AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Koninklijke Brill NV

Annual Report May 11, 2007

3822_10-k_2007-05-11-000000_7d1f75d3-364f-4f61-99af-a28ce56d5604.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

B e s t u u r

Raad van Commissarissen

Jhr. mr. H.A. van Karnebeek Prof. dr. P.J. Idenburg Drs. ing. H.P. Spruijt

Directeur

Drs. H.A. Pabbruwe

koninklijke brill nv Plantijnstraat 2 po box 9000 2300 pa leiden The Netherlands

t +31 71 53 53 500 f +31 71 53 17 532 e [email protected] www.brill.nl

Dit jaarverslag is als geheel of in gedeelten ook als pdf-document beschikbaar via de website www.brill.nl

I N H O U D

Ja a r v e r s l a g 2 0 0 6

  • De wereld van Brill 2
  • Profiel van Brill 4
  • De imprints van Brill 5
  • Kerncijfers 7
  • Gegevens per aandeel 8
  • Bericht van de Raad van Commissarissen 9
  • Profiel van de Raad van Commissarissen 11
  • Raad van Commissarissen 12
  • Corporate Governance 13
  • Remuneratiebeleid 16
  • Verslag van de Directie 18
  • Algemeen verslag 2006 18
  • Financieel verslag 2006 28
  • Strategische vooruitzichten 2008-2010 31
  • Risico's en risicobeheersing 34
  • Maatschappelijk verantwoord ondernemen 38
  • Rapport van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill 41
  • Rapport van de Stichting Luchtmans 43

G e c o n s o l i d e e r d e j a a r r e k e n i n g 2 0 0 6 45

Ve n n o o t s c h a p p e l i j k e j a a r r e k e n i n g 2 0 0 6 85

O v e r i g e g e g e v e n s

  • Gebeurtenissen na balansdatum 102
  • Winstbestemming 102
  • A c c o u n t a n t s v e r k l a r i n g 103
  • I n f o r m a t i e v o o r a a n d e e l h o u d e r s 105
  • Fi n a n c i ë l e a g e n d a 2 0 0 7 106
  • O v e r d i t j a a r v e r s l a g 107

C o l o f o n

Brill is een oude maar springlevende wetenschappelijke uitgeverij die in 2008 zijn 325ste verjaardag hoopt te vieren. Waar eerst een zetterij, drukkerij, boekhandel en antiquariaat tot de activiteiten behoorden, is uiteindelijk een bloeiende uitgeefpraktijk overgebleven. Het faciliteren van de informatiestroom tussen auteurs en hun lezers is de kernactiviteit van Brill gebleven.

Brill is een naar verhouding kleine speler in een uitdijende informatiemaatschappij. De onderneming is niet of moeilijk te vergelijken met de grote internationale uitgeefconcerns die mede door hun omvang dikwijls een breed gespreid aanbod voor wetenschap, vak en onderwijs hebben. Brill bedient alleen de wetenschappelijke onderzoeksmarkt en doet dat vrijwel geheel buiten het zogenaamde stm segment (Science, Technology and Medicine) om. Brill's kernactiviteiten liggen in gespecialiseerde marktnissen in de humaniora en het internationale recht en slechts zeer beperkt in de bètawetenschappen. Ook komt Brill niet of nauwelijks met industriële markten in aanraking. Daarmee is Brill een speler die meer lijkt op de grote succesvolle en internationale universiteitspersen. Door zijn omvang en oriëntatie kan Brill echter wel gebruik maken van de aanpak en technologieën die in andere segmenten hun succes hebben bewezen. Dit is één van de redenen dat Brill's rendementen niet voor die van soms veel grotere spelers onderdoen.

Er zijn trends waar te nemen die aan geen enkele uitgever voorbijgaan; toenemende globalisering, de groeiende dominantie van de Engelse taal, digitalisering en de directe invloed van gebruikerseisen en nieuwe generaties. Duidelijk is echter gebleken dat de toekomstkansen van een uitgeverij niet zozeer bepaald worden door welke technologische mogelijkheden en bedreigingen zich aandienen, maar vooral door het vermogen van een organisatie zich deze nieuwe mogelijkheden eigen te maken en te gebruiken bij het bedienen van zijn klanten. Hoeveel tijd een

organisatie heeft om zich aan te passen is tevoren zelden duidelijk; de ervaring heeft in elk geval geleerd dat culturele en sociologische patronen bij auteurs en afnemers langzamer veranderen dan de techniek zelf. Ook kan de reputatie van een uitgever en vooral die van zijn producten van grote invloed zijn op de toekomstmogelijkheden van een uitgeverij. Tenslotte zal het al dan niet hebben van een groot marktaandeel in een segment van belang zijn voor het voortgaande succes van een uitgeverij. Brill vaart hier niet een dogmatische koers, maar waakt ervoor in teveel verschillende, niet met elkaar samenhangende disciplines terecht te komen. Groei door productontwikkeling en acquisitie wordt juist gezocht in een concentratie op de humaniora, het internationale recht en de wetenschapsgeschiedenis. De uitgeefstrategie beweegt langs de as van de ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek in een specifiek vakgebied, en de marketing- en verkoop tactiek maakt daarenboven gebruik van de relevantie die dat onderzoek voor andere disciplines heeft. Op die wijze verzorgt Brill de distributie van uitgaven aan de door de auteur beoogde primaire doelgroep van vakgenoten, maar wordt ook een bredere verspreiding bereikt. In het recente verleden bracht deze aanpak hoge kosten met zich mee; wereldwijde marketing via brochures gericht op soms amorfe doelgroepen is onnauwkeurig en kostbaar. Door gebruik te maken van internettechnologie is de effectiviteit van Brill op dit vlak sterk verbeterd; samenwerking met Google en een groot aantal andere partners versterkt de internationale marketingkracht van een uitgeverij van bescheiden maat als Brill aanzienlijk. Het gebruikmaken van nieuwe technologie in marketing en sales is slechts één van de vele voorbeelden van de opties die spelers als Brill hebben om op bescheiden schaal maar met goed succes en een gezond rendement te kunnen opereren in de nieuwe informatiemaatschappij.

Voor een beter begrip van een uitgeverij als Brill is het van belang te weten dat het van meet af aan een internationaal actieve speler is geweest. Auteurs, redacteuren en correctoren kwamen al in de late zeventiende en het begin van de achttiende eeuw uit vele windstreken in Leiden samen. De laatste vijftig jaar zijn er contacten met alle belangrijke centra van academisch onderzoek in de wereld. Voor wetenschappelijk onderzoek van topkwaliteit betekent dit dat zich bijna veertig procent van de contacten in Europa afspeelt, eenzelfde deel in Noord-Amerika en al bijna twintig procent in Azië en Australië. Mede door de sterke positie van Brill in een aantal specialiteiten van de Leidse universiteit zoals Islam studies, Archeologie en Sinologie zijn de in Leiden actieve wetenschappers gemiddeld goed vertegenwoordigd.

Omdat auteurs tot dezelfde kring als de lezers behoren, tekent de internationale afzet van Brill zich ook langs deze lijnen af. Brill concentreert zich voor zijn afzet op de bibliotheken van grote universiteiten. De acquisitie van IDC heeft het aanbod voor de grootste instituten nog belangrijk vergroot. Hoewel de bibliotheekbudgetten voor de humaniora in de rijkere landen voortdurend onder enige druk staan, bestaat er een bestendige vraag en een stabiel verzamelbeleid bij de bibliotheken. De collectievorming in bibliotheken die op de industrie of de beroepspraktijk gericht zijn, kent van nature een grotere volatiliteit.

Op de deelmarkten van Brill en Nijhoff speelt het boek nog altijd een belangrijke rol; anders dan bij de bètawetenschappen heeft het tijdschrift het boek hier niet verdrongen. De productvormen boek, tijdschrift en naslagwerk bestaan naast elkaar. Ook de elektronische versies van deze producten voegen waarde toe en door deze zelf aan te bieden en via licenties breed te verspreiden weet Brill zijn positie te versterken. De elektronische omzet groeit gestaag en vervangt tot op heden maar zeer ten dele de verkoop van gedrukt materiaal. Brill is niet kwetsbaar voor veranderingen

in het voorkeursformaat van zijn uitgaven; het uitgeefproces is vrijwel geheel digitaal ingericht en vanuit een multimediaal bestandsformaat kan de klant vrijwel altijd kiezen op welke wijze de informatie wordt afgenomen.

De houdbaarheid van wetenschappelijke informatie is groter in de alfawetenschappen dan in de bètawetenschappen; de levensduur van Brill's producten is daardoor over het algemeen lang. Brill verkoopt dagelijks vanuit zijn voorraad oude titels en gebruikt de kansen om met nieuwe technologie op beperkte schaal te herdrukken of gebiedscollecties en compilaties samen te stellen.

Brill koestert zijn sterke merken en beschermt deze zo goed mogelijk. Met auteurs wordt een redelijke en solide juridische basis voor exploitatie afgesproken. In beginsel wordt met standaardovereenkomsten gewerkt die ook in beperkte mate een gecontroleerde verspreiding van de research door de auteurs zelf mogelijk maken. Brill volgt de ontwikkelingen met betrekking tot Open Access en Open Archive op de voet en ondervindt slechts zeer zelden een probleem bij het regelen van auteursrechterlijke aspecten.

Brill's portfolio is derhalve in vrijwel alle opzichten goed gespreid; qua disciplines, verkoopkanalen, productformaten, samenstelling van de omzet uit oud en nieuw fonds maar ook geografisch bezit de onderneming een afgewogen portefeuille met groeipotentieel. De menselijke factor in het bedrijf is echter minstens zo belangrijk. Vooral de inzet van hoog opgeleide en gemotiveerde medewerkers maakt het mogelijk een niet aflatende speurtocht naar nieuw wetenschappelijk onderzoek of relevante ordening van wetenschappelijk materiaal gaande te houden. Daarbij zijn handhaving van kwaliteitsnormen en zo mogelijk verdere aanscherping van de criteria de belangrijkste strategische uitgangspunten voor een bestendige en gezonde groei van de onderneming.

P R O F I E L V A N B R I L L

Brill is een centraal geleide onderneming met een aantal gemeenschappelijke en een aantal gedelegeerde functies. De primaire ondernemingsfunctie is gelegd bij de marktgerichte publishing units die gericht zijn op de hoofddisciplines waarop Brill actief is. Brill heeft in 2007 in totaal twintig uitgevers onder wie twee uitgeefmanagers. In 2006 was in het kantoor Boston één uitgever actief; in 2007 zal dit aantal, mede als gevolg van de acquisities van IDC en Transnational, groeien naar vier.

Uitgevers zijn verantwoordelijk voor de multimediale fondsontwikkeling en het commerciële contact met hun redacties en auteurs. Zij rapporteren aan Jan Peter Wissink, wanneer zij in de humaniora uitgeven en aan Sam Bruinsma, wanneer zij uitgeven in het internationale recht of in de sciences. Bij de humaniora wordt het imprint Brill gevoerd, voor het internationale recht Nijhoff en voor de materiaalkunde VSP.

Sinds begin 2006 is bovendien de uitgeverij IDC overgenomen die zeldzame werken heruitgeeft op microfilm, microfiche en on-line. De uitgeverij publiceert echter ook uniek materiaal zoals collecties van handschriften en archieven. De onderwerpen vertonen een zeer grote overlap met die van Brill en er werken vier project managers die verantwoordelijk zijn voor de uitgaven. Nadat IDC in de loop van 2006 volledig is geïntegreerd binnen Brill, is de waardevolle handelsnaam gehandhaafd.

Alle uitgeefeenheden maken gebruik van een centrale internationale verkoop- en marketing staf in Leiden en Boston die vanuit Boston door Steven Dane wordt geleid. De uitgevers worden bovendien ondersteund door een centrale afdeling operations waarin zijn ondergebracht de uitbesteding van zet-, druk- en bindwerk, het voorraadbeheer, de bureauredacties voor boeken, tijdschriften en naslagwerken, de afdelingen bibliografische data, elektronische uitgeeftechniek en automatisering. Deze afdeling staat onder leiding van Arthur Koedam.

Het management team wordt gecompleteerd door Maarten Stikkelorum die als cfo verantwoordelijk is voor de financiële administratie van de onderneming. De algehele dagelijkse leiding van Brill berust bij de Directeur, Herman Pabbruwe.

D e i m p r i n t B r i l l

De uitgeverij Brill komt voort uit de firma Luchtmans die in 1683 en daarna onder verschillende variaties in naam en beeldmerk werd voortgezet. Pas in het midden van de negentiende eeuw ging de uitgeverij over in de handen van de familie Brill. Ook in deze periode werd de uitgeefnaam gevarieerd toegepast, maar met name de imprint E.J. Brill heeft internationaal grote bekendheid verkregen. Nog altijd wordt de uitgeverij soms in de markt als E.J. Brill aangeduid, vooral in de islam studies, de biologie en de oriëntalistiek. In 1896 werd de bedrijfsvorm omgezet in een naamloze vennootschap.

De laatste jaren is veelal gepubliceerd onder de naam Brill Academic Publishers. Sinds 2006 is een nieuw logo in gebruik genomen dat als uitgeefnaam Brill voert. Koninklijke Brill nv is een naam die met trots door de onderneming in officiële documenten wordt gebruikt, maar niet in het verkeer met auteurs en afnemers wordt gehanteerd.

In de loop van tijden zijn de nodige kleine uitgeverijen, fondsonderdelen en losse titels overgenomen zoals Leiden University Press, Humanities Press, Styx, Index Islamicus en Gieben. Deze activiteiten zijn in een enkel geval weer vervreemd (Leiden University Press) maar veelal voortgezet onder de imprint Brill. De uitgeefnaam Brill staat mede daardoor nu voor een breed georiënteerde humaniora uitgeverij.

D e i m p r i n t N i j h o f f

Ook de firma Nijhoff (opgericht in 1853) heeft al meer dan honderdvijftig jaar een bekende klank. Het bedrijf is zowel nationaal als internationaal actief geweest als uitgeverij, maar ook als verzendboekhandel, antiquaar en tijdschriftenagent. Voordat het zijn zelfstandigheid opgaf in de jaren zeventig van de vorige eeuw was het uitgegroeid tot een compleet concern. Voor Brill is slechts een klein deel van deze boeiende geschiedenis van direct belang. Al vanaf het midden van de negentiende eeuw was Nijhoff begonnen juridische uitgaven te verzorgen. Na de tweede wereldoorlog werd dit ook een van Nijhoff's specialiteiten en in de periode die daarop volgde als deel van Kluwer Academic Publishers (thans Springer) werd de lijst van Sijthoff/Noordhoff toegevoegd. In de jaren negentig werd Nijhoff door Wolters Kluwer samengevoegd met andere internationaal recht programma's onder de naam Kluwer Law International. In 2003 wist Brill het academisch georiënteerde en vooral als Nijhoff bekend gebleven deel van deze uitgeverij te verwerven. In 2004 werd het prestigieuze uitgeefcontract met The Hague Academy door Brill opnieuw voor Nijhoff gewonnen.

Martinus Nijhoff Publishers is een klinkende naam in het internationale publieksrecht en de mensenrechten en Brill is verheugd onder deze naam een leidende positie in deze interessante groeimarkt te kunnen innemen. Om die reden is ook besloten het in 2006 overgenomen fonds Transnational onder de imprint Nijhoff voort te zetten.

D e i m p r i n t V S P

Uiteraard zijn Luchtmans en Brill van belang geweest in het kader van de verspreiding van de natuurwetenschappen, met name in de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw. In de twintigste eeuw is daarbij vooral de biologie van belang gebleven met grote tijdschriften als Behaviour, gestart door prof. N. Tinbergen. In de beschrijvende biologie is Brill altijd een speler van belang gebleven. In 1999 is de uitgeverij VSP overgenomen, die in 1983 in de schoot van VNU was ontstaan. Hiermee werd vooral een stevige positie op het gebied van de materiaalkunde verkregen. Daarnaast verwierf Brill hierdoor ook een portefeuille op het terrein van de wiskunde, scheikunde en natuurkunde. Misschien wel de belangrijkste invloed die van deze acquisitie is uitgegaan is de toevoeging van een groot aantal tijdschriften en daarmee aandacht voor deze productvorm die vooral in de bètawetenschappen zo dominant is geworden. Voor de bètawetenschappen

met uitzondering van biologie wordt thans de imprint van VSP gebruikt. De staf van VSP die tot 2006 in Zeist werkzaam was, werd begin 2006 in Brill's nieuwe kantoorgebouw gehuisvest. In de loop van 2006 zijn het enig overgebleven medische tijdschrift The Pain Clinic en een zestal wiskunde tijdschriften met een daarmee samenhangend boekenprogramma verkocht. De imprint VSP staat nu vooral voor een sterk programma in de materiaalkunde.

D e i m p r i n t I D C

Zoals boven al vermeld, is het begin 2006 overgenomen IDC in Leiden vrijwel geheel geïntegreerd in de bestaande structuur van Brill. Ofschoon IDC (opgericht in 1957) ook nieuwe terreinen meebrengt zoals slavistiek, politieke en contemporaine geschiedenis en documentaire kunstgeschiedenis, is de overlap in aandachtsgebieden van IDC's collecties met de uitgaven van Brill en Nijhoff opmerkelijk. Waar Brill echter levert aan de hoofd- of faculteitsbibliotheek, is IDC vooral betrokken bij bijzondere en zeldzame collecties, de zogenoemde special collections. De business modellen zijn hierdoor enigszins verschillend, de prijzen op het oog hoog en de oplagen laag, en de aankopen worden vaak uit speciale fondsen

door bibliotheken bekostigd. Er zijn wereldwijd maar weinig kwaliteitsuitgeverijen die wetenschappelijk belangrijke primaire bronnen uitgeven en verhandelen, maar IDC heeft zich in vijftig jaar een vooraanstaande plaats verworven. De bronhouders en afnemers behoren tot de brede maar absolute wereldtop, reden waarom Brill graag het imprint IDC in ere houdt.

D e i m p r i n t H o t e i

Medio 2006 kon van het Koninklijke Instituut voor de Tropen een groot deel van het Hotei fonds worden overgenomen. Dit fonds is in 1998 in Leiden begonnen en heeft een wereldnaam verworven op het terrein van de Japanse prentkunst. Het vormt een esthetisch en belangrijker nog, kwalitatief aantrekkelijke aanvulling op het van oudsher bestaande Japanologie fonds van Brill (Asian Studies).

De productontwikkeling van het programma wordt zorgvuldig en behoedzaam voortgezet waarbij alleen titels worden uitgegeven die vrijwel zeker vraag vanuit de institutionele markt ontmoeten en die met beperkte financiële risico's ook buiten deze markt kunnen worden afgezet, bijvoorbeeld als catalogusboek bij tentoonstellingen.

K E R N C I J F E R S

Gebaseerd op IFRS Gebaseerd op Dutch GAAP

2006
2005 2004****
2004
2003
2002
R e s u l t a t e n
* ebitda = Earnings Omzet 25.645 21.517 19.608 19.748 16.301 14.008
Before Interest, Brutowinst 17.187 14.006 12.938 13.056 11.001 9.615
Taxes, Depreciation ebitda* 4.474 3.720 3.742 3.886 3.488 2.691
and Amortisation. Winst voor rente en belasting 3.896 3.356 3.120 2.757 2.533 2.028
Dit is het bedrijfs Winst 2.565 2.245 2.068 1.777 1.611 1.381
resultaat voor
afschrijvingen op Vrije kasstroom** –1.944 553 470 315 –6.014 832
immateriële en Totaal netto investeringen in vaste activa 4.241 577 1.344 1.344 8.124 893
materiële vaste activa. Gemiddeld geïnvesteerd vermogen*** 18.322 16.030 15.645 16.091 12.940 9.574
** Vrije kasstroom is G r o e i t e n o p z i c h t e v a n v o r i g j a a r
operationele kasstroom Omzet 19,2% 9,7% 20,3% 21,1% 16,4% 7,0%
– investeringskasstroom Brutowinst 22,7% 8,3% 17,6% 18,7% 14,4% 12,3%
ebitda 20,3% –0,6% 7,3% 11,4% 29,6% 13,7%
*** gemiddeld Winst voor rente en belasting 16,1% 7,6% 23,2% 8,9% 24,9% 14,0%
geïnvesteerd vermogen = Winst 14,2% 8,6% 28,4% 10,3% 16,6% 10,5%
gemiddelde van
(vaste activa R e n d e m e n t s c i j f e r s
+ vlottende activa Brutowinst als % van de omzet 67,0% 65,1% 66,0% 66,1% 67,5% 68,6%
– niet-rentedragende ebitda als % van de omzet 17,4% 17,3% 19,1% 19,7% 21,4% 19,2%
kortlopende schulden) Winst voor rente en belasting als
% van de omzet
15,2% 15,6% 15,9% 14,0% 15,5% 14,5%
**** Groeipercentages zijn Winst als % van de omzet 10,0% 10,4% 10,5% 9,0% 9,9% 9,9%
afgezet tegen 2003 cijfers vol
gens Dutch GAAP en Omzet/gemiddeld geïnvesteerd vermogen 1,4 1,3 1,3 1,2 1,3 1,5
zijn daardoor soms sterk
afwijkend.
Winst in % van het gemiddeld geïnvesteerd
vermogen
14,0% 14,0% 13,2% 11,0% 12,4% 14,4%
Winst in % van het eigen vermogen 17,3% 16,5% 17,8% 15,0% 15,3% 14,6%
B a l a n s v e r h o u d i n g e n
Eigen vermogen/totaal vermogen 45,1% 50,1% 44,1% 50,9% 47,1% 58,4%
Vlottende activa/kortlopende verplichtingen 1,35 1,44 1,32 1,59 1,59 1,86
Pe r s o n e e l
Gemiddelde bezetting (fte's) 120 94 91 91 83 76
Omzet per werknemer 214 230 215 216 197 184
Gemiddelde loonkosten per werknemer 52 54 55 56 51 51

G E G E V E N S P E R A A N D E E L *

In euro's, op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen

Gebaseerd op IFRS Gebaseerd op Dutch GAAP

2006

2005

2004

2004

2003

2002
* Gebaseerd op de winst
volgens Dutch GAAP
Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen 1.789.556 1.729.587 1.688.486 1.688.486 1.659.918 1.630.363
Eigen vermogen per aandeel 9,00 7,86 6,87 7,47 6,67 6,12
Toename in % 14,6% 14,4% 3,0% 11,9% 9,0% 9,1%
ebitda per aandeel 2,50 2,15 2,22 2,30 2,10 1,65
Toename in % 16,2% –3,2% 5,5% 9,5% 27,3% 11,1%
Winst per aandeel 1,43 1,30 1,22 1,05 0,97 0,85
Toename in % 10,4% 6,0% 26,3% 8,2% 14,1% 9,0%
Vrije kassstroom per aandeel –1,09 0,32 0,28 0,19 –3,62 0,51
Toename in % –439,7% 14,9% 107,7% 105,1% –810,0% –31,7%
Dividend per aandeel 0,71 0,64 0,53 0,53 0,39 0,33
Toename in % 10,9% 20,8% 35,9% 35,9% 18,2% 6,5%
Pay out ratio 50,1% 50,4% 50,3% 50,3% 40,2% 39,0%
Extra dividend per aandeel 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,17
Pay out ratio 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 20,1%
Totaal dividend per aandeel 0,71 0,64 0,53 0,53 0,39 0,50
Pay out ratio 50,1% 50,4% 50,3% 50,3% 40,2% 59,0%
Het aantal uitstaande aandelen per einde jaar 1.809.965 1.749.289 1.702.005 1.702.005 1.669.560 1.646.420
Hoogste aandelenkoers in het jaar 21,00 20,00 15,00 15,00 13,50 12,00
Laagste aandelenkoers in het jaar 16,70 13,55 12,50 12,50 9,00 9,00
Aandelenkoers per einde jaar 21,00 18,80 14,30 14,30 13,00 10,00

Het koersrendement van het aandeel Brill over 5 jaar was 121% voor de periode 2002 tot en met 2006 (aex over dezelfde periode: –2%). Er is een positieve trend in de handel in het aandeel Brill. Het gemiddelde handelsvolume was in 2006 1.771 (2005: 1.635) en het aantal dagen waarop handel plaatsvond nam met 24 toe tot 195 dagen. Naar het zich laat aanzien, zet deze trend zich voort in 2007.

Ja a r r e k e n i n g

De Raad van Commissarissen heeft de balans en de winst- en verliesrekening van Koninklijke Brill nv over het boekjaar 2006, met de daarbij behorende toelichting, laten onderzoeken door Ernst & Young Accountants. De goedkeurende verklaring van de accountant is opgenomen op pagina 103 van dit jaarverslag. Mede op grond van deze verklaring heeft de Raad van Commissarissen samen met de Directie de jaarrekening ondertekend. Wij adviseren aandeelhouders de aldus opgemaakte jaarrekening ongewijzigd vast te stellen.

Wij stellen over het jaar 2006 een dividend voor van eur 0,71 per (certificaat van) aandeel van nominaal eur 0,60, naar keuze uit te keren in contanten, dan wel in aandelen ten laste van de agioreserve. Dit komt neer op een stijging van 11% ten opzichte van het vorige jaar. De nader te publiceren omwisselverhouding zal worden vastgesteld na een keuzeperiode, volgende op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.

A c t i v i t e i t e n

De Raad van Commissarissen ontving van de Directie per kwartaal een uitgebreide en gedetailleerde rapportage tot op het niveau van uitgeefeenheden. Tussentijds is op onderdelen aan ons gerapporteerd, veelal ter voorbereiding van de vergaderingen. In het verslagjaar heeft de Raad van Commissarissen acht maal vergaderd met de Directie, waarbij uitvoerig is overlegd over onder andere de analyse van bedrijfsrisico's, de strategie van de onderneming, het standpunt met betrekking tot auteursen uitgeefrechten en de stand van zaken op dit punt, voortgaande samenwerking met internetbedrijven, de belangrijkste onderhanden projecten, investeringen, acquisities en desinvesteringen en de kwaliteit van personeel en organisatie. Bovendien werd uitgebreid stil gestaan bij de bepaling respectievelijk evaluatie van doelen in het kader van de bonusregeling van Directie en staf. De eerder vastgestelde strategie, waarin het accent wordt gelegd op de kwaliteit van de winst die met de kernactiviteiten van de onderneming wordt behaald, en voorts gericht is op groei door productontwikkeling, exploitatie van elektronische uitgaven en het realiseren van grote projectacquisities, is onverkort voortgezet en wordt waar mogelijk verankerd in de gestelde doelen. Tussentijds vond informeel overleg plaats tussen leden van de Raad van Commissarissen en de Directie. De Raad van Commissarissen vergaderde eenmaal buiten aanwezigheid van de Directie ten einde het functioneren van de Raad van Commissarissen, van haar individuele leden en van de Directie te bespreken.

Met de externe accountant vond het gebruikelijke jaarlijkse overleg plaats, zowel in als buiten aanwezigheid van Directie en staf.

S a m e n s t e l l i n g e n w e r k w i j z e

De Raad van Commissarissen bestaat uit drie personen. Nadere gegevens van de leden van de Raad vindt u op pagina 12. De leden van de Raad van Commissarissen zijn onafhankelijk in de zin van de Nederlandse corporate governance code. In het verslagjaar is geen van de commissarissen afwezig geweest. De profielschets is afgedrukt op pagina 11. Alle leden van de Raad bezitten deskundigheid op financieel, administratief en accounting terrein. De Raad heeft zich gedurende het jaar nader beraden op de vraag of het profiel dient te worden aangescherpt, maar is van mening dat daar thans geen aanleiding toe is. In het kader van de geplande vervroeging van de opvolging van prof.dr. P.J. Idenburg in 2007 heeft de Raad zich uitgebreid geïnformeerd over mogelijke kandidaten die voldoen aan de wens een kandidaat met ruime financiële en administratieve ervaring voor benoeming voor te dragen. De Raad meent daarin volledig geslaagd

te zijn en heeft intussen een niet-bindende voordracht aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders geagendeerd.

De Raad heeft het in de huidige omstandigheden niet nodig geacht aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor te stellen het aantal leden van de Raad tijdelijk uit te breiden ter wille van de continuïteit van bestuur.

Gezien de omvang van de Raad is het instellen van kerncommissies als bedoeld in de Nederlandse corporate governance code niet nodig.

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e

In dit jaarverslag is op pagina 13 een apart onderdeel opgenomen over corporate governance. Daarin wordt de corporate governance structuur van de vennootschap beschreven en wordt uiteengezet op welke wijze de vennootschap is omgegaan met implementatie van de Nederlandse corporate governance code. Een deel van de informatie die de Raad van Commissarissen op grond van deze code in haar jaarlijkse bericht moet opnemen is hiervoor vermeld onder 'Samenstelling en werkwijze'. De Raad van Commissarissen heeft haar werkwijze ook in 2006 getoetst aan de code en heeft opnieuw besloten van de code af te wijken voor wat betreft het gebruik van certificering als mogelijk beschermingsinstrument. De wetgever heeft deze mogelijkheid in het verslagjaar opnieuw opengelaten.

A a n d e e l h o u d e r s v e r g a d e r i n g

Op 10 mei 2006 vond in het kantoor van de vennootschap in Leiden de Algemene Vergadering van Aandeelhouders plaats.

S l o t

Koninklijke Brill nv is een onderneming waar wij trots op zijn. In 2006 heeft het bedrijf opnieuw goed gepresteerd. Het streven is gericht op de beheersing van bedrijfsrisico's en de verdere verbetering van alle primaire bedrijfsprocessen. Dit heeft tot doel klanten en auteurs optimaal te bedienen en een gezonde groei en voortdurende beheersing van kosten mogelijk te maken. Door aandacht voor deze aspecten en een evenwichtig prijsbeleid ligt een verdere groei van de activiteiten en winstverbetering binnen bereik. Hoewel de informatievoorziening binnen het bedrijf nog de nodige aandacht vraagt, is goede voortgang gemaakt met de administratieve en fiscale inrichting en formalisering van de verschillende bedrijfsprocessen en de financiële verhouding tussen de daarbij betrokken afdelingen, ook in internationaal opzicht. Hierdoor en door een succesvolle concentratie van bedrijfsspecifieke kennis, heeft de organisatie in korte tijd een aantal acquisities met succes kunnen integreren. Tegelijkertijd is het inzicht in de economische gang van zaken op een lager niveau binnen de onderneming al aanmerkelijk verbeterd. Door dit alles wordt aan een infrastructuur gewerkt die geschikt is voor verdere groei.

