerkt in haar jaarrekening en aangepast voor verschillen in waarderingsgrondslagen. De tabel laat ook de aansluiting zien tussen de samengevatte financiële informatie en de boekwaarde van het belang van de Groep in HaBeMa.
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Percentage eigendomsbelang | 50% | 50% |
| Vaste activa | 40.546 | 38.340 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 2.376 | 1.920 |
| Overige vlottende activa | 21.207 | 22.100 |
| Vlottende activa | 23.583 | 24.020 |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | -5.730 | -6.780 |
| Overige langlopende verplichtingen | -9.424 | -8.507 |
| Langlopende verplichtingen | -15.154 | -15.287 |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | -1.282 | -1.213 |
| Overige kortlopende verplichtingen | -4.387 | -6.431 |
| Kortlopende verplichtingen | -5.669 | -7.644 |
| Netto-activa (100%) | 43.306 | 39.429 |
| Aandeel Groep in de netto-activa (50%) | 21.653 | 19.714 |
| Boekwaarde belang joint venture | 21.653 | 19.714 |
| 31 december |
31 december |
||
|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
| Omzet | 155.877 | 176.012 | |
| Afschrijvingen en amortisatie | -4.009 | -3.666 | |
| Rentelasten | -812 | -316 | |
| Belastinglast | -1.818 | -2.219 | |
| Gerealiseerd resultaat (100%) | 9.410 | 11.408 | |
| Niet-gerealiseerd resultaat (100%) | -2 | 30 | |
| Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (100%) | 9.408 | 11.438 | |
| Gerealiseerd resultaat (50%) | 4.705 | 5.704 | |
| Aandeel groep in belastinglast van de deelneming verwerkt volgens de 'equity'-methode | 16G | -889 | -1.053 |
| Aandeel Groep in totale gerealiseerde resultaten, na belasting | 3.816 | 4.651 | |
| Niet-gerealiseerd resultaat, na belasting (50%) | 26 | -1 | 15 |
| Aandeel Groep in totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belasting | 3.815 | 4.666 | |
| Door Groep ontvangen dividenden | 2.766 | 5.753 |
| 31 december |
31 december |
||
|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
| Vorderingen op handelsdebiteuren | 183.457 | 200.374 | |
| Vordering op verbonden partij | 37 | 4.226 | 4.046 |
| Leningen aan medewerkers | 409 | 500 | |
| Overige beleggingen | 28 | 38 | |
| Belastingen (anders dan vennootschapsbelasting) en sociale lasten | 4.982 | 10.401 | |
| Voor afdekking gebruikte valutatermijncontracten (derivaten) | 31D | 36 | - |
| Voor afdekking gebruikte brandstof swaps (derivaten) | 31D | 115 | - |
| Vooruitbetalingen | 5.288 | 6.855 | |
| Overlopende activa | 26.147 | 21.741 | |
| Totaal | 224.688 | 243.955 | |
| Langlopend | 10.952 | 12.532 | |
| Kortlopend | 213.736 | 231.423 | |
| Totaal | 224.688 | 243.955 |
De langlopende handels- en overige vorderingen bestaan uit:
zijn verworven. De marktwaarde van deze certificaten van aandelen is per de balansdatum groter dan de waarde van de leningen. Deze leningen zijn verstrekt als onderdeel van het medewerkersparticipatieplan 2007- 2009. Er worden geen nieuwe leningen meer verstrekt aan medewerkers.
De overige vorderingen, vooruitbetalingen en transitorische activa bestaan hoofdzakelijk uit nog te factureren bedragen aan afnemers en vooruitbetalingen aan leveranciers.
Informatie over de blootstelling van de Groep aan kredietrisico's en marktrisico's en bijzondere waardeverminderingen op handels- en overige vorderingen is weergegeven in noot 31 (financiële instrumenten).
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Grond- en hulpstoffen | 53.546 | 63.053 |
| Gereed product | 9.241 | 9.616 |
| Overige voorraden | 7.237 | 11.006 |
| Totaal | 70.024 | 83.675 |
De daling van de voorraden wordt voornamelijk veroorzaakt door een daling van de gemiddelde prijs van grondstoffen en doordat een deel van de graaninname die bij afnemers wordt gedaan vanaf 2016 is uitbesteed aan derden.
De overige voorraden betreffen de handelsvoorraden die onderdeel uitmaken van de 'Total Feed activiteiten' van de Groep en betreffen vooral meststoffen en zaden.
In 2016 is op voorraden een bedrag van €35 duizend afgeschreven (2015: €20 duizend).
Voor wat betreft belangrijke aankoopverplichtingen wordt verwezen naar de toelichting over verplichtingen onder noot 36.
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Stand op 1 januari | 6.096 | 5.010 |
| Aankopen vee, voer en verzorging | 34.222 | 35.705 |
| Verkopen van vee | -37.449 | -36.612 |
| Wijziging in reële waarde | 2.248 | 1.993 |
| Stand op 31 december | 5.117 | 6.096 |
Per de balansdatum bestaat de pluimveestapel uit 1.144.592 dieren (2015: 1.494.846 dieren) met een waarde van €5,1 miljoen (2015: €6,1 miljoen). De pluimveestapel bevat hennen en een aantal hanen, die worden opgefokt tot een leeftijd variërend tussen 16 en 20 weken, en daarna worden verkocht aan vermeerderaars. De gehele voorraad betreft vlottende activa.
De vaststelling van de reële waarde van de hanen en hennen is geclassificeerd als Niveau 3 reële waarde gebaseerd op de productiekosten plus een proportioneel deel van de marge die zal worden gerealiseerd bij verkoop. Er bestaat geen actieve markt met publieke marktprijzen voor deze hennen en daarom beschouwt de Directie de prijs van de meest recente markttransacties als de meest betrouwbare schatting voor de reële waarde resulterend in een Niveau 3 reële waarde hiërarchie.
Onderstaande tabel geeft een specificatie van de totale winsten (verliezen) verantwoord in de kosten van grond en hulpstoffen met betrekking tot Niveau 3 reële waarden (veestapel). Het niet-gerealiseerde deel van de wijziging in reële waarde vormt onderdeel van de waardering van de biologische activa per balansdatum.
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Bedragen verwerkt in de winst-en verliesrekening |
||
| Wijziging in reële waarde (gerealiseerd) |
2.297 | 2.100 |
| Wijziging in reële waarde (niet gerealiseerd) |
-49 | -107 |
| Totaal | 2.248 | 1.993 |
| Bedragen verwerkt in de balans | ||
| Wijziging in reële waarde (niet gerealiseerd) |
179 | 228 |
Onderstaande tabel geeft de gebruikte waarderingsmethoden weer die zijn gebruikt bij vaststelling van de Niveau 3 reële waarden, evenals de belangrijke niet waarneembare input die is gebruikt.
| Type | Waarderingstechniek Significante niet | waarneembare input |
Onderlinge relatie tussen significante niet-waarneembare input en de bepaling van de reële waarde |
|---|---|---|---|
| Vee | Waarderingstechniek en transactieprijs |
De geschatte referentieprijs is gebaseerd op de meest recente markttransacties |
De geschatte reële waarde zou toenemen (afnemen) als: |
| Vee bestaat uit hanen en hennen |
De reële waarde van de hennen en hanen wordt vastgesteld op basis van de productiekosten plus een proportioneel deel van de marge die zal worden gerealiseerd bij verkoop. |
De marge wordt proportioneel gealloceerd aan de verschillende fasen van volgroeidheid op basis van (0% - 91%), uitvalpercentage inclusief sterfte (3.6%) |
· het aantal hennen toeneemt (afneemt) |
| · het percentage van |
volgroeidheid toeneemt (afneemt) · het uitvalpercentage inclusief sterftecijfer afneemt (toeneemt)
De Groep is onderhevig aan de volgende risico's met betrekking tot haar veestapel.
De Groep is onderworpen aan wetten en regels in de verschillende landen waarin zij actief is. De Groep heeft milieubeleid en procedures ingevoerd gericht op het voldoen aan lokale milieu- en overige wetten.
De Groep is blootgesteld aan de risico's die het gevolg zijn van variaties in de prijs en het verkoopvolume van haar
veestapel. De Directie voert regelmatig trendanalyses uit met betrekking tot de ontwikkeling van de volumes en prijzen van hennen.
De Groep is blootgesteld aan reguliere risico's gerelateerd aan agrarische activiteiten, onder andere de risico's gerelateerd aan dierziekten. De Groep volgt de ontwikkelingen in de markt op de voet en past waar nodig haar beleid aan.
De uitstaande deposito's betreffen spaarrekeningen die direct kunnen worden aangewend zonder kosten. Op basis hiervan worden de deposito's als onderdeel van de geldmiddelen en kasequivalenten gezien.
De geldmiddelen en kasequivalenten staan ter vrije beschikking van de Groep. De toename van de geldmiddelen en kasequivalenten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de gerealiseerde EBITDA en mutaties in werkkapitaal deels gecompenseerd door acquisities, investeringen en betaald dividend.
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Deposito's | 43.073 | 30.062 |
| Banksaldi(1) | 109.781 | 103.003 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten in de balans |
152.854 | 133.065 |
| Bankschulden(1) | -45.535 | -46.565 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten in het kasstroomoverzicht |
107.319 | 86.500 |
(1) De accounting policy inzake netting is gewijzigd. Zie noot 2 voor verdere toelichting
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Stand op 1 januari | 4.579 | 834 |
| Reclassificatie van vastgoedbeleggingen |
- | 4.579 |
| Verkoop | -4.579 | -834 |
| Aanpassing voor koersverschillen | - | - |
| Stand op 31 december | - | 4.579 |
Eind 2015 is een stuk grond in Oss (Nederland) gereclassificeerd van vastgoedbeleggingen naar activa aangehouden voor verkoop, omdat de Directie had voorgenomen dit stuk grond te verkopen en verwachtte dat de transactie kon worden afgerond binnen twaalf maanden na balansdatum. In 2016 is het stuk grond in Oss verkocht voor €5,6 miljoen. Vanwege €0,1 miljoen verkoopkosten resulteert dit in een boekwinst van €0,9 miljoen, welke geclassificeerd is als overige bedrijfsopbrengsten in de winst-en-verliesrekening, zie noot 10.
| Gewone aandelen (aantal) Bedrag in euro |
||||
|---|---|---|---|---|
| 31 december 2016 |
31 december 2015 |
31 december 2016 |
31 december 2015 |
|
| Gewone aandelen - nominale waarde €0,01 (2015: €1,00) |
106.261.040 106.261.040 | 144.617 | 144.617 | |
| Prioriteitsaandeel - nominale waarde €0,01 (2015: €1,00) |
1 | 1 | - | - |
| Uitstaand op 31 december - volgestort |
106.261.041 106.261.041 | 144.617 | 144.617 |
Op 15 april 2016 werd besloten de statuten van de vennootschap te wijzigen waarbij de juridische vorm van de vennootschap werd omgezet in een naamloze vennootschap en de nominale waarde van de aandelen werd verlaagd van €1,00 tot €0,01 per aandeel, met een ingangsdatum van 23 mei 2016. Op 31 december 2016, bestaat het aandelenkapitaal uit 106.261.040 gewone aandelen en 1 prioriteitsaandeel. Per balansdatum waren alle aandelen uitgegeven en volgestort. Het agio bestaat uit het positieve verschil tussen de uitgifteprijs en de nominale waarde van uitgegeven aandelen.
Alle gewone aandelen zijn gelijkgerechtigd. De houders van deze aandelen zijn gerechtigd tot het dividend dat wordt betaald en zijn gerechtigd tot het uitbrengen van een stem per aandeel in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de Vennootschap. Alle rechten verbonden aan de aandelen die worden gehouden door de Groep worden opgeschort tot het moment waarop ze opnieuw worden uitgegeven.
Het prioriteitsaandeel wordt gehouden door Coöperatie FromFarmers U.A. Aangezien Coöperatie FromFarmers U.A. op de meest recente peildatum van 1 januari 2017, voor meer dan vijftig procent (50%) van de totaal op gewone aandelen uit te brengen stemmen het stemrecht kon uitoefenen op de door haar gehouden aandelen en/of steminstructie kon geven met betrekking tot de door Stichting Beheer- en Administratiekantoor gehouden aandelen, geldt dat Coöperatie FromFarmers U.A. als prioriteitsaandeelhouder:
(i) een aanbevelingsrecht heeft voor vier van de zes leden van de Raad van Commissarissen;
(ii) na overleg met de Raad van Commissarissen een commissaris als voorzitter kan benoemen;
(iii) een goedkeuringsrecht heeft met betrekking tot de besluiten van de Raad van Bestuur omtrent:
Voor de voorwaarden voor het houden van het prioriteitsaandeel en de bijzondere zeggenschapsrechten die daaraan verbonden zijn in het geval dat stemrecht
en/of steminstructie voor 50% of minder kan worden uitgeoefend of gegeven, wordt verwezen naar de Verklaring inzake Corporate Governance.
Het prioriteitsaandeel is geclassificeerd als eigen vermogen, omdat aan het aandeel geen verplichting is verbonden om geldmiddelen in te brengen en geen verrekening vereist in een variabel aantal van de eigenvermogensinstrumenten van de Vennootschap.
De reserve voor de (certificaten van) aandelen die de Vennootschap in haar eigen kapitaal houdt bestaat uit de kosten van verwerving van deze (certificaten van) aandelen. De (certificaten van) aandelen in eigen bezit worden in mindering gebracht op het eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders.
De (certificaten van) aandelen in eigen bezit worden verantwoord tegen kostprijs, welke wordt gevormd door de marktprijs of de dag van verwerving, waarbij de nominale waarde van de aangekochte (certificaten van) aandelen wordt gedebiteerd ten laste van de reserve eigen aandelen. Indien (certificaten van) aandelen in eigen beheer weer worden verkocht wordt de nominale waarde van de aandelen gecrediteerd ten gunste van de reserve eigen aandelen. Ieder verschil tussen de nominale waarde en de marktprijs wordt verantwoord als een correctie op de reserve ingehouden winsten.
Gedurende het boekjaar verwierf de Vennootschap 400.000 (2015: 620.420) van haar eigen (certificaten van) aandelen teneinde in staat te zijn certificaten toe te kennen aan medewerkers in het kader van het medewerkersparticipatieplan. Naast de inkoop van het genoemde aantal (certificaten van) aandelen zijn ook de 82.502 aandelen aangewend voor het werknemersparticipatieplan die verworven waren ten behoeve van het voormalige liquidity provider contract (SNS) dat op 24 mei 2016 is afgelopen in verband met de openbare beursnotering op die datum. Per 31 december 2016, hield de Groep 77.580 van de (certificaten van) aandelen in de Vennootschap (2015: 399.429) in eigendom.
De mutatie in de aandelen in eigen bezit kan als volgt
worden samengevat:
| Aantal aandelen | Nominale waarde in euro | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | 2015 | |||
| Stand op 1 januari | 399.429 | 466.210 | 399 | 466 | |
| Terugkoop werknemersparticipatieplan |
400.000 | 620.420 | 189 | 620 | |
| Heruitgifte werknemersparticiptatieplan |
-455.664 | -642.960 | -5 | -643 | |
| Aanpassing nominale waarde aandelen |
- | - | -314 | - | |
| Overige mutaties via het handelsplatform |
-266.185 | -44.241 | -268 | -44 | |
| Stand op 31 december | 77.580 | 399.429 | 1 | 399 |
De overige mutaties hebben betrekking op certificaten van aandelen verkocht door de voormalige liquidity provider (SNS) onafhankelijk van de Vennootschap.
De reserve omrekeningsverschillen omvat alle valutaverschillen op vreemde valuta die ontstaan door de omrekening van de jaarrekeningen van buitenlandse activiteiten. De daling van deze reserve per 31 december 2016 is het gevolg van de devaluatie van het Britse pond.
De reserve kasstroomafdekkingen omvat het effectieve deel van de cumulatieve nettomutatie in de reële waarde van kasstroomafdekkingsinstrumenten, in afwachting van latere verwerking in het resultaat op het moment dat de afgedekte kasstromen het resultaat raken.
De overige reserves worden aangehouden door de Vennootschap op grond van statutaire bepalingen. De ingehouden winsten worden gevormd door het saldo van winsten die niet zijn uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Op basis van de statuten van de Vennootschap zal een besluit tot uitkering van dividend uitsluitend worden genomen indien en voor zover het eigen vermogen het bedrag van het aandelenkapitaal plus de wettelijke reserves overschrijdt.
Verwezen wordt naar de Overige gegevens waarin de statutaire resultaatbestemmingsregeling is weergegeven.
Voor een verdere detaillering van de overige reserves en
ingehouden winsten wordt verwezen naar noot 48, eigen vermogen bij de toelichting van de enkelvoudige jaarrekening.
De Vennootschap heeft de volgende dividenden vastgesteld en uitgekeerd:
Na de balansdatum heeft de Directie de volgende dividenden voorgesteld. Voor de dividenden is geen verplichting opgenomen en er zijn geen fiscale gevolgen voor de Vennootschap.
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| €0,24218 per in aanmerking komend gewoon aandeel (2015: €0,23299) |
25.715 | 24.665 |
| 25.715 | 24.665 | |
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| €0.23299 per in aanmerking komend gewoon aandeel (2015: €0.17629) |
24.734 | 18.707 |
| 24.734 | 18.707 |
| Toe te rekenen aan eigenaren van de Vennootschap | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | Reserve omrekenings verschillen |
Reserve kasstroom afdekkingen |
Overige reserves en ingehouden winsten |
Totaal | Minder heids belangen |
Totaal niet gerealiseerde resultaten |
| 2016 | |||||||
| Herwaardering van toegezegd pensioenverplichtingen |
15B , 16B | - | - | -210 | -210 | - | -210 |
| Buitenlandse activiteiten - valutaomrekeningsverschillen |
16B | -8.114 | - | - | -8.114 | - | -8.114 |
| Kasstroomafdekkingen - effectieve deel van reële waardeveranderingen |
16B | - | 493 | - | 493 | - | 493 |
| Kasstroomafdekkingen - geherclassificeerd naar de winst en-verliesrekening / balans |
16B | - | -466 | - | -466 | - | -466 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode - aandeel in niet-gerealiseerde resultaten |
16B | - | - | -1 | -1 | - | -1 |
| Totaal | -8.114 | 27 | -211 | -8.298 | - | -8.298 | |
| 2015 | |||||||
| Herwaardering van toegezegd pensioenverplichtingen |
15B , 16B | - | - | 4.851 | 4.851 | - | 4.851 |
| Buitenlandse activiteiten - valutaomrekeningsverschillen |
16B | 2.179 | - | - | 2.179 | - | 2.179 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode - aandeel in niet-gerealiseerde resultaten |
16B | - | - | 15 | 15 | - | 15 |
| Totaal | 2.179 | - | 4.866 | 7.045 | - | 7.045 |
In het kader van ForFarmers' kapitaalmanagement wordt onder vermogen begrepen aandelenkapitaal, agio en alle overige eigen vermogen bestanddelen die kunnen worden toegerekend aan de aandeelhouders van het hoofd van de groep. De Directie bewaakt de gemiddelde vermogensverhouding evenals het niveau van het dividend dat wordt uitgekeerd aan gewone aandeelhouders.
De Directie heeft de prestatiemaatstaf 'onderliggende EBITDA' gepresenteerd, aangezien zij deze prestatiemaatstaf volgt op geconsolideerd niveau en zij van mening is dat deze maatstaf relevant is voor een begrip van de financiële prestaties van de Groep. Onderliggende EBITDA wordt berekend door het bedrijfsresultaat te schonen van het effect van afschrijving, amortisatie, herstucturingskosten, bijzondere-waardeverminderingsverliezen/ terugnemingen gerelateerd aan vaste activa en de boekresultaten op verkochte bedrijfsonderdelen en activa aangehouden voor verkoop.
Onderliggende EBITDA is geen gedefinieerde prestatiemaatstaf binnen IFRS. De definitie van de Groep van onderliggende EBITDA is mogelijk niet vergelijkbaar met gelijknamige prestatiemaatstaven en toelichtingen van andere entiteiten. ForFarmers heeft eerder de doelstelling afgegeven voor de middellange termijn ten aanzien van een gemiddelde jaarlijkse EDITDA groei van in de 'mid single digits' bij gelijkblijvende koersen.
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 67.833 | 64.050 | |
| Afschrijvingen en amortisatie (inclusief bijzonder waardeverminderingsverlies) | 26.044 | 26.038 | |
| EBITDA | 93.877 | 90.088 | |
| Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen** | 10 | - 1.152 | - 1.378 |
| Boekresultaat op verkoop van materiële vaste activa** | 10 | - 103 | |
| Boekresultaat op verkoop van activa aangehouden voor verkoop** | 10 , 25 | - 900 | - |
| Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen / activa aangehouden voor verkoop | - 2.155 | - 1.378 | |
| Herstructureringskosten | 1.887 | 1.281 | |
| Effect IFRS op pensioenen Nederland** | - | 400 | |
| Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa | 1.887 | 1.681 | |
| Onderliggende* EBITDA | 93.609 | 90.391 | |
| Effect valutakoersveranderingen | 3.288 | - | |
| Onderliggende* EBITDA, tegen gelijkblijvende koersen | 96.897 | 90.391 |
* 'Onderliggende' betekent exclusief incidentele posten
** Incidentele posten conform de definitie van de Groep
ForFarmers maakt bij de bewaking van haar vermogenspositie gebruik van het rendementscijfer rendement op het gemiddeld geïnvesteerd vermogen. Dit rendementscijfer is gedefinieerd als de EBITDA in verhouding tot het gemiddeld geïnvesteerd vermogen (het 12-maands gemiddelde van de som van het eigen vermogen en langlopende verplichtingen gecorrigeerd voor geldmiddelen en kasequivalenten en activa aangehouden voor verkoop). Voor deze beoordeling wordt gerekend met de onderliggende EBITDA en met het
gedurende het boekjaar gemiddeld geïnvesteerde vermogen. Het gemiddeld geïnvesteerd vermogen bedraagt in 2016 €432,8 miljoen (2015: €470,2 miljoen) en het rendement op het gemiddeld geïnvesteerd vermogen bedroeg 21,6% (2015: 19,2%).
Het effect van de valutakoersveranderingen elimineert de invloed van koersveranderingen van de euro ten opzichte van vreemde valuta (dit betreft de devaluatie van het Britse pond).
De lange termijn doelstelling van ForFarmers is om de verhouding nettoschuld ten opzichte van de genormaliseerde EBITDA maximaal 2,5 te laten bedragen. De genormaliseerde EBITDA wordt gedefinieerd conform de convenantbepalingen in de financieringsovereenkomst
met de banken, waarvoor wordt verwezen naar noot 28. De netto schuld-genormaliseerde EBITDA ratio per 31 december 2016 en 31 december 2015 kan als volgt worden weergegeven:
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 28 | 45.778 | 53.165 |
| Bankschulden | 24 | 45.535 | 46.565 |
| Minus: geldmiddelen en kasequivalenten | 24 | -152.854 | -133.065 |
| Nettoschuld | -61.541 | -33.335 | |
| Bedrijfsresultaat voor afschrijving, amortisatie en bijzondere waardevermindering (EBITDA) | 93.877 | 90.088 | |
| Aanpassingen zoals vastgelegd in de financieringsovereenkomst | 3.207 | -44 | |
| Genormaliseerde EBITDA | 97.084 | 90.044 | |
| Leverage ratio (verhouding nettoschuld - genormaliseerde EBITDA) | -0,63 | -0,37 | |
| Interest coverage ratio (verhouding bedrijfsresultaat - netto financieringslasten) | -19,23 | -25,00 |
Deze lange termijn doelstelling is lager dan de in het financieringsarrangement vereiste ratio, zie noot 28. ForFarmers heeft in het boekjaar voldaan aan alle financieringsconvenanten.
ForFarmers koopt van tijd tot tijd haar eigen aandelen op de markt. Deze aandelen zijn uitsluitend bedoeld voor
gebruik in het kader van de op aandelen gebaseerde beloningsplannen (noot 14). Goedkeuring voor de aankoop van haar eigen aandelen is vereist door de aandeelhoudersvergadering. De aankoop is uitbesteed en ForFarmers besluit slechts over het maximale aantal aandelen dat moet worden aangekocht, niet over de timing noch over de prijs van de aankopen.
