AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Koninklijke Brill NV

Annual Report Apr 2, 2015

3822_10-k_2015-04-02-172100_cf184c8b-00f3-4fc8-b46b-64dc707731b0.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Toezichthouder

Raad van Commissarissen Mr. A.R. baron van Heemstra Mw. C. Lucet, MBA Mr. R.E. Rogaar Drs. Ing. H.P. Spruijt (tot 15 mei 2014)

Bestuur

Directeur Drs. H.A. Pabbruwe

koninklijke brill nv Plantijnstraat 2 po box 9000 2300 pa Leiden

Dit jaarverslag is als pdf document beschikbaar via de website www.brill.com

t +31 71 53 53 500

Jaarverslag 2014

  • Bericht van de directeur
  • Kerncijfers
  • Gegevens per aandeel
  • Bericht van de Raad van Commissarissen
  • Raad van Commissarissen
  • Corporate Governance
  • Remuneratiebeleid
  • Risicomanagement
  • Verslag van de Directie
    1. Algemeen verslag 2014
    1. Financieel verslag 2014
    1. Personeel en organisatie
    1. Strategie 2015-2017
    1. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
  • Rapport van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill
  • Rapport van de Stichting Luchtmans
  • 3 3 Geconsolideerde jaarrekening 2014
  • 7 3 Vennootschappelijke jaarrekening 2014
  • 8 1 Overige gegevens
  • Gebeurtenissen na balansdatum
  • Winstbestemming
  • 8 2 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
  • 8 8 Informatie voor aandeelhouders
  • 8 9 Financiële agenda 2015

Over dit jaarverslag

Colofon

In 2014 werd uitgeverij Brill geconfronteerd met een tegenvallende omzet tegen het einde van het jaar. Tot en met november ontwikkelden omzet en resultaat zich gunstig ten opzichte van 2013, maar de verkopen in december 2014 bleken de laagste te zijn van de afgelopen zeven jaar. Bij het vaststellen van de omzet van de elektronische licenties geldt dat een deel daarvan pas in het volgend boekjaar bekend wordt. Doordat confirmaties dit jaar eerder zijn ontvangen, kon een betere inschatting gemaakt worden van deze omzet in 2014. In totaal bleef de groei van de jaaromzet beperkt tot eur 0,5 miljoen (1,6%). De toevoeging van deze omzet droeg rechtstreeks bij aan het resultaat, evenals een opwaardering van openstaande debiteuren als gevolg van een tegen het einde van het jaar aantrekkende dollarkoers. Door deze twee positieve posten bleef de nettowinst gelijk aan die van het jaar daarvoor (eur 2,5 miljoen). Onderliggend geeft de omzet- en resultaatontwikkeling aanleiding maatregelen te treffen. De onderneming wil voorbereid zijn op veranderingen in de markt. De collectievorming bij bibliotheken lijkt minder voorspelbaar te worden. Ook de veelheid van nieuwe prijs- en verdienmodellen geeft enige onrust in de institutionele afzetmarkt voor elektronisch product. Op dit moment worden alle commerciële activiteiten aan een nader onderzoek onderworpen en wordt aan de uitgevers gevraagd in te spelen op nieuwe kritische succesfactoren zoals het feitelijk gebruik van databanken en de actualisering van naslagwerken. Hiermee wordt tegenwicht geboden aan een trend waarbij abonnementen worden vervangen door afgekochte licenties.

Ook aan de operationele en personele kostenontwikkeling wordt verscherpte aandacht besteed. Een hoog niveau van innovatie en productontwikkeling is noodzakelijk voor verdere groei en de kosten gaan daarbij uiteraard voor de baat uit. De onderneming is zich echter zeer wel bewust van de noodzaak de winstgevendheid op een hoger peil te brengen en voldoende kasstroom te genereren voor de noodzakelijke investeringen in groei.

Intussen zijn wij zeker niet over alle producten en markten ontevreden. De meeste landen lieten wel degelijk groei zien en de groei bij de tijdschriften was bemoedigend. De verkopen in het Midden-Oosten en Azië vielen wel wat tegen en forse eenmalige licentieinkomsten aan het eind van het jaar bleven uit. Dat trof de uitgeefeenheden Law en Asian Studies en het segment primaire bronnencollecties het meest.

Ondanks de teleurstellende omzetontwikkeling zijn de vooruitzichten van het 332-jarige bedrijf voorzichtig positief. In 2014 verliep de lancering van nieuwe producten vrijwel volledig volgens plan. Wel was er sprake van een vertraagde productontwikkeling bij het eind 2013 overgenomen fonds van Hes & De Graaf. De acquisitie van de Amsterdamse uitgever Editions Rodopi bv medio 2014, voldeed echter volledig aan de verwachtingen.

Brill's imago van een kwalitatief goede en duurzame uitgever is onveranderd sterk, en aan goede kopij is geen gebrek. Ook voor 2015 wordt een verdere groei van het aantal nieuwe producten verwacht. In 2014 publiceerde het bedrijf meer dan 800 monografieën, naslagwerken (Major Reference Works) en tijdschriften, terwijl ook nieuwe omvangrijke research collecties digitaal beschikbaar kwamen. Brill's investeringen in nieuwe online collecties zullen op langere termijn leiden tot goede resultaten.

Ofschoon vele andere uitgebrachte titels en projecten ook vermeldenswaardig zijn, noemen wij hier speciaal de verschijning van de Encyclopedia of Greek Language and Linguistics, Gregory of Nyssa Online en de kunsthistorische database Arkyves. Daarnaast de Enzyklopädie der Neuzeit Online, de Prize Papers Online, de Concise Encyclopedia of Comparative Sociology. De zesdelige Brill's Encyclopedia of Hinduism kon voltooid worden en de dertigdelige Muqarnas, an Annual on the Visual Cultures of the Islamic World is volledig in paperback verschenen. Voor het Internationaal Recht fonds was

belangrijk dat het uitgeefcontract met The Hague Academy of International Law kon worden verlengd.

Het bedrijf heeft de afgelopen jaren niet alleen breed geïnvesteerd in nieuwe producten, maar ook in de eigen letter de "Brill" en de elektronische uitgeefplatformen voor boeken en tijdschriften, naslagwerken en primaire bronnen. De infrastructuur is goed op orde en verwacht wordt dat verdere investeringen in 2015 en volgende jaren binnen de ruimte van het huidige niveau van afschrijvingen zullen kunnen blijven. Ook de gecontroleerde uitbesteding van bedrijfsprocessen is voortgezet in 2014. Het grootste deel van het gedrukte product wordt printing on demand geproduceerd. Dit is niet op korte termijn goedkoper dan offset drukken, maar biedt voordelen op termijn, omdat voorraadvorming afneemt en er minder kapitaalbeslag nodig is. Gaandeweg in 2014 heeft de onderneming meer greep op de logistieke meerkosten van stuksgewijze productie en uitlevering gekregen. In 2015 wordt gewerkt aan een herschikking van de contracten voor wereldwijde orderverwerking, klantenservice en distributie en is er verder uitzicht op verlaging van de operationele kosten. Op het gebied van verkoop en verkoopbevordering worden de inspanningen in Azië verder opgevoerd. Vanuit een nieuwe vertegenwoordiging in Singapore zal een uitgezonden medewerker zich vooral op de coördinatie van verkoopen uitgeefactiviteiten in Zuidoost-Azië richten.

Brill voert een beleid van duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen (zie ook pagina 26) en heeft het afgelopen jaar internationaal gewaardeerde initiatieven genomen op het terrein van de verspreiding van juridische literatuur aan ontwikkelingslanden. Vele personen en bedrijven zijn betrokken bij de onderneming, als vaste of tijdelijke medewerker, zelfstandige zonder personeel, toeleverancier of strategische partner. De medewerkers van Brill in de kantoren in Leiden en Boston, maar ook daarbuiten, verdienen voor hun creativiteit, productiviteit en efficiency een groot compliment. Brill blijft investeren in hun ontwikkeling door het faciliteren van management development, training en begeleiding. In 2014 kon overeenstemming worden bereikt over het onderbrengen van de pensioenregeling bij het Pensioenfonds Grafische Bedrijven (PGB) in een beschikbare premieregeling met ingang van 2015. Daarmee zijn de pensioenkosten voor de volgende vijf jaren voorspelbaar geworden en kan geen sprake zijn van enige verplichting anders dan de verplichting tot het beschikbaar stellen van premie.

Ondanks de enigszins tegenvallende resultaatsontwikkeling van 2014 is Brill financieel kerngezond. Het bedrijf heeft geen bankschuld en het zorgvuldige acquisitiebeleid biedt kansen voor uitbreidingen. Het convenant met de bank is ruim, zodat Brill zo nodig snel kan opereren. Het jaar 2014 kende één substantiële acquisitie, Editions Rodopi bv. Op basis van de voorzichtig positieve vooruitzichten en de beschikbare middelen zal voorgesteld worden over 2014 een dividend van eur 1,15 uit te keren. De pay-out ratio bedraagt daarbij 88%. Dit past in het beleid om een zo mogelijk bestendig dividend uit te keren. Het dividend zal in ons voorstel opnieuw geheel in contanten zijn. Voor het uitspreken van een concrete verwachting over 2015 is het op dit moment te vroeg.

Brill is sinds haar oprichting in 1683 een spiegel van haar tijd geweest. In veranderende markten moet altijd ingespeeld worden op nieuwe vraag en gebruik gemaakt worden van nieuwe technieken. Door een combinatie van ondernemingszin en behoedzaamheid is Brill een prachtig en uniek bedrijf dat met gemotiveerde en kundige medewerkers duurzaam wil groeien. Ik dank vooral onze auteurs en klanten en alle andere stakeholders voor het in ons gestelde vertrouwen.

Leiden, 26 maart 2015

Drs. H.A. Pabbruwe Directeur Koninklijke Brill nv

KERNCIJFERS

2014 2013 2012 2011* 2011 2010
Resultaten
[1] ebitda = Earnings Before Omzet 29.748 29.284 27.527 27.397 28.639 27.054
Interest, Taxes, Brutowinst 20.135 19.848 18.433 18.287 19.063 17.555
Depreciation and ebitda [1] 4.020 4.504 4.235 4.587 5.260 4.614
Amortization. Winst voor rente en belasting 3.018 3.478 3.238 3.745 4.418 3.669
Dit is het bedrijfsresultaat Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 2.450 2.461 2.318 2.779 3.284 2.761
voor rente, Totale winst 2.450 2.461 5.733 3.284 3.284 2.761
belastingen en
afschrijvingen op Vrije kasstroom [2] 856 2.634 5.616 4.292 4.292 4.388
immateriële en materiële Totaal netto investeringen in vaste activa -2.444 -1.185 1.554 -1.693 -1.691 -1.032
vaste activa. Gemiddeld geïnvesteerd vermogen [3] 27.073 26.942 24.542 21.734 21.734 20.517
[2] Vrije kasstroom = Groei ten opzichte van vorig jaar
operationele kasstroom Omzet 1,6% 6,4% 0,5% 1,3% 5,9% 3,6%
– investeringskasstroom. Brutowinst 1,4% 5,0% 0,8% 4,2% 8,6% -0,1%
ebitda [1] -10,7% 6,4% -7,7% -0,6% 14,0% 27,7%
[3] Gemiddeld geïnvesteerd Winst voor rente en belasting -13,2% 7,4% -13,5% 2,1% 20,4% 30,8%
vermogen = gemiddelde van Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten -0,4% 6,2% -16,6% 0,7% 18,9% 29,0%
(vaste en vlottende Totale winst -0,4% -57,1% 74,6% 18,9% 18,9% 29,0%
activa – kort- en
langlopende schulden). Rendementscijfers
Brutowinst als % van de omzet 67,7% 67,8% 67,0% 66,7% 66,6% 64,9%
ebitda als % van de omzet 13,5% 15,4% 15,4% 16,7% 18,4% 17,1%
Winst voor rente en belasting als % van de omzet 10,1% 11,9% 11,8% 13,7% 15.4% 13,6%
Winst als % van de omzet 8,2% 8,4% 20,8% 12,0% 11,5% 10,2%
Omzet/gemiddeld geïnvesteerd vermogen 1,1 1,1 1,1 1,3 1,3 1,3
Winst in % van het gemiddeld geïnvesteerd vermogen 9,0% 9,1% 23,4% 15.1% 15.1% 13,5%
Winst in % van het gemiddeld eigen vermogen 9,0% 9,0% 21,5% 14,6% 14,6% 13,1%
Balansverhoudingen
Eigen vermogen / totaal vermogen 59,4% 61,4% 62,6% 61,1% 61,1% 57,1%
Vlottende activa / kortlopende verplichtingen 1,85 2,01 2,03 1,69 1,69 1,51
Personeel
* Gewijzigde presentatie ten Gemiddelde bezetting (fte's) 132 123 123 118 118 114
opzichte van jaarrekening Omzet per werknemer 225 238 223 242 242 237
2011 vanwege in 2012 ver Bijdrage per werknemer (ebitda per fte) 30 37 34 39 44 40
kochte bedrijfsactiviteiten. Gemiddelde loonkosten per werknemer 63 65 62 59 59 55

GEGEVENS PER AANDEEL

In duizenden euro's, op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen

2014 2013 2012 2011* 2011 2010
Gewogen gemiddelde aantal
gewone aandelen
1.874.444 1.874.444 1.874.444 1.874.444 1.874.444 1.874.444
Eigen vermogen per aandeel 14,37 14,51 14,23 11,95 11,95 11,24
Toename in % -1,0% 2,0% 19,1% 6,3% 6,3% 5,5%
ebitda per aandeel 2,14 2,40 2,26 2,45 2,81 2,46
Toename in % -10,5% 6,2% -7,7% -12,8% 14,2% 27,7%
Winst per aandeel 1,31 1,31 3,06 1,75 1,75 1,47
Toename in % 0,0% -57,1% 74,6% 18,9% 18,9% 29,0%
Vrije kasstroom per aandeel 0,46 1,40 2,99 2,29 2,29 2,34
Toename in % -67,1% -53,0% 30,6% -2,1% -2,1% 256,2%
Dividend per aandeel 1,15 1,12 1,08 1,05 1,05 0,90
Toename in % 2,7% 3,7% 2,9% 16,7% 16,7% 0,00%
Pay-out ratio 88,0% 85,3% 35,3% 60,0% 60,0% 61,2%
* Gewijzigde presentatie ten Aantal uitstaande aandelen
per jaar
1.874.444 1.874.444 1.874.444 1.874.444 1.874.444 1.874.444
opzichte van jaarrekening
2011 vanwege in 2012 Hoogste aandelenkoers in het jaar 25,83 22,90 20,50 15,20 15,20 13,85
verkochte Laagste aandelenkoers in het jaar 21,95 19,25 13,50 12,00 12,00 10,20
bedrijfsactiviteiten. Aandelen koers per einde jaar 25,73 22,14 19,50 13,50 13,50 13,16

J a a r r e k e n i n g

De Raad van Commissarissen heeft de balans, de winsten verliesrekening en de vereiste toelichtingen en overzichten van Koninklijke Brill nv over het boekjaar 2014 laten onderzoeken door Ernst & Young Accountants LLP, die een goedkeurende controleverklaring hebben verstrekt (zie pagina 82). Mede op grond van deze verklaring heeft de Raad samen met de Directie de jaarrekening ondertekend. Wij adviseren aandeelhouders de aldus opgemaakte jaarrekening ongewijzigd vast te stellen. Wij stellen voor over het jaar 2014 een dividend van eur 1,15 per (certificaat van) aandeel uit te keren.

Activiteiten

Naast de gebruikelijke gedetailleerde kwartaalrapporten ontving de Raad van de Directie tussentijds op onderdelen rapportages, veelal ter voorbereiding van de vergaderingen. In het verslagjaar heeft de Raad zevenmaal vergaderd met de Directie, waarbij is overlegd over onder andere risicomanagement, ontwikkelingen in het personele vlak, management development, de lange termijn strategie van de onderneming, in het bijzonder voor de Aziatische markt, kostenontwikkeling en -beheersing, de voortgang en ontwikkeling van uitgeefplatforms, liquiditeitsplanning, kredietfaciliteiten, diverse investeringen en de acquisitie van Editions Rodopi bv. Zesmaal werd vergaderd in Leiden en één maal in Brill's kantoor in Boston. Tijdens dat bezoek vonden ontmoetingen met bibliothecarissen, grote afnemers en auteurs plaats. Alleen tijdens de vergadering op 21 augustus 2014 was de Raad niet voltallig; de heer Rogaar was verhinderd. Tevens is er één maal telefonisch vergaderd op 19 maart 2014. Uitvoerig stond de Raad stil bij de tegenvallende verkoop van gedrukte boeken, vooral in de Verenigde Staten. De voltallige Raad droeg actief bij aan de totstandkoming van het Budget 2015 en het Strategisch Plan 2015-2017. De doelen in het kader van de variabele beloningsregeling van Directie en staf werden bepaald en geëvalueerd. De vaste strategie van kwaliteit van de winst behaald met kernactiviteiten, groei door productontwikkeling, exploitatie van elektronische

uitgaven en realisatie van grote projectacquisities, is onverkort voortgezet en wordt waar mogelijk verankerd in gestelde doelen.

Tussentijds vond ook informeel overleg plaats tussen leden van de Raad en de Directie. De Raad vergadert steeds ook buiten aanwezigheid van de Directie. Dit heeft tot doel het functioneren van de Raad, van zijn individuele leden en dat van de Directie te bespreken. In 2014 heeft deze evaluatie zonder de hulp van een externe adviseur plaatsgevonden. Met de externe accountant vond het jaarlijkse overleg plaats, in aanwezigheid van Directie en staf. Een gedeelte van de agenda was gereserveerd voor een gesprek tussen Raad en accountant, zonder Directie en staf, waarvan gebruik is gemaakt. Zoals te doen gebruikelijk vond ook met de Ondernemingsraad twee keer overleg plaats.

P r o f i e l s c h e t s

De Raad van Commissarissen dient zodanig te zijn samengesteld dat elk lid van de Raad en de Raad als geheel in staat is zijn taak, inhoudende het uitoefenen van toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen evenals het geven van advies aan de Directie, adequaat uit te oefenen. Gezien de internationale spreiding van de activiteiten van de vennootschap en van de met haar verbonden ondernemingen, dienen alle leden van de Raad te beschikken over internationale ervaring. Daarnaast is het noodzakelijk dat ten minste één lid in het bijzonder op de hoogte is van de gang van zaken in een uitgeverij en ervaring heeft als uitgever. Voorts dient één lid van de Raad financieel deskundig te zijn, wat inhoudt dat deze persoon relevante kennis en ervaring heeft opgedaan op financieel administratief/accountinggebied bij beursgenoteerde vennootschappen en/of bij andere grote rechtspersonen. De Raad als geheel fungeert als audit committee.

De leden van de Raad dienen te beschikken over voldoende tijd om hun taak adequaat te kunnen uitoefenen. Dit geldt meer in het bijzonder voor de President Commissaris van de Raad. De Raad van Commissarissen bestaat vooralsnog uit drie personen. Om een goede overdracht van de portefeuille "uitgever" te waarborgen is gedurende de periode mei 2013-mei 2014 de heer Spruijt aangebleven als commissaris. De samenstelling van de Raad van Commissarissen is in overeenstemming met het bovenvermelde profiel. In 2015 ontstaat een vacature vanwege het aftreden van de heer Rogaar die bij uitstek financieel deskundig is. De Directie en de Raad van Commissarissen hebben de invulling ervan zorgvuldig voorbereid en zullen daarvoor aan de Aandeelhoudersvergadering in mei 2015 een voorstel doen. De gegevens van de leden van de Raad staan vermeld op pagina 9 De leden van de Raad zijn onafhankelijk in de zin van de Nederlandse corporate governance code.

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e

In dit jaarverslag wordt op pagina 10 uiteengezet op welke wijze de vennootschap is omgegaan met implementatie van de Nederlandse corporate governance code. De Raad van Commissarissen toetst zijn werkwijze jaarlijks aan de code en heeft in 2014 opnieuw besloten van de code af te wijken voor wat betreft het gebruik van certificering als mogelijk beschermingsinstrument (nader toegelicht op pagina 10-11). Er hebben zich met betrekking tot de Raad van Commissarissen en de Directie geen transacties met tegenstrijdige belangen voorgedaan.

A a n d e e l h o u d e r s v e r g a d e r i n g

Op 15 mei 2014 vond in het kantoor van de vennootschap in Leiden de Algemene Vergadering van Aandeelhouders plaats. Alle voorliggende besluiten werden na kort beraad genomen, met inbegrip van het dividendvoorstel (eur 1,12 per aandeel).

Slot

Brill heeft in 2014 laten zien dat zij bestendig is in een door een mondiale crisis en geopolitieke problemen geplaagde markt en vast kan houden aan de gekozen

strategie. Met tegenwind, veroorzaakt door tegenvallende boekverkopen, bezuinigingen op wetenschappelijk onderwijs en bibliotheken, wordt rekening gehouden. Een bedrijf dat in staat is praktische maatregelen te nemen voor aanpassingen op korte termijn, maar tegelijkertijd vasthoudt aan een kansrijke lange termijn strategie van optimale dienstverlening en ondernemerschap werkt in de visie van de Raad in het belang van alle stakeholders. Het streven blijft wat de Raad betreft gericht op gezonde groei en voortdurende beheersing van kosten. Door aandacht voor deze aspecten en een evenwichtig prijsbeleid kan verder gewerkt worden aan groei van de activiteiten en verbetering van de resultaten. Brill is er tot nu toe in geslaagd de migratie van papier naar digitaal succesvol te laten verlopen en is goed gepositioneerd een multimediale toekomst tegemoet te treden. Hoewel de informatievoorziening binnen het bedrijf sterk verbeterd is, blijven wij hier structurele aandacht voor vragen. De kwartaalrapporten zijn van goed financieel niveau, maar kunnen nog verder worden aangevuld met andere relevante kwalitatieve en kwantitatieve gegevens en analyses. De primaire processen binnen de onderneming worden met standaard werkmethodes ondersteund. De op deze wijze ontstane infrastructuur zal een gezonde ontwikkeling en een voortgaande groei van het bedrijf stimuleren. Wij menen dat ondanks de wat tegenvallende resultaatsontwikkeling de uitgangspositie van Brill ook in 2014 verder is versterkt en wij danken vanzelfsprekend alle medewerkers voor hun bijdrage aan het realiseren

Leiden, 26 maart 2015

van de resultaten in 2014.