Wij danken alle medewerkers voor hun bijdrage aan het realiseren van de resultaten in 2006.

Leiden, 19 maart 2007

Raad van Commissarissen Jhr. mr. H.A. van Karnebeek Prof. dr. P.J. Idenburg Drs. ing. H.P. Spruijt

De Raad van Commissarissen dient zodanig te zijn samengesteld dat elk lid van de Raad en de Raad als geheel in staat zijn hun taak, inhoudende het uitoefenen van toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen alsmede het geven van advies aan de Directie, adequaat uit te oefenen.

Gezien de internationale spreiding van de activiteiten van de vennootschap en van de met haar verbonden ondernemingen, dienen alle leden van de Raad te beschikken over internationale ervaring. Daarnaast is het noodzakelijk dat tenminste één lid in het bijzonder op de hoogte is van de gang van zaken in een uitgeverij en ervaring heeft als uitgever. Voorts dient één lid van de Raad financieel deskundig te zijn, hetgeen inhoudt dat deze persoon relevante kennis en ervaring heeft opgedaan op financieel-administratief/accounting-gebied bij beursgenoteerde vennootschappen en/of bij andere grote rechtspersonen.

De leden van de Raad dienen onafhankelijk te zijn van de vennootschap in de zin van de Nederlandse corporate governance code.

De leden van de Raad dienen te beschikken over voldoende tijd om hun taak adequaat te kunnen uitoefenen. Dit geldt meer in het bijzonder voor de President Commissaris van de Raad.

De Raad bestaat uit drie personen. Indien sprake is van een voorzienbare vacature die niet kan of zal worden vervuld door herbenoeming zal overwogen worden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor te stellen de beoogde opvolger al voor het voorziene aftreden te benoemen, zodat de Raad in die gevallen tijdelijk uit vier personen zal bestaan.

R A A D V A N C O M M I S S A R I S S E N

J h r. m r. H . A . v a n K a r n e b e e k , 1 9 3 8 , Ne d e r l a n d e r

President Commissaris Koninklijke Brill nv sinds 1999 Voorzitter van de Raad van Commissarissen Pechiney Nederland bv Lid van de Raad van Commissarissen Frans Maas nv Lid van de Raad van Commissarissen van Campina Melkunie bv

Pr o f . d r. P. J . I d e n b u r g , 1 9 4 2 , Ne d e r l a n d e r

Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 1993 Executive Coach Emeritus hoogleraar Universiteit Twente en Technische Universiteit Delft Bestuurslid van de Vereniging AEGON

D r s . i n g . H . P. S p r u i j t , 1 9 4 9 , Ne d e r l a n d e r

Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 2000 Lid van de Raad van Commissarissen van de Koninklijke Barneveldse Drukkerij en Uitgeverij Holding bv Lid van de Raad van Commissarissen van kit Publishers (Royal Tropical Institute) Lid van de Raad van Commissarissen van Het Financieele Dagblad Holding bv Voorzitter van de Raad van Commissarissen M&R De Monchy nv Bestuurslid Stichting Luchtmans

Koninklijke Brill nv is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Leiden. Het zogenaamde structuurregime is op de vennootschap niet van toepassing.

Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is verdeeld in gewone aandelen en cumulatief preferente aandelen. Er zijn momenteel geen cumulatief preferente aandelen uitgegeven. Van de geplaatste gewone aandelen is ongeveer 99% gecertificeerd en ondergebracht bij de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill. Alleen certificaten van aandelen zijn beursgenoteerd en wel op de beurs van Euronext Amsterdam. De meerderheid van het kapitaal is in handen van Nederlandse particuliere beleggers.

Omdat Brill een kleine, zeer specialistische en goed renderende uitgeverij is die activiteiten ontplooit op gebieden waarop diverse zeer grote uitgeverijen werkzaam zijn, wordt bescherming tegen onvriendelijke overnames noodzakelijk geacht. Daarom heeft de vennootschap een aantal beschermingsconstructies. In de eerste plaats bestaat de mogelijkheid preferente aandelen uit te geven. In geval van uitgifte worden deze geplaatst bij de Stichting Luchtmans, waarmee is overeengekomen dat de stichting uit te geven preferente aandelen zal verwerven en wel tot maximaal 50% van het aantal aan gewone aandelen geplaatste kapitaal. Daarnaast worden de (met medewerking van de vennootschap) uitgegeven certificaten van aandelen ook gezien als beschermingsmogelijkheid omdat de Stichting Administratiekantoor zich het recht voorbehoudt ingeval van een zogenaamde onvriendelijke overname geen stemvolmachten te geven en evenmin bindende steminstructies te aanvaarden. De omzetting van certificaten van aandelen is beperkt mogelijk door een in de statuten van de vennootschap opgenomen beperking tot 1%, terwijl bovendien het aandeelhouderschap alleen openstaat voor natuurlijke personen, de vennootschap zelf, het administratiekantoor en vennootschappen die

in het verleden (vóór 29 juli 1997) reeds aandeelhouder waren. Daarenboven is een aantal rechten toegekend aan de Gecombineerde Vergadering, zijnde de vergadering van Raad van Commissarissen en Directie tezamen. De rechten van de Gecombineerde Vergadering betreffen onder meer het doen van bindende voordrachten voor de benoeming van bestuurders en commissarissen en het doen van voorstellen tot statutenwijziging. Koninklijke Brill nv is hiermee sterk beschermd tegen eventuele "overvallen".

De vennootschap wordt bestuurd door een directie die bestaat uit één persoon, bijgestaan door een managementteam.

De vennootschap heeft een Raad van Commissarissen die bestaat uit drie personen. De Raad heeft geen aparte commissies ingesteld en is niet voornemens dit in de voorziene toekomst te doen. De aanbevelingen die destijds door de Commissie Peters en later de Commissie Tabaksblat zijn gedaan op het gebied van corporate governance zijn in voorgaande jaren al grotendeels onderschreven en maken inmiddels deel uit van de corporate governance structuur, met uitzondering van standpunten over bescherming van de vennootschap.

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e s t r u c t u u r i n h e t l i c h t v a n d e Ne d e r l a n d s e c o d e c o r p o r a t e g o v e r n a n c e

De Raad van Commissarissen en de Directie hebben in 2004 en sindsdien jaarlijks besproken op welke wijze uitvoering gegeven zal worden aan de best practice bepalingen en aan de sinds 1 oktober 2004 geldende wettelijke eisen. Zij stellen thans vast dat de corporate governance structuur van de vennootschap in hoofdlijnen in overeenstemming is gebracht met de principes zoals deze zijn verwoord in de corporate governance code, met uitzondering van het gebruik van certificaten als beschermingsconstructie.

In het kader van een striktere functiescheiding is mede op verzoek van de Raad van Commissarissen door de Stichting Administratiekantoor in 2005 een statutenwijziging doorgevoerd die vertegenwoordiging van de Raad van Commissarissen in het bestuur van de Stichting Administratiekantoor heeft beëindigd. Ook is door commissarissen in 2005 besloten zich terug te trekken uit het bestuur van de Stichting pensioenfonds Peltenburg.

Ook op het terrein van transparantie zijn tussen Directie en Raad van Commissarissen en tussen commissarissen onderling duidelijke afspraken gemaakt. Deze hebben onder meer betrekking op het omgaan met financiële en andersoortige belangen. Een en ander is vastgelegd in uitgebreide reglementen en gedragsregels.

De arbeidsovereenkomst met de directeur is in lijn met de best practice bepalingen van de Code opgesteld.

Binnen de onderneming zijn gedragsregels aangescherpt en zijn regelingen in handboeken en op het eigen intranet verspreid, waaronder een regeling ter zake van seksuele intimidatie en een zogenaamde klokkenluidersregeling.

Brill is relatief kwetsbaar ten aanzien van fusies en overnames die lijken te worden beheerst door primair op schaalvergroting gerichte investeerders uit financiële dan wel collegiale hoek. Schaalvoordelen spelen een beperkte rol bij een bedrijf waarvan een deel van de waarde juist besloten ligt in de onbetwiste reputatie bij afnemers en auteurs in binnen- en buitenland. Auteurs in nauw omschreven marktnissen leggen de basis van toekomstige groei door hun medewerking aan seriewerken, tijdschriften, handboeken, encyclopedieën en tijdschriften. Als onderzoekers geven zij de impuls tot aankoop, veelal via hun bibliotheken en instituten. De bibliothecarissen op hun beurt blijven alleen dan geabonneerd op vervolgwerken wanneer zij vertrouwen op de toekomstige kwaliteit van te verschijnen publicaties.

Door deze niet vanzelfsprekende verhouding met zulke belangrijke stakeholders, zijn en blijven de Raad van Commissarissen en Directie van mening dat de vennootschap maximaal dient te worden beschermd. De onderneming heeft in dit verband twee institutionele middelen ter beschikking, te weten certificering van aandelen en de mogelijkheid preferente aandelen uit te geven.

De Raad van Commissarissen en de Directie zijn van mening dat bescherming van de onderneming in de regel slechts tijdelijk van aard kan zijn en primair tot doel heeft ruimte te scheppen de strategische alternatieven voor het bedrijf zorgvuldig af te wegen en deze zo nodig met de belangrijkste stakeholders te beoordelen. Aan alle stakeholders en dus ook en vooral aan aandeelhouders moet daarom duidelijk worden gemaakt wat de strategie van het bedrijf behelst en welke waardevolle elementen uit verleden, heden en vooral toekomst in het bedrijf besloten liggen. Het streven van het bestuur is de onderneming een aantrekkelijke belegging te doen zijn voor aandeelhouders die een voorkeur hebben voor een strategie die op duurzame groei is gericht. Duurzame groei is voor de onderneming in grote mate afhankelijk van de gunst van klanten en auteurs.

Een actieve investor relations agenda is erop gericht deze samenhangende boodschap uit te dragen en het behouden van vertrouwen en sympathie van aandeelhouders is een basis element van het corporate governance beleid.

Zolang en voor zover certificaten een rol kunnen spelen in het geheel van maatregelen die een maximale bescherming verzekeren met het doel tot een afgewogen besluit te komen over de toekomst van de onderneming, worden zij daarom gehandhaafd. Dit standpunt is nog eens door Raad van Commissarissen en Directie bevestigd nadat zij zich in 2006 een aantal malen geïnformeerd hebben met betrekking tot de toen voorliggende wetswijzigingen en de nieuwe inzichten die zich op het terrein van beschermingsconstructies hebben ontwikkeld.

In de geest van de Code is al eerder besloten dat het bestuur van de Stichting Administratiekantoor zal bestaan uit drie onafhankelijke leden. Het bestuur van de Stichting Administratiekantoor deelt de mening van Directie en Raad van Commissarissen omtrent het gebruik van certificaten als beschermingsconstructie. Zie het verslag van de Stichting op pagina 41 van dit jaarverslag.

Wat betreft de best practice bepalingen voor zover niet relevant voor de bescherming zijn Directie en Raad van Commissarissen altijd van mening geweest dat deze kunnen worden gezien als een nadere invulling en verfijning van de reeds bestaande corporate governance structuur. De ervaring die de vennootschap heeft opgedaan bij het invoeren van bepalingen terzake van corporate governance, is een gunstige geweest. Het bedrijf heeft ondervonden dat een beursgenoteerde onderneming van bescheiden schaal zoals Brill, heel wel in staat is de moeite en kosten op te brengen die nodig zijn goede uitvoering aan de Code te geven. Commissarissen en Directie zijn van mening dat de aangescherpte regels en de uitgebreide plicht verantwoording af te leggen duidelijk bijdragen aan de verbetering van het bestuur van de onderneming.

Raad van Commissarissen

Directie

Be l o n i n g s b e l e i d R a a d va n C o m m i s s a r i s s e n

De beloning van de voorzitter en de leden van de Raad van Commissarissen is bepaald op een jaarlijkse vaste vergoeding en bevat geen variabele elementen. Zij ontvangen geen prestatie- of aandelen gerelateerde beloning en bouwen geen pensioenrechten bij de onderneming op. Zij ontvangen bij vertrek geen ontslagvergoeding. De beloning van de Raad van Commissarissen wordt regelmatig beoordeeld. Het aantal vergaderingen is in 2005 en 2006, onder meer door de directiewisseling en de formulering van het strategisch beleid, hoger geweest dan gebruikelijk. Het eventuele aandelenbezit van leden van de Raad van Commissarissen is ter belegging op lange termijn. De Raad van Commissarissen heeft een reglement vastgesteld waarin regels worden gesteld ten aanzien van het bezit van en transacties in effecten door commissarissen anders dan die uitgegeven door Koninklijke Brill nv.

B e l o n i n g s b e l e i d D i r e c t i e

De beloning van de directeur wordt vastgesteld door de Raad van Commissarissen op basis van de hoofdlijnen van het beloningsbeleid, zoals hierin vastgelegd. Deze zijn in lijn met de principes en de best practice bepalingen van de Nederlandse corporate governance code (art. ii.2.10).

Het beleid inzake de beloning van de Directie is erop gericht aan de directeur een beloning voor zijn werkzaamheden toe te kennen die wat betreft hoogte en structuur zodanig is dat een gekwalificeerde en deskundige bestuurder kan worden aangetrokken en behouden. De beloning voor 2006 en volgende jaren kent een vaste en een tweetal prestatie-afhankelijke variabele componenten.

Ter zake van de beloning toetst de Raad van Commissarissen jaarlijks, eventueel met behulp van een externe deskundige, of de beloning voor de directeur nog steeds marktconform is. De vaste beloning is niet geïndexeerd.

Voorts houdt het beleid in dat de vennootschap de pensioenpremie voor de directeur voor zijn rekening neemt, met dien verstande dat de directeur een eigen bijdrage betaalt van 30% van de verschuldigde premie.

De vennootschap verstrekt geen leningen, voorschotten of garanties aan de directeur.

Ten aanzien van het beloningsbeleid kan het volgende worden opgemerkt:

a De Raad van Commissarissen ziet variabele beloning als een belangrijk onderdeel van het beloningspakket van de Directie. De bonusdoelstellingen en prestatievoorwaarden zijn een afspiegeling van de belangrijkste factoren voor waardegroei en groei van de aandeelhouderswaarde op korte en middellange termijn. De totale beloning bestaat dan ook voor een aanzienlijk deel uit variabele beloning, waarvan de hoogte afhankelijk is van prestatiemaatstaven. Daarbij hechten wij het grootste gewicht aan de groei van het aandeelhouders rendement op korte termijn.

Het variabele deel van de beloning voor de korte termijn bonus is maximaal 50%, die voor de driejaars lange termijn bonus is maximaal 20% van de vaste beloning.

  • b Het beleid van de vennootschap met betrekking tot de duur van het contract en de afvloeiingsregeling gedurende de eerste termijn van vier jaar ligt in lijn met de best practice bepaling ii.2.7 van de Code. De geldende opzegtermijn bedraagt 4 maanden en is in lijn met hetgeen gebruikelijk is.
  • c De prestatiecriteria voor de korte termijnbonus in 2006 waren (1) winst per aandeel (max. 60% van de bonus) en daarnaast (2) de doelstelling van een netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten van tenminste 2 miljoen (max. 20%) en (3) te leveren door IDC een bijdrage aan de winst per aandeel over 2006 (max. 20%). Voor deze elementen zijn passende en op basis van de jaarrekening meetbare criteria gehanteerd. De Raad van Commissarissen heeft op alle drie de doelstellingen tot variabele beloning kunnen besluiten. Het prestatiecriterium voor de lange termijn bonus was een autonome winstgroei over de periode 2006-2008 van tenminste 10% per jaar. Het jaar 2006 geeft vertrouwen voor wat betreft het realiseren van deze doelstelling.

Voor het jaar 2007 is opnieuw de winst per aandeel het belangrijkste prestatie criterium. Daarnaast zijn verbetering van de vrije kasstroom (1) en een gelijkmatigere spreiding van de omzet over het kalenderjaar (2) als doelen gekozen. De lange termijn bonus 2007 ziet op de succesvolle beheersing van kostprijzen over de periode 2007-2009.

  • d Aan de directeur zijn geen rechten gegeven op het verwerven van opties of aandelen. Het aandelenbezit in Koninklijke Brill nv van de Directie is ter belegging op lange termijn.
  • e De Raad van Commissarissen heeft een reglement opgesteld waarin regels worden gesteld ten aanzien van het bezit en transacties in effecten door de Directie anders dan die uitgegeven door Koninklijke Brill nv.

De Raad van Commissarissen heeft professioneel advies ingewonnen bij de volgende onafhankelijke externe adviseurs:

  • 1) Hay Group gaf in 2004 advies over de prestatiecriteria en de bonus structuur;
  • 2) Hewitt Associates bv en Mr. Onno F. Blom, advocaat, gaven in 2004 advies inzake de pensioenregeling.

De overeengekomen pensioenregeling zal in 2007 worden aangepast aan de nieuwe wetgeving inzake pensioenen. Mr. F. van der Ree en Hewitt Associates bv zijn over deze materie om advies gevraagd.

Raad van Commissarissen

A l g e m e e n Ve r s l a g 2 0 0 6

G r o e i i n h i s t o r i s c h p e r s p e c t i e f

Brill kijkt terug op een reeks van succesvolle jaren waarin consistent is gebouwd aan de groei van de onderneming door autonome groei en acquisities. Een belangrijk uitgangspunt daarbij was het handhaven van het karakter van de uitgever als nichespeler. Door zijn lange voorgeschiedenis als drukker, zetter, boekhandelaar en uitgever heeft Brill vooral in de alfawetenschappen een unieke en wijd verbreide reputatie opgebouwd. Deze positie kon worden uitgebouwd door een aantal kleinere acquisities zoals Humanities Press in 1998, Styx (Ancient Near East) in 2001 en de Index Islamicus, eveneens in 2001. In 2006 konden nog weer twee fondsacquisities gedaan worden die zich goed en vlot lieten integreren in de programma's in Asian Studies en Classical Studies, namelijk Hotei (Japanse kunst) en Gieben (Griekse epigraphie).

In het kader van de versterking van het tijdschriftenprogramma is in 1999 besloten de sciences-uitgeverij VSP over te nemen. Aan deze portefeuille heeft Brill zijn eigen Biology fonds toegevoegd. Van oudsher was Brill al een gespecialiseerde uitgever in de taxonomie, morphologie en etologie met belangrijke titels zoals het door prof. N. Tinbergen gestarte tijdschrift Behaviour. Nadat de staf van VSP een aantal jaren in Zeist was blijven werken, is in 2005 de uitgeverij volledig geïntegreerd in de organisatie van Brill in Leiden. Tegelijkertijd is een diepgaande analyse verricht met betrekking tot de optimale synergie tussen dit fonds en de rest van Brill en is vastgesteld dat bepaalde fondsen binnen Brill slechts weinig ontwikkelingspotentieel hadden. Om die reden is een klein aantal slecht renderende titels gestaakt dan wel overgedragen en is in de loop van 2006 het wiskunde programma en de enig overgebleven medische

titel verkocht. De kern van het huidige VSP fonds wordt nu bepaald door het sterke programma in de materiaalkunde.

De overname van Martinus Nijhoff Publishers in 2003 bood Brill de kans het terrein naar de rechtswetenschappen uit te breiden en in één keer ook daarin een sterke speler met een wereldnaam te worden; voor de institutionele academische markt is Nijhoff de grootste en belangrijkste uitgever op het terrein van Public International Law en Human Rights and Humanitarian Law. De gunning in 2004 van het uitgeefcontract voor de prestigieuze The Hague Academy bevestigde de vooraanstaande positie die Nijhoff in de uitgeverijwereld van het internationale recht bekleedt. In 2005 werd het International Year Book and Statesmen's Who's Who overgenomen en met succes onder de naam Nijhoff uitgegeven. In 2006 werd overeenstemming bereikt met de eigenaresse en oprichtster van Transnational, een uitgeverij die programmatisch nauw aansluit bij MNP maar een naar verhouding meer prominente rol speelt in de belangrijke markt van Law Schools in Noord-Amerika.

Gaandeweg is ook gebleken dat tussen Nijhoff en Brill een aantal elkaar versterkende programma's te definiëren is, onder andere op het terrein van de Social Sciences, Middle East and Islamic Studies en Asian Studies. De verwerving van het Arab Law fonds in 2004 paste heel wel in deze optiek.

Begin 2006 is de eveneens in Leiden gevestigde uitgeverij IDC Publishers overgenomen. IDC beweegt zich op vrijwel alle terreinen van Brill en Nijhoff en voegt daar nog interessante nissen aan toe zoals slavistiek en politieke geschiedenis. IDC heeft een zeer goede reputatie bij de grootste universiteiten, archieven en bibliotheken in de wereld waar het gaat om de ontsluiting en verspreiding van zeldzaam bronmateriaal op microfiche, -film en in online databanken. In het verleden werkte Brill al eens succesvol samen met IDC in het kader van de uitgave van de Dode Zee rollen.

Nadat in 2006 alle ondersteunende afdelingen binnen Brill zijn geïntegreerd en niet-kernactiviteiten zijn uitbesteed zal in 2007 de aandacht gericht zijn op een integratie van de uitgeefactiviteiten met die van Brill. Daardoor zal Brill een unieke bijdrage kunnen leveren aan de vorming van grote en vooral digitale wetenschappelijke onderzoekscollecties waarin het voorkomen van tekst, beeld en commentaar toegevoegde waarde biedt.

In een apart hoofdstuk wordt in dit jaarverslag ingegaan op de belangrijkste titels en posities die de verschillende imprints van Brill kenmerken.

G r o e i d o o r e e n m u l t i m e d i a a l a a n b o d

Het is Brill's beleid om in nauw gedefinieerde marktnissen een gevarieerd fonds te verzorgen van boeken, tijdschriften en naslagwerken. Deze publicaties worden in beginsel zowel in gedrukte als in elektronische vorm aangeboden. Waar dit mogelijk is moeten de digitale producten verrijkt worden met hyperlinks en verwijzingen naar andere publicaties en bronnen. De opname van IDC materiaal zal deze praktijk een aanzienlijke impuls geven. De strategie om marktaandeel in de traditionele disciplines van Brill te vergroten heeft vooral gestalte gekregen door de lancering van boekenseries en de ontwikkeling van naslagwerken. Hierbij moet gedacht worden aan meerdelige encyclopedieën en handboeken, woordenboeken, concordanties, registers en indices. In de meeste uitgeefnissen is Brill de laatste vijf jaren dergelijke grote projecten gestart, soms uitgaande van door collega uitgevers al eerder gepubliceerde edities in een andere taal. De interne organisatie moest hieraan worden aangepast; projectmanagement en coördinatie van vertalers, het opslaan van verschillende versies van artikelen en lemmata in databanken, het verkrijgen van de multimediale rechten en de

ontwikkeling van toegesneden marketing en financiële signalering zijn nodig om succesvol grote werken te kunnen uitgeven. Het evalueren van een dergelijke strategie is pas goed mogelijk na verloop van tijd; een aantal van de gestarte encyclopedieën verschijnt verspreid over een periode van vijf tot tien jaar. Elk kwartaal wordt de voortgang geëvalueerd en van tijd tot tijd worden de initiële uitgeefplannen volledig geijkt en de verkoopverwachtingen geactualiseerd. De bibliotheekmarkt is zeer belangstellend en de gemiddelde verkoopaantallen liggen beduidend hoger dan voor monografieën. Het bedrijf heeft echter ook ervaren dat een strak management van de investeringen nodig is om de verhouding tussen geïnvesteerd vermogen en netto-omzet te bewaken. Bovendien is bijzondere aandacht nodig voor het handhaven van de kwaliteit van vertalingen, de consistentie waarmee trefwoorden worden gehanteerd en het tijdig aanleggen van voorzieningen voor indices. In 2006 is goede voortgang gemaakt met de stroomlijning van deze processen door de samenstelling van een aantal bewezen best practices, de vorming van een centrale redactie waarin kennis en kunde wordt gedeeld en de benoeming van een klein aantal redactiesecretarissen in eigen, zij het soms tijdelijke dienst. Nu al kan worden vastgesteld dat deze maatregelen hun nut bewijzen.

Planning van deze projecten vraagt veel anticipatie en toezicht en de verkoopstrategie vereist vroege marketing en een eenduidige aanpak van prijs- en licentiebeleid. Met deze aanpak is Brill in nieuwe en bestaande wetenschapsgebieden zijn positie en reputatie als uitgever van grote werken aan het vestigen en versterken. Rond deze vlaggenschepen kunnen boekenseries en andere abonnementsgebonden diensten en producten zoals tijdschriften worden ontwikkeld.

G r o e i v a n d e r e s u l t a t e n

De afgelopen jaren is het streven gericht geweest op een verbetering van de kwaliteit van de winst waarbij terugkerende omzet een belangrijke factor voor succes is. Zo is er met name aandacht voor de groei van de tijdschriftenportefeuille. Naast een gunstige marge dragen tijdschriftabonnees door hun vooruitbetalingen bij aan de financiering van de onderneming. Maar tijdschriften bieden ook een goede voedingsbodem voor de ontwikkeling van andere belangrijke producten en vragen door hun continuïteit een in verhouding met boeken beperkte marketinginspanning. De aankoop van VSP met een relatief groot aantal tijdschriften was bij het realiseren van dit beleid een belangrijke stap. Het kopen van tijdschriften leverde sneller resultaat op dan deze zelf te ontwikkelen, omdat met de lancering van een tijdschrift al snel vijf of meer jaren is gemoeid voordat de investering gaat renderen. Daarom zijn gedurende een aantal jaren nauwelijks nieuwe tijdschriften door Brill zelf gestart. In 2004 is weer begonnen stelselmatig kansen voor nieuwe titels op te speuren. Voor de komende jaren wordt nu weer de lancering van tenminste vijf titels per jaar verwacht.

Het starten van nieuwe tijdschriften is weer kansrijker geworden doordat een sterke standaardisatie is toegepast die de kosten laag houdt. De verkoop wordt bevorderd door samenhangende digitale collecties te verkopen (Total Access ofwel Big Deals aan consortia van bibliotheken).

Naast het beginnen van nieuwe tijdschrifttitels is er gerichte aandacht voor het verhogen van de kwaliteit, het op tijd uitbrengen van afleveringen en het zo mogelijk uitbreiden of overnemen van bestaande tijdschriften.

Naarmate de acceptatie van digitale vormen verder toeneemt, komt ook de exploitatie van historisch materiaal binnen bereik, zoals het uitgeven van de zogenaamde backfiles ofwel tijdschriften vanaf hun eerste aflevering.

De leiding van Brill heeft vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw consequent gewerkt aan een verdere concentratie op de kernactiviteiten als internationaal uitgever. Nadat het antiquariaat vervreemd was en de druk- en zetactiviteiten waren gestaakt, is intern verder gewerkt aan de professionalisering van de ondersteunende operationele afdelingen. Strategische controle over uitbesteding is belangrijker geacht dan werkzaamheden in eigen beheer. In 2004 zijn het magazijn, de orderverwerking en de distributie afgestoten en volledig uitbesteed aan derden. Begin 2005 werd een gehuurd kantoorgebouw betrokken dat geheel op de nieuwe bedrijfssituatie is ontworpen. In de loop van 2006 werd de productie- en expeditieafdeling van IDC overgedragen aan Microformat in Lisse, een in microfilm en –fiche gespecialiseerd bedrijf. Het technisch beheer van de databanken van IDC en Brill is uitbesteed.

Brill is in technologisch oogpunt goed met zijn tijd meegegaan en heeft daar niet onmatig veel geld in geïnvesteerd. Dit is bereikt door nauwgezet de ontwikkelingen in de markt te volgen en te bestuderen en in overleg met collega uitgeverijen en leveranciers voor gestandaardiseerde oplossingen te kiezen. In 2006 is een analyse gemaakt van alle wensen op het terrein van automatisering. Door de introductie van een nieuwe website per medio 2006, maar ook al als gevolg van de invoering van een nieuw financieel systeem is duidelijk geworden dat Brill weer toe is aan vernieuwing van het centrale productinformatiesysteem. Gevoegd bij de wens een simpel dashboard systeem te ontwikkelen voor de uitgeefdiscipline en de marketing afdeling betere instrumenten aan te reiken, heeft deze constatering geleid tot het voornemen een integraal it plan op te stellen. Dit zal in 2007 leiden tot een keuze van een modulair uitgeverij-pakket dat zich in de praktijk heeft bewezen en dat gebruik maakt van in de branche gangbare standaarden.

G r o e i a l s k l e i n b e u r s f o n d s

Uiteraard zijn de laatste jaren vragen gerezen over het voortbestaan van Brill als publieke onderneming. Een toenemend aantal kleinere ondernemingen heeft de beurs verlaten uit kostentechnische of beheersmatige overwegingen. Private financiering is ruimschoots voorhanden en ook het management van Brill is benaderd met de vraag of een vertrek van de beurs niet een aantrekkelijke mogelijkheid zou zijn. Niettemin heeft Brill gekozen voor het vasthouden aan zijn beursnotering omdat een gespreide eigendomsstructuur goed past bij de brede belangstelling en sympathie die Brill bij een groot aantal stakeholders ontmoet. In de wetenschappelijke markt die Brill bedient staat de uitgeverij een lange termijn koers voor die continuïteit en objectieve kwaliteit koppelt aan bestendige groei en een gezond rendement. Aandeelhouders van Brill genieten door de notering intussen een zekere liquiditeit die met name voor kleinere aandeelhouders belangrijk is; grotere transacties vinden immers al dikwijls buiten de beurs om plaats.

Door de groei van de winst en de keuze voor stockdividend is er een gestage groei van het eigen vermogen. De koersontwikkeling van het aandeel is gunstig en sinds 1999 is onafgebroken sprake van een aantrekkelijk totaalrendement. Op pagina 8 is dit jaar een analyse opgenomen die de relatieve prestatie van het aandeel ten opzichte van de AEX index en de beperkte maar gestaag toenemende liquiditeit laat zien.

Nadat in 2001 en 2002 overtollige liquiditeit is uitgekeerd aan aandeelhouders in de vorm van extra contant dividend, is met ingang van het boekjaar 2004 de pay out ratio verhoogd naar 50%. Hierdoor en door de voorkeur van de meerderheid der certificaathouders voor stockdividend komt het tijdstip waarop het maatschappelijk kapitaal moet worden uitgebreid naderbij.