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Bankleningen zonder zekerheden | 45.564 | 52.810 |
| Financiële-leaseverplichtingen | 88 | 157 |
| Totaal langlopend | 45.652 | 52.967 |
| Kortlopend deel van financiële leaseverplichtingen |
126 | 198 |
| Totaal kortlopend | 126 | 198 |
De financieringsovereenkomst die in 2014 is afgesloten heeft geen kortlopende aflossingsverplichtingen per 31 december 2016 (31 december 2015: idem). Voor informatie inzake de financieringsovereenkomst wordt verwezen naar de subparagraaf 'Multicurrency revolving facility agreement'.
Informatie over de blootstelling van de Groep aan rente-, vreemde valuta- en liquiditeitsrisico's is toegelicht in noot 31.
De voorwaarden voor de uitstaande leningen kunnen als volgt worden weergegeven:
| Valuta | Nominale rente |
Jaar van afloop |
Nominale waarde 31 december 2016 |
Boekwaarde 31 december 2016 |
Nominale waarde 31 december 2015 |
Boekwaarde 31 december 2015 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | % | ||||||
| Bankleningen zonder zekerheden (variabele rente) |
GBP | LIBOR + 0.7% |
2020 | 46.718 | 45.564 | 54.496 | 52.810 |
| Financiële-leaseverplichtingen | GBP | 4% - 4,4% | 2016-2020 | 228 | 214 | 372 | 355 |
| Totaal rentedragende verplichtingen | 46.946 | 45.778 | 54.868 | 53.165 |
De Groep heeft in 2014 een financieringsovereenkomst (multicurrency revolving facility agreement) afgesloten met ABN AMRO Bank, Rabobank, Lloyds Bank en BNP Paribas welke vrij van zekerheden is. De overeenkomst heeft een looptijd tot 31 januari 2020. Het bedrag van de financiering bedraagt €300 miljoen, bestaande uit een leningsfaciliteit van €200 miljoen en een rekening courant faciliteit van €100 miljoen, waarvan per 31 december 2016 nominaal £40,0 miljoen (€46,7 miljoen) (31 december 2015: £40,0 miljoen (€54,5 miljoen)) werd gebruikt. Het rentepercentage op de financiering is gebaseerd op Euribor en/of Libor (afhankelijk van de valuta waarin bedragen zijn getrokken onder de faciliteit) plus een marge tussen 0,7% en 2,1%. De marge hangt af van de leverage ratio; op basis van de ratio in 2016 bedraagt deze
Bestaande richtlijnen voor de financiële ratio's:
Netto schuld betekent het totale bedrag van alle schulden aan kredietinstellingen en andere financiers (inclusief financiële lease overeenkomsten) minus geldmiddelen en kasequivalenten.
EBITDA betekent het bedrijfsresultaat (EBIT) vermeerderd met het bedrag van de amortisatie en afschrijvingen op activa.
Genormaliseerde EBITDA betekent, met betrekking tot een bepaalde periode, de EBITDA in die periode:
miljoen niet overschrijdt gedurende de looptijd van de overeenkomst en het bedrag van €10 miljoen niet overschrijdt in een boekjaar. De Groep dient in dit geval een compliance certificaat in te dienen waarop de specificatie van deze buitengewone kosten wordt weergegeven.
Netto rentelasten betekent het netto bedrag van de financiële baten minus rente, commissie, fees, kortingen en andere financiële lasten verantwoord in de relevante periode in overeenstemming met de van toepassing zijnde verslaggevingsregels.
Per 31 december 2016 en per 31 december 2015 waren zowel de leverage ratio als de interest coverage ratio negatief conform de van toepassing zijnde verslaggevingsregels. Hiermee voldoet ForFarmers zowel per 31 december 2016 als per 31 december 2015 volledig aan de voorwaarden en condities van de convenanten.
ForFarmers Thesing, Duitsland, heeft een financieringsovereenkomst met de Bremer Landesbank, vrij van zekerheden, met een maximum bedrag van €6 miljoen. Van deze faciliteit wordt per balansdatum geen gebruik gemaakt (31 december 2015: €1,8 miljoen, als rekening courant krediet met een rente van 1,214%).
Financiële lease verplichtingen kunnen als volgt worden weergegeven:
| 31 december 2016 | 31 december 2015 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Toekomstige minimale leasebetalingen |
Contante waarde van minimale Rente leasebetalingen |
Toekomstige minimale leasebetalingen |
Rente | Contante waarde van minimale leasebetalingen |
||
| Minder dan 1 jaar | 132 | 6 | 126 | 200 | 2 | 198 | |
| Tussen 1 en 5 jaar | 96 | 8 | 88 | 172 | 15 | 157 | |
| Meer dan 5 jaar | - | - | - | - | - | - | |
| Totaal | 228 | 14 | 214 | 372 | 17 | 355 |
De daling van de toekomstige lease betalingen komt doordat activa die voorheen werden geleased nu worden gekocht. Dit betreft voornamelijk transportmiddelen.
| Verlieslatende | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Bodemsanering Sloopkosten Herstructurering | contracten | Overig | Totaal | |||||
| Stand op 1 januari 2016 | 923 | 623 | 254 | 638 | 2.086 | 4.524 | |||
| In boekjaar getroffen voorzieningen | 18 | - | 2.288 | 86 | 324 | 2.716 | |||
| In boekjaar vrijgevallen voorzieningen | -4 | - | -559 | -10 | -100 | -673 | |||
| In boekjaar gebruikte voorzieningen | -146 | -252 | -402 | -131 | -103 | -1.034 | |||
| Effect van discontering | - | - | - | - | - | - | |||
| Translatie verschillen | - | - | -63 | - | -125 | -188 | |||
| Stand op 31 december 2016 | 791 | 371 | 1.518 | 583 | 2.082 | 5.345 | |||
| Langlopend | 541 | 371 | - | 530 | 1.853 | 3.295 | |||
| Kortlopend | 250 | - | 1.518 | 53 | 229 | 2.050 | |||
| Stand op 31 december 2016 | 791 | 371 | 1.518 | 583 | 2.082 | 5.345 |
| Verlieslatende | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Bodemsanering Sloopkosten Herstructurering | contracten | Overig | Totaal | ||||||
| Stand op 1 januari 2015 | 2.009 | 764 | 268 | 681 | 5.833 | 9.555 | ||||
| In boekjaar getroffen voorzieningen | - | - | 254 | 24 | 1.050 | 1.328 | ||||
| In boekjaar vrijgevallen voorzieningen | -804 | - | -41 | - | -1.825 | -2.670 | ||||
| In boekjaar gebruikte voorzieningen | -321 | -141 | -227 | -113 | -3.076 | -3.878 | ||||
| Effect van discontering | 40 | - | - | 46 | 105 | 191 | ||||
| Translatie verschillen | -1 | - | - | - | -1 | -2 | ||||
| Stand op 31 december 2015 | 923 | 623 | 254 | 638 | 2.086 | 4.524 | ||||
| Langlopend | 923 | 100 | - | 638 | 1.814 | 3.475 | ||||
| Kortlopend | - | 523 | 254 | - | 272 | 1.049 | ||||
| Stand op 31 december 2015 | 923 | 623 | 254 | 638 | 2.086 | 4.524 |
De voorziening voor bodemsanering heeft betrekking op verwachte onvermijdbare kosten voor het reinigen van vervuilde terreinen. De Groep voert periodiek beoordelingen uit om vast te stellen of terreinen zijn vervuild. Op het moment dat vervuiling wordt geconstateerd worden de onvermijdbare kosten om te saneren ingeschat en voorzien. De vrijval van de voorziening in 2015 komt door de verkoop van onroerend goed.
In voorgaande jaren is een voorziening getroffen voor sloopkosten die het gevolg zijn van de sluiting van een locatie in Nederland. Op basis van de verwachte termijn waarbinnen de resterende voorziening zal worden aangewend, is deze geclassificeerd als langlopend.
Bij de integratie van de verschillende acquisities heeft de Groep besloten om de organisatie aan te passen teneinde in staat te zijn haar lange-termijn doelstellingen te realiseren. De voorziening voor herstructurering heeft
betrekking op deze organisatorische aanpassing.
Volgend op dit besluit, heeft de Groep een voorziening gevormd voor verwachte herstructureringskosten, inclusief kosten van beëindigen van contracten, advieskosten en kosten van beëindigen van arbeidsovereenkomsten. De geschatte kosten zijn gebaseerd op de contractuele bepalingen en hebben voornamelijk betrekking op het Verenigd Koninkrijk.
In vorige jaren heeft de Groep een niet-opzegbaar huurcontract voor magazijnruimte afgesloten. Als gevolg van wijzigingen in haar activiteiten, is de Groep in 2012
opgehouden deze gebouwen te gebruiken, resulterend in overtollige magazijnruimte. Het huurcontract loopt af in 2023. Er is een voorziening gevormd voor de contante waarde van de minimaal verschuldigde toekomstige betalingen minus huurinkomsten.
De overige voorzieningen hebben met name betrekking op voorwaardelijke verplichtingen uit hoofde van eerdere acquisities en desinvesteringen. De vrijval in 2015 komt voort uit een aangepaste inschatting van de (voorwaardelijke) verplichtingen.
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Handelsschulden aan 37 verbonden partijen |
2.123 | 1.720 |
| Overige handelsschulden |
82.267 | 97.717 |
| Overlopende passiva | 70.553 | 71.585 |
| Handelsschulden | 154.943 | 171.022 |
| Belastingen (anders dan vennootschapsbelasting) en sociale lasten |
6.383 | 12.130 |
| Voorwaardelijke 6A vergoeding |
7.660 | - |
| Overige te betalen posten |
14.043 | 12.130 |
| Totaal | 168.986 | 183.152 |
| Langlopend | 7.660 | - |
| Kortlopend | 161.326 | 183.152 |
| Totaal | 168.986 | 183.152 |
De overlopende passiva hebben betrekking op, onder andere, nog te ontvangen facturen en nog te betalen personeelskosten.
Informatie over de voor de Groep relevante valuta- en liquiditeitsrisico's is toegelicht in noot 31C.
De volgende tabel geeft de boekwaarden en reële waarden weer van de financiële activa en financiële verplichtingen, inclusief hun niveaus in de reële waarde hiërarchie. De tabel bevat geen reële waarde informatie voor financiële activa en financiële verplichtingen niet gewaardeerd op reële waarde indien de boekwaarde een redelijke benadering is van de reële waarde.
| Boekwaarde | Reële waarde | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | Aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde |
Reële waarde - afdekkingsinstrumenten |
Aangehouden tot einde looptijd |
Leningen en vorderingen |
Overige financiële verplichtingen |
Totaal | Niveau 1 Niveau 2 |
Niveau 3 | Totaal | |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | |||||||||||
| Voor afdekking gebruikte valutatermijncontracten (derivaten) |
21 | - | 36 | - | - | - | 36 | 36 | 36 | ||
| Voor afdekking gebruikte brandstof swaps (derivaten) |
21 | - | 115 | - | - | - | 115 | 115 | 115 | ||
| - | 151 | - | - | - | 151 | 151 | 151 | ||||
| Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde | |||||||||||
| Eigenvermogensinstrumenten (overige beleggingen) |
21 | - | - | 28 | - | - | 28 | ||||
| Handels- en overige vorderingen* |
21 | - | - | - | 224.509 | - | 224.509 | ||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten |
24 | - | - | - | 152.854 | - | 152.854 | ||||
| - | - | 28 | 377.363 | - | 377.391 | ||||||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde | |||||||||||
| Voorwaardelijke vergoeding | 30 | -7.660 | - | - | - | - | -7.660 | -7.660 | -7.660 | ||
| Financiële verplichtingen niet gewaardeerd tegen reële waarde | |||||||||||
| Bankschulden | 24 | - | - | - | - | -45.535 | -45.535 | ||||
| Bankleningen zonder zekerheden |
28 | - | - | - | - | -45.564 | -45.564 | ||||
| Financiële-leaseverplichtingen | 28 | - | - | - | - | -214 | -214 | ||||
| Handelsschulden en overige te betalen posten** |
30 | - | - | - | - | -161.326 | -161.326 | ||||
| - | - | - | - | -252.639 | -252.639 |
* Exclusief derivaten en overige beleggingen ** Exclusief voorwaardelijke vergoeding
| Boekwaarde | Reële waarde | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aangemerkt als |
|||||||||||
| In duizenden euro | noot | gewaardeerd tegen reële waarde |
Reële waarde - afdekkingsinstrumenten |
Aangehouden tot einde looptijd |
Leningen en vorderingen |
Overige financiële verplichtingen |
Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde | |||||||||||
| Eigenvermogensinstrumenten (overige beleggingen) |
21 | - | - | 38 | - | - | 38 | ||||
| Handels- en overige vorderingen* |
21 | - | - | - | 243.917 | - | 243.917 | ||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten |
24 | - | - | - | 133.065 | - | 133.065 | ||||
| - | - | 38 | 376.982 | - | 377.020 | ||||||
| Financiële verplichtingen niet gewaardeerd tegen reële waarde | |||||||||||
| Bankschulden | 24 | - | - | - | - | -46.565 | -46.565 | ||||
| Bankleningen zonder zekerheden |
28 | - | - | - | - | -52.810 | -52.810 | ||||
| Financiële-leaseverplichtingen | 28 | - | - | - | - | -355 | -355 | ||||
| Handelsschulden en overige te betalen posten |
30 | - | - | - | - | -183.152 | -183.152 | ||||
| * Exclusief overige beleggingen | - | - | - | - | -282.882 | -282.882 |
In de volgende tabellen worden de waarderingstechnieken uiteengezet die worden gebruikt voor het bepalen van reële waarden van niveau 2 en niveau 3, voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde in de balans, evenals de belangrijke niet-waarneembare inputs die daarbij zijn gebruikt. Gerelateerde waarderingsprocessen zijn beschreven in noot 4.
| Financiële instrumenten gewaardeerd op reële waarde | ||
|---|---|---|
| Type | Waarderingstechniek | Belangrijke niet waarneembare input |
| Valutatermijncontracten | De reële waarde is bepaald op basis van genoteerde termijnkoersen op de rapportagedatum en contante waardeberekeningen gebaseerd op hoge kredietkwaliteit rendementscurves van de respectievelijke valuta's. |
Niet van toepassing |
| Rente swaps en brandstof swaps | De Groep sluit derivaten af met financiële instituten met een hoge credit-rating, Derivaten worden gewaardeerd gebaseerd op waarderingtechnieken die gebruikmaken van waarneembare marktinput, De meest gebruikte waarderingstechnieken zijn swapmodellen die gebruik maken van contante waarde berekeningen. |
Niet van toepassing |
| Voorwaardelijke vergoeding | Contant gemaakte kasstromen: Het waarderingsmodel gaat uit van de contante waarde van de verwachte betaling, contant gemaakt met behulp van een voor risico's gecorrigeerde disconteringsvoet. De verwachte betaling wordt bepaald op basis van mogelijke scenario's over de verwachte afzetvolume en inbaarheid bruto handelsvorderingen, het bedrag dat bij elk van de scenario's moet worden betaald en de waarschijnlijkheid van elk scenario. |
• Prognose van de jaarlijkse groeivoet van het afzetvolume. • Prognose ontvangsten bruto handelsvorderingen. • Voor risico's gecorrigeerde disconteringsvoet. De geschatte reële waarde zal toenemen (afnemen) naargelang: • de jaarlijkse groeivoet van het afzetvolume hoger (lager) uitvalt; • de ontvangsten van de bruto handelsvorderingen van de standaardbetaaltermijn afwijken; • de voor risico's gecorrigeerde disconteringsvoet lager (hoger) uitvalt. |
| Financiële instrumenten niet gewaardeerd op reële waarde Type |
Waarderingstechniek | Belangrijke niet |
| waarneembare input | ||
| Eigenvermogensinstrumenten (langlopend) |
Voor investeringen in eigenvermogensinstrumenten die geen genoteerde marktprijs hebben in een actieve markt voor een identiek instrument (dat wil zeggen een Level 1 input) zijn toelichtingen van de reële waarde niet vereist. |
Niet van toepassing |
| Leningen en vorderingen (langlopend) |
Contant gemaakte kasstromen. | Niet van toepassing |
| Geldmiddelen, handels- en overige vorderingen en overige financiële verplichtingen (kortlopend) |
Gezien de korte termijn van deze instrumenten benadert de boekwaarde de marktwaarde. |
Niet van toepassing |
| Overige financiële verplichtingen (langlopend) |
Contant gemaakte kasstromen. De reële waarde van langetermijnsverplichtingen gelijk aan de boekwaarde omdat ingevolge de financieringsovereenkomst variabele marktrentetarieven van toepassing zijn. |
Niet van toepassing |
De Directie heeft de eindverantwoordelijkheid en het overzicht over het risico raamwerk van de Groep. De Directie heeft een 'Risk Advisory Board' ingesteld, welke verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en bewaking van het risicobeheer van de Groep. De Risk Advisory Board rapporteert regelmatig aan de Directie over haar activiteiten. De Groep beschouwt de acceptatie van risico's en het onderkennen van mogelijkheden als een onmisbaar onderdeel om haar strategische doelstellingen te kunnen realiseren. Risicobeheer draagt bij aan de realisatie van de strategische doelstellingen en zorgt dat kan worden voldaan aan de vereisten van goed ondernemingsbestuur. Via een actieve bewaking van het risicobeheer richt de Groep zich op het creëren van een hoog niveau van bewustzijn in termen van risicobeheer. De opzet en coördinatie van risicobeheer vindt plaats vanuit het team Corporate Governance & Compliance.
De Groep is blootgesteld aan de volgende risico's voortvloeiend uit financiële instrumenten:
Kredietrisico is het risico van financieel verlies voor de Groep indien een afnemer of tegenpartij van een financieel instrument de aangegane contractuele verplichtingen niet nakomt. Kredietrisico's vloeien met name voort uit vorderingen op klanten en uit beleggingen in schuldpapier.
De boekwaarde van de financiële activa vertegenwoordigt het maximale kredietrisico.
De blootstelling aan kredietrisico van de Groep wordt hoofdzakelijk bepaald door de individuele kenmerken van de afzonderlijke afnemers. Daarnaast houdt het management ook rekening met het risico op wanbetaling in de bedrijfstak en/of het land waarin de afnemers actief zijn. Zie noot 5 en 8 voor nadere informatie over de concentratie van de opbrengsten.
De Groep handelt met ogenschijnlijk kredietwaardige partijen en heeft procedures opgezet om de kredietwaardigheid vast te stellen. Daarnaast heeft de Groep richtlijnen gedefinieerd om de omvang van het kredietrisico van elke partij te limiteren. Bovendien bewaakt de Groep de vorderingen continu en past zij een strikte kredietprocedure toe. Op basis van deze procedure worden klanten gecategoriseerd en afhankelijk van hun kredietprofiel worden de volgende risicomitigerende maatregelen genomen:
Vorderingen die vervallen na meer dan een jaar, zijn grotendeels rentedragend, en betreffen voornamelijk leningen aan klanten waarvoor indien mogelijk, zekerheden zijn afgegeven in de vorm van voerequivalenten, participatierekeningen, veestapel en onroerend goed.
Als een gevolg van de spreiding van de omzet over verschillende geografische gebieden en productgroepen is er geen significante concentratie van kredietrisico in de handelsvorderingen (geen enkele afnemer is verantwoordelijk voor meer dan 1% van de omzet). Voor een verdere toelichting op de handels- en overige vorderingen wordt verwezen naar noot 21.
Per 31 december 2016 kan de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot handels- en overige vorderingen, als volgt worden weergegeven:
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Bruto handels- en overige vorderingen | 246.837 | 265.139 |
| Voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot handels- en overige vorderingen | -22.149 | -21.184 |
| Totaal | 224.688 | 243.955 |
| Langlopend (waaronder leningen) | 10.952 | 12.532 |
| Kortlopend | 213.736 | 231.423 |
| Totaal | 224.688 | 243.955 |
Per 31 december 2016 kan de ouderdom van de handels- en overige vorderingen als volgt worden weergegeven:
| In duizenden euro | Rekeningen zonder bijzondere waardever minderingen |
Rekeningen met bijzondere waardever minderingen |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Binnen betalingstermijn | 178.788 | 22.168 | 200.956 |
| Overschrijding < 30 dagen | 18.136 | 2.867 | 21.003 |
| Overschrijding 31 - 60 dagen | 3.068 | 1.078 | 4.146 |
| Overschrijding 61 - 90 dagen | 1.082 | 548 | 1.630 |
| Overschrijding > 90 dagen | 6.187 | 12.915 | 19.102 |
| Bruto bedrag | 207.261 | 39.576 | 246.837 |
| Bijzondere waardevermindering | - | -22.149 | -22.149 |
| Totaal | 207.261 | 17.427 | 224.688 |
Per 31 december 2015 kan de ouderdom van de handels- en overige vorderingen als volgt worden weergegeven:
| In duizenden euro | Rekeningen zonder bijzondere waardever minderingen |
Rekeningen met bijzondere waardever minderingen |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Binnen betalingstermijn | 201.896 | 8.807 | 210.703 |
| Overschrijding < 30 dagen | 24.893 | 1.165 | 26.058 |
| Overschrijding 31 - 60 dagen | 5.643 | 900 | 6.543 |
| Overschrijding 61 - 90 dagen | 2.175 | 523 | 2.698 |
| Overschrijding > 90 dagen | 7.076 | 12.061 | 19.137 |
| Bruto bedrag | 241.683 | 23.456 | 265.139 |
| Bijzondere waardevermindering | - | -21.184 | -21.184 |
| Totaal | 241.683 | 2.272 | 243.955 |
De rekeningen met bijzondere waardeverminderingen betreffen de debiteurensaldi waarop een bijzondere waardevermindering op is toegepast. De Directie verwacht dat de vorderingen waarop geen bijzondere waardevermindering is toegepast en waarvan de betalingstermijn niet is verstreken of minder dan 30 dagen is verstreken volledig inbaar zijn, gebaseerd op historisch betalingsgedrag en intensieve analyse van kredietrisico's, inclusief onderliggende kredietwaardigheidsscore's indien beschikbaar.
De mutatie in de voorziening voor bijzondere
waardeverminderingen met betrekking tot de handels- en overige vorderingen gedurende het boekjaar kan als volgt worden weergegeven:
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Stand op 1 januari | 21.184 | 16.007 |
| In het boekjaar afgeschreven | -2.158 | -1.593 |
| In het boekjaar vrijgevallen | -1.822 | -930 |
| In het boekjaar toegevoegd | 5.177 | 7.613 |
| Translatie verschillen | -233 | 87 |
| Stand op 31 december | 22.148 | 21.184 |
| Langlopend | 6.052 | 3.714 |
| Kortlopend | 16.096 | 17.470 |
| Stand op 31 december | 22.148 | 21.184 |
Het saldo van in het boekjaar toegevoegde en vrijgevallen bedragen is €3.355 duizend (2015: €6.683 duizend). Van dit saldo is €899 duizend (2015: €4.573 duizend) als netto dotatie gevormd via de winst-en-
verliesrekening. Het resterende bedrag van
€2.456 duizend (2015: €2.110 duizend) is als gevolg van acquisitie-effecten. De netto dotatie aan de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen gevormd via de winst-en-verliesrekening was derhalve €3.674 duizend lager dan de netto dotatie in 2015.
De hogere dotatie aan de voorziening per 31 december 2015 heeft betrekking op een aantal afnemers met name in de varkenssector. Deze afnemers hadden aangegeven dat ze niet verwachtten in staat te zullen zijn hun openstaande saldi te betalen, hoofdzakelijk als gevolg van economische omstandigheden. De in 2016 afgeschreven bedragen in de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen komen uit de hogere dotatie uit 2015. De verhoging van het langlopende deel in de voorziening komt doordat bij een aantal klanten de achterstallige vorderingen zijn omgezet naar leningen.
Geldmiddelen en kasequivalenten worden aangehouden bij eerste klas internationale banken, dat wil zeggen
banken met een credit rating van tenminste 'single A'. In derivaten wordt alleen gehandeld met banken met een hoge credit-rating; AA- tot AA+.
Het beleid van de Groep is in principe geen financiële garanties af te geven, met uitzondering van garanties voor enkele van haar Nederlandse deelnemingen. Verwezen wordt naar noot 36.
Liquiditeitsrisico is het risico dat de Groep problemen krijgt om te voldoen aan haar verplichtingen uit hoofde van in contanten of andere financiële activa af te wikkelen financiële verplichtingen. De uitgangspunten van het liquiditeitsrisicobeheer van de Groep zijn dat er, voor zover mogelijk, voldoende liquiditeiten worden aangehouden om te kunnen voldoen aan haar financiële verplichtingen wanneer deze vervallen, in normale en moeilijke omstandigheden, en zonder dat onaanvaardbare verliezen worden gelopen of de reputatie van de Groep in gevaar komt.