Raad van Commissarissen

Mr. A.R. baron van Heemstra Mw. C. Lucet, MBA Mr. R.E. Rogaar

M r. A . R . b a r o n v a n H e e m s t r a , 1 9 4 6 , N e d e r l a n d e r

President Commissaris Koninklijke Brill nv sinds 2008, tweede en laatste termijn loopt tot 2016 Voorzitter van het Netherlands Network of Global Compact (GCNL) Voorzitter van de Stichting MEARC (Modern East Asia Research Center) Vicevoorzitter van Supervisory Board van de Academy of Business in Society (ABIS) Bestuurslid van Nederlandse Senior Experts (PUM) Lid van de Raad van Advies van het Platform for International Education (PIE)

M w. C . L u c e t , M B A , 1 9 5 9 , F r a n ç a i s e

Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 2013, eerste termijn loopt tot 2017 Algemeen Directeur van Editis Education & Réference en Editions Nathan Lid van de Raad van Commissarissen van Cap Digital Lid van de Raad van Commissarissen en lid van de audit commissie van Casino Guichard Perrachon

M r. R . E . R o g a a r, 1 9 4 4 , N e d e r l a n d e r

Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 2007, tweede en laatste termijn loopt tot 13 mei 2015 Lid van de Raad van Commissarissen van Darlin nv Bestuurslid van Stichting Erik Hazelhoff Roelfzema Prijs Bestuurslid van Sirtema Stichting

D r s . I n g . H . P. S p r u ij t , 1 9 4 9 , N e d e r l a n d e r

Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 2000, tot 15 mei 2014 Voorzitter van de Raad van Commissarissen van M&R De Monchy nv Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Koninklijke Jumbo bv Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Koninklijke BDU Holding bv Bestuurslid van Stichting Luchtmans Bestuurslid van Vereniging AEGON

Koninklijke Brill nv is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Leiden. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is verdeeld in gewone aandelen en cumulatief preferente aandelen. Er zijn momenteel geen cumulatief preferente aandelen uitgegeven. Van de geplaatste gewone aandelen is ongeveer 99% gecertificeerd en ondergebracht bij de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill. Alleen certificaten van aandelen zijn genoteerd op de beurs van Euronext Amsterdam. De meerderheid van het kapitaal is in handen van Nederlandse, veelal particuliere beleggers. Naar schatting wordt ruim 60% van de certificaten gehouden in pakketten van 3% of meer. Koninklijke Brill nv is een structuurvennootschap. De statuten, te raadplegen via de website van het bedrijf, regelen benoeming en ontslag van commissarissen en wijziging van statuten.

Omdat Brill een relatief kleine, zeer specialistische en goed renderende uitgeverij is, en bovendien activiteiten ontplooit op gebieden waarop diverse zeer grote uitgeverijen werkzaam zijn, wordt bescherming tegen onvriendelijke overnames noodzakelijk geacht. Daarom heeft de vennootschap een aantal beschermingsconstructies. In de eerste plaats bestaat de mogelijkheid preferente aandelen uit te geven. In geval van uitgifte worden deze geplaatst bij de Stichting Luchtmans, waarmee is overeengekomen dat de stichting uit te geven preferente aandelen zal verwerven tot maximaal 100% van het aantal aan gewone aandelen geplaatste kapitaal. Daarnaast worden de (met medewerking van de vennootschap) uitgegeven certificaten van aandelen ook gezien als beschermingsmogelijkheid omdat de Stichting Administratiekantoor zich het recht voorbehoudt ingeval van situaties als bedoeld in art. 2:118a lid 2 BW geen stemvolmachten te geven en evenmin bindende steminstructies te aanvaarden. De omzetting van certificaten van aandelen is beperkt mogelijk door een in de statuten van de vennootschap opgenomen beperking tot 1%, terwijl bovendien het aandeelhouderschap

alleen openstaat voor natuurlijke personen, de vennootschap zelf, het administratiekantoor en vennootschappen die in het verleden (vóór 29 juli 1997) al aandeelhouder waren. Daarenboven is een aantal rechten toegekend aan de Gecombineerde Vergadering, zijnde de vergadering van Raad van Commissarissen en Directie samen. De rechten van de Gecombineerde Vergadering betreffen onder meer het vaststellen van het aantal commissarissen, het al dan niet reserveren van winst, en het doen van voorstellen tot statutenwijziging, ontbinding en juridische fusie/splitsing.

De vennootschap wordt bestuurd door een Directie die bestaat uit één persoon, bijgestaan door een managementteam. Gezien het feit dat de directie bestaat uit één persoon kan Brill per definitie niet voldoen aan de vereiste omtrent evenwichtige verdeling van zetels over mannen en vrouwen in de directie. De vennootschap heeft een Raad van Commissarissen die thans bestaat uit drie personen. De Raad heeft geen aparte commissies ingesteld en is niet voornemens dit op korte termijn te doen. De aanbevelingen van de Commissies Peters, Tabaksblat en Frijns op het gebied van corporate governance maken deel uit van de corporate governance structuur van Brill, met uitzondering van standpunten over bescherming van de vennootschap.

De Raad van Commissarissen en de Directie bespreken jaarlijks op welke wijze uitvoering gegeven zal worden aan de best practice bepalingen en aan de geldende wettelijke eisen. Zij stellen thans vast dat de corporate governance structuur van de vennootschap in hoofdlijnen in overeenstemming is gebracht met de principes zoals deze zijn verwoord in de Nederlandse corporate governance code, met uitzondering van het gebruik van certificaten als beschermingsconstructie.

Op het terrein van transparantie zijn tussen de Raad van Commissarissen en de Directie en tussen commissarissen onderling duidelijke afspraken gemaakt, onder andere over het omgaan met financiële en

andersoortige belangen. Een en ander is vastgelegd in reglementen en gedragsregels. De arbeidsovereenkomst met de directeur is opgesteld volgens de best practice bepalingen van de Code. Binnen de onderneming bestaan strikte gedragsregels en regelingen, waaronder regelingen betreffende insider trading, seksuele intimidatie en zogenaamde klokkenluiders.

Brill is relatief kwetsbaar ten aanzien van fusies en overnames die vaak worden beheerst door primair op schaalvergroting gerichte investeerders uit financiële dan wel collegiale hoek. Schaalvoordelen spelen een beperkte rol bij een bedrijf waarvan een deel van de waarde juist besloten ligt in de onbetwiste reputatie bij afnemers en auteurs in binnen- en buitenland. Auteurs in nauw omschreven marktnissen leggen de basis van toekomstige groei door hun medewerking aan seriewerken, tijdschriften, handboeken, encyclopedieën en tijdschriften. Als onderzoekers geven zij de impuls tot aankoop, veelal via hun bibliotheken en instituten. De bibliothecarissen op hun beurt blijven alleen dan geabonneerd op vervolgwerken wanneer zij vertrouwen op de toekomstige kwaliteit en prijsstelling van te verschijnen publicaties. Door deze niet vanzelfsprekende verhouding met zulke belangrijke stakeholders, zijn en blijven de Raad van Commissarissen en Directie van mening dat de vennootschap maximaal dient te worden beschermd. De Raad van Commissarissen en Directie zijn zich ervan bewust dat bescherming van de onderneming in de regel slechts tijdelijk van aard kan zijn en primair tot doel heeft ruimte te scheppen de strategische alternatieven voor het bedrijf zorgvuldig af te wegen en deze zo nodig met de belangrijkste stakeholders te beoordelen. Aan alle stakeholders en vooral aan aandeelhouders moet daarom duidelijk worden gemaakt wat de strategie van het bedrijf behelst en welke waardevolle elementen uit verleden, heden en toekomst in het bedrijf besloten liggen. Het streven van het bestuur is de onderneming een aantrekkelijke belegging te doen zijn voor aandeelhouders die een voorkeur hebben voor een strategie die op duurzame groei is gericht. Duurzame groei is voor de

onderneming in grote mate afhankelijk van de gunst van klanten en auteurs. Een actieve investor relations agenda is erop gericht deze samenhangende boodschap uit te dragen en het behouden van vertrouwen en sympathie van aandeelhouders is een basiselement van het corporate governance beleid.

Zolang en voor zover certificaten een rol kunnen spelen in het geheel van maatregelen die een maximale bescherming verzekeren met het doel tot een afgewogen besluit te komen over de toekomst van de onderneming, worden zij gehandhaafd.

In de geest van de Code is al eerder besloten dat het bestuur van de Stichting Administratiekantoor zal bestaan uit drie onafhankelijke leden. Het bestuur van de Stichting Administratiekantoor deelt de mening van Directie en Raad van Commissarissen over het gebruik van certificaten als beschermingsconstructie. Zie het verslag van de Stichting op pagina 28 van dit jaarverslag.

Wat betreft de best practice bepalingen voor zover niet relevant voor de bescherming zijn Directie en Raad van Commissarissen altijd van mening geweest dat deze kunnen worden gezien als een nadere invulling en verfijning van de al bestaande corporate governance structuur. De ervaring die de vennootschap heeft opgedaan bij het invoeren van bepalingen ter zake van corporate governance, is een gunstige geweest. Het bedrijf heeft ondervonden dat een beursgenoteerde onderneming van bescheiden schaal goed in staat is de moeite en kosten op te brengen die nodig zijn om goede uitvoering aan de Code te geven. De Raad van Commissarissen en Directie zijn van mening dat de aangescherpte regels en de uitgebreide plicht verantwoording af te leggen duidelijk bijdragen aan de verbetering van het bestuur van de onderneming.

Raad van Commissarissen

Directie

B e l o n i n g s b e l e i d R a a d v a n C o m m i s s a r i s s e n

De beloning van de voorzitter en de leden van de Raad van Commissarissen is bepaald op een jaarlijkse vaste vergoeding en bevat geen variabele elementen. Zij ontvangen geen prestatie gerelateerde beloning of aandelen en bouwen geen pensioenrechten bij de onderneming op. Zij ontvangen bij vertrek geen ontslagvergoeding. De beloning van de Raad van Commissarissen wordt regelmatig beoordeeld, eventueel na advies van een deskundige derde. In 2012 zijn de vergoedingen voor het laatst gewijzigd. Eventueel aandelenbezit van leden van de Raad van Commissarissen is ter belegging op lange termijn. De onderneming kent strikte regels ten aanzien van bezit van en transacties in effecten door commissarissen anders dan die uitgegeven door Brill.

B e l o n i n g s b e l e i d D i r e c t i e

De beloning van de directeur wordt vastgesteld door de Raad van Commissarissen op basis van de hoofdlijnen van het beloningsbeleid, zoals hierin vastgelegd. Deze zijn in lijn met de principes en de best practice bepalingen van de Nederlandse corporate governance code. Het beleid betreffende de beloning van de Directie is erop gericht aan de directeur een beloning voor zijn werkzaamheden toe te kennen die wat betreft hoogte en structuur zodanig is dat een gekwalificeerde en deskundige bestuurder kan worden aangetrokken en behouden. De marktconformiteit van de beloning wordt jaarlijks door de Raad van Commissarissen getoetst, eventueel met behulp van een externe deskundige. De beloning voor 2014 en volgende jaren kent een vaste en een tweetal prestatieafhankelijke variabele componenten. De Raad van Commissarissen heeft besloten de vaste beloning per 1 januari 2014 met 2% te verhogen. Voorts houdt het beleid in dat de vennootschap de pensioenpremie voor de directeur voor zijn rekening neemt, met dien verstande dat de directeur een eigen bijdrage betaalt van 30% van de verschuldigde premie. De vennootschap verstrekt geen leningen, voorschotten of garanties aan de directeur.

Ten aanzien van het beloningsbeleid kan het volgende worden opgemerkt:

a De Raad van Commissarissen ziet variabele beloning als een wezenlijk onderdeel van het beloningspakket van de Directie. De doelstellingen en prestatievoorwaarden zijn een afspiegeling van de belangrijkste factoren voor waardegroei en groei van de aandeelhouderswaarde op korte en middellange termijn. De totale beloning kan voor een aanzienlijk deel bestaan uit variabele beloning, waarvan de hoogte afhankelijk is van prestatiemaatstaven. Het variabele deel van de beloning voor de korte termijn doelstellingen bedraagt maximaal 40% en voor de driejaars lange termijn doelstelling maximaal 40% van de vaste beloning in het jaar dat het doel werd overeengekomen.

b Het beleid van de vennootschap met betrekking tot de arbeidsovereenkomst ligt in lijn met de best practice bepaling van de Code. De geldende opzegtermijn bedraagt vier maanden en is in lijn met wat gebruikelijk is.

c De prestatiecriteria voor de korte termijn in 2014 waren (1) begrote winst per aandeel en daarnaast (2) in het raamwerk van Brill's Open Access strategie de lancering van ten minste drie volledig OA tijdschriften met een daarvoor aangezochte redactie en een bij dit type publicatie passende functionaliteit en (3) herinrichting van de redactionele processen op basis van XML codering en (4) de voorbereiding van een actieplan gericht op de marktontwikkeling in Azië. Voor deze elementen zijn passende en meetbare criteria gehanteerd. De doelstelling met betrekking tot de begrote winst per aandeel werd niet behaald en de beoogde herinrichting van het redactionele proces slechts ten dele. Op basis van deze vaststelling kon begin 2015 eur 40 duizend (16%) worden toegekend. Voor de lange termijn 2012- 2014 waren groeidoelstellingen geformuleerd die niet zijn behaald.

d Aan de directeur zijn geen rechten gegeven op het verwerven van opties of aandelen. Het persoonlijke aandelenbezit in Brill van de Directie is ter belegging op lange termijn.

e De Raad van Commissarissen heeft regels gesteld ten aanzien van het bezit en transacties in effecten door de Directie anders dan die uitgegeven door Brill.

Raad van Commissarissen

S t r a t e g i s c h e e n o p e r a t i o n e l e r i s i c o ' s

Uitgeefrechten

Het auteursrecht is een belangrijk fundament voor elke uitgeverij. Bij het uitgeven wordt aandacht besteed aan de volledigheid van rechten en licenties voor het publiceren in de verschillende verschijningsvormen, zowel in gedrukte als in elektronische vorm. Piraterij en in mindere mate plagiaat zijn verschijnselen die in de digitale wereld om structurele maatregelen vragen.

Maatregelen:

Waar overheden of instellingen niet optreden, bieden geautomatiseerde detectie en juridische hulpdiensten enig soelaas. Een juridisch medewerker bij Brill is speciaal belast met beleid en beheer van eigendomsrechten en licenties.

Open Access

Het vrij toegankelijk publiceren van primaire onderzoeksresultaten op het internet door wetenschappelijke instellingen in Open Access vormt in theorie een risico voor academische uitgevers, en dus ook voor Brill. Green Open Access is een variant waarbij na een embargo een publicatie vrij toegankelijk openbaar gemaakt mag worden. Gold Open Access is een model waarbij de uiteindelijke publicatie direct vrij toegankelijk wordt gemaakt tegen betaling door de auteur of een sponsor.

Maatregelen:

Brill zoekt actief samenwerking met instituten van wetenschappelijk onderzoek. Brill gaat met alle mogelijkheden van Open Access voorzichtig maar flexibel om en is betrokken bij een aantal experimenten waarbij de effecten op de bestaande uitgeefpraktijk worden gemeten. Brill bepleit Gold Open Access business modellen, met een betalende auteur in plaats van een eindgebruiker, en gaat uit van een hoogwaardig wetenschappelijk product. Brill heeft samen met de International Federation of Library Associations and

Institutions (IFLA) een Open Access Award ingesteld, waarbij nieuwe initiatieven op dit gebied worden beloond. Brill ziet de grootschalige digitalisering en indexering van boeken onder copyright die uitgevoerd wordt door derden zoals Google als kans en niet als bedreiging. Vrijwillige en juridisch geregelde deelname hieraan zorgt er juist voor dat Brill's boeken digitaal eenvoudig vindbaar en gemakkelijker verkoopbaar worden, wat zowel het belang van de auteur (zichtbaarheid en verspreiding) als van Brill dient.

Outsourcing

Het uitbesteden van bedrijfsprocessen kan potentieel risicovol zijn vanwege de afhankelijkheid van externe leveranciers en partners. Brill heeft zetten, drukken en binden, orderverwerking, opslag en distributie, onderhoud van digitale databases en software, incasso en onderdelen, gedeelten van systeembeheer en bureauredactie uitbesteed.

Maatregelen:

Zorgvuldige contracten en Service Level Agreements en scherpe controle op geleverde diensten door de eigen deskundige staf dekken een groot gedeelte van de risico's dat uitbestede diensten niet naar behoren functioneren af. Andere operationele risico's als calamiteiten, computerstoringen en personele risico's worden geminimaliseerd door een breed pakket aan verzekeringen (waaronder een kredietverzekering) en calamiteiten- en uitwijkplannen voor IT. In het kader van controle op de juistheid en volledigheid van omzetrapportage van elektronisch product door derden zijn fijnmazige maatregelen nodig.

Personeel

Een "people's business" als een uitgeverij moet bestendigheid nastreven in het contact met klanten en auteurs, hetgeen een kundige en actieve staf vereist.

Maatregelen:

Naast alle activiteiten die zijn gericht op de ontwikkeling van de aanwezige staf, wordt elk jaar de personele organisatie grondig doorgelicht. Dit inzicht wordt besproken met de Raad van Commissarissen waarbij ook wordt ingegaan op een sterkte/zwakte analyse en bevorderings- en opvolgingsvragen.

Professionele ontwikkeling, opleidingen en management development krijgen daarnaast veel aandacht.

Financiële risico's

Bijzondere waardeverminderingen

Naast de in noot 14 van de jaarrekening beschreven financiële risico's van de onderneming (valuta-, rente- en kredietrisico) bestaan er nog andere. Zo is er een beperkt risico op aanzienlijke afwaardering van uitgavenrechten en/of goodwill. Het betreft hier gekochte auteursrechten, waarvan de overnameprijs (en dus de boekwaarde) nooit hoger is dan de netto contante waarde van de aan de overname verbonden toekomstige kasstromen.

Maatregelen:

Geacquireerde auteursrechten worden reëel gewaardeerd, en worden bovendien jaarlijks volgens een met de externe accountant afgestemde procedure opnieuw beoordeeld.

Incourante voorraden

Het ontstaan van incourante voorraden kan zorgen voor aanzienlijke kosten.

Maatregelen:

Brill voert een stringent beleid om te voorkomen dat incourante voorraden ontstaan. Het gehanteerde systeem van voorraadwaardering op basis van verkooppatronen ontmoedigt het fenomeen van te hoge oplages. Incourante voorraden betreffen derhalve doorgaans oudere titels. Nog courante voorraden

worden periodiek en ten minste jaarlijks beoordeeld. De voorraden in de magazijnen worden periodiek gecontroleerd en daar waar mogelijk gereduceerd. Door het door Brill in 2012 ingezette printing on demand beleid is het risico van het ontstaan van incourante voorraden zeer sterk verkleind. In de toekomst zal de aandacht zich daarom vooral richten op incourante voorraad van elektronisch product en niet zozeer op de voorraad van gedrukte boeken.

Brill besteedt veel aandacht aan de verdere verbetering van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, die regelmatig door het management worden doorgelicht en besproken met de Raad van Commissarissen. Deze systemen hebben tot doel de significante risico's waaraan de onderneming is blootgesteld op te sporen en optimaal te beheersen. Dit kan echter geen absolute zekerheid bieden tegen onjuistheden van materieel belang, verlies, fraude, menselijke fouten en overtredingen van wetten of regels. Waar tekortkomingen worden geconstateerd, worden direct verbeteringen aangebracht. Brill kent uitvoerige regels en voorschriften op het gebied van functiescheiding, het aangaan van verplichtingen, het betalingsverkeer, beveiliging van toegang en systemen en naleving van verslagleggingregels, fiscale regelgeving en regelgeving vanwege de beursnotering. Daarnaast vindt interne controle plaats binnen de planning en control cyclus, bestaande uit het jaarlijkse strategisch plan, de jaarbegroting en maandelijkse en kwartaalrapportages over financiële en niet-financiële aandachtspunten (inclusief analyses). Een medewerker operational audit analyseert risico's, efficiency en effectiviteit van de bedrijfsprocessen en voert jaarlijkse, soms mede door de management letter ingegeven brede risicoanalyses volgens het COSO-IC model uit. Deze worden besproken met de Raad van Commissarissen. Hiernaast kent Brill een klokkenluidersregeling en een vertrouwenspersoon. Ook moeten hier uiteraard controle door de externe accountant en periodieke IT audits genoemd worden.

De directie verklaart dat de interne risicobeheersingen controlesystemen een zodanige mate van zekerheid geven dat de financiële verslaggeving over 2014 geen onjuistheden van materieel belang bevat. De externe accountant heeft opnieuw over 2014 de opzet en werking van de belangrijkste financiële processen en controles beoordeeld.

Als meest ernstige en urgente risico is geïdentificeerd de toenemende behoefte aan een betere controle op de volledigheid van toegangscontrole op elektronische bestanden en daarmee samenhangende omzetverantwoording, vooral die van de verkoop door derden. De onderneming onderschrijft deze behoefte. De Raad van Commissarissen bespreekt steeds de operational audit rapportages met de directie en heeft geen aanbeveling gedaan een interne auditor functie in te richten. De directie verklaart dat de risicobeheersingen controlesystemen in het verslagjaar adequaat hebben gewerkt en dat er geen indicaties zijn dat deze systemen in het lopende jaar niet naar behoren zullen werken.

1. Algemeen Verslag 2014

Toen bedrijfsleider Evert Jan Brill (1812-1871) in 1848 de Leidse uitgeverij Luchtmans kocht en er zijn naam aan gaf, zette hij de kernactiviteit van het bedrijf, in 1683 opgericht door Jordaan Luchtmans (1652-1708), voort. Het faciliteren van de informatiestroom tussen auteurs en hun lezers bleef de core business van de bloeiende uitgeverij. In 1896 werd Brill een naamloze vennootschap, en daaraan werd honderd jaar later, in 1996, het predicaat 'koninklijk' toegevoegd. Brill groeide in de twintigste eeuw uit tot een kleine maar belangrijke internationale uitgever. Het bedrijf is tegenwoordig vooral een breed georiënteerde humaniora uitgeverij, die op zichzelf veel weg heeft van een internationale universiteitspers, maar rendementen nastreeft die niet onder doen voor die van de grote uitgeefconcerns. Brill richt zich op de wetenschappelijke onderzoeksmarkt in de humaniora, het internationale recht en de natuurlijke historie. Het bedrijf heeft zet- en drukwerk, IT en distributie uitbesteed aan derden, investeert alleen in kernactiviteiten en past bewezen succesvolle technologieën toe.