Bij de acquisitie van IDC begin 2006 is een klein gedeelte van de aankoopsom in certificaten van aandelen voldaan. Ook in de toekomst kan het aantrekkelijk zijn acquisities geheel of gedeeltelijk in certificaten te voldoen. De komende tijd zal bekeken worden op welke wijze en schaal het beschikbare aantal aandelen kan worden vergroot.

2 0 0 6 ; n i e t a l l e e n e e n j a a r v a n a c q u i s i t i e s

Hoewel de strategie van Brill zich primair richt op autonome groei is 2006 toch een jaar geworden dat gekenmerkt wordt door acquisities. Acquisities zijn nu eenmaal niet of nauwelijks te plannen en er heeft zich in één jaar min of meer toevallig een drietal goede kansen voor versterking van de portefeuille voorgedaan. Deze gelegenheden deden zich voor, nadat al met de integratie was begonnen van IDC waarvan de overname eind 2005 was aangekondigd. Het korte termijn gevolg van acquisities is dat weliswaar een flinke sprong in de omzet wordt gemaakt - in 2006 ruim 11 procent - maar dat ook het kostenniveau aanvankelijk snel meestijgt. Deze kostenstijging is gedeeltelijk eenmalig. Pas nadat de overgenomen activiteiten volledig zullen zijn geïntegreerd zal blijken of zij in evenredige mate bijdragen aan het resultaat van de onderneming, maar de vooruitzichten zijn op dat vlak gunstig.

Intussen bleef ook in 2006 de autonome groei aan de strategische doelen beantwoorden ofschoon opnieuw veel nieuw product pas aan het eind van het jaar is verschenen. Daardoor kon de behoefte aan werkkapitaal nog niet voldoende gelijkmatig worden gespreid en was de beheersing van de operationele kosten zeker niet optimaal.

De ontwikkeling van de personeelskosten gaf een dynamisch beeld te zien tijdens het jaar. Hotei, Gieben en Transnational deden het aantal medewerkers stijgen met 1 fte, maar IDC begon het jaar met 23 fte's en eindigde het jaar met 14 fte's. Daardoor bleef de omzet per medewerker redelijk op peil en zijn de vooruitzichten voor wat betreft de winstgevendheid van de acquisities ook gunstig. De gemiddelde loonkosten lieten een lichte daling zien, mede doordat meer uren direct ten laste van de kostprijs van producten en diensten konden worden gebracht.

Er werd niet alleen aangekocht in 2006, maar ook verkocht. Na een analyse van de positie van Brill binnen het stm segment onder de imprint VSP is besloten afscheid te nemen van titels in de medicijnen en de wiskunde. De verkopen vonden plaats in het najaar. VSP staat nu voor een sterk fonds in de moderne materiaalkunde en Brill richt zich onder eigen imprint op de biologie en de wetenschapsgeschiedenis waar het van oudsher een goede reputatie heeft.

Mede door de opbrengst van het boekenfonds in de wiskunde en een succesvolle verkoopactie van oud fonds behoefde Brill in 2006 geen toevoeging aan de voorziening voor incourante voorraad te doen. Door de voortgaande verscherpte aandacht voor de beheersing van kostprijzen en oplages worden voor volgende jaren slechts beperkte afboekingen van de voorraad voorzien.

In het boekjaar is een onderzoek gedaan naar een toekomstig voorraadwaarderingsstelsel voor Brill. Op dit moment wordt gewerkt met verschillende afschrijvingssystemen voor boeken, tijdschriften, primaire bronnen collecties en online databases. Brill heeft het voornemen om in 2007 voor de voorraadwaardering een nieuw geautomatiseerd systeem in te voeren. De eerste verkenningen geven aan dat van een wijziging van systeem geen grote financiële gevolgen verwacht hoeven te worden.

In 2006 zijn nog een aantal andere belangrijke administratieve zaken aangepakt. Koninklijke Brill nv heeft IDC Publishers bv door fusie geïntegreerd en van de belastinginspecteur een ruling verkregen

waardoor de compensabele verliezen van IDC Publishers bv verrekend mogen worden met een vast percentage van de winst van Koninklijke Brill nv. Ook zijn de beide entiteiten in de Verenigde Staten gefuseerd en is er een service level agreement gemaakt om de dienstverlening van Brill USA Inc. aan Koninklijke Brill nv te regelen. Hierdoor is een robuuste en fiscaal bestendige infrastructuur bereikt die voortgaande groei in Noord-Amerika mogelijk maakt. Tenslotte is voor de hele onderneming een nieuw financieel systeem ingevoerd (CODA) dat in 2007 ook in het kantoor Boston zal worden toegepast. Hierdoor zijn de condities voor vlotte consolidaties en het maken van bedrijfseconomische analyses op globaal niveaui sterk verbeterd. Aan een nieuw en verbeterd Management Informatie Systeem voor alle gewenste analyses op decentraal niveau wordt nog gewerkt.

Maar ook op het terrein van de uitgeeftechnologie is het nodige bereikt. In mei werd een nieuwe website in gebruik genomen die in eerste instantie de catalogus en de klantenservice beoogde te verbeteren. Thans wordt gewerkt aan een tweede fase waarin vooral op auteurs gerichte diensten worden toegevoegd. Tegelijkertijd is Brill's centrale online uitgeefplatform bij Semantico in gebruik genomen en een aantal maanden later is een marketing en proefabonnementen module daaraan toegevoegd. Daarbij is een best practices handboek samengesteld voor complex projectmanagement dat zich vooral bij grootschalige naslagwerken voordoet. In het kader van de jaarlijkse risicoanalyse binnen het bedrijf is de noodzaak onderkend centrale controle op contracten en uitgeefrechten in te stellen en ook op dat terrein is een uitgebreid handboek samengesteld. Op het gebied van acquisities is goede voortgang gemaakt met de professionalisering van due diligence en integratiewerk. Door de cfo wordt telkens een werkgroep van direct betrokkenen voorgezeten die aan de hand van een per geval samengestelde

checklist gestructureerd alle stappen naloopt die zich bij een potentieel of daadwerkelijk acquisitietraject voordoen. De benodigde kennis en het netwerk van geschikt bevonden adviseurs wordt centraal op orde gehouden.

Tenslotte is tijdens het jaar ook een functiebeschrijving en –wegingmethodiek van orba ingevoerd en al op een groot aantal medewerkers toegepast.

Dit betreft allemaal infrastructurele verbeteringen die er bovendien voor zorgen dat relatief snelle groei door de onderneming op beheerste wijze kan worden geabsorbeerd.

Er bestaat nog altijd enige zorg met betrekking tot de beheersing van het werkkapitaal. Doordat de doorloopsnelheid van onderhanden werk verbeterd is, groeide met name de voorraad grote werken sneller dan voorheen. Er gaat enige tijd overheen voordat dit verhoogde voorraadniveau vertaald wordt in verkopen en wanneer die verkopen dan plaatsvinden, groeit daardoor eerst het debiteurensaldo. Versnelling van productietijden leidt dus helaas niet direct tot een lager werkkapitaal. Naast de noodzaak van het betalen voor de geacquireerde fondsen moest ook het voor die programma's benodigde werkkapitaal gefinancierd worden. Hiervoor werd aanvullend bankrediet verkregen maar het verbeteren van de liquiditeit blijft een aandachtspunt. Een genuanceerd crediteurenbeleid, entamering van vooruitbetalingen van tijdschriftabonnementen, verscherpt debiteurenen oplagebeleid zijn de middelen die zich aandienen. Wanneer over een aantal jaren de aflossingen van de leningen voor acquisities wegvallen en de winstgevendheid verder verbeterd is, zal zich een ruimer financieringsregiem aandienen. Grote investeringen daargelaten, zal de solvabiliteit zich vlot hersteld hebben tot op het strategisch gewenste niveau van 50%.

Pr o d u c t o n t w i k k e l i n g

De eerder genoemde versnelling van het uitgeefproces van de grote naslagwerken heeft geleid tot een groot aantal afleveringen in 2006. De timing hiervan was echter toch niet altijd als voorzien. Zo verscheen er in 2006 slechts één van de voor het jaar geplande twee delen van de encyclopedie Religion Past and Present; belangrijker is dat voor de volgende jaren de controle op het vertaal- en redactieproces zeer aanzienlijk is vergroot. Ook de afronding van de tweede editie van de Encyclopaedia of Islam kon nog niet in 2006 plaatsvinden; vorig jaar verscheen slechts één van de geplande twee grote indexdelen. Met de derde editie is nu een daadwerkelijke start gemaakt en in 2007 staan vier kwartaalafleveringen op de rol. Deze editie zal thematisch en vooralsnog niet alfabetisch worden samengesteld zodat beter op de actualiteit van de stand van de wetenschap kan worden ingespeeld. Van meet af aan zal deze editie ook als elektronische component van de tweede editie verschijnen zodat een continuüm ontstaat; zelfs wordt nog overwogen om als optie de elektronische historische versie van de eerste editie aan te bieden. Tegenover de genoemde vertragingen stonden ook versnellingen, bij voorbeeld bij Brill's New Pauly (Classical Studies) waar vier afleveringen in het jaar verschenen. Het geplande deel van de Encyclopedia of Women & Islamic Cultures verscheen goed op tijd en de reeks wordt in 2007 met twee delen voltooid. Alle grote werken worden elektronisch beschikbaar gemaakt op Brill's eigen platform en een toenemend aantal licenties aan derden zorgt voor een aanzwellende en terugkerende omzet in deze catagorie. Bij de meeste fondsen wordt ook gewerkt aan handzamer naslagwerken in één of twee delen. Zo verschenen bij History de Dictionary of Renaissance Latin door Hoven e.a. en een aantal delen in de serie Brill's Companions to the Christian Tradition. En ook bij Classical Studies was de oogst van Brill's Companions goed. Deze uitgeefeenheid heeft zonder enige hapering ook het eerste deel van de van Gieben

overgenomen serie Supplementum Epigraphicum Graecum uitgegeven en is nu bezig van alle voorgaande ruim vijftig delen een online raadpleegbare databank te vormen.

Onder de imprint Nijhoff kwamen na het standaardwerk The Law and Practice of the International Court 1920-2005 door Rosenne ook belangrijke boeken uit bij The Hague Academy of International Law Monographs Series, o.a. Meron's The Humanization of International Law. Het aantal publicaties voor The Hague Academy zelf bedroeg acht.

Ook het werk aan de tijdschriften portefeuille heeft in 2006 veel aandacht gekregen, mede geholpen door het succes van recent gestarte titels en de hoger uitgevallen abonnementsverlenging. Voor vrijwel alle tijdschriften is een gedetailleerd groeiscenario ontwikkeld. Intensieve samenwerking tussen marketing, uitgevers en wetenschappelijke redacties moeten de verkoop via gerichte acties steunen. Ook is er tevredenheid over de effectieve opvolging van nietverlengingen en opzeggingen. Aan de kant van het aanbod van kopij is een belangrijke stap gezet door een aantal voorhoede titels te selecteren die een geheel op het Internet gebaseerde logistieke en redactionele aanpak uittesten. Het gekozen systeem is elders al met succes toegepast en werkt aanbod van goed materiaal in de hand, mede doordat het een snelle doorlooptijd van manuscripten bevorderd.

Op het terrein van de monografieën is er geen gebrek aan goed materiaal; de uitgevers lijken daarbij te worden geholpen door drie belangrijke factoren; de perceptie dat Brill zijn uitgaven te hoog prijst lijkt af te nemen. Ook kan Brill door actieve verkoop en marketing en een innovatief gebruik van het Internet aantonen dat het auteurs een brede zichtbaarheid en distributie biedt. Tenslotte blijken een aantal collega-uitgeverijen meer problemen dan Brill te ondervinden bij het financieel gezond houden van de boekenpraktijk; vooral universitaire persen in het

Anglo-Saksische taalgebied hebben hun programma's ingekrompen zodat nu duidelijk veel meer ruimte voor andere uitgevers overblijft.

IDC heeft de afleiding van een ingrijpende integratie binnen Brill goed doorstaan. Weliswaar kwamen er iets minder nieuwe collecties op de markt dan gepland, maar daar waren wel zeer belangrijke bij zoals die over de Eastern Question; Russian-Ottoman Relationship, Russian Intelligence on Asia, Early Russian Cinema, Comintern Files Mexico en de Italian Reformation.

S t r a t e g i s c h e o n t w i k k e l i n g e n

Strategisch is de groeiende samenwerking met Chinese universitaire persen en de Chinese Academy of Social Sciences vermeldenswaard. Op grond van een marktverkenning is eind 2006 besloten vanuit kantoor Boston een eigen uitgeefprogramma te starten met betrekking Chinese Contemporary Studies. Een interne werkgroep heeft begin 2007 een rapport gepresenteerd op grond waarvan besloten is het IDC programma met betrekking tot Eastern Europe and Slavic Studies te completeren met een uitgeefprogramma van boeken, naslagwerken en tijdschriften. Eerder al was besloten een fonds samen te stellen van verspreide uitgaven op het terrein van talen en linguïstiek. Hiermee is eind 2006 begonnen en begin 2007 komt een eerste catalogus uit. Voor de komende jaren zal Brill's focus zich zeker op kleine, oude en bedreigde talen richten.

In 2006 vond een bijeenkomst plaats met jonge wetenschappers aan wie werd gevraagd waaraan in hun optiek naslagwerken moeten voldoen. Deze vraagstelling is voor Brill relevant nu met name het zoekgedrag van jongere generaties zich buiten bibliotheken om verplaatst naar rechtstreeks het internet, waardoor bijvoorbeeld de populariteit van diensten als Wikipedia toeneemt. Besloten is dit soort bijeenkomsten de komende tijd twee keer per jaar te blijven organiseren.

Pe r s o n e e l e n O r g a n i s a t i e

Brill kende in 2006 10 publishing units met 2 uitgeefmanagers en 18 uitgevers. Uitgangspunt is dat deze eenheden zich elk op een specifiek wetenschapsterrein richten. Ook waar gestaag wordt gebouwd aan uitgeefactiviteiten vanuit het kantoor Boston wil Brill één wereldwijde organisatie zijn. In de loop van 2007 zal besloten worden of en zo ja, op welke wijze de uitgeefactiviteiten van IDC volledig binnen de uitgeefstructuur van Brill geïntegreerd zullen worden. Naast de komst van vier uitgevers vanwege de acquisitie van IDC en Hotei zijn nog drie nieuwe uitgevers aangetrokken.

Om in de toekomst op efficiënte wijze de noodzakelijke operationele ondersteuning te kunnen blijven bieden in een omgeving die wordt gekenmerkt door verdere internationale spreiding en toename van bedrijfsactiviteiten, is in het verslagjaar de afdeling operations organisatorisch gestroomlijnd. Alle programma's worden thans ondersteund door deze centrale afdeling waarin zijn samengebracht afdelingen voor bureauredactie van boeken, tijdschriften en naslagwerken, bibliografische ondersteuning, elektronische uitgeeftechnologie, productiebegeleiding, voorraadbeheer en automatisering

Ook de verkoop- en marketingactiviteiten worden centraal aangestuurd. De uitvoering van de acties vindt plaats vanuit Boston en Leiden. Er zijn geen wijzigingen geweest in het verkoopmanagement en de verkoopstaf.

De personele sterkte groeide begin 2006 fors als gevolg van de acquisitie van IDC. Gedurende het jaar 2006 is gericht gewerkt aan volledige integratie van de activiteiten van IDC. De uiteindelijke groei van het personeelsbestand samenhangend met de overname bedraagt na afronding van de integratie activiteiten op fulltime basis 14,3 per ultimo 2006.

Het totale personeelsbestand op fulltime basis groeide met 16,5 van in totaal 98 per eind 2005 naar 114,5 per ultimo 2006.

De verhouding tussen mannen en vrouwen wijzigde: het bestanddeel vrouwen steeg naar 60%.

Het parttime percentage steeg van 30% naar 35%, vooral als gevolg van de overname van IDC.

Het ziekteverzuim daalde voor het derde achtereenvolgende jaar en kwam uit op 1,85% (2005: 2,8%, 2004: 3,7% en 2003: 3,2%).

De leeftijdsopbouw wijzigde licht ten opzichte van 2005 en was als volgt: 20 – 29 jaar: 12,2%

30 – 39 jaar: 32,2% 40 – 49 jaar: 32,2% 50 – 59 jaar: 18,2%

60 – 70 jaar: 5,2%

Het totale verloop bedroeg in 2006 18,42% en was beduidend hoger dan het lage percentage van het voorgaande jaar (2%).

De reden voor dit grote verloop was voor ongeveer de helft vervroegde pensionering en uitdiensttreding op eigen verzoek, de laatste categorie soms voorafgaand aan de uitbesteding van activiteiten en de integratie van IDC. De andere helft was het gevolg van de daadwerkelijke uitbesteding en integratie, en de betrokkenen in de categorie "uitbesteding activiteiten" zijn allen in dienst getreden bij de externe partner.

Het verloopcijfer op basis van uitsluitend de categorie "Eigen verzoek" bedraagt 8,9% en is daarmee gemiddeld te noemen.

De gevolgen voor de organisatie als gevolg van het hogere verloop zijn beperkt gebleven. Een belangrijk deel van de vacatures die gedurende 2006 ter vervanging zijn ontstaan, kon tegen relatief lage kosten door eigen werving- en selectie inspanningen worden ingevuld met gekwalificeerde medewerkers. De grote betrokkenheid en inzet van de medewerkers bij het tijdelijk opvangen van werkzaamheden, heeft het negatieve effect op de productiviteit per medewerker zeer beperkt. Het beleid voorrang te verlenen aan interne kandidaten heeft hier een gunstige invloed op. Een beperkt aantal moeilijk vervulbare vacatures is opgevangen door de inzet van tijdelijk personeel.

Het verloop heeft met name plaatsgevonden in algemeen (administratief) ondersteunende functies. Vooral in het tweede half jaar is de gunstige ontwikkeling van de arbeidsmarkt daar duidelijk merkbaar geweest.

Het management team van de organisatie is in 2006 ongewijzigd gebleven; alleen binnen het uitgeefmanagement hebben portefeuillewisselingen plaatsgevonden. De Humanities, IDC, Science en International Law zijn daardoor als samenhangende clusters onderscheiden.

Pe n s i o e n r e g e l i n g

In 2006 heeft uitvoerig overleg plaatsgevonden met de Deelnemersraad over de voorgenomen overgang naar een regeling gebaseerd op middenloon. Het onderzoek hiernaar was reeds in voorgaande jaren opgestart. Mede doordat de toezichthouder De Nederlandsche Bank voorwaarden aan verschillende modellen stelt en onder invloed van ifrs hebben intussen verscheidene varianten de revue gepasseerd. Helaas heeft alle inzet nog niet geleid tot de invoering van de beoogde nieuwe regeling. Verwacht wordt dat de nieuwe regeling met terugwerkende kracht per 2007 zal worden ingevoerd, na stemming door de deelnemers.

Zodra duidelijk wordt hoe de nieuwe regeling met het daarbij behorend reglement zal luiden, zal het

onderzoek naar mogelijkheden van uitbesteding van werkzaamheden die betrekking hebben op het pensioenfonds verder worden voortgezet.

Pr e p e n s i o e n e n v u t

Als gevolg van gewijzigde wettelijke kaders zijn de vut- en prepensioenregelingen met ingang van 2006 fiscaal niet meer mogelijk. Voor de groep werknemers geboren voor 1 januari 1950 is, binnen het geboden wettelijke kader, een overgangsmaatregel van kracht. Op grond van de geldende cao bepalingen dienen de vrijvallende premies te worden aangewend om de groep werknemers jonger dan 55 jaar de mogelijkheid te bieden, indien zij dat wensen, eerder te stoppen met werken.

Gedurende 2006 heeft in dit kader uitvoerig onderzoek plaatsgevonden naar een alternatieve aanwending van de vrijvallende prepensioenpremie (m.i.v. 2006) en vut premies (m.i.v. 2007). Hierbij heeft de onderneming zich laten bijstaan door externe adviseurs.

De onderneming heeft besloten om, gezien de leeftijdsopbouw van haar personeelsbestand, op grond van redelijkheid en billijkheid een regeling voor te stellen die afwijkt van de basisafspraken die hieromtrent in de geldende cao zijn opgenomen. Dit voorstel is aan de Ondernemingsraad ter instemming voorgelegd en invoering binnen de organisatie wordt op korte termijn verwacht

O n d e r n e m i n g s r a a d

In 2006 heeft de Ondernemingsraad opnieuw twee maandelijks overleg gevoerd met de Directie. Daarnaast heeft de Ondernemingsraad steeds tussentijds overleg gevoerd met de Directie over de agenda voor de volgende overlegvergadering. Dit overleg geeft ook mogelijkheid tot een informele informatie-uitwisseling. Er is een open communicatie tussen Directie en Ondernemingsraad en een goede verstandhouding.

Door toevallige omstandigheden heeft de Ondernemingsraad in het verslagjaar slechts één keer een ontmoeting met de Raad van Commissarissen gehad in plaats van de gebruikelijke twee keer. De Ondernemingsraad heeft in 2006 adviesaanvragen ontvangen voor de overnames van Hotei en Transnational, en voor de herstructurering van de afdeling operations. De Ondernemingsraad is op de hoogte gehouden over de aankoop van de voorraad boeken van Gieben, het afstoten van een aantal tijdschriften en de verdere integratie van IDC.

De Ondernemingsraad heeft op dit laatste onderwerp regelmatig contact gehad met de personeelsvertegenwoording van IDC.

Andere zaken die de aandacht hebben gehad en voorlopig nog zullen houden zijn de levensloopregeling, functieclassificatie, loopbaanbegeleiding, vacaturevervulling en thuiswerken. De ontwikkelingen bij het pensioenfonds van Brill worden met belangstelling gevolgd; in eerste instantie is het echter de Deelnemersraad die bevoegdheden op dit terrein heeft.

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e

Brill handhaaft het beleid de aanbevelingen en sindsdien ontstane wettelijke vereisten naar inhoud en geest toe te passen. Hiertoe zijn waar nodig statuten gewijzigd, is een strikte functiescheiding ingevoerd en heeft raadpleging van certificaat houders door het bestuur van Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill plaatsgevonden. De besluitvorming op dit terrein door de Tweede Kamer in 2006 heeft Brill gesteund in zijn opvatting dat vastgehouden moet worden aan de mogelijkheid certificering als tijdelijk beschermingsinstrument te hanteren.

Vo o r u i t z i c h t e n

Brill staat een bestendig groeibeleid voor waarbij de basis wordt gelegd door eigen productontwikkeling, strikte handhaving van kwaliteitsnormen en gerichte verkoopinspanning. De uitgeverij heeft in

het jaarverslag 2004 zijn vooruitzichten 2006-2008 gepubliceerd en die in zijn verslag over 2005 nog eens bevestigd en met een jaar verlengd. Voor de komende drie jaar zal opnieuw naar een autonome omzetgroei van gemiddeld 6% per jaar gestreefd worden. Op basis hiervan streeft de onderneming naar een resultaatsverbetering van gemiddeld tenminste 10% per jaar. De Directie spreekt de verwachting uit dat, onverwachte omstandigheden daargelaten en rekening houdend met stabiele wisselkoersen, omzet en resultaat zich in 2007 autonoom langs deze lijnen zullen ontwikkelen.

Zoals al bij eerdere gelegenheden uiteengezet, wordt door het bestuur vastgehouden aan een solvabiliteitsratio van 50% als norm. Mede door het aanmerkelijke kapitaalsbeslag dat autonome groei vraagt en dan met name de ontwikkeling van grotere werken en handboeken, blijft terugdringing van het geïnvesteerd vermogen in onderhanden werk en voorraden als percentage van de netto omzet van groot belang. In 2006 is Brill erin geslaagd enige verbetering op dit vlak te realiseren. De groei van de vastgelegde middelen door acquisitie deed het effect teniet, maar onderliggend is een gunstige trend waarneembaar. Verbetering van de kasstroom blijft een prioriteit en met name de beheersing van de ontwikkeling van grote naslagwerken speelt hierbij een grote rol.

D i v i d e n d

Op grond van beleid dat in 2005 is gevormd om de pay out ratio structureel te bepalen op 50% wanneer de solvabiliteit dat tenminste toestaat, stellen de Raad van Commissarissen en Directie over 2006 een dividend voor van eur 0,71. Dit betekent een stijging van 11% ten opzichte van het dividend over 2005. Zoals gebruikelijk zal gekozen kunnen worden voor een dividend in stock ten laste van de agioreserve.

Fi n a n c i e e l v e r s l a g 2 0 0 6

O m z e t o n t w i k k e l i n g

De autonome groei van de omzet was 7%. Bij boeken was er geen grote afwijking tussen de omzetgroei van de frontlist en die van de backlist. Deze waren respectievelijk 14% en 13%.

Het totale aantal abonnementen op gedrukte tijdschriften nam licht af ten opzichte van 2005; het aantal titels verminderde met twee tot 110 in 2006. Ondanks een prijsverhoging groeiden de inkomsten uit abonnementen slechts met 2%. Dat komt doordat in 2005 er een buitengewone groei van de tijdschriftenomzet was als gevolg van het inhalen van enige achterstand in het uitgeven van tijdschriftafleveringen vanuit voorgaande jaren. Omdat omzet op tijdschriftenabonnementen wordt genomen bij het verschijnen van een tijdschriftaflevering, was er in 2005 een eenmalige positief effect op de omzet. De omzet uit elektronische tijdschriften steeg met 20% als gevolg van licentie-inkomsten en een stijging van abonnementen op de elektronische versie van de tijdschriften, de zogenaamde e-only abonnementen.

De acquisities droegen voor 11% bij aan de omzetgroei, waarvan het grootste deel voor rekening van IDC kwam. De omzet van IDC is in de categorie boeken opgenomen omdat verreweg het grootste deel van de door IDC uitgegeven primaire bronnen zeldzame boeken betreft; andere soorten informatiedragers die worden uitgegeven in de vorm van collecties zijn tijdschriften, kranten, pamfletten en archivalia.

Waardemutaties van de us dollar hadden een positief effect. In lijn met de voorgaande jaren worden alle resultaten die een gevolg zijn van wijzigingen van de waarde van de dollar bij de omzet geboekt. Het gaat hierbij o.a. om mutaties in de marktwaarde van vorderingen, liquidatiemiddelen en termijncontracten.

Dit leidde in 2006 tot 1% groei van de omzet. De onderneming handhaaft het beleid dollarrisico's in de kasstroom door middel van termijncontracten af te dekken.

K o s t p r i j s v a n d e o m z e t

Voor het tweede achtereenvolgende jaar was er een verbetering van de productiekosten als percentage van de omzet. Dit percentage daalde van 35% naar 33%. Het feit dat niet behoefde te worden afgeschreven op de voorraad boeken had daar een belangrijk aandeel in. Door een prudent beleid met betrekking tot de waardering van de gekochte voorraden hadden de in 2006 gekochte fondsen een relatief hoge kostprijs van de omzet. Verwacht wordt dat de kostprijs op deze nieuwe fondsen zich zal verbeteren.

R e s u l t a a t u i t d e s i n v e s t e r i n g e n

Eind 2006 zijn het tijdschrift The Pain Clinic en het complete wiskundefonds, bestaande uit zes tijdschriften en enkele boekenseries, verkocht. Deze verkopen worden in de geconsolideerde jaarrekening toegelicht in noot 3. Per saldo leverden deze verkopen een eenmalige boekwinst op van eur 121 duizend. In het jaar daarvoor was er een eenmalige bate van eur 195 duizend vanwege verkoop van grond.

Pe r s o n e l e k o s t e n

De werkgeverslasten voor salarissen en pensioenen stegen met 19%. Deze stijging is een gevolg van groei van het personeelsbestand. De stijging werd enigszins beperkt door lagere pensioenlasten als gevolg van een stijging van de rente en door beëindiging van de prepensioenregeling. Verder zijn in vergelijking met 2005 meer personele kosten geboekt ten laste van uitgeefprojecten. Dat zorgde voor een optische daling van de gemiddelde personele kosten per fte.

O v e r i g e o p e r a t i o n e l e k o s t e n

De overige operationele kosten stegen met 28% in 2006. Een groot deel van deze groei werd veroorzaakt door de acquisities. Zo is er een groei van de vaste kosten die verband houden met het exploiteren van de nieuwe fondsen, zoals personele kosten en huisvestingskosten. Doordat de integratie van de nieuwe fondsen voortvarend is aangepakt, wordt echter verwacht dat een deel van deze vaste kosten in 2007 al lager zal zijn.

Hogere advieskosten in 2006 waren onder andere het gevolg van het voornemen te komen tot een nieuw pensioenstelsel en fiscale advisering.

Tenslotte veroorzaakte ook de groei van de omzet, zowel autonoom als door acquisitie, kostenstijgingen voor orderverwerking en marketing.

A f s c h r i j v i n g e n , r e n t e e n b e l a s t i n g e n

De toename van de afschrijvingskosten is vooral een gevolg van acquisities.

De rentelasten stegen met 66% doordat de acquisities in 2006 grotendeels met vreemd vermogen zijn gefinancierd.

De belastingdruk daalde licht. Dat kwam door een verdere verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting in Nederland en doordat geprofiteerd kon worden van compensabele verliezen afkomstig van het begin 2006 gekochte IDC Publishers bv. Deze verlagende factoren compenseerden een toename van de af te dragen belastingen in de Verenigde Staten, doordat de omzet op boeken in Noord-Amerika sinds 2006 in de Verenigde Staten wordt belast. Deze belasting hangt samen met de uitbreiding van de vestiging in Boston, waarvoor in het verslagjaar een solide administratieve en fiscale structuur werd opgezet.

W i n s t

De stijging van de omzet met 19%, een verbetering van de kostprijs van de omzet en een lagere belastingdruk waren in 2006 de belangrijkste factoren die

zorgden voor een groei van de winst met 14%. Alle acquisities hebben bijgedragen aan de winst. Doordat in 2006 het aantal uitstaande (certificaten van) aandelen is toegenomen met 3,5% neemt de winst per aandeel met 10% toe.