De Groep houdt de volgende faciliteit aan van in totaal €300 miljoen, waarvoor geen zekerheden zijn afgegeven.
Daarnaast heeft ForFarmers Thesing, Duitsland, een financieringsarrangement zonder zekerheden met een maximum bedrag €6 miljoen. Van deze faciliteit wordt per balansdatum geen gebruik gemaakt (31 december 2015: €1,8 miljoen, als rekening courant krediet met een rente van 1,214%).
Hieronder worden de resterende contractuele looptijden van de financiële verplichtingen per balansdatum weergegeven. De bedragen zijn bruto en niet contant gemaakt en zijn inclusief rentebetalingen en exclusief de effecten van salderingsovereenkomsten.
| Boekwaarde | Contractuele kasstromen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | Totaal | < 1 jaar | 1 - 2 jaar | 2 - 5 jaar | > 5 jaar | |
| Niet-afgeleide financiële verplichtingen | |||||||
| Voorwaardelijke vergoeding | 6 , 30 | 7.660 | 7.900 | - | - | 7.900 | - |
| Bankschulden | 24 | 45.535 | 45.535 | 45.535 | - | - | - |
| Bankleningen | 28 | 45.564 | 46.718 | - | - | 46.718 | - |
| Financiële-leaseverplichtingen | 28 | 214 | 228 | 132 | 26 | 70 | - |
| Handelsschulden | 30 | 154.943 | 154.943 | 154.943 | - | - | - |
| 253.916 | 255.324 | 200.610 | 26 | 54.688 | - |
De Groep heeft de beschikking over geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december 2016 ten bedrage van €152.854 duizend.
| Boekwaarde | Contractuele kasstromen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | noot | Totaal | < 1 jaar | 1 - 2 jaar | 2 - 5 jaar | > 5 jaar | |
| Niet-afgeleide financiële verplichtingen | |||||||
| Bankschulden | 24 | 46.565 | 46.565 | 46.565 | - | - | - |
| Bankleningen zonder zekerheden | 28 | 52.810 | 58.036 | 708 | 708 | 56.620 | - |
| Financiële-leaseverplichtingen | 28 | 355 | 372 | 200 | 114 | 58 | - |
| Handelsschulden | 30 | 171.022 | 171.022 | 171.022 | - | - | - |
| 270.752 | 275.995 | 218.495 | 822 | 56.678 | - |
De Groep heeft de beschikking over geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december 2015 ten bedrage van €133.065 duizend.
Zoals toegelicht in noot 28 heeft de Groep een banklening zonder zekerheden waarop een convenant van toepassing is. Indien de Groep in de toekomst niet aan dit convenant zou kunnen voldoen kan de Groep verplicht zijn de lening eerder terug te betalen dan is aangegeven in de bovenstaande tabel. Het convenant wordt op regelmatige basis bewaakt door de treasury-afdeling en er wordt regelmatig over gerapporteerd aan de Directie teneinde zeker te stellen dat wordt voldaan aan de bepalingen in de overeenkomst. Per het einde van het boekjaar wordt voldaan aan het convenant, zoals nader is toegelicht in noot 28.
De rentebetalingen op leningen met variabele rente in bovenstaande tabel reflecteren toekomstige marktrente per de rapportagedatum en deze bedragen kunnen muteren als de marktrente muteert. De toekomstige kasstromen op leningen van financiële instellingen kunnen verschillen van de bedragen in de bovenstaande tabel indien rentetarieven, valutakoersen of relevante voorwaarden in de verplichtingen veranderen. Met uitzondering van deze verplichtingen, wordt niet verwacht dat de kasstromen inbegrepen in de analyse van looptijden significant vroeger zullen optreden of voor significant andere bedragen. Voor de daling van de financiële leaseverplichting zie noot 28.
Marktrisico is het risico dat veranderingen in marktprijzen, zoals valutakoersen, rentetarieven en aandelenkoersen, invloed hebben op de inkomsten van de Groep of de waarde van zijn beleggingen in financiële instrumenten. Het doel van het marktrisicobeheer is het beheren en beheersen van de marktrisicopositie binnen aanvaardbare grenzen onder het gelijktijdig optimaliseren van het rendement.
Het valutarisico van de Groep vloeit voort uit aan en verkopen en financieringen die luiden in andere valuta dan de functionele valuta van de entiteiten van de Groep. De functionele valuta van de entiteiten van de Groep zijn voornamelijk de euro (€) en het Britse pond (£). Het merendeel van hun transacties en resulterende saldi vinden plaats in hun functionele valuta.
In het algemeen worden leningen getrokken in valuta die overeenkomen met de kasstromen die worden gegenereerd door de onderliggende ondernemingen van de Groep, primair de euro, maar ook het Britse pond.
Rente op leningen wordt berekend in de valuta van de lening. Dit leidt tot een economische hedge zonder dat derivaten worden ingezet en daarom wordt geen hedge accounting toegepast.
De aan- en verkooptransacties van de Groep worden uitgevoerd in de functionele valuta van de respectievelijke entiteit, zodat prognoses van aan- en verkooptransacties niet onderhevig zijn aan valutarisico's.
De Groep heeft per 31 december 2016 valutacontracten afgesloten om valutarisico's af te dekken met een reële waarde van €36 duizend (31 december 2015: geen valutacontracten aanwezig).
Met betrekking tot monetaire activa en verplichtingen in buitenlandse valuta is het beleid van de Groep om zeker te stellen dat de netto blootstelling binnen de overeengekomen limieten per bedrijfsonderdeel blijft.
De samenvatting van gegevens met betrekking tot de financiële activa en verplichtingen in vreemde valuta kan als volgt worden weergegeven:
| In duizenden | 31 december 2016 | 31 december 2015 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| € | £ | € | £ | ||
| Handels- en overige vorderingen |
136.844 | 75.212 | 139.076 | 76.982 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten minus bankschulden |
124.621 | -14.815 | 102.504 | -11.748 | |
| Bankleningen zonder zekerheden |
- | -40.000 | - | -40.000 | |
| Financiële-leaseverplichtingen | - | -183 | - | -261 | |
| Handelsschulden en overige te betalen posten |
-119.936 | -41.685 | -116.185 | -49.153 | |
| Netto transactie-positie | 141.529 | -21.471 | 125.395 | -24.180 |
De netto financiële positie in Britse ponden wordt gebruikt voor financiering van activa in Britse ponden.
De volgende belangrijke wisselkoersen zijn toegepast gedurende het boekjaar:
| Gemiddelde koers | Koers op | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 1 € = |
2016 | 2015 | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
31 december 2014 |
| £ | 0,8195 | 0,7258 | 0,8562 | 0,7340 | 0,7789 |
Er zijn geen financiële instrumenten in de geconsolideerde jaarrekening die individueel zijn blootgesteld aan een valutarisico. Daarom is geen gevoeligheidsanalyse weergegeven.
De Groep test het renterisico op potentiële financiële invloed. Indien de potentiële invloed niet acceptabel is wordt de blootstelling aan het risico geëlimineerd door het vastzetten van de rente. Dit wordt deels gerealiseerd door contracten met instrumenten met vaste rente af te sluiten en deels door te lenen tegen een variabel tarief en het gebruik van renteswaps om de risico' s van fluctuaties van renteniveaus af te dekken.
Het profiel van de rentetarieven van de rentedragende financiële instrumenten kan als volgt worden weergegeven:
| Boekwaarde | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|||
| Instrumenten met een vaste rente | |||||
| Financiële activa | 10.924 | 12.494 | |||
| Instrumenten met een variabele rente | |||||
| Financiële verplichtingen | 45.564 | 52.810 | |||
De financiële activa hebben betrekking op de leningen aan afnemers, medewerkers en overige langlopende vorderingen.
De financiële verplichtingen hebben betrekking op opgenomen leningen welke hoofdzakelijk ten doel hebben de langlopende activa te financieren.
De Groep heeft geen financiële activa en verplichtingen met een vaste rente die worden opgenomen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat.
Een redelijkerwijs mogelijke wijziging van de rentetarieven op de verslagdatum met 50 basispunten zou resulteren in een toename (afname) van het eigen vermogen en het resultaat met de hieronder vermelde bedragen. In deze analyse is verondersteld dat alle andere variabelen, in het bijzonder de valutakoersen, constant blijven.
De invloed op het eigen vermogen wordt, met uitzondering van belastingeffecten, verondersteld gelijk te zijn aan de invloed op de winst-en-verliesrekening omdat er geen financiële instrumenten met variabele rente zijn die het eigen vermogen direct beïnvloeden.
| Resultaat | Eigen vermogen | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro |
Verhoging 50 basis punten |
Verlaging 50 basis punten |
Verhoging 50 basis punten |
Verlaging 50 basis punten |
|
| 31 december 2016 | |||||
| Instrumenten met een variabele rente |
-228 | 228 | -180 | 180 | |
| 31 december 2015 | |||||
| Instrumenten | -264 | 264 | -205 | 205 |
met een variabele rente
Het grootste deel van de kostprijs van de omzet bestaat uit grondstoffen. De markten voor deze grondstoffen zijn de laatste jaren zeer volatiel geworden als gevolg van onzekere weersomstandigheden, oogstverwachtingen, afname van natuurlijke hulpbronnen, variaties in vraag en toenemende welvaart. De toegenomen volatiliteit leidt tot een toename van de risico's verbonden aan de inkoop van grondstoffen en daarmee tot een toename van het belang van risicomanagement. Het beleid inzake risicomanagement van aankopen is gebaseerd op de risicobereidheid van de Groep en wordt continu bewaakt.
Een deel van de kosten van de Groep bestaat uit de kosten van energie en brandstoffen. Veranderingen in de prijzen hiervan beïnvloeden de kosten van productie en transport van de producten van de Groep. Hogere kosten kunnen niet in alle gevallen worden doorberekend in de verkoopprijzen, hetgeen de resultaten negatief kan beïnvloeden. In de laatste jaren zijn de prijzen van brandstof en energie relatief volatiel geweest. Ten behoeve van de aankoop van energie heeft de Groep een inkoopbeleid opgesteld. Onderdeel van dit beleid is, indien noodzakelijk, het prijsrisico af te dekken via financiële instrumenten en commodity overeenkomsten. De toepassing van dit inkoopbeleid wordt bewaakt waarbij de ontwikkelingen op de markten voor energie en brandstoffen nauwgezet worden gevolgd.
Begin 2016 heeft de Groep derivaten aangekocht om de risico's in verband met wijzigingen in de brandstofprijzen af te dekken. In het kader van deze kasstroomafdekkingen, hebben de looptijden betrekking
op de realisatiedata van afgedekte posities en is daarom cash flow hedge accounting toegepast. Reële waarde bedragen gepresenteerd in het eigen vermogen worden geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening op realisatiedata van de afgedekte posities. De contractuele looptijd van deze derivaten is vervallen op 31 december 2016 waarbij de bijbehorende afwikkeling in contanten begin januari 2017 heeft plaatsgevonden en geen posities open staan per 31 december 2016.
De Groep is blootgesteld aan het prijsrisico op eigenvermogensinstrumenten, voortvloeiend uit voor verkoop beschikbare effecten. Deze investeringen worden bewaakt op individuele basis en alle aan- en verkoopbeslissingen worden goedgekeurd door de Directie.
Deze eigenvermogensinstrumenten zijn niet genoteerd aan een gereguleerde beurs. De Groep gaat er van uit dat een mutatie in de factoren die de waarde van deze investeringen beïnvloeden geen invloed van materiële betekenis heeft op haar winst-en-verliesrekening of eigen vermogen, als gevolg van de beperkte omvang van deze investeringen en de beperkte omvang van de operationele activiteiten.
De volgende tabel laat de perioden zien waarin de kasstromen met betrekking tot derivaten die als kasstroomafdekkingen fungeren naar verwachting zullen plaatsvinden, en de boekwaarden van de gerelateerde afdekkingsinstrumenten.
| 2016 | Verwachte kasstromen | 2015 Verwachte kasstromen |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro |
Boekwaarde | Totaal | 1-6 maanden |
6-12 maanden |
Langer dan | één jaar Boekwaarde | Totaal | 1-6 maanden |
6-12 maanden |
Langer dan één jaar |
| Voor afdekking gebruikte valutatermijncontracten | ||||||||||
| Activa | 36 | 36 | 23 | 13 | - | - | - | - | - | - |
| Passiva | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
| Voor afdekking gebruikte brandstof swaps | ||||||||||
| Activa | 115 | 115 | 115 | - | - | - | - | - | - | - |
| Passiva | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
| 151 | 151 | 138 | 13 | - | - | - | - | - | - |
De volgende tabel laat de perioden zien waarin de kasstromen met betrekking tot derivaten die als kasstroomafdekkingen fungeren naar verwachting van invloed zullen zijn op het resultaat, en de boekwaarden van de gerelateerde afdekkingsinstrumenten.
| 2016 | Verwachte impact | 2015 Verwachte impact |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro |
Boekwaarde | Totaal | 1-6 maanden |
6-12 maanden |
Langer dan | één jaar Boekwaarde | Totaal | 1-6 maanden |
6-12 maanden |
Langer dan één jaar |
| Voor afdekking gebruikte valutatermijncontracten | ||||||||||
| Activa | 36 | 36 | - | 1 | 35 | - | - | - | - | - |
| Passiva | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
| Voor afdekking gebruikte brandstof swaps* | ||||||||||
| Activa | 115 | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
| Passiva | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
| 151 | 36 | - | 1 | 35 | - | - | - | - | - |
* De contractuele looptijd van deze derivaten is beëindigd en gerealiseerd op 31 december 2016. Het openstaand saldo is begin januari 2017 in contanten afgewikkeld.
Hieronder is een lijst weergegeven met de belangrijkste deelnemingen en joint venture van de Groep:
| Dochterondernemingen | Statutaire zetel | Belang* |
|---|---|---|
| Nederland | ||
| ForFarmers Nederland B.V. | Lochem | 100% |
| FF Logistics B.V. | Lochem | 100% |
| PoultryPlus B.V. | Lochem | 100% |
| Reudink B.V. | Lochem | 100% |
| Stimulan B.V. | Boxmeer | 100% |
| ForFarmers Corporate Services B.V. | Lochem | 100% |
| Vleutensteijnvoeders B.V. | Eindhoven | 100% |
| Duitsland | ||
| ForFarmers GmbH | Vechta-Langförden | 100% |
| ForFarmers Langförden GmbH | Vechta-Langförden | 100% |
| ForFarmers BM GmbH | Rapshagen | 100% |
| ForFarmers Hamburg GmbH & Co. KG | Vechta-Langförden | 100% |
| ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co. KG | Rees | 60% |
| ForFarmers Beelitz GmbH | Beelitz | 100% |
| Pavo Pferdenahrung GmbH | Goch | 100% |
| België | ||
| ForFarmers Belgium B.V.B.A. | Ingelmunster | 100% |
| ForFarmers Finance International B.V.B.A. | Ingelmunster | 100% |
| Verenigd Koninkrijk | ||
| ForFarmers UK Holdings Ltd. | Ipswich (Suffolk) | 100% |
| ForFarmers UK Ltd. | Ipswich (Suffolk) | 100% |
| Joint venture | ||
| HaBeMa Futtermittel GmbH & Co. KG Produktions- und Umschlagsgesellschaft | Hamburg | 50% |
*) Belangen in deelnemingen per 31 december 2016
De onderstaande tabel geeft een samenvatting van de informatie met betrekking tot de deelnemingen van de Groep waar sprake is van een minderheidsbelang van materiële omvang, voor eventuele intra-groepseliminaties.
| ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH |
ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co KG |
Totaal | |
|---|---|---|---|
| Percentage minderheidsbelang | 40% | 40% | |
| In duizenden euro | |||
| Vaste activa | 172 | 3.304 | 3.476 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | - | 1.266 | 1.266 |
| Overige vlottende activa | 26 | 14.777 | 14.803 |
| Vlottende activa | 26 | 16.043 | 16.069 |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | - | -4.296 | -4.296 |
| Overige langlopende verplichtingen | - | -31 | -31 |
| Langlopende verplichtingen | - | -4.327 | -4.327 |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | - | - | - |
| Overige kortlopende verplichtingen | - | -3.018 | -3.018 |
| Kortlopende verplichtingen | - | -3.018 | -3.018 |
| Netto activa | 198 | 12.002 | 12.200 |
| Boekwaarde van minderheidsbelang | 79 | 4.801 | 4.880 |
|---|---|---|---|
| Omzet | - | 64.445 | 64.445 |
| Resultaat toe te rekenen aan eigenaren van vennootschap | 14 | 1.279 | 1.293 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | - | - | - |
| Totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 14 | 1.279 | 1.293 |
| Resultaat toegerekend aan minderheidsbelang | 5 | 512 | 517 |
| Niet-gerealiseerde resultaten toegerekend aan minderheidsbelang | - | - | - |
| In duizenden euro | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH |
ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co KG |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Kasstroom uit operationele activiteiten | - | 2.613 | 2.613 |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | - | -257 | -257 |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten (dividenden aan minderheidsbelang: nihil) | - | -1.794 | -1.794 |
| Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | - | 562 | 562 |
| ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH |
ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co KG |
Leafield Feeds Ltd* |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|
| Percentage minderheidsbelang | 40% | 40% | 0% | |
| In duizenden euro | ||||
| Vaste activa | - | 3.608 | - | 3.608 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | - | 631 | - | 631 |
| Overige vlottende activa | 185 | 15.815 | - | 16.000 |
| Vlottende activa | 185 | 16.446 | - | 16.631 |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | - | -4.296 | - | -4.296 |
| Overige langlopende verplichtingen | - | -38 | - | -38 |
| Langlopende verplichtingen | - | -4.334 | - | -4.334 |
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | - | -1.794 | - | -1.794 |
| Overige kortlopende verplichtingen | - | -2.503 | - | -2.503 |
| Kortlopende verplichtingen | - | -4.297 | - | -4.297 |
| Netto activa | 185 | 11.423 | - | 11.608 |
| Boekwaarde van minderheidsbelang | 74 | 4.569 | - | 4.643 |
|---|---|---|---|---|
| Omzet | - | 63.199 | 6.383 | 69.582 |
| Resultaat toe te rekenen aan eigenaren van vennootschap | 13 | 1.542 | -113 | 1.442 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | - | - | - | - |
| Totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 13 | 1.542 | -113 | 1.442 |
| Resultaat toegerekend aan minderheidsbelang | 5 | 617 | -39 | 583 |
| Niet-gerealiseerde resultaten toegerekend aan minderheidsbelang | - | - | - | - |
* Betreft behaalde resultaten tot datum overname resterend belang
| In duizenden euro | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH |
ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co KG |
Leafield Feeds Ltd |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Kasstroom uit operationele activiteiten | - | 2.067 | - | 2.067 |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | - | -190 | - | -190 |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten (dividenden aan minderheidsbelang: nihil) |
- | -1.907 | - | -1.907 |
| Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | - | -30 | - | -30 |
In 2015 heeft de Groep een additioneel belang verworven van 12,5% in ForFarmers BM GmbH en een additioneel belang van 24% in Leafield Feeds Ltd.voor een prijs van
€687 duizend, waarmee zij haar aandeel in deze ondernemingen heeft vergroot respectievelijk van 87,5% naar 100% en van 76% naar 100%. In 2016 heeft de Groep zijn belang in Leafield Feeds Ltd. geheel verkocht, zie noot 7.
De Groep huurt een aantal vestigingen, machines en installaties en voertuigen op basis van operationele leaseovereenkomsten.
De Groep heeft de mogelijkheid voor sommige van deze activa de looptijd van de huur te verlengen. In deze gevallen worden de voorwaarden van de overeenkomst heronderhandeld aan het einde van de oorspronkelijke looptijd van het contract. Daarnaast worden de huurbedragen in bepaalde contracten periodiek verhoogd gebaseerd op marktvoorwaarden.
De toekomstige minimale bedragen te betalen onder nietopzegbare operationele lease-overeenkomsten kunnen als volgt worden weergegeven:
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Minder dan 1 jaar | 6.525 | 7.187 |
| Tussen 1 - 5 jaar | 9.031 | 9.505 |
| Meer dan 5 jaar | 5.389 | 5.981 |
| Totaal | 20.945 | 22.673 |
Van de leasebetalingen is in 2016 een bedrag van €8.432 duizend (2015: €11.574 duizend) verantwoord in de winsten-verliesrekening als onderdeel van de overige bedrijfskosten. De daling van de toekomstige leasebetalingen komt doordat activa die voorheen werden geleased in het Verenigd Koninkrijk nu worden gekocht. Dit betreft voornamelijk transportmiddelen.
| In duizenden euro | < 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Koopverplichtingen grondstoffen |
417.027 | 927 | - | 417.954 |
| Koopverplichtingen energie (gas/elektriciteit) |
3.078 | - | - | 3.078 |
| Koopverplichting materiële vaste activa |
13.108 | - | - | 13.108 |
| Totaal | 433.213 | 927 | - | 434.140 |
| In duizenden euro | < 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Koopverplichtingen grondstoffen |
425.044 | 4.917 | - | 429.961 |
| Koopverplichtingen energie (gas/elektriciteit) |
2.746 | - | - | 2.746 |
| Koopverplichting materiële vaste activa |
1.138 | - | - | 1.138 |
| Totaal | 428.928 | 4.917 | - | 433.845 |
De aankoopverplichtingen van grondstoffen hebben voor een deel betrekking op bestaande
verkoopovereenkomsten.
Ten behoeve van ForFarmers Nederland B.V., ForFarmers Corporate Services B.V. en Reudink B.V. is door ForFarmers N.V. een 403-verklaring afgegeven.
Ten behoeve van de verwerving van BOCM PAULS Ltd. zijn garanties afgegeven ter grootte van €0,2 miljoen (2015: €1,5 miljoen).
Voor wat betreft de kredietfaciliteiten wordt verwezen naar noot 28.
Naast de deelnemingen die actief zijn binnen de Groep (verwezen wordt naar de lijst met belangrijkste deelnemingen, noot 32) en het pensioenfondsen van BOCM PAULS en HST Feeds (zie noot 15A voor de relevante transacties) kent de Groep de volgende verbonden partijen en transacties. De transacties die tussen verbonden partijen hebben plaatsgevonden in 2015 en 2016 zijn gedaan tegen zakelijke condities. Openstaande saldi per het einde van het boekjaar zijn zonder zekerheden en rentevrij. Er zijn geen garanties ontvangen of afgegeven voor vorderingen op of schulden aan verbonden partijen. De Groep heeft geen bijzondere waardevermindering verantwoord met betrekking tot bedragen verschuldigd door verbonden partijen (2015: nihil).
Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers (tot 23 mei 2016 genaamd Stichting Administratiekantoor ForFarmers) (hierna: 'Stichting Beheer') houdt per 31 december 2016 12,1% (31 december 2015: 39,0%) van de aandelen in ForFarmers N.V. en heeft hiervoor certificaten van aandelen uitgegeven. Coöperatie FromFarmers U.A. (hierna: de coöperatie) houdt per 31 december 2016 een
direct belang van 20,8% en een indirect belang van 32,5% van de gewone aandelen in ForFarmers, alsmede 1 prioriteitsaandeel. Certificaten worden gehouden door de leden van de Coöperatie en medewerkers van ForFarmers, of anderen. Leden van de Coöperatie en medewerkers van ForFarmers die certificaten houden hebben het recht om hun stemrecht op te vragen bij Stichting Beheer. Overige certificaathouders kunnen geen stemrecht opvragen. Zowel Stichting Beheer als de Coöperatie zijn verbonden partijen. Tussen de Coöperatie en een aantal leden van de Coöperatie enerzijds en de Groep anderzijds vinden regelmatig transacties plaats uit hoofde van de levering van goederen en diensten.
De volgende tabel geeft het totaal van de transacties weer met ForFarmes N.V. en haar groepsmaatschapijen.
| In duizenden euro |
Rentebaten Rentelasten | Vorderingen op |
Schulden aan |
|
|---|---|---|---|---|
| 2016 | - | - | 4.216 | - |
| 2015 | 6 | 5 | 4.032 | 21 |
De vordering op de Coöperatie heeft voornamelijk betrekking op posities uit hoofde van BTW, aangezien de Coöperatie het hoofd is van de fiscale eenheid voor de BTW (zie noot 16F).