Imprints en producten

Brill is in de loop van haar bestaan niet alleen autonoom gegroeid, maar heeft ook diverse andere uitgeverijen en fondsonderdelen overgenomen, onder andere VSP, Nijhoff, IDC Publishers, Humanities Press, Styx, Index Islamicus, Gieben, Koninklijke Van Gorcum, Transnational, Hotei, Global Oriental, Forsten, Emerald en KITLV. Eind 2013 kon Hes & De Graaf worden overgenomen, gevolgd door Editions Rodopi in de zomer van 2014. Brill heeft daarvan nu alleen de imprints Nijhoff, Hotei, Hes& De Graaf en Rodopi bv in gebruik. Met de overname van Martinus Nijhoff Publishers in 2003 heeft Brill zich een leidende positie op het gebied van het internationaal recht verworven. Nijhoff geeft de prestigieuze publicatiereeks en de online database van The Hague Academy of International Law uit. Het contract daarvoor kon eind 2014 worden verlengd.

Ook levert Brill wetenschappelijk belangrijke primaire bronnen (steeds meer in digitale vorm) aan instituten met bijzondere en zeldzame collecties, die deze vaak uit speciale fondsen bekostigen.

Brill voert een duaal uitgeefbeleid. De productvormen boek, tijdschrift en naslagwerk bestaan naast elkaar, in papieren en elektronische vorm. Het boek, dat anders dan bij bètawetenschappen nog niet verdrongen is door tijdschriften, speelt bij Brill nog steeds een grote rol. De elektronische omzet is de laatste jaren stevig gegroeid, maar bleef in 2014 vlak. Brill biedt de e-versie van haar producten via derden maar ook zelf aan en versterkt zo haar positie. Het uitgeefproces is geheel digitaal ingericht en door een multimediaal bestandsformaat kan de klant veelal kiezen op welke wijze de informatie wordt afgenomen. Door de grote houdbaarheid van wetenschappelijke informatie in de alfawetenschappen is de levensduur van Brill's producten over het algemeen lang. Brill verkoopt nog steeds oude titels uit voorraad, maar door met nieuwe technologie op bestelling of in kleine oplage te herdrukken (printing on demand). In 2014 werden met succes enkele langlopende boekenseries gedigitaliseerd en als deelcollectie op de markt gebracht. Ook worden gebiedscollecties en compilaties samengesteld. In ieder geval kan zonder terughoudendheid aan auteurs beloofd worden dat boeken van Brill altijd leverbaar blijven.

Internationaal: auteurs en lezers

Uitgeverij Brill is vanaf het begin een internationaal actieve speler geweest. De afzet van Brill is voor meer dan 95% in landen buiten Nederland, hetgeen overeenkomt met het aandeel auteurs dat Brill in die landen heeft. Tachtig procent van Brill's clientèle bevindt zich in Europa en Noord-Amerika, twintig procent in de rest van de wereld. Brill heeft contacten met alle belangrijke academische onderzoekscentra in de wereld, maar koestert de traditioneel sterke band met

de Leidse universiteit. Mede door de sterke positie van Brill in een aantal Leidse specialiteiten zoals Islam studies, kleine talen, archeologie en sinologie zijn de in Leiden actieve wetenschappers gemiddeld goed vertegenwoordigd bij Brill.

Het aangaan van meervoudige relaties met universiteiten en instituten, vertaalde zich in 2014 in een afspraak met de Radboud Universiteit in Nijmegen om een boekenserie in Open Access uit te geven op het gebied van de Digital Humanities. Met de bibliotheek van de Vrije Universiteit in Amsterdam is overeengekomen dat een bedrag opzij wordt gezet voor Open Access publicaties. Beide initiatieven betreffen het door Brill omarmde beleid van Open Access. Met het consortium UKB (de universiteitsbibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek in Nederland) is in 2014 gesproken over een alles omvattende meerjarenafspraak over de verkoop van databanken en de financiering van Open Access uitgaven. In goed overleg is besloten hier vooralsnog vanaf te zien en beide trajecten apart te behandelen. Brill concentreert zich voor haar afzet op de bibliotheken en elektronische netwerken van grote universiteiten. Wereldwijd staan bibliotheekbudgetten voor de humaniora al vele jaren onder druk. Toch is er tot op heden bij de universiteitsbibliotheken een tamelijk stabiel verzamelbeleid en een bestendige vraag gebleven. Ook nu de laatste jaren veel vaker pas wordt aangekocht als er concrete vraag is bij wetenschappers, is het institutionele karakter van de verkoop van toepassing gebleven.

De afname door bibliotheken loopt dikwijls via derden; tijdschriftagenten zijn intermediair bij abonnementen en de vroegere verzendboekhandels hebben zich ten dele omgevormd tot elektronische bemiddelaars. Ook in 2014 leverde de markt een beeld op van verdergaande consolidatie. In de zomer van 2014 ging de op een na grootse tijdschriftagent Swets&Zeitlinger failliet. Begin 2015 nam de grootste tijdschriftagent ter wereld Ebsco de grootste institutionele verzendboekhandel Yankee Book Peddler over. Deze schokken,

maar ook de veelheid van nieuwe verkoop- en prijsmodellen zoals 'short term loan' van digitaal product maken de afzet van wetenschappelijke uitgaven minder voorspelbaar.

De reputatie van Brill en vooral die van haar producten is van onverminderd grote invloed op de toekomstmogelijkheden van de uitgeverij. De gevestigde marktpositie in de humaniora draagt belangrijk bij aan het succes van Brill. Hoewel Brill altijd uitziet naar vernieuwing en verbreding van haar producten en productvormen, bewaakt de onderneming streng het uitgangspunt niet in teveel verschillende, niet met elkaar samenhangende disciplines terecht te komen. Groei door productontwikkeling en acquisitie wordt juist gezocht in humaniora, internationaal recht, biologie en wetenschapsgeschiedenis. De recent gestarte programma's op het terrein van theologie, wetenschapsgeschiedenis, Amerikaanse geschiedenis en filosofie hebben in 2014 bemoedigende groei laten zien.

Uitgeversrechten en (ver)spreiding

De uitgeefstrategie van Brill bestaat uit het koesteren en beschermen van haar sterke merken en het volgen van ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek in specifieke vakgebieden. Met auteurs wordt door middel van standaardovereenkomsten een redelijke en juridisch solide basis voor exploitatie afgesproken, waarbij een gecontroleerde verspreiding van de research door de auteurs zelf of hun instituten mogelijk gemaakt wordt. De juridische basis wordt verkregen door overdracht van rechten of het overeenkomen van een licentie. Brill speelt een actieve rol bij de nog prille ontwikkelingen met betrekking tot Open Access en Institutional Repositories en ondervindt daarbij geen problemen bij het regelen van auteursrechtelijke aspecten. De spreiding van Brill's portefeuille is goed: qua disciplines, verkoopkanalen, productformaten, samenstelling van de omzet uit oud en nieuw fonds en geografie. Het kantoor in Boston vergemakkelijkt de toegang tot de Amerikaanse markten en kon in 2014 in

een nieuwe huisvesting aan uitbreiding van de dienstverlening aan auteurs en klanten verder werken. Sinds 2012 werkt Brill aan het vergroten van de marktkennis en het direct marketing bereik in Zuidoost-Azië. In 2015 wordt op bescheiden schaal met een nieuwe vertegenwoordiging in Singapore begonnen.

De marketing- en verkooptactiek behelst een mondiale verspreiding van Brill's producten, dus niet uitsluitend binnen de door de auteur beoogde primaire doelgroep van vakgenoten. Samenwerking met Google en een groot aantal andere partners draagt bij aan de discoverability (vindbaarheid) van Brill's publicaties en daarmee aan het succesvol en met gezond rendement opereren in de huidige informatiemaatschappij.

Organisatie en medewerkers

Brill is een centraal geleide onderneming met een aantal gemeenschappelijke en een aantal gedelegeerde functies. De algehele dagelijkse leiding van Brill berust bij de directeur, die tevens verantwoordelijk is voor business development en personeelsbeleid. De primaire ondernemingsfunctie is gelegd bij uitgeefeenheden (publishing units) die gericht zijn op de hoofddisciplines waarin Brill actief is. Uitgevers zijn verantwoordelijk voor de multimediale fondsontwikkeling en het commerciële contact met hun redacties en auteurs. Zij worden actief ondersteund door twee centrale afdelingen: Sales & Marketing en Finance & Operations, beide geleid door een eigen Executive Vice President. De subafdeling Operations ziet toe op uitbesteed zet-, druk- en bindwerk, voorraadbeheer, bureauredactie, metadata beheer, elektronische uitgeeftechniek, automatisering en distributie.

De menselijke factor in het bedrijf is uiterst belangrijk. De hoog opgeleide en gemotiveerde medewerkers van Brill houden niet alleen de speurtocht naar nieuw wetenschappelijk onderzoek gaande, maar hebben handhaving en zo mogelijk aanscherping van kwaliteitsnormen en vergroting van het gebruik van de producten als strategisch uitgangspunt. Professionele ontwikkeling en management development zijn speerpunten van het personeelsbeleid. Het klimaat binnen Brill wordt tenslotte in toenemende mate bepaald door een maatschappelijk verantwoorde wijze van ondernemen. Brill sluit aan op een traditie die evenwicht nastreeft tussen handel en wetenschap en die juist die verhoudingen in het maatschappelijke verkeer voorop stelt die van belang zijn bij het bestendig toevoegen van waarde. In 2014 werd voortgebouwd op een initiatief dat de uitgeverij heeft genomen om met branchegenoten een door de Verenigde Naties gesteund programma van gratis verspreiding van juridische literatuur in ontwikkelingslanden vorm te geven.

2. Financieel verslag 2014

De tegenvallende omzetgroei van 2014 werd voor het eerst zichtbaar toen de cijfers over december gerapporteerd werden. Tot en met november was het jaar redelijk verlopen, met een voorspelde groei van ongeveer 4%. Het ontbreken van grote eindejaarsverkopen van databases en digitale collecties, maar ook een tegenvallende boekenomzet in Noord-Amerika, en lagere inkomsten uit het Midden-Oosten en Azië en een vertraagde productontwikkeling bij Hes & De Graaf vormden oorzaken voor deze lagere groei.

Omzetontwikkeling

De omzet van Brill vertoonde in 2014 een groei van 1,6% tot eur 29,7 miljoen (2013: eur 29,3 miljoen). Traditiegetrouw rekent Brill op een aantal aanzienlijke verkopen in de maand december, veroorzaakt door het feit dat universiteiten en bibliotheken aan het einde van het jaar nog budgetruimte hebben. Deze verkopen bleven grotendeels uit dit keer. De omzet van het geacquireerde bedrijf Editions Rodopi ontwikkelde zich volgens plan en de helft van de omzet van deze Amsterdamse uitgever telde voor Brill mee in 2014. De productontwikkeling en daardoor de omzet van Hes & De Graaf liep vertraging op in 2014. De elektronische omzet maakt nu 48% van de totale omzet uit (2013: 48%). De ontwikkeling van de koers van de US dollar in 2014 had een gering effect op de omzet, mede door het systematisch indekken van de koers. De omzet van gedrukte boeken steeg met 3,3% en die van elektronische boeken daalde met 3,2%. De omzet van elektronische boeken maakt nu ruim 32,4% van de totale boekenomzet uit (2013: 34%). De totale omzet van de tijdschriften (gedrukt en elektronisch) vertoonde een flinke stijging van 8,9% (2013: 1,9%) vooral door het uitbrengen van een groter aantal afleveringen. De omzet van elektronische tijdschriften steeg met 10% en maakt nu bijna 79% van de totale omzet tijdschriften uit (2013: 78%).

K o s t p r ij s v a n d e o m z e t , p e r s o n e l e e n overige operationele kosten

De kostprijs van de omzet steeg in 2014 licht (1,9%) ten opzichte van 2013, en de kostprijs als percentage van de omzet steeg naar 32,3% (2013: 32,2%).

Ondanks het feit dat Brill een actief en scherp inkoopbeleid en een efficiëntere productiestroomlijning bevordert, moet worden vastgesteld dat veel onderdelen van de kostprijs een gefixeerd karakter hebben. Het gaat hier om alle kosten die nodig zijn om tot het afleveren van een eerste exemplaar (gedrukt of elektronisch) te kunnen komen.

De personeelskosten stegen in 2014 met 4,6% (2013: 3,6%). Deze stijging is voor een gedeelte autonoom (Cao-verhogingen), maar wordt ook veroorzaakt door gestegen sociale lasten en een tijdelijke uitbreiding van het aantal fte's (fulltime equivalents), vooral door een tweetal acquisities. Het gemiddeld aantal fte's steeg daardoor van 123 naar 132 fte's. De overige operationele kosten stegen met eur 0,4 miljoen (5,5%). Aan de voorziening dubieuze debiteuren moest in 2014 eur 100 duizend worden toegevoegd, waar in 2013 nog sprake was van een vrijval van eur 50 duizend.

A f s c h r ij v i n g e n , f i n a n c i e r i n g s o p b r e n g s t e n en -kosten

De afschrijvingskosten bleven in 2014 op het niveau van 2013: eur 1,0 miljoen. De financieringsopbrengsten vertoonden een stijging ten opzichte van 2013 door eur 0,3 miljoen aan valutaresultaat (2013: eur -0,1 miljoen). De financieringskosten (kosten kredietfaciliteit) bleven op hetzelfde niveau.

Winst

Doordat de totale bedrijfslasten sterker stegen dan de omzet daalde de operationele marge (ebitda/omzet) naar 13,5% (2013: 15,4%). De winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten bedroeg 8,2% van de omzet (2013: 8,4%). Het aantal uitstaande aandelen bleef gelijk ten opzichte van 2013. De winst per aandeel bedroeg net als in 2013 eur 1,31.

Werkkapitaal en kasstroom

Het saldo van voorraden, debiteuren en overige vorderingen evenals crediteuren en overige te betalen posten steeg in 2014 met eur 0,6 miljoen. De voorraden (fysiek en elektronisch) stegen met eur 0,5 miljoen. De post debiteuren en overige vorderingen steeg per balansdatum met eur 0,5 miljoen. De netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten en de vrije kasstroom namen af. De investering in acquisities bedroeg eur 1,3 miljoen en betrof de overname van Editions Rodopi bv (Nederland).

Solvabiliteit

Het balanstotaal (eur 45,3 miljoen) steeg ten opzichte van 2013 (eur 44,3 miljoen). De vaste activa stegen met eur 1,5 miljoen en de vlottende activa daalden met eur 0,6 miljoen. Het eigen vermogen bedroeg ultimo 2014 eur 26,9 miljoen (ultimo 2013: eur 27,2 miljoen). De solvabiliteit daalde in 2014 naar 59,4% (2013: 61,4%).

B e u r s n o t e r i n g

De Raad van Commissarissen en de Directie evalueren regelmatig de vraag of de beursnotering in het belang is van de onderneming. Een beursnotering gaat gepaard met een gespreide eigendomsstructuur, die goed past bij Brill's oriëntatie op een veelheid aan stakeholders. In de wetenschappelijke markt die Brill bedient staat de uitgeverij een lange termijn koers voor, die continuïteit en objectieve kwaliteit koppelt aan bestendige groei en een gezond rendement. Certificaathouders van Brill genieten door de notering een zekere liquiditeit die vooral voor kleinere certificaathouders belangrijk is. Liquidity provider SNS neemt posities in en zorgt zo voor voortdurende prijsvorming, waardoor de kans op al te forse koersschommelingen enigszins wordt beperkt. Grote koersuitslagen naar beneden leveren immers een eigen ongewenste dynamiek die geheel los kan staan van de werkelijke gang van zaken binnen Brill. In 2014 nam Brill weer deel aan roadshows en andere ontmoetingen met geïnteresseerde en potentiële beleggers.

Dividend

Sinds 2009 is de formulering van het dividendbeleid gestoeld op een aantrekkelijk dividendrendement, winst, kapitaalbehoefte en solvabiliteit. Over 2012 en 2013 kon een ruim dividend worden betaald van eur 1,08 respectievelijk eur 1,12.

Wij zijn verheugd dat het dividendbeleid ondanks de tegenvallende resultaatsontwikkeling de mogelijkheid biedt om aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 13 mei 2015 voor te stellen over 2014 eur 1,15 per aandeel (88% van de beschikbare winst) uit te keren, geheel in contanten te voldoen.

Vooruitzichten

Concrete uitspraken over de toekomstige ontwikkeling van omzet en resultaat zijn in jaarverslagen van Brill niet te vinden. Door mogelijkheden tot strategisch passende acquisities te gebruiken en door een gunstig ontwikkelend uitgeefprogramma is de onderneming gematigd optimistisch over de toekomst. Brill blijft op groei van omzet en resultaat en kostenbeheersing sturen. Daarbij is stijgende omzet en toegevoegde waarde per medewerker een concreet doel, evenals het streven de groei van de omzet groter te doen zijn dan de groei van het werkkapitaal. Afhankelijk van de marktontwikkelingen wil de onderneming zijn aandeelhouders een aantrekkelijk rendement op geïnvesteerd vermogen bieden en streeft naar een stabiel, liefst stijgend dividend. Het primaire proces van de uitgeverij is gericht op dienstverlening, zowel aan auteurs als aan klanten. De onafhankelijke positie en de focus op kwaliteitsbewaking, gekoppeld aan kostenbeheersing en commerciële slagkracht moeten Brill in staat stellen concurrerend in de markt van wetenschappelijke uitgaven te opereren. Brill stelt zich altijd tot doel autonoom te groeien. Acquisities zijn aantrekkelijk als zij een strategische en financiële meerwaarde hebben en niet met onverantwoord groot geachte risico's gepaard gaan. Brill heeft een reputatie hoog te houden en daarom een voorkeur voor projecten die zonder haar toegevoegde

waarde niet tot stand zouden komen. Brill's financiële positie maakt een pro-actieve, ondernemende houding mogelijk.

De ontwikkelingen in 2014 maken aanvullende maatregelen op het gebied van kostenreductie en verkoopbevordering noodzakelijk. Verwacht wordt dat de personeelsbezetting die door acquisities eind 2013 en medio 2014 is gegroeid in 2015 min of meer constant zal zijn.

Het actief toepassen van hedge accounting maakt de resultaten van Brill minder gevoelig voor koerswisselingen van de US dollar. De hogere koers van de dollar ten opzichte van het gemiddelde in 2014 zal naar verwachting de verkopen in een groot aantal landen positief kunnen beïnvloeden. Afgezien van eventuele acquisities wordt niet verwacht dat de investeringen in 2015 op een hoger peil zullen liggen dan in 2014. Behoudens enige behoefte aan de rekening courant faciliteit gedurende een aantal maanden van het jaar, zal de onderneming voldoende hebben aan zijn eigen kas.

3. Personeel en organisatie

De belangrijkste interne factor die het succes van de onderneming bepaalt is het personeel. Het aantrekken en behouden van vakkundige en positief ingestelde professionals is dan ook van groot belang. Het beleid van Brill, dat gericht is op beheersing van de kosten van het personeel in vaste dienst, optimalisatie van werkprocessen, taakafbakening en competentieversterking, wordt nauwlettend gevolgd door Directie en Commissarissen en zo nodig worden maatregelen genomen.

Brill wordt centraal geleid door de directeur (Chief Executive Officer of CEO), die tevens verantwoordelijk is voor business development en personeelsbeleid. Er zijn twee Executive Vice Presidents (EVPs): de EVP Sales & Marketing (tevens president van Brill USA) en de EVP Finance & Operations (tevens treasurer van Brill USA). Operations ziet toe op uitbesteed zet-, druken bindwerk, logistiek en distributie, bureauredactie, metadata beheer, elektronische uitgeeftechniek en automatisering. De functie van EVP Publishing wordt tot nader order ingevuld door de CEO. Het tweewekelijks vergaderende managementteam, bestaande uit de CEO en de twee EVP's, naar behoefte aangevuld met andere stafleden, richt zich op het uitzetten van de strategische organisatiedoelen en de coördinatie op hoofdlijnen tussen uitgeefactiviteiten, verkoop en marketing, productie, distributie, financiering, administratie, automatisering van werkprocessen, managementinformatie en personeelsbeleid. In het primaire proces van Brill, de uitgeefactiviteiten, spelen de Publishing Directors (4,0 fte's) een cruciale rol. Zij geven leiding aan teams van uitgevers en uitgeefassistenten, zijn (roulerend) verantwoordelijk voor afstemming en optimalisatie van de samenwerking met andere afdelingen, en voor afdeling overschrijdende bedrijfsprocessen. Het klimaat binnen Brill wordt tenslotte in toenemende mate bepaald door een maatschappelijk verantwoorde wijze van ondernemen. Brill sluit aan op een traditie die evenwicht nastreeft

tussen handel en wetenschap en die juist die verhoudingen in het maatschappelijke verkeer voorop stelt die van belang zijn bij het bestendig toevoegen van waarde.

De personele sterkte steeg in 2014 ten opzichte van het vorige jaar en bedroeg gemiddeld 132,0 fte's (2013: 123,0 fte's). Ultimo 2014 verrichtten 25,4 fte's (2013: 23,2 fte's) structurele werkzaamheden buiten Nederland (vanuit Brill's kantoor in Boston, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Duitsland en Zwitserland).

Het totale personeelsbestand op fulltime basis steeg tijdelijk met 9,7 fte's van 124,4 fte's per ultimo 2013 naar 134,1 fte's per ultimo 2014.

Deze stijging werd vooral veroorzaakt door het met de acquisities van Hes & De Graaf en Editions Rodopi meegekomen personeel (7,9 fte's).

Fte's ultimo 2014 ultimo 2013
Uitgeefactiviteiten 51,2 [38,1%] 45,1 [36,3%]
Operations* 41,6 [31,0%] 41,2 [33,1%]
Sales & Marketing 28,7 [21,4%] 26,3 [21,1%]
Overige** 12,6 [ 9,4%] 11,7 [ 9,4%]

* Afdelingen voor bureauredactie, bibliografische ondersteuning, digitaal uitgeven, data management, productie, distributie en automatisering.

