AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Koninklijke Brill NV

Annual Report Apr 2, 2012

3822_10-k_2012-04-02-094100_e220927d-56e6-48b1-83b7-42b703b5302f.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Toezichthouder

Raad van Commissarissen Mr. A.R. baron van Heemstra Mr. R.E. Rogaar Drs. ing. H.P. Spruijt

Bestuur

Directeur Drs. H.A. Pabbruwe

koninklijke brill nv Plantijnstraat 2 po box 9000 2300 pa leiden The Netherlands

t +31 71 53 53 500 f +31 71 53 17 532

Dit jaarverslag is als pdf document beschikbaar via de website www.brill.nl

Jaarverslag 2011

  • Bericht van de directeur 2
  • Brill: internationaal uitgever sinds 1683 5
  • Kerncijfers 8
  • Gegevens per aandeel 9
  • Bericht van de Raad van Commissarissen 10
  • Raad van Commissarissen 12
  • Corporate Governance 13
  • Remuneratiebeleid 16

26 28

  • Verslag van de Directie 18
    1. Algemeen verslag 2011 18
    1. Financieel verslag 2011 23
    1. Strategische vooruitzichten 2012-2014 25
    1. Risico's en risicobeheersing
      1. Maatschappelijk verantwoord ondernemen
  • Rapport van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill 30
  • Rapport van de Stichting Luchtmans 32
  • Geconsolideerde jaarrekening 2011 33
  • Vennootschappelijke jaarrekening 2011 75

Overige gegevens 84

  • Gebeurtenissen na balansdatum 84
  • Winstbestemming 84
  • C o n t r o l e v e r k l a r i n g v a n d e o n a f h a n k e l ij k e accountant 85
  • Informatie voor aandeelhouders 87
  • Financiële agenda 2012 88
  • Over dit jaarverslag 89
  • Colofon 89

Na het goede jaar 2010 waren de verwachtingen bij Brill gunstig. Aan de andere kant was grote voorzichtigheid geboden; de mondiale economische situatie leek immers te zijn verslechterd. Toch stemt ook 2011 tot grote tevredenheid. Vanwege een betere spreiding van de producten door het jaar heen was het zicht op een goed resultaat al eerder in het jaar gerechtvaardigd, zoals ook gepubliceerd in de kwartaalberichten gedurende 2011. Voor de uiteindelijk te behalen omzet was echter de afhankelijkheid van de verkoopresultaten in het laatste kwartaal en vooral in de maand december groot. Gelukkig bleken de verkopen in het vierde kwartaal van 2011 opnieuw sterk.

Brill boekte in 2011 zes procent groei, vrijwel geheel autonoom, terwijl de brutowinst met bijna negen procent steeg. Naast een gunstige ontwikkeling van de omzet in Europa (vooral in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland), de VS en Japan was er sprake van groei in Brazilië en Australië. De groei is mede te danken aan een hogere productie. Voor wat de markt zelf betreft, blijft voorzichtigheid geboden. Brill is zich bewust van de geopolitieke onzekerheden en de gevolgen van bezuinigingen en probeert hierop voortdurend te anticiperen.

De opmars van het digitale product zette in 2011 door. Brill heeft zich op de ingrijpende migratie naar ongedrukt uitgeven goed voorbereid. Door inzet van nieuwe technieken, de inrichting van mediumonafhankelijke redactionele processen en de oriëntatie op algemeen gehanteerde standaarden blijven ongewenste verrassingen uit. Brill heeft het imago van een kwalitatief goede en duurzame uitgever, en de al jaren volgehouden terughoudendheid met betrekking tot prijsverhogingen geeft het bedrijf een steeds betere concurrentiepositie. Aan goede kopij is geen gebrek.

In 2011 publiceerde Brill wederom een groot aantal monografieën, naslagwerken (major reference works) en tijdschriften, terwijl ook drie nieuwe omvangrijke

research collecties digitaal beschikbaar kwamen: North China Herald Online, Classic Mexican Cinema Online en Middle Eastern Manuscripts Online. De analoge bronnencollecties op microfiche en film staan net als in 2010 onder druk, maar Brill is ervan overtuigd dat de investeringen in nieuwe online collecties op langere termijn zullen leiden tot een goed resultaat. Ofschoon vele uitgebrachte titels vermeldenswaardig zijn, kan hier slechts een zeer beperkt aantal genoemd worden. Binnen het fonds Religie verschenen de tweede editie van de Atlas of European Values, de Encyclopedia of Christianity Online en het nieuwe International Journal for the Study of Skepticism, waarmee de vakgebieden Ethiek en Filosofie bewust als nieuwe markten worden betreden. Tevens werden Christian Muslim Relations Online en Religion Past and Present Online uitgebreid. Bij Geschiedenis groeide de tijdschriftenportefeuille en het programma voor handboeken en kleinere naslagwerken voorspoedig. Het tijdschrift Fascism (Journal of Comparative Fascist Studies) is een goed voorbeeld van de verlenging van het programma naar de moderne geschiedenis. Tegelijk wordt gewerkt aan nieuwe grote online research collecties. Dat geldt ook voor Azië studies, waar bovendien de belangrijke monografie The Post-War Occupation of Japan, 1945-1952 verscheen. Islam wetenschappers konden in 2011 volop gebruiken maken van de Encyclopédie de l'Islam En Ligne en bestelden in groten getale de paperback The Qur'ãn in Context. Bij Klassieke Studies werd door publicatie van een tweede indexdeel een groot en belangrijk 22-delig werk voltooid: Brill's New Pauly: Encyclopedia of the Ancient World. Het online programma werd hier sterk uitgebreid. Het Internationaal Recht werd belangrijk versterkt met de overname van het Journal of World & International Trade en de nieuwe editie van International Criminal Law. Aan het Biologiefonds van Brill werden twee verenigingstijdschriften toegevoegd: het Journal of Crustacean Biology van The Crustacean Society en het Tijdschrift voor Entomologie van de Nederlandse Entomologische Vereniging.

In het kader van de ingezette concentratie op de geesteswetenschappen, het internationale recht, de biologie en de wetenschapsgeschiedenis heeft Brill in februari 2012 zeven tijdschriften en een bijbehorend boekenfonds in de natuurwetenschappen, dat werd uitgegeven onder de imprint VSP verkocht aan de Taylor & Francis Group, onderdeel van Informa PLC in Londen. De overdracht vertegenwoordigt een omzetbelang van ca eur 1,25 miljoen op jaarbasis. Deze transactie zal in 2012 naar verwachting tot een bijzondere bate van ruim eur 3 miljoen na belasting leiden. De ontvangen contanten versterken de kas van het bedrijf.

In 2011 werd Brill huisuitgever van de prestigieuze Brusselse Union of International Associations. Brill streeft actief naar strategische samenwerking en institutionele uitgeefovereenkomsten. Met een open en constructieve blik treedt Brill accentverschuivingen en nieuwe verdienmodellen tegemoet. Brill participeert daarom actief in open access projecten zoals OAPEN Library, Europeana en door NWO gesteunde pilots voor open access tijdschriften en monografieën.

Het gaat goed met het bedrijf. De voorbereidingen om de eigen letter "The Brill" met bijbehorende software tegen het eind van het jaar in de markt te zetten werden afgerond. Er is al een aantal boeken gezet in deze letter, die voor de uitgever grote eff iciencyvoordelen biedt. Maar de letter vergemakkelijkt ook auteurs- en redactiewerk en zorgt voor reductie van papiergebruik. Een geheel vernieuwde website (www.brill.nl) werd gelanceerd. Begin 2012 kon de domeinnaam www.brill.com worden verworven, hetgeen de internationale bereikbaarheid van onze website verbetert. Ook is in 2011 belangrijke voortgang geboekt bij de grondige herziening van de twee belangrijkste elektronische uitgeefplatformen voor boeken en tijdschriften respectievelijk naslagwerken en dit geheel binnen de afgesproken investeringsruimte. Door frequente uitwisseling van personeel en met het

hoofdkantoor in Leiden gedeelde IT infrastructuur is de ontwikkeling van het kantoor in Boston als een belangrijk en goed functionerend verlengstuk van de uitgeverij doorgezet. Ook is de gecontroleerde uitbesteding van bedrijfsprocessen voortgezet in 2011. Kostleiderschap en maatschappelijk verantwoord ondernemen blijven strategische onderdelen van het beleid. Dat Brill in staat is tot meer groei en kwaliteitsverbetering zonder noemenswaardige personeelsuitbreiding zegt veel over de medewerkers: voor hun creativiteit, productiviteit en eff iciency verdienen zij een groot compliment. Brill blijft investeren in hun ontwikkeling. Door het faciliteren van management development, training en begeleiding kan talent op het gebied van projectmanagement, kostenbeheer en accountmanagement verder worden ontwikkeld.

Brill is financieel gezond. Afgezien van rekening courant financiering werd de bankschuld in 2011 afbetaald en de gunstige kasstroom maakt expansie mogelijk. Een aangescherpt acquisitiebeleid biedt kansen voor uitbreidingen. Het convenant met de bank is ruim, zodat Brill zo nodig snel kan opereren.

Bij de winstgevendheid valt op dat de brutomarge sterk verbeterd is ten opzichte van 2010. Enerzijds heeft dit te maken met het feit dat een tweetal eenmalige effecten (initiële afboeking door een strenger voorraad waarderingssysteem en nabetalingen van royalty's) in 2011 niet meer voorkwam. Anderzijds was er in 2011 wel sprake van een eenmalige afboeking van geactiveerde kosten van online tijdschriften; het al vóór het jaar 2000 ingevoerde systeem van activering van digitaliseringkosten voor tijdschriften paste niet meer bij de huidige digitale uitgeefpraktijk. Desondanks daalde de kostprijs als percentage van de omzet per saldo van 35% naar 33%. Calculatorische discipline en het systeem van kostenbewaking dat de afgelopen twee jaar behoorlijk is aangescherpt werken dus goed. Bij personele en overige operationele kosten blijken transparantie, tijdige rapportages en breed

uitgedragen kostenbewustzijn effectieve beheersinstrumenten te zijn.

Op basis van de positieve ontwikkelingen en de beschikbare middelen zal voorgesteld worden over 2011 een dividend van eur 1,05 uit te keren. De pay-out ratio bedraagt daarbij 60% en past in het tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2009 aangegeven dividendbeleid. Het dividend zal in ons voorstel opnieuw geheel in contanten zijn.

Het bijna 330-jarige Brill is een prachtig en uniek bedrijf met een gemotiveerde en kundige staf dat goede kansen in de markt heeft. Het bedrijf koppelt traditiegetrouw ondernemingszin aan behoedzaamheid en wil duurzaam groeien. In deze moeilijk voorspelbare en voortdurend veranderende omgeving past het op dit moment niet concrete verwachtingen over 2012 uit te spreken. Brill werkt intussen hard door aan de eigen toekomst.

Ik dank onze auteurs en klanten en alle andere stakeholders voor het in ons gestelde vertrouwen.

Leiden, 12 maart 2012

Drs. H.A. Pabbruwe Directeur Koninklijke Brill nv De Leidse academische uitgeverij Brill hoopt in het jaar 2013 zijn 330-jarig bestaan te vieren. De eerste 165 jaar, precies de helft van zijn bestaan, had het bedrijf een andere naam: Luchtmans. Toen bedrijfsleider Evert Jan Brill (1812-1871) in 1848 eigenaar werd van de firma S. en J. Luchtmans, was het meer dan drie decennia geleden dat de laatste mannelijke telg van het geslacht Luchtmans was overleden. Onder de nieuwe naam bleef de kernactiviteit van het bedrijf het faciliteren van de informatiestroom tussen auteurs en hun lezers, geheel in de geest van oprichter Jordaan Luchtmans (1652-1708), academisch drukker op het Leidse Rapenburg. Naast een bloeiende uitgeverij nam E.J. Brill een zetterij, drukkerij, boekhandel en antiquariaat over. Na zijn overlijden kwam het bedrijf in andere handen en werd in 1896 de nv Boekhandel en Drukkerij voorheen E.J. Brill opgericht. Aan deze nv Brill werd honderd jaar later, in 1996, het predicaat 'koninklijk' toegevoegd. Brill was in de twintigste eeuw uitgegroeid tot een naar verhouding kleine maar zeer belangrijke speler in de internationale uitgeefwereld. Brill is tegenwoordig vooral een breed georiënteerde humaniora uitgeverij, die veel weg heeft van een internationale universiteitspers. De rendementen die worden behaald doen echter niet onder voor die van de grote uitgeefconcerns. Brill richt zich daarbij op de wetenschappelijke onderzoeksmarkt in de humaniora, het internationale recht en de natuurlijke historie. Het bedrijf heeft zet- en drukwerk uitbesteed aan derden, investeert alleen in kernactiviteiten en past op doordachte wijze bewezen succesvolle technologieën toe.

Imprints en producten

Brill is in de loop van haar bestaan niet alleen autonoom gegroeid, maar heeft ook diverse andere uitgeverijen en fondsonderdelen overgenomen, onder andere VSP, Nijhoff, IDC Publishers, Humanities Press, Styx, Index Islamicus, Gieben, Koninklijke Van Gorcum, Transnational, Hotei, Global Oriental en Forsten. Brill heeft alleen het gebruik van de imprints Nijhoff, Hotei en Global Oriental behouden. Met de overname van Martinus Nijhoff Publishers in 2003 heeft Brill heeft zich een leidende positie op het gebied van het internationaal recht verworven. Nijhoff geeft de prestigieuze publicatiereeks en de online database van The Hague Academy of International Law wereldwijd uit. De in 2006 en 2010 verworven imprints Hotei (Japanse prentkunst) en Global Oriental (met zijn concentratie op Japan, Korea en China) sluiten goed aan bij Brill's Azië Studies.

Brill voert een duaal uitgeefbeleid. De productvormen boek, tijdschrift en naslagwerk bestaan naast elkaar, in papieren en elektronische vorm. Het boek, dat anders dan bij bètawetenschappen nog niet verdrongen is door tijdschriften, speelt bij Brill nog steeds een grote rol. Tegelijk groeit de elektronische omzet stevig: Brill biedt de e-versie van haar producten via derden maar ook zelf aan en versterkt zo haar positie. Het uitgeefproces is geheel digitaal ingericht en door een multimediaal bestandsformaat kan de klant vrijwel altijd kiezen op welke wijze de informatie wordt afgenomen. De komende jaren wordt een ontwikkeling verwacht waarbij elektronische producten wezenlijk gaan verschillen van gedrukte. Door toepassing van audiovisuele elementen en software en de toevoeging van data zullen "enhanced" producten ontstaan. Door de grote houdbaarheid van wetenschappelijke informatie in de alfawetenschappen is de levensduur van Brill's producten over het algemeen lang. Brill verkoopt nog steeds flinke hoeveelheden oude titels uit voorraad, door met nieuwe technologie op bestelling of in kleine oplage te herdrukken (printing on demand) of door gebiedscollecties en compilaties samen te stellen. In ieder geval kan zonder terughoudendheid aan auteurs beloofd worden dat boeken van Brill altijd leverbaar blijven.

Sinds 2006 levert Brill ook wetenschappelijk belangrijke primaire bronnen aan instituten met bijzondere en zeldzame collecties, die deze vaak uit speciale

fondsen bekostigen. Het businessmodel van deze research collecties is afwijkend, vanwege de op het oog hoge prijzen en de lage oplagen. Brill brengt nieuwe primaire bronnencollecties online uit op het eigen Brill online platform. Waar voorheen microfiche en film de voorkeursdragers waren, is deze markt overwegend digitaal geworden.

Internationaal: auteurs en lezers

Uitgeverij Brill is vanaf het begin een internationaal actieve speler geweest. De afzet van Brill is voor meer dan 95% buiten Nederland, hetgeen overeenkomt met het aandeel auteurs in die landen. Tachtig procent van Brill's clientèle bevindt zich in Europa en Noord-Amerika, twintig procent in de rest van de wereld. Brill heeft contacten met alle belangrijke academische onderzoekscentra in de wereld, maar koestert de traditioneel sterke band met de Leidse universiteit. Mede door de sterke positie van Brill in een aantal Leidse specialiteiten zoals Islam studies, kleine talen, archeologie en sinologie zijn de in Leiden actieve wetenschappers gemiddeld goed vertegenwoordigd bij Brill.

Brill concentreert zich voor haar afzet op de bibliotheken van grote universiteiten. Wereldwijd staan bibliotheekbudgetten voor de humaniora al vele jaren onder druk. Toch is er tot op heden bij de universiteitsbibliotheken een tamelijk stabiel verzamelbeleid en een bestendige vraag gebleven. De reputatie van Brill en vooral die van haar producten is van grote invloed op de toekomstmogelijkheden van de uitgeverij. De gevestigde marktpositie in de humaniora draagt belangrijk bij aan het succes van Brill. Hoewel Brill altijd uitziet naar vernieuwing en verbreding van zijn producten en productvormen, bewaakt de onderneming streng het uitgangspunt niet in teveel verschillende, niet met elkaar samenhangende disciplines terecht te komen. Groei door productontwikkeling en acquisitie wordt juist gezocht in de humaniora, het internationale recht, de biologie en de wetenschapsgeschiedenis.

Uitgeversrechten en (ver)spreiding

De uitgeefstrategie van Brill bestaat uit het koesteren en beschermen van haar sterke merken en het volgen van ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek in specifieke vakgebieden. Met auteurs wordt door middel van standaardovereenkomsten een redelijke en juridisch solide basis voor exploitatie afgesproken, waardoor een gecontroleerde verspreiding van de research door de auteurs zelf of hun instituten mogelijk gemaakt wordt. Dit kan door overdracht van rechten of het overeenkomen van een licentie (Creative Commons). Brill hecht er belang aan zich nieuwe technologische mogelijkheden eigen te maken en die zo mogelijk te gebruiken bij het bedienen van haar klanten. Brill volgt met belangstelling de ontwikkelingen met betrekking tot Open Access en Institutional Repositories en ondervindt vrijwel geen problemen bij het regelen van auteursrechterlijke aspecten. De spreiding van Brill's portefeuille is goed: qua disciplines, verkoopkanalen, productformaten, samenstelling van de omzet uit oud en nieuw fonds en geografie. Het kantoor in Boston vergemakkelijkt de toegang tot de Amerikaanse markten. Sinds begin 2012 wordt met een marketingbedrijf in Singapore samengewerkt om de marktkennis en het direct marketing bereik van Brill in Zuidoost Azië te vergroten.

De marketing- en verkooptactiek behelst een zo breed mogelijke verspreiding van Brill's producten, dus niet uitsluitend binnen de door de auteur beoogde primaire doelgroep van vakgenoten. De effectiviteit van deze mondiale marketingaanpak is door gebruikmaking van internettechnologie verbeterd. Daarnaast draagt samenwerking met Google en een groot aantal andere partners bij aan de vindbaarheid van Brill's publicaties en daarmee aan het succesvol en met gezond rendement opereren in de huidige informatiemaatschappij.

Organisatie en medewerkers

Brill is een centraal geleide onderneming met een aantal gemeenschappelijke en een aantal gedelegeerde functies. De algehele dagelijkse leiding van Brill berust bij de directeur, die tevens verantwoordelijk is voor business development en personeelsbeleid. De primaire ondernemingsfunctie is gelegd bij uitgeefeenheden (publishing units) die gericht zijn op de hoofddisciplines waarin Brill actief is. Uitgevers zijn verantwoordelijk voor de multimediale fondsontwikkeling en het commerciële contact met hun redacties en auteurs. Zij worden actief ondersteund door twee centrale afdelingen: Sales & Marketing en Finance & Operations, beide geleid door een eigen Executive Vice President. De subafdeling Operations ziet toe op uitbesteed zet-, druk- en bindwerk, voorraadbeheer, bureauredactie, metadata beheer, elektronische uitgeeftechniek en automatisering.

De menselijke factor in het bedrijf is uiterst belangrijk. De hoog opgeleide en gemotiveerde medewerkers van Brill houden niet alleen de speurtocht naar nieuw wetenschappelijk onderzoek gaande, maar hebben handhaving en zo mogelijk aanscherping van kwaliteitsnormen en vergroting van het gebruik van de producten als strategisch uitgangspunt. Het klimaat binnen Brill wordt tenslotte in toenemende mate bepaald door een maatschappelijk verantwoorde wijze van ondernemen. Brill sluit aan op een traditie die evenwicht nastreeft tussen handel en wetenschap en die juist die verhoudingen in het maatschappelijke verkeer voorop stelt die van belang zijn bij het bestendig toevoegen van waarde.