In het boekjaar bedroeg de beloning van de Directie inclusief pensioenpremies die ten laste kwamen van de Vennootschap en haar dochterondernemingen €6,1 miljoen (2015: €6,8 miljoen). Dit bedrag kan als volgt worden gespecificeerd:
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen Langetermijnpersoneelsbeloningen |
Totaal | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Salaris kosten(1) |
Prestatie bonus (korte termijn)(2) |
Overige vergoedingen (3) |
Pensioen kosten |
Prestatie bonus (lange termijn)(4) |
Werknemers participatieplan (5) |
|
| Raad van Bestuur | |||||||
| Y.M. Knoop | 461 | 396 | 42 | 90 | 289 | 37 | 1.315 |
| A.E. Traas | 370 | 158 | 64 | 11 | 149 | 16 | 768 |
| J.N. Potijk | 391 | 193 | 68 | 11 | 145 | 18 | 826 |
| Directieleden | 1.524 | 504 | 473 | 73 | 522 | 61 | 3.157 |
| Totaal | 2.746 | 1.251 | 647 | 185 | 1.105 | 132 | 6.066 |
(1) Inclusief werkgevers sociale lasten
(2) De prestatiebonus (korte termijn) is ten laste gebracht van het prestatiejaar en wordt in het opvolgende jaar uitbetaald.
(3) Overige vergoedingen hebben met name betrekking op gebruik van zakenauto's, toelagen voor levensloop, onkosten, pensioenvergoeding eigen regeling en eventuele reservering voor beëindiging van dienstverband.
(4) De prestatiebonus (lange termijn) betreft het proportionele deel van de kosten over de toekenningsperiode van drie jaar, waarbij gedurende de periode specifieke doelstellingen dienen te worden behaald. Na het derde jaar wordt de definitieve bonus bepaald en uitbetaald.
(5) Het werknemers participatieplan betreft de verantwoorde kosten gedurende de toekenningsperiode met betrekking tot de verstrekte korting op de voorwaardelijke toekenning en vertegenwoordigt niet de waarde van de certificaten die reeds in bezit zijn van de directieleden.
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | Langetermijnpersoneelsbeloningen | Totaal | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | Salaris kosten(1) |
Prestatie bonus (korte termijn)(2) |
Overige vergoedingen (3) |
Pensioen kosten |
Prestatie bonus (lange termijn)(4) |
Werknemers participatieplan (5) |
|
| Raad van Bestuur | |||||||
| Y.M. Knoop | 456 | 410 | 36 | 89 | 200 | 41 | 1.232 |
| A.E. Traas | 353 | 150 | 55 | 11 | 130 | 17 | 716 |
| J.N. Potijk | 330 | 129 | 375 | 11 | 126 | 19 | 990 |
| Directieleden | 1.465 | 646 | 1.093 | 97 | 468 | 91 | 3.860 |
| Totaal | 2.604 | 1.335 | 1.559 | 208 | 924 | 168 | 6.798 |
(1) Inclusief werkgevers sociale lasten
(2) De prestatiebonus (korte termijn) is ten laste gebracht van het prestatiejaar en wordt in het opvolgende jaar uitbetaald.
(3) Overige vergoedingen hebben met name betrekking op gebruik van zakenauto's, toelagen voor levensloop, onkosten, pensioenvergoeding eigen regeling en eventuele reservering voor beëindiging van dienstverband.
(4) De prestatiebonus (lange termijn) betreft het proportionele deel van de kosten over de toekenningsperiode van drie jaar, waarbij gedurende de periode specifieke doelstellingen dienen te worden behaald. Na het derde jaar wordt de definitieve bonus bepaald en uitbetaald.
(5) Het werknemers participatieplan betreft de verantwoorde kosten gedurende de toekenningsperiode met betrekking tot de verstrekte korting op de voorwaardelijke toekenning en vertegenwoordigt niet de waarde van de certificaten die reeds in bezit zijn van de directieleden.
Gedurende het vorig boekjaar werden aan (voormalig) directieleden geen vertrekvergoedingen of andere bijzondere vergoedingen betaald, behoudens de volgende correctie betaling verantwoord in 2015 in verband met een onjuiste verwerking van de levensloopregeling voor de jaren 2010 tot en met 2013: in januari 2016 werd hiervoor
een bedrag van €340 duizend betaald aan voormalige directieleden. Het bedrag met betrekking tot de nabetaling aan huidige directieleden was betaald in 2015 en is reeds opgenomen in bovenstaand overzicht met betrekking tot 2015.
De volgende tabel geeft het certificaten- en aandelenbezit
weer.
| (Certificaten van) aandelen |
|||
|---|---|---|---|
| In aantallen | 2016 | 2015 | |
| Y.M. Knoop | 222.967 | 164.662 | |
| A.E. Traas | 100.235 | 85.211 | |
| J.N. Potijk | 876.545 | 831.198 | |
| Overige directieleden | 859.065 | 869.582 | |
| Totaal | 2.058.812 | 1.950.653 |
In het boekjaar bedroeg de beloning voor leden en voormalige leden van de Raad van Commissarissen zoals bedoeld in lid 383 sub 1 van Boek 2 BW €271 duizend (2015: €267 duizend). Dit bedrag kan als volgt worden gespecificeerd:
| In duizenden euro | Vacatiegeld | Commissie vergoeding |
Overige vergoedingen (1) |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Raad van Commissarissen |
||||
| J.W. Eggink | 50,0 | 7,5 | 5,3 | 62,8 |
| H. Mulder | 35,0 | 5,0 | 5,4 | 45,4 |
| J.W. Addink Berendsen |
30,0 | 7,5 | 4,7 | 42,2 |
| V.A.M. Hulshof | 30,0 | 0,0 | 4,3 | 34,3 |
| C.J.M. van Rijn | 30,0 | 12,5 | 3,6 | 46,1 |
| W.M. Wunnekink | 30,0 | 5,0 | 4,7 | 39,7 |
| Totaal | 205,0 | 37,5 | 28,0 | 270,5 |
(1) Inclusief werkgevers sociale lasten
| In duizenden euro | Vacatiegeld | Commissie vergoeding |
Overige vergoedingen (1) |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Raad van Commissarissen |
||||
| J.W. Eggink | 50,0 | 7,5 | 4,2 | 61,7 |
| H. Mulder | 33,5 | 5,0 | 5,2 | 43,7 |
| J.W. Addink Berendsen |
30,0 | 7,5 | 3,2 | 40,7 |
| V.A.M. Hulshof | 30,0 | 0,0 | 2,6 | 32,6 |
| C.J.M. van Rijn | 30,0 | 12,5 | 0,5 | 43,0 |
| J. Markink | 10,6 | 4,4 | 3,2 | 18,2 |
| W.M. Wunnekink | 21,1 | 3,5 | 2,1 | 26,7 |
| Totaal | 205,2 | 40,4 | 21,0 | 266,6 |
(1) Inclusief werkgevers sociale lasten
In de normale bedrijfsuitoefening gaat de Groep transacties aan met leden van de Raad van Commissarissen. De volgende tabel geeft het totaal van deze transacties weer.
| Verkocht | Gekocht | |
|---|---|---|
| In duizenden euro | aan | van |
| 2016 | 468 | - |
| 2015 | 463 | - |
De volgende tabel geeft het totaal van de vorderingen op en schulden aan de leden van de Raad van Commissarissen weer.
| Vorderingen | Schulden | |
|---|---|---|
| In duizenden euro | op | aan |
| 31 december 2016 | 10 | - |
| 31 december 2015 | 14 | - |
De volgende tabel geeft het totaal van certificaten- en aandelenbezit alsmede het aantal participatierekeningen die zijn uitgegeven door de coöperatie en kunnen worden omgezet in certificaten.
| Certificaten/Aandelen Participatierekeningen | Totaal | ||
|---|---|---|---|
| J.W. Eggink | 7.179 | 12.130 | 19.309 |
| H. Mulder | 49.500 | - | 49.500 |
| J.W. Addink Berendsen |
9.640 | 11.187 | 20.827 |
| V.A.M. Hulshof | - | 6.480 | 6.480 |
| C.J.M. van Rijn | - | - | - |
| W.M. Wunnekink | - | - | - |
| Totaal | 66.319 | 29.797 | 96.116 |
| Certificaten/Aandelen Participatierekeningen | Totaal | ||
|---|---|---|---|
| J.W. Eggink | 7.179 | 11.266 | 18.445 |
| H. Mulder | 49.500 | - | 49.500 |
| J.W. Addink Berendsen |
9.640 | 9.711 | 19.351 |
| V.A.M. Hulshof | - | 3.600 | 3.600 |
| C.J.M. van Rijn | - | - | - |
| W.M. Wunnekink | - | - | - |
| Totaal | 66.319 | 24.577 | 90.896 |
De leden van de Raad van Commissarissen ondervonden in het afgelopen boekjaar geen belemmeringen in de uitoefening van hun functie als gevolg van de transacties die zij deden.
De volgende tabel geeft het totaal van de transacties met joint venture HaBeMa weer:
| In duizenden euro | Verkocht aan |
Gekocht van |
|---|---|---|
| Leveringen van goederen en diensten | ||
| 2016 | - | 39.800 |
| 2015 | - | 39.226 |
De volgende tabel geeft het totaal van de openstaande saldi met joint venture HaBeMa weer:
| In duizenden euro | Vorderingen op |
Schulden aan |
|---|---|---|
| 31 december 2016 | - | 2.123 |
| 31 december 2015 | - | 1.699 |
De Groep heeft geen contractuele verplichtingen naar HaBeMa, anders dan uit hoofde van inkopen van goederen als onderdeel van de normale bedrijfsvoering.
Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten, met uitzondering van de volgende posten die op iedere balansdatum zijn gewaardeerd op een alternatieve basis:
waardeverminderingen (deze laatste slechts in het geval van financiële instrumenten die zijn geclassificeerd als een actief);
De Groep heeft de hierna uiteengezette grondslagen voor financiële verslaggeving consistent toegepast voor alle gepresenteerde perioden in deze geconsolideerde jaarrekening.
De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van de Groep en haar dochterondernemingen per 31 december 2016. Er is sprake van overheersende zeggenschap over deelnemingen indien de Groep is blootgesteld aan, dan wel recht heeft op, variabele rendementen en het vermogen heeft die rendementen te beïnvloeden aan de hand van haar zeggenschap over de entiteit. Meer specifiek oefent de Groep overheersende
zeggenschap uit over een deelneming indien, en alleen indien de Groep:
De vooronderstelling is dat de meerderheid van het stemrecht resulteert in de zeggenschap over de onderneming. Om deze vooronderstelling te ondersteunen en indien de Groep minder dan de meerderheid van het stemrecht of soortgelijke rechten heeft in een deelneming, betrekt de Groep alle relevante feiten en omstandigheden in de evaluatie of zij de zeggenschap heeft over de deelneming, inclusief:
De Groep herevalueert de besluitvorming of zij wel of niet de zeggenschap in een deelneming heeft indien feiten en omstandigheden indiceren dat er veranderingen zijn in een of meer van de drie elementen die de zeggenschap bepalen. Consolidatie van een deelneming start vanaf het moment dat de Groep de zeggenschap verwerft over de deelneming en eindigt wanneer de Groep de zeggenschap over de deelneming verliest. Activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten van een gedurende het jaar verworven of verkochte deelneming zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum dat de Groep de zeggenschap verwerft tot de datum dat de Groep de zeggenschap over de deelneming verliest.
Winst of verlies van elke component van de nietgerealiseerde resultaten worden toegerekend aan de aandeelhouders van het hoofd van de Groep en aan de minderheidsbelangen, zelfs indien dit er in resulteert dat de minderheidsbelangen een negatief saldo vertonen. Indien noodzakelijk worden aanpassingen aangebracht in de jaarrekeningen van deelnemingen teneinde hun waarderingsgrondslagen in lijn te brengen met de waarderingsgrondslagen van de Groep. Alle intra-groep activa en verplichtingen, eigen vermogen, opbrengsten, kosten en kasstromen gerelateerd aan transacties tussen leden van de Groep worden volledig geëlimineerd in de consolidatie.
De Groep verwerkt bedrijfscombinaties op basis van de overnamemethode per de datum waarop de zeggenschap overgaat naar de Groep. De voor de overname overgedragen vergoeding wordt in het algemeen gewaardeerd tegen reële waarde, evenals de verworven netto identificeerbare activa. Eventuele goodwill die hieruit voortvloeit, wordt jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Eventuele boekwinst uit een voordelige koop wordt direct verwerkt in het resultaat. Transactiekosten worden verwerkt wanneer zij worden gemaakt, behalve als zij betrekking hebben op de uitgifte van vreemd- of eigenvermogensinstrumenten.
In de overgedragen vergoeding is geen bedrag begrepen voor de afwikkeling van bestaande relaties. Een dergelijk bedrag wordt in het algemeen verwerkt in het resultaat.
De reële waarde van een eventuele voorwaardelijke vergoeding wordt op overnamedatum opgenomen. Indien een verplichting om een voorwaardelijke vergoeding te betalen voldoet aan de definitie van een financieel instrument dat wordt geclassificeerd als eigen vermogen, vindt geen latere herwaardering plaats en wordt de afwikkeling verantwoord binnen het eigen vermogen. Als dit niet het geval is, wordt de voorwaardelijke vergoeding geherwaardeerd tegen reële waarde en worden wijzigingen in de reële waarde na eerste opname opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Bij de vaststelling van de waarde van de verschillende immateriële activa, zijn aannames gemaakt met betrekking tot de klantenportefeuille, de waarde en het verwachte gebruik van merknamen. Het vaststellen van de reële waarde van de verschillende materiële vaste activa vereist aannames met betrekking tot de resterende economische en technische levensduur. Bij het vaststellen
van de reële waarde van de verworven activa en verplichtingen concentreert de Groep zich met name op de volgende aspecten:
Deelnemingen zijn entiteiten waarover de Groep overheersende zeggenschap uitoefent. De Groep heeft overheersende zeggenschap over een entiteit indien zij op basis van haar betrokkenheid bij de entiteit is blootgesteld aan, dan wel recht heeft op, variabele rendementen en het vermogen heeft die rendementen te beïnvloeden aan de hand van haar zeggenschap over de entiteit. De jaarrekeningen van deelnemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum waarop voor het eerst sprake is van zeggenschap tot aan het moment waarop de zeggenschap eindigt.
Minderheidsbelangen (belangen zonder overheersende zeggenschap) worden gewaardeerd tegen het evenredige aandeel in de netto-identificeerbare activa van de verworven partij op overnamedatum.
Wijzigingen in het belang van de Groep in een dochteronderneming die niet leiden tot verlies van overheersende zeggenschap, worden verwerkt als vermogenstransacties.
Indien de Groep de zeggenschap over een dochteronderneming verliest, worden de activa en verplichtingen en eventueel hiermee samenhangende minderheidsbelangen en andere
eigenvermogenscomponenten niet langer in de balans verantwoord. De eventueel behaalde boekwinst of het boekverlies wordt opgenomen in de winst of het verlies. Indien de Groep een belang behoudt in de voormalige
dochteronderneming, wordt dat vanaf het moment van het verlies van zeggenschap gewaardeerd tegen reële waarde.
Het belang van de Groep in deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode wordt gevormd door het belang in een joint venture. Een joint venture is een overeenkomst waarover de Groep gezamenlijke zeggenschap uitoefent, en waarbij de Groep eerder rechten heeft ten aanzien van de netto activa van de overeenkomst dan rechten ten aanzien van de activa en verplichtingen ten aanzien van de schulden.
Het belang in de joint venture is verantwoord via de 'equity'-methode. Het belang is bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen kostprijs. In die kostprijs van de deelneming zijn de transactiekosten inbegrepen. Na de eerste verwerking bevat de geconsolideerde jaarrekening het aandeel van de Groep in de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten van de deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap.
Eliminatie van transacties bij consolidatie Intragroepssaldi en -transacties, alsmede eventuele nietgerealiseerde winsten en verliezen uit intragroepstransacties worden geëlimineerd. Nietgerealiseerde winsten uit hoofde van transacties met deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode worden geëlimineerd naar rato van het belang dat de Groep in de deelneming heeft. Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde wijze geëlimineerd als nietgerealiseerde winsten, maar alleen voor zover er geen aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering.
Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van de onderneming van de Groep, waarvan de activiteiten en kasstromen duidelijk te onderscheiden zijn van de rest van de Groep, en die:
gebied af te stoten; of
● een dochteronderneming is die uitsluitend is overgenomen met de bedoeling te worden doorverkocht.
Classificatie als beëindigde bedrijfsactiviteit geschiedt bij afstoting of, indien dit eerder is, wanneer de bedrijfsactiviteit voldoet aan de criteria voor classificatie als aangehouden voor verkoop.
Wanneer een activiteit wordt aangemerkt als een beëindigde bedrijfsactiviteit, worden de vergelijkende cijfers in het overzicht van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten herzien alsof de activiteit vanaf het begin van de vergelijkende periode zou zijn beëindigd.
Transacties luidend in vreemde valuta worden naar de betreffende functionele valuta van de Groepsentiteiten omgerekend tegen de geldende wisselkoersen op de transactiedata.
In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen worden op balansdatum naar de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoersen. In vreemde valuta luidende nietmonetaire activa en verplichtingen die tegen reële waarde worden gewaardeerd, worden naar de functionele valuta omgerekend tegen de wisselkoersen die golden op de data waarop de reële waarden werden bepaald. In vreemde valuta luidende niet-monetaire activa en verplichtingen die op basis van historische kosten worden gewaardeerd, worden niet opnieuw omgerekend.
Valutakoersverschillen worden in de regel opgenomen in het resultaat. Echter, valuta koersverschillen die optreden bij de omrekening van de volgende posten worden verwerkt in niet-gerealiseerde resultaten:
● in aanmerking komende kasstroomafdekkingen, voor zover de afdekking effectief is.
De activa en verplichtingen van buitenlandse activiteiten, met inbegrip van goodwill en bij overnames opgetreden reële-waardecorrecties, worden in euro's omgerekend tegen de geldende wisselkoersen op verslagdatum. De opbrengsten en kosten van buitenlandse bedrijfsactiviteiten worden in euro's omgerekend tegen de wisselkoersen op de transactiedata.
Valutakoersverschillen worden opgenomen in nietgerealiseerde resultaten en worden verwerkt in de reserve omrekeningsverschillen, behalve voor zover het valutakoersverschil wordt toegerekend aan minderheidsbelangen.
Indien een buitenlandse activiteit geheel of gedeeltelijk wordt verkocht, zodanig dat de Groep de zeggenschap, invloed van betekenis dan wel gezamenlijke zeggenschap verliest, wordt het in verband met deze buitenlandse activiteit cumulatieve bedrag in de reserve omrekeningsverschillen overgeboekt naar het resultaat als onderdeel van de winst of het verlies op de verkoop. Indien de Groep slechts een deel van het belang in een dochter verkoopt terwijl de Groep wel zeggenschap houdt, wordt het betreffende evenredige aandeel in het cumulatieve bedrag toegerekend aan minderheidsbelangen. Indien de Groep slechts een deel van het belang in een geassocieerde deelneming of joint venture verkoopt terwijl de Groep wel invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap houdt, wordt het betreffende evenredige aandeel in het cumulatieve bedrag overgeboekt naar het resultaat.
Wanneer de afwikkeling van een monetaire post die te ontvangen is van of te betalen is aan een buitenlandse activiteit niet gepland noch waarschijnlijk is in de voorzienbare toekomst, worden de valutakoersverschillen op een dergelijke monetaire post beschouwd als onderdeel van de netto-investering in de buitenlandse activiteit. Dienovereenkomstig worden deze valutakoersverschillen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten en verwerkt in de reserve omrekeningsverschillen.
De Groep classificeert niet-afgeleide financiële activa in de volgende categorieën: financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat, tot einde looptijd aangehouden financiële activa, leningen en vorderingen en voor verkoop beschikbare financiële activa.
De Groep classificeert niet-afgeleide financiële verplichtingen in de categorie overige financiële verplichtingen.
Niet afgeleide financiële activa en financiële verplichtingen - verwerken en niet langer verwerken De Groep verwerkt leningen, vorderingen en uitgegeven schuldbewijzen initieel op de datum waarop ze ontstaan. Alle overige financiële activa en financiële verplichtingen worden initieel verwerkt op de transactiedatum waarop de betreffende entiteit van de Groep partij wordt in de contractuele bepalingen van het instrument.
De Groep neemt een financieel actief niet langer op in de balans als de contractuele rechten op de kasstromen uit het actief aflopen, of als de Groep de contractuele rechten op de ontvangst van de kasstromen uit het financieel actief overdraagt door middel van een transactie waarbij nagenoeg alle aan het eigendom van dit actief verbonden risico's en voordelen worden overgedragen. Indien de Groep een belang behoudt of creëert in de overgedragen financiële activa, dan wordt dit belang afzonderlijk als actief of verplichting opgenomen.
De Groep neemt een financiële verplichting niet langer op in de balans als de contractuele verplichtingen worden kwijtgescholden of geannuleerd, of verlopen.
Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en het resulterende nettobedrag wordt in de balans gepresenteerd uitsluitend indien de Groep een wettelijk afdwingbaar recht heeft op deze saldering en indien zij voornemens is om af te wikkelen op netto basis dan wel het actief en de verplichting gelijktijdig af te wikkelen. Daarnaast dient de overdracht van saldi naar een salderingsrekening plaats te vinden op het einde van de periode om daarmee de intentie aan te tonen dat op een netto basis wordt afgewikkeld.
Niet afgeleide financiële activa - waardering
Een financieel actief wordt geclassificeerd als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat indien het wordt aangehouden voor handelsdoeleinden of als het bij eerste opname als zodanig is aangemerkt. Direct toerekenbare transactiekosten worden verwerkt in het resultaat wanneer zij worden gemaakt. Financiële activa die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat, worden gewaardeerd tegen reële waarde en eventuele wijzigingen daarin, inclusief eventuele rente of dividend, worden verantwoord in het resultaat.
Deze activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde plus eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode.
Deze activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde plus eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode.
Deze activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde plus eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname worden ze gewaardeerd tegen reële waarde en eventuele veranderingen daarin, anders dan bijzondere waardeverminderingsverliezen en valutakoersverschillen op schuldbewijzen worden verwerkt in niet-gerealiseerde resultaten en gepresenteerd in de reële-waardereserve. Wanneer de activa niet langer in de balans worden opgenomen, wordt de in het eigen vermogen opgenomen cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar het resultaat.
Niet-afgeleide financiële verplichtingen– waardering Niet-afgeleide financiële verplichtingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde minus direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname worden deze verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode.
De Groep maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten) om de valuta-, prijs- en renterisico's af te dekken. In contracten besloten derivaten worden gescheiden van het basiscontract en apart verantwoord indien aan bepaalde criteria wordt voldaan.
Afgeleide financiële instrumenten worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde; eventuele direct toerekenbare transactiekosten worden verwerkt in het resultaat wanneer zij worden gemaakt. Na de eerste opname worden afgeleide financiële instrumenten tegen reële waarde gewaardeerd, en eventuele wijzigingen daarin worden in het algemeen verwerkt in het resultaat.
Wanneer een afgeleid financieel instrument is aangewezen voor de afdekking van de variabiliteit van kasstromen, wordt het effectieve deel van de veranderingen in de reële waarde van het afgeleide financiële instrument verwerkt in niet-gerealiseerde resultaten en geaccumuleerd in de afdekkingsreserve. Het eventuele niet-effectieve deel van de veranderingen in de reële waarde van het afgeleide financiële instrument wordt direct verwerkt in het resultaat.
Het in eigen vermogen geaccumuleerde bedrag wordt opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten en overgeboekt naar het resultaat in dezelfde periode of periodes dat de afgedekte positie van invloed is op het resultaat.
Indien een afdekkingsinstrument niet langer voldoet aan de voorwaarden voor hedge accounting, afloopt, wordt verkocht, wordt beëindigd, wordt uitgeoefend, of indien de aanwijzing wordt ingetrokken, wordt hedge accounting prospectief beëindigd. Indien niet langer wordt verwacht
dat de verwachte transactie zal plaatsvinden, wordt het in het eigen vermogen geaccumuleerde bedrag overgeboekt naar het resultaat.
De marginale kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de uitgifte van gewone aandelen, na aftrek van eventuele belastingeffecten, worden in mindering gebracht op het eigen vermogen. Winstbelastingen over transactiekosten van eigen-vermogenstransacties worden verwerkt in overeenstemming met IAS 12.