** General Management en afdelingen Finance & Control, Legal en Human Resources.

In de verhouding tussen mannen en vrouwen daalde het aandeel vrouwen licht in 2014, van 63,9% naar 62,3%. Het bestanddeel parttime medewerkers bedroeg 36,3% in 2014. Het ziekteverzuim steeg naar 3,2% (in 2013 2,7% en in 2012 1,7%). De leeftijdsopbouw van het personeel wijzigde ten opzichte van 2014 en was als volgt:

Leeftijdscategorie 2014 2013
20-29 jaar 9,6% 10,5%
30-39 jaar 28,1% 25,6%
40-49 jaar 27,4% 26,3%
50-59 jaar 24,7% 27,8%
Ouder dan 60 jaar 10,2% 9,8%

De gemiddelde leeftijd daalde in het verslagjaar licht van 45,0 jaar ultimo 2013 naar 44,8 jaar ultimo 2014. De uitstroom van personeel bedroeg in 2014 9,4%, de instroom 16,5%.

Uitstroom in fte's 2014 2013
Pensionering 2,0 0,0
Overlijden 1,7 0,9
Initiatief Brill
Tijdelijke functie 0,6 2,0
Overige 0,6 1,9
1,2 3,9
Eigen initiatief
Dienstverband 0-2 jaar 3,0 0,0
Dienstverband 2-5 jaar 3,0 0,0
Dienstverband 5-10 jaar 1,0 2,0
Dienstverband 10-15 jaar 0,5 0,0
7,5 2,0
Totale uitstroom in fte's 12,4 6,8
Totale uitstroom in % 9,4 5,5
Instroom in fte's 2014 2013
Acquisities
Tijdelijke functie 1,2 0,0
Vaste dienst 6,7 0,0
Overige
Tijdelijk contract 6,9 5,9
Vaste dienst 7,0 1,0
Totale instroom in fte's 21,8 6,9
Totale instroom in % 16,5 5,6

De pensioenregeling van Brill die sinds 2009 is ondergebracht en verzekerd bij Interpolis Solidair Pensioen werd door Interpolis met ingang van het verslagjaar gewijzigd. Belangrijkste wijzigingen waren het verhogen van de pensioen richtleeftijd van 65 naar 67 jaar en nominaal gegarandeerde pensioenaanspraken vanaf 2014. In het verslagjaar werd met de medezeggenschap overeenstemming bereikt over de wijziging van de pensioenovereenkomst per 1 januari 2015.

De nominaal gegarandeerde middelloonregeling uitgevoerd door Interpolis Solidair Pensioen zal dan worden gewijzigd naar een zogenaamde CDC-regeling met een voorwaardelijke toeslagregeling, die door het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) zal worden uitgevoerd.

Ondernemingsraad

2014 was een belangrijk jaar voor de ondernemingsraad waarbij een aantal grote vraagstukken op de agenda stond. Na de in 2013 verlengde uitvoeringsovereenkomst voor pensioenen heeft 2014 vooral in het teken gestaan van de onderhandeling over, en het afsluiten van, een compleet nieuw pensioensysteem onder te brengen bij bedrijfstakpensioenfonds PGB. De ondernemingsraad en haar pensioencommissie hebben ingestemd met een overgang van een verzekerde regeling bij Interpolis naar het instellen van een Collective Defined Contribution regeling (CDC) bij de nieuwe pensioenuitvoerder. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan het vastleggen van de uitvoeringsovereenkomst zoals die binnen de kaders van deze goedkeuring is overeengekomen. Naast dit belangrijke en grote dossier is ook onze aandacht gevraagd voor een herstructurering van een deel van de Operations afdeling, en is er positief advies en instemming verleend met de overname van Editions Rodopi bv. Daarnaast heeft de ondernemingsraad voor haar belangrijke kernpunten zoals onder andere HR-beleid, strategische ontwikkelingen, en bedrijfscultuur niet uit het oog

verloren. De ondernemingsraad heeft in een sfeer van goed overleg, en geholpen door middel van korte overleglijnen, kunnen samenwerken met de directie. In dezelfde sfeer is in 2014 tweemaal overleg geweest met de Raad van Commissarissen.

4 . S t r a t e g i e 2 0 1 5 - 2 0 1 7

M i s s i e e n s t r a t e g i e

De missie van Brill is een vooraanstaande internationaal opererende uitgeverij te zijn op het gebied van de humaniora, het internationale recht, de biologie en de natuurlijke historie. De uitgeverij voorziet daartoe in de multimediale informatiebehoefte van gespecialiseerde academische doelgroepen en markten en wil daarbij waarde toevoegen voor alle betrokkenen.

Dienstverlening aan auteurs en gebruikers staat daarbij centraal. Brill gebruikt hierbij in de uitgeefsector breed gebruikte informatiesystemen als Klopotek, Aries en CODA. Het gebruik van algemeen aanvaarde standaarden vergemakkelijken redactionele automatisering en een breed vertakte distributie. Om de missie te realiseren moet de onderneming bestendig groeien, vooral door uitbreiding van het marktaandeel in bestaande en aanpalende markten. Dat kan bereikt worden door optimale dienstverlening aan auteurs en klanten, uitbreiding van de uitgeefportfolio met abonnementsgebonden uitgaven (zoals tijdschriften) en boekenseries, naslagwerken, woordenboeken en primaire bronnen, acquisities en partnerships. De genoemde dienstverlening is de kerncompetentie van het bedrijf. Brill maakt hierbij gebruik van meerdere analoge en elektronische distributiekanalen en werkt samen met externe digitale platforms. Ook zijn er licentieafspraken voor elektronische levering aan bibliotheekconsortia. Brill's elektronische producten blijven ook op langere termijn bruikbaar en toegankelijk. Brill beschouwt Open Access, waarbij niet eindgebruikers, maar auteurs of instellingen betalen voor gratis elektronische verspreiding, als een levensvatbare nieuwe vorm van wetenschappelijke informatievoorziening. Behoud van de onafhankelijke rol als toevoeger van kwaliteit en waarde is de enige principiële voorwaarde die daarbij voor Brill centraal staat.

Het uitgeefbeleid van Brill beperkt zich tot specifieke (deel)markten van het academische wetenschappelijk onderzoek die voldoende uitzicht op winst bieden. In die wetenschapsgebieden zijn voldoende kwalitatief goede en uitgeefwaardige publicaties te contracteren. De kwalitatieve beoordeling vindt plaats door toetsing in het peer review proces. Brill biedt individuele wetenschappers de mogelijkheid de door hen beoogde doelgroep van vakgenoten te bereiken en levert hen (en bibliotheken) een breed aanbod van hoogstaande vakliteratuur.

5 . M a a t s c h a p p e l ij k Ve r a n t w o o r d O n d e r n e m e n

Brill voert een beleid van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). De uitgeverij wil betrouwbaar, eerlijk, voorspelbaar en coöperatief zijn en heeft waarde creatie en duurzame relaties met auteurs en gebruikers als speerpunten. Auteurs kunnen ervan uitgaan dat hun boeken en artikelen goed vindbaar en altijd leverbaar zullen blijven. Het onafhankelijke Brill wil een constructieve bijdrage leveren aan de totstandkoming van de vrije en objectieve informatiemaatschappij, waarin de behoefte aan betrouwbare en op kwaliteit en objectiviteit gecontroleerde informatie zeer groot is. Het bedrijf onderneemt voor eigen rekening en risico, en is daardoor geen verantwoording schuldig aan enige overheid of maatschappelijke instantie over zijn besluitvorming over het al dan niet publiceren van een werk. Toetsing van uitgeefpraktijken en producten vindt plaats door actief de mening van internationaal actieve bibliothecarissen en onderzoekers te vragen (library advisory committees).

Brill maakt gebruik van op prijs en kwaliteit gekozen internationale preferred suppliers, die alle FSC (Forest Stewardship Council) gecertificeerd zijn. Het ontwikkelde universele lettertype de "Brill", dat tijdswinst en reductie van fysieke verzending van geprinte proeven oplevert, is een zuinige en dus papiervriendelijke letter. In de contracten van Brill met haar leveranciers en distributeurs staan niet mis te verstane afspraken over sociale omstandigheden (waarbij bijvoorbeeld kinderarbeid wordt uitgesloten) en te gebruiken stoffen en materialen. Schemerige praktijken in pogingen de verkoop aan een afnemer of tussenhandelaar te bevorderen zijn uitgesloten. Betaling van commissies aan vertegenwoordigers en dergelijke moeten te allen tijde gespecificeerd worden.

De onderneming streeft actief naar kostleiderschap (cost leadership), ofwel het vermogen voordeliger te produceren dan de concurrentie. Dit bevordert winstgroei, nodig voor de beloning van de kapitaalverschaffers, het kunnen bieden van carrièreperspectief en het kunnen aanvaarden van ondernemersrisico's.

Het succes van Brill is afhankelijk van een goed imago en - belangrijker nog - een uitstekende en gemotiveerde internationale staf, die een grote mate van individuele vrijheid kent. Een medewerker van Brill dient geïnteresseerd te zijn in de wetenschap, maar moet tegelijk de dienstverlening aan auteurs en klanten en de commerciële belangen van Brill niet uit het oog verliezen. De onderneming wil de medewerkers actief trainen en waar mogelijk verantwoordelijkheid geven ten behoeve van een optimale ontplooiing en ondernemerschap, waardoor een autonome groei bevorderd wordt. Tijdens bedrijfsbijeenkomsten (zoals de jaarlijkse Brill Dag) worden de medewerkers actief betrokken bij de strategie van het bedrijf.

Brill koestert haar historische reputatie in binnen- en buitenland, en een bijzondere plaats wordt daarbij ingenomen door de stad Leiden en de daar gevestigde universiteit. Het bedrijf geeft zijn loyaliteit met stad en alma mater onder andere vorm door het Brill Fellowship bij de Scaliger Stichting (bestudering van de bijzondere collecties van de Leidse Universiteitsbibliotheek) en financiering van het jaarlijkse symposium van De Veerstichting in Leiden. In 2012 werd het Leidse Museum Boerhaave ondersteund. Daarnaast streeft Brill ernaar om met alle belangrijke Nederlandse erfgoedinstituten goede betrekkingen te onderhouden.

In Brill's Developing Countries Programme komen bij uitstek de verschillende aspecten van Brill's MVO programma aan bod. Brill participeert actief in bestaande programma's en neemt initiatieven die samen met professionele uitgevers- en ontwikkelingsorganisaties verder worden ontwikkeld. Programma's waar Brill actief aan deelneemt zijn: Research4Life, INASP, Association of Commonwealth Universities en Publishers for Development. Daarnaast heeft Brill haar eigen programma's. Onder Brill's Adopt a Library doneert Brill elk jaar een of meerdere collecties van boeken aan bibliotheken en universiteiten in ontwikkelingslanden. De donaties worden ondersteund met workshops voor wetenschappers toegespitst op hoe zij de invloed van hun onderzoek via (internationaal) publiceren kunnen vergroten. Deze workshops worden daarnaast door het jaar heen als onderdeel van research capacity building door Brill uitgevers gegeven.

Brill sluit hier aan bij bestaande initiatieven, zoals Author Aid van INASP: een online mentoring systeem van internationale wetenschappers die coaching en kennisuitwisseling tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden op een hele praktische en effectieve manier bevordert.

Om toegankelijkheid en verspreiding te bevorderen, biedt Brill daarnaast als onderdeel van Brill Open programma kortingen op haar Open Access fees voor wetenschappers in ontwikkelingslanden. Brill werkt nauw samen met haar partners in opkomende markten om hun impact te vergroten en internationaal publiceren van kwaliteit te faciliteren. In 2015 zullen de Millennium Development Goals (MDGs) worden vervangen door de Sustainable Development Goals (SDGs). Brill participeert in discussies die haar kerntaak als kennis- en informatiespeler raakt. Zo heeft Brill in 2015 de Lyon Declaration die 'Access to Information' als een SDG aanbeveelt ondertekend en neemt zij als speler deel aan het debat.

Brill neemt haar taak als globale informatiespeler serieus en wil graag een bijdrage leveren in de kennis ontwikkeling van ontwikkelingslanden om zo impact van hun onderzoek te vergroten en internationaal publiceren te bevorderen om de rijke traditie van wetenschappelijk communicatie in al haar pluraliteit recht te doen.

Responsibility Statement

Drs. H.A. Pabbruwe, directeur van Koninklijke Brill nv, verklaart dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van Brill en de gezamenlijk in de consolidatie opgenomen ondernemingen.

Tevens geeft het jaarverslag een getrouw beeld over de toestand op de balansdatum, de gang van zaken gedurende het boekjaar van Brill en van de met haar verbonden ondernemingen waarvan de gegevens in haar jaarrekening zijn opgenomen en de verwachte gang van zaken, waarbij, voor zover gewichtige belangen zich hiertegen niet verzetten, in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de investeringen en de omstandigheden waarvan de ontwikkeling van de omzet en van de rentabiliteit afhankelijk is.

Leiden, 26 maart 2015

Drs. H.A. Pabbruwe Directeur

R A P P O R T V A N D E S T I C H T I N G A D M I N I S T R A T I E K A N T O O R K O N I N K L IJ K E B R I L L

We r k z a a m h e d e n

Van het totaal aantal uitstaande aandelen per 31 december 2014 (nominale waarde eur 0,60) zijn 1.833.601 certificaten aan toonder uitgegeven en 40.843 aandelen op naam in het register van aandeelhouders opgenomen. De certificaten aan toonder zijn belichaamd in één certificaatbewijs. De werkzaamheden verbonden aan de administratie van de aandelen worden verricht door de administrateur van de Stichting, te weten, SGG Management (Netherlands) nv (Claude Debussylaan 24, 1082 MD te Amsterdam). De kosten van de administratie bedroegen in 2014 eur 26,8 duizend. De bestuursleden van de Stichting ontvangen elk een bezoldiging van eur 5 duizend op jaarbasis.

In het verslagjaar kwam het bestuur één keer bij elkaar, op 23 april 2014. In deze vergadering zijn het jaarverslag en de jaarrekening 2013, de strategie van de vennootschap en de uitvoering daarvan en de algemene gang van zaken binnen de vennootschap besproken. Voorts werd de agenda voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders besproken en werd besloten op welke wijze het bestuur stem zou uitbrengen in de vergadering. Besloten werd voor alle ter tafel liggende voorstellen te stemmen.

In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de vennootschap die op 15 mei 2014 plaatsvond, was 99,7% van het geplaatste kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigd. Aan houders van 65,5% van alle certificaten is door de Stichting volmacht verleend om zelfstandig stem uit te brengen op de met de door die houders gehouden certificaten corresponderende aandelen. De Stichting heeft het stemrecht uitgeoefend op de resterende aandelen waarvoor certificaten zijn uitgegeven en vertegenwoordigde daarmee 33,8% van de uitgebrachte stemmen in de vergadering.

Het bestuur van de stichting was ultimo 2014 als volgt samengesteld:

benoemd termijn tot functie
Mr. J.C. Kuiper 2014 2018 Voorzitter
Mr. J.M. Boll 2005 2016 Lid
Mr. Y.C.M.Th. van Rooy 2009 2016 Lid

De heer Kuiper volgde in 2014 de heer dr. J.C.M. Hovers op, die sinds 2000 voorzitter was. Het bestuur is hem zeer erkentelijk voor zijn voortreffelijke bijdrage aan het werk van de Stichting. In 2016 zal de heer Boll vanwege het bereiken van de maximale benoemingstermijn uit het bestuur terugtreden. Het bestuur is voornemens mevrouw Van Rooy in 2016 te herbenoemen voor een termijn van vier jaar.

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e

Het Stichtingsbestuur volgt niet het principe van de Nederlandse corporate governance code over het beschermingskarakter van de certificaten. Het Stichtingsbestuur neemt dit standpunt in omdat zij van mening is dat goede bescherming tegen ongewenste overnames voor een onderneming met de omvang en de bijzondere positionering van Brill van essentieel belang is.

De Stichting zal aan certificaathouders steeds ten behoeve van vergaderingen van aandeelhouders stemvolmacht geven of van hen bindende steminstructies aanvaarden, behalve in de situaties genoemd in artikel 2:118a lid 2 BW. Dezelfde procedure zal van toepassing zijn op een eventuele herroeping van een al gegeven volmacht.

Het bestuur is bereid certificaathouders in de gelegenheid te stellen aanbevelingen te doen in het geval er sprake is van vacatures in het bestuur. Dergelijke aanbevelingen zal het bestuur echter niet in de besluitvorming meenemen indien naar de mening van het bestuur een voorgedragen kandidaat het boven omschreven belang van de beschermingsfunctie van de certificaten niet onderschrijft. Voorts zal het bestuur een zo praktisch mogelijke werkwijze voor eventuele aanbevelingen hanteren, inhoudende dat elk jaar in het rapport van de Stichting zal worden meegedeeld of en zo ja welke vacature(s) er in het daarop volgende jaar zal (zullen) ontstaan zodat certificaathouders buiten vergadering eventuele aanbevelingen kenbaar kunnen maken.

Het bestuur volgt de corporate governance code, echter met uitzondering van de wijze waarop het bestuur stemrecht uitoefent. In afwijking van de Nederlandse corporate governance code is de bepaling gehandhaafd: 'De Stichting zal de aan de aandelen verbonden rechten uitoefenen op zodanige wijze dat de belangen van de vennootschap en die van de met haar verbonden onderneming en alle daarbij betrokkenen zo goed mogelijk worden gewaarborgd'. Het bestuur is van mening dat het standpunt inzake het handhaven van het beschermingskarakter van de certificaten inhoudt dat het primaat bij de stemuitoefening niet uitsluitend bij het belang van de certificaathouders kan liggen. Uiteraard is het bestuur bereid onder normale omstandigheden te allen tijde te luisteren naar certificaathouders en met door hen geuite meningen rekening te houden. Dit houdt ook in dat het bestuur de aandeelhoudersvergaderingen van de vennootschap zal bijwonen en daarin desgewenst een verklaring zal afleggen over het voorgenomen stemgedrag. Het bestuur is niet voornemens – bijzondere omstandigheden daargelaten – vergaderingen van certificaathouders bijeen te roepen.

O n a f h a n k e l ij k h e i d s v e r k l a r i n g

Het Bestuur van Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill verklaart hiermede dat naar zijn oordeel voldaan is aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill gestelde eisen als bedoeld in artikel 5:71 lid 1 onder d van de Wet Financieel Toezicht.

Leiden, 26 maart 2015

Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill Het Bestuur

Stichting Luchtmans (genoemd naar de oprichter van het bedrijf) heeft ten doel het behartigen van de belangen van de vennootschap van de met de vennootschap in een groep verbonden vennootschappen, alsmede van de ondernemingen die door de vennootschap en/of door de met de vennootschap in een groep verbonden vennootschappen in stand worden gehouden. En wel op zodanige wijze dat de belangen van de vennootschap, de bedoelde groepsvennootschappen en de bedoelde ondernemingen en de belangen van alle daarbij betrokkenen op een zo goed mogelijke wijze worden gewaarborgd en dat invloeden die de zelfstandigheid en/of de continuïteit en/of de identiteit van de vennootschap, de bedoelde groepsvennootschappen en de bedoelde ondernemingen, in strijd met die belangen zouden kunnen aantasten naar maximaal vermogen worden geweerd. De stichting tracht haar doel te bereiken door het verwerven en beheren van cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van de vennootschap en door het uitoefenen van de aan die aandelen verbonden rechten, met name het stemrecht op die aandelen.

Aan Stichting Luchtmans is een calloptie toegekend die de stichting het recht geeft om in geval van (dreiging van) een ongewenste overval op de vennootschap evenveel cumulatief preferente aandelen te nemen als maximaal overeenkomt met 100% van de (certificaten van) aandelen die zijn geplaatst op het tijdstip van de uitoefening van de optie verminderd met een aandeel. Bij uitoefening van de optie behoeft slechts 25% van het totale nominale bedrag te worden gestort. De uitoefenkoers is gelijk aan de nominale waarde. Stichting Luchtmans en de vennootschap zijn met elkaar overeengekomen dat de optie tot 100% van het geplaatste kapitaal kan worden uitgeoefend indien en zolang er (certificaten van) aandelen zijn genoteerd aan de Euronext Amsterdam nv.

Het bestuur van de stichting was ultimo 2014 als volgt samengesteld:

benoemd termijn tot functie
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg 2006 2015 Voorzitter
Drs. ing. H.P. Spruijt 2001 2017 Vice-voorzitter
Jhr. mr. J.P. Backer 2008 2017 Secretaris /
penningmeester
Mr. R.P. Voogd 2005 2017 Lid

De stichting streeft ernaar minstens een maal per jaar bijeen te komen. In 2014 vond één vergadering plaats en wel op 12 mei. In deze vergadering zijn de jaarresultaten 2013 van de vennootschap, de uitvoering van de strategie, de financiering, de mogelijke overnames, de ontwikkelingen van de markt en de algemene gang van zaken binnen de vennootschap besproken. Ook heeft het bestuur in die vergadering besloten tot wijziging van de statuten van de stichting. Aan die wijziging lag de wens ten grondslag om het bestuur van de stichting meer onafhankelijk te maken van de vennootschap. Met de wijziging van de statuten is het goedkeuringsrecht van RvC en Directie ten aanzien van de benoeming van bestuurders B (zijn onafhankelijk van de vennootschap in de zin van artikel 5:71 lid 1 onder c van de Wet Financieel Toezicht) uit de statuten geschrapt. Daarnaast is de bestuurder A (lid van de Raad van Commissarissen, bestuurder van de vennootschap) die tevens directeur van de Vennootschap is, teruggetreden. Het bestuur meent dat de stichting met deze wijzigingen in de pas loopt met hetgeen in Nederland gebruikelijk is. Voorts werd besloten dat de heer Spruijt na wijziging van de statuten op persoonlijke titel zitting zal nemen in het bestuur. De nieuwe statuten zijn van kracht geworden op 14 mei 2014.

Onafhankelijkheidsverklaring

Het Bestuur van Stichting Luchtmans verklaart hiermee dat naar zijn oordeel is voldaan aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Luchtmans gestelde eisen als bedoeld in artikel 5:71 lid I onder c van de Wet Financieel Toezicht.