KERNCIJFERS

2011 2010 2009 2008 2007
Resultaten
1) ebitda = Earnings Before Omzet 28.639 27.054 26.124 25.713 25.883
Interest, Taxes, Depreciation Brutowinst 19.063 17.555 17.567 17.162 17.150
and Amortization. Dit is het ebitda1) 5.260 4.614 3.613 2.135 4.505
bedrijfsresultaat voor rente, Winst voor rente en belasting 4.418 3.669 2.804 1.408 3.859
belastingen en afschrijvin Winst 3.284 2.761 2.140 179 2.998
gen op immateriële en mate
riële vaste activa. Vrije kasstroom2) 4.292 4.388 1.232 369 2.030
Totaal netto investeringen in vaste activa –1.693 –1.032 –2.285 –2.027 2.142
2) Vrije kasstroom = Gemiddeld geïnvesteerd vermogen3) 21.734 20.517 18.925 21.100 20.969
operationele kasstroom
– investeringskasstroom. Groei ten opzichte van vorig jaar
Omzet 5,9% 3,6% 1,6% –0,7% 2,2%
3) Gemiddeld geïnvesteerd Brutowinst 8,6% –0,1% 2,4% 0,1% 1,7%
vermogen = gemiddelde van ebitda 14,0% 27,7% 69,2% –52,6% 8,4%
(vaste en vlottende acti Winst voor rente en belasting 20,4% 30,8% 99,1% –63,5% 11,6%
va – kort- en langlopende Winst 18,9% 29,0% 1.096,9% –94,0% 16,9%
schulden).
Rendementscijfers
Brutowinst als % van de omzet 66,6% 64,9% 67,2% 66,7% 66,3%
ebitda als % van de omzet 18,4% 17,1% 13,8% 8,3% 17,4%
Winst voor rente en belasting als
% van de omzet
15.4% 13,6% 10,7% 5,5% 14,9%
Winst als % van de omzet 11,5% 10,2% 8,2% 0,7% 11,6%
Omzet/gemiddeld geïnvesteerd vermogen 1,3 1,3 1,4 1,2 1,2
Winst in % van het gemiddeld geïnvesteerd
vermogen
15.1% 13,5% 11,3% 0,8% 14,3%
Winst in % van het eigen vermogen 14,6% 13,1% 10,7% 1,0% 16,0%
Balansverhoudingen
Eigen vermogen/totaal vermogen 61,1% 57,1% 53,6% 48,5% 50,8%
Vlottende activa/kortlopende verplichtingen 1,69 1,51 1,36 1,29 1,40
Personeel
Gemiddelde bezetting (fte's) 118 114 121 127 124
Omzet per werknemer 242 237 217 202 211
Bijdrage per medewerker (ebitda per fte) 44 40 30 17 37
Gemiddelde loonkosten per werknemer 59 55 58 73 59

GEGEVENS PER AANDEEL

In duizenden euro's, op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen

2011 2010 2009 2008 2007
Gewogen gemiddelde aantal gewone
aandelen
1.874.444 1.874.444 1.874.444 1.865.590 1.835.948
Eigen vermogen per aandeel 11,95 11,24 10,65 9,58 10,23
Toename in % 6,3% 5,5% 11,1% –6,3% 13,7%
EBIDTA per aandeel 2,81 2,46 1,93 1,14 2,45
Toename in % 14,2% 27,7% 68,4% –53,4% 5,6%
Winst per aandeel 1,75 1,47 1,14 0,10 1,63
Toename in % 18,9% 29,0% 1.091,3% –94,1% 13,9%
Vrije kasstroom per aandeel 2,29 2,34 0,66 0,20 1,11
Toename in % –2,1% 256,2% 232,2% –82,1% 198,0%
Dividend per aandeel 1,05 0,90 0,90 0,00 0,81
Toename in % 16,7% 0,00% n.v.t. –100,0% 14,1%
Pay-out ratio 60,0% 61,2% 78,8% 0,0% 50,1%
Aantal uitstaande aandelen per jaar 1.874.444 1.874.444 1.874.444 1.873.507 1.854.507
Hoogste aandelenkoers in het jaar 15,20 13,85 12,63 23,00 24,10
Laagste aandelenkoers in het jaar 12,00 10,20 9,20 10,00 19,56
Aandelen koers per einde jaar 13,50 13,16 10,22 11,55 23,00

J a a r r e k e n i n g

De Raad van Commissarissen heeft de balans, de winst- en verliesrekening en de daarbij horende toelichting van Koninklijke Brill nv over het boekjaar 2011 laten onderzoeken door Ernst & Young Accountants LLP, die een goedkeurende controleverklaring heeft verstrekt (zie pagina 85). Mede op grond van deze verklaring heeft de Raad van Commissarissen samen met de Directie de jaarrekening ondertekend. Wij adviseren aandeelhouders de aldus opgemaakte jaarrekening ongewijzigd vast te stellen. Wij stellen voor over het jaar 2011 een dividend van eur 1,05 per (certificaat van) aandeel uit te keren.

A c t i v i t e i t e n

De Raad van Commissarissen ontving van de Directie per kwartaal een gedetailleerde rapportage tot op het niveau van uitgeefeenheden. Tussentijds is op onderdelen aan ons gerapporteerd, veelal ter voorbereiding van de vergaderingen. In het verslagjaar heeft de Raad van Commissarissen zesmaal vergaderd met de Directie, waarbij uitvoerig is overlegd over onder andere risicomanagement, de lange termijn strategie van de onderneming, kostenbeheersing, de voortgang en afwikkeling van binnen Brill gestarte projecten, waaronder de nieuwe uitgeefplatforms, diverse investeringen en acquisities. De voltallige Raad van Commissarissen participeerde medio 2011 een gehele dag in een overleg met Directie en diverse leidinggevenden in het kader van het Strategisch Plan 2012-2014. Vanaf de zomer is begonnen bij elk overleg een presentatie van een uitgeefgroep of een afdeling in te plannen. De doelen in het kader van de variabele beloningsregeling van Directie en staf werden bepaald en geëvalueerd. De eerder vastgestelde strategie, gericht op de kwaliteit van de winst behaald met kernactiviteiten, groei door productontwikkeling, exploitatie van elektronische uitgaven en het realiseren van grote projectacquisities, is onverkort voortgezet en wordt waar mogelijk verankerd in gestelde doelen. Tussentijds vond ook informeel overleg plaats tussen

leden van de Raad van Commissarissen en de Directie. De Raad van Commissarissen vergadert steeds ook kort buiten aanwezigheid van de Directie en met enige regelmaat ook langduriger teneinde het functioneren van de Raad van Commissarissen, van haar individuele leden en dat van de Directie te bespreken. Met de externe accountant vond het jaarlijkse overleg plaats, in aanwezigheid van Directie en staf. Zoals te doen gebruikelijk vond ook met de Ondernemingsraad twee keer overleg plaats. De Raad van Commissarissen heeft advies ingewonnen van Hay Consultants met betrekking tot de herijking van het beloningsbeleid.

P r o f i e l s c h e t s

De Raad van Commissarissen dient zodanig te zijn samengesteld dat elk lid van de Raad en de Raad als geheel in staat is zijn taak, inhoudende het uitoefenen van toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen alsmede het geven van advies aan de Directie, adequaat uit te oefenen. Gezien de internationale spreiding van de activiteiten van de vennootschap en van de met haar verbonden ondernemingen, dienen alle leden van de Raad te beschikken over internationale ervaring. Daarnaast is het noodzakelijk dat tenminste één lid in het bijzonder op de hoogte is van de gang van zaken in een uitgeverij en ervaring heeft als uitgever. Voorts dient één lid van de Raad financieel deskundig te zijn, hetgeen inhoudt dat deze persoon relevante kennis en ervaring heeft opgedaan op financieel administratief/ accountinggebied bij beursgenoteerde vennootschappen en/of bij andere grote rechtspersonen. De Raad als geheel fungeert als audit committee.

De leden van de Raad dienen te beschikken over voldoende tijd om hun taak adequaat te kunnen uitoefenen. Dit geldt meer in het bijzonder voor de President Commissaris van de Raad. De Raad van Commissarissen bestaat vooralsnog uit drie personen. Nadere gegevens van de leden van de Raad staan vermeld op pagina 12. De leden van de Raad zijn onafhankelijk in de zin van de Nederlandse corporate governance code. Er is uitvoerig gesproken over de vacature die binnen de Raad in 2013 zal ontstaan. De Raad van Commissarissen treft voorbereidingen over de invulling ervan en zal daarvoor aan de Aandeelhoudersvergadering tijdig een voorstel doen.

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e

In dit jaarverslag wordt op pagina 13 uiteengezet op welke wijze de vennootschap is omgegaan met implementatie van de Nederlandse corporate governance code. De Raad van Commissarissen toetst haar werkwijze jaarlijks aan de code en heeft in 2011 opnieuw besloten van de code af te wijken voor wat betreft het gebruik van certificering als mogelijk beschermingsinstrument (nader toegelicht op pagina 13-14). De wetgever heeft deze mogelijkheid in het verslagjaar opnieuw opengelaten. Er hebben zich met betrekking tot de Raad van Commissarissen en de Directie geen transacties met tegenstrijdige belangen voorgedaan.

A a n d e e l h o u d e r s v e r g a d e r i n g

Op 19 mei 2011 vond in het kantoor van de vennootschap in Leiden de Algemene Vergadering van Aandeelhouders plaats. Alle voorliggende besluiten werden na kort beraad genomen, met inbegrip van het dividendvoorstel (eur 0,90 per aandeel).

S l o t

Brill heeft ook in 2011 laten zien dat zij kan groeien in een door mondiale crisis geplaagde markt en vast kan houden aan de gekozen strategie. Met tegenwind, veroorzaakt door het afwentelen van overheidstekorten op het wetenschappelijk onderwijs en de bibliotheekmarkt, moet steeds rekening gehouden worden. Een bedrijf dat in staat is praktische maatregelen te nemen voor aanpassingen op korte termijn, maar tegelijkertijd vasthoudt aan een kansrijke lange

termijn strategie van optimale dienstverlening en ondernemerschap werkt in de visie van de Raad in het belang van alle stakeholders. Het streven blijft wat de Raad betreft gericht op de goede beheersing van bedrijfsrisico's en de verdere verbetering van alle primaire bedrijfsprocessen. Het doel blijft een gezonde groei en voortdurende beheersing van kosten mogelijk te maken. Door aandacht voor deze aspecten en een evenwichtig prijsbeleid kan verder gewerkt worden aan groei van de activiteiten en verbetering van de resultaten. Brill is er tot nu toe in geslaagd de migratie van papier naar digitaal succesvol te laten verlopen en is goed gepositioneerd een multimediale toekomst tegemoet te treden.

Hoewel de informatievoorziening binnen het bedrijf sterk verbeterd is, blijven wij hier structurele aandacht voor vragen. De kwartaalrapporten zijn van uitstekend financieel niveau, maar kunnen nog verder worden aangevuld met andere relevante kwalitatieve en kwantitatieve gegevens. De primaire processen binnen de onderneming worden met standaard werkmethodes ondersteund. De op deze wijze ontstane infrastructuur zal een gezonde ontwikkeling en een voortgaande groei van het bedrijf stimuleren. Wij menen dat de uitgangspositie van Brill ook in 2011 verder is versterkt en wij danken vanzelfsprekend alle medewerkers voor hun bijdrage aan het realiseren van de resultaten in 2011.

Leiden, 12 maart 2012

Raad van Commissarissen

Mr. A.R. baron van Heemstra Mr. R.E. Rogaar Drs. ing. H.P. Spruijt

Mr. A.R. baron van Heemstra, 1946, N e d e r l a n d e r

President Commissaris Koninklijke Brill nv sinds 2008, termijn loopt tot 2012 Voorzitter van het Netherlands Network of Global Compact (GCNL) Voorzitter Stichting MEARC (Modern East Asia Research Center) Vicevoorzitter van de Academy of Business in Society (EABIS) Bestuurslid van Nederlandse Senior Experts (PUM) Lid van de Raad van Advies van het Platform for International Education (PIE)

Mr. R.E. Rogaar, 1944 , N e d e r l a n d e r

Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 2007, termijn loopt tot 2015 Voorzitter van de Raad van Commissarissen van De Eendragt Pensioen nv Lid van de Raad van Commissarissen van Darlin nv Lid van de Raad van Commissarissen van Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum, Amsterdam Penningmeester van Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, Haarlem Penningmeester van Europa Nostra Penningmeester van Stichting Jan Brouwer Fonds Bestuurslid van Stichting Erik Hazelhoff Roelfzema Prijs Bestuurslid van Sirtema Stichting

Drs. ing. H.P. Spruijt, 1949 , N e d e r l a n d e r

Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 2000, termijn loopt tot 2013 Voorzitter van de Raad van Commissarissen van M&R De Monchy nv Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Koninklijke Jumbo bv Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Koninklijke BDU Holding bv (Koninklijke Barneveldse Drukkerij en Uitgeverij) Lid van de Raad van Commissarissen van V-Ventures bv Bestuurslid van Stichting Luchtmans Bestuurslid van Vereniging AEGON

Koninklijke Brill nv is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Leiden. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is verdeeld in gewone aandelen en cumulatief preferente aandelen. Er zijn momenteel geen cumulatief preferente aandelen uitgegeven. Van de geplaatste gewone aandelen is ongeveer 99% gecertificeerd en ondergebracht bij de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill. Alleen certificaten van aandelen zijn beursgenoteerd op de beurs van Euronext Amsterdam. De meerderheid van het kapitaal is in handen van Nederlandse, veelal particuliere beleggers. Naar schatting wordt ruim 50% van de certificaten gehouden in pakketten van 5% of meer.

Omdat Brill een relatief kleine, zeer specialistische en goed renderende uitgeverij is, en bovendien activiteiten ontplooit op gebieden waarop diverse zeer grote uitgeverijen werkzaam zijn, wordt bescherming tegen onvriendelijke overnames noodzakelijk geacht. Daarom heeft de vennootschap een aantal beschermingsconstructies. In de eerste plaats bestaat de mogelijkheid preferente aandelen uit te geven. In geval van uitgifte worden deze geplaatst bij de Stichting Luchtmans, waarmee is overeengekomen dat de stichting uit te geven preferente aandelen zal verwerven tot maximaal 50% van het aantal aan gewone aandelen geplaatste kapitaal. Daarnaast worden de (met medewerking van de vennootschap) uitgegeven certificaten van aandelen ook gezien als beschermingsmogelijkheid omdat de Stichting Administratiekantoor zich het recht voorbehoudt ingeval van een zogenaamde onvriendelijke overname geen stemvolmachten te geven en evenmin bindende steminstructies te aanvaarden.

De omzetting van certificaten van aandelen is beperkt mogelijk door een in de statuten van de vennootschap opgenomen beperking tot 1%, terwijl bovendien het aandeelhouderschap alleen openstaat voor natuurlijke personen, de vennootschap zelf, het administratiekantoor en vennootschappen die in het verleden (vóór 29 juli 1997) reeds aandeelhouder waren. Daarenboven is een aantal rechten toegekend aan de Gecombineerde Vergadering, zijnde de vergadering van Raad van Commissarissen en Directie tezamen. De rechten van de Gecombineerde Vergadering betreffen onder meer het doen van bindende voordrachten voor de benoeming van bestuurders en commissarissen en het doen van voorstellen tot statutenwijziging. Brill is hiermee sterk beschermd tegen eventuele "overvallen".

De vennootschap wordt bestuurd door een Directie die bestaat uit één persoon, bijgestaan door een managementteam. De vennootschap heeft een Raad van Commissarissen die thans bestaat uit drie personen. De Raad heeft geen aparte commissies ingesteld en is niet voornemens dit op korte termijn te doen. De aanbevelingen die destijds door de Commissie Peters en later de Commissies Tabaksblat en Frijns zijn gedaan op het gebied van corporate governance zijn in voorgaande jaren al onderschreven en maken inmiddels deel uit van de corporate governance structuur, met uitzondering van standpunten over bescherming van de vennootschap.

De Raad van Commissarissen en de Directie bespreken jaarlijks op welke wijze uitvoering gegeven zal worden aan de best practice bepalingen en aan de geldende wettelijke eisen. Zij stellen thans vast dat de corporate governance structuur van de vennootschap in hoofdlijnen in overeenstemming is gebracht met de principes zoals deze zijn verwoord in de Nederlandse corporate governance code, met uitzondering van het gebruik van certificaten als beschermingsconstructie.

Op het terrein van transparantie zijn tussen Directie en Raad van Commissarissen en tussen commissarissen onderling duidelijke afspraken gemaakt. Deze hebben onder meer betrekking op het omgaan met financiële en andersoortige belangen. Een en ander is vastgelegd in reglementen en gedragsregels.

De arbeidsovereenkomst met de directeur is in lijn met de best practice bepalingen van de Code opgesteld. Binnen de onderneming bestaan strikte gedragsregels en regelingen (raadpleegbaar op het eigen intranet), waaronder een regeling ter zake van insider trading, seksuele intimidatie en een zogenaamde klokkenluidersregeling.

Brill is relatief kwetsbaar ten aanzien van fusies en overnames die vaak worden beheerst door primair op schaalvergroting gerichte investeerders uit financiële dan wel collegiale hoek. Schaalvoordelen spelen een beperkte rol bij een bedrijf waarvan een deel van de waarde juist besloten ligt in de onbetwiste reputatie bij afnemers en auteurs in binnen- en buitenland. Auteurs in nauw omschreven marktnissen leggen de basis van toekomstige groei door hun medewerking aan seriewerken, tijdschriften, handboeken, encyclopedieën en tijdschriften. Als onderzoekers geven zij de impuls tot aankoop, veelal via hun bibliotheken en instituten. De bibliothecarissen op hun beurt blijven alleen dan geabonneerd op vervolgwerken wanneer zij vertrouwen op de toekomstige kwaliteit en prijsstelling van te verschijnen publicaties. Door deze niet vanzelfsprekende verhouding met zulke belangrijke stakeholders, zijn en blijven de Raad van Commissarissen en Directie van mening dat de vennootschap maximaal dient te worden beschermd.

De Raad van Commissarissen en de Directie zijn zich ervan bewust dat bescherming van de onderneming in de regel slechts tijdelijk van aard kan zijn en primair tot doel heeft ruimte te scheppen de strategische alternatieven voor het bedrijf zorgvuldig af te wegen en deze zo nodig met de belangrijkste stakeholders te beoordelen. Aan alle stakeholders en dus ook en vooral aan aandeelhouders moet daarom duidelijk worden gemaakt wat de strategie van het bedrijf behelst en welke waardevolle elementen uit verleden, heden en toekomst in het bedrijf besloten liggen. Het streven van het bestuur is de onderneming een

aantrekkelijke belegging te doen zijn voor aandeelhouders die een voorkeur hebben voor een strategie die op duurzame groei is gericht. Duurzame groei is voor de onderneming in grote mate afhankelijk van de gunst van klanten en auteurs. Een actieve investor relations agenda is erop gericht deze samenhangende boodschap uit te dragen en het behouden van vertrouwen en sympathie van aandeelhouders is een basis element van het corporate governance beleid.

Zolang en voor zover certificaten een rol kunnen spelen in het geheel van maatregelen die een maximale bescherming verzekeren met het doel tot een afgewogen besluit te komen over de toekomst van de onderneming, worden zij daarom gehandhaafd. Dit standpunt is nog eens door Raad van Commissarissen en Directie bevestigd nadat zij zich in 2006 een aantal malen geïnformeerd hebben met betrekking tot de toen voorliggende wetswijzigingen en de nieuwe inzichten die zich op het terrein van beschermingsconstructies hebben ontwikkeld. In 2011 is deze bestendige lijn gehandhaafd.

In de geest van de Code is al eerder besloten dat het bestuur van de Stichting Administratiekantoor zal bestaan uit drie onafhankelijke leden. Het bestuur van de Stichting Administratiekantoor deelt de mening van Directie en Raad van Commissarissen omtrent het gebruik van certificaten als beschermingsconstructie. Zie het verslag van de Stichting op pagina 30 van dit jaarverslag.

Wat betreft de best practice bepalingen voor zover niet relevant voor de bescherming zijn Directie en Raad van Commissarissen altijd van mening geweest dat deze kunnen worden gezien als een nadere invulling en verfijning van de reeds bestaande corporate governance structuur. De ervaring die de vennootschap heeft opgedaan bij het invoeren van bepalingen ter zake van corporate governance, is een gunstige geweest.

Het bedrijf heeft ondervonden dat een beursgenoteerde onderneming van bescheiden schaal zoals Brill, goed in staat is de moeite en kosten op te brengen die nodig zijn om goede uitvoering aan de Code te geven. Commissarissen en Directie zijn van mening dat de aangescherpte regels en de uitgebreide plicht verantwoording af te leggen duidelijk bijdragen aan de verbetering van het bestuur van de onderneming.

De Raad van Commissarissen en de Directie verklaren dat de bepalingen ii.3.2 tot en met ii.3.4 en iii.6.1 tot en met iii.6.4 zijn nageleefd.

Raad van Commissarissen

Directie

B e l o n i n g s b e l e i d R a a d v a n C o m m i s s a r i s s e n

De beloning van de voorzitter en de leden van de Raad van Commissarissen is bepaald op een jaarlijkse vaste vergoeding en bevat geen variabele elementen. Zij ontvangen geen prestatiegerelateerde beloning of aandelen en bouwen geen pensioenrechten bij de onderneming op. Zij ontvangen bij vertrek geen ontslagvergoeding. De beloning van de Raad van Commissarissen wordt regelmatig beoordeeld, eventueel na advies van een deskundige derde. In 2011 zijn de vergoedingen onveranderd gebleven. Het eventuele aandelenbezit van leden van de Raad van Commissarissen is ter belegging op lange termijn. De Raad van Commissarissen heeft een reglement vastgesteld waarin regels worden gesteld ten aanzien van het bezit van en transacties in effecten door commissarissen anders dan die uitgegeven door Brill. Voor de eerstvolgende Aandeelhoudersvergadering zal een voorstel tot wijziging van de beloning van de Raad van Commissarissen worden geagendeerd.

B e l o n i n g s b e l e i d D i r e c t i e

De beloning van de directeur wordt vastgesteld door de Raad van Commissarissen op basis van de hoofdlijnen van het beloningsbeleid, zoals hierin vastgelegd. Deze zijn in lijn met de principes en de best practice bepalingen van de Nederlandse corporate governance code (artikel II.2.10). Het beleid inzake de beloning van de Directie is erop gericht aan de directeur een beloning voor zijn werkzaamheden toe te kennen die wat betreft hoogte en structuur zodanig is dat een gekwalificeerde en deskundige bestuurder kan worden aangetrokken en behouden. De beloning voor 2011 en volgende jaren kent een vaste en een tweetal prestatieafhankelijke variabele componenten.

Ter zake van de beloning toetst de Raad van Commissarissen jaarlijks, eventueel met behulp van een externe deskundige, of de beloning voor de directeur nog steeds marktconform is. In 2011 heeft de Raad besloten de vaste beloning per 1 januari 2011 met ruim 2% te verhogen. Voorts houdt het beleid in dat de vennootschap de pensioenpremie voor de directeur voor zijn rekening neemt, met dien verstande dat de directeur een eigen bijdrage betaalt van 30% van de verschuldigde premie. De vennootschap verstrekt geen leningen, voorschotten of garanties aan de directeur.