Het prioriteitsaandeel geeft de houder speciale rechten met betrekking tot onder andere de benoeming van leden van de Raad van Commissarissen zoals bepaald in de statuten van de Vennootschap. Het prioriteitsaandeel in de Groep kan alleen worden gehouden door de Vennootschap zelf of Coöperatie FromFarmers U.A., onder voorwaarde dat zij twintig procent of meer van het aantal stemmen kan uitoefenen op aandelen of certificaten van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap. Het prioriteitsaandeel is geclassificeerd als eigen vermogen, omdat aan het aandeel geen verplichting is verbonden om geldmiddelen in te brengen en geen verrekening vereist in een variabel aantal van de eigenvermogensinstrumenten van de Vennootschap.
De groep heeft de mogelijkheid tot uitgifte van preferente aandelen. Indien preferente aandelen worden uitgegeven, geven deze de houders hiervan, samengevat, het recht om een nieuwe onafhankelijke stichting op de richten, met een onafhankelijk bestuur, dat de mogelijkheid zal hebben tot verkrijging en uitoefening van het stemrecht op de meerderheid van de aandelen in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, op een tijdelijke basis (tot maximaal twee jaar). Dit zal worden vormgegeven middels de uitgegeven preferente aandelen. Deze beschermende rechten zijn echter gerelateerd aan fundamentele verandering in de activiteiten van een deelneming of zijn rechten die alleen in uitzonderlijke omstandigheden van toepassing zijn. Op zichzelf kunnen deze aandelen de houder er van niet permanent de zeggenschap geven noch
de mogelijkheid geven anderen permanent zeggenschap te ontnemen en daarmee feitelijk controle over de Vennootschap uit te oefenen. Op dit moment zijn geen preferente aandelen uitgegeven.
Bij terugkoop van aandelenkapitaal dat als eigen vermogen in de balans is verwerkt, wordt het bedrag van de betaalde vergoeding, met inbegrip van de direct toerekenbare kosten en na aftrek van eventuele fiscale effecten, verwerkt ten laste van het eigen vermogen. De nominale waarde van teruggekochte aandelen worden geclassificeerd als ingekochte eigen aandelen ('treasury shares') en gepresenteerd in de reserve voor eigen aandelen. Wanneer ingekochte eigen aandelen vervolgens worden verkocht of opnieuw worden uitgegeven, wordt het ontvangen bedrag verwerkt ten gunste van het eigen vermogen en wordt het eventuele overschot of tekort op de transactie verantwoord onder ingehouden winsten.
Financiële activa die niet zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat, met inbegrip van deelnemingen die worden verwerkt volgens de 'equity' methode, worden op iedere verslagdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat zij een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan.
Objectieve aanwijzingen dat financiële activa onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering zijn onder meer:
● waarneembare gegevens die erop duiden dat er sprake is van een meetbare afname van de verwachte kasstromen van een groep financiële activa.
Daarnaast geldt voor een belegging in
eigenvermogensinstrumenten dat een significante of langdurige daling van de reële waarde ervan tot onder de kostprijs een objectieve aanwijzing is van een bijzondere waardevermindering. De Groep is van oordeel dat een afname met 25% als significant kan worden beschouwd, en dat een periode van negen maanden als langdurig kan worden beschouwd.
Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen van deze activa worden door de Groep zowel op het niveau van individuele activa als op collectief niveau in aanmerking genomen. Van alle individueel significante activa wordt individueel beoordeeld of deze onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering. Activa waarvan is vastgesteld dat deze niet individueel onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering, worden vervolgens collectief beoordeeld op een eventuele bestaande bijzondere waardevermindering die nog niet op individueel niveau kan worden vastgesteld. Activa die niet individueel significant zijn, worden eveneens collectief beoordeeld op een eventuele bijzondere waardevermindering. Collectieve beoordeling wordt verricht door samenvoeging van activa met vergelijkbare risicokenmerken.
Bij de beoordeling van de collectieve waardevermindering gebruikt de Groep historische trends met betrekking tot het tijdsbestek waarbinnen incassering plaatsvindt en de hoogte van gemaakte verliezen. De uitkomsten worden bijgesteld als het management van oordeel is dat de huidige economische en kredietomstandigheden zodanig zijn dat het waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke verliezen hoger dan wel lager zullen zijn dan historische trends suggereren.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet van het actief. Verliezen worden verwerkt in het resultaat en worden tot uitdrukking gebracht in een voorzieningsrekening. Indien de Groep van oordeel is dat er geen realistische vooruitzichten zijn op het realiseren van het actief, worden de desbetreffende bedragen afgewaardeerd. Als het bedrag van het bijzondere waardeverminderingsverlies afneemt en deze afname objectief kan worden gerelateerd aan een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden na de verwerking van het bijzondere waardeverminderingsverlies in het resultaat, dan wordt het eerder verwerkte bijzondere waardeverminderingsverlies teruggenomen via het resultaat.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen op voor verkoop beschikbare financiële activa worden opgenomen door overboeking van het geaccumuleerde verlies in de reële-waardereserve naar het resultaat. Het overgeboekte bedrag is het verschil tussen de verkrijgingsprijs, onder aftrek van eventuele aflossingen van de hoofdsom en amortisaties, en de huidige reële waarde, verminderd met een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies dat eerder is verwerkt in het resultaat. Als in een latere periode een stijging plaatsvindt van de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar schuldinstrument dat eerder een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, en de stijging objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de verwerking van het bijzondere
waardeverminderingsverlies in het resultaat, wordt het bijzondere waardeverminderingsverlies teruggenomen via het resultaat. Zo niet, dan wordt het bedrag uit hoofde van het herstel teruggenomen via niet-gerealiseerde resultaten.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen op deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode worden bepaald door vergelijking van de realiseerbare waarde van de deelneming met zijn boekwaarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt verwerkt in het resultaat, en wordt teruggenomen in geval van een positieve verandering in de schattingen die worden gebruikt ter bepaling van de realiseerbare waarde.
Op iedere verslagdatum wordt de boekwaarde van de
niet-financiële activa van de Groep, uitgezonderd biologische activa, voorraden en uitgestelde belastingvorderingen, opnieuw bezien om te bepalen of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, wordt een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief. Van goodwill wordt ieder jaar een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde.
Voor de toetsing op bijzondere waardeverminderingen worden activa samengevoegd in de kleinste te onderscheiden groep activa die uit voortgezet gebruik kasstromen genereert die in hoge mate onafhankelijk zijn van de inkomende kasstromen van andere activa of kasstroom genererende eenheden (KGE). De in een bedrijfscombinatie verworven goodwill wordt toegerekend aan KGE's of groepen KGE's die naar verwachting zullen profiteren van de synergievoordelen van de combinatie.
De realiseerbare waarde van een actief of een KGE is de hoogste van de bedrijfswaarde en de reële waarde minus verkoopkosten. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde wordt de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen berekend met behulp van een disconteringsvoet vóór belasting die een afspiegeling is van zowel de actuele marktinschattingen van de tijdswaarde van geld als van de specifieke risico's met betrekking tot het actief of de KGE.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt verwerkt als de boekwaarde van een actief of de KGE waartoe het actief behoort, hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden verwerkt in het resultaat. Zij worden eerst in mindering gebracht op de boekwaarde van eventueel aan de KGE toegerekende goodwill en vervolgens naar rato in mindering gebracht op de boekwaarden van de overige activa van de KGE.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen met betrekking tot goodwill worden niet teruggenomen. Voor andere activa wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies uitsluitend teruggenomen voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger wordt dan de boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen of amortisatie, die zou zijn vastgesteld als geen bijzonder waardeverminderingsverlies was
opgenomen.
Verwerking en waardering
Goodwill die voortvloeit uit de verwerving van dochterondernemingen wordt gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten worden verwerkt in het resultaat wanneer zij worden gedaan.
Uitgaven voor ontwikkelingsactiviteiten worden alleen geactiveerd als de uitgaven betrouwbaar kunnen worden bepaald, het product of proces technisch en commercieel haalbaar is, toekomstige economische voordelen waarschijnlijk zijn en de Groep van plan is en over voldoende middelen beschikt om de ontwikkeling te voltooien en het actief te gebruiken of te verkopen. Andere ontwikkelingskosten worden verwerkt in het resultaat wanneer zij worden gemaakt. Na de eerst opname worden geactiveerde ontwikkelingskosten gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve amortisaties en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.
De overige door de Groep verworven immateriële activa (met inbegrip van klantrelaties, octrooien en handelsmerken) met een eindige gebruiksduur worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve amortisaties en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Uitgaven na eerste opname worden uitsluitend geactiveerd wanneer hierdoor de toekomstige economische voordelen toenemen die zijn besloten in het specifieke actief waarop de uitgaven betrekking hebben. Alle overige uitgaven, inclusief uitgaven voor intern gegenereerde goodwill en handelsmerken, worden verwerkt in het resultaat wanneer zij worden gedaan.
Amortisatie wordt berekend teneinde de kosten van immateriële activa minus hun geschatte restwaarde lineair af te schrijven over hun geschatte gebruiksduur. Amortisaties worden in het algemeen verwerkt in het resultaat. Op goodwill wordt niet afgeschreven.
De geschatte gebruiksduur luidt als volgt:
| Handels- en merknamen: | 2 - 20 jaar |
|---|---|
| Software: | 3 - 5 jaar |
| Klantenrelaties: | 10 - 20 jaar |
De amortisatie van de klantenrelaties is gebaseerd op de historische ontwikkeling van de klantenrelaties. De amortisatie van handels- en merknamen hangt af van de periode gedurende welke de handels- en merknamen nog zullen worden gebruikt.
Afschrijvingsmethoden, gebruiksduren en restwaarden worden op iedere verslagdatum opnieuw beoordeeld en, indien noodzakelijk, aangepast.
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. Wanneer belangrijke onderdelen van een materieel vaste actief een ongelijke gebruiksduur hebben, worden deze als afzonderlijke posten (belangrijke componenten) van de materiële vaste activa verwerkt.
Een winst of verlies op de afstoting van een materieel vast actief wordt verwerkt in het resultaat
Kosten na eerste opname worden uitsluitend geactiveerd indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot de kosten aan de Groep zullen toekomen.
Afschrijving wordt berekend teneinde de kosten van materiële vaste activa minus hun geschatte restwaarde lineair af te schrijven over hun geschatte gebruiksduur. Afschrijvingen worden in principe ten laste van het resultaat gebracht. Geleasede activa worden, behalve
indien het redelijkerwijs zeker is dat de Groep de geleasede activa aan het einde van de leasetermijn in eigendom zal nemen, afgeschreven over de duur van de leaseovereenkomst of de gebruiksduur, afhankelijk van welke korter is. Op grond wordt niet afgeschreven.
De geschatte gebruiksduur voor de belangrijkste materiële vaste activa is als volgt:
| Gebouwen: | 10 - 50 jaar |
|---|---|
| Machines en installaties: | 5 - 20 jaar |
| Overige vaste bedrijfsmiddelen: | 3 - 10 jaar |
Overige vaste bedrijfsmiddelen bestaan hoofdzakelijk uit voertuigen en inventaris.
Afschrijvingsmethoden, gebruiksduren en restwaarden worden op iedere verslagdatum opnieuw beoordeeld en, indien noodzakelijk, aangepast.
Reclassificatie naar vastgoedbeleggingen Wanneer vastgoed voor eigen gebruik wijzigt in een vastgoedbelegging, wordt het vastgoed geherwaardeerd op basis van de reële waarde en geclassificeerd als vastgoedbelegging. Een eventuele uit deze herwaardering voortvloeiende winst wordt verwerkt in het resultaat voor zover deze winst leidt tot een terugboeking van een eerder opgenomen bijzonder waardeverminderingsverlies voor dat specifieke vastgoed.
Vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd op kostprijs minus afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
Winst of verlies op de afstoting van een vastgoedbelegging (berekend als het verschil tussen de netto-opbrengst van de afstoting en de boekwaarde van het actief) wordt verwerkt in het resultaat.
Biologische activa worden gewaardeerd tegen reële waarde verminderd met de verkoopkosten, waarbij eventuele veranderingen hierin worden verwerkt in het resultaat.
De voorraden worden opgenomen tegen kostprijs of
lagere netto-opbrengstwaarde. De kostprijs van de voorraden is gebaseerd op het 'eerst in, eerst uit'-beginsel (fifo). De kostprijs van voorraden gereed product en onderhanden werk omvat een redelijk deel van de indirecte kosten op basis van de normale productiecapaciteit.
Vaste activa (of groepen activa en verplichtingen die worden afgestoten) worden aangemerkt als 'aangehouden voor verkoop' als het in hoge mate waarschijnlijk is dat hun boekwaarde naar verwachting hoofdzakelijk via verkoop zal worden gerealiseerd en niet via het voortgezette gebruik ervan.
Dergelijke activa (of groepen af te stoten activa en verplichtingen) worden over het algemeen gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere reële waarde minus verkoopkosten. Een bijzonder
waardeverminderingsverlies op een groep af te stoten activa en verplichtingen wordt in eerste instantie toegerekend aan goodwill en vervolgens naar rato aan de resterende activa en verplichtingen, met dien verstande dat geen bijzonder waardeverminderingsverlies wordt toegerekend aan voorraden, financiële activa, uitgestelde belastingvorderingen, activa uit hoofde van personeelsbeloningen, vastgoedbeleggingen of biologische activa, die gewaardeerd blijven worden in overeenstemming met de overige grondslagen van de Groep. Bijzondere waardeverminderingsverliezen die voortvloeien uit de eerste classificatie als 'aangehouden voor verkoop' en winsten of verliezen uit herwaardering na eerste opname, worden verwerkt in het resultaat.
Eenmaal aangemerkt als voor verkoop of distributie aangehouden, worden immateriële en materiële activa niet geamortiseerd of afgeschreven.
Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen waarvan het waarschijnlijk is dat ze moeten worden afgerekend en waarvan de omvang redelijkerwijze kan worden geschat. Een voorziening wordt alleen gevormd indien de verplichting wettelijk afdwingbaar is of er sprake is van feitelijke aansprakelijkheid. De omvang van de voorziening wordt vastgesteld op basis van de beste
schatting van de bedragen die zijn vereist om de verplichtingen te voldoen en de verliezen per balansdatum af te dekken.
Voorzieningen worden bepaald door de verwachte toekomstige kasstromen contant te maken op basis van een disconteringsvoet vóór belasting die een afspiegeling is van de actuele marktinschattingen van de tijdswaarde van geld en van de specifieke risico's met betrekking tot de verplichting. De oprenting van de voorziening wordt verwerkt als financieringslast.
Een herstructureringsvoorziening wordt opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd en geformaliseerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd, en een aanvang is gemaakt met de herstructurering of deze publiekelijk bekend is gemaakt. Er wordt geen voorziening getroffen voor toekomstige operationele verliezen.
In overeenstemming met het door de Groep gepubliceerde milieubeleid en van toepassing zijnde wettelijke vereisten wordt een voorziening voor herstel van terreinen gevormd indien een terrein is vervuild.
De voorziening voor verlieslatende contracten wordt gewaardeerd tegen de contante waarde van de verwachte kosten van het beëindigen van het contract of, als deze lager is, tegen de contante waarde van de verwachte netto kosten van de voortzetting van het contract. Voordat een voorziening wordt getroffen, verwerkt de Groep eerst een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies op de activa die gerelateerd zijn aan het contract.
Kortetermijnpersoneelsbeloningen worden verwerkt als kosten wanneer de daarmee verband houdende dienst wordt verricht. Er wordt een verplichting verwerkt voor het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald als de Groep een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft om dit bedrag te betalen als gevolg van verrichte diensten door de werknemer en de verplichting
betrouwbaar kan worden bepaald.
Op aandelen gebaseerde betalingstransacties Medewerkers (inclusief senior management) ontvangen een beloning in de vorm van op aandelen gebaseerde betalingstransacties (via de participatieplannen), waarbij medewerkers diensten verlenen tegen betaling in eigenvermogensinstrumenten (afwikkeling in eigenvermogensinstrumenten). Omdat de Groep de afwikkeling van de belastingen gerelateerd aan deze op aandelen gebaseerde betalingen voor haar rekening neemt wordt deze afwikkeling tevens beschouwd als op aandelen gebaseerde beloning (afwikkeling in geldmiddelen).
De reële waarde van de op aandelen gebaseerde beloningen afgewikkeld in eigenvermogensinstrumenten wordt in het algemeen verantwoord als kosten, met een corresponderende toename van het eigen vermogen, in de periode waarover toekenning definitief wordt. Het bedrag dat wordt verantwoord als kosten wordt aangepast aan het bedrag dat naar verwachting definitief zal worden toegekend op de datum waarop toekenning definitief wordt. Voor op aandelen gebaseerde beloningen waaraan voorwaarden zijn verbonden voor definitieve toekenning wordt de reële waarde op datum van toekenning bepaald rekening houdende met deze voorwaarden en er vindt geen aanpassing plaats voor verschillen tussen verwachte en gerealiseerde uitkomsten.
De last of bate in de winst-en-verliesrekening in een periode wordt gevormd door de mutatie in de verantwoorde cumulatieve kosten aan het begin en einde van die periode en wordt verantwoord onder de personeelskosten.
eingenvermogensinstrumenten af te wikkelen beloning worden aangepast is het bedrag van de kosten de wordt verantwoord minimaal gelijk aan het bedrag dat zou zijn verantwoord als de voorwaarden niet zouden zijn aangepast, als aan de oorspronkelijke voorwaarden wordt voldaan. Additionele lasten worden verantwoord voor iedere aanpassing die de totale reële waarde van de op aandelen gebaseerde transactie verhoogt of op een
andere wijze ten goede komt aan de medewerker gemeten op de datum van aanpassing van de voorwaarden.
Omdat de certificaten van aandelen voor de medewerkers in het Nederlandse participatieplan volledig zijn verstrekt gedurende het boekjaar, wordt het niet-definitief toegekende deel niet verantwoord in de winst-enverliesrekening, maar verantwoord als overige vorderingen onder de posten Handels- en overige vorderingen. De respectievelijke bedragen worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening over de periode waarin de diensten worden verleend.
De reële waarde van de te betalen loonbelasting met betrekking tot de in aandelen afgewikkelde op aandelen gebaseerde beloning, die in geldmiddelen wordt afgerekend, worden verantwoord als kosten met een corresponderende toename van de verplichtingen, in de periode waarin de medewerkers onvoorwaardelijk recht krijgen op de beloning. De verplichting wordt op elke balansdatum opnieuw vastgesteld en op de datum van afrekening gebaseerd op de reële waarde van de belastingverplichting van de medewerker. Iedere wijziging in de verplichting wordt verantwoord in de winst-enverliesrekening.
Toegezegde-bijdragepensioenregeling Een toegezegde-bijdragepensioenregeling is een pensioenregeling waarbij een entiteit vaste bijdragen betaalt aan een separate entiteit en geen wettelijke of feitelijke verplichting heeft om aanvullende bedragen te betalen. Verplichtingen voor bijdragen in een toegezegde bijdrage pensioenregeling worden als kosten verantwoord wanneer de daaraan gerelateerde dienstverlening plaats vindt. Vooruitbetaalde bijdragen worden verantwoord als een actief in zover dit leidt tot een terugbetaling of verrekend kan worden met toekomstige bijdragen.
De pensioenplannen van ForFarmers N.V. en haar deelnemingen zijn toegezegde bijdrage pensioenregelingen (behalve voor de regelingen zoals vermeld in de laatste paragraaf over het beleid inzake toegezegd-pensioen hieronder) welke zijn ondergebracht bij verzekeraars in de vorm van collectieve toegezegde bijdrage pensioenregelingen. Dit houdt in dat deze
entiteiten slechts verplicht zijn de overeengekomen bijdragen te betalen aan deze verzekeringsmaatschappijen.
De netto verplichting van de Groep uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen wordt voor iedere regeling afzonderlijk berekend door een schatting te maken van de pensioenaanspraken die werknemers hebben opgebouwd in de verslagperiode en voorgaande perioden, waarbij dat bedrag contant wordt gemaakt en verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen.
De berekening van de toegezegd-pensioenverplichtingen wordt jaarlijks uitgevoerd door een gekwalificeerde actuaris volgens de 'projected unit credit'-methode. Wanneer de berekening resulteert in een potentieel actief voor de Groep, wordt de opname van het actief beperkt tot een de contante waarde van economische voordelen beschikbaar in de vorm van eventuele toekomstige terugstortingen door het fonds of lagere toekomstige pensioenpremies. Bij de berekening van de contante waarde van economische voordelen wordt rekening gehouden met eventuele minimum financieringsverplichtingen die van toepassing zijn.
Herwaarderingen van de netto toegezegdpensioenverplichting, die bestaat uit actuariële winsten en verliezen, het rendement op fondsbeleggingen (exclusief rente) en het effect van het actiefplafond (indien aanwezig, exclusief rente), worden direct verwerkt in nietgerealiseerde resultaten. De Groep bepaalt de netto rentelast (-bate) op de netto toegezegdpensioenverplichting (actief) over de verslagperiode door de disconteringsvoet die is gebruikt voor het bepalen van de toegezegd-pensioenverplichting aan het begin van het jaar, toe te passen op de toenmalige netto toegezegdpensioenverplichting (actief), rekening houdend met eventuele wijzigingen in de netto toegezegdpensioenverplichting (actief) gedurende de periode als gevolg van bijdragen en uitkeringen. Nettorentelasten en overige lasten met betrekking tot toegezegdpensioenregelingen worden verwerkt in het resultaat.
Wanneer de pensioenaanspraken uit hoofde van een regeling worden gewijzigd of wanneer een regeling wordt ingeperkt, wordt de daaruit voortvloeiende wijziging in
aanspraken met betrekking tot verstreken diensttijd of de winst of het verlies op die inperking direct verwerkt in het resultaat. De Groep verantwoordt winsten of verliezen op de afwikkeling van een toegezegd-pensioenregeling op het moment dat de afwikkeling plaatsvindt.
Het deel van de pensioenverplichtingen dat kwalificeert als een toegezegd-pensioen regeling heeft hoofdzakelijk betrekking op het pensioenplan van de (voormalige) medewerkers van BOCM PAULS Ltd. (Verenigd Koninkrijk), dat is gesloten per 30 september 2006 en de pensioenregeling van (voormalige) medewerkers van Hendrix UTD (Nederland), dat is gesloten per 31 december 2015. Het resterende deel heeft betrekking op een beperkt aantal medewerkers in twee Duitse deelnemingen waarvoor een toegezegd-pensioenregeling in eigen beheer bestaat en het in 2014 geacquireerde HST Feeds Ltd. In deze regelingen worden ook geen nieuwe pensioenrechten opgebouwd, omdat ook deze regelingen zijn gesloten.
Overige langetermijnpersoneelsbeloningen De netto verplichting van de Groep uit hoofde van overige langetermijnpersoneelsbeloningen betreft het bedrag aan aanspraken die werknemers hebben opgebouwd in ruil voor hun diensten in de verslagperiode en voorgaande perioden. Deze aanspraken worden gedisconteerd om de contante waarde te bepalen. Herwaarderingen worden verwerkt in het resultaat in de periode waarin zij optreden.
Ontslagvergoedingen worden verwerkt als last als de Groep het aanbod van die vergoeding niet langer kan intrekken of, indien dit eerder is, als de Groep de lasten van de reorganisatie verwerkt. Indien vergoedingen naar verwachting niet geheel binnen twaalf maanden na de verslagdatum worden afgewikkeld, worden zij contant gemaakt.
Omzet uit de verkoop van goederen worden verwerkt wanneer de significante risico's en voordelen van het eigendom zijn overgedragen aan de klant, inning van de vergoeding waarschijnlijk is, de hiermee verband
houdende kosten en eventuele retouren van goederen betrouwbaar kunnen worden ingeschat, er geen sprake is van voortgezette betrokkenheid bij de goederen, en de omvang van de omzet betrouwbaar kan worden bepaald. Omzet wordt gewaardeerd na aftrek van retouren, handels- en volumekortingen.
Het moment van overdracht van risico's en voordelen varieert afhankelijk van de specifieke voorwaarden van de verkoopovereenkomst. Voor de verkoop van vee, vindt de overdracht plaats bij ontvangst door de afnemer.
De Groep verleent diensten op het gebied van agricultuur. Indien dienstverlening onder een enkele overeenkomst plaatsvindt in verschillende perioden, wordt de omzet toegerekend aan de verschillende perioden op basis van de reële waarde van deze diensten.
De Groep verantwoordt omzet uit hoofde van verleende diensten naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum. Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden.
Wanneer de Groep bij een transactie als tussenpersoon (agent) optreedt in plaats van als hoofdpartij (principaal), is de verwerkte omzet het nettobedrag van de provisies waarop de Groep recht heeft.