Leiden, 26 maart 2015

Stichting Luchtmans Het Bestuur

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2014

Geconsolideerde jaarrekening 2014
----------------------------------- -- -- -- --
Geconsolideerde jaarrekening 2014
36 Geconsolideerd overzicht financiële positie per 31 december 2014
37 Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde
resultaten over 2014
38 Geconsolideerd kasstroomoverzicht
39 Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen
40 Algemene toelichting
40 1.
Informatie over de vennootschap
40 2. Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
48 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
48 3.
Acquisities en desinvesteringen
49 4.
Materiële vaste activa
50 5.
Immateriële vaste activa
52 6.
Winstbelasting
53 7.
Voorraden
54 8. Debiteuren en overige vorderingen
55 9.
Liquide middelen
55 10. Geplaatst kapitaal en reserves
56 11.
Rentedragende leningen
56 12. Crediteuren en overige te betalen posten
57 13. Financiële instrumenten
60 14. Financieel risicomanagement
63 15. Gesegmenteerde informatie
65 16. Kosten
67 17. Financieringsopbrengsten en financieringskosten
67 18. Winst per aandeel
68 19. Uitgekeerd en voorgesteld dividend
69 Overige gegevens
69 20. Niet uit de balans blijkende verplichtingen
    1. Informatie over verbonden partijen
    1. Gebeurtenissen na balansdatum

G E C O N S O L I D E E R D O V E R Z I C H T F I N A N C I Ë L E P O S I T I E

PER 31 DECEMBER 2014

Voor bestemming resultaat; in duizenden euro's

31-12-2014 31-12-2013
Activa
Vaste activa
Materiële vaste activa [4] 1.336 1.187
Immateriële vaste activa [5] 17.739 16.436
19.075 17.623
Vlottende activa
Voorraden [7] 13.200 12.699
Debiteuren en overige vorderingen [8] 7.770 7.210
Valutatermijncontracten [13] 0 209
Te vorderen belasting 41 41
Liquide middelen [9] 5.254 6.531
26.115 26.690
Totaal activa 45.340 44.313
Passiva
Totaal eigen vermogen toe te rekenen aan
aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
Geplaatst kapitaal [10] 1.125 1.125
Agio 343 343
Ingehouden winst 23.534 23.172
Overige reserves [10] -508 102
Onverdeelde winst 2.450 2.461
26.944 27.203
Langlopende verplichtingen
Uitgestelde belastingverplichtingen [6] 4.179 3.788
4.179 3.788
Kortlopende verplichtingen
Crediteuren en overige te betalen posten [12] 6.890 6.985
Vooruitontvangen omzet 6.786 6.337
Valutatermijncontracten 541 0
14.217 13.322

Totaal passiva 45.340 44.313

G E C O N S O L I D E E R D O V E R Z I C H T V A N G E R E A L I S E E R D E EN NIET GEREALISEERDE RESULTATEN OVER 2014

2014 2013
Brutowinst
Netto-omzet [15] 29.748 29.284
Kostprijs van de omzet [16] -9.613 -9.436
20.135 19.848
Bedrijfslasten
Verkoopkosten [16] -6.165 -5.990
Algemene beheerskosten
Algemene operationele kosten [16] -9.950 -9.354
Afschrijvingen op immateriële vaste activa [5] -271 -312
Afschrijvingen op materiële vaste activa [4] -731 -714
-17.117 -16.370
Winst voor rente en belasting 3.018 3.478
Financieringsopbrengsten [17] 337 -93
Financieringskosten [17] -45 -38
Winst voor belasting 3.310 3.347
Belastinglast [6] -860 -886
Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
ter beschikking aan aandeelhouders
van Koninklijke Brill nv
2.450 2.461
Niet gerealiseerde resultaten voor belasting die in de
toekomstige perioden ten gunste/lasten van de
gerealiseerde resultaten kunnen komen
Koersresultaten op buitenlandse deelnemingen [10] 4 10
Kasstroom hedges [10] -749 74
-745 84
Niet gerealiseerde resultaten na belasting
Belasting over niet gerealiseerde resultaten 135 0
-610 84
Totaal gerealiseerd en niet gerealiseerd resultaat na
belasting ter beschikking aan aandeelhouders van
Koninklijke Brill nv
1.840 2.545
Winst per aandeel (WPA) [18]
Gewone/verwaterde winst per aandeel toe te rekenen
aan aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
1,31 1,31

GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT

2014 2013
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Winst voor belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 3.310 3.347
Correcties voor niet kasgerelateerde mutaties:
Financieringsopbrengsten [17] -337 93
Financieringskosten [2.11] 45 38
Afschrijvingen vaste activa 1.147 1.228
Overige mutaties 3 9
Wijzigingen in het werkkapitaal -170 289
Betaalde winstbelasting -698 -1.185
Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten 3.300 3.819
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa [4] -849 -261
Investeringen in immateriële vaste activa [5] -263 -427
Desinvestering ontvangen in kasgeld [3] 0 0
Acquisities gedaan met kasgeld [3] -1.332 -497
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.444 -1.185
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangen rente [17] 12 0
Betaalde rente -45 -38
Betaald contant dividend over het vorig boekjaar [19] -2.099 -2.024
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten -2.132 -2.062
Mutatie liquide middelen -1.276 572
Liquide middelen per 1 januari 6.531 5.960
Mutatie liquide middelen -1.276 572
Netto valuta omrekeningsverschillen -1 -1
Liquide middelen per 31 december [9] 5.254 6.531

G E C O N S O L I D E E R D M U T A T I E O V E R Z I C H T V A N HET EIGEN VERMOGEN

Geplaatst
kapitaal
Agio Inge
houden
winst
Valuta
omrek.
reserve
Kas
stroom
hedge
reserve
Onver
deelde
winst
Totaal
eigen
ver
mogen
Stand eigen vermogen per
31 december 2012
1.125 343 19.463 -117 135 5.733 26.682
Winst over het boekjaar 0 0 0 0 0 2.461 2.461
Niet gerealiseerde resultaten 0 0 0 10 74 0 84
Totaal gerealiseerd en niet
gerealiseerd resultaat
0 0 0 10 74 2.461 2.545
Betaald contant dividend over
vorig boekjaar
0 0 0 0 0 -2.024 -2.024
Winst vorig boekjaar toegevoegd
aan ingehouden winst
0 0 3.709 0 0 -3.709 0
Stand eigen vermogen per
31 december 2013
1.125 343 23.172 -107 209 2.461 27.203
Winst over het boekjaar 0 0 0 0 0 2.450 2.450
Niet gerealiseerde resultaten 0 0 0 4 -614 0 -610
Totaal gerealiseerd en niet
gerealiseerd resultaat
0 0 0 4 -614 2.450 1.840
Betaald contant dividend over
vorig boekjaar
0 0 0 0 0 -2.099 -2.099
Winst vorig boekjaar toegevoegd
aan ingehouden winst
0 0 362 0 0 -362 0
Stand eigen vermogen per
31 december 2014
1.125 343 23.534 -103 -405 2.450 26.944

1. Informatie over de vennootschap

De geconsolideerde jaarrekening van Koninklijke Brill nv per 31 december 2014 is goedgekeurd voor publicatie ingevolge het besluit van de Raad van Commissarissen en de Directie van 26 maart 2015. Brill is een in Nederland opgerichte en gevestigde vennootschap waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld bij Euronext te Amsterdam. De activiteiten van de vennootschap worden uiteengezet op pagina 2 en verder van dit jaarverslag.

2 . G r o n d s l a g e n b ij d e o p s t e l l i n g v a n d e jaarrekening

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van de historische kostprijs, met uitzondering van de afgeleide financiële instrumenten die zijn gewaardeerd tegen reële waarde. De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro's en alle bedragen zijn afgerond naar duizendtallen, tenzij anders is vermeld. De geconsolideerde jaarrekening van Brill en haar dochterondernemingen is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals vastgesteld door de Europese Unie.

2.1 Grondslagen voor consolidatie

De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Brill en haar dochterondernemingen per 31 december 2014. De jaarrekeningen van de dochterondernemingen zijn opgesteld voor hetzelfde verslagjaar als dat van de moedermaatschappij, waarbij consistente waarderingsgrondslagen zijn toegepast. In noot 21 bij de geconsolideerde jaarrekening wordt een overzicht gegeven van de dochterondernemingen.

Alle saldi, transacties, baten en lasten binnen de groep en winsten en verliezen voorvloeiend uit transacties binnen de groep die zijn opgenomen in de activa, worden volledig geëlimineerd. Dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf overnamedatum, zijnde de datum waarop feitelijke zeggenschap over de overgenomen partij wordt verworven. Consolidatie wordt

voortgezet tot het moment dat de feitelijke zeggenschap ophoudt te bestaan.

Wijzigingen in het eigendomsbelang in een dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap leiden, worden administratief verwerkt als eigen vermogenstransactie. Mocht Brill de zeggenschap over een dochteronderneming verliezen dan zal de onderneming:

  • de activa (met inbegrip van enige goodwill) en verplichtingen van de dochteronderneming niet langer in de balans opnemen;
  • de boekwaarde van minderheidsbelangen in de voormalige dochteronderneming niet langer in de balans opnemen;
  • de in het eigen vermogen opgenomen cumulatieve valuta omrekeningsverschillen niet langer in de balans opnemen;
  • de reële waarde van de ontvangen vergoeding opnemen;
  • de reële waarde van elke in de voormalige dochteronderneming aangehouden investering opnemen;
  • een eventueel overschot of tekort overboeken naar de winst of het verlies;
  • het aandeel van de moedermaatschappij in de componenten die voorheen in het niet-gerealiseerde resultaat werden opgenomen naar de winst of het verlies boeken.

Bij het opstellen van de vennootschappelijke jaarrekening is ten aanzien van de winst- en verliesrekening gebruik gemaakt van de vrijstelling op basis van artikel 402 van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2.2 Wijzigingen in de grondslagen voor de opstelling

van de jaarrekening met ingang van 1 januari 2014 Wijzigingen in de grondslagen die geen effect hebben op het overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten, mutatie overzicht van het eigen vermogen,

overzicht financiële positie of de toelichtingen:

• ifrs 10 Geconsolideerde jaarrekening
• ifrs 12 Toelichting over belangen in andere
entiteiten
• ifrs 10-12 Overgangsregelingen
• ifrs 10 Investeringsentiteiten
• ifrs 12 Investeringsentiteiten
• ifrs 15 Omzetverantwoording van contracten
met klanten
• ifrs 27 Investeringsentiteiten
• ias 19 Toegezegde pensioen regelingen
• ias 27 Geconsolideerde- en enkelvoudige
jaarrekening
• ias 28 Investeringen in geassocieerde deelne
mingen en joint ventures
• ias 32 Financiële activa en passiva saldering
• ias 39 Financiële instrumenten
• ifric 21 Heffingen

2.3 Toekomstige wijzigingen in de grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening

De volgende wijzigingen en improvements in de grondslagen die naar verwachting geen significant effect zullen hebben op het overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten, mutatie overzicht van het eigen vermogen, overzicht financiële positie of de toelichtingen per 1 januari 2015 of daarna doorgevoerd:

ifrs 9 Financiële instrumenten (invoering 2018)
ifrs 14 Overlopende posten uit hoofde van
tariefregulering
ifrs 15 Opbrengsten uit contracten met klanten
(invoering 2017)
ias 36 Immateriële vaste activa (invoering 2016)
-------- -- ------------------------------------------- -- --

2.4 Belangrijke oordelen, schattingen en veronderstellingen

Ten minste eenmaal per jaar wordt vastgesteld of uitgavenrechten en goodwill onderhevig zijn geweest aan bijzondere waardeverminderingen (impairments). Dit vraagt om een schatting van de bedrijfswaarde van de kasstroom genererende eenheden waaraan uitgavenrechten en goodwill worden toegerekend. Daarbij wordt een schatting gemaakt van de toekomstige kasstromen van de kasstroom genererende eenheid en wordt tevens de disconteringsvoet bepaald en de contante waarde van die kasstromen berekend. Zie voor toelichting noot 5 bij de geconsolideerde jaarrekening.

Voordat content- en informatiesystemen worden geactiveerd, wordt een schatting gemaakt van de economische voordelen die deze zullen genereren. De content gerelateerde activa worden afgeschreven op basis van een verwacht verkooppatroon. Dit verkooppatroon wordt jaarlijks getoetst. De belangrijkste groep activa bestaat uit de content gerelateerde productiekosten die tot de voorraden worden gerekend. Door mediumneutraal uitgeven heeft content een andere levensduur dan de mediumgerelateerde productiekosten. Deze verschillen kunnen per product/marktcombinatie anders zijn.

Latente belastingvorderingen worden alleen opgenomen als het waarschijnlijk is dat er in de toekomst fiscale winsten zijn waarmee deze vorderingen kunnen worden vereffend. De voorziening voor afwaardering debiteuren wordt waar mogelijk individueel bepaald. Als dit niet mogelijk is, vindt collectieve waardering plaats aan de hand van de historische kans op afwaardering van debiteuren. De reële waarde van termijncontracten, valuta opties en renteswaps wordt bepaald aan de hand van de reële waarde van deze contracten per balansdatum. Subsidies aan een uitgeefproject worden pas opgenomen als er een redelijke mate van zekerheid is dat de subsidie zal worden ontvangen en aan alle relevante voorwaarden zal worden voldaan.

2.5 Omrekening vreemde valuta

De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro's, die tevens de functionele en rapporteringvaluta van de vennootschap is. Transacties in vreemde valuta worden bij de eerste opname verantwoord tegen de koers van de functionele valuta per de datum van de transactie.

Monetaire activa en verplichtingen die luiden in vreemde valuta's worden omgerekend tegen de koers van de functionele valuta per balansdatum. Eventuele verschillen worden ten gunste of ten laste van de winsten verliesrekening gebracht. Niet-monetaire posten in een vreemde valuta die worden gewaardeerd tegen historische kostprijs in een vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen per de datum van de oorspronkelijke transacties.

De functionele valuta van de deelneming in de Verenigde Staten is de US dollar. Per balansdatum worden de activa en passiva van deze dochterondernemingen omgerekend naar de euro tegen de koers per balansdatum en de winst- en verliesrekeningen worden omgerekend tegen de gewogen gemiddelde koers voor het jaar. De koersverschillen die voortkomen uit de omrekening worden verwerkt in de niet gerealiseerde resultaten. Bij de afstoting van een buitenlandse entiteit wordt het uitgestelde cumulatieve bedrag dat is opgenomen in het eigen vermogen voor die betreffende buitenlandse activiteit in de winst- en verliesrekening verantwoord.

2.6 Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden tegen kostprijs opgenomen, onder aftrek van de cumulatieve afschrijving en de cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Afschrijving wordt lineair berekend op basis van de gebruiksduur van de betreffende activa en rekening houdend met een eventuele restwaarde. De boekwaarde van de materiële vaste activa wordt getoetst op bijzondere waardevermindering indien gebeurtenissen of veranderingen in de omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijk niet realiseerbaar is. Ook de restwaarde en de gebruiksduur worden jaarlijks beoordeeld en zo nodig herzien.

Een materieel vast actief wordt niet meer op de balans opgenomen in geval van afstoting of indien er geen toekomstige economische voordelen van het gebruik of de afstoting worden verwacht. Een eventuele opbrengst of verlies, voortvloeiend uit de verwijdering van het actief op de balans, wordt op het moment van verwijdering ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.

2.7 Immateriële vaste activa

Van derden verworven uitgavenrechten en goodwill worden geactiveerd tegen verkrijgingprijs. Deze immateriële vaste activa hebben een onbepaalbare gebruiksduur waardoor er niet op af wordt geschreven. De boekwaarde ervan wordt jaarlijks getoetst, waarbij wordt beoordeeld of er sprake is van bijzondere waardeverminderingen op het niveau van de kasstroom genererende eenheid en of de onbepaalbare gebruiksduur nog gefundeerd is. Zo nodig wordt de gebruiksduur omgezet van onbepaalbaar in bepaalbaar.

Content kosten van primaire bronnen (vastleggen en indexeren) en al dan niet in eigen beheer vervaardigde informatiesystemen worden eveneens tot de immateriële vaste activa gerekend. Deze worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs respectievelijk vervaardigingkosten. De afschrijving van de content kosten van primaire bronnen wordt berekend op basis van het verwachte verkooppatroon. De afschrijvingen van de niet in eigen beheer vervaardigde informatiesystemen worden berekend volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur. Indien de realiseerbare waarde lager is dan de aldus berekende boekwaarde, vinden aanvullende afwaarderingen plaats. Jaarlijks wordt de gebruiksduur en het verkooppatroon geëvalueerd.

2.8 Bijzondere waardevermindering van materiële en immateriële activa

De vennootschap beoordeelt per verslagdatum of er aanwijzingen zijn dat een actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien een dergelijke aanwijzing aanwezig is, of indien de jaarlijkse toetsing op bijzondere waardevermindering van een actief vereist is, maakt de vennootschap een schatting van de realiseerbare waarde van het actief.

De realiseerbare waarde van een actief is de hoogste van de reële waarde van een actief na aftrek van de verkoopkosten of de gebruikswaarde. Indien de boekwaarde van een actief de realiseerbare waarde overschrijdt, wordt het actief geacht een bijzondere waardevermindering te hebben ondergaan en wordt deze afgewaardeerd tot de realiseerbare waarde. Bij de bepaling van de gebruikswaarde worden de aangenomen toekomstige kasstromen contant gemaakt, waarbij een disconteringsvoet vóór belasting wordt toegepast die rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen van de tijdswaarde van geld en de specifieke risico's van het actief. Bijzondere waardeverminderingsverliezen van voortgezette bedrijfsactiviteiten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening in de kostencategorie die overeenkomt met de functie van het betreffende actief.

Op elke verslagdatum wordt bij alle activa behalve goodwill beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een voorheen opgenomen bijzonder waardeverminderingsverlies niet langer bestaat of is verminderd. Indien een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde geschat. Een voorheen opgenomen verlies vanwege bijzondere waardevermindering wordt slechts teruggenomen indien er een wijziging is opgetreden in de schatting die wordt gebruikt ter bepaling van de realiseerbare waarde van het actief sinds de opname van het laatste bijzondere waardeverminderingsverlies. Indien dit het geval is, wordt de boekwaarde van het actief verhoogd naar de realiseerbare waarde. Dit verhoogde bedrag kan niet hoger zijn dan de boekwaarde die zou zijn bepaald (na aftrek van afschrijving) indien er geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief in eerdere jaren zou zijn opgenomen. Een dergelijke terugneming wordt verantwoord in de winst of het verlies. Na een dergelijke terugneming wordt de afschrijvingslast aangepast om de herziene boekwaarde van het actief (na aftrek van een eventuele restwaarde) over de resterende gebruiksduur systematisch toe te rekenen aan toekomstige perioden.

2.9 Voorraden

Voorraden gereed product en onderhanden werk worden gewaardeerd tegen vervaardigingprijs, waaronder begrepen de intern toegerekende personeelskosten. De intern toegerekende personeelskosten zijn exclusief een opslag voor overhead. De voorraden grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere opbrengstwaarde.

De productiekosten van een boektitel bestaan uit content- en uit medium gerelateerde kosten. Bij het gereedkomen van een titel worden de content gerelateerde kosten (zetwerk, illustraties en redactie) geactiveerd en afgeschreven. De geactiveerde kosten zijn deel van de voorraad gereed product op de balans. De afschrijvingskosten komen ten laste van de kostprijs van de omzet. De afschrijving vindt niet lineair plaats, maar op basis van het geschatte verkooppatroon. De medium gerelateerde kosten (vooral druk- en bindwerk) worden gedeeld door het aantal geproduceerde exemplaren en vormen de kostprijs per titel (unit costs), welke op de balans staan als voorraad gereed product en bij uitlevering ten laste van de kostprijs van de omzet komen. De voorraadwaarde wordt bepaald aan de hand van het geschatte verkooppatroon per segment. Voorraad waarvan wordt geschat dat deze niet verkocht zal kunnen worden, wordt volledig voorzien als incourant.

2.10 Debiteuren en overige vorderingen

Debiteuren worden initieel opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs. Overwegend worden deze vorderingen opgenomen tegen nominale waarde van de tegenprestatie minus een voorziening voor oninbare bedragen. Een dergelijke voorziening wordt opgenomen indien er objectief bewijs is dat de groep niet in staat zal zijn de openstaande bedragen in zijn geheel te innen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven zodra de oninbaarheid is vastgesteld.

2.11 Liquide middelen

De liquide middelen op de balans (en in het geconsolideerde kasstroomoverzicht) bestaan uit banktegoeden, kasgeld en korte termijn deposito's met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden of minder. De financieringskosten in het geconsolideerde kasstroomoverzicht bevatten de rentelasten. De herwaarderingen van leningen in vreemde valuta, herwaardering van de valutatermijn contracten en de renteswap hebben geen invloed op het kasstroomoverzicht.

2.12 Rentedragende leningen, crediteuren en overige (kortlopende) schulden

Alle leningen en andere schulden worden bij de eerste opname opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen tegenprestatie onder aftrek van de direct toerekenbare transactiekosten. Na deze eerste opname worden deze schulden vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode. Winsten en verliezen worden opgenomen in het nettoresultaat zodra de schulden niet langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het amortisatieproces.

2.13 Niet langer opnemen in de balans van financiële activa en passiva

Financiële activa worden niet langer opgenomen zodra (i) de entiteit geen recht meer heeft op de kasstromen uit dit actief, (ii) de vennootschap het recht heeft behouden om de kasstromen uit dit actief te ontvangen, maar een verplichting is aangegaan om deze volledig zonder belangrijke vertraging te betalen aan een derde ingevolge een bijzondere afspraak, of (iii) de vennootschap haar rechten op de kasstromen uit dit actief heeft overgedragen en grotendeels alle risico's en voordelen dan wel de zeggenschap over dit actief heeft overgedragen. Financiële passiva worden niet langer op de balans opgenomen zodra aan de prestatie ingevolge de verplichting is voldaan, deze is opgeheven of is verlopen.

2.14 Bijzondere waardeverminderingen van financiële activa

De vennootschap bepaalt voor elke balansdatum of een financieel actief of een groep van financiële activa een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien een dergelijke aanwijzing aanwezig is, of indien de jaarlijkse toetsing op bijzondere waardevermindering van een actief vereist is, maakt de vennootschap een schatting van de realiseerbare waarde van het actief.

2.15 Voorzieningen

Een voorziening wordt opgenomen indien (i) de vennootschap een huidige (contractuele of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, (ii) het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen en (iii) een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van het bedrag van de verplichting. Als verwacht wordt dat (een deel van) een voorziening gedeeltelijk wordt vergoed, bijvoorbeeld ingevolge een verzekeringscontract, dan wordt de vergoeding opgenomen als een afzonderlijk actief indien de vergoeding vrijwel zeker is. De last die met een voorziening samenhangt, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening na aftrek van een eventuele vergoeding. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, worden de voorzieningen contant gemaakt tegen een disconteringsvoet vóór belasting die, indien noodzakelijk, met de specifieke risico's van de verplichting rekening houdt.