Ten aanzien van het beloningsbeleid kan het volgende worden opgemerkt:

a De Raad van Commissarissen ziet variabele beloning als een belangrijk onderdeel van het beloningspakket van de Directie. De doelstellingen en prestatievoorwaarden zijn een afspiegeling van de belangrijkste factoren voor waardegroei en groei van de aandeelhouderswaarde op korte en middellange termijn. De totale beloning bestaat dan ook voor een aanzienlijk deel uit variabele beloning, waarvan de hoogte afhankelijk is van prestatiemaatstaven. Vanaf het jaar 2009 is het variabele deel van de beloning voor de korte termijn doelstellingen maximaal 40% (in 2004-2008 maximaal 50%) en voor de driejaars lange termijn doelstelling maximaal 40% van de vaste beloning (in 2004-2008 20%) in het jaar dat het doel werd overeengekomen.

b Het beleid van de vennootschap met betrekking tot de arbeidsovereenkomst ligt in lijn met de best practice bepaling II.2.8 van de Code. De geldende opzegtermijn bedraagt vier maanden en is in lijn met hetgeen gebruikelijk is.

c De prestatiecriteria voor de korte termijn in 2010 waren (1) winst per aandeel (maximaal 50% van de variabele beloning) en daarnaast (2) de doelstelling van een HR-plan inzake het bewaken van personeelskosten, de herinrichting van het managementteam en opleidingen en trainingen voor medewerkers (25% van de variabele beloning) en (3) definitieve

goedkeuring eind 2010 inzake een nieuw elektronisch uitgeefplatform, gericht op kostenbesparingen, alsook een beslissing inzake het al dan niet verlengen van het contract met distributiepartner Turpin (maximaal 25% van de variabele beloning).

Voor deze elementen zijn passende en meetbare criteria gehanteerd en kon begin 2011 tot volledige toekenning van de variabele beloning worden besloten (40%). Voor de lange termijn 2008-2010 was een groei van de Return on Sales naar 15% beoogd; dit doel is niet behaald en derhalve kon niet tot toekenning van de variabele beloning worden besloten. Voor het jaar 2011 is opnieuw de winst per aandeel het belangrijkste prestatiecriterium voor de korte termijn. Daarnaast zijn er nog twee doelstellingen gekozen. De gedetailleerde studie van alle voor de onderneming relevante ontwikkelingen, resulterend in een grondig en op actie gericht meerjarenplan, en (3) het succesvol afronden van een aantal IT-projecten. Voor de lange termijn 2011-2013 is een totale winstgroei van 40% tot doel gesteld. De Raad van Commissarissen heeft voor de korte termijn doelen in 2011 een variabele beloning van 36% toegekend. De uitkering is in de jaarrekening over 2011 verantwoord.

Het prestatiecriterium voor de lange termijn 2009-2011 is een gemiddelde omzetgroei van 10% per jaar (autonoom en acquisities inbegrepen), gemeten als totale gerealiseerde omzetgroei per ultimo 2011 gedeeld door drie. Dit doel is niet gehaald en dus is geen variabele beloning op dit punt toegekend.

d Aan de directeur zijn geen rechten gegeven op het verwerven van opties of aandelen. Het aandelenbezit in Brill van de Directie is ter belegging op lange termijn.

e De Raad van Commissarissen heeft een reglement opgesteld waarin regels worden gesteld ten aanzien van het bezit en transacties in effecten door de Directie anders dan die uitgegeven door Brill.

Raad van Commissarissen

1 . A l g e m e e n Ve r s l a g 2 0 1 1

Voortgezette groei

De succesvolle groei van Brill sinds 1993, alleen in 2008 onderbroken door een lichte daling, heeft zich versneld voortgezet in 2011. Het bedrijf handhaaft het karakter van de uitgever als nichespeler in de alfawetenschappen, internationaal recht en biologie. Daarnaast blijft het maatregelen in de kostensfeer treffen en wil het voortdurend de dienstverlening verbeteren om de concurrentiekracht te vergroten. Consistent werken aan behoud en vergroting van Brill's unieke reputatie en aan uitbreiding van de onderneming door autonome groei en acquisities zullen in de visie van het bedrijf meer succes hebben dan verbreding en daardoor verwatering van de activiteiten.

Het is Brill's beleid om in nauw gedefinieerde marktnissen een gevarieerd fonds te verzorgen van boeken, tijdschriften, naslagwerken en bronnen voor onderzoek, al dan niet in de vorm van samenhangende collecties en databanken. Alle publicaties die in druk verschijnen worden in beginsel ook in elektronische vorm aangeboden. Waar dit mogelijk is worden digitale producten verrijkt met hyperlinks en verwijzingen naar andere publicaties en bronnen. De strategie om het marktaandeel in de traditionele disciplines van Brill te vergroten heeft vooral gestalte gekregen door de lancering van tijdschriften, boekenseries en de ontwikkeling van naslagwerken (meerdelige encyclopedieën en handboeken, woordenboeken, concordanties, registers en indices). Digitale naslagwerken en bibliografieën zijn in beginsel continu, hebben bij voorkeur een open einde en moeten (in nauw overleg met redacties) voortdurend geactualiseerd en uitgebreid kunnen worden. Deze grote werken zijn van groot belang voor Brill. Niet alleen waren de verkoopresultaten van gedrukte en online versies van deze werken in 2011 wederom uitstekend, maar ze dragen ook in grote mate bij aan de reputatie van Brill als

wetenschappelijk uitgever. Met name kunnen hier Brill's New Pauly, de Franstalige editie van Encyclopaedia of Islam, de Encyclopaedia of Arabic Language and Linguistics, de Encyclopaedia of Hinduism, Etymological Dictionary of Greek, Brill's Companion Series voor Classical Studies, de Supplementum Epigraphicum Graecum, Diptera Diversity en uiteraard de uitgaven rond Dode Zee Rollen genoemd worden. Ook de sinds enkele jaren uitgegeven Linguistic Bibliography blijft een groot succes. Weinig concurrenten wagen zich doorgaans aan dergelijke langdurige uitgaven waarvoor grote investeringen en een eigen gespecialiseerde redactiegroep (ter handhaving van kwaliteit en consistentie) nodig zijn, maar waarbij bovendien een specifieke verkoopstrategie wordt gehanteerd. Key account management past bij een brede en open dialoog met belangrijke bibliotheken en hun universitaire context over wetenschappelijke informatiebehoefte, strategische onderzoeksvelden en Brill's uitgeefpraktijk.

Het uitgeven van monografieën blijft voor Brill een strategisch essentiële activiteit, maar er moet daarbij wel voortdurend op marges worden gelet. Sinds het jaar 2010 is de voorraadwaardering op empirische en statistisch juiste wijze gekoppeld aan de voortschrijdende verkooppatronen. Brill heeft de keuze gemaakt over te stappen naar printing on demand (POD) diensten. Niet alleen uitverkochte boeken, maar ook een groot aantal tijdschriften en nieuwe monografieën, wordt tegenwoordig alleen nog via deze productiemethode uitgeleverd. Op deze wijze kan voorraadreductie en besparing op verzendkosten gerealiseerd worden, waarbij Brill vanzelfsprekend alert blijft op de kwaliteit van POD titels. In 2011 is de zoektocht naar de kwalitatief beste POD producent voortgezet. Tegelijk is in 2011 ook besloten drastischer voorraadreductie toe te gaan passen.

Met de tijdschriftenportefeuille van Brill gaat het voorspoedig, mede door het feit dat tijdig is overgestapt op online producten. Dit is belangrijk, want door een gunstige marge en vooruitbetaling dragen tijdschriftabonnees bij aan de financiering van de onderneming. Niettegenstaande enige sanering van titels is tussen 2004 en 2011 het aantal tijdschriften in portefeuille meer dan verdubbeld tot circa 175. Ook de komende jaren zal dit aantal door aankoop en lancering van nieuwe titels blijven groeien. Het zelf ontwikkelen van nieuwe tijdschriften is voor het resultaat relatief ongunstig, omdat het gemiddeld vijf of meer jaren duurt voordat de investering gaat renderen. Door een sterke standaardisatie en toepassing van digitale middelen in het uitgeefproces kan de kostprijs van startende titels enigszins beperkt worden. De waarde die op termijn door een goede tijdschriftenportefeuille wordt gecreëerd is echter doorslaggevend. Overigens is de op de balans zichtbaar gemaakte waarde van zelf ontwikkelde titels nihil. Conform de regelgeving zijn als actief alleen de overgenomen titels gewaardeerd.

Ook het digitale archief van alle tot op heden verschenen afleveringen van Brill-tijdschriften is succesvol: het is vrij toegankelijk voor institutionele abonnees en daarnaast kunnen (inkoopcombinaties van) bibliotheken het archief eenmalig aanschaffen, waardoor zij eigenaar worden van al het materiaal dat tot op het moment van aanschaf in het tijdschrift is verschenen.

Kernactiviteiten en uitbesteding

De leiding van Brill heeft vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw consequent gewerkt aan een verdere concentratie op de kernactiviteiten als internationaal uitgever. Hiermee begon een tot op heden doorlopend proces van afstoting, vervreemding en uitbesteding van taken en een professionalisering van de ondersteunende operationele afdelingen. Strategische controle over uitbesteding wordt belangrijker geacht dan het verrichten van werkzaamheden in eigen beheer. In het moderne kantoorpand aan de Leidse Plantijnstraat is dan ook geen antiquariaat, magazijn

of productieafdeling meer te vinden. Automatisering is grotendeels uitbesteed. In plaats van de bouw van op maat gemaakte programmatuur en rapportagemodules is gekozen voor standaardsoftware van de firma's CODA, Klopotek, ARIES en Business Objects. De voorraden van Brill bevinden zich bij Turpin in het Verenigd Koninkrijk en bij Books International in de Verenigde Staten. De prestaties op het gebied van orderverwerking en distributie van beide warehouses worden door Brill zorgvuldig bewaakt. Begin 2011 is besloten het contract met Turpin te verlengen.

E e n k l e i n b e u r s f o n d s

Een regelmatig terugkerende vraag bij Raad van Commissarissen en Directie is of de beursnotering in het belang is van de onderneming. Vooralsnog heeft Brill gekozen voor het vasthouden aan zijn beursnotering, omdat een gespreide eigendomsstructuur op zichzelf goed past bij de oriëntatie op een veelheid aan stakeholders. In de wetenschappelijke markt die Brill bedient staat de uitgeverij een lange termijn koers voor, die continuïteit en objectieve kwaliteit koppelt aan bestendige groei en een gezond rendement. Certificaathouders van Brill genieten door de notering een zekere liquiditeit die met name voor kleinere certificaathouders belangrijk is. Liquidity provider SNS neemt posities in en zorgt zo voor voortdurende prijsvorming, waardoor de kans op al te forse koersschommelingen enigszins wordt beperkt. Grote koersuitslagen naar beneden leveren immers een eigen ongewenste dynamiek die geheel los kan staan van de werkelijke gang van zaken binnen Brill. Net als in 2010 zijn in 2011 de koersmutaties vrij klein gebleven, zij het dat ook het handelsvolume in deze periode beperkt was. In 2011 nam Brill weer deel aan roadshows en andere ontmoetingen met potentiële beleggers.

Dividend

Door de groei van de ingehouden winst en de keuze voor stockdividend was er tot 2008 sprake van een

jarenlange gestage groei van het eigen vermogen. De koersontwikkeling van het aandeel was in deze periode gunstig en er was onafgebroken sprake van een aantrekkelijk totaalrendement. Nadat in 2001 en 2002 overtollige liquiditeit werd uitgekeerd aan aandeelhouders in de vorm van extra contant dividend, werd met ingang van het boekjaar 2004 het beleidsmatig uitgangspunt voor de pay-out ratio verhoogd naar 50%.

Hierdoor, en door de voorkeur van de meerderheid van de certificaathouders voor stockdividend, moest het maatschappelijk kapitaal worden uitgebreid. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders besloot daartoe in 2008. Over het zeer succesvolle jaar 2007 werd een dividend uitgekeerd van eur 0,81, voor de helft in contanten en voor de andere helft als keuzedividend. Omdat over 2008 door incidentele, veelal boekhoudkundige factoren een kleine winst ter verdeling overbleef, en de onderneming door de verslechterende markt voor bibliotheken en de economische crisis rekening wilde houden met zeer zwaar weer, werd aan de Algemene vergadering van Aandeelhouders in mei 2009 voorgesteld het dividend over 2008 te passeren. Bij die gelegenheid is wel aangegeven dat, zodra een beter zicht zou ontstaan op de marktomstandigheden in de directe toekomst, kostenbesparende maatregelen zouden zijn genomen en de bankfinanciering degelijk zou zijn vastgelegd, dividendbetaling zo spoedig mogelijk weer hervat zou worden. Dit is daadwerkelijk gebeurd in 2010, toen over 2009 een hoger dividend dan de norm van 50%, te weten eur 0,90, werd uitgekeerd. Dit was mede bedoeld als compensatie voor het voor de aandeelhouders teleurstellende besluit om over 2008 geen dividend uit te keren en als teken van enigzins hersteld vertrouwen in de nabije toekomst. Ook over 2010 kon opnieuw een ruim dividend worden bepaald van eur 0,90 hetgeen een pay-out ratio van ruim 60% betekende. Wij zijn verheugd dat het dividendbeleid en de goede resultaten de mogelijkheid bieden om aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 15 mei 2012 voor te stellen over 2011 opnieuw 60% van de beschikbare winst uit te keren ofwel eur 1,05 per aandeel geheel in contanten.

Economische vooruitzichten

Brill staat een bestendig groeibeleid voor, waarbij de basis wordt gelegd door eigen productontwikkeling, strikte handhaving van kwaliteitsnormen en gerichte verkoopinspanning. Gezien de onzekere economische vooruitzichten onthoudt de onderneming zich voorlopig van expliciete cijfermatige uitspraken over het huidige boekjaar. Ofschoon er gezond vertrouwen is in de mogelijkheden om aantrekkelijke producten en diensten te blijven ontwikkelen, blijft de vraag in hoeverre Brill's voornaamste afnemers, de grotere bibliotheken, structurele financiële schade ondervinden. De sterk opgelopen overheidstekorten en wisselende rendementen van beleggingen bij particuliere universiteiten en fondsen kunnen deze voor Brill cruciale koopkracht negatief beïnvloeden. Daarnaast blijft er de volatiliteit van de wisselkoers van de US dollar. Verzwakking hiervan leidt tot het relatief duur worden van Brill's producten. Door het toepassen van hedge accounting is de winst- en verliesrekening minder gevoelig geworden voor ongerealiseerde koerswisselingen van de US dollar. Het grotendeels afdekken van koersrisico's wordt onverkort voortgezet. Brill handhaaft zijn ambities voor de lange termijn. Gestreefd wordt naar een verhoging van de omzet van 30% en een resultaatsverbetering van 40% in drie jaar op basis van autonome groei en acquisities.

P e r s o n e e l e n O r g a n i s a t i e

Het jaar 2011 heeft vooral in het teken gestaan van beheersing van de kosten van het personeel in vaste dienst, verdere optimalisatie van werkprocessen, afbakening van taken en het versterken van competenties. Gedurende het verslagjaar is extra geïnvesteerd in de ontwikkeling van medewerkers en hun competenties door introductie van het Brill Training & Workshop programma, gedoceerd door zowel externe opleiders als eigen medewerkers. De optimalisering van werkprocessen werd nauwlettend gevolgd door Directie en Commissarissen.

In het primaire proces van Brill, de uitgeefactiviteiten, speelt de publishing manager een cruciale rol. Hij (m/v) geeft als meewerkend voorman leiding aan een team van uitgevers en uitgeefassistenten. De publishing managers (5,0 fte's) hebben een (roulerende) verantwoordelijkheid voor de afstemming en optimalisatie van de samenwerking met andere afdelingen binnen de organisatie, dan wel voor afdelingsoverschrijdende bedrijfsprocessen. Het aantal uitgevers steeg in 2011 van 20,8 naar 23,3 fte's.

Het managementteam bestaat uit de Directeur (Chief Executive Officer of CEO) en twee Executive Vice Presidents (EVPs): de EVP Sales & Marketing (tevens president van Brill USA) en de EVP Finance & Operations. De functie van EVP Publishing wordt tot nader order ingevuld door de CEO. Het managementteam, dat tweewekelijks vergadert, richt zich op het uitzetten van de strategische organisatiedoelen en de coördinatie op hoofdlijnen tussen uitgeefactiviteiten, verkoop en marketing, operaties, financiering, administratie, automatisering van werkprocessen, managementinformatie en personeelsbeleid.

De personele sterkte in 2011 steeg ten opzichte van het vorige jaar en bedroeg gemiddeld 118,4 fte's (2010: 113,9 fte's). Ultimo 2011 verrichtten 21,4 fte's (2010: 21,0 fte's) structurele werkzaamheden buiten Nederland (vanuit Brill's kantoor in Boston, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Duitsland en Zwitserland). Het totale personeelsbestand op fulltime basis steeg met 5,8 fte's van 115,1 fte's per ultimo 2010 naar 121,0 fte's per ultimo 2011.

Fte's ultimo 2011:
Uitgeefactiviteiten 43,3 35,9%
Operations*) 43,5 35,9%
Sales & Marketing 22,4 18,5%
Overige**) 11,8 9,7%
Fte's ultimo 2010:
Uitgeefactiviteiten 41,5 36,1%
Operations*) 40,5 35,2%
Sales & Marketing 21,3 18,5%
Overige**) 11,8 10,2%

* Afdelingen voor bureauredactie van boeken, tijdschriften en naslagwerken, bibliografische ondersteuning, elektronische uitgeeftechnologie, voorraadbeheer, productiebegeleiding en automatisering.

Uitstroom in fte's 2011 2010
Reorganisatie
Tijdelijk contract 0,0 2,9
Vaste dienst 0,0 1,0
0,0 3,9
Initiatief Brill
Tijdelijke functie 2,5 2,0
Overige 1,8 2,8
4,3 4,8
Eigen verzoek
Dienstverband 0 – 2 jaar 0,0 2,0
Dienstverband 2 – 5 jaar 3,0 0,0
Dienstverband 5 – 10 jaar 1,0 2,0
Dienstverband 10 – 15 jaar 0,0 0,8
4,0 4,8
Totale uitstroom in fte's 8,3 13,5
Totale uitstroom in % 7,0 11,6

** General Management en afdelingen Finance & Control, Legal en Human Resources.

In de verhouding tussen mannen en vrouwen daalde het aandeel vrouwen licht in 2011, van 64,2% naar 62,8%. Het bestanddeel parttime medewerkers bleef gehandhaafd op ca 36,0%. Het ziekteverzuim daalde naar 2,5% (in 2010 3,1% en in 2009 4,4%).

De leeftijdsopbouw van het personeel wijzigde ten opzichte van 2010 en was als volgt:

Leeftijdcategorie 2011 2010
20 – 29 jaar 8,5 % 13,0 %
30 – 39 jaar 26,4 % 29,3 %
40 – 49 jaar 29,5 % 23,6 %
50 – 59 jaar 27,9 % 27,6 %
Ouder dan 60 jaar 7,7 % 6,5 %

De gemiddelde leeftijd steeg in het verslagjaar van 43,9 jaar ultimo 2010 naar 44,4 jaar ultimo 2011. De uitstroom van personeel bedroeg in 2011 7,0%, de instroom 12,5%.

Instroom in fte's 2011 2010
Instroom in fte's
Tijdelijke functie 3,2 3,5
Tijdelijk contract 7,6 3,0
Vaste dienst 4,0 8,6
Totale instroom in fte's 14,8 15,1
Totale instroom in % 12,5 13,9

De pensioenregeling van Brill is sinds 2009 ondergebracht bij Interpolis Solidair Pensioen. In het verslagjaar kon op grond van het pensioenreglement geen toeslag (indexatie) worden verleend. Vanuit het separate Brill depot bij Interpolis, gevormd met de resterende middelen van de geliquideerde Stichting Pensioenfonds Peltenburg ten behoeve van (gewezen) deelnemers, werd op initiatief van de door de OR ingestelde pensioencommissie besloten per 1 januari 2011 een bijzondere toeslag van 3,92% te verlenen waarmee het depot vooralsnog is uitgeput

Ondernemingsraad

In het verslagjaar heeft de OR zich geconcentreerd op de aandachtsgebieden personeelsbeleid (onder andere werkdruk, medewerkerstevredenheidsonderzoek, correcte afhandeling van contract-procedures en het Nieuwe Werken), en de voortgang van grote projecten als het Brill Online Books and Journals platform en het Brill Online Reference Works platform. Deze onderwerpen zijn op een open en constructieve wijze besproken in de overlegvergaderingen met de Directie en in het onderhoud met de Raad van Commissarissen.

Op het gebied van pensioenen heeft de OR de contacten met de belangenvereniging van gepensioneerden aangehaald en is het streven om dit in 2012 verder gestalte te geven door de vorming van een adviesorgaan waarin zowel de OR als een vertegenwoordiging van de gepensioneerden zitting hebben. Dit pensioenoverlegorgaan zal de OR adviseren bij beslissingen rondom de pensioenen.

Responsibility Statement

Drs. H.A. Pabbruwe, directeur van Koninklijke Brill nv, verklaart dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van Brill en de gezamenlijk in de consolidatie opgenomen ondernemingen. Tevens geeft het jaarverslag een getrouw beeld omtrent de toestand op de balansdatum, de gang van zaken gedurende het boekjaar van Brill en van de met haar verbonden ondernemingen waarvan de gegevens in haar jaarrekening zijn opgenomen en de verwachte gang van zaken, waarbij, voor zover gewichtige belangen zich hiertegen niet verzetten, in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de investeringen en de omstandigheden waarvan de ontwikkeling van de omzet en van de rentabiliteit afhankelijk is.

2. Financieel verslag 2011

Omzetontwikkeling

De omzet van Brill vertoonde in 2011 een groei van 5,9% tot eur 28,6 miljoen (in 2010 eur 27,1 miljoen). De groei is net als in 2010 in belangrijke mate toe te wijzen aan de elektronische omzet. Die steeg met 14% en maakt nu 41% van de totale omzet uit (in 2010 38%). De ontwikkeling van de koers van de US dollar in 2011 had een gering effect op de omzet, mede door het toepassen van hedge accounting.

De omzet van gedrukte boeken steeg met 2,4% en die van elektronische boeken met bijna 21%. Deze laatste stijging werd onder andere veroorzaakt door de verkoop van diverse jaarcollecties elektronische monografieën. De elektronische omzet boeken maakt nu 24% van de totale boekenomzet uit (2010: 19%). De overnames in de loop van 2011 en 2010 hadden slechts een marginaal effect op de omzet.

De totale omzet van de tijdschriften (gedrukt en elektronisch) vertoonde een stijging van 6,8%. De omzet uit elektronische tijdschriften steeg met 8%. De elektronische omzet tijdschriften maakt nu 77% van de totale omzet tijdschriften uit (2010: 73%).