We r k k a p i t a a l e n k a s s t r o o m

Onder het werkkapitaal wordt verstaan het totaal aan voorraden, handelsvorderingen en overige vorderingen waarvan wordt afgetrokken het totaal aan handelsschulden en overige te betalen posten. Dit werkkapitaal nam met 28% toe. Deze groei kwam vooral door acquisities. Zonder acquisities zou het werkkapitaal met 5% zijn gestegen. Een tweede belangrijke oorzaak van de groei van het werkkapitaal zijn de debiteuren. Exclusief de debiteuren die verband houden met geacquireerde omzet, groeiden deze met 28%. Dat komt vooral doordat in vergelijking met 2005 een groter aandeel van de omzet in het vierde kwartaal is gerealiseerd.

In 2006 zijn maatregelen genomen om het werkkapitaal beter te beheersen. In de eerste plaats is de doorlooptijd van het onderhanden werk van grote projecten verbeterd. Op de korte termijn zorgt dat voor een verhoging van het werkkapitaal omdat meer gereed product in de voorraad kwam, maar op de langere termijn zorgt dat juist voor een structurele verbetering.

In de tweede plaats is het debiteurenbeheer verbeterd. Deze maatregelen zijn genomen toen in de eerste helft van 2006 het gemiddelde aantal dagen waarop geld uitstaat verder steeg. Sindsdien is dit aantal dagen weer gedaald naar het niveau van eind 2005. Dit beleid wordt voortgezet in 2007 en een verdere daling wordt verwacht. Het karakter van de boekenverkoop aan de internationaal opererende tussenhandel brengt echter hoge debiteurenstanden met zich mee.

Door acquisities was er een negatieve vrije kasstroom van eur 1,9 mln. Financiering heeft plaatsgevonden door een gedeeltelijke betaling van de overname van IDC Publishers bv in aandelen, door uitbreiding van de kredietfaciliteit en er zijn twee leningen afgesloten. De omvang van deze leningen was totaal eur 2,5 miljoen. Daarnaast is eur 1,6 mln besteed aan aflossingen, rente en dividend. Per saldo was er een positieve netto kastroom van eur 2,0 mln.

S o l v a b i l i t e i t

De solvabiliteit is gedaald van 50% eind 2005 naar 45% eind 2006. Deze daling was vooral het gevolg van acquisities. Door de acquisitie van IDC Publishers bv daalde het eigen vermogen met eur 116 duizend door een negatief eigen vermogen op de overnamebalans. De activa op de balans stegen door de acquisities. In de eerste plaats was dit het gevolg van geactiveerde uitgeefrechten en goodwill en in de tweede plaats van een toename van vlottende activa (voorraden en debiteuren). Deze negatieve effecten waren groter dan de groei van het eigen vermogen door toevoeging van een deel van de winst over 2005.

S t r a t e g i s c h e Vo o r u i t z i c h t e n 2 0 0 8 - 2 0 1 0

M i s s i e e n s t r a t e g i e

Brill wil een vooraanstaande internationaal opererende uitgeverij zijn op het gebied van de humaniora, het internationale recht en op geselecteerde terreinen van de natuurwetenschappen. De uitgeverij voorziet daartoe in de informatiebehoefte van gespecialiseerde academische doelgroepen en markten en wil daarbij waarde creëren voor alle stakeholders die van belang zijn bij het realiseren van zijn strategie.

Om de missie te realiseren is een gezonde en bestendige groei van de onderneming nodig. Deze groei wordt bereikt door uitbreiding van het marktaandeel in bestaande en aanpalende markten. Dat kan door:

  • Een tijdige en optimale dienstverlening aan auteurs en klanten.
  • Uitbreiding van de uitgeefportfolio met tijdschriften en andere abonnementsgebonden uitgaven.
  • Versterking van de uitgeefportfolio door meer grote naslagwerken, woordenboeken, primaire bronnen en boekenseries.
  • Acquisities en partnerships.
  • Het verbeteren van de effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering.

D e m a r k t , d e a u t e u r s e n d e k l a n t e n

Bij het realiseren van deze strategie moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van de markten waarin Brill actief is. De onderneming is primair gericht op de humaniora en het internationale recht. Daarnaast wordt ook uitgegeven op enkele deelgebieden in de exacte wetenschappen. Het uitgeefbeleid beperkt zich binnen bovengenoemde vakgebieden tot (deel-) markten die voldoende winstgevend zijn.

Brill bedient de markt van het academische wetenschappelijk onderzoek. Brill biedt individuele wetenschappers de mogelijkheid de door hen beoogde doelgroep van vakgenoten te bereiken. Bovendien wordt aan bibliotheken en individuele geleerden een breed aanbod geleverd van voor hen relevante vakliteratuur van hoog niveau.

Dienstverlening aan auteurs en lezers en aan alle daarbij van belang zijnde tussenschakels is derhalve de kerncompetentie van het bedrijf.

In de gekozen wetenschapsgebieden zijn voldoende kwalitatief goede en uitgeefwaardige publicaties te contracteren. Daarbij worden hoge kwaliteitsnormen gehanteerd, die worden bewaakt door een strikt beoordelingsproces door externen (peer review). Het aanbod van publicaties is geen belemmering voor de gewenste groei.

De vraag naar elektronische produkten in de markt waarin Brill aktief is, groeit geleidelijk. Om klanten te bereiken wordt gebruik gemaakt van meerdere elektronische distributiekanalen. Er wordt samengewerkt met externe digitale platforms en er zijn licentie-afspraken voor elektronische levering aan groepen van bibliotheken, de zogenaamde consortia.

Brill is voortdurend op zoek naar mogelijkheden om uit te breiden naar nieuwe wetenschapsgebieden. Acquisities en eigen ontwikkeling worden vooral gezocht in het verlengde van de markten waarin al wordt geopereerd. Deze markten hebben steeds het academisch wetenschappelijk onderzoek als basis.

H e t u i t g e e f b e l e i d

Brill heeft een multimediaal uitgeefbeleid. Het belangrijkste deel van de omzet heeft nog altijd betrekking op boeken. Waar mogelijk wordt gestreefd naar continuïteitsproducten met terugkerende opbrengsten. Voorbeelden daarvan zijn tijdschriften, encyclopedieën, handboeken en series.

Alle titels zijn bij publicatie in druk of elektronisch beschikbaar. Elektronische producten dienen altijd direkt toegankelijk te zijn. Daarom is een goede opslag van elektronische bestanden zeer belangrijk. In de praktijk bewezen systemen en technische standaards worden daartoe toegepast.

Het systematisch digitaliseren van iedere stap in het uitgeefproces betekent dat alle titels die Brill uitgeeft zijn opgeslagen in een medium neutraal formaat. Met een dergelijk platform kunnen ook andere markten dan de traditionele boekhandelaren en bibliotheken worden bereikt. Verder kan door opslag van informatie op een medium neutraal platform de distributie van informatie efficiënt en effectief worden uitgevoerd.

Doordat het uitgeefproces hoofdzakelijk digitaal van aard is, kan de eindproductie eenvoudig worden verplaatst. Daardoor kan ook eenvoudig worden ingespeeld op zich wijzigende marktvragen.

Uitgeefrechten en licenties zijn essentieel voor een uitgeverij en dienen goed beheerd te worden. Voor het behouden en uitbreiden van de uitgeefportfolio is constante aandacht voor uitgeefrechten en licenties nodig. Overeenkomsten dienen te worden geactualiseerd aan de hand van voortschrijdende ontwikkelingen op het gebied van elektronisch uitgeven. Eén van die ontwikkelingen is Open Access. Bij Open Access betalen auteurs of instellingen geheel of gedeeltelijk voor de verspreiding van informatie. Dit in tegenstelling tot de algemeen gebruikelijke uitgeefpraktijk waarin de afnemer of gebruiker betaalt. Als dienstverlener wil Brill flexibel zijn in het hanteren van business modellen en is bereid business modellen over te nemen die elders succesvol bleken. Zo kan het business model van Open Access betrekkelijk eenvoudig worden ingepast. Overigens is de onderneming ervan overtuigd dat de discussie over de rol van uitgevers en de wenselijkheid van het zelf uitgeven door wetenschappers vooral relevant is voor

uitgeefprojecten waar de uitgever weinig toegevoegde waarde heeft. De uitgeefprojecten van Brill kenmerken zich door uitgebreide selectie- en redactionele processen, zodat de klant zekerheid heeft over de kwaliteit van de informatie. Verder is het beleid erop gericht dat elektronische produkten ook op langere termijn bruikbaar en toegankelijk zijn. Op deze wijze wordt belangrijke waarde aan uitgeefprojecten toegevoegd. Daarom wordt de discussie over Open Access niet als bedreigend gezien, maar eerder als een teken van een veelzijdiger wordend en zich uitbreidend informatietijdperk.

I n t e r n e f a c t o r e n

Het personeel is de belangrijkste interne factor die het succes van de onderneming bepaalt. Het aantrekken en behouden van geschoolde en professioneel ingestelde medewerkers is dan ook van groot belang.

Versterking van de marketing- en verkoopinspanningen is belangrijk voor het realiseren van groei. Dat vereist excellente verkopers en marketeers. Vanwege de belangrijke rol van wetenschappelijk onderzoek in en vanuit de Noord-Amerikaanse markt wordt geïnvesteerd in de eigen vestiging in Boston; de lokale aanwezigheid van verkopers en uitgevers werkt bevorderend op de groei van de onderneming.

Verder wordt voortdurend geïnvesteerd in informatiesystemen om de productgerichte en bestuurlijke informatievoorziening optimaal te laten zijn. De komende jaren zullen vooral investeringen in de produktgerichte informatiesystemen moeten worden gedaan. De dienstverlening aan auteurs en gebruikers staat hierin centraal.

Brill legt zich toe op zijn kernactiviteiten. Niet-kernactiviteiten en kapitaal- of kennisintensieve processen worden uitbesteed. Het geinvesteerde vermogen wordt vooral gebruikt voor de ontwikkeling en verwerving van content.

Fi n a n c i ë l e d o e l s t e l l i n g e n

De volgende financiële doelstellingen zijn vastgesteld voor de periode 2008-2010:

Omzet(groei)

De omzetgroei zal voor het grootste deel worden gerealiseerd door autonome groei. Daarnaast zullen enkele acquisities worden gedaan. Doelstelling is: • 30% groei van de omzet in drie jaar.

Winstgevendheid

Door autonome groei en acquisities zullen schaal- en synergievoordelen worden gerealseerd. Doelstelling is:

• 40% groei van de winst in drie jaar

Werkkapitaal

Door verbetering van het werkkapitaalbeheer zal de omloopsnelheid van het kapitaal moeten toenemen. Doelstelling is:

• De groei van het werkkapitaal dient kleiner zijn dan de groei van de omzet

Fi n a n c i e e l b e l e i d

Financiering

Brill behoudt zijn voorkeur voor degelijke balansverhoudingen, in het bijzonder voor wat betreft de solvabiliteit. Behoudens tijdelijke afwijkingen wordt uitgegaan van een solvabiliteit van 50%. Binnen deze randvoorwaarde wordt gestreefd naar zo laag mogelijke kapitaalskosten.

Aandeelhoudersbelang

Een groeiend rendement is in het belang van de aandeelhouders. Voor de waardering van het aandeel is groei van de winst belangrijk. Daarnaast wordt voor het bepalen van het dividend een pay-out ratio toegepast van 50%. Om kasgeld te kunnen investeren in goed renderende uitgeefprojecten en bestaande aandeelhouders ter wille te zijn wordt het dividend aangeboden in de vorm van een keuzedividend. Brill is verheugd dat het merendeel van de aandeelhouders kiest voor stockdividend. Daarom zal ook voor de toekomst deze keuzemogelijkheid in beginsel worden gehandhaafd.

De relatief beperkte verhandelbaarheid van het aandeel blijkt geen overwegend bezwaar te zijn voor lange termijn beleggers om aandelen te kopen. Er is sprake van een zekere toename van de handel in het aandeel, zoals als op pagina 8 van dit jaarverslag wordt toegelicht.

R i s i c o's e n R i s i c o b e h e e r s i n g

In 2006 is de onderneming autonoom en door acquisities verder gegroeid. Ondanks deze groei is het risicoprofiel vergeleken met dat in 2005 weinig veranderd. Wel is in 2006 gewerkt aan verdere verbeteringen van de interne risicobeheersing- en controlesystemen. Merkbaar is een groeiend bewustzijn in de onderneming van risico's en hoe deze te beheersen. Aandacht wordt besteed aan standaardisatie van processen en producten. Daardoor zijn risicokansen afgenomen.

De acquisitie van IDC had de meeste invloed op de operationele risico's vanwege het beheer van 100 miljoen pagina's aan uniek bronmateriaal opgeslagen op microfilm en microfiche of digitaal bewaard. Daarnaast heeft Brill als gevolg van de overname van IDC 50% van de aandelen van een kleine Russische joint venture. Deze joint venture kent financiële risico's op het gebied van verslaglegging en er is een beperkt valutarisico. De jaarrekening van de joint venture wordt door een accountant gecontroleerd. De omvang van deze joint venture is te beperkt om te spreken van een belangrijk risico voor Brill.

S t r a t e g i s c h e e n o p e r a t i o n e l e r i s i c o's

Auteursrecht

Auteursrecht is één van de fundamenten van elke uitgeverij. Het beschermt het recht om te mogen publiceren. Bij het uitgeven wordt speciale aandacht gegeven aan de volledigheid van rechten voor het publiceren in de verschillende verschijningsvormen, zowel in gedrukte als in elektronische vorm. In 2006 is uitvoerig aandacht besteed aan dit risico. Waar nodig zijn maatregelen genomen. Er blijft desondanks altijd een kleine kans bestaan dat eigendomsrechten onvolledig zijn.

Open Access en Open Archive

Bij academische onderzoekers is een trend te constateren om onderzoeksresultaten vrij toegankelijk op het internet te publiceren. Deze initiatieven worden Open Access en Open Archive genoemd. Dit speelt vooral in de exacte wetenschappen, maar in veel mindere mate in de disciplines waar Brill actief is, de humaniora en het internationale recht. Bovendien is Brill flexibel in de toe te passen business modellen. Hierdoor is het risico van Open Access en Open Archive beperkt.

Plagiaat

Omdat Brill actief is op zeer gespecialiseerde markten is het risico van plagiaat minimaal.

Google

Google digitaliseert sinds enige jaren grote aantallen boeken in samenwerking met een aantal (wetenschappelijke) uitgeverijen. Brill neemt hier ook aan deel. Het integrale manuscript wordt door Google gedigitaliseerd en gekoppeld aan Google's zoekmachine. Op deze wijze wordt het boek vindbaar voor het publiek. Een beperkt aantal pagina's dat aansluit op de zoekterm wordt zichtbaar gemaakt. Daarbij worden koppelingen gegeven naar websites waar deze boeken kunnen worden gekocht of ingezien. Brill ziet dit middel als een kans, omdat hierdoor Brill boeken digitaal vindbaar, opzoekbaar en gemakkelijker verkoopbaar worden gemaakt. Dit dient het belang van de auteur (zichtbaarheid en mogelijke verspreiding van het boek) en het commerciële belang van Brill (verkoop van de publicaties). Doordat woordenboeken en encyclopedieën buiten dit programma zijn gehouden is het risico van kannibalisme van gedrukte uitgaven nihil en is alleen sprake van een verkoopbevorderend effect.

Uitbesteding

Brill heeft veel van haar bedrijfsprocessen uitbesteed. Het zetten, het drukken en binden, de orderverwerking en het magazijn, het onderhouden van digitale databases en software, de distributie en de incasso zijn uitbesteed. Ook bureauredactie is gedeeltelijk een externe activiteit geworden.

Door veel ondersteunende activiteiten uit te besteden is de afhankelijkheid van leveranciers en partners toegenomen. In contracten en zogeheten Service Level Agreements heeft Brill belangrijke elementen van dienstverlening vastgelegd. Bovendien wil Brill controle op de geleverde diensten houden; het bedrijf houdt daarvoor een deskundige staf aan en schakelt zo nodig adviseurs in. In 2006 is veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de informatie die nodig is voor de correcte uitvoering van de uitbestede orderverwerking. Er blijven desondanks altijd risico's bestaan dat uitbestede diensten niet naar behoren functioneren.

Overige operationele risico's

Onder overige operationele risico's vallen calamiteiten, storingen in essentiële computersystemen en personele risico's. Ter beheersing daarvan zijn verzekeringen afgesloten, worden noodplannen regelmatig bijgesteld en worden er een dagelijkse backup van computerbestanden gemaakt.

Fi n a n c i ë l e r i s i c o's

Valutarisico

Brill's financiële rapportage is gebaseerd op de euro. De us dollar is de enig andere voor Brill relevante munteenheid. Ongeveer 40% van de inkomsten komt uit Noord Amerika en deze wordt gefactureerd in us dollars. De us dollar prijzen moeten vooraf aangekondigd worden en worden in de regel één keer per jaar aangepast. In de prijsbepaling van de us dollar wordt het wisselkoersrisico verdisconteerd.

Het merendeel van de uitgaven is in euro's, waardoor er een kasoverschot in us dollars ontstaat, dat moet worden verkocht tegen euro's. Brill heeft een strikt beleid voor het afdekken van valutaposities. Naast het gebruik van termijncontracten kan risicoafdekking plaatsvinden door het verschuiven van de uitgaven van euro's naar us dollars en door het aangaan van schulden in us dollars ter compensatie van vorderingen in us dollars. Per saldo blijft er een zeker valutarisico.

Kredietrisico's

Ruim 80% van Brill's verkopen loopt via derden, zoals verzendboekhandels en tijdschriftenagenten. In de markt is een verdere concentratie van handelsklanten gaande. Hoewel de kans op een faillissement van een handelsklant onveranderd is, nemen door deze concentratie wel de gevolgen van een mogelijk faillissement toe.

Voor de levering van boeken heeft Brill een passende kredietcontrole beschikbaar. Gestelde krediettermijnen, kredietlimieten, het sturen van herinneringen en incasso zijn belangrijke onderdelen van dit beleid. Bij de levering van tijdschriften bestaat in beginsel geen debiteurenrisico omdat levering van de tijdschriftnummers pas na ontvangst van betaling van de abonnees plaatsvindt. Het is in het belang van de uitgever de abonnee een ononderbroken levering van nieuwe afleveringen te bezorgen en om die reden kan de uitgever in een enkel geval geneigd zijn te leveren voordat betaling is ontvangen. In dit kader bestaat er een risico met betrekking tot abonnementsgelden die door de afnemende bibliotheek zijn afgegeven aan de tijdschriftenagent, maar die nog niet zijn overgeschreven op de bankrekening van de uitgever.

Kasstroom

Het merendeel van de inkomsten uit tijdschriften wordt ontvangen in de laatste maand van het voorgaande jaar en het eerste kwartaal van het nieuwe jaar. De inkomsten uit boeken zijn gespreid over

het jaar. Naast de beschikbaarheid van financiële middelen voor operationele uitgaven zijn kasmiddelen ook nodig voor financiering van het werkkapitaal. Het werkkapitaal is in 2006 met eur 1,8 mln toegenomen. Deze stijging hangt samen met de groei van de onderneming en in het bijzonder met de groei van onderhanden werk van de grote naslagwerken. Ook rente en aflossing van de langlopende lening vereisen kasmiddelen. De jaarlijkse aflossing op deze lening is eur 1 mln.

In 2006 had Brill een kredietfaciliteit van eur 2 mln. In februari 2006 is deze uitgebreid tot eur 4 mln. Het beheer van het werkkapitaal is een belangrijk aandachtspunt voor het management.

Renterisico's

Het renterisico voor Brill is beperkt. Een gematigde stijging van de rente leidt enerzijds tot hogere rentelasten, anderzijds heeft dit een positief effect op de pensioenlasten. Het beleid is om lange termijn rente risico's af te dekken door renteswaps, als op basis van renteverwachtingen er een redelijke mate van zekerheid bestaat dat dit tot lagere rentelasten zal leiden.

Pensioenvoorziening

Brill heeft voor de medewerkers in Nederland een toegezegd-pensioen stelsel. Onder ifrs worden de resultaten van de onderneming beïnvloed door de actuariële waarde van het pensioenfonds. Deze gevoeligheid wordt beperkt doordat gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid onder ifrs om, in geval de actuariële winsten en verliezen van het pensioenfonds meer dan 10% van de pensioenverplichtingen bedragen, het effect daarvan op het resultaat te dempen door het bovenmatige bedrag over een aantal jaren af te schijven. Het voorgenomen beleid is de pensioenregeling te veranderen met als doel een meer marktconforme regeling, waarbij de verdeling van risico's tussen werkgever en werknemers meer in evenwicht is, alsmede de financiële risico's voor het resultaat te beperkten. Aan de deelnemers

van het pensioenfonds is nu voorgesteld om over te gaan op een toegezegd-pensioen gebaseerd op middelloon. De gesprekken hierover met de toezichthouder (De Nederlandsche Bank) en de deelnemers zijn nog gaande.

I n t e r n e c o n t r o l e s y s t e m e n

Er zijn verschillende soorten interne beheersingsen controlesystemen. In de eerste plaats zijn er regels en voorschiften. Zo zijn er regels ten aanzien van bevoegdheden voor het aangaan van verplichtingen en het doen van betalingen. Toegezien wordt dat verslagleggingsregels, fiscale regelgeving en regelgeving vanwege de beursnotering worden nageleefd. Op het gebied van de it zijn er voorschriften ten aanzien van systeembeheer en toegangsbeveiliging.

In de tweede plaats vindt controle plaats door periodieke rapportages en aanvullende interne en/of externe controles. Er zijn interne maanden kwartaalrapportages over financiële en niet-financiële aandachtspunten. Analyses zijn kwantitatief en kwalitatief van aard. Voorbeelden van niet-financiële aandachtspunten zijn het personeel en de uitgeefplanning. In de rapportages worden de werkelijke resultaten vergeleken met de afgesproken budgetten en de verwachtingen voor het jaar. Grote uitgeefprojecten worden periodiek geëvalueerd. Als aanvullende controles moeten worden genoemd de controle door de externe accountant, het laten uitvoeren van een edp audit en het periodiek controleren van de voorraden. Aanvullende interne controle vindt plaats aan de hand van een controleplan.

Ten slotte spelen waarden en normen alsmede de interne communicatie een belangrijke rol. Er is ook een klokkenluidersregeling van kracht en een vertrouwspersoon is aangewezen.

Er is een medewerker 'operational audit' aangesteld, met als doel de risico's, de efficiency en de effectiviteit van de bedrijfsprocessen te analyseren. Dit is een continue bezigheid. Bovendien wordt jaarlijks een breed opgezette risico analyse uitgevoerd, die wordt besproken met de Raad van Commissarissen. De risico analyse wordt uitgevoerd aan de hand van het zogenaamde coso model. Op basis van dit model worden alle relevante bedrijfsprocessen en functionaliteiten geanalyseerd, risico's worden geclassificeerd en vastgesteld wordt of er controles op deze risico's aanwezig zijn, of deze functioneren en afdoende zijn.

De Directie is verantwoordelijk voor de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen van Koninklijke Brill nv. Deze systemen hebben tot doel de significante risico's waaraan de onderneming is blootgesteld op te sporen en optimaal te beheersen. Een dergelijk systeem kan echter geen absolute zekerheid bieden tegen het niet realiseren van ondernemingsdoelstellingen, noch kan het onjuistheden van materiaal belang, verlies, fraude, menselijke fouten en overtredingen van wetten of regels geheel voorkomen. Waar tekortkomingen worden geconstateerd, worden verbeteringen aangebracht.

Gedurende het verslagjaar zijn alle relevante risico's die zijn geconstateerd en de effectiviteit van de beheersingsmaatregelen van de vennootschap geanalyseerd en beoordeeld. Risico's en beheersingsmaatregelen worden regelmatig besproken met het management en de Raad van Commissarissen wordt daarover geïnformeerd.

Net als in 2005 zijn in 2006 de eigendomsrechten van tijdschriften en de inrichting van auteurscontracten onderzocht. Verder zijn maatregelen genomen ter verbetering van de beheersing van de uitbestede orderverwerking en voorraadbeheer. Het beleid ten aanzien van Open Access is vastgesteld en aandacht is besteed aan online produkten. Operationele risico's zijn verminderd door verdere standaardisatie van processen en produkten. Ook is een edp audit uitgevoerd naar de werking van de financiële systemen.

Bij een veranderend bedrijf in een veranderende omgeving kunnen steeds nieuwe risico's ontstaan. Door een veranderend risicoprofiel is het mogelijk dat er significante risico's bestaan die nog niet zijn opgemerkt, of die niet zijn aangemerkt als risico's. Daarom worden ook in 2007 regelmatig risico's en beheersingsmaatregelen geëvalueerd en waar nodig aanvullende maatregelen genomen.

De externe accountant heeft de opzet en werking van de belangrijkste financiële processen en interne controlemaatregelen beoordeeld. Daarbij heeft de accountant een aantal suggesties gedaan voor verdere verbetering van administratieve procedures.

Ten aanzien van financiële verslaggevingsrisico's wordt over 2006 verklaard, dat de risicobeheersingsen controlesystemen een redelijke mate van zekerheid geven dat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat. Tevens wordt verklaard dat de risicobeheersings- en controlesystemen in het verslagjaar naar behoren hebben gewerkt. Ten slotte wordt verklaard dat er geen indicaties zijn dat de risicobeheersings- en controlesystemen in het lopende jaar niet naar behoren zullen werken.

Ma a t s c h a p p e l i j k ve r a n t w o o rd o n d e r n e m e n

In dit jaarverslag wordt voor de eerste keer stilgestaan bij de rol die Brill en zijn medewerkers in het maatschappelijke verkeer willen spelen. Misschien omdat uitgeverijen de laatste tijd als redelijk schone ondernemingen werden gezien, is er tot voor kort niet altijd aandacht voor het milieu geweest. Mede door de aandacht die het belang van duurzaam ondernemen in bredere zin de laatste tijd heeft gekregen, willen bestuur en medewerkers nu ook voor Brill een aantal uitgangspunten van beleid vastleggen.

Brill wil een vitale rol spelen in de selectie, verrijking en distributie van wetenschappelijk materiaal. Het beleid is daarbij vooral gericht op het onderhouden van duurzame relaties met auteurs en gebruikers. Vooral zij moeten de dienstverlening immers als nuttig en plezierig ervaren. Voorspelbaarheid, betrouwbaarheid en eerlijkheid zijn deugden die in dit spel van groot belang zijn. Dit geldt evenzeer voor de verhouding die Brill onderhoudt met alle andere spelers in de keten van informatieverschaffing. Uitgangspunt hierbij is dat de onderneming in beginsel wil samenwerken met alle partijen die de dienstverlening aan auteurs en gebruikers bevorderen. De wensen van auteurs en klanten zijn daardoor uiteindelijk medebepalend voor de vormgeving van de dienstverlening.

Brill wil bij de inrichting van het uitgeefproces kennis, ervaring en andere bronnen aanreiken en onderneemt steeds voor eigen rekening en risico. Voor de onderneming is winstgroei een zeer belangrijke peiler onder de strategie. Winstgroei is nodig voor de beloning van de kapitaalverschaffers, het kunnen bieden van carrièreperspectief en het kunnen aanvaarden van ondernemersrisico's. Deze moet echter grotendeels bereikt worden door cost leadership, ofwel het vermogen voordeliger te produceren dan de concurrentie. Hierdoor is winstgroei niet het resultaat van steeds hogere prijzen, maar het gevolg

van productiviteitsverbetering. De voordelen ontstaan door in goed overleg met de andere schakels in de informatieketen naar verbeteringen in het uitgeefproces te blijven streven en schaalvoordelen en mogelijkheden van standaardisatie te benutten.

In zijn oriëntatie op de wetenschap richt Brill zich op internationaal actieve groepen van wetenschappers. Van belang daarbij is dat de uitgeverij feitelijk wetenschappelijk onderzoek en objectieve waarheidsvinding wil dienen en zich uitdrukkelijk niet op voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en algemene opinievorming richt. Brill is in zijn besluitvorming met betrekking tot het al dan niet publiceren van een werk onafhankelijk en wil niet verplicht worden daarbij aan enige overheid of maatschappelijke instantie verantwoording af te leggen.

De onderneming wil gebruik maken van op prijs en kwaliteit gekozen leveranciers en kiest deze op de internationale markt. Productie van gereed product vindt dikwijls plaats in de nabijheid van de magazijnen maar elektronische kopijvoorbereiding is vaak op grotere afstand uitbesteed. Ofschoon het uiterst onwaarschijnlijk wordt geacht dat verwerpelijke zaken als kinderarbeid bij één van Brill's leveranciers plaatsvinden, zal de komende tijd ook contractueel vastgelegd worden op welke voorwaarden wordt samengewerkt. Voor de grafische partners en de distributeurs zal worden gespecificeerd welke stoffen en materialen voor Brill's producten gebruikt mogen worden.

Zoals bovenstaand gesteld bepalen auteurs en gebruikers tot op zekere hoogte hoe het uitgeef- en distributieproces wordt ingericht. Brill werkt mee aan de inschakeling van de tussenhandel in boeken en tijdschriften en geeft licenties aan derden en databankexploitanten wanneer bibliotheken daaraan de voorkeur geven. Brill handhaaft een handelsvriendelijk beleid en betaalt op deze wijze mee aan

de instandhouding van een veelzijdige distributie van wetenschappelijk materiaal.

Brill bedient zich niet van schemerige praktijken in een poging de verkoop aan een afnemer of tussenhandelaar te bevorderen.

Beseft wordt dat succes afhankelijk is van een goed imago en belangrijker nog een uitstekende en gemotiveerde staf. Ondanks acquisities en uitbreidingen door autonome groei is Brill er in geslaagd een tamelijk compact bedrijf te blijven. Voor de toekomst is het streven er vooral op gericht medewerkers verder te trainen en waar mogelijk verantwoordelijkheid te geven ten behoeve van een optimale ontplooiing en ondernemersschap. De scholing leidt tot een herkenbare uitgeefpraktijk die efficiënte processen uit aanpalende markten zoals de STM uitgeverswereld koppelt aan de kleinschaliger cultuur van de academische uitgeverij. Wat de uitgeverij immers naast zijn lange traditie zo bijzonder maakt, is het werken in een groot aantal kleinere gespecialiseerde deelmarkten, een navenant groter aantal titels per vakgebied en de daarmee samenhangende noodzaak van een hogere innovatiegraad. Korte lijnen, snelle besluitvorming en een ondernemende staf moeten het uitgangspunt helpen bewaken dat auteurs en afnemers daadwerkelijk afspraken kunnen maken met de medewerkers. Deze aanpak is de voedingsbodem voor een autonome groei met aanvaardbare risico's.