2.16 Pensioenen en overige regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding

De pensioenregelingen voor de medewerkers in zowel Nederland als de Verenigde Staten zijn ondergebracht bij een verzekeraar en zijn aan te merken als een toegezegde bijdrageregeling. De pensioenpremies worden als lasten verantwoord in de winst- en verliesrekening.

2.17 Leaseovereenkomsten

De bepaling of een regeling een leaseovereenkomst vormt of deze bevat, is gebaseerd op de inhoud van de overeenkomst en vereist een beoordeling of de uitvoering van de overeenkomst afhankelijk is van het gebruik van een bepaald actief of bepaalde activa en of de overeenkomst het recht toekent om het actief te gebruiken. Operationele leasebetalingen worden gedurende de leaseperiode lineair opgenomen als last in de winsten verliesrekening.

2.18 Opbrengstverantwoording

Opbrengsten worden verantwoord voor zover het waarschijnlijk is dat de economische voordelen ten goede zullen komen aan de vennootschap en de opbrengsten betrouwbaar kunnen worden bepaald. Dit gebeurt op het moment dat de belangrijkste risico's en voordelen van eigendom zijn overgedragen aan de koper. De volgende specifieke verantwoordingscriteria zijn van toepassing:

Verkoop van boeken en tijdschriften

Hieronder wordt verstaan de opbrengst uit levering van boeken (inclusief primaire bronnen) en tijdschriften aan derden. Ontvangen abonnementsgelden voor tijdschriften worden niet verantwoord als opbrengst maar als kortlopende schuld, indien nog geen levering heeft plaatsgevonden. Levering vindt plaats in gedrukte of digitale vorm. Onder digitale levering valt ook het recht van toegang tot een database. Verder behoren daartoe verstrekte (licentie-)rechten. Ontvangen rechten van toegang tot een database worden verantwoord in lijn met de overeenkomst. In het geval dat de rechten worden overgedragen wordt de opbrengst genomen op het moment van verkoop, in het geval dat de rechten tijdelijk worden overgedragen worden de opbrengsten evenredig verdeeld over de periode van overdracht. Van de opbrengsten worden de korting en de over de omzet geheven belastingen afgetrokken.

Rentebaten

De opbrengsten worden verantwoord naar gelang de rente aangroeit (via de effectieve-rentemethode, oftewel de rentevoet die bij contant making van de geschatte toekomstige kasontvangsten, gedurende de verwachte levensduur van het financiële instrument, uitkomt op de netto boekwaarde van het financieel actief).

2.19 Kostprijs van de omzet

Indien een boek gereed is, worden de totale kosten opgenomen onder de voorraad gereed product. De content gerelateerde kosten komen ten laste van de kostprijs van de omzet op basis van het geschatte verkooppatroon. De medium gerelateerde kosten worden gedeeld door het aantal geproduceerde exemplaren en vormen de kostprijs per titel (unit costs). Bij uitlevering komen deze ten laste van de kostprijs van de omzet. Indien een aflevering van een tijdschrift gereed is, worden de bijbehorende kosten direct verantwoord in de winst- en verliesrekening. De kosten van een tijdschrift bestaan uit de directe productiekosten, afschrijvingskosten van content- en informatiesystemen, royalty's en verzendkosten.

2.20 Subsidies

Een subsidie wordt volledig toegerekend aan het uitgeefproject waarvoor de subsidie wordt ontvangen. Indien een subsidie betrekking heeft op een kostenpost wordt de subsidie onder de kostprijs van de omzet verrekend.

2.21 Belastingen

Verschuldigde en verrekenbare belastingen Verschuldigde en verrekenbare belastingvorderingen en -verplichtingen voor lopende en voorgaande jaren worden gewaardeerd op het bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de Belastingdienst. Het belastingbedrag wordt berekend op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving.

Uitgestelde belasting

Voor uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen wordt een voorziening gevormd op basis van de tijdelijke verschillen per balansdatum tussen de fiscale boekwaarde van activa en passiva en hun in deze jaarrekening opgenomen boekwaarde. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen voor zover het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden verantwoord voor alle belastbare tijdelijke verschillen, behalve:

  • indien de uitgestelde belastingvordering voortkomt uit de eerste opname van een vordering of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en, op het moment van de transactie, geen invloed heeft op de winst vóór belasting of het fiscale resultaat, en/of
  • indien de uitgestelde belastingverplichting voortkomt uit de eerste opname van goodwill of de eerste opname van een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en, op het moment van de transactie, geen invloed heeft op de winst vóór belasting of het fiscale resultaat, en
  • voor wat betreft belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen en belangen in joint ventures, indien het tijdstip van afwikkeling geheel zelfstandig kan worden bepaald, en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil niet in de nabije toekomst zal worden afgewikkeld.

Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien er een in rechte afdwingbaar recht bestaat om belastingvorderingen te

salderen met belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingen verband houden met dezelfde belastbare entiteit en dezelfde belastingautoriteit.

Omzetbelasting

Opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen na aftrek van de omzetbelasting. Het netto bedrag van de omzetbelasting dat kan worden teruggevorderd van of betaalbaar is aan de Belastingdienst wordt opgenomen als een onderdeel van de vorderingen of verplichtingen in de balans.

2.22 Afgeleide financiële instrumenten en afdekking van risico's

De vennootschap maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals termijncontracten en opties voor valutatransacties en renteswaps voor het afdekken van risico's die samenhangen met vreemde valuta respectievelijk rente. Indien aanwezig worden deze afgeleide financiële instrumenten op transactiedatum gewaardeerd tegen de reële waarde en worden opgenomen als een actief indien de reële waarde positief is en als een passief indien de reële waarde negatief is.

De reële waarde van de termijncontracten op valutaverkopen wordt bepaald aan de hand van de marktwaarde van gelijksoortige instrumenten. Hedge accounting wordt toegepast op termijncontracten waar deze voldoen aan de voorwaarde voor hedge accounting. Bij het afsluiten van afdekkingtransacties worden de relatie tussen het afdekkinginstrument en de afgedekte positie, alsmede risicobeheersingsdoelstellingen en uitgangspunten gedocumenteerd. Het effectieve gedeelte van de verandering in reële waarde van de afdekkinginstrumenten wordt, onder aftrek van een reservering voor latente belastingvordering of -verplichting verwerkt in het eigen vermogen. De bedragen die in het eigen vermogen zijn opgenomen, worden ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht op het moment dat de afgedekte positie de winst- en verliesrekening beïnvloedt. De verantwoording vindt plaats onder

opbrengsten. Indien het instrument niet langer als afdekkinginstrument kan worden aangemerkt, of indien het afdekkinginstrument afloopt of wordt verkocht, blijven de cumulatieve bedragen in het eigen vermogen totdat de verwachte transactie zich voordoet.

Indien de betreffende transactie zich naar verwachting niet zal voordoen, wordt het bedrag ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Op afdekkinginstrumenten die niet voldoende effectief zijn in het bereiken van compensatie van het risico van verandering in de reële waarde van de afgedekte positie wordt geen hedge accounting toegepast. De waardemutaties op niet effectieve contracten worden verwerkt in de winst- en verliesrekening als financieringskosten.

3. Acquisities en desinvesteringen

In 2014 is een succesvolle acquisitie afgerond. Op 12 juni 2014 heeft Brill alle aandelen van Editions Rodopi bv overgenomen. Het overgenomen fonds betreft international hoog aangeschreven wetenschappelijke boekenseries en tijdschriften op het gebied van geschiedenis, filosofie, sociale wetenschappen, linguïstiek, literatuur en cultuurstudies. Rodopi is gevestigd in Amsterdam en heeft zeven medewerkers. De entiteit heeft een genormaliseerde jaaromzet van ongeveer eur 1 miljoen. In 2014 heeft deze acquisitie eur 427 duizend aan de omzet en eur 50 duizend aan de winst na belasting bijgedragen. In 2014 hebben geen verdere acquisities plaats gevonden.

De reële waarde van de overgenomen identificeerbare activa en passiva is als volgt:

2014* 2013**
Reële waarde op moment
overname
* Betreft uitsluitend Activa
overname Editions Immateriële activa (uitgavenrechten) 1.456 456
Rodopi bv Vaste activa 29 0
Voorraad 82 224
**Betreft uitsluitend Debiteuren en overige vorderingen 147 0
overname Liquide middelen 72 0
uitgeefrechten.
Passiva
Uitgestelde belastingen -364 0
Crediteuren en overige te betalen posten -18 0
Totaal identificeerbare activa tegen reële
waarde
1.404 680
Uitstroom kasmiddelen bij acquisities 2014 2013
Betaald of nog te betalen overnamebedragen -1.404 -680
In overname inbegrepen kasmiddelen 72 0
Waarvan nog te betalen met kasmiddelen 321 321
Netto kasmiddelen acquisities -1.011 -359
Betalingen behorend bij acquisities vorig
boekjaar
-321 -138
Netto kasmiddelen acquisities in boekjaar -1.332 -497

De 2013 acquisities betroffen uitgeefactiviteiten van Wbooks (Nederland), Imprint Academic Ltd (Verenigd Koninkrijk) en Hes & de Graaf Publishers bv (Nederland).

4. Materiële vaste activa

*) mva = 2014 Verbouwingen Overige mva*) Totaal
materiele vaste activa Boekwaarde op 1 januari 2014 68 1.119 1.187
Investeringen 33 845 878
De geschatte gebruiksduur Afschrijvingen -58 -673 -731
van de activa is als volgt: Omrekenverschillen 0 2 2
verbouwingen tien jaar en
overige materiële vaste Boekwaarde op 31 december 2014 43 1.293 1.336
activa (investeringen in
ICT en kantoorinrichting) 1 januari 2014
drie tot tien jaar. Kostprijs 612 7.363 7.975
Cumulatieve afschrijvingen -544 -6.244 -6.788
Boekwaarde 68 1.119 1.187
31 december 2014
Kostprijs 645 8.210 8.855
Cumulatieve afschrijvingen -602 -6.917 -7.519
Boekwaarde 43 1.293 1.336
2013 Verbouwingen Overige mva *) Totaal
Boekwaarde op 1 januari 2013 130 1.511 1.641
Investeringen 0 261 261
Afschrijvingen -62 -652 -714
Omrekenverschillen 0 -1 -1
Boekwaarde op 31 december 2013 68 1.119 1.187
1 januari 2013
Kostprijs 612 7.103 7.715
Cumulatieve afschrijvingen -482 -5.592 -6.074
Boekwaarde 130 1.511 1.641
31 december 2013
Kostprijs 612 7.363 7.975
Cumulatieve afschrijvingen -544 -6.244 -6.788
Boekwaarde 68 1.119 1.187

5. Immateriële vaste activa

*) CIS = 2014 Uitgavenrechten Goodwill CIS *) Totaal
Content- en Boekwaarde op 1 januari 2014 13.633 1.879 924 16.436
informatie-systemen Investeringen 1.456 0 263 1.719
Desinvesteringen 0 0 0 0
Afschrijvingen 0 0 -416 -416
Boekwaarde op 31 december 2014 15.089 1.879 771 17.739
1 januari 2014
Kostprijs 13.633 1.879 6.459 21.971
Cumulatieve afschrijvingen 0 0 -5.535 -5.535
Boekwaarde 13.633 1.879 924 16.436
31 december 2014
Kostprijs 15.089 1.879 6.722 23.690
Cumulatieve afschrijvingen 0 0 -5.951 -5.951
Boekwaarde 15.089 1.879 771 17.739
2013 Uitgavenrechten Goodwill CIS *) Totaal
Boekwaarde op 1 januari 2013 13.177 1.879 1.011 16.067
Investeringen 456 0 427 883
Bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0
Afschrijvingen 0 0 -514 -514
Boekwaarde op 31 december 2013 13.633 1.879 924 16.436
1 januari 2013
Kostprijs 13.177 1.879 6.032 21.088
Cumulatieve afschrijvingen 0 0 -5.021 -5.021
Boekwaarde 13.177 1.879 1.011 16.067
31 december 2013
Kostprijs 13.633 1.879 6.459 21.971
Cumulatieve afschrijvingen 0 0 -5.535 -5.535
Boekwaarde 13.633 1.879 924 16.436

Uitgavenrechten en goodwill hebben betrekking op verworven auteursrechten. Eind 2014 was de boekwaarde daarvan eur 17,0 miljoen (2013: eur 15,5 miljoen). Deze activa hebben in principe een onbepaalbare levensduur. De waarde daarvan wordt jaarlijks getoetst op de realiseerbare waarde en/of bijzondere waardeverminderingen, door berekening van de contante waarde over vijf jaar. De kasstroom na belasting wordt verdisconteerd tegen 8,9% (2013: 8,5%). Dit disconteringspercentage is de gewogen gemiddelde kostenvoet van kapitaal. Bij het bepalen van de gewogen gemiddelde kosten van kapitaal gebruikt Brill variabelen die zijn gebaseerd op onafhankelijke externe bronnen. De variabelen zijn als volgt:

Variabele gewogen gemiddelde
kosten van kapitaal
2014 2013
Risico vrije rente (in %) 2,26 2,68
Markttoeslag (in %) 2,19 2,68
Markt risicopremie (in %) 5,50 5,50
MKB toeslag (in %) 3,00 3,00
Belasting (in %) 25,00 25,00
Gewogen Beta 0.67 0.94

De belangrijkste veronderstellingen die zijn toegepast hebben betrekking op de omzetgroei en de ontwikkeling van de kostprijs van de omzet.

Brill gaat in 2014 uit van een gemiddelde omzet groei van 2,7%. Deze veronderstellingen zijn gebaseerd op inschattingen van het management, dat een analyse heeft gemaakt van kasstroomcalculaties, rekening houdend met tegenvallende economische scenario's. De scenario's zijn per segment uitgevoerd en waren gebaseerd op een stijging van de disconteringsvoet voor belasting van 1,5% en een lagere stijging (1% in plaats van 2%) van de verwachte inkomende kasstroom per segment op de eeuwige kasstroom. Deze analyse heeft aangetoond dat er onder dergelijke omstandigheden geen afwaardering op de activa hoeft plaats te vinden. In geval van grotere economische tegenvallers houdt Brill rekening met de mogelijkheid van impairment van een of meerdere segmenten. De onderneming blijft dit risico monitoren.

In onderstaande tabel wordt de boekwaarde van de grootste kasstroom genererende eenheden, de operationele segmenten, aangegeven (zie voor verdere toelichting noot 15). De activa van de kasstroom genererende eenheden zijn beoordeeld op bijzondere waardevermindering, conform bovenstaande methodiek.

De boekwaarde, bestaande uit uitgavenrechten en goodwill, van deze activa was:

Uitgavenrechten Goodwill Totaal
Segmenten 2014 2013 2014 2013 2014 2013
LAW 10.447 10.447 787 787 11.234 11.234
MIA 2.407 604 278 278 2.685 882
HIS 955 955 345 345 1.300 1.300
REL 417 417 405 285 822 702
CS 417 417 0 0 417 417
AS 446 793 64 184 510 977
Boekwaarde 15.089 13.633 1.879 1.879 16.968 15.512

Naast immateriële activa met een onbepaalde levensduur zijn er immateriële activa met een bepaalde levensduur. Daartoe behoren content- en informatiesystemen. Deze worden afhankelijk van hun economische levensduur in drie of vijf jaar afgeschreven. De afschrijvingslasten van content- en informatiesystemen waren in 2014 eur 416 duizend

(2013: eur 514 duizend) en worden in de winst- en verliesrekening verantwoord onder de kostprijs van de omzet eur 145 duizend (2013: eur 202 duizend, zie noot 16) en onder afschrijving immateriële activa eur 271 duizend (2013: eur 312 duizend).

6. Winstbelasting

Winstbelasting opgenomen in de geconsolideerde
winst- en verliesrekening
2014 2013
Winstbelasting over voortgezette bedrijfsactiviteiten
• Actuele belastinglast 833 754
• Aanpassing belastinglast voorgaande jaren 0 0
Uitgestelde belastingen met betrekking tot herkomst en
terugboeking van tijdelijke verschillen
27 132
860 886

De onderstaande tabel geeft de aansluiting tussen de belastingdruk en de uitkomst van de berekening van de winst voor belasting tegen het lokale belastingtarief van Nederland per 31 december 2014 en 2013.

Winstbelasting opgenomen in de geconsolideerde
winst- en verliesrekening
2014 2013
Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten voor belasting 3.310 3.347
Wettelijke Nederlandse belastingtarief 25,0% 25,0%
Winstbelasting 827 837
• Aanpassing belastinglast voorgaande jaren 0 0
• Effect van afwijkend belastingtarief in de Verenigde
Staten
28 43
• Effect van verschil commerciële en fiscale kosten 5 6
860 886
Effectieve belastingdruk 26,0% 26,5%

De uitgestelde belastingen worden als volgt gespecificeerd:

Geconsolideerde
Balans
Geconsolideerde winst- en
verliesrekening
Uitgestelde belastingen 31-12-2014 31-12-2013 2014 2013
Versnelde fiscale afschrijving -3.697 -3.256 441 287
Vertraagde fiscale afschrijving 140 90 -50 -41
Herinvesteringsreserve -622 -622 0 -114
-4.179 -3.788 391 132

7. Voorraden

2014 2013
Voorraden
Onderhanden werk 3.190 2.821
Gereed product 3.681 4.054
Content 6.329 5.824
13.200 12.699

In de voorraad gereed product is een voorziening

voor onverkoopbaarheid opgenomen.

Deze voorziening is in 2014 verhoogd met

eur 423 duizend (2013: eur 226 duizend).

Dit bedrag is verwerkt in de winst- en verliesrekening.

8. Debiteuren en overige vorderingen

Debiteuren en overige vorderingen 2014 2013
Debiteuren 6.156 5.999
Minus: voorziening dubieuze debiteuren -197 -182
Debiteuren 5.959 5.817
Overige vorderingen 1.811 1.393
7.770 7.210

Debiteuren en overige vorderingen zijn kortlopend van karakter. Debiteuren zijn niet-rentedragend en hebben over het algemeen een betalingstermijn van dertig tot negentig dagen, afhankelijk van het land van vestiging van de debiteur. De voorziening voor dubieuze debiteuren wordt bepaald zowel aan de hand van ervaringscijfers als op individuele basis.

In 2014 is eur 104 duizend toegevoegd aan de voorziening (2013 eur 50 duizend) ten laste van de winst- en verliesrekening. In 2014 is er voor eur 89 duizend aan vorderingen afgeboekt als oninbaar (2013 eur 134 duizend). Een analyse van het kredietrisico is te vinden bij noot 14.

Ouderdom van debiteuren 31-12-2014 31-12-2013
Betalingstermijn niet verstreken 4.717 4.909
Betalingstermijn verstreken maar niet
afgewaardeerd:
Korter dan 30 dagen 800 644
30-60 dagen 103 165
60-90 dagen 139 29
Langer dan 90 dagen 200 70
5.959 5.817

9 . L i q u i d e m i d d e l e n

Ultimo 2014 bedroegen de liquide middelen van Brill eur 5.254 duizend (ultimo 2013: eur 6.531 duizend). Liquide middelen die langer ter beschikking staan,

worden waar mogelijk omgezet in bankdeposito's met een hoger variabel tarief.

10. Geplaatst kapitaal en reserves

Het aantal gewone aandelen van eur 0,60 per aandeel bedroeg in 2014 1.874.444 stuks (in 2013 1.874.444 stuks). Het geplaatst kapitaal was in 2014 eur 1.125 duizend (in 2013 eur 1.125 duizend). De overige reserves bestaan uit een valuta omrekeningsreserve (omvat koersverschillen voortvloeiend uit omrekening van de jaarrekening van de buitenlandse dochteronderneming) en een valuta hedge reserve (omvat het aandeel in de waardestijging of -daling van een cashflow hedge waarvan is vastgesteld dat het een effectieve afdekking betreft).

De specificatie is als volgt:

Overige reserves Valuta
omrekeningsreserve
Kasstroom hedge
reserve
Totaal
1 januari 2013 -117 135 18
Resultaat herwaardering 10 74 84
Belasting over herwaarderingsresultaat 0 0 0
31 december 2013 -107 209 102
Resultaat herwaardering 4 -749 -745
Belasting over herwaarderingsresultaat 0 135 135
31 december 2014 -103 -405 -508

11. Rentedragende leningen

Brill kende op balansdatum geen bankleningen. Op 31 december 2014 was er een onbenutte toegezegde kredietruimte van eur 12,5 miljoen beschikbaar (2013: eur 12,5 miljoen). De kredietovereenkomst geeft Brill de beschikking over een multi valuta rekening-courantkrediet van in totaal eur 10 miljoen en een (in vijf jaar af te lossen) extra stand-by rekening-courantkrediet van eur 2,5 miljoen. De overeenkomst is tot wederopzegging, maar kan tot maximaal drie jaar worden gecommitteerd, waarvan tot nu toe geen gebruik wordt gemaakt. Pandrecht op voorraden en

debiteuren - met een totale boekwaarde per ultimo 2014 van eur 18,9 miljoen (2013: eur 18,5 miljoen) is verstrekt als zekerheid op eventuele leningen. Verder is bepaald dat de totale netto schuld niet meer dan drie keer ebitda mag bedragen, dat het interestdekking kengetal (bedrijfsresultaat voor interest en belasting gedeeld door rentelasten) niet lager dan 3,0 mag zijn en dat het kasstroomdekking kengetal (vrije kasstroom gedeeld door financieringslasten) hoger dan 1,1 moet zijn.

12. C r e d i t e u r e n e n o v e r i g e
te betalen posten
2014 2013
Crediteuren 3.883 3.433
Overige belastingen en sociale premies 221 268
Overlopende passiva 1.625 1.710
Overige te betalen posten 1.161 1.573
6.890 6.985

Crediteuren zijn niet-rentedragend en hebben normaliter een betalingstermijn van dertig dagen. Belastingen, sociale premies en overige te betalen posten worden gedurende het boekjaar afgerekend.