Kostprijs van de omzet

De kostprijs van de omzet steeg in 2011 minder snel dan de omzet. Daarnaast steeg de kostprijs slechts marginaal ten opzichte van de kostprijs in 2010, zodat de kostprijs als percentage van de omzet daalde van 35,1% in 2010 naar 33,4% in 2011. Brill plukt de vruchten van een aangescherpt inkoopbeleid en een efficiëntere productiestroomlijning. In 2010 was er nog een stijging van de kostprijs te zien, maar die werd veroorzaakt door twee eenmalige effecten, te weten een relatief hoge afschrijving van incourante voorraden en nagekomen royaltyuitkeringen over voorgaande jaren.

Toen eind jaren negentig van de vorige eeuw begonnen werd tijdschriften als digitale uitgaven te exploiteren, is besloten de digitaliseringkosten te activeren en over vijf jaren af te schrijven. Intussen is elektronische exploitatie de hoofdzaak geworden bij tijdschriften en blijkt het exploitatiemodel van de digitale versies vrijwel gelijk te lopen met dat van de gedrukte editie. Om deze reden zijn de geactiveerde digitaliseringkosten in 2011 afgewaardeerd. Voor 2011 betekent dit een eenmalige verhoging van de kostprijs van eur 468 duizend.

Personele en overige operationele kosten

De personeelskosten stegen in 2011 met 12,7%. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan een stijging in pensioenkosten en uitbreiding van het aantal fte's. Het gemiddeld aantal fte's steeg van 114 naar 118 fte's. De overige operationele kosten stegen met 1,0%.

A f s c h r ij v i n g e n , f i n a n c i e r i n g s k o s t e n e n - baten

De afschrijvingskosten daalden in 2011 met eur 103 duizend tot eur 842 duizend. Deze daling is met name toe te schrijven het feit dat (vervangings) investeringen iets later afgerond zijn. De financieringsopbrengsten vertoonden een daling ten opzichte van 2010 door een lager valutaresultaat. De interestlasten daalden in 2011 met 12% als gevolg van de daling van de uitstaande schuldpositie.

Winst

Doordat de totale bedrijfslasten daalden steeg de operationele marge (ebitda/omzet) naar 18% (2010: 17%). De winst steeg tot ruim 11% van de omzet. Het aantal uitstaande aandelen bleef gelijk ten opzichte van 2010. De winst per aandeel bedroeg eur 1,75 (2010: eur 1,47).

Werkkapitaal en kasstroom

Het saldo van voorraden, debiteuren en overige vorderingen alsmede crediteuren en overige te betalen posten daalde in 2011 met eur 732 duizend. De voorraden stegen met eur 622 duizend. De post debiteuren en overige vorderingen daalde per balansdatum met eur 733 duizend doordat een significant deel van de verkopen eerder in het boekjaar vielen. De netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten nam onder andere toe door de hogere winst voor belasting. De investering in acquisities bedroeg eur 593 duizend en betrof voor het grootste deel de overname van The Journal of World Investment & Trade (Zwitserland) en een aantal kleine acquisities. Door hogere investeringen daalde de vrije kasstroom licht tot eur 4,3 miljoen (2010: eur 4,4 miljoen). In 2011 werd eur 2,9 miljoen (in 2010 eur 2,1 miljoen) afgelost op bankleningen.

Solvabiliteit

Het balanstotaal (eur 36,7 miljoen) daalde licht ten opzichte van 2010. De vaste activa stegen met eur 0,4 miljoen en de vlottende activa daalden met eur 0,6 miljoen. Het eigen vermogen steeg door toevoeging van de onverdeelde winst voor dividenduitkering over 2011 (eur 3,3 miljoen). Het eigen vermogen bedroeg ultimo 2011 eur 22,4 miljoen (2010: eur 21,1 miljoen). De solvabiliteit steeg in 2011 naar 61,1% (2010: 57,1%).

3. S t r a t e g i s c h e v o o r u i t z i c h t e n 2012 - 2 0 1 4

M i s s i e e n s t r a t e g i e

De missie van Brill is een vooraanstaande internationaal opererende uitgeverij te zijn op het gebied van de humaniora, het internationale recht, de biologie en de natuurlijke historie. De uitgeverij voorziet daartoe in de multimediale informatiebehoefte van gespecialiseerde academische doelgroepen en markten en wil daarbij waarde toevoegen voor alle betrokkenen. Om de missie te realiseren moet de onderneming bestendig groeien, met name door uitbreiding van het marktaandeel in bestaande en aanpalende markten. Dat kan bereikt worden door optimale dienstverlening aan auteurs en klanten, uitbreiding van de uitgeefportfolio met abonnementsgebonden uitgaven (zoals tijdschriften) en boekenseries, naslagwerken, woordenboeken en primaire bronnen, acquisities en partnerships. De genoemde dienstverlening is de kerncompetentie van het bedrijf. Brill maakt hierbij gebruik van meerdere analoge en elektronische distributiekanalen en werkt samen met externe digitale platforms. Ook zijn er licentieafspraken voor elektronische levering aan bibliotheekconsortia. Brill's elektronische producten blijven ook op langere termijn bruikbaar en toegankelijk. Brill volgt de Open Access discussie met grote belangstelling. Bij Open Access betalen niet de eindgebruikers, maar auteurs of instellingen zelf voor gratis elektronische verspreiding. Brill is bereid in een vroeg stadium in te spelen op elke levensvatbare nieuwe vorm van wetenschappelijke informatievoorziening. Behoud van de onafhankelijke rol als toevoeger van kwaliteit en waarde is de enige principiële voorwaarde die daarbij voor Brill centraal staat. Het is goed denkbaar dat commerciële en gezonde uitgeverijen zoals Brill ook vaker dan tot voor kort de financiële ruimte en de onafhankelijke organisatie bieden om uitgeefproducten te helpen scheppen die anders misschien niet tot stand zouden komen.

De markten waarin Brill actief is hebben specifieke kenmerken. Het uitgeefbeleid beperkt zich tot (deel) markten van het academische wetenschappelijk onderzoek die voldoende uitzicht op winst bieden. In die wetenschapsgebieden zijn voldoende kwalitatief goede en uitgeefwaardige publicaties te contracteren. De kwalitatieve beoordeling vindt plaats door toetsing in het peer review proces. Brill biedt individuele wetenschappers de mogelijkheid de door hen beoogde doelgroep van vakgenoten te bereiken en levert hen (en bibliotheken) een breed aanbod van hoogstaande vakliteratuur.

I n t e r n e f a c t o r e n

Het personeel is de belangrijkste interne factor die het succes van de onderneming bepaalt. Het aantrekken en behouden van vakkundige en positief ingestelde professionals is dan ook van groot belang. Daarnaast kiest Brill principieel voor in de uitgeefsector breed gebruikte informatiesystemen als Aries, CODA en Klopotek. Redactionele automatisering moet eerst en vooral de dienstverlening aan auteurs en gebruikers dienen en daarom gebruik maken van algemeen aanvaarde standaarden. Goede systemen moeten een bijdrage kunnen leveren aan breed vertakte distributie en een gedifferentieerd prijsbeleid. Ook moeten zij door efficiëntie de nagestreefde margeverbetering ondersteunen.

Financiële ambities en financiering

Ofschoon het huidige economische klimaat nog steeds onzekerheid met betrekking tot valutaschommelingen en institutionele koopkracht veroorzaakt, handhaaft Brill vooralsnog zijn strategische ambities. De omzetgroei in die ambitie zal door acquisities en een zekere autonome groei worden gerealiseerd. Gestreefd wordt naar een groei van 30% van de omzet in drie jaar. Het gaat hier om meer dan een succesvolle uitgeef- en verkoopstrategie, want ook de variabele en vaste kosten moeten streng bewaakt en liefst teruggedrongen worden. De ambitie in het scenario van een groeiende omzet is dan ook 40% groei van de winst in drie jaar. Verbetering van het werkkapitaalbeheer zal de omloopsnelheid van het kapitaal doen toenemen, waarbij de groei van het werkkapitaal kleiner dient te zijn dan de groei van de omzet.

Brill heeft een grote voorkeur voor solide balansverhoudingen, in het bijzonder voor wat betreft de solvabiliteit. Behoudens tijdelijke afwijkingen wordt uitgegaan van een solvabiliteit tussen de 40 en 60%. Binnen deze randvoorwaarde wordt gestreefd naar zo laag mogelijke kapitaalskosten.

A a n d e e l h o u d e r s b e l a n g

Een groeiend rendement is in het belang van de aandeelhouders. Voor de waardering van het aandeel is groei van de winst en de kasstroom belangrijk. Voor het bepalen van het dividend werd sinds 2004 een pay-out ratio van 50% als uitgangspunt genomen. In de Algemene Vergadering van aandeelhouders in mei 2009 werd een nieuw dividendbeleid voorgelegd dat op een aantal overwegingen is gestoeld zoals een aantrekkelijk dividendrendement, winst, kapitaalsbehoefte en solvabiliteit. Om kasgeld te kunnen investeren in goed renderende uitgeefprojecten en bestaande aandeelhouders ter wille te zijn was Brill gewend het dividend geheel of gedeeltelijk aan te bieden in de vorm van een keuzedividend. Ook voor de toekomst zal dit instrument wel worden gehandhaafd, maar de aanbieding van keuzedividend zal afhankelijk worden gemaakt van de omstandigheden en bovenvermelde overwegingen. Wanneer de vrije kasstroom verbetert, kan gaandeweg meer contant dividend worden betaald. Brill is in het belang van het creëren van aandeelhouderswaarde altijd doende maatregelen te nemen om de verhandelbaarheid van het aandeel te vergroten en de relatie met investeerders te verstevigen. Hiertoe is liquidity provider SNS Securities ingeschakeld.

4 . R i s i c o ' s e n r i s i c o b e h e e r s i n g

Strategische en operationele risico's

Een van de fundamenten van elke uitgeverij is het auteursrecht. Bij het uitgeven wordt aandacht besteed aan de volledigheid van rechten voor het publiceren in de verschillende verschijningsvormen, zowel in gedrukte als in elektronische vorm. Een juridisch medewerker is speciaal belast met het beleid en beheer van eigendomsrechten en licenties. Piraterij en in mindere mate plagiaat zijn verschijnselen die in de digitale wereld om structurele maatregelen vragen. Waar overheden of instellingen hier niet tegen optreden, bieden geautomatiseerde detectie en juridische hulpdiensten enig soelaas. Zonder de bedreigingen te willen bagatelliseren, moet wel worden vastgesteld dat ongeautoriseerde duplicatie niet iets nieuws is; de strijd tegen de fotokopieermachine is toch ook ooit verloren, zonder dat dat het leven van de uitgeverijbranche onmogelijk heeft gemaakt.

Een potentieel risico voor de bedrijfsvoering is het vrij toegankelijk publiceren van primaire onderzoeksresultaten op het internet door wetenschappelijke instellingen in zogenaamde Repositories (ook wel Open Archive). Meestal wordt een auteur toegestaan een nog niet definitieve versie van zijn artikel op de eigen website of die van zijn instituut te plaatsen. Green Open Access is een variant waarbij na een embargo de publicatie vrij toegankelijk openbaar wordt gemaakt. Gold Open Access is een model waarbij de uiteindelijke publicatie direct vrij toegankelijk wordt gemaakt tegen betaling door de auteur of een sponsor.

Businessmodellen, met een betalende auteur in plaats van een eindgebruiker, staan een hoogwaardig wetenschappelijk product volgens Brill niet in de weg. Met instituten die repositories met eigen wetenschappelijk onderzoek creëren zoekt Brill actief samenwerking en onderlinge verwijzing. Brill gaat met alle mogelijkheden voorzichtig maar flexibel om en is betrokken bij een aantal experimenten waarbij de effecten op de

bestaande uitgeefpraktijk worden gemeten. Brill ziet de grootschalige digitalisering en indexering van boeken die uitgevoerd wordt door Google als kans en niet als bedreiging. Vrijwillige en expliciete deelname hieraan zorgt ervoor dat Brill's boeken digitaal eenvoudig vindbaar en gemakkelijker verkoopbaar worden, hetgeen zowel het belang van de auteur (zichtbaarheid en verspreiding) als van Brill dient.

Aan het uitbesteden van het merendeel van de bedrijfsprocessen kleeft een mogelijk risico vanwege de afhankelijkheid van externe leveranciers en partners. Brill heeft zetten, drukken en binden, orderverwerking, opslag en distributie, onderhoud van digitale databases en software, incasso en onderdelen, gedeelten van systeembeheer en bureauredactie uitbesteed, maar bewaakt deze activiteiten nauwkeurig. Enerzijds door zorgvuldige contracten en Service Level Agreements en anderzijds door controle op de geleverde diensten door de eigen deskundige staf en zo nodig door externe experts. Hiermee is een groot gedeelte van de niet uit te sluiten risico's dat uitbestede diensten niet naar behoren functioneren afgedekt.

Andere operationele risico's als calamiteiten, computerstoringen en personele risico's worden geminimaliseerd door een breed pakket aan verzekeringen (waaronder een in 2010 afgesloten kredietverzekering) en calamiteiten- en uitwijkplannen voor IT.

In een "people's business" als een uitgeverij is het van groot belang bestendigheid na te streven in het contact met klanten en auteurs. Ook de beschikking over cruciale expertise is van groot belang. Naast alle activiteiten die zijn gericht op de ontwikkeling van de aanwezige staf, wordt elk jaar de personele organisatie grondig doorgelicht . Dit inzicht wordt besproken met de Raad van Commissarissen waarbij ook wordt ingegaan een sterkte/zwakte analyse en bevorderingsen opvolgingsvragen.

Financiële risico's

Naast de in noot 14 van de jaarrekening beschreven financiële risico's van de onderneming (valuta-, renteen kredietrisico) bestaan er nog andere. Zo is er een beperkt risico op aanzienlijke afwaardering van uitgavenrechten en/of goodwill. Het betreft hier gekochte auteursrechten, waarvan de overnameprijs (en dus de boekwaarde) nooit hoger is dan de netto contante waarde van de aan de overname verbonden toekomstige kasstromen. Deze waardering is een reële, die bovendien jaarlijks opnieuw beoordeeld wordt. Brill voert een actief beleid in het voorkomen van ontstaan van incourante voorraden. Er was al een stringent beleid voor de beperking van initiële oplages van boeken, maar het in 2010 ingevoerde nieuwe systeem van voorraadwaardering ontmoedigt het fenomeen van te hoge oplages verder. Incourante voorraden betreffen derhalve doorgaans oudere titels. Nog courante voorraden worden periodiek beoordeeld en indien mogelijk volgen extra marketing en verkoopactiviteiten. De voorraden in de magazijnen worden periodiek gecontroleerd.

Brill besteedt veel aandacht aan de verdere verbetering van de interne risicobeheersing- en controlesystemen. Die zijn gebaseerd op twee belangrijke uitgangspunten. In de eerste plaats kent Brill uitvoerige regels en voorschriften op het gebied van functiescheiding, het aangaan van verplichtingen, het betalingsverkeer, beveiliging van toegang en systemen en naleving van verslagleggingregels, fiscale regelgeving en regelgeving vanwege de beursnotering. Ten tweede vindt interne controle plaats binnen de planning en control cyclus, bestaande uit het jaarlijkse strategisch plan, de jaarbegroting en maandelijkse en kwartaalrapportages over financiële en niet-financiële aandachtspunten. De maandelijkse standaard managementinformatie is verbeterd: werkelijke resultaten worden vergeleken met budgetten en prognoses. Aanvullende interne controle vindt plaats aan de hand van een controleplan. Brill kent een klokkenluidersregeling, een vertrouwenspersoon en bovendien een medewerker

operational audit. Deze laatste analyseert risico's, efficiency en effectiviteit van de bedrijfsprocessen en voert daarnaast een jaarlijkse (door management letter van de accountant ingegeven) breed opgezette risicoanalyse volgens het COSO-IC model uit, die wordt besproken met de Raad van Commissarissen. Hiernaast moeten uiteraard de controle door de externe accountant en periodieke IT audits genoemd worden.

De directie is verantwoordelijk voor de opzet en werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen van Brill. Deze systemen hebben tot doel de significante risico's waaraan de onderneming is blootgesteld op te sporen en optimaal te beheersen. Een dergelijk systeem kan echter geen absolute zekerheid bieden tegen het niet realiseren van ondernemingsdoelstellingen, noch kan het onjuistheden van materiaal belang, verlies, fraude, menselijke fouten en overtredingen van wetten of regels geheel voorkomen. Waar tekortkomingen worden geconstateerd, worden verbeteringen aangebracht. Risico's en beheersingsmaatregelen worden regelmatig besproken met het management en de Raad van Commissarissen wordt daarover geïnformeerd.

De directie verklaart dat de interne risicobeheersingen controlesystemen een zodanige mate van zekerheid geven dat de financiële verslaggeving over 2011 geen onjuistheden van materieel belang bevat. De externe accountant heeft opnieuw over 2011 de opzet en werking van de belangrijkste financiële processen en controles beoordeeld. Daarbij zijn geen ernstige of urgente risico's geïdentificeerd. Tevens verklaart de directie dat de risicobeheersing- en controlesystemen in het verslagjaar adequaat hebben gewerkt en dat er geen indicaties zijn dat deze systemen in het lopende jaar niet naar behoren zullen werken.

5. M a a t s c h a p p e l ij k v e r a n t w o o r d o n d e r n e m e n

Brill heeft zich de beginselen van het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) eigen gemaakt. Met een beleid dat gericht is op toevoeging van waarde en duurzame relaties met auteurs en gebruikers, wil Brill worden ervaren als voorspelbaar, betrouwbaar, eerlijk en coöperatief. Het leidende uitgangspunt is auteurs te kunnen beloven dat hun boeken goed vindbaar en altijd leverbaar zullen blijven. De onderneming vraagt frequent de mening van internationaal actieve bibliothecarissen en onderzoekers en toetst op deze wijze zijn uitgeefpraktijken en producten (in zogenaamde library advisory committees).

In de informatiemaatschappij is de behoefte aan betrouwbare en op kwaliteit en objectiviteit gecontroleerde informatie zeer groot, waarbij de bescherming van vrijheid van informatiestromen en objectieve waarheidsvinding van groot belang is. Brill wil een constructieve bijdrage leveren aan de totstandkoming van deze informatiemaatschappij en doet dit vanuit een onafhankelijke positie. Brill wil geen verantwoording afleggen aan enige overheid of maatschappelijke instantie over haar besluitvorming over het al dan niet publiceren van een werk. Het bedrijf onderneemt daartoe voor eigen rekening en risico.

De onderneming maakt gebruik van op prijs en kwaliteit gekozen internationale preferred suppliers, die alle FSC (Forest Stewardship Council) gecertificeerd zijn Het door de onderneming zelf ontwikkelde universele lettertype "The Brill" resulteerde niet alleen in tijdswinst en reductie van fysieke verzending van geprinte proeven, maar is bovendien een zuinige letter, waardoor er minder papier verbruikt wordt. Brill heeft duidelijke contracten met zijn leveranciers en distributeurs gesloten, waarbij niet mis te verstane afspraken zijn gemaakt over sociale

omstandigheden (waarbij bijvoorbeeld kinderarbeid wordt uitgesloten) en de te gebruiken stoffen en materialen. Brill bedient zich niet van schemerige praktijken in pogingen de verkoop aan een afnemer of tussenhandelaar te bevorderen. Betaling van commissies aan vertegenwoordigers en dergelijke moeten steeds gespecificeerd worden. In de onderhandelingen die leiden tot contracten met leveranciers e.d. wordt gestreefd naar kostleiderschap (cost leadership), ofwel het vermogen voordeliger te produceren dan de concurrentie. Cost leadership bevordert winstgroei, die nodig is voor de beloning van de kapitaalverschaffers, het kunnen bieden van carrièreperspectief en het kunnen aanvaarden van ondernemersrisico's.

Het succes van Brill is afhankelijk van een goed imago en - belangrijker nog - een uitstekende en gemotiveerde staf, die een grote mate van individuele vrijheid kent. Een medewerker van Brill dient geïnteresseerd te zijn in de wetenschap, maar moet tegelijk de dienstverlening aan auteurs en klanten en de commerciële belangen van Brill niet uit het oog verliezen. De onderneming wil de medewerkers actief trainen en waar mogelijk verantwoordelijkheid geven ten behoeve van een optimale ontplooiing en ondernemerschap, waardoor een autonome groei bevorderd wordt. Tijdens jaarlijkse bedrijfsbijeenkomsten worden de medewerkers actief betrokken bij de strategie van het bedrijf.

Brill koestert zijn historische reputatie in binnen- en buitenland, waardoor een internationale optiek en een verankering in de wetenschappelijke centra van de wereld noodzakelijk is. Brill streeft actief naar een zekere spreiding van nationaliteiten onder de medewerkers. Het kantoor in Boston draagt vanwege de uitwisseling met Leiden bij aan deze internationalisering. De stad Leiden en aldaar gevestigde universiteit hebben een bijzondere plaats in de geschiedenis van Brill. Het bedrijf geeft zijn loyaliteit met stad en alma mater onder andere vorm door het Brill Fellowship aan de Scaliger Stichting (ter bestudering van de bijzondere collecties van de Leidse Universiteitsbibliotheek) en de financiering van het jaarlijkse symposium van De Veerstichting in Leiden, waar studenten zogeheten vormgevers van de maatschappij ontmoeten. Daarnaast streeft Brill ernaar om met alle belangrijke Nederlandse instituten die gezamenlijk het nationale erfgoed levend houden goede betrekkingen te onderhouden.

Leiden, 12 maart 2012

Drs. H.A. Pabbruwe Directeur

We r k z a a m h e d e n

Per 31 december 2011 waren 1.829.801 (per 31 december 2010 1.829.801) aandelen op naam met een nominale waarde van eur 0,60 in administratie genomen, waar tegenover certificaten aan toonder voor een gelijk bedrag zijn uitgegeven in coupures van 1 x eur 0,60, 10 x eur 0,60, 100 x eur 0,60 en 1.000 x eur 0,60 nominaal in cf-vorm. De werkzaamheden verbonden aan de administratie van de aandelen worden verricht door de administrateur van de Stichting, te weten, ANT Trust & Corporate Services nv (Claude Debussylaan 24, 1082 MD te Amsterdam). De kosten van de administratie bedroegen in 2011 eur 20,4 duizend. De bestuursleden van de Stichting ontvangen elk een bezoldiging van eur 5 duizend op jaarbasis. In het verslagjaar kwam het bestuur één keer bij elkaar, op 2 mei 2011. In deze vergadering werd de agenda voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders besproken en werd besloten op welke wijze het bestuur stem zou uitbrengen in de vergadering. Besloten werd voor alle ter tafel liggende voorstellen te stemmen.