Voor de meeste medewerkers is er een grote mate van individuele vrijheid. Brill tracht medewerkers aan te trekken en aan zich te binden die dienstbaar willen zijn aan de wensen van auteurs en klanten. Daarvoor is werkelijke belangstelling voor de wetenschap nodig, zonder dat de medewerkers de dienstverlening en de commerciële belangen van Brill uit het oog verliezen. Het oude beeldmerk van de uitgeverij bepaalt ook vandaag nog waarom het gaat; de harmonie vinden tussen de werkelijkheid van de wetenschap en die van de handel, Pallas en Mercurius.

Gezien het bijzondere karakter van het bedrijf is het van belang de historische reputatie in binnenen buitenland ook volledig waar te blijven maken. Dit vergt een internationale optiek en een verankering in de wetenschappelijke centra van de wereld. Waar mogelijk wordt daarbij ook gestreefd naar een zekere spreiding van nationaliteiten onder de medewerkers. Het kantoor in Boston heeft als eerste doel een ankerplaats te zijn voor de Noord Amerikaanse markt. De onderneming wordt echter uitdrukkelijk als één bedrijf geleid en de samenwerking en uitwisseling tussen de kantoren in Leiden en Boston bevordert deze ongedeelde aanpak.

Met het oog op de langere termijnontwikkelingen in de opkomende markten worden allianties met wetenschappelijke instituten in bijvoorbeeld Rusland en China gevormd. In deze markten heeft Brill al van oudsher een goede reputatie als wetenschappelijke uitgever. Medewerkers, stagiaires en trainees uit die landen helpen de langere termijnplannen gaandeweg in te kleuren.

Invloed van buiten wordt ook nadrukkelijk gezocht in de vorm van laboratoriumsessies met jonge wetenschappers; ook voor toekomstige generaties wil de uitgeverij een dienstverlening kunnen bieden die nauw aansluit op de behoeften in de wetenschappelijke communicatie.

Leiden is een belangrijke plaats in de geschiedenis van Brill en het bedrijf laat zijn loyaliteit met de stad en de universiteit altijd blijken. Zo is Brill voor langere tijd een sponsor van de bestudering van de bijzondere collecties van de Leidse Universiteitsbibliotheek via het Brill fellowship aan de Scaliger Stichting.

De op de wereld gerichte blik van de zeventiende eeuw is nog altijd zichtbaar in de oriëntatie van de uitgeverij. Met alle belangrijke instituten die Nederland kent en die gezamenlijk het nationale erfgoed levend houden, wil Brill goede betrekkingen onderhouden.

In 2008 treedt de onderneming ter gelegenheid van het 325 jarige bestaan op als hoofdsponsor van de grote tentoonstelling Leiden, Stad van Boeken, die in het Stedelijk Museum De Lakenhal gehouden zal worden. Zijn unieke complete uitgeverijarchief heeft Brill geschonken aan de Vereniging van het Boekenvak die zijn collectie in beheer heeft gegeven aan de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam.

Elk jaar wordt in de terugblik op het voorgaande jaar van Brill een blik op de historie gegund en vanuit dat rijke verleden wil de uitgeverij zichzelf blijven ontwikkelen.

We r k z a a m h e d e n

Per 31 december 2006 waren 1.766.900 aandelen op naam met een nominale waarde van eur 0,60 in administratie genomen, waar tegenover certificaten aan toonder voor een gelijk bedrag zijn uitgegeven in coupures van 1 x eur 0,60, 10 x eur 0,60, 100 x eur 0,60 en 1.000 x eur 0,60 nominaal in cf-vorm. Dit aantal is ten opzichte van het per 31 december 2005 in administratie genomen aantal aandelen (1.699.053) gewijzigd door uitgifte van nieuwe aandelen ter financiering van een acquisitie en als gevolg van stockdividend. De werkzaamheden verbonden aan de administratie van de aandelen worden verricht door de administrateur van de Stichting, te weten nv Algemeen Nederlands Trustkantoor ANT, Herengracht 420, 1017 bz te Amsterdam. De kosten van de administratie bedroegen in 2006 eur 20 duizend.

Ten behoeve van de meningsvorming door het bestuur van de Stichting werd extern advies ingewonnen. De bestuursleden van de Stichting ontvangen elk een bezoldiging van eur 3.500 op jaarbasis.

In het verslagjaar kwam het bestuur één keer bij elkaar. De vergadering vond plaats op 8 mei 2006. In deze vergadering werd de agenda voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders besproken en werd besloten op welke wijze het bestuur stem zou uitbrengen in de vergadering. Besloten werd voor alle ter tafel liggende voorstellen te stemmen.

B e s t u u r s s a m e n s t e l l i n g

Hieronder staan de namen van de bestuursleden en hun functie genoemd, alsmede de datum van eerste benoeming en het einde van de thans lopende termijn.

benoemd
in
lopende
termijn tot
functie
Mr. W.F.C. Stevens 1997 2008 Voorzitter
Dr. J.C.M. Hovers 2000 2010 Lid
Mr. J.M. Boll 2005 2009 Lid

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e

In vorige gepubliceerde rapporten van de Stichting is al aangekondigd dat het Stichtingsbestuur niet het principe van de Nederlandse corporate governance code volgt omtrent het beschermingskarakter van de certificaten.

Het bestuur heeft toegezegd tijdens een vergadering van certificaathouders in 2005 het handhaven van de certificering en het handhaven van de certificering als beschermingsconstructie nog eens in overweging te zullen nemen. Voordat deze heroverweging had plaatsgevonden werd door wetgever het wetsontwerp ter implementatie van de 13e eg-richtlijn bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel hield onder meer in dat de beschermingsfunctie van certificaten (neergelegd in artikel 2:118a bw) niet langer geoorloofd zou zijn, terwijl de bescherming door middel van preferente aandelen door een houder van meer dan 75% van het geplaatste kapitaal doorbroken zou kunnen worden. De Tweede kamer heeft in 2006 dit onderdeel verworpen en daarmee expliciet de mogelijkheid gehandhaafd certificering als tijdelijk beschermingsinstrument te gebruiken. Het bestuur blijft de ontwikkelingen op de voet volgen, maar heeft mede op grond van de gevoerde discussie besloten zijn tot dan toe gehanteerde zienswijze vooralsnog te handhaven. Het Stichtingsbestuur neemt dit standpunt in omdat zij van mening is dat goede bescherming tegen ongewenste overnames voor een onderneming met de omvang en de bijzondere positionering van Koninklijke Brill nv van essentieel belang is.

De Stichting zal in navolging van dit (gehandhaafde) wetsartikel aan certificaathouders steeds ten behoeve van vergaderingen van aandeelhouders stemvolmacht geven of van hen bindende steminstructies aanvaarden, behalve in overvalsituaties e.d. zoals genoemd in artikel 2:118a. lid 2 bw.

Dezelfde procedure zal van toepassing zijn op een eventuele herroeping van een reeds gegeven volmacht. Het bestuur is bereid certificaathouders in de gelegenheid te stellen aanbevelingen te doen in het geval er sprake is van vacatures in het bestuur.

Dergelijke aanbevelingen zal het bestuur echter niet in de besluitvorming meenemen indien naar de mening van het bestuur een voorgedragen kandidaat het boven omschreven belang van de beschermingsfunctie van de certificaten niet onderschrijft. Voorts zal het bestuur een zo praktisch mogelijke werkwijze voor eventuele aanbevelingen hanteren, inhoudende dat elk jaar in het rapport van de Stichting zal worden meegedeeld of en zo ja welke vacature(s) er in het daarop volgende jaar zal (zullen) ontstaan zodat certificaathouders buiten vergadering eventuele aanbevelingen kenbaar kunnen maken. Als uitvloeisel hiervan deelt het bestuur mee dat in 2008 een vacature ontstaat door het aftreden volgens rooster van de heer Stevens. De heer Stevens is herbenoembaar en is bereid een herbenoeming te aanvaarden. Eventuele aanbevelingen van certificaathouders kunnen worden gedaan tot 1 september 2007, gericht aan het bestuur met als adres het adres van de vennootschap.

In 2006 is de heer Hovers herbenoemd, nadat het bestuur had vastgesteld dat van de zijde van de certificaathouders geen andere kandidaten waren voorgedragen.

Het bestuur volgt de corporate governance code ook op andere voor administratiekantoren relevante onderdelen. Zo heeft het bestuur in 2005 een vergadering van certificaathouders belegd en aan deze vergadering de vraag voorgelegd of deze vertrouwen heeft in het bestuur en van mening is dat het bestuur voldoende onafhankelijk opereert van de vennootschap. Bij de aanpassing van de statuten en administratievoorwaarden in 2005 is vastgelegd dat een bestuurder maximaal twaalf jaar (en daarmee maximaal drie maal vier jaar) zitting kan hebben. Niet gewijzigd is de wijze waarop het bestuur stemrecht uitoefent. In afwijking van de Nederlandse corporate governance code is de bepaling gehandhaafd: 'de Stichting zal de aan de aandelen verbonden rechten uitoefenen op zodanige wijze dat de belangen van de vennootschap en die van de met haar verbonden onderneming en alle daarbij betrokkenen zo goed mogelijk worden gewaarborgd'. Het bestuur is van mening dat het standpunt inzake het handhaven van het beschermingskarakter van de certificaten inhoudt dat het primaat bij de stemuitoefening niet uitsluitend bij het belang van de certificaathouders kan liggen. Uiteraard is het bestuur bereid onder normale omstandigheden te allen tijde te luisteren naar certificaathouders en met door hen geuite meningen rekening te houden. Dit houdt ook in dat het bestuur de aandeelhoudersvergaderingen van de vennootschap zal bijwonen en daarin desgewenst een verklaring zal afleggen over het voorgenomen stemgedrag.

Leiden, maart 2007

Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill Het Bestuur

O n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g

De Directie van Koninklijke Brill nv en het Bestuur van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill verklaren hiermede, dat naar hun gezamenlijk oordeel voldaan is aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill gesteld eisen als bedoeld in bijlage X bij het Fondsenreglement van Euronext Amsterdam nv te Amsterdam.

Leiden, maart 2007

Koninklijke Brill nv De Directie

Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill Het Bestuur

De Stichting Luchtmans heeft tot doel het verwerven van cumulatief preferente aandelen in het aandelenpakket van de vennootschap en het beheren daarvan, daaronder met name ook begrepen het uitoefenen van het, aan die cumulatief preferente aandelen verbonden, stemrecht.

De Stichting Luchtmans is in het bezit van een optie om in geval van (dreiging van) overname van de vennootschap evenveel cumulatief preferente aandelen te nemen als overeenkomt met 100% van de (certificaten van) aandelen die zijn geplaatst op het tijdstip van de uitoefening van de optie. Bij uitoefening van de optie behoeft slechts 25% te worden volgestort. De uitoefenkoers is gelijk aan de nominale waarde. Met de Stichting Luchtmans is door de vennootschap overeengekomen dat de optie slechts tot 50% van het geplaatste kapitaal kan worden uitgeoefend indien en zolang er (certificaten van) aandelen zijn genoteerd aan de Euronext Amsterdam nv.

Het bestuur van de Stichting Luchtmans bestaat uit drie bestuursleden B, te weten de heer prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg, (voorzitter), de heer mr. J.H. Koningsveld en de heer mr. R.P. Voogd en twee bestuursleden A, te weten de heer drs. ing. H.P. Spruijt (vice-voorzitter) en de heer drs. H.A. Pabbruwe (secretaris/penningmeester). Bestuursleden B zijn onafhankelijk van de vennootschap in de zin van Bijlage X van het Fondsenreglement van Euronext Amsterdam nv.

De Heer Van Sterkenburg heeft de Heer B. de Visser in het bestuur en als voorzitter daarvan opgevolgd op 2006. Het bestuur heeft met grote dankbaarheid afscheid genomen van de Heer De Visser, die vanaf 1988 de taak van voorzitter met verve heeft vervuld. Zijn zo bepalende rol in de voor Brill moeilijke periode eind jaren tachtig en zijn altijd louter op het belang van de onderneming gerichte zienswijzen zijn een voorbeeld voor het huidige bestuur.

Leiden, maart 2007

Stichting Luchtmans Het Bestuur

O n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g

De Directie van Koninklijke Brill nv en het Bestuur van Stichting Luchtmans verklaren hiermee dat naar hun gezamenlijk oordeel is voldaan aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Luchtmans gestelde eisen als bedoeld in Bijlage X van het Fondsenreglement van Euronext Amsterdam nv.

Leiden, maart 2007

Koninklijke Brill nv De Directie

Stichting Luchtmans Het Bestuur

G E C O N S O L I D E E R D E J A A R R E K E N I N G 2 0 0 6

I N H O U D

G e c o n s o l i d e e r d e j a a r r e k e n i n g 2 0 0 6

  • Geconsolideerde balans per 31 december 2006 48
  • Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2006 49
  • Geconsolideerd kasstroomoverzicht 50
  • Geconsolideerd mutatie-overzicht van het eigen vermogen 52

Toelichting algemeen 53

53 53

61 64 65

67

69 70

73

75 77

79

    1. Informatie over de vennootschap
    1. Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening

Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 61

    1. Acquisities en desinvesteringen
    1. Joint ventures
    1. Materiële vaste activa
    1. Immateriële vaste activa 66
    1. Financiële vaste activa
    1. Winstbelasting 68
    1. Voorraden
    1. Handelsvorderingen en overige vorderingen (kortlopend)
    1. Geldmiddelen en kasequivalenten 70
    1. Geplaatst kapitaal en reserves 71
    1. Rentedragende leningen 72
    1. Pensioenen en overige regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding
    1. Handelsschulden en te betalen posten (kortlopend) 75
    1. Financiële instrumenten
    1. Gesegmenteerde informatie
    1. Kosten 78
    1. Financieringsopbrengsten, financieringskosten en resultaat uit desinvesteringen
    1. Winst per aandeel 80
    1. Uitgekeerd en voorgesteld dividend
    1. Niet uit de balans blijkende verplichting
    1. Informatie over verbonden partijen
    1. Gebeurtenissen na balansdatum

O v e r i g e g e g e v e n s

  • Gebeurtenissen na balansdatum 102
  • Winstbestemming 102
  • A c c o u n t a n t s v e r k l a r i n g 103

G E C O N S O L I D E E R D E B A L A N S P E R 3 1 D E C E M B E R 2 0 0 6

Voor bestemming resultaat; in duizenden euro's

A c t i v a 2006 2005
Vaste activa
Materiële vaste activa [5] 1.637 1.607
Immateriële vaste activa [6] 12.674 10.052
Financiële vaste activa [7] 270 270
Uitgestelde belastingvorderingen [8]
29
20
Vlottende activa 14.610 11.949
Voorraden [9] 9.156 7.826
Handelsvorderingen en
overige vorderingen [10]
8.836 5.807
Valutatermijncontracten [16] 241 0
Te vorderen belasting 130 176
Geldmiddelen en kasequivalenten [11]
2.714
1.392

21.077
15.201
Totaal activa
35.687
27.150
Pa s s i v a
Eigen vermogen toe te rekenen aan
aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
Geplaatst kapitaal [12] 1.086 1.050
Agio [12] 382 219
Onverdeelde winst [12] 2.565 2.245
Ingehouden winst [12] 12.222 10.226
Overige reserves [12]
–142
–146
Totaal eigen vermogen
16.113
13.594
Langlopende verplichtingen
Rentedragende leningen [13] 2.743 1.500
Pensioenen [14] 485 783
Uitgestelde belastingverplichtingen [8]
738
687

3.966
2.970
Kortlopende verplichtingen
Handelsschulden en overige te
betalen posten [15]
11.133 8.274
Rentedragende schulden [13] 4.460 1.939
Valutatermijncontracten [16] 0 313
Renteswaps [16]
15
60

15.608
10.586
Totaal verplichtingen 19.574 13.556
Totaal passiva
35.687
27.150

G E C O N S O L I D E E R D E W I N S T - E N V E R L I E S R E K E N I N G O V E R 2 0 0 6

2006 2005
Netto-omzet [17] 25.645 21.517
Kostprijs van de omzet [18]
–8.458

–7.511
Brutowinst 17.187 14.006
Verkoopkosten [18] –4.638 –3.532
Algemene beheerskosten
Algemene operationele kosten [18] –8.074 –6.754
Afschrijving op immateriële vaste activa [5] –49 –49
Afschrijving op materiële vaste activa [6]
–651
–510
Totaal bedrijfslasten
–13.412

–10.845
Winst voor rente en belastingen 3.775 3.161
Financieringsopbrengsten [19] 92 16
Financieringskosten [19]
–387
–194
Resultaat uit desinvesteringen [19]
121

195
Winst voor belasting 3.601 3.178
Belastinglast [8]
–1.036

–933
Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
toe te rekenen aan aandeelhouders van
Koninklijke Brill nv

2.565

2.245
Winst per aandeel [20]
Gewone winst per aandeel toe te rekenen
aan aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
1,43 1,30
Verwaterde winst per aandeel toe te rekenen
aan aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
1,43 1,30

G E C O N S O L I D E E R D K A S S T R O O M O V E R Z I C H T

2006 2005
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Winst voor belastingen uit voortgezette
bedrijfsactiviteiten
3.601 3.178
Aanpassingen voor het aansluiten van de
winst aan de netto kasstroom
Correcties voor niet-kasgerelateerde mutaties
Afschrijving vaste activa 1.143 637
Pensioenen –314 –245
Financieringsopbrengsten -92 –16
Financieringskosten 387 194
Overige baten en lasten –595 –124
Wijzigingen in het werkkapitaal
Handelsvorderingen en overige
vorderingen
–3.482 –687
Voorraden –1.889 –754
Handelsschulden en overige te
betalen posten
4.599 –434
Betaalde winstbelasting
–1.060
–619
Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten 2.298 1.130
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa –276 –577
Desinvesteringen van materiële vaste activa 20 313
Investeringen in immateriële vaste activa –2.037 –223
Desinvesteringen van immateriële vaste activa 151 0
Acquisities –2.099 0
Mutaties in financiële vaste activa
0
–90
Netto kasstroom aangewend voor
investeringsactiviteiten
–4.241 –577
2006 2005
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangen rente 85 16
Betaalde rente –339 –189
Nieuwe bankleningen 4.764 0
Bankkrediet 229 0
Aflossing van rentedragende lening –1.000 –1.000
Betaald contant dividend over het
vorig boekjaar

–249

–125
Netto kasstroom aangewend voor
financieringsactiviteiten
3.490 –1.298
Netto toename in geldmiddelen
en kasequivalenten
1.547 –745
Geldmiddelen en kasequivalenten
per 1 januari
453 1.198
Geldmiddelen en kasequivalenten
per 31 december
2.000 453

G E C O N S O L I D E E R D M U T A T I E - O V E R Z I C H T V A N H E T E I G E N V E R M O G E N

Geplaatst
kapitaal [12]
Agio Onverdeelde
winst
Ingehouden
winst
Overige
reserves
Totaal eigen
vermogen
1 j a n u a r i 2 0 0 6 1.050 219 2.245 10.226 –146 13.594
Omrekening vreemde valuta deelnemingen 0 0 0 0 –41 –41
Herwaardering renteswap
0
0
0

0

45

45
Totale baten en lasten over het boekjaar
direct opgenomen in het eigen vermogen
0 0 0 0 4 4
Winst over het boekjaar
0
0
2.565

0

0

2.565
Totale baten en lasten 0 0 2.565 0 4 2.569
Betaald contant dividend over het
vorig boekjaar
0 0 –249 0 0 –249
Acquisitie 100% deelneming 7 192 0 0 0 199
Uitgekeerd stockdividend over het
vorig boekjaar
29 –29 0 0 0 0
Winst over vorig boekjaar toegevoegd
aan de ingehouden winst

0
0
–1.996

1.996

0

0
31 december 2006
1.086
382
2.565

12.222

–142

16.113
1 j a n u a r i 2 0 0 5 1.021 248 2.068 8.283 –22 11.598
Effect van toepassing ias 32/39 0 0 0 0 –184 –184
Omrekening vreemde valuta deelnemingen 0 0 0 0 46 46
Herwaardering renteswap
0
0
0

0

14

14
Totale baten en lasten over het boekjaar
direct opgenomen in het eigen vermogen
0 0 0 0 –124 –124
Winst over het boekjaar
0
0
2.245

0

0

2.245
Totale baten en lasten 0 0 2.245 0 –124 2.121
Betaald contant dividend over het
vorig boekjaar
0 0 –125 0 0 –125
Uitgekeerd stockdividend over het
vorig boekjaar
29 –29 0 0 0 0
Winst over vorig boekjaar toegevoegd
aan de ingehouden winst

0
0
–1.943

1.943

0

0
31 december 2005
1.050
219
2.245

10.226

–146

13.594

T O E L I C H T I N G A L G E M E E N

1 . I n f o r m a t i e o v e r d e v e n n o o t s c h a p

De geconsolideerde jaarrekening van Koninklijke Brill nv per 31 december 2006 is goedgekeurd voor publicatie ingevolge het besluit van de Raad van Commissarissen en de Directie van 19 maart 2007. Koninklijke Brill nv is een in Nederland opgerichte en gevestigde vennootschap waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld bij Euronext, Amsterdam.

De activiteiten van de vennootschap worden uiteengezet op pagina 2 e.v. van dit jaarverslag.

2 . G r o n d s l a g e n b i j d e o p s t e l l i n g v a n d e j a a r r e k e n i n g

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van de historische kostprijs, met uitzondering van de afgeleide financiële instrumenten die zijn gewaardeerd tegen reële waarde. De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro's en alle bedragen zijn afgerond naar duizendtallen (eur 000), tenzij anders is vermeld.

De geconsolideerde jaarrekening van Koninklijke Brill nv en haar dochterondernemingen is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (ifrs), zoals vastgesteld door de Europese Unie.

2.1 Grondslagen voor consolidatie

De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Koninklijke Brill nv en haar dochterondernemingen per 31 december. De jaarrekeningen van de dochterondernemingen zijn opgesteld voor hetzelfde verslagjaar als dat van de moedermaatschappij, waarbij consistente waarderingsgrondslagen zijn toegepast. In noot 23 bij de geconsolideerde jaarrekening wordt een overzicht gegeven van de dochterondernemingen.

Alle saldi, transacties, baten en lasten binnen de groep en winsten en verliezen voortvloeiend uit transacties binnen de groep die zijn opgenomen in de activa, worden volledig geëlimineerd.

Dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf overnamedatum, zijnde de datum waarop feitelijke zeggenschap over de overgenomen partij wordt verworven. Consolidatie wordt voortgezet tot het moment dat de feitelijke zeggenschap ophoudt te bestaan.

Bij het opstellen van de vennootschappelijke jaarrekening is ten aanzien van de winst- en verliesrekening gebruik gemaakt van de vrijstelling op basis van artikel 402 van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2.2 Wijzigingen in de grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening

De toegepaste waarderingsgrondslagen zijn gelijk aan die van vorig boekjaar, met uitzondering van:

IAS 19 Personeelsbeloningen

Per 1 januari 2006 wordt een wijziging op ias 19 toegepast. Deze wijziging betreft het toelichten van de ontwikkeling van de activa en verplichtingen van de toegerekende pensioenregelingen en de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de kostencomponenten van de toegezegd-pensioenregelingen en andere nadere toelichtingen. Daarnaast is er de mogelijkheid actuariële winsten en verliezen te verwerken in het eigen vermogen. Van deze mogelijkheid wordt geen gebruik gemaakt.

Toepassing van deze standaard had geen effect op de financiële positie. Wel leidde deze standaard tot additionele informatieverstrekking.

De volgende ifrs-standaarden en ifric-interpretaties hadden geen effect op de financiële positie of de toelichting daarop:

  • ias 21 (herzien): De gevolgen van wisselkoerswijzigingen
  • ias 39 (herzien): Financiële instrumenten: Opname en waardering
  • ifric 4: Vaststelling of een overeenkomst een lease-overeenkomst bevat
  • ifric 5: Belangen in onmantelings-, herstelen milieusaneringsfondsen
  • ifric 6: Verplichtingen die voortvloeien uit deelneming aan een specifieke markt: Afgedankte elektrische en elktronische apparatuur

2.3 Toekomstige wijzigingen in de grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening

Verwacht wordt dat de volgende wijzigingen per 1 januari 2007 zullen worden doorgevoerd:

IAS 1 Opstelling van jaarrekeningen

Per 1 januari 2007 wordt ias 1 gewijzigd. Deze wijziging betreft het toelichten van doelstellingen, beleid en processen met betrekking tot het beheersen van het kapitaal. Deze wijziging heeft geen effect op de financiële positie.

IFRS 7 Financiële instrumenten

Per 1 januari 2007 wordt een wijziging op ifrs 7 toegepast. Deze wijziging betreft het toelichten van de aard en gevoeligheid voor risico's die de onderneming heeft bij financiële instrumenten. Deze wijziging heeft geen effect op de financiële positie.

IFRIC 10 Tussentijdse berichtgeving en bijzondere waardeverminderingen

Vanaf boekjaar 2007 is het niet meer toegestaan bijzondere waardeverminderingen die in een tussentijdse berichtgeving worden verantwoord terug te nemen,

als gedurende het resterende boekjaar blijkt dat er geen redenen meer aanwezig zijn voor het nemen van het verlies. Deze interpretatie is nog niet goedgekeurd door de Europese Unie.

ifric 8 Reikwijdte van ifrs 2 zal niet van toepassing zijn.

2.4 Schattingsonzekerheden

Ten minste eenmaal per jaar wordt vastgesteld of uitgaverechten en goodwill onderhevig zijn geweest aan bijzondere waardeverminderingen. Dit vraagt om een schatting van de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan uitgaverechten en goodwill worden toegerekend. Daarbij wordt een schatting gemaakt van de toekomstige kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid en wordt tevens de disconteringsvoet bepaald en de contante waarde van die kasstromen berekend. Zie voor meer toelichting noot 6 bij de geconsolideerde jaarrekening.

2.5 Belang in joint venture

De vennootschap heeft een belang in een joint venture. Een joint venture is een contractuele afspraak waarbij twee of meer partijen een economische activiteit aangaan waarover zij gezamenlijk zeggenschap hebben. Omdat invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijk en financiële beleid, wordt het belang in de joint venture gconsolideerd. Consolidatie gebeurt proportioneel op basis van het aandeel in de joint venture. De jaarrekening van de joint venture is opgesteld voor hetzelfde verslagjaar als dat van de moedermaatschappij. Bij consolidatie worden de waarderingsgrondslagen aangepast aan de grondslagen voor de geconsolideerde jaarrekening. De joint venture wordt proportioneel geconsolideerd tot de datum waarop de vennootschap niet langer gezamenlijke zeggenschap uitoefent.

2.6 Omrekening vreemde valuta

De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro's, die tevens de functionele en rapporteringvaluta van de vennootschap is. Transacties in vreemde valuta worden bij de eerste opname verantwoord tegen de koers van de functionele valuta per de datum van de transactie. Monetaire activa en verplichtingen die luiden in vreemde valuta's worden omgerekend tegen de koers van de functionele valuta per balansdatum. Eventuele verschillen worden ten laste van de winsten verliesrekening gebracht. Niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen historische kostprijs in een vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen per de datum van de oorspronkelijke transacties.

De functionele valuta van de deelneming in de Verenigde Staten is de us Dollar. Per balansdatum worden de activa en passiva van deze dochterondernemingen omgerekend naar de euro tegen de koers per balansdatum en de winst- en verliesrekeningen worden omgerekend tegen de gewogen gemiddelde koers voor het jaar. De koersverschillen die voortkomen uit de omrekening worden direct in een aparte component van het eigen vermogen gebracht. Bij de afstoting van een buitenlandse entiteit wordt het uitgestelde cumulatieve bedrag dat is opgenomen in het eigen vermogen voor die betreffende buitenlandse activiteit in de winst- en verliesrekening verantwoord.

2.7 Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden tegen kostprijs opgenomen, onder aftrek van de cumulatieve afschrijving en de cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Afschrijving wordt lineair berekend op basis van de gebruiksduur van de betreffende activa. De boekwaarde van de materiële vaste activa wordt getoetst op bijzondere waardevermindering indien gebeurtenissen of veranderingen in de omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde

mogelijk niet realiseerbaar is. Ook de restwaarde en de gebruiksduur worden jaarlijks beoordeeld en zo nodig herzien.

Een materieel vast actief wordt niet meer op de balans opgenomen in geval van afstoting of indien er er geen toekomstige economische voordelen van het gebruik of de afstoting worden verwacht. Een eventuele opbrengst of verlies, voortvloeiend uit de verwijdering van het actief op de balans, wordt op het moment van verwijdering ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.

2.8 Immateriële vaste activa

Van derden verworven uitgaverechten en goodwill worden geactiveerd tegen verkrijgingsprijs. Uitgaverechten en goodwill zijn immateriële vaste activa met onbepaalbare gebruiksduur. Op deze immateriële vaste activa wordt niet afgeschreven. De boekwaarde van een immaterieel vast actief met een onbepaalbare gebruiksduur wordt jaarlijks getoetst, waarbij wordt beoordeeld of er sprake is van bijzondere waardeverminderingen op het niveau van de kasstroomgenererende eenheid. Ook wordt dan beoordeeld of de onbepaalbare gebruiksduur nog gefundeerd is. Zo nodig wordt de gebruiksduur omgezet van onbepaalbaar in bepaalbaar.

Tot de overige immateriële activa behoren aan derden betaalde merkenrechten die worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Deze rechten worden lineair afgeschreven op basis van de gebruiksduur. De al dan niet in eigen beheer vervaardigde informatiesystemen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs respectievelijk vervaardigingskosten. De afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur. Indien de realiseerbare waarde lager is dan de aldus berekende boekwaarde, vinden aanvullende afwaarderingen plaats. Jaarlijks wordt de gebruiksduur geëvalueerd.