Overheidssubsidies worden verantwoord in de balans als te ontvangen indien er een redelijke mate van zekerheid is dat de subsidie zal worden ontvangen door de Groep en de Groep kan voldoen aan de desbetreffende toekenningsvoorwaarden. Subsidies ter compensatie van de door de Groep gemaakte kosten worden systematisch in het resultaat verwerkt in dezelfde perioden waarin de kosten worden verwerkt. Subsidies die compenseren voor de kosten van aanschaf van activa worden na eerste opname systematisch in het resultaat verwerkt als overige bedrijfsopbrengsten over de gebruiksduur van het actief. Deze subsidie wordt verantwoord in de winst-enverliesrekening door reductie van de afschrijvingen over de verwachte resterende economische gebruiksduur van
het actief.
Dit betreft de kosten van grond- en hulpstoffen van de verkochte producten of de kosten van verkrijging van de verkochte producten. De kosten van grond- en hulpstoffen worden berekend gebaseerd op het principe 'first-in-firstout' en bevatten ook de mutatie in de reële waarde van de biologische activa.
Overige bedrijfskosten worden vastgesteld rekening houdend met de hiervoor genoemde waarderingsgrondslagen en verantwoord in het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Voorzienbare verplichtingen en potentiële verliezen waarvan de oorzaken zijn gelegen in gebeurtenissen die plaatsvonden voor het einde van het verslagjaar worden in het verslagjaar verantwoord indien zij bekend werden voor het opstellen van de jaarrekening en indien aan de verdere voorwaarden voor opname van voorzieningen wordt voldaan.
Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat Bij aanvang van een overeenkomst bepaalt de Groep of
deze overeenkomst een leaseovereenkomst is of bevat.
Bij aanvang of bij herbeoordeling van een overeenkomst die een leaseovereenkomst bevat, scheidt de Groep betalingen en overige door de overeenkomst vereiste vergoedingen in betalingen voor het lease-element van de overeenkomst en betalingen voor de overige elementen, op basis van hun relatieve reële waarden. Indien de Groep voor een financiële lease concludeert dat het praktisch niet haalbaar is om de betalingen betrouwbaar te scheiden, worden een actief en een verplichting opgenomen voor een bedrag dat gelijk is aan de reële waarde van het onderliggende actief. Daarna wordt de verplichting verminderd naarmate betalingen worden gedaan en worden impliciete financieringskosten met betrekking tot de verplichting opgenomen, op basis van de marginale rentevoet van de Groep.
Leaseovereenkomsten waarbij de Groep vrijwel alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen op zich neemt, worden geclassificeerd als financiële leaseovereenkomsten. Bij de eerste opname wordt het geleasede actief gewaardeerd tegen de reële waarde of de contante waarde van de minimale leasebetalingen, afhankelijk van welke lager is. Na de eerste opname geschiedt de waardering in overeenstemming met de van toepassing zijnde grondslag voor het betreffende actief.
Overige leaseovereenkomsten hebben betrekking op operationele leaseovereenkomsten; deze worden niet in de balans van de Groep opgenomen.
Leasebetalingen uit hoofde van operationele leasing worden lineair over de leaseperiode verwerkt in het resultaat. Premies ontvangen als stimulering voor het sluiten van leaseovereenkomsten worden als integraal deel van de totale leasekosten in het resultaat verwerkt over de leasetermijn.
De minimale leasebetalingen uit hoofde van een financiële lease worden deels als financieringskosten opgenomen en deels als aflossing van de uitstaande verplichting. De financieringskosten worden zodanig aan iedere periode van de totale leasetermijn toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rentevoet over het resterende saldo van de verplichting.
Het bedrijfsresultaat is het resultaat uit de voortgezette primaire opbrengstgenererende activiteiten van de groep, alsmede overige opbrengsten en lasten gerelateerd aan de operationele activiteiten. Het bedrijfsresultaat is exclusief nettofinancieringslasten, het aandeel in het resultaat van deelnemingen verwerkt volgens de 'equity' methode en winstbelastingen.
Rentebaten hebben betrekking op uitgegeven leningen en andere vorderingen op derden, positieve veranderingen in de reële waarde van financiële activa gewaardeerd op
reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, opbrengsten op derivaten die opgenomen worden in de winst-en-verliesrekening en herclassificatie van bedragen die eerder via het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat zijn opgenomen. Rentebaten worden in de winst-enverliesrekening opgenomen naarmate deze opbouwen, door middel van de effectieve rentemethode.
Rentelasten hebben betrekking op opgenomen leningen en andere verplichtingen aan derden, oprenting van voorzieningen, veranderingen in de reële waarde van financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening, bijzondere waardeverminderingsverliezen op financiële activa, verliezen op derivaten die opgenomen worden in de winsten-verliesrekening en herclassificatie van bedragen die eerder via het geconsolideerd overzicht van het
Valuta-omrekeningsverschillen van handelsdebiteuren en handelscrediteuren worden verantwoord als onderdeel van het bedrijfsresultaat. Alle overige valutakoerswinsten en –verliezen worden gerapporteerd op gesaldeerde basis hetzij als rentebate hetzij als rentelast, naar gelang de valutakoersbeweging per saldo een winst- of verliespositie opleveren.
totaalresultaat zijn opgenomen.
Winstbelastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en terug te ontvangen winstbelastingen en uitgestelde winstbelastingen. Winstbelastingen worden in het resultaat verwerkt, behalve voor zover deze betrekking hebben op een bedrijfscombinatie of op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen of in nietgerealiseerde resultaten worden opgenomen.
De actuele winstbelastingen omvatten de verwachte te betalen of terug te ontvangen belastingen over de fiscale winst of verlies over het boekjaar, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde of terug te ontvangen belastingen. Het bedrag van de actuele winstbelastingen wordt bepaald op basis van de beste schatting van de belastingbate of -last, waarbij rekening
wordt gehouden met eventuele onzekerheid met betrekking tot winstbelastingen. De actuele winstbelasting wordt berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten. De actuele winstbelasting omvat tevens eventuele belastingen voortvloeiend uit dividenden.
Actuele belastingvorderingen en -verplichtingen worden uitsluitend gesaldeerd als aan bepaalde criteria wordt voldaan.
Uitgestelde winstbelastingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarden van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarden van die posten. Uitgestelde belastingverplichtingen worden niet opgenomen voor:
Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor onbenutte fiscale verliezen, ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden en aftrekbare tijdelijke verschillen, voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen komen waartegen deze kunnen worden afgezet. Uitgestelde belastingvorderingen worden op iedere verslagdatum beoordeeld en worden verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd; dergelijke verlagingen worden teruggeboekt zodra het waarschijnlijk is dat in de toekomst belastbare winsten weer toenemen.
Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen worden op iedere verslagdatum opnieuw beoordeeld en worden
opgenomen zodra het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zijn, waartegen ze kunnen worden gebruikt.
Uitgestelde winstbelastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij afloop van de tijdelijke verschillen, op basis van belastingtarieven die op de verslagdatum zijn vastgesteld of materieel zijn vastgesteld.
De waardering van uitgestelde winstbelastingen weerspiegelt de fiscale gevolgen die voortvloeien uit de wijze waarop de Groep aan het eind van de verslagperiode verwacht de boekwaarde van haar activa en verplichtingen te realiseren of af te wikkelen. Voor dit doel is de aanname dat de boekwaarde van vastgoedbeleggingen die zijn gewaardeerd tegen reële waarde, zal worden gerealiseerd door verkoop. Deze aanname is niet door de Groep weerlegd.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden uitsluitend gesaldeerd als aan bepaalde criteria wordt voldaan.
De operationele segmenten die worden onderscheiden zijn de individuele clusters binnen de Groep waarvoor financiële informatie beschikbaar is die frequent wordt beoordeeld door de Directie teneinde besluiten te kunnen nemen over de allocatie van beschikbare middelen aan een cluster en teneinde de prestaties van het cluster vast te stellen.
De Groep heeft de operationele segmenten verdeeld in:
De Inter-segment prijsvaststelling geschiedt op zakelijke basis. De resultaten van de segmenten bevatten items die direct toerekenbaar zijn aan een cluster evenals items die kunnen worden toegerekend op een redelijke basis. Nietgealloceerde items hebben met name betrekking op gezamenlijke kosten, groepskosten, groepsactiva en groepsverplichtingen.
Het kasstroomoverzicht is volgens de indirecte methode opgesteld. Kasstromen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro's tegen de wisselkoersen geldend op de transactiedatum. Koersverschillen inzake geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Uitgaven uit hoofde van interest en betaalde winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Ontvangen rente en dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Transacties waarbij geen ruil van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasecontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
Een aantal nieuwe standaarden en wijzigingen op standaarden is pas van kracht voor boekjaren die beginnen na 1 januari 2017. De groep heeft bij het opstellen van deze geconsolideerde jaarrekening de volgende nieuwe en aangepaste standaarden niet toegepast. De Groep is niet voornemens deze standaarden vroegtijdig te implementeren.
Standaarden en interpretaties die zijn uitgegeven maar nog niet effectief zijn op de datum van uitgifte van de jaarrekening van de Groep zijn hierna weergegeven. Deze lijst van uitgegeven standaarden en interpretaties bevat degene waarvan de Groep redelijkerwijs verwacht dat ze van invloed zullen zijn op toelichtingen, financiële positie of resultaten wanneer ze in de toekomst zullen worden toegepast. De Groep heeft het voornemen deze standaarden toe te passen zodra ze effectief worden.
IFRS 15 'Opbrengsten uit contracten met klanten' inclusief verduidelijkingen van IFRS 15, effectief 1 januari 2018
IFRS 16 'Leases', effectief 1 januari 2019
De IASB heeft de finale versie van IFRS 9 gepubliceerd op 24 juli 2014 waarin alle fasen van het financiële instrumenten project zijn weergegeven en welke IAS 39 Financiële instrumenten: Opname en waardering alsmede alle voorgaande versies van IFRS 9 vervangt. De standaard introduceert nieuwe vereisten voor classificatie en waardering, impairment en hedge accounting. De implementatie van IFRS 9 zal naar verwachting effect hebben op de classificatie en waardering van de financiële activa van de Groep en op hedge accounting, maar niet op de classificatie en waardering van de financiële verplichtingen van de Groep. Het effect met betrekking tot de waardering van de financiële activa zal met name de invoering van het verwachte kredietverliezen model op de handelsvorderingen betreffen. Hoewel de Groep thans het mogelijke effect van toepassing van deze standaard evalueert kan nog geen inschatting worden gemaakt van de impact of omvang op de huidige financiële positie en resultaatbepaling van de Groep. Deze standaard wordt effectief voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2018 waarbij eerder invoering is toegestaan. Invoering met terugwerkende kracht is vereist, maar vergelijkende informatie is niet verplicht.
IFRS 15 (uitgegeven op 11 september 2015, de verduidelijkingen van IFRS 15 respectievelijk uitgegeven op 12 april 2016) hanteert een nieuw vijf stappen model dat van toepassing zal zijn op opbrengsten uit contracten met klanten. Onder IFRS 15 worden opbrengsten verantwoord voor het bedrag dat de opbrengst weergeeft waarop een entiteit verwacht recht te hebben in ruil voor de levering van goederen of diensten
aan een klant. De principes in IFRS 15 voorzien in een meer gestructureerde aanpak voor meten en verantwoorden van opbrengsten. De nieuwe opbrengsten standaard is van toepassing op alle entiteiten en zal alle actuele vereisten voor verantwoording van opbrengsten vervangen. De Groep beoordeelt thans het mogelijke effect van toepassing van deze standaard, maar verwacht geen materiële effecten omdat de Groep hoofdzakelijk voer levert op basis van vooraf overeengekomen prijzen, beperkte dienstverlening heeft en geen complexe (samengestelde) verkoopcontracten hanteert. Deze standaard wordt effectief voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2018. Volledige of aangepaste invoering met terugwerkende kracht is vereist.
IFRS 16 (uitgegeven op 13 januari 2016), vereist voor lessees dat de meeste leases op de balans worden verantwoord, waarbij het onderscheid tussen operationele lease en financiële lease verdwijnt. De verslaggeving van de lessor blijft grotendeels ongewijzigd en het onderscheid tussen operationele lease en financiële lease blijft gehandhaafd. IFRS 16 vervangt IAS 17 Leases en gerelateerde interpretaties. Onder IFRS 16 verantwoordt een lessee een actief met gebruiksrecht en een leaseverplichting. Het actief met gebruiksrecht wordt gelijk behandeld als de overige niet-financiële activa en in overeenstemming daarmee afgeschreven. De leaseverplichting wordt bij aanvang vastgesteld op de contante waarde van de te betalen lease bedragen over de looptijd van de lease, contant gemaakt tegen het rentetarief expliciet genoemd in de lease-overeenkomst als deze kan worden vastgesteld en de verplichting rentedragend is. Evenals onder de huidige IAS 17 classificeren lessors leases als lease met operationeel of financieel karakter.
IFRS 16 moet worden toegepast voor perioden beginnende op of na 1 januari 2019, waarbij eerdere toepassing is toegestaan indien IFRS 15 ook wordt toegepast. IFRS 16 is nog niet aanvaard door de EU. De Groep evalueert de invloed van de nieuwe standaard en verwachting na invoering effect op de financiële positie van de Groep wat zal resulteren in een toename van opgenomen activa en verplichtingen. Er kan echter nog geen inschatting worden gemaakt van de impact of omvang hiervan.
De aanpassingen (uitgegeven op 19 januari 2016) verduidelijken de boekhoudkundige verwerkingswijze van uitgestelde belastingvorderingen voor niet-gerealiseerde verliezen op schuldinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde.
De aanpassingen zijn van kracht voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017 waarbij eerdere toepassing is toegestaan.
De Groep onderzoekt de mogelijke impact op de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van de aanpassingen. Tot nu toe verwacht de Groep geen significante invloed.
De aanpassingen (uitgegeven op 29 januari 2016) vereisen dat informatie wordt verschaft die gebruikers van de jaarrekening in staat stelt om mutaties in verplichtingen uit hoofde van financieringsactiviteiten te beoordelen, inclusief zowel mutaties die voortvloeien uit kasstromen als niet-kasgerelateerde mutaties. De aanpassingen zijn van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2017. Eerdere toepassing is toegestaan. Om te voldoen aan de nieuwe informatieverschaffingsvereisten, is de Groep van plan een aansluiting op te stellen van begin- en eindstanden van verplichtingen met mutaties uit hoofde van financieringsactiviteiten.
De IASB en de IFRS Interpretations Committee ontvingen een aantal vragen in verband met IFRS 2 'Op aandelen gebaseerde beloningsplannen'. Als gevolg hiervan heeft de IASB in de voorgestelde aanpassingen van IFRS 2 (uitgegeven op 20 juni 2016) meer verduidelijking gegeven over:
● de verwerking van op aandelen gebaseerde beloningsplannen afgewikkeld in geldmiddelen die een performance voorwaarde bevatten;
eigenvermogensinstrumenten.
De aanpassingen zijn effectief voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2018, eerdere toepassing is toegestaan. De voorgestelde aanpassingen zijn echter nog niet aanvaard door de EU. De Groep evalueert de invloed van de voorgestelde aanpassingen.
| In duizenden euro (voor winstbestemming) noot |
31 december 2016 |
31 december 2015 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Overige vorderingen | 250 | 118 |
| Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode 44 |
405.739 | 387.449 |
| Vaste activa | 405.989 | 387.567 |
| Overige vorderingen | 563 | 266 |
| Vorderingen op groepsmaatschapijen* 45 |
29.218 | 30.072 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 43.365 | 26.101 |
| Vlottende activa | 73.146 | 56.439 |
| Totaal activa | 479.135 | 444.006 |
| Eigen vermogen | ||
| Aandelenkapitaal | 1.063 | 106.261 |
| Agio | 143.554 | 38.356 |
| Reserve eigen aandelen | -1 | -399 |
| Wettelijke reserve omrekeningsverschillen | -3.609 | 4.505 |
| Wettelijke reserve kasstroomafdekkingen | 27 | - |
| Overige wettelijke reserves | 17.099 | 11.521 |
| Ingehouden winsten | 212.717 | 191.560 |
| Onverdeeld resultaat | 53.260 | 50.707 |
| Eigen vermogen toe te rekenen aan eigenaren van de Vennootschap 48 |
424.110 | 402.511 |
| Voorzieningen | ||
| Voorzieningen 49 |
650 | 1.145 |
| Totaal voorzieningen | 650 | 1.145 |
| Schulden | ||
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 163 | 163 |
| Langlopende schulden | 813 | 1.308 |
| Handelsschulden en overige te betalen posten | 258 | 835 |
| Schulden aan groepsmaatschapijen 45 |
51.348 | 34.307 |
| Belastingen en sociale verzekeringen* 47 |
2.606 | 5.046 |
| Kortlopende schulden | 54.212 | 40.188 |
| Totaal schulden | 55.025 | 41.496 |
| Totaal eigen vermogen en schulden | 479.135 | 444.006 |
* De vergelijkende cijfers per 31 december 2015 zijn aangepast. Voor verdere details wordt verwezen naar noot 47.
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | - | - | |
| Bedrijfsopbrengsten | - | - | |
| Lonen en salarissen | -14 | 305 | |
| Overige bedrijfskosten | -237 | 1.886 | |
| Bedrijfslasten | -251 | 2.191 | |
| Bedrijfsresultaat | -251 | 2.191 | |
| Financieringsbaten | 69 | 209 | |
| Financieringslasten | -715 | -964 | |
| Nettofinancieringslasten | -646 | -755 | |
| Winst (verlies) vóór belastingen | -897 | 1.436 | |
| Winstbelastingen | 224 | 658 | |
| Aandeel in het resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen | 44 | 53.933 | 48.613 |
| Winst over de periode | 53.260 | 50.707 |
De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de jaarrekening 2016 van ForFarmers N.V. ('de Vennootschap').
Voor de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling alsmede de toelichting bij de enkelvoudige balans en winst-en-verliesrekening wordt verwezen naar de grondslagen en toelichting bij de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening.
Alle financiële informatie die in euro's wordt gepresenteerd is afgerond op het naastliggende duizendtal, tenzij anders is aangegeven.
De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De vennootschap maakt voor de bepaling van de grondslagen voor waardering van activa en verplichtingen en resultaatbepaling van haar enkelvoudige jaarrekening gebruik van de optie die wordt geboden in artikel 2:362 lid 8 BW. Dit houdt in dat de grondslagen voor waardering van de activa en verplichtingen en resultaatbepaling (hierna 'waarderingsgrondslagen') van de enkelvoudige jaarrekening van de Vennootschap gelijk zijn aan de grondslagen die voor de geconsolideerde EU-IFRS jaarrekening zijn toegepast. Verwezen wordt naar Noot 39 en 40 bij de geconsolideerde jaarrekening voor een beschrijving van deze grondslagen.
In de enkelvoudige balans worden de deelnemingen in groepsmaatschappijen gewaardeerd volgens de 'equity' methode. Zie voor een uitwerking hiervan de grondslagen voor consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening.
Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de Vennootschap in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties waarbij overdracht van activa en passiva tussen de Vennootschap en haar deelnemingen en tussen deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn geëlimineerd voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.
| In duizenden euro | noot | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Boekwaarde op 1 januari | 387.449 | 347.562 | |
| Ontvangen dividend | -27.000 | -17.023 | |
| Aandeel in resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen, na belastingen |
53.933 | 48.613 | |
| Buitenlandse activiteiten - valutaomrekeningsverschillen, na belastingen |
26D | -8.114 | 2.179 |
| Herwaardering van toegezegd pensioenverplichtingen, na belastingen |
26D | -210 | 4.851 |
| Overige mutaties | -319 | 1.267 | |
| Boekwaarde 31 december | 405.739 | 387.449 |
De vorderingen op en schulden aan groepsmaatschappijen hebben allen een kortlopend karakter.
De Groep wordt blootgesteld aan de volgende risico's als gevolg van het gebruik van financiële instrumenten
In de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening is informatie weergegeven over de blootstelling van de Groep aan bovengenoemde risico's, de doelstellingen van de Groep, het beleid en de processen om risico's te meten en te beheersen en het managen van kapitaal. Deze risico's, doelstellingen, beleid en processen voor meting en beheersing van risico's en het managen van kapitaal zijn ook van toepassing op de enkelvoudige jaarrekening.
De reële waarden van de financiële instrumenten opgenomen op de balans, inclusief handels- en overige vorderingen, geld en kasequivalenten, handelsschulden en overige te betalen posten en schulden aan groepsmaatschappijen benaderen hun boekwaarden.
Het saldo van de vordering en schulden uit hoofde van belastingen en premies sociale verzekeringen bevat een post met betrekking tot te betalen winstbelastingen voor een bedrag van €2,5 miljoen (2015: €4,4 miljoen).
De Groep en de Nederlandse groepsmaatschappijen waarin de Groep een 100% belang heeft vormen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, waarvan ForFarmers N.V. het groepshoofd is. Voor de BTW bestaat een vergelijkbare fiscale eenheid voor de Nederlandse groepsmaatschappijen. Deze fiscale eenheid bevat ook de meerderheidsaandeelhouder Coöperatie FromFarmers U.A., welke het hoofd is van deze fiscale eenheid. Bij het hoofd van de fiscale eenheid wordt de volledige actuele vordering of schuld aan de fiscus in de balans opgenomen. De vergelijkende cijfers van vorig jaar zijn hier aangepast. Verrekening van belastingen binnen de fiscale eenheid vinden plaats alsof ieder vennootschap zelfstandig belastingplichtig is.
2016
| In duizenden euro | noot | Aandelen kapitaal |
Agio | Reserve eigen aandelen |
Wettelijke reserve omrekenings verschillen |
Wettelijke reserve kasstroom afdekkingen |
Overige wettelijke reserves |
Ingehouden winsten |
Onverdeeld resultaat |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stand op 1 januari 2016 | 106.261 | 38.356 | -399 | 4.505 | - | 11.521 | 191.560 | 50.707 | 402.511 | |
| Toevoeging uit het onverdeeld resultaat |
- | - | - | - | - | 4.651 | 46.056 | -50.707 | - | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | ||||||||||
| Winst | - | - | - | - | - | - | 53.260 | 53.260 | ||
| Totaal niet-gerealiseerde resultaten |
16 , 48 | - | - | - | -8.114 | 27 | - | -211 | - | -8.298 |
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
- | - | - | -8.114 | 27 | - | -211 | 53.260 | 44.962 | |
| Transacties met eigenaren van de Vennootschap, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen Bijdragen en uitkeringen |
||||||||||
| Dividenden | 48 | - | - | - | - | - | - | -24.734 | - | -24.734 |
| Aankoop/verkoop eigen aandelen |
48 | - | - | 84 | - | - | - | 916 | - | 1.000 |
| Aanpassing nominale waarde aandelen |
-105.198 | 105.198 | 314 | - | - | - | -314 | - | - | |
| Op aandelen gebaseerde betalingstransacties |
15 | - | - | - | - | - | - | 371 | - | 371 |
| Reclassificaties | - | - | - | - | - | 927 | -927 | - | - | |
| Totaal transacties met eigenaren van de Vennootschap |
-105.198 | 105.198 | 398 | - | - | 927 | -24.688 | - | -23.363 | |
| Stand op 31 december 2016 | 1.063 143.554 | -1 | -3.609 | 27 | 17.099 | 212.717 | 53.260 | 424.110 |
2015
| In duizenden euro | noot | Aandelen kapitaal |
Agio | Reserve eigen aandelen |
Wettelijke reserve omrekenings verschillen |
Wettelijke reserve kasstroom afdekkingen |
Overige wettelijke reserves |
Ingehouden winsten |
Onverdeeld resultaat |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stand op 1 januari 2015 | 106.261 | 38.356 | -466 | 2.326 | - | 12.806 | 156.456 | 48.140 | 363.879 | |
| Toevoeging uit het onverdeeld resultaat |
- | - | - | - | - | 5.568 | 42.572 | -48.140 | - | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | ||||||||||
| Winst | - | - | - | - | - | - | - | 50.707 | 50.707 | |
| Totaal niet-gerealiseerde resultaten |
16 , 48 | - | - | - | 2.179 | - | - | 4.866 | - | 7.045 |
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
- | - | - | 2.179 | - | - | 4.866 | 50.707 | 57.752 | |
| Transacties met eigenaren van de Vennootschap, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen Bijdragen en uitkeringen |
||||||||||
| Dividenden | 48 | - | - | - | - | - | - | -18.707 | - | -18.707 |
| Aankoop/verkoop eigen aandelen |
48 | - | - | 67 | - | - | - | -101 | - | -34 |
| Op aandelen gebaseerde betalingstransacties |
15 | - | - | - | - | - | - | 275 | - | 275 |
| Reclassificaties | - | - | - | - | - | -6.853 | 6.853 | - | - | |
| Verwerving van minderheidsbelang zonder wijziging in de zeggenschap |
- | - | - | - | - | - | -654 | - | -654 | |
| Totaal transacties met eigenaren van de Vennootschap |
- | - | 67 | - | - | -6.853 | -12.334 | - | -19.120 | |
| Stand op 31 december 2015 | 106.261 | 38.356 | -399 | 4.505 | - | 11.521 | 191.560 | 50.707 | 402.511 |
| Gewone aandelen (aantal) | Bedrag | |||
|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | 31 december 2016 |
31 december 2015 |
31 december 2016 |
31 december 2015 |
| Gewone aandelen - nominale waarde €0,01 (2015: €1,00) | 106.261.040 | 106.261.040 | 144.617 | 144.617 |
| Prioriteitsaandeel - nominale waarde €0,01 (2015: €1,00) | 1 | 1 | - | - |
| Uitstaand op 31 december - volgestort | 106.261.041 106.261.041 | 144.617 | 144.617 |
Op 15 april 2016 werd besloten de statuten van de vennootschap te wijzigen waarbij de juridische vorm van de vennootschap werd omgezet in een naamloze vennootschap en de nominale waarde van de aandelen werd verlaagd van €1,00 tot €0,01 per aandeel, met een ingangsdatum van 23 mei 2016. Op 31 december 2016, bestaat het aandelenkapitaal uit 106.261.040 gewone aandelen en 1 prioriteitsaandeel. Per balansdatum waren alle aandelen uitgegeven en volgestort.