Het bestuur van de Stichting is als volgt samengesteld:

benoemd termijn tot functie
Dr. J.C.M. Hovers 2000 2013 Voorzitter
Mr. J.M. Boll 2005 2012 Lid
Mr. Y.C.M.Th. van Rooy 2009 2012 Lid

Mevrouw Van Rooy en de heer Boll zijn beschikbaar voor een herbenoeming en het bestuur is voornemens in haar volgende vergadering te besluiten tot deze benoemingen.

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e

Het Stichtingsbestuur volgt niet het principe van de Nederlandse corporate governance code omtrent het beschermingskarakter van de certificaten.

Het bestuur heeft toegezegd tijdens een vergadering van certificaathouders in 2005 het handhaven van de certificering als beschermingsconstructie nog eens in overweging te zullen nemen. Voordat deze heroverweging had plaatsgevonden werd door wetgever het wetsontwerp ter implementatie van de Dertiende EG-richtlijn bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel hield onder meer in dat de beschermingsfunctie van certificaten (neergelegd in artikel 2:118a BW) niet langer geoorloofd zou zijn, terwijl de bescherming door middel van preferente aandelen door een houder van meer dan 75% van het geplaatste kapitaal doorbroken zou kunnen worden. De Tweede kamer heeft in 2006 dit onderdeel verworpen en daarmee expliciet de mogelijkheid gehandhaafd certificering als tijdelijk beschermingsinstrument te gebruiken. Het bestuur blijft de ontwikkelingen op de voet volgen, maar heeft mede op grond van de gevoerde discussie besloten zijn tot dan toe gehanteerde zienswijze vooralsnog te handhaven. Het Stichtingsbestuur neemt dit standpunt in omdat zij van mening is dat goede bescherming tegen ongewenste overnames voor een onderneming met de omvang en de bijzondere positionering van Brill van essentieel belang is.

De Stichting zal in navolging van dit (gehandhaafde) wetsartikel aan certificaathouders steeds ten behoeve van vergaderingen van aandeelhouders stemvolmacht geven of van hen bindende steminstructies aanvaarden, behalve in overvalsituaties e.d. zoals genoemd in artikel 2:118a. lid 2 BW. Dezelfde procedure zal van toepassing zijn op een eventuele herroeping van een reeds gegeven volmacht.

Het bestuur is bereid certificaathouders in de gelegenheid te stellen aanbevelingen te doen in het geval er sprake is van vacatures in het bestuur. Dergelijke aanbevelingen zal het bestuur echter niet in de besluitvorming meenemen indien naar de mening van het bestuur een voorgedragen kandidaat het boven omschreven belang van de beschermingsfunctie van de certificaten niet onderschrijft. Voorts zal het bestuur een zo praktisch mogelijke werkwijze voor eventuele aanbevelingen hanteren, inhoudende dat elk jaar in het rapport van de Stichting zal worden meegedeeld of en zo ja welke vacature(s) er in het daarop volgende jaar zal (zullen) ontstaan zodat certificaathouders buiten vergadering eventuele aanbevelingen kenbaar kunnen maken.

Het bestuur volgt de corporate governance code, echter met uitzondering van de wijze waarop het bestuur stemrecht uitoefent. In afwijking van de Nederlandse corporate governance code is de bepaling gehandhaafd: 'De Stichting zal de aan de aandelen verbonden rechten uitoefenen op zodanige wijze dat de belangen van de vennootschap en die van de met haar verbonden onderneming en alle daarbij betrokkenen zo goed mogelijk worden gewaarborgd'. Het bestuur is van mening dat het standpunt inzake het handhaven van het beschermingskarakter van de certificaten inhoudt dat het primaat bij de stemuitoefening niet uitsluitend bij het belang van de certificaathouders kan liggen. Uiteraard is het bestuur bereid onder normale omstandigheden te allen tijde te luisteren naar certificaathouders en met door hen geuite meningen rekening te houden. Dit houdt ook in dat het bestuur de aandeelhoudersvergaderingen van de vennootschap zal bijwonen en daarin desgewenst een verklaring zal afleggen over het voorgenomen stemgedrag.

O n a f h a n k e l ij k h e i d s v e r k l a r i n g

Het Bestuur van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill verklaart hiermede, dat naar haar oordeel voldaan is aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill gestelde eisen als bedoeld in artikel 5:71 lid 1 onder d van de Wet Financieel Toezicht.

Leiden, 12 maart 2012

Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill Het Bestuur

De Stichting Luchtmans (genoemd naar de oprichter van het bedrijf) heeft tot doel het verwerven van cumulatief preferente aandelen in het aandelenpakket van de vennootschap en het beheren daarvan, daaronder met name ook begrepen het uitoefenen van het, aan die cumulatief preferente aandelen verbonden, stemrecht. De Stichting Luchtmans is in het bezit van een optie om in geval van (dreiging van) overname van de vennootschap evenveel cumulatief preferente aandelen te nemen als overeenkomt met 100% van de (certificaten van) aandelen die zijn geplaatst op het tijdstip van de uitoefening van de optie. Bij uitoefening van de optie behoeft slechts 25% te worden volgestort. De uitoefenkoers is gelijk aan de nominale waarde. Met de Stichting Luchtmans is door de vennootschap overeengekomen dat de optie slechts tot 50% van het geplaatste kapitaal kan worden uitgeoefend indien en zolang er (certificaten van) aandelen zijn genoteerd aan de Euronext Amsterdam nv.

Het bestuur van de Stichting Luchtmans bestaat uit drie bestuursleden B, te weten de heer prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (voorzitter), de heer jhr. mr. J.P. Backer en de heer mr. R.P. Voogd en twee bestuursleden A, te weten de heer drs. ing. H.P. Spruijt (vicevoorzitter) en de heer drs. H.A. Pabbruwe (secretaris/penningmeester). Bestuursleden B zijn onafhankelijk van de vennootschap in de zin van artikel 5:71 lid 1 onder c van de Wet Financieel Toezicht.

De Stichting streeft ernaar minstens een maal per jaar bijeen te komen. In 2011 vond er één vergadering plaats, op 20 april.

O n a f h a n k e l ij k h e i d s v e r k l a r i n g

Het Bestuur van Stichting Luchtmans verklaart hiermee dat naar haar oordeel is voldaan aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Luchtmans gestelde eisen als bedoeld in artikel 5:71 lid 1 onder c van de Wet Financieel Toezicht.

Leiden, 12 maart 2012

Stichting Luchtmans Het Bestuur

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2011

Geconsolideerde jaarrekening 2011
36 Geconsolideerd overzicht financiële positie
per 31 december 2011
37 Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde
resultaten over 2011
38 Geconsolideerd kasstroomoverzicht
39 Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen
40 Algemene toelichting
40 1. Informatie over de vennootschap
40 2. Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
48 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
48 3. Acquisities en desinvesteringen
49 4. Materiële vaste activa
51 5. Immateriële vaste activa
54 6. Winstbelasting
55 7. Voorraden
56 8. Debiteuren en overige kortlopende vorderingen
57 9. Liquide middelen
57 10. Geplaatst kapitaal en reserves
58 11. Rentedragende leningen
59 12. Crediteuren en overige te betalen posten (kortlopend)
59 13. Financiële instrumenten
61 14. Financieel risicomanagement
65 15. Gesegmenteerde informatie
67 16. Kosten
69 17. Financieringsopbrengsten, financieringskosten
en overige baten
69 18. Winst per aandeel
70 19. Uitgekeerd en voorgesteld dividend
71 Overige gegevens
71 20. Niet uit de balans blijkende verplichtingen
72 21. Informatie over verbonden partijen
73 22. Gebeurtenissen na balansdatum

G econsolideerd overzicht financi ë le positie

per 31 december 2011

Voor bestemming resultaat; in duizenden euro's

31-12-2011 31-12-2010
1.633 1.327
14.761 14.667
16.394 15.994
10.875 10.253
7.029 7.762
0 224
2.367 2.634
20.271 20.873
36.665 36.867
1.125 1.125
343 343
18.147 17.073
–498 –236
3.284 2.761
22.401 21.066
2.239 2.003
2.239 2.003
11.389 10.768
0 2.851
0 7
527 172
109 0
12.025 13.798
36.867
36.665

G econsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten over 2011

2011 2010
Brutowinst
Netto-omzet [15] 28.639 27.054
Kostprijs van de omzet [16] –9.576 –9.499
19.063 17.555
Bedrijfslasten
Overige baten [17] 0 5
Verkoopkosten [16] –5.339 –4.995
Algemene beheerskosten
Algemene operationele kosten [16] –8.464 –7.951
Afschrijving op immateriële vaste activa [5] –345 –283
Afschrijving op materiële vaste activa [4] –497 –662
–14.645 –13.886
Winst voor rente en belastingen 4.418 3.669
Financieringsopbrengsten [17] 87 179
Financieringskosten [17] –110 –125
Winst voor belasting 4.395 3.723
Belastinglast [6] –1.111 –962
Winst uit voortgezette bedrijfsactivitei
ten toe te rekenen aan aandeelhouders van
Koninklijke Brill nv
3.284 2.761
Niet gerealiseerde resultaten voor belasting
Koersresultaten op
buitenlandse deelnemingen [10]
–11 94
Kasstroom hedges [10] –335 –114
–346 –20
Niet gerealiseerde resultaten na belasting
Belasting over niet gerealiseerde resultaten[6] 84 44
–262 24
Totaal gerealiseerd en niet gerealiseerd
resultaat na belasting toe te rekenen aan
aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
3.022 2.785
Winst per aandeel (WPA) [18]
Gewone/verwaterde winst per aandeel toe te
rekenen aan aandeelhouders van Koninklijke
Brill nv
1,75 1,47

G econsolideerd kasstroomoverzicht

2011 2010
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Winst voor belasting uit voortgezette
bedrijfsactiviteiten
4.395 3.723
Correcties voor niet kasgerelateerde
mutaties:
Financieringsopbrengsten [17] –87 –179
Financieringskosten [2.11] 110 125
Overige baten 0 –5
Afschrijvingen vaste activa 1.552 1.469
Direct verwerkt in eigen vermogen 93 195
Overige mutaties 2 23
Wijzigingen in het werkkapitaal:
Debiteuren en overige vorderingen 470 176
Voorraden –618 191
Crediteuren en overige te betalen posten 608 145
Betaalde winstbelasting –542 –443
Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten 5.983 5.420
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa [4] –802 –359
Investeringen in immateriële vaste activa [5] –296 –370
Acquisities gedaan met kasgeld [3] –593 –303
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten –1.691 –1.032
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangen rente [17] 87 179
Betaalde rente –97 –111
Aflossing van bankleningen –2.860 –2.114
Betaald contant dividend over het vorig
boekjaar [19]
–1.687 –1.687
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten –4.557 –3.733
Mutatie liquide middelen –265 655
Liquide middelen per 1 januari 2.634 1.983
Mutatie liquide middelen –265 655
Netto valuta omrekeningsverschillen –2 –4
Liquide middelen per 31 december [9] 2.367 2.634

G econsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen

Geplaatst
kapitaal
Agio inge
houden
winst
Valuta
omrek.
reserve
kas
stroom
hedge
reserve
Onver
deelde
winst
Totaal
eigen
ver
mogen
Stand eigen vermogen per
31 december 2009
1.125 343 16.620 –201 –59 2.140 19.968
Winst over het boekjaar 0 0 0 0 0 2.761 2.761
Niet gerealiseerde resultaten 0 0 0 94 –70 0 24
Totaal gerealiseerd en niet gerealiseerd
resultaat
0 0 0 94 –70 2.761 2.785
Betaald contant dividend over vorig
boekjaar
0 0 0 0 0 –1.687 –1.687
Winst vorig boekjaar toegevoegd
aan ingehouden winst
0 0 453 0 0 –453 0
Stand eigen vermogen per
31 december 2010
1.125 343 17.073 –107 –129 2.761 21.066
Winst over het boekjaar 0 0 0 0 0 3.284 3.284
Niet gerealiseerde resultaten 0 0 0 –11 –251 0 –262
Totaal gerealiseerd en niet gerealiseerd
resultaat
0 0 0 –11 –251 3.284 3.022
Betaald contant dividend over vorig
boekjaar
0 0 0 0 0 –1.687 –1.687
Winst vorig boekjaar toegevoegd
aan ingehouden winst
0 0 1.074 0 0 –1.074 0
Stand eigen vermogen per
31 december 2011
1.125 343 18.147 –118 –380 3.284 22.401

1. Informatie over de vennootschap

De geconsolideerde jaarrekening van Koninklijke Brill nv per 31 december 2011 is goedgekeurd voor publicatie ingevolge het besluit van de Raad van Commissarissen en de Directie van 12 maart 2012. Brill is een in Nederland opgerichte en gevestigde vennootschap waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld bij Euronext, Amsterdam. De activiteiten van de vennootschap worden uiteengezet op pagina 5 en verder van dit jaarverslag.

2. G r o n d s l a g e n b ij d e o p s t e l l i n g van de jaarrekening

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van de historische kostprijs, met uitzondering van de afgeleide financiële instrumenten die zijn gewaardeerd tegen reële waarde. De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro's en alle bedragen zijn afgerond naar duizendtallen, tenzij anders is vermeld. De geconsolideerde jaarrekening van Brill en haar dochterondernemingen is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals vastgesteld door de Europese Unie.

2.1 Grondslagen voor consolidatie

De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Brill en haar dochterondernemingen per 31 december 2011. De jaarrekeningen van de dochterondernemingen zijn opgesteld voor hetzelfde verslagjaar als dat van de moedermaatschappij, waarbij consistente waarderingsgrondslagen zijn toegepast. In noot 21 bij de geconsolideerde jaarrekening wordt een overzicht gegeven van de dochterondernemingen.

Alle saldi, transacties, baten en lasten binnen de groep en winsten en verliezen voorvloeiend uit transacties binnen de groep die zijn opgenomen in de activa, worden volledig geëlimineerd. Dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf overnamedatum, zijnde de datum waarop feitelijke

zeggenschap over de overgenomen partij wordt verworven. Consolidatie wordt voortgezet tot het moment dat de feitelijke zeggenschap ophoudt te bestaan.

Wijzigingen in het eigendomsbelang in een dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap leiden, worden administratief verwerkt als eigen vermogenstransactie. Mocht Brill de zeggenschap over een dochteronderneming verliezen dan zal de onderneming:

  • de activa (met inbegrip van enige goodwill) en verplichtingen van de dochteronderneming niet langer in de balans opnemen.
  • de boekwaarde van minderheidbelangen in de voormalige dochteronderneming niet langer in de balans opnemen.
  • de in het eigen vermogen opgenomen cumulatieve valuta omrekeningsverschillen niet langer in de balans opnemen.
  • de reële waarde van de ontvangen vergoeding opnemen.
  • de reële waarde van elke in de voormalige dochteronderneming aangehouden investering opnemen.
  • een eventueel overschot of tekort over boeken naar de winst of het verlies.
  • het aandeel van de moedermaatschappij in de componenten dat voorheen in het niet-gerealiseerde resultaat werd opgenomen naar de winst of het verlies boeken.

Bij het opstellen van de vennootschappelijke jaarrekening is ten aanzien van de winst- en verliesrekening gebruik gemaakt van de vrijstelling op basis van artikel 402 van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2.2 Wijzigingen in de grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening met ingang van 1 januari 2010

Improvements in de grondslagen die geen effect hebben op de financiële positie:

  • IFRS 7 Financiële instrumenten: toelichtingen
  • IAS 12 Vennootschapsbelasting

2.3 Toekomstige wijzigingen in de grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening

De volgende improvements in de grondslagen die geen effect hebben op de financiële positie worden per

  • 1 januari 2012 of daarna doorgevoerd:
  • ifrs 9 Financiële instrumenten (invoering 2015)
  • ifrs 10 Geconsolideerde jaarrekening (invoering 2013)
  • ifrs 11 Gezamenlijke regelingen (invoering 2013)
  • ifrs 12 Toelichting op deelnemingen (invoering 2013)
  • ifrs 13 Bepaling realiseerbare waarde (invoering 2013)

De volgende wijzigingen in de grondslagen die geen effect hebben op de financiële positie worden per 1 januari 2012 of daarna doorgevoerd:

  • ias 1 Presentatie van financiële cijfers (invoering 2012)
  • ias 19 Personeelsbeloning (invoering 2013)
  • ias 27 Geconsolideerde jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening (invoering 2013)
  • ias 28 Investeringen in deelnemingen en joint ventures (invoering 2013)

2.4 Belangrijke oordelen, schattingen en veronderstellingen

Tenminste eenmaal per jaar wordt vastgesteld of uitgavenrechten en goodwill onderhevig zijn geweest aan bijzondere waardeverminderingen (impairments). Dit vraagt om een schatting van de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan uitgavenrechten en goodwill worden toegerekend.

Daarbij wordt een schatting gemaakt van de toekomstige kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid en wordt tevens het discontotarief bepaald en de contante waarde van die kasstromen berekend. Zie voor toelichting noot 5 bij de geconsolideerde jaarrekening.

Voordat content- en informatiesystemen worden geactiveerd wordt een schatting gemaakt van de economische voordelen die deze zullen genereren. De content gerelateerde activa worden afgeschreven op basis van een verwacht verkooppatroon. Dit verkooppatroon wordt jaarlijks getoetst. De belangrijkste groep activa bestaat uit de content gerelateerde productiekosten die tot de voorraden worden gerekend. Door mediumneutraal uitgeven heeft content een andere levensduur dan de mediumgerelateerde productiekosten. Deze verschillen kunnen per product/marktcombinatie anders zijn.

Latente belastingvorderingen worden alleen opgenomen als het waarschijnlijk is dat er in de toekomst fiscale winsten zijn waarmee deze vorderingen kunnen worden vereffend.

De voorziening voor afwaardering debiteuren wordt waar mogelijk individueel bepaald. Als dit niet mogelijk is vindt collectieve waardering plaats aan de hand van de historische kans op afwaardering van debiteuren.

De reële waarde van termijncontracten, valuta opties en renteswaps wordt bepaald aan de hand van de mark-to-market waarde van deze contracten per balansdatum.

Subsidies aan een uitgeefproject worden pas opgenomen als er een redelijke mate van zekerheid is dat de subsidie zal worden ontvangen en aan alle relevante voorwaarden zal worden voldaan.

2.5 Omrekening vreemde valuta

De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro's, die tevens de functionele en rapporteringvaluta van de vennootschap is. Transacties in vreemde valuta worden bij de eerste opname verantwoord tegen de koers van de functionele valuta per de datum van de transactie. Monetaire activa en verplichtingen die luiden in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers van de functionele valuta per balansdatum. Eventuele verschillen worden ten laste van de winsten verliesrekening gebracht. Niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen historische kostprijs in een vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen per de datum van de oorspronkelijke transacties.

De functionele valuta van de deelneming in de Verenigde Staten is de US dollar. Per balansdatum worden de activa en passiva van deze dochterondernemingen omgerekend naar de euro tegen de koers per balansdatum en de winst- en verliesrekeningen worden omgerekend tegen de gewogen gemiddelde koers voor het jaar. De koersverschillen die voortkomen uit de omrekening worden verwerkt in de niet gerealiseerde resultaten. Bij de afstoting van een buitenlandse entiteit wordt het uitgestelde cumulatieve bedrag dat is opgenomen in het eigen vermogen voor die betreffende buitenlandse activiteit in de winst- en verliesrekening verantwoord.

2.6 Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden tegen kostprijs opgenomen, onder aftrek van de cumulatieve afschrijving en de cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Afschrijving wordt lineair berekend op basis van de gebruiksduur van de betreffende activa en rekening houdend met een eventuele restwaarde. De boekwaarde van de materiële vaste activa wordt getoetst op bijzondere waardevermindering indien gebeurtenissen of veranderingen in de omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijk niet realiseerbaar is.

Ook de restwaarde en de gebruiksduur worden jaarlijks beoordeeld en zo nodig herzien.

Een materieel vast actief wordt niet meer op de balans opgenomen in geval van afstoting of indien er geen toekomstige economische voordelen van het gebruik of de afstoting worden verwacht. Een eventuele opbrengst of verlies, voortvloeiend uit de verwijdering van het actief op de balans, wordt op het moment van verwijdering ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.

2.7 Immateriële vaste activa

Van derden verworven uitgavenrechten en goodwill worden geactiveerd tegen verkrijgingprijs. Uitgavenrechten en goodwill zijn immateriële vaste activa met onbepaalbare gebruiksduur. Op deze immateriële vaste activa wordt niet afgeschreven. De boekwaarde van een immaterieel vast actief met een onbepaalbare gebruiksduur wordt jaarlijks getoetst, waarbij wordt beoordeeld of er sprake is van bijzondere waardeverminderingen op het niveau van de kasstroomgenererende eenheid. Ook wordt dan beoordeeld of de onbepaalbare gebruiksduur nog gefundeerd is. Zo nodig wordt de gebruiksduur omgezet van onbepaalbaar in bepaalbaar.

Content en al dan niet in eigen beheer vervaardigde informatiesystemen worden eveneens tot de immateriële vaste activa gerekend. Deze worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs respectievelijk vervaardigingkosten. De afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur. Indien de realiseerbare waarde lager is dan de aldus berekende boekwaarde, vinden aanvullende afwaarderingen plaats. Jaarlijks wordt de gebruiksduur geëvalueerd.

2.8 Bijzondere waardevermindering van materiële en immateriële activa

De vennootschap beoordeelt per verslagdatum of er aanwijzingen zijn dat een actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien een dergelijke aanwijzing aanwezig is, of indien de jaarlijkse toetsing op bijzondere waardevermindering van een actief vereist is, maakt de vennootschap een schatting van de realiseerbare waarde van het actief. De realiseerbare waarde van een actief is de hoogste van de reële waarde van een actief na aftrek van de verkoopkosten of de gebruikswaarde, tenzij het actief geen inkomende kasstromen genereert die grotendeels onafhankelijk zijn van de stromen van andere activa of groepen van activa dan wordt de waarde geacht gelijk te zijn aan de gebruikswaarde. Indien de boekwaarde van een actief de realiseerbare waarde overschrijdt, wordt het actief geacht een bijzondere waardevermindering te hebben ondergaan en wordt deze afgewaardeerd tot de realiseerbare waarde. Bij de bepaling van de gebruikswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen contant gemaakt, waarbij een disconteringsvoet vóór belasting wordt toegepast die rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen van de tijdswaarde van geld en de specifieke risico's van het actief. Bijzondere waardeverminderingverliezen van voortgezette bedrijfsactiviteiten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening in de kostencategorie die overeenkomt met de functie van het betreffende actief.