2.9 Bijzondere waardevermindering van activa De vennootschap beoordeelt per verslagdatum of er aanwijzingen zijn dat een actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien een dergelijke aanwijzing aanwezig is, of indien de jaarlijkse toetsing op bijzondere waardevermindering van een actief vereist is, maakt de vennootschap een schatting van de realiseerbare waarde van het actief. De realiseerbare waarde van een actief is de hoogste van de reële waarde van een actief na aftrek van de verkoopkosten of de gebruikswaarde, tenzij het actief geen inkomende kasstromen genereert die grotendeels onafhankelijk zijn van de stromen van andere activa of groepen van activa. Indien de boekwaarde van een actief de realiseerbare waarde overschrijdt, wordt het actief geacht een bijzondere waardevermindering te hebben ondergaan en wordt deze afgewaardeerd tot de realiseerbare waarde. Bij de bepaling van de gebruikswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen contant gemaakt, waarbij een disconteringsvoet vóór belasting wordt toegepast die rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen van de tijdwaarde van geld en de specifieke risico's van het actief. Bijzondere waardeverminderingsverliezen van voortgezette bedrijfsactiviteiten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening in de kostencategorie die overeenkomt met de functie van het betreffende actief.

Per iedere verslagdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een voorheen opgenomen bijzonder waardeverminderingsverlies niet langer bestaat of is verminderd. Indien een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde geschat. Een voorheen opgenomen verlies vanwege bijzondere waardevermindering wordt slechts teruggenomen indien er een wijziging is opgetreden in de schatting die wordt gebruikt ter bepaling van de realiseerbare waarde van het actief sinds de opname van het laatste bijzondere waardeverminderingsverlies. Indien dit het geval is, wordt de boekwaarde van het actief verhoogd naar de

realiseerbare waarde. Dit verhoogde bedrag kan niet hoger zijn dan de boekwaarde die zou zijn bepaald (na aftrek van afschrijving) indien er geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief in eerdere jaren zou zijn opgenomen. Een dergelijke terugneming wordt verantwoord in de winst of het verlies tenzij het actief wordt opgenomen tegen het geherwaardeerde bedrag, in welk geval de terugneming wordt behandeld als een herwaarderingstoename. Na een dergelijke terugneming wordt de afschrijvingslast aangepast om de herziene boekwaarde van het actief (na aftrek van een eventuele restwaarde) over de resterende gebruiksduur systematisch toe te rekenen aan toekomstige perioden.

2.10 Financiële vaste activa

Leningen en vorderingen zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd. De achtergestelde lening aan het pensioenfonds wordt verantwoord onder deze post. Deze lening wordt gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. Zodra de leningen en vorderingen niet langer op de balans worden opgenomen, of bij een bijzondere waardevermindering danwel afschrijving, komen de winsten en verliezen ten gunste dan wel ten laste van de resultatenrekening.

2.11 Voorraden

Voorraden gereed product en onderhanden werk worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs, waaronder begrepen de intern toegerekende personele kosten van bureauredactie. De voorraden grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere opbrengstwaarde.

2.12 Handelsvorderingen en overige vorderingen Handelsvorderingen worden opgenomen tegen het oorspronkelijke factuurbedrag minus een voorziening voor oninbare bedragen. Een dergelijke voorziening wordt opgenomen indien er objectief bewijs is dat de

vennootschap niet in staat zal zijn de openstaande bedragen te innen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven zodra de oninbaarheid is vastgesteld.

2.13 Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten in de balans bestaan uit banktegoeden en kasgeld en kortetermijndeposito's met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden of minder.

Ten behoeve van het geconsolideerde kasstroomoverzicht bestaan de geldmiddelen en kasequivalenten uit de liquide middelen zoals hierboven gedefinieerd, na aftrek van de openstaande bankkredieten.

2.14 Rentedragende leningen

Alle leningen worden bij de eerste opname opgenomen tegen de reële waarde onder aftrek van de direct toerekenbare transactiekosten.

Na deze eerste opname worden de rentedragende leningen vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode.

Winsten en verliezen worden opgenomen in het nettoresultaat zodra de schulden niet langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het afschrijvingsproces.

2.15 Niet langer opnemen in de balans van financiële activa en passiva

Financiële activa

Een financieel actief wordt niet langer opgenomen indien:

• de entiteit geen recht meer heeft op de kasstromen uit dit actief

  • de vennootschap het recht heeft behouden om de kasstromen uit dit actief te ontvangen, maar een verplichting is aangegaan om deze volledig zonder belangrijke vertraging te betalen aan een derde ingevolge een bijzondere afspraak, of
  • de vennootschap haar rechten op de kasstromen uit dit actief heeft overgedragen en ofwel (a) grotendeels alle risico's en voordelen van dit actief heeft overgedragen, ofwel (b) niet grotendeels alle risico's en voordelen van dit actief heeft overgedaan of behouden, maar de zeggenschap over dit actief heeft overgedragen.

Financiële verplichtingen

Een financiële verplichting wordt niet langer op de balans opgenomen zodra aan de prestatie ingevolge de verplichting is voldaan, deze is opgeheven of is verlopen.

2.16 Bijzondere waardeverminderingen van financiële activa

De onderneming bepaalt voor elke balansdatum of een financieel actief of een groep van financiële activa een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.

Tegen geamortiseerde kostprijs opgenomen activa Indien er objectief bewijs voorhanden is dat een verlies is opgetreden vanwege bijzondere waardeverminderingen, dan wordt de boekwaarde van het actief direct of via een aftrekpost verlaagd. Het bedrag van het verlies zal in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.

2.17 Voorzieningen

Een voorziening wordt opgenomen indien (i) de vennootschap een huidige (contractuele of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden; (ii) het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en (iii) een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van het bedrag van de verplichting dat uit een (deel van de) voorziening wordt vergoed; ingevolge een verzekeringscontract bijvoorbeeld, wordt de vergoeding zin alleen opgenomen als een afzonderlijk actief indien de vergoeding vrijwel zeker is. De last die met een voorziening samenhangt, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening na aftrek van een eventuele vergoeding. Indien het effect van de tijdwaarde van geld materieel is, worden de voorzieningen contant gemaakt tegen een disconteringsvoet vóór belasting die, indien noodzakelijk, met de specifieke risico's van de verplichting rekening houdt.

2.18 Pensioenen en overige regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding

Er zijn twee pensioenregelingen voor de medewerkers in Nederland. Beide regelingen zijn aan te merken als een toegezegde pensioenregeling gebaseerd op een eindloon verminderd met een franchise. Bij een deel van de medewerkers gaat het om een gemitigeerd eindloon.

De kosten van de toegezegd-pensioenregeling worden op actuariële wijze bepaald aan de hand van de "Projected Unit Credit"- methode. Actuariële winsten en verliezen worden opgenomen als baten of lasten indien de netto cumulatieve niet-verantwoorde actuariële winsten en verliezen aan het eind van het vorig boekjaar meer bedragen dan 10% van de toegezegd-pensioenverplichting of de hogere reële waarde van de fondsbeleggingen per die datum. Deze winsten of verliezen worden toegerekend aan de verwachte gemiddelde resterende arbeidsduur van de werknemers die aan de regeling deelnemen.

De nettoverplichting uit hoofde van de toegezegdpensioenregeling bestaat uit de contante waarde van de bruto verplichting plus de niet opgenomen actuariële winsten en verliezen, waarvan wordt afgetrokken de nog niet opgenomen backservicekosten en de reële waarde van de fondsbeleggingen waaruit de verplichtingen direct moeten worden afgewikkeld.

Indien een dergelijk totaalbedrag negatief is, is er sprake van een actief, dat wordt gewaardeerd tegen de laagste waarde van dit totaalbedrag of het totaalbedrag van cumulatieve niet-opgenomen actuariële verliezen, backservicekosten en de contante waarde van eventuele economische voordelen die beschikbaar zijn in de vorm van restituties uit de pensioenregeling of verlaging van de toekomstige premies voor de regeling.

Medewerkers in de Verenigde Staten hebben een beschikbare premieregeling. Deze zijn ondergebracht bij een verzekeraar. De pensioenpremie wordt als een last verantwoord in de winst- en verliesrekening.

2.19 Leaseovereenkomsten

De bepaling of een regeling een leaseovereenkomst vormt of deze bevat, is gebaseerd op de inhoud van de overeenkomst en vereist een beoordeling of de uitvoering van de overeenkomst afhankelijk is van het gebruik van een bepaald actief of bepaalde activa en of de overeenkomst het recht toekent om het actief te gebruiken.

Operationele leasebetalingen worden gedurende de leaseperiode lineair opgenomen als last in de winsten verliesrekening.

2.20 Subsidies

Subsidies in de vorm van een bijdrage aan de exploitatie van een uitgeefproject, worden opgenomen indien er een redelijke mate van zekerheid is dat de subsidie zal worden ontvangen en dat aan alle relevante voorwaarden zal worden voldaan. Indien de subsidie betrekking heeft op een kostenpost wordt de subsidie onder de "kostprijs van de omzet" verrekend.

2.21 Opbrengstverantwoording

Opbrengsten worden verantwoord voorzover het waarschijnlijk is dat de economische voordelen ten goede zullen komen aan de vennootschap en de opbrengsten betrouwbaar kunnen worden bepaald. Opbrengsten worden verantwoord op het moment dat de belangrijkste risico's en voordelen van eigendom zijn overgedragen aan de koper. De volgende specifieke verantwoordingscriteria zijn van toepassing:

Verkoop van boeken en tijdschriften

Hieronder wordt verstaan de opbrengst uit levering van boeken en tijdschriften aan derden. Ontvangen abonnementsgelden worden niet verantwoord als opbrengst maar als kortlopende schuld, indien nog geen levering heeft plaatsgevonden.

Levering vindt plaats in gedrukte vorm of digitaal. Onder digitale levering valt ook het toegang hebben tot een database. Verder behoren daartoe verstrekte (licentie-) rechten. Van de opbrengsten worden de korting en de over de omzet geheven belastingen afgetrokken.

Geleverde diensten

Diensten zijn werkzaamheden in opdracht van en voor risico van derden. Dit betreft het op microfilm zetten of digitaal scannen van documenten. De opbrengst van geleverde diensten wordt evenredig over de contractperiode gespreid.

Rentebaten

De opbrengsten worden verantwoord naar gelang de rente aangroeit (via de effectieve-rentemethode, d.w.z. de rentevoet die bij contantmaking van de geschatte toekomstige kasontvangsten, gedurende de verwachte levensduur van het financiële instrument, uitkomt op de nettoboekwaarde van het financieel actief).

2.22 Kostprijs van de omzet

De technische productiekosten die worden gemaakt bij het tot stand komen van een boek of tijdschrift, zoals het zetten, drukken en binden, komen ten laste van de post onderhanden werk op de balans. Deze kosten omvatten ook intern toegerekende personele kosten van de bureauredactie. Indien een boek gereed is worden de totale kosten opgenomen onder de voorraad gereed product. Als een boek vervolgens wordt uitgeleverd worden de kosten daarvan opgenomen in de winst- en verliesrekening. Indien een aflevering van een tijdschrift gereed is worden de bijbehorende kosten direct verantwoord in de winst- en verliesrekening. Daarnaast behoren hiertoe afschrijvingskosten van overige immateriële activa, voorzover die samenhangen met elektronische databases, verplichtingen voor het betalen van royalty's en verzendkosten.

2.23 Belastingen

Verschuldigde en verrekenbare belastingen Verschuldigde en verrekenbare belastingvorderingen en -verplichtingen voor lopende en voorgaande jaren worden gewaardeerd op het bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de belastingdienst. Het belastingbedrag wordt berekend op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving.

Uitgestelde belastingen

Voor uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen wordt een voorziening gevormd op basis van de tijdelijke verschillen per balansdatum tussen de fiscale boekwaarde van activa en passiva en hun in deze jaarrekening opgenomen boekwaarde. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen voorzover het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil

kan worden verrekend. Uitgestelde belastingenvorderingen- en verplichtingen worden verantwoord voor alle belastbare tijdelijke verschillen, behalve:

  • indien de uitgestelde belastingvordering voortkomt uit de eerste opname van een vordering of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en, op het moment van de transactie, geen invloed heeft op de winst vóór belasting of het fiscale resultaat, en/of
  • indien de uitgestelde belastingverplichting voortkomt uit de eerste opname van goodwill of de eerste opname van een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en, op het moment van de transactie, geen invloed heeft op de winst vóór belasting of het fiscale resultaat, en
  • voor wat betreft belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen en belangen in joint ventures, indien het tijdstip van afwikkeling geheel zelfstandig kan worden bepaald, en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil niet in de nabije toekomst zal worden afgewikkeld.

Uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving.

Uitgestelde belastingvorderingen en-verplichtingen worden gesaldeerd indien er een in rechte afdwingbaar recht bestaat om belastingvorderingen te salderen met belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingen verband houden met dezelfde belastbare entiteit en dezelfde belastingautoriteit.

Omzetbelasting

Opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen na aftrek van de omzetbelasting. Het netto bedrag van de omzetbelasting die kan worden teruggevorderd van of betaalbaar is aan de belastingdienst wordt opgenomen als een onderdeel van de vorderingen of verplichtingen in de balans.

2.24 Afgeleide financiële instrumenten en afdekking van risico's

De vennootschap heeft afgeleide financiële instrumenten zoals termijncontracten voor valutatransacties en renteswaps voor het afdekken van risico's die samenhangen met vreemde valuta respectievelijk rente. Deze afgeleide financiële instrumenten worden op transactiedatum gewaardeerd tegen de reële waarde. Afgeleide financiële instrumenten worden opgenomen als een actief indien de reële waarde positief is en als een passief indien de reële waarde negatief is.

De reële waarde van de termijncontracten op valutaverkopen wordt bepaald aan de hand van de marktwaarde van gelijksoortige instrumenten. Hedge accounting wordt niet toegepast op termijncontracten. Niet-gerealiseerde waardemutaties op deze contracten worden verrekend in de winsten verliesrekening.

De reële waarde van de renteswap wordt bepaald aan de hand van de marktwaarde van gelijksoortige instrumenten. Hedge accounting wordt toegepast op de renteswap. Deze afdekking is naar verwachting zeer effectief in het bereiken van compensatie van het risico van verandering in de reële waarde van de afgedekte positie. Niet-gerealiseerde waardemutaties worden verrekend via het eigen vermogen, onder aftrek van een reservering voor latente belastingvordering of -verplichting.

T O E L I C H T I N G O P D E G E C O N S O L I D E E R D E J A A R R E K E N I N G

In duizenden euro's

3 . A c q u i s i t i e s e n d e s i n v e s t e r i n g e n

In 2006 hebben vier acquisities plaatsgevonden.

Overname aandelen van IDC Publishers BV

Op 2 januari 2006 heeft Brill alle aandelen van IDC Publishers gekocht. IDC Publishers bv publiceert primaire bronnen op het gebied van de Humaniora. Het aantal werknemers bij overname bedroeg 23 en is sindsdien teruggebracht naar 14. De overnamekosten bedroegen eur 1,1 mln. Daarvan is eur 200 duizend betaald in de vorm van certificaten van aandelen. Daartoe is het aantal uitstaande (certificaten van) aandelen uitgebreid met 11.695 stuks. Verder is voor eur 500 duizend aan schulden afgelost. De aankoop heeft geleid tot een bedrag van eur 1,1 mln aan geactiveerde goodwill. IDC had bij overname eur 1,1 mln aan compensabele verliezen met een waarde van eur 282 duizend.

Bij acquisitie van IDC is een negatief saldo aan geldmiddelen en kasequivalenten van eur 432 duizend verkregen. Dit saldo bestaat uit een bankkrediet van eur 509 duizend, een positief saldo op de overige bankrekeningen van eur 49 duizend en een proportioneel toegerekend bedrag van eur 28 duizend van een joint venture.

Op 2 januari 2007 is IDC Publishers bv juridisch gefuseerd met Brill nv. Deze fusie kon met terugwerkende kracht vanaf de datum van overname worden doorgevoerd. Zie noot 24, gebeurtenissen na balansdatum.

IDC droeg in 2006 voor eur 2,2 mln bij aan de omzet. Eveneens droeg het bij aan de winst. Deze bijdragen vonden plaats over geheel 2006.

Overige overnames

In 2006 hebben drie kleinere overnames plaatsgevonden. Bij deze overnames zijn alleen activa gekocht. De daarmee gemoeide overnameprijs was totaal eur 1,5 mln. Van dit bedrag zal eur 0,6 mln over een looptijd van vier jaar worden betaald.

Deze overnames zijn volledig uit eigen kasmiddelen betaald. De gezamenlijke bijdrage aan de omzet van deze acquisities was eur 300 duizend. De acquisities droegen bij aan de winst.De kleinere overnames betroffen:

  • a Overname activa van Transnational Op 15 oktober 2006 heeft Brill van Transnational Publishers Inc., gevestigd in de Verenigde Staten, een deel van de activa op het gebied van Internationaal Recht gekocht. Het personeelsbestand is niet uitgebreid vanwege deze overname.
  • b Overname activa van Hotei

Op 15 mei 2006 heeft Brill van KIT Publishers bv, gevestigd in Nederland, de imprint Hotei gekocht alsmede een selectie van voorraden en onderhanden werk. Dit boekenfonds geeft wetenschappelijke publicaties uit op het gebied van Japanse kunst en cultuur, met bijzondere aandacht voor Japanse prentkunst. Het personeelsbestand is met 1 werknemer uitgebreid vanwege deze overname.

c Overname activa van Gieben

Op 15 augustus 2006 heeft Brill van Gieben Publishers bv, gevestigd in Nederland, de voorraden gekocht op het gebied van de klassieke filologie, oude geschiedenis en archeologie. Het personeelsbestand is vanwege deze overname niet uitgebreid.

Desinvesteringen

Op 6 december 2006 is het tijdschrift The Pain Clinic verkocht aan de Engelse uitgever Maney Publishing. Op 20 december 2006 is het wiskundefonds verkocht aan Walter de Gruyter GmbH & Co, gevestigd in Duitsland.

De reële waarde van de identificeerbare activa en verplichtingen van de acquisities en van de desinvesteringen per transactiedatum zijn:

A c q u i s i t i e s reële
waarde
opgenomen
bij de over
name IDC
overige
acquisities
totaal boekwaarde
IDC
overige
acquisities
totaal
Materiële vaste activa 391 0 391 391 0 391
Immateriële vaste activa 581 667 1.248 581 0 581
Financiële vaste activa –15 0 –15 1 0 1
Uitgestelde belastingvordering 284 0 284 284 0 284
Voorraden 148 411 560 148 536 684
Handelsvorderingen en overige vorderingen 454 0 454 454 0 454
Geldmiddelen en kasequivalenten
49

0
49
49

0
49
Totaal identificeerbare activa
1.892

1.078
2.971
1.908

536
2.444
Rentedragende leningen 55 0 55 55 0 55
Pensioenen 17 0 17 0 0 0
Uitgestelde belastingverplichtingen 163 0 163 163 0 163
Handelsschulden en overige te betalen
posten
1.049 0 1.049 1.049 0 1.049
Rentedragende schulden 724 0 724 724 0 724
Valutatermijncontracten
0

0
0
0

0
0
Totaal identificeerbare passiva
2.008

0
2.008
1.991

0
1.991
Netto identificeerbare activa en passiva –116 1.078 962 –83 536 453
Goodwill bij overname
1.196

413
1.609
Totale aankoopprijs
1.080

1.491
2.571
reële
waarde
opgenomen
bij de over
name IDC
overige
acquisities
totaal
Aankoopprijs
Uitgegeven aandelen, tegen reële waarde 200 0 200
Overnamekosten
880

1.491
2.371
Totaal
1.080

1.491
2.571
Uitstroom kasmiddelen bij de overname
Netto geldmiddelen en kasequivalenten
verkregen bij acquisitie
–432 0 –432
Betaald of nog te betalen met kasmiddelen –880 –1.595 –2.475
Waarvan nog te betalen met kasmiddelen
0

808
808
Nettokasmiddelen in boekjaar
–1.312

–787
–2.099

D e s i n v e s t e r i n g e n

Immateriële vaste activa –151
Voorraden –129
Totaal identificeerbare activa –280
Handelsschulden en overige
te betalen posten
13
Totaal identificeerbare passiva 13
Netto identificeerbare activa en passiva 293
Boekwinst op desinvesteringen 121
Totale verkoopprijs 414
Ontvangen of nog te ontvangen
nettokasmiddelen
414

4 . Jo i n t v e n t u r e s

IDC Publishers bv heeft een belang van 50% in RusAr Publishers of Archival Resources. Deze joint venture is een besloten vennootschap onder Russisch recht en is gevestigd in Moskou. Doel van de joint venture is het online ontsluiten van de archieven van de Comintern. Als gevolg van de overname van IDC Publishers bv in 2006 wordt vanaf dit jaar het aandeel in de activa, passiva, baten en lasten van de joint venture per 31 december proportioneel verantwoord in de geconsolideerde jaarrekening.

Het aandeel van de joint venture in de geconsolideerde jaarrekening 2006 was een verlies van eur 20 duizend.

Balans per 31 december:
2006 Winst en verliesrekening:
2006
A c t i v a
Vaste activa Omzet 6
Materiële vaste activa 6 Kostprijs van de omzet
–9
Uitgestelde belastingvorderingen 16
Brutowinst –3
Vlottende activa
Handelsvorderingen en overige vorderingen 3 Personeelskosten 0
Geldmiddelen en kas equivalenten
8 Overige operationele kosten
–23
Totaal activa
33 Verlies voor rente en belastingen –26
Rente-inkomsten 0
Pa s s i v a Rentelasten
0
Eigen vermogen Verlies voor belasting –26
Geplaatst kapitaal 10
Geaccumuleerd verlies
–46 Belastingbate
6
Totaal eigen vermogen –36 Verlies
–20
Kortlopende verplichtingen
Rentedragende leningen 4
Handelsschulden en overige te

betalen posten
65 Effect van joint venture op de kasstroom:
2006
Totaal verplichtingen 69 Operationele kasstroom –15
Investeringskasstroom –8
Totaal passiva
33 Financieringskasstroom
4

–19 Netto kasstroom

verbouwingen overige materiële
vaste activa
buiten gebruik
gestelde activa
totaal
5 . M a t e r i ë l e v a s t e a c t i v a 2006 2005 2006 2005 2006 2005 2006 2005
Boekwaarde per 1 januari 541 508 1.066 1.036 0 309 1.607 1.853
Investeringen 0 62 681 515 0 0 681 577
Desinvesteringen 0 0 –20 –4 0 –309 –20 –313
Afschrijvingen
–28

–29
–603 –481
0

0
–631 –510
Boekwaarde per 31 december
513

541
1.124 1.066
0

0
1.637 1.607
1 januari
Kostprijs 572 510 2.913 2.398 0 1.637 3.485 4.545
Afschrijvingen
–31

–2
–1.847 –1.362 0 –1.328 –1.878 –2.692
Boekwaarde
541

508
1.066 1.036
0

309
1.607 1.853
31 december
Kostprijs 572 572 3.593 2.913 0 1.637 4.165 5.122
Afschrijvingen
–59

–31
–2.469 –1.847 0 –1.637 –2.528 –3.515
Boekwaarde
513

541
1.124 1.066
0

0
1.637 1.607

De geschatte gebruiksduur van de activa is als volgt:

2006 2005
Verbouwingen 10 jaar 10 jaar
Overige materiële vaste activa 3 tot 10 jaar 3 tot 10 jaar

De in 2005 buiten gebruik gestelde activa betreft het voormalige kantoorgebouw dat in 2005 is gesloopt en de grond die in datzelfde jaar is verkocht.

uitgeefrechten goodwill overige
immateriële
vaste activa
totaal
6 . I m m a t e r i ë l e v a s t e a c t i v a 2006 2005 2006 2005 2006 2005 2006 2005
Boekwaarde per 1 januari 9.276 9.182 347 347 429 427 10.052 9.956
Investeringen 667 94 1.609 0 1.009 129 3.285 223
Desinvesteringen –151 0 0 0 0 0 –151 0
Afschrijvingen
0

0

0

0
–512 –127 –512 –127
Boekwaarde per 31 december 9.792 9.276 1.956
347

926

429
12.674 10.052
1 januari
Kostprijs 9.276 9.182 347 347 758 629 10.381 10.158
Afschrijvingen
0

0
0 0 –329 –202 –329 –202
Boekwaarde 9.276 9.182
347

347

429

427
10.052 9.956
31 december
Kostprijs 9.792 9.276 1.956 347 1.767 758 13.515 10.381
Afschrijvingen
0

0
0 0 –841 –329 –841 –329
Boekwaarde 9.792 9.276 1.956
347

926

429
12.674 10.052

Uitgeefrechten en goodwill hebben betrekking op verworven auteursrechten. Eind 2006 was de boekwaarde daarvan eur 11,7 miljoen. Deze activa hebben in principe een onbepaalde levensduur. De waarde daarvan wordt jaarlijks getoetst op de realiseerbare waarde en/of bijzondere waardeverminderingen. Toetsing vindt plaats door berekening van de contante waarde over 5 jaar plus 50% van de contant gemaakte restwaarde. De kasstroom voor belasting wordt verdisconteerd tegen 10%, gebaseerd op 50% financiering van de onderneming met eigen vermogen. De belangrijkste veronderstellingen die daarbij zijn toegepast hebben betrekking op de omzetgroei en de ontwikkeling van de brutowinst. Deze veronderstellingen zijn gebaseerd op inschattingen van het management. Indien in plaats van

de veronderstelde omzetgroei gemiddeld de omzet ieder jaar met 14% zou dalen bij een onbepaalde levensduur, dan is de realiseerbare waarde gelijk aan de boekwaarde. Bij een verdere daling zou een bijzondere afwaardering moeten plaatsvinden.

In de tabel op de volgende pagina wordt aangegeven de boekwaarde van de grootste kasstroomgenererende eenheden. Daarnaast is er een aantal kasstroomgenererende eenheden van kleine omvang, voornamelijk tijdschriften, die in de loop van de tijd zijn geacquireerd. Deze worden samengevat als "overige". Deze kasstroomgenererende eenheden zijn beoordeeld op bijzondere waardevermindering, conform bovenstaande methodiek.

De boekwaarde, bestaande uit uitgeefrechten en goodwill, van deze activa was:

Boekwaarde uitgeefrechten en goodwill (x eur 1.000)

2006 2005
Martinus Nijhoff 6.805 6.805
IDC 1.213 0
Transnational 1.003 0
VSP 928 1.074
Overig 1.798 1.744
Totale boekwaarde 11.748 9.623

De boekwaarde van het in 1999 geacquireerde fonds VSP is met eur 151 duizend verlaagd vanwege de verkoop van het wiskunde fonds en het tijdschrift The Pain Clinic. Zie noot 3.

De afschrijving op de overige immateriële activa wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening.

Naast immateriële activa met een onbepaalde levensduur zijn er immateriële activa met een bepaalde levensduur. Daartoe behoren betaalde merkenrechten. Deze worden lineair afgeschreven conform de looptijd van het beschermingsrecht. Eveneens behoren hiertoe in eigen beheer vervaardigde informatiesystemen, welke in vijf jaar lineair worden afgeschreven. De afschrijvingslasten van deze laatste categorie waren in 2006 eur 152 duizend (2005: eur 78 duizend) en worden verantwoord onder de kostprijs van de omzet (noot 18).

7 . Fi n a n c i ë l e v a s t e a c t i v a
2006
2005
Achtergestelde lening pensioenfonds
270
270

270
270

Om het eigen vermogen van het pensioenfonds te verhogen is met de Stichting Pensioenfonds Peltenburg een algemeen achtergestelde lening overeengekomen. In totaal is eur 270 duizend aan de Stichting Pensioenfonds Peltenburg geleend. De rente op de lening is 4% op jaarbasis. De lening heeft geen vaste

looptijd. Het pensioenfonds heeft een opzegtermijn van vijf jaar, tenzij de lening door het pensioenfonds, en na instemming van de Nederlandse Bank, niet langer als bestanddeel van het door haar benodigde aansprakelijk vermogen hoeft te worden aangemerkt.

8 . W i n s t b e l a s t i n g
2006

2005
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Winstbelasting over het lopende boekjaar
Actuele belastinglast 721 639
Aanpassing belastinglast voorgaande jaren
Uitgestelde belasting
–20 –24
M.b.t. herkomst en terugboeking
tijdelijke verschillen

335

318
Winstbelasting opgenomen in de
geconsolideerde winst- en verliesrekening

1.036

933
Geconsolideerd mutatie-overzicht van het
eigen vermogen
Uitgestelde belastingen op posten die direct
in het eigen vermogen zijn verwerkt

2006

2005
Omrekening vreemde valuta 83 14
Herwaardering renteswap
13

4
Winstbelasting opgenomen in het eigen
vermogen

96

18

Onderstaande tabel geeft de aansluiting tussen de belastingdruk en de uitkomst van de berekening van de winst voor belasting vermenigvuldigd met het lokale belastingtarief van Nederland per 31 december 2006 en 2005.


2006

2005
Winst voor belasting
Tegen het wettelijke in Nederland van toe
passing zijnde tarief van 29,6% (2005 : 31,5%)
1.073 1.001
Aanpassing winstbelasting vorige jaren –20 –24
Overige –96 13
Effect van afwijkend belastingtarief in de
Verenigde Staten

79

–57
Tegen een effectieve belastingdruk van 28,6%
(2005 : 29,4%)

1.036

933
geconsolideerde
balans
geconsolideerde winst
en verliesrekening
Uitgestelde belastingen
2006
2005
2006
2005
De uitgestelde belasting per 31 december:
Uitgestelde belastingverplichtingen
Versnelde fiscale afschrijving –1.096 –1.016 80 195
Saldo aanpassingen uitgestelde
opbrengsten
0 –27 –27 –17
Aanpassing uitgestelde opbrengsten 0 82
82
99
Te verrekenen verliezen 234 0 50 0
Pensioenen
124
274
150
41

–738
–687
Uitgestelde belastingvorderingen
Uitgestelde opbrengsten RusAr 16 0
Aanpassing reële waarde voorraad
13
20

29
20

Uitgestelde belastingbate (+) / -last (–)

IDC Publishers bv had bij overname eur 1,1 mln aan compensabele verliezen. De compensabele verliezen mogen ook na de fusie tussen Brill nv en IDC Publishers bv worden aangewend voor

het deel van de winst voor belasting dat kan worden toegerekend aan de activiteiten van voormalig IDC Publishers bv.

318

335

9 . Vo o r r a d e n
2006

2005
Onderhanden werk 2.164 1.690
Gereed product
6.992

6.136
Totale voorraden
9.156

7.826
boektitels.