13. Financiële instrumenten

Brill sluit valutatermijncontracten en andere financiële instrumenten uitsluitend af met tegenpartijen met een uitstekende kredietwaardigheid. Brill hanteert een consistente waarderingstechniek. De waardering van de financiële instrumenten is gebaseerd op de markt waarde waarbij rekening wordt gehouden met huidige en toekomstige ontwikkelingen op het gebied van interest en valutakoersen. De waarde van de valutatermijncontracten per balans datum is exclusief enige risicoafslag toe te wijzen aan de tegenpartij.

Veranderingen in de kredietwaardigheid van de tegenpartij hadden geen invloed op de effectiviteitsbeoordeling van de financiële instrumenten.

De reële waarde van de financiële instrumenten is het bedrag dat zou worden ontvangen bij verkoop van het actief of zou worden betaald bij overdracht van de verplichting in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum. De reële waarde van de liquide middelen, debiteuren, crediteuren en overige kortlopende posten benadert de boekwaarde, hoofdzakelijk vanwege hun korte looptijd.

Reële waarde Boekwaarde Reële waarde
31-12-2014 31-12-2013 31-12-2014 31-12-2013
Financiële activa
Liquide middelen 5.254 6.531 5.254 6.531
Debiteuren en overige vorderingen 7.770 7.210 7.770 7.210
Valutatermijncontracten -541 209 -541 209
Financiële verplichtingen
Crediteuren en overige te betalen bedragen -6.890 -6.985 -6.890 -6.985

Hedge accounting

Brill maakt uitsluitend gebruik van cashflow hedging met behulp van reguliere valuta termijncontracten. Op balansdatum was voor US dollar 8,4 miljoen (2013: 8,3 miljoen) aan termijncontracten afgesloten met een looptijd van maximaal twaalf maanden en waarvan de marktwaarde op balansdatum minus eur 541 duizend was (2013: eur 209 duizend). Het doel van de cashflow hedge is om de zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige verkoop van US dollar kasstroom af te dekken tegen schommelingen in de valutakoers tot en met het verwachte moment van afwikkeling door ontvangst van vordering. De toekomstige US dollar kasstroom zal binnen twaalf maanden na balansdatum plaatsvinden. Resultaten van afgelopen termijncontracten worden verantwoord in de resultaten onder de post nettoomzet. De resultaten van nog lopende financiële instrumenten zullen geheel in het boekjaar 2015 vallen. Zowel in 2014 als in 2013 waren de hedges effectief en is er geen bedrag voor ineffectiviteit van hedge contracten opgenomen in de winst- en verliesrekening van beide jaren. In 2014 is er voor minus eur 749 duizend

(2013 eur 74 duizend) aan reële waardemutaties op de cashflow hedge geboekt in het eigen vermogen. Uit toetsing van de termijncontracten gebruikt voor de cashflow hedge is gebleken dat op balansdatum de hedge effectief is.

Hiërarchie in reële waarden

Per 31 december 2014 hield Brill de onderstaande tegen reële waarde opgenomen financiële instrumenten, te onderscheiden naar waarderingsmethode:

Niveau 1: genoteerde (niet-aangepaste) koersen op actieve markten voor identieke activa of verplichtingen.

Niveau 2: gehanteerde variabelen hebben een significant effect op de verwerkte reële waarde en zijn direct of indirect waarneembaar. Niveau 3: gehanteerde variabelen hebben een significant effect op de verwerkte reële waarde, maar zijn niet gebaseerd op waarneembare marktgegevens.

Valutatermijncontracten
Tegen reële waarde opgenomen activa /
verplichtingen
31-12-2014 31-12-2013
Niveau 1 0 0
Niveau 2 -541 209
Niveau 3 0 0
Totaal -541 209

Ieder jaar wordt op balansdatum de hiërarchie indeling van regelmatig terugkerende financiële instrumenten opnieuw vastgesteld op basis van het laagste niveau van de gehanteerde variabelen die significant effect hebben op de reële waarde.

Classificatie van de
financiële instrumenten
Leningen en Tegen reële waarde
met waardeveranderingen
verwerkt in
vorderingen
(tegen
geamortiseerde
kostprijs)
Overzicht niet
gerealiseerde
resultaten
Overzicht
gerealiseerde
resultaten
Totaal
Per 31 december 2014:
Activa
Debiteuren en overige vorderingen 7.770 0 0 7.770
Liquide middelen 5.254 0 0 5.254
13.024 0 0 13.024
Passiva
Crediteuren en overige te betalen posten 6.890 0 0 6.890
Valutatermijncontracten 0 541 0 541
6.890 541 0 7.431
Per 31 december 2013:
Activa
Debiteuren en overige vorderingen 7.210 0 0 7.210
Liquide middelen 6.531 0 0 6.531
Valutatermijncontracten 0 209 0 209
13.741 209 0 13.950
Passiva
Crediteuren en overige te betalen posten 6.985 0 0 6.985
Valutatermijncontracten 0 0 0 0
6.985 0 0 6.985

14. Financieel risicomanagement

Valutarisico

Brill's financiële rapportage is gebaseerd op de euro. Voor Brill is de US dollar de enig andere relevante munteenheid. In 2014 komt ongeveer 37% (2013: 38%) van de in US dollars gefactureerde inkomsten van Brill uit Noord-Amerika. De US dollarprijzen moeten voorafgaand aangekondigd worden en worden in de regel één keer per jaar aangepast. Bij het bepalen van de prijzen in US dollar wordt het wisselkoersrisico verdisconteerd. Het merendeel van de kasuitgaven is in euro's, waardoor er een overschot aan US dollars ontstaat. Brill voert het beleid om ongeveer 90% van de verwachte vrije kasstroom voor de komende twaalf maanden in US dollars af te dekken met termijncontracten of valutaopties. De termijncontracten worden bruto afgewikkeld. Hiernaast streeft Brill ernaar het valutarisico te beperken door natural hedging, oftewel het vervangen van uitgaven van euro's door uitgaven in US dollars en door het aangaan van schulden in US dollars ter compensatie van vorderingen in US dollars. Per saldo blijft er een beperkt valutarisico. In 2014 was er een valutaresultaat van positief eur 325 duizend (2013: negatief eur 93 duizend).

Onderstaande tabel geeft het effect van een waardemutatie van de US dollar ten opzichte van de Euro op de winst en het eigen vermogen:

Impact van 5% daling van de 2014 2013
US dollar ten opzichte van de Euro
Netto-omzet 204 212
Winst voor rente en belasting 42 62
Netto winst 36 54
Eigen vermogen -286 -418

Brill houdt bij de impact calculatie rekening met de hedge contracten. Het effect op winst voor belasting wordt voornamelijk veroorzaakt door de verandering van de waarde van activa en passiva in US dollars. Het effect op het eigen vermogen wordt voornamelijk veroorzaakt door de aanpassing in waarde van de investeringen in deelneming in de Verenigde Staten en de aanpassing in waarde van de kasstroom hedge indekkingsinstrumenten (zie noot 2.22).

Renterisico

Per ultimo 2014 waren er geen lang- en kortlopende bankkredieten of deposito's. De risico's van een wijziging in de rente op winst- en verliesrekening en eigen vermogen zijn derhalve nihil. Het beleid van Brill is dat in geval van een langlopend krediet een renteswap wordt afgesloten, indien op basis van renteverwachtingen voor de geld- en kapitaalmarkt het zeker lijkt dat door de swap de totale rentelasten lager zullen zijn.

Kredietrisico

De activiteiten van de vennootschap concentreren zich in West-Europa, de Verenigde Staten en Japan. Ruim 80% van Brill's verkopen loopt via derden, zoals verzendboekhandels en tijdschriftenagenten. In de markt is een verdere concentratie van handelsklanten gaande. Hoewel de kans op een faillissement van een handelsklant onveranderd is, nemen door deze concentratie wel de gevolgen van een mogelijk faillissement toe. Om deze gevolgen beheersbaar te houden, is een kredietverzekering afgesloten die een deel van het kredietrisico op handelsklanten afdekt. Voor de levering van boeken en primaire bronnen heeft Brill ook een passende kredietcontrole beschikbaar. Gestelde krediettermijnen, kredietlimieten, het sturen van herinneringen en het inschakelen van incassobureaus zijn belangrijke onderdelen van dit beleid. De kasstroom is gevoelig voor de betalingstermijn van debiteuren. De betalingstermijnen worden nauwkeurig bewaakt. In 2014 was de gemiddelde omloopsnelheid van de debiteuren in Noord-Amerika 101 dagen (2013: 96 dagen) en in de rest van de wereld 80 dagen (2013: 77 dagen).

Bij de levering van tijdschriften bestaat in beginsel geen debiteurenrisico, omdat levering van tijdschriftnummers pas na ontvangst van betaling door de abonnees plaatsvindt. Het is in het belang van de uitgever de abonnee nieuwe afleveringen ononderbroken te bezorgen en om die reden kan de uitgever in een enkel geval geneigd zijn te leveren voordat betaling plaatsvindt. In dit kader bestaat er een beperkt risico met betrekking tot abonnementsgelden die door de afnemende bibliotheek zijn afgegeven aan een tijdschriftenagent, maar die nog niet zijn overgemaakt naar de uitgever. Dat het hier geen theoretische situatie betreft, blijkt uit het faillissement van een grote tijdschriftagent, de firma Swets&Zeitlinger in Leiden, in de zomer van 2014. Bij levering van online producten bestaat in beginsel een kleiner of zelfs geen risico, omdat de toegang tot de aangeschafte online data te allen tijde kan worden stopgezet.

De inbaarheid van debiteuren die niet onder de kredietverzekering vallen, wordt periodiek beoordeeld. Op basis daarvan wordt de hoogte van de voorziening voor afwaardering handelsdebiteuren vastgesteld. Beoordeling vindt plaats met de individuele methode, dat wil zeggen dat per factuur een oordeel wordt gevormd over de inbaarheid daarvan. Objectieve oordeelsvorming over de inbaarheid is gebaseerd op het historisch betaalgedrag van de debiteur en informatie van derden over de kredietwaardigheid van de debiteur. Daarnaast vindt beoordeling met de collectieve methode plaats: te verwachte verliezen op uitstaande handelsdebiteuren worden statistisch bepaald op basis van ervaringscijfers. Het maximale risico op handelsen overige vorderingen is gelijk aan het totaalbedrag uitstaande per balansdatum.

Liquiditeitsrisico

De liquiditeitspositie wordt regelmatig beoordeeld aan de hand van het seizoenspatroon in de kasstroom, alsmede de verwachte ontwikkeling van ontvangsten en uitgaven. Vooral het beheer van het werkkapitaal is een belangrijk instrument voor verbetering van de liquiditeit. Het beleid is gericht op waarborging van de continuïteit van de onderneming door flexibel gebruik te kunnen maken van kredietfaciliteiten en langlopend vreemd vermogen of door eigen vermogen aan te trekken ter financiering van structurele maatregelen die waarde toevoegen. Het financieel beleid is gericht

op solide financiering van de groeidoelstellingen van de onderneming, waarbij de vrije kasstroom voldoende moet zijn om de kosten en aflossing van vreemd vermogen en het contant dividend te kunnen betalen. Uitgegaan wordt van een solvabiliteit tussen 40 en 60%.

Onderstaande tabel geeft aan wanneer contractuele financiële verplichtingen betaald moeten worden. Valutatermijncontracten worden bruto afgewikkeld (zie ook noot 13).

Betaling financiële
verplichtingen
Balans
bedrag
Per
direct
< 3
maanden
3-12
maanden
1-5 jaar > 5 jaar Totaal
Per 31 december 2014
Crediteuren en overige te betalen posten 6.890 4.336 949 1.605 0 0 6.890
Valutatermijncontracten 541
Valutatermijncontracten ontvangsten 0 -1.776 -4.039 -5.815
Valutatermijncontracten betalingen 0 2.040 4.316 0 0 6.356
4.336 1.213 1.882 0 0 7.431
Per 31 december 2013
Crediteuren en overige te betalen posten 6.985 3.938 1.832 1.215 0 0 6.985
Valutatermijncontracten -209
Valutatermijncontracten ontvangsten -1.290 -4.947 -6.237
Valutatermijncontracten betalingen 0 1.235 4.793 0 0 6.028
3.938 1.777 1.061 0 0 6.776

15. Gesegmenteerde informatie

Gesegmenteerde gegevensverstrekking vindt plaats op de volgende gebieden: omzet, resultaat en activa per uitgeefactiviteit, omzet per productsoort, omzet per afzetgebied en geografische verdeling van het eigendom van de activa. De afschrijvingen, financieringskosten en -opbrengsten worden niet naar operationele segmenten gealloceerd.

De uitgeefactiviteiten van Brill zijn verdeeld in vakgebieden welke worden beschouwd als de volgende operationele segmenten:

  • LAW: internationale rechtswetenschappen.
  • MIA: Afrika, cultuurstudies, taalkunde, linguïstiek, literatuur en Midden-Oosten studies.
  • HIS: geschiedenis (waaronder middeleeuwse, vroegmoderne en moderne geschiedenis, krijgsgeschiedenis, wetenschapsgeschiedenis, boekgeschiedenis en geschiedenis van de cartografie), American Studies, Slavic en Eurasian Studies, sociale wetenschappen en biologie.

  • REL: filosofie (waaronder antieke wijsbegeerte en ethiek), kunst, religie- en Bijbelwetenschap, theologie, Joodse studies, Oude Nabije Oosten en Egyptologie.

  • CS: klassieke oudheid (waaronder oude geschiedenis), Grieks en Latijnse literatuur.
  • AS: Azië studies.

In 2013 is het operationele segment Ancient Near East en Jewish studies volledig geïntegreerd in het segment Religion. Het management van Brill beoordeelt de resultaten van de individuele segmenten teneinde beslissingen te kunnen nemen over het toewijzen van middelen. Segmentresultaten worden beoordeeld op winstgevendheid welke in lijn is met de resultaten zoals gepresenteerd in het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten. Het eigendom van de activa ligt in Nederland.

Segmenten LAW MIA HIS REL CS AS Niet
gealloceerd
Totaal
Omzet 2014 6.049 5.634 6.662 5.920 2.777 2.706 0 29.748
Omzet 2013 6.658 4.964 6.159 6.460 2.162 2.881 0 29.284
Winst voor belasting 2014 1.093 457 711 961 699 99 -710 3.310
Winst voor belasting 2013 1.359 885 650 1.038 527 45 -1.157 3.347
Activa 31-12-2014 16.701 7.955 7.641 6.218 2.633 4.151 41 45.340
Activa 31-12-2013 17.169 5.690 7.439 6.984 2.323 4.458 250 44.313
Aansluiting omzet en winst
voor belasting
2014 2013
Omzet 29.748 29.284
Kostprijs van de omzet -9.613 -9.436
Verkoopkosten -6.165 -5.990
Algemene operationele kosten -9.950 -9.354
4.020 4.504
Aanpassingen
Afschrijving op immateriële vaste activa -271 -312
Afschrijving op materiële vaste activa -731 -714
Financieringsopbrengsten 337 0
Financieringskosten -45 -131
Winst voor belasting 3.310 3.347
Aansluiting activa 2014 2013
Segment activa 44.935 44.063
Aanpassingen
Te vorderen belasting 41 41
Valutatermijncontracten 0 209
Activa 44.976 44.313

De segmentering naar producten is als volgt:

Omzet per product Boeken Tijdschriften Totaal
Verkopen 2014 20.853 8.895 29.748
Verkopen 2013 21.113 8.171 29.284

Het product boeken bevat naast folio- en online boeken ook primaire bronnen. Tijdschriften bestaan uit folio- en online tijdschriften.

De geografische verdeling van de omzet (gebaseerd op de locatie van de klant) is:

Omzet per regio 2014 2013
Europa 13.595 12.896
Noord-Amerika 11.271 11.155
Rest van de wereld 4.882 5.233
29.748 29.284

Bij het vaststellen van de omzet van de elektronische licenties geldt dat een deel daarvan pas in het volgend boekjaar bekend wordt. Doordat confirmaties dit jaar eerder zijn ontvangen, kon een betere inschatting gemaakt worden van deze omzet in 2014.

16. Kosten

De kostprijs van de omzet bestaat uit de volgende kostensoorten: technische productiekosten, afschrijving op immateriële vaste activa en royalty's.

Kostprijs van de omzet 2014 2013
Technische productiekosten 8.802 8.569
Afschrijving immateriële vaste activa 145 202
Royalty's 666 665
9.613 9.436
Aansluiting verkoop- en algemene
operationele kosten met personeels- en
operationele kosten
2014 2013
Verkoopkosten 6.165 5.990
Algemene operationele kosten 9.950 9.354
16.115 15.344
Personeelskosten 8.330 7.965
Operationele kosten 7.785 7.379
16.115 15.334

De operationele kosten ad eur 7.785 duizend (2013: eur 7.379 duizend) bevatten alle niet aan de technische kostprijs en directe verkoop gerelateerde kosten. De specificatie van de personeelskosten is als volgt:

Personeelskosten 2014 2013
Salarissen en lonen 7.550 7.211
Sociale verzekeringen 1.057 935
Toegezegde bijdrage pensioenregelingen 717 773
Overige toegezegde bijdrage regelingen 336 306
9.660 9.225
Salarissen en lonen geboekt op
onderhanden werk
-1.330 -1.260
8.330 7.965

17. Financieringsopbrengsten en financieringskosten

De creditrente op het rekening-courantsaldo was in 2014 0% (2013 0%).

Financieringsopbrengsten 2014 2013
Ontvangen interest 12 0
Resultaat koersaanpassingen
van overige activa en passiva
325 -93
337 -93
Financieringskosten 2014 2013
Betaalde interest / kosten kredietfaciliteit -45 -38
-45 -38

1 8 . W i n s t p e r a a n d e e l

De winst per aandeel is berekend door de winst na belastingen toe te rekenen aan de houders van gewone aandelen en te delen door het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen. Op balansdatum stonden er geen aandelenopties of aflosbare preferente aandelen uit die kunnen leiden tot verwatering van de winst per aandeel. Na balansdatum hebben zich geen transacties in aandelen voorgedaan.

2014 2013
Winst (in duizenden euro's) 2.450 2.461
Gewogen gemiddeld aantal
gewone aandelen
1.874.444 1.874.444
Gewone winst per aandeel ter
beschikking van aandeelhouders van
Koninklijke Brill nv
1,31 1,31

19. Uitgekeerd en voorgesteld dividend

Dividend op gewone aandelen 2014 2013
Vastgesteld en uitgekeerd dividend 2.024
Betaald dividend voor 2012: eur 1,08
Betaald dividend voor 2013: eur 1,12 2.099
Voorgesteld dividend voor 2014 ter goedkeuring
(niet opgenomen als verplichting per
31 december 2014)
Te betalen dividend voor 2014: eur 1,15 2.156
Voorgestelde winstverdeling 2014
Dividend op gewone aandelen 2.156
Toevoeging aan winstreserve 294
Winst 2.450

20. Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Voor het kantoorgebouw Plantijnstraat 2 in Leiden bestaat een huurovereenkomst met een looptijd tot en met september 2023. Hiervoor is een bankgarantie verstrekt van eur 115 duizend. Door de overname van Rodopi bv is er een bedrijfsruimte aan Tijnmuiden 7 in Amsterdam, waarvan de huurovereenkomst tot 1 oktober 2017 loopt, meegekomen. Daarnaast huurt de dochteronderneming kantoorruimte op Liberty Square in Boston, MA. Deze overeenkomst loopt tot en met 28 februari 2023. Tevens zijn er voor bedrijfsauto's (operationele) leasecontracten met een looptijd van vier jaar. De financiële verplichtingen vanwege leasing en huur zijn:

Per 31 december 2014 2015 2016 2017 2018 2019 na 2019
Bedrijfsauto's 56 27 18 14 0 0
Huur 599 611 605 561 572 2.137
655 638 623 575 572 2.137
Per 31 december 2013 2014 2015 2016 2017 2018 na 2018
Bedrijfsauto's 58 30 9 2 0 0
Huur 460 374 385 397 409 2.235
518 404 394 399 409 2.235

21. Informatie over verbonden partijen

Dochterondernemingen

De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Koninklijke Brill nv en de dochterondernemingen Brill USA, Inc. (in Boston, MA) en Editions Rodopi bv (Amsterdam). Brill had in 2014, net als in 2013, een 100% belang in Brill USA, Inc., dat als taak heeft verkoop van boeken en online publicaties in Noord-Amerika. De folioboeken worden van Koninklijke Brill nv gekocht met een marktconforme korting op het moment dat er een verkoop aan derden plaatsvindt. Voor de verkoop van de online publicaties ontvangt Brill USA een marktconforme commissie. Op 14 juni 2014 heeft Brill een 100% belang in Editions Rodopi bv gekocht. Deze onderneming publiceert en verkoopt boeken en vormt een fiscale eenheid met Koninklijke Brill nv.

Beloning sleutelfunctionarissen

De vennootschap wordt bestuurd door één statutair directeur onder toezicht van de Raad van Commissarissen. De commissarissen ontvangen uit hoofde van hun functie jaarlijks een beloning. Er is geen sprake van een bonusuitkering of een beloning op termijn, zoals opties in aandelen. Er worden geen pensioenrechten opgebouwd die ten laste van de vennootschap komen. De beloning van de directeur, zoals toegelicht in het remuneratiebeleid, bestaat uit een vast en een variabel deel. Het variabel deel bestaat uit een korte termijn variabele beloning van maximaal 40% van de vaste beloning en een driejaars lange termijn variabele beloning van maximaal 40% van de vaste beloning. De directeur heeft geen beloning in opties of aandelen. Daarnaast bouwt de directeur ten laste van de vennootschap pensioenrechten op onder aftrek van een eigen bijdrage van 30% van de verschuldigde premie. De kosten van 2014 bevatten eur 23 duizend aan (niet in de bezoldiging opgenomen) crisisheffing (2013: eur 24 duizend).

Beloning sleutelfunctionarissen 2014 2013
Bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen
Mr. R.E. Rogaar 25.000 25.000
Drs. ing. H.P. Spruijt 10.417 25.000
Mw. C. Lucet, MBA 25.000 16.667
Mr. A.R. baron van Heemstra 30.000 30.000
90.417 96.667
Vaste bezoldiging van de directeur
Vaste onderdelen
Salaris 245.000 240.000
Pensioenlasten 84.887 83.360
Variabele onderdelen
Variabele bezoldiging (betrekking hebbend op het vorige boekjaar) 79.000 61.000
408.887 384.360
499.304 481.027
Totale bezoldiging van Raad van Commissarissen en directeur

De in 2014 uitgekeerde variabele beloning van de directeur (eur 79 duizend) had betrekking op doelstellingen uit het jaar 2013. Voor wat betreft de gerealiseerde doelstellingen van het rapportagejaar 2014 is er in begin 2015 voor de variabele beloning van de directeur een bedrag van eur 40 duizend vastgesteld en in winst- en verlies rekening verwerkt, uit te keren in 2015. Aan de directeur is een lease auto ter beschikking gesteld waarvan de waarde is gesteld op eur 4 duizend per jaar.