Per iedere verslagdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een voorheen opgenomen bijzonder waardeverminderingverlies niet langer bestaat of is verminderd. Indien een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde geschat. Een voorheen opgenomen verlies vanwege bijzondere waardevermindering wordt slechts teruggenomen indien er een wijziging is opgetreden in de schatting die wordt gebruikt ter bepaling van de realiseerbare waarde van het actief sinds de opname van het laatste bijzondere

waardeverminderingverlies. Indien dit het geval is, wordt de boekwaarde van het actief verhoogd naar de realiseerbare waarde. Dit verhoogde bedrag kan niet hoger zijn dan de boekwaarde die zou zijn bepaald (na aftrek van afschrijving) indien er geen bijzonder waardeverminderingverlies voor het actief in eerdere jaren zou zijn opgenomen. Een dergelijke terugneming wordt verantwoord in de winst of het verlies tenzij het actief wordt opgenomen tegen het geherwaardeerde bedrag, in welk geval de terugneming wordt behandeld als een herwaarderingstoename. Na een dergelijke terugneming wordt de afschrijvingslast aangepast om de herziene boekwaarde van het actief (na aftrek van een eventuele restwaarde) over de resterende gebruiksduur systematisch toe te rekenen aan toekomstige perioden.

2.9 Voorraden

Voorraden gereed product en onderhanden werk worden gewaardeerd tegen vervaardigingprijs, waaronder begrepen de intern toegerekende personeelskosten. De intern toegerekende personeelskosten zijn exclusief een opslag voor overhead. De voorraden gronden hulpstoffen worden gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere opbrengstwaarde.

De productiekosten van een boektitel bestaan uit content- en uit mediumgerelateerde kosten. Bij het gereedkomen van een titel worden de content gerelateerde kosten (zetwerk, illustraties en redactie) geactiveerd en afgeschreven. De geactiveerde kosten zijn deel van de voorraad gereed product op de balans. De afschrijvingskosten komen ten laste van de kostprijs van de omzet. De afschrijving vindt niet lineair plaats, maar op basis van het geschatte verkooppatroon. De mediumgerelateerde kosten (vooral druk- en bindwerk) worden gedeeld door het aantal geproduceerde exemplaren en vormen de kostprijs per titel (unit costs), welke op de balans staan als voorraad gereed product en bij uitlevering ten laste van de kostprijs van de omzet komen. De voorraad

waarde wordt bepaald aan de hand van het geschatte verkooppatroon per segment. Voorraad waarvan wordt geschat dat deze niet verkocht zal kunnen worden wordt volledig voorzien als incourant.

2.10 Debiteuren en overige vorderingen Debiteuren worden initieel opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs. Overwegend worden deze vorderingen opgenomen tegen nominale waarde van de tegenprestatie minus een voorziening voor oninbare bedragen. Een dergelijke voorziening wordt opgenomen indien er objectief bewijs is dat de vennootschap niet in staat zal zijn de openstaande bedragen in zijn geheel te innen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven zodra de oninbaarheid is vastgesteld.

2.11 Liquide middelen

De liquide middelen op de balans (en in het geconsolideerde kasstroomoverzicht) bestaan uit banktegoeden, kasgeld en korte termijn deposito's met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden of minder. De f inancieringskosten in het geconsolideerde kasstroomoverzicht bevatten de rentelasten. De herwaarderingen van leningen in vreemde valuta, herwaardering van de valutatermijn contracten en de renteswap hebben geen invloed op het kasstroomoverzicht.

2.12 Rentedragende leningen, crediteuren en overige (kortlopende) schulden

Alle leningen en andere schulden worden bij de eerste opname opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen tegenprestatie onder aftrek van de direct toerekenbare transactiekosten. Na deze eerste opname worden deze schulden vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. Winsten en verliezen worden opgenomen in het nettoresultaat zodra de schulden niet langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het afschrijvingsproces.

2.13 Niet langer opnemen in de balans van financiële activa en passiva

Financiële activa worden niet langer opgenomen zodra (i) de entiteit geen recht meer heeft op de kasstromen uit dit actief, (ii) de vennootschap het recht heeft behouden om de kasstromen uit dit actief te ontvangen, maar een verplichting is aangegaan om deze volledig zonder belangrijke vertraging te betalen aan een derde ingevolge een bijzondere afspraak, of (iii) de vennootschap haar rechten op de kasstromen uit dit actief heeft overgedragen en grotendeels alle risico's en voordelen van dan wel de zeggenschap over dit actief heeft overgedragen. Financiële passiva worden niet langer op de balans opgenomen zodra aan de prestatie ingevolge de verplichting is voldaan, deze is opgeheven of is verlopen.

2.14 Bijzondere waardeverminderingen van financiële activa

De vennootschap bepaalt voor elke balansdatum of een financieel actief of een groep van financiële activa een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien er objectief bewijs voorhanden is dat een verlies is opgetreden vanwege bijzondere waardeverminderingen, dan wordt de boekwaarde van het actief direct verlaagd. Het bedrag van het verlies zal in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.

2.15 Voorzieningen

Een voorziening wordt opgenomen indien (i) de vennootschap een huidige (contractuele of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, (ii) het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen en (iii) een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van het bedrag van de verplichting. Als verwacht wordt dat (een deel van) een voorziening gedeeltelijk wordt vergoed, bijvoorbeeld ingevolge een verzekeringscontract, dan wordt de vergoeding

opgenomen als een afzonderlijk actief indien de vergoeding vrijwel zeker is.

De last die met een voorziening samenhangt, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening na aftrek van een eventuele vergoeding. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, worden de voorzieningen contant gemaakt tegen een disconteringsvoet vóór belasting die, indien noodzakelijk, met de specifieke risico's van de verplichting rekening houdt.

2.16 Pensioenen en overige regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding

De pensioenregelingen voor de medewerkers in zowel Nederland als de Verenigde staten zijn ondergebracht bij een verzekeraar en zijn aan te merken als een toegezegde bijdrageregeling. De pensioenpremies worden als lasten verantwoord in de winst- en verliesrekening.

2.17 Leaseovereenkomsten

De bepaling of een regeling een leaseovereenkomst vormt of deze bevat, is gebaseerd op de inhoud van de overeenkomst en vereist een beoordeling of de uitvoering van de overeenkomst afhankelijk is van het gebruik van een bepaald actief of bepaalde activa en of de overeenkomst het recht toekent om het actief te gebruiken. Operationele leasebetalingen worden gedurende de leaseperiode lineair opgenomen als last in de winst- en verliesrekening.

2.18 Opbrengstverantwoording

Opbrengsten worden verantwoord voor zover het waarschijnlijk is dat de economische voordelen ten goede zullen komen aan de vennootschap en de opbrengsten betrouwbaar kunnen worden bepaald. Dit gebeurt op het moment dat de belangrijkste risico's en voordelen van eigendom zijn overgedragen aan de koper. De volgende specifieke verantwoordingscriteria zijn van toepassing:

Verkoop van boeken en tijdschriften

Hieronder wordt verstaan de opbrengst uit levering van boeken (inclusief primaire bronnen) en tijdschriften aan derden. Ontvangen abonnementsgelden worden niet verantwoord als opbrengst maar als kortlopende schuld, indien nog geen levering heeft plaatsgevonden. Levering vindt plaats in gedrukte of digitale vorm. Onder digitale levering valt ook het recht van toegang tot een database. Verder behoren daartoe verstrekte (licentie-)rechten. Van de opbrengsten worden de korting en de over de omzet geheven belastingen afgetrokken.

Rentebaten

De opbrengsten worden verantwoord naar gelang de rente aangroeit (via de effectieve-rentemethode, oftewel de rentevoet die bij contantmaking van de geschatte toekomstige kasontvangsten, gedurende de verwachte levensduur van het financiële instrument, uitkomt op de netto boekwaarde van het financieel actief).

2.19 Kostprijs van de omzet

Indien een boek gereed is, worden de totale kosten opgenomen onder de voorraad gereed product. De content gerelateerde kosten komen ten laste van de kostprijs van de omzet op basis van het geschatte verkooppatroon. De mediumgerelateerde kosten worden gedeeld door het aantal geproduceerde exemplaren en vormen de kostprijs per titel (unit costs). Bij uitlevering komen deze ten laste van de kostprijs van de omzet. Indien een aflevering van een tijdschrift gereed is worden de bijbehorende kosten direct verantwoord in de winst- en verliesrekening. De kosten van een tijdschrift bestaan uit de directe productiekosten, afschrijvingskosten van contenten informatiesystemen, royalty's en verzendkosten.

2.20 Subsidies

Een subsidie wordt volledig toegerekend aan het uitgeefproject waarvoor de subsidie wordt ontvangen. Indien een subsidie betrekking heeft op een kostenpost wordt de subsidie onder de kostprijs van de omzet verrekend.

2.21 Belastingen

Verschuldigde en verrekenbare belastingen

Verschuldigde en verrekenbare belastingvorderingen en -verplichtingen voor lopende en voorgaande jaren worden gewaardeerd op het bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de Belastingdienst. Het belastingbedrag wordt berekend op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving.

Uitgestelde belasting

Voor uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen wordt een voorziening gevormd op basis van de tijdelijke verschillen per balansdatum tussen de fiscale boekwaarde van activa en passiva en hun in deze jaarrekening opgenomen boekwaarde. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen voor zover het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden verantwoord voor alle belastbare tijdelijke verschillen, behalve:

  • indien de uitgestelde belastingvordering voortkomt uit de eerste opname van een vordering of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en, op het moment van de transactie, geen invloed heeft op de winst vóór belasting of het fiscale resultaat, en/of
  • indien de uitgestelde belastingverplichting voortkomt uit de eerste opname van goodwill of de eerste opname van een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en, op het moment van de transactie, geen invloed heeft op de winst vóór belasting of het fiscale resultaat, en

• voor wat betreft belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen en belangen in joint ventures, indien het tijdstip van afwikkeling geheel zelfstandig kan worden bepaald, en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil niet in de nabije toekomst zal worden afgewikkeld.

Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien er een in rechte afdwingbaar recht bestaat om belastingvorderingen te salderen met belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingen verband houden met dezelfde belastbare entiteit en dezelfde belastingautoriteit.

Omzetbelasting

Opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen na aftrek van de omzetbelasting. Het netto bedrag van de omzetbelasting dat kan worden teruggevorderd van of betaalbaar is aan de Belastingdienst wordt opgenomen als een onderdeel van de vorderingen of verplichtingen in de balans.

2.22 Afgeleide financiële instrumenten en afdekking van risico's

De vennootschap heeft afgeleide financiële instrumenten zoals termijncontracten en opties voor valutatransacties en renteswaps voor het afdekken van risico's die samenhangen met vreemde valuta respectievelijk rente. Deze afgeleide financiële instrumenten worden op transactiedatum gewaardeerd tegen de reële waarde en worden opgenomen als een actief indien de reële waarde positief is en als een passief indien de reële waarde negatief is.

De reële waarde van de termijncontracten en opties op valutaverkopen wordt bepaald aan de hand van de marktwaarde van gelijksoortige instrumenten. Hedge accounting wordt toegepast op termijncontracten en opties waar deze voldoen aan de voorwaarde voor hedge accounting. Bij het afsluiten van afdekkingtransacties wordt de relatie tussen het afdekkinginstrument en de afgedekte positie, alsmede risicobeheersingdoelstellingen en uitgangspunten gedocumenteerd. Het effectieve gedeelte van de verandering in reële waarde van de afdekkinginstrumenten wordt, onder aftrek van een reservering voor latente belastingvordering of -verplichting verwerkt in het eigen vermogen. De bedragen die in het eigen vermogen zijn opgenomen, worden ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht op het moment dat de afgedekte positie de winst- en verliesrekening beïnvloedt. De verantwoording vindt plaats onder opbrengsten. Indien het instrument niet langer als afdekkinginstrument kan worden aangemerkt, of indien het afdekkinginstrument afloopt of wordt verkocht, blijven de cumulatieve bedragen in het eigen vermogen totdat de verwachte transactie zich voordoet. Indien de betreffende transactie zich naar verwachting niet zal voordoen, wordt het bedrag ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Op afdekkinginstrumenten die niet voldoende effectief zijn in het bereiken van compensatie van het risico van verandering in de reële waarde van de afgedekte positie wordt geen hedge accounting toegepast. Niet-gerealiseerde waardemutaties op niet effectieve contracten worden verwerkt in de winsten verliesrekening.

3. Acquisities en desinvesteringen

Acquisities en desinvesteringen in 2011

In mei 2011 is het tijdschrift The Journal of World Investment & Trade gekocht van Werner Publishing Company S.A. (Zwitserland). Het betrof een overname van uitsluitend uitgavenrechten. De overnameprijs was eur 781 duizend waarvan eur 521 duizend volledig uit eigen kasmiddelen is betaald in 2011. Het restant van de overnameprijs is in januari 2012 betaald. Het overgenomen tijdschrift heeft geen bijdrage geleverd aan de omzet 2011. In 2012 wordt een bijdrage aan de omzet verwacht van eur 195 duizend. In augustus 2011 is het Nederlandse boekenfonds Forsten overgenomen. Het betrof een overname van uitgavenrechten en voorraden. De overnameprijs, volledig uit eigen kasmiddelen betaald, was eur 40 duizend. Het overgenomen fonds heeft geen bijdrage geleverd aan de omzet 2011. In 2012 wordt een bijdrage aan de omzet verwacht van eur 30 duizend. Hiernaast vonden er in 2011 nog twee kleine overnames plaats, waarbij alleen uitgavenrechten zijn gekocht. De daarmee gemoeide overnameprijs was in totaal eur 28 duizend en deze is volledig uit eigen kasmiddelen betaald. De bijdrage van deze overnames aan de omzet in 2011 was eur 3 duizend. Naar verwachting zal op jaarbasis de omzet met in totaal eur 50 duizend toenemen.

Acquisities en desinvesteringen in 2010

In april 2010 is het boekenfonds Global Oriental (Verenigd Koninkrijk) overgenomen. Het betrof een overname van uitgavenrechten en voorraden. De overnameprijs was eur 275 duizend en deze is volledig uit eigen kasmiddelen betaald. Het overgenomen boekenfonds heeft een bijdrage geleverd aan de omzet 2010 van eur 75 duizend. In 2010 heeft er nog een kleine overname plaatsgevonden, waarbij alleen uitgavenrechten zijn gekocht. De daarmee gemoeide overnameprijs was in totaal eur 12 duizend en deze is volledig uit eigen kasmiddelen betaald. De bijdrage van deze overname aan de omzet in 2010 was nihil. In september 2010 is het tijdschrift Journal of Conflict

Archaeology verkocht aan Maney Publishing (Verenigd Koninkrijk). De boekwinst, verantwoord onder overige baten, was eur 5 duizend.

Uitstroom kasmiddelen bij acquisities: 2011 2010
Betaald of nog te betalen overnamebedragen –856 –287
Waarvan nog te betalen met kasmiddelen 263 0
Kasmiddelen horende bij acquisities vorig
boekjaar
0 –16
Netto kasmiddelen acquisities in boekjaar –593 –303

4 . Materiële vaste activa

*)mva = materiële
vaste activa
2011 Verbouwingen Overige mva*) Totaal
Boekwaarde op 1 januari 2011 252 1.075 1.327
Investeringen 0 802 802
Afschrijvingen –61 –436 –497
Omrekenverschillen 0 1 1
Boekwaarde op 31 december 2011
191
1.442
1 januari 2011
Kostprijs
612
5.640
Cumulatieve afschrijvingen
–360
–4.565
Boekwaarde
252
1.075
31 december 2011
Kostprijs
612
6.444
Cumulatieve afschrijvingen
–421
–5.002
Boekwaarde
191
1.442
2010
Overige mva*)
Verbouwingen
Boekwaarde op 1 januari 2010
314
1.311
Investeringen
0
359
Afschrijvingen
–62
–600
Omrekenverschillen
0
5
Boekwaarde op 31 december 2010
252
1.075
1 januari 2010
Kostprijs
612
5.276
Cumulatieve afschrijvingen
–298
–3.965
Boekwaarde
314
1.311
31 december 2010
Kostprijs
612
5.640
Cumulatieve afschrijvingen
–360
–4.565
1.633
6.252
–4.925
1.327
7.056
–5.423
1.633
Totaal
1.625
359
–662
5
1.327
5.888
–4.263
1.625
6.252
–4.925
Boekwaarde 252 1.075 1.327

De geschatte gebruiksduur van de activa is (in 2011 en 2010) als volgt: verbouwingen tien jaar en overige materiële vaste activa (investeringen in ICT) drie tot tien jaar. De afschrijvingstermijn voor verbouwingskosten is in overeenstemming met de ontwikkeling van de verwachte reële waarde van deze activa.

5 . Immateriële vaste activa

*)CIS = content- en
informatiesystemen
2011 Uitgavenrechten Goodwill CIS*) Totaal
Boekwaarde op 1 januari 2011 10.629 1.879 2.159 14.667
Investeringen 852 0 468 1.320
Bijzondere waardeverminderingen 0 0 –468 –468
Afschrijvingen 0 0 –758 –758
Boekwaarde op 31 december 2011 11.481 1.879 1.401 14.761
1 januari 2011
Kostprijs 10.629 1.879 5.359 17.867
Cumulatieve afschrijvingen 0 0 –3.200 –3.200
Boekwaarde 10.629 1.879 2.159 14.667
31 december 2011
Kostprijs 11.481 1.879 5.827 19.187
Cumulatieve afschrijvingen 0 0 –4.426 –4.426
Boekwaarde 11.481 1.879 1.401 14.761
2010 Uitgavenrechten Goodwill CIS*) Totaal
Boekwaarde op 1 januari 2010 10.377 1.879 2.596 14.852
Investeringen 252 0 370 622
Afschrijvingen 0 0 –807 –807
Boekwaarde op 31 december 2010 10.629 1.879 2.159 14.667
1 januari 2010
Kostprijs 10.377 1.879 4.989 17.245
Cumulatieve afschrijvingen 0 0 –2.393 –2.393
Boekwaarde 10.377 1.879 2.596 14.852
31 december 2010
Kostprijs 10.629 1.879 5.359 17.867
Cumulatieve afschrijvingen 0 0 –3.200 –3.200
Boekwaarde 10.629 1.879 2.159 14.667

Uitgavenrechten en goodwill hebben betrekking op verworven auteursrechten. Eind 2011 was de boekwaarde daarvan eur 13,4 miljoen (2010: eur 12,5 miljoen). Deze activa hebben in principe een onbepaalde levensduur. De waarde daarvan wordt jaarlijks getoetst op de realiseerbare waarde en/of bijzondere waardeverminderingen, door berekening van de contante waarde over vijf jaar plus 75% van de contant gemaakte restwaarde. Tot en met 2010 werd hiervoor 50% gerekend. Aangenomen wordt dat de restwaarde gelijk is aan de contante waarde van een eeuwigdurende kasstroom ter grootte van de kasstroom van het vijfde jaar. Met ingang van 2011 is het model verfijnd waardoor een betere inschatting kan worden gemaakt van de contante waarde van de kasstromen.

De kasstroom voor belasting wordt verdisconteerd tegen 9,8% (2010: 9%), gebaseerd op marktgegevens. De belangrijkste veronderstellingen die zijn toegepast hebben betrekking op de omzetgroei en de ontwikkeling van de kostprijs van de omzet. Deze

veronderstellingen zijn gebaseerd op inschattingen van het management, die een analyse heeft gemaakt van kasstroomcalculaties, rekening houdend met tegenvallende economische scenario's. De scenario's zijn per segment uitgevoerd en waren gebaseerd op een stijging van het discontotarief voor belasting van 1% en een winstdaling per segment van 2% per jaar in de eerste vijf jaar. Deze analyse heeft aangetoond dat er onder dergelijke omstandigheden geen afwaardering op de activa hoeft plaats te vinden. In onderstaande tabel wordt de boekwaarde van de grootste kasstroomgenererende eenheden, de operationele segmenten, aangegeven (zie voor verdere toelichting noot 15). De activa van de kasstroomgenererende eenheden zijn beoordeeld op bijzondere waardevermindering, conform bovenstaande methodiek.

De boekwaarde, bestaande uit uitgavenrechten en goodwill, van deze activa was:

Boekwaarde uitgaverechten Uitgaverechten Goodwill Totaal
en goodwill per segment (x eur 1.000) 2011 2010 2011 2010 2011 2010
Segmenten
Law 8.462 7.672 787 787 9.249 8.459
Middle East, Islam and African studies 604 584 278 278 882 862
History 55 48 341 341 396 389
Science & Biology 1.172 1.172 4 4 1.176 1.176
Religion 399 399 35 35 434 434
Classical studies 344 309 0 0 344 309
Overig 445 445 434 434 879 879
Boekwaarde 11.481 10.629 1.879 1.879 13.360 12.508

Naast immateriële activa met een onbepaalde levensduur zijn er immateriële activa met een bepaalde levensduur. Daartoe behoren contenten informatiesystemen. Deze worden afhankelijk van hun economische levensduur in drie of vijf jaar afgeschreven. De afschrijvingslasten van contenten informatiesystemen waren in 2011 eur 758 duizend (2010: eur 807 duizend) en worden in de winst- en verliesrekening verantwoord onder de kostprijs van de omzet eur 413 duizend (2010: eur 523 duizend, zie noot 16) en onder afschrijving immateriële activa eur 345 duizend (2010: eur 283 duizend).

Uit de jaarlijkse toetsing van de reële waarde van de immateriële activa is gebleken dat een afwaardering van een deel van de activa vermeld onder content- en informatiesystemen noodzakelijk was geworden. Dit heeft geleid tot een bijzondere waardevermindering van eur 468 duizend die is verantwoord onder de kostprijs van de omzet.