De waarde van de voorraad gereed product is inclusief een voorziening voor onverkoopbaarheid. In 2006 waren er geen kosten vanwege het afboeken van voorraden en het verhogen van de voorziening voor incourante

1 0 . H a n d e l s v o r d e r i n g e n e n ov e r i g e
v o r d e r i n g e n ( k o r t l o p e n d )

2006

2005
Handelsvorderingen 6.289 4.926
Overige vorderingen
2.547

881

8.836

5.807

Handels- en overige vorderingen zijn kortlopend van karakter. Handelsvorderingen zijn niet-rentedragend en hebben over het algemeen een betalingstermijn van 30 tot 90 dagen, afhankelijk van het land van vestiging van de debiteur.

1 1 . G e l d m i d d e l e n e n
k a s e q u i v a l e n t e n

2006
2005
Geldmiddelen 2.068 1.392
Korte-termijndeposito's
646
0

2.714
1.392

Voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht kunnen de geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december als volgt worden gespecificeerd:


2006

2005
Geldmiddelen 2.068 1.392
Korte-termijndeposito's 646 0 tarief.
Bankkredieten [13]
–714

–939

2.000

453

Op de banktegoeden wordt een rente vergoed tegen 1%. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van bankdeposito's met een hoger variabel

1 2 . G e p l a a t s t k a p i t a a l e n r e s e r v e s
2006

2005
Maatschappelijk kapitaal aantal x aantal x
1.000 1.000
Aantal gewone aandelen van eur 0,60
per aandeel
1.810 1.749
Gewone aandelen aantal x eur x
Uitgegeven en volgestort 1.000 1.000
1 januari 2005 1.702 1.021
Uitgegeven op 7-6-2005 stockdividend
47

29
1 januari 2006 1.749 1.050
Uitgegeven op 1-2-2006 overname IDC 12 7
Uitgegeven op 7-6-2006 stockdividend
49

29
31 december 2006
1.810

1.086
Overige reserves interest
omrekenings
reserve
valuta
omrekenings
reserve
totaal
1 januari 2006 14 –160 –146
Herwaardering
45 –41 4
31 december 2006
59 –201 –142

Interest omrekeningsreserve

De interest omrekeningsreserve omvat het aandeel in de waardestijging of -daling van een afdekkingsinstrument waarvan is vastgesteld dat het een effectieve afdekking betreft.

Valuta omrekeningsreserve

De valuta omrekeningsreserve omvat de koersverschillen die voortvloeien uit de omrekening van de jaarrekeningen van buitenlandse dochterondernemingen, en tevens het effect van de afdekking van netto-investeringen in buitenlandse ctiviteiten.

1 3 . R e n t e d r a g e n d e l e n i n g e n

1 3 . R e n t e d r a g e n d e l e n i n g e n
2006
2005
effectief
rente
percentage
vervaldatum
Kortlopend
Banklening 4,6% 2007 2.500 0
Banklening 5,8% 2007 1.000 1.000
Banklening 4,5% 2007 250 0
Bankkredieten euribor
+1,25%
Direct
opvraagbaar

710
939

4.460
1.939
Langlopend
Banklening 5,8% 2008 500 1.500
Banklening 4,5% 2008–2009 1.250 0
Banklening 6,9% 2008–2010 989 0
Bankkrediet RusAr Variabel Direct
opvraagbaar

4
0

2.743
1.500

In 2003 is een standby roll-over leningovereenkomst afgesloten van eur 5 mln. Deze lening heeft een looptijd van 5 jaar. Aflossing vindt plaats in driemaandelijkse termijnen van elk eur 250 duizend. In 2006 zijn twee nieuwe leningen afgesloten vanwege acquisities. De eerste lening is begin 2006 afgesloten. Het gaat om een lening van eur 1,5 mln met een looptijd van drie jaar. Aflossing vindt plaats vanaf

het laatste kwartaal van 2007 in driemaandelijkse termijnen van elk eur 250 duizend. De tweede lening is in het laatste kwartaal van 2006 afgesloten en betreft een lening van usd 1,3 mln met een looptijd van vier jaar. Aflossing vindt plaats vanaf begin 2008 in vier termijnen per jaar van usd 81 duizend.

De aflossing per jaar is (bedragen x 1.000):

Jaar 2007 2008 2009 2010 2011
Aflossing in eur 1.250 1.750 250 0 0
Aflossing in usd 0 325 325 325 325

Per 31 december 2006 was er een onbenutte toegezegde kredietruimte van eur 790 duizend beschikbaar (2005: eur 1.061 duizend).

1 4 . Pensioenen en overige regelingen
i n z a k e v e r g o e d i n g e n n a
u i t d i e n s t t r e d i n g

2006

2005
Kosten van de vergoedingsregeling
(opgenomen in lonen en salarissen)
Aan het dienstjaar toegerekende
pensioenkosten
–773 –737
Rentekosten pensioenverplichting –574 –511
Verwacht rendement op fondsbeleggingen 710 557
Netto actuariële (winst)verlies
235

–3
Netto kosten van de pensioenregelingen
–402

–694
Werkelijk rendement op fondsbeleggingen
710

557
Balansposten m.b.t. kosten van de
pensioenregelingen

2006

2005
Bruto verplichting u.h.v. toegezegde
(pensioen)regelingen
–13.944 –13.464
Reële waarde fondsbeleggingen
14.039

12.042
95 –1.422
Niet-opgenomen netto actuariële
winsten/verliezen

–580

639

De medewerkers in Nederland hebben een toegezegd-pensioenregeling. In de tabellen hiernaast wordt aangegeven de samenstelling van de kosten van de toegezegdpensioenregeling die zijn opgenomen in de geconsolideerde winst-en verliesrekening, de financiering en de in de geconsolideerde balans opgenomen bedragen voor de toegezegd-pensioenregeling.

De medewerkers in de Verenigde Staten hebben een beschikbare premieregeling. De premielast opgenomen in de winst- en verliesrekening was eur 20 duizend (2005: eur 15 duizend).

Mutaties in de contante waarde van de
verplichting toegezegd-pensioenverplichting
zijn als volgt:

Pensioenverplichting

Beginstand bruto verplichting u.h.v.
toegezegd-pensioenreglingen
13.464 11.499
Rentekosten 574 511
Aan het dienstjaar toegerekende
pensioenkosten
773
737
Uitgekeerde bedragen –359 –94
Acquisities 307 0
Acturiële winst(–) of verlies (+) op
verplichtingen

–815
811
Eindstand bruto verplichting u.h.v.
toegezegde pensioenregelingen

13.944
13.464

–485

–783

2005

2006

Mutaties in de reële waarde van de
fondsbeleggingen zijn als volgt:

2006
2005
Beginstand reële waarde fondsbeleggingen 12.042 9.993
Verwacht rendement 710 557
Bijdrage werkgever 884 940
Uitgekeerde bedragen –359 –94
Acquisities 290 0
Actuariële winst(+) of verlies (–) op de
beleggingen

472
646
Reële waarde fondsbeleggingen, 31 december
14.039
12.042

Verwacht wordt dat in 2007 eur 720 duizend zal worden bijgedragen aan de toegezegd-pensioenregelingen.

De belangrijkste categorieën van fonds
beleggingen als percentage van de reële
waarde van de totale fondsbeleggingen
zijn als volgt:

2006

2005
Europese aandelen 30% 26%
Europese obligaties 63% 66%
Vastgoed 7% 8%

Sinds 1 januari 2006 is op grond van wettelijke regelgeving het prepensioen afgeschaft. Tot die tijd werd bij de waardering van het ouderdomspensioen uitgegaan van een pensioenopbouw tot de leeftijd van 62 jaar. Per 1 januari 2006 wordt in de waardering uitgegaan van een pensioenopbouw tot de leeftijd van 65 jaar. Hierdoor kan drie jaar langer over de pensioenopbouw worden gedaan.

De belangrijkste uitgangspunten die
worden gebruikt bij het vaststellen van
de ver­plichtingen uit hoofde van pensioen
regelingen zijn als volgt:

2006
2005
Disconteringsvoet 4,50% 4,25%
Verwacht rendement op activa 5,70% 5,50%
Toekomstige salarisverhogingen 2,50% 2,50%
Toekomstige pensioenverhogingen 2,00% 2,00%
Samenvattend zijn de bedragen voor het huidig
en de twee voorgaande boekjaren:

2006

2005

2004
Bruto verplichtingen –13.944 –13.464 –11.499
Reële waarde fondsbeleggingen
14.039

12.042

9.993
Overschot (+) / tekort (–) 95 –1.422 –1.506
Actuariële winst (+) of verlies (–) op
verplichtingen
815 –811 –796
Actuariële winst (+) of verlies (–) op
de beleggingen
472 646 318
1 5 . H a n d e l s s c h u l d e n e n
2006

2005
Vooruit ontvangen omzet heeft betrekking
t e b e t a l e n p o s t e n ( k o r t l o p e n d ) op betaalde abonnementsgelden. Deze wordt
gedurende het jaar als omzet genomen naar
Vooruitontvangen omzet 4.596 4.311 rato van de uitgeleverde abonnementen.
Handelsschulden 3.019 2.075 Handelsschulden zijn niet-rentedragend en
Belasting en sociale premies 197 94 hebben normaliter een betalingstermijn van
Overlopende passiva 1.882 1.256 30 dagen.
Overige te betalen posten
1.439

538
Belastingen en sociale premies, overlopende
activa en overige te betalen posten worden

11.133

8.274
gedurende het boekjaar afgerekend.
1 6 . Fi n a n c i ë l e i n s t r u m e n t e n Boekwaarde Reële waarde

2006
2005
2006
2005
Financiële activa
Geldmiddelen 2.068 1.392 2.068 1.392
Achtergestelde lening pensioenfonds 270 270 270 270
Financiële verplichtingen
Bankkredieten –714 –939 –714 –939
Rentedragende leningen
Leningen tegen variabele rente –2.488 0 –2.488 0
Leningen tegen vaste rente –4.000 –2.500 –4.000 –2.500
Valutatermijncontracten 241 –313 241 –313
Renteswap –15 –60 –15 –60

Renterisico Per 31 december 2006

Vaste rente Binnen 1-2 2-3 3-4 4-5 Meer dan Totaal

1 jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
5 jaar
Banklening –3.500 –500 0 0 0 0 –4.000

Per 31 december 2005

Vaste rente Binnen

1 jaar
1-2
jaar
2-3

jaar
3-4

jaar
4-5

jaar
Meer dan

5 jaar
Totaal
Banklening –1.000 –1.000 –500 0 0 0 –2.500

Per 31 december 2006

Variabele rente Binnen

1 jaar
1-2
jaar
2-3
jaar
3-4
jaar
4-5
jaar
Meer dan

5 jaar
Totaal
Banklening –250 –1.247 –497 –247 –247 0 –2.488
Bankkredieten –714 0 0 0 0 0 –714
Per 31 december 2005
Variabele rente Binnen

1 jaar
1-2
jaar
2-3
jaar
3-4
jaar
4-5
jaar
Meer dan

5 jaar
Totaal
Bankkrediet –939 0 0 0 0 0 –939

Valutarisico

Ongeveer 40% van de inkomsten van Brill komt uit Noord-Amerika. Deze inkomsten worden gefactureerd in us dollars. Het merendeel van de kasuitgaven is in euro's, waardoor er een overschot aan us dollars ontstaat. Beleid is om ongeveer 90% van de verwachte vrije kasstroom in us dollars met termijncontracten te verkopen. De boekwaarde van deze transacties is gelijk aan de marktwaarde. Op balansdatum was voor usd 8,5 mln aan termijncontracten afgesloten met een marktwaarde van eur 240 duizend.

Niet-gerealiseerde waardemutaties worden verrekend in het resultaat. Dit valutarisico wordt verlaagd door, waar mogelijk, verplichtingen in us dollars aan te gaan. Dat kunnen schulden in us dollars zijn. Ook termijncontracten voor de verkoop van us dollars behoren hiertoe.

In 2006 was er een positief valutaresultaat van eur 318 duizend. In 2005 was er een negatief resultaat van eur 107 duizend.

Renterisico

De rente op de langlopende leningen en de kortlopende bankkredieten zijn variabel en gebaseerd op de geldmarkt. Een renteswap wordt afgesloten als op basis van renteverwachtingen voor de gelden kapitaalmarkt er een redelijke mate van zekerheid bestaat dat door het afsluiten van een renteswap de totale rentelasten lager zullen zijn.

Op basis van de renteverwachtingen wordt bepaald of de rente op langlopende leningen wordt afgedekt met een renteswap. Het renterisico op de langlopende lening uit 2003 is afgedekt met een renteswap. In noot 13 wordt meer informatie over deze lening gegeven. De reële waarde van de renteswap is bepaald door de marktwaarde daarvan. De gemiddeld effectieve rente per jaar op de renteswap is 4,27%.

Kredietrisico

De activiteiten van de onderneming concentreren zich op West-Europa, de Verenigde Staten en Japan. De meeste transacties worden afgesloten via handelaren. De eindafnemers zijn hoofdzakelijk institutionele klanten.

De kasstroom is gevoelig voor de betalingstermijn van debiteuren. De betalingstermijnen worden nauwkeurig bewaakt.

Abonnementen op tijdschriften worden vooruitbetaald. Bestellingen van particulieren worden geleverd na betaling. De onderneming heeft procedures en richtlijnen om het kredietrisico te beperken.

1 7 . G e s e g m e n t e e r d e i n f o r m a t i e

De primaire segmentatiebasis is naar boeken en tijdschriften, omdat deze een verschillend risicoprofiel hebben. De bedrijfsonderdelen van Brill exploiteren zowel boeken als tijdschriften, waardoor het risicoprofiel van deze bedrijfsonderdelen min of meer gelijk is. De secundaire informatie is geografisch.

Totaal

2006

2005

2006
2005
2006

2005
18.702
14.567

6.943
6.950 25.645
21.517
18.702
14.567

6.943
6.950 25.645
21.517
12.557
9.330

4.630
4.676 17.187
14.006
2.091 1.630 73 60 2.164 1.690
6.992 6.136 0 0 6.992 6.136
26.531
19.324
35.687
27.150
183 0 4.413 4.311 4.596 4.311
14.978
9.245
19.574
13.566
Boeken Tijdschriften



Geografische verdeling van de omzet Europa Noord-Amerika Rest van
de wereld
Totaal
Omzet 2006 2005 2006 2005 2006 2005 2006 2005
Verkopen aan externe klanten 11.186 10.876 10.661 8.044 3.798 2.597 25.645 21.517
Onderlinge verkopen tussen segmenten
0

0

0

0

0

0

0

0
Bedrijfsopbrengsten per segment 11.186 10.876 10.661 8.044 3.798 2.597 25.645 21.517
Activa en verplichtingen 2006 2005 2006 2005 2006 2005 2006 2005
Vaste activa 14.558 11.892 52 57 0 0 14.610 11.949
Vlottende activa 14.654 14.423 6.423
778

0

0
21.077 15.201
Totaal activa 29.212 26.315 6.475
835

0

0
35.687 27.150
Totaal verplichtingen 13.762 13.081 5.812
475

0

0
19.574 13.556

1 8 . K o s t e n

18.1 Kostprijs van de omzet
2006

2005
Technische productiekosten 7.244 6.607
Afschrijving immateriële vaste activa 103 78
Verzendkosten 315 362
Royalties
796

464

8.458

7.511
18.2 Personeelskosten
2006

2005
Salarissen en lonen 4.713 3.838
Sociale verzekeringen 622 461
Toegezegd-pensioen regelingen 402 694
VUT en overige personele kosten
374

148

5.141

6.111

1 9 . Fi n a n c i e r i n g s o p b r e n g s t e n , f i n a n c i e r i n g s k o s t e n e n r e s u l t a a t u i t d e s i n v e s t e r i n g e n

19.1 Financieringsopbrengsten
2006
2005
Ontvangen bankrente
92
16

92
16
19.2 Financieringskosten
2006
2005
Banklening en -kredieten
387
194

387
194

19.3 Resultaat uit desinvesteringen

De boekwinst op de verkoop van een tijdschrift en het wiskundefonds zijn verantwoord onder resultaat uit desinvesteringen. De totale boekwinst op deze verkopen bedroeg eur 121 duizend. Deze verkopen zijn nader toegelicht in noot 3.

2 0 . W i n s t p e r a a n d e e l

De winst per aandeel is berekend door
de winst na belastingen toe te rekenen aan
de houders van gewone aandelen en te delen
door het gewogen gemiddeld aantal gewone
uitstaande aandelen.
2006

2005
Winst (x eur 1.000) 2.565 2.245
Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen
voor gewone winst per aandeel
1.789.556 1.729.587
Winst per aandeel Per balansdatum stonden er geen aandelen
Gewone winst per aandeel toe te rekenen aan 1,43 1,30 opties of aflosbare preferente aandelen uit die
aandeelhouders van Koninklijke Brill nv kunnen leiden tot verwatering van de winst
Verwaterde winst per aandeel toe te rekenen 1,43 1,30 per aandeel.
aan aandeelhouders van Koninklijke Brill nv Na balansdatum hebben zich geen transacties

in aandelen voorgedaan.

2 1 . U i t g e k e e r d e n v o o r g e s t e l d d i v i d e n d

Over 2005 was voorgesteld een dividend van eur 1.127 duizend. Dit dividend werd aangeboden als keuzedividend. In 2006 is daarvan eur 249 duizend in contanten betaald. Het overige bedrag is voldaan in de vorm van stockdividend.


2006
2006
Vastgesteld en uitgekeerd gedurende het jaar
Dividend op gewone aandelen
Betaald dividend voor 2005 : 64 cent
(2004: 53 cent)
249 125
Voorgesteld ter goedkeuring (niet opgenomen
als verplichting per 31 december)
Dividend op gewone aandelen
Voorgesteld dividend voor 2006 : 71 cent
(2005: 64 cent)
1.285 1.127
Voorgestelde winstverdeling
2006
Dividend op gewone aandelen 1.285
Toevoeging aan winstreserve
1.280
Winst
2.565

2 2 . N i e t u i t d e b a l a n s b l i j k e n d e v e r p l i c h t i n g

Er is een huurcontract voor het kantoorgebouw in Leiden. Deze overeenkomst heeft een looptijd tot en met september 2014. Vanwege de huurovereenkomst is een bankgarantie verstrekt van eur 90 duizend. Daarnaast is per 2007 een nieuw huurcontract afgesloten voor kantoorruimte in Boston.

Dit contract loopt tot en met 2013. Verder worden bedrijfsauto's geleased. Deze leasecontracten hebben een looptijd van 4 jaar. Het betreft operationele leaseovereenkomsten.

De financiële verplichtingen vanwege leasing zijn:

Per 31 december 2006
(bedragen x 1.000)

2007
2008
2009
2010
2011 2012 e.v.
Bedrijfswagens 83 78 49 18 0 0
Huur
399
409
422
436
450
1.260
Totaal
482
487
471
454
450
1.260
Per 31 december 2005
(bedragen x 1.000)

2006
2007
2008
2009
2010 2011 e.v.
Bedrijfswagens 68 40 30 5 0 0
Huur
319
328
338
348
358
1.444
Totaal
387
368
368
353
358
1.444

2 3 . I n f o r m a t i e o v e r v e r b o n d e n p a r t i j e n

Dochterondernemingen

De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Koninklijke Brill nv en de volgende dochterondernemingen:


2006
2005
% belang
Brill USA, Inc. Verenigde Staten 100% 100%
Brill Academic Publishers, Inc. Verenigde Staten 0% 100%
RusAr Archive Publishers Rusland 50% 0%

Brill USA Inc. heeft als taak de distributie van boeken in Noord-Amerika. De boeken worden van Koninklijke Brill nv gekocht met een marktconforme korting op het moment dat er een verkoop aan derden plaatvindt.

Brill Academic Publishers, Inc is een uitgeverij op het gebied van de Humaniora. Op 1 januari 2006 is deze uitgeverij gefuseerd met Brill USA Inc., waarbij Brill Academic Publishers Inc. de verdwijnende vennootschap was. Verder zijn vanaf deze datum de uitgeefrechten en voorraden verkocht aan Koninklijke Brill nv.

RusAr Archive Publishers richt zich op het digitaliseren en exploiteren van Russische Archiefmateriaal.

Beloning sleutelfunctionarissen

De vennootschap wordt bestuurd door één statutair directeur onder toezicht van de Raad van Commissarissen.

De commissarissen ontvangen uit hoofde van hun functie jaarlijks een beloning. Er is geen sprake van een bonusuitkering of een beloning op termijn, zoals opties in aandelen. Er worden geen pensioenrechten opgebouwd die ten laste van de vennootschap komen.

De beloning van de directeur bestaat uit een vast en een variabel deel. Het variabel deel bestaat uit een kortetermijn bonus van maximaal 50% van de vaste beloning en een drie-jaars lange termijn bonus van maximaal 20% van de vaste beloning. De directeur heeft geen beloning in opties of aandelen. Daarnaast bouwt de directeur ten laste van de vennootschap pensioenrechten op. De bezoldiging van de directie wordt nader toegelicht in het remuneratieverslag.

Bezoldiging van de leden van
2006

2005
de Raad van Commissarisen
Jhr. mr. H.A. van Karnebeek 20.000 18.750
Prof. dr. P.J. Idenburg 17.500 15.000
Drs. ing. H.P. Spruijt
17.500

15.000

55.000

48.750
Bezoldiging van de directeur
2006

2005
Drs. H.A. Pabbruwe
Salaris 204.000 202.015
Bonusuitkering 91.800 60.000
Pensioenlasten
51.264

54.387

347.064

316.402
Totaal bezoldiging van commissarissen
en directeur

402.064

365.152

2 4 . G e b e u r t e n i s s e n n a b a l a n s d a t u m

Op 2 januari 2007 is IDC Publishers bv gefuseerd met Koninklijke Brill nv, waarbij IDC Publishers bv de verdwijnende vennootschap was. Deze fusie kon fiscaal en in de verslaggeving met terugwerkende kracht over 2006 worden toegepast.

V E N N O O T S C H A P P E L I J K E J A A R R E K E N I N G 2 0 0 6

I N H O U D

Ve n n o o t s c h a p p e l i j k e j a a r r e k e n i n g 2 0 0 6

  • Vennootschappelijke balans per 31 december 2006 88
  • Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2006 89
  • Toelichting algemeen 89

89 89

    1. Informatie over de vennootschap
    1. Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
  • Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening 90
    1. Materiële vaste activa 90
    1. Immateriële vaste activa
    1. Financiële vaste activa
    1. Winstbelasting
    1. Voorraden
    1. Handelsvorderingen en overige vorderingen (kortlopend)
    1. Geldmiddelen en kasequivalenten
    1. Geplaatst kapitaal en reserves
    1. Rentedragende leningen
    1. Pensioenen en overige regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding
    1. Handelsschulden en te betalen posten (kortlopend) 99
    1. Financiële instrumenten 99
    1. Niet uit de balans blijkende verplichting 101

O v e r i g e g e g e v e n s

  • Gebeurtenissen na balansdatum 102
  • Winstbestemming 102
  • A c c o u n t a n t s v e r k l a r i n g 103

V E N N O O T S C H A P P E L I J K E B A L A N S P E R 3 1 D E C E M B E R 2 0 0 6

Voor bestemming resultaat; in duizenden euro's

2006 2005
A c t i v a
Vaste activa
Materiële vaste activa [3] 1.601 1.571
Immateriële vaste activa [4] 12.674 10.052
Financiële vaste activa [5]
898
629

15.173
12.252
Vlottende activa
Voorraden [7] 9.156 7.397
Handelsvorderingen en
overige vorderingen [8]
14.251 6.146
Valutatermijncontracten 241 0
Te vorderen belasting [9] 361 176
Geldmiddelen en kas equivalenten
2.725
1.380

26.734
15.099
Totaal activa
41.907
27.351
Pa s s i v a
Eigen vermogen toe te rekenen aan
aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
Geplaatst kapitaal [10] 1.086 1.050
Agio [10] 382 219
Onverdeelde winst [10] 2.565 2.245
Ingehouden winst [10] 12.222 10.226
Overige reserves [10]
–142
–146
Totaal eigen vermogen
16.113
13.594
Voorzieningen
Pensioenen [12] 485 783
Winstbelasting [6]
738
687

1.223
1.470
Langlopende verplichtingen
Rentedragende leningen [11]
2.739
1.500

2.739
1.500
Kortlopende verplichtingen
Handelsschulden en overige
te betalen posten [13]
17.357 8.475
Rentedragende schulden [11] 4.460 1.939
Valutatermijncontracten [14] 0 313
Renteswaps [14]
15
60

21.832
10.787
Totaal passiva
41.907
27.351

V E N N O O T S C H A P P E L I J K E W I N S T - E N V E R L I E S R E K E N I N G O V E R 2 0 0 6

In duizenden euro's

2006 2005
Resultaat deelnemingen na belastingen 325 59
Overig resultaat na belastingen
2.240

2.186
Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 2.565
2.245

T O E L I C H T I N G A L G E M E E N

1 . I n f o r m a t i e o v e r d e v e n n o o t s c h a p

De vennootschappelijke jaarrekening van Koninklijke Brill nv per 31 december 2006 is goedgekeurd voor publicatie ingevolge het besluit van de Raad van Commissarissen en de directie van 19 maart 2007. Koninklijke Brill nv is een in Nederland opgerichte en gevestigde vennootschap waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld bij Euronext, Amsterdam.

2 . G r o n d s l a g e n b i j d e o p s t e l l i n g v a n d e j a a r r e k e n i n g

De vennootschappelijke jaarrekening wordt opgesteld op basis van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de grondslagen van waardering en resultaatbepaling (waaronder de grondslagen voor de classificatie van financiële instrumenten en eigen of vreemd vermogen) te baseren op de International Financial Reporting Standards (ifrs), zoals goedgekeurd door de europese Unie. Daarom wordt voor de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling verwezen naar de noot 2 (grondslagen) bij de geconsolideerde jaarrekening.

De deelnemingen worden verantwoord onder de financiële vaste activa en zijn gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde. Er zijn geen verschillen tussen de netto vermogenswaarde volgens ifrs en Dutch GAAP.

T O E L I C H T I N G O P D E V E N N O O T S C H A P P E L I J K E J A A R R E K E N I N G

In duizenden euro's

verbouwingen overige materiële
vaste activa
buiten gebruik
gestelde activa
totaal
3 . M a t e r i ë l e v a s t e a c t i v a 2006 2005 2006 2005 2006 2005 2006 2005
Boekwaarde per 1 januari 561 508 1.010 1.016 0 309 1.571 1.833
Investeringen 0 62 681 498 0 0 681 560
Desinvesteringen 0 0 –20 –4 0 –309 –20 –313
Afschrijvingen
–28

–9
–603 –500
0

0
–631 –511
Boekwaarde per 31 december
533

561
1.068 1.010
0

0
1.601 1.570
1 januari
Kostprijs 572 510 2.876 2.378 0 1.637 3.448 4.525
Afschrijvingen
–11

–2
–1.866 –1.362
0
–1.328 –1.877 –2.692
Boekwaarde
561

508
1.010 1.016
0

309
1.571 1.833
31 december
Kostprijs 572 572 3.557 2.876 0 1.637 4.129 5.085
Afschrijvingen
–39

–11
–2.489 –1.866
0
–1.637 –2.528 –3.514
Boekwaarde
533

561
1.068 1.010
0

0
1.601 1.571

De geschatte gebruiksduur van de activa is als volgt:

2006 2005
Verbouwingen 10 jaar 10 jaar
Overige materiële vaste activa 3 tot 10 jaar 3 tot 10 jaar

De in 2005 buiten gebruik gestelde activa betreft

het voormalige kantoorgebouw dat in 2005 is gesloopt en de grond die in datzelfde jaar is verkocht.

uitgeefrechten goodwill overige
immateriële
vaste activa
totaal
4 . I m m a t e r i ë l e v a s t e a c t i v a 2006 2005 2006 2005 2006 2005 2006 2005
Boekwaarde per 1 januari 9.276 9.182 347 347 429 427 10.052 9.956
Investeringen 667 94 1.609 0 1.009 129 3.285 223
Desinvesteringen –151 0 0 0 0 0 –151 0
Afschrijvingen
0

0

0

0
–512 –127 –512 –127
Boekwaarde per 31 december 9.792 9.276 1.956
347

926

429
12.674 10.052
1 januari
Kostprijs 9.276 9.182 347 347 758 629 10.381 10.158
Afschrijvingen
0

0
0 0 –329 –202 –329 –202
Boekwaarde 9.276 9.182
347

347

429

427
10.052 9.956
31 december
Kostprijs 9.792 9.276 1.956 347 1.767 758 13.515 10.381
Afschrijvingen
0

0
0 0 –841 –329 –841 –329
Boekwaarde 9.792 9.276 1.956
347

926

429
12.674 10.052

Uitgeefrechten en goodwill hebben betrekking op verworven auteursrechten. Eind 2006 was de boekwaarde daarvan eur 11,7 miljoen. Deze activa hebben in principe een onbepaalde levensduur. De waarde daarvan wordt jaarlijks getoetst op de realiseerbare waarde en/of bijzondere waardeverminderingen. Toetsing vindt plaats door berekening van de contante waarde over 5 jaar plus 50% van de contant gemaakte restwaarde. De kasstroom voor belasting wordt verdisconteerd tegen 10%, gebaseerd op 50% financiering van de onderneming met eigen vermogen. De belangrijkste veronderstellingen die zijn toegepast hebben betrekking op de omzetgroei en de ontwikkeling van de brutowinst. Deze veronderstellingen zijn gebaseerd op inschattingen van het management. Indien in plaats van de veronderstelde omzetgroei gemiddeld de omzet ieder jaar met 14%

zou dalen bij een onbepaalde levensduur, dan is de realiseerbare waarde gelijk aan de boekwaarde. Bij een verdere daling zou een bijzondere afwaardering moeten plaatsvinden.

In de tabel op de volgende pagina wordt aangegeven de boekwaarde van de grootste kasstroomgenererende eenheden. Daarnaast is er een aantal kasstroomgenererende eenheden van kleine omvang, voornamelijk tijdschriften, die in de loop van de tijd zijn geacquireerd. Deze worden samengevat als "overige". Deze kasstroomgenererende eenheden zijn beoordeeld op bijzondere waardevermindering, conform bovenstaande methodiek.

De boekwaarde, bestaande uit uitgeefrechten en goodwill, van deze activa was:

Boekwaarde uitgeefrechten en goodwill (x eur 1.000)

2006 2005
Martinus Nijhoff 6.805 6.805
IDC 1.213 0
Transnational 1.003 0
VSP 928 1.074
Overig 1.798 1.744
Totale boekwaarde 11.748 9.623

De boekwaarde van het in 1999 geacquireerde fonds VSP is met eur 146 duizend verlaagd vanwege de verkoop van het wiskunde fonds en het tijdschrift The Pain Clinic.