22. Gebeurtenissen na balansdatum

Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum met belangrijke financiële gevolgen voor de vennootschap.

VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING 2014

Vennootschappelijke jaarrekening 2014

76 Vennootschappelijke balans per 31 december 2014
77 Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2014
77 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening
77 1.
Informatie over de vennootschap
77 2.
Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
77 3.
Financiële vaste activa
78 4.
Debiteuren en overige vorderingen
78 5.
Liquide middelen
79 6.
Crediteuren en overige te betalen posten
79 7.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
80 8.
Accountantskosten

Overige toelichtingen

VENNOOTSCHAPPELIJKE BALANS PER 31 DECEMBER 2014

Voor bestemming resultaat; in duizenden euro's

31-12-2014 31-12-2013
Activa
Vaste activa
Materiële vaste activa 1.231 1.156
Immateriële vaste activa 16.283 16.436
Financiële vaste activa [3] 1.726 595
19.240 18.187
Vlottende activa
Voorraden 13.084 12.699
Debiteuren en overige vorderingen [4] 7.677 7.210
Valutatermijncontracten 0 209
Te vorderen belasting 36 53
Liquide middelen [5] 4.999 6.421
25.796 26.592
Totaal activa 45.036 44.779
Passiva
Eigen vermogen
Geplaatst kapitaal 1.125 1.125
Agio 343 343
Ingehouden winst 23.534 23.172
Overige reserves -508 102
Onverdeelde winst 2.450 2.461
Voorzieningen 26.944 27.203
Uitgestelde belastingverplichtingen 3.801 3.776
3.801 3.776
Kortlopende verplichtingen
Crediteuren en overige te betalen posten [6] 6.767 7.196
Vooruitontvangen omzet 6.765 6.338
Te betalen loonbelasting en sociale premies 218 266
Valutatermijncontracten 541 0
14.291 13.800
Totaal passiva 45.036 44.779

V E N N O O T S C H A P P E L IJ K E W I N S T - E N V E R L I E S R E K E N I N G OVER 2014

in duizenden euro's

Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 31-12-2014 31-12-2013
Resultaat deelnemingen na belastingen 272 185
Overig resultaat na belastingen 2.178 2.276
2.450 2.461

TOELICHTING OP DE VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING

1. Informatie over de vennootschap

De vennootschappelijke jaarrekening van Koninklijke Brill nv op 31 december 2014 is goedgekeurd voor publicatie ingevolge het besluit van de Raad van Commissarissen en de directie van 26 maart 2015. Brill is een in Nederland opgerichte en gevestigde vennootschap waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld bij Euronext in Amsterdam.

2. G r o n d s l a g e n b ij d e o p s t e l l i n g v a n d e jaarrekening

De vennootschappelijke jaarrekening wordt opgesteld op basis van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de grondslagen van waardering en resultaatbepaling (waaronder de grondslagen voor de classificatie van financiële instrumenten en eigen of vreemd vermogen) te baseren op de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Daarom wordt voor de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling verwezen naar noot 2 (grondslagen) bij de geconsolideerde jaarrekening. De deelnemingen worden verantwoord onder de financiële vaste activa en zijn gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde. Als de verschillen tussen enkelvoudige noten en de geconsolideerde noten geen aanvullende informatie laten zien, is er voor gekozen om te verwijzen naar de geconsolideerde noten.

3. Financiële vaste activa

2014 2013 eigendom
Editions Rodopi bv, Amsterdam, Nederland 1.453 0 100%
Brill USA, Inc., Boston, Verenigde Staten 273 595 100%
1.726 595
Verloopoverzicht 2014 2013
1 januari 595 400
Investering 1.404 0
Resultaat deelnemingen 272 185
Dividend betaling -549 0
Koersresultaat 4 10
31 december 1.726 595

De daling van de financiële vaste activa van Brill USA, Inc. wordt veroorzaakt door een dividenduitkering.

4. Debiteuren en overige vorderingen

Debiteuren en overige vorderingen zijn kortlopend van karakter. Debiteuren zijn niet-rentedragend en hebben over het algemeen een betalingstermijn van dertig tot negentig dagen, afhankelijk van het land van vestiging

van de debiteur. Zie voor ouderdom van debiteuren en mutaties in de voorziening voor afwaardering debiteuren de toelichting onder noot 8 van de geconsolideerde jaarrekening.

2014 2013
Debiteuren 5.813 5.817
Overige vorderingen 1.864 1.393
7.677 7.210

5 . L i q u i d e m i d d e l e n

Ultimo 2014 bedroegen de liquide middelen van Brill eur 4.999 duizend (ultimo 2013: eur 6.421 duizend). De liquide middelen staan vrij ter beschikking van Brill.

6. Crediteuren en overige te betalen posten

2014 2013
Crediteuren 3.832 3.439
Schulden aan
dochterondernemingen
185 500
Overlopende passiva 1.620 1.711
Overige te betalen posten 1.130 1.546
6.767 7.196

Zie voor verdere toelichting noot 12 van de geconsolideerde jaarrekening.

7. Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Voor het kantoorgebouw Plantijnstraat 2 in Leiden bestaat een huurovereenkomst met een looptijd tot en met september 2023. Hiervoor is een bankgarantie verstrekt van eur 115 duizend. Tevens zijn er voor

bedrijfsauto's (operationele) leasecontracten met een looptijd van vier jaar. De financiële verplichtingen vanwege leasing en huur zijn:

Per 31 december 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 e.v.
Bedrijfsauto's 56 27 18 14 0 0
Huur 327 337 347 357 368 1.526
383 364 365 371 368 1.526
Per 31 december 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 e.v.
Bedrijfsauto's 58 30 9 2 0 0
Huur 363 374 385 397 409 1.814
421 404 394 399 409 1.814

8. Accountantskosten

2014 2013
Controle jaarrekening 75 75
Andere controleopdrachten 6 5
Overige niet-controle diensten 12 21
93 101

Dit betreft uitsluitend kosten van EY Accountants LLP Nederland. Er wordt geen gebruik gemaakt van de firma EY in andere landen.

Overige toelichtingen

Zie voor materiële vaste activa, immateriële vaste activa, voorraden, eigen vermogen, rentedragende schulden, financiële instrumenten en financieel risicomanagement de toelichting onder de noten 4, 5, 7, 10, 11, 13 en 14 van de geconsolideerde jaarrekening.

Gebeurtenissen na balansdatum

Zie toelichting onder noot 22 van de geconsolideerde jaarrekening.

Winstbestemming

Statutaire winstbestemming regeling

De winstbestemming vindt plaats overeenkomstig artikel 30 van de statuten, waarin is bepaald dat de winst als volgt wordt verdeeld:

  • a Uitkering van dividend over het op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag.
  • b De Gecombineerde Vergadering bepaalt welk bedrag na aftrek van de onder A genoemde uitkering wordt gereserveerd.
  • c De Raad van Commissarissen stelt het tantième van de directeur vast.
  • d De Raad van Commissarissen stelt in overleg met de directeur de gratificaties van het overige personeel vast.
  • e Het bedrag dat resteert na uitkering van het dividend op de cumulatief preferente aandelen, de reserveringen, tantièmes en gratificaties, staat ter beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor uitkering aan de houders van (certificaten van) gewone aandelen.

Voorstel winstverdeling boekjaar 2014

Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt een dividend voorgesteld van eur 1,15 per (certificaat van) aandeel van nominaal eur 0,60 in contanten. Zie verder bij "Informatie voor Aandeelhouders" op pagina 88. Indien de Algemene Vergadering van Aandeelhouders dit voorstel aanvaardt, wordt de winst over 2014 ad eur 2.450 duizend als volgt verdeeld:

Voorgestelde winstverdeling 2014
Dividend op gewone aandelen 2.156
Toevoeging aan winstreserve 294
Winst 2.450

Leiden, 26 maart 2015

Raad van Commissarissen

Mr. A.R. baron van Heemstra Mw. C. Lucet, MBA

Mr. R.E. Rogaar

Directeur Drs. H.A. Pabbruwe

C O N T R O L E V E R K L A R I N G V A N D E O N A F H A N K E L IJ K E ACCOUNTANT

Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Koninklijke Brill nv

Verklaring betreffende de jaarrekening

Ons oordeel

Wij hebben de jaarrekening 2014 van Koninklijke Brill nv (de vennootschap) te Leiden gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening.

Naar ons oordeel:

geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Koninklijke Brill nv op 31 december 2014 en van het resultaat en de kasstromen over 2014, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie (EU-IFRS) en met Titel 9 Boek 2 BW; geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Koninklijke Brill nv op 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit:

de geconsolideerde balans per 31 december 2014; de volgende overzichten over 2014: de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht; en de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.

De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit:

de enkelvoudige balans per 31 december 2014; de enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2014; en de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening.

Wij zijn onafhankelijk van Koninklijke Brill nv zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Materialiteit

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op € 155.000,-. De materialiteit is gebaseerd op 5 % van de winst voor belasting. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn.

Wij zijn met de raad van commissarissen overeengekomen dat wij aan de raad tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de € 7.700, rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.

Reikwijdte van de groepscontrole

Koninklijke Brill nv staat aan het hoofd van een groep van entiteiten. De financiële informatie van deze groep is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Koninklijke Brill nv

Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen.

Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was.

Onze groepscontrole heeft zich met name gericht op de significante onderdelen Koninklijke Brill nv, Editions Rodopi bv en Brill USA Inc. Bij de onderdelen Koninklijke Brill nv en Editions Rodopi bv hebben wij zelf controlewerkzaamheden uitgevoerd. Wij hebben gebruik gemaakt van andere accountants buiten het EY netwerk bij de controle van het onderdeel Brill USA Inc. Bij andere onderdelen hebben wij beoordelingswerkzaamheden of specifieke controlewerkzaamheden uitgevoerd.

Door bovengenoemde werkzaamheden bij (groeps-) onderdelen, gecombineerd met aanvullende werkzaamheden op groepsniveau, hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de groep verkregen om een oordeel te geven over de geconsolideerde jaarrekening.

De kernpunten van onze controle

In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met de raad van commissarissen gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken.

Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten.

Uitbesteding operationele processen

Koninklijke Brill nv heeft een groot deel van haar operationele processen uitbesteed. Hierdoor is er een inherent risico ten aanzien van het beheersen van deze uitbestede bedrijfsprocessen, wij verwijzen naar pagina 14 van het jaarverslag waarin het bestuur hierover rapporteert. De vennootschap heeft een aantal interne beheersingsmaatregelen getroffen om de uitbestede processen te beheersen. Dit betreft onder meer het zelfstandig opzetten van een goederenbeweging voor de stroom gedrukte boeken en een analyse in detail van de maandelijkse rapportages van de uitbestedingspartners. Daarnaast ontvangt de vennootschap rapportages over de kwaliteit van de interne beheersingsomgeving van de accountants van de serviceorganisaties die de orderverwerking, facturatie, voorraadbeheer en levering van boeken en tijdschriften voor de vennootschap uitvoeren.

Onze controlewerkzaamheden op de uitbestede processen bestaan onder andere uit de toetsing van de interne beheersingsmaatregelen van de vennootschap op de uitbestede processen en een beoordeling van de rapportages van de serviceorganisaties waar de interne beheersingsmaatregelen door de externe accountant van de service organisatie zijn getoetst. Naast deze beoordeling toetsen wij tevens de geld-goederenbeweging welke door Koninklijke Brill wordt opgesteld ter toetsing van de uitbestede processen. Onze conclusie is dat het management voldoende interne beheersingsmaatregelen heeft geïmplementeerd om de uitbestede processen te beheersen.

Invloed van (externe) factoren en assumpties op de waardering van goodwill en uitgavenrechten

Zoals toegelicht in noot 5 van de geconsolideerde jaarrekening heeft Koninklijke Brill nv € 15,1 miljoen overgenomen uitgavenrechten en € 1,9 miljoen goodwill per 31 december 2014. Het bedrag van deze posten in combinatie met de schattingen inherent aan het uitvoeren van een analyse op bijzondere waardevermindering (impairment review) van immateriële vaste activa en goodwill zijn voor ons redenen om de waardering van goodwill en uitgavenrechten als een inherent risico te identificeren. Wij hebben de assumpties die management heeft gehanteerd in het impairment test model voor goodwill en uitgavenrechten kritisch beoordeeld. Deze assumpties betreffen de kasstroom prognoses, de disconteringsfactor, de groeivoet, de restwaarde en de gevoeligheden zoals beschreven in noot 5 van de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons verenigen met de door het management gehanteerde veronderstellingen.

Onzekerheid betreffende inschatting toekomstig verkooppatroon m.b.t. de afschrijving van de content gerelateerde kosten binnen de voorraad en de voorraad voorziening

Voorraden zijn toegelicht in noot 7 van de geconsolideerde jaarrekening. De voorraad is gesplitst in variabele en vaste productiekosten en bedraagt per 31 december 2014 € 13 miljoen. De variabele productiekosten worden gewaardeerd in de voorraad en in de kostprijs verkopen opgenomen op het moment van verkoop van de individuele boeken. De vaste productiekosten zijn content gerelateerde kosten welke worden afschreven op basis van het verkooppatroon per operationeel segment, welke management's beste inschatting is van het afschrijvingspatroon voor de vaste productiekosten.

Het verkooppatroon wordt ook gehanteerd voor het bepalen van de voorziening voor onverkoopbaarheid van voorraden. Omdat het verkooppatroon dat wordt gehanteerd voor de afschrijving van vaste productiekosten en voor het bepalen van de voorziening voor onverkoopbaarheid van voorraden is gebaseerd op verwachte toekomstige verkopen is er sprake van een schattingsonzekerheid. Door deze schattingsonzekerheid heeft de inschatting van het verkooppatroon onze specifieke aandacht tijdens de controle.

Onze controlewerkzaamheden omvatten onder andere het toetsen van de onderliggende assumpties en berekeningen van het verkooppatroon aan de hand van de werkelijke verkopen en het toetsen van de kwaliteit van de inschattingen aan de hand van de realisaties. Wij kunnen ons verenigen met de door het management gehanteerde veronderstellingen.

Inzicht en controle op verkopen door digitale externe platformen

De vennootschap heeft een deel van de online verkopen van boeken en tijdschriften uitbesteed aan externe platformen. Minimaal eenmaal per jaar ontvangt de vennootschap informatie en confirmaties van de omzet gegenereerd door deze externe platformen. De vennootschap heeft voor 2014 een betere inschatting gemaakt van de te ontvangen bedragen van digitale externe platformen door vóór de jaarafsluiting al de bevestigingen te ontvangen. Over 2014 bedroegen de verantwoorde verkopen door digitale externe platformen € 2,9 miljoen. De vennootschap is beperkt in staat om de volledigheid van de bevestigde online verkopen door digitale externe platforms te valideren door het ontbreken van harde aanknopingspunten om de volledigheid van deze omzet te toetsen. De interne controle op volledigheid vindt plaats door middel van cijferbeoordelingen ten opzichte van voorgaande perioden en een vergelijking met de begroting per platform. Tot slot wordt door de vennootschap de volledigheid van de verantwoorde omzet getoetst op basis van een copyright check.

Onze controle werkzaamheden omvatten het testen van de interne beheersingsmaatregelen aangevuld met een gedetailleerde cijferanalyse van de omzet per platform. Daarnaast hebben wij per platform gecontroleerd of de meest recente confirmatie is ontvangen en dat er geen achterstanden zijn in de ontvangen confirmaties van de externe platformen en hebben wij kennis genomen van de copyright check. Op basis van onze werkzaamheden kunnen wij ons verenigen met de omzetverantwoording digitale externe platformen.

Consolidatie van de overgenomen onderneming: Editions Rodopi bv

Zoals toegelicht in noot 3 van de geconsolideerde jaarrekening heeft Koninklijke Brill nv in 2014 Editions Rodopi bv overgenomen. Wij hebben ons gericht op deze transactie omdat deze van materieel belang is voor de jaarrekening. De vennootschap heeft de resultaten van Editions Rodopi bv meegeconsolideerd vanaf 12 juni 2014. Bepalend voor het tijdstip van eerste consolidatie is het verkrijgen van zeggenschap over de deelneming (control). Het verkrijgen van control is onder EU-IFRS aan een aantal vereisten gebonden; zo moet er beschikkingsmacht zijn over de relevante activiteiten van de deelneming, moet de vennootschap zijn blootgesteld aan of gerechtigd zijn tot variabele opbrengsten uit hoofde van zijn betrokkenheid bij de deelneming en dient de vennootschap de mogelijkheid te hebben zijn macht over de deelneming te gebruiken om de omvang van de opbrengsten van de investeerder te beïnvloeden. Management is van mening dat zij op 12 juni 2014 de zeggenschap hebben verkregen over Editions Rodopi bv en hebben derhalve vanaf deze datum Editions Rodopi bv meegeconsolideerd. Wij hebben management's analyse over het verkrijgen van control gecontroleerd.

Onze controlewerkzaamheden omvatten onder andere het beoordelen van de intentieverklaring en het overname contract van Editions Rodopi bv. Wij kunnen ons verenigen met de door het management gehanteerde datum waarop control is verkregen.

Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en de Raad van Commissarissen voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met EU-IFRS en met Titel 9 Boek 2 BW en voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de onderneming in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten.

Op grond van genoemde verslaggevingsstelsels moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de vennootschap te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de vennootschap.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle fouten en fraude ontdekken.

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:

• het identificeren en inschatten van de risico's dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico's bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit;
  • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
  • het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een onderneming haar continuïteit niet langer kan handhaven;
  • het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en

• het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.

Wij communiceren met de Raad van Commissarissen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Wij bevestigen aan de Raad van Commissarissen dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met de raad over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening vanuit alle zaken die wij met de raad van commissarissen hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is.

Verklaring betreffende overige door wet- of regelgeving gestelde vereisten

Verklaring betreffende het jaarverslag en de overige gegevens

Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het jaarverslag en de overige gegevens):

  • dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de door Titel 9 Boek 2 BW vereiste overige gegevens zijn toegevoegd;
  • dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.

Benoeming

Wij zijn door de raad van commissarissen reeds langere periode benoemd als accountant van Koninklijke Brill nv

Den Haag, 26 maart 2015

Ernst & Young Accountants LLP S.B. Spiessens RA

Het aandeel Brill

Koninklijke Brill nv is sinds juli 1997 genoteerd aan Euronext Amsterdam. Het register van aandeelhouders Koninklijke Brill nv wordt beheerd door:

SGG Management (Netherlands) bv Claude Debussylaan 24 1082 md Amsterdam T +31 20 52 22 555

SGG treedt ook op als administrateur van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill.

Aandeelhouders op naam kunnen zich met vragen over aandelenbezit, adreswijzigingen of dividendbetalingen eveneens wenden tot voornoemd trustkantoor.

Aantal aandelen

Het aantal uitstaande aandelen met een nominale waarde van eur 0,60 bedroeg op 31 december 2014 1.874.444 (op 31 december 2013 1.874.444). De wijzigingen ten opzichte van voorgaand jaar in het aantal uitstaande aandelen zijn aangegeven bij de toelichting op de vennootschappelijke rekening. Van het totaal aantal uitstaande aandelen per 31 december 2014 zijn 1.833.601 certificaten uitgegeven en 40.843 aandelen op naam in het aandelenregister opgenomen.

Dividend 2014

Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt op 13 mei 2015 voorgesteld een dividend van eur 1,15 per (certificaat van) aandeel in contanten uit te keren.

Belangen van directie en commissarissen Drs. H.A. Pabbruwe (directeur) 8.311 stuks

Met instemming van de Raad van Commissarissen heeft de directeur voor zijn indiensttreding voor eigen rekening en risico certificaten van aandelen Brill via zijn bank verworven. Met de Raad is afgesproken dat de directeur deze certificaten, vermeerderd met stockdividend waarvoor een standaardinstructie is gegeven, niet zal vervreemden of belasten gedurende zijn actieve dienst.

Wet op het Financieel Toezicht

In het kader van de Wet op het Financieel Toezicht hebben de volgende certificaathouders een belang gemeld. Voor zover op 31 december 2014 bekend bij de onderneming, berust een belang van 3% of meer bij:

Gemelde belangen Omvang Meldingsdatum
Mont Cervin Sàrl 22% 22 juni 2012
Kempen Oranje Participaties nv 12% 1 juni 2014
Todlin nv 6% 22 februari 2013
Brokat Media Support bv 5% 18 december 2012
Boron Investments nv 5% 21 december 2007
Stichting Administratiekantoor Arkelhave 5% 18 juli 2014
GVB Capital Management 3% 26 juni 2012
Add Value Fund nv 3% 18 juli 2012

FINANCIËLE AGENDA 2015

Algemene Vergadering van Aandeelhouders 13 mei 2015 (14:00 uur ten kantore van de vennootschap)

Bekendmaking resultaat eerste halfjaar 2015 25 augustus 2015, nabeurs

Trading update derde kwartaal 2015 12 november 2015, nabeurs

Investor Relations

Brill voorziet (potentiële) aandeelhouders en andere belangstellenden graag zo goed mogelijk van relevante informatie. Exemplaren van (half-)jaarverslagen zijn te vinden op het internet onder www.brill.com, Corporate Information, sectie Investor Relations. Daarnaast kunnen deze worden aangevraagd via onderstaand adres.

koninklijke brill nv Investor Relations Postbus 9000 2300 pa Leiden

t + 31 71 53 53 500 e [email protected] www.brill.com

OVER DIT JAARVERSLAG

Jaarverslag en brochure

Dit jaarverslag is als pdf-document beschikbaar via de website www.brill.com.

Daarnaast wordt een brochure uitgegeven, waarin uittreksels van de financiële verslaglegging worden samengevoegd met het Directieverslag en een speciaal artikel, vormgegeven in de vertrouwde huisstijl.

Deze brochure, Brill in 2014, zal tevens via de website www.brill.com (Resources, Corporate, sectie Investor Relations) beschikbaar zijn.

Colofon

Ontwerp en lay-out André van de Waal Coördesign, Leiden

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.