6 . Winstbelasting

Winstbelasting opgenomen in de geconsoli
deerde winst- en verliesrekening
2011 2010
Winstbelasting over het lopende boekjaar
Actuele belastinglast 868 630
Aanpassing belastinglast voorgaande jaren 7 0
Uitgestelde belastingen met betrekking tot
herkomst en terugboeking van tijdelijke
236 332
verschillen 1.111 962

De onderstaande tabel geeft de aansluiting

tussen de belastingdruk en de uitkomst van

de berekening van de winst voor belasting

tegen het lokale belastingtarief van

Nederland per 31 december 2011 en 2010.

2011 2010
4.395 3.723
25,0% 25,5%
1.099 949
7 0
1 49
4 –36
1.111 962
25,2% 25,8%

De uitgestelde belastingen worden als volgt gespecificeerd:

Geconsolideerde
balans
Geconsolideerde winst
en verliesrekening
Uitgestelde belastingen 31-12-2011 31-12-2010 2011 2010
Versnelde fiscale afschrijving –2.270 –2.110 160 228
Vertraagde fiscale afschrijving 31 39 8 75
Te verrekenen verliezen IDC 0 68 68 58
Correctie voorgaande jaren 0 0 0 –29
–2.239 –2.003 236 332

IDC Publishers bv had bij overname door Brill in 2006 eur 1,1 miljoen aan compensabele verliezen, die mochten worden aangewend voor het deel van de winst voor belasting dat kon worden toegerekend aan de activiteiten van IDC. In 2010 resteerde daarvan nog eur 264 duizend, in 2011 is dat nihil. De uitgestelde belasting is gecalculeerd op basis van 25%, dat gelijk is aan het belastingpercentage dat geldt in het volgend boekjaar.

7 . Voorraden

2011 2010
Onderhanden werk 1.892 1.801
Gereed product 8.983 8.452
10.875 10.253

De waarde van de voorraad gereed product bevat een voorziening voor onverkoopbaarheid. Deze voorziening is in 2011 verhoogd met eur 329 duizend (2010: eur 1.044 duizend). In 2011 is er een schattingswijziging doorgevoerd met betrekking tot de levensduur van de content van elektronische naslagwerken. De

levensduur is nu in lijn met de verwachte economische levensduur, die wordt bepaald door het verkooppatroon. Onder het oude schattingssysteem zou in 2011 eur 269 duizend zijn afgeschreven, bij het nieuwe schattingssysteem is dat eur 201 duizend.

8. D e b i t e u r e n e n o v e r i g e

vorderingen 2011 2010
Debiteuren 5.694 6.478
Minus: voorziening dubieuze debiteuren –420 –436
Debiteuren 5.274 6.042
Overige vorderingen 1.755 1.720
7.029 7.762

Debiteuren en overige vorderingen zijn kortlopend van karakter. Debiteuren zijn niet-rentedragend en hebben over het algemeen een betalingstermijn van dertig tot negentig dagen, afhankelijk van het land van vestiging van de debiteur. De voorziening voor

dubieuze debiteuren wordt bepaald aan de hand van ervaringscijfers en een inschatting van de directie van het huidige economische klimaat. Een analyse van het kredietrisico is te vinden bij noot 14.

Ouderdom handelsdebiteuren

Betalings
termijn
Betalingstermijn verstreken maar niet afgewaardeerd
niet
verstreken
< 30 dagen 30-60
dagen
60-90
dagen
> 90 dagen Totaal
31 december 2011 4.309 672 71 78 144 5.274
31 december 2010 4.506 1.132 295 67 42 6.042

9 . Liquide middelen

Ultimo 2011 bedroegen de liquide middelen van Brill eur 2.367 duizend (ultimo 2010: eur 2.634 duizend). Op de banktegoeden in euro's wordt rente vergoed tegen euribor -/- 0,25%; op balansdatum was dit 0,75%. Op banktegoeden in Britse ponden en

Amerikaanse dollars wordt een rente vergoed tegen libor -/- 0,50%; op balansdatum was dit 0%. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van bankdeposito's met een hoger variabel tarief.

1 0 . Geplaatst kapitaal en reserves

Het aantal gewone aandelen van eur 0,60 per aandeel bedroeg in 2011 1.874.444 stuks (in 2010 1.874.444 stuks). Het geplaatst kapitaal was in 2011 eur 1.125 duizend (in 2010 eur 1.125 duizend). De overige reserves bestaan uit een valuta omrekeningsreserve (omvat koersverschillen voortvloeiend uit omrekening van de jaarrekeningen van de buitenlandse dochteronderneming) en een valuta hedge reserve (omvat het aandeel in de waardestijging of -daling van een cashflow hedge waarvan is vastgesteld dat het een effectieve afdekking betreft). De specif icatie is als volgt:

Overige reserves Valuta
omrekenings
reserve
Kasstroom
hedge reserve
Totaal
1 januari 2010 –201 -59 –260
Resultaat herwaardering 94 –114 –20
Belasting over herwaarderingsresultaat 0 44 44
31 december 2010 –107 –129 –236
Resultaat herwaardering –11 –334 –346
Belasting over herwaarderingsresultaat 0 84 84
31 december 2011 –118 –380 –498

1 1 . Rentedragende leningen

Brill kende op balansdatum geen kortlopende bankleningen meer. De leningen uit 2006 (USD 1,3 miljoen) en 2007 (EUR 0,8 miljoen) werden beide afgelost in

  1. Dat geldt ook voor het direct opvraagbare bankkrediet. Langlopende leningen waren in 2009 al afgelost.
Uitstaande schuld
per ultimo jaar
Datum opname *)
Effectief rente %
Vervaldatum 31-12-2011 31-12-2010
Kortlopende
*) Het effectief rentepercen leningen
tage houdt rekening met Banklening I 2006 5,6% 1 okt 2011 0 245
bij de leningen behorende Banklening II 2007 5,9% 1 jan 2011 0 125
renteswap. Direct opvraagbaar 0 2.481
bankkrediet euribor + 1,70%
0 2.851

De in 2009 afgesloten kredietovereenkomst geeft Brill de beschikking over een multi valuta rekeningcourantkrediet van in totaal eur 10 miljoen en een extra stand-by rekening-courantkrediet van eur 2,5 miljoen. De overeenkomst is tot wederopzegging, maar kan tot maximaal drie jaar worden gecommitteerd, waarvan tot nu toe geen gebruik wordt gemaakt. Het extra stand-by rekening-courantkrediet moet, wanneer het wordt opgenomen, in vijf jaar worden afgelost. Pandrecht op voorraden en debiteuren - met een totale boekwaarde per ultimo 2011 van eur 16,1 miljoen (2010: eur 16,3 miljoen) - is verstrekt als zekerheid op de leningen. De verpanding strekt tot zekerheid voor de voldoening van alle hierboven genoemde leningen. Verder is bepaald dat de totale netto schuld niet meer dan drie keer EBITDA mag bedragen, dat het interestdekking kengetal

(bedrijfsresultaat voor interest en belasting gedeeld door rentelasten) niet lager dan 3,0 mag zijn en dat kasstroomdekking kengetal (vrije kasstroom gedeeld door financieringslasten) hoger dan 1,1 moet zijn. Per eind 2011 voldoet de onderneming ruimschoots aan alle ratio's verbonden aan de leningen.

De toekomstige kasstroom (inclusief rente) gerelateerd aan rentedragende leningen per 31 december 2011 was nihil (31 december 2010: eur 2.857 duizend). De aan leningen gerelateerde renteswap wordt aangehouden tot het einde van de looptijd en wordt tegelijkertijd met de rentebetaling afgewikkeld. Op 31 december 2011 was er een onbenutte toegezegde kredietruimte van eur 12,5 miljoen beschikbaar (2010: eur 10,0 miljoen).

1 2 . C r e d i t e u r e n e n o v e r i g e t e
betalen posten
2011 2010
Crediteuren 3.166 3.312
Vooruit ontvangen omzet 5.329 5.130
Belasting en sociale premies 144 139
Overlopende passiva 1.717 1.646
Overige te betalen posten 1.033 541
11.389 10.768

Crediteuren zijn niet-rentedragend en hebben normaliter een betalingstermijn van dertig dagen. Vooruit ontvangen omzet (abonnementsgelden) wordt gedurende het jaar als omzet genomen naar

rato van uitgeleverde abonnementen. Belastingen, sociale premies en overige te betalen posten worden gedurende het boekjaar afgerekend.

1 3 . Financiële instrumenten

De reële waarde van de financiële instrumenten is opgenomen tegen het bedrag waarvoor het instrument kan worden verhandeld in een actuele transactie tussen tot een transactie bereid zijnde partij.

De reële waarde van de liquide middelen, debiteuren, crediteuren en overige kortlopende posten benadert de boekwaarde, hoofdzakelijk vanwege hun korte looptijd.

Boekwaarde Reële waarde
Reële waarde
31-12-2011 31-12-2010 31-12-2011 31-12-2010
Financiële activa
Liquide middelen 2.367 2.634 2.367 2.634
Debiteuren en overige vorderingen 7.029 7.762 7.029 7.762
Financiële verplichtingen
Bankkredieten 0 –2.481 0 –2.481
Crediteuren en overige te betalen bedragen –11.389 –10.768 –11.389 –10.768
Rentedragende leningen 0 –370 0 –370
(tegen variabele rente)
Renteswap 0 –7 0 –7
Valutatermijncontracten –527 –172 –527 –172

Hedge accounting

Brill maakt uitsluitend gebruik van cashflow hedging met behulp van synthetische en reguliere valuta termijncontracten. Op balansdatum was voor eur 10,0 miljoen (2010 eur 8,8 miljoen) aan termijncontracten afgesloten met een looptijd van maximaal twaalf maanden en waarvan de marktwaarde op balansdatum negatief eur 527 duizend was (2010 eur 172 duizend). Het doel van de cashflow hedge is om de zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige verkoop van US dollar kasstroom af te dekken tegen schommelingen in de valutakoers tot en met het verwachte moment van afwikkeling door ontvangst van vordering. De toekomstige US dollar kasstroom zal binnen twaalf maanden na balansdatum plaatsvinden. De resultaten van nog lopende financiële instrumenten zullen geheel in het boekjaar 2012 vallen. In 2011 is er voor eur 7 duizend opgenomen in de winst- en verliesrekening vanwege ineffectiviteit van hedge contracten. In 2011 is er voor

negatief eur 334 duizend (2010 negatief eur 114 duizend) aan reële waardemutaties op de cashflow hedge geboekt in het eigen vermogen. Uit toetsing van de termijncontracten gebruikt voor de cashflow hedge is gebleken dat op balansdatum de hedge effectief is.

Hiërarchie in reële waarden

Per 31 december 2011 hield Brill de onderstaande tegen reële waarde opgenomen financiële instrumenten, te onderscheiden naar waarderingsmethode:

Niveau 1: genoteerde (niet-aangepaste) koersen op actieve markten voor identieke activa of verplichtingen.

Niveau 2: gehanteerde variabelen hebben een significant effect op de verwerkte reële waarde en zijn direct of indirect waarneembaar.

Niveau 3: gehanteerde variabelen hebben een significant effect op de verwerkte reële waarde, maar zijn niet gebaseerd op waarneembare marktgegevens.

Classificatie van de financiële
instrumenten per 31 december 2011
Activa
Leningen en vor
deringen (tegen
geamortiseerde
kostprijs)
Tegen reële
waarde met
waardeverande
ringen verwerkt
in het eigen
vermogen
Tegen reële
waarde met
waardeverande
ringen verwerkt
in de winst- en
verliesrekening
Totaal
Debiteuren en overige vorderingen 7.029 0 0 7.029
Liquide middelen 2.367 0 0 2.367
9.396 0 0 9.396
Passiva
Crediteuren en overige te betalen posten 11.389 0 0 11.389
Valutatermijncontracten 0 527 0 527
11.389 527 0 11.916
Classificatie van de financiële
instrumenten per 31 december 2010
Activa
Leningen en vor
deringen (tegen
geamortiseerde
kostprijs)
Tegen reële
waarde met
waardeverande
ringen verwerkt
in het eigen
vermogen
Tegen reële
waarde met
waardeverande
ringen verwerkt
in de winst- en
verliesrekening
Totaal
Debiteuren en overige vorderingen 7.762 0 0 7.762
Liquide middelen 2.634 0 0 2.634
10.396 0 0 10.396
Passiva
Bankkredieten en leningen 2.851 0 0 2.851
Crediteuren en overige te betalen posten 10.768 0 0 10.768
Renteswaps 0 0 7 7
Valutatermijncontracten 0 172 0 172
13.619 172 7 13.798

1 4 . Financieel risicomanagement

Valutarisico

Brill's financiële rapportage is gebaseerd op de euro. Voor Brill is de US dollar de enig andere relevante munteenheid. In 2011 komt ongeveer 40% (2010 44%) van de in US dollars gefactureerde inkomsten van Brill uit Noord-Amerika. De US dollarprijzen moeten voorafgaand aangekondigd worden en worden in de regel één keer per jaar aangepast. Bij het bepalen van de prijzen in US dollar wordt het wisselkoersrisico verdisconteerd. Het merendeel van de kasuitgaven is in euro's, waardoor er een overschot aan US dollars ontstaat. Brill voert het beleid om ongeveer 90% van

de verwachte vrije kasstroom voor de komende twaalf maanden in US dollars af te dekken met termijncontracten of valutaopties. De termijncontracten worden netto afgewikkeld. Hiernaast streeft Brill ernaar het valutarisico te beperken door natural hedging, oftewel het vervangen van uitgaven van euro's door uitgaven in US dollars en door het aangaan van schulden in US dollars ter compensatie van vorderingen in US dollars. Per saldo blijft er een beperkt valutarisico. In 2011 was er een positief valutaresultaat van eur 68 duizend (2010: eur 175 duizend).

Onderstaande tabel geeft het effect van een

waardemutatie van de US dollar ten opzichte

van de euro op de winst en het eigen vermogen:

Gevoeligheid resultaat en eigen vermogen voor US dollar

2011 effect op
winst voor
belastingen
effect op
eigen vermo
gen per
ultimo
eur : usd + 5% –50 377
eur : usd – 5% 55 –417
2010
eur : usd + 5% –116 330
eur : usd – 5% 128 –338

Het effect op winst voor belasting wordt voornamelijk veroorzaakt door de verandering van de waarde van activa en passiva in US dollars. Het effect op het eigen vermogen wordt voornamelijk veroorzaakt door de

aanpassing in waarde van de investeringen in deelneming in de Verenigde Staten en de aanpassing in waarde van de kasstroom hedge indekkinginstrumenten (zie noot 2.22).

Renterisico

Per ultimo 2011 waren er geen lang- en kortlopende bankkredieten of deposito's. De risico's van een wijziging in de rente op winst- en verliesrekening en eigen vermogen zijn derhalve nihil. Het beleid van

Brill is dat in geval van een langlopend krediet een renteswap wordt afgesloten, indien op basis van renteverwachtingen voor de geld- en kapitaalmarkt het redelijk zeker is dat door de swap de totale rentelasten lager zullen zijn.

Kredietrisico

De activiteiten van de vennootschap concentreren zich in West-Europa, de Verenigde Staten en Japan. Ruim 80% van Brill's verkopen loopt via derden, zoals verzendboekhandels en tijdschriftenagenten. In de markt is een verdere concentratie van handelsklanten gaande. Hoewel de kans op een faillissement van een handelsklant onveranderd is, nemen door deze concentratie wel de gevolgen van een mogelijk faillissement toe. Om deze gevolgen beheersbaar te houden is een kredietverzekering afgesloten die een deel van het kredietrisico op handelsklanten afdekt. Voor de levering van boeken en primaire bronnen heeft Brill ook een passende kredietcontrole beschikbaar. Gestelde krediettermijnen, kredietlimieten, het sturen van herinneringen en het inschakelen van incassobureaus zijn belangrijke onderdelen van dit beleid. De kasstroom is gevoelig voor de betalingstermijn van debiteuren. De betalingstermijnen worden nauwkeurig bewaakt. In 2011 was de gemiddelde omloopsnelheid van de debiteuren in Noord-Amerika 106 dagen (2010: 95 dagen) en in de rest van de wereld 83 dagen (2010: 94 dagen).

Bij de levering van tijdschriften bestaat in beginsel geen debiteurenrisico omdat levering van tijdschriftnummers pas na ontvangst van betaling door de abonnees plaatsvindt. Het is in het belang van de uitgever de abonnee nieuwe afleveringen ononderbroken te bezorgen en om die reden kan de uitgever in een enkel geval geneigd zijn te leveren voordat betaling

plaatsvindt. In dit kader bestaat er een beperkt risico met betrekking tot abonnementsgelden die door de afnemende bibliotheek zijn afgegeven aan een tijdschriftenagent, maar die nog niet zijn overgemaakt naar de uitgever. Bij levering van online producten bestaat in beginsel geen risico omdat de toegang tot de aangeschafte online data te allen tijde kan worden stopgezet.

De inbaarheid van debiteuren die niet onder de kredietverzekering vallen wordt periodiek beoordeeld. Op basis van deze beoordeling wordt de hoogte van de voorziening voor afwaardering handelsdebiteuren vastgesteld. Beoordeling vindt plaats met de individuele methode, dat wil zeggen dat per factuur een oordeel wordt gevormd over de inbaarheid daarvan.

Objectieve oordeelsvorming over de inbaarheid is gebaseerd op het historisch betaalgedrag van de debiteur en informatie van derden over de kredietwaardigheid van de debiteur.

Daarnaast vindt beoordeling met de collectieve methode plaats. Deze methode houdt in dat te verwachte verliezen op uitstaande handelsdebiteuren statistisch worden bepaald op basis van ervaringscijfers. Het maximale risico op handels- en overige vorderingen is gelijk aan het totaalbedrag uitstaande per balansdatum.

Liquiditeitsrisico

De liquiditeitspositie wordt regelmatig beoordeeld aan de hand van het seizoenspatroon in de kasstroom, alsmede de verwachte ontwikkeling van ontvangsten en uitgaven. Vooral het beheer van het werkkapitaal is een belangrijk instrument voor verbetering van de liquiditeit. Het beleid is gericht op waarborging van de continuïteit van de onderneming door flexibel

gebruik te kunnen maken van kredietfaciliteiten en langlopend vreemd vermogen of door eigen vermogen aan te trekken ter financiering van structurele maatregelen die waarde toevoegen.

Onderstaande tabel geeft aan wanneer contractuele financiële verplichtingen betaald moeten worden.

Betaling financiële verplichtingen
Per 31 december 2011
Per
direct
< 3
maanden
3 tot 12
maanden
1 tot 5
jaar
> 5
jaren
Totaal
Crediteuren en overige te betalen posten 8.215 2.026 1.148 0 0 11.389
Valutatermijncontracten 0 234 293 0 0 527
8.215 2.260 1.441 0 0 11.916
Betaling financiële verplichtingen
Per 31 december 2010
Per
direct
< 3
maanden
3 tot 12
maanden
1 tot 5
jaar
> 5
jaren
Totaal
Rentedragende schulden incl. rente 2.481 250 126 0 0 2.857
Crediteuren en overige te betalen posten 6.326 3.359 1.083 0 0 10.768
Valutatermijncontracten 0 22 150 0 0 172
8.807 3.631 1.359 0 0 13.797

Financieel beleid

Het financieel beleid is gericht op solide financiering van de groeidoelstellingen van de onderneming, waarbij de vrije kasstroom voldoende moet zijn om de kosten en aflossing van vreemd vermogen en het contant dividend te kunnen betalen. Uitgegaan wordt van een solvabiliteit tussen 40 en 60%.

1 5 . Gesegmenteerde informatie

Gesegmenteerde gegevensverstrekking vindt plaats op de volgende gebieden: omzet, resultaat en activa per uitgeefactiviteit, omzet per productsoort, omzet per afzetgebied en geografische verdeling van het eigendom van de activa. De afschrijvingen, financieringskosten en -opbrengsten worden niet naar operationele segmenten gealloceerd.

De uitgeefactiviteiten van Brill zijn verdeeld in vakgebieden welke worden beschouwd als de volgende operationele segmenten:

  • Classical Studies (CS): klassieke oudheid, waaronder oude geschiedenis, Grieks en Latijnse literatuur
  • History (HIS): geschiedenis, waaronder wetenschapsgeschiedenis en vroeg moderne geschiedenis
  • Law: internationale rechtswetenschappen
  • Middle East, Islam and African Studies (MIA): geschiedenis, cultuur, literatuur, economie en politiek van het Midden-Oosten, de Islam en Afrika

  • Religion (REL): religie- en Bijbelwetenschap, waaronder Jiddisch en het christendom

  • Science & Biology (S&B): materiaalkunde en biologie
  • Alle overige segmenten (OV): een aantal kleinere vakgebieden, namelijk Ancient Near East and Jewish Studies gevoegd bij Asian Studies en Language & Linguistics.

Het management van Brill beoordeelt de resultaten van de individuele segmenten teneinde beslissingen te kunnen nemen over het toewijzen van middelen. Segmentresultaten worden beoordeeld op winstgevendheid welke in lijn is met de resultaten zoals gepresenteerd in het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten.

Segmenten Law MIA HIS S&B REL CS OV aanpas
singen
Totaal
Omzet 2011 5.861 3.821 4.171 2.695 5.794 2.390 3.907 0 28.639
Omzet 2010 5.349 3.762 3.761 2.658 5.605 2.276 3.643 0 27.054
Winst voor belasting 2011 1.137 509 571 653 1.357 658 375 –865 4.395
Winst voor belasting 2010 942 533 434 682 1.212 461 350 –891 3.723
Activa 31 december 2011 13.928 3.879 4.192 2.446 5.052 2.119 5.049 0 36.665
Activa 31 december 2010 13.145 4.212 4.056 2.721 5.478 2.314 4.717 224 36.867
Aansluiting omzet en winst voor belasting 2011 2010
Omzet 28.639 27.054
Kostprijs van de omzet –9.576 –9.499
Overige baten 0 5
Verkoopkosten –5.339 –4.995
Algemene operationele kosten –8.464 –7.951
5.260 4.614
Aanpassingen
Afschrijving op immateriële vaste activa –345 –283
Afschrijving op materiële vaste activa –497 –662
Financieringsopbrengsten 87 179
Financieringskosten –110 –125
Winst voor belasting 4.395 3.723
Aansluiting activa 2011 2010
Activa 36.665 36.867
Te vorderen belasting 0 224
Aanpassingen
Segment activa 36.665 36.643

De segmentering naar producten is als volgt:

Omzet per product Boeken Tijdschriften Totaal
Verkoop producten 2011 19.732 8.907 28.639
Verkoop producten 2010 18.715 8.339 27.054

Het product boeken bevat naast folio- en online boeken ook primaire bronnen. Tijdschriften bestaan uit folio- en online tijdschriften.