De afschrijving op de overige immateriële activa wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening.

Naast immateriële activa met een onbepaalde levensduur zijn er immateriële activa met een bepaalde levensduur. Daartoe behoren betaalde merkenrechten. Deze worden lineair afgeschreven conform de looptijd van het beschermingsrecht. Eveneens behoren hiertoe in eigen beheer vervaardigde informatiesystemen, welke in vijf jaar lineair worden afgeschreven. De afschrijvingslasten van deze laatste categorie waren in 2006 eur 152 duizend (2005: eur 78 duizend) en worden verantwoord onder de kostprijs van de omzet.

5 . Fi n a n c i ë l e v a s t e a c t i v a
2006
2005 eigendom
Brill Academic Publishers Inc., Boston, VS 0 183 0%
Brill USA Inc., Boston, VS 663 176 100%
RusAr
–35
0 50%
Subtotaal deelnemingen
628
359
Achtergestelde lening pensioenfonds
270
270

898
629

Om het eigen vermogen van het pensioenfonds te verhogen is met de Stichting Pensioenfonds Peltenburg een algemeen achtergestelde lening overeengekomen. In totaal is eur 270 duizend aan de Stichting Pensioenfonds Peltenburg geleend. De rente op de lening is 4% op jaarbasis. De lening heeft geen vaste looptijd. Het pensioenfonds heeft een opzegtermijn van vijf jaar, tenzij de lening door het pensioenfonds, en na instemming van de Nederlandse Bank, niet langer als bestanddeel van het door haar benodigde aansprakelijk vermogen hoeft te worden aangemerkt.

6 . W i n s t b e l a s t i n g
2006

2005
Winst voor belasting 3.024 3.039
Tegen het wettelijke in Nederland van toe
passing zijnde tarief van 29,6% (2005: 31,5%)
895 957
Aanpassing winstbelasting vorige jaren –20 –24
Overige
–90

–80
Tegen een effectieve belastingdruk van 26,0%
(2005: 28,1%)

785

853
Uitgestelde belastingen
2006

2005
Versnelde fiscale afschrijving –1.096 –1.016
Saldo aanpassingen uitgestelde opbrengsten 0 –27
Aanpassing uitgestelde opbrengsten 0 82
Te verrekenen verliezen 234 0
Pensioenen
124

274

–738

–687
7 . Vo o r r a d e n
2006
2005
Onderhanden werk 2.164 1.584
Gereed product
6.992
5.813
Totale voorraden
9.156
7.397

De waarde van de voorraad gereed product is inclusief een voorziening voor onverkoopbaarheid. In 2006 waren er geen kosten vanwege het afboeken van voorraden en het verhogen van de voorziening voor incourante boektitels.

De stijging van de voorraden komt voor een deel door acquisities. Hierdoor is in totaal eur 560 duizend aan de voorraden toegevoegd.

8 . H a n d e l s v o r d e r i n g e n e n o v e r i g e
v o r d e r i n g e n ( k o r t l o p e n d )

2006

2005
Handelsvorderingen 6.277 4.913
Overige vorderingen
7.974

1.233

14.251

6.146

Handels- en overige vorderingen zijn kortlopend van karakter. Handelsvorderingen zijn niet-rentedragend en hebben over het algemeen een betalingstermijn van 30 tot 90 dagen.

9 . G e l d m i d d e l e n e n
k a s e q u i v a l e n t e n

2006
2005
Geldmiddelen 2.079 1.380
Korte-termijndeposito's
646
0

2.725
1.380
1 0 . G e p l a a t s t k a p i t a a l e n r e s e r v e s
2006

2005
Maatschappelijk kapitaal aantal x
1.000
aantal x
1.000
Aantal gewone aandelen van eur 0,60
per aandeel
1.810 1.749
Gewone aandelen
Uitgegeven en volgestort
aantal x
1.000
eur x
1.000
1 januari 2005 1.702 1.021
Uitgegeven op 7-6-2005 stockdividend
47

29
1 januari 2006 1.749 1.050
Uitgegeven op 1-2-2006 overname IDC 12 7
Uitgegeven op 7-6-2006 stockdividend
49

29
31 december 2006
1.810

1.086
Agioreserve
2006

2005
1 januari 219 248
Uitkering stockdividend vorige boekjaar –29 –29
Emissie vanwege acquisitie 100% deelneming
192

0
31 december

382

219
Onverdeelde winst

2006
2005
1 januari 2.245 2.068
Betaald contact dividend over vorig boekjaar –249 –125
Winst over vorig boekjaar na uitkering
contant dividend, dat is toegevoegd aan
de ingehouden winst
–1.996 –1.943
Winst over het boekjaar
2.565
2.245
31 december
2.565
2.245
Ingehouden winst
2006
2005
1 januari 10.226 8.283
Winst over vorig boekjaar na uitkering
dividend

1.996
1.943

31 december 12.222 10.226

Overige reserves Interest
omrekenings
reserve
Valuta
omrekenings
reserve
Totaal
1 januari 2006 14 –160 –146
Herwaardering
45 –41 4
31 december 2006
59 –201 –142

Interest omrekeningsreserve De interest omrekeningsreserve omvat het aandeel in de waardestijging of -daling van een afdekkingsinstrument waarvan is vastgesteld dat het een effectieve afdekking betreft.

Valuta omrekeningsreserve De valuta omrekeningsreserve omvat de koersverschillen die voortvloeien uit de omrekening van de jaarrekeningen van buitenlandse dochterondernemingen, en tevens het effect van de afdekking van netto-investeringen in buitenlandse ctiviteiten.

1 1 . R e n t e d r a g e n d e l e n i n g e n


2006
2005
Effectief
rente
percentage
Vervaldatum
Kortlopend
Banklening 4,6% 2007 2.500 0
Banklening 5,8% 2007 1.000 1.000
Banklening 4,5% 2007 250 0
Bankkredieten euribor
+1,25%
Direct
opvraagbaar

710
939

4.460
1.939
Langlopend
Banklening 5,8% 2008 500 1.500
Banklening 4,5% 2008–2009 1.250 0
Banklening 6,9% 2008–2010
988
0

2.738
1.500

In 2003 is een standby roll-over leningovereenkomst afgesloten van eur 5 mln. Deze lening heeft een looptijd van 5 jaar. Aflossing vindt plaats in driemaandelijkse termijnen van elk eur 250 duizend. In 2006 zijn twee nieuwe leningen afgesloten vanwege acquisities. De eerste lening is begin 2006 afgesloten. Het gaat om een lening van eur 1,5 mln met een

looptijd van drie jaar. Aflossing vindt plaats vanaf het laatste kwartaal van 2007 in driemaandelijkse termijnen van elk eur 250 duizend. De tweede lening is in het laatste kwartaal van 2006 afgesloten en betreft een lening van usd 1,3 mln met een looptijd van vier jaar. Aflossing vindt plaats vanaf begin 2008 in vier termijnen per jaar van usd 81 duizend.

De aflossing per jaar is (bedragen x 1.000):

Jaar 2007 2008 2009 2010 2011
Aflossing in eur 1.250 1.750 250 0 0
Aflossing in usd 0 325 325 325 325

Per 31 december 2006 was er een onbenutte toegezegde kredietruimte van eur 790 duizend beschikbaar (2005: eur 1.061 duizend).

1 2 . Pensioenen en overige regelingen
i n z a k e v e r g o e d i n g e n n a
u i t d i e n s t t r e d i n g

2006

2005
Kosten van de vergoedingsregeling
(opgenomen in lonen en salarissen)
In het dienstjaar toegerekende pensioenkosten –773 –737
Rentekosten uitkeringsverplichting –574 –511
Verwacht rendement op fondsbeleggingen 710 557
Netto actuariële (winst)verlies
235

–3
Netto kosten van de pensioenregelingen
–402

–694
Werkelijk rendement op fondsbeleggingen
710

557
Balansposten m.b.t. kosten van de
pensioenregeling

2006

2005
Bruto verplichting u.h.v. toegezegde
pensioenregelingen
–13.944 –13.464
Reële waarde fondsbeleggingen
14.039

12.042
95 –1.422
Niet-opgenomen netto actuariële
winsten/verliezen

–580

639
Pensioenverplichting
–485

–783
Mutaties in de contante waarde van de
verplichting toegezegd-pensioenverplichting
zijn als volgt:

2006

2005
Beginstand bruto verplichting u.h.v.
toegezegd-pensioenreglingen
13.464 11.499
Rentekosten 574 511
Aan het dienstjaar toegerekende
pensioenkosten
773
737
Uitgekeerde bedragen –359 –94
Acquisities 307 0
Acturiële winst(–) of verlies (+)
op verplichtingen

–815

811
Eindstand bruto verplichting u.h.v.
toegezegd-pensioenregelingen

13.944

13.464

De medewerkers in Nederland hebben een toegezegd-pensioenregeling. In de tabellen hiernaast wordt aangegeven de samenstelling van de kosten van de toegezegdpensioenregeling die zijn opgenomen in de geconsolideerde winst-en verliesrekening, de financiering en de in de geconsolideerde balans opgenomen bedragen voor de toegezegd-pensioenregeling.

Mutaties in de reële waarde van de
fondsbeleggingen zijn als volgt:

2006
2005
Beginstand reële waarde fondsbeleggingen 12.042 9.993
Verwacht rendement 710 557
Bijdrage werkgever 884 940
Uitgekeerde bedragen –359 –94
Acquisities 290 0
Actuariële winst(+) of verlies (–)
op de beleggingen

472
646
Reële waarde fondsbeleggingen, 31 december
14.039
12.042

Verwacht wordt dat in 2007 eur 720 duizend zal worden bijgedragen aan de toegezegd-pensioenregelingen.


2006
2005
30% 26%
63% 66%
7% 8%

Sinds 1 januari 2006 is op grond van wettelijke regelgeving het prepensioen afgeschaft. Tot die tijd werd bij de waardering van het ouderdomspensioen uitgegaan van een pensioenopbouw tot de leeftijd van 62 jaar. Per 1 januari 2006 wordt in de waardering uitgegaan van een pensioenopbouw tot de leeftijd van 65 jaar. Hierdoor kan drie jaar langer over de pensioenopbouw worden gedaan.

De belangrijkste uitgangspunten die
worden gebruikt bij het vaststellen van
de ver­plichtingen uit hoofde van pensioen
regelingen zijn als volgt:

2006
2005
Disconteringsvoet 4,50% 4,25%
Verwacht rendement op activa 5,70% 5,50%
Toekomstige salarisverhogingen 2,50% 2,50%
Toekomstinge pensioenverhogingen 2,00% 2,00%
Samenvattend zijn de bedragen voor het
huidige en de twee voorgaande boekjaren:

2006

2005

2004
Bruto verplichtingen –13.944 –13.464 –11.499
Reële waarde fondsbeleggingen
14.039

12.042

9.993
Overschot (+) / tekort (–) 95 –1.422 –1.506
Actuariële winst (+) of verlies (–)
op verplichtingen
815 –811 –796
Actuariële winst (+) of verlies (–)
op de beleggingen
472 646 318
1 3 . H a n d e l s s c h u l d e n e n
t e b e t a l e n p o s t e n ( k o r t l o p e n d )

2006
2005
Vooruitontvangen omzet 4.595 4.311
Handelsschulden 9.314 2.056
Belasting en sociale premies 197 94
Overlopende passiva 1.882 1.249
Overige te betalen posten
1.369
765

17.357
8.475

Vooruit ontvangen omzet heeft betrekking op betaalde abonnementsgelden. Deze wordt gedurende het jaar als omzet genomen gerelateerd aan het uitkomen van afleveringen van tijdschriften. Handelsschulden zijn niet-rentedragend en

hebben normaliter een betalingstermijn van 30 dagen.

Belastingen en sociale premies, overlopende activa en overige te betalen posten worden gedurende het boekjaar afgerekend.

1 4 . Fi n a n c i ë l e i n s t r u m e n t e n boekwaarde reële waarde

2006

2005

2006

2005
Financiële activa
Geldmiddelen 2.725 1.380 2.725 1.380
Achtergestelde lening pensioenfonds 270 270 270 270
Financiële verplichtingen
Bankkredieten –710 –939 –710 –939
Rentedragende leningen
Leningen tegen vaste rente –2.488 0 –2.488 0
Leningen tegen variabele rente –4.000 –2.500 –4.000 –2.500
Valutatermijncontracten 241 –313 241 –313
Renteswap –15 –60 –15 –60

Renterisico Per 31 december 2006

Vaste rente Binnen 1-2 2-3 3-4 4-5 Meer dan Totaal

1 jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
5 jaar
Banklening –3.500 –500 0 0 0 0 –4.000

Per 31 december 2005

Vaste rente Binnen

1 jaar
1-2
jaar
2-3
jaar
3-4
jaar
4-5
jaar
Meer dan

5 jaar
Totaal
Banklening –1.000 –1.000 –500 0 0 0 –2.500

Per 31 december 2006

Variabele rente Binnen

1 jaar
1-2
jaar
2-3
jaar
3-4
jaar
4-5
jaar
Meer dan

5 jaar
Totaal
Bankkrediet –250 –1.247 –497 –247 –247 0 –2.488
Bankkrediet –710 0 0 0 0 0 –710
Per 31 december 2005
Variabele rente Binnen

1 jaar
1-2
jaar
2-3
jaar
3-4
jaar
4-5
jaar
Meer dan

5 jaar
Totaal
Bankkrediet –939 0 0 0 0 0 –939

Valutarisico

Ongeveer 40% van de inkomsten van Brill komt uit Noord-Amerika. Deze inkomsten worden gefactureerd in us dollars. Het merendeel van de kasuitgaven is in euro's, waardoor er een overschot aan us dollars ontstaat. Beleid is om ongeveer 90% van de verwachte vrije kasstroom in us dollars met termijncontracten te verkopen. De boekwaarde van deze transacties is gelijk aan de marktwaarde. Op balansdatum was voor usd 8,5 miljoen aan termijncontracten afgesloten met een marktwaarde van eur 240 duizend.

Niet-gerealiseerde waardemutaties worden verrekend in het resultaat. Dit valutarisico wordt verlaagd door, waar mogelijk, verplichtingen in us dollars aan te gaan. Dat kunnen schulden in us-dollars zijn. Ook termijncontracten voor de verkoop van us-dollars behoren hiertoe.

In 2006 was er een positief valutaresultaat van eur 318 duizend. In 2005 was er een negatief resultaat van eur 107 duizend.

Renterisico

De rente op de langlopende leningen en de kortlopende bankkredieten zijn variabel en gebaseerd op de geldmarkt. Een renteswap wordt afgesloten als op basis van renteverwachtingen voor de gelden kapitaalmarkt er een redelijke mate van zekerheid bestaat dat door het afsluiten van een renteswap de totale rentelasten lager zullen zijn.

Op basis van de renteverwachtingen wordt bepaald of de rente op langlopende leningen wordt afgedekt met een renteswap. Het renterisico op de langlopende lening uit 2003 is afgedekt met een renteswap. In noot 13 wordt meer informatie over deze lening gegeven. De reële waarde van de renteswap is bepaald door de marktwaarde daarvan. De gemiddeld effectieve rente per jaar op de renteswap is 4,27%.

Kredietrisico

De activiteiten van de onderneming concentreren zich op West-Europa, de Verenigde Staten en Japan. De meeste transacties worden afgesloten via handelaren. De eindafnemers zijn hoofdzakelijk institutionele klanten.

De kasstroom is gevoelig voor de betalingstermijn van debiteuren. De betalingstermijnen worden nauwkeurig bewaakt.

Abonnementen op tijdschriften worden vooruitbetaald. Bestellingen van particulieren worden geleverd na betaling. De onderneming heeft procedures en richtlijnen om het kredietrisico te beperken.

1 5 . N i e t u i t d e b a l a n s b l i j k e n d e v e r p l i c h t i n g

Er is een huurcontract voor het kantoorgebouw in Leiden. Deze overeenkomst heeft een looptijd tot en met september 2014. Vanwege de huurovereenkomst is een bankgarantie verstrekt van eur 90 duizend. Verder worden bedrijfsauto's geleased. Deze leasecontracten hebben een looptijd van 4 jaar. Het betreft operationele leaseovereenkomsten.

De financiële verplichtingen vanwege leasing zijn:

Per 31 december 2006
(bedragen x 1.000)

2007
2008
2009
2010
2011 2012 e.v.
Bedrijfswagens 83 78 49 18 0 0
Huur
328
338
348
358
369
1.075
Totaal
411
416
397
376
369
1.075
Per 31 december 2005
(bedragen x 1.000)

2006
2007
2008
2009
2010 2011 e.v.
Bedrijfswagens 68 40 30 5 0 0
Huur
319
328
338
348
358
1.444
Totaal
387
368
368
353
358
1.444

O V E R I G E G E G E V E N S

G e b e u r t e n i s s e n n a b a l a n s d a t u m

Zie noot 24 bij de geconsolideerde jaarrekening.

W i n s t b e s t e m m i n g

Statutaire winstbestemmingsregeling

De winstbestemming vindt plaats overeenkomstig artikel 25 van de statuten, waarin is bepaald dat de winst als volgt wordt verdeeld:

  • a Uitkering van dividend over het op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag.
  • b De Gecombineerde Vergadering bepaalt welk bedrag na aftrek van de onder a genoemde uitkering wordt gereserveerd.
  • c De Raad van Commissarissen stelt het tantième van de directeur vast.
  • d De Raad van Commissarissen stelt in overleg met de directeur de gratificaties van het overige personeel vast.
  • e Het bedrag dat resteert na uitkering van het dividend op de cumulatief preferente aandelen, de reserveringen, tantièmes en gratificaties, staat ter beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor uitkering aan de houders van (certificaten van) gewone aandelen.

Voorstel winstverdeling boekjaar 2006

Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt een dividend voorgesteld van eur 0,71 per (certificaat van) aandeel van nominaal eur 0,60 in contanten dan wel in (certifiaten certificaten van) aandelen ten laste van de agioreserve in een nader te publiceren omwisselverhouding. Deze zal worden vastgesteld na een keuzeperiode volgend op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Zie verder bij "Informatie voor Aandeelhouders" op pagina 105.

Indien de Algemene Vergadering van Aandeelhouders dit voorstel aanvaardt, wordt de winst over 2006 ad eur 2.565 als volgt verdeeld:

Voorgestelde winstverdeling
2006
Dividend op gewone aandelen 1.285
Toevoeging aan winstreserve 1.280
Winst 2.565

Leiden, 19 maart 2007

Raad van Commissarissen

Jhr. mr. H.A. van Karnebeek Prof. dr. P.J. Idenburg Drs. ing. H.P. Spruijt

Directeur Drs. H.A. Pabbruwe

A C C O U N T A N T S V E R K L A R I N G

Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Koninklijke Brill nv.

Ve r k l a r i n g b e t r e f f e n d e d e j a a r r e k e n i n g

Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2006 van Koninklijke Brill nv te Leiden gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2006, winst-en-verliesrekening, mutatieoverzicht eigen vermogen en kasstroomoverzicht over 2006 alsmede uit een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per 31 december 2006 en de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2006 met de toelichting.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 bw, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 bw. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de vennootschap. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Koninklijke Brill nv per 31 december 2006 en van het resultaat en de kasstromen over 2006 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 bw.

Ve r k l a r i n g b e t r e f f e n d e a n d e r e w e t t e l i j k e v o o r s c h r i f t e n e n / o f v o o r s c h r i f t e n v a n r e g e l g e v e n d e i n s t a n t i e s

Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e bw melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 bw.

Rotterdam, 10 april 2007

Oordeel betreffende de enkelvoudige jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Koninklijke Brill nv per 31 december 2006 en van het resultaat over 2006 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 bw.

Ernst & Young Accountants namens deze

w.g. Drs. O.E.D. Jonker RA

I N F O R M A T I E V O O R A A N D E E L H O U D E R S

H e t a a n d e e l B r i l l

Koninklijke Brill nv is sinds juli 1997 genoteerd aan Euronext Amsterdam. Het register van aandeelhouders Koninklijke Brill nv wordt beheerd door:

nv Algemeen Nederlands Trustkantoor ANT Postbus 11063 1001 gb Amsterdam t +31 20 52 22 555

ANT treedt ook op als administrateur van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill. Aandeelhouders op naam kunnen zich met vragen over aandelenbezit, adreswijzigingen of dividendbetalingen eveneens wenden tot voornoemd trustkantoor.

S p l i t s i n g

De Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft op 14 mei 2002 ingestemd met een splitsing van de aandelen, waarbij de nominale waarde van een (certificaat van) aandeel is gewijzigd van eur 1,20 in twee (certificaten van) aandelen van ieder eur 0,60. Deze splitsing is op 19 augustus 2002 van kracht geworden. Alle gegevens over aandelen zijn hierop aangepast.

We t M e l d i n g Z e g g e n s c h a p 2 0 0 6

In het kader van de Wet Melding Zeggenschap 2006 hebben de volgende certificaathouders, voor zover op 31 december 2006 bekend bij de onderneming, een belang van 5% of meer:

A a n t a l a a n d e l e n

Het aantal uitstaande aandelen met een nominale waarde van eur 0,60 was op 31 december 2006 1.809.965 (per 31 december 2005 1.749.289). De wijzigingen ten opzichte van voorgaand jaar in het aantal uitstaande aandelen zijn aangegeven bij de toelichting op de vennootschappelijke rekening.

Van het totaal aantal uitstaande aandelen per 31 december 2006 zijn 1.766.900 certificaten uitgegeven en 43.065 aandelen op naam in het aandelenregister opgenomen.

D i v i d e n d 2 0 0 6

Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt op 10 mei 2007 voorgesteld een dividend van eur 0,71 per (certificaat van) aandeel van eur 0,60 uit te keren als keuzedividend geheel in contanten dan wel geheel als stockdividend in (certificaten van) aandelen ten laste van de agioreserve in een nog nader te bepalen omwisselverhouding. Deze nieuwe (certificaten van) gewone aandelen zullen ten volle delen in de winst over 2006.

De waarde van het stockdividend zal op het niveau liggen van het contante dividend. Het aantal dividendrechten dat recht geeft op een nieuw (certificaat van) gewoon aandeel zal worden vastgesteld in de vorm van een geheel aantal, aan de hand van het gemiddelde van de slotkoersen van het aandeel Koninklijke Brill nv op 5 juni 2007 en de daaraan voorafgaande twee beursdagen.

Gemelde belangen Omvang Meldingsdatum
Orange Oranje Participaties nv 20%–25% 1 november 2006
GVB Capital Management bv 5%–10% 29 december 2006
Otterbrabant Beheer bv 5%–10% 1 november 2006
Dr. E.M. Aarts 5%–10% 1 november 2006

F I N A N C I Ë L E A G E N D A 2 0 0 7

B e l a n g e n v a n d i r e c t i e e n c o m m i s s a r i s s e n

Drs. H.A. Pabbruwe (directeur) 7.910 stuks Drs. ing. H.P. Spruijt (commissaris) 252 stuks

Met instemming van de Raad van Commissarissen heeft de directeur voor zijn indiensttreding voor eigen rekening en risico certificaten van aandelen Brill via zijn bank verworven. Met de Raad is afgesproken dat de directeur deze certificaten, vermeerderd met stockdividend waarvoor een standaardinstructie is gegeven, niet zal vervreemden of belasten gedurende zijn actieve dienst.

Algemene Vergadering van Aandeelhouders 10 mei 2007

Aankondiging dividend 11 mei 2007

Ex-dividend datum 14 mei 2007

Record datum 16 mei 2007

Keuze periode 14–31 mei 2007

Vaststelling omwisselverhouding 5 juni 2007, na beurs

Betaalbaarstelling dividend 12 juni 2007

Bekendmaking resultaat eerst halfjaar 2007 23 augustus 2007, na beurs

I n v e s t o r r e l a t i o n s

Koninklijke Brill nv voorziet (potentiële) aandeelhouders en andere belangstellenden graag zo goed mogelijk van relevante informatie. Exemplaren van (half) jaarverslagen zijn te vinden op het internet onder www.brill.nl, Corporate Information, sectie Investor Relations. Daarnaast kunnen deze worden aangevraagd via onderstaand adres.

koninklijke brill nv Investor Relations Postbus 9000 2300 pa Leiden

t +31 71 53 53 500 f +31 71 53 17 532 e [email protected] www.brill.nl

Ja a r v e r s l a g e n b r o c h u r e

De onderneming is gewend geweest het jaarverslag breed in te zetten; het diende als formele verslaglegging aan aandeelhouders, maar werd ook gebruikt als informatiebrochure voor andere stakeholders zoals auteurs, klanten en leveranciers. Met name door de toegenomen eisen van financiële verslaglegging was het jaarverslag over 2005 echter zo uitgebreid en gedetailleerd geworden dat het niet meer geschikt bleek als algemene informatiebrochure. Door de omvang van de financiële informatie gaf het ook een weinig afgewogen beeld van Brill's bedrijfsvoering. Om die reden is tijdens de Algemene vergadering van Aandeelhouders in 2006 aangekondigd dat de verslaglegging over 2006 zal worden gesplitst. Er verschijnt daarom dit jaar een volledig jaarverslag in de Nederlandse taal, in eenvoudige vormgeving op dun papier gedrukt en raadpleegbaar via de website www.brill.nl. Daarnaast is begonnen met het uitbrengen van een jaarlijkse brochure, voor dit jaar Brill in 2006 genaamd, waarin uittreksels van de financiële verslaglegging worden samengevoegd met het directieverslag en een historisch georiënteerd artikel, verlucht met aantrekkelijke illustraties en vormgegeven in de intussen vertrouwd geraakte huisstijl. Deze brochure wordt geschikt geacht voor een bredere verspreiding onder alle stakeholders en zal ook in de Engelse taal beschikbaar worden gesteld via de website en printing on demand.

Hu i s s t i j l

Nadat in de jaren negentig mede door acquisities het aantal schrijfwijzen en beeldmerken was toegenomen, heeft Brill in 2004 besloten een aantal uitingsvormen te standaardiseren. In de loop van 2005 is een nieuwe huisstijl tot stand gekomen die allereerst in marketing materiaal en vervolgens in andere bedrijfscommunicatie is toegepast.

Het jaarverslag over 2004 was een eerste stap op weg naar een vernieuwde profilering en ook het jaarverslag 2005 ging op deze weg voort.

De brochure Brill in 2006 is eveneens op deze leest geschoeid.

D e Na a m

Brill gebruikt verschillende bedrijfsnamen. Voor de juridische en vennootschappelijke zaken treedt het bedrijf naar buiten als Koninklijke Brill nv. Als uitgeverij wordt de naam Brill gebruikt, of waar nuttig, de imprints VSP, Nijhoff en sinds 2006 ook IDC en Hotei. Voor de wetenschappelijke doelgroepen die Brill bedient is dit niet verwarrend, omdat de namen daar bekend zijn.

M e r k e n

Brill wil voortbouwen op zijn internationale reputatie waarvan de basis ruim driehonderd jaar geleden is gelegd. Brill wil graag direct herkend worden in de niches waarin de uitgeverij actief is. Daarom is gekozen voor het uitgeversmerk dat het omslag van zowel het jaarverslag als de brochure Brill in 2006 siert. Dat deze keuze gemaakt is uit een veelheid van historisch verantwoorde alternatieven, werd geïllustreerd in het artikel dat na de jaarrekening in het jaarverslag 2004 was opgenomen. Naast het voeren van het nieuwe Brill beeldmerk zal ruimte gelaten worden ook waardevolle imprints met een sterke identiteit zoals Nijhoff en IDC te blijven gebruiken.

Pr o f i l e r i n g

Brill wil bekend staan als een moderne, service gerichte uitgeverij die hoge kwaliteitsnormen handhaaft en een lange termijn strategie bewaakt. Voorspelbaarheid en betrouwbaarheid bij auteurs en klanten zijn daarbij constante waarden. Bij de uitbreiding naar nieuwe uitgeefterreinen wordt waar mogelijk aansluiting gezocht bij Brill's bijzondere oriëntatie in de wetenschap. Van oudsher heeft het

bedrijf zich gespecialiseerd op talen, culturen, godsdiensten en geschiedenis. IDC en Hotei vormden verdere versterkingen van deze oriëntatie.

Nijhoff voegde daaraan een erkend sterke positie in het internationale recht toe. De keur van bijzondere karakters die allen een leesteken voorstellen en het omslag van de brochure Brill in 2006 opfleuren, symboliseert één van deze competenties. In 2004 werden lettertekens gekozen en van de veelkleurigheid van dat motief werd dankbaar gebruikt bij de opening van het nieuwe kantoorpand op 6 april 2005. De exotische cijferreeks van het jaarverslag 2005 was een tweede symbool van Brill. De omslagillustratie van de brochure Brill in 2006 zal eveneens in zeefdruk en op groot formaat het kantoorpand van Brill opluisteren. Voor een verklaring van de letters in 2004, de cijfers van 2005 en de leestekens van 2006 wordt verwezen naar de uitleg op de website www.brill.nl.

Te c h n o l o g i e

Eén van de voorwaarden om doelmatig te blijven produceren ligt in het vermogen nieuwe technologie toe te passen. Net als bij Brill's andere uitgaven, werden ook het jaarverslag en de brochure Brill in 2006 digitaal voorbereid. Wanneer de directe vraag dat indiceert, wordt vooralsnog gekozen voor het drukken via offset persen. Het jaarverslag is op deze wijze tot stand gekomen en ook de Nederlandstalige versie van de brochure Brill in 2006 is in offset gedrukt. Voor de Engelstalige versie is gekozen voor printing on demand technologie waarbij in kleine aantallen en desnoods per stuk kan worden gedrukt.

N.B. De brochure Brill in 2006 is zowel in zijn geheel als in delen beschikbaar als pdf-document via de website www.brill.nl. Een gedrukt exemplaar wordt op verzoek toegezonden, zie Investor Relations op pagina 106.

C o l o f o n

Ontwerp en lay-out

Coördesign, Leiden

Omslagillustratie

André van de Waal, Coördesign met adviezen van Pim Rietbroek, Brill, Leiden

Fotografie

Joost Kolkman, Leiden

Druk en afwerking

Drukkerij Wilco, Amersfoort

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.