Het agio bestaat uit het positieve verschil tussen de uitgifteprijs en de nominale waarde van uitgegeven aandelen.
Alle gewone aandelen zijn gelijkgerechtigd. De houders van deze aandelen zijn gerechtigd tot het dividend dat wordt betaald en zijn gerechtigd tot het uitbrengen van een stem per aandeel in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de Vennootschap. Alle rechten verbonden aan de aandelen die worden gehouden door de Groep worden opgeschort tot het moment waarop ze opnieuw worden uitgegeven.
Het prioriteitsaandeel geeft de houder ervan het recht om vier van de zes leden van de Raad van Commissarissen te benoemen zoals is bepaald in de statuten van de Vennootschap. Indien de houder van dit aandeel een belang houdt van vijftig procent of minder, heeft de houder het recht om drie van de zes leden van de Raad van Commissarissen te benoemen. Zolang de houder van het prioriteitsaandeel meer dan vijftig procent van het stemrecht heeft, heeft zij tevens het recht de invulling van de rol van de voorzitter van de Raad van Commissarissen
van ForFarmers N.V. te bepalen. Uitgifte van nieuwe aandelen moet worden goedgekeurd door vijfenzeventig procent van de leden van de Raad van Commissarissen. Belangrijke acquisities, met een totale aankoopprijs meer dan 25% bedraagt van het eigen vermogen vereisen de goedkeuring van de houder van het prioriteitsaandeel.
Het prioriteitsaandeel van de Groep kan slechts worden gehouden door de Vennootschap zelf of door de Coöperatie FromFarmers U.A., onder voorwaarde dat de Coöperatie het recht heeft op uitoefening van minimaal twintig procent van de uit te brengen stemmen op aandelen of certificaten van aandelen.
Het prioriteitsaandeel is geclassificeerd als eigen vermogen, omdat aan het aandeel geen verplichting is verbonden om geldmiddelen in te brengen en geen verrekening vereist in een variabel aantal van de eigenvermogensinstrumenten van de Vennootschap.
De reserve voor de (certificaten van) aandelen die de Vennootschap in haar eigen kapitaal houdt bestaat uit de kosten van verwerving van deze (certificaten van) aandelen. De (certificaten van) aandelen in eigen bezit worden in mindering gebracht op het eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders.
De (certificaten van) aandelen in eigen bezit worden verantwoord tegen kostprijs, welke wordt gevormd door de marktprijs of de dag van verwerving, waarbij de nominale waarde van de aangekochte (certificaten van) aandelen wordt gedebiteerd ten laste van de reserve eigen aandelen. Indien (certificaten van) aandelen in eigen beheer weer worden verkocht wordt de nominale waarde van de aandelen gecrediteerd ten gunste van de reserve
eigen aandelen. Ieder verschil tussen de nominale waarde en de marktprijs wordt verantwoord als een correctie op de reserve ingehouden winsten.
Gedurende het boekjaar verwierf de Vennootschap 400.000 (2015: 620.420) van haar eigen (certificaten van) aandelen teneinde in staat te zijn certificaten toe te kennen aan medewerkers in het kader van het medewerkersparticipatieplannen. Naast de inkoop van het genoemde aantal (certificaten van) aandelen zijn ook de 82.502 aandelen aangewend voor het werknemersparticipatieplan die verworven waren ten behoeve van het voormalige liquidity provider contract (SNS) dat op 24 mei 2016 is afgelopen in verband met de openbare beursnotering op die datum. Per 31 december 2016, hield de Groep 77.580 van de (certificaten van) aandelen in de Vennootschap (2015: 399.429) in eigendom.
De mutatie in de aandelen in eigen bezit kan als volgt worden samengevat:
| Aantal aandelen | Nominale waarde | |||
|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 |
| Stand op 1 januari | 399.429 | 466.210 | 399 | 466 |
| Terugkoop werknemersparticipatieplan |
400.000 | 620.420 | 189 | 620 |
| Heruitgifte werknemersparticiptatieplan |
-455.664 | -642.960 | -5 | -643 |
| Aanpassing nominale waarde aandelen |
- | - | -314 | - |
| Overige mutaties via het handelsplatform |
-266.185 | -44.241 | -268 | -44 |
| Stand op 31 december | 77.580 | 399.429 | 1 | 399 |
De wettelijke reserve omrekeningsverschillen omvat alle valutaverschillen op vreemde valuta die ontstaan door de omrekening van de jaarrekeningen van buitenlandse activiteiten. De daling van deze reserve per 31 december 2016 is het gevolg van de devaluatie van het Britse pond.
De wettelijke reserve kasstroomafdekkingen omvat het effectieve deel van de cumulatieve nettomutatie in de reële waarde van kasstroomafdekkingsinstrumenten, in afwachting van latere verwerking in het resultaat op het moment dat de afgedekte kasstromen het resultaat raken.
De overige wettelijke reserves betreffen de niet uitgekeerde resultaten en directe vermogensmutaties van deelnemingen, herwaardering van bepaalde terreinen binnen materiële vaste activa, herwaardering van biologische activa en het deel dat betrekking heeft op leningen aan personeel voor de verkoop van certificaten van aandelen in de periode 2007 – 2009. Onder rechtstreekse vermogensmutaties worden niet begrepen de vermogensmutaties die voortvloeien uit de relatie met de aandeelhouder, zoals agiostortingen. De (mutatie in de) wettelijke reserve deelnemingen wordt alleen opgenomen indien en voor zover ForFarmers N.V. niet zonder beperkingen uitkering van het vermogen van de deelneming kan bewerkstellingen.
De ingehouden winsten worden gevormd door het saldo van winsten die niet zijn uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Op basis van de statuten van de Vennootschap zal een besluit tot uitkering van dividend uitsluitend worden genomen indien en voor zover het eigen vermogen het bedrag van het aandelenkapitaal plus de wettelijke reserves overschrijdt.
Verwezen wordt naar de Overige gegevens waarin de statutaire resultaatbestemmingsregeling is weergegeven.
Het resultaat na belastingen is, na aftrek van de toevoeging aan overige wettelijke reserves, opgenomen in de post onverdeeld resultaat van het eigen vermogen.
Tijdens de Algemene vergadering van Aandeelhouders op 26 april 2017 zal het voorstel worden voorgelegd om per gewoon aandeel van €0,01 nominaal een dividend uit te keren van €0,24218. Dit voorstel is als volgt bepaald:
Uitgangspunt voor het dividendbeleid van ForFarmers N.V. is het beschikbaar stellen van een dividend tussen de 40% en 50% van het genormaliseerde resultaat na belastingen, te weten de winst toe te rekenen aan de eigenaren van de Vennootschap. Het incidentele resultaat uit de verkoop van bedrijfsonderdelen/activa (2016: €1.829 duizend) of de resultaten van niet-geconsolideerde deelnemingen met een pay-out ratio lager dan de pay-out ratio van ForFarmers (niet van toepassing voor 2016) zullen buiten beschouwing worden gelaten. In aanmerking nemende de gerapporteerde winst toe te rekenen aan de eigenaren van de Vennootschap van €53.260 duizend in 2016 en een genormaliseerde winst van €51.431 duizend (i.e. €53.260 duizend minus €1.829 duizend, zijn het incidentele resultaat uit de verkoop van bedrijfsonderdelen/activa), wordt een dividend voorgesteld van €0,24218 per gewoon aandeel (pay-out ratio van 50% van het genormaliseerde resultaat na belastingen).
Op deze wijze wordt rekening gehouden met de strategie en een gezonde balansstructuur. Via deze principes streeft ForFarmers naar een stabiele ontwikkeling van het contante dividend dat wordt betaald aan haar aandeelhouders. De Vennootschap zal uitsluitend uitkeringen doen aan haar aandeelhouders voor zover:
Indien de uitslag van de uitkeringstest of de balanstest negatief is, zal de Directie de uitkering van dividend niet goedkeuren (na overleg met de Raad van Commissarissen). Voorlopige tests gaven geen aanleiding te veronderstellen dat de voorgestelde dividenduitkering niet mogelijk zou zijn, maar deze tests zullen nog definitief moeten worden afgerond (en de Directie zal de uitkering moeten goedkeuren, na overleg met de Raad van Commissarissen) voordat tot uitbetaling van het dividend kan worden overgegaan.
De Vennootschap heeft de volgende dividenden vastgesteld en uitgekeerd:
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| €0.23299 per in aanmerking komend gewoon aandeel (2015: €0.17629) |
24.734 | 18.707 |
| 24.734 | 18.707 |
Na de balansdatum heeft de Directie de volgende dividenden voorgesteld. Voor de dividenden is geen verplichting opgenomen en er zijn geen fiscale gevolgen voor de Vennootschap.
| In duizenden euro | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| €0,24218 per in aanmerking komend gewoon aandeel (2015: €0,23299) |
25.715 | 24.665 |
| 25.715 | 24.665 |
| In duizenden euro | Bodemsanering | Overig | Totaal |
|---|---|---|---|
| Stand op 1 januari 2016 |
495 | 650 | 1.145 |
| In boekjaar getroffen voorzieningen |
- | - | - |
| Vrijval | - | - | - |
| Transfer naar ForFarmers Corporate Services B.V. |
-495 | - | -495 |
| In boekjaar gebruikte voorzieningen |
- | - | - |
| Effect van discontering |
- | - | - |
| Boekwaarde op 31 december 2016 |
- | 650 | 650 |
| In duizenden euro | Bodemsanering | Overig | Totaal |
|---|---|---|---|
| Stand op 1 januari 2015 |
1.164 | 2.171 | 3.335 |
| In boekjaar getroffen voorzieningen |
- | - | - |
| Vrijval | -454 | -1.626 | -2.080 |
| In boekjaar gebruikte voorzieningen |
-321 | - | -321 |
| Effect van discontering |
106 | 105 | 211 |
| Boekwaarde op 31 december 2015 |
495 | 650 | 1.145 |
De kredietfaciliteit van ForFarmers N.V. heeft enkel betrekking op de financieringsovereenkomst (multicurrency revolving facility agreement) welke is afgesloten met ABN AMRO Bank, Rabobank, Lloyds Bank en BNP Paribas en vrij is van zekerheden. Voor een nadere toelichting hiervan wordt verwezen naar noot 28 in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening.
Ten behoeve van ForFarmers Nederland B.V., ForFarmers Corporate Services B.V. en Reudink B.V. is door ForFarmers N.V. een 403-verklaring afgegeven. Ten behoeve van de verwerving van BOCM PAULS Ltd. zijn garanties afgegeven ter grootte van €0,2 miljoen.
De bezoldiging van de Raad van Commissarissen en statutaire Bestuurders is gelijk aan de bezoldiging van de Raad van Commissarissen en statutaire Bestuurders zoals genoemd in noot 37 van de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening. Gedurende het verslagjaar waren er 7 werknemers (2015: 7 werknemers) in dienst bij de Vennootschap welke allen werkzaam zijn in Nederland.
Artikelen 36, 37 en 38 van de statuten luiden als volgt:
36.1 Een uitkering kan slechts worden gedaan voor zover het eigen vermogen van de Vennootschap groter is dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van haar kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden.
36.2 Het Bestuur kan besluiten om een tussentijdse uitkering te doen, indien aan het vereiste van Artikel 36.1 is voldaan blijkens een tussentijdse vermogensopstelling die is opgesteld overeenkomstig artikel 2:105 lid 4 BW en, indien het een tussentijdse winstuitkering betreft, met inachtneming van de volgorde zoals omschreven in Artikel 38.1.
36.3 Er is geen recht op uitkeringen verbonden aan preferente aandelen of het prioriteitsaandeel, anders dan zoals omschreven in de Artikelen 12.2, 38.1 en 39.3.
36.4 Uitkeringen worden gedaan naar evenredigheid van het totale nominale bedrag van de aandelen van de betreffende soort. In afwijking van de vorige volzin worden uitkeringen op preferente aandelen (of aan de voormalige houders van preferente aandelen) gedaan naar evenredigheid van de op die preferente aandelen gestorte (of voorheen gestorte) bedragen.
36.5 De gerechtigden tot een uitkering zijn de betreffende aandeelhouders, vruchtgebruikers en pandhouders, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, op een daartoe door het Bestuur te bepalen datum. Deze datum zal niet eerder zijn dan de datum waarop de uitkering wordt aangekondigd.
36.6 De Algemene Vergadering kan besluiten, met inachtneming van Artikel 32, dat een uitkering geheel of deels in de vorm van aandelen in het kapitaal van de
Vennootschap of in natura, in plaats van in geld, wordt gedaan.
36.7 Een uitkering wordt betaalbaar gesteld op een door het Bestuur te bepalen datum en, indien het een uitkering in geld betreft, in een door het Bestuur te bepalen valuta.
36.8 Een vordering tot betaling van een uitkering vervalt na verloop van vijf jaren nadat de uitkering betaalbaar werd gesteld.
36.9 Bij de berekening van het bedrag of de verdeling van een uitkering tellen de aandelen die de Vennootschap in haar kapitaal houdt niet mee. Aan de Vennootschap wordt geen uitkering gedaan op door haar gehouden aandelen in haar kapitaal.
37.1 Alle door de Vennootschap aangehouden reserves zijn uitsluitend verbonden aan de gewone aandelen, tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald in dit Artikel 37.
37.2 De Algemene Vergadering is bevoegd om te besluiten tot het doen van een uitkering ten laste van de reserves van de Vennootschap met inachtneming van Artikel 32.
37.3 Onverminderd het bepaalde in de Artikelen 37.4 en 38.2, worden uitkeringen ten laste van een reserve uitsluitend gedaan op de soort aandelen waaraan die reserve verbonden is.
37.4 Het Bestuur kan besluiten om op aandelen te storten bedragen ten laste te brengen van de reserves van de Vennootschap, ongeacht of die aandelen worden uitgegeven aan bestaande aandeelhouders.
38.1 Met inachtneming van Artikel 36.1, wordt de winst die
uit de jaarrekening van de Vennootschap over een boekjaar blijkt als volgt en in de onderstaande volgorde aangewend:
c. de Preferente Uitkering over het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heft wordt uitgekeerd op de preferente aandelen;
d. het Bestuur bepaalt welk deel van de resterende winst wordt toegevoegd aan de reserves van de Vennootschap;
38.2 Voor zover de uitkeringen omschreven in Artikel 38.1 onderdelen a. tot en met c. (of enig deel daarvan) niet kunnen worden betaald uit de uit de jaarrekening blijkende winst, wordt een dergelijk tekort uitgekeerd ten laste van de reserves van de Vennootschap met inachtneming van de Artikelen 36.1 en 36.2.
38.3 Uitkering van winst geschiedt, met inachtneming van Artikel 36.1, na de vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is.
Het bestuur van Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers opereert onafhankelijk van de Vennootschap. Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers houdt gewone aandelen in het kapitaal van de Vennootschap en heeft – onder andere – ten doel (i) het ten titel van beheer verkrijgen van gewone aandelen, (ii) het uitgeven van certificaten, (iii) in voorkomend geval, het voor eigen rekening verkrijgen, vervreemden en bezwaren van aandelen, (iv) het uitoefenen van de rechten die verbonden zijn aan de door haar aangehouden gewone aandelen en (v) het verlenen van volmachten voor de uitoefening van stemrecht en het accepteren van steminstructies met betrekking tot de uitoefening van stemrecht, een en ander met inachtneming van de Administratievoorwaarden. De statuten, Administratievoorwaarden en het Verslag van Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers staan op de website van de Vennootschap. Zoals hiervoor is aangegeven kan uitsluitend Coöperatie FromFarmers U.A. een bindende steminstructie geven voor de aandelen die door genoemde stichting worden gehouden (en waarvan het stemrecht niet is opgevraagd).
Stichting Beheer- en Administratiekantoor zal uitsluitend gewone aandelen ten titel van beheer aanvaarden tegen uitgifte van certificaten aan (i) een certificaathouder in het kader van de uitoefening van een aandelenclaim, (ii) een gerechtigde tot het saldo van een bij Coöperatie FromFarmers U.A. aangehouden participatierekening in het kader van conversie, (iii) een werknemer in het kader van een participatieplan, (iv) Coöperatie FromFarmers U.A. of (v) een door genoemde Coöperatie aan te wijzen partij.
Het prioriteitsaandeel wordt gehouden door Coöperatie FromFarmers U.A. Aangezien Coöperatie FromFarmers U.A. op de meest recente peildatum van 1 januari 2017, voor meer dan vijftig procent (50%) van de totaal op gewone aandelen uit te brengen stemmen het stemrecht kon uitoefenen op de door haar gehouden aandelen en/of steminstructie kon geven met betrekking tot de door Stichting Beheer- en Administratiekantoor gehouden aandelen, geldt dat Coöperatie FromFarmers U.A. als prioriteitsaandeelhouder:
Voor de voorwaarden voor het houden van het prioriteitsaandeel en de bijzondere zeggenschapsrechten die daaraan verbonden zijn in het geval dat stemrecht en/of steminstructie voor 50% of minder kan worden uitgeoefend of gegeven, wordt verwezen naar de Verklaring inzake Corporate Governance.
De Vennootschap is een call-optie-overeenkomst met betrekking tot preferente aandelen aangegaan met Stichting Continuïteit ForFarmers. Deze Stichting Continuïteit is opgericht om de identiteit, strategie, onafhankelijkheid en continuïteit te waarborgen van de onderneming die door de Vennootschap wordt gedreven. Stichting Continuïteit ForFarmers is volledig autonoom met een onafhankelijk bestuur.
Voorts houdt Coöperatie FromFarmers U.A. één prioriteitsaandeel waaraan de rechten zijn verbonden zoals aangegeven in de Statuten van de Vennootschap.
De Vennootschap beschikt zelf niet over nevenvestigingen buiten Nederland. Voor de lijst met belangrijkste deelnemingen (inclusief buitenlandse deelnemingen) van de Vennootschap wordt verwezen naar noot 32 van de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening.
Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan.
De accountantsverklaring behorende bij de geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening is opgenomen op de volgende pagina's.
| IFRS | IFRS | IFRS | RJ (1) | RJ (1) | RJ (1) | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | 2016 | 2015 | 2014 | 2014 | 2013 | 2012 |
| Immateriële activa en goodwill | 102.181 | 89.202 | 77.348 | 74.455 | 54.312 | 50.047 |
| Materiële vaste activa | 194.749 | 197.731 | 190.274 | 205.882 | 202.391 | 200.043 |
| Financele vaste activa | 36.665 | 36.203 | 34.727 | 21.365 | 21.184 | 32.572 |
| Vaste activa | 333.595 | 323.136 | 302.349 | 301.702 | 277.887 | 282.662 |
| Voorraden | 75.141 | 89.771 | 83.866 | 88.484 | 99.977 | 111.436 |
| Handels- en overige vorderingen | 214.679 | 236.041 | 234.626 | 236.907 | 249.808 | 341.641 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 152.854 | 133.065 | 77.729 | 80.925 | 146.840 | 80.916 |
| Vlottende activa | 442.674 | 458.877 | 396.221 | 406.316 | 496.625 | 533.993 |
| Totaal activa | 776.269 | 782.013 | 698.570 | 708.018 | 774.512 | 816.655 |
| Eigen vermogen | 424.110 | 402.511 | 363.879 | 360.593 | 338.367 | 322.904 |
| Minderheidsbelangen | 4.880 | 4.643 | 4.363 | 4.363 | 4.328 | 4.199 |
| Totaal eigen vermogen | 428.990 | 407.154 | 368.242 | 364.956 | 342.695 | 327.103 |
| Voorzieningen | 78.498 | 82.939 | 88.751 | 93.413 | 85.603 | 97.518 |
| Langlopende verplichtingen | 53.312 | 52.967 | 49.749 | 54.136 | 129.251 | 156.268 |
| Kortlopende verplichtingen | 215.469 | 238.953 | 191.828 | 195.513 | 216.963 | 235.766 |
| Totaal verplichtingen | 776.269 | 782.013 | 698.570 | 708.018 | 774.512 | 816.655 |
| Geinvesteerd vermogen | 432.837 | 470.162 | 420.258 | 417.396 | 493.956 | 508.971 |
| Nettoschuld | -61.541 | -33.335 | -25.714 | -24.122 | 8.749 | 105.151 |
| Solvabiliteit | 55,3% | 52,1% | 52,7% | 51,5% | 44,2% | 40,1% |
(1) Nederlandse verslaggevingsregels
| IFRS | IFRS | IFRS | RJ (1) | RJ (1) | RJ (1) Proforma | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizenden euro | 2016 | 2015 | 2014 | 2014 | 2013 | 2012 |
| Omzet | 2.108.962 | 2.244.470 | 2.221.281 | 2.292.014 | 2.472.172 | 2.497.914 |
| Kosten van grond- en hulpstoffen |
-1.701.590 | -1.820.266 | -1.827.551 | -1.883.928 | -2.081.803 | -2.097.021 |
| Brutowinst | 407.372 | 424.204 | 393.730 | 408.086 | 390.369 | 400.893 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 3.949 | 3.380 | 6.522 | 6.619 | 4.581 | 8.330 |
| Personeelskosten | -150.542 | -148.479 | -129.001 | -138.537 | -124.466 | -129.437 |
| Afschrijvingen en amortisatie | -26.044 | -26.038 | -23.788 | -28.958 | -25.866 | -23.180 |
| Overige bedrijfskosten | -166.902 | -189.017 | -184.899 | -188.109 | -201.189 | -198.357 |
| Bedrijfsresultaat | 67.833 | 64.050 | 62.564 | 59.101 | 43.429 | 58.249 |
| Financieringsbaten | 1.664 | 2.864 | 3.074 | 2.435 | 2.627 | 3.102 |
| Financieringslasten | -5.192 | -5.426 | -7.684 | -8.110 | -4.907 | -7.133 |
| Nettofinancieringslasten | -3.528 | -2.562 | -4.610 | -5.675 | -2.280 | -4.031 |
| Aandeel in het resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen |
3.816 | 4.681 | 4.664 | - | 1.795 | 852 |
| Winst vóór belastingen | 68.121 | 66.169 | 62.618 | 53.426 | 42.944 | 55.070 |
| Winstbelastingen | -14.344 | -14.879 | -13.590 | -13.584 | -11.333 | -14.626 |
| Winst over het boekjaar | 53.777 | 51.290 | 49.028 | 39.842 | 31.611 | 40.444 |
| Minderheidsbelangen | -517 | -583 | -888 | -888 | -489 | -1.258 |
| Winst toe te rekenen aan de eigenaren van de Vennootschap |
53.260 | 50.707 | 48.140 | 38.954 | 31.122 | 39.186 |
| Mengvoer (in miljoenen tonnen) |
6,37 | 6,36 | (1) 6,36 |
(1) 6,49 |
(2) 6,35 |
(2) 6,25 (2) |
| Enkelvoudige voeders en overige (in miljoenen tonnen) |
0,61 | 0,51 | 0,49 | 0,49 | 0,38 | 0,67 |
| Ruwvoeders en DML (in miljoenen tonnen) |
2,17 | 2,08 | 1,83 | 1,83 | 1,66 | 1,71 |
| Overige (in miljoenen tonnen) | 0,11 | 0,09 | 0,08 | 0,08 | 0,08 | 0,07 |
| Volume Total Feed (in miljoenen tonnen) |
9,26 | 9,04 | 8,76 | 8,89 | 8,47 | 8,70 |
| Totaal aantal medewerkers per jaareinde (in fte's) |
2.273 | 2.370 | 2.286 | 2.343 | 2.214 | 2.194 |
| Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen (EBITDA) |
93.877 | 90.088 | 86.352 | 88.059 | 69.295 | 81.429 |
| Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen (EBITDA) als % van de omzet |
4,5% | 4,0% | 3,9% | 3,8% | 2,8% | 3,3% |
| Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen (EBITDA) al % van de brutowinst |
23,0% | 21,2% | 21,9% | 21,6% | 17,8% | 20,3% |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 67.833 | 64.050 | 62.564 | 59.101 | 43.429 | 58.249 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) als % van de omzet |
3,2% | 2,9% | 2,8% | 2,6% | 1,8% | 2,3% |
| Dividend (€ miljoen) | 25,7 | 24,7 | 18,7 | 18,7 | 14,4 | 12,1 |
| Dividend per aandeel (€) | 0,242 | 0,233 | 0,176 | 0,176 | 0,136 | 0,115 |
(1) Naar beneden aangepast met 58k ton, omdat volume van overslagactivititeiten waren meegenomen.