De geografische verdeling van de omzet (gebaseerd op de locatie van de klant) is:

Omzet per regio 2011 2010
Europa 10.521 11.671
Noord-Amerika 12.342 12.041
Rest van de wereld 5.776 3.342
28.639 27.054

Wat betreft de segmentatie van het eigendom van de activa kan vermeld worden dat deze in Nederland ligt.

1 6 . Kosten

De kostprijs van de omzet bestaat uit de volgende kostensoorten: technische productiekosten, afschrijving op immateriële vaste activa, verzendkosten en royalty's.

Kostprijs van de omzet 2011 2010
Technische productiekosten 8.241 7.909
Afschrijving immateriële vaste activa 413 523
Verzendkosten 273 231
Royalty's 649 836
9.576 9.499

De technische productiekosten van 2011 bevatten een eenmalige post van eur 468 duizend veroorzaakt door een afwaardering van een deel van de activa vermeld onder content- en informatiesystemen (zie noot 5). Ook in 2010 bevatte deze post een eenmalig bedrag: eur 410 duizend, vanwege een schattingswijziging van de voorziening voor onverkoopbaarheid en de aanpassing van de economische levensduur.

De daling van de royaltykosten met eur 187 duizend ten opzichte van 2010 werd veroorzaakt doordat in 2010 de integratie van de royaltyadministratie in de centrale productiesoftware heeft geleid tot opschoning van de royaltycontracten, waardoor in 2010 extra uitkeringen over voorgaande jaren hebben plaatsgevonden (EUR 90 duizend).

Aansluiting verkoop- en algemene operationele kosten met personeels- en operationele kosten

2011 2010
Verkoopkosten 5.339 4.995
Algemene operationele kosten 8.464 7.951
13.803 12.946
Personeelskosten 7.027 6.235
Operationele kosten 6.776 6.711
13.803 12.946

De specificatie van de personeelskosten is als volgt:

Personeelskosten 2011 2010
Salarissen en lonen 6.620 6.126
Sociale verzekeringen 754 731
Toegezegde bijdrage pensioenregelingen 618 356
Overige toegezegde bijdrage regelingen 271 257
8.263 7.470
Salarissen en lonen geboekt
op onderhanden werk
–1.236 –1.235
7.027 6.235

De post toegezegde bijdrage pensioenregelingen (inclusief de bijdrage werknemers) bevatte in 2010 nog een bedrag van minus eur 67 duizend dat betrekking had op een meevaller in de kosten van integratie van de oude IDC pensioenregeling in de huidige verzekerde regeling van Brill. De operationele kosten ad eur 6.776 duizend bevatten alle niet aan de technische kostprijs en directe verkoop gerelateerde kosten.

1 7 . F i n a n c i e r i n g s o p b r e n g s t e n ,

financieringskosten en overige baten

Financieringsopbrengsten 2011 2010
Ontvangen interest 19 4
Koersverschillen uit termijncontracten in
vreemde valuta
8 21
Resultaat koersaanpassingen van overige
activa en passiva
60 154
87 179

Wat betreft de financieringskosten, de betaalde interest bedroeg in 2011 eur 110 duizend (in 2010 eur 125 duizend).

In 2011 waren er geen overige baten.

1 8 . W i n s t p e r a a n d e e l

De winst per aandeel is berekend door de winst na belastingen toe te rekenen aan de houders van gewone aandelen en te delen door het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen. Op balansdatum stonden er geen aandelenopties

of aflosbare preferente aandelen uit die kunnen leiden tot verwatering van de winst per aandeel. Na balansdatum hebben zich geen transacties in aandelen voorgedaan.

2011 2010
Winst (in duizenden euro's) 3.284 2.761
Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen 1.874.444 1.874.444
Gewone winst per aandeel toe te rekenen
aan aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
1,75 1,47

1 9 . U i t g e k e e r d e n v o o r g e s t e l d dividend

2011 2010
Dividend op gewone aandelen
Vastgesteld en uitgekeerd gedurende het jaar
Betaald dividend voor 2010: eur 0,90 1.687 1.687
(2009: eur 0,90)
Voorgesteld dividend ter goedkeuring (niet 1.968 1.687
opgenomen als verplichting per 31 december)
Betaald dividend voor 2011: eur 1,05
(2010: eur 0,90)
2011
Voorgestelde winstverdeling
Dividend op gewone aandelen 1.968
Toevoeging aan winstreserve 1.316
Winst 3.284

2 0 . N i e t u i t d e b a l a n s b l ij k e n d e verplichtingen

Voor het kantoorgebouw Plantijnstraat 2 in Leiden bestaat een huurovereenkomst met een looptijd tot en met september 2016. Hiervoor is een bankgarantie verstrekt van eur 115 duizend. Daarnaast huurt de dochteronderneming kantoorruimte in Milk Street in Boston. Tevens zijn er voor bedrijfsauto's (operationele) leasecontracten met een looptijd van vier jaar. De financiële verplichtingen vanwege leasing en huur zijn:

Per 31 december 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 e.v.
Bedrijfsauto's 80 62 43 21 1 0
Huur 461 475 415 415 320 0
541 537 458 436 321 0
Per 31 december 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 e.v.
Bedrijfsauto's 75 53 34 17 0 0
Huur 447 460 474 488 326 241
522 513 508 505 326 241

2 1 . Informatie over verbonden partijen

Dochterondernemingen

De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Koninklijke Brill nv en de (enige) dochteronderneming Brill USA, Inc. (in Boston, MA, Verenigde Staten). Brill had in 2011 een 100% belang in Brill USA, Inc. (in 2010 100%). Brill USA, Inc. heeft als taak de distributie van boeken in Noord-Amerika. De boeken worden van Koninklijke Brill nv gekocht met een marktconforme korting op het moment dat er een verkoop aan derden plaatsvindt.

Beloning sleutelfunctionarissen

De vennootschap wordt bestuurd door één statutair directeur onder toezicht van de Raad van Commissarissen. De commissarissen ontvangen uit hoofde van hun functie jaarlijks een beloning. Er is geen sprake van een bonusuitkering of een beloning op termijn, zoals opties in aandelen. Er worden geen pensioenrechten opgebouwd die ten laste van de vennootschap komen.

De beloning van de directeur bestaat uit een vast en een variabel deel. Het variabel deel bestaat uit een korte termijn variabele beloning van maximaal 40% van de vaste beloning en een driejaars lange termijn variabele beloning van maximaal 40% van de vaste beloning. Het bedrag vermeld als variabele beloning van de directeur betreft de uitbetaalde beloning in het jaar. De directeur heeft geen beloning in opties of aandelen. Daarnaast bouwt de directeur ten laste van de vennootschap pensioenrechten op. De bezoldiging van de directie wordt nader toegelicht in het remuneratieverslag.

Bezoldiging van de leden van de Raad 2011 2010
van Commissarissen
Mr. R.E. Rogaar 19.750 19.750
Drs. Ing. H.P. Spruijt 19.750 19.750
Mr. A.R. baron van Heemstra 24.000 24.000
63.500 63.500
Bezoldiging van de directeur 2011 2010
Salaris 231.000 227.000
Variabele beloning 98.300 90.134
Aanvulling variabele beloning 2009 0 21.000
Pensioenlasten 73.366 50.238
402.666 388.372

2 2 . Gebeurtenissen na balansdatum

In februari 2012 heeft Brill zeven tijdschriften en een bijbehorend boekenfonds in de natuurwetenschappen verkocht aan de Taylor & Francis Group, onderdeel van Informa PLC in Londen. Het fonds werd bij Brill uitgegeven onder de imprint VSP. De overdracht vertegenwoordigt een omzetbelang van ca. eur 1,25 miljoen op jaarbasis en zal een proportioneel resultaatseffect hebben. Deze transactie zal naar verwachting tot een bijzondere bate van ruim eur 3 miljoen na belasting leiden. De verkoop, die per balansdatum niet voldeed aan de criteria IFRS 5 inzake activa aangemerkt te verkopen, heeft geen personele gevolgen en Brill vertrouwt erop dat het verlies van omzet en bijdrage wordt gecompenseerd door autonome groei en acquisities in de strategische kerngebieden. Er zijn geen verdere gebeurtenissen na balansdatum die invloed hebben op de normale bedrijfsvoering.

VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING 2011

Vennootschappelijke jaarrekening 2011

  • Vennootschappelijke balans per 31 december 2011 78
  • Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2011 79
  • Algemene toelichting 79

79 79

    1. Informatie over de vennootschap
    1. Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
  • Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening 80
    1. Materiële vaste activa 80
    1. Immateriële vaste activa
    1. Financiële vaste activa
    1. Voorraden
      1. Debiteuren en overige vorderingen
    1. Liquide middelen
    1. Eigen vermogen
    1. Rentedragende schulden
    1. Crediteuren en overige te betalen posten
    1. Financiële instrumenten 82
    1. Financieel risicomanagement 82
    1. Niet uit de balans blijkende verplichtingen 82
    1. Accountantskosten 83

V ennootschappelijke balans per 31 december 2011

Voor bestemming resultaat; in duizenden euro's

31-12-2011 31-12-2010
Activa
Vaste activa
Materiële vaste activa [3] 1.580 1.268
Immateriële vaste activa [4] 14.761 14.667
Financiële vaste activa [5] 211 148
16.552 16.083
Vlottende activa
Voorraden [6] 10.875 10.253
Debiteuren en overige vorderingen [7] 7.020 7.781
Te vorderen belasting 0 144
Liquide middelen [8] 2.226 2.524
20.121 20.702
Totaal activa 36.673 36.785
Passiva
Eigen vermogen [9]
Geplaatst kapitaal 1.125 1.125
Agio 343 343
Ingehouden winst 18.147 17.073
Overige reserves –498 –236
Onverdeelde winst 3.284 2.761
22.401 21.066
Voorzieningen
Uitgestelde belastingverplichtingen [6] 2.220 1.983
2.220 1.983
Kortlopende verplichtingen
Crediteuren en overige te betalen posten [11] 11.363 10.707
Rentedragende schulden [10] 0 2.851
Renteswaps [12] 0 7
Te betalen belasting 162 0
Valutatermijncontracten [12] 527 172
12.052 13.737
Totaal passiva 36.673 36.785

V ennootschappelijke winst – en verliesrekening over 2 0 1 1

In duizenden euro's

Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 2011 2010
Resultaat deelnemingen na belastingen 74 89
Overig resultaat na belastingen 3.210 2.672
3.284 2.761

ALGEMENE TOELICHTING

1 . Informatie over de vennootschap

De vennootschappelijke jaarrekening van Koninklijke Brill nv op 31 december 2011 is goedgekeurd voor publicatie ingevolge het besluit van de Raad van Commissarissen en de directie van 12 maart 2012. Brill is een in Nederland opgerichte en gevestigde vennootschap waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld bij Euronext, Amsterdam.

2 . G r o n d s l a g e n b ij d e o p s t e l l i n g v a n d e jaarrekening

De vennootschappelijke jaarrekening wordt opgesteld op basis van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de grondslagen van waardering en resultaatbepaling (waaronder de grondslagen voor de classificatie van financiële instrumenten en eigen of vreemd vermogen) te baseren op de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Daarom wordt voor de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling verwezen naar noot 2 (grondslagen) bij de geconsolideerde jaarrekening.

De deelnemingen worden verantwoord onder de financiële vaste activa en zijn gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.

Als de verschillen tussen enkelvoudige noten en de geconsolideerde noten geen aanvullende informatie laten zien is er voor gekozen om te verwijzen naar de geconsolideerde noten.

T O E L I C H T I N G O P D E V E N N O O T S C H A P P E L IJ K E JAARREKENING

3 . Materiële vaste activa

Zie toelichting onder noot 4 van de geconsolideerde jaarrekening.

4 . Immateriële vaste activa

Zie toelichting onder noot 5 van de geconsolideerde jaarrekening.

5 . Financiële vaste activa

Dit betreft Brill USA, Inc. In Boston, Verenigde Staten (100% eigendom van Koninklijke Brill nv).

6 . Voorraden

Zie toelichting onder noot 7 van de geconsolideerde jaarrekening.

7 . Debiteuren en overige 2011 2010
vorderingen
Debiteuren 5.274 6.024
Vorderingen op dochterondernemingen 0 39
Overige vorderingen 1.746 1.718
7.020 7.781

Debiteuren en overige vorderingen zijn kortlopend van karakter. Debiteuren zijn niet-rentedragend en hebben over het algemeen een betalingstermijn van dertig tot negentig dagen, afhankelijk van het land van vestiging van de debiteur. Zie voor ouderdom van debiteuren en mutaties in de voorziening voor afwaardering debiteuren de toelichting onder noot 8 van de geconsolideerde jaarrekening.

8 . Liquide middelen

Ultimo 2011 bedroegen de liquide middelen van Brill eur 2.226 duizend (ultimo 2010: eur 2.524 duizend). De liquide middelen staan vrij ter beschikking van Brill.

9 . Eigen vermogen

Zie toelichting onder noot 10 van de geconsolideerde jaarrekening en het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen.

1 0 . Rentedragende schulden

Zie toelichting onder noot 11 van de geconsolideerde jaarrekening.

1 1 . Crediteuren en overige te betalen posten

2011 2010
Crediteuren 3.148 3.288
Schulden aan dochterondernemingen 50 0
Vooruitontvangen omzet 5.328 5.130
Belasting en sociale premies 143 138
Overlopende passiva 1.719 1.645
Overige te betalen posten 975 506
11.363 10.707

Zie voor verdere toelichting noot 12 van de geconsolideerde jaarrekening.

1 2 . Financiële instrumenten

Zie toelichting onder noot 13 van de geconsolideerde jaarrekening

1 3 . Financieel risico management

Zie toelichting onder noot 14 van de geconsolideerde jaarrekening.

1 4 . N i e t u i t d e b a l a n s b l ij k e n d e verplichtingen

Voor het kantoorgebouw Plantijnstraat 2 in Leiden bestaat een huurovereenkomst met een looptijd tot en met september 2016. Hiervoor is een bankgarantie verstrekt van eur 115 duizend. Tevens zijn er voor bedrijfsauto's (operationele) leasecontracten met een looptijd van vier jaar.

De financiële verplichtingen vanwege leasing en huur zijn:

Per 31 december 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 e.v.
Bedrijfsauto's 80 62 43 21 1 0
Huur 380 391 403 415 320 0
460 453 446 436 321 0
Per 31 december 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 e.v.
Bedrijfsauto's 75 53 34 17 0 0
Huur 369 380 391 403 311 241
444 433 425 420 311 241
1 5 . Accountantskosten 2011 2010
Controle jaarrekening 75 90
Andere controle opdrachten 5 8
Overige niet-controle diensten 16 17
96 115

Dit betreft uitsluitend kosten van Ernst & Young

Accountants LLP Nederland. Er wordt geen gebruik

gemaakt van de firma Ernst & Young in andere landen.

Gebeurtenissen na balansdatum

Zie toelichting onder noot 22 van de geconsolideerde jaarrekening.

Winstbestemming

Statutaire winstbestemmingregeling De winstbestemming vindt plaats overeenkomstig artikel 30 van de statuten, waarin is bepaald dat de winst als volgt wordt verdeeld:

  • a Uitkering van dividend over het op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag.
  • b De Gecombineerde Vergadering bepaalt welk bedrag na aftrek van de onder A genoemde uitkering wordt gereserveerd.
  • c De Raad van Commissarissen stelt het tantième van de directeur vast.
  • d De Raad van Commissarissen stelt in overleg met de directeur de gratificaties van het overige personeel vast.
  • e Het bedrag dat resteert na uitkering van het dividend op de cumulatief preferente aandelen, de reserveringen, tantièmes en gratificaties, staat ter beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor uitkering aan de houders van (certificaten van) gewone aandelen.

Voorstel winstverdeling boekjaar 2011

Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt een dividend voorgesteld van eur 1,05 per (certificaat van) aandeel van nominaal eur 0,60 in contanten dan wel in (certificaten van) aandelen ten laste van de agioreserve in een nader te publiceren omwisselverhouding. Deze zal worden vastgesteld na een keuzeperiode volgend op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Zie verder bij "Informatie voor Aandeelhouders" op pagina 87.

Indien de Algemene Vergadering van Aandeelhouders dit voorstel aanvaardt, wordt de winst over 2011 ad eur 3.284 duizend als volgt verdeeld:

Voorgestelde winstverdeling 2011
Dividend op gewone aandelen 1.968
Toevoeging aan winstreserve 1.316
Winst 3.284

Leiden, 12 maart 2012

Raad van Commissarissen Mr. A.R. Baron van Heemstra Mr. R.E. Rogaar Drs. ing. H.P. Spruijt

Directeur Drs. H.A. Pabbruwe

C O N T R O L E V E R K L A R I N G V A N D E O N A F H A N K E L IJ K E ACCOUNTANT

Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Koninklijke Brill nv

Verklaring betreffende de jaarrekening

Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2011 van Koninklijke Brill nv te Leiden gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2011, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, mutatieoverzicht eigen vermogen en kasstroomoverzicht over 2011 en de toelichting waarin zijn opgenomen een overzicht van de belangrijke grondslagen voor f inanciële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per 31 december 2011 en de enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (bw), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 bw. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden.

Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap, Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

O o r d e e l b e t r e f f e n d e d e g e c o n s o l i d e e r d e jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Koninklijke Brill nv per 31 december 2011 en van het resultaat en de kasstromen over 2011 in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 bw.

O o r d e e l b e t r e f f e n d e d e e n k e l v o u d i g e j a a r r e k e n i n g

Naar ons oordeel geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Koninklijke Brill nv per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 bw.

Ve r k l a r i n g b e t r e f f e n d e o v e r i g e b ij o f krachtens de wet gestelde eisen

Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f bw vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 bw is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h bw vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 bw.

Den Haag, 12 maart 2012

Ernst & Young Accountants LLP w.g. H. Hollander RA

Het aandeel Brill

Koninklijke Brill nv is sinds juli 1997 genoteerd aan Euronext Amsterdam. Het register van aandeelhouders Koninklijke Brill nv wordt beheerd door:

nv Algemeen Nederlands Trustkantoor ANT Postbus 11063 1001 gb Amsterdam t +31 20 52 22 555

ANT treedt ook op als administrateur van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill. Aandeelhouders op naam kunnen zich met vragen over aandelenbezit, adreswijzigingen of dividendbetalingen eveneens wenden tot voornoemd trustkantoor.

Splitsing

De Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft op 14 mei 2002 ingestemd met een splitsing van de aandelen, waarbij de nominale waarde van een (certificaat van) aandeel is gewijzigd van eur 1,20 in twee (certificaten van) aandelen van ieder eur 0,60. Deze splitsing is op 19 augustus 2002 van kracht geworden. Alle gegevens over aandelen zijn hierop aangepast.

Wet Melding Zeggenschap 2006

In het kader van de Wet Melding Zeggenschap 2006 hebben de volgende certificaathouders, voor zover op 31 december 2011 bekend bij de onderneming, een belang van 5% of meer:

Gemelde belangen Omvang Meldingsdatum
Kempen Oranje Participaties nv 19% 30 mei 2011
GVB Capital Management bv 5% 29 december 2006
Otterbrabant Beheer bv 7% 1 november 2006
Dr. E. M. Aarts 5% 1 november 2006
Jan Plas S.A. 5% 22 maart 2010
Boron Investments nv 5% 21 december 2007

Aantal aandelen

Het aantal uitstaande aandelen met een nominale waarde van eur 0,60 bedroeg op 31 december 2011 1.874.444 (op 31 december 2010 1.874.444). De wijzigingen ten opzichte van voorgaand jaar in het aantal uitstaande aandelen zijn aangegeven bij de toelichting op de vennootschappelijke rekening. Van het totaal aantal uitstaande aandelen per 31 december 2011 zijn 1.829.801 certificaten uitgegeven en 44.643 aandelen op naam in het aandelenregister opgenomen.

Dividend 2011

Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt op 15 mei 2012 voorgesteld een dividend van eur 1,05 per (certificaat van) aandeel in contanten uit te keren.

Belangen van directie en commissarissen

Drs. H.A. Pabbruwe (directeur) 8.311 stuks
Drs. ing. H.P. Spruijt (commissaris) 260 stuks

Met instemming van de Raad van Commissarissen heeft de directeur voor zijn indiensttreding voor eigen rekening en risico certificaten van aandelen Brill via zijn bank verworven. Met de Raad is afgesproken dat de directeur deze certificaten, vermeerderd met stockdividend waarvoor een standaardinstructie is gegeven, niet zal vervreemden of belasten gedurende zijn actieve dienst.

ŗ Meldingsdatum
ĭ 30 mei 2011
١ 29 december 2006
ĭ 1 november 2006
ĭ 1 november 2006
ĭ 22 maart 2010
ĭ 21 december 2007

FINANCI Ë LE AGENDA 2012

Algemene Vergadering van Aandeelhouders 15 mei 2012

Bekendmaking resultaat eerste halfjaar 2012 21 augustus 2012, nabeurs

Trading update derde kwartaal 2012 7 november 2012, nabeurs

Investor relations

Brill voorziet (potentiële) aandeelhouders en andere belangstellenden graag zo goed mogelijk van relevante informatie. Exemplaren van (half-) jaarverslagen zijn te vinden op het internet onder www.brill.nl, Corporate Information, sectie Reports. Daarnaast kunnen deze worden aangevraagd via onderstaand adres.

koninklijke brill nv Investor Relations Postbus 9000 2300 pa Leiden

t + 31 71 53 53 500 f + 31 71 53 17 532 e [email protected] www.brill.nl

Jaarverslag en brochure

Dit jaarverslag is als pdf-document beschikbaar via de website www.brill.nl.

Daarnaast wordt een brochure uitgegeven, waarin uittreksels van de financiële verslaglegging worden samengevoegd met het Directieverslag en een speciaal artikel, vormgegeven in de vertrouwde huisstijl.

Deze brochure, Brill in 2011, zal tevens via de website www.brill.nl (onder Corporate Information, sectie Reports) beschikbaar zijn.

Colofon

Ontwerp en lay-out André van de Waal Coördesign, Leiden

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.