(2) 2014 en eerder: inclusief Nederlandse overslagactiviteiten
(3) Nederlandse verslaggevingsregels
| Additieven | Ingrediënten die aan het voer worden toegevoegd om het product te verbeteren. Bijvoorbeeld ten aanzien van houdbaarheid, smaak, geur of voederwaarde. |
|---|---|
| Agrifirm | Nederlandse coöperatie van boeren en tuinders met dochterbedrijven in meerdere landen in en buiten Europa. Strategisch partner van ForFarmers. |
| Autonoom | Is exclusief valutaeffect en het netto-effect van acquisities en desinvesteringen. |
| Bedrijf | ForFarmers Groep. |
| Beter Leven concept | Keurmerk - ontwikkeld door de Dierenbescherming in Nederland - voor producten die met extra aandacht voor dierenwelzijn geproduceerd zijn. Het aantal sterren (1, 2 of 3) geeft de zwaarte van de kwaliteitseisen aan. |
| Bestuur | De Raad van Bestuur van de Vennootschap (ForFarmers N.V.). |
| Blend | Mengsel bestaand uit verschillende (ongemalen) grondstoffen, mineralen en pre-mix. |
| Capri concept | De ForFarmers aanpak voor het voeden van geiten. Hierbij wordt de nadruk gelegd op optimaal gebruik van voer en de beste melkproductie. |
| Certificaten | Een certificaat is een bewijs van het hebben van rechten op een aandeel in ForFarmers. |
| Code of Conduct (gedragscode) | Dit zijn de waarden, bedrijfsprincipes en gedragsregels die gelden voor iedereen die binnen ForFarmers werkzaam is. Hierin worden onder andere integriteit en verantwoordelijkheden van zowel de organisatie als de medewerker aan de orde gesteld. |
| Concentraten | Een hoog geconcentreerd aanvullend voer dat op boerderijniveau wordt verdund met daar aanwezige grondstoffen. |
| Coöperatie FromFarmers U.A. | Coöperatie FromFarmers is meerderheidsaandeelhouder van ForFarmers N.V. |
| Co-producten | Producten die ontstaan tijdens het productieproces van humane voeding, zoals bierbostel, die worden gebruikt in de rantsoenen op het boerenbedrijf. |
| Cross-selling | Kruisverkoop: verkoop van producten die samenhangen met een product dat een klant al heeft aangeschaft. |
| Derogatie | De Europese Nitraatrichtlijn stelt dat in alle Europese lidstaten niet meer dan 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare grond mag worden opgebracht. Hierop is voor een aantal landen – waaronder Nederland – een uitzondering gemaakt, onder een aantal voorwaarden. Veehouder in deze landen mogen 250 kg stikstof uit dierlijke mest op een hectare voedergrasland gebruiken. |
| Directie | De Directie ForFarmers bestaat uit de drie leden van de Raad van Bestuur tezamen met de overige directeuren (vijf in 2016, vier vanaf begin 2017). |
| DML | DML staat voor Dry, Moist, Liquid. Zie ook co-producten. |
| (Enkelvoudige) grondstoffen | Grondstoffen, waaronder graansoorten als tarwe en mais, vormen de basis voor het mengvoer dat ForFarmers produceert. De veehouder kan deze mengen op zijn bedrijf met andere voerproducten. |
| Europa+ | Europa en aangrenzende regio's. |
| FAO | Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (Food and Agriculture Organization of the United Nations). |
| Feed2Milk | Feed2Milk is de ForFarmers voeraanpak voor melkvee. Het leidt tot een betere inschatting van de voederwaarde van ruwvoer en daardoor een hogere melkproductie, betere voerefficiëntie en gezondere dieren. |
| Feed4Foodure | Feed4Foodure is een publiek-private samenwerking tussen het ministerie van Economische Zaken en een consortium van verschillende partijen uit de diervoedingsindustrie en de dierlijke productieketen. Het onderzoeksprogramma heeft de ambitie om een substantiële bijdrage te leveren aan een duurzame en gezonde veehouderij in Nederland en tegelijkertijd wil het de Nederlandse concurrentiepositie in de mondiale markt versterken. |
|---|---|
| Ferment+ | Een compleet concept voor fermentatie van voer op het varkensbedrijf. ForFarmers ontwikkelde hiervoor de bacteriecultuur en levert grondstoffen en aanvullende voeders. Weda Holland levert de installaties en Van Asten Group test installaties en voer en stemt die af op de eisen van de praktijk. |
| Fermentatie | Proces waarbij melkzuurbacteriën (varkens)voer omzetten in een gezonde, smakelijke brij met veel melkzuur. Dit leidt tot efficiënter voerverbruik, lagere voerkosten en gezondere varkens. |
| Ferm4Farm | Is een varkensvoerconcept dat door gebruik van gefermenteerde grondstoffen zorgt voor een verlaging van de jaarlijkse voerkosten en voor een betere darmgezondheid en minder antibioticagebruik. |
| ForFarmers N.V. | Wordt ook aangeduid als 'de Vennootschap'. |
| ForFarmers-dealers | ForFarmers werkt in de rundveesector in Nederland met regionale dealers. Dit zijn zelfstandige ondernemers die producten van ForFarmers verkopen en veehouders adviseren bij diverse vraagstukken, waaronder voeradvies en bedrijfsontwikkeling. |
| ForFarmers Group | De Vennootschap tezamen met de rechtspersonen of vennootschappen waarmee de Vennootschap organisatorisch is verbonden in een economische eenheid als bedoeld in artikel 2:24b BW. Wordt ook aangeduid als 'de Onderneming', 'het Bedrijf'. |
| Forza Pré-start | Speciaal vleeskuikenvoer van ForFarmers dat exact is afgestemd op de specifieke nutriëntenbehoefte van vleeskuikens tijdens de eerste levensdagen. |
| Fosfaatefficiëntie | Kengetal dat aangeeft hoe efficiënt een veehouderijbedrijf met fosfaat omgaat. |
| Fosfaatrechten | Met fosfaatrechten wordt de fosfaatproductie van de Nederlandse veehouderij begrensd. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft hiertoe in 2016 besloten omdat de fosfaatproductie door de Nederlandse veehouderij in 2015 hoger was dan met de sector was overeengekomen. |
| Fytase | Fytase is een enzym dat onder meer de fosforverteerbaarheid bij varkens en pluimvee verbetert. |
| Geïntegreerde voeroplossingen | Een combinatie van voerproducten, bijbehorend advies en hulpmiddelen om de bedrijfsdoelen van de klant vast te stellen, resultaten te monitoren en te realiseren. |
| GMP+ | GMP+ FSA (Feed Safety Assurance) is een internationaal erkend systeem voor het garanderen van de diervoederveiligheid in alle schakels van de diervoederketen waaronder de aanleverende bedrijven van grondstoffen. |
| GRI G4 | Global Reporting Initiative is een richtlijn voor duurzaamheidsverslaglegging. Het GRI heeft als doel duurzaamheidsverslaglegging een 'standard practice' te maken voor alle bedrijven en de duurzaamheidsrapportages naar hetzelfde niveau te brengen als financiële rapportages. |
| Groep | De Vennootschap tezamen met de rechtspersonen of vennootschappen waarmee de Vennootschap organisatorisch is verbonden in een economische eenheid als bedoeld in artikel 2:24b BW. |
| HACCP | Hazard Analysis and Critical Control Points, is een risico-inventarisatie voor voedingsmiddelen. Door de gezondheidsrisico's in bereidings- en behandelingsprocessen op te sporen en deze vervolgens beheersbaar te maken, wordt de veiligheid van het product verhoogd. |
| Halffabricaten | Grondstoffen die reeds zijn bewerkt, maar nog verder moeten worden bewerkt tot een eindproduct. |
| Herkauwers | Herkauwers hebben vier magen. Ze kauwen het voer, nadat het in de voormagen is geweest, nogmaals in de mond. Voorbeelden zijn melkkoeien, vleesvee-runderen, geiten, schapen. |
|---|---|
| Horizon 2020 | Strategie van ForFarmers om de organisatie verder te versterken, de leidende voeronderneming in Europa+ te worden en een Total Feed-partner voor de boer. |
| Hulpmiddelen | Verzamelnaam voor apps, checklists, programma's, analyses e.d. die ForFarmers haar klanten biedt om resultaten te monitoren of het management bij te sturen en te verbeteren. |
| IFFO RS | International Fishmeal and Fishoil Organisation. Wereldwijde standaard en certificering voor verantwoord vismeel en visolie. |
| IFRS | De International Financial Reporting Standards (IFRS) zijn een boekhoudkundige standaard voor jaarverslagen van bedrijven. Sinds 1 januari 2005 zijn beursgenoteerde bedrijven in de EU verplicht op deze wijze te rapporteren. |
| Inkuilmiddelen | Middelen die conserverings- en bewaringsverliezen in een kuil tegengaan om de voederwaarde van het ruwvoer maximaal te benutten. |
| Kalveropfok | Het grootbrengen van een pasgeboren kalf. |
| Kip van Morgen | In 2013 gesloten akkoord tussen supermarkten en pluimveesector in Nederland met als doel een duurzamer kipassortiment in het Nederlandse winkelschap. |
| Klokkenluidersregeling | In de Klokkenluidersregeling is aangegeven welke vermoedens van misstanden bij wie kunnen worden gemeld en wat voor procedure daarvoor geldt. De Klokkenluidersregeling maakt deel uit van de Code of Conduct. |
| LCA | Levenscyclusanalyse. Toont de milieuprestaties van de gehele productieketen aan. |
| LTI | Lost Time Incident. Ongevallen op het werk die leiden tot minimaal een dag verzuim. |
| Materialiteitsanalyse | Analyse waarin bepaald wordt of een onderwerp al dan niet van (materieel) belang is voor de belanghebbenden van ForFarmers en voor ForFarmers zelf. Vaak gebruikt in relatie tot duurzaamheid. |
| Materieel onderwerp | Een hoofdonderwerp in de duurzaamheidsstrategie van ForFarmers. Een aanduiding volgens de GRI richtlijnen. |
| Melk€fficiënt | Een door ForFarmers ontwikkeld programma dat de resultaatbepalende factoren voor een melkveebedrijf combineert en voor de melkveehouder inzichtelijk maakt - in verschillende scenario's - hoe hij zijn rendement kan verbeteren. |
| Mengvoeders / mengvoer | De verzamelnaam voor droge diervoeders die uit diverse ingrediënten zijn samengesteld en daarmee bepaalde eigenschappen hebben. |
| Mestgift | Toediening van meststoffen (stikstof, fosfaat, kalium etc.) aan de bodem voor een optimale gewasgroei. Zowel dierlijke als kunstmest. |
| Micro-ingrediënten | Vitamines, mineralen, medicijnen en andere stoffen die in heel kleine hoeveelheden worden gebruikt en worden afgewogen in milligrammen, microgrammen of delen per miljoen (ppm). |
| Natte co-producten | Vloeibare producten ontstaan tijdens het productieproces van humane voeding, zoals wei, biergist, glucosestroop die worden gebruikt als diervoeders. |
| Nederlandse Corporate Goverance Code (de Code) |
De Corporate Governance Code is van toepassing op alle vennootschappen met statutaire zetel in Nederland en waarvan aandelen of certificaten van aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit binnen de EU, of een daarmee vergelijkbare markt of handelsfaciliteit buiten de EU. |
| NIC | Het Nutrition Innovation Centre van ForFarmers werkt onder meer aan verbetering van de technische prestaties van voer – zoals voerefficiëntie en optimale groei van het dier – en aan de ontwikkeling van innovatieve nutritionele oplossingen die bijdragen aan een goede diergezondheid. Daarnaast richt het NIC zich op een verdere verduurzaming van eigen producten en van de veehouderij in het algemeen. |
| NL GAAP | NL GAAP (ook wel Dutch GAAP) staat voor Dutch Generally Accepted Accounting Principles en wordt gebruikt om het stelsel van verslaggevings- en accountingprincipes aan te duiden dat van toepassing is in Nederland. |
|---|---|
| Nutreco | Internationale onderneming, wereldwijd actief in diervoeding en visvoer. Strategisch partner van ForFarmers. |
| Nutriëntwaarde | Voedingswaarde, bijv. gehaltes ruw eiwit, ruw vet, ruwe celstof, ruw as, zetmeel, suiker, calcium, fosfor, Natrium. |
| Nutriëntbehoeftes | Behoefte aan specifieke voedingsstoffen van een bepaald dier zoals aminozuren, energie, essentiële vetten, vitaminen, mineralen en sporenelementen. |
| Nutrition Innovation Centre (NIC)Afdeling binnen ForFarmers, verantwoordelijk voor nutritie, onderzoek en innovatie. (zie NIC) |
|
| Nutritionele matrix | Schema van nutriënten en de nutriëntbehoefte van verschillende dieren in verschillende levensfases dat de basis vormt voor de voeroplossingen die ForFarmers biedt. |
| Nutritionele totaaloplossingen | Aanbod dat alle behoeftes op voergebied (in welke vorm dan ook) van een veestapel dekt. |
| Onderneming | De onderneming die wordt gedreven door ForFarmers N.V. en/of ForFarmers Group. Met 'de Onderneming' wordt ook bedoeld ForFarmers Groep. |
| Palmolie | Plantaardige olie, gewonnen uit palmvruchten. |
| Participatierekening | Het per lid op naam gezette deel van het vermogen van Coöperatie FromFarmers (de vermogensrechten per lid) dat door een lid is om te zetten (converteren) in certificaten. |
| Pavo | Onderneming gespecialiseerd in paardenvoer voor zowel recreatie- als sportpaarden, met vestigingen in Nederland en België en afzet in vrijwel heel Europa. Dochteronderneming van ForFarmers. |
| Plant | De benaming van een bedrijfsonderdeel van ForFarmers dat zich richt op akkerbouwers, loonwerkers en veehouders met ruwvoerproductie. |
| PoultryPlus | Opfokorganisatie voor vleeskuikenouderdieren, met afzet in Nederland, Duitsland, België, Zwitserland en Oostenrijk. Dochteronderneming van ForFarmers. |
| Premixen | Mengsel van vitaminen, (sporen) mineralen en eventueel additieven dat aan het voer wordt toegevoegd om te voorzien in de nutritionele behoefte van het dier. |
| Prioriteitsaandeel | Het prioriteitsaandeel wordt gehouden door Coöperatie FromFarmers U.A. Aan de prioriteitsaandeelhouder komen de rechten toe zoals bepaald in de statuten. Dit betreft onder meer een aanbevelingsrecht in het kader van de voordracht tot benoeming van een zodanig aantal leden van de Raad van Commissarissen en de aanwijzing en/of het overleg ten aanzien van de voorzitter van de Raad van Commissarissen. Voorts behoeven enkele belangrijke besluiten goedkeuring van de prioriteitsaandeelhouder. |
| Prioriteitsaandeelhouder | Het prioriteitsaandeel wordt gehouden door Coöperatie FromFarmers U.A. |
| QS | Duits kwaliteitssysteem voor de diervoedersector vergelijkbaar met GMP+ in Nederland. |
| Raad | De Raad van Commissarissen van ForFarmers N.V. |
| Raad van Bestuur | Statutaire bestuur van de Vennootschap bestaande uit drie leden. |
| Raad van Commissarissen | De Raad van Commissarissen (de Raad) bestaat uit zes leden en heeft tot taak om toezicht te houden op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. |
| Raapzaadschroot | Raapzaadschroot is een eiwitrijk co-product van de extractie van olie uit raapzaad. |
| Reudink | Diervoederleverancier gespecialiseerd in biologische diervoeders, actief in Nederland, Duitsland en België. Dochteronderneming van ForFarmers. |
| RSPO | Roundtable on Sustainable Palm Oil. Ronde tafel voor verantwoord geproduceerde palmolie. (www.rspo.org) |
|---|---|
| RTRS | Round Table on Responsible Soy. Ronde tafel voor verantwoord geproduceerde soja.(www.responsiblesoy.org) |
| Ruwvoer | Houdbare producten die speciaal voor veevoerdoeleinden zijn geteeld, zoals bijvoorbeeld gras en snijmais. |
| Ruwvoer+ | Aanpak op het boerenerf waarbij de schakels bodem, bemesting, gewasgroei en in- en uitkuilmanagement goed op elkaar worden afgestemd. |
| SecureFeed | Organisatie die de voedselveiligheid van diervoeders in Nederland borgt. SecureFeed ontwikkelt en beheert een gezamenlijk systeem voor monitoring en risicobeoordeling van grondstoffen en de leveranciers ervan. Nederlandse melkveehouders zijn verplicht voer af te nemen van SecureFeed deelnemers. |
| Snavelbehandeling | Het inkorten van de snavel bij legkippen. |
| Snijmais | Ruwvoergewas dat als gehele plant wordt geoogst met een hakselaar en vervolgens bij de veehouder wordt ingekuild (wijze van opslaan). Dient als veevoer. |
| Sojaschroot | Ook wel sojameel. Product dat overblijft na extractie van sojaolie uit de sojaboon en dat verhit is geweest. Dient als eiwitrijke grondstof voor veevoer. |
| Speciaalvoer | Voer voor dieren in een bepaalde levensfase of met specifieke behoeften. |
| (Statutaire) Bestuur van de Vennootschap |
Raad van Bestuur, bestaande uit drie leden. |
| Steekvaste co-producten | Co-producten met veel vocht die niet vloeibaar zijn maar steekvast, zoals bijvoorbeeld aardappelzetmeel. |
| Stichting Beheer- en Administratiekantoor ForFarmers |
Stichting Administratiekantoor ForFarmers houdt alle aandelen in het kapitaal van de Vennootschap en heeft onder andere ten doel het tegen toekenning van certificaten ten titel van beheer verkrijgen en administreren van aandelen en het uitoefenen van het daaraan verbonden stemrecht en andere zeggenschapsrechten. |
| Stichting Continuïteit ForFarmers |
Deze Stichting is opgericht om de identiteit, strategie, onafhankelijkheid en continuïteit te waarborgen van de onderneming die door de Vennootschap wordt gedreven. Stichting Continuïteit ForFarmers is volledig autonoom met een onafhankelijk bestuur. |
| Strategisch partnership | Nauwe samenwerking met andere, gespecialiseerde spelers in de markt met als doel elkaar te versterken op het gebied van kennis, innovatie en inkoop. |
| Strooisels | Producten zoals gehakseld stro, vlas, krullen, zaagsel die dienen als bodembedekking in stallen. |
| TMR-concept | Total Mixed Ratio (TMR) is de benaming van een totaal gemengd rantsoen waarbij alle voedermiddelen via de voermengwagen worden gemengd en verstrekt. |
| Toll manufacturing | Productie (van voeders) voor derden op basis van door deze derden aangeleverde specificaties. |
| Total Feed | Strategie van ForFarmers om agrarische ondernemers een compleet pakket aan te bieden bestaande uit voeroplossingen, bijbehorend advies en hulpmiddelen om de bedrijfsdoelen van de klant vast te stellen en diens resultaten te monitoren. De producten variëren van mengvoer, jongdiervoeders en speciaalvoer tot natte co producten, losse grondstoffen, zaaizaden en meststoffen. Het advies betreft alle voor de klant relevante aspecten van voeding, dierhouderij en bedrijfsontwikkeling. De hulpmiddelen omvatten programma's, producten en diensten waarmee agrarische ondernemers doelen kunnen stellen, resultaten kunnen monitoren en benchmarken en hun doelstellingen kunnen realiseren. |
| Total Feed-aanpak | Zie Total Feed. |
|---|---|
| Total Feed Business | Zie Total Feed. |
| Transitieaanpak | De Transitieaanpak bestaat uit praktische adviezen en onderscheidende producten voor de transitieperiode; de periode rondom het geboorteproces. |
| UFAS | Universal Feed Assurance Scheme. De AIC (Agrarische Industrie Confederatie) heeft een scala van Handel Garantie Regellingen ontwikkeld over de agro-industrie. UFAS zorgt voor de productie en levering van mengvoer en de levering van voer naar de boerderij. |
| VIDA | Merknaam voor de ForFarmers biggenvoeders. |
| Vital | Een nieuwe aanpak van Reudink voor biologische veehouders om de voeropname en gezondheid van jonge dieren positief te beïnvloeden. |
| Vennootschap | ForFarmers N.V. |
| Vermogen Op Naam | Een traject dat vanaf 2006 loopt waarbij circa 82,5% het eigen vermogen van FromFarmers in verband met de groeistrategie op naam van de leden wordt gezet.De laatste tranche vindt plaats in 2017. |
| Vleeskuikenouderdieren | Produceren broedeieren die worden geleverd aan de broederij waar de vleeskuikens worden geboren. |
| Vloeibare co-producten | Vloeibare producten ontstaan tijdens het productieproces van humane voeding, zoals wei, biergist, glucosestroop die worden gebruikt als diervoeders. |
| Voerefficiëntie | Getal dat aangeeft hoeveel kilo dierlijk product (melk, vlees,eieren) gemaakt wordt van 1 kilo voer. |
| Voer-evaluatiesysteem | Programma met een overzicht van alle voedingsstoffen (nutriënten) per grondstof, de mate waarin deze voedingsstoffen beschikbaar zijn voor de verschillende dieren op verschillende leeftijden en de specifieke nutriëntbehoefte van dieren in verschillende levensfases. Deze data worden gecombineerd met de beschikbare grondstoffen om het dier op de meest (kosten)efficiënte wijze precies die nutriënten te geven die het nodig heeft. |
| Voeroplossingen | Zodanig aanbod van voerproducten dat daarmee in de specifieke behoefte van een dier op voergebied wordt voorzien. |
| Voerprestaties | Het uiteindelijke resultaat dat met de voeders in de stal wordt bereikt, zoals voeropname, groei en melkproductie. |
| Voerequivalenten | De sleutel voor toekenning van het vermogen aan leden. Door afname van voer of andere producten kan een lid dat voerequivalenten bezit, deze benutten. Gekoppeld aan de benutting van voerequivalenten ontvangt een lid bijschrijving op zijn participatierekening. Deze bijschrijving bestaat uit het recht op certificaten. |
| Voersysteem | De (technische) wijze waarop de veehouder het voer verstrekt aan zijn dieren. |
| Welzijnsconcept | Veehouderijconcepten met extra aandacht voor dierenwelzijn. |
| Werknemersparticipatieplan | Voor medewerkers met een vast dienstverband introduceerde ForFarmers in 2015 een werknemersparticipatieplan. Medewerkers konden tot een bedrag van maximaal € 5.000 per persoon met korting certificaten van ForFarmers kopen. |
| Zaaizaden | Zaad van cultuurgewassen bestemd voor het inzaaien van een teelt. Verzamelnaam voor het assortiment graszaden, Maiszaden, granen etc. |
| Zonnebloemzaadschroot | Een eiwitrijk co-product van de extractie van olie uit zonnebloemzaad. |